Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   Z AA KEN VAN STAAT en OORLOG, BETREFEEND E DE VEREENIGDE NEDERLANDEN; ZEDERT HET BEGIN VAK HET JAAR. MDCCLXXX. ZESDE DEEL. £ Te AMSTERuaM, si JOHANNES ALLART. M D C C X C.   L Y S T van alle de stukken, welke in dit zesde deel geplaatst z y n. CM. Lyst der Pryzen* zedert het begin van den Oorlog tot in het laatst van de maand May des Jaars 1782 , op de Engelfchen veroverd, en meest in de Havens deezer Landen opgebragt. . bi. 1 CIV. Adres van de Sociëteit door Vryheid en Tver te Leeuwaarden, aan de Edel Mogende Heeren Staaten van Friesland, ter gelegenheid van het vervaardigen eener Medailje op kosten der Sociëteit, op de erkentenisfe der Onafhanklykheid van Amerika. . . . bl. 9 CV. Rapport tot antwoord aan het Hof van Rusland, betreffende het aangaan van eenen afzonderlyken Vrede met Engeland. Ingebragt en Overgenomen ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 5 Juny 1782. . . bl. 12. CVI. Propositie , door Zyne Hoogheid den Prins van Oranje en Nasfau, ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende gedaan, tot het aanvullen van het gebrek van Manfchap, ter bemanninge van 's Lands nieuw aangebouwde Schepen. In dato 5 Juny 1782. . .bi. 17 CVII. Consenten der Provinciën Gelderland, Zeeland , Utrecht , Vriesland , Overysfd en Stad en Lande, in de Staaten van Oor* 3 log  i L V S T dér S T Ü IC K E JT. log voor het Jaar 1782. Medegedeeld ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogenden. In dato 5 Juny 1782. . bl. iz CVIII. Nader Adres der Stad Medenblik, om eene ibmme Gelds !uit 's Lands Kas , tot herftellinge van de Haven en verdere Zeeweeringen. Ingebragt ter tafel van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 6 Juny 1782. • hl. 33 CIX. Extract uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Gr. M02;., de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, waar by dezelven een afzonderlyken Vrede met Engeland van de hand wyzen , doch tot het aangaan van een algemeenen Vrede zig genegen toonen. In dato 12 Juny 1782. • . . bl. 42 CX. Resolutie van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , omtrent het aangaan van Vrede met Engeland, overeenkomftig het Preadvis en de Refolutie van Hun Ed. Gr. Mogenden van den 12 Juny 1782. Genomen in dato 1 July 1782. . bl. 46 CXI. Propositie van de Afgevaardigden der Stad Goes, ter Vergaderinge van de Edel Mogende Heeren Staaten van Zeeland, tot het doen opfchorten van de Maandelykfche Bedeftonden , uit hoofde van de Werkeloosheid der Republiek ter Zee. Gedaan in dato 1 July 1782. . bl. 47 CXII. Ad vis van het Hof van Holland, nevens de Stukken, daar toe behoorende, op het Request van Thimon Cornetis van Hccrde en >  LYST der STUKKEN. vu Johatma Jaaba Herbertina Mauritia van der Does van Noordwyk, om Dispenfatie van Haar Ed. Gr. Mogende Placaat van 25 February 1751 , en de pcenaliteiten daar by geftatueerd op het doorgaan van jonge lieden. Ingebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 3 July 1782. . . . bl 49 CX1II. Missiven aan Zyne Hoogheid den Heere Admiraal Generaal, zoo van de Relpecrive Admiraliteits Leden als van den Admiraal hartsinck , over het uitloopen van 's Lands Vloot. In dato 4 July 3782. bl. 58 CXIV. Rapport van den Heere Prinfe van Oranje en Nasfau, wegens deszelfs verrigtingen op de Vloot in Texel. Gedaan in het Groot Befogne van Gedeputeerden van Hun Hoog Mogende. In dato 5 July 1782. s . bl. 65 CXV. Request van Mr. bartholomeus van den santheuvel, als Bailjuw van Zuidholland, en Antidotaal daar tegen van de Schouten van de Zwyndregtfche , Hoekfche, Crimpeneren Alblasfervvaarden, betreffende het houden der Maandelykfche Bedeftonden. Ingeleverd aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland. In dato 5 July 1782. . . bl. 69 CXVI. Missive van de Heeren Staaten van Friesland aan de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , over de Verhoogde Tractementen en Soldyen der Subalterne Officieren en Gemeenen , nevens de redenen van weigeringe om daar in te bewilligen. In dato 6 July 1782. bl 75 * 4 CXV1L  Vïll LYST der STUKKEN. CXVII. Verklaaring van de Stad Vlisfingen, omtrent de Propofitie van de Stad Goes, van i July, tot het doen opfchorten der , Bedeftonden. Uitgebragt in dato 8 July Ï782. . . . bl. 7T CXVUI. Voorstel der Stad Middelburg, ter Vergaderinge van de Edel Mogende Heeren Staaten van Zeeland, nopens de tegenwoordige omftandigbeden van 's Lands Zaaken. Gedaan in dato 8 July 1782. bl. 80 CXIX. Advys der Stad Veere omtrent hetVoorvan Middelburg, wegens de tegenwoordige omftandighedeni . bl. 86 CXX. Advys der Stad Vlisfingen, raakende het voorftel van Middelburg van 8 July en het uitzeilen en employ van 's Lands Vloot. bl. 89 CXXI. Instructie voor den Kapitein Ryneveld, of oudften Commandeerenden Officier, dewelke het gebied over het Convoy naar de Oostzee voeren zal. In dato 9 July 1782. . . . . bl. 90 CXXII. Extract uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierikzee ; inhoudende een Befluit wegens de tegenwoordige Zaaken en de Bedeftonden. In dato 12 July 1782. . . bl. 93 CXXIII. Resolutie van Hun Ed. Gr. Mogende de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland , op eene Misfiye van Zyne Hoogheid den Prince Erfftadhouder, omtrent eene infertie in de Zuidhollandfche Courant, en tot het beteugelen van de Licentie der Nieuwspapieren. In Hun Ed. Gr. Mog.  LYST der STUKKEN. Mog. Vergadering genomen. In dato 12 July 1782. • . . bl. 100 CXXIV. Resolutie van Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal, omtrent het Request van Jacques Bergeon en Comp. inhoudende Verzoek van Schaêvergoeding van het genomen Kaaperfchip de Dappere Patriot. In dato 12 July 1782. bl. 109 CXXV. Missive van de Heeren Staaten van Friesland aan de Staaten Generaal; behelzende redenen van weigeringe van het niet bewilligen in de verhooging van Soldyen der Gemeene Soldaaten. In dato 16 July 178*. 4 . bl. 112 CXXVL Plakaat van de Heeren Staaten vaa Friesland, raakende den Veertigften Penning , door Kerken en Godshuizen , vat» derzelver Vastigheden, alle dertig jaareti te betaalen. In dato 16 July 1782. bl. 114 CXXVlL Missive van de Staaten van Friesland aan Hun Ed. Gr. Mogende, over zekeren Brief, geplaatst in de Zuidhollandfche Coulant. In dato 17 July 1782. bl. 117 CXXVIII. Memorie en Bylagen van den Deerffchen Envoyé de St. Sapkorin; behelzende klagten over de kwaade behandelingen aan de Deenl'chen Schepen aan de Kaap de Goede Hoop, met verzoek om Satisfa&ie. en Vergoeding; mitsgaders het Berigt der Oostindifche Maatfchappy daar op. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 17 July 1782. bl. 119 CXXIX. Berigt van de Magiflraat van Woerden op de Misfive van Zyne Hoogheid * 5 den  x LYST der STUKKEN» den Prinfe Erfftadhouder , raakende eene infertie in de Zuidhollandfche Courant, nevens twee Bylagen. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 17 July 1782. . bl. 140 CXXX. Memorie van den Franfchen Gezant Hertog de la Fauguion, in antwoord van Hunner Hoog Mogende Refolutie van den 1 July, raakende het uitltellen van den Vrede met E igeland tot eene algemeene Bevrediging ; behelzende betuiging van het genoegen Zyner Allerchristelykfte Majefteit in deeze Refolutie. In dato 17 July 1782. bl. 146 CXXXI. Rapport omtrent het applaneeren der Remarques op het Project-Tia&aat tusichen Hun Hoog Mogende en de Vereenigde Staaten van Noord - Amerika. Citgebragt in dato 18 July 1782. bl. 148 CXXX1I. Missive van Gecommitteerde Raaden ia het Noorder-Kwartier aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland , dienende tot geleide van het Rapport van den Lt. Colonel Schoufter, over de defenfie en beveiliging van de Noordlyke Vaste Kust aan de Helder, en van derzelver Zeegaten en Eilanden Texel, Vlie en Terfchelling. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 18 July 1782. bl. 150 CXXXIII. Propositie van de Gedeputeerden der Steden Schiedam, Schoonhoven en Brielk, om eene permanente zitting in het ColBejjie van de Heeren Gecommitteerde Raaden.  LYST der STUKKEN. xi den. Gedaan ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 19 July 1782. • • • . bl. 170 CXXXIV. PvAaport van Hunner Ed. Gr. Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van de Justitie, op het Request van Tbimon Cornelis van Heerdt en Johanna Jacoba Herbertina Mauritia vander Does van Neordwyk van den 3 July. Uitgebragt in de Vergadering van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 19 July 1782. bl. 174 CXXXV. Nadere Memorie van den Deenfchen Gezant de St. Saphorin, by Hun Hoog Mogende, over eene voorgegeevene Ontmoeting van het Deenfche Afiatifche Compagniefchip , het Kasteel van Dansburg, aan de Kaap de Goede Hoop. In dato 22 Ju]y . . bl. 178 CXXXVI. Extract uit eenen Brief van de Heeren Staaten van Zeeland, over het vernieuwen van het vervallen Dok te Vlisfingen, en de Refolutie daar op genomen j in dato 2 3 July 178a. . . bl 180 CXXXVII. Missive en Confideratien van Gecommitteerde Raaden, of en in hoe verre de Kaapers in dienst van den Staat van de opgebragte en verkogte Prysgoederen de Hollandfche Impofitien zyn verfchuldigd. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Èd. Gr. Mogende. In dato 25 July 1782. CXXXVIII. Missive van de Staaten van Gelderland , nevens Advis van Gecommitteerde Raaden op dezelve ; betreffende derzelver be-  xii LYST der. STUKKEN. , bezwaaren over de belastingen op de doorpasfeerende Turf, en verzoek om eene favorabele Refolutie daar omtrent. Ingebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Ór. Mogende. In dato 26 July 1782. bl. 185 CXXXIX. Propositie van de Gedeputeerden der Srad Leiden , omtrent de Werkeloosheid der Republiek, en om opening daar omtrent van Zyne Hoogheid , als Admiraal Generaal, te requireeren; en de Bondgenooten tot gepaste maatregelen aan te maanen. Ingebragt ter Tafel van Hun Ed; Gr* Mogende. < . bl. 195 CXL. Propositie en Advifen, gedaan en uitgebragt op den Buitengewoonen Landsdag van Friesland, gehouden in de maand July 178 • bl. 204 CXLI. Propositie van het Friefche Kwartier Westergo , om aan Zyne Hoogheid den Prjnfe Erfdadhouder te verzoeken , het vervvyderen van den Heere Hertog van Brunswyk van het bewind van zaaken. bl. 212 CXLU. Propositie van het Kwartier van Oostergo , op den Friefchen Landdag in de ma#njï July 1782 , tot het houden van Maandelykfche Bedeftonden , nevens de Concept-Misfive van Üitfchryving.' bl. 213 CXLIII. Missive van de Staaten van Friesland aan de Staaten Generaal, ovÜfc het open leggen van den ftaat van het Comptoir Generaal der Unie. , bl. 216 CXLI.V. Propositie van de Afgevaardigden van Hun Ed, Gr. Mogende ter Vergaderinge van  LYST der. STUKKEN. xra van de Staaten Generaal, betreffende de Vredehandeling met Groot - Brittannie* bl. 218 CXLV. Advizen , uitgebragt op den Friefchen Landdag, gehouden in de maand July des Jaars 1781, omtrent de Militaire Jurisdictie. : . bl. 219 CXLVI. Propositie van de Afgevaardigden der Stad Delft, omtrent het geeven van toeftemminge tot het trekken der Loteryen , aan de Steden Delft , Bnel en Medenblik geaccordeerd. Ingebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato'i Augustus 1782. . . bl. 221 CXLVII. Missive van Gecommitteerde Raaden, over het verfchil in de Zoutmaat, en de middelen om daar aan te remedieeren. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 2 Augustus 1782. bl. 225 CXLVIII. Requesten van den Schout by-Nacht J. van Kruyne, zoo aan de Heeren Staaten van Holland, als aan de Staaten Generaal; nevens eene Misfive en Berigt met de Bylagen aan Zyne Hoogheid den Prinfe van Oranje en Nasfau; alles loopende over eene beleediging, door eenen Brief in de Zuidhollandfche Courant hem aangedaan. Getrokken uit de Refolutien Hun Ed. Gr. Mogende Vergadering genomen. In dato 7 Augustus 1782. . bl. 234 CXLIX. Missive van de Staaten van Zeeland, met de Copien van derzelverMisfiven, zoo aan Hun Hoog Mogenden als aan Zyne Hoog-  xiv LYST der STUKKEN. Hoogheid den Erffhdhouder, om informatie te bekomen van de oorzaaken van de Werkeloosheid der NavaleMagt; enz. en verzoekende om Hunner Ed. Gr. Mogende medewerking tot nut van het Vaderland. Getrokken uit de Refolutien van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 7 Augustus 1782. • • • bl. 264 CL. Verklaaring van de Afgevaardigden van Gouda,omtrent de Leidfehe Propofitie van 31 July. Gedaan ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 7 Augustus 1782. . . bl. 280 CLI. Berigt en Advis van Praiiïdent en Raaden van het Hof van Holland, op het verzoek van J. Petsch, cum fuis, om Hunner Ed. Gr. Mogenden Intercesfie by de Staaten van Zeeland, ten aanzien van eene provifie van Juftitie en voorziening daar omtrent , betreffende zekere Negociatie, ten behoeve van eenige Planters in de Colonie van Esfequebo en Demerary. Ingebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende, in dato 8 Augustus 1782. bl. 282 CLII. Aanmerkingen op het Tra&aat van Vriendfchap en Koophandel, gellooteu tusfchen de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden en de Vereenigde Staaten van Noord-Amerika. Ingeleverd ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mogende door de Afgevaardigden der Stad Amfterdam, in dato 9 Augustus 1782. bl. 320 CLIII. Missive van de Raaden, en Ministers ter Admiraliteit op de Maaze, om voorziening te-  LYST der STUKKEN XV tegen het overbrengen van Pasfagiers of Brieven, naar Groot-Brittannie, geduurende den Oorlog met dat Ryk, door Vaartuigen van het Strand, zonder ordre. Ingeleverd by Hun Ed. Gr. Mogende , in dato 14 Augustus 1782. bl. 32" CL1V. Propositie van Zyne Hoogheid den Prin°fe van Oranje en Nasfau , in het Secreet Befogne van Hun Hoog Mogende; inhoudende beklag over nadeelige Gerügten, en aanbieding om zich te zuiveren, door' het open leggen van genomen maatregelen. Getrokken uit de Refolutien van de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In dato 14 Augustus 1782. . bl. 326 CLV. Provisioneel Befluit van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal, op de klagten van den Deenfchen Gezant St. Sapkorin, over het voorgevallene omtrent het Deenfche Oostindifche Compagniefchip Dansburg, aan de Kaap de Goede Hoop. CLVI. Extract uit het Rapport van de Oostindifche Compagnie, raakende het Deenfche Schip het Kasteel van Dansburg, gearresteerd aan de Kaap, waar over de Heer de rr ^St;*Saphorin ziS bekIaagd heeft. bl. 320 yLVII. Memorie van den Deenfchen Gezant de St. Saphorwy behelzende klagten over den Hollandfchen Kaaper , Kapitein Koelberg. PI ,mTInDdat0 x5 Augustus 1781. bl. 337 L-LV111. Resolutie van Hun Hoog Mogende de Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën , omtrent het aanhouden van een Deensch  xvi LYST der STUKKEN. Deensch Schip door de Spanjaarden. In dato i6 Augustus 1782.' bl. 338 CLIX. Placaat van de Staaten van Holland en Westfriesland, verbiedende het huuren van Vaartuigen naar Groot-Brittannie. In dato 17 Augustus 1782. . bl. 341 ZAA'  Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG. MDCCLXXXït CIII. Lyst der Pryzen , zedert het begin van den Oorlog tot in het laatst .van de Maand May des Jaars 1782 , op de Engelfchen veroverd, en meest in de Havens dee. zer Landen opgebragt. Voor de Admiraliteit van de Maas. 1781. Ts den 24 Odtober , door de Kaper het Alge. x meen Belang, Kapt. Liekele,x.e. Hellevoet opgebragt : De Neptunus , een Visfchers Sloep met 8 mannen. 1782. 14 February, heeft 's Lands Kotter de Kemp. haan, Luit. Eyé, genomen een Sloep, geladen met Traan en Pik. 26 dito, heeft de Kaper de Vaderlander, Kapt Brown genomen, en te Calais opgebragt, een nieuwe Kotter, 15 mannen Equipagie-, geladen met Gene ver, Brandewyn , veel Thee van verfeheiden foorten , en eenige Baaien Koopmanfchappen, ter waarde van 8000 p.il. 1782. 22 May, is (in 't Vlie binnen gekomen, een Brik gelaaden met Steenkoolen, moetende na Hamburg: genomen door de Kaper de Vliegende Vis, Kapt. G. Schelvis. 26" dito, is in Texel binnen gekomen, the Tince , Kapt. Wilkenfon^ niet Steenkoolen en Glas; van NieuwVI. deel. A kas-  2 juny, . ZAAKEN VAN 1782. kastel na Hamburg moetende : meede door Kapt. G. Schelvis genomen. 25 dito, is te Vlisfingen binnengekomen, eenSmokkel-Kotter , genaamt de James Mary , Kapt. Thomas Stipte , gelgaden met eenige Deekens.eq Qaarens, genomen door de Kaper -de FJavick , Kapt. Joung , en aan vvieïis Boord oolc 400 Guiniës contanten waren. Voor de Admiraliteit te Amfterdam. 378!• 6 Maart , heeft 's Lands Fregat van Oorlog de jEemiragt, Kapt. de Roock, voerende 24 ft.. Kanonte Surinaamen opgebragt, twee pryzen, die hy onderweg genomen had; en heeft rp de Rivier van Surinamen ook veilcbeide Vaartuigen bemagtigt. 24 Juny, heeft dezelve in. Texel opgebragt, eenBri* ganryn, geiaaden met- Pitovjfie, ftevenende van Cork , na Nieuwjork. 10 July, heeft de Schout-by-Nacht, Graave van Byland , een Fïegatfehip. genomen , geiaaden met Sout, en te Cadix opgebragt. 8 September , is döor denzelveti, en Kapt. Coermany een Lettre de Marke genomen. 1.6 d|to, kwamen in' Texel binnen the Mary en the Providence , geiaaden met Steenkoolen; en .genoomert döor de Kaperfcheepen de Dolphyn en Triton, Kapt. van der Linden en van der Biest* 9 December, is te Vlaardingen ,-binnen gekomen,een Visfchers Scheepje; genomen door de Kaper de Herkules,TKapt« J\ Hogeboom. 1 Vfm. S7 Aorif,'heeft Kapt. CS Geermmn ,; voerende het Schip de Vrouw Magdalena, een' Brigantyn Schip de Leviathan geranfoeneert voor 40Q p. it. 6 May, door een onzer Fregatten zyn genoomen, en na een Hollandfche Haven opgezonden, twee Scheepen, geladen met Boter, Spek, Koorn enz. t I Voor de Admiraliteit vim Zeeland. 17 81, 7 February, hebben de Bitleggers Kapt. ATarrebotitt en 'Kroonenberg,'voerende ieder 2 Draaibaren 'cu  juny, STAAT EN OORLOG. 1782. 3 en 3 man Equipagie genomen , een driemast Sloep- fciieepje , met 6 mannen, 10 dito, is door dezelve te Zierikzee opgebragt,een Kaper voerende 18 ft. Kanon , en 80 mannen Equipagie J hebbende een goede buit by zig ; voorts veel Kruid, Lood en ander Oorlogstuig. 20 dito, is' door 's Lands Fregat St. Maartensdyks, Kapt, Stayorifjus, leggende in 't Zierikzeefche gat genomen , een Kaper gemonteert met 4 Cannonnades 9 ponders , en 6 ftaartftukken , benevens 20 man Eqni. pagie. 23 Juny •> heeft de Kaper de Ni'et-Verwagt , Kapt. Brown te Vlisfingen opgebragt ; twee Visfchers Makreelvangersj ieder met 11 mannen, ter waarde van 2000 guldens. 5 July , kwam Kapt. Brown te Vlisfingen binnen , met Geranfoeneerdens van 15 Visfchers ;"i4 heeft hy voor 200, en 1, voor 100 Guihees geranfoeneert. 19 dito, is te Vlisfingen binnen gekomen, Charlotte een groot Schip, 9' perfoonen Equipagie , geiaaden met Steenkoolen, en verkogt voor 7950 guldens. 3 Augustus , is te Ameland binnen geloopen, een Brik van 80 ton , geiaaden met ballast, beide Schepen, door de Kaper de Niet Verwagt , Kapt. Brown* genoomen. 6 dito, kwam gemelde Kaper te Vlisfingen binnen, , hebbende weder drie Sunderlandfche Barkentyns geno- rmen: waar van hy a gerantfoeneert heeft. 1781. 3 September, heeft de Kaper de Vlyt, Kapt. Bannister, twee Visfchers genomen. 15 dito , heeft de Niet-Venvagt , Kapt. Turcq, ? Schepen geranfoeneert voor 700 p. ft. 16 dito , kwam in Vlisfingen binnen , een BuisSchip, door gemelde Kaper genomen. 30 Oftober , heeft de Kaper de Vlyt, Kapt, Ban, ntster, genomen een Snaauwfchip Mari London, geiaaden met Kooien, en verkogt voor'ï 1750 guldens. 6 November , is door dezelve genomen , een groot Schip, geiaaden met Steenkolen. 17 dito, heeft Schipper G. C. Meeuwfen, te Veere opgebragt; een Schooner.Schip geiaaden met 4? last Mouth, en 6 last Garst. JiV, A a 8I  t juny, ZAAKEN VAN 178a 21 dito, beeft de Kaper de Vlisfinger, Kapt.Turcq, een Schip geranfoeneert, voor ijo guinies. 30 dito, een dito voor 50QO guinies gpranfoeneerd. 8 December , is de Vlisfinger te Cherbourg binnen geloopen , by zig hebbende drie Ranfoenen, ter waarde van 1200 guinies. 9 dito , heeft dito twee Schepen genomen, en geranfoeneert voor 700 guinies. 10 dito, hebben 's Lands Uitleggers van Veere,een groot Schip genomen, geiaaden met Mout, en aldaar opgebragt. 26 dito, heeft de Vlisfinger, Kapt. Turcq, een Brigantyn Schip geranfoeneert voor 600 guinies : en een Brigantyn de Pomona van 100 ton, geiaaden met Aardappelen, na Brest gezonden. 1782. 30 January, is door gemelde Kaper het Schip de IndudVie genomen, en geranfoeneert. 17 February, heeft den voorfpoedigen Kapt. Turcq, een Ranfoen van 1000 guinies, en twee pryzen' gemaakt. De Kapt. van een dier pryzen , heeft 15000 guinies, te vergeefs voor Rantfoen aangebooden. 20 dito , heeft de Kaper de Goede Verwagting , Kapr. Casfin, de Nepthunus met Steenkoolen geiaaden genomen , en nog drie Schepen geranfoeneert, voor 1400 guinies. 24 dito, is in Texel binnen gekomen, de Commeelu, een Sloepfcheepje, geiaaden met Suiker, Thee, en andere Stukgoederen, beneevens eenige Kanonnen. 1 Maart, heeft die braave Zeeman , Kapr. Turcq, een Smokkelaar geranfoeneert voor 200 guinies. En een dito , na Havre de Grace gezonden , welk Schip op die Rivier gertrand is; dog de Equipagie en lading is geborgen. Nog is door gemelde Kapt. Turcq ,; genomen, een Schip van 120 ton, gemonteert met 6 ft. a 6 p. a dito , heeft dezelve te Brest opgebragt een Schip van 400 ton , geladen met Touwerk en Ammunitie, ter waarde van circa 10000 Ryksdaalders. 6 dito, heeft voornoemde Held Turcq, te Cherburg opgebragt , een Brik van 2C0 ton , geiaaden met Pik en Duigen. 8 April, is de Kaper de Goede Verwagting, te Vlis- lïri-  juny, STAAT EN OORLOG. 1782. 5 ■ fingen binnen gekomen, hebbende twee Schepen genomen , zynde de Brik the Good Intent en de Mathilda, en na Zierikzee gezonden, en heeft nog op deeze togt geranfoeneert de Brik The Providence voor 200, de Brik the true Subject voor 250, en de Sloep the Retty, voor 250 guinies. 1782. 9 April, de' Kaper de Vlisfinger, Kapt. Jarry , heeft genomen en te Boulogne opgebragt; twee Vaartuigen geiaaden met Visch. 14 dito, heeft de Vlisfinger, Kapt. Jarry, weder genomen , een Schip the Hope , Kapt. j. Herman , groot 120 ton , geiaaden met Sout, en te Havre de Grave opgebragt. Als meede een Schip TAmitié, Kapr. Hogge, geranfoeneert, voor 300 guinies. 18 dito, is door Kapt. Jarry, te Cherburg opgebragt, een Brik groot 115 ton geiaaden met wit Zout. Een dito van 100 ton, geiaaden met 216 vaten Spek, en 106 vaten Vleesch;en buiten dien voor 550 guinies aan Ranfoenen gemaakt. I May , is door de Vlisfinger , Kapt. Jarry, een Brigantyn genomen, groot 130 Ton, geladen met 6c5 Oxhoofden Meel, en 202 Vaten Erwten, en te Calais opgebragt. ii dito , heeft 's Lands Advies-Jagt de Dolphyn , Kapt. Lierfen, genomen een Sloepfcheepie met -i mannen. J 13 dito, kwam de Kaper de Vlisfinger, Kapt. Jarry, te Vlisfingen binnen, hebbende buiten de reeds *ge. melde pryzen, nog genomen en te Morlaix opgebragt, een Fregat van 400 ton, gemonteert met 6 negen ponders ; voorts had hy genomen en na een der Franfche Havens opgezonden , een Brik van 60 last. En eindelyk had hy een ander Vaartuig voor 250 guinies geranfoeneert. 1782. 13 May, is door de Vlisfinger, Kapt. Jarry genomen en na Vrankryk opgezonden , the Nancy Kapt. Robins, van London na Topsham, en de Hol' ham Kapt. Bryan, van Mury na London beltemt. 14 dito, door een onzer Kapers van 26 fiukken Kanon, is een Koolfchip geranfoeneert voor 500 guinies 30 dito, heeft een onzer Kap.-rs, twee Schepen geranloeneert, ieder voor 200 guinies. A 3 Voor ,  6 juny, Z A A K E N VAN ir3a. Vopr de Admiraliteit van Vriesland. 178 t. 16 Maart, is door J. Waalkens , met een Vis. fchersfchuit , en 20 mannen , te Delfziel binnen gebragt, een Kotter en 6 man, geiaaden met Steenkolen. West-Indien. ' 178.L 6 Juny , hebben de s'Lands Fregatten den Arend en de Valk, Kapt. Delphqs en Silvester, te Surinamen opgebragt, vyf Koopvaardyfchepen. 18 Augustus , hebben twee Kapers van Curacao , op de hoogte van St. Thomas, 4 Vaartuigen geno» men, en een Frausch Schip hernomen; ook was door bun een klein Eiland , leggende onder Tertola verwoest, de Huizen verbrand, en meer dan 200Negers, en al het Vee meede genomen. 1781. 21 November, heeft 's Lands Schip van Oorlog Beverwyk ,^ Knpt. Boot, een Kaper van 26 ft. ge. nomen, en te Curacao opgebragt. Lyst  jüny, STAAT EN OORLOG. 1782. 7 * 3. . • *°' a ^ 05 ^ a, » f« t-"2 H fes b3 ^) r1 o t« ! t-1« f w r X50 ►< xj & g *fa s*303g|o£? o S. o 3 o o » 3 3 Bo38o=»«»«3» »SS g- = c 3 3 Sos a =" a * SïJ a T g. Q- pi n < t-1 O f f' t-1 cn jn . tn<;t Ik 5 3 § <% 3 K. a1 5 a< ^ z. a -s •V* s> • a ft. CO CS f. :iv.  juny, STAAT EN OORLOG. 1782. 9 CIV. Adres van de Sociëteit door Vryheiden Yver te Leeuwaarden, aan de Edel Mogende Heeren Staaten van Friesland, ter gelegenheid van het vervaardigen eener Me* dailje op kosten der Sociëteit, op de erkentenisfe der Onafhanklykheid van Amerika. Vertoont onderdaanigst de Burger-Sociëteit te Leeuwaarden , onder de Zinfpreuk : door Fryheid en Tver, dat ze wel wenschte geleegenheid temogen hebben , om aan U Ed. Mogende daadelyk te kunnen openbaaren de hartelykfte , en teffens eerbiedigde gevoelens van Dankbaarheid en Erkentenisfe, welke niet alleen haar , maar ook zoo zy vertrouwt , alle haare welmeenende Meede-Ingezeetenen bezielen, fpeciaal opzigtelyk de gewigtige en volwyze befluiten by U Ed. Mog. genoomen, op alle zoodanige Poinften, als waartoe de Critique omltandigheeden, waarin het lieve Vaderland geftort is, aan U Ed. Mog. de zoo overvloedige als tedieufe .onderwerpen hebben opgeleevert, inzonderheid op den Ordinaire Landsdag in den jaare 1782 , en Extraordinaire Landsdag in de maand April gehouden; belluiten die niet alleen dragen het kenmerk van wysheid, maar ook die van de zuiverlie welmeenendheid en liefde tot het Vaderland , en ten overtuigendst bewyzen, dat U Ed. Mog. niets boven deszelfs algemeene welvaaren aspireeren , maar zig als het gewigtigfte voorwerp van aandagt , betragtinge en aankleevinge (leeds voordellen, Salus populi Suprema lex efio; befluiten, eindelyk, welke de goede lngezeetenen deezer Provincie volkomen moeten bevestigen , om te volharden in die vertrouwelyke en ftille gelaatenheid , welke hen wederhouden heeft, om aan U Ed. Mog. voor te houden de waare belangens des Vaderlands, en Hoogstdezelven dien te neffens door Supplicatien te exhorteeren tot cordaatheid en betragtinge van pligt , als wordende door dezelve ten volften verzeekerd, dat A 5 hün-  io juny, ZAAKEN VAN 1782. hunne Bezittingen, met al het geene hun verder dierbaar is, ja , dat hunne Vryheid (dat regt, hun waardiger dan het leeven , en dat zonder de Menfchelyk» heid zelve te verkorten en te onteeren, niet de gering, fte atteinte kan worden toegebragt, en dat nogthans, helaas , indien men de Waereld over het algemeen befchouwt, fchier even algemeen is verkragt geworden,) veilig zvn toevertrouwd aan de waakzaame zorge van U Ed. Mogende. De Sociëteit heeft gemeent aan haare wensch op eene gepaste en decente wyze het best te kunnen beantwoorden , door voor haare rekeninge te laaten (laan eene zilvere Medaille, om teffens voor de p Wleriteit te kunnen (trekken tot een duurzaam Monument van de volkomene eenftemmigheid van de Regeeringe en Volk in de tegenwoordige hachelyke epoque. Zy had als eene Esquisfe en ruw Ontwerp daartoe geconcipieerd, dat aan de eene kant zoude gezet worden het Wapen van Vriesland , vastgehouden door eene hand uit een Wolk komende, met deeze of een diergelyke Infcriptie: ,, Aan de Staaten van Vriesland, ter dankbaare Nagedagtenisfe van de Landsdagen in February en April 1782 , toegewyd door de Sociëteit van Vryheid en Tver." Inhoudende dus een algemeene Applaufe van alle de Befluiten op deeze twee Landsdagen genoomen; terwyl aan de andere kant meer fpeciaal konden worden gedistingueerd de twee gevallen , het algemeene Vaderland het meest interesfeerende, waarin U Ed. Mog. aan de Staaten der andere Provinciën zyn voorgegaan , en die daarom verdienen , als op den voorgrond geplaatst, het meest vooruit te komen, het aaniieemen , namenrlyk, van den Heer Adams , als Minister van de Vereenigde Staaten van Moord-America, by deezen Staat, en het afwyzen van eenen feparaaten Vreede met Engeland, zinnebeeldig te vertoonen door eenen Vries, na den ouden Characteristiquen trant der Vriezen gekleed , zyne regterhand geevende aan den N ord-Americaan, als een bewys van Vriendfchap en Broederfchap, terwyl hy met zyne linkerhand afwyst den Vreede hem door den Brit aangebooden. Alles verders met zoodanige gepaste byvoegzelen , en zinnebeeldige vercierzelen, als de Socicteit misfchieu het ge- voe-  juny, STAAT EN OORLOG. 1782. ji voegelykst aan de vindingen van den Medailleur zoude kunnen overlaaten. De Sociëteit had wel gewenscht, 'er ook iets te kunnen byvoegen, als een fpreekend bewys der algemeei e goedkeuringe van U Ed. Mog. gedrag opzigtelyk m met betrekkinge tot den Hertog van Bnmswyk, VeldMaarfchalk over de Legers van den Staat : Dog zy vreesde, daar door te veel te zullen particularifeeren , en gevaar loopen, van aan min weldenkende geleegenheid te geeven, om door captieufe aanmerkingen haar gedrag eerder fteekende en pasquillant, dan dankbaar en welmeenende, gelyk het in daad en waarheid is, te doen fchynen; dan, alvorens dit hun befluit en voorrieemen werkftellig te maaken , heeft de Sociëteit het van haare pligt geoordeeld , het te moeten brengen ter cognitie van H. Ed. Mog. de Heeren Gedeputeerde Staaten deezer Provincie , als byzonder gelast zynde , om toe te zien op de confervatie van de publicque ruste ; alhoewel ze niet kan bevroeden , dat in de te werkltellinge van haar befluit, by mogelykheid iets kan zyn, of gezegt worden , dat tot laafie van de publicque ruste direét of indirect zoude kunnen (trekken, of als nadeelig voor dezelve daaruit in eeniger mamere proflueeren, maar veeleer het tegengeftelde. De Sociëteit heeft heden morgen aan deeze haare vermeende pligt getragt te voldoen, en is daarby, door het Collegie der Ed. Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten, geweezen aan U Ed. Mogende. Het is dan ingevolge dies, Ed. Mog. Heeren, dat de Sociëteit gehoorzaamst de Vryheid neemt, om degewigtige occupatien van U Ed. Mog. voor een oogenblik te interrumpeeren, met haar ootmoedig verzoek: ,, Dat U Ed.Mog. grootgunfh'g behaagen moge, zig der Societeits dankbaare welmeenendheid te laaten welgevallen, en niet te rerufeeren de openbaare hulde, welke zy aan de cordaatheid , wysheid , (taatkundige voorzienigheid , en zuivere Vaderlandslievendheid, U Ed. Mog. eerbiedigst had toegedagt. Quo faéto, &c. De Sociëteit door Vryheid en Yver. Verteekent ten verzoeke van dezelve. (Was Get.) w. wopkens , abf. Secret. CV.  it juny; ZAAKEN VAN 1782. l CV. Rapport tot antwoord aan het Hof van Rusland, betreffende het aangaan van eenen afzonderleken Vrede met Engeland. Ingebragt en Overgenomen ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende op Woensdag den 5 Juny 1782. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot de Buiteclandfche Zaaken , ingevolge en ter voldoening van Hun Edele Groot Mogende Refolutien commisforiaal van den 15 der voorleede maand, hadden geëxamineert de communicatie door den Raadpenfionaris den 10 te vooren aan de Heeren Hun Hoog Mogende Gedeputeerden tot de Buitenlandfche Zaaken gedaan, van een Verbaale Infinuatie door het Minifterie van haare Ruskeizerlyke Majefteit aan den Heer Ambasfadeur van Wasfenaar aldaar overgegeeven , en door denzelven aan hem Raadpenfionaris toegezonden, in antwoord op Hun Hoog Mogende Refolutie van den 4 Maart , raakende de Mediatie van haare Ruskeizerlyke Majefteit tot een particuliere Vreede met Engeland; en nog het voorgedraagene den 13 May door den Griffier Fagel, concerneerende zyne converfatie met de Heeren Ministers van Rusland alhier, waar in hem behandigd hadden Copie van een nadere Misfive van den Groot-Brittannii'chen Staats-Secretaris den Heer Fox, aan den Heer Simolin te Londen den 4 te vooren gefchreeven, dezelve hebbende geëxhibeerd; en teffens een billet van den Rusfifchen Minifter Prince Gallitzin; als mede, volgens de Refolutie commisforiaal van den 24. der voorleede maand, de communicatie door den Raadpenfionaris den 2i te vooren aan de voorfchreven Heeren Hun Hoog Mogende Gedeputeerden gedaan, van een nadere Verbaale Infinuatie door het Minifterie in Rusland, aan den gemelden Heer Ambasladeur van Wasfenaar overgegeeven ,  juny, STAAT EN OORLOG. 1783, 13 ven, relatif tot Hun Hoog Mogende Refolutie van den 4 Maart laatstleeden. En dat zy Heeren Gecommitteerden van Advife waren , dat de zaak van wegens Hun Edele Groot Mogende ter Generaliteit daar heen behoorde te worden Sedirigeerd , dat aan de Heeren Minifters van haare .uskeizerlyke Majefteit tot antwoord óp de voorfz. infinuatien en geëxhibeerde Misfive mooge worden toegevoegd; dat Hun Hoog Mog., federt het aangaan van het verbond van gewapende Neutraliteit met haare Keizerlyke Majefteit, onophoudelyke blyken hebben ge. geeven _ van een ftandvastig vertrouwen op de welmeenende intentie van haare Majefteit voot deezen Staat, en tefFens ook van hun empresfement, om onder Hoogstderzelver Mediatie met het Hof van Groot-Brittannien een gelukkige en folide Vreede te fluiten ; dat Hun Hoog. Mog. de gunftige difpofitie van haare Keizerlyke Majefteit tot deeze bemiddeling op den grootften prys blyvende ftellen , vervolgens ook verwagten, dat Hoogstgedagte haare Majefteit ftandvastig zal blyven aankleeven de Principês , by het voornoemde verbond vastgefteld , zonder toe te laaten, dat daar in , zoo min by eene generaale Pacificatie onder alle de belligereerende Mogendheeden , als by een eventueel herftel der byzondere Vreede tusfchen zyne Groot-Brittannifche Majefteit en deezen Staat , eenige verandering gemaakt, of aan hetzelve de minfte atteinte toegebragt werde. Dat Hun Hoog Mog. hier op volkomen vertrouwende, met Jeen daar bykomend verlangen van hunne zyde , om door het fluiten van eene honorable en voordeelige Vreede onder de hulp en toezigt van haare Majefteit, den Oorlog, waar in de Republiek door de Vyandelyke aggresfie van het Engelfche Hof, zonder haar toedoen, is ingewikkeld, te zien eindigen, hadden nagegaan den inhoud der Misfive van den Heer Staats-Secretaris Fox, van dato den 39 Maart I782, en de daar by gevoegde Memorie van haare Majelteits Minifters, de Heeren Prince van Gallitzin en Markow, mitsgaders de nadere en explicatoire Misfive van voornoemden Staats-Secretaris van den 4 May, en niet konden nalaaten te verklaaren , met genoegen uit de laatst-  14 juny, ZAAKEN VAN 178a. lantstgemelde Misfive te hebben vernomen, 'dat Zyne Groot-Brittannifche Majefteit , daar by erkend „ tot een grondflag van de byzondere Vreede met deezen Staat te leggen de vrye Vaart, volgens de principes in haare Majefteits Declaratie van 28 February 1780 vervat," en daar door aan de Republiek fchynt te willen toekennen het point, dat by de Refolutie van 4 Maart laatstleeden als een preliminair was vastgeftelt, het geen Hun Hoog Mogende met de opregtfte gevoelens van dankbaarheid aanmerken, als een dadelyke uitwerking van de onophoudelyke pogingen van haare Keizerlyke Majefteit ten nutte van deezen Staat, by Zyne Groot-Brittannifcbe Majefteit aangewend, en byzonder van de goede Officien, die door Hoogstdezelve, na de kennis kryging van Hun Hoog Mog. voorfz. Refolutie van 4 Maart , met zoo veel yver daar toe zyn in het werk gefield , en waar door thans het Cardinale objecl, op het welk de Vreedens onderhandelingen zouden behooren gebouwd te worden, dermaaten is geëclaircisfeert, dat Hun Hoog Mogende de zaak uit dat oogpunt en op zig zeiven befchouwende , niet langer zouden ha:fiteeren, om door tusfchenkomst van haare Majefteits Minifters met het Hof van Londen alle zoodanige maatregulen te concerteeren, als voor een formeele ouverture van de Vreedens - Negociatien zouden kunnen en dienen gereguleerd te worden. Dan dat Hun Hoog Mog. ondertusfchen, hoe onveranderlyk ook in hun befluit, op den voorflag van haare Majefteit genoomen, het welk zy ftandvastig blyven aankleeven , voor zoo verre de Negociatien over eene byzondere Vreede thans van een gewenscht effeft , en ter betragting van het meefte nut voor den Staat en het' algemeen zouden kunnen zyn, voor haare Majefteit niet konden verbergen , dat het aanhoudend gedrag van het Hof van Londen , byzonder onder de directie van het voorige Minifterie, Hun Hoog Mog. genoodzaakt had, om meer en meer voor hunne veiligheid te zorgen , en volgens den wyzen raad, in het voorleede jaar te meermaalen van wegens haare Keizerlyke Majefteit gegeeven , op kragtdadiger midde. len van Üefenfie gebragt te zyn , en ten dien einde onder anderen, met het Hof van Vrankryk hadden ge! ne.  jBNf, STAAT- EN OORLOG. 1782. 15 negocieerd over een plan van wederzydfche operatien tegens den gemeenen Vyand; waar omtrent zy haare Majefteit niet onbewust konden laaten , dat zy door de vastftelling van hetzelve zig ten eenemaal buiten ftaat bevonden , om', geduurende deeze Campagne , zonder concurrentie van zyne Allerchriftelykfte Majefteit, aan eenige voorflagen , zoo min tot een ftilftand van Wapenen, als tot het lluiten van een particuliere Vreede gehoor te kunnen geeven. —— Dat deeze voorden Staat zoo noolzaakelyke Verbintenis, gevoegd by het geval, dat haare posfe.Tien door den Vyand in de Westindiën verovert, door de Wapenen van Vrankryk zyn hernomen , mitsgaders by de dagelyks meer en meer toeneemende apparentie voor een fpoedig herftel der algemeene .Vreede, by Hun Hoog Mog. zyn aangezien , als zoo veele omftandigheeden, die het herltel der generaale Pacificatie, zoo binnen als buiten Europa, aan hun voor haar byzonder en het algemeen belang, gun» ftiger, dan eene feparate Vreede doen voorkomen, en dat zy dientbalven zig verpligt vonden, om haare Majefteit in confidentie te geeven , of niet de Republiek, door het aanneemen van zulk een principe zou- kunnen bevorderen de bevreediging onder alle de belligereerende Mogendheeden, en dienvolgens nuttig zyn aan het groote en roemrugtige Plan , dat haare Majefteit met den Keizer zich tot dat einde heeft voorgefteld , en het welk zy niet twyffelen mogen, of haare Majefteit zoude als nog , de zaaken daar toe , zoo als het thans voorkomt, meer gefchikt vindende ,bypreferentie tragten te effeétueeren : Mitsgaders haare Propoficien ten dien einde by de verdere Oorlogende Mogentheeden wel willen herhaalen, en teffens een plaats tot het te houden Congres voorllaan ; zyn de Hun Hoog Mog, bereid, om haare Minifters tot het bywoonen derConfereritien' op het voorfz. Congres met den eerften te benoemen. Dat van deeze Refolutie, beneevèns de Memorie van de Heeren Rusfifche Minifters, en de daar by gevoegde Mnsfive van den Heer Fox , mitsgaders de nadere en exphcatoire Misfive van denzelfden Heer Fox, Extract en Copie zal worden toegezonden aan den Heer ouraordmaris- Ambasfadeur van WasfenaarStarrenburg, *iV met  iS juny, ZAAKEN VAN 1782» met aanfchryving , om op den voet deezer Refolutie aan het Hof te St. Petersburg de nodige repncfentatie'n te doen. Dat een gelyk Extract- en Copie zal worden toegezonden aan den Heer Ambasfadeur van Bèrkenroode met last, om van gemelde Refolutie aan het Hof van Vrankryk ouvertures te geeven, en tevens zyne Majefteit te verzeekeren, dat gelyk Hun Hoog Mog. door het voorfz. Antwoord op gemelde Memorie deeden blyken hun onveranderlyk en ftandvastig voorneemen om met allen yver en getrouwheid het met zyne Allerchristelykfte Majefteit geflooten Concert van Operatien tegens den gemeenen Vyand, geduurende de aanftaande Campagne te volbrengen , zy zig ook door geenerlei voordagen daar van zouden laaten detourneeren en voorts vertrouwden, dat Hoogstgedagte zyne Majefteit by het herftel der Generaale Vreede het belang van de Republiek op een even zoo zeer verpligtende wyze als geduurende den loop van deezen Oorlog heeft plaats gehad , in het oog zal gelieven te houden , en geen zwaarigheid maaken, om daaromtrent aan Hun Hoog Mogende tot derzelver gerustftelling verzeekering te geeven. En dat eindelyk ook Copie, zoo van de' bovengemelde Memorie en Misfive als van deeze Refolutie zal worden ter hand gefield aan den Heer Hertog de la Vauguyon , met verzoek , om het Declaratoir en de inflantien , door den Heer van Bèrkenroode te doen, door het employeeren van zyne goede officien by deszelfs Hof, efficacieufelyk te willen fecondeeren. Waar op gedelibereert en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Leiden, Gouda, Schiedam, Schoonhoven en Purmerende, om daar op te verliaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Pvefolutie uitgefteld tot nader Deliberatie; zullende van de voorfz. zaak op Woensdag den ia deezer een afkomst moeten worden gemaakt. De Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht hebben de Refolutie tot het (tellen van een dag tot afkomst van het voorfz. Rapport, aangezien. Accordeert met voorfz. Refolutien. CVL  juny, STAAT EN OORLOG. 1782, i? CVI. Propojitie, twintig Musquetiers , en van ieder der vier en dertig Regimenten een Tamboer ; dat men moet tragten, zoo veel doenlyk een gelyk aantal van ieder Compagnie aan te werven, maar vooral, zoo dezelve te vinden zyn, om Vrywilligers daar toe te neemen, die alsdans in den Zeedienst overgaande, de hoop zouden moeten hebben, om, zoo zy zig weigedragen, en het begeeren , in het Corps Mariniers te kunnen blyven dienen, dan wel, om na dat den Oorlog geëindigt zal zyn, ter hunner keuze naar derzelver voorige Regimenten te reverteeren, om by vacatures van Onder-Officiersplaatfen, of by manquement van Soldaaten of Tamboers , in hunne voorige plaatzen weder in te vallen, of op derzelver verzoek hun ontllag te bekomen , alles onder genot van de Praimie en de verdere voordeden , die aan de andere Scheeps -Soldaaten zyn verleend, en dat op dezelve wyze, ten einde bekwaame Conftapels op de Schepen te hebben, uit het Corps Artilleriften zouden konnen worden aangeworven een Bombardier met acht Kanonniers, uit ieder Compagnie, des dat dezelve ten min (ten twee jaaren in dat Corps gedient hebben, en daar toe vrywillig dienst willen neemen , om als Conftapels, of Conftapels Maats, of Commandeurs van de Stukken te kunnen worden gebruikt onder genot van de Pramien en Soldyen , die aan de andere , welke diergelyke funftien bekleeden, zyn verleent. Dat voorts door ü Hoog Mogende zouden kunnen worden geaccordeert aan ieder Kapitein voor zoo veel Hoofden , als uit zyne Compagnie aangeworven worden , vyf en twintig Ryksdaalders, mits voor den 22 Oftober aanftaande die plaatfen wederom remplaceerende , en dat de Raad van Staate werde verzogt voor die Pramien en Aanritsgelden eene Petitie te formeeren. Daar zal misfchien reflexie by zommige StaatsLeden vallen, waarom ik niet voordraage, om hier toe te employeeren de twee Regimenten Mariniers , welke particulierlyk gedeftineerd zyn by derzelver B 2 op- *  co junv, ZAAKEN VAN 1782, oprigting om tot expeditien over Z?s te moeten werden gebruikt, maar eerftelyk, kan nog niet geweeten worden of geen 's Lands Troupes zullen vereischt worden tot de berneeminge van de door den Vyand veroverde Colonien , en ten tweeden zoo zyn die twee Regimenten door de meenigvuldige Ziektens , die zy in het voorleeden jaar hebben gehad en nog hebben niet in den toelland , om den dienst, die men daar van verwagten zoude, op 's Lands Schepen te prsetteeren, 'als zynde nog een groot gedeelte derzelver zieken of reconvalescenten , die by na niet in ftaat zyn om den Guarnifoens dienst te kunnen waarneemen, en daar en boven gefupponeert, dat zy compleet waren ,' en alle gezond, is derzelver aantal veel minder dan bet geené welke op de bovengemelde wyze door de Infanterie zoude worden gefurneert, en het gemis van vier Batnillons , thans gebruikt tot bewaaring van de Frontieren van Holland en Zeeland , zoude ik moeite hebben , om met andere te rempiaceeren , vermits de mee f Ie der Regimenten , die voorleeden jaar langs de Kusten zyn gebruikt door de meenigvuldige zieken en dooden , die zy gehad hebben, zoo veel hebben geleeden , dat zy niet wel wederom dit jaar tot een gelyk einde kon. nen werden geëmployeert, maar eetiigen tyd nodig hebben om zig te herlteüen, en dat dus het gemis van vier Battaillons veel meer gevoeld zoude worden, dan het kortftondig gemis van de dertig h een en dertig Hoofden, by ieder Bataillon. Uwe Hoog Mog. zullen zien uit het vervolg van deeze myne Propofitie , dat, al wierden alle de Onder-Officieren, Tamboers en Gemeenen van die twee Regimenten gereekent, dat zy Compleet waren en geene zieken hadden , naar Zee gezonden, zulks veel minder hoofden zoude uitleeveren, dan door , op de door my voorgeflagene wvze, Manfchappen uit de Infanterie van den Staat aan te werven. Ik durve met des te meer gerustheid dit Plan aan U Hoog Mog. voordragen , vermits niet dan  juny, STAAT £N OORLOG. 17S1/ 2I. dan Onder-Officieren en Gemeenen zynde gerequireert, het beeter is geene geh-ele Regimenten maar Detachementen expres daar toe zoo veel doenlyk. van Vrywilligers aangeworven, te doen furneeren. De twee Regimenten Mariniers zyn (lerk ieder a Bataillons van 7 Compagnien , eene Grenadier en 6 Musquetiers Coropagnien , ieder Grenadier Compagnie beftaat uit 2 Sergeanten, 3 Corporaals, 2 Tamboers en 45 Grenadiers ; ieder Compagnie Musquetiers uit a Sergeanten , 3 Corporaals , 1 Tamboer en 41 Musquetiers , dus bedraagt ieder Bataillon 14 Sergeanten, 21 Corporaals, 8 Tamboers, 45 Grenadiers en 246 Musquetiers , en de 4 Bataillons'56 Sergeanten, 8i Corporaals, 32 Tamboers, iVo Grenadiers en s8t Musquetiers. Tonaal Hoofoen 1336. Van 69 ordinaire Bataillons werd genomen van ieder 1 Sergeant, 1 Corporaal, 4 Grenadiers en 24 Musquetiers , en van ieder der 34 Regimenten 1 Tamboer; zal dus deeze aanwerving furneeren 69 Sergeanten , .69 Corporaals , 34 Tamboers, 27Ö" Grenadiers en 1656 Musquetiers, Totaal Hoofden 2104, dus 768 Hoofden meer dan de twee Regimenten Mariniers compleet, en zondfr zieken nog onbekwaamen tot den Dienst zouden bedragen, en daar by gereekent ij Bombardiers en 120 Canonniers zoude het geene aan de Marine gefurneert zoude worden, bedraagen 2239 Hoofden. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Hiar Hoog Mogende derzelver dankzegging aan Zyn Hoogheid betuigd voor deeze nieuwe blyk van Hoogstdeszelfs aanhoudenden yver, en waakzaame zorge voor den dienst van het Vaderland ; en is dien onvermindere goedgevonden en verdaan dat CVpie van de voorfz. Propofi. tie gefield zal worden in handen van ,de Heeren Brant. zen, en andere Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken , om met en neevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate by Haar Edele zelfs te nomineeren , te vifiteeren , examineeren B 3 - daar  42 juny, ZAAKEN VAN 1781. daar op nader in te neemen de confideratien en het hoogwys advys van Zyn Hoogheid en van alles alhier ter Vergadering rapport te doen. Accordeert met de voorfz. Register. CVIL Confenten der Provinciën Gelderland, Zeeland,Utrecht, Vriesland, Overysiel en Stad en Lande, in de Staaten van Oorlog voor het Jaar Ï782. Medegedeeld ter Vergaderinge van Run Ed. Gr. Mogende» op Woensdag den 5 Juny 178 a. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecommu» niceert de Confenten in de Staaten van Oorlog voor dit jaar, door de Heeren Gedeputeerden der Provinciën van Gelderland, Zeeland, Utrecht, Vriesland, Ovetysfel en Stad en Lnnde, den 23, 22, io, 15,8 en 11 April , laatstleeden ter Generaliteit ingebragt, breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waarop gedelibereert zynde , is goedgevonden en verdaan , dat de voorfz. Confenten zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Financien , met de Heeren Gecommitteerden Raaden in den Haag en te Hoorn refideerende, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Coiifideratien en Advis. Accordeert met voorfz. Refolutien. Ex-  juny, STAAT EN OORLOG. 1782. 23 ExtraSt. uit het Reges des Landdags in April 1782, ordinaire binnen cle Stad Nymegen gehouden. Martis den 23 April 17S2. Is gehoord het Rapport van Frans Godard van Lyriden , Heer van Hemmen , Burggraaf, Richter en Dykgraaf des Ryks, en Richrer der Stad Nymegen, en andere Haar Ed. Mog. Gecommitteerden, hebbende , ingevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie commisforiaal van den 18 deezer nagezien en geëxamineert de ordinaris en extraordinaris Staaten van Oorlog over deezen loopende jaare 1782, met het geene daar toe was fpecteerende. Waarop gedelibereert zynde, hebben Haar Edele Mog. welgemelde Gecommitteerdens voor hunne genomene moeite en gedaan Rapport bedankt, en vervol, gens op het voorfz. fubjecl genomen de navolgende Refolutie. De Staaten des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen, geleezen en geëxamineert hebbende de generaaie Petitie der Confenten, mitsgaders de Staaten van Oorlog, zoo ordinair als extraordinair, by Zyne Hoogheid den Heere Erfitadhouder en den Raad van Staate der Vereenigde Naderlanden geformeert, aan Haar Hoog Mog. den 28 December 17S1 overgebragt, en vervolgens door dezelve by Misfive, dienende tot geleide en nadere adftruclie , aan deeze Provincie toegezonden : Hebben na gehoudene Deliberatie goedgevonden in de voorfz. Staaten van Oorlog, zoo ordinaris als exrraordinaris , met gevolg der andere Provinciën te confenteeren , gelyk daar in confenteeren by deezen , onder inhaMie nogtans van alle zoodane Claufulen en Remarques , als by voorige Confenten reeds zyn vervat ge. weest , en welke al«nog van eenige applicatie zouden konnen zyn; met auftorifatie op de Gecommitteerdens weegens deeze Provincie ter Generaliteit, om daar van ter Vergadering van Haar Hoog Mog. de nodige opening te doen , en te gelyk by die Occafie aldaar voor te draagen. Dat Haar Ed. Mog. met Zyne Hoogheid en den B 4 Raad  94 jont, Z A A K E N VAN 1782* Raad van Staate volkomen convemeeren , dat bet werk van de Zee de uitterfte en voornaam (te attentie verdient , en de cridque fituatie, waar in de Republiek zig thans bevind , ten hoogffen noodzaakelyk maakt , dat niet alleen met allen yver en ernst we'rde gepous-' feert, en ten einde gebragt de \ astgeflekle aanbouw van een goed aantal Schepen, vooral van Linie, en al het geen verder tot een hehoorlyke detentie , en om den Vyand alle afbreuk te doen, vereischc word. Maar dat ook de Bondgenooten, door prompte fur» nisfementen op de loopende Petitiën de Coliegien ter Admiraliteit in Haat (tellen , om de nodige uiigave te tioen, en met allen fpoed de geordonueerde Eqmpagien in gereedheid te brengen : En dat voorts niets verzuimt worde , van het geen de zeekerheid en veiligheid van den Staat in het algemeen is concerneerende. Dat Haar Ed. Mog. uit die principes werkzaam zynde , van het begin van den Oorlog af, geene geleegentheid hebben laten voorbysaan , om de duidelyklte blyken te geeven van hunne bereidwilligheid enpromptitude niet alleen in het dragen van Confenten , maar ook in het bekragtigen van dezelve met reëele furnisfementen, voor zoo veel de vermogens van hunne Finantien 't eenigzints toelieten. Daar eenige der equipeerende Provinciën , die het meeste belang hebben by de zaaken van de Zee, door het claufuleeren van zommige Confenten , vry agterlyk zyn gebleeven , en daar door zelfs aanleiding zouden hebben konnen geeven, tot een vertraging der Equipagien. Dat Haar Ed. Mog. gerefolveert zyn, met goeden yver daar in te continueeren, en altyd gereed zullen worden gevonden, om verders, met haare Bondgenooten te concurreeren , tot alle zoodane maairegulen , welke ter beveiliging van den Staat, nuttig en nodig zyn. En ook in het byzonder , om met cordaatheid den Oorlog voort te zetten , en zig daar door eene honorable en duurzaame Vreede te bezorgen ; in die verwagting , dat dezelve Bondgenooten van hunne zyde ook , met posipofitie van alle particuliere Confideratien, daar toe zullen meedewetken , en de Coliegien , aan  juny, STAAT EN OORLOG. 1782. aj aan welke het beftier, of de uitvoering van het een of ander is toevertrouwt,met volle werkzaamheid,prompt effect- van die bepaalde maatregulen, zullen tragten te bezorgen , ten einde de Provinciën, een gerust ver. trouwen daar op verkrygende, hunne raadpleegingen, ter behoud van het lieve Vaderland, ook met zooveel te meer ernst kunnen doorzetten , zonder daar van gedehorteert te worden, door eene vreeze, van haare pogingen zomtyds verydelf, en hunne Finantien, zonder vrugt uitgeput te zien. Dat Haar Ed. Mog. zig wyders niet kunnen dispenfeeren, ten aanzien van de protectie van de Republiek van de Landzyde, hunne in'lantien by die van Zyne Hoogheid en den Raad van Staate te voegen , en in het byzonder thans , na het evacueeren der BarrierePlaatfen , bet bezorgen en onderhouden der oude , en nu zoo naauw beperkte Frontieren of Vestingen van den Staat, van de uiterlte noodzaakelykheid aanzien; oordeelende overzulks, dat Zyn Hoogheid en den Raad van Staate, hoe eerder hoe beeter behooren verzogt te worden , omtrent dat object, haar gedagten te laaten gaan , ten einde de Republiek ook aan de Landzyde, eenigzints , voor onverwagte toevallen , moge werden beveiligt, en onder Gods zeegen, in ftaat van defenlie gefield. Dat, met betrekking tot de verhooging der Tractementen en Sildyen, van 's Lands Milide, Haar Ed. Mogende hoopen en vertrouwen, dat de Provincie van Vriesland, welke daar in, tot hier toe niet verder haar Confent heeft gelieven in te brengen , dan alleen voor de eerlte zes maanden van deezen jaare 1782 zal werden gepermoveert, die zoo zeer gemodereerde augmentatie , tot het uiteinde van dit geheele lopende jaar te continueeren , en daar toe derzelver volkomen Confent in te brengen , ten einde alle onheilen , welke uit het nalaaten van dien , noodwendig zouden te verwagten zyn , en welke vooral in de omflandigheeden waar in de Republiek zig thans bevind, niet dan tot derzelver uiterlte gevaar en nadeel zouden konnen gedyen, mogen worden geprjevenieert. Zullende overzulks Extract deezes aan de voornoemB 5 de  scT jr?Nï, ZAAKEN VAN j78a. de Gecommitteerdens ter G-meraliteit worden toegezonden, om zig daar na te reguleeren. (Onder ftond) In fidem Extra&i. *m ïjrh izna ïsohox , ru, ::.ïicöB tavva^ ïpt .«■» (Was get.) J. IN DE EETOUW. ExtraSl uit het Register van de Re ftlutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 22 April 1782. Is goedgevonden en verdaan, de Heeren ordinaris Gedeputeerden deezer Provincie ter Generaliteit aan te fchryven en te authorifeeren, gelyk gefchied by deeze, om onder inhsefie van alle voorige Remarques, referves en re(tn<5tien, in zoo verre dezelve nog van applicatie konnen zyn, en fpeciaal van die nopens de Commisfie van deezen Staat in Engeland , (wanneer de voordraging van een Heer daar toe wederom mogt plaats hebben) wegens deeze Provincie te confenteeren en te bewilligen in de beide Staaten^van Oorlog, zoo Ordinair als Extraordinair, voor het loopende jaar 1782, zoo en in dier voegen, als dezelve door 'den Raad van Staaté zyn ontworpen en overgebragt. En zal Extract van deeze Hun Ed. Mog. Refolutie aan de welgemelde Heeren ordinaris Gedeputeerden, tot derzelver informatie en narigt worden gezonden , zonder refumtie. (Onder ftond) Accordeert met voorfz. Register. (Was get.) L. P. VAN D2 SPIEGEL. Ex.  jokt, STAAT EN OORLOG. 1782. af Extraft uit de Refolutien van de Edele Mog. Heeren Staaten 's Lands van Utrecht. Mercurii den 10 April 1782. Gehoord het Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot den Staat van Oorlog, die in voldoening aan Hunner Ed. Mog. Refolutie commisforiaal vau den 28 der afgeloopen maand February hebben gebeibgneert over de Misfive van Haar Hoog Mog., dienende ten geleide der Petitie van den Raad van Staate, benetftns de generale Staaten van Oorlog, zoo Ordinaris als Extraordinaris, voor deezen jaare 1782 gedaan en geformeert; is, na deliberatie goedgevonden, naamens deeze Provincie te confenteeren in de ordinaris en extraordinaris Staaten van Oorlog voorfz. onder inhtefie nogtans van zoodanige Remarques en reflectien , als by het Confent in voorige Staaten van Oorlog zyn gemaakt, voor zoo veel aan die niet is voldaan, en dezelve dus nog van applicatie gereekent konnen worden ; en voorts met Declaratoir , dat Hun Ed. Mog. bereid zyn , om naar hun vermogen , by aanhoudentheid te concurreeren , tot alles wat tot defenfie van het lieve Vaderland , en deszelfs duur verkreegene Voorregten, by de gezaamentlyke Bondgenoten, nodig zal geoordeelt worden, en wel in het byzonder , dat Hun Ed. Mog. met den Raad van Staate oordeelende niet-te kunnen tegengelprooken worden, dat de veiligheid van dit Gemeenebest , welke niet in itaat is altoos een ontzaggelyke Armée op de been te houden, onder anderen geleegen is , in het bezorgen en onderhouden van behoorlyke Frontier-Plaatfen of Vestingen, cn welke Point, na het evacueeren der Barriere-Plaatfen , niet minder noodzaakelyk geworden is, van gedagten zyn, dat de Raad vau Staate benefFens Zyne Doorlugtige Hoogheid, hoe eerder zoo beeter, behooren verzogt te worden , omtrent dat object hunne gedagten te laten gaan, ten einde deeze Republiek voor onverwagte toevallen aan de Landzyde eenigzints hier door te beveiligen^ Eu  «8 juny, ZAAKEN VAN 1782. En zal Extract deezer by Misfive worden toegezonden aan de Heeren Gecommitteerdens deezer Provincie ter Generaliteit , ten einde hier van opening te doen ter Vergadering van Haar Hoog Mog. (Onder Hond) Accordeert met het voorfz. Register. (Was get.) H. A. LAAN. Geextraheert uit het Refolutie-Boek der Edele Mog. Heeren Staaten van Friesland. By Refumtie gedelibeerd zynde op eene Misfive van Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, gefchreeven in 's Hage den a8 December 1781 , dienende ter geleide van de Generaale Petitie en Staaten van Oorlog voor deezen loopende Jaare 1782 , door Zyne Doorlugtige Hoogheid en den Raad van'Staaten geformeerd, en ter Vergaderinge van Hun Hoog Mog. overgebragt, is gehoord het Rapport der Heeren Hun Ed. Mogende Gecommitteerden in het minder getal voorfz. generaale Petitie en Staaten van Oorlog , ingevolge de op hun verleende Commisfie geëxamineerd hebbende, goedgevonden en verdaan by deezen onder de gewoone referves te confenteeren , gelyk gefchied by deezen , in opgemelde Ordinaris en Exiraordinaris Staaten van Oorlog voor den loopende Janre 1782 , met last aan de Heeren deezer Provincie Gecommitteerden ter Generaliteit, om dit Coniènt ter Vergaderinge te openen, en authorifatie op het Collegie der Heeren Gedeputeerden , om op de rigtige betaalinge van de Provinciale Quota de nodige order te dellen. Kunnende Hun Edele Mogende egter niet voorbyby deeze te declareeren , dat ten uitterden gevoelig zyn aan de finguüere pofniven en uitdrukkingen in de gene-  juny, STAAT EN OORLOG. 1781. 29 nerale Petitie van den Raad van Staaten vervar, dog dat zornmige als genoegzaam by vorige Staats-Refolutien te vooren wederlegd ongeroerd zullen laten , maar tevens omtrent de andere niet willen afzyn eenige pasfages te remarqueeren, onder welke wel voornamentlyk in aanmerkinge komt het Declaratoir van Zyne Hoogheid en den'Raad van Staaten, dat namentlyk Zylieden geene andere Satisfactie van, Hoogstderzelver waarfchouwingen hebben, dan dat daar uit zoude blyken, dat de prefente toeftand van het Vaderland is buiten fchuld van Zyne Doorlugtige Hoogheid en den Raad van Staaten. Eene uitdrukking, welke onzes eragtens nooit en zeker thans geheel niet kan te pasfe koomen in de cri? tique omllandigheeden, waar in de Republiek zig bevind; eene uitdrukking, welke by een minder op hunne Regenten vertrouwend Volk dan onze Ingezeetenen , gebruikt door de mond van het Eminente Hoofd en een Illufter-Collegie van deeze Republiek, van de allernadeeligfte gevolgen voor den Staat van het Land •had kunnen zyn ; eene uitdrukking , welke Hun Ed. 'Mogende derhalven niet kunnen nalaten te remarquee' ren , en over dezelve als eene gevaarlyke ftap haare •uiterfte gevoeligheid te toonen , in verwagtinge, dat Hun Hoog Mogende wel met Hun El. Mog. zullen willen coöpereeren , ten einde zulke verregaande demarches by vervolg 'geen plaats mogen hebben, vooral , indien Hun Hoog Mogende zullen gelieven te reflecteeren, dat de zoo herhaalde voortlagen tot verfterkinge der Republiek ter Zee, waar zy alleen zig ooit met vrugt kan tterken, altyd zelfs inog ten tyde dat de Republiek reeds in haare Scheepvaart zoo wreed als wetteloos door Engeland benadeeld wierd, zyn geannexeerd geweest aaii eene kostbaare en nuttelooze augmentatie der Landmagt, ten welken opzigte Hun Ed. Mogende zisj geëxpliceerd, en alle objectien gefolveerd hebben by Refolutie'deezer Provincie, in dato den 13 January 1781. Dat verders omwent de aanvullinge der Magazynen en verfterkiogen der Landmagt en Frontieren, de zaaken zeedert het ontruimen der Barrière Plaatfen, welke ter  3o Jijly, ZAAKEN VAN 1782. ter haarer bezettinge een merkelyk getal der Armée van de Republiek nodig hadden , merkelyk van gedaante zyn verandert, terwyl Hun Ed. Mog. in dat denkbeeld ftaan , dat daar het onmogelyk is, dat de Republiek zig aan deLandzyde tegen haare magtige Nabuuren met de Wapenen kan befchermen , 'er aan die kant niets overfchiet, dan zig op de goede trouwe en wederzyds gefundeerde Traftaaten te gronden, en Zyne Keizerlyke en Allerchriftelykfte Majefteit in Hoogstderzelver gedeclareerde en beweezene genegentheid voor de Republiek door Nederlandfche opregtheid te doen volharden. Dat Hun Ed. Mogende wyders van oordeel zyn , dat een Veldleeger van geen hoe genaamd nut voor de Republiek, en dcrhalven van ondragelyke kosten voor de Bondgenooten zoude zyn , welke deeze Provincie wegen haare zoo duidelyk al te hoogen aanflag in de Generaliteits Quota boven alle andere moet vermyden, al waaromme Hun Ed. Mog. dezelve Petitie volkomen declineeren. En zal Extra ét deezer ten einde voorfz. worden gezonden aan Hun Ed. Mogende Gecommitteerden ter Vergadering van Hun Hoog Mogende , met verdere last, om dezelve aldaar in te brengen, en zig diar na te gedragen. Aldus gerefolveerd op het Landfchaps-Huis den 12 April 1782. (Onder ftond) Accordeert met 't voorfz. Boek. els B* v oos nmqs»rb8 oiss;! f. srfc*-,r ^fe«V (Lager ftond) In kennis van my. (Was get.) - A. J, V. sminia. Ex.  juny, STAAT EN OORLOG. 1782. 31 ExtraÖ uit het Register 'der Refolutien van Ridderfchap en Steeden, de Staaten van Overysfel. Zwol den 4 April 1782. De Heeren de Drofte van Zalland en andere Hdfl Ed. Mog. Gecommitteerdens tot de zaaken van Finantie , ingevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie commisforiaal van den 12 der voorleeden maand , hebbende geëxamineert de generale Petitie en de Staaten van Oorlog voor deezen Jaare 178a , hebben ter Vergadering gerapporteert, dat van Advife zouden weezen, dat de Fleeren Gecommitteerdens weegens deeze Provincie ter Geneialiteit zouden behooien te worden aangefchreven en geauthorifeert , om; namens Ridderfchap en Steden ter Vergadering van Haar Hoog Mog. in dezelve generale Petitie en Staaten van Oorlog voor deezen Jaare 1782 te comenteeren , onder inhsefie dan nog van zoodane Remarques als by voorige confenten gemaakt en nog van applicatie zyn. Waarop zynde gedelibereerd, hebben Ridderfchap en Steeden zig met het voorfz. Rapport geconformeert. (Onder ftond) Accordeert met het voorfz. Regifter; (Was get.) DERK DTJMBAR. Ex.  35 jüny, ZAAKEN VAN 1782. ExtraEl uit het Re/olutie-Boek van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Stad en Lan* den. : O •-.«ï* Dingsdag den 9 April 1782. De Heeren Staaten van Stad en Lande gehoord hebbende het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staate , e» deezer Provincie Finances, welke naauwkeurig hadden geëxamineert de generaale Petitie, beneevens de Staaten van Oorlog , zoo Ordinaris als Extraordinaris , . door den Raad van Staate over deeze lopende Jaare 1782 g"formeert , hebben na gehoudene Deliberatie goedgevon» den en gerefolveert , in de voorfz. beide Staaten van Oorlog te confenteeren, gelyk Hun Ed. M/>g. daar in confenteeren mits deezen, .onder zoodane Claufulen en referve , als bevoorens zyn gemaakt, en nog van applicatie zyn; en worden de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van Haar Hoog Mog. weegens deeze Provincie geauthorifeert, dit Hun Ed. Mog. Confent ter hooggemelde Vergadering in te brengen.) (Onder ftond) •V '<" *"'"■ ■ (laioiï wfmÖ) Coll. Conc. .-'■■ïr^il Suo-mis»! ;s nosbiowA (Was get.) É. LEWE. Secrets. CVIII.  juny, STAAT EN OORLOG. 1782. 33 CVIII. Nader Adres der Stad Medenblik, om eene fom me Gelds uit ,s Lands Kas, tot herfteïïinge van de Haven en verdere Zeeweeringen. Ingebragt ter tafel van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 6 Juny 1782. De Heeren Gedeputeerden der Stad Medenblik, hebben uit naam en op last van de Heeren hunne Principaalen aan Hun Edele Groot Mogende voorde» dragen, dat de Heeren hunne Principaalen zig verpligt vonden , om nogmaals aan Uw Edele Groot Mogende te rememoreeren, dat zy door de uiterfte noodzakelykheid gedrongen , in den jaare 1778 zig by Requefte hebben geaddresfeerd aan Uw Edele Groot Mogende, en daar by hebben gedaan de ernftigfte en met de waarheid alzints overeenkomende vertoogen, aan de eene zyde wegens de importante en zwaare kosten , die hunne Stad van tyd tot tyd heeft moeten maken en impendeeren tot onderhouiing en herftelling van hunne Stads-Zeeweeringen, teffens tot beveiliging van het platte Land van Westfriesland en het Noorder-Kwartier (trekkende, en van hunne Stads Zeehavens, welke zoo dienffig en onontbeerlyk zyn voor de Scheepvaart en Commercie deezer Landen ; aan alle welke dikwerf in de tegenwoordige Eeuw en bevorens, door geweldige Stormwinden en hooge Watervloeden allermerkeJykfte fchadens zyn toegebragt, en die byzonder ook wederom in de jaaren 1775 en 177<^ door de als toen vr>r. gevallene zwaare Stormen , hooge Vloeden en daar op gevoigden Ysgang zoodanig befchadigd, en door het omverwerpen der Hoofden in dien (laat gebragt zyn geworden, dat tot noodzakelyke herftelling der Zeewerken en om den extraordinair verdroogden m md der Havens wederom tot behoorlyke diepre te kunnen brengen en herftellen, eene aanzienlvke fomme word vereischt: en aan den anderen kant nopens het aWolut onvermogen van hunne Stad, en van deszelfs Fniantien, om de gemelde volftrekt noodzakelyke onkosten te kunnen doen , of om daar toe eenig Fonds voor VI. eesl. . C hun-  34 Jöny, ZAAKEN VAN 1782. hunne Stad te kunnen vinden, als zynde de Stedelyke Finahtien door het geen van tyd tot tyd boven vermogen aan de gemelde Zeewerken en Haven heeft moeten worden, en is geïmpendesrd, ten hoogften gedrukt en uitgeput, en hunne Ingezeetenen door vermeerderingen van Stads Lasten en verhooging der Havengelden, als meede zelfs door vrywillige en liberale infchryvingen tot het opbrengen van gelden, tot de voorfchreeve vereischt wordende, zoodanig bezwaard geworden , dat om nieuwe of meerdere Stadsbelastingen in het geheel niet meer kan worden gedagt : (alles by het voorfz. Request nog breder gedetailleerd.) Zy vervolgens om een lubfidie uit 's Lands Kas, of om de opregting eener Lotery binnen hunne Stad verzogt hebben. Dat daar op door Uw Ed. Groot Mog. gerequireerd zynde het advis van Heeren Gecommitteerde Raden der beide Kwartieren , Hun Edele Mogende by derzelver advis van den 22 December 1778 in fubftantie hebben geadvoueerd de groote importantie van de Medenblikiche Zeewerken en Havens voor de Commercie en Navigatie deezer Landen, als meede de betrekking van die werken tot de Westvriefche Dykagien , zoo wel , als het onvermogen der Stad Medenblik, om de nodige kosten te kunnen opbrengen, en de onmogelykheid om daar toe door eenige Stedelyke Lasten, of ook door eene Negotiatie ten laste van de Stad het vereischte Fonds, en de benodigd zynde gelden te kunnen vinden , op welke gronden dan ook by dat Advis favorabel is geadvifeerd voor de opregting eener Lotery, welke vervolgens by Refolutie van Uw Ed. Gr. Mog. van den 31 January 1781 is geaccordeerd, en by nadere Refolutie van den 4 July 1781 op zekere door Gedeputeerden der Stad Medenblik ter Vergadering gedaane Propolitien nog meer is gefavorifeerd geworden. Dat de Heeren hunne Principaalen zig van den beginne af met reden verzekerd hebbende gehouden van de gunftige intentie van Uw Edele Groot Mogende tot de voorgemelde eindens , en zig op de verzogte adfiitentie verlatende , tot afwending van verdere onge. lukkige gevolgen , dadelyk 'reeds handen aan het werk hebben gellagen, om de nodige reparatitn sin de Zeewei ken en Havens te beginnen , en daar toe raerkely- ke  juny, STAAT EN OOR. LOG. 1782. 35- ke fommen hebben gedebourfeerd , en betaald uit aanxienlyka Geldnegotiarien ten laste hunner Stad gedaan ^ met intentie om dezelve uit de vtefzógfé lubfidie , of uit hef provenu der Lotery wederom af te losten: terwyl zy [effens , na dat het tweede Lid van hun verzoek in den jaare 1781 door Uw Ed. Groot Mog. was gcacc^rdeert, alle middelen met onvermoeiden vlyt Hfebs ben. aangewend, om dê daar by toegeftaane Lotery ter 'executie te brengen, en alzoo het gewenschte effect van her aan hun des wegens verleende Oéboy te genieten. Dog dat eene onverwngte non reusllte van de voorfz. Lotery, waar van nauwlyks agt duizend Loten , en dus nog geen derde gedeelte, niet tegenltaande alle aangewende moeitens, hebben künnéfl worden gedebiteerd, de voorfz. hoop verydeltj en de Heeren hunne Principaalen in de uiterlte verlegenheid gebragt heeft : te meer, om dat, hoe zeer dezelve hebben vermeend, en nog vermeenen , dat zy naar den letterlyken en ftriei ten inhoud van het aangegaane Contract met Johannes Menkema en Conforten gereg;igd zouden zyn om dezelve tot de geheele overneming en betaaling der nog on gedebiteerde Loten van de voorzeide Lotery te kun. neri 'verpligten ; nogthans niet alleen het tegendeel van dien door dezelve Menkema en Conforten word gefustineerd, op fundament, dat het impediment, het welk aan het debiet dier Loten is toegebragt, zoude moeten worden aangemerkt, als een zoo ex.raordinair en onvoorzien geval, geheel en al buiten hunne fchuld, en boven hun vermogen zynde, dat zy uit dien hooide van de naarkoming hunner anders op zig genomen verpljgting zouden behoören té worden geëxcufeerd , maar dat ook de Voornoemde Menkema en Conforten in de maand October 1781 ter dier zake aan Uw Ed. Groot Mog. de harde en ruineufe gevolgen , welke voor hun uit de conftraincce tot vervulling van het gemelde contract zouden voorfpruiten , voorgedragen , en deswegens voorziening van Uw Ed. Gr. Mog. , mitsgaders by provifie Surcheance van' alle procedures en executien uit dat Contract, verzogt hebbende, Uw Ed. oroot Mog., na het ingekomen berigt van Burgemeelteren en Regeerders der Stad Medenblik de prov.3 fioneele Surcheance verleend, en wyders de zaak coinC 2 mis'-  36 juny, ZAAKEN VAN 1782. misforiaal gemaakt hebben , uitwyzens Uw Ed. Groot Mog. Refolutie van den 1 November 1781, zynde die Surcheance door Uw Ed. Groot Mog. op den 16 May laatstleden wederom gecontinueerd tot den 1 September aanftaande. Dat ondertusfchen de zaken onmogelyk in dien ftaat kunnen blyven , vermits de importante negotiatien ten laste van de Stad gedaan tot betaaling der kosten, welke tot de reparatie en herftelling der voorfchreeve Zeewerken bereid zyn geimpendeerd , met de interesfen van dien wederom moeten worden afgelost, en vermits ook tot de nog verder vereischt wordende werken wederom kosten moeten geimpendeerd worden, waar toe nogthans de Stad geheel onvermogend is , het welk aan Uw Edele Groot Mogende genoegzaam is gedemonftreerd en bekend , zoodanig zelfs , dat de Heeren hunne Principaalen nogmaals moeten betuigen buiten ftaat te zyn , om uit Stads Kas te kunnen vinden en opbrengen de nodige kosten, ten einde 's Lands Oorlog-Schchip van 60 Stukken Kanon, het welk binnen Medenblik gebouwd is, en op ftapel ftaat, zoude kunnen aflopen; terwyl ook de aanhoudende , en van alle zyden inkomende klagten van die geenen , welke deel in de Medenblikfche Lotery genomen hebben , en op derzelver trekking, of ten minften om reftitutie hunner voor de Loten betaalde gelden, aandringen, meede in dat opzigt de grievende verlegentheid van de Heeren hunne Principaalen grotelyks vermeerderen. Dat om alle die redenen de Heeren hunne Principaalen by nader Request van den 21 Maart deezes jaats de hooge noodzakelykheid van een gunftigen onderftand , en van eene voorziening van Uw Edele Groot Mog. , aan Hoogstdezelve nogmaals voorgedragen , mitsgaders verzogt hebben , om eene fubfidie of uitkeering van ƒ 83000-0-0 uit 's Lands Kas (zynde zoodanige fomme , als door hen uit het provenu der gemelde Lotery , indien dezelve naar wensch was gereusfeert, zoude genoten zyn) als meede , om nodige fchikking en een 'finaale Refolutie omtrent de voorfz. Lotery , en de deswegens gedaane College , in dier voegen als Uw Edele Groot Mogende naar Hoogstderzelver wysheid, en tot beveiliging van Burgemeelte. - ren  juny, STAAT £,N OORLOG. 1782. 37 ren en Regeerders der Stad Medemblik zouden oordee. len te behooren. ' Dat daar op wederom gerequireert zynde het Advis van Heeren Gecommitteerde Raaden van de beide Kwartieren, de Heeren hunne Principaalen uit het zelve Advis, het welk op den 16 May laatstleeden ter Vergadering van Uw Ed. Groot Mog. is ingekomen, niet zonder eenige verwondering en leedweezen hebben verftaan , dat door Hun Edele Mogende disfavorabel en declinatoir is geadvifeert omtrent" het accordeeren van eene fubfidie of uitkeering uit 's Lands Kas , en alleen in bedenking gegeeven om de Regeering der Stad Medemblik te qnalificeeren tot eene Negociatie ter fomma ƒ 83000-0-0, tegen twee en een half, en desnoods tegen drie per cent , onder guarantie van Uw Edele Groot Mogende , of om gemelde Regeering met eene Geldleening ter fomma van ƒ 83000-0-0, uit 's Lands Kas te fecondeeren tegen den Intrest van twee en een half per Cent, tot de dadelyke aflosfing toe, onder behoorlyke Obligatie ten behoeve van den Lande , door Burgemeefteren en Regeerders der Stad Medemblik te pasfeeren. Dat de Heeren hunne Principaalen zig gedrongen vinden , aan Uw Edele Groot Mogende met allen ernst te declareeren , dat zy met eene zoodanige Negociatie of Geldleening op geenerlei wyze geholpen of gered kunnen worden, nadien daar door de Stad Medemblik, zoo met het Capitaal, als met de Interesten van de op' te neemene of geleende fom zoude . worden bezwaart', en van Stadswege voor de betaaling der jaarlykfche Intresfen , als meede voor de aflosfing van het Capitaal gezorgt zoude moeten worden , waar toe de Heeren hunne Principaalen volflrekt geen Fonds nog resfource even zoo min als voor hunne reeds genegocieerde Ca? pitaalen en verfchuldigde Intresfen hebben nog kunnen uitdenken, en het welk derhalven dezelfde verleegentheid, waar in zy zig bevinden, zoude doen voortduuren, en voor de Stad niet dan aUerfchadelykfte en ruïneufe gevolgen hebben zoude. Dat mitsdien de Heeren hunne Principaalen vertrouwen, dat deeze zaak en hunlieder verzoek by de laatlfe Rcquefte gedaan, met een gunfliger oog door Uw Edele C 3 Gr.  5? ju.vy, ZAAKEN VAN 17S2. Gr. Mog. zal worden befchouwt, waar voor zy ook vermeetien de wettigde eu alzints dringende reedenen te militeeren , niet alleen uit hoofde van het gemelde volftrekt onvermogen der Stad Medemblik , maar ook in aanmerking van het weezentlyk en important belang van het algemeen welzyn in de herltélling en het behoud der Zeewerken en Havens der Stad Medemblik , welker nuttigheid en voMtrekte roodzaakelykheid voor 's Lands Navigatie en Commercie, en ook voor de beveiliging van het platte Land van Westfriesland en het Noorder Kwartier, met geen fchyn van reeden kan worden ontkent of in twyffel getrokken, en door Heeren Gecommitteerden Raaden van de beide Kwartieren zelve by hun voorig Advis van den 22 December 1778 is geadvoutert, waar door dan ook de gemoveerde bedenking van Heeren Gecommitteerde Raaden by hun voorfz. lnatfte Advis des^elfs gewigt geheel verliezen moet, vermits wel zeekerlyk de tegenswoordige tydsomltandigheeden byzondere en dubbelde reedenen opLeveren , om niet al te facil te zyn rot het accordeeren vau een aanzienlylc uitfchot , en vooral van fubfidie uit 's Lands Kaslé, en wel ten behoeve van werken , die eigentlyk onder de Clasiïs van Stedelyke Werken furteeren , en altoos ten laste van de Stedelyke Finamien zyn onderhouden en gerepareert, maar waar omrent egter de Heeren hunne Principaalen vertrouwen , dat die algemeene riff clie voor geen genoegzaan:e grond kan gehouden worden , om in een zoo byzonder geval , als waar in de S'ud Medemblik thans verleert , zoodanige Subfidie uit 's Lands Kas te weigeren ; claar de ten deezen verzogte Gelden ablblut nodig zyn tot Werken , by welkers reparatie en onder, houd de gemeene zaak , 's Lands Navale Magt, de Navigatie en Commercie, mitsgaders de gemeene Dykaden in Westfriesland een allerimportantst en direct belang hebben ; en die wel door de Stad Medemblik tot hier toe , zoo lang zy daar toe eenig vermogen heeft gehad en resfources heeft kunnen vinden , zyn onderhouden, maar uit welk Stedelyk onderhoud, zoo langen tyd , en tot hier toe gedaan , niet dan met de grootlte hardigheid kan getrokken Worden die confequenüe dat daarom ook aan dezelve Stad , na dat zy door  jüNt, STAAT EN OORLOG. 1782. 39 door de by haar boven vermogen geimpendeerde kosten uitgeput, en van alle verdere FonoTen en vermogens ontbloot is , voor altoos en ook in haare tegenwoordige noodlottige fituatie een Subfidie uit 's Lands Kas ge weigert zoude moeten worden , een Subfidie voor welke niet minder, ja dezelfde reèden militeert, en .reeds lang bevoorens gemiliteert beeft, waar op aan de Westfriefche Dykagien door Uw Edele Groot Mogende de nodige asfirtentie is geprocureert , en die door de Heeren hunne Principaalen alleen verzogt word tot goedmaaking van kosten , niet aan de ordinaire Stadswerken geimpendeert of te impendeeren, maar aan die door de bewuste Stormen zyn geruïneert, en welke ten gemeenen nutte volftrekt noodzaakelyk zyn , en waar toe de vercischte Gelden op geen andere manier aan de Stad Medemblik buiten haare totale ruïne , en zonder een voor haar ondraaglyk bezwaar kunnen bezorgt worden. Zullende Uw Ed. Gr. Mog. van zelfs begrypen, hoe onmogelyk het voor de Stad Medemblik zoude zyn, om zig met eenige Negociatie , of met eene Geldleening, en met de betaling van de Interesfen, ("men laat ftaan met de aflosfing van eenigCapitaal,) te belasten, als Hoogstdezelve by het reeds geavanceerde nog gelieven te regardeeren, dat men aldaar reeds bezwaart is met een jaarlyks kostbaarder onderhoud , door de verzwaaring der gemaakte Werken ter beflaanbaarheid van dezelven tegens de Zee- en Ysgangen , en van de uitdieping der Havens , thans ieder jaar tusfchen de twee en drie duizend guldens beloopende , behalven dan nog de reparatien van de Hoofden, Wallen en Bruggen , en andere Stedelyke onkosten ; waar tegen niet dan geringe Stads Inkomften genoten worden, waar onder is het reeds verhoogde Havengeld, het welk jaarlyks en doorgaans naauwlyks ƒ 300 O-o , en by extraordinaire Steenvaart wel iets meerder opbrengt; terwyl ook het gering getal van Huizen en Inwoonders der Stad Medemblik geene invoering van eenige nieuwe , nog vermeerdering van reèds exfteerende Stedelyke belastingen , die reeds der Ingezeetenen vermogens furpasfeeren, in eenigerlei maniere permitteert. C 4 Dat,  40 juny, ZAAKEN .VAN 1782. Dat, gelyk derhalven het ten deezen gedaane verzoek, om Subfidie uit 's Lands Kas op de bi'lykbeid en noodzaakelykheid gebouwd is , en dezelve Subfidie volftrekt vereischt word , om te kunnen rembourfeeren de reeds aan die zoo onontbeerlyke Werken gedaane uitfchotten van Gelden, welke Burgemeelteren van Medemblik tot S'adslasten genegotieert, en waar voor zy zig tot de reftitutie en aflosfing, met de intresfen van dien , in het voorgemelde "ooruitzigt verhonden hebben , mitsdien dan ook de Heeren hunne Principaalen vermeenen zig met eene gunftige Concesfie van de verzogte fomme van / 83000-0-0 uit 's Lands Kas te mogen vleien : te meer, dewyl Uw Ed. Gr. Mogende door het accordeeren der voorfz. Lotery reeds hebbende betoond Hoogstderzelver gunftige geneigtheid, om de Stad Medemblik uit haare noodlottige tseftand te redden, dezelve van haare totale ruïne tebevryden, en het welzyn van 's Lands Ingezeetenen te bevorderen, men derhal ven zekerlvk alsnu, daar die bedoelde gunst door de non remfitie der voorfz. Lotery geheel zonder fchuld en buren toedoen van de Heeren hunne Principaalen buiten effect, is gefteld of elufojr gemaakt , billyk mag verwanten , dat Uw Ed. Groot Mog. niet langer zullen difficulteeren , om aan de S^ad Medemblik. toe te ftaan en te prasfteeren een foortgely'-e gunst, waar door dezelve Stad de fomme van ƒ 83000-0-0 , welke zy uit de voorfz. Lotery genooten zoude hebben , zonder eenig bezwaar ten haaren laste en zonder eenige belasting met Capitaal , of Intresfen kan bekomen , dog waar toe buiten de verzogte Subfidie uit 's Lands Kas, geen middel overig is, en waar toe ook. een Renvoy van de Heeren hunne Principaalen aan Jan Menkema en Conforten , om van dezelve de vervulling van het Contract te eisfchen, geen gepast middel ten deezen zoude zyn, als waar door de Heeren hunne Principaalen wel in kostbaare Proceduures ingewikkeld, en misfchien de voornoemde Luiden by den 'uitflag der zaak geruïneert zouden worden, maar waar door de Heeren hunne Principaalen de noodige Gelden , welke met eene dringende en geen uitltel lydende noodzaakelykheid gevordert worden, niet zouden . kun-  juny, STAAT EN OORLOG. 1782. 41 kunnen erlangen , en dus de prafente verleegentheii niet zoude worden geremedieert ; behalven dat de tot hier toe door Uw Ed. Gr. Mog. aan de gemelde Menkema en Conforten verleende Surcheance niet alleen de Heeren hunne Principaalen volftrekt buiten ftaat fteld , om tegen hen ietwes te onderneemen , maar ook zeer. doet twyffelen , of het met de intentie van Uw Ed. Gr. Mog. zoude overeenkomen, en derzelver goedkeu» ring wegdraagen , dat die Luiden , welke zig be-klaa. gen , dat geheel buiten hunne fchuld , door een onvoorfien , en boven hun vermogen zynde evenement , de non reusfite der meergemelde Lotery veroorzaakt is , en zy alleen daar door tot de vervulling van hunne verbintenis buiten ftaat geraakt zyn, naar het ftricte regt en door rigoureufe Geregtsmiddelen tot de naarkoming van het Contract genoodzaakt zouden worden ; iets, waar toe de Heeren hunne Principaalen wel oordeelen ontwyffelbaar bevoegt en geregtigt te zyn , maar waar in zy egter niet kunnen ontkennen', dat voor die Luiden eene merkelyke hardigheid zoude refideeren, vooral, daar door het hooge gezag van Uw Edele Groot: Mog. geen middel gevonden, en geene voorziening gedaan is, om de door Hoogstderzelver aan de Stad Medemblik geaccordeerde Lotery kragtdadig te maintineeren , en het daar omtrent toegebragte impediment uit den weg te ruimen, en daar thans het Credit dier Lotery, als onherltelbaar, geruïneert en het verder debit van deszelfs Loten , het welk reeds lang geheel ftil ftaat en opgehouden heeft , voor volftrekt onmogelyk fchynt te mogen en te moeten gehouden worden, waar omtrent ook in allen gevalle een finaale Refolutie van Uw Ed. Gr. Mog. ten uiterflen noodzaakelyk is , ten einde aan de inftantien en interpellatien van de Hou. ders der gedebiteerde Loten beantwoord kan worden , en men weeten moge, waar naar zig te reguleeren. Weshalven de Heeren hunne Principaalen als nog hoopen en ten allerernftigfle verzoeken , dat by Uw Ed. Groot Mog., regard neemende op alle de geavanceerde redenen , op de ongelukkige ftaat van de Finantien der Stad Medemblik, op de abfolute noodzakelykheid van de Werken, waar voorde verzogte Gelden gevraagt worden , op het gemeene belang van C 5 ' 's Lands  4* juny, ZAAKEN VAN 1782. 's Lands welvaart in deeze zaak en op de zonderlinge omftandigheeden, die ten deezen gebeurt zyn en zaa» men loopen , ten ipoedigften door eene gunftige dispolitie op het laatfte Request van de Heeren hunne Principaalen , die verzogte Subfidie en uitkeering van ƒ 83000-0-0 uit 's Lands Kas aan de Stad Medemblik goedgunftiglyk zullen gelieven te accordeeren , ten einde zy eenmaal uit hunne dringende nood worde gered , als meede ook omtrent de meergemelde Lotery , en het verzoek door de voornoemde Johannes Menkema en Conforten deswegen aan U Êd. Gr. Mog. gedaan, eene zoodanige finaale Refolutie te neemen, als Hoogstdezelve, volgens hunne wysheid en ajquiteit zullen bevinden te behooren. CIX. Extract uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Gr. Mog., de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, waar by dezelven een afzonderleken Vrede met Engeland van de hand wyzen . doch tot het aangaan van een algemeenen Vrede zig gene* gen ioonen. In dato 12 Juny 1782. Is goedgevonden en gearrefteerd, dat de zaaken van wege deeze Provincie, ter Generaliteit zullen gedirigeerd worden in diervoege, dat 'er op de Infinuatien en Communicatien van de Ministers van Rusland, het volgend antwoord gegeeven zal worden. Dat zedert den oorfprong der Verbindtenisfen, uit de maritime asfociatie voortkomende , Hun Hoog Mog. niet opgehouden hebben aan Haare Keizerlyke Majefteit preuven te geeven, van het vertrouwen, 't welk Zy Hellen in Haare goede intenrien, en van hun empresfemenr, om, onder Haare Mediatie, een gelukkigen en foliden Vrede met Engeland te (luiten; dat Hun Hoog Mog. (leeds op hoogen prys (lellen, de gunftige dispofitien van Haare Keizerlyke Majefteit, met tehoopen, dat Zy zig vastlyk houden zal aan de grondflagen by de gewapende Neutraliteit ingerigt, zonder te gedogen, dat  jdnv, STAAT EN OORLOG. 1781. 43 dat 'er eenige verandering of inbreuk, door eene paciflcan'e tusfchen de Republiek en Zyne Brittannifche Majefteit, ingebra*t word; dat in deeze perfuafie, en aangemoedigd van Hunnen kant door het verlangen van te zien, dat onder de Mediatie van Haare Keizerlyke Majefteit , door een honorabelen en voordeeligen Vrede geëindigd worde de Oorlog, waarin de Republiek, tegen wil en dank is ingewikkeld, door de aggresfie van het Hof van Londen, Hun Hoog Mog. hebben in overweeging genomen den Brief van "den Heer Fox, StaatsSecretaris van Zyne Britfche Majefteit, gedagtekend den 2yften Maart 1782, die hun gecommuniceerd is by de Memorie van de Minifters van Haare Keizerlyke Majefteit , den Prins van Gallitzin en den Heer Marcof; als mede den verklarenden Brief van den genoemden Staats-Secretaris, gedagtekend den 4 May; dat Zy met genoegen , uit den inhoud van den laatften hebben gezien dat Zyne Bntrannifche Majefteit, ten grondflage van eenen byzonderen Vrede met deezen Staat, aanneemt de vryheid der Zeevaart, ingerist op de gronden der declaratie , onder het gunftig beftuur van Haare Keizerlyke Majefteit , den aSften February 1780 geëmaneerd, volgens welke het point, het welk als preliminair , by de Refolutie van den 4den Maart geëischt was, fchytit toegedaan te weezen; dat Hun Hoog Mog. met gevoelens der leevendigfte dankbaarheid erkennen , dat dergelyk eene dispofiue van wege het HofvanLonden moet aangemerkt worden als een gevolg der onafgebrokeu efTorten , die Haare Keizerlyke Majefteit ten beste van deezen Staat wel heeft willen belteeden , en vooral als een uitwerkzel der goede dienften, die Zy met zoo veel yvers op het dispofitief van de Refolutie van den 4den Maart, heeft doen gelden. Dat het voorna imfte onderwerp, het welk ten grondfteun der Vredes-onderhandelingen moest dienen , dus in het licht gelteld zynde, Hun Hoog Mog., indien Zy alleen derzjlver byzonder belang behartigden , geen uitftel zouden neemen , om met den eerften de noodige maatregelen te beraamen, die tot eene formeele opening der conferentien, onder de bemiddeling van Haare Keizerlyke Majefteit , den weg konden baanen. Dat Hun H jog Mog., hoe geneigd ook om by derzelver voorgaan.  44 Jüny, ZAAKEN VAN 1788. gaande befluiten te volharden , egter niet ontveinzen kunnen, dat het conftant gedrag van het Hof van Londen , vooral onder het beftuur van '1 -vorige Minifterie , Hun gebragt heeft in de verpligting om meer en meer ter Hunner eigene zekerheid waakzaam te zyn, en opvolgende de wyze raadgeevingen ? die Haare Keizerlyke Majelteit zelve, in het voorleden jaar, Hun gegeeven heeft, op middelen van kragtdadige verdediging te denken. Dat Zy ten dien einde met het Hof van Frankryk een Plan van wederzydfche Operatien tegen den gemeenen Vyand beraamd hebben , het welk eenmaal aangenomen zvnde, Zy zig huiten ftaat zien om gedurende deezen Veldtogt een Wapenflilltand of een byzonderen Vrede, buiten concurrentie van Zyne AllerchriltelyUfte Majefteit te agreëeren. Dat deeze zoo nodige alliantie, en de confideratie dat Hunne bezittingen in de West-Indiën, die de Vyand heeft ir.genomen gehad, door de Wapenen van Frankryk heroverd zyn; en eindelyk de groote waarfchynlykheid van een fpoedig herftel der algemeene ruste, komen Hun Hoog Mog. voor zoo veele omltandigheden te zyn, die eene algemeene bevrediging zoo in Europa als daarbuiten,voor Hun byzonder belang en voor de aangelegenheid van het algemeen, boven een partikulicren Vrede oneindig verkiesïyker maken. Dus Zy derhalve van gedagten zyn aan Haare Keizerlyke Majefteit te moeten voordragen , of niet de Republiek, met zulk een grondbeginzel aan te neemen, het herftel van den Vrede tusfchen alle de Oorlogende Mogendheden zoude kunnen bevorderen, en medewerken aan het glorieus ontwerp, het welk Haare Keizerlyke Majefteit zig met den Keizer heeft voorgefteld. Dat zy in den tegenwoordigen toeftand van zaaken, niet twyfelen, of Haare Keizerlyke Majelteit zal de voorkeur aan dit groot oogmerk geeven , met ten dien einde herhaalde voorllagen aan de andere, thans in Oorlog weezende Mogendheden te doen , en de plaats van het Congres te defigneeren , zynde Hun Hoog Mog. gereed om zonder uitftel Plenipotentiarisfen te benoemen , die voor hun aandeel de conferentien bywoonen. Dat deeze Refolutie met de Memorie van de Ministers  jont, STAAT EN OORLOG. 1782. 4j ters van Rusland en den Brief van den Heer Fox, die 'er nevens ging , als ook den verklaarenden Brief van dien Staats-Secretaris, zullen gezonden worden aan den Heer van Wasfenaar-Starremburg, met ordere om dien • volgens de nodige reprefentatien aan het Hof van St. Petersburg te doen ; dat gelyke Affchriften gezonden zullen worden aan den Heer van Berkenrode, met ordre om deeze Refolutie te Communiceeren aan het Hof, by het welk hy refideert, en Zyne Allerchriftelyke Majefteit te verzekeren, dat Hun Hoog Mog. formeel verklaard hebbende, dat zy vast beflooten hebbende, met allen mogelyken yver en getrouwheid, geduurende den toekomenden Veldtogt, te volgen het geadopteerd confert van operatien, tegen den gemeenen Vyand, door geenerlei propofitie 'er zig van zullen doen afbrengen;, maar dat aan den anderen kant, zy zig ook verzekerd houden , dat Zyne Allerchriftelykfte Majefteit, by het herftel van den Vrede , het belang der Republiek niet uit het oog verliezen zal; dat hy het by aanhoudendheid zal behartigen, gelyk hy 't geduurende den Oorlog wel heeft willen doen, en dat hy geen zwaarigheid zal maken des aangaande verzekeringen te geeven, die gefchikt zyn om hun gerust te ftellen. Dat eindelyk een affchrift der gemelde ftukken ter hand gefteld zal worden aan den Heer Hertog de la Vauguin, met verzoek om, door zyne goede dienften, de inftantien en reprefentatien, die den Heer Berkenrode belast zyn aan het Hof van Ferfailles te doen, krastdadig te onderfteunen. CX.  46 july, ZAAKEN VAN 1782. CX. Refolutie van de Hoog Mogende Hee* ren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , omtrent het aangaan van Vrede met Engeland , overeen* komflig het Preadvis en de Refolutie van Hun Ed. Gr. Mogenden var, deh 12 Juny .1782. Genomen in dato £ July 1782. Gedelibereerd zynde over de Memorie van den Prins van Galiitzin en den Heere Marcoff, Ministers van Haare Rus-Keizerlyke Majelteit, en over de daar by gevoegd geweest zynde brief van den Groot-Brittaunifchen0 Staats - Secretaris , Heere Fox , wegens de dispofuie van het Hof van Londen , om in eene Vredes-onderhandeling met de Republiek, op den voet van het Traclaat van 1674 , onder mediatie van hooggemelde Haare Keizerlyke Majelteit te treeden, en een WapentülHand te trelFen , den 3 April latustleeflen aaa Hun.Hoog Mog. óvergegeeven , als mede over eene Communicatie , "door den Heer R aaópei.fioi.aris van Bleiswyk , den 10 der voorleeden maand, anu Heeren Gedeputeerden van H. Hoog Mogenden , wegens de buitenlandfche- Zaaken , gedaan- van eene mondelinge jnfinuatie, door het Minilterie van hooggemelde Haare Keizeilyke Majelteit' aan den Heer Ambasfadeur van Wasfenaar gegeeven, ter antwoord op de Refolutie van li. Hoog Mog. van den 4 Maart, nopens de mediatie van hooggemelde Haare Majelteit tot een particuliere Vrede met trigeland; en nog op het Rapport, door den Heer Griffier Fagel gedaan van eene Coaverfatie, die hy gehad hadt met de gemelde Heeren Ministers vau Rusland, die" hem hadden ter hand gefield Copie van een tweeden brief van den Groot-Bnttannifche StaatsSecretaris Heer Fox , aan den Heer Simöüfi te Londen , den 4 der voorleedene Maand gefchreeven, en ter zelfder tyd over een billet van den Prins van Galiitzin ; en emdelyk over de Communicatie door den H^er Raadpenfionaris den 21 der voorleeden maand gedaan  july, STAAT EN OORLOG. 1782, 4r daan aan de Heeren Gedeputeerden van H. H. Mör, van eene nadere mondelinge Infinuatie , door het Miniftene van Rusland aan den Heer Ambasfadeur vin Wasfenaar gedaan, wegens de Refolutie van H. Hoo*Mogende van den 4 Maart laastleeden; is goedgevonden en beflooten , aan de Ministers van Rusland op derzelver Memorie en op de Infinuatie, als ook op den geëxhibeerden brief een antwoord te geeven omtrent gelyk dat, 't welk Hun Ed. Gr. Mogende den 12 Tunv deswege gearrcfteerd hebben. — "■ ! ?st> jj.k puü 'lyvroi , rryx ij raaau» rtfcy a-brnj CXI. Propofitie van de Afgevaardigden der Stad Goes, ter Vergaderinge van de Edel Mogende Heeren Staaten van Zeeland, tot het doen opfchorten van de Maandelykfcke Bedeftonden, uit hoofde van de Werkeloosheid der Republiek tor Zee. Gedaan in dato 1 July 1782. Is goedgevonden en verftaan , de Heeren H. E. A. Gedeputeerden , na het te houden reces ter Staat Vergadering zullende gaan, te auelorifeeren en te gelasten , omme by de eerfte, gelegendheid uit naam van H. E. A. te reprjetenteren , hoe dezelve met bekommering zyn aangedaan, over de algemeene ütuatie vau de Republiek, daar dezelve continueert, zig te bevinden in een allerverderffelykfien Oorlog, waar te«enom zig te verzetten Hi E. M. zoo wel als de overige Bondgenooten de elficacieulte mefures genoomen hebben , en nog neemen, door het draagen van Confenten in Petitiën tot Equipagien die de provinciale Finantien in 't vervolg gevoelig zullen drukken, in dat billyk vertrouwen, dat de wapenen van den Staat eindelyk roet ernst zouden werden opgevat , tot afbreuk van oen Vyand en tot zelfs behoud , en dat men zoude kunnen ftaat maaken op de plegtigfte verzekeringen aan H. E. Mog. in het laatfte gepasfèerde voorjaar nog gedaan , dat namentlyk de kusten , inzonderheid van deeze Provincie, binnen korten tyd met een refpedhbel Es-  48 july, ZAAKEN VAN 1782. Eskader in de Noord-Zee zouden weezen gedekt, wanneer men zig deeze extraordinaire fpendues als noodzaakelyk zoude kunnen vertroosten ; dat onderrus» fchen aan de verwagting van dit alles niet word beantwoord , maar dat integendeel de uitvoering der zaaken gefchied met eene traagheid, naar werkeloosheid gelykende , waar van de oorzaaken niet te bevatten , ten minden H. E. A. volftrekt onkundig zyn , waar van de gevolgen allernadeeligst zig openbaaren, nadien zoo men op de berigten kan ftaat maaken , de equipages der Scheepen door ziektens, veroorzaakt door het lang vertoeven in de Zeegaaten, buiten ftaat geraken, om den Landen van dienst te zyn , terwyl men met dat alles den Vrede als nog niet aannemelyk oordeelt, den Oorlog verkiest , de vyand niet nalaat ons de eene gevoelige flag voor, de andere na, te doen wedervaaren , de reprefailles die hem treffen , verre van door ons', hem werden toegebragt door eene Mogendheid, met welke wy het geluk hebben, in vreede en vriendfchap te-leeven , maar waar van wy de voordeden voor ons wel kunnen hoopen , maar ons niet kunnen verzekeren : en terwyl men hier , gelyk in eenige andere Provinciën, plegtige Bedeftonden heeft ingeftelt, onder andere ook om van den Hemel aftefmeeken zynen kragtdadigen zeegen over de wapenen door den Staat tot de«zelfs verdediging, en afbreuk van den vyand, opgevat: dat H. E. A. op dit laatfte byzonder het oog hebbende, niet kunnen ontvvnzen meede te hebben bewilligt in de inftelling , van dit wel meer door het Opperweezen gezegende middel, in de vaste vooronderftelling, dat 's Lands Scheepen, zoo ver als die gereed waaren , eindelyk eerlang tot de eene of andere gewigtige expeditie zouden worden geëmployeerd, maar dat zulks tot die terme niet zynde gebragt, H. E. A. vermeenen , dat met het houden van Bedeftonden behoorde te worden gefurperfedeert, om redenen, dieH. E. A. vertrouwen, dat H. E. Mog. zullen begrypen, en niet nodig zyn te detailleeren ; dat H. E. A. dit op het ernftigfte aan hunne meedeleeden moeten verzoeken, vermits zy by onftentenis, hoe ongaarne, zig tot bewaaring van de goede ordre gedwongen zoude vinden , in hunne Stad die plegtigheid geen voortgang meer  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 49 meer te doen hebben; dat eindelyk H. E. A. het van Hun Ed. Mogende indispenfable pligt oordeelen , om naar de oorzaak van de traagheid in 't employeeren van de wapenen van den Staat, waar toe Haar Ed. Mog. zulke confiderable uirgaven tot heden te vergeefs gedaan hebben , te inquireren, en zoo veel in hun is, toe te brengen , dat daar tegen fpoedig werde voorzien. Accoort met voorfz. Notulen* (Was get.) a. w. van cutters. CXII, Advis van het Hof van Hólland, ntvens de Stukken, daar toe behoo* rende, op het Request van Thimon Cornelis van Heerdt en Johannajacoba Herbertina Mauritia van der Does van Noordwyk,07» Dispenfatie van Haar Ed. Gr. Mogende Placaat van 25 February 1751, en de poznaliteiten daar by geftatueerd op het doorgaan van jonge lieden. In* gebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende op Woensdag den 3 July 1782. Ontfangen een Misfive van de Prsefident en Raaden van den Hove , gefchreeven in den Hage den 2 deezer, houdende, tot voldoening aan Hun Edele Gr. Mog. Appoinctement van den 15 May deezes jaars , derzelver Confideratien en Advis,op de daar by terug gaande Requeste van Thimon Cornelis van Heerdt, voor zig zelve en nog als in Huwelyk hebbende Johanna Jacoba Herbertina Mauritia van der Does van Noordwyk , en van dezelve met haaren voornoemden Man geasfi(teert, gemunieert met het volkomen confent VI. deel. D van  jo july, ZAAKEN VAN 1782. van de Ouders en meerderjarige Naastbeftaande, welke alle fchriftelyk declareeren te verlangen , en (voor zoo veel des noods) meede te verzoeken, dat op der Supplianten Requeste door Hun Ed. Groot Mog. favorabel moge worden gedisponeert, en tendeerende om te o.btineerén dispenfatie van het Placaat van Hun Ëd. Groot Mog. van 25 February 1751, en 'van de pee na* liteiten daar by op het doorgaan van Jonge Lieden geftatueert. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en veritaan, dat het voorfz. Advis en de bovengemelde Requeste zullen worden geëxamineert door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, en verdere Hun Ei. Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Justitie , met Commisfarisfen van den Hove', en de Vergadering daar op gedient van derzelver Confideratien en Advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. edele groot mogende heeren1 Ter voldoening aan de Apoltille van den ij May deezes Jaars, waar by Uw Ed. Groot Mog. requireeren onze Confideratien en Advis op de Requeste van Thimon Cornelis van Heerdt, voor zig zelve en nog als in Huwelyk hebbende Johanna Jacoba Herbertina Mauritia van der Does van Noordwyk , en van dezelve met haaren voornoemden Man geadfifteert, tendeerende, om te obtineeren dispenfatie van het Placaat van Uw Edele Groot Mog. van 25 February 1751 , en van de Pcenaliteiten daar by op het doorgaan van Jonge Lieden geftatueert, hebben wy de eer Uw Ed. Groot Mog. | voor te draagen , dat bet ons voorgekomen is, dat dit geval, hoe zeer men hetzelve by de voordragt der zaake in het Request ook heeft zoeken te pailleeren , in de termen van het gemelde Placaat valt, en dat de Supplianten dit zelfs wel fchynen begreepen te hebben, dewyl zy anders wel zouden verzogt hebben , dat Uw Ed. Groot Mog. geliefden te verklaaren, dat hetzelve niet viel in de termen van het Placaat, gelyk te meermaalen is gefcuied; dut hier. dus de  july, STAAT EN OORLOG. 1782. jt de vraage alleen moet zyn, of 'er eenige reedenen zyn y om de Supplianten van het Placaat en de daar by geftatueerde Pcenalireiten te dispenfeeren, Wy kunnen niet ontveinzen, Ed. Groot Mog. Heeren, dat in de omftandigheedèn van het geval ons niets occurreert , het welk eenige favorable reflectie meriteert , terwyl het pretext van de ignorantie van het Placaat ons niet weinig geaffecteerd en in allen geval niet voldoende voorkomt; het eenige dat ten deeze in eenige aanmerking zoude kunnen genomen worden, is liet volkomen content van de Ouders en meerderjaarige Naastbeltaande , welke alle fchnftelyk declareerert te verlangen, en (voor zoo veel des noods) meede te verzoeken, dat op der Supplianten Requeste door Uw Ed. Groot Mog. favorabel moge werden gedisponeert: dan hier tegen komt in overweeging, dat de Suppliant nog twee minderjaarige Broeders heeft, welke, indien de Supplianten, zonder eenigen anderen grond dan het Confent der Geinteresfeerden in aanmerking te neemen^ van de Pcenalireiten wierden gedispenfeert, in hun regt zouden kunnen worden verkort , zonder zelve in Perfoon daar over te zyn gehoord; welke Coniideratiedan ook niet lang geleeden, in een vry favorabeler geval, ons heeft doen van gedagten zyn, dat de dispenfatie niet behoorde verleend te worden , voor dat de minderjaarige, welke in dat geval waren geinteresfeert, tot geapprobeerden ouderdom,om zelfs confent te dragen, gekomen zouden zyn, en insgelyks nu ook van Advis doet zyn, dat Uw Ed. Groot Mog. het verzoek van deeze Supplianten om dispenfatie,immers voor alsnog, behooren te wyzen van de hand. Wy avanceeren echter deeze Coniideratie nü met minder fiducie dan in het gemelde geval, om dat Uw Ed. Groot Mog. in hetzelve echter de dispenfatie hebben verleend , niettegenltaande de minderjaarigheid van de daar by Geinteresfeerden, en de difficulteit, welke derzelver Voogden maakten, om voor dezelve te confenteeren; daar in het voorhanden zynde geval Bernhard Herman Gansneb genaamt Tengnagel, in qualiteit até Voogd voor de Minderjarigen nog Confent (offchoon ons hetzelve niet voldoende voorkomt) heeft gedraagen; zynde het daarenboven by ons niet geweest buiten D 2 alk  52 july, ZAAKEN VAN 1782. alle fpeculatie, of de Broeders eu Zusters van den Suppliant , als geen Ingezeetenen van deeze Provincie, wel zoo direftelyk konden gereekent worden in der Supplianten verzoek aeipteresfeert te zyn. Wv onderwerpen onze Confideratien eerbiedig aan Uw Ed Groot Mog, goedvinden. Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren, bidden wy God Almagtig Uw Edele Groot Mogende, in een langduurige en voorspoedige Regeermg re conferveeren. Gefchreeven in den Hage den 2 July 1782. (Onder (fond) Uw Edele Groot Mogende Dienstwilligen, Dc Praefidenr en Raaden over Holland, Zeeland en Vriesland. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) ADRIAAN bodt. Wy Ondergefchreeve Robberdina Johanna Elifabeth van Heerdt, Suster, en Borchard Hermen Gansneb genaamt Tengnagel , in qualiteit als Voogd over de minderjaarige Broeders van den Hoog-Welgebooren Heer Thimon Cornelis van Heerdt , met naame Karei Jacob Frederick van Heerdt , en Adriaan Haze van Heerdt . mitsgaders Theodora Odilia Louifa Carolina vander Does van Noordwyk, geadfilleert met myn Man Leopold van Limburg Stirum, Suster van lohanna Jacoba Herbertina Mauritia vander Does van Noordwyk, als de eenige Erfgenaamen ab inteftato, ofte derzelver Repiael'entant , van bovengemelde Hoog-Welgeboore Heer en Vrouwe Thimon Cornelis van Heerdt, en Jo  jW, STAAT EN OORLOG. 1782. 53 Johanna Jacoba Herbertina Mauritia van Heerdt, geboore vander Does van Noordwyk, zynde',' declaree. ren, dat de Middelen en Pofniven in de Requeste gemeld, en door haar Hoog Welgeboorens aan Haar Ed. Groot Mog. geprefenteert, om.te obtinëeren dispenfatie en vryllelling van bet Placcaat van den 25 Febrtirry !7JI » en van de Pcenaliteiten daar by geftatueert, zyn na waarheid gefield , en dat wy dierhalven ons geenzints parthy flellen, maar in tegendeel, voor zoo v,éfl ons aangaat; volkomen'confenteeren', dat het ver* zoek by gemelde Requeste aan Haar Edele Groot Mo'^.' gedaan , door Haar Edele Groot Mog. goedgunfli^lyk werde verleent; declareerende wy zelfs te verlangen en, voor zoo veel des noods , meede te verzoeken' dat' op de meergemelde Requeste by Haar Edele Gr! Mog. favorabel mag werden gedisponeert. ":'f"bw n?i#?iJ2OTi nauM tn rreïb qo flèwa^ng êb (Was get.) ?4 • mn t I r;.6e.y. / | Sft :.: _ fcfj li;, h. gansneb l geraam't trngnagel. I.. GRAVE VAN LIMBURG STlKUM. t. O C. L. GRAVI^Nli VAN LIMliUKC. stiuum , geboren vander dols. van noord1 .wyk. ' ;• Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en IVestfriesland. . ■> ■"■ geeven onderdaniglyk te kennen Thimon Cornelis VJ van Heerdt, voor zig zelve en nog als in Hu welyk hebbende Johanna Jacoba Herbertina 'Matirltia van der Does van Noordwyk , mitsgaders dezelve Johanna Jacoba Herbertina Matiritia yaii der Does van Noordwyk met hanren voornoemde 'Man géadfifteerd. Dat de Supplianten, zeederd eeuigen tyd een groote -geneegendheid en reciproque liefde voor eikanderen opgevat hebbende, zulks geleegendheid heeft gegeeven , dat zy Supplianten op den 14 February van deezen jaare 1782 zig te zamen alhier uit den Hage begeeven en een reize naar Antwerpen gedaan hebben, vanwaar terttond na hunne aankomst aldaar , "de tweede SupD 3 pli-  54 jn~Y, ZAAKEN VAN i78a. pliante aan haare Ouders, en den eerften Suppliant aan deszelfs Grootmoeder by Misfive hebben kennis gegeeven, zoo van hunne gemelde reize, als van hunne mutuetle geneegendheiJ, en voorts de erndigfte fpllicjta.; tien hebben gedaan , om confent tot het aangaan van een wettig Huwelyk, het welk ook is geweest van dat gevolg , dat , door de Grootmoeder van den. eerltén Suppliant aan de Ouders van de tweede Suppliante confent verzogt zynde, tot het voltrekken van een Huwelyk , tusfchen de twee Supplianten, door de Ouders van de tweed? Suppliante hun confent tot het gemelde Huwelyk terfiond gegeeven is , waar op dan ook de Supplianten aanftonds zyn te rug gekomen, en hunne eerlte Huwelyks-Proclamatie reeds op den 24 derzelve maand, en mitsdien maar tien dagen na hun vertrek uit 's Hage alhier is gef'chied , zynde vervolgens de Supplianten op den 19 Maart laastleéden wettiglyk getrouwd. Dat derhalven de Supplianten" het genoegen hebben mogen genieten van het confent van der tweede Suppliantes Oudérs , en van des eerden Suppliants Naastbedaande en Voogden tot hunlieder Egtverbintenis, zoo fpoedig te verwerven, en zelfs ook door eene gun. ftige reconciliatie hërfteld te zien het ongenoegen, het welk by dezelve over der Supplianten voorzeide demarche tegen hen was opgevat. Maar dat de Supplianten egter onderrigt geworden, en bedugt zyn , dat het Placaat van U Edele Groot Mog van den 25 February 1751 tegen het doorgaan van jonge , en ongetrouwde lieden geëmaneerd , en de pcenaliteiten daar in vervat, verdaan zouden kunnm worden' , ten opzigte vau de Supplianten toepasfelyk te weezen. Dat oadertusfchen de Supplianten eerbiedjglyk vertrouwen , dat ter hunner verlcïiooning dien aangaande eenige gunftige rdlexie verdient , dat zy Supplianten naar waarheid kunnen betuigen van het gemelde Placaat , voor dato van hun vertrek uit 's Hage, geene 'tic minfte kennis gehad te hebben , en dat zy boven dien door hunne jonkheid (zynde den eerften Suppliant een en twintig jaaren en de tweede Suppliante agtien jaareu oud) voor af niet hebben gepenetreerd, nog info  july, STAAT EN OORLOG. 1732. SS gezien de onbehoorlykheid van hunne gemelde demarche, waar over zy egter al kort na hun vertrek ten fterkflen met berouw zyn aangedaan geweest, en daarom zig reeds terllond aan hunne Ouders en Naastbeitaande refperflivelyk by Misfiven hebben geaddresfeert, terwyl ook de Supplianten niet door een opzet en voorneemen om op die wyze hunne Ouders en Naastbeftaande tot het geeven van hun confent in het Huwelyk te conlfringeeren (het welk eigeutlyk zoude moeten plaats hebben , om in de intentie en rigide difpofitie van het voornoemde Placaat te vallen) maar alleen door gebrek van genóegzaame doorzigt en door hunne onbedreevene jonkheid daar toe gekomen zyn, daar zy Supplianten zig hadden kunnen en mogen verzeekerd houden , dat wanneer zy hunne wederzydfche gezette en gevestigde geneegendheid aan hunne Ouders en Naastbellaande hadden geopenbaard, zy derzelver confent gratieufelyk zouden hebben kunnen verwerven. En dewyl derhalven de Supplianten eerbiedigst vertrouwen , dat dit alles billyke reedenen opleeverd tot eene gunltige Excufatie van hen Supplianten , en om althans eene difpenfatie van het voorzeide Placcaat (welke ook in andere gevallen door U Edele Groot Mog. gratieufelyk is geaccordeerd) te mogen verwerven, en zulks nog te meer in aanmerking , dat de Ouders van de tweede Suppliante, en de Naastbeftaanden van den eeriten Suppliant en dus die geenen , aan welke door , der Supplianten voorfz. demarche de directe beleediging was toegebragt, door hunlieder confent in der Supplianten Huwelyk , en door de Reconciliatie met hen , aan de Suppplianten hunnen voorfz. ongereegelden uitltap gunttiglyk hebben gelieven te Remitteeren en dezelve zig thans vereenigen met het verzoek het-welk de Supplianten thans de vryheid neemen aan U Edele Groot Mogende by deezen te doen , zoo als uit de ontlerflaaude declaratoiren is conlteerende. Zoo keeren de Supplianten zig met allen eerbied tot TJ Edele Groot Mogende, ootmoediglyk verzoekende dat het aan U Edele Groot Mogende goedgunltiglyk moge behagen, ex plenitudine proteftatis hen Supplianten te difpenfeeren en vry te Hellen van het voorgemelde Placaat van den 25 February 1751 , en van de D 4 poe-  56 Jü'-y, 'ZAAKEN VAN i?8i. s' paenaliteiten daar by geftatueert , en daar van aan^de. Supplianten gelieven te verleelen Refolutie of Oftroy in Forma, (Onder ftond) . 't Welk doende &c. (Was get.) t. c. van heerdt. j. j. h. m. van heprdt. gcbooren vander Does van Noordwyk. . i. Wy ondergefz. in qualiteit als Grootmoeder en Voogdesfe en verdere Voogd van den eerften Suppliant, als meede wy-ondergefz... Vader en Moeder van de tweede Suppliante, declareeren, dat de midder len en pofitiven, in de bovenftaande Requeste gemeld, ■zyn naar waarheid gefteld, en dat wy dierhalven ons geenzins Party Hellen, maar integendeel voor zoo veel ons aangaat, vo'komen confenteeren , dat het verzoek, by gemelue' ReqiKste-aan Haar Edele Groot Mogende gedaan, om te oUiiueeren dispenfatie en vry(telling-van ■het Placaat van den 25 February en van de Posnamenen, daar by geftatueert, door Haar Edele Groot Mugejide goedgunftiglyk werden, verleend, declamerende wy zelfs te verlangen , en voor zoo veel des noo s >dtbr! sjjiruip ibias-ouava^waxj//v C. CLOTTERBOOKE. Langer ftond geappoftilleert. 't T Tof van Holland ordonneert de Supplianten en ; 1. JL de Naastbeftaaude Erfgenaamen ab 'inteftato, die de R queste niet geteekend 'hebben, ofte derzelver reprasfentanten op den 18 Juny 1782 te compareeren voor de' Heeren en Mrs. Pieterman Nolst enjoban van Nispen , Raaden in den voorfz. Hove als Commisfarisfen , die hen hooren zullen en den Raade Rapport doen , en zal hetzelve gehoord , geadvifeert worden naar behooren. Gedaan in den Raade den 11 Juny 1782. (Onder ftond) 'Mypra^nt,. (Was get.) . adriaan bodt. D 5 CXIH.  58 julyi ZAAKEN VAN 1782. CXIH. Misfiven aan Zyne Hoogheid den Heere Admiraal Generaal, zoo van de KefpeStive Admiraliteits heden ah van den Admiraal hak tsin zx , over het uitkopen. van !i Lands Vloot. In d^to 4 July 1782. boorlugtige hoog-gebcren vorst en heertï Wanneer Wy in voldoening aan Uwe Hoogheids zeer gevenereerde Reqmfitie hebben geëxamine'ert, de nadere Refolutie van den Krygsraad van den 1 deezer maand met de daar neven gevoegde Rapporten , van wegens Uwe Doorlugtige.Hoogheid aan ons gecommuniceerd , en teffens hebben overwoogen het geen daar op door Uwe Hoogheid zoude behooren te worden geordonneert , vermeenen wy in het generaal te moeten inhaereeren de gronden by onze voorige refpectueufe van den 20 Juny bereids gemeld, en dat dien volgens de Marine van den Staat niet behoort ta worden geëxponeert tegens het Confonant Advis van zoo veele braave en kundige Officieren, maar dat integendeel dien aangaande met alle nodige omzigtigheid moet worden te werk gegaan; in diervoegen egter, dat teffens zoo veel mogelyk worde gezorgt, dat door ee. ne miffchien te groote fcrupule alle de importante kosten aan de Marine voor dit jaar geimpendeert,niet geheel vrugteloos worden ; de Colonien van den Staat buiten alle fecours gelaaten ; en de toegezegde Convoyen geheel agter blyv.en. Wy kunnen egter nietvoorbyUwe Doorlugtige Hoogheid te doen remarqueeren, dat na onze gedagten thans gebooren is het ty iltip, het welk naar het oordeel vau •s Lands Officieren , blykens derzelver geadvifeerde , van den 27 May deezes jaars, als het gunltiglte tot het uitzeilen word geconfidereert , om dat volgens de in-  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 59 infortnntïen , dewelke aan ons zyn toegekoomen, dog die by hen ten tyde van het nemen van voorgemelde Refolutie nog niet bekend 1'chynen te zyn geweest , een annziene'yk Detachement van het Esquadervan den Admiraal Rosf, reeds Westwaards is gezeild, en zeer vvaarfchynelyk met de groote Vloot onder Lord Howe is. vertrokken , rot het opzoeken der gecombineerde Vloot, om dat verder ook eenige andere Schepen van hetzelve E-quaJer dadelyk nog in Duins leggen ; en om dat eenige Schepen apparènt ter verlterlring van hetzelve gefchikt, actueel nog niet in gereedheid zyn. , Dit dan veronderflelt en daar by in agting genomen zynde, dat des niet te min by aanhoudentheid verfcheide Vyandelyke Schepen zig op onze Kusten laaten zien, zouden wy naar ons ligt, eri met eerbiedige fubmisüe van deeze onze gedagten aan het beter oordeel van Uwe Doorlugtige Hoogheid van Advife zyn; dat het regenswoordig niet geraadeu zoude zyn, om alvoorens *s Lands Ësquader dadelyk in Zee is , enkelde Schepen uit Zeeland en het Vlie, naar Texel te doen verzeilen, om dat zulks zeer gevaarlyk zoude zyn ; of dat de ordre daar toe, by aldien dezelve wierde geaccrocheert aan de zeekerheid , die derzelver Commandanten voor af zouden moeten hebben, dat 'er geen Vyand op de Kust was, zonder twyffel geheel infructuetis zoude werden. Liever zouden wv op de voorgemelde fuppofitien ea ffa voegen voorfz. Uwe Doorlugtige Hoogheid in conlideratie geven, den Vice-AdmiraalMartlink, tenprompJten, en met alle mogelyke fecretesfe te ordonneeren, om met alle de Schepen en Fregatten, dewelke gereed zouden mogen zyn of als nog door fuppletie en anderlints in behoorlyke Raat mogten kunnen worden gebragt, zonder het minfte dilai, in Zee te zeilen; dog tellens aan zyne prudentie over te laaten, om zig naar omltandigheeden al , of niet, ver van de Kusten te verwyderen, en zoo veel hy zulks noodig zal oordeelen te zorgen dat 's Lands Schepen niet werden geëxponeert, om door eene fuperieure Vyandelyke magtvan de Havenen deezer Landen te worden afgefneeden ; , met verdere Last,, om allefint? in het oog te houden, dat  6o july, ZAAKEN VAN 1782. dat Uwe Hoogheids1 ernftige meenig is , dat:byajdiep zulks gevoeglyk en zonder buiten gewoon gevaar zoude kunnen gefchieden, hy zyn Esquadcr voor het Vlie doe verïïerken door de aldaar leggende Schepen 'eri Fregatten , voor zoo verre die ter beveiliging van dit Zeegat aldaar niet nodig rriogten zyn, otn naar geleegehdheid van zaaken , op gelyke wyze te conjung^eren met de gereede Schepen en Fregatten, deivelkë in Zeeland leggen, en aldaar kunnen worden gemist; eri dat vooral óók de Schepen naar de Oost en Westindiën' gedestirieert, wanneer de gelegendheid daar toe 'gunftig zoude mogen zyn, hunne reize benoorden om vervorderen; en eindelyk ook , dat de Nederlandfche Schepen dewelke de Wil zouden mogen hebben naarde 'Oostzee i zonder verder vertraging der'waards worden geconvoyeert, en de Oostindiïcbe' Compagnies Schepen van Dröntheim afgehaalt, vooral het welk de zorg aan hem blyft aanbevoolen; zoo en in diervoegen nogtans, dat teffens aan hem zoude dienen te worden vry gelaaten, om wanneer hy in Zee zynde het een of ander-van het hier vooren gemelde infaïfabel of ongeraaden mogte oordeelen, hetzelve met voor overleg van den' Viee-Admiraal van Byland , èn van den Schoutfoy-Nagc van Kingsbergen te kunnen en. te moeten ag. terweégeri'laaten'';• en zelfs ook om des ndods weder, al waare het iramediatelyk, in eene der'.Zeegaaten deezer Landen te mogen ' retoumeereii;1 wy agten nodig eene dusdaavige geperaale order en genoegzaam? opene'-Commbfie, on dat wy door manquement Van behoorlyke ^informafien'', ons in facto zouden konneu bedri'ëgen', -en -om dat boven dien , Vooral by het mhnte verlet , de omllandigheeden merkelyk kunnen veranderen ; ook. mdken wy daar in weinig zwaarigliddj in coi.fiicvaiie van het vertrouwen V het welk w'y hébben' irjT het'beleid f' de yoorzigtigheid',' ;;en de raoïd 'der1 Öflieieren 'onder wier ordres 's Lands Schépen zyn geftëlf, terWyl wy verder oordeelen de uitkomst in deezen , even'als in alle.andere hachëlyke tydsbm!latfdïgbeéden , aan hét gumtryk albeltier dér Goddelyke Plovidentie aanbevoolen te 'moeten laten : int'usfciieri bidden wy den Hemel , dat hy ook de dietbaare Per]fib , foon  july, STAAT EN.OORLOG. 1782. 61 foon van Uwe Doorlugtige Hoogheid in zyne heilige hoede neeme; en hebben de eer ons met alle verfchuldigde veneratie te tekenen. DOORLUGTIGE HOOG• GEBO0REN VORSTEN HEER &C. 's Hage den 4 July 1782. (Was get.) G. F. MEYNERS. J. HUYGENS. w. c. h. van lynden. h. a. van bleiswyk. j. j. de schepper. D. R. WVTCKERHELD BISDOM. D. V. D. CAPPELLEN. J. C. VAN DER HOOP. W. THIBAUT D'aaGTEKERKE. WILLEM MOSTERT. J. VAN RAMHORST. E. W. V. WYDENBRUGH. doorlugtige hoog-geboorene vorst en heer! TP\e Kapitein Grave van Welderen heeft my op gïs\_J teren Uwe Doorlugtige Hoogheids zeer gei efpecteerde Misfive van den j deezer ter hand gefield, dewelke ik op (taande voet aan de Heeren Vice-Admiraai Graave van Byland en Schout by Nagt van Kinsbergen gecommuniceert heb , ten einde te zamen de beste en voordeeligfte middelen voor het welzyn van het Vaderland te beramen. Wy zyn diensvolgens overeengekomen, dat de voorgeftelde eindens op geene betere wyze bereikt konden worden; dan: Voor eerst, met het Oost- en Westindisch Convoy met ons te gelyk in Zee te doen tfeeken , en met de eerde goede Wind , onder geleide van de Kapiteinen . Raders, Bouricius, Pruyst en. Seis, beneevens van den Lieutenant Baak verder na zyne deftinatie te detacheeren, dewyl het, en beide deeze Heeren , en my volgens de gegrondfie Militaire principes voorkomt, dat het tragten te conjungeeren met de Scheepen in Zeeland in dit ogenblik volftrekt onraadzaam zoude zyn , als waar meede wy alzints kostélyke ogenblikken , en dé-  ö» jour, ZAAKEN VAN 17S2. dewelke mogelyk geduurende de gebeele Campagne niet Wederom zullen komen, zouden kunnen verliezen. Wy hebben dus gedagt van dezelve te mogen cn te moeten profiteeren , re meer, daar het Schip van den Schout-by - Nagt van Kruynen door ziekte onder deszelfs Equipage belet word zyne deftinatie te volbrengen , en naderhand ook altyd die Schepen, dewelke nu naar de Westindien niet meede kunnen gaan , ligter alleen, dan met een Convoy belemmert, kunnen dooi flippen. De nodige ordres en fcbikkingen hier toe heb ik bereids de Kapireinen R.iders en Pruyst meede gedeeld $ en derzelver uitvoering zal geen ogenblik uitftel lyden. Wy zyn ook van voorneemen met deeze Convoyen voor Gaats te blyven ankeren , indien de Wind benoorden het Oosten mogt zyn , om dat dezelve daar meede geen weg konnen vorderen, en gevaar zouden loopen beneeden Texel te vervallen. Ten anderen, door dezelve pretieufe ogenblikken voor het Convoy naar de Oostzee waar te neemen , en het Esquader daar toe gedeflineert eenigzins van Confideratie re formeeren , dewyl 'er aan het Vader, land veel geleegen legt dat de Oostindifche Schepen , dewelke in Drontheim zyn, behouden te rug komen. Ik heb derhalven den commandeerende Officier in het Vlie last gezonden, het zelve te doen uitzeilen, en dezelve teffens de Inftructie voor den Kapitein , dewelke dit Convoy commandeeren zal, toegeftuurt, tot welke beide Stukken , waar van ik de vryheid neem, hier by Copie te voegen , ik my op het eerbiedigde refereer. Ten derden, door met alle de andere gereed leggende Schepen en Fregatten direct uit te loopen, een Obfervations Esquader te formeeren , en het Oost- en Westindisch Convoy naar omltandigheeden van Wêer en Wind, als anderzints, korter of langer te geleiden. Dit Obfervations Esquader zal nu beltaan uit de Schepen van Linie M. H. Tromp, Amfterdam, Cortenaar, Batavier, Unie, Admiraal Generaal, Admiraal de Ruiter, Glintborst, Prins Frederik en Rhynland, beneevens de Fregatten de Pallas , de Argo, Hoorn , de Dolphyn , misfchien ook de Bellona, en eindelyk de Kot-  jult, STAAT EN OORLOG. 1782. 63 Kotter de Ajax. Ik geeve my de eer hier omtrent Uwe Doorlugtige Hoogheid op het refpeétueulte aan te bieden de maatregulen , dewelke wy nopens de manier van dit Obefervations Esquader te gebruiken, genomen hebben. Het is om deeze eindens des te beeter te kunnen bereiken, Doorlugtige Hooggeboorne Vorst ende Heer, dat ik alreeds op eergisteren door het Fregat de Waakzaamheid een getal van 52 Manfchappen aan den Kapitein Mulder, dewelke in de Rolle van deszelfs Schip Rhynland nog 88 Man onbreekt, heb doen overgeeven, en ook gisteren den Kapitein Willink gelast heb eenige Matroozen by den Kapitein Grave van Weideren , dewelke meer dan 80 Zieken beeft, te doen overgaan , terwyl een gedeelte deezer Zieken in het Hospitaal Scnip gebragt zyn. Deeze fuppletie uit gemelde Fregatten noodzaakt my dezelve te doen blyven, te meer, om dat de Kapitein Willink ook op verre na in deszelfs Rolle niet voltallig was. Ook zullen zy het Fregat de Phcenix by voorraad in Texel laaten, en tragten , wanneer men de bovengemelde eindens zal volbragt hebben, hetzelve, beneevens de Uitlegger de Expeditie naar Zeeland te geleiden. ' Het heeft ons wel leed gedaan , ons genoodzaakt te vinden , door het uitzeilen van alle deeze Schepen de Zeegaten van Texel en het Vlie ie moeten degarneeren; dan wy zouden ons zonder dat in de onmogelykheid gevonden hebben met het gering aantal Schepen, welke wy hebben , aan onze meenigvuldige noodzaakelykheeden te voldoen. Eindelyk neem ik de vryheid Uwe Doorlugtige Hoogheid hier nevens te verzeekeren, dat wy alle met de uiterfte bereidwilligheid en yver Uwe Doorlugtige Hoogheids gerefpeéteerde Reveelen om Zee te kiezen agtervolgen , en dat wyders ook door de Heeren van Byland, van Kinsbergen , en my niets onbeproeft zal gelaaten worden, ten einde de doortogt deezer Convoyen te verzeekeren ,, en teffens egter met zoodanige omzigtigheid te handelen, dat dit Esquader, van wiens behoud  64 July, ZAAKEN VAN 1782. houd wy volkomen overtuigt zyn , dat een groot gedeelte van het welzyn van het Vaderland afhangt, niet roekeloos blood gefield worde: moetende wy egter hier by Uwe Doorlugtige Hoogheid betuigen, dat het naby blyven aan de Kust, en dienvolgens de pofitie om vau de Havenen niet afgefneeden te kunnen worden , van Weer en Wind afhangt, en met geene kundigheid of oplettentheid alleen kan verkreegen worden. Het zy my geoorloofd my by deeze geleegenheid nogmaals in Uwe Doorlugtige Hoogheid pretieufe en gunftige protectie aan te beveelen , en Uwe Doorlugtige Hoogheid te verzeekeren van die opregte gevoelens van eerbied en aankleeving, waar meede ik de eer heb my te onderteeken. DOORLUGTIGE H0OG-GEBO0RNE VORST EN HEER ! (Onder ftond) Uwe Doorlugtige Hoogheids zeer Onderdanige en zeer gehoorzaame Dienaar. (Was get.) ANDRIES HARTSINCK. Aan Boord van 's Lands Schip van Oorlog de Admiraal Generaal. cxiv.  july, STAAT EN OORLOG, 1782, cS CXIV. Rapport van den Heere Prinfe van Oranje en Nas/au , wegens deszelfs verrigtingen op de Vloot in Texel. Gedaan in het Groot Befogne van Gedeputeerden van Hun Hoog Mogende. In dato 5 July 1782. edele mogende heeren! Wanneer ik in het laatfte van de maand May, by myn terugkomst uit het Nieuwe Diep, aan Uwe Edel Mog. verflag deed van de maatregels , die ik genomen had , heb ik gelyktydig overgegeeven de origineele Refolutie van den Krygsraad , welke, in myne tegenwoordigheid , gehouden was aan boord van het Oorlogfchip de Admiraal - Generaal, en ik heb het genoegen gehad, myn gedrag goedgekeurd te zien. Zedert dien tyd onderrigt geworden zynde , dat de vyandlyke Zeemacht in de Noordzee verminderd was, heb ik my gehaast om aan den Vice-Admiraal Hartfink, commandeerende onze Vloot, in dato den 6 Juny, te fchryven , en hem te gelasten, ingevolge de Refolutie van den Krygsraad van den 27 May, terltond onder zeil te gaan, en het Convoy te doen uitlopen, hem gelyktydig bevelende om , zoo dra hy in Zee zoude zyn, alles aan te wenden wat mooglyk was, om den Vyand op allerlei wyzen afbreuk te doen, deszelfs Schepen te neemen, te verbranden of te vernielen, naar vereisch van zaken, en tevens om by alle gëlegenheeden de eer van de Hollandfche Vlag te handhaven; te trachten om meester in de Noordzee, te blyven , de Koopvaardyfchepen naar de Oostzee beftemd, te befchermen; de Schepen van de O. I. Compagnie, die zig te Drontheim bevinden, te geleiden, en , waar het mooglyk , in derzelver bettemde Haven te brengen ; om de Schepen van de Onderdanen der Mogendheeden VI, deel. E met  66 july, ZAAKEN VAN 1783. met Groot-Brittannie in Oorlog te verdedigen; en eindelyk , om te ontwyken al wat aanleiding zoude kunnen geven tot billyke klagten van Neutrale Mogendheeden; maar ook aan den anderen kant om de Sche. pen met Contrabande geladen, aan re houden, voorzoo verre die geftrengheid overeenkomdig zoude zyn met de Traclaten tusfchen die Mogendheeden bedaande. Dan die opgegeeven vermindering der vyandelykeMagt niet bewaarheid gevonden zynde,en de Ëngelfche Vloot integendeel daaglyks in het gezigt van Texel en het Vlie komende, heeft het'van die der Republiek niet afgehangen om in die omftandigheeden onder zeil te gaan , en het is niet dan maar zedert eenige dagen , dat ik vernomen heb, dat 'er geene Ëegelfehe Schepen van dien eerlten rang meer gezien wierden ^ het is uit hoofde van dit berigt, dat ik , in dato den 22den Juny , heb gefchreeven aan den Vicd-Admiraal Hart/luk, om terdond eenige ligte Vaartuigen uit te zenden tot ontdekking van den Vyand, tevens om een Krygsraad te beleggen , en my het befluit, dar daar in zoude genomen worden, te doen toekomen. Het Extract van myn Brief is te vinden in de Notulen van dien Krygsraad, gehouden den oaflen Juny , en ik heb niet willen nalaaten die aan Hun Hoog Mogende meede te deelen. Uit dezelven zullen zy zien , dat het eenparig gevoelen van de Leden , welke dien Krygsraad uitmaakten, tegen het uitloopen van de Vloot was , tot dat men tyding zoude gekregen hebben , dat de gecombineerde Franfche en Spaanfche Vloot werklyk in het Kanaal gekomen zoude zyn , eri -de Engelfchen hun magt naar dien kant gewend hadden. Ik heb toen geoordeeld , dat het aan my niet dond , om alleen te beflisfen over het uitloopen van de Vloot tegen het eenparig Advys van den Krygsraad, en om die reden heb ik goed gevonden daar over te raadplegen met de Raaden en Ministers van de refpective Admiraliteiten , die door Hun Hoog Mogende geconvoceerd waren. Ik heb hun de Notulen van den Krygsraad meedegedeeld , en zy hebben daarop (geantwoord in het Advys , het welk hier nevens gaat , en waar meede ik my .geconformeerd heb, zendende hetzelve den ac-den juny aan den Vice-Ad- mi-  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 67 miraal Hartfink, met byvoeging, dat ik my daar aan gedroeg en hem op nieuws authorifeerde om onder zeil te gaan. De Krygsraad heeft my daarop voorleden DingsJag den uitflag van derzelver laatfte raadpleging doen toekomen , welke in de hier aan gehegte Notulen te vinden is , en die geheel en al conform is aan de vorige redenen; alleenlyk eenige nadere openingen inhoudende omtrent de gefteldheid der Schepen van Zeeland en het Vlie. Dit befluit van den Krygsraad heeft my op nieuw bewogen , om te raadplegen met de Ministers en Raaden der Admiraliteiten , en geef derzelver Ad. vys in handen van Uwe Edel Mogende, my kortheidshalve daar aan gedraagende. Dit kort verllag toond aan Uwe Edel Mogende, dat ik zederr langen tyd begeert heb om de magt van de Republiek in activiteit te brengen , van dezelve met nadruk tegen den Vyand gebruik te maken, voor zoo ver onze toeftand zulks zoude gedogen. Alle myne orders en alle myne pogingen zyn daar toe ingerigr. Alleenlyk heb ik zwaarigheid gemaakt om aan te gaan tegen het gevoelen van zoo veel Zeevarenden , welker dapperheid en ondervinding bekend zyn , en van welken de meeften getoond hebben", dat het hun noch aan moed noch aan voorzigtigheid ontbreekt. Ik heb van my niet kunnen verkrygen , om naar myn eigen licht te werk te gaan, óm my veranrwoordlyk te (lellen voor het Lot des Oorlogs , door op het uitloopen van de Vloot uitdruklyk te blyven (laan , in een tyd waar in alle des kundigen het uitloopen afrieden. Gy ziet, Edel Mogende Heeren, uit het laatfte Advys van de Raaden en Ministers der A Imiralireiten, dat zy met den Krygsraad in gevoelen verfchilden, en dat zy zich voor het uitloopen van de Vloot verklaard hebben. Ik heb gisteren den Vice-Admiraal Hartfink berigt gegeeven van het gevoelen der Gedeputeerden uit de Admiraliteiten en hem gemeld, dat ik vorderde, indien het maar eenigzints mooglyk was, dat de Vloot, met den eerften Oosten Wind zoude onder zeil gaan , al ware het dan (legts maar buiten Gaats, ten einde naar de voorkomende gelegenheeden te worden gebruikt, E 2 zich  68 july, ZAAKEN VAN 1781. zich te vereenigen, indien het mooglyk was ,' met de Schepen uit Zeeland en het Vlicy en de ordres uit te voeren, welke ik hem in mynen Brief, van den 6den Juny gegeeven heb ; dat hy in allen gevalle zonder eenig verzuim alle de nodige toebereidfels en fchikkingen moet maken , om met den eerften goeden wind Zee te kiezen , vooronderftellende uit de Authorifatie van hunne Hoog Mog., dat U Edele Mogende goedvinden zulks van my te eisfchen. Ik hoop dat U Edel Mogende het gedrag, 't welk ik gemeend heb te moeten houden, zullen goedkeuren, en dat zy my, ten opzigte van het uitzeilen der Vloot , met zoodanig* Refolutie zullen voorzien als hun dienftig zal voorkomen. Waar op gedelibereerd zynde ter Generaliteits Vergadering , hebben Hun Hoog Mog. Zyne Hoogheid bedankt voor de gegeeven opening, ten volle zyne fchikkingen goedkeurende , en tevens verzoekende de Vloot fpoedig te doen uitzeilen op dien voet, en conform het laatfte Advys der Gedeputeerden van de Admiraliteit, en ten dien einde de nodige orders aan den Vice-Admiraal Hartfink te doen toekomen. cxv.  jvii, STAAT EN OORLOG. ,78a. 6g CXV. Request van Mr. bartholomeus van den santheuvelt, ah Bailjuw van Zuidholland, en Antidotaal daar tegen van de Schouten van de Zwyndfegtfche, Hoekfche , Crimpener en Alhlasferwaarden, betref, fende het houden der Maandelykfche Bedeftonden. Ingeleverd aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland. In dato ,e Commii tenten deswegens gelast te advifeeren : Dat Haar Edele Achtbare niet minder dan de Heeren van Middelburg aangedaan, en bekommerd zyn , over den actueelen ftaat deezer Republiek, en niet minder gevoelig over de magtige verliezen, den Staat in haare Oosterfche en Westerlche Colonien toegebragt, zoo wel , als  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 87 als over zoo menigte vatf kostbare Ladingen en Scbe. pen, zonder Oorlogsverklaring , den prooi van e'enen Magtigen , dog tevens trouwlozen Vyand geworden : dat men zeker 1 na zoo veel ingewilligde Petitiën tot Equipagie , aanbouw van Schepen enz. , abfolut ver» wagt had, dat van de zyde deezer Republiek de uiter. fte efforts zouden gedaan wezen, om den Vyand be. rouw te doen hébben van zyne onbezonne handelwyze en fchending van plegtige verbonden'; dan dat Eta Edele Achtbare zoo wel , als alle de Staats-Leden, ja alle 's Lands Ingezeetenen en geheel Europa, daarin zyn te leur gefield, en dus inftemmen met al liet geene door de Heeren van Middelburg , ten dien reguar» de, met zoo een pitriottifchen iever, en ter zaak paslende redenen is bygebpagt, gevolglyk zeer gaarne zig willen confprmeeren, met al het geene door de Heeren van Middelburg ter redding, en herftel van het bedrukte lieve Vaderland is geproponeerd ; dan zig nogthans verpligt oordeelen , de volgende coniideratien tot overweging aan hunne meede Staats-Leden voor te dragen: I. Of het te verwagten zy , dat eene geproponeerde Commisfie aan Hun Hoog Mogende en zyn Hoogheid, veor de kosten, die dezelve de Provintie zal komen te belopen , wel by preferentie die vrugt zal voortbrengen, welke men daarvan zoude wenfchen te zien , waarom Haar Edele Achtbare liefst zagen, dat Hun Hoog Mogende en zyn Hoogheid door mannelyke en cordate brieven, in plaats van by commisfie, de gevoelens en begeerten Hunner Edele Mogende , om de vereischte opening, wierden onder 'c oog gebragt. II. Dat de inftantien te doen, om ouvertures te heb. ben van de ordres en irtftruclien der Officieren , commanderende 's Lands Schepen ter Rheeden , tot defenfie deezer Provintie liggende, werden geamplieerd, om gelyke ouverture te hebben , omtrent de ordres en ïnitructien , gegeeven aan de Officieren der troupes ten platte Lande , en in de Steden commanderende , zoo wel als die welke aan den Heer Generaal Major van Dopff, in 't byzonder gegeeven zyn : En zyn de Gedeputeerden van Feere by deeze gelegentheid' ook verder gelast te declarecren. F 4 III.  88 july, ZAAKEN VAN 1782. III. Dat Haar Edele Achtbare wel wenschten , dat in een commisforiaal Befoigne, waartoe te meermalen reeds met aandrang geadvifeerd hebben, onderzogt wierd, of niet nodig ware , om zonder verdere ui titel ten fpoedigfte de nodige order te ftellen , dat de landwagten, vooral in Walcheren, weder op den voet als ten voorleeden jaar wierden gebragt, en te gelyk voorzien , dat op de onderhouding van dien , goede agt werde gegeeven : ook de Regeeringen der refpective Hemmende en Smalfteden aangefchreven , om zoo veel mogelyk en doehlyk zy, hun onderhebbende Burgeryen in den wapenhandel te doen oeffenen , om of het den vyand gelusten mogt (gelyk men geenzints onmogelyk agt) deeze Provintie in 't byzonder te attacqueeren, allerwegen tegenftand zoude ontmoeten, en onder Gods zegen geweerd worden. | IV. En laatllelyk, of zyn Hoogheid, by de geproponeerde Misfive, ook niet op nieuws zoude behooren verzogt te worden, om nog meerder aantal van Militie, niet ter bezetting der Steden, maar van de Kusten, en daar geftabileerde posten , op dat onder ande. ren zoo veel kostbare aangelegde Battetyen , op de eerde landing des vyands, dien God verhoede, geen prooi van dezelve worden mogten. Wordende hiervan infertie in de Notulen van Staat verzogt. (Onder Hond) Uit naam der Heeren Gedeputeerdens van Veere. (Onder ftond) f. ermerins. cxx.  jülv, STAAT EN OORLOG. 1782. gj» OXX. Advys der Stad Vlisfingen, raakende het voorffel van Middelburg van 8 July en het uitzeilen en employ van 's Lands Vloot. Wy zyn 'door de Heeren onze Committenten fpe» ciaal gelast te advifeeren: dat Hun Edele Achtb. met alle attentie overwogen hebbende de Propoücie der Heeren van Middelburg , den 8 deezer Maand, aan Hun Ed. Mog- gedaan, zig daar mede volkomen conformeeren; terwyl, wat de Premisfen aangaat, dezelven ten grootften deele overeenkomen met het geen by de Stad Vlisfingen altoos aldus is begrepen, en meermalen , zelf nog heden agt dagen gezegt, en de conclufie, bet zenden namentlyk eener plegtige Commisfie aan de Heeren Staaten Generaal en zyn Doorl. Hoogheid, en de kennisgeeving daarvan by circulaire Misfives aan de Bondgenooten, Hun Ed. Achtb. mede zeer gefchikt voorkomt, alzoo dus niet alleen word uitgedrukt den ernst, waar mede Hun Ed. Mog. deze gewigtige Zaak behartigen én voornemens zyn te vervolgen , maar |ook zoude worden gehandeld overeenkomftig de Achtbaarheid en Souvereiniteit van deze Provincie. Dat Hun Ed. Achtb. zig niet kunnen voordellen , dat de bekomen ty'ding van het uitzeilen van het Esquader, onder Commando van den Vice- Admiraal Hart* finck, eenige bedenking zoude opleveren, waarom men de bewustte Propofitie der Heeren van Middelburg niet zoude ample&eeren, alzoo niet alleen de destinatie van dit Esquader aan Hun Ed. Mog. geheel onbekend is, maar ook de waare reden, waarom hetzelve niet vroeger is uitgezonden; dat men boven dien ook geenerléi kennis heeft van het emploi, dat van het overig gedeelte onzer Marine ftaat gemaakt te worden, nog van den ac^ueelen ftaat waarin zig dezelve bevind, zoo weinig als van de Inftruétien der Officieren, commandeerende 's Lands Schepen , welke thans ter Reede deezer Provincie leggen, of in het vervolg zullen komen, mitsgaders van den Generaal der Troepen binnen deeF j ze  26 joly, ZAAKEN VAN 1782. ze Provincie commandeerende; dat eindclyk Hun Ed, Mog. volkomen ignorant zyn, in welken ltaat de Vredes-Negotiatien , en de Mefures uit hoofde van het Concert met de Kroon van Vrankryk zig actueel be. vinden : al het welk Hun Ed. Achtb. begrepen een object der af te zenden Commisfie te moeten uitmaaken, als niet alleen aanmerklykën invloed hebbende op het Plan van defenlie deezer Provincie , maar ook op Hun Ed. Mog. Deliberatien , omtrent de verdere zaaken van dezen Oorlog , en het geen daar van dependeerd. Terwyl Hun Ed. Achtb. voor het overige verwagten, dat de refpective Leden, uit coniideratie van het gewigt en de presfance der zaak, zi,g zoo fpoedigdoenlyk op de Propofitie van Middelburg zullen verklaaren. CXXf. Inflrucïte voor den Kapitein Ryneveld, of oudften Commandeerenden Officier, dewelke het gebied over het Convoy naar de Oostzee%voe* ren zal. In dato 9 July 1782. Art. I. Tot informatie van' hem Kapitein diend , dat hier toe onder zyne ordres gefield zyn, behalven deszelfs Fregat' Medemblik , de Scheepen de Erfprins en Zuid-Beveland, en de Fregatten Bellone en Thetis f gecommandeert by de Kapiteinen Braak , van Kinkel , Dekker, en Blois van Treslong , benevens de Kotter de Snelheid, gevoert by den Lieutenant Hinxt. 2. Na den ontvangst deezes zal by Kapitein aanfionds ordre ftellen dat de Koopvaardy Scheepen, dewelke van zyn Convoy gebruik willen maaken , zoo van de nodige Seinboeken, als zeinen van verkenning, voorzien worden. 3. Vervolgens zal hy Kapitein zonder eenige de minfte vertraaging met deszelfs onder hebbend Esquader en Con-  july, STAAT EN OORLOG. 1782. gi Convoy in Zee fteeken , en zyne reize naar de Oostzee met alle mogeiyke fpoed vervorderen, teffens zoo-' danige arrangementen neemende, waar door de Koop» vaardy Scheepen onder deszelfs geleide , op de best mogeiyke wyze regens alle Vyandelyke overlast, engeweid befchermt worden. 4- Voor de Zohd gekomen zynde, zal hy Kapitein de Koopvaardy Schei pen naar hunne desiinatie laten vertrekken, en zelve met de Oorlogfcheepen, Fregattenen Kotier naar Drontheim verzeilen. Wanneer hy Kapitein op de hoogte van Drontbeïm zal gekomen zyn, zal hy na omffandigbeeden van zaaken het zy zelve aldaar met zyn Esquader binnen loopen , het zy de Kotter naar binnen zenden, en de Commandanten der drie Oostindifche Scheepen, welke te ' Drontheim leggen, de Papieren welke hem Kapitein te gelyk met deeze Infrru&ie toe zullen komen, doen overhandigen, vervolgens dezelve direct uit Drontheim laaten zeilen, onder zyn geleide en protectie neemen , en met hun met ille mogeiyke fpoed naar Texel tragten te komen, en aldaar binnen te loopen. 6. Indien hy Kapitein , het zy te Drontheim, het zy ergens elders , eenige Hollandfche Koopvaardy Scheepen mogte rencontreeren , dewelke van zyn geleide , het zy in de uitreize naar de Zond , het zy in de terugreize naar het Vaderland mogten willen gebruik maken , zal hy dezelve alle mogeiyke hulp en befcherming verleenen, zonder egter om deeze oorzaake eenige Havens aan te doen , of eenigzins zvne reize te vertraagen. • • 7' Indien by Kapitein eenige Vyandelyke Scheepen,het zy van Oorlog, het zy Koopvaardy Scheepen mogt ontmoeten, en kans zag dezelve te overmeesteren, zal hy hun met alle beleid attaqueeren en tragten te vermeesteren of te neemen , en na omftandigheeden van zaaken naar de Havenen van deeze Republiek opzenden: Egter altyd in het oog houdende dat het eemgtle einde, waar toe hy met deszelfs ondernebbend Esquader  92 jo-LY, ZAAKEN VAN * 1782. der gefchikt is , is het in veiligheid brengen van deszelfs Convoy , en ingevolge van dien met voorzlgtigheid handelende. 8. Zoo hy Kapitein eenige Neutraale Scheepen met Contrabande Waaren belaaden rencontreerde, zal hy die aauhouden en opbrengen, of opzenden; maar daar omtrent met alle voorzigtigheid te werk gaan,.wel in het 002 houdende de principes van Neutraliteit, dewelke by de meeste Mogendheeden zyn aangenomen, 9- Wanneer by Kapitein eenige geleegenheid mogte vinden om op een zeekere en vertrouwde wyze kennisfe van'deszelfs omftandigheeden, het zy aan Zyne Doorlugtige Hoogheid, het zy aan de Schouten-by-Nagt van Braam of Dedel te geven , zal hy daar van gebruik maken, 10. Indien hy Kapitein zig van eenige Vyandelyke Schee» oen mogt meester maaken, zal hy de Papieren op dezelve gevonden, zorgvuldig bewaaren, en by zyn binnen vallen ten eerften aan het Edele Mog. Collegie ter Admiraliteit onder welke hy Kapitein resforteerd overzenden. II. Eindelyk zal hy Kapitein in alles obferveeren Soldaat en Zeemanfchap. ' . Actum aan Boord van 's Lands Schip van Oorlog de Admiraal Generaal ter Reede van Texel, den 8 July 1782. (Was get.) ANDRIES HARTSINCK , (Onder ftond) Na Collatie is deeze bevonden met zyn origineel te accordeeren. (Was get.) w. six. CXXIL  jüly, STAAT EN OORLOG. 1782. 93 CXXIL Extraèt uit de Notulen van den Raad Ordinair der StadZierikzee; inhoudende een Befluit wegens de tegenwoordige Zaakenen de Bedeftonden. In dato 12 July 1782. By Refumptie gedelibereerd zynde op de fchriftelyke Propuiitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Goes, uiL naam en lpecjalen last van de Heeren hunne Committenten den eerften deezer loopende maand ter Staatsvergaderinge gedaan , om uit hoofde van de fteeds voortduurende werkeloosheid van 's Lands Zeemagt, te fuperfedeeren met het houden der Maandelyiche Bedeftonden, tot affmeeking van 's Hemels zegen over de wapenen van den Staat , ook onder anderen geïntroduceert , en wyders te inquireeren en fpoedige voorzienige te doen omtrent de traagheid , welke in deezen tot hiertoe word befpeurt. Is goedgevonden en verftaan , de Heeren Hun Ed; Achtbare Gedeputeerden ter hooggemelde Vergadering -aan te fchryven en te gelasten , om op het voorfz. ge. wigtig onderwerp van wegens deezen Stad te advi'feeren. Dat Htm Ed. Achtb. reeds van den aanvang van deezen Oorlog met verwondering en telfens met billyke verontwaardiging hebbende gezien de gantsch onbegrypelyke traagheid en byna onverfchillgheid, waar meede behandeld werden alle de zaaken , die of tot de herftelhnge der vervalle Zeemagt eenige betrekking hadden; of als zeer gefchikt geoordeeld werden, om te verdedigen het Vaderland en de Colonien van den Staat, de Commercie der Ingezeetenen te befchermen, en den Vyand zoo veel mogelyk afbreuk te doen, zig in het laatstafgeloopen jaar by verfcheide gelegendheeden met allen gepasten ernst en aandrang deswegens hebben beklaagd en menigvuldige voorilagen gedaan , om met meer activiteit den Oorlog door te zetten , te fuppleeren het gebrek van Oorloglchepen , waarvan men voorgaf geen genoegzaam aantal voor handen te zyn , en  $4 july, , ZAAKEN VAN 1782, en in het byzonder te beveiligen de Zeegaten en Kusten deezer Provincie tegen alle onvoorziene ondernemingen , waaraan dezelve anderzints bleven geè'xponeerr. Dan dat genoegzaam is bekend , hoe alle deeze welmeenende pogingen , door verfcheida Leden van Staat zelfs onderfteund, geduurig door nieuw opgeworpen zwarigheeden zyn verydelt geworden; tot dat eindelyk het gepasfeerde jaar vrugteloos verloopen zynde de laatfte voorllag deezer Stad, om alle de Schepen en Fregatten in de Provincie als toen nog leggende Esquaders gevyyze in de Noordzee af en aan de Kusten te doen kruisten, tot het volgende voorjaar is verfchoven geworden , terwyl men daarby met de hoop werd gevleid, da"t 'er als dan een behoorlyk Esquader van den Staat in de Noordzee zoude worden gebrast , waardoor dan ook deeze Provincie teffens genoegzaam zoude gedekt, zyn, en waarvan zelfs nog in het "begin van dit jaar, wanneer een gerugt van vyandlyke desfeinen op de Kusten deezer Provincie verlpreid werd aan Hun Ed. Mog. plegtige verzekering is ge !aan \ dog waarvan men de daadelyke nakominge tot hiertoe vrugteloos heeft gehoopt en verwagr. Dat men ook des te meer grond vermeende te hebben om zig hier meede te mogen vleiien , wanneer men npidagt de on. derfcheide Confenten by de gezamentlyfe BÓndgenooten gedraagen , in menigvuldige zwaare Petitiën tot de Zeezaaken gedaan, en de confideiable geldfommen , welke daarop zyn voldaan geworden ; daii dat de uitkomst doet zien hoe ongelukkig de Leden der hooge Regeering en alle de Ingezeetenen der Repubiiek in hunne regtmaatige verwagting werden te Jeur gefield: want dat in plaats van aan den Koophandel der Ingezeetenen , de voornaamfte bronader van 's Lands beltaan, de zoo hoognodige en tot hiertoe by aanhoudendheid* verzogte protectie te vergunnen, en de Kusten van de Republiek tegen allerlei gevaarlyke desfeinen te dekken , men in tegendeel de middelen , .welke gefchikt zyn tot verdediging van den Staar, tot beveiliging der Commercie, en om d'eu Vyand zoo veel mogelyk te keer te gaan, in 't geheel niet aanwend, en daar door den Vyand zoo kragtig in de hand werkt, dat hy, de Republiek op onnoemdyke, kosten jaagende, gerust en on-  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 95 ' onverhinderd zyne gewapende Vaartuigen, zelfs in onze Zeegaten en in het gezigt onzer Oorlogfchepen kan zenden , en alle de poogingen, welke 'er by de welmeenende Ingezeetenen , door het uitrusten van Comraiffievaarders, tot afbreuk van den Vyand nog worden aangewend, by gebrek van de allermïnfte proteétié' yan onze zyde, geheel verydelen, zoo als de droevige ondervinding, door het wegneemen van verfcheide par». ticuliere Commisfievaarders ook uit deeze Provincie reeds heeft, doen zien, en waardoor eindelyk de lust en geneigtheid tot dergdyke onderneemingen geheel zal worden uitgebluscht, Terwyl het aan een ieder , die geen meerder kennisfe heeft van de eigentlyke redenen, waarom de zaaken aldus moeten beftuurd worden, dan Hun Ed. Achtb. betuigen daar van te bezitten , onbegrypelyk moet voorkomen,'dat,men zelfs niet eens in tyds is bedagt geweest om te beletten , dat een voornaam gedeelte van 's Lands Navale Magt door 8 h. 10 vyandlyke Schepen van Linie , liegt bemand en vol zieken , tot eene onuïtwisbaare fchande voor deezen Staat , in de eigene Havens van de Republiek is geblokkeert geworden, en de Manfchappen , door het lang ophouden onzer Schepen in de.Zeegaten, by ge. brek van beweeging en het. blyvèn Tè'ggen onder den wal,, door allerlei Scheepsziekten aangetast,! mislchien nu buiten Haat ,zyn geHeld om deu Lande behoorlyk van dienst te zyn. Dat,Hun'Ed. Achtb.'deeze' tegenwoordige gefteldbeid der, zaaken met bedaardheid en overeeiikomltig het gewikt nader inziende, niet dan met fchrik kunnen gedenken aan de allerakeligde gevolgen , welke uit eene langer voortduuring van . deeze actueele fituatie voor deeze Provincie en voor de geheele Republiek noodwendig zullen moeten ontftaan. Dewyi het immers genoegzaam is te voorzien, dat deeze Provincie, wiens bekrompene Finantien in tyd van Vrede tot het "draagen der ordinaire Lasten naatiwlyks toereikende zyn , door het aanhoudend misfen van een voornaam gedeelte haarer inkomften, welke zy uit den Koophandel haarer Ingezeetenen geniet , thans door zulke .aanmerkelyke bnitengevvoone uitgaaven tot deezen Uorlog wordende gedrukt, al ras, ondanks haaren goéden wil, vol-  9Ó JUL7, ZAAKEN VAM 1782; volftrekt buiten ftaat zal zyn gefield om het Bondgenootfcbap van eenig nut te- zyn, en aan de verpligting, die op haar legt te voldoen. Terwyl de overige Leden van de Unie, wanneer de Zeemagt van den Staat dus langer werkeloos blyft, en de Commercie wordt geruïneert , eindelyk ook tot het doen van buitêngewoone poogingen niet meer heiland zynde, de gantfche Republiek alzoo van alle zyden uitgeput en verzwakt , verftrekken moet tot een fpot van haare Vrienden en veragting van alle haare Nabuuren , en dus aan zig zeiven overgelaaten , ten laatflen worden zal tot een prooy van den eerst onderneemenden Vyand, dié haar zal believen te occupeeren. Dat Hun Ed. Achtb. dit alles te zëer apprehendeerende, en zig geen denkbeeld kunnende vormen, waarom men thans een Syftema van defenfie volgt, geheel onderfcheiden van het geen onze braave Voorouders in diergelyke omftandigheeden zoo mannelyke met zoo veel roem, en met zulk een goed fucces eertyds hebben uitgevoerd, zich zelfs zouden moeren befchuldigen van nalaatigheid aan de duurzaame verpligtinge, die op hun als Regenten berust, indien, tot dat het misfchien onherftelbaar zal te laat zyn, alleenlyk aanfchouwender wyze bleeven ftil zitten en berusten by hunne menigvuldige klagten over de inactiviteit, reeds van het begin van deezen Oorlog gedaan ; en daarom ten vollen approbeerden den allefints pryswaardigen yver der Heeren van Goes en verdere Leden van Staat, van welter advyfen Hun Ed. Achtbare, na het ontwerpen deezer Refolutie op heden ook geinformeert zynde geworden , volkomen inftemmen ten hoogften noodig te zyn, dat de Heeren Staaten deezer Provincie ferieufelyk onderzoek doen na de waare oorzaak van die traagheid in het emploijeeren van de wapenen van den Staat; waar toe ook deeze Provincie zulke confiderabele uitgaaven , tot heden te vergeefsch heeft gedaan ; en zoo veel !in hun is toe te brengen , dat daar tegen fpoedig werde voorzien. Dat Hun Ed. Achtb. begrypen, dat ter verkryging van dit zoo hoognodige redres , Hun Ed. Mog. by eene welberedeneerde Miiffve, aan de Heeren Staaten Ge.  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 97 Generaal af te zenden of anders by eene fchriftelyke Propofitie , door de Heeren ordinaris Gedeputeerden ter Generaliteit te doen, uitvoeriglvk behoorden te Reprefenteeren de hier vooren aangeftipte allergevaarlykfte ficuatie, waarin den gantfchen Staat zig actueel bevind en het fchromelyk vooruitzigt , dat deeze Provincie , indien haare Commercie door een gemis van de vereischte protectie nog langer moet blyven fiil ftaan, eerlang geheel nutteloos voor de Unie Worden zal ; met declaratoir, dat H. Ed. Mog. niet kunnende pehetreeren de redenen en oorzaafcen , waarom 'er niet alleen van het begin van den Oorlog, maar ook nu nog, daar dezelve reeds anderhalf jaar heeft geduurt , zulk een onbedenkelyke en gantsch onverwagte werkeloosheid in de verbetering der Marine , en het nodig en tydig gebruik maaken van de magt, welke reeds ge. reed en overlang voor handen is geweest, hebben plaats gehad , zig als een integreerend lid van het Bondgenoodfchap indifpenfabel oordeelen verpligt te zyn, om ter hunner gerustftellinge daarna te moeten informee: ren, en mitsdien met allen ernst moeten infteeren, dat Zyne Doorl. Hoogheid als Admiraal Generaal van de Unie mag worden verzogt en des noods gelast, aari Hun Hoog Mog. binnen zekeren bepaalden tyd over te brengen Copie van de ordres door Hoogstdenzelven gegeeven, zeedert de maand van Maart laatstleeden tot het in gereedheid maaken van de Vloot zoo in Tesfel en het Vlie als in Zeeland, en den effedtiven ftaat van dezelve, mitsgaders van de brieven en verdere ftukkeh met de Commandanten van dezelven gewisfeld, gelyk mede van het Refultaat van de, Krygsraaden over hét uit of niet uitloopen van de Vloot gehouden tot op' heden; ook fpeciaal elucidatie, waarom men niet fpoediger in gereedheid is geweest, en waar het by gekomen is , dat de Vloot in Tesfel is gefepareert geworden , zonder dat men precantien heeft genomen, om , door mindere en kleine Vaartuigen in Zee te houden, informatien te bekomen van het naderen van het Vyandlyk Eskader onder Lord Howe. Dat niet te min aangezien deeze Provincie wegens haare locale iïtuatié voor alle Vyandlyke desfeinen het meest te dugten heeft, Zyne Doorl. Hoogheid intusfchen ferieufelyk raag VI. duel. G wor-  o8 july, ZAAKEN VAN 178a. worden verzogt, zonder verder uitftel zoodanige ordres te ftellen, dat 's Lands Scheepen en Fregatten van Oorlog, die 'er maar in gereedheid mogten zyn, ten fpoedigften in Zee gezonden worden tot het formeeren van een Eskader in de Noordzee, om afteweeren allerlei hostiliteiten en infultes, waaraan onze Kasten en Zeegaten anderzints onophoudelyk blyven geëxponeert, met expresfe denunciatie, dat Hun Hoog Mog. geene confenten of betaalingen op petitiën , of van wat natuur ook genaamd , by vervolg van deeze Provincie meer te wagten hebben , ten zy aan dit hun verzoek zal weezen voldaan ; nadien Hun Edele Mog. niet gezind zyn de opgebragte lasten hunner Ingezeetenen, en verdere 's Lands inkomften , die dagelyks hand over hand afneemen, te befteeden tot goedmaaking van onkosten, die veel al nutteloos worden geimpendeerr. Dat om hierin te beter te kunnen reusfeeren, Hun Edele Achtb. van oordeel zyn, dat teffens by circularireMisfives, aan de Heeren Staaten der refpective Provinciën ook te gelyk af te zenden , van al bet voorenftaande, met alleguatie der redenen Hun Ed. Mog. daartoe permoveerende , behoorde kennisfe gegeeven te worden , en Hoogstdezelve daarby teffens verzogt , om deeze Hun Ed. Mog. welmeenende poogingen door de Heeren derzelver Gedeputeerden ter Vergadering van Hun Hoog Mog. te doen fecondeeren , en alzoo mede te werken ten nutte van het dierbaar Vaderland, wiens conlérvatie in deezen eeniglyk word bedoeld. Dat voorts de Heeren ordinaris Gedeputeerden wegens deeze Provincie ter Generaliteit behoorden re worden gelast , de hier bovengemelde flukken overgelegt zynde ter deliberatie van Hun ttd. Mog. copielyk toe te zenden , en waar uit Hun Ed. Achtb. vermeenen , men alsdan eerst recht zal kunnen oordeelen , in hoe verre 'er in het beltuur der zaaken wel of kwalyk is gehandeld, en de algemeene klagten van werkeloosheid rechtmaatig zyn ; door welk onderzoek een algemeen genoegen aan de In- en Opgezeetenen deezer Provincie zal gegeeven worden , en waaraan de gantfche Republiek in dit haggelyk tydsgewrigt ook zoo aanmerkelyk gekegen legt , dat hetzelve niet langer behoorde te worden gediiayeerr. Dat  july, STAAT EN OORLOG. 1782. Dat eindelyk Hun Ei. Achtb. in overweeging neemende , dat alle middelen en wegen , waar door do Correspondentie en Verftandhoüding met den Vyand zoude konnen worden gefaciliteert , in het tegtnwourdig tydsgewrigt, zoo veel mogelyk , behoorde afgefneeden te worden; ook nog in Coniideratie zoude treeven, om van wegens deeze Provincie inftantien ter Generaliteit te laaten doen , dat de Paketbooten van Engeland werde verbooden het ihloopen in de Zeegjten van de Republiek , en dezelve voortaan als Vyandely. ke Scheepen aangemerkt en behandeld mogen worden Dat betreffende den verderen voorflag door de He'e. ren van Goes gedaan, om met het houden der Maandelykfche Bedeftonden te fuperfedeeren, Hun Ed Achtb" bok wel moeten erkennen , dat zoo lang 'er van 's Lands Scheepen geen behoorlyk gebruik werd gemaakt het geheel ongervmd zyn zoude , den Zegen van den Hemel over de Wapenen van den Staat af te bidden • dan dat Hun Ed. Achtb. begrypen , daar dezelve Be' deftonden nu maar onlangs plegtig zyn geïntroduceerd men zoo fchielyk niet behoorde over te gaan , om de! zelve wederom af te fchaffen voor en af eer men na het aanwenden van het hier vooren aan de hand geo-e. ven middel, vrugteloos zal hebben getragt , de Zeemagt van de Republiek in een behoorlyke Activiteit te" brengen; te meer daar 'er nog objecten overig blyven < waarover 's Hemels hulp en byfland, en een algemeen herftel der vervalle zaaken kan afgebeëden werden • en daarom aan de Heeren van Goes zouden verzoeken p deeze Propofitie voor als nog niet te blyven infteeren, maar daarvan provifioneel te willen afzien. En werden de Heeren Gedeputeerden gelast, na #è= daane Prffileéturè, de 'infenie deezes in den Text der ordinaire Notulen van Staat te verzoeken. Aacoïdeert met voorfz. Notulen. (Was get.) c. evertsen, ö3 cxxnt  [oo july, ZAAKEN VAN 178a. CXXIII. Refolutie van Hun Ed. Gr. Mogende de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, op eene Misfive van Zyne Hoogheid den Prinfe Erfftadhouder , omtrent eene infertie in de Zuidhollandfche Courant , en tot het beteugelen van de Licentie der Nieuwspapieren. In Hun Ed. Gr. Mog. Vergade» ring genomen op Frydag den ia July 1782. Ontfargen een Misfive van Zyn Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder , gefchreeven alhier in den Hage op gisteren, daar hy aan Hun Edele Groot Mog kennis geevende van het verrigte omtrent een infertie in de 'Zuidhollandfche Courant N°. 78, met eenige Bylaagen daar toe betrekkelyk , en verzoekende daar cp voorziening; geevende teffens aan Hun Edele Groot Mog. in bedenking het beteugelen der Licentie van de Nieuwspapieren, hier te Lande gedebiteertwordende , volgende de voorfz. Misfive met de Bylaagen hier na geinfereert. Fiat infertio. Waarop gedelibereert en gelet zynde op het gunt in de Zuidhollandfche Couraut van heeden , nopens het voorfz. fubjeft voorkomt; is,by provifie en onvermmdert de deliberatien over de middelen van nadruk ter openbaare betooning der hoogfte indignatie. van Hun Ed Groot Mog. ter zaake van het voorzeide geinferee'rde, goedgevonden en verftaan,dat Ex-raft van gemelde Misfive van Zyne Hoogheid en Bylaagen, voor zoo veel het eerfte Point aangaat, zal worden gezonden aan de Magiftraat der Stede Woerden, en dezelve daar beneevens aangel'chreeven engelast, 0111 tenprompften den Schryver van dezelve Courant voor zig te ontbieden , en van denzelven af te vorderen de ongi7 , nee-  july5 STAAT EN OORLOG. 1782. 101 neele Brief van P. van der Linden in de voorfz. Courant van heden vermeld, en dezelve origineele Brief ten fpoedigften aan Hun Edele Groot Mog. te laaien toekoomen, met verderen last, om uiterlyk binnen den tyd van drie dagen na de receptie deezer te dienen van berigt nopens alle zoodanige verdere informatief! en out ifandigheeden als tot het voorzeide onderwerp eenigzints betrekkelyk zyn, ten einde hetzelve berigt gezien zynde, als dan by Hun EdeleGrooi Mog. daar op nader te worden gerefolveert zoo als bevonden zal worden te behooren ; en dat Copie van het tweede Lid van de voorfz. Misfive van Zyne Hoogheid zal worden gegeeven aan de Leden, om by deliberatien over de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterüam den 1 May deezes jaars ter Vergadering gedaan , daar op zoodanig reguard te neemen als bevonden zal worden te behooren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Edele Groot Mogende Heeren Byzonde* re Goede Vrienden» Vernoomen hebbende dat op Maandag den t deezer , in de Zuidhollandfche Courant, N°. 78. was geinfereert een Brief, pranenfelyk gefchreeven aan Boord van de Jafon, op de Reede van Vlisfingen, hebben Wy niet nagelaaten, om Ons naar de gegrondheid van het daar by vermelde, met alle naauwkeurigheid, te informeeren, en hebben door een Bode expresfelyk afgevaardigt , aan den Schout-by.Nacht van Kruinen die Courant gezonden, met last, om Ons een Declaratoir van het voorgevallene toe te zenden; als meede een Declaratoir, op den Eed aan den Lande gedaan van den Kapitein Story , commandeerende het "Fregat de Jafon ; en hebben op gisteren met de Post ontvangen de neevensgaande Misfive van gemelden Schoutby-Nacht, met de daar bygaande Declaratoiren, zoo van hem Schout-by-Nacht zeiven, als van den Kapitein Story ,t den Advys-Jagt Kapitein Lierfen, en de Gebroeders Narebout, commandeerende ieder een Kruispoon. Wy hebben nodig geoordeelt Uwe Edele Groot Mog. G 3 van  ïêü JOLT, L, A AKEN VAN 1782. van a! het bovengemelde kennisfe te geeven , en aan Uwe Edele Groot Mog. te verzoeken , om zoodanige voorzieningen te doen , als volgens derzelver hooge wysheid zullen oordeelen te behooren, zoo tot navorfchinge van den Autheur dier gefingeerden Brief, die met onwaarheeden vervuld is, op dat dezelve, volgens ven'ienlten , exemplaar kan worden geftraft , als tot correctie van den Schryver van de Zuidhollandfche Courant , dat hy diergelyke ongegronde tydingen aan het puHliek meede deelt, welke aan hetzelve allerhande Si« nidre gedagten moeten doen opkomen omtrent de directie van de zaaken van den Oorlog; en kunnen teffens niet nalaaten, om aan Uwe Edele Groot Mog. in bedenking te geeven, of het niet nodjg is te beteuger len de Licentie van de Nieuwspapieren, welke hier te Lande worden gedebiteert, en welke zeedert eenige weinige jaaren tot den hoogden top gereezen isf; op dat voorgekoomen werde dat diergelyke Valschheeden , of wel Misfivcs , Advyzen , Refolutien of ConceptRefolutien, of zoortgelyke zaaken, welke voor het welzyn van het Land Secreet behoorden te blyven, indezelve in het vervolg werden geinfereert. Waar meede, Edele Groot Mogende Heeren Byzondere Goede lrrien~ den, Wy Uwe Edele Groot Mogende^ beveelen in Gods Heilige Protectie. (Onder ftond) Uwer Edele Groot Mog. Dienstwille Dienaar. In 's Gravenhage, (Was get.) den 11 July 1782. W. PR. V. ORANGE. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. (Was get.) F. J. DE LARREY. Door-  juxy, STAAT EN OORLOG. 1782. 103 Doorlugtig Hooggebooren Forst en Heer! Ik vinde my hoogst vereert met Uw Doorlugtige Hoogheids altoos gevenereerde Aanfchryvens en Ordres op het Stuk der in de neevens Uwe Doorluguge Hoogheids Misfive gevoegde Zuidhollandfche Courant gemfereerde Brief, pretenfelyk van Boord van 's Lands Fregat de Jafon onder Commando van den Kapitein Story, alhier ter Reede leggende, gefchreeven. Met de hoogfte Satisfactie viiid ik my door de Ordres in hooggedagte Uwe Doorlugtige Hoogheids Misfive vervat, in de geleegentheid gefield, om Uwe Doorlugtige Hoogheid de malicieufe valsheid van deezen verdigten Brief, zoo hoonende voor 's Lands dienst, en zoo atrocelyk aanrandende de Hoogstgevenereerde Perfoon van Uwe Doorlugtige Hoogheid, in deszelfs ordres als Admiraal Generaal , door een verflag van de zeer eenvoudige waarheid aan te toonen en buiten allen twyffel te ftellen. ik zal Uwe Doorlugtige Hoogheid precieufe attentie ten dien einde' met geene breede details occupeeren , maar my eerbiedigst refereeren , en beroepen op de hier neevensgaande vier Stuks verklaaringen, als Een van den Kapitein Story, dienende om te venficeren dat de IUulbire Brief, in de Zuidhollandfche Courant van den 1 July deezes jaars vervat , niet gefchreeven is door iemand behoorende tot de Equipage van zyn onderhebbend Fregat. , . Nog eene dito Verklaaringe van gemelden Kapitein Story, dienende om te toonen dat door hem Kapitein, geen Brief aan my is gefchreeven, over eenig in het gezigt ten Anker liggende Engelsch Schip of Fregat, veel' min dat door hem Kapitein om eenige hoegenaamde ordres , verzogt is op hetzelve af te gaan, en tevens ten overvloede , om te bewyzen dat het Schip, het welk by moogelykheid geleegentheid tot de gefpargeerde gerugten kan gegeeven hebben, by gemelde Kapitein geobferveert is geweest te zyn een Koopvaardy fchip, als meede eindelyk om te toonen, dat 'er gee> ne hoe genaamde onlusten onder zyn Equipage hebben plaats gehad, weegens het niet afgaan op het zoogenaamde Engelfche Oorlogfchip.  XÓ4 Jr,LV, ZAAKEN VAN 178a. Eene Verklaaringe van den Advisjagt-Kapitein Lierfen , commandeerende den Dolphyn, en de Gebroeders Nuebout, ieder een der Kruispoonen onder myne ordres commandeerende , (trekkende al meede om ten overvloede te bevvyzen, dat het questieufe Schip , een Koopvaardyfchip geweest is, naar Ooftende moetende. '• Eindelyk eene Verklaaringe van my zelve, dienende 4 om te bevestigen , dat my door Kapitein Story, nog door niemant op het questieufe fubjeét., om eenige ordres is gevraagt, en dat het pretenfe Antwoord, het welk door my zoude gegeeven zyn, is eene volftrekte en in alle zyne omftandigheeden, en uitdrukkingen maIitieus gecontrouveerde onwaarheid. Ik twylfele niet of Uwe Doorlugtige Hoogheid zig de moeite geevende deeze Bylaagen in te zien, zal volkomen overtuigt zyn van de valsheid deezer gerugten, en verregaande onwaarheid der geinfereerde Brief, iri de Zuidhollandfche Courant voornoemd. Hoopende dus aan Uwe Doorlugtige Hoogheids intentie voldaan te hebben , beveele ik my in Uwe Doorlugtige Hoogheids hooge protectie, en blyve met diep réfperft. Doorlugtige Hooggeboorne Forst en Heer, Aan Boord van 's Lands Uwe Doorlugtige Hoogheids Schip Z. Zee, gean • onderdanige en zeer gehoorkert voor Vlisfingen zaame Dienaar, den 7 July 1782. (Was get.) J. VAN KRÜYNE. Ilc ondergeteekende met de uiterlte verwondering en verontwaardiging in de Zuid - Hollandfche Courant van den eerften July laastleeden gezien en geleezen hebbende, de infertie van een Brief pretenftlyk aan Boord van de Jafon , op de Reede van Vlisfingen den aójury sefcnreeven, houdende onder anderen, dat aan my Schout-by-Nachr, door den Kapitein Story eommandeerende gemelde Fregat de Jafon , per expresle zoude gedaan zyn een inftantelyk verzoek, om op een Engelsen. Oorlog-Schip, het welk in het gezigt van gemelde Fre- 8w  jfOMf, - STAAT EN OORLOG. 1782. 105 gat op cie Wielingen ten Anker zoude geleegen hebt ben, af te gaan, waar op ik ondergeteekende Schoutby-Wacht tot antwoord zoude gezonden hebben, ,, geen ordre van den Admiraal-Generaal tot vegten of uitloopen te hebben, ook geen ordre konde geeven nog aan bet verzoek van hem Kapitein Story te kunnen voli doen." Vcrklaare ter liefde van de waarheid op den Eed aan den Lande gedaan , dat ik nog expresfe nog mondeling , nog lchriftelyk verzoek van den Kapitein Story nog 'van iemant an ters , op een der alhier ter Reede leggende 's Land.s Scheepen commandeerende, heb ontvange i, (trekkende om op eenig voor de Wal leggende Schip ol Scireepen van den Vyand af te gaan, en dus dat ik ondergeteekende ook geheel en al onbewust ben eenig antwoord op dit fubjecl, en dus veel min een zoouaanig als in de voornoemde Brief geinfereert in de Zuid Hollandfche Courant van den 1 July (laat vermeld gegeeven te hebben , verklaarende dat pretenfe antwoord te zyn eene in alle zyne termen en omftandigheeden volftrekt ter kwader trouw uitgevondene onwaarheid. En depofeere ik ondergeteekende ter liefde van de waarheid al verder , dat alle de Rapporten uit Zee , van de onder myn Commando ftaande Advys-Jagten , op de bedoelde tyd ontfangen , wanneer gemelde pretenfe O >rlog-Schip hier voor de Wal zoude ten Anker geleegen hebben, dat als toen omtrent vier a vyf mylen van de Wal niet anders ten Anker heeft geleegen dan ten zwaar geiaaden Driemast Koopvaardy.Schip , het welk volgens obferveeringe, der meergemelde Advys-Jagten, en de desweegens door hun aan my gedaane Rapporten op den 23 Juny laastleeden, zyne Cours heeft gerigt gehad na Oftende. A£tum aan Boord van 's Lands Schip van Oorlog Zierc-Zee, geankerd voor Vlisfingen den 6 July 1782. (Was get.) J. VAN KRUTNE. G 5 Den  106 july, ZAAKEN VAN 178a. Den Ondergeteekende Kapitein ter Zee, commandeerende 's Lands Fregat van Oorlog Jafon , met de uiterlte bevreemdinge gezien hebbende in de Zuid. hollandfche Courant van den t July laastleeden , de Copie van een Brief pretenfelyk aan Boord van de Jafon voornoemd op de Rheede van Vlisfingen , den 26 Juny daar te vooren gefchreeven ; houdende onder anderen : dat op Saturdag te vooren zynde dus den 22 dier maand, een Engelsch Oorlogfchip van agt en twintig (tukken Gefchut, op de Wielingen zou ten Anker geleegen hebben , en dat ik Ondergeteekende Kapitein een Expresfe aan den Heer Schout-by-Nagt van Kruyne zoude gezonden hebben, met inftantelyk verzoek, om op het zelve loste gaan, waar op de Heer Schoutby-Nagt tot antwoord zoude hebben gezonden , geene ordre van den Admiraal-Generaal tot vegten of uitloopen te hebben, ook geen ordre te kunnen geeven nog aan het verzoek van my Ondergeteekende konde voldoen ; en dat myn Schip dus moetende blyven leg. gen, zulks een zeer verregaande misnoegen onder myn Equipage had te weeg gebragt; verklare ter liefde van de waarheid , en op den Eed aan den Lande gedaan , dat het geheele verhaal der in de gemelde Zuidhollandfche Courant geinfereerde en pretenfe Copie Brief voorfchreeven in alle zyne omftandigheeden is geheel bezyden de waarheid, valsch en verdigt. Verklaarende ik Ondergeteekende wyders tot meerdere te niet doeninge van zulke uitgedagte vertelfels, dat ik het in queltie zynde drie Mastfchip op den 2a deezer inderdaad voor Gaats ten Anker geleegen hebbende , door den Kyker heb geobferveerd , en het zei. ve voor een Koopvaardyfchip aan alle zyne weiken en Scheeps Manoeuvres heb gehouden. Wyders verklaar ik fpeciaal , hoe genaamd geene ordres tot uitloopen , of op eenig Schip af te gaan , aan den Schout-by-Nagt van Kruyne , commandeerende ter Rheede alhier gevraagd te hebben, en dat het dus onwaaragtig is, van dezelve eenig weigerend Antwoord op dit fubjedt bekomen te hebben. Eindelyk verklaare ik Ondergeteekende , zoo veel ik naar gedaane ernftige informatieu met zeekerheid bewust ben , dat ook wegens het voorgegeeven wordende  july, STAAT EN OORLOG. 178a. 107 de riet afgaan op het zoo genaamd Vyandelyke Schip, geen de muitte misnoegen onder myn Equipage heeft PlAaLimhaan Boord 's Lands Fregat voornoemd geankerd ter Rheede van Vlisfingen den 6 July 1782. (Was get.) s. STORY. Den Onderteteekende Kapitein ter Zee , commandeerende' 's Lands Fregat van Oorlog de Jafon, certificeert en verklaard hier meede op den Eed aan den Lande gedaan , dat, op ordre van den Heer Schoutbv-Nagt J. van Kruinen , alle mogeiyke recherches en onderzoek heeft gedaan , ter ontdekking of onder zyn Equipage opgemelde 's Lands Fregat dienende, de Schryver van zeekere Brief (in de Zuidhollandfche Courant van den 1 July deezes jaars geinfereert ,) was te vinden 1 edng bevond zulks vrugteloos , kunnende zig ook niet verbeelden , dat iemand onder de Equipage een zoodanige, van alle waarheid ontbloot, en verdigten Brief zoude hebben gefchreeven. . Aan Boord 's Lands Fregat voornoemt, geankert ter Rheede van Vlisfingen den 6 July 1782. (Was get.) s. STORY. De Ondergeteekende Uitlegger Kapiteinen Gerrit Lierfen , Jacob Narebout en Frans Narebout , cernficeeren en verklaaren by deezen op den Eed aan den Lande gedaan. Dat volgens dagelykfche gewoonte , in gevolge ordres van den Heer Schout-by-Nagt J. van Kruyne , met hunne onderhebbende 's Lands Advis-Jagten in Zee kruisfende , ter oblérveeringe , of zig eenige vyandelyke Schepen of Vaartuigen vertoonen , zy tegen den avond van den S2 Juny deezes jaars, door ltilte en het Noordergety, dat in het Water kwam, hebben zien  ip8 july, ZAAKEN VAN 178a. zien ten Anker komen een Driemastfchip , dat zwaar geiaaden was, hebbende een Gaffel in plaats van een Bezaans.Roede, en geen Voor-Bramfteng, en door alle teekens , zoo met zyn werken , als anderzins te kennen gaf een Koopvaarder te zyn , daar wy het voor hebben gehouden , te meer, om dat het des anderendaags op den 23 Juny weder onder Zeil hebben zien gaan, cours houdende na Oflende. Verklaaremie verders de Ondergeteekende, dat geene andere Schepen tot heeden buiten den Deurloo zyn ren Anker gekomen. Al het welke nader gerequireert wer* dende , bereid zyn met folemneelen Eede te bevesti» gen. Actum aan Boord van 's Lands Schip Zierezee, geankert voor Vlisfingen deezen 4 July 1782. (Was get.) GERRIT LIERSEN. JACOB NAEREBOUT. FRANS NAEREBOUT. Certificeeren wy Gecommitteerdens tot het doen formeeren deezer Verklaaringe op den Eed aan den Lande gedaan , dat dezelve is gepasfeert in onfe te-, genwoordigheid, dato als vooren. (Was get.) H. DRAVEMAN D'OYENS. F. C. MOSER. My prjefent. (Was get.) p. RUYL. Schryver» CXXIV.  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 109 CXXIV. Refolutie van Hm Hotg Mogende de Heeren Staaten Generaal, omtrent het Request vö»JacquesBergeon en Comp. inhoudende Verzoek van Schaêvergoeding van het genomen Kaaperfchip de Dappere Patriot. In dato 12 July 178a. By refumtie gedelibereerd zynde op het gerapporteerde van den Heeren van Lynden van Hemmen en andere Hun Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Zaken vau de Zee, ingevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commisforiaal van den y November laatstleden , geëxammeert hebbende de Requefte van Jac ques Bergeon en Comp., wonende alhier in den Hage, m de qualiteiteo ais Oirecleuren en meede geïntresfeerdens van een Vaderlandslievende Kaap-Reederye tegen de Engelfche N'atie, ten hunnen Comptoire opgerigt in de maand January 1781 , houdende; dat de Supplianten voor derzelver opgemelde Kaap-Reederye een kloeke Kaper hadden beginnen te armeren na het publiceren van het bekende Contra-Manifest van Hun Hoog Mog. in dato den 12 Maart 1781, welke Kaper, genaamd de Dappere Patriot, in volkomen ordre geëquipeerd en gearmeerd, volgens deLyfte nevens de voorïctireven Requeste gevoegd, en met de vereischte gunftige Commisfie en brieven van Zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Admiraal Generaal deezer Landen compleet voorzien zynde, daarop onder het bevel van den Kapitein Daniël Verbaan , den 20 July 1781 uit Texel naar Zee was gezeild met de noodige inftructien, zoo voor hem als zyne meede Officieren, blykendeinsgelyks by volledige Copy nevens de voorfchreven Requeste gevoegd. Dat gemelde Kaper , op de hoogte van circa 6 mylen ten Zuid-Ooften van Tesfel, na een hardnekkig gevegt met een Engelsch Tweemast Fregat van den Koning, genaamt Tne Camelion, onder den Kaptein Z>rz/-> ry, op een geweldige en deplorable wyze in de lucht was  ito july, ZAAKEN VAN 1782. was gefprongen met zyn geheele Equipage ten getnle van 54 menfchen, zynde daar van mede een compleete lysc nevens de voorfchreven Requeste gevoegd : Verzoekende de Supplianten, om redenen in den voor. fchreven Requeste geallegueerd , dat het Hun Hoog' Mogenden behagen moge , om aan de nagelaten en allezinrs deerniswaardige 19 bedroefde weduwen en 54 weezen , als mede aan de naaffe bloedverwanten der öy ongetrouwde perfoonen* en aan de bedrukte moeders der 8 omgekomen jongens, eene zoo gracieufe als edelmoedige byfland toe te voegen, het zy by wege van een jaarlyks penfioen, of, naar evenredigheid van yder derzelven, zoodanig en zoo veel in eener fomma als Hun Hoog Mog. en derzelver mededogenheid zullen goedvinden : funderende de Supplianten dit hun verzoek hier op, dat wanneer maar de helft Equipagie zwaar geblesfeerd en verminkt in het Vaderland was terug gekomen , Hun Hoog Mog. ingevolge het jde Artikel van derzelver aanmoedigend Plakaat in dato 12 Jannary 1781 , en de Publicatie van dien dag tot foti= laas der verminkten , in een zeer merkelyke uitgave, zoo voor de lorfelyke beloofde kosten der geneezingeri als de refpe&ive gunftige vereeringen, getreden waren; wyders verzoekende , uit hoofde van de voorfchreeven ongelukkige fataliteit, een dedommagement van 50per Cento te mogen erlangen voor de opgemelde Reederye die voor den meergemelde Dappere Patriot, met zyne geheele uirrustingé en armering een kapitaal van ruim ƒ 42300 gefpendeerd hadden. En eindelyk verzoekende dat Hun Hoog Mog. eenige dadelyke pecuniele en evenredige Encouragementen gelleven te vergunnen aan alle de particuliere Gommis, iievaarders deezer Landen , die geduurende deeze Engelfchen Oorlog reeds zyn, of in 't vervolg nog zouden pearmeerd worden : als naamlyk een praimie van ƒ2000:.:- voor ieder gewapend Vaartuig boven de 4 kanunnen en 14 man Equipagie volkomen gemonteerd zynde: ƒ4000:.:- voor idem boven de 8 kanonnen en 30 koppen; ƒ8000:-:- voor idem boven de 12 kanonnen en 50 koppen ; ƒ 12000:-:- voor idem boven de 16 ltui;ken en 70 koppen; ƒ 1CQ00: -: - voor idem  jüCV, staat en oorlog. i?f?2. ui idem boven de 20 (tukken en 90 koppen; en eindeiyTt ƒ30000:-:- voor een Schip van 30 zware (tukken en 200 man Equipagie ofte daar en boven gemonteerd. En daar op ingenomen hebbende de conilderatien en bet Advis van de alhier aanwezende Gecommitteerden uit de refpeftive Coliegien ter Admiraliteit deezer Landen : is goedgevonden en verdaan , dat de OntfangerGeneraal van het verhoogde Last- en Veilgeld , Mr. Johan Patyn , zal worden gelast en geauthorifeerd , zoo als dezelve gelast en geauthorifeerd word mits deezen , om uit de penningen van zynen ontfangst , aan het Collegie ter Admiraliteit te Amfteldam te betalen een fomma van tien duizend twee honderd zeventig guldens, welke fomme aan hem tegens behoorlykequi. tantie en rekening zal werden gevalideerd; en dat hdt voorfchreven Collegie ter Admiraliteit te Amiteldam zal worden aangefchreeven en geauthorifeerd , gelyk gefchied by dezen, om de voorfchreeven fomme, als een douceur van wegen Hun Hoog Mog. te doen diftri» bueeren aan de ongelukkige weduwen en kinderen der voorfchreeven verongelukte Equipagie van den Commisfievaarder de Dappere Patriot, < in deezer voegen; dat de weduwe van den Kaptein Verbaan , daar uit trekke een fomma van duizend guldens : elk der vier andere Officiers weduwen zeshondert guldens ; elk deinegen Onder-Officiers weduwen vierhondert guldens, en elk der vyf weduwen van Bootsgezellen tweehondert vyfng guldens ; mitsgaders yder der elf Officiers kinderen vyftig guldens; yder der negen en twintig Onder-Officiers kinderen dertig guldens; yder der zes Bootsgezellen kinderen vyf en twintig guldens, en yder der negen Vader- en Moederlooze weezen vyftig guldens ; en dat in de verdere of andere verzoeken , by de voorfchreve Requeste gedaan, ten minften voor als nog, niet kan worden getreden. (Was geparapheerd) h. tjassens vt. (Onder ftond) Accordeert met voorfz. Register. (Was get.) Ti' F AG ft i». cxxv.  na july, ZAAKEN VAN 178*. CXXV. Misfive van de Heeren Staaten van Friesland aan de Staaten Generaai; behelzende redenen van weigeringe van het niet bewilli' gen in de verhooging van Soldyen der Gemeene Soldaaten. In dato 16 July 1782. hoog mogende heeren! Wy hebben op zyn tyd wel ontfangen Ü Hoog Mogende Misfive, gefchreeven in 's Haije den SI Juny jongstleeden , betrek.kelyk de continuatie der gemodereerde verhoginge der Traktementen en Soldyen voor de fubalterne Officieren en gemeenen; en het verzoek door Hoogstdezelve tot continuatie ten minften tot het uiteinde van dit lopende jaar daar in gedaan, waar op U Hoog Mog. moeten refcribeeren , dat wy de verhoging der Soldyen altyd hebben geconildereerd als een temporair foulaas, en hetzelve nooit aangemerkt als geaccordeert om de Soldyen voor altyd te verbeteren , en uit dien hoofde ook nimmer dan voor korre tyden hier in hebben geconfenteert , ten einde deze temporaire belasting niet op den ftaat Van Oorlog als eene min of meer zeker blyvende post wierde gebragt: En het is daarom , dat wy by Refolutie en aaiifc'oryvinge van den 13 April laatstleeden ,- onze Gecommitteerden ter Generaliteit hébben gelast , wanneer eene voorflag by ordinaire wege tot continuatie van deze verhooging ter tafel van U Hoog Mogende wier le gebragt, dezelve niet alleen te declineerert, maar ook te contradiceeren: weshalven wy ons niet weinig verwonderen op eene ongewoone wyze dit poinét wederom ter onzer deliberatie gebragt te zien, en daarom rondelyk aan Uw Hoog Mogende declareeren , dat na dezen niet geneegen zyn, ons in verdere discusfien over dit poinét in te laaten , maar hetzelvé nu eens voor al te declineeren. Wy kunnen immers niet adopteefen de fustenue vau U Hoog Mogende, als of deze verhoging van Soldyen het  july, STAAT EN OORLOG. 1782. n3 het gebrekkige , dat in de Armée van den Staat gevonden word , in eens en voor altoos te gemoet zou komen. 1 erwy! wy van begrip zyn, dat dit gebrekkige vooral zyn oorfprong heeft, uit hoofde, dat de gemeene Soldaten, welke met Werk Pasfen zig abfenteeren, dooide nieuws uitgekoiriene Reglementen genoodzaakt worden ieder maand hun werk, met het welk zy voor hun aanmerkelyke fommen plegen te verdienen, te verhaten, en zig tot maandelykfche Exercitiën in hunne Garnizoenen te vervoegen, waar door veroorzaakt word dat hunne verdienden vermindert, het verkrygen van werk difficiel gemaakt, en zy zeiven met de geheele Compagnie verarmt worden* Waar by nog het gedustrig veranderen van Guarnizoenen niet weinig zwarigheits voegt, als door welke de Soldaat niet alleen in zwaare fchulden by zyne Compagnie word gedoken, en daarom by het einde van zyn verlof niets te ontvangen hebbende, weg blyft en deferteert, maar ook vooral nooit op eenige plaats gevestigd , altyd als een Vreemdeling word aangezien, en nooit tyd heeft om zig tot de Ingezeetenen, of het lugtgede], zoo verfchillende in deeze Republiek te gewennen , waar door oneindig veele Ziekten en Ongemakken voor het Soldatefcjue worden veroorzaakt, eri de recruteering zeer difficiel gemaakt, daar indien die verandering geen plaats had , 'er meer Landskinderen altyd tot defenfie van het Vaderland boven Vreemdelingen verre te prefereeren, zig tot den dienst zouden laten engageeren. Wy twyfelen ook wel zeer, of door het nu eenige tyd verleend foulaas en verhoging, de. defertie by de verfchillende Bataillons wel vermindert is. En geeven daarom aan U Hoog Mogende in bedenking; om met Zyne Dootluchtige Hoogheid ferieufelyk te overleggen , of niet door redres iri vooren aangevoerde poincten en veel wezentlyker foulaas buiten bezwaar der Refpective Bondgenoten zoude kunnen worden toegebragt, dan door de voorgeflagene verhoging der Soldyen, welke altyd voor verfcheidene der Bondgenoten, ten minden voor de Provincie van Vriesland, VI. deel. H als  H4 July, ZAAKEN VAN 178L als een al te zeer drukkend en onbetaalbaar bezwaar moet worden geconlidereert ; terwyl wy verder niet twyfelen , of zoo by het redres, boven voorgeflagen , nog gevoegt weide eene fpoedige conclufie en ter effect, hrenging van eenen voorflag , welke wy ter tafel van U Hoog Mogende zullen doen, en waar toe reeds heeden onze Gecommitteerden gelast hebben, ter gelegentheid van Zyne Doorlugtigfte Hoogheids Propofitie tot aanwerving van vier en agt man per Compagnie Infanterye tot den Zeeopenst, de zaaken op een goede voet gebragt, en voor het beter be'taan van de gemeene Militairen zoo wel als Kapteiuen , op het allereffi. caci' ufte zal zyn gezorat. Waar meede, Hoog Mogende Heeren, wy U Hoog Mogende beveelen in Godes heilige befcherminge. U Hoog Mogende goede Vrienden de staaten van friesland. CXXVI. Plakaat van de Heeren Staaten van Friesland, raakende den t'eertigften Penning, door Kerken exrGodshuizen , van derzelver Vastigheden , alle dertig jaaren te bet aaien. In dato 16 July 1782. TT^e Staaten van Friesland allen den geenen , die deejLJ' zen zullen zien, ofte hooren leezen , Salut; Doen te weeten : Dat Wy op het voorgedragene ter onzer Vergaderinge gedaan, omtrent de menigvuldige Aankopen en andere Acquifitien welke door zommige Kerken, Gast, Proveniers, Wees en andere zoogenaamde Godshuizen , Arme Staaten , en zoortgelyke Corpora in deeze Provincie gefchieden , tot aan nerkelyk nadeel van het mid el der 4olle Penning ; en na gehoort te hebben het Rapport door de Heeren onze Gecommit- teer»  july, STAAT EN OORLOG. 1782. nj teerden in liet mindergetal, met Heeren Commisfarisfen uit het Collegie en 's Lands Rekenkamer daar op uitgebragt , hebben goedgevonden en verftaan , gelyk wy goedvinden en verftaan by deezen , dat van alle Vastigheden en andere Effecten in de Ordonnantie op de dofte Penning in 's Lands Lyst uitgedrukt, welke opgemelde Kerken , Gast , Proveniers , Wees en andere zoogenaamde Godshuizen , Arme Staaten en zoortgelyke Corpora voortaan zullen bekomen, niet alleen, gelyk thans by de Koop, Aanwandeling of Scheidinge , maar alle dertig jaaren op denzelfden voet den 4ofte Penning zal worden betaald , ten laste van voorzeide Godshuizen &c. Dat wyders deeze belastinge niet alleen zal plaats vinden , wanneer de Goederen , invoegen by de Ordonnantie op den 4ofte Penning gemeld, worden verkregen , maar ook omtrent alle zulke onroerende Goederen, Vastigheden en Effecten, als Articul 2 van de Ordonnantie op den 4ofte Penning worden opgegeven, die by Erfenis , Legaat ofte auderzins worden bekomen , dewelke wel als voor deezen van de betalinge van het Collateraal zullen blyven bevryd , maar na verloop van alle dertig jaaren , de betalinge der 4ofte Penning mede onderhevig zyn zullen. En dat ten einde genoegzaam zal kunnen geblyken, wanneer voornoemde Goederen zyn bekomen , en de dertig jaaren verlopen zullen zyn, de refpecTive Geregten en Mag'tftraten , als hun de Staaten van gedaane aangevinge en betalinge , ingevolge het 12de Articul van de Ordonnantie op de 4ofte Penning zullen worden overgegeven , dezelve , voor zoo verre tot deeze dertigjarige belastinge betrekkelyk zyn , terftond ter Secretarie van hunne bedryven apart zullen doen registreeren , gelyk dezelve mede in 's Lands Rekenkamer zullen worden geregiftreert, te weeten die Goederen, welke by Acquifuie de betalinge der eigentlyk gezeide 4olie Penning onderhevig zyn. En dat voorts aangaande de onroerende Goederen, in de Ordonnantie op de 4ofte Penning gemeld , maar die door Erfenis, Legaat of diergelyke Titül wórden verkregen , de Voogden van gemelde Hqizen of CorH 2 pora,  Ji6 july, ZAASEN VAN 1782. pora , daar van de aangave , do? zonder betalinge , zullen moeten doen, op den voet als by 'c Piacaatvan den 6 May 1774 ten opzigte van het Collateraal isgettatueerd , en de Geregten en Magt (traten, als mede 's Lands Rekenkamer, gehouden zullen zyn, als boven de Regiftratie te doen ; met wydere last aan ge. dagte Rekenkamer, om, ten opzigte vah alle voorfz. Goederen, by koop of anderzins bekomen, binnen een maand na verloop der dertig jaaren na de Acquifuie der Vastigheden, aan de Geregten en Magiftraten, in welker bedryve zoodanige Huizen of Corpora gezeten zyn, een Staat over te zenden der Goederen,van welke voornoemde middel moet worden betaald, na welke de Geregten en Magiltraten vervolgens de invorde« ringe zullen moeten doen , binnen twee maanden daar aan volgende. En op dat niemand hier van onkundig zy, zal dit ons Placaat alomme worden gepubliceert en geaffigeert daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. > ' f. j. r. j, h. v. eisinga, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. a. j. v. sminia. CXXVII.  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 117 CXXVII. Misfive van de Staaten van Friesland iflan Hun Ed. Gr. Mogende, over zekeren Brief, geplaatst in de Zuid. hollandfche Courant. In dato 17 July 1782. EDFLF. MOGENDE HREREN , BYZONDERE GOEDE VRIENDEN, NABUUREN EN BONDGENOOTEN.' Na dat ter onzer Vergaderinge op deezen extraordinaris Landsdag was voorgedragen , dat in de Zuidhollandfche Cournt van den 1 deezer maand geinfereert was zeekere Copie van een Brief, zoo als voorgewend wierd , gefchreevn aan Boord van 's Lands Oorlogs Fregat de Jafon , leggc-nie ter Rheede van Vlisfingen den 26 Juny jongstleeden, hoofdzakelyk behelzende , dat in het gezigt van voorfchreeven Schip ten Anker gekomen was een Engelsch Schip van agt en twintig (tukken Gefchut, dat de Kapitein van de Tafou en deszelfs Volk zeer begeerig zynde daar op af te gaan, tot dat einde een expresfe aan den Schoutby-Nagt van Kruyp.en had gezonden , met verzoek, orn daar toe ordre te omfangen , dog dat voornoemde Schout-by-Nagt ten antwoord had gezonden geeTi ordre tot Vegten of uitloopen van den Admiraid-Generaal te fiebben, alles breeder in die voorgewende Brief vermeld, welke wy vertrouwen U Edele Mog. genoegzaam bekend te zyn ; hebben wy ons direct aan zyne Doorlugtige Hoogheid den Admiraal-Generaal daar over by Misfive van den <5 deezer maand geaddresfeert met verzoek, dat Hoogstdezelve, aan wien de Rapporten van voorfchreeven ""Schout-by-Nagt onzes eragtens moeiten zyn meede gedeeld , ons van het gebeurde wilde informeeren, en aan welk ons verzoek door Hoogstgemelde Zyne Hoogheid ook by Misfive van den 9 daftr aan volgende zeer geredelyk voldaan zynde, hebben wy zoo uit dezelve als daar by gevoegde (tukken gezien, dat den inhoud der gemelde Copiebrief geheel valtch en tegens de waarheid aanlopende is ingelteld, en derhalven gemeend niet te kunnen af zyn U Edele H 3 Mog.  118 july, ZAAKEN VAN 1782. Mog. Vriendnabuurlyk te verzoeken , de meest gepaste en efficacieufte middelen te willen doen aanwenden , ten einde de Schryver dier praetenfe Brief door den Courantier ofte anderzints werde ontdekt, en by den Competenten Regter geltraft, of dat ingevalle gemelde Courantier mogte weigeren den Schryver aan te geeven , of bevonden worden een naamlooze Brief in zyne Courant geplaatst te hebben, of uit anderen hoofden in deezen te hebben misdaan, tegens denzelven werde geprocedeert, als in goeder Juftitie zal bevonden worden te behooren, op dat daar door den voortgang van diergelyke lasterlyke en nadeelige vernaaien mag werden verhindert. Waar meede, Edele Mogende Heeren, Byzondere Goede Vrienden, Nabuuren en Bondgenooten, wy U Edele Mog. beveelen in de Protectie van God Almagtig. Leeuwarden den 17 J«iy 1782. (Onder ftond) U Edele Mogende Goede Vrienden, De Staaten van Vriesland. (Was geparapheert) f. j. j. j. h. van eysinga, vl, (Lager ftond) Ter Ordonnantie van Hun Edele Mogende. (Was get ) fl. j. van sminia, CXXVIII.  july, STAAT EN OORLOG. 1782. u9 CXX VIII. Memorie en Bylagen van den Deenfchen Envoyé de St. S iphorin ; behelzende klagten over de kwaade behandelingen aan de Deenfchen Schepen aan de Kaap de Goede Hoop, met verzoek om Satisfa&ie en Vergoeding; mitsgaders het Berigt der Oostindifche Maatfchappy daar op. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr, Mogende op Woensdag den 17 July 1782. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecommuniceert de Memorie op den 5 deezer ter Generaliteit geprefenteert door den Heere de St. Saphorin, extraordinaris Envoyé van zyne Majefteit den Koning van Denemarken, zig, op ordre van zyn Hof, zeer fterk beklaagende over kwade behandelingen, die de Deenfche Schepen aan de Kaap de Goede Hoop zouden hebben ondergaan, en voornamentlyk het Deensch Oostindiesch Compagniefchip het Kasteel Dansbourg , Kapitein Fuglede , het welk op een verregaande wys zoude zyn bejeegent en mishandelt, en infteerende op een eclatante facisfaclie en volkomen dedommagement; op we'ke Memorie, en daar neevens gevoegde drie Bylaagen , hier iui :ert, onvermindert" de overneeming door de Heeren Gedeputeerden van deeze Provincie, van Zeeland en van Vriesland, door Hun Hoog Mog. het Berigt van Bewindhebberen der Oostindifche Compagnie ter prsfidiale Kamer Amfterdam ten fpoedigftea was gerequireert. Fiat infertio. Als meede een Misfive van de Gecommitteerde Bewindhebberen uit de refpeüiye Kameren der generale Nederlandfche geoclroyeerde Oostindifche Compagnie ter Vergadering van Zeeventienen, gefchreeven in den Hage den 11 deezer , en daags daar aan ter GtneraliH 4 teie  lao july, ZAAKEN VAN 1782. teit ingekomen , houdende , tot voldoening aan Hun Hoog Mog. Refolutie van den 5 te vooren , het gerequireert Berigt op de klagten in gemelde Memorie vervat, welk Berigt hier na volgt geinfereert. Fiat InfertiOo Waar op gedeltbereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Memorie en Dylaagen, mitsgaders het gemelde Berigt daar op, zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap , en verdere Hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Oostindifche Compagnie , met eenige van de Hollandfche Raaden en Ministers van de Coliegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende, en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien, hoog mocende heeren! De flegte behandelingen , die de Deenfche Scheepen , welke de Kaap de goede Hoop aandeden, in dezen laatlten tyd hebben geleden . zyn reeds té voren, door den Ondergetekende, voor Uw Hoog Mog. opengèlegt: Hy heeft de eere gehad, hun te verzoeken ingevolge de ordres, daarover ontvangen, om wel in die abuilèn , ftrydig met de goede verftandhouding tusfchen de beide Staaten, en zoo geoppofeert tegens de regtvaardigheid en betamelykheid, te willen voorzien : thans komt het Gouvrrnement van de Kaap de maat vol te metèn aan deszelfs willekeurige handelingen , door de fterkfle vyandelykhederi te bedryven tegens 't Schip van de Deenfche Compagnie , genaamd la Ciladeile Dansbuig, \ welk,meenende die Haven, als uy eene in viiendichap zynde en geallieerde Natie, te kunnen aandoen , en aldaar de gewone ververfchmgen te ontvangen, behandeld is met eene barbaars, heid zonder voorbeeld , geweigerd in deszelfs verzoeken , met geweld weerhouden, en, omdat het zig wilde verwyderen van eene plaats, alwaar men geen regc had,  july, STAAT EN OORLOG. 1782. isj had, hetzelve bevelen te geven, met geweld gedwongen, befchoten, geplunderd is , de Stuurman en Kaptein aangehouden, gevangen gezet, en gerefufeerd zvn zonder middel van def'enfie. De omftandigheden 'er van zyn breder te vinden in de hierbygevoegde (lukken, 't Zal genoeg zyn, Uw Hoog Mog. thans voor oogen te leggen 't verbod, aan den Deenfchen Kap. tein, en zyne Equipagie gedaan, om aan land te gaan, zonder eenige explicatie ; de volllrekte ontzegging om den Correspondent'van de Compagnie op de Kaap, of eenig ander Perzoon, die de biliyke ongerustheden van den Kaptein konde (lillen , te zien ,• 't fufpeéle bezoek, 't dubbelzinnig en captieus gefprek, te kennen gevende eene ruptuur tusfchen den Koning en de Republiek, gehouden met een man, die zeide, geauthorifeerd te zyn , om hatelyke en geweldige middelen , van den kant van 't Gouvernement , uittevoeren; de immediate nadering van een Hollandsch Schip ten Oorlog gewapend , en veele andere omftandigheden , die niet dan de attentie van den Deenfchen Kaptein konden opwekken in de criticque fituatie, waarin hy zig gebragt zag door de verrasfing, en 't geweldig gedrag van den zig dus noemende, Gevolmagtigde van'tGouvernement , en die hem volkomen , volgens de beginzelen van 't regt der volkeren, regtvaardigt, eene zoo regtvaardige, als natuurlyke en met zyne pligten overeenkomftige party genomen te hebben, om namentlyk op zyne veiligheid en behoud bedagt te zyn, zig tra'gtende te retireeren , en alle zyne pogingen aanwendende , om 't aanftaand gevaar, 'c welk hem fcheen te dreigen , te vermeiden. Die Kapitein had ongetwyfeld het volle regt, deze party te kiezen op 't oogenblik, waarop hy 't doed , en zonder daarover de roeflemming Van den Hollandfchen Gouverneur te vragen, alzoo hy zig konde aanmerken , als niet op de Kaap gekomen te zyn , nog voet aan land gezet, nog de minfte communicatie hebbende, ten zy met die geenen, die 't vertrouwen hadden van 't Gouvernement, en zeiden, geauthorifeerd te zyn, om zyn Schip aanteklampen, en 'er zig meester van te maken; zyn vertrek daarenboven , niet meer dan zyne aankomst, op eenige wyze of aan de Kaap of 't Hollandsch GouverH 5 ne-  122 july, ZAAKEN VAN 1782. nement eenig nadeel kunnende toebrengen, op geene wyze eenen vryen uitgang aan dat Schip kunnen verbieden en nog minder hetzelve te doen vervolgen , en als een Vyandelyk Schip aantetasten. Te voren, Hoog Mog. Heeren , heeft het Deensch Compagnie Schip Haabet, Kaptein Lolberg, zig ook grotelyks te beklagen gehad over de bejegening en behandeling, hem op de Kaap aangedaan; dit Schip, 't welk komt te arriveeren , bevestigt volkomen alle de Rapporten van den Kapitein Fuglede. 't Gouvernement van de Kaap heeft, om zyne flegte behandelingen te ontfchuldigen , geen ander voorvvendzel kunnen aanhalen , ten zy dat zig aan boord van 't Deenfche Schip eenige Engelfche Pasfagiers bevonden ; een brief, die 'er melding van maakt, is 't eeniglïe bewysftuk , van den kant van 't Gouvernement aan den Heer Fuglede overgegeven, die zelfs zoo verre gegaan is, dat hy aangeboden heeft, de Engelfche Pasfagiers overteleveren,indien zulks hem konde bevryden van de moeijelykheid, die hem aangedaan wierd, maar de onftuimige Staring heeft die aanbieding afgeflagen , voortvarende met zyne onwettige handelwyze. - Zyne Majefteit de Koning heeft den Ondergetekenden gelast, Uw Hoog Mog. te verzoeken, om wegens hunne opregte vriendlchap voor denzelve, en wegens hunne natuurlyke regtvaardigheid , wel te willen vermyden alle langwyligheid , die de formaliteiten verfcharfen , wanneer men regtvaardige fatisfaclie verlangt te verydelen : zoodanig dat zy, zonder vertoeven, tot de ftrengfle middelen overgaan, om de di« reedde van hunne O. I. Compagnie te verpligten, eens voor altoos een einde te maken aan de beledigingen en geweld , die de Schepen zyner Onderdanen ondervinden , en te bezorgen, voor de kwellingen en vyande» lykheeden hier gedetailleerd, eene eclatante, prompte en volkomene Satisfactie , die Hy regt heeft te eisfchen voor zulk een willekeurig en beledigend gedrag. —— De Ondergetekende heeft daarenboven polïtive ordres , om gelykelyk aantehouden op eene geheele fchadeloosftelling van 't confiderabel verlies, 't welk daaruit voortkomt voor de Deenfche O. I. Compagnie, Hy laat aan Uw Hoog Mog. over de middelen , om die ordres , die ichadeloosftelling en die fatisfaclie te bezorgen , over-  july, STAAT EN OORLOG. 17R2. 123 overtuigd zynde, dat hunne hooge wysheid, regtvaardigheid en voorzigtigheid niet zullen roelaten, dezelve te weigeren aan een Souverain, die hun gegeven heeft, en nog geeft vermeenigvuldigde blyken van zyne vriend, fchap , en die wenscht, nooit verpligt te zyn , andere handelingen te moeten bezigen , als die geene, waarvan tot nog toe is gebruik gemaakt* Gedaan in 's Hage den 5 July 1782. (Was get.) st. saphorin. B Y L A G E. I. Berigt wegens de behandeling, aan de Kaap de Goede Hoop gehouden om. trent het Schip van de Koninklyke Deenfche Oostindifche Maatfchappy , genaamd het Kasteel Dansburg, gekommandeerd door Kapitein fuglede. Uit de berigten van de Kaap de Goede Hoop , by het Kollegie van Koophandel ontvangen , blykt het dat het Schip van de Koniuklyke Deenfche Oostindilche Maatfchappye, genaamd het Kasteel Dansburg, gekommandeerd by Kapitein Fuglede, ten anker kwam in de Tafelbaai aan de gezegde Kaap den 11 January 1782, alwaar hem Ifraks verbooden werdt, door den Heer Staring, Equipagiemeelter wegens Holland , om voet aan Land te zetten, noch zulks aan zyn Scheepsyolk toe te laaten , of om vergzegelde brieven naar den wal te zenden, zelfs niet aan den Deenfchen Conful, of met iemand der Scheeps - Kapiteinen in de Baai in gefprek te treeden. Tegen den avond kwam de Heer Staring wederom aan boord , en vermits zyn gefprek voornaamelyk liep over een gerugt van Vredebreuk tusfchen Deenemarke en de Republiek , zeedert eenigen tyd verfpreid door de Franfchen, en de Manfchap van de  124 july, ZAAKEN VAN 1781. de Hollandfche Sloep verhaalde aan die van het Schip Dansburg, dat de Deenfche Kapitein Quodberg in verzekering was genomen , op bevel van de Hollandfche Regeeringe, en dat men het Roer van zyn Schip, de Hoop genaamd, hadt afgenomen; en vermids, daarenboven , terftond daar op een gewapend Hollandsch Schip van Oorlog naderde, en voor den boeg van het Schip Danshurg het anker liet vallen , houdende op hetzelve een zeer waakzaam oog, befloot de Deenfche Kapitein uit alle deeze omllandigheeden , dnt 'er met 'er daad een Vredebreuk tusfehen de twee Mogendhee. den konde ontdaan zyn, en maakte dienvolgens toebe. reidzels om zyn anker te kappen, en , in gevalle van aanval , zig van daar re begeeven. "s Anderendaags kwam Staring wederom aan boord , en, in naam van het Hollandfche Gouvernement het Roer en de Groote Steng van het Schip geëischt hebbende, gaf hy een zein aan het gemelde Oorlogfchip, waarop men terftond vyf gewapende Sloepen zag naderen. De Deenfche Kapitein hier door overtuigd, dat -hy eenige vyandlykheid hadt te verwagten , kapte hierop terftond zyn anker, en ging onder zeil. Doch Sraring deedt een ander zein, in gevolge waar van het gewapende Schip, drie Zee • Batteryen, vyf Compagniesfchepen en twee Franfche Schepen een verfchriklyk vuur maakten op het Deenfche Schip , welk hetzelve doorftondt geduurende vyf kwartieren uurs, na verloop van welke hy van ltilte overvallen werdt , en het Schip aan de genade der aanhoudende Kanonfchooten over liet , tot dat de Kapitein Fuglede zich genoodzaakt vondt , de Vlag te ftryken, de Zeilen op te gyen, en het Anker te laaten vallen, waarna men nog voortging met 137 Kanonfchooten op hem te doen ,'die het Schip geweldig befchadigden. Toen booclt de Deenfche Kapitein zynen Sabel aan Staring, die aan boord was gebleeven, en verklaarde zich voor zynen Krygsgevangene. Staring beval hem zyne Hollandfche Vlag'op te hyzen, t geen hy weigerde , zeggende dat hy geene andere, dan eene Deenfche Vlag hadt. Nu kwam 'er eene menig e Sloepen, opgevuld met Soldaaten en Matroozen , die alles roofden 'c geen hun aanftohdt; en de Kapitein Fuglede werdt door Staring naar Land gebragt, onder een lterke wagt,  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 125 wagt , welke aan Land nog verfterkt werdt, alwaar hy gefield werdt in de Gevangenisfe voor de Soldaaten belleend , nadat by, aan de Poort van het Kasteel, de uitjouwingen van her gemeene Volk eenigen tyd hadt moeten verdraagen. Na verloop van drie dagen Relde men hem te regt vooreen Hollandfchen Regtbank, alwaar men hem in 't Hollandsch ondervraagde; en vermits hy daar van zeer weinig verftondt, verzogt hy om eenen Tolk , die hem niet flegts geweigerd werdt door eene fchreeuwende en eigendunkelyke onregtvaardigheid , maar men dwong hem daarenboven om te antwoorden zoo goed als hy konde, en te ondertekenen al wat men hadt gefchreeven ; waar na men hem wederom naar de Gevangenis leidde. Het Scheepsvolk van de Dansburg werdt naar de Hollandfche Sche. pen overgebragt, uitgezonderd den Stuurman en den Asfiftent, en eenige weinige anderen, en niemand hadt vryheid om aan Land te komen. Midlerwyl roofden de Hollandfche Matroozen al wat ze vonden tusfchendeks, en in de kamers, zich meefter maakende van de Klederen , Linnen en Goederen van het Scheepsvolk, en dezelve naar Land zendende met Sloepen van de Wal, welke het Schip omfingelden. Daarenboven bedienden zich de 300 Man , welke zich van het Schip meefter gemaakt hadden, en de 50 Soldaaten met twee Officieren, die daarop als eene Wagt gefteld waren, by aanhoudenheid van de Brandewyn en den Scheepskost terwyl de Deenen die aan boord waren gebleven, verhinderd werden daar van te nuttigen , en die dus in de nootlzaaklykheid waren om 't een en ander van den Wal te doen komen van zekere Juffrouw la Febre. De Hollanders haalden de Stengen om laag , en deeden het Schip nader aan Land komen , 't welk men bevondt 36 duimen water in 't Ruim te hebben, zynde doorboord met 23 kogels, waar van drie onder water, zonder eene menigte andere te rekenen , die het Masten Touwwerk van het Schip merkelyk befchadigd en een Deenfchen Matroos gekwetst hadden. Staring opende het Kantoor van den Kapitein Fuglede , en na alle de Scheepspapieren daar uit te hebben genomen, bragt hy ze naar den Wal , doch na 'er het b-geerde gebruik van te hebben gemaakt , gaf by ze te rug aan den  2iö july, ZAAKEN VAN 2782. den Deenfchen Asfiftent. Op den 47 January (lelde men ook in hegtenisfe den Deenfchen Stuurman Junge op een Hollandsch Schip, en Staring zondt het Deenfche Volk te rug naar de Dansburg, aan 't welk hy dit Schip in handen (lelde, met bevel om 'er op te arbeiden; doch dit Volk wilde niet gehoorzaamen , en weigerde onder een anderen dan zynen eigen Kapitein te werken. Kapitein Fuglede . die op den gemelden 27 uit de Gevangenisfe in het Kasteel verlost was, om in die op het Hollandsch Schip Amflerdam over te gaan , vondt zich hierom genoodzaakt , by gefchrift zyn Volk te verzoeken om op zyn Schip aan 't werk te gaan. Op den 6 February gaf men verlof aan het Deenfche Bootsvolk om aan Land te gaan, en1 de Hollandfche Gouverneur verklaarde dat hem zeer leed deedt '1 geen aan het Schip Dansburg gedaan was , waar van het Volk nog zoodanig verbitterd was over de gevangenisfe van zynen geliefden Kapitein, dat het buiten hem nier langer wilde""werken, maar gedoogde, dat men het op Houandfcbe Schepen plaatfte , en dat 'er 24 Hollandfche Matroozen op het Deenfche Schip gefield werden. ' In deezen ftaat bleeven de zaaken tot den 22 february , wanneer de Equipagiemeefter Gennep her Roer deedt aan boord brengen , en aan het Deenfche Bootsvolk verlof gaf, als door een barbaarfche ftrik , met bet Schip te vertrekken, doch nog al zonder Kapitein en Stuurman; en 't was niet voor den 5 Maart dat de Stuurman uit de Gevangenisfe kwam , en verlof kreeg om zich aan. boord te begeeven , zonder egter de vryheid te hebben om aan Land te komen, 't geen men 's anderendaags aan den Kapitein Fuglede vergunde, onder borgtogt van drie Deenfche Kapiteinen, dat hy niet zoude heenen gaan, maar in Civiel Arrest blyven in het huis van Juffrouw la Febre, en de F/skaal deedt hem verklaaren , dat hy niet naar Europa zou vertrekken op het Schip Dansburg , 't welk hem was toevertrouwd. Het Schip werdt naauwkeurig bezigtigd door de drie Deenfche Kapiteinen Clemens, Wuh en Berch, endoor hunne Timmerlieden, op den ïï Maart, en zy vonden bet dermaate befchadigd, ntettegenftaande de zoogenaamde vei timmering, door de Hollanders aan  july, STAAT EN OORLOG. 1782. la? hetzelve gedaan, dat zy het onbekwaam oordeelden om de reize naar Europa te doen, zonder eene zwaare en geheele vertimmering. Het Deenfche Scheepsvolk leide dan eene uitdrukkelyke Verklaaring af voor een Nota ris, van wegen de Koninklyke Deenfche Maatfchappv tegen het Hollandfche Gouvernement, om te vorderen eene volkomene voldoening en vergoeding van alle ichaden, verliezen en verdere gevolgen, onder hoedanig een naam het mogt weezen , door deeze onregtvaardige , kwaadaartige en barbaarfche vyandelykheid veroorzaakt, en het Gouvernement beloofde deeze Verklaaring te zullen voegen by de andere papieren dee ze zaak betreffende, welke het naar Europa zoude" zenden. r B Y L A G E H. Aanhang/el op het Berigt wegens het Verhaal van Kapitein Fuglede raakende zyne aanhouding aan de Kaap de Goede Hoop. TTet Kollfgie van Commercie van Zyne Maieftèit in heek de Copy ontvangen van het Rappoït vaï den Heer Staring Hollandfche Equipagieme^te aan" de Kaap, aan het Gouvernement van de gezegde nlair ze betreffende het gedrag van Rapir. Fu|1edf , £v ! hebber yan het Deenfche Koninklyke Oostindifche iJm. pagmefclnp, Dansburg genaamd. waucneKom. Het Hollandfche Rapport begint met den 1, [anuarv deezes jaars , en gaat met Itilzwygen voorby alle S gebeurde twee dagen te vooren tusfchen den Kapitein en Staring, en 't geen aanleiding hadt gegeeven aan de Kaap om eene Vredebreuk tusfchen Deenemaïken en de Republiek te vermoeden , 't geen de oorzaak was waarom hy zich om te vertrekken of tot tegenweeTge' reed maakte. Dit vermoeden werdt verflerkt , en dl konde ook niet uitblyven in de meening van den D>enfchen K>pi d i3January, wanneer Staring derom aan boord kwam , en eischte, dat hem, goej of  129 july, ZAAKEN VAN of kwaad fchik, het Roer van zyn Schip werdt in handen gefield, medebrengende voorden Kapitein een Brief van de Regeering, waar van een Affchrifc hier nevens gaat, welke zyne reeds genomene of nog te neemene maatregels goedkeurde , en volgens welken de Engel, fche Officiers die als Pasfagiers aan boord waren, het voornaamlte voorwerp van her verbod der Regeeringe uitmaakten. Aan boord van de Dansburg moet geweest ZVn de Kolonel Dansbv met zyne twee Dogters, en zeker Kapitein Hiks. Volgens het berigt van Staring was de kanonnade van de Batterye en van de Schepen in de Baai alleenlyk veroorzaakt uit liefde voor hem- en om dat by geroepen hadt,dat zy werdt vastgehouden, en om hulp verzogt. Ondertusfchen werdt hy alleen vastgehouden om zyne trotfche dreigementen, dat hy wel zoude maaken, dat men 'er haast berouw van zoude hebben, indien men hem niet gehoorzaamde. ' v 1 j j Onder zyne bezwaaren tegen Fuglede zyn deeze de voornaamfte: dat deeze Kapitein, met de Sabel in de vuist hem wilde noodzaaken , om tegenwoordig te zyn in den Scheepsraad , werwaarts hy weigerde te eaan, en zich behoorlyk te verklaaren; dat toen hy in de Sloep wilde Happen , hy dezelve met geweld deedt vast houden , hen den mond deedt fluiten , door de handen van eenige lieden van zyn Volk ; dat by ter naauwer nood middel hadt gevonden zyne heden toe te roepen dat hy werdt vast gehouden en zy daar in moesten voorzien. Hy geeft voor , 't geen zeer onwaar is, dat het alleenlyk gefchiede op het berigt van het Volk van deeze Sloep dat men de Kanonnade begon , om hem, Staring, te verlosfen, wiens gehetle berin geen ander oogmerk fchynt te hebben , dan om te doen zien , dat het gedrag diens Kapiteins tegen hem perfoonlyk de oorzaak was van deezen aanval en van deszelfs gevolgen, terwyl uit het Rapport des Kapiteins duidelyk blykt, dat reeds vooraf fchikking was gemaakt om op hem te fchieten , zoo ras hy zou onder Zeil gaan en mine maaken om te vertrekken. ^Staring beklaagt 'er zich daarenboven over, dat de Stuurman en anderen hem gedwongen hadd 11 om geduurende de geheele kanonnade op het half ;ek te blyven , ('t was, mis-  jui*, STAAT EN OORLOG. 1782. misfchien uit wederwraake hier van, dat de Stuur» rnan vervolgens in hegtenisfe gefield werdt.) Staring fpreekt 'er geen woord van , de Hollandfche Vlag >é hebben willen opbyzen , maar zegt omftandiglyk j dat hy den Kapitein hadt geraaden , de Deenfche Vlag té ftryken. k Dit is 't vöornaamfte , waarin dit Rapport van dat des Kapiteins vcrfcbiit, en Staring eindige het zynemet het oogenblik, waarin hy aan land tradt, zedert't welk de Wederregtelyklte onregtvaardigheden zyn voorgevallen. Waarin werdt deeze man ondertteund van een Oorlogfchip en vyf gewapende Sloepen, indien hy, by zyne kömst aan boord, geen oogme/k hadt gehad om ongeoorlofde eifchen te doen, en dezelve door geWeid te onderfchraageh ? , Indien zoodanig de behandeling zy , waar mede de Deenfché Oorlogichepert bejegend werden in de havens der Republiek en van derzelver Onderdaanen , onder het beuzelagtigfté voorwendzel of op het onbezönnenfte gerugt, met vootdagt verfpreid t en indien ('t geen men niet kon vermoeden) des wegen niet werdt toegeitaan gepaste voldoening of fchaavergoeding, wie zod zich dan kunnen verwonderen, indien zyne Majefteit, ziende zyne regtmaatige en vriendlyke verwagting te leur gefield, op middelen bedagt ware , om de gevolgen hunner handelingen té doen ondervinden aan de zulken, die, met voorbedagten raade , ten zynen opzigte zullen gefchonden hebben de opénbaare 'trouwe , regtvaardigheid , het regt der Volken en de grondbeginzels der Gewapende Onzydigheid ? De maatregelen van het Hollandfche Gouvernement en Van deszelfs Mandataris den Heere Fuglede geregtigd hebbende om te gelooven dat de Oorlog was verklaard, heeft hy daü ook zig geregtigd konnen agten, om den geenen weg te voeren, die gewelddaadigheid op zyn Schip ondernam, 't zy zulks gefchiedde met oogmerk om hem en Zyne Sloep los te laaten, wanneer hy onder het berek van 't gefchut zyn zou, 't zy zelf ('t geen het geval niet is) dat hy voorneemens was om hem heel tot in Deenemarke te voeren: hy was in 't een en ander geVal onderworpen aan het regtsgebied van Deenemarke; VI. deel, I zvn  130 jULY-j ZAAKEN VAN 1782. zyn Vaderland, alwaar'hy wederkeerde, en verpligt'om aldaar rekenfchap van zyn gedrag te geeven, en te antwoorden op de klagten, welke men aldaar zou hebbem kunnen inbrengen van wegen de Kaapfche Regeeringe* of van zyne Minifters, aan welke volkomen regt zoude wedervaaren zyn : dit behoorde dit Gouvernement bedagt te hebben, in plaats van last te geeven tot het gebruik inaaken en zelf tot het in gereedheid brengen en vooraf beraamen van middelen, zoo buitenfpoorig, zoo onregtvaardig , zoo yyandig en van zoo groote gevolgen als het heeft te baate genomen. Vertaaling van den Brief van de HoU landfche Regeering aan de Kaap aan den Deenjchen Kapitein Fuglede. In dato ia j/anuary 1782. . Wy hebben wel ontvangen eenen Brief van gister, en den inhoud daar van in den Raad onderzogt hebbende, hebben wy in aanmerking genomen de tegenwoordige omltandigheden van den Oorlog tusfehen onze Republiek en de Krone van Engeland , en dat verlcheideu Officiers van deeze Natie als Pasfagiers zich bevonden op het Schip, waar over gy het bevel voert , en wy zyn verpligt geweest het befluit te neemen om niet te gedoogen, dat uw Schip vertrekt, noch dat gy en uwe Officiers en Scheepsvolk , en nog minder de voorfz. Engelfche Pasfagiers zouden kunnen aan land koomen; zynde de Equipagiemeesier Staring door ons gelastigd om de middelen in 't werk te Itellen , welke hy noodig zoude vinden, om te beletten, dat dit Schip niet zou kunnen in Zee loopen , tot dat wy 'er anders over zullen befchikt hebben ; en op dat uwe eigen Sloep, noch de andere gaan noch koomen, zullen wy, 'er met onze eigen Vaartuigen Water,en andere Ververfchingen doen aanbrengen : dus zult gy aan de gezegde Equipagiemeesier kunnen melden wat U ontbree. ke, B Y L A G E III.  july, STAAT EN OORLOG. 1782. ï3| ke, op dat diens , volgens bevelen mogen gegeeven worden: zynde, Mynheer, Uwe Vrienden, gereed om U te dienen. tnsf 'scL "j ï:s hr.d tJ'j:>9M 9r«ar.qm.--„! '•' wo iksvOp last van de Regeering en den Raad. (Was get.) c. m. bskgh. ! *quj ii!'(i»ïiJ»o ^.}i£.L'»9t 3bb t u»is9uouog van gantsch Europa te Justificeeren ; maar wani»eer nu by die weigering van voornoemde Deenfche. Ka-  jdly, STAAT EN OORLOG. 1782. 137 Knpitein , om te blyven, nog is gekoomen, het arrefteeren van den Kapitein de Lille , en byzonder van den Equipagiemeefter Staring , welke daar, in naarae van de Regeering aan Boord was, en het dadelyk vervoeren van dezelve van de Kaapfche Rheede, dan houden wy ons verzeekerd, dat wel verre, dat de daaden en handelwys van het Kaapsch Miniderie zouden weezen ongeoorloofd , Uw Hoog Mog. de allergegrondfte reedenen van beklag hebben , over de handelwys vanden Kapitein Fuglede , jaa wy vertrouwen, dat zyne Deenfche Majelteit zelve , wanneer na waarheid van omftandigheeden zal weezen geïnformeerd niet zal haafiteeren, om de behoorlyke Satisfactie wegens de Conduites van den Knpitein Fuglede te geeven, te meer , daar hy als nog lub reatu is, en niet dan onder Cautie Juratoir alleen uit infchikkelykheid voor de Deenfche Compagnie is ontflagen. Wy zullen by eerlte geleegendheid onze Ordres herhalen , om aan de Onderdaanen van zyne Deenfche Majefteit alle de gerievelykheeden te bewyzen, welke het belang van de Neederlandfche O. I. Compagnie en de veiligheid haarer Colonien, eenigzints toelaaten , waar meede wy vertrouwen te reciproceeren de heusfche behandeling , met welke onze Schepen te Drontheim worden bejeegend. Hoe zeer zoodanige herhaling noodeloos zal zyn , daar het Kaapfche Minilterie in verfcheide gevallen preuves heeft gegeeven van haare geneegendheid om aan de Onderdaanen van zyne Deenfche Majelteit alle mogeiyke faciliteit toe te brengen , waar van het leenen van twee Stuurlieden aan het- Schip Koppenhage, by ons berigt aan U Hoog Mog. in dato 12 February deezes jaars aangehaald, onder anderen ten voorbeeld zoude kunnen ftrekken. Wy meenen Hoog Mog. Heeren na een eenvoudig verhaal van het voorgevallene ons te mogen difpenfeeren van de refutatie van verfcheide poincten by de voorfz. Memorie en Bylaagen voorkoomende, om dat dezelve daar door als van zelfs vervallen. Twee zaaken zyn 'er egter , waar over men zig by de Memorie beklaagt, en welke men met geen ftilzwygen kan pasfeeren. Ij Het  1J8 july, ZAAKEN VAN 178a. Het eerfte is , dat voornoemde Kapitein in de gevangenis zoude gezet zyn, welke voor de Soldaaten is geriestineerd. Dan Hoog Mog. Heeren, het Locale van de Kaap is ons niet genoeg bekend, om praciefe te durven bepaalen, of 'er meer dan eene plaats is om gevangenen te bewaaren , terwyl de Kapitein volgens de klagten zelve flegts eenige dagen in het Kasteel heeft ge'zee.)meerder doen twyffelen of de twee Schepen die hier voor Gaats waren , en geduurende twee dagen ten Anker Sleegen hebben , om te wagten of 'er geen van onze Sch.pen de couragie hadden na buiten te komen , zyn in der daad Engelfche Schepen geweest, en dat men zulks op onze Oorlogfchepen ook geloofde, blykt, dat de Advis-Vaartuigen geduurende twee dagen niet na Kniten hebben geweest; onze Kapers niet na Zee hebï durven1 looien , en zelfs onze Oorlogfchepen van £ts heSen moeten veranderen. Had de Heer Story JK Premie van zoo veel Lieden nopens de onderfandeling tusfchen zyn Ed. en den Schom-by-Nagt van ÏSnen gehouden, zoo fterk niet geëxphceert, nimmer S I 00 veel daar geweeten hebben en wat die Heer die men hier en elders altyd voor een braaf Officier Si Ma, van eer heeft gehouden, heeft gepermoveert om tha s ook zoo men legt de huik na de Wind te hanRen, kan niemand penetreeren ; wat betreft de Kut-bv-Nagt, die Copie van dien brave Andnes de Rmta. niemand is 'er die zig daar over verwondert; Soïïyk è gv eerlang meer van die Man zyn daaden zult hooren: Enfin , myn Heer! het Is met deeze zaak even als met verfcheide andere gevallen, _ die men he. laas ook hier heeft zien gebeuren , dat » vol kinkels en draaien , om ware het mogelyk eenige gebuteerde fchandelyke oogmerken te bereiken waar toe z.g zomSelieden . zelfs van aanzien, laaten employeeren, San die eeriang het loon voor hun handelwys wel kon- neïn|Sooten Extract uit de Refolutie der W«h en Raad der Stad Goes, waar meede zig reeds eenige Leden on«r Provincie hebben geeonformeert ; men beJi„t vry fterk hier te denken en te Ipreeken, en tegen de ongehoorde handelwys tot nu toe gehouden zig te verzenen zynde deeze week eene zeer flerke en regt V d ndfche" Refelutie by .die van Middel urg genomen , en ter Staatsvergadering ingebragt, kan ik deVI. deel. k .  14.6 jolï, ZAAKEN VAN 1782. zelve magtig worden, ik zend TJ Ed dezelve by vol. gende Pust , en blyve inrusfehen U Ed. onbekenden maar niet min geneegenen Vriend. T. Vlisfingen den 10 July 1782. CXXX. Memorie van den Franfchen Gezant Hertog de la Vauguion , in antwoord van Hunner Hoog Mogende Refolutie van den 1 july . raakende het uitfiellen van den Vrede met Engeland tot eene algemeene Bevrediging ; behelzende betuiging van het genoegen Zyner Allerchristelykfte Majefteit in deeze Refolutie. In dato 17 July 1782. Is ter Vergaderinge geleezen een Memorie van den Heere Hertog de la Vauguyon , Ambasfadeur van Zyne Majefteit den Koning van Vrankryk , dienende tot Antwoord op Haar Hoog Mog. Refolutie van den l deezer loopende maand , waar by Hiar Hoog Mog. de her-Helling van haare Vreede met Engeland tot de generaale pacificatie hebben uitgefteld , betuigende Hoogstgedagte Zyne Majefteit zyn genoegen over dezelve , met verzeekering van Hoogstdeszelfs geneegene fentimenten voor den Staat, volgende de voorfz. Memorie hier na geinfereert. HOOG MOGENDE HEEREN ! " T""V K°mn& heeft geene gelegenheid voorby laaL/ ten gaan, om aan U H, Mog. de weezenlyk„ fte blyken van zyne genegenheid te geeven. Dit ge„ voelen, alleen heeft zyne Majelteit bellierd, wanneer ,, hy zich tot de handhaaving hunner onafhanglykheid en waardigheid bepaald heeft, wanneer hy hun door „ 011-  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 147 „ ongevraagde hulp voorgekomen is, ren wanneer hy „ zich tot het de Concert, welk TJ Hoog Mog. hem „ voorgefteld hebben , gereed getoond heeft. Zyne „ Majelteit ziet met veel genoegen het billyk vertrou„ wen , welk zyne belangloosheid aan U Hoog Mog. „ ingeboezemd heeft; en het befluit , welk dezelven genomen hebben, is 'er een nieuw bewys van. Uit de Refolutie van den eerften deezer, welke U Hoog „ Mog. aan zyne Moedert hebben doen toekomen, „ blykt het, dat dezelve na de ernftigfte rnadpleegin„ gen over hunnen tegenwoordigen toeftand geoordeeld „ hebben, dat het nuttiger was, het herftel van hunnen Vrede met Engeland tot den algemeenen Vrede „ uitteftellen ; en dat U H. Mog. niet alleen het on„ veranderlyk voorneemen hebben om ten aanzien der ,, Krygsoperatien tegen den algemeenen Vyand by het 5, de Concert , tusfchen zyne Majefteit en dezelven „ vastgefteld, te blyven volharden, maar ook met de „ hoop bezield zyn, dat Zyne Majefteit dan, wanneer „ de onderhandelingen tot den algemeenen Vrede plaats „ zullen hebben , hunne belangen wel zal willen be,, hartigen, en Hun van nu af aan gerustftellende proeven daaromtrent geeven. De Koning gelast my,aan „ U Hoog Mog. te betuigen, dat Zyne Maje'fteit het „ voordel, welk dezelven Hem doen , om in deeze „ gewigtige tydsomftandigheid hunne zaak van de zy,, ne niet afteicbeiden, met vermaak aanneemt, en dat ,, de gevoelens zyner ftandvastige genegenheid het Hem „ tot eene onfchendbaare wet zullen maaken, om voor de weezenlyke belangen van de waardigheid en den ,, voorfpoed van U Hoog Mog. met de grootfte zorg te waaken." Waarop gedel'ibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de refpective Provinciën Copie verzogt van de voorfz. Memorie , welke aan haar gegeeven zal worden. Accordeert met het voorfz. Regifter. K a CXXXI.  148 JOLY, ZAAKEN VAN 1782; CXXXI. Rapport omtrent het applaneeren der Remarques op het Proje&Traflaat tusfchen Hun Hoog Mogende en de Vereenigde Staaten van Noord-Amerika. Uit gebragt in dato 18 July 17S2. De Rnadpenfionari<: heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed. Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, in gevolge en ter voldoening van Hun Ed, Groot Mog. Refolutie commisforiaal van den 30 May laatstleeden , met eenige van de Hollandfche Raaden en Minifters van de Coliegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende , hadden geëxamineert het Generaliteits Rapport van den ai te vooren, concerneerende het aangaan van een Tradtaat van Vriendfchap en Commercie tusfchen Hun Hoog Mog. en de Vereenigde Staaten van Amerika, breeder onder de Notulen van den voorfchreeven 30 May. En dat zy Heeren Gecommitteerden van Advife waren , dat de zaake ter Generaliteit daar heenen zoude behooren te worden gedirigeert, dat eenige Heeren uit het midden der Vergadering van Hun Hoog Mog. werden gedeputeert , om met den Heer Adams, Minifter Plenipotentiaris van de Vereenigde Staaten van Amerika in conferentie en onderhandeling te rreeden tor het applaneeren van de R-marques op het Project Tractaat gevallen,en hetzelve Tractaat vervolgens op dien voet, overeenkomftig zoo veel mogelyk de voorfz. gemaakte Remarques , te fluiten ; zoo egter en in dier voegen, dat de twee en twintigfle en drie en twintiglte Articulen van hetzelve Project-Tradtaat daar uit worden gelaaten ; of dat anderflnts daar by duidelyk worden g öxprimeert de Articulen van de Tractaaten, zoo van Vriendfchap en Commercie, als van A liantie tusfchen de Vereenigde Staaten van Amerika en zyne Majelteit dea  july, STAAT EN OORLOG. 178a. 149 den Koning van Vrankryk op den 6 Ftbruary 1778 bereids gellooten, en waar aan de Koning van Spanje geheel of-ten deele zoude kunnen accedeeren , voor 200 veel men wilde flipuleeren, dat dezelve niet zonden moeten werlen gereekent te obfteeren aan het Tractaat, met deeze Republiek te fluiten. Waarop gedelibereert, en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om hetzelve in de Ordre nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Amllerdam, Rotterdam en Hoorn, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hu'nne Principaalen , is de fiuaale Refolutie uitgeftelt tot nadere delib-ratie ; En is wyders, op het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, goedgevonden en verdaan, dat door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne met de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Hage en te Hoorn refi. deerende, zal worden overwogen, op hoedanigen voet en wyze een Minilter Plenipotemiaris van deezen Staat aan de Vereenigde Staaten van Amerika zal behooren te worden gezonden , en de Vergadering daar op gedient van derzelver Coufideratien en Advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. K 3 CXXXII.  ISO july, ZAAKEN VAN 1782. + CXXXII. Misfive van Gecommitteerde Raaden in het Noorder-Kwartier dan de Heeren Staaten van Holland en West' friesland, dienende tot geleide van het Rapport van den Lt. Colonel Schouder , over de defenfie en beveiliging van de Noordlyké Vaste Kust aan de. Helder , en van derzelver Zeegaten en Eilanden Texel, Vlie en Terfchelüng. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende op Donderdag den 18 July 1782. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden in Westfriesland en het Noorder Kwartier van den n deezer, daar nevens aanHunEdele Groot Mcg. toezendende het fchriftelyk Rapport van den Lieutenant Colonel Schouder , van het geen door denzelven op hooge ordre tot defenfie en beveiliging der Noordelyke vaste Kust aan de Helder en van der. zeiver Zeegaten en Eilanden Texel, Vlieland en Terfchelüng, is ontworpen en werkelyk geëxecuteert, breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waarop gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan , dat de voorfchreeve Misfive en het daar by gevoegde Rappor zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed. Groot Mog. Gecommitteerde Raaden te Hoorn nlideerende, en de Vergadering daar op gedient van derzelver Confideratien en Advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. edele  /uly, STAAT EN OORLOG. 1782. 151 edele groot mogende heeren. Den 15 Augustus des voorledene jaars, in Onze Vergadering gelezen zynde, een Misfive van U Ed. Groot Mog. van den 25 July, houdende aanfchryvinge aan ons Collegie, om U Ed. Groot Mog. opening en vcrflag te geven, van de voorzieninge, die in het Noorder gedeelte dezer Provincie , ter beveiliging der Kusten en Zeegaten was gedaan, waar aan wy den 20 September gehoorzaamst hebbende voldaan voor zoo verre ons aanging, dan om zulks op het allervolledigst te doen, hadden wy ook den Lieutenant Colonel Schoufter gelast om ons fchriftelyk Rapport te doen van het geene door hem is geëxecuteert gewor- ' den; en na welk Rapport wy al zeer lange hebben verlangt, dog op eergisteren eerst ontfangen, en dus niet willen nalaten aan ü Ed. Groot Mog. zoo fpoedig mogelyk te doen toekomen, zoo als wy doen by deeze, fchoon by leélure van hetzelve, nog al iets te reflecteeren zoude zyn, hebben wy gemeent, daar aan niet te moeten blyven hangen , vreezende anders hetzelve geheel niet aan U Ed Groot Mog. zouden kunnen laten toekomen. Hopende ook hier mede aan U Ed. Groot Mog. Refolutie van 12 October 1781 te hébben voldaan. j,j „;„ , ••>',. Waar meede, Edele Groot Mogende Heeren , beveelen wy U Edele Groot Mog. in de befcherminge des Allerhooglten. Ge. fchreeven binnen Hoorn den 11 July 178a. (Onder (fond) U Edele Groot Mog. gantsch Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden in « West vriesland en den Noorder Kwartiere. (Lager (fond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) nicolaas groot. K 4 Rap.  152 JutY, ZAAKEN VAN 1782. Rapport aan Haar Edels Mogende de Heeren Gecommitteerde Randen van de Staaten van Holland en Wcstfriesland , in Westfriesland en den Noorder-Kwartiere , van den ondergefchrceve Lieutenant Colonel Ingenieur en DireEteur der Fortifica- / tien, van het geene ter voldoeninge aan de hooge ordres van Zyne Doorlugtigjle Hoogheid üen Heere Prihce Etflladhouder der Vereenigde Nederlanden , en van Haar Edele Mogende de Heeren Gecommitteerde Raaden deezes Kwartiers, aoor denZeiven tot defenfie en beveiliging der Noordelyke vaste Kust aan den Helder, en van derzelver Zeegaaten en van de Eilanden van Texel, Vlieland en Terfchelling, by Gefchrifte is ontworpen en geproponeerd, als mede van het -geene werkeiyk is geïxe* cuteert geworden. EDELE MOGENDE HEEREN' Door zyne Doorlugtigfte Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder , in dato den 31 December 1780, gelast zynde geworden, nevens de Kapiteinen ter Zee van Kinsbergen en Bentink ,'en den Kapitein van de Artillerie Smeedeken , om gezaamentlyk te onderzoeken : „ op welke plaatfen op de Noord-Hollandl'che J} Wal', op de Eilanden Texel, Vlieland en daar om ' ftreeks, Batteryen of andere frerktens tot-het beletten van het inkoomen van Vyandelyke Scheepen en tot het weeren en afflaan van Landingen &c. en hoe' danige andere Werken behooren te werden aange. ' legd , 'er noodig zouden zyn." En by eene particuliere Inftruétie, op denzelfden datum van den 31 December 1730 door Hooggemelde zyne Doorlugtigfte Hoogheid, aan den ondergeteekende tellens wierde geordonneert : „ omme na dat door ons een of andere poi.nen wegens den aanleg van Batteryen en andere Werken zullen gearreileert zyn , als dan van zooda. s, nige Werken ten fpoedigften de vereisclide Plans en „ Pro*  july, STAAT EN OORLOG. 1782. s53 „ Profilen te vervaardigen, en daar by te voegen ge,, detailleerde Memorien &c." Tot het uitvoeren van voorfz. Beveelen, hebben wy ons zonder uitdel na deeze Kusten begeeven, en een begin gemaakt met het infpecteeren vau deNöordelyke Kust , langs de Helder. Na een naauwkeung locaal onderzoek , bevonden wy ; dat ons voornaamde oog. merk moede weezen: de Zeegaaten tusfchen den Helder en het Eiland Texel , zoo veel doeu'yk, te asfureeren , en door bet aanleggen van eenige Batteryen, (of fchoon deeze Gaaten voornamentlyk door OorlogScheepen behoorden te werden gedekt) aan den Vyand het inioope-n te beletten, of daar door de Pasfagie aan hem ten uiterden moeilyk te maaken. Omme hetzelve met de meede vrugt tê kunnen eifedtueeren , oordeelden wy eene Batterye te moeten leggen op het Strand, buiten Gaats van het s'Landsdiep, omtrent i§ uur be« zuiden het Dorp den Helder , langs welke Barterye 's Vyands Scheepen, zoo wel die langs het Scbulpe-Gat, als die door s'Landsdiep willen inloopen, moeten voorby zeilen; en principalyk worden s'Vyands zwaare Scheepen , die geen anderen weg kunnen neemen als door laatstgemelde Pasfagie, door deeze Batterye, van agteren na vooren toe, befchooten. Een ander emplacement voor een Batterye vaa vry veel aangeleegentheid bevonden wy te zyn ten Westen van den Helder, op een uitfpringende hoek van de Zeedyk , by het zoogenaamde Caaphoofd. Deeze plaats hadden wy daar toe uitgekoozen , om dat de Vyandelyke groote Scheepen (uit het nieuwe Lands.dep binnen Gaats koomende) met baar voordeeven op de voorgemelde Batterye-moeten komen aanzeilen, gelyk mede doen moeten de Scheepen , die het nieuwe of Noordergat inkoomen en dus van vooren na agteren kunnen befchooten, en de Scheepen, die door het Schulpegat en over den Drempel koomen, kunnen dwars genoomen worden. Wy waren verders van gedagten, dat tusfchen den Helder en het Nieuwediep mede eene Batterye behoorde te worden gelegd , om iu geval de Vyand de pasfagie hadde geforceert en onze Seneepen genoodzaakt , zig ■terug te moeten trekken, zy als dan ©ader protectie van K 5 dee.  354 july, ZAAKEN VAN , 1782, deeze Battery eéne nieuwe Pofitie kunnen neemen en zig daar tegens épauleeren; wordende het Nieuwediep aan de Zeezyde teffens daar door gedekt. Ten regarde van het Nieuwediep zelve, vermsenden wy, dat het niet uit het oog waare te laaten , maar aan de Landzyde door eenige Werken behoorde verlterkt en gedekt te worden V an deze onze bevindinge hadden wy de eere gehad aan zyne Doorlugtigfte Hoogheid op den 10 January, een beknopt en voorloopig Rapport te doen ; gelyk de ondergereekende met den Kapitein der Artillerie Smee. deken, op den 12 van January mede de eere hadde van voornoemde onze verrigtingen, by monde ter Vergaadering van Uwe Edele Mog. gïhoorzaamst verllag te doen. Ter zelfde tyd door den fchielyk opgekoomcn Herken Vorst en Ys verhindert zynde geworden ons verder onderzoek op Texel, en van de andere Eilanden te kunnen voort zetten, zoo heeft de ondcrgefchreeve zig onder wylen met alle mogeiyke fpoed beezig gehouden, omme de by ons gearrefteerde generaale pointen, relatif tot de Kust langs den Helder, op een generaal Plan van Deienfie te ontwerpen, met oogmerk, omme deeze Kust, (die ten aanzien van haare weerlooze ftaat in deeze cruique tydsomftandigheeden, als een der importantlte Frontieren van den Staat, en teffens a's de voornaamfte Sleutel der Zuider-Zee diende aangemerkt te worden) eens voor altoos in een behoor, lyke ftaat van eene efficace tegenweer te brengen, aan de te projecteeren Werken zoodanige dilpofitie en extenfie te geeven , als gerequireerd zoude worden, dat zy, niet alleen op de kragtdadigde wyze konden coöpereeren tot de mutueele defenfie van onze Oorlogfcheepen , gedetineerd tot dekkinge der Zeegaaten , maar dat zy teffens deeze Kust aan de Landzyde tegens alle Vyandelyke onderneemingen zouden verzeekeren. Deeze Project-Plan mét bygevoegde gedetailleerde Memorien, Lysten van de tot derzelver Executie gerequireerd wordende Materialen, Gereedfchappen,Arbeiders en van eenige particuliere teekeningen, tot meerder elucidatie van" den generaalen Plan , heeft de onderge- fchree-  july, STAAT EN OO.RLOG. 1782. 155 fchreeve op den 31 January 1781 de eere gehadt aan zyne Doorlugtigfte Hoogheid en op den 2 February daar aan volgende ter Taafel van Uwe Edele Mogende eerbiedigst over te leggen. By het opkoomend Dooiweér is de ondergefchreevene beneevens de verdere gecommitteerde Officieren tot het infpecteeren der Eilanden, op den 5 February uit het Nieuwediep onder Zeil gegaan. Na examinatie der Kusten van het Eiland Texel waren wy van gevoelen : dat dit Kiland gedeehelyk door haare Sandgronden gedekt wordende , efet geflooten, nog de avenues langs den Dyk door Epaulementen of Flauquen, zoo min mogelyk geoffusqtuert worden. Onderwylen dat de noodige fchikkingen tot logeeringe der verwagt wordende Manfchappen gemaakt wierden , heeft men op den 23 van April met zoo veel Man als het eerde Battaiilon van Zyne Doorlugtige Hoogheid Prince Frederik, tbans alleen op den Helder Posthoudende , zonder prejuditie van 's Lands dienst konde fourneeren , met den Arbeid een begin gemaakt. De tot dit Werk, uit de Infantery Regimenten gecommandeerde Manfchappen, ten getalfe van 4.C6 Man (onbegreepen 63 Werk'kendammers , en 21 Kanonniers tot het maaken en leggen der Fascinen) den 10 May cp den Helder gekomen zynde, wierden dezelve immediaat des anderendaags , volgens een gemaakte Dispofilie en Verdeelinge, in den Arbeid gefield en daar meede met alle vigueur en fpoed de arbeid der Batteryen zoodanig doorgezet , dat op den 3 van Juny daar aan volgende dezelve reeds in ftaat van Defenfie zig be< vonden, en 's anderendaags , zynde de 4, wierde met alle kragt aan de houte Bettingen van alle de Bütteryen gewerkt, en na eenige dagen dezelve voltooit zyn-  july, STAAT ÊN OORLOG. 1782. 161 zynde geworden het Kannn daar op geplaatst; conform het gerefolveerde in de Conferentie op gemelden den 3 Juny op het, Admiraalfchip gehouden, waar in beflooten 'wierd , 'dat de Vloot op de Reede van Texel ten Anker leggende, een defenfive Pofitie binnen de Gaten zoude neemen en ten dien einde door de Batteryen konde gefouteneert en geprotegeert worden. Vervolgens heeft men met alle kragt en aanhoudenthetd gecontinueert aan het voltooyen der Batteryen, dusdanig dat de Batteryen aan Baarents-Kribbing op den 12 Juny compleet afgedaan , en op denzelfden dag de Werkendammers die tot hier toe aan het maaken en leggen der Fascinen geëmployeert waren, teffens wierden afgedankt, . Op den 20 Juny de Batterye op het Strand by dè kleine Keet voltooit zynde , wierden de gedetacheerde Manfchappen van het Regiment Switzers van denLietftenant Genetaal Efcher , meede bedankt en na haar, Cantonnement te rug gezonden ; gelyk op den 4 July de Manfchappen van het Regiment Grifons van den Generaal Major Schmid , wordende tot het volkomen perfeéteeren der Battery aan Caaphoofd en van de Battery aan de kleine Keet, nog eenige Manfchappen van het Regiment van Zyne Doorlugtigheid Prince Fredérik nog aangehouden , als meede eenige Timmerlieden tot de reparatie van de Gereedfchappen, die alle volkoomen en in goeden ftaat zyn herfteld , en met eenige weinige overgebleeven Materialen, volgens de Béveelen van Uwe Ed. Mog. aan 's Lands Opziender Harge op den Helder, door de Ingenieurs zyn ovefgeleevert. Alle het hier voorverhaalde van myne verrigtingen en ontwerpen, met relatie tot de defenfie der Kusten , Zeegaten en Eilanden van dit Kwartier, een lücCinct en exact Rapport behelzende , zal ik vorders de eere hebben Uwe EU Mog. , ter voldoeninge aan Hoogstderzelver Relblutie van den 15 Augustus 1781 gehoorzaamst te informeeren van het geene dat werkclyk is geëxecuteert, en in het byzonder van den Kaar van ieder der Batteryen , die onder myn toevertrouwde directie zyn aangelegt, en tot welkers executie Uwe Ede- VI, deel. L le  152 july, ZAAKEN VAN 1782. lc Mogende by de Refolutie van den 16 Maart my hebben gelieven te qualiflceereu. foor eerst, is voor de Mond van bet nieuwe Landsdiep , vlak tegens de kleine Keet over , eene Battery voor zwaare Stukken aangelegt, omme zoo wel de Vyandelyke Schepen, die door het Schulpe-Gat wilden doorzeilen , met fucces te kunnen befchieten, als wel haare Pasfagie door 's Landsdiep , by de noordelyke ftrekking , mosyelyk en' gevaarlyk re maaken. Deeze Battery beftaat uit twee Facen en twee Ëpaulementen, voorzien van 11 Embrasfuuren, waarvan 5 op de regter Face, 4 op de linker, en in ieder Epaulement een, dog hebben op dezelve, van weegens gebrek aan Kanon , maar 7 zwaare Stukken kunnen geplaatst worden , als 3 metaale 24 Ponders, uit Zuidnoiland, en 4 metaale 18 Ponders van het Noorder Kwartier , die zig reeds op den Helder bevonden; alle gemonteert op hooge Affuiten. Ende om den best mogelyken effect van deeze Batterye te verkrygen, en met een rafant Vuur tegens den Vyand te kunnen ageeren, heeft men dezelve voorwaards op }hct Strand op eene aangebragte terrasfe aangelegt, "ter hoogte boven de ordinaire hooge Wateren; Om teffens voor te komen, dat men by hooge Wateren, die van agteren zouden omloopen , de Communicatie en den toegang na deeze Battery niet zoude verliezen, is dezelve , zoo wel ter regter- als ter linkerhand , ter hoogte van de Terrasfe, met een Dam in forme van Glacis , tegens de hooge Duinen aangeflooten, welke Dam aan haar binnenkant, ter hoogte van een Borstweer, met Fasc'men gerevetteert, en van een Banquet voorzien is ; op die wyze in ftaat van defenfie zyn Je, verftrekt hy tot een goede Communicatie Linie , waar uit met Musquetvuur het Strand kan beftreeken wórden. Omme deeze Batterye, of veel meer haare Terrasfe tegens den (lag van hooge Vloeden , te beveiligen , heeft men derzelver zeer flaauwe Buitenglooijing , zoo wel langs de beide Facen als langs de CommunicatieLinies tot aan de Duinen toe , met een fterk beflag van Reishout belegt, en met zwaare Tuinen bekramt; wel-  TüLY, STAAT EN OORLOG. 1782. 163 welke noodzaakelyke voorzorge ook van die iff cl 'vare dat, nadien dezelve geduurende het najaar en gepasfeerdè Winter verfcheide zwaare Stormen en Vloeden heeft uitgedaan , geene fchaade of degradatie daar aan is waargenomen. . Agterwaards op de Duinen is tot Logeeringe der Trouppes voor een Post van omtrent 30 Man , een houte Loo»s of Corps de Guarde gemaakt , beftaande uit een Vertrek voor den Officier, een voor de Gemeenen en een derde tot berginge van Artilleiye-Gereedfchappen Vermits deeze Post overal ver afgeleegen is, heeft mén kort in de Duinen een Put van versclï en zoet Water laaten graven , en vorders alle het noodzaakelyke aan deeze Post bezorgt. De Ammunitie van Oorlog , tot den dienst van deeze Batterye, word in Polverkisten, die achter de Stukken zyn, verdeelt bewaard , vermits nog hier aan deeze Batterye, nog el ders , Polver-Magazyntjes , die tot een depot mogten dienen, zyn gemaakt. Ten tweeden, is ten westen van het Dorp de Helder , op den Uithoek genaamt het Caaphoofd, eene confiderabele Batterye voor zwaare Stukken aangelegt, zynde derzelver Emplacement zeer esfentieel en voordeelig voor de defenlle der Zeegaten , wanneer een Vyand de Pasfagie mogte geforceert hebben en binnen Gaats ware gekomen. Deeze Batterye is gelegt op den Cruin van den Dyk en volgens zyne ftrekkmge , en beftaat dezelve uit twee Facen; linkerhand eemgünt3 gedekt door een Epaulement en regterh md meede voorzien van een Epaulement met een Fhmcq voor twee Stukken. En dewylen de meeste dienst en effect van de linker Face is te verwagten, alzoo 'er de Vyand, zoo ras by binnen de Tonnen van s'Landsdiep is gekomen, onvermydelyk zig met deeze Face moet engageeren zoo heeft men getragt aan dezelve zoo veel extenfie te geeven, als bet Emplacement van ten minften 12 Stukken zwaar Kanon zoude vereislchen; om dit te verkrygen was men genoodzaakt aan deeze linker F. 5; eene lengte van 3» Roeden te geeven , en vermits ue ingefneeden Embrasfuuren een fterke zwaaijing en opening eischten , en omme de Merlons van buiten niet al te zeer te verzwakken, konden de Stukken Kanon L 2 n»*  IC4 joetï ZAAKEN VAN' 1783. niet minder als 30 Voeten , midden op midden van malkarrderen geëspaceert worden ; en dewylen van wegens den voorzeiden fchuinfchen aanleg der Embrasfuren , de Smkken niet na behooren aan en in de Embrasfuren, nog teegens de Genouilliere zouden kunnen gebragt worden , heeft men de binnenkant der Borstweer, in een zoort van Cremailliere opgewerkt. De regtere Face is voornamentlyk gefchikt omme het inloopen van Vyandelyke Schepen door het Noorderof Nieuwe Gat te verhinderen , en om teffens te kunnen ageeren tegens 's Vyaiids Schepen, die verder in het Marsdiep wilden doorzeilen. Deze Face heeft eene lengte van 18 Roeden, waar op 8 Erobrasfnren zyn ingefneeden, en is haar Vuur vry gefchikcer en in eene directere Politie als van voorgemelde linker Fa^e. Op deeze beide Facen zyn geplaatst 17 metaale vier en twintig Ponders van Zuidholhnd , en 3 yzere achttien Ponders van het Noorder-Kwartier; alle gemonteert op hooge Affuiten. Voorts zyn op deeze Battery gebragt de noodige Voorwagens , Polver- of Ammunitie Kisten en LtadGereedfchappen, en wat verders tot de bedienitige der Snikken gerequireert word. Naderhand is op ordre van Uwe Ed. Mog. door 's Lands Opziender Harge, van binnen deeze Battery, een houte Loots tot een Corps de Guarde gezet, in de groote en in den fmaak van die achter de kleine Keet. Ten derden : de Battery tusfchen den Helder en het Nieuwediep geprojecteert zynde met het oogmerk:omme , wanneer de Vyand de Pasfagie van onze Zeegaten hadde- geforceert en onze Schepen genoodzaakt zig te rug te moeten trekken , zy alsdan onder protectie vau deeze Batterye eene nieuwe Politie kunnen neemen, en zig daar tegens epauleeren, zoo was men ten dien 'einde bezorgt aan haar Emplacement op den Dyk by Barents-Kribbing zoodanige dispofide te geeven, als tot bereiking van voorfz. oogmerk, voor zoo veel het locale permitteerde , zoude noodig weezen; en vermits de Cruin van den Dyk aldaar eene reedelyke breedte heeft, vond men genoeg terrain om aan de linkerFiane van deeze Batterye eene goede lengte te kunnen geeven , waar op men 5 zwaare Stukken heeft geplaatst^ zyn-  jtir.Y, STAAT EN OORLOG. 178a. 165 zynde deeze Flanc bet esfentieelfte gedeelte der Battery , door dien de Vyand , zon ras by op de hoogte van den Helder gekomen is, alsdan in her Vuur van deeze Flancq valt , en dus onze Schepen tyd hebben zig onder deeze Ratteiy te zetten en een nieuwe linie te formeeren. De beide Facen, front maakende na de Zeekant, zyn paralel aan de ftrekkinge van den Dyk gelegt, laatende voorwaards aan den ordinairen Vaarweg, langs de Bniten-Cruin van den D^k, zynen vryen loop houden. Op de linker Face heeft men 6 en op de regrer 4 Embra^fementen ingefneeden, a'smeede een Embrasfuur in bet Epaulement of regter Flankje; dus zyn 'er aan deeze Ratferye !<5 Embrasfuuren , die egter maar met 10 Stukken Kanon bezet zyn, als: op de linker Flanc 5 Stukken , waar van de 4 metaale vier en twintig Ponders uit Zuidholland en 1 metaale Achtponder, en dan op de linker Face, nog 5 meraale Achtponders , welke laatfte Stukken aan het Noorder Kwartier zyn toebeboorende; alle gemonteert tp qpoge Affuyten. Vermits men geobligeert waare van dequantiteit Stukken, die men hadde, de beste party te kiezen, heelt men geprefereert met den .overrcst alleen de linker Face te garneeren , door dien het Front van de nieuwe Politie van onze Schepen door het Vuur deezer Face gedekt en gerafeert moet worden. Deeze Batterye is meede voorzien van de benoodig'e Ammunitie Kogels en verdere Vereischtens: desgelyken wierde naderhand door 's Lands Opziender van binnen dezelve eene Corps de Guarde of houte Loots gezet, die egter van een mindere capaciteit, als die aan Caaphoofd en aan de kleine Kleer. Alle de Buiten en Binnen-Gloeijingen van de Batteryen , alsmeede de paremerts van derzelver Embrasfuuren , zyn met Fazeinen gereveteert, en vermi s de Specie , die men tot derzelver Opbouw heeft moeten gebruiken, van geen de minfte Confidentie, maar meestal Moerzand of vau een zeer fiegten aart bevonden, wierd.t ware men genoodzaakt byna overal de Fascineeringe te moeten verdubbelen ; omme egter met alle mogeiyke Oeconomie daar in te werke te gaan , en de kostbaare Fascineeringe, zoo veel doenly't te verminderen, heeft men de Batterye aan Bwents-Kribbing maartotdehoug. L 3 te  166 july, ZAAKEN VAN 1782. te van f Fascinen, van boven de Genouilliere, opge* trokken , en het overige der hoogte met Zooden gecourronneert; en aan de Battery van Caaphoofd zyn de Merlons en de Embrasfuren tot op de hoogte van 10 Fascinen boven de Genouilliere, en de rest met Zooden opgewerkt; boven dien is de regter Flanc met haar Epaulement en het Epaulement linkerhand van de Battery aan Caaphoofd , aan haar binnen- en buitenkant altemaal met Zooden bekleed , gelyk meede het regter Fiankje aan Barents-Kribbing; dog"de Batterye aan de kleine Keet, vermits derzelver geheele Masfa van droog Stuifzand is aangevoerr, konde niet anders als met Fascinen tot op haare volle hoogte toe, opgewerkt worden , en daarenboven ware men verpligt de Cruinen der Merlons en het Oppervlak der Embrasfuuren, Bermen en Communicatie-B "Staveer , en overal , waar het Zand bloot was leggende , tegens het wegftuiven van HeyZooden uit de Duiheri en met aangedreeven Torris , in forme van platten Zooden geltecken, te moeten dekken. De in de Notitie opgegeeven quantiteit van Pallifaaden en Gordingen verviel derzelver gebruik van zelfs, zoo ras de Bavteryêh in haare Keelen nog op de Accesfen niet afgellooten wierden; en dewyïe het gevraagde aantal van Kanon, dat tot de dtfenlie van de Kust lings den Helder vereischt wierde, niet konde bezorgt worden, heeft men zig in derzelver verdeeliug moeten fchikken , na het geene men hadde, zoo dat men om die reeden wederom een gord getal R bben- en Battery Planken minder vau i ooden hadde , als in gemelde Notitie wierden ongegeeven. Behalven de 40 (tukken Kanon, vier en twintig Ponder.-, die van Delft zyn gezonden, waar van 24 Stukken op de Batteryen van den Helder zyn geplaatst, en de overige 16 Stukken, met nog eenig ander Kanon van Hoorn , na het Eiland Texel wierden geiranspor- . teert, waren 'er nog daar by 8 korte metaale Diieponders , of zoogenaamde Veld- of Gezwindltukken , die men op den Helder en refeive behlelde , omme by de Infantery in voorvallende geleegentheid te worden ge- . bi nikt ; dus vermeene in de laatfte Periode kortelyks gedetaiiieert te hebben alle het geene, dat ter voldoe- > nin- ■  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 107 ninge van Uwe Edele Mog. hooge Ordres van den 16 Maart 1781 , met betrekking totde Helderfche Kust , werkelyk is geëxecuteert. Uwe Ed. Mog. hebben naderhand, by Refolutie van den 30 Maart 1781 (de Memorie van den 22 February deszelfde jaars , contineerende liet geene tot de Defenfie van de Helderfche Kust en van Texel gerequireert word , by refumtie in deliberatie gebragt zynde) goedgevonden den Oudergefchreeve te gelasten en te qualificeeren : dat wanneer de Werken aan den Helder, in gevolge de Refolutie van den 16 Maart 1781 , door denzelven zullen zyn afgedaan, de geprojecteerde Werken op Texel, volgens de Memorie en geannexeerde Noütie, alsdan aan te leggen, &c. De ter deezer tyds exifieerende omftandigheeden eischten van myne pligt, dat bevoorens eenige voorftel, met relatie tot de executie, aan Uwe Edele Mog. voor te draagen , nog een nadere Infpectie van de Kusten en Stranden van dit Eiland te moeten neemen ; ten dien einde in de maand van July 17^1 my met den Lieutenant Ingenieur Hottinger derwaards begeeven hebbende, hadde ik de eere by myn Rapport van den 14 Augustus 1781 van onze bevindinge aan Uwe Ed. Mog. gehoorzaamst verllag te doen , geevende aan Hoogstdezelue in confiJeratie: dat, ter vermyding van alle zwaare kosten, en nadien alles met de uiterlte menagie voor den Lande hadde overlegt, de twee kleine Batteryen , ieder van 3 korte Achtponders , ten regarde van haar Emplacement konden geconferveert worden, edog zoo , dat zy , omme van goeden dienst te zyn , behoorden wat verandert of verlegt te worden; en dat de geprojecteerde Batterye aan het Hoorntje, alwaar het benoodigde Gefchut alreeds was aangevoert, met de minfte kosten mogte worden geëxecuteert, zoo als breedvoeriger in myn voorfz. Rapport van den 14 Augustus is vermeld , waar aan myn eerbiedigst refereere ; deeze Batteryen op de voorg'ellaagen wyze geëxecuteert wordende, was den Ondergefchreeven van gedagten; dat dit gedeelte van de noordelyke Kust van het Eiland alsdan zoo verre in ftaat van tegenweer gebragt zoude zyn, omme dezelve tegens kleine vyandelyke Onderneemingen of Coup de rmün te kunnen dekken. Waar op L 4 by  168 juxy, ZAAKEN VAN 1732. bv Uwe Edele Mog. Refolutie van den i v Augustus daar aan volgende, in confideratie genomen zynde, dat vermits door de voorgedraagen veranderingen de kusten niet volkomen gegaranteert worden, en het faifoen zoo verre is verloopen, by provifie her daar by te laaten, en ten dien opzigte Haar Ed. Mogende'Refolutie van qualificatie van den 30 Maart 1781 op den Ondergeteekende gealtereert en buiten effect gefield. Wordende egter den Opziender den Berger gequalificeert om de Beddingen, waar op het Kanon aan het Hoorntje behoorde te worden geplaatst, te doen bewerkheiligen en gemeld Kanon daar op te doen zetten, &c. Wat op de Eilanden van het Vlie en Terfchelling tot defenfie derzelver Zeegaaten en Kusten is gedaan, is my onbekent , alzoo 'er nooit eenige last of qualificatie tot het executeeren van eenigerhande Werken rieswegens van Uwe Ed. Mog. hebbe ontfangen ; egter is aan den Ondergeteekende niet onbewust, dat, in der tyd wy de Infpectie van voornoemde beide Eilanden deeden , en aldaar alles in de uiterfie vrees en ongerustheid vonden, wy voor de momenteele defenfie der voornoemde Eilanden Conderwylen de Trouppes Honden te arriveeren) zulke fchikkingen gemaakt , die tot gerustheid der Inwoonderen en tot onzer decharge konden verftreliken , verzoekende den Kapitein van de Artillerie Smeedeken , omme by zyn retonr-te Hoorn by Haar Ed. Mog., de Heeren Gecommitteerde Raaden van dit Kwartier inftantien te doen , dat het noodige Kanon, zoo veel 'er in voorraad mogte gevonden worden , na voornoemde Eilanden getranfpórteert en op de plaatfen, die wy tot Batteryen uitgekoozen hadden, wierde gefield, tot tyd en wyle by Haar Ed. Mog. van wegens de executie van behoorlyke Batteryen zouden ordres gegeeven weezen. De Kapitein Smeedeken communiceerde ons kort daar na, dat Uwe Ed. Mog, onze provifioneel gemaakte Dispofitien goed. keurende , immediatie Ordre hebben gelieven te geeven tot de infcheeping en tranfport van het gerequireerde Gefchut, befiaande; voor het Eiland Vlie in 11 Twaalfponders , 4 Achtponders en 3 Drieponders , en voor Terfchelling: in 8 Twaalfponders , 2 Achtponders en 6 Dneponüers : altemaal yzer Kanon , gemonteert op Rol-  jüly, STAAT EN OORLOG; 1782. 169 Rolpaarden of Scheeps Affuiten, en dat hy na ieder Eiland hadde gedetacheert een Bombardier met eenige Kanonniers tot bedieninge der Sakken , dewelke teffens met Artillerie afgezonden, nog voor het einde van February 1781 aldaar waren aangekomen. De Ondergeteekende in een aaneengefchakeld en fom» mier Rapport vervat hebbende: Alle zyne verrigtingen, zoo wel geduurende zyne Commisfie van de gedaane Infpeébie der Noordhollandfche Kusten en Eilanden, als van zyne Bevindingen en Confideratten over den tegenswoordigen ftaat, en op wat wyze dezelve in be« hoorlyke ftaat van defenfie waren te brengen (alles in particuliere Memorien breeder uitgevoerr) en dan van het geene onder zyne directie werkelyk is geëxecuteert geworden ; wenscht hy niets vuuriger, als dat alle zyne poogingen , die hy na best vermogen en met allen fchuldigen yver tot dienst van den Lande heeft aangewend , de hooge goedkeuringe van Uwe Edele Mog. moge wegdraagen. Hebbende de eere met het diepst refpect in alle onderdanigheid te zyn. Edele Mogende Heeren, (Onder ftond) Van U Edele Mogende zeer Hoorn gehoorzaame en zeer on- den 4 jfuly derdaanige Dienaar. 1782. (Was get.) j. f. schouster. L 5 CXXXIV.  i7o july, ZAAKEN VAN 178a. CXXXIiï. Propofitie van de Gedeputeerden der Steden Schiedam , Schoonhoven en Brielle, om eene permanente zitting in het Collegie van de Heeren Gecommitteerde Raaden. Gedaan ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende op Op Vrydag den 19 july 1782. TpVe Heeren Gedeputeerden de Steden Schiedam , JL/ Schoonhoven en Pmelle , hebben uit den naam van de Heeren hunne Principaalen, om eene permanente fesfie in het Collegie van de Heeren Gecommitteerde Raaden, ter Vergadering gedaan , en in Gefchnfte overgegeeven de navolgende Propofitie. edele groot riocekde heeren. /^vffchoon de tegenswoordige omffandiffheeden , de V/ occupatien en overdenkingen van U Ed. Groot Mogende vermeenigvuldigen , en vooral vereisfeben , dat zy zig op het algemeen belang en het behoud van het heve Vaderland vestigen ; hebben Burgemeefieren en Vroedfchappen der Steden Schiedam, Schoonhoven en Brielle , niet te min vermeent de vryheid te mogen neemen, om Hoogstdezelve te interrumpeeren, met het doen van een voorltel, welkers conclufie, indien zy een ernfiig objeét van U Edele Groot Mog. deliberatien mag worden, zoo zy vertrouwen, maar eene ge. rb'ge en kortftoiidige afzondering van dezelve zal afvorderen. Heeren Burgemeefieren en Vroedfchappen der voorroemde drie Steden hebben derhalven hunne Gedeputeerden expiesfelyk gelast, om eenfchappelyk aanüEd. Gr. Mog. voor te dragen. Dat het aan U Ed. Groot Mogende , uit Hoogstderzelver Registers overvloedig moet bekend zyn; dat door de Gedeputeerden der gemelde drie Steden , bereids op den j May 1(554, met betoog van veele, en fo-  jultt, STAAT EN OORLOG. 1782. 171 foli'e redenen is aangedrongen , dat aan de voornoemde Steden zoude mogen worden vrygelaaten de faculteit , om in het Collegie van U Ed. G'oot Mog. Gecommitteerde Raaden alhier in 's Hage , ieder afzonderlyk , een Perzoon als Meede-Lid by continuatie af te vaardigen , even en op dien voet, als aan de in deeze U Edele Groot Mog. Veigadering voorzittende Steden is geaccordeert. Dat de voorfz. Propofitie toen ter tyd .vel is geaffecteert voor oen onderwerp van deliberatie , en tot dat einde fpecialyk voorgedraugen in de Pointen van befchryving voor de Vergadering van de maand July deszelven jaars i6*4 Articul 12 met mtdrukkelyk verzoek , dat daar op de Leden alstoen pofitivelyk zouden willen herwaards komen: Dan dat de deliberatien over de voorfz. Propofitie in gemelde Vergaderinge, zoo het ffhynt, zynde gefurcheert geworden , dezelve by herhaaling is geinfereert iu de Pointen van befchryving voor U Edele Groot Mog. Vergaderingen , gehouden in de maanden September en. November daar aanvolgende, zonder dat zig egter aan de Heeren onze Principaalen , eenige blyk heeft gemanifesteert, dat, of toen, of in de Vergaderingen, zeedert dien tyd tot nu toe , fuccesfivelyk gehouden , dies wegens is gedelibereert, veel min ietwes is gerefolveert of vastgefteld. Dat de Heeren onze Principaalen intusfchen van tyd tot tyd' hoe langer hoe meer ontwarende, dat de beiangens hunner refpeclive Steden en onderhoorige Districten vorderen , om te participeeren in eene onafgebrooke Cognitie van zaaken , welke in het Collegie van de Heeren Gecommitteerde Raaden worden verhandelt, met geen onverfchilligheid langer kunnen pasfeeren, dat zy van dezelve, na een tweejarige Admisfie, voor den tyd van vier jaaren , geduurig worden uitgefiooten ; terwyl zy vermeenen, dat de evenreedigheid, welke in alle zaaken, zoo veel doenlyk is , behoord te worden geoblerveeri:, en het regt, het welk alle de Steden, omtrent de kennis en het beduur der gemeene zaaken, en in het byzonder tot deeze Provincie fpecteerende, eei.fcitappelyk competeert, niet toelaat, dat de Steden Schiedam , Schoonhoven en Brielle, van een minder voorregt zullen gaudeeien , dan alle de overige voorzit-  j7- july, ZAAKEN VAN 1782. zittende Steden ; vooral niet , om dat de objecten waar over de deliberatien van de Heeren Gecommïc* teerde Raden rouleeren , de gemelde drie Steden op eene gelyke wy?e , en niet minder kunnen interesfee. ren , dan de Heeren van de Ridderfchap en E.ielen mitsgaders de acht andere Steden : Terwyl de Heeren onze Principaalen tot een Cynol'ure , op hunne Propo. fitie alzints applicabel , vermeenen te mogen reclameeren , de Concesfie, zoo juist , als billyk, aan alle de Steden in Westvriesland en het Noorder Kwartier toegekend, welke ieder afzonderlyk, een Lid in het Collegie van de Gecommitteerde Raaden re Hoorn afvaardigen , zonder dar de meerdere of mindere uitgellrektheid, het vermogen of aanzien dier ïefpective Steden, ooit de eene boven de andere een regt heefr betwist, het welk aan allen, zoo natuurlyk, als evenieedig toekomr. Dat offchoon by de jongfle Inftructie voor het Collegie van Gecommitteerde Raaden van den 28 Augustus 1751, Art. 1. is gerelblveert, dat het Collegie van Gecommitteerde Raaden in den Hage uit tien , en te Hoorn uit zeven Leden zal blyven geconftitueert, daar uit egter niet proflueert, dat de hepaalingen by dezelve gemaakt, om wettige en gegronde redenen niet zouden kunnen worden geamplieert, gecqrrigeert of gealtereert: Terwyl het tegendeel uit het laatlte Articul der lnftruc. tie zelve word gcprobeert , en dat door dadelyke bewyzen kan worden bevestigt; dat tegens het geen is vastgefleld by het tweede Articul derzelve, de Gecommitteerden wegens de Steden Gouda , Rotterdam , en Gorinchem, in het voorfz. Collegie, voor den tyd van drie jaaren zyn gecontiimeerc , "behalven dat ook niet kan worden ontkend , dat het getal der Gecommitteerden in het voorfz. Collegie , meermalen is geaugmenteert; zoo als blykbaar is, uit Hun Ed. Groot Mog. Refolutien van den 23 Juny en 12 October 1584, 19, 20, 21 February, 19 September 1588, dat het zelve eerst heeft beftaan uit zeven en naderhand uit negen Leden, waar by zedert nog een tiende Lid is gevoegt, welke veranderingen, zoo als de Heeren on-' ze Principaalen vastzeilen , uit Remonftrantien der refpective Steden zyn voortgefprooten , tot bevordering der  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 173 der evenreedigheid , ten einde door de verdeeling der Commisfien, niet verltooken te worden van de Cognitie van 's Lands zaaken , die alle dezelve , zonder intermisiie ten hoogde interesfeert. Terwyl nogtans het defecdueufe , het welk in dezelve volgens de tegenswoordige fchikking , onlogenbaar refideert, en, niettegendaande de zoo dikwerf gereïtercerde reprefentatien , het zy gemeenfcbappelyk , het zy afzonderlyk , door de Stad Schiedam gedaan , op den 20 November 1618 , en door de Stad Brielle by herhaaling , uitwyzens de Notulen van Hun Ed. Gr. Mog. van den 17 Maart, 6, 27, 28 April, 12, 13 July, 15 Augustus, 29 Novemoer 1618, 31 January, 7 February, en 7 November 3619, 3 May 1620, ao May 1623, 30 April 1G24 , tot nadeel der gemelde' drie Steden, by aanhoudentheid blyft opereeren, niet eerdér zal kunnen werden gezegt volkomen te zyn gerepareert, dan wanneer aan Burgemeederen en Vroed, fcbappen der Steden Schiedam, Schoonhoven en Brielle, zal zyn toegekend, het zelve voorregt van het welke de Heeren Edelen en de acht andere Steden jouïsfeeren ; en waar door aan de conditutioneele inrigting en het beduur over 's Lands zaaken, waar over de Cognitie en directie van het Collegie-van Gecummit teerde Raaden rouleert, even zoo min als door de hier vooren geallegueerde fuppletien of vermeerderingen van Leden heeft plaats gehad , geene de minde atteinte kan werden toegebragt. Heeft de overweeging en convictie der evenreedigheid meermaalen by U Ed. Groot Mog. een incitatiet mogen uitleeveren, om nopens vastgedelde fchikkingen en directien over 's Lands zaaken billyke veranderingen te maaken, waar van de bekende Refolutien van den 28 July 1763 en 26 October 1765, na herhaalde reprefentatien in faveur der Steden Schiedam en Schoonhoven genomen, de edelmoedige blyken uitleeveren; wy vertrouwen , dat de regtvaardigheid der zaak genoegzaam zal zyn , om de bevreemding over ons voordel, geheel en al uit den weg te ruimen : En het is dan ook die regtvaardigheid, welke des noods , door andere en meerdere redenen zoude kunnen worden gcftaaft, die de  174 ju*-*, ZAAKEN VAN 17S2. de Heeren onze Principaalen beeft aangefpoort, om eerbiedig , dog teffens op her ernftigftp. te infteeren dat de voorfz. Propofitie een dadelyk objeét moge worden, van U Ed. Groot Mog. deliberatien, rot dat einde andermaal gebragt in de Pointen van befchryving, en agtervolgt met zoodanige finaale Refohitie, welke voot de Heeren onze Principaalen en de pofieriteit nieuwe fiof kan uitleeveren , om op de kenmerken van U El. Groot Mog. edelmoedige en jequirable denkenswyze te glorieeren. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verdaan, dat van de infiantie, in de voorfz. Propofitie vervat, zal worden gemaakt een Point vau befchryving jegens de aanltaande ordinaris Vergadering. Accordeert met de voorfz. Refolutien, CXXXIV. Rapport van Hunner Ed. Gr. Mogen. de Gecommitteerden tot de zaaken van de Justitie, op het Request van Thimon Cornelis van Heerdt en Johanna Jacoba Herbertina Mauritia vanger Does van Noordwyk van den 3 July. Uitgehragt in de Vergade. ring van Hun Ed. Gr. Mogende op Op Vrydag den 19 July 1782. De Heer Penfionaris van Zeeberg heeft ter Vergadering gerapporteert de coi.fideratien en bet Advis van de Heeren Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Justitie, [hebbende ingevolge en ter voldoening van Hun Ed. Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 3 deezer , met en benevens Commitfarisfen van den Hove , geëxamineerd een Request , aan Hun Ed. Groot Mog. gepiEefenteerd door Thimon Cornelis van Heerdt, voor zich zeiven, en noch als in Huwelyk hebbende Johanna Jacoba Herbertina Mauritia van der Does van Noordwyk , en van de*  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 175 dezelve met haaren voornoemden Man geadfifteert, tendeerende , om te obtineren dispenfatie van Hun Ed. Groot Mog. Placaat van den 25 February 1751 , en van de pcenaliteiten daar by op het doorgaan van jonge Lieden geftatueerd; zynde hetzelve Request ge'munieerd met een Confent van der Supplianten Ouders en meerderjaarige Naastbeltaande , welken alle fchriftelyk declareeren te verlangen, en, voor zoo veel des noods mede te verzoeken , dat op der Supplianten gemelde Requeste favorabel mogte worden gedisponeerd : als mede eene Mi;-five van de Praefident en Raaden van den Hove, gefchreeven in den Haage den 2 deezer, houdende, ter voldoening aan Hun Edele Groot Mog. appointement van den 15 May deezes jaars, derzelver Confideratien en Advis op de voorfz. Requeste. En dat zy Heeren Gecommitteerden by hun onderzoek , zoo wel als de Pra;fident en Raaden van den Hove by derzelver Advis , geenerhande grond gevonden hebbende , waarom het geval van de' Supplianten eenigfins geconfidereert zoude kunnen of moeten worden , als niet te vallen in de termen van Hun Ed. Groot Mog. Placaat van den 25 February 1751, dienvolgen-' de zich meer byzonder hadden geborneerd tot eene overweeging der by gebrag'e redenen van excufatie : dan dat dezelven , voor zoo verre ze nog in eenige Confideratie konden gebragt worden , aan hen mede niet waren voorgekomen van die natuur, dat zy daarom alleen , en zonder meer bykomende omftandigheeden , tot het verkenen eener dispenfatie van het Placaat en van de daar in vervat zynde pcenaliteiten , in een enkel geval, zouden durven advifeten. Dat zy egter in aanmerking neemende het groote oogmerk vau het voorfz. Placaat, als voornaamenlyk in de Waereld gebragt tot maintien van het Ouderlyk gezag in mitcrie van Huwelyken hunner Kinderen , gemeend hadden , dat fchoon het Placaat zelfs aan een Posterieur confent van de Ouders in Huwelyken van Kinderen, die tot bevordering daar van eertt zyn doorgegaan , niet expresfelyk een vermogen gehegt heeft om de poenaliteiten, tegen het doorgaan zelve geftatueerd, te doen ophouden of verminderen , nogtans zoodanig nader-  J7IroIj naoh st horriaM aib nsr. ?f-n '.1 t Aiail rfsftirmnrro vit -.!<■/■ r r«morf Jvl Vt. DEEL. M cxxxv.  178 ju.lt, ZAAKEN VAN 1782. CXXXV. Nadere Memorie van den Deenfcheu Gezant de Sr. Saphorin , by Hun Hoog Mogende , over eene 'voorge. geevene Ontmoeting van het Deen. Jche Afiatifche Compagnie/chip, het Kasteel van Dansburg, aan de Kaap de Goede Hoop. In dato 1% July J782. ' .'-sdaavLa ncv.-jcu'hjtiT aoa3oi i;\ :sb qo 'ie De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecotnmuiriceert de nadere Memorie op den 22 deezer ter Generaliteit geprefenteert door den Heer de St. Saphorin,. extraordinaris Envoyé van zyne Majelteit, den Koning van Denemarken, over het voorval dat het Deensch Afiatisch Compagniefchip , het Kasteel van Dansborg, aan de Kaap zoude weezjn ontmoet, broeder "hief na geinfereert. nalno-jjcf.- ,o „a-mll ab toob afeavs'^gosiüv nooosfl HOOG MOGENDE HEEREN! pb 1 sy sjinajai ab md&v. ai r. , fftöfe mp /^fjr,.j0^ De ondergetekende heeft den 5 deezer de eer gehad van uit te voeren de bevelen van den Koning, zynen Meefter, aangaande de enorme abuizen, door de regeering en de bedienden van de Kaap de Goede Hoop .begaan. Thans heeft hy de eer U Hoog Mog. aan die Memorie te doen denken , en wel op uitdruklyk bevel, 't welk hy ontvangen heeft: „ Dat Zyne ,, Majefteit, zig overtuigd houdende van derzelver on„ veranderlyk verlangen om de beste verftandhouding ,, te bewaaren tusfchen derzelver Onderdaanen en de zyne, en door de handelwyze, die zyne Schepen in ,, hunne Havens ondervinden zullen , doen blyken, „ hoe Zy met derzelver Schepen in zyne Havens wen„ fchen gehandeld te hebben , hoopt , dat U Hoog „ Mog. de vriendfehaplyke gevoelens , die Zy Hem „ toedraagen , wel zullen willen aan den dag leggen „ en bevestigen, door Hem by eene formeele en naauw,, keurige verklaaring te verzekeren, dat Zy met den „ eerften , door uitdruklyke en Itrenge ordres , ten  joly, STAAT EN OORLOG. 1782. 179 dien einde langs verfcheiden wegen aan de regeering en bevel voerende Officieren aan de Kaap de Goede " Hoop te zenden, zullen voorzien, dat niet alleen " de Deenfche Schepen aldaar geen vyandlykheden meer " ondervinden zullen, die men met verachting van goe" dc trouw en der Traftaaten , aan vier zyner, agter" eenvolgend by de Kaap aangekomen , Schepen ge" pleegd' heeft, maar dat ook voortaan alle Deenfche " Schepen 'er zoo vriendlyk ontvangen worden, als " die der Republiek van alle tyden, in de verfcheiden " Havens van de Dominatien van Zyne Majefteit onder" vonden hebben} dat zy niet meer, onder eenigerlei " voorwendzel, tegen hunnen wil worden aangehou" den, en dat bun, minzaamer wyze, zoo veel hulp 11 worde toegebragt , gelyk tusfchen in vriendfchap " zynde Natiën gebruiklyk is." , De vraag van Z. M. is van het uiterlte gewigt: Dezelve is gegrond op bet regt der Volken , op de wederkeerigheid van regt, op de Traclaaten tusfchen de beide Natiën en de overeenkomst der gewapende Neutraliteit, welker grond Hagen al te bekend zyn , om ze hier te herhaalën en al te klaar en duidlyk om eenige twyfel deswege over te laaten. 't Zyn herhaalde geweldenaryen tegen de Schepen zyner Onderdaanen, die onvermydlyk gemaakt hebben den flap, waar toe Z. M. zig genoodzaakt vindt, en de vraag, waar op hy voorat aanhoudt. Dezelve kan niet geweigerd worden als door een willekeurig oogmerk, 't welk Z M. wel verre af is van te onderftellen, veel minder te wenfehen .Dezelve vereischt geen voorafgaande onderzoekingen noch ophelderingen, en is van eene al te belangryke natuur om uitltel te kunnen lyden. Ook heeft de ondergetekende uitdruklyke bevelen ontvangen om deswegen een cathegorifche verklaaring en antwoord voor het einde deezer week te vraagen. Met opzigt ter voldoening, die Z. M. regt beeft te eisfehen voor de handelwyze, ongehoord tuslchen 111 Vriendfchap zynde Natiën, die de Schepen zyner Onderdaanen , van wege de bedienden der Hollandfche OL Compagnie aan de Kaap de Goede Hoop, geleeden hebben: en betreffende de aanmerklyke vergoedingen, M o. die  i8o july, ZAAKEN VAN 1792. die aan de Deenfche Comp. niet geweigerd kunnen worden wegens de groote verliezen, die zy geleeden heeft, dit zyn zaaken van een nader onderzoek: Maar Z- M. zal 'er nimmer van afgaan en niets zal hem weerhouden om ten iterkfte en kragtigfte aantehouden op het een en ander, overeenkomftig de Nota, die de ondergetekende den 5 July heeft overgegeeven, en van de nadere wettige en duidlyke opgaave en vorderingen, die hy ordre zal hebben van over te geeven , naar maate die verliezen klaar en juist zullen kunnen berekend worden. Waarop gedelibereert zynde , is goedgevonden en verltaan , dat Copie van de voorfz. nadere Memorie zal worden gegeeven aan de Leden , om by de deliberatien over de anterieure Stukken , deeze zaak concerneerende , onder de Notulen van den 17 en 19 deezer gebragt , daar op meede zoodanige reflectie te maaken, als geoordeeld zal worden te behooren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CXXXVI. Extract uit eenen Brief van de Hee> ren Staaten van Zeeland, over het vernieuwen van het vervallen Dok te Vlisfingen, en de Refolutie daar op genomen; in dato 23 July 1782. Ontvangen eene Misfive van liet Collegie ter Admiraliteit in Zeeland , gefchreeven te Middelburg den 15 deezer, houdende dat de vervallen toeRand hunner Financien aan hun verbood het maaken en repareeren van een allernuttigst werk, zoo voor hunne Marine als voor die van de gantfche Republiek , namentlyk het Dok te Vlisfingen , het geen abloluit verdieping en befcherming noodig heeft, terwyl , door den defeftueufen toeftand van het laatfte, de grond uit de kusten wierdt uitgelokt, en dus die ondiepte vermeerderd. Waar by zoude koomen , indien men nog een droo-  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 181 drooge Dok noodig oordeelde, dat dezelve, die 'er nu was, behoorde te worden gerepareerd. Dat de onkosten tot het een en ander excesfief voor hunne Kasfe waren, en dat, dewyl zy van de onontbeerlyke nuttigheid en noodzaaklykheid daar van geperfuadeerd waren , zy geen ander recours geweeten hadden dan hun te wenden tot H. H. Mog. verzoekende de asfiftentie van H. H. Mogenden. Zullende zy , volgens de opgave van des kundigen, ruim vyfrnaal honderd duizend guldens voor het een en ander behoeven , die of by Petitie of uit eenig Fonds , waar op zy fiaat konden maaken, gevonden zouden moeten worden, in hoop dat H. H. Mog. geconvinceerd zouden zyn van het nadeel, dat de Marine zoude lyden, zoo de gemelde Dok, welke met regt voor eene der besten van de Republiek, gehouden wierd, tot berging van zwaare Schepen kwam inutiel te worden, terwyl zy ook niet dagten, dat 'er eene gefchikter plaats voor eene drooge Dok was dan te Vlisfingen , en dat men ook nog in de Republiek mankeerde. Waarop gedelibereerd zynde, heeft de aanw,eezende Heer Gedeputeerde van Zeeland de voorfchreeve Misfive Copielyk overgenomen , om in zyne breeder geëxamineerd te worden. En is _ dien onvermindert goedgevonden en verftaan , dat Copie van de voorfz. Misiive gefield zal werden in banden van de Heeren Leenhof de Zespiere en andere H. H. Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee, om te' vifiteeren, examineeren, daarop in te neemen de Confideratien en het Advis van de alhier aanweezende Gecommitteerdens uit de refpeclive Coliegien ter Admiraliteit deezer Landen, en om van alles hier ter Vergadering Rapport te doen. m 3 cxxxvn,  i8i july, ZAAKEN VAN 1782. CXXXVII. Misfive en Confideratien van Gecommitteerde finadèh , of en in hoe verre de Kaapers in dien:t van den Staat van de opgebragte en verkogt e Prysgoeder en de Hollandfche lmpofitien zyn verfchuldigd. ' Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende op Op Donderdag den 25 July 1782. Ontfinoen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreeven in den Hage den i< deezer, waar by aan Hun Ed. Gr. Mog. voordragen derzelver confideratien omtrent eenige bedenkelykheeden , zeeden de uitrusting van Commisiïevaarders en Kapers ten dienfie van den Staat, gemaakt, of, en in hoe ver dezelve van de opgebragte en hier verkogte Prysgoederen de Hollandfche lmpofitien verfchuldigt zyn , met verzoek van Refolutie des aangaande ; volgende voorfz. Misfive hier na geiufereert. Fiat infertio. «.Iftfn ^delibereert zynde , is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Misfive zal worden ge&amilieert door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Edele Groot. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Financien, met de Heeren Gecommitteerde Kaaden m den Hage en te Hoorn refideerende , en de vergadering daar op gedient van derzelver Confideratien en Advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. eoe.  jcly, STAAT EN OORLOG. T782. 183 t edele groot mogende heeren, Daar zyn zeedert de uitrusting van Commisfievaarders en Kapers, ten dienfte van den Staat, eenige beJenkelykheeden gemaakt, of, en in hoe verre dezelve van de opgebragte en hier verkogte Prysgoederen de Hollandfche lmpofitien fchuldig zyn te betaalen , waar omtrent wy de eere hebben het navolgende aan U Edele Groot Mog. ter beflisfing voor te dragen. Eerlfelyk, dat het aan de Gecommitteerde Raden voorkomt, dat de betaling van de Rechten op de confumtie, in eenen eigentlyken zin, hier niet in twyffel kunnen ftaan; nadien alle dezelve komen ten lasten van de Ingezeetenen, zoo Particulieren, als die dezelve ter flete verkoopen, en geene van de inbrengers, en ook over zulks geene Kapers of Commisiïevaarders met dezelve belast zyn, en dat mitsdien alle Artikelen van de Ordonnantiën op de gemeene middelen, met opzigt tot de confumabele belastingen, behooren te blyven in haar geheel. Ten tweede, dat het Meel , Brood, Styfzel en Befctiuit, komende uit vreemde Landen, geheel is geprohibeert , en dat, voor zoo verre dezelve uit andere Provinciën van deeze Unie worden ingevoert, dezelve belast zyn met zes Guldens de honderd ponden en de tiende verhoging , het geen omtrent een alterum meer is, dan het regt op de Binnenlandfche confumtie. De Gecommitteerde Raden zouden van begrip zyn , dat de Commisiïevaarders en Kapers, van deeze prohi» bitive Wet, zoo wel als van dien verhoogden Impost, behoiien te worden uitgezonden. Dat niet te min, zy, die deeze Waren ter confumtie of flete inflaan, het gewoone regt op de confumtie behooren te voldoen, te rekenen. Van iedere honderd pond Blom. - ƒ 3 o o Van iedere honderd pond ongebuild Meel. 2 6 10 Van iedere honderd pond Rogge-Meel. 1 c o Van iedere honderd pond Boekweite-Meel. 078 Van ie iere honderd pond Scheepsbrood. 284 Ten derden, dat de Commisfievaarders vau de Recnten op de inkomende Tabak, de inkomende Graanen en de inkomende Koornbrandewynen , zouden behooM 4 ren  184 july, Z A.A KEN VAN i782. ren te worden ontheven, als zynde dezelve niet op d* B> nenlandfche Confumtie, maar op den invoer gelest. Ten vierden , dat nadien de Goederen, welke het regt van de Waag en Rondemaat fubjeft zyn by den eerften opflag uit Zee, wanneer dezelve door Kooplieden geichied , altoos vry zyn; zoo behooren dezelve ook in dit geval , wanneer zy door Commisfievaarders zvn binnen gebragt, die zelfde vrydom , fchoon die Goederen pubhek geveilt en verkogt worden, te genieten ♦ dog wanneer dezelve by Accordanten van de Waag of Slyters, en zoodanige Perfonen, als by het VIII. Artikel van de Ordonnantie op de Rondemaat genoemt zyn , worden ïngeflagen, behoort den Impost daar van, na de gedachten van de Gecommitteerde Raden betaald te worden, door die geene die den inflag doen. De Gecommitteerde Raaden hebben gemeent, deeze hunne confideratien aan U Edele Groot Mog. te moeten voordragen, met verzoek, dat U Edele Groot Mog daar omtrent zullen gelieven te refolveeren, zoo, en in diervoegen , als dezelve na hunne hooge wysheid te raade zullen worden. , _ ,,, rr Waar meede. Edele Groot Mog. Heeren , zullen wy God Almagtig bidden U Ed. Groot Mog. te willen houden in zvn heilige protexie. Gefchreeven in den Hage den it fuly 1783. 5 J J (Onder ftond) U Edele Groot Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westfries, land. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) a. j. royer. CXXXVIII.  july, STAAT EN OORLOG. 17S2. 185 CXXXVIII. Misfive van de Staaten van Gelderland , nevens Advis van Gecommitteerde Raaden op dezelve; betreffende derzelver bezwaaren over de belastingen op de doorpas feerende Turf, en verzoek om eene favorabele Refolutie daar omtrent. Jngebragt ter Vergaderinge van Bun Ed. Gr. Mogende op Frydag den 26 July 1782. Is geleezen het Advis van de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Hage, vervangende in deezen de Heeren Gecommitteerde Raaden te Hoorn refideerende, van den 24 deezer, hebbende , in gevolge en ter voldoening van Hun Edele Gr. Mog. Refolutie van den 4 May deezes jaars , geëxamineert de Misfive van de Heeren Staa'en. van Gelderland van den 26 April bevoorens uit Nymeegen aan Hun Ed. Groot Mog. geaddresfeert, waar by, uit aanmerking der by hun geordonneerde reftitutie van Tolgelden van zes fuccesfive Tranfpoiten van Ammunitie van Oorlog, en tot continuatie der Civiliteiten , die Bondgenooten gewoon zyn eikanderen te prafteeren , op het érnftigfte verzoeken eene billyke Rolölutie omtrent hunne bezwaaren, en fpeciaal over de belasting op de doorpasfeerende Turf, vooral als die in Gelderland geconfumeert word; welk Advis hier na volgt geinfereerr. Fiat infertio- Waar op gedelibereert, en Copie van de voorfz. Advis verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht en alle de volgende Leden, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. M 5 De  i8ö july, ZAAKEN VAN 178a. De Gecommitteerde Raaden in den Hage, vervangende in deezen de Heeren Gecommitteerde Raaden te Hoorn refideerende , hebbende in gevolgen en ter voldoening van U Groot Mog. Refolutie van den 4 May deezes jaars , geëxamineert de Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland van den 26 April bevorens , uit Nymegen aan U Ed. Groot Mog. geaddresfeert , waar by , uit aanmerking der by hun geordonneerde peftitutie van Tolgelden van zes fuccesfive tranfporten van Ammunitie van Oorlog, en tot continuatie der civiliteiten , die Bondgenooten gewoon zyn eikanderen te preffeeren , op het ernftigst verzoeken eene billyke Relolutie omtrent hunne bezwaaren , en fpeciaal over de belasting op de doorpasfeerende Turf, vooral als die in Gelderland geconfumeert word , hebben de eer te remarqueeren, dar hoe zeer de reltitutie der Tolgelden door de Heeren Staaten van Gelderland gedaan , wegens de door derzelver Provincie gevoerde Ammunitie van Oorlog, geconfidereert kan worden als een daad van civiliteit en vriendnabuurlyke correspondentie , de Gecommitteerde Raaden nogthans niet hebben konnen zien, dat die zoude moeten dienen tot een grond, om daar aan op nieuw te accrocheeren de voorheen door welgemelde Heeren Staaten te meermaalen gedaane verzoeken tot den ophef van de Impofkie op neu doorvoer van den Turf, als meede van die, welle op den invoer van eenige Producten uit de Provincie van Gelderland in deeze gelegt is' Dat de Gecommitteerde Raaden geën redenen hebben gevonden om af te gaan van de gronden, die by hun Advis van den 19 September 1766, te vinden onder de Notulen van U Ed. Groot Mog. van den 7 November van dat zelfde jaar bygebragt zyn, om aan te toonen, dat aan die verzoeken , en fpeciaal aan dat van den ophef van de belasting op den doorvoer van den Turf door U Ed. Gr. Mog. niet konde worden gedefereert, welke redenen ook by U Ed. Groot Mog. zyn geagreëert, uitwyzens Hoogstderzelver Misfive ter dier tyd aan welgemelde Heeren Staaten gefchreeven , mee. de te vinden onder denzelfden 7 November 1766 ; en zouden vervolgens de Gecommitteerde Raaden , dienende van hunne confideratien en advis , onder het wel-  july, „ S TA AT EN OORLOG. 1782. 187 welneemen van U EL Gr. Mog., weezen van gedag, ten , dat U Ed. Gr. Mog. alsnog zouden behooren te perfilleeren by de redenen van weigering in Uw Ed. Gr. Mog. Misfive van den 7 November 1766 vervat, en wyders aan welgemelde Heeren Staaten te laaten toekomen de Misfive aan het einde deezer geinfereert, waar aan de Gecommitteerde Raaden de eer hebben zig te refereereii. EDELE MOGENDE HEEREN. Wy hebben wel ontfangen Uw Ed. Mog. Misfive van den 26 April laatstleeden, en daar uit ge« zien dat II Ed. Mog. wel hebben willen defereeren aan het verzoek door onze Gecommitteerde Raaden aan U Ed:. Mogende gedaan, om te mogen hebben reftitutie van Tolgelden, welke op de relpeétive Tol-Comptoiren in Uw Ed. Mog. Provincie gevordert en betaald zyn van zes fiicceslive tranlporten van Ammunitie van Oorlog, door onze Gecommitteerden Raaden aan eenen Johan Fredrik Hofman en Zoon , Kooplieden te Rotter tam , aanbelteed , refereerende ons wyders aan het geen door welgemelde onze Gecommitteerde Raaden op dit fubjecl: aan de Raaden en die van de Reekeningen des Furltendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen in antwoord op derzelver Misfive van den 8 May laatstleeden gereicribeert is. Intuslchen , hoe zeer wy het doen deezer reftitutie als een daad van vriendnabuurlyke Correspondentie en civiliteit aanzien , hadden wy ons nogthaos niet konneu verbeelden, dat U Ed. Mog. dezelve gouden hebben willen leggen tot een grond , om daar aan op nieuws te accrocheeren de voorheen door U Ed. Mog. te meermaalen gedaane verzoeken , tot den ophef van Impofitie gelegt op het tranfitoir van den Turf, als meede van die , welke op den invoer van eenige Producten uit Uw Ed. Mog. Provincie in de onze , gelegt is. Wy zien het eerfie aan als een Vriendnabuurlyke daad van civiliteit in het fpeciaal geval , dat wy ter delenfie van onze Provincie, Ammunitie van Oorlog be-  188 july, ZAAKEN VAN 1782. benodigt hebbende, ons in de noodzaakelykheid bevonden hebben , van die niet te konnen bekomen, zonder het territoir van U Ed. Mog. Provincie te pasfeeren , en in dit fpeciaal geval, voor zoo verre het zelve met relatie tot U Ed. Mogende Provincie plaats hebben kan, betuigen wy van onze kant alzints bereid en ge. neegen te zyn om aan die daad van civiliteit te reciproceeren, en reftitutie te doen van alle Rechten , die op het traufitoir gelteld, diesweegens gevordert zouden mogen worden: maar dat de uitoeffening van die daad van civiliteit van de kant van ü Ei. Mog. zoude moe. ten te weeg brengen, dat wy van onzen kant zouden moeten renuncieeren en afzien van zoodanige Rechten en lmpofitien, als wy naar onze conftitutie tot flyving van onze Finantie, en goedmaaking van de exhorbitante kosten , die onze Provincie boven anderen moet fupporteeren, genoodzaakt zyn te introduceeren , daar in konnen wy voor ons geene de mintle paralleliteit of connexueit vinden. Wy hebben by onze Misfive van den 7 November 1766, ter beantwoording van diverfe anterieure Misfiven door U Ed. Mog. aan ons gefchreeven, fpeciaal ter opheffing van de belasting op de doorpasfeerende Turf, bereids gezegt, zonder dat wy meer hebben om 'er by te voegen , dat het recht van Doorvaart of de belasting op de doorpasfeerende Turf in het generaal genomen niet au. ders kan worden geconlidereert, als alle andere middelen , die tot Ityving van onze Finantie en maintien onzer Ingezeetenen van ouds geintroduceert hebben moeten worden, fpeciaal om te konnen voldoen aan de excesfive lasten , waar aan onze Provincie in het byzonder onderheevig is , en te konnen opbrengen den zwaaren Aanflag waar meede onze Provincie, ten behoeven van het gemeene Bondgenoodfchap , is bezwaard ; waar by voor het tegenwoordige nog accedeeren , zoo veele extraordinaire en importante debourfementen, die de omllandigheeden van tyden en zaaken thans noodzaakelyk maaken , en die meer naar het introduceeren van nieuwe belastingen , dan naar het affchaffen van die geenen, die reeds van ouds geweest zyn, doen omzien : maar Wy hebben 'er als toen nog bygevoegt, dat  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 189 dat die belasting op de doorpasfeerende Turf, zoo als die tot nu toe word geheeven, van alle tyden en boven bet geheugen, altoos op denzelfden voet is geheeven geworden , zonder dat by U Ed. Mog. of by eenige andere Provinciën , in hetzelfde geval zig bevindende, ooit of ooit gefustineert is zig daar over te hebben konnen bezwaaren ; en eindelyk dat de introductie van deeze belasting op de doorpasfeerende Turf van eene volftrekte noodzaakelykheid is geweest, ten einde onze Ingezeetenen wier uitvoer van Turf belast is met vier Huivers en twee penningen per Ton , behalven de tiende verhooging, daar door in ftaat gelteld zouden worden, om hunne Turf buiten deeze Provincie , tegens andere Provinciën , wier Turf hier door pasfeert, te konnen debiteeren, en Wy verbeelden ons hier meede het idéé van de Unie niet buiten gegaan te zyn , doende de Ingezeetenen van de andere Provinciën, niet meerder betaalen , als door onze eigene betaald word. Maar wat nu verder betreft de klagten in het generaal door U Ed. Mog. gedaan , wegens het vorderen van eenige lmpofitien op Goederen en Waaren uit U Ed. Mog. Provincie in de onze ingevoert wordende; Wy wenschteu in het vermogen te zyn geweest om ons daar van te onthouden; maar Wy willen gaarne ter overweeging van U Ed. Mogende zelve overlaaten, hoe het mogelyk is, dat de Trnficq uen en Fabricquen in onze Provincie konnen ftaande gehouden worden, wanneer de vrye invoer van Goederen en Waaren uit andere Provinciën, alwaar die door eene minder kostbaare leevenswyze en door kleiner Arbeidsloonen voor de helft van de prys minder als hier, konnen worden gefabriceert , worde-geadmitteert ? Immers kan aan ons, als Souverainen van onze Provincie niet worden bedisputeert , ja , Wy oordeelen , dat het ons incumbeert zorge te draagen, dat onze Ingezeetenen by het exerceeren van hunne Fabrieken , en het dry ven hunner Negocie worden gemaintineert , zullen zy konnen op. brengen die zwaare Schattingen en Lasten , waar. aan zy gefubjecleert zyn; maar als nog : hoe zal dat kon nen worden geëffe&ueert, wanneer Goederen en Waren  ipo jdly, ZAAKEN VAN 17S2. ren uit andere Provinciën , alwaar die voor de helft van de prys minder als hier kouden worden gefabriceert, vry en franc ingevoert, en alhier gedebiteert en verkogt zullen worden. - Wy (temmen dan met U Ed. Mog. volkomen toe, dat het met eene vriendnabuurlyke Correspondentie van twee geconfedereerde Bondgenooten ftrydig zoude zyn, indien Wy in een fpeciaal geval, gelyk de vrydom van Tollen en Licenten voor Ammunitie van Oorlog uit onze Provincie naar die van U Ed. Mog. gevoert'wordende , niet dezelfde egards en bewyzen van civiliteit betoonden, als U Edele Mog. in het laatfte geval aan ons Wel hebben willen betoonen , waarom Wy ook bereids geoffèreert hebben van daar' aan op de volkomentfle wyze te willen reciproceeren; maar dat het introduceeren van de verdere bier voorgemelde lmpofitien met het verbond van de Unie zelve, en de belofte en verbintenisfen om weederzydfche interesfen, als eigen te zullen bevorderen, en om de Ingezeetenen der andere Provinciën niet te bezwaaren of andere Lasten op te leggen, boven die geene , welke eigene Ingezeetenen betaalen, zoude firyden, zulks meenen Wy, uit het bevorens geavanceerde, bereids genoegzaam wederlegt te zyn; brengende het Verbond van de Unie wel uitdrukkelyk meede, dat ieder van de geconfedereerde Provinciën by hunne Rechten en Gerechtigheeden zat worden gemaintineert, waar onder Wy wel bepaaldelyk begrypen , dat het ieder Provincie vrygelaaten is zoodanige middelen van Financie te introduceeren , als gefchikt konnen zyn om den ftaat der zaaken gaande te houden, en de eens vastgeltelde confiitutie te behouden , als meede de goede Ingezeetenen , die daar toe contribueeren moeten, op de best mogeiyke wyze in (laat te (lellen om daar aan te voldoen. Wy vermeenen hier meede genoeg gezegt te hebben , om te doen zien, dat Wy ons in de onmogclvkheid gefield vindon, om aan de herhaalde inftantien van U Èd. Mog., zoo omtrent den ophef van de belasting op de doorvarende Turf , als omtrent de verdere belastingen op zeekere Goederen en Waaren, uit Uw Edele Mogettöd'.Pj>ov-inc:e In de onze ingevoert wordende , te kon-  july, STAAT EN OORLOG. i782. i9r konnen defereeren , maar te gelyk dat Wy ons aan alle verdere bewyzen van Vriendnabuurlyke Correspondentie en uitoefening van civiliteiten in geenen deelen willen onttrekken. Edog refereeren de Gecommitteerde Raaden zdg ter hoogwyze dispofitie van U Ed. Groot Mog. Den 24 July 1782. Edele Mogende Heeren, Byzondere Goede Vrienden Nagebuuren en Bondgenooten ! By het houden van onze tegenswoordige Staats-Vergadering, hebben de Raaden deezes Furftendoms ca Graafïchaps , onder andere Hukken , aan ons ingezonden , eene Misfive van Uwer Edele Mogende Gecommitteerde Raaden, van den 27 Maart jongstleden aan ons geaddresfeerd ; dog by onze abfentie, volgens' de gerecipieerde ordre van Regering, by het Hof ontfangen en geopend, rouleerende over de reftitutie van _i el-Gelden, welke op de refpective Tol-Comptoiren in deeze Provincie zouden zyn gevorderd en betaald van zes luccesfive Transporten van Ammunitie van Oorlog, voor Uwer Edele Mogende Provincie, door Uwer Edele Mogende Gecommitteerde Raaden aan Johan Fredrik Hofman en Zoon, Kooplieden te Rotterdam , aan beft'eed, en waar voor, van wegens Uwer Edele Mogende, de vrydom was verzogt. Den inhoud van dien ,j by ons in 0 verwen in ge genoomen zynde , hebben wy , altyd geneegen zynde, om alle behoorlyke eguartls te betoonen , voorde verzoeken van onze Bondgenooten, en daar jegens te oeffenen die civihteiten welke de een, aan den.andere, in eene zoo iwauwe confederatie , verfchuldigd is; wel vermeend gehad , meede voor deeze zes luccesfive transporten van Ammunitie van Oorlog, even als voor het eerfte transport is gefébied, te moeten verkenen vrydom van Tolgeregtigheid; en ten gevolge van dien , de reftitutie dkr  192 JULY, ZAAKEN VAN ï?8a. dier betaalde Tol-Gelden , by onze Refolutie van beden, geordonneerd; voorts'Hof en Rekenkamer geauétorifeerd, daar van aan de Heeren Uwer Edele Mogende Gecommitteerde Raaden , tot hunne informatie , kennisfe te geven ; met byvoeging nogtans, van eenige confideratien , welke op dit fubject waren gevallen. Gelyk wy ook nimmermeer eenige zwarigheid gemaakt hebben , om , fuc esfivelyk , op de aanzoeken door , of van wegens U Edele Mogende , onder de nodige pracautien, tot weering van alle misbruiken, te verlenen vrydom op de Tollen deezer Provincie , voor zoodaane Goederen , als aan Uwer Edele Mogende Provincie , in eigendom , waren toe behoorende, en derwaards (tonden getransporteerd te worden; hoe zeer ook de Domainen van deeze Provincie, daar' by een notabel nadeel kwamen te lyden, en het Import van de vry gegeevene Tolgeregtigheden , onze Provinciale Financiën , merkelyk zouden hebben kunnen (tyven. Edog, wy vermenen teffens , dat de uitoeffening van zoodaane complaifances , aan onze zyde , thans een nieuwe blyk is, ook eenige reciprociteit zoude behooren uit te werken, aan de zyde van Uwer Edele Mogende Provincie. Het is U Edele Mogende bekend , dat wy iterativelyk aan U Edele Mogende hebben voorgedraagen onze doleancien over de bezwaaren en belastingen, welke, zoo op de traufitoire Turf, als den invoer van verfcheide producten , van deeze Provincie, in Uwer Edele Provincie gelegd zyn , en welke reeds een onnoemelyk nadeel en fchade aan onze Ingezeetenen veroorzaakt 'hebben. Dat , hoe billyk en wettig die doleancien ook waren, en hoe ftrydig het tegendeel van-dien was, nier alleen , met eene Vriendnabuurlyke Correspondentie , van twee geconfedereerde Souverainen ; maar ook, met het Verbond van de Unie zelve, en de belofte en verbintenisfe , om wederzyds Interesfè, als eigen, te zullen bevorderen; en om >de Ingezeetenen oer andere; Provinciën niet .te bezwaaren, of andere lasten op te leg-'  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 193 leggen, boven die geene, welke eigene Ingezeetenen oetaalen; U Edele Mogende egter geene de min fte reflexie daar op hebben gelieven te flaan , en aan onze aïQiiitable inftantien te defereeren. Wy confidereeren nogtans dit object van te veel aanbelang, om uit bet oog te verliezen, en zien eene vrye en alietihs onbelemmerde handel met eigene Fabricquen en producten van het Land, zonder dat die in de eene Provincie gevallen , en in eene andere vervoerd , en aldaar verhandeld wordende, boven die der eigene Ingezeetenen , met eenige impofitien werden bezwaard, aan, als een der voornaamfte grondflagen en zuilen, waar op de welvaard dier Ingezeetenen , en dus de prosperiteit van deezen Staat, voornaameutlyk gefundeerd is : ook vinden wy geene gronden , waar op zoodaane belasting, als by U Edele Mogende, op de door pasfeerende Turf, is geïntroduceerd; en voor al, wanneer die in onze Provincie word geconfumeerd , zoude fteunen. Wy agten het overtollig U Edele Mogende te repraïfenteëren', de fchadelyke en kwaade gevolgen, die , by gebrek van redres , 'hier uit zouden kunnen refülteeren ; en wanneer men dit, over en weder, voor al omtrent zaken, die tot fubfiftentie der Ingezeetenen dienen , zonde willen invoeren : maar hebben, wegens het drukkende bezwaar en groot aanbelang onzer Ingezeetenen , vermeend , deze wel gefchikte gelegenheid te m eten arripieeren, om die inftantien te vernieuwen ; en op het ernftigfte en Vriendnabuurlykfte te verzoeken , dat U Edele Mogende deeze onze gefun» deerde bezwaaren, by vorige onze Misfives in het breede vervat, nogmaals, en als op nieuw, in eene nadere overweging gelieven te neemen , en daaromtrent zoodanig te refolveeren, als met de billykheid en gegrondheid van ons verzoek is overeenkomende ; ten einde wy daar door, by aanhoudentheid, mogen gepermoveerd worden, tot praftatie van die civiliteiten, welke de Bondgenooten onderling gewoon zyn, aan eikanderen toe te ftaan; en welke Wy ook ongaarne zouden weigeren , aan één der zeiver, met wien wy het genoegen hebben in de vrindelykfte correspondentie te zyn. VI. de.hl. N Dit  io* july, ZAAKEN VAN 1782.' Die dan, van Uwer Edele Mogende befcheidenheid, te gemoet ziende. Zullen wy, Edele Mogende Heeren , Byzondere Goede Vrienden , Naagehuuren en Bondgenooten ! U Edele Mogende beveelen in Gods heilige protectie. Gefchreeven te Nymegen, den 2(5 April 1782. (Onder ftond) Uwer Edele Mogende Goede Vrienden, (Was geparapheerd) De Staaten des Iuirftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was get.)' J. IN DE BE TOUW. OXXXIX.  july, STAAT EN OORLOG. 178a. iqj CXXXIX. Propofitie van de Gedeputeerden der Stad Leiden, omtrent de Werkeloosheid dtr Republiek, en om opening daar omtrent van Zyne Hoogheid , ah Admiraal Generaal', te requirecren , en de Bondgenooten tot gepaste maatregelen aan te maanen. In gebragt ter Tafel van Hun Ed Gr. Megenden op Woensdag den 31 July 1782. De Heeren Gedeputeerden der Stad Leiden hebben ter Vergadering gedaan , en vervolgens in Gefchrifte overgegeeven de navolgende Propolitie. Fiat Infertio. Waar op gedelibereert, en Copie van het voorfz. geproponeerde verzogt zynde van weegens de Hoeren van de Ridderfchap en Edelen, om het zelve in de Ordre nader te examineeren , en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem , Delft, Amiterdam, Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schoonhoven en de volgende Leden, except van Schiedam , welke zig daar meede hebben geconformeert, en nevens de Gedeputeerden der andere Steden , de Heeren van Leiden voor derzelver betoonden yver en zèle hebben bedankt, overgenomen zynde, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. De Heeren Gedeputeerdeno van Dordrecht hebben ter Vergadering gedeclareert, dat de bedoeling van het voorfz. geproponeerde aan niets anders kunnende worden toegefchreeven , dan een loflyke poging, om den oorfprong en voortgang van de kwaade directie, in de adminiftratie van 's Lands zaaken in het generaal, en byzonder in het voeren van den Oorlog teN 2 genjs  ïo5 july, ZAAKEN VAN 178a. gens Groot-Brirtabnien te ontdekken; en dat de Regeering van hunne Stad in bet begrip ftaande, dat aaar toe geene middelen onbeprdeft behoorden te worden gelaaten, zy Heeren Gedepwteerdens voornoemt, dus ook geen zwaarigheid maakten, om voor zoo veel het oogmerk der voorfz. Propofitie aanging , het zelve meede voor het hunne aan te neemen, als meede om de Heeren Gedeputeerdens van Leiden, en in dezelven de Heeren hunne Committenten op het' hertelykst te bedanken , voor den iever en attentie , waar meede zy met der daad betoonden 's Lands weezentlyk heil gaade te flaan; terwyl zy betuigden geen ogenblik te zullen verzuimen , om van de byzonderheeden $ in de voorfz. Propofitie voorkomende , aan de Heeren hunne Committenten kennisfe te geeven , die zy zig verzeekert hielden , dat met allen empresfement daar over deliberatien zullen aanleggen, en derzelver gedagten ter deezer Vergadering ten fpoedigfte doen communiceeren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. T"\e Heeren Gedeputeerden der Stad Leiden , heb* JL/ ben in naam en op expresfe last van de Heeren haare Principaalen ter Vergadering voorgedragen. Dat de Heeren haare Principaalen al bereids zeedert eenen geruimen tyd zeer kommerlyk zyn aangedaan geweest over den zoo deerniswaardige als veragterlyke ftaat, waar in zy deeze , voor heen zoo gedugte Republiek thans vervallen moeiten zien. Dat het gevoel daar van hun meer en meer had ter harten gegaan, naar maten zy dat verval meer en meer hadden moeten zien toeneemen ; en dat zy hunne betrekking en hunne pligt in het oog neemende, ook daarom al te meermalen hadden vermeent pogingen te moeten aanwenden, welke, indien mogelyk, de veragting en den fpot, waar aan dees Republiek zig maar al te zeeker geëxponeerd had, kwamen aftewenden, en in teegendeel aantevoeren zoodanige Middelen, als ftrekken konden om voor te komen, dat den grondflag van derzelver ondergang niet verder gevestigd wierd. Dan, dat zy, zig vleiende, dat gimitiger tyden hun zou-  j-uxy, S TA a T /E N OORLOG. 1782. 107 jouden bevryden van dee-ze haare-pogingen meer opent. ]yk te moeten werkftelhg maaken , zig mog hadden te rug gehouden daar van meerdere , dan zy tot hier aan toe gedaan hadden, biyken te geeven. Dog , dat zy met de inniglie aandoeninge ontwaar gewoiücn zynde , dat deeze haare verwagting niet bevesiigd wierd, en dat den ftaat, -waar in deeze Republiek zig thans gelteld vond , tot 'die laagte | vervallen was, dat zelf Mogendheden, van wien men zulks nimmer zoude hebben kunnen wagten, zig .niet ontzagen ongemefureerde demarches te doen , wel,ke de verneedeienfte biyken ten klaadten opleeverden; zig niet langer hadden kunnen te rugge houden, .om op het na.au wkeuriglte te onderzoeken de ware fources, waar uit dit alles was voortgefprooten. Dat dit onderzoek hun maar al te zeeker bad doen ontwaar worden , dat het gedrag het welk in deeze Republiek,zeedert het. uitberften van den Oorlog met Engeland gehouden was , daar- van de eenige en ware .oorzaak moest genoemt worden. . Want dar, onaangezien de Bondgenooten niet .alleen de vigoureufte befluiten met .alle fpoed en eemlragt Jiadden genoomen , maar ook immenle lommen /toegjItaan , om de marine van deezen ftaat r,in een veteischt postuur te ftellen , die.cwrdaate maatregujen, achter dus verre nog de Commercie .(die Zenuw van dees StaatJ hadden doen beichermen nog de Colouieu bé- -iVeiligvn . npg den Vyand gevoelige, tia gen toebrengen; .in tegendeel,, dat met deeze aUez,ints loffelyke pogingen , na verloop van agtfcfli mauwden tyds; niets, anders .was uitgewerkt, dan dat een , klein getal Vyandelyke Scnepen de geheele M> .van-deezen Suiat in der- ' zeiver . Zeegaten had -kunnen■ jopgellooten houden, cn de ^Navigatie van deege ,Republjek>z^danig ftremmen, dat door gansch Europa geen Hollanii£che Vlag in Zee .meer.te .zien,|-was.. . bsrt miri Eene gebfturteftis,- waar van. zeedert-dat deeze Natie t&a Volk was geworden,-geen /.voorbeeld zoude werdem 'aaugeyoert, ,ejt ?&m laagibeid.,-vwaar toe de vereenigde -M»gt«n van VrajBkryk-.en. Engeland.in de voorige Eeuw dez?i*e nimmer-had kunnen brengen; en zulks, met N 3 te.  198 july, ZAAKEN VAN 1782. regen (bande déeze Republiek zulke goede Zeelieden opleevert als elders kunnen gezogt worden; niet tegenltaande dezelve branden- van verlangen , om den Vyand bet hoofd te bieden , en zig over hunne ongeoorloofde mishandelingen te wreeken; en niet te°-enftaande deezen Staat voorzien is van Bevelhebbers0 die in de eenige geleegenheid , welke hun is voorgekomen, getoont hebben, dat zy door beleid en Heldenmoed den Roem, welke deeze Natie in zoo veele Zeegevegten verworven heeft, zullen weeten (taande te houden, en mogelyk vergrooten. t j Dat dit zoo zynde, gelyk het helaas maar al te zeeker is', het niet dan tot het hoogde misnoegen aan 'het grootde en heste deel der Ingezeetenen , die nimmer weigerig waren al was het eene verdubbelde Last re 'drangen, en die , daar deeze Last haar daar voor moe^t foevryden, intusfchui de eene ramp voor, de andere na Rebben moeten ui titaan en nog dagelyks hun bedaan 'en welvaart tot hunne innige fmene zien te gronde faan, (trekken moei ,-eene zoo onverfchoonlyke wereiooshefi , en (moet men nier zeggen; verkeerde directie van zaaken, die elk weldenkende Liefhebber van 2yn Vaderland moet in de 00 gen (teelten, by aanhoudenheid te moeten blyven befchouwen. En dat dit de He-ren haare Principaalen , die aan E'd en Plicht gebonden, oordeelden dat zulks met (tilzwygen niet langer zonder zig verantwoordelyk te dellen was toetelaaten , gedrongen had, om , 'warë hë't nog mogelyk de nadeelige gevolgen , welke uit zoodanige handelingen nootwendig moeiten voortvloeien voortekomeri, re denken op zoodanige gepaste e/i Conftitutioneeie Middelen-, als" best gefchikt geoórdeelt moeren wowen tot het elfeclueeren van zoodanige veranderingen , als daar in te regt geacht mogen worden te wer len Aereischr. En dat dit hun had gepermoveert, om , vermits de refpe-cdive Bondgenooten, en byzonder ook Haar Edele Groot Mug. op geenerlei'wyze konden gezegt worden agterlyk te zyn gebleeven in het neemen der noodigè maat-egulen om s Lands Navale Magt in zoodanig eene Staat te brengen, als vereischt wierd om met fuc-  july, STAAT EN OORLOG. 1782. iSJSv fucces tegen den Vyand te ageeren , aan Hair Edele Groot Mo?, voor te dragen of dezelve' niet ten fpoedigfte zouden gelieven goed te vinden te bepaalen een naauwkeuiig onderzoek na de waare en eigentlyke reedenen van deeze zoo zeer in het ooglopende werkeloosheid , en ten dien einden volgens Hoogstder<:elver Souveraine Magt en auöoriteit van Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder, in qualiteit als Admiraal-Generaal deezer Provincie Provifioneel te requireeren» j. Copie van alle de ordres , welke door Zyne Hoogheid, in voorfz. quafreit zeedert den aanvang van den tegenswoördige Oorlog, van tyd tot tyd, en wel tot aan het tegenwoordig uitloopen van de Vloot toe, gegeeven waren aan de Officieren, welke zoo in als buiten Europa eenig Commando hadden gehad over de Esquaders van den Staat; het zy dezelve Esquaders zig bevonden hadden op de Rheen of in de Havens van de Republiek in of buiten Europa, het zy in de Havens of op de Rheen van andere Mogentheeden, het zy dezelve ordres gehad hadden om uitteloopeu of zig op hunne Standplaatzen te houden: mitsgaders Copie van al het voorgevallene in de Zee-Krygsraaden geduurende den voorfz. tyd , aan Boord der voorfz. Esquaders in Europa gehouden, met de Refolutien daar ingenoomen, alles voor zoo verre dezelve ordres en Zee-Krygsraaden mogten hebben gérouleert over liet protegeeren van de Commercie, het verdedigen van 's Lands Bezittingen, en het doen van afbreuk aan den Vyand; onder de zeékere inwagting , dat dadelyk by het eindigen der jegenswoordige Campagne , gdyke Copien door Zyne Hoogheid, in voornoemde qualiteit zullen werden, overhandigt van alle de Orders door Hoogstdezelve gegeeven; en van al het in voegen voorfz. verhandelde in de Zee-Krygsraaden. En voorts in een vast vertrouwen , dat bereids nu door Hoogstdezelve genoegzaame biyken zullen kunnen werden gegeeven, dat, gelyk men allezints billyk verwagten mag, aan Ijet in Zee zynde Esquader zoodaN 4 ni*  soo july, ZAAKEN VAN 1782. nige Orders zullen gegeeven zyn , dat de aldaar Commandeerende Officieren hun volledig gelast vinden , om den Vyand allen mogelykèn afbreuk te dpen, zoo door het riüneeren van haare Commercie , als door het intercipieeren van haare retour Vloot uit de West - Indien , welke waarfchynlyk voor de gecombineerde Vlooren gewaarfchuwd zynde, benoorden Engeland om, haare Havens zuilen zoeken te bereiken. 2. Wyders te vragen opening of en hoedanig onder¬ zoek 'er heeft plaats gevonden om te ontdekken , aan wie het te attribueeren zy, dat, na dat het vertrek van den Heer Yorke kennelyk was , de Schepen gecommandeert door de Heeren Satink en Volbergen, met het Compagnie Schip gecommandeert door den Kapitein van Proyen, niet promptelyk zyn gewaarfchuwt, ten einde te prsevenieeren , dat dezelve niet, gelyk nu gefchied is, dadelyk in handen van den Vyand vervielen? 3. En voorts te vorderen Communicatie van de Reedenen. A. Waarom in het afgeloopen jaar 1781 de toen voor banden geweest zynde Oorlogfchepen en Fregatten niet ty n'g Zyn geconjungeert , en in I Zee geftooken , om zoo de Oost- en Westindilche als alle andere Schepen van deezen Staat te protegeeren , en den Vyand in de Noordzee alle afbreuk te doen , zoo door het belemmeren van zynen Handel op de Oostzee , als het 'onderfcheppen van. zyne t'hüiskomende Groenlandsvaarders , als meede van de Transportfchepen, die met Trouppes uit Duitschland kwamen;, byzonder toen Het bekend was , dat een aantal derzelve flegts onder het geleide van eenige weinige Fregatten langs de Kusten van deezen Staat naar. Engeland pasfeeren zoudei ? —i~ En waarom ten tyde ,' dat het Esquader in de maand van Augustus 1781 na de Oostzee fteeyende, het zélve niet is verfterkt geworden door de Schvp»ir gecommandeert door de Kapiteinen de Bruin, van Kinkel en Raauws ? B. Waal-  ju-ia-, STAAT EN OORLOG. 1782. soi> B. Waar aan het moet worden toegekend , dat, daar men eene volledige-toezegging gehad heeft, dat de Schepen , welke op Doggersba'nk waren flaagsch geweest, zoo fpoedig mogelyk zouden worden gerepareert ; ten einde daar van met 'andere Schepen die vroor handen waren de Convoyen 'na 'de Oost-'en Westit'diën , 'als meede na de Oostzee te doen jfcleSSëfl , men niets van die td&ïêggirrg heelt zien bevcstigan, maar de Koopvaar yfónépén » op tié fo^eg^ing zig hehhtnde gereed genaakt, oen gen .elc Winter door uit éfÖól le VF> het niet prcelle ren van voori/.. ibeg zeg'e tdt immenfe fchvdem voor de (leintcrL-.-Kercei)^, op gevaarlyke RWèën hebbe:; mopien blyven léggen' : En of, zoo men de reei'en daar van mogt zyn ontwaar geworden , daar tgeu voor het vervolg wel waren aangewend die gepaste middelen , waar door mén diergelyke fataurörtéii zoude kunnen prasvenieeren, eu zeeker zyn, dat men of, zoo fpoedig als den Vyand, of, gelyk in voorige tyden , met. de llaagsch geweest zynde Schepen weder Zee kon kiezen? En of 'er da:? alsnu , daar de Schepen zig thans weder in Zee bevinden , bereids behoorlyk gezorgt is , dat 'er voorraad van Scheeps - Materialen in de refpeftive Havens van deeze Republiek gevonden word , en 'de noodige Magazyneb in derzelver N<:buurfchap aangelegt zyn , om op het exempel van het gebeurde in den Oorlog van 1Ó65 en ïöóó de O rrlogfchepen van oen Staat" by derzelver. binnen vallen fpoedig en promptelyk te kunnen repareeren , van het nopdige te voorzien en na Zee te ■ zenden, ter voorkoming dat een iangduuriger oponthoud den dienst van den Lande kome te prejudicieeren. C. Waarom de Oorlogfchepen en Fregatten , die da geheele Zomer in de Middelandlche Zee hadden doorgebragt zonder den Vyand eenig hoe genaamd' nadeel te hebben aangedaan , vooral, N j na  aoz July, ZAAKEN VAN 1782. na dat de aan haar gegeevene Orders niet meer konden werken , niet zyn opgezonden na de posfesfien van den Staat in de Oost- of Westmdiën, ter zoo hoognodige verfterking van den weerloozen Staat der zaaken aldaar ? of waarom dezelve geen orders gekreegen hebben, om eerst de zes Oostindifche Retotirfchepen , die zig nu nog uit gebrek aan Convoy vinden in de Haven van Cadix , vau daar provifioneel na een der Franfche Havens , en byzonder na 1'Orient te geleiden , — en daar na de drie te Drontheim leggende Oostindifche Schepen by hun retour na het Vaderland binnen de Havens deezer Landen te brengen? — of waarom dezelve de Manfchappen van het Schip , gecommandeert geweest zynde door den Kapitein Berghuis, nutteloos en zeer kostbaar verdeelt op de voorgemelde Oostindifche Schepen , by hunne retour, niet hebben meede gebragt, ten einden op een of ander van 's Lands Schepen te kunnen werden geplaatst. D. Waarom alle de in gereedheid zynde Oorlogfchepen en Fregatten uit de refpeftive Havens en Zeegaten van deeze Republiek, niet vroeg in dit Voorjaar, eer en alvoorens zig eenig vyandelyk Schip op de Kusten vertoonde, op eene bekwame plaats , zoo als daar. toe voorheen gedient. heeft, en nog nuttig gehouden word., het bekende SchopneveJt , waren geconjungeert geworden , om' met vereenigde Magt den Vyand van onze Kusten en uit de Noordzee te houden; de Oost- en Westindifche Schepen voor zoo verre die bereids tot zulke drukkende kosten van deeze voor den Lande onmisbaare , en ten ondergang dreigende Compagnien zoo lang gewaapend gereed geleegen hadi den, tot op zeekere hoogte te geleiden, en onder behoorlyk Convoy vroegtydig na de plaats hunner destinatie te doen vertrekken : En vervolgens op de Engelfche Koopvaardy-Vlooten, welke na de Oostzee zoo aanhouden! fteeven«0 de»,  jult, STAAT EN OORLOG. 178*. zc3 den , of van daar tè rug kwamen , gelyk meede op de Transportfchepen tot het afhaalen der Duitfche Trouppes beftemt, te kruisfen ; de in zoo klein getal gevonden wordende Oorlogfchepen, welke dezelve hebben geconvoyeert, aan te tasten , immers zoo wanneer zulks , gelyk daar toe genoegzaame geleegenheeden voor handen zyn geweest , met hoop van fucces gefchieden konde; ja zelve met weinig disapparentie van reufite te onrciKemen ware geweest , wanneer de hier voorengenoemde Combinatie van de Zeemagt deezer Republiek vroegtydig gelchied ware , als wanneer dezelve ook genoegzaam beltand zoude bevonden geworden zyn geweest, tegens een (legt bemande, met zieken opgepropte, en daar by niet talryke Vyandelyke Vloot, zoo ah die zig voor onze Kusten vertoont heeft. E. Waarom ten minften de in Texel en bet Vlie gereed leggende Oorlogfcheepen en Fregatten niet aanftonds uitgezeilt waren, en den Vyand flag geleevert hadden , zoo ras als een groot gedeelte van deszelfs Scheepen wederom van voor onze Zeegaten vertrokken was, om tegen de vereenigde Franfche en Spaanfche Vlooten brui kt te worden. F. Waarom eindelyk geduurende deezen Oorlog niet een goed aantal Fregatten en Kotters, waar van de Republiek genoegzaam voorzien was , in Zee was gehouden, om ter Kaap uitgeruste Scheepen van particuliere Ingezeetenen te dekken , de vyandelyke Commercie afbreuk te doen, en onze Kusten tegens de infultes en Strooperyen onzer Vyanden te beveiligen en dus voorgekomen of belet, dat dezelve in het ge' zigt en maar even buiten het bereik der Scheepen van Oorlog van deezen Staat, een zoodanig Schip komen te neemen. . En dat dan voorts van de in deeze genoome Refolutie door Haar Edele Groot Mog. den overige Bondgenooten by Misfive werde' kennisfe gegeeven,  1304 Julyy ,ZAAK£N"V.AN' 1782. ven, en dezelve verzogt en -geëxhorteert, om met r -Haar Ed. Groot Mog, te willen concurreeren tot het ■• neemen van zoodanige gepaste en nattige maatregulen , als ter wegneeming der fchandelyke en firtiaadelyke; werkeleosheid meest gefchikt zulJen bevonden -worden ; ten einde de goede Inge. zeetenen deezer Lanuen op hunne allèziius btlly. ke kiagten «00 v^el mogelyk voldoening te doen erlangen, de Krygs-Operatien ter herftel der zoo vervallene ftaat der Republiek een nieuw leeven te geeven ,■ den trotfchen Vyand, die nog onbefchaamt fchynt te willen voortgaan , tot reeden te brengen en langs- dien allerbetamelykften weg een honorable en beftendige Vreede te:.erlangen, ■— , . CXL. Propofitien en Advifen, gedaan en uitgebragt op den liuhe-ngewoo■11 en Landsdag van Friesland , gehouden in de Maand July ' 8 17Ü2. , nsjoolV sdalticcqa na sn-jirövj' ^iiui^m \h , propositie van oostkrgoo. b«v ifkw cü-ï)ii.;< £ie (.sin > -rt tiimn fc3c* HetvKwartier van Oostergoo in overweeging genoominrhebbende yerlcheide voorgaande Staats lle-foluiren en zekere -Propofitie, door £y ne Doorb Hoogh. ■ter Vergadering van Hunne Hoog iv%}g.' gedaan , tot ■ontdekking van de redenen van zulkTeenenOubegrypelyke 'vertraaging , als geduurig in de zaaken van dee-zen Oorlog plaats heeft , en gezien hebbende, tot innerlyk leedweezen , dat alle de pooging'eu ,. op den ■voorfltag van Zyne - Hoogheid zoo .we'lméenende door Hunne Hoog Mog,-in 't werk gefield, varp geefte vrugt tot hier toe geweest zyn , vermeent,, dateer andere •middelen tot ontdekking van de veroorzakers van dit ysfelyk retardement behooiden in 'c..wtrit gefield te ' " wor-  jgly, STAAT EN OORLOG. 1782. 205 worderi. Her Kwartier derhalve confidereerende, dat, hoe zeer ooit alle; menagement van uitgave voor de Republiek, en boven al van deeze Provincie, behoort te worden betracht', echter niets te kostbaar is, om te bevorderen de ontdekking van een zoo verregaande misdryf, als 'er hier of daar fchynt plaats te hebben, (laat aan de andere Kwartieren voor, om wegens deeze Provincie ter Generaliteit te proponeeren, by Publicatie- aan den eertien, welke den Veroorzaker of de V&roorzaakers van dit onbegrypelyk retardement, of iemand , die eene ongeoorloofde Correspondentie met den Vyand houdt , of gehouden heeft , weet te ontdekken, zoodanig dat dezelve in handen van de Ju'ti» tie vervalt, en van zyn misdryf overtuigd word , te belooven een premie van- een Millioen Guldens , boven de iinpuniteit, indien dezelve medepligtig was, en f» CTetesl'e van des Aanbrengers naam , indien zulks begeert ; vermeenende het Kwartier, dat hier uit groot voordeel voor den Lande zoude proflueeren. De Advyfen, hier op gevallen, zyn als volgt: Oostergoo, Conform de Propofitie. Het Kwartier ziet met verwondering, dat het Kwartier der Steden eenige zwaarigheden tegen de Propofitie inbrengt, welke in de volgende beftaan: Vooreerst eene Vraag, of niet de redenen van vertraaging in de Rapporten van de Admiraliteits• Coliegien te vinden zyn ? Ten tweede , eene {telling , dat nooit tï verwagten is , dat een particulier beter de ontdekking van een Landverraad , of ongeoorloofde Correspondentie, dan de Regenten , zoude kunnen doen. Ten'Derde, eene Vraag, waarom Oostergoo fpreekt van eene ongeoorloofde Correspondentie, zonder daar van fuspitie te geeven ? Ten Vierde, eene (telling dat 'er Wetten genoeg zyn tegen zulk eene ongeoorloofde Correspondentie met den Vyand. Op de eerfte Vraag meent het Kwartier van Oostergoo rondelyk neen te moeten antwoorden ; want anders  ace? jöMrg ZAAKEN VAN Ie¬ ders immers zoude het Kwartier der Steden zelve die Rapporten met, alleen voor Notificatie , aangenoomen! hebben ; anders zoude het Rapport daar omtrent nog verwagt wordende , ter Generaliteit reeds lange uiS bragt geweest zyn, en reeds by de Hooge Bondgenooten kragtdaadige middelen te werk gefield, om die heillooze vertraaging te weeren. De ftelling, by het tweede point gemeld is alzins abufief; want een particulier , zelve mede pligtig aan zulk eene euveldaad, dus even bekwaam om zyne Vloekgenooten , als zyn Vaderland of Droodheeren te verraaden , kan oi.getwyfeld door een groote prem e uitgelokt, meer ontdekken, dan de SouvereinzïwTn ^lnnnvSere Z°adn kUnnen Vinden 5 te me" ^ar het belooven van zulk een premie in Engeland evenveel zoude opereeren, als in de Republiek Omtrent de Vraag by het derde Point gefield, zegt het Kwartier, niet te twyfelen, of 't Kwartier der StS den za daar in wel met het Kwartier van Oostergoo O'-ereenkoomen , dat de fiemme des Volks de flcmma Gods is : Dat nu de fiem van 't Volk zeer algemeen roept van dusdanige Correspondentie ; dat ook zulks bevestigd wordt uit honderden van voorbeelden , by welken de Vyand reeds fpoedig , ja eer dan onze In gezeetenen, of de Heeret^, Stafte'n delven ,oiXric geenVbewys.V0°rneeme"S VM deeze RePu°"<*, behoeft Wat het vierde Poinct betreft; zal het Kwartier niet ontkennen , dat'er Wetten genoeg Zy„ , ingevalle de rn.sdaad.ge ontdekt is; maar is van Advis, dat het 2 tyd de phgt is van den Souverein. om ter ontdekking van verregaande Euveldaaden, alle'best mogeiyke S delen aan te wenden , en tot welk einde het Kwart et mets te precieus oordeelt. kwartier Plet Kwartier hoopt dus, de zwaarigheden, by 't .Kwartier der Steden geopperd, volkoomen opgelost» hebben en twyfelt derhalve geenzints, of dit Kwartier zal ook gereedelyk alles wat mogelyk is,aanwenden ter on dekking van deeze verregaande en ftrafWaardige euveldaad. 6 Ooïergoof ° ^ de ™* 'm Smü' Z^enwnden als De  july, STAAT EN OORLOG. 178a. 207 De Propofitie perfifieeren. De Steden pasfeeren. Plet Kwartier gezien hebbende, dat het Kwartier van Zevenwouden zich conformeert met de Propofitie van Oostergoo, meent aan de andere Kwartieren in bedenking te moeten geeven; of niet de redenen van vertraaging genoegzaam te vinden zyn , in de Rapporten van de Admiraliteiten , door Hunne Hoog Mog, op voorftel van Zyn Doorl. Hoogheid gerequireerd , en aan de Staaten deezer Provincie ingeleeverd ? Zoo ja, gelyk het Kwartier oordeelt, dan is het zekerlyk zeer vreemd, 't geen in de Propofitie gezegd wordt, dat de pogingen door Hunne Hoog Mog. in 't werk gefield van geene vrugt tot hier toe geweest zyn; en zoo de voorfz. Kwartieren meenen, dat noch de Admiraliteit, noch de Staaten der Zeven Provinciën de reden van vertraaging kunnen ontdekken, dan kan men nooit met reden verwagten , dat een particulier Perfoon zoodanige ontdekking zal kunnen doen; en dus zoude uit de Publicatie kunnen fchynen, als of men dachte, dat gemeene Ingezeetenen , in dit ftuk van onderzoekinge , kundiger en wyzer bevonden zouden worden, dan de Regenten zeiven ; en wat reden is 'er toch, om hier by, in dezelfde Publicatie melding te maaken van ongeoorloofde Correspondentie, met den Vyand; waar van geen fuspicie opgegeeven wordt , en waar tegen Wetten genoeg zyn ? propositie van oostergoo. 't Kwartier met doorgrievende aandoening in de !Zuidhollandfche Courant van den 1 July deezes Jaars zekere Misfive geleezen hebbende , van den volgenden Inhoud: — [Hier volgt de Copie van een Brief gefchreeven aan Boord van de |afon op de Reede van Vlisfingen enz. welke reeds in een voorgaand Artikel geïnfereerd en overvloedig bekend is ; waarom wy die hier voorby gaan.] Proponeert aan de andere Kwartieren, om zich ten fpoediglte naauwkeurig by de Heer Erf-Stadhouder, als Admiraal Generaal , aan wien de Rapporten van den Schout-by-Nagt van Kruinen moeten zyn medegedeelt, te informeeren, .of de inhoud daar van waarag-  scS july, ZAAKEN VAN I?8.2» tig is; en zoo ja , omme dien aangaande zoodanige Refol. en Mefures te neemen, als onvermydeiyk nood. zaakelyk in deeze allerhachlykfte omftandigheden zullen bevinden; en ingevalle de inhoud valsch m >gre bevonden worden, de Ed. Mog. Heeren Staaten van Holland en Westvriesland Vriend nahuu lyk te verzoeken om den Courantier te vergen den Schryver te ontde ken , en wegers zulk een la^erlyk vernaai exemplaarlyk te ftrall'en; zyn.ie bet Kwartier van gev >elen, dat het van 't allermeette aanbelang is, zulks te weeren , en dienvolgens deeze zaak boven al ernftig te behandelen. Gelyk meede derzelver Rapport van de Commisfie door U Ed. Mog. op 't mindl. verleend, ter gelegenheid van de deliberaiien over 't 16 le Point van den jongst afgeloopen Landdag, omtrent dejudicature over Perfoonen, welke zich als Soldaat hebben geëngageerd, doch nog niet goed gedaan en geënrolleerd zyn. De Advifen hier op eenparig. Rapport 't Mindl. omtrent de Judicature over Perfoonen , die als Soldaat geëngageerd , doch nog niet goed gedaan zyn« Oostergoo conform het Rapport ; en is 't Kwartier van Oordeel-, dat de Staats Refolutie van den 2& Decemb. 1748 als iramediaat aanloopende tegen het 30 en 3! fte Art. van 't Regl. Ref. in dato den 21de daar te vooren, met alle de verdere gevolgen en aankleeven van dien , zoo in den Jaare 1752 en 1753 als vervolgens , behooren te worden genulleerd , het Hof Provinciaal in zyne competeerende Judicature over de gemeene Delicten van Militairen, herfteld , de Pro?'ii cie van zulk een vermeerderende fletrisfure tegen haare Souvereiniteit onthee ven , en de Heeren Gevolmagtig. den van alle bedenkinge van ontrouw aan hunne Pro* curatien gereleveerd , zoo veel het r en ade Lid van dat Advis aangaat; dat daar van by Publicatie aan allen en een iegelyk kennis worde gegeeven ; gelyk mede aan Zyn Doorl. Hoogheid als Kapitein Generaal by Misfive en aan 't Hof Prov. door *s Lands Secretaris. De Propofitie perfifteert en vertrouwt vas:elyk, dat de Kwartieren van Zevenwouden en de Steden wel in  jül¥, STAAT EN OORLOG. 1782. aco in nadere en allerernftigfte deliberatie zullen willen leg. gen dat gedeelte van 's Kwartiers nevendaande Advis', waarin zoo directelyk, en op eene zoo zeer in 'r oog vallende wyze, 'r. Regl. Reformatoir, de Procuratie van de Stemgerechtigde Ingezetenen, mitsgaders de Eed van ëen ieder van de Heeren Volmagten in 't particulieren perfoneel , waar tegen alle ftrydige abuizen zoo ras ontdekt worden, niet zonder de haatelyklte confequentien zyn te permitteeren. Westergoo laat de zaak in flatu tot "de groote Lnnddags Vergadering van 't aanftaande Jaar. Zevenwouden: By refumtie vast te ftellen, dat aangenoomene, en by 't Regiment niet goed gedaane Per* fbonen geen Militairen zyn, en dus tot de Judicature van den gemeenen Rechter behooren ; voorts daar van kennis te geeven, daar zulks behoort. De Propofitie perfifteeren en infteeren , dat het Kwartier van Westergoo zich over deeze zaak meede verklaare ; ten einde de Conclufie van dit Poinét te helpen bevorderen. De Steden, 't Kwartier kan zich niet conformeeren met het Rapport van 't Mindl. nadien als nog oordeelt, dat iemand, die zich op een behoorlyke wyze tot Soldaat heeft laaten aanneemen, en 't Contract van dienstneeming geprefenteerd heeft, aan den Militairen dienst verbonden is , en dan terftond als een Militair gehouden moet worden; zonder dat het prefenteeren van zoodanig Contract en aangenoomen Soldaat aan den Colonel of Commandant van 't Regiment tot de wettigheid van zoodanig Gontract iets toebrengt; waarom het Kwartier perfifteert bv hun voorig Advis, op deeze Materie uitgebragt. De Propofitie in ttatu. Wyders brengen de Heeren U Ed. Mog. Gecomm. in 't Mindl. ter deliberatie derzelver Rapport van een Commisfie by 't s8de Point van den Extr. Ord. Landdag, in May laatstleeden gehouden, op hen verleend, om met Heeren Gecomm. uit den Hove Provintiaal : nader te examineeren de Concept-Publicatie by voorlz. : Point Hunne Ed. Mog. voorgedraagen , concerneerende I het geproponeerde der Heeren Raaden in gedachten I Hove, om vast te ftellen , dat geene Ingezeetenen deei zer Landfchappye , die onder Vaderlyke magt of VoogVI. deel. O den  2io july, ZAAKEN VAN 178a. den (laan, zich in Militairen Dienst zullen mogen be» geeven zonder Vaderlyke of Voogden Confent, by pcc« ne van nulliteit. Advifen. Oostergoo conform het Rapport. De Propofitie als Zevenwouden. Westergoo —i Zevenwouden , conform het Rapport; oordeelende wyders , dat alle disputen , of aangenoome Perfoonen al , of niet , onder de Vaderlyke of Voogden magt ftaan, en uit dien hoofde de aanneeming wettig of onwettig is , behoort tot de Judicature van den Civielen Rechter. De Propofitie perfiffceeren , en voorts ten opzigte van 't Kwartier van Westergoo op 't softe Poinr. De Steden oordeelen, dat hier over behoort verzocht te worden de Hoogwyze Confideratien van Zyne Doorlugtige ^Hoogheid als Kapitein Generaal deezer Provincie. De Propofitie in ftatu. Ook wordt U Ed. Mog. geëxhibeerd eene Misfive van Zyne Doorl. Hoogh. den Heere Prince Erfftadhouder gefchreeven in 's Hage den 9 July 1782 , en dienende ter refcriptie op U Ed. Mog. van den 6den daar te vooren , omtrent een Copia-Druk in de Zuidholl. Courant van den 1 July geïnfereerd, ajs gefchreeven aan Boord van 's Lands Schip de Jafon; zendende Zyne Hoogh. by opgemelde refcriptie over , 5 Bylagen ; waar uit blykt, dat de inhoud des Briels geheel valsch is, en de zaak, daar in gemeld, tegen de waarheid opgegeeven wordt. Advis van Oostergoo. Door Zyne Doorl. Hoogh. aan de requifitie van Hun Ed, Mog. zynde voldaan, refereert het Kwartier zich nu tot het tweede Lid van >zyne Propofitie , ten einde dezelve werkftellig worde gemaakt; oordeelende niet te min, dat, aangezien 'er Hun Ed. Mog. aan geleegen ligt te weeten, of, de Advisjagten zich van hunnen pligt beboorlyk hebben geacquiteerd , in 't recognosceeren van 't bewuste , het zy dan Neutraal of Vyandelyk Schip, aan Zyne Hoogheid nader behoord te worden gefchreeven, niet verzoek , dat Hoogstdezelve na ingenomene informatieu punctuelyk mede op dat fujet , Hun Ed. Mog. dies aangaande opening gelieve te geeven.  joly, STAAT EN OORLOG. 1782. 211 De Propofitie perfifteert. De Propofitie. Het Kwartier exhibeert een ConceptMisfive. De Propofitie conform de Concept - Misfive aan de Staaten van Holland , en urgeeren, dat de ConceptMisfive door 't Kwartier geëxhibeerd, mede aan Zyn Hoogheid worde gezonden. Westergoo Comm. op 't Mindl. om met de Advifen van Oostergoo en de Steden de benodigde Misfiven te concipieeren. De Propofitie als Zevenwouden, des tegen denSchryver , zoo ontdekt wordt , mede geprocedeerd worde : De Propofitie conform de Concept - Misfi ve van 't Mindl. Zevenwouden conform bet laatfte lid van de Propofitie van Oostergoo, de Staaten van Holland en Wescvriesland vriend nabuurlyk te verzoeken, de meest gepaste middelen te willen aanwenden , ten einde de Schryver van den pretenfen Brief door den Courantier worde ontdekt, en in cas van naamloosheid of weigering van den Brief, zoodanig tegen den Courantier zelve worde geprocedeerd , als in goed justitie zullen verftaan te behooren , ter voorkominge van verdere foortgelyke lasterlyke vernaaien. De Propofitie perfifteeren. De Propofitie conform de Concept-Misfive van 't minderdeel aan de Staaten van Holland. De Steden, 't Kwartier de Misfive van Zvne Hoogheid en de Certificatie jvan den Schout-by-Nacht van ,Kruynen. Kapt. Story en verdere Officiers gezien hebbende , waar by duidelyk blykt , dat de Brief in de ■ Zuidhollandfche Courant van den 1 July gemeld , een malitieufe onwaarheid is; vermeent,dat Zyn Doorluchtige Hoogheid voor Hoogstdeszelfs Ouverture dient te worden bedankt, en verders, ingevolg de Propofitie van 't Kwartier van Oostergoo, de Ed. Mog. Heeren Staaten van Holland en Westvriesland vriend naburiglyk verzogt, den Courantier te vergen den Schryver te ontdekken, en wegens zulk een lastetlyk verhaalexemplaarlyk te (traffen. De Propofitie als 't laatfte. De Propofitie van Westergo. Refolutie van 17 July. O 2 CXLI.  212 july, ZAAKEN VAN 1782. CXLI. Propofitie van het Friefche Kwartier Westergo, om aan Zyne Hoogheid den Prinfe Erfftadhouder /« verzoeken, het verwyderen van den Heere Hertig van Brunswyk van het bewind van zaaken. Het Kwartier van Westergoo vind zig indispenfabel verpligr, uit hoofde van de Critique omftandig. heden, waar in ons Land zig bevind, van aan de andere Kwartieren in ernftige overweginge te moeten gee. ven, dat daar het aan ieder Lid van Staat overvloedig bekend is , dat 'er onder de goede Ingezeetenen zoo groot als klein een algemeen wantrouwen en misnoegen heerscht, over de groote directie van Zaaken, en wel fpeciaal over het gebrekkig beduur van de Zeemagt van de Republiek, tot welk wantrouwen en misnoegen 't uitzenden by enkelde Schepen en verflrooijen van een aanzienlyk gedeelte van 's Lands navale Magt weinige dagen voor dat Engeland den Oorlog opentlyk aan de Republiek verklaart heeft, fampt verfcheiden andere Zaken , welke voör en na gebeurt zyn, ongelukkiglyk maar al te veel aanleiding fchynen gegeeven te hebben, dat uit dit wantrouwen en misnoegen verders geboren is een vry algemeene haat tegens den Perfoon en het Minifterie van den Heere Hertog van Brunswyk , welke^ als Confiliarius van Zyn Hoogheid den Heere Prince-Erfiradbouder word gefuspeétee'rt de » voomaame oorzaak van de gebrekkige Directie van Zaaken te zyn; dat uit dit wantrouwen en misnoegen der goede Ingezeetenen de allernadeeligite gevolgen voor de publicque rust en wettige Conltitutie vau dit Gemeenebest te vreezen zyn, welke het de pligt van elk weldenkend Regent is, zoo veel mogelyk, te tragten voor te komen : Of het derhalven niet dienftig zoude zyn , van aan Zyne Hoogheid den Heere Erfltadhouder by Misfive het vorenllaande onder 'c oog te brengen, en te betuigen dat Haar Ed. Mog. tot voorkooming van de pernicieufe gevolgen , welke uit 't algeffiien wantrouwen en misnoegen der Ingezeetenen, zoo ' voor  july, STAAT EN OORLOG- 178% 213 voor de publieke rust, als voor de wettige ConftituMe van dit Gemeenebest te vreezen zyn, zig niet kunnen dispenfeeren; Zyn Hoogheid op 't vriendelykfte en nadrukkelykfte te verzoeken, van den Pleere Hertog van Brunswyk op de best mogelvke wyze te willen perfua. deeren, van zig aan de directie van Zaaken te onttrekken, en zig uit de Republiek te retireeren. CXLIT. Propofitie van het Kwartier van Oostergo, op den Friefchen handdag in de Maand July 1782,/»/ het houden van Maandelykfche Bedeftonden , nevens de ConceptMi sfive van Uitfchryvinge. 't Ty^wartier is van advys, dat 'er niets noodzakelyJNk. ker, en niets beramelyker is, dan zig in deeze zoo kommervolle tyd te wenden tot onzen en onze Vaderen God , en wel met diepe indrukken van zyn Alwetenheid , Regtvaardigheid , Heiligheid , Genade en Barmhartigheid, ten einde op 't allernedrigfte onze noden en omdandigheeden onbewimpeld voor die aller. hoogde en heerlykdë Majedeit, die alles doorziet, naar waarheid openteleggen, onze zonden en ongeregtigheeden boetvaardig te belyden , de vergeving derzelven vierig aftebidden , om 's Heeren Jefu wille , en ootmoedig te lmeekeii, om een genadige hulpe en uitreddinge, en deld derhalven aan de andere Kwartieren voor een concept uitfchryvings Misfive , tot het houden van Bededonden, van den volgenden inhoud: idele , veste , lieve , byzondere I Daar God gebied: roept my aan in den dag der benauwdeid , en 'er die genade toezegging byvoegt: ik zal 'er U uithelpen , en opdat aan zulk een heil niets mogte ontbreken , 'er noch toedoet: en gy zult my eeren; zoo hebben wy allen grond van vrymoedigheid, om ons in deeze allerakelige omftandigheeden, en alO 3 Ier*  ai4 july, ZAAKEN VAN 1782. lerkommerlykfte en donkere tyden, ootmoedig tot dien God te wenden, die door onze Vaderen altoos bevonden is een veilige toevlugt in duiftere benauwde dagen , en op het allernederigfte te fmeken , zich onzer te willen ontfermen, met aan de Beltuurders van dit Land en verdere Regenten van dit Gemeenebest alle vereischte wysheid en voorzigtigheid, gepaard met oude Nederlandfche cordaatheid in derzelver Raadsvergaderingen , genadiglyk te verleenen, en hunne befluiten rnet Goddelyke zegeningen te bekronen : ook aan Zyne Doorlugtige Hoogheid den Admiraal-Generaal, wien 't beftuur der Vloten, als een gevolg der ysfelyke beroeringen en verwarringen van de jaaren 1747 en 1748 is opgedragen , hoogstnodige wysheid, kloekmoedigheid , doorzigtigheid en mannelyk beleid genadiglyk te fchenkcn , op dat dezelve vervuld met een blakende liefde voor dit ons Vad?rland , en brandenden kver , dadelyk aan 't gewigte van dien op zig genomen post beantwoorde, middelen, door onnoemlyke kosten by één gebragt, in 't werk te ftellen , en na zulks hec den Heere der Heirfcharen behagen moge , onze onderneemingen , Vlotelingen en Wapenen genadiglyk te zegenen, opdat onze Finantien niet meer te vergeefs in 't vervolg uitgeput, en het Land met onbetaalbaar fchulden vrugteloos overladen werde ; maar de trotfcbe Brit eens gevoelig moge leeren , om niet langer voor onze Kusten te verfchyuen, op onze Wateren te kruifchen , en onze dappere Zeelieden door vermetel uittarten te hoonen, maar dien hoogmoedigen Vyand , in de mogenheid van God , die zig zoo goedertierentlyk op de Doggersbank heeft gelieven te verheerlyken , manmoedig te beftryden, en meermalen te overwinnen , om dus eene algemeene, eéflyké voordeelige en beftendige vrede te bekomen. En daar men zedert overlarge wegens eene vertraging aangaande 't zeewezen,met de groot fte reden geklaagd beeft; dog de veroorzakers daar van tot hier toe nog onbekend zyn , moeten wy een al weeten d God op 't ootmoedigst fmeken , dezulken mildelyk te ontdekken, ten einde dezelve aan den Regter overgeleverd , en zonder aanzien van perzonen of rang , en zonder conniventie ofte pardon openlyk gfcftraft, en dit goede Land van ontaarde posten, die de  july, STAAT EN OORLOG. 178=. 215 de borften van haare moeder wreedelyk van één fcheuren, te zuiveren; en als 'er ook de zulken mogten gevonden worden, die by aan- of voortgang ter bereiking van verkeerde eindens onbefchaamd mogten tragten, om zelfs leden van de hooge Regeering door beloften of dreigementen, tot haare belangens overtehalen, dat dezulken mogen bekend, of wel haar Achitophles raadgevingen tot zotheid gemaakt , en zy wegens haare misdaden geftraft worden. — Daar onze zonden en ongeregtigheden ons deze zegeningen onwaardig maken, willen wy dezelve ootmoedig beleden hebben voor dien God , die wel regtvaardig en vlekkeloos heilig, maar tevens genadig , barmhertig en veelvuldig vergevende is , op 't allerdemoedigst fmekende, om de vergeving van onze meenigvuldige misdaden, en om des heiligen Geelies heerfchappy voerende genade ter verbetering des levens, en om ons te willen verboren, en uit zeer grodte noden te verlosfen, alles en alleen om de algenoegzame heil verdien flen van Christus Jefus, de Zoone zyner liefde en welbehagen. En op dat aan deze onze welmeeninge van tyd tot tyd voldaan werde , zoo hebben wy goedgevonden , daartoe eene Maandelykfche Bedeftonde vast te ftellen, om op zoodanig een dag en uur van ieder maand, als de refpeétive Kwartieren zullen goedvinden nader te bepalen , gehouden te worden, met last om ftiptelyk te verbieden , 't geen deze plegtige Godsdienst oefeninge maar eenigzints hinderlyk zoude konnen zyn ; gebiedende U hier af de Leeraren en Bedienaars des Goddelyken woords , in uw di'irict ten fpoedigfte kennis te geven , en te bevelen , haare gebeden ftiptelyk na dezen inhoud te fchikken, tot tyd en wylen 'er veranderinge moge voorvallen, en wy een nieuw voorfchrift uitvaardigen: willende dat deze Godsdienst binnen een uur verrigt werde; en daar 't onze ernllige welmeeninge is , dat alle goede Ingezetenen dezen tyd daartoe afzonderen, willen wy, dat alle getolereerde gezindhe. den in haare onderfcheiden vergaderingen zullen by één komen , om God vuurig aanteroepen, en daarop deze alomme werde gepubliceerd, daar men gewoon is publicatien te doen , op dat deze onze welmeeninge O 4 over-  üiö july, ZAAKEN VAN 178a, overal bekend gemaakt werde, en een iegelyk ziedaar toe fchikke. -r-Hierop ons verlatende, enz. enz. CXLIN. Mislive van de Staaten van Friesland aan de Staaten Generaal, over het open leggen van den ftaat van het Comptsir Generaal der ' ■ Unie. hoog mogende heeren ! Op het ontfangen van Uw Hoog Mog. Misfive van den 94 May dezes jaars , zyn wy met de uiterlte verwondeiing aangedaan geworden , doordien wy uit dezelve gezien hebben , dat Uw Hoog Mog. op niéuw*, en tegens alle verwagtina, declineren het openleggen van den Staat van het Comptoir Generaal der Unie, overenikoniftig onzen ehch , terwyl Uw Hoog Mog-, den Staat des gefchils geheel en ai uit het oog fchvnen te verliezen door herhaalde raifonnementen en gistingen, over 't geen de intentie van ons by het doen van dien ejfch zoude zyr. Wy zullen ons daar¬ over , voor dat wy den gevraagden fpecifiquen ftaat ontvangen hebben, niet uitlaten, maar- fiegts aanmerken, dar, daar in den gaefchen inhoud van Uw Hoog Mog. Misfive geen rescontre gevonden word van de argumenten, by ons uit den aart van alle Bondgenootichap in onze Refolutie van 14 April 3782 bygebragr, en wy als nog ten vollen overtuigt blyven, dat door ns niet anders gevergd is, dan bef geen waartoe yder Bondgenoot , uit kragte van alle Sociëteit , geregrigt is, wy vastelyk vertrouwen, dat Uw Hoog Mog. hier mets tegen gezegt hebbende, meede van hetzelfde beKnp zyn : terwyl hier omtrent njers het geringfte bewysr, dat de Raad van Staate zig in den jaare 1762 ongehouden gekeurt heeft tot het' doen van verant- woordmg en rekenfchip hunner huishouding en diuc- j Y*e ; eyen min als dac 'cr |een exempel te vinden iy, van  july, STAAT EN OORLOG. 1782. ai? van dusdanig eene openlegging ; om welks wille het zelfs te meer noodzakelyk moet geacht worden , dat zoodanig een fpecificque ftaat van Uw Hoog Mogenden geëischt, en aan ons gegeven werde. Wy zullen ons meede niet uitlaten over het geavanceerde van Uw Hoog Mog. of 'er (namentlyk) in de eerfte plaats niet gedagt moet worden op de aflosfing der Generaliteits fchulden; even weinig zullen wy thans in detail treden over de quastien , of een Provincie eenig deel kan pretendeeren aan de Generaliteits Finantie , voor dat haare fchulden betaald beeft} of het prudent zy, de kasfe van de Generaliteit, aan veele variatien onderhevig zynde, te bezwaren, en meer andere , nadien dit dan eerst poinclen van nader onderzoek zullen moeten worden , ingevalle hierop door deze of eene andere Provincie , nadat de ftaat van het Comptoir Generaal van de Unie zal zyn opengelegd , geurgeert mogt worden ; en daar wy met Uw Hoog Mogenden voor als nog geene reden van twyfeling hebben , of de zaken van den Raad van Staate zyn wel en getrouwelyk geadminiftreerd, zoo zullen Uw Hoog Mogenden ligtelyk begrypen', dat eene dusdanige wyze ons ten hoogften verwonderlyk moet voorkomen» «— Om alle welke redenen wy als nog infteren op den eisch , by onze vorige Refolutie gedaan, en zulk een ftaat en opening verwagten van den jaare 1741 , 1761 en 1781 , welke ontvangen en geëxamineerd zynde, wy bereidvaardig zullen zyn, ons over denzelven, en over 't employ der overgewonnen pen. ningen nader te verklaren ; vindende wy ons genoodzaakt , om op dezen gedanen eisch , hoe meerder dezelve word tegengehouden en geweigert, op het ern. Üitifte te blyven aandringen ; terwyl wy geene Sociëteit kennen, in dewelke die geene, aan wien het beftuur van der Contrahenren masfalen eigendom is toevertrouwd, met eenige fchyn van regt de opening dier geuieenfchappelyke zaken , indien gerequireert word , zouden kunnen of mogen weigeren. En het is daarom , dat wy by dezen aan Uw Hoog Mog. moeten declareren , dat wy vastelyk beüoten hébben, om van nu af aan te rug te houden alle zoodanige penningen, O 5 als  218 July, ZAAKEN VAN 1782. als deze Provincie , wegens Intresfen van Generaliteits fchulden , jaarlyks betaalt , ter tyd en zoo lange Uw Hoog Mog, in plaatfe van gedurig herhaalde, en niets ter zake doende , en veel vertragende refcriptien en woorden-twisten, eenige volledige voldoeninge aan onzen allezints billyken en regtmatigen eisch gegeven zullen hebben. De fuperfcriptie van den Brief was hoog mogende heeren! (Onder ftond) Uw Hoog Mog. goede Vrienden de Staaten van Friesland. (Was geparapheert.) h. J. ï, J. VAN eysinga. (Was get.) a. j. van sminm. CXLIV. Propofitie van de Afgevaardigden van Hun Ed. Gr. Mogende ter Vergaderinge van de Staaten Ge' neraalt betreffende de Vredehandeling met Groot - Brittannie; hoofdzaaklyk behelzende. j» T~"Vt de Heeren Staaten hunne Principaalen , ter „ JL/ gelegenheid van de als nu zekere en gecon„ ftateerde tyding , dat de negotiatien over den Vre„ de , tusfchen de Oorlogende Mogendheden, eerst„ daags te Parys zullen geëntameert, en by de hand „ genomen worden, geconfedereerd hadden de byzon„ dere nuttigheid en noodzakelykheid , dat de Heer „ Les-  july, STAAT EN OORLOG. 1782. 219 „ Lestevenon van Berkenrode, Hun Hoog Mog. Am„ basfadeur aan het Hof van Vrankryk , hoe eerder , zoo beter niet alleen met het nodig plein pouvoir, 3, mitsgaders met zoodanige ordres en inftructien wer„ de voorzien, als ter bereiking van het heilzaam oog- merk van den Staat, tot het verkrygen van een ho- norabelen, voordeligen, en beftendigen Vrede meest „ dienllig werd geoordeeld;—- maar, dat ook te ge. ,, lyk aan, gemelden Heer Ambasfadeur, tot zyn adfi„ ftentie in de uitvoering van die ordres en inftruc„ tien, een Heer uit het midden van Hun Hoog Mog. ,, Vergadering met het caracter van Minister Plenipo,, tentiaris afgezonden werde; en dat zy Heeren Gc- deputeerden gelast waren, om tot het bekleden van „ die Commisfie aan Hun Hoog Mog. voortedragen „ den Heer Gerard Brantfen, Burgemeetter der Stad Arnhem en als ordinaris Gedeputeerden, wegens de ,, Provincie Gelderland , in Hun Hoog Mog. Verga,, deringe fesfie hebbende. —— De Heeren Gedepu,, teerden van Zeeland hebben verklaard, op dit fub„ ject ongelast te zyn, maar de 5 andere Provinciën „ hebben zig met gemelde propofitie geconformeerd." CXLV. Advizen, uitgebragt op den Friefchen Landdag, gehouden in de Maand July des Jaars 1782 om* (rent de Militaire Jurisdictie. Oostergoo conform 't Rapport: en 't Kwartier vaiv oordeel, dat de Staats Refolutie van den 28 December 1748 als immediaat aanloopende tegen het 30 eu 31 Artykel van 't Reglement Reformatoir in dato den 21 daar te vooren , met alle de verdere gevolgen en aankleeven van dien , zoo in den jaare 1752 en J753 ab? vervolgens, behooren te worden geannulleerd, het Hof Provinciaal in zyne competeerende Judicatuure over de gemeene delicten van militairen herlteld, de  220 jcly, ZAAKEN VAN I?82, tegen haare Souveramiteit ontheeven , en de Heeren SSJ" va» al}e bedenkingen van omrouw n hunne Frocuratien gereleveerd, zoo veel het eerfte en tweede hd van dat Advys aangaat; dat daar van bv Publicatie aan allen'en een iegV kennis worde gegeeven: gelyk mede aan zyn Doorl. Hoogheid alsKa- SoorNMisfitre' en aan 'c Hogf ProvinS aoor s Lands Secretanus. t ,SSterg£0, Vat de zaak in ftntu tot de groote Landdags Vergadering van 't aanftaande jaar. g Zevenwouden. By Refumtie vast te ftellen, dat aan- Cn°P°nmene ' 'C ReSiment «iet goedged'aane pe . ne"fen ™l"a»-en zyn , en dus tot de jndicatum van den gemeenen Regter behooren: voorts daar Z kennis geeven, daar zulks behoort. -De Steden, 't Kwartier kan zich niet conformeer™ met het Rapport van 't minder getal Ld n nk n^ z°e°tfSofdl/T^i Zkh °P -n behoo?.; lf. ze tot Soldaat heeft laaten aanneemen, en 't Contract van dienstneeming geprefenteerd heeft, aan den fi. SLr fl' V/rb0"den is' en dan'terftond als e „ Mihtair gehouden moet worden; zonder dat het pre" feoteeren van zoodanig Contract en aangenoomen Sol daat aan den Collonel of Commandant vin 'tSme t tot de wettigheid van zoodanig Contract iets toebWwaarom 't Kwartier perllfteerd by hun voorÏÏ Advvs' op deeze materie uitgebragt. g ys CXLVI.  aug. STAAT EN OORLOG, 1782. 221 CXLVI. Propofitie van de Afgevaardigden der Stad Delft.omtrent het geeven vantoeftemminge tot het trekken der Loteryen, aan de Steden Delft, Briel en Medenblik geaccordeerd. Ingebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende op Donderdag den 1 Augustus 1782. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft, hebben uit naam en op expresfe last van de Heeren hun!; ne Principaalen aan Hun Edele Groot Mog. voorgedragen , dat Burgemeefteren en Regeerders met communicatie van de Heeren veertig Raden en Vroedfchappen hunner Stad , zig op den 16 July van den jaare 1777 by Requeste hadden geaddreslèert aan Hun Ed. Gr. Mog., en op de gronden als toen in het breede voorgedragen hadden verzogt , dat Hun Edele Groot Mog. tot goedmaking van de kosten geimpendeert toï het repareeren der Sluis op Delfshaven, en de werken daar toe behoorende aan dezelve onder anderen geliefden te verkenen permisfie tot het opregten van een Lotery binnen hunne Stad , conform het nevens de Requeste overgelegde Plan ; dat het zelve van dat gevolg was geweest, dat eindelyk na menigvuldige deliberatien op den 31 January van den gepasfeerden jaare 1781 daar op door Hun Edele Groot Mog. favorabel was gedisponeert, zoodanig egter dat dezelve Lotery niet eerder werkftellig zoude kunnen werden gemaakt, als in den jaare 1784; dat mitsdien het maken der nodige arrangementen tot het trekken der voornoemde Lotery noodzakelyk beginnende te worden, Burgemeefteren en Regeerders hunner Stad , ook niet hadden verzuimt, om daar over met Luiden des kundig te raadplegen , dan dat de ongelukkige reusfite tot dus verre van de Lotery , aan de Regeering der Stad Medenblik ten zeiven dage geaccordeerd , óm dezelve geduurende den lcop van den jaare 1781 té doen trekken, van dat  222 auo.' ZAAKEN VAN 1782. dat gevolg was, dat 'er zig thans geene de minfte h<->op op deed , dat de Lotery aan Burgemeerleren en Regeerders hunner Stad geaccordeerd, tot ftand zoude kunnen werden gebragt ; dat de Heeren hunne Principaaien de attentie van Hun Edele Groot Mog. niet zouden fatigueren met een repetitie van dat gunt, het welk reeds een en andermaal door de Regeering der Stad Medemblik aan Hun Edele Groot Mog. was voorgedragen , maar zig daar omtrent refereerden tot de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der voorfz. Stad op den 4 July van den gepasfeerden jaare 178 r gedaan , en geinfereert in het Register der Refolutien van Hun Edele Groot Mog. onder de Notulen van denzelven dag , dan dat Heeren hunne Principaalen egter niet konden afzyn van te remarqueren , dat hoe zeer de demarche van den Ontfanger-Generaal der Unie , met namentlyk onder de hand aan alle de Collecteuren, Splitfèrs en Debitanten van Loten der Generaliteits Lotery te doen verbieden zig met het debit van Loten in de Lotery van Medemblik (en dus ook in het vervolg meede ten aanzien der Loteryen aan de Steden Delft en Brielle geaccordeert) niet te melleren op peene, dat de geene, contrarie doende, van zyn gewoon aandeel der Generaliteits Loten voor hét vervolg veriteken zoude zyn &c. wel direct een alleraanmerkelykst nadeel kwam toe te brengen aan de Regeeringen der Steden, welke die gunst van Hun Edele Groot Mog. hadden geobtineert, maar dat de zaak wel befchouwt zynde, het zelve eigentlyk een onderneming was , ingerigt met die intentie , om daar door in deeze Provintie zelve elufoir te maken Octroyen door Hun Edele Groot Mog. verleent, en dus in vilipendie van Refolutien by Hun Edele Groot Mog. niet dan na rype deliberatie en overleg, en na een volledig onderzoek van al het gunt tot die materie betrekkelyk was, genomen; dat het_ immers buiten alle conteltatie was, dat by ge. legenheid van het examen over de gedaane verzoeken van de Regeeringen der Steden Delft, Brielle en Medenblik , door Hun Edele Groot Mog. by Hoogstderzelver provifioneele Refolutie van den ir December 1777 'volmondig was geadopteert de navolgende conli- de-  avg. STAAT EN OORLOG. 1782. deratie „ dat in al het gepasfeerde met betrekking tot „ de Generaliteits Lotery (waar van een Memorie retroactif in het als toen gehouden befoine was gefuppediteert) niets gevonden wierd, „ het welk aan bet in5, conteftabel regt van Hun Edele Groot Mog. tot het 5, verkenen van Octroyen tot opregting van Stedelyke „ Loteryen binnen deeze Provincie in het minfte zou„ de kunnen obfteren" en dat het was geweest deeze Coniideratie , welke Hun Edele Groot Mog. had gepermoveert, om aan de meergemelde drie Steden de verzogte Octroyen te accordeeren ; dat mitsdien de voornoemde demarche was een zaak , dewelke de authoriteit van Hun Ed. Gr. Mog. direct concerneerde, en van dien aart en natuur was, dat de Heeren hunna Principaalen zig verbeelden, dat zy en de Regeeringen der beide andere Steden, alzints de bevoegtheid hadden, om zig daar over aan Hun Edele Groot Mog. te beklagen en te inlteren, dat die bezwaaren door Hun Edele Groot Mog. op de best mogeiyke wyze wierden weggenomen, en aan hun door Hoogstdezelve geprocureert het effect van de meergemelde gratie ; dat de Heeren hunne Principaalen dieu volgens zig verpligt hadden gevonden, om aan Hun Edele Groot Mog. in confideratie te moeten geven of Hun Edele Groot Mos., niet zouden kunnen goedvinden, om de meergemelde drie geaccordeerde Loteryen het zy ieder afzonderlyk, het zy gecombineerd op naam van Hun Edele Groot Mog. zelfs te doen trekken op zoodanigen wyze en conform zoodanig Plan , of Plans, als door Hun Edele Groot Mog. daar toe zouden werden vastgefteld, en om het profyt daar van na rato aan de gemelde drie Steden na aftrek van alle gemaakte kosten ter hand te ftellen ; dat de Heeren hunne Principaalen zig flatteerden , dat het zelve zeer gevoegelvk zoude kunnen gefchieden ter oorzaake dat 's Lands Finantie door de interpofitie van het veel vermogend credit van den Souverain zelfs, geen het allerminfte nadeel zoude komen te lyden; da' de Heeren hunne Principaalen wel gepenetreerd hadden dat de zwarigheeden nopens de bovengemelde interdictie aan de Collecteurs, Splitfers en Debitanten van Loten der Generaliteits Lotery als dan nog altoos dezelfde ble. 223  2ï4 au o» ZAAKEN VAN 1782. bleven , dan dat de Heeren bunne Principaalen niet konden verwagten , dat, ingevalle de gemelde afzonderlyke of gecombineerde Loteryen op naam van Hun Edele Groot Mog. wierden in het werk gefield dezelve ordres zouden blyven ftand grypen, maar dat het veel eer te denken was, dat dezëlve in dat geval immediaat zouden werden buiten effeft gefield, ten einde niet te rifiqueren, dat Hun Edele Groot Mogende tot handhaving van hun gezag, tot het uiterlte wierden gebragt , en op gelyken voet een Refolutie namen , waar by aan de refpeclive Ingezeetenen deezer Provincie wierd verboden het Colleéteeren, Splitfen ende debiteeren van Loten in de Generaliteits Lotery, ter tyd en wylen de bovengemelde ordres van de meergemelde Ontfanger- Generaal (of wel van den Raad van Staaten , in geval dezelve ordres op authorifatie van het zelve Collegie mogten zyn geëxpedieert) zouden zyn ingetrokken. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan , dat het voorfz. geproponeerde zal worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Financien , met de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Haag en te Hoorn reviderende , en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CXLVH."  AUtt. STAAT EN OORLOG. 178a. 205 CXLVII. Misfive van Gecommitteerde Raaden* over het verfchii in de Zoutmaat, en de middelen om daar aan te remedieeren. Ingeleverd ter Fergad ringe van Hun Ed. Gr. Mogenden, op Vrydag den 2 Augustus 178a. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden , gefchreven in den Hage den 10 der voorleede maand, waar by Hun Edele Groot Mog. voordragen de differentie in de Maaten van het Zout, tot onmogelyke executie van verfcheide Articulen op het Confumtie-Zout, en waar omtrent vervolgens , tot remedie aan de gebreeken daar door veroorzaakt, voorftellen een alternatif middel , alles breeder in de volgende Misfive vervat. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden ea verftaan , dat de voorfz. Misfive zal worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Financien , met de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Hage en te Hoorn refideerende , en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis. Accordeert met dé voorfz. Refolutien. VI. DEEL. K EDE-  aas aug. ZAAKEN VAN 1782. edels groot mogende heeren! Uw Edele Groot Mogende hebben , by het eerfte Artikel der Ordonnantie op het Confumtie-Zout gelast, dat van ieder Vat gerarlineert Zout, dat binnen Holland en Westfriesland geconfumeert wordt zal wor. den ontfangen vyf guldens , en de tiende verhoging daar en boven. Deeze wet vooronderfteld , dat die Vaten , of wel de Keetmaten deezer Provintie zyn van één, en dezelve groote , dan. nadien daar in een aanmerkelyk verfchil plaats heeft, en dat U Edele Groot Mog. het ongedetermineert gelaten hebben, welke van deeze verfchillende Keetmaten tot een richtfnoer der belasting zoude moeten dienen , ten einde de overige daar na zouden kunnen worden gereduceert, zoo ontftaat hier uit niet alleen een merkelyke inaagaliteit in de heffing deezer provinciale belasting , maar ook volftrekte onmogelykheid, om verfcheide Artikelen van deeze U Ed. Groot Mog. Ordonnantie hunne executie te doen bekomen. Om ü Ed. Groot Mog. van het eerfte te overtuigen, zal het genoeg zyn, te zeggen , dat één hondert Zouts, zynde. een hondert en vier Vat Keetmaat, uit de Keet, te Alkmaar afgelevert, en te Leiden voor den Inflag, door de Zoutmeeters, met de aldaar gebruikelyke Zoutmaat hermeten zynde, niet meer heeft uitgelevert dan 93! Vat ; waar uit een differentie ontftaat van ruim zeven en vyftig guldens , op iedere hondert Zouts in den Impost. Deeze differentieu zyn nu zoo verfchillende , als 'er verfchillende Plaatfen zyn , daar Zoutkeeten gevonden worden : De Keetmaat van Leiden fchynt de grootfte te zyn: daar op volgt die van Haarlem, vervolgens die van Dordrecht , die het naafte aan de gemiddelde groote fchynt te komen, daar op volgt de Amlterdamfche, en eindelyk die van Noord-Holland, welke voor. komt de kleinfte te zyn; nochthans komt het de Gecommitteerde Raaden vermoedelyk voor , dat dit aanmerkelyk verfchil niet alleen zal reft-ilteren uit de verfchillende Capaciteiten van ieder deezer Keetmaten, maar  aoo. STAAT EN OORLOG? i7W. 227 maar ook uit de byzondere wyze van meeten, die by de Meeters van die byzondere Piaatfen'gcbruikelyk is. Om nu U Ed. .Groot Mog. te convinceereh van het tweede , dat namentlyk deeze differentie in de maaten van het Zout, het onmogelyk maakt, dat verfcheidene Artikelen van de Ordonnantie op het Confumtie Zout hunne executie kunnen bekomen, zal het genoe»- zvn eenige ten voorbeelden by te brengen. ° " ' By het Artikel deezer Ordonnantie, worden de Gfosfiers onderworpen aan' de peiling; dan l zal deeze effecT: forteren is het nodig dat de Maat , waar meede deeze peiling gefchied, over een kome met de Maat waar meede de r.rosfiefs hunne inflag doen; nadien nu deeze inflag willekeurig gedaan wordt uit zoodanige Keeten deezer Provincie , die de Grosfiers verkiezen en alle deeze Maaten verfchillende zyn ; fpreekt her van zelfs, dat die overeenkomst met de Maat , waar meede de Peiling gedaan wordt geen plaats kan hebben, en dat dit 28 Artikel zyné uitwerking moet verliezen. By het ao Artikel van dezelve Ordonnantie word gelast, dat de Grosfkrs niet minder teffens ïnögen uitflaan , dart een vierde part van een Schepel : Nadien nu een Schepel het vierde gedeelte van een Vat is , zoo volgt, dar de groote van het Vat onbepaald zynde , ook de groote van het Schepel onbepaald blyft , en dat 'er over zulks, in gevallen van contraventie uit deeze pcenale wet niets kan worden gedecideert. By het aj Artikel van deeze z.éffde Ordonnantie wordt gelast, dat de kleine Kramers geen Zout zullen verkopen met de Zak, halve Zak of minder gedeeltens, tot een agttle part van een Scheepel, maar alleen met de kleine -Maat, of Kop op een boete van drie honderd guldens. Dan! na dien alle deeze Maaten ongedetermineerd zyn , kao. deeze voorziening weinig opereeren; en dit veroorzaakt ook, dat de limieten lus* fchen de Grosfiers en Kramers geconfundeert zynde, deeze qualiteiten zelfs vermengt, en met malkanderen geconfundeert worden , daar nogthans derzelver ver'pltgtingen , zoo ten aanzien van het bekomen hunner .admisfien, als in veele andere opzigten, by deeze OriPrdonnancie notabel gedistingueert zyn. P 2 Ein-'  228 avg. ZAAKEN VAN Eindelyk wordt 'er by het 34 Artikel geftatueert 4 dat niemand zal vermogen eenige Zout, boven de quantiteit die de kleine Kramers mogen uitflaan , langs de Straaten , of Wegen te dragen , te reppen of te roeren, zonder dat daar by is een behoorlyke Billet, ten blyke, dat 's Lands geregtigheid daar van is voldaan, op een boete van zes honderd guldens. Maar 1 daar nu , zoo als hier boven geremarqueert is, de quantiteit, die de kleine Kramers mogen uitflaan niet fuflicient is bepaald, zoo kan de Rechergie , omtrent dit poinct ook niet na behooren worden te werk gefield. En , daar alle deeze Artikelen wederom haar opzigt en relatie hebben op andere byzonderheeden, door het gebeele beloop van de Ordonnantie verfpreid, zoo zullen Ü Edele Groot Mog. ligtelyk begrypen , dat dezelve over het algemeen genomen, daar door veete duifterheid bekomt. Om nu , aan deeze gebreeken , zoo met relatie tot de regelmatige heffing van den Impost, als met opzigc tot dé foliditeit van de prscautien , geheel, of ten deele te remedieeren, fchynen ons maar twee wegen open te Haan, die wy beide, fchoon ons de eene, boven de andere prteferabel voorkomt t U Edele Groot Mog. zullen aanwyzen, om de deliberatien Uwer Edele Gr. Mog., zoo veel mogelyk te faciliteeren. Het eerfte middel is , het vastftellen en introduceeren van een Provinciaale Keetmaat. Het andere ; dat, blyvende de differente Keetmaaten, zoo als die tegenswoordig zyn , U Edele Groot Mog. determineeren , na welke , van de thans gebruikelyke Keetmaten den Impost moet worden ingevordert, op dat de quantiteit Zout, die met differente Maaten word afgelevert , tot die bepaalde Maat gereduceert zynde, den Impost , dien conform zoude kunnen worden betaald op een segalen voet. Wat het eerde betreft; dat het vastdellen , en in. troduceeren van een Provinciaale Keetmaat , mogelyk is, lydt, zoo als de Gecommitteerde Raaden vertrouwen , geene bedenking ; het zal 'er maar alleen op aankomen , hoe men tot die vastftelling het best zouden kunnen komen. Al-  aït«. STAAT EN OORLOG* 1782. 229 Alle de Zoutkeeten deezer Provincie komen hier in met malkanderen over een , dat zy het Vat verdeeleri in twee Zakken , en ieder Zak in twee Scheepels of Aggelen , zoo dat vier Scheepels of Aggelen een Vat uitmaken; zoo haast nu de groote van het Schepel bepaald is, is ook de groote van de Zak en het Var bepaald : maar dit is nog niet genoeg; de manuantie van dit Scheepel moet ook gefixeert worden , en aan de Zoutmeeters deezer Provincie worden voornefchreeven, de wyze op welke zy dit Scheepel behooren te behandelen, en met het zelve te meeten; gelyk U Ed Gr. Mog. iets diergelyks omtrent de Giaanen die ter Molen gemeeten worden hebben vastgefteld waar van men het goed effect bereids ondervindt. Maar, nu zal de vraag zyn; tot welk een juifte groote moet dit Provinciaale Scheepel worden bepaald- en welke is de beste wyze van meeting die door de Zoutmeeters moet worden in agt genomen ? Om deeze vragen te beantwoorden, meenen de Gecommitteerde Raaden, dat voor af behoorde onderzont te worden , welke de ware differentie tusfchen alle de refpeébve Keetmaten deezer Provincie zy, en waar in de differente manier van meeting befta, öm uit die alle eene verkiezing te doen, die, met opzigt tot het eene wel de gemiddelde is, en ten opzigten van het andere , de beste, en voor de behandeling van het Zout wel de gefchikfte is ; en de Gecommitteerde Raaden geven daar toe U Edele Groot Mog. in Coniideratie of dezelve niet zouden kunnen goedvinden, ingevalle Hoogstdezelve tot het vast ftellen eener Provinciaale Zoutmaat inclineerden , de Gecommitteerden Raaden van de beide Kwartieren te authorifeeren, om daarop door des kundige Perfoonen het nodige onderzoek te' laaten doen; en, na bekomen informatie UEdeleGroot Mog, nader te dienen van derzelver Advis, waar by dan teffens in Confideratie kan gegeven worden, aan welk een Provinciaale Eyk , deeze ééns vast gefielde Keetmaten, zouden behoren te worden gefubjecleert. Een éénige objedie kunnen de Gecommitteerden Raaden zig maar imagineren, dat 'er tegens het vast ftellen eener Provinciaale Keetmaat, kan .worden gemaakt: P 3 maar  230 aug. ZAAKEN VAN 1782. maar zy meenen , dat dezelve zoo fpoedig gefolveert als gemaakt is. De objectie kan deeze zyn; dat zoodanige KeetliedejQ, die een Buitenlandfche handel dryven, geenever. andering kunnen dulden in die Maat, waar aan hunne Buitenlandfche Correspondenten gewoon zyn : maar, .daar op dient, dat alhier alleen gefproken word van een Provinciaale Maat , relatief tot de afleveringen die 'er binnen deeze Provincie, ter confumptie voor de Ingezeetenen, gedaan worden; en, dat het aan de refpective Keetlieden deezer Provincie behoord vryselaaten te worden om hun Zout naar buiten deeze Provincie ten dienfte van de Commercie te verzenden , volgens zoodai ig een Maat, en meeting, als zy gewoon zyn, of den aart hunner Negotie komt te vereifchen; want het is manifest , dat , nog het belang van het gemeene Land , nog de bedoelde praacautieu van de Ordonnantie , nog hec interest der Ingezeetenen, met die Buitenlandfche Commercie , en verzending iets gemeens hebben. Tot dus verre, Edele Groot Mog. Heeren ! hebben wy gefproken, van de aegaMteit der Keetmaten, waar mede de Keetlieden uitflaan , en waar mede de Grosfiers, en Kra.mers inflaan, want, door deeze te regalizeren , is de heffing van den Impost over deeze Pro. vincie , teffens gegegalifeert, en daar mede is dan het eerfte defect: dat uit de differentie der Maaten ontftaat, geremedieert. Maar, wy hebban , boven te kennen gegeven, dat de differentie dej Maaten ook van eenen merkelyken invloed is op gewigtige prjecatuien deezer Ordonnantie , zoo dat derzelver 1'oitditeit daar door benomen , e« haare uitwerking verhindert en gefluit word. Om dit gebrek te verbeteren, is het dan in de tweede plaats nodig, dat die Maaten, welke de Grosfiers, en Kramers tot den uitflag gebruiken aan malkanderen gelyk geftelt worden, Want, de differentie, die indezelve plaats - heeft, is nog aanmerkefyker , dan in de Keetmaten, zoo dat het byna niet mogelyk is om daar van een verstaanbaar verflag te doen. Dan ! dee.,ge zwarigheid is minder dan de voorgaan- ae,  Aye. STAAT EN OORLOG. 178a. 231 de , en ligtelyk weg te nemen ; want, zoo haast als een Provinciaal Zoutfcheepel is geintroduceert, kan aan de Zout Grosfiers, die by het Scheepel verkopen, gelast werden , dat zy zig by den uitilag van zoodanig een geè'ykt Scheepel moeten bedieden ; en dat by zoo verre zy, als mede de Kramers, ook by mindere quantiteiten verkopen, zy zig moeten bedienen van zoodanige geëykte Maaten, als halve kwarten, agtffen en zestiende gedeeltens, die regelmatig, en aan dit Provinciaal Scheepel geënvenredigt zyn. De Eyk, en het toezigt over deeze Maaten, die de Grosfiers en Kramers tot den uitflag gebruiken , kan toevertrouwt worden , aan dezelve Perfonen, die het bewind daar van in de Steeden, en ten platte Lande , volgens oude costumen , tot hier toe gehad hebben , en behoeft derzelver Commisfie (des noods) maar te worden geëxtendeert. Langs deezen weg nu, meenen de Gecommitteerde Raaden, dat 'er, zoo wel met relatie tot de Regelmatige heffing, van den Impost op het Confumtie Zout, als met opzigt tot de validiteit der preecautien in de Ordonnantie van het Zout voorkomende fufiicient kan worden voorzien ; en het is daarom dat dezelve aan U Edele Groot Mog. daar toe in de eerfie plaats Propofitie doen. Dan I nadien wy hier boven, van eene tweederlei wyze , langs welke de verbeteringen konden worden uitgewerkt , waar van nogtans de eene ons preferabel voorkwam boven de andere , gewag gemaakt hebben, verzoeken wy, omtrent deeze alternative, nog een weinig de attentie Uwer Edele Groot Mog, Zy beltond hier in „ dat, blyven de de differente „ keetmaten, zoo als die tegenswoordig zyn, U Ede,, le Groot Mog. zouden gelieven te termineeren na welke , van de thans gebruikelyke Keetmaten, den Impost op het Zout zoude moeten worden ingevor. ,, dert, op dat de quantiteit Zout, die met differente „ Maaten word afgelevert tot die bepaalde Maat gere„ duceert zynde, den Impost dien conform zoude kun. nen worden betaalt op een regalen voet. Om daar toe te komen , zoude 'er mede voor af, P 4 * be.  a-ja avo, ZAAKEN VAN 1782. behoren onderzogt te worden waar in de waare differentie, zoo uit de Maat, als de wyze van meeting refuli erende , in alle de byzondere Zoutlceeten deezer Provincie beftaat , waar toe (U Edele Groot Mog. des goedvindende) de Gecommitteerde Raaden kundige Perioonen zouden kunnen emplojeeren , en na bekoomene informatie, de meede gemiddelde Maat, als een grond der belasting, voordellen om dien Conform, den lmpost van alle de Maaten, die in de Keeten gebruikelyk zyn, te reduceeren, om op elk van die in her byzonder, na haare meerdere, of mindere capaciteit (de manier van meeting mede in aanmerking genomen zynde) de begrooting van den Impost te appliceeren, ten einde dezelve op een regelmatigen voet te kunnen ontfangen ; al het welk dan , door U Edele Groot Mog. geaggreëert zynde , [in een publicque wet konde worden geconverteert, ten einde 'er zig een ieder na konde reguleren. Dan! Edele Groot Mog. Heeren! fchoon deGecommitteerde Raaden gemeent hebben deeze alternative Propofitie aan U Edele Groot Mog. niet te moeten onthouden, zyn zy egter verpligt daar op aan te merken. Eerst dat de seealiteit in de heffing van den Impost daar door wel merkelyk zoude bevordert worden,maar dat dezelve die juifte regelmatigheid, en liquiditeit niet kan produceeren, die 'er van de eerst voorgedelde Propofitie, met grond kan worden verwagt, het geen aan U Edele Groot Mog. van zelve in het oog moet lopen ; immers , nadien het verfchil van de^Maat niet alleen, maar ook vermoedelyk de differente manier van meeting het verfchil in den Impost te weeg brengt,en die verfchillende meeting willekeurig blyvende, aan gedurige verandering fubject. is, heeft men niet anders te verwagten , dan dat, na een zeker, en mogelyk wel na een kort verloop des tyds U Edele Groot Mog. genecesfireert zullen zyn, om de gefchonde regelmaat weder, langs andere wegen, te herdellen. Maar, ten tweeden moet 'er nog by aangemerkt worden , dat fchoon de regelmatigheid in de heffing van den Impost voor het tegenwoordige langs deezen weg, merkbaar herftelt zeude worden, 'er egter aan het tweede  avg. STAAT EN OORLOG. 1782. 233 de doelwit deezer Misfive ganfchelyk niet kan worden voldaan , namentlyk de confervatie van de prascautien Uwer Edele Groot Mog. Ordonnantie , op hat Confumtie Zout, nadien deeze daar by gelaten worden in denzelven onzekeren Haat waar in zy zig bevinden. en waar door een groot deel Uwer Edele Groot Mog. verordeningen buiten executie blyft. De Gecommitteerde Raaden kunnen daarom niet nalaten , hun eerfte voorftel verre ta prasfereeren aan bet tweede; niet te min onderwerpen zy zig aan het meerder doorzigt, en de wyze deliberatien Uwer Edele Groot Mog. Waar meede, Edele Groot Mog. Heeren, zullen wy God Almagtig bidden , U Ed. Groot Mog. te willen houden in zyn Heilige Protexie. Gefchreeven in den Hage den 10 July 1782. (Onder ftond) U Edele Groot Mog Dienstwillige , De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) A. J. ROYER. P $ CXLVIII.  334 auo. ZAAKEN VAN 1782. CXLVI'.I. Requesten van den Schout-by-Nacht J. van Kruyne, zoo aan de Heeren Staaten van Holland, als aan de Staaten Generaal; nevens eene Misfive en Berigt met de Bylagen aan Zyne Hoogheid den Prinfe van Oranje en Nas/au; alles loopende over eene beleediging, door eenen Brief in de Zuidhollandfche Cou. rant hem aangedaan. Getrokken uit de Refolutien in Hun Ed. Gr. Mogende Vergadering genomen. »p Woensdag den 7 Augustus 1782. Is geleezen de Requeste vau J. van Kruyne, Schoutby-Nagt van Zeeland, waar by klaagt over de lajfie hem in zyn Caracler aangedaan, zoo door den Brief onlangs geplaatst in de Zuid-Hollandfche Courant, en den daar op gevolgden in de Diemer- en Watergraafmeerfche Courant van den 17 July, als door dienaderband door de Regeering van Woerden aan Hun Ed, Groot Mog. is gezonden, wegens het gefpargeerdenopens het voor de Wal pretenfelyk ten Anker geleegen hebbende Engels Oorlogs Fregat , en, op fundament der redenen by die Requeste geallegeert, daar omtrent verzocht een prompte en eclatante reparatie van de ongehoorde en atroce fletrisfures, mitsgaders voorziening voor het vervolg naar den aart en importantie der zaak, breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. En heeft de Raadpenfionaris daar benevens gecommuniceert de Requeste door voornoemden Schout-byNagt den j deezer aan Hun Hoog Mog. geprefenteert tot  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 235 tot appui van zyn voorfz. Request aan Hun Ed, Groot Mog. breeder hier na volgende. Fiat infertio. En fieeft de Raadpenfionaris wyders uit naam van Zyn Hoogheid aan Hun Ed. Groot Mo?, gecommuniceert een Misfive door voornoemden Schout by-Nagt den 30 laastleeden aan Zyn Hoogheid gefchreeven met het van hem gerequireert berigt ter zaake voorfz. en de Bylagen daar toe betrekkelyk, mitsgaders nog twee Stukken, zynde het eene een Verklaring van den Major Westenberg, gecommandeert hebbende het Cordon rondom het Eiland Walcheren,federt den 10 tot24Juny 1782, dat geen Vyandelyk Oorlogfcbip , Fregat of Kotter onder het bereik van het Kanon van een der Batteryen gekomen was , veel min ten Anker gelegen had , en het andere een Certificatie van twee Bediendens van het Comptoir der hoofdelyke betalinge van de Admiraliteit op de Maze , dat geen Perfoon onder den naam van P. vander Linden in de Confreerol van 's Lands Schip Jafon op dat Comptoir bekent was, alle welke Stukken hier na volgen geinfereert. Fiat infertio. Waarop gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Requesten , Misfives en Bylagen zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mog. Gecommitteerden tot het Groot Befbgne , in welker handen de Auterieure Stukken deeze zaak concernerende by Hun Ed. Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 17 en 24 der voorleden maand zyn geftelt; en de Vergadering daar op gedient van derzelver Confideratien en Advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Aan  23Ö aug. ZAAKEN VAN 1782. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en WesU friesland. Geeft met de djepfte reverentie te kennen J. van Kruyne, Schout-by-Nagt van Zeeland, dat den Suppliant met de uiterfte verontwaardiginge heeft vernoomen , dat de Zuidhollandfche Courantier in zyn Courant van den 1 deezer maand, heeft kunnen goedvinden te infereeren een Brief, praitenfelyk gefchreeven aan Boord van 's Lands Fregat Jafon, gecommandeert door den Kapitein S. Story, draagende niet alleen wegens de daar by voorkomende onwaarheeden, alle de kenmerken , van notoirlyk te weezen verdigt, maar zynde ook teffens ten uiterlte laefif voor's Lands dienst, en eeniglyk ingerigt, om de. directie en het bewind van Zyne Hoogheid als Admiraal Generaal der Vereenigde Nederlanden , by het Publiek in verdenking te brengen ; dat het Zyne Hoogheid behaagt hebbende, den Suppliant te gelasten, dien aangaande Hoogstdenzelven 'nauwkeurig te informeeren , en door een behoorlyk Declaratoir van den Suppliant , en den Kapitein Story op den eed aan den Lande gedaan , van het daar omtrent voorgevallene kennisfe te geeven, mitsgaders alle mogelyk onderzoek te doen', of waarlyk een zoodanige Brief aan Boord van het voorfz. Fregat mogte gefchreeven zyn , en zoo ja, door wie? den-Suppliant niet heeft gemanqueert, zoo fpoedig mogelyk aan de voorfz. ordre te voldoen, en zoo door zyne eerbiedige rescripde van den 7 deezer , als met vier daar byge. voegde Verklaaringeu, door den Suppliant, den Kapitein S, Story en den Advisjagt-Kapitein Ge'rrit Lierfèn, mitsgaders de Uitlegger-Kapiteinen jaCob Narebout en Frans Narebout, op den eed aan den Lande gedaan, itfpectivelyk atgegeeven , te. doen zien dat de voorfz. piaetenlë Misfive , niet anders kan werden gehouden , dan als een louter verdigtzel met een boos en Itrafbaar op;:et tegens de waarheid verzonnen, en dat dezelve door niemand van de Equipagie van den Kapitein Story is ge fel ia even geworden, zoo als dan ook den Suppliant eerbiedig vertrouwt , dat Zyne Hoogheid door de  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 237 de voorfz. bewyzen , niet alleen ten volle van de valsheid van dien pretenfe Brief is overtuigt geworden , maar dat Hoogstdenzelven dien aangaande teffens wel zoodanige mefures zal willen neemen , als overeenkomftig het gewigt der zaake, voor de eere van 's Lands dienst , en ter volkomene verontfcbuldiginge van den Suppliant, de gefchikfte zullen geoordeelt worden, en waar in den Suppliant met alle eerbied gaarne berust. Dan, dat den Suppliant met geene mindere aandoeninge en indignatie in de Diemer- of Watergraafmeerfche Courant van den 17 deezer maand onder het Articul Amfterdam beeft ingelast gevonden, eenen Brief quafi gefchreeven uit Utrecht den 13 July bevoorens, houdende niet alleen zeer veele odieufe en hoogst flétrisfante chicanes , critiques en verdenkingen , op en omtrent het gedrag van den Suppliant, in zyn bovengemelde refpedtive qualiteit met betrekkinge tot zeker Koopvaardyfchip, het geen weinige uuren, van 's avonds tot 's anderendaags 's morgens , in het opkoomend Noordenty buiten Gaats in Zee door ftilte was geankert, en gezien geworden, in de ftoutelyk geadfumeerde onderftellin? , dat hetzelve Schip een Engelsen. Koopvaardyfchip zoude zyn geweest , en als 'of de voorfz. ftilte, de Stroom, het hoog of laag Water, en alle andere omftandigheeden , zoo maar aanftonds'het uitloopen van des Suppüants Schip , en het inhaalen en neemen van het voorfz. prjetenfe Vyandelyk Schip hadden toegelaaten , en als of de ongenoemde Schryver van dien hoogst injurieerende Brief, een bevoegt Regter was over alles wat den Suppliant, in die omftandigheeden volgens eed en pligt had kunnen en moeten doen ; maar teffens den Suppliant onder het oog van den Souverain deezer Landen voor de geheele Natie , ja zelfs voor gansch Europa proftitueerende — als een Man die ftrydig met zyne ordres zoude hebben gehandelt , — met afvraaginge waarom hy dan niet geroepen word voor den Hoogen Krygsraad, en aldaar even als andere gevonnist, en met byvoeginge dat hy Schryver dagt dat wanneer dit gebeurde, den >Suppliant nog eene moeyelyke verantwoordinge hebben zoude. Dat '  «33 auo. ZAAKEN VAN i?ga. • Dat den Suppliant nauwlyks kan Voordraao-êu, welke eene diepe indruk de voorfz. zoo hoonende proltitutien, en injurien opentlyk en voor het oog der 'gan* fche Weereld voorgelteld in éen geprivilegieert Nieuwspapier , het welk ctagelyks onder een foort van publique.authoriteit van de Magiltraat of politique Overheid door het geheele Land word verzonden , en van een ieder geleezen , en zulks na dat de valsheid en fchan* delyke verdigtinge, van het origineel Lasterfchrift, het welk de eenige grondflag van deeze prjetenfe Brief conftitueert, reeds opentlyk waren aan den dag gelegt, by hem gemaakt heeft; dat mitsdien den Suppliant aan zig zelfs en aan den Lande, het welk hy de eere heeft te dienen, vermeent heeft onvermydelyk verfchuldigt te zyn, om alles in het werk te ftellen, ten einde zig de aller éclatant lïe en opentlykfte reparatie te doen toeko* men, welke na den aart der zaake mogelyk is, en die teffens tot een guarant dienen kan, voor alle brave en eerlyke Officieren van den Staat, welke anderzints aan foortgelyke fletrisfures dagelyks kunnen worden geëxporeert, en eindelyk dat het (onder reverentie) van hem niet kan of mag gevergt worden , om door een perfoneel kostbaar en langduurig Proces by den ordinaris Regter, een heritel en decifie te zoeken , welke in het voor handen zynde geval nimmer of ooit prompt genoeg of geëvenreedigt weezen kan, aan het gewigt, en aan de eclatante publiciteit van de injurie, en die nooit eene toereikende beveih'ginge voor die geenen , welke de eere hebben in 's Lands eed en dienst gefield te zyn, en de gewigtigfte zorgen aan zig vinden toevertrouwt, kan opleeveren ; terwyl den Suppliant vas elyk vertrouwt dat hy uit hoofde van de importantie ' zoo wel als van de*» teederheid , van zyne relatie en bedieninge een geregtigde aanfpraak heeft op de immediate proteétie van de hooge Overheid, en op- het zoo onun'tbeerlyk maintien van zyn eer en goede naam , als het dierbaarfte van alle bezittingen , en dat hy vervolgens ook daar op in deeze zorgelyke tyden -aller byzonderst kan en mag ftaat maaken. ' Mits welke den Suppliant reclameerende met alle eerbied en reverentie die befchermiug, welke na de grond- wet-  aüg. STAAT EN OORLOG. 1781. 239 wetten van deeze Republiek , en in het byzonder ook' van U Ed. Groot Mog. Provincie , zelfs aan den ge. ringften Ingezeetenen toekomt , zig keert tot U Edele Groot Mog. , ootmoedig verzoekende dat ü Edele Groot Mog. zoodanige prompte en eclatante reparatie van de voorfchreevene ongehoorde en atroce fletnsfures aan den Suppliant gelieven te doen erlangen, en voorzieninge voor het vervolg te doen , als dezelve na den aart en importantie der zaake, en na de licentieufe pabliciteit waar meede zy aan den Suppliant is aangedaan, zullen oordeelen te behooren. (Onder ftond) 't Welk doende, &c. (Was get.) J. VAN KRUINE. Aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Geeft met het ditpfte refpecl te kennen J. van Kruine , Schout-by-Nagt van Zeeland , dat de Suppliant in de onvermydelyke noodzaakelykheid gebragt is, om zig by Requeste te moeten addresfeeren aan de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, en van Hoogstdezelven met alle nadruk te imploreeren zoodanige prompte en eclatante reparatie van de atroce en honende fletrisfures , welke de Autheur en Drukker van de Diemer- of Watergraafmeerfche Courant in hun Nieuwspapier van den 17 deezer aan den Suppliant diredelyk in zyne bovengemelde refpective qualiteit hebben aangedaan ; dat den Suppliant de vryheid neemt zig ten eerbiedigden te refereeren tot den inhoud van dezelve Requeste, Copielyk hier by geannexeert, als waar by Uw Hoog Mo. gende met de uiterlte verontwaardiging niet alleen de voorfz.  34ö aug, ZAAKEN VAN 1782. voorfz. hatelyke injurien zullen vinden gedetailleert i maar waar by teffens zoo den Suppliant vertrouwt aan U Hoog Mogende , duidelyk zal confteeren , dat den aart en importantie der zaak,en fpeciaal ook deihooglle trap van publiciteit, waar door de eer en goede naam van den Suppliant is aangerand en geproftitueert, eenige zoodanige extraordinaire herftelling en beteuling vordert, als waar toe deszelfs verzoek is ingerigt. . En dewyl den Suppliant de eer heeft in den fpecialen eed en dienst van Uw Hoog Mogende te zyn, en zig flatteert, dat hy als een Man van eer, in omftandigheeden van zoo veel belang en voor hem Suppliant en voor 's Lands dienst, vooral in de tegenswoordige zorgelyke tyden zig in het byzonder moge verlaaten op Uw Hoog Mog. protectie en befcherming; zoo keert hy zig by deezen tot U Hoog Mogende , ootmoedig verzoekende, dat het Hoogstdezelven bebaage des Suppliants voorfz. verzoek aan de Ed. Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en Westfriesland gunftiglyk te appuyeeren, en alles daar heen te dirigeeren , dat den Suppliant van den voorfz. laster op de plegtigfte en openbaarde wyze werde ontheeven , en 's Lands dienst tegens zoodanige onvoorbeeldelyke proftitutien voor het vervolg efficacieufelyk beveiligt. (Onder ftond) 't Welk doende , &c, (Was get.) j. van kruyne»' door-  kW. STAAT EN OORLOG. 1784. 241 DOORLUGTIG HOOGGEBOREN VORST EN HEER ! Ik hebbe de eere aan Uwe Doörtogtfge Hdogheid hier nevens te doen toekomen het berigt op de'Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , mét de Misfive door de Regeering der Stad Woerden aan Hoogstdezelve gezonden ; ik vertrouwe , dat dit Berigt volkömelyk zal dilueerenj, al her geene met eenige mogelykbeid uit zulke kwaadaardige en eerroovende Stukken kan werden geinfereerr. Terwyl my na het afichryven van dit Berigt is ter hand gekoomen eene Verklaaringe van de op de Compagnies Hoeker zig bevindende Smurmans en Lootfen* heb ik geoordeelt my niet te kunnen dispenfeeren om die al meede aan Uwe Doorlugtige Hoogheid toe te zenden, om te kunnen firekken tot eene preuve, met welke valfche en ongefundeerde Rapporten de by de Admiraliteit alhieraangenomene Blankenbergenfche Loots zig «ophoud, en hoe weinig ftaat men derhalven opzy. ne Rapporten kan maaken, dewyl het buiten allen tegerdpraak is dat die Schepen welke dezelve voor Engelfche Oorlogfchepen heeft gedebiteert , geene andere zyn geweest dan Hollandfche Oorlogfchepen , en wel zoodanige waar onder 's Lands Schip de Phenix zig heeft bevonden. Vergun my ook, Doorlugtig Vorst,dat ik de nevensgaande Requesten, zoo aan Hunne Hoog Mosende de Heeren Staaten Generaal, als aan de Ed. Groot Mos. Heeren Staaten van Holland en Westvriesland moge prefenteeren, ten einde eene volleeditre Satisfactie te erlangen over de Ijefie my en myn Caraéter aangedaan , zoo door den Brief onlangs geplaatst in de Zuidhollandfche Courant en de daar op gevolgde in de Die* mer- en Watergraafmeerfche Courant van den 17 Ju. ly , als die welke naderhand door de Regeering van Woerden aan Hun Edele Gr. Mog. is gezonden, ik meen de overtuigemfte reedenen te hebben om verzeekert te weezen dat Uwe Doorlugtige Hoogheid, ailes wat mogelyk is zat in het werk fieilen, om de eer van ten Officier , die zig niets te reprocheeren heeft, te VI. Met.. Q vu>  242 auc. ZAAKEN VAN i?8s* vindiceeren , en ik imploreere op het meest krgtigst Uwer Doorlugtige Hoogheids veel vermogende protectie en appny in deezen. Eetgifreren is ter Reede van Veere binnen gekomen den Kapitein van Son , met zyn onderhebbende Schip de Pherix, welk Schip ik de eere had by myne laat11e te melden dat voor Gaats was gearriveert en twee Ankers verlooren had. Waar meede deeze eindigende , de eere hebbende met alle onderdanigheid en de dieplte onderwinge te zyn Doorlugtige Hooggeboome Vorst en Heer! Aan Boord van 's Lands (Onder ftond) Schip Zieriekzee, ge- nnkert vóór Vlisfingen Uwe Doorlugtige Hoogden 30 July 1782. heids onderdanigfte en gehoorzaamde Dienaar. (Was get.) j. van kruyne. doorlugtig h00ggebo0ren vorst en heer ! N"a dat Uwe Doorlugtige Hoogheid my in de gun. ftige geleegentheid had gelieven te Hellen, om's Lar",ds dienst en myn Perfoon te verantwoorden, tegen de atroce beleediginge, vervat in de zoo veel geruchts gemaakt hebbende kwader trouwe Brief, by den Zuidhollandfche Courantier cntfangen , onder de gehafardeerde Handteekening van eenen onbekenden en niet te vindene P. vander Linde, quafi aan Boord van 's Lands Fregat Jafon gefchreeven , en in de Zuidhollandfche Courant van den eerften July geinfereert, had ik niet kunnen denken dat verklaaringen op den eed aan den Lande ter goeder trouw gegeeven, door Officieren die zig nimmer door hun gedrag in 's Lands dienst, eenige mistrouwende verdenking meenen te hebben waardig gemaakt , by het Algemeen aan wien dezelve by open-  Atfo. STAAT EN OORLOG. 1782. 243 öpenbaare Nieuwspapieren zyn meede gedeeld, nietten vollen zoude zyn aangenomen , als ten eeneraaal wegneemende de haatelyke idéés welke kwaalyk treintentioneerde aan bet Publiek omtrent de goede Wagthoudinge onder anderen ook op deeze Reede ën S.roomen hadden zoeken te infpireeren. Her is zeeker, Doorlugtig Vorst, dat de Declaratoiren ter deezer zaake in de waereld gekomen , en by myne toenmalige zeer eerbiedige Refcriptie aan Uwe Doorlugtige Hoogheid toegezonden allen zyn gegeeven in het warmfte der volkoomene perfuafie van de evidente onwaarheid welke reüdeerde in het verdigtfel en de valfche befchuldiginge, ter welker wederlegginge zy moelien dienen, dus was het fchier natuurlyk', Doorlugtig Vorst, dat die Verklaaringen niet verfchanst waren tegen de uitvlugten van kwaalyk gezinde interpretajtien t waar van ik dan ook al aanftonds in een der Nederlandfche Nieuwspapieren , ik meen de redeneerende Brief in de Diemer- of Watergraafmeerfche Courant van den 17 July laatstleeden , de haatelyke uitwerkfels heb moeten verduwen. Ik was nog beezfg de thans zoo algemeene heerfortende Geest van beleédiging, waar voor niemant meer gedekt en niets meer te heilig is, met veragting te overweegen , toen ik my hoogst vereert vond met Uwe Doorlugtige Hoogheids zeer gerefnecleerde Misfive van den 21 July, waar by Uwe Doorlugtige Hoogneid my gelieft toe te zenden, een Extract uit'de Notulen vari Hun Ed. Groot Mogende de Heeren Staaten van Holland, in dato den 17 July hebbende onder anderen tot Bylaag eene Anonime en alleen met de Letter I. onderteekende, Misfive in dato Vlisfingen den 10 Tuly geaddresfeert ann den Heer Leendert Paling, Courantier van de Zuidhollandfche Courant te Woerden , en door denzelve aan de Hooge Overheid gefuppediteert, houdende onder de infolentfie en eerroovendfie rehVc' tien op de Veiklaaringen welke deezer zyds wegens de onwaarheid van het gefpargeerde , nopens het alhier voor de Wal, pretenfelyk ten Anker geleegen hebbende Engelsch Oorlogs-Fregat, zyn geproduceert, eene vollüekte bevestiging dat i°. hier op den duur fiugtj» Q 2 iche  244 aug. ZAAKEN VAN 1782. fclie Oorlogfchepen voor de Wal verfchynen die onze Kusten met het laaten waayen hunner Vlag opentlyk luimen hoonen, zoo als door honderde Menfchen van Domburg, West-Capelle, Zoutelande en ook van de Torens en Schepen alhier zoude zyn gezien. Dat 2°. die Vyandelyke Schepen volgens het Declaratoir van zeeker ongenoemd Schipper en zyn Volk, zelfs de ftoutheid zouden hebben stehad om hem in Zee praayen. de eene uitdagende Boodfchap voor onze op Stroom Jeagende Zeemagt meede te geeven. Dat zelfs 30. een Engelfche Kotter de ftoutheid gehad heeft tot onder de Batterye van West-Capelle te naderen en dezelve te braveeren. Dat 4°. de Advisjagten dan ook (voorzeeker uit vrees) geduurende twee dagen niet hebben naar b" uiten geweest. Dat 5Q. de Kapers van alhier niet naar Zee hebben durven loopen. Dat 6*. onze alhier leggende Oorlogfchepen , z*!lfs van legplaats hebben moeten veranderen , en fluitende eindelyk ten 7*. met eenige wreedelyk hoonende rellectien den Kapitein Story en my Ondergeteekende perfoneel, gelyk ook de directie van ?s Lands Zaaken in het algemeen betreffende : Welk alles Uwe Doorlugtige Hoogheid heeft gevonden en moeten vinden van dien aart, dat zulks een nader en allernaauwkeurigst onderzoek en verantwoordinge onontbeerlyk vereischt , waar toe ik teffens de hoog»evenereerde expresfe Ordres van Uwe Doorlugtige Hoogheid heb ontfangen , en waar aan ik by deezen onmiddelyk met zoo veel bekorting als den aart deezer zeer ombrageus gemaakte zaak tot menagement van Uwer Doorlugtige Hoogheids precieufe attentie toe kan laaten, voldoe. Wat dan , Doorltigtig Vorst, de eerfte pofitive van voorgemelde anonyme Brief hier vooren gefpeciftceerr, betreft dat namentlyk telkens Engelfche Oorlogfchepen, Fregatten of andere gewapende Vyandelyke Vaartuigen alhier onze Wal zouden hebben komen infulteeren zelfs met het ptEefenteeren hunner Vlag, gelieft Uwe Doorlugtige Hoogheid geinformeert te zyn, dat die gerugten hoe ongegrond ook in het begin deezer maand hier algemeen Veld winnende , en by klein en groot geaccreditecrt wordende , ik van den Heer Prcfideerende ter  aug. STAAT £N OORLOG. 1732. 245 ter Admiraliteit alhier, reeds toenmaals hy Misfive ben verzogt geworden een Krygsraad te beleggen, nm fniddelen te beraamen tegen deezeinfolentie van den Vyand: zoodanig een Krygsraad daar op door my onmiddelylc belegt zynde, is in dezelve met eenpaarigheid van alle de alhier ter Reede 's Lands Schepen commandeerende Kapiteinen , geoordeelt, dat vermits 'er geen Fregatten of Kapers' voor de Wal gezien wierden , no' dat 'er ook geen Kapers of andere Vaartuigen voor Gaats waren genomen, het dus onnoodig was omtrent het bovengemelde eenige middelen te beraamen. Gemelde Kapiteinen zynde met naamen Stavorinus de Mauregnault, Haringman, Rauws en Story, commandeerende de Schepen Goes, Lands Kroon, Walcheren , Schiedam en Jafon , hebben met my, en mynen Kapitein Schierhour, aan Boord van myn 'onderhebbent Schip op (den 4 July laatstleeden hier van gepasfeert en prefent mynen Schryver P. Ruyl onderteekent eene Afts , welke ik de eer heb in Originalie hier neevens te voegen fub N°. 1. Een Inftrument, Doorlugtig Vorst en Heer.' het welk, zoo ik my verbeeld een bewys is , zoo liquide van de onwaarheid deezer Credit verworven hebbende uitltrooizels, dat niemant die reedelyk denkt zonder over zig zeiven hefchaamt' \e zyn, hier aan twyffelen kan, wyl daar toe niets min. der geëischt word , als het dubieeren aan de goede trouw van eenpaarig alle deeze'braave Officieren. Ten overvloede is hier toenogtansookdienstbaareene nadere verklaringe, welke ik van alle Uitlegger Kapiteinen onder myn Commando , except Kapitein Lierfe die op s Lands Advysjagt de 'Doiphyn , met de diVifie van hier reeds is uitgezeild , heb ingewonnen en welke ik fub N°. 2. de eer heb hier by te voegen: waar uit ten fterkife blykt dat zy zonder de waarheid te verkragten my geduurende al den tyd van myn commando tot heden toe niet hebben kunnen Rapporteren , het voor de Wal zya van Oorlogfchepen, Fregatten of andere gewapende Vaartuigen van den Vyand, alzoo niets van die natuur zig heeft vertoond. Nog heb ik het onpartydig en volleedig fchriftelyk declaratoir, onder prsfentatie van Eede van Jan WanQ 3 da.  fiS- avg. ZAAKEN VAN i?gg, da Toornwagter der Ably Toorn te Middelburg van welk ryzig gebouw alles in Zee kan ontdekt worden , wat van de hoogte van Goerée tot in de mond van bet C>natl onder zeil is; het welk ik ten zeiven einde de vryheid neem fub N°. 3. ouder de aandagt van U Doorlugtige Hoogheid te brengen. En ik defijt dat diergelyke bewyzen van eenige kragt zyn tegen die honderden van ongenoemde Oog getuigen vau Domburg, Wesr-G;pp,'l en Zoute Lande, waar op een namelooze Brieflchryver zig beroept, en die nun vergeefs zonde tragten te zoeken , als voorzeeker nergens te vinden zynde, dan in de zwaarmoedige denkbeelden van een Publiek , thans zoo door dé jegenswoordige omftandigheid der tyden , als door kwaalyk peiuteijtioneeide aangewakkerd , om voor al aangaande 's Lands Zeedienst, het ergfte het liefst en het onverzetrelykst te gelooyen. Het tweede aangertipte poincT: uit gemelde naamlooze Misfive"is, Doodugtig Vorst, niet vatbaar voor een toetzing of wederlegging, de Schipper nog zyn Volk, wier declaratoir zoude behelzen , dac by door twee Engelfche Fregatten zonde zyn gepraaid, worden'niet genoemd, men kan dus deeze zaak niet onderzoeken, ook is de periode van de Brief zeer duifier en dubbelzinnig , of dat praaien hier voor Gaars , dan wel elders op zyne Reize in Zee zoude zyn voorgevallen, en dus zoude een zoodanig Declaratoir waaragtig kunnen zyn,. zonder iets te behelzen , waar van aan een alhier ter Rheede leggende Commaudeerend Officier, eenige de minfte verantwoording zoude kunnen gevorderd worden. Tegens het derde point uit meergedagte Misfive hier vooren aangeitipt,.dat namentlyk een Engelfche Kotter de Batterye van, West-Cappel zoude hebben durven infulteeren, folliciteere ik Uwe Doorlugtige Hoogfieid bei alven de verklaaring fub Nc'. z. te willen inzien de twee ftuks onder N°. 4. declaratories door den opper Commies der Dykagie van Walcheren Dingemans my toe gezonden, zynde de eene van de Seinmeefters Leunis Dekker, en Willem Cor. Daane, en de andere van den Commis Witteyrongel, en de onder Commiefen, Min-  /Vo. STAAT EN OORLOG. 1782, 247 Minderhout en Boelfe : welke verklaaringen my heden eerst geworden zyn, dog die ik verzekerd ben" dat ter zaafce dienende, en zoo het nodig wierd geoorieelt , door die zelfde Lieden, in veel compleeter en ampeler fut ma x.ouden kunnen gegeeven worden. Nfvr is de verklaaringe van de Uitlegger Kapiteinen ft b N°. 2. hier boven gemeld en hiernevens gevoegd, dietutoaar tot wederlegging van het vierde point , uit de vo rnoemde namelooze Mii-five hier voren aangehaald dat namentlyk de Advys-jagten onder myn commando , geduurende twee dagen niet naar buiten zouden hei;bin geweest: alzoo by die verklaaringe met ronde woorden blykt dat geoielde Advys Vaartuigen, by elk ander afwisfelende divifien geduurende al den tyd van myn commando dagelyks en zonder verzuim zyn in volle Z-?e gegaan. Wyders zat Uwe Doorlugtige Hoogheid uit een fub N°. 5 hier nevens gevoegde Extract, uit de Rapport Lysten biyken, dat de Kapers van hier zeden den vyfttenden tot den negen en twintigfte Juny , en dus juist in die pranenfe gevaarlyke tyd , waar in onze Zeegaten door Vyandelyke Schepen zouden zyn geinfei-eert geweest, confecutivelyk ter Kuistocht zyn uicgelopen , waar door het gepofeerde by het 7 point uit meergemelde erroneure Misfive , ook geheel en al als een opzettelyke onwaarheid vervalt. Hier meede kome ik tot het 6 point uit die Misfive hier voren aangeweezen , waarin ten bewyze, dat wy op 's Lands Schepen zelve verzekerd zouden zyn geweest, van het belopen onzer Kusten door Vyandelyke Schepen van defenfie, word gezegd dat onze alhier leggende Oorlogfchepen zelfs van legplaatst hebben moeten veranderen. Het is waar, Doorlugtig Vorst, het Schip Goes en het Fregat Jafon lagen geankert voor Dishoek , iu gevolge het Plan van defenfie deezer Zeegaten ten voorleedene jaare geamplecteerd ; maar alzoo my door de dagelykfche in en uit zeilende Advysjagten wierd gerapporteerd dat deeze Schepen, als leggende midden in het Vaarwater juist een|Baaken in Zee verltrekten, waar op zy het Vüsilngfche Gat compleètelyk konden beQ 4 zei.  248 Aire. ZAAKEN VAN 1782.- zeilen, verydelde deeze lesplaats dier Schepen de in het begin van dit jaar te werk gefielde pracaurien, om door het weg nemen der Tonnen in den Deurloo het inlooptn van den Vyand bezwaarlyk te maken; en daar by in overweging komende, dat de voordeligfte pofitie, welke men zoo lang hier een vry aanmerkelyk getal van Schepen van defenlie voor handen was , nemen konde, beftond in dezelve zoodanig te plaatfen , dal den Vyand geen at'aqtte op Vlisfingen (net welk tog het eerften is , wat hy by eene wezentlvke entreprite tegen dit Eiland zig zoude moeten onderwinden) zoude kunnen wagen zonder te gelyk beftreken te kunnen worden van boord onzer Schepen en van de Batteryen der Stad , en dcrwyzen -tusfchen twee Vuuren te geranken, daar volgens de oude pofitie, onze eigene Schepen zelfs by een attaque gevaar van de Stads Batteryen zouden hebben kunnen Jopen. Ik heb derhalven uit geen ander dan dit zoo my voorkomt aan 's Lmds dienst heilzaam oogmerk , en om den Vyand niet de Schepen onder myn commando geen Baken in Zee te vtrfirekken de pofitie derzelve veranderd; de voornoemde Schepen Goes en Jafon , van voor Dishoek binnenwaarts doen retireeren en een andere Linie van Battaille doen fo;meeren zig uit (trekkende van de Hoogplaat. tot aan het Zwin of Sluisfche Gat : waar meede ik meen, my ten deezen aan Uwe Dooiluatige Hoogheid en aan alle en een icgelyk die de defenfie van den Lande alhier kan beoordeelen' altoos voldoende te zullen kunnen verantwoorden. ■Wat nu belangd de' hatelyke befchuldiginge , in de nu dikwils gemelden naamlooze Brief vervat, als of in dg verkbaringe die den Kapitein Story commandeerende 's Lands Fregat de Jafon heeft gegeeven, zoo als die ter kennisfe van Uwe Doorlugtige Hoogheid is gebragt espresfelyk was verzwegen, dat zeekere Blankenberger Loots , waar van (traks nader melding zal ged^n worden , kennis had gegeeven van het hier voor Gaats leggen van Engelfche Schepen : jammer is het, Doorlugug Vorst , dat ik door het vertrek van de ]afon naar Zee, de tegenwoordigheid van Kapitein Story tnis , vvtike zig in eigen Perfoon best zonde kunnen verde-  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 240 dedigen zoo tegen deeze honende befchuldiginge , als tegen die , dat hy door zyne discourlën zelfs tot het rugtbaar maken der pratenfe onderhandeling tusfchen hem en my zoude gelegentheid gegeeven hebben. Maar welk een apparentie , Doorlugtig Vorst, dat zulk een verzwygmg in zyne aan Uwe Doorlugtige Hoog. Jieids over gezonden verklaaring, omtrent den Blankenburger .Visler opzettelyk . zoude zyn gefchied , daar hy tog nog een ander Declaratoir tot openbaar gebruik lchynt te hebben gegeeven, waarin hy wel degelyk van het berigt van een Blankenburger Visfcher (preekt, Het eenige wat hier omtrent met eenige probabiliteit te denken zy , is dat hy by nader recollement de informatie van dien Blankenburger Visfer, als zynde mogelyk voor zyn eigen zelve , in de tyd en omftandigheeden van dat berigt niet volkomen zeker , in de verklaaring welke ik aan Uwe Doorlugtige Hoogheid gezonden heb heeft agter weege gelaaten. Hoe het zy de Heer Story alleen kan en zal omtrent de omftandigheid van deezen Blankenburger Visfer , die teffens de Admiraliteit in Zeeland tot een Loofsboot diend de zekerfte en zoo ik vertrouw allezinst voldoenlte explicatie geven. r Maar wat my betreft, ik heb gemeent omme Uwe Doorlugtige Hoogheid ten volleedigften van alles te kunnen informeeren , onderzoek te moeten doen naar die Blankenburger Loots of Visfer Michiël de Bruin genaamt, om van hem te,verneemen, wat hy van dat bewuste op den 22 Juny voor Gaats ten Anker geleegen hebbende Driemast-Schip, waar van hy aan mv nooit eenig Rapport heeft gedaan, of eenige informatie heeft gegeeven , wist. Dog deezen Man my altoos hebbende tragten te ontwyken, heb ik goedgedagt hein voor de twee Kapiteins de Mauregnault en Scbierhout aan Boord van het Schip Lands Kroon od Interrogatorien te laaten hooren, welke ik de vryheid neem onder im . 6 meede hier nevens te voegen. Uwe Doorlugtige Hoogheid zal daar uit kunnen remarqueeren, dat hy wel het bewuste Driemast-Schip voor een Engelsen Oorlog-Fregat heeft aangezien, maar zulks ia geenen deele met eenige zeekerheid heeft kunnen affirq 5 mee-  E50 auo. ZAAKEN VAN meeren , dat hy veel min in ftaat is geweest, eenig Charter of getal van Stukken daar van op te geeven, en dat hy niet weet desweegens eenig berigt aan den Kapitein Story gegeeven te hebben ; gelyk hy ook avouert, geen Rapport daar van aan my te hebben gedaan , als zynde niet van zyn Departement, komende de geheele grond zyner meening hier op uit, dat toen hy dit Schip heeft gezien, hy digter by het zelve zoude zyn geweest dan de Advis - Vaartuigen welke toen in Zee waren, dat dit Schip verfchanst was, daar dog over bekend is, dat veele Koopvaarders zig thans ook van Schanskleeden bedienen, en daar myn Advis-Vaar? tuigen, welke toen in Zee waren, in de Verklaaringe No. 2. hier nevens gevoegt , expresfesfelyk en onder cede depofeeren , dat de Blankenburger Visfer agter hun was , en zy veel nader dan hy by het queftieufe Schip geweest waren. Die zelve Lieden geeven in die Verklaaringe tegen alle verdere der Zeemanfchap onkundige en kwaadwillige aanmerkingen , zoo in discoursfen als publicque Gefchriften over dit geval verlpreid een duidelyk verflag, waarom zy dit Vaartuig toen niet digter hebben kunnen naderen en recognosceeren , en op die zelve wyze zoude men, Doorlugtig Vorst, indien het nodig was , kunnen antwoorden op die of lompe of infolente vraagen, die geen Zeeman onze Rheede, Stroomen en Gaaien kundig zynde, doen zal, te weeten, waarom geen Schepen of Fregatten op dit Schip zyn afgegaan ? even. pf zulks ahoos en zoo maar in alle geleegentheeSen van Ty en Weêr en Wind mogelyk en tegen Vyandelyke uitlokkende Krygslisten , altoos even voorzigtig en raadzaam ^was; ten minften is dit zeeker, Doorlugtig Vorst, dat zelfs de kleine Krnisiërs in de Zeeuwfche Gaten, die reeds een gearmeert Vaartuig, en een Koopvaarder , ten voorleeden jaar genomen en opgekrast hebben, zulke voordeelen zig niet zonden laaten ontfbppen waar zy i maar eenigzints daar toe gelee, gemtreid zaagen , en- de vermaarde .Nsrebou'ten , by ■deeze gel eientheid -in Zee geweest zynde , hebben immers hunne reputatie van moedige, ftoute en ondernee&ende Zeeliedenite zyn, nog niet verlooren. — Ziet  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 251 Zie daar, Doorlugtig Vorst, al het geene wat ik'ter volleedige informatie omtrent dit ftuk ter kennisfe van Uwe Doorlugtige Hoogheid weet in te brengen. De allerints Irefive uitdrukkingen in de meergenoemde naamlooze Brief, of liever in dat eerroovend Libel, ga ik terwyl my in' deezen niets zoo zeer interesfeert dan de zuivering van 's Lands dienst , van den blaam haar zoo ftraffeïoos, door zig cnch'j.rLude kwaadwilligen aangewreeven, op het voorbeeld van zoo veeIe brave, dog thans opentlyk gehoonde Lieden van allerlei Rang of Staat, met ftiUwygen en gecJntd voorby in die hoop en vuurig verlangen egter, dat Uwe Doorlugtige Hoogheid door deszelfs hoogst vermoogende protectie , en naar deszelfs hooge Wysheid my en alle brave beleedigde Officieren, op dat de eer van 's Lands dienst niet geheel en al geabandonneert, en allen moed in ons nier uitgedoolt worde , een opentlyke fatisfactie zal gelieven te helpen bezorgen, geëvenreedigt naar de attroce aanval van zulke verregaande injurien. Waar meede, Doorlugtige Vorst , ik my beveele in Uwe Doorlugtige- Hoogheids hooge gunst en befcherming, en de eere heb met de meefte eerbied en diep11e onderwerping my te onderfchryven, Doorlugtige Hooggeboorne Vorst en Heer! Aan Boord (Onder ftond) van 's Lands Schip Zierc- Uwe Doorlugtige Hoogheids on- zee, geankert derdaanige en zeer gehoorzaame voor Vlislin- Dienaar, gen den . . July 1782. (Was get.) J. VAN KRUYNS. BY-  Sja aug. ZAAKEN VAN 1782. B Y L A G E N. K- I. Refolutie by forme van Krygsraad, ge¬ houden aan Boord van 's Lands Schip Ziertkzee , onder Commando van den Hoog.Edele Geftrengen Heer Schoutby-Nocht J. van Kruyne. "T>en Heer Prsefideerende in den Krygsraad aan de JLJ Leeden gecommuniceert hebbende, eene Misfive van den Heere Praelideerende in het Edele Mooende Collegie ter Admiraliteit van Zeeland, waar in gemelt dat in het zeekere Berigten waren ingekomen, dat zig een Vyandelyk Fregat, en een a twee gewapende Kaapers voor de Zeegaten vertoonden, waar door het uit en ïnloopen van Schepen, en Kaapers belet, en de Kust onveilig gemaakt wierd, inhoudende verder met erirftig verzoek om nog deezen avond een Krygsraad te beieo-, gen , om te overleggen hoe , en op welke eene wyz« duor deeze , of geene Schepen op de ftroome-i voor Vlisfingen thans gepolteert, met eenige vrtigt foortgelyke infolente handelwyze zoude kunnen werden tegengestaan , en zoo mogelyk belet. Waarop gedelibereert zynde,eenpaarig is geoordeeld' terwyl volgens dagelyks inkomende Rapporten van de* ter recognofeering gezonde werdende Advys-)agten 'er geen Fregatten , of Kaapers voor de Wal gezien 'werden , en 'er ook geen Kaapers of andere Vaartuigen voor Gaats zyn genoomen : het dus onnoodig te zvn omtrent het bovengemelde eenige middelen te beraamd Aldus gedaan aan Boord van, 's Lands Schip in het HooiM deezes gemeld , leggende geankert voor Viisfin, gen den vierde July 1782. (Was get.) j van krdynb. j. sp. stavorinus. a. g. de mauregnault. j. S. haringman. 6. rauw s. . aorianus schierhout. f. story. My prefent p. ruyl. Schryver. N. 2.  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 253 N. 2. Wy ondergeteekende Uitlegger Kapiteinen commandeerende zoo 's Lands Kotter de Zee-Meeuw als de Hoeker de Triton en verdere Kruispoonen, or> Reqtufme van den Schout-by-Nacht van Kruyne, Commandeerende de Schepen op de Stroomen deezer Provincie van Zeeland leggende, verklaaren nogmaals ter helde van de waarheid , folemneelyk op den Eed aan den Lande gedaan ieder voor zoo veel ons aangaat, dat zeedert den twaalfden van den maand Juny Jaatstleeden , tyde wanneer den gemelden Schout-by.Nacht door de indifpofitie van den Schout-by-Nacht Vis, hec Commando op de Stroomen alhier , en dus ook over ons en onze refpeétive Vaartuigen heeft gevoerd en tot heeden toe nog is voerende, wy by afwislende en elkanderen vervangende Divifien, op ordre van gemelde Schout-by-Nacht , daagelyks en zonder verzuim, zyn in volle Zee geweest, om een iegelyk op zyne voorlchreeven ciiftantie, naar maate gety en wind en weeder, zulks met Zeemanfchap toeliet, alle in het gezigt zynde , of opkoomende Schepen, te obferveeren, en zoo veel mogelyk op te merken, of zy van neutraale Mogendheeden, of zy Vriend dan Vyand , groot of klem, gewapend of ongewapend, en in welk een getal by elkander zyn, en welken Cours zy Stieren .-omme daar van terftond, en naar maate vau onze kennisneeimng, de vastgeftelde zeinen aan de Wal, en de ter Keede leggende Schepen te doen , en daar van, by ons weeder binnen vallen, aan den Commandeerende behoorlyk Kapport te brengen. Wy verklaaren verders, dat wy altoos en fpeciaal. geduurende den voormelden tyd hier inue , als liedeiï van eer , hebben getragt onzen pligt te doen , en de bovengemelde ordres iliptelyk naar te koomen , en te volbrengen, voorts, dat wy geduurende heel den tyd waar m Wy onder de ordres van den voornoemde Schoutby-Nacht van Kruyne als commandeerende de Stroomen alhier, zyn m emplooi geweest op onzeKruistog- ten  254 aüg. ZAAKEN VAN 1782. ten voor Gaats en langs de Kust geen Oor!og-Sch''p nog Schepen, Fregat nog Fregatten, nog zelfs, behal* ven eenige van tyd tot tyd hier binnen geloopene Franfche Kaapers geene hoegenaamde, gewaapende Kotters , of andere ten Oorlog toegeruste Vaartuigen van eenige vreemde Mogendheid veel min van den Vyand , hebben ontdekt, gezien of geobferveert, en dus ook daar van geen Rapport aan den Commandeerende Schoutby-Nacht van Kruyne, hebben gedaan, nog ten zywy opzettelyke onwaarheeden hadden willen aanbrengen, hebben kunnen doen, en dat wy derhalven als moreel van bet tegengeftelde overtuigd op gronden van welweetenfchap , by deezen plegtig verklaaren, volfliekt abufief en onwaaragtig te zyn, dat zig in defpatievan den voormelden tyd, voor Gaats, op de Wielingen of langs onze Kust, een of meer Vyandelyke OorlogSchip of Schepen, Fregat of Fregatten , gearmeerde Kotter of Kotters of eenig ander gewapend Engelsch Vaartuig, hoe genaamd zoude hebben vertoond. En verklaaren , wy ondergeteekende , Jacob Narebour en Frans Narebout, nog in het byzonder op den Eed aan den Lande gedaan, tot opzigte van het zwaar geiaaden Driemast Koopvaardy Schip , het welk wy tegen den avond van den twee-en-twintigften Juny deezes jaars buiten de minfte zweem of fchyn eeniger Vyandelyke oogmerken , omtrent vyf mylen van "de Wal, gelyk hetzelve zulks door opkoomende ftilte en het Noordty , naar alle kennisfe die wy van ons be-> roep, op deeze Stroomen hebben, heeft moeten doen, hebben zien ten anker komen , dan dat wy door de voornoemde, opkomende ftilte in den vallende avond, ftond dit 'Schip het welk wy aan alle kenmerken, hebben geobferveerd voor zeeker niet anders, dan een zwaar geiaaden Koopvaardy-Schip te zyn , egter niet meerder hebben kunnen naderen, of met eenige Zeemanfchap, daar toe eenige poogingen, hebben kunnen doen , en het dus buiten ons vermoogen geweest is, om te onderzoeken van wat Natie dit Schip geweest zy , hoe zeer hetzelve ons aan geene de minfte zigtbaare kenteekens, eenige hoegenaamde denkinge baarde laat ftaan bewyzen gaf, van een Engelsch en dus Vyandelyk Schip te zyn. Wy  «do* STAAT EN OORLOG. 3782, 255 Wy verklaaren ook wyders, dat het niet waarfchyn. Ivk is , dat het Blankenburger Vaartuig toen meede ia Zee zynde, en het welk gezegd word, dit Schip voor een Oorlogs-Fregat aangezien te hebben, het zelve beetër zoude nebben kunnen obferveeren als wy, daar gemelde Vaartuig verre agter ons, zeilende dit bewuste Schip, van veel verder afftand dan wy en dus natuurlyk onduidelyker heeft moeten zien. Eindelyk verklaaren wy ieder zoo veel ons aangaat dat wy den volgenden dag te weeten den 23 funv laatstleeden, het bovengemelde Koopvaardyfchip , hebben zien Cours zetten, naar de kant van Olfende en dat wy aan den Schout-by-Nacht van Kruyne 'volgens onze pligt behoorlyk Rapport hebben gedaan • van te hebben gezien een Driemast-Schip , het welk omtrent vyf mylen van de Wal ten Anker gekomen was, en het welk zoo veel ons mogelyk was geweest waar te neemen , een zwaar geiaaden Koopvaardyfchip was, dat daags daar aan naar Oftende hadde Cours gezet. Aldus ter goedertrouw verklaard en ter oirkonde onderteekend ter praefentie van de Lieutenants r W van Haaften en F. C. Mofer , aan Boord van 's Lands Schip van Oorloge Zierc-Zee geankerd voor Vlisfingen den 25 July 1782. ö (Was get.) / MARINUS DEKKER. j w CORNELIS ACKERDAAS. H f ^ JACOB NAEREBOUT. TTn xF'r FRANS NAEREBOUT. U.CMoler. My prsefent, p. ruyl. Schryver, N.3.  35•• 'tsi inniivj asb ■ f—yt Woensdag^ den 7 Augustus 1782. Ontfangnn een Misfive van de Heeren Sraaten van Zeeland , gefchreeven te Middelburg den 29.der voorleede maand, waar by dezelve aan Huu Edele Gr. Mog. toezenden „Copien hunner Mi* li ven , zoo aan hun Hoog Mog. als aan zyne Hoogheid geaddresfeert om op het nauwkeurigfie te worden gemformeert van de oorzaaken der inactiviteit van de Navale Magt en andere pointen daar in 'vervat; met verzoek aan Hun Edele Groot Mog. om meede te werken ten nutte van het dierbaar Vaderland, volgende dezelve Misfive en twee Bylagen hier na geinfereert. Fiat Inf rtio. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en ïerftajn , dat C"pie 'van de voorfz. Misfive en Bylagen zal worden gegeeven aan te Leden, om in de deliberarien over de pointen vervat in de Prop-ifitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Leiden op den 31 der voorleede maand ter Vergadering gedaan , daar op meede zoodanige reflexie te maaken, als geoordeelt zal worden te behooren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Ed*  Avof STAAT EN OORLOG. 1782. 265 Edele Groot M^gerde Heeren., Byzondere Goede Vrienden, Naagebuuren en Bondgenooten! s Wy hebben zeedert eenigen tyd onze ernftige de. liberarien gehad over den kommerlyken (raar, waar in .de Republiek zig door een verderffelyken Oor. log met bet Ryk vau Groot-Brittannien gebragt ziet, eh het groot verlies dat reeds geleeden is, zoo ten aanzien .van eeniue overzeefcne. Bezittingen , als van kostbaare Laadingen en Schepen, en daar by, niet dan met de uiterlte aandoeninge , zeedert langen tyd , befpeurt de onbegrypelyke inactiviieit , weltte , ten aanzien der Navaale Magt-, tot maar onlangs toe, heeü plaats gehad; waarom.wy dan ook goedgevonden hebben ons, zoo aan Hun Hoog Mogende, als aan Zyne Doorlugtige r^uogheid' te aduresfeeren , ten einde wy op het naauwkeurigfte mogen worden geiniörmeert van de oprzaaken van zoodanige inactiviteit, en andere Pointen , zoo als U Edele Groot Mog. uit de nevensgaande Cupien der Misliven aan Hun Hoog Mogende en aan Hoogsrgedagten Vorst zullen kunnen verneemen : van welke demarche wy niet hebben willen afzyn U Ed. Gr. Mog. kennis te geeven , en teffens Vrundnabuurlyk en ernltig te verzoeken, dat het U Ed. Gr. Mog. behaagen moge de noodige en £equirable re,fledben op dezelve te liaan, ten einde aan onze iuftantien te gemoet gekomen werde, mitsgaders om dezelve op de meestkragtigfte wyze te lecoadeeren , en mitsdien Hoogstderzelver Gedeputeerden ter Generaliteit, dien conform, met falutaire Inttruétien gelieven te voorzien , en alzoo meede te werken ten nutte van het dierbaar ya.erland, wiens confervatie in deezen eeniglyk tjoor ons word bedoelt; terwyl ons verzeekert houdende , dat U Edele Groot Mogende in dit oogmerk met ons volkomen inftemmen, deezen zullen eindigen,- Waar meede, Ecdele Groot Mogende Herren, Byzondere Goede Vrienden , Nagebuuren en Bondgenooten ; zuilen wy God Almagtig bidden , U Edele Groot Mog. loffelyke Regeeringe met alle prolpertteit en yootlpoad 'te willen R 5 zee-  266 auo. ZAAKEN VAN ijs». zeegenen. In het Hof van Zeeland, te Middelburg den 29 Jnly 1782. (Onder ftond) U Edele Groot Mogende goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. De Staaten van Zeeland. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) L. P. VANDE SPIEGEL. Aan de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. HOOG MOGENDE HEEREN I Wy kunnen ons niet langer dispenfeeren om ü Hoog Mogende onze rechtmatige bekommering over den fteeds toeneemenden crityken ftaat van dit Gemeenebest en over de onbegrypelyke directie, welke omtrent de Publieke Zaaken plaats heeft, onder het oog te brengen : Wy behoeven aan U Hoog Mogende niet breedvoerig te detailleeren , welke noodlottige gevolgen uit den verderffelyken Oorlog, waar in de Republiek is ingewikkelt, vooral voor onze Provincie en derzelver Ingezeetenen, bereids gerefulteerd, en in het vervolg te dugten zyn. Wy hebben niet dan met de gevoeligfte aandoening kunnen ontwaar worden, dat een aanzienelyk gedeelte van de buitenlandfche, en voor onze Provincie in het byzonder , zoo belangryke, Bezittingen ,• te gelyk met het grootfte deel der ko6tbaarfte en rykbelaadene Schepen,  aug. STAAT EN OORLOG. 178a. 267' pen, op het onverwagtst een prooy der vyanden geworden zyn ; dat de Commercie, de eenige oorzaak waar aan deze Gewesten, naast God, hunne opkomst en bloei verlcbuldigt zyn, den hartader is afgeitoken; dat eene Iteeds toeneemende vermindering en gemis van inkomften by grooten en kleinen word- ondervonden ; en dat uit dit alles niet dan de akeligfte vooruitzigten moeten geboren worden. By deeze overweging moeten wy met aandoening, doch teffens niet zonder genoegen, ons herrinneren de regelmaatige denkingswyze , welke wy voor en in hec begin der tegenwoordige onlusten, by alle gelegenheeden, gemanifefteerd hebben. Al te wel van den toeftand en waare belangens der Republiek overtuigt, en zelfs nog niet kunnende voorzien , dat de Wapenen van den Staat met zulk een onvoorbeeldige traagheid Honden gebruikt te worden, oordeelden wy dat eene opentlyke Vreedebreuk met eene magtige en gdwapende Mogentheid niet anders dan ten uiterfien nadeelig kon uitvallen; dat dierhalven de weg van minnelyke fchikkingen vooraf behoorde getenteerd te worden ; dat zulke tentamina by voorige geleegentheeden meermaalen waren gefchied, zonder dat men immer geoordeeld hadt de achring der Republiek daar door te exponeeren; terwyl zoo al door diergelyke Negotiatien en Onderhandelingen het uiterlte niet kon worden voorgekomen , men ten minfte tyd zoude winnen en geleegenheid hebben, om inmiddels de Republiek , zoo veel mogelyk uit haaren weerloozen toeHand in ftaat van tegenweer te brengen. Hoe zeer vervolgens de evengemelde begrippen, tegen verwagting van veelen, by de uitkomst maar al te veel wierden gewettigd; hoe zeer wy ons door de, builen onze concurrentie en tegen onze meenigvuldige waarfchouwingen en inftantien, genomene mefures, in eenen ruïneufen Oorlog vonden ingewikkeld; hoe zeer eindelyk de bekrompenheid der Provinciaale Financien aan de Bondgenooten ten vollen bekend was , betuigden en betoonden wy echter met 'er daad ons de gemeene befcherming niet te willen onttrekken, maar met vereenigde kragten en boven vermogen te willen mede. wer-  268 aüo. ZAAKEN VAN i?82. werken in het neemen van gepaste maatregulen tot he. Ivkheden 1 ei'bT 18 ' tM n^™cme der vyandeSlvk? 'n . T die W/Ze t0t bevordering van eene eeriyke, voordeehge en duurzaame Vreede: van al het welke de door ons gedragene en met reëele Furni fe menten bekragogde Confenten in zoo veele bui eSwoone en drukkende Petitiën de bewyzen opleveren. Wanneer dan eindelyk wy en alle welmeenenden, met het grootfte genoegen , na eene langduurige ver' wagc ng en reikhalzend verlangen, een bekwaam aantal Uorloglchepen en Fregatten in behoorlyke gereedheid zagen, om tot de waare einden van derzelver de. ftinatie te worden gebezigd'; na dat een ieder verwag- het langduung uitfte! , Z00 veel mog'clyk , itond'te worden vergoed, heeft zu^ks echter toe flegts korten tyd geleden niet anders dan eene byna algemeene en gantsch onverwagte werkeloosheid ren .gevolg gehad De Schepen, met zoo veel moeiten én'kosten in'eereedhetd gebragt, lagen, als het ware, voor hunne Ankers te verrotten ; het moedeloos Volk, het geen getoond heeft bereid te zyn, om alles voor het Vaderland op te zetten , wierd by gebrek aan bezigheid door gevaarlyke ztektens aangetast; de Kusten, welke alleen door eene bekwaame Vloot tegen alle aanvallen en onderneemingen kunnen worden beveiligt, bleeven by aanhoudenthetd bloot gefield ; de zuchtende Koophandel nep vrugteloos om hefeberming; de nog overgeblevene Colonien , welker behoud tot hier toe aan geene menlchelyke voorzigtigheid , maar alleen aan een gunitige befohikking der Voorzienigheid te danken is, blyven zonder protectie en Ichreeuwen om voorziening van allerlei ononvbeerlyke noodwendigheeden ; de Schepen reeds in het voorleden jaar ten'dien einde in gereed' heid gebragt, hebben zoo wel, als de kostbaare en zoo zeer verlangde retouren eenen zeer langen tyd vrugteloos eene gelegentheid afgewagt; de pogingen der welmeem nde Ingezetenen om door Kaap - "Reederyen den vyand alle mogeiyke afbreuk toe te brengen, zyn verydeld , en de. Schepen , met zoo veel Vaderlandfchen yver  Aue. STAAT EN OORLOG. .1782. 269 yver tot dat oogmerk uitgerust, aan hun eigen noodlot en ten prooi van eenen listigen en waakzamen vyand overgelaten ; de vyandelyke Convoyen , llegts in eene kleine magt beftaande, zyn voorby onze Kusten gerust en zonder verhindering heen gevoert , en onze eigene Oorlogfchepen op hunne Reede, volgens de algemeene gerugten , door een geringer magt fchandelyk ingefloten geworden; alles tot de innigfte fmert van alle weldenkende Ingezetenen, tot verwondering van vrienden en vyanden , en tot billyke verontwaardiging van geheel Europa. Het is niet dan met het grievende leedwezen, Hoog Mogende Heeren ! dat wy ons niet hebben kunnen onthouden aan'U Hoog Mogende voor te ftellen een. gedeelte der fmertelyke gevolgen -van eene zoodanige-' handelwyze, waar van wy plegtig moeten betuigen de redenen niet te kunnen bevatten, als welke niet alleen volilrekt aanloopt tegen het fyftema van defenfie, door onze braave Voorouders , in diergelyke omftandigheeden , zoo mannelyk met zoo veel roem en met ztllk een goed fucces vast gehouden, maar ook boven dien niet kan nalaaten deeze, wel eer bloeiende en door de grootfte Heldendeugden gevestigde en alom beroemde, Republiek, by de geheele waereld tot een voorwerp van veragting te doen worden; terwyl de fchier onnoemelyke geldfommen , bereids door ons en de overige Bondgenoten zoo blymoedig ingewilligt,dus doende , als geheel vrugteloos verfpild moeten worden aangemerkt , en het in zoo een geval raadzaamer zoude geweest zyn , niet alleen in geenerlei Petitiën hoegenaamd te confenteeren , maar zelfs liever de voorhanden zynde Schepen af te danken, dan 's Lands Penningen op zulk eene gantsch nuttelooze wyze te verkwisten. Wy willen gaarne aan het oordeel van U Hoog Mogende overlaaten of dit het middel zy , om immer tot eene gewenschte Vreede, waar van men de geruchten telkens levendig houdt, te geraaken. Zal een vyand, die niets van ons te vreezen heeft, zig niet bevoegd oordeelen tot het voorfchryven van zoodanige voorwaarden, als hy zelve zal goedvinden? Is het te ver- wag-  27<3 aug. ZAAKEN VAN 1782. wagten , dat eene Mogentheid , waar mede de Republiek nog in vriendfchap is, waar aan dezelve niet kan ontkend worden groote verpligtingen te hebben en welke zig in de deezer tyds gedaane aanbiedingen' tot het reguleeren van gemeenfchappelyke Krygs-operatien, aanhoudend ziet te leur gelteld , het verder en fpeciaal by Vreedes-onderhandelingen,met haare belangens overeenkomftig zal oordeelen, de onze te behartigen? en is dierhalven het eenige middel , om tot eene beftendige én eerlyke Vreede te geraaken , niet veel eer daar in geleegen, dat men, met 's Hemels byftand, aan vyanden , de uitwerking der moed van eene lang getergde en beledigde Natie , en aan vrienden , het gewigt en de waardy onzer vriendfchap doe gevoelen ? Wy hebben zedert lang de onbegrypelyke en de gantfche waereld in het oog loopende inactiviteit onzer Navale macht niet zonder opmerkinge en kommer aangezien, en zouden ons regtmatig beklag al eerder onder het oog van U Hoog Mog. gebragt hebben, indien wy niet , door de van ,tyd tot tyd hernieuwde tydingen van een aanftaande uitloopen der Vloot en de billyke hoop, dat eens eindelyk de voorhanden zynde middelen ter onzer verdediging en afbreuk van den vyand, met waaren ernst zouden by der hand genomen worden, waren weerhouden ; doch hoe zeer wy, hangende onze deliberatien over dit gewigtig onderwerp , met genoegen vernomen hebben, dat een gedeelte onzer Vloot in het begin deezer maand is uitgezeild , ignoreeren wy niet alleen de waare reedenen , waarom zulks niet vroeger gefchied zy , maar ook haare deftinatie, en hoe lang zy geordonneerd is Zee te houden , mitsgaders verfcheide articulen , op welkers onderzoek wy befloten hebben aan te dringen, en hebben mitsdien geoordeeld aan onzen pligt te kort te zullen fchieten, en ons voor God en onze Ingezetenen verantwoordelyk te ftellen, by aldien wy, door een langdutiriger ftilzwygen, zulk eene onbegrypelyke handelwyze mogten fchynen goed te keuren; en het is om deeze redenen, dat wy goedgevonden hebben ons by Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heer Erf-Stadhouder,fchriftelyk en op het naauwkeuriglte te informeeren naar de waare redenen van de zoo  ADC. STAAT EN OORLOG. 1782. 271 zoo lang aangehouden hebbende Werkeloosheid der Navale macht, met inftantien dat dezelve voor ons en de verdere Bondgenooten niet mogen worden bedekt gehouden : gelyk wy ook aan Hoogstgedagten Vorst hebben verzogt dat ouvertures mogen gegeeven worden zoo van de mefures , uit hoofde van het Concert met de Kroon van Vrankryk, als omtrent den ftaat der nog voor handen zynde Oorlogfchepen en Fregatten zoo wel die thans in de onderfcheidene Havens in ge! reedheid zyn, als die bereids geheel of ten deele zyn aangebouwd en ftaan geëquipeerd te worden: met verdere inftantien , dat de Ordres en Inftruétien der Officieren, commandeerende 's Lands Schepen, welke thans ter Reede deezer Provincie leggen , of in 't vervolg zullen komen , mitsgaders die van den Generaal de Iroepes binnen deze Provincie commandeerende, voortaan aan ons mogen gecommuniceerd worden; terwyl wy aan ons referveeren om , als de eenige Souverain onzer Provincie , aan de gezegde Commandanten der Oorlogfchepen en den Generaal mede zoodanige ordres te geeven en ter executie te doen brengen, als wy met het belang onzer Provincie en Ingezetenen overeenkomitig zullen oordeelen. Tot al het welk voorfchreeven is, wy U Hoog Mo. gende medewerking op het ernftigfte verzoeken, en dat ten dien einde door Zyne Doorlugtige Hoogheid, als Adnuraal-Generaal van de Unie, aan U Hoog Mogende binnen zekeren bepaalden tyd mogen worden 0verge bragt Copien van de Ordres door Hoogs tdenzelven gegeeven tot het in gereedheid maken van de Vloo-m de refpedive Zeegaten van de Republiek, mitsgaders van de Brieven en verdere ftukken met de Commandanten van dezelve gewisfeld , gelyk mede van het reiultat van de Krygsraaden, over het al of niet uitloo. pen van de Vloot, tot op heden gehouden : al het wek wy vertrouwen, dat behulpzaam zal wezen, om te kunnen oordeelen , in hoe verre 'er in het beftuur van zaaken wel of kwalyk is gehandeld , en de algemeene klagten van werkeloosheid regtmatig zyn. Terwyl wy U Hoog Mogende ai verder verzoeken om aau ons , zoo nopens den toeftaud der Publieke Zaa-  éj£ auo; ZAAKEN VAN 1782, Zaaken in 't gemeen, als der Vrede's-Negotiafien in het byzonder , de vereischte elucidatien te laaten toekomen : alzoo wy niet gezind zyn de opgebragte lasten onzer Ingezeetenen en verdere 's Lands inko'n ten, die dageiyks hand over hand afneemen , tot goedmaaking van nutteloos, geïnpendeerde onkosten te belteeden. En eindelyk, alzoo het ons voorkomt dat a'le middelen en wegen, waar door de correspondentie en ver; ftatidhouding met den Vyand zoude kunnen worden ge. faciliteerd, in het tegenwoordig tydsgewrigt, zoo veel mogelyk, behooren afgefieden te worden, op.hetkragtigite inlteeren, dat de Paketbooten van E^eland worden verboden het inloopen in de Zeegaren van de Republiek, en dezelve voortaan als Vyandelyke Schepen aangemerkt.en behandeld worden; mitsgaders dat door U Hoog Mogende alle mogeiyke en meer gefchikte pra;cautien mogen worden beraam 1 , en daadelyk in het werk gelteld, tegen her houden van ongeoorloofde correspondentie tusfchen Ingezeetenen van de Republiek en die van Engeland. Wy befluiten deeze in dat billyke vertrouwen , dat U Hoog Mogende niet zullen haifiteeren om zig mee deeze onze oogmerken allerwegen te vereenigen , en wenfehen dat de pogingen , waar roe wy niet alleen als een integreerend Lid van het Bondgenootfchap ten hoogden bevoegt , maar boven dien verpligt zyn , als Souverain van eene Provincie, welke het meest van allen aan den Vyand is blootgelteld; die naar evenredigheid, het meest van allen de gevolgen van den Oirlog ontwaar wordt; wier behoud of ondergang daar mede gepaart gaat ; en die daarom met zoo veel bereidwilligheid alles tot het algemeen behoud , en verdediging opzet, met eene heilzaame uitkomst agtervolgt mogen worden; terwyl wy in allen gevalle, die voldoening zullen ondervinden , dat wy ons van onzen pligt gekweten, en by het tegenwoordige en de volgende Gedachten buiten verantwoording zullen gefield hebben. Waar meede hoog Mogende Heeren! zullen wy God Almagtig bidden, U Hoog Mogende loffrlyke Regeeringe met alle pros-  aijg; STAAT EN OORLOG. 1782. *73 prosperiteit en voorfpoed te willen zegenen, In 't Hof van Zeeland, te Middelburg, den 29 July 1782. (Onder ftond) U Hoog Mogende Goede Vrunden, De Staaten van Zeeland. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve." (Was get.) L. P. VAN DE SPIEGEL. (Nog Lager ftond) Accordeert met zyn Origineel. (Was get.) L. P. van de spiegel. Aan Zyne Doorlugtige Hoogheid, den Heere Prince Erfftadhouder. doorlugtig hooggeboren vorst EN HEEr! Wy kunnen ons niet langer dispenfeeren om Uwe Doorlugtige Hoogheid onze regtmatige bekommering over den fteeds toeneemenden critiquen ftaat van dit Gemeenebest en over de onbegrypelyke direc» tie , welke omtrent de publique zaaken plaats heeft onder het oog te brengen: wy behoeven aan Uwe Doorlugtige Hoogheid niet breedvoerig te detailleeren, wel. ke noodlottige gevolgen uit den verderffeJyken Oorlog, VI. deel. S waar  274 aüg. ZAAKEN VAN i?§2. waar in de Republiek is ingewikkelt, vooral voor onze Provincie en derzelver Ingezeetenen , bereids gereiulreert, én in het vervolg te dugten zyn. Wy hebben niet dan met de gevoelïgfte aandoening kunnen ontwaar worden, dat een aanzienelyk gedeelte van de buitenlandfche , en voor onze Provincie" in het byzonder , zoo belangryke Bezittingen, te gelyk met het grootfte deel der kostbaarfte en rykbeladene Schepen , op het onverwagtst een prooi der Vyanden geworden zyn ; dat de Commercie , de eenige oorzaak waar aan deeze Gewesten, naast God,hunne opkomst en bloei verfchuldigt zyn, den hartader is afgeftoken; aat eene (leeds toeneemende vermindering en gemis van mkomften by grooten en kleinen word ondervonden; en dat uit dit alles niet dan de akeliglte vooruitzigten moeten gebooren worden. By deeze overweeging moeten wy met aandoening , doch teffens niet zonder genoegen, ons herinneren de regelmatige denkingswyze , welke wy voor en in het begin der tegenwoordige onlusten, by alle gelegenheden , gemanifefteert hebben. Al te wel van den toeftaud en ware belangens der Repub'iek overtuigt, en zelfs nog niet kunnende voorzien dat de Wapenen van den Staat met zulk een voorbeeldige traagheid Honden gebruikt te worden, oordeelden wy dat eene opentlyke Vreedebreuk met eene magtige en gewapende Mogentheid niet anders dan ten uiterlten nadeelig kon uitvallen ; dat dierhalven de weg van minnelyke fchikkingen vooraf behoorde getenteert te worden; dat zulke tentamina by voorige gelegenheeden meermaalen waren gefchied , zonder dat men immer geoordeelt had de achting der Republiek daar door te exponeeren; terwyl zoo af door diergelyke Negotiatien en Onderhandelingen het uitterfte niet kon worden >. voorgekomen , men ten minften tyd zoude winnen en gelegenheid hebben, om inmiddels de Republiek, zoo veel mogelyk, uit haaren weerloozen toeltand in ftaat van tegenweer te brengen. Hoe zeer vervolgens de evengemelde begrippen , tegen verwagting van veelen, by de uitkomst maar al te veel wierden ge wettigt; hoe zeer wy ons door de, buiten  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 275 ten onze concurrentie en tegen onze men>>vuldi°-e waarfchouwingen en inftantien, genomene mefures, ia eenen ruïneufen Oorlog vonden ingewikkeld ; hoe zeer eindelyk de bekrompenheid der Provinciaale Financien aan de Bondgenooten ten vollen bekent was, betuig, den en toonden wy egter met 'er daad ons de gemeene befcherming niet te willen onttrekken , maar met vereenigde kragten en boven vermogen re willen mee. dewerken in het neemen van gepaste maatregulen tot beveiliging van het Vaderland , met alles wat in en buiten hetzelve dierbaar is, tot reciprocatie der vyandelykheeden, en op die wyze tot bevordering van eene eerelyke, voordeelige en duurzaame Vreede: van al het welke de door ons gedraagene en met ree de Furnisfementen bekragiigde Confenten in zoo veele buitengewoone en drukkende Petitiën de bewyzen opleveren. Wanneer dan eindelyk wy en alle welmeenenden , met het grootfte genoegen , na eene langduurige verwagting en reikhalzend verlangen, een bekwaam aantal Oorlogfchepen en Fregatten in behoorlyke gereedheid zagen, om tot de ware einden van derzelver destinatie te worden gebezigt; na dat een ieder verwagte , dat, door derzelver fpoedig en gepast.employ, het Iangduurig uitftel, zoo veel mogelyk, ftond te worden vergoed , heeft zulks egter tot flegts korten tyd geleeden niet anders dan eene byna algemeene en gantsch onverwagte werkeloosheid ten gevolg gehad. De Schepen, met zoo veel moeiten en kosten in gereedheid gebragt, lagen , als het ware , voor hunne Ankers te verrotten; het moedeloos Volk, het geen getoont heeft bereid te zyn om alles voor het Vaderland op te zetten, wierd by gebrek aan bezigheid door gevaarlyke ziektens aangetast; de Kusten, welke alleen door eene bekwame Vloot tegen alle aanvallen en onderneemingen kunnen worden beveiligt, bleevenbyaanhoudentheid bloot geftelt:de zugtende Koophandel riep vrugteloos om befcherming; de nog overgebleevene Colonien, welker behoud tot hier toe aan geene menfehelyke voorzigtigheid , maar alleen aan eene gunftige befchikking der Voorzienigheid te danken is, blyven zonder protectie en fchreeuwen om voorziening van allerS 2 lei  2?6 aug. ZAAKEN VAN 1782. lihet^Slt ".00^vencligheden; de Schepen, reets bnïr en J3ar,ten ,ien einde in wreedheid ge- vrfan'J,b?ln Z0° Wd » a'S d£ k0stbaare en «>° «er m 'e SL.n hU-rf \ ee"en Ze,er langen tvd vrugteloos £nA.gg afgewagt; de pogingen der welmee- nende Ingezeetenen om door Kaap-Reederyen denVyand alle moge yke afbreuk toe te brengen , zyn verydeï, en de Scheen met zoo veel Vaderlandfchen lever ton nL; ?In «'tgenist, aan hun eigen noodlot en ten E l eene" !'sVgen en waakzamen Vyand overge. malr hPft,Vyfd6,yke Convoyen, "egts in eene kleine Sr t'w ! '■ Zyu° Voorbv onze Kuste" ge^st en S verhindering heen gevoert, en onze eifeneOor- r£ Pe^°P hunne Reede' voISens de algemeene ge^ „ een Se/inger magt Ichandelyk ingefloten geworden; alles tot de innigfte fmert van alle weldenKende Ingezeetenen, tot verwondering van vriendenen Europa" ' Cn t0t biUyke verontwaardiging van geheel Het is niet dan met het grievendfte leedwezen , Do:rlugtige Vorst! dat wy ons niet hebben kunnen ftellenP?n Do?r,ug»ge Hoogheid voor te Snr^ff" def fraerte'yke gevolgen van eene zoodanige handelwyze, waar van wy plegtig moeten betuigen de redenen niet te kunnen bevatten als we" S a> • / °"Ze brave Voorouders , in diergelyke Pn S']feden ' zo9 ™an"elyk , met zoo veel roem, ZZ / k •en,g0ed fucces vastgehouden; maar ook boven dien met kan nalaaten deeze, wel eer bloeyende en door de grootfle Heldendeugden gevestigde en alom beroemde Republiek , by de geheele waefeld tot een frh^P Va" ™nëflPS. te doen worden; terwyl de, fchier onnoemelyke geldlommen , bereids door ons en de overige Bondgenooten zoo blymoedig ingewilligt, dus doende als geheel vrugteloos verfpil? moeten won den aangemerkt , en het in zoo een geval raadzaamer zoude geweest zyn niet alleen in geenerlei Petitiën hoe genaamt te confenteeren, maar zelfs liever de voor handen zynde Schepen af te danken, dan 'sLands PenKen °P ^ SantSCh nutteIooze wvze te ver- Wy  aug. STAAT EN OORLOG. 17S2. 277 Wy willen gaarne aan het oordeel van Uwe Doorlugtige Hoogheid overlaaten of dit het middel zy, om immer tot eene gewenscbte Vreede , waar van men de gerugren telkens levendig houd, te geraaken. Zal een vyand, die niets van ons te vreezen heeft , zig niet bevoegt oordeelen tot het voorfchryven van zoodanige voorwaarden , als hy zelve zal goedvinden ? Is het re verwagten, dat eene Mogentheid, waar meede de Republiek nog in vriendfchap is, waar aan dezelve niet kan ontkent worden groote verpligtingen te hebben en welke zig in de deezer zyds gedaane aanbiedingen, tot het reguleeren van gemeenfchappelyke Kry>s-opera. tien , aanhoudent ziet te leur gefield, het verder en fpeciaal by Vrede's-onderhandelingen, met haare helangens overeenkomltig zal oordeelen, de onze te behartigen? en is dierhalven het eenige middel, om tot eene beltendige eii eerlyke Vreede te geraaken, niet veel eer daar m geleegen , dat men, met 's Hemels byftand, aan vyanden , de uitwerking der moed van eene lang getergde en beledigde Natie, en aan vrienden, het gewigt en de waardy onzer vriendfchap doe gevoelen ? Wy hebben zedert lang de onbegrypelyke en de gantfche waereld in het oog loopende inactiviteit onzer Navale Magt niet zonder opmerkinge en kommer aange. zien , en zouden ons regtmatig beklag al eerder onder het oog van Uwe Doorlugtige Hoogheid gebragt hebben, indien wy niet, door de van tyd tot tyd hernieuwde tydmgen van een aanftaande uitloopen der Vloot, en de billyke hoop dat eens eindelyk de voor handen zynde middelen ter onzer verdeediging en afbreuk van den vyand, met waren ernst zouden by der hand genomen worden, waren wederhouden; doch hoe zeer wy, hangende onze deliberatien over dit gewigtig onderwerp met genoegen vernomen hebben, dat een gedeelte onzer Vloot in het begin deezer maand is uitgezeilt, ignoreeren wy niet alleen de ware reedenen, waarom zulks niet vroeger gefchied zy , maar ook haare deftinatie, en hoe lang zy geordonneert is Zee te houden, mitsgaders verfcheide Articulen, op welkers onderzoek wy belloten hebben aan te dringen, en hebben mitsdien geoordeelt aan onzen pligt te kort te zullen fchieten, en ons voor S 3 God  fff AUG- ZAAKEN VAN 1781. God en onze Ingezeetenen verantwoordelyk te ftellen, by.aldien wy, door een langduuriger ftilzwygen, zulk een onbegrypelyke iiandelwyze mogten fchynen goed te keuren; en het is om deeze reedenen, dat wy niet langer neoben kunnen afzyn, om ons, op bet naauwkeurigfte by öwe Doorlugtige Hoogheid te informeereti naar de waare redenen van de. zoo lang aangehouden hebbende werkeloosheid der Navale Magt, met inftantien, dat dezelve voor ons en de verdere Bondgenooten niet. mogen worden bedekt gehouden : gelyk wy ook Uwe Dooriugtigheid verzoeken dat ouvertures-mogen gegeeven worden zoo van de mefures, uit hoofde van het Concert met de Kroon van Vrankryk, als omtrent den ftaat der nog voor handen zynde Oorlogfchepen en fregatten, zoo wel die thans in de onderfcheidene Havens in gereedheid zyn, als die bereids geheel or ten deele zyn aangebouwt en ftaan geëquipeert te worden; met verdere inftantien, dat de Ordres en Inftruclien der Officieren , commandeerende 's Lands Schepen, welke thans ter Reede deezer Provincie leggen , of in het vervolg zullen komen , mitsgaders die van den Generaal de Troepes binnen deeze Provincie commandeerende, voortaan aan ons door Uwe Doorlugtige Hoogheid mogen gecommuniceert worden; terwyl wy aan ons referveeren om , als de eenige Souve. tain onzer Provincie , aan de 'gezegde Commandanten der Uorf.glcbepen en den Generaal meede zoodanigeOrdres te geeven en ter executie te doen brengen, als. wy met het belang onzer Provincie en Ingezetenen overeenkomftig gullen oordeelen. Wy befiuiien deeze . Misfive in dat billyke vertrouwen, dat dezelve niet wederom een gelyk lot, als onze twee voorige van den 26 Febnury en 14 Maart beide jongstleeden , zal ondergaan: maar dat Uwe Doorlugtige H >ogheld' .dezelve ten, fpoedigften zal geheven te beantwoorden, .en niet ba:fiteeren om aan deeze onze verlangens te gemoet; te komen; ten einde onze pogingen , waar toe wy ,' niet alleen, als een integreerend Lid van het Bondgenootschap ten hoogfteti bevoegr, maar boven dien verpligt zyn, als Souverain van eene Provincie, welke het meest van allen aan ''1 * £0 den  aug. STAAT EN OORLOG. 17S2. 279 den vyand is blootgeftelt; die naar evenredigheid het meest van allen de gevolgen van den Oorlog ontwaar word ; wier behoud of ondergang daar meede gepaart gaat ; en die daarom met zoo veel bereidwilligheid alles tot het algemeen behoud en verdediging op^et, met een hcilzaame uitkomst agtervolgt mogen worden; terwyl wy in allen gevalle, die voldoening zullen ondervinden , dat wy ons van onzen pligt gekweeten, en by het tegenwoordige en de volgende Geflagten buiten verantwoording zullen geftelt hebben. Waar meede, Doorlugtig, Hooggebooren Vont en Heere! zullen wy God Almagtig bidden, Uwe Doorlugtige Hoogheid lange jaaren, by gewenschte Lyfsgezondheid en vermeerderiage van allen Vorftelyken Welltand en Eere te willen behouden. Ia het Hof van Zeeland, te Middelburg, den 2y July 1782. > (Onder ftond) Uwe Doorlugtige Hoogheids; goede Vrienden, De Staaten van Zeeland. - (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) l. p. van de spiegel." (Nog laager ftond) Accordeert met zyn Origineel. (Was get.) l. jp. van de spiegel. S 4 CL.  aSo aug. ZAAKEN VAN 1782. Cl. Ferklaaring van de Afgevaardigden van Gouda , omtrent de Leidfche Propofitie van 31 July. Gedaan ter Vergaderinge Van Hun Ed. Cr. Mogende. In dato 7 Ausustus 1^82. 5 „ TJeeren Gedeputeerden der Stad Gouda, op den »> *- JL.31 July, en 1 Augustus laatstleden, ter gele* fJt f Pfr°Pftis van de Heeren Gedeputeer,, den der Stad Leyden, (hoofdzaakelyk tendeerende, „ omme van Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prins „ Lrf-S'adhouder , tn kwaliteit als Admiraal Generaal „ deezer Provincie, provifioneelyk te requireeren eeni„ ge voornaame redenen van de, zoo zeer in het 002 " tTn^tTaivkÉlt ter/e° voor de H&«n hun„ ne Commi tenten, na gedaane dankzegging, gerefer„ veerd hebbende de volkomen faculteit, omme zig „ nopens deze materie, al of niet breeder te exolicee' „ ren , in de Notulen van Hun Ei Gr. Mo» heb „ ben van wegens wel gem. hunne Heeren Co'mmit„ tenten, het navolgende gedaan infereeren." „ Oat de Pointen, waar over de bovengemelde Pro- " zet '' rooterPne1 aarC Waren' dat ™« 2- „ zelve ook ten hunnent, m verfcheiden opzigten „ meer dan eens hadde gemediteerd, e„ indagrig ware „ geweest; in zoo verre zelfs, dat,'indien Je gemeï " ÏL Ha r" ?ommiCienten, even als de andere voor„ zittende Leden van Hun Ed. Gr. Mog.fexcepr Hee. „ ren Gedeputeerden der Stad Leyden ƒtot lS„ to " SSn™ TaDger°erd hadden Sela^n > de voor„ naamfte redenen van dien alleenlyk moeiten gezogt „ worden in het onlangs naar Zee loopen van 'slaSs a, Vloot, gevoegd by de bekende, en iborrike PK " ePn d!e' ^ '^^D^en * *etaSd^£? „ en die, aldaar, in een Prov nciaale Refo'utie traan " geVnveneéfd'isfC°nVeHrteerd W^dïfa „ geconverteerd is) naar hunne op nie eerlang een P-e- » deelte üond tiit te maaken deï gewigtige DdLS js tien.  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 281 „ tien, zoo van de overige Bondgenooten, als byzon„ der van Hun Ed. Gr. Mog. op dit fujeu" ,, Dat midlerwyl de Heeren hunne Committenten het but van het geproponeerde door Heeren Gedeputeer„ den der Stad Leyden , in allen deele laudeerende, „ approbeerende , en zig daar mede conformeerende' „ mets meerder wenschten, dan dat, langs dezen en „ andere gevoeglyke wegen , de ruineufe en flaapende „ traagheid en werkeloosheid, (die aan zommigen laf„ heid toefcheen) eens mogte herfchapen worden in „ die zoo heilzaame adiviteit en heldhaftigheid, wel„ ke, byzonder in de laatst voorgaande Eeuw , de s' "001t .pnoeg geroemde Voor.Vaderen tot den fchrik " -L Yyan " ' en het 200 wettig als venerabel ob„ leét der verwondering van geheel Europa, en de " °ven'ie,. Waereldsdeelen gemaakt hadden , en deeze „ Kepubhek zoo zeer doen fteigeren tot het hoogte „ toppunt van roem en grootheid . als zy thans "he„ laas ! tot den laagften trap van fmaad en verachting ,„ icheen te naderen, en, met verhaasten val, ter neder te zullen ftorten." „ Dat, dierhalven, de Heeren hunne Committenten „ geenfints zouden dilayeeren deze, en des noods.an" AAPSmf"ï c!n.besce van het lieve, maar noodly„ dend Vaderland m de ernftiglte overweeging te nee,, men en ten dien einde de Heeren hunne Gedepu„ teerden , eerlang , zouden voorzien van zoodanigen „ last weke, overeenkomftig hunne bovenftaande , „ en by alle gelegenheden gedeployeerde Patriotique „ gevoelens , noodzaaklyk waren tot medewerking „ compleete beraaming en vastllelling van al zulke mid„ delen, als waar door de Activiteit der Zee-Opera„ tien vermeerderd, 's Lands verloopen welzyn,roem „ en grootheid bevorderd , en teffens de fpoedigfte " V' a n. G,0ds ZeSen > wel bedachtlte afbreuk „ aan den lteeds zoo waakzaamen als roofzugügen „ Vyand zou kunnen worden toegebragt.". s 5 CLI.  232 aus. ZAAKEN VAN 1782» CLI. Berigt en Advis van Pmfident en Raaden van het Hof van Holland,, op het verzoek van J. Petsen , cum fin» , om Hunner Ed, Gr. Mogenden Intercesjie by de Staaten van Zeeland, ten aanzien van eene provifie van jfu/litie en voorziening daar omtrent , betreffende zekere Negociatie, ten behoeve van eenige Planters in de Colonie van Esfe* quebo en Demerary. lngebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende, in dato 8 Augustus 1782. /'"Vttfangen een Misfive van de Prafident en Raaden van den Hove, gefchreeven in den Hage den 30 der voorleede maand , houdende, tot voldoening van Hun Edele Groot Mog. Appointement van den 13 Juny te voren derzelver Berigt op de daar by te rug gaande Requeste van Johannes Petsch , cum fuis, als gequalificeerdens van een zeer notabel aantal geinteresfeerdens in zekere Negociatie onder de Registers 's Hage, Utrecht en Middelburg, ten behoeve van eenige Planters in de Coloniè van. Esfequebo en Demerary j mi.r.-gaders nog in een Negociatie gedateert 1 January en 1 July 1772, en 1 July 1773, ten behoeve als vo. ren , beide opgeregt onder de direftie van Mr. Cornelis vander Helm Boddaart, oud Burgermeefter en Raad der Sta l Middelburg , tendeerende het zelve Request. ten einde Hun Ed. Groot Mog. „ door derzelver veci vermogende intercesfie by de Edele Mog. Heeren Staaten van Zeeland gelieven te effectueereu , dat het beletzei aan de Supplianten, omtrent het vervol„ gen van hun regt toegebragt, werde geremoveert , „ en dat eene provifie van Juftitie ook in den uaam en „ van wegens Hun Edele Groot Mog. by den Hove ,, van Holland en Zeeland verleent en by den Hoogen „ Raade geconfirmeert, niet langer worde te leur ge3, field, maar behoorlyk elTecT; forteerej" en dat Hun Ede-  avc. STAAT EN OORLOG. 17S2. s3s „ Edele Groot. Mog. tot cat einde zoodanige midde„ len gelieven te beraamen, als Hiin Edele Groot M tg. „ ten nutte hunner Ingezeetenen en andere Vreemden^ die hun recours tot Hoogstdezelve neetnen , zulbn „ oordeelen te behooren;" Welk Berigt' en Acivis hier na volgt geiufereert. jè#ii/ '■) ■. . ... td .b3 O >•!* , m>\t £ Fiat infertio. ij« | wi tnip:' ■ fü ; 9 Ü) . I : : Ö J* Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden era vei liaan, dat de voorlchreeve Requeste, mitsgaders het •Berigt, en Advis daar op zullen worden geëxamineert door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Jullitie, met Commisfarisfen van den Hove, en de Vergadering daar op gedient van derzelva confideratien en advis. t>'o tA fcuo ow f'■'/- sijs^it! ■ / uitelé X ■ •, ,', rtJS Accordeert met de voorfz. Refolutien. -tsb jtó .^.i-w:^ a«0pü ;»j na J d Cwiwft EDELE GROOT MOGENDE HEEREN. Het heeft U Ed. Groot Mog. behaagt by margi. naale Apoitille van den 13 Juny deezes jaars , ten fine van Berigt en Advis in onze handen te Hellen de Requeste aan U Ed. Groot Mog. geprefenteert door of van wecgens Johannes Petsch, c. 's.t als G qualificeerdens van een zeer notabel aantal Geinteresfeerdeus in zeekere Negotiatie onder de Registers 's Hage, Utrecht en Middelburg, ten behoeve van eenige Planters in de Colonie van Esfequebo en Demerary; mitsgaders nog in een Negocatie, gedateert 1 Januarv en 1 July 1772, en r July 1773,-ten-behoeve als voren, beide opgeregt onder de directie -van Mr. Cornelis van. den Helm Boddaart, Oud Burgemeetter en Raad der Stad Middelburg, tendeerende het zelve Request , tea einde U Ed. Groot Mog. „■ door derzelver veelvermo-. „ gertde intercesfie by de Edelc-Mog. Heeren Staaten „ van Zeeland gelieven te effectueeren; „ dat het be„ letzel aan de Supplianten omtrent het vervolgen van hun recht toegebracht, worde geremoveert, en• dat. n eene  I a84 auo. ZAAKEN VAN 178a. „ eene provifie van Juftitie ook uit naam en van we. „ gens U Ed* Groot Mog. by den Hove van Holland en Zeeland verleent , en by den Hogen Raade ge„ confirmeert, niet langer worde te leur gefield maar „ behoorlyk effect forteere," en dat ü Ed. Groot'Mog. 3i tot dat einde zoodanige middelen gelieven te beraa' s) men , als U Ed. Groot Mog. naar derzelver wys„ heid en asquiteit ten nutte van hunne Ingezeetenen „ en andere Vreemden , die hun recours tot Hoogst. „ dezelve neemen, zullen oordeelen te behooren." Om daar aan te obedieeren vermeenen wy te moetea avanceeren; dat de Supplianten uit naam van Hollandfche , Utrechtfche en Brabandfche Geinteresfeerdens in de gemelde Negociatien , waar onder ons uit de aan ons geëxfubeerde Procuratien gebleaken is dat verfcheide Weduwen en Weezen zig bevinden , en van welke Negociatien de Direéleur en Commisfarisfen te Middelburg in Zeeland woonagtig zyn, aan ons in de maand Maart van den jaare 1780 by Requeste (in fubftantie) hebben te kennen gegeeven , „ dat de Interes3, fen, welke van de Obiigatien der voorfz. beide Ne„ gociatien jaarlyks hadden moeten betaald worden „ zeedert de maanden January en July van het jaar " „ i?77 onvoldaan gebleeven zynde, en de bepaalde „ afloslmgen der Capitaalen , by uitlootinge van de „ voorlz. Negociatie van viér per cent al meede niet „ geichied zynde , niettegenllaande 'er in de Jaaren •>•> m7 • 1778 en 1779, door de refpective Planters, ter waarde van verfcheide Tonnen Gouds aan Pro„ ducren waren afgezonden , zulks geleegenneid had „ gegeeven, dat veele der refpective Geinteresfeerdens „ gemeent hadden de oorzaak daar van te moeten on„ derzoeken; te meer, daar hun zoude.gebleeken zyn, „ dat de direéiie, in veelen opzigte, niet naar behoo-' „ ren wierd waargenomen; zy Geinteresfeerdens, door „ Gemagtigden , van Commisfarisfen elucidatie gevraagt „ en niet naar genoegen bekomen hadden ; gelyk de Supplianten dit alles in den aanvang der Middelen van du hun Request aan U Ed. Groot Mog. breeder enarreeren, en waar toe wy ons kortheidshalve refereeren. „ Wyders , dat de gemelde Gemagtigdens op den 7  aüg. STAAT EN OORLOG, 1782. 28J M Tuly 1779 by Notariale Infinuatie tegen gemelde „ Commisfarisfen hadden gedaan protefteeren tegen al„ le gevolgen, kosten, fchaaden en Interesfen, en (in„ gevolge het tweede Lid hunner procuratie) zig ge„ reed maakten om tegen Directeur en Commisfarisfen ,, het gefuftineert recht hunner Principaalen in Rech„ ten te vervolgen , de voorfz. Direfteur Mr. Corne,, lis van den Helm Boddaart, op den 24 Juny Van ,, dat zelve jaar 1779 van ons had verzogt Manda„ ment, uit kragte van het welk „ aan allen en iege„ lyk der refpeétive Geinteresfeerdens in de voorfz. ,, Negociatien , en alle anderen des noods pcenaliter „ zoude worden geinterdiceert, zelfs of door Gemag. „ tigdens, door Arresten, Interdiétien, of op eeniger„ hande andere wyze aan hem Directeur eenige ver„ hindering of belemmering toe te brengen ofiets te „ doen of te onderneemen direct of indirect, waar door „ aan hem eenige verhindering of belemmering zoude „ werden toegebragt in en omtrent het disponeeren „ over en verkoopen van de Producten uit de Colo„ nien komende , het ontfangen en incasfeeren van „ Penningen , als meede aan en omtrent het doen van „ betaalingen en uitgaven wegens de meergemelde Ne,, gociatien en generalyk omtrent den verderen voort„ gang der beheering en directie van dezelve , en zulk „ tot tyd en wylen toe , dat door of van wegens de '„ gezaamentlyke Geinteresfeerdens daar omtrent ande„ re fchikkingen mogten worden gemaakt, blyvende „ voor het overige ieders recht en gefustineerde in zyn „ geheel en ongeprejudicieett." „ Dat op de daar op geordonneerde Comparitie geen „ Accord of Schikkingen getroffen, maar in tegendeel „ van wegens de drie eerfte Supplianten in hunne qua„ liteit, en van de verdere Supplianten, inmiddels mee„ de door een aanzienlyk aantal Geinteresfeerdens tot „ het waarneemen van derzelver Interest gequalificeert „ het voorfz. verzoek • gecontradiceert geworden zyn! „ de , by nader Appoictement van den 30 July 1779 „ daar op nihil cum expen/ls was verleenr geworden ,, dat door den Directeur van dat Appoinctement Man„ dament van Appel by den Hoogen Raade verzogt », zyn-  I 286" acts. ZAAKEN VAN tfi2, „ zynde door Heeren Commisfarisfen van denzelven „ Hoogen Raade wederom alle mogeiyke efforts waren „ aangewend om de zaak te fchikken op eene wyze, „ waar door aan de eene zyde de voornoemde Direc" teur voor alle bedugting van eene crtitique inquifi„ tie zoude zyn bewaart gebleeven, en daarentegen de „ Supplianten occafie zouden gehad hebben , zig op de by hem opgekomene bekommeringen aangaande „ de ftaat der Negociatien en de gehoudene Directie „ te kunnen eclaircisfeerea; dat ook met 'er daad daar „ toe door de refpective Practizyns ononvervankelyke „ Projecten van een aan te gaan Verbaal waren ontwor„ pen , en aan elkander ter goeder trouwe gecommu„ niceert , dan dat na een 'langduurig diiay die on„ derhandelingen eensklaps van wegen den Directeur < „ waren afgebrooken; dar, na dat van wegens de Geinteresfeerdens nog eene nadere Propofitie, edog „ vrugteloos, was gedaan, om de qua;ftie of, en in „ hoe verre de Directeur verpligt was aan de Stip„ plianten ouvertures te geeven , ter eerller inftantie „ te brengen voor den Hoogen Raade , om op korte „ termynen te inllrueeren, in welk geval zy hangende „ die qualtien geenerhande Arresten of interdictien „ zouden doen , eindelyk by Appoinctement van 14 „ January 1780 door den Hoogen Raade aan den voor„ noemden Directeur Nihil cum expenfis was verleent. „ Dat de Supplianten daar door waren in ftaat gefield „ om hun recht in deezen onverhindert te laaten gel„ den. „ Dat daar toe des te meer grond en noodzaakelyk„ heid exteerden , in confideratie, dat het van nu af „ aan ten uitteriten zoude evident zyn , en op eene „ manifeste wyze kunnen beweezen worden ; „ dat „ omtrent de directie van de voorfz. Negociatien in „ verfcheiden opzïgten was gebandelt op eene wyze „ direct ftrydig met de primitive Conllitutie, waar op „ dezelve Negociatien waren aangegaan, en waar op de „ refpective Geinteresfeerdens hunne Penningen in de„ zelve hadden opgefchooten." Welken aangaande by dat zelve Request verfcheide byzondere facta ten lasten van meergemelden Directeur en Commisfarisfen worden geallegeert. M Vosrts,  axjg. STAAT EN OORLOG. 1782 287 n Voorts, dat hoe zeer aan de eene zyde de Sup„ plianten in hunne kwaliteit geen het minfte voornee„ men hadden ietwes te onderneemen, het welk daar „ heen ftrekken zoude, om, het zy nu, of in het ver„ volg de Directie van de voorfz. Negociatie van Mid„ delburg naar elders te doen tranfporteeren, (zoo als „ gefpargeert was geworden) nog, zoo lange zy door „ het bekomen van volleedige ouvertures geen nadere „ kennis omtrent den gantfche ftaat der voorfz. Nego„ ciatien zouden bekomen hebben, den voornoemden „ Directeur van nu af aan van alle directie te ontzet„ ten; zy Supplianten egter teffens aan de andere zy„ de in de voorfz. eigenwillige en onbehoorlyke direc„ tie niet langer konden blyven berusten, of daar om„ trent inactief blyven; nemaar ter contrarie vermeen„ den een onbetwistbaar recht te hebben, om by pro„ vifie, zoo van den voornoemden Directeur, als van „ Commisfarisfen der voorfz. Negociatien , als by de ,, in hunne onderfcheidene Relatien, Mandatarisfen van „ der Supplianten Principalen zynde, te vorderen zoo„ danige volleedige ouvertures en vifie als nodig wa„ ren en vereischt wierden , om tot eene compleete „ kennis van den geheelen ftaat der voorfz. Negocia„ tien te geraaken; als meede om door het obtineeren „ van eene prompte en efficacieufe voorziening te be„ letten , dat inmiddels eenige demarches gedaan, of „ eenig employ der Producten gemaakt werden, ltry„ dig aan de primitive Conditiën der voorfz. Ne tot betaaling der verfchuldigde Interesfen aan de re- „ fpec  s88 aug. ZAAKEN VAN i?8M „ fpective Geldfchieters ; het zy [door de Penningen „ wegens de afgeloste Hypotheecquen ontfangen, en „ nog in Casfa zynde , of die in het vervolg deswee. „ gens nog mogten ontfangen worden, anders dan tot „ af loening en aflosfing der Obligatien derzelver Ne- gociatien te gebruiken , of op eenigerhande wyze „ boe genaamt, direct of indirect ietwes te doen of te „ verrigten, ftrydi.g met de primitive Conditiën, waar „ op de voorfz, Negociatien waren aangegaan, en de „ refpective Geldfchieters daar in deel genomen, en „ hunne Penningen gefurneert hadden, immers nietan- ders dan met concurrentie en toeltemming van de „ Supplianten in hunne kwaliteit, of voor zoo verre „ dezelve weigerig mogten zyn daar in te confentee- ren, niet anders dan na dat meergemelde Mr. Cor„ nelis van den Helm Boddaart in zyne voornoemde „ kwaliteit, daar toe by den Hove na verhoor van de Supplianten behoorlyk zoude weezen geauthorifeert; „ en waar by insgelyks Mr Johan Gulielmus Schorer, „ Mr. Jacob Frederik Landsheer, en Cornelis Willem„ fe , in kwaliteit als Commisfarisfen van de voorfz. „ Negociatien poznalitcr geinterdiceert zouden worden, „ daar toe eeuigfints te concurreeren of te gedoo- gen dat zulks gefchiede : En waar by wyders „ meergemelde Directeur en evengemelde Commis„ farisfen," „ zouden -gelast en bevoolen worden aan „ de Supplianten in hunne kwaliteit te geeven behoor„ lyke ouvertures van den' gantfchen Haat der voorfz. „ Negociatien, en wel fpeciaal de zoodanige, als door „ de drie eerfte Supplianten by hun ontwerp aan ge„ melde Commisfarisfen den 5 Juny 1779 overgegee» „ ven vervat (tonden, en by de middelen van dit Re„ quest breeder waren uitgedrukt, mitsgaders ten dien „ einde ter neutrale plaatfe aan de Supplianten en die „ van hunnen Raade te geeven vifie, exhibitie en ac„ ces tot alle Boeken, Brieven, Papieren, Reekenin„ gen , Befcheiden en Documenten , tot de voorfz. „ beide Negociatien eeuigfints fpecteerende, direct of „ indirect, onder de in zoodanige materie gebruikely „ ke Expurgatie van eede, des gerequireert.en fpecia„ lyk vifie en exhibitie van de refpective Hypotbeec—j« „ quen,  aug. STAAT EN OORLOG. 17S2. 289 „ quen , mitsgaders van de refpeftive Actens van „ Tauxatie en nadere Tauxarien van gebypotheecqueer„ de Plantagien; lals meede van zoodanige Obligntien „ als bereids aan de refpeflrive Geldfchieters rWten „ zyn afgelost, met de Royementen daar op (taande, „ en van de refpeflive Reekeningen door den Direc„ teur jaarlyks aan Commisfarisfen van dezelve Nego„ ciatien gedaan, met faculteit omme daar üir Copien ,, of Extracten te neemen als na Raacie cum expenhV si ïi gereferveert der Supplianten en hunner Principaa„ len verder of ander recht, als zylieden vermeenen „ mogten hun wegens gehouden wangedrag en térgi„ verfatie, zoo tegen den voornoemden Directeur als „ gemelde Commisfarisfen te compereeren, om denzel„ ve na het bekomen der voorfz. Ouvertures te dóen „ gelden , en te inlfitueeren daar en zoo als zylieden zouden te raade worden."" Na Lectuur en Examinatie van dit Request, hebben onze Commisfarisfen daar op geordonneert eene Com. paritie ten fine van Accord , met furcheance tot den dag van de Comparitie en dien dag al; op welke na vergeefsch tentamen van Accord zeer ampel van wegens de refpective partyen op de concesfie of weigering van dat Mandament van Pcenaal en Rauactie is gepleit geworden; by welke Pleidooy aan de zyde van de Impetranten voornamelyk de tnerita caufa zvn aangedrongen met opzigt tot het Pcenaal, en dat de Rauactie alleen tendeerende tot ouvertures , en verder niet op dezelve faiten, te weeten, de onbehoorlyke directie itrydig aan de primitive conüitutie der Negociatien was berustende , en daarom als een notoir gevolg van het Pcenaal ook moest verleent worden; en aan de zyde van Directeur en Commisfarisfen geallceert de onbevoegtheid van een groot aantal Geinteresfeerdens, buiten concurrentie van de verdere en van Directeur en • Commisfarisfen gerecntelyk te vorderen het geen zv vorderden ; als meede het Pcenaal ren fterkften gecontefteert ex meritis caufm , en de Rauactie op deezen grond , aat tusfchen dezelve en het Pcenaal geene genoegzaame connectie zynde, het Hof dienvolgende moest geoordeelt worden incompetent te zyn en dat VI. deel. T daar.  290 aug. ZAAKEN VAN 1782. daarom op hst Pcenaal nihil en op de Rauaftie nihil hic behoorde verleent te worden. Wanneer vervolgens by ons op Rapport van onze Commisfarisfen op dat Request is gebefoigneert, hebben wy na rype deliberatie en na Examen niet alleen van de procuratie door de geinteresfeerdens op de lm. petrante gepasfeert, maar ook een groot aantal Hukken en documenten hinc inde aan ons geëxhibeert, geene zwaarigheid gemaakt het Mandament zoo wel in Rauactie als in cas Pcenaal met eenige geringe veranderingen in het dispofitief (dan welke geene influentie ten deezen hebben) den 23 Juny van dat zelve jaar 1780 te verleenen en dus voor zoo verre als het op een verleenen van een Mandament te pasfe kwam gedecideert, dat de Rauactie , als gefundeert op denzelven grond waar op het Poenaal beruste, een gevolg van het Pcenaal was, en daarom fimul & femel behoorde verleent te worden. En wy hebben naderhand vernoomen dat by den Hogen Raade het Appel van deeze onze Concesfxe aan de Gedaagdens ex meritis caufe gewygert zynde, het Mandament aan Directeur en Commisfarisfen, allewoonende te Middelburg in Zeeland, zonder de minlte oppofitie aldaar is geëxploicteert geworden. Wy hadden vervolgens verwagt de Partyen ter Rolle de zaak zouden in ftaat gebragt hebben om door onze decifie te worden getermineert , of dat immers Directeur en Commisfarisfen indien zy wilden fuftineeren , dat wy in deeze zaak geen competente Rechters waren, ten dien eiude, gelyk hun vry ftond eene Exceptie van incompetentie zouden hebben geproponeert; maar wy hebben ondervonden , dat men door zig aan de Politie te vervoegen het onderzoek deezer zaake, die bereids op de klagten van zoo veele geinteresfeerden , waar onder verfcheidene Weduwen en Weezen, na verhoor van partyen, ter Cognitie van het Hof was gebragt, heeft tragten te (tuiten en eene Provifie van Justitie door het Hof verleent, en by den Hogen Raade , na dat die geene, tegen wie dezelve was verleent, zig aan denzelven had geaddresfeerd, te regt verleent geoordeelt, buiten effect te ftellen. Wy  aug. STAAT EN OORLOG. i7g2. 20j Wy omringen namelyk op den 29 Augustus 1780 eene Misfivevar1 Burgerneefteren, Scheepen en Raaden der Stad Middelburg in dato den aó dito; waar by dezelve aan onze attentie voortelden en rappelleerden „ dat het verzoeken en verkenen van het voorfz. Mau„ dament was notoir ltrydig tegen de bekende Privile9, gien, oudstyds aan de Poorters en Ingezeetenen der „ Provincie van Zeeland vergund ; uit welken hoofde „ zylieden ter eerder inftantie nergens dan voor hun„ nen dagelykfen Regter mogen worden betrokken,niet „ alleen volgens de aloude Cofhimen dier Stad , maar „ boven dien onder anderen fpeciaal volgens de Sen„ tenue van den Groten Raad van Mechelen tusfchen „ die van Middelburg ten eenre en Deken en Capitu„ Iairen der Collegiale Kerke van St. Geertruiden te „ Bergen op den Zoom ter andere zyde in dato i'." ■" t! IJ.'30f0 ;y Aan de Edele Groot Mogende Reeren Staaten van Holland en WestM | vriesland. Geeven reverentelyk te kennen JohannesPetsch,Gerhardus Bentinck en Adrianus Hoevenaar , alle woonende te Utrecht, Anthony Tak woonagiigteAntwerpen, mitsgaders Mr. Willem Prins, oud Praafident Schepen der Stad Rotterdam , Jacob van Zuylen van Nyeyelt , Secretaris van dezelve Stad , Hendrik van Oort, Koopman , Manta Meyndert vander Loef en Cornelis vander Looy , Makelaars , alle wonende binnen Rotterdam voornoemt, refpecttvelyk als Gequalili. ceerdens van een zeer notabel aantal Geinteresfeerdens in zekere negotiatie onder de registers *s Hage , Utrecht en Middelburg gedaan tegen vyf per cent en naderhand verhoogt rot vyf en een half per cent,'ten behoeven van eenige Planters 'ia "de Colonie van Esfequebo en Demerary, mitsgaders nog in een negotiatie, by den aanvang, gedaan tegen vier per cent met accres van Renten en Prsemien by de aflosfinge, gedateert 1 Ja-  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 301 January en 1 July 1772, en 1 July 1773, ten behoeven als vooren, beide opgeregt onder directie van Mr. Cornelis van den Helm Boddaart, Oudburgemeelter en Raad der Stad Middelburg. Dat de Interesfen, welke van de Obligatien der voorfz. beide negotiatien jaarlyks hadden moeten betaald worden , zedert de maanden January en July van het iaar 1777 onvoldaan gebleeven zynde, en cle betaalde aflosfingen der Capitaalen , by uitlooting van de voornoemde Negotiatie van vier per cent al meede niet gefchied zynde, niettegenftaande 'er in de jaaren 1777, 1778 en 1779 door de refpective Planters ter waarde van. verfcheide Tonnen Gouds aan Producten waren overgezonden , zulks gelegenheid heeft gegeeven, ,dat de refpective Geinteresfeerdens in gemelde Negotiatien gemeent hebben de oorzaak der voorfz. non-voldoening te moeten onderzoeken , en voorts generalyk omtrent de directie zoo van den voornoemden Directeur als vau Commisfarisfen van hetzelve fonds nadere recherche te mogen doen , te meer daar bereids zeer klaar was gebleeken, dat dezelve directie in veelen opzigte niet naar behooren wierd waargenomen. Dat vervolgens een zeer aanzienlyk getal van Geinteresfeerdens zyn te raade geworden , om op zekere Comparitie den 21 October 1778 in het Maliehuis te Utrecht gehouden , uit het midden van hun zes Leden te committeeren, ten einde van Commisfarisfen der voorfz. Negotiatien informatien te bekoomen, zoo nopens het getal der Obligatien, welke in die beide Negotiatien door den Directeur waren uitgegeeven , als met betrekking tot de Hypotheecqueu, welke daarvoor waren aangelegt, om alzoo niet alleen in het generaal van de fuffifance of infuffifance derzelver refpective Negotiatien een weinig nader te kunnen oordeelen , maar ook teffens na te gaan, wat tot redres van dien best zoude kunnen ondernomen worden. Dat daar op de voornoemde Gecommitteerdens by Commisfarisfen van dezelve Negotiatien wel alle minnelyke aanzoeken gedaan,en by refus van verdere elucidatien getragt hebben dezelve te permoveeren, om llegts eenvoudig op hun woord van eer te declareeren, dat  3oa avo, ZAAKEN VAN 1782. dat voor alle de genegotieerde Penningen , de nodige Hypotheecquen actueel gepasfeert, en in handen van den Directeur of van hun Commisfarisfen berustende waren; dan dat alle vnendelyke pogingen daar toe aangewent , zynde geweest vrugteloos en zonder effect zy Gecommitteerdens van dit hun wedervaaren op ee' ne nadere Comparitie, zoo aan hunne Committenten, als aan andere prafente Geinteresfeerdens hebben Rap. port gedaan , met dat gevolg, dat bereids op den 17 Maart 1779 en eenige volgende dagen, en naderhand nog op den 19 May en volgende dagen van hetzelfde jaar, de drie eerfte Supplianten door een notabel getal Geinteresfeerdens zyn verzogt en gequalificeert geworden , om zig in naam van hunne refpective Committenten te vervoegen by Commisfarisfen van dezelve Negotiatien , en van hun nogmaals in bet vriendelvke te verzoeken, dat aan hun in perfoon wierden gegeeven behoorlyke en volleedige ouvertures van den ïtaat derzelver Negotiatien, mitsgaders vifie van de daartoe behoorende Hypotheecquen , en daar van gehoudene Boeken , Reekeningen en verdere daar toe relative Documenten , en zulks van den aanbeginne der voorfz Negotiatien af, op zoodanige wyze, als de voornoeml de Directeur en Commitfarisfen, volgens bekome informatien aan Gecommitteerdens der Stad Middelburg als in voorfz. Negotiatien meede geinteresfeert zvnde ' gegeeven hadde. J ' Voorts om na -acceptatie van hetzelve zig ten dien einde te begeeven na de Stad Middelburg voornoemt en aldaar met Commisfarislèn dier Negotiatien de voorfz. Hypotheecquen , Boeken en Reekeningen te examinee. ren, de bereids geflootene en geapprobeerde Reekeningen te revideeren, dezelve, des goed bevindeude, nader te approbeeren , en de daar in ontdekt wordende erreuren, abuifen en mistellingen te doen redresfeeren. Wyders om te vorderen behoorlyke reekening en verantwoording van de directie in en over dezelve Negotiatien by den Directeur gehad en gehouden, of die daar over had behooren gehad en gehouden te worden, dezelve te helpen zuiveren van alle objeften van de-  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 303 debath en de voorkomende differenten met denzelven, beft mogelyk , uit den weg te ruimen en te applaneeren , of dezelve by uitfpraak van des kundigen en neutraale Arbiteurs te doen termineeren. Voorts alles te doen en te verrigten wat tot redres derzelver Negotiatien en tot het meefte interest der ge. zamentlyke Geinteresfeerdens voorkomen zoude, te behooren, en in cas van onvoldoende antwoord op hunne af te zendene Misfive en weigering van de gerequireerde opening van den ftaat der Negotiatien, daar van aan de voorige Gecommitteerden communicatie te geeven , om met hun overleg en goedvinden de geheele gehoudene correspondentie met den Directeur en Commisfarisfen aan alle de daar by belang hebbende met den druk gemeen en bekent te maaken. Met verdere qualificatie op de drie eerfte Supplianten te zaamen en een ieder van hun in het byzonder om , in gevalle dezelve tegens verwagting daar in tot het bekomen van dezelve opening, mitsgaders vifie en reekening niet mogten kunnen geraaken , ten dien einde in naame als vooren met de nodige Practizyns te raadpleegen , en alle middelen van regten te employeeren , den Directeur der voorfz. Negotiatien tot het geeven van dezelve ouvertures en vifie , doen van herreekening , mitsgaders van reekening en verantwoording te conilringeeren, dezelve gedaane herreekening, reekening en verantwoording opteneemen en te debaueeren , en na dat dezelve van alle erreuren en objecten van debatten zouden gezuivert zyn, te approbeeren en te Duiten , voorts te effectueeren dat het batige llot van dezelve opreekening der gezamentlyke Geinteresfeerdens wierd gebragt, ten dien einde alle nodige inftantien te beginnen en ten uiteinde te vervolgen, voordeelige Vonnisfen ter executie te leggen en van de nadeelige te provoceeren of te appelleeren , ook Arresten op Perzoonen en Goederen te doen, en die tot den uiteinde te vervolgen, Domicilium te kiezen, Morgen te ftellen, ook des noods te ageeren tegen Commisfarisfen, indien dezelve onverhoopt hier toe niet meede de hand wilden leenen of zig daar tegen op eenigerhande wyze oppofeerden , of in het generaal voorkomen mogten aan hun-  3o| aug. • ZAAKEN VAN hunne verpligtingen, als Reprtefentanten der gezamentlyke Gemteresleerdens , niet paar behooren voldaan te hebben , en voorts alles ter dier zaake te doen en te verrigten wat omtrent het een of ander nodig zoude zyn, en hun Geconftitueerdens goeden raad gedraagen zoude, als ware het dat daar toe eenige nadere authoritatie wierd vereischt, alles met magt. van asfumtie fubftitutie en onder belofte van approbatie en verband als naar regter. \ ■ Dat de drie eerfte Supplianten ter voldoening aan hunne voorfz. Commisfie vrugteloos getragt hebbende by lchnftelyke correspondentie het gebuteerde oogmerk te bereiken , vervolgens in perfoon naar Middelburg zyn vertrokken , en zig op den 5 fuly 1779 hebben vervoegt_ ten Huize van den Commisfaris van dezelve Negotiatien, Mr. Johan Guilielmus Schorer , Gecommitteerde Raad en Raad ter Admiraliteit in Zeeland alwaar de twee andere Commisfarisfen Mr. Jacob Frederik Landsheer , Kiezer der Stad Middelburg, en Cor. nel is Willemfe, Koopman aldaar, zig meede bevonden " ten einde van hunlieden in die hunne qualiteit te bel komen behoorlyke en volledige ouvertures van den ftaat der voorgemelde Negotiatien , mitsgaders vifie van de daar toe behoorende Hypotheecquen , Reekeningen en verdere daar toe relative Documenten , conform het eerfte lid der procuratien waar van aan gemelde Commisfarisfen bevorens tydig Copien authenticq waren toegezonden , dan dat zy van dezelve wel hebben be> komen eenige oppervlakkige informatien , dog zoo onvolleedig en zoo duifter , dat zylieden wel verre van iu de gehoudene handelwyze te kunnen berusten in tegendeel geoordeelt hebben noodzaakelyk te zyn '0m nu hunne voorgemelde pogingen en expresfe reize' naar Middelburg , om de zaak in het minnelyke te termineeren vrugteloos waren afgeloopen , ter bevordering van hun betaamelyk doelwit de voorhanden zynde middelen van regten te gebruiken. Dat terwyl de drie eerde Supplianten delibereerden over het geen hun in deeze omftandigheeden te ooen ftond, de Direcleur der vourfz. Negotiatien voornoemt Mr. Cornelis vau den Helm Boddaart, zig op den 24 Ju-  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 305 Juny 1779 by Requeste heeft geadresfeert aan den Raade Provinciaal , en van dezelve verzogt Mandament , uit kragte van het welk alle en een iegelyk der refpective Geinteresfeerdens in de voorfz. Negotiatien en alle anderen des noods, (en dus zoo wel Zeeuwfche als Hollandfche Ingezeetenen ) op zekere groote pcene jegens de hooge Overigheid te verbeuren, zouden worden geinterdiceert, zelfs of door Gemagtigdens, hetzy door het doen van Arrest op eenigerhande Producten, Gelden of Wisfels, of wat het ook zoude mogen zyn, tot de voornoemde Negotiatien behoorende, hetzy door het doen van Interdictien, het zy op eenigerhande andere wyze aan hem Directeur in zyne kwaliteit eenige verhindering of belemmering toe te brengen ; of iets te doen of onderneemen direct of indirect, waar door aan hem eenige verhindering of belemmering zoude werden toegebragt in of omtrent het dispeneeren over en verkoopen van de Produöen uit de Colonie komende,het Ontfangen en incasfeeren van Penningen, als meede aan en omtrent het doen van betaalingen en uitgave wegens de meergemelde Negotiatien, en generalyk omtrent tien verderen voortgang der beheering en directie van dezelve Negotiatien , en zulks tot tyd en wylen toe, dat door of van wegens de gezamentlyke Geinteresfeerdens in de voorfz. Negotiatien daar omtrent andere fchikkingen mogten worden gemaakt , blyvende quafr voor het overige ieders regt en gefustineerde in zyn geheel en ongepraejudicieert, en waar by voorts in cas van oppofitie de voornoemde interd:ctie pcenaal itand houdende tot dat Partyen gehoord by den gemelden Raade Provinciaal anders mogt weezen gedisponeert, de Oppofanten dag beteekent zoude worden voor welgemelde Raade Provinciaal omme te zeggen de reedenen van dien, te aanhooren zoodanigen Eisch en Conclufie , a's de voornoemde Directeur in zyne kwaliteit ten dage dienende zou willen doen en neemen , daar op te antwoorden en voorts te procedeeren als naar regten , met de Claufule van Edicte ad valvas Curix, en authorifatie tot het doen der nodige Advertentien in de Couranten. Dat op de voorfz. Requeste by den Raade Provin" VI. deel. V ciaal  So6 aug. ZAAKEN VAN 178a. ciaal geordonneert zynde eene Comparitie voor Commisfarisfen uit denzelven Raade , met furcheance tot den dag van de Comparitie en dien dag al, vrrvolgens, na dat op de voornoemde Comparitie alle reedelyke Propofitien van wegens den voornoemden Directeur waren van de hand gewezen, hetzelve verzoek uit naam van de drie eerfte Supplianten in hunne kwaliteit , als van dezelve verdere Supplianten, die inmiddels meede door een aanzienlyk getal Geinteresfeerdens waren gequalificeert, is gecontradiceert geworden, met dat wel verwagt fucces , dat by nader Appointement van denzelven Raade Provinciaal van dato 30July 1779 daar op is verleent geworden nihil cum expenfis , en zulks niet om dat het incompetenter was gevraagt, maar om dat hetzelve verzoek aan gemelde Raade Provinciaal is voorgekomen , quoad ad merita caullc van genoegzaam fundament gedestitueert te zyn. Dat de voornoemde Directeur zekerlyk om zig zoo lang mogelyk in het ongeftoorde bezit eener willekeurige direclie te maintineeren, van het voorfz-. Appointement hebbende verzogt Mandament van Appel by den Hoogen Raade, door Commisfarisfen van denzelven Hoogen Raade als toen wederom met alle mogeiyke efforts zyn aangewend, om de voorfz. zaake te lillikken op eene wyze , waar door aan de eene zyde di voornoemde Directeur voor alle bedugting van eene critique Inquilitie zoude zyn bewaard gebleeven , en daarentegen de Supplianten occafie zouden gehad hebben, zig op de by bun opgekomene bekommeringen aangaande den ftaat der Negotiatien en de gehoude directie te kunnen eclaircisfeeren, dan uat dezelve propofitien eerst weeken lang gedilayeert , en naderhand eensklaps afgebrooken zynde , door de Supplianten is seinrteert op dispofitie op het voornoemde verzogie Appel, met dat gevolg, dat by Appointement van den Hoogen Raade in dato 14 January 1780 aan den voornoemden Directeur op deszelfs voornoemde verzoek meede is verleent nihil, en dezelve geordonneert is te betaalen de kosten daar op' gevallen. Dat de Supplianten in hunne kwaliteit daar dorr in ftaat geltelt zynde om hun regt ter deezer zaake onver-  aug. STAAT EN OOHLOG. 1782. 307 verhindert te laaten gelden , en zoodanige middelen in het werk te /tellen , als zylieden oordeelen ten meelle nutte van hunne refpective Principaalen oorbaar en dienflig te zyn, zig op hun beurt by Requeste a:in welgemelde Raade Provinciaal (bevoorens door hun Piny ter deezer zeiver zaake geadieen) hebben geaddresfeert, en verzogt Mandament . waar by de voornoemde Mr. Cornelis van den Helm Boddaart in kwaliteit als Directeur der voorfz. Negotiatien , op zekere groote pcene tegen de hooge Overigheid re verbeuren geinterdiceert werde, omme liet zy door het maaken van eenige nieuwe Obligatien ten lasten der voorfz. Negotiatien, het zy door bet employeeren van het provenue der Producten, welke door de refpective Planters onder de voornoemde Negotiatien behoorende , herwaards bereids waren en nog by vervolg zouden worden overgezonden , verder of anders dan tot betaaling der verfchuldigde Interesfen aan de refpective Geldfchieters, hetzy door de Penningen , wegens de afgeloste Hypotheecquen ontfangen, en nog in Casfa zynde, of die in het vervoig aeswegens nog. mogten onttangen worden, anders dan tot afdoening en aflosfing van Obligatien derzelver Negotiatien te gebruiken , of op eenigerhande wyze hoe genaamt, direct of indirect ietwes te doen of verrigten, ftrydig mee de primitive conditiën, waar op de voornoemde Negotiatien zyn aangegaan en de refpective Geldfchieters daar in deel genoomen en hunne Penningen gefurneert hebben , immers niet anders dan met concurrentie van de Supplianten in hunne kwaliteit, of, voor zoo verre dezelve weigerig mogten zyn daar in te confenteeren, niet anders, dan na dat hy Mr. van den Helm Boddaart in zyne voornoemde kwaliteit , daar toe by gemelde Raade Provinciaal na verhoor van de Supplianten behoorlyk zoude vveezen geauthorifeert, en waar by insgelyks op zekere groote pcene als vooren de voornoemde Mr. Joban Gulielmus Schorer , Mr. Jacob Frederik Landsheer en Cornelis: VVillemfe, in kwaliteit als Commisfarisfen van de voornoemde Negotiatien, geinterdiceert wierden, daar toe eenigzints te concurreeren , of te gedoogen dat zulks gefchiede : en waar by wyders de voornoemde Mr. V 2 Cor,  3d8 aug. ZAAKEN VAN1 1782, Cornelis van den Helm Boddaart , Mr. fohan Gtüiel' mus Schorer, Mr. Jacob Frederik Landsheer en Cornelis Wülemfe in hunne refpective kwaliteiten en relatien-gelast en bevolen werden , aan de Supplianten in hunne -kwaliteit te geeven behoorlyke ouvertures van den gantfchen ftaat der voorfz. Negotiatien , en wel fpeeialyfc de zoodanigen, als door de drie eerlte Supplianten by hun ontwerp aan Commisfarisfen der voorfz". Negotiatien op den 5 July 1779 overgegeeven, vervat fta'ari , en breeder by der Supplianten Request waren vermeld , mitsgaders om ten dien einde ter nentraaler plaatfe onderling, of in cas van discrepance by deii Raade Provinciaal te bepaalen , aan de Supplianten en die van hunnen Raade te geeven vifie, exhibitie en acces van en tot alle Boeken, Brieven, Papieren, Reekeningen , Befcheiden en Documenten tot de voorfz. beide Negotiatien eenigzints fpecteerende direct of im. direft, onder expurgatie van Eede des gerequireert van geene andere te hebben, te weeten , of ter kwader trouwe kwyt of weerloos geworden te zyn , direct of indirect , en fpeeialyk vifie en exhibitie van de refpective Hypotheecquen, mitsgaders van de refpective Ac^ tens van tauxitie en nadere tauxatien van de gehypotheecqueerde Piantagien , als meede van zoodanige Obligatien,'als bereids aan de refpective Geldfchieters mogten zyn afgelosr, met de royementen daar op Itaande, en van de refpective Reekeningen door den Directeur jaarlybs aan Commisfarisfen van dezelve Negotiatien gedaan , met faculteit voor de Supplianten in hunne kwaliteit, omme daar uit te neemen zoodanige C pien of Extracten , het zy rimpel of •authenticq als naar rade: En waar by laatltelyk de voornoemde Mr. Corne. Hs van den Helm Boddaart, Mr. Johan Gülielmus Schorer, Mr. Jacob Frederik Landsheer, en Cornelis Wil. lemfe in- hunne voorfz. refpective kwaliteiten en rela» tien geordonneert wierden te betaalen de kosten daaromme gedaan, gereferveert der Supplianten en hunner Principaalen verder of ander regt , en fpeeialyk meede zoodanige Actiën, als zylieden vermeenen mogten huri wegens gehoude wangedrag en tergiverfatie zoo tegens de voornoemde Directeur als gemelde Commisfarisfen te  STAAT EN OORLOG. 1782 303 te competeeren, mn dezelve na het bekomen der voorfz,. ouvertures te doen gelden en te inditueeren , daar en zoo als zyluiden zouden te raade "worden. Dat op de Comparitie, welke door welgemelde Raade Provinciaal op der Supplianten voorfz. verzoek geordonneert is , hetzelve zoo van Wegens den voornoemden Directeur als uit naam der meergemelde Commisfarisfeu ten allerdérkde zynde gc-contelleert , met cpzigt tot het poenaal ex meritis caufa;, dog met opzjgt tot de Rauactie op deezen grond, dat quafi tusfchen dezelve en het Pcenaal geene genoegzaame connexie zynde, gemelde Raade Provinciaal pretenfelyk moest worden geoordeelt incompetent te zyn, en mitsdien op dezelve behoorde verleent te worden nihil bic; dezelve Contradictie egter by gemelde Raade Provin'ciaal door het verleenen van de verzogte proviüe van Justitie op den 23 Juny 1780 is afgekeurt, en datdee,ze dispofitie vervolgens by den Hoogen Raade op den 23 July daar aan volgende is geconfirmeert geworden. Dat de Supplianten, welke toen hoopten gelegenheid te zullen hebben om hun goed regt voor gemelde Kaade Provinciaal onverhindert te kunnen vervolgen, en niet meer door dilayen te worden gematteert, egter hebben moeten ondervinden, dat de Stad van Middelburg , welke zig bevoorens vergenoegt had, met openbaare biyken te geeven, dat de directie van Mr. Cornelis van den Helm Boddaart , (zoo drukkende en nadeelig voor de ongelukkige Geinteresfeerdens) by de Regeering aldaar met gundiger oogen befchouwtwierd, dog zig egter met de voorfz. procedures niet had ge. moeit ; en die nietwes had in het werk gedelt, doen de meergemelde Mr. Cornelis van den Helm Boddaart door zyn verzogte Pcenaal niet alleen haare Ingezeetenen , maar die Stad zelve, zoo wel als de Hollandfche Geinteresfeerdens tot zyn voordeel voor den Raade Provinciaal te betrekken , toen , na dat de kans gekeert was, in een begrip gevallen is, dat door het verleende Mandament Poenaal en van Rauactie aan haare jurisdictie attéinte was toegebragt, en dat voornoemde Mr. Cornelis van den Helm Boddaart als haar Ingezeeten zynde, ter eerder inltantie voor den Raade Provinciaal V 3 nier.  3to Aue. ZAAKEN VAN 1782. niet convenabel zoude zyn , en dat dezelve Stad deswegens aan den Raade Provinciaal by Misfive op den 26 Augustus 1780 heeft aangefchreeven en verzogt het voorfz. Mandament te ftellen en te houden buiten effi cl;, cn de Supplianten zoo zy vermeenden eenige actie tegen boven gemStite Mr. Cornelis van den Helm Boddaart , Mr. Johan Guhelmus Schorer, Mr. Jacob Fivdenk Landsheer en Cornelis Willemfe te hebben , te renvoyeeren voor Burgerneefteren en Scheepenen der Stad Middelburg, hunne dagelykfche competente Regters. Dat de welgemelde Raade Provinciaal daar op de zaak eenigen tyd ex ofiicio hebbende gehouden in ftate;dog vervolgens de provifioneele furcheance wederom opgeheven hebbende, de voortgang der zaake op nieuw is belet geworden , zoo door een adres van den gemelde Mr. Cornelis van den Helm Boddaart, als door een Propofitie der Stad Middelburg ter Tafel van de Edele Mog. Heeren Staaten van Zeeland gehragt, waarop gevolgt is eene Misfive- van welgemelde Staaten aan den Raade Provinciaal in dato ib December 1780, en eene provifioneele furcheance tot na de Paasch- Vacantie van het jaar 1781. Dat hoe zeer de Supplianten wel vertrouwden , dat de .gemelde Raade Provinciaal zoude fouteneeren eene provifie van Justitie door dezelve niet by fub- en obreptie,maar na behoorlyke kennis van zaaken verleent, zy eg'er hebben gemeent, dat. vermits 'er onder hunne Ptincipaalen waren diverfe Weduwen en ongelukkige Perfoonen die van het fortuin misgedeelt zig op de goede trouwe van meergemelde Cornelis van den Helm Boddaart, mitsgaders op de klaare letter der primitive Conditiën der Negotiatien verlaatende, hun geld hadden gefchooten , dog nu door het inhouden der Interesfen geduurende vier jaaren , zoo niet geheel en al geruïneert, ten minften in de uiterlte ongelegenheid gebragt waren , verpligt te zyn, zoo veel mogelyk vast te houden het regt , bet welk zy by de voorfz. dispofitien van den Raade Provinciaal, by den Hoogen Raade in appel ge confirmeert, geacquireert hadden, en ten dien einue by eene eerbiedige Memorie aan de E Mc Mog.  aog. STAAT EN OORLOG. 1782. 311 Mog. Heeren Staaten van Zeeland overgegeven , hebben geremonftreert de hardigheid en ongefundeertheid van het verzoek, van gemelde Mr. Cornelis vanden Helm Boddaart, en van de Propofitie der Stad Middelbu*g, als meede de notoire competentie van den Raade Provinciaal in deeze zaak ; dan dat zulks alles vau geen het minfte effect geweest is , nademaal de Supplianten geinformeert zyn, dat welgemelde Heeren Skaten van Zeeland by derzelver nadere Misfive van dato 19 April 1781, het voorfz. Hof hebben aangelchreeven en gereqnireert om het voorgemelde Mandament voor zoo verre het zelve .contineerde een bevel van Rauactie, disponeerende tegén voornoemde Mr. Cornelis vanden Helm Boddaart en Commisfarisfen, tot het geeven van ouvertures van den gantfchen ftaat der bewuste Negotiatie , in te trekken en buiten effect; te ftellen , dat ondertusfchen de Supplianten vermeenende zeer wettige reedenen te hebben, om ter deezer zaake geene procedures voor den Geregte der Stad Middelburg te entameeren, gemerkt dezelve Stad in de eene Negotiatie , ("wélke her object van het voornoemde Proces "zou opleeveren) niet alleen is geinteresfeert, maar Burgemeefterën dier Stad , welke aldaar meede het Geregt hel. pen compofeeren, bereids (zoo als men aan de zyde van voornoemden Mr. Cornelis vanden Helm Boddaart by de Pleidoye op de Concesfie van het Mandament opentlyk geplyt heeft) de handelingen van der Supplianten opgemelde Partyen geapprobeert hebben, en dus, het zy met eerbied gezegt, het Geregt van Middelburg geen onzydig Regter over de blllyke klagten van de Supplianten kan zyn , zy Supplianten dus genoodzaakt zouden weezen tot die extremiteit te komen van hunne allezints wettige actie te laaten vaaren, ten zy, door eene gunftige voorzieninge van U Edele Groot Mog. en derzelver veel vermogende intercesfie by de Ed. Mog, Heeren Staaten van Zeeland werde geëffectueert, dat de voorfz. provifie van Juftitie door een Collegie van Juftitie, het welke uit naam der hooge O/engheid der beide Provinciën Holland en Zeeland regt doet , post plenam Caufas Cognitionem verleent , en in Appel by de Hoogen Raaden geconfirmeert, V 4 zoo  3i2 auc, ZAAKEN VAN 1782, zoo in het een als ander opzigt behoorlyk effect fortcere. Dat de Supplianten eerbiediglyk vertrouwen dat daar omtrent by U Edele Gr. Mog. geene zwaarigheid zal worden gemaakt, zoo dra Hoogstdezelve overtuigt kunnen worden , dat de praatenfe incompetentie van dep Raade Provinciaal even zoo weinig met relatie tot de voornoemde Actie als tot de voorfz. verleende interdictie pcenaal met opzigt tot der Supplianten Partbyen nimmer kan worden goedgemaakt, ten welken einde de Supplianten al verder de vryheid neemen aan U Ed. Gr. Mog. eerbiedig voor te draagen. 1. Du de Competentie van het Hof ten aanzien van het voornoemde pcenaal by de Heeren Staaten van Zeeland niet word gecontefteert of in twyiTel getrokken, als waar omtrent by de voornoemde aanfchryving geene inhibitie gefchied , ne maar ter contrarie aan den verderen loop der Procedures de vrye voortgang word gelaaten , en dat mitsdien dezelve competentie in zoo verre moet worden gehouden voor erkent , dat ondertusfchen even daar uit, zoo de Supplianten vertrouwen , vap zelfs voortvloeit de bevoegtheid en competentie van het zelve plof, om over de daar bygevoegde Rauactie te cognosceeren, aangezien dat, gelyk aan de eene zyde de Oontinentia Caufse zoo naar regten als volgens de dagelykfche procTyk een liquide fundament opleevert , om met vooibygaan van den inferieuren Regter, aanltonds by den fuperieuren Regter meede in Rauactie te demeleeren eene queitie door het pcenaal ter zyner cognitie gebragt (gelyk dit nog nimmer is in twyfl'el getrokken) zoo ook aan de andere zyde in het voor handen zynde geval de Conuexie tusfchen het pcenaal en de Rauactie is van eene allerdoorlteekenfté en ontegenzeggelyke evidentie , zynde om daar van completelyf overtuigt te worden volftrekt anders niet nodig, dan de lecture van het dispofuief van der Supplianten voorfz, Mandament en van de middelen , waar dp het zelve is gefuhde,ert, als waar uit zal biyken, dat de eenige en generaale grond van alles hier op neerkomt, dat de Supplianten fuftineeren dar door den Directeur der voorfz. Negotiatien in verfcheide pointen is . ' ■ 1 in«i  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 313 ingegaan tegen de primitive Conditie, waar op.dezelve waren aangegaan ; dat zulks aan de Geinteresfeerdens een wettig regt opleevere, voor eerst, om te zeggen , dat met die verkeerde handel.wyze niet verder wierde voortgegaan , ten anderen, om wegens bet be. reids gepasfeerde behoorlyke ouvertures en verantwoording te erlangen; het eerst is het objecï van het Pcenaal, het tweede van de llauactie, maar beide die objecten'vloeien uit dezelfde fource voort, ze berusten op dezelfde grond, het onderzoek van beide is dus geconnecteert en onaffcheidelyk, en behoord, onder reverentie, niet door eene diverfiteit van Regters aaneen diverfiteit van oordeel te worden blootgefteld. Dat eo Cafu de vereenigde Geinteresfeerdens bevoegt zyn voor hun regt te vigilepren, deeze gronden moeten zoo wel op het paenaal als by de Rauactie onderzogt worden, en 'er dus geene de minfte reeden is om deeze Actiën , welke op gemeene gronden berusten , van elkander af te lcbyden , twee Procesfen in plaats van een te voeren , het welk voor beide de Partyen grievent is , en zig te exponeeren aan een diverfiteit vau gewysdens , welke eene geregelde regtspleeging respueert, en die ondertuslcben veel ligt plaats zon kunnen hebben , by aldien op het Pcenaal voor den Raade Provinciaal en in de Rauactie te Middelburg moest worden geprocedeerr, 2. Dat de competentie van den Raade Provinchal met opzigt tot de voorfz. Rauactie buiten en bebalven de onderlinge connexie met het pcenaal , ook op zig zelve en in abltracto befchouwt kan gedemonltreert vyorden , en zulks wej op gronden, welke niet alleen de Stad Middelburg had behooren te respecleeren , maar welker maintien , het zy met fchuldige eerbied gezegt, niet alleen de Heeren Staaten van Zeeland raakt, maar ook U Ed. Gr. Mog. aangaat, bedoelende de Supplianten het vierde Articul van hetnaderprovifioneel Accord van u Juny 1674 , waar by het forum privilegiatum van Weduwen en Weezen, om hunne Partyen ter eerlter inftantie voor den Provinciaalen Raade te betrekken direct geadvoueert word. By het eerdere provifioneel Accord van 7 Maart 1607 V 5 Art.  3t4 avo. ZAAKEN VAN 1782. Art. 1. was geftatueert, dat het Hof ter eerfter inflan. tie geene kennis mogt neemen of judicature oeffenen ten reguarde van Weduwen , Weezen en andere niife. rabele Perfoonen , dog by het ingeroepene vierde Articul van het nader provifioneel Accord van n juny 1674 word dit verbod bepaalt tot zaaken , waar aan onbejaarde Kinderen , Weduwen , Weezen en andere miferabele Perfoonen by tranfport of cesfie gekomen zyn, en het is dus zeeker, voor eerst, dat het voorfz. 1 Art. van het eerdere provifioneel Accord thans niet werkt, ten anderen, dat Weduwen, Weezen en andere miferable Perfoonen van het gemelde forum privilegiatum jouisfeeren, zoo dra zy in zaaken boven de twee hondert en vyfeig guldens' uit eige hoofde ageeren , het welk nog nader buiten bedenking is geilek door eene decifie van den Hove, te vinden in van Alphens Papegay 2 Deel Cap. 55. pag. 313, ten gelyken einde aangehaalt by den Praefident van Bynkershoek in quaestionibus Juris privati Lib. 1. Cap. j, pag. J5, in welk zeekere Weduwe in Holland wonende, twee Ingezetenen der Stad Veere nauwlyks ter eerller inltantie voor den Hove had opgeroepen , en de laatstgemelde geproponeert hadden de Exceptie van incompetentie en renvoy aan het Geregt der Stad Veere, dog met geen ander gevolg, dan dat de voornoemde Exceptie op fundament van het bovengemelde 4 Art. is gerejecleert geworden. De gereclameerde 4 Art. nu meenen de Supplianten alhier van een direfte en incontestable applicatie te zyn , rademaal uit de exhibitie der procuratien op de Supplianten gepasfeert, bereids aan den Hove gedaan, gebleeken is , en ook nader des noods uit eene gelyke exhibitie van dezelve Procuratien aan U Edele Groot Mog. zoude kunnen biyken, dat onder de Principaalen van de Supplianten zeer veele Weduwen en Weezen zyn, welke de Supplianten hebben gemagtigt, om hun regt te doen gelden , en welke des hier als origineele Eisfchers proprio nomine paroisfeeren, en dus geregtigt zyn om van het aan hun competeerend forum privitegiatum, gebruik te maaken ten dien effecte, dat alle de overige Principaalen van de Supplianten, als met die  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 315 die Weduwen en Weezen een en dezelfde actie hebbende , ook tevens met dezelve van het gemelde forum privilegiatum moeten jouisfeeren , zoo als zulks by het berigt van den Raade Provinciaal aan de Staa« ten van Zeeland overgegeeven opzettelyk is aangedrongen ; zonder dat men intteeren kan dat dezelve Weduwen probeeren, dat zy de Obligatien, waar voor zy geteekent hebben zelfs hebben belegt, bet welk onmogelyk is, door dien alle dezelve in blanco leggen, en 'er dus niet kan gedoceert worden door wien dezelve belegt zyn , terwyl men egter alle de refpective Weduwen ja geene derzelve met eenige fchyn kan fuspecteeren , dezelve te hebben overgenoomen op een tyd, dat zy in volle discrediet waren, en zulks alleen om door bet leenen van hunnen naam een Durgemeetter van Middelburg van zynen dagelykfchen Regter te avoceeren, en voor het Hof te regt te ftellen. 3. Dat der Supplianten Parthyen Mr. Cornelis vanden Helm Boddaart C. S. zig over het adieeren van den Raade Provinciaal met geen fchyn van reeden kunnen beklaagen , nademaal (zoo als hier bevoorens by het narré per Procedures bereids is aangemerkt) de Suppb'anten de eerfte niet zyn geweest, welke de Cognitie van den Raade Provinciaal over deeze zaak hebben ingeroepen, hebbende dezelve llegts het voorbeeld van Mr. Cornelis vanden Helm Boddaart gevolgt , die bevoorens in de maand Juny 1779 wegens deeze zelfde zaak by den Raade Provinciaal Mandament pcenaal had verzogt , dan het welk hem egter na verhoor van de Supplianten zoo by gemelden Raade Provinciaal als by den Hoogen Raade is geweigert, door welke weigering dan ook aan de Supplianten wierd vrygelaaten de bevoegtheid om voor hun regt onverhindert te vigilee» ren, zoo als zy wel voor het zelve Provinciaale Hof, voor het welke zy waren geconvenieert geweest , gedaan hebben, terwyl deeze omftandigheid al meede , zoo de Supplianten vertrouwen, zoo wel met opzigt tot de Rauactie als vau het voorfz. pcenaal een pe. rcmptoir argument uideevert om de Competentie van meergemelde Raade Provinciaal te betoogen, nademaal by het derde Articul van het nadere provifioneel Accord met zoo veel woorden is geftatueert. „ Dat  316 aug. ZAAKE 'N" VAN 1783.. „ Dat in alle materiën over dewelke Ingezeetenen van Zeeland ter eerder indantie voor de Hoven van „ Juftitie kunnen en mogen betrekken de Ingezeetenen van Holland reciproce , de Ingezeetenen van Holland „ ook voor gemelde Hove van Juftitie zullen mogen „ convenieeren ter eerder indantie de Ingezeetenen van „ Zeeland;" welk Articul op het cas fubject van eene directe applicatie is, daar het pcenaal van de Rauactie, door de Supplianten van den Raade Provinciaal geobtineert, praecife rouleert over dezelve materie , dezelve zaak, waar over zy bevoorens door Mr. Cornelis vanden Helm Boddaart voor den Raade-Provinciaal waren geconvenieert geworden , en 'er dus ten deezen eene Volmaakte reciprociteit plaats heeft. Eindelyk 4., dat het tot dus verre gededuceerde niet kan geinfringeert worden door de Codumen, Privilegiën en Articulen uit nader provifioneel Accord by d$ Stad Middelburg ingeroepen, om , ware het mogelyk, de Cognitie over deeze zaak van den Raade Provinciaal te avoceeren, en tot zig te trekken, nademaal de Coitume van Middelburg rubrica van Poorters en Ingezeetenen Art. 8. alleen fpreekende van het geen tusfchen Poorters en Poorters, Ingezeetenen tegens Ingezeetenen plaats heeft, in het cas fubject, daar Ütrechtfche, Antwerpfche en Hollandfche Ingezeetenen hebben geconvenieert Ingezeeienen van Middelburg voor den Raade Provinciaal , daar zy te vooren zelfs door die Middelburgfche Ingezeetenen waren opgeroepen , geene applicatie kan vinden; Doende het niets hier tegen , dat het daar op volgende negende Articul in generaale termen beveelt „ dat „ geene Poorters of Ingezeetenen 't zy Geedelyke of „ Wareldiyke om geenerhande zaaken in de eerlte in„ dantie buiten Middelburg in regten mogen berrok- ken worden voor Wareldiyke nog Ceeitelyke Reg- ters," en dat het Privilegie van Keizer Karei de Vyfde , in dato 29 September 1523 by Timmermans iri zyne Aanteekeningen op de gemelde Coitumen aan-? gehaalt , (het welk niet ipeciaal aan de Stad Middelburg maar aan geheel Zeeland gegeeven is) in even generaale en onbepaalde bewoordingen fpreeken , als waar  Aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 317 waar uit, onder reverentie, niet anders of meerder kan geëlicieert worden , dan een Privilegium de non evocando, het welk niet kan beletten, dat, wanneer een fuperieuren Regter in zekere bepaalde gevallen competent is verklaart , de 'Ingezeetenen, hoe zeer ook mee die generaale Privilegiën gemunieert, in die getermil neerde gevallen voor dezelve ook te regt moeten Traan , iot ftaving van welke diftinctie des noods zou kunnen werden ingeroepen de regul van regten, quod fpecialia generalibus derogant , dan het welk onnoodig is alhier aan te dringen, om reedenen , dat de meenigvuldige Voorbeelden waar in de Ingezeetenen der refpective Provinciën elkander door Mandamenten poenaal, welke het Hof alleen bevoegt is te verkenen , of Weduwen\ en Weezen hunne Hollandfche en Zeeuwfche Debiteuren , offeboon van het Privilegium de non evocando jouisfeerende , zelfs door bloote Rauactien direct voor den Raade Provinciaal , met voorbygang van den da., gelykfehen Regter met effect hebben geconvenieert, en nog dagelyks convenieerendit geallegeerde buiten alle tegenfpraak behoord te Hellen , èn ter contrarie duidelyk aanwyzen , dat die generaale Privilegiën in calibirê fpécialibus exceptis tot ltremming der Juftitie worden ingeroepen, gelyk dan ook Timmermans in zyne Aanteekeningen op het bovengemelde 8 Art. der Coftumeu van Middelburg en te regt met zoo veele woorden byvoegt, dit Articul heeft geen plaats in geprivilegieerde zaaken, zulks aldaar adftrueerende met meer dan eene authoriteit. : Het 6 Articul van het nader provifioneele Accord niets meer behelzende dan de bevoorens gemelde Collumen en Privilegiën , en meede fpreekende van het geen ordinair en regulariter gefchied, kan dus ook niet dienen , om de incompetentie van den Provinciaalen Raade in dit geval te betoogen , nademaal het 3 en 4 Articul van dit zelfde provifioneel Accord de bevoern. heid van den Hove , om ter eerfier inftantie van deeze zaak kennisfe te neemen, zoo als bevorens getoont is Volleedig jufiificeeren. Terwyl het 18 Articul van het zelve nader provifioneel Accord, het werk verbied „ Mandamenten of Pro- *, -'vi-  SiS auo. ZAAKEN VAN 1782. „ vifien te verleenen tegens notoire en bekende Privi„ legien van den Lande en Steden van Zeeland , of „ jegens de Pointen in deezen 'f ractaate (feil: het na„ der provifioneel Accord) befprooken," alhier in geene de minfte confidentie komen kan, nademaal de Supplianten vertrouwen gedemonftreert te hebben, dat het Provinciaale Hof in cas fubject, zonder verkorting der Privilegiën, is geadieert, en zelfs conform dit nader provifioneele Accord de competente Regter is. Dat de Supplianten zig verbeelden uit het tot hief toe gededuceerde te mogen belluiten, dat 'er geene genoegzaame gtond voor de prwtenfe incompetentie van den Provinciaalen Raade exteert, en dat zy dus by U Ed. Gr. Mog. niet alleen mogen beklaagen over de hardigheid en onhebbelykheid, welke in de bier vooren gedetailleerde handelwyze doordraait (dat zy Supplianten naroentlyk eerst door Procedures voor het Provinciaale Hof geattaqueert worden , en naderhand wanneer zy op hun beurt tot dat zelve Hof recours neemen, wanneer zy daar, en by den Hoogen Raade na heevige tegenfpraak en maanden ophoudens , eindelyk in effecte niet anders obtineeren dan een Mandament. waar by dé deur van de Juftitie voor dat Hof word open gelteld, terwyl aan de Parthye alle exceptive en peremptoire defenficn open blyven , vau het gebruik van dat middel door politieke dispofitien ontzet, buiten postuur van activiteit geilek en dus wederom gepriveert worden van al het geen zy Supplianten tot hier toe met oneindige moeite en kosten in Justitie tot by den Hoogen Raade toe hebben geobtineerr) maar dat de Supplianten zig ook tevens flatteeren , dat by U Ed. Gr. Mog. de convenabelfte middelen zullen worden beraamt tot redres der grieven, welke niet alleen Vreemden , maar een menigte van U Ed. Gr. Mog, eigene Ingezetenen ten allerfterkften drukken , en welke door niemant gevoeglyker dan door een gunltig en regtvaardig Souverain, welke de Juilter der Justitie en de adminiltratie van kort en onvertoogen regc zoo aan Ingezetenen als Vreemden zónder aanzien van Perfoo. ren, ter harte gaat, en welke dezelve relatie heeft tot het Provinciaale Geregtshof, als de Staaten van Zee. land, kunnen worden gerepareert. Wes-  *uo. STAAT EN OORLOG. 1782. 3,9 Weshalven zoo keeren zig de Supplianten tot ÜEd Gr. Mog., ootmoediglyk verzoekende,datüEd. Groot Mog. door derzelver veel vermogende intercesfie by de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland, gelieven teef fectueeren , dat het beletzel aan de Supplianten om* trent het vervolgen van hun regt toegebragt , worde geremoveert, en dat eene provifie van Justitie ook uit naam en van wegens ü Edele Gr. Mog. bv den Ho ve van Holland en Zeeland verkent, en by den Hoogen Raade geconfirmeerr, niet langer worde ie kurire. ftelt, maar behoorlyk effect forteere, en dat ÜEd. Gr Mog. tot dat einde zoodanige middelen gelieven té be* raamen , als U Ed. Gr. Mog. naar derzelver hooffe" wysheid en aequitéit ten nutte van hunne Ingezetenen en andere Vreemden, die hun recours tot Hoogstdezel' ve neemen, zullen oordeelen te behooren. (Onder ftond) 't Welk doende, &s. (Was get.) 9. T. VAN HAMEI» D. VAN BYSTERVKLDT. RUDOLF BAALDE. V. IJ AMEN. In margine ftond geappoftilkert. De Staaten van Holland en Westvriesland vinden goed, dat deeze Requeste gefielt zal worden in handen van Prafident en Raaden van den Hove, om dezelve te examineeren , en Haar Edele Groot Mog. daar op te dienen van hunne Confideratien en Advis. Actum den 13 Juny 1782. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Staaten. (Was get.) C. CLOTTERBO0KE, CLII,  32o aug. Z AAR EN VAN 1782. CL1I. Aanmerkingen op het TraEtaat van Vriendfchap en Koophandel, geflooten tusfchen de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden en de Vereenigde Staaten van Noord-/imeri. ka. Ingeleverd ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mogende door de Afgevaardigden der Stad Amfterdam , in dato 9 Augustus 1782. " jüfd Art. 2 , % en eenige anderen zyn dezelve van opinie, dat de woorden meest gefavorifeerde Natien behooren behouden te worden , zonder dat daar word bygevoegt van Europa. Ad Art. 4. by te voegen: Dat by Hoogstgedagte Vereenigde Staaten van Amerika de nodige voorzieninge binnen de dertien refpective Colonien, en daar zulks verder zoude mogen worden vereischt^ gedaan worde, ten einde de Ingezeetenen deezer Landen van behoorlyke be'vvyzen van (terfgevallen, waar by dezelven zyn geinteresfeert, voortaan zullen kunnen worden gedient. Ad Art. 10. zyn Gedeputeerden vau gedagten , dat het point concerneerende het gebruik van Tolken, Makelaars en Werklieden tot het losfen en laaden deiSchepen van Amerikaanen zeer wel met onderling genoegen gefchikt zal kunnen worden, wyl het gemeen belang vordert den wederzydfehen Handel en Navigatie alle mogeiyke atfances toe te brengen, mits dezelve met de goede order en het publiek belang beftaanbaar zyn ; dus is 'er geen twyffel aan of de Heer Adams zal genoegen neemen met de fchikkingen, welke aan de meest gefavorifeerde Natiën worden geaccordeert, byzonder wanneer Haar Hoog Mog. verklaaren wel te mogen lyden, dat haare Ingezeetenen op gelyken voet binnen de Vereenigde Staaten van Amerika behandelt worden. Belangende dé gebrokene Ladingen in het zelve tiende Art. vermeld , is het begrip van Haar Hoog Mogv omtrent de betaaling van regten in dat geval klaar en dui- «  ■rvg. STAAT EN OORLOG. 1782* gsj rluidelyk geëxpliceert by bet een en twifltigfte Articul van het Piacaat van 1725 op de Convoyen en Licenten: hier van de nodige elucidatie aan den Heere Adams gegeeven zynde , en daar uit blykende dat men in dit geval de zaaken op dien zeiven voet genegen is te reguleeren, is 'er geen twyffel aan of gemelde Heer zal daar meede genoegen neemen. Ad Art. 13. zal de tyd van drie maanden , binnen welke de Goederen en Waaren aldaar breeder vermeld niet confiscabel behooren te zyn, ruimer dienen geno*men, en in vyf of zes maanden behooren verandert te worden. — • Ad. Art 15. in plaats van te refereeren tot den inhoud der Conventie van Haar Hoog Mog. met het Hof van Vrankryk van 1 May 1781, zal het beeter zyn.dezelve woordelyk , en zonder mentie van deeze Conventie te maaken , in het voornoemde vyftiende Articul uit te drukken en te infereeren: dan in allen °-evalle de reftitutie der Pryzen op den Vyand hernoomen onder fufficante cautie te admitteeren, wanneer hec niet mogelyk is de Eewyzen van den refpectiven eigendom zoo fpoedig te exhibeeren, in aanmerking van de verdere diftantie van Amerika in vergelyking van Vrankryk. , Ad Art. 19. of elders daar zulks gevoeglykst zoude kunnen gefchieden: de nodige voorziemnge te doen in het gevat waar in een der contracteerende Partyen met een derde Mogentheid in Oorlog geraakt zynde , door deeze laatstgemelde Pryzen op de Partye in Oorlog zyn de ,, genomen , en in een der Havens van de andere contracteerende Partye opgebragt mogte worden; en of ten dien einde agter dit Articul niet behoorde te worden geinfereert een Articul relatif tot dit fubjeél. In dusdanige gevallen is by Publicatie van 3 November 1756 hier te Lande in het algemeen reeds voorzieninge gedaan, en zulks zoude ook reciproquelyk in de vereenigde Staaten van Amerika verzogt en bedongen kunnen worden. Ad Art. 22 en 23. , aan deeze te fubftitueeren het volgende Articul dat het Project voorhanden in geenerlye opzigte verftaan zoude worden te derogeeren • VI. deel. X aan  322 auc. ZAAKEN'VAN 1782. aan de negende, tiende, zeventiende en twee en twintigfte Articulen van het Tractaat van Commercie in den jaare 1778 tusfchen Vrankryk en meergemelde Staaten van Amerika aangegaan en gefloten, als meede niet zoude beletten , dat zyne Katholyke Majefteit aan dat Tractaat zoude accedeeren , en van het beneficie der gemelde vier Articulen zoude jouïsfeeren. Ad Art. 25. by te voegen: Alle andere Goederen en Knopmanfchappen hier boven niet uitdrukkelyk gefpecificeert; ja zelfs alle foorten van Scheepsmateriaalen , hoe zeer dezelven ook zouden mogen zyn gefchikt tot het bouwen of equipeeren van Oorlogfchepen, of tot het maaken van eenig ander Oorlogstuig, te Water ofte Lande, zullen mitsdien, nog volgens den letter , nog volgens eenige voor te wenden interpretatie van dezelve, hoe ook genaamt , onder verbodene of contrabande Goederen begreepen kunnen of mogen worden: Zoo dat alle dezelve Goederen , Waaren en Koopmanfchappen , hier boven niet uitdrukkelyk genoemt, zonder eenig onderfcheid zullen mogen worden vervoert, enz. Ad Art. 26. met relatie tot de Pasporten, (beeter te noemen Zeebrieven voor zoo veef het bewys van den eigendom der Schepen betreft, en andere Befcheiden, voor zoo verre het bewys der Goederen aangaat,) daar van uit te zonderen zoodanige Schepen, die na de Oorlogsverklaaring in het geheel nog niet t'huis geweest zynde, buiten de mogelykheid zyn geweest zig van de vereischte Paspotten en Zeebrieven te voorzien : voorts de tyd tot de vernieuwing der voorfz. Befcheiden te prolongeeren tot twee jaaren. Ad Art. 29. ten dienfte der Navigatie zorg te draagen, dat men nog aan de eene nog aan de andere zyde zig zal mogen bedienen van zoodanige zyner Landsgenooten , die zig reeds in dienst van de andere der contracteerende Partye, het zy ten Oorlog, het zy op Koopvaardyfchepen heeft geëngageert, het zy men dezelve aan de vaste Wal dan wel in Zee zoude mogen ontmoeten, ten zy de Kapitein of Schipper, onder wiens bevel zoodanige Perfoonen zig mogten bevinden, dezelve vrywillig uit hunnen dienst wilden ontllaan , op poe-  aug. STAAT EN OORLOG. i78a. 323 poene dat dezelve anderzints op den voet van Wegloopers zullen worden behandelt en gedraft. Ad Art. y». het geene hier by is vervat te laaten reguleeren door de Magiftraaten der refpective Steden alwaar men oordeelt dat bezwaaren voorvallen CLIII. Misfive van dg Raaden en Minis* ters ter Admiraliteit op de Maaze, om voorziening tegen het overbrengen van Pasfagiers of Brieven, naar Groot-Btittannie, geduurende den Oorlog met dat Ryk , door Vaartuigen van het Strand, zonder ordre. Ingeleverd by Hun Ed. Gr. Mogende, in dato 14 Augustus 1782. Ontfangen een Misfive van de Hollandfche Raaden en Ministers ter Admiraliteit op de Maaze, gefchreeven te Rotterdam den 12 deezer, waar by kennis geven van de geftelde ordres by dat Collegie, op het gecommuniceerde door den Advocaat Fiscaal ten aanzien van het af huuren van Vaartuigen aan het Strant, om als expresfen en fpoediger Pasfagiers en voor al particuliere Brieven over te brengen naar het Ryk van Groot-Brittannien, en voorts in coniideratie genomen, omtothetweerender voorfz. bedenkelyke correspondentie, by renovatie en ampliatie van voorige ordres, en fpeciaal van Hun Edele Groot Mog. Placaat van den 7 Augustus 1Ó64, of anderfints, daar tegen zoodanig te voorzien, als in die volgende Misfive is vervat. Fiat infertio. Waarop gedelibereert zynde , is goedgevonden en verdaan, dat de voorfchreeveMisfive zal wordengeëximineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, met eenige van X 2 de  32+ aug. ZAAKEN VAN 17824 de Hollandfche Raaden en Ministers van de Coliegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende, en de Vergadering daar op ten fpoedigften gedient van derzeiver Confideratien en Advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien, edele groot mogende heeren, ï^e Heer Advocaat Fiscaal by dit Collegie heeft op JL/ heeden ter Vergadering gecommuniceert, dat van tyd tot tyd aan het Strand Vaartuigen wierden afgehuurt, om als Expresfen en fpoediger als langs de ordinaris Weegen, niet alleen Pasfagiers maar ook voornamentlyk particuliere Brieven over te brengen naar het Ryk van Groot-Brittannien ; dat hy Heer Advocaat Fiscaal wel niet wist , dat dusdanige Correspondentie . by Placaaten van den Lande letterlyk was verbooden; maar dat het hem egter toefcheen, dat in de tegenswoordige omftandigheeden daar van zeer veel misbruik konde worden gemaakt, en dat dus daar tegens op de prompfte wyze behoorde te worden voorzien. Hier op is dan ook terftond ordre gefteld , dat den Commis Collecteur Generaal , mitsgaders aan alle de Officieren op de Comptoiren langs de Zeeftranden, en verder aan die der Beneede Comptoiren, zoude worden aangefchreeven en gelast, geene Uitklaaringen te verleeneiraan eenige Vaartuigen hoe genaamt, dewelke in voege voorfz. zonder uitdrukkelyke ordre ofpermisiie van wegens de Hooge Regeering of Admiraal Generaal deezer Linden, tot het overbrengen van Pasfagiers of Brieven naar het Ryk van Brittannien, geduurende den tegenwoordigen Oorlog met dat Ryk, mogten worden afgehuurt; maar in tegendeel de Reeders en Stuurlieden daar tegens zoo veel mogelyk te waarfchouwen; en van al het geen des niettegenltaande zoude mogen worden ondernomen behoorlyke informatien in te winnen , en aan deezen Raade te doen toekoomen. Deeze ordre egter vreezen wy, dat alleen en op zig zelve nog onvoldoende zal worden bevonden , om de voorfz.  aug. STAAT EN OORLOG. 1782, 325 voorfz. bedenkelyke Correspondentie efficacieufelvk te weeren ; en wy neemen daarom de vryheid Uw Ed Groot Mog. in confideratie te geeven, of Uw Ed Gr' Mog. ook zouden kunnen goedvinden omme by Renovatie en Amphatie van voorige Ordres; en fpeciaal van Uw Ed. Gr. Mog. Placaat van den 7 Augustus 166' op zeekere pcenaliteiten te verbieden , dat geduurende' den tegenwoordigen Oorlog met het Ryk van GrootBrittannien geene Vaartuigen van het Strand , eenige Pasfagiers of Brieven overbrengen zonder uitdrukkelvke ordre of permisfie van den Heere Admiraal Generaal ofte van U Edele Groot Mog. Gecommitteerde Raa.' den, ofte van de geene, die door hun daar toe zouden mogen zyn gequahfkeert; ofte om daar tegens zooda. mge andere voorzieninge te doen , als U Ed. Groot Mog. naar derzelver wysheid zullen oordeelen te behooren. Ed. Gr Mog. Heeren zullen wy God IdmagtTg'bid.' den , U Edele Groot Mogende te willen houden in zyne heilige befcherming. Gefchreeven in Rotterdam den 12 Aug. 1782. 1 (Onder ftond,) U Ed. Gr. Mog. zeer dienst, bereide, De Hollandfche Raaden en Ministers ter Admiraliteit op de Maaze. (Lager ftond,) Ter relatie van dezelve. (Was get.) j- van der helm. X 3 CLIV.  326 aug. ZAAKEN VAN 1782. CLIV. Propofitie van Zyne Hoogheid den Prinfe van Oranje en Nas/au, in het Secreet Befogne van Hun Hoog Mogende ; inhoudende beklag over nadeelige Gerugten, en aanbieding om zich te zuiveren , door het open leggen van genomen maatregelen. Getrokken uit de Refolutien van de Staaten Gene* raai der Vereenigde Nederlanden, In dato 14 Augustus 1782. Zyn Hoogheid, in het Secreet Befogne gecompareert zynde, heeft aldaar gedaan de Propoiitie, hier na volgende geinfereeit. Flat infertio. Waarop gedelibereert, en zyn Hoogheid voor de voorfz. Ouverture bedankt zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de refpe&ive Provinciën aangenomen , ieder in den haaren daar van aan de Heeren Staaten hunne Principalen kennis te zullen geven. Accordeert met voorfz. Register. EDELE MOGENDE HEEREN ! Seedert eenigen tyd tot myn leedweezen ondervonden hebbende, dat door kwalyk geintentioneerde Lieden allerhande infimulatien wierden getpargeert omtrent de gepretendeerde kwaade directie, onbegrypelyke traagheid aan deeze zyde van de Operatien van den Oorlog , welke zonder wettige oorzaak door de Kroon van Gioot-Brittannien aan dit Gemeenebest is aangedaan , en byzonder over de, inactiviteit van 's Lands Schepen, daar by inlinueerende, als of zulks te attribueeren was aan manquement van de noodige Ordres , met intentie om my voor het oog van geheel Eu-  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 327 Europa te decriëeren, en in het byzonder by de goede Ingezeetenen deezer Landen gehaat te maaken , en verdagt als of ik door een onbehoorlyk attachemenr voor den Koning of het Ryk van Groot-Brittannien aangefpoort, niet met een genoegzaamen iever hadde gedaan , wat in myn vermogen was, zoo tot afbreuk van den Vyand , als tot protectie der Commercie : Zoude ik niet getwyffelt hebben, (ten einde de mond te Hoppen aan alle die calumnieufe Gezegdens of Gefchriften , en myn gedrag voor het oog van geheel Europa , en byzonder van de goede Ingezeetenen deezer Landen te justificeeren) reeds voor lange van alle de door my geftelde Ordres aan U ,Ed. Mog. openinge te geeven; met verzoek , om daar van aan de Heeren Staaten derzelver Committenten communicatie te geeven, was het niet, dat ik begreep, dat zulks zomwylen gevaarlyk zoude konnen zyn, in gevalle de Secr'etesfe niet wel bewaard wierde, en dat de Vyand informatie daar van kreeg , byzonder van het Plan der Operatien van deeze Campagne; waar van een gedeelte is verrigt , en een gedeelte nog geduurende deeze Campagne zoude moeten gefchieden, en het welk door my aan het Hof van Vrankryk gecommuniceert zynde, door hetzelve Hof is goedgckeurt ; dog ziende uit de Misfive van de Heeren Staaten van Zeeland, de reqni. iltie, die Hun Ed. Mogende daar by van my gelieven te doen, en verneemende dat zulks wel door meer Provinciën zoude kunnen worden gedaan , hebbe ik gemeent , dat deeze confideratie my niet langer konde weerhouden om de gemelde Communicatie te doen,en dat ik aan myn eer en reputatie verfchuldigt ben, om aan te toonen, en te demonflxeeren , met ontegenfpreekbaare bewyzen, de manier op welke ik geduurende deezen Oorlog gehandeld hebbe , en dat het niet aan my te wyten is , zoo dezelve met geen meerder vrugt is gevoerr. Ik zal evenwel voor als nog geene openingen kunnen geeven, van het geene nog gefchieden moet, geduurende deeze Campagne, dog ben bereid om na dat dezelve getermineert zal zyn meede de door my tegee. vene Ordres te openbaaren. Ik zal nog eenigen tyd X 4 noo-  §it aug. ZAAKEN VAN i?8a; noodig hebben, om de.Stukken, die ik tot myne ïustnicatie zal produceeren , in Ordre te brengen , en te doen copieeren, en verzoeke U Ed. Mog. om ieder in den haaren aan de Heeren Staaten derzelver PrincÏDalen opening te geeven van deeze myne intentie, vlevende my , dat zy dezelve met Hoogstderzelver goedkeuring zullen vereeren. gucuncu- CLV. Provifioneel Befluit van Hun Hoog Mogende , de Heeren Staaten Generaal, op de klagten van den DeenJchen Gezant St. Saphorin, over het voorgevallene omtrent het Deenfche Oostindifche Kompagniefchip Dansbtrg, aan de Kaap de Goede Hoop; hoofazaakelyk behelzende, ' V A a" de Bewindhebberen van de Oost-ïndifche v l~\ Compagnie aan te fchryven , om by de eerde „ gelegenheid het Kaapfche Gouvernement te beladen ' „ om in reciprocitèit van de vriendelyke behandeling gen, welke de Schepen van dezelve Compagnie van „ wege Zyne Deenfche Majefteit ondervinden? de on„ derdaanen van Hoogstgemelde Zyne Majefteit in al„ len opzigte en op alle wyzen mede heuslvk te beje" § ,n ,nu ei? dezelve zoodanig te behandelen" als in re. „ dikheid tusfchen onderdaanen van Mogenheden ,, met den anderen in alliantie en opregte vriendfchap ,, ftaande , kan en moet worden'verwaV en om zig J, wyders omtrent den verderen toedragt°, 'zoo omtrent „ den Deenfchen Kapitein Fuglede, als omtrent het Schip het Kasteel vau Dansburg gehouden, ten „ naauwkeurigfte te informeeren en dezelve informatie aan Hun Hoog Mog. over te zenden, ten einde de„ zelve gezien, daar omtrent als dan te disponeeren », zoo als bevonden zal worden te behooren en dar 3, voorts den Graave van Recht er en tot Borgbeuninv gen, Haar Hoog Mog. Envoyé aan het Hof van Denemarken, aangefohreeven is om by de eerfte bei „ kwaa=  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 329 „ kwaame gelegenheid, in eene particuliere conferen,, tie, kennis te geeven van Haar Hoog Mog. iürpri„ fe en gevoeligheid over de weinig gemefureerde ter„ men en expreslien in de laatfte Memorie van ge„ melde Heer de 'St. Saphorin vervat, mitsgaders over de naauwe bepaalinge van tyd , binnen welken men „ een voldoenend antwoord heeft gevergt , welke ex„ presfien weinig overeen te brengen zynde met de „ egards door Souveraine Staaten 'aan elkander ver„ fchuïdigd , de furprife van Hun Hoog Mog des te j, grooter was , daar uit het provifioneel berigt van „ Bewindhebberen van de O. I. Compagnie confteer„ de , dat het voorfchreeve geval aan de/ Republiek „ gegronde materie uitleverde , om van Haare zyde , „ wegens de violatie van haar Territoir en het mis„ handelen van haare bedienden , fatisfactië te vraa?> gen-" CLVI. ËxtraB uit het Rapport van de Oostindifche Compagnie, raakende het Deenfche Schip het Kasteel van Dansburg , gearresteerd aan de Kaap, waar over de Heer de St. Saphorin zig beklaagd heeft. Het heeft ons allefints wonder moeten voorkomen dat een zaak , waarover de Compagnie reeden had zig te beklaagen, en welke klagten zy'waarfchvnlyk aan H. H. Mog. zoude hebben gedaan, by voorfchreeve Memorie tot een grond van klagten door het Deenfche Hof word gelegd. Om dan H. H. Mog. Heeren, ter zaak te komen, moeten wy remarqueeren, dat ledert de ontftaane ruptuure verfcheide Schepen , en daaron* der eenige onder Deenfche Vlaggen aan de Kaap zyn gearriveerd, welke Engelfche Pasfagiers aan Boord hebbende, telkens het Kaapfche Minifterium geen geringe ongerustheid veroorzaakten; behalven dat zoodanige neutraale Schepen dikmaals oorzaak gaven tot deferteelen van diverfe Matroozen, van welke de Compagnie , X 5 hy*  33° aug. ZAAKEN VAN 1782. byzonder in tyd van Oorlog, een allernuttigst gebruik Konde maaken : dit dan aanleiding gegeeven hebbende tot verfcheide precautien , komt het Schip het Kasteel van Dansburg aan de Kaap, welks Kapitein men door den Equipagiemeefter Staring laat aanzeggen, om provifioneel en tot dat dieswegens nader zoude worden voorzien , memand aan land te doen komen , terwvl men teffens nodig oordeelde , om tusfchen dat Schip en het Deenfche Schip de Hoop , op het welk meer dan een Engelsen Officier was geplaatst, een Scheepje op Biandwagt te doen leggen. Een Scheepje, om dit in t voorbygaan te remarqueeren , door den Heer de St, Saphorin een gewapend Schip genaamd , maar egter een Scheepje met 25 koppen bemand , en dat verfcheiden reizen heeft gedaan, waaruit U H. Mog. van het Charter van dat gewapend Schip zullen kunnen oordeelen. Dit Scheepje wierd aldaar met geen ander oogmerk gelegt, dan om, in het onzekere, of ook op het nieuw aangekomene Schip eenige Engelfche Officieren zig bevonden , de correspondentie tusfchen dezelve te beletten. En dit was te noodzaakelyker , daar men enkel uit infehikkelykheid voor de Deenfche Vlagge, en om geen andere reden, aan de Engelfche Officieren op het Schip de Hoop zig bevindende , wel had willen permitteeren , om uit hoofde haarer ziekelyke gefteldheid aan land te komen: en hoewel men wel alle mogeiyke precautien had genomen, om alle nadeelige correspondentie van voornoemde Engelfche Officieren te beletten, was men van den uitflag niet genoegzaam verzekert, om ook niet voor het vervolg voor te komen de nadeelige uitwerkzelen , die zoodanige correspondentie aan land zoude mogen hebben gehad. Hierop fchryft de Kapitein van het meergemelde Schip, Philip Chrisnan buglede, op den n January een Brief aan het Kaapfche Minifterie, waarby verzoekt aan land te mogen komen, om de noodige beftelling tot voortzetting zyner reize te maaken, dog dat, wanneer zulks niet wierd goedgevonden , hy daarvan de reden mogt wee* ten, om zig voor zyne Heeren en Meefters te verontfchuldigen. Het  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 331 Het Minifterie van de Kaap inmiddels door een Misfive van den Engelfchen Colonel Cosby, Majoor Gruni en Scheepskapitein Hicks , op het Schip het Kasteel van Dansburg befcheiden, welke mede verzogten, aan land te komen, als nu ontwaar wordende , dat 'er En. gelfche Officieren, en wel van diftinéfje aan Boord waaren , meende , en zoo als wy ons vleyen, dat U H, Mog. zullen weezen overtuigd, te regt, dat zoodanig Schip provifioneel niet konde nog behoorde te vertrekken; te meer (en van deeze omftandigheid moeten wy U H. Mog. niet onkundig laaten) daar een Compagnies en een Fransch Schip , met een laading van de uiterfte aangelegenheid, naar de Franfche Eilanden ftond af te gaan, en een ander Fransch Scheepje met Depêches van de grootfte importantie na Europa te vertrek, ken. Het Minifterie oordeelde verder, dat de Correspondentie tusfchen dien bodem en het Land moest worden afgefneeden , terwyl hier de reedenen van Ziektens , die in het geval van het Schip de Hoop plaats hadden, niet exteerden. Deeze Refolutie wierd de Equipagiemeefter Staring, welke teffens Lid van den politiquen Raad was, gelast, den Kapitein te communiceeren, gemunieert met eene behoorlyke Misfive in dato 12 January, op dat fujet. En verre dat men aan dat Schip de gerjeflykheeden, aan neutraale Mogendheden verfchuldigt, zoude weigeren, deed men fchriftelyk aan hetzelve weeten, dat 's Compagnies Vaartuigen zouden bezorgen alle de nodige ververfchingen , welke de Kapitein aan den Equipagiemeefter Staring zoude gelieven op te geeven. Inmiddels was die zelfde Kapitein Fuglede, welke op den 11 January fiegts ter zyner verantwoording de reedenen wilde weeten , op den 13, wanneer de Equipagiemeefter aan Boord kwam , zoodanig van manier van denken verandert, dat dezelve onder een geweldig tieren en raazen verklaarde, niet te willen voldoen aan de ordre, om provifioneel te blyven leggen, en niet te zullen gedogen, dat 'er middelen wierden geëmployeerd, om hem daartoe te noodzaaken. En hier mede zig niet vergenoegende, vond voorn. Kapt. Fuglede goed, vcorn.  532 aug. ZAAKEN VAN i78a, voorn. Equipagiemeefter Staring, die Lid van den Pohtiquen Raad was, en (het geen Kapitein Fuglede niet tonae ignoreren, na dat hy de Misfive van het Kaaniche Minifterie had geleezen). door hetzelve was afgezonden, te arrefteeren , in dierzelver voegen handelende met den Kapitein Militair de Lille, die ter goeder trouwe om particuliere affaire aan Boord van datScbin was, waarna voorn. Kapitein Fuglede het touw deed kappen en de Zeilen by maaken om te vertrekken, hebbende intusfchen alles aangewend , ,om voor te komen , dat daarvan aan de Kaan kennisfe wierd gegeven, waartoe de Roeper uit de hand van den Eqdpagiemeefter Staring wierd gerukt, en men den mond van voorn. Equipagiemeefter had getragt te ftoppen. wanneer dezelve zyn Schuitvolk toeriep, om na de wal te roeien en kennis van het geval te geeven , in welke zaak de Engelfche Scheeps-Kapitein Hicks die al vry wat veel directie op dat Schip fchynt geoeffent te hebben , een voornaam deel had. Wanneer men nu aan de Kaap door het Schuitvolk geinformeert was van het Arrest van den geenen, die met Compagnies ordres was gemunieert, meende men meerder kragt aan die ordres te moeten byzetten en niet te kunnen gedogen, een zoo baarblyke fchending van 't recht der Volkeren, en van het Territoir van U. H. Mog Het was daarom, dat men orders gaf, om doormiddel van het Kanon het vertrek te beletten, welk middel dan ook het gewenschte fucces had, doordien men eerst de Zeilen het vallen, vervolgens de Vlag rtreek en eindelyk den Equipagiemeefter Staring uit zvn Ar' rest ontfioeg. ü y Men konde zich echter , (en hier fchynt de fchending van het recht der Volkeren den hoogften trap bereikt te hebben) men konde zig niet onthouden, om geduurende den tyd, dat *er vuur uit de Batteryen gemaakt wierd, verregaande fytelykheden aan te doen aan den geenen, die met een Commisfie van den Raad belast was, door hem te noodzaaken , om geduurende. de Kanonade op het Dak te blyven, en dus zig zelve bloot te ftellen aan het gevaar van een attaque, tot zyn eigen behoud ondernomen. Het  avg. STAAT EN OORLOG. 1782. 333 Het /Schip dan wederom ten anker gekomen zynde, heeft men begreepen , dat de handelwyze van voorn. Kapitein Fuglede, zoo als ook die van denOpperftuurman, welke in het dwingen van den Equipagiemeefter Staring, om geduurende de Kanonade op het dek te blyven", het voornaamfte deel had gehad, van dien aart was, dat daar dezelve was gepleegt op de Reede van de Kaap , en dus op het Territoir van U H. Mog., dezelve een allerfcherpst onderzoek meriteerde, om een onzydig oordeel van al het gepasfeerde , zoo ten opzigte van het gedrag van den Kapt. Fuglede , als de daartegen geëmployeerde middelen te kunnen ftryken. En het is uit dien hoofde, dat voorn. Kapitein en Opperftuurman zyn gearrefteert geworden, en den Fiscaal gelast tegens hen te procederen. Wat nu de uitflag dier procedures moge geweest zyn, blykt uit de papieren , die de Compagnie ontfangen heeft, niet ; doch volgens zeer geloofwaardige berigten, zoude voorn. Kapitein uit zyn arrest (na dat eene tot die materie betrekkelyke propofitie door den Independenten Fiscaal was gedaan) zyn ontflagen , hebbende voorn. Kapitein zig onder cautie Juratoire verbonden, ten allen tyde te zullen compareeren, waar ter plaatfe het mogt worden gerequireerd. En tot deeze refolutie zoude men (en dit vertrouwt men , dat by de Deenfche Compagnie ingresiie zal vinden) niet weezen overgegaan, indien men voor die Compagnie geen confideratie had willen gebruiken, waarvan de Nederlandfche Maatfchappye, waarlyk zelfs in dit geval, meer dan eene preuve heeft gegeeven; want de Deenfche Equipagie weigerde, nadat de Kapt. van het Schip af was, het dagelyks werk te doen: de Compagnie laat zulks door haar eigen volk verrigten. Het Deenfche Schip verzoekt een zwaar touw , het wordt gezonden ; het volk wil het niet binnen Boord' brengen, en de Compagnie moet hetzelve weder na de wal te rug neemen. De Compagnie ziet het gevaar, waarin het Schip by onverhoopte toevallen zoude kunnen komen , en laat het touw weden derwaards brengen door haar eigen volk. De Compagnie permitteert het vertrek van het Schip , de Equipagie weigert de rei-  334 aüg. ZAAKEN VAN 1782. reize zonder haar Kapitein te onderneemen; en diezelfde Kapitein , voor wiens gedrag zulke vehemente redenen van beklag waren, word toegelaaten onder Cautie Juratoire met zyn eigen Schip te vertrekken. Indien dan , Hoog Mogende Heeren ! het re'cht der Volkeren toelaat, dat men onderdaanen van een Neutraale Mogendheid eenigen tyd aanhoud , wanneer het belang van den geenen, op welker Territoir zy zig bevinden zulks vordert, gelyk wy vertrouwen , dat niet kan worden tegengefprooken , en welk recht althans door den Heer de St. Saphorin , by eene aan U H. Mog. op den 24 January deezes jaars geprefenteerde Memorie, met zoo veele woorden is geavanceert; dan meenen wy, dat daaruit van zelfs volgt het recht, om in gevalle van onwilligheid , zoodanige Neutraale Onderdaanen door middelen van klem te noodzaaken, om aan de orders van den geenen, die zoodanig temporeel verblyf noodzaakelyk acht, te gehoorzaamen. Dit fundament alleen zoude dierhalven genoegzaam zyn, om het fchieten op het Deensch Schip voor het oog van gantsch Europa te juftificeercn ; maar wanneer nu by die weigering van voorn. Deenfchen Kapitein om te blyven, is gekomen het arrefteeren van den Kapitein de Lille , en byzonder van den Equipagiemeefter Staring , welke daar in naame van de Regeering aan Boord was, en het dadelyk vervoeren van dezelve aan de Kaapfche Reede, dan houden wy ons verzekerd , dat wel verre dat de daaden en handelwy. ze van het Kaapfche Minifterie zouden weezen ongeoorloofd , ü H. Mog. de allergegrondfte redenen van beklag hebben over de handelwyze van den Kapitein Fuglede; en wy vertrouwen, dat Zyne Deenfche Majefteit zelve, wanneer naar waarheid van de omftandigheeden zal weezen geïnformeert, niet zal hefiteeren, cm de behoorlyke fatisfaétie wegens de conduites'van den Kapitein Fuglede te geeven ; te meer daar hy als nog fub reatu is, en niet dan onder Cautie Juratoire alleen uit inlchikkelykheid voor de Deenfche Compagnie , is ontflagen. Wy zullen by de eerfte gelegenheid onze ordres herhaalen, om aan de onderdaanen van Zyne Majelteit alle de gerieflykheeden te bewyzen, welke  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 335 ke het belang van de Nederlandfche Oostindifche Maatfchappy en de veiligheid haarer Kolien eenigzints toelaaten ; waar mede wy vertrouwen te reciproceeren de heufche behandeling, met welke onze Schepen teDronthem worden bejegend. Hoe zeer zoodanige herhaaling nodeloos zal zyn , daar het Kaapfche Minifterie in verfcheidcne gevallen preuves heeft gegeeven van haar genegenheid, om aan de onderdaanen van zyne Deenfche Majefteit alle mogeiyke faciliteit toe te brengen , waarvan het leenen van Stuurlieden aan het Schip Koppenhagen, by ons bericht aan U H. Mog. in dato 12 February deezes jaars, aangehaald, onder anderen ten voorbeeld zoude kunnen ftrekken. Wy meenen, Hoog Mog. Heeren, na een eenvoudig verhaal van het voorgevalle, ons te mogen dispenfeeren, van de refutatie van de verfcheiden poinclen, by de voornoemde Memorie en Bylagen voorkomende , om dat dezelve daardoor als van zelfs vervallen. Twee zaaken zyn 'er echter, waarover men zich by de Memorie beklaagt, en welke men met geen ftilzwyaen _ kan pasfeeren. Het eerfte is , dat voornoemde Kapitein Fuglede in de Gevangenis zoude gezet zyn, welke voor de Soldaaten is gedeftineerd. Dan, Hoog Mog. Heeren! het locaal van de Kaap is ons niet genoeg bekend , om preciefe te durven bepaalen , of 'er meer dan eene plaats is, om gevangenen te bewaaren; terwyl de Kapitein volgens de klagte zelve flegts eenige dagen in het Kasteel heeft gezeeten , en wanneer men hem niet langer dagelyks behoefde te ondervra. gen, aan Boord van een der Schepen is gebragt. Was het gevangen zetten in het Kasteel dan gefchied , om den Kapitein kleinachting aan te doen, men zoude daarmede wel hebben gecontinueerd ; doch zulks niet gedaan zynde , is dit een blyk , dat het Arrest in het Kasteel in den beginne uit noodzaaklykheid is gefchied. Het tweede poincl: is, dat na dat het Deenfche Schip had geftreeken , men voort had gegaan met fchieten; dit is een zaak waarvan het Kaaplche Minifterie in hun Brief niets meldt; maar zoo hetzelve al eens tegens  33Ö at». ZAAKEN VAN i7$Zi gens verwagting moet hebben plaats gehad, zoude men moeten vastftellen , dat het ftryken van de Vla»- aan de Kaap niet was gezien. En van deeze veronderftelling meenen wy deezen grond te kunnen allegueereh naamelyk, dat het dien dag zeer ftil weêr was waardoor dan ook her Deenfche Schip in het begin'verhinderd is geworden , zoq verre weg te zeilen, als hetzelve anders zoude gedaan hebben, en welke ftilte gelegenheid heeft gegeeven , dat de tyding nog fpoedig genoeg aan de Kaap kwam, om het vertrek te verhiuderen. Deeze ftilte nu heeft waarfchynlyk veroorzaakt , dat de rook van het Kanon tusfchen de Batteryen en het Schip is blyven hangen, en het ftryken van de Viag daardoor zoo fpoedig niet is gewaar geworden. Wy kunnen ons doch geen denkbeeld maaken, van de reedenen , die men zoude gehad hebben , om op een Schip, aan welkers Boord zich de Equipagiemeester Staring en de Kapitein de Lille bevonden, te blyven vuuren, na dat hetzelve had geftreeken. Wy vertrouwen , dat U H. Mog. met dit ons bericht genoegen zullen neemen , terwyl wy bereid zyn om wanneer wy dieswegens eenige andere tyding ontfangen , dezelve op requifitie van U Hoog Mog. aan Hoogstdezelve te communiceeren. Waarmede enz. CL VII.  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 33? CLVII. Memorie van den Deenfchen Gezant de St. Stpborin , behelzende Klakten over den Hollandfchen Kaap er* Kapitein Koelberg. In dato k Augustus 1782. hoog mogende heeren ! Den 11 July laatstleeden heeft een Kaper Kapitein zynde een onderdaan van Uiv H. Mos. genaamd Koelberg, te Marftrand, op de Zweedlche Kust vau Bahus, opgebragt een KeizerJyk Vaartuig van Oitende genaamd de Jonge Catbarina , gevoerd door zekeren Karei Johannes, van Edenburg naar Koppenhagen be. Hemd, en 't welk een ladinge Lood en andere Goederen aan Boord had , welken voor Deenfche rekening en geaddresfeerd waren aan de Heeren Ryberg (Con ferentie-Raad) en Saabye. Deze lading, aan Neutraale Kooplieden toebehorende, en op een neutraalen bodem ingefcheept, »t welk dezelve onbetwistbaar vry maakt, kan onder generlei hoegenaamd voorwendfel worden aangehouden. De Ondergetekende heeft daarom van den Koning, zynen Meefter, last gekregen om aan Uw H. Mog. van deze gebeurtenis kennis te geven, en van hen te vorderen, {dat terwyl de nodige ordres gegeven worden tot de onmiddelyke reftitutie deezer lading, gelyk ook, dat de Kaper.Kapitein, di» deze geweidenary gepleegt heeft, ftrydig met het regt der volkeren, en de Heilige ordres, om de Vlaggen der Neutraale Mogendheden te eerbiedigen, na verdienften geftraft, en verpligt worde , om de Eigenaars der voorfz. lading , voor het hen toegebragt verlies, fchavergoeding te bezorgen. Van deze gelegenheid moet de Ondergetekende zig mede bedienen , om Uw H. Mog. kennisfe te geven van eene niet minder blykbaare en geweldige fchendmg van het regt der Volkeren en der Neutraliteit, den 26 Maart 1782, volgens alle ingekomene bewyzen, gepleegd door een Amfteldamfche Kaper, genaamd VI. deel. Y 6 Chris-  333 aug. ZAAKEN VAN 1782. Chrifliaan Geerman, voerende het Vaartuig de Vrouw Magdalena, welke het Deenfche Vaartuig, de Goode Haab , van Mandahl naar Noorwegen bellemd, ontmoetende, hetzelve aangerand, en zoodanig van Goederen , Provifien , en andere noodwendigheden zoo tot ondernoud der equipagie als beltuur van het Vaartuig vereischt wordende , beroofd heeft , dat het verpligt was , den cours zyner reis te veranderen, en de eerlte Haven de beste in te loopen. De ondergetekende referveert zig, om, zoo dra deeze Kaper, welke men meent, dat naar Amerika gezeild is, van daar zal te rug gekomen zyn, de omftandigheden en bewyzen deezer gebeurtenisfe nader voortedragen , en reparatie te vorderen. — Ook moet hy, H. Mog. Heeren! aan Uw H. Mog. aandenken herinneren de Memorie, die hy den 23 May 1782 , op expresfe ordre van zyn Hof, de eere gehad heeft aan Uw H. Mog. overteleveren, nopens het Deenfche Schip in 'c Vlie aangehouden, en waarop hy tot heden tot nog toe geen antwoord be-, komen heeft, 's Grayenhage den 15 Augustus 1782. (Was getj De st. saphorin. CLVIII. Refolutie van Hun Hoog Mogende dg Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën , omtrent het aanhouden van een Deensch Schip door de Spanjaarden, In dato 16 Augustus 1782. Gehoord het Rapport van den Heer Brantfen en andere Gedeputeerden van H. H. Mog. wegens öe Zeezaaken, welke, ingevolge hunne commisfonaale Rtlbrutie van den 27 May laatstleden, onderzogt hebban een Memorie van den Heer de Ridder de Liano, Minister Pienipotentiaris van Zyne Majelteit den Koning  aim. STAAT EN OORLOG. 1782. 339 ning van Spanje , betreffende bet Deensch Fregat gertaamt S\ lean, in de maand February te vooren door Spaanfche Oorlogfchepen te Cadix opgebragt en als een Oorlogfchip door den Koning van Denemarken gel reclameerd; als ook ; ingevolge de Refolutie van Hun Hoog Mog m dato den 29 May, een Brief van den Graat van Rechterm, Extraordinaris en PJenipotentiaris Envoyé van Hun Hoog Mog. aan Wet Hof van Spanje gedagtekend Aranjuez den 9 derzelfde maand, bevattende affcbriften der papieren, die hem waren ter hand geiteld door den Graaf van Reventlau , Minifter van het Hof van Koppenhagen aan dat van Spanje, betreffende het gemelde Fregat St. Jean, gelyk ook al origineele Nota, door den genoemden Deenfchen Miruiter hem gelyktydig ter hand gelteld om Hun H,oz Mog. voor oogen gelegd te worden; gelyk ook, overeenkomftig de Refolutie van Hun Hoog Mog. van den 17 Juny, een Memorie van den Heer de St. Saphorin, Envoyé van Zyne Majelteit den Koning van Denemarken , waar by hy, op bevel van zyn Hof, aan Hun Hoog Mog. communiceerde de vyf origineele Hukken, raakende het neemen van het gemelde Schip St. Tean alles breeder voorgelteld in de gemelde Memorie en J*ner, als mede m de Registers op de dagen van den 27. en 29 May, en 17 Juny laatstleeden: Over alles gehoord en in overweeging genoomen hebbende de coniideratien en het advis van de hier zynde Commisfarisien der refpective A imiraliteits-Collegien. Hier over gedelibereerd zynde is goedgevonden en gearrelteerd • IJat in antwoord op de Memorie van den Ridder de Liano, in dato den 27 May laatstleeden , hem te kennen gegeeven zal worden : „ Dat Hun Hoog Mo=r. voor t geen hun betreft, liefst niet zouden bepaalen, or en hoe verre men alleen aan de Vlag een Oorloglchip van een Koopvaardyfchip juist kan onderkennen; maar dat Zy in het tegenwoordig geval denken tusichen beide te kunnen komen by Zyne Majefteit den Koning van Spanje, dat het hem behaage het Deensch, ol. J« \ 2ynde '„ Schip St* Jean als een Koninglyk öcnip te doen ontflaan en zyn togt te laaten vervolgen; nadien het naar hunne gedagten volkomen blykt, Y 2 dat  340 auc. ZAAKEN VAN 1782. dat het geen Koopvaardyfchip is , ter vervoering van Koopwaaren, voor rekening van byzondere lieden bellemd; maar dat hec vveezenlyk ten dienfte van Z. M. den Koning van Denemarken gewapend is en gelteld onder bevel van 's Konings Officieren , die voorzien waren van eène orde , en belast om met dat Schip de bevelen en oogmerken van gemelde Zynè Majelteit, overeenkomftig zyne onderrigtingen, uit te voeren. En zal extract der tegenwoordige Refolutie, door den Agent van der Burch van Spieringshoek, aan den Ridder de Linno ter hand gelteld worden , en een gelyk Extract aan den Heer de iSfi, Saphorin, Extraordinaris Envoyé van Z. M. den Koning- van Denemarken: insgelyks zal een Extract deezer Refolutie gezonden wor« den aan den Graaf van Rechter en, Extraordinaris Envoyé van Hun Hoog Mog. aan het Hof van Spanje, als ook den Graaf vaii Rechteren van Borchbeuningen , Extraordinaris Envoyé aan het Hof van Denemarken, om hun ter onderrigting ie dienen en 'er zoodanig gebruik van te maaken , als zy noodig zullen vinden. Insgelyks zal 'er Extract deezer Refolutie , door denzeltden Agent, ter hand gefield worden aan den Prins van Gallitzin , en den Heer van Marcojf, Minifters Ptenipotentiarisfen van H. M. de Keizerin van Rusland by deeze Republiek, om ter hunner informatie te dienen , met verzoek van zig te willen doen onderrigten van de gedagten van gemelde Haare Majelteit, betreffende het onderfcheid , dat 'er gemaakt moet worden tusfchen een Koninglyk en een Koopvaardyfchip , ten einde 'er deswege een vaste regel, met de daar by belang hebbende Mogendheden, ter voorkoming van verdere moeilykheden, vastgefteld kan worden; gelyk 'er ook ten zelfden einde Extract deezer en Copyen van alle 'er betrekking op hebbende (tukken aan den Graaf van Wasfenaar-Starrenburg , Extraordinaris en Plenipotentiaris Ambasfadeur van H. H. Mog. aan hetKeizerlyk Hof van Rusland, gezonden zal worden. CUV.  avg. STAAT EN OORLOG. 1782. 341 CLIV. Plakaat van de Staaten van Holland en Westfriesland, verbiedende het huur en van Vaartuigen naar Groot' Brittannie. In dato 17 Augustus 1782. De Staaten van Holland en Westfriesland : alzoo wy in ervaringe gekomen zyn , dat van tyd tot tyd aan het Stran/i, Vaartuigen worden afgehuurt, om fpoediger, als anderfints gefchieden kan, Perfoonen of Brieven over te brengen naar het Ryk van Groot-Brittannien; en vermits daar van in de tegenwoordige tydsomftandigheeden zeer groot misbruik zoude kunnen werden gemaakt , en het mitsdien nodig is, dat daar tegens promptelyk worde voorzien. Zoo is 'c, dat wy goedgevonden hebben by deezen wel ernftig te verbieden, dat, gedurende den tegenwoordigen Oorlog met het voornoemde RykvanGrootBrittannien , geene Vaartuigen van het Strand zullen vermogen over te brengen eenige Perfoonen of Brieven , hoe ook genaamt, anders , dan op uitdrukkelyke order van den Heer Admiraal Generaal; van een der Coliegien ter Admiraliteit; of van een der Officieren, 's Lands Schepen, in de Zeegaaten, of langs de Kusten commandeerende ; ofte anderfints ook op uitdrukkelyke order of permisfie van onze Gecommitteerde Raaden , ofte van de geenen , die door dezelve daar toe zouden mogen zyn gemagtigt; op pcene, dat de Vaartuigen, waar mede een of meer Perfoonen of Brieven , zonder dusdanige order of permisfie, na dato deezes zouden mogen worden overgebragt, zullen worden verbeurt verklaart ; en dat de Reeders zoo wel als de Stuurlieden boven dien ter dier zaake zullen vervallen zyn in een boete van duizend gulden , te appliceeren een derde voor den Officier die de calange zal doen, een derde voor den Aanbrenger , en een derde voor den Armen; en zulks alles boven de corporeele Itraffen, dewelke zullen incurreeTen alle die geenen , dewelke bewezen zullen worden op eenigerhande wyze tot naY 3 deel  342 aug. ZAAK, VAN STAAT EN OORL. i78a; deel van den Lande met den Vyand te hebben gecorrespondeert, of daar toe behulpzaam te zyn geweest i En op dat een iegelyk, die het aangaat, zig daarna regüleere , en niemand daar van ignorantie pretendeere, ordonneeren wy, dat deeze allomme zal worden eepubhceert en geaffigeert daar zulks behoord en te Ielchieden gebruikelyk is. 8 (Was get.) C. CfcOTTERBOOKE.  ZAAKEN van STAATenOORLOC. VI. ZAAKEN VAK STAAT en OORLOG. VI.