Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG, betreffend e de VEREENIGDE NEDERLANDEN 5 zedert het begin van het jaar MDCCLXXX. TIENDE DEEL. te AMSTERDAM, bï JOHANNES ALLARt m d c c x o.   L Y S T VAN ALLE DE STUKKEN, WELKE IN DIT TIENDE DEEL GEPLAATST ZYN, CCXXXL Rapport van den Secretaris van 's Lands Posteryen, omtrent het verrigte by het openen der Brieven, beflooten in de Maaien, gevonden in eene Engelfche Pacquetboot, w door een Zeeuwfchen Kaaper genomen en öpgebragt. Getrokken uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van Holland en Westfriesland, in dato 27 November 1782. bl. 1 CCXXXII. Missive van de Heeren Staaten van Friesland aan de Staaten der byzondere Gewesten ; behelzende eenige Aanmerkingen op de Misfive van Zyne Hoogheid van 29 Oét.ober, over de Expeditie naar Brest. ïrigebragt ter Vergaderinge van Hun Edele Groot Mogende , in dato 27 November i?82. bl. 11 CCXXXIII. Advis van Gecommitteerde Raaden op het Request van Mr. IV. B. van den Sa,.theuvel, B;iilluw van den Lande van Stryen, om ordre tot infpeélie , reparatie en in ftaat brenging der Gevangenisfen in Stryen ; en authorifatie daar omtrent. In dato 23 November 1782. bl. *o * CCXXXIV.  ii LYST der. STUKKEN. CCXXXIV. Extract uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierikzee; behelzende AdVjs wegens den Regtbank, voor welken de Vaandrig de witte moet worden te regt gefield. In dato 28 November l7** ... bl. 36 CCXXXV. Extract uit de Notulen van den Raad der Stad Zierikzee, raakende de tegenwoordige directie van zaaken ter Zee. In dato s8 November 1782. . bl. 40 CCXXXVr. Resolutie, by wyze van Conciliatoir van de Advyzen der drie Gdderfche Kwartieren, genoomen betreffende de Expeditie naar Brest. . . bl. 43 CCXXXVII. Missive van de Regeerde der Stad Dokknm , aan den Prinfe ErffiadhoiKk-r ; inhoudende kennisgeeving van haar Heil uit omtrent de Ambulatoire Ampten. In dato 29 November 1782. . bl. 45 CCXXXVIII. Resolutie der Re^eringe van de Stad Bolswerd, omtrent het 1 iet opdraagen van de Ambulatoire Arr p'en aan Zvne Hoogheid den Prinfe Erfftadhouder. In dato 29 November 1782. . bl. 46 CCXXXIX. Request aan de Wel Edele Achtbaare Heeren! Myne Heeren ; gufgemeefteren, Scheepenen en Raa 'en, mitsgaders Wel Edele Heeren! Myne Heeren! Leeden der gezwocre Gemeente, gezamentlyk uit- ma-  LYST der STUKKEN. m makende het Corpus der Regeering van de Stad Steenwyk, betreffende het genot van de Frye Jagt. ♦ bl. 48 CCXL. Request van Burgers en Ingezeetenen van Franeker, aan Burgemeefteren en Vroedfchap dier Stad, over het niet opdraagen van de Ambulatoire Ampten en Commisfien , op het Kwartier1 der Steden vallende, aan den Prinfe Erfftadhouder. bl. 49 CCXLI. Ad vis van den Heere p. ebbenhout , Vroedfchap van Enkhuizen, ingebragt ter Vergaderinge van de Regeeringe dier Stad, nopens het gemeenfchappelyk beraamen van Kryg'sverrigtingen met Frankryk tegen Engeland. In de maand November 178a. bl. 51 CCXLII. Aantekening van den Graave hompesch , Landdrost van Twente, raakende het fchenden van zynen naam en dien van andere Regenten , in de .Nieuwspapieren. bl. 54 CCXLIII. Acte van Aanftellinge van twaalf Gecommitteerden uit de Burgerye te Deventer. In dato 1 December 1782. bl. 55 CCXLIV. Missive van de Regeeringe van Bolswerd aan de Regeeringe van Dokkum, inhoudende derzelve: Befluit omtrent de Ambulatoire Ampten. In dato 1 December 1782. . . bl. 60 * 2 CCXLV.  LYST der. STUKKE N*. CCXLV. Resolutie van de Regeeringe der Stad Htndelopen, wegens de Ambulatoire Ampten. In dato 2 December 1782. bl. 61 CCXLVI. Antwoord van .de Regeering der Stad Hmdehpen, aan de Regeeringe van D ,1ckum op derzelver Rondgaande MisuV.in dato 2 December 1782. bl. 64 CCXLVII. Antwoord van den Fnnfchen Staats* dienaar üraave de vergennes , aan de Staatfche Gezanten te Parys, op derzelver verzoek om de te rug gave van de Nederlandlche Colonien, door de Franfchen op de Engelichen hernomen. In dato 2 D cember 1782. . . bL 6^ CCXLVIII. Missiven van de Heeren St.iaten van Zeeland, zoo aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland , als aan den Heere Erfftadhoüder , als mede aan het Hof van Holland, Zeeland en Friesland, betreffende de zaak van den Vaandri* dk witte. In dato 2 December 1782. bl. 66 CCXLIX. Extract uit het Boek der ReiMuiien, van de gezwoofe Gemeente der Stad Arnhem; inhoudende een Voorftcl omtrent het rnaaken van Nominatien van in tlfsfchentyd opengevallene Regeering^plaatzen. In dato ^ 2 December. . . bl. - 3 CCL. Extract uit het Boek der Refolutieri van de gezwoore Gemeente der Stad Arnhem,  LYST der STUKKEN. v hem; behelzende een nader Voordel omtrent de Stedelyke Nominatien. bl. 74 CCLI Resolutie van Burgemeefteten en Vroecffchap der Stzd Franeker, raakende de Ambulatoire Ampten. In dato 3 December 1,-82. . . . bl. 75 CCLII. Eerste Vborftellinge en' Brief der ge" zwoore Gemeensluiden van Arnhem, aan de Magiftraat van voorfz. Stad; betreffende de herftelliug van Stads Privilegiën. In dato 4 December 1782. . bl. 79 CCLIH. Dank-adres van Afgevaardigden uit de Burgerye der Stad Dokkum aan ikirgemeeJ ren en verdere Regenten, voor derzelver Befluit, betreffende het niet opdraagen der Ambulatoire Ampten aan den Prinfe Erfftadhouder. Indato6December.i782. bl.84 CCLIV. Resolutie der Stad Ylst, omtrent het niec opdraagen der Ambulatoire Ampten aan Zyne Hoogheid. In dato 7 December 1782. . T . bl. 85 CCLV. Concept-dank-adres van Haagfche Burgers aan den PrinfeErfftadh ouder, voos deszeifs gedaane opening wegens het beduur der Zeemagt van den Staat. In dato 9 December ij62. ter tekening geleid, bl. 89 CCLVL Nadere Mi.sfive van de Magiftraat van Dokkum aan die van Harlingen, ov er de * 3 Re-  vi LYST ©er STUKKEN. Refolutie raakende de Ambulatoire Ampten. In dato 9 December 178a. bl. 95 CCLVII. Propositie van de Afgevaardigden der Steden Dordrecht en Amfterdam , nopens de beweegingen op den 6 December in 's Hage voorgevallen. Gedaan eer Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogenden , in dato 9 December 1782. . fel. 09 CCLVIIL Dankadres van Burgers en Ingezeete • nen van Fransker, aan de Regeering der Stad, voor derzelver poogingen ter handhaavinge der Vryheid. In dato 9 December 1782. . . bl. 103 CCLIX. Resolutie van Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal , omtrent het vaaren der Engelfche Paketbooten. In dato 9 December 1782. . bl. 104 CCLX. Propositie van den Prinfe Erfftadhouder, ter Vergaderinge van de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, omtrent: het voorgevallene in 's Hage, in den avond van den 6 December, en tot Voorziening tegen de Libellen, en de Licentie der Courantiers. In dato 9 December 1782. bl. 105 CCLXI. Missive van de Raaden ter Admiraliteit op de Maaze aan de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden \ inhoudende verflag van hunne verrigtingen tot het uitrusten der Schepen naar Brest beftemd ; nevens eenige Bylagen. In dato 10 December 1782. . , bl. ui CCLXIf.  LYST der STUKKEN. vil CCLXII. Missive van Gecommitteerden ter Admiraliteit in Westfriesland en 't NocrderKwartier, aan Hun Ed. Gr. Mogende, over den bekrompen itaat hunner Geldmiddelen, met verzoek om fpoedige hulp in hunne verlegenheid. In dato 10 December 1782; bl. 118' CCLXIII. Request van Burgers en Ingezeetenen van Harlingen, aan de Regeering dier Srad, om toetreeding tot de Refolutie van Dokkum. In dato jo December 1782. bl. 125 CCLXIV. Antwoord der Regeeringe van de Stad Harliagen aan die van Dokkum, waar by het nader aanzoek tot Eenftemmigheid, in de zaak der Ambulatoire Ampten, wordt geweezen van de hand. In dato 11 December 1782. . . bl. 126 CCLXV. Rapport van Gecommitteerden van Hun Ed. Gr. Mogenden tot "s Lands Zeeweeringen aan den Helder, en Refolutie daar omtrent genomen. In dato 12 December 1782. . bl. 128 CCLXVI. Rapport van Gelastigden vanHun Ed. Gr. Mogende, omtrent den voet, op welken een Minister Plenipotentiaris van deezen Staat aan de Vereenigde Staaten van NoordAmerika zou kunnen gezonden worden. Ingebragt ter Vergadcringe van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 12 December 1782. bl. 132 CCLXVII. Rapport van Prefident en Raaien , nevens lnformatien van den Advokaat Fis* 4 kaal,  vin LYST der STUKKEN. kaal en Procureur Generaal van den Hove aangaande het voorgevallene in 's Hagé op den 6 December. Ingebragt ter Vergadennge van Hun Ed. Gr. Mogende, 'in dato 13 December 1782. . bl. (34 CCLXVIII. Geëxtraheerde uit het RefolutieBoek der Stad Sloten, inhoudende Befluit tot het affchaffen van den Opiragt der Ambulatoire Ampten aan Zyne Hoogheid. In dato 14 December 1782. bl. 147 CCLXIX. Resolutie der Stad Sneek, in de zaak van de Ambulatoire Ampten. In dato 16 December 1782, . bl. 143 CCLXX. Rapport van Hun Ed. Gr. Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van de Financien, of en in hoe verre de Kaapers ten dienfte van den Staat van de opgebragte en hier te Lande verkogte Pryzen , de Hollandfche Impofitien zyn verfchuldigd. In dato 17 December 1782. . bl. 150 CCLXXI. Rapport der Generaliteit, om het verzoek der Admiraliteit in Westfriesland en het Noorder Kwartier, om eene Subüdie of de Guarantie van Hun Hoog Mogende, tot eene Geldleening, te wyzen van de hand; nevens eene Misfive derzelfder Admiraliteit, behelzende naderen aandrang van den deerlyken toeiland haarer Geldmiddelen. Ingebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogenden, in dato 17 December V*2- . . • . bl. 152 CCLXXII. Rapport van Gecommitteerde Raaden,' met  LYST der STUKKEN. met eenige Bylagen daar toe betrekkelyk, omtrent hunne nafpooringen , wegens de beweegingen in 's Hage, en het Dank-Adres aan Zyne Hoogheid den Prinfe Erfftadhouder. Ingebragt ter Vergaderinge van Hm* Ed. Gr. Mogende, in dato 18 December 1782. . . bl. 160 CCLXXIII. Concept-extensie van Hun Ed. Gr. Mogende de Heeren 6taaten van Holland en Westfriesland, in de zaak van den Vaandrig de witte. In dato 18 December 1782. r 1 • bl. 172 CCLXXIV. Requesten zoo van Schout en Zetteren van Maasland aan Hun Ed. Gr. Mo-; gende de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland,als van een aantal Maaslandfche Burgers aan hunne Regenten, om Schaêvergoeding van het ingekwartierde Krygsvolk. In dato ia en 19 December . : bl. 174 GCLXXV. Missive van Hun Hoog Mogende de Staaten Generaal aan de Staaten der byzondere Gewesten, dienende ten geleide van eene Memorie van den Pruisfifchen Gezant, inhoudende klagten over een Libel, getytelt Brief over de waare Oorzaaken van 's Lands Ontval, gevonden tusfchen Utrecht ■ en Amersfoort. In dato 19 December 1782. bl. i8f5 CCLXXVL Octroy aan den Pastoor en. Armmeefteren van de Roomfche Kerk te Haast* 5 recht,  x LYST der STUKKEN. recht, wegens de Erflaatincen aan hunne Armen; volgens Refolutie van Hun Ed Gr. Mogenden, in dato 19 December 1782.' bl. 190 CCLXXVIT. Extract-missive van Bewindhebberen der Oostindifche Maatfchappye ter Vergadennge van Zeventienen,aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, voordraagende eene Verandering in het Eerfte Artikel der Inftruflie van "Generaal en Raaden, ten opzigte van het verkiezen van een nieuwen Gouverneur-Generaal. In dato 20 December 1782. . bl. 19a CCLXXVIII. Resolutie van de Stad Leeuwarden, omtrent de üpdragt van de Ambulatoire Ampten aan Zyne Hoogheid. In dato 21 December 1782. . bl. 194 CCLXXIX. Rarport tot Qualificatie op Gecommitteerde Raaden, omtrent het geen verder m 's Hage met opzigt tot eenige DankAdresfen mogt ondernomen worden. In dato 21 December 1782. . bl. 196 CCLXXX. Propositie van Zyne Hoogheid den Prinfe Erflladhouder, ter Vergadennge van de S.aaten Generaal, tot de overgave van den Vaandrig de wit ie aan den Hove Provinciaal. In dato 24 December 1782. bl. 198 CCLXXXI. Missive van de Raaden van het Vorftendom Gelder en 't Graaffchap Zutphen, aan de Staaten Generaal der Vereenigde Neder-  LYST der STUKKEN. xt derlanden, nopens de klagten van den Koning van Pruisfen over het Lasterfchrift: Brief over de waare oorzaak van V Lands Ongeval. In dato 24 December 1782. bl. 199 CCLXXXII. Resolutie van Hun Ed. Gr. Mogende de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland , omtrent de zaak van den Vaandrig de witte ; als meede het maaken van afkomst raakende de Militaire Jurisdic tie. In dato 27 December 1782. bl. 201 CCLXXXIII. Extract-missive van de Heeren lestevenon van berkenrode en brant- sen , Hunne -Hoog Mogende Gezanten aan het Franfche Hof ; inhoudende berigt van een gefprek met den Engelfchen Minister over het opbrengen van eene Paquetboot door een Nederlandfchen Kaaper. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende , in dato 27 December 1782. t bl. 204 CCLXXXIV. Petitie van den Raad van Staate, voor het Jaar 1783. Ingebragt ter Vergaderinge van de Staaten Generaal , in dato 27 December 1782. . bl. 206 CCLXXXV. Bekendmaaking omtrent de Oprigting van eene Maatfchappy van Visfcherye , Koopvaardye en Handel, te Enkhuizen. In dato 28 December 1782. bl. 213 CCLXXXV1. Request van de Burgerye van Devenier aan de Gezwoorene Gemeente, over de  »i LYST der STUKKEN. de affchaffing van Recommandatien in de Verkiezing van Leden der Regeeringe. In dato 3! December 1731. . bl. 221 CCLXXXVIL Extract-missive van den Prinfe Erfftadhouder aan de Staaten Generaal, nopens Zyner Hoogheids Bevel, aangaande de Engelfche Lootsbooten; in dato qi December 1782. . . bl 223 CCLXXXVIII. Antwoord van den Eugelfchen Gezant te. Parys, op de Voorflagen der Gezanten van Hun Hoog Mogenden, tot Vrede en Vergelyk met Groot-Brittannie. In dato 31 December 1782. . bl. 224 CCLXXXIX. Resolutie van de Staaten Generaal omtrent de Specificatie der kosten tot het Transport van den Graave en de Graavinne van het Noorden, door het Grondgebied van den Staat. In Hun Hoog Mogende Vergadering genomen, in dato 31 December 1782. . bl. 227 CCXC. Ad vis van Jr. j. h. van zuylen van nyevei.t , betreffende het beantwoorden van den Rondgaanden Brief der Staaten van Zeeland, aan de Bondgenooten, over den tegcnvvoordigen toeftand der Republiek. Ingeleverd ten Gelderfchen Landhdage in de' maand Decembej 1782. . bl. 229 CCXCI. Ad vis van Jr. j, h. van zuylen van nyevelt , omtrent de Verhooging van Solüyeu- . . bl. 241 lyst  LYST der STUKKEN. xm lyst der stukken van het jaar 1783. L Qualificatie van Hun Ed. Gr. Mogen» den op Gecommitteerde Raaden, omtrent hetgeen verder in 's Hage, met opzigt tot eenige Dank-Adresfen mogt worden ondernomen. 'Nevens een Voorflag tot eene algemeene Voorziening tegen alle DankAdresfen. In dato 3 January 1783. bl. 245 II. Pr^advis , raakende het onderzoek der redenen van het niet volbrengen der bevelen , tot het verzenden van tien 's Lands Schepen na Brest. Ingeleverd ter Vergadennge van Hun Ed. Gr. Mogende, in dato 3 January 1783. . bl. 247 III. Missive van de Mngiftraat van Deventer aan den Prinfe Erfftadhouder, over de begeeving van de Stads-Ampten en Bedieningen. In dato 3 January 1783. bl. 250 IV. Extract uit de Refoluden van de El Gr. Mogende Heeren Staaten van Holland en Westvriesland. Inhoudende nader Rapport van G-committeerde Raaden , nevens verfcheiden Stukken en Bylagen daar toe betrekkelyk, nopens hunne verdere verrigtingen omtrent de Dank-Adresfen en oproerige Bevveegingen in 's Hage. In dato 4 January 1783. . . bj. ^ V. Antwoord van de Staatfche Gezanten te Parys aan den Gezant- van zyne GrootBrie-  xiv LYST dek. STUKKEN. Brittannifche Majefteit, op de voorgeflagene voorwaarden van Vrede. In dato 5 January 1783. . . bh zd4 VI. Rapport op eene Misilve van de Heeren van berkenrode en brantsen , Staat- fche Gezanten aan het Franfche Hof, over eene Converfatie met den Engelfchen Minister in Frankryk gehouden, over het neemen van eene Engelfche Paquetboot door den Zeeuwfchen Kaaper de Goede Verwawting. Uitgebragt ter Vergadering van Hun Hoog Mogende, in dato 6 January 1783. bl. 286 VII. Rapport en Refolutie op eene Misfive van Zyne Hoogheid den Prinfe Erfftadbouder, over eene twyfding, ontdaan omtrent het molesteeren der Engelfche Lootsboot' ten. Uitgebragt ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende, in dato 6 January 1783. 'bl. 289 VIII. Rapport en Refolutie van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal op eene Misfive van de Admiraliteit in Friesland, waar by verzoeken om provifioneel met eenige penningen te worden voorzien voor de kosten van de Aanritsgelden der aangeworven Manfchap. In dato 6 January 1783. bl. 291 IX. Missive van de Raaden der Stad en Republiek Freyburg , houdende klagten over den Haagfchen Courantier, wegens het infereeren van een Libel in zyne Courant, waar  LYST der STUKKE Ni xv waar by de voornaamfte hunner Raaden worden aangerand. Ingebragt ter Vergadennge van Hun Hoog Mogenden, in dato 6 January 1783. . bl. 293 X. Advis van het Hof van Friesland omtrent de Militaire Juiisduclie, als meede de zaak van den Vaandrig de witte. In dato 6 January 1783. . . bl. 294 XI. Propositie en Protest door den Heer bekking , gedaan in de Vergadering der Gemeente te Arnhem, op den 6 January 1783. . bl. 308 XII. Ampliatie van de Refolutie der Stad Dokkum, aangaande de Ambulatoire Ampten. In dato 8 January 1783. bl. 312 XIII. Resolutie van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden, omtrent eene Verhooging van twee ftuivers daags van de gewoone Soldy voor de zieke Soldaaten. In dato 8 January 1783. . bl. 314 XIV. Missive van de Staaten van den Lande van Utrecht, aan Hunne Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal; betreffende den befaamden Brief over de -waare oorzaak van V Lands Ongival. In dato den 8 lanuarY 1783. . . bl. 318 XV. Resolutie van de Gezwoorene Gemeente van Deventer, op het Verzoek derBurgerye om affchaffing van Recommaudatien. In dato 10 January 1783. . bl. 323 Ad-  xvj LYST dek. STUKKEN* Advisen der Hollandfche Admiraliteits Gecom» mitteerdens en Ministers op de Maze en in het Noorderkwartier , op het Hoofdpoint van het Rapport over de defenfie der Republiek relatif de zaaken en Oorlog te Wa- 5h'.i UrtgehT t6r YZêMn^ van Hun Edele Groot Mogende de Staaten van Holland en Westvnesland. In dato 19 Auaustusi79°- . . bl. 327 Bladz. 66. CXLVIII, lees CCXLVIII. ZA A»  2' A A K E N VAN STAAT en OORLOG. MDCCLXXXU CCXXXI. Rapport van den Secretaris van 's Lands Posteryen , omtrent het verrigte by het openen der Brieven, beflooten in de Maaien, gevonden in eene Engel* fche Pacquetboot , door een Zeeuwfchen Kaaper genomen en opgehragt. Getrokken uit het Register der Rei folutien van de Edele Mogende Hee* ren Gecommitteerde Raaden van Holland en Westfriesland, in dato 27 November 1782. De Raadpenfionaris heeft uit naam van de Heeren Gecommitteerde Raaden ter Vergadering gecommuniceert het Rapport door S. E. Croifet, Secretaris van 's Lands Posteryen , aan hun gedaan van zyne verrigtingen , uit kragte der qualificatie van den 11 te vooren, in het asfifteeren by het openen der Brieven , beflooten geweest in de Engelfche Maaien van den 32 en 25 Oétober jongstleeden , met de Paquetboot de Dolphyn door den Zeeuwfchen Kaper de Goede Verwagting genoomen en opgebragt , breeder met de Refolutie van de Heeren Gecommitteerde Raaden van den 25 deezer daar op hier na geinfereert. X. DEEL, A  * kov. ZAAKEN VAN i78a. ExtracT uit het Register der Refolutien van de Edele Mgg, Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, genoomen, op Den 25 November 173a. Is geleezen het Rapport door S.' E. Croifet Secretaris van 's Lands Posteryen, aan Hun Edele Mog. gedaan, noopens deszelfs verrigtingen, in gevolge Hun Edele Mog. Refolutie van den 11 deezer waar by Hun Edele Mog. hem hadden gequahficeert en gelast, om zig zoo fpoedig doen. lyk naar Zeeland te begeeven , en aldaar op den voet m de voorfz. Refolutie vermeld , te adfifteeren by het openen der Brieven , welke beflooten zyn geweest in de Engelfche Maaien, van den 22 en 25 Oclober jongstleeden , met het Pacquetboot de Doiphyn, door de Zeeuwfche Kaper de Goede Verwagting genoomen en opgebragt. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, by deeze te approbeeren, al het geene door de gemelde Secretaris Croifet, in gevolge van de voorfz. Hun Edele Mog. qualificatie In last is verngt, zoo als het zelve in het voorfz. Rapport is vermeld; en dat voorts aan den Heer Raadpenfionans een Copie van dit Rapport zal worden ter hand gefield, met verzoek om het zelve uit naam van Hun Edele Mog. 'ter kennisfe van Hun Edele Gr. Mog. te willen brengen , ten we ken einde te gelyk Extraét deezer aan welgemelde Heer Raadpenfionaris zal worden gegee. ven. b 6 En zal wyders meede een Copie van het voorfz. Rapport en Extract deezer gezonden worden aan Heeren Commisfarisfen tot de zaaken van 's Lands Posteryen, ten einde te lirekken tot derzelver nangt; en eindelyk nog ExtracT: deezer gegeeven wor«  nov. STAAT EN OORLOG. 178a. 3 worden aan den Secretaris Croifet , om meede te (trekken tot deszelfs narigt. , (Onder ftond) Accordeert met het voorfz. Register. (Was get.) A. J. ROYEtt. EDELE MOCENDE HEEREN , In gevolge en ter voldoening aan U Edele Mog, zeer gerefpeéleerde Refolutie van den 11 deezer , waar by het Hoogstderzelver behaagt heefc dea ondergeteekende Secretaris van de Posteryen van Holland te vereeren met eene Qualificatie en last , om zig zoo fpoedig doenlyk na Zeeland te begeeven , en aldaar op den voet vermeld by derzelver Misfive aan de Heeren Staaten van de Provincie van Zeeland van denzei ven datum , te adfilteeren by de opening der Maaien met Brieven van den 02 en 25 Oclober jongstleeden , welke te Zierikzee met de Pacquetboot de Dolphyn door het Zeeuwfche Kapertchip de Goede Verwagting waren opgebragr ; is hy ondergeteekende nog ten zei ven dage na Middelburg in Zeeland vertrokken, en aldaar gearriveert Donderdag den 14 deezer ten half neegen uuren in den avond. Des Vrydags ochtends heeft hy zig vervoegt by den Heer van Lynden , Repriefentant van Zyne Doorlugtige Hoogheid, als Eerlte Edele van Zee* land , en by den Heer Chalmes, Raadpenfionaris van die Provincie, en van dezelven verdaan , dat de Heeren door het Collegie ter Admiraliteit aldaar benoemd tot het openen der gemelde Bleven , van meening waren om den volgende nacht A 2 zig  4 «ov. ZAAKEN VAN 1782; zig na Zierikzee , alwaar de gemelde Pacquetboot en de Maaien opgebragt, en onder een der Stads becretanslen berustende waren , te begeven is hy te gelyk met de voorfz. Heeren Gecommitteerden met het Jacht het welk hy te Rotterdam tot het doen der reize had afgehuurt, na Zierikzee vertrokken, en is aldaar gezaamentlyk met dezelve gearnveert op Saturdag namiddag ten half twee uur. Terftond daar na zyn zoodanige arrangementen gemaakt , dat nog dien zeiven namiddag ten vyl uuren in de Raadkamer van den Stadhuize het eerfte Befogne is geopend door de ledture van eene Refolutie van de Heere Staaten van Zeeland van den 14 deezer , waar by het Collegie van de voorfz. Admiraliteit werd verz.ogt en gequalificeert, om de voorfz, twee Maaien met de daar in zynde Brieven te openen &c. , en van een dito van het voorfz. Collegie van den ij, waar by uit het zelve , zoo tot deeze Commisfie als tot het inventanleeren der Goederen in de gemelde Pacquetboot gevonden , en het hooren op interrogatorien van de üquipage derzeive, benoemt waren, De Heeren, van lynden, j. g. schorer , steengract, Advocaat-Fiscaal, en scHOREit, Griffier. Vervolgens verklaarden de Heeren regeerende Burgemeefters vander Schatte en Masfis , en AdmncT: Secretaris vander Haar, loco Secretarii , dat dezelve by Refolutie van den Raad der Stad Zie. rikzee dien zeiven dag genoomen, waren gequalificeert, om by de voorfz. te doene opening te asfilteeren , doch dat dezelve de Extradt Refolutie desweege niet konden overleggen, om dat ze nog met was gecopieert, aanneemende zulks by de vol. gende fesfie te zullen doen, gelyk gefchied is. ün eindelyk is geleezen de Refolutte van U £de. Ie  trov. STAAT EN OORLOG. 1782. j le Mog;. van den 11 deezer , houdende qualificatie op den Ondergeteekcnde ten zeiven fine. Dit gefchied zynde , zyn Daniiil Smit, gezwoore Translateur uit de Engelfche Taal, van Middelburg expresfelyk na Zierikzee gekomen , om de Brieven en andere Stukken in het Engelsen ge» fchreeven , welke in de Maaien zouden gevonden worden te vertaaien ; en Willem Tate, Translateur te Zierikzee , door den Heer Burgemeefter vander Schatte in eed van fecretesfe genoomen. Hier op is de Notaris Oudefluis ontbooden , welke geadfilteert van twee Stads Boodens van Zierikzee, als getuigen, en ten overftaan van alle de voorfz. Heeren Gecommitteerdens en den Ondergeteekende, de beide Maaien , die gezegelt waren , naauwkeurig geëxamineert en by Notariale Acle gedeclareert heeft , dat hy de Zegels waar meede de Maaien verzegelt waren, zynde het Wapen van Holland in rood Lak , daar in de letters E. P. Brielle, had bevonden te zyn geheel gaaf en ongefchonden , blykens de Afle zelve , welke de Ondergeteekende de eer heeft in originali hier nevens te voegen. Na dat de Notaris en Getuigen voorfz. zig geretireert hadden , is tot het openen van een der Maaien geprocedeerr. In dezelve, het was die van den 22 tyn gevonden neegen' leedere Sakken , alle verzegelt gelyk de Maal zelve , om zoo veel mogelyk alle confufie te vermeiden, heeft men zig bepaald, telkens maar eene Sak en de Brieven daar in vervat , te openen , voor de opening de Brieven te tellen , het getal te noteeren , de Brieven na dat ze geëxamineert waren , weder te cachetteeren , en geen andere Sak onderhanden te neemen, voor dat de geopende was afgedaan ; deeze eerfte fesfie is geëindigt ten neegen uuren 's avonds, en zyn de Maaien met alle de Sakken telkens na het afloopen van ieder fesfie, door den Stads Adjunct Secretaris gefeponeert geworden in de Secretarie ter prefentie van den Griffier der voorfz. Admiraliteit en den Ondergeteekende , en de Sleutel A 3 van  6 nov. ZAAKEN VAN 1782. van de buiten Deur derzelve ter bewaaring gegeeven aan de Heeren Gecommitteerdens der Admiraliteit. Sondag avond, zynde den 17 November, is de tweede fesfie begonnen, en heeft geduurt tot circa half tien uuren. De derde fesfie, begonnen op Maandag ochtent ten half tien, heeft geduurt tot half twee. De vierde begonnen denzelven na de middag ten vyf uuren , is geëindigt des 's avonds ten half tien. De vyfde Dingsdag ochtent ten neegen uuren , en is geëindigt ten twee uuren. In deeze fesfie is de Maal van den 25 Oftober , waar in meede neegen Sakken waren , gezegelt als de voorige , geopent. De zesde fesfie heeft geduurt van Dingsdag avond ten vyf tot half tien uuren. De zeevende van Woensdag ochtent ten half tien tot circa twee uuren. En de achtde en laatfle van Woensdag na middag ten vyf tot 's avonds ten tien uuren. In een getal van omtrent twee duizend Brieven welke geopent en geleezen zyn , is niets gevonden dat na eenige ongeoorloofde Correspondentie zweemde , onder dezelve zyn ook verfcheide Hebreeuwfche Brieven gevonden, welke door iemand die Taal verftaande geëxamineert zyn , en is van wegen denzelve gerapponeert, dat daar in niets den aftueele Oorlog of geltddheid van zaaken betreffende gevonden was. De Ondergeteekende meent niet te mogen nalaaten aan U E iele Mog. ter kennisfe te brengen, dat 'er in de beide Maaien gevonden zyn vier Brieven met kleine Diamantjes , waar van de een was geadresfeert aan Aron en Salomon Norden en Compagnie te Londen ; den tweede en den derde aan Salomon Speyer at the Bank CofFeehoufe at London ; en den vierde aan Mr. Aron Goldfmid. fon en Daniël Eü'afar a London. Deeze Brieven en Diamantjes , waar van door de  Kor. STAAT £N OORLOG. 1782. 7 de Afzenders Notitie aan den Ondergeteekende zyn ter hand gefteld, heeft hy op hun verzoek te rug verzogt, ten einde die aan hunlieden wederom te zenden, doch zulks is gedeclineert, hebbende voorfz. Heeren Gecommitteerdens ter Admiraliteit geoordeeld , die Brieven met de daar in leggende Diamantjes te moeten onder zig flaan , en in bewaaring houden, uitwyzens de Verklaaring van den Griffier der voorfz. Admiraliteit, welke de Ondergeteekende zig'de eer geeft hier nevens te voegen. Dit alles verrigt zynde , zyn alle de Sakken in de beide Maaien weder toegemaakt en verzegelt met het Wapen van de Admiraliteit in Zeeland, Vervolgens zyn de Maaien weder als voor de opening door den Notaris en de Getuigen voornoemt geëxamineert , en heeft hy by Acte gedeclareert, dat hy dezelve weder gellooten en verzegelt heeft gevonden met het Zegel van de Admi. ialiteit in Zeeland , blykens de Acte daar van gepasléert, en meede in Originali hier nevens gevoegt. Vervolgens, na dat dezelve daags daar aan zynde Donderdag den 21 deezer, des 's morgens omtrent elf uuren door twee Stads Boodens op het Jagt van den Ondergeteekende gebragt, en door denzelve uit handen van den meergemelde Adjunct Secretaris vander Haar, overgenoomen waren, heeft hy de te rugreize na Holland des middags ten een uur met de Vloet aangenoomen. De Ondergeteekende is te Rotterdam gearriveert Vrydag na de middag , en heeft aldaar aan den Hoofdcommis van het Postcomptoir de beide voorfchreeve Maaien ter hand gefteld , om ze in zyn Comptoir te bewaaren, tot 's anderen daags , en dezelve alsdan , conform aan de intentie van U Edele Mog., vervat in Hoogstderzelver Refolutie van den 19 deezer na den Brielle en verder na Hellevoetfluis te doen vertrekken , ten einde ze nog met de aldaar leggende Pacquetboot na Engeland te verzenden. Dit is, Edele Mog. Heeren, het geen by dee« A 4 ze  8 nov. ZAAKEN VAN 1782. • ze opening der Brieven merkwaardigs is voorgevallen, en zalhy Ondergeteekende zig hoogst geJukkjg agten, indien hy de eer genieten mag, van zyn gehouden gedrag door U Ed. Mog. geapprobeert te zien. a 0 's Gravenhage den 5 November 1782. (Was get.) 5. e. cr.oiset, OP den 16 November 1782, heb ik Adriaan OudefluJs , Notaris publiek by den Hoye van Holland, Zeeland en WestvriesJand, geadmitteert te Zierikzee refideerende , in tegenwoordigheid van Ary Koel en Jacob l*mb, Gerechtsbooden der gemelde Stad, als getuigen , ter requifuie en in pretentie van zyne Excellentie den Heere Baron van Lyn. ' ,d»* Herer, Mr' J' G- Schorer , de Heer Fiscaal Mr. Johan Steengracht, en den Heer Griffier Mr J A. Schorer, Gecommitteerdens wegens de Edele Mog. Heeren ter Admiraliteit van Zeeland, de regeerende Heeren Burgemeefteren A. vander Schatte , en Dr. D. A. Masiis , beneevens den Heer Mr. D. vander Haar, voor en in plaats van den Heer Secretans, en nog den Heer S. E. Croifet, Secretaris van de Posteryen van Holland en Westvriesland , ten Stadhuize in dé Raadkamer naauwkeung geëxamineert twee Maaien, ieder ▼erzegelt met het Wapen van de Provincie van Holland, in rood Lak, daar in de letters Ji. P. bnelle , en bevonden dat beide de Cachetten en Maaien, geheel waren gaaf en ongelchonden ; verzoekende voorts hier van te maaken Afte, om daar van uit te geeven een of meerder Affchriften , om te ftrekken daar liet behoort. Al-  nov. STAAT EN OORLOG. 1782. 9 Aldus gedaan op datum en ter praafentie al* boven, en deezen by ons onderteekent. (Staan get.) jacobus lam 15, arie koel en a. oudesluis, Notaris. (Onder ftond) Accordeert met de Minute onder my berustende , en gefchreeven op een Zegel van acht Huivers. (Laager ftondj quod testor. (Was get.) a. oudesluis, Not. Heeden den 20 November 1782, heb ik Adriaan Oudefluis , Notaris publiek, by den Hove van Holland, Zeeland en Westvriesland, geadmitteert te Zierikzee reiideerende , in tegenwoordigheid van Arie Koel en Jan vanden Bloke , Gerechtsbooden der gemelde Stad , als getuigen , ter prafentie van zyne Excellentie den Heere Baron van Lynden, de Heer Mr. J. G. Schorer, de Heer Fiscaal Mr. Johan Steengracht, en de Heer Griffier Mr. A. Schorer , Gecommitteerdens wegens de Edele Mog. Heeren ter Admiraliteit van Zeeland , de regeerende Heer Burgemeelter A. vander Schatte , beneevens den Heer Mr, D. vander Haar, voor en in plaats van den Heer Secretaris «— en den Heer S. E. Croifet, Secretaris van de Posteryen van Holland en Westvriesland, ten Stadhuize in de Raadkamer naauwkeurig geëxamineert , A 5 twee  io nov. ZAAKEN VAN ï?82. twee Maaien en bevonden dat ze beide be hoorlyk waren geflooten en bezeilt ieder met het Wapen van de AdmS^tZ ze Provincie in rood Lak; — verzoekende hier van te maaken Afte, o'm daar van u t te geeven een ot meer Copien , om trekken daar het behoord. itreKKert Aldus geëxamineert ten tyde en Dlaatfe mn,r, binnen Zierikzee voornoemt. * CStaan get.) ARIE KOEL, J. VANDEN BLOKE, en A. OUDESLUIS, Not. (Onder ftond) Accordeert met de Minute , ee. ftdvers6" °P Zegd Van a^ht (Laager ftond) qVOD TESTOR. (Was get.) A. OUDESLUIS, Not. Ik Ondergefchreeve als gefungeert hebbende in de Commisfie van de Heeren Gedeputeerden van de Admiraliteit alhier tot ope. mng van de twee Maaien Brieven aangebragt door de genoome Pacquetboot den Dolphyn , verklaare dat uit dezelve Maaien alleen zyn uitgehouden vier Brieven aan onderfcheidene Adresfen met eenige Pakjes kleine Diamant- jes,  Kov. STAAT EN OORLOG. i7U. II jes, onder bewaaring van de Admiraliteit beruftende. Zierikzee den ai November 1782. (Was get.) J. A. SCHORER. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verdaan, het voorfz. gecommuniceerde aan te neemen voor notificatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CCXXXII. Mis/ïve van de Heeren Staaten van Friesland aan de Staaten der byzondere Gewesten ; behelzende eenige Aanmerkingen op de Misfive van Zyne Hoogheid van 39 OEtober , over de Expeditie naar Brest. Ingebragt ter fergaderinge van Hun Edele Groot Mogende, in dato 27 November 1782. Ontfangen een Misfive van de Heeren Staaten van Vriesland, gefchreeven te Leeuwarden den 15 deezer , waar by aan Hun Edele Groot Mog. toezenden Copie van het Antwoord van Zyn Hoogheid op hunne Misfive, aangaande het mislukken der geconcludeerde onderneeming, om , op voordel van Zyne Allerchristelykde Majefteit , eenige Schepen naar Brest te zenden, met byvoeging van hunne confideratien daar omtrent; en daar by verder voorflaande het despicieeren van eenige bekwaame Leden; alles breeder hier na geinfereert. Fiat  12 mv. ZAAKEN VAN I78a. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verdaan , dat de voorfz. Misfive zoo ver met dBvlaage betreft het zenden der Schepen naar Brest zal worden gefteld in handen van de Heeren bv ReVofn harsTed^" ^1°'°? M°* ™ ^ * lP^mtr JaarstJeeden , en de nadere van den 24 Oél >ber daar Zvn'e HoCo°Zdteert de perfoneele Cornmisfie aan Zyne Hoogheid om daar op, uit kragte der qualifica. t.e by dezelve Refolutien aan gemelde Heeren ggee! ven, zoodanig reguard te neemen , als vermeend zal worden te behooren: En dat de verdere inhoud der voorfz. Misfive zal worden geëxamineert door de Hee ren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne , en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, hebben met inhaafie van derzelver Protesl ten op de primitive Refolutie van den £ Sep. tember, en fuccesfive van den *4 en 00 Oflober en 1 deezer de Conclufie van het ee"te Lid der voorfz. Refolutie meede gecontradiceert! De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft . Bnelle en Enkhuizen, hebben geinhaareert derzelver Declaratoire,, en Aantekeningenop den 27 September , 04 en 30 Oclober! en i deezer gedaan, en mitsdien de Conclufie van het eerde Lid der bovengemelde Refolutie aa„g£ Accordeert met de voorfz. Refolutien, EDE.  wov. STAAT EN OORLOG. 1782: 13 EDELE MOGENDE HEEREN! BYZONDERE GOEDE VRIENDEN. Het waa op den 11 van den voorleedenen maand, dat Wy, ter geleegenheid van het zoo onverwagt mislukken der geconcludeerde onderneeming , om op voorftel van zyn AllerChristelykfte Ma|efteit eenige Schepen naar Brest te zenden, aan U Ed. Mog. te kennen gaven, dat Wy daar over aan Zyn Doorlugtige Hoogheid eene Misfive hadden afgevaardigt, waar van Wy diestyds eene Copie aan U El Mog. tevens afzonden , met wyderen exhortatie aan U E. Mog. om met Ons wel te willen meede werken tot opfpooring en dadelyke uit de weg ruiming , der oorzaaken van het verzuim , dat in de directie der zaaken van de Marine zoo oogenfcbynlyk bleek plaats te hebben. Thans kunnen Wy niet nalaten U Ed. Mog. te berigten, dat Wy op voorzeide Onze Misfive aan Zyn Doorlugtige Hoogheid gedepecheerd, antwoord hebben bekomen , waar van Wy ook hier nevens een Affchrift voegen. De aandagtige Lecture daar van, gelyk meede van de intusfchen by Ons ingekomene Misfive van den Vice-Admiraal Hartfinck, dienende ter geleide van de Rapporten der Kapiteins en Commandanten der Schepen , toen aan Ons tevens geëxhibeerd , hebben in Steede van de maenigvuldige duifterheeden op te klaaren, ons tot innig leedwezen meer en meer bevestigt in het fchrik verwekkend denkbeeld, dat de zaaken der Marine in het geheel niet op dien voet behandelt worden, dat dezelve, dus voortgande, tot eenig hoe genaamd nut voor het behoud van deeze Republiek , of tot dadelyken afbreuk van den Vyand onzes Vaderlands kunnen ftrekken. En Wy twyffden geenzints, of U Ed. Mog. zullen na rype examinatie van het antwoord van Zyn Hoogheid vergeleeken met de boven aangeroerde Papieren, waar van U Ed. Mog. zee- ker-  14 kov. ZAAKEN VAN 1782. kerlyk affchriften zullen hebben, met Ons in een en het zelfde begrip ftaan. Wy hebben in deeze grievende vermeerdering van onzeekerheid niet dienltig geoordeeh Ons over die materie in eene verdere Brieftvisfeling met Zyn Hoogheid i„ te laaten ; niet tegen: ftaande het Ons tot het opperen van eene meenigte onopgeloste zwaarigheeden en tegen elkan. der recht ftreeks inloopende en daar door onbegrypelykeomftandigheeden,gebeurtenisfen enverngnngen, aan ruime ftoffe geenzins ontbreekt En ten einde ü Ed. Mog. hier van met de daad te overtuigen , kunnen Wy niet afzien (zonder evenwel hier door geagt te willen worden , aan het doorzigtig oog der Bondgenooten zelve het minde te kort te doen) om eenige voorbeelden , uit den toedragt der tegenwoordige zaaken ontleend, als zoo veele .zwaarweegenfle oorzaaken Onzer bekommering, U Edele Mos. beknoptelyk voor te Hellen en ter toetfe te aeeven. ö Wy bidden dan U Edeie Mog. hunne aandagt in de eerde plaats te vestigen , hoe het te begrypen en met een goede ordre te vereenigen zy, dat de Kapiteins der Schepen de ordre om te victualieeren van den Vice-Admiraal Hartfinck eerst bekomen den 1 Oclober , daar zulks voleens; eigen fchryven van Zyn Hoogheid by de Admiraliteiten reeds in of omtrent het begin van September geconcludeert, en door Zyn Hoogheid zelve op dien tyd ook reeds bevel geseeven was , dat de Vloot zig van al het nodige voorzien , en tot het uitloopen gereed houden zou! — Eene ordre, die immers ontwyffelbaar een last tot reviftualieering inhield. Vervolgens komt in aanmerking het zeggen van Zyn Hoogheid, dat voorloopig in fecretesfe den Vice-Admiraal Hartfinck geinformeerd had, dat er mogelyk een Detachement geordonneert zou worden, en dat hy Vice-Admiraal daar om moest zorgen, dat alle pracautien voor afgeno- men  nov. STAAT EN OORLOG. 1782. 15 men wierden , om dit bevel prompt te kunnen pareeren. —— Dog wat is van die voorlopige , ordre geworden? Hoe is daar meede by eenige mogelykheid over een te brengen het gehoude gedrag van den Vice-Admiraal, die eerst by het ontfangen van het pofitief bevel tot detacheeren van den 3 OcTober, de vraag aan de Kapiteins doet , (welke vraag op zig zelve befchouwd, met zoo veel regt door de Heeren Staaten van Stad en Lande zonderling genoemd word ,) of namentlyk zy Kapiteins in /iaat waren de reys naar Brest te doen? Is het vervolgens niet onbefeffelyk dat de Kapiteins in hunne Rapporten zeggen, gebrek aan verfcheidene Behoeftens te hebben; daar de Admiraliteit te Amderdam , onder welker Resfort de meede gedefpicieerde Schepen behoorden , duidelyk het tegendeel declareert : en dus deeze laatfte de eerde vlak uit tegen fpreken? Uit wat oogpund zal men befchouwen de diametraal tegen eikanderen ftaande verklaringen van den Kapitein van Weideren ; en den Vice-Admiraal Hartfinck; declareerende de eerde in zyn Rapport van den 5 Oétober, dat zyn Kruyd het welk de kragt verloren heeft, noodwendig vermaahn moet worden , en dat' zyn onderhebbend Schip zoo vuyl is dat het zelve noodzakelyk moet worden gekielt; waar door het tot het doen van de maneuvres zeer ongefchikt is. Terwyl de laatde in eene Misfive van den 9 dato aan Zyn Hoogheid gefchreeven, geene zwaarigheid maakt dat zelfde Schip te tellen onder de Schepen van zeer goede defensie en wel zeylende. Wyders hoe ftrookt het in eenige opzigte met elkander dat de Kapiteins , die ordre tot uitloopen hebben , en dus ieder oogenblik de reys moeten aanneemen , zoo ontbloot zyn van een goede voorraad zwaare Touwen, Ankers en Zeilen; daar deeze voorraad onontbeerlyk by alle Zeelieden gereekend word voor een togt in de  16 Nov. ZAAKEN VAN ,?S2; de Noordzee, boven al in een verloopen fai. foen, en zelfs veel noodzakelyker, dan tot een reys naar Brest; als wanneer zy, als het ware den Winter ontzeylen. Wat oordeel zal men over de directie moeten vellen als men het oog flaat op het seo^forJ* mot het Schip Gelderland; hetgeen S7 Oc! tober van onder de Vlieter' in Texe? kwam , en door Zyne Hoogheid gedefpicieerd 'wierd om meede uit te loopen: terwyl den Vice-Admiraal Hartfinck m een Brief van den i* ditciZvne Hoogheid adverteerd dat deszelfs Equipaaie od verre na niet voltallig, en de onderfte laag Gefchut van dit Schip aan Land gebragt is ten Meedenbhk, en het zelve dus buiïen iïaat was om aan de mtententie van Zyne Hoogheid tot uitloopen te voldoen. 6 Zal men eindelyk (om niet meer onbegrype. lykheeden te berden te brengen) zig eenig gereegeld denkbeeld omtrent de beftuuringe van de zaken der Marine kunnen vormen, wanneer men nagaat dat door Haar Hoog Mog., toen zy den o October van de expeditie naar Brest afzagen, dien zei ven dagen refolveeren, om een Esquader tot afhaaling van het Drontheimfche SnV7„'n/H f". 11egg-I]de ' te doen loopen , Zyne Hoogheid bereids den 7 daar te vooren ordre aan den Vice-Admiraal Hartfinck had gezonden, om terftond de gereed leggende Schepen te doen zeilen, en dat wel , gelvk ut het gegeeven bevel confteerd , om een togt in de Noordzee te doen? Hoe is deeze voor uitloopende ordre van Zvn Hoogheid daar de deliberatien van Hun Hooir Mog. over het uitzenden der Vloot, wanneer belt:™' n°g eeHS —'afgedaan, Immer gaat het beide vast: of, zoo Hun Hoog Mog. tot het voortzetten van de expeditie naar Vrankryk, door een fpoedig bevel tot wegruimen der geopperde zwaarigheeden en voorzie- zie*  nóv. STAAT EN OORLOG. 178a. f$ ziening der Schepen van het noodige, eens evenwel gemeend hadden te moeten concludeeren , dat Hoogstderzelver Refolutie op dat gewigtig ftuk dan tegen hunne verwagting en Itaande huntfe deliberatie verydelt en volftrekt onuitvoerlyk gemaakt was : of, indien Hun Hoog Mog. overgehaald door de ernflige waarfchouwinge der Lootfen, die blykelyk de Misfive van den Vice-Admiraal van den 5 Oclober gefchied zyn, om namelyk de zwaare Schepen niet zonder gevaar meer te kunnen uitbrengen, maar dat veel eerder de Rheede in dit afgeloopen jaargetyde behoorden te verlaaten en Winterlaag te leggen, eens goedgevonden hadden, conform die Raadgeeving, (nu tog de reis naar Brest te niete riek) te refolveeren ; dan had in deeze het gevolg geweest, dat de voor uitgegeevene Ordre van Zyn Hoogheid, die de deliberatien van Hun Hoog Mog. zoo tastelyk geanticipeert heeft, de executie dier Refolutie onmogelyk maakte en met de daad vernietigde.. Wanneer Wy nu dit alles gaade Haan , en tevens confidereeren , hoe onbefclfelyk weinig deel Zyn Doorlugtige Hoogheid in alles , wat deeze zoo veel gerugts en opziens verwekkende zaak betreft, fcheiut te neemen; daar Hun Hoog Mog. het voorgevallenene , met opzigt tot de ingekomene Rapporten in deliberatie , zonder wyders gehouden hebben, zoo zinken Wy weg in een Zee van vertwyfleling. En het is daarom, Edele Mogende Heeren! dat een fmertelyk gevoel van de verleegentheid , waar in Wy Ons van rondsomme bevinden, als ter Onzer gerust (telling omtrent de voornoemde zwaarigheeden (die maar een deel van het onbegrypelyke, dat overal refideert, uitmaaken^ee. ne oplosiinge of ligt kunnende bekomen , aan den eenen kant. — En aan de andere zyden een aandoelyk befef van den toeneemenden hachelyken en akeligen toeitand van het lieve Vaderland, Ons aanfpooren, om Ons op nieuws aan X. deel. B U  18 nov. ZAAKEN VAN U Ed. Mogende te addresfeeren, en dezelve op het plegtigst by alles wat dierbaar is aan te manen en op te wekken, om, daar het in deezen op 's Lands behoudenisfe zoo zigtbaarlvk aankomt, niet langer (tille te zitten; maar dog zonder eenig rydverzuim, en met pospofitie van alle byzondere belangens toe te treeden, om genieenfchappelyk de uiterfte efforts aan te wenden, en de handen met alle kordaatheid en blaakende Vaderlandlche liefde, tot bevordering van een dadelyk redres in de zaaken zoodanig m een te flaan, dat tot dat pligtelyk en allervoornaamst einde der beilzaamite en efficacieufte middelen we'meenend en fpoedig beraamt worden. Wv vinden ons derhalven verpligt om aan 0 Ed. Mog. door deezen voor te flaan en in eene ernflige deliberatie te geeven, of niet onvermydelyk noodig ware , dat de refpective Bondgerooten, aan welke de dierbaarfte belangens van dit nog vrye Nederland bevoolen zyn , eenige bekwaame Leden uit den haaren despicieerden om, op bet voorbeeld van vroegere tyden, over 's Lands behoudenisfe in perfoon met elkande. ren, op eene daar toe te benoemene plaats te coniereeren, en middelen te concerteeren , welke rypelyk overwoogen en daar na roet vigeur geëmployeert zynde , onder Gods Zeegen , in ftaat zouden bevonden worden , de tot nu toe gebrekkige en verkeerde directie en uitvoer van zaaken te doen cesfeeren , en tot redding van het zinkent Vaderland in derzelver plaatfen te ftellen zoodanig eenen , waar in een Geest van Ordre en Activiteit de groote Dryfveer wierd • waar door de Republiek in ftaat gefteld konde worden, om niet meer in een haatejyke en allezints verderffelyke inaftiviteit, zoo als tot op heeden, met fchaade en fcbanden, zoo buiten als binnen Lands, helaas! gefchied is , te verfeeren; maar in tegendeel, om met ware al oude Nederlandfcbe voortvarentheid en Heldenmoed den gevloekten Vyand onzes Vaderlands al*  RóV. STAAT ÉN OORLOG. 178a. 19 alle mogelyke afbreuk , en aan de onwaardeerbaar belangens der Commercie en vrye Navigatie alle weezenlyke en gevoelige dienden te doen. En, naardien, de minde vertraaging in deezen Van het uitterde gevaar , en voor den Landen doodelyk konde zyn, zoo infteeren Wy by U Edele Mog. op het allernadrukkelykst, Ons van U Ed. Mogende hartelyke welmeening hier omtrent zoo fpoedig eenigzints doenlyk, te willen informeeren. — Vlatteerende Wy Ons ook dies te meer van U Ed. Mog. promptitude, door dien Wy niet zonder reeden meenen te kunnen vastdellen, dat ü Edele Mogende, even gelyk Wy, uit aanmerkinge , van de tot nu toe nutteloos verfpilde Geldfommen der Ingezeetenen voor en aleer geen important redres in zaaken gefchiedde, ten fterkden zullen aarfelen , om in de Petitiën der op zig zelfs zoo hoogstnodige Equipagien voor den aanlbanden jaaren te con- fenteeren. -, •,• ^ De God van Nederland geeve , dat dit Uns wel beraaden voordel ingang by ü Edele Mogende vinden , en een middel in Zyne hand ver» ftrekken tot afwending van het verderf, en dat Ons Gemeenebest zoo ogenfchynlyk dreigt. Waar meede, Edele Mogende Heeren, Byzondere Goede VHiu* den , Wy U Edele Mogende beveelen in de befcherminge des AHerhoogden. Leeuwarden den ij November 1782. (Onder dond) U Edele Mogende Goede Vrienden „ De Staaten van Vrieslandt» Was geparapheert, H. E. VAN SMINIA, Vt (Laager dond) Ter Ordonnantie van Hun Edele Mogende. (Was get.) A. I. VAN SMINIA. B 4 ccxxxiir.  ao nov. ZAAKEN VAN 178a. CCXXXIII. Advisvan Gecommitteerde Raaden op het Request van Mr. W. B. van den Santheuvel, bailluw van den Landt van Stryen , om ordre tot infpeStie, reparatie en in ftaat brenging der Gevangenis/en in ^yen ; In tuthortjaue daar omtrent. ln dato 28 November 178S. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gemmmir teerde Raaden, gefchreeven in de^Hage den i •deezer, houdende, tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mog. Appointement van den 14 Augustus laatstleden derzelver confideratien en advis op de daar by te rul gaande Requeste door Mr. Willem Bartholomeul vin den Santheuvel, in qualiteit van Bailliuw van den Lande van Stryen aan Hun Ed. Groot Mog. geprefeS teert, om. de daar by geallegueerde reedenen tendee. rende, ten einde Hun Edele Groot Mog. de noodige ordres zouden geheven te Hellen , of te doen Henen tot het infpecleeren en behoorlyk repareeren en inHaat brengen van de Gevangenisfen "in Stïyen 0" dat £ Ld. Groot Mog. dien aangaande zoodanige voorzieS zouden geheven te doen of ordonneeren , en S of alzulke authorifatie of authorifatien te verkenen ak Hoogstdezelve, naar het gewigt en de omflandigheeden dier zaake zouden vinden en oordeelen te behoo- Waar op gedelibereert , en Copie van het voorfz Advis verzogt zynde door de Heeren GpdeD.irePrd,n der Steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden Am fterdam Gouda Rotterdam , Gorinchem c o'onht yen Brielle endoor,, om daar op te ve flaad'ut tentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finale Refolutie uirgedeld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. £de>  nov. STAAT EN OORLOG. 1782. ai EDELE GROOT MOGENDE HEEREN, De Reqneste door Mr. Willem Bartholomeus van den Santheuvel, in qualiteit van Bailluw van den Lande van Stryen aan U Edele Groot Mog. gepraïfenteert , ingevolge en ter voldoeninge aan Hoogstderzelver apodille, den 14 Augustus deezes jaars in margine van de voorfz. Requeste gefteld , by ons geëxamineert zynde, hebben wy bevonden , dat dezelve tendeert, ten einde U Ed. Groot Mo?, de nodige ordres zouden gelieven te (tellen of te doen (tellen tot het infpecteeren en behoorlyk repareeren en in ftaat brengen van de Gevangenisfen in Stryen , of dat U Ed. Groot Mog. dien aangaande zoodanige fpoedige voorzieninge zouden gelieven te doen of ordonneeren , en daar toe alzulke authorifatie of authorifatien te verkenen, als Hoogstdezelve naar het gewigt en omdandigheeden dier zaake zouden vinden en oordeelen te behooren. Een verzoek het welk fchoon {leunende op eene geallegeerde llegte en onvoldoende wetland der voorfz. Gevangenisfen, egter in den eerden opflag eenigzints vreemd moet voorkomen dat diredlelyk aan U Ed. Groot Mog. werd gedaan, zonder dat 'er by de Requeste eenige rede werd voorgedragen, waarom het zelve, als notoirlyk tot de Adminidratie der Domeinen fpedleerende, waar meede wy fpeciaal belast zyn, ten minden in de eerde plaatfe niet aan ons is gedaan geworden. Des wy , alvoorens in een onderzoek van des Suppliants pofitiven te treeden , vermenen tot eclaircisfement van dien te moeten prasmitteeren, het geen teffens des Suppliants voordragen te beter zal doen verdaan, dat wanneer in den jaare 1731 van wegen U Ed. Groot Mog. onder anderen het Dorp en Jurisdictie van Stryen tot eene Ambagtsheerlykheid was verkogt, bereids korten tyd daar na oneenigheeden tusfen den toenmaligen Bailluw en den Koper of AmB 3 bagts-  *» nov. ZAAKEN VAN bagtsheer van Stryen voornoemt, over hunne we. derzydfe Regten en Fraeminentien zyn ontftaan, met dat gevolg , dat tusfchen dezelve geconvenieert zynde om de differentiale pointen door daar toe onderling verkoze Arbiters te laten de* cideeren , zulks vervolgens heeft effect gehad , en de uitfpraak van voornoemde Arbiters, na dat de gemelde Bailluw door U Edele Groot Mog,ad hunc finem fpeciaal was geauthorifeerr, by willige Condemnatie van den hoogen Raad in dato 22 October 1738, is bekragtigt gevvor. den, na welken tyd dezelve tot een regel nies alleen voor de Bailluw en Ambagtsheer, maa? ook voor de daar in vermelde Schouten en Geregten heeft gedient: dewyl nu by die uitfpraak is gedecideert, dat het zoogenaamde Dorpshuis moet blyven onderhouden worden door het Dorp van Stryen en het gemeene Land van de Pok der van oud Stryen, als Eigenaar van het zeive zynde , zoo en dier voege als by de Sup. plianrs Requeste ampeler werd voorgedragen, is het by ons Collegie zeedert geconfidereert geworden, eene uitgemaakte zaak te zyn, dat hes bekwaamlyk onderhouden van de Gevangen Kotten incumbeerde aan de voorfz. Eigenaars van het Dorpshuis, in confideratie een gedeelte van het voorfz. Huis, te weeten de beneedenfte Verdieping van het zelve , eigentlyk de Gevangenisfen of Gevangen Kotten uitmaakt. Hier omme zyn de nu en dan gedaane verzoeken van den Bailluwen in der tyd, ten einde die Gevangen Kotten te kosten van de Domeinen mogten werden gerepareert, geheel afgeweezen, zoo als onze Registers van de jaaren 1751 , 1758 en 1762, ten duidelykfte evinceeren; ja zelfs is ons gebleken, dat de Provinciale Reekenkamer, wanneer de Bailluw de Beveren eenige daar aan gedaane geringe reparatien in reekening had gebragt, die post meede heeft geroyeert. Uit hoofde van deeze herhaalde afwykinge „ en daar uit volgende hedugting voor geJykfoor- ti.  cjov.' STAAT EN OORLOG. 1782. 93 rige dispofitie, is het waarfchynlyk, dat de Suppliant verkoozen heeft, zyn gedaane verzoek aan U Edele Groot Mog. te addresfeeren; maar het geen ons meerder bevreemd , beftaat daar in , dat de Suppliant tot daaving van het zelve zig alleen bepaald heeft tot eene rescontre van de gepastheid der voorgemelde uitfpraak , zonder teffens meer of min" aan te wyzen de gehoudentheid, waar in men aan de zyde van het ge. meene Land zoude weezen, om , wanneer zoodanige uitfpraak niet exteerde , de voorfz. Ge» vangenisfen of Gevange Kotten ten laste der Domeinen te moeten onderhouden, dewyl het laatfte point uit een bewys van het eerde geenzints van zelfs komt te proflueren. Om dit te doen zien, en teffens over des Suppliants voordraagen onze Conüderatien aan LJ Edele Groot Mog. te fuppediteeren, remarqueeren wy, dat ten deezen niet in confideratie kunnen komen de by des Suppliants Requeste geallegueerde Reparatien , in den jaare 1725 van 's Landswegen aan de voorfchreeve Gevangen, kotten gedaan , om dat de voorfz. Uitfpraak posterieur is aan de voorfz. gebeurtenis, en om dat by die Uitfpraak geconvenieert is , dat dezelve door de Eigenaars van het Dorpshuis zouden onderhouden werden: dit laatde fchynt door den Suppliant wel meer of min in twyflel getrokken te worden, maar daar tegens militeeit zeer derk, dat de Bailluw in het voorgemelde Compromis gefustineert hebbende, dat aan hem, mistgaders aan de Mannen van de Hooge Vierfchaar van Stryen competeerde het regt om te ordonneeren en te doen onderhouden Plaatfen en Indrnmenten tot de exercitie en volvoering van de Hooge of Crimineele Jurisdictie noodig wezende , alstoen, na examinatie van ieders Gronden, is gedecideert, dat het Dorpshuis by continuatie daar toe dienen zoude , en dat de beheering en on« derhoud van dien zoude blyven, gelyk voor deezen aan het Dorp van Stryen , in het GeB 4 mee-  H xov. ZAAKEN VAN x,8a. TrhnZ , g n3a;S Zy" ' w,Vf # het Onderhoud voorziende na behooren , en zoo veel tot het voornoemde gebruik nodig is. alleen b?hZ.dC (%™g&fa indisputabel niet hiLff"' Gevan^nen op eene fecuure wy2e 5eS^en °Ve/ZUlks de Hóóg. JnrWiftie niet geëxerceert zoude icunnen werden ; en nadien biykens het geallegeerde , by die Uitfpraak be" dongen is dat het Dorpshuis , gelyk voor dee- ff^*-* PJaa£f^n ^bikt zoVe blyven en dat de Eigenaars het onderhoud van dezelve , ££d£E r/re \ot het gebruik van de Hoog? Ü > ff -b "00: ,gt 18 » voortaan zouden bly. ven bekos ,gen; is het onzes bedunkens onti genfpreekelyk dat de Gevangenkotten, van ouds in het Dorpshms geplaatst, of een gedeelte daar van u.tmaakencie , door de Eigenaars van dat Huis gerepareert en onderhouden moeten wor- cesftlrShPe?iant ?eg^ert weI ' dat zvn Prïcd°en zTndi S°mpromls in ^731 "Heen en zonaer eemg meedeweten, bewilliging of vol- Tg ;T Ch heiden, zoo verrel/fit*zoL Si, d, £ tCr Zaake !n ^ueitie doet, want vernms de Bailhuw met relatie tot het bedingen van P aatfen &c. tot de beheering van de Ca" mineele Jurisdictie noodig, en het" onderhouden hïï aan S S^ppofeerf interest het v^i.r^^J00^2- planden, fpreekt het van zelfs, dat hy geene bewilliging of vol- kef er,"/ konde of mSt verzot ken, en dat hy door aan U Ed. Groot Moeente approbatie op de gedaane Uitipraaït te fup. pli-  nov. STAAT EN OORLOG. 1782. s£s pliceeren, alles gedaan heeft, wat van hem gerequireert en gedaan behoorde en konde worden , ook fchynt deeze allegatie te minder in aanmerking te kunnen komen , als men acht geeft, dat het voorfz. Compromis niet in ftilte, maar met volle bewustheid van een ieder is aangegaan , en dat niet alleen de Bailliuw en Ambagtsheer, maar ook zoo als bereids gezegt is, de Mannen van de Hooge Vierlchaar , ter eenre en Schouten en Geregten in den Lande van Stryen, ter andere zyde , zeedert, en dus meer dan veertig jaaren in de voorkomende zaaken van hunne refpective Departementen zig over en weeder daar na hebben gereguleert. Dog al waren de zwaarigheeden door den Suppliant voorgedraagen en verhandelt, van zoodanig belang, dat dezelve evidentelyk de inapplicatie van de meergemelde Uitfpraak op het onderhoud van de Gevangenisfen demonftreerden , volgt daar uit , onzes gedagtens , geenzin*s, dat dezelve ten kosten van den Lande onderhouden zouden moeten werden. Want zulks te willen afleiden uit de hooge Jurisdictie over den Lande van Stryen en daar in geleegen Ambagten en Dorpen, welke , vermits niet gealieneert of ter Leen is uitgegeeven , alsnog in den boefem van U Ed. Groot Mog. berust, zoude ten uiterften abufief zyn, in confideratie daar uit zoude proflueeren, dat overal, waar aan U Edele Groot Mog. alsnog compe. teert de aanflelling of electie van Bailliuw en Scheepenen Crimineel of Welgeboore Mannen, in welk praerogatif de Hooge Jurisdictie grootelyks beftaat, de gewoone Gevangenisfen ten lasten van de Domeinen zouden moeten gemaakt en onderhouden werden , en dus niet alleen in verfcheide der Hemmende Steeden van deeze Provincie, maar ook in alle groote en in zeer veele kleinere Diftricten en Ambagten in dezdve. En dat wyders in die Ambagten, waar van B 5 de  26 nov. ZAAKEN VAN t?8u de Hooge Jurisdictie, aan particuliere Heeren is uitgegeven, die Heeren dezelve uit hunne privé beurfe zouden moeten bekostigen : welk een en ander eene iustenue zoude uitleeveren, waarom letwes ftand gegreepen zoude hebben. Inteie™ deel is het generaale begrip der Ingezeetenen altoos geweest dat vermits het opvangen en ftraï fen der kwaaddoenders in de refpeSve diftric ten zoo niet alleen, ten minden Vooralmik dient tot fecunteit en wezentlyk nut van de In gezeetenen van datdiftricl, alwaar zulke kwaad-* doenders gevonden worden , die Ingezeetenen dan ook van zelfs verpligt zyn , zoodanigeTe" waarplaatfen te bekostigen, als'welke vofftrek" rioodig zyn om voorfz. kwaaddoenders hangen, de het onderzoek der begaane forfaiten te bewaren. En wanneer men hier of daar n enkelde gevallen van een tegen gefteld begrip was is daar tegen byzonderlyk voorzien, zoo alTon". der anderen te Vlaardingen , alwaar de Gevat gems met het afbranden van het Stadhuis geheel verniet zynde, en de Bailluw geen andfre hebbende kunnen bekomen het Hof van Hol land in 1581, denzelven Bailluw geauthorifeert heeft die opmaking te laaten doen , en bv Ad. vis van Burgemeefteren de kosten om te flaan het zoude egter wel konnen zyn dat in het een of ander byzonder diftrift ietwes anders geob ferveert wierd , maar dan zoude by onderzoek van de Motiven daar van bevonden werden dat dezelve in byzonderheeden beflaan, welke hof het voorgemelde generaale begrip en Ufantie om! ftnoten nog in het byzonder op de Balluagie van Stryen apphcabel gemaakt kunnen werden Even min zoude de voorgemelde verpliêting om de Gevangenisfen te Stryen ten koste van de Domeinen te doen herftellen, gededuceert kunnen werden uit het geene daar omtrent tot nu toe quafi plaats gehadt zoude hebben : zoo om dat uit de geallegeerde reparatien in den jaa- ra  «ov. STAAT EN OORLOG. 1782. »7 re 1724. gedaan, geenfints volgen zoude, dat de voorfz. Gevangenkotren te vooren meede altoos van weegen dè Domeinen onderhouden zyn geworden ; als vooral , om dat zoodanige réparatien niet anders dan bewyzen van gunst en in« fchikkelykheid , omtrent de daar toe gedaane fupplicatien zouden uitleeveren , zynde het volgens de natuurlyke reede mitsgaders na restten eene klaart zaak dat men ten allen tyden kan ophou» den met bet doen van gunstbewyzen of onderfieuningen, en onderhoudinge van Pcrfoonen en zaaken , waar toe men de jure niet in het minfte verpligt is , boven dien is het in het ftuk der Gevangenisfen van yder Baillugie en in het behoorlyk, onderhouden van dezelve een merke» lyk verfchil tusfchen de vroegere en deezt latere tyden, aangezien voorheen de Bailluwen dikwerf meer dan eene Bailluagie in Pagt hebbende , hunne Gevangenen by gebrek van behoorlyke bewaarplaatfen van het eene na het andere Piftriér, overbragten , en zoo lang de Confiscatien Handgrepen, konde uit hoofde van het daar uit provenieerend merkelyk voordeel voor de Dominiale Kasfe by dev Kamer van Reekeningen der Domeinen ook eene meerdere faciliteit in de dispofuien op gedaane verzoeken tot het repare-. ren van deeze en geene Gevangenisfen plaats hebben ; terwyl na het affchaiFen van die Confiscatien, het geen alleen itrekt ter gerustltelling van de Familien en Huisgezinnen der refpeéliv» Ingezeetenen, en een important prerogatief voor dezelve uitleevert; en na dat het begrip, dat elk Jngezeeten in criminalibm door zyn dagelykfen Regter moet gejugeert en buiten zyne Jurisdictie niet mag vervoert weHen , meer en meer is ingedrongen, en in het algemeen aangenomen , het allezints evident , en op regts gronden gefundeert is , dat de daar uit profl ïeerende nut» tigheeden door de Ingezeetenen, zelfs bekostigt moeten werden ; maar geenzints ten lasten van de Souvereiniteit, welke op zig zelfs daar in piet geimeresfeert is, moeten redundeeren. Tot  *8 nov. ZAAKEN VAN xm* Tot een derde of laatfte grond zoude door de Suppliant rn.sfchien gelegt kunnen werden een meer of minder «fundeert onvermogen Sn de Kasfe van het Dorp en Polder van oud Strven • maar ook deeze grond zoude van weinig es'. fie moeten zyn , als men confidereert dat de Gevangen Kotten in questie , indien na behon ren onderhouden waren , zulke ge mV Ur!vkfe" reparatien nodig zouden hebben daV dlzelve . geen wezentlyk bezwaar zouden kunnen uklee S^rtenddeatF-indien Z°°dan^ °e™rhad geexteert, de Eigenaars van het Dorpshuis het daar heen hadden kunnen zien te dirigeeren da op den voet als by U Ed. Groot Mo^Reli a Z™? Au^ustus l66+> niet opzigVcot het onderhoud van het Tugthuis ,e Gouda gerefol S 18' ™a "°penS het Tugthuiate Dell plaats heeft, meede eene modique omflag over weU?. ftelde Huisgezinnen in Stryen wfre geregu eert en van tyd tot tyd gedaan. g^guieert Wy yermeenen om al deeze reedenen te mo- SI eSt's t Sife Z zoeK geenzmts i« gefundeert, en dat met het zelve te accordeeren niet alleen zonder de min. fte noodzakelykheid eene eeuwigduurendeTas?op dL Ee?6" n0Ude,Werden gdegt5 m^boveS i •!• vee] erger zoude wee^n , dat zulks aanleiding zoude geeven, om overal, waar de hooge Junsdicïie, in den bóezem van rj Ede. Ie Groot Mog fe blyven berusten , de Gevangemsle van tyd tot tyd tot laste van de Domeiien te brengen En dierhalven zouden wy wil a fis ut r,lyïhfcld Vi"den °m een decl''^° ' advis uit te brengen , te meer vermits wy in facie■ geinformeert zyn , dat de negl.gentie van de Eigenaars van het Dorpshuis , in he zelve Jde« " vnn" en Vloeren zoodanig gefteld is , dat al wierden de Gevangen Gaten al na behooren gerepareert, zulks niet voldoende zoude zyn, ten zy teffens het verdere, of ten minden de Vloeren van het Huis door de Eigenaars meede ordentelyk herfteld wierden. Dan vermits tot het een en ander eene aanzienelyke fomme zoude vereischt werden, en ter eviteering van derzelver uitfchieting deeze en geene zwarigheeden en uitvlugten over het verftand van de meergemelde uitfpraak , mitsgaders over de gehoudentheid van de Eigenaars van het meergemelde Dorpshuis , om de voorfz. uitfpraak te moeten obferveeren, en den inhoud van dien nakomen, niet tegenftaande derzelver langduurige obfervantie zouda kunnen gemaakt werden , waar door de voorgemelde verzogte reparatien , fchoon ten hoogften noodzakelyk , al verder verwylt en uitge. fteld zouden werden ; zouden wy , ter prïevenieering van dien , en om de voorgemelde Eigenaars tot de meergemelde reparatien des te meer aan te moedigen , als meede om eenige vaste fchikkingen voor het vervolg te bepaalen ; op des Suppliants Requeste te zullen dienen van advis, onder het welneemen van U Edele Groot Mog. van gedagten zyn , dat wel het daar by gedaane verzoek behoorde te werden gedeclineert en geweezen van de hand , maar teffens de Suppliant gelast en geauthoril'eert te werden , om de Eigenaars van het voorgemelde Dorpshuis in het vriendelyke aan te maanen en te fommeeren om het Dorpshuis en daar in zynde gevange Kotten na behooren te repareeren , en in goeden ftaat te herftellen , zoo verre no. dig is tot de exercitie van de Crimineele Juftj. tie , in en op het zelve; met toezegging , dat indien dezelve zulks zonder eenig verder dilay of tegenfpreeken komen te doen voor deeze reize en zonder confequentie voor het vervolg van 's Lands wegen aan hun een foulaas van twaalf hondert guldens ten voorfz, einde werden ge- fchon-  3ö nov. ZAAKEN VA N t?Stt fchonken, of dat by fauteti en weigering van dien , de voorfz. gratie aan hun niet geacctordeert, en zy niet te min tot die reparatien ge. conftringeert zouden werden. Dat verders Ü Edele Groot Mog. dien con. forrn ons zouden kunnen qualificeeren, om, na dat het voorfz. Dorpshuis en daar in zynde Gevangen gaaten in voege gemeld, na behooren zouden weezen gerepareert en herrteld , als dan de Eigenaars van het meergemelde Dorphuis uit s Lands Kasfe te fubfidieeren en gratifkeeren met de voorfz. fomme van twaalf hondert guldens , of in cas om de voornoemde Eigenaars de voorfz. reparatien nier na behooren en tot ons genoegen mogten komen te doen , als dan dezelve daar toe te doen conftringeeren , zoo als wy na regt en billykheid zouden vinden te behooren. En eindelyk , dat U Edele Groot Mog. ons verder nog Zouden behooren te authorifeeren , om, na dat de voorfz. reparatien in voege voorfz gedaan zouden weezen, als dan ter voorkoming van een nieuw verval der gevangen gaten de Schouten en Geregten van de refpeftive Dorpen m den Lande van Stryen ; mitsgaders de Eige. naars van het meergemelde Dorphuis voor ons te ontbieden , en het daar heen te dirigeeren * dat met onderling genoegen eenige fchikkinge werde gemaakt, ten einde de voorfz, Gaten voor het vervolg, uit, van tyd tot tyd te doe. ne geringe omflagen over de vermogende Huisgezinnen in alle de Dorpen 's Lands van Strven voornoemt werden onderhouden, en in cas van onwilligheid of contradidie van een of meerdef der voorfz. Geregten, als dan, na overweeging van hunne gronden zoodanig te ordonneeren als wy ten meelten nutte en welzyn der gezamentlyke Ingezeetenen 's Lands van Stryen in alle billykheid zullen vinden te behooren Ons egter gedragende , aan U Edele Groot Mog. dispoficien, en hier meede vertrouwende aan  wov. STAAT EN OORLOG. 1782. 3x aan het voorfz. appointement voldaan te hebben, zenden wy de voorfz. Requeste hier nevens te rug, en zullen den Almogende bidden. Ëdek Groot Mogende Heeren, U Edele Groot Mog. in lange voorfpoedige welftand te willen conferveeren en verder zeegenen. Gefchreeven in den Hage den 4 November 1782. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raaden. (Was get.) A. J. ROYER. Aan de Edele Groot Mogende Hee» ren Staaten van Holland en Westvriesland. Geeft eerbiedig te kennen Mr. Willem Bartholomeus vanden Santheuvel, Bailliuw van de Landen van Stryen. Dat, door of van wegen Uw Ed. Groot Mog. in Augustus 1731, verkogt zynde, de AmbagtsHeerlykheeden onder Stryen , 'er, na die Verkoping, tusfchen wylen Anthony Repelaar als Bailliuw van de Landen van Stryen, ter eenre , en Mr. Matheus Lestevenon , als Ambagtsheer van den Dorpe van Stryen , ter andere zyde , gefchillen ontiiaan zyn, nopens, en met opzigte tot de gevolgen van de Hooge Heerlykheid of Jurisdictie, en zoodanige Pointen als den Am^ bagtsheer van Stryen vermeende hem toe te komen. Dat die Gefchillen, by Compromis , en opgevolgde Uitfpraak , vermogen Authorifatie van Uw Edele Groot Mog. by willige Condemnatie van  32 növ. ZAAKEN VAN ï?e2, van den Hoogen Raade, van den aa October 1738, bekragtigc ; zynde beliegt , by die Uitipraak , het Point, waar door by den Bailliuw gefustineert wierde; „ dat Bailliuw en Mannen „ van de Hooge Vierfchaar van Stryen , het „ regt hebben om te ordonneeren en te doen „ onderhouden , Plaatfen en Initrumenten tot „ de exercitie en volvoeringe van de Hooge of „ Cnmineele Jurisdictie van nooden weezende „ dbor Arbiteren gelet op wederzydfche Decial ,, ratoiren , zoo by den Ambagtsheer in zy'ue „ Memorie van Contradictie , als by den Bail. „ huw in zyne Secreete Schriftuure, dien aan. ,, gaande gedaan ; is uitgefprooken zoo , dat ,, door hen is verklaart geworden: ,, Dat het zoogenaamde Dorpshuis, door Bail„ huw en Mannen van de Hooge Vierfchaar „ van Stryen, by continuatie zoude werden ge. „ bruikt tot de exercitie en volvoeringe van de ,, Hooge of Crimineele Jurisdictie zoo en in „ diervoegen, als het zelve van ouds, daar toe „ was gebruikt geweest, zonder dat Bailliuw en „ Mannen, op eenige andere wyzen, over het „ zelve Huis zoude mogen disponeeren , nos „ eenige veranderingen daar in maken , maar „ dat de beheeringe en het onderhoud van dien „ zoude blyven gelyk voor deezen , aan het „ Dorp van Stryen, en het Gemeene Land van ,, de Polder van Oud-Stryen ; die daar van Ei„ genaars waren. „ Mits , op het zelve onderhoud voorziende „ naar behooren , en zoo veel tot het voorfz. „ gebruik nodig is of ware. „ En dat voorts , de Ordonnantie en dc In„ fpectie, van de Inftrumenten tot de Hooge of „ Cnmineele Jurisdictie fpecteerende, zoude bly. ven, aan Bailliuw en Mannen." Met Ordonnantie telfens door Arbiteren, aan de iefpective Partyen , van zig daar naar te re. guleeren. Dan , dat onder verbeetering niet weinig bedenking fchynt te lyden, of de Uitfpraak wel  kov. STAAT EN OORLOG. 178*. 33. wel kan of zoude kunnen werden gereekent, eenigzints te betreffen hec Gevangenhuis ofte de Gevankenisfen te Stryen , fchoon die ouder voormeld Dorpshuis zyn geplaatst ; door dien men wil, dat gemelde Gevankenisfen vóór de Verkoping van de Heerlykheid van Stryen , altoos door of van wegen de Graaflykheid zyn onderhouden , en maar weinig jaaren voor die Verkoping , de Reparatien daar van, door of van wegen als boven , zyn beftiert en gedaan, en de Penningen by die Befteeding, door den Aanneemer daar voor bedongen , op Ordonnantie van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden , van den 11 Juny 1725, door den overleedene Raad en R.entmeefter Eelbo zyn betaalt; althans, dat uit die Uitfpraak en daar op gevolgde Condemnatie , niet ligtelyk iets , tot het in Haat brengen en behoorlyk onderhouden van het Gevangenbuis, tegens die van het Dorps van Stryen , olte Gemeeneland Van de Polder van OudStryen, is te onderneemen; zonder van die zyde groote tegenfpraak te wagten te hebben, gemerkt nog , onder anderen , behalven bovengemelde reeden , dat het Compromis, in kragte van welke, de meergedagte Uitfpraak is gedaan, alleen door den overleeden Bailliuw Repelaar , als Bailliuw, en zonder eenig meedeweten , bewilliging of Volmagt van Ingelanden , zoo ver bleek, is aangegaan. Dog, dat ondertusfchen de Gevankenisfen, of het Gevangenhuis in Stryen , is of zyn in zoodanige flegte ftaat, dat daar in , met geene mogelykheid, eenige Gevangenen behoorlyk kunnen werden opgeflooten of buiten zaamenfpraak van eikanderen, of' Lieden van buiten , gehou- ~ den; zoo alsdan ook de ondervinding , zeedert tyden, meer dan eens, tot befpotting en veragtering van de Juftitie heeft geleert; dat de Gevangenen met zeer weinig moeiten uit de Gevangenisfen weeten te ontkomen, ofte in hunne Gevankenisfe 'aldaar, met andere te fpreeken X. deel. C en  3* mov. ZAAKEN VAN 1782, en overleggingen te maaken, waar door dezelve in ftaat werden gefteld , den Regter op allerlei wyzen te mislyden ; en dat het vervolgens ten hoogden nodig is, dat daar in voorzien weHe. Weshalven zig keert tot Uw Ed. Groot Mogende , met ootmoedig verzoek , dat Uw Ei. Groot Mog. de goedheid gelieven te hebben , de benoodigde ordre tot het infpecteeren en behoorlyk repareeren en in ftaat brengen derzelver Gevangenisfe te ftellen, ot uoen dellen , of dien aangaande zoodanige fpoedige voorzieninge te doen of te ordonneeren, en daar toe al zulke authorifatie of authorifatien te verkenen , als U Edele Groot Mogende naar het gewigt en om» ftandigheeden dier zaake zullen vinden en oordeelen te behooren. (Onder ftond) 't Welk doende, &c. (Was ger.) W. B. VAflDEN SANTHEUVEL. In margint fiond geappoftilkert. De Staaten van Holland en Westvries* land vinden goed, dat deeze Requeste gefteld zal worden in handen van Haar Edele Groot Mogende Gecommitteerde Raaden , om dezelve te examineeren , en de Vergadering daar op te dienen van hunne confideratien en advis. Aftum den 14 Augustus 1782. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Staaten. (Was get.) C. clottekbooke.  mov. STAAT EN OORLOG. 1782, 3j Laager ftond geappoftilkert. In handen van de Heeren van Valkenburg , Changuion en Twint, Haar Edele Mog. Meedebroeders in Raade en Commisfarisfen tot de zaaken, raakende het Coraptoir der Domeinen van Zuidholland en 's Lands van Heusden , ten einde dezelve de moeite gelieven op zig te neemen , om deeze te exa. mineeren, en Haar Edele Mogende daar op te dienen van derzelver confideratien en advis. Gedaan in. den Hage den 6 September 1782. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raaden. (Was get.} a, j. royer. C 2 CCXXXIV.  56 nov.' ZAAKEN VAN • CCXXXIV» ExtraEt uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierikzee; behelzende Advis wegens den Regtbank, voor welken de Vaandrig rjE witte moet worden te regt gefteld. In dato 28 November 1782, By refutnptie gedelibereerd zynde op het rapport van den 14 deezer maand ter Staatsvergadering uitgebragt, op het rapport der huidige befchryving, concerneerende het geval en de judicature van zekeren Vaandrig de Witte genaamd, breeder by vorige Notulen vermeld , is goedgevonden en verdaan , Heeren Gedeputeerden ter hooggemelde Vergadering te inftrueren en te gelasten , om op het voornoemde onderwerp , van wegen deeze Stad, te adviferen , dat Hun Ed. Achtb, het voorgemelde poinct met allen vereischten aandagt nader overwogen hebbende, uit de daar op ter Vergadering ingekomen dukken , inzonderheid door de wel ingerigte bondig beredeneerde Advyzen der Heeren van Middelburg en Vlisfingen, waar voor Hun Ed. Achtb. aan welgemelde Leden derzelver opregte dankbaarheid betnigen, meer, en meer zyn bevestigd geworden in bet gevoelen, het geen zy van den beginne over deeze zaak hadden opgevat en breedvoerig reeds hebben aan den dag gelegd, dar de misdaad, waar over den gemelden Vaandrig de Witte werd geaccufeerd , niet anders konde worden geconiidereerd dan als een verregaand a'rentaat tegen de Hoogheid en Souvereiniteit deezer Provintie geperpetreerd , waar over de Judicature nimmer aan eenig Militair Rechter is toegekend , maar alleen competeert aan zocdanigen Politiquen Rechter, door wien, in naam en van wegens den Souverein zelf, het hooge rechtsgebied word uitgeocffend, over het Territoir , waar tegen de misdaad is begaan en de Delinquant is gedomicilieert en geapprehendeert ; dat Hun Ed. Achtb. dienvolgens ook met allen grond zouden kunnen blyven aandringen , ten einde de meergemelde Vaandrig de Witte, na dat op de Reclame van Hun Ed.  nov. STAAT EN OORLOG. 1782. 37 Ed. Mog. zoude zyn geëxtradeerdt, aan de Judicature van de Rechtbank deezer Stad werde overgelaten , wiens competentie in deezen , uit even dezelfde gronden, waarom de voornoemde gevangen door de Heeren Staaten deezer Provintie zoude worden opgeëischt, volledig kan worden gedemonüreerd. En confidererende , dat de verraderlyke Corresponj, dentie , welke de gemelde de Witte met den VyandT heeft aangelegd , hoewel meer direct tegen dit Eiland ingerigt, egter in baare gevolgen ook van merklyken invloed op de veiligheid van de Provintie van Holland zoude hebben kunnen zyn, en daar by wel voornaam-lyk verfcheiden perfonen, Ingezeetenen van Holland , in deeze zaak betrokken fchynen te zyn , Hun Ed. Achtb., ten einde den loop der Juftitie in het verder nafporen eener zaak van zulk een important belang, cn het behoorlyk uitoelfenen eener gepaste ftraf aan allen , die zich daar aan mogten hebben ichuldig gemaakt, niet worde geftremd , op derzelver gefustineerde niet verder zullen blyven urgeren; maar wel mogen lyden , dat de Judicature over den gemelden gevangen aan den Hove van Holland, Zeeland en Friesland, als zynde een gemeene Rechter, voor wien ook over Hollandfche Ingezeetenen, by dit geval geconcerneert, reeds Procedures zyn aangevangen , door Hun Ed. Mog. fpectaal worde gedemandeert en dienvolgens zich conformerende met het Staats rapport, den 14 deezer maand deswegens uitgebragt , bereid zyn , de daar by overgelegde Misfives aan de Heeren Staaten van Hol» land , aan Zyne Dood. Hoogheid en aan den Hove Provintir.al te helpen arresteren. Dat Hun Ed. Achtb., tot deeze te rechtftelling van den meergemelden Vaandrig de Witte voor het Hof Provintiaal , nog des te meer zyn geperfuadeerc, aangezien daar toe , ongtprasjudicieert de Provintiale en Stedelyke Voorregien, zoude worden gerel'olveert, en daarom ook vertrouwen, dat de" overige Leden geene zwaaiigheid zullen maken om , tot Hun Ed. Achtb. meerdere gerustltelling en onkreukbaare handhaving van de wettige verkregen Voorrechten deezer Stad te verklaren , dat de vooifcareyen te rechtltelling van den C 3 meer-  38 «ov. ZAAKEN VAN i782. meergemelden Vaandrig* Witte, door Hun Ed.Mo» om byzondere redenen, Hoogstdezelven daar toe in dk finguhere geval alleen permoverende , aan den Hove van Holland Zeeland en Friesland is gedemandeert, zonder dat deeze pvergifte ooit zal mogen verdaan wor! dei, in de allermmde Confequentie te kunnen worden getrokken ten nadeele van eenigerlei Voorrechten, de Stad Zierikzee competeerende , en fpecieal tot verkorting van het hooge rechtsgebied , het geen by Heeren Burgemeederen en Schepenen der gemelde Stad in naam en van wegens Hun Ed. Mog. word geëxcer. ceert, aangezien de gemelde Gerecbtigheeden der v0orlchreven Stad volkomen worden gelaten in haar geheel en ongeprejudicieert, inderende Hun Ed. Achtb. dat zulks ook undruklyk in de te nemen Refolutie moge worden gedeld. fi Dat wyders Hun Ed. Achtb., in aanfchouw nemende, dat Praafident en Raden van den Hove Provimiaal, volgens de Concept-Misfive by dit Rapport gevoegd , zouden worden geauthorifeert, om den gemelden de Witte , uit handen van den Fiscaal der Generaliteit over te nemen, van oordeel zyn, dat aangezien dezel. ve locaal dit gantfche voorval ter kennisfe van Hun Hoog Mog. heeft gebrast en orders verzogr. hoedanig zich , in cas van eenige Reclame van den Gevangen. zoude hebben te gedragen, de Heeren Ordinaris Gedeputeerden wegens deeze Provintie ter Generaliteit behoorden te worden aangefchreeven en gelast , alle devoiren aan te wenden , ten einde dezelve Fiscaal van de Generaliteit tot de overgifte van den gemelden de Witte worde geauthorifeert. Dat eindelyk Hun Ed. Achtb,, by dr.eze gelegenheid overwegende , dat niettegendaande de Militaire Rech! ter tot generlei uitoefFening van Jurisdictie, dan alleen over zoodanige Delicten , welke zyn pure Militair eenigzints is bevoegd, en hoe zeer by onderfcheidenê Staatsbefluiten tegen alle üfurpatien in deezen de noodige voorziening is gedaan, de Politique Rechter daag. yks egter van de onderfcheiden Krygsraaden zoo veJerhande pretenfien op de uimcfferiing van een vry uitgeilrekte Jurisdictie , in het Civile cn Crimineele moet on-  Nov. STAAT EN OORLOG. 178e. 3o ondervinden , en de Stedelyke Rechtbanken zich daar door gedurig in zeer belemmerde en moeilyke omftandiaheeden vinden gebragt , welke niet anders dan tot grbote vertraging der Justitie en veeltyds tot merklyke verkorting van het Politique Rechtsgebied moeten uitvallen. Hun Ed. Achtb. , met het geadvifeerde der Heeren van Vlisfingen, den 5 deezer maand, op dit Sujet ter Staatsvergadering ingebragt , volkomen iniiemmende , aan Hun Ed. Mog. zouden proponeren , om, in een expres daar toe aan te leggen Befoigne , te doen overleggen , door welke middelen de Krygsraden zouden kunnen worden gehouden binnen de bornes aan dezelven door den Souverein voorgefchreven, en is het nood, door welk eene nadere interpretatie alle twyffelachtigheeden , die 'er zich mogten opdoen , zouden kunnen worden uit den weg geruimt, terwyl Hun Ed. Achtb. niet te min begrypen, dat , hangende Hun Ed. Mog. deliberatie hier over, de vorige Refolutien tot een rigtfnoer van Rechtsoeffening over Militaire perfoonen moeten verftaan worden te blyven in vollen kragt , en daar in het voor handen zynde geval van den Vaandrig de Witte de competentie van den Hoogen Krygsraad fchynt te worden gepretendeert , by Hun Ed. Mog. benoorde te worden verklaard , dat inzonderheid de Cognitie en StrafoefFening wegens de misdaad van Hoogverraad , al was het door een Militair perfoon , alleen tot den Politiquen Rechter behoord , en worden de Heeren Gedeputeerden gelast , na gedaane prslecture, enz. 1 C 4 CCXXXV»  4° wov. ZAAKEN VAN CCXXXV. ExtraSl uit de Notulen van den Raad der Stad Zierikzee, raakende de tegenwoordige direftie van zaaken -ter £ee. In dato 28 November 1782. Is goedgevonden en verftaan de Heeren Gedeputeer. den , van wegens deeze Stad ter huidige Staatsvergadering occupeerende, aan te fchryven ette gelasten om by de praltftuure deezes ter Lgp^VeS dennge te reprefenteeren: dat de Heeren van Zieriklee de tegenwoordige behandeling van zaaken , tot het beltuur van deezen Oorlog betrekkelyk , inziende met de grootlte bekommering zyn aangedaan wegens 'de al. lezmts onbegrypelyke _ directie, welke daarin daaglyks meer en meer zoo zigtbaar wordt befpeurd , en de gantfche Republiek eerlang met een gewisfe ondergang Dat Hun Ed. Achtb. zich over de plaatsgrypende werkeloosheid van 's Lands Zeemagt, meer als eens zoo wel als de Heeren Staaten deezer ProvLtié zelïe gantsch onbewimpeld en met allen gepaïTÏÏdrS ge! Sffi? hebbende, wel hadden gewenschr, door eet volledige opheldering vaa alle de menigvuldige duiderheeden en tegendrydigheeden, welke 'er in het Sur derzelven van den aanvang van deezen Oorlog zyn befpeurd , zich zalf volkomen te hebben kunnen gerust fteüen, of anders ontdekken de ware redenen en oorzaken, waar aan deeze zoo deplorabele gedeldheid raoet worden geattribueert. 0 uucc Dat, om geen vroegere gebeurtenisfen , waar over men zyn gedagten moet blyven opfchorten, nogmaals op te haaien , Hun Ed. Achtb. zich alleenly'k bepïi* de tot het niet uitzeilen der bewuste tien Schepen naar de Hrven van Brest, daar in wederom zulk een zamenloop van omdandigheeden, en tegen elkander di reet inloopend. tegenrfrydigbèeden zyn ontwaar geworden dat daar door, tot hun gev ... ^J^eif noe des te meer op nieuw zyn bevestigd geworden in hunue rechtmatige vrees en bekommering, Welke over heï ge-  NOV. STAAT EN OORLOG. 178a. geheel beftuur van den Oorlog reeds over lang hadden opgevat. Dat men, omtrent dit laatfte, zoo veel opziens en gerugts verwekt hebbende , vooral , flegts alleen acht Saande op de Communicatie door Zyne Hoogheid, reeds in het begin van September laatstleden ter Generaliteit gedaan , van de orders by Hoogstdenzelven gedepecheerd , dat de Vloot zich van al het noodige voorzien en tot het uitloopen gereed houden zoude , en daar by reflecterende op de informatien, by de Misfive der Heeren van de Admiraliteit te Amfterdam, onder wiens Collegie de meefte Schepen , tot de Expeditie naar Brest gedestineert , resforteerden , vervat , dat dezelve Schepen volkomen van alles voorzien waren om Zee te kiezen , noodwendig niet anders overblyft dan te befluiten, dat of de gegeevene Communi.catie van Zyne Hoogheid en de informatie van de Admiraliteit van Amfterdam niet met de waarheid zoude overeenkom (lig zyn , het geen men geenzints onderftellen kan , of dat 'er by de Officieren , de gemelde Schepen commanderende, een verregaand en onverfchoonlyk verzuim en nalatigheid , om zich in (laat te ftellen, hebbe plaats gehad, en dat vooral de commanderende Vice-Admiraal Hartfinck, omtrent den ftaat van zyn Esquader, geenzints fchynt te hebben geadhibeert die voorzorg en oplettendheid, waar toe hy, uit kragte van de bevelen van Zyne Hoogheid , volftrektlyk was verpligt, of dat eindlyk de voorgewende redenen , waar door men van de reis naar Brest heeft moeten afzien, in de daad niet hebben geëxdeerd, ten minfte niet in die mate , of men zoude deeze Expeditie, met even dezelfde gerustheid als een togt in de Noordzee hebben kunnen doen. Dat men dus, aangaande dit vooral, even zoo min als omtrent alle de vorige onbegryplyke gebeurtenisfen , welke, gedurende deezen Oorlog, zoo menigvuldig hebben geëx teerd , door de ingekomen ftukken , in plaats van opgehelderd , nog des te meer in verwarring gebragt zynde, en uit de handtasrlyke tegenftrydigheeden , welke daar in leggen opgefloten , tot een harrgrievend leedwezen van alle getrouwe Regenten en C j be-  42 nov. ZAAKEN VAN i?82. beminnaars van hun Vaderland , niet anders hebbende kunnen ontdekken, dan dat 'er, in het publyk beituur ten m.nfte zeker m het uitvoeren der zakken onzer £ rme , geenzints word in acht genomen die orde , wer en promptitude, die er vooral wanneer men opregtlyk gezind was om z,ch met alle magt tegen den Vvand te verzetten en hem de gevoeligfte Haffen me re brengen zouden behooren te§ wordl^ geSveert • Hun Ed. Achtb begrypen, dat de Heeren Staaten deezer Provincie zich ten hoogden verantwoordlyk zouden ltellen met alleen bloote aanfchouwers te blyven vaS het nakend onheil, waar meede de Republyk, bv ver. dere voortduring deezer droevige iituatie , gewislyk word gedreigd , maar dat Hun Ed. Mog viel eer zich niet langer vergenoegende met het inbrengen hun'iner welgegronde klagten, over de fubfifterende werke. loosheid, op efficacieufe middelen van fpoedige reddin. ge en daadlyk herftel behoorden bedagt te zvn Dat Hun Ed. Achtb. daarom zich indispenfabel oordeelen verphgt te zyn hunne Medeleden, van wier vver tot het gemeene welzyn zy zich volkomen overtuigd houden , tot dergelyke gevoelens welmeenend op te wekken en daar by in confidentie te geven , om alle de ftukken tot deeze zaak eenigzins betrekking hebbende, teffens met de nadere Misfive der Heeren Staaten van Friesland , reeds aan het publyk medegedeeld en waarfchynlyk eerstdaags fiaande in te komen , te renvoyeren aan een Commisforiaal Befoigne , zoo ipoedig doenlyk te houden, ten einde daar ju ryplyk worde overlegd op hoedanig eene meest gepaste wys, met de overige Leden van het Bondgeuooifchap , van wegens Hun lid. Mog. zoude behooren te worden geconcurreert, om naar de ware oorzaak van den deplorabelen en voor het oog van gansch Europa fchandelyken toeHand deezer Republyk niet alleen naauwkeurig onderzoek te doen, maar dezelve ontdekt hebbende, inzonderheid het kwaad , direct in den grond aan te tasten en uit den weg te ruimen, door alle de geenen , wel. ke zich aan opzetlyk pligtverzuim mogten hebben fchuldig gemaakt, daadlyk te doen (traliën en buiten verdere admimftratie of bewind te houden , en wyders alle zoo-  kot. STAAT EN OORLOG. 1782, 43 zoodanige maatregelen te beramen en vast te (lellen , waar door by verdere voortduring van den Oorlog, da tot hier gefubfifteerd hebbende werkeloosheid der Navale Magt geprevenieert en het beduur der Zeezaken zoodanig worde ingerigt, dat de tegenwoordige wanorde en verzuim , door eene prompte directie en welberaden yver, gepaard met een ongeveinst voornemen om den Vyand afbreuk te doen, eens eindlyk worde verwisfeld. Dat Hun Ed. Achtb. hopen deeze hunne opregte en alleen tot redding van het dierbaar Vaderland ingerigte pogingen, door eene gelyke cordate medewerking hunner medeleden, eerlang agtervolgd te zullen zien, nadien, zoo wanneer dit zoo hoog en tot hier toe vrugteloos verlangd herliel niet ten fpoedigtie kan worden geêfeclueerd , Hun Ed. Achtb. zich, hoe ongaarne ook, in de alleronvermydelykfte noodzaaklykheid zullen gebragt zien , ja zelf zich oordeelen volftrekt verpligt te zyn , om daar men door inactiviteit , in het midden van den Oorlog, langzamerhand word afgemat en uitgeput, door het difficulteren van verdere Confenten tot eenigerlei Petitiën voor de Zaaken van de Zee , ten minde zorge te dragen, dat 's Lands inkomften nog daar by ook niet nutteloos worden verfpild, en van welk voornemen, reeds meermalen gedeclareert, de daadlyke uitvoering alleen door de hoop op betere tyden tot hier toe is uitgefteld! En werden Gedeputeerden gelast , deeze Propofitie in den text der ordinaire notulen van Staat te doen inferereu. CCXXXVI. Refolutie, by wyze van Conciliatoir van de Advyzen der drie Gelderfche Kwartieren , genoomen betreffende de Expeditie naar Brest. T Tun Ed. Mog. hebben goedgevonden, om de Ge1~X committeerden deezer Provintie ter Generaliteit te authorifeeren en te gelasten, om ter Vergadering van li.  4i wor. ZAAKEN VAN i?8a H. H. Mog. voor te draagen, dat H. Ed. Mog. met veel bevreemding hebben moeten ondervinden , dat het vertrek der tien Schepen naar Brest, 't welk door de eenparige Refolutien der Bondgenooten vastgefteld . en door de dadefyk opgevolgde ordres van Z. D H als Admiraal Generaal bevolen was, geen voortgang gehad heeft. Dat H. Ed. Mog hier uit niet anders kunnen belhuten, dan dat of verzuim of andere wezenlvke gebreken , voor 't Land ten Hoogden prajudiciabel moeten hebben plaats gehad, welke zonder behoorlykè voorzieningen , alle voortenemene Expeditien in 't vervolg onzeker zouden kunnen maken, en op losfe Schroeven ftellen. Dat H. Ed. Mog. zig mits dien indispenfabel verphgt hadden gevonden, om door haare Gecommitteerdens ter Vergadering van H. H. Mog. , overëenltomftig het gewigt deezer zaake gepaste inftantiën te doen , ten einde met alle fpoed beraamd en werkdellig gemaakt mogen werden de nodige maatregelen welke ter nafporing van de reden en oorzaak daarvan zullen kunnen dienen, opdat, indien by zoodanig onderzoek bevonden mogte worden, dat zulks aan mankement van devoir zy toe te fchryven, tegen de plichtige na behooren moge worden geprocedeerd ofte wanneer daarby mogte blyken, hetzelve door eenig ander wezentlyk deffét geoccafioneerd te wezen, daar regens convenabele middelen van redres opgegeeven en by de hand genomen mogen worden, het zy volgens den voorflag van de Heeren Staaten van Utrecht door eene verandering in den voet van Victualie van 's Lands Scheepen van Oorlog , en 't aanleggen van Magazyneh in de Zeehavenen van den Staat te introduceeren en vast te Hellen , of op eenige andere wyze de voorkomende gebreken te verhelpen: alles ten einde de Bondgenooten en Z, D. ïhogh. niet meer op 'eene dier gelyke wyze mogen worden te leur gefield , maar de ordres, tot eenige expeditie afgevaardigd, promptelyk as.' tervolgd en nagekomen mogen worden. CCXXXV1I.  kov. STAAT EN OORLOG. 178a. 43 ' CCXXXYTI. Misfive van de Regeeringe der Stad Dokkum , aan den Prinfe Erffiadhouder; inhoudende kennisgeeving van haar Bsfluit omtrent de Ambulatoire Ampten. In dato 29 November 1782. DOORLUGTIGSTE VORST en HEERE! \V~Ty kunnen ons niet dispenfeeren , Uwe Doorl. \y Hoogheid, by deezen, kennisfe te geeven , dat wy, om moveerende redenen , hebben goedgevonden , onze Volmachten ten Landsdage expresfelyk te interdiceeren , de Ambulatoire Ampten op het Kwartier der Steden , ingevolge het 27 Art. van het Reglement Reformatoir van Uwe Doorl. Hoogheids Heer Vader glor. sed. vallende , in het toekomende , aan Uwe Doorl. Hoogheids , of iemand anders , dispofitie op te draagen: —— Wy hebben deezen ftap van zoo veel belang voor het algemeen welzyn geconildereert te zyn , dat wy niet hebben willen nalaaten, de MagHtraaten en Vroedfchappen der andere tien Vriesfche Steeden daar van te informeeren , in hope, dat Haar Ed. Achtb. onze pogingen wel met hunne medewerking zullen fecondeeren : Voor het overige blyven wy ons,, deeze Stad, en de Burgeren en Ingezeetenen van dien met behoorlykè eerbied te recommandeeren in Uwe Doorl. Hoogheids hooge protectie, en neemen de vryheld, ons met diep refpeét, te teekenen, DOORLUGTIGSTE VORST EN HEERE J Uwe Doorl- Hoogheids onderdaanige Dienaaren, Burgemeefteren, Rechten de Raaden der Stad Dokkum. (Was get,) j. FOCKEMA. (Onder ftond) Dokkum den Ter Ordonn. van den Raad. 29Novemb. 1782. (Was get.) P. SliïDERBAAtf. CCXXXVIII.  46" nov. ZAAKEN VAM 1782. CCXXXVni. Refolutie der Re.eeringe van de Stad Bolswerd omtrent het niet opdraa. yfnTV'^n/'lat0ire ^Ptenaan Zyne Hoogheid den Prinfe Erffladhouder. In dat 39 November i~Z. fythnpn1 een Misfive van Burgemeefl-eren Kerhr K.J en de Raden der Stad Dockum i 7? » Kecht November ,782, dienende tergde vaTeJ Reuf we,gemdde Re^-g ï-Lt Fiat infertio. Waarop gedelibereert , en teiFens in aanfchouw genomen zynde, de tegenwoordige kommerlyk.Xnd van de gemeenen Landsmaken , om we kwHle aS gepaste middelen , zorgvuldig by' de hand behor n g nomen te worden , om in deeze Provincie de Harmonie onder al e de Kwartieren van den Staat zoo veel immers mogelyk compleet en beftendig te maken ten einde Hunner Ed. Mog. welmeenende en wrd«ê Re" folutien eenpang genomen , en met eer-en gelukkigen uitllag, bekroont mogen worde. s«uKKigen Zoo is goedgevonden en verftaan by deezen te arre. fteeren en voor altoos vast te Rellen1, dat de Ambalatoire Ampten , op het Kwartier der Steden vallende voortaan door de Volmagten van deeze Stad, in der tyd, niet meer ter begeeving zullen worden opgedraagen aan Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf. ftadhouder maar dat de dispofitie daar over, op het loflyk voorbeeld en volgens een, van oudsher ftandge. greepen gebruik der drie Landkwartieren van S ZVr'Th}yT hJ ïet Kwartier der St££ .SS. StaJt> Wordende de Volmagten deezer Stad in der tvd ter Staatsvergadering gecommitteerd , wel expresfelyk gelast, deeze onze Refolutie ten allen tyde ftriclelvk te obferveren , en ter executie te leggen. Gelvk de Volmachten voor den aanftaande jaare boven dien nog fpe-  nov. STAAT EN OORLOG. 178*. 4? fpecislyk gelast worden om op den eerstkomende Or« dinaris Landsdag, de zaken daar heenen te helpen dirigeer en , dat het rouleren der Commisfien van Staat in het Kwartier der Steden, voortaan op eenen ^vasten voet , naar eenen te makene roofter, gebragt werde , en de Ampten alzoo , vervolgens, gereegelt, by tourbeurten, rond gaan. En zullen geene Leeden uit de Magiutaat of Vroedfchap tot het Volmagtfchap geadmitteert worden, dan na alvorens deeze Refolutie, by de jaarlykfche ftemminge ten Landsdage te hebben onderteekent, ten welken einde daar van een affchrift, in behoorlykè forma, in het Stemboek deezer Stad zal worden geplaatst. Gelyk meede geen nieuwe Leeden in de Vroedfchap zullen worden toegelaten , dan na voorgaande onderteekeningen deezes , ten geblyke van bekragtiging en goedkeuring. En zal extract deezes jaarlyks aan de Volmagten , die gecommitteert zyn , worden gegeven tot hun narigt, en om zig na den inhoud dies exacte, lyk te gedragen. Aldus gearrefteert en gerefolveerd op den Raadhuize binnen Bolsward den 29 November 178a. (Was get.) r. fontein van reidsma , PrafeS , l. u. fokkens, n. elgelsma, f. tighelaar, c. heineman , r. van der meulen , S. de boek. , jan steensma , o. VAN geelkerken , s. nieuwland , dirk eersb1ans , abr. van der burg, J. faber, obe postemus , j. oudeboom, s. braak s ma, Secretaris. CCXXXIX.  48 nov. ZAAKEN VAN CCXXXÏX. Repst aan de Wel Edele Achtbaare H'erenlMyne Heeren; Burgemeeji,. ren Scheepenen en Raaden , mits. gaders Wel Edele Heeren 7 Myne Heeren ! Leeden der Gevvoore Ge. meente, gezamentlyk uitmakende het Corpus der Regeering van de Stad Steempyk betreffende het genot van ae Vrye Jagt. ö Remoiillreeren aan ü Wel Ed. Achtb. en Wel Edelens, de Ondergetekende gequalificeerde Groot Burgers der Stad Steenwj-i: ; hoe dat zedert ondenlLSfce tyden ja meer dan drie honderd jaaren herwaard,! door hen Lieden of derzelver Praedecesfeuren is Beëxerceerd de Vrye Jagt. 8 - Dat of fchoon men hier in (voor eénigen tyd) w»l een.gz.nts verhinderd is, door SS en andfre dS^rTs I fe M^t'T a mdm^™"ê™i egter de Heeren va. de Magiftraat daar tegens vigoureus hebben gewaakt w°ï «neAw,e,u,tf werkte Deductie , by welke Hu* Wel Ed. Achtb. het regt hunner Burgeren hebben ge" reclameert (van welk gelyk ook van de daar aan ge. hegte bewysdommen, op welkers voetipoor Remonttran- vmelmTetrfg£dienffig ^sn> ee'b^ Daar nu egter (zoo men verneemt) andere Steden van deeze Provintie verre van de onze in rang deviëerende, opgewekt zyn geworden, van haar Recht gebruik te maken ; zoo hebben de Ondergeteekendens om zig voor de Nakomehngfchap onyerantwoordelyk te fte? len en tevens haare eigene Regten te bewaren en te handhaven , het van hunnen indispenfabelen pligt gevonden, om haare en derzelver descendenten, als Groot Burgeren deezer Stad , Regten en Privilegiën te reclameeren voorts allerootmoedigst te verzoeken. Dat U Wel Ed. Achtb. en Wel Edelens de gequalificeerde Groot Burgers der Stad Steenwyk, by Haare Vcorregten en Privilegiën gelieven, te handhaven, dus het  Kofc • STAAT EN OORLOG. 1782. 49 het gebruik der Vrye Jagt, zoo als bevorens door haar vry en onverhinderd altoos is geoeffend geworden , te doen genieten , en daar toe ten fpoedigflen de noodzakelykfte en gunftigfte befluiten te neemen , en ter uitvoer te doen brengen. 't Welk doende &c. CCXL, Request van Burgers èn Ingezeetenenvan Franeker , aan Burgemeesteren en Vroedfchap dier Stad , over het niet opdraagen van de Ambulatoire Ampten en €ommisfien , op het Kwartier der Steden vallende, aan den' Prinfe Erfftadhouder. m& .» 'j$4 tini..ifKiiti*> v. ■•■ • v ; «•..» Aan de Edele Achtbaare Magiftraat en Vroedfchap der. Sleede Franeker. 8 ,:i£;-.iV ■" ei 3.. sn • 31 Geeven U Ed. Achtb. en Vroedfchap met alle fchuldige eerbied te kennen, de ondergefchreevenBur-, gers en Ingezeetenen deezer Steede, hoe dat de Supplianten 'nu zedert eenige jaaren, zedert de ongelukki-ge troubles, tusfchen den Staat der Vereenigde Nederlanden en Groot-Brittannien j .met innerlyk leedweezen gezien hebben, de veri'chillende fentimenten der Quar»; tieren deezer Provincie, waar by meesten tyd het Quartier der Steedeu zeer dillereerde van die der anderen, 't geen van tyd tot tyd de goede Ingezeetenen deezer Provincie, in veelerhande discourfen, disfidien en tweedragt heeft, ingewikkeld 5 de Supplianten zullen by deezen zig niet iulaaten, welker denkwyze tot behoud , Welzyn en Bloey onzer dier gekogte Vryheid ,, Com-. mercie en Navigatie en beftaan der Ingezeetenen deezer Republiek en van onze Provintie in 't byzonder de beste en voor God en Volk de verantwoordelykfte zy; maar het zy ons gegunt , dat wy U Ed. Achtb. en Vroedfchap renvoyeeren tot de Misfive van de Ed. Achtb. Magiftraat en Vroedrchap der Stad Dockum, J X. deel. D aan  50 nov. ZAAKEN VAN i-g*. wffid#!.AcIl-bs'^^X>^fct,flfi toegezonden , de inhoud derzelver » U Ed. Achtb. en Vroedfchap te wel bekend, dan dat de Supplianten h,e, by eenig ExrS ten ™ Z°1llden V°egen' dog dezeIve is de Supplianten van zulk een gew-gt voorgekoomen , dat % als Getrouw, Burgers en Ingezeetenen z,V niet ffgJrheK ben kunnen onthouden om zig tot ü Ed. Achtb. en Vroedfchap te wenden , mer ootmoedig verzoek dat Ï5 deEsfalAnhtb; ^ Vf0PdrChap behie;eom me'tddLC JU fn IRr !T Sl*5"' hun Wel Sondeerde Reolutie en Misfive de Concert te ageeren L en de zaaken ten (oedigden daar toe te dirigeereV, dat op de aanflaande ordmans Landdag de Ambulatoire Ambten en Commisfien op 't Ouartier der Sleden vahende , voortaan nimmer aan Zyne Doorl. Hooeb den HeerI Pnnce Erf-Stadhot,der (ais regtltreeks ,t yd'endë "gen] de heilzaame Fundamenteele Wetten) worden opgedra. fan 'IT Rd ashfubekWa^e Pe/foo»e" u" het mi Men van -U Ed. Achtb. en Vroedfchap . tot Volmagten te verkiezen, welke met alle vereistens voorzien zynom je behartigen en waar te neemen de Welvaart, Bloey, ?~ e" Navigatie van dit ons lieve Vaderland Sr^Z n t" AXbXea- e" Comm^n niet de andere Steeden op hun Ouartier vallende, te helpen opmaatfv,00rtaan zoodanige perfoonen in den Raad en Vroedfchap te verkiezen , welke genoeg/.aam gequalifiB7rLTP bekwaamheed^ bezitten ogm bet^t der en InlLn ^"tenen te handhaven en voorteltaan, ™i™ g ' StadSJ Conftitutie te befchermen , zonder eenige recommandatie van iemand, welke zig dit re-t zedert langen tyd heeft willen aanmatigen, i„ 1 te ïoS;rT FrddaAr.t0K te eiigeeren die geenen> \t ?d: en Vroedfchaps. vrye keu>e en ollZZZ^1* dC g6fchlktlle - ^kwaamite ge? CCXLI.  nov. STAAT EN OORLOG. 1782. $1 CCXLI, Advis van den Heere p. ebbenhout , Vroedfchap van Ënkhuizen , ingebragt 'ter Vcrgaderinge van de Regeeringe dier Stad , nopens het gemeenfchappelyk beraanttn van Krygsverrigtingen met Frankryk tegen Engeland, In de Maand November 1782. Het fecreet Rapport tot nader Concert over de KrygsOperatien ter Zee met het Hof van Vrankrvk, eeduurende deezen Oorlog , ter Deliberatie van Hun El. Gr. Mog. , werwaards ik als Gedeputeerde van wegens deeze Stad afgevaardigd was, op den 11 October jongstleden gebragt zynde, advifeerden de Heeren van de Ridderfchap, op dit fujet van gevoelen te zyn, dat zoodanig Plan geduurende de aanflaandeCampagne maar alleen behoorde te worden geconcerteerd, met communicatie, dat Zyne Hoogheid gedeclareerd had , huyverig te zyn, om zich met dit werk te meikeren, in zoo verre, dat zulks op zyn naam zou gaan, dat het geyoeglyker was , zoo zulks gefchiede van Souverain tot Souverain , proponerende dus uit naam van Zyn Hoogheid, om 't zelve, alles egter met voorkennis en overleg van Hoogstdezelve, aan de Gedeputeerden tot de Buitenlandfche Zaken of Secreet Ecfoigne te renvoyeeren. ■ Terwyl de Heeren van Dordrecht en eenige andere Leden deezen voorflag declineerden, en oordeelden, dat de Perzonen tot de Buitenlandfche Zaken of Secreet Befoigne daartoe niet gefchikt waren. Wanneer egter Zyne Hoogheid op adfiftentie van des kundigen inlleerde, dan moest, huns oordeels , eene andere Commisfie geformeert worden, zynde gemelde Heeren niet zonder bekommering, dat het Hof van Vrankryk zich op dien voet niet zou inlaten. .1 Wy als Gedeputeerdens , alhoewel gelast, uit aanmerking van de billykheid, noodzaakelykheid en overeenkomst met de jegenswoordige Conffitu. tie der tyden en zaken , zonder eenige hiefitatie ons D a met  52 nov. ZAAKEN VAN 1782. met gemelde Rapport te conformeren, declareerden egter, uit hoofde van deeze nieuwe emergenten den ftaat der deliberatien ter kennislë van Uw Ed. Gr. Achtb. te zullen brengen, waarby z-ch ook eenioe Steden gevoegd hebben, en is dus dit poinct tot nadere deliberatie 11-tgefteld , met welk Rappnrt nogrnans alle de Steden zig op gepa^feerden Viydag hebben gecon. formeerd, except deeze onze Stad; hebbende de Heer Pjufionaris van der Willige, zonder ons Gedeputeerden daarover te confuleeren, goedgevonden ,di' poinct weder overtenemen , niet tegenRiaiuie, myns bedunkens, dit by den Heer Raad-Penfioharis en vele Leden zeer envel wierd opgenomen, en door Hun Kd. geirrgeert, dat de Gedeputeerdens Woensdag aanltaande dieswegens in gereedheid zouden zyn, en het is dan zonder twyfel, dat dit poinct op verzoek van gemelde Heeren Gedeputeerdens ter deliberatie op deeze Vergadering gebrast word. Ik kan, Ed. Gr. Achtb. Heeren, myne verwondering niet ontveinzen over de declaratie en propoficie van wegen Zyne Hoogheid , door de Heeren van de Ridderfchap ter tafel van Hun Ed. Gr. Mi» «-edaan Daardoor geeft Zyne Hoogheid , alhoewel by Hoogstdezelve geene zwarigheid heeft gerendeerd , om in het nu byna afgelopene jaar met den Hertog de la Fauguion een plan van concertering niet alleen te formeeren, maar ook ter uitvoer te brengen, te kennen dat Hoogstdezelve thans difficulteert, om die post weder op zich te nemen , en dus langer als Admiraal Generaal te fungeeren. Hoogstdezelve declareert immers zich wel met het werk te willen melleeren en de voorgeflagene Commisfie van zyn Pijeadvis te'dienen dog de gevolgen van de directie voor rekening en ver antwoording van de Commisfie overtelaten waaruit dan proflueert, dat Zyne Hoogheid als Raadsman in deezen zoude willen ageeren ; anders kan ik voor mv niït begrypen , wat men uit het geüitte der Ridder, fchap zoude moeten bed uiten. Diarvoor moet nu, Ed. Achtb. Heeren, gezorgd, en Zyne Hoogheid verzogt worden, volveerdi* als ré voren den post als Admiraal Generaal op zich te nemen,  nov. STAAT EN OORLOG. 1782. 53 men , zoodanige efficacieufe middelen met bet Hof van Vrankryk te beramen, als ten meeste afbreuk van den gemeenen vyand, en bloei van onze Vryheid en lieve Vaderland, zouden kunnen (trekken , in alle gevallen en ten allen ryde als Admiraal Generaal refponfabel blyvende. — Begeerde Zyne Hoogheid des niet ta min adfiftentie van des kundigen in deeze haggelyke tyds-omltardigheden , moet Zyne Hoogheid voor zyne z'éle bedankt, en aan dit verzoek voldaan worden , terwyl alsdan hoe eerder zoo beter aan Zyne Hoogheid zoodanige Perzonen behoorden te worden toegevoegd , wier deugd en trouw blykbaar. in deeze dagen zyn gelouëerd, en waarop Hoogstdezelve zich altoos kan verlaten. Ik ben dan, Ed. Gr. Achtb. Heeren, eenvoudig^van Advis , om de Heeren Gedeputeerden ter dagvaart te gelasten en te qualificeeren, om op aanftaande Woensdag , zonder nader referve , de hun gegevene last op den 24 September , uittebrengen , en voorts daarheen te helpen dirigeeren, dat Zyne Hoogheid verzogt worde, ce directie van het Concert ageeren met het Hof van Vrankryk weder op zich te nemen, zoo als zulks in het gepasfeerde jaar door Hoogstdezelve is verrigt geworden , mits egter ten allen tyde refponfabel blyvende; — en zoo door Zyne Hoogheid op eene Com, misfie wierde geinlteert, dat men dan aan Hoogstdezelve moet toevoegen Lieden, wier deugd en Vaderlands liefde ieeds beproefd is, met deeze verüande nogthans , dat deeze te benoemene Heeren Zyne Hoogheid alleenlyk van hunnen raad en confidentie zullen dienen, terwyl de verantwoording der directie als Admiraal Generaal voor Zyne Hoogheid moest blyven.— Intterende , dat dit myn Advis weder voor protest in de notulen deezer Vergadering worde geinlereerd onder rjferye als te voren. D 3 CCXLII.  54 nov. ZAAKEN VAN 1782. CCXLII. Aantekening van den Graave homPi'fCH, Landdrost van Twente, raa* kende het fchenden van zynen naam en dien van andere Regenten in de Nieuwspapieren. " OMff gefch,;eeVen D,'05t van Twe»*' heeft zig " kunnen dispenfeeren, aan HaarKd „ Mog. Ridderichnp en Steden onder het oóg te bren" F"' °e.hy meC veel ongenoegen heeft moeten zien „ dat men hem in zyn Ampt en Perfoon zoo wel als „ andere Leden van de Regeering deezer Provintie bv „ publieke naamlooze Gefchriften en Couranten, zoekt " L fT,6" T te fuSilleeren, op eene wyze/dia „ alle weldenkende en onpartydige Lieden mee veront„ waardigmg moeten aanzien. verontDat hy ondergefchreeven by zig zeiven wel bewust " e heb£n2yUe handdi"?e" ««* ^ Pngt be^g „ te hebben , met een vry en onbefchroomd gemoed durft prevoceeren en uittarten, alle de geenen de. „ welke yermeenen mogten , jets ten zynen laste te „ kunnen inbrengen, wel verzekerd zynde zyn gedrag „ m allen opzigte te kunnen justificeeren , en z'Ttl „ verantwoorden , ook zelfs tegen zoodanige prsetenfe " teSCnhaP/en' fS by Publieke Nieuwsrydingen on„ bekhaamd worden voorgegeeven, onder deezen of „ genen ten zynen lasten te zyn berustende. " i3,- ry ■ 0lldergeichreevene vermeend de Autheur? " Z .ff™™™ ^zooda^'ge naamlooze Gefchrif! „ ten en Brieven, in Couranten en elders geplaatst „te mogen houden en verklaaren, zulks doende by „ deezen, voor Lasteraars en Faamroovers: in dat ver- " ntr' , zig dieswegens wel lui- „ len weten te resfenteeren, en aan de Leden van Re. " f RJ °P ÏH* eene aoonende wyze telkens getra„ duceerd worden,, , tragten zoodanige Satisfactie te „ bezorga;, als den aard der zaak en de atrociteit van „ tuergelyke Inflmulatien komt te vorderen." (Was get.) heiden hompesch. CCXLIH.  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 55 CCXL1II. Acle van Aanftellinge van twaalf Gecommitteei dtn uit de Burgerye te Deventer. In dato 1 December 1782. Tp\oor de gezamentlyke goede Burgery en welmeeJLV nende Ingezeetenen der Stad Deventer , ter inle. vering van derzelver beide refpeétive Rtqu sten , verzogt en gecommitteerd geweest zynde de tydelyke generaal Ouderluiden der grootè en kleine Gilden, Hendrik Alfrink en Hermanus Hoekers, revers en met adl'uinp ie Vari de '«u -ter Officieren Pieter Rempelaar en Joan Christofel Frister; en door deeze vooiU. Geco in.nitieerden aan gemelde Bnrgery en Ingezeetenen behoo'lyke Co'nmunicane gegeeven zynde van de Refolutien, fêfpeflïivelyk door de Wel Èd. H.iog Achtb. Magiftraat en de Wel Ed. Achtb. Gezworen Gemeente hun, G'c iQimifeerden, gedaan ter hand (lellen , als meede van het rapport , door Hoog en Welgemelde Heeren hun gedaan toekomen ten reguarde van het Succes , dat de verzoeken van voorfz. Burgers en Ingezeetenen ter Staatsvergadering van Ridderfchap en Steden op het jongstleden Reces van den Landdag gehad hebben: Is ons Ondergetekenden alzoo ter kennïsfe gekomen, niet alleen , dat de Heeren , welke wegens deeze Stad ter Dagvaart op voorfz. Reces zyn gedeputeerd geweest, nevens die van de Steden Kampen en Zwolle , gellerkt met het conforme Advys van den Heer Drost van Ysfelmuiden, finaallyk geconcludeerd hebben tot de affchaffing der Drostendienften, zonder egter de Publica* ie daar van , uit hoofde van de oppofitie der Ridderfchap, te hebben kunnen effeftueeren; maar ook , dat de Heer van der Capellen tot den Pol, wederom fesfie genomen heeft in de Staatsvergadering, waartoe Zyne Hoog Welgeb. met gemeene bewilliging van alle fegtgeaarte en billykheidlievende Vaderlanders, is gereadmitteerd geworden. Het zou dienvolgens, dunkt Ons, geheel onbetaam. lyk wezen, indien Wy niet vertrouwden, dat de ob» D 4 jee-  56 dec. ZAAKEN VAN 1?32. jeclen van ons verzoek door onze braave en hoog ge. achte Regenten op een Vaderlyke wyze zyn in 't 002 gehouden, en uitgewerkt met zoodanige cördaten yver! als de omftandigheeden des tyds hebben toegelaaten en indien Wy hier op in gebreeke bleeven, Myne Heeren van de Magiftraat voor alle aangewende devoiren betrekkelyk tot het efFeftueeren der beide voorfz. S^niT"'»6^" ' °P het nedri§st te bedanken : gelyk ook de Heeren yan de Gezworen Gemeente voor alle die ernftigfte en kloekmoedige poffingen, door welke onze Remonflrantien allezins onderfteund, en onze verzoeken kragtdadiglyk zyn aangedrongen geworden ■ Dan overmits Ons by generlei Ouverture is'gebleken , Qt en hoe verre in bovengemelde Staatsvergadering eenig tentamen gedaan zy omtrent liet point van overfleroming, welkers Redres Wy insgelyks verzogt gehad hebben , en door welke de Heeren van de Ridder, fchap, ftrydig met de oude conftitutie van 's Lands Regeering en met de baarblyklyklte equiteit, getragt hebben, en nog tragten, boven de Heeren uit de Steden te prasdomineeren, buiten twyfel ter bereikinge van een oogmerk , het welk niet alken al te zeer particuliere belangen verraadt, maar ook de Retenten onzer Steden , mitsgaders Ons en alle vryheidminnerde h> woonders deezer Provincie , in gevaar Held van welhaast tot een flaaffche fubmisfie vernederd te worden. Vermus Wy ook uit de Refolutie van Schepenen en £f «0Ver/-°?,ReqUest> ter Tafel va" hunne Wel J±-d. iloog Achto. Sa gebóden, met byzondere vreugde gezien hebben de verklaring van Iloogstderzelver volvaardige genegenheid , om aan de billyke en regtmstige verzoeken van hunne goede Burgery altoos genoegen te willen geeven: gelyk de Wel Ed, Achtb. Heeren , Leden van de gezworen Gemeente, niet minder by Refplupe gedeclareerd hebben, zulks ook, zooveel moge.yk, haar eenige hoofdbedoelde en oogwit te we, zen; tn Uy, dien ten gevolge, zyn aangemoedto geworden, op onze eerbiedige Vertoogen , en zoo Wv meenen, billyKe en regtmatige verzoeken, in beide voorgemelde Requesten vervat , met alle verfchuldigde reverentie zoo lange te blyven initeeren , tot 'dat de, zei-  dec. STAAT EN OORLOG. 17S2. 57 zelve , ten eenemaal of zoo veel doenlyk , zyn uitgewerkt en geëffectueerd , waar na , zqp wel als na het wechneemen of verbeteren van nog andere grieven en abufive digresfien , Wy zoo veel te vieriger behooren .te verlangen , hoe veel te meer Wy, in dit al'erbeklaaglykfte tydgewrigt, redenen hebben van bekommerd te zyn over den hachlyken toeftand van 's Lands Welvaart in 't gemeen, en over het totaale verlies van onze Burgerlyke Vryheeden en Voorregten in het byzonder; Zaaken, om welke, onder 's Hemels Zegen en ónaf hangelyk van de pligten , welken ons de Godsdienst difleert, indien 't nog niet te laat is , te verboeden of te herftellen , voor Ons geen andere weg open ftaat dan , met verwerping en verfoeijing van alle feditieufe bewegingen , naamlooze Schimp- en Lasterfchriften, en het geene wyders dient om de gemoederen tegens eikanderen te verbitteren , ons onder bedaarde Remonflrantien en onderdanige verzoeken te vervoegen tot onze wettige Regenten, de Wel Ed. Hoog Achtb. Heeren van de Magiftraat deezer Stad , wier bereidvaardige attentie op de algemeene fmeekftem hunner gehoorzaame Burgery , voor al in deeze rampfpoedige en kommervolle 'dagen , wy niet in twyfel mogen trekken ; als meede en wel in 't byzonder tot onzer Stads getrouwe Vaderen, de Wel Ed. Achtb. Heeren, Leden'yan de gezworen Gemeente, tot welken Wy ds ftrikfte betrekking hebben , en in wier geduurzaame geneigdheid om onze decente Remonflrantien en verzoeken by alle gelegenheeden wel te willen accepteeren, en met derzelver veelvermogende intercesfie te begunftigen, wy derhalven ten vollen berusten. Eindelyk , vermits de bovengemelde Generaal Ouderluiden en Burger Officieren te kennen hebben gegeeven , dat Zylieden -thans moeiten geconfidereerd worden, als hebbende de hun opgelegde Commisfie geëindigd en volvoerd, en dat zy over znlks zich met geen opftel en inlevering van eenig Dank- of ander Adres konden en mogten belasten noch bemoeijen , ten zy daar toe te zyn op nieuw verzogt, en nevens eenige andere bekwaame Medeburgers, hun bekend en aangepaam, door het gantfche lichaam der Burgery by fpe? D 5 ciaa-  53 dec. ZAAKEN VAN 1?B2, cjaale Acte benoemd , en fchriftelyk onder belofte van fchadelooshouding en vrywaring gerequireerd ^oo is c, dat wy Ondergetekenden , na welberaden overweging van al het voorfchreevene de noodSSj" beid erkennende dat de welgemelde Generaal O der- rtlnïïi!11^ 005^™' 0Ver wie"s dienstvaard ge en gelukkige verngtingen wy tot hier toe zoo .eer vol. v3annhpynk'. n°S eeniSe" tyd tot de verdere uitvoering van het beloop hunner commi.Jie verzogt wierden en hier by van de billykheid en nuttigheid hunner voöffz. confidentie overtuigd zynde, ten dien einde met hm. ZITTEL™ S°,edkeurillg verzogt, benoemd en aange eld hebben, gelyk Wy verzoeken benoemen ea aanftellen de perfoonen van TT^r*0. ea JOA^NKS BRrKKHUïS, JAi\ VAN CALCAR, GERHARD BANNIER, HENDRIK B0SSEMAKER LAME. ZOON A3LEXANDER ELBERTS, JOHANNES VAN VEENHUIZEN, lïNGBERT WYiWOORDEN, HENDRIK BRILMAN. Ten einde om met en nevens de meergemelde Cenc mal Ouderluiden en Burger Officieren, by Reprelem> ne van en wegens de gezamentlyke Burgers en Ingezeetenen deezer Stad , voor de toeftemming en goedkeuring van welkers menigte, die ter tekening van deeze Acïe als al te talryk behooren geconfidereerd t« worden , wy gerustelyk de vryheid neemen van te cavee. We', VA gHPaSteAe!l «rb£edig Dankadres , zoo aan de Wel Ld. Hoog Achtb. Magittraat, als aan de WelEd Achtb. gezworen Gemeente aan te bieden voor en ter erkentemsfe van de goedgunflige refiexien op onze verzoeken , en voor de regt vaderlyke devoiren , relatief tot de geëffectueerde pointen , ingevolge van onze gemelde verzoeken , door Hoog en welgemelde Heeren reeds aangewend; met vriendelyke Recommandatie, om tevens Hoog en welgemelde Heeren op het onderdanigst te iuppuceeren, dat dezelve gelieven gebruik te maa*  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. '59 maaken van de emftigfte pogingen , om op den eerstKomenden Landdag, welke alhier te Deventer (laat gehouden te worden, dat geene te tragten te voltooijen, 'het welk op de laatsleden dagvaart te Zwolle niet ten eenemaal heeft kunnen uitgewerkt worden, of het welk aldaar, tot ons leedweezen , nog eeniger wyze fchynt te zyn gebleven gepraeterieerd. Ende alzoó ook , om van nu af aan en vervolgens naar tyds ornüaudigheeden gepaste Remarques en Con. fideratien , zoo als reeds in ons ingeleverde Request is aangeroerd, het zy in form van Memerie, Retnonflrantie, Smeek- of Dankadres te ontwerpen en op te (lellen, mitsgaders, na dezelve ons te hebben doen voorleezen , en , door ons goedgekeurd zynde , met onze handtekening te hebben -doen bekragtigen , al< dan te exhibeeren, fpecialyk of refpectivelylt, aan de Wel Ed. Hoog Achtb. Magiftraat en aan de Wel El. Achtb. gezworen Gemeente, wederom onder vriendelyke aanbeveeling van daarby altoos te obferveeren die hoogachting en veneratie , welke wy verfchuldigt zyn aan de aanzienlyke digniteit van onze hooggeëerde Overheeden. Tot beter en beftendiger uitvoering van welke Commisfie wy hen kwalificeeren en magt geven om , gelyk, de beide Generaal Otiderluiden van deezer Stads Gilden jaarlyks door andere parfoonen vervangen en opgevolgt worden , zoo ook voor en in plaatze van de geenen , door ons thans benoemd, verzogt en aangeiteld, alle jaaren , ofte ook , by aldien , door eenige perfoneele gebeurtenis of anderzins mogten uitvallen of verhinderd worden, als dan tusfchen tyds, andere Medeburgers by opvolging te benoemen , te verzoeken en aan te (lellen , op zoodanige wyze en naar zoodanige voegzaame orde , als ten meeften genoegen der gezamentlyke Burgers en Ingezeetenen van de Stad, zullen oordeelen te behooren ; onder opentlyke verklaring en trouwhartige belofte van zoodanige voorgemelde Memorien , Remonflrantien, Smeek- en Dankadresfen te neemen en te houden voor onze rekening en verantwoording , en alle voorfz. verzogte en aangeftelde perfoonen 9 het zy nu of hier na, ingevalle hun dewegens eeni-  fc> dec, ZAAKEN VAN I?SSf eenige moeilykheeden of vexatwn „n„ • , k o^g^e^ Aldus gedaan te Deventer den r December i-8a. ISzieenlveknPdRd°0r ee" groot aantal aa«" zienlyke Burgeren en ingezeetenen. CCXLIV. Misfive van de Regeeringe ven Bols. Werd aan de Regeeringe van DokKum , inhoudende derzelver Befluit omtrent de Ambulatoire Ampten. In aato i December 1782. edele achtbaars heeren{ WYArh!tm 2 °p zyn tyd '• wel ontfangen U Ed. Achtbaarheedens Misfive van den 26 Nuvem' Her ongstleeden , dienende ter geleide van eene Stads Refr, mie van denzelven datum, S kenV^Zf? nagdaten den inIl0l3d ^r beide ftufc. leien en dfe • TTegenA en in delibera«e » fen met de onJ tV,ndende Êen Confb™iteit van dennent onl in ff^i l'"nen Wy thans melden' daaromdie van U L fti" ^ derge,yl?e Refolucie > a!* £ id vïn IWm4 h'ba3re ? met eene *roote meerder. Vroedf L 7 " ' 200 ln de Magiftraat als in de Wyders bedanken wy U Ed. Achtbaarheeden zeer voor de aan ons zoo vriend nabuurlyk gegeevene olï mng van het gerefolveerde ter uwer fleed; en wv vleien ons, dat het ü Ed. Achtbaarheden nie dan bl zonder aangenaam kan zyn , dat wy tot het neemen van eene dergelyke Refolutie zoo fpo^dig en cS meede zyn toegetreeden. ^uc.UJg «1 coraaat, Wy wenfehen , en zullen met 'er da,ad ook poogin- gen  »èc. STAAT EN OORLOG. 178* €1 gen doen , dat dit heilzaam befluit by de overige Steden deezer Provincie doorga, en de uitvoering daar van, met eenparigheid, ter hand genomen worde. 1 Waar meede wy U Ed. Achtbaarheeden bevelende in de Protectie van God Almagtig, verblyven, EDELE ACHTB. HEEREN, U Ed. Achtbaarens Goede Vrienden, Burgemeest> ren en Raden der Stad Bolsward. Bolsward, den 1 Decemb. 1782. (Was gei.) R. FONTEIN VAN REIDSMA. (Onder ftond) Ter Ordonn. van dezelve* Magiftraat én Vroedfchap der Stad Dockum. (Was get.) s. BRAAKSMi* . CCXLV. Refolutie van de Regeeringe der Stad fdindelopen , wegens de Ambulatoire Ampten. In dato 2 December 1782. De Magiftraat en Vroedfchap der Stad Hindelopen na voorgaande wettige aanzegginge op den Raadhuize gecompareerd zynde, is, door den Prefideerénden Burgemeefter , voorgedragen , dat by hem waren ontfangen twee Misfiven, de eerfte van de Burgemeesteren Recht en de Raaden der Stad Dockum , in dato den 26 November 1782. en de tweede van Burgemeesteren en Raaden der Stad Bolsward, van den 30 daar aaa  ó2 dec. ZA AKEN; VAN 1?82.. aan vozende , ter: geleide van de Refolutien by baar Achtbaarheeden genomen, behelzende in fubftanrie om van nu voortaan de Ambulatoire Ampten, 0p het Ouartier der fteeden vallende, zelfs te begeven aan de Volmachten van haare iteeden, en dezelve niet meer op te dragen, aan de d.spofitie van Zyn DoorlugtigfteHoogbeid den Heere Pnnce van Oranje en Nasiau, Erfftadhouder &c. &c. &c. zoo als in lange reeks van ïaa- l2'iï£?,hf:Sim* **? den 0rdi"aris Landsdag door alle de Steeden was gedaan, maar die gewoonte als nu te mete te doen , verzoekende op het nllerinftanrelvkst ons daar meede te conformeeren , en Haar Achtbaar, heeden tot het elferftueeren van hetzelve de hand te bieden, om daar door de harmonie onder alle de Lee den van de Hooge Regeeringe te herftellen: is na rvpe" debberaue , met eenparige Hemmen , door de prefente Magiftraat en Vroedfchap gerefblveert, zoo als wy refolveerep by deezen , om de Propofnie , in de beide Refolutien vervat, van harten te ampiefteeren , en ons daar meede ten vollen te conformeeren, en diensvolgens vast te ftellen en te arrefteeren , dat de Ambulatoire Ampten op het Quartier der Steeden vallende van nu al aan , door de Volmachten van deeze Stad niet zullen worden opgedragen aan Zyn Doorlugtigfte Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder &c. &c. &c om daar over te disponeren , maar dat de begeving 'daar van zal worden gedaan by de Volmachten zelve van yder Stad , waar op het Ampt op de tour zal komen te vallen , wordende de Volmachten van deeze Stad welke op den eerstvolgenden Ordinaris Landsdag voor den Jaare 1783 zullen worden gecommitteerd, wel expreslelyk gelast, de zaaken daar heenen te dirigeeren dat vaii alle de Commisfien van Staat, op het Ouartier der Steeden vallende , voortaan een Almanach of verdehnge werde gemaakt, en op een vasten voet gebrast, wat Ampt Jaarlyks op yder Stad zal vallen , fn alzoó by Tourbeurten ront gaan, zoo als in de drie Lands. quartieren gebruikelyk is, volgens het 27de Artikel van het Reglement Reformatoir van Wylen Zyn Doorlu»-. tigfte Hoogheid glorieufer gedagten , in dato den al December 1748; en zullen geen Leden van de Magi. ftraa't  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 63 ftraat en Vroedfchap tot het Volmachtfchap tenLmdsdage worden toegelaten, dan na dat by dezelve deeze Refolutie zal zyi> vertekent: zullende jaarlyks , by de fternminge ten Landsdage , een Eximér. van deezen , aan de Volmachten worden ter hand gefield om zig daar na ie gedragen , gelyk mede deeze Refolutie zal moeten getekend worden by die genen, dewelke op nieuws in de Vroedfchap zal worden getoont , na dat alvorens hebben aangenoomen zich daar na te gedragen, wordende de Prasfideerende Burgemeester en oud» fte Vroedsman gelast van deeze Refolutie by Misfive aan Zyn Doorlugtigfte Hoogheid kennis te geven, met allegatie der reedenen, welke ons tot het neemen van deeze Refolutie hebben bewogen, gelyk mede aan de Magiflraaten en Vroedfcfiappen der overige Steedenvan deeze Provintie , Copia deezes zal worden toegezonden. Aldus gedaan en gerefolveert op den Raadhuize binnen Hindelopen, den 2 December 1782. (Was get.) TJIfERD GERBRANDS , A. VAN LOON, B. GEERTS , HPMtE DIKKS. ALDERT TAYKES, BAKENT WIGGERTS, AL BERT STMEN S,, FREERK LAMMERTT , BROER ABËS CAT, AUKE ABES CAT. Tet Ordonnantie van Haar Achtbaarheeden, (Was get.) ADR. VAN LOON. (Laager ftond) Accordeert met opgemelde Boek. Aftum den 2 December 1782. In kennisfe van my Secretaris, (Was get.) ADR. VAN LOON: CCXLVL  64 dec*. ZAAKEN VAN 1782. CCXLVI. Antwoord van de Regeering der Stad Hindelopen, aan de Regeeringe van Dokkum , op derzelver Rondgaande1 Misfive. In dato 2 December ifga.- EDELE ACHTBAARE HEEREN ! Wy hebben wel ontvangen U Ed. Achtbare Misfive van den 26 November 178a. met de ingeflotene Refolutie , by U Ed. Achtbare genomen, om van nu voortaan de dispofitie over de Ambulatoire Ampten , op het Quartier des Steeden vallende , niet aart Zyne Doorlugtige Hoogheid, den Heere Prinfe Erfltadhouder &c. &c. &c. optedragen, maar de begevingedaarvan zelfs aan de Volmachten te doen, om door dats middel de oude luister en aanzien der Regeeringe van de Steeden niet alleen te herltellen, maar Ook daar me» de het oogmerk te bereiken, om met de overige Leeden van de hooge Regeeringe deezer Provincie ten beste van het Vaderland een lyn te trekken, om zoodanige Refolutien te neemen, dewelke onder Gods Zeégèn kunnen (trekken tot afwendinge van de gevaren, waar mede ons Gemeenebest gedreigt word. Wy betuigen onze dankbaarheid aart U Ed. Achtb.? voor het m&dedeelen van derzelver gevoelens, en (temmen daar in meede, en zullen niet nalaten, om, beneffens U Ed. Achtbare, alle gepaste middelen aan te wenden, tot b:kominge van dat heilzaam oogmerk,ten geblyke van welks wy de eer hebben aan UEd. Achtb. by deezen, toe te zenden Copia Refolutie ten opzigte van die materie by ons met eenparige (temmen genomen. Waar mede wy U Ed. Achtb. in Gods Heilige befcherminge aanbeveelen en verblyven. EDELE ACHTBAARE HEEREN! U Ed. goede Vrienden. Hindelopen den De Magiftraat en Vroedfchap der a December der Stad Hindelopen. (Was get.) . 1782. tjeerd GÏRBRANDS , ALDERT TAYKES» Ter Ordonn. van Haar Achtbaarheden. (Was get.) ADR. VAN LOON. CCXLVI,  J5EC. STAAT EN OORLOG. 1782. dj CCXLVII. Antwoord van den Franfchen Staats. dienaar Graave de vergenNES , aan de Staatfche Gezanten te Parys, ep derzelver verzoek om de te rug gave van de JYederlandfche Colouien, door de Franfchen op de Engelfchen hernomen, In dato 2 December J782. *» TV ondergetekende Minister en Secre tans vanj \_J Staat voor de Buitenlandfcbe Zaaken, heeft voor den Koning opengelegd de Memorie , welke ,, zyne Excellentie de Heer van Berkenrode, Ambasj, fadeur van Hunne Hoog Mog. de Heeren Staaten „ Generaal der Vereenigde Provinciën , en de Heer „ Brantfen Hunne Minister Plenipotentiaris , gelast „ zyn geweest te prefenteeren , om Zyne Majefteit te j, verzoeken , dat Hoogstdezelve aan Hun geliefde te „ belooven de terug gaave der Colonien van de Re„ publiek , welke door de Franfrhe Wapenen op den gemeenen Vyand veroverd zyn." „ De Koning, altoos geneegen om Hun Hoog Mog; „ bewyzen te geeven van zyne beftendige en opregte „ deelneeming in hunne belangens, aarzelt niet om hun „ te doen verzekeren, dat Zyne Majeiteit, door het „ herneemen van eenige Colonien der Republiek, op „ den gemeenen Vyand , welke dezelve aan haar ont„ nomen hadt, voornaamlyk bedoeld heeft, daar door „ aan de Republiek te befpaaren de opofferingen, wel,, ke zy , ter weder verkryging dier Colonien by den Vreede, misfchien zoude hebben moeren doen. Nim» „ mer heeft Zyne Majelteit zig voorgefteld, om die Colonien in de fchaal van Restitutien en van Com„ penfatien, welke Hoogstdezelve Engeland zou kun. „ nen aanbieden, te leggen." „ De Koning, derhalven, aarzelt niet te doen ver„ zekeren , dat zyn ftandvastig voorneeraen is aan de „ Republiek terug te geeven zoodanige van haare Co„ lonien, welke in zyner Majefteits magt mogen zyn, ,, wanneer een algemeene Vreede Hoogstdezelve zal „ toelaaten dit nieuw bewys Zyner genegenheid aan Hunne Hoog Mog. te geeven." X. deel. £ CCXLVIII,  65 dec. ZAAKEN VAN 1782. CXLVIII. Mis/iven van de Heeren Staaten van Zeeland, zoo aan de Heeren Staaten van Holland en West friesland, als aan den Heere Erfftadhouder , als mede aan het Hof van Holland, Zeeland en Friesland, betrefende de zaak van den Vaandrig de witte. ■In dato 2 December 178 a. edele groot mogende heeren! Byzonder e Goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. A1ZM°JVl ff* onderrfP geworden, datUEd. Groot Mog. hebben goedgevonden door eene expresfe S de vJeT Doorlug»Se H«ogheid te verzoeken, dat de Procedures tegen den Vaandrig de Witte by £"r.s °0gen- KrvSsraad » ter zaake van verraaderlyke eb.de D vTTtXU m°gte" ^heert worden,ten ftfU, J* Gr- Mog. gelegenheid hebben mogten, vïandri?T w-6" 1 °f de J"üdicature van den voorfz! Vaandrig de Witte aan den Militairen , dan wel aan rvd Pn ZqT ^ter competeere, en'Wy, nadieS tyd , Oi ze byeenkomst hervat hebbende, het voo*fz. wn11 n'hiS ACZS Prr0™™ immediaat co'cerneerende , een object. Onzer feneufe deliberatien gemeent hebben te moete, maaken , hebben Wy niet willen afzyn, TJ Edele Groot Mog. Ons befluk deswegen by deezen Zr heLïtaV h" Wdk' °m gea|le£erdeyreedenen daar heenen gaat, om met ter zyae Helling van defus. tenuen omtrent de gefundeertheid der CivHen of Milt ZZtt]6tw-in dCe2en ' de illdicacure °ver «Si eeniïfiL? ™*' Ê" °Ver aile die in dezeIve zaak een gin s mogten geconcerneert zyn , by delegatie te demandeeren aan den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland, onvermmdert de voorregten deezer Provin^Le",Me.e ' met relarie tot de crimineele fustitie» door dezelve wordende geëxerceert, en zonder dat daar uit  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 67 uit eenige confequentie , hoe ook genaamt, voor het vervolg zal mogen worden getrokken. Ter bereiking van Ons voorfz. oogmerk, hebben Wy Zyne Doorlugtige Hoogheid * in Hoogstdeszelfs qualiteit 'als Kapitein Generaal , op het vriendelykfte tot de voornoemde overgave verzogt, by eene Misfive, die Wy de eer hebben copielyk hier nevens aan U Edele Groot Mog. te laaten toekomen; terwyl Wy ook goedgevonden hebben , Prafident en Raaden van den voorfz. Hove, by aanfchryvinge van dit Ons befluit kennis te geeven , ten einde &c. blykens Copie van de voorfz. Misfive meede hier nevens gevoegt. Wy vertrouwen, dat U Edele Gr. Mog. met Ons wel zullen willen inrtemmen dat het in discusfie komen of den Civilen of Militairen Regter competent zy, om in dit geval de Jurisdictie te exerceeren, ongetwyffelt oc. cafie zou kunnen geeven tot deliberatien die zeer delicaat en van grooten omflag zouden weezen, en tengevolge hebben dat van deeze zaak geen zoo fpoedig afeinde zal kunnen gemaakt worden, als wel behoord, en daarom verzoeken Wy U Edele Groot Mog. gantsch vriendelyk , deeze Onze aan Zyn Doorlugtige Hoogheid gedaane perfuafien tot de overgave van denzelven de Witte aan den gemelden Hove, op de meest krag. tigfte wyze te willen fecondeèren, waar meede Ons , die zoo zeer in deeze zaak gecoticerneert zyn, een byzonder genoegen zal gefchieden, en teffens ook worden gepravenieert een nader onderzoek , of U Ed. Groot Mog. dan Wy , die vermeenen genoegzaame reedenen en gronden te hebben om te pnetendeeren dat Onze Provincie alleen bevoegt is, om den gemelde de Witte te doen te regt Hellen en ftraffen, het meest tot de judicature in deezen geregtigt zyn; welk onderzoek al meede die zaak lang zoude konnen protraheeren, en zomtyds gelegenheid tot onaangenaame deliberatien geeven , welke Wy gaarne zouden gepravenieert zien, en daar toe Ons voorgeflage expediënt het allergefchikst oordeelen. Wy belluiten dan deeze, in die verwagtinge dat U Ed. Groot Mog. geen zwaarigheid zullen imaken, om deeze Onze poogingen allefints te heipen bevorderen. E 2 Hier  68 ^dec. ZAAKEN VAN ! I?8*. Egh: Groot Mog. Heeren, byzonder e goeS^ntenl Nagebuurcn en Bondgenoot en l zullen Wy God Almajr2[ bidden, U Edele Groot Mog. loffelyke RegS SeLfLTSpeTt,e",VO0:rpocd tC Wil!en ^genen! Kr 178? ^ tC MidddburS. den aDecem- (Onder ftond) U Edele Groot Mog. goede Vrienden, Nagebuurèn en Bondgenooten, De Staaten van Zeeland. (Laager ftond) Ter ordonnantie van dezelve. (Was get.) l. p. van de spiegel, d00rlugtig hooggeboren vorst en heer ! Wy hebben den 7 der vorige maand in onze Vergadering ontfangen en gelezen Uwe Doorlugtige hoogheids Misfive van den ? te voren , m antwoord op die van de Heeren onze Gecommitteerde Raaden van den ai October laatstleeden, waar by van Uwe Doorlugtige H00ghe,d hebben verzogt Copien en bewyzen ten laste van den Vaandrig de Witte , befchuldigd van verraaderlyke deffeinen tegen' deeze Provintie , mitsgaders van de interrogatorien en refponfiven in die zaak benevens furcheance der procedures by den hoogen Krygsraad des- we-  dec. STAAT EN OORLOG. 1781. 69 wegens geëntameerd , ter tyd toe daar op by ons nader zoude zyn gedisponeerd; en waarop het Uwe Doorlugtige Hoogheid behaagd heeft by deszelfs boven gemelde Misfive te rescribeeren en kennis te geeven, dat Uwe Doorlugtige Hoogheid reeds lang voor den ontfangst der voorlz. Misfive,noodig geoordeeld hadt deftukften van het Proces, het welk door den Fiscaal van de Generaliteit tegen den Vaandrig de Witte gevoerd is , te zenden aan den Hove van Holland, Zeeland en Westvriesland, ten einde dat Hof met betrekking tot de verdere Perfoo» nen, die in dezelve zaak geraakt zouden mogen zyn, zoude konnen disponeeren zoodanig als "bevonden zal worden in goede Justitie te behoo* ren , waar van dan ook het noodwendig gevolg moest zyn eene provifioneele furcheance van de executie der Sententie tegen den gevangen Vaandrig geweezen , tot zoo lang volkomen blyken zoude-dat die Vaandrig niet meer zoude behoeven te worden gehoord, of geconfronteerd tot overtuiging van een of meer andere Pcrfoonen: terwyl Uwe Doorlugtige Hoogheid aangaande de Competentie van den Militairen Regter in deezen , zig refereerde tot het geen Hoogstdezelve daar omtrent in een Misfive aan Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal van den 23 Ocfcober hadt gepofeerd, en welke Misfive Uwe Doorlugtige Hoogheid vertrouwde, dat door de Heeren onze ordinaris Gedeputeerden ter onzer kennis zoude gebragt zyn, zoo als gefchiedt is. Offchoon Wy , uit alles wat ons , omtrent deeze zaak, onder het oog gekomen is,vermeenen genoegzame redenen en gronden gevonden te hebben, om te prajtendeeren, dat deeze Provintie alleen bevoegd is , om den gemelde de Witte van onzent wege te doen te regt ftellen en ftraffen ; hebben wy egter geprsefereert in geen discusfie te komen in hoe verre , door het geavanceerde van Uwe Doorlugtige Hoogheid in de evengemelde Misfive aan Hun Hoog Mog. E 3 de  7d dec. ZAAKEN VAN 1782, de competentie van den Militairen Regter genoeg geconltateerd zy , als van welke deliberatien die zeer delicaat en van een grooten om» flag zouden wezen, het gevolg noodwendig zal zyn , dat van deeze zaak zoo fpoedig geen afeinde zal kunnen gemaakt worden, als derzelver aart en omftandigheid wel requireert, en waar in een prompte en rigoureufe Justitie tot affchrik van anderen behoord plaats te hebben, en geen vertraaging of uitflel van ftraf, door tusfchen werpfels van Jurisdictie questien; hier by in conüderatie genomen hebbende dat de Militairen delinquant de eenige niet is welke in deeze zaak geconcerneerd is, maar dat zelf een burgerlyk Perfoon befchuldigt wordt de voorname Aanleider en inltigateur tot die misdaad te zyn, hebben wy begrepen dat het beste expediënt om een fpoedige afdoening deezer zaak te bevorderen is, dat met ter zyde Helling van de fustenuen omtrent de gefundeerdheid der civile of Militaire Jurisdictie in deezen, de judicature over den Vaandrig de Witte , en over alle die in dezelven zaak eenigfints mogten geconcerneerd zyn, by delegatie werde gedemandeerd aan den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland, onvermindert de voorregten deezer Provintie en Steden , met relatie tot de crimineele Justitie door dezelve wordende geëxerceerd, en zonder dat daar uit eenige confequentie hoe genaamd , voor 't vervolg zal mogen worden getrokken. Wy verzoeken derbalven op het vriendelykfie dat Uwe Doorlugtige Hoogheid,in overweeging nemende , dat Wy in deezen geeu ander oog» merk hebben , als om alle onaangename deliberatien en discusfien te prasvenieeren, en tenens de afdoening deezer zaak te accelereeren , geen zwarigheid gelieve te maken , om in Hoogstdeszelfs qualiteit als Kapitein Generaal, de overgave van meergemelde Vaandrig de Witte ter judicatuie van den welgemelden Hove op den hier voren bepaalden voet te laaten gefchieden; tor*  dec. STAAT ÊN OORLOG. 1782. 71 terwyl wy , by het onverhoopt niet reusfeeren der voorfz. fchikking, aan ons moeten referveeren de vrye deliberatien over deeze judicature, en, in zoo een geval verzoeken, dat deeze zaak in ftaate mogen blyven, ten einde aan ons regt niet werde geprcejudicieerd. Wy hebben geoordeeld, nadien het point der judicature over voorfz. de Witte, door de Hee» ren Staaten van Holland en Westvriesland, zoo wy verneemen , mede in deliberatie is gebragt, Haar Edele Groot Mog. van deese Onze dispoiitie by Misfive te moeten infortneeren , en Hoogstdezelve te verzoeken, om deeze onze perfuafie tot de overgave van den meergemelden Vaandrig by Uwe Doorlugtige Hooghei i op de meest efficacieulle wyze te willen fecondeeren, zoo als Uwe Doorlugtige Hoogheid ui de Copielyk hier neevensgaande Misfive aan hooggemelde Hun Ed. Groot Mog. zal gelieven te zien ; terwyl Wy insgelyks Uwe Doorlugtige Hoogheid laaten toekomeu Copie Onzer Misfive over deeze zaak aan Prafident en Raaden van den Hove over Holland , Zeeland en Vriesland gefchreeven. Waar meede, Doorlugtig , &c. In het Hof van Zeeland te Middelburg, den 2 December 1782, staaten. edele , er.entfeste , &c. Door de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden ter Onzer kennis gebragt zynde, het aan U Ed. bekend geval van den Vaandrig de Witte, belooft hebbende den Vyand te zullen favorifeeren en behulpzaam zyn , wanneer op het Eiland Schouwen een vyandelyke Landing mogt worden ondernoomen, en thans in detentie by den Hoogen Krygsraad; hebben Wy ten eerlten Onze ferieufe deliberatien daar over laaE 4 ten  73 dec. ZAAKEN VAN 1782. ten gaan, en om reedenen Ons daar toe permoveerende , goedgevonden deeze [zaak daar heerien te dingeeren, dat met ter zydellelling van de iustenuen omtrent de gefundeertheid der Civiele of Militaire Jurisdictie in deeze, de judicature over den gemelde Vaandrig de Witte, en over alle die in dezelve zaak eenigfints mogten geconcerneert zyn, by delegatie aan U Edele worde gedemandeert; onvermindert de voorregten deezer Provincie en Steden , met relatie tot de crimineele Justitie door dezelve wordende geëxerceert ; en zonder dat daar uit eenige confequentie hoe genaamt, voor het vervolg,zal mogen worden getrokken. Wy hebben ten gevolge van dien Zyne Doorlugtige Hoogheid by Onze Misfive van heeden op bet vnendelykst verzogt , dat in Hoogstdeszelfs qualiteit als Kapitein Generaal geen zwaarigheid gelieven te maaken, om de overgave van denzelven Vaandrig de Witte ter judicature van U Edele , op voorengemelde voet te laaten gefchieden ; ten welken einde Wy, insgelyks by Misfive de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , by welke het point der judicature over meergemelde de Witte, meede in deliberatie is genoomen, verzogt hebben om deeze Onze pogingen■ op de meelte emcacieulte wyze te willen fecondeeren. Wy hebben nodig geoordeek ü Edele hier van kennis te geeven, ten einde U Edele denzelven Vaandrig de Witte in dat geval, uit handen van den Fiscaal van de Generaliteit over neemen en doen brengen in 's Hofs gewoone Gevangenis, om vervolgens benevens zyne Medephgtige, ongeprasjudiceert de voorregten deezer Provincie en Steden , by U Edele te worden te regt gefteld en geitraft, zoodanige als U lidele naar den aart der misdaad, agtervolgens s Lands Wetten, zullen oordeelen te behooren. _,, , _ , Waar meede, Edele, Erntfeste, gfa In 't Hof van Zeeland, te Middelburg, den 2 December 1782, staaten. CCXLIX.  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 73 r— CCXL1X. ExiraSl uit het Boek der Refolutien , van de gezwoore Gemeente der Stad Arnhem; inhoudende een Vwrjïel om1 trent het maaken van Nominatien van in tusfchentyd opengevallene Regeeringsplaatzen. Ordinaire Vergadering den 2 December 1782. Is ter Vergadering door den meede Gemeensman D. Mos voorgedragen, dat in 't Reglement op de Regeeringe van het'jaar 1750 aan de Burgemeefieren , Schepenen en Raaden is gegeeven de macht en het recht, om ingevalle een uit hun midden geduurende den tyd zyner bediehinge mochte aflyvig worden , te formeeren een nominatie van twee gequalificeerde perzonen , en dezelve aan den tydelyken Erfltadhouder toe te zenden , ten einde daar uit aan door Hoogstde. zelve. tot bet vacante Burgemeelter, Scheepen of Raads ampt konde gekoren worden. Dat het echter onaangezien het voorfz. Reglement, reeds verfcheide reizen gebeurt was, dat het formeeren eti toezenden van dusdanig een nominatie , door Hun Ei. Groot Achtbare was geomitteert, en de begeving van die ampten alleen aan het goedvinden van de Heer Erfltadhouder overgelaaten. Dat hier door ligtelyk zoude kunnen veroorzaakt worden , dat ongequalificeerde perzonen tot de gemelde ampten wierden verheven, en deeze Stad van haare djerbaare voorrechten beroofd. Gevende om geallegeerde redenen aan deeze Vergadering , aan wien het maintien van deezer Stads rectiten is gemandeert, in confidentie , of het niet noodzaakelyk was , het zy door Gecommitteerdens uit de Gemeente, het zy in fcripris aan Hun Ed. Groot Achtbaare te remonftreren de nadelige gevolgen, die uit de omisfie en verwaarlozing van diergelyke voorrechten zouden kennen voortvloeien , mitsgaders te verzoeken, zich omtrent de vervulling van het Scheepens ampt, E 5 door  74 dec. ZAAKEN VAN ,78a. door doode van de Heer van Hoop vacant geworden te wjlen gedragen, ingevolge voorfz. Reglement ' Waarop gedehbereert zynde, is met eenparighe d van temmen der aanwezende Leden goedgevondef en verftaan z.ch over het gemelde bezwaar by provifie e„ met referve der overige geommitteerde privilegie in ftn?'deeze! std^ f deu Heeren"van d'e Magï itraat deezer Stad ; zynde tot het ontwerp van dusda- «an Mr. H. ^Jb^'^^^^Z Scriba deezer Gemeente, ten einde hetzelve in eet aan" itaande extraordinaire Vergadering gerevideert en zoo noo ig, geredresfeert zynde, aan Hun Edêle Groot Achtbaare kan worden ingezonden. Pro vero Extradto.. (Was get.) h. engelen. Scriba. CCL. ExtraS uit het Boek der Refolutien van de gezwoore Gemeente der Stad Arnhem; behelzende een nader VoorJtel omtrent de Stedelyke Nomina tien. Extraordinaire Vergadering den 4 December 17S2 namiddag om vier uuren gehmden. * Ï^Medegemeensman D- Mos heefc voorgedraagen, U dat. offchoon men by de Misfive aan de Helren van de Magiftraat hadt goedgevonden alleen te ibreken over het verval en de omisfie van dezer Stads privilegiën m het vervullen van een vacante Scheepensplaats, echter by dezelve , ingevolge Refolutie van den 2 December waren gereferveert alle zoodane gravamina, als de  bec. STAAT EN OORLOG. 178.2. 75 de Gemeente wegens het verwaarloozen en omitteerea van andere voorrechten , haar van ouds gecompeteert hebbende, vermeende te kunnen voordraagen. Dat het hem noodzaakelyk fcheen, dat daaromtrent, hoe eerder zoo beter, werde gebefoigneerd en commisfie benoemt, om de gemelde gravamina op het papier te ftellen, en aan de Gemeente ter revifie over te geven , ten einde dezelve na volkomen approbatie , het zy by deduftie of anderzints , ter kennisfe van Haar Edele Groot Achtbaare te brengen. Waarop gedelibereert zynde, is met eenparigheid van Remmen goedgevonden en verftaan, om de geomitteerde voorrechten deezer Vergadering, welke als 't ware, fchynen in vergetelheid gebragt, ten eerften by een te zamelen en op het papier te brengen. Waar toe gecommitteert zyn , de zes Gildenmeefters G. van Oldcn , N. Visfer , J. Ketel, F. de Greve , W. Roeloffs en H. W. Brouwer, mitsgaders de Gemeensluiden Mr. H. Schievelberg Bekking , Mr. J. A, Bouricius, Mr. Jan Everwyn Tulleken , met en nevens den Scriba deezer Gemeente , ten einde hei ontwerp der Gecommitteerdens voltooit en door de overige Leden geapprobeert zynde , aan Hun Edele Groot Achtbaare kan worden overgegeeven. Pro vero Extraétu. (Was get,) h. engelen. CCLL Refolutie van Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Franeker, raaiende de Ambulatoire Ampten. In dato 3 December 1782. Ter Vergadering nader gedelibereert zynde over de Misfive van de Wel Ed. Achtbaare Magiftraat en Vroedfchap der Stad Dokkum , in dato den atf No- vem-  15 dec ZAAKEN VAN mu yan dezelve , in eodem dato , tendeerende hunne beirar^d,n°PenS,he,t uifgebr^e Advis van 't Kwnier der Steden op de laatst afgelopene Landsdag othef pimft van het verzogte fecours na Rresr rfnn,P7 Allerchristelykfte Mafe-^jffi^ %Sg{ gedaan a^ met kunnende bevroeden , dat zoo" aS Advis konde worden uitgebragt door Leeden van een Kwartier, welkers Ingezeetenen zoo veel deel hebben m den Handel en Scheepvaart, en nergens anders wïï aan toe te fchryven , dan dat de vooroaamfteLeden van dat Kwartier verfeerden in eene verpligdng en 2 hangelykheid aan Zyn Doorlugtigfte HoofSd om zulks voor te komen,-haar onvermydelyk SiVvoT den daar inne met gepaste midden L voorzien Tn worden, zulke te benoemen , op welke een volkomen vertrouwen kunnen (lellen , en welke zonder aSe gunfte of ongurule-, in Conformité van het Reglement Reformatoir van Zyn Doorlugtige Heer Vader G G Art. 52 moeten advifeeren , zoo na verftand en re mec alleêa«e ï il ,' welke toc het nemen van deeze Rcfolu- Sr \t en fefA' ^ Td* aan ^ olerife Ma. DelSrT^.11 RaadhUiZe d£r St6de Y,St' °P d?" ? (Was get.) S. HARDERWYK, L. T. VAN SPANJEN , M. W. OPPE- A \' J' C0°PMANS' R' J' ^st,w. P. HOEKSTRA, A. B. DE VRIES, P. J. de LANG, J. J. VDEMA, A s W f ErnD'/' H' ^ M ZEE> ^" A. VAN DEa wèr;/: W. S. JORRITSMA, T. F. VIERSMA, H„ J. WIELSMA. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van hun Achtbaarheden. (Was get.) H. M. SCRINERIUS. Collatum Concordat, (Was get.) ff. M. SCRINERIUS, CGLV,  pee. STAAT EN OORLOG. 1782. 89 CCLV. Concept-Dank-Adres van Haagfche Burgers aan den Prinfe Erfftadhouder , voor deszelfs gedaane opening blique fecuriteit te maaken. Dingsdag den 10 December I782. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tegens de Refolutie, op de Propofitie der Heeren Gedeputeerden van de Steden Dordregt en Amfterdam, gisteren genoomen, gedaan aanteekenen. Dat de Heeren van de Ridderfchap wel hebben geeonfenteerd , dat het Hof Provinciaal werJe gelast , onderzoek te doen na het geen voorleede Vrydag alhier in den Haage voorgevallen is, dog geenfints, dat zulks door Hun Edele Groot Mog. voo;- eeu oproer zoude worden verklaard , terwyl de Heeren van de Ridderfchap vermeenen zonder een attentaat te doen tegens de Hoogheid en Souverainiteit van Holland, in twyffel te moogen trekken, of het geen op dien dag voorgevallen is, met den naam van oproer kanbeftempeld worden, en voorrs van begrip zyn, dat de cognitie over de vraag, of 'er een oproer al of niet plaats heeft gehad , aan welgemelden Hove provinciaal behoorde te worden overgelaaten. De  »Èc. STAAT EN OORLOG. 1782. 103 De Heeren Gedeputeerden der Stad Dordregt en van alle de volgende Steden , except Medemblik, hebben tegen de vonrfz. Annteekening zoodanige Contra-Aanteekening gereferveert, als dezelve zullen noodig vinden. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CCLVIH. Dankadres van Burgers en Ingezeetenen van Franeker, aan de Regeering der Stad , voor derzelver poogingen ter handhaavinge der Vryheid, In dato 9 December 1783. Aan de Wel Edele Achtbaare Magiftraat en Vroedfchap der Stede Franeker, Met eene inwendige vergenoeging hebben de On. dergefchreeven Burgers en Ingezeetenen deezer Stad vernomen, dat U Éd. Achtb. en Vroedfchap op hun . Request, den 3 deezer ingeleverd , een gunftig Appoinétement hebben gelieven te verleenen. Met het neemen deezer Heilzaame, Mannelyke en Cordate Refolutie , hebben U Ed. Achtb. en Vroedfchap getoond bezield te zyn, met een allezints opregte Vaderlandsliefde , Befchermers van Vryheid, en Voorftanders der Welvaart te zyn , van deeze Vereenigde Gewesten in het algemeen , en van onze Provincie en Stad in het byzonder , waar door U Ed. Achtb. en Vroedfchaps Naamen in het laate Nagellagt zuilen vereeuwigd wor. den. De Ondergefchreevene neemen de Vryheid met dit hun kort dog opregt Dankadres, tot U Ed. Achtb. en Vroedfchap te naderen, zy rekenen zulks van hun indispenfable pligt te zyn, en willen hier door toonen de eerbied, achting en fchuldige dankbetuiging voorUEd. Achtb. en Vroedfchap, op dat zy niet van eenige pligtverzuim zouden konnen befchuïdigt worden. Zy wenfchen , ja zy vertrouwen , dat hier door de eenG 4 dragt  104 dec. ZAAKEN VAN 1782, dragt en goede harmonie zal bevestigd , en alle tweedragt te niete gedaan worden. De Allerhoogfte bekroone U Ed. Achtb. en Vroedfchaps raadflagen . ten beste van ons lieve Vaderland en deezer Stads Regeeringe, bv neerne tl Ed. Perfoonen en barmhen in Zyne Heilige Protectie. Waar meede de Ondergefcbreevene zich met alle eerbied noemen. W5l £de,leT, Acbtbaare Heeren en Vroedfchappen U Wel Ed. getrouwe Burgers en Ingezeetenen. Franeker den 9 December 1782. CCLIX. Refolutie van Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal, omtrent het vaaren der Engelfche Paketbooten. In dato 9 December 1788. Is goedgevonden en verftaan , dat aan het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland zal worden "erefcribeert, dat bl. 11. Mog. daarvoor moeten houden , dat op zyn tyd by hun is ontiangen PI. H. Mog. Refolutie van den ia January 1781 , fpreekende onder anderen van de Paketbooten , met opzicht tot de voorfchreeven Paketboot den Dolrhyn , Kapitein Flynn gaande van Hellevoetlluis na Harwich , aan hun over' laatende, om in die Zaaken zoodani te disooneeren, als zy in goede Justitie zullen vinden te b'ejjooren; 'mee autborifarje op voorn. Collegie, om de Karitein Mattheus Flynn goedvindende , om in zyn eigen Naam of in die van zyn Superieuren te Hellen Reclamant van zyn voorfz. Paketbopc den Dolphyn , te admi teeren om in Judicio te compareeren of Gemagtigden te zenden , en in zyne defeufie in reclame gehoord te worden. Dat om ve der zoo lange H. H. Mog. niet goedvinden de Correspondentie met Engeland af'ebreeken , en de Paketbooten tot overbrengen van de Maale met Brie-  dec. STAAT EN OORLOG. x732. los Brieven, gelieven te laaten vaaren , de Pakbooten tegens faififement van de Commisfievaarders te beveiligen, Zyne Hoogheid zal worden verzogt, zoo als verzogt word mits deezen , aan de Oorlogfchepen en Com« misfievaarders van den Staat te ordonneeren om dezelve , tot nader ordre, vry en ongemolefteerd te laaten vaaren. Dienzelven dag is nog de" Refolutie genomen , de vier Engelfche Vaartuigen, tusfchen Dover en Calais met Paspoorten van den Koning van Vrankryk vaa' rende, op gelyke wyze vry en ongehinderd te laaten. CCLX. Propofitie van den. Prinfe Erfftadhou. der, ter Vergadennge van de Hee. ren Staaten van Holland en Westfriesland, omtrent het voorgevallene in *s Hage, in den avond van 6 Be. cember-, en tot Voorziening tegen de Libellen, en de Licentie der Couran* tiers. /n dato 9 December 1782. »yyne Hoogheid ter Vergadering verfcheenen zynde £_j heeft aan Hun Edele Groot Mog. voorgedragen en in Gefchrifte overgegeeven het navolgende. & edele groot mogende heeren! In de yoorleeden week vernoomen hebbende dat binnen deeze Plaatfe wierd gepraïfenieer' ter Onderteekening zeker Dank-Adres, wiens inhoud in de 's Gravenhaagfche Courant van Vrydag jongstleeden is geinfereert, en dat het zeive door een aantal van Burgers en Ingezeetenen was geteekent, dog dat anderen zulks gedeclineerc hadden, of niet geneegen waren, het zeive zoo als het was liggende, te onderlchrvven hebbe ik nódig geoordeelt de Heer van Noort' wyk als Bailliuw van 's Gravenhage te verzoeken , aan den Magiftraat van die Plaatfe, uit G 5 Myn  ioö dec. ZAAKEN VAN I?g2; Myn naam te betuigen, dat Ik, hoe zeer alleen attribueerende aan een goeden iever voor My en Myn Huis, de demarche door die Perfbonen gedaan, niet gaarne zoude ontfangen een DankAddres, waar over het ook zoude mogen zyn, ten ware , dat alle die geenen welke het zelve onderteekenen, zulks deeden met genoegen en overtuiging , en dewyl het My byzonder leed zoude doen, dat over het teekenen of niet teekenen van bet bewuste (luk, eenig ongenoegen ontftond , onder de Burgers en Ingezeetenen van 's Gravenhage, het My aangenaam zoude zyn dat maatreguien genoomen wierden , om alle ongenoegen onder dezelve voor te komen , en dat Hun Edele Achtbaare zoodanige maatregelen daar toe beraamden als tot maintien van de rust nodig zullen oordeelen. Waar op meergemelde Magiftraat heeft goedgevonden geregtelyk te doen interdiceeren, het verder ter onderteekening brengen of leggen , van het voorgemelde Dank-Addres; dog de Krygsraad van de Haagfche Schutterye hebbende gerefolveert, ten einde een blyk te geeven, van derzelver genegenheid voor My en Myn Huis, door de Heer Burgemeefter S.icher, als Collonel, aan den Magiftraat te doen voordraagen een ander Dank-Addres , welkers inhoud door gemelde Magiftraat is goedgekèurt, hseden in de 's Gravenhaagfche Courant geplaatst , en aan een ieder de vryheid gelaaten, om het zelve te onderteekenen , het welk zoo als Ik verneeme , reeds gefchied is door meest alle de dienst doende en afgetreede Officieren der Schutterye , hebbe Ik gemeent dat Ik dit blyk van genegenheid van de Burgers en Ingezeetenen van Myne Geboorteplaats, niet behoorde af te keuren , en dat Ik het geluk hebbende van in eene vrye Republiek te leeven , geen hinder of bdetzel aan dat voorneemen, dat vour niemand laefif konde zyn, behoorde toe te brengen. Inmiddels is het, op voorleeden Vrydag avond, o na  DEC» STAAT EN OOR-LOG, i: dellen, dat de Schepen on> der hun bevel niet genoegzaam waren voorzien. En  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. n3. En hierom oordeelden wv niet langer te mogen afzyn „ van voorfz. caze Officieren te requireeren den praecifen inhoud van de Rapporten zelve , zoo als die door of van wegens ieder van -hun op den 5 Oclober aan den Heere Vice-Admiraal Hartfinck zouden mogen zyu overgegeeven ten einde dezelve gezien, daarop als dan voort te procedeeren, zoo als bevonden zal werden te behooren, maar, alvoorens daar toe over te gaan, agten wy ons verpligt, ü Hoog Mog. te adieeren en van Hoogstdezelve te verneemen, ofookzomwvien zulk eene afzonderlyke perquifitie zoude mogen inloopen tegens bet geen U Hoog Mog. zich, aangaande het generaal onderzoek deezer zaake, als nog hebben gereferveert. Hier omtrent dan inwagtende de gevenereerde ordres van U Hoog Mog. , b'dden wy, Hoog Mogende Heeren, God Almagtig, ü Hoog Mog. Perfoonen en derzelver Regeeringe met alle voorfpoed te zeegenen. Gefchreeven in Rotterdam, den 10 December 1782. (Onder ftond) De Raaden ter Admiraliteit op de Maaze, Geparapheert, g. f. MEÏNERS, Vt. (Laager ftond) Ter ordonnantie van dezelve. (Was get.) j. van der heim» X. deel. H Exm  U4 dec. ZAAKEN VAN 1782. ExtraSt uit het Register der Refolutien van de Edele Mog Heeren Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit op de Maaze. Maandag den 12 Augustus 178a. T~\e Heer Advocaat Fiscaal heeft ter Vergadering \_J gecommuniceert een Misfive van den Vice-Admiraal Pichot, daar by voorflaande, &c. Waarop gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan , dat alle de Schepen en Uitleggers deezer Resforte tot den laatften April aanftaande in dienst zullen worden gecontinueert, en de Officieren, dezelve commandeerende , aangefchreeven , zich tot dien tyd toe van de nodige Victualie te voorzien, egter met ordre, om nooit meerder Vivres aan Boord te neemen , als de commandeerende Officier, onder wiens ordre zy geilek zyn, nodig zal oordeelen, dat dezelve tot de geordonneerde reizen innecmen. (Onder ftond) Accordeert met het voorfz. Register. (Was get.) p. van der heim. Ex-  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. "5 Extract uit het Register der Refolutien van de Edele Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit op de Maaze. ' Maandag den 2 September 1782. In agting genomen zynde , dat het is voorgekomen dat by de laatfte Expeditie een van de Schepen van dit Collegie byzonder gebrek aan Water had gehad: Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden en verftaan, alle de Officieren, eenig Schip deezer Resforte commandeerende, aan te fchryven en te gelasten, om zorg te draagen van altoos, ten minften van zoo veel Behoeftens , Vivres , en Water voorzien te zyn , als hun door den commandeerenden Officier tot eenige reize werd aanbevolen, en wel meer,maar niet minder, op dat zy, op eenige Expeditie geëmployeert worden* de , nimmer door gebrek voor een ander werden genoodzaakt binnen te lóopen , alzoo het de ferieufe intentie is van deezen Raade , dat de Officieren bezorgen , dat de Schepen van dit Resfort door geenerley gebrek verhindert worden den Lande alle mogelyke dienden te bewvzen. En zal Extract deezer Refolutie worden gezonden aan alle de Officieren deezer Resforte, met het commando over eenig Schip belast. (Onder ftond) Accordeert met het voorfz. Register. (Was get.) p, van der heim. H 2 Ex.  Ii6 dec. ZAAKEN VAN 1782. ExtraS uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit op de Maaze. Maandag den 4 OS ober 1782. Is, na voorgaande deliberatie, goedgevonden en verftaan, de Officieren deezer Resforte, thans in Texel, aan te fchryven, dat deezen Raade, niet zonder groote verwondering, is voorgekomen, als of eenige Officieren zich zouden hebben i.>eëxcufeert van zekere reize naar Brest, uit hoofde van gebrek aan Vivres, Ankers , Zeilen , Touwen , en Behoeftens , dat deezen Rasde vertrouwt , dat geen van de Officieren deezer Resforte hebben kunnen inbrengen , dat zy het noodige tot die retze niet hadden , alzoo zy tot November toe geviclualiecrt moesten zyn , en aan hun reeds in Augustus ordre is gegeeven, om zich verder van Vivres te voorzien tot May 1783, en deezen Raade niet zonder de uiterfte gevoeligheid zoude kunnen aanzien, dac. daar nimmer aan de Officieren Ankers, Touwen, of Behoefcens zyn geweigert, hoe groot ook de Petitiën zyn geweest, en zelfs verre boven het geen de vnstgeÜelde ordrcs meedebrengen, is geleevert, en de verloore Ankers , Touwen, en diergelyke importante noodwendigheeden, altoos, op de eerlte Advifen, ten fpoedigften zyn gefuppleert, des niettegenftaande gebrek aan dezelve zoude worden opgegeeven, als reedenen om zich van geordonneerde' Togten te excufeeren; en hun voorts te gelasten, in gevalle zy eenig gebiek mogten hebben , zulks' ten fpoedigften op te geeven , ten einde daar omtrent voorzieninge zoude kunnen worden gedaan, en te zorgen dat zy voor het vervolg altoos genoegzaam van al het noodige tot 's Lands dienst voorzien zyn. Ea zal Extract deezer Refolutie worden gezonden aan  dec. STAAT EN OORLOG. 1732. 117 aan den Schout-by-Nacht van Hoey, en de Kapiteinen Thooft en Bols tot narigt. (Onder ftond) Accordeert met het voorfz, Register. (Was get.) j. van der hem. De ondergeteekende Equipagemeeiler by het Edele Mog, Collegie ter Admiraliteit op de Maaze, verklaart, op den eed aan den Lande gedaan , dat alle de Behoeftens , dewelke door Officieren, commandeerende 's LandsSche. pen van het voorfz. Resfort, en ter Heede van Texel leggende , voor den 3 Oétober deezes jaars 1782 zyn gerequireert, terftond, en zonder het geringfte dilay zyn afgeleeverc. Rotterdam den 10 December 1782. (Was get.) k. f. van staveren, H 3 CCLXII.  118 dec. ZAAKEN VAN 1782. CCLXII. Misfive van Gecommitteerden ter Admiraliteit in Westfriesland en 't Noorder Kwartier, aan Hun Ed. Gr. Mogende , over den bekrompen ftaat hunner Geldmiddelen, met ver» zoek om Jpoedige hulp in hunne verlegenheid. In dato 10 December 1782. y-Vntfcngen een Misfive van de Gecommitteerden ter \J? Admiraliteit in Westvriesiand en het Noorder Quartier , gefchreeven te Hoorn den 5 deezer, waar by, na kennisgeeving van het gevolg der geobtineerde Negotiatie van ƒ 600000-0-0 tegen drie per cent, en het aanwenden hunner uitterfte poogingeu, voordellen de hooge nood van hun Collegie, en verder, op de gronden , by de navolgende Misfive gelegt , van Hun Edele Groot Mog. verzoeken eene fpoedige en voldoende hulp in hunne verleegentheid. Fiat infertio. Waarop gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat de voorfchreeve Misfive zal worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Finantien, met de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Kaag en te Hoorn refideerende, en de Vergadering daar op gedient van derzelver conlideratien en Advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. ede- 1  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 119 edele groot mogende heerem , \T7y bevinden ons in de onvermydelyke VV noodzaakelykheid ter kennisfe van UEd. Groot Mog te brengen , dat Wy op den 24 Maart laatstleeden aan Haar Hoog Mog. hebben verzogt qualificatie tot het negotieeren van ƒ öoooco-o-o, en zulks op fundament , dat ons Collegie, zeedert den Oorlog met het Ryk vau Groot-Brittannien , meer dan andere Collegien zig in de deplorabel (te fituatie bevind, doordien de Middelen van uitgaande en inkomende Regten door de ftilftand der Commercie en Navigatie , onder ons resfort, genoegzaam ophouden , zoodanig dat de lasten van de meede Comptoi» ren uit de inkomden niet zullen kunnen werden voldaan; en door dien de Redemptiegelden van de Oostindifche Compagnie, by gebrek van Retourfchepen voor de Kameren in dit Quaruer, meede niets opbrengen ; terwyl daarentegen de uitgave voor Aanbouw en Equipage van Schepen , aanmerkelyke Prsemien , en Werfgelden dagelyks toeneemen, zonder dat de geaccordeerde fubfidien daar toe toereikende zyn. Dit ons adres heeft ten gevolge gehad, dat Hun Hoog Mog. by Hoogstderzelver Refolu.ie van 7 May laatstleeden , ons verzoek hebben geaccordeert , en ons gequalificeert tot het negotieeren van gemelde fomma van ƒ óocooo-e-o tegens een jaarlykfche jnceresfe van dr;e per cento. Wy hadden ons geflatteert dit van fucces zou zyn geweest, en deeze Negotiatie niet minder dan die van andere Collegien gereusfeert hebben , dog wy zyn tot ons leedweezen daar in te leur gefteld, waarfchynlyk door de importante Negotiatien, waar door confiderable fommens worpen geabforbeert ; althans alle aangewende moeitens , en meest gepaste middelen tot het föurneeren van Gelden zyn vrugteloos geweest; op verre na hebben wy tot heeden niet kunnen H 4 be-  i2o dec. ZAAKEN VAN 1782. bekomen , het geen wy nodig hadden , en dus wel verre van door deeze bekomene qualificatie geholpen te zyn , is de fïnantieele gefteldheid onzes Collegies in die tusfehen tyd al gaande weg geërgert, en onze verlegentheid toegenomen. 0 Wy hebben , alvoorens Hun Hoog Moe. met nieuwe klagten lastig te vallen, eenige tyd willen afvvagien, om te zien , of wy op een of andere wyze ons zouden kunnen redden , dog eindelyk tot het uiterfte moeten komen van on. ze verlegentheid by Misfive van den 9 September laatstleeden aan Hun Hoog Mog. te kennen te geven , daar by verflag doende aan de eene kant, van de flegte reusfité der negotiatie', en aan de andere kant aantonende de volftrekte 011mcgelykheid , om de zaaken by dit Collegie in order gaande te houden, indien de deplorable gefteldheid der Kasfe niet dadelyk wierde geredresfeert, en ten Hotte op de kragtigfte wyze infteerende , dat 'er middelen mogten worden beraamt, en daar gefteld , om dit Collegie met daadelyk fournisfement van Penningen tot voorfz. fom behulpzaam te zyn, op zoodanige eene wyze , als Haar Hoog Mog., als het prompst en voldoendst middel zouden gelieven goed te vinden. Deeze onze Misfive den 11 September by Haar Hoog Mogende commisforiaal zynde gemaakt aan eenige Heeren Gedeputeerdens uit Hun Hoog Mog., tot de zaaken van de Finantie, met eenige Heeren Gecommitteerdens uit den Raad van Staaten , is daar op den 29 October een Rapport uitgebragt, leggende , (zoo vyy wel zyn geinformeert) tot ons ieedweezen, aeclinatoir; dan dit Rapport by de Heeren Gedeputeerdens deezer Provincie alleen zynde overgekomen, vinden wy ons hier door niet alleen ia de noodzaakeiykheid gebragt, maar ook als van zelfs dtn weg gebaam ons adres tot ü Edele Groot Mog. te maaken ; gelyk wy dan de vry-  DEC. STAAT EN OORLOG. 178a. 121 vryheid neemen op de eerbiedigde wyze te doen by deeze. Wy zullen, Edele Groot Mog. Heerdn, niet treeden in een uitvoerig detail, om aan te toonen de hoogfte noodzaakiykheid, dat zoo ooit, thans byzonder , de Kasfen van de refpeclive Collegien ter Admiraliteit, rykelyk behooren voorzien te zyn van Gelden ; ten einde de importante uitgaven prompt te kunnen voldoen , als zynde dac het eenigst gefchikst middel , om aan zoo veele zaaken de vereischte expeditie te geeven; de Collegien van de Maas en van Amfterdam hier van geconvinceert, en zig daar toe door de ordinaris middelen buiten ftaat bevindende , hebben ook even daarom moeten overgaan tot het negotieeren van importante fommens, gelyk U Edele Groot Mog. bekent is. En daar dit het geval was van deeze beide Collegien, welkers inkomften, naar evenreedigheid, die van ons Collegie zeer verre furpasfeeren, zal het U Ed. Groot Mog. geenzints kunnen bevreemden , dat wy inzonderheid, zoo dra de aanbouw en equipeering van Schepen , en gevolgen van dien, zedert het begin der rupture toenam, ook van de noodzaakelykheid tot het negotieeren van Gelden de lpreékenfte bewyzen hadden. Immers wel verre , dat wy uit de ordinaire Kas onzes Collegies, iets zouden kunnen doen , hebben wy aan 't hoofd deezes reeds doen blvken , dac de inkomften der ordinaris Middelen niet toereikend zyn ter betaaling der lasten, en dus dat wy volflrekt geen Kas hebben ; terwyl tevens de Redemptiegelden van de Oosiindifche Compagnie cesfeerende, daar door de twea vocrnaamfte , ja byna eenige fources van ons beftaan zyn geflopt , en wy genoegzaam zonder inkomften. De Petitiën van tyd tot tyd gemaakt, en geaccordeert, zoo voor aanbouw als equipeering van Schepen zyn al te niet toereikende ter be^ H 5 taa-  122 dec. ZAAKEN VAN 1782. taaling van de eindens , waar toe moeten dienen. Important veele zaaken zyn 'er , daar geene Petitiën voor worden gemaakt, of by de Petitiën niet opgereekent, die echter , in de dagelykfche uitgaven, van aanbelang zyn , en aanmerkelyk bezwaaran. En dat ook ten onzen opzigte van veel applicatie is, ten uiterften noodzaakelyk, ja, buiten des onmogelyk de zaaken gaande te houden, is, dat men een Kas in voorraad hebbe, om te kunnen vooraf betaalen zulke posten, waar voor men geene betaalin^e van Hun Hoog Mog. kan vraagen , voor dat aan de ordre voldaan is', en de termynen geëxpireert zyn ; en wanneer alsdan de Gelden gevraagt worden, ontvangen wy wel de Ordonnantiën , en ook van de Provincie van Holland de Gelden , dog dit gefchied op verre na zoo prompt niet van de andere Provinciën , waar van wy zelfs thans nog een zeer aanzienelyke fomme te pratendeeren hebben ; daar nu ondertusfchen zulk een Kas in voorraad ontbreekt, volgt het van zelfs ook , dat alles werd geftremt, en de uitvoering te ru' gehouden, terwyl de Leveranciers tot het doen hunner leverantien in niets meer tot hun pligt kunnen worden gehouden, de Werklieden door niets meer wordi.n geëncourageert, gelyk meede de aanwerving nooit beeter reusfeert, dan door telkens genoegzaame Gelden gereed te hebben. Wy kunnen U Edele Gr. Mog. verzcekeren, dat , niettegenftaande de gansch onaangenaame ondervinding, hoe het gefield is, wanne°er men met een zeer bekrompen Kas aanmerkelyke fommens te betaalen heeft, wy echter tot dus verre zorg hebben gedraagen (fchoon met veel moeite) dat deeze fchraalheid van Kas geene vertraaging gave aan de expeditie van aanbouw , cn equipeering van Schepen, waar aan wy, niet zonder fucces, r.air ons vermogen hebben meede^evverkc, en ook voorneemens zyn te continueeren. Dan,  pkc. STAAT EN OORLOG. 1782. 123 Dan , Edele'Groot Mog. Heeren , hoe wy zulks , conform onze pligt, en tevens ons verlangen, in de tegenwoordige fituatie , en buiten adfiltemie zullen blyven doen , is ons niet mogelyk te begrypen; Wy zyn thans in het geval, dat ons Gelden ontbreeken , en wel zoodanig , dat reeds voor een aanzienlyke fom onbetaalde Reekeningen by ons leggen, waar voor wy de Leveranciers moeten uitdeden ; daar nu onze inkomlten verminderen , de fchulden toeneemen, ja zelfs de laarde de eerften te boven gaan, en daar tevens onze omflag dagelyks zeer aanmerkelyk toeneemt, moeten natuurlyk de gevolgen van dit alles zyn een llegte ftaat van finande. Behalven de Schepen en Uitleggers reeds in aanbouw en Equipage , en aan welkers vermeerdering, en in itandhouding wy onvermoeit werken, zullen wy in het aanftaande jaar , fuccesfivelyk nog kunnen afgetimmert en toegetuigt, leveren zes Schepen van Linie, als vyf van 60 Stukken , en een van 70 Stukken, en fchoon de aanwerving van Volk, en bezorging van Kanon, inconvenienten zyn (waar aan wy wel bereid , en ook dadelyk voorneemens zyn onze uiterde devoiren ter bevordering aan te wenden) voor welkers gevolgen wy echter niet kunnen indaan, en dus niet dellig durven bepaalen, wanneer alle die Schepen volkomen in gereedheid zullen zyn , hoopen wy nogthans, dat 'er eenige zullen kunnen dienen ; en wy weeten ter bevordering van dat zoo gewenscht einde geen gepaster middel, dan adfidentie van Penningen, terwyl wy, by gebrek daar aan, vreezen, dat alles zal worden vertraagt, en ons dierbaar Vaderland, buiten onze fchuld , verdooken van de importante dienst, die deeze thans zoo nodige Navaale Magt zoude kunnen uitwerken. Wy vermeenen aan onze pligt te zullen manqueeren ,, indien wy dit niet met allen fchulJigen eerbied , en te tgelyk met alle mogelyken ernst  124 dec. ZAAKEN VAN 1782; ernst ter kennisfe van U Edele Groot Mog bragten, terwyl wy ons in allen gevallen hier door zullen verantwoord reekenen voor zoodanige nadeelige gevolgen , als hier uit zoulen kunnen proflueeren. En het is om deeze reede, en ook byzonder uit hoofde van de betrekking, die ons Collegie als een Hollands Collegie op U Edele Groot Mog. heeft, dac wy de vryheid neemen , ons tot ü Edele Groot Mog. te keeren , op het ootmoedigst , en te gelyk inftantelykst verzoekende , dat .het U Edele Groot Mog. goedgunftig bebaage , ons in onze verlegenheid te willen helpen, op zoodanige voldoende wyze als ü Edele Groot Mog., na derzelver hooge wysheid , en bekende edelmoedigheid, evenreedi"1 onze nood, zullen gelieven goed te vinden. " Terwyl wy alleenlyk de. vryheid neemen ten Hotte te infteeren , zoo wel op eene fpoedige als favorable Refolutie , als zynde het Water aan de lippen gekomen, en de.omftandigheeden zoodauig, dac langer uitllel, vooral in deeze tyd, de nadeeliglle en beklaaglykfte gevolgen na zig zoude kunnen lleepen. • Waar meede wy de eer hebben U Edele Groot Mog. in de protectie van God Almagtig aan te beveeldn, en blyven, edele groot mogende heeren ! (Onder ftond) U Edele Groot Mog. zeer Gedienstwillige. De Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit in Westvriesland Hoorn den 5 en den Noorder Kwartiere. Dec. 1782. (Was get.) h. a. van bleiswyk. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) j. vander ramhorst. CCLXUl.  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 125 CCLXIIf. Request van Burgers en Ingezeetenen van Harlingen , aan de Regeering dier Stad, om toetreeding tot de Refolutie van Dokkum. In dato 10 December 1782. Jan de Edele Achtbare Magiftraat, Ge. zworen Gemeenten en Vroedfchap der Stede Harlingen. Met alle verfchuldigde eerbied, geeven de Ondergetekende, alle Ingezetenen en Burgers der Stad Harlingen, U Edele Achtbaarheeden en verdere Leden der Regeering deezer Stad te kennen; hoe zy vernomen hebben de Vaderlandslievende pogingen der Regeering van Dokkum, en andere Steden deezer Provintie, om namentlyk de ingeflopene gewoonte, en handelwys der Gecommitteerden van de Vriesfche S;eden ten Landsdage tegen te gaan, in 'r. opdragen der Provinciale en andere Ampten, op 't Kwartier der Steden vallende , aan den Heere Erfftadhouder &c. &c. &c. Het nadeel, en vlakftrydige tegens onze wettige conIhtutie , hier in geleegen, zouden de Supplianten U Ed. Achtb. hebben onder 't oog gebragt, met een bygaand verzoek, om in deeze zoo heilzame zaak in conformiteit met hun te werk te gaan. Dan , met een hartgrondig leedwezen , hebben zy Supplianten vernomen?, dat U Ed. Achtb. tot nog toe die heilzame Refolutie niet hebben toegetreden, en die zaak wel in deliberatie genomen ,' dog tot geene perfecte gebrast. Dat'zy Supplianten in 't zekere vernomen hebben, dat by de Edele Achtb. Magiftraat der Stad Dokkum gerefolveert is, hier omtrent nadere aanfehryving te doen , 't welk veelligt van andere Steden koude worden gevolgt . zoo Imeeken de Supplianten zeer ootmoedig in deezen, dat U Ed. Achtbaarheeden gelieven toe te treden tot het heilzaam befluit by Dokkum voorgefteld, en genomen, en reeds by Fr;;neker, Hinde-  126 dec. ZAAKEN VAN ,7-2; delopen , Bolsward, en andere geampledeert met die vryheid van handelen , als zy ten nutte van het dier! baar Vaderland onbaarlyk en in goede confcientie zullen vermeenen te behooren ; terwyl de Supplianten IJ Éd. Achtb. verzekeren, dat dit hun verzoek enkelprofluemuit overtuiging van nut , zonder eenige perfoneele mtentien omtrent den Heer Erfftadhouder, of eenig ander voornaam perzoonj quo fa£to, &c. CCLXIV. Antwoord der Regeeringe van de Stad Harlmgen aan die van Dokkum waar by het nader aanzoek tot EenJtemmigheid, in de zaak der Ambu ■ latoire Ampten, wordt geweezen van de hand. In dato n December 1782. EDELE ACHTBARE HEERENJ f T ^chtbarens Misfit van den 26 November jongstleden, met eene daarby gevoegde Extradc Refolutie, benevens de Misfive van den 0 deezer zyn by ons wel ontvangen. — Ten opzigte van de' eerstgemelae hebben U Ed. Achtb te recht begrepen, dat wy eenparig geconcludeerd hadden, dat wy eeen redenen vonden, om, zoo uit hoofde van een fuspecb gedrag der Heeren Gecommitteerden ter Stede Vergadering, als van andere oorzaken, eenige de minfie aiteratie te maken in de zeedert lange jaaren gefubfifieerd hebbende gewoonte , waar by de begevïnge der Ambulatoire Ampten op het Kwartier der Steden vallende, aan Zyne Doorl. Hoogheid, den Heere Prince van Orange en Nasfau &c. &c. &c, jaarlyks is opgedragen. —— Dan nadien ons oogmerk geenzins is, eenige pogingen aan te wenden tot het bewerken van eenig changement in de by U Ed. Achtb. aangenomen Principes , het zy door follicitatien by U Ed. Achtbaarheedens zelve, het zy door voortellingen of infligatien by de Ingezetenen van U Ed. Achtb. Stad of op eenige hoegenaamds wyze ons te bemoeijen 'met de  pfic. STAAT EN OORLOG. 1782. 127 de particuliere direclie van U Ed. Achtbanrhedens zaken, zoo dient deeze voor Refcriptie op de beide Misliven van U Ed. Achtb. dat wy, ongevoegelyk oordeelende , ons in eenig verder detail of discusfie in te laten , U Ed. Achtb. gantsch vriendelyk verdoeken , om ten onzen opzigte eene egale conduite en handelwyze aan te nemen, en uit dien hoofde geene verdere aanzoekingen of cxhortarie aan ons te addresferen ter verandering van zoodanige maatregels, welke wy van den beginne af aan als cordate Regenten en dus mee postpoiitie van alle particuliere inzigten, eigenbelang , affectie, ja zelfs van Menfchenvrees hebben by de hand genomen; geperfuadeerd zynde, dat de overige van U Ed. Achtb. disfentierende Steden op deeze zelfde beginzels medewerken tot maintien van de tegenwoordige costumen, zonder dat het odieufe roerfel van Menfchenvrees hun bezield. —- Kunnende deeze onze refcriptie U Ed, Achtb, teffens {trekken ten bewyze der ongegrondheid van zoortgelyke reproches. Wy bevelen U Ed. Achtb. in de protedie de* Allerhoogften , en verlyven, edele achtbare heeren i U Edele Achtbaarens goede Vrienden, Burgemeesteren, Recht en Raden der Stad Harlingen. Harlingen den (Was get.) 10 Üecemb. e. f. hark enroth. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van hun Achtbaarheeden. (Was get.) a. s. conradi. CCLXV.  i£8 dec. ZAAKEN VAN 1782. CCLXV. Rapport van Gecommitteerden van Hun Ed. Gr. Mosenden tot 's Lands Zeeweeringen aan den Helder , en Refolutie daar omtrent genomen. In dat ia December 17S2. /~"\ntfangen een Misfive van de Heeren Hun Ed. Vi' Groot Mog, Gecommitteerden tot de zaaken van 's Lands Zeeweeringen aan de Helder, gefchreeven in den Hage den 8 deezer, houdende verllag der reeden waarom de geprojecteerde en geconfenteerde Werken nog op verre na niet ter uitvoer hadden kunnen worden gebragt; voorts van hun verrigte, als meede van den toefhnd der Helderfche Werken; breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waarop gedelibereert zynde , hebben Hun Edele Groot Mog. het verrigte van de voorfz. Heeren Gecommitteerden by deeze geapprobeert, en derzelver Rapporc aangenoomen voor notificatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. edele groot mogende heeren1 /^elyk de Gecommitteerden tot 's Lands ZeeVJ weeringen aan de Helder , U Edele Gr. Mog. by derzelver Misfive van den 17 May deezes jaars te kennen gaven, dat zy in confideratie van de tegenwoordige tydsomttandigheeden met de verdere voortzetting der gemelde Werken zoo veel menage in acht hadden genoomen , ais de voorzigtigheid eenigfints toeliet , het geen dan ook de reeden was, dat, hoe zeer de Calculatie der kosten voor de benodigde Werken , door 's Lands Opfigter voor dit  Mc. STAAT EN OORLOG. i73a. 139 dit jaar geformeert , beloopen had een fom van tweemaal honderd vier en zestig duizend guldens , zy Heeren Gecommitteerden zig geborneert hebben tot een Petitie van honderd vier en dertig duizend guldens, tot welks vermindering zy boven dien ook wel hadden moeten overgaan, uit hoofde van het gebrek aan de nodige Materiaalen. Zoo is dit gebrek , Edele Groot Mog. Heeren, ook de oorzaak gèweest, dat alle de voorfz. geprojecteerde , en geconfenteerde Werken tot hier toe op verre na niet ter uitvoer gebragt hebben kunnen worden. De groote meenigte van Kayfleen , welke tot de Beflagwerken voor de nieuw te maaken Bergplaats van 's Lands Schepen van het nieuwe Diep geëmployeert heeft moeten worden, en de hooge pryfen welke de Aanneeraers daar voor hebben moeten belteeden, heeft de Ondergeteekenden buiten de mogelykheid geftelt, ten zy door nog meerder fpendatien , om de nodige quantiteit voor hunne Werken te kunnen bekomen , hoe zeer zy ook de Vragtloonen reeds per Last een gulden verhoogt hebben. De meeste Werken beftonden in ordinaire reparaden en verfterkingen, waar aan een groote quantiteit Steen verbruikt moest werden , zoo dat U Edele Gr. Mog. ligt zullen begrypen , dat van dezelve alleen de meest nodige geheel, en de overige maar gedeeltelyk afgedaan hebben kunnen worden, zoo als onder anderen met dé hoogst nodige Steenftorting tusfchen Paal O. en Preekhuishooft, ook om reeden van de aanhoudende Stroomen, en het onlluimige weeder, geduurende de gepasfeerde Soomer, zeer weinig vordering gemaakt heeft kunnen werden. Het nieuwe werk onder Articul 12 vermeld, . is egter tot genoegen van de Ondergefchreevene ' op zyn tyd in order gebragt. Dog door de zoo evengemelde zeer ongunfti» ge omftandigheeden van weer en wind, continueele hooge Vloeden, en buiten gewooneStor- X. DKEL. i menj  13© dec ZAAKEN VAN 1782. men, zyn de Werklieden zeer verhindert geworden , en is het gedaane werk dikwils weeder geheel afgeflagen, zoo dat de Steenen , vooral aan en op de Hoofden meermaalen hebben moeten verligt en opgezet werden, behalven het meerder verlies der Zandfpecien door opgemelde Vloeden geleeden; en daar door meerder benodigde Materiaalen; waar door de gepetitioneerde fommen op diverfe posten niet toereikende zyn bevonden , maar over het geheel , na de uitreekening van 's Lands Opzigter wel meteen fom van vyftien duizend guldens verhoogt zullen moeten worden. Voorts hebben eenige der Ondergeteekenden by eene infpeftie bevonden, dat de Stranden in het generaal nog aanwinnende blyven , en dat de Hoofden dus hun bedoelde effect: nog pralteeren , behalven dat even benoorden het groote Kykduyns Hooft, de Zee by meer dan ordinair hoog water , eene extraordinaire werking begint te doen , waar door de Duynen aldaar merkelyk zyn afgenomen, en met een fteile kant ftaan , ter hoogte van twaalf a dertien voet, zoo dat den Opzigter Harge gelast is her. aldaar leggende Hoofdje aan het Duyn , met beflagwerk en fteen te verheelen, terwyl hier apparenc in het aandaantle voorjaar een fterk bellagwerk gelegt , en het geheele kleine Hoofd t'Zeewaarus uitgewerkt zal dienen te werden. Wat de oorzaak van deezen aanval der Stroom ter dier plaatfe is , kan nog met geene zeekerheid bepaalt worden , hoewel eene Sandbank ftrekkende van het nieuwe Gat tot in het Marsdiep, 'er veel toe fcheint te contribueeren. In de dieptens langs de Helderfche Wal, is volgens de fuccesfive peilingen van dit jaar , weinig verandering voorgevallen , behalven dat de glooying beooften Paal O. uit de midden na onder is afgezakt, en daar ter plaatfe, als meede op de vyfde peiling tusfehen gemelde Paal O.  ipEc. STAAT ÉN OORLOG. 1782» O. en Preekhuishooft eenige meerder diepte word bcipeurt. Hier meede zullen de Gecommitteerden dit hun Rapport befluiten , in vertrouwen dat U Edele Groot Mogende met hun verrigte genoegen zullen gelieven te neemen. En hebben de eere* na U Edele Groot Mogi in de protectie des Allerhoogften te hebben aanbevolen , zig met alle refpecl te noemen. Gefchreeven iii den Hage den 8 December 1782. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN ! (Onder ftond) U Edele Groot Mog. Dienst* willige, De Gecommitteerden tot de zaa'ken van 's Lands Zeeweerülgen aan de Helder; (Was get.) O. GEVAERTS • HÜYDECOPER van Geervliet. van Maarsfeveen* D. RAS. JAN PAN. MCOLAAS' GROOT. I * dCLXVL  i3a dec. ZAAKEN VAN 178-. CCLXVI. Rapport van Gclastigden van Hun Ed. Gr. Mogenden, omtrent den voet, op welken een Minister Plenipoten* tiaris van deezen Staat aan de Vereenigde Staaten van Noord-Amerika zou kunnen gezonden worden. Ingebragt ter Fergaderinge van Run Ed. Gr. Mogenden op Donderdag den 12 December 1782. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert , dat de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot liefogne, in gevolge en ter voldoening van Hun Edele Gr. Mog. Refolutie commisforiaal van den 18 July deezes jaars, met de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Hage en te Hoorn reiideerende , hadden geëxamineert het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, op hoedanigen voet en wyze een Minister Plenipotentiaris van deezen Staat, aan de Vereenigde Staaten van America zal behooren te worden gezonden. En dat zy Heeren Gecommitteerden hadden geconfidereert, dat niet alleen de regels van decentie en civiliteit, tusfchen fouveraine Mogen theeden plaatshebbende , vorderen , dat de bezending, door de Heeren Staaten van America in den Perfoon van den Heer Adams onlangs aan de Republiek gedaan, ook van deeze zyde naar behooren worde gereciproceert, maar dat daarenboven de weezentlyke belangens van den Staat en van deszelfs Commercieerende Ingezeetenen volftrekt komen te vereisfchen, dat een bekwaam en gequalificeert Perfoon met het Caraéter van Minister Plenipotentiaris , hoe eerder zoo beeter naar America worde afgezonden , om by hooggemelde Heeren Staaten een vaste en permanente refidentie te houden, ten einde de ge-  dec. STAAT EN OORLOG, ,78a. m gelukkig fubfifteerende harmonie en omA* ;„..n- den onder het wyduitgeftrekt Gebied der Kemel' de Staaten by alle geleegentheeden yoor te SaafeT tl bevorderen; en dienvolgende van advife waren rf« J zaak ter Generaliteit dlar been zoude beCren%e wor den «dirigeert, dat bet Capittel op den ordinar sS eten, me: een nieuwe en permanente post wee.en7een Minister by de Vereenigde Staaten van Amerkf «am pbeert, en d e post met een iaarlvlr. tv.*S g m" • twintig dui-^d'gultos^riïffi^S^ vincie gebragt worde mitsgaders, dat aan den H«r daar toe op de voorflag van deeze Provincie te Z" noemen, voor zyn uitrufting of Equ.pageSd eef™ vaneen duizend guldens geens ^^«"^2 Waarop gedelibereert, en Copie van het voorfz « rapporteerde verzogt zynde door de Arren v?n de" Ridderfchap en Edelen, om hetzelve in de Ordre na der te exammeeren , en door de verdere r%rtin da«r op te verftaan'de intentie viTdVa™ g"™ d^eTefce!8 08 *»* Re«e Sfiff«"S Accordeert met de voorfz. Refolutien, 13 CCLXVIL  S34 dbc. ZAAKEN VAN 178a. CCLXVII. Rapport van Preftdent en Raaden ., nevens Informatien van den Advokaat Fiskaal en Procureur Generaal van den Hove, aangaande het voorgevallene in 's Hage op den 6 December. Ingebragt ter Vcrgaderin' ge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 13 December 1782. Ontfangen een Misfive van de Prxfident en Raaden van den Hove, gefchreeven in den Hage op hee* den, houdende de Refcriptie by Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 9 deezer , op bet geproponeerde • door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht ' en Amfterdam, van gemelden Hove gerequireert, zoo ver betreft het onderzoek , waarom ter zaake van het gebeurde , by die Propofitie vermeld, geen crimineele pourfuites zyn geëntameert; en, by het verdag over dat object, fuppediteerende het fchriftelyk Berigt van den Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal, en wat < door den Bailliuw van 's Hage voor hunne Commis. I farisfen ter beantwoording der Vraagen aan hem gedaan , is voorgedraagen ; terwyl het volleedig Berigt omtrent de waare circumftantien der zaak onmogelyk zoo fpoedig kon worden geëffectueert; breeder hier na geïnfereert, Fiat infertio. Waarop gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en Bylaage, betreklyk tot het verrigte , en de informatien van den Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal, mitsgaders het voorgedragene door den Bailliuw van 's Hage, zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Justitie, met Commisfarisfenvan den Hove, en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideraiien en advis ; en den verderen inhoud aan te neepKn voor notificatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. E.DB.  dec. STAAT EN OORLOG. 1782, 137 EDELE GROOT MOGENDE HEEREN , Wy hebben ontfangen Uwer Edele Groot Mog. Misfive van den 9 deezer lopende maand, waar by het Uw Edele Groot Mog. conform het geproponeerde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht en Amfterdam, behaagt heeft. ons aan te fchryven in fubflantie, om, zonder tyd verzuim , onderzoek te doen na het gepasfeerde .in de pramisfen der voorfz. Propofitie vermeld, en in het byzonder te inquireeren na de Belhamels en Aanftokers; als meede, waarom ter zaake van eene zoo wereldkundige gebeurtenis, noch door den Fiscaal van deezen Hove , noch door den Bailluw van 's Gravenhage eenige crimin:ele vervolginge (voor zoo veel men wist) tot hier toe was gevallen, ten einde om dit een en ander, en aangaande de ware circumtanflien der zaken, Uw Ed. Gr. Mog. ten fpoedigften te rescribeeren, omme als dan zoodanige nadere voorzieninge te worden gedaan, als ten meesten diende van den Lande bevonden zoude worden te behooren. By overweeginge van den inhoud der voorfzt aanfchryvinge is het ons voorgekomen , dat het aan ons gedemandeerd onderzoek verzeert over twee objecten van verfchillende aart, en waar van aan het eene gemakkelyk ten fpoedigfte kan worden voldaan , dan waar van het ander van veel meer omflag en langer nafleep zynde, onmogelyk zoo fpoedig kan worden geëffectueerd. Van het eerst gemelde foort begrypen wytezyn het onderzoek , waarom ter zaake voorfz. geene crimineele pourfuites zyn geëntameerd; terwyl al het overige forteert onder laatstgemelde. Daar Uw Edele Groot Mogende nu eene fpoedige refcriptie van ons verlangen, hebben wy gemeend niet beeter aan Hoogstderzelver intentie te kunnen voldoen, dan door het verflag vanhetgee. ne wy ten opzigte van het eerstgemelde onderzoek hebben verrigt niet te differeeren tot dat wy in ftaat zouden zyn , om ook nopens het laatstgeI 4 mei-  J3;;;hulatoire Ampten aan Zyne Hoog' heid. In dato 14 December 1782. De Macifti'-at» Raad en Vroedfchap van Sloten, ! aanzegging, op den Raadhuize S 1 ve-eidïrd, in aanmerking nemende de Ij ven en Bxiraft-Refqlutien van de Steden Dockum, ïVswaard, Hindelnpcn, Ylst en Franeker, alle van di. vcrfe datums , edog, contineerende in fubftantie denzelven inhoud , mcr betrekking tot de jaarlykfche op. EC STAAT EN OORLOG. 1782. ï7j gers en Ingezeetenen Czynde meest arme en behoeftige Lieden) hun beklag deswegens aan de Supplianten ge» daan hebben , eerst aan des eerften Suppliants Huis, en naderhand op deu 5 April jongstleeden ter occafie dat de Supplianten vergadert waren , ten getaale van wel meer dan veertig te gelyk, op de Regtkamer: betuigende uit hoofde van hunlieder armoede , volftrekt buiten ftaat te weezen, om de voorfz. twee Compa» gnien af te wngten , en van het gerequireerde voor zulk eene geringe fom van Penningen , als daar voor betaald zoude worden re voorzien , en verzoekende daarom , dat de Supplianten , indien het mogeiyk ware, het daar heenen wilden dirigeeren, dat zy lieden by tyds bewaard wierden voor de funeite gevolgen, welke het voorfz. Cantonnement ten hunnen reguarde onvermydelyk zoude moeten na zig fleepen. Dat hoe zeer de Supplianten in gemoede overtuigt waren , dat het grootfte gedeelte van de gemelde Perfoonen in der daad buiten het vermogen was, om den last, waar meede dezelve gedrukt Honden te worden , te kunnen draagen , de Supplianten nogthans in confideratie dat 'er voor hun Supplianten niets dan te obedieeren viel, hunne anderzints met regt doleerende Burgers , zoo veel in hun vermogen was , met vriendelyke en encourageerende woorden geperfuadeert hebben, om in de gegeevene ordres te berusten ; het geen dan ook van dat fucces is geweest, dat de ter dier tyd ontftaane oploop daar meede zonder verdere gevolgen in ftilte is afgeloopen. Dat de voornoemde twee Compagnien , daar na op den 22 der gemelae maand April, te Maasland gearriveert zynde, de klagten van de voornoemde Burgers en Ingezeetenen, welker getal byna dagelyks aangroeide, van tyd tot tyd merkelyk zyn toegenoomen , terwyl de onbefcheidentheid van het Krygsvolk, met zelden gewoon om de Huisluiden met vloeken en dreigen het geen hun aanflaat af te dwingen, den overlast van de Militairen onder Maasland by continuatie zeer ondraagelyk heeft gemaakt, vooral tegen het naderen van den Winter, wanneer de Lieden voor zig zeiven onvoorzien waren van den nodigen voorraad , en dus nog  176 dec. ZAAKEN VAN i^2. nog veel minder in ftaat waren om anderen daar van te verzorgen , behalven dat ook door toedoen van de Militairen (die het geen daar omftreeks te arbeiden viel voor zeer geringe Dagloonen aannamen) de anderzints gewoone middelen van beftaan, in zoo verre voor de ongelukkige Daghuurders onder Maasland bedorven zyn geraakt, dat de Arbeidsloonen aldaar zedert eenigen tyd wel drie a vier ftuivers minder bedraagen hebben dan gewoonlyk , zoo dat de armoede aldaar van dag tot dag grooter is geworden; om nu niet te gewaagen van de tellens ontftaane desordres in diverfe anderzints zeer gefchikte Huishoudingen, nog ook van de fataale gevolgen der principes, welke aan de Jeugt door eene dagelykfche converfatie met Soldaaten worden ingeboezemt, en door verfcheide van de beste Huisvaders op de deerniswaardigfte wyze worden betreurt. Dat de Supplianten zig ondertusfcben by aanhoudentheid beyvert hebben , om hunne Burgers en Ingezeetenen met onderwerping en ftilligheid te doen wagten op het een of ander middel van redres ; en daar toe onder anderen in den beginne van den jongst gepasfeerden maand November aan dezelven hebben voorgehouden , dat de bovengemelde twee Cornpagnien volgens de Joopenrie gerugten , apparent binnen kort naar elders Honden te vertrekken ; mitsgaders dat men geene andere Militie in derzelver plaatfe zoude krygen , zoo als dan ook de meergemelde Burgers en Ingezeetenen zig te dier tyd daar meede eenigzints hebben laaten paayen , byzonder na dat men met zeekerheid geinformeert wierd, dat de voorfz. twee Cornpagnien effeélivelyk na elders verplaatst zouden worden, zoo als vervolgens ook gebeurt is; dan dat eene inmiddels bekomene tyding, dat 'er ander Krygsvolk (hoezeer maar eene Compagnie) te Maasland gecantonneert zoude worden , de reeds uitgemergelde Gemeente op nieuw dermaaten heeft geallarmeert, dat 'er op Zondag , zynde geweest den 3 der gemelde maand , des avonds ten 8 uuren voor het Huis van den eerlten Suppliant vergadert is een troup van wel meer dan dertig Perfoonen, met oogmerk, gelyk de eerfte Suppliant (die toen van huis was) naderhand ontdekt heeft, om aan den eerften  Mc. STAAT EN OORLOG. 1782, 177 ften Suppliant aan te zeggen , dat zy niet van voorneemens ' waren zig op nieuw met inquartiering van eenig Krygsvolk te belasten; tetwyl de gemoederen van de Burgery over het generaal zoodanig zyn aan het gisten geraakt , dat de Supplianten in de grootlle bekommering zyn geweest voor feytelykheeden ; fchoon zy evenwel nogmaals het genoegen hebben gehad, van het door goede woorden daar heenen te dirigeeren, dat ook ten dien tyd alles verder in ftilte is afgeloopen, en dat de zedert op nieuw te Maasland gecantonneer. de Compagnie eene behoorlykè huisvesting en verzorging van het nodige bekomen heeft. Dat de Supplianten niet te min by zig zeiven volkomen overtuigd zyn , aan de eene zyde van de wettigheid der verlangens van hunne Burgery om hunne reeds geleedene fchaadens gerepareert te krygen, en aan den anderen kant, dat een langduuriger verblyf van Militairen te Maasland , de goede Ingezeetenen aldaar op eene onherftelbaare wyze zal bederven, immers zoo daar jegens niet by tyds behoorlyk voorzien werde, als zynde ser reeds verfcheide van dezelven genoodzaakt geworden om voor zig en de hunne adfiflentie te verzoeken uit de Armen Kasfe , terwyl het getal derzelve dagelyks toeneemt, zoodanig, dat by aldien onvermoe. delyk geen redres in deezen te wagten was , men alsdan zeer waarfchynlyk ook bedagt zoude moeten weezen op middelen van fubfidie voor dezelve Kasfe, vermits het dan genoegzaam te voorzien is, dat de bedeeling op den duur ondoenelyk zat worden , ten minlten in geenen deelen toereikende zal zyn , om daar uit de benodigde adiiftentie te vinden , voor zoo veele arme Ingezeetenen die nu van hun fober beflaan nog aan Militairen het geordonneerde moetende bezorgen , den last voor de Armen-Kasfe daar door des te grooter en drukkender moetende maaken; de Supplianten vervolgens te raaden zyn geworden , het gunt voorfz. is refpeclueufelyk aan U Edele Gr. Mog. onder het oog te brengen; te meer na dat aan hun Supplianten in Collegio vergadert zynde, door een groot gedeelte der Burgers en Ingezeetenen van Maasland is geprefenteert geworden het Request, het welk de Supplianten de vry- X. deel. M heid  i78 dec. ZAAKEN VAN 1782. heid neemen, van copielyk ten deezen te voegen; hebbende de Supplianten in gemoede geoordeelt zig daar van des te minder te mogen onttreeken , wanneer zy geconfidereert hebben , deels de importantie van de fchaadens die door de voorfz. refpeclive Cantonnementet bereids aan hunne Burgers en Ingezeetenen geoccaüoneert zyn , en deels de hardigheid , die zy vermeenen in eene verdere voortduuring van zulke Canton'nementen voor hunne Burgers en ingezeetenen te refidee» ren; terwyl dezelve voor Maasland niet kunnen zyn, van eenige de minfte utiliteit, vermits de Soldaaten waar meede men aldaar geimportuneert is , enkel en alleen dienen tot vervulling van de Wagten op Maaslandfluis, en voor de Baakenwagt aan de Maaskant; zoo dat het Cantonnement van Troupes te Maasland in der daad alleenlyk ftrekt tot ontlasting van die van MaaslandHuis en tot foulaas van de Burgery aldaar , behalven dat thans niet een enkel Officier te Maasland zyn verblyf houd; ja dat zelfs aan den Tambour van het aldaar cantonneerend Volk , verlof is gegeeven , zulks dat in tyd van nood , nog order zoude kunnen gehouden , nog alarm zoude kunnen geflagen worden; terwyl evenwel de arme Ingezeetenen voor Logement van da Officiers nutteloos moeten blyven betaalen. En gemerkt de Supplianten zig voor het overige van Uwer Edele Groot Mog. arquiteit verzeekert houden dat Hoogstdezelve in allen gevallen ook volkomelyk geperfuadeert zullen zyn, dat de voorfz. Troupes binnen Maasland niet zyn gecantonneert tot beveiliging van het zelve Dorp, in het afgetrokkene befchouwt, maar, by aUien 'er eenige nuttigheid in het Cantonnement aldaar refideeren mogt, (waar over de Supplianten niet kunnen nog bevoegt zyn te oordeelen) alsdan notoirlyk ten nutte en tot beveiliging van de geheele Provincie ; en dat derhalven in allen gevallen niets reedelyker en billyker is, dan dat de Burgers en Ingezeetenen ter zaake voorfz. van 's Lands wegen behoorlyk worden gedommageert. Zoo neemen de Supplianten de vryheid van zig voor en m den naame van meergemelde hunne Burgers en Ingezeetenen te keeren tot U Edele Groot Mog., oot- Otpe-  dec. STAAT EN OORLOG, 1782. i?9 moedig verzoekende dat U Edele Groot Mog. aan de Supplianten tot ontlasting van de Burgers en Ingezeetenen van Maasland , uit 's Lands Kasfe gelieven te accordeeren zoodanig dedommagement, als ü Edele Gr. M"g. naar evehreedigheid van de aldaar door de voornoemde refpeftive Cantonnementen veroorzaakte fcbaadens zullen oordeelen fuffieient te zyn; en dar U Ed. Groot Mog. voorts aan Zyne Doorlugtige Hoogheid gelieven te verzoeken om de thans binnen Maasland lecantonneerde Militie ten fpoedigften doenlyk van daar na elders te verplaatfen ; immers en in allen gevallen dat by aldien dit tweede lid van der Supplianten verzoek om reedenen uit de publique utiliteit ontleent, niet zoo promptelyk zoude kunnen worden toegeltaan , het U Edele Groot Mog. dan egter gunftig behaagen moge , om voor het vervolg tot ontlasting van Maaslands Burgeren en Ingezeetenen , en tot voorkoming van allen verderen overlast , zoodanige andere voorziening te doen, als U Ed. Gr. Mog. ten meeften nutte dier ongelukkige en gedeeltelyk byna geruïneerde Menfchen, naar derzelver hooge wysheid, zullen oordeelen te behooren. . „ (Onder ftond) 't Welk doende, &c. (Was get.) M. H. VAN SON KENDSZ. In margine ftond gtappoftilleert, De Staaten van Holland en Westvriesland vinden goed , dat deeze Requefte gefteld, zal worden in handen van Haar Edele Groot Mog. Gecommitteerde Raaden , om dezelve te examineeren, en de Vergadering daar op te dienen van hunne confideratien en advis. A&um den 19 Dtcember 1782. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Saaten. (Was get.) c. clotterbookê. M 2 CCLXXV.  i8o dec. ZAAKEN VAK 1782. Notitie of Begrooting der fchaaden en tasten, gehad en geleeden by de Burgers en Inwoonden van den Dorpe van Maasland , wegens de inquartiering 0f befleeding der Militairen binnen voorfchreeven Dorpe gecantenneert , te weeten , van de twee Cornpagnien van het eerfle Battaillon van het Regiment van den Generaal Major van Munfter, gecantonneert gedweest van den -22 April 1782 tot den 7 November daar aan volgende ; en wegens de eene Cempagnie van het tweede Battaillon van het opgemelde Regiment, gereekent gecantonneert te zullen zyn van den voorfchreeven 7 November tot ultimo December 1752 voornoemt. Zynde deeze geformeert op ordre van Schout en Zetteren van Maasland voornoemt, volgens de op- en aangeeving door de' Burgery dier Plaats gedaan, ten overJlaan van Bastiaan den Exter, Jan Ka genaar, fenior , en Adam Aclriaan van Arle, Zette- ren, Commisfarisfen, en Petrs. Coenrd. de Coningh , Secretaris , deezen 5 December 1782. Wegens het eerfle Cantonnement. Van vier Officieren - - f2jn 16 o Van tien Onderofficieren - . 2io u 0 Van twee en tagtig gemeene Manfchappen - 1340 0 c Het montant wegéns heteerite Canton. nement importeert . • /x8§3 17 o We-  dec." STAAT EN OORLOG, 178». i8r A. Wegens het tweede Cantonnement. Van een Officier .ƒ1600 , Van vier Onderofficieren 23 3 o B &C. Van zes en dertig gemee- ne Manfchappen - 212 £. 8 - Het montant wegens het tweede Cantonnement importeert - - ƒ253128 Het geheele montant van beide de t Cantonnementen impor.eert te I —1- faamen - - - 1/2077 9i8 A. Deeze Officier heeft by zyn arrivement geaccordeert met den geenen daar hy was ge. billietteert voor twee gulden per week, ten einde als dan voor zig zelfs een Quartier te kunnen verzorgen ; is op* Maaslandlluis gaan woonen , waar hy actueel nóg woonagtig is , en egter 's weekelyks opgemelde twee gulden komt haaien ; zynde dus dit Cantonnement zonder Officier. B. Onder deeze Gemeenen is ook gereekent een Tambour , die niet meerder dan twee dagen na opgemelden 7 November by het Cantonnement geweest is, zynde als toen met verlof vertrokken, en zedert niet weeter terug gekomen; zynde by deeze Compagnie dus in het geheel geen Tambour. C. Onder deeze Gemeenen is ook 'een Soldaat, zynde die, waar van in het Request der Burgerye is vermeld , dat een van de Burgers had genoodzaakt met hem te ac« cordeeren voor 15 ftuivers per week, waar voor hy zig op deezen Dorpe een ander Quartier zoude verzorgen, het geen hy ook veertien dagen heeft gedaan , en by gemelde Burger die twee weeken de 15 ftuivers M 3 fleeft v  132 dec. ZAAKEN VAN 1782, heeft komen haaien, en vervolgens na een ander Dorp zynde vertrokken om te'werken , niet te min by meergemelde Burger nog 's weekelyks twaalf ftuivers komt af. haaien , zynde op vriendelyk verzoek van gemelde Burger door den Officier zoodanig gemodereert, die hem egter beeft geordonneert daar jn (offchóon die Soldaat op een ander Dorp werkt) te blyven continueeren en 12 ftuivers per week betaalen; Iaatende door den Sergeant, als het commando voe. rende over het Volk, alhier gecantonneert, 's weekelyks. by hem Burger afnaaien. Aan de Ed. Athtbaare Heeren Schout en Zetteren van Maasland. Geeven ootmoediglyk te kennen, de ondergeteekende Burgers en Inwoonders van den Dorpe van Maasland voornoemt ,■ dat het aan U Edele Achtb. niet onbekeut zal zyn, datzy Supplianten van deezen jaare {782 op den at April in gevolge de door U Edele Achtb. uitgegeeven Billietten , ieder met de , inkwartiering van een Militair, het zy Officier of Soldaat, zyn belast geworden, en volgens de.door ü Edele Achtb. daar by gegeeven ordre , genoodzaakt zyn geweest om gemelde Militairen te voorzien van behoorlykè Legging, Zout en Zunr, en Vuur en Ligt. Dat zy Supplianten hun in gevolgen opgemel. de gegeeven ordre, aan den inhoud van de voorfz. uitgegeevene Billietten , zoo veel hun doenlyk was , hebben gedraagen ; dan dat het zommige van hun Supplianten niet convenieerden dezelve te huisvesten , dienvolgens genoodzaakt waren , hun by een ander der Meedeburgeren in kwartier te befteeden, waar voor zy Supplianten van / twaalf tot achttien ftuivers voor een Soldaat, ja zelfs voor een Officier tot veertig ftuivers per week, voor opgeraelde Kwartiergeld hebben moe. ten betaalen , het geen voor hun Supplianten geen geringe last was, te meer, daar feet by de mees-  dec. STAAT EN OOMLOG. 17R2. 183 meeste van hun Supplianten tot heeden toe nog blyft continueeren. Dat zy Supplianten in hoope op restitutie van voorfchreeve uitfchot en kwarriergeld te zullen erlangen, hun altoos aan opgemelde orders van U Edele Achtb. hebben gedefereert en gedraagen , dan dat tot heeden toe zy Supplianten geene de minfte restitutie hebbende kunnen bekomen, de meesten van hunlieden niet langer in ftaat zyn om voorfz. last te draagen , of het Kwartiergeld voor opgemelde Militairen aan anderen te betaalen, te meerder, daar de Behoeftens waar van zy Supplianten opgemelde Militairen zouden , moeten voorzien , daaglyks duurder en duurder werden, zylieden in de aannaderende Winter ook geen vooruitzigt hebben, om voor hun de nodige Brand op te doen , veel minder daar voor anderen , voor te kunnen zorgen, of dat zy Supplianten hun genoodzaakt zullen vinden om adfillentie en alimentatie voor hun,hun Huishouden en Kinderen aan de Diaconie-Armen deezer Plaats lastig te vallen, en hun geleedene fchaade op dusdanige wyze zien terecouvreeren. Anderen van hun Supplianten die nog eenigfints in ftaat zouden zyn om voor hun gebiljetteerden Officier of Soldaat kwartier te verzorgen, en het Geld voor dien te betaalen, dan dat zy Supplianten door dezelve in zoo verre worden gedwongen , dat zy weigeren het hun aangeweezen Kwartier te betrekken; en dus hun Supplianten dwingen om in hun eigen Huifenin. kwartiering, en van het geordonneerde te voorzien, of hun Supplianten 's weekelyks tot tien ftuivers per week voor inkwartiering afpersfen, waar van zy Supplianten, om hun niet in hun eigen Huifen te huisvesten , genoodzaakt zyn daarin te bewilligen. Dat zy hun door opgemelde Militairen daar in zoo verre vinden gedwongen, dat een Soldaat by een van hun Supplianten gebillietteert, en door hem by een ander voor tien ftuivers per week in Kwartier beitelt, weigerde hetzelve te betrekken, «n daar toe hem Suppliant met alle M 4 bru-  18* dfcJ ZAAKEN VAN 1782. brutaliteiten hebbende willen noodzaaken , zelfs op eene avond wanneer by Suppliant niet thuis was, Deur en Poort gefloten en deszelfs Vrouw alkenlyk thuis zynde , hem niet ontzag met de Kolf van de Snaphaan deszelfs Deur of Poort te willen openftooten, waar door de Suppliant zyn Vrouw doodlyk ontftelt zynde, genoodzaakt vond de Deur open te doen, en hy Suppliant thuis komende afgedwongen wierd met hem te accordeeren voor vyftien ftuivers Kwaniergdd, en hy Suppliant hem zulks toeftaande, van die tyd af na ten andere Plaats is vertrokken, en evenwel nog 's weeklyks dat Kwarriergeld komt haaien. Dat deeze overlast die de Supplianten daardoor Jydei , nog vermeerdert werd door de dagelykfche ongerustheid die een ieder van hun heeft, die deszelfs Militair by hem in huis heeft geïnkwartitrt , uit hoofden van de onagizaamheid waar meede zy Militairen omtrent Vuur en Ligt te werk gaan en het rooken der Pypen in Winkels en Schuuren , het welke dikwils gepaart gaat mer verregaande dronkenfehap, en dus ligtelyk zy Supplianten wel daar door een giooier verli>s zouden kunnen overkomen. Dat alle deeze hier voorgeftelde onverdraaglyke lasten en overlasten , en de gevolgen daar door nog zwaarder voor ieder derzelver zoude kunnen na zig (leepen. Zy Supplianten hun genoodzaakt bevonden, ten einde de restitutie van het .geleedene en voorkoming van alle verdere lasten en fchaaden te erlangen, en hun adres te maaken aan LIEdele Achtb. als Beftuurdcrs deezer Plaats, niet twyfelende of U Edele Achtb. reguard neemende op alle het geene voorfz. ftaat, en in overweging neemende de armoede en beklaaglyke omftandigheeden die daar uit zal volgen, en de overige naweenen die dezelve zouden kunnen na zig fleepen, of U Edele Achtb. daar in denodige voorziening en ten voorzigt kunnen neemen. Reedenen waaromme zoo keeren zy Supplianten hun tot U Edele Achtb,, ootmocdiglyk ver- ZO?1»  bso. STAAT EN OORLOG. 1782. 18S zoekende, dat U Edele Achtb. hun Supplianten, gelieven tel relhtueeren alle de bereids uirgefchote lasten en Kwartiergelden, en hun verder van de inkwartiering der Militairen te bevryden, of wel zoodanige adresfen dien aangaande aan den Souverain ie maaken, of deswegens zoodanige voor» zieninge re doen , alsovereenkomftighun Supplianten verzoek besr, gefchikten raadzaamst zult vinden. (Onder ftond) 't Welk doende, &c. (Was get.) NICOLAAS MONTENAKE. WILLEM WILSCHUT. Pi ETER. KOOY. HUYBREGT DE KNEGT. D1NGENAAR VAN DEN ABRAM VfiREL. ENDE. KLAAS VAN DER. SPEK. ADRIANUS VAN LOON. CORNELIS VAN TRIGT. PIETER VERKADEN. TEUN1S VAN GRIEKEN. JAN VAN DER WYDKN. GERRIT VANDER HOE VEN. YZAK VAN DER SPEK. JAN KEYZER. ABRAM ROEM. WM. VAN GEEST. LAMBERTLT3 PULS. JACOB JACOBSZ. BYL. ARY GLEYNSE KOK. PIETiïR ZOUTENDYK. JOOST VAN DE RIDDER. CORNELIS VAN DER EYK. JAN VAN DER LELY. GERRIT DE HOOG. JORIS VAN DYK. BERNARDUS HEYNEN. WILLEM DROOG. JASPER VAN DER VAART. JAN VAN DER KADEN. PIETER VAN GYL. JOHANNES DE PAGIE. KLAAS KLAPWYlV. JORIS DE KOK. STE&VËN KORF. TEUNiS ZUYDGEEST. OTTO BIEIMOND. JAM HOLIERHOEK, GERRIT VAN DER KADEN. WILLEM ROSKAM. JAGOSUS VANDEK KADEN. PIETER SMITS. KAREL GILLE. MAARTEN GROEN, JAN BiEMOND. (Laager Hond) Na gedaane collatie is deezen met deszelfs Origineele bevonden re accordeeren, by my ondergeteekende Secretaris van Maasland, deezen 12 December 1782, (Was get.) PETRS. COENRD. DE KONING. M s CCLXXXV.  186* dec. ZAAKEN VAN 7.782, CCLXXV. Mispve van Hun Hoog Mogende de Staaten Generaal aan de Staaten der byzondere Gewesten , dienende ten feleide van eene Memorie van den 'ruisfifchen Gezant, inhoudende klagten over een Libel, getytelt Brief over de waare Oorzaaken van 's Lands Ongeval, gevonden tusfchen Utrecht en Amersfoort. In dato 19 December 1782. • ✓"Nmfangen een Misfive van de Heeren Staaten Ge\y neraal der Vereenigde Nederlanden, Igefchreeven in den Hage den 17 deezer, daar nevens aan Hun Edele Groot Mog. toezendende Copie der Memorie door den Heer van Thulemeyer, extraordinaris Envoyé van Zyne Majelteit den Koning van Pruisfen, ten zeiven dage geprefenteert tot voorziening tegen het Libel met de naam van een Brief ever de ware oorzaaken van 's Lands ongeval, gevonden tusfchen Utregt en Amersfoort , waar in haare Koninglyke Hoogheid even zeer als haar dierbaare Gemaal te vooren, allerverfoeyelykst wierd ten toon geftelt; breeder in de navolgende Mis- ' five en bygevoegde Memorie vervat. Fiat infertio. Waarop gedelibereert, en Copie vin de voorfz. Misfive en Bylage verzogt zynde door de Heeren Gedepureerden der Steden Dordrecht en de volgende Leden txcept Delft, Gouda, Enkbuifen en Purmerende, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefielt tot na» dere Deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. ede»  dec, STAAT EN OORLOG. 1732. i«7 edele mogende heerenI De licentie, niet alleer van publiqueNieuwfchryvers, maar zelfs van byzondere P;rf ionen , die zig toeleggen op het fchryven en drukken van kwaadaardige Libellen, is alhier tot die hoogte ge• klommen, dat naauwlyks weerga in eenig Land daar van te vinden is. Het is ruim een jaar ge. leeden, dat een aller infaamst L^sterfchrift, onder den naam, aan het Volk van Nederland, tot veragting van Zyn Hoogheid, Onzen tegenwoordigen Heer Erfstadhouder, en zelfs tot bcfchimping van alle de voorige Heeren S adhouders, aan welke de Republiek zoo veel verpligting heeft , te voorfchyn is gekomen, waar over U Edele Mog., zoo wel als de Heeren Staaten van de andere Provinciën , zoo zeer geërgert zyn geweest, dat zy hetzelve by een (breng Placaat, op zeer zwaare boeten hebben verboden. En deeze vigilantie kan niet als ten uiterften aangenaam zyn geweest, aan die Mogentheeden, welke eenig belang neemen in de confervatie van de vastgeitelde Conftitutie. Egter heeft dezelve Geest van ongebondentheid wederom goedgevonden, een diergelyk Lasterfchrift, met de naam van een Brief over de ware oorzaaken van 's Lands ongeval, gevonden tusfchen Utrecht en Amersfoort, in h.ët ligt te geeven, waar in onder andere de Perfoon van Haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouw de Princes van Orange, even zeer , als haare dierbaare Gemaal te vooren , op een allerverfoeyelykfte wyze word behandelt enten toon geftelt: Zyn Majefteit de Koning van Pruisfen, in de naauwe betrekking, welke tot hoogge. melde Princes heeft , deeze handelwyze niet langer kunnende dulden, heeft door zyn ex'raordinaris Envoyé den Heer van Thulemeyer op heeden een Memorie daar over aan Ons doen prefenteeren, waar van Wy Ons verpligt hebben gevonden een Copie aan U Edele Mog., gelyk meede aan de Heeren Staaten van de andere Provintien toe te zenden. Wy houden Ons verzeekert, dat UEde. Ie  188 dec. ZAAKEN VAN ,?g2, le Mog. over dit Iaatfte Gefchrift , zoo wel al» over het eerstgemelde, zeer verontwaardigt zullen zyn, en geen ogenblik zullen haefiteeren, om met dezelve lever, als te vooren , daar tegen de nodi. ge voorzieninge te doen, en ten dien einde de itrikfte ordres te geeven tot ontdekking van den Autheur van het voorfz. lasterlyk Gefchrift, en tot een geproportioneerde ftraf van denzelven' zoo wel, als van de Boekverkoopers, die hetzelve hebben gedebiteert , en van die daar aan hebben ge. conniveert. Het welk van U Ed. Mog. gewoon» bidden verwaStende> zullen Wy God Almagtig ,J bL-1 w Eliele Mogende Heeren! u Edele Mog. te willen houden in zyne Heilige Protectie. In den Hage, den 17 December 1782, (Onder ftond) Uwer Edele Mogemheeden goede Vrunden, De Staaten Generaal der Vereenigde Naederlanden. Was geparapheert, w. VAN C1TTEKS , Vt. (Laager ftond) Ter .ordonnantie van dezelve. (Was get.) H. FAGEL. ü00g  DEc. staat en oorlog, 1782. ï|> HOOG MOGENDE HEEREN. De Ondergetekende, Extraordinaris Envoyé van zyne Pruisfifche Majèfteit, is gelastigd onder 't oog van Uwe Hoog Mogende te brengen de verontwaardiging, welke de Koning zyn Meefler heeft gevoeld, by het verneemen dat de ftrafwaardige Autheur van een Libel, getyteld Brief over de waare oorzaak van 's Lands ongeval, gevonden tusfchen Utrecht en Amersfoort, de vrypostigheid zoo verre heeft durven uitflrekken , om op de misdaadigde wyze aan te tasten de doorluchtige Perfoon der Prinfesfe zyne Nicht. De uitmuntende hoedanigheeden, welke haare KoninklykeHoog» heid kenmerken, verzekeren haar de onweder» fpreekelykfte Regten op eene eerbiedige hoog. agting van de zyde eener verlichte en dankbaare Natie. Zyne Majelteit, deeze Prinfesfe toeftaande aan de wenfchen van den Prinfe van Oranje , heeft U, Hoog Mogende Heeren , op dat tydftip , aangebooden een nieuw on« derpand van zyne Vriendfchap; en het verblyf van haare Koninklyke Hoogheid hier te Lande heeft U overtuigd van den prys, op welken dat onderpand moet gefchat worden. De Koning twyfelt geen oogenblik, of Owe Hoog Mogende zullen deel neemen in zyne Verontwaardiging , en dat dezelve met den vereischten fpoed zullen bewilligen in het verzoek, 't welk Hy hun heden doet door mid. del van zynen Minister. Zyne Majelteit verwagt, dat zy de nadruklykfte bevelen zullen geeven , om zich zonder uitltel toe te leggen op de ontdekking van den oplteller van dit doemenswaardig gefchrift, en dat zy hem zoo wel als de Boekverkoopers , die de verfpreiding hebben bevorderd, en aan alle anderen , welke daartoe de hand geleend hebben , eene ftraffe zullen doen ondergaan, aan hunne mifi, daad evenredig. De Ondergetekende kan niet ont*  190 dec. ZAAKEN VAN i78j. ontveinzen , Hoog Mogende Heeren , de gevoelens van verontwaardiginge , welke haare Koninklyke Hoogheid ondervonden heeft, ziende verfoeielyke Aterlingen , door fnoode lasteringen , het karakter van den Prinfe haaren Gemaal bezoedelen : lasteringen, van welke het Libel, 't welk het onderwerp der tegenwoordige Memorie uitmaakt, nieuwe proeven uitlevert. Gedaan in 's Hage 17 December 1732. CWas get.) DE THUXEMEYER; CCLXXVI. OBroy aan den. Pastoor en Armmeesteren van de Roomfche Kerkte Haast. recht , wegens de Erflaatingen aan hunne Armen; volgens Re/olutie van Hun Ed. Gr. Mogenden, in dato 19 December 1782. By refumtie gedelibereert zynde op de Misfive van de Praefident en Raaden van den Hove, gefchreeven in den Hage den 6 September deezes jaars en den 12 daar aan ter Vergadering ingekomen, houdende, tot voldoening aan Hun Edele Gr. Mog. Appointement van den 18 July te vooren , derzelver confideratien en advis op de daar by te rug gaande Requeste van den Pastoor en Armmeefieren van de Roomfche Kerk of Statie van den Haastrecht, verzoekende om reedenen by de voorfz. Requeste breeder gemeld Hun E iele Gr. Mog. Octroy, om de Nalaatenfchappen der Perfoonen by hun gealimenteert, ten behoeven hunner Armen naar zig te mogen neemen , als meede om te mogen beuren en ontfangen zoodanige ErfFenisfen , Legaaten en Donatiën , als aan hun ten behoeven hunner Armen by Testament of andere Aciens mogten werden gemaakt en befprooken; met dien verfijnde nogthans, dat van al-  dec. STAAT EN OORLOG. 1762. 191 alle Erflaatingen of Maakingen , die in der tyd aan de Supplianten zullen gefchieden, door Burgemeefteren en Regeerderen der Stad en Lande van Haastrecht eerst kennis zal moeten worden genomen , of die waarlyk ftrekken tot het einde en oogmerk by der Supplianten Requeste voorgefteld , dan of daar meede iets anders zoude worden voorgenomen , tegen het Placaat van Hun Edele Groot Mog. van den 4 May ifjjj ftrydende, en dat Burgemeelteren en Regeerders voornoemt op die Etflaatingen of Maakingen, na bevind van zaaken , approbatie of disapprobatie geevende, dezelve Erflaatingen of Maakingen zullen bekragtigen of kragte. leos laaten. Is goedgevonden en verdaan te verklaaren , dat de Pastoor en Armmeefteren van de Roomfche Kerk of Statie te Haastrecht, de Nalaatenfchappen der Perfoonen by hun geallimenteert ten behoeve hunner Armen naar zig moogen neemen ; .als meede mogen beuren ert ontfangen zoodanige ErfFenisfen, Legaateu en Donatien als aan hun ten behoeve hunner Armen, by Testament of andere Aflens mogten worden gemaakt of befprooken; met dien verftande nogtbans, dat van alle Erflaatingen of Maakingen , die in der tyd aan de Supplianten zullen gefchieden, door Burgemeelteren en Regeerders der Stad en Lande van Haastrecht eerst kennisfe zal moeten worden genoomen, of die waarlyk (trekken tot het einde en oogmerk by der Supplianten Requeste voorgefteld , dan of daar meede iets anders zoude worden voorgenomen tegen het Placaat van Hun Edele Gr. Mog. van den 4 May 1655 ftrydende ; en dat Burge. meefteren en Regeerders voornoemt op die Erflaatingen of Maakingen , na bevind van zaaken, approbatie of disapprobatie geevende , dezelve Erflaatingen of Maakingen zullen bekragtigen of kragteloos laaten ; en in het generaal, dat alles zal moeten gefchieden onder de fuperintendentie van dezelve Burgemeelteren en Regeerderen, door welke ook tot beheering van dezelve Erflaatingen of Maakingen een Rentmeefter van de Gereformeerde Religie zal moeten worden aangefteld • zullende hier van ten behoeve van de Supplianten behoor, lyke Brieven van Oclroy gedepecheert worden. En  Ipa dec. ZAAKEN VAN 178*. En is voorts by deeze gelegentheid meede nog goed. gevonden en verftaan , dat in het vervolg voor eene vaste cynofure zal worden geobfer/eert, dar. niet alleen in de Steden in het generaal , maar ook ten platten Lande , by het verkenen van foortgelyke Oftroyen , alles aldaar zal moeten gefchieden onder de fuperinten» dentie van Schouten en Geregten, door welke ook tot bebeering van dezelve Erflaatingen of Maakingen een Rentmeefter van de Gereformeerde Religie zal moeten worden aangefteld. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CCLXXVil. Extract - Misfive van Bewindhebberen der Oostindifche Maatfchappye ter Fergaderinge van Zeventienen, aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, voordraagende eene Verandering in het Eerfte Artikel der Injtru&ie van Generaal en Raaden , ten opzigte van het verkiezen van een nieuwen Gouverneur Gene. raai. In dato 20 December 1782. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecommuniceert een Misfive van de Gecommitteerde Bewindhebberen uit de refpective Kameren van de generaale Nederlandfche geoclroyeerde Oostindifche Com. pagnie ter Vergadering van Zeventienen ; gefchreeven te Amfterdam den 7 deezer, en den 13 daar aan ter Generaliteit ingekomen, houdende, dat aan hun door Generaal en Raaden van Neerlands Indiën in bedenking gegeeven zynde, of, wanneer by het overlyden van een Gouverneur Generaal eenige Leden der Regeering door ziekte verhindert wierden , de Vergadering ter verkiezing van een nieuw Gouverneur belegt, by te woo- nen,  dïc. STAAT EN OORLOG. 1782; 103 ren, derzei ver [temmen ook zouden behooren te worden opgehaalt , het hun voorgekomen was, dat zulks om verfcheide reedenen , immers in zommige gevallen, wanneer de Regeering door overlyden van veifeheide Leden, en de abfentie van anderen, merkelyk verzwakt mogt zyn, van zeer veel dienst zoude weezen; en dat zy dus zeer gaarne daar toe aan Generaal en Raaden de nodige ordres zenden zouden; indien zy zig hier in niet verhindert vonden door het eerfle Articuï der triftrudtie van Generaal en Raaden op den 22 Augustus 1617 gearrefteert, en door Hun Hoog Mog. op den 3 November daar aan geconfirmeert, als waar by geflatueert is, dat by aflyvigheid van den Gouverneur Generaal, de Raaden van Indien, alvoorens den eed aan handen van den eerften Raad, dit point aangaande vernieuwt hebbende, by. pluraliteit van Hemmen, en door bellote Brieven of Billetten (taande voets (zonder daar op met iemand anders eenige communicatie te houden) by provifie en tot nader ordre van de Bewindhebberen , een nieuwen Gouverneur moeten verkiezen ; dat by dat Articul gerequireert wordende de praftatie van den eed in handen van den eerften Raad , welke niet anders dan in Raade van Indien kon gelchieden, daar uit fchynt te volgen , dat Leden door ziekte abfent daar in niet zouden kunnen ftemmen; verzoekende derhalven , dat Hun Hoog Mog,, by interpretatie van het voorfz. Articul geliefden te verklaaren, dat, voor zoo v?r eenige Leden door ziekte verhindert wier len in de Vergadering, welke tot de verkiezing van een Gouverneur Generaal was belegt, te verfcheinen, het jongfte Lid met en benevens een der Secretarisfen zouden moeten werden gecommitteert , om den eed van de door ziekte abfénte Leden, aan derzelver Huifen af te neemen, de Billetten door dezelve over te geeven, te ontfangen in een befloote Busfche, en dezelve in Raade van Indien te brengen , en dat vervolgens in die zelf. de Busfche door de in Raade prjefent zynde Leden zullen worden geftooken de Briefjes, derzelver refpective vota behelzende . vermeenende Bewindhebberen, dat hier door aan verfcheide inconvenienten , die anders zouden konnen plaats hebben , zoude worden tc X. deel. N ge-  10* dec. ZAAKEN VAN 1782. gemoet gekomen , waarom een gunftige Refolutie hier op hoopten te ontfangen. Waarop gedelibereert, en Copie van de voorfz. Misfive verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Amfterdam , Rotterdam, Hoorn en Enk. huizen, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefluit tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CCLXXVIII. Refolutie van de Stad Leeuwarden , gmtrent de Op dragt van de Ambula. toire Ampten aan Zyne Hoogheid. In dato 21 December 1782. Ter gelegenheid van twee ingekomene Misfiven van de Regeeringen der Steden Sneek en Slooten , beide van den 16 deezer, zyn , nevens die , ter Vergadering wederom voorgedragen de reeds te voren fuccesfivelyk ingekomene Misfiven van de Regeeringen der Steden Dockum , Bolsward , Hindelopen, Franeker en Yist, dienende ter Communicatie van de Refo» lutien by de Regeeringen dier zeven Steden genomen , waar by dezelve , in deezen kommerlyken toeftand des gemeenen Lands zaken , ten einde weg te nemen de verpligting en af hangelykheid aan, en van, Zyne Doorl. Iloogheid, den Heere Prinfe Erfftadhouder , waar in de voornaamfce Volmagten van 't Kwartier der Steden door den jaarlykfchen Opdragt der Ambulatoir Ampten verfeeren : en om daar door eene meerdere harmonie onder alle de Kwartieren van Staat te bevorderen , en den ouden luifter der Stede Regeeringen te herltellen , hebben goedgevonden te bepalen en vast te ftellen, dat de opdragt der Ambulatoire Ampten , op het Kwartier der Steden vallende , aan Zyne Doorl. Hoogheid door de Volmagten van haare Steden voortaan niet meer zal ge-  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. i;y gefchieden, maar over die Ampten by haare Volmagten zelve zal worden gedisponeerd, gelastende te gelyk haare toekomende Volmagten, om 't daar heen te helpen dirigeeren ,. dat het roulleren der gemelde Ampten volgens een daar van te maken Aimanach of Roofter op een evenredigen en vasten voet werde gebragt; terwyl de meefte by haare Misfiven de Hegeering van deeze Stad verzoeken, op het vriendelykst teinfteren, en op het nadruklykfte te exhorteeren , om door *t nemen eener gelyk foortige Refolutie , mede te werken, dat het zoo heilzaam bedoelde oogmerk ter bevordering van het eenpaarig nemen van Cordate en allezins Vaderlandsch lievende Staats Refolutien , met 'er daad en op het aller efficacieufte beantwoord en de behulpzame hand geboden werde. "Waar op gedelibereerd, en de geallegeerde Misfiven in ferieufle overweging genomen zynde , is goedgevonden en verftaan by deezen vast te ftellen en te bepa. len , dat de Ambulatoire Ampten op het Kwartier der Steden vallende , door de Volmagten van deeze Stad voortaan niet meer ter begeving aan Zyne Doorlugtigfte Hoogheid den Heere Prinfe Erfftadhouder zullen worden opgedragen; maar daar over by de Volmagten van 't Kwartier zelve zal worden gedisponeert ; wordende de Volmagten van deeze Stad , in vervolg ter Staatsvergadering zullende worden gecommitteert, wel expresfelyk gelast deeze onze Refolutie ürictelyk te obferveeren en ter exercutie te leggen . en het daar heenen te helpen dirigeeren dat by de Volmagten der Steden" een Aimanach of Roofter werde gemaakt en vastgefteld , naar 't welke de gemelde Ampten in 't vervolg, by verwisfeling, onder de refpeclive Steden zullen roulleren, op gelyken voet als zulks tegenwoordig in de drie Landkwartieren plaats heeft: en zal ten dien einde van deeze Refolutie , jaarlyks , een Extract aan de Volmagten ten Landsdage nevens hunne Procuratien worden ter hand gefteld , znllende wyders deezé Refolutie by de Leden van de Magiftraat en Vroedfchap ("voor zoo verre daar toe genegen zyn) worden verrekent , en een Extract daar van aan Zyne Door. lugtigfte Hoogheid den Heere Prinfe Erfftadhouder en N 2 aan  istf dec. ZAAKEN VAN i78a. aan de Regeeringen der gemelde zeven Steden worden toegezonden. (Was get.) Uit de Magiftraat c. w. coctlon; uit de Vroedfchap e. WIELINGA , j. B. V1TRINGA , BERN HAR DUS dor." H''UT , H. DOLMAN , P. H. PETRUS I787. j. o. F.'vBER, j. a-SOFt-ES, E. sWALDE I783, j RODliNHUlS , W. DOMTNICUS, m, V. D VEEN, R. Iyklama, JACOBUS van LÖW I'S^. T» DE WAL, W. RüTTINGA, SIKÏt HAAK MA, joh. DE VRIES, j. REITSMA, R. BRUISING. Accordeert met voorfz. Boek in kennis van my Secretaris. (Was get.) j. E. V. SLOTERDYK. CCLXXIX. Rapport tot Qualificatie op Gecommitteerde Raaden , omtrent het geen verder in 's Hage met opzigt tot eenige Dank-Adresfen mogt ondernomen worden. In dato 21 December 1782. T""V Randpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporJL/ teert, dat de Heeren van de Ridderfchap en-verdere Hun Ed. Groot Mogende Gecommitteerden tot het groot Belbgne, in gevolge en ter voldoening van Hun Ed. Groot Mogende Refolutie commisforiaal van den 18 deezer maand, met de Heeren Gecommitteerde Raaden hadden geëxamineert de Misfive van de gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden ten zeiven dage gefchreeven , waar by- verllag hebben gedaan van hun verrigie uit kragte van Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 9 te vooren, voor zoo veel daar by hebben verzogt , dat Hun Edele Groot Mog. Hoogstderzelver intentie nader geliefden te manifesteeren ,in"hoe verzy by  dec. STAAT EN OORLOG. i7ga. 197 by Hun Ed. Groot Mog. gemelde Refolutie wa-en sequalifceert ten opzigte der materie van zeeker Dank'. Adres , en dat zy Heeren Gecommitteerden in agting genoomen hebbende, dat het nader Dank-Adres van de Haagfche Schuttery aan Zyne Doorlugtige Hoöabeid den Hetre Prince Erffï idh-uder, by de vo rfz. Misfive van Heeren Gecommitteerde Raaden vermeld, reeds zyn beflag had gekreeg n en dadelyk o'veïgegeeven was en dat, offchoon de inhoud van het zelve bede: kelvk zoude kunnen Voorkomen, uit hoofde van het fbkwygen, dat daar in wegens de vetfchuldigde trouw en gehoorzaamheid aan Hun Ed. Groot Mog , word gehouden, nogthans van de Üaapfche Schntiery in gaeaéa deele kan worden vermoed , dat zy d >or de O iderteekening van het vooifz. Dank-Adres eenigszins zoude oordeelen ontllaagen te zyn van haaren voorigen Eed, of van de verphgting, daar in vervat, en alle'Ingezee' tenen opgejegt, om aan Hun Ed. Groot Mog. , ais den Wettigen Souverain deezer Provincie , gebouw en getrouw te zyn , en de Voorregten en Privilegiën van den Lande te helpen bevorderen; dog dat het egter hgtelyk zoude kunnen gebeuren, dat onder pretext van nadere of andere Da k-Adresfen te vervaardigen en doen teekenen, nieuwe aanleiding wierd genoomen, om de pogingen tot het verwekken van onrusten verdeeldheid te bevorderen, het welk dus tot Voorkoming van foorfr gelyke inconvementen , ais reeds alhier ondervonden zyn , alzins behoord te worden te keer gegaan : d.en. volgende van aivife zouden zvn , dac de Heeren Gecommitteerde Raaden alhier in den Hage zouden behooren te worden geauthorifeert, en wel emffig gere. commandeert, om naauwkeurjg roe re zien op het ver. vaardigen , rondbrengen , teekenen of doen teekenen van eenige Dank - Adresfen , hec welk verder alhier in den i-jage. z ude moogen worden ondernomen , en by de eerlte ontdekking daar van zulks kragtdadig tegen te gaan en te fluiten , het zy door eene aanfchry'vmg , tot dat einde te doen aan, den Magiftrpat van ?s Gravenhage, het zy door zoodanige andere middelen , ais naar de onhandigheid van zaaken het efficacieust bevonden zouden mogen worden. w 3 Waar  198 dec, ZAAKEN VAN 1782. Waar op gedelibereert, en Copie van liet voorfchreeve gerapporteerde verzogt zynde door de Hseren van de Rirkierfchap en Edelen , om het zelve in de Ordre nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft , Gouda , Schiedam , Brielle, Alkmaar, Enkbuizen , Edam , Monnikkendam, Meriembhk en Purmerende, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de fiuaale Refolutie u tgelleld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutie. CCLaXX. Propi/ït/e van Zyne Hoogheid den Prinfe Erfftadhouder , ter Vergaderinge van de Staaten Generaal, tot de overgave van den Vaandrig de witte aan den Hove Provinciaal. In dato 24 December 1782. hoog mogende heeren ! "3 Heeren Staten van Zeeland goedgevonden heb. bende, My, by eene Misfive van den a deezer re verzoeken , om in kwaliteit a's Kapitein-Generaal, d;> overyave van den gedetineerden Vaandrig de Witte ter Judica'ure van den Hove Provinciaal van Holland, Zcelarri, en West-Friesland, op den voet by de Refolu'ie van Hooggemelde Heeren Staten vr.n voorgemelden d tum, bepaald, te willen laten doen: tonde ik niet ongenegen zyn, daar aan, —— in dit finguliergeval. — te defcreren. — Nier, dat ik begryp, dat de Judicature van den Hogen Krygsraad , omtrent den perfoon, of het delict van'den Vaandrig de Witte, ongefundeerd is , —- maar alleen , om een blyk te get?'cn , dat ik niet fchroome , van door den Hove, of door welken Richter het ook zy, te doen examinee. ren, lier geene omtrent het plaats hebbende verraad is voorgevallen, en dat ik verlange, dat deze zaak met allen vigeur worde doorgezet, waar aan het conliicr. van  bzc. STAAT EN OORLOG. 1782. 199 van jurisdictie niet dan nadeel en trainisfement zou kunnen geven: — doch Ik heb geöordeeld, dat Ik in dezen niets behoorde op My te nemen, zonder alvorens deze zaak ter kennisfe van Uwe Hoog Mog. te brengen, en Hoogstdezelve te verzoeken, My te willen authoitieren, en permitteren, om, by infchiklykheid, in dit fingulier geval , onprejudiceerd een ieders rechten, — en z-nder dat zulks in eenige confequentie zal worden getrokken , den Hogen Kiygsraad de nodige ordres te geven , om den meergemelden V;iandrig de Witte naar de Voorpoorte van den Hove te doen transporteeren, en hem overtelaten, aan voorgemelde Judicature van welgemelden Hove. CCLXXXI. Misfive van de Raaden van het Vorfiendom Gelder en 't Graaffchap Zutpben , aan de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , nopens de klagten van den Koning van PruisJen over het Last erfchriff. Brief over de waare oorzaak van 's Lands Ongeval. In dato it± December 1782. hoog mogende heeren! Wanner, wy de eer gehad hebbèn , in abfentie van de Heeren Staten dtezes FurftenJoms en Graaffchaps , Jfe ontfangen üwer Hoog Mog. Misfive van den 17 'deezer , met het daar nevensgaande Affchrift van eene Memorie door den Heer Thulemeyer, Extraordinaris Envoyé van Zyne Majefteit den Koning van Pruisfen by dezen Staat, ten zelven dage aan üwe Hoog Mogende geprefenteerd, op het Subject van zeker onlangs m 't licht gekomen Lasterfcorifc, ten tytel voerende : Brief over de ware oorzaak van 's Lands angeval, gevonden tusfchen Utrecht en Amersfoort , waar in onder anderen de Perfoon van Hare Koninglyke Hoogheid, Mevrouw de Prinfes van Orange, op eene allerverfoeilykfte wys word behandeld en ten toon N 4 ge-  200 dec. ZAAKEN VAN 1782. gefteld ; hebben wy, even zeer geindigneert als Uwe Hoog Moaende, over de continuerende en fleeds toenemende verregaande licentie in het fchryven en uitgeven van eerroovende eri kwaadaartige Libellen en Lasterfchriften , en in 't byzonder over het onbetaamlyk hier bovengemelde Gefchrift, niet nagelaten, om, onverminderd de Communicatie van Copyen van Uwer Hoog Mog. Misfive en bygevoègde Memorie aan de Gedeputeerden en Hoof'leden deezer Provintie, aanftonds daar van mede affcbrlf en te zenden aan de refpective Officieren en Magiftraten, met ernftige recommandatie , om niet alben in het generaal de hand te houden aan de ftrikte executie van het Plakaat dooide Heeren Staten dezes Furftendoms en Graaffchaps , den 31 July des vooreden jaars, tegeti het verfpreiden en verkoopen van alle fameufe Libellen geëmaneert , maar ook om in het byzonder alle mooglyke vlyt aan te werden tot ontdekking, zoo van den Autheur van het her vorens gerfle4dö lasrerlyk Gefchrift, als van de Drukkers en Uitgevers van dien, en tot het beletten van liet verkcopen en verfpreiden van hetzelve. en om, wanneer iéts op dit fubjsct. mogten hebben ontdekt, daj aan ons te communiceren , om daar van het noodi^e gebruik te kunnen maken. Wy hebben niet moien af^yn Uw Hoog Mog. hier van by deze te i: formeren, terwyl in Uwe Hoog Mo. gende Misfive aai^ ons geene aanleiding tot eenige nadèie fpeciaie recherche zynde gegeven, dat het eenigfte is, het welk wy, naar de conftiiutie van de Regering in deze Provhxie, tot bereiking van. het oogmerk en het verzoek van Uw Hoog Mog. hier omtrent voor als nog hebben kunnen doen in het werk 'ftellen. Waar mede enz. Gefchreven te Arnhem , den 24 December 1782. (Onder ftond) Uwer Hoog Mog. Dienstwillige De Raden des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zütphenj Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) f, w. van steen. CCLXXXif.  dec. STAAT EN OORLOG. 178a. 20ï CCLXXXII. Refolutie van Hun Ed. Gr. Mogende de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, omtrent de zaak van den Vaandrig de witte; als meede het maaken van afkomst raakende de Militaire Jurisdictie. Genomen op Vrydag den 27 December 1782. "j~"\e Raadpenfionaris beeft ter Vergadering gernpporJL/ teert de confideratien en het advis van de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie , hebbende in gevolge en ter voldoening van Hun Edele Groot Mog. Refolutien commisforiaal van den 16 en 23 Odtober laatstleeden en 11 deezer maand , met Commisfarisfen van den Hove , geëxamineert de Propofide door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam den 16 der gemelde maand Oftober gedaan , concerneerende de zaak van den gevangen Vaandrig de Witte door den Hoogen Krygsraad over correspendentie met den Vyand , als meede de Misfive door Zyn Hoogheid over dat geval, zoo aan Hun Hoog Mjg., als Kapitein Generaal van de Unie, als aan Hun Édele Gr. Mog. gelchreeven ; mitsgaders het Adres van den Advocaat Fiscaal der Generaliteit aan Hun Hoog Mog. , tot het bekomen van ordres , hoe zig zoude hebben ie gedraagen «Is de overgave van den voornoemden de Witte door den Hove van Holland , op last van Hun Edele Gr. Mog., van hem mogt worden gevordert; voorts de Misfive van de Heeren Staaten van Zeeland met eene Misfive aan Zyne Hoogheid , en eene aan het Hof, vervattende den voet , waar op de voorfz. zaak by delegatie aan den Hove hadden gedemandeert; nog het advis van den Hove; beneveas een Concept-Extenfie, in de Befognes van den 30 October en 18 December geëxhibeert. Waar op gedelibereert, en in achting genoomen zynde, dat door de nadere ouvertures van Commisfarisfen N 5 van  soa dec. ZAAKEN VAN 1782.' van den Hove, word geconhrmeert het gepofeerde by bovengemelde Propofitie, aangaande de daar by gemelde verraderlyke desfeinen tegen deeze Provincie , en mitsdien de Hoogheid en Souverainiceit van dezelve zoo wel als haare gewigtigfte belangens aangaande een rigtig onderzoek van zaaken , van wegen Hun Edele Gr. Mog. te doen, in deeze zaake ten hoogde zyn geconcemeert; mitsgaders de cognitie en judicature van wegen Hoogstdezelven uit dien hoofde , byzonder ook daar de Gevangene .zig op het Territoir deezer Provin. cie daadelyk bevind, in deezen buiten allen twyfFel is gefundeert, en geene termini habiles voor eenige delegatie van wegen deeze Provincie, het zy afzonderJyk , het zy gezaamentlvk met een of meerder Bondgenooten alhier gevonden worden: Is goedgevonden en verftaan, dat Prasfident en Raaden van den Hove van Holland zal worden asngafchreeven , uit naam en van wegens Hun Edele Gr. Mog. direttelyk en zonder tuslchenkomst van eenige delegatie tegen de Delinquanten in deezen in het eneraal, en in het byzonder tegen den gevangenen de Witte, te procedeeren, en den laatsrgemelden uit handen van den Hoogen Krygsraad op den voet van bovengemelde Propofitie over te neemen , by aldlen dezelve niet reeds, uit kragte en" in gevolge de aanfchryving van de Heeren Sraaten van Zeeland aan Prajfidenc en Raaden gedaan , in handen van den Hove gefteld zoude mogen zyn; als meede om , wanneer de zaak van voornoemde de Witte of zyne Meedepiigtigen by gemelden Hove gedetineert, exaftelyk zal zyn geëxamineert en in ftaat gebragt, om daar op gevoteert en gefententieert te worden, daar van, alvoorens tot het voteeren en fententieeren te procedeeren , aan Hun Edele Gr. Mog. kennis te geeven, om alsdan daar op nader zoodanig te disponeeren als dezelve zullen vermeenen te behooren; dat wyders Copie van deeze Refolutie gezonden zal worden aan de Heeren Staaten van Zeeland , met byvoeging , dat Hun Edele Gr. Mog. wel ontfangen hebbende de Misfive van welgemelde Heeren Staaten van den 2 deezer, daar uit hebben vernomen , dat Hun Edele Mog. hebfcen goedge- von-  dec. STAATgEN OORLOG. 1782. ao3 vonden in deeze zaak Refolutie te neemen zonder eenige voorafgaande communicatie deezen aangaande met Hun Edele Gr, Mog. plaats gegeeven te hebben;, dat daar door vervolgens het middel afgefneeden zynde , om in deeze arrangementen te maken, ten einde met gemeene bewilliging in gevolge de byzondere betrekkingen, die men in beide de Provinciën tot deez?; zaak oordeelt te hebben , dezelve op een eenpaarigen voet ter cognitie en judicature van den Hove van Holland en Zeeland te brengen, Hun Edele Gr. Mog. dan ook zig genoodzaakt hebben gevonden, afzonderlyk te neemen zoodanige Refolutie in deeze zaak, als Hoogstdezelve, toe confervatie van de regten van deeze Provincie , zonder daar door egter eenige praejudicie aan de gefuftineerde regten der Provincie van Zeeland in bet generaal, of van derzelver Steden in het byzonder, te willen toebrengen, geo®rdeelt hebben indispenfabel verpligt te zyn ; en by deezen de eere hebben Hun Edele Mog. te communiceeren; als meede de aanfchryving , in gevolge van dezelve Refolutie aan Pras. lident en Raaden voornoemt gedaan; niet twyffelende, of het voorfz. Hof zal zig nu, door de twee refpective Refolutien, en afzonderlyke aanfehryvingen van beide de Provinciën overvloedig vinden gequalificeert, om uit naam en van wegen beide dezelven tegen den voornoemden de Witte zoodanig te procedeeren als in goede Jultitie zal oordeelen te behooren. En is eindelyk nog goedgevonden, dat het Befogne op de Misfive van het Hof, mitsgaders de Misfive en Memorie van Zyne Hoogheid , nopens de Militaire Jurisdictie, op den iy May van den jaare 1772 gedecerneert, ten fpoedigften zal worden gehouden, en daar van een afkomst gemaakt. Accordeert met de voorfz. Refolutien. CCLXXXIII.  ao4 dec. ZAAKEN VAN 1782. CCLXXXIIL Extracl-Misfive van de Heeren leste- venon van berkenrode en brant- SEN, Hunne Hoog Mogende Gezanten aan het Fran/che Hof; inhoudende berigt van een gefprek met den Engelfchen Minister over het opbrengen van eene Paquetboet door een Nederlandfchen Kaaper. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogendeyin dato 27 December 1782. y^Vntfangen eene Misfive van de Heeren Lestevenon KJ van Berkenrode en Branifen , H. H. Mog. Ambasfadeur en Minister P:enipotentiaris aan het Hof van Vrankryk refpectivel\k , gefchreeven te Par\s den 19 deezer loopende Maand, geaddresfeerd aan den Griffier Fagel, houdende , dat de Heer Fitz Herbert hun dien zeiven morgen gecommuniceerd had, dat hy ordre van zyn Hof had bekomen om aan hun te kennen te geeven , dat zy zekeriyk geï formeert zouden zyn , dat niettegenftaande na de rupture met de Kepublicq, de Correspondentie tusfchen Holland en Engeland door middel van de Paquetbooten tusfchen Harwich en Hel. levoetlluis was r.pengebleeven , het nogthans gebeurd was , dar. de Psquetboot de Dolphyn , gevoerd door Kapitein Flyn , welke den 28 Üclaber laastltedèn met de Brieven van den 22 en 25 van die zelfde maand van Hellevoet na Engeland was in Zee gedoken, kort daar aan door een Zeeuwfche Kaper was aangetast en te Zierikzee opgebragt, alwaar de Kapitein, de Sruurman en de Pasfagiers in arrest genomen , en de Equipagie in de Gevangenis geworpen waren. Dat federt die tyd u't nadere ingekoome Berigten aan het Ministerie was gebleeken , dat die liap alleciilyk was gedaan door de Provincie van Zeeland, en zonder C< ncurrentie of kennis van de Provincie van Holland, aan welke men de Justitie moctt doen van te zeggen , dac  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. asj dat de Secretaris van het Post-Comptoir in 's Hage immediaat door hun na Zeeland was gezonden, om de restitutie van de Paquetten te requireeren , gelyk die dan ook na eenig dilay werkelyk was gedaan , zonder dat egter iets omtrent de fchadeloosftelling van den Kapitein voor het verlies van de Boot gedaan, of het ontflag van de Equipage daar op was gevolgt. En dat mitsdien hetzelve Ministerie niet twyfelde of zy zouden die zaak wel in het waare daglicht willen befchouwen, en door hunne goede Officien, die men voor aangenaam zou houden, bevorderen, dat H. H. Mog, door indemnifatie van den Kapitein voor het verlies van zyn Boot en het ontflag van zyn Perfoon, de Equipage en de Pasfagiers , mitsgaders door een prompt volkomen redres van het voorgevallene aan geheel Europa zouden toonen, dat H. H. Mog. niet gezind zyn geweest , door middel van gemelde Zeeuwfche Kaper , de geëtablisfeerde Correspendentie te interrumpeeren , nog ook een voorneemen hebben om verdere interruptie te willen encourageeren. Dat zy Heeren van dat verzoek zig waren acquiteerende, in afwagting va"n H. H. Mog. ordres daar omtrent. Waarop gedelibereerd zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westfriesland en van Zeeland de voorfz. Misfive Copielyk overgenomen , om in den haaren breeder gecommuniceerd te worden. CCLXXX1V.  2oó oic. ZAAKEN VAN 1?82. CCLXXXIV. P'titie van den Raad van Staate , voor het Jaar 1783. Ingebragt ter Vergaderinge van de Staaten^Generaat, in dato 27 December 1782. hoog mogende heeren! T"\e ordinaris en extraordinaris Staten van Oorlog jL/ voor het aanftaande jaar van 1783 , welke Zyrï Hoogheid en den Raad van Staate, nevens de generale Peiitie, by deeze haare comparitie, aan U Hoo? Mog. komen te prefenteren, zullen niet anders dan zeer eenvoudig aan Ploogstdezelve kunnen en moeten voorkomen , zoo ras maar zullen gelieven te remarqueren , dat dezelve Staaten van Oorlog doorgaans niet anders worden aangezien , dan eene repartitie van geconfenteerde lasten van de Unie , conform de tot hier toe vastgeftelde Quotes van de'refpeftive Provinciën . en her Landfchap Drenthe voor het volgend ''aar,en waarin het geheel buiten het bereik'is, zoo wel van Zyne Hoogheid, als van den Raad van Staate, eenige de alderminfte verandering te maaken , dan voor zoo verre zulks by de Bondgenoten word geordonneert, en dienvolgens influentie op dezelve Staaten van Oorlog bëhoord te hebben. Het is vervolgens dan ook, in dien zin, dat Zyne Hoogheid en den Raad van Staate, by deeze haare generale Petitie, U Hoog Mog,, en door Hoogstdezelve de refpective Bondgenoten, hebben vermeint temogen en te moeten informeren; dat, wat den ordinaris Staat van Oorlog voor den jaare 1783 aangaat, dezelve in Conformité van U Hoog Mog. Refolutie van den 18 November laatstleden genomen , tot net doen brengen der ;Schotfe Brigade in dienst van dezen Staat op den nationalen voet, zal worden vermindert gevonden met een fomma van ƒ 1217: 6: 4 's maands , als mede door het aflaten by gebrek van atteftacie de'vit'a van y. IV. Sterk , onder her Capktel der Gereformeerde Officieren, nog met een fomme van vyftigGuldens  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 207 dens 's maands ; en dus met den anderen in het jaar, een vermindering uitmakende van eene fomme van ƒ 15107 : 16: — Terwyl de extraordinaris Staat van Oorlog voor hetzelve jaar 1783, door de veranderingen, welke doorgaans daar in voorkomen , zal worden vermindert gevonden , met een Ibmma van ƒ 1348: 1: 10 ter loopende maand, uitmakende de ibmma van ƒ 16177: 2:in het jaar , en overzulks de vermindering der beide Staaten van Oorlog voor den jaare 1783, in vergelyking van het nog loopende jaar zal bedragen de fbmma van ƒ31384: 18:- zoo als hetzelve pregifer zal konnen blyken, uit de korte ftaat, die daar van is geformeert , en hier agter te vinden is , en waarop dan Zyne Hoogheid en den Raad van Staaten wederom funderen , om aan de Bondgenoten de ordinaire verzoeken te doen: Als eerftelyk, dat de Bondgenoten in den haare, die voorzieningen zullen gelieven te doen, die nodig zyn, om derzelver Quotes in de voorichr. ordinaris en extraordinaris Staaten. ten vollen te przfteeren; Ten andere, dat hangende de deliberatien der Bondgenoten , over de voorfchr. Staaten van Oorlog, tct vermyding van alle confufien , de ordinaire betalinge, zoo van de Soldyen der Militie, als verdere lasten van de ünie , die niet kunnen ftil ftaan, haar voortgang zullen laaten gewinnen. Ende laatftelyk, dat de refpedlive Bondgenoten zul» len gelieven indagrig te zyn, haare Confenten, op deze Staaten van Oorlog in te brengen , voor den 10 May aanftaande, op poene, volgens de bekende Refolutien daartoe betrekkelyk , van te zullen worden gehouden , even als of daarin gaaf hadden geconfenteert. Zyn Hoogheid en den Raad van Staaten , hier mede gedefungeert hebbende , voor zoo veel de Staate van Oorlog voor het volgende jaar aanbelangt, verhopen verders , dat U Hoog Mog. en de Bondgenoten haar wel ten goeden zullen willen duiden, dat zig, zoo als voormaals de gewoonte is geweest, by deeze generale Petitie , niet uit laten omtrent de tegenswoordige omftaiidigheden, waar in de Republiek zig isbevin. den-  so8 dec. ZAAKEN VAN dende. Het weinige effect, dat dienaangaande van derzeiver Reprefentatien gez;e,i hebben, zet dezelve daartoe ook niet aan, en de fituatien der zaaken koometi haar ook voor , van dien aart te zyn , dat byna niet zoude weeten , waarmede te beginnen , en veel minder, waarmede zoude dienen te eindigen. De zugt en yver van Zyne Hoogheid en van den Raad van Staate, tot behoud van het Vaderland, met al dat daar in dierbaar is , dezelfde nogtans verbleven zynde ; zoo is het alleen uit die principes, dat z:g ten deeze zullen borneren, om aan U Hoog Mog. endoor dezelve aan de Bondgenoten, van welkers prudente deliberatien en volle wysheid het alleen afhangt, de zaaken vast te (tellen , die tot rediiinge der Republiek meest oirbaar en dienftig zullen vinden, enkel te herinneren, dat de ftokregul, welke de Voorvaderen hebben vermeint te moeten vast houden , om deeze Staat te doen verblyven in een refpeflable (ituatie , daar in heeft beftaan, dat dezelve zig riet konde maintineren, zonder Alliantieu, zonder Militie, zonder frontieren, en zonder vloot. Een Staat, die rondom zig magtige nabuuren heeft, en altoos inferieur zal zyn aan derzelver vermogens, kan geen gerustheid hebben tegens aanilagen, die toe zyn verderf kunnen worden gefmeed , by aldien hy geen gegrond vooruitzigt kan hebben, wegens de hulp van anderen, in geval van nood ; dan gelyk de materie van allianties is van de uiterfte delicatesfe, en, vooral in deeze tyden , nog ie meerder is geworden , door de onregtvaardige handelwys, waar mede de Re. publiek is bejegend geworden , door een Mogendheid, waar op men natuurlyk vertrouwen moeste (lellen , doordien men met dezelve meer dan honderd jaaren in vreede en vriendfehap was geweest, zoo fchroomen zyn Hoogheid en den Raad van Staate, zig deswegens verder uit te laaten, en zullen dat object liever overlaten aan de overweginge van de Bondgenoten zelve-. Wat de Militie betreft, hoe gering getal de troupes van den Staat thans uitmaken , is ten vollen bekend en het moet daar uit zecker zyn, dat, ofich'oon de Guarriifoencn , die in de zoogenaamde Barrière Steden ge-  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 209 gelegen hebben, en die altoos in weinige Bataillons hebben beftaan, na binnen zyn getrokken , egter van hetzelve geheele Corps , in de tranquiifte tyden, gene andere, dan een zeer mediocre bezettinge voor alle da frontierplaatfen , zal kunnen geformeert worden , zonder dat daarvan ietwes zal kunnen overblyven voor onvoorziene toevallen , het zy dan om een plaats te feoureeren tegens een gevreesdeia aanval ; en veel minder om een Corps by een te konnen trekken, wanneer hetzelve tot dekkinge van een fterk frontier, hoognodig zoude zyn: Zulks zyne Hoogheid en den Raad van Staate op het ernftigfte moeten verzoeken , dat de Bondgenoten op deeze materie zig zei ven zullen gelieven af te vragen, of zy de Republiek in dezen tyden, met een zoo geringe Landmagt in ftaat kunnen houden ,^-Gm^alles daarop te laaten aankomen , offchoon het'^nvclftrekte waarheid is , dat de geene, die buiten ftaat is zig zeiven te defenderen, ook zeer geringe hoop kan hebben , dat een ander zig voor hem in de bresfe zal ftellen? om niet te melden, dac een Staat, wiens hulp van de adfiftentie van een ander geheel moet dependeren, natuurlyker wyze zyn vryheid en independentie moet verliezen, en gehouden zalzyn, zig te gedragen na het goedvinden , en welbehagen van zyn befchermer. Frontieren, waar door gefortificeerde, en van al wat tot defenfie vereischt word wel voorziene plaatfen,op de grenfen gelegen, verftaan moeten worden , zyn vooral noodzaakelyk voor een land , dat in zig zelve alleen een eng territoir bezit, als waarin, enkel door forti catien, retranchementen, inundatien, en wat dies meer is, een vyand kan worden verhinderd, ook zelfs na het winnen van een battaille, in het harte van dien, in te dringen , dat by gebrek van diergelyke fterktens, aanftonds vyandelyk overftroomc , en geconquesreert zoude zyn ; eene fterke plaats, die wel voorzien en wel bezet is', als mede wel word gedefcndeert, kan een geruimen tyd een gantfche leger ophouden, en tyd doen winnen, om mefures tot het bieden van verdere weerftand, met ryp overleg te nemen ; eene waarheid die zoo palpabel is, dat zelfs in deeze Republiek X. deel. O de  2io drc. ZAAKEN VAN 1782. de exempelen daar van ten fterkften exteren en een zaak, die voor dezelve nogthans van te, meer confideratie is geworden, wanneer gereflexeeiT werd, dat nog zelfs in dit lopende jaar, deeze Republiek is ontbloot geworden , van al het gunt Barrière heefc kunnen genaamt worden, zulks als nu, een Vyand .niet anders dan direct op de oude en eigen fronciereu van deeze Staat zal kunnen worden afgewagt, op welkers in ftaat brenging en behoorlykè verzorginge, dien volgende nimmer te fpoedig , nog te efficacieus zal behooren gedagt te worden; als kunnende zyn Hoogheid en de Raad van Staate by dit alles niet nalaten rondborftig te verklaaren , dat by aldien het de Bondgenoten regt ernst zal worden , omme de frontieren van den Staat , zoo als wel nodig zoude zyn , alomme in de behoorlykè ftaat van defenfie te doen brengen, al hetzelve geenfints zal kunnen gefchieden , ten zy opgemelde Bondgenoten, daar toe niet alleen derzelver Confenten zullen gelieven in te brengen , tot de Petitiën ten dien fine bereids voor eenige jaaren gedaan , maar ook de Penningen dien conform ten Comptoire Generaal van de Unie zullen willen te berde brengen, en furneren, om daar van het nodig gebruik gemaakt te kunnen worden. Het vierde of laatfte ftuk waar van ten deeze nog eenige mentie zal dienen gemaakt te worden , en dac Zyne Hoogheid en den Raad van Staare almede aan de reële zorg der Bondgenoten moeten overlaten, concerneert de vermeerdering en verbetering van 's Lands Marine en deszelfs Scheepsmagt. De Zee is het Frontier van de voornaamfte Provinciën, en de Zee is dog de fource van de welvaart der Ingezetenen van dit Ge. menebest ; waar uit ook de Finantien onderfchraagt, en de bezorging van meest , al waar geld toe nodig is, gevonden moet worden, ierwyl bovendien dat Frontier tegens een vyand niet na^behooren gefecureert kan worden , dan door een Scheepsmagt, nog het gebruik en de avantages Van de Zee, tegens overlast niet beveiligt kunnen worden , dan door Scheepen van Oorlog ; niets is nogthans bekender dan het deerlyk verval van 's Lands Navale Magt, dat zelfs zedert het be-  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 211 begin van deeze eeuw band over band is toegenomen, en welkers opbeuringe geenfints zoo 't behoorde is behartigt geworden , terwyl daartegens thans wel zeker is , dat na het ntbarften van den zoo onregtvaardigen Oorlog van Engeland, tegens deeze Republiek, de her» Helling en uitbreiding der navale magt, met veel ernst en nadruk is by de hand genomen , en daarin ook bereids eene redelyke verbetering en vermeerdering isbygebragt: dan gelyk het een uitgemaakte zaak moet zyn , dar tot het behoorlyk in Raat brengen van eene zoo vervalle Marine veele jaaren nodig zyn, zoo zal een yder genoeg moeten zyn geperfuadeerc , dat die van deeze Republiek thans nog niet tot die hoogte is geferagt, nog gebragt heeft konnen worden, als wel nodig zoude zyn , om aan een magtig vyand het hoofd te kunnen bieden, en derbalven wil men in deeze ook de oude maxime van de Republiek opvolgen, met de Marine in een formidable Raat te doen brengen, men moet niet alleen in de tegenwoordige tyd met allen yver en ernst de hand aan het werk blyven houden , zoo tot den aanbouw als Equipage, maar zelfs geenfints daarvan defifteren , wanneer de tyden trat quilder zullen zyn geworden , ofte eene gewenschte vrede mogte getroffen, als waarin dog altoos met minder onkosten en met meer avantage bet werk der Marine tot een behoorlykè confidentie en hoogte zal kunnen gebragt worden, en waartoe niet weinig zal contribueren het bereids by de Bondgenoten ter conclufie gebragte Plan , ter oprigtinge van een Corps Mariniers, ten èinde altoos daardoor van goede en ervaaren Offic eren tot de Zeedienst, zoo in hoger als lager kwaliteiten te weezen voorzien , dat ter zeiver tyd insgelyks met de meeste faciliteit en ten minfte bezwaar der Bondgenoten in train zal konnen gebragt worden , en c.öpr alle het welke mits daar aan continueel de hand worde gehouden, de Republiek omtrent dat departement binnen weinige jaaren zal kunnen worden gebragt tot die hoogte , dat de naam van Zee-Mogendheid , haar niet meer in naam alleen, maar met 'er daad haar zal competeren , en moeten werden toegebragt. Dan gelyk tot al het gunt voorfchr. is, gelden nodig zyn, O 2 en  aia dec. ZAAKEN VAN 1782. en de refpective Admiralbeits-Collegien niet in ftaat zyn, zoo omtrent den aanbouw der Scheepen, als de Equipage van dien, in eenig verfchoc te weezen, zoo kunnen dan ook Zyn Hoogheid en den Raad van Staate wederom niet arzyn , op dat refpecl de Bondgenoten op het alderfèrieufte te verzoeken, dat dezelve hoe eer zoo beter , zig met 'er daad zullen gelieven te evertuëren in het fpoedig bybrengen en doen afbetalen van derzelver refpective Quotes in de lopende Petitiën, zoo tot den aanbouw van Scheepen, als tot de gedaane Equipagien, als op welke beide refpeéten verfcheide Provinciën, nog al vry wat ten agteren zyn, dat zekerlyk niet anders kan gedyen, dan tot vertraginge en veragteringe van al het gunt ten beste van den Lande , en tot meeste nut van de gemeene zaak moet te werk gefteld worden. Zyn Hoogheid en den Raad van Staaten zullen deeze generale Petitie befluiren, met te verzoeken, datU Hoog Mog. gelieven de Reprafentatien en inftantien daarby ten beste van het Vaderland gedaan , met haar appui by de Heeren Staaten van de refpeclive Provinciën te feconderen. Aldus gedaan en gepetitioneert by den Raad van Staaten in den Hage, den 27 December 17S2. Was geparapheerd, N. GEELVINCRT, Vt. Ter Ordonnantie van den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden. (Was get.) J. J. VAN HEES» CCLXXXV.  dec STAAT EN OORLOG. 1782. 213 CCLXXXV. Bekendmaaking omtrent de Oprigting van eene Maatjehappy van Visjchcrye , Koopvaardye en Handel, te Enkhuizen. In dato 28 December 1782. GEACHTE LAND EN STAGDENOOTEN! T"\e ondervinding heeft in alle tyden en overal ge» JL/ ftaafd, dat de ligging en gefteldheid eener plaat» fe byzonder in aanmerking komen, om, naar den Godlyken zegen, de Visfcheryen en den Handel in dezelve te doen bloeijen. Men vestige het ook Hechts op ons Vaderland. — 't Is waar dat niet alle Steden in hetzelve , wier Handel en Vischvangst voorbeen beroemd waren , thans meer in dat zelfde aanzien zyn, noch zich, gelyk in vroeger dagen , op het element des waters doen gelden , doch het is ook waar, althans van zoodanige , die niet door eene veranderde ligging of andere , Phyfique oorzaken buiten hun toedoen minder gefchikt geworden zyn, dat van zulk een verval of kwyning voldoende redenen zyn optegeven; 't zy dat de weelde, de zucht om in een'ruimer'kring zich te bewegen, een geest van vadzigheid en onverfchilligheid, of eenig ander heilloos gevolg van opgegaarde fchatten, de aanzienlykfte Kooplieden vermees. terd en die nyvere werkzaamheid in hen uitgebluscht htbbe, waardoor hunne Voorvaderen zich den eernaam van fteunpilaren des Vaderlands en der Vryheid waardig gemaakt hadden. —— Naar mate intusfehen de vermogendfte Inwoners zich aan den handel onttrokken, moest noodwendig de fmalle Gemeente, die door ben aan 't werk gehouden wierd, van tyd tot tyd armoediger worden , en eindelyk den lust geheel verliezen , om langer te huisvesten in een oord waar het door gebrek aan arbeid nier meer mogelyk was zich en den zynen het nodig onderhoud te verfebaffen ,• gelyk het verminderd getal der bewoners van verlcheiden Nederlandfche Steden zulks duidelyk genoeg aanwyst, ten o 3 zy  2Ï4 dec» Z A A KEN VAN 1782. zy dat byzondere betrekkingen van bloedverwantfchap en andere redenen den gemeenen man van dat opzet weêrhielden, en hem vroeg of laat zyne Stad en Kerk. tqtiast deeden worden, zoo al niet ten bedelzak bragten. Men verkiest van deeze aanieidende- oorzaaken van 't verval des Koophandels en der yisfcheryen in eene plaats , en de beklaaglyke gevolgen van dien , ' boven veele andere oorzaken gewag te maken, om dat dezelve in 't byzonder toepasl^k zyn op Enkhuizen, de Stad , uit zucht tot wier weivaart alleen, het na te meldene Plan zynen oorfpiong genomen heeft. Dat Enkhuizen., uit hoofde van haare gefteldheid en ligginge , door de Voorzienigheid fcbynt gefchikt te wezen om door Koophandel en Zeevaart te bloeyen, ïs eet e Helling die men ge/ust durft beweeren. Niemand die haar recht kent zal dit loochenen. —• Dat Handel , Zeevaart en Visfcheryen haar in vroeger dagen tot aanzien gebragt hebben , is gemaklyk te bewyzen. Dat deeze bronnen van nationale welvaart meer en meer voor haare inwooners over het geheel zyn geftopr, ontwaaren wy door de befchouwing van haaren tegenwoordigen toeftand. Welke nu de redenen daarvan zyn , valt niet moeielyk te gisten. 'Het vormogende deel van Enkhuizeus Burgery, alleen groot geworden door de welgelukte vlyt van derzelver arbeidzame voorvaderen , is allengs verheerd geworden door de eene of andere der bovenopgenoemde heillooze gevolgen van opgezamelden Rykdom , en elk individu van dezelve fchynt als het ware alleen voor zich zelve te leeven, welvergenoegd, indien maar de inreresfen van een opgelegd Capitaal geregeld betaald worden, zonder zich aan het minvermogende eh tot Werk gefchikte deel der Burgery te bekreunen. «-~— Deeze bekentenis wordt der penne van een gevoelig en' welmeenend Burger ontrukt, nogthans zonder oogmerk van iemand te kwetfen. — ■ 'tünbreekt intüsfchen te Enkhuizen nog niet aan nyveré én bekwaame Kooplieden, doch derzelver aantal is te gering omallemonden der fcharr.ele Gemeente van Brood te voorzien. Deeze laaifte maakt geen klein gedeelte uit ; haare nuttigheid, en de verpligting om zoo veel doenlyk ten > • - haa-  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 215 haaren beste werkzaam te weezen, zal ieder Menfchen. vriend gereedelyk toeftemmen. Veele vermogenden als nog gewoon haar met onverfchillige oogen aan te zien, behoeven flechts eene kleine fpoore om daadlyk het hunne toetebrengen, ten beste van dit nuttig en onöntbeerlyk gedeelte der Maatfchappy. En zoo 'er eenige uitzigten ter bevordering van eigen belang by komen, boe veel dringender zou dan niet de zucbt tot medewerking moeten worden! — Er zyn zoo als gezegd is, nog nyvre en bekwaame Kooplieden te Enkhuizen, doch hun aantal is niet groot genoeg om dat voordeel aan de Burgery en Inwoners in *t algemeen te bezorgen , dat tot derzelver Welvaart noodwendig is ; daar inmiddels de ligging der Stad en de gefchiktheid van haare Bewooners thans niet minder gunftig zyn dan voorheen; daar de Haringvisfchery, by voorbeeld (om maar van éénen tak van beftaan alleen te fpreeken) met nalaat aanmerkelyke Voordeden voor derzelver beöeffenaars te voorfpefien, gelyk betoogd zou kunnen worden door het produceeren der balancen , van de laatfte jaaren; daar eindelyk de begeerte om ten Algemenen beste iets toe te brengen, hoe langer hoe meer veld wind in de harten der Nederlanderen , wat wonder , dat ook eenige hunner die, of door geboorte, of door inwooning, of door andere aanleidende oorzaaken eene naauwe betrekking tot Enkhuizen hebben, hunne gedachten lieten gaan over het beste middel terherltelling van de kwynende Visfchery en Commercie deezer Stad en eindelyk bevonden hebben, niets daar toe be. vordelyker te kunnen zyn dan de opregting eener rYlaacfchappy van Vischvangst , Koopvaardy en Negotie , waar van het geëerde Publiek mits deezen een Plan word medegedeeld. Zoo de naam van Rechtfchapen Patriot de luisterrykfte ticul is , naar welke een vrygebooren en vry» heidlievend Batavier kan ftreeven, dan voegt het hem, geene gelegenheid te laatan voorbyllippen , waar door hy zich dien eernaam kan waardig maaken. Zulk eene gelegenheid doet zich thans voor hem op. — Hy, en niemant anders, word uitgenodigd om het zyne toe. tebrengen tot herÜelling van een gedeelte des vervalO 4 lenw  S16 dec. ZAAKEN VAN 1782. lenen Vaderlandfchen Handels, met gegronde vooruitzigren van aanmerkelyke tydelyke voordeden, zoo voor hen als voor 't geheel Publiek, en de Enkhuizer gemeente in *t byzonder. Laage zielen mogen 'er den lpot mede dry ven , maar de Godlyke Voorzienigheid laat nimmer na, het zegel haarer goedkeuring te hechten aan zoodanige onderneemingen , die, uit loflyke grondbeginfels ontfproten , tot nuttige einden zyn in. gericht. Geliefde Landgenoten J Gy, die het Voorouderlyk bloed nog door uwe aderen vol zweeven, overweegt het gevormde ontwerp, naar aanleiding van het navolgend Plan , en zoo gy, gelyk men vertrouwt, hetzelve uitvoerlyk vindt, draagt 'er het uwe toe by, om het in (land te brengen. Hoe genoeglyk zal, by het wel gelukken der onderneming , deeze gedachte voor elk uwer niet zyn: „ Ik, ik ben mede een bewerker van de welvaart der Enkhuizer gemeente:" en met welk een zegenend aandenken zal niet deeze , en haare nakomelingfchap , van U gewagen, die edelmoedig genoeg zult geweest zyn om haare belangen ter harte te nemen 1 Dit ter ontvouwinge van het ware oogmerk , voor af gezegd hebbende , gaan wy over tot het Plan en de Conditiën, op dewelke yder welmeenende uitgenodigd wordt, hier in deel te nemen. plan en conditiën, eener Maatfchappy van Vischvangst, Koopvaardy en Negotie te Enkhuizen, onder directie van de Heeren Mr. Augustinus Hendrik Duyvenszy Regeerend Burgemeester en Raad, Pieter Ebbenhsut, Raad en oud PrEefident Schepen en Mr. Bernar dus Hlok, Secretaris deezer Stad; Mitsgaders nog drie Heeren Leden uit de Hoofd Geinteretfeerdens binnen deeze Stad , by meerderheid van Remmen te kiezen. Art. 1. Deeze Maatfchappy zal beftaan uit zoo veeIe Leeden , als daar toe zig zullen aanbieden, en elk lid zal voor zoo veel Actiën of aandeelen kunnen deel neemen, als het hem believen zal. 2. Voor ieder Actie zal gefourneerd worden vyf bon. dtrd  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 217 derd guldens , in twee termynen, de eene helft in de maand Maart, en de wederhelft in de maand Augustus 1783 in handen van de Heeren Mr. Augustinus Hendrik Duyvensz , Regeerend Burgemeester en Raad , Pieter Ebbenhout, Raad en oud Praefident Schepen, en Mr. Bernardus Blok, Secretaris deezer Stad, die mids deezen door de gezamentlyke Leeden , fpeciaal tot de Manianr.ie van de Kas gequalificeerd worden. 3. Voor de Leeden buiten deeze Stad, kan het fournisfement der Penningen gefchieden te Amiteldam by den Notaris Engelbertus Martinus Dorper, tegens van de bovengemelde Heeren getekende Recepisfen, welke by de betaling van de laatlte of tweede termyn in Augustus , uitgewisfeld zullen worden tegens de door Directeuren gezamentlyk getekende bewyzen van aandeel. 4. Leeden, die voor zes Actiën gefourneerd of ingetekend hebben, zullen als Hoofdgeinteresfeerdens geconfidereerd worden , en in alle vergaderingen, deeze Maatlchappy concerneerende , een Item hebben, des dat een Hoofdgeinteresfeerde , voor twaalf Aétien gefourneerd hebbende, twee (temmen zal uitbrengen, en zoo vervolgens voor ieder zes Aétien een Item meerder , dog zullen de ongelyke Actiën van 1,1,3,4 of 5, geen regt tot (temmen hebben, ten ware dezelve Leeden of Hoofd geintresfeerdens gevolmagtigd waren van andere Leeden : in welk geval het getal der Aétien van hunne Committent of Committenten mede geteld worden , en op dezelve wyze zullen verfcheiden Leeden buicen de Stad woonende, elk afzonderiyk en te zanten , iemand, te Enkhuizen woonachtig en tevens Lid deezer Maatlchappy zynde, hunne Procuratie mogen geven , en zullen als dan alle hunne Aétien te zamen gevoegd, en daar na de Stemmen op den voorfz, voet gerekend worden. 5. Zoo draa een genoegzaam getal Leeden zich aangebooden zal hebben, ofte ook wel een toereikend getal Aétien zal ingefchreven zyn, waar toe men in het eerfte getal vyftig Leeden bepaald , en in het laatfte geval een Capitaal van vyftig duizend Guldens; zullen met en benevens de reeds gequalificeerde drie Heeren, O 5 die  2*8 dec. ZAAKEN VAN 1782. die zich zelve elk ten minfle voor zes Actiën verbinden moeten, nog drie Heeren Directeuren uit de Hoofdgeintresfeerdens by meerderheid van Stemmen gekoozen worden ; en zulks met Relatie tot de byzondere Takken van Vischvangst, Koopvaardy en Negotie, waar toe deeze Maatfchappy is ingericht , ten welken einde de gezamentlyke Leeden, door de reeds gequalificeerde drie Heeren , op eeiie te bepalene tyd en plaats , binnen Enkhuizen zullen geconvoceerd worden, om zoodanige verkiezing en aanftelliug bytewoonen, en de nodige fchkkingen te helpen Concluderen, als ten meesten nutte deezer Maatfchappy zullen bivonden worden te behooren. 6. Indien buiten verwagting, binnen Enkhuizen geen Hoofd-geintresfeerdens genoeg gevonden mogten worden, of uit dezelve eenige voor de Verkiezing bedanken mogten, zal nogthans de verkiezing in Art. 5 gemeld, voortgang hebben, en als dan daar toe de meest Geintresfeerdens binnen deeze Stad mogen genoomen worden. 7. De gekozen zes Heeren Diredeuren, zullen het huishoudelyke deezer Maatlchappy, betrekkelyk de byzondere Departementen van Vischvangst, K00Pvaardy en Negotie, zoodanig onderling onder hen mogen fchikken , als zy meest noodig zullen oordeelen te behooren, 8. Direóteuren zullen zich byzonder bepalen tot het aankweeken der Haring Visfchery en Cabbeljauw Vangst, en daar toe voor Rekening van de Maatfchappy, uic de Kas van 't Fonds, zoo tot aanbouw van de nodige Buizen , en Schepen , als aankoop van dien, de vereischte Penningen mogen employeeren , dezelve Schepen doen navigeren, onder zoodanige Precautien als naar de ConjunJture van tyd nodig zal bevonden worden ; en wyders naar maate dat het Fonds van de Maatfchappy zulks permiteeren zal, ook doen ter Koopviardy vaaren, en met Binnenlandfche en andere Producten , buiten Lands negotiëren; doch 9. Ingevalle de Kas van de Maatfchappy niet toereikende mogt bevonden worden, zal het hen vry itaan , de Directeuren van de Kas te qualificeeren , omtue de be-  esc. STAAT EN OORLOG. £782. 2tj> benodigde Gelden voor Rekening van de Maatfchappy regens eene matige Interest te negotiëren, mits echter tot geen meerder Soms als tot 50 per Cent van het ingefchreven Caoitaal, en zoodanige telkens genegotieerde gelden by eene rykelyke Casfa, of mindere Negotie nok wederom moeten worden afgelost, om de Maatfchaypy met geen onnoodige Intresfen te bezwaaren. ' 10. Directeuren zullen de vryheid hebban, in alle gevallen waar zy het noodig achten, Asfurancie temogen doen , dog meerder als een vierde gedeelte van het Capitaal der Maatfchappy te gelyk aan, en in e^n Scheeps Corpus hebbende, zal dat meerder gedeelte ten allen tyde moeten verzekert worden. 11. Directeuren en Stem-gerechtigdens, zullen eiken eerften Donderdag in yder Maand, des Morgens yau lo tot 12 uuren , in eene daartoe by hun te verkiezene plaats vergaderen, Jen alsdan by meerderheid der praefenre Stemmen alles worden bepaald, 12. Directeuren zullen verplicht zyn , het op yder Maandelykfche Vergadering gerefolveerde, yder in hun Departement , op de best mogelyke wyze ter uitvoer te brengen , zonder daarvan in 'c minfte te mogen afwyken. 13. Directeuren zullen gene andere onkosten van hvfnlieder Vergadering mogen in Rekening brengen dan een enkel Kamer-Huur, zonder meer. : 14. Directeuren zullen eene bekwathe plaats koopen of huuren tot het houden van het Comptoir. jj. Item, zulks noodig oordeelende, aanftellen een of meer Boekhouders eh Comptoir Bediendens, op eeu Salaris geëvenredigd naar den toeftand der zaken. 16. Tot Boekhouder of Boekhouders zullen de Geintresfeerdens (des begeerende en de vereischte bekwaamhedens bezittende) voor anderen verkoozen worden. 17. Allé de Scheepen door deeze Compagniefchap aangelegd wordende, zullen zoo veel mogelyk, alhier moeten Havenen , gerepareerd en van al het nodige Voorzien worden. 18. Tot het doen der Reparatien, Leverantien en alles wat tot de Compagniefchap behoord, zullen de hier  mo dec. ZAAKEN VAN 1782. hier woonende Geintresfeerdens in de eerfle plaars, en de Scheepen te Amfterdam Havenende de "Geintresfeerdens aldaar preferent zyn, mids alles zoo deugd, zaam en tot zoodanigen prys leverende, als waarvoor men zulks elders bekomen kan. 19. Twee of meer Perzoonen van één affaire, Geintresfeerdens zynde, zullen de Leverantien tusfchen hen, naar gelang van yders Intrest verdeeld worden. 20. Directeuren zullen alle jaren, in de Maand Juny, moeten doen generaale Rekening en verantwoor. dinge van hunne Directie, ten overftaan en aanhooren van alle de Geintresfeerdens, die daarby prefent zullen willen zyn , en die ten dien einde daarvan ten minde drie dagen bevorens zullen moeten werden geadverteerd, en de Buiten Leden ten minfte agt dagen te voren by Misfive daarvan moeten worden kennisfe gegeven; doch zal aan Hoofd-geintresfeerdens buiten de Stad woonachtig, en geen Procuratie gegeven hebbende, by hun verblyf alhier (des begerende) op alle Vergaderdagen, van gezegde generale Rekening en Verantwoording ouverture gegeven worden. 21. Van de jaarlykfe Overwinften, zal de helft onder de Geintresfeerdens naar gelang van yders aandeel worden verdeelt , en de overige heffe by de Kas gehouden , tot zoo lange dat het Fonds van de Maatfchappy tot op de helfte of 50 per Cent meerder dan het gefourneerde Capitaal zal zyn aangegroeid, op welken tyd en zoo lange zulks blyft aanhouden, de overwinst geheel onder de geinteresfeerdens op dezelve voet zal gerepartieerd worde». 22. De jaarlykfe uitkeeringen zullen gefchieden aan het Comptoir deezer Maatfchappy te Enkhuizen; en voor de buiten Leden te Amfterdam by zoodanige Correspondent of Casfier als de DireÖeuren der Maatfchappy verkiezen , en by pubiique Couranten adverteeren zullen, tegens quitantiê door den eigenaar der aandeelen ondertekend ; van welke quitantiê een voorbeeld onder yder aandeel geplaatst zal worden. 23. indien deeze Compagniefchap zoodanig mogte worden gezegend , dat by de refpective Directeuren dieuftig vvierde geoordeeld dezelve verder uit te breiden,  dec. STAAT EN OORLOG. 17I2. 221 den, en meerder Actiën uit te geeven, zullen de reeds Geintresfeerdens daar toe voor anderen Preferent zyn, en veele zich daar toe aanmeldende, zullen die meerdere Actiën onder hen Pro Rato van elks ingetekend Capitaal verdeeld worden. Op alle welke Condkien de Deelneming deezer Maatfchappy zal openftaan tot den 15 February 1783 , als wanneer dezelve zal geflooten , en daar van door den Notaris Broërius van der Velden, een Contract gepasfeerd worden. Die inmiddels genegen is in dezelve deel te nemen, gelieve zich Schrifcelyk te addresfeeran aan gemelden Notaris te Enkhuizen, of aan den Notaris Engelbertus Martinus Dorper te Amfterdam , met uitdrukking hoe veel Aüien hy deel te nemen begeerd. CCLXXXVI. Request van de Burgerye van Deventer aan de Gezwoorene Gemeente, over de affchaffing van Recommandatien in de Verkiezing van Leden der Regeeringe. In dato 31 December 1782. WEL EDELE ACHTBAARE HEEREN! MYNE HEÏRENÏ De Leden van de Gezwoorene Gemeente der Stad Deventer ! Geeven met alle eerbied te kennen de ondergetekende Burgeren en Ingezetenen deezer Stad, hoe dat zy door de cordaate handelwyze van Uw Ed. Achtb. omtrent hun voorig Request en door de gepaste en kragtige 'Refolutien van Uw Ed. Achtb., ten einde de daar in geroerde poincten naar hun genoegen mogten worden geredresfeert , met gevoelens van hoogagting en dankbaarheid vervuld zyn, en die gaarn reeds vooreenigen tyd door een openbaar en plegtig blyk, zoo aan Uw Ed. Achtb. als aan de Wel Ed. Aehtb, Magiftraat zou-  22* dec ZAAKEN VAN 1782. zouden hebben getoond , waaren zy niet in nader onderzoek van het op het laatfte Landags Reces gepasfeert door zeer gewigtige confideratien tot nog toe daar jn belet geworden , en zonder welker wegruiming zy betzelve zouden moeten opfchorten, dog de ondergetekende vinden ondertuslchen zig verpligt een zaak, welke hun voorkomt van het uiterfte belang te zyn, by deeze aan Uw Ed. Achtb. in ernftige bedenking te geven en aan Uw Ed.' Achtb. verligt oordeel en Vaderlandlievende Deliberatien te onderwerpen. De Oudergeteekende hebben namentlyk zins langen tyd met innerlyk leedweezen gezien, hoe dat door den fchadelyken en langs hoe meer inkruipenden invloed der Hoe. ren Drosten, by elke Vacature zoo in de Raad als in de Gezwoorne Gemeente , telkens Perzoonen met Recommandatien van Zyn Doorlugtige Ploogheid zich opdeden, waar door de vrye keuze Uw Ed. Achtb. zedert onheugelyke tyden gecompeteerd hebbende, ten eenemaal wierd belemmert, en Uw Ed. Achtb. ook in het kiezen van de Vroom lle, Beste en Welgegoedfte, dikwyls verhindert, terwyl het onmogelyk is, dat gemelde Heeren Drosten of zyne Doorlugtige Hoogheid zoodanig eene kennis van het lichaam der Burgerye deezer Stad zouden hebben , dat dezelve met eenige gefchiktheid konden oordeelen , in welke Burgers de drie gemelde kwaliteiten voor Stads welzyn het volroaaklte zamenloopen; en daar die gemelde invloed zoo ver gaat, dat zy Ondergetekenden tot hunne groote verwonderinge tn wezentlyke droefheid hebben moeten ondervinden , dat twee braave en huns eragtens niets dergelyks verdienende Regenten daar door in den Jaare 1775 en 1776, zonder eenige deugdelyke reden, uit hunnen wettigen rang gedrongen en dus beledigt zyn geworden; zoo hebbenzy zig niet langer kunnen weerhouden van als getrouwe en op Uw Ed. Achtb. cordaate Vaderlandsliefde vertrouwende Burgeren, deeze bezwaaren onder het oog van Uw Ed. Achtb. te brengen , eerbiedig verzoekende , dat het Uw Ed. Achtb. behagen mogen, in het vervolg nimmer op eenige Recommandatien eenige agt te (laan , maar volgens haaren Eed , (die de Ondergeekende vertrouwen dat  dec. STAAT EN OORLOG» 1782. 223 dat zonder de minde verandering nog jaarlyks naar Stads Wetten gedaan word) in de opendaande plaatfen altyd de Wyste, Nutde en de Beste te kiezen , mitsgaders by de eerstkoomende keur, dewyl nietfpoediger zulks gevoeglyk gefchieden kan, te effectueeren, dat het gemelde tort worde geredresfeert en de Heeren in hunnen natuurlyken en wettigen rang gedeld mogen worden. 't Welk doende. CCLXXXVJJ. ExtraS-Misftve van den Prinfe Erf. Jiadheuder aan de Staaten Generaal, nopens Zyner Hoogheids Bevel, aangaande de Engelfche Lootsbooten ; in dato 31 December 1782. htofdzaakelyk behelzende. „ ~r\at Zyne Hoogheid geinformeerd was geworden, „ \Jf dat 'er verkeerdlyk een begrip zoude ontdaan „ zyn, als of, op grond der order, door Zyne Hoog „ heid, in dato 11 Oclober 1782. gegeeven, waar by „ het moledeeren en neemen der Engelfche Lootsboo,, ten wierd geinterdiceerd, de gemelde Lootsbooten ,, zig zouden kunnen verftouten om binnen de Zeega„ ten , op de Rheën en zelf in de Havenen deezer Landen ongedraft in te loopen. ,, Dat Zyne Hoogheid voorneemens was, tot weg» „ neeming der gemoveerde dubieteiten, om by inter,, pretatie der voorfchreeven order van den 11 O&o» ,, ber 178a , dit niet moledeeren of neemen der En,, gelfche Lootsbooten te bepaalen alleenlyk tot die „ geenen , welke rondsom de Havenen en Kusten der „ drie Koningryken van Engeland, Schotland en Ier„ land, in hunne Functie als Lootsbooten, gerencon» treerd wierden en met een bewys voorzien waren , „ dat zy waarlyk Lootsbooten zyn. „ Dat Hoogstdezelve egter de voorfchreeven order van den 11 October, welke ingevolge Hunner Hoog m Mog.  22+ dec. ZAAKEN VAN 17S2. Mog-, Refolutie van den 26 September daar te voren „ uitgegeeven hadde , niet gaarne zoude interpretee„ ren , zonder voorafgegaane kennis van Hun Hoog „ Mog. „ Dat Zyne Hoogheid het derhalven van Hoogst„ deszelfs pligt geoordeeld hadt Hun Hoog Mogende „ van deeze zyne intentie kennis te geeven , verzoe- kende om van Hun Hoog Mog. intentie deswegens ,, geïnformeerd te worden." CCLXXXVIir. Antwoord van den Enpelfchen Gezant te Parys, op de Voor/Jagen der Gezanten van Hun Hoog Mogenden , tot Vrede en Ver gelyk met Groot - Brittannie. In dato 31 December 1782. De ondergetekende Minister-Plenipotentiaris vanZy» ne Btittannifche Majefleit heeft bevel van zyn Hof ontfangen , om aan de Heeren Plenipotentiarisfen der Staaten Generaal ter beantwoording hunner Memorie de volgende Artykelen voor te ftellen. I. Aangezien de onderfcheidene byzondere betrekkingen , welke , zedert een zoo groot getal van jaaren , hadden plaats gehad tusfchen Groot-Brittannien en de Republiek der Vereenigde Provinciën, opgehouden hebben, zoo zeer door een natuurlyk gevolg van den tegenwoordigen Oorlog , als door het gedrag der Republiek voor de Vreedebreuk; en aangezien Hunne Hoog Mog. zeer weinig gezind fchynen in het tegenwoordig tydftip die oude verbintenisfen te vernieuwen, lteld Zyne Majefleit voor, dat de beide Staaten, ten aanzien der handelberrekkingen , die zy onderling mogten hebben, zig zullen befluuren enkel en eenvoudig door de algemeene grondregelen van het recht der Volkexen ; zynde de Ondergetekende gelast daar by te voegen , dat zoo dra de Natiën, thans in Oorlog zynde, nieuwe fchikkingen van Koophandel zullen beginnen te formeeren , die de nieuwe betrekkingen, welke onder hen zullen plaats hebben;, waarfchynlyk noodzaaklyk zul-  déc. STAAT EN OORLOG. 1788. 225 zullen maaken, zyne Majelteit, door een gevolg zyner goede neigingen jegens de Republiek der Vereenigde Provinciën , zal gereed zyn tot zbodanige verbintenisfen van Koophandel , als met de gefteldheid der beide Staaten en hunne refpe&ive belangens zullen overeen, komen. Dit voordel , het welk Hunne Hoog Mog; in dezelfde geftelrheid van Engeland plaatst, als die waar in zy zig bevinden ten aanzien van verfcheide andere Europeaanfche Handeldryvende en Zee-Natien , bevat alles wat de Koning zou kunnen toeltaan, in achting genomen zynde de betreklyke pofitie der beide Natiën en overeenkoraftig met de reden en billykheid;. want, wat aangaat de allegatie der Heeren Plenipotentiarisfen van Holland , in Hunne Memorie, ten aanzien van den voorllag door den Heer Fox aan den Heer Simt* lin gedaan, is het onbetwistbaar dat die Voorllag noodwendig verbonden is geweest aan dien van het lluiten van een afzonderlyke ■ Vreede met Holland, en dat * dit tweede aanbod door Hunne Hoog Mog. verworpen geworden zynde, het eerfle oogenbliklyk van zelve nul en van geener waarde wierd, en eindelyk, onder was oogpunt men het ook zal willen befchouwen, als volkomelyk niet gefchied. II. De Koning, door eene uitwerking zyner gematigdheid, bewilligt in de teruggaave aan Hunne Hoog Mog. van alle Bezittingen; die aan bun door zyne Wapenen iri den tegenwoordigen Oorlog zyn ontnomen, en die hy by het fluiten van den Vreede in beflag zal hebben , uitgezonderd Trinconomaie op het Eiland Ceilon met haare Onderhoorigheden. III. De Koning kan op geenerlei wyze plaats geeven aan den Eisch van fchadeloosflelling der verliezen ; welke de Vereenigde Provinciën geduurende den Oorlog hebben geleden , aangezien dusdaanige pretenlie gelyklyk ftryd tegen de duidelykfte gronden der gezonde reden en van het recht der Volkeren. Maar zyne Majefleit zal zonder moeite toeltaan, dat de beilisfing der Pryzen , door zyne Onderdaanen op die van Hunne Hoog Mog. voor deVreedebreuk gemaakt, werde overgelaaten aan de Geregtshoven der Admira- X. deèu P li-  flafJ dec. ZAAKEN VAN 1782. liteit van Groot-Brittannien overeenkomflig met de regelen by alle Volken vastgefteld. Voor 't overige kan de ondergeteekende niet nalaaten by dit Artykel te voegen, dat, wat aangaat het geen in het derde Artykel der bovengem. Memorie word te kennen gegeeven , nopens den vermeenden oorfprong der Vreedebreuk tusfchen de twee Landen , Engeland door onwraakbaare betoogingen kan doen zien, dat 'er geen middelen zyn geweest, die zy onbeproefd gelaaten heeft om deezen Oorlog te vermyden , en dat zy niet dan met het uiterfte leedweezen zig daar toe noodzaaklyk heeft zien brengen: Doch men dringt niet aan op die betoogingen , vermits het bezwaarlyk valt niet te gevoelen , hoe fchadelyk en ongepast, in het tydflip eener Onderhandeling ter herftelling van den Vreede, zyn zou een dergelyk Onderzoek , het welk geen andere uitwerking kan hebben dan de animofiteiten van wederzyden te vermeerderen. Het Hof van Londen heeft reden om zig te vleijen dat deeze Artykelen aangezien zullen worden als verfchaffènde een nieuwe blyk van de gemaatigdheid des Konings en van zyn beftendig verlangen om met alle de partyen in den tegenwoordigen Oorlog betrokken , tot eene fpoedige en duurzaame bevreediging te geraaken. Gedaan te Parys, den 31 December 1782. (Was get.) alxeyne eitz. herbert, cclxxxdc  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 227 CCLXXXIX. Refolutie van de Staaten Generaal omtrent de Specificatie der kosten tot het Transport van den Graave en de Graavinne van het Noorden , door het Grondgebied van den Staat. In Bun Hoog Mogende Vergadering genomen , in dato 31 December 178». Is gehoord het Rapport van de Heeren van Lynden van Hemmen, en andere Hun H. Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Financien, hebbende, in gevolge en ter voldoening van H. H. Mog. Refolutien van den 12, 15, iö Augustus , 2 September, 31 Oétober en 4 November , alle laatstleeden met en ne. vens eenige Heeren Gecommitteerden uit de Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer, geëxamineert de Specificatiën van de kosten , die gevallen zyn op het verkrygen van de noodige Paarden tot de reis van haare Keizerlyke Hoogheden de Graaf en Graavinne van het INoorden over het Grondgebied van den Staat, zoo als die Specificatie door de Heeren Raaden des Fur. ftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen, door de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, door de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, door de Hoogfchout der Stad en Meyerye van 's Bosch , door de Schepenen, Gezworens en Raaden der gemelde Stad, door Drosfaard, Prxfident Burgemeefter en Schepenen der Stad Breda , en door den Vice-Hoogfchout van wegens H. H. Mog. te Maastricht van Slype en den laatstafgegaane Burgemeefter van de Brabandfche zyde der voornoemde Stad van Schuylenburg, in gevolge en ter voldoening van H, H. Mog. Refolutie van den 10 July deezes loopenden jaar, refpeüivefyk overgezonden, en op de voorfz. dagen ter Vergadering ingekomen zyn. En hebbende wyders overwogen , op welken voet de voorfz. kosten zouden kunnen en behoren betaald te worden. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en Pa ver-  228 dec. ZAAKEN VAN 1782. verftaan, dat boe zeer in den jaare 1744. by d;ergelyke gelegenheid voor ieder opontboode Paard , waar van gebruik is gemaakt met een Knegt, niet meer is betaald dan een gulden en tien ftuivers daags , en voor de geene'die niet gebruikt zyn een derde, of in f>mrnige gevallen de helft, nogthans in dit geval voor ieder Paard zal worden goedgedaan eene gulden voor ieder uur wegsdat door hetzelve zal zyn afgelegt, en van ieder Paard dat bedel i en gereed zal zyn geweest, dog niet gebruikt, de helft, en dus tien ftuivers voor ieder uur van den weg, tot het afleggen Van denwelken hetzilve was gefchikt geweest, dog dat daar uit zullen moeten worden gevonden de Drinkgelden van de re« fpeélive Voerlieden en Postillons , en dat mitsdien ten laste van den Lande niet zullen worden geleeden de Drinkgelden , die op de voorfz. Specificatie zyn ge. bragt, gelyk te dier zaake m den jaare 1744. ook niet is goedgedaan. Dat wyders hetgeen voor het overzetten van Rytui* gen en Paarden aan verfcheide Veeren , en het pasfee. ren van dezelve aan Barrières heeft moeten worden betaald , overeenkomftig de Ordonnantiën en Lysten op die Veer- en Barrieregelden gearresteerd, zullen wor. den goedgedaan , en dat in het generaal zullen worden geleerien alle verdere onkosten , die door de Reizigers betaald moeten worden ; dat al verder zullen moeten voldaan worden alle zoodanige verfchotten van Expresfen en andere , die tot het verzorgen van de voorfz. Paarden hebben moeten worden gedaan, dog dat overeenkomftig den vost in het jaar Ï744 gehouden, niets voor Vacatie zal worden geleeden. En dat eindelyk op het zo evengemelde voorbeeld van den jaare 1744 de voorfz. kosten uit de ordinaire Kas van de Generaliteit zullen worden .betaald. Dat vervolgens alle de overgezondene Specificatiën zullen worden gezonden aan den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer, om te vifiteeren, eximineeren en op den voorfz. voet te liquideeren , met verder verzoek , om omtrent het al of niet valideeren van zoodanige posten der voorfz. Specificatiën, omtrent welke geen generaal rigtfnoer heeft kunnen worden beraamd ,  dec. STAAT EN OORL.OG. 1782. 029 raamd , zoodanig te disponeeren, als oordeelen zullen te behooren. En dat Extract: van deeze H. H. Mog. Refolutie z 1 worden gezonden aan de Heeren Staaten van Gelderland, van Holland en Westvriesland en van Utrecht. Als meede aan de Misdflraaten van de S:eden 's Hertogenbosch , Breda en Maastricht, om te (trekken tot derzelver informatie. Was geparapheert, P. 17. RENCERS, Ut. (Onder ftond) Accordeerd met voorfz. Register. , (Was get.) h. fagel." CCXC. Advis van jfr. j. h. van zuylen van rsYEVEtT;éi?rf effende het beantwoorden van den Rondgaanden Brief der Staa* ten van Zeeland, aan de Bondgenocten, over den tegenwoordigen toeftand der Republiek. Ingeleverd ten Gelderfchen Landsdage in de maand De* ctmber 1782. edele mogende heeren , De Staaten van Zeeland fchynen ten fterkften te apprehendeeren de droevige toeftand, waar in ons Vaderland gezonken legt; zy geeven eene verbazende meenigte van onheilen aan de ferieufe overweeging van U Ed. Mog. over , nopende ons, om tog zoodanige efficacieufe middelen van redres met hen by P 3 de  530 ekc. ZAAKEN VAN 1782. de hand te neemen, als de droevige ftaat deezer Lan« den hoogst nodig vordert, zonder het welke de ondergang van dit Gemeenebest zigtbaar het einde weezen zal; —— dat buiten de werkzaamheid der Bondgenootcn , het onregtveerdig Oorlog ons aangedaan niet ter harten genomen , de gefchonden eer deezer Landen niet herftelt, en aan de verwagtinge der geconfenteerde onnoemelyke geldfommen niet voldaan zal worden ; 1- Zy fchynen mede overtuigt te weezen, dat,wat men ook moge voorgeeven, het zeeker is , en nooit anders beweezen worden kan, dan dat 'er niets gedaan is , het geen aan de algemeene verwagting voldaan heeft ; maar integendeel dat 'er eene onophoudelyke en verbazende inactiviteit heeft plaats gehad, waar door dit wel eer 'geduchte Gemeenebest is neergezonken in dien rampzaligen ftaat, waar uit het nauwlyks te redden is , en gelyk de Staaten van Friesland in hunne Misfive zeggen, ons doen weg zinken in een zee van vertwyfeling. Ik heb U Ed. Mog. onlangs niet onduidelyk te verftaan gegeeven, dat wy dien ongelukkigen famenloop, welke de hoogfte verwondering baren moet , niet buiten , maar in ons ftaatsgellel zelfs zoeken moeten; — Dat wanneer wy onzen doodelyken flaap ontvlugten, en een ernftig onderzoek aanvangen, wy de oorzaaken dier onheilen in onze regeerings-form mogelyk vinden zouden ; «— vinden wy dezelve daar, dan moet dit een onbetwistbaar bewys opleeveren, dat dezelve bedorven is, en afwykt Van zyne inftellingen. — Het is gePT.fints de Conftitutie , welke wy behoeven te ontwikkelen ; deeze pleit zig zelve dadelyk vry, fchoon men dikmaalen van den traagen voortgang der befoignes , welke uit hoofden der Conftitutie van een vry Gemeenebest , uit zeeven onderfcheiden onaf hanglyke Souvereinen Staaten beftaande, per fè moet plaats hebben, heeft willen afleiden veele ongelukkige uitflagen, welke dezelve anders niet zoude gehad hebben. — Het is waar , dat het te wenfchen geweest was, een gefchikt middel te hebben kunnen uitvinden, om dezelve fpoedjger ten uitflag te brengen;maar wie weet, of deeze middelen niet zouden gelyk geweest zyn, aan die  dec STAAT EN OORLOG. 1782. 231 die welke een ongelukkig Geneesheer bezigt , om den lyder een ogenblik zyne pynen te doen vergeeren, zonder de kwaal zelve te geneezen, welke eerlang heviger uithardende zynen dood verhaast. —- Ik zegge dan, dat wy het alleen in onze Regeeringsform moeten zoeken , en kunnen wy het daar vinden, wat fchiet 'er dan veel over , als dezelve zoodanig te verbeteren en te verhelpen, dat alles met onze gelukkige Conftitutie meer overeenkome, en aan het geluk des Volks beantwoorde , zoo dat wy hoopen kunnen , den droevigen toeftand te geneezen, en de verder dringenden voortekomen. —- Ik bedoel geene verandering, die wel eer, en mogelyk nog, eenige befchuldigingen eene misdaad plag te weezen, eene befchuldiging grooter wordende, wanneer men daar byvoegd eene regeering , welke men met eede , by de aanvaarding zyner bediening, bezwooren heeft, te zullen handhaven. Doch het is buiten kyf, dat wanneer men iemand van zulk een misdaad op grond zoude wille befchuldigen; 'er vooraf moet gaan, den regten weg daar toe niet te hebben ingeflagen, maar door cabaal of partyfchappen voor af te formeeren , ter bereiking van een voorgefteld but, zig fchuldig te maaken, of om door den weg van een woedend, toomeloos, en meest al blind gemeen, welk alle de banden van gehoorzaamheid verfcheurende , hunne Regenten met geweld dwingen, hunne eifchen, hoe gelukkig ook te moeten opvolgen , waar van wy voorbeelden zouden kunnen bybrengen, — dan is het zeker eene hooggaande misdaad , eene misdaad, waar aan vrye Landen het te wyten hebben, dat de vryheeden hunner Voorouders verre zyn : eene misdaad, waar door zulk een Staat door dwang op den oever van zynen ondergang kan gebragt worden , eer die geruste tyden haasten , om den gedwongen eisch en afgeperfte toeftemming wederom onder de voeten der vryheid vertreden te zien : — dog zulk een misdadige verandering te maaken , is geenfints myn voorneemen, —. de afkeerigheid , welke ik daar van hebbe is groot, maar de algemeene ftelregel, welke ik als een MeedeRegent verpligt ben te hebben, is levendig, zy is dee. ze; 't geluk van 't Volk en dus ook van den Staat is P 4 de  S3ï dec. ZAAKEN VAN 1782. de eerfle wet in onze Regeering , derhalven ook voor my ais Regent ; — hier uit leide ik dadelyk af, —■ af wat hun ongeluk berokkend, is de pligt van elk Regent, te keer te gaan, dus ook voor my. Laat ik hier nog een oogenblik by flil flaan Ei. Mog. Heeren, de zaak is het overwaardig ; daarenboven eischt het myn plicht ; 't belang van 't Volk wil het , en myn hart als een geboren Vryman, overeenkoroflig de onaffcheidelyke voorrechren , welke ik mer alle de Burgers , met alle de Ingezeetenen, in een Gemeenebest-Regeering gemeen hebbe, gebieden het my. — Alle Regeeringen hebben een algemeen einde , en dar einde kan volflrekt niet anders weezen , dan de maatfchappy en het volk gelukkig te maaken: dus is de eerfie plicht van alle Regenten , aan wie het gezag in een Gemeenebest door het volk is aanbetrouwd , hun geluk te behartigen en voorreflaan j — hier uit vloeit, alle Regeeringen , welke van dat gewenseht einde afwyken, en 'er niet aan voldoen, zyn vergiftigt, of bedurven , en eisfchen de fpoedigfle verbeetering en herftelling. Wat dunkt U , Ed. Mog. Heeren, is deeze grondftelling niet op onwrikbaare gronden gevest? zoo jaa, dan is het immers de duurlle pligt van elk Regent, en dus van elk onzer , dit onderzoek ernflig voorteneemen , of onze Regeering en belliering der zaaken aan dat geluk des Volks, des vryen Volks, in haaren aart voldeed , of afwykt van het geen, waar toe dezelve is ingericht, vooral federt dat wy de Spaanfche keetenen en alle willekeurig gezag verbreizeld hebben, op de trappen , waar langs de vryheid is geklommen: Voldoet dezelve niet, dan vermogen wy niet te berusten, zonder alle middelen aantewenden, welke de besten zyn ter voorkoming van alle die onheilen, Welke wy of dadelyk bemerken, of in 't vervolg voorzien, en waarvan de Staaten van Zeeland ons een opregte fchets geeven. Ik bid U Ed Mog. daar het hier op aankomt, om Nederland te redden , van tog met my indagtig té wezen , dat wy de Raadzaal van een onafbanglyk Volk zyn inge!lapt , alwaar onze daaden bewyzen geeven moeten, dat onze byeenkomflen niet te vergeefs zyn , maar  bec, STAAT EN OORLOG. 1782. 233 maar de liefde ter redding van het Vaderland alleen, het vuur is, het geen ons zonder omzien dryft en ber weegt; Dat in onze byeenkomften de Viyheid voor de Remmende Leeden den eerlteh ftoel bekleeden moet, en alle vrees worde buiten geflooten , pp dat elk Lid voor de belangens van Land en Volk, zynen pligt ongeftoord , en ongeftraft kan en moet voldoen. — lk bid U Ed. Mog. mede indachtig te weezen, dat ik ia naam des Volks fpreeke, wiens Reprsefentanten wy al> leenig zyn , en dus wiens dienaai ik mede ben, om hunne en de belangens van het Land manmoedig te verdeedigen en voorteflaan: —«. hier in beflaat alleen onze eer, dat wy alzins voldoen aan het oogmerk onzer opgedraagene en toevertrouwde bedieningen, —— dat men allefints onze daden toetfen kan' aan de oprechtheid , welke alle de dienaaren van een vry Volk moet eigen zyn; daar door ontfangt hun flil vertrouwen op ons, alleen leeven en beweeging, en zal hen nimmer doen vertwyffelen aan de ons opgedragen waardigheid: toonen wy door fpreekende daaden, dat wy niet durven voldoen aan den op onze fchouderen vry willig geladen last, aan onzen opgenomen pligt en eed, —— dan toonen wy niet alleen Regenten, maar tevens van onnutte Burgeren en Leeden in een vry Gemeenebest te weezon; —— wy kunnen door de bedieningen zelfs te ontvlugten, als Burgers nooit ontvlugten den pligt , welke ons by de geboorte zelfs is opgelegt; — elk Regent, elk Burger is zelfs verpligt, den dood blymoedig onder het oog te zien, wanneer deeze de bedreiging zoude kunnen weezen van denonrechtvaardigen dwingeland , om den pligt-betragter te verfchrikken : hoe knellend zou Neerlands afgeworpen juk niet weezen, wanneer het braave Bataaffche Volk, waar aan wy de vryheid te danken hebben , niet zoo gedagt had , toen de Spaanfche dwingelandy hunne voorrechten Vertrapte, in het gezigtvan de eisfelyklte doodftraffen , welke hun te beurt viel, die dezelve wilden handhaven ; —— zouden wy nu minder zyn dan dezen ? of zyn wy uit geen Bataafsch bloed voortgefprooten ? of zouden onze voorrechten, ouze Gemeenebest-Regeering, door den tyd veroudert, ? 5 van  234 dec. ZAAKEN VAN 1782. van geene waarde meer zyn ? of is de liefde voor het finkend Vaderland , de vryheid of het geluk van 't Volk nu een beuzeling geworden? — neen, Ed.Mogende Heeren ! ik zegge het met dat yver-vuur 'tgeen onze Voorzaten en ons nog alle moet bezielen, dat het geluk des Volks, Vryheid en Voorrechten , onze dryfveeren al tyd moeten zyn, en dat zoo dra' wy bemerken , dat, de fchatkisten, het zweet en bloed onzer Ingezeetenen, het welvaren des Volks, ftratfeloos worden opgeoffert, en de klagten algemeen wordende, het dan meer dan tyd is , eene emltige onderzoeking te doen , wyl de voortduuring deezer kwaaien eene Regeering zigtbaar de aller ongelukkigfte maakt. Dit zy genoeg, om U Ed, Mog. te doen zien, wat ons onophoudelyk beweegen en aandryven moet, en wat de phgten der handhavers van "c geluk van een vry volk zyn. -— Nu zal ik met die zelfde vrymoedigheid overgaan , U Ed. Mog. niet te bewyzen, of onze regeering, of onze beftiering aan dat gewigtig einde voldoet, — dit is in deeze tvdsomftandigheden te tastbaar, en niet moeyelyk de conclufie optemaken, wanneer ik flegts de ftoffe van klagten, welke ons bedroeven moeten, aanroer, en daaruit afleide,denrechtmatigen eisch der Staaten van Zeeland en Friesland, welke ons noopen ter conferentie tot al zoodanige middelen van redres, en onderzoeking, als het den droevigen toeftand van ons Vaderland noodzaakelyk en fchielyk vordert. Ik inhereere alles , wat ik reeds te vooren hebbe aangeroert omtrent den ongelukkigen flaat deezer Landen , voegende 'er deeze navolgende nog kortelyk by , wyl onze gehoudene vergadering in 't voorjaar was, en men hope fcheen te hebben, dat het aaniiaande zomer-faizoen een gelukkiger uitflag , dan het voorbygegaane zoude gehad hebben. U Ed. Mog. vergeeven my, zoo ik tot eenige redites, als in den loop der zaaken behoorende, verval; fchoon genomen ik dezelve alle wederom op nieuws zoude kunnen detailleeren , wyl dezelve tot my zyn te rug gekeerd, zonder dat gebleeken is, dat dezelve van eenig nut geweest zyn. ik viage dan eens, wat hebben wy tog met onze ze-  dec STAAT EN OORLOG» i?3a. 835 zedert een jaar vermeerderde Zeemagt uitgevoert ? min. der zeker dan in het eerfle jaar harer geboorte, terwyl wy door ydele hoop, en met ons de gantfche Natie, is opgehouden geworden. — Wat voor gebruik hebben wy tog gemaakt tegen onzen Vyand, van hetaangemoedigt Volk , en van de b'.yken eener verbazerd» heldenaard, op den roemryken 5 Aug. 1781. betoond ? wat anders, dan onze reedens te doen treuren, welke dit geheel anders gewoon waren. —• Is het dan langer geene waarheid, dat een terug gehouden , dog brandend Volk, zig zelve verteert, en de moed ontzinkt, terwyl door verflappende Scheepskosten hun de kragten met het vuur ontvlugten ? worden onze Scheepen nog niet even ongeftoord genomen en opgebragt? heeft de handhaving der Commercie, hoe zeer anderen en ik in voorige daar op hebben aangedrongen, als op den parel van Neerlands kroon, meer plaats gehad dan in den beginne, of in het eerfte jaar onzer opdagende Marine? of zal men my ook onbefchroomd tegenwerpen, dat de Commercie onbelemmerd zynen gang gaat, onder den toevlugt der vlaggens van andere Mogendheeden ? wat zou men niet van zulke tegen werpers denken moeten? hoe ongelukkig is dit Land, waar in de Souverain , waar aan het Volk zyn kragten heeft toevertrouwt, rondborflig verklaart , by gebrek aan middelen, of door hunne te weinige invloeden, of door veele invloeden van anderen, hen niet langer te kunnen handhaven , of befcherming te verleenen , maar hunne Ingezeetenen en huu welvaart te moeten over. geeven aan alle de geweldenaryen, welke men goedvond te pleegen? Is dit geen volleedig bewys, zoo wy dit op ons eeniger maaten kunnen toepasfen, dat 'er in onze regeerings-form is ingefloopen, 't geen de goede maatregelen kunnen beletten, wyl wy in voorige dagen i toen de Conftitutie nog dezelve was, hebben gezien en anders ondervonden, dat 't geen beuzeling was , Neerlands magten te onteeren, ofte hunne Vlooten de keten te ontrukken ? —— Zal men , 't is niet te duchten, eer de noch overgefchooten hoop van redding geheel is afgefneeden, geene andere handen tot 'l bellier willen opleiden? --—5 Welk een getrouw Re-  s.",6 dec. ZAAKEN VAN i7g2. Regent, die zig zelve als een Reprafentant, en dus als een dienaar des Volks erkent, zou durven ftellen en (taande houden „ dat dit nimmer plaats kan hebben ; maar dat in tegendeel Neerlands vrygevogten Volkeren , Neerlands Aandeelers in een GemeenebestRegeering ftilzwygende dulden moeten, dat dit Land, dat al hun welvaaren , in den zigtbaarfie afgrond van verderf geftort ftaat te worden, om nimmer het hoofd weder optebeuren, >— over zulk een Volk te willen regeeren, vermindert by uitftek alle onze waardigheid. '—— Dat de Barbaaren zoo denken, men geeve het toe, welke hunne mede broederen, als beweegende en alleen gehoorzamende ondenkende machines aanzien ; maar men plaatfe nimmer in dien rang de bevegters van Philip den II, welke de vryheid hun hoogfte fchat rekenden. — Ik bidde U tog, Ed. Mogende Heeren, zoo wy nog eenige prys (tellen in de confervatie deezer Landen, in het behoud van de waare vryheid, van «immer het oor te leenen aan zoodanige Machiavelfche fystemaas , maar dat wy integendeel alles zien voorte. komen , wat de ysfelyke gevaaren en beroertens van een wantrouwend Volk kunnen en vermogen: — dat wy tog middelen beraamen , door fpreekende daden tonen , door Cordate Refolutien te neemen , het vertrouwen, het geen 't Volk nog eenigfints op onsfchynt te hebben, daar door te vermeerderen, en by aanhoudendheid levendig te houden. — Die de ondervinding flegts raadpleegt , zal Staaten gedoopt zien door be. roertens , uit wantrouwen gereezen , en waar door tirannen zig trappen gevormt hebben , om ten troon te itygen. - Dog laat ik verder gaan: — Van onze aangebragte Quotes en de Furnisfementen, 't geen het zweet en het bloed is onzer Ingezeetenen, is ons nog na verwagting geen het minfte nut gebleeken: _u Neen , zelfs van de bewyzen der gebruikte geldingen zyn wy tot hier toe ook verftooken gebleeven : , de eer, de gefchonde eer van deeze zoo onaf hangely. ke Landfchappen, welke eertyds gedugt waaren, blyfc tot hier toe ongewrooken leggen in het (tof der veragting, terwyl wy door ydele hoop zyn opgehouden — ongewrooken , dat wy in of even na de geboorte via eene  dec. STAAT EN OORLOG. 1781. 237 eene Vryheid , welkers verkryging ons een tagtig jaa-, rigen Oorlog kosten moest, tegen den magtigften Koning van Europa, en dus hier door uitgeput, nogthans in ftaat bleeven, het hoofd te bieden aan die geenen, die ons wilden beleedigen; — doen wy nu tot onze fcbanden zien , dat eene gezegende Vreede van vyf en dertig jaaren , en eene twee jaarige equipeering, ons niet in ftaat ftellen , onze beledigde eer te herftellen , tegen eenen Vyand , welke reeds door twee andere Mogendheden is afgemat geworden; die zig dikwerf op onze kust aanbied , zonder dat wy van een getergde uitdaging gebruik durven maken 3 Hoe fchandelyk, hoe vernederend fpreekt men niet in dat Ryk van de laagheid onzes Gemeenebest? zal deze fchande ons by alle de Vorften van Europa alle die gewenschte invloeden niet doen verliezen , waar van wy menigmaal ons behoud hebben afgeleid : Wy zyn blind gehouden in alle de plans, welke onze eerfte Bevelhebber, en dus onze eerfte dienaar, oordeelde , nuttig te weezen ter beveiliging van ons Gemeenebest, als omtrent de aangewende middelen of de oorzaaken van derzelver on. gelukkigen uitllag: —— Hier, Ed. Mog. Heeren, hier zoude ik een ruim veld openen van de gewigtigUe vragen ; hier zoude ik veele antwoorden op eene reeks van tegenftrydigheden doen te voorfchyn komen , zoö ik niet een ftil vertrouwen had, dat de Admiraal Generaal dezelve in zyne gegeeven opening alle compleet verantwoorden zal. — Wat voor onderrigt hebben wy ooit bekomen , hoe het met de aanwervingen der nodige manfchappen gaat, of heeft dit geenen onmiddelyken invloed in onze ftatelyke befoignes? — Wat is 'er van 't gantfche plan van Concert-ageering geworden ? is het plan zelve lange geen raadfel, geen blind raadfel, Voor ons gebleeven ? hoe ligt zoude het uit hoofde van deeze blindheid hebben kunnen gebeuren, dat wy ftrydig tegen hetzelve hadden gerefolveerd? — zouden wy daar door geene gronden gelegt hebben tot vertwyffeling van eene ons helpende Mogendheid, of aan het vertrouwen, het geen zy ons toezeide en bewees? zoude dit geen gelegentheid hebben kunnen geven om alle de droevige gevolgen welke daar uit zouden  338 t>Hc. ZAAKEN VAN 178*. den hebben kunne voortvloeyen, op onze onnozele halfen te fchuiven ? zoude men ons niet by de ingenomen haarfleê hebben toegeduwd, dat wy onzen eigen pligt verzuimende , ons zeiven moesten befchuldigen , als de oorzaaken van eenen hoogst verkeerden haat, in die van beweezene goedheden ? wat zouden we kun* nen antwoorden ? zouden wy niet bederven op het hooien van deeze onbetwistbaare waarheid, en wy ons niet aan de wroegingen van een befchuMigend geweeten overgeeven , terwyl de meenigte der ongelukkige flagtoffers , ons door verwytingen zou van een fcheuren? — vergelykt de tegenwoordige verbaazende in» activiteit by voorige tyden van den aanvang van het Onrechtvaardigde Oorlog? —— onze Marine was vervallen , zegt men ; dog geeft dit de minde verfchoo» ning in den vereischten fpoed ? was 't niet eer een dryfveer tot alle de mogelyke verhaastingen? is dan alles aangewend , 't geen met regt en reeden verwagt is, om in den tyd van twee jaaren zig te kunnen dellen in een beeter postuur? ——. Delven wy den grondflag open van de verregaande oneenigheden , waardoor *s Lands wel vaaren zoo ftrafloos aan eenen twistenden Vyand word opgeoffert; wat bemerken wy dan hier geen zaamenloop van ysfelykheeden, welke ik om derzelver zwartheid rusten laat? ■ »■■ flaan wy een oog pp de voortkruipende kwalyke bediering , welke van dag tot dag grooter fchynt te worden , wanneer wy overeenkomftig onze gehouden blindheid zullen oordeelen ; op de ganfche onkunde van den tegenwoordigen ftaat onzer Marine , zoo wel als van onze Bevelhebbers , of derzelver gegeeven inftructien; op de weinig aangewende moeite ter bevordering , om andere Mogendheeden te beweegen , om ons de aanwerving in hunne Staaten of Ryken te vergunnen ; op de fchreeuwende duisternis , waarin wy gehouden zyn en worden omtrent het geheele werk der Vredes Negotiatie; ik twyfele byna, of men ons nog eenige eigenfchap, welke Souveraine Staaten competeeren, toekend. - ■ ■ Laaten wy eindelyk onzen aandagt vallen op de bron, de ysfelyke bron , Ed. Mog. Heeren , waar uit zoo wel de oneenighecden der Leeden van drie uit haaren aard  dec. STAAT EN OORLOG. 178a, 230 aard onaf hankelyke Landfchappen, als de vrees, zou kunnen afgeleid worden, om aen pleitzaal voor Land en Voik heldhaftig in te flappen; dan word het nog laauw zynde hart van eenen vrygeboornen Batavier , van een Regent, voorzeeker met de ftilfle koude bevangen. Zyn dit alle geene reedenen, om ons te bedroeven , en onzen toeftand te beklaagen , wie is 'er , die het tegendeel kan beweeren? met welk een glinfterende en oog verdoovende couleur hy het anders tragt aftemaalen , twyffele ik niet, of men zal eene naakte waarheid nog heerlyker zien te Voorfchyn hoornen , op de nog nat zynde verwen. — Is dit alles waarheid , en het geene de Heeren Staaten van Zeeland nog verder betoogen, of moeten zy, zoo wel als ik , met eene leugen in den mond voor deeze volle vergadering befchaamd ftaan? zoo neen, wat voor een oordeel moet men dan vellen over hen, welke egter willen betoogen, dat men het kwaad, of de oorzaak daar van buiten ons zoeken moet? -—• fchuilen in tegendeel alle deeze gebreeken in ons eigen midden, en zullen wy, den draad des onderzoeks opneemende en volgende , onmiddelyk tot de hoofdbron worden toegeleid, dan is het onzen bezwooren pligt, onzen hoofdpligt als getrouwe Regenten , en Handhavers van het geluk des Volks, eene onderzoeking met de andere Bondgenooten ernftig voorteneemen, en de kwaaien met de oorzaak ontdekkende, !de eerfte te geneezen, en de tweede geheel weg te neemen. Jammer is het intusfchen, Ed. Mog. Heeren, dat wy tot onderzoeking , tot verhelping van alle deeze zoo zigtbaare , meer en meer toeneemende onheilen, welke allengskens den ganfchen Staat zullen vernielen, nog noodig hebben, door anderen opgewekt te moeten werden, daar de ongelukkige toeftand des Vaderlands meer dan eens onder het oog van U Ed. Mog, gebragt is. — Laat egter deeze opwekking niet te vergeefs weezen, opdat wy niet door fpreekende daaden kunnen gezegt worden bewyzen te geeven , dat wy geene onderzoeking willen, of dat 't kwaad met onze toeftemming zynen voortgang geniet. — Laaten wy liever overtuigt worden, dat een volk, als het volk van Nederland, dage- lyks  »40 dec. ' ZAAKEN VAN i?8j. lyks meer en meer onderweezen wordende in den aard van een vrye Gemeenebest Regeering , en van hun aandeel in hetzelve, eens eindelyk moede zal worden, al wat hun dierbaar is te moeten verliezen , en verlooren te zien gaan, zonder dat wy de oorzaaken verhelpen, of middelen aanwenden, om 't voortgaande bederf te fluiten. Zoo zy overtuigt zyn, dat wy hunne Reprafentanten zyn, hoe moeyelyk zal 't ons niet vallen deugdzaame en grondige bewyzen, tot 't van de hand wyzen der cordaatfte uitnodiging van een onzer Bondgenoten, te geeven? wy toonen dan liever meede werkzaam te weezen , om dit Gemeenebest uit eene allerongelukkigfle Anarchie te redden, waar in 't zelve geftort fchynt te weezen, of dat wy ons ten allen tyden voor de Vierfchaar van God, zoo wel als die van het Volk verantwoorden kunnen; ■— dat wy toonen meerder bewyzên te geeven tot redding van den Staat, dan llegts in de Confenten de noodige Petitiën te hebben gedragen : — dat wy toonen, niet onverfchillig te weezen , hoe 's Volks fchatten, welke ons alleen tot heil van 't algemeen , en van deeze Provintie in 't byzonder, aanvertrouwd zyn , gebruikt en bedeed worden : —■> dat wy opfpooren de te rug houdende oorzaak der goede maatregelen , waar de pligtverzuimen fchuilen; pligt verzuimen, zoo middagklaar, zoo tastbaar te vinden in de reeden ter afwyzing van den eisch van Zyne Majedeit den Koning van Vrankryk , dat wy dezelve tog eens overeenkomdig het gevaar , waar in deeze Republiek daar door had kunnen gebragt worden, onderzoeken en na evenredigheid draffen : —— dat wy derhalven tot deeze gewigtige eindens , met en nevens de andere Bondgenooten, welke daartoe mogten inclineeren , eene Commisfie uit ons midden benoemen: —— dat wy, in het nomineeren van dezelve, voor al in het oog houden , eene keuze te doen van zoodanige, die nog door hunne bedieningen, nog door hunne Familien, zouden kunnen gezegt worden , door byzondere dienfien aan het Huis vaa den Stadhouder verknogt te zyn , niet geheej onpartydig te weezen ; te meer wyl deeze Commisfie ter onderzoeking meede zoiide rendeeren omtrent het gehouden  dec. STAAT EN OORLOG. 1782. 941 den gedrag van den Admiraal Generaal in de weigering na Brest: —— dat wy onze Bondgenooten , welke ons Hunne goede intentie hebben te kennen gegeeven, bedanken Voor hunne gezeleerdheid ter behoud van het lieve Vadetland , Gode biddende , hen tog met dia zelfde cordaarheid te doen voortvaaren : ■ dat wy al verder hun kennis geeven van onze toetreeding iu het werk des onderzoeks, terwyl wy meede aan alle de andere Bohdgenooten deeze onze Refolutie dadelyk doen ter hand köomen , hen door circulaire brieven meede beweegende te willen toetreden tot een zaak van de importantie , waardoor de voortgaande ondergang des Lands alleen kan gefluit worden, zonder het welk alle middelen vrugteloos blyven , en 's Lands onhei» len hoe langer hoe grooter zullen worden , tot ruïne van dit gantfche Gïmeenebest. Voor 't overige verklaare ik, geen deel te willen hebben aan alle de droevige gevolgen, welke ccne afwyzing van zulk een voorgefteld onderhoek kan na zig fleepen , laatende het alleen voor CttlttUittg en verantwoording van die , die het mogen aangaan. O u my hier van ten allen tyde te kunnen dechargtcren voor dit en het volgende Nagcflagt, vinde ik my vcipngt, dit myn bovenltaande Advys woordclyk tc dooa Kgl&-< treeren* daar en zoo zulks behourd. (Was ger.) j. h. van zuylen van nyrveld. CCXCI. Advis van Jr. j. h. van zuylen van nyevelt , omtrent de Verhooging van Soldyen. edele mogende heeren ! By eene nadere overweeging omtrent deeze zaak , vond ik my verpligt te moeten en te blyven inhas. reeren, het geen ik omtrent dat fubjet heb moeten af- x. deel. Q iy»  14* dec. ZAAKEN VAN 1782. fydetj , naaierrüyk , dat buiten ronfufie, welke 'er notoir oivier de troepen van den Saat moet. onrfïaai, wanr^er bet Conflnt in de voortduuring der verhoogde Soldyen niet door de Bondgenooten gezaijientlyk worde gedragen, daar men in vroegere tyden altyd begrecpen heeft de noodzakelykheid, om dezelve op een , eenparigen voet te brengen , en te laaten: —— dat het zeeker is , dat wanneer de eene Provincie buiten de andere de Soldyen verhoogt, daar door eene hoog gaande jaloufy onder het Krygsvolk zelve , en eene verregaande misnoeging tegen de niet gewillige B?taalsHeeren moet ontftaan , waar door onaangenaame gevolgen te wagten zyn, en waar voor wy als goede en getrouwe Bondgenooten eikanderen moeten tragten te waaren : dat ik voor als nog my niet geheel aan de vrees kan overgeeven , als of de Provincie van Vries* land onveran.ierlyk zal blwen volharden by derzelver Refohltie , omtrent dit fujet genoomen , wanneer wy tonnen bereid te zyn , hunne klagte omtrent den te hoogen aanilag in hunne Quota gehoor te geeven, hen verzeekitrende, ons niet te zullen onttrekken , deezen bunnen drukkende last meede te helpen verminderen ; dog dat wy hoopen , en genoegzaam durven vertrouwen , dat gemelde Heeren Skaten, in deeze conje&ure van tyd , een ogenblik en geduurende de deliberatien omtrent deeze vermindering wel zullen willen afzien van die middelen, welke hun in handen blyven , wyl 'er voor het tegenwoordig niets presfanter, niers nodiger is . dan gezamentlyker hand toetebrengen , en te contri^ueeren als van ouds , wyl de minde ftremming van een lid eene gantfche verlamming aan hetge. heele lighaam moet toebrengen : dar wy, om alle de lacnetife gevolgen en onheilen en verdere con« fulien voortrkomen, bereid zyn hunne gegrinde en gezeleerde uitnodiging te admtrreeren tot het formeeren van een Commhré, waar aan wy dadelyk, buiten het werk des onderzoeks , deeze zaak zoo wel als andere zaaken, tendeerende tot redres, willen renvoyeeren : . dat wy van hunne zyde dan ook alle toegee- vendheid verwagten , en Hen Heeren Staaten op het vriendelykst willen geëxhoneerd houden , om met ons eu  Dzc. STAAT EN OORLOG. 1782. s43 en da andere Bondgenooten nog wel voor een jaar te Willen confenteeren in de gem. verhoging der Soldyen, van 6 St. per hoofd , en dat deze tyd gelegentneid verfchaffen zal, om die Soldyen gezamentlyker hand op een vasren voet te brengen , en omtrent de ingefloopen abuizen in het militaire weezen te voorzien: — dat daar wy ons overtuigd houden van hunne gezeleertheid en liefde voor het Vaderland zoo wel , als om de goede orler in alles te helpen maintineeren, Zy Heeren Staaten tmet ons wel zullen geneven te apprehendeeren den deplorablen en haggelyken toeftand , waar in het Krygsvolk notoir moet vervallen , wHke in deze meer dan gewoone duure tyden 6 Sr. boven hunne ordinaire Soldyen genoten hebbenle , nu in eens daar van gepriveerd zouden blyven: — dat wyniet anders kunnen gelooven , of de verweigering der gem. Heeren Staaten, in de voortduuring deezer verhoging, is haaren oorfprong verfchuldigd aan een welberedeneerd en pryfelyk fyftema, om hunne Ingezeetenen niet meer te kunnen bezwaaren, daar de Quota, in wtke hunne Provincie destyds was aangeflaagen , hen verbaazend drukte , en langer ondraaglyk was ; dog dat dir min of meer was weggenomen, indien de Bondgenooten verklaarden, hunne klagten en derzelver gefundeerdheid te zullen onderzoeken, en na bevind van zaken daar in te voorzien. Dat wanneer alle deeze exhortatien vrugteloos afliepen, en Zy Heeren Staaten onverhoopt mogten blyven volharden in derzelver genoomen Refolutie hier omtrent, kan ik wel over my verkrygen, mi s dat de andere 5 Bondgenooten hier in mee 1e kom-n te concurreeren , om die gem, verhooging van 6 St. voor een jaar, zonder cnnfrquentie, te confenteeren; dog wanneer U Ed Mog. in deezer voegen vermeenen mogten, niet te kunnen einreeren, dan verwyte men nimmer aan my,als of ik de te rug houdende oorzaak genaamd moet worden , fchoon ik my niet anders kan overtuigen , of de bïllykneid is aan myne zyde, om eene conc'ufie, op eene andere wyze vallende , te moeten tegenfpreeken , verklaarende integendeel g-en part te willen hebben aan alle de kwade gevolgen, welke hier uit ten eenigen tyde zouden kunQ 2 nen  244 dec. ZAAK. VAN STAAT EN OORL. 1782. nen proflueeren, zoo min als de gevolgen, waar in ik genoodzaakt ben, te entreeren, om niet meer in eenige Petitiën , hoe genaamd , te kunnen confenteeren zoo lang de beftiering niet verbeeterd , en geen redres m zaake is gevallen, waar over men zig mèt zoo veel grond en reden beklagen kan. . Wyders vermee- ne ik, dat door eene Misfive aan Zyne Hoogheid, als Kapitein Generaal , in beleefde en gepaste termen , diende onder het oog gebragt te worden, van hoe weinig nut deeze verhoging der Soldyen moet geconfide. reert worden te weezen , indien Zyn Hoogheid van gedagten blyft , onze Armée door de, zedert een geruimen tyd aangenomen en meer en meer toeneemende , fystemaas te vernioeyen en uitteputten, dat men hetzelve , zoo voortgaande, voor de troepen van den istaat meer ruïneus, dan de verweigering der Soldyen, moet aanmerken, en voor den Staat zelve als een verbazend en nutteloos bezwaar en uitgaave moet confideeren, en dus Zyne Hoogheid ernüig verzoeken hier op te willen reflecleeren. (Was get.) J. H. VAN ZUVLEN VAN NYEVEL.D. ZAA-  ZAAKEN ■ ■ VAN STAAT en OORLOG. ■ ■ MDCCLXXXIII. I. Qualificatie van Hun Ed. Gr. Mogenden op Gecommitteerde Raaden , omtrent hetgeen verder in 's Hdge, met opzigt tot eenige Dank-Adresfen mogt worden ondernomen. Nevens een Voorflag' tot eene algemeene Voorziening tegen alle Dank-Adresfen. In dato 3 January 1783. By refumtie gedelibereert zynde op het rapport, den 21 December laatstleeden uitgebragt, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne , heb. bende , in gevolge en ter voldoeninge van Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commisforiaal van den 18 te vooren, met de Heeren Gecommitteerde Raaden geëxamineert de Misfive van de voorfz. Heeren Gecommitteerde Raaden ter laatstgemelde dage gefchreeven, waar by yerflag hebben gedaan van hun verrigte, uit kragt van Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 9 derzelver Maand , voor zoo veel daar by hebben verzogt , dat Hun Ed. Gr. Mog. Hoogstderzelven intentie nader geliefden te manifesteeren, in hoe verre zy by Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie waren gequalificeert ten opzigte der materie van zeker Dank-Adres ; en in agting genomen zynde, dat het nader Dank-Adres van de Haagfche Q 3 Schut-  246 jan. ZAAKEN VAN 1783. Scbuttery aan Zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere £rinfe Erfif.adhou Ier, by de voorfz. Misfive van Heeren Gecommitteerde R-iaden vermeld, reeds zyn beflag heeft verkreegen, en dadelyk overgegeeven is, en dac, offchoon den inhoud van hetz Ive bedenkelyk zoude kunnen voorkomen, uit hoofae van het dilzwygen, dat daar in wegens d? verlcliul.hgde trouwe en gehoor» zaamheid aan Hun El. Gr. Mogende word gehouden, nogthans van de Haagfche Schutterye in geenen deelen kan worden vermoed , dit zy door de ondertekening van het voorf*. Dank-Adres eenigzins zoude oordeelen ontllngen te zyn van baaren voorigen Eed, of van de verpligiing daar in vervat , en alle Ingezeetenen opge» le'gt, om aan Hun Ed. Gr. Mogende , als den wettigen Souverain deezer Provincie , gehouw en getrouw te zyn, en de Voorre/[ten en Piivi'eiüon van den Lande te helpen bevorderen ; dog dat her echter ligtelyk zónde Jbipnen gèbéuieri j dat onder prjettxt van nadere of andere Dank-Adresfen te vervaardigen en doen tekenen, nieuwe aanleiding wierd genomen, om de pogin» gen tot het verwekken van onrust en verdeeldheid te bevorderen, hetwelk dus , tot voorkominge van foort» gelyke ïncónvehiénten , als ree-'s alhier ondervonden zyn, alzints behoort te worden re keer gegaan, Is goedgevonden en verdaan, de Heeren G-Jcommit» tee(vie Raaden al der 111 den H^gè by deezen te authorifeeren, en wel ernliig te ree ununndeeren, om raauwkeurig toe te zien op het vervaardigen , rond breuken, tekenen of doen tekenen van eenige Dank-Adresfen, *c welk verder alhier in den Hage zoude mogen worden ondernomen , en by de eerde ontdekking daar van , zuhs kragtdaadig tegen te gaan en te duiten , het zy door eene aanfehryving tot dat einde te doen. aan den Magidraat van 's Hage, het zy door zoódaójge andere middelen, als naar omftandigheid van zaaken , het efïï. caci?nst bevonden zouden mogen worden. En is voorts goedgevonden en verdaan, dat de Voor» ilag tot het doen vau eene generaale voorziening tegen alle Dank- A trtsfen zal wordeii geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Gr, Mog, Gecuramiitêsr Jen tot het groot Uefogne , en de Ver»  Jan. STAAT EN OORLOG. 17S3. 247 Vergadering daar op geJiend van derzelver Confidera- tien en Advis. De Heeren van de Ridderfchap en Ede'en, als nog by hun voorig ge'advifeerde p-Misteerende, hebben verklaart} tot de vooHz. Refolutie niet te concurreeren, \maar de Conclufie te hebben aangezien. II. Praadvis , raakeyide het onderzoek der re~ denen van het niet volbrengen der bevelen , tot het verzenden van tien 's Lands Schepen na Brest. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogen, de, in dato 3 January IJ83. 'TTouden van advife zyn , dat bet onderzoek by H. X1 H. Mog. Refolutie van den 9 Oétober laatstleeden, gereferveerd over de validiteit of irhffifance der redenen , die by de Misfive van den Vice-Admiraal Hartfinck van den 5 Oétober , en de daar nevens ge* voegde Rapporten van de Kapiteinen zyn gegeeven van hun negatif, of zoo het door den Vice-Admiraal Hartfinck werdt genoemd , weigerent Antwoord, op de Vraage van hem Vice-Admiraal Hartfinck, of hunne Schepen in ftaat of gereed waren , om , volgens de ordres van Zyne Hoogheid van den 3 daar te vooren , onder den Vice-A imiraal Graave van Byland naar Brest te zeilen; en de Verklaaring , dat de Schepen in dat oogenblik door gebrek aan Victualie, manquement van Ankers, zwaare Touwen , Zeylen, Behoeftens, Klederen van het Volk, en andere daarbv geallegueerde redenen buiten ftaat waren om de geordonneerde reize en Expeditie naar Brest te doen; natuurlyker wyze daar over moet gaan, vooreerst: of hetgeen rtoor ieder Officier in het byzonder is geallegueert, in den ftriétften zin is Conform den waren ftaar der Schepen op den 5 October ? Ten anderen , of die opgegeeve ftaat der Schepen is eene voldoende reden, om , op de vraagen van den Vice - Admiraal Hartfinck ; of de Schepen tot Q 4 de  $43 jan. ZAAKEN VAN 1783. de geordonneerde Reize of Expeditie naar Brest in ftaat waren, een negatief, of zoo als de Vice-Admiraal Haru finck het noemt, een weigerend antwoord te geeven; ofte de Schepen tot dezelve Reize buiten ftaat te verklaaren , dan of die reden is onvoldoende, en 'er eene ftrafbaare weigering van dienst en desobedientie aan de Ordres heeft plaats gehad ? Ten derden , of de Schepen op die tyd mogten , en volgens den loop der zaaken moeiten weezen in de o.pgegeeven ftaat van ongereedheid tot die Reize en Ex* peditie; dan of daar in een ftrafbaar verzuim by de hoogere of laagere Officieren van 's Lands Vloot is gepleegt ? Dat zoodanig onderzoek niet gevoegelyk en niet efiicacienfelvk zonder nader verhoor van de geconcerteerde Officieren kan werden gedaan; en derhalven niet gefchifct is , om door Heeren Gedeputeerden van H. H- Mog. te worden verhandelt , nogte door de Gecommitteerden van de Collegien ter Admiraliteit met ge. noegzaame kennis van zaaken daar over van advife kan worden gediend; maar dat hetzelve veel meer gefchikt is, om door den Competenten Regter op eene formeele wyze, de defenfie zoo wel als de befchuloiging open laaiende, te worden gedaan; dat H. H Mog. ook reeds by Refolutie van den 12 December het Collegie ter Admiraliteit op de Maaze hebbende geauthorifeerd, om van de Officieren onder hun Resfort in de voorfz. zaak te requireeren de prsecife inhoud van de Rapporten zelve, zoo als die door, of van wegens ieder van hun, op den 5 Oftober aan den Vice-Admiraal Hartfinck zyn overgegeeven; terwyl het voorfz. Collegie die aurhorifatie bad gevraagt, ten einde, dezelve gezien daar op voort te procedeeren , als bevonden zoude worden te behooren : het voorfz. onderzoek verder behoort te worden gedemandeerd, aan de Collegien ter Admiraliteit, ieder zoo veel betreft de Officieren , tot haar Resfort behoorende. Dat geene Officieren, behoorende onder het Resfort van de Collegien ter Admiraliteit ih VVestvriesland en den Noorderkwartiere, of in Vriesland , in het prajfente geval geraakt zynde, aan de Collegien ter Admiraliteit op  jan. STAAT EN OORLOG. 1783, 343 op de Maaze, te Amfterdam en in Zeeland, behoort te worden aangefchreeven om omtrent de validiteit of uw fuffifance der redenen, by de Officieren geallegueerd, te doen informeeren, en de geconcerneerde Officieren te hooren , en vervolgens aan H. H. Mog. te berigren, of 'er na hunne gedagten, gehoord het Officie-Fiskaal, materie werd gevonden of niet om tegen een of meerder der Officieren van haar Resfort ter dier zaake wegens disobedientie, ftrafbaar verzuim of anderzins Crimineel en tot ftrafvordering te doen ageeren; en dat om de voorfz. Collegien in ftaat te ftellen, om het voorfz. onderzoek met volkomen kennis van zaaken te kunnen doen , aan dezelve behoort te worden gezonden Copie van de Ordres en Infiructien van Zyne Hoogheid den 3 Oclober aan den Vice-Admiraal Hartfinck en aan den Graave van Byland gezonden , en ten zeiven dage in het Secreet Befogne gecommuniceert, en van de Brieven van den Vice-Admiraal Hartfinck den 5 en 7 daar aan volgende, aan Zyne Hoogheid gefchreeven, en door Zyne Hoogheid en door den Heer Raadpenfionaris van Bleiswyk , uit naam van Zyne Hoogheid den 7 en 10 daar aan volgende in het Secreet Befogne aan de Heeren H. H. Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee gecommuniceert, zoo verre dezelve de Reize naar Brest betreffen, met toezegging dat verder aan dezelve ook zullen worden gefurneert alle zoodanige Stukken en Papieren tot de voorfz, zaak relatie hebbende, als zy of de Advokaaten Fiskaals, in de behandeling der zaake zullen vinden tot een volledig onderzoek nodig te hebben, en van H. H. Mog. zullen komen te verzoeken. q j W.  250 jak. ZAAKEN VAN 1783. III. Misfive van de Magiftraat van D*ver> ter aan den Prinfe Erjftadksitder , over de begeeving van de Stads-Ampten en Bedieningen. In dato 1 fanu- ♦jtfy 1783. d00s.lugti.6ste hoocgebooren vorst'en heere! "Tvjarticn verfcheide omftandigheeden, met welker de. l\i tail het overtollig zoude zyn, Uwer Hoogheids aandagt heezig te houden, de Finamien van onzeStad, zedert eenige tyd, merkelyk bezwaard hadden, hebben wy, met overleg van onze Gezwooren Gemeente, onderoaags g^r< fnlveerd, dat by toekomende'vacature van de voornnamite Stads Ampten, door de nieuws aan te ftellen Amptenaaren , eene zekere Somma , ?f e'venredigd aan ae voordeden, met ieder Ampt refpechvelyk verbanden , ten behoeve van Stads Cas fa zal worden betaald, efl dat de daar van inkomende Penningen zullen bedeel worden, tot tfflosfing van de lastige Capitaalen , welke, zo wy , als onze voorzaten, van tyd tot ryd genoodzaakt geweest zyn, tot Ituur van Zaaken te negotieeren. By ded Ai.rnagtig bidden U Ed. Gr. Mos. te nouden ia zyne heilige protexie. Gefchreeven in den Hage 3 January i;82. (Onder ftond) U Ed. Groot Mogende Dienstwillige. De Gecommitteerde Raaderr van de Staaten van Holland en Westvriesland. (Lager Rond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) a. j. rover. Extract uit het Register der ReCnlutien van de Edele Monende H- erenGecommitteerde Raacten van de Staaten van Holland en Westfrieslanci. In dato 3 January I/83. De Heeren Sneller, Changuion, Hipe, Twent en van der Goes, Hnar Ed. Mog. Medebroederen in den Raade , mitsgaders den Heere Raadpenfionaris, hebben gerapporteen: dat zy Heerpn Commisfarisfen zedert het doen van derzelver R ipport onder de Notulen van 18 December eeiidereert, ter verderf executie van Hun Ed. Gr. Mog. en Hun Ed. Mog. Refolutie daar in vermeld , en fpeciaal om te voldoen aan den inhoud der  JA*. STAAT EN OORLOG. 1783. 255 der Refolutie van Hun Ed. Gr. Mog. op het gemelde Rapport ren zeiven dage genomen , dagelyks warm werkzaam geweest, omtrent hetgeen zy 02greepen hadden, tot hesnrwoordinge aan de intentie van welgemelde Refolutie re kunnen (trekken. Dar zy, om aan dit oogmerk te voldoen, 'sLands Drukker nogmaals voor zig hadden onrhooden, en gevraagt halden of hem iets nader was voorgekomen , nopens het Gefchut dat op den 6 Ier voorfz. maand op het Buitenhof zoude zyn geplaatst geweest, zedert dat hy daar omtrent door hun was on erhouden, als meede of eenige zyner Knegts op den avond van den gemelden dag onoer het geattroupeerde Volk warerr geweest ; dat hierop was geantwoord , dat by alle zyne Knegts over deeze zaak nogmaals had onderhouden , dog dien aangaande niet anders had kunnen verneemen als het geen hy reeds de ec-e had gehad te rapporteeren, en in het voorfz. Rapport van den iR December 17Ü2 is vermeld, en dat geene zyner Knegts onder het gemelde Volk waren geweest, maar meest allen uit 's Lands Drukkery waren geloopen, ten einde hetzelve Volk te zien. Dat de Heer Snellen vervolgens aan denzelven Drukker op het ernftigfte had aangezegt, rUrt hy zoude hebben te zorgen, dat zyne voorfz. K'iegts niet kwamen te participeren aan eenige bejveegingen welke alhier nog zouden mogen piaars hebben , en dat zy zig inzonderheid niet Froep«ge« wyze langs 's Heeren Siraaten mogten begeeven. Dat hem ook by die gelegenheid was afgevraagt, of eenige van de voorfz. Bedienden het bewusteDank-Adres hadden gerekent; waar op hy ge-egt hal, dat een derzei ven, met naame Anthony Margadant, welke was Sergeant of Corporaal onder de Schuttery van 's Hage, zulks had gedaan , en dat hem ferieas was gerecommandeerd zorge te draagen , dat geene van zyne Bedienden zig voortaan aan diergelyke onvoorzigtïge daaden mogten fchuldig maaken. Dat zy Heeren Commisfarisfen vervolgens ver- no-  a5<5 jan. ZAAKEN VAN 1783. nomen hebbende, dat hetzelve Dank-Adres door negen 's Lands Boden met naamen G. Jenny, J. Bader , J. F. Barder , J. G. Regenbogen, R. Haaksman , J. Hughes, C. Rieder, P. Mond en G. P. Anders meede was getekent, deeze Boden voor zig hadden doen komen , en hun op bet ernftiglte hadden uitgevraagt , om wat reden zy het voorfz. Dank-Adres hadden getekend, wie van hun de eerfte was geweest, die zulks had gedaan , en door wien zy to't deeze tekening waren aangezet of geanimeerd geworden , als meede of zy niet begreepen kwalyk en onvoerzigtig gedaan te hebben tot deeze tekening over te gaan, terwyl zy direct waren in dienst van den Souverain ? Dat de voorfz. Bodens hierop geantwoord hadden , dat zy alle negen het Tweede Dank-Adres aan Zyne Hoogheid hadden getekent ieder afzonderlyk , zonder van elkander te weeten, en zulks als Ingezeetenen van 's Hage , alleen uit zuivere liefde voor het Huis van Orange, zonder te weeten wie van hun heteerlte had getekend, en zonder tot deeze Tekening door iemand in de waereld aangezet of geanimeert te zyn geworden. Dat de voorfz. vraagen, wie de eerfte Tekenaar was geweest, en wie tot het tekenen had geanimeerd , aan de gemelde Boden , by herhaaling op het ernltigfte waren voorgehouden, ten einde, was hetdoenlyk, te ontdekken, de eerfte oorzaak, welke tot hun doen en mogelyk tot de verdere tekening had aanleiding gegeeven, dog dat zy allen by hun gegeeven antwoord hadden geperfisteerd , en dat bun hierop door den Heer Snellen was gezegt, dat H. Ed. Mog, met verwondering en verontwaardiging gehoord hadden, dat zy Boden het voorfz. Dank-Adrts hadden getekend , dat zy hadden behooren voorzigtiger te zyn geweest, en in 't vervolg voor zoodanige zaaken zouden hebben te wagten, of dat H. Fd. Mog. tot confervatie van de publique Rust ten hunnen opzigte zoodanig zouden relblveeren, ais H. Ed, Moj. zouden bevinden te behooren. Dat  jan. STAAT EN OORLOG, 1783. »57 Dat zy Heeren Commisfarisfen wyders gemeend hadden zig te moeten informeeren nopens hetgeen door het Hof de Concert met de Magiftraat van 'sHage, omtrent de Confervatie van de publique Rust, in gevolge Haar Edele Mog. Refolutie van den 18 December laatstleeden was, en nog wierd verrigt, als meede van hetzelve Hof ten dien opzigte te moeten verzoeken eene verdubbeling van vigilantie , by gelegenheid der alsdoen op handen zynde Kers- en Mieuwejaarsdagen, mitsgaders Haar Ed. Mog. zonder uitftel te willen adverteeren, indien iets, hoe genaamt, aan het Hof mogt voorkomen, waar door de publique Rust zoude mogen worden geftoord; en dat zy dienvolgende den Secretaris Royer op den 24 der gemelde Maand hadden verzogt en gequalificeert , om zig ter zaake voorfz. uit derzelven naam aan den Heere Prefident of eerfte prefent zynde Raad van den Hove te addresfeeren. Dat de gemelde Secretaris zig nog ten zeiven dage by den Heer Prefirfent van den Hove van de voorfz. Commisfie geacquiteert hebbende » aaa hun had gerapporteert , dat hem hier op door gemelde Prtfident was geantwoord , dat het Hof reeds voor , en in het byzonder na het ontfangen van H^ar Ed. Mog. Refolutie in dato 18 December 1782 de nodige ordres had gefteld , om door de Bedienden van de Justitie van het Hof met Concurrentie van die van den Hage, by dagen en by nagten meest te laaten vigileeren tot Confervatie van de pubfque Rust, dat dezelve ordres met alle naauwkeurigheid wierden geëxecuteerd, en dac zulks inzonderheid zoude plaats hebben op de toen aanftaande Kers- en Nieuwejaardagen , als meede dat Haar Ed. Mog. zig verzekerd konden houden , dat byaldien 'er aan het Hof mogt voorkomen , dat iets , hoegenaamt, tot ftooring der publique Rust mogt werden ondernomen, hetzelve niet zoude nalaaten , Haar Ed. Mog. daar van aanftonds te informeeren. Dat zy Heeren Commisfarisfen zig eindelyk nog verpligt vonden , ter kennis van Haar Ed. Mog. X. deel. R te  258 jan. ZAAKEN VAN 1783» te brengen, dat op Dingsdag den 24 der afgelopene maand December in den avond op verfcheiden plaatfen binnen den Hage , was gevonden een allerinfaamst en feditieust Gefchrift, waar in een oproer, tot everfie van 's Lands Conftitutie tegen middernagt wierdt aangezegt. Dat hetzelve aanftonds aan Zyne Hoogheid 'den Heere Prinfe Erfftadhouder, den Prefident van den Hove en aan den Wel Ed. Heere vander Does , Heer van de Noortwyken , in qualiteit van Bailliuw van 's Hage was bekend gemaakt , en dat Hooggemelde Zyne Hoogheid daar op het uitzeilden van verdubbelde Patrouilles , en alle attentie op de refpective Wagteu en Posten geduurende de aanftaande nagt hadt geordonneerd , terwyl door bet Hof en den Hage , tot voorkoming van alle onrust, de nodige voorzieningen te gelyk waren gedaan geworden. üat^ welgemelde Heer van de Noortwyken zig nog dien zei ven avond ten huize van den Heer Raadpenfionaris had vervoegt, en aan denzelven Communicatie van dit alles had gegeeven, en datde Secretaris Iloyer aldaar verzogt en gekomen zynde , zig uit hun beider naam na de Heeren Snelien en Changuion had begeeven , en aan dezeiven het voorgevallene en de gedaane voorkomingen gecommuniceerd, met verzoek dat zy zig geliefden te expliceeren of het aan hun voorkwam nodig te weozen het Collegie van Haar Ed. Mog. nog dien zeiven avond over üe voorfz. zaak te laaten convoceeren. Dat beide de gemelde Heeren hierop met den Secretaris Royer ten huize van den Heer Raadpenfionaris gekomen zynde , deeze questie ampel was gediscutieert, en dateenpaarig begreepen was, dat aangezien de voorzieningen , welke in deezen alleen in Confideratie hadden kunnen komen, reeds waren gedaan; dat het onbekend was , door wie het voorfz. infaame Gtfchrift was opgefteld en gefpargeerd , als meede of 'er waarlyk zoodanige famenrotting als daar in voorkwam, exteerde, en dat vermits het reeds zeer laat was geworden, en het  jan, STAAT EN OORLOG. 1783. 259 het Collegie niet voor middernacht zoude hebben kunnen vergadert vveezen, zulks' zeer veel opfpraak zoude geeven, het vervolgens best was in de gemaakte fchikkingen te berusten, en Haar Ed, Mog. Collegie niet te laaten convoceeren. Zynde de Wel Ed. Heer vander Does, Heer van de Noortwyken, verzogt, dat alles nog dien avond aan Zyne Hoogheid te willen communicee. ren, hetwelk aanftonds door zyn Wel Ed. geëffectueert is. Dat zy zig flatteerden , dat Haar Ed. Mog. zulks zouden komen te approbeeren , vermits een byna gelyk infaam Gefcbrift-alhier in den nagt tusfchen den 29 en 30 der voorige tmand wederom aangeplakt zynde , door den Wel Ed. Heer vander Does, Heer van de Noortwyken, in qualiteit van Bailliuw van 's Hage bekomen, en door zyn Wel Edele ter kennisfe en deliberatie van Haar Ed. Mog. was gebragt , en dat Haar Ei. Mog. hadden begreepen dat in de reeds gefielde ordres ten dien opzigte konde worden berust. Dat zy Heeren Commisfarisfen eindelyk de eere hadden gehad alle derzelver voorfz. verrigtingen aan Hoogstgemelde Zyne Hoogheid te communiceeren , met verzoek te mogen weeten, wat ordres door Hoogstdezelve ten opzigte van de Wagten en Patrouilles , inzonderheid by gelegenheid van de Oude- en Nicuwejaarsavond, waren gefteld ge. v/orden, en dat vervolgens kort daarna de voorfz. ordres aan Haar Ed. Mog. by Misfive waren gecommuniceerd geworden , hebbende Hoogstdezelve mondeling daarby gevoegt, dat niet in gebreke zoude blyven om Haar Ed. Mog. aanftonds te. laaten informeeren, indien 'er iets tot ftooring van de publique Rust mogt worden ondernomen. Waarop gedelibereerd , en welgemelde Heeren Commisfarisfen voor derzelver genomene moeite en gedaan rapport bedankt zynde , is goedgevonden en verftaan, derzelver voorfz. verrigtingen by deezen te approbeeren, dat Extract deezes, benevens Extract van Haar Ed. Mog. Refolutie van 24. R 2 en  söo jan. ZAAKEN VAN 1783. en 31 December 1782 aan Haar Ed. Gr. Mog. zal'worden toegezonden by de Misfive aan het einde deezer geinfereerr. (Onder fiond) Accordeert met voorfz. Register. Extract uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Ho/land en Westvriesland genomen op Don 24 December 1782. De Heeren Snellen, van Alderwereld , Changuion , Twent en Collot d'Escury, Hun Ed. Mog. Medebroederen in den Raade , mitsgaders de Heer Raadpenfionaris , hebben aan Hun Ed. Mog. voorgedraagen, dat zv onder de behandeling der zaaken , waar meede Hun Ed. Mog. hun by Refolutie van 10 en n deezer hadden gelieven te chargeeren , geremarqueert hebbende ze. ker Artikel of Advertisfement , aan het einde van de Nederduitfche Haagfche Courant van den 20 deezer Maand, met een NB geplaatst, en zynde eene praetenfe verdeediging van het groot Zakkendragers Gilde der Stad Rotterdam, zoo het fcheen relatie hebbende tot de beweegingen, welke onlangs hebben plaats gehad , gemeent hadden omtrent hetzelve te moeten inquireeren, en vervolgens de Courantier van dezelve Courant, P. Gosfe, voor zig hadden ontbooden, en vat) hem hadden afgevraagt van wie, en van waar hy de voorfz. Advertentie had ontfahgen; dat hy hierop had geantwoord dezelve van Rotterdam in eene Misfive, door J. P. Kraefft ondertekent , te hebben bekomen,  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 261 men, en dat daar in gefchreeven was, dat de Rekening der te doene Advertentie, aan eenen Oliefier, woonende op de Cingel te Rotterdam voorfz. moest wotden gezonden; dat hy Courantier ook eenige Correctien tot de voorfz. Advertentie had gekreegen, en nog een andere Misfive, deeze materie betreffende, van Rotterdam had ontvangen, om dezelve in zyne Courant van gister te plaat* fen; maar dat zy zulks niet zoude doen, en aannam deeze Brief, met de origineele Advertentie en de andere gemelde Brieven gecachetteert te zenden aan den Heer Snellen; dat zulks ook was gefchied, en dat zy Heeren Commisfarisfen de eere hadden deeze vier Stukken te brengen ter Tafel van Hun Ed. Mog. en vervolgens aan Hun Ed. Mog. voor te draagen , of Hun Ed. Mog. niet zouden kunnen goedvinden , dezelven te* zenden aan Heeren Burgermeefteren en Regeerderen der Stad Rotterdam. Waarop gedelibereerd zynde , en welgemelde Heeren Commisfarisfen voor derzelver attentie in deezen bedankt zynde, is j Conform derzelver advis, goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Stukken, benevens Extract deezer, by Misfive zullen worden gezonden aan Heeren Burgemeefteren en Regeerderen der Stad Rotterdam , ten einde te ftrekken tot derzelver informatie. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Register. (Was get.) A. j. royer. Rotterdam 15 myn heer oosse. December 1782. Het Rotterdamsfe Saakkedragers Gilde heeft my dit Advertentie gebragt en verfogt aan ÜE. R 3 het  26a jan. ZAAKEN VAN 1783. het te fenden mit verfuk of UE. gutigst gei lieven te platzen op Fredag. Ilc verblyve verders mit befonder hoogagtinge Myn Heer UE Bereitw, Diener. J. l'. kraefft. Verdediging van het groot aanpsndelyk Sakkedraagers Gilde van Rotterdam tegen een infaamen Schender., op zyn • leugenachtig 'zeggen., dat dit Gilde geweigert heeft het bekende Dank' Adres aan Z. D. tl. te ondertekenen. \V/y hebben in een onzer fumeufte Coeran» W ten dep Diemermeerfe genaamt ons als fmalle Sakkedraagers van Rotterdam met infame laster bejegend gevonden , maar dog onaangedaan om dat het in een Courant geplaast was die hier meest gebruikt wort op de gemakke en zoo na Poortegaal geftuurd en, fell'aaru gelefen wort als van Beminnaars van nog niet gebeurt nieuws of van ongefoutekostoflchending van alle eer en deugden. Zyn Befluer» der dat onnofel Beesfie weet niet beter want fchaamt üg niet om de Alderhooglfen van Slahds en' Stads Befluer ja felf fyn Hoogheyt en het ganfe Oranje Hof op de fchandelykfte wyfe af te malen , en fouden wy dan fmalle 'gemeente van zoo een Beeslie niet gebeten worden , daarom hebben wy goet gevonden om aan dien infamen Schender met name th. van bbussel , Franko een Prefent te beforgen; namelyk een Kerskoek van fyn gefloote glas, dubbelt gekruyt met fyne Naaide pun- te.  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 263 te, gekneedt met fterk Water en eenige Ponden Rottekruyr en een Soufie van kokenden Oly tot verfagting van zyn Bedorven Ingewsnt. Als dan het Beesfie en Al die andere fenynige Diertjes de kruyrrsels maar hebben dan fal den Duyvel de Drukpers wel erven. Souden wy dan lbo een aanfienelyk Gilde die getrouw aan eet en pligt en hare hoge overigheyt onderdanig zyn ons niet op fulke Laster verdedigen tegen foo een die fig kan Ipiegelen-aan een Madoena of Akkana,en wy die meest alle uyt egte Nederlanders Borften ge. fogen fyn , die hun hart en zielewens volbragt is door dien groote Oranjevorst die ons en het geheel gemeenen Best defer dagen zyn Memorye heeft medegedeeit , hoe groot zou de vreugt niet alleen by ons maar in onfe ganfe Stat zyn , al6 hier dnyfenden van kwade en valfche verdenkingen wierden weggenomen , en dat die arglistige fchending geen fchuylplaats meer kon vinden. En fonden wy dan verfaken om op foo een regt geaart DankAdres te teekenen, door opregte Nederlanders opgeftelt die befielt fyn met een goet vooruytiigt om gene muyt, fugt of laster aan te ftoken, maar alleen tot eer van onfe groote overigheyt en tot dankfegging aan onfen Hoogge. booren Oranjevorst te yveren. Kon dat hier gelyk dat op Schutters Doele ter teekening dienen , dan fouden wy alle minuten gereet zyn, om niet alleen te tekenen maar metlprekende daaden te bewyfen dat ons Bloet nog getroüw Nederlanders Bloet blyft. De gefamentlyke Hoofd en Overlieden en verdere Leden van het Sakkendragers Gilde te Rotterdam. R 4, £e»  164 Jan. ZAAKEN VAN 1783. Berigt aan den Zetter van de Advertentie van het Zakkendraagers Gil» den tot Rotterdam. In het begin. Omtrent het midden, fameufte moet zyn fa. Hoe groot zou de buleulte. vreugt zyn Hoe groot was de als hier duizenden van vreugt .... toen hier kwade en valfche..... enz. Verder, Tot dankzegging aan Tot dankzegging van onzen hartelyk gehefonzen hooggeboren O- deu Oranjevorst en ranjevorst yveren. Erfftadhouder werkzaam zyn. myn heer. Met het grootlte genoegen UE. Courant van gisteren geleefen, dank fy den Hemel dat 'er Luyden zvn die nog denkbeelden hebben om haar Bloed voor Zyn Hoogheid op te offeren, gelyk de Zakkedraagers toonen hoe willig dat fy zyn om het Dank-Adres te tekenen , en wierd het aan Vrouwe gepermitteert, ik was de eerfte het wynigje kunde die ik befit weet ik wat wy aan het Doorlugtig Huys van Orange verpligt zyn,wie is nevens God onfe Redder geweest, niemant als onfe dierbare'Stadhouders en myn waarde Willem, word tans foo gelastert met die Doemenswaardige Libellen , ik wenfte myn part te ftaan, fchoon ik zeer benoodig heb om Kerskoeken te laaten bakken van de eygen fpefie als de Zakkedragers, en aan die kostelyke Schryvers te zenden om van 't jaar op te eeten , dan foude fy wel vergeeten om in 't jaar drie en tag-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 265 tagtig haar fwarte Gal meer nyt te fpugen die Maatfchappy fou aan de fulke niet verliezen , zulke Monfters zyn niet waard dat de Aarde van haar betreed word, Rotterdam den 21 Defember 1782. Extract uit het Register der Refolu* tien van de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland, genomen op Den 31 December 1782. Is ontfangen en geleezen een Misfive van Zyne Hoogheid den Heere Prins Erfftadhouder en de Bylaag , nevens dezelve gevoegt, beide hier na volgende geinfereert: N x ■ ■ edele mogende heeren, byzondere goede vrienden. Wy hebben niet willen afzyn tot U Edele Mogende informatie , hier nevens aan U Edele Mogende te doen toekomen Copie der Ordres door Ons, als Erfgouverneur en Erfcapitein Generaal deezer Provincie aan het Garnizoen van 's Graavenhage , gisteren den 30 deezer gegeeven ; zullende wy niet nalaaten om in de bovengemelde qualiteiten verder zoodanige ordres te ftellen en maatregulen neemen , als tot maintien van de publicque Rust naar tyds omftandigheden noodig zoude kunnen worden , en wanneer de nood zulks vereischt , aan het Garnizoen gelasten om geweld met geweld te keereu, R 5 Waar  3c5ö jan, ZAAKEN VAN . i783. Waar mede, ZJrfe/e Mogende Heeren, blondere Goeds Vrienden , Wy ü Ed. Mog. beveelen in Gods H-ilige Protectie. (Onder ftond) Uwer Edel Mog. Dienstwillige. 's Hage deri 31 (Was get.} Dcc. 178a. W. PR. v. orange. (Lager itond) Aan de Heeren Getom- Ter Ordonnantie van muteerde Raaden van Zyne Hooghdd. de Staaten van Holland en West-Vries- ("Was set ~) land. b i F. j. de LARRriV. Copie der Ordres door Zyne Hoogheid gegeeven aan het Garnizoen van 's Hage den 30 December 1782. TT et word op het ferieufte belast de orders JTl aangaande de Nieuwjaarsnagt, in het zestiende Artikel van het Garnifoens Reglement exact na te komen , en moeten dezelve needen of morgen aan het Garnizoen Man voor Man voorgeleezen , en daar by gewaarfchouwt worden , dar die geenen , welke bevonden mogten worden daar tegens te houden, op het rigoureufte g-eftraft zullen worden. De Quartieren van de Ruyters, Dragonders en Soloaaten en Artilleristen moeten dien nagt dikwyls gevifueert worden, niet alleen door de On-  jan. STAAT EN OOPvLOG. 1783. 4s7 Onderofficieren , maar ook door de Officieren van de Compagnie, en bevindende dat iemand tegen deeze ordres handelt , dezelven zonder oogluiking in arrest neemen , . en znüen morgen en overmorgen, zoo ras als het donker wordt, en vervolgens den heelen nagt, tot dat het dag wordt, in alle Wyken van deeze Plaats , vun uur tot uur Patrouilles gezonden worden , om . ■ alle desordres voor te koomen en te beletten, voornaamentlyk moeten dezelve zonder ooglui» king alle gemeene Ruiters , Dragonders en Scldaaten, welke zig met fchieten ophouden, of na de Taptoe op Straat gevonden worden , in arrest neemen; ten dien einde zal de Hoofdwagt morgen en overmorgen verfterkt worden, met drie - Sergeanten, en een Corpornal en twintig Musketiers; en de Wagt op het Buitenhof met een Corporaal en drie gemeene Dragonders of Ruiters ; deezen agtermiddag om een en een half uur zullen 'de Cornpagnien van het Regernent Hollandfche Gardes te voet on Ier het Geweer ' koomen tot het vifitceren der Wapenen, en het voorleezen der Krygsartikelen , Garnifcens en verdere ordres. Waarop gedelibereert, en de Confideratien'van den Heere Raadpenfionaris vernomen zynde, is goedgevonden en verftaan , in de ordres tot Confervatie van de publique Rust en. tranquijliteit door Hoogstgemelde Zyne Hoogheid gegeeven, en ih de voorfz, Misfivecn Bylaag vermeld, vólkomen te berusten, en dat voorts Extract, deezer aan Hun Ed. Gr.-Mogende zal worden gezonden , wanneer aan Hoogstdezc-lven. Rapport zal worden gedaan, van al hetgeen by Haar. Ed. Mog. of derzelver Heeren Commisfarisfen zedert den 18 deezer , tot Confervatie van de publique rust is verrigt geworden. (Onder ftond) Accordeert met bet voorfz. Register. (Was get.) Ai j. ROYER. EDE-  268 jan. ZAAKEN VAN 1783. edele mogende heeren. Wanneer wy ontfangen hadden U Ed. Mog.' Misfive van den 24 December laatstleeden, benevens U Ed. Mog. Refolutie ten zeiven dage genomen tot onze informatie, als meede zeker Advertentie geplaatst in de Nederduitfche Haagfche Courant van den 10 deezer, zynde een pretenfe verdediging van het groot Zakkedraagers Gilde binnen deeze Stad, en de drie Stukken tot dezelve relatif en in ü Ed. Mog. voorfz. Refolutie gemeld, hebben wy nodig geoordeelt om de twee perfoonen , in de gemelde Stukken genoemt, te weeten, J. P. de KraefFt en... Olivier, voor ons, zo fpoedig als zulks konde gefchieden, te ontbieden, zoo als dezelve dan ook in onze kamer zyn gecompareerd. Wy hebben dezelve vervolgens in tegenwoordigheid van den Hoofdofficier deezer Stad ondervraagd, over de voorgemelde in de Haagfche Courant gefielde Advertentie , en het gunt hun dien aangaande was bekent, daar toe gebruik maakende van de Bylagen nevens U Ed. Mogende Misfive gevoegt, en die wy de eer hebben hier nevens te rug te zenden , mitsgaders van eenige informatien aan ons door gemelde Heer Hoofdofficier over de voorfz. materie mondeling gefuppediteert, wanneer de eerstgenoemde perfoon met naame Johan Philip Kraeffc, zynde Burger en Boekverkooper binnen deeze Stad , aan ons heeft verhaalt en beleeden. Dat zeker Zakkedrager alhier met naame Ouwerkerk , hem had gewaarfchouwd eenige dagen geleeden , dat hy een Advertentie van wegens de Zakkedraagers zoude bekomen om te plaatzen, en dat de voorn. Ouwerkerk den daarop volgenden dag wederom by hem was gekpmen, vraagende of hy de Advertentie al gekreegen hadt. Dat hy Kraeffc gezegt hebbende , dat hy dezelve niet hadt bekomen , die Advertentie hem na-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 269 naderhand was gebragt, door zeker Zakkedrager, Pakker genaamt, gefchreeven, zoo hy zeide met de hand van Pakker, en door Kraefft aan ons in Originali ge'èxhibeert en hier nevens gaande fub N. 1. met verzoek dat hy dezelve wilde doen plaatzen in de Haagfche Courant. Dat hy Kraefft daar op aan Pakker hadt gevraagd , of hy die Advertentie wel ipogt laaten corrigeeren: hetgeen Pakker had toegedaan , onder fpeciaal beding nogtans , dat de zin van de Advertentie zoo moest blyven als hy was , en dat hy Kraefft dan ook die Advertentie had laaten corrigeeren door zekeren Olivier , dewelke aan hem zou hebben gezegt , dat hy de kosten daar voor wel betaalen zoude. Dat hy die, door Olivier gecorrigeerde Alvertentie, welke hy beleed dezelve te zyn, als door U Ed. Mog. aan ons toegezonden is . en aan voorn. Kraefft* is vertoond , voorts met een Brief had verzonden aan den Courantier Gosfe in den Hage, in welke Brief hy by Postfcriptum hadt gemeld , dat Olivier die wel betaalen zoude, hebbende de voorn. Kraefft wyders gefustineert , dat hy als Boekverkooper dit alle had mogen doen, en verder met de zaaken niets meer te doen had, met byvoeging dat de hier voorgemelde Ouwerkerk niet meer als de voorfz. twee reizen by hem geweest was. De voornoemde Joannes Olivier , dewelke alhier geen Burger is, maar op de Cingel onder de Jurisdictie der Stad woonagtig , en alhier in qualiteit van tweede Boekhouder wordt geëjnployeert op het Comptoir van de Wynen en Brandewynen, op den voornoemden 20" December door ons meede over de voorfz. zaak onderhouden zynde , heeft aan ons, insgelyks in het byzyn van den Heere Hoofdofficier gedaan het navolgende veihaal, te weeten : Dat hem gezegd zynde , dat het Zakkedraagers Gilde alhier zeer was geindigneert over zekere uitdrukkingen in de zoo genoemde Diemer- meer-  270 jan. ZAAKEN VAN 1783. meerfche Courant, corcerneerende zeker DankAires, hy zig om die reden in dat Dank-Adres had geinteresfeert, en die zaak alleen hadt beIchouwd als een eenvoudig Dank-Adres, dienende ter betuiginge van het genoegen der Ondertekenaars 5 en vervolgens, wanneer hem door een Zakkedragèf was gezegt dat zy den Diemermeerder een Advertentie op den huyt zouden fmyten, aan denzelven' hadt geantwoord, dat, als zy dat wilden doen , wel een Advertentie voor hun wilde op/lellen, omdat hy bedugt was, dat die anders te lomp en ongelchikt zoude voor den dag komen. Dat hy daarop een Advertentie had gefteld, zoodanig als hy die aan ons heeft geëxhibeert, en hier nevens gaat onder No. 2. en na dat de Zakkedragers hadden gezegt , dat die op verre na niet fterk genoeg was , zynde hem doe ook eene andere Advertentie gebragt door de voorgemelde Kraefft, met verzoek van die te Corrigeeren, mits blyvende den zin zoo als die was. Dat hy die Advertentie vervolgens hadt gecorrigeert , hoewel met grooren haast, en aan de voorn. Kraefft te rug gegeeven, door wie» dezelve voorts was verzonden , gelyk by ook op het vertoon der Advertentie nevens U Ed. Mog. Misfive gevoegt , aan hem door ons ge» daan, daadelyk erkent heeft , dit dezelve Advertentie te zyn, en de Correctie of byvoegzels in en onder dezelve gevonden wordende, met zyn eigen hand te hebben gefciireeven. Denzelven Olivier vervo!gens mede afgevraagt zynde, of hy aan den voorn. Kraeffc ordre hadt gegeeven om te fcbryven aan den Courantier , die de Advertentie zoude plaatfen, dat hy Olivier de kosten daar voor zoude betaalen , zoo heeft hy in den beginne wel geheel en al ontkent , daar toe ordre aan Kraefft te hebben gegeeven: Edog zig daar'op «ader bedenkende gezegt, dat hem voorftondt, dat hy in den beginne daar over hadt gefprokeu: namentlyk in dien zin,  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 271 zin, dat hem niet onaangenaam zoude zyn, dat 'er eene Advertentie tegen de Diemermeerfche Courant wierd geplaatst, en dat hy dus, als de Zakkedragers de kosten niet betaalden, dezelve wel uit zyn eigen zak zoude willen voldoen , om dat hy door den Diemermeerder meende geledeert te zyn. Wy hebben hem vervolgens> nog gevraagt, of by niet wist te zeggen , waar dat zeker DankAdres , hetgeen, volgens informatie, binnen deeze Stad ter tekeninge zoude zyn aangeboden, was gedrukt, dan waarop hy ten antwoord had gegeeven , dat hy meende , dewyl hy dat niet had laaten drukken , ongehouden te zyn, om dien aangaande getuigenis te geeven. Hoe zeer wy vermeenen, Ed. Mog. Heeren, dat de voorfz. zaak, voor zoo verre dezelve eenigerley actie in regten tot lasten van voorfz. Perfoonen zoude kunnen of mogen geoordeelt worden op te leveren , of materie tot verdere pourfuites aan den Heere Hoofdofficier te konneu fourneeren, als een object der ordinaire Justitie, niet was van ons departement, en dat de Heer Hoofdofficier, dewelke by dit alles is prefent geweest, zelfs, buiten ons, zoude moeten beoordeelen , of en wat hem Ratione Officii, in deezen zoude te doen flaan , is het ons niettemin voorgekomen , dat de voorfz. zaake, in deszelfs omftandigheden en zamenhaog was van dien aarr, dat de rust der Burgery en Ingezetenen , en de tranquiiiteit binnen onze Stad, tot welker Confervatie wy ons verpligt oordeelden , zoo veel doenlyk zorge te moeten draagen , daar in merkelyk was geconcerneert, en dat mitsdien alles , wat tot ftoornis derzelve zou konnen ftrekken , in deszelfs beginzels behoorde te worden gefluit; wy hebben dienvolgende dan ook aan de voorn. Kraefft en O ivier ons ongenoegen wegens hunne voorfz. Conduite ten fterklle voorgehouden, met byvoeging in fubftantie , dat wy ons niet voldaan konden hott-  «7* jan. ZAAKEN VAN 1753. houden met hunne gedaane voordragt , en ge» geeven antwoord , maar als nog deeze zaak in deszelfs aart en gevolgen, als zeer ernftig, en nadeelig voor de Stad en Burgery bleeven befchouwen , zonder dezelve te kunnen houden voor afgedaan; en dat wy hun derhalven, onvermindert zoodanige actie of pretentie , als de Heer Hoofdofficier zoude mogen willen fustineeren, of vermeenen R. O. tot hunnen lasten te hebben, op het allerlïerkfte moesten waarfchouwen en recommandeeren , dat zy zig voortaan ftü en gerust zouden hebben te houden , en zig als goede Ingezeetenen te gedraagen, en onze ordres te obenieeren , met bedreiging dat in geval zy daar aan niet Compleetelyk kwamen te voldoen , wy dezelve op de eerfte ontdekking van het tegendeel, terftond uit onze Stad zouden doen uitzetten, en met verdere aanzegging, dat, ingevalle 'er onverhoopt eenige beweeging ter zaake voorn, binnen deeze Stad zoude mogen ontdaan, zy niet zouden kunnen ontgaan, om te worden gehouden daar toe door hunne voorfz. onbetaamelyke Conduites te hebben gecontribueert en oorzaake gegeeven. Nadat de voorn. Kraefft en Olivier door ons in voegen voorfz. provifioneel waren gedimitteert, zoo is op den 28 December daar aan volgende door ons in prefentie al mede van den Hoofdofficier deezer Stad over de voorfz. zaak onderhouden de perfoon van Dirk Packer, Koornmeeter alhier , aan wien de voorfz. Advertentie of pretenfe verdediging van het Groot Zakkendragers Gilde deezer Stad vertoond zynde, zoo heeft deeze ook erkent, kennis vandezelve te hebben, uitgezonden egter de invulling onder aan dezelve gedaan, zeggende dat hy die Advertentie had hooren leezen in tegenwoordigheid van eenige Zakkedragers, dog dat dezelve was ingefteld, zo als hy zeide, door zyn Broeder met naame Jan Pakker , om daar door tegen te gaan zekere Advertentie , die tegen de Zak-  jan. STAAT EN OORLOG. 1733. 273 Zakkedragers alhier in zekere Courant was gefteld. Dat hy begreep niet te zyn de Perfoon , dewelken wy geordonneert hadden voor ons te ontbieden , dog dat hy alles het geen hy van deeze zaak wist, op het Papier had gefteld, en hetzelve aan ons zoude voorleezen, gelyk hy ook heeft gedaan , en hetzelve daarna aan ons overgegeeven , zoo als hetzelve hier nevens is gevoegt onder Num. B, zeggende wyders, dat zyn Broeder Jan Pakker met hem mede was ge» koomen, en op het Plein voor onze Kamer ftOHd. De voorn. Jan Pakker, Zakkedrager alhier, vervolgens binnen geroepen zynde, is aan denzelven de voorfz. pretenfe verdediging van het Groot Zakkedragers Gilde , of Advertentie mede vertoont, en aan hem gevraagd, of hy daar aan kennis had; waar op door hem is gezegt, en erkent, dat hy wel had opgefteld zekere Advertentie van de Zakkedragers , en dat hy die had voorgeleezen in prefentie van eenige Luiden , waar onder was de Vrouw van Kraeffc, die gezegt zoude hebben, dat haar Man die wel gaarne wilde leezen; dat hy daarop heenen gaande , die Vrouw had thuis gebragt , en dezelve Advertentie aan den voorn. Kraefft had laaten leezen, en op deeze zyn verzoek daar van eene Copie had gefchreeven , en aan hem had overgegeeven om die te leezen ; maar dat hy Jan Pakker, nooit aan Kraeffc zoude ordres gegeeven hebben om die te laaten drukken en te doen zetten in de Haagfche Courant; en dat Kraeffc zulks buiten zyne kennisfe en ordre zoude heb. ben gedaan, ja dat meer is, dezelve had doen aanvullen met eenige regels, dewelke ook door eene andere hand waaren gefchreeven door iemand , die hy meende genaamt te zyn Olivier. Na dat dit alle was afgeloopen, hebben wy op den 30 December nog nader voor ons ontbooden , den voorn. Boekverkooper Johan Phi» X. DfiKI.. S lip  *74 JAN. ZAAKEN VAN lip Kraefft, mitsgaders den gemelden Johannes Olivier , en den eerstgemelden fpecialyk daar over onderhouden: of liy van begrip was , dat hy eenige Advertentie, dewelke niet was ondertekent door een van hem bekend perfoon, mogt doen ftellen in de Courant , waarop hy heeft gezegt, niet te weeten dat zoodanige ondertekening wierd gerequireert: nog dat daartegen ook eenige orders waren van het Boekverkoopérs Gilde, of Hooftluiden van hetzelve Gilde; en dat het tot dekking van een Boekverkooper naar zyn gedagten genoeg was,als die zyn Man wist aan te wyzen, die hem de Advertentie had gebragt. Voorts nog aan hem voorgehouden zynde, ©f de voorn. Zakkedrager Pakker genaarat, die Advertentie uit zig zeiven en uit eige beweeging aan hem gebragt; dan of hy Kraeft dezelve Advertentie van Pakker had laaten haaien of afvraagen? heeft hy verklaart dat Pakker zelfs uit eige beweeging dezelve aan hem hadt gebragt, met intentie om die , nadat dezelve gecorrigeert zoude zyn , te verzenden aan den Courantier Gosfe, om die te plaatzen in zyne Courant: dat hy ook niet had gevraagt om de Advertentie te leezen en in dezelve geen belang had, maar dat alles was voor rekening van den voorn. Pakker, die ook naar het zeggen van voorn. Kraeffc wel zoude hebben aangeboden om 'er zynen naam onder te tekenen, dan dat hy Kraeffc zulks niet hadt begeerd , en dat hy die aan den voorn. Olivier had gegeeven om te Corrigeeren. 1 Wy hebben hem daarop eindelyk gevraagt, of hy dan ook gemeend had bevoegt te zyn geweest, om in die Advertentie te admitteeren de verandering of by voeging van voorn. Olivier , onder de voorn. Advertentie ftaande ; waarop hy gezegt heeft dat hy meende dat zulks aan Kraeffc niet raakte, maar den voorn. Olivier alleen. Vervolgens is aan den gemelden Olivier door ons gevraagt, op wiens authoriteit of qualifkatie of  jast. STAAT EN OORLOG. 1783. ns of aanraading hy die Correctie en byvoeging onder de gemelde Advertentie had gedaan; dewelke daarop in fubftantie heeft geantwoord, dat hy na rype overdenking van het te vooren gepasfeerde zig bezwaard had gevonden wegens het ongenoegen, hetgeen hy vernomen had aan de Regeering deezer Stad te hebben gegeeven, en nagaande de Conduites door hem Olivier in deeze zaak gehouden, dat hy zig in trieer dan één opzigt zeer onvoorzigtig had gedraagen, en derhalven aan ons verzogt, dat zulks niet in hét ergfte ligt mogt worden befchouwd , of mogt worden opgenomen als te zyn gedaan met eenig kwaad oogmerk. Waarop zy hem hebben te gemoet gevoerd, dat , ingevalle hy begeerde, dat 'er eenige reflexie in zyn faveur op voorfz. betuiging byons zoude genomen worden , hy ons alsdan voor de vuist en zonder bewimpeling moest openbaaren, hoe of de voorfz. zaak zig na waarheid toegedraagen had ; waar aan hy terftond heeft vol« daan , door het volgende verhaal, te weeten , •dat de Boekverkoper Kraeffc hem Olivier op ze« keren avond ontmoetende, tegens hem had ge. zegd dat de Zakkedragers misnoegt waren over de Diemermeerfche Courantier , om dat deeze gefchreeven had in zyn Courant, dat de Zakkedragers alhier zeker Dank-Adres niet hadden willen tekenen, en dat alle de Zakkedragers het te zamen . eens waren , om daar tegen een Advertentie te laaten doen. Dat hy daar toe genegen zynde te concurreeren , aan den voorn, Kraeffc had gezegd , dac hy Olivier die Advertentie wel wilde opfteJlen , op dat dezelve ordentelyk voor den dag zoude komen, zoo als hy die dau ook opgefteld had, en aan Kraefft gegeeven; maar dat die zyn Opftel door de Zakkedragers niet ftetk genoeg was bevonden, en hetzelve dan ook dóór hem was te rug genomen , en dat hy zig niet meer daar meede had bemoeit, dan dat hy een dag of zes S 2 daar  a76 jan. ZAAKEN VAN; 1783. daar na had bekomen een andere Advertentie, met verzoek om die te corrigeeren , zoo als hy ook in groote haast hadt gedaan , en dezelve met eenige correctie hadt te rug gegeeven aan de voorn. Kraefft, dog dat hy aan denzdvcn geen ordres had gegeeven om deeze Advertentie voor zyne rekening in de Haagfche Courant te doen ltellen, als zynde hetgeen hy in den aanvang deezer zaak daar van had gezegt ölleenlyk betrekkelyk geweest tot de voorfe. Wffte C Sleept-Advertentie door hem Olivier zelf opgefteld. Dat hy voorts gedagt had dat het niet noodig was dat hy het byvoegzel onder dc voorfz. nadere Advertentie gevonden wordende , daar by ftelde, opdat die niet naameloos zoude voor den dag komen , maar nu erkennen moest ook daar in onvoorzigtïg te werk te hebben gegaan. Dat hy verder meende zeker te zyn, immers voor zoo veel hem bewust was, dat niemand intentie had om eenig gebruik te maaken van het bewuste Dank-Adres , of om hetzelve te ftrooien of te distribueereu , en het hem mitsdien ook onnodig fcheen, dat daar tegens eenige voorziening wierd gedaan. By al hetwelk hy tot befluit nog heeft gezegt, dat hy gezien had dat 'er in de Haarlemmer Courant was geannonceerd zeker zoo genaamt egt relaas van het voorgevallene te Rotterdam omtrent het Dank-Adres, dan dat hy betuigen moest, daar aan geen deel te hebben , als meede zig met dat Dank-Adres niet te hebben bemoeit , nadat hem zulks door Burgemeefters was verboden, met byvoeging dat de reden, waarom by zo gepiqueert was geweest tegens de, Diemermeerfcbe Courant, daar uit was ontdaan, omdat deeze gefchreeven had dac men alhier een nog hoonender Dank-Adres als het Haagfche had geconcipieert. Na het hooren en overweegen der voorfz. betuiging van den voorn. Joannes Olivier, en van deszelfs voorfz. gedaan verhaal, benevens dat van  jan» STAAT EN OORLOG. 1783. 277 van den Boekverkoper Kraefft, hebben wy aan denzelven Olivier nader aangezegt, dat wy gehoord hebbende zyne gedaane betuiging en verzoek , daar meede provifioneel ons zouden ver. genoegen (onvermindert dat geen , hetwelk de Heer Hoofdofficier deezer Stad tegen hem zoude mogen willen entameeren) in verwagting dat hy iyn betoond berouw over zyne conduites en be. gaane onvoorzigtigheid door zyn gedrag verder zoude bevestigen: met ferieufe recommandatie, dat hy zig in 't vervolg zoude hebben te wagten van zig ergens in te fteeken , of eenige pogingen te doen, door welke de rust deezer Stad zoude kunnen worden geftoort, dat hy die van zyne Clique ook daar van zoude dehorteeren en tragten af te houden, en dat hy, in geval hy iets ontdekken mogt, waar door de gemeene rust in deeze Stad zou kunnen pericliteeren , hetgeen hy niet zoude kunnen weeren , hy in dien gevalle daar van terftond aan ons kennis zoude hebben te geeven , en in het byzonder pok zorge te draagen, dat geen Dank- Adres of riets anders, waar uit eenige onrust of feditie zou kunnen gebooren worden, wierdt gedrukt of gedisfemineert ; waar meede wy den voorn. Olivier hebben gedimitteert, zoo als ook den voorgemelden Kraïffc, met aanzegging aan laatstgemelden , dat wy hem, indien wy hem weder noodig hadden , nader zouden laaten ontbieden. Wy hebben gemeent, het hier by immers voor alsnog te moeten laaten berusten; te meer, omdat het ons, uit het uiterlyk aanzien der zaaken , en de ingekomene informatien, inzonderheid met die van den Hoofdofficier deezer Stad voorkwam, dat 'er zig geen gegronde vreeze opdeed tot onrustige beweegingen binnen deeze Stad , waar tegen wy niettemin ten overvloede alle mogelyk prascuntien onder de hand hebben genomen , gelyk dan deeze Stad, door Gods zegen , ook tot hier toe in tranquiliteit is gebïeeven., S 3 Wy  278 jan: ZAAKEN VAN 1783. Wy vertrouwen dat deeze gecircumftantieer. de informatien aan U Ed. Mog. niet onaangenaam zullen zyn , en dat hier meede aan het oogmerk van ü Ed. Mog. voorfz. Misfive vol» daan zal zyn. Waar meede, Edele Mogende Heeren, Wy U Edele Mogende beveelen in Codes genadige protectie. Gefchree. ven in Rotterdam den 2 January 1783. (Onder ftond) U Edele Mog. Dienstwillige , Burgemeelteren en Regeerders der Stad Rotterdam. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) W.H. VAN BERCKEL. In margine ftond. Zy deeze Misfive en Bylagen gefteld in handen van de Heeren Commisfarisfen van de vyf Comptoiren, en van den Heere Raadpenfionaris; werdende dezelve verzogt, Hun Ed. Mogende daar op te dienen van hunne confideratien en advis. Actum den 3 January 1783. COnder ftond) Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raaden. (Was get.) A. J. ROYER. Ver-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 279 No. I. Verdediging van het groot aanjiendelyk Zakkedragers Gilden van Rotter» dam tegen een naameloofe Schender. Wy hebben in een onfer fameleufte Courante den Diemermeerfen genaamt ons als fmalje Sakkedragers van Rotterdam meB infame faseer bevonde, maar dog onaangedaan dm dat het in Courant geplaast was die bier meest gebruykt wort op de gemakken en foo na Poortegaal en felfaam gelefen a's van Beminnaars van nog niet gebeurt nieuws of ongefouten kost of fchending van alle eere en deugde en fyn Be» fcuurer, dat onnofele Beefie weet niet beeter want fchaamt fig niet over de Allerhoogften van Slans en Stars Befluer ja zelfs zyn Hoogheyt en het ganfche Oranjehof durf hy op de fchandelykfte wyfe afraale en foude wy dan fmalle van foo en Beefie niet gebeten worden daarom hebbe wy goet gevonden om aan den Naameloofen Schender Franko een Prefent te beforgen naamelyk een Kerskoek van fyn gefloten glas dubbelst gekruyt met fyne Naaldepunte gekneet met fterk water en eenige ponde Rottekruyt en een Soufle van kokenden oly tot verfagting van fyn bedorve Ingewant alsdan het Beefie en al die anderen fenynige Diertjes de Rruy. mels maar hebben dan fal de Duyvel de Drukpers wpl erven , foude wy foo een groot aanfiendelyk gilde die getrouw aan eed en pligt en haar hooge overigheyd ohderdaanig fyn , niet op fulke laster verdedigen tegen foo een die fig kan fpiegelen aan een madoena of akkana en wy die meest alle uyt egten Nederlanders Borflen gefoge die hun hart en Ziele wens volbragt is door dien groote Oranje Vorst die ons als het gemeene Best dagelyks zyn Memorye heeft mede gedeelt hoe groot was de vreugt niet S 4 al-  aSo jan. zaaken van I?g3. alleen by ons maar in onsfe gansfe Stad als duyfenden van kwaade verdenkinge wierden weg genomen en dat die gehyrne fchending geen fchuylplaats meer kon vinden en fouden wy over fulks dan verfaeken om op een Regt geaart Dank adres door opregte Nederlanders opgefielt en bebeltelt met een goed vooruyt figt om geen Meuyt zugt of Laster op den hals te halen maar alleen tot eer van onfe grote overig, heyt en tot dank fegging aan onfen hoog geboren Oranje Vorst gelyk die op Schutters Doelen ter tekening dienen dan zouden wy alle Menuten ge Reed zyn om niet alleen te teekenen maar met fpreekende daden te bewyfen dat ons Bloet nog Neder, Janders Bloed blyft. N- 3. Wy ondergefchreeve Hooft- en Osrerluyden van het Zakkedragers Gilde verklaaren by deeze uit naam en van wegens de Leden van hetzelve Gilde, ten eene. maal valsch en leugenagtig te zyn , wat de infame Diemermeerfche Courantier in zyne Courant van Maandag den q December 1782 heeft voorgegeeven , als of wy naamentlyk hadden geweigert om het bekende Dank-Adres aan Z. D. H. te ondertekenen • en bekennen integendeel, dat ons niets aangenamer zyn zoude , dan op deeze of der= gelyke wyze ons vertrouwen in het bellier van Z. D, H. en gehegtheid aan de Stadhouderlyke Regeeringe en het Huis van Oranje te mogen betuigen , niet om daar door aanleiding tot eenige beweegingen of troebele te geven, maar om ons conform den inhoud van het Dank-Adres, door zulk een Rap  STAAT EN OORLOG, 1783. a8i i flap van onzen plicht als goede en vreed- . zaame, vergenoegde Burgers te kwyten. Actum Rotterdam den December 178a. N. 3. Dat my tot fcbryven heeft bewogen is dat ik dat ik favons kwam daar gefelfchap van Sakdra zat en daar wiert gefproken van Atventereu tegen die fcbender en doe vroeg ik gy order ja wel was het antwoort hoe fcheppen hoe liever wy heb« ben wefen vragen maar nu fal hy ook hebben dat hy weet dat hy dat dat gilde ongef'chonde moet late daar op verfonden een en ander wat ik wier dan fchryven en myn Swager toe heb ik favons dat koppy gefchreven en dat gaf aan myn Swager en dat was vele na genoegen en dat heft in ver1'cheyde hande geweest fy fouden dan late leien by de hoofluyden een fo in de Coerant maar toe waren fy foo van aart dat fy weg blipade en verhoeden het fchryven doe waren yerfcheyde die morrenden weg . liepen en feyde eerst order geeven en dan het woort eten wat kennen wy daar voor ftaat op maken wy lullen morgen morgen nog eens egt vragen en dan van neen dan . fullen wy by onze Regering gaan verfoeke en dan fulle wy het evelwel verkreygen fou. de wy die moeyte doen en dan nog laten dat moet zo niet zyn het moet ten non maar in de Coerant doe ontmoet ik myn Swager ik feg wel hoe fit bet breng jy het van daag weg wel neen fey hy daar willen het nou de hoofluyden niet hebben en erst feggen fchryfc hoe fcherper hoe liever ik ben foo kwat en allegaar dat wy nou voor Leugenaars fulle Haan by die Luyden die nti S 5 wee-  282 JAN. ZAAKEN VAN weeten hy feyt tegen my daar is koppy weer om ik, geef nou om den heele Boel niet als ze het nouw hebben willen laten fe het dan by jouw hale of verbrant het en laten zy dan felver een fchryven als fy morgen weer anderen fin hebben foo fteek ik dat koppy in myn fak ik feg dat fpyt myn ook om dat wy her foo grappig by een hebben en ik ga in de prinfe ftraat by een konfrater van my daar drink ik tee daar komt de Vrouw van Kreeft dog myn onbekent die daar met de Vrouw van huys in deskoers van rede raakte maar onder an fey ook tegen myn konfrater hoor jy niet van de Sakkedragers die hebben myn man al een dag of drie opgehoude dat zy hem een Atvertenfie foucte brengen en nouw van morgen vast foo feg ik wie is jou man als ik het weten mag doe fey fy de Boekbinder Kreeffc kan jy ook die Sakkedrager ja fey fy het is frans ouwerkerk dan wil ik jou wel verfeke» ren dat je man hem niet kryge fal want de hofluyden verftaan geen fchryven en die Atvertenfie heb ik in myn fak wel feyt fy myn man is ter foo nieuwsgierig na ; je 'moest fe hem eens late lefen ik feg kom ik gaa tcg die weg dnn fal ik jouw man fe wel eens late lefen foo komt de Vrouw met myn in huys en feyd daar is een man die heeft dé Atvertenfie van de Sakkedra foo lees ik hem die voor hy fey die is de moyfte daar hebben den al anderen hier geweest maar fy feyden fy fouden felve een maken maar die is goed laat die maar hier feyd hy tegen my ik feg als koppy dat kan ik niet doen want als zy morge na dat vroegen dan fon dat niet wel zyn dat ik dat weg had gegeven maar feg ik ik wilt wel onderfchryve geft myn maar panpier en foo heeft die man koppy van myn gekregen en feyde ook verfcheyde maale tegen my dat het  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 283 het jammer was dat het niet in de Krant kwam dat ik hem toen antwoorde de gil. debroeders als fy maar order konde bekomen dan moet het vast in Coerant en fy fulle ook llerk daar op werken maar de hoofdluyde fyn het niet eens maar het moet ter tog in fy fullen niet los laten en daar is ook nog een ander gefchreven maar dat is van een ander ityl ik denk dat dit het egte fal zyn want feg ik ik ben geen Sakkedrager dat fyn myn Broers fchoon ik dat gefchreeven hebt rogt het ons gilde dat hebben myn hoofluy myn felfs gezegt toen ik het onder ons leesde het fou vast gezet worden en nu dwingt die man als myn heele toeleg anders nergens toe was geweeet als om het direkt te laten plafen dan den dag daar aan kom ik voorby foo feyt hy het is al weg zoo ontroer ik dat ik hem geen antwoort kon geven dat ik zelfs niet wist wat ik zou fegge, maar ik maak het favons bekent aan die van my fcryven en van alles wiste foo feyde fy heb jy jou naam daar onder gefet ik feg ik heb niet anders gefchreven als dit koppy geen woort anders foo feggen fy dan fal het in geen Coerant geplaast worden maar dog het bleek anders maar foo als ik de Coerant leesde ben ik fito na den Binder gegaan en ik feg ik wony wel om een Ryksdaalder met een noyt gedagte vloek dat je gelate had om hoofluyde haar hanteykening te doen daar durft feg ik nu geen mens fpreeken om dat het door een valfche hnat bekragtig is en daar en boven myn ganfe koppy verbaster had gy het gelaten zo het was dan zoude die luyde die daar van wisten nog te voorfchyn durven komen maar jou hou ik voor de man die het weerelkundig gemaakt heeft toe heeft hy myn gefust en feyde dat hy daar ook vry van was maar  234 Jan. ZAAKEN VAN 1783. maar die het gedaan had dat die wel be. kent was en dat hy die wel brengen zou als daar verhaal op kwam dus al was die. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verdaan , dat de voorfz, Misfive en Bylagen zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap , en verdere Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerde tot het groot Befogne, met de Heeren Gecommitteerde Raaden, en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratie en advis. V. Antwoord van de Staatfche Gezanten te Parys aan den Gezant van zyne GrootBrittannijche Majefleit, op de voorgejlagene voorwaarden van Vrede. In dato 5 January 1783. T"V Ondergeteekenden Ambasfadeur en Minister-Ple. \_J nipotentiaris van de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , overwoogen hebbende het Antwoord, hetwelk de Heer Fitz. Herbert, Minister-Plenipotentiaris van Zyne Britfche Majelteit, den 31 December laatstleden, uit naam van zyn Hof, hen overhandigd heeft, hebben daar uit met veel verdriet gezien de kleine geneigdheid, die het Hof van Londen betoont, om eene fpoedige verzoening met de Republiek , op billyke Voorwaarden , tot Rand te brengen. Wat bet eerfle Artykel betreft, de Ondergeteekenden vinden zig verpligt, om opheldering te vraagen , wat het Hof van Londen verflaat door algemeene beginzelen van het recht der Volkeren. Indien men door deze onbepaalde uitdrukking verflaat het recht, 't welk ontftaat uit het oorfprongiyk recht der Volkeren , 't welk de Scheepvaart en het vervoeren van alle zoorten van Koop-Goederen, hoe ook genaamd, vryfteld, zonder eenige de minlle reflrictie, uitgezonderd van dat geene , 't welk eenpaarig door het grootfte gedeelte der  5&w; STAAT EN OORLOG. i?Sa. a8j der Mogendheeden als Contrabande word aangemerkt, te weeten : Krygs-Amfflunitien, zoodanig als dezelven met naame zyn uitgedrukt in het Traftaat van 1674 . 't welk voorheen tusfchen Engeland en de Republiek plaats had, en in het Navigatie-Traétaat van 1713, tusfchen Vrankryk en Groot-Brittanmen , dan durven de Ondergeteekenden zig verzekerd houden, dat H.H. Moa. seene zwaarigheid zullen maaken, om dezelven tot een grondOag der Vreedes-Onderhandehngen aan te neemen , en dat dezelven daarenboven met genoegen zullen toeftemmen , om op dien onwrikbaaren grondfla2 een beilisfend Vreedes-Traftaat of ook 111 vervolg van tyd een byzonder Commi'fie-Traétaat te vestigen, zoo dra de Natiën, in den tegenwoordigen Oorlog in. eewikkeld, nieuwe fchikkingen van Koophande zullen berinnen te maaken , welke de nieuwe betrekkingen, die 'er tusfchen hen zullen plaats krygen, noodzaakeIvk mogten maaken. ' Wat het tweede Artykel betreft, de Ondergeteekenden kunnen de uitzondering van Trinconomale bezwaarIvk over een brengen met de bekende gemaatigdheid van Zyne Britfche Majefteit; en, fchoon de ordres van H H Mog. hen niet toelaaten om over dit Stuk in discusiie te treeden , zoo lang het eerfte Artykel piet is gefchikt en afgedaan, zoo vermoeden zy echter niet, dat H. H. Mog. hen immer volmagt geeven zullen, om zulk eene voorwaarde te onderfchryven. . Wat eindelyk het derde Artykel betreft, nopens de vergoeding van fchadens , de handeling hier over kan uitgefteld worden , tot dat alvorens omtrent de twee eerfte Artykels zal overeengekomen zyn. Voor het overige zullen de Ondergeteekende Plenipotentiarisfen , eeniglyk gedreeven door de zugt om alles te vermyden , wat de geesten zoude kunnen verbitteren op een tydftip, dat men zig bezig houd met het herftellen van den Vreede, zig onthouden om aanmerkingen te maaken over zommige uitdrukkingen , in het antwoord van den Britfchen Plenipotentians ïngevlegt, en zy vleijen zig, dat het Hof van London niet vertoeven zal, om voldoender ophelderingen te «even , en dat de Heer FHz. Htrbert zyne goede s ' dien-  -86 jan. ZAAKEN VAN 3783. dienden wel zal gelieven aan te wenden, ten einde het Mmilrerie Zyner Majelteit zig meerder fchikke na de gemaatigde Voorflagen, in hunne Memorie van den 6 December gedaan , en met hen ernflig medewerke ter herltellmg van een vasten en duurzaamen Vreede. Gedaan te Parys den j January 1783. (Was get.) LESTEVENON DE BERKENEODE, BRANTSEN. VI. Rapport op eene Misfive van de Heeren VAN BERKH.Ni5.0DE *« URANTSEN , Staatfche Gezanten aan het Franfche Hof, over eene Converfatie met den Engelfchen Minister in Frankryk gehouden , over het neemen van eene Engelfche Paquetboot door den Zecuwfchen Kaaper de Goede Verwagt ing. Uitgebragt ter Vergadering van Hun Hoog Mogende, in dato 6 January 1783. De Heereu van Lynden van Hemmen , en andere H. H. Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee, ingevolge en ter voldoening van derzelver Re. folutie Commisforiaal van den 27 December des voor. leeden jaars, geëxamineert hebbende eene Mbhve van de Heeren Lestevenon van Berkenrode en Brantfen , H. H. Mogende Ambasfadeur en Minister Plenipotentiaris aan het Hof van Vrankryk refpeclivelyk gefchreeven te Parys den 19 daar te vooren, geaddresfeerd aan den Griffier Fagel , houdende, dat de Heer Fitz Herbert hun dien zeiven morgen gecommuniceerd hadt , dat hy ordre van zyn Hof hadt bekomen om aan hun te kennen te geeven , dat zy zekerlyk .geinformeert zouden zyn , dat niettegenftaande na de rupture met de Republiek , de Correspondentie tusfchen Engeland en Hol.  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 287 Holland , door middel van de Paquetbooten, tusfchen Harwich en Hellevoetfluis was open gebleeven, het nogthans gebeurd was , dat de Paquetboot de Dolphyn, gevoerc door Kapitein Flyn , welke den a8 October laatstleeden met de Brieven van den 2» en 25 van die zelfde Maand van Hellevoet na Engeland was in Zee geftooken , kort daar aan door een Zeeuwfche Kaaper was aangetast en te Zierikzee opgebragt, alwaar de Kapitein, de Stuurman en Pasfagiers in arrest genomen, en de Equipage in de Gevangenis geworpen waren. Dat zedert dien tyd uit nadere ingekoomene berigten aan het Ministerie was gebleeken, dat die Rap alleenlyk was gedaan door de Provincie van Zeeland , en zonder concurrentie of kennis van de Provincie van Holland , aan welke men de Justitie moest doen van te zeggen, dat de Secretaris van het Post-Comptoir in 's Hage inmediaatelyk door hun na Zeeland was gezonden om de restitutie van de Paquetten te requireeren; gelyk die dan ook, na eenig dilay, werkelyk was gedaan , zonder dat egter iets omtrent de fchadeloosilelling van den Kapitein voor het verlies van de Boot gedaan , of het ontflag van de Equipage daar op gevolgt was. En dat mitsdien hetzelve Ministerie niet twyfelde of zy zouden die zaak wel in het waare daglicht willen befchouwen, en door hunne goede Officien , die men voor aangenaam zou houden, bevorderen, dat H. H. Mogende, door indemnifatie van den Kapitein voor het verlies van zyn Boot en het ontflag van zyn Perfoon , de Equipage en de Pasfagiers, mitsgaders door een prompt volkomen redres van het voorgevallene, aan geheel Europa zouden toonen, dat H. H. Mogende ' niet gezind zyn geweest door middel van gemelde Zeeuwfche Kaaper de geëtablisfeerde Correspondentie te interrumpeeren , nog ook een voorneemen hebben om verdere interruptien te willen encourageeren. Dat zy Heeren zig van dat verzoek waren acquiteerende in afwagting van H. H. Mogende ordres daar omtrent. En daarop ingenomen hebbende de Confideratien en het  288 jan. ZAAKEN VAN 1783, het advis van de alhier aanweezende Gecommitteerden uit de reipeftive Colleden ter Admiraliteit deezer Landen , hebben ter Vergadering gerapporteert, dat zy Hoeren Gedeputeerden van advife zouden zyn , dat aan de Heeren Lestevenon van Berkenrode en Brantfen , H. H. Mog. Ambasfadeur en Minister Plenipotentiaris aan het Hof van Vrankryk refpedivelyk, zoude kunnen worden gezonden Copie van H. H. Mog. Refolutie van den 2 December 1782 , omtrent de opgebragte Paquetboot de Dolphyn genomen, Waar in zy Heeren zullen zien, dat 'er mefures zyn genomen voor de veiligheid der Paquetbooten in het toekomende , die duidelyk aantoonen , dat H. H. Mog. niet gezind zyn geweest door middel van de Zeeuwfche Kaaper , die de Paquetboot de Dolphyn heeft opgebragt, de geëtablisfeerde Correspondentie te interrumpeeren, en geen voorneemen hebben om verdere interruptien te willen encourageeren; maar dat betreffende de Paquetboot de Dolphyn zelve , H. H. Mog. de dispofitie daar over hebben overgelaaten aan het Collegie ter Admiraliteic in Zeeland , als de competente Regter in die zaak , om daar in te handeleu, zoo als hetzelve Collegie in goede Justitie zal goedvinden te behooren. En dat verder aan voorn, Heeren zou kunnen worden aangefchreevcn , om daar van aan den Heer Fitz Herbert by antwoord kennis te geeven, tot informatie van zyn Hof; met byvoeging dat H. H. Mog. niet weeten, dat in deezen opzigte eenige flap door de Provincie van Zeeland in het byzonder is gedaan, maar bet opbrengen van de Paquetboot de Dolphyn moeten Confldereeren als eene daad van den Kaper-Kapitein uit eigen beweeging verrigt, en daarom ook den weg van Justitie als den veiligllen weg in deezen hebben geopend , waar by over de merite deezer zaake, na volledig onderzoek kan worden gecognosceert, en de Kapitein van de voorfz. Paquetboot gelegenheid is en zal en worden gegeeven om alle zoodanige fustenuen te voeren en pretenfien te formeeren, als hy zelve zal te raade worden. Waarop gedelibeert zynde , hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en West. vries  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 289 vriesland aangenomen zich daar op nader te zullen verklaaren. De aanweezende Heer Gedeputeerde van Vriesland heeft geinhaareerd de Refolutie van de Heeren Staaren zyne Principaalen dien aangaande , den 2 Oétober des voorleeden jaars ter Vergaderinge van H. H. Mogenden ingebragt. VIL Rapport en Refolutie op eene Misfive van Zyne Hoogheid den Prinfe Erfftadhouder , over eene twyfeling , ontftaan omtrent het molesteeren der Engelfche Lootsbooten. Uitgebragt ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende, in dato 6 January 1783. Is gehoort het rapport van de Heeren van Lynden van Hemmen en andere Hunner Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee , in gevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commisfuriaal van den 30 December des voorleeden jaars, geëxamineert hebbende eene Misfive van zyne Hoogheid den Heere Prinfe van Orange en Nasfau , gefchreeven alhier in den Hage ten zeiven dage , houdende , dat Hoogstgedagte Zyne Hoogheid geinformeert was geworden, dat 'er verkeerdelyk een begrip zoude ontftaan zyn, als of op grond der ordre, door Zyne Hoogheid in dato 11 O&ober 1782 gegeeven, waar by het molesteeren en neemen der Engelfche Lootsbooten wierdt geinterdiceert, de gemelde Lootsbooten zig zouden kunnen verfhouten, om binnen de Zeegaten , op de Rheeën en zelf in de Havenen deezer Landen ongeihaft in te loopen. Dat Zyne Hoogheid voorneemens was , tot wegneem'mg der gemoveerde dubieteiten , om by interpretatie der voorfz. Ordre van den 11 Oétober 178* , dit niet molesteeren of neemen der Engelfche Lootsbooten te bepaalen alleenlyk tot die geene , welke rondsom de Havens en Kusten der drie Koninkryken van EngeX. deel. T land,  200 jam. ZAAKEN VAN 1783. land, Schotland en Ierland, in hunne functie als Lootsbooten , gerencontreerd wierden , en met een bewys voor/Jen waren dat zy waarlyk Lootsbooten zyn. Dar Hoogstdezelve egter de voorfz. Ordre van den ïi Oétober, welke in gevolge H. H. Mogende Refolutie van 26 September daar te vooren uitgegeeven hadde , niet gaarne zouden interpreteeren zonder voorafgaande kennis en goedkeuring van H. H. Mogende. Dat Zyn Hoogheid het derbalven van Hoogstdeszelfs pligt hadt geoordeeld , H. H. Mog. van deeze zyne intentie kennis te geeven, verzoekende van van H. H. Mog. intentie deswegen geinformeert te worden. En daar op ingenomen hebbende de confideratien en bet advis van de alhier aanweezende Gecommitteerden uit de refpeétive Collegien ter Admiraliteit deezer Landen. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat Zyne Hoogheid zal worden bedankt, gelyk gefchied mits deezen , voor Hoogstdeszelfs voorzorge tegen het misbegrip van Hoogstdeszelfs Ordre van den 11 Oétober 1782, in gevolge van H H. Mogende Refolutie van den 26 September daar te vooren tegens het molesteeren en neemen van Engelfche Lootsbooten, als of dezelve zig zouden mogen verfhouten, om in de Zeegaten, op de Rheeën en zelfs in de Havenen deezer Landen orgeftraft in te loopen; met verklaaring dat H. H. Mog. zig volkomen conformeeren met het Plan en voorneemen van Zyne Hoogheid , om by interpretatie van voorfz. Ordre van de n Oétober 1782 , het niet molesteeren of neemen van Engelfche Lootsbooten te bepaalen alleenlyk tot die geene, welke rondsom de H wenen en Kusten der drie Koningryken van Engeland , Schotland en Ierland in hunne functie als Lootzen gerencontreert worden, en met een bewys voorzien zyn, dat waarlyk Lootsbooten zyn. En zal Extract van deeze H. H. Mogende Relolutie gezonden worden aan Zyne Hoogheid , met verzoek , om de voorfz interpretatoire ordre hoe eerder zoo beter uit te geeven en te doen toekomen aan alle die geene , aan welke de voorfz. Order van den 11 Oétober 1782 is toegezonden. VIII.  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 291 Vllf. Rapport en Refolutie van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal op eene Misfive van de Admiraliteit in Friesland, waar by verzoeken om provifioneel met eenige penningen te worden voorzien, voor de kosten van de Aanritsgelden der aangeworven Manfchap. In dato 6 January 1783. Is gehoort het Rapport van de Heeren van Lynden van Hemmen , en andere H. H. Mogende Gedepute rden tot de zaaken van' de Zee, in gevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 23 September des voorleeden jaars , geëxamineert hebbende eene Misfive van het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland, gefchreeven te Harlingen den 17 aaar te vooren, houdende, dat volgens het Plan van Equipage voor deezen loopenden jaare aan hun ter Wervinge aanbedeelt was een getal van i*.6o koppen , en dat nu de Schepen en Fregatten , waarop die Manfchappen moeiten worden geplaatst, niet alleen alle i;i dienst waren gelteld , maar ook bereids compleet aan. geworven, behalven het Fregat Harlingen, gecommandeert zullende worden door den Graave van Rechreren tot Collendoorn, dat nog in Wervinge lag , doch 't geen zy hoopten met den eerften voltallig te zullen hebben, en het by hun nieuw aangebouwd wordende Schip van 60 Rukken kanon , hetwelk tot nog toe, ter oorzaake van het flatten en uitdiepen van de Haven van Harlingen niet in het Water hadt kunnen gelaaten worden ; Verzoekende uit hoofde van de fchraalheid hunner Kasfe en het gebrek aan penningen , dat aan hun deswegens provifioneel mogen worden aanbetaald de genoegzaam by hun verlegde Pramien en Aanritsgelden van een getal van 810 koppen , zullende zy omtrent de overige 450 , wanneer het voorfz. Schip van 60 Rukken kanon ook in dienst zoude zyn gefteld, nader aan H. H. Mog. aanzoek doen tot honderd gulden per kop , en dus uicmaakeude eene fomme van eenentagtig T 2 dui-  292 jan. ZAAKEN VAN 1783. duizend guldens, vr»or drie vierde uit de Petitie van den 11 February 1782, ter fomma van zestig duizend zevenhonderd en vyftig guldens, en de resteerende een vierde ter fomma van twintigduizend tweehonderd en vyftig gHldens, uit het Fonds van het verhoogde Last. en Veilgeld; en dat derhalven de Raad van Staate moge worden verzogt, daar toe de noodige Ordonnantiën te verkenen, en den Ontfanger-Generaal Patyn ge. last dezelve onder genoegzaame Quitantiê aan hunnen Üntfanger-Generaal te voldoen. En daar op ingenomen hebbende de Confideratien en het Advis van de alhier aanweezende Gecommitteerden ub de refpeéïive Collegien ter Admiraliteit deezer Landen. Waar op gedelibereert en in agting genomen zynde, dat de Gecommitteerden van de Admiraliteit in Friesland, met eene fpecifique Rekening gédoceert hebbende, dat in den jaare 1781 en tot den 17 December 1782 by het Collegie zyn aangenomen 1068 Man, waar van aan hetzelve zyn betaald 650, en dat by hetzelve is of ftaat te worden geopend de Werving voor het: "schip de Admiraal Tjerk Hiddes de Vries van 60 Rukken , 450 koppen vereifchende , 'er geen reden is om te vergen dat het voorfz. Collegie de Wervinggelden vooruit verftrekke , en daar van alleen reftitutie verkryge, daar die Gelden uit haaren aart fchynen te moeten werden vooruit verftrekt, om tot de Werving gebruikt te werden , als maar kan blyken dat dezelve niet gevraagt werden voor Wervingen , waar van het onzeker is of dezelve gevolg zullen kunnen hebben of met ; is goedgevonden en verdaan , dat zo ras het voorlz. Collegie aan H. H. Mogende precife kennis zal hebben gegeeven van het openen der Wervinge voor bet voornoemde Schip de Admiraal Tjerk Hiddes de Vries, den Raad van Staate zal werden verzogt, de verzogte Ordonnantie te willen depecheeren tot/6o7jo:voor drie vierde der kosten van de Wervinge van 810 koppen uir de Petitie van 4 February 17H2; en dat de Ontfanger-Generaal van het verhoogde Last- en Veilgeld alsdan teffens zal worden geauthorifeerd, om voor het resteerende een vierde aan voornoemde Collegie te betaalen / 20250:- En  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 293 En zal Extract van deeze H. H. Mog. Refo'urie worden gezonden aan het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland, om te ftrekken tot haare informatie , als meede tot antwoord op derzelver voorfz. Misfive van de 17 September 178a. IX. Misfive van de Raaden der Stad en Republiek Freyburg, houdende klagten wegens den Haagfchen Courantier, wegens het infereeren van een Libel in zyne Courant, waar by de voornaam/ie hunner Raaden worden aangerand. Ingebragt ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden, in dato 6 January 1783. Ontfangen een Misfive van Bailluw, mitsgaders Kleine en Groote Raaden der Stad en Republiek Frey. burg en Uchtland, gefchreeven aldaar den 17 der voorleeden Maand , houdende klagten over een Articul in de Haagfche Courant te voorfchyn gekoomen onder No. 140. , en onder den tytel Suisfe ; Copie d'Une Lettre de Murat le 25 Novembre ; by welke een der voornaamfte Regenten van hunnen Staat en andere meer van hunne aan de Regeering deel hebbende familien, ja hunne gantfche Souveraine Staat, op eene onverantwoordelyke wyze was aangerand geworden ; verzoekende om redenen in de voorfz. Misfive geallegueert, dat H. H. Mog. den Schryver van de Hiagfche Courant over voorfz. infertie van gemelde Lasterfchrift, mitsgaders zyne betoonde ligtvaardigheid en infolentie gelieven te Corrigeeren, en hem voorts zoodanig ongepermitteert beftaan op het ferieust te verbieden , hem daar toe te houden , tot informatie van het Publiek , de waare naam en qualificatie van dat Lasterfchrift op een Haar Hoog Mogende believend welgevallen te vermelden, het Gemeen te desabufeeren , en het Origineel, hetwelk hy zonder twyfel nog onder zig zoude hebben, af te vorderen en hetzelve hun toe te zenden. T 3 Waar-  se* j,\n. ZAAKEN van 1783. Waarop gedelibereerd zynde , is goed gevonden en verftaan , dat Copie van de voorfz. Misfive gezonden zal worden aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland , met verzoek om daar op zoodaing onderzoek te laaten doen en verder te disponeeren, als na bevind van zaaken zullen oordeelen re behooren, en aan H. H. Mog. kennis te geeven van hetgeen door haar daar in zal zyn gedaan. X. Advis van het Bof van Friesland omtrent de Militaire Jurisdictie , als meede de zaak van den Vaandrig de witte. In dato 6 January 1783. edele mogende heeren! Ons gehörroreerd vindende met Uwer Ed. Mog. Refolutie van den 11 Novemb. jongstleeden, waar by Uw Ed. Mog. hebben goedgevonden, Ons door 's Lands Secretaris ter hand te ftellen een Misfive van Z. D. H. den Heer Erftladhouder, rakende de zaak en Judicature van den Vaandrig de Witte, met verzoek, om daar omtrent U E. M. te dienen van Advis en Confideratien , hebben Wy, om aan dit verzoek van U E. M. te voldoen, gemeent te moeten nagaan, óp welke eene voet de Judicatuur der Militairen in 't gemeen , en byzonder die des Hogen Krygsraads is geweest, en hoedanige veranderingen daar omtrent, tot op den teegenswoordigen tyd toe zyn gemaakt, om Ons hier door te beeter in ftaat te Hellen, van U Ed. M. omtrent de geheele zaak te dienen van Advis en Confideratien. Dan ter zake toe treedende, zullen wy van de vroegfte tyden af beginnen, ons der kortheid, zoo veel mo. gelyk, bevlytigende. Reeds voor het opregten der Republiek, vind men deeze en geene ftukken, welke tot de Judicature der Militairen betrekkinge hebben, en wel ten refpecle van dc Troepen te Lande dienende , (van die immers, v/el-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 29J welke te water dienen, omtrent welker Judica'iuirzeer verl'cbillende (lukken voorkomen , hebbende Wy in 't praafente geval niet nodig te fpreeken) ontmoet men al in den Jaare 1521. ten tyde van Keifer Karei de 5de eene ordonnantie, waar by tot Judicatuur gebragt worden , alleen de gefchillen, die gebeuren zouden, onder de Souldeniers, terwyl zy onder hun Vaantgen uit zyn. Zie Wagenaar, Vaderl. Hifi. 4. D. 16. B. §- 12. Nog vind men een Placaat van Keizer Karei daar toe relatief, op 't Jaar 1547. dog het voornaam fle fluk, en 't welk van veelen nog huiden ten dage word gehouden, als de grondflag der teegenswoordige Militaire Jurisdictie , is zeeker de Crimineele ordonnantie , gegeeven by Philips den 5 July 1570. en wel daar van art 68. waar by dezelve word bepaald tot zaken van den Krygshandel , of 't geen des in den Leeger ge. fchied , en tot delitten van Militairen gepleegt, ih 't Guarnifoen of agter den Lande trekkende onder hun Vaandel , of als het te doen zal zyn, van den eenen Soldaat tegen den anderen : waar by Wy egter in 't voorbygaan niet kunnen nalaten te remarqueeren , dat, om hier uit tegenwoordig , gelyk by veelen gedaan word , de bevoegdheid der univerfeele Militaire Jurisdictie te deduceeren, eerst dient in aanmerking te worden genomen, of deeze ordonnantie in deeze en meer andere Provinciën heeft gevigeert, en zoo zulks al waar mogte zyn, of dan nog eene ordonnantie gemaakt, eer de unie exfleerde , tans kan werden gefield, als een rigtfnoer , waar na de tegenswoordige Militaire Jurisdictie der Bondgenoten behoorde te worden afgemee. ten. Dog Wy gaan liever over tot een fluk, 't welk tot bet geperpetreerde van den Vaandrig de Witte , eene meer regtllreekfe relatie heeft. Op 't Jaar 1576. treft men aan eene ordonnantie, waar by verraderyen, en diergelyke delicten, als Concerneerende de Generaale rust en de verzeekertheid van den Lande, worden verftaan geen pure militaire delicten te zyn , eene ordonnantie welke men niet zonder grond gist met overleg van Prins Willem den iften by de Staaten van Holland te zyn gemaakt. T 4 Waar  296 jan. ZAAKEN VAN 1783. Waar uit vry duidelyk is op te maaken, de manier, hoe men reeds by het begin der Republiek op die materie gedagt heeft , altans zoo men de Hiftorien van dien tyd daar mede confereert. Zoo men nu verder nagaat de fchikkingen , na het opregten der Republiek , gemaakt op het beregten der delicten van militairen gepleegt , vind men wel, dat tot Confervatie der Unie en meerdere expeditie van zaken , het hooge opzigt over de Troupes is opgedragen aan den Raade van Staaten ; na dat reeds te voren een C ll?gie , de Landraad genaamd, dog naderhand afgefchaft, daar meede was voorzien geweest, dog deeze opgedrage magt was bepaald en de Raad mogte niets doen ,, of attenteeren he«. geene prjejudiciabel zoude „ mogen weezen , de Privilegiën , Geregtigheeden , „ Costumen , Ufantien , Politien ofte Juftitien, met ,, het^ geene daar aan kleeft , der voornoemde Landen „ in 't generaal , ofte eenige Provinciën, Steden ofte „ Leeden van dien in 't particulier." Zie de ilie Inftructie van den Raad van Staate van 't Jaar 1584. In de nadere Inftructie gevolgt in den Jaare 1588. vind men reeds de magt van den Raad merkelyk vermindert, en geene mentie meer van de kennisfe en Judicature over alle Collonellen , Kapiteinen en andere Krvgsvolk, gelyk by die van 1584. En nergens leest men, dat van de Bondgenoten zulk een gedeelte hunner refpective Souverainiteit , aai/ den Raad van Staate is opgedragen, dat in Delicten door Militairen begaan niet pure Militair , hoedanig zyn bv voorbeeld, van defertie , verwaarlozen van Wagten', en dergelyke , de domiciliaire of door den plaats van het begane delict bevoegd geworden Regter is geë'xcludeerd. Trouwens dit was beflendig het oogmerk der Bond. genoten, in den haren de Souverainiteit te behouden, en daar van geen grooter deel onder eikanderen te vermengen , en aan een gemeen Collegie op te dragen, dan ter onderhouding der Unie , eïi ter defenfie teegens den gemeenen Vyand nodig fcheen , gelyk zoo wel uit de Hiftorie van dien tyd, als de woorden van de Unie zelve is op te maken. En  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. s.97 En het is om die reeden, dat Wy niet anders kunnen denken, dan dat den Raad van Staate, by den beginne wel is opgedragen eene groote magt, wegens de noodzakelykheid , om lieden , meest in 'c Leeger zig op dien tyd onthoudende, en gedurig zwervende, onder eenige Judicatuur te ftellen, dog nimmer eene zoo groote, dat dezelve de oorfpronkelyke magt van Jurisdictie , yder der Bondgenoten in den zyne Compeceerende, deflrueerde. En is dezelve ten tyde van Leicester te groot geweest , fcbyntze egter naderhand , en vooral ten tyde der groote Vergadering , wanneer de vrees voor den gemeenen Vyand geheel ophield, en de Republiek tot eene merkelyk grotere Confilfentie gekomen was, mer» kelyk te zyn befnoeid, door de Refolutie der Bondgenoten van den .5 April ióyi. by welke de Commandeurs , beneevens de Krygsraden in de Steeden , Item in Staat hebbende , worden belast de militaire Jurisdictie niet verder te extendeeren, dan over de nalatigheid in togten en wagten, overgaan van den Vyand, defertie van Cornpagnien, of van verloop van de eene Compagnie onder de andere zonder paspoort, mitsgaders over excesfen en delicten die de Officieren en Sol. daten onderling, ofte den eenen tegen den anderen zouden komen te begaan, en verder niet. Waarlyk woorden, welke niet dan pure militaire zaken uitdrukken, en welke dus op de mugt van den Raad van Staate, eerder het denkbeeld van militaire Discipline, dan dat van militaire Judicature, appiicabel maken. Dog hoe het ook daar meede zy, het is buiten Contelhtie, dat nimmer den zoogenaamden hoogen Krygsraad (np wiens competentie het maar alleen in cas lub. ject aankoomt) even lterke pra:tenfie als de Raad van Staate op de militaire jedicature heeft kunnen maken. Vermits nu deszelfs Competentie in het geval van den Vaandrig de Witte, de hoofdvraag is, en in bovengedagte Misfive van Z. D. H. waar toe Wy by Uw Edele Mog. Refolutie in deezen worden gerenvoyeerd , pofitif Wi.rd beweerd, zullen Wy de Ori. giue en voortgang van deezen zoogenaamden hoogen T 5 'Krygs-  298 jan. ZAAKEN VA N 1783; Krygsraad tragten voor Uw Edele Mog. open te leggen. In den beginne fchynt dezelve niet anders te zyn geweest dan een Krygsraad , welke by het formeeren van een Veldleeger voor den tyd der expeditie wierde geformeert , welke nevens zyne Excellentie, gelyk 'er dikwerf word bygevoegd, kennis nam van zaaken in 't Leeger voorvallende, met eene zoo naauwe bepalinge dat zelfs de zaken, welke gedurende de Expeditie niet konden worden afgedaan, by den Raad van Staate, of een expres beroepen exrraordinaris Krygsraad, wier. den getermineerd. Dog allengskens fchynt dezelve permanent te zyn geworden , en hare fesfie in 's Hage neevens zyne Excellentie te hebben gehouden, buiten tyden van Expeditie, nogtans zonder infiellinge, geza* en infiruclie der Bondgenoten. Altans het is zeeker" dat al voor den jaare 1650 zoodanig een Raad exfteerde, wordende daar aan geappelleerd van de Guarnifoens Krygsraden. Dog na het jaar 1650 tot 1C72. heeft dezelve wederom geheel gecesfeerd ; gelyk zulks alles confieert uit een Rapport van eenige Heeren uit den Raad van Staate daar toe gecommitteert in den jaare 1703. Ten tyde van Willem de lilde rees dezelve weeder op met een magt geëvenreedigt aan het vermogen van dien Vorst, en bekwam zelfs van dien Vorst toen Koning, eene infiruclie in den jaare 17C0. Dog na deszelfs overlyden bezweek wederom deszelfs magt, tot dat dezelve van den laast overleeden Stadhouder wederom wierde verleevendigt, dog ook zonder publiek gezag der Bondgenoten. En nauwlyks was dezelve na het eindigen van den Oorlog weder ingevoert , of 'er gebeurden zoodanige buitenfporigheden , dat de Raad van Staate zelve genoodzaakt wierde daar over te klagen, met verzoek Z. H. geliefde denzelven re gelasten , zig te onthouden van de exercitie van alle Civile Jurisdictie, zoo lang dezelve haar op eene wettige wyze niet zal zyn geconcedeerd: dus luiden de woorden van de Refolutie van den Kaad van Staate van de 9 Maart 1748. Maar hoe weinig confteerde zig de Raad van Staate zelve: daar zy korte dagen naderhand, op den ai van den-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 599 denzelven Maan-1, op prnpnfifie van Z. Hoogheid,den Ho«n Krygsraad liet de Civile Jurisdictie pver Militaire Perfonen op zoodanige voer , als dien aan den Hogen Krvgsrade ten tyde van Koning Willem heeft gecompeteerd. Blykbaar uit de Refolutie van den 21 Maart 1748. Nergens vind men eenige nadere Qualifkatie. Nergens vind men eenige delatie der Bondgenoten van zulk een important deel der refpective lóuverainiteit, hoedanig is de opperfle Jurisdictie te voeren, in Militaire Zaken, zoo Civile als Crimineele, en zonder zoo eene delatie, Ed. Mog. Heeren ! zal het ons onmogelyk zyn , dien zoogenaamden Hogen Krygsraad eenige Jurisdictie , veel min den Titul van Krygsraad der vereenigde Nederlanden toe te kennen. Wel is waar , 'er zyn voorhanden veele bewyzen, zoo e^presfe als a.ndere , dat eene Vergaderinge der B mdgenoten, de Raad van Staate, het aanweezen van zoo een Krygsraad , een glimp van wettigheid, in zommige deelen heeft bygezet, hoe zeer dezelve ook tegens den Generaalen Titel van Krygsraad der vereenigde Nederlanden zig telkens heeft verzet, maar is niet de magt van den Raad van Staate (al (telde men eens dat dezelve zoo eene ruime Jurisdictie in zig bevatte) van dien aard , dat zy is van de Bondgenoten gedemandeerd ? En welke nu is de aard van eene gedemandeerde Jurisdictie ? Bynkershoek , na dat hy die materie , in zyne Q. J. Publ. L. 3. C. 12. hadde nagefpoort, en onderzogt , zegt daar van: „ Neminem igitur jFuris„ ditlionem fihi dntam ad alium transferre posfe, ad ,, inftar fcilictt mandat&rü Jurisditlionis apud lioma„ nos." En kort daar na, „ neque adeo alteri r.etle „ mandant quod fuum non est." 'Er behoort waarlyk tot exercitie van Jurisdictie niets minder, dan eene delatie van dien gedaan, welke dezelve in den boezem zyner Souverainiteit bezit, buiten welke alle Regtspleeging over der Ingezetenen leven, eer en goederen, be« zwaarlyk vry te ipreeken is van publiek geweld. Zoo wy nu hier op inzien het geene wy reeds boven hebben geremarqueerd , kunnen wy den zooge- naam-  Soo jan, ZAAKEN VAN i783. naamden hogen Krygsraad geenzins in deezen agten te zyn Competent,te meer,zoo men in ernftige befchou. wing neemt het gevaar , »t welk uit de voortgang en gedurige extenfie der Militaire Jurisdictie voor de Regten der Ingezetenen refulteert. Is immers niet deeze altyd eene der hoofdredenen geweest, waarom men liever in de Sociëteit, dan 'erbuiten , heeft verkozen te leeven , dat men eene grotere zekerheid voor zyn leeven , lyf, eer en eigendom zoude hebben ? hier voor onderwierp men zig met verlies van een gedeelte der natuurlyke vryheid aan wetten , en men ftelde Regters aan als Raderen om die te doen werken ; waar uit dan ook fpruit het natuurlyk vertrouwen , op beiden , zoo wel op den Regter als op de wet; het genoegen van behalven de wet zyn Regter te kennen , en denzelven met vertrouwen op zyn onpartydigheid en Regtskunde , als eigen en gewoon te befchouwen , is altyd eene geweest der hoofdzuilen , waarop de Sociëteit berust en gelteunt heeft. Naar mate de vryheid groter is , gevoelt men dit genoegen fterker. Hoe zeer men hier van in onze Republiek ten allen tyde is overtuigd geweest, bewyzen niet alleen de Privilegiën de non evocando, maar ook de voorzorg waar meede men van ouds de admimftratie der Justitie on. wrikbaar en buiten het bereik van fchielyke veranderingen, heeft gezogt te ftellen, waar van de Ptocuratien van U Ed. Mog. geene mindere bewyzen opleeveren , dan de plegtige inhuldigingen en folemneele eeden, voormaals by de Heeren en Vorften deezer Lauden gedaan. Is dit nu zoo Ed. Mog. Heeren ! hoe zal 'er eenig vertrouwen op de Regtskunde der zulke geftelt worden , wier onweetenheid , in de by Ons aangenome Regten , de Wetten zelve veronderltellen en toelaten. „ Jrma etenim" leest men in het Roomfche Regc, ,, magis quam jura fcire creduntur milites." Men zegge hier niet teegen , dat in den zoogenaamden Hogen Krygsraad geene zoo onbekwaame Leeden zitten , dan in Onze, en andere Garnifoens Krygsraaden; men ftelle hier maar alleen eens teegen over de verpligting aan  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 3oi aan die Leeden opgelegt, om de onderfcheidene Regten , de verfchillencie Wetten, Ordonnantiën en Privilegiën van zoo veele Landen te moeten kennen, een trap van kundigheid nauwlyks voor den grootften Regtsgeleerden te bekomen : en het zal zekerlyk met deeze even ongelukkig, als met de Leeden der Guarnifoens Krygsraaden, uitkomen. Is deeze onkunde nu zoo groot, wat gevaar lopen dan niet de bezittingen, regten en eigendommen der ingezeetenen? Welke zoo zy van Militairen iets te eifchen hebben, by geene andere, dan zoodanige Regters, hetzelve kunnen bekomen. Hoe zullen zy de zoodanige als eigen befcbouwen? daar de regterlyke magt niet zelden door vreemde en uitlanders geoeffend wordr? Met welk vertrouwen zullen zy hunne klagten wegens geleeden hoon, toegebragte wonden , of merkelyke fchade , by zoodanige regters te berde brengen ? Zullen zy zig verzeekert houden hunne gefchondene regten herftelt, en de fchuldige geltraft te zullen zien, daar 'er van den eenen kant zoo veele redenen van eigen belang den Militairen Regter het delict: gansch anders, dan waarlyk is, kunnen doen aanzien , en daar 'er van eenen anderen kant by de meefle Ingezeetenen reeds, niet zonder grond, het denkbeeld huisvest, van by den Militairen regter niet, gelyk by hunnen eigen en gewonen Regter, te zullen worden gemaintineert. En wat zal hier van her gevolg zyn? geen ander, dan dat 'er zoo men deeze veltwin. nende Militaire Jurisdictie in zynen loop laat voortgaan, eindelyk eene verbazende menigte Leeden van de Sociëteit zal komen , welke alleen den militairen regter hebbende te gehoorzamen , op zal houden, der burgerlyken Overheid, dien eerbied, dat ontzag te bewyzen , welke de fterkfte banden der inwendige rust eener Burgerftaat, moeten werden gereekent. Geen andere dwang dan die van eenen militairen regtbank onderworpen, en in deezen by de onkunde het eigen belang om geen Soldaten , uit 's Lands dienst, en tot byzondere fchade der Kapiteinen te verliezen, niet zelden werkende , zal den Militairen Regter zien voortgaan in het infulteeren der burgeren, en in het violeeren van derzelver regten: De burgers daar en teegen ge-  3o2 jan. ZAAKEN VAN 1783. genoodzaakt, hier teegen by een militairen regter redres te zoeken, en niet zoo, gelyk zy by hunnen dagelykzen regter vertrouwden, bekomende, zullen lie. ver verkiezen zig zeiven regt te doen, en dus met gewelt herftel van het geleedene te zoeken. Welke eene verwarring, welk eene fchakel van onheilen, ftaat hier uit niet geboren te worden? Dog Wy willen liever zwygen, dan optellen, de ongemakken , welke uit zoo een imperium in imperio ftaan geboren te worden ; daar niet alleen het vertrouwen op de wet en den regter, zoo nodig voor de inwendige rust , vermindert , maar in deszelfs plaats eene volkomene wetteloosheid, het natuurlyke en onvermydelyke gevolg van verwarring oprys;. Misfchien zal men egter zeggen, dat uit hoofde van het begaane delict van den Vaandrig de Witte, in zyne kwaliteit als Officier,de burgerlyke regter niet bevoegd kan gereekent worden, zulks te ftraffen : dog fchoon Wy eigentlyk niet kunnen zeggen , dat ons gebleeken zy , waar in het delict van de Witte hébbe beftaan , is het egter uit het geene 'er reeds van gepnbliceert is, genoegzaam bekend, dat de voornoemde Vaandrig de Wttte, werd befchuldigt dingen te hebben ontdekt, welke aan eenen vyand niet mogen worden gereveleerd; als het aangeeven der gronden van het eiland, waarop de landing ftonde te gefchieden ; het getal en caliber der (tukken gefchut daar leggende, en mogelyk andere zaken van dien aard, ons onbekend. Het gedeelte van verraad, waar toe hem zyne kwaliteit meer dan een burger in ftaat (telde, het overgeeven namentlyk van Brouwershaven, wanneer hy daar zoude commandeeren , is niet volbragt: Dog het andere gedeelte der Accufatie behelst buiten eenige twyfel zoodanige delicten , welke door eenen burger wel konnen werden begaan, en is in der daad niets anders dan verraad, zoo op goede gronden conlteert, dat het met den Vyand dadelyk is gepleegt. Hoedanige delicten, zoo zy van een militair woiden begaan , reeds by het opregten der Republiek zyn befchouwd , als concerneerende de generaale rust en de verzeekerheid van den Lande, geene pure militaire de- lir«  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 303 liéten te zyn : waar van den beroemden Bynkershoek zegt, dat zy zonder tegenfpraak niet van den militairen , maar van den , door de plaats , waar het deliét begaan is , bevoegd geworden burgerlyken regter moeten worden geftraft. ,, Sed progrediamur ad Jus Hol,, landicum , & imprimis in hanc rem notandum efi „ Hollandig> zwaarwisjrige deliberatien nou een ogenblik op te hou Jen, met eene bedenking reeds by eene der Qjiar'tieren gemuveert, overliet byzonder gevaar voor de regten onzer Ingezee enen, welke meer dan die der andere Provinciën , door de fleeds aangroeijende Militaire Jurisdictie , worden bedreigc; daar in geene Provincie die zoo gedugte magt 200 verre is te gemoed gegaan dun deeze. Hebben niet onze goede Ingezeetenen de zoo nuttige Preventie in het ftraften der Militaire over commune delicten moeten zien wegneemeu ? Vinden zy zig nu niet genoodzaakt , na het affph fF>n des Krygsgeregts, (het welke de zaken nog oneindig heelt verergert) teegen delicten door militaire begaan, hun heul en befcherming te zoeken by den Guamifoens Krygsraad. Eene Vergadering Ed Mog. Heeren! waar in dikwerf lieden , welke de Wet nog veniam eetatis weigerd in het adminiftreeren hunner goederen , zomnds vreemden en uitlanders , en genoegzgam altyd lieden, in regten geheel onkundig, over zaken van de uiterfte importantie , de aangeleegenfte eigendommen, eer en leeven tanquam e tripode reg: fpreeuen Hoe veel gelukkiger zyn nier op dit ftuk de Over. ysfelfche Bondgenoten, waar Ridderfchap en Stee., den hebben goedgevonden te declareeren , Czoo lui„ den de woorden der Reloluiie) da nooit zullen ge„ dogen, dat eenige het zy hooge,hec zylaageKryi's- „ raa-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 307 . „ raaden, of yrriand anders, wie 't ook zoude mogen „ weezen, zig in deeze Provincie aanmacige, ofte ar„ r geere eenige Juiisdidtie in civile zaaken, behoren,, de tot de ordinaire Justitie , ftrydig met de Regten „ en Privilegiën, aan de Staaten deezer Provincie , of ,. eenige leeden van dien , onwederfpreekelyk compe,, reerende." Zvn dan onze Ingezeetenen hier in zoo verre beneeden het geluk zelve der Overysfelfche Nabuuren, met zoo veel te meer yver voelen Wy Ons by deeze geleegentheid wederom aangefpoort, aan Uwer Ed. Mog. Vaderlyke zorge , de Privilegiën en Regten Onzer Meedeburgeren hun van ouds competeerende, en nog by het reglement reformatoir geconfirmeerd, en met fo» lenineele eede bezworen, op het plegtigfte en dierbaarRe aan te beveelen. Waar meede Wy , na U Ed. Mog in de befcherminge des Allerhoogften te hebben aanbevolen, ver. blyven, edele mogende heeren, U Ed. Mog. Dienstwillige, Leeuwaarden, De Raaden van 's HofsvanFriesl. den 6 January 1783. In kennisie van my Griffier (Was get.) H. VAN DER HAAK. V 2 XL  308 jan. ZAAKEN VAN 1783-, XI. Propofitie en Protest door den Heet bekking, gedaan in de Vergadering der Gemeente te Arnhem, op den 6 jfanuary 17^(3. Mr. Hendrik Schivelberg Bekking heeft de eer aan deze Vergadering voor te draden. Dat hy Remonllrant benevens de Heeren Gildemeefters en de Heeren Advocaten Bouricius, Tulleken, en de Heer Engelen , alle Leden van deze Vergadering , door deze Gezwoore Gemeente, by twee distintte Refolutien , na rype deliberatie met eenparigheid van (temmin, Eed 'en Piigtshalvm genomen, zyn verzogt , gecommitteerd en gequilifkeerr , m dato den 2 en 6 December jongstleden, inzonderheid by* de laatfle Refolutie. Om te formeeren en in te Rellen eene Memorie of Pointen , behelzende de Regten en Privilegiën , welke de Gezwoore Gemeente en de goede Burgery van deeze Stad wettig en deugdig compeceeren, eu de misbruiken die daar tegen zyn in cüopen. Dat hy Remonllrant in *t byzonder tot voorfz. moeilyk werk verzogt zynde daaraan, uit een opregcen yver voor deeze gezwoore Gemeente en Burgery van deeze Stad, met allen mooglyken fpoed heeft voldaan, door voorfz. Stadsregten en Privilegiën , en de misbruiken die daar tegen al lang plaats hebben gehad, te vervatten, eu dac wel, tot facilitéringe en fpoediger expeditie van zaaken , by een gedetailleerde Misfive aan de Heeren van de Magiuraac deezer Stad. Vermits hy Remonftrant niet anders heefc kunnen en mogen denken, dan dat voorfz. twee heilzaame Refolutien zoo eendragtig zouden zyn uitge voert en agtervolgt, als dezelve eenpaarig waren genomen, gelyk de goede ordre ook fiadde vereischt.' Dat hy Remonlbant, en ook ongetwyfelt een zeer groot aantal andere Heeren Leden van deze gezwoore Gemeente , op den 31 jongstlceden, wanneer dezelve extraordinair vergadert was , nogthans met de uiterfte verwonderinge heeft ko-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 30* komen te vernemen dat eenige Heeren Leden van deze gezwoore Gemeente, zoo Remonftrant is voorgekomen ; op eene allezints nude Propofitie van den Heer * * *), het daarheen, was het mogelyk geweest, heb. ben zoeken te brengen, als dat vuorlz. wettige en door haar zelfs billyk verklaart zynde Refolutien, en de Commisfien dairby voorkomende , zouden ingetrokken en buiten alle vervolg gebragt worden door aan den Heer * * * en deszelfs Propofitie, ten dien einde gedaan, toe te vallen. Dat wel is waar , na eene behoorlykè gedaane omvrage en opneminge der Hemmen over zoo evengemelde Propofitie van den Heer * * * is gebleken , dat dezelve niet aannemelyk was , overzulks gerejecteerd en met de meerderheid der ftemmen des tyds is gecon. cludeert, dat meergemelde twee heilzaame Refolutien, genomen om Stadsrechten en Privilegiën te doen herleven en te maintineren, niet ingetrokken, maar allezints haare kragt en uitwerkinge zullen blyven behouden. Met dat gevolg , dat tusfchen voorfz. Heeren Gecommitteerdens , over de reeds ingeftelde Memorie of Poincten van Remonftrant onderling gebefoigneert , en het daar over zoo veel mogelyk eens geworden zynde,' om dezelve als dan aan deeze gezwoore Gemeente over te geven , ten fine van examinatie en om na bevind van zaken , daar mede na rade te kunnen handelen. Dat Remonfirant en de andere prasfent zynde Heeren voorfz. Commisfie , na het fcheiden der Vergadering , op gezeiden 31 jongstleden , ook hebben gecragt een dag te bepalen ," het zy in die week of in de volgendt week, tot het houden van een onderlinge byeenkomfte, ten fine van Befoigne over Remonfïrants voorfz, ingeftelde Memorie of Poincten. Maar dat men toen al verder met leedweezen heeft moe- (*) Men heeft hier en in 't vervolg de naamen uitgelaaten, om dat, na de voorlezing van dit protest, het Befuigne voortgang heeft gehad en met eensgezindheid is gehouden. V 3  3io jan. ZAAKEN VAN 1783- moeten verneemen , dat alle vriendelyke pogingen en initantien , welke aangewend' wierden tot her houden Van die onderlinge byeenkomsi , en om daartoe een dag te bepalen, vrugreloos zyn af eloopen. Terwyl de Heer * * * volmondig en regt uit kwam te zeggen J als dat hy, noch in de week , noch in de volgende week geen tyd zoude overig hebben tot hei houden van meergemelde onderlinge byenkomfte. Ja wat meer is , dat hy daat toe in 't geheel geen dag zoude kunnen bepalen. Alzoo zyn Wel Kd. , volgens deszelfs voorgeven , zoodanig zoude afhangen van de Heeren * *■* * dat dezelve hem telkens en alle ©ogenblikken zouden kunnen nodig hebben en requireren. Dit is zoo Remonfirant voorftaat , woordelyk het declaratoir van gezeiden Heer * * * * op voorfz 31 December 1782 , hrt geene zoo men vertrouwt de overige Heeren van de Cemmibfie ien allen tyden ook zullen moeten verklaren , al KN , S. VISSCMKR , joh. FERBlANS , NJCJLAAS POSTHUMUS, G. BROGMAN8, joachim van VLIET, R. HOGRNSMA, U. BUWALDA, h, CXEEiiK, F. h. BEK1TJS P. BkEUGMAN , B. R. WYN1A 1783, j. SNIP, W. faBER» P. s. W. KNOLL, A. CUPERUS, L. R.SYNjAI78geaccordeert, mits egter dac in het opgeven der zieken aan de letter en intentie van meergemelde Refolutien pre. ciefelyk werde voldaan. Dat zy deeze fchikking aan Zyn Hoogheid den Heere Prins Erfftadhouder hadden gecommuniceert, en dac door Hoogstdezelve met Hun begrepen zynde , dat hier door op eene redelyke en gepaste wys een afk^mst van deeze zaak zoude konnen worden gemaakt, dien conform ter Finantie was gefbrmeert een Lyst, zamengefteld uit de opgave van Zieken welke aldaar, van wegens de _ geïntresfeerde Troupes waren gedaan, en waar by waren afgetrokken zoodanige Zieken , als bevonden waren niet gevaiideert te kunnen worden. Dac zy Heeren Commisfarisfen vervolgens de eere hadden deeze Lyst- te brengen ter Tafel van Han Ed. Mog.  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 317 Mog. en aan Hun Edele Mog. in confidentie te geven , of Hun Ed. Mog. niet zouden kunnen goedvinden , de voorfchreeve fchikking te approberen , en de Cofeiraizen van de Finantien te authoriferen en gelasten, om conform deeze Lyst de noodige Ordonnantiën ter zaake voorfchreeve op te maken en te depêcheren. Waar op gedelibereert en welgemelde Heeren Commisfarisfen voor de moeite in deeze genomen bedank1 zynde, is goedgevonden en verftaan , de voórfchreeve fchikking aUezints te aggreëeren en approberen, en dien-; volgens dè Commizen van de Finantie by deezen te aüthörifeeren en gelasten, om, ten behoeve der Troupen , welke zedert het begin van den tegenwoordigen Oorlog binnen het Zuider Quartier deezer Provincie in Garnizoen of Cantonnement zyn geweest, wegens het douceur hun voor hunne zieke manfchappen by Hun Ed. Mog. Refolutie van den 23 January en 19 Juny 1782 toegezegt , de noodige Ordonnantiën op te maken en te depacheren volgens de Lyst aan bet einde deezer gevoegd : en voorts in het opmaken en depecheren van foortgelyke Ordonnantiën voor het vervolg ftiptelyk te obferveren de bepalingen , welken daar toe by gemelde Hun Ed. Mog. Refolutien zyn gemaakt geworden. En zal Extract deezer gegeven worden aan de Commizen van de Finantie ,' al» mede aan de Solliciteurs in deeze geconcerneert, zoo om te ftrekken tot narigt als om zich daar na te reguleren. XIV.  318 jan. ZAAKEN VAN 1783. XIV. Misfive van de Staaten van den Lande van Utrecht, aan Hunne Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal; betreffende den befaamden Brief over de waare oorzaak van 's Lan is Ongeval. In dato den 8 January 1783. hoog mogende heeren! Wy hebben wel ontfangen Uwer Hoog Mogende Misfive gefchreeven in 's Gravenhage den 17 der afgeloopen maand December, by welke U Hoog Mogende Ons gelieven te verzoeken de ftrikfte orders te willen ftellen tot ontdekking van den Auteur enz. van zeker verfoeüyk Lasterfchrifi:, in her welke Haare Koninglvke Hoogheid Mevrouw de Prinfesfe van Oranje en Nasfau , op eene verregaande wyze word gelsedeerd , en hebben Onze ordinaris Gedeputeerden niet verzuimt, om deswegens, zonder Onze Vergaderinge in te wagten, aanftonds by eene Publicatie de gerequireerde voorzieninge te doen , en Ons van bet een en ander op buiden kennis te geeven: en kun: en wy U Hoog Mog. verzekeren , dat by Ons met groote 'ver. ontwaardiginge is vernoomen, hoe de geest van ongebondet heid zoo veel veld gewonnen heeft, dat men zich niet omziet Lasterfchriften te disfemineren van aart en natuur als deeze; dan willen teffens voor U Hoog Mog. niet verbergen van gedagten te zyn. dat de ver. regaande licentie , welke thans algemeen byna m train is, om namenlyk in Nieuwspapieren en andere publyke Schriften te infereren zoo veele pasfagien , welke , of behelzen een verhaal der opinien van verfcheiden Leden , zoo als die in hunne refpective Vergaderingen of Collegien hebben geftemd, of wel de Propofitien en Refolutien aldaar gedaan of genomen, welke daar door nu fomtyds , zelfs zeer ontydig , ter kennisfe van het Publyk worden gebragt, (gtheel anders dan bevorens plag te gefchieden) invoegen het menigmalen gebeurd, dat Refolutien en andere authentique Stukken, welke wy  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 319 wy van U Hoog Mog. onder den tytel van geheimen, bekomen , en als zoodanig by ons ook in her fecreet Register worden ovetgebragt , of reeds op denzelven tyd, of dikwyls bereids te vooren, in dusdanige Nieuwspapieren publyk zyn uitgegeeven, allezints moet worden aangemerkt als geen geringe aanleiding te geeven aan zeer veele perfoonen , om te vermoeden dat de Hooge Overheid , onder welkers oog zulks gefchied , eene algemeene Vryheid in bet fchryven komt goed te keuren, byzonder wanneer dezelven nagaan , hoe het niet moogiyk is , dat zoodan ge Nieuwsfchryvers in ftaat kunnen geraken , om alle d -zelve Refolutien , Stukken en Opinien uit en van de Hooge Vergaderingen of eenige Collegien te infereren , by aldien aan Hunlieden al het gunt voorfchreven niet door fommige Leden dier Vergaderingen zelfs, of wel andere perfoonen , tot deeze Vergaderingen eene naauwe betrekking hebbende , word gefuppediteert, en welk vermoeden, Hoog Mog. Heeren , tot eene genoegzaame aanmoediging verftrekt aan zoo veele onrustL.e geesten , als in elk Land ten allen tyden, en zulks ook in dit Gemeenebest gevonden worden, om zich deeze gelegenheid, gevoegd by '« Lands drukkende omftandigheden , ten nutte te maaken tot het voldoen aan hunnen twist en lasterzugt, ten nadeele der gemeene rust, en tot koste van de eer en goéden naam van hunne meede Ingezetenen, Hooge en andere Overheeden , m'tsga Iers der aanzienlykfte Perfoonen , niet alleen binnen nnar ook buiten 's Lands, en al is het dat een eerlyk of braaf Regent of Ingezeten zich door zoodanige twistlieveu ie Schryvers niec moest laten aftrekken van zyn Fe I en Pligt, gaat nogthans de onvermoeide yver van zoodanige lieden langzamerhand zoo verre , dat noch Perfoonen, noch Familien meerder vry kunnen blyven , van niet door de nadeelhtfte infimulatien of hatelyke lasten ringen als overladen te worden , terwyl veelzints aan de beledigden ontbreekt de gelegenheid om telken reize , door contrarie berigten , den nadeeligen invloed daar van by het algemeen weg te nemen, ja zelfs meni^werf dit zonder *t openbaren van veele geheimen niet kan gefchieden. ü  Sao jan. ZAAKEN VAN 1783. U Hoog Mogende hebben op nieuw gelegenheid gehad , om uic het nu verboden Lasterfchrifc te bemerken, hoe verre zoodanige Schryv.ers hunne drif en den losfen teugel komen te vieren, en het was uit alle deeze aanmerkingen , dat wy bereids by onze Refolutie van den 5 April 1780 hebben gemeent de Hooge Bondgenooten te moeten voorftellen, om de noodtge voorzieningen te willen doen , ten einde alles wat tot de Regeering eenige betrekking hadde, zoo met opziet tot de byzondere fentimenten der Bondgenooten by het voteren over voorgedragene zaken in hunne differente Collegien , als met relatie tot alle fecreete Stukken , Refolutien en wat dies meer zy, niet in f immige Couranten en andere Nieuwspapieren en (•efchrifxen wierde gtïrfereerd , en welke Propofitie Wy , by hernaaling, aan de attentie Onzer meede Bondgenooten , in den beginne des afgeioopan Jaars hebben aan bevolen j en hoe zeer ook deeze Onze inftantien tot hiér 10e niet hebben kunnen bereiken het gewenschte effect , komt het Ons als nog voor , dat de Hooge Bondgenooten eircielyk eens in ferieufe overwegin? behoorden te nemen, de gevolgén welke voor het Vaderland en de^zelfs wezenlyke belangens eene zoo verregaande ongebondenheid en licentie reeds heeft en noodwendig verder te weye brengen moet; want gelyk niemant zal wllen ontkennen dat (vooral in een vry Gemenebest J behoor t geoorloofd te zyn aan elk Ingezeetenen , om zyne kundigheden en gedagten over zaken, die het gemeene welzyn geacht worden te concerneren , te zeg. gen, en publiek re maaken, en waar uit het Gouvernement zelf uikwils eene byzondere nuttigheid kau en ook heefc bekomen , om diepere kennis van zaaken te krygen, zal teffens elk weldenkend Ingezeeten gaarne advoueeren, dat deeze openbaare mededeel nge van zyne gedagten altyd moet gefchieden met alle befcheidenheid, en gepaard zyn. met die achtinge en eerbied, welke hy redelvker wyze aan zyne Overheid moet toedraagen, en al zulks zonder zoodanige raadgeevinge te vergezellen met ontdekking der geheimen van de Regeenng, of, dat nog erger is , met fpotternyen , invectives, of reciproque infinuatien, als waar door niet al-  jan. STAAT ÈN OORLOG. 1783. 32* alleen alle vrugt van deszelfs Icbryvëh geheel verlooren gaat, maar ook, om dat dit tegen alle göede orde ten eenenmaale aanloopt, en uit deszelfs eigen aart ge. fchied is, om den eenen Burger tegen den anderen op te zetten , en fomwylen zelfs êene heimelyke wraakzugt in te boezemen tegen Perfoonen en Familien , welke , offchoon geheet onfchuklig , egtér worden gefufpe&eerd eenig deel aan die publieke Lasterfchrifien en andere fletrisfante Libellen gehad te hebben; wraakzugt, welke d;kwyls in laateren tyd haare bittere vrugten, tot nadeel van het Gemeenebest doet gevoelen. En welk Regent zal, conform zyn pligt , met yver alle zyne vermogens willen opofferen ? als hy ; eyen hier door, zich vind blootgefteld aan grievende befchimpingen of valfche befchuldigingen, niet alleen van agter het gordyn der donkerheid fchuilende Lasteraars , maar zelfs van blyvende en gepermitteerde Nieuwspapieren ? En wanneer Wy by dit alles nög komen te overweegen , welken nadeeligen invloed dusdanige handelwyze, en byzonder de openbaarmaakinge van alle zaaken , (de zoodanige zelfs niet uitgezondert, van welker geheimh 'Uding'de goede of kwaade uitllag niet zelden komt af te hangen) natuurlyk hebben moet , zoo binnen als buiren 's Lands , terwyl immers daar door niet alleen eene verderflyke inactiviteit, in het midden der groote gevaaren , bevordert, en den Vyand in de band gewerkt word; maar ook veroorzaakt, dat andere Mogenheden, welker benevolentie en vriendfchap voor deezen Staat van de hoogde aangelegenheid is, fchroomen moeten in eenige vertrouwlyke Correspondentie en Communicatie met dezelve te treeden; zoo vinden Wy Ons dies te meer verpligt, en op nieuws gedrongen deeze Confideratien nogmaal aan het doorzigtig oog van U Hoog Mog. aan te beveelen , en op het ernftigfte te verzoeken, om eens gezaamenderhand, elk in den haaren, met alle cordaathcid dergelyke Nieuwspapieren en alle openbaarmaakingen van geheime zaaken te weeren , mitsgaders alle Lasterfchriften en Libellen , zoo veel mooglyk te doen ophouden , en de zulken , welke , ondanks alle gedaane voorzieningen , X. deel. X goed-  322 jan. ZAAKEN VAN 1783. goedvonden in deezen ongepermitteerde!! handel , en met alle denkbeelden van goede Justitie en Politie ftrydigen handel te continueeren , of daar aan behulpzaam te zyn , hunne regtmatige ftraffe te doen ondergaan, konnende zonder zoodanige gezamentlyke voorzieningen tegens dit zoo verre gevorderr kwaad geen remedie geappliceerd worden , of ook eenig verb d van zommige byzonder Lasteifchrifi en ietwes opereeren. Wy vermeenen dat dit liet eenigfte middel zy , om de inwendige rust eens wederom te herltellen, en alle braave en voor het gemeen belang wel geintentioneerde Regenten aantemoedigen en in ltaat te Hellen, om met allen yver en eern-ragt, alles aantewenden , wat een waare Vaderlands Liefde kan vereisfcheti, ten einde dit Gemeenebest, tor deszelfs oude luider onder Godes Zegen te herftellen en wedi r te brengen. Hier meede Hoog Mog. Heeren , beveeien wy U Mog. in de befcherming van God Almagtig , die wy bidden dezelve te conlerveeren in een goede en voorfpoedige Regeering. Gefchreeven te Utrecht den 8 January 1783. (Was geparaheert) A. F. GODIN. (Laager ftond) De Staaten van den Lande van Utrecht. (Lager flond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) H. A. LAAN* XV.  jan. STAAT EN OORLOG. i?33. , 323 XV", Refolutie van ch Gezwoorene Gemeen' te van Deventer, op het Verzoek der Burgerye om affchaffing van Recom* mandatien. In dato 10 Jauuray I783- Ter Vergadering zynde gelezen het Request, op den naam van de Burgery en Ingezetenen deezer Stad den 31 December jongstleden aan de Gezwooren Gemeente geprefenieerd, is, na muure Deliberatie enryp overleg van zaaken, goedgevonden, de Supplianten op hetzelve voor Appoinftement te laaten toekoomen, dit navolgende. De Gezwooren Gemeente heeft met eenpaarige Stemmen gerefolveert om de Braave Burgery deezer Stad, zoo veel in hun is, allentzins genoegen en contentement te geeven , op dag Petri eerstkomende, en in het vervolg ook altoos , vry ter keur te zullen gaan, zonder of als dan eenigzinrs te defereeren ofte ook het minfte regard te flaan, aan en op eenige Recomman. datien, welke haar, met relatie tot deeze Stads Keur, van wien hy ook zy, zullen ofce mogten worden toegezonden. En heeft vervolgens oik eenpaarig vastgefteld van deeze haare genomene Refolutie ten eerften by eene daartoe in convenabele termen te ontwerpene Misfive, aan den Heere Erfftadhouder uit hoofde van de betrekkinge, die Hoogstdezelve, in opgemelde kwaliteit, op de beftellinge der Regeeringe van deeze Stad , heeft , de nodige kennisfe en informatie te geeven en terwyl dat de Burgery in haar Request verzogt heeft, dat de Gezwooren Gemeente op Petri ad Cathtdram haar vrye keur zou.ie behouden, zoo kan zy, ten aanzien van 't tweede verzoek , voor die tyd zig niet declareeren , maar zal op dag Petri de Burgery in dit X a baar  324 jan. ZAAK. VAN STAAT EN OORL. 1783. haar verzoek tragten te voldoen en genoegen te geeven, (Onder ftond} Pro vero ExtraSlu (Wtt get.) a. pjersoon. ZAA.  x3   ZAAKEN VAN STAAT en OORLOG. Advifen der Hollandfche Admiraüte'tts Gecommitteerdens en Ministers op de Maze en in het Noorderkwartier , op het Hoofdpoint van het Rapport over de defenfie der Republiek relatif de zaaken en Oorlog te Water. Uitgebragt 'ter Vergaderinge van Hun Edele Groot Mogende de. staaten van Holland en Westvriesland. In dato 19 Augustus 1790. /^vntvangen een Misfive van de Hollandfche Raaden \J en Ministers ter Admiraliteit op de Maze , gefcbreeven te Rotterdam den 17 deezer , dienende tot beantwoording van de Vraag by Hun Edele Groot Mogende Refolutie van den 30 January laatstleeden , „ fpeciaal op het Plan van een algemeen bellier voor de zaaken van de Zee , gecombineerd met de affchaffing van de tegenwoordige Collegien ter Admiraliteit, gelyk het zelve by het Rapport van de Heeren Gedeputeerden tot de Perfoneele Commisfie over het werk van de generaale defenfie van de Republiek in het breede is voorgedraagen ;-a!s meede op de nuttige en heilzaame gevolgen, welke voornoemde Heeren zig van dit Plan belooven, in tegenoverftelling van het bellier, het welk tegenwoorhg plaats heefr, of, in gevolge de lnftruétie voor ' Admiraliteits Collegien behoord plaats te hebben fuppediteerende daar omtrent hunne confideratien en advis, hier na breeder gedetailleerd. X 4 Fim  3*3 ZAAKEN VAN Fiat infertio. i Als meede een Misfive van de Hollandfche Raaden en Ministers ia het Collegie rer Admiraliteit in Westvriesland en het Noorderkwartier, gefchreeven te Enkhuizen den 4 May laatstleeden over het zelfde fmeét " tot voldoening als vooren, en hier na volgende. Fiat infertio. Waar op gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan , dat de voorfchreeve Advifen zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, met de Heeren wegens Hun Edele Groot Mogende tot de Perloneele Commisfie over het werk der generaale defenfie van de Republiek geëmployeerd geweest , mitsgaders de Hollandfche Raaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende , en de Vergadering daar op gediend van derzelver conuderatien en advis. Accordeert met voprfz. Refolutien. EDE-  STAAT EN OORLOG. 329 EDELE GROOT MOGENDE HEEREN ! |~Xe Vraag , welke het U Edele Gr. Mog. JL/ heeft behaagt aan ons , by Hoogstderzelver gerefpecteerde Misfive van den 30 Januaty deezes jaars , te doen , om Uw Edele Gr. Mog. te fuppediteeren „ onze confideratien en advis, fpeciaal op het Plan van een algemeen bellier voor de zaaken van de Zee, gecombineerd met de affchaffing van de tegenwoordige Collegien ter Admiraliteit, gelyk het zelve by het Rapport van de Heeren Gedeputeerden tot de Perloneele Commisfie over het werk der generaale defenfie van de Republiek , in het breede is voorgedraagen; als meede op de nuttige en heilzaame gevolgen, welke voornoemde Heeren zig van dit Plan belooven, in tegenoverllelling van het beftier, het welk tegenwoordig plaats heeft, of in gevolgen de Inftrucfie voor de Admiraliteits Collegien behoord plaats te hebben," is zeeker een der gewigtigfte Vraagen, welke aan ons immer is of konde worden voorgefteld. Daar dit Stuk het werk is van kundige Staatsleden , het gevolg van een zeer langduurig en omflagtig onderzoek, en daar het zelve de kenmerken van goeden yver en onvermoeiden arbeid draagt, is het met leedweezen, dat wy eenigermaate daar van moeten verfchillen, en het Plan (zoo als het legt) niet aaa Uw Edele Gr. Mog. kunnen aanpryzen, als voldoende tot oplosfing van de defecten in de tegenswoordige adminiftratie van zaaken , nog als gefchikt ter bereiking der heilzaame gevolgen, door Heeren Gedeputeerden zig beloofd, of overeenkomftig met de belangens van Uw Edele Gr. Mogende, wier Provincie het allermeefte onder alle de Bondgenooten geinteresfeert is in het Defenfieweezen te Warer. Eenheid van befiuur en befpaaring van kosten zyn de twee Hoofd-Objecten , door Heeren Gedeputeerden zig voorgefteld ,. en zyn ook , X 5 naar  330 ZAAKENVAN naar ons inzien , de waare bedoelingen, welke men moet beoogen. Daar toe vermeenen Heeren Gedeputeerden te moeten voorflaan, de „ oprigting van een alge. meene Raad ter Admiraliteit, waar van de beftendige Zitplaats in den Haage zoude zyn , en dewelke zoude belhan uit zestien Perfoonen of Leden, vier uit Holland en twee uit iedere Provincie , een Raad en Advocaat-Fiscaal, een Secretaris , een Griffier, en een Ontfanger - Generaal ; welke Raad zoude ftellen twee of drie Commisfarisfen in de refpective Zeehavenen deezer Landen tot het doen der gewoone expeditien voor de Commercie, de nodige Equipagiemeefters tot opzigt over de Werven, en andere publicque Werken , en één of twee Officieren, Vlag-Officieren of Kapiteinen , tot het opzigt over de Wervingen , Monfteringen , compleetheid der Equipagien, toeftand der Schepen en andere Militaire zaaken , alle onderhoorig aan den Raad zelve , en met behoorlykè inttrurftie door dezelve voorzien." Dit is, Edele Gr. Mogende Heeren! de voordragt van Heeren Gedeputeerden , zoo als dezelve woordelyk in het voorfz. Plan voor komt, waar omtrent in aanmerking diend te komen, de mogelykheid van zoodanig een Raad, en de nuttigheid van dezelve. Mogelykheid is 'er ongetwyffeld, om de Col. legien af te ichaffen , en hunne adminiftratie in eene Raad over te brengen ; maar wy twyffelen zeer , of zulks de bedoelde nuttigheid zoude hebben , want vergelyken wy die geprojecteerde Raad, in 's Hage refideerende, afgefcheiden van al wat relatie heeft tot de Zeevaart, tot aan. boow , Fquipige en armement van Schepen , met de tegei.swoordige Collegien ter Adrnirali. Wit, dan vit d.n wy die Collegien gevestigt in de Zeetels der Zeevaart en Commercie , en •ftaande ten deezen opzigte in een gantsch andere betrekking : Leden en Ministers kunnen zig da-  STAAT EN OORLOG. 331 dagelyks op de Werven bevinden , kunnen de Schepen van derzelver eerde begin tot de vol« bouwing toe onder hun oog zien, kunnen fpreeken roet deskundige ieder in zyn tak , kunnen aanhoudend omgaan met allerlei Officieren van de laagfte tot de hoogde rang, kunnen hooren ieders remarque, en dus ongevoelig met de hoofdzaakeia van Aanbouw, Dienst en Commercie gewend worden , terwyl men des niet tegendaande nimmer over eenig generaal Object: behoord te refolveeren (en by ons Collegie nimmer re' i'olveert) zonder alvoorens de confideratien van de meest kundigde en geëxperimenteerdde Officieren te hebben gevraagt en gewogen, en zonder welke voorzorgen, na ons inzien , met geen volkomen kennis door Politicquen over veele zaaken van het Zeeweezen kan worden geoordeeld. Wy moeten vervolgens deeze inrigting -ten opzigte van het befpaar, daar door aan 's Lands Financiën toe te brengen, overweegen. Wanneer wy daar toe in aanmerking neemen de kosten van een Raad, uit zestien Leden beftaande ^ het houden van twee a drie Commisfarisfen , en een a twee Officieren in deeze en geene Plaats van Commercie (welke al ligtelyk tot kleine Admiraliteits Collegien zoude worden) en den omllag van Bediendens , die ongetwyffeld eerst by deezen nieuwen , en daar na by derzelver Commisfarisfen zal plaats hebben , meenen wy te mogen vraagen, wat zal 'er dan ten deezen opzigte noemenswaardig worden befpaard? dog daar wy van dit detail niets met zeckerheid weeten , en ons dienaangaande ook niets in dit Stuk gemeld word, zyri wy in de onmogelykheid, om te kunnen beoordeelen, of de onkosten zoo veel minder zullen zyn, als tegenwoordig, want, zoo men in bet begrip viel, dat men overal de Bediendens van de Convoyen en Licenten kan aflchaffen, daar de kosten den ontfang furpasfeeren , zoude men zig raerkelyk be. drie-  332 ZAAKEN VAN driegen, en men zonde dikwerf de Piaatfen die men abandonneerde , tot de grootlte Smok* keinesten zien worden, en wat in de eerfte opilag menage fchynt, is fomtyds in de gevolgen zeer nadeelig. & Zal daar en tegen een Collegie, afgefcheiden van alle de voorwerpen van Commercie , met volleedige kennis van zaaken k of met gelyke avantages , als de tegenswoordige Collegien kunnen oordeelen, wat 'er is van de Pryzen en Materiaalen tot het doen derlnkoopen, ten einde een Equipagemeelter op zyn tyd te rug te houden, of aan te fpooren, zal het zelve eenige vergelyking kunnen maaken van de befteede Pryzen , met die befteed hadden behooren te worden , waar toe de ommegang met allerlei loort van Negocianten thans dagelyks de ongevoehglte geleegentheeden doed gebooren worden ? Wat de Eenheid van beftuur betreft hoe wenfchelyk dezelve ook weezen mag, vreest men, dat het bedoelde oogmerk niet zal bereikt worden , de Departementen in andere Landen bevestigen , na ons inzien, deeze vrees , want het is over bekend , dac 'er in dezelve ook niet overal dezelfde zindelykheid , ordre, zorg en behandeling plaats hebben, en is het wel byna anders mogelyk ? zal een generaale Raad kinnen voorkomen iets , dat byna onfcheidbaar is van de Menfchelyk'heid ? alle Menfchen zyn niet even kundig, even werkzaam , even zjndelyk en geen Collegie, hoe wel ook te zaamen gefteld, kan deeze ongelykheid in Menfchen weg. neemen , en dus niet effeélueeren , dat overal de zaaken egaal wel behandeld woiden; zal 'er dus by ons niet gebeuren , het geen by de Marine van alle Landen gebeurd , fchoon dezelve het zy door een algemeene Raad, het zy door een enkel Perfoon, zoo als is een Minister van Zeezaaken, beftuurd worden ? zal -het Hout in Zeeland niet altoos duurder , dan in Dordrecht en te Amfterdam , worden ingekogt, zal de Provin-  STAAT EN OORLOG. 333 vinc'te van Zeeland op alle in te koopen Materiaal niet altoos deszelfs Pondgeld blyven heffen ? De werkzaamheid der Admiraliteiten is door Heeren Gedeputeerden te regt in twee Hoofddeelen verdeeld: „ de zaaken de Marine betreffende , en den ophef der Convoyen en Licenten;" het is derhalven in deeze twee takken van adminiflratie , dat de eenheid van beftuur moet worden gezogt. De Hoofddirectie der zaaken te Water berust meer afzonderlyk bv Haar Hoog Mogende en den Heer Admiraal Generaal, die der Convoyen en Licenren vloeit onmiddelyk uit de Vergadering van Haar Hoog Mogende voort. Daar dan de Heer Admiraal - Generaal is het leeven en de ziel van het Zeeweezen , daar dezelve , zoo als Heeren Gedeputeerden zig zeer wel uitdrukken, „ het Fundament is, waar op dit geheele Gebouw berust , waar uit van den beginne af zyn voortgevloeit alle de hertellingen , al het gezag, al het bewind van de zaaken van de Zee , oordeelen wy met dezelve te mogen befluiten, dat het dan ook in dat opzigt weinig ter zaake doed, of de waarneeming van die Eminente Charge zig zal openbaaren door den weg van een, dan wel van meerdere Collegien , en dat vervolgens de " klem en krast der Eenheid van beftuur, in al wat weezentlyk en van de plaatfelyke omftandigheeden aftcheidbaar is , in dat Caraéter van Admiraal-Generaal rendeert, en in Hoogstdezelve met meerder fucces en kragt, dan in eenig Collegie of Raad ter Admiraliteit, hoedanig dan ook gecomponeert, moet en kan worden gezogt, gevonden en bevorderd. Alle de ordres wegens den ophef der Convoyen en Licenten emaneeren uit den boezem der Vergadering van Haar Hoog Mogende zelve , en uit die hooge Vergadering benoorde de Eenheid van beftuur voort te vloeyen, maar, ter-  334 ZAAKEN VAN terwyl Haar Hoog Mogende'zelve niet hebben kunnen te weeg brengen het Confent van de eene Provincie in het generaal Placaat op den ophef der middelen geëmaneerd, waar aan de nadeelige afwykingen , om nu niet van de bekende zogenaamde Cour*vaaien te fpreeken , veel al zyn toe te fchryven , en aan eene andere Provincie moeten toe geeven de ftildand van zoodanige Articulen, die de klem geeven tot het voorkomen van fraudes, en wederom aan eene andere byzondere vrydommen, van de generaale ordres van het generaal Placaat devieerende , nog ook hebben kunnen voorkomen het nalaaten van de belofte op den Eed , by den aanvang hunner bediening gedaan , waar meede de Regenten zig in den jaare 1715 tot de nakoming van het generaal Placaat op de Middelen te Water moeden verbinden, het tegen gaan en beletten zelfs van het doen der recherche in de eene Stad, en van het uitoeffenen der Jurisdictie van de Admiraliteiten in alle Steden., hoe zal een Raad ter Admiraliteit, fchoon tot één gecontraheerd , zulks kunnen effectueeren ? en welke verbetering zal dezelve dan in deeze in de generaale directie van de middelen, meer als de vyf Collégfeni opleveren, daar de ondervinding geleert heeft, dat de gebreeken in de Provinciën en Steden zelve voor het grootde gedeelte hun oorfpronke hebben. Wy flippen de hoofdzaaken flegts aan, Edele Groot Mogende Heeren , om dit ons berigt in geen Boekdeel te doen uitloopen , en zoo doende de meede Leden van het leezen van dien af te fchrikken , met een woord , moeten wy egter nogjzeggen, dat, beleerden wy de ongelukkige tyden, waar in de Republiek te dugten had het Caraéter van Admiraal-Generaal te zien verdwynen, men zoude kunnen gevoelen, waarom Heeren Gedeputeerden deszelfs werkzaam, heid in een politicq ligchaam willen "by een verzamelen ; dan daar Heeren Gedeputeerden de » on-  STAAT EN OORLOG. 335 „ onderhoorigheid van alle de deelen van het Admiraliteitsweezen aan de Praarogativen van die eminente Charge volmondig erkennen," zien wy geen reedenen, om , na de herftelling van 's Lands Regeering in haare voormaalige vorm en gedaante , in een der voornaame deelen van 's Lands Administratie zoodanige totale fubverfie daar te Hellen. Van meerder difficulteit is de overweeging der gevolgen van een totaale omkeer van zaaken, in een zoo voornaame tak van de publicque adminillratie , als is de defeniie te Water ; te regt zeggen Heeren Gedeputeerden , dat daar aan geen praecife denkbeelden gehegt zyn, en wie is in ftaat .alle die gevolgen a jriori te befchouwen? zeeker een mindere kennis, endaar door mindere relatie en minder yver in de HoofdbeHuurders, mindere gelegendheid tot het nagaan van alle de onderdeden van het beftuur, en daar door meer onzekerheid, en meer kostbaarheid in de werking, minder plaatfelyk opzigt, en daar door meer afhankelykheid van allerhande en zomtyds verkeerde informatien. Egter, hoe zeer uit al het vooren gezegde genoegzaam confteert , dat wy voor ons zeer verre afzyn, om met Heeren Gedeputeerden alle de voordeelige gevolgen te verwagten, welke zy zig van de oprigting van één eenig Departement der Admiraliteit belooven , is het zeeker , dat eenige derzelve daar uit noodwendig moeten fpruiten , dog welke wy te zaamen genomen , geenzints oordeelen tegens de nadeelen, te vooren reeds geïndigiteert, te kunnen op weegen ; onder dezelve vinden wy ook de door Heeren Gedeputeerden zoo hoog gefchatte gelykheid en egaliteit van Conltruftie , waar op dezelve , misfchien in deeze door de heerfchende denkwyze ingenomen , veel hpoger prys fchy. nen te ftellen , als wy 'er aan kunnen liegten; het hoofdargument, waar op de nuttigheid derzelve berust, is een vaste Thefis, dat alle ma- chi-  ZAAKEN VAN chines , welke gelyk moeten werken , de beste werking hebben , wanneer dezelve van een gelyken aard zyn; maar wy fcbroomen niet vol uit te zeggen 4 dat dit, overgebragt op het zatnenftelfel der Schepen van Oorlog, tot die PlatoniIche Republiek behoord, welker daarftelling ons eragtens nimmer is , nimmer kan, nog zal gevonden worden , en wy voegen 'er by, in deezen opzigte gelukkig, nimmer behoefd verkreegen te worden. Het is zeeker, dat de beste firuftuur boven alle andere diende te worden gebezigd, maar het is tevens even zeeker, dat het volmaakte Schip nog niet is gevonden, al doende daar aan te naderen geeft van zelfs een iuegaliteit in den bouw, of zoude de kunst moeten ftilftaan, en de vorderingen moeten worden afgefneeden, om de egaliteit te behouden ? dan nog weet een yder, die met Schepen en Scheepsbouw bekend is, dat twee Schepen op éénmaal, door dezelve Baas gebouwd, op verre na niet dezelfde voortgang , dezelfde goede qualiteiten bezitten , wy hebben zelve drie Fregatten op eenen dag geordonneerd, op het zelve Bedek, aangenomen door eenen Baas, en die, zoo wy meenen van erkende en beproefde kunde, en waar van de mallen niet flegts door eene hand zyn uitgeflagen , maar waar voor dezelve, mallen tot allen zyn gebruikt, en die nogthans in qualiteit en zelfs in uiterlyk aanzien van den anderen verfchillen; maar wy hebben gezegt, dat wy het gelukkig hielden, dat ook die gewenschte en gezogte egaliteit niet nodig was: 's Lands Marine immers moet gebruikt worden tegens die. van andere Natiën , en zien wy dan, wat by de meest geroemde Marine vau andere Natiën plaats vind, zoo zien wy by dezelve van tyd tot tyd nieuwe principes zig developpeeren , en dus inegaliteit in den aanbouw ; wy zullen by de Engelfchen Schepen van haar eige maakfel aantreffen, zoo zeer , als by ons vaa den anderen verfchil- len-  STAAT EN OORLOG. 337 lende, wy zien hun, die de Zeevaart uit hoofde van legging, uitgebreidheid van Commercie, van belang tot zelfs defenlie , als aangebooren is, Spaanfchej Franfche , ja zelfs Hollandfche genoome Schepen in hunne Marine inlyven en gebruiken, en zoo ook by andere Natiën, waar is dan zelfs by de beste Marine die gezogte egaliteit? want één eenig Schip van een ander maakfel in een Vloot, neemt alle de voordeden van egaliteit weg, alzoo allen zig na de minfte moeten fchikken. Alvorens dit Articul te verlaaten, oordeelen wy ook niet ondienftig eenige der calculative details , in de voorfz. Memorie voorkomende, ter toetfe te bréngen , en wy vinden 'er in de eerfte plaats eene calculatie over de kosten van den aanbouw, welke Gedeputeerden ftellen vyf en twintig per cent laager, als de calculatie van den jaare 1781 , offchoon uit alle de Bylaagen blykt, dat de Collegien ter Admiraliteit die kosten eer te laag , als te hoog gefteld reekenen ; in de tweede plaats vinden wy voor de jaarlykfche reparatie en onderhoud -uitgetrokken een Post van f 310000-0-0 over alle de resforten , daar de kosten van het Departement te Hellevoetfluis alleen, alwaar nimmer iets anders, dan reparatien , en de Eqtiipagien der in dienst gefteld? Schepen gefchieden , jaarlyks genoegzaam twee tonnen gouds beloopen, wanneer nog alle de groote reparatien aan 's Lands Werf te Rotterdam worden gedaan , en deeze kosten , volgens de calculatie van onze Meefter Scheepstimmerman na zyne ondervinding opgemaakt over de dertig Schepen van Linie en veertig Fregatten, waar van Heeren Gedeputeerden fpreeken, °P f 575500-°-° jaarlyks worden begroot, te weeten een Schip X. DEEL. Y van  338 ZAAKEN VAN van 70 St. op — ƒ 11000 o o co —• — ——> 10500 o o 5° 9500 o o 4° — — »'" ■» 8000 o o 36 1— — — 7000 o o eo — — — 5000 o o welke calculatie wy vertrouwen, dat by de uitkomst eerder te laag , als te hoog zal worden gevonden , wanneer nog iets word bereekend voor den aanbouw, of onderhoud van Cotters, Brigantynen, Chaloupen, Advisjagten, Loggers, Canonnerbooten, Hoekers en andere kleine Vaartuigen ; wyders ftellen Heeren Gedeputeerden, dat ƒ 3Ö- o- o per Kop voldoende zyn voor de kosten van Equipage, offchoon de Collegien ter Admiraliteit dezelve onvoldoende agten, en dat dezelve tot ƒ 44. o- o by de Engelfchen goedgedaan worden ; de kosten en huishouding bepaaien Hun Edele Mogende op een fom van f 500000- o- o, zonder eenige de minfte grond voor deeze calculatie aan te wyzen , veel minder te bepaalen , wat al onder die benaaming te begrypen; de verbetering der Convoyen en Licenten bereekenen dezelve op ƒ200000- 0-0, zonder eenige bafis te allegueeren, waar op alle die cakulatien gebouwd zyn, of eenige middelen aan de hand te geeven, of die door vermin, dering in de uitgaave, of door vermeerdering in de inkomften te verkrygen zyn. Maar onze tank, Edele Groot Mogende Heeren ! word otiaai genaamer , wanneer wy ons willen begeeven, tot overziening der ingelloope defecten in de onderfcheide takken der adminiftratie zelve. Wy zoeken geenzints onze gebreken te verfchoonen , veel min te verbergen , en kunnen derhalven niet anders, als volmondig erkennen, dat deeze veele zyn: terwyl de Collegien daag. lyks moeiten vergaderen, is het U Ed. Gr. Mogende bekend, dat zulks by geen derzelveplaats heelt,  STAAT EN OORLOG. 339 heeft, dat de Gedeputeerden uit de Provinciën de Vergaderingen niet veel bywoonen , dat genoegzaam geen der Leden hunne refidentie ter plaatfe van die van het Collegie hebben; fchoon wy zeeker zoo zeer , als eenig ander Collegie, onze primitive inftitutie hebben aangekleefd, kunnen wy niet ontkennen, in meer als een opzigt van onze inftructie te zyn afgeweeken, en vertrouwen, dat Heeren Gedeputeerden nawaarheid zeggen, dat het nu of dan is gebeurd, dat de Collegien door onderlinge nayver de materiaalen, by ieder nodig, den een tegen den anderen bebben opgejaagd : wy ondervinden daaglyks , dat wy in veelen opzigte door de repartitie en ordre , by Haar Hoog Mogende Refolutie van den ig Juny 1683 vastgefteld , worden gedrukt en benadeeld , en verfchillen niet van de denkbeelden van Heeren Gedeputeerdens , dat de verdeeling in fesdens , zoo in Equipage, als aanbouw met de tegenswoordige conftitutie der Collegien in geenen deelen ftrookt, en dat in de Convooilyst van den Jaare 1725 diverfe nuttige alteratien te maaken zouden zyn; om nu van de conftitutie van het Collegie in Noordholland niet te fpreeken, als zulks aan hun eigen berigt overlaatende, nog van de al te groote Provinciaale dependentie van het Collegie in Zeeland , nog van de maar al te Waereldkundige gefteldheid van het Collegie in Vriesland , ter welkers redding nuttige voorilagen zyn gedaan. Dan , zoo als wy reeds hebben geïndigiteert, de hoofdgebreeken zyn van verder uitzigt, en refideeren niet enkel en alleen in den boezem der Admiraliteits Collegien, deeze zouden wel, zonder de oude principes te fubverteeren, en blyvende de Inltruétie na tydsomftandigheeden verfchikt, te remedieeren zyn. Wy gaan over tot de overweeging, of de belangens van Uw Edele Groot Mogende , het opregten van zoodanig een Raad ter AdmiraliY 2 teit  340 ZAAKENVAN teit in de tegenswoordige gefteldheid van zaaken kunnen meedebrengen. Wilden wy hier de oudheid confuleeren , en nagaan, hoe de Provinciën aan de Zee gelegen, en door den Koophandel en Navigatie bestaande , zig met relatie tot fuperintendentie in de zaaken van de Zee in haare Provinciën hebben gedragen , en hoe Holland en Zeeland in het byzonder hebben geyverd voor de bewaaring van een Regt , zoo noodzaaklylc tot verzeekering van de fources van haaren welvaard, deed zig hier een ruim, veld op: wy zouden de Pro» vincie van Plolland reeds onder de Graaven langduurige Procedures zien voeren tegens den toenmaaligen Landsheer , wanneer men Holland en Zeeland onder een generaale Ordonnantie ter Admiraliteit tragte te begrypen: wy zouden die Provinciën na de Unie kunnen vertoonen altoos waakzaam , dat dit regt fpeciaal wierd gereferveert: wy zouden in het 12 en 13 Articul van de Inftructie voor Prins Maurits en den Raad van Staate in den Jaare 1584 gearrefteert, en in de aanftelling van gemelde Prins tot Admiraal Generaal deezer Landen , dezelfde geest altoos zien doorftraalen : wy zouden uit de tegenswoordige Inflruftie der Admiraliteiten zelve,die men als het Tractaat of PaBum Conventum van de overgifte van het regt van iedere Provincie op het beheer van de zaaken van de Zee kan houden, kunnen bewyzen, dat men met de Generaliteit alleen heeft willen gemeen maaken het eniploy van 's Lands Schepen buiten 's Lands, of (gelyk men het toen uitdrukte) de Veilinge van de Zee, daar onder begreepen, het gereed maaken , onderhouden en bemannen der Schepen, en de judicatuure over buiten en Prinfen, en fpeciaal de heffing der middelen te Water, waar uit in de eerfte plaats de kosten van de Marine moeten worden gevonden : men zoude uit deliberatien , die de Iriltructie hebben voorgegaan , kunnen erueerett de zin van de ver- klaa-  STAAT ÊN OORLOG. 341 klaaring in het eerfte Articul van de Inftructie zelve, dat die ordre van zaaken was by provifie zonder aan eenige Provincie iets af te neemen , of eenig meerder regt te geeven : men zoude uit het gerefolveerde op den 1 April 1602 kunnen doen zien, hoe de Staaten Generaal zeive te dier tyd omtrent generaale Ordonnantiën op het ftuk van de Admiraliteit dagten : men zoude uit de belofte, welke de Hollandfche Raaden ter Admiraliteit by het aanvaarden haaren Commisfien in Holland nog huiden ten dage doen , en uit de gewoone Commisfien van alle de Vlag.OfHcieren kunnen bewyzen, of de Provincien, daar de Collegien geëiablisfeert zyn, en van ouds zyn geweest, niet gemeend hebben eenige Directie over dezelve te hebben voorbehouden. Maar wy zouden mixfchien aan de eene kant te verre afwyken van de denkbeelden van de tegenswoordige tyd , en aan de andere kant gereekend kunnen worden onze relatie als een Ge. neraliteits Collegie te veel uit het oog te verliezen, daar het dog zeeker is , dat 'er een uniformiteit in de directie moet plaats hebben , en dat dezelve van Generaliteitswegen behoort geadminiftreert te worden , en in handen te zyn van den Heer Admiraal Generaal der Provinciën, en men waarlyk een grooten ondienst aan den gemeenen Staat zou doen , door meer dagelykfchen Provincialen invloed in de Admiraliteits zaaken te brengen, als nodig is. Dan wat hier ook van zy, blyft het aanmerkelyk, dat onze Voorvaderen hebben geoordeeld, de Collegien ter Admiraliteit zoodanig te moeten zaamenftellen , dat in de drie Collegien in Holland en Westvriesland de directie der zaaken van de Marine zoude zvn, voor het meerder gedeelte in handen van Gecommitteerden uit de Provincie van Holland, zynde thans in dezelve negentien Hollandfche Gecommitteerden t.sgen zestien uit andere Provinciën , en dat , Y 3 wan-  342 ZAAKEN VAN wanneer men let op het gantfche getal van vyf en -vyftig Raaden ter Admiraliteit over de vyf Collegien, men zal bevinden uit Holland alleen twee en tw;ntig Gecommitteerdens, en uit alle de andere Provinciën te zaamen drie en dertig Gecommitteerdens, waar door Holland altoos een behooilyk praponderant aandeel in die Di<= rectie heeft gehaJ, overeenkomllig aan het overwigt haarer Commercteele belangen , en haarer Provinciale contributie in de Generaliteits lasten. Hy het tegenwoordig Plan daar en tegen worden aan de Provincie van Holland alleen vier van de zestien Raadsplaatfen toegefchikt , en gaat dus de geheele klem van directie over in handen van de H"eren Gedeputeerden uit de andere Provinciën , daar nu zelfs ten midden van den laatlten kostbaaren Oorlog zommige Provinciën niet , andere zeer langzaam hebben geconfenteert in de zaaken tot de Zee, en zeedert dien tyd byna geen der Bondgenooten buiten Holland gaave Confenten heeft gedraagen , oordeelen wy dit gebeurde maar te moeten aanltippen, om U Edele Groot Mogende te doen nadenken , welke de gevolgen van de Compofitie van deezen Raad voor de Provincie van Holland zoude kunnen worden, eene Provincie, die byna de last der Marine alleen draagt, die daar aan zoo veele fcbatten impend*ert, en uit wier boezem de gantfche klem en kragt zoude genomen , en in handen van Regenten van de andere Provinciën overgebragt worden ; een ftaat van zaaken, die men flegts behoefd te noemen, om den minst doorzigtigen genoegzaam doorzigt te geeven. , Wy agten daarom overtollig de verdere gevolgen uit de details na te gaan, waar omtrent anders meede veele refbctien te maaken zouden zyn, als by voorbeeld: op het overbrengen van alle de groote Schepen naar Vlisfingen en het Nieuwe Diep , beide aan de mond der Z^e gele.  STAAT EN OORLOG. 343 kgen : om nu van alle andere confideraiei niet te fpreeken, en ons te haaften, om aan Uw Ede. Ie Gr. Mog. voor te draagen de meest efficacieufe hulpmiddelen tegens de bekende gebreken in het werk der directie van de zaaken tot de Zee. Wy zouden liefst befluiten, om de tegenwoordige form te behouden, een form door byna twee Eeuwen geheiligt, en die als ingeworteld is , want wie zal 'er voor inftaan , dat deeze verandering met zoo veel wysheid zal gemaakt worden , als de eerfte inrigting geweest is , in een Eeuw, daar veele zig fchaamen te denken, als hun Voorouders, daar men al het oude aanziet, als vooroordeelen, daar hersfenfchimmige gedagten dikwerf voor verligte principes worden gehouden , in zulk een Eeuw fchynt »men , na ons inzien, zeer voorzigtig te moeten zyn , om aan geen Capitaale Poincten van het publicq beftuur te tornen, en liever eenige gebreken laaten fubfilteeren, dan gevaar loopen, dat ze door grooter gebreken zullen worden geremplaceert; en daar Heeren Gedeputeerdens gelieven te fpreeken van de fchier ongeloof baare zorgeloosheid , waar meede een zoo important deel van de Regeering geduurende twee Eeuwen is behandeld," moeten wy.egter aan Uw Edele Gr. Mogende herinneren, dar, fubfi 'ceerende die zori geloosheid, de Republiek zeer formrdable Vlooien heeft in Zee gebragt , waar meede een de Ruyter, Tromp en andere Zeehelden hunne naamen vereeuwigd hebben; maar toen vergde men niet meer van de Admiraliteiten als men haar betaalde , en de Provinciën lieten niet genoegzaam alles , wat de Zee aangong , voor reekening van de Provincie van Holland , en indien de Admiraliteiten uit hunne Schulden gered ende Petitiën rigtig betaald worden, zullen de kosten na evenredigheid niet meer zyn, dan te vooren: Wy zeggen na evenreedigheid, want de ScheY 4 pen  314 ZAAKEN VAN pen zyn nu grooter en fterker bemand , en by den nieuwen aanbouw kosten dezelve oneindig meer , dog het welk independent is van de directie van de Admiraliteits-Collegien , en wy agten de inftitutie, zoo als ze by onze Voorvaderen gemaakt is , noch ongefchikt, noch on« verftandig, als wy maar meer bepaald by onze Inftructie, mits zoo als wy gezegt hebben, na de tydsomftandigheeden gefchikt, blyven ; en de Eenheid van befluur moet voor al gezogt en behouden worden in de OpperdirecRé van den Heer Admiraal-Generaal, deeze is de band, die de Collegien aan een ftrengeld, de Raaden zyn t ig zyne Raaden, en hy moet ordonneeren , al wat tot executie van den Oorlog te Water behoord, dit zelfde eminent Caracter kan al die ordres geeven, dewelke op pag. 36 van het gedrukte Rapport , als een zeer groote nuttigheid van de gevolgen van den nieuwen algemeenen R iad worden befchreeven , en daar toe is , na ons inzien, geen algemeene Raad nodig. Wy meenen egter , dat het oprigten van een vast Corps Mariniers niet dan allerwenfchelykst voor het Z'^weezen kan zyn : dat een ordre , om in den aanbouw by de Oostindifche Compagnie in het oog te houden , dat die Schepen tot Schepen van defenfie konden worden gebruikt, zeer nuttig zoude kunnen zyn , vooral wanneer de armatuur derzei ve , hunne bemanning , de directie binnen Scheepsboord en de exercitie der 'Manfchap aan zeekere daar toe gafchikte reegels wierd onderworpen 5 dat een geRadtge dog langzaasren aanbouw van Schepen op den duur voordeel moet aanbrengen: dat een bepaalde jaarlykfehe Equipage tot opbeuring en onderhoud der Marine zeer dienftjg is, en in V.eedenstyd niet hooger dan op de voorgellage twintig Schepen vastgefteld zoude behooren te worden ; dat de confideratien omtrent de revifie van de Articulbrief te Water , het niet combineeren van de Posten van Fiscaal en Secretaris van  STAAT EN OORLOG. 3*5 van de Vloot , het medegeeven van een Predikant op het Schip van den commandeerenden Officier tot oeffening in den Godsdienst, en beteugeling der verregaande onzeedelykheeden de ferieufte opmerking der Bondgenooten verdienen ; dat het brengen van een vaste Post voor de Marine op den Staat van Oorlog, of het ad-r iigneeren van de Collegien ter Admiraliteit op een Generaale Kas, die, het zy door Narybills, [Navybi/h] zoo als inEngeland, het zyop een andere voet, worde in ftaat gefteld de kosten der geordonneerde Equipagien promptelyk te kunnen goedmaaken en voldoen, geen uirftel behöord te lyden; dat het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland uit deszelfs tegenwoordige omltandigheeden ten prompften diende te worden gered , dat de voorgeflage voet door Heeren Gedeputeerden tot afdoening van de Schulden der refpective Collegien allefints gefchikt en nuttig is, dat de verdeeling in zesdens van aanbouw en Equipage na de tegenswoordige gefteldheid der Collegien onuitvoerbaar is, en de Collegien ter Admiraliteit zouden kunnen worden gelast, onderling met overleg van den Heer Admiraal Generaal een andere voet te beraamen, en aan Hun Hoog Mogende voor .te flaan; dat de Refolutie van Haar Hoog Mogende van den 19 Juny 1683 vollfrekt eene nadere overziening vorderd; dat een verftandige en wel gefchikte kt!uze van een Conftrudteur-Generaal voor alle de Collegien deszelfs nuttigheid kan hebb.?n, vooral voor die Collegien , welker bekrompe inkom, ften het behoorlyk falarieeren van een kundig Bouwmeefter bezwaarlyk permitteeren ; dat het generaal Pkcaac op den ophef der Convoyen en Licenten in den jaare 1725 geëmaneerd, en meer bepaaldelyk de Lyst daar agter gevoegt , een nuttige revifie zoude kunnen ondergaan ; dat alle de Collegien zouden kunnen worden gelast ieder in den zyne na te gaan, waar in het zelYj ve  346 ZAAKEN VAN ve is afgeweeken van de generaale Inftructie en op te maaken alle de details van derzelver adminiftratie, met een fcrupuleus onderzoek van alle de Tractementen en Emolumenten van derzelver refpc&ive Bediendens , ten einde , zulks verrigt zynde , op befchryving van den Heer Admiraal-Generaal hunne Gecommitteerdens te doen onderzoeken , hoe na de zaaken tot hunne primitive infielling zouden kunnen en behooren terug gebragt te worden , en in de Poinc. ten, die daar omtrent tusfchen hun differentiaal zouden moffen blyven, de decifie van den Heer Admiraal-Generaal op te volgen , en daar na aan Haar Hoog Mogende voor te draagen de verandering dier Articulen van de generaale In« ftructie, welke niet meer overeenkomftig de te. genswoordige gefteldheid van zaaken en tyden zouden worden bevonden , en geen veranderin. gen in Poincten van importantie ieder in den zynen vast te ftellen , zonder dezelve alvoorens te hebben gecommuniceert en overwogen in de twee jaarlykfche Vergaderingen, in het 25 Articul der generaale InfirucTrie geordonneerd; dat, naar aanleiding van de receuilen door kundige Oflicieren , by de Collegien fubfïrteerende , bereids gemaakt, een generaale ordre voor de ZeeOfficieren van alle de resforten zoude kunnen worden vastgefleld ; dat ieder Collegie in den zyne een receuil zoude kunnen formeeren van alle de ordres zeedert den jaare 1725 omtrent de Convoyen en Licenten gefteld , om gezaamentlyk met confrontatie tegens den anderen daar uit mede een eenpaarige voet te beraamen; dat de Heeren Commifen Generaals , welker verplaaifing, na de tegenswoorge tydomftandigbeeden , mede niet uitvoerlyk fchynt , jaarlyks een vilitatie der Comptoiren van de onderfcheide resforten zouden kunnen doen , en daar van Verbsal houden, en in het zelve aanteekening doen van alle de onderfcheide Praftycquen, die hun  STAAT EN OORLOG. 347 bun in den ophef der middelen zouden voorkomen , en na het afloopen dier viütatie by den anderen komen, om te overleggen, welke fchikking voor de Commercie het minst bezwaarend , en voor het Land het voordeeligst is , ten einde daar na, met overlegging van hun gehouden Verbaal, ieder aan zyn eige Collegie, voorllag tot het geeven der nodige ordres dien conform te doen ; dat het houden van een ge« neraal Register van alle inkomende en uitgaande Goederen, door Heeren Gedeputeerden yoorgeflagen , en het welk reeds by het Collegie op de Maze met relatie tot de voornaamfte Comptoiren plaats heeft, ook by de Collegien , daar zulks nog niet mogt worden gepractifeert, zoude behooren te worden geintroduceert; dat tot wegneeming der zwaarigheid, dat het eene Collegie de nodige Materiaalen niet tegen het andere opjaagt, niet anders nodig is, als een generaale regel, dat een Collegie onder het resfort van een ander eenige inkoop doende , den Equipagemeefter zig alvoorens vervoegt by die van het resfort , waar onder den Inkoop gefchied , en denzelven afvraagt, of by zyn of een ander Collegie op die Parthy word gefpe. culeert , en zoo ja, den Inkoop gezaamentlyk en voor gemeene reekening worde gedaan. Zie daar, Edele Groot Mogende Heeren ! de beantwoording der aan ons voorgeltelde Vraag zoo kort mogelyk en na ons beste wer.ten gedaan ; wy zullen ons gelukkig agten , zoo wy eenigzints aan het bedoelde oogmerk van Uw Edele Gr. Mogende mogen hebben beantwoord, en door onze gegeeve confideratien aan het but van Heeren Gedeputeerden, Uw Edele Gr. Mogende en het onze mogten contribueeren , de yerbeeterïng, naamentlyk van de voor het behoud van het lieve Vaderland zoo importante en belangryke zaak, als is die van 's Lands Marine. Waar  34* ZAAKENVAN Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren ! zullen wy God Alrnagtig bidden Uw Edele Gr. Mogende te willen houden in zyne Heilige befcherminge. Gefchreeven in Rotterdam den 17 Augustus 1790. (Onder ftond) Uwe Edele Gr. Mog. zeer Dienstwillige. De Hollandfche Raaden en Ministers ter Admiraliteit op de Maaze. (Laager ftond) Ter Relatie van dezelve. (Was get.) J. VAN DER HEWt. EDE*  STAAT EN OORLOG. 349 EDELE GROOT MOGENDE HEEREN ! Het heeft U Edele Groot Mogende behaagt, by Hoogstderzelver zeer gerefpefteerde Refolutie van 30 January deezes jaars, in handen van de Hollandfche Raaden en Ministers van ieder der drie Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende, en dus ook van ons, te ftellen het Rapport , ter Generaliteit uitgebragt door de Gedeputeerdens tot de Perfoneele Commisfie over het werk der Defenfie der Republiek , dan alleen betreffende de zaaken van de Oorlog te Water, ten einde een ieder in den haare, het zelve Rapport, in zoo verre, te examineeren , en U Edele Gr. Mogende te fuppediteeren hunne confideratien en advis , by drie diltincte Advifen , fpeciaal op het Plan van een algemeen beltier van de zaaken van de Zee , gecombineerd met de affchaffinge van de jegenswoordige Collegien ter Admiraliteit , gelyk het zelve by het voorfz. Rapport in het breede is voorgedraagen, als meede op de nuttige en heilzaame gevolgen, welken de voornoemde Heeren van de Perfoneele Commisfie zig van dit Plan belooven , in tegenoverftelling van het beftier, het welk tegenswoordig plaats heeft, of in gevolge de Inftructie voor de Admiraliteits Collegien behoorde plaats te hebben. Om aan voorgemelde U Edele Gr. Mogende requifitie , omtrent het van ons gevraagde Advis, na behooren, en met eene eerbiedige Ribjectie aan betere gevoelens te voldoen , hebben wy, na naauwkeurig Examen van voorfz. Plan, vermeend te mogen en moeten maaken deeze onze confideratien, en daar by doen reflecteeren. Dat de Heeren Gecommitteerdens uit de refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen, waar onder ook Raaden en een Minister van dit Collegie, in den jaare 1786, in 's Hage befoigneerenden over een Misfive van de Heeren Gedeputeerdens tot de Perfoneele Commisfie van r het  350 ZAAKEN VAN het Defenfieweezen , in 's Hage vergaderd in dato 24 April deszelve jaars , reeds als to'en zoo wy vertrouwen , geperfuadeerd waren van die waarheid, dat zy, by zoo verre zy Regenten waren van deeze of geene Stad, hunne vermogens niet moeiten beperken tot de bekrompen kring der Stad hunner refidentie, maar zig zeiven moeften voorltellen als Regenten van het geheele Gemeenebest, zoodanig egter, dat zy even zeeker zynde van die waarheid, dat naamentlyk de volmaaktheid van elk geheel , door de volmaaktheid der deelen wierd voortgebragt, van oordeel fchynen geweest te zyn, dat de bevordering der belangens van de Provinciën Kwartieren, Steden, en Perfoonen niet, in concreto befchouwd , moeiten worden uit het oog verboren, in het beraamen van middelen, dewelken zouden moeten itrekken tot bevordering van het belang van het geheele Bondgenootfchap in het gemeen. Zy bezefteden wel, dat hunne confideratien zouden laboreeren aan diverfe defecten zoo eigen aan de Menfchelyke overleggingen, maar zy vermeenden teffens, dat dit bezef hun niet moest affchrikken, om, na hun ligt, aan gemelde Perfoneele Befogne te fuppediteeren zoodanige middelen , als zy oordeelden best gefchikt te zyn ter bevorderinge van de belangens van het Militaire Zeeweezen, uitloopende ter beveilinge van de Commercie , en de confervatie der independente van deeze Staat, en het welk , zy vermeenden , dat voornaamentlyk zoude kunnen worden gevonden in de herfteilinge of introductie van een meer gemeenfchappelyke , gepaste en gereegelde directie van dezelve, ten einde daar door de middelen te Water rigtig zouden worden ingevorderd , de Finantien gefterkt, en de Equipagien op eene eenparige voet ter uitvoer gefteld, Wy hebben , Edele Gr. Mogende Heeren , met het meefte genoegen gezien , dat Heeren Ge-  STAAT EN OORLOG. 35*1 Gedeputeerdens tot de Perfoneele Commisfie , hier vooren gemeld, in hun Rapport op den 28 October 17R9 ter Vergaderinge van Haar Hoog Mogende uitgebragt, deeze gewigtige zaak met hetzelve oog hebben befchouwd, en wy vinden ons gedrongen , hoe zeer wy ook op het een of ander fujet van Hun Edele Mogenden mogen discrepeeren . de waarheid hulde te doen, met aan Haar Edele Mogende te moeten toekennen die lof, dewelke zy, door het zaamenftel van een allerdoorwrogfie Memorie , geproflueert uit eene onvermoeide arbeid , van elk kundig en onbevooroordeeld Regent met regt hebben verworven. Daar wy nu, Edele Groot Mogende HeerenJ aan de eene zyde voor ons hebben het fustinu van gemelde Heeren Gedeputeerdens tot de Perfoneele Commisfie omtrent het werk van de generaale directie, of het middelpunt derzelve, zoo als hetzelve op pag. 29. van het gedrukte Rapport, onder de marginale titul van Compofi~ tie van de Raad ter Admiraliteit, voorkomt; ("want hier omtrent hebben wy het ongeluk alleen met Hun Edele Mogende te verfchillen) en aan de andere kant, het idéé van de Heeren Gecommitteerdens uit de refpective Collegien ter Admiraliteit, op dat fujet zoo als hetzelve onder de Bylaagen fub Litt. D. pag. 19. te vinden is) daar bevinden wy ons in de noodzaakelykheid, om het meerdere nut, de meerdere noodzaakelykheid , mitsgaders de grootere inconvenienten , uit het eene in vergelykinge met het andere, te verwagten, in overweeginge te neemen , en aan U Edele Gr. Mogende eerbiedig onder het oog te brengen. Wy willen niet ontkennen, dat het Plan van Heeren Gedeputeerdens tot het Perfoneel Befoigne tot de introductie van een eenig Departement of Raad ter Admiraliteit, in 's Hage refideerende , zyne merites heeft, en mogelyk , egter niet zeeker, eenige menagie zoude te weeg brengen , maar wy kunnen met ontveinzen onze  35* ZAAKENVAN ze fchroom en huiverigheid , dat mogelyk de voordeden van deeze menagie, zoo dezelve daar door al mogteii worden geëffectueerd, niet zullen kunnen opwegen tegens de inconvenienten, die daar uit zullen voortfpruiten. Daar wy , als Raaden en Minifters van dit Collegie onze vermogens wederom niet zullen beperken tot de bekrompen kring der Steden v;n onze refidentie refpective, daar kunnen wy met ftilzwygen pasfeeren de beoordeeling der weezentlykheid van zoodanige argumenten, dewelken zouden kunnen worden bygebragt,waarom de Collegien ter Admiraliteit haare Zeetels niet zouden behooren te verlaaten, by zoo verre de Provinciaale en Stedelyke belangens daar in worden op het oog gehouden ; wy kunnen ons in deeze onze kwaliteit dispenfeeren , om de kragt te toetfen van het argument, getrokken uit de posfesfie van omtrent twee honderd jaaren. Wy zullen in deeze mede niet beoordeelen de evenreedigheid in de repartitie van zestien Perfoonen of Raaden ter Admiraliteit, by het Rapport voorgeflagen , waar van deeze Provincie vier, en de anderen ieder twee zoude Committeeren , ofte ons inlaaten in een onderzoek, of de equipeerende Provinciën door deeze reparti. tie zouden worden benadeeld, ja dan neen,nog minder zullen wy treeden in een Examen, of het een ydele klank van woorden zoude weezen , wanneer by de eventueele introductie van de geprojecteerde directie deeze of geene Provincie of deeze en geene Stad zig zal beklagen omtrent het gemis van de Collegien ter Admiraliteit uit hunne boezem , waar van zy twee honderd jaaren byna in een ongeinterrumpeerde posfesfie zyn geweest, de beoordeeling van het een en ander zullen wy aan het verligt doorzigt van U Edele Gr. Mogenden eerbiedig overJaalaaten, terwyl 'er mogelyk by vervolg eene geleegentheid zal voorkomen, om ons daar over ver-  STAAT EN OORLOG. 353 verder te elargeeren, voor zoo verre wy in een andere relatie daar toe mogten geroepen worden. Wy zullen dan , Edele Gr. Mogende Heeren, ons alleen bepaalen, om kortelyk onze gedagten te fuppediteeren omtrent de introductie van een directie bepaaldelyk en alleen nuttig ter bevordering van het Militaire Zeewezen, afgezonderd van de telangens van Provinciën en Steden, en remarqueeren daar op. 1. Dat, wel is waar de onzeekertbeid van de uitflag , en de vreeze voor gevolgen , die niet te voorzien zyn, niet altoos moeten ftrekken tot een hinderpaal van voorgenomene verbeeteringen, maar egter, dat het altoos dangereus is , de verbeeteringen te zoeken in een geheel renverfement van eene geëtablisfeerde Conftitutie, en dat het min gevaarlyk is, zoo veel van die Conftitutie, als mogelyk is, te behouden, en de verbeetering te zoeken, in daar iets by, of af te doen. 2. Dat de fchynbaare menagie, dewelke men zig by de introductie van een eenig Departement voorfteld , hoe waarfchynlyk ook, egter niet wel zal te bepaalen zyn , zoo lange de Traktementen , Emolumenten , JouïsfanCes, Gratificatiën &c. voor de Heeren Raaden, Minifters, en verdere Bediendens niet zyn gereguleert, en de Departemeuten van Executie niet zyn gearrangeert; boven en behalven, dat het altoos bedenkelyk blyft, of men niet by de introductie van eene beetere en eenpaarige directie deeze en geene Poincten vau menagie behoorde ter zyde te ftellen, in verwagtinge, dat zy uit de verbeeteringe in de directie zelve ipfo faElo zal gebooren worden. 3. Dat de omllag, dewelke, by de vernietiging der refpective Admiraliteits Collegien , zoude worden o<-ergebragt in een middel- X. deel. Z punt,  3H ZAAKEN VAN punt, en behandeld in een eenig Departement, onzes eragtens, van die natuur zoude zyn , dat een fpoedige afdoeninge van zaaken boven het Menfchelyke vermogen zoude reiken, ten zy dan dat gemelde Collegie wederom in diverfe Departementen moest worden verdeeld, en dus daar door eene vermeerdering van Leden noodzaakelyk worden. 4. Dat de voorzorg onzer Voorouderen reeds geweest zynde , om de Marine van de Staat tot Zetel te geeven die Plaatfen, alwaar de Handel het meest was bloeyen. de, deeze Plaatfen, hoewel zommigen daar onder minder bloeyen, actueel het bestegeichikt zyn, om de zaaken, het Zeeweezen betreffende , te behandelen , terwyl de introdLftie van een eenig Departement in 's Hage , natuurlyk zoude moeten laboreeren aan defecten, fpruitende uit de verdere af. gelegendheid derzelve van de Commercieele voorwerpen en benodigheden , dewelke thans onmiddelyk zyn onder het bereik van die Collegien , dewelke in de refpective Provinciën en Steden zyn geëtabiisfeert. 5. Dat door de affchafiinge der refpective Admiraliteits Collegien wel veelen Raads. plaatfen mogelyk zouden worden afgefchafr, maar daar en tegen, ten einde de directie niet te doen fluctueeren, in derzelver plaatfen wederom andere Perfoonen zouden behooren te worden aangeftefd, aan wien de executie van zaaken, thans aan de Equipeerende Collegien gedem.andeert , zoude moeten worden toevertrouwd , en dus daar door eerder en meerder geëffectueert een verandering in Tituls , dan in het aantal van werkende Perfoonen in de executie , terwyl wy gaarn aan het oordeel van ü Edele Groot Mogende willen overlaaten , te bepaalen, of een directie, aan Bedienden!  STAAT EN OORLOG. 355 dens en Suppooden gedemandeerd, in een betere order zoude worden behandeld, dan wanneer dezelven blyve geaffecteert aan de Regeerings Leden , door Haar Hoog Mogende daar toe gecommitteert. 6. En eindelyk, dat boe zeer de inrigting van het Collegie van den Raad van Staate allezints loffelyk en in de beste order is ingefteld , egter de bedryven der Admiraliteiten daar van zoo verre devieeren, dat in oneindig veele omRandigheden , na'onze oordeel , dezelven op een zoortgelyke wyze geenzints kunnen worden behandeld, of (wy zonderen daar van uit de Eed) na dat rigtfnoer afgemeeten , en deeze omRandigheden zyn ook niet geëchappeert aan de attentie van de Perfooneele Commisfie, ten minden niet van die Leder , aan wien de locale fkuatie der Equipeerende Departementen , geduurige afwisfelingen van de Equipagien , met de aankleeven van dien, en andere bunne bedryven meer van naby bekend waren , gelyk uit hunne Memorie rag. 29 kan blyken. , Wy bunnen dus, Edele Groot Mogende Heeren , niet ontveinzen, dat wy het Plan door de Heeren Gecommitteerdens uit de refperftive Collegien ter Admiraliteit deezer Lande in den jaare 1786 aan de Perfooneele Commisfie voorgefteld , en onder de Bylaagen van het Rapport fub L'tt. D. te vinden ,• (het zy met allen verfchuldigde decentie en agtinge voor de gemanifesteerde kunde en onvermoeide vlyt van de Perfooneele Commisfie gezegd) by preferentie zouden adopteeren ter introductie van een betere en eenpaariger beftier van het Militaire Zeeweezen , egter met zoodanige veranderingen, als uit vergelyking van hetzelve met de ingrediënten van het Rapport noodzakelyk zouden behooren voort te vloeyen. Niet, Edele Groot Mogende Heeren, om dat Z a wy  3J6 ZAAKEN VAN wy de vrugten, op onze eigene Akker geteelt, altoos de fmaakelykfte vinden, maar om datwy in dat laatstgemelde Plan , (trekkende tot de'bepaaling van een generaale directie van de Zeezaaken , concentrerende in de befognes , (dan wy zouden prefereeren dezelven een Vergadering te noemen) in »s Hage te befchryven, hebbende aan het hoofd den Heer Admiraal Generaal , en eenigermaaten gearrangeert na het Idéé van de Perfooneele Commisfie , de meefte firn. pliciteit, de meefte overeenkomst met de primitive Inftitutie van de Admiraliteits Collegien, en het minfte gevaar voor een totaal renverfement van de oude Conftitutie ontwaar worden, vinden wy ons gedrongen, om aan hetzelve de preferentie te geeven , terwyl wy eerbiedig vertrouwen , dat daar door op dezelfde wyze, als in het Plan van de Perfoneele Commisfie word gebuteert, zoude worden geëffectueert, behal* ven een aantal bedoelde verbeteringen, een eenparigheid van bellier, en uit deeze eenparigheid een bezuininge van 's Lands penningen, een bezuininge, Edele Groot Mogende Heeren, dewelke wy eerbiedig vertrouwen , dat daar in meer moet worden gezogt , by zoo verre het ten gevolge moet hebben een harmonieufe Correspondentie , onderling overleg, en wederkeerige adfiftentie van de Collegien ter Admiraliteit, dan in de vermindering van eenige Raaden en Minifters, ofte derzelver befognes. Veele zwarigheden , Edele Groot Mogende Heeren, door de Perfoneele Commisfie daar tegen ingebragt, zouden, na onze oordeel, kunnen worden weggenomen, door een vergelyking met het bellier van de generaale Oost- en Westindifche Cornpagnien hier te Lande, dewelken, even als de Admiraliteits Collegien, wel verdeeld zyn in diverfe Departementen, eiog welkers bedryven en behandelingen van zaaken te zaamen loopen in het middelpunt der refpective Vergaderingen van Zeventienen en 'iienen,zonder  STAAT EN OORLOG. 357 der egter een ander Kamer uit te maaken, terwyl nogthans door de afwisfelinge der Leden, die Vergaderingen van tyd tot tyd aan waarneemende , de draad van het bellier niet afgebroken , of deeze Vergaderingen door de veelvuldige beezigheden permanent worden , veel minder de abfentie van deeze en geene Leden, uit de refpective Kameren derwaards gecommitteert , aan het bellier eenig aanmerkelyke na. deel fchynt toe te brengen , of hunne bedry ve en fuperintendentie van Haar Hoog Mogende te na komt. Wy vertrouwen, Edele Groot Mogende Heeren , dat door een attente confrontatie van beiden Plans , eene gevoeglyke coalitie van dezelven , en een convenable vergelyking tusfchen bovengemelde direclien van de Oost- en WesfIndifche Cornpagnien, en die van de Admiraliteits Collegien, andere zwarigheden zouden kunnen uit de weg geruimt, en het oogmerk van een betere en eenparige directie bereikt worden, wy zouden op deeze en geene reflexien, advifen en voorflagen van de Perfoonele Commisfie onze confideratien verders kunnen fuppediteeren, dan het komt ons, onder eerbiedige correctie , voor, dat eerst het hoofdpunt zal moeten weezen gedecideert, namentlyk , of één eenig Departement of Raad ter Admiraliteit, met de affchaffinge van alle de jegenswoordige Admiraliteits Collegien, in 's Hage zal worden ingerigt ; dan of de Admiraliteits Collegien zeiven op een betere voet van directie zullen worden herfteld, door de introductie van een algemeen bellier van en omtrent dezelven , en tot een zeeker middelpunt van een generaale gezaamentlyke adminiltratie der Zeezaaken gebragt , na zoodanige pointen van order , van eenpaarigheid van bellier, van bezuininge van'sLands penningen, en middelen van mesnagie, als nader zullen kunnen en behooren te worden gearreüeert, waar toe wy wenfchen, dat de Hemel Z 3 zi'n  358 ZAAKEN VAN STAAT EN OORLOG. zyn Zegen geeve, zoo ten beste van deeze Republiek , als van het Militaire Zeeweezen van deezen Staat. Waar meede wy Uw Edele Groot Mogende in de befcberminge van God Almagtig aanbeveelen, en blyven. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN ! (Oader ftond) U Edele Groot Mogende Ënkhuizen, Gedienst willigen, den 4 May 1790. De Hollandfche Raaden en Minifters in het Collegie ter Admiraliteit in Westvriesland en hetNoorderquartier, en uit dezelven. (Was get.) D. ROOLEEUW l'ëPIE. JAN PAN. J. BERCKHOUT. H. V. STRAALEN. D- E. V. LOOSEN. J. VAN DfcR RAMHORST. C. VAN ALSEM VAN L1NGEN.