Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG, betreffende de VEREENIGDE NEDERLANDEN; zedert het begin van het jaar MDCCLXXX. ELFDE DEEL. te AMSTERDAM, by JOHANNES ALLARt m d c c x c.   L Y S T van alle de stukken, welke in dit elfde deel geplaatst 2 V n. XVI. Aantekening van Holland tegen de Refolutie van Hun Hoog Mogende de Skaten Generaal , omtrent de overgave van den Vaandrig de witte aan den Hove Provinciaal. In dato 10 January 1783 bl I XVII. Plakaat van de Ed. Gr. Mog. H-eren Staaten van Holland en Westfiksland, betreffende het Gefchrift, getyteld Brief over de waars Oorzaak van V Lands Ongeval. In dato 10 January 1783. . bl.' 6 XVIII. Dank-adres van ruim tweehonderd Burgers en Ingezeetenen van Ootmarfum aan hunne Gecommitteerden , voor derzelver zorge in het handhaaven van de Regten en Privilegiën der Stad. In dato 11 January 1733. . • • bl. 9 XIX. Missive van de Burgers van Deventer aan Preüientcn en Vice-Prefidenten van de Gilden der Stad Zwolle, over gemeenfchappa* lyke werkzaamheid in het herftellen van Regten en Vryheden. In dato 11 January 1783. • . • • bl. 11 XX. Antwoord van den Koning van Pruisfen aan de Staaten van Holland en Westfriesland, op derzelver Klagten over de.handelwyze der Kleeffche Regeeringe, omtrent Hollandiche Vlugtelingen, welke deel gehad hadden in de Haagfche beweegingen. Iudato 13 January 1783. . bl. 13 * XXI»  n LYST dek STOKKEN. XXI. Dank-adrës van de Burgery van Enfchede, aan Burgermeefters en Gemeenslieden voor derzelver poogingen ter herftellinee van Regten en Vryheden. In dato 14 January 1783. . . bl. i< XXII. Extract-resolutie van de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, omtrent de genomene en opgebragte Engelfche Paquetboot de Dolphyn. üitgebragt ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende, in dato 15 January 1783. . . bl 17 XXIII. Propositie van de Afgevaardigden 'van Hun Ed. Gr. Mogende ter Vergaderinge ■ van de Staaten Generaal, omtrent het zenden van eenen Gezant naar Noord-Ameriyv-Tir C^ In dat" ?7 January 1783. bl. 18 XXLV. Tweede Brief der gezworene Gemeensluiden van Arnhem, aan de Magiltraat aldaar: over de inbreuken op Stads Regten en Privilegiën, en herftel van dezelve. In WTr St0 17 Januai'y • bl. 20 XXV. Memorie van den Pmisfifchen Gekant by Hun Hoog Mogende de Staaten Generaal, betreffende den Prins Erfitadhouder. la dato 20 January 1783. . bl. 61 XXVI. Extract-missive van de Heeren Staaten van Friesland over de Zwaarigbeden, welke 'er zouden refideeren om Friesland in deszelfs Quota te verligten, en dat dezelve eenige Heeren hadden benoemd , om met Zyne Hoogheid en den Raad van Staart desweegen in Conferentie te treeden. Ingebragt tet Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden, in dato si January 1783. bl. 64 XX.V1I. Declaratie van de Staaten van Frieslao*ter Vergaderinge van de Staaten Generaal ,  LYST der STUKKEN. iiï raai, waar by dezelve het gehandelde in de Zaak van den Vaandrig de witte verklaaren voor onwettig, nietig en van geener waarde. In dato 21 January 1783. bl. 66 XXVIII. Püblikatie van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland tegen den bemgten Brief over de waare oorzaak van *j Lands Ongeval. In dato 21 January 1783. bl 68 XXIX. Rondgaande Brief der Regeeringe van de Stad Dokkum aan de Zeven Steden , welke in haa're Refolutie bewilligd hebben; dienende ter uitnodiginge tot het houden van eene algemecne zarnenkomst, ter nadere raadpleeginge. In dato 23 January 1783- • . bl. 69 XXX. Resolutie van Hun Hoog Mogende, op de Propofitie van den Prinfe Erfftadhouder, om eenige Perfoonen te Committeeren--. tot het infpe&eeren van het Dok van Vlisfingen, als mede tot het vinden van eene plaats by of omtrent Texel, om de Schepen, die befchadigd uit Zee koomen , tc kunnen doen repareeivn. In dato 23 January 1783.* . . bl. 71 XXXI. Acte van QuaHficatie op Gildebrorders en Burgers der Stad Zwol n ter bezorginge van de algeraeene belangen. In dato 25 January 1783. . . bl. 73 XXXII. Memorie van Conficieratien op de Misfive en Memorie van Zyne Doorlugtigfte Hoogheid den Heere Prince Eifftadhouder, raakencle het ftuk van de Militaire Jurisdictie , door Heeren Gedeputeerden der Stad Amiïerdarn, by geleegenheid der initantie van Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, tot het houden van het gede* 2 eer-  LYST der. STUKKEN.. cerneerde Befogne over de gemelde Militaire Jurisdi&ie , mitsgaders op het verzoek van de Leeden van Hun Edele Groot Blog. Vergadering, aan dezelve gecommuniceert, om te dienen voor het advys, door gemelde Heeren Gedeputeerden, als Conüliani Principis in het Befogne door Hun Edele Groot Mogende op den 15 May 1772. en 27 December 1782, gedecerneert, uit re brengen. Ingelevert ter Vergaderinge van Hun Edele Groot Mogende, de Heeren Staaten van Holland en VVestfries- Ywiir d m dat° 28 January bl. 76 AAAlll. Resolutie van Burgemeefteren en Rekenmeefteren van Nymegen ; inhoudende eene Afkeuring van het Befluit van Gemeensheden dier Stad tot het houden van lVJaandelykfche Vergaderingen. Ia dato 20 January 1785. kt r^ WYI\; r> * • • bl ioo AAAiV. Pi.akaat van Hun Ed. Gr. Mog. de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland wegens den Honderditen e i den Pweehonderdfien Penning. In dato 29 January 1783. . . hL XXXV. Resolutie van de Heeren Staaten Generaal, om, niettegenftaande de aangeboodene itilftand van Wapenen met En'eland de toebereidzelen en Armarures ter Zeê met allen vlyt zullen worden voorlezer. YYYVi" »tU S° JanUaryJ7**' ' bl' m XXXVI. Resolutie van de Staaten Generaal tot het aanfteJlen van een bevoegd perfoon als Gezant by de Vereenigde Staaten van JNoord-Amenka. In dato 31 January 1783. • . . ib XXXVII.  LYST der S TUKKEN. v XXXVII. Nadere Verklaaring van de Afgevaardigden der Stad Amrterdam. ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende de Staaten van Holland en Westfiiedand, wegens een Committé of Raad, den Prmfe Erfftadhouder toe te voegen. Ingeleverd in dato . ;. January 1783. . . . bl. 201 XXXVIII. Voorstel van een Lid der Gezwoorene Gemeente te Arnhem, raakende.de herftelling van Stads R.egten en Privilegiën. Gedaan in dato 3 February 1783. bj/205 XXXIX. Antwoord van Gecommitteerden uit de Burgery der Stad Zwolle, a;in die van Deventer. In dato 5 February 1783 bl. 207 XL. Rapport en Refolutie van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, op de Memorie van het Ooftenryksch Gouvernement, raakende het demolieeren der Fortificatie Werken van de Barrière Steden. In dato 6 February 1783. . . bl. 209 XLI. Dankbetuiging van Burgers en Ingezeetenen van Bardenberg aan hunne Regenten, voor derzelver poogingen tot fïerftel van Stedclyke Regten en Vryheden. In dato 7 February 1783. bl. 225 XLII. Provisioneel Rapport van Gecommitteerden van de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland tot de perfoneele Commisfie by zyne Hoogheid als Admiraal Generaal, betreffende de Expeditie naar Brest. Uitgebragt ter Vergaderinge van Hun Edele Groot Mogende, in dato 7 February 1783. . . bl. 227 XLIIL Resolutie van Hun Ed. Gr. Mogende de Heeren Staaten van Holland en VVest* 3 frJö;-  vt LYST der STUKK E N. friesland , omtrent het onderzoek der redenen en oorzaaken van het niet uitvo -ren van de bevelen Hunner Hoor Zogenden tot het verzenden van tien Üorlogfcheoen vr „rn« St* In dat° 7 Febrilary I?33" bl. 2q5 XL1V. Request van de Regeering der Stad Dokkum, aan de Heeren Staaten van Friesland , over de bekragtiging van den 2emaakten Rooster der Ambulatoire Amptèn. In dato 8 February 1783. bl. 2"8* XLV. Request van een aantal van rui-n zeshohderd Utreehtiche Burgers, aan de Burgemeefteren en Vroedfchap hunner Stad over de oprigting van eene geregelde Schutterye. Hebbende tot Bylage eenige Pointen, daartoe ontworpen. In dato 10 February 1783. . . bj XLVI. Authorisatie van Hun Hoog Moaencle op de Admiraliteit in Zeeland, om de'Brievan, gevonden in eëne genomene en opgebragte Engelfehe Paquetboot, ongeopend aan derzelver Adresfen te bezomm. In dato 10 February 1763. . ° b!# 2 6 XLVII. Request van de Regeering der S-ai Ber~ gen op den Zoom aan de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , over het m hegtemsfe neemen van zekeren pé&n geen Krygsman zynde, door de Krygsbe! zetting dier Stad; nevens deRefolutie, bv Hun Hoog Mogende daar op genomen. In dato 11 February 1783. . bl. od7 XLVIII. Adres van Gemeenslieden van Nme«'èn aan den Raad dier Stad; inhoudende een Betoog van derzelver Regten en Vryheden. In dato 12 February 1783. bl. 254 XLIX.  LYST der STUKKEN. vu XLIX. Memorie van Confideratien over de Vordering van Engeland, door Heeren Bewindhebberen van de O. I. Maatfchappy ter Kamer Amftcrdam, overgegeeven aan H. H. Mog . In dato 12 February 1783. bl. 2.66 L. Publicatie van H. H. Mog. de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; behelzende verbod van het pleegsn van Vyandlykbeden omtrent de Onderdaanen van Zyne Groot - Brittannifche Majefteir. In dato 14 February 1783. bl. 278 LI. Request van het Bakkers en Brouwers Gild der Stad Arnhem aan dë Gezwoorene Gemeente, dienende ter aanmoediginge van dezelve om te volharden in de aangevangene Maatregelen tot herftel van Privilegiën. In dato 14. February 1783. bl. 280 LIL Request van Burgers en Ingezeetenen van Zwolle aan de Regeeringe der Stad. In dato 15 February 1783. bl. 282 LUI. Dank-adres en Request van de BurgerGekommitteerden van Zwolle, aan de Gezwoorene Gemeente hunner Stad, betreffende de Recommandatien. In dato 16 February 1783. . b!. 294 LIV. Adres der Zwolfche Burgerye aan Jr. a. w. van pallandt tot Zuithem, Landdrost van Ysielmuiden. In dato 16 February ^M- • bl. 297 LV. Request van de Volmagten der drie disfentieerende Friefche Steden, om vernietiging van den ontworpen Roosrer. In dato February 1783. . bl. 299 LVI- Contra-protest van de Volmagten der Stad Dokkum, tegen het Protest der drie Ste.tea. In dato iC February 1783 b!. 301 LVII.  vin LYST der STUKKEN LVII. Request van Burgers en Ingezeetenen van Deventer aan de Gezvvoorene Gemeente, om onderfteuning van derzelver Adres aan de Regeeringe der Stad ; nevens de Refolutie daar op gevallen. In dato 18 February 1783. . . bl. 312 LVIIl. Missive van Commisfarisfen van 's Lands Posteryen over den ftaat der Zaaken van de Engelfche Paquetboot de Dolphyn , door een Zeeuwfchen Kaper opgebragt; nevens eenige Stukken, daar toe betrekkelyk. Ingebragt ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende, in dato 20 February 1783. bl. 314 LIX. Missive van Keurmeefteren der Stad Steenwyk aan den Prinfe Erfltadhouder; inhoudende redenen van bezwaar van het niet opvolgen der Recommandatien van Zyne Hoogheid by de Magiftraatsverkiezing. In dato 22 February 1783. . . bl. 322 Advls der Hollandfche Admiraliteits Gecommitteerdens en Ministers te Amfterdam, op het Hoofupoint van het Rapport over de defenfie der Republicq, relatif de Zaaken en Oorlog, te Water. Ingebragt ter Vergadering van .Hun Ed. Gr. Mog. In dato 26 November 1790. . bl. 327 Extract uit de Reiblutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, om ter Generaliteit Hoogstderzelver bereidwilligheid te betoonen', om op het beltier der Zaaken van de Zee, het advis van Zyne Hoogheid als Admiraal Generaal in te neemen , en daar na tot afkomst meede te werken. In Hun Ed. Groot Mog. Vergadering genomen. In dato 10 December 1790. -■ . . bl. 351 ZAA.  ZAAKEN VAN STAAT en OORLOG. MDCCLXXXIH. XVI. Aantekening van Holland tegen de Refolutie van Hun Hoog Mogende de Staaten Generaal .omtrent de overga* ve van den Vaandrig de witte aan den Have Provinciaal, In dato 10 January 1703. •p\e Raadpenfionaris heeft aan Hun Edele Groot Mog. L^/ geëxhibeert de concept nader Aameeken door hem, 'ingevolge Hun Edele Grou Mo?. Refoiutie van gisteren op de Refolurie den 24. December laatstleeden ter Generaliteit op de Propofitie van Zyn Hoogheid genomen over de judicature van den Vaandrig de I-Vitte, aeprojeftec-t, welke concept nader Aantekening hier na volgt geinfereert. De Floeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en West-Friesland hebben , ingevolge het Protest en referve van nadere Aanteekening tegens Hun Hoog Mog. Refoiu-ie van den 24 December des afgelope-i Jaars 1782, rakende de zaak van den Vaandrig de Witte , alsnu, uit naam en op expresfe last van de Heeren Staaten hunne Principalen, in de Registers gedaan aantekenen : — Dat, gelyk de bovengemelde Re- lblutie omtrent zoodanig een onderwerp verfeert, waar ii de hoogheid en de gewig'igfte belangens van een fiuverain Lid van het Bondgenoodfchap op het ft 'rk» fte geconcerneerc zyn , Hun Edele Groot Mog. dan XL DiïEL. A ook  2 ja. ZAAKEN VAN 1783. ook niet zonder de uiterfte furprife en bevreemding hadden moeten ontwaar werden de wnJh ;lZ r g en alleszins onbeftaanbaare wyze .o^e^T ring» meerderheid der Heeren Gedeputeerden van gde verdere Provinden ter Generaliteit , onaangez™de overneeming , en het uitdrukkelyk Protescdw Oed7 gen , om, by overyhng, en met alle precipitance te convole ren tot een pratens befluit, waar by aan het Sou yerain gezag van d;e Provincie êene gevoeZ atteime* s gegeeven, tervvyl de daarby aan Zyne HoïhÏÏ™ leende authonT.tie en permisfie zifu tftX8 tot LT ken, welke behoudens de gronden van de P ovïnciSle S.uveraimteit aan elk Lid van het hooge Bondgenoot fchap mdisputabel competeerende, tot het departemem van Hun Hoog Mog. Vergadering in geeLn Ee zVn behoorende, eH daaraan, „immer, wettiglykS hadden kunnen worden. _ Dat hei- im n J T onwrikbaare regels vanhrtStl^tó Republiek voMrekt zeeker is , dat het reet van Sf mre en ftrafoefening over zoodanig^ATwïta de hoogheid, zoo wel, a!s de weezendlyke beTa„«S van eene fouveraine Provincie geraakt zyn, eenevoor gaarne rang onder het getal van alle zoodang™ten bekleed , als aan de fouverainiteit onaflcheidelvk vSl genegt, etf, origineelyk in den boezem der zeven fou vcraine Staaten h d ^ yer£/ » ; laaie Unie rustenen dezelve geene de minfte vermin" denng nog verkorting hebben ondergaan, maar a™ onveranderlyk , onverdeelt en onvermengt m hun vol! komen geheel en m hunnen volleedige ümd zyS gebS vun. —~- Zoo als het voorts niet minder zeker en onbetw.s.baar is, dat de misdaad van hoogverraad waar over de bovengemelde Vaandrig de W,ïZ Toor de hoope Krygsraad is betrokken, to het Clasfis van die delicten resfbneert, Waar van de cognideen iudï STkFJSZ Hldere R5gt"S ^'^koaft, of ov rge «en keverden, dan aan de zoodanigen, die de I'uc fatie adminittreeren uit den naam en van vveeens da Staaten van die Provincie of Provinciën, vvief Eoog! heid en ibuveraiuiteic do.r de gepke.de'misdaad 2ygn ge-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 3. gelsedeert en gefchonden , en die aan de gehoorzaamheid van dezelve Staaten , en aan hun alleen onderworpen , door hun oppergezag , en de daar uit voortvloeiende gepaste voorzieningen , tot een rigdg onderr zoek van zaaken verpügt en gehouden kunnen werden: ■ Dat op de voorfz. onwraakbaare maximes gegrond is het regt, waar van Hun Ed. Groot Mog. tot ftaaving der competentie van hun Provinciaal Hof van Justitie in de zaak van den meergemèlden de Witte, gebruik hebben gemaakt, welk regt zy (leeds gehandhaaf: , nimmer geabdiceert, nog ten behoeve van een hooge Krygsraad, of eenig ander Collegie, van wegens de Generaliteit regt doende, gecedeert ofafgeftaanhebben ; terwyl Hun Edele Groot Mog. dat zelfde regt, in gelyke gevallen, aan hunne mede Bondgenoten volkomentlyk toekennende , zig nier weinig moeten beklagen daar over, dat, hangende derzelver deliberauetï over deeze zaak, en op het prseofe tydftip, dat daar in een finaal befluit'Honden te neemen, de pluraliteit der Gedeputeerdens van de overige Provinciën ter Generaliteit, by de voorfz. praïtenfe Refolutien zig heefs laten overhalen tot een middel, met geen ander oogmerk uitgedagt, en tot geen ander einde ingerigt, dart om , zoo veel doenlyk, dat geene te efFecluëeren , waar door de loop van die deliberaiien geiluit, dezelve geheel elufoir gemaakt, en Hun Ed. Gr. Mog. in het dadelyk maintien en de volle uitoeffening van hunne Provinciaale en Territoriaale regten gerurbeert en verhindert konden worden. Dat men voorwaar zig merkelyk zoude bedriegen , en gansch abufive denkbeelden vormen, wanneer men deeze zaak op de eenvoudige voet, en in de bloote termen van een tonfiiEt JurisdiBie befchouwende, dezelve van dien aart zoude willen aanmerken, als alle1 zoodanige verfchillen, welke , onder beneficie van de zoogenaamde faiutaire en in de uiterfte klank vleyende, dog in de daad, altoos, aan die zyde, daar men het gegrondl'te regt voor zig heefc, praejudicieerende claufulen van ongepraejudieert ieders regt, en zonder confequentie voor het vervolg , doorgaans , niet onvoeglyk, getermineert en uit den weg geruimt kunnen A 2 wer-  4 jan. ZAAKEN VAN 1783. werden; neen maar, dat het zyn de regten van de Provinciaale fouverainiieit , die regten vervolgens , voor welker ongefchonde bewaaring en handhaving de Heeren Gedeputeerdens van de refpedive. Provinciën ter Vergadering van Hun Hoog Mog. aan hunne hooge Committenten responfabel werden gehouden, dewelke in deeze zaak op het gevoeligfte zyn getroffen: — Dac men zig, al verder, niet genoeg kan verwonderen over de doorftralende irregularireit van eene concUifie, waar van men te regt mag zeggen, dat het requifiet van eene geto?gzaame meerderheid ontbreekt, en welke, zelfs uit. dien hoofde, aan notoire nulliteit is laboreerende; nadien, het Point van deliberatie door vier Provinciën overgenoornen zynde, met geen mogelykheid eene conclufie had kunnen vallen,indien twee van die overneemende Provinciën , op eene vreemde en allerzelzaamfle wyze , hunne overneeming niet hadden doen gepaart gaan met een declaratoir, waar by verklaard hebben , zig onbevoegt te agten, om zig aan de overgave van den gedetineerden Vaaediig de Witte , behoudens de hoogheid en regten der Provinciën, te opponeeren of tegen te houden : — Dat op die wyz« te voorfchyn is gekomen een befluit, het welk, fchoon door de gerefereerde referves, met betrekking tot de hoog. heid en regten der Piovincien omzwagtelt, egter veel te duidelyk hot erróneus en met de gronden van de Regceriug onbegaanbaar begrip aan den dag brengt , als of het regt van judicature, byzonder in materie van Landverraad, en overzulks een regt in den boezem der byzondere Staaten van elk Gewest opgefloten , en op geenerlei wyze by de Unie gemeen gemaakt, immer of ooit, tegens over een Generaliteits Regtbank, onder den naam van hooge Krygsraad, of onder eenige andere dcnominade , op het fouverain Territoir der door de misdaad beledigde Provincie, van wegens de Generaliteit fungeerende , in de minfte twyffeling getrokken konde werden,en daar u't verichillen omftïian konden . welke aan de dispofitie en het goedvinden van de Vergadering van Hun Hoog Mog. gefubjeeïeert, en by dezelve gediscutieert en btflist moeten worden: — üat Hun Edele Gr. iViog. overtuigt van de hooge-  jam. STAAT EN OORLOG. 1783. j ge noodzaakelykheid , dat zoo een wanbegrip , waar van de gevolgen ten nadele en tot deririment der hoo< ge regten van de Provinciaale Souverainireit niet genoeg geapp-ehendeert konnen werden , op het efficacieufte werde tegengegaan en gefluit, overzulks ver. meend hebban in de bovengemelde pretenfë Refolutie niet te konnen nog re mogen berusten, maar ziü; indispenfabel verpügt hebben gevonden , om by deeze nadere Aantekening hunne gevoeligheid deswegens ten kragu'gfle te doen blyken, zig tevens vleyende, dat de Bondgenoten, wel ;verre van de cpnduites der Heeren Gedeputeerden , die toe de voorfz. Refolutie hebben geconcurreert, te approbeeren, hun ongenoegen ter d er zaake zullen te kern.en geven, en voorts aan Hun Edele Groot Mog. niet zullen onthouden die fatisfactie wegens het gepasfeerde, en die gerustftellirig voor het toekomende , dewelke van derzelver doorz'igt en volftandige aankleving aan de gronden van het Bondge» nootfehap met zoo veel regt en billykheid verwagt mogen worden 3 terwyl Hun Edele Gr. Mog. vpor de Bondgenoten niet kunnen verbergen, dat, in allen gevalle , en op welke wyze diergelyke befluiten ter Generaliteit in het vervolg genomen zouden mogen worden , dewelke Hun Edele Gr. Mog. o irdeelen met hunne Souveraine Territoriaale Regten onbeflaanbaar te zyn, Hoogstdezelve zig verphgt zouden vinden,de-, zelve niet alleenlyk niet te tefpetteeren, maar de ui> voeringe van dien, des nno.is, efficacicufelyk regen ts gaan. — Gelyk Hun Ed. Gr Mog. door de voorfz. informeele Refolutie zig geenzins hebben Jaten weerhouden, om zoodanige Ivefolutie, in de zaak van den Vaandrig de Witte , te neemen; misgaders aanfehryvinge aan het Hof van Holland , Zeeland en Westfriesland te doen , als of de zoo evengemelde Refolutie nimmer genomen was. Waarop gedelibereerl zynde , hebben Hun Edele Groot Mog. den Raadpenfionaris voor zyne genoome moeite in deeze bedankt ; en is voorts goedgevonden en verllaan, de voorfz. geprojecteerde naiere Aafltèe» kening by deeze te approbeeren en te arresteeren , en dat dezelve hoe eerder zoo beeter ter Generaliteit zal werden ingebragt. A 3 De  6 jan. ZAAKEN VAN 17&3. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben verklaart in de voorfz Refolutie niet te confenteeren, maar te periisteeren by hun Advis daar omtrent bevorens ingebragt. Accordeert met de voorfz. Refoiutien. XVII. Vlakaat van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, betreffende het Gefchr'ift, getyteld Brief over de waare Oorzaak van 's Lands Ongeval. In dato 10 January. 1783. T~\& Staaten van Holland en Westfriesland , allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen , falut : doen te weeten: Nademaal Wy met de hoogde verontwaardiging in ervaaringe zyn gekomen, dat onlangs binnen onze Provincie is gedebiteert en verfpreid zeeker lasterlyk, oproerig en verfoeijelyk Libel , geïntituleert Brief over de waare oorzaak van 's Lands ongeval, gevonden tv.sfchen Utrecht en Amersfoort , wan- in de hooge Regeering deezer Landen , Zyne Doorluchtige Hoogheid , den Heere Prince Erfftadhouder, mitsgaders fkare Koninglyke Hoogheid, Hoogstdeszelfs Geinalinne, op eene fcbandaleufe wyze werden gelasten, en de goede Gemeente tot oproer en ieditinufe beweegin^en r.angezet; en Wy met geen nrnder ongenoegen en indicatie ontwaar werden,dot, niettegenstaande door ons by verfcheide herhaalde P'lacnaren en Ordonnantiën tegens alle Pasquillen , en an. dere ergerlyke en caluïfriièüfè Gefchrifcen, op het kragr Jigtte is voorzien, des onaangezien, de hooggaande licentie in het drukken en disfemineeren van Gefchiïften , met een finisterlyk , en alleszints ftrafbaar oógmerk ingeritt, om de goede Ingezeetenen van de verschuldigde gehoorzaamheid aan ons, als hunne wettige Overheid , af te trekken , in weerwil en raet yilipen- die  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 7 die der voorfz. Onze Placaaten en Ordonnantiën , dagelyks toeneemt en tot den hoogden top is gereezen. Zoo is 't, dat Wy, wel uitdrukkelyk inhajreerende, en by deeze voor gerenoveert houdende onze vorigï Placaaten tegens de 'Pasquillen en andere fimeufe , ergerlyke en feditieufe Gefchrif'ten , van tyd tot tyd geëmaneert, en in het byzonder onze Renovatie van den 38 January 1691 , en ons Placaat van 7 Maart 1754, dewelke Wy begeeren , dat (tand zullen moeten houden , en dopr onze Procureur- Generaal en alle andere Officieren van onze Landen rigoureufelyk , en zonder eenige dislimulatie of conniventie geëxecuteert moeten werden, als nu, voorts, by nadere voorziening tegens het opgemelde Gefchrift, hebben goedgevonden , om ter ontdekking van den Autheur of Autheurs van bet voorfz. oproerig en lasterlyk Libel, geïntituleert Brief over de waare oorzaak van 's Lands ongeval, gevonden tusfchen Utrecht en Amersfoort, en derzelver Complicen , te. belooven een Pramie van een duizend gouden Ryders aan die geene, die zal aanwyzen, zoo dat dezelve in handen van de Juditie geraaken s en van het fait zal werden overtuigt , den Maaker , Schryver of Drukker van het voorfz» Libel., of andere , die daar meede eenigzints zullen zyn gemoeit geweest ; en by aldien. de voorfz. Ontdekker of Aanbrenger zoude mogen weezen meedepligtig , verklaaren wy al het gunt hy daar meede tegen de hooge Overheid heelt misdaan , aan hem nu voor alsdan te pardonneeran , en dat hy daarenboven de voorfz. Prjemie zal genieten, en deszelfs naam niet gemeld , maar fecreet gehouden worden. Verbiedende, en interdiceerende wyders wel erhdig by_ deeze een iegelyk van wat (laat, qualiteit, en conditie dezelve ook zoude mogen weezen, het voorfz. Libel op eenigerly wyze na te drukken, uit te geeven, te disfemineeren, of te verfpreiden, op de verbeurte van het zelve en op een boete van zes duizend guldens , op poene ten minden van bannisfement voor altoos uit de Provincie van Holland en Westfriesland; welke boete voor een derdedeel zal komen ten profyte van den Officier, die de calange zal doen, het tvveeA 4 de  S jan. ZAAKEN VAN 1783. de derdedeel ten behoeve van den Aanbrenger, en het resteerende derdedeel ten behoeve van de Armen, daar de calange zal worden gedaan. En vermits eenigc Perfoonen om haare onbetamelyke handelingen fecreet te houden , zouden kunnen pretexeeren, dat het voorfz. Libel aan haar onder een bloot Couvert is toegezonden , zonder te konnen zeggen , door wie of van wat Plaatfe, gelasten en beveelen'wy, dat alle Boekdrukkers, Boekverkopers, en voons alle en een iegelyk , aan welke het bovengemelde oproerig en lasterlyk Libel , geïntituléert Brief over de waare oorzaak van 't Lands ongeval, gevonden tusfchen Utrecht en Amersfoort, gezonden mogte worden, het zy om te verkoopeu, vereeren , distribueeren, leenen of leezen, gehouden zullen wezen, hetzelve aanftonds te brengen en over te leveren aan den Officier of Magiftraat ter p'aatfe van hunne refidentie , of daar zy hetzelve zulkn ontfangen, op poene, dat zy voor de Disfeminateurs cn Veifpreiders van hetzelve gehouden, en als zoonanigen in voegen voorfz. gettraft zullen worden. Ordonneerende wel expresfelyk Onzen Procureur. Generaal en alle andere Officieren, dit Ons tegenwoordig Placaat ilriiïïelyk en precifelyk te executeeren na deszelfs forme en inhoude , zonder esnige dislinulatie of conniventie, op pcene van privatie van haariieder Officie. En op da*- niemand bier van ignorantie praetendeere, nemaar weeten mooge, waar na hem deezen aangaande zd hebben re reguleeren , zoo begeeren wy, dat dee. ze aloffitna zal werden gepubbceert en geaffigeert, daar het behoord, en te gefchieden gebruikelyk Is. Gedaan in den Hage onder het klein Zeegel van den Lande den 10 January 1783. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Staaten. (Was get.) C. CLOTTBRI500KE. XVlll.  jan. STAAT EN OORLOG. 1:83. 9 XVIII. Dank-Adres van ruim tweehonderd Burgers en lngezeetenen van Ootmarllim aan hnnne Gecommitteerden , voor der* zelvtr zotge in het handhaaven van de Regten en Privilegiën der Stad. , In dato 11 January 17^.3. Wy ondergetekende Burgeren en lngezeetenen der Stad Ootrriarfum, gedrongen door een levendig gevoel onzer verpügtinge over de goede dienden, door V Edele ten gemeene nutte gedaan, hebben niet langer kunnen nog willen in gebreëken blyven , om onze dank. baarheid voor en goedkeuring van het door U Edele tot hier toe gehouden gedrag, betrekkelyk tot de handhaving van de Regten en Privilegiën der Stad opeidyk aan den dag te leggen. Wy kunnen derhalven niet ralaaten U Ed. by deezen plegtig te verzekeren, dat uwe tot hier toe in 't werk geltclde poogingen , zoo in het ontwerpen en bezorgen der noodige Voorftelfingen en Addreslën aan Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steden, en aan de Ed. Hoog Agtbaare Heeren Burgemeefteren, Scheepenen en Raaden , als meede aan de Ed. Agtb. Heeren van de gezworen Gemeenten der drie groote Steden , Deventer , Campen en Zwol , ter herfteüing onzer wel gefundeerde aloude Regten van Jagt, Jagtgerigt en Yken geprelënteerd , als in het beleggen ea trekken der noodig geoordeelde Konufchappen, en wat 'er-meer ten dien einde gedaan is , ten vollen onze goekeuring wegdraagen en dankbaarlyk van ons erkend worden. Wy vinden ons tot deeze opregte betuigir* te Iterker genoopt, om dat de Heeren Burgemeelteren • en Meensluiden deezer Stad, fchoon door een aanzienlyk getal der Ondergeteekende Burgeren , by een eerbiedig Request dato den 10 May 1781 daar toe verzegt en aangefpoord, die attentie omtrent bovengemelde nukken niet hebben gelieven te gebruiken , welke wy billyk en met regt van Hun Ed. Agtb. hadden mogen verwagten ; maar zoo een geclaufuleerd Appoinctement op voornoemde Request hebben gegeeven, dat A 5 de  io jan. ZAAKEN VAN 1783. de ondergeteekende Requeftranten daar in onmogelyk genoegen konden neemen. Overtuigd, dat U Ed. het aangevangen werk met denzelven iever wel zullen' willen voortzetten , verzoeken en committeeren Wy ü Ed. by deezen, om daar in en al wat verder zoo tot bevordering en handhaving onzer Stads Regten en Vryheden , als tot afwendinge van daar op gemaakte in. breuken , en tot verbetering van Jrjgeflopene en voor onze Regten gevaarlyke abuizen zal kunnen ftrekken en van allen of de meeften Uwer zal noodig geoordeeld worden, te volharden: Inzonderheid , om ter in ftandhouding van de vereeniging en goede harmonie tusfchen de TWentfche Stéden derzelver Verpaderirig namens de Burgery dezer Stad by te woonen, en daar op het nodige te helpen beraamen en vast te (lellen en vooral ook om op het doen in Rand blyven van het aloude Verbond met de groote Steden deezer Pro» vincie, Deventer, Campen en Zwol, ter verdeediging onzer Regten en Vryheden, ingegaan, ernftig aan te dringen ; waar tegen wy ons dien conform altoos ver. pligt en gehouden zullen agten , om dé groote Steden met alle onze magt, jaa, des noods, met Lyf en Goed kragtdaadig te onderfteuuen. In verwagting, dat U Ed. aan ons verzoek wel zullen willen voldoen en de op. gedragen commisfie op zig'neemen, zullen wy van onzen kant al het geene dien volgens van U Ed. gedaan zal worden, goed keuren en ratihabeeren, hebben wy de eere met verfchuldigde Hoogagting te zyn. . . . xix.  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. u XIX. Misjlve van de Burgers van Deventer aan Prefidenten en Vipe-Prepdenten van de Gilden der Stad Z wolle, over gemeenfchappelyke werkzaamheid in het her ft'ellen van Regten en Vryheden. In dato 11 ' j anuary j 7 Ü3. Hoofdzaaklyk behelzende: „ l~\at c'e laaggezonken ftaat, . waar in zich ons JLy dierbaar Vaderland thans bevindt, de harten van de Burgeren en goede inwoonderen van Deven;, ter reeds zedert een geruimen tyd hadt ontrust en ,, doen uitzien na gepote middelen om eenig herftel „ te krygen, en het dreigend gevaar onder inwagting ,, en afimeeking van de Goddelyke hulpe af te wens, den. „ Dat met genoegen hadden gezien dat de Heeren van de Magiltraat van Deventer, op hun nedrig en ernlb'g verzoek een commbfie hadden benoemd om na te vorfchen, welke abuifen in de beftiering van de j,'gemeene zaak mogten zyn ingeflopen,-om dezelve hoe eerder zoo beter weg te ruimen. „ Dat zy zig verzekerd hielden, dat dezelve liefde „ tot het Vadeiland en vryheid, de gemoederen van „ alle brave Burgeren en Ingezetenen van Zwolle zoude bezielen ; en dat dit aan hen vrymoedigheid gaf „ om aan dezelve kennis te geven, dat die van De- „ venter tot verdere voortzetting der goede zaak , twaalf perfonen hadden gelieven te committeeren , „ om van toen af aan en vervolgens , naar tyds om. Handigheden , gepaste remarques en confideratien, ,, het zy by form van Memorie, Remonftrantie,Smeek. „ of Dank-adres te ontwerpen, daar by obferveerende die Haogagting en veneratie, welke fchuldig waren aan de aanzienlyke digniteit van hunne hooggeëerde j. Overheden; met belofte om aan die aangeftelde perforten , het zy nu of hier na , ingevallen hun des- „ wegens eenige moeijelykheden óf vexatien , van wien „ het  ia jan. ZAAKEN VAN 17g3. „ het ook zy, onverhooptelyk zoude overkomen,maar „ hun vermogen, en zelfs ten kosten van hun Lvf en „ góed, ih hun gezamentlyke verdeediging en befcher„ ming te nemen. ö „ Welke aéte door eenige honderden van perfonen „ waar onder Profesforen , Predikanten en Doftorer! „ waren, getekend was. „ Voegende daar by een Request aan de Gezwore„ ne Gemeente yan Deventer, als mede een Refolutie „ van Hun Wel Edele Achtbare van den 12 [anuarv „ 1783 , houdende ; dat welgemelde Heeren van de Gemeente met eenparige Remmen gerefolveerd had„ den om hun braave Burgerye, zoo veel in hun was „ allezins genoegen te geven, en dat dezelve in 'tver! „ volg altoos vry ter keur zouden gaan , zonder ooit „ eenigzins te defereeren aan eenige recommandatien. „ betuigende, ;dat hunne Burgerye door geen zucht „ na oproer gedreven wierde, maar dat wel uitdruk„ kelyk hadden verklaard , dat naamloze lasterfchrif. „ ten , welke alleen verbittering en oproer ademen, „ en het invoeren van een willekeurige Regeering- be„ doelden, van hun verfoeid en verworpen wierd%i „ en dat verder ook in allen deelen zouden toon r'Ooit uit het oog zouden verliezen. „ Dat het alleen de verknogtheid aan het Vader„ land, en de liefde tot het dierbaarlte hunner °-oede. „ ren, nainelyk de Vryheid was, die hunne handel„ wyze regeerde. „ Dat, gelyk zy dit kostelyk pand van hunne Voor„ vaderen , die het met groote fchatren en Rroomen „ van hun bloed verwierven, gcërft hadden, zV ook „ verphgt waren hetzelve aan hunne kinderen, en 11a„ komelingen ongefchonden over te laten. „ Vertrouwende , dat de Burgeren van Zwolle met „ die van Deventer hetzelve voornemen zouden heb„ ben , en ook hier in , als hun oude Bondgenoten „ die langer dan vier honderd jaaren met elkander „ vereemgd waren geweest, om hunne Regten en Pri. „ vilegien te verdedigen , en alle hunne gemeene of » by-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 13 „ byzondere vyanden , vereenigde tegenftand te bieden, met hun een gemeene zaak zouden maken. „ Verzoekende dit in ernftige deliberatie te neemen, „ en te overleggen , of het niet voordeelig en. nodig „ zoude wezen, dat alhier een zoortgelyke commisiis ,, wierd benoemd en gequalificeerd." XX. Antwoord van den Koning van Pruisfen aan de Staaten van Holland en Westfriesland, op derzelver Klagten . over de handelwyze der Kleeffche Regeerihge, omtrent Hollandfche Vlug' telingen , welke deel gehad hadden in de Haag fche beweegingen. In da'to 13 January 1783. «DELE GROOT MOGENDE HEEREN1 Byzondere Lieve Vrienden en Naburen ! — Onze Vriendfchap en wat wy verder meer liefs en goeds vermogen , te voren : Hoogstdezelve hebben goedgevonden, op den 28 December van het afgelopen jaar, aan ons een Misfive af te zenden, waarby dezelve over onze Kleeffche Regeering bezwaren inbrengen, dat die Regeering zekere uit den Haag voortvlugtige en van Oproer befchuldigde perfonen , genaamd Vermeulen, op hunne requifitie niet hebben willen doen uitleveren en arrefteeren , en van ons verlangen , dat wy zulks zonden desapproberen, in toekomende gevallen de prompte uitlevering van vlugtelingen toeftaan, en bovengerri. Perfonen, byaldien zy zig nog in onze Staten mogten ophouden, doen arrefteeren en uitleveren. Het laatfte is niet wel mogelyk, vermids gem. Luiden, zoo als ü Ed. Gr. Mog. zelfs zeggen, zedert lang onze Landen hebben verlaten , en niet gemaklyk uitgevonden zullen kunnen worden. Wy kunnen niet zien , hoe ietwes ten laste van de Kleeffche Regeering gelegt kan worden , dewyl dezelve, zonder ons byzonder bevel, geen arrest kunnen accorderen, en de Heeren aan haar gee-  14 Jan. ZAAKEN VAN 1? ga¬ geer* maar eenigermaate Reöele Oorzaken der vervolging van meergem. Luiden hebben doen aanvoerenwaarby nog komt dat, gelyk wy uiterlyk vermeenen' en ook z. fs mt Uwer Ed. Gr. Mog. Misfive oordee' len dezelve nog van geene overtreding waren overtuigd, maar alleen gefuspefteerr. Men plee« in dfer' gelyke onzekere en twyfièlagtige gevallen in Uwer Ed Gr. Mog. Raad niet zeer gewillig te 2yn om vreemde vlugtehngen u.tteleveren. By deze zoo byzondere om! ftandigheden zullen wy volgens de billvkheid niet vTr- FafVrUnMn.WOrdfn' WaD"eer wy voor dit^l Uwer Ei. Gr. Mog. verlangen geen genoegen kunnen geven» maar veel eer eenige bevreemding moeten bëtufgen dat eene zoo buitengewone behandeling en zelfs het fchryven aan ons, gelyk aan ons van goederband is verzekerd geworden,, niet door de Vereenigde Skaten van Holland en Westfriesland, maar alleenlyk door een" gedeelte van dezelve, met tegenfpraak van een ander aanzienlyk gedeelte gefchied is. Wy kunnen ons derf hal ven met onthouden van te vermoeden, dat ï afë geert, en dat de bedroefde oneenigheid en innerlvke gisting eenig deel daar san heeft , waaromtrent onze in den Haag Extraordinaire Envoyé van ThulemeZ reeds aan verfcheide aanzienlyke Leden der RepSï ons leedwezen en onze gevoelens heeft betuigt, en thans nog omftandiger aan de Vereenigde Staaten doeS zal. By deze hoogst waarfebynlyke vWonderftelIing n nemen Wy deze gelegenheid waar, om UEd.Gr Mo?. op bet inftantelykfte te verzoeken en aan te manen df zy zig met door een op zig zelfs onwaarfcbynlykearg. waan, en door ingevingen van onrustige, heefhoofdige en eerzugtige luiden laten bewegen^ 'om overy /e flappen ie doen, en zoodanige veranderingen, bvzonder in de Staats-Conflitutie , voor te nemen, vX me anders, dan de gevaarlykfte gevolgen voor de Teheele Republiek kunnen hebben; maarSdat zy zig Me nieer zullen ^ aan gelegen zyn , om elke voorkomende nieuwigheid en onrust te onderdrukken die zoo vecle jaaren zoo gelukkig gefubfifteerd hebbende Regeermgsiorm u alle Itukken te conférveren, alle die gee»  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 15 geenen die aandeel daaraan hebben , in de rustige pos* fesfie van hunne voorregten te behouden , en daardoor de by de tegenswoordige zoo critique omftandigheden meer dan ooit nodige eenigheid van alle de Leden van den Staat te bevorderen, en de zoo gevaarlyke Twee» dragt te verwyderen. Wy hopen, dat U Ed. Gr. Mog. deze onze pogingen zullen aannemen, als eenen opregten en welmeenenden Raad van een waar Vriend van Hoogstderzelver Staat , en zig verzekerd zullen houden , dat wy aan deszelfs behoud in zyne tegenswoordige 'gelukkige Conftitutie het wezentlykfte aandeel nemen , en dat eene verandering in dezelve ons niet onverfchillig zal zyn. Met zulke gevoelens verblyven wy üwer Edele Groot Mogende Goedwillige Vriend en Nabuur. (Was get,_) PREDERIK. Eerlyn 13 Jan. 1783- IfINKENSTEIN. VAN HERTSBSRG, XXI. Dank-Adres van de Burgery van Enfchede, aan Burgemeesters en Gemeens • lieden, voor derzelver poogingen ter herftellinge van Regten en Vryheden. In dato 14 January 1783. EDELE ACHTBARE HEEREN! Burgemeefleren en Gemeenslieden der Stad Enfchedeï T~\e loflyke pogingen , die U Edel Achtbaaren zeJLx aert eenigen tyd, hebben adngewend, om deze Stad en haare Burgeren in die regten en vryheden , welke zy nog voor weinig jaaren onbetwistbaar bezeten  16 JA.N. ZAAKEN VAN i7S$. ten hebben, te herftellen : . de wyze waar op U Ed. Achtb. zig hier over tot Hun Ed. Mog. R-dderfch?p en Steden , en tot de Wel Ed. Hoos Achrb. Burgemeefleren en Achtb. Gezworen G^meenrens onzer drie Hoofdlieden, Deventer, Campen en Zwolle, gewend hebben ; dringen ons Ondergetekende Burgers en Ingezetenen van Enfchede, om U Ed. Achtb. hier over ons innig genoegen te betuigen ; en wy vinden ons verpligt zulks , by dezen, met alle dankbaarheid te erkennen. De verdediging onzer deugdelyke Regten geeft ons te meerder genoegen en voldoening,daar wy overtuigd zyn, dat U Ed. Achtb. hier toe alles aanwenden, wat in deizelver vermogen is. Wy verzoeken niet alleen, dat U Ed. Achtb. hier in volyverig mogen voortvaren, en zi? met de andere kleine Steden van Twente, op 't allernauwst en voor altoos, vereenigen; maar tevens, dat U Ed. Achtb.by voorfz. onze Hoofdlieden , op 't allerernftigst mogen blyvén aanhouden op de naarkoming van derzelver bekend Verbond met de kleine Steden , ten einde wy ook nu de daadlyke uitwerking daar van mogen genie• ten , en door bovengemelde drie Hoofdlieden , in onze deugdlyke Regten en Vryheden , gehandhaafd en verdedigd worden. Waartoe vooral nodig is , dat de inbreuken en benadelingen , welke deze Stads Regten en Vryheden van tyd tot tyd door den veel vermogenden invloed der Heeren Drosten ondergaan hebben , aan voorfz. onze Hoofdlieden onbewimpeld woiden voorgedragen, en daar tegen derzelver befcherming verzogt : 't welk wy eerbiedigst verzoeken, dat U Ed. Achtb. ten fpoedigften gelieven te bevorderen ; met uitdruklyke verzekering van onzen kant, om voorn, onze Hoofdlleeden, met all' onze magt, en des noods met lyf en goed, by te liaan en bereïdwilliglyk te onderdeunen. Wyders wenfehen wy over U Ed Achtb. Perfionen en Familien , mitsgaders over derzelver raadflagen, de dierbaarlte zegeningen des Allerhooglten , en hopen , dat de middelen, die U Ed. Achtb. en de overige kleine Steden nog verder tot heritelling onzer Rechten en Vry.  jan; STAAT EN OORLOG. 1783, 17 Vryheden zullen moeten in 't werk Rellen, met een gewenschte uitflag mogen bekroond worden, en ten nutte van ons lieve Vaderland verdrekken. Terwyl wy, met verfchuldigden eerbied, betuigen te zyn. edele achtbaars heeren l U Ed. Achtb. ootmoedige èn gehoorzame Dienaaren &c. » De ondergefz. Burgers en Ingezetenen dezer Stede waren 312 Perlöonen. XXII. ExtraSl-Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland , omtrent de genomene en opgebragte Engelfche Paquetboot de Dolphyn. Uitgebragt ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende , in dato 15 January 1783. T""\e Heeren Gedeputeerden van de Provincie Van JLjf Holland en Westvriesland ,• op den 6 -deezer loapende Maand, aangenomen hebbende zig nader te zullen verklaaren op bet Rapport ten zeiven dage ter Vergaderinge uitgebragt van het Befogne , uit kragte van H. H. Mog. Refolutie Commisforiaal van den 27 December laastleeden met de aanweezende Gecommitteerden uit de Refpeétive Collegien ter Admiraliteit deezer Landen , gehouden over het Adres van den Heer Fitz Herbert aan H. H. Mog. Ambasfadeur en Minister Plenipotentiaris te Parys .gedaan , omtrent het geval van de Paquetboot de Dolphyn, hebben ter Vergadering voorgedraagen en beRend gemaakt, dat zy Heeren Gedeputeerden door de Heeren Staaten hunne PrinXI. deel. B ci-  iS jam. ZAAKEN VAN 1783. cipaalen gequalificeert waren om zig met het voorfz. Rapport te mogen Conformeeren, met die verandering" nogtans, dat in plaats van het woord verdere inrerruptien te willen encourageeren, worde gefteld foortgehke intmuptien. Waarop gedelibereerd zynde, hebben de Heeren Ge. deputeerden van de Provincie van Zeeland en van Vriesland zig met het voorfz. advis geconformeert en is dienvolgens goedgevonden en verftaan, dat het voorfz. Rapport met de voorfz. verandering ter Conclufie zal worden gebragt. XXIII. Propeptie van de Afgevaardigden van Hun Ed. Gr. Mogende ter Vergaderinge van de Staaten Generaal, omtrent het zenden van eenen Gezant naar Noord-America. In dato 17 January 1783. htofdzaaklyk behelzende: „ de Heeren Staaten van welgemelde Provin- „ \J cie , hunne Principalen , geconfidereert had„ den , dat met alleen de regels van decentie en civi„ liteit, tusfchen Souvereine Mogenheden plaats heb» ,, bende, vorderen, dat de bezending, door de Hee„ ren Staaten van Amerika , in den perfoon van den „ Heer Adams, onlangs aan de Repubük gedaan, ook „ van deze zyde naar behooren werde gereciproceert, „ maar dat daar en boven de wezenlyke belangensvan „ den Staat en van deszelfs commercierende Ingezete„ nen volftrekt vereischten, dat een bekwaam en ge„ qualificeert_Perfoon, met het karakter van Minister^ „ Pienipotetitiaris, hoe eerder zoo beter, naar Ameri„ ka wierd afgezonden , om by Hooggemelde Heeren „ Staaten een vaste en permanente reikten tie te hou„ den , ten einde de gelukkig fubfifterende harmonie „ en  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. i° „ en goede intelligentie tusfchen de beide Republie. „ ken , op een onlangs gefloten Tractaat van Viiend„ fchap en Commercie gevestigd , meer aan te kwee, ken en te bevestigen, en de belangens van de Na' vigatie en Commercie dezer Linden, onder het wyd „ ui'tgeltrekt gebied der Hoooggemelde Staaten , by , alle gelegenheden voor te liaan en te bevorderen ; dat zy Heeren Gedeputeerden derhalven gelast wa„ ren de zaak daar heen te dirigeren, dat het Kapit„ tel, op den Ordinaris Raat van 0->rlog van de Gedeputeerdens buiten 's Lands, met eene nieuwe en , permanente post, wegens een Minister by de Ver„ eenigde Staaten van Amerika, wierde geamplieert, „ en dat die post, met een jaarlyks Tractement van , twintig duizend guldens , ter repartitie van de Pro„ vincie van Holland en Westfriesland gebragt mogte worden , mitsgaders dat aan den Heer , daar toe, „ op den voorflag van Hooggemelde Provincie, te be„ noemen , voor zyne uitrusting en Equipagie geld, „ eene fomme van tien duizend guldens eens mogte „ worden toegevoegd ; zynde de Heeren Gedeputeer,. den verder gequalificeert en gelast om te urgeren , „ dat de voorfchreven Refolutie ten fpoedigite ter „ Conclufie mogt worden gebragt , om Hooggemelde „ Heeren Staaten daar door in Raat te Rellen om met „ effecT: een Perfoon tot de voorfchreven post te kun„ nen voordragen." B ft XXIV.  20 Jan. ZAAKEN VA N~ 1783- XXIV. Tweede Brief der gezworene Gemeensluiden van Arnhem, aan de Magi. flraat aldaar: over de inbreuken op Stads Regten en Privilegiën, en ner/tel van dezelve. In dato 17 january 1783. edele groot achtbare heeren, Wy gezwooren Gemeensluiden uitmakende het tweede -Collegie dezer Stads Regeerin-e alhier van den 4 Decemb. 1782. aan U Ed. Groot Achth rner behoorlyke refpeft voor te dragen. ' ' Dat zeedert eenige jaaren herwaards de Rechten en Pnv.leg.en van deze Rad in zommige opzigte als ? waare in vergetelheid zyn geraakt. S \cMhZy\eftS ei?MPfshal^n, ons in die noodzaakelykheid hebben bevonden , om daar over en tot redies v:in deze]ve onder,. M ddjbe ™L:f°men f^P^ngheid van Remmen der p,aefent SSop df ••van Bonmaand JJecember 1782., hebben gerefolveert om dien aangaande een addres aan ü Ed. Groot Achtbare te maken. Dat alle die contraire handelingen te veel waren , de tyd te kort en de onhandigheden des tyds niet kwamen toe te laaten , om die alle bv onze voorige Mi«üve, na ordre onder het oog van 'ü Ed. Gioot Achtbare te brengen, weshalven wy ons ter dier tvd alleen hebben bepaalt tot dit eene poinft, namentlyk tot het misbruik van Stadsrecht en Privilegie omtrent de aanftelling van een Schepen en Raad dezer Rad , in cas van aflyvigheid van een derzelver, — en aan ons hebben gereferveert om by een nader en bekwamer gelegenheid aan U Ed. Groot Achtbare open te leggen, de overi. ge poinclen, waar omtrent Rads rechten en privilegiën nie<■ behoorlyk in aanmerking worden genomen. Wy moeten hier noteren, imo Dat daar toe wederom met volkomen eenparigheid van Remmen, eene na- de-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 21 dere Refolutie by ons is genomen, op den 4 van gezeide maand December 1782, als wanneer de Gemeente extraordinair Vergadert en op den E*d geconvoceert was , gelyk met meerderen confteert fub A. \mo en A. ido. En ido dat dit gerefolveerde om Stadsrechten, welke in veele opzigt als verdonkert zynde , wederom te doen herleven en behoorlyk te laaten nakomen , geen nieuwe uitvindinge is , welke aan deze of geene der leeden van der Gemeente zomtyds te onrecht opgelegt zoude kunnen worden : want in voorige tyden zyn daartoe by de Gemeente van Arnhem alreeds belluiten genomen , zoo wy zulks gerequireert wordende , ten klaarden zouden kunnen aantoonen. Na welken tyd de daaden tegens Stadsrechten en Privilegiën niet vermindert, maar vermeerdert en zoo opmerkelyk zyn geworden, dat men dezelve thans Eeds en Amptsbalven niet langer met een onverfchillig oog kan pasfeeren ; hoe gaarne wy ons anders ontllagen zouden zien , van dit voor ons moeielyk en zeer Onaangenaam werk. Geled den Eed, welke wy Gemecnsluiden, voor het aanvaarden van deze onze funftie, aan handen van ö Ed. Groot Achtbare hebben gedaan, onder anderen uitdrukkelyk mede brengt, en dus ons verpligt. „ Om te wezen goede Gsmeensmaunen, der Stads s, beste te doen en haar argfle te keeren. Der Stadsrechten en olde gewoonte , daar zy te- gens God en zyn heilig woord niet en ftryden , te holden."" Wy hopan en vertrouwen, (daar wy uit hoofde van dien folemnelen geprasfteerden Eed onder de dierbaarfte verpügtinge leggen , om Stadsrechten en olde gewoonte te moeten holden, dat is te conferveeren , mamtineren en te laaten naarkomen) dat U Ed. Groot Achtbare ons niet kwalyk zullen duiden, .dat wy by dezen alle misbruiken (voor zoo verre ons bekent zyn) tegens Stadsrechten en Privilegiën thans onder het GOg van U Ed. Groot Achtbare brengen. Wy verwagten dit te meer , daar wy voor God , U Ed. Groot Achtbare en de geheele waereld plegtig B 3 be-  22 jan. ZAAKEN VAN 1783. betuigen , dat zulks niet ondernomen en gedaan word int eenige kwalyk gefintheid, drift, haat tegens UEd. Groot Achtb., noch om dezelve in eenige verdenkinge by de goede Burgerye te brengen, veel minder dezelve te taxeren of op eenigerlei wyze te injuriereu, ofte lederen, noch ook met eenige oogmerken voor ons zeiven , maar enkelen alleen tot welzyn der Stad , des. zelfs Burgeren en Ingezetenen, om daar voor Eeds en Piujtshalven het beste te doen en het argüe te keren. Trouwens wy kunnen al nog te minder verwagten, dat U Ed. Groot Achtbare deze onze pligtsbetragtinge niet kwalyk zullen neemen. Want als men tot al zulke ongerymde gedagten kwam te vervallen, dan zoude als een eerfte waarheid veronderfteld moeten worden , dat het aan U Ed. Groot Achtbare betaamelyk, eerlyk, deugdzaam en aangenaam zoude wezen, dat wy Gemeensluiden"onzen voorfchr. Eed , aan handen van U Ed. Groot Achtb. zoo plegtig gedaan, zouden verbreeken en niet getrouwelyk nakomen. Hoedaane _ veronderftellinge niemand past te maken en althans niet aan ons gezwoore Gemeensluiden. Wy komen alle die verregaande misbruiken tegens Stadsrechten en Privilegiën en die tegens de fórme en 't reglement der Srads-Regeringe zyn 'ingefloopen, aan de perzonen van ü Ed. Groot Achtbare ook op generlei wyze te imputeren, alzoo dezelve, voor het grootfte gedeelte reeds plaats hebben gehad, voor dat UEd. Groot Achtb. aan de Regeeringe zyn gekomen. Onder alle welke folemnele proteftatien en betuigingen wy verder vooraf moeten aaumerken, dat men thans onnodig en van al te grooten omdag oordeelt om hier in 't breede , van zyn eerden oorfprong te deduceeren al die menigvuldige Rechten en Privilegiën : welke de. ze vrye Stad van Arnhem en haare Gecommitteerdens, ons Gemeensluiden , zoo in Stads-Regeeringe, als anderzmts competeren , noch ook om dia met legale bewyzen te verifiëren. L- Terwyl het zelve in den beginne van deze Eeuw, op eene duidelyke en irreprochabele wyze, is gefchied by zekere deduüie met deszelfs Bylagen tot titul voerende: De-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 23 Deductie van de Rechten en Privilegiën der vrye „ Stad Arnhem , het Collegie der gezwoore Gemeen„ te, Gildens, Burgerye en Ingezetenen van dien com. „ peteren de. Of „ Apologie van de wettige Regeeringe na de oude „ gronden van de vrye Stad Arnhem in den jaare 1703 „ met den druk gemeen gemaakt." Wy zullen hier niet aanroeren de droevige troubele tyden, waar in deze onze vrye Stad Arnhem zich des tyds heeft bevonden, waar aan men zonder fchrik nietkan en mag gedenken. Alleen kunnen wy niet voorby aan te merken, dat het misbruiken of nietagten van Stadsrechten en Privilegiën doorgaans tot een gevolg heeft een murmureringe ende regtmatig misnoegen onder Burgers en Ingezetenen , welke haare Rechten en Privilegiën hoog en dierbaar fchatten. Dat zulks , als ook dat deze haare Rechten en Privilegiën heilig en ongefchonden willen bewaart hebben , haar al meede niet kwalyk te neemen is, terwyl daar van voornamentlyk de vryheid afhangt , inzonderheid voor de Stad van Arnhem, waar aan dezelve ten dien einde, namentlyk om als een vrye Stad gehouden en geregeert te worden , door de Voorvorken zyn verleent , en daarby in vroegere tyden tegens alle en een jegelyk ook altoos gemaintineert zyn geworden , gelyk by voorfchr. Deductie doorgaans klaar en onwederfprekelyk word aangetoont. Wy agten het ook te minder nodig en dienftig om deze Stadsrechten en Privilegiën mitsgaders de ordre van Regeringe, welke in deze Stad plaats heeft uit oude Rukken en bewyzen op te haaien, offchoon dezelve genoeg voorhanden zyn om die daaruit te kunnen deduceeren. Terwyl in den jaare 1707, dus eenige jaaren na dat voorfchr. Deductie het dagligt hadde gezien, een formeel verdrag en overeenkomst tusfchen de Heeren van de Magiftraat en de Burgerye van deze Stad beraamt, getroffen en geflooten is, aangaande de ordre of forme van Regeeringe en de Rechten en Privilegiën van de. B 4 ze  «4. Jan. ZAAKEN VAN 1783. ze Stad, geintituleert Reglement over de Regeering der Stad Arnhem. ö - & 'T welke ^arresteert is door de Gecommitteerdens ü.t de refp-aive Gildens en Burgerye dezer Stad en beert6''-! tbare Mag'ftraat aldaar geappro- Om NB. in het toekomende te agtervolgen en na te Komen, in datis den ui en 22 December 1707 en met den druk gemeen gemaakt Anno 1708 , gelyk in fine en prmcipio van dat Reglement evident word. fa oiichoon aan de Burgerye en derzelver Gecommitteerdens de Gemeensluiden van deze Stad , na de onglneeje conltitutie van deze Gemeenebest Regeeringe en vermogens giften en overgaven va» de refpeftivé Hertogen en Graven, vry meerder en hooger Rechten zouden competeren , dan aan dezelve by dit aangetogen Reglement zyn overgebleven ; zoo oordeelen wy Bogtnans, dat het m gemoede aan ons niet zoude vrv Raan om daar van af te gaan , vermits alle behoorlyk gemaakte verdrageiren overeenkomRen wederzyds heilig moeten ondet houden en naargeleeft worden en te meer de zulke die x als 't voorfchr. Reglement, een Volks en Stads -Regeringe , en daar mede telFens de rust, de vryhejd, met het welzyn der maatfchappy ten doelwit hebben. Behalven, dat ook de droevige ondervindinge , zoo hier a s ebers duk tn meenigmaal heeft geleert, welke imertelyke gevallen uit bet verbreeken van diergelvke Contracten en Reglementen zyn ontdaan, zoo men dezelve wilde optellen , waar zoude men beginnen , en waar zoude men eindigen , zynde nooit in onze gedagten opgekomen om meerder ie eifcben, als die Rechten en Privilegiën , welke ons , na den letter en inhoud van het voorfchr. Reglement, zoo wettig competeren , al waarom men hetzelve dan hier tot een gronqjjag zal Itggcn. In die billyke hoope en verwagtïnge, dat U Ed Groot Achtbare , om voorfchr. allezims billyke redenen en motiven, dat Reglement ook alnu dusdanig tu\. kn be.chouwen en hetzelve in allen deden conform , de daarby m fine gedaan zynde belofte, met ons willen agtervolgen en naleven. Wy  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 25 Wy vertrouwen en verwagten zulks te meer : \mo. Nademaal, 't zy met eerbied gezegt ,'UEd. Groot Achtbare zich daartoe met Eede ook hebben verbonden. Aangezien den Eed der Heeren Schepenen van deze Stad onder anderen behelst deze zeer notabele clauful of periode; namentlyk: der Stadrechten en oude gewoonten tho holden zoo veel my minfchelyk fye , und ik voor God und der werelt verdedigen kan met goeden gewisfen. • ido. Alzoo alnu van agtere onfes erachtens niet gefuftineert mag worden , dat dit Reglement van 1707 de Heeren van de Magiftraat zoude zyn opgedrongen in een tyd, wanneer tumulten of oproerigheden binnen deze Stad plaats zouden hebben gehadt, zulks zoude men van het voorafgaande Reglement van den jaare 1704 met eenigen fcnyn kunnen voorwenden ; maar geenfints ten reguarde van dit Reglement van "1707. Terwyl reeds in den jaare 1707 , als bekent en ter goeder trouw niet tegengefprooken zal kunnen worden, alle troubiës binnen deze Stad volkomen een einde heb» ben genomen gehad , zoo dat de Stad wederom tot voorige ruste en tranquilliteit was gebragt, en men met bedaarde zinnen Stads beste heeft kunnen overwegen en daar toe een behoorlyk beiluit nemen , waar door teffens voor de volgende tyden is gezorgt worden, 3?/o. Door dien na den jaare 1707, immers voor zoo verre ons bewust is , geen ander of nader Reglement over de Regeeringe van deze Stad tusfchen de Heeren van de Magistraat en de Gildens en Burgerye is gemaakt , en dat dienvolgens dit Regiement hei eeniglle of wel het voornaamfte richtfnoer is , waar van men zich in aanzien van Stads-Regeering en derzelver Rechten en Privilegiën kan en mag bedienen. 4*0. Ook weeten wy niet , dat door U Cd. Groot Achtbare , noch door ons ooit van dje Rechten eu Privilegiën by dit Reglement van 1707 gearresteert, is gerenuntieert; trouwens zulks zoude aan de Gemeensluiden ook niet vry gedaan hebben , dezelve zyn wel bevoegt, gelyk ook en wel inzonderheid U Ed. Groot Achtbare , om dezelve te conferveren en te helpen mainteneren, maar geenzints om daaraan te renuntieB J ren;  t6 jan. ZAAKEN VAN i783. ren ; zulks zoude alleen vry en openftaan aan de Gildens en de Burgerye , aan dewelke die Rechten en Privilegiën zyn gegeeven, en ook al nog competeren, t welke men des noods almede uit voorfchr. Dedudlil en de daarby aangehaalde Hukken ten klaarften zoude kunnen aantoonen ; trouwens men behoeve ten dien einde maar alleen in te zien de finale woorden van den XXXVI of laatften Articul van voorfchr. Reëleinent. Alwaar men ten allerklaarflen en duidelvkften gearresfteert vind deze zeer aanmerkelyke en in allen opzigte decifoire referve: Voorts word gereferveert de correBte, verbeteringvermeerdering;, veranderinge &>C om deze Articulen (namentlyk die by dat Reglement voorkomen) te doen zoo ais na gelegenheid van tyden en zaaken zal moren worden veretscht, en waar op voornamentlyk is te letten, alleen door de ganfche Burgerye. Waarmede ook volkomen overeenkomt den XIII Articul van dit Reglement, behelzende: ,, Dat de oude Rechten en Privilegiën de Stad en " BZgerjmi comPetere»de zullen gemainteneert en geen „ afftand daar van konnen gedaan worden , als met „ gemeyn confent en bewilliging." Hoedaane bedingen by dezen XIII en laatften Arti. cul van voorfchr. Reglement in voegen , zoo even gemeld, ook memant vreemd zullen kunnen en moeen voorkomen. 6 In aanmerkinge neemende, eensdeels, dat die Stadsrechten en Privilegiën niet zyn gegeeven aan de Hee ren van de Magiftraat, noch aan de Gemeensluiden der Stad Arnhem , maar enkel en alleen aan derzelver Burgers en Ingezetenen, gelyk ubiq. by voorfchr Deductie blykt. En anderdeels dat niets bekender na rechten is dan dat memant over het recht van een derde kan 'heer fchen en disponeren; en dat dien volgens, al wederom onder eerbied gefproken , noch U Ed. Groot Achtb noch wy Gemeensluiden eenigzints bevoegt zvn om eenige veranderinge, uit welken hoofde zulks ook mooge wezen, aan die Rechten en Privilegiën toe te bren gen, maar dat zulks alleen aan de vrye magt Raat der vol-  ,Aw, STAAT EN OORLOG. 1783. 27 volle Burgerye, als meede om wegens die haare Rechten en Privilegiën zoodane ordre en rechten voor te fchryven, als dezelve zullen oordeelen te kunnen [trekken ten meeften nutte en voordeel van haar en deze haare vrye Stad Arnhem. 5*0. Kunnen en mogen wy van U Ed. Groot Achtb. niet anders verwagten , dan 'eene goede wil en zuivere begeerte om met ons voorfchr. Reglement zoo als het behoort, en volgens de conltitutie der Regeeringe te doen agtervolgen en naleven , terwyl U Ed. Groot Achtb, voor het doen en prcéfteren van den SchepenEed , hier vooren vermeld, zich niet hebben gedeclareert en geëxcufeert van dit Reglement van 17C7 , (waar in de ordre der Regeeringe van deze Stad en derzelver Rechten en Privilegiën, inzonderheid in aanzien der Gemeensluiden en Gildens zyn befcbreven, en dus den naam voert van Reglement over de Regeeringe der Stad Arnhem) niet te zullen maintineren en naar komen. 6ro. Kunnen en mogen wy hier op dies te meer, na onze gedagten , vertrouwen , daar U Ed. Groot Achtbare in zeer veel opzigte voorfchr. Reglement agtervolgen, dat U Ed. Groot Achtbare dit meergemelde Reglement met ons in 't generaal tot een grondwet en richtfnoer zullen houden omtrent Stads - Regeeringe , derzelver Rechten en Privilegiën. Want anders zoude veelligt iemant tot die gedagten kunnen vervallen , dat de Heeren van de Magiltraat met dit Reglement leven naar haar welgevallen , door het zelve dan eens en in zommigen opzigre te refpecteren, en dan in andere poincten te verwerpen, na dat de tyden, zaken en omftandigheden zulks meede brengen; inmiddels willen wy zulks, immers vooralsnog, liever niet denken, dan hier Rellen. Door 't voorfchrevene, namentlyk dat in veel opzigt U Ei. Groot Achtbare voorfchr. Reglement tot den huidigen dag toe agtervolgen en naleven , word ook onzes oordeels inconteltabel , dat dit Reglement zyn kragt en effect niet verloren heeft door eenige praafcriptie ; trouwens daar door het Collegie van U Ed. Groot Achtbare en het Collegie der Gemeente , met pleg-  •« jak. ZA.AKEN VAN 1?83. Plegtigen Eede is belooft, om 't zelve te , en na te leven; zoo zoude hft na Recb enagtervoISen „ meente haare Privilegiën en Voorrechten h ^ ment .1 %£,„ eelbU woXie ' ^ s K ""c "2? Soft » M aMa haare vrve Qm.i „i „ r •, «geringe van deeze ïelve ?Ln i 6pP'«fcnbeert mogten wezen, deteren. ° ° hedeVen en volkomen ^ laten for- te 1?% °f ei"delyk ten laaften dient noch amgemerkt te w0rden . dat dit hier Mn dfl geiepfz™de £»? eme^ ?nzes erachte"s, niet verder vStS of -buiten effect is gefield door het aangetogen Regiem^ SS Sent" enlt gehandelt hebbende, van zyn gemeensmansplaats te ontzetten ; en dat dien volgens het recht daar toe in voorfchr. ,cas, en ook in allen anderen opzigten is verbleeven aan de Gildens en Burgerye , 't geene 1 voor zoo verre ons bekent is , -ook nooit aan dezelve is gecontedeert en tegengefprooken ; dierhalven zullen wy , met voorbygaan van den 5 Articul, welke wv vertrouwen nageleeft te worden , overgaan tot den 6 en 7 Articul van dit , tot een grondflag gelegt zynde Reglement van 1707. Alwaar men gearredeert vind de qualiteiten welke Schepenen en Raaden, als ook de Gemeensluiden moeten hebben, zoo dezelve verkiesbaar zullen wezen. Zynde in aanzien der Heeren Schepenen en Raad'en als dezelve verkiesbaar zullen zyn , beraamt en vast' gelteld: „ \mo. Dat dezelve belydenisfe moeten hebben ge„ daan van de waare gereformeerde Christelyke Re„ hgie. „ ado. Dat zy binnen de Stad Arnhem Burgeren zyn, aldaar twaalf jaaren hebben gewoonr. „ %tio. Dat ten tyde vau de keur al nog binnen de „ Stad woonagtig en in de Stad en Schependom, im„ mers in Veluwen of Veluweh Zoom geëerft zyn. „ 4/0. Dat aan die geene , welke bereids in 'den „ Scheepen doel zyn , niet te na in den bloede of Schwagerfchap bedaan tot Oom en Neef, Broeders en Susrers kinderen." Wy kunnen niet voorby hier reffens te noteeren als een 5de poinct of qualiteit, betrekkelyk tot den Schependoel dezer Stad , dat op Prjfca iójo een keur of itatuit is gemaakt en geregiltreert in het Raad fignaat van deze Stad fol. 376, welke woordelyk behelst: „ Is  jan. STAAT EN OORLOG. 1733. 33 „ Is gerefol veert, daar iemant Schepen dezer Stad zynde tot het Drostaropt van Veluwen, ofhetRich„ terampt van Arnhem en Veluwen Zoom kwame»ge,, promoveert te worden , dezelve als dan tegens de „ naafte keur van de Mag;ftraat gehouden zal zyn den „ Scheepenftoel te quiteeren." J3y 't welke als een 6de Poinö of qualiteit aantemerken is, dat in 't aangeioogene R-glement of Ord^e, waar na de Regeeringe des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zurphen zal belyd worden van den 17 Oktober 1750, pag. 31 genoegzaam in fine is vastgefteld en bevolen : ,, Dat noch op de refpeéb've Lnndlagen, noch op „ eenige quartierdagen of anderzints zullen mogen com„ pareeren over de dehberatien ,. die aldaar zou len mo„ gen worden aangefleld, noch ook in de Magiflratw re van de refpeB'v-e Steden zullen mogen worden ge* „ admitteert eem'ov perfoonen , edele of'onedele , die „ aan de Landfchap in het gemein, de voorfchr. quar- tiers Ampten of Steden in 't byzonder, in een^n deelen 0f P lindten ter zaake van on'fang of ad-ni„ niffratie van eenige penningen comptabel of rtctcva- bel zyn" Als men nu alle deeze voorfchr. qualiteiten, keuren en wetten nagaat , en daar aan de nieuwlte gevallen komt te toetl'n, dan meenen wy daar uit ontegenfpreekelyk te blyken: \mo. Dat, (zonder njer optehaalen 't geene in vroe. gere tyden informeel gefchied is) de Heer Mr. J. N. van Eek in den jaare 1777 ten eetiem den, Portiers, ,, Kosters, Stadsrneefters, voorts alle andere Stadsbe„ dièningen, uitgenomen alleen de-aanflcllinge van een ,, Riiliet of Serviesmeefler, Wachtmeeftcrs en Tooren,, wachters ^ van alle Ontfangers, Rentmeeflers of Col- le&eürs, van Stads of Landsmiddelen Haat ter dis,, politie van de Stad, waar van de Nominatie alleen „ zal zyn by de Magiflraat, en de electie of keur by „ de gezwoore Gemeente , zoo nogthans, dat in op„ zigte van de vergevinge der Bedieningen zal moeten ,, gelet worden, dat daar toe genomen worden bekwdd,, me perfonen van de gereformeerde Religie, die ten mi 11/len drie jaren Borg eren dezer Stad geweest zyn, uigenomen , dat in Schoolmeefler, Organist ende „ diergelyke, daarinne wetenfchap en konst moet prse„ valeren , geen reguard op de Borgerfchap zal geno- men worden. Zynde na onze gedagten ontegenzeggelyk den waren dtiidelyken zin en meeninge van dezen 14 Articul, 11110. Dat (voor zoo verre daar omtrent geen veranderinge is gemaakt by 't Reglement van den jaare 1750, hier vooren geallegeert) de verkiezinge van de twee regeerende Borgermeetterer en verdere andere Scheepenfunclie, als Policeimeetleren, Weertmeelleren, Merk» meelleren, Put- en Straatmeelleren, Hymraad van Overbetuwe , Otterlo , Huismeefteren in de Weeshuizen , Gods- en Gasthuizen, als van St. Catharine, St. Peter, Sr. Anthonis, Curaterfchap der Schooien , Collolielfchappen der Borgeren Vaandelen , zal zyn en bly. C 5 ven  42 jan. ZAAKEN VAN 1783. 'ven ter vrye dispofitie van U Ed. Groot Achtb. om zulks onder malkanderen te reguleeren, als best zullen goed vinden, zoodanig dat omtrent het voorfchr. noch wy Gemeensluiden noch de Bor?erye in aanmerking komen, maar alles ter volle dispofitie aan U El. Groot Achrb. is over ge!;>.a:en. ndo. Dat aan U Ed. Groot Acht'basre ook rer dispofitie overgelaaten is , by voorfchr Articul., de aanftellinge van de Stadsbediendén, als Secrerairen, Hop. luiden, Luitenants, Vaandrigs, Roey lragers, Bo ien PoKiers, Kosters, Stadsroeefters, Merkmeetters, voorts alle andere liads Bedieninge. Uitgenomen alleen de aanftellüige van een Bittiet of Serviesmeefler , IVachtmeeflers en Toornwachters , van alle Ontfangers, Rentmeeflers of Collecteurs van S'ads of Landsmiddelen , welke (taan der dispofitie van de Stad; soodanig nogthans, NB. dat de Nominatie daar van zal zyn by U Ed. Groot Achtb. en de eleStie of keure by de gezwoore Gemeente, waar over hier naarder met meerderen. Thans moeten wy hier aanmerken , dat met eerbied al wederom gefprookcn, aan U Ed. Groot Achtb. dia vrye magt en liberteit by dezen Art. geenziuts is gegeeven en nooit wettig heeft gecompeteert, om na welgevallen te disponeeren over de Sta.tsbedienden , als iioplniden, Lietttenants, Vaandrigs, RoeydragersBoden , Portiers, Kosters, Merktmeeliers, voorts alle andere liads Bedieningen; maar dat zulks is gerchied en al mog niet anders kan plaats hebben , dan met voorfchr accrochement of beding, namentlyk, dat al die voorfchr." lfads Bedieningen zullen moeten gegeeven worden NB. aan bekwaame perfoonen van de Gereformeerde RclC gie, en die ten minflen een jaar en zes weeken Borgeren deztr Stad zyn geweest , en drie jaaren binnen dezelve gewoond hebben. Welk voorfchr. accrochement of beding, by gezeide Art. 14 ten klaarften komt op te daagen, aldaar in his verbis: „ Zoo nogthans dat in opzigte van de vergeevinge „ der Bedient; gen zal moeten gelet worden , dar daar „ toe genomen worden bekwame perfoonen van de Ge- „ re-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 43 „ reformeerde Religie, die ten minften een jaar en zes „ weeken Borgeren dezer Stad geweest zyn.** Waarop dart direct een uitzonderiuge word gemaakt in aanzien der Schoolmeefleren, Organist, en diergelyke, daarinne weten fchap en konst moeren pismieren , geen reguard op de Borgerfchap zal genomen worden. Zoo ooit een exceptie of uitzonderiuge de wet gefterkt, meerder kragt en nadruk word bygezet, dan is 't alhier in 't voorhanden zynde geval. Vermits door dezelve ten klaarden aange-toont en nader aangebonden word , dat omtrent de vergeving der overige (lads bedieningen die niet uitgezonden zyn , abfoUrt in agt zal moeten genomen worden de Borgerfchap, zoodanig dat dezelve aan niemant andere zullen kunnen en mogen gegeeven worden, dan aan die geene , dewelke een jaar en zes weeken Berger en van deze Stad zyn geweest. Eu dit is rdet zonder groote en wettige redenen , Edele Groot Achtbare Heeren , bedongen en gearresteert. Want wat is 'er natuurlyker en redelyker, als dat de Borgers, welke Stads lasten den vereischten tyd van drie jaren ofte langer hebben helpen dragen, in vergeldinge van dien ook'deel hebben in de voordeden, welke de Stad komt uit te leveren, en daarin een voorregt genieten voor die geene, welke nog geen drie jaren het Borgerregt hebben gehadt of in 't geheel geen Borgers, of ook ten eenemaale vreemdelingen zyn. By aldien 'er geen byzondere Statuten en Privilegiën waren, weike dit Huk bellisten, zoo zouden alle gronden van het natuurlyke recht deze zaak ten voordeele van ftads burgerye voldingen, ep derzelver eifchen op de openvallende Stads bedieningen regtveerdigen en mah> tineeren tegens alle follicitatien en aanflellingen der ongequalificeerde perfoonen, al waarom 'tdies te bezwaarlyker en onverdraagelyker voor de goede Borgerye is, dat zy by vacatures van ftads bedieningen, inwoningen in de Godshuizen, praebenden of maalcyden hunne follicitatien zien mislukken, en dat onbevoegde perfoonen aan hun worden voorgetrokken. 'T welke zoo mecnigmaal heeft plaats gehad , dat geen  41 JAK. ZAAKEN VAN 17g3#- geen Borgers van deze Stad na 't jaar 174?, immers voor zoo verre ons bekend is, zeer weinige de minfte of genngfie ftads bedieninge hebben bekomen. Integendeel heeft men moeten öndervin len , dat die ftads bedieningen worden gegeeven dan eens door Zvn Hoogheid den Heer Erfftadhouder f>getwyfelt door aoufive informatielij aan deze of geene van de Guarde du Corps, en dan wederom door U Ed. Groo- Acht bare aan derzelver knegts en bediendens , genoegzaam alle vreema.-lmgen en geen Borgers dezer Stad, en dus .tot Borger bedieningen niet gequalifkeert, en waar onder zommige worden gevonden , die daar toe zelfs de nodige bekwaamheden ook niet bezitten , zoo als veelmalen komt te blyken , zoodanig dat zy voor het aan. veerden van haare bedieningen eerst dienden te P<-en lezen en fchryven. Wy zullen bevorens hier van af te ftanpen , nog aanmerken , dat doorgaans immers zeer veeie inwoning gen in Godshuizen van deze Stad prebenden of zoo genoemde maaltyden worden gegeeven door de Opeenders en Huismeefteren van voorfchr. Gods- of Gasthuizen aan vreemdelingen, geen Borgeren of zelfs geen gequanficeerde Inwoonders van deze Stad zynde Wel is waar, hoort men voorgeven, als dat de Op. ziender.s en Huismeefteren van die Godshuizen daar meoe willekeurig zouden kunnen en- mogen te werke gaan , even eens, als of 't geene Godshuizen , prebenden en maaltyden waren , aan deze Stad toegehoo- Maar dit is een Lkod raifonnemeut tegens den aart en natuur der zaafce aanlopende. Want zoo die huizen , prebenden en maaltyden niet zouden toeoehooren aan de Stad, dan wjl men vvl eens hebben gevraagt en verzocht oöderrigt te mo2»n worden, hoe met mogelykbeid uit de Maatraat en deze Gemeente Gecommitteeraens kunnen" worden benoemt en aangefteld tot Opzienders en Huismeefteren van vooilchr. Huizen, prebende en maaltyden. Trouwens, dat dezelve gehooren aan de Stad, en dat dienvolgens de Lorgeren daar toe berechtigt zyn, word in', contellabel by der, 18 Articul van voorfchr. Reglement hier ten lundamente gelegt. Be.  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 4S Behelzende, dat de rekeningen van de Leprofen of S'. Anthonis Gasthuis, als meede van het Gasthuis van St'. Catharine , en voorts alle andere Gasthuizen, Pastoryen 1 n Vicaryen goederen &c. in der voegen afgehoord zullen worden, als van Stads Rentmeeflers rekeningen in voorige Articul vermeld. Welke Stads Rentmeeflers rekening NB. moet afgehoort worden, voor den Raad en zes Gildemeefteren, en die als dan aan de gezwoore Gemeente moet worden gecommuniceert , om daar over haar advys in te neemen. Daar nu de voorgemelde reekening op zulk eene wyze moet afgehoord worden, zoo zoude het immers de ongerymdheid zelve wezen, verder voor te wenden , als dat voorfchr huizen , praebenden en maaltyden niet zouden behooren aan de Siad. Wy moeten dienthalveu inlleren, dat U Ed. Groot Achtb de voorgemelde misbruiken ten beste der goede Borgerye, en meede tot foulaas der Stads-Diaconie , zullen gelieven af te fchaffen , en dia voorzieninge doen , dat daar omtrent overeenkomflig der Borgeren Rec'nen en Privilegiën gehandelt' worde. Wy moeten voorfchr. 14 Art. thans wat nader gaan befchouwen , ten opzigte van het geene daar by aan de Gemeente is ovefgeiaateh en het Recht dat dezelve uit hoofde van dien Articul wettig competeert. ' En dien aangaande by herhaling aaamerken , dat U Ed. Groot Achtb, wel is waar bevoegt en gequahficeert zyn , by voorfchr. Arr. tot de Nominatie van een Bil/iet of Servieswee/Ier, Wachtmeefters of Toornwachters , van alle de Ontfangers, Rentmeeflers, of Colltcleurs van Stads- of Landsmiddelen. Maar dat het ook teffens eene conftante waarheid is, dat de elecïie of keur, door de gezwoore Gemeente moet gedaan worden , gelyk by voorfchr. Art. 14. al meede evident word, aldaar in medio in his verbis: Uitgenomen alleen de aanRellinge van een Billiet of Serviesmeelter &c." Waar omtrent wy met leedwezen verder moeten noteeren , dat U Ed. Groot Achtb. , met pifeteritie der gezwoore Gemeente meermaalen hebben aangeReld , \ Toorn-  46 jan. ZAAKEN VAN ,7g3. Toornwachters, Ontfanws, Collecteurs van Stads mid. delen, en dat U Ed. Groot Achtb. ook buiten Nominatie tot hier aan roe hebben gelanten een Biluet of Serviesmeefter, welk Ampt of Bediening zedert meer dan 16 jaaren is vacant geweest , en waar meede dezen of geenen Borger van deze Stad een merkelvken dienst en fo^aas voor hem en deszelfs huisgezin toegebragt zoude hebben kunnen worden. Wy verzoeken en infteren dierhalven op het (Wk. fte , dog tefTens met alle eerbied , dat U Ed Groot Achtb. ten fpoedigften gelieven over te gaan'tot het maken van een behoorlyke Nominatie ter vervulling van deze vacante Serviesmeefters plaats. 8 Als meede, dat U Ed. Groot Achtb. in het vervolg zich na dezen 14 Art. gelieven te gedragen en te reguleren, en dien ten gevolge in eas va„ vacaturen der overige Stads bedieningen, als IVachtmeeflers , Toornwachters, van alle Ontfangers , Rentmeeflers of Colledeurs wn Stads of Landsmiddelen altoos een behoorJyke Nominatie van twee of meer perfoonen te maken en om dezel/e aan de gezwoore Gemeente te commnniceeren, ten einde om daar uit de eleêlie en aanflellinge te kunnen doen. Wy .zullen onaangeroerd pasfeeren den i<. 16 etr 17 Articul, om redenen hier vooren vermeld, namentlyk dat onzes weetens daartegen geen abuizen zvn ingefloopen. J Alleen moeten wy remarqueeren , dat het Curater. ichap der Schooien, zedert lange jaaren vacant geweest zynde, tot vervulbnge van 't zelve ten fpoedigften een perfoon uit de gezwoore Gemeente zal behooren aange. iteld te worden, conform den XV. Articul. Omtrent den ig Articul zullen wy met weinigen doteeren, dat by de behandelinge van den 14 Articul zo even hier vooren reeds is gebleeken, dat alle Godshuizen , prebenden en maaltyden eigendoroelyk aan de Stad gehooren, het geene by de befchouwinge en ver. handelinge van den 2a en 24 Articul hier na ook nog klaarder zal aangetoont worden, waar toe wy ons hier om geen herhalmge te doen, zullen gedraageu * Vertrouwende, dat daar door UEd. Groot Achtbare / ten  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 47 ten vollen ©verreed zullen worden, dat dezen 18 Articul behoord nagekomen te worden , en dat dien ten gevolge de rekeningen der Lep«>feu , of St. Anthonis Gasthuis, van St. Ca'barine , Sr. Peter en voorts alle andere Godshuizen , Pastoryen en Vicaryen Goederen, Ontfanger van de Verpondinge , en ander Ontfangen van Staas middelen, 't zy dat de Stad dezelve by redemptie in 't toekomende bekomen mogr, in der voegen zullen afgehoort worden, als van Stads R^ntmeeRers rekeningen in voorigen Articul 17, is vermeld. En dat gevolglvk de Rentmeelter van de Leprofen of St. Anthonis Gasthuis, en die ..by dezen 18 Art. verder voorkomen, in 't toekomende gehouden zullen zyn , om gelyk den Stads Rentmeefter jaarlyks ten min* Ren agt dagen voor den rekendaer , twee rekeningen over te geeven, een aan de Raad U Ed. Groot Achtb , en een aan de zes Gildemeefteren, om die te communiceeren aan de gezwoore Gemeente. Wy moeten by deze gelegenheid nog remarqueren, dat de bedieningen van de Rentmeefteren , by dezen i8 Art. voorkomende , alle Stadsampten en Bedieningen zyn, waar toe Borgeren van deze Stad alken geregtigt zyn , en dat het aan de goede order volftrekt ftrydig is, wanneer een Lid van U Ed. Groot Achtb. zich daar toe in 't vervolg liet gebruiken en daarmeede gebeneficeert wierd, gelyk plaats heeft gehad , omtrent het Rentampt der Geeftelyken goederen , waar van wy'en de Heer Buri>emeeficr G." Tulleken is geweest RentmeeRer of Ontfanger , en dus Heer en Bediende te gelyk. Alioo wy het daar voor abfolut moeten houden, dat die Greirelyke troederen, waar uit de Pisdicanten van deze Stad betaalt worden, thans zyn Stads goederen, om reeden , dat U Ed. Groot Achtb. daar over in de eerRe plaats de beheeringe en beiiieringe voeren , en daar toe een RentmeeRer nomineeren , en (alhoewel abufivelyk buiten de gezwoore Gemeente) tot hier aan toe hebben aangeReld , het geene almeecie geen plaats konde hebben , zoo die goederen (of fchoon dezelve de naame dragen van GeeRelyken goederen), niet eigendommelyk aan de Stad toe behoorden, het geene wy  43 Jan» ZAAKEN VAN i7g3i wy abfoldt vast ftèllen van Ja , en ook af te leiden is lub 15. har na geappliceerr. Kunnende hier aan niet nbReren , dar bv voorfchr 18 Art. geen ra-mie word gemaakt van Geeftelvke goederen, alzoo daar !>y geene uitzanderinge word gemaakt van eenige óntfangen van Stads middelen m*ar in tegendeel word by dezen .8 Arr. ge2egt, Jat alle Stads óntfangen verreekent gullen moeten worden, ?#. lyk de Stads Hentmeefter komt te doen; in verbis aldaar , en andere ontfange van Stads middelen. het zy dat de Stad dezelve hy redemptie hekomen mogt in der wegen zullen afgehoord worden, als van Stads ree. keningen. eDat daar aan ook gelegen legt voor die geene, dewelke haar beftaan en inkommen alleen hebben uit en van die Geeltelyke goederen, dat tot Rentmeelter over dezelve een goed bekwaam particulier Borger word aangelteld , vermits die met minder vreeze en bekommermge kar. aangemaant en anngefproken wotden, om behoorlyk en prompte- betaalinge te doen, dan een frygirmeefter van de Stad, tot dit Rentampt aangefteld wordende , en in 't doen van behoorlyke betaalinge komende te mnnqueren, En wanneer gezien word op het Reglement of ordre van Regeeringe van i75o hier vooren meermaalen aangehaalt. Dan word at verder 'inconteflabel , als dat een Borgemeeder Scheepen of Raad van deze Stad, met voorfchr. Rentampt of Ontfang der Geeflelyke goede, ren , aan deze Stad thans toebehoorende, met moo°-elykheid niet kan gebenificeert worden. Gelet fupra reeds is aangemeikt. als dat volgens dit Reglementen de Landfcbap, quartiers Vergaderinge noch ook in de M-giftrature van de rrfpeBive Steeden met zullen mogen worden geadmitteert, die geene, de welke aan de Landfchap i„ 't gemein , de voorfchr. quartiers Ambten of Steden in 't bvzonder in eenigen deelen of PoinBen, ter zaake van Omfangst of Admimftratie van eenige penningen comptabel of redevabel zyn. Waar voor ongetwyfeld geen andere reden is, dan dat  jan. STAAT EN CORLOG. 1783. 49 dat niemant te gelyk Regent en Bediende kan wezen, en dat overzulks vonrfchf. Rentampt door geen BorgermeeRer, Scheepen of Raad kan bekleed worden. Al waarom wy inftantelyk verzoeken , dat U Ed. Groot Achtb. een behoorlyke Nominatie gelieven te ma. ken van dit thans vacant zynde Rentampt. Als mede van het Rentampt van de Leprofen of 6t. Anthonis Gasthuis, voor eenigen tyd vacant geworden zynde door den Medegemeensman wylen Lous de Gast, tot welk Ampt overzulks wederom een Rentmeelter in voegen voorfchr. zal behooren aangeiMl te worden, en die aan ons te laten toekomen, om daar uit de eleéfre kunnen doen, conform den 14 Articul van voorfchr. Reglement. Wy zullen, zonder van 't geftatueerde Art. 19 en ao af te gaan , overftappen der befchouwing van den 21 en 22 Articul, als met malkanderen in connexie ftaaode. _ Behelzende den 21 Articul; „ Dit ook den Raad buiten bewilliginge van de gezwoore Gemeensluiden geen " confenten zal draagen in eenige petitiën van de Staa. ten Generaal of Raade van Staaten, geen fchatungen " of eenig ongeld, hoe men dat noemen mag, 't zy „ provintiaal, quartierlyke of tot particuliere Stads inkomen, zal konnen of mogen inwilligen ot opltellen, „ noch ook 't ingewilligde by haar zelfs continueeren. En den 22 Articul item : „ Geen goed van de Stad, hoe geringe het ook zoude mogen wezen, ver/chryvent verzetten , in pandfehap uitdoen , in/osfen , wegge" ven, aankoopen en verkoopen. verpachten of eenige „penningen tot behoef van de Stad op neemen, en de ,, Burgeren en lngezeetenen daar voor verbinden, bui„ ten confent als vooren." Waar uit openbaar en handtastelyk word. imo. Als meede dat U El Groot Achtb., buiten bewilliging van de gezwoore Gemeensluiden, geen confenten zuilen kunnen en mogen dragen in eenige petitiën van de Staaten Generaal, of Raaden van Scaaten. ld». Dat U Ed. Groot Achtb. geen goed van de Stad hoe gering het ook zoude mogen wezen, zullen kunnen en mogen verfchryven , verzetten , in pandfehap uit doen, inlosfen, weggeven, aankoopen en verkoopen, XI. dkel. D Veï"  5ö jan. ZAAKEN VAN 1783. verpagten of eenige penningen tot behoef van de Stad opueemen , en zoo voorts, dan insgelyks met confent en toelremminge van de gezwoore Gemeente en om die des aangaande niet te verblinden. In aanzien het eerfte Articul 21 voorkomende, moe- ?nln!nfflerkö,u\d,t, fU de g™ore Gemecnsluiden thans geen behoorlyke openinge word geffeeven der Petitiën van de Staaten Generaal of Raade van ötnaten , en dat nog veel weiniger van dezelve word verzogt of gereqtiireen haar confent. Waar toe U Ed Groot Achtb. nogthans met eer. b ed al wederom gefproken, gehouden en verpligt zyn; dt.rhalven inireren en verzoeken wy, dat in het vervolg zuks gedaan en geobferveert mag worden od dat ook m mt Ruk het belang der geheeie Borgerye secomerveert blyve. 8 J s melde,1" aaili''iCn het tWcede ' Arr' 22 voork°- Namentlyk , dat U Ed. Groot .Achtb. over geen ÏZ J™ u S',ad h0S geri"Z het 00k zoude mogen wezen , zullen kunnen riisponeeren , dan met bewilli- qSeti3" §e2W0Ore Gemeente> ^eun vvy remarDat tegens deze uitdrukkelyke wet zeer groote en verregaande misbruiken zyn ontiraan, zoo in het aan. keepen wvor hopen of weggeeven van Stads goederen Wy zullen hier alle die misbruiken niet ophaale. maar ons alleen bepaalen tot drie notabele Poincten binnen deze Stad voorhanden zynde n?mem,yk: Tot den aankoop en aanbouw van Stadswaage. ido. Tot het verkoopen of weggaeven van Stads keikhofl aan de Joode JVleyer. En 3//0. Tot het verkoopen en laaten afbreeken van het zoogenaamde Kneukelhuis , zedert lange jaaren in huur bewoond geweest zynde door de Weduwe Reyn- „3k? /edaan eJ" onde"'oomen , buiten confent en g wV!ü " Van de 8ez*°o™ Gemeente. Welken aankoop en opbouw van Stadswaag en het verkoopen of weggeeven vau vooifchr. Kerkhoff, miriga-  jan. STAAT EN OORLOG. 1733. 51 gaders het verkoopen van voorfchr. Kneukelhuis , geen geringe maar importante en zeer gewigtige zaaken zyn , waar over onder de goede Borgerye en lngezeetenen ook zeer veel reflectien zyn gevallen, inzonderheid over de twee eerstgemelde, en niet zonder reeden. Want befchouwt men het ite Poinft, te weeten den aankoop van den grond en den opbouw van de Waag, daartoe zyn duizende geimpendeert, het geen wederom met eerbied gefproken, na onze gedagten met veel minder kosten zoude hebben kunnen gefchieden, dat evens wel daarvan een goed en nuttig gebruik zoude hebben kunnen worden gemaakt, door onze Burgers, lngezeetenen en Vreemdelingen. Kunnende in aanzien van dezen aankoop en opbouw van Stadswaag niet in aanmerkinge komen in de gezwoore Gemeente , mitsgaders dé Borgeren van deze Stad niet afgeland worden , door voortewenden , als dat dien aankoop en opbouw niet zoude gefchied en gedaan weezen met eigentlyke Stads penningen; maar uit een byzondere en geheime Casfe of Biurs van de Stad. Vermits , dat zoo gewilde onderfcheid van particuliere Stads goederen, welke in een byzondere Casfe of Beurs zouden beftaan , niet voorkomt en gemaakt is geworden by dezen 11 Articul. Waarby indifbincll en zonder de minfte referve , reftri&ie of uitzonderinge is gelhuueerr, als, dat de Heeren van de Magifïraat, geen goed, hoe gering het ook zoude mogen wezen , zullen kunnen en mogen aankoopen en verkoopeln, dan met bewilliging en confent van de. gezwoore Gemeente. En wat omtrent deze zoo gewilde geheime en particuliere Beurs of Casfe , en in welke Fondfen , die ook beftaat of heen komt, voorgegeeven mag worden ; Altoos komt na onze gedagten paalvast te liaan, —' als dat die particuliere Beurs of Casfa en de Fondfen, waar in dezelve beftaat of uit voortvloeit , en hoe die ook tot den huidigen dage geheim gehouden is voor de agt jongfte leden van de Heeren van de Magiftraat en de gezwoore Gemeente , eigendommelyk nogthans 'D 2. toe-  52 jan. ZAAKEN VAN 1783. toebehoort aan deze Stad van Arnhem, en dus een goed en efecl ,js van dezelve. Evens eens als de overige Stads goederen door den S'ads RentmeeRer beheert en beRieit wordende, en de goederen der Leprofen of St. Anthonis Gasthuis , St. Peter &c. waar van hier vooren reeds gefprooken is en ftraks nog nader zal gefprooken worden. En wy vertrouwen ook, dat zulks ter goeder trouw niet zal onkend kunnen worden. Want hoe zoude het anders mogelyk kunnen wezen , dat de vier oudRe Heeren Regenten van de Magiltraat met den oudRen Heer Secretaris van deze Stad de beheeringe, beRieringe en adminiftratie over de geheime Casfa of Beurs zouden kunnen voeren , als dezelve niet aan de Stad eigendomtnelyk toekomt. En dat ook even zoo min zal tegengeiprooken kunnen worden , dat 'er waarlyk en in der daad alzulk eene geheime Beurs of Casfa is , waar van de vier oudfte Heeren van de Magifïraat en den oudften Heer Secretaris van deze Stad de beheeringe , beRieringe en adrjainiftratie zich alleen aanmatigen , met uitfluitinge niet alleen van de jongfte agt Leeden van de Heeren van de Magiltraat, maar ook van de gezwoore Ge. meente. Trouwens indien 'er zulk eene geheime Casfa of Beurs, en de Fondfen, waar in dezelve beftaat, niet ware, waarmede of met welke penningen is het huis of den grond, waar op de Stadswaag is gebouwt, dan aangekogt en is dat pragtig gebouw de Stadswaag gemaakt ? Niet met of door ordinaire Stads penningen , want dan zoude daarvan moeten blyken by de rekeningen van Stads Rentmeefter, waarby dien aangaande nogthans onzes weetens niets gevonden word, ja geen mentie gemaakt word van eenige kosten, wegens voorfchr. aankoop en opbouw van deze Stadswaag. Dus onbetwistbaar dan zynde, imo. dal 'er een geheime Casfa of Beurs is, en Fondfen zyn, waar uit dezelve beltaat of voortvioeid. En 2 lo. Dar die zoo gewilde geheime Casfa of Beurs eigendommelyk gehoord aan de Stad. Dier-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 53 Dierbalven komen wy zoo inftantelyk als eerbiedig te verzoeken, dat de vier oudfte Heeren Regenten niet alleen behoorlyke openingen en informatien komen te geven aan de overige Leeden van deze Magiltraat, maar ook aan de gezwoore Gemeente , voorts dat jaarlyks van ontfangst en uitgave word rekeninge, bewys en reliqua gedaan, gelyk den Stads RentmeeRer komt te doen, conform den 17 Articul. Waarop wy te meer inReren , terwyl de Stad en goede Borgerye daar aan ten hoogden gelegen legt om te' kunnen en mogen weeten, of haare Stads goederen, inkomften en revenuen na behooren beheert en beüiert worden. Ten dien einde is het ook, dat by de 22 Aiticul van voorfchr. Reglement zoo intdrukkelyk is geftatueert, dat over geen goed van de Stad, hoe geringe het ook zoude mogen wezen, op eenigerlei wyze gedisponneert kan worden, dan met voorkennis en bewilliginge van de gezwoore Gemeente. Niet dat wy die vier oudfte Heeren Regenten in het minfte. direct of indirect zouden willen verdenken, als of Haar Edele Groot Achtbare thans geen behoorlyke adminiftratie zouden voeren over de goederen , inkomflen en revenuen tot voorfchr. geheime Beurs of Casfa behoorende. Maar wy zyn niet verzeekert, dat zulks in 't vervolg altoos plaats zal hebben , en daar van zullen de tegenwoordige vier oudfte Heeren Regenten ook geen de minfte verzekeringe aan de Stad en Borgerye ktuncn geeven. Met de inkomften en revenuen van deze zoo gewilde geheime Casfa of Beurs zoude het in 't vervolg van tyden immers eveneens kunnen afloopen , als mee de pnebenden of maaltyden, welke ongetwyfeld aan de B )rgers van deze Stad behooren en gegeeven zyn , dog waarmede de Huismeefteren der Godshuizon chans na welgevallen zoodanig haudelen, dat men om alle haatelykheden te vermyden , daarover al nu geene verdere lpeciale remarques zal maken. Dat ook boven dien plaats zoude kunnen hebben, als dat de overige agt Leden van ü Ed. Groot Achtbare en de gezwoore Gemeente van deze Stad, middelen en geD 3 le-  54 jan. ZAAKEN VAN 1783. legenheden zouden kunnen uitvinden tot vermeerderinge en verbeteringe der goederen en fondfen , waar in deze zoo gewilde geheime Casfa of Beurs beltaat , mitsgaders om de revenuen en opkomften van dezelve tot meerder nut en voordeel van de Stad te belteeden dan tot den opbouw van zulk een pragiig gebouw, als vooifchr. waag en meer diergelylse "zaaken , die voor ons verborgen worden gehóuden , voldreekt nogihans lhydig aan dea XXXIV Articul van meergemelde Reglement. Waarby uitdrukkelyk en met deze woorden vcrbooden is : ,, Dat geen groore nieuwe werken tot kosten ,, van de Stad zullen mogen voorgenomen worden buiten bewilüginge der gezwoore Gemeente." En terwyl die zo gewilde geheime Casfa of B-WS beneffens de jaarlykfe opkomften en revenuen van dezelve niet gering, maar zeer important moeten wezen, nademaal daar uit voorfchr. pragtig gebouw, de ftads waag , is opgebouwr Zo verwagten wy ook billyk , dat de overige Heeren agt jongfte Leden van de Ma. giftraat dezer Stad in dit ftuk , en ons voorfchr. verzoek dien aangaande gedaan , namentiyk dat openin?e en behoorlyke rekeninge jaarlyks zal moeten gedaan worden van vooifchr. geheime Beurs of Casfa , even eens, als de ftads Rentmeefter komt te doen , met de gezwoore Gemeente eene lyn zullen trekken. En van naby belchouwt wordende het tweede poinct, betreffende het verkoopen of weggeven van bet kerkholf aan den Jood Meyer met de 'gevolgen van dien , dan zoude zeer veel ter verfchooninge wegens het misnoegen, dat dien aangaande de Borgers en Ingezetenen hebben gehad , te zeggen vallen ; waar van wy ons voor als nog, om deze en geene reden, zullen onthouden , en daar van ook geen gebruik maken dan by de hoogfte noodzaakelykheid , waarin wy hopen nooit gebragt te zullen worden. Alleen zullen wy thans dien aangaande by herhaaling maar remarqueeren , dat alles gedaan en ondernomen is, omtrent dit gewigtig ftuk, buiten voorkennisfe en bewilüginge van ons gezwoore Gemeensluiden , het geene dus vierkant aanloopt tegens voordeur. 2.1 Arti. cul  jan. STAAT EN OORLOG. 17S3. 55 cul van bet bier ten grondslage gelegt zynde Regie» ment, vermits daarby , alwederom by herhalinge gezegt, zo klaar als (lerk gefbitueert is, dat U Ed. Groot Achtbare geen goed van de ftad, hoe gering het ook zoude mogen 'Mezen, zullen kunnen verfchryvep, verzet' ten, in pandfehap uitdoen, inlosfen , weggeven, aankoopen en verkoopen fêfc. dan met voorkennisfe en bewilliginge van de gezwoore Gemeente. Zo dat U Ed. Groot Achtbare , met eerbied alwederom gefproken, tegens deze uitdrukkelyke wet nooit fterker hebben kunnen aangaan en zich verzetten, dan in het voorfchr. geval. Alzo kerken en kerkhoven inzonderheid , ja meer dan ordinaire ftads goederen zyn , dezelve worden genoemt, en na rechten gehouden voor res univerfnatis. Wy zuHen om wettige redenen voor als nog hier onaangeroert laten , hoe en op welke wyze daar over kan en mag gedisponneert worden ; trouwens zulks is aan U Ed. Groot Achtbare ten vollen bekend. Wy hadden wel gewenscht dat by U Ed, Groot Achtbare voorheen in ferieuze aanmerkinge was geko. men , het geiiatueerde by den 26 art. van voorfchr. Reglement, alwaar onder anderen het aankoopen en verkoopen van ftads goederen , etc. buiten bewilüginge van ons Gemeensluiden nog nader, kragtiger en by wyze van pcenaliteit , is-verboden. Gelet den 26 art. woordelyk behelst. „ En omtrent de poincten hier voorens art. 20. 21, ,, 22. 23. 24. en 25. vermeit, iets buiten de gezwoo„ re Gïmeenslniden gedisponert wierd, zo zal het yel„ ve wel, zo veel de ftad aangaat, voor nul en van geender waarden zyn en blyven , "ook in zo verre, ,, dat nog prajfcriptie, of contraire gebruik iets daar 5, tegen vermogen zal, dog de Magiltraat zal , op dat „ parthye , waarmede alzo over eenige ftads goederen „ inkomen , renten , of laiten gehandelt hebben , niet ,, bedrogen worden , fchuUlig zyn uit haar eigen goed zulks te redden en te voldoen, te weeten de perzo„ nen die zuiks gedaan, hebben , ieder voor haar aan„ deel of quota, dies zullen de disfentierende lith of „ leden zyn, of haare ftemmen doen aantekenen , en ,, aan de Gemeente te kennen geven. D 4 Voorts  56 jan. ZAAKEN VAN 1783. Voorts befchouwt wordende het 3, poinct, nament]yk het voorkopen en af breeken van het kneukelhuis, al mede buiten confent en bewilüginge , van ons gezwoore Gemeensluiden gedaan en ondernomen, en dat deswegens de ftads kerkengoederen, welke zo men geinformeert is , tot de gewoone reparatien genoegzaam niet toerykende zyn, jaarlyks daar door komen te verliezen de huur of pagt van dat huis ter fomma van tagentig gulden , dan zoude daar omtrent vergoedinge kunnen en mogen geeischt worden , na inhoud van zo evengemelden 26 art. van voorfr. Reglement. Want tot fgeen verfchoninge , aangaande het verknopen van gezeide kneukelhuis zoude kunnen verftrekken een prtetens voorgeven , als dat daar door en door het afbreeken van het zelve, aan den Jood Meyer* en eenige andere, daar omtrent woonende en pasferende menfehen , een ruimer en vroolyker gezicht zoude zyn toegebraenr. Terwyl dat geringe vermaak, van een ruimer en vroolyker gezichr, voor eenige weinige huizen en menfehen , geenfinrs kan opweegen aan het voorfr. nadeel, het welke de Rads kerken goederen, door het verkoopen en afbreeken van meergemelde huis, jaarlyks komen te lyden. Dog om dien aangaande, zo veel doenlyk is , alle infehiklykheid te gebruiken , als mede ten opzigte van den opbouw van fta^swaage, en wel inzonderheid, van het verkoopen of weggeven van voorfr. kerkhof aan den Jood Meyer , en om denzelven nu en voor altoos gerust en zeker des wegens te Rellen , mitsgaders U Ed. Groot Achtbare met ons de nodige middelen gelieven te beraamen , door welke de voorverhaalde gebeurde zaaken , die niet wel in voorigen (laat zouden kunnen worden herftek , in zo verre mogen worden geredresfeert, dat daar door aan ftads rechten en privilegiën geen pray'uditie in 't vervolg toegebragt, en daar uit namaals geen nadeeüge gevolgen zullen kunnen of mogen getrokken worden. Dat ten opzigte van den 07-29-33-35 en 36. articul van meergemelte , bier ten grondllage gelegt zynde Reglement, betrekkelyk tot de pubüke verpachtinge van goe.  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 57 goederen en middelen , ordonnantie , rakende de nee. rinse , het pasferen der inkomende Militie en de inquartierirge van dezelve , de verdeelinge der breuken, en om aan de gezwoore Gemeente ten allen tyde viiie van de Raadfignaaten van deze ftad te verkenen , etc. alles met meerderen by de aangetoogene aniculen omfchreven qr. onzes weetens geen misbruiken zyn ingefloopen. Weshalven wy het geftatuerde by meergemelde articulen , beneffens alle de overige aniculen , waar omtrent in dezen geen reflexien of confideratien zyn gevallen , voor geinh£ereert willen hebben gehouden /zoodanig dat dezelve ten allen tyde behoorlyk effect, zullen kunnen en mogen forteeren. • Dog wy zullen hier een weinig te rug moeten gaan, en nog kortelyk aanmerken, omtrent den 24 articul. ,, Behelfende, dat geene nieuwe gagie of honen, of „ jaarlykfe penjionen zullen mogen werden toegelegt, „ 'buiten bewilliging van de gezwoore Gemeente. Dat daar omtrent een misbruik is ontdaan , immers voor zo verre wy geinformeert zyn, door dien U Ed. Groot Achtbare aan den Meeder J. van den Bergh een gagie of loon, of jaarlyks penfion zouden hebben toe gelegt, ter fomma van vyftig gulden, voor het houden van het doopboek van deze Itad. Het welke eigentlyk het weik is van de kosters, en dat 'ot derzelver bedieninge gehoord, dog die daar toe de nodige bekwaamheden niet zouden bezitten , het welk 'ons ook niet vreemd voorkomt, in aanmerking neemende, hoe gebrekkig dezelve in het publique fungeeren.- Dat men nergens anders aan kan toe fcnryven, dan dat door U Ed. Groot Achtbate met die bedieningen zyn besundigt derzelver knegts , meerendeels zo niet alle vreemdelinge zynde , die apparent in haare jeugd geen gelegenheid zullen hebben gehad , om na behoo.ren te leeren leezen en fcnryven , alwaar om dezelve ook te minder gequalificeert zyn geweest tot voorfr. ftads bedieninge, zo als hier vooren uit den 14 art. is gebleeken. Dat ondertusfchen voorfr. jaarlyks penfion buiten voorkennisfe en bewilüginge van de gezwoore GemeenD 5 te  53 jan, ZAAKEN VAN 1783. te is gefchied, dat het zelve gevolglyk informeel en onbeflaanbaar is , na inhoud van zo even gemelde 34 art. en dien conform opgevolgde Refol. van U Ed. Groot Achtbare in den jaaren 1716 en 17:9 fub B per copiam. Of teegen den 30-31 en 32 articul , voornamentlyk betrekkelyk tot de Gildens , Gildemeelteren en Collonels en Hoofdofficieren van de vaandels , abuizen zyn ingefloopen , en waar in dezelve eigentlyk beftaan, kunnen wy hier na behooren niet opgeeven , daar toe zyn voor als nog ook geen vertoogeu of remonftrantien aan de gezwoore Gemeente gedaan. Al waarom wy zulks ter verantwoordinge overlaaten, aan de refpective Gildens, Gildemeelteren , Gardianen en Boekhouders, voorts aan de Hoofdofficieren van de vaandels. Hiermede zo wy vertrouwen , de bezwaaren , welke tegens ftads rechten en privilegiën , voor zo verre dezelve ons bewust zyn, op een behoorlyke en aHeflnts decente wyze omllandig , en zo als de zaaken leggen, (die wy niet hebben kunnen onaangeroert laaten , zo wy aan de waarheid hulde doen , en aan ftads bejangen geen naadeel wilden toebrengen) onder het oog van U Ed. Groot Achtbare gebragt hebbende, zo mogen wy ons niet anders voordellen , ais da U Ed. Groot Achtb. daar op è'ed en ambtshalvcn, bebbwnlyk reguard zullen flaan, en alle die misbruiken affchalren en corrigeren , in voegen voorfchreven, of ten genoegen van ons gezwoore Gemeensluiden en de. goede Borgerye van deze ftad,. op al zodane andere en bekwame wyze zullen voorfien, als U Ed. Groot Achtb. goeden raad zal mede'brengen. En voor zo verre, daar omtrent de Heer Erfi'tadhouder in aanmerkinge mogt komen, inzonderheid in aanzien van het aanltellen van Borgermeelleren , Schepenen en Raaden , beneffens derzelver Raadfècretaris, mitsgaders Geraeensluiden van deze ftad , dat U Ed. Groot Achtbare het daar heen, des noods met ons,by Hoogst Dezelve gelieven te dirigeren, dat conform het Reglement op de Regering van 1750, geen andere perzonen tot Burgemetlteren , Schepenen en Raaden , mits- \  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 59 mitsgaders. Gemeensluiden de-serftad, in het toekomen, de worden aangefreid,-dan dezulke, die na \s lan is en ftads rechten en privilegiën daar toe gcqualificeert en verkiesbaar zyn , hier vooren by de behandeling van den 6 en 7 art. met meerderen omfchreven, gelyk ook by onze voorgaande misfive, van den 4 Decemb, jongst, leden, waar toe wy ons hier eerbiedig refereeren, met nogmalige betuiginge, dat wy de abuizen daarby en in deze ten opzigte van het aanftellen van Schepenen en Raaden , mitsgaders van Gemeensluiden , niet zo zeer aan Zyn Doorluchtige Hoogheid den Heere Eriftadhouder komen toe te fcbryven , dan wel en voornamentlyk aan die geene, aan de welke Hoogst Dezelve tot dus verre gehoor heeft verleent. Zo dat daar tegens voor 't toekomende behoorlyke voorzieningen zal behooren gedaan te worden, door kaar abullve handelingen onder het oog vau zyn Hoogheid te brengen, en wat de omftuidigheden verder zullen vorderen. Wy .vertrouwen en verwagten , dies te' meer , dat U Ed. 'Groot Achtbare aan dit ons welmeeuend verzoek en verlangen zuilen gelieven te voldoen. Verhits wy daarmede geen ander einde of doelwit hebben, dan het welzyn der ftad en Borgerye , en de confervatie van derzelver rechten en privilegiën, die wy vast (tellen, dat U Ed. Groot Achtbare ook ter harten gaan, en die voortaan nevens ons, met allen yver na behooren zullen helpen maintineeren. Waar door wy het genoegen zullen hebben, van ons bevryd te vinden, waar toe wy ons anderfints zouden veipligt achten , om van deze onze voorltellinge opening te geeven aan de Gildens en de Borgerye van de ftad , (welke gelyk in de pramisfen dezes is gezegd, haare rechten en privilegiën hoog fchatten , en tot behoudinge van dezelve, denkelyk alles wat behoorlyk is, zullen aanwenden;) ten einde om daarmede aan te toonen , dat wy als haare Gecommitteerdens ëeds en ambts halven hebben gedefungeert , voor alle verdere gevolgen onverantwoordelyk zyn , en het Maintien van dezer Stads Regten en Privilegiën daar mede aan dezelve moeten overlaten. In  6o J*N« ZAAKEN VAN 1783, _ In middels geven wy ü Ed. Groot Achtbare zeer feïieus in confideratie , hoe onaangenaam het voor ons zoude wezen, tot dat uiterfte te moeten' komen, daar ons de gefchiedenisfen van alle tyden leeren , dat de Nederlanders, inzonderheid mede de Borgers van deeze Stad, geyvert hebben om haare Regten en Privilegiën tegens elk een iegelyk (offchoon wel eens in vergetelheid geraakt, en dat daaromtrent gelyk tegenswoordig verregaande misbruiken zyn ingefloopen), echter tegens alle en een iegelyk ftaande te houden en te verdedigen. Weshalven wy niet anders konnen denken , dan, dat U Ed. Groot Achtbare door een fpoedig Redres , alle de voorfchreve bezwaarnisfen zullen affchaffen, en met ons alle krachten zullen infpannen , dat ftads Rechten en Privilegiën, voortaan tegens alle inbreuken mogen beveiligt zyn. Wy beveelen U Ed. Groot Achtbare en derzelver Regeeringe in de Proteftie Godes, en hebben de Eer met alle yver en waare Hoogachting te blyven. Edele Groot Achtbaare Heeren! UE1. Groot Achtb. gehoorzaame Dienaaren, die van de gezwoore Gemeente te Arnhem. Arnhem den 17 Ter Ordonnantie van dezelve is deJanuary 1783. ze door haare Scriba getekent. (Was ger.) t H. ENGELEN. XXV.  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 61 XXV. Memorie van den Pruisfifchen Gezant by Hun Hoog Mogende de Staaten Generaal, betreffende den Prins Erfftadhouder. In dato 20 January I7S3- hoog mogende heeren! De Koning had zig gevleid , dat de Vertoogen en vriendelyke infinuatien, welken de Ondergetekende, op uitdruklyk bevel zyner Majefteit, aan verfcheidene gedistingueerde Leden van de Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën nopens de ongelukkige gisting t die zich thans in Holland openbaart, gedaan heeft, eene gewenschte en met de poiitive verzekeringen , welken men hem ten dien opzigte gegeeven heeft, overeenkornftige uitwerking zouden voortbrengen; maar zyne Majefteit heeft met zoo veel onaangenaamheid als verwondering vernomen, dat die binnenlandfche beweegingen , in plaats van te bedaaren , fteeds vermeerderen: en dat men zelfs op niet mindei bedacht is, dan den Prins Erfftadhouder het kommando over de Troepen en de Marine te ontnemen, en hem daardoor van de voor'naamfte en weezenlykfte voorrechten zyner bediening van Erf-Kapitein en Admiraal Generaal te berooven. De Koning kan zich niet verbeelden, dat dit het gevoelen en de algemeene wensch der Natie en der Regenten van den Staat zy. Zyne Majefteit is veel meer overreed , dat dit flechts het byzondere idéé is van fommige perfoonen, die het Doorluchtig Huis van Nasfau eeu kwaad hart toedraagen , door een gevolg van eenigén haat of hun byzonder oogmerk , zonder het waare welzyn en algemeene belang van den Staat in overweeging te neemen. Ieder goed Hollander zal zich met dankerkentenis erinneren , dat de grondvestingen van zyne vryheid en tegenwoordigen voorfpoed door de Printen van het Doorluchtig Huis van Oranje en Nasfau gelegd , en ten deele op kosten van hun bloed  62 ja* ZAAKEN VAN l783. bloed verkreegen zyn ; dat het dit Huis is, welke de geheele tegenwoordige Conftitutie der Republyk gemaakt en verzekerd, en na fbmmige buitengewoone wisfelvalhgb.eden en omwentelingen, eeniger wyze naar de tegenwoordige gelykende, de Vereenigde Provinciën uit oogfchynlyke gevaaren , waarmede zy gedreigd werden gered, en in haaren ouden luider heriteld heefr. ' 't Is buiten twyfel , dat van de bewaaring deezer Regeeringsform , welke' zedert twee eeuwen zoo gelukkig Rand heeft gehouden, en van die van het Stadhouderfchap, welk daarvan onaffcheidlyk is het geluk en de veiligheid der Republyk afhangen. 'leder goed Holiatidseh Patriot moet van deeze waarheid overtuigd weezen. Alle de naburige Mogendheden fchynen 'er insgelyks door en door van verzekerd te weezen , en zyn verbaasd , dat zy zulke gevaarlyke en ontydi^e twisten, welker gevolgen voor de Republyk'zoo fchandelyk zouden kunnen worden, als zy voor andere Staaten, die zich in hetzelve geval bevonden hebben geweest zyn, thans in den boezem der Vereenigde'Provh'uen Rand zien grypen en vermeerderen. Deeze na» buurige Mogendheden zyn allen op gelyke wyze geinteresfeerd in de behoudenis van het tegenwoordig Systems der Republyk Holland. De Koning is het nog byzonderder, zoo door de banden van Bloedverwandfchfrp, die hem met het Doorluchtig Huis van Oranje vereenigen , als in zyne hoedanigheid van allernaasten Buur, en ftandvastigen en oprechten Vriend der Republyk. Zyne Majefteit is oveireei, en weet door de duid Iyl-ft.fi verzekeringen , dat da Prins Stadhouder de zuiveiRe en heilzaamfte oogmerken voor het welzyn der Republyk, en voor de behoudenis haarer tegenwoordige ConRitutie heeft; dat, indien kwaalykgezh.de Lieden hem daaromtrent andere uifzigten toefchryven, zulks door eene verdichting, zoo zeer van alle waarfch'ynlykheid ontbloot, als voor zynen perfoon en zyne kundigheden beledigende , gefchied; dat de Prins veeleer het Systema en de grondbeginielen , welken hy door de Souvereme Magt der Vereenigde Provinciën zal aangenomen en vastgelteld vinden , onverandérlyk volgen en ter uitvoer, brengen , en voor het toekomende zelfs  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 63 zelfs het vermoeden van het tegengeftelde wegneemen zal. De ondergetekende Extraordinaris Envoyé heeft de eer , om alle deeze gewigtige Conilderatien voor H. H. M, de Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën open te leggen. Hy is door de diepfte bevelen des Konings gelast, dezelven aan hunne ernftigfte overweeging te recommandeeren, en hen te verzoeken, dat zy alle voordel en idde, daartoe (trekkende, om de rechtmaatïge Voorrechten van her Siadhouderfchap te verminderen en hunne ingevoerde en zedert eene zoo geruime tyd zoo gelukkig (tandhoudende Regeringvorm te veranderen, willen verwerpen en ter zyde doen (teilen ; en dat zy veel liever krachtdaadige maatregels neemen, om de inwendige oneenigheden te dempen, om de onderneemingen der muitzieken tegen te houden , om hunne beleedigende Libellen te verbieden , en om niet alleen de noodige eendragt, maar ook het gezag en de confidentie, den Prins Stadhouder, en de Perfoonen, die tot het bellier der Republyk medewerken , toekomende, te herfiellen. Zyne Majeltit vleit zich, dat H. H. M. de Vertoogen van eenen Nabuur, die hun waare Vriend is, die omtrent het lot der Republyk niet onverfchillig is , maar die 'er altyd het Iterkst en ieverigst belang in (tellen zal , om haar by haaren tegenwoordigen itaat bewaard te zien , wel zal willen aanneemen. XXVI.  64 jan. ZAAKEN VAN 1783. XXVI. Extracl-Mis/ive van de Heeren Staaten van Friesland over de Zwaarig. heden , welke 'er zouden refideeren om Friesland in deszelfs Qjiota te verligt en, en dat dezelve eenige Heeren hadden benoemd, om met Zyne Hoogheid en den Raad van Staate deswegen in Conferentie te treeden, Ingebragt ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden, in dato 21 January 1783. Óntfangen eene Misfive van de Heeren Staaten van de Provincie Vriesland, gefcbreeven te Leeuwarden den 16 deezer loopende Maand , houdende antwoord op H. H. Mogende Misfive van den 24 December jongstleeden „ behelzende eenige generaale reflexien over de Zwaarigheden, die 'er zouden refideeren om Vriesland in deszelfs Quote te verligten; de verpligting daarentegen der Bondgenooten om haare mede Bondgenoot, wanneer deszelfs klagten, van boven vermogen bezwaart te zvn , ontwyfelbaar gefondeert gebleeken waren , te foulageeren: en eindelyk eene exhortatie om op nieuws te onderzoeken, of hooggemelde Heeren Staaten hun zei ven buiten hulp der Bondgenooten zouden kunnen helpen; mitsgaders eenen voorllag tot het zenden van eene Commisfie uit het midden van hooggemelde Heeren Staaien , om aan Zyne Hoogheid en den Raad van Staate nauer elucidatien en ouvertures over den Staat der Finantien over de gewoone jaarlykfche ontfang en uitgaven te fuppediteeren , en om verder in minnelyke discusfie en overleg te treeden, of niet eenige middelen van Finantie, het zy door het invoeren van nieuwe, het zy door verbeteren of vermeerderen der tegenwoordige lasten , het zy door het werkftellig maaken van Pointen van menage, in de gemelde Provincie te vinden zoude zyn. Het voorfz. Antwoord mede brengende, dat hooggemelde Heeren Staaten goedgevonden hadden, in gevol-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 65 volge het voordel van H. H. Mogende, te bewilligen in het benoemen, en afzenden van eene Commisfie uit het midden van hun na 's Ha^e, om met Zyne Hoogheid en den Raad van Staate in Conferentie te treeden , en aan Hoogstdezalven alle zoodanige nadere elucidatie te geeven , als eenigzints in billykheid van de. zelve zoude konnen gevordcrt worden ; dan dat (daar H. H. Mogende gerefolveert hadden , het zenden van die bovengemelde Commisfie niet eerder te vorderen en zHlks te doen in een tyd dat de ordinaris groote Landsdag aanftaande was) die Commisfie niet eerder dan na het eindigen van dezelve , en dus in de maand Maart aan (taande, zoude kunnen worden afgezonden. Dat hooggemelde Heeren Staaten aan die voorfiag al verder hadden gedefereert, in het vaste vertrouwen, dat H. H. Mog. zoodanige voorziening zouden gelieven te doen , dat wanneer de Staats-Commisfie in 's Hage aangekomen zoude zyn, dezelve zonder eenig dilay of verder tydverzuim met Zyne Hoogheid en den Raad van Staate in Conferentie zoude kunnen treeden. En| dat zy verwagtten reciproque van Zyne Hoogheid en den Raad van Staate, dat dezelve de nadere ouvertures in voege in de Misfive van H. H. Mog. vervat, Van hunne Gecommitteerden óntfangen hebbende, onbevooroordeelt met die zelve Cordaatheid en met de vereischte fpoed van hunne bevindinge aan H. H. Mog. verflag zouden doen, en dat na zulks zy van den Patriotfchen yver van H. H. Mogende vertrouwden , dat H. H. Mog. eene promte Refolutie van de Bondgenooten op dat fubjecr. zouden bewerken , met effect:, dat die zaak zyn volle beflag zoude mogen erlangen vóór hunne deliberatien over her. Confent in de Ordi. naris en Extraordinaris Staaten van Oorlog voor den loopenden jaare ; terwyl hooggemelde Heeren Staaten op het ernftigfte betuigden , onwrikbaar te blyven in het befluit , bevoorens genomen en by herhaaling aan H. H. Mog. voorgefteld , om in gevalle de Bondgenooten onverhoopt mogten weigeren , aan de billyke klagten, door hun gedaan, gehoor te geeven , zy hun zeiven regt zouden verlchaffen. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en XI. deel. E ver-  66 jan. ZAAKEN VAN i783. verftaan , dat Copie van de voorfz. Misfive gezonden zal worden aan den Raad van Staate , om te ftrekken tot derzelver narigtinge. XXVII. Declaratie van de Staaten van Fries* land ter Vergaderinge van de Staaten Generaal, waar by dezelve het gehandelde in de Zaak van den Vaandrig de witte verklaaien voor onwettig , nietig en van geener waarde. In dato ai January 1780 Hoo/dzaakelyk behelzende: De Heeren Staaten dezer Provincie hebben , na ingenomen advys van den Hove Provinciaal den at January laatstleden , ten aanzien van 't befluit van H. H. Mog. van den 14 December 17S2. wegens het overleveren van den Vaandrig de Witte aan den Hove van Holland , Zeeland en Westfriesland genomen, goedgevonden , door hunne Afgevaardigden ter Vergadering der Algemeene Staaten te doen verklaaren : „ Dat, zoo lang Hun Ed. Mog. door ,, de Bondgenooten , of door een derzelve , in de „ zaak belang hebbende, niet verzogt zyn geworden „ om re beflisfen , welke Rechtbank, ten aanzien van „ de Witte, competent is en hem moet rechten , zy „ vermeenen onder geenerlei verpligting te zyn om „ hun gevoelen op dat ftuk pofuief te zeggen : Dat ,, niet te min, Zy , ter beantwoording van den brief „ Zyner Doorl. Hoogh. oordeelen , dat de zig noe„ mende hooge Krygsraad der Vereenigde Nederlan„ den, zelf wanneer die door de relpeöive Bondge„ nooten formeel was ingefteld (het geen zekerlyk „ nimmer heeft plaats gehad) des onaangezien vol„ ftrekt onbevoegd zou zyn om zig zelf als wettige „ Rechter van den befchuldigden in quaïstie op te „ werpen ; en dat ook gelyklyk de refpecïive Bondgenooten, uitmaakende de Staaten Generaal, geenzins „ de magt hebben van rechtsoeifening over een mis- » dryf,  jan. STAAT EN OÖRLOG. 1783, 67 , dryf, binnen een fiemhebbende Provincie begaan , „ maar dat de voornoemde de Witte moet overgelaa„ ten worden aan zynen competenten Rechter, ten „ einde door denzelven zyn Proces werde opgemaakt „ en voltrokken ; zynde Hun Ed. Mog. van Advys „ dat de kennis der misdaad van hoog Verraad, in 't „ algemeen aan den civilen Rechter behoord." „ Dati wyders, by gelegenheid van dit tegenwoor. „ dig verfchil, en de ftellige wyze , op welke Zyne ^, Doorl. Hoogh. in den brief aan Hunne Hoog Mög. over deze zaak gefchreeven . zig uitlaat over den „ aart en de bevoegdheid der Militaire] urisdi&ie, zoo „ in 't algemeen als in 't byzonder met betrekking tot „ het geval van den voorn. Vendrig, hun Ed. Mog. „ volflxekt nuttig en noodzaakJyk {geoordeeld hebben „ eene Commisfie uit hun midden te benoemen om 4, over de aétueele Uitoeffening der Militaire Jurisdic» tie , die zig al meer en meer uitbreid , mitsgaders „ over dé misbruiken , daar uit voortvloeijende, ex„ presfelyk te confereeren, ten einde deswegens, na „ ingekomen Raport, zoodanige Refolutien te nee- men, als Zy vermeenen zullen nodig te zyn om de „ gem. Jurisdictie beter te bepaalen, en om de rech„ ten hunner Ingezetenen , mitsgaders der ingeftelde i, Rechtbanken te verzekeren." „ Dat, eindelyk, Hun Ed. Mog. niet zonder aan,, merking willen haten de geheel en al vreemde en ,, ongehoorde wyze, op welke hunne Hoog Mog heb„ ben goed gedagt den 24 Dec. jongstleden eene Res, folutie te neemen, om den voorn. Vendrig over te „ leveren aan de beöordeeling van het Gerechtshof van „ Holland ; aan de eene zyde om dat, volgens de meentng „ van hun Ed. Mog. die overlevering in geenerlei wyze s, was afhangende van de beflisfing hunner Hoog Mog. „ Aan den anderen kant vermits uit de Registers hunner „ Hoog Mog. allerbaarblyklyst confteerd, dat als toen door de Vergadering zoodanige Refolutie niet had „ moeten genomen worden , aangezien 'er geene fchaduw van eene meerderheid van Hemmen voor eene dus* „ daanige overlevering voor handen was : Om welke „ redenen hunne Ed. Mog. het neemen van zulk eene E 2 » in-  68 jan. ZAAKEN VA N 1783. „ informeele Refolutie niet onverfchillig kunnende aan. zien , mits dezen hunne Gedeputeerden ter Verga„ deringe van hunne Hoog Mog. gelasten om aldaar te declareeren: „ „ Dat, uit hoofde der informeele ,, „ en onwettige wyze, op welke de voorn. Rel'olu„ „ tie js genomen, zy dezelve niet anders kunnen „ ,, aanzien dan geenerlei effecT: meriteerende j maar „ „ dat integendeel zy die houden voor onwettig , „ „ nul en van geener waarde"". XXVIIf. Fublikatie van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland tegen den berusten Brief over de waare oorzaak van 's Lands Ongeval. In dato 21 January 1783. De Staaten van Friesland allen den geenen, die deezen zullen zien, ofte hooren leezen, Salut;dren te weeten: Dat ter Onzer kennisfe gebragt zynde, dat in. de Republiek deezer Vereenitrde Nederlanden word uitgegeven en verfpreid zeeker 'kwaadaardig Libel of Lasterfchrift, onder den naam van Brief over de waare Oorzaak van 's Lands ongeval, gevonden lusfehen Utrecht en Amersfoort; Wy, ten einde den Autneur en Drukker van voorzeide ftuk, of een van die beide, zoo veel mogelyk, te doen ontdekken , hebben goedgevpnden en verRaan , gelyk Wy goedvinden en verRaan by deezen, te beloven een prtemie van twee duizend gouden Friefche Ryders , aan die geene , welke den Autheur of Drukker daar van weet aan te wyzen zoodanig, dat alhier in handen van de Justitie zal ge'raaken , en van het fait worden overtuigd; zullende des aanbrengers naam , des begeerende , worden verzyveegen, en zelve meede pligtig bevonden wordende, niet alleen voorfchreven piamiie, maar daar en boven iropuniteit genieten : Want Wy zulks ten dienfte van oen Lande alzoo verRaan te behooren. Eh  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 69 En zal deeze, op dat ter kennisfe van een ieder mag , koomen , alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affictie te doen. Aldus gerefolveert en gearretleert op 't Landfchapshuis binnen Leeuwarden den 21 January 1783. h. b. v. sminia, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. a. j, v. sminia. XXIX. Rondgaande Brief der Regeeringe van de Stad Dokkum aan de Zeven Steden , welke in haare Refolutie bewilligd hebben ; dienende ter uitnodiginge tot het houden van eene al. gemeene zamenkomst , ter nadere raadpleeginge. In dato 23 January 1783. edele achtbaars heeren! Het was ons byzonder aangenaam te verneemen , dat LJ Ed. Achrbaare op onze Misfive van den a6 November jongstleden (verzelt met een Copia van onze , op dien dag genomene Refolutie, in fubltantie continerende, om voortaan de Ambulatoire Ampten niet meer aan Zyn Dóorl. Hoogheid op te dragen) een gelyk bélluir genomen hadden. En dewyl thans door acht Vrieiche Steden zulks geco ncludeert is, zo vloeit daar uit van zelve voort, dat 'er eene fchukking der Commisfien en een Almanach der Ambulatoire Ampten , op het Kwartier der Steden vallende , met den eerden , en wel voor den aanltaanden grooten Landsdag betaamt en gemaakt moet worden. E 3 Over  70 jan. ZAAKEN VAN 1785. Over zulks wy geen gefchikter plaats kunnende uitvinden, als in een particuliere kamer, ten huize van den Castelein Rol in het Logement, genaamd de Provintie van Vriesland in de St. Jacobftraat te Leeuwarden , zoo nemen wy de vryheid by U Ed. Achtbaare te infteeren , ten einde zoo veel Leden uit U Ed. Achtb. Vergadering naar mate-Uw Wel Ed. Achtb. zult goedvinden, te Committeeren, tegens aanftaanden Vrydag, den 31 January 1783 des avonds in loco, om des Zaturdags morgens ten tien uuren aldaar te befoigneeren j voorts aan de Leden te verleenen Commisfie Cum pk. tia , gelyk wy uit 'ons midden daar dan twee Leden uit de Magiftraat, en twee uit de Vroedfchap met den Secretaris zullen zenden , Cum plena potestate , daar omtrent zoo wel, als her geene door een of ander Lid dien aangaande aldaar zal worden geproponeerd, om na zulks, de fchikking der Commisfien en Rechten der Atnbulatoire Ampten gemaakt zynde, dezelve te bren. gen ter approbatie van Hun Ed. Mogende, de Heeren Staaten dezer Provintie, ten einde die zaak alzoo zyn volle beflag en effect, moge erlangen. Vermits wy het eerst die Propofitie gedaan hebben , en U Ed. Achtb. neffens nog zes Steden,ons gevolgt zyn , vermeenen wy dat met regt van ons gevordert word, dat wy zoodanige middelen, als tot deze groote zaak dienflig zullen zyn, behooren aan de hand te geven : waar toe wy geen gepaster kunnen uitdenken, dan deze circulaire uitfchtyvinge aan ö Ed. Achtb. en de verdere zes Steden: intusfchen hoopen wy, dat deze onze demarche uit geen verkeerd oogpunt zal befchouwt worden, als of wy ons eene fuperieure auctoriteit willen aanmatigen, waar van wy ons altoos trag. ten te menageeren : wy betuigen dat ons niets aangenamer zal zyn, dan met U Ed. Achtb. en de zes verdere Steden over deze materie in de beste verltandhoudinge te leven , en de drie overige Steden zoeken te overtuigen, dat ons opregt oogmerk niets anders is, als het Kwartier der Steden luister by te zetten, mitsgaders derzelver Regten en Prasrogativen te maintineeren. Waar  jam. STAAT EN OORLOG. 1783. 7* Waar meede U Ed. Achtb. bevelende in de Protectie des AHerhoogften betuigen wy te zyn, edele achtbare heeren! U Ed. Achtbaare byzondere goede Vrienden De Magiftraat en Vroedfchap der Stad Dockum. (Was get.) j, backer. Ter Ordonnantië van dezelve. Dockum den 23 (Was get.) January 1783. b. suiderbaan. XXX,~Refolutie van Hun Hoog Mogende, op de Propojitie van den Prinje Erf ftadhouder, em eenige Perfoonen te Committeeren tot het infpeSteeren van het Dok van Vlisfngen, ah mede tot het vinden van eene plaats by of omtrent Texel, om de Schepen, die befchadigd uit Zee koomen, te kunnen doen repareer en. In dato 23 January 1783. Zyne Hoogheid ter Vergadering geconpareerd zyn. de , heeft aan H. H- Mogende voorgedraagen , dat H. H. Mog. by derzelver Refolutie van den 13 December jongstleeden goedgevonden hebbende vast te ftellen, dat eenige kundige Perfoonen zouden worden gecommitteert , om de lituatie van zaaken en omllandigheden van de Haven van Vlisfingen ,met betrekking tot het in- en uithaalen van Oorlogfcheepen in en uit het Dok aldaar naauwkeurig te examineeren, en daarE 4 en-  7» jan. ZAAKEN VAN 1783. enboven zig te begeeven na bet Zeegat in Texel, en aldaar na te gaan, of 'er eenige goede gelegenheid daar omtrent, zonder onderfeheid waar ter plaatze, het zy dan aan de Helder, op het Eiland Texal , of waar zulks zoude mogen weezen , zig zoude opdoen om eeene plaats tot reparatie van Oorlogfchepen , befchadigt uit Zee komende, aldaar te kunnen vervaardigen, ten einde na examen van dit een en ander te kunnen refolveeren, zoo als ten meeRen diende van den Laide zal geoordeelt worden te behooren, Zyn Hoogheid van zyn pligt geoordeeld hadde, aan H. H Mog« voor te draagen, om tot dat einde te committeeren dë Heeren van der Hoop, Raad Fiskaal van het Collegie ter Admiraliteit te Amdefdam, Sreengracht, Raad Fiskaal van het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland , Vice-Admiraal Reynst en Schour-by-Nacht van Kinsbergen, geadfifteert door Goudriaan en den Berger, voorts met last en authorifatie om in Zeeland in te neemen de Confideratien der Vlag-Officieren en van andere Perfoonen , die van de htuatie , diepten en loop van de Stroomen meest kundig waren. Waarop gedelibereert zynde , hebben II. H. Mog. Zyne Hoogheid voor deszelfs aanhoudende iever en attentie voor het welzyn van de zaaken van de Zee bedankt, en zig met den voorflag geconformeert , en is dienvolgende goedgevonden en verdaan , ten einde als bier boven gemeld , mits deezen te Committeeren de Heeren van der Hoope, Raad Fiskaal van het Collegie ter Admiraliteit te Amderdam, Steengracht, Raad Fiskaal van het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland, Vice A lmirail Reynst, Schout-by-N acht Kir.sbergen , geadrift^err door Goudriaan en den Berger, enz. En zal Extract, van deeze H. H, Mog Refolutie gezonden worden aan deCollegien ter Admiraliteit te Amfterdam en in Zeeland, om te flrekken tot derzelver narigtinge. XXXI.  jas. STAAT EN OORLOG. 1783. 7g XXXI. Acle van Qualificatie op Gildebroeders en Burgers der Stad Zwol, ter bezorginge van de algemeene belangen. In dato 25 January 1783. De zes Leden uit de Gilden, met de zes daar by verzogte perfonen uit de overige Burgerye , als daar toe gecommitteerd in de Vergadering van Prafidientea en Vice-Praefidenten van de 22 gilden dezer Stad van den ij January 1783 hebben gerapporteerd , dat zy geëxamineerd hadden de ingekomene informatien van Deventer, met het affchrift van een aéle, volgens welke de Burgerye van dezelve Stad hadde gecommitteerd twaalf Burgeren , om nu en wanneer 't verder nodig word bevonden , over zaken, het welvaren, de vryhejd en de voorregten des Vaderlands in het algemeen, erj hunner Stad in het byzonder betreffende, Memorien, Remonftrantien , Smeek- of Dank-Adresfen te ontwerpen, tot nodig herflel van ingekroopen gebreeken, en bevordering van 't g°meene welzyn. Dat hen Gecommitteerden ook eenparig is voorgekomen , dat het nodig en zeer nuttig zoude zyn , en byzonder tof. welzyn dezer Stad en Gilden, en tot onderlteuning van de voorregten der Burgeren en Ingezetenen zoude ftrekken, dat, in navolging van 'ugeen te Deventer reeds gefchied is, mede ten zeiven einde, Gecommitteerden uit de Burgerye dezer Stad wierden aangefteld. Zoo is daar op by de ondergetekende Gilden en verdere Burgeren en Ingezetenen der Stad Zwolle, goedgevonden te verzoeken en te committeeren , gelyk wy committeeren en aanflellen by dezen , onze mede Bur. geren de Perfonen van: PHILIP KL1NGE. ANTHONY DOYER, HEND» ZOON. ENGÉLBERT VAN ZAANEN. HKRMANUS POTGIETER. CORNKLli STSCHMAN. E S HEN-  74 jan. ZAAKEN VAN i;s3, JAN MARTIN MULLER. SALOMON VAN DEVENTER. VALENTYN BOUWMEESTER. EGBERT DIKKERS. 1SEBRAND TIMMERMAN. ABRAHAM OV1NK. HENDRIK WYNRES. HENDRIK TEGELAAR. JAN EVERHARD. HENDRIK THORBECKE. Gevende aan dezelve magr, om nu en wanneer het verder nodig en dienftig vinden, zoodanige Memorien, Remonftrantien , Smeek- of Dankadresfen te ontwerpen. En wel , nu eerst, een Dankadres aan de Heeren van de Magiftraat en Gezworene Gemeente dezer Stad , al* mede aan den Heere Baron van Pal/andt tot Zuithem , LandrDroste van Ysfelmuiden , voor derzelver loflyke pogingen tot herftel van den Heer Baron van der Capellen tQt den Poll, en het affchaffen der Drostendienften. Voorts Requesten, dat van de wettige affchaffing der Drostendienften hy Publicatie aan een ieder mag worden kennis gegeven ; en het regt der Steden in het ftemmen ter Staatsvergadering ftaande gehouden en geoeffend; dat de Burgeren der groote en kleine Steden in hun Regt tot de Jagt, en alle andere Regten en Privilegiën, waar in zy bevonden zullen worden verkort te zyn , ten fpoedigften mogen worden herfteld : en dat de Militaire Regtbank en Judicature in civile zaken en gemeene misdaden , als ftrydig met Lands en Stads voorregten , mag worden afgefchaft; op dat de goede Burgeren en Ingezetenen dezer Stad en Provintie, niet langer genoodzaakt worden, wat de handhaving hunner Burgerlyke veiligheid aangaat, van het enkel welbehagen van een ander af te hangen , en met betrekking tot hunne deugdelyke prsetenfien, die hun van Militairen toekomen, voor hooge ef laage Krygsraaden regt te moeten gaan zoeken , waar door zy menigmaal van de invordering, tot hun groot nadeel, worden afgefchrikt én wederhouden. En  jan. STAAT EN OORLOG. Ï783. f$ En^ zullen deze Gecommitteerden ov«r die opftellen mogen correspondeeren met Gecommitteerden uit de Burgeren van Deventer ea Campen , indien dezelve daar toe mede genegen zyn. M ts zoodanige Requesten en Adresfen worden ingefteld in betamelyke en eerbiedige termen , met de verschuldigde onderwerping aan de wettige overigheid, met vennyding van al wat na oneerbiedigheid tegen dezelve zweemt, en van al wat tegen de wetten ïtryd. En mits zoodanige Requesten en Adresfen niet worden ingeleverd, ten zy eerst door de Gilden en verdere Burgeren geëxamineerd, geapprobeerd en getekend zyn. Begeerende wy ook, dat niemand over het niet tekenen van zoodanige Requesten en Adresfen , onbehoorlyk behandeld of bejegend zal worden , maar elk volle vryheid zal behouden, om in dezen zoodanig te handelen en zig te gedragen, als hy aan God, aan zyn Vaderland, aan zyne Medeburgers en aan zyn eigen geweeten zal denken te kunnen verantwoorden. En verklaaren wy verder, dat al het geen gemelde onze Gecommitteerden, conform deze Commisfie, zullen doen en verrigten, door ons zal worden gehouden als of het door ons zelfs gedaan was, en dat, zoo dezelve deswegens onverhoopt eenige moeijelykheid mogte overkomen , wy dezelve na ons vermogen, en zoo nodig , zelfs ten koste van ons lyf en goed, in onze gezamentlyke verdediging en befcherming zullen nemen. Wordende gemelde Gecommitteerden verder verzogt te overleggen , hoe de refpective Leden van alle de Gilden dezer Stad , op de gevoeglykfte manier , en met het minfte bezwaar tot hun eigen genoegen, eenen behoorlyken en beftendigen invloed in deze Burgercom* misfie zouden kunnen krygen en op eene regelmatige wyze uitoeifenen , en daar vah een opftel te maken , en voor het uiteinde van dit jaar aan de Gilden rond te zenden om hetzelve te examineeren. Aldus gea'rrefteerd en getekend binnen Zwolle den 95 January 1783 en volgende dagen. XXXII.  jan. ZAAKEN VAN i?83. XXXII. Memorie van Conjtderatien op de MisJive en Memorie van Zyne Doorlugtig/ie Hoogheid den Heere Prince Erfftadhêuder sraakende het ftukyan de Militaire Jurisdictie , dotr Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam , by geleegenheid der inflantie van Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, tot het houden van het gedecerneerde Befogne over de gemelde Militaire Jurisdictie , mitsgaders op het verzoek van de Leeden van Hun Edele Groot Mog. Vergadering, aan dezelve gecommuniceert, om te dienen voor het advys , door gemelde Heeren Gedeputeerden , als Confiliarii Principis in het Befogne door Hun Edele Groot Mogende op den 15 May 1772 en 27 December 1782, gedecerneert, uit te brengen. Inge levert ter Vergaderinge van Hun Edele Groot Mogende, de Heeren Staaten van Holland en IVestfriesland, in dato 28 January 1783. Het Hof van Holland , by gemelde Misfive , aan Hun Ed. Groot Mog. kennis hebbende gegeeven, van de fuftenue, dewelke jegenswoordig opentlyk werd gevoert, ten aanzien van de gepretendeerde onbevoegtheid van alle Politicque Rechters , binnen deeze Ptovincie , tot de Judicature over Militaire Perfoonen , zoo in Civile als Crimineele zaken; — En de voorfz. Misfive gefield zynde in handen van Hoogstgedagte Zyne Hoogheid , om de Vergadering op der zelve te dienen van Hoogstdeszelfs confideratien en advis: is daarop ingekomen de bovengemelde Zyne Hoogheids Misfive en Memorie; uit dewelke (op den voornoemden 15 May i77ï, in Hun Ed. Groot Mog. Verga*  jan. STAAT EN OORLOG. 1783; 77 gadering, zynde commisforiaal gemaakt) is gebleeken , dat het vootfz. Hof van Juftitie zig geenzints heeft geabufeert , met relatie tot de ver uitgeftrektheid van de gemelde fuftenue; — Maar dar, in tegendeel , by de voorfz. Zyne Hoogheids Misfive woordelyk werd gefuftineert. „ Dat het Hof de by haar gefuftineerde Ju„ risdictie nog uit haar beëedigde Inftruélie , ,, nog uit de Crimineele Ordonnantie , zoude kunnen bewyzen: Dat Haar Edele Groot Mog. „ Refolutie van den 30 September 1654, gelyk „ andere van die natuur, zouden moeten wer. „ den aangezien , als zeer prjejudiciabel aan de „ Authoriteit en Magt van de Princen Stadhou» „ ders en Capitein Generaal in der tyd ; aan „ wien alken het Gouvernement en DJredtie „ over de Militie , tot welzyn van den Staat, ,, en ter belooninge van de Goeden , en ftraffe „ van de Kwaden , zoude zyn gedefereert en gedemandeert, — „ Dat de voorfz. Haar Ed. Groot Mog. Re„ iolutie van 1654 , door de Erectie van het „ Stadhouder — en Capitein Generaalfchap, in den jaare 167a , ipfo j'ure <2f facïo , zoude ,, zyn gecesfeert en vervallen. — „ Dat wyders, deeze gepretendeerde Uiiiver., [eek en Privative jFurisdidie gefundeert zou„ de zyn , j. op het Roomfche Recht, het welk reeds van den tyd van Keizer Karei den Vyf,, den af, door den Souverain van den Lande, „ by deszelfs Placaaten , uitdrukkelyk zoude zyn ingeroepen, en tot een Landrecht gemaakt; „ 2. Op de Crimineele Ordonnantie van het jaar „ 157c, dewelke als een Landwet zoude moe- ten worden geconfidereert, en in viridi obfer* „ vantid, gebleeven te zyn: 3. Op de Primiti' ,, ve Conftitutie van de Republyk, agtervolgem •„ de gronden van de Unie van Utrecht; en 4. ,, Op de verdere Wetten en Placaaten van den ,, Lande. Werdende, daar op, by den aanvang van de voorfz. daar  ?8 jan. ZAAKEN VAN 1783. daar by gevoegd: Memorie, alle de voorfz. particuliere ftellingen gecomprehendeert, in deeze zeer generaale, namentlyk: , „ De Militairen kunnen , zoo in Cviele als „ in Crimineele zaaken van wat Natuur dezelve ook zouden moogen zyn , voor geenen an„ ren , dan den Militairen Rechter, werden te „ regt gefteld." En voorts op pag. 30 en 32 van gem. Memorie , van een opperfle Magt; mitsgaders van een Opper/te Magiftraat tn Rechter Militair in denzelven zin , gefprooken. Men field alhier, de voorfz. zoo generaale als particuliere ftellingen, ftudieuslyk, aldus met de eigen woorden, voor; om aftefnyden alle bedenklykrieid , of men ook meerder extenfie aan de wezentlyke fuftenue in queftie zoude geven , als de uitdrukking van dezelve, effecuvelyk, mede brengt. En daar mede onmiddelyk overgaande tot de navolgende confideratien , op de voorfz. fuftenue; zal men dezelve , tot meerder gemak en klaarheid , onder de drie navolgende Hoofddeelen rangeeren ; waar van het eerfte zyn betrekkinge zal hebben tot de gemelde fuftenue, in ahftraBo en op zig zelfs overwoogen ; het tweede tot de particuliere gron* den, waar op de gem. Memorie heeft getragt , dezelve fuftenue te fundeeren j En laatftelyk het derde zal contineeren eenige generaale Remarcues, en Befluit. Eerfte Hoofddeel. Wat dan het eerfte betreft; wanneer men overweegt, dat volgens de voorfz. generaale ftelling , niet alken het gem. Hof van Holland, maar ook alle andere Politicque Rechters, binnen deeze Provincie, van de Judicaiure over Militaire Perfoouen , in wat zaaken het ook zyn moge , zouden moeten werden uitgeflooten ; en, daar en tegen dezelve Militaire Perfoonen , alleenlyk zouden werden gefubjecteerd aan een hoogen Krygsraad, dewelke van den Souverain van deeze Provincie volftrekt independent zoude zyn (als nog Commisfie, nog Inftructie van denzelven hebbende ; nog , by par- ti-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 79 ticulieren Eed, tot het Maintien van de Privilegiën van 's Lands lngezeetenen , nog van de Wetten en Rechten van deezen Lande , Steden en Leden van dien, aan Hun Ed. Groot Mog. verbonden; nog ook eenige voldoende kennisfe van alle dezelve kunnende hebben) — Dan zal uit deeze overweeging, al aanftonds, moeten proflueren, dat de voorfz. Militaire Perfoonen , fchoon zig bevindende op het Souverain Territoir van Hun Edele Groot Mog. nogtans buiten het bereik van alle Hoogstderzelver Wetten , en hooge en laage Overheeden, aan welke de Executie van dezelve Wetten is gedemandeert , zouden zyn gefield : En dat mitsdien , niet alleen , buiten alle voorbeeld , op het Souverain Territoir van deeze Provincie , een Jurisdictie in alle zaaken , Militaire Perfoonen raakende, zoude werden geëxerceert, zonder uit den boefem van den Souverain herkom/lig te zyn ; nog aan deszelfs voorziening , in cas van bezwaar , onderheevig te weezen : maar ook daar en boven, op deeze wyze, een volftrekt Imperium in Imperio, daar mede zoude worden geëtablisfeert; en dat wel Armatum in Inermi. — Waar door, vervolgens, de Souverainiteit van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland gansch ontzenuwt, en tot eene bloote Chimère zoude werden gebragt. Deeze generaale confidentie geeft aanleiding tot eene tweede, namelyk, dat uit dezelve blykt, dat, in dezen , niet llegrs gedemêleert werdt het particulier Regt of Belang van twee Collegien van lujlitie ; zonder dat daar inne het general belang van 's Lands Ingezeetenen, met relatie tot het behoud van derzelver Vryheid en Privilegiën; en van de Souverainiteit en Regeeringsvorm van deeze Provincie, geconcerneerd zoude zyn. —• Terwyl het zig zelfs wyst, dat by aldien Hun Edele Groot Mog. zig met de voorn, wyd uit geftrekte fuftenue konden conformeeren ; Hoogstdezelven , als dan, zig ook buiten het vermoogen zouden Hellen , om de lngezeetenen van deeze Provincie , by derzelver Vry* beid en Previlegien te doen maintineeren; wanneer zy, door nadeelige dispofitien van den hoogen Krygsraad ' of anderzints, daar inne oordeelden verkort te zyn • en mitsdien Hun Edele Groot Mog. buiten iha* zouden  8a jan. ZAAKEN VAN 17834 den genaken; in die gevallen, aan dezelve hunne Ingezetenen behoorlyke Protectie, veel min fatisfaélie te verfchaffen. En , laatftelyk , is de blooté overweeging van de voorfz. fuftenue, in abftracïo, alleen fufficient , om te befluiten , dat zodanige gepretendeerde Uuverfeele en Privative Jurisdictie , dewelke van den Souverain van het Territoir , en deszelfs Wetten geheel en al zoude zyn independent, een zaak zonder weergaa zoude weezen ; en nooit gehoord ; — Zoo dat alles wat men uit Wetten van andere Natiën, daar toe zoude willen bybrengen, notoirlyk van geen applicatie kan zyn. —— Gelyk dan ook klaarlyk blyken zal, dat al wat de gemelde Memorie uit de Registers van dezen Staat , tot Juftificatie vaazoo vreemde fuftenue heeft geallegueerd, van alle fundament is gedeftirueert; — en z-lts , dat met dezelfde ftukken , tot dat einde bygebragt , de Contrarie fuftenue in het helderst dagligt werdgefteld; waar mede men zal overgaan tot het voorn. Tweede Hoofddeel. Om te treeden in een particulier examen van iederen grond op zig zelfs, by gemelde Memorie, tot pratens fundament der voorfz. fuftenue gelegt. A. In de eerfte plaats werd geallegueert het Roomsch Regt. Ten aanzien van het welk , men aan de Geleerden geheel zal over laaten, om te disputeeren , wat in de differente Epoques van den Rooml'chen (laat, aangaande het ftuk van de Militaire Jurisdictie by de Romeinfche Wetten al of niet gedefiuieert, en voorts geobferveert zoude mogen zyn. Men ral zulks als ten deezen buiten alle applicatie zynde, voor by gaan; en zig vergenoegen met de twee navolgende Remarques, die allezints concludent moeten voorkomen, namelyk, i Dat het gedeelte van het Roomfche Regt, het welk het Jus Publicum betreft , by ons nimmer als een Landrecht is aangenoomen, of aangenoomen heeft kunnen worden ; terwyl het Jus Privatum alleenlyk in fubfidium is gerecipieerd;  JANfó STAAT ÉN OORLOG, ttfp tl pieerd ; wanneer de Landwetten zwygen. tra-' mers het fpreekt van zelfs, dat het geene te Roomen omtrent de Magiftrant.c-Perfoonen , Krygsbevelhebbers, en andere Ampferaaren van den Staat; mitsgaders derzelver Mast en Gerechtsdwang, en wat dies meer is , was vasrgefteldj niet overgebragt kan worden tor onze Regeeri:.a jan, ZAAKEN VAN I?83. Zoo dat, wanneer men dan fpreekt van de Primiti* ve Conftitutie van deeze Republyk, zoo met betrekking tot de inwendige Conftitutie van iedere byzondere Provincie, ten opzigte van het Stuk van de Regeering in het generaal, en van Jurisdiïtie in het particulier; ah met relatie tot de befcherming tegen den algemeenen Vyand: —. Men, als dan, deezeprimitive Conftitutie, met relatie tot dit alles, niet zoeken moet in de Unie van Utrecht alleen; waar in een groot gedeelre van dien niet te vinden is; maar in de drie voorfz. Verbonden te zaamen, namelyk, de Unie tusfen Holland en Zeeland, de Pacificatie van Gend, en de Unie van Utrecht te zaamen; En voorts, in alle de verzaamelingen van die ■Privilegiën en Geregtigheden van de re/pe&ive Provin' cien, en derzelver Steden, Leden en lngezeetenen, waar toe deze Verbonden zig duidelyk refereeren ; — En welkers maintien en befcherming de Bondgenooten den anderen, op de folemneellie wyze, hebben belooft: -— wel verre van het oogmerk te hebben gehadt, om daar inne verandering of vermindering te willen maaken. Dit aldus, in het generaal, rot meerder opheldering van den aart en natuur van de Unie van Utrecht, met relatie tot de Primitive Conftitutie van de Republyk geprtemitteerd hebbende; —. zal men hier nog byvoegen de navolgende particuliere Conftderatien , op de argumentatie by meergemelde Memorie, uit de voorfz. Unie van Utrecht gemaakt. i. Dat de naauwe vereeniging van de Bondgt* nooten, in het voorfz. i Articul voorkomende , in alkn forme en manier e, ah of zy lieden maar eene Provincie waren; mitsgaders aihs wat in de 4 > 7 j 8 en 9 Arliculen , aangaande de middelen tot de algemeene befcherming, by gemelde Unie van Utrecht, werd geregukeid , niet fierker begreepen , nog , by interpretatie , verder geüxtendeert kan werden; als al het zelve voorkomt in de voorfz. Unie tusfen Holland $n Zeeland: by dewelke, Art, io, ook word gezegt, dat deeze twee Provinciën zoo naauw aan den anderen verbonden en vereenigt zyn , „ Als of de yoorfz. Landen ende Ste5» de" »  jan; STAAT EN OORLOG. 1785. k 93 „ den , onder de Republyke van eender „ Stede mogten werden gereekent en be„ greepen." Gelyk meede geen naauwer Unie, en Communicatie van Magt iet de algemeene befcherming; en particulierlyk, geen voljlrekter magt over alle Krygszaaken in het generaal, en over de Militie in het particulier, geimagineert kan worden; als dezelve, zonder de allerminfte bepaaling, of Inftructie, te Hellen in handen van een Perfoon, zonder byvoeging van een Raad van Staaten: gelyk aan meergedagten Vorst Prins Willem den I. by de Unie tusfen Holland én Zeeland , en geenjints by de Unie van Utrecht , is gefchied , in deezer voege, Art. 1. „ Dat zyne Excellentie zoo lange de „ Landen in Oorloge olte Wapenen zyn, „ zal hebben volkoomen Authoriteit en " „ Magt als Souverain ende Overhooft, te gebieden en te verbieden, alles wat ,, tot confervatie en de befcherming der,, zeiver Landen dienlyk of fchadelyk zal moogen weezen" en Art. 2. „ Al zulx „ zal zyn Excellentie, op alle Krygszaa„ ken te Water en te Lande, disponee„ ren na zyn goeddunken; ofte NB. met „ advys van den geenen, die zyn Excel„ lentie zal gelieven, t'allen tyden, daar toe te gebruiken; in de voorfz. Krygszaaken feilende en gebruikende alzuU „ ke Overften &c. —— Met alzulke „ goede en generaale Krygsordeninge en „ discipline, als tot foulagement der In„ gezeetenen, en ten minlten quetfe van „ den Lande, in alle gelykheid en een„ paarigheid, zal mogen gefchieden:" — En Art. 3. „ Dat zulx de geheele bc ,, fcherming der voorfz Landen flsaan zal ,, ter dispofitie en de Ordonnantie .van zy„ ne Excellentie &c." En, nogtans, was onder deeze generaale op- dragt  94 jan» ZAAKEN VAN i?83. dragt niet begreepen het we k van de ordimris Juftitie , zoo in civile als crimineele zaaken , over wat Perfoonen zulks ook zyn mogte: zoo ais uit het 14 Articul van dez'fdè Opdragt, en uit de Crimineele Ordonnantie van dat zelve jaar 1576; Jub. B. Num. 3. onder dit zelfde Hoofddeel , reeds is gedemonitrterr: — W saai'/e zulks, nog minder, by de Unie van Utrecht, kan gefchiedt zyn; om dat, hy her 1 Art. v/atj dezelve , niet alleen aile 'Ierritoriaale Rechten van de refpective Bondgenooten, rxpreslèiyk zyn gereferveert en in hun gehe;.l gehouJen; maar ook zelfs aan niemand, wie zulks ook zoude mogen zyn, eene zoo onbepaalde magt over de Krygszaaken, nog by provifie, nog finaal, dooide generaale Bondgenooten van Utrecht gegee* ven is. En dat laatftelyk al was zulks, wederom, gefchied , dan nog beweezen is , dat de Bondgenooten , in die eerfte tyden van de Republyk , de Adminiflratie van de ordinaris Juftitie, zoo in Civile als Crimineele zaken , over allen, zoo Militaire als andere Perfoonen binnen de refpective Provinciën , zoo foigneufelyk hebben gefepareert, zelfs van de hoogfte magt en onbepaaldfte directie van alles wat tot de confervatie en be» fcherming van den Lande ftrekt; ■ Dat het onmogelyk is , om onder de handelingen over het een, namelyk de befcherming van den Lande, ook te begrypen het ander, namelyk de adminiflratie van de ordinaris Juftitie, binnen deeze Provinciën, over welke Perfoonen, en in wat zaken het ook zyn moge. Als zynde , van aart en natuur, gansch onderfcheiden van het werk der defenfie tegen den algemeenen Fyand. — Zoo dat, als men, na deeze overweeging gelieft na te zien, het gunt, ot> pag. 28 van meergemelde Memorie uit de voorfz. Unie, op dat relpect, is bygeoragt, ligtelyk de inconfequentie van het aldaar geraifonneerde in het oog zal loopen. 2. Dat,  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 95 2. Dat, nademaal de gemelde Memorie zig meer als eens heeft bedient van het werk van wylen den Heer Raadpenftonaris van Slingeland, even eens, als of deeze Heer ook in het fyftema van gemelde Memorie zoude ftaan : ten deezen wel behoort te werden geremarqueert, dat, hoe zeer die Heer (wiens merites met het hoogfte recht, op pag. 20, ai, van gemelde Memorie, werden erkent, en na behooren voorgefteld) wel eenigzints de Jurisdictie van den Raad van Staaten , ten opzigte van Militaire Perfoonen, verder heeft getragt te extendeeren, als men in gemoede, behoudens alle hoogachting voor deszelfs Perfoon en groote hoedanigheeden , zoude kunnen advoueeren. —* Nogtans niet moet werden ge. dagt, dat gemelde Heer Raadpenfionaris eene zoodanige Jurisdictie zoude hebben getragt te fundeeren", "op eenige Communicatie of af ft and van Territoriale Rechten, dewelke by de Unie van Utrecht, of by eenige andere publicque en bekende AEle zoude zyn gepleegt; Maar dat men, in tegendeel, wel behoord in acht te neemen , dat deeze kundige Schryver, pracifelyk, het contrarie van dien, op meer als eene plaats, beeft gefteld en beweezen; zoo als, onder anderen, Capittel ut alwaar hy woordelyk zegt, ,, Dat de Provinciën van ouds gehad, en door de Unie van Utrecht, nietver„ looren hebben het Recht , om Militie aan te houden tot haar particulieren ,, dienst, boven haar Quotes in die geen, „ die onderhouden werden by gemeen „ Confent van de Bondgenooten , heeft „ de Heer de Groot onweederfpreekelyk ,, beweezen." En wat laager, met betrekking tot de Troupss gehouden werdende uit de gemeene Kas, ,, Over alle welke, als betaald uit de ,, gemeene Kasfe van de Unie, geen van. ,, de Provinciën, in het byzonder, gezag of fuperionteit gehad of geprastendeert „ heeft;  9 Jan4 ZAAKEN VAN i7g3. beeft; verder dan het Territoriaal Recht „ geeft, over alle de Militie, zonder on* ,, derfcheid, die zig bevind op het Souve,, rain Territoir van een Provincie. En pag. io. „ De Soldaaten hebben by ons twee„ derly verbintenis, de eene van weegen ,v haar Krygsampt , ten welken aanzien „ zy liaan onder de Generaliteit; en de andere van wegens het Territoir, daar ,, zy zig houden ; Ten welke aanzitn zy ,, ft aan Onder de hooge en laage Overheeden van het Territoir. Het welk tegen de gepretendeerde exclufie van alle hooge en laage Overheeden van het Territoir, ten aanzien van Militaire Perfoonen , diametraal llrydig is. Wyders by den aanvang van het 2. Capittel, „ Dog hoewel beweezen is , in het „ voorgaande Cnppittel , dat de Militie eigentlyk in dienst is van de Generali„ teit: zoo is het verre van daar , dat het gezag van de Generaliteit, over de „ Militie, volftaagen en onbepaald zoude „ zyn : dewyl, in tegendeel, verfcheide „ deelen daar Van toekomen aan de Be ,, taalsheeren; mitsgaders aan de Staaten „ en M^agiltraaten van de Provinciën en ,, Steden , waar in de Militie gebruikt „ werd." En wat laager, „ waarom zy „ ook opgelegt hebben aan den Raad van ,, Staaten, zoo by de nieuwe Inftructie als „ by de oude, dat de Militairen eed doen„ de aan de Generaliteit, by den zei ven ,, Eed , getrouwigheid belooven aan de „ Staaten van de Provinciën; en de Ma~ „ giftraaten van de Steden; waar in de„ zelve gebruikt , en tot wiens laste of ,, repartitie betaald zullen worden." En , dat de Unie van Utrecht van geen andere na-  jan. STAAT EN OORLOG, i?83. 97 natuur, volgens het begrip van den Raadpenfionaris is, als alle andere Verbonden tot onder, linge befcherming, met buitenlandfche Mogendheeden aangegaan; blykt uit het geen in het zelfde Capittei, laager, werd gezegt. Het vers exempel van de Troepen, „ welkeGroot-BrittannienendeezenStaat, „ geduurende den jongden Oorlog, ge„ had hebben in geme.:ne dienst, is vat „ zonderlinge applicatie alhier. — De „ Solriyen van welke Troupen betaald „ zyn, ten deele by deezen Staat, vol„ gens de repartitien , by conventie van „ den 30 Augustus 1703» en da,ar na „ van tyd tot tyd gemaakt : met dat effect, dat elk begaf de vaceerende Charges onder de Regetnenten van zyn repartitie , voor zoo veel de Prinsfen , „ waar van de meefte van die Troupen „ waren overgenomen, niet aan zig de ,, begeeving behouden hadden: maar voor de'rest, waren dezelve in gemeenen eed , van Groot - Brittannie, en van deezen " Staat: het gezag daar over Compsteer» ,, de aan beiden in het gemeen en onver- ,, deelt : En na de verfcheidenheid van het Territoir, waar op de Trow „ pes zig fuccespvelyk bevonden , wierd „ het Territoriaal Recht over dezelve ge„ exerceert , NB. door de Staaten en „ Magiftraaten , waar aan het toekomt:—■ „ Zonder dat al het zelve, na iemands oordeel, de minfte atteinte gegee/en „ heefc aan de Souverainiteit, en aan de „ independentie van Groot-Brittannie ,en ,, van deezen Staat, refpeStivelyk. Dat, by de grondlegging van deeze Republyk, en bepatsldelyk by de meergemelde Unie van Utrecht, geen Territoriale Rechten , hoe o jk genaamt, door de Bondgenooten aan eenig Generaliteit! Collegie , of particulier Perfoon XI. deel. G zya  98 jan. ZAAKEN VAN 1783. .'zyn afgettean, of daar meede gemeen gemaakt, advoueert welgemelde Heer R. P. volmondig in het 5. Capittei, in deeze woorden, „ De Poüticque Regeering, door de „ Unie, niet gemeen gemaakt zynde, „ maar verbieevtn aan de Provinciën, elk ,, afzonderlyk; hebben de Stadhouders in „ haare politicque qualiteit, maar alleen „ relatie tot de Staaten van de Provincie „ of Provinciën, waar van zy Sta"hou„ ders zyn. — Maar het is geheel an„ ders geleegen met dezelve in haare „ Militaire Qualiteit; dewyl de d>-fenfie „ van den Staat der Vereenigde Neder„ landen, en het bevel over de Militie, „ die daar toe gebruikt word, gemeen „ gemaakt zyn by de Unie." En in het zesde Capittei. „ Dat de Staaten van Holland de zaak „ niet kwalyk gevat hebben , wanneer „ ze, in de Deductie van den 30 Janua„ ry 1651 , pofeerden, Dat het gezag „ en authoriteit van Capitein Generaal „ der geünieerde Provinciën, gefield by „ de Staaten Generaal, in qualiteit als ., zoodanige, niet verder heeft geftrekt, „ nog ook niet verder heeft kunnen /trek„ ken , als over het Volk van Oorloge, „ of over de Legers, buiten de flemmen„ de Provinciën, en te Velde zynde. — „ Bevestigende het zelve met verfcheide „ bondige redenen, die gezien kunnen .., werden in de Deductie." Daar zal nader geleegenheid voorkomen, om van het eigenttyk fentiment van welgemelden Raadpenfionaris te fpreeken, en aan te toonen hoe verre het zelve van eene Univerfeele enprf. vative Jurisdictie, zelfs van den Raad van Staaten, over Militaire Perfoonen, geëloigneertis:— Genoeg is het,, alhier, te hebben aangetoont, dat welgemelde Schryver het ten volleireeus is, dat  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 99 dat by de eerfie grondlegging van de Republyk, en, bvzonderlyk by de Unie van Utrecht, d®or de Bondgenooten geen Rechten van de Souverainiteit, in het generaal, nog eenige Territoriale Jurisdictie, in het particulier, aan de Generaliteit gecedeert en afgedaan ; of daar mede gemeen gemaakt zyn; — Maar dat, in tegendeel, alle Rechten van derzelver hooge en laage Overheeden, daar by, wel duidelyk zyn gereferveert. 3. Om nü verder ie gaan, zal men , by nadere overweeging, bevinden, dat het onmogelyk is, dat, bv "meergemelde Unie van Utrecht, zoodanige af'and van Territoriale R echten zoude heb- bm kunnen gefchieden. Men handelde, by deeze Unie, in het geheel niet oververandering van Souverain. In tegendeel, de Koning van Sranje, nog niet verklaart vervallen te zyn van de Souverainiteit, bleef Souverain van den Lande; en meergedagte Prins Willem de I. deszelfs S'aithouder. — Derhalven konde het ook niet te pas komen, om aan de Generaliteit eenige Rech en van de Souverainiteit, en veel min een der hoofde Regaalen van dezelve; namelyk eene algemeene en uitfluitende Jurisdictie, over een bepaald fogrt van Perfoonen , af te daan; of daar meede gemeen te maaken. — Deeze daad,byaldien dezelve al uitdiukkelyk gefchied .ware , zoude notoirlyk Nul en onbeftaanbaar z\n geweest; nadien, zoo lange de Koning van Spanje nog als Souverain erkent wierd, niemand als dezelve alleen, over de Souveraine Territoriaale Rechten van de Provinciën onder zyne gehoorzaamheid ftaande , wettiglyk , en met efFect, 'konde disponeeren. Het is dan ook, om deeze zelfde reeden , dat de Boudgenooten, geen ander oogmerk hebbende als zig te vereenigen , tot algemeene befcherming, tegen onrechtvaardigheid en geweld van die geene, die in 's Konings dienst waren ; niet alleen alle Territoriaale Rechten, by het 1 Articul, in hun geheel hebben gehouden; maar Ga bo-  ioo ja« ZAAKEN VAN 1783. boven dien de zaak, uitdrukkelyk, hebben geëxtendeert tot de gehoorzaamheid van de Militie aan de Staaten, en de Magiftraaten van de byzondere Provinciën; — Zoo als de Heer van Slingeland hier boven reeds heeft geremarqueert; en in het 7 Articul van de voorfz. Unie, woordelyk, in deezer voege is uitgedrukt, „ Welverftaande dat die Capiteinen en Soldaaten, boven den generaalen Eed, „ particulierlyk die Stad of Stede en Pro- vincie, daar inne die geleid zullen wer« „ den, Eed doen zullen; en dat het zel„ ve, ten dien einde, in haar lieder Ar« ticulbrief gedeld zal werden &c. Wat kan 'er klaarder gezegt werden, om te toonen, dat de intentie is om de Militairen, ten aanzien van hun Krygsampt, wel aan de gehoorzaamheid van de Bondgenooten in het generaal; maar ten aanzien van dezelve als lngezeetenen van den Lande, teffens , aan alle de hooge en laage Overheeden en Wetten van het Territoir, waar op zy zig bevinden, te onderwerpen. — Dan, waar tegen'de fuftenue, dewelke alle deeze Terntoriaale Overheeden, aan wien de Exe* cutie van de Wetten, voornamelyk, is gedemandeert, zoude willen uitfluiten , diametraal ftrycig is. Eu om, derhalve, met relatie tot de primitive Conftitutie van deeze Republyk, tot befluit te komen, concludeert men, dat volgens de Unie van Holland en Zeeland, en de Opdragt, daar by aan Prins Willem den 1. in den jaare ij76, door de twee gem. Provincie gedaan; mitsgaders volgens de Pacificatie van Gend, en de Crimineele Ordonnantie van dat zelfde jaar 1576; eti eindeiyk volgens de Unie van Utrecht van Jj79j dewelke in de vorige Verbonden geen verandering gemaakt heeft; en mitsdien volgens alle deeze (lukken, te zaamen, als bc.rekkelyk tot de Primitive Conftitutie of eerfte beginfelen van deeze Republyk, alle Territoriaale Rechten in het ge-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. m generaal, en particulierlyk de Univerfeele jfuris■dictie cwer alle de lngezeetenen, zoo Militahe als andere Perfoonen , door de Bondgenooten , elk afzonderlek, in voege voorfz. in hun geheel zyn gehouden ; zonder dezelve onder den ande« ren gemeen te maaken. CD) De zs k, aldus, in haar eerfte geboorte, befchouwt hebbende; mitsgaders hoe verre dezelve, ten tyde v.in de Unie van Utrecht, was gebragt; — Een tyd, waar in men nog gansch geen gedagten had, op 1» eene zoodanige vrye en van alle andere Vreemde Mogentheeden onafhangelyke Republikynfche Regeering, als waar toe de Vereenigde Landfchappen, boven alle verwag ing , door de Goddelyke Voorzienigheid , op eene verwondfrlyke wyze, eerst naderhand, zyn verheeven; en welke Conftiiutie, by de Munfierfche Vreede in den jaare 1648, eerst haar volkomen beflag heeft gekreegen; ;en daar voor, door alle Mogendheden in Europa, zonder eenige uitzondering, erkent is gewordnn: Terwyl, na de afzweering van den Koning van Spanje in den jaare 158I, men met andere buitenlandfthe Mogendheden, over de Souverainiteit, of ten minden over de protectie van deeze Landen , onder zeekere Voorwaarden, nog meer als eens, in onderhandeling is getreeden : — Zoo zal men nu overgaan tot de verdere Wetten en Placaaten , waar op gemelde Memorie de voorfz. fuftenue, in de 4 plaats, heefc ge'ragt te fundeeren. Om in deezen met meerder order, en op eene meer verft'anbaare wyze, te werk te gaan; zal men al de by geL-ragtë ftukken van dien aart, wederom relatief maaken, 'tot de twee bekende Epoques van de Republyk : de eerfte , zeederc gemelde Unie van Utrecht , tot den jaare 1651; en de atK.ere, zeedert dat jaar tot heeden. EERSTE EPOQUE. De ftukken van deeze Epoque, by meergemelde Memorie, ten einde vood'z bygebragt, zyn denavolgei de: 1. Articulen voor den Landraad van ij8i; 2. AG 3 ftrvtt*  io2 jan. ZAAKEN VAN 1783. firuEtie voor Prins Maurits en den, Raad van Staaten van 1584; Refolutie van de Staaten Generaal, en Accoord met Leicefter, beiden van 5R6; 4- InfhuEtie voor den Raad van Staaten van 158H; 5. Placaat van de Staaten Generaal op de desordres van het Krygsvolk van 1589; en 6. de Articulbrief van 15C0. Wac dan betreft de voorfz. Articulen voor den Landraad van 1581; remarquaert men dien aangaande, Dat, in den jaare 1 58 1 voornoemt, den Kon;ng van Spagne verklaart zynde v„n de Souverainiteit vervallen te zyn, het Gouvernement van de zaaken, de Unie concerneerende, niet [aanftonds is overgebragt in den boezem van de gezaamentlyke Bondgenooten; Maar dat, in teegendeel, de" Bondgenooten zoodanig verkegen waren , wat ieder derzei ven, met de Souverainiteit over hunne byzondere refpeflive Provinciën , zoude doen, dat zy hunne onderhandelingen met den Hertog van Anjou voortzetteden; en de Gewesten, uitgezonderd Holland, Zeeland en Utrecht, aan hem volkomen hulde hebben gedaan. Voor deezen Hertog werd dan ook een Raad opgerecht , dewelke nevens hem regeeren zoude ; En voor dezen Raad , den Landraad genaamt, zyn de voorfz. Articulen gearreReert. —>— Hier uit blykt dan voor eerst, van hoe weinig applicatie zodanige Articulen, op de hedendaagfche Confiitutie, in allen gevalle, zouden inoeten zyn; dewelke jegenswoordig van alle buitenlandfclie Mogendhceden volRrekt independent is. En ten anderen, zyn deeze Articulen, ten dezen, van nog te minder applicatie, om dat men weet dat de Hertog van Anjou als mede voorfz. Landraad, inderdaad," in Holland, Zeeland en Utrecht, niets te zeggen hadden; want dat meergemelde Prins Willem de I. uit kragte der voorfz. Opdragt van den jaare 1576, mitsgaders van de Acte van Renverfaal van gemelden Hertog van den 11 February is8a, de Regeering , 111 Holland en Zeeland, in handen bleef houden: — Maar boven dien, in de laaifte plaats, kan 'er uit de voorlz. Articulen volftrekt niets werden bygebragt, van eemge applicatie op de Militaire Jurisdictie: Zoo dat men , pag. 31 van meergemelde Memorie genoodzaakt ts zulks  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 103 te advoueeren, voorgeevende, dat het genoeg zoude zyn, dat, by die Articulen, geen uitzondering , met opzigt tot de Militaire Jurisdictie word gemaakt, — het welk, na alles wat hier boven, aangaande de pri* mitive Conftitutie van de Republyk is gezegt, niet Ichynt te vereifchen, dat men langer daar by zoude blyven (lil (laan. In de tweede plaats, dan, werd als decifoir bygebragt de Inftruttie aan Prins Maurits en den Raad van Staaten op den 18 Augustus 1584 gegeeven. —« En deeze Inflructie is, vervolgens, de voornaame grond, waar op de fuftenue van de Univerfeele en privalive Jurisdictie, over alle Militaire Perfoonen, in deeze eerfte Epoque, zoude moeten gevestigt zyn: —- En , mi sdien, wat naauwkeuriger examen zal vereisfchen. Men remarqueert dan, 1. Dat gemelde Memorie pag. 31 abufivelyk po> feert, dat deeze Inftruftie gegeeven zoude zyn door de gezaamentlyke Bondgenooten; daar dezelve gegeeven is door de S aaten vau Braband , Vlaanderen, Holland, Zeeland , Utrecht „ Mecha. len en Vriesland; en on ier welke, mitsdien drie der jeegenswoordige Bondgenooten , namelyk Gelderland, Overysfel, Groningen en Ommelanden niet begrepen zyn. — En, in allen gevalle, dan ook , voor geen grondwet van het jeegenswoordig Bondgenootfchap, of voor een Acre, waar by onder dezelve eenige Territoriaale Rechten der byzondere Provinciën gemeen zouden zyn gemaakt, kan gehouden werden. Hec is wyders bekent, dat den Hertog van Anjou, mitsgaders Prins Widem den I. glor. ged., in den jaare 1584 overleden zynde, de algemeene Staaten zig wederom in verleegenheid bevonden , omtrent het Rellen van order op de Regeering; En dat men, by continuatie, bleef handelen met bukenlandfche lYlogemheedrn, o/er de Souverainiteit. — Waar uit evident is, dat by de voorfz. InRructie met den Raad van Staaten, ter zeiver tyd, op dat fubject' niet gehandelt heeft kunnen werden; en, daarom, deeze G 4 Raad,  jo4 jan. ZAAKEN VAN Raad, door de Staaten der voorfz. Gewesten, ook duidelyk gezegd werd, by provifie , tenGou. vernement en de Regeeringe va'! de voorfz. Landen, gecommitteert te zyn; op dat, door het overlyden der twee gemelde Vorften, die het Gouvernement, in voege reeds gezegt , in handen hadden , niet zouden komen in verloop en ruïne, voor en aleer nadere orde op het fluk der Regeeringe zoude zyn gefteld: — Gelyk, dan ook, deeze Inftriiclie niet lange heeft Rand gegreepen; maar, in den jaare 1588, een andere Raad van Staaten, op een andere Inflructie , door de Provinciën het jegenswoordig Bondgenoot fchap compofeerende, is aangefteld: waar van hier na. 2. Dat, wyders, by deeze provifloneele Inflructie Art. 1. wel duidelyk Raat geftipuleeit, dat deeze Commisfie zoude zyn , zonder prajuditie van de prcerogativen ende gerechtigheeden der itorfz. Provinciën, in toekomende tyden: derhalve kan zoi der tegenftiydigheid niet onderfteld worden, dat, by deeze Indructde, eenige ïevritoriaale Rechten aan Prins Maurits en den Raad van Staaten privativelyk, en voor altoos, zou» den zyn afgeilaan. a. Dat zulks met het oogmerk van de gemelde Inflructie, ook, volfirekt onbeftaanbaar is: 't welk tot zyn voorwerp geenzints had het (luk van de Regeering binnen de voorfz. Provinciën, maar zoo als in de pra:misfen Raat, om te voorzien , „ Op dat, by gebreeke van behoorlyke authoriteit, de zaaken van da voorfz. „ Landen niet komen in verloop en rui„ ne ofte verderf; en daar omme over „ de zaaken van Oorlog , den opheve van de gemeene Contributien , en alle ,, andere zaaken , de confenatie en de„ fenfie van de voorfz. Landen betrtf„ fende, goede ordre werde ge.teld." Nu kan men begiypen, dat alk magt en au- tho.  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 105 thoriteit, mitsgaders kennisueeming en judicature, dewelke tot zoodanige confervatie en defen • fte van de Landen, in die tyden, is geoordeelt vereischt te worden; en volgens gemelde 0/>dragt aan Prince Willem den Eerften, in den jaare i zulks, abdicative, te hebben gedaan; nog daar meede eenig Territoriaal Recht te nebben afgeftaan. — het welk, dan ook, eene volmaakte demonftratie van de contrarie fuftenue, teegen de gepretendeerde univerfeeJe en privative Mili' taire Judrisdiclie, uitlevert, 3. Dat, in dit Tyiftip der nieuwe Regeering , ooit eene tweede voorzieninge , by gemelde ƒ»JiruEtie, voorkomt, welke in de voorfz.Tnftruc tie van 1584, niet te pas is gekoomen, om dat men over het Oppergezag, te dier tyd, buiten 's Lands, nog handelde, en, daarom, eerst plaats konde vinden in die van 1588, om reden, dat nu de generaale Regeering der Vereenigde Nederlanden, op een nieuwen voet,' by deeze lnftructie , gereegeld wierd. Te weeten , by het ao Articul der laatstgemelde IriftruÉtie , werd aldus gedisponeert; ,, Zullen bezorgen dat alle Gouverneurs, Admiraals, Overften, Ritmeefters, Ca„ piteinen, en al het Volk van Oorloge „ te Wateren te Lande, zullen belooven „ ende zweeren de Staaten van de ver„ eenigde Nederlanden , die by de Unie „ en handhouding van de Gereformeerde „ Religie zullen blyven eenfaamentlyk , ,, de Staaten van de Provinciën, ende de „ Magiftraaten van de Steden, daar inne „ zyüeden gebruikt, en tot wiens Jast of ,, repartitie zy betaalt zullen werden, ge„ houw en getrouw te weezen; denzelven „ getrouwelyk te dtenen ; en dat zylie. „ den, de voornoemde Staaten Gei eraal, „ en NB. ook de Staaten van de Parti,, culiere Provinciën, elk in zyn reguard, ,, zullen obedieeren. By het 7 Articul van de Unie van Utrecht, was in het generaal wel geftatueerr, dat de Militairen , zoo wel aan de particuliere Provinciën en Steden, waar in zy geleid zoulen werden, Eed zouden doen , als aan de Bondgenooten- in H 4 het  1*9 jan. ZAAKEN VAN i7gs? het generaal, en dat zulks in derzelver Articulbrief zonde werden geftelt. Maar, zoo lange de Regeering nog op geen vasten voet gebragt is geweest, was bet onmoogelyk een formulier van Eed te. arrefteeren , het geen op de Staat fche Regeering , die by deeze Inflruclie eerst wierd ingevoert, van applicatie konde zyn. Men kan de differente fuccesfive Formulieren van Eed, voor de Militairen , vinden by den Heer van Slingeland, in zyn voorfz. werk, in het i. Capittel; en in het 2. Capittei, bekent hy wederom, ,, Dat de Bondgenooten , zoo by de „ Liftruéiie van 1588 , als by die van ,> 1651, dat is, zoo by de oude als by „ de nieuwe Inflruclie , den Raad Tan Staaten hebben opgelegt te bezorgen , „ dat de Militie, Eed doende aan. de Ge„ neraliteit, by denzelfden eed, getrouw„ heid zouden belooven aan de Staaten „ van de Provinciën, en aan de Magiftraaten van de Steden, 'waar in dezel,, ve gebruikt, en tot wiens laste of re„ partitie, zy betaalt worden. — En , „ dat daar toe de Formulier van Eed, „ omtrent ter zeiver tyd, als de voorfz. „ Inflruclien, zyn gearrefteert." By gevolge ziet men, daar uit, evidentlyk, dat het jaar van 1588 het tydflip is, waar in de Staats Regeering , eerst met 'er daad, haar begin heeft genomen, en waar in , eigentlyk , kan en moet werden nagegaan, wat al, of niet, door de Bondgenooten, aan den Raad van Staaten zoude mogen zyn afgeftaan; —- En dat, na zoodanig onderzoek', bevonden werd, dat, by die Infhuétie, de Territoriaale Rechten, en wel bepaaldeiyk, met opzigt tot Militairen, in hun geheel zyn gehouden, en daar toe, particuliere formulieren van Eed, voor de Militairen, zyn gearrefteert. Na , aldus, deeze notable Qrondwet van de Staaten Re-  jau. STAAT EN OORLOG. 1783. 121 I " * Regeering, in den voorfz. jaare 1588, in voege voorfz. gereguleert, afgehandelc te hebben , en betoogt, dat wel verre van eenige afdand of communicatie van Territoriaale Rechten, aan of met eenig Generaliteits Collegie , alle dezelve, in hunne volle uitgedrektheid, uitdrukkelyk , daar by geconferveert, en in hun geheel . zyn gehouden : —— Zal het weinig moeite kosten, om * te begrypen, dat het Placaat van Hun Hoog Mog. van den 59 April 1589, disponeerende teegen excesfen van het Krygsvolk , in deezen , gansch ongefundeerdelyk werd bygebragt, als een pretenf» Acte van affland der voorfz. Territeriaale Rechten , dewelke in tegendeel, zoo als nu beweezen is, in het voorgaande jaar 1588, by de voorfz. Inftnndie, zoo nadrukkelyk, waaren gereferveert. üen iegelyk begrypt, ligtelyk , dat de Bondgenooten, zonder eenige de minde afftand of communicatie van Territoriaale Rechten van noode te hebben , bevoegt zyn , om Wetten te maaken voor het Leeger en de Guarnifoenen , zig buiten het Territoir van de refpective Provinciën bevindende: — Dat het zelfs volftrekt noodzaakelyk is, dat 'er een Rechter in het Leeger zy , dewelke de voorfz. Wetten executeere, en de fchuldigen, zoo wel aan Gemeene, als Mi» litaire Delicten ftraffe, mitsgaders, dat, nadien dikwerf door Soldaaten excesfen werden gepleegt, onder pretext van Krygsoperatien, ten diende van den Lande, te ' verrigten, en daar door dubbelzinnig kan werden , of dezelve Soldaaten na Krygsregten, door den Militairen Rechter, dan wel, na gemeene Landwetten, op de ordinaire wyze, daarover, zouden moogen werden gefiraft, mitsdien , niets natuurlyker kan voorkoomen , dan dat de Bondgenooten, by de voorfz: Placaaten, alle Rechters, zells buiten het Territoir van de ftemmenae Provinciën,alwaar zoodanige excesfen werden gepleegt, ten overvloede authorifeeren om deeze Excesfen te ftraffen, dezelve geenzins houdende voor zoodanige pure Militaire delicten , dewelken, uit derzelver aard , alleen by den Militairen Rechter gewoon zyn te worden geftrafr. — Zoo dat het niet doorgaat, maar in tegendeel , al te ver gezogt is, dat de Bondgenooten de voorfz. crninaris Rechters daar toe zouden hebben geauthoriH j feert,  lt* jan. ZAAKEN VAN 1?a3, feert, om dat begreepen zouden hebben , dat dezelve zonder zoodanige authorifatie , zelfs in gemeene delicten, in het generaal uitgefloten zouden zyn: want dat zoodanig begrip van de Bondgenooten, volgens het reeds verhandelde, volftrekt onmoogelyk ; en het contrarie begrip, uit de voorfz. referve van de Bondgenooten, van het onmiddelyk voorgaande jaar 1588 en uit de flandhoudende Inflruclie van dat zelfde jaar' te dier tyde, evident was. Maar, daar en boven, kan 'er uit bet voorfchreeve Placaat zelve , en uit meer andere , die in diergelyke geleegenheeden gearrefteert zyn , een argument teegen de gepretendeerde Univerfeele privative Militaire Jurisdictie , werden gededuceert, en aangetoont, dat wel verre van daar , dat by het zelve de ordinaris Juditie geauthonfeert zoude werden, om te cognosceeren over dehtta Communia doof Militairen gepleegt; in tegendeel, de ordinaris Juftitie wel uitdrukkelyk, daar bv geauthonfeert werd , om te cognosceeren over twee zuivere Militaire delicten , by dat zelfde Placaat vermeit, en buiten welke twee bepaalde Militaire delicten van getn voorzieninge omtrent andere, in dat Placnat' werd gefprooken ? Tot opheldering van dit gezegde ' remarqueert men alleenlyk , dat, offchoon in de prei misfen van het voorfz. Piacaat, wel in het generaal melding word gemaakt van onbehoorlyke en excesfive daaden, conemften en ExaSlien , door het uitloopend Krygsvolk gepleegt werdende, nochtans, by dat zelfde Placaat, daar tegen , geen direfte voorzieninge werd gedaan, het welk ook onnodig was, nog ook de ordinaris Juftitie, daar by, geauthorifeert, tegen de zoodanige Delinquanten te procedeeren: — Maar dat de voorzieninge, aldaar, zig bepaalde tot het uitloopen uit Guarnifoenen, ten platten Lande, anders als onder geleyde van een Capitein, Lieutenant, ofte Vendrig en zoo als daar verder is voorgefchreven : Terwyle deeze Officieren, by dat zelfde Placaat, verantwoordelyk werden gefield Ivoor alle de Actiën , die by hun onderhebbend Krygsvolk , op zoodanigen tocht , bedreeven zullen wezen. — Dat, wyders , de tweede voorzieninge, by dat zelfde Placaat, werd ingericht tee-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 103 teegen „ mishandelingen van de Provooften , Cepiers „ of anderen , ter zake van de kosten van de Gevan„ genen, ofte van de Gevangens zelfs, die van de ,, voorfz. platten Lande, het zy voor agterwezen van „ haare Contributien, ofte anderzints, ingebragt zullen „ worden." — Welke mishandelingen beftonden, in meerder af te vorderen, of doen afvorderen, voor het fluiten en ontfluiten van eiken Perfoon, en voor de Montkosten aldaar gemeld, als behoorlyk was. — Alle Officieren nu , en Soldaaten anders , als in voege voorfz,, uit hunne Guarnifoenen op het platte Land loopende, ofte de ingebragte Gevangen boven den geflelden Taux befwaarenae, of doende befwaaren; werden by het voorfz. Placaat gehouden en verklaart voor ongehoorzame , Vyanden en Perturbateurs van de gemeene Rust en wel/land van den Lande; — En moeten, vervolgens, als de zoodanigen Exemplairlyk werden gefltaft: — waar toe, onder 'anderen, de ordinaris Juftitie dan ook mede word geauthorifeert. — By gevolg werden, by dit Placaat, twee daaden, die in hun aard tot de Militaire discipline alleen behoorden, om byzondere reedenen , voorperturbatien van de gemeene Rust verklaart, daar do>r, onder de Communia deiiéta overgebragt , en uitdrukkelyk gedeclareert, dat het Privilegie Militair (in het ftuk van Militaire discipline anderzints plaats hebbende) ih deezen cesfeerde, en de ordinaris Rechtbanken , zondér onderfcheid, ook bevoegt waren, om deeze Militaire contraventien , op den gemelde voet , te ftraifen. En daar meede overgaande tot Den Articulbrief van den jaare 1550, zal het gunt, op het fubjecl van het voorfz. Placaat van 1589, is gezegt, daar op mede van goede applicatie zyn: —— Want, uit het flot en uit de publicatie van dien Articulbrief, blykt al ten eerflen, dat dezelve betrekkelyk is tot het Leeger, alwaar volftrekt noodzaakelyk is, dat zelfs, ten aanzien van gemeene delicten; door de Bondgenooten, in het generaal, omtrent het ftraifen van dezelve, werde voorzien, om dat het'Leeger, buiten het Territoir der Remmende Provinciën zig bevindende , waar toe, by gevolge, de Territoriaale Jurisdictie van de  124 Jan. ZAAKEN VAN 17S3. de réfpective Bondgenooten zig niet kan extendeeren; mitsdien , een Regul moet hebben , waar na de delicten , in het generaal, aldaar werden geltraft: —— Niemand trekt in twyffel, dat de Bondgenooten, natuur, lyker wyze, tot het maaken van zoodanige Wetten voor het Leeger, zoo wel als voor Generaliteits Plaatfen , onder derzelver gezaamentlyke gehoorzaamheid zynde, zonder eenige onderlinge cesfie of afftand van Territoriaale Rechten , van zelfs bevoegt zyn : ■ Daarom zegt de Heer van Slingeland in het meerge» melde 13 Capittei, ,, Dar. de Generaale Staaten van alle de geu„ nieerde Provinciën gedefereert hebben aan den „ Raad van Staaten de jurisdictie over hetKrygs„ volk , en dat die wederom , by den Articulbrief en andere Militaire Ordonnantiën, ge,, defereert heeft aan den Krygsraad, eenige Ju„ risdiclie over de delicten en' mefufes van het ,, Krygsvolk: —— zonder dat de Krygsraad „ van iemand anders eenige Jurisdictie heeft" En wat laager, „ Dit is zeeker, dat de hooge Krygsraad niet „ anders is, in haar oorfprong , als een Krygs„ raad te Velde: —- want in de deliberatie ge,, houden in het jaar 1597, over de aanftelling ,, van een Prafident van den Krygsraad, of gë„ lyk men toen fprak , van een hoofd van de „ Militaire Juftitie, word uitdrukkelyk mentie „ gemaakt, van een Hoofd van de Juftitie over „ het Krygsvolk, in den Leeger. Men ziet derhalve , dat de Wetten, door de gezaamentlyke Bondgenooten, voor het Leeger van den ftaat gemaakt, niet alleen voor zoo veel de Militaire Discipline betreft, maar ook alle gemeene Delicten, in het Leeger werdende geperpetreert; — En de Rechters, tot de Executie van dezelve Wetten , in het Leeger gecommitteert: r— Niets gemeens hebben met de adminiftratie van de ordinaris Juftitie , op het Territoir van de refpeclive Provinciën: — En dat mitsdien alle de Wetten en Ordonnantiën van de Bondgenooten , raakende excesfen en delicten van Militairen , op het poincl in auaftie, builen applicatie zyn. Daar  JAN. STAAT EN OORLOG. 1783. 1*5 Daar is dan, met relatie tot deeze Articulbrief, dog maar alleenlyk te remarqueeren , dat , met het reeds geavanceerde genoeg wederlegt zal zyn het geobjicieerde by de Misfive van Zyne Hoogheid , op den 23 Oftober laatstleeden, aan Hun Hoog Mog. gefchreeven en onder de Notulen van Holland, ten zeiven dage, geinfereert: Als of de melding van eenige Delic ta communia , en byzonder van Landverraad , by het vyfde en 6 Articul van gemelde Articulbrief voorkomende, te kennen zoude geeven, dat Hun Hoog Mog. zouden hebben begreepen, dat zoodanige Delicta communia , door Militairen gepleegt, altoos, en overal, door den Militairen Rechter, privativelyk, zouden behooren te werden geftraft. — Want deeze objeftie, door het reeds gezegde, nu van zelfs vallende : zoude de verdere vrage dan nog maar alleenlyk deeze kunnen zyn, of Landverraad, door Militair en gepleegt, in gevolge van gemelde vyfde en fesde Articulen van meer. gedagten Articulbrief, ook als een zuiver Militair DeliEt geconfidereert zoude kunnen werden. Dan, het zal niet nodig zyn, in een breede discusfie deezer vrage , alhier, te treeden ; voor eerst, om dat ter deezer plaatfe niet ftaat te onderzoeken , welke Delicten voor zuivere Militaire, al of niet, te houden zyn , maar alleenlyk of' de voorfz. Articulbrief kan dienen tot eenigen grondllag, voor de gefujlineerde Univerfeele en prir vative Militaire Jurisdictie . in gevolge van welk gefuftineerde , de Politicque Rechters van ïtrafoeflening over alle hoegenaamde Deli&en, zoo wel als van Landverraad, door Militairen gepleegt, volftrekt uitgeflooten zouden zyn. — En , in de tweede plaats, om dat de voorfz. fuftenue van Zyn Hoogheid , in het geval van den Vaandrig de Witte, by de voornoemde Mtslive vermeld, gedecideert is by Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. van den 27 December daar aan volgende, en vervolgens, gemelde de Witte door het Hof van Holland is overgenomen , ten einde ter dier zake , uit name en van wege de Heeren Staaten van Holland en Zeeland, tesren den Gevangen te procedeeren , zoo als in goede Juftitie oordeelen zoude te behooren. Wil men egter , ten overvloede , nog nader overtuigd  4ft6 jan. ZAAKEN VAN 1?83. tuigd zyn, dat het begrip van de Bondgenooten, reeds te dier tyd , geenzins is geweest, om , door het semeen maaken van de Militie tot de gemeene befcher. rmng, aan de Generaliteit of de Regters van GeneraItteitsweegt?, over dezelve, Judicature oefenende, ietwes van hunne Territoriale Rechten af'te ftaan ten opzigte van DelJften en zaaken, niet Militair zynde, men heeft alleen het oog t« flaan op de Inflruclie voor de rejpecttve Collegien ter Admiraliteit de dato 10 Augustus ij97. als wordende daar by in het 3 Aitykel aan dezelve Collegien ter Admiraliteit de Turisdiftie gedemandeert „ van alle Quaftien en Gefchillen, die tus„ ichen eenige van de Schepen van Oorlog zouden „ mogen ryzen , van alle misbruyken en misdaden , „ (waar van de kennisfe en de Itrafïe den Capiteinen „ met en zal competeeren) die by eenige van dien zou„ den mogen worden gecommitteert ; mitsgaders over „ den geenen, die van eenige Zeeroveryen zullen wor„ den betigt, of achterhaald: om over alle de voor„ Jchreeve Perfoonen en zaaken te wyzen en recht te „ doen , &c." dog met deeze notabele byvoeging ; „ wel verftaande, dat die Delicten buiten Scheepsboord „ gepleegd, en niet weezende militaiue , geftraft „ mogen worden by de Magiftraaten , Officieren ende „ Juftiaeren van de Steden , ofte Plaatfen , in wel„ ker Jurisdictie dezelve geperpetreert , of die Delin„ quanten gevonden zullen worden. Men verbeeld zich , dat niets meer decifoir kan we. zen, om de fuftenue van eene univerfeele en privative Jurisdictie van Generaliteits-wege -over de Militairen zoo als die by de Memorie word voorgefteld omverrê te werpen, dan deeze Inflxuctie. Want gelyk het zeker is, dat de magt van de Generaliteit over de Militie te Warer met minder is, dan over die te Lande • terwyl de directie over het Militaireweezen te Water, zoo wel als over de Landmagt, door de Bondgenooten ter gemeene befcherming onderling is gemeen gemaakt ; zoo bykt het echter tenens uit de gementioneerde lnftructie, dat men reeds toen begreepen heeft, dat daar uit maar alleen moest volgen , dat door de Randen ter Admiraliteit, met den Admiraal Generaal wel  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 127 wel regt moest worden gedaan over al het geene op een tocht of expeditie voorviel ; mitsgaders over Militaire Deliken ; doch dat de Militie te Water, buiten Scheepsboord en dus niet in expeditione eenige Delicten pleegende , welke niet Militair waren , alsdan te recht moest Itaan voor den Ordinairen en Politicquen Rechter , wiens judicature uit den boezem van den Souverain afdaalende , niettegenftaande de delatie van de magt over de Militie aan het JJondgenoodfchap, buiten de Delitta Militaria , allezins in haar geheel ongekrenkt was gebleeven. Tot hier toe, dan , afgehandelt hebbende alle de Stukken, by de voorfz. Memorie, relativelyk tot de gemelde eerfte Epoque , namelyk zeedert de Unie van Utrecht , tot 1651 bygebragt: —~ Zal nu ligtelyk kunnen worden opgemaakt'dat , niet geen fundament altoos , op pag. 33. van meergemelde Memorie, word geconcludeert, dat uit gemelJe Stukken evident zoude zyn, dat de Generaliteit, kort na de Utrechtfche Unie, een univerfeel Gerichtsdwang, over de Militie, zoude hebben geëxerceert; —— En dat dezelve univerfeele Jurisdictie nog door de algemeene Bondgenooten, nog door eenige byzondere Provinciën, in die tyden, gecircum- fcribeert zoude zyn geworden. Daar nu, met alle de voorfz. Stukken ontegenzeggelyk is aangetoont, dat de Milkaire jfurisdi&ie, met relatie tot het Territoir van de refpcStive Bondgenooten t van de eerde beginfelen van deeze Republyk af aan, en wel byzonderlyk, in de tyden der Stadhouderlyke Regeering, by alle bekende Wetten en andere Actes, Is bepaalt geweest en gebleeven tot de Discipline Militair: — mitsgaders, dat alle de Territoriaale Rechten , zoo wel by de Unie van Utrecht, als by andere Stukken, en particulierlyk, toen de Staats-Regeering, in den jaare I58S, is ingevoert, en heeft ftand gegreepen, by de lnftructie voor den Raad van Staaten van dat zelfde jaar, in derzelver volle uitgeRrektheid , zelfs met relatie tot het Ruk van de Discipline Militair, op het allerkragtigRe, gehouden zyn in nun geheel. — Al het welk nu veel meer ligt zal geeven op het gunt, na den jaare 1650, ef in de TWEE-  1*8 jan* ZAAKEN VAN 1783; TWEEDE E P O QiU E. Van deeze Republyk, is voorgekomen , en door de Bondgenooten, met betrekking tot het ftuk van de Militaire Jurisdictie , na dien tyd , zoude moogen zyn , verrigt. En deezen aangaande, vind men by de voorfz. Memorie, in de eerfte plaats, aangehaald, De Refolutie van de Bondgenooten van den 25 Maart l6 525> 534» 536,) de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland begonden te remarqueeren , dat fommige van de Bondgenooten, by derzelver voorfz. Refolutien , ten aanzien der drie voorgemelde generaale objecten* ook eenige particuliere poincten, en onder anderen met betrekking tot de Militie , fcheenen aan te merken , als of dezelve al mede Objecten van deliberatie van de voorfz. groote Vergadering zouI s den  13» jan. ZAAKEN VAN i7j»3. den kunnen zyn; daar in teegendeel, Hun Edele Groot Mog. dezelve niet anders bonden aanmerken, dan alspuurlyk Provinciaal te weezen, en privativelyk re behooren tot het beleid van de refpeétive Provinciën. — Dat, vervolgens, Hun Edele Groot Mog. alvorens verder te treeden in de voorfz. deliberatien , zig zeer klaar en duidelyk, met betrekkin- tot deeze hunne idéé , hebben geêxpltceert by derzelver Refolutie, op den ;3 February 1651, ter groote Vergadering ingebragt; en te vinden by Aitzema ubffupra, pag. 537 > waar by hoogstdezelven , uitdruk» keiyk, hebben gedeclareert, ,, Dat de zaaken die Hun Ed. „ Gr. Mog. geoordeelt hebben te weezen Provinciaal, en zulks „ privativelyk te behooren tot het „ beleid van de Staaten van de „ refpe&ive Provinciën, waren de 5, navolgende (en onder anderen „ Art. 4.) de Jurisdictie over de „ Militie , in alle zaaken , niet „ puurlyk Militair zynde &c. Dat, „ wydsrs, Hun Edele Groot Mog. „ verftonden, dat de voorfz. zaa„ ken , privativelyk , zouden bly,, ven aan de dispofitie van de re„ fpeclive Provinciën, ieder in den „ haaren; met verklaaringe NB,, „ dat Hun Edele Groot Mog. van meeninge waren, het zelve Recht, ,, zoodanig in den haaren tc ge,, bruiken." Dat, daar na, door de Bondgenooten wel nadere advyfen over de directie, en dispofitie over de Militie, en het geeven van Patenten, zyn ingebragt, (te vinden ubi fupra pag. 540 feqq) — Maar, dat geen van de Bondgenooten de voorfz. fuftenue van de Heeren Staaten van Holland, met  3A.w, STAAT» EN OORLOG, 1783. 133 mee relatie tot het beleid, omtrent de Jurisdictie over de Miliiie , in alle zaaken niet puurlyk Militair zynde, heeft gecontelteert; nog immer, eenige nadere propo/iiie dien aangaande, in deliberatie gebragr: zoo dat dit poiuct daarop , geheel en al , buiten-deliberatie gelaaten zynde, op den 22 Blaart , daar aan , alleenlyk Commi-doriaal zyn gemaakt de differente advyfen van de Bondgenooten , over de voorfz. twee andere poinclen, namelyk, de directie en dispofitie over de Militie, en het geeven van Patenten: — Zonder, van de voorfz. Jurisdi£lie eenige verdere mentie te maaken, zoo als dit Commisforiaal te vinden is, by Aitzema ubi fupra pag. 548. Hier uit volgt dan, dat de Bondgenooten het met de Heeren Staaten van Holland eens zyn geweest, dat het gemelde poinB, raakende het beleid omtrent de vtorfz. Ju> isdiclie, als zuiver Provinciaal behoorde te worden geconfidereert, en, vervolgens, geheel of gedeeltelyk, geen object van de deliberatien van gem. groote Vergadering konde zyn. Maar, in tegendeel, het zelve beleid, op den vorigen voet, conform de grondwetten van den Lande , aan de Staaten van de refpeétive Provinciën, gelaaten behoorde te werden : •—— zoo dat het gepofeerde by de gemelde Memorie, aangaande eenige propofitie , dewelke, ter voorfz. Vergadering, tot prcttenfe bepaaling van de Militaire Jurisdictie, zoude zyn gedaan; en aangaande de deliberatie en Refolutie , dewelke daarop , in de voorfz. Vergadering, Staatsgewyze, zoude zyn genoomen, volftrekt onbeftaanbaar is met het gepasfeerde aldaar , en, namelyk, met het inbrengen van de voorfz. Htllandfche Refolutie, en het acquiescem ment van alle de Bondgenooten in dezelve. En dus , in de tweede plaats, toetreedende , tot Elucidatie van het tweede bovengemelde poinét , dat is , van den waaren zin van de votrfz. Refolutie van 25 Maart 1651; mit6gaders, van de waare en eigentlyke dispofitie, deI 3 wel.  134 JAW« ZAAKEN VAN 1783. welke dezelve prsecifelyk contineert, zullen de navolgende particulariteiten in nadere overweeginge moeten koomen, Eerftelyk , dat de Heeren Staaten van Holland , by hunne voorfz. Refolutie van den 13 February 1651 , al wyders , hebbende gedeclareert, „ Wel te mogen lyden , dat de Pro,, vincien en Leden, die goed zouden 5, vinden , het voorfz. Recht (namelyk van provinciaal oppergezag over de Militie , op derzelver Souverain Territoir zig bevindende) meede te gebruiken; ,, en NB. dienftig zullen achten, dat van deeze Tafel (namelyk der groote Ver„ gadcring) aan de Officieren van de Militie , voor zoo. veel dezelve aangaat , ,, gefchreeven werde, dat zy haar de dis„ pofitie van de Staaten van de Previn* ,, cien en de Leden van dezelve , in het gunt voorfz. is, zullen onderwerpen en nakomen; ~*- daar inne werden „ geaccornmodeert." Daar meede, en met de voornoemde verdere inhoud van deeze Refolutie , ten allerklaarften , hebben te verdaan gegeeven, dat hoogstdezelven zoodanige aanfchryvinge, voor hunne Provincie, in geenen deel», of opzigte , hoe ook genaamt, begeerden , maar volftrekt onnodig oordeelden, en zig dsar van niet meenden te bedienen : gelyk ook nimmer, ten opzigte van deeze of de vyf andere Provinciën , dewelke nogtans het voorfz. Recht, by continuatie, meede hebben geëxerceert., gefchied is: ■ En dat Hun Ed, Groot Mog. zig, alleenlyk, geen partye hebben geReld, dat eenige van de andere Provinciën, ichoon met deeze Provincie het in het generaal eens zynde , aangaande de Jurisdictie over de Militaire Perfoonen (zoo als uit derzelver bovengemelde Provinciale Refolutien, en particulierlyk, die van Gelderlaud, Articul 7, van Utrecht, S Deel,  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 135 2 Deel, Articul 6. £rV., confteert:) —■ egter nog boven dien, in dit hun Recht, door gemelde groote Vergadering, by aanfchryvinge, in voege voorfz., zouden werden gemaintrneert. — Dog niet anders, dan in deeze generaale terme van aanfchryvinge, „ Dat de Officieren van de Militie , „ haar de dispofitie van de Staaten van ,, zoodanige Provincie en Leden van dezelve, in het gunt voorfz. was , (en ,, dus in het generaal, en zonder onder„ fcheid van Steden of Plaat fen binnen „ dezelve Provincie') zouden onderwerpen ,, en nakomen." Nu vind men niet, dat een eenige Provincie, Gelderland alleen uitgezondert , zoodanige aanf-hryvinge , tot exercitie van derzelver voorfz. Territoriaal Recht , noodig geoordeelt, of van de groote Vergadering verzogt heefr. — Maar de Heeren Staaten van Gelderland , fehoon by hunne voorfz. Provinciale Refolutie Articul 7. niet meerder of anders fuftimerende, als de Heeren Staaten van Utrecht en anderen, hebben egter alleen goedgevonden , de voorfz. aanfehry. vinge (met wat oogmerk of om welke recden weet men niet) van de groote Vergadering te verzoeken: — welk verzoek op den 24 Maart ïo>i, ter groote Vergadering, ingekomen zynde , des anderendaags , namelyk den 25. , aan dezelven , in gevolge van het voorfz. Declaratoir van Holland, van zulks wet te mogen lyden (waar meede de vyf andere Provinciën zig, in de groote Vergadering, dan ook fchynen te hebben geconformeert) is geaccordeert geworden woordelyk , zoo als het zelve door welgemelde Heeren Staaten van Gelderland was verzogt, en te vinden by Aitzema ubi fip.pag. 548. Waar uit mitsdien evident is , ctat de meelte, Bondgenooten , in hunne relpeftive Provinciën, van deeze aanfchryvinge aan Gelderland, niets hebben kunnen weeten, als na dat dezelve reeds I 4 8e'  136 jan. . ZAAKEN VAN 1783. geaccordeert was: En dat mitsdien , al wederom , daar meede niet aileen vervalt de (relling van de Memorie, als of deeze Refolutie van den 2. \ Maart 16T1 , op een propofitie, tot circumjcriptie van de Militaire Jurisdictie, na voorgaande Staatsgewyze deliberatie, in de refpeétive Provinciën (waar toe, geconfidereert de Memorie , waar by gemelde aanfchryving wierd gevraagt, daags voor het neemen der voorfz. Refolutie, in de» groote Vergadering eerst was ingekomen , geen mog'elykheid is geweest) zoude zyn genomen. -——-^Maar ook daar uit blykt , dat dezelve niet anders contineert, als een ver. zogte aanfchryvtnge tot maintien van het Territoriaal Recht, hec welk de Bondgenooten in het generaal begreepen , hen , independentelyk van eenige dispofitie van de groote Vergadering, uit hoofde van derzelver Souverainiteit , refpective. lyk. te competeeren. Ten tweeden, dat deeze nu zynde de fameufe Refolutie van den 55 Maart 1651 , tot het voornaamtte fundament van de qucejlieufe fufte» nue, in deeze tweede Epoque, by gemelde Memorie gelegt, dezelve fuftenue , nu , geheel en al zal moeten vervallen, wanneer aangaande den zin en het verftand van dezelve Refolutie, nader in cohfidératie zal worden genomen, I. Dat, by dezelve geen particulier Recht aan de Provincie van Gelderland werd toegekent, het welk de andere Provinciën niec zoude competeeren, — Want de Provincie van Gelderland had, zelve, nimmer zoodanig particulier Recht, maar wel het tegendeel van dien, in de groot e Vergadering , gefuftineert : zoo als, uit het 6 en 7. Articul van derzelver Provin. ciaale Refolutie, evident is. — En, daarenboven , is , uit de gemelde Hollandfche Refolutie van den 13 February 1651 , kennelyk , dat wel verre van daar, dat Hun Ed. Gr. Mog., daar hy, eenig  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 137 eenig byzonder Recht aan een der andere Provinciën, ten opzigte van de Militaire Jurisdictie, zouden hebben toegekent: in tegendeel , daar by, onder anderen uitdrukkelyk hebhen geaeclareert, dat hoogstdezelven hun Recht van Territoriale Jurtsdi&ie over de Militie, wederom in het generaal, en zonder eenig onderfcheid van Steden of Plaat Jen binnen hunne Provincie, zouden gebruiken, en het zelve aan ieder der Bondgenooten , in voege reeds gemeld , ook vry lieten. Derhalve, zyn lioogstderzelver Gedeputeerden ter groote Verga iering, uit hoofde van gemelde Re» folutie van den 13 Februari'i , ook wel bevoegt geweest , om te coruenteeren in de meergemelde Aanfchryvinge, voor zoo verre dezelve , door eenige der andere Bondgenooten tot maintien van hun voorfz. Recht, fpecialyk voor zig zeiven alleen , zoude mogen werden gerequireert ; «—Maar het accordeeren van dezelve aanfchryvinge aan Gelderland, van wegen deeze Provincie, op zoo bepaalden voei, kan onmogelyk doorgaan, voor een adveu van een meerder Recht, het welk aan gemelde Provincie van Gelderland , boven anderen , zoude competeeren: — Ja in tegendeel , de Provincie van Holland zoodanige aanfchryvinge , voor zig zelve , van de groote Vergadering, als onnoodig zynde, niet hebbende begeert; En, daarentegen , de Provincie van Gelderland dezelve al begeert hebbende, zoude de Hollandfche fullenue , ten opzigte van het Territoriaal Recht van deeze Provincie, veel eerder ft'erker als zwakker, dan die van Gelderland, moeten voorkomen. —» En, deeze eclucidatie wel overwogen zynde , is het dan ook evident, dat om geen andere reeden, aan de Commandeurs in de IS Gel»  133 jan. ZAAKEN VAN I?s3. Gelderfche Steden, de voorfz. aanfchryvinge , alleen, is gedaan, als om dat welgemelde Heeren Staaten van Gelderland, alleen, zoodanige aanfchryvinge, abfolutelyk, hebben begeert: terwyl de Heeren Staaten van Holland , opentlyk, hebben gedeclareert, het zelve Recht onbepaaldelyk, over hunne geheele Provincie, te zullen exerceeren , zonder zoodanige aanfchryvinge daar toe van nooden te hebben, ofte begeeren, en de andere vyf Provinciën zulks met Hun Ed. Groot Mogende eens zyn geweest, dezelve aanfchryvinge nimmer hebbende verzogt. —« Waar by deeze zake , in de groote Vergadering, dan ook gebleeven zynde, het volftrekc onmoogelyk is te (tellen, dat eenig nieuw Recht, in dezelve Vergadering , zoude zyn geintroduceert,aangaande Een Point, hetwelk, voorbedagtelyk, (behalven het gunt by het 59 Articul van de lnftructie voor den Raad van Staaten , in dezelve groote Vergadering gearrefleert, deezen aangaande, conform de voorioe lnftructie, wederom gezegt is) buiten' alle verdere deliberatie is gehouden en gebleeven. If. Dat nu, wyders, het oogmerk met het neemen van de voorfz. Refolutie van 25 Maart i6tj in qua:(tie , niet is geweest om diftinéfcie te maaken tBsfchen al, en niet ftemmende Steden van een en dezelfde Provincie; maar tusfchen Steden van ftemmende Provinciën, aan de eene, en tusfchen Steden van het Territoir van de Generaliteit, of buiten de ftemmende Provinciën geleegen, aan de andere zyde: — werd, op deeze eenvoudige wyze, buiten allen twyfTel gefield, namelyk, Dt\ Heeren Staaten van Gelderland, of liever derzelver Gedeputeerden in de groote Vergadering, de Memorie, waarby^- mel-  jam. STAAT EN OORLOG. 1783. i39 melde aanfchryvinge van de groote Vergadering hebben verzogt, genoegzaam woordelyk overgenoomcn hebbende, uit hoogstderzelver Provinciaale Refolutie, op den 20 Januarii daar te vooren . in de groote Vergadering, uitgebragt, fzie dezelve by Aitzema, 3 Deel, pag. 500) zoo als uit het 6 en 7 Articul van dezelve Provinciale Refolutie, blyki: — moeten HunEd. i Mog. niet hebben geremarqueerr, dat met het voorfz. 7 Articul, aldus, uit zyn verband met de voorgaande en volgende Articulen (zoo als dezelve in de voorfz. Provinciale Refolutie voorkomen) over te neemen; — niet zoo zeer aan de toenmaalige Leden der groote Vergadering , die de meening wel wisten , als wel aan de Nakomelingen (de voorfz. Memorie , en daar op gevolgde Refolutie, afgetrokken van gemelde Provinciale Refolutie, kezende) gelsegentheid zoude werden verfchaft, om aan de zaak een abufief, en teegen de idéés van de Staaten van Gelderland direct Itrydig denkbeeld te atta- cheeren: Gelyk dan ook is gefchied , nademaal men ziet, dat de Raadpenfionaris van Slingeland , de Praelident van Bynkershoek, en zoo veele anderen, van de fchranderlte vernuften , door verzuim alleenlyk, van de voornoemde Geldirjche Memorie, en daar op gevolgde Refolutie van de groote Vergadering, (beide te vinden by Aitzema ubi fiup. pag. 548) met de gemelde Provinciale Refolutie van Gelderland , en van andere Provinciën te confronteeren, in zoodanig een Labyrinth zyn geraakt, dat dezelve tot infoutenabele {tellingen , ten deezen aanzien, zyn vervallen. Maar het zal weinig moeite en vernuft kosten om van deezen doolweg af te raaken: want, na lee-  i4o jan. ZAAKEN VAN i7g3. leezende het voorfz. 7 Articul der meergemelde Provinciaale Refolutie van Gelderland, vind men aldaar deeze woorden, „ Gelyk ook dezelve Majoors in de „ voorfz ftemmende Steden de Miliiaire „ Jurisdictie niet verder zullen moogen „ gebruiken &c. Dit 7 Articul, nu, in zyn zaamenhang met het voorgaande 6, en het volgende g Articul, befchouwende, werd geleezen, Art. 6. „ Betreffende de Commandeurs, en de ,, Majoors van de Steden en Forten van „ de Provinciën, ftem in flaat hebben„ de &c. Derhalve, in het daar op volgende 7 Articul, werdende gezegt, de voorfz. ftemmende Steden; -, zoo blykt , dat van dezelfde, en van geen andere Steden, als in het onmiddelyk voorgaande Articul, werd gefprooken, En, by ver¬ korting, gezegt, de voorfz. ftemmende Steden ; in plaats van zoo veele meerdere woorden, na. melyk , de Steden van de Provinciën, ftemmen in ftaat hebbende. Wyders , om overtuigt te zyn , dat , by dat zelfde Articul , de voorfz. Steden , teegen de Steden van het Resfort van de Generaliteit , werden overgeiteld; moet men , alleenlyk, inzien het onmiddelyk daar op volgende 8 Articul, alwaar geleezen werd, „ Aangaande de Gouverneurs in de „ Steden , geen ftem in ftaat hebbende , „ als NB. tot Sluys , Bergen op den Zoom , Rulst, Breda , 's Hertogen„ bosch , Maaftricht, en JVefel; zullen „ dezelve aangebeld werden &c. Derhalven, alle deeze gefpecificeerde Steden, op het Territoir van de Generaliteit, of buiten de ftemmende Provinciën, geleegen zynde, en in het voorfz. 8 Art. voorkoomende , onder de benaaming van Steden geen ftem in Staat hebbende : . Zoo is, daar meede, vollcedig gede-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 141 demonftreert, dat de Heeren Staaten van Gelderland, zoo by derzelver voorfz. Provinciaale Refolutie, als by gemelde Memorie om aanfchry vinge, dewelke door hunne Gedeputeerden, genoegzaam woordelyk , uit de voornoemde Pro» vinciaale Refolutie, is overgenoomen, door ftem» mende Steden , of Steden ftem in Staat hebbende , aan de eene , en, door de zoodanige, die geen ftem in Staat hebben, aan de andere zyde , niet anders hebben verdaan , als Steden, in het generaal, en, zonder onderfcheid, dewelke binnen of buiten de ftemmende Provinciën zyn geleegen: — Dat, wyders, hoogstdezelven, by de voorfz. hunne Provinciaale Refolutie, nog ook by gemelde Memorie, fpreeken van At ftemmende Steden van Gelderland, in het particulier , als of dezelve eenig fpeciaal recht, na de gedagten van welgemelde Staaten, zouden hebben ; — maar ter contrarie, van Steden en Forten van de Provinciën, ftemmen in Staat hebber.* de, of van de Steden ftem in Staat hebbende, in het generaal. — En dat, laatftelyk, de fpecificatie der Gelder fche Steden, in de Refolutie van den 25 Maart 1651 voornoemt , niet oorfpronglyk is, uit een fuftenue van gem. Heeren .Staaten , weegens eenig byzonder recht; maar in teegendeel, oorfpronglyk is uit de voorfz. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland, op den 13 February daar te voeren, ter groote Vergadering ingebragt; waar by, hoogstdezelven, voor hunne Provincie, zoodanige aanfchryvinge hebben gedeclineert: waar op , de overige Provinciën , in het zelfde fpoor getreeden zynde , en gemelde aanfchryvinge, als min of meer pra> judiciabel, ten aanzien der daar uit te maakene illatien, aanziende, niet hebben begeert, dat in de gemelde Refolutie, van andere Commandeurs, als van de Gslderfche Steden, bepaaldelyk, melding zoude werden gemaakt. Wat, nu wyders, betreft het verftand en be* grip deezer zaake, door de andere Leden der ge- mei-  i4a jan. ZAAKEN VAN 1783. melde groote Vergadering, by derzelver provinciaale Refolutien, daar aan gegeeven: —- werden, in die van Utrecht, ten aanzien der voorfz. Militaire Jurisdictie , deeze woorden gevonden (Aitzema ubi fup. pag. 514.) Gelyk ook de Commandeurs in de „ Steden der ftemmende Provinciën, de „ Militaire Jurisdictie niet vorder zullen „ moogen gebruiken als &c. En met relatie tot Overysfel, (ubi fup. pag. ,, De Commandeurs en Majoors, in de Steden en Forten van de Provinciën, „ ftem in ftaat hebbende^ En wat laager „ De Commandeurs voorfz. in de ,, ftemmende Steden." alwaar , dezelfde bekortende wyze van fpreken ook voorkomt; — door ftemmende Steden, notoirlyk, willende verdaan, de voorfz. Steden en Forten van de Provinciën, ftem in Staat hebbende. En wat Stad en Lande betreft, derzelver begrip, aangaande de Jurisdictie over de Militairen" , in de gemelde groote Vergadering geuit, was, (ubi fup. pag. jia_) aldus uitgedrukt, „ Behoudens nogtans de Heeren Staa„ ten, en den Stadhouder van de refpec,, tive Provinciën, elks in den zyne, haare ,-, Magt, digniteit ende gezag , over de ,, Militie, en alles wat daar van depen„ deert, leggende in haara refpeétive^if„ den en Forten" (en dus zonder onderfcheid van Steden of Plaat fen j ,, En op „ de discipline, mitsgaders, Jurisdictie „ Militair, zoodanige ordre en voet te „ houden en beraamen, als dezelve, bertids, hebben, of verders, na Confti„ tutte van hunne Provincie, goed zullen „ vinden." De allergeringfte attentie , op deeze woorden gevestigt, doet zien, dat de Heeren Staaten van Stad  jan. STAAT EN OORLOG.^1783. 143 Stad en Lande niet van begrip waren, dat hoogs tdezelven tot het hernamen der voorfz. ordres ten opzigte van de Militie, binnen hunne Provincie eenigzints van de Generaliteit zouden dependeeren : En men vind niet, dat eenige oppofitie by de Provincie van Gelderland, of by de verdere Bondgenooten, daar jegens, is gevallen, of dat immer van weegen de Generaliteit zoude zyn gefuRineert, dat, by de voorfz. Provinciaale Refolutien , en het gunt dienvolgende is gepractifeert, eenige atteinte, aan het Recht van de Generaliteit, zoude zyn toegebragt. Zoo dat het voorfz. fentiment van Holland , en van alle de verdere Bondgenooten, dewelke, by de voorfz. refpeftive Provinciaale Refolutien, hunne gedagten , op het Ruk van de Militaire Jurisdictie, klaar en duidelyk hebben geëxpliceert, moet worden gehouden, voor het fentiment van het generaale Bondgenoodfchap zelve. — En heeft h-t zelve Bondgenootfchap, mitsdien, door Steden ftem in Staat hebbende, in gemelde Refolutie van 25 Maart voorkomende , niet anders verRaan , nog, volgens de voorfz. zoo klaare Provinciaale Refolutien , kunnen verRaan , als, in het generaal, de Steden binnen de Provincie van Gelderland, in tee^enoverflelling van die Stee. den , die op het Generaliteits of ander Territoir , het zy Geldersch , als by voorbeeld , het Overquartier van Gelderland, of anderzints buiten de Remmende Provinciën, geleegen zyn.' Aldus, de bovengemelde twee Poincten , tot nodig verfland van gemelde Refolutie van 2y Maart i6ji , hebbende geëlucideert, kan men voortgaan, en op de gelegde gronden , met relatie tot dezelve Refolutie, veilig befluiten, dat het Cardinaale argument van meergemelde Memor ie, met relatie tot deeze tweede Epoque, daar ■ meede, geheel eu al komt te vervallen. Men had, inderdaad, met veel fchyn van reden , doen voorkomen, dat, in de onderftellinge, dat, in gemelde Refolutie, eene diRindie zou-  J44 jan. ZAAKEN VAN 1783* zoude zyn gemaakt, tusfen differente Steeden van een en dezelfde Provincie; — mitsdien,, de Militaire Jurisdicbe, ten aanzien van de Steeden, daar by niet geëxcipieert, ftilzwygende, geadvoueerr zoude zyn: co voorts gefultineert , dat de Militaire Jurisdictie , van Generaliteits weege , binnen de refpeétive Provinciën, univerfeel zoude weezen, voor zoo verre dezelve, nier expresfelyk , wierd bevonden gecircumfcribeen; — zoo alsdan, by gemelde Refolutie, alken met relatie tot de Steeden ftem in Staat hebbende, in oppofitie der Provinciaale Steeden geen ftem in Staat hebbende, was onderlteld gedaan te zyn. Maar nu beweezen is , dat meergemelde Refolutie , onmoogelyk , zoodanige dispofiiie kan contineeren, en niets anders contineert, als eene aanfchryvinge, door Gelderland, in voege voorfz., particulierlyk verzogt en geobtineert; dewelke de allerminfte relatie niet heeft, tot de zes andere Provinciën, nog in eenige prejudicie van dezelve , om bovengemelde reedenen, en particulierlyk, niet ten aanzien van d"tze Provincie, in confidentie van Hun Edele Groot Mog. meergemelde Refolutie van 13 February 1651, kan worden geinterpreteert. — Zoo moet, daar meede, al het vsorfz. geraifoneerde, by dezelve Memorie, geheel en al vervallen. Want, ware het, dat by de Inflruclie van den Raad van Staaten van 1588 , of daar na, by eenige andere Stukken der voorfz, eerfte Epoque, eenige zoodanige dijlinStie tusfen Steeden van een en dezelfde Provincie, met relatie tot de Jurisdictie in quceftie , te vinden was , men zoude nog kunnen denken , dat ook de Leeden der groote Vergadering , in de gemelde Refolutie , het oog daar op zouden kunnen hebben gehad. —— Maar het zal aan een iegelyk volftrekt onbegrypelyk moeten voorkoomen , dat, daar nooit voor dato der meergemelde Vergadering, ja zelfs nimmer veor dato van den 34 en ty Maart 1651 , aldus in het afgetrokkene , van Stee-  jan, STAAT EN OORLOG. 1783. M5 Sleeden ftem in Staat hebbende, met relatie tot de gemelde Jurisdictie, was gefprooken; ja dat, in tegendeel, de gemelde Bondgenoten, ten opzigte van die zelfde Jurisdictie, by derzelver refpeStive Provinciaale Refolutie. zoo weinig tyd te vooren , in die zelfde groote Vergadering, nog klaar en duidelyk hadden gefprooken van de Steeden, zonder onderfcheid, van de ftemmende Provinciën , en bovendien . de Heeren Sraaren van Holland, by hunne voorfz. Refolutie^ den 13 February van het zelfde jaar ter Vergadering ingebragt, expresfelyk hadden gedecïareert, dat boogstdezelven , ook ten aanzien der gemelde Jurisdictie, hun Territoriaal Recht, over hunne geheele Provincie, zonder onderfcheid, meynden te gebruiken: -— onaangezien dit alles, de refpeétive Gedeputeerden van de Bondgenooten, en particulierlyk de Gedeputeerden van welgemelde Heeren Staaten van Holland, buiten alle provoost, zonder eenige de allerminlte aanleiding; ja dat verder gaan zoude, zonder eenige voorgaande deliberatie, over een zoo gewigtige zaak , in de Vroedfchappen der refpeétive Steeden; — op den 25 Maart 1651 (wanneer Hun Edele Groot Mog. by hoogstderzelver Refolutie van dien zelfden dag, genoomen op de meergemelde Gelderfche Memorie, rog uitdrukkelyk hebben verklaart, „ dat het gunt daar in Provinciaal „ is, en het geen de Provinciën, uit haar eigen „ Recht, zyn hebbende, aan dezelven zal wor„ den gelaaten." —— Verklaaring, die ontegenzeggelyk bewyst, dat Hun Edele Groot Mog., te "dier tyd, ook geen jnrentie hadden, om van hoogstderzelver voorig fyftema, en Refolutie van den'13 February van dat zelfde jaar , ter groote Vergadering opengelegt, in het allerminlte aftegaan , of hunne Gedeputeerden, aldaar, eenen anderen last te geeven.) — D t alles onaangezien, plotzeling van fyltema zouden zyn verandert, en, op gemelde Memorie van de Gedeputeerden van de Heeren Staaten van Gelderland, XI, deel. K NB.  146 Jan- ZAAKEN VAN 37S3. NB. daags te vooren eerst ingekoomen, pracipitantelyk, van alle voorige Provinciaale Refolutien, buiten kennis van de Stanten der refpeétive Provinciën , zouden zyn afgegaan, en , direételyk tegen den inhoud van dezelve Refolutien aan, zouden hebben geooogt, dat , op zoo informeele wyze, meer als de helft van deeze en van de andere Provinciën, ten deezen opzigte , aan de Souverainiteit van de Heeren Staaten van dezelve , refpeétivelyk , onttrokken, en aan de Generaliteit overgelaaten zonde zyn geworden. — Daar, in teegendeel, het GeneraliteitsTerritoir, onder de Souverainiteit en legislative Magt van de generaale Bondgenooten gefield zynde, mitsdien , duidelyk kan begreepen worden, dat de Bondgenooten dit Generaliteits Territoir, als in deezen van een andere natuur zynde , in de voorfz. Generaliteits Refolutie van 25 Maart, zoo wel als in de andere voornoemde Provinciaale Refolutien, ook uitdrukkelyk, teegen de ftemmende Steeden , dat is, de Steeden der ftemmende Provinciën , als, in het geheel, onafhankelyk van de Generaliteit zynde, hebben kunnen goedvinden te oppofeeren. — Zoo dat de Souverainiteit , overal, de bafis of wel de fource van alle Jurisdictie zynde, en de niet ftemmende Steeden der refpeétive Provinciën, zoo wel als de ftemmende, op gelyke wyze onder de Souverainiteit der refpeétive Staaten van dezelve Provinciën zynde gelteld: zal daaruit, mitsgaders, uit het gunt de Heeren Staaten van Holland, by hoogstderzelver Deductie van den 30 January van dat zelfde jaar, in deeze groote Vergadering , breedvoerig hebben gededttceerr, van zelfs proflueeren , dat deeze Souvetaniteit zoo wel gequeest zoude worden, wanneer de voorfz, Jurisdiétie independent vau de S;aaten van de voornoemde Provinciën , in de niet ftemmende Steeden wierd gemaakt, als wanneer zulks in de Hemmende Steeden zoude gefchieden. —-- Al het welk dan ook de zaake buiten alle coateftatie field,  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. i47 field, en bewyst, dat al was, hier boven, al zoo klaar niet gedemonftreerr , dat de woorden van Steeden ftem in Staat hebbende, in de Refolutie van den 25 Maart voornoemt , volgens de wyze van fpreeken van dien tyd , volftrekt niets anders beteekenen , als Steeden der ftem. mende Provinciën, dan nog, alie de omftandigheeden deezer deiiberatien, de intentie der Bondgenooten , volkoomen' zouden elncideeren ; en doen zien , dat de woorden Steeden ftem in Staat hebbende, in gemelde Memorie van Gelderland, uit derzelver Provinciaale Refolutie, by inadvertentie, zoodanig zyn overgebragt, dat zy op zig zeiven, en in abflracto befchouwd, mitsgaders in zoo een bepaalden zin, opgenoomen wordende, aan de intentie van welgemelde Heeren Staaten (zoo als die in gemelde Provinciaale Refj. lutie , klaar en duidelyk, ftaat uitgedrukt) onrooogelyk kunnen beantwoorden , en daarom , dezelve woorden , conform deeze Provinciaale Refolutie , noodzaakelyk moeten worden geëxphceert. Waar meede men dan ook kan toetreeden tot een finaal befluit, ten aanzien der meergemelde Refolutie van 25 Maart 1651 , en coucludeeren, dat de voorfchreeve Refolutie, niet alleen niet ten voordeele der queftieufe fuftenue , kan worden geallegueert, maar dat, in teegendeel, al wat op pag 35. fqq. van meergemelde Memorie, daar uit is geraifonneerr, na collatie van al het zelve met de gegeevene elucidatien , geheel moet vervallen, en de teegenovergellelde fuftenue daar meede word bevestigt: Want dat, in meergemelde groote Vergadering, de voorfz! Jurisdictie is gelaaten op den voet van de lnftructie van den Raad van Staaten van 158^ , zoo als uit het 50 Art. van de lnftructie in deeze groote Vergadering gearrefteert, kenneiyk is : — mitsgaders, dat de voornoemde Refolutie van 25 Maart 1651 niet anders comineert,als een maintien in ae exercitie van het Territoriaal Recht, K 3 door  143 jan. ZAAKEN VAN 1783. door de Heeren Staaten van Gelderland, fpecialyk verzogt en geobtineert : hoedanig maintien de overige Provinciën , voor zoo veel hen refpeótivelyk aanging , hebben begreepen, en de Heeren Staaten van Holland opentlyk gedeclareert, tot exercitie van het zelve Recht, zelfs, niet van nooden te hebben. Ende, daar meede overgaande tot De Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland van den 30 September 1654. — Zal, in der daad, weinig moeite vereischt worden, om aan te toonen , dat ook deeze Refolutie , met de aloude Grondwetten van 's Lands Regeering , volftrekt qua. dreert en overeenkomt; en dat, mitsdien,geen twee differente Epoques, in de Grondwetten van den Lande. ten aanzien van de Midtaire Jurisdictie , worden gevonden: — Maar alleenlyk, eene Epoque, zeedert de primitive conftitutie van de Republyk, tot heeden toe: — geduurende welken tyd , nog in de lnftructie van den Raad van Staaten, nog in eenige andere Wet,Staatsgewyze genoomen, eenige de minfte ' verandering, ten deezen opzigte, in de Territoriaale Rechten van de refpeétive Bondgenooten, aangeweezen kan worden. De voorfz. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, verklaart, Dat alle delicten , by Militaire Perfoonen begaan, niet puurlyk Militair zynde , maar ,, chocqueerende de gemeene ruste , of de Bur„ ger/yke Sociëteit, gemeenlyk genaamt commu„ nia deliEta, in haare natuure flaan tot judica„ ture , kennisfe en correctie van de ordinaris ,, Juftitie , of den civilen of poliiyken Rechter „ 'over de Steeden en Piaatzen , alwaar zooda„ nige delicten worden geperpeireert." Om nu, kortelyk, aan te toonen, dat deeze Veiklaariug met alle de voorfz. oude Grondwetten , volmaaktelyk, overeenftemt, wel verre van eenige van dezelve te renverfeeren , of verandering in het oude fyftema te maaken, remarqueert men, r. Dat deeze Vet klaaring conform is aan het 8 en 24 Articul van den Üpdragt aan Prins Willem  jan. STAAT EN OORLOG." 1783. H9 lem den Eerften, in dit a Hoofddeel, fub Litt. d. JNum. 3. breeder vermeld, a. Dat dezelve Ver klaar ing, gefundeert is, niet alleen op alle de Verbonden, waar by de Bond. genooten, alle hunne Territoriaale Rechten in • het generaal, hebben gereferveert, en den anderen rot maintien van dezelven tegen allen en een iegelyk, geëngageert; maar ook op den'particuheren Eed van gehoorzaamheid, by het 7 Articul van de Unie van Utrecht, gearrelïeert aan de Provinciën, en de Magiftraaten van depar. ttculiere Steden, te prjefteeren : breeder geüxtendeert, in de Formulieren van de jaaren 1583, fa ^ mits-  j*n. STAAT EN OORLOG. 8783. i5S mitsdien, Hun Ed. Groot Mo?., zónder eenige prejudicie van hunne Territoriale Rechten, ter Generaliteit kunnen infteereu , dat de'Raad van Staaten moge werden vermaant, alle de zoodanige Excesfen , daar van de kennisfe tot haar laste is , behoorlyk- te doen ftraffen : — Op dezelfde wyze, hebben Hun Ed. Groot Mogende by Hoogst der zeiver Refolutie van den a3 July 1626 , rondborltelyk gedeclareert, Dat baar intentie nooit is geweest of „ nog is , den Raad van Staaten te be« „ neemen de kennis of Judicature over „ het Krygsvolk , Servicien, of iets an„ ders , aar daar van dependeert : nog „ ook van de Sterkten van de Compa„ gnien, Guarnifoenen, of Leegers: —» ,, Maar wel Jyden mag , en gaarne zal j, verltaan , dat by den Raad , daar in„ ne, met een exacte kennis , en, zoo ,, dat behoord , volgende de Placaaten „ van den Lande, werde geprocedeert, En by Refolutie 30 November 1669, worden onder gelyke bepaaling , Heeren Gecommitteerde Raaden geordonneert. „ Alle Sententien , die by den Raad „van Staaten, NB agtervolgens haar „ Inflruclie , tegen eenige Militaire Of„ ficieren en Soldaaten in dienst van den „ Lande , en op repartitie van de Pro„ vincie van Holiand Raande, al bereids „ zouden mogen wezen , of in het toe„ komende nog worden uitgefprooken; „ aanRonds op de eerfte aanfchryvinge of „ bekentmaaking van den Raad, na haa,, re forme en inhoud te executeeren , ,, zonder zoodanige Sententien, of meri„ te van de zaak te examineeren; veel „ min eenige klagten van den Gecon„ demneerden, daar tegen te booren." Alle deeze bepaalingen en relatien tot de voorfz. Infimclien en Placaaten van den Lande, waar mee-  i$6 jan. ZAAKEN VAN 1783. meede de voorfz. Sententien beftaanbaar moeten zyn, ten einde dezelve, door Hun Edele Gr. Mog. en Hoogstderzelver Gecommitteerde Raaden , gerefpefteert kunnen en mogen worden , doen klaar genoeg zien , dat Hun Ed. Groot Mog. , by zoodanige Refolutien , geen intentie altoos hebben, om in de Grondwetten van 's Lands Regeeringe verandering te maaken , of om zig zelve tegen te fpreeken , en aan den Raad van Staaten , tegen hunne voorfz, referye van den jaare 1*88 aan , eene Univerfeele en privaüve Jurisdictie toe te kennen : zoo als de meergemelde Memorie , uit dezelve Refolutien , heeft getragt te concludeeren. — Dog hoedanige argumenten , onder reverentie , voor niets anders , als voor bloote captien van woorden , zouden kunnen doorgaan, (En klaar genoeg doen zien , dat men , by gebrek van direct bewys, zig genoodzaakt vind, de zaake ver te zoeken:) — Maar nog minder kan , in deezen t van applicatie zyn , het geval van den Commisfaris Cocq, op pag. 41 van meergemelde Memorie, bygebragt: — Want, voor eerst, kan men ten dien opzigte niet weeten , of met volkomen zekerheid bepaalen , wat het begrip van Hun Ed. Groot Mog. daar omtrent is geweest, nademaal van het zelve geval nietwes, in Hoogst derzelver Refolutien, bekend Raat, of gevonden word ; —- Zoo dat het dan ook onmoogelyk is , dat, in deezen opzigte , zig eenige ftrydigheid, tusfen de Refolutien van Hun Ed. Groot Mog., zoude kunnen bevinden. — M;tar, daarenboven , wat Heeren Gecommitteerde Raaden betreft, dewelke begreepen hebben, dat de kennis der voorfz. zaake Hun Ed. Mog. niet toekwam , kan daar uit niet geconcludeert werden, dat de Heeren Gecommitteerde Raaden zoodardg begrip zouden hebben gefundeert, op eene prtetenfe Univerfeele, en privaüve Competentie van de Jurisdictie van den Raad van Staaten, ever Militaire Perfoonen. Maar, in tegendeel, zou-  9 jan- STAAT EN OORLOG. 1783. 157 zoude daar uit alleen kunnen werden beflooten, dat de Raad van Staaten, in dat fpeciaal geval, na het begrip van Gecommitteerde Raaden voornoemt, was competent. Niet, om dat het nederleggen van den Capitein Morgan, in een Du» ël, geen gemeen Delict-, in zyn aart, zoude zyn , maar om dat dit DelicT: geaccompagneert was met deeze particuliere omftandigheid , dat gemelde Cocq was Commisfaris van de Monftering, ten aanzien van dewelke, by het 75 Articul van meergemelde Articulbrief, eene byzondere verpligting , op leevens Rraf, gelegt is op alle Militairen. Zoo dat het voorfz. Duel, met zoodanige favorabele circumftantien voor den gemelde Commisfaris Cocq , verzelt kan zyn geweest, dat Gecommitteerde Raaden voornoemt, deeze zaake ook gevonden hebben gedisponeert, om beeter na de Krygswetten , als op eene andere wyze, geterminecrt te kunnen werden. LaaRelyk , dat de voorfz. Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van 1654 niet ftrydig is> te£en voorige of volgende Hoogstderzelver Refolutien , op het poinct, in quaMtie, voorbedagtelyk genoomen , is reeds gebleken , uit de Refolutie van Hun Edele Groot Mog. van 13 February 1651 voornoemt, en blykt wyders uit die van den 24 April 1Ö52. — Eene niet minder notabele Refolutie, om dat , met voordagt, geduurende de groote Vergadering, in den jaare 1651, over het ftuk van de Militaire Jurisdictie, in de Vergadering van welgemelde Heeren Staaten van Holland, in het geheel niet anders, als hierboven is gezegt, was gedelibereert , en dat Hun Edele Groot Mog. nu, by occafie van zeker Request van den Commandeur in den Briel,de zaake raakende de exienfie der Militaire Jurisdictie , binnen Hoogstderzelver Provincie, in de. liberatie neemende, en , daar nevens, de voorfz. aanfchryvinge, door Hun Hoog Mog. in den jaare i6yt , aan de Commandeurs in Gelderland , ter requifuie van de Staaten van die Provincie ge-  igS jan. ZAAKEN VAN i?a3. gedaan, by deeze geleegenheid refumeerende ; — vervolgens, in conformité van dé Grondwetten van de Regeering van den I^ande, al wederom, ingevolge hunne voorfz. Refolutie van 1% Fe. bruary 165 i, op de voorfz. Requeste hebben gedisponeert; —— daar by, zonder eenige authoriteit yan Hun Hoog Mog. hier tóe te requireeren, directelyk op hunnen naam , aanfehryving doende aan gemelden Commmandtur, dat hy de Militaire Jurisdictie niet verder zoude hebben te exrendeeren, als over mtfufes en delicten, puurlyk en privativelyk Militair zynde.' Nu kan geen bewys worden bygebragt, dat ooit eenig Bondgenoot heeft geklaagt, over zoodanige aanfchryvinge : of gefustin'eerr , dat de Heeren Staaten van Holland daar toe onbevoegt, of lat de voorfz. bepaaling tot puure Militairs Delicten, tegen eenige Wet of Refolutie van de generaale Bondgenooten, ftrydig zoude zyn. — Zoo dat gemelde Hollandfche Refolutie van 1654, in plaats van te ftryden tegen voorisje Refolu ien , op het ftuk der Militaire ffurisdictie, voorbedagtelyk, genoomen, ter contrarie daar mede, als mede met het begrip van de Bondgenooten, in die tyden zelve , volkomen quadreert , mit; gaders, dat Hun Edele Groot Mog., zoo min in het jaar 1652, als in 1654 , hebben verfb.an, of begreepen, dat de aanfehryving, volgens de Refolutie van 1651 , aan de Cimmandeerende Officieren in Gelderland, op fpeciaal verzoek der Heeren Gedeputeerden van die Provincie gedaan, moest gehouden worden, eene generaale bepaaling voor alle de Provinciën te behelzen, volgens welke de Militaire Jurisdictie, van Generaliteitsweege, ook door den Militairen Rechter, zoude mogen werden gt exerceert, omtrent Commune De lieten , wanneer dezeiven door Soldaaten onder* ling wierden gepleegt, terwyl, tegen de bepaaling derzelver Judicatuure tot zuivere Militaiie Delicten, zoo als die, in de gemelde Aanfchryfchryving van Hunne Ed. Groot Mog. aan den CotH-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 159 Commandeur van den Brïel, is gemaakt, nimmer eenige klagten van de toenmaalige Krygsraaden; den Raad van Staaten; of van Hun Hoog Mog. zeiven, gevallen zyn. — Het welk niet wel mooge'yk zoude zyn geweest, by aldien alle dezelve gemeent hadden, dat de Mlitaire Jurisdictie zig zoude moeten extendeeren , tot alle gemeene delicten , door den eenen Soldaat jeegens den anderen, begaan werdende. Dat, wyders, de voorfz. Refolutie van 1654. ook niet ftrydig is teegen posterieure Refolutien en Placaaten van den Lande ; is buiten allen twvfTel geflelt, door het Placaat van 3 October 1656, voorbedagtelyk op het ftuk der generaale Jurisdictie, en met betrekkiBg particulierlyk tot die geenen , die in Dienst en Eed van de Gene raale Regeering van de Unie geemployeert werden , by Hun Edele Groot Mog. gearrelteert. — Waar inne, deeze voortreffelyke Motiven, en daar uit proflueerende dispofitien voorkoomen. De Staaten van Holland &c. doen te weeten, dat wy in agting neemende, dat, NB. onder andere hooge en Sou. ,, veraine Gerechtigheden, ons als hoog. ,, fie Overheden competeerende, wel voor» ,, naamentlyk is het doen oefenen van „ wettige Jurisdictie, ten aanzien, ende „ over alle en een iegelyk onze Ónder,, daanen en lngezeetenen van den voorfz. „ onzen Lande , van heedanige foott , ,, Staat, conditie, ofte qualiteit dezelve „ zouden moogen wezen: — Dat meede ,, zoodanige Jurisdictie de voorfz. Onder„ daanen ende lngezeetenen moet werden „ geprajfteerr; en dat, zonder verkorting „ van het Recht , Uaar ver moogen s de „ Privilegiën van den Lande, comperee,, rende , dezelve van de voorzeide Juris,, d;£t.ie niet kunnen , of vermoogen te ., werden geëximeert &c, — Zoo is't, „ dat wy ftatueien, dat alle ende een ie-  x6o jan. zaaken van gelyk van de voorfz. onze Onderdaanen en lngezeetenen van onzen Lan„ de, van hoedanigen foorte, ftaat,qua. ,, liteit ofte Conditie dezelve zoude moogen weezen, ook NB. Die geene die „ in dienst en eed van de Generaale Re,, geering van de Unie geemployeert wer~ „ den , ofte voormaals geemployeert zyn j> geweest, binnen onzen Lande van Hol„ land en West vriesland; in eenige van „ de andere Provinciën; ofte onder het „ Diftrict van dezelve Generaale Regee„ ring, ofte daar buiten; Ende binnen den voorfz. onzen Lande koomende , bet zy om van haar verhandelde Raporc ,, te doen, ofte van haare Actiën reeden ,, en de rekenfchap te geeven ; Ter zaa„ ke van Delicten, alhoewel in den voorfz. ,, dienst, en in het ftuk van haar Officie „ begaan, alleen in Rechten aanfpreefce. ,, lyk en ftrafbaar zyn, voor zoodanigen ,, Comperenten Rechter, daar onder de,, zelve, binnen onzen Lande woonende, „ forteeren; ofte alwaar zy, ten tyde van „ het aanneemen van haaren dienst, ge„ forteert hebben." Dit zo nadrukkelyk Placaat, welks dispofitie, by hetzelve , werd gefundeert op de hooge en Souveraine Gerechtigheeden van de Heeren Staa ■ ten van Holland, en op de Privilegiën van de lngezeetenen van deeze Provincie : En waar by, uitdrukkelyk ook, werd gedisponeert, ten aanzien van die lngezeetenen van de provincie , die in dienst en eed van de generaale Regeering van de Unie geemployeert werden: — Is egter, door de Bondgenooten nimmer tegenge. fprooken, fchoon het zelve alomme is gepubliceert; en derhalven gekomen tot kenuisfe van den Raad van Staaten, en alle Militaire Rechters, binnen deeze Ptovincie reüdeerende; dewelke zouden hebben mogen pmendeeren , eenige  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. itfi nige meerdere Jurisdictie over de gemelde Perfoonen , in diei st en eed van de Generaliteit zynde , te nebhen : — Derhalven, hebben de Bondgenoten daar meede, dan ook, erkent, dat geen Rechten, hoor ende tot het Siuverain Ter» ritoir van de ri-fpeftive Provinciën ; nog ook eenige va-' de Priyilegien, aan de lngezeetenen van dezelve competeerende; immer zouden zyn afgedaan, of tusfchen de Bondgenooten gemeen gemaakt : maar dat alle dezelve , in tegendeel, by ieder van de Bondgenooten, refpectivelyk, waren gebleeven in bun geheel. Zoo dat, deezen'grondllag gelegt zynde, daar uit , dart ook van zelfs proflueerdt, dat zoodanige lngezeetenen, fchoon in dienst en Eed van de Generaliteit zvnde, voor geen Rechter anders, al* voor den Provinciaalen Rechter, waar onder zy forteeren , kunnen te recht ftaan : Ten waare, nogtans, dat Hun Ed. Gr. Mog. en de verdere Bondgenooten , by exoresfe delegatie , zoo als in het ftuk van de Militaire discipline, of anderzints, om goede reedenen, eenige ■ Jurisdictie aan een ander Rechter, binnen hun Territoir, expresfelyk , mogten hebben gedemandeert. «— Waarom Hun Ed. Gr. Mog., op den zelf. den 3 Oetober 1656, hebben verklaart, ,, Dat, met het voorfchreeve Placaat, „ in het alderminfte niet' en wercl gede„ rogueert , ofte gepiaïjudicieert aan de „ rejpeSiive Inftruclien voor den Raad ,, van Staaten , en de refpeétive Collegien „ ter Admiraliteit, by Hun Hoog Mo„ gende gearreffeert , nogte ook aan de „ Jurisdictie Militair , de refpecYive „ Krygsraaden, zoo te Water als reLan„ de , op Zee , te Velde, ende ook in „ Guarnifoen , naar befchreeven Rech„ ten , ende practyque van alle Natiën „ competeerende, als meede niet aan de „ particuliere Privilegiën , de refpeétive XI- deel. L « Stt-  ica jaw. ZAAKEN VAN 17E3. ,, Steden van [Ho/land en Westvriesland „ competeerende." Waar meede , dan ook , alleen'yk uitgezon. dert en gecot li'meerc werden alle voorige fcbil?. kingen, dewelke by de In fit uctien van den Raad van Staaten, zoo van den jaare kB8, als van 1651 , aangaande de Discpline Militair, en Jurisdictie over Militairen , te vooren waren gemaakt , en reeds in haar geheel waren gelaaten , zoo by Hun Edele Groot Mogende voorfz. Refolutie, op- den 13 Februarii 1651, tergroote Vergadering ingeb'ragt; als hy hoogst derzelver Refoiutie en Aanfchryvinge op den 24 April 1(552 , met relatie rot den voornoemden Commandeur in den Eriel, in conformité van de eerstgemelde' Refolutie , genomen en gedaan , en laatflelyk, nog by gemelde Refolutie van 3© September 1654: welke bepaalde Militaire Jurisdi&ie, dan ook na waarheid, by gemelde Re» folutie van 3 Otïoher \6k6 , kan werden gezegt, by alle Natten, in praftyke te zyn: — het welk , ten aanzien van eene prcetenfe Univerfeele en privative Jurisdictie over Militaire Perfoonen, van den Territorialen Souverain gansch independent onderiteld werdende, in geencrly maniere, conform de waarheid , zoude kunnen werden gepofeert. —— Men zoude alhier een ruim Veld vinden, om verdere Refolutien van Hun Ed. Groot Mog. by te brengen, ten bewyze, dat Hoogstderzelver fysthema, door alle tyden, zeedert de erectie van de Repnblycq, een en het zelfde is geweest: —— Maar men kan zig daar van pasfeeren , om dat deeze Memorie meerder is ingericht , om de zake, uit vaste gronden, te deduceeren; als om zig van rsxp'v pelen te bedienen: —« Vooral, om dat de Collectie van zoodanige Refolutien en Exempelen, in andere Gefchriften, zeedert het jaar 5772 uitgekomen, is te vinden; cn, derhalve, daar van, des noods, gebruik kan werden gemaakt. — Mitsgaders, in  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 163 in het volgende derde Hoofddeel van deeze Memotie, daar van nog het een en ander zal worden bygibragt. Derba ve , dan ook op dit refpeft, tor conduite komende, zal men veilig mogen beiltürwi} dar de gemelde Refolutie van Hun Ed. Grtot Mog. van den jaare 1654, niet alleen met ftrydig is te^en eenige voorige of laatere Refolutien , op het fubjeft in qtuestie , genomen: —Maar, in tegendeel, met alle dezelve, zoo in de eene als in oe andere Epoque vart deeze Republyk ; en particulierlyk , met het gunt Hun £d. Gror>t Mog. , by Hoogstderzelver meergemelde Refolutie^ van 13 February 1651, in de Veria-lering der li n'genooten, zoo nadrukke* lyk hebben gedeclareert; en dus met Refolutien, zoo wel in Stadhouderlyke, als Stadhouderloofe Regeeringen , genoomen , volmaaktelyk harmonieert: En dat 'er, mitsdien, geen Landrecht , by folemneele Staats-Refolutien , door Hun Ed. Groot Mog, voorgefteld, en ftandvas. tiger -ftaande is gehouden , als de Jurisdictie over Militaire Perfoonen , in alle zaaken, niet puurlyk zynde Militair, Derde Hoofddeel. In het voorgaande tweede Hoofddeel, aldus hebbende geëxamineerr alle de particuliere Aften, Refolutien4 en verdere Stukken, dewelke, by de Memorie in quajstie , zyn aangenaalr, tot prarens fundament van de gefulmineerde univerfeele en privative Militaire Jurisdictie; — en, op ieder van dezelve Stukken, particuliere remarques gemaakt hebbende, om te doen zien, dat, in alle d-ze've, of geen mentie altoos van eenige Militaire Jurisdictie word gemaakt; nog iets voorkomt, het welk. op het poit ft in quasstie, van eenige directe applicatie zoude kunnen weezen ; — of dat in gemeUe Stukken , voor zoo verre, daar inne eenige particuliere mentie van de Jurisdictie Militair voorkomt, gelyk in de ln/lructie voor Prins Maurits L 2 en  i6"4 jan. ZAAKEN VAN 1783. en den Raad van Staaten ; — in dien gevalle, zelfs volgens het fentiment van meergemelde Raadpenfionaris van Slingeland , de zoodanige Jurisdictie, waar van daar ter Piaatfe word gefprooken, zig niet verder , als tot zuivere Militaire mefufes en delicten , exvendeert: en dus, in geenerly maniere, voor univerfèel, en privatief zoude kunnen doorgaan. Terwyl, daarenboven, tot affnydinge van alle verdere bedenkelykheeden, de bepaaling van voorfz Jurisdictie tot de discipline Militair , en tot het jhaffen van Militaire Excesfen , zoo klaar beweezen is , met de posterieure Infiru&ie (voor dien Raaa van Staaten eigentlyk gemaakt, dewelke, ten tyde van het vestigen der Staaten Regeering , is geërigeert, en tot hier toe heeft Hand gehouden) dat dienaangaande, omtrent de waare intentie van de Bondgenooten, immers na den jaare 1588, de allerminlte twyffding niet meerheeftkunnen fubfifteeren; — en de zaak zelve, by alle de folemneel/le geleegentheeden , naderhand, door de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , by derzelver Refolutien, fuccesfivelyk , altoos is vastgehouden ; en door alle de Bondgenooten , expresfelyk of ftilzwygende, geadvoueertj en daar inne door dezelve geacquiesceert: ——— Zoo kan men, vervolgens, zig niet difpenfeeren , om in het generaal te remarqueeren, dat de gevoerde fuftenue by de meergemelde Memorie, omtrent c\sch niet alleen bevoegd is verklaard, om tegen eenige Sol- daa-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. *60 daaten van het Guarnifoen , over refiflentie tegen deszelfs Stedehouder, in het ftooren van eene Vergadering van Pausgezind»» , voor Scheepenen van 's Hertogen, bosch, qriminaliter te procedeeren, maar ook daar "henevens uitdrukkelyk is verklaard , dat de gemelde Soldaaten voor Schepenen voornoemd te regt ge'teM moeRen worden , als Politique Regters van alle Militaire Perfoonen, in Materie van Delicten , niet Militair zyn» de. Immjrs , deeze Resolutie aan het effect, van eene eerst opk .omende indignatie toe te fcnryven , en op dien grond te praetendeeren , dat daarom" niet zoo net op alles gelet is, zoo als het aan den Raad van Staaten heeft behaagd te pofeeren , by derzelver Misfive aan hunne Hoog Mog. in dato 30 Ö&ober 1719, wat is dit anders , dan alles op losfe fchroeven te Hellen, en eene wyde Deur open zetten , om de 1'demneelRe Belluiten en Grotdwetten van den Staat etuföir te maa'ken? En zulk eene allegatie most te meer vreemd voor. koomen, wanneer men overweegt, dat, wel verre van dat die Refolutie en Verklaartng uit onoplettendheid zoude zyn voortgekomen , dezelve, in tegendeel, juist overeenkomt met dat fyflema, het welk hier voor getoont is , van de beginfelen der Republyk altoos te hebben plaars gehai ; „ dat, namelyk, welaan de „ Generaliteit is afgeitaan alle beleid over de Militie, „ e« over de Militaire discipline ; doch dat , des niet te min , de territoriale rechten van yder gewest, ten Opzichte van de Commune delicten der Soldaaten , die onder derzelver reslort gepleegd wierden , in hun geheel zyn gebleeven. Want, op dien grond kan en moet, het alleen berusten , dat zelfs Scheepenen van 's Hertogenbosch voor competent moeiten worden gehouden , ten opzigte van de gemelde Soldaaten, zig aan refiflentie tegen de Juftitie fchuldig gemaakt hebbende, en dus aan zoodanig een delict, het welke niet door den Krygsraad', van Generaliteits weege , maar, door den ordinaten Territoriaalen Rechter, moest worden beregt: terwyl .men ondertusfchen ook niet kan nalaaten hier by te remarqueeren, dat zelfs deeze Refolutie doet zien , hoe zeer men zich abufeert, wanneer men de Refolutie van de groote Vergadering van L 5 den  I7 jan. ZAAKEN VAN 1753. den 25 Maart 1651, in plaats van dezelve enkelyk tot de aanfehryving, door die van Gelderland verzogt, betrekkelyk te maaken, in tegendeel, voor een algemeene Staatswet wil doen doorgaat); waar door eene be. paaling omtrend de territoriaale Rechten, ten opzigte van de Jurisdictie over de Militairen , in Commune Delicten , zoude wezen gemaakt: daar Hunne Hoog Mog. by de eerstgemelde Refolutie van 1675 , zelrs zoo duidelyk verklaaren, dat, in een Stad van het resfort der Generaliteit, over Soldaaten , een Commune deliclum begaan hebbende, de Jurisdictie niet door den Krygsraad, t maar door den ordinaris rechter van het Tetritoir, moest werden geoeffend. Eindelyk zal men, ten befluite op dit refpeci:, allegeeren het gebeurde omtrent zekeren Zee Capitein Lan~ genhooren, die te Amfterdam, in den jaare 1700, het ongeluk gehad hebbende, den Onderfchout Engelbregt ter neder te leggen, en daar, over, door den'Hoofd. Officier voor Scheepenen in Rechten betrokken zynde, zich aan Koning Willem, als Stadhouder adreslèerde , om pardon te verzoeken, Zyne Majelieit renvoyeerde dit Reqjest aan den Hoogen Krygsraad ter Zee. Doch dit gaf aanleiding, dat 'er door den Penfionaris Schaap, van Stadswege, aan zyne Majefteit reprasfentaiien wierden ge laan , om aan podgfitdezefve onder het ooï te brengen , dat deeze Manflag een commune deliclum zynde , en behoorende derhalven tot de cognitie van den Ordinaris Rechter; (aan de confervatie van wiens Jurisfiétie de Regeering der Stad zig, ten uiterften, meende te moeten laaten geleegeu zyn) gevolgdyk het berigt, niet van den Krygsraad, maar van Het Hof, daar op, diende te worden gerequireerd, aan het welk ook de Hoofdofficier alleen zyne infor natiën koude o^ergeeven. En bet gevolg hier van was , dat door den gemelden Capitein Langenhooren een nader Request aan zyne Majefteit geprsefenteerd zynde. het zelve, by ?ppoinctirnent van 27 October i;oo, door hoog 'deozeiven wierd gefield in handen van het Hof van Hand om Advys ; „ waar door, word 'er ge„ zegd it> her. Secrete mimtt Register van Schepenen „ derzelver Stad , (alwaar het gemeld* geval aauge- tee-  jan. STAAT EN OORLOG. i7s3. I?r „ teekend word gevonden) niet alleen de fuftenue van ,, de Stad by den Stadhouder, is begreepen wel ge„ fundeerd te zyn , maar , waar door ook , dezelve " Ï2J ?,P e?neAze^r%^ wyze is getnaintineerd „ gebleeven by deszelfs Regten , Privilegiën en /»or„ fesfie, in het ftuk van de Jurisdictie over >s Lands „ Officieren , heboende begaan Communia DtliCla •" terwyl dit geval oefc wederom ten Uiarft im 7Afn hoe wemig de Refóiqtte van Hunne Edele G-oot Moe' van 1654, geduurende het Stadhouderlcbap van Koning Willem, geflaapen hebbe. 8 . En daar dan» nu ook , met de aangehaalde Refolutien en exempelen , ten vollen beweezen is . dat zelfs nimmer m de emte en tWeede Ep,,que der Sradhouderlyke Regeermg aar. de Militaire jorisdiclië zoodanig eene Univerfeele uitgeftrektheid is toegekend of van wegens de Generaliteit, of ook , van wegens de reipecbve Heeren Printen van Orangè, als Cafitainen Generaal van de Umé, zelfs, gefuftineerd, ab by de ineergemelde Memorie wordt geilek , volgens de primitive conftitutie van den Staat, aan denzelven te competeeren, zoo zal men, vervolgens, na dit alles, wederom te rug treeden tot de introductie en het eer/ie Hoofddeel van deeze Memorie, mitsgaders, uit al net geene tot dus verre is gezegd, nog deduceeren deeze navolgende Generaale Remarqucs. Foor eerst, dat de Heeren Staaten van Ho'laud en West vriesland, dus by alle de bovengemelde geleegenheden , waar inne , onder de Bondgenooten , over het ftuk van de Regeerws deezer Landen , eenige deliberatie is gevallen altoos de Souveraine Territoriaale Rechten; mitsgaders de Fryheeden en Privilegiën van 's Lands lngezeetenen; uitdrukkelyk in voege reeds in het breede gedetailleert, aan zig hebbende gereferveert, en gehouden in hun geheel: — V-rvol gens de Univerfeele JurisdiBle {dat hooge en allervoornaamfte. Regaa/ van de Souverainiteit waar aan de lngezeetenen deezer Landen al! too.s zoo veel geleegen is geweest) geconferveert is gebleeven, in handen van de Gerechten in  J72 jan. ZAAKEN VAN 1783. in de Steden, en ten platten Lande, ter eer/Ier inffantie ; —■ uitgezonden alleenlyk zoodanige zaaken , dewelke door hun Ed, Gr- Mog. als Territoriale Souverainen van deeze Provincie , daar van, uitdrukkelyk, zyn geëximeert,en aan andere Rechters , by particuliere Commisfie, gedemandeert; —» En nadien, wyders, welgemelde Raad Provinciaal en de HoOgen Raad de bekende ordinaris Rechters zyn, in cas van provocatie , in de tweede en derde inftantie , refpectivelyk, in alle zaaken en over alle Perfoonen, zonder onderfcheid; behalve, alleenlyk, in de gevallen , waar inne wederom, by den Souverain van de Provincie, uitdrukkelyk anders zoude mogen zyn gedisponeert fjrerwelk, altoos , te bewyzen (laat door den geene, die zoodanige exceptie allegueert.) —— Zoo zal uit deeze eenvoudige coniideratie , dan al wyders van zelfs, proflueeren, dat het Pofuief, in de Introductie deezes , uit de Memorie ten deezen in qucestie geailegueert, namelyk, „ Dat het Hof de by haar gefuflineer- ., de Jurisdictie , uit haar beëedigde Inftructie, niet zoude kunnen bewy- „ zen." Onder reverentie, in allen gevalle,niets zoude concludeeren, ten faveure van den Militai» ren Rechter, om dat de voorfz. Gerechten, en Hoven van Justitie, volgens de refpective Wetten , Privilegiën , en Inltruclien van H m Ed. Groot Mog., eene generaale Jurisdictie, biu ■ nen deeze Provincie excerceerende , verbolgens deeze Tribunaalen , ordinaris zynde , niet gehouden zyn , 1'peciaal bewys voor hunne Jurisdictie , in de onderfcheidenè gevallen , by te brengen; maar, dat het bewys den geencn incumbeert, die van zoodanige generaale en ordinaris Jurisdictie een exceptie gelieft te allegueeren, dewelke, alsdan, op eene uitdrukkelyke Commisfie van Hun Ed. Groot Mog. , die alleen, als Souverain van het Territoir, bevoegt kun-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 173 kunnen zyn Wetten te maaken, en Rechters te Hellen, zoude moeten gefundeert zyn. En wat aangaat het verder gepofeerde , al meede, in de Introductie van deeze Memorie, te vinden; namelyk, „ Dat de gemelde Jurisdictie van den „ Raade Provinciaal niet zoude kunnen „ werden beweezen met de Crimineele „ Ordonnantie;" ftaat, behalven de zoo evengemelde reeds gegeevene generaale Solutie, mitsgaders dat de Procureur Generaal van den Hove van Holland, by het 79 Articul van de Inflruclie van het zelve Hof, geauthorifeerd werd, by prceventie, alle delinquanten, zonder onderfcheid, in flagranti deliclo , te apprehendeeren: — nog, boven dien, byzonder te remarqueeren, dat Hun Ed. Groot Mog. by derzeiver Crimineele Ordonnantie van 1576 voornoemt (zie het 2. Hoofddeel hier boven fub Litt. B. Num. 3.) het zelve uitdrukkelyk connrmeeren , en woordelyk zoo tot Soldaaten als tot anderen, extendeeren; met byvoeginge, dat de Soldaaten, door gemelde Procureur Generaal geapprehendeert, aan derzelver Capiteinen, on. derprcetext van Judicature Militair, niet mogen werden overgeleevert, als , in gevalle het delict, Jua natura, geheel is Militair; ofbyden eenen Soldaat op den anderen gefchied. Derhalve is daar meede, ten overvloede, beweezen, „ dat Hun Ed. Groot Mog., „ al in „ de eerfte tyden, en beginzelen van deeze Re„publyk, de Militairen, zig op het Souverai„ ne lerntoir van Hun Ed. Groot Mog. be„ vindende , in ordinaris zaaken, met alle de „ andere lngezeetenen, zelfs in Crimineele zaa„ ken uitdrukkelyk gelyk geftelt, en aan den „ zelfden ordinaris Rechter hebben gefubjec- Het welk vervolgens, naderhand, by alle geleegenheeden , alwaar zulks te pas is gekomen • en particuIierJyk , in de jaaren 1588 , 1598 ' jCyi]  ,74 jan. ZAAKEN VAN 1783. 1651, 1652, Iö54« en 1700, in voege voorfz. door hoogstdezelven is geinhareert en vast gehouden. Ten tweeden, zal, uit al hpt gunt in het twee» de Hoofddeel van deeze Memorie , op alle de daar by verhandelde Acten van de Bondgenooten, is gezegt; moeten werden opgemaakt, dat, onder reverentie, onbestryoelyk,- moet voor* komen , het gefuftineerde by meergemelde Me» ■morie , in de Introductie deezes al meede ver» meld, namelyk, Dat Hun Ed. Groot Mog. voorfz. ,, R folutie van den 30 September 1654, ,, gelyk andere van die natuur , zoude ,, moeten werden aangezien , als zeer ,, prajudiciabel aan de Authoriteit en ,, Magt van de Princen Stadhouders, en Capitein Generaals in der tyd: —— ,, Aan wien , alleen, het Gouvernement „ en directie over de Militie, tot wel„ zyn van den Staat , en ter belooning ,, van de Goeden , en ltraffen van de „ Kwaaien , zoude zyn gedefereert en „ gedemandeert." Want, in het laatst var het voorgaande Hoofddeel , beweezen zynde de co' lormiteit van de voorfz. Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van 1654 , en van alle andere vnn dezelfde natuur, met de alleroudlte Grond - Wetten , en eerfte Grondflaagen van 's Lands Vryheid, en jegenswoordige Regeeringsvorm , ja met de zoodanige, dewelke ten tyde van Piins Willem den Eerften, en onder deszelfs opzigt zyn gemaakt, als meede met de zoodanige , dewelke ten tyde van Prins Maurits , in den jaare 1588 , zonder eenige oppolitie van hoogstdenzelven , by gedegenheid van het reguleren van het Gouvernement van de zaaken , de Generaliteit concerneerende , en dat wtl in een Stadhouderlyke Regeering, zoo als te nien tyde, plaats had, zyn gearrelteert: 550 Hoe is het dan met moge-  Tan. STAAT EN OORLOG. 1783, 1?s gelykheid te begrypen , dat de voorfz. Refolutie, met den inhoud der boven geallieerde Ar ticulen van den Opdracht aan Prins Willem den ? ,2 * in de Rererves in het 43 Articul van de Inflruclie van den Raad van Staaten van J5«8 , waar in Prins Maurits , zoo wel als de Gouverneus der andere Provinciën, was gecommitreert, geheel en al conform zynde: -L- des onaangezien , zoude kunnen doorgaan , voor prcejudtaabel aan de authoriteit en magt van de Pr ineen Stadhouders en Capitein Generaals, m der tyd? —. Want zoodanige Peiling zou! de , onder verbeetering, involveeren , dat de trrond-Wetten van de Regeering deezer Landen , en de Privilegiën en Vryheeden van de Ingezeeten van dien , zelve , praijudiciabel aan gemelde Authoriteit en Magt zouden weezen • het welk men, nogtans, verzeekert is, dat "de intentie niet kan zyn. . Dat nu, wyders, aan gemelde Heeren Stad. houders en Capitein Generaals, alleen, het Gouvernement en directie over de Militie zoude gegeeven zyn , kan , onder reverentie, met de voorfz. Jnltruétien van den Raad van Staaten , in het generaal, niet werden overeengebragt,,en, particulierlyk niet , met de meergedagte zoo nadrukkelyke referves van de Bondgenooten, om namelyk, zelfs ten aanzien van . de discipline Militair, zoodanige ordres te Pellen, als de dienst van den Lande zoude komen te vereisfchen. Ten derden, zal even weinig met al her verhandelde , onder het voorfz. tweede Hoofddeel van deeze Memorie, kunnen werden overtengeverdere particuliere Peiling, by de Introductie deezes vermeld, namelyk, ' „ Dat de voorf:. Hun Ed. Groot M> gende Refolutie van 10.54 , door de Erectie van het Siadhmi ; rfrhap , in „ oen jaare ^72 , ipfo ju~e & facto, „ zoude zyn gecesfeut en ver vallei'." Want,  ,76 jan, Z A A K EN VAN 1783* 1 Watt, nog eens , de conformiteit van dé voorfz. Kefolütie van 1654, met de Grondwetten zelfs ten tyde der Stadhouderlyke Kegeerinè vtotwlMd. gedemonltreert zynde, wil men gaarne erkennen , niet te kunnen bevatten, op welk eene wyze, deeze Refolutie en Grond■wetten zouden kannen worden gezegt, ipjo jure te cesfeereh ; te weeten, in tyden en omft.,ndi£hceden, waar voor dezelvepreafelyk zyn gtln tegendeel, wanneer men de zaak met behoorlyke" attentie in haar zaamenhang inziet, zal men bevinden, dat (gelyk, in het voorige Hoofddeel onder het Articul van de Refolutie van de Bondgenooten van a5 Maart lóji , is aangetoonr) l>v geleegenheid van het overlyden van Prins Willem den tweeden , in de groote Vergadermg is verhandelt en aangeweezen , hoedarug Oppergezag de refpeüive Provinciën over de Midie, binnen derzelver Territoir, volgens de Grondwetten van den Lande, competeerde, en door de Staaten van dezelve Provinciën, of door den Capitein Generaal , door dezelve particulierlyk gelteld, met en beneevens .gemekte Heeren Staaten, te vooren, daar over , dadelyk was geëxerceert geworden. En wat Oppergezag, daar en teegen, aan de oe/aamentlvke Bondgenooten, over dezelve Militie in het'generaal, als meede over hunne Leeeers zig luiten de ftemmende Provinciën bevindende , moest worden overgelaaten, als te vooren, door welgemelde Prince in qualiteit van Capitein Generaal van de Unie, over dezelve Mimie, zynde geëx reeêrt. — . In zoo verre, dat de Bondgenooten, in het generaal , in die folemneele Vergadering, het met de Heeren Staaten van Holland eens zyn geweest , dat, onder anderen het Oppergezag, en beleid aangaande de Jurisdictie over de Militie in alle zaaken niet puurlyk Militair zynde zuiver Provinciaal was, eti derhalve aan de ' Staa-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 17} Staaten der ftemmende Provinciën, zonder eenig ander onderfcheid of 'bepaaling, privativelyk, behoorde te worden overgelaaten. —• Waar meede vervolgens de voorfz. Hollandfche Refolutie van 1654 ten vollen overeenftemmende, zoo kan dezelve , na het voorfz. begrip van de Bondgenooten , dan ook niet gezegt worder te cesfeeren, door het herftellen van de Stadhouderlyke Regeering. — Neentnaar, in teegendeel , de Stadhouderlyke Regeering in den jaare 1672 , herftelt zynde, — was, nu, volgens de voorfz, Refolutie , (vergeleeken met het gunt door de Staaten van Holland, in de groote Vergadering, in voege voorfz. was aangeweezen, en door de verdere Bondgenooten of uitdrukkelyk geadvoueert , of daar inne ftilzwygende geacquiesceert, en dadelyk gepraétifeert) klaar te difldngueeren, hoedanige magt en authoriteit Prins Willem de Derde, zoo wel als zyne Pradecesfeurs , particulierlyk van ieder der Bondgenooten (door dewelke welgedagte Zyne Hoogheid tot Stadhouder en Provinciaale Capitein Generaal wierd aangellelt) kwam te erlangen , aan de eene, en , daar tegen, welke magt en authoriteit, door de generaale Bondgenooten, op denzelven als Capitein Generaal van de Unie , aan de andere zyde, wierd geconfereert. — Te weeten, dit alles gefchiedde op denzelfden voet, als zulks door de Heeren Staaten van Holland, in de groote Vergadering, was aangeweezen, ten aanzien van de Prsedecesfeuren van Zyn Hoogheid plaa's te hebbben gehad : uitgezondert , dat men de magt van den Capitein Generaal van de Unie, in den jaare 1672, in den beginne, by de In» flruStie voor denzelven, ter Generaliteit, merkelyk had bepaald, het welk, ten tyde van gemelde Prsedecesfeuren, zoo niet gefebied was: —> En ook, kort daar na, wanneer Zyne Hoogheid ook tot Stadhouder, Capitein en Admiraal Generaal van Holland , en van eenige andere Provinciën, is aangelteld geworden , weederom XI, deel. M ver-  378 jan. ZAAKEN VAN 1755. verandert is , zoo als hier na zal worden ge» zegti — Zonrler dat ter Generaliteit, in den voorfz. jaare 167a, eenige andere arrangementen , of veranderingen in Ce oude fundamenteele We'tten van den Lande , worden bevonden gemaakt te weezen. — In gevolge van welke, de voornoemde Refolutie van 1654 zoude kunnen worden gezegt gecesfeert te zyn. Er. voor zoo verre , de voornoemde Kejolutie van 1654 niet ipfo jute, maar alleenlyk, ipfofatto, zoude moeten gecesfeert zyn: -— Staat, ten dien aanzien, onderfcheidentlyk , te remarqureren, dat zoodanig, cesfeeren de faclo, of ten aanzien van Hun lidele Gioot Mog. plaatszomle moeten hebben , of anders , ten aanzien van 's Lands lugczeerenen; — ten aanzien van Hun Edele Groot Mog , kan het cesfeeren de facto van gemelde Refolutie, niet onderlteld worden , ten zy men te gtlyk zoude onderftellen , dat hoogstdezelven , met de daad , in de ver" nietiging'van dezelve Refolutie niet alleen, maar teffens van de fundamenteele Wetten van 'i Lands Regeering , en de Privilegiën van de lngezeetenen waar op de voorlchreeve Refolutie beweezen is gefundeert te zyn , zouden hebben geacquiesceert, en wyders , geweeten en geapprobeert, tat niet alleen zoodanige fufterue van e«ne privaüve en univerfeele Jurisdictie over de Militie , opentlyk , gevoert, maar ook dadelyk sepractifeert zoude zyn geworden. — Dog, van dit alles is geen fcnauuw van bewys m hoogstderzelver Registers , zeedert den jaare 16-2 tot den hui^gen dag, te vinden, en het js 'nu', voor de eerfte reize , dat meergemelde fuftenue van univerfeele en privathe Militaire Jurisdictie in dezelve Registers bekent, en een Meet van deliberatie is geworden. Daarenboven kan , on er reverentie , het cesfeeren de facto van Staats Refolutien en fundamenteele Wetten, den ftaat van den Lande, met betrekking tot aeszelfs vryheid en Regeertngsform , ü con-  jan. STAAT EN OORLOG. 17S3. 179 concerneerends, niet worden overeengebragt met de alomme erkende regul, aangaande de deliberatien van Hun Edele Groot Mog. Vergadering, volgens welke , geen verandering in de Regee' ringsvorm, en de fundamenteele Wetten dezelve concerneerende, of, met een woord; in den ftaat van den Lande, gemaakt kan worden, als fen zulke , dan nog alleenlyk, voor zoo verre dezelve zouden kunnen worden geconfi lereert veranderlik te zyn) met eenpaarigheid van ftemmen, en by Refolutie, Staatsgewyze, genoomen (dat is, na voorgaande deliberatie en gemeen confent van alle de Steeden enLeeden, dezelve Hun Edele Groot Mog. Vergadering compofee. rende): Buiten zoodanige deliberatie en Refolutie, kan het cesfeeren van fundamenteele Staats Refolutien, de faclo, niet worden geimagineert. En , ten aanzien van 's Lands lngezeetenen'', kan de voorfz, Refolutie van 1654, meede niet begreepen worden, in het jaar 167., de faSto gecesfeert te zyn, om dat, daar toe, onderfteld zonde moeten worden een algemeen acquiescernent van 'x Lands lngezeetenen, zoo in de Steeden , als ten platten Lande: om, namelyk, van hunne altoos zoo hoog gefchatte en duur gekogte Vryheeden en Privilegiën , in het ftuk van Jurisdictie, en particuherlyk van hun Privilegie tegen het avoceeren van hunnen dagelykfcken enor* dinaris competenten Regter, en tegen de fubjectie van de vooifz. lngezeetenen aan een vreem. den Regter , af te Happen ; mitsgaders om genoegen te neemen in de deciften van zoodanig eenen, die tot het Territoir van de Provincie niet behoort, en tot de obfervancie van 's Lands Wetten, en de geregtigheeden van 's Lands lngezeetenen nie,t is verbonden, zonder, in cas van bezwaar, eenig beroep, aan den Souverain van het Territoir zelve, open te houden. - Dog , zoodanig univerlëel acquiescement van 's Lands lngezeetenen kan onmogelyk onderfteld en veel min beweezen worden (zoo als nogtan' M a  ito jan. ZAAKEN VAN 1733, by de Memorie in qiteflie, word ondernoomen), met eetdge Aften van Jurisdictie , dewelke door den Hoogen Krygsraad , in ordinaris civile en crimineele zaaken, incompetentelyk, zouden oiopen zyn gepleegt. —- Want zoodanige lngezeetenen van deeze Provincie, dewelke hebben kun. ma goedvinden, zig aldus te fubmitteeren aan een notoir ino mpetenten Regter, moeten zulks zig zeiven imputeeren, wanneer, jeegens henlieden particulierlyk , homologatie en acquiescement aan zoodanige onhefbanbaare Gewysdens word geobjicieert. — Maar dit klein getal van Iiigezeeretx n kan, daar • oor, de Regten en Bezwoorene Privilegiën van Is Lands lngezeetenen in het generaal, *~de fatïo, niet vernietigen, nog doen cesfeeren. • En , de laa stgemelde blyven in hun geheel. om, cafu quo, de voorzieninge van den Territoriaalen Souverain te unploreeren ; wanneer, jegens hen, ook zoodanige ex'enfie van de Militaire Jurisdictie zoude mogen worden werkltellig gemaakt. Boven en behalve dit alles , Raat wel te remarqueeren, dat deeze fuftenue yan het pralenfelyk cesfeeren van de voornoemde Staats Rejo» luiie de facto, niet wel met het gepasfeerde , zeedert den voorfz jaare 1672, kan worden over een gebragr Want , om niet te herhaalen het geene . omtrent de praclyk, in het begin van dit Hoofddeel is gezegt , zoo kan het ook niet tegengefprooken worden , dat, wanneer Koning Willem heeft getenteert, de Jurisdictie van den Krvgsraal buiten derzelver eigentlyke Limieten te extet deeren, het Hot van Holland zig daar tegen heeft geoppofeert, en , op de omfangene voorflaaeen tot accommodement, aan hoogstge. dagte Zvre Majelt it, volgens het getuigenis van meergemelde Hee> van Slingeland, Capittei 13 , met veel voorzigtigheid , gerefcribeert, „ dat „ Hun Edele Mog. ne eer hadden , zig na de , Weiten van den Souverain te reguleeren , zon,, der dat het in hun vermoogen was, nieuwe  Jan, STAAT EN OORLOG. 1783. 181 „ Wetten te maaken" «— Waar by de zaak, in Holland, gebleeven is, zonder dat hoogsrgemelde Zvne Majefteit zig, over deeze oppofi ie van het Hof, aan Hun Edele Groot Mog. heeft beklaagt, of geftiftineerr, dat hoogstdezelve, op fundament, dat meergemelde Saais R folutie, de fii&o, gecesfeert zoude zyn, door Hun Edele Groot Mog., in de univerfeele en privative Jurisdictie over de Militie, zoude behooren te wor- tien gemaintineert. Zonder dat daar jeegens in confideratie kan koomen , de Inftrudli* door Koning Willem , in 1700 , aan den Krygsraad gegeeven, en op pag, 44 en 45 van meergemelde Memorie geallegueert, aangezien, zonder in een examen van den inhoud yan deeze lnftructie , voor het jeegenswoordige , te treeden, uit het vorige gezegde , gemaklyk kan worden opgemaakt, dat de Staats Refolutien van Holland, of de Privileg ien van ,s Lands Lngezeetenen , door zoodanige Infiructien, niet zouden kunnen worden vernietigt. — Boven en behalve, dat uit de Registers van Hun Edele Groot Mog. niet blykt, dat, in hoogstderzelver Vergadering* ooit eenige deliberatie., of approbatie op de voorfz. lnftructie , gevallen zoude zyn, waar uit het acquiescement van de differente Leeden, de voorfz. Vergadering compofeerende, in zoodanige lnftructie zoude kunnen worden opgemaakt. En wat aangaat wylen Zyn Doorlugtigfte Hoogheid, den Heere Prins Willem de Vierde, glorieufer gedagtenis , is uit de , in het Hoofd deezer Memorie, gementioneerde Misfive zelve, zeer klaar te zien , dat het H >f van Holland van het fentiment van iredagte Zyne Hoogheid, aangaande de voorfz. extenfie. van de Militaire Jurisdictie , al weederom heeft ge iisfentieert: En dat Hun Edele Groot Mog. van deeze wylen Zyn Hoogheids fuftenue, in het geheel, niet hebben kunnen weeten, is klaarblykelyk uit het gepofeerde aldaar, op pag. 5 „ Dat hoog.-tgedag^e Zyne Hoogheid M 3 „ het  i8* Jan. ZAAKEN VAN 1783. het te doene Addres over deeze zaak, „ door het Hof aan Hun Edele Groot „ Mogende , aan het Hof niet konde of „ wilde beletten; maar evenwel het zel„ ve NB. ook niet zoude aanmerken , „ als een blyk van vriendelykheid en at„ tentje van' het Hof voor Hem." Zoo dat de zaak, daar op, voor Hun Edele Groot Mop-, vei borgen is gebleeven tot nu toe, dat bet Hof van Holland zig genoodzaakt heeft gevonden, de zaake ter kennisfe en deliberatie van Hun Edele Groot Mog. te brengen. Ten vierden , dat aldus gebleeken zynde, dat 'er met geen moogelykheid, uit de Registers van Hun Edele Groot Mog. eenig bewys van approbatie of'acquiescement, van of in de voorfz. extenfie der Militaire Jurisdictie, kan worden bysebragt; — en dat 'er, mitsdien, dagelyksch in "de vericheidene Regthanken van deeze Provincie , onbchoorlyke exrenfien van Jurisdictie , de fa&o, kunnen plaats hebben, waar van hoogstdezelve niets weeten , nog eenige voorzieninge dienaangaande kunnen doen , zoo lang geen klagten, daar over, aan hoogstdezelven worden gedaan (dog waar uit , dan ook , geen approba* tie of acquiescement , zonder alles in confuite te brengen , zoude kunnen worden opgemaakt) — Zoo zal nu nog, in de laatfte plaats, kortelyk, op het geavanceerde, pag. 49. en 50. van meergemelde Memorie, moeten worden geremarqueert, dat al weederom in de Refolutie van den 1 July 1672, (dewelke nog geheel anders is geëxtendeert, ais op de wyze, waar toe de propoütie van Heeren Gedeputeerden der Stad Leyden had getendeert) Hun Edele Groot Mog. geene de minfte mentie maaken , van de Joris* di&ie over de Militie , als zynde een zaak dewelke , bv die geleegenheid, in het geheel, m geen confideratie konde koomen , nadien , toen ter tyd alleenlyk wierd gedelibereert over de bevengemelde bepaalde Inftrucïie, aan hoogstge-  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 183 dagte Prins Willem de Derde , in teegenftelling van ho ign eszeifs Prasdecesf uren, ten refpecle van het heel over de Militie , mitsgaders de Krygsoperatien ter algemeene befcherming, in qualiteit als Capitein Generaal van de Unie door de gezaamentlyke Bondgenooten, gegeeven. — Zoo dat, • „ Het confereeren, tot kennelyk wee. ,, derzeggens toe , van zoodanige vrye ,, magt en authpriteit over de Patenten „ en;andere zaaken, tot de voorfz. Mi„ litie fpecteerende, als de voorgaande „ Heeren Princen van Orange als Stad,, houders en Capiteinen Generaals , ten „ refpecte van de voorfz.. Militie, heb,, ben geëserceert.*' fn effecte, niet anders kan voorkoomen te zyn, als hoogstgedagte Zyne Hoogheid , met relatie tot de Krygsoperatien, ten dieuffe van den Lande , op gelyken voet met hoogstdeszelfs Pralecesfeuren te Pellen, daar nu by zyne IiiftrncVe merkelyke bepaalingen , daar inne, waren gemaakt. — Dit nu zoo zynde, en de Grondwetten , in den tyd van hoogstdeszelfs Praedecesleuren gemaakt, beweezen zynde de Jurisdictie Militair, tot zuivere Militaire Delicten, of wel tot alle andere in het genera d, mits buiten het Territoir van de refpeétive Bondgenooten, in het Leeger, of anderfints wordende geperpetreert, te bepaalen , zoo vervalt daar mee ie, in het generaal, al wat uit de vonrfz Relblutie , 'en faveure vari de Jurisdictie Militair , binnen het voorfz. Territoir, Wor.t geargumenteert; en particulierlyk, her g(.pofeerde op pag. §a. van meergemelde Memorie, ,, Dat gemelde Refolutie van 1ö72, twee zaaken zoude erkennen; voor „ eerst, dat de voorgaande Heeren Stad„ houders en Capiteinen Generaals, reeds, „ zouden gehad hebben eene vrye en o«M gedetermineerde magt en authoriteit, M 4 om  184 jan. ZAAKEN VAN ijSj. „ om over al wat de Militie van deezen „ Staat, directelyk of indirecielyk, aan„ ging, ablólutelyk te riisponeeren." Want, fchoon de propofitie van Heeren Gedeputeerden van Leyden wel zoo verre is treestendeert geweest, hebben Hun Edele Groot Mog. zig, nogtans, geenfints daar meede geconformeert , zoo als uit de zoo evengememelde extenfie te zien is: Maar, in allen gevalle, refereeren hoogstdezelven zig alleenlyk tot zoodani* ge vtye magt, als gemelde Zyne Hoogheids loffelyke Prasdecesfeuren, opzigtelyk tot het bevel over de Trouppes van den Staat, van GeneraJiteits weege , hebben gehad , waar uit , hoe groot die magt dan ook zyn mooge , dan nog evenwel , zoo als ten aanzien van Prins Willem den I, zelve is beweezen, geen univerfeele veel min privative Jurisdictie óver de Militie, binnen de voorfz. refpe&ive Territoiren , zoude kunnen word?n gededuceert. ,, Ten anderen, dat het Krygsvolk was ,, de Militie van de vereenigde Nederian„ den, en dat het de Generaliteit zoude zyn, dewelke aan gemelde Zyne Hoogheid dezelve magt moest geeven, wel,, ke Zyne Prsedecesfeuren hadden ge„ had." Want dit laatfte concludeert niet anders, als, gelyk reeds gezegt is, dat Hun Edele Groot Mogende toen, zoo als altoos, begreepen hebben, gelyk de waarheid is, dat de Troupcs van den Staat, in het generaal, tot gehoorzaamheid aan de Staa'en Generaal, zyn verbonden; mitsgaders dat de Capitein Generaal van de Unie, en dus van het Generaliteits Leeger, als de zoodanige, alle magt en authoriteit van dezelve Staaten Ge» net aal moet óntfangen, ten aanzien van het Commandement van het zelve Leeger: — Maar de Heeren Staaten van Holland erkennen, daar meede geenzints, dat ook de voorfz. Staaten Generaal, of de Heer Capitein Generaal, van de Unie, van  jan. STAAT EN OORLOG. 17S3. 185 van weegens dezelve, buiten het voorfz. Leeger. en binnen de refpeclive Provinciën, goeddunkelyke ordres zoude moogen ftellen , op de Jurisdictie over de Militairen , zig op het Souverain Territoir van de refpeclive Bondgenooten bevindende : dac dit recht nooit met de Bondgenooten is gemeen gemaakt , maar, in teegendeel, expresfelyk gereferveert; En dus de Generaliteit zoodanige Magt aan niemand geeven kan , is reeds in het voorgaande Hoofddeel', breedvoerig beweezen; — En in het byzonder aangetoont, dat de Bondgenooten, by de Vreede van Munfter, vry en onafhankelyk van alle Moogendhe. den van Europa verklaart en erkent zynde, uit dien hoofde, alleen, met uitfluitinge van wien zulks ook zyn mogte, bevoegt zyn geweest, hunne Regeeringsvorm te regelen , en voor altoos op een vasten voet te Hellen; mitsgaders, ten dien einde , dan ook daadelyk , op een extra ■ ordinaire wyze, in den jaare 1651, in meergemelde groote Vergadering zyn by een gekomen, en , onder anderen , op de oude gronden van 's Lands Vryheid voortgaande, het met de Heeren Staaten van Holland eens zyn geweest. „ Dat, tot de zaaken, dewelke gehou„ den moeiten werden Provinciaal, en „ zulks privativelyk te behooren tot het „ beleid van de Staaten van de refpeclive „ Provinciën, ook behoorde de Jurisdic. „ tie over de Militie, in alle zaaken niet „ puurlyk Militair zynde." Zoo dat, by aldien Hun Edele Groot Mog. (maar twintig jaaren daar na , wederom een Stadhouder en Capitein Generaal, in hunne Provincie, aanbellende) hadden geoordeelt, dat aan denzelven een onbepaalde Magt en Jurisdi&ie' over de Militie binnen hoogstderzelver Territoir, zoude, behooren te werden gegeeven; — in dien gevalle, onmoogelyk, konnen befluiten,om zulks ter Generaliteit (daar het niet hoorde) te efFectueeren, maar diredtelyk, in hoogstderzelver VerM 5 ga.  186 jan. ZAAKEN VAN 1783. gadering , aftand van het Beleidt omtrent de voorfz. Jurisdictie , aan wylen zyne rfoogheit, zeiven zouden hebben moeten doen ; wel weetende, dat de Magt van de Generaliteit zig daar toe riet konde ex;endeeren. — Daar'nu, in teegendeel, gerefolveert zynde, om de zaak aldaar vermeit ter Generaliteit te dirigeeren, en deeze geheele directie tot haar eenig voorwerp gehad hebbende de voorfz. Generaliteits lnftructie , aan hoogstdezelve, in den zeiven. jaare 1672 , als te dier tyd alleenlyk geweest zynde Capitein Generaal van de Unie, door de Bond. genoot en gegeeven; (welke Generaliteits Inllructse de magt van meergedagte Vorst, omtrent de KrygsoDeratien, in vergelykinge van hoogstdeszelfs Pra tecesfeuren , zoo als reeds gezegt is , zeer had bepaal ) het , mitsdien , van zelfs fpreekt, dat de Magt en Authoriteit, waar van, in de voorfz. R folutie , werd gefprooken , alleen'yk haare relatie konde hebben tot de Generalireit , en derhalve niets anders concerneerde (zoo als Htin Ed. Gr. Mig., by hunne deductie van den jaare 1551 , by ditzema, 3 Deel, pag. 523 de zaak hebben uitgedrukt) ,, ah ,, het Folk van Oorlog of de Leegers, buiten de ftemmende Provinciën, en te Velde zynde, gelyk zulks te Commisfien der voorige Heeren ,, Capiteinen Generaals waren medebrengende." Waar uit dan van zelfs proflueert, dat de voorfz Generaliteits lnftructie, zelfs, geheel en al vernietigt , en de Magt en Authoriteit van den Capitein Generaal, over de Leegers, buiten de ftemmende Provinciën, geduurende de expeditie van 'hen tyd, zoo groot en onbepaald als ooit te vooren konde gemaakt werden, zonder dat daar meede nog eenige de allerminlte extenfie aan de Magt der Provinciaale Capiteinen Generaals (als zoodanige, van de Generaliteit gehéél en al independent zynde , en alleenlyk relatie hebbende tot de Staaten der Provinciën, W&M van CaDiteinen Generaals refpeftivelyk zyn) over  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. ,<7 over de Militie , binnen de ftemmende Provin» eten geleegen , is gegeeven: 0f mee eenig eirect , door de Generaliteit, gegeeven zoude kunnen werden. — Het welk zal moeten voorkomen , nog dies te meerder , ie ftringeeren , wanneer men, boven het reeds gezegde, no» in het byzonder , deeze notabele omftandigheid in agt neemt , dat, namelyk, meergedagte Zyne Hoogheid , op den voorfz. 1 July 1672, nog niet was verheeven tot de waardigheid van Stadhouder , Capitein en Admiraal Generaal van deeze Provincie , nog ook tot die van permanent Capitein Generaal van de Unie ; — Maar alleenlyk , tot Capitein Generaal van de Unie voor den doenmaaligen Veldtogt, volgens de Refolutie van de Generaliteit van February 167a. — Want dit zoo zynde , "konde deeze Hun Ed. Groot Mog. Relblutie van den 1 July 1672 dan ook niet anders relatief zyn , als tot het amplieeren van de voorfz. lnftructie van gedagte Zyne Hoogheid, ah Capitein Generaal van de Urne , mitsgaders bepaaldelyk, tot den getnelden Veldtogt. — En, vervolgens, wat verder betrof het Oppergezag over de Militie, binnen deeze Provincie, konde de gemelde Refolutie van Hun Edele Groot Mog. van den 1 July 1672, daar toe niet betrekkelyk weezen: Nademaal welgedagte Zyne Hoogheid,ten dien tyde, nog niet verheeven zynde, tot de gemelde waardigheid van Stadhouder en Capitein Generaal van deeze Provincie; — mitsdien, by dezelve Refolutie , in die qualiteit, ook geen extenfie van magt en authoriteit verftaan konde werden te erlangen: —- Daar in tegendeel, deeze verheffing van Zyne Hoogheid , eerst op den 3 daar aan, is gefchied. Dog by welke geleegenheid, zoo min als op den 10 daar aan volgende, wanneer Zyne Hoogheid tot permanent Capitein Generaal van de Unie, of over de Leegers te Velde , en het Krygsvolk in de Generaliteits Landen, door de Bondgenooten , eerst , is verheeven,  iSS jam. ZAAKEN VAN 1783. ven , geene Refolutie boe ook genaamt is genoomen , waar by» eenige onafhanklyke magt of Jurisdictie over de Militie, binnen de ftemmende Provinciën, aan hooerstgedagten Vorst, in wat qualiteit zulks ook zoude mogen zyn, gegeeven, of afgedaan zoude zyn geworden. Terwyl het contrarie, uit de onderfcheidene Commisften van Capitein en Admiraal Generaal, door de generaale Bondgenooten, aan de eene; en door de Heeren Staaten van Holland met relatie tot hunne Provincie, aan de andere zyde, aan Zyne Hoogheid gegeeven , kennelyk is. —• Het welk, dan ook, voor een peremtoir argument, op de geobjicieerde Refolutie van 1672, fchynt te kunnen werden gehouden. Al'lus alle de particuliere ftellingen, in de meergemelde Memorie in q'igeftie , voorkomende , en in de Introductie deezer , by een verzaamelt, naauwkeurig hebbende geeximineert: Treedt men nu, als van zelfs , tc rug ot het eerfte Hoofddeel van deeze Memorie, alwaar de uitJeftrektheid van de generaale fuftenue in quccflie, „ Dat, namelyk, de Militairen zoo in ,, Civile als in Crimineele zaaken , van „ wat natuur dezelve ook zouden moogen ,, zyn, voor geenen anderen , dan den M/„ litaire Rechter . zouden kunnen wer,, den te reent geftelt"; Na fer in haare gevolgen, met opzigte tot den Staat van den Lande, is overwogen: waar toe mitsuien ten deezen , om redites te vermyden, gevoeglykst fchynt te kunnen werden gerefereert. Men zal , dierhalven , deeze Memorie beduiten met deeze finaale Remarqie, dat, namelyk, door middel van de Cads Refolutie in dato 1 May des jaars 175a mede brengende : Dat de Gemeensluiden deezer Stad niet zullen konnen en mogen Vergaderen, als by confent en op ordre van de Heeren Burgemeelteren in der tyd , naar inhoud van deezer Stads Refolutie van den 2 January 1614 en andere daar op gevolgde. En hebben Haar Ed. Groot Achtb. verder goed ge» vonden, de Heeren B »rgemee(leren te verzoeken en te auctorifeeren, om aan den Woordhouder der Gemeemlieden , omtrent tut gunt vootfchreeven is , met ter handltelling van Extract deezes, communicatie te gee. ven, tei einde den Gemeenslieden , ter occafie van derzelver gewoone Vergadering na Scholastica nu aanitaande , te informeeren van Hun Ed. Groot Achtb, intentie. XXXIV.  192 jan. ZAAKEN VAN 1735, XXXIV. Plakaat van Hun Ed. Gr. Mog. de Heeren Staaten van Hollanden Wen» friesland , wegens den Honderdflen en den Tweehonderd/ten Penning. In dato 29 January 1783. De Staaten van Holland en Westfriesland. Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren lée» zen, falut : doen te weeten: dat wy ondervinden, dat tot fupport van de groote en excesfive lasten , waar in den Staat door den laatst geëxfpireerde en voorige Oorlogen is vervallen , en die uit het ordinaris inkomen van het Land niet konnen worden gevonden , en om eenigzints goed te maaken de groote onkosten en zwaare lasten, gefprooten nu uit de laatst geëindigde trou. bles, waar meede den Staat meerder als te vooren is belast , des gemeene Lands Finantien met extraordinaris middelen moeten worden onderfchraagr. Zoo is 't , dat wy onvermindert zoodanige nadere lasten, als wy, tot foutien van 's Lands Financien in de tegenwoordige bezwaarde tyd , voor dit loopende jaar nog zouden mogen nodig oordeelen , wel hebben willen conienteeren en bewilligen , gelyk wy confènteeren en bewilligen , by deeze, dat van alle Obligatien en Losrentebrieven , loopende ten laste van het gemeene Land, of van eenige publicque Comptoire binnen deeze Provincie van eenige Steden, Collegien , Heemraad- of Waterfchappen, Dorpen, Sociëteiten, of eenigerhande andere Corpora of Gemeenfchappen , geene uitgezondert, wie dezelve ook zoude mogen zyn, zullen worden betaald een honderdfte en tweehonderdlle penning , en zulks een en een half van het honderd: dog dat van de Obligatien , gefprooten uit de groote Pryfen van de drie Hollandfche Loteryen , van 1711, 1712 en 1713, en waar van de Intresfen loopen tegen twee ten honderd , zullen worden geheven alleen de tweehonderdlle en vierhonderdfte penning. Welverllaande , dat daar onder niet begreepen zyn de Obligatien , waar in de Recepisfen van AnticipatiePen»  jan. STAAT EN OORLOG. i?2%. m penningen ten laste van de Oostindifche Compagnie dezer Landen onder guarantie van hun Edele Groot Mog. zyn geonverreert , en jouïsfeeren moeten van den vrydom", daar aan by hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 4 May 178a gegeeven , zoo als ook daar onder niet begreepen worden de Obligatien , door Bewindhebberen van de Oostindifche Compagnie, onder guarantie van hun Hoog Mog. genegotieert, welke daar van door de refpeclive Bondgenooten , by Relolutie van hun Hoog Mog. van den 5 April 1782 zyngeeximeert, . ' Dat ten opzigte van de Lyfrentebneven, welke voor. heen na proportie veel minder belast zyn geweest dan de Obligatien en Losrenten , zullen worden betaalt tweehonderdlle Penningen ; en dat de waarde van de voorfchreeve Lyfrentebrieven indistinclelyk op een or meer Lyven , genoomen en geteekent zal worden na advenant van tien ten honderd van het geene ter zaake van de voorfchreve Lyfrenten jaarlyks moet betaalt worden, en «zulks dat eene gulden jaarlykfche Lyfrenten gehouden zal worden in Capitaal waardig te weezen tien guldens. Dat by Burgemecfteren en Regeerders van de relpective Steden , mitsgaders Schouten en Geregten van de refpeclive Dorpen , als mede by de Collegien, Heemraad- of Waaterfchappen, Sociëteiten, of eenigerhande andere Corpora ofGemeenfchappen geene uttgezonderr, wie dezelve zouden mogen zyn , aan de Heeren onze ■ Gecommitteerden Raaden in beide de Quartieren zulen moeten werden overgezonden exacte en gecert'ticeerde Lysten van de Capitaalen , daar meede dezelve aan Obligatien, Los- en Lyfrenten zyn belast. ; Dat dezelve honderdfte en tweehonderdlle Penning insgelyks zal werden geheven van de Aclien 111 de Oostindifche Compagnie, in dier voegen, dat over die paren waar in geen hooger uitdeeling als van twaalt en e»n half percent zal worden gedaan, de waarae van ieder Actie, in plaats van op vier honderd gu'deris zal worden gefteld; en dat by vermeerdering ot vermindering der dividenten voor ieder per cent hooger ot laager uitdeeling , de waarde van ieder Actie met twaalt XI. desx. N 6IÏ  -94 jam. ZAAKËN VAN i783. en een half per cent zal worden vermeerdert of vermindert. Dog dat volgens onze Refolutie van den 5 AugusIiUS,ia741 van de heIft van de voorfchreeve tweehonderdfte penning exempt zullen zyn de Obligatien, Rentebrieven en Aflien in de Oostindifche Compagnie, die aan de ordre van de Ridderfchap en Edelen , de reIpeflive Steeden , de Kerkelyke Cpmptoiren , Kerken en publique Godshuifen toebehoorem. Welverftaande • Ir u Ob'lgatiei1'Rentebrieven»en Aa[en in deO)Stinddche Compagnie, na den 17 January des jaarsi7io by eenige Steden , Kerkelyke Comptoiren, Kerken of publique Godshuifen geacquiteert, deeze excemptie niet zullen genieten. En welverftaande meede, dat de groote Prys-Obhgatien, gefprooten uit de Loterye van den jaare 1746 , en de jaarrenten , met exemptie van alle basten genegotieert, van die exemptie nog zullen moe. ten joutsfeeren. Dat van de Adlien in de Westindifche Compagnie zal werden geheven een honderdfte penning , indien daar van geduurende dit loopende iaar uitdeelinge werd gedaan, dog anders niet, dezelve-Actiën gerekend ter waarde van vyftig guldens, elke honderd guldens oud Capitaal. 0 1 ^aC VT^ts rar) alle Huifen in de Provincie van Holland en Westfriesland gelegen, zullen werden geheven een honderdfte penning. En zulks niet alleen ten aanzien van de Huifen, welkers veertienjaarigen vrydom albereids is geëxpireert , en daar van dienvolgende de Verpondingen effectivelyk bet;-ild werden , maar ook ten laste van die Huifen , weikers veertien-'arige vrydom nog niet is geëxpireert en daar van dien volgende als nog geen verpondigen betaald worden, als mede ten lasten van die Huizen , die tegenwoordig op de Quohieren van de Verpondingen nog niet zyn bekeut; en dat mitsdien van de refpeclive Steden en Dorpen een Quohier van dezelve Huifen door de Magiftraaten gemaakt zal moeten werden,met expresfie tot watprjs dezelve haars oordeels in de Verpondinge behooren gelteld te worden, om daar van na advenant van dien, en op den voet hier na vermeld, de voorfchreeve'houderdfte penningen geheven te werden. Dat  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. t*i Dat een honderdfte en een tweehonderdfte penning 2al werden geheven van alle de Heerlykheden, Tienden, Visfcheryen en andere in de Verpondinge gequo tifeerde of contribueerende Goederen , niet alleen ten aanzien van dezelve Heerlykheden, Tienden , Visfcheryen en andere in de Verpondingen gequotifeerde contribueerende Goederen , maar ook van die geene , die door fpeciaale Oftroyen daar van zouden zyn geëximeert; met dien verftande, dat aan de Eigenaars van de oude en nieuwe Tiendens , de keufe word gelaaten, om of, de voorfz. Verpondingen, of, in plaats van dien, den vyfden penning van het tendement derzelve Tienden, op den voet van haar Ed. Groot Mog. Publicatie van den 5 February 1766, te betaalen, mits van de Tiende welke onder een en het zelve Diftricl van ingaaring gelegen zyn , de eene of andere betaaling do nde op een eenpaarigen voet , zonder van de een Bloken de Verpondingen , en van de ander wederom den vyfden penning van derzelver rendement te moogen betaalen. Dog dat van de Landen alleen geheven zal werden een tweehonderdfte Penning, dat ook een tweehonderdHe Penning zal werden geheven van alleafgefandeLan. den , en andere die voor alsnog met de voorfz. Verpondinge niet zoude mogen weezen belast. Dat, zoo verre van zoodanige Landen alsnog geen Quohier zal zyn gemaakt, houdende taxatie waar op dezelve in de Verpondingen behooren te werden gefteld, de Schouten en Geregten zoodanige Quohieren zullen moeten formeeren. En zullen de Heeren onz; Gecommitteerde Raaden in de refpeclive Quartieren werden gelast en geauthorifeert, zoo als dezelve gelast en geauthorifeert worden mits deezen, om te bezorgen , dat de nieuw Getimmerden en Melioratien volgens onze Refolutie van den 2a April 1751, waar van aan de Magiftraaten van de Steden en Geregten van de Dorpen als doen by Misfive kennisfe is gegeéven, als meede van de afgefande Landen pertinente Lysten effecYtve geformeert en over. gezonden , mitsgaders de voorfchreeve honderdfte en tweehonderdfte penningen refpeétive, dien conform inN a ge-  195 jan. ZAAKEN VAN 1783. gevordert en ten Comptoire Generaal overgebragt werden , en by gebreken van dien daar toe zoodanige ordres te (tellen , als dezelve tot nakoominge van onze goede meeninge des aangaande bevinden zullen te behooren. Dit, nademaal de begrooting van de waarde van de voorfchreeve Huifen en Landen van groote difficulteit en onkosten is , derhalvon , om voor te koomen de moeilykheden, die daar uit zouden komen te ontftaan, een honderdsten penning zal werden gereekent te imponeeren een heele , en een tweehonderdflen penning een halve Verpondinge, waar op de voorfchreeve Hui. fen of Landen zyn gequotifeert, en dat mitsdien , iemand een heele of halve Verpondinge betaald hebbende, verflaan zal werden daar meede een honderdlten of tweehonderdflen penning te hebben betaald. Dat wyders alle de geene , dewelke bezitten eenige Ampten , op de Quohieren van den tweehonderdflen penning van de Ampten bekent, daar van zullen betaalen tweehonderdlle penningen. Welverltaande dat , zoo veel eenen honderdlten penning aangaat, zal mogen werden gekoit het geen wegens de heele extraordinaris Verpondinge , en op den tweeden hondtrdlteii penning, het geen wegens een halve extraordinaris Verponding , waar meede die zelve Ampten zyn belast, zal weezen betaald. Dat de voorfchreeve honderdfte en tweehonderdlle penningen zullen werden betaald in twee termynen , namenrlyk, de eene helft voor den vyftienden May toekoomende, en de wederhelft voor den eerllen July daar aan volgende : Alles met dien verftande , dat het vry zal liaan de voorfchreeve bonderdite en iwee honderdfte penningen te gelyk te voldoen, en dat de O.itfargers of Collecteurs gehouden zullen weezen de voorfchreeve honderdfte en tweehonderdlle penningen ie gelyk te óntfangen, en dat die geene, die dezelve van haare Huilen, Heerlykheden, Tienden, Visfchcryen en andere in de verpondingen contribueerende Goederen, als mede van de Landen, de eene helft voor den voorfchreeven vyftienden May, en de wederhelft voor den voorfchreeven eerlten July , of wel beide de helften, en  jan. STAAT EN OORLOG. 1783. 197 en zulks het geheel voor den voorfchieeven vyftienden May , koomen te voldoen , van ieder termyn of helft, of wel van het geheel, zoo dat voor den voorfchreeven vyftienden May betaald werd, zullen korren een premie van vier ten honderd; behoudelyk, dat de praemien niet zullen werden genoten dan by die geene , die de voorgaande reëele honderdfte en tweehonderdfte penningen van dezelve goederen effeétivelyk zullen hebben betaald. ■ Dat geen Ontfangers of Rentmeeflers, hoedanig dezelve zouden mogen weezen, eenige Renten of Interesfen , in [deezen loopende jaare aireede verfcheenen, en die na de publicatie deezes zullen verfchynen, zullen mogen betaalen aan de Houders van de voorfz. Obligatien , Los- en Lyfrenrebrieven, de, voorfchreeve honderdfte en tweehonderdfte penningen refpeélivelyk fubjeél, ten zy alvorens dezelve honderdfte en tweehonderdfte penningen , zoodanig als dezelve by deeze geconfetiteert zyn , daar van zullen hebben afgehouden. Dat de Burgemeefteren en Regeerders van de refpeétive Steden, mitsgaders Schouten en Geregten van de Dorpen , zullen bezorgen , dat de penningen, die op de voorfchreeve honderdfte Penningen refpeétive, onder beneficie van de voorfz. praemien zullen werden betaalt, van tyd tot tyd, na advenant die óntfangen werden , zullen werden gebragt ten Comptoire van den Ontfanger Generaal, en de laatfte penningen uiterlyk acht dagen na de expiratie van de termynen, of datby gebreke van dien, de voorfchreeve praemien niet zullen werden goedgedaan of in reekening gevalideert, en dat • dien onvermindert gemelde Burgemeefteren en Regeerders van de Steden, mitsgaders Schouten en Geregten van de Dorpen, of de Ontfangers en Collecteurs, die den ontfang of colleéte van de voorfchreeve honderd. He en tweehonderdfte penningen refpeétive zal weezen aanbevoolen, voor de ontfangene penningen zullen werden geëxecuteerr. Dat die geene, die in gebreke zouden mogen blyven de voorfchreeve honderdlte en tweehonderdfte Penningen van de voorfz. Goederen en Ampten binnen de hier booven gefpecificeerde termynen te voldoen, daar N 3 over  ïo8 jan. ZAAKEN VAN 1783. over paratelyk zullen werden geëxecuteert, en dat dien onvermindert de voorfchreeve verfchuldigde honderdfte en tweehonderdfte penningen refpeétivelyk van de Obligatien , Rentebrieven, Lyfpenfioenen, Actiën van de . Oost- en Westindifc'ie Compagnien , mitsgaders van de Tractementen van de Ampten , door de refpeclive Ontfangers, Rentmeefters, Boekhouders en andere,die de Renten , Interesfen , Lyfpenfioenen , Uitgiften en Tractementen zullen betaalen, ingehouden en aan den Lande betaalt en verantwoord zullen moeten worden. En ten opzigte van de Ampten op de pcene verder by onze Publicatie van den 6 Maart 1751 vastgeftelt, zoo dat die geene die voor den eerften April van het volgende jaar haar honderdfte penningen van de Ampten niet zullen hebben betaalt, tot een mulcte ten behoeve van het gemeene Land aan den Ontfanger zullen moeten betaalen een vierde boven het geen zy aangeflaagen zyn. Dat ook de Ontfangers, Rentmeefters, Boekhouders en andere , op welkers Comptoiren de Tractementen werden betaalt , en de honderdfte penningen van de Ampten aan andere, of op andere Comptoiren moeten werden voldaan , voortaan geen Tracieoienten zullen betaalen , ten zy haar de quitanui koome te blyken , dat de honderdfte penningen van het voorgaande jaar van dezelve Ampten zyn betaalt, op poene dat dezel* ve daar aan contravenieerende, voor dezelve honderdfte penningen aanfpreekelyk en refponfabel zullen zyn. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude kunnen pretenderen, zoo begeeren wy, dat deeze alomrhe gepubliceert en geaflïgeert zal werden daar het behoord, en te gefenieden gebruikelyk is. Gedaan in den Hage onder het klein Zeegel van den Lande den 29 January 1783. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Staaten, (Was get.) C. CLOOTERBOOKE. XXXV.  jan. STAAT EN Q011L0G. 17S3. 19? XXXV. Refolutie van de Heeren Staaten Generaaf om, niettegenftaande de aangeboodene ftillland van Wapenen met 'Engeland, de toebereidzelen en Armatures ter Zee met allen vlyt zullen worden voortgezet. In dato 30 January 1783. Op het geproponeerde, van de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland op expresfe last van de Heeren Staaten hunne Principaalen ter Vergaderinge gedaan. Is na voorgaande deliberatie met eenpaarigheid goed. gevonden en verltaan, dat niettegenstaande de aangeboode (tiKtand van Wapenen by H. H. Mogende is geaccepteert, de toebereidzelen en armatures ter Zee, met allen vlyt en yver zullen worden voortgezet, en daar in alle acceleratie geadhibeert, zonder dat eenige de allerminlte retardeerent of verflaauwing daar in zal worden toegebragt. En za! Extract, van deeze H. H. Mogende Refolutie gezonden worden aan de refpeétive Collegien ter Admiraliteit , om te ftrekken tot derzelver narigtinge en haar daar na te reguleeren. XXXVI. Refolutie van de Staaten Generaal tot het aan ft ellen van een bevoegd perfoon als Gezant by de Vereenigde Staaten van Noord-Amerika, In dato 31 January 1783. Is gehoort het rapport van de Heeren van Nagel en andere Hun Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Zaaken van de Financien , hebbende , in gevolge en ter voldoen in ge van H. H. Mog. Refolutie Commisforiaal van den 17 deezer loopende Maand, meten nevenseenige Heeren Gecommitteerde uit den Raad van Staate en N 4 -de  zoo jan. ZAAKEN VAN 17S3. de Generaliteits Rekenkamer geëxamineert Jiet geproponeerde donr de Heeren Gedeputeerden en de Provincie van Holland en Westfriesland ter zeiven dage gedaan , ten einde een bekwaam en gequalificeerd perfoon met het Caraclrer van Minister Plenipotenttaris hoe eerder zoo beter na Amerika worde afgezonden, om by de Vereenifrde Staaten van Amerika een vaste en permanente relidemie te houden , en daar toe eene post van twintigduizend Guldens Voor jaarlyks Tractetnent cp den Staat van Oorlog ter Repartitie van de hooggemelde Provincie gebragt'; mitsgaders aan den Heer •tot de voorfz. bezending op den voorflag van dezelve Provincie te benoemen, voor zyne Uitrusting of Kquipagiegeld eene fomme van tienduizend Guldens toegelegt werde. Waarop gedelibereef zynde , in goedgevonden en verdaan, dat het doen van eene Bezending aan de Vereenigde Staaten van Amerika zal worden vastgefteld, gelyk vastgefteld werdt by deezen, en dat daar toe met den eerften op den voorflag van de Provincie van Holland en Westfriesland een bekwaam en gequalificeert Perfoon zal worden benoemd op een jaarlyks Traétemenr van twintigduizend: Guldens: dat aan denzelven tot zyne Uitrusting zal worden toegelegt een iomme van tienduizend Guldens , 'en dat hy voor 't overige zal worden behandeld op den voet voor de OrdisairisAtnbasfaHeurs by her Reglement oude binnen en buitenlandfche Commisfien bepaald. ËindelyJt dat de Gedeputeerden van de zes Provinciën op den 17 deezer overgenomen hebbende het point van het brengen van het voorfz. Traétement op den i >sdiuai«s Staat van Oorlog, zullen worden verzogt de Herdutten van de Heeren Staaten hunne Princi aaien daai op ten fpoedigllen uit te werken , en dat , hangen le de deüberatien daar over, het voorfz. Traétemenr, zoo. wel als het voorfz. Kq tipagiegeld en de verdere ko-;en van de voorfz. Bezeudinge uit de Post van de D-noycmemen zuilen werden gevonden en betaald. XXXVII,  jan» STAAT EN OORLOG. 1783, aoi XXXVII. Nadere Verklaaring van de Afgevaardigden der Stad Amfterdam ter Ver* gaderinge van Hun Ed. Gr, Mogende de Staaten van Holland en Westfriesland , wegens een Committé of Raad, den Prinfe Erfftadhouder toe te voegen. Ingeleverd in dato, , . January 1783. Om aan de reqnifirie van zommige Leden van Hun Ed. Gr. Mog. te voldoen, die eene opheldering gevraagd hebben omtrent de intentie van het laatfte poh ét der propofiue van de Stad Amfterdam van 18 Mal 17H1, berreklyk tot een Committé, om in veree» niging met zyne Hoogheid , den Prins Erfftadhouder te arbeiden aan het ontwerpen, voorfchryven en uitvoeren van alle de mefures , welke voor het welzyn van den Staat dienltig en convenabel zouden fchynen, reprefenneren de Gedeputeerden , dat men geen desfein heeft, om noch door dit anangement, noch'door eenig ander Committé , de minfte verandering in de Conftitutie van het Gouvernement deezer Republyk te maaken , noch daardoor eenige atteinte te doen op de magt van den Kapitein en Admiraal Generaal, noch de Collegien van den Raad van Staaten of de Admiraliteiten, in de adminiftratie der zaaken, die uit kracht hunner refpeétive Inltructien aan dezelve fpecïaal gedefereerd zyn, direét of indireét te prejudicieeren; integendeel verklaart men ter goeder trouwe, dat het nuttig zy , dat het een en ander op den ouden voet bly» ve , en dat ieder in zyne rechten en voorrechten gemaintineerd word. Doch dat het te gelyker tyd niet ondoenlyk zy, dat de 'Bondgenooten , tot voorkoming van de inactiviteit en traagneid ten aanzien der operatien , die conform aan de intentie der Heeren Staaten, en uit kracht hunN 5 net  aoa jam. ZAAKEN VAN 1783. ner genomehe Refolutien, noodzaaklyk mogten geoordeeld worden, een Committé établisfeeren in de plaatfen, alwaar die operatien moeten gedaan, en de R:folutien van H. H. M. geëffectueerd worden, ten einde op de plaatfen zelve en zonder uititel de daartoe noodige orders te kunnen geeven. Dat het 'er verre van daan is , dat dit idéé vreemd en zonder voorbeeld zou kunnen fchyneu; dat integendeel zoodanige Commisfarisfen inderdaad niet anders zyn , dan 't geen de Gedeputeerden te Veld zouden zyn, ingevalle men verpligt ware eene Oorlog te Land tegen Groot-Brittannie te voeren ; dat daarenboven de Registers en Jaarboeken des Lands exempelen fourneeren, niet alleen van Gedep'irec-rlen te Veld, maar ook van Commisfarisfen in de Havens der Repnblyk, welke Havens , ten tyde van eenen O >rlog ter Zee, de Refidentie moeten zyn van zoodanige Gedeputeerden of Commisfarnfen , die ingevalle van eenen Oorlog te Land gewoon zyn zich by de Armée te Veld op te houden. Voor 't overige is dit i 'ée conform aan het laatfte poirdV der voorfz. propofitie , gelyk uit de termen , waarin zy begreepen is, blykt, te weeten: Dat het, om een prompt effect te geeven aan de Refolutien, ftrekkende tot protectie van den Staat, en van deszelfs é ablisfementen in de andere Waerelddee]en convenieeren zoude , dat de Heeren Staaten een Committé van eenige Heeren uit de refpective Provintien formeerden , en aan dezelven de noodige magt en inffructien gaven. *t Welk klaarlyk bewyst , dat deze expresfien niets anders bedoelen , dan een Committé , uit het midden der Bondgenooten verkooren , om aan de executie der Refolutien -van H. H. M. activiteit te geeven met die vereischte promptitude, zonder welke de beste gelegenheden, om den Vyand fchade toetebrengen, vruchtloos worden. Vermits dit ontwerp het eenig middel is, welk de natuur der zaaken en het waare intrest der Republyk ons aan de hand febynen te geeven, om de inactiviteit  jAtr. STAAT EN OORLOG. 1783. 203 teit voortekomen , en de orders en refolutien van H. H. M. prompt uittevoeren; zoo is 'er dan niet anders overig, dan eenige particulariteiten te detaiileeren, welken men ten aanzien van zoodanig Committé noodig oordeelt. Voor eerst, volgt het natuurlyker wyze, dat zoodanige Commisfarisfen, welke geduurende den Oorlog in de Havens deezer Republyk zouden moeten refideeren, verpligt zouden zyn , om in alle de operatien van 's Lands Vloot met den Admiraal - Generaal de concert te ageeren, ten minfte voor zoo verre de omftandigheden zulks permitteeren , en zulks met 's Lands dienst beftaanbaar is ; want het zou tegen de gezonde reden gehandeld zyn , zoo men favorable en gunftige gele* genheden zich liet ontfnappen en dus het welzyn va» den Staat verwaarloosde, door de operatien , welke fpoed vereisfchen , uitteftellen, onder voorwendfel van daarover vooraf te willen concerteeren met den Admiraal Generaal, die zich op dat oogenblik zeer verwyderd zou kunnen bevinden. Ten tweeden , dat zoodanige Commisfarisfen wegens hunne conduite refponfabel moeten zyn aan de Bondgenooten in 't generaal, en byzonder aan de Provincie van hun resfort ; 't welk noodig geoordeeld word, om dus die Commisfarisfen optewekken tot de attentie en omzigtigbeid, welke de belangen en dienst der Republyk en van iederen Bondgenoot in 't byzonder vorderen , en te gelyker tyd alle voorwerpen van klagten wegteneemen , die tegenwoordig wegens gebrek van byzondere openingen van zaaken in de Provinciën gehoord worden. Ten derden , dat 'er geene reden is, welke belet , dat zoodanige Commisfarisfen niet door de Staaten zeiven der refpeclive Provinciën zouden benoemd , en in haaren naam aan de Generaliteit voorgefteld worden , om daar met de vereischte Commisfie te worden geniunieerd : Want men kan niet pretendeeren , dat de Gedeputeerden der refpeclive Provinciën en de Generaliteit , die zeer ambulatoir zyn , hoewel zy in zekeren zin den naam van H. H. M, voeren , meer berecht-  304 Jan. ZAAKEN VAN 1783. rechtist zouden zyn dan de refpeétive Provinciën, om die Commisfarisfen te benoemen , of dat 'er onder die Gedeputeerden altyd de bekwaamde perfoonen zouden zyn om eene dergelyke commisfie te ex 'cuteeien, terwyl het nog meer onredelyk zou zyn , om die benoeming aan de Bondgenooten te willen ontneemen , en ze aan den Admiraal Generaal te defereeren, vermits de Staaten der refpeétive Provinciën grootlyks geinteresfeert zyn , om door zich zeiven zoodanige Commisfarisfen te benoemen , aan welke zy hunne belangens zouden kunnen toevertrouwen. Eindelyk dat het dienftig zy , zoodanig Committé met eene ampele magt te voorzien , niet om den Oorlog op eene arbitraire wyze te voeren , 't welk tegen het bovengemelde but . hunner Commisfie direct dryden zou , welk is , de orders en refolutien der Bondgenooten prompt uittevoeren , uit welken hoofde zy ook wegens hunne conduite aan dezelven refponfabel zyn : maar om te ageeren en de orders hunner Committenten uittevoeren , de concert met den Admiraal Generaal zoo veel als mooglyk is , volaens vereisch der gevallen . vermits men hun geene pofitive inltructien daaromtrent kan geeven : doch dat men ondertusfehen hunne Commisfie zou kunnen opmaaken , volgens den inhoud der volmagt, den 18 April i66y aan de Commisfarisfen in Texel en Zeeland gegeeven. XXXVIII,  teb. STAAT EN OORLOG. 1783. 205 XXXVIII. Voorflsl van een Lid der Gezwoorene Gemeente te Arnhem, raakende de herftelling van Stads Regten en Privilegiën. Gedaan in dato 3 February 1783; hoofdzaakelyk behelde. Hoe dat de gezwore Gemeente, by twee Misfive?, aan de Magiltraat aldaar vriendelyk en teffens ernftig heeft verzogt, dat Hun Wel Ed. Groot Achtb. geliefden in allen opzigte te handelen volgens Stads Regien en Privilegiën, inzonderheid om eene behoorlyke Nominatie te maaken van de destyds vacant zynde Scheepens plaats, en die vervolgens vacant zouden worden. Dat de Heeren van voorfz. Magiftraat door de Gildemeelters aan de gezwoore Gemeente hebben doen bekend maaken , dat van de des tydes vacante Scheepensplaatzen eene Nominatie gemaakt en aan den Heere Erfitadhouder zoude gezonden worden. Dat men vervolgens heeft zien gebeuren , dat, ongelet op de regtelyke en ernftige verzoeken der Gemeente , toe Scheepenen zyn gecreëerd de Heeren Hojf en Tuleken, welke beide ongequalificeert zyn , om den Scheepens Stoel te bekleeden. Het welke men niet eens uit oude Stads Regten en Privilegiën behoeve aan te toonen, maar ontegenfprekelyk is op te maaken uit het zoo zeer bekende Reglement op de Regeeringe dezer Provintie, in 1750, door Wylen den Heer Erfitadhouder aan de Staaten overgegeeven, en door Hun Ed. Mog. zoodanig geapprobeert, dat alle Lecden, die in de Regeering komen, zig met eede moeten verbinden dat zy hetzelve Reglement punctuelyk zullen nakomen. Dat daar by, klaar en duidelyk, in fiibftantie is gearrefteert: „ Dat iemand in eenige poincten aan de Land,, fchap in 't gemeen, of aan een der Kwartieren , ,, Ampten of Steden in het byzonder , comptabel of ,, redevabel zynde, in de Magiftrature van de refpec„ tive Steeden niet zullen mogen geadmitteert worden." — Dat nu omtrent voorgemelde Heeren is op te merken: 1. Dat de Heer Hoff is Doctor van het Pro-  206 feb. ZAAKEN VAN i7g«; Provinciale Tugthuis, als meede Doctor van deeze Stad en van het Kwartier van Veluwe, op een jaarlyks Tractement, dat dienvolgens niet alleen aan deeze Provintie, maar ook aan de Stad Arnhem en aan 't Kwartier van Veluwe redevabel is, 2. Dat de Heer Tulleken , behalven andere tegenltrydige kwaliteiten , heeft het Ampt van Griffier der Leenen des Voritendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen , in welke kwaliteit hy teffens heeft den ontfangst van het kwartierlyk middel op dê collaterale fuccesfie , voor zoo verre aldaar van Leengoederen word geheven , zoo dat Zyn Wel Ed. uit dien hoofde aan 't Kwartier van Veluwe comptabel en redevabel is. Dat gevolglyk niet fchynt gelet te weezen op voorfz. Reglement van 1750, zoo min als op de andere Stads Rechten en Privilegiën, en dat daarom door een der Leeden aan de Gemeente is voorgeRelt, of de gezwoore Gemeente geene Refolutie behoorde te neemen, by welke de Heeren Gildemeelie» ren verzogt en geauthorifeert wierden, om by de Heeren van de Magiftraat informatie en Elucidatie te vragen , of die informeele aanitellinge der Heeren Hoff' en Tulleken , op Nommatie van Hun Ed. Groot Achtb. is gefchied, dan of de Heer Erfitadhouder die electie, buiten de Nominatie, heeft gedaan? Ten einde de gezwoore Gemeente, zulks weetende, haare maatregelen zoude kunnen neemen , zoo als dezelve eed en pligtshalven zal nodig en dienltig oordeelen. XX X X.  teb. STAAT EN OORLOG. 1783. 207 XXXIX. Antwoord van Gecommitteerden uit de Burgery der Stad Zvolle, aan die van Deventer. In dato 5 February 1783. Op den 15 January laatstleden, is in de Vergadering van Pra;- en Vice-Prefidenten van Gilden deezer S^ad, gelezen en Commisforiaal gemaakt, de ontfangene Copie van de Atte, van U Wel Ed. qualificatie, namens de Burgeren en Ingezetenen der Stad Deventer, om, by prasfentatie, van en wegens dezelve, nu , en voortaan, na tyds omftandigheden, Memorien, Remonftrantien, Smeek- en Dankadresfen te ontwerpen. Het eenparig rapporr, dat naar examinatie, daar op is uirgebragt, zullen U Wel Ed. uit de Copie van de Acte van qualificatie , dezen bygevoegd , gelieven te vernemen: welke reeds door negentien gilden en een gedeelte van het twinrigfte gilde, dezer Stad; voorts, door het Collegie der Fadtoren of Spediteurs, als mede , door dat der Grutteren, geapprobeert en getekend is; gelyk ook nog, door versheiden andere Heeren, Burgeren en Ingezetenen deezer Stad, die onder voorfchr. Collegien niet resforteeren; tefamen, al eenige honderden uitmakende, waar by dagelyks nog andere toetreden. Uit aanmerking van de Claufule, in onze qualificatie, om met U Wel Ed. over de voorkomende zaken te corresponderen , hebben wy het dienftig , en van onzen phgt gevonden , hier van aan U Wel Ed. kennis te geven, gelyk wy de eer hebben te doen , by dezen: Met vriend-nabuurlyk aanbod en verklaring , dat wy vaardig zyn, om die correspondentie met U Wel Ed. te beginnen; in vertrouwen, dat, daar de omltandigheid der tyd. die wy beleven, eene waakzaamheid en ftandvastige Unie, 'van 's Lands Burgeren en Ingezetenen vorderd, eene vereeniging van onze Steden , om wederkeerig op elkanders belangen oplectenheid te hebben, en tot welzyn van den anderen, met bedaardovetieg, te zamen te werken, op eene wyze , die ons be. taamd, ongetwyffeld van heilzame uitwerking zal zyn. In.  a08 fee, ZAAKEN VAN 1783. Indien U Wel Ed. daar toe alzoo genegen zyn, zouden wy wel inclineren, eenige Concepten, van ons aan U VVel Ed. te laten toekomen, daar op, derzelverconiideratien te verzoeken ; als mede , dat U Wel. Ed. zoodanige concepten, als dezelve, op die, of andere poincten , mogen ontworpen hebben , aan ons, mede gelieven te communiceren: ten einde, wy daar in, den anderen, met wederzydfche advyfen en confMeratien , voorligtende , eikanderen mogen bewaren, voor het doen van ongefundeerde en onwettige verzoeken ; en ter contrarie , in ftaat ftellen, om ten aanzien van de poincten , die in der daad redres vereisfchen , de zaken , tot die kragt en klaarheid re brengen , dat onze eenparige, wel overwogene, en gegronde bedenkingen en aanmerkingen , zoo fterk en klemmend mogen bevonden worden , dat ze een ieder , van de billykheid en regtmatigheid onzer eerbiedige remonltrantien, en verzoeken, konnen overreeden. Wy verzoeken, hier op, met U Wel Edelens antwoord, te mogen worden vereerd, —- bevelenU Wel Edelen in de veilige befcherminge des Alvennogenden, en zyn, Edele, Erentfeste, Voorzienige en zeer dbcrete goede Vrienden! U Wel Eds. goede Vrienden en Naburen , Zwolle De Gecommitteerden, uit de den 5 February Burgery der Stad Zwolle. 1783. (Was ger.) Door de veertien Gecommitteerden. (het opfchrift was) Edele, Erentfeste, Voorzienige en zeer discrete goede Vrienden! De Gecommitteerden uit de Burgerye der Stad Deventer. XL.  tzü. STAAT EN OORLOG. 1783, 209 XL, Rapport en Refolutie van de Hoos: Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , op de Me* morie van het Ooflenryksch Gouvernement, raakende het demolieeren der Fortificatie Werken van de Barrière Steden. In dato 6 February 1783. 1? gehoort het Rapport van de Heeren van Lynden van Hemmen en andere Haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaaken van de Barrière, hebbende, in gevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie . Commisforiaal van den 3 December 178!, met en benevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad Van Staate, geëxamineert een Misfive van den Heer Hop , H. H. Mog. Minister Plenipotentiaris aan het Hof te Brusfel, gefchreeven aldaar den 29 November daar te vooren , geaddresfeert aan den Griffier Fagel, zendende daar nevens Copie van eene Misfive en Memorie uit de Secretarye van Staat en Oorlog aan hem toegezonden , heudende antwoord op de gevraagde elucidatien van H. H. Mog. raakende het demolieeren der Fortificatiewerken in de Barriereiteden ; mitsgaders ter voldoeninge aan H. H. Mogende Refolutie van den 15 May 1782 , eene nadere Misfive van den gemelden Heer Hop , meede gefchreeven te Brusfel den 13 daar te vooren, houdende 4 dat op den 29 November van het jaar 1781 de eer gehad hadde aan H. H. Mogende toe te zenden Copie van een Memorie , welke aan hem uit de Secretarye van Staat en Oorlog te Brusfel voorn, was ter hand gefield, ter zaake , zoo als daar by gezegd wierdt, dat de Regenten van de Banke van Heerle zig niet ontzien hadden op zyne KeizerJyke en Koninklyke Majelteits Territoir te impieteeren 5 en dat by zyne Misfive van den 20 September daar te vooren , H. H. Mogende hadde doen geworden Copie van eene Misfive , welke de Heer Secretaris van Staat en Oorlog Crumpipen aan hem gefchreeven hadde, raakenXI, deel. O de  aio feb. ZAAKEN VAN 1783. de eene Rente, die zekere Baron Bongaard aan de geweezene Jeftiiten fchuldig was. Dat voornoemde Heer Secretaris , om np voorfz. Memorie, zoo als ook op den inhoud van voorgemelde Misfive , een fpoedis? antwoord te moaen ontvangen, op den 10 der voornoemde maand May op ordre van Haare Koninklyke Hoogheden aan hem ge. fchreeven haddg de Brief Copielyk nevens de voorfz. Misfive gevoegt. Waar op gefMibereert zynde , is goedgevonden! en verftaan, dat Copie van de Memorie hier n'a geinfereert, gezonden zal worden aan den Heere Hop, Haar Hoog Mog. Minister Plenipetentiatis aan het Hof van B'usfel , en denzelven daar benevens worden aa gefchreeven, dat hy van den inhoud van dezelve Memorie bet noodige gebruik maakende, ter plaatze daar het behoort zal aantoonen de ongefundeertheid van de klagten door die van Simpelveld ten lasten van Regenten van de Bank van Heerle ingebragt , even als of de laatftgemelde op het Territoir van zyne Keizerlyke en Koniuklyke Majefteit zouden hebben getragt te impieteeren; dat het tegendeel van dien uit de voorfz. Memorie ten klaarflen komende te confteeren , H. II. Mog. vertrouwen, dat het Gouvernement Generaal ten vollen van de voorfz. ongefundeertheid zal weezen geeonvinceert , en mitsdien allezins met haar convenieeren , dat die van Heerle in geenen deele de wettige Limiten van H. H. Mogende Territoir hebben getransgredeert; dat by aldien niet te min dien aangaande eenige nadere bepaaling zoude mogen noodig gevonden worden, H. H. Mog. niet ongenegen zyn om van haare zyde Commisfarisfen te benoemen, ten einde in loco zig te begeeven en aldaar de voorfz. Limiten in 'prefentie van die geene , die van wegens het Gouvernement Generaal zouden mogen genomineert worden , te conftateeren, zoo ras van de zyde van het hooggemelde Gouvernement daar toe meede inclinatie betoond en Commisfarisfen benoemd zullen worden, ten einde in het vervolg alle verdere disputen over de voorfz. Limielfcheiding voorgekomen en afgefneeden worden. Mc-  ffb; STAAT EN OORLOG. i?83. au Memorie tot deflruStie van de klagten door de Bank van Simpelveld Lan» de van 's Hertogenrade , Partage van zyne Keizerlyke en Koninglyke Maje/leit , tegens de Banke van Heerle , Lande van Valkenburg , Partage van H. H. Mogende, over het pretenfelyk violeeren van het Territoir van zyne Keizerlyke en Koninklyke Maje/teit ingebragt. De khgten van het Hof van Brusfel by derzelver MetmoWe van dato 16 November i78j , aan H. H. Mog. Meister en Plenipotemiaris den H er Hop overgegeeven , komen hier op neer: Dat niettegenftaande by eene formeele Acte vat) dato 21 July 177a tuslchen die van de Bar ke van Heerle , Lande van Valkenburg, Partage van H H. Mogend, en Regenten van Simpelveld, Lande vin V H rtogenrade, Partage van zyne Keizerhke Maj. Heit, was bepaald, dat de gefchillen over da junsdiétiequeltie zouden b'yven in flatu quo , en inmiddels amicabiliter de een aan eten anderen te bewyzen, tot justificatie van elkanders gefustineerde zoude communiceeren, egier die van den Banke van Heerle voornoemt, al aarftonds in den jaare 1779 de voorfz. Conventie zouden hebben gebroken, en van dien tyd af gevioleert hebben het Territoir van zyne keizerlyke Majefteit, en wel: 1. Door in den jaare 1779 de Weg van Heerle na Aken Joopende , in de breedte ter linkerzyde uit te leggen op de Jurisdictie van Kerkraade, Lande van 's Hertogenrade, Partage van zyne Keizerlyke Majefteit, èn in de lengte wel twee en veertig voeten op de Jurisdictie van Simpelveld en Kerkraade , Lande en Partage voorfz. 3. Door wel verre van op de reprefenwtie door Regenten van Simpelveld aan die van O 2 den  2lt feb. ZAAKEN VAN 1783. den Banke van Heerle tegens de voorfz. violatie van Territoir gedaan , eenig antwoord te geeven, in den jaare 1781 midden op de weg, loopende van Simpelveld langs het goed van zekeren Lindelau, regtsoni na Axen , en linksom na H.vrle , en regtsuit na Kerkraale en 's H^rtogenrade, eer.e Barrière te zetten , en daar'door de pasfage van Simpelveld op K-rkraad geheel en al te Itremmen , eelyk die van Heerle dan ook op den 9 Juny 1781 van de Bediende van den Pastoor van S mpelveld met een karresje de voorfz. weg pasfeerende, hebben afgevordert het Birrieregeld. 3. Door dreigementen gedaan door zekeren Cotshuyzen aan de Regenten van Simpel, veld, op de voorfz. weg in fundbe zynde * van dezelve te zullen arresteeren, gelyk dan ook de Subftituit Drosfaart van Heerle N. Lamberts, verzeld met verfcheide gewapenl de Perfoonen , gekomen zoude zyn op de voorfz. weg om de Regenten van Simpel, veld aldaar op te ligten en in arrest te brengen. Het zal niet moeilyk zyn om de ongegrondheid van de bovengemelde klagten aan te toonen , zoo dra men een weinig maar de byzonde. re facta , waar op dezelve berusten , zal heb. ben onderzogt en nagegaan; ten dien einde dient men vooraf geinformeert te zyn , dat 'er reeds over lange jaaren dispuit ontRaan is tusfchen de Regenten van Simpelveld en die van Heerle over de Limietfcheiding tusfchen deeze twee Banken zynde daarom reeds in den jaare I7i3eeneConventie geflooten tusfchen de refpeétive Officieren , om alle de toen hangende gefchillen in ftatu quo te laaten , tot dat door beide Souverei. nen daar inne voorzien zoude zyn. Het gevolg van deeze Conventie is geweest dat ook effcétivelyk alle« in flatu quo is gebleeven tot in den jaare 176;, wanneer het aan die van %  «?. STAAT EN OORLOG. 1783. 213 van Simpelheid gelust heef. , dee2e Conventie te verbreeken door de Vragten van zekeren Jacnb Wauben te arresteeren, en zulks wel tot be. taabng, zoo als zy voorgaven, van veragttrde Schatpenningen van een Ituk Land, afkoomende van zekeren Fiarcis Weerts, en ter dier tyd door voornoemde Wauben bezeeten , en zu!ks niettegenltaande zedert immemoriaale tyden de Schattingen van voorfz. (tukje Lands aitoos onder de Hoofdbank Heerle waren betaald. Dat op de klagten dien aangaande door voornoemde Wauben aan den Lieutenant Droslaart 's Lands van Valkenburg Tarjon en aan Regenten van Heerle gedaan, wel Briefwisfelingen tusfchen die van Heerle en Regenten van Simpelveld over het voorfz. attentat zyn gewisfeit, doch niets finaals over het geval toen qua*.ieus gedecideerr, ■ Dat egter de voorfz. onderhandelingen aanleiding gegeeven hebben tot het (luiten van eene Conventie tusfchen de refpeétive Banken , in dato 21 July 1772, waar by bepaald was „ dat die ,, van Simpelveld aan die van Heerle , en die ,, van Heerle aan die van Simpelveld , amica,, biliter alle hunne Befcheiden nopens de Li„ mietfcheiding en het regt door die van Heer,i le gebruikt, om eenige Boomen over den weg „ van Simpelveld na 's hiertogenrade gaande ;, te doen afkappen , zouden communiceeren , blyvende intusfcheu alles tot de fi' aale de„ cifie in ftatu quo" Wat nu betreft de attentaten, welke zedert den Jaare 1772 tegens den inhoud van de yoorfz. Conventie door de Regenten van Heerle zouden gepleegt zyn, dezelve zouden volgens de opgave van die van Simpelveld niet alleen relatie hebben tot het violeeren van het Territoir van z-yne Keizerlyke Majefteit in eten Banke van Simpelveld, Lande van 's H rtogenraae, majr ook in den Banke van Kerkiaad, Lande van \ Hertogenrade. O 3 Het  ai4 fes. ZAAKEN VAN 17830 Het violeeren van het Territoir van zyne Keizerlyke Majefteit op den Bmke van Kerkraad, zynde een gedeelte van het eerfti bezwaar by de Memorie van het Hof van Brusfel voorkoomende , zoude hebben moeten beftaan in het verbreeden van den weg , loopende van Heerle op Aken ter linkerzyde. Al aanftonds moet het in 't oog loopen, dat die van Simpelveld in den jaare 1781 z;g beklaagen over viola:ie van het Territoir van zyne Keizerlyke Majefteir, reeds in rlen jaare 4779 ten tyde van het maaken van den weg van Heerle op Aken , door die van Heerle niet op de Banke van Simpelveld , maar op de Bmke van Kerkraad gepleegd, zonder dat immers door die van Kerkraad zelve, offchoon het bes'e van de voorfz. gefnstireerde violatie kunnende oordeelen, en meest in ftaat om hun eigen precife Limietfcheiding te weeten, eenige klagten tegens die van Heerle ingebragt zyn , waar door al aanftonds geen geiing bewys van de ongegrondheid van de gefu.st'neerde violatie kan worden gebaald, en even daar door worden opgemaakt, hoe weinig geloof men aan de alleguanen en klagten van die van Simpelveld geeven moet , byzonder als men by dit ftilzwygen by die van de Banke van Kerkraad nog reflecteert op deeze volgende omftandigheden. Dat de in ftaat ftelling van de voorfz. weg van Heetle op Aken in den iaare 1779 pubhcq aan de muist biedem e aanbefteed, aangenomen is door zekere A. Beks , zynde een onderdaan van zyne Keizerlyke Majefteit. Dat aan deefcen aaio eemer wel expresfelyk gelast is, geene Erven tet linkerzyde aan te roeren , of ietswes aan die zyde , als gehoorende onder het Territoir van zyre K.;ztriyke Majefteit, af te neemen, gelyk dan ook dezelve aan. necmer niet alleen de voorfz. last ftipalyk ge- , volgd , maar ook geweigerd heef aan het verlangen' van de lngezeetenen van Kerkraad, om eeni-  frb. STAAT EN OORLOG. 1783. zij eenige Haagen ter linkerzyde (taande te ontruimen, eenig gehoor te geeven. Dat ter regierzyde van de voorfz. weg indisputabei tot den Bank van Heerle behoorende , een doorgaande Vloedgraave is gemaakt tot afleidinge van het Wuer en de geheele verbreeding van den weg aan de regterzyde , en dus door het afneemen der Erven van de lngezeetenen van Heerle, is gefchted ; en zulks alles conform eene behoorlyke afpaaling daar van door eeu gezworen Landmeeter, op order van die van Heerle gedaan. Als men by deeze omfhndigheden nog deeze voegt , dat de Aanneemer, geduurende al den tyd, dat hy op de voorfz. weg gearbeid heeft, nimmer in deszelfs wer# is geftremd geworden , ja dat zelfs, niettegenftaande het Geregt van Kerkraad , geduurende het voorfz. werk , verfcbeiden oculaire infpectien hieft gedaan , nimmer den Aanneemer eenig protest is "gedaan, dan vermeent'men volledig te hebben doen zien, de ongegrondheid der klagte, door die van Simpel eld ingebragt , over het violeeren van het Territoir van zyne Keizerlyke Majefteit in de Banke van Kerkraad , en dat dus nog maar overig biyft te onderzoeken , wat 'er zy van de violatie van het Territoir van zyne Keizerlyke Majelteit in de Banke van Simpelveld. De violatie van het voorfz. Territoir wordt door die van Simpelveld getteld zoo in het verlengen van de voorfz. weg van Heerle na Aken loopende over het Diftiict van de Banke van Simpelveld, ter lengte van twee en veertig voeten, en het (tellen van een Barrière op de voorfz. weg, als in het doen van eenige dreigementen aan de Regenten van Simpelveld op de voorfz. weg, en, zo zy meenen, op hun Territoir in funótie zynde. Deeze omftandigheden zyn zoo veele ;edmen van bezwaar tegens die van Hjerle by de meergemelde Memorie van 't Hof van Brusfel voorO 4 koo-  si6 fee. ZAAKEN VAN r785. koomende, en dezelve berusten op deeze voorRelling , dat die verlengde weg , waar op de questieufe Barrière gefield is , en waarop de voorfz. zoogenaamde dreigementen door die van Heerle aan Regenten van Simpelveld zouden zyn gedaan , behoort onder de Banke van Simpelveld. De Regenten van Simpelveld vermeenen dat de Limitfcheiding tusfchen hun Territoir en dat van de Banke van Heerle is de Limitpaal , Raande op den weg, loopende van Simpelveld omtrent den Imftemraader Driesfchen, laaiende den Hof Sourette aan de linkerzyde van den weg, en zoo voort langs het Vreu.sfchen Huisken, tot aan de plaats, daar nu de Barrière gezet is , op den weg van Heerle na Aken : indiervoege , dat op die zelfde plaats , daar de Barrière op de groote weg van Heerle na Aken loopende , geplaatst is, het Territoir van de Banke van Heerle zoude eindigen , en dat van Simpelveld beginnen, zoodanig dat het verlengde van de voorfz. groote weg van de Barrièreplaats tot aan zekere Boom , genoemt des Her~ tcgs Eik', ter lengte circa van zeventien Roeden , met alle hetgeen ter regterzyde daar van legt , zoude behooren tot de Banke van Simpelveld, Lande van 's Hertogenraade , Partage van zyne Keizerlyke Majefteit. Daarentegen zyn die van de Banke van Heerle van gedagte, dat het Territoir van H. H. Mog. zig uitftrekt van de voorfz. LimitpaaJ rot eenen Haagedoorn, Raande een weinig bezyden de weg na Simpelveld leggende, van daar ter regterhand, en van de voorfz. weg af na het Veld intnennende door limiteeringe de Landeryen van het Hof S >urette en zoo voorts na beneden langs eere Haage ailoopende , tot op den gemelden Hertogs Eike , Raande op den boven*, get.oemden groetten weg van Heerle na Aken, waar door dan het voorfz. qi adieus Rukje weg yp den Hertogs Eike tot de Barrière, zyhde circa  fe3. STAAT EN OQRLOG. 1783. 91? ca zeventien Roeden lang , van dezelve met al hetgeen aan de eene zyde van den weg legt, gerekend moet worden te behooren tot de Ban. fee van Heerle, Lands van Valkenburg, Partage van H. H. Mogende. Het voorfz. einde wegs van de gemelde Barrière tot de Hertogs Eike , met al hetgeen aan de regter zyde van gemelde weg legt , is dus het grootlte gefchil tusfchen die van Simpelveld en de Banke van Heerle , en byaldien die van Simpelveld eenige fchyn aan hunne gedaane klag,te willen geeven, zyn dezelve in de indispenfabele verpligting , met genoegzaame bewyzen te doen zien, dat het voorfz. einde wegs , met al hetgeen ter regterzyde van dezelve gelegen is, aan de Banke van Simpelveld toekomt. Hoe zeer nu by de voorfz. Memorie van het Hof van Brusfel geene bewyzen , tot ftaaving van hetgefustineerde van die van Simpelveld voorkomen , en het mitsdien vry moeielyk zoude vallen na te gaan , op welke gronden men tog aan de zyde van de Banke van Simpelveld het Territoriaale Regt van voorfz. einde wegs, met de gevolgen van dien, reclameert, zoo zyn egter de Regenten van Heërle reeds in den jaare 1772, gcïnformeert geworden van het eenig en ttftens zeer flaauw bewys , waarop al hun gelustineerde berust. 'Er is naamentlyk , gelyk hier boven bereids is aangetoont, op den 21 July 1772, tusfchen die van Simpelveld en Heerle geconvenieerd om alle de Befcbeiden tot justificatie van derzelver wederzyds gefustineerde nopens dezelfde Limietfcheiding, als waar nu questie over is, aan elkander reciprokelyk uit te leveren, by Copien autenticq, en als toen is door die van Simpelveld aan die van de Banke van Heerle maar een eenig bewys overgeleverd , beftaande in ,, Ex,, traften uit het Claerboek van de Banke van „ Simpelveld en Berholte , behelzende alle gereg„ tigheden derzelver Banke, mitsgaders het BeO 5 „ leid,  *jt feb. ZAAKEN VAN tjfti ,, leid , hetwelk aldaar wordt geobferve'etd, en ,, voorts de Wegen en Sreegcn , mot hunne ,, toeftaande breedre, by een verzameld en ge. ,, trokken uit verfcheiden Protocollen en Rollen „ van de voorfz. Banke, door den'Secretaris „ aldaar J. W, Kevers verzameld, en den 27 „ February 1671 getekend." Het eerfte Extiacl, dat in het voorfz. Document voor komt, is „ aangaande het beleid , „ gehouden in de Bank van Simpelveld, tus„ fchen diezelve Herlen en het Land van der „ Heyde van den jaare 1618 ," en behelst: Dat de Regenten van Simpelveld met die van Heerle, op den 17 OcTrober van dat jaar inProcesfie zouden hebben gegaan, langs dien zeiven weg van Simpelveld af tot aan den H rto, ren onbetwistbaar bezeten heb'ien i Waarom zouden wy daar meede dan langer draalen ? Aan wie toch voegd zulks beter dan aan U Wel Ed. Achtbare, die daaromtrent van dezer Stadswegen , alles — zelfs ongenoopt en onverzocht van U Wel Ed. Achtb. goede Burgerye of derzelver Gezworen Gemeente —- hebt aangewend, wat in Uw vermogen was, ja daar meede zelfs anderen beht voor gelicht; en die dus als waare Betrachters van Uwen Eed en pligt >- als yverige Voorftanders van Uw Volk — en als wakkere Befchermers en Verdedigers van Stads Rechten en Vryheden , zonder eenigen anderen prikkel dan die van waare cordaatheid, hebt uitgemunt! 't Is dan aan U Wel Edele Achtb. Heeren! dat de ondergeteekende Burgeren en lngezeetenen deezer Stad, met het innigst genoegen, dit, als een oprecht Dankoffer, uit het dïep.'te van hun hart, edelmoedig opgedragen, voor de volyverige pogingen waar meede, — en de loflyke handelwyze op welke — U Wel Ed. Achtb. ter herftelling van de Stads en Burgeren Rechten van Jagt en Yk, zich tot Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steeden en tot de Wel Ed. Hoog Achtb. Magiftraaten onzer drie Hoofdfteeden Deventer, Campen en Zwolle, gewend hebben. —— Wy zyn zulk* XI. deel. i' aan  225 feb. ZAAKEN VAN 1783» aan U Wel Ed. Achtb. verfchuldigd : Neemd dus tot dank aan 't geen wy vermogen: En vergund ons teffens, op dat wy niet vergeeten dien, die ons weldeeden , dat wy by deeze gelegenheid ook U Wel Ed. Achtb. Heer Secretaris dankbaarlyk gedenken voor deszelfs werkzaamen yver in het wel en volvaardig uitvoeren zyner Commisiien in deezen door U WA Ed. Achtb. aan hem gerefereerd. Vaart voort, Achtbaare Vaderen! in Uwe aangewen, de pogingen , en wy vleijen ons met een gewenscht einde. — Houdt niet alleen in dezen by onzen Hoofdlieden op het allerernliigst aan, op de naarkoming van derzelver bekend Verbond met de kleine Steden ; ten einde wy , ook nu de daadlyke uitwerking daar van genietende , doot haar in onze deugdlyke Rechten en Vryheden mogen gehandhaafd en verdedigd worden : Maar draagd aan haar ook vervolgens voor, wat inbreuken en benadelingen 'er al meer federt deoprüting van 't Utrechtfe verbond aan andere Regten en Vryheden deezer Stad ondanks het ïfte Artikel van dat dierbaare Paladium , zyn toegebragt; en begeert ook daar in haare befcherming. Hier toe is 't, dat wy U Wel Ed. Achtb. fpoedige bevordering , eerbiedigst verzoeken; met uitdruklyke verzekering van onzen kant, dat wy bereidwillig zyn, om voornoemde onze Hoofdlieden ten allen tyde, is 't nood, met alle onze magt, ja met lyf en goed, by te flaan en te onderfteunen. Terwyl wy over U Wel Ed. Achtb. Perfoonen en Familien , mitsgaders over derzelver raadwagen, de dierbaarfle zegeningen des Allerhoogften affeneken, en, ttffens ons en de onze in Ü Wel Ed. Achtb. verdere gunllige Protectie aanbevelende, met verfchuldigden eerbied betuigen te zyn, wel edele achtbare hëeren, U Wel Ed. Achtb. Ootmoedige en Gehoorzaame Dienaaren. De ondergetekende Fmrgeren en Ingezetenen deezer Stad. XLIL  wb. STAAT EN OORLOG. 1783* si? XLIL Provifionee! Rapport van Gecommitteerden van de Heeren Staaten van Hoi» land en Westfriesland tot de perfoneeie Commisfie by zyne Hoogheid als Admiraal Generaal, betreffende de Ezpeditie naar Br est. Uitgebragt ter Vergaderinge van Hun Edele Groot Mogende, in dato 7 February 1783. De Heeren de Gyzelaar f van Staveren, Visfcher, van Zuylen.van Nyvelt, Merens en van Bleiswyk, Penfionarisfen en Secretarisfen der Steden Dordrecht , Leiden , Amfterdam , Rotterdam en Hoorn., mitsgaders Raadpèniionaris van. Holland en Westfriesland , refpecTdvelyk: hebben ter Vergadering gerappor» teerd , dat zy als Gecommitteerden van Hun Ed. Gr. Mogende,, in gevolge en ter voldoening van Hoogstderzelver Refolutien van 27 September en 24 Oétober van het afgeloope jaar, op den 4 December daar aan volgende zig hadden vervoegt by zyne Hoogheid, en aan hoogstdenzelven ged,etailleert den inhoud der. voorfz» Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van den; 24 October , met by voeging , dat. welgemelde zyne Hoogheid thans door dezelve klaar zoude zyn geconvinceerd , dat zy in de Conferentie met Hoogstdenzelven op den 4 October 1782 gehouden over het niet uitloopen van het geordonneerde Esquader naar Brest, nimmer de pralen van hunnen last gee'xcedeert hadden ; dat zy by ge» melde Refolutie ipeciaal gequahflceert zynde.. tot. het onderzoek naar de redenen deezer gebeurtenisfe, mitsdien ook verpligt waren era ter vol loening aan den last en. de intentie van Hun Ed. Gr, Mogende ,, de duifterheden , die deeze zaak hadden vergezelt, na. te gaan, en ten dien einde deswegens by zyn Hoogheid t als Admiraal deezer Provincie , de vereischte opbelde* ring en explicatie te viaagen. Dat zy , alvoorens daartoe over te gaan , tot weg» neeming der vooroordeelen , die zy geinformeert waren .» dat, tegen de oogmerken der Gecommitteerden P i by  2f8 feb. ZAAKEN VAN 1793. by Zyne Hoogheid plaars vonden, hadden gedeclareert ö«t er geene de minfte intentie was , Om in het te doene rapport aan Hun Ed. Gr. Mogende van het relulraar der gehoudene Conferentien, uit hoofde van de qttai ficarie in de voorfz. Refolutie van den 27 September 1782 vervar (om namelyk hetzelve na bevind van zaaken te mefureeren) ietwes te verzwygen, hetgeen Zyne Hoogheid zoude meenen dat gecommuniceerd behoorde te worden: alzoo Hoogstdezelve zig verzekerd konde houden , dat zy Heeren Gecommitteernen van al het gebeurde een getrouw verflag zouden doen, ten zy Zvne Hoogheid met hun mogf oor' 1 her belanS en de dienst van het Land vorderde om het Rapport op zommige refpeften te moeten mefureeren; omtrent hetwelk zy betuigden, geene tinaaie bepaaiingen te zullen maaken, dan na eene voorafgaande communicatie ea volkomen goedkeuring van meergemelde Zyne Hoogheid ; terwyl zy Heeren Gecommitteerden voorts nog hadden gedeclareerd, volkomen bereid te zyn , om (indien Zyne Hoogheid het mogt verkiezen) hunne Cordideratien fuccesfivelyk in gefchnfie aan Hoogstdenzelven te fuppediteeren ten einde daar door des te beter in ftaat gefteld te zyn °m VuV^f overweeS'ng, aan hun Gecommitteerden een knrirtelyk Antwoord te kunnen geven. Dat zy dit in fubftantie vooraf geprasmitteerd hebbende , vervolgens waren overgegaan tot het onderzoek raar de redenen, waarom de voorfz. ordres niet waren geëxecuteerd (al het welk van het eerfte oogenblik dat de non executie plaats hadt , by hun was aangezien voor eene zaak, in dewelke de dienst van den Lande zoo wel als de eer van de Natie, met de weezentlykl fte belangens van den Staat waren geconcerneerr} en by die gelegenheid aan meer gemelde Zyne Hoogheid hadden voorgedraagen , hetgeen in fubftantie Itaat vervat in de Memorie, hier agter gevoegt, fub liet. A Dat zy voorts op den 13 van dezelfde maand zig wederom hadden vervoegt by Zyne Hoogheid , ten einde mug antwoord en elucidatie op de bovengemelde Memone te erlangen, mitsgaders nopens de gehoudene conduiten en onbetaamelyke expreslien van den Vice- Ad-  vts. STAAT EN OORLOG. 1783. 229 Admiraal van Byland , zoo omtrent de voorfz. geordonneerde Expeditie naar Brest, als met opzigt tot de daar toe genomene Refolutie van H. H. Mogende ; dog met geen ander effect dan dat Zyne Hoogheid aan Heeren Gecommitteerden alleenlyk had voorgeleezen , en vervolgens Copielyk ter hand gelleld hier agter geinfereerde Memorie fub litt. P>. Dat zy Heeren Gecommitteerden wyders noodig oordeelende, om met relatie tot het voorfz. gedrag van gemelde Vice-Admiraal Graave van Byland behoorlyk geïnformeerd te worden, vervolgens den 15 December daar na aan Zyne Hoogheid ha tden doen overhandigen de volgende Memorie fub litt. C. Dog wederom met geen ander gevolg, dan dat hun op den 1 January van dit loopende jaar het fub litt. D. geinfereerde Antwoord van meer gemelde Zyne Hoogheid wierd ter hand gelteld. Dat zy Heeren Gecommitteerden zig abltineerende om over de wyze, op welke de zaaken in de voorfz. Conferentien aan de zyde van Zyne Hoogheid waren behandeld, eenige reflectien te maaken , zig no^tans niet konden onthouden, om by het doen van dit Ripport te declareeren, dat een verder examen nopens de onderfcheideue poincten , die nog opheldering noodig hadden , met geen gegrond vooruitzigt van eenig effect kon worden ondernomen, ten zy Hun Ed. Gr. Mog. vooraf de noodige middelen kwamen te beraamen, met bïhulp van dewelken het bedoelde oogmerk van Hun Ed. Gr. Mogende, by het decerneeren deezer Commisfie, zou kunnen worden bereikt* Litt. A. Korte Memorie voor Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heer Admiraal deezer Provincie. De ondergetekende Heeren, by Hun Ed. Gr. Mo gende Refolutien van 27 Sepieuiber en 24 October laatstleeden tot de peribneele Commisfie gecommitteert , vermeenen , dat tot het P 3 on«  *go fee» ZAAKEN VAN 1783c onderzoek na de eerfte oorzaak , die aanleiding fchynt te hebben gegeeven, dat de Ordres van Zyne Doorlugtige Hoogheid, om in gevolge de Refolutien van H. H Mogenden van den 3 Oc* tober eenige Schepen van O >rlog na Brest te expedieeren , byzonder in aanmerking moet komen , dat niettegenftaande Zyne Doorlugtige Hoogheid voor her neemen van gemelde Refolutie den Vice ■ Admiraal Hartfink in fecretesfe hadt geinformeert van de deliberatien over het doen der voorfz. Expeditie, ten einde de noodige preparatien zouden kunnen worden gemaakt, en de Refolutie daar toe genomen wordende, behoorlyk op zyn tyd zou kunnen worden geëxecuteett, gemelde Vice-Admiraal egter heeft goedgevonden, om deeze fecreete ouvertuure voor zig zelve te houden, en daar van geen het minde gebruik te maaken, dan toen de voorfz. ordres op den 5 Oclober zelfs waren ingekomen ; wanneer hy aan de Kapiteinen, tot de meergemelde Expeditie gedestilleerd, heeft afgevraagd, of hunne Schepen tot het voorgeftelde einde in ftaat waren; door welk onverfchillig en weikeloos gedrag van voornoenden Vice-Admiraal het allezins fchynt te blyken , dat de voorzorge en het lofwaardig oogmerk van Zyne Doorlugtige Hoogheid is inutil gemaakt en geheel en al te leur gefield, waarom Heeren Gecommitteerden dan ook móeten concludeeren , dat hier in de eerfte fource van het kwaad gelegen is: van welk denkbeeld zy niet zullen kunnen worden te rug gebragt, ten zy Zyne Doorlugtige Hoogheid ten dien opzigte zoodanige elucidatie kan fuppediteeren, door welke Gecommitteerden volkomen worden in ftaat gefteld, om de vooroordeelen , waarmede het Publicq omtrent deeze zaak zou mogen ingenomen zyn, weg te neemen, of wel anderzints dat door eene correctie van de geenen, die zig in deezenkwalyk zouden hebben gedraagen, de Natie met de daad wierde verzekert, dat 'er by de HoofddiI ■• ree»  feb. STAAT EN OORLOG. 1783. 231 reetie geene de minfte intentie is geweest , om door het capteeren van frivole pretexten de bovengemelde Refolutie van H. H. Mog. inutil te maaken. 's Hage (5 December 1782. (Was get. c- de gyzelaar. c van staveren. c. w. visïchek. J. VAN zuylkn van nye velt. m. meerens. p. van ble1swyk. Litt. B. Zonder af te gaan van Myn gedeclareerde aan deeze Commisfie den 3 Oftober jongstleeclen , en van het' geene Ik 'de' vryheid heb genomen van onder het oog van Hun Ed. Gr. Mog. te brengen by Myne Misfive van den 27 daar aanvolgende , heb ik niet willen afzyn in antwoord op de Memorie, die de ILer de Gvzelaar, Penlionaris van de Srad Dordrecht, My heden acht dagen heeft ter hand gefield , 'aan de Heeren Gecommitreerdens van Hun Ëd. Gr. Mog. te communiceeren , dat Ik van oordeel ben, dat het examen van het gedrag , zoo van den Heere Vice-Admiraal Hartfinck, als van de verdere Officieren van 's Lands Vloot, die geconcerneert zyn in de voorgenomene Expeditie van het zenden van eenige van 's Lands Schepen na Brest, by H. H. Mog. in deliberatie zynde , en de Befognes daar omtrent met den eerften zullende worden gehouden, de uitllag van die Bofognes zoude behooren te worden atgewagt : terwyl Ik hoope binnen korten meede aan H. H. Mog. te overhandigen' het vervolg der Memorie V die ik aan Hoogstdezelve den 7 Oclober hebbe ter hand gefteld , en hetzelve te extendeeren tot den tvd, dat 's Land Schepen P 4 zyn  332 peb. ZAAKEN VAN 1783. zyn opgelegt in derzelver Winterlaagen. Ik boope, dat myn gedrag daar uit, zoo by H. H. Mogende, als in bet byzonder by Hun Ed.Gr. Mogende en de verdere Bondgenooten in zoo een klaar dagligt zal worden gefield, dat Hoogstdezelve geene de minde twyfel daar omtrent zal overblyven, en dat zy overtuigt zullen zyn, dat Ik alles gedaan hebbe, wat van My , als Admiraal Generaal van de Unie , met reden kan verwagt worde. Aldus overgegeeven den 13 December 1782. (Was get.) W. PR. V. ORANGE» Litt. C. Korte Memorie voor Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heer Admiraal deezer Provincie. De ondergetekende Heeren Gecommitteerden van Hun Ed. Gr- Mogende tot de perfoneele Commisfie hebben gemeent , zig niet te mogen ophouden , om onder de verfcheidene pointen , die tot hun Departement van Onderzoek behooren, vooral ook te moeten inquireeren, op het geen hun in het zekere omtrent den Vice-Admiraal van Bylant is voorgekoomen, die als Commandant van het geordonneerde Esquader na Brest gedestineert, zig geduurende zyn verblyf alhier in 's Hage op den 5 Oclober aan verfcheide Notabele Perfoonen zoodanig onvoorzigtig omtrent deeze Expeditie en de daar toe genomene Refolutie by H. H. Mog. zou hebben uitgelaaten, dat de expresfien door hem ter dier zaake gebruikt , en de discourfen daar over gehouden , in den mond van een Officier in dienst van den Staat, en met deszelfs bevelen gehonoreerd, niet anders dan als zeer ongepast, eu te«  feb. STAAT EN OORLOG. 1783. s33 tegen de discipline aanloopende, konden werden aangemerkt; hebbende hy onder anderen zigniet ontzien , rondelyk te declareeren : dat hy deeze Expeditie niet zou volbrengen, al was het, dat hem dit zyn Kop moest kosten: want dat hy liever zyne Commisfie aan den Admiraal Generaal te rug zou geeven, en zyne dimisjie neemen , dan zig te laaten employeeren, om de beste schkpen VAN Dc N STAAT AAN VRANKRYK TË leveren, OF ZIG ONDER het bevel VAN een fransch OFFICIfcR tk stellen. —■ Dat zy Heeren Gecommitteerden verder geiüformeert waaren , dat gemelde Vice-Admiraal het niet allen niet hadt gelaaten by dit zeggen agter af, maar zelf Zyne Hoogheid in fubtlantie in voegen voorfz. zou hebben onderhouden ; het welk zoo zynde, de Militaire fubordinatie na hunne gedagten in het gevaar (telde van geheel en al gerenverfeert te worden,en daardoor de Marine van den Staat zoo wel als de Perfoon van Zyne Hoogheid in het Departement van de Zee inutil te maaken : waarom zy zig dan ook verpligt hadden geagt, om desw^gen de nodige informatien by Hoogstgedagte Zyne Hoogheid te verzoeken, ten einde met hoogstdezelve, des nooüg zynde, gefchikte middelen tot voorkoominge van foortgelyke inobediente flappen voor het vervolg te prevenieeren. 's Hage iq December 1782. (Was get.) C. DE GYZELAAR. g. VAN STAVEREN. C. W. VISSCHER. J.VAN ZÜYLSN VAN NYEVELD, M. MERENS. P. VAN BLEISWYK. P 5 Litt.  134 feb, ZAAKEN VAN j^gj, Litt. D. Niettegenftaande dat Ik van oordeel ben,dat byzondere gezegdens van een Officier buiten dienst, al was het over zaaken den Dienst concerneerende, geene voorwerpen zyn van eenig onderzoek of van eenige informatièn , 'en nog minder de particuliere converfatien door My met Officieren gehouden , wil Ik evenwel , zonder af te gaan van hetgeen Ik by Myn Misfive aan Hun Ed, Gr. Mog. van 27 Oftober hebbe verklaard , tot informatie van Hun Ed. Gr. Mogende , aan de Heeren Gecommitteerde wel kennisfe geeven, dat de Vice-Admiraal Graave van Byland , als Praefident van een Krygsraad, gehouden op de Rheede van Texel', op Vrydag avond den 4 Oftober alhier was gekomen , om van dien Krygsraad Rapport te doeti, en dé Bukken over te geeven, verzeld van den Schout by Nagt van Hoey, die aau My ter hand (telde het Request der Zee-Officieren tegen de licentie der Courantiers en Pasquilfchryvers; Dat beide die Officieren vernomen hebbende, dat eene Refolutie by H. H. Mog. genomen was, of (fond te werden genomen , om tien Schepen naar Brest te zenden , aan My hunne reprefentatien hebben gedaan tegens deeze zending , die zy dagten niet overeenkomltig te zyn met 's Lands dienst , en welkers uitvoering zy voor zeer bedenkelyk aanzagen: voornaamelyk omdat de Campagne was aangelegt en geconcerteert met het oogmerk, om dezelve tegen het einde van Oftober te doen eindigen , en zy dus niet dagten dat al hetgeen noodig zoude zyn tot het in gereedheid brengen van de Schepen , om te kun. nen volbtengen de reize na Brest, en de verdereExpeditien enTogten, die daar uit zouden kunnen refulteeren, in zoo een korten tyd zou> de kunnen worden aangefchafr. Ik hebbe aan gemelde Heeren Vlag-Officieren daar op gezegt, geene nadere ordres te konnen gee-  fe> STAAT EN OORLOG. 1783. 235 geeven, dan die by H. H. Mog. gedecerneerd waren ; en zyn dezelve des anderen daags op myne fpeciaale ordre weder na Texel geretourneert , om aldaar te overweegen' de ordres van H. H. Mog. en te bepaalen hetgeen zy als Of. ficieren in 's Lands dienst zynde behooren te doen. Dat dus Ik zelfs , even daar door , dat die Officieren op myne bevelen zyn vertrokken, hun gedrag niet kan aanzien als tegens de discipline 'aankopende. Aldus overgegeeven den 1 January 17 83. (Was get.^ w. pr. v. orange. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en ver(taan,het verrigte van de voorfz. Heeren Gecommitteerden by deeze volkomen te approbeeren, en dezelve te bedanken voor hunne genomene moeite en gedaan Rapport; mitsgaders dat door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Gr, Mog. Gecommitteerden tot het groot K'ofogne zal worden geëxamineert, welke en hoedanige middelen zouden kunnen en behooren te worden voorgefteld, om de voorfz. Oonfe. renden met Zyne Heogheid , met een vooruitzigt van meer effect, nader ter hand te neemen en de Vergadering' daar op gedient van derzelver Confideratien en Advis, en is,dien onvermindert,Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt door de Heere Gedeputeerden der Steeden Rotterdam , Schoonhoven , Brielle, Medenblik en Purmerende, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben de voorfz. Refolutie gecontradiceert. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft en Enkhuizen hebben geinhereert derzelver Declaratoiren en Aantekeningen van dens/September, 2*  a$6 feb. ZAAKEN VAN 1783- 24 en 30 October, mitsgadert den 1 en 27 November des gepasfeerden jaars gedaan. De Heeren Gedeputeerden der Steden Rotterdam , Brielle , Medenblik en Purmerende hebben gedeclareert, zig met de voorenflaande Refolutie , voor zoo veel het verrigte van Heeren Gecommitteerden daar by volkomen word geapprobeerd , voor als nog niet konnen conformeeren , maar daar omtrent te referveeren de nadere deliberatien van de Heeren hunne Principaaien. XLIII. Re/oJutie van Hun Ed Gr. Mogende de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, omtrent het onderzoek der redenen en oorzaaken van het niet uitvoeren van de bevelen Hunner Hoog Mogenden tot het verzenden van tien Oorlogfchepen na Brest. In dato 7 February 1783. By refumtïe en tot finaale afkomst, op heden, volgens Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 30 der voorleedene maand , gedelibereerd zynde op het Prae-Advjs , in het Befogne ter Generaliteit met Gecommitteerden uit de refpeétive Collegien ter Admiraliliteit den 3 te vooren geopent, en den 6 daar aan in een Rapporc geconverteert , ten gemelden 3 January ter Vergaderinge overgenomen, raakende het onderzoek der redenen en oorzaaken , van het niet executeeren der ordres tot het verzenden van tien Oorlogfchepen na Brest. En in agtirig genomen zynde, dat uit het bovenge-, melde Rapport zoo wel,als uit het gepasfeerde in deeze zaak, op de klaarlte wyze is gebleeken, dat de Espeditie na Brest, door H. H. Mog. gerefolveert, onder geen ander voorgeeven buiten executie is gebleeven, als omdat de Schepen, daartoe gedestineert, van liet noodige niet zouden zyn voorzien geweest; dat zoo-  n«. STAAT EN OORLOG. 1783. 43? Zoodanig verzuim , by aldien dit gebrek effecYivelyk zoude hebben plaats gehad , dan ook evidentelyk ter verantwoording, of van de refp. dtive Collegien ter Admiraliteit, of van de Commandeerende Zee-Officieren, moet worden gebragt, en dat de even gemelde Collegien overzulks in deezen niet kunnen fungeeren als Confiliarii Principis. Is goedgevonden en verdaan, dat de zaak ter Generaliteit daar heenen zal worden gedirigeert, dat eene afzonderlyke Commisfie van wegens H. H. Mog. mo« ge worden gedecerneert, en door dezelve ten fpoe» digfte geëxamineert, of 'er indedaad zoodanig gebrek heeft plaats gehad , en, zon ja , door wien herzelve dan zoude zyn veroorzaakt, en daar van aan H. H. Mog. Rapport gedaan , en alsdan na bevinding van zaaken nadere voorziening te doen; en in het byzonder, om, in gevalle bevonden mogte worden, dat het voorfz. gebrek aan noodwendigheden niet reëel, maar alleen gepranexteert zoude zyn, om alzo de ordres van H. H. Mog. elufbir te maaken; of dat inderdaad door verzuim der Commandeerende Officieren, of van wien zulks ook zoude raogen zyn, de Schepen niet in ftaat gefteld zyn geweest , om aan de intentie van H. H. Mog. met het arrefteeren van de excraordinaris Equipage van het voorleeden jaar te kunnen voldoen , in dien gevalle door den Competenten Regter , onmiddelyk en zonder tusfchenkomst van eenig ander examen (by het voorfz. Rapport voorgeflagen) tegen de fchuldigen te doen procedeeren , zoo als in goede Justitie bevonden zal worden te behooren. (Onder ftond) Accordeert met de voorfz. Refolutien. XLIV*.  SJ8 FEBèl ZAAKEN VA ff i?g^ XLIV. Request van de Regeering .der Stad Dokkum , de Heeren Staaten van Friesland, over de bekragtiging van den gemaakten Rooster der Ambula» ioire Ampten. In dato 8 February T /ƒ48 Drosfaard mogt worden overgegeeven , benevens de bewyzen van het geene door denzelve Coenraad van Nispen ceswegens voor zynen Competenter! en Burgerlyken R.egter mogt worden te regt gefield, en zoodanig geftraft, als in goede Justitie zou bevonden worden te behooren : Dan, dat dezelve Heer Lieutenant-Generaal en Gouverneur Deutz nier alleen volftrekt heeft geweigerd, derizelveu Coenraad van Nispen aan voornoemde Lietenant - Drosfaard over te geeven, maar zelfs gedeclareerd, dat dezelve door den Krygsraad alhier zoude worden te regt gefteld ; en^ dat zy Supplianten dan ook dienvolgen Je hebben vernomen , dat de Procedures tegen denzelven Coenraad van Nispen voor den Krygsraad werklyk worden gepourfuiveert. Dat bet, onder reverentie, notoir is, dat door zoodanige handelwyze een allerfterkfte tn. fractie wordt toegebragt aan de Regten, hen Supplian. ten als Burgerlyke en Plaatfelyke Kegters alhier competeerende, alzoo, daar gelaaten , Hoog Mogende Heeren, hoe verre de Militie hunne RegtsoefFening omtrent Militaire Perfoonen met regt zoude kunnen extendeeren, het ten minften., onder reverentie, van zelve fpreekt , dat in corfbrmite van de Refolutie by de Hooge Bondgenooten in de gro.,te Vergadering genomen den 24 Maart tóyi, de Militie geene Règts-oefFening hoe genaamd kan exeiceeren, omtrent Burgerlyke of zoodanige Perfoonen , welke niet directelyk tot de Militie of het Gamifoen behooren , en dat over zulks de Regts -oeffening over zoodanige Perfoonen met betrekking tot der Supplianten Stad alleen competeert! aan de Supplianten, als plaatfelyke Rechter.--, cu ook door niemand dan de Supplianten , kan eii mag geiser.  F2B. STAAT EN OORLOG. 1783. 249 erceerd worden. — Dat, onder reverentie , hier tegens niet kan geëxcipeerd worden, dat de gearresteerde Coenraad van Nispen, zig zoude fchuldig gemaakt hebben aan de misdaad van debaucheeren van een Soldaat , en daar over , als zynde quaii een Militair delict:, door den Militairen Rechter zou behooren te recht getteld, en gevonnist te worden, want men zoude met recht kunnen twyffden , Hoog Mogende Hoeren, ja zelfs, onder reverentie, dadelyk on.kennep, of een eigentlyk Militair delict wel door een Burgerlyk perfoon, geen Militair zynde, zou kunnen begaan worden , dewyl een Militaire misdaad , eigentlyk maar alleen kan genoemd wotden zoodanige eene misdaad, die door een Militair, in zyne hoedanigheid als M'iiiair, en tegens de byzondere discipline Militair, waar aan iemand , als Militair, verbonden is, bedreven word, en de misdaad van debaucheeren van Soldaaten daarentegen ook kan bedreeven worden door een perfoon, geen Militair zynde , gelyk blykt in het voor handen zynde geval, en mitsdien dan eigenlyk voor geen Militaire misdaad kaa gehouden worden : behalven, Hoog Mogende fLeren , dat, wanneer men de aart van deeze misdaad van debauche inziet , dezelve niet meer voor eene Militaire misdaad kan gehouden worden , dan alle gemeene delicten, welken tegens de gemeene rechten, en 's Lands Piacaaten, tegens of omtrent een Militair,, of het militaire weezen , konnen begaan worden , wyl dezelve niet en raakt de byzondere discipline militair , welke onder het Krygsweezen plaats heeft , maar inderdaad niet anders is, dan eene gemeene misdaad, welke even zeer tegen 's Lands gemeene Wetten en Placaaten, tegens of omtrent het militair etabltsfement, begaan word , als alle andere gemeene misdaaden , tegens dezelve gemeene Lands wetten , tegen of omtrent andere publique inttellingen of byzondere perfoonen worden bedreven, waarom dan zoodanige misdaad van debauche , onder reverentie, even als andere gemeene misdaaden , ook tot de cognitie van den ordinaireu en plaatfelyken geltelden Rechter moet behooren; en waarom dan ook, onder reverentie, een burgerlyk Perfoon, zich aan zoodanige misdaad van debauche fchuldig gemaakt hebQ 5 ben-  250 feb. ZAAKEN VAN 1783. bende , daarom niet meer , dan om eenige misdaad , van zynen ordir.atren en Burgerlyken Rechter kan onttrokken , en aan de ftraf oeffening van de Militie onderworpen worden ; En de Supplianten, nogte zyne Cheurvorstelyke Doorlugtigheid van de Palz , Hertog van Opper- en Neder-Beyeren , in wiens naam zy de Eere hebben de Juftitie alhier te exerceeren, onder reverentie, onder zoodanig voorwendzel, niet kunnen geturbeert en ontzet worden , van de rechts-oeffening , hen Supplianten, als plaatfelyke Rechters, alhier com- peteerende. 'Er is ook te meermalen verdaan , Hoog Mogende Heeren , dat Burgerlyke Perfoonen, welke , aan de misdaad van debaucheeren van Soldaaten , fchuldig gehouden wierden, en bereids deswegens door de Militie in detentie waren genomen , aan den Burgerlyken Rechter moeften overgegeeven worden : En zelfs met relatie tot de Supplianten , in de maand October van den jaare 1753, alsj wanneer Abraham Vonk en David Heep, de eene Burger en de andere Inwoonder dezer Stad, door de Militie van dit Guarnifoen, wegens debaucheeren van Soldaaten, in detentie zynde genomen, na gedaane reclame en remonftrar;. t:e van wegens de Suppl., op ordre van Haare Ko. ninglyke Hoogheid Mevrouw de Prinfes van Orange en Nasfau, Gl. Mem. , aan de Supplianten zyn overgegeeven , en door den Gerechte alhier zyn gevonnist en geftraft geworden. —• De Supplianten neemen dan de Vryheid zig te keeren tot Uw Hoog Mogende, ootmoedig verzoekende , dat Uw Hoog Mog. den Heere Luit. Gen. en Gouverneur Deutz, "en den Krygsraad van het Garnifoen alhier, gelieven te gelasten , den voornoemden Coenraad van Nispen uit de Militare gevangenisfe te ontflaan, en hem beneffens de bewyzen, welken ten zynen lasten zouden mogen zyn , over te geeven in handen van den Drosfaard deezer Stad, ten einde over denzelven Justitie moge gedaan worden , zoo als bevonden zal worden te behooren, en dat Uw Hoog Mogende hier over gelievende te delibereeren , aan voorgemelden Heere Luitenant Generaal en Gouverneur Deutz , en den Krygsraad van dir Garnifoen, gelieven aan te fchryven, om, hangende Uw Hoog Mogen-  jf.-B, STAAT EN OORLOG. 1785. »5t gende deliberatien, de Procedures tegen denzelven Coenraad van Nispen, te houden in Staate en Surcheance. Het welk doende, enz. Dros/aard , Schoutheth , Burgemeefteren , Schepenen en Raaden der Stad Bergen op den Zoom. Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get,) J. F. DE BOET, Secretaris. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Neder, landen. Mart is den li February 1783. Is gehoord het rapport van de Heeren van Lynden van Hemmen en andere Haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, hebbende ingevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commisfur'ml van deh n December 1782, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, geëxamineerd de Requeste van Droslaard, Schouteth, ■Burgemeefteren , Schepenen en Raaden der Stad Bergcn°op den Zoom, houdende, dat op den ao November daar te vooren eenen Coenraad van Nispen , 'mvvoonder der Heerlykheid Noordgaest , gelegen in het Marquifaat van Bergen op den Zoom , door de xMilitaire wagt aan de Steenbergfche Poort, binnen de voornoemde Stad in arrest was genomen, en door een detachement van dezelfde wagt opgezonden naar de Hoofd, wagr, ter zaake, zoo zy Supplianten onderrigt waren, dat dezelve Coenraad van Nispen met een Soldaat van het  *5i nai ZAAKEN VAN i?g3. het aldaar liggend Guarnifoen quasstie zoude gehad hebhen, en met denzelven zoude hebben willen buiten de Stad gaan, om te zamen te vegten. Dat dezelve Coenraad van Nispen, eenigen tyd in de Hoofd wagt in arrest zynde gehouden , van daar was getransporteerd in ftrikte hegtenisiè by den Provoost Militair te Bergen op den Zoom voornoemd, en overgegeevenaan den Krygsraad van- dat Guarnifoen , ten einde , zoo zy Supplianten geïnformeerd waren , door den Auditeur Militair, voor denzelven Krygsraad tegens hem zoude worden geprocedeerd, ter zaake dat denzelven Coenraad van Nispen zich zoude fchuldig gemaakt hebben aan het debaucheeren van een Soldaat van gemelde Guarnifoen. —. Dit de Lieut. Drosfaard der voorn. Stad, van dit alles kennis bekoomen hebbende , niet had nagelaaten, zich terftond te vervoegen by den Lt. Generaal Deutz, Gouverneur van die Vesting, en denzelven zeer inllantig te verzoeken, dat dezelve Coenraad van Nispen , als zynde een Burgerlyk perfoon en geenzints fubject de Judicature van dat Guarnifoen, uit de Militaire gevangenis mogt werden ontflagen en aan hem Lt. Drosfard overgegeeven, bentevens' de' bswyzen van het geen door denzelven mogre zyn gedelinqueerd, ten einde dezelve Coenraad van Nispen deswegens voor zynen Competenten en Burgerlyken Recli. ter mogt worden te recht gefield, en zoodanig geftraft als in goede Justitie zoude bevonden worden re behooren; dat dezelve Lt. Generaal en Gouverneur Deutz niet alleen volftrekt had geweigerd, denzelven Coenraad van Nispen aan voornoemde Lt. Drosfard overte^eeven , maar zelfs gedeclareerd , dat dezelve door den Krygsraad aldaar zoude worden te recht gefield, «_ . en dat zy Supplianten dan ook dienvolgende hadden vernomen , dat de procedures tegens denzelven Coenraad van Nispen voor den Krygsraad werkelyk waren tepoürfuiveerd. — Dat het notoir was, dat door zoodanige handelwyze een allerfterkfle infractie wierd toegebragt aan de Rechten, hun Supplianten , als Burgerlyke en plaatfelyke Rechters aldaar , competeerende; verzoekende de Supplianten, om redenen, in de voorfz! Requeste geaüeguëerd, dat Haar Hoog Mogende den voor-  nn, STAAT EN OORLOG. 1783. 253 voornoemden Lf. Generaal en Gouverneur Deutz, en den Krygsraad van het Guarnifoen aldaar , gelieven te gelasten, den voornoemden Coenraad vvn Nispen, uit de Militaire gevangenisfe te ontflaan, en hem , bene. vens de bewyzen, welke ten zynen lasten zouden mogen zyn, overtegeeven in handen van den Drosfard der voornoemde Stad , ten einde over denzelven Justitie motge werden gedaan, en dat Haar Hoog Mogende, hier over gelievende te delibereeren , aan den voornoemden Lt. Generaal en Gouverneur Deutz, en den Krygsraad van dat Guarnifoen zouden gelieven aantefchryven, om, hangende Haar Hoog Mogende deliberatien, procedures tegens denzelven Coenraad van h'is» pin te houden in ftate en furcheance; — mitsgaders ter voldoeninge van Haar Hoog Mogende Refolutie van den 3iflen der gemelde maand December 1782, de nadere Requeste van voornoemden Drosfard, Sehouteth , Burgermee fleren, Schepenen en Raaden der Stad Bergen op den Zoom, daar by aan Hun Hoog Mogende prsefenteerende een Memorie tot nadere adltruc"lie van het verzoek, door hun , met opzichte tot de overgaave van Coenraad van Nispen, by Requeste op den n De» cernber 1782 gedaan, en verzoekende, dat Haar Hoog Mogende de voornoemde Memorie gelieven te voegen by voorfz. Rrqueste, ten einde om by het decideeren der voorfz. zaake, daar op zoodanig reguard moge genomen •worden, als Haar Hoog Mogende zouden vinden en oordeelen te behooren. Waar op gedelibereerd en ingenomen zynde de Con. fideratieu en het hoogwys Advis van Zyne Hoogheid, en in agting genomen zynde, dat de voornoemde Coenraad van Nispen geen Burger of Ingezeten van Bergen op den Zoom is, maar aldaar, als Vreemdeling is gearresteerd geworden, zynde destyds woonachtig geweest op de Noordgeest, eene Heerlykheid, onder het resfort van de Generaliteit, en jouisfeerende van Hooge, Midde'.baare, en Laage Jurisdictie. -— Is goedgevonden en verltaan, dat in het verzoek, by de Magiftraa. van Bergen op den Zoom gedaan, niet kan worden, getreeden, en mirsdien het zelve geweezen van de hand; dat hooggemelde Zyne Hoogheid zal worden verzocht, zoo ais ver»  aj4 feu. ZAAKEN VAN ,?83, verzocht word mits deezen, om met terugzending van het vonnis en de ftukken , tot de zaak van den voornoemden Coenraad van Nispen fpecteerende, den Gou verneur en Krygsraad van Bergen op den Zoom aante" fcnryven , dat zy van het voorfz. geval zullen kennis geeven aan den Bailluw en Geregte van de Heerlykheid Noordgeest, met aanbieding van den voornoemden Perfoon van Coenraad van Nispen , en de informatien tegens denzelven, in verwachting van goede lus» titie tegens denzelven naar bevinding van zaaken. En zal exrr?cl van deeze Haar Hoog Mogende Re» folutie, ten dien einde worden gezonden aan Hooesemelde Zyne Hoogheid , om te ftrekken tot Hooestdeszelfs informatie, als meede aan den Drosfard en Gerechte van Noordgeest voornoemd, tot derzelver ntngt en om zich daar na te reguleeren, met recommandatie, om, naar bevinding van zaaken , het recht van de hooge Overheid , volgens de Placaaten van den Lan. de, tegens meergemelden Coenraad van Nispen waarteneemen. c XLV1II, Adres van Gemeenslieden van Nymegen aan den Raad dier Stad; inhoudende een Betoog van derzelver Regten en Vryheden. In dato ia Februan I7S3- Aan den Ed. Groot Achtb. Raad der Stad Nymegen. edele groot achtbaare heeren 1 De Gemeenslieden deezer Stad , nitmaakende het tweede Lid van deezer Stads Regeering, hebben by Refolutie van den 2 January deezes jaars i78qeoed gevoncen derzelver Vergaderingen, immers maandelyks op den eerften Woensdag van ieder maand, in 't vervolg te zullen houden, en van die hunne Refolutie aan  feb. STAAT EN CORLOG. 1783. 155 aan UE1. d-oot Achtb. door hunnen Woordhouder en Gecommitreerdens , doen kennis geeven , in een vertrouwen, dat UEd. Groot Achtb. ^quiteit niet gedoogen zoude , dat aan hun daar in eenige hindernis zoude toegebragt worden. Dan het was met de uiterfte aandoening en geen minder furprife , dat, door derzelver Woordhouder voornoemt, op heden ter hunner Vergadering is voorgebragt , Extract uit het Raadfignaat deezer Stad in dato 29 Jauuary deezes jaars 1783, door Heeren Re. geerende Borgemeefteren aan hem , den 3 deezer loo« pende maand February, ter handen gefield. Waar by UEd. Groot Achtb. hebben gelieven teinhjereren vorige dispofitien , en in 't byzonder die van den 1 Mey 1752 mede brengende: Dat de Gemeenslieden deezer Stad niet stutten iontien en mogen vergaderen, [als by confent en op order van de Heeren Borgemeesteren in der tyd, na inhoud van deezer Stads Raads Refolutie van den 2 January 1614 en andere daarop gevolgde. De Gemeenslieden hadden" wel gewenschr, dat by UEd. Groot Achtb. begreepen, en in een ferieufe overweeging genomen was; Dat Hunlieder Collegie , by de introductie van het zelve, zoo ras de Eed gearrefteerd en in de jaare 1592. na behooren afgelegd was , geworden en ook altoos verbleeven is het tweede Lid van de Regeering deezer Stad, nimmer, ten aanzien van 't geene zy met Eede bezworen hebben, naamlyk om der Stads beste te doen, en derzelver en des Lands Zaaken ten besten te zullen helpen confulteeren en bevorderen , aan een wilkeurige dispofitie van den Raad deezer Stad onderworpen; En dat 'er geen vermoeden ter Waereld overig bfyven kan , waar uit, op eene redelyke en billyke wyze , te infereeren zy; Dat by diezelve introductie te gelyk een voorneemen geweest zoude zyn , 't zelve Collegie weder dadelyk te fupprimeeren, buiten alle activiteit te houden, en alzoo te verhinderen, dat zy Gemeenslieden dien hunnen gedaanen Eed niet zouden konnen of mogen betragten ; fvlaar  356 feu. 1 ZAAKEN VAN 1783, Maar wel ter contrarie, dat zy, door hunnen Eed, in voegen voorfz, verbonden, werkzaam zyn en blyven zouden , om by alle voorkoomende gelegenheden hun van derzelver bezwoore verpligting te acquitee» ren. En ten gevolge van dien ook zouden jouisfeeren van alzulke bekwaame middelen, welke, ter bereiking van dat einde, tendeeren konden. Waar van het recht tot het houden van Vergade. ringen, aan alle geëtablisfeerde hooge en mindere Collegien van Regeering natuuriyk eigen, geenzints mag uitgefloten, maar waar onder het zelve notoir gecomprehendeert moet worden , ten fine van eene gefchikte deliberatie omtrent en aangaande alzulke onderwerpen, als aan de zorge van dir Collegie aanbevoolen en toevertrouwt zyn geworden; Zoo als ook de Gemeenslieden, na dat deeze Stad tot eenige ruet en tranquiliteit gekomen was, daarop bedagt geweest zynde , uerzelver meening bereids in 't begin der voorige Eeuw aan den Eerb. Raad deezer Stad, des aangaande, te kennen gegeeven hebben. Wanneer welgem. Raade den 6 fan. 1713 aan hun wel een declaratoir geliefde te toen toekoomen, van inhoud: Dat, zoo wanneer de Gemeenslieden goed zullen vin~ den Vergadering tot Stads beste te beleggen, '/ zelve den Burgemeefteren in der tyd te kennen werde gegeeven, met de oorzaak waaromme die. Vergadering zolde dienen geleid ; en zullen die Burgemeefteren na gele~ genheid hebben te ordonneeren, dat die Gemeinsluiden gebanet worden, of die Saake vooreerst den Raadcom* municeeren. Dan met welk declaratoir, als ten eenetnaal onvoldoende en vervankelyk, de Gemeenslieden te dier tyde geenzints genoegen konnende neemen , dezelve in 't laatst van dat zelve jaar nader aangedrongen hebben, ten einde allen hinder , met relatie tot het houden hunner Vergaderingen, eens vóóral afgedaan mogt worden. Met dat gevolg ook , dat een Eerb. Raad zig ten éénemaal onbezwaart bevonden heeft, ingevolge derzei»  feb. STAAT EN OORLOG. 1785. zeiver Refolutie van den 2 Jan. 1614. °P de NB. ite» tative vermaaningen van Gemeenslieden, te sccordeeren , dat, Zoo wanneer zy eenige Zaaken zullen hebben, daaraan den dienst en welfland dezer Stad geleegen is, en zy zich aan den Burgemeefter zullen aangegeeven hebben , ende met eenen die principaale oorzaake , waar» omme die Vergadering begeert wordt , dat haar den Coermeifter NB- onwygerlyk vergunt zal worden om de badinge, invurgen als begeert word, te doen. Welke Raads Refolutie op de Vermaaning, en dus met toeftemming van Gemeenslieden ingevolge deezer Stads fundamenteele Wetten, genoomen, en alléén corroborerende 't recht aan alle Collegien van Regeering ontwyfelbaar competeerende , ten allen overvloede geworden is een Wet, welke zoo wel den' Eerb. Raad als de Gemeenslieden, onder de verpligting eenerexacte naleeving, heeft gebragr. In zoo verre , dat dezelve , buiten eene volkoomenè ivederzydfche toeftemming en bewilliging , niet heeft: kunnen verbroken, geakereert, verandert of vermindert werden; En dat dus ook den Eerb. Raad nooit en nimmermeer bevoegt geweest is, die vastgeftelde en aangenofnene "Wet, in praejuditie en ter oppresfie van het recht, den Gemeenheden van nature toeftendig en by hun daar door boven dien Wettig verkreegen, eigenwillig1 en Op eene dispotique wyze den bodem in te Haan en alzoo van de auihoriteit, die den Eerb. Raad verleent is, een misbruik te maaken. Terwyl hier uit niet minder zal moeten proflueeren , dat UEd. Groot Achtb. der Gemeenslieden voorfz, Re-' folutie van den 2 January deezes Jaars , by UEd. Groot Achtb. voorgem. Relblutie van den 2Qften derzelver Maand , ten éénemaal ongemeriteert aanmerken als eene' onderneeming * tegens het oude gebruik aankopende , en contrair aan de forme van de regeering. Maar die veel eer hadden konnen conliiereeren als eene daad , met het oude gebruik , met de conjlitutie van Regeering , en met de'rire ac legitime geftatueerde Wetten allezints overeenftemmende; XI, DkiiE. R. Voor*  *5& fbb. ZAAKEN VAN 1753. . Vooral daar UEd. Groot Achtb. by derzelver gementiö-eerde Refolutie van den 29 January jongstleden fpeaaal inhajreerende de hier voor gealligeerde WVt en Refolutie van_ den 2 January 1614 , het daar-by geftatuëerHe eo ipfo erkennen , voorts geprajfumeert moe» ten werden , daar van eene volkomene kundigheid te draagen, en mitsdien bewustheid te hebben. Dat , na inhoud van dezelve, aan den Gemeenslieden , op derzelver gezinnen , het houden van Vergaderingen niet kan ontzegt, maar dat aan hun NB. on. ■weigerlyk den Coermeefter ter bading vergunt moet Worden. Zoo als men UEd. Groot Achtb. meer dan bekende kundigheid al mede te kort zoude doen, indien wy kwamen te veronderftelien , dat UEd. Gr. Achtb. ig. D0»-ant zouden zyn. Dat 'er tusfchen den Eerb. Raad deezer Stad , en het Collegie van Gemeensheden in den jaare 1704 dit? ferenten over onderfcheidene poincten , fpeciaal mede over het houden of niet houden van Gemeenslieden Vergaderingen ontdaan, en dezelve eindelvk , na vooraf gegaane vriendelyke onderhandelingen, in der minne getermiueert zynde , by Refolutie van den a Januarv 1705, vergeleeken met die van den December 1704.", aan d*c Cemeenslieden billyke inftantien voldaan , en aan deztlve to:ë"kend is geworden, zoo menigmaal te zullen mogen Vergaderen, als zy zullen oordeelen, dat dezer Stads interesje , zulks zal komen te vereifchen, mits daar van aan den Prafïdeerenden , of by deszelfs ah/ent ie aan den tweeden Burgemeejler , kennis ges. vende. Ten naderen prcuve, dat zy Gemeenslieden te recht op gronden van sequiteit hebben moeten vertrouwen, dat hun in de Executie van bun gerefoiveerde van den 9. January dezes Jaars geen hindernis zoude werden toegebragt , en dat deeze hunne onderneeming (gelyk UEd. Groot Achtb. dat in hun gerefolveert geheven te noemen) niet anders is dan een gedeclareerd voorneemen om gebruik te willen maaken van een recht, bet geen niet alléén met de Conlhtutie van Rrgeeriugoveréénkomftig, maar ook by den Eerb. Raad zoo wel 111 de  feb. STAAT EN OORLOG. 1783, de voorige, als in rleeze Eeuw erken d is, en aan de Gemeenslieden , zonder hunne fpeciaale toeft n m'ng , door welgem. Raad nooit heeft konnen ontnomen worden. Gelyk UEd. Groot Achtb. ook nergens in de Raadfignaaten of elders ontdekken zullen, dat de Gemeenslieden ooit of immermeer van hun voorfz. recht afgezien, en Hun, dus doende, tot het agtervolgen van derzelver Eed en pligt onnut gemaakt hebben. Maar wel dat zy , teaens haaren wil gedwongen , wél eens in die ongelukkige om'tandighe q,Ilaa^00^, Von de- Introd"clie der tegenwoordige Stadhouderlyke Regeering binnen deeze Provincie m 1745 ^J^A tot den 1 May 175i onbefoierd en onbelemmerd hebben gejoufsfierd. Hebbende de Gemeenslieden gemeent deezen voorfz, * tyd  fee. STAAT EN OORLOG. 1783. 2.01 tyd van vóór en onder de Stadhouderlyke Re^eering te moeten diftingueeren: Eensdeels om daar uit , by het vervolg te konnen betoogen , dat der Gemeenslieden meer gementioneerd recht, door de Introductie der Stadhouderlyke Regeering zoo min als door het Reglement op de Regeering in den Jaare 17*0 binnen de Provintie van Gelderland gearres'eerd en geëmaneerd, kragteloos gemaakt is geworden. En anderdeels om , daardoor , aan den dag te leggen , dat zy den Inhoud der Periodes in eenige Couranten , met relatie tot hun Gerefolveerde van den 2 Ja' uary jongstleden geïnfereerd, geenzints avouëeren. Maar dezelve ter contrarie, zoo ten opzigre voorfz. als met relatie tot de daaiby geëxcogiteerde Discrepance , meerderheid en Correspondentie, aanmerken deszelfs origine verfchuld te zyn, of aan onkunde, of aan vuile inzigten van dezulken , die zig onder den fchyn van onkunde willende verbergen , alléén b< ö )gen een wantrouwen te koesteren, verdeeldheden te verwekken en conbustien te voeden , waar van wy allen verre zyn. Zullende, om van dit laatfte niet meêr te gewaagen, ten refpefte van het eerfte , voor decifoir moeten in confidentie koomen; Dat, by het hier voor geallegeerd Reglement op de Regeering in Oétober 1750 gearrefteerd , geftatueerd zynde , uit welke Collegien de Regeering deezer S'ad beftaan zoude ; te weeten uit den Raad en een Lig* chaam van Gemeensluiden ; eindelyk : met relatie tot beide deeze onderfcheidene Collegien, expres/is verbis, gevonden wordt: Dat Burgemeesteren , Scheepenen en Raad, en de Gemeensluiden voorn, ieder refpecTtvelyk zullen hebben zoodanig gezag en authoriteit, als haar refpecTtvelyk is competeerende , en daar van zy jouisfeeren en in gebruik zyn. Dus dat dit Regelement ten duidelykften mede brengt, voor eerst eene bevestiging der Rechten en Privilegiën aan Hun generaliter competeerende. En tweedens fptciaal van die , waar van zy in dien R 3 *yJ  m fsb. ZAAKEN VAN 1783, tyd voor 700 verre dezelve hy opgem. Reglement niet wit 'niklrelyk veranderd wierden, jouisfeerden en in ge» briiik waren. Dat gevolglyk vermits by Gemeenslieden by her ernaneeren van dat Reglement , nog actueel kwaamen te gandeeren van het recht om maandelyks derzelver Vergadering te kunnen en mogen houden. En , dat zelve recht bovendien deunde op den aart en natuur aan alle Collegien van Regeering eigen,mitsgaders op oude Overdragten en Wetten, kort na dein. trodudte van dit Collegie , en vervolgens fuccesfivé, by wederzydfche bewilliging van den Raad en Gemeenslieden beraamd, en hier vooren aangevoerd. Daaruit van zelfs koornt te confequeeren , dat die Leden van den Raad deezer Stad, welke aan Hun Gemeensluiden dat recht van Vergadering in den jaare 175a , en dus posterieur aan het voorfz. Reglement , by Refolutie . van den j May van dat zelve jaar hebben gelieven te contedeeren , en via fa&i te ontnee. men , tegens den letterlyken inhoud van hetzelve gehandelt, en in prajjuditie der Gemeenslieden, een notoir misbruik en eene wederrechtelyke extenfie gemaakt hebben van dat gezag en die autoriteit, welke aan den R>tad deezer Stad, by het gelibelleerde Reglement, gereferveerd gebleeven is ; en dat by nader gevolg , zoo om voorfz. redenen, als om dat na inhoud van deezer Stads fundamenteele Wetten , zonder bewilliging der Gemeenslieden geene nieuwe Wetten ol veranderingen in dezelve kunnen of moogen gemaakt worden, den Eerb. Raa i , tot het neemen van eene dusdane Refolutie, ten éét emaal onbevoegd geweest is, en hun Gemeenslieden geenzints tot een altoosduurende nakoaming van dezelve ooit of immermeer zou kunnen verpligten, veel min hun van derzelver gelibelleerd Recht v/enig privetren. Te minder, om dat den Eerb. Raad derzelver pretentie, onbevoegdheid destyds heeft gelieven te funoee, ren op eene interpretatie eener zoogenoemde decilie van wyien Haare Koningl. Hoogheid Mevrouwe de Princesjt G uvernanie Hooglofleiyker Memorie, cón^er nttrer.de bet different , zee ever het Legeeven van. het  FEB. STAAT EN OORLOG. 1783. *°"3 het Rentambt van deezer Stad Geestelyke Goederen, zoo tuslcnen den Raad dee*er Stad ter eenre , en de Gemeenslieden ter andere zyde, als toen gefubfitteerd zou 'e hebben; Daar het notoir rechtens is , dat, zoo wanneer ?1 werkelyk de definitie van dat different ten wederzy le aan het oordeel van wylen Haare Koningl. Hoogheid, In dien tyd, mogt overgelaaren zyn, waatömtrent men zig egter alnu niet zal elargeeren ; en Hoogstderzelver appoinéïement eene nadere interpretatie nodig gehad hadde, den Ed. Groot Achtb. Raad dezelve van Hoogstgedagte Haare Koningl. Hoogheid appoirftemenr me. de, volgens het eigen aveu der Magiltraat, by derzelver refcriptie van den 1 May 1752 voorkoomende, in verbis: , , . ,. En daar by U Koningl. Hoogheid op het eerbiedig, fte te bedanken voor die gonle voorziening, die Uwe Koningl. tloogheid in *t beflhfen van het verfchil over de eertle post tusfchen ons en de Gemeenslieden in verfchil ontjlaan t, wel heeft gelieven te adhibeeren: Bw-paaldelyk gerouleerd zoude hebben over het zoo even gementioneerd Rentampt ,van der Stads Geestelyke Goederen: .'' i ün nooit .de jure geprsfumeerd mag werden , dat Welged. Haare Koningl. Hoogheid aan haar getrokken zal hebben eene decilie over een poinét , als is het recht der Vergaderingen , waar noch verfchil bekend, noch geklaagd, noch decifie verzogt, noch eene wederzydfche Submis/ie voorhanden was. Terwyl, by dit alles, uog accedeerd, dat het recht tot het houden der Vergaderingen geenzints uit de voorgeaTlegeerde Conventie van den 5 January 1729 oorfpronkelyk en relülteerende, Maar gegrond is op het aiön gerecipieerd generaal recht , aan alle Collegien van Regeenng competeerende. , „. Als op anterieure fundamenteele Wetten en Overdragten , als zyn die van den 2 January 16 £4 en 5 January 1705, hier voor geallegeerd. Ten gevolge, dat, by zoo verre al eens mvita ventate gefouieneerd zoude kunnen worden, door meeiR 4 gem.  f54 FEB« ZAAKEN VAN I783, gem. dispofitief van wylen Haare Koningl. Hoogheid 'de voorlz. conventie van 5 January 1729, in omnibus ac fingulis, vervallen te zyn, als egter neen, dan nog de zoo even gelegeerde Overdragen van 'den 2 january 1705 ongetoucheerd gebleeven zyn, en de Gemeenslieden mitsdien het recht hebben, om nq "inhoud van diezelve Qverdragten en Wetten, met gemeene bewilliging gemaakt, ten allen tyden, en dus ook Maandelyks te kunnen vergaderen. Zonder dat aan hun eenigzints zal kunnen praHudiciëeren, dat zy in die Raads-Refolutie van den 1 May 1752 zedert dien tyd, tot nu toe, berust zouden heb» ben. Niet alléén , om dat de Gemeenslieden, als Reprefentanten der Burgeren, de Rechten waar van zy naamens dezelve Burgery gebruik moeten en kunnen maaken , noch verwaarloozen , noch daar van tacitè aut expresjé afzien mogen , en bovendien uit; het niet ge. huik derzelve, geen verval of verlos geëlicieerd kan worden, Maar ook , om dat de Rechten en Privilegiën van natuur als de fubjefte aan geene praMcrjptie onderhevig zyn , en zoo al Ja, als egter niet, dan nog een laps van 30 jaaren geen Recht van prietcnptie kan attribueeren. De Gemeenslieden hebben, bevoorens éénige verdere demarches tot conferyatie van derzelver onbetwistbaar Recht, werkftellig te maaken, g(ö>rdeelt alle deeze vooraangeroerde middelen en motiven, ter kennisfe van UEd. Groot Achtb. te kunnen en mogen brengen. Geenzints met inzigt om UEd. Groot Achtb. in deere als Rigters te willen erkennen, de quo expresjé fit proteflatio; r Maar alléén , om ware het mogelyk , UEd. Groot Achtb. te convinceeren; Dat de gronden, welke UEd. Groot Achtb. tot het neemen van eene Refolutie , als is die van den °a january deezes Jaars 1783 gepermoveerd hebben, allezints erroneus zyn, en de onbevoegdheid van UEd.Gr. Achtb. daar top, ten duidelykiten, medebrengen. Dat  fsb. STAAT EN OORLOG. 1783. s6y Dat dezelve Refolutie ook contineerd eene wederrpchtelyke vernietiging van de Rechten , het Gezag, en de Authoriteit van het Collegie der Gemeenslieden, hun, volgens de Wetten deezer Stad, competeerende en, by het hier voor geaüegeerde Reglement op de Re. geering, nader en generaliter geconfirmeerd. En dus al meede , by eene abfolute gevolgtrekking, jnvolveerd eene alteratie in datzelve Reglement op de Regeering, waar van de punctueele agtervolging, zoo door UEd. Groot Achtb. als door hun Gemeenslieden, pnder aanroeping van een Heiiig Opperweezen, plegtig bezwooren is , welk hun Gemeenslieden verpligt, en ook altoos bereidwillig maaken zal, om hetzelve na te koomen en te agtervolgen; Terwyl zy niet minder yverig zullen weezen, om, na inhoud van derzelver gedaanen Eed , de Rechten van hun en die der Burgerye , op alle mogelyke wyze te conferveeren , het beste deezer Stad, na hun vermogen , ter goeder trouwe te bevorderen en , op redres van alle wederrechtelyke inbreuken , te urgee» ren. Tot hoedane eindens de door hun, op den 2 January deezes Jaars 1783 gerefólveerde Vergaderingen, dan ook alléén zullen tendeeren. En omtrent welk gerefolveerde zy zig bezwaard vinden alnu éénige verandering te maaken. Zoo als zy ook om redenen voorfz. moogen vertrouwen, en niet minder, egter onder protest als hier voor, ten nadrukkelyklfen , hoewel met alle eerbied , infleeren, Dat door UEd. Groot Achtb. als door het hier voor betoogde nader en fpeciaaler van alles geinformeerd, aan hun Gemeenslieden , na inhoud der voorgemelde Overdragten en Wetten van den 2 January 1614, en j January 1705 en j January 1729 by dukgez. Regie, inent op de Regeering generaliter geconfirmeerd, geen verdere hindernis in net houden hunner Vergaderingen toegebragt werde. Op dat zy, daar door , het genoegen mogen erlan» gen van outheven te blyven van de noodzaakelykheid 9111 dat hun Recht, of liever het Recht van aller deeR 5 zer  255 fëb. ZAAKEN VAN I7g3. zer Stads Burgeren en lngezeetenen , waar van zv de wettige Reprafentanten zyn, door andere gepaste middelen te moeten ibutineeren en reclameeren. XLIX. Memorie vanConfïderatien over de vorde. ring van Engeland, door Heeren Be. Windhebberen van de O. I. Maatfchappy ter Kamer Amfterdam, overgegeeven aan H. H. Mog. In dato 12 February 1783. Het kan aan de Vergadering van Hun Hoog Mog. niet onbekend zyn, hoe Bewindhebberen van de Oosr-Indifche Compagnie deezer Landen, nu zedert eenige Jaaren, telkens by het doen van Rapport aan Hun Hoog Mog. nopens de Staat der zaaken van Neérlands Indien, genoodzaakt zyn geweest op het allernadrukkelykst te vertoonen de groote veilegenheid waar in de Maatfchappy zig bevind , om haare bezittingen in dien weerbaaren ftaat te brengen, ofte houden , waar in dezelve behoorden te zyn, om tegen een vyandeiyken aanval beftand te weezen. Hun Hoog Mog. herinneren zig buiten twyffel, hoe Bewindhebberen geduurig aan Hoogstdezelve hebben kennis gegeeven van de buirengewoone zwaare Sterf, tens, die 'cr te Batavia onophoudelyk plaats hadden in weerwil der beredeneerde en alzins werkzaame poogingen der Hooge Regeering van Indien, om door het aanwenden van allerhande, zoo men meende, gepaste middelen, die Sterftens, onder den Zegen van God Almagtig te kunnen voorkomen. Hun Hoog Mog. weeten uit deeze zelfde fuccesfive Rapporten, dat die voor de Maatfchappy zoo ongelukkige omftandigheid , van een andere heeft verzeld gegaan , in haare gevolgen even nadeelig: Hoogstdezelve weeten, naamlyk, dat de Maatfchappy nu Jaaren agter den anderen, in haare aanwervingen van Krygs- en Bootsvolks, te woiftelen heeft gehad met een fchaarsheid van Manichappen, waarvan in de Registers van de  feb. STAAT EN OORLOG. 1783. t6j de Compagnie geene voorbeelden te vinden zyn , en die men niet heeft kunnen te boven komen, olfchoon 'er geene kosten, hos zwaar, hoe drukkende die ook voor hei Fiuantie-Weezen der Maatfchappy waren , gelpaard zyn, om zoo buiten als binnen 's Lands, de Lieden tot Compagnies dienst aan te lokken. Door dit gebrek aan Volk, waar van de Nederlandfcbe Mratlchappy eene zoo onwederfpreekelyke doch teffens eene zoo droevige ondervinding heeft , is dan ook noodzaakelyk eei e zeer groote veracbtering in de uitzending van Compagnies-Schepen veroorzaakt, en te gelyk re wee? gebragt eene vernaaging in de voor haare B'-zittingen in indiën, zoo rioiige Secoursfen. Het geen , gevoegd by de fteeds heerfchende Ziek< tens eii Sterftens ter Hoofdplaatfe , Bewindhebberen genoodzaakt heeft ter Vergadering van Hun Hoog Mig. het hooge woord te moeten uitfpreeken, dat de Maatfchappy zich niet meer in (laat bevind, om uit haaren eigen boezem de middelen te verfchaffen , die 'er zouden worden vereischt ter dekking en beveiliging van alle Compagnies Eigendommen , Rechten en Bezittingen tegen Vyaftdelyke onderneemingen. En, wanneer in den Jaare f780, Hun Ed. Gr. Mog. de Heeren Sraaten v-tn Holland en Westfriesland , goedvonden by Hoogstderzelver gerefpeéteerde Misfive van den eerften Jury van dar Jaar, de Prsfidiaale Kamer van de O. I. C. aan re fcnryven, om. met Communicatie van de verdere Kameren, Hun Ed. Gr. Mig. hoe eerder zoo beter , op te geeven den Itaat van defenfie, waar in de Etablisfementen van de O 1. C. zich toen bevonden, met byvoeging van derzelver Coniideratien en Advys , omtrent de wyze , waar op dezelve in een behoorlyk postuur van tegenweer zouden kunnen worden gelteld, heeft gemelde Praelidiaale Kamer als toen de eer gehad Hoogstgemelde Hun Ed. Gr. Mog. een Antwoord te doen toekomen, het geen, offchoon met die omzichtigheid ingericht, welke de tederheid der onderwerpen, daar by verhandeld , vooral in het toenmaalige tydsgewrigt vorderde, niet dan maar al te klaar deed zien, dat Compagnies Etablisfementen niet alle waren in dien ftaat, om te durven ver wagten, dat  *6S feb. ZAAKEN VAN i?g3. dat zy den nodigen tegen (land zouden kunnen bieden aan eene Mogendheid, die, op het Oorlogen afcerSt fe Indien reeds een zeer groote overmagt bezat i' juist die middelen in een genoegzame overvloed voor handen had, welke aan de.: Maatfchappy, uhwylens het hier voor gemelde, zoo zeer ontbraken. U1WyZens De bekommeringen derhalven , waar mede Bewindhebberen waren aangedaan, over Compagnies onderfcheidene Bezittingen , fteegen ten toppunte, wanneer met veele maanden na het vorderen en indienen va„ het voorgezeide Bericht, het Oorlog tusfchen de Kroon van Engehmd en den Staat dadelyk uitbarfte : en het vooruitzicht wierdt voor de Maatfchappy hoe lïnger hoe akeliger, toen zeedert nog inkwamen de Se ■ tydiogen wegens het neemen van eenige Comp benepen door den Vyand , alzoo ook door die oï£! ffi" Comp^n,es ittingen verflooken moeiten beerlyk was. C°UrS' ' Seen V°°r dezelve 200 Ondcrtusfchen hadden de verzekeringen , welke door den Ambasfadeur van zyn Allerchiistelykfte Maielteit by deezen Staat den Heere Hertog dl la Vauguyon aan yerlcheiden Leden van het Bewind op eene ?ee verplichtende wyze gegeeven waren , wegens de eele genheid welke de Nederlandfche Maatfchappy i„ Vrank ryk zou kunnen vinden , om van daar aan de Com. pagn.es Bezittingen in Iudie , de nodige Asfillentle tê bezorgen Bewindhebberen tot het befluit doenKen om van hunnen wegen twee Gedeputeerdens naar Parys te zenden, ten einde daar toe by het Ministerie vaudat Ryk pogingen aan te wenden. H.t ftrekte mitsdien Bewindhebberen tot een bvzonder genoegen , van dezelve Gedeputeerdens , kort na hunne aankomst aldaar, te verneemen, dat by Hoogst- £nf ?epZyfe M"J,eft? goedgevonden wassen II zien yk Renfort na Indië te zenden, waar van een gedeelte bet tem d zou zyn ter befcherming en beveilig*™ daadelyke uitvoering van dac voorneemen aan de Maatlchappy beweezen, is van die importantie , dat dezel, ve beter gevoeld dan uitgedrukt kan worden. De  ïeb. STAAT ËN OORLOG. 1783. 26$ De Brieven , welke men van Compagnies Gedeputeerdens in Frankryk vervolgens ontving, alle vervuld zynde met de overtuigendfte blyken , zoo van de byzondere Protectie, waar mede Zyne Allerchristelyktte Majefteit 's Compagnies bclangens (leeds bleef begunItigen , als van de gedistingueerde benevolentie, welke men omtrent die belangen by het Franfche Ministerie geftadig ondervond , konden Bewindhebberen niet anders dan groote hoop fcheppen, dat de Bezittingen van de Maatfchappy, die voor 's vyands overmacht zouden hebben moeten bukken, door de hulp van Frankryk, denzelven weder konden worden afgenoomen. Zy meenden, uit het geen hun door Compagnies Gedeputeerdens te Parys was bericht, wegens de afgegeevene ordres van den Heer de Suffren , te mogen verwachten , dat Trinconomale, op het Eiland Cellon, reeds ontzet zou weezen, terwyl men inzonderheid veel reden had, om te denken dat ter Kuste van Coromandel de Troupen zoo van Frankryk als van Hyder-Aly, de Engelfchen reeds genoodzaakt zouden hebben, Nagapatnam weder te ontruimen. Hoe gunltiger nu deeze omftandigheid van zaaken zig voor de Maatfchappy liet aanzien , des te treffender moeiten voor haar wezen , de gerugten , wegens de geteekende Prseüminairen tusfchen de Hoven van Spanjen en Frankryk ter eenre, en het Hof van Engeland aan de andere zyde, en de harde en ondraaglyke voorwaarden , waar op men wilde dat Engeland, by die Prasliminairen aandrong, met opzisc tot de Republiek, en welke voor de Oost-Indifche Maatfchappy van zeer verre uitzigten zouden zyn. Die gerugten aan de prasfidiaale Kamer meer dan waarfchynelyk zynde voorgekomen , heeft dezelve terftond eene buitengewoone Vergaderinge van XVII. hier in 's Gravenhage befchreeven, ten einde te beraamen , wat 'er ter zaaken voorfchreevene Compagnies wege zoude behooren te worden verrigt. En Zyne Doorluchtigfte Hoogheid de Heer OpperBewindhebber, heden die Vergaderinge met Hoogstfleszelfs tegenwoordigheid vereerd hebbende, heeft; aan dezelve kennis gegeeven , dat volgens de berichten, die men  27© fes. ZAAKEN VAN srg^. men van de beide Ministers van de Republiek aan 't Hof van Frankryk óntfangen hal, door her Hof van Engeland als Con dtien van de Vreede gevorderd wierden de Srad van Nagapatnam, met deszelfs onderhoorig gebied, indien het een zoodanig rm$rr bbben , en voorts de vrye Vaart in de O-sterfche Zeeën, waar door men thans wist, dat Engeland verftond een ongelimiteerde Vaart in alle de O-dterfche Zeeert en Ka. naaien, bepaaldelyk ook langs en door de M dukkoos of Specery-Eilanden. Alle de refmdtive Led n der Vergadering, met Zy. ne DiorlucktigPle Hoogheid op het levendigst gevoelende, dat de voorfchreevcne vorderingen van het Hof van Engeland tot niets minder tendeeren , dan om de Nederiandfche Maa'fchappy het alleresfentieelfle van haare Bezittingen en Voorrech'en te ontneemen , en al zoo aan haar een doodelyken (lag toe te brengen, hebben eenpaang geoordeeld , dat men het nimmer voor de Participanten van de Compagnie zoude kunnen verantwoorden , indien men van de kant van de Maatfchappy niet sis nog alles, wat van haar afhing, aanwendde, ten einde de voorzeide zoo onregtmaatige eisfehen van de Kroon van Engeland, langs de meeste gepaste wegen zoude mogen worden tegengegaan , en de Vergadering heeft 'over zulks zig verpligt gtö .rdeeld aan de Leeden van Hun Hoog Mog. de redenen op te geeven', waar op zy haare bezwaaren over de meergemelde Eisfehen van de Ktoon van Engeland meende te moeten gronden. Hier toe dan by deze Memorie als nu overgaande, moeten Bewindhebberen al aanftonds aanm-rken, dac de Stad van Nagapatnam in het Ryk van Tansjour , en , gelyk men weet, voornaame Mogendheid <»P de Kust van Choromandel zynde geleegen, de Engelfchen, welke op dien Vorst reeds zeer veel invloed hebben, door de bezitting van die plaats, op denzelven noggrooter vermogen zullen kunnen oerfenen , waar door het overwigt van hunne magt ter dezer Kuste, 't geen reeds maar al te veel plaats heeft, nog meerder zal toeneemen. En men behoeft niet ver te zoeken, welke de ge vol-: gea  ygB. STAAT EN OORLOG. 1783. $y gen zullen zyn, die daar uit voor den Handel van de Maaifchappy moeten voortvloeijen. Meermaals hebben Bewindhebberen zich in de noodzaakelykheid bevonden , om in den fchoot van Hun Hoog Mog. te werpen hunne klagten over het gedrag der Bediendens van de Engelfche Maatfchappy in Bengalen , die, ter bejaaging van hun byzonder voordeel, misbruik maakende van de afhangelykheid , waar onder die Maatfchappy 's Lands Regeering heeft weeten te brengen , ond r het masker van die Regeering, telkens verfcheiden takken van Compagnies Handel aldaar drukten , en op eene verregaande wyze benadeelden. En daar men niet onderftellen mag , dat het roerzei van diergelyke bedryven by de geëmploijeerdens van de Engelfche Maaifchappy ter Kuste van C>romandel minder gevonden zal worden , dan by die van Bengalen , zoo kan het dan ook geen bedenking lyden , of na maate het gezag en 't vermogen van de Engelfche Maatfchappy zig daar ter Kuste zullen uitbreiden, de geleegenheid voor de geëmploijeerdens des te ruimer zal worden, om het fpoor der Bengaalfche Bediendens te volgen , en van dat gezag en vermogen zich te bedienen ter bevordering van hunne eigene afzonderlyke belangen: belangen, welke met die van de NederlandFche Maatfchappy niet zelden diametraal ftryden. En inderdaad , als men nagaat de uitgeftrektheid van het ren Noorden van Nagapatnam leggend gebied des Nababs van Carnatica , van wien , gelyk men weet, de Engelfchen volkomen meelter zyn; als men daarby teffei s overweegt , dat dezelve Nabab tegenwoordig bezitter is van de Ryken van Madura en Marrua, leggende ten Zuiden van Nagapatnam , en dus ook van Tansjour, dan kan men niet, dan met een zorgelyk oog oelchouwen de grootheid der magt, waar van de Engelfchen nu reeds naar hun goedvinden zich ter deeze Kuste bedienen kunnen:, te meer, dewyl in het Land van Madura de Werfplaatfen liggen , vanwaar de Maatfehappy het byzonder foort van Lywaaten, onder den naam van het Maüureefche goed bekend, bekomen moet. Zoo de Engelfchen dan nog daarenboven in het bi- zit  r# fes. ZAAKEN VAN 1783. zit zyn van Nagapatnam, dan kunnen zy genoegzaam langs de gantfche Kust eene volftrekte alleenheerfching ceffenen; en, om dit in 't voorbygaan aan te merken, men zou zig merkelyk bedriegen met te onderiteileri, dat daar in voor de overige Europifche Na'iên ter dezer* Kuste geen bezwaar geleegen is, wanneer deeze zich vergenoegen willen met llegts hier rer Kusre ten Handel af en aan te vaaren, zonder te ftaan na eenige territoriaale Bezittingen, 't zy dan die Vaart en Hmdel Compagnies wyze , dan wel door Particulieren gedreven zou worden , alzoo het tegendeel van dien zoo klaar als zeker te betoogen is , uit het geen men in Bengalen ondervonden heefc. Behalven een Jaarlykfchen inzaam van Lywaaten, eri een zeer goed vertier van Jaoansch Staaf koper , als meede van Speceryen, zou de Maatfchappy door het verliezen van Nagapatnam , ook derven moeten een der beste Rhiëu, zoo niet de allerbeste, van deezé Kust, en de acquifitie van die Plaats zou voor de Engelfchen zoo veel te importanter zyn, als, volgens het getuigeids van lieden, die het locale van Madras van naby kennen , de legging van deeze Hoofdplaats dct Engelfche Bezittingen ter deezer Kuste gantsch niet gunftig is, en althans de Rhede van Madras niet in vergelyking komen met dien van Nagapatnam. De Engelfchen ter laatstgemelde pjaarfe en dus ren Zuiden der Franfche Bezittingen van tafical en P0. dichcry zig vestigende , terwyl zy reeds ren Móördér) van die Plaatfen door hun verblyf te Madras zyn gezeeten , zullen ook hierdoor aan de Franfche en H >llandfche Natie de gelegenheid genoegzaam geheel kunnen affnyden , om in geval van Oorlog tusfchen haar en de Kroon van Engeland, elkander onderlinge hulp te bieden, gelyk zulks by het inzien van de Landkaart aanftonds in het oog valt. Men zal als dan meede kunnen opmerken , en het hier voor betoogde zal ook reeds hebben doen gevoe< len de onderfcheidene, en alle zeer naauwe betrekkingen , die 'er leggen rusfchen het belang, 't geen de Franfche Natie , en 'c geen de Nederlandfche Compagnie heeft, dat Nagapatnam niet blyve of geraaide in handen der Engelfcneu. Ner-  fsb. STAAT EN OORLOG. 1783, s>73 Nergens egter vertoont zig de gemeenfchaplykheid van dat belang fbrker, dan in de overweeging, dat Tansjour, om zoo te fpreeken, de Koornfchuur is waar ujt de. Engelfche, Franfche, Deenfche en Hollandfche Etablisfementen ter deezer Kuste moeten gefpyst worden , zoo dat , wanneer de Engelfchen door hunne ovennagt in het Transjpurfche, den uitvoer van Graaijen uit da' Ryk beletten kunnen, zy als dan in ftaat zyn om de Beaittingen der overige Natiën in de üiterfte verlegenheid" te brengen , en by het ontftaan van een ruiuuur zig van dat middel gereedelyk bedienen zul/én; ook fpreekt her van zelfs, dat in zoodanig geval de Bezittingen ter Kuste van Coromandel niet zonden kunnen gerieft worden met Ryst uit Bengaaien, nademaal dezelfde magt, die den toevoer uit het Transjourfche heletten zoude , als dan zeer zeker dien uit Bengaaien meede zoude weeren. En cteeze aanmerk'hg is van de alleruiterfte aangelegenheid voor de Compagnies Bezittingen op het nahum ig Ctylon, dewyl dit'Eiland , in zyn eigen boezem gten genoegzaamen voorraad van Levensmiddelen hebbende , een groot gedeelte van de noodige Lyftogt uit Bengaaien of van de Kust van Coromandel ontvangen moet; dan dit is de eenige betrekking niet, die 'er tusfchen dit Eiland ed Nagapatnam plaats heefr: de nabyheid dier Bezittingen geeft, wanneer ze in éénö hand zyn , een grooten dwang over de Vaart in die ftreekeu , doch deeze kragt word gehrooken, zoo dra men 'n Bezittingen verdeeld. Daarenboven , zoo Nagapatnam in handen der Engleden moest blyven, of komen, zouden zy voor Cr,ion nllergevaarlyklte Nabuuren' zyn., daar die Natie altóós met een Geest van verovering bezield , zig dikwils niet ontzien beeft midden in de vreedigfte tyden, aan het Hof van Candia vermomde Perfoonen te zenden , zekerlyk met geen ander oogmerk dan om te zien , of men dien Vorst, op wiens trouw voor de Maatfchappy weinig ftaat te maaken is, van haar geheel z^.u kunnen aftroonen ; en het Valt ligt te beraaroeu welk het doelwit zy , het geen men als dan vertier in 't oog gehad zoit hebben. XI. deel. S t>e  874 fes. ZAAKEN VAN " - i?g3. De Keizér van Candia zou gewisfelyk ook nu aan haare verleidingen veel eer het oor leenen , alzoo de aangewasfcne magt der Engelfchen , zoo naby dit Eiland, op denzelven zeer diepe indiukken zou maaken, zynde het langs diergelyke wegen , dat die Narie de Heidenfche en Moorfche Mogendheden veelal naar zig trekt, en ten haaren opzigten zig als een befchermende Mogendheid gt draaarnde, het vermogen derzelve in haar als 't waare ontbind , en niet zelden geheel uott (meiten. Men zoude , indien het hier de plaats ware , dit denkbeeld beter kunnen ontvouwen , en aan kunnen wyzen , dat hier in een vo>n:gen der Engelfchen ten minden eenig tegenwigt te gu. ven, En dit Principe , waar van de juistheid , zoo Bw windhebberen en htëedigde Hoof. partic pantei m.enen, tastbaar is, kan dan ook geen twjffei ove-laater , of het Franfche Hof zou met geene onverlchinige oogen kunren aanzien , dat de vordering , oie van wegen de Engelfchen in de tweede plaats is gedaan , om te hebben een onbelemmerde vaart in de Oosterficbe Z* eën en Kanaalen , en byzonder ook langs en door de .Mohil.k'" s of Specety E'la den, aan hetzelve wierde ingewilligd ; want of fch on by die vordering alleen van de Vaart en van gfen Handel word pefprooken , meet en egter Bewindhebberen en beëedtude HoofdparÜcip|Hten, onder ve'hetering, meer dan waarfchynelyk te zyn, dar het otflvnen van een onbelemmetden Handel in die Zeeën , het voornaame en geheime oogmerk is, 't welk onder die vordering verborgen ligt. En dit derhalven doorgaande, zou de EngelfcheOost» Indifche Maaifchappy, die in het Westen van Indiën on-  fhb. STAAT EN OORLOG. 1783. atf onder andere door haare territoriaale inkomlen zich ïaaWyksch zulke onnoemlyke fchatten vergadert, ook in her Uo'len van Jndiën zig bronnen openen tot nog meerdere vergrooting haarer Rykdommen , waardoor dan het coUosfale van haar vermogen alle maat en paa> len ten eenemaale te buiten zou gaan. Engeland zou dierhalven hier door niet weinig ver»' goedjng krygen voor het verlies . 't geen ze door de onaf hangelykheid van Noord- America lyd , en Bewindhebberen en fïeë-digde Hootdparticipanten meenen te mogen rwyffelen , of als dan wel bereikt zou worden bet oogmerk , 'r welk volgens het algemeen gevoelen van 't Publiek met den Noord -Americaanfchen Oorlog bedoeld is. Dan , wat hier ook van zyn moge , zeker is het 9 dat het voor de Oost-Indifche Ompagtrie hard, ja ten uiterften hard zou weezen , wanneer zy genoodzaakt wierd voor de. Balans der algemeene Vredes - Negotiatien een Offerhande te doen , die den totaalen ondergang der Maaifchappy onvermeidelyk na zig zou fleepen. 't Is Hun Hoog Mog. bekend, hoe zy niet zonder zwaare kosten, en veelvuldige moeitens, haare Eigendommen en Bezittingen in de Oosterfche Zeeën verkreegen, en met verfcheide Inlandfche Vorlren in dien O >rt , uitfluitende Contracten tol een privative Leverantie der Producten van hun Land aangegaan heeft; Hun Hoog Mog. weeten ook, hoe zorgvuldig de Maatfchappy tot op den tegen woord i gen dag altoos gewaakt, en daadlyk zig verzet heeft tegen alle inbieuken, welke de jaloufie van andere matiën op deeze haare zoo dierbaare voorregten poogde te doen. En zoo het Bewindhebberen én Beëedigde Hoofdparticipanten geoorloofd zy rond uit te fpreeken , dan kunnen zy hunne bevreemding niet fterk genoeg re kennen geeven , ter zaake men een eisch heeft gedaan, waarvan de vorm zoo is iugerigt , dat zy veel minder fchynt te bevatten , dan in de materie van dien eisch wezen'lyk is geleegen : B-windbebberen en Bië;digde Hoofdparticipanten doelen op het onafscheidbaar verband , 't geen 'er , ten minden in hun oog , is tusS 2 fchen  S76 fee. ZAAKEN VAN 1783. fchen de Vaart, en den Handel, zulks dat al was het, dat men onderftellen kon , dat 'er by Engeland geene inzigren zyn , om de Maatfchappy door middel van de gevorderde oneelimireerde Vaart in haaren uitlluirenden Handel re onderkruipen, het aan die Kroon egter niet onbekend kan weezen, dat, welke bedingen en bepalingen men ook zou willen maaken, om dien handel voor de Maatfchappy ongefchonden te bewaaren, alle dezelve echter by het toeltaan van de ongelimiteerde Vaart zeer ligt te leur te (tellen zouden weezen, door de hebzugt en kwaade trouw van hun, welke die zoo ongelimbeerde Vaart zouden oeffenen , zynde het onmogelyk, door de uitgeltrektheid der Landen, daartegen overal de noodige voorzieninge te doen. Het befef der onmogelykbeid van eene dusdanige vooz'ening zou, by het inwilligen der ongelimiteerde Vaart by het Vreedes -Tract lat, op het Publiek een zoo diepen indruk maaken, dat dit alleen in (laat zou zyn , om het reeds zoo wankelend Crediet van de Maatfchappy ten eenemaal den bodem in te (ban, en *t heeft geen betoog van nooden , dat het ontvallen van dit Crediet voor het beltaan en de werkingen van het L'chaam der Maatfchappy niet alleen , maar zelfs voor het behoud der Nederlandfche Oost indifche Pobfetdien in den allervollten zin fataal zou weezen. B-windhebberen en Beëedigde Hoofdparticipanten verbeelden zig als nu , zoo klaar en zoo beknopt als de aart der zaake het toeliet , by deeze Memorie te hebben bewezen , dat de bt jde voorwerpen der vorderingen van het Engelfche Hof, tot de allerwezendlyklte belangen van de Oost-Indifche Maatfchappv behooren, en dat die zelfde Maatfchappy by die belangen ltaaa of vallen moet. Zy meenen dan ook, onder eerbiedige onderwerping aan de Hoogwyze Raadllagen en Befluiten van Hun Hoog Mog. , dat 'er op die bepaalde , en hier voor omftandig verhandelde Voorwerpen, niet wel iets, hoe ook genaamd, kan worden toegegeeven. Zv vertrouwen teffens, dat Hun Hoog Mog., gelyk Hoogsrdezelve altoos doen , zoo ook vooral in het tegenwoordig tydsgewrigt in ernftige overweeging zullen neemen de  Fm STAAT EN OORLOG. 1783. «277 de wyduitgeftrekte en onnagaanbaare invloeden, die de Oo3t-lndifche Maatfchapny heeft op het beftaan en de welvaart van zoo veele duizenden van Nederlands Ingezeeten. Zy houden zig dan ook verzekerd, dat Hun Hoog Mog. biilyken zullen het verzoek van Binwind. hebberen en Beëdigde Hoofdparticipanten , en ten einde het Hun Hoog Mog. behaage "alles in 'c werk te (tellen , wat Hoogsroezelve naar haare wysheid meest dienftig zullen oordeelen tot voorkoming van den ondergang eener Maaifchappy , wier val tellens die zou zyn van geheele Steden van deeze en andere Provinciën , en die aan de gantfche Republiek, zoo als Bewindnebberen en Btëligde Hoofdparticipanten meenen te mogen zeggen , een geweldige fchok zou toebrengen. Zy verzoeken dus eerbiedig, dat Hun Hoog Mog. geen middelen onbeproefd laaten , om het daar heen te wenden , dat door de Kroon van Engeland van de hier voorgemelde bepaalde vorderingen werde afgezien. Ter Ordonnantie der Vergadering van XVII. *s Gravenhage den li February 1783. (Was get.) E. W. BOERS, S 3 U  378 kb. ZAAKEN VAN 1783. L. .Publicatie van H. II. Mog. de Staaten Generaal der ■ Vereenigde Nederlanden ; behelzende verbod van het plee* gen van Vyandlykheden omtrent de Onderdaanen van Zyne Groot - Brittannifche Majejleit. In dato 14 February 1783. - De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, allen den geenen die deezen zullen zien of hoorén )ee?;en, Salut; doen te weeten: Nademanl Wy , onvermindert Onze vrye deliberatien over den Staat der Vredes-Negotiatie tusfchen Zyne Groot-Brittannifche Majejleit en deezen Staat , hebben goedgevonden te accedeeren tot de voorgeflagen Stilftand van Wapenen, dewelke het gevolg zoude zyn van de ratificatie van de P eliminaire Vredens Artikelen, op den 20 January laatstleeden tusfeheo de II wen van Vrankryk, Spanje en Engeland te Verfailies geflooteri : en vermits de Actens v.an Acceptatie tor bovengemelde Armilhce als nu geteekend en uirgegeeven zyn, en boven dien ook de Aéfens der Ratificatie der voorfz. Preliminairen tusfchen . de Hoven van Frankryk en Engeland reeds op den 3 deezer Maand zyn uitgewisfelt, en dewyl volgens dezelve van den dag der voorfz. Ratificatie af, alle Vyandelykheden moeten cesfeeren ; Zoo is 'r, dat Wy , tot beter naarkoming van dien, alle de lngezeetenen van deeze Landen, van wat Haat of condine dezelve zouden mogen weezen, by deezen wel ernltig vethie ien eenige Acte van hostiliteit te pleegpn te^m de Onderdanen van Zyne Groot-Brittani/che Majelteit 3of aan dezelve eenig nadeel offchade t'/e te brengen. Verklaarende wyders, dat dienvolgende mede alle Schepen en Effecten, die in het Kanaal of de NoordZee mogten worden genomen na verloop van rwaalf dagen , te reekenen van den voorfz. 3 deezer Miand, zynde de dag van de Ratificatie der gemelde Preliminairen , van wederzyden zuilen worden gerefiitueert, g«£«%c, . • , . dat,  jfEB. STAAT EN OORLOG. 1783. 279 dat de termynen zal zyn van een Maand van het Kavaal en de Noord- Zee af tot aan de Kanarifche Ei' landen incluis, het zy in de Oceaan of in de Midde. landfche Zee; van twee Maanden van de voorfz. Kanarifche Eilanden af tot den Equinoxiale Linie of den Equator; en eindelyk van vyf Maanden in alle andere Plaatfen van de Waereld zonder eenige uitzondering van tyd en plaatfen. En om wyders , zoo veel mogelyk, weg te neemen alle onnodige belemmeringen in de Corm^rcie en Navigatie onzer lngezeetenen, furcheeren Wy mits deezen, mede tot nader ordre, de executie van onze Plakaaten en Ordres , geduurende de twee laatst verloo» pene Jaaren ter occafie van den 0)rlog geëmaneerd en gegeeven, zoo die geene, dewelke contineeren verbod van in en uitvoer van Schepen, Goederen, Waarenen Koopmanfchappen , daarin breeder vermeld . als die geene, waar door de Asfurantie, Navigatie ofVisfcheryen van de Onderdaanen van deezen Sraat zyn bepaald geworden: blyvende nochtans de Verboden tegen den uitvoer van Contranande fubfilteeren. Begeerende en permitteerende , dat omtrent alle de voorfchreevene fubje&en , en den uit- en invoer van de voorfz. Schepen, Goederen, Waaren en Koopmanfchappen, met uitzondering als boven, van nu af aan, tot Onze nadere ordre , zal mogen werden gehandett met gelyke vryheid, als voor dato van Oize gemelde Plakaaten en Orders gepermitteerd is geweest, cm. S 4 LI.  28o fe». ZAAKEN VAN r/8j. LI. Request van het Bakkers- en Brouwers Gild der Stad Arnhem aan de Gezwoor ene Gemeente, dienende ter aanmoediginge van dezelve om te volharden in de aaugevangene Maatregelen tot herflel van Privilegiën, In dato 14 February 1783. EDELE ACHTBARE HEEREN I Geeven met alle refpect te kennen de Boekho"der en Guardianen van het Bakker en Brouwer Gilde dezer Stad, hoe dat zy reeds voor een geruime tyd verwagt en vermeend hadden,dat het de pHgt der nTpective He eren Gildemeefleren zoude zyn geweest, om aan ieder Gilde open te leggen, de Remooftratrtien, wélke de aezwooren Gemeente aan de Wel Ed Groot Achtb- Heeren van de MasiftVaat dezer Stad, by Misfive zoo op den 4 December 1782. als op den 17 January 1783. hebben overgegeeven, om daar uit te kunnen verneemen, in war opzigte dezelve ten faveure der Gildens en geheele Burgery te werk hebben gegaan , en volgens haar eed en pligt hadden gehandeld , doch echter, tot hier aan toe, te vergeefs, tot dat aan haar ein ielyk deze Remontrrantien op een en andere wyze zyn ter hand gekoomeu , dezelve by ons nagezien en geëxamineerd zynde, vinden wy in" allen deelen in diervoegeu ingerigt , dat niet alleen de volkoomene goedkeuring van ons , maar ook £van de geheele welmee. nende Burgerye ten allen tyde moet wegdragen. Waarom wy ons by dezen ten hoogden verpligt vinden,om deze gezwooren Gemeente, wegens haare, iti deze zoo opregte conicientieure en y^enge pogingen ten besten van ons en de geheele Burgerye gedaan , de opregtfte dankbetuiginge hier mede te doen , sn konnen niet af'. zyn, om de gezwooren Gemeente, als onze reprsefentanten uit raam en van wegens ons geneeïe Gild op het vriendelykfte dog teffetts op het Iterkfte te folhciteeren, om verders met haare goede Officien in deze te willen voort-  feb. STAAT EN OORLOG.^ 1783. 281 voortgar.n , om , zoo mondeling als door nieuwe remonftrantien , by de Heeren van de Magiltraat te infteeren, om op deze haare reeds ingediende remonltrantien ten fpoedigfle een vol.ioenend antwoord te erlangen , welk wy niet anders verwagten, of Haar E J. Gr. Achtb. zullen in deze zaak niet kunnen hoeftteeren, nadien in dezelve de gefundeertheid, billykheid, en regt- vaardigheid in allen deelen en poincten ten klaarden is doordraaiende. Wy hoopen en vertrouwen dit tèméer, om dat de groudüag van de laatstgemelde Misfive niet "anders behelst als de regten en privilegiën, van deze vrye Stad Arnhem, welke aan ieder der Burgeren en Ingezetenen, en dus ook aan ons, niet meer dan billyk zyn toebehoorende, verwagtende daarom, datHiar EL Gr. Achtb. dezelve in 't vervolg op het naauvyite zullen naleeven , agtervolgen en niet gedoogen, dat daarentegen gehandeld of verdere inbreuken gepleegt worden; op dat wy in het toekoomenle, (op den voet van andere Steden in ons dierbaar Vaderland,) de eer en het genoegen mogen hebben, onze nederigiteDankAdresfen ter Tafelen van Haar Ed. Gr. Achtb. open te leggen. Daar, wy ons integendeel nooit onbetuigd zullen laaten vinden, om in onze qualiteiten, aan deze onze gezwooren Gemeente , voor haare verdere in deezen aan te wendene trouw, yver en moeite, niet alleen de doordraaiende bewyzen van waare en opreg. te dankbaarheid te erkennen, maar ook met alle onze * krasten en vermogen , overeenkomftig met onze verpligting volgens 's Lands wetten, in dat ailes byfpringetï en helpen maintineeren. Wy beveelen Uw Ed. Achtb. in de befcherminge Godes , en hebben de eer met alle refpect te zyn. edele achtbaare heeren I (Was get.) Arnhem 14 Febr. Door alle de Leden van Jt 17S3. Bakkers Gilde, in de veertig fterk. s 5 ' _ LH.  &ti frb. ZAAKEN VAN 1783. LIL Request van Burgers en lngezeetenen van Zwolle aan de Regeeringe der Stad, In dato 15 February 1783. WEL EDELE HOOG ACHTBAARE HEEREN I Mï NE HEEREN! Burgemeefteren, Schepenen ende Raden der Stad Zwolle. Met verfchuldigde Hoogagting en diepen eerbied, vinden de ondergetekende Burgeren en Ingezetenen dezer Stad zig verpligt, bun nedrige en opregte dankbetuigingen by dezen aan U Wel Ed. Hoog Achtb. op te dragen , voor dat Hoogstdezelve op het laatlte Reces van de Landdag het wel daar heen hebben gelieven te helpen dirigeren, dat de Drostendienllen (die de Ingezetenen nimmer wettig verpligt zyn geweest, die reeds eenmaal onfchuldig afgekogt zyn, en daarna door vergetenheid van de overbodige afkoop weder ingevoerd, hoewel onder zekere bepalingen die by vervolg ook al overtreden zyn;) by een wettige Staats» refolutie als onwettig en voor altoos afstefchafc verklaard zyn, en de Heer Baron van der Capellen tot den Poll, ter Vergadering van Ridderfchap en Steden gereaumitteerd. De ondergetekende rekenen zig het een uitmuntend geluk daar door overtuigt te zyn , dat U Wel Edele Hoog Achtb. het welzyn der Ingezetenen en de Befcherming der Voorregten bowm alles ter harten ne« men , en niet onderfchikkcn aan betrekkingen op en met perfonen van vermogen en aanzien : zy zouden hunne pligt verzuimen en de bidykheid te kort doen, indien ze U Wel Ed. Hoog Achtb. niet erkenden en eerbiedigden ais het eerlte middel in de hand der Opperlte Regtvaar digheid , waar door de wettige vryheid der nuttige Landlieden aan het licht gebragt is, en de Heer van der Capellen tot den Poll de aanleiding en ge.  feb. STAAT E-N OORLOG. 17S3. 283 gelegendheid heeft bekomen, om dezelve vervolgens met klem van redenen voor het oog der geheele Natie te konnen reclameren; en zy ftreeLn zig met een aangenaam vooruitzicht dat de Lof en Dankzegging, die onze Landslieden en hunne Nakomelingen aan U Wel E iele Hoog Achtbaare en aan dien ILer zyn en blyi ven verfchuldigd , in de Historiebladen dezer Landen verkondigt zal worden , tot aan het einde der EedWen.: ' " En, daar U Wel Ed. Hoog Achtbaare by derzelver onwederlegbare Refoiutie van dén 2 April 1781 , 't eindens zoo nadrukkeiyk ., referveeren alle zoodanige „ maatregulen als zullen dienltig en nodig oordeelen, „ zoo wel en voornamentlyk, om voor de Ingezeténen „ hun gekogt regt en vrydom van Drostendieulten, „ waar voor zy nog dagelyks de redemtie penning be„ talen, als om voor de Vergadering van Ridderlchap en Steden de wel hergebragte form en prdre van re* ,, folveeren te behouden ongekrenkt;" Voorts dewyl de Heer Baron van der Capellen uit de Staatsvergadering, zonder eenige ordre van re^tegezet is geweest , om een vrymoedig dog teffens nuttig en gegrond advys, tot verbetering van een ingekropen abuis , waar door kan veroorzaakt zyn , dat 'er verfcheiden Advifen, zoo van welgemelde Heer, als van andere Leden van Staat , die voor dergelyke onaangenaamheden bedugt waren, agter gebleven zyn, die nuttig en hoogscnoodzakelyk geweest waren, in de haggelyke tydsomftandigheaen , waar in ons dierbaar Vaderland zig zedert eenige tyd bevonden heeft. En alzoo de Supplianten uit inLrmatien van de Gecommitteerden uit de Burgerye van Deventer vernemen , dat de Heer Baron van der Capellen tot den Poll eenige papieren onder zig zoude hebben, van zeer groote aangelegenheid voor de Provintie. Zoo vertrouwen en verzoeken zy onderdanigs*-. Dat U Wel Edele Hoog Achtb. verder mogen gelieven te helpen uitwerken, dat hoog gemelde wettige Refolutie tot affchaffing der Drosten dien Hen genomen, by Publicatie ter kennis van de Ingezetenen worde gebragt, en aan de uitvoering derzeiver de hand gehouden ;  *84 eeb. ZAAKEN VAN I?83, den ; .voorts het regt der Steden in het (temmen ter Staatsvergadering ftaande gehouden en geoeffend , en omtrent alle onwettige ondernemingen, die daar tegen mogten worden in 't werk gefield, zoodanige mhdelen beraamd, als tot handhaving van 's Lands Conftumen, Wetten en Placaten naar Landregte van Üverysfel behoord. Dat 'er zoo een Stads als Provinciale Wet worde gearrefleerd, dat ieder Lid van de Regeering in 't vervolg vry en onbefchroomd zyn advys op den Eed aan aog Achtb. tè mogen voor. dragen. A le Burgeren, Myne Heeren! zyn van den Hoogden tof den geriiiglten , door den Burrer-Eed , die zy in hunne Perfonen of Voorouderen ge laan hebben , tot bevordering van het algemeene welzyn van de ftad op het ft rkfte verbonden, Zy hebben daar by plegtig gezworen, en zy zyn alzoo verpligt om zulks te bevestigen, dat zy de Vryheden, Privilegiën, Wetten en gewoonten met lyf en goed zullen helpen befchermen. Ieder van hun heeft ook zelfs belang, dat dezedierbare panden, op welke de veiligheid en zekerheid van hunne perfonen en goederen gevestigd is, bewaard en befchermd worden. Hierom denken zy bevoegd te zyn niet alleen, maar zy  FEB. STAAT EN OORLOG. 17I3. 285. zy oordeelen, dat het hun pliet vorderd, om met het dieplle resfpeér. aan U Wel Edele Hoog Achtbare te remt» ftreeren , dat zy zig in het regt van de jagt en door de Militaire Jurisdictie in hunne Regten eri Privilegiën bezwaard vinden. Ry Placaat van Ridderfchap en Steden van den 1$ Maart 1612 onder het Stadhouderfchap van den Heere Pritice Maurits , en by nadere Publicatie van Hun Edele Mogende van den 18 Maart 1628, onder het Sraihoiiderfchap van den Heere Prince Fredrik Hendrik geëmaneerd, zyn de Burgeren der drie Hoofdlieden Heventer, Campen en Zwolle beregtigd verklaard tor de jagr in deze Provintie. Daar [in word door de Heeren Staaten , en alzoo ook mede door de Heeren van de Ridderfchap erkend , dat dezelve toen al van Ouds, en gevolglyk al ondenkelyke tyden daar te voren , naar toe begeregtigd zyn geweest. Het geen dus niet als een nieuwe vergunning, maar als een' behoud van het natuurlyk regt tot jagen moet worden aangemerkt. En dit regt word daar by aan haar zoo algemeen en met geen meerdere bepaling dan aan de gequalificeerde Riddermatigen binnen deze Provintie woonende, toegekend. Hun E Iele Mogende , en dus al mede de Heeren van de Ridderlchap, hebben daar na herhaalde reizen, bv openbaare Placaten , voor het oog van de geheele wereld erkend en llaande gehouden , dat dit regt alzoo zonder eenige bepaling , zoo wel aan de Burgeren van de Hoofdlieden , als aan de Heeren van de Ridderfchao toekwam, zoo als geblykt uit de Pubhcatien gan Ridderfchap en Steden van den 27 April i6j8 en 17 Juny 1671. . Naderhand is door Zyne Hoogheid den Heere Prince Willem de lilde op den 14 Augustus 1675 in het Le^er tot Lembecq een ontwerp gemaakt, volgens wrfk het regt der Hoofdlieden tot de jagt aileen bepaald zoude worden tot zoodanige Burgeren derzelwe, ais in een en het zelve carfpel ten muitten tot de waardye van duizend Ducaten gegoedet waren, en als dan nog met een tweede bepaling, dat die Burgeren alleen 5 zou-  sMè féb. ZAAKEN VAN i7s3. zouden mogen jagen in die quarrieren, daar haar goederen gelegen zyn. ... Dit ontwerp is wel vervolgens by Refolutien van Ridderlchap en Steden van den 21 April 1748 en 28 Augustus 1765, goedgevonden te doen drukken orn voortaan nagekomen te worden. Dog in geen andere veronderftelling a dan dat hec zelve in deze Provintie in den jaare 1675, na de ordre van Regeering geëmaneerd, en een wettig Jagt Reglement van deze P.ovintie geworden was, hetgeen de Heeren Staten alzoo maar goedvonden te vernieuwen. _ Waar mede het alzoo even gelyk met de Drostendienften gegaan is , waar omtrent door het lang verloop van tyd ("gelyk het dagelyks met de menfchelyke zaken meer gebeurt:) uit een misvatting een abuis ing'. (lopen is. Want by een onderzoek word nergens bevonden , dat Ridderfchap en vSteden dat concept van den jaaré %SaA.t voor een provinciale Wet hebben aangenomen en uoen afkondigen De Heer en Mr. Gerhard Dumhar verzekerd in zyn Historie van het Jagtregt p. 20 en 21 , in notis, dat her nimmer tot (tand gekomen is. Het welk ook door de nadere Refolutien en Placaten van Ridderfchap en Steden bevestigd word. Hun Edele Mogende hebben by Publicatie van den at July *?c6, de voorgemelde Placaten van den 27 April 1658 en 17 Juny 1Ó71 , weder vernieuwd en doen ptibltceeren, zonder een enkel woord van het ontwerp van I675 re gewagen. En die zelve vorige Placaten , waar by het onbepaalde Jagtregt van de Burgeren der Hoofditeden zoo klaar erkend word, zyn nog nader by Hun Edele Mogende Publicatie van den 17 Jttny 1724 , gedrukt agter het Landregt van Overysfel fub i\o. 73 , in haar volle waarden verklaard. Waar by nog by een nadere Publicatie van Ridderfchap en Steden van den J8 April 1739 geperfhleerd is. De Supplianten vermeenen nog met alle verfchuldjgdigd reverentie hier by te mogen aanmtrken , dat nergens  ffb. STAAT EN OORLOG. 1783, «1? gen? gebleken is , dat in meergemelde ontwerp van 1675, door Raad en Meente deezer Stad toen, of immer daar na , geconfenteerd , en van zulken voorregr der Burgeren eenige afftand of overdngr gedaan is. H--t tegendeel volgt overtuigend uit de Publicatie van myn Heeren van de Magiltraat deezer Stad van den 26 Augustus 1677, waar by uitdrukkelyk verzekerd ist da' dei Placaat van Ridderfchap en Steden van den jaare 1671, (m het wrik het regt van de Burgeren der Steden erkend wordt:) in alle deelen en poincten zal worden gemaintireerd en geëxecuteerd. Komende de Supplianten zelfs, onder diepen eerbiede voor, dat zoodanige regt tot de jagt, welk aan de Burgeren van aloude tyden even zoo wettig toegeko» men heeft als aan tie Heeren van de Ridderfchap, en het geen zy nimmer aan hunne Regenten of Reprefen» tanten hebben opgedragen, hun even zoo min als hun* ne mobile en immobile goederen en hunne andere geregtigheden , zonder eigene perfoneele afftand kan wor» den '.mnomen. Déwyl zy hui Burgerregt met de geregtigheden daar toe behoorende, doof koop , gifte otte erffenis alzoo wettig 'an alle hunne andere goederen en bezittingen verkrrgen hebben. Om al het welk zy. reverentelyk vermeenen, dat die ophemelde Placaten van 1748 en I 66 , waar over zf Supplianten als geïnteresteerdens nooit gehoord zyn, of een termyn van beri^t gehad hebben, hen in hunno Regten niet behooren te verkorten. En dat zy daarom de vryheid mogen gebruiken te verzoeken, gelyk zy op het gehoorzaamst en onderdanigst doen by deezen. Dat U Wel Edele Hoog Achtbare de Burgeren van de Hoofdlieden, als meede die van de kleine Steden, die hun regt lot de jagt meermalen gededuceert hebben-, zonder daar op uitfpraak te bekomen, en nu over andere gebreken klagen , in hun regt tot de jagt, en alle andere regten , waar in zy bevonden zullen wor. den verkort te zyn, zoodanig mogen helpen herftellen, als Hoogstdezelve na derzelver beroemde Juftitieliefde zullen vinden te behooren. Het  m FE84 ZAAKEN VAN ijn3; - Het poinct van de Militaire Rechtbank , waar over de Supplianten zig meede bez vaard vinden , is zoo groot, dat daar meede hen publieke veiligheid en het bekomen van regt in civile Zaken gemoeid is. De ondervinding heeft geleerd , dat de Militaire Jurisdictie omtrent gemeene misdaden , de JulKtie (die boven .alles als een Heiligheid de b ind b-hoord geboden te worden:) omllaurelyker en langwyliger maakt, en daar door ligt kan veroorzaken , dat de Delinquanten meerder tyd bekomen om de misdaden te verdonkeren, of door de vlugt hun verdiende ftraf te ontwyken : waar van een aanmerkelyk geval onder deezes Stads Regrsgebied op Paa.-chmaandag van den jaare 1777 heeft plaat* gehad, wanneer op een helderen dag, in aanfchouw van honderden van Menfchen, alhier d 'Or militairen een ftraatfchenderye eri aanranding op pubhke Heeren wegen gepleegd is, waar aan wairfehynlyk de doodltraf, immers geen geringe flraf verdiend was, en welke niet zoo ipoedig ondeizogr en nagevorst heeft konnen worden , dat de daaders daar van ontdekt of gjty ftraft zyn, tot geen geringe aanftoot van de goede Burgeren en lngezeetenen. In civile zaken zyn de Burgers genoegzaam gedrongen de Militairen voorde Krygsraden aan te fpreeken, zoo zy zig niet aan exceptien en andere rooeilykheden willen bloot ftellen. Voor de Krygsraden konnen zy niet zoo fpoedjg, en zoo min kostbaar regt bekomen, dan voor hun dageiykfche politike nchter in deeze S'ad. Dit veroorzaakt, dat veele fchuldeisfcbers, die van de Procedures voor Hooge en Laage Krygsraden een affchrik hebben, hunne prEetentien tot hun nadeel nooit bekomen. By infolvente en beneficiaire Boedels lopen de kosten voor de Krygsgeregten aanmerkeljk hoger dan voor onze Stads Rechtbank , waar door de Burgers en lngezeetenen , die by zoodanige Boedels alreeds fchade moeten lyden, nog meerder nadeel word toegebragr. En de Preferentie en Concurrentie, die de fchuHeisfchers naar onze Stadsregten, waar < p ze gecrediteerd hebben, konden en mogten vorderen, word op een ma» nier  feb.' STAAT EN OORLOG. 8783. afig . nier gereguleerd , die daar meede niet overeenkomt, waar door zommige Crediteuren onrnomen word , hec geen hun by onze wel ingerigte wetten gegeeven was, en hen alzoo wettig toekwam. De Militaire Rechtbank word bekleed door perfonen , die tot de kennis van het recht niet opgeleid zyn, waar onder ook uitlanders zyn , die teffens vreemdelingen zyn van onze Vaderlandfche rechten en Conftumen, en waar van de ervarende met geen mogelykheid die bekwaamheden kan bezitten, welke. tot het rechter-ampt kan vereischt worden. Dewyl naar de gronden van rechte in perfoneele zaken moet beüist worden na de Wetten van de plaats, alwaar gecontraheerd is, en in reëele zaken naar de Wenen van de plaats, alwaar de goederen zyn. En niemand , die dan in de eene Stad en Provintie en dan in de andere Guarnifoen houd, genoegzame kennis kan hebben van zoo menigvuldige particuliere Land- en Stadregten, wetten en conftumen , als 'er in onze Republicq gevonden worden ; zoo dat niemand zal kunnen tegenfpreken , dat de doorwrogte kennis van de voornaamfte Hoogleeraars in de Rechten , in veelen opzigte, in deezen zoude_ te kort fchieten. Zynde 'er ook geen genoegzame reden te vinden , waarom diensknegten, die voor der Burgeren en lngezeetenen geld , en in hun plaats gehuurd en beloond worden , niet zoo wel in zaken , die niet puur Militair zyn, voor den dagelykfchen Rechter te regt behoren te ftaan, dan hunne principalen: of dat dezelve , die meede aangenomen zyn , om de Wetten en Privilegiën te befchermen, zouden mogen dienen, om eeni-' ge de minfte inbreuk te doen op dat aloude en aanzienlyk Voorregt deezer Stad en Provintie, dat de lngezeetenen hun recht kunnen zoeken en verkrygen voor hun gewoonen dagelykfchen Rechter. By het opregten van de Unie, hebben de Leden daar in deel genomen hebbende , betraande uit verfcheiden byzondere vrye volkeren, tot algemeene welftand, wel zeker bepaalde deelen van hun Opperheerfchappye, aan het gemeene Lichaam van Staat opgedragen. Dog zulks kan niet verder, dan tot het geen by ieder XI. deel. T m  aoo feb. ZAAKEN VAN I783> uitdruklyk afgeftaan is, worden uitgebreid. Zoodanig dat het geen den eenen meerder dan den anderen töe' gegeeven heeft, aan den anderen niet kan worden ontnomen. Maar aan een ieder, buiten het geen hy expresfelyk aan de Unie medegedeeld heeft, ongefchonden behou. den is gebleven, alle deszelfs overige Oppermagt, het verband van deszelfs wetten, en de fchuldige gehoorzaamheid van alle die zig onder deszelfs Rechtsgebied bevinden. Waarom ook by 't verbond van de Unie van Utrecht van den 23 January 1579 is bepaald Art. 7. Dat de Kapteinen en Soldaaten boven den generalen Eed, particulierlyk de Stad of Stede en Provintie, daar in zy geleid zullen worden, eed zullen doen. Het welk een verbintenis , dienst en onderwerping influit. * 8 Uit het verhandelde by de nadere Unie kan ook duidelyk afgeleid worden , in hoe ver de Provintie van Overysfel in de Militaire Jurisdidie bewilligt heefr. By de corsfideratien namens de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provintie den 7 February 1651 in 's Hage in de groote Vergadering op de Zaale van 't Hof overgegeeven , is' door Hun Edele Mogen e verklaard ; dat de Jurisdictie over de Militairen niet verder aan den Militairen Rechter behoorde te worden gedefereert , dan zoo ver de krygsdienst betreft, en voor 't overige gelaaten aan de ordinairis Juftitie. Zoo dat de Militairen, niet te velde zynde, in deeze Stad en Provintie , alleen aan de Militaire Rechter zyn onderworpen, in nalatigheid en overtredingen in tochten en wachten, 't overgaan aan den Vyand , defertie van de Compagnie , of verloop van de eene Com. pagnie onder de andere zonder pa?poort, en dezelve voor 't overige in alle andere zaken, 't zy dan crimineel, ofcivil, apprehenfibel, Convenibel , Julticiabel en executabel zyn by den civilen ofte politiken Rechter. Waar by nog in aanmerking komt, hoe den Heere Stadhouder Prins Willem de lilde by Misfive van den 3 Juny 1675 een voorflag aan de Heeren Staten dezer Pro-  feu. STAAT EN OORLOG. 178,3. 291 Provintie heeft gedaan , (die dan nog door Raad ea Meerite dezer Stad nooit voor een Stads wet aargenomen , geanefteert en gepubliceert is O waar by Zyne Hoogheid zeifs zaken proponeerd, die de Militairen legenswoordig niet eens in agt gelieven te nemen; als „ dat in civile zaken alle politike of burgerlyke, ge„ lyk ook Militaire perfoonen , iets te eisfehen heb„ bende van Militaire perfoonen haare actiën zouden „ mogen en moeten inftitueeren voor den ordinaris ci„ vil en Rechter, alwaar de Militairen haar zouden moeten verantwoorden." Ridderfchap en Steden, de Heeren Staten dezer Provintie , hebben by Refolutien van den 21 Juny 1758 en 29 July 1761 gedeclareert „ dat nooit zullen ge. „ dooaen dat eenige hooge of laage Krygsraad in de„ ze Provintie zig aanmatige eenige jurisdictie in civi„ le zaken, behoorende tot de ordinaris juftitie, ftry. „ dig met de Rechten en Privilegiën aan de Staten „ dezer Provintie ofte eenige Leden van dien onwe„ derfprekelyk competeerende." Uit al het welk genoegzaam na te gaan en af te leiden is , dat de Militairen met geen de minfte fundament van rechre zig in deze Stad en Provintie eenige andere of verdere judicature kunnen aanmatigen, dan over zaken die den Krygsdienst betreffen en puur Militair zyn. * Deze Stad is tog een Vrye en van niemand af hangende S'.ad, welke in alle zaken zoo civile als crimineele by arrest zonder eenig appel of revifie wyst. Volgens Sta'iregt Titel van Burgemeefteren &c. Art. I. Welke onafhanglyke Opperheerfchappye, dezelve zedert verfchetden eeuwen, en al onder de Bisfchoppen van Utrecht, Keifer Carel de Vde en Philips de Hde geoeffend en bezeten heeft. Hebbende altoos haar eigen wetten gemaakt, immers al kort na den jaare 1330 blykens uit de prasmisfe van het Oud Stadregt , dat vastgefteld is door Schepenen ende Raad; en die gemeene Stad (of Burgeren:) van Zwolle. Zoo als ook alle nadere Refolutien van 14O2, 1415, 1448, 1449, 1453. I4°3. M74> 1479» I489j en vervolgens daar naderhand bygevoegd; door Raad Ta «a  m feb. ZAAKEN VAN i7gg. én de Gezwore Gemeenslieden, die des tyds ieder iaar byzonder tót de Burgerye gekorèn wierden : gearreB ' /elvk ook naderhand en tot heden toe, de wetgevende magt alhier, by Raad en Meente dezer Stad, en ven is6™ S ' beZete" gfcëxercee"i en verble- reZ*Z ÏT d3c Tk voo.rtvloeid , dat bet territoriaal ren in f ,Sn 3an memand anriers kan competeeren dan aan de Heeren van de Magiftraat. Welk regt ook ten allen tyden , en zelfs onder de Regeermg van Koning Philips de lïde is ftaande genouden, zoo als confteerd uit de commisfien door Kïfchap en Steden hunne Gedeputeerden denTodbS lllit'J* £L iaarV57° aan zyn Koninglyke MaIon Lli S^Tn meede S^ven; als waar by met zoo vee nadruk ter neder gefield is , dat de dril Steden, Deventer,. Campen en Zwolle eenige honderden van jaaren, de geregtigheid gehad en gebruikt hebSn da Burgermeefleren, Schepenen en de Raden aldaar de volkomen judicature en jurisdictie in alle Crimineele zaken, niet elleen over de Burgeren en lngezeetenen maar ook over den vreemden hadden , en dat zv rhe ook zonder eenige inzage of befpiering van haaren Landvoriten gebruikt hadden. n vii?" ^ zo''dat}^e Judicature zoo in crimineele als civile zaken by de Heeren van de Magiftraat zoo over Militaire als Burgerlyke perfonen geoeflèrd is, zouden een menigte van de fupplianten konnen bevestigen: het welk egter als een notoriteit zynde, die ook, zoo nodig u.t de Registers van U Wel Ed. Hoog Achtb van alle tyden zouden mogen geblyken, overtollig zou", de zyn alhier te bewyzen. ë - De fupplianten vertrouwen ook met diepften eer. bied, dat fchoon de Militairen doorgaans voorwenden dat het de intentie van Zyne Doorlugtiglle Hoogheid den Heere Prinfe Erfitadhouder zoude zyn , dal allé actiën zoo civile als crimineele tegen Militairen, alhier voorvallende voor de Krygsraad zouden moeten diew^'n T u 20? vo!vaardig a]s Hoogstgemelde Zyne Hoogheid by de aanvaarding van het Eerflradhouderlchap op den 8 Maart 1766 aan de Heeren Gecommit- teer-  feb. STAAT EN OORLOG. 1783, 293 teerden van Ridderfchap en Steden de Staten dezer Provintie , wel heeft gelieven onder eede te-belovenv Ridderfchap en Sreden, mitsgaders de Onderdanen en Ingezetenen van Overysfel by haare Souverainiteit , Vryheden, Rechten en Privilegiën te maintïrieeren, en conferveeren , Zyne Doörlugtigfte,Hoogheid ook gaarn en met geen minder volvaardigheid zal genegen zyn toe te Remmen, dat het billyk, dienftig en nodig zy, dat deze Stad by het voorregt van jurisdictie en judicature , ook over Militairen, in zaken niet puur Militair zynde, gelaten worde. Al waarom zy ootmoedigst verzoeken en vertrouwen. Dat U Wel Ed. Hoog Achtb. door alle gevoeglyke en bekwame middelen het wel daar heen zullen gelieven te dirigeeren , dat alle Militaire jurisdictie , voor zoo verre tegen dezes Stads wetten en privilegiën ltryd , alhier in deze Stad moge ophouden ; en ten platten Lande dezer Provincie binnen haare palen worde gebragt; als ook dat hec Gerechtshof onder de naam van Hooge Krygsraad eenige tydbellaan hebbende, met overleg van de gezamentlyke Bondgenoten mag worden afgefchaft. En dat by deze Stad en Provintie een wet worde 1 gearrefteerd , waar by alle Advocaten , Procureurs en andere Ingezetenen worden gelast,om de Militaire perfoonen, in zaken die niet puur Militair zyn, voor geen Hooge of Lage Krygsraad op eenige wyze te acYio»; neeren of aan te klagen; nog daar toe Request, conclufie of eenige andere fchriftuure aan Krygsraden , Commandanten of Militaire Officieren in te Rellen ; maar dat, Militairen met Rechtsmiddelen willendejaanfpreken , gehouden zullen zyn , zoodanige aétien en klagten voor den ordinaris en politiken Rechter, naar dezer Stads en Lands wetten, in te ftellen, om aldaar fpoedig regt te ontfaugen; zonder dat eenige aanzoeken zullen hebben te wagten, om tegen hun eigen vry goedvinden zig te compromitteren , en de zaken van hun ordinaris en wettige Rechtbank af te nemen, waar door in het bevorderen van preferentie en in het dadelyk verkrygen van hunne deugdelyke fchuldvorderiagen zouden konnen veragterd worden. Dit doende. T 3 LUI.  204 feb« ZAAKEN VAN LUI. Dank-Adres en Request van de Burger - Gekommitteerden van Zwolle, aan de Gezwoorene Gemeente hunner Stad, betreffende de Kecommandatien. In dato \6 February 1783. wel edele en achtbaare heeren! De ondergetekende Burgeren en Ingezetenen dezer Stad, inwendig getroffen door het wederregtelyk in train houden der Drostendienften, het feitelyk ontzetten van de Heer Baron van der Capellen tot den Poll uit de Staatsvergadering, de menigvuldige vergeefze verzoeken van dien Heer om regt te erlangen, en door het betwisten van de aloude en wettige fbrm van concluderen ten Landdage, op den 30 September des vorigen jaars eerbiedigst verzogt hebbende, dat U Wel Edele en Achtbare in derzelver yverige pogingen tot het handhaven en befchermen der wetten en voorreg. ten niet mogten verflaauwen; Hebben met een hartelyk genoegen vernomen, dat U Wel Ed. en Aehtb. getrouw en met yver in hun bezworen pligt zyn blyven volharden; en op derzelver herhaalde inltantien by de Wel Ed. Hoog Achtb. Heeren van de Magiftraat dezer Stad dat gewenscht en regtmatig gevolg hebben gehad , dat den Heer Baron van der Capellen tot den Poll , dien regt Vaderlandlievenden Ridder, tot een hoogstgenoegen van zoo veeIe welmenende Ingezetenen, op den 1 November laatstleden weder ter vergadering van Ridderfchap en Steden toegelaten eD verfchenen is, en de Drostendienften by een allezins wettige Staats Refolutie afgefchafr, Zy agten het derhalven hunne pligt te zvn, over de heilzame en loffelyke befiuiren van U Wel Ed. en Achtb. hun waar genoegen, hun goedkeuring, hun ver» plig-  m'd.' STAAT EN OORLOG. 1783. fl9S pligting en opregtfte dank te betuigen , gelyk wy de eer hebben te doen by dezen; Zoo als zy ook heden hun Dankadres, met byvoeging van eenige nodige verzoeken, aan de Heeren van de Magiftraat prelenteeren , van het welk zy de vryheid nemen een affchrift hier by te voegen , waar toe zig gedragen, en het geen zy verzoeken eerbiedigstaan de aandagtige en ernftige overweging van U Wel Ed. en Achtb. te mogen aanbeveelen; Met verder nedrig verzoek. DatN U Wel Edele en Achtbare de gegronde bedenkingen en verzoeken daar by gedaan , gelieven te ondertteunen en onvermoeid mede te werken tot handhaving van de wettige vryheid der Ingezetenen van Overysiel, tot confervatie van de Voorregten van deze Provintie en Steden en Ingezetenen derzelve, en tot nafporing en verbetering van wezendlyke en nadeelige abuifen en gebreken die bevonden worden ingeflopen te zyn. De ondergefchrevene vermeenen hier by te moeten voegen , dat volgens Stadregt de Keurnoten , die uit de Gezworene Gemeente worden uitgeloot , jaarlyks met eede moeten verklaren. Dat na haar beste wetenfchap zullen kiezen tot de Regeering dezer Stad agt Schepenen en agr Raden , eerlyke, bekwame en ónbefprokene perfoonen ten meesten dienfte en welweezen vau de Stad. Ten gevolge dat dezelve een vrye keure hebben om naar hun beste wetenfchap en niet naar het oordeel van een ander te kiezen; zynde het de keurnoten alleen, en niemand anders, die wegens het doen van de keur voor God en de geheele Burgerye verantwoordelyk zyn. Het welk niet gevoeglyk overeengebragt kan worden met de recommandatien , die tot die keuren door tusfchenkomst van de Heeren Drosten of anders gedaan worden. Terwyl het Caracter of manier van beftaan van de Burgeren dezer Stad, die tot het Regeeringsampt, volgens dezes Stads wet verkiesbaar zyn, best bekend kan zyn, aan de' Leden' van de Gezworene GemeenT 4 te»  fip5 feb. ZAAKEN VAN 1783. te, die in derzelver midden woonen , en daar mede converfeeren , en die met den eed (welke voor gem ydele plegtigheid mag gehouden worden:) moeten beloven, dat zoodanige eerlyke en onbefprokene peribo. nen zullen kiezen, als zy ten meesten dienlte en welweezen van de Stad zullen oordeelen, en dat zy zulks niet zullen laten om lief nog leed, angst of vreeze giften of gaven, nog om geenerhande oorzaken, Daar de Heeren Drosten niet met eede verbonden zyn voor de meeste dienst en welvaren van deze Stad te zorgen., maar in tegendeel, hoe kundig, edelmoedig en befcheiden ook zyn , als medeleden van het Corps der Heeren Edelen, meermalen een daar tegen ltrydend belang hebben aangenomen, en de wettige en voornaamlte Privilegiën van deze Stad en de andere Steden wederfproken , ja daar tegens wel Remonflrantien en Deductien aan de tydelyke Heeren Stadhouders nebben ingebragr. De Remonftranren zyn egter verre af van iemand hunner tegenwoordige Regenten te verdenken, als of die de belanget.s van, deze Stad aan die van de Ridderfchap zouden zoeken, op. te offeren, maar begrypen teffens , dat een bewys van gunfle altoos verpligtinge maakt , en dat een gevoelig en edelmoedig hart nooit kan nalaten voor genotene weldaden dankbaar te zyn. Dat, fchoon het nimmer in een Regtfehapen Regent vallen kan zig aan piigtverzuim fchuldig te maken zulks nogtans niet belet , dat iemand, die beide pligt en erkentenis zoekt in 't oog te houden, in gewimge omltandigheden minder in ftaat is om zig met die rondborftigheid te uiten , als het belang van ftad en ltaat menigmaal vereischt. Des alle welmenende Ingezetenen reden genoeg hebben om te wenlchen , dat zoortgelyke belemmering hoe gering ook, geheel en voor altoos mogen worden uit de weg geruimt. Waarom de Supplianten dan vertrouwen en eerbie* digst verzoeken. U Wel Ed. en Achtb. 'zullen in navolgiro- van de eenparige Refolutie van de Gezworene Gemeente der Stad Deventer, wei insgelyks-gelieven goed te vinden, dat  feb. STAAT EN OORLOG. 1783. 297 dat alhier verder geen recommandatien na de Burgemeefteren en Gemeensmannen plaatfen zullen worden aangenomen. ,'t Welk doende. LiV. Aches der Zwol fche Burgerye aan Jr. A. W. van pali.andt tot Zui.nem, Landdrost van Tsfelmuiden. In dato 16 February 1783. hoog welgeboren gbstrengk heer ! Daar ieder fchuldig is regt en geregtigheid voor te ftaan , en tegen de verkorting derzelve te yvereu, en van het geen hy daar in doet en verzuimt, de verantwoording aan een Opperfte Regtvaardigheid niet ontgaan kan , zoo hebben de ondergetekende niet onveifchillig konnen berusten , in het geen 'er omtrent de Drostendienften , voorts omtrent de hoogstlotïelyke pogingen door den Heer Baron van der Capellen tot den Poll deswegens in 't werk gefteld, is voorgevallen, en by die gelegendheid over het ftemregt der Steden ter Staatsvergadering gefifstineerd is: zaken van welker uitflag de befcherming of verlating van de Vryheid der Ingezetenen , van de Heilige justitie en van een aanmerkelyk en gegrond regt van deze Stad te verwagten of te dugten was. Gelyk zy dan niet hebben konnen afzyn als voorfpraken van fegt en geregtigheid, waar op de Zegen en het Welvaren van een Land te verwagten is, over voorgemelde Zaken aan Raad en Meente dezer Stad, en ten deele ook aan U Hoog Wel Gebr. Geftr. met eerbiedige Remonftrantien of vertrouwen tusfchen te treden, zoo kunnen zy tegenswoordig ook niet nalaten aan U Hoog Wel Gebr. Geftr. nedrigst te betuigen , dat zy een gevoelig genoegen in hunne harten ontdekken, dat U Hoog Wel Geb. Geftr, de zaak van de Drostendienften met die van de Heer van der Ca. T 5 pel-  998 feb. ZAAKEN VAN I?§3. pellen tot den Poll wel nader in nauwkeurige en ernltige overweging heeft gelieven te nemen,en daardoor bewogen is , om met ter zyden ftelling van de altyd groote hinderpaal van eigenbelang, voor de vryheid der Ingezetenen en het herltel van de Heer Baron van der Capellen tot den Poll te ftemmen. Wy fchatten het voor een luifter van deze Provintie U Hoog Wel Geb. Geftrenge als een mede Regent derzelver te mogen erkennen en een eer voor onze Stad , dat Uw Hoog Wel Geb. Geftr. onder de Bewoners derzelver mag geteld worden, en wy bedanken U Hoog Wel Geb, Geftr. op het erkennelykst voor deszelfs edelmoedig gedrag in dezen gehouden. Vertrouwende dat deze opregte betuiging van Lieden die hun Burgereed in aanfchouw nemen, die zig 't een groot Privilegie rekenen , dat geen zugt na eer of gunst, nog vrees voor ongenade hun befchroomt of verfchrikt, om voor te fpreken het geen de regtvaardigheid vorderd , by U Hoog Wel Gebr. Geftr. wel zal konnen opwegen tegen het ongenoegen van weinig andere, die door gunstbewyzen aan menfchelyke belangens afhanglyk gemaakt , en in de vryheid van hun oordeel belemmerd zouden konnen zyn. De Oorfprong en Zegenaar van regt en geregtigheid bevestige U Hoog Wel Geb. Geftr. in deszelfs goede en heilzame gevoelens, doe U Hoog Wel Geb.Geftr. daar voor aanhoudend en manmoedig uitkomen, en bekroone dezelve met gewenschte uitwerkingen ten beste van het dierbaar Vaderland en tot nut en genoegen van 's Lands Ingezetenen. Wy hebben de eer met gevoelens van ware Hoogagting voor de perfoon van U Hoog Wel Geb. Geftr te zyn. hoog wel geboren gestrenge heer.' U Hoog Wel Geb. Geftr. zeer verpligte Dienaren, enz. LV.  feb. STAAT EN OORLOG. 1783. 299 LV. Request van de Volmagten der drie dis. fentieerende Friefche Steden, om ver* nietiging van den ontworpen Rooster. In dato February 1783. Aan de Edele Mogende Heeren Staaten van Friesland. Geven eerbiedig te kennen , de Volmagten der Steden Harlingen , Stavoren en Workum , dat de Volmagten der agt overige Steden hebben kunnen goedvinden , om by eene Kwartiers Refolutie , buiten de Suppl., en alzoo by pluraliteit genomen , te arrefteeren een Roofter , naar welke de ambulatoire Ampten, op het Kwartier der Steden vallende, by eene driejarige verwisfeling, tusfchen de Steden, zullen rouleeren. Dat zy Suppl. die handelwyze , voor volftrekt illlegaal en onbeftaanbaar houdende, daar tegen hebben geprotefteerd, om redenen, dat de Ampten naar de Origineele Conftitutie van de Regeeringe in deeze Provincie, by de Volmagten moeten worden vergeeven by ftemminge, en dat, zoo men van de Origineele Conftitutie wil afgaan , men zulks niet kan doen, dan by Conventie, en 'er geen Conventie kan plaats hebben , dan met eenparige toeftemminge van alle de Steden. Men zal zig misfchien beroepen, op 't voorbeeld der Landkwartieren: maar zeer ten onregte, dewyl de Roosters aldaar met eenpaarigheid van alle de Leden, en zonder iemands oppofitie of protest zyn gearresteert: en al was het eens, dat zulks in 't een of ander Kwartier ook by pluraliteit gefchied ware, zoo zoude zulks de Suppl. in hunne fuftenue niet kunnen prajudicieeren, dewyl, wanneer het op de bepaaling van het regt aankoomt , de vraag niet is : wat *er gefchied zy ? Maar wat 'er had behooren gefchied te zyn? Zoo men wil urgeeren , dat door 't maken van een Roofter de egaliteit bevordert, en uit dien hoofde niemand in zyn regt benadeelt word: de Suppl. antwoorden , dat, zoo zulks al wierd toegeftemd , daar uit nog  jco feb. ZAAKEN VAN I?83; rog niet zoude volgen , dat men een Rooster by plu. rcliteit zoude kunnen vastftellen, dewyl de allerbillyklte Conventie aan niemand tegen zyn wil en dank kan worden opgedrongen ; maar ook bovendien word die ltel ing by de Suppl. in geenen deele geavoueerd : dewyl ieder Stad, voor zyn aandeel, een onbetwistbaar regt heeft op alle de Ampten pro indivifo , om daar over jaarlyks met die andere Volmagten, by Stemminge te disponeeren, en dat regt word hun door het arrelteeren van een Rooster benoomen. Zegt men, dat de andere Steden by Conventie zig zouden kunnen eens maken, en by pluraliteit, met uitllutting van de Suppl., over de Ampten zouden kunnen disponeeren : infa&o werd zulk geërkend , maarte jure ten fterkften tegengefproken , dewyl zulk een excludecrende Conventie , altyd een ongeoorloofd en onbeftaanbaar ftuk zyn zoude, en zoo men 't al eens yoor wettig en beftaanbaar wilde reekenen , zoo hadden de Suppl. met Concurrentie van andere Sleden een gelyk regt: en zulks zoo zynde, dan zoude daar uit zelfs de illegaliteit van de gemaakte Rooster confteeren , dewyl de Suppl. ook daar door van dat rest zouden zyn uitgefloten. Door deeze. redenen , hebben de Suppl. zig verplat gevonden, om van 't gebeurde, zoo zeer inlopende tegen de Conftitutie der Regeering van deeze Provincie kennis te geven.aan Zyne Doorl. Hoogheid, aan welken by Refolutie van den n Juny 1748 opgedragen is genoegzaame autoriteit, om deeze Provincie in deszelfs wettige Conftitutie te bewaren, met verzoek, om door Hoogstdenzelven dien aangaande by hunne regten 2emaintineerd te worden. En nadien de Suppl. geinformeerd zyn, dat de pluraliteit der Steden, nu, op naam van het Kwartier de approbatie van. deeze gemaakte Rooster by ü Ed! Mogende zal verzoeken. tt^° vi,nden de SuPP1- zig verpligt, zig tevens aan U bd. Mogende te addresfeeren , met zeer gedienftig verzoek, de 111 dezen geallegeerde redenen in aanmerking geheven te neemen , en uit conlideratie van de daar door betoogde illegaliteit de verzogte approbatie ge-  feb. STAAT EN OORLOG» 1783. 301 gelieven afteflaan , ten minden tot zoo lange, dat by Zyne Doorl. Hoogheid op- der Suppl. verzoek zal zyn gedisponeerd, Q. F. enz. (Was get.) f. bavius. Notaris. LVL Contra-Protest van de Volmagten der Stad Dokkum, tegen het Protest der drie Steden. In dato 18 February 1783. EDELE MOGENDE HEEEEN! By de Magiftraat en Vroedfchap der Stad Dockum op den 26 November 1782 genomen zynde eene 'Refolutie van deezen inhoud: Gehoord het rapport van den Burgemeefter Fockema en verdere Gecommitteerden, ingevolge Refolutie commisforiaal van den 22 November 178a is met eenparige Memmen gearresteert, dat de Ambülatoir Ampten op 't Kwartier der Steden vallende, voortaan niet meer aan Zyne Doorlugtige Hoogheid door de Volmachten deezer Stad zullen worden opgedragen, om daar af na Hoogstdeszelfs welgevallen op de refpeétive leden van 't Kwartier der Steden te disponeeren , maar dat de Ampten op deeze Stad vallende aan zoodanig een Volmacht van hier tydelyk zal worden opgedraagen , op "welk volkomen vertrouwen gefteld word , dat na het 25 Articul van het Reglement reformatoir van wylen Zyne Doorl. Hoogheid Heer vader glor. ged. , naar zyn verftand en confcientie ten gemeenen besteen welvaaren bevinden zullen te dienen zonder affeélie, gunst of ongunst: Voorts is bepaald , dat aan de tien byjzondere Stede Regeeringen deezer Provintie van dit ge1 nomen belluit kennisfe zal worden gegeeven , op dat eene  3o2 feb. ZAAKEN VAN 1783. eene fchikking naar een daar af voor handen komende of te makene Rooster omtrent de Commisfien van Staat by den aanvang der aanftaande groote Landsdag geformeert werde , en zal Zyne Doorl. Hoogheid meede per Misfive hier af kennisfe worden gegeeven in die termen, als de omftandigheid meede breugt &c. Welke Refolutie by de Steden Leeuwarden, Bolsward, Franeker, Sneek, Slooten, YJst, benevens Hindelopen geaggreëerd , en dien conform door de Volmagten van die zeven Steden , neffens de Volmagten der Stad Dockum , (en dus met eene pluraliteit van agt Steden tegen drie) op den 3 February 1783, geconcludeerd zynde , om na inhoud der Stads Refolutien voortaan geene opdracht der Ambulatoire Ampten of Commisfien aan Zyne Doorl. Hoogheid te doen, zoo hebben de Volmagten der Steden Harlingen, Stavoren en Workum kunnen goedvinden tegen die conclufie te protesteren, onder pretext als 't ware, om de regten en privilegiën hunner Steden niet te krenken. En nademaal wy ondergefchrevene Volmagten der Stad Dockum in de kwartiers Vergadering, op den voorfchreven 3 February dezes Jaars , terflond na het gedaane protest , tegen hetzelve hebben gecontraprotesteert met referve, om tegen het protest der Heeren Volmagten van Harlingen, Stavoren en Workum zoodanige aantekeningen te laaten doen, als wy tot maintien der rechten en pra> rogativen van onze Stad zouden oordeelen te behooren. Om dan in dezen aan onzen verfchuldigden pligt te voldoen , zoo vinden wy ondergefchreeve Volmagten der Stad Dockum ons indispenfabel genoodzaakt, om van dat, by ons gereferveerd regt, gebruik te maken, en tot voorkoming van alle verkeerde impresfien , als meede tot decharge van onze en onzer refpeótive Committenten confcientie , het Protest te beantwoorden , mitsgaders derzelver ongefundeerdheid aan te toonen, en ten dien einde deeze onze contra aantekening in het kamerboek van dit Kwartier in perpetuam rei memoriam voor de posteriteit te laten infereren. Hier meede dan ter zaak toetredende, vinden wy ondergefehreevene Volmagten in het gemelde protest een verbazende ophef gemaakt van een puetenfe inbreuk in de  feb. STAAT EN OORLOG. 1783. 303 de privilegiën der Steden, en van de wettige conftitutie der Regeering in dit Kwartier, die door de ondergetekende of derzelver principalen, zoude zyn gedaan; zonder dat de protestanten in hun protest zoo min , als op der ondergefchr. mondeling gedaane inftantien tot bewys, eenige wet of ordonnantie hebben geproduceert, dat door die Stads Refolutien waarlyk een inbreuk op de Conftitutie der Regeering was ondernomen. De Refolutien der agt Steden doch, welke hier bedoelt, en door de protestanten befchouwt worden , als een injurieufe vermindering van Zyne Doorlugtige Hoogheids rechten, zyn Hechts tweeledig: Vooreerst , om de Ampten,voortaan niet ter begeeving aan Zyne Doorlugtige Hoogheid of Hoogstdeszelfs Succesfeuren te confereren. Ten tweede, om de begeving zelve te doen na eene perpetueele rooster of tourbeurt,die daartoe moest worde gearresteert. Belangende het eerfte poincr,, dat de jaarlykfche gewoonte van de collatie der Ambulatoire Ampten of Commisfien aan de dispofitie der Heeren Stadhouders en Stadhouderesfen in der tyd flechts geweest is eene bloote gunst, zonder eenige verplichting daar toe hoegenaamd, is iets, het welk door de protesteerende leeden van dit kwartier niet word ontkend , maar zelfs apertis verbis geavoueert. Daarenboven is het even waarachtig, dat Zyne Doorl. Hoogheid door zoodanige opdragt, die gedurende een groot aantal van jaaren is gedaan, nooit eenig recht geacquireert heeft, om in het vervolg altoos dezelve oblatie te mogen eisfehen. Dit ons fuftenue blykt uit de manier van opdragen zelve , die t'elkens flechts gefchied is voor een jaar; ten einde (zoo als voorfchr. Heeren proteftanten zelve zeggen) zulks niet in confequentie en tot nadeel van de rechten van dat kwartier der Steden zoude mogen worden getrokken. Deeze oblatie of opdracht verfchilt alleen in twee poincten van de thans genomene Refolutien tot het maken van een tourbeurt. imo.  304 fed. ZAAKEN VAN imo. Dat dezelve oblatie gefchied is om moveerende redenen , welke door de Heeren protestanten echter niet worden uitgegeeven: daarentegen zyn de bekende Refolutien ook gearresteert om moveerende redenen, welke by dezelve ftaan uitgedrukt, en waar van althans de Regeering van onze Stad geen geheim gemaakt heeft. ido. Het notabel onderfcheid tusfchen de oblatie en affchaffirig van dien is ook hier in gelegen: Dat de opdragt fteeds is gedaan door de Heeren Volmagten op eigener auctoriteit, buiten eenige concurrentie of toeftemming der Stads Regeeringen , uit welker naam de Volmagten van dit kwartier compareerden : — Maar deeze affchaffinge dier opdracht gefchiet op expresfe last en bevel van eene groote meerderheid der Steden van deeze Provintie. Hier toe zyn in de refpeclive Magiftraats- en Vroedfcbapsvergaderingen, het zy uit eige beweeging , het zy op uitdruklyke Requesten van hnnne Burgeryen, expresfe en formeele Refolutien genomen. De ondergetekende laten het ter verantwoording van fommige der disfentieerende Leeden , waarom en op welke wyze zy de klaare begeerte en eerbiedige verbogen van hunne gequalificeerdfte lngezeetenen hebben verworpen, en dien contrarie gerefolveert. Het is ons genoeg te kunnen bewyzen , dat wegens de meefte der Frielche Steden uit krachte dier Refolutien niemand ten Landsdag zal worden verkooren, ten zy hy die Refolutien heeft ondertekent, en daar door belooft en zich verbonden , dezelve te zullen in .acht neemen en te obferveeren. Daar nu in den boezem van die refpective Stadsre. geeringen refideert alle de auctoriteit , waar meede de Volmagten van dit kwartier zyn voorzien, wie zal dan ontkennen , dat door die fpeciaale Refulutien aan deezen de handen gebonden , en zy dus verpligt zyn , om agtervolgende de last van hunne refpeétive Committenten te handelen? ——. De Volmagten zyn immers Mandatarii: dus gehouden aan het mandatum of de procuratie van hunne principaalen. De jaarlykfche procuratie der Volmagten ftryd ook geen-  kb. STAAT EN OORLOG; 1783. 3®S geenzints tegens een diergelyk mandatum: want., zoo lang niet bewezen is, dat door de genomene Refolutien in de agt Steden een inbreuk is gedaan in onze wettige Conftitutie van Regeering , zoo lang ook mo;een de ondergetekende , veilig, die contradictie blyven ontkennen : En ingevalle zoodanig een inbreuk op dé wettige Conftitutie van de Regeering was ondernomen door die bekende Stads Refolutien , dan hadden de Heeren protestanten zuiks moeten bewyzen, te .meer, dewyl dezelve door ons ondergefchr. by monde op het èrnftigfte zyn aangemaand tot productie van bewys voor hun fustenue, . . . . Maar het is 'er zoo verre van daan , dat in dezen een inbreuk op de wettige Conftitutie der Regeering zoude zyn gedaan, dat wy ondergefchrevene met veel meer recht kunnen affirmeeren: imo.. Dat door de jaarlykfche oblatie een inbreuk is gemaakt op de rechten der refpeétive Steden. 2do. Dat door het formeeren van eene permanente Rooster gehandelt is conform de wettige Conftitutie van Regeering; en dat dezelve gefchikt is om dé Con= ftitutie in haare origineele gedaante te bewaaren. Deeze twee poinéten zullen wy ondergefchrevene kortelyk betoogen. — Vooreerst : het eerfte beginzel van onze Regeeringsform brengt meede, dat ieder der Staatsleden een gelykform'g aandeel der. emolumenten van de hooge Regeering geniet , éven gelyk elk hunner zyn gedeelte der lasteq, daar aau verknocht, moet draagen. Dit ipconteftabel grondbeginzel wierd ddoc de' oblatie te leur gefteld en in den wind geflagen ; alzoo het békend is , dat aan de eene Commisfie vry meer emolumenten verbonden zyn ,, dan aan anderen, £elyk het ook niet minder bekend is , dat fommige Volmagten van 't kwartier {leeds met de lucratielifte en honorabelfte Ampten wierden voorzien , terwyl andere Volmagten , offchoon d.ezejve daartoe een gelyk recht hadden , geduurende een reeks van jaaren zyn misgedeeld ,. of ten minfte Reeds met geringere en laboricufe Commisfien gebeneficieert. Ten tweeden , dat de jaarlykfche opdracht, tegen de réchten der Steden aanloopt, kan daaruit worden cp- XI, DESt.' V ge-  - 305 feb. ZAAKEN VAN gemaakt, om dat ieder Stad indisputabel het recht heeft om tot Volmagten ten Landsdage te kiezen zoodanige perzoonen , als zy daar toe en tot het waarneetneu der Commisfien , daar aan geannexeerd, het gsfchikst zullen oordeelen : — maar door de oblatie,% daar op gevolgde recommandatie van Zyne Doorl. Ho lheid word deeze intentie der refpeclive Steden verydelt en hunne gekozene Volmagten of tot eene 'geheel andere Commisfie, waar toe zy misfchien minder bekwaamheid hadden, geëligeert, of ook wel, in weerwil van alle Jiunne verdienften, met ftilzwygen gepasfeert. Ten derden het is eene bekende en onlochenbaare waarheid, dat die oblatie eene verpligting en afhangelykheid der Volmagten in dit kwartier veroorzaakt, welke by de circulaire Misfives der Stad Dockum breeder aan den dag gelegd is. Dierbalven , daar wy nu meenen beweezen te hebben , dat de jaarlykfche opdragt niet gefchikt was om de- egaliteit te bewaaren , zoo zal het niet móedèlvk vallen van de andere zyde te betongen, dar de GbtjrMtnt'e der Regeering een Rooster zoo niet vordert ten muiten in alles volkomen admitteer. En hier toe zy het genoeg, de woorden van her Regiem e> t Fgfitfma. toir van den jaare 1743 te hebben ingernlW; waar van het 27 Artikel dus luid: — „ De Commisfien „ Ampten en Beneficiën, waar over ten Laukmu^èn „ Word gedifponeert, zullen als van ouds onne/de „ relpecttve Kameren of Kwartieren Wvven verdeeld „ en ook ih ieder Kamer onder de & ietenyen tot „ voorkoming van menigvuldige kuiperyen, éf/ om zoo „ veel doenelyk een egalren onder dezelve te bomt n „ gepartageerd mogen worden, met die bepaaüug zoo „ als nu ih het kwartier van Westergoo word ge ruc„ uleerd ; wordende de onberioorlyke tn tegens alle ,, Gecommitteerden ten Landsdage, en zelfs aher item„ dragende lngezeetenen hun recht, ftrydende piadtyk, „ zoo als zeaert eenige jaaren in de kwarrieren van „ Oostergoo en Wouden is ingevoerd, en waarby alle „ Ampten en Commisfien, die by verdeeling ter fupj, plene van de refpeclive Grierenyen deezer twee Ka„ meren kwamen te vallen, geaffeéteert zyn op , en ten „ voor-  fed. STAAT EN OORLOG. 1783. 307 „ voordeele van, den Grietman alleen, by deezen wel expresfelyk verboden &c. &c. Daarenboven indien het arresteeren van eente Rooster eene ondermyning der Conftitutie kan genoemt worden, dan begrypen wy ondergefchreevene niet, hoe het zelve in de drie overige kwartieren zonder eenige oppofitie zedert lang heeft plaats kunnen hebben, terwyl eene langduurige ondervinding de heilzaame gevolgen daar van heeft getoont: al waaromme wy on f rgefchreevene de oneerbiedige en injurieufe uitdrukkingen, wélke, omtrent de merites van de Rooster in het protest der drie Steden worden sebeezigt, zullen laaten ter verantwoording van die Heeren , die het zelve hebben ondertekent, alzoo een van beiden waar is, namentlyk, of door eene Rooster word een inbreuk op de Conftitntie gemaakt of niet: By aldien dpor de Rooster geen inbreuk word gedaan op de Conftitutie; waartoe dan word dit met zoo vee! fiducie door die Heeren protesteerende Volmagten geaffïrmeert? en word 'er al inbreuk gemaakt, dan hebben de drie Landkwartieren al zedert een groote reeks van jaaren gezondigt; en een ieder mag zich met recht verwonderen , dat niemant deswegens eenige klagten inbrengt, en dat (wat meer is)' Zyne Doorlugtige Hoogheids Hêer vader , glor. ged., by het Reglement retormatoir het zelve "als een conftitutioneel middel by hec èvengemelde Artikel heeft voorgedraagen. Wyders ftaat te letten, dat in het bovengemelde 27 Artikel die partage word toegelaaten tot voorkominge van menigvuldige kuiperyen , en om zoo veel doenlyk ëene egaliteit onder dezelve te houden, — terwyl al ver Iers in dat zelve Artikel de praclyk, welke in Oostergoo en de Wouden zedert eenige jaaren had plaats gehad , verklaart word als ftrydig tegen het recht van alle Gecommitteerden ten Landsdage, en zelfs van al'è ftemdraagende lngezeetenen: — waar by nog komt, dat Zyne Doorl. Hoogheid jn dat gem. Artikel ook verbied om alle Ampten en Commisfien , die by verdeeling ter fupppletie van de refpeclive Grietenyen deezer twèe Kameren kwamen te vallen , op en aan den Grietman alleen te affecteeren. Va Dit  308 feb. ZAAKEN VAN l733. Dit 27 Artikel toont dus ten klaarden aan , dat de Ambulatoire Ampten en Commisllen van de Landkwartieren komen ter fuppletie van de refpective Grietenyen: als meede dat Zyne Doorl. Hoogheid omtrent de partage en egaliteit wil geobferveert hebben tot voorkoming van menigvuldige kuiperyen , en Zyne Doorl. Hoogheid zegt in dit Artikel met duidelyke woorden dat de ftemnragende lngezeetenen op die Ambulatoir» Ampten en Commisfien zyn geregtigd: wat doch vraagen wy ondcgefchreevene, is dan het fundament! waarop de Volmagten der drie Steden Harlingen, Stavoren en Workum hun lüstenue fouteneeren, want het is ten eenemaal notoir, dat het kwartier der Steden tot een vierde kwartier van Siaat geadmitteerd zynde! diensvolgens aan het zelve ook toegedaan zyn alle rechten , prterogativen en p'«xëminentien , welke aaa eenig Landkwartier zyn gegunt. en dus is het eet,e abturditfit zelve in paraleile gevallen de wet na ei^en convenientie pro en contra te willen appüceerenj b Diensvolgens dewyl fteed's ter dispofitie vao dit kwartier elf Commisfien vastgedeld zyn, zoo is dit getal juist geëvenredigd naar het getal der Friefche Steden , en niets is natuurlyker , niets met de begin, zeis onzer Staatsregeering meer overeenkomftig • dan dat ieder Stad deeds met een Ampt voorzien we'de. Dit beginzel kan nooit beter worden bereikt als door, het introduceeren en in train brengen van een deedsduurende Almannch, volgens welke de Ampten na order by tourbeurten over alle de Steden deezer Provin. tie verdeelt worden. Ja maar 1 ■ men zegge niet , eene diergelyke Rooster kan wel by eenparigheid, maar nooit by pluraliteit van Hemmen worden gearredeert. Wy ondergefcnreevene vermeenen, dat in alle poincten van order met meerderheid kan worden geconclu. deert , maar dat alleen in zommige poinclen van bezwaar eenpaarigheid word vereischt. {let arredeeren van de Rooster is een poincl van order en geenzints van bezwaar. Wy ondergefchrevene verwonderen ons, dat de drie disi'entteerende Steden zich tegens het maken van eene egaay  feb. STAAT EN OORLOG. 17S3. 3°9 egaale Rooster kunnen opponeeren ; om dat door de« zelve geenzints hun recht word gepitsiudicieert ten faveure van eenige apdere Stad , of Volmagt van dit kwartier; maar de Rooster in efFecte daar heen tendeert , dat 'er eene volmaakte egaliteit onder alle de Staatsleden van het zelve werde in acht genomen. In gevalle men de Volmagten wilde noodzaaken om de Ampten , telkens by meerderheid van Hemmen te begeeven , dan liepen de drie Steden veel meer gevaar em geprxjudicieert te worden. Dan immers hadden de agt overige Steden zich maar onderling te verbinden om eikanderen te (temmen, even gelyk zy' nu tot het maken van eene Rooster eenltemmig geweest zyn; in welke gevallen zy die drie andere Steden fteeds zullen kunnen pasfeeren, en alle ComHibfien ondèr eikanderen verdeelen: —— rin dit is het geval geweest van het kwartier van Oostergoo, alwaar men eindelyk tot het maken van een Rooster heeft moeten overgaan , om dat de zes Grietenyen zich Iteeds Verbonden hadden , en door deeze pluraliteit de vyf overige Grietenyen van alle Staatscommisfien wierden uitgeflooten. üe Rooster dicrhalven , zoo in dit kwartier als m de overige, is wel verre van praïjudiciabel te zyn aan iemands recht, even avantageuts voor allen. Want immers zullen de drie disfentieerende Steden niet fustiiieeien willen , dat zy daar door gÊpasjudieieert zyn , om dat zy nu niet permanent met dé lu» cratieffte en honorabellte Commisfien kunnen worden begunttigt: ook is dit denkbeeld te hoonend voor de edelmoedige dedkwyze der Volmagten dier drie Steden óm by de ondergetekende een oogenblik te kunnen berusten. . . ' Het arrefteeren derhalven der Rooster is een poinct van order, en geenzints een poinct van bezwaar: Ergo mag daar in met pluraliteit van Remmen worden geconciudeert. En twvffeit iemant noch aan het recht van de agt bekende 'Steden daartoe, hy leeze de Spiegel van Doleanfie in het beruchte jaar van 1672 - door den grooten Ulric Huber gefchreeven, alwaar hy onder anderen V 3 :  3to feb. ZAAKEN VAN i?s3. zegt: „ Ieder lid heeft in het byzonder recht, om „ voor haar aanpart de reformatie vast te dellen, voor „ zoo veel de oefFenin.g der Regeering deelbaar is; ge«„ lyk NB. in het vergeeven van de meede Politiecqae „ Amp en," Hier meede zouden wy ondergetekende het meergemelde protest kunnen houden voor gerefuteerd in alle zy e poincten , was het niet, dat wy door eene byzondere pasfage zeer waren gefrappeert geworden, namentlyk , wanneer de Heeren prorestanten van zich, kunnen verkrygen, om met zoo veele woorden te zeggen , dat zy eene Refolutie als door de agt Steden is. g-nomen , ais een 'injurieufe vermindering van Zyne D-oH. Hoogheids indispntabele. rechten aanmerken. Eene paslage , die jn meer dan een opdcbt de on« dergetchteevene heeft moeten grieven , niet alleen om de blaa v , waar meede hun gedrag benevens dat vart hunne Comminenten door die woorden word geinfimuleerr , maar ook uit inzicht van de conjunctuur van tyd, waar in m<-n goedvind iets diergelyks te avancee* ren: — Wy (tellen ons echrer deswegens volkomen genw, tut hnof'e van de allerkennelyltfte onwaarheid die in deeze pnfitive doordraait, en welke door niets fterter a's door ner protest zelve word wederfproken terwyl noch in het zelve, noch ergens anders, eenige fchaduw van bewys voor dit gezegde gevonden word, én ter.contiarie hier boven volledig is gedemondreert dat de oblatie is geweest eene zaak , welke men na welgevallen jaarlyks doen of laaten kon. War nu aanbelangt het gezegde, dat door eene diergelyke Refolutie Zyne Doorl. Hoogheid in eene ergere omüandightid word gebragt, als de geringde Volmagt der andere kwartieren , op welke een oblatie of collatie van een Ampr kan gd'chieden ; de kragt van dit argument bekennen wy ondergelchreevene niet te kun. nen bevatten : Voor eerst , is ons onbekend, welke ter Staatsvergadering de geringde Volmagten moeten genoemt worden , d?ar wy noch ter goeder trouw in die opinie hebben gedaan , dat onder de qualiteit van Volmaken geen her minde onderfcheid te maken was, zoo dat aan den etnen boven den anderen geen het ■ i ' r min-  feb. STAAT EN OORLOG. 1783. 3u minfte pi-é toegekent kon worden, volgens het evengemelde S7 Artikel. Ten tweede, word hier immers gehandelt over een opdracht van de Ampten op dit Kwartier vallende, in compiexu befchouwd: een diergelyke opdracht mag in de ande.e Kwartieren even min gefchieden. Ten derde , begrypen wy ondergefchreevenen niet, hoe hier de qualiteit der Volmagten en derzelver beneficiën eenigziuts in comparatie kunnen worden gebragt piet de bediening van Stadhouder deezer Provintie en ide tndispuiabele rechten, aan dezelve by Landswetten gefchonken ! dezelve zyn immers geheel verfchillende en met eikanderen niet overeenkomende? Eindelyk ftrekt het ons ondergefchr. tot eene byzondere gerustheid en genoegen niet alleen , dat wy in dezen het loffelyk voorbeeld van alle de overige Staatskwartieren van Friesland hebben gevolgt, maar byzonder dat deeze metbode om de inegaliteit en kuiperyen voor te komen , zyn eerfte oorfprong verfchuldigt is aan den raad , invloed en perfuafie van een der Doorluchtige Voorvaderen en Piaidecesfeuren van den tegenwoordigen Stadhouder, als welke in den jaare 1635 het eerst in het kwartier der Zevenwouden een Almanach heeft geintroduceert, volgens het verhaal van den Lber Sands , geboekt by Airzsma op het gemelde jaar 1635 het XV boek, bladz. i87, tom. 2. in fol. Om alle welke en meer andere redenen , des noods nader te deduceeren, wy ondergefchreevene Volmagten van Dockum vermeenen tot onze en onze refpeétive C itr.mitten decharge voor de posteriteit in perpetuam rei memoriam deeze Contra-aantekening te moeten laten doen ; — en oordeelende hier meede het protest van den 3 deezer ten vollen gerefuteert te hebben, zoo verklaaren wy ondergefchreevene verders voor de nadeelige gevolgen, uit dat protest voortvloeiende, niet aanfpraakelyk te willen zyn. Leeuwarden den i« February 1783. (Was get.) HJCOLAUrf POSTHUMUS, JOACIIIM VAN VI.1ET , Li R. SYNJA. V 4 LVIL  3*2 fee» ZAAKEïf VAN 1783. LVIf. Request van Burgers en lngezeetenen ■ ' van Deventer aan de Gezivoerene Ge* meente, om onder/leuning van derzelver Adres aan de Regeeringe der Stad; nevens de Refolutie daar op gevallen. Ih dato 18 February 1783. Wel Ed. Achtb. Heeren , Myne Heeren, uitmakende de Gezworen Gemeente der Stad Deventer. , ...... De ondergetekende Burgers en lngezeetenen dezer Stad, gereed Baande om U Wel Edele Achtb; voor den volvaardigen yver en opregte geneigdheid , met betrekking tot hunne gedaane verzoeken, zoo zeer begunftigd en zoo regt vaderiyk onderfteund, de dankbaare gevoelens van hunne harten open te leggen. hebben geoordeeld, daar meede nog een korte tyd té moeten vertoeven, en als dan tevens zich van hunnen pligt zoo te kwyten, dat zy niet twyfelen, of ü Wel Edele Achtb. zullen daar in de verfcbuldigfte erkentenisfe voor de reeds bewezen goedheden op de eclatantfle wyze ■ opgeofferd vinden. ■ ■ ' Met het innigfte genoegen en de hoogfle goedkeuring hebben zy het aanftellen eener Commisfie uit het midden van U Wel Edele Achtb. mogen vernemen, waarvan zy zig niet anders dan het gelnkkigfte redres' der zaaken , ten welzyn van Stad, Provincie en Vaderlard kunnen beloven. ; ■ ...... Met geene mindere voldoening zyn zy ontwaar gewor en de bereidwillige toeftemming van'U Wel Edele Achtb. aan het eene point van hun laatst aan U Wel Edele geprefenteerd Request , waar by koomt de blyde hoop van een goede uitflag ten opzigte van het andere , dat by de naderende oogenblikken met groot verlangen word re gemoed gezien. En dan neemen zy met volledig vertrouwen de vrvheid , eene Copye van het E qttest, thans aan de Wel Edele Hoog Achtb. Magiftraat zullende ingeleverd worden, hier by te voegen 9  ïSB. STAAT £N OORLOG. 1783. Ï33 gen, en ter deliberatie van ü Wel Edele Aehtb. ter hand te ftellen : Onder verzoek: Dat het U Wel Edele Achtb. goedgunftig behaagen rnooge , alle in dat gemelde Request vervatte en regtmatige verzoeken- der Burgeren , met derzelver kragtdadige medewerking of veelvermogende intercesfien te onderfteunen , in 't byzonder hun verzoek, om de Papieren onder den Heer van der Capellen tot den Pol berustende , ter Vergadering van Ridderfchap en Stede 1 te hebben overgelegd ; als waar door de.' gelegenheid konde gebooren worden, om hunne Medeingezeetenen ten platten' Lande van veele bezwaaren te onthef*. fen , en in het genot eerjer volkomen vryheid te her-» Rellen. ft Welk doende &c. Extract uit het gerefoheerde by de Ge* zwooren Gemeente , op Dingsdag den 18 February 1783. Ter Vergadering gelezen zynde de Requeste , door de Burgeren en lngezeetenen deezer' Stad op heden aan haar geprefenteerd, is na ryp overleg van zaaken goedgevonden daar op af te geeven 't Appointement hier navolgende: De Gezwoorèn Gemeente van de billykheïd en regtmatigheid van de verzoeken door de goede Burgery deezer Stad aan Schepenen en Raad gedaan ten vollen overtuigd , zal niet nalaten , dezelve alle ten kragtig» Pen by hun Wel Edele Hoog Achtb. te appuieeren, en in Specie , meede Schepenen en Raad ook verzoeken het ter Vergadering van Ridderfchap en Steden daar heenen te dirigeeren , dat de Heer van der Cafeilen tot den Pol worde verzogt, de te Request Gementioneerde Papieren aan Haar Edel Mog. te willen overgeven ; ten einde door Hoogstdezelve na gedaane Examinatie daar op te worden gedisponeerd , zoo als in goede Juftitie en ten meeften nutte en besten van de lngezeetenen deezer Provintie , zonder de minfte V 5 aan'  3Ï* m. ZAAKEN VAN 1783. aanfchouw van Perfoonen, zal bevonden worden te behooren. (Onder Hond) Pro Vero Extraêlu. (Was get.) A. PERSOON. LVIU. Misfive van Commisfarisfen van 's Lands Posteryen over den ftaat der Zaake van de Engelfche Paquetboot de Dol. phyn , door een Zeeuwfchen Kaper opgebragt ; nevens eenige Stukken , daar toe betrekkelyk. Jngebragt ter V-rgaderinge van hun Ed. Gr. Mo. gende, in dato 10 February 1783. Óntfangen eene Misfive van de Heeren Commisfansfen van hun Ed. Groot Mog. Posteryen gefchreeven in den Hage op heden, waar by ter kennfsfe van hun Ed. Gr. Mog. brengen den Haat der zaake van de Paquetboot de Dolphyn, door den Zeeuwfchen Kaaper de Goede Verwagting te Zterikzee opgebragt, met drie Brieven daar over door Anthony Todd, Secretaris van het Engelfche Post-Officie re Londen aan hunnen Hoold-Coramies Abraham van Beem gefenreeven voornamelyk ftrekkende om de voornoemde Heeren'Commisfarisfen bekend te maaken, dat het Engellche PostOfficie de kosten en fchaden aan Kapir. Flynn, door voorfz. opbrenging en aanhouding veroorzaakt, op hun Ed. Gr. Mog. Postweezen zonde verhaalen ; doende voorfz. Heeren Commisfausfen, uit aanmerking der geentemeerde Proceduures door den Advokaat Fiskaal der Admiraliteit in Zeeland voor dat Collegie, byhunne voorfz. Misfive, met de Bylaag hierna geinfereert een voorfiag, om door hun Ed. Gr. Mog. te wordeA  feb. STAAT EN OORLOG. 1783. 315 gequalificeert , om hun als Reclamanten der ffemelde Paketboot by het Collegie ter A imiraiiteit in Z?eland bekend te maaken , en de Procedures daar omrrent te verbolgen , zullende wyders inwagten hun Ed Groot Mog. ordres omirent het te verrigtene ten aanzien van het Generaal Post-Officie van Engeland, EDE.ï.e groot mogende heeren l Zedert dat de Zeeuwfche Kaper , de Goede l Verwagting, de Paquetboot de E)olphyn|te Zicrikxee heeft opgebragt, is Abraham van Beem, ónze Hoofd-Gommis van het Engelfche Post» Comptoir te Amfterdam . die , uit hoofde van zyn post, gewoonlyk in Correspondentie is met Anthony Todd, Secretaris van bet Engelfche Post Officie van Londen , over dat voorval in geduurige Briefwisfeling met denzelven geweest, en heeft derhalve, nadat by H. H. Mog. vol» gens derzelver Refolutie van den * December laatstleeden , aan het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland was overgelaaten , om in de zaak van de gemelde Paquetboot zoodanig te disponeeren , als het in goede Justitie zoude vinden te behooren , aan gemelde Todd gefchreeven , dat Capitein Flyn, gevoerd hebbende de voorfz. Paquetboot, dezelve by het Collegie van de Admiraliteit in Z-eland konde reclameeren, en aldaar zoodanige fustenue , tot vergoedinge van kosten, fchaden en intresfen voeren, als hy zou goedvinden ; dog de Brieven , welke gemelde Secretaris Todd fuccesfivelyk aan onzen voornoemden Hoofd-Commis op datfubjeél gefchreeven heeft, hebben telkens getoond, dat men in Engeland met bet Renvoy van deeze zaak aan de ordinaris Justitie geen genoegen nam. Onder dezelve zyn 'er drie, welke wy vermeenen hier nevens Copielyk onder het oog van U Ed. Gr. Mog. te moeten brengen ; en welke, zoo als hoogst dezelve zullen gelieven te zien , voornaamelyk ftrekken om ons bekend te maaken, dat  3ïö feb. ZAAKEN VAN dat het Engelsen Posr-Officie van intentie is om de kosten én fchaden aan Capir. Flyn, doorde voorfz. opbrenging en aanhouding veroor. zaakt, op U Ed. Gr. Mog. Postwezen te ver. haaien ; om ten dien einde de penningen die zy ons thans verfchuHigd zyn, en ons dagelyks lchuldig worden, in te houden, en om zig de Procedures , die tegen de Paquetboot zullen worden geëntameerd , niet aan te trekken. Qp den fuccesfiven ontfangst' van alle deeze Brièven hebben wy niet ftil gezeeten, terwyl onze voornoemde Hoofd Gommis , zoo wel by gemelde Capt. Flyn, met wien hy insgelyks daar over heeft gecorrespondeerd, ,als by metrgemel. den Secretaris Todd , alle mogelyke moeite heeft aangewend , om den eerstgemeldén te disponeeren , om als Reclamant dier Paquetboot' op te Koomen , dog alle zyne poogingen zyn vrugteJoos geweest, Weshalven (daar wy geinformeert worden dat de Heer Advokaat Fiskaal van de Admiraliteit in Zeeland de Procedures van dat Collegie heeft geëntameerd, op eene 'wyzp die ons, indien 'er geen defenfie gedaan wordt' voor de goeden uitflag van dezelve doet bedugr. zyn, zynde de termynen van agt tot agt da^n gefteld , waar van het laatfte op Maandag den 2 Maart eerstkomende Haat gehouden te worden) wy vermeenen den ftaat deezer Zaaken ter kennisfe van U Ed. Gr. Mog. te moeten brengen, en eerbiediglyk in Confidentie tegeeven, of hoogstdezelve ook zouden gelieven goed te vinden, ons te authorifeeréti en te qualificeeren, om ons als Reclamenten der gemelde Paquetboot by het Collegie ter Admiraliteit inZ'e. land bekend te maaken, en de procedures daar omtrent te vervolgen; terwyl wy teffens van U Ed. Gr. Mog. zullen inwagten de ordres die hoogstdezelve ons zullen gelieven te geeven omtrent hetgeene ons te doen zal jftaan , ten aanzien van het Generaal Post.Offkie van Engeland, hetwelk, zoo als U Ed. Gr. Mog.hier bo-  'eb. STAAT EN O0R.L0G. 175*. 317 boven zullen hebben opgemerkt,. de facto de penningen, die hetzelve ons deugdelyk verlchul. digd is, inhoudt, Waar meede, Edele Groot Mogende Heeren, zullen wy God Almagtig bidden, ü Ed Gr Mogende te wil* len houden in zyne heilige befcherming. Gefchreeven in den Haage den 20 February I783- (Onder ftond^ U Edele Groot Mogend* Dienstwillige De Commisfarisfen van U Edele Groot Mog. Posteryen. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was get.) S. E. CR0ISET. $0  ih fbb. Z A A K~E N V A N - 1783, Copie' Brief van den Secretaris Todd tc Londen aan den Hoofd Commis Aó van Beent te Am/lerdasn , gedsgte* kend uit bet Gem raai Post -Comptoir te Londen, den 20 December 1782. MYN h £ Ér» Den Brief, met welken gy my den ö deezer hebt vereerd, heb ik onder 't oog der Hoofd be;'uurders van de Post gebragt. Met leedweezen verneemen dezelve, dat men den Kapit. F'yn met deszelfs Equipagie tot nog toe niet heeft ontflageii ; ft te rug gegeeven , noch den genoemden Kapitein (chadeloos gefteld voor de nadeelen en verliezen, welke hy zoo onwaardiglyK heeft moeten lydén. Men kan geen genoegen neemen in de wyze , door U voorgeflagen, om een voeg. zaam herftel van de Provincie Zeeland te verkrygem De Hoofdbeflunrders der Posten houden geene Briefwisfeling, noch hebben die ooit gehouden met eenig PostComptoir in de zeven Provinciën behalven 't uwe; en 't is op het volkomen vertrouwen op uwe eerlykheid dat zy de Briefwisfeling hebben doen voorrduuren; en zy hebben my belast U op de minst dubbe» zinnige wyze te berigten , dat zy op Uw Comptoir zullen verhaalen de onmiddelyke flaaking van den Kapitein en deszelfs Equipage , en de vergoeding van alle de fcha> den , welke hy heeft geleeden zoo ras hy zal in ftaat zyn om dezelve naauwkeurig te kunnen opmaaken. Voor 't overige heb ik met genoegen verltaan, dat de Paquetbooten voortaan niet meer  reu. STAAT EN OORLOG. 1783. meer zullen gemoeid worden: want ik durve verzekeren , dat alle verdere ftoornls de gemeeHfchap zal afbreeken ; en dit zoude my zeer leed doen. Ik ben U hoogst verpligt voor de vriendlyke uitdrukkingen, van welke gy ten myne opzigt u wel heb willen bedienen. Geloof , bidde ik , de verzekeringen van de hoogagtinge, met welke ik de eer heb my in opregtheid te noemen, MYN HEER. Uw zeer Onderdaanige en zeer Gehoorzaame Dienaar. (Was get.) ANTHONY TODDi Secretaris» Tweede Brief van den Heer Todd te Londen aan den Heofd -Commis van Beem te /Imfierdam. In dato het Generaale Post ■ Compttir te Lenden , den 31 December 178a. MYN HEER. Uwen Brief van den 24 deezen heb ik ontvangen , en te gelyk eenen Brief van Kapitein Flyn, gedagtekend Middelburg den 19 deezer: de Copie van het Antwoord , 't welk ik hem heden zende , bekoomt UE. hier nevens. Gy zult daar uit zien , dat hy geene vryheid heeft tot het ■onderneem.en van eenige proceduuren om fchafc.  S2o feu. ZAAKEN VAN > 1783* fchaêvérgoeding te bekoomen voor de nadeden , welke by heeft geleeden door het onregtvaardig wegneernen van de Paquetboot,de Oolphyn ; maar dat alleenlyk aan Uw Comptoir, op Welks goede trouwe de Onderhandeling is aan den gang gehouden , onze Hoofdbeftuurders der Posten zig zullen vervoegen. om aan Kapit. Flyn volkomen regt te doen wedervaaren. Staa my dus toe, Mynheer j myne wenfchen te herhaalen, dat gy de goedheid gelieft te hebben om, te deezer gelegenheid uw best te doen dat alles gefchikt worde: want ik verlange even vudrig als gy zelve,Myn-* heer, alle toevallen te vermyden , welke een einde zpudgn kunnen maaken aan deeze gemeenfchap tusfchen de beide Gewesten, i Ter gelegenheid van het nieuwe Jaar U allerlei geluk wenfchende , heb ik de eere in opregtheid te zyn. myn heer. Uw zeer nederige en zeer gehoorzaame Dienaar. (Was get.) ANTHONY TODD, Secretaris, tier*  fes. STAAT EN OORLOG. 1783. 321 Derde Brief van den Heer Todd aan den Hoofd -Gommis A. van Beem. In dato Londen 31 January 1^82. Ik heb wel ontvangen uwen Brief van den 7 deezer, in welken1 gy kennis geeft van uw voorneemen om den mynen van den 31 der voorleedene Maand onder 't oog uwer Overheid te brengen , ter gelegenheid van het neemen ('r welk niet kan verdeedigd worden) van de Paquetboot de Dolphyn , en van de zeer wreede aanhoudinge van den Kapitein en van het Schip, en waar van de geheele Equipagie alsnog gevangen zit. Insgeiyks heb ik wel ontvangen uwen Brief van den 14 met de Rekeningen van het laatfte vierendeelsjaar, waar in eenige misllagen zyn, aie gemaklyk kunnen verholpen worden , doch waar omtrent het niet noodig zyn zal zig in het tegenwoordig geval te verhaasten , aangezien men my heeft te verftaan gegeeven, dat 'er geene penningen aan uw Comptoir moeten overgemaakt worden , tot dat Kapitein Flyn eene volkomene en voldoende vergoeding zal hebben ontvangen voor de nadeelen en fchaden, welke hy heeft geleeden door het neemen van zyn Schip, 't Is hierom dar ik hier nevens voege Copie van zynen Brief van den 33 deezer, als meede van myn Antwoord met de Post van heden, ten einde gy voor uwe rekening zoodanige maatregelen zoude kunnen neemen, als gy geraaden zult oordeelen voor het Admiraliteitshof in Zeeland of elders. Ik heb de eere van te zyn. MYN HEER. Uw zeer onderdaanige en zeer gehoorzaame Dienaar. (Was get.) anthony todd. Secretaris. XI, deel. X Waar  32s feb. ZAAKEN VAN 1783. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan , de Heeren Commisfarisfen van Hun Ed, Gr. Mog. Posteryen by deeze te qualiflceeren om hun als Reclamenten der Paquetboot de Dolphyn by het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland bekend te maaken en de Procedures daar omtrent te vervolgen ; en zal de verdere inhoud der voorfz. Misfive met de Bylagen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, met eenige van de Hollandfche Raaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis. L1X. Misfive van Keurmeefteren der Stad Steenwyk aan den Prinfe Erfftadhouder; inhoudende redenen van bezwaar van het niet opvolgen der Recomrnandatien van Zyne Hoogheid by de Magiftraalsverltiezing. In data 22 February 1783. I DOORLUGTIGSTE HOOG GEEOOREN VORST EN HEERE! De ondergetekenden eerst door de Heeren van de Magiftraat, en naderhand by ordinaire Boonlotinge aangelteld zynde tot Keurmeefteren ter verkiezinge van Burgemeelteren, Schepenen en Raaden , mitsgaders Thtiaurier en Bouwmeefteren der Stad Steen, wyk, verzoeken een gunftig verlof aan Uwe Doorl. Hoogheid te mogen voordragen. Dat tof onze verwonderinge, na het afleggen der gewoone Keur-Eed aan ons onder anderen zyn geëxhibeert twee Misflven , houdende recommandatie namens Uwe Doorl. Hoogheid, om den Heer Burgemeefter 5. ds  fss, STAAT EN OORLOG. 1783. 323 de Bock tot Thefaurier , en de Gemeensman Albert van Zincle tot Burgemeefter te verkiezen. Hoe zeer wy ook met de uiterfte genegentheid en eerbied aan Uwe Doorl. Hoogheid verknogt zyn, heeft den geprsesteerden Eed ons in gemoede weerhouden aan deeze Misfive te voldoen , te meer, als Uwe Doorl. Hoogheid Hoogstdeszelfs aandagt gelieve te vestigen op het nevensgaande extraft uit het Stadsregt, houdende in fubftantie, dat geduurende de Keur, of dus wel na het prresteeren van den Eed ; men van niemand eenige Gefehriften zal mogen aannemen. Dat Keurmeeftererl hier op r'eflefteerende en den Eed gepresteerd hebbende, uit overtuiginge onzer geweten, en acht flaande op geboren Groot Burgers dezer Stad , hebben aangefteld tot Burgermeefteren , Schepenen en Raaden , van Zondag na Pauli bekeering 1783 , tot Zondag na Pauli bekeering 1784; als meede tot Thefaurier en Bouwmeefter voor dien zeiven tyd : Arend van Ruinen, Thefaurier, Stephanus de Bock , Med. Doft. Meindert Tuttel, Jorna Lampe, Wybe ten Walde, Bouwmeefter, Jacob Comelis ; welke laatfte door den Heere Droste van Zalland , namens Uwe Doorl. Hoogheid in den jaare 1776 tot Lid der Gezworene Gemeente deezer Stad gedespicieert is geworden. Wy zouden van deeze buitengewoone demarche , om, behalven den ordinairen Keurbrief, deze particuliere af te zenden, geen gebruik hebben gemaakt, by aldien de buitengewone recommandatie ons daar toe geene aanleidinge hadde gegeeven, en verzoeken over zulks, dat het ons niet kwalyk zal worden geduid, als gefchiedende blotelyk tot confervatie onzer Stedelyke en Burgerlyke Voorrechten, gelyk wy fmeeken om een gunstige goedkeuringe der gedaane Eleftie. Vergun ons, dat wy onze Stad, Burgerye en Privilegiën, beneffens onze Perfoonen aan Uwe Doorl. Hoogheid eerbiedig aanbeveelen , en tevens den Algenoegf aame te fmeeken , dat Hy Uwe Doorl. Hoogheid , deszelfs dierbaare Koninglyke Gemalinne en Vorstely. ke Spruiten, tot welzyn van Ntêrlands Gemeenebest, en van deze Stad in het byzonder, met het dierbaarX 2 fte  3*4 feb. ZAAK. VAN STAAT EN.OORX. 1783. fte zyner Zegeningen bekroone, tot in de lengte van dagen. & Het zy geoorlooft ons te mogen onderfchryven] doorluchtigste hoog geboren vorst en heerei Uwe DoorJugtigfle Hoogheids Ootmoedigfie en Onderdanigfte Dienaaren, het Plan van een algemeen beftuur voor de zaaken van de Zee gecombineerd met de affchaflïng van de tegenwoordige Collegien ter Admiraliteit, gelyk het zelve by het Rapport van de Heeren Gedeputeerden tot de Perfoneele Commisfie over het werk der generaale defenfie van de Republicq, in het breede is voorgedraagen ; als mede op de nuttige en heilzaame gronden , welke voornoemde Heeren zig van dat Plan beloeven, X 4 «1  328 ZAAKEN VAN in tegenoverftelling van het beftuur , het welk tegenwoordig piaats heeft, of, in gevolge de itfftfuctie van de Admiraliteits Collegien behoord plaats te hebben; breeder bier na geinfereerd. Waar op gedelibereerd zynde', is goedgevonden en verflaan , dat het voorfz. Advis , even als de Advifen van de Hollandfche Raaden en Miniflers ter Admiraliteit op de Maaze en in het Noorderquartier, reeds op den 19 Augustus laatstleden commisforiaalgemaakt (*), mede zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Gr. Mogende Ge. committeerden tot de Commercie en Navigatie, met;de Heeren wegens hun Eiele Gr. Mogende tot de Perfoneele Commisfie over het werk der generaale defenüe van de Republicq geëmployeerd geweest, mitsgaders de Hollandfche Raaden en Miniflers van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende , en de Vergadering daar op ten fpoedigden gediend van der zeiver conlïderatien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. (*) De Leezer kan deeze Advifen vinden, Deel X.p.327. EnrLE  STAAT EN OORLOG. 329 EDELE GROOT MOGENDE HEEREN ! Tiet heeft Uw Edele Gr. Mogende behaagt X 1 by hoogst der zeiver Misfive van den 30 January laatsdeeden , van ons te requireeren. „ Onze Confideratien en Advis fpeciaal op het „ Plan van een algemeen beftuur voor de zaa„ keu van de Zee gecombineerd met de affchar- fing van de tegenswoordige Collegien ter Ad„ miraliteit , gelyk het zelve by het Rapport van Heeren Gedeputeerden tot de Perfoneele Commisfie over het werk der generaale de„ fenfie van de Republicq , in bet breede is „ voorgedraagen , als meede op de nuttige en „ heilzaame gronden , welke voornoemde Hee,, ren zig van dit Plan belooven, in tegenover„ ftelling van het beftuur, het welk tegens„ woordig plaats heeft, of in gevolge de In- ftruétie voor de AdmirEÜteits Coilegien be. „ hoord plaats te hebben." Wy hebben al aanftonds, by den aanvang van onze Befoignes , niet alleen de importantie van deezen aan ons opgelegde taak op zig zelve gevoeld , maar ook teffens gepenetreert de veruitziende gevolgen, dewelke onze te fuppedüeerene confideratien en advis noodwendig na zig fleepen moeten. Wy begrypen , Edele Gr. Mogende Heeren, hoe veel gemakkelyker het is , te berispen en te critifeeren , en de beste voorflagen dikwils te verwerpen , dan beeteren voor te draagens; en dit is het , het welk ons ook in deezen niet weinig heeft verleegen gemaakt , daar het Plan, dat wy thans beoordeelen , approbeeren of tegenfpreeken moeten , het werk is van kundige en in de Regeering beproefde Staatsleden , dis geduurende den tyd van vier geheele jaaren, met de uiterfte omflagtigheid, yver, en onvermoeide arbeid zaaken hebben kunnen overweegen en ook overwogen hebben, dewelke wy uit hoefde der geduurige' en verfchillende beezigX 5 hee-  339 ZAAKEN VAN fceeden onzer Ampten onmogetyk op die zelfde wyze hebben kunnen nagaan. Wy zullen derhalve, ter voldoening aan Uw Edele Gr. Mogende zeer gerefpecteerde requi. fitte, ons in geen particuliere details kunnen inlaaten , maar ons moeten vergenoegen met de zaaken in der zeiver politlque en intrinfique re. latien te befchouwen, en dan zullen drie Poincten het onderwerp van ons onderzoek moeten uitmaaken. j. Het affchaffen der tegenswoordige Collegien ter Admiraliteit. 2. Eenheid, van beftuur. 3. Befpaaring van kosten , en verbeetering der lnkomften. Welke twee laatfte Poincten de Heeren Gedeputeerden zig voordellen te zyn, en naar ons inzien in der daad ook zyn, de ware bedoelingen welke men in deeze moet beoogen , maar daar toe vermeenen dezelve te moeten voorBaan , het middel vervat, en het eerfte PoinEt onzes onderzoek, het affchaffen naamentlyk van de tegenwoordige Collegien, gepaard! (dit zyn Haar Edele Mogende eige woorden , in het voornoemde Rapport vervat) ,, met de oprig. „ ting van eenen algemeenen Raad, ter Admi- raliteit , waar van de bedendige zitplaats in „ den Haage zoude zyn , en dewelke zoude „ bedaan uit zestien Perfoonen , of Leden, vier uit Holland , en twee uit ieder Provincie , „ een Raad en Advocaat-Fiscaal, een Secreta„ ris , een Griffier, en een Ontfanger Gene,, raaL —— En NB. welke Raad zoude dellen ,, twee of drie Commisfarisfen in de refpeclive „ Zeehavenen deezer Landen, tot het doen der „ gewoone Expeditien voor de Commercie, de nodige Equipagemeeders tot opzigt der Wer- ven , en andere publicque Werken , en een „ of twee Officieren, Vlag-Officieren, of Capi„ teinen tot het opzigt over de Wervingen, „ Monderingen , compleetheid der Equipagien, „ toe-  STAAT EN OORLOG. 331 „ toeftand der Schepen en andere Militaire zaa. „ ken , alle onderhoorig aan den Raad zelve , en met de benodigde Inftrudl'en voorzien " — Om dan ! met de middelen in dit ons eerfte Poinél vervat te beginnen , bepaalen zig onze confideratien, hoofdzaakelyk eerftelyk op de mogelykheid iu de uitvoering , en die is 'er wel ongetwyffeld om de Collegien af te fchsrffen, en der zeiver Adminiftratie , en werkzaamheid in eenen Raad over te brengen, maar wy twytrelen zeer of men ten tweede dezelve faciliteit zal vinden in het befchouwen, der bedoelde nuttigheid zoo ten aanzien van het geheele Bondgenootfchap als van U Edele Gr. Mogende Provincie in het byzonder. Deeze zoo gewigtige zaak uit zyn ware oogpunt willende befchouwen , moet men natuurlyk opklimmen tot die tyden , waar in de tegenswoordige gefteldheid van zaaken haare primitive inftitutie heeft genomen, en permitteerde dan het naauwe perk van een Advis om de zaaken ab ovo onbevooroordeel te onderzoeken , zou zig een ruim veld opdoen, om te toonen , hoe zeer de kundigfte en welmeenendfte Lieden, in de Provinciën aan de Zee geleegen, en door Koophandel en Navigatie beftaande , zig met regt beyverd hebben aan die Provinciën te doen behouden de fuper intendentie in de zaaken van de Zee, Men zoude kunnen aantoonen hoe Holland en Zeeland in het byzonder geyverd hebben , voor de bewaaring van een Regt zoo noodzaakelyk , tot verzeekering van de Sources, van haaren welvaard, ja men zou Holland zien lang» duurige Procedures voeren in de tyd der Graaven, tegens haar eigen Souverain, wanneer men getragt heeft haar met Zeeland onder eene generaale Ordonnantie ter Admiraliteit te begrypen. Wy zien die zelfde Provinciën even waakzaam , na de Unie , in de fpeciaale refervatie van  332 ZAAKEN VAN van dat Regt, en met die zelfde doordraaiende geest medewerken, in het i2 en 13 Articul van de Inflruclie van Prins Mauritz, en voor de Raad van Staaten in 1584, als ook in hoogst, deszelfs aandelling tot Admiraal Generaal deezer Landen. Befchouwd men zelfs onze tegenswoordige Inflruétie, die men als het Traftaat of Pactum Conventum van de overgifte van het Regt van iedere Provincie op het beheer van de zaaken van de Zee kan houden , zoo blykt het ongetwyffeld dat men nooit iets anders met de Generaliteit gemeen heeft willen maaken , dan , zoo als ook behoord, het Empky van 's Lands ichepen, buiten 's Lands, tot veilinge van de Zee (gelyk men zig toen uitdrukte) het bemannen, onderhouden, en goedmaaken van. en geeven van Ordres, aan dezelve, de Judicature over de buiten en Prinfen en het heffen der middelen te Water , waar uit voor eerst , de kosten der Marine gevonden wierden. Eu wat aangaat de Verklaanng in het eerfte Articul van de Inftructie zelve, dat die ordre van zaaken was by pre* vifie zonder aan eenige Provincie, iets aftenee. men , of eenig meerder Regt te geeven. Zou wel de ware zin te vinden zyn, in de deliberatien die de Inftrudtie, hebben voorgegaan. Wanneer men te gelyk befchouwde en bewees uit het gerefolveerde op den 1 April irJ02 , ho'e de Staaten Generaal, zelve te dier tyd in het maaken van generaale Ordonnantiën op het Stuk van de Aamiraliteit dagten. En daar bv gevost de beloften der Hollandfche Raaden by het aan. vaaren hunner Commisfien , in Holland , no^ huiden ten dagen, zoo ais ook de Commisfien! van alle Vlag-Officieren , toont dit alles genoeg dat de Provinciën daar de.Collegien zyn gevestigt , met eenig Regt meenen te kunnen fustineeren , het voorbehouden, eener pia;poiiderante directie. Het zy egter verre van ons, in het geheel te willen afwyken van de tegenwoordige denkbeelden,  STAAT EN OORLOG. 333 den , nog uit het oog te willen verliezen onze relatie, als een Generaliteits Collegie, of meerder dagelykfchen Provinciaa/en invloed, in de Admiraliteiten te willen invoeren, waar door wy zouden meenen het Vaderland een grooten ondienst te doen, blyvende het dog aanmerkelyk dat onze Voorvaderen, hier omtrent, altoos hebben geoordeeld de Collegien zoo te moeten te zaamenftellen, dat in de drie Collegien van Holland en Westfriesland 'er negentien Hollanders tegen zestien uit de andere Provinciën, en op de vyf Collegien van yyf en vyftig Raaden 'er twee en twintig Hollanders tegen drie en dertig uit de andere Provinciën zyn gecommitteerd , zoo dat die Prseponderantie van Holland , in evenreedigheid van haare grootere Provinciaale Contributie , en haare Commercieele belangens ingerigt is. Dat is, Ed. Gr. Mog. Heeren, naar ons inzien zoo kort mogelyk aangeftipt al het geen de belangens van deeze Provincie betreft,maar laaten wy ons een oogenblik ook ophouden met het geen de zaak zelve in zig opleeverd, en wy zullen vinden de tegenwoordige Collegien ter Admiraliteit, thans en zeederd de eerfte tyden gevestigt in de Zeetels der Zeevaart en Commercie, waar door de Leden en Minilters in ftaat en in geleegenheid zyn om dagelyks zigjte vinden op de Werven, alles, zoo zy willen , zelfs na te gaan, tot in de kleinfte Departementen toe, te zien de Schepen van der zeiver eerfte begin tot de volbouwing toe, en kunnen by de deliberatien de praByk met da Theorie vergelyken, zig naauwkeürig informeeren, zelfs in leedige Honden , naar de Pryzen en Deugden der benodigde Goederen , ja dikwerf en zelfs meer als men denkt , door particuliere kennis met de eene of ander Negotiant Inkoopen doen, waar deor den Lande importante Menages eu profyte gedaan worden, die anders totaliter cesfeeren, en niet te pas kunnen komen, wanneer . men  334 ZAAKENVAN men alleen ex Officie- of door Makelaars , of in commisfie de Magazynen met den benodigden voorraad zoude moeten voorzien, daar het aan een eigelyk bekend is , hoe zeer de geleegenf heid, en het waarneemen van den eenen of anderen kans in de Negotie, een onnoemlyk en onfchatbaar onderfcheid kan maaken , zullende hier by maar ter loops toetfen het aanfpooren of terug houden der Equipagemeefters, OnderEquipagemeefters, en de naauwe toezigt, op byna 13 a 1400 onderfcheide Werklieden. En wanneer dit alles, Edele Gr. Mog. Heeren , reeds zoo bezwaarlyk valt, na zyn eige genoege naar behooren waar te neemen , is het dan mogelyk , dat iemand zig kan verbeelden, dat daar en tegen een Collegie gevestigt midden in het Land, en afgefneeden van alle voorwer. pen van Commercie en Navigatie, en in een woord van alles wat maar de geringde relatie tot de Marine hebben kan, niet met volleedige kennis maar alleen met egale Avantages beeter in ftaat zal zyn de Marine te doen bloeyen en tot die top te brengen, daar zy behoorde te zyn. En laten wy onze gedagten vallen, Edele Gr. Mogende Heeren , op alle waarfchynelyke ge. volgen van eene zoo totale reforme, of eerder fubverjie van zaaken in eene zoo voornaame Tak van de Publique adminiftratie , als is de defen. fie te Water, zoo ontmoet zig een op eenftapeling van dlfficultciten waar aan , (zoo als zig Gedeputeerdens te regt uitdrukken^ geen prï. ciefe denkbeelden gehegt zyn. En wie zoude ook alle die gevolgen, a Priori kunnen bepaalen. Zeeker zal men door minder kennis en relatie , minder yver in de Hoofdbelluurders en mindere geleegentheid tot het nagaan van alle de ondeideelen van het beftuur, meer onzeekerheid, en meer kostbaarheid in de uitvoering, en door minder plaatfelyk opzigt meer afhang.  STAAT EN OORLOG. 33S hanglykbeid van onderhoorige van allerhande wankelende informatien vinden. Wy zouden , Edele Gr. Mogende Heeren , nog meerder hier by kunnen voegen, maar willen liever kortheidshalve , tot de overweeging van ons tweede Poincl overgaan. De eenheid van beftuur het groote oogmerk in deeze bedoeld, en zeeker een van de wigtig. fte gedeeltens, van het geen ons door U Edele Gr. Mog. is opgelegt, dewyl daar in zeeker de eerfte en eenige bron van de defecten der Marine te vinden is, waar in wy volkomen eens zyn met Heeren Gedeputeerden , maar tellens met leedweezen zeggen moeten dat wy van dezelve verfchillen in de Middelen , om dezelve met fucces te vinden. Het is niet een, Edele Gr. Mog. Heeren , nog door de oprigting van eenigen Zee-Raad, nog in het affchaffen der vyf Collegien dat het gebrek aan eenheid te remedieeren is , in een woord het is niet in de boezem der Admirali. teiten dat de Sources van dit gebrek te vinden is,- neen, men moet die hooger opzoeken,want cefante caufa, ceflat effectus, en dit is hier het geval. Daar naar ons inzien de dependente Takken in evenreedigheid pericliteeren moeten, wanneer de geheele te zaamenhang der Regeering verloopt , want wy moeten met Leedweezen betuigen dat zoo lang niet de Band van Unie by den aanvang der Republicq haastiglyk zaamen gevlogten, en zeederd door den tyd verwyderd, en door de meenigvuldige fchokken van tyd tot tyd verzwakt, en onlangs nog op den oever van eene totale fcheuring en vernietiging gebragt, en door Gods Zeegen alleen gered, niet allerernftig word zamen getrokken, en zoo onverbreekelyk aan een geknoopt, dat ieder der Bondgenooten , ieder eerlyk en cordaat Regent overtuigt zy dat het belang van iedere Provincie , van ieder Stad , ja van ieder Familie aan het gemeene welzyn moet worden opgeoffert, en zoo  334 ———• - - 5000 o o 54 * - 4600 o o, 44 " '" ■ 43°° 0 o — - ■— . - 3R00 o o 24 11 . 3CO0 o O — ... 2(j0c c o 10 a 16 Stnkk. - • 1800 o o Daar onder niet gereekent den jaarlykfchen onderhoud met Teeren, Breuwen en Schilderen, voor welke jaarlykfchen onderhoud moet gereekend wtjrden. 74 Stuk-  STAAT EN OORLOG. 343 74 Stukken - - - ƒ 20oc o o 64 —— • - • ir!og zommige Provinciën niet, andere zeer langhaam hebben geconfenreerd , (en nog weynig gefurneerd) ïn de zaaken van de Zee, en dat zedert die tyd geen Provincie hoegenaamd buiten H >1land gave Confenten heeft gedragen , moet dan het gevolg daarom niet zyn , dat die meerderheid van Gedeputeerdens , het werk der Èquu pagien zal moeten teegen gaan , laat ftzan'die te bevorderen ? en moet dus doende de Marine niet te gronde gaan ? En op een tyd dat de Bondgenooten zig van de Marine onttrekken, de geheeien last van dezelve op de fchouders deezer Provincie overfchuyveu , waar aan zoo vele fcharten worden geïmpendeerd , die zelfde Provincie al de kiem cn kragt van het bewind en directie over dezelve zoo in eens Ontwringen? Egter hoe zeer uit al het voorgaande genoeg confteerd ., dat wy het niet met'Heeren Gedeputeerdens eens zyn in de verwagting van alle de  STAAT EN OORLOG. 349 de voordeden, die dezelve zig beloven door de geprojecteerde verandering , is het dog zeker, dat 'er wel eenigen uit zouden voortfpruyten , maar die 't zamen genomen , niet opwegen tegen de aangetoonde nadeelen , daar onder zelfs begrepen de door dezelve Heeren zoo hoog gefchatte gelykheid en egaliteit van Canftru&ie, waar in nogthans zeer naauwkeurig onderfcheiden moet worden , of men daar door bedoeld het fneldere zeylen , of het uiterlyke aanzien, dan alleen de waare deugden van een Schip gecalculeerd, op het geen dat het praelteeren moet in tyd van aclie met vergelyking van de des. avantages die de gefteldheid ondet Zeegaten , met zig brengen , en dan offchoon wy in ons Departement voor het tegenswoordige zeer wel voorzien zyn, kunnen wy voor het vervolg zeker niet genoeg intteeren op eene verbetering in deeze tak van de Marine , waar aan wy de grootfte importantie hegten, de ondervinding ons hebbende geleerd , hoe de onkundigheid ia deeze millioenen aan het Land gekost hebben, met onbruykbaare Schepen te bouwen. —■ Maar meenen niet dat daar aan zoude geremedieerd zyn door het aannemen alleen van een Conltructeur Generaal , maar liever inclineeren dat 'er, uit de te ftellene vaste post op de Staat van Oorlog, een fonds wierd gèasfigneerd, waar uit de kosten van een Kvveekfchool voor de Scheepsbouw onder direclie van een kundig Bouwmeefter, wierd gevonden, en alwaar jonge Lieden, by wie men genie tot die tak van ftudie zoude ontwaar worden, in (laat zouden gelteld worden , haare Talenten te developpeeren , en vervolgens de Scheepsbouw nagaan , zoo op 's Lands Werven, als buiten 's Lands , het geen geen Mensch uit zyn eige vermogens in ftaat is te doen , en tot grote opwekking zoude zyn , als ook tot nut van het Vaderland , door dien uit die Snbjcclen bekwame Equipagemeefters en Onder-Equipagemeefters aangekweekt zouden worden. Hier  3J0 Z A A K EN VAN Hier mede, Edele Gr. Mogende Heeren,mee. nen wy aan de voorgemelde vraag zoo kort mo. gelyk geandwoord te hebben, en zullen ookein. digen met alleen nog te remarqueeren, hoe fingulier en contradictoir het ons voorkomt, dat in een tyd dat men het fchier durft wagen , een flap buiten de retroafta der vorige Eeuwen te doen , men in déze tot. de fchyn of fchaduw van een zedert twee Eeuwen gefubflfteerd hebbende adminiftratie wil uitroeyen het geen wy hopen dat nimmer plaats zal vinden. Daar wy ons gelukkig zullen fchatten, zoo wy iets hebben daar tegen mogen bybrengen, en daar door geantwoord aan de intentien en het vertrouwen door Uw Edele Gr. Mog. in ons gefield , en aan het but van Heeren Gedeputeerden, de verbetering namentlyk van de voor het lieve Vaderland zoo importante en belangryke zaak als is de beheenng, en de bloey van 's Lands Marine. r,j.,—h ,. , Waar mede , h,dele Groot Mogende Heeren, zullen wy God Almachtig bidden , Uw Ed. Gr. Mog. te willen houden in zyne heilige befcherming. (Onder ftond) _ _, Uw Edele Gr. Mog. zeer Gefchreven in Dienstwillige, Amfterdam De Hollandfche Raaden en den 30 Oc- Minifters ter Admiraliteit toberi79o. te Amfterdam. En uit dezelve. (Was get.) W. G. F. BENTINCK. D. V. LEYDEN. Ex-  STAAT EN OORLOG, 3Ji Extracl uit de Refolutie» van de Heeren Staaten van 'Holland en West' vries/and, om ter Generaliteit Hoogstderzelver bereidwilligheid te betoonen, om op het beftier der Zaken van de Zee , het advis van Zyne Hoogheid als Admiraal Generaal in te neemen , en daar na tot afkomst mede te werken. In hun Ed. Groot Mog. Vergadering genomen op Donderdag den io December 1790. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteerd de Confideratien en het Advies van de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Gr. Mog. gecommitteerden tot de Zaaken van de Commercie en Navigatie, hebbende, in gevolge en ter voldoening van Hun Edele Gr. Mog. Refolutien Commisforiaal van den. 19 Augustus en a6 November deezes Jaars , met de Heeren wegens Hun Edele Gr. Mog. tot de perfoneele Commisfie over het werk der Generale defenfie van de Republiek geemployeert geweest , midsgaders de Hollandfche Raaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie refideerende , geëxami* neert de drie distincte advifen van dezelve Admiralitiït» Raaden en Ministers, betrekkelyk het eerfte Hoofdpoint van het Rapport van dezelve Commisfie den 28 October 1789 ter Generaliteit gedaan concerneerende de Zaaken en Oorlog te Water fpeciaal op het Plan van een algemeen beltier voor de Zaaken van de Zee gecombineert met de affchaffing van de tegenwoordige Collegien ter Admiraliteit, gelyk hetzelve by het voorfz. Rapport der peifoneele Commisfie in het breedë is voorgedragen ; als meede op de nuttige en heilzaame gevolgen , welke voornoemde Heeren zig van dat Plan belooven integenoverltelling van het beltier, het welk tegenwoordig plaats heeft, of in gevolge de lnftructie voor  5ji ZAAKÉN VAN' STAAT EN OORLOG. voor -de Admiraliteits Collegien behoord plaats te heb» ben. —- Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verdaan, de Heer«« Gedeputeerden ter Generaliteit by deeze te autboiifeeren , om te declareeren , dat Hun Edele Gr. Mog. bedankende de Gecommitteerden tot de perföneelee Commisfie van het defenfieweezen voor derzelver veelvuldige moeiten en gedaan rapport, be* reid zyn, Om , beneffens de Bondgenooten meede te werken tot herdel der gebreeken , welke in het bedier van de Zaaken van de Zee gevonden worden , zoo wel met Opzigt tot de inrigting der Collegien ter Ad» miraliteit als van derzelver Werkzaamheden en Finantien, behoudens de primitive en Conditutioneele gronden der Regeering; doch dat Hun Edele Groot Mog. van oordeel zyn , dat in een zaak van zoo veel gewigt, en welke immediaat behoord tot de Charge van Zyne Hoogheid als Admiiaal Generaal van de Unie het hoogwys advis en de Confideratien van Hooggemelde Zyne Hoogheid alvorens door Hun Hoog Mog. behooren ingenomen te worden ; dat dezelve ingeko» men zynde , Hun Edele Gr. Mog. bereid zyn, om met Concurrentie van de andere Bondgenooten een tyd te bepaalen binnen welken de Advifen van de Provinciën daar op zullen moeten ingebragt zyn, mitsgaders de middelen om in Cas van diverfiteit van Opinien, deeze zaak tot eene Finaale afdoen te brengen. Accordeert met de voorfz. Refolutien.