STAAT EN OORLOG. 285 is gezegd, dat het werk der Translaten federt eenige jaaren meerder gekost hebbende dan te voren, zoude kunnen worden vastgefteld, dat dezelve niet zullen gefchieden, dan op exp'resfe ordre van den Griffier of Commis, en dat geen declaratien van den Translateur zullen worden geliquideerd , dan op eene verklaring van den Griffier of Commis onder dezelve declaratie gefield, dat die Translaten op hunne ordre gedaan zyn , en dat by vacature van het Ampt van Translateur in de Franfche en Latynfche Talen, zoude kunnen worden afgefchaft de vermeerdering van het Tractement van vier honderd guldens by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 27 Maart 1748 aan denzelven verleend, en dat deze Translateur mede zynde Clercq van de Cyffers, teffens zoude kunnen worden afgefchaft gelyke vermeerdering van vier honderd guldens aan denzelven in die qualiteit by dezelfde Refolutie geaccordeerd. By de Refolutie van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland van den 5 Maart 1755 is daar omtrent verftaan, dat ter Vergadering van Haar Hoog Mog. zoude worden voorgedragen , „ dat het eerfte, een point van „ ordre zynde , zonder zwarigheid kan wor„ den geadmitteerd , maar dat het laatfte wel „ eenige bedenking zoude kunnen lvden om „ het grootfte interest, dat de Republiek heeft „ dat de Secretesfe word geobferveerd , maar „ dat Haar Ed. Gr. Mog. oordelen, dat dewyl „ die verhoging alleen is eene perfoneele con„ cesfie, om byzondere redenen van dien tyd „ geaccordeerd, het zelve een zaak is, waar „ öp by de aanftelling van een ander op nieuws ,, gedelibereerd zal worden." De voet op welken voor het overzetten uit de Hoogduitfche taal in d;e Nederlandfche word gedeclareerd, is bepaald bv Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 6 Maart 1660; by dezelve is  286 ZAAKEN V A N is aan een Clercq ter Griffie van Haar Hoog Mog. voor het overzetten van Hoogduitfche Brieven federt de maand Maart van het vorige jaar 1659 toegelegd de fomme van drie honderd guldens eens, doch wyders verdaan dat hy voor het toekomende zoude hebben te declareren, ende voor de Translaten trekken en genieten dubbeld, en voor de in het net daar van te maken Copie enkeld en gewoonlyk fchrylloon. In de eerstvolgende jaaren liepen de kosten daar van niet hoog, doch dezelvezyn fpoedig zeer vermeerderd gelyk uit de hier by onder N°. 13. gevoegde Staat van de betalingen in vier tydperken telkens van tien jaaren deswegens gedaan, zal blyken. De Kamer is ten eenemaal buiten daat om te oordelen of alle de ltukken , die getranüateerd zyn , noodzakclyk getranflateerd hebben moeten worden, dan of daar omtrent voor het toekomende eenige menage zoude kunnen worden ingevoerd ; en ze 'is vervolgens van begrip dat de gedagten van den Heer Griffier van Haar Hoog Mog. daar over zouden behoren te worden ingenomen, en vervolgens met denzelven overlegt hoedanige verklaring voortaan onder de declaratien van den Tranflateur zoude dienen te worden gedeld, ten einde de Kamer bv het examineren en liquideren van dezelve de nodige gerustheid moge hebben , dat alle de Traullateri, waar over gedeclareerd word, op deszelfs ordre, en dus niet buiten noodzaak gemaakt zyn. de Tranflaten, die uit de Engelfcbe, Spaanfche, Portugccfche en Italiaanfche_Taaien worden gemaakt, worden op denzelfden voet betaald", en die kosten gebragt in de declaratien van het geen ten Comptoire van den Heer Griffier word gefchreven, zonder dat daar van afzonderlyke declaratien worden ingediend ol overgelegd. Doch die kosten zyn van geen groot belang , hebbende het geen gedurende  STAAT EN OORLOG. 287 het jaar 1785 betaald is voor Tranflaten uit het Engelsen, bedragen ƒ 190:7:0 en voor Tranflaten uit het Spaansch, Portugeesch en Italiaansch ƒ 565:4: o. By Haar Hoog Mog. Refolutie van den 29 December 1714 is aan den geene, die federt omtrent twaalf jaaren was gebruikt tot het doen van alle Tranflaten in de Franfche 'Faal, zonder daar voor eenige betaling te bekomen , voor zyne voorleden dienften en gedaane Tranflaten toegelegd eene fomme van twee duizend guldens eens , doch tellens verftaan, dat hy voor het toekomende volgens de ordre van het Land zal declareren voor de Tranflaten s die hy zal doen; ■ gemelde Tranflateur heeft vervolgens op den T7 January van het jaar 1716 by Requeste te kennen gegeven , dat hy in het vorige jaar niet meer had verdiend dan twee honderd een en zeventig guldens, en verzogt dat hem een Portabel traétement mogt worden toegevoegd, ofte wel zodanig fupplcment als geoordeeld zoude worden te behooren; ■ en daar op is hem by Refo'utie van. denzelven dag tot eene gratificatie toegelegd eene fomme van twee honderd en vyftig guldens eens, zonder dat hetzelve daar na in confequentie getrokken zoude mogen worden ; dezelve zig nog in het zelfde jaar nader aan Haar Hoog Mog. geaddresfeerd en te kennen gegeven hebbende, dat het geen hy geduurende de zes eerde maanden van dat jaar getranflateerd had, niet meer dan vyftig a"zestig guldens zoude bedragen, en derhalven op nieuw verzogt hebbende, dat Haar Hoog Mog. hem eene fomme van gratificatie tot fupplcment zouden gelieven toe te leggen, is by Refolutie van den 22 July 1717 verftaan, dat ingevalle de declaratien van den Suppliant in een rond jaar geen zes honderd guldens bedragen , het geen daar aan deficieert tot  &88 ZAAKEN VAN tot zes honderd guldens toe gefuppleerd zal worden. De tegenwoordige Tranflateur is in den jaare 1738 op den zelfden voet aangefteldom gebruikt te worden tot het Tranflateeren van Haar Hoog Mog. Refolutien en andere Stukken in de Franfche en Latynfche Taaien, en wanneer in het zelfde jaar was overleden de Clercq in de Griffie, die geëmplojeerd wierd tot het depecheren van de Patenten met den aankleven van dien, als mede tot de Cyffers en het in Cyffer dellen en ontcyfferen van Brieven, is gemelde Trandateur daar toe benoemd op het zelfde Tractement van zes honderd guldens jaarlyks als de voorige had genoten, eindelyk is aan denzelven by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 27 Maart 1748 in confideratie dat deszelfs occupatien federt cenigen tyd merkelyk waren toegenomen, in qualiteit van Clercq van de Cyffers eene fomme van vier honderd guldens jaarlyks toegelefd, boven het traétement van zes honderd guldens waar op hy was aangedeld, als mede in qualiteit van Tranflateur een gelyke fomme van vier honderd guldens, boven dë zes honderd guldens,' die hem worden goedgedaan by aldien zyne declaratie in een rond'jaar niet hooger loopt; daar en boven declareert dezelve voor het vervaardigen van ieder Cyffer op den zelfden voet als alle Schryfioonen in de Griffie worden goedgedaan, waar van de betaaling gebragt word in het geen gefchreven is ten Comptoire van den Heer Griffier, De Kamer , die geen kennis heeft van het werk, dat in de voorfz. qualiteiten word verrigt, is al wederom op dit fubject buiten daat om te beoordeelen , of de Tractementen, die daar voor worden betaald, naar behooren worden verdiend, dan of dezelve voor het toekomende zouden kunnen worden verminderd; ze heeft daarom gemeend te moeten opgeven, op wat  STAAT EN OORLOG. 289 Wat wyze daar omtrent federt het begin van deze eeuw is gedagt, en zal alleen op dc Refolutie van den jaare 1748 reinarqueeren , dat zo al de bezigheden als Tranflateur en als Clercq van dc Cyffers waren vermeerderd, dezelve daar tegen als Clercq van de Patenten zeer merkelyk waren verminderd, door dien geen Patentemmeer by Haar Hoog Mog. zyn gedepecheerd, na dat in het voorige jaar de vryc magt over de Patenten op zyne Hoogheid den Heere Princc van Orange en Nasfau in qualiteit van Capitein Generaal van de Unie was geconfereerd. Misfcbien zouden de voorfz. Tractementen wel kunnen worden verminderd, indien in het vervolg een Clercq van de Griffie tot hettranilateeren in de Franfche Taal en tot het werk der Cyffers kon worden geëmplojeerd, zo als tot het tranflateeren uit de Engelfche Taal actueel gefchied, en omtrent de Cyffers vóór dc aanftelling van den tegenwoordigen Clercq fchynt plaats gehad te hebben, en hier omtrent komt het aan de Kamer voor, dat het gevoeglyklte zoude zyn dat met den Heer Griffier van Haar Hoog Mog. daar over gefproken , en deszelfs gedagten ingenomen wierden. i 16. By dezelfde Refolutie of Reglement van Haar Hoog Mog. van den 13 September 1661 waar by ordre gedeld is omtrent de Schryflooncn in de Griffie , is teffens bepaald, dat de kaarsfen, die by den Griffier, Commis, Agent, de refpective Clerquen van de Provinciën en dc Kamerbewaarders tot die tyd roe waren genoten geworden, voortaan zouden 'cesfeeren, en by dezelve niet meer geprofiteerd Worden, doch dat voor de Tafelen van Haar Hoog XIII. Deel. T Mog.  s0o ZAAKEN VAN Mog. ais van ouds geleverd zouden worden zoo veel kaarsfen als 'er van noden zouden zyn, waar van dagelyks pertinentie notitie by de Kamerbewaarders zoude moeten worden gehouden , dat dezelfde voet op het ftuk van de Kaarsfen voor de Kamer ende de Tafelen, mitsgaders de Griffie van den Hove van Braband , mede geobferveerd ende naargekomen zouden worden, en dat met opzigt tot de kaarsfen voor den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer daar in zoude worden gehouden de voet en ordre , als van ouds gebruikelyk, mits de Kamerbewaarders van beide Collegien mede pertinente notitie houden van de dittributie derzelver, zonder dat dc refpective Secretarisfen, Commifen, Kamerbewaarders ofte eenige andere Bedienden van de welgem. Collegien, geene uitgezonderd, eenige kaarsfen voor hun gebruik tot laste van het Land in het vervolg meer zouden mogen genieten. By form van interpretatie van het voorfz. Reglement is by nadere Refolutie van den 13 December 1670 verklaard, dat onder het point aangaande de kaarsfen daar in nevens andere influerende , niet zyn gecomprchendeerd , nog begrepen de kaarsfen, die gerequireert worden op de Kamer van den Agent, dc Griffie, en in de beneden Kamers en Comptoircn , daar de eerfte en andere Clercquen van de provinciale Clercquen fehryven, en dat dien volgens, dc Leverancier de nodige kaarsfen zoude hebben te leveren aan den Kamerbewaarder van de Griffie, met verdere byvoeging, dat deeze op zynen eed aan. het Land gedaan zorge zoude hebben te dragen, dat die kaarsfen nergens elders, dan op en in de voorfz. Plaatfen werden geconfumeert en verbrand. Bevorens had de eerfte Kamerbewaarder van den Raad van Braband reeds in den jaare 1662 hy Requeste aan Haar Hoog Mog. te kennen ge*  STAAT ÊN OORLÓG- $t gegeven , dat met twee en zeventig ponden kaarsfen, die voor den gem. Raad geleverd wierden het onmogelyk was denzelven Raad en de Griffie te dienen, waar op die quantiteit by Reiolutie van den 25 October van het zelfde jaar 1662 is verhoogd tot op een honderd ponden,,.. r en dit getal ponden word tot heden toe jaarlyks voor den Raad van Braband geleverd. Voorts zyn na de voorfz. Refolutien van i66r en 1670 gedurende eenige tyd geene andere kaarsfen ten laste van het Land geleverd, dan die voor de Tafelen van Haar Hoog Mog. en voor den Raad en de Rekenkamer als meede vóór de Griffie van Haar Hoog Mog. nódig zyn geweest; doch die benodigdheid fchyht al vroeg zodanig te zyn gerekend, dat de refpective Kamerbewaarders daar in voor zig een emolument hebben gevonden. Ten minden heeft de Rekenkamer niet lang daar na aan den Commis en vyf Clercquen van haare Secretarie , als meede aan deri jongden Kamerbewaarder toegelegd eene fomme van een honderd Vyf en zeventig guldens voor kaarsfegeld , cm ónder dezelve verdeeld te worden , welke verdeling zodanig is en nog word gedaan, dat de Commis daar uit geniet dertig guldens, ieder Clercq vyf én twintig , en de Kamerbewaarder twintig guldens. De reede van die toeleg is ongetwyfFelt geweest , dat die Bedienden genoegzaam geene emolumenten genoten, en. dus weinig meer inkomen , dan het beloop van hunne foberê Tractementen gehad zullen hebben,' ■ • en die reede militeert voor de Clercquen en den Kamerbewaarder als nog ten ilerkde, aangezien de Clercquen na aftrek van den honderdden Penning die zy jaarlyks aan de Provincie van Holland moeten opbrengen, niet veel boven de twaalf honderd guldens ieder, en de jongde T a K*-  m ZAAKEN VAN Kanerbewaarder weinig meerder overhouden, zonder nog te gewagen van het Amptgeld , cat dezelve by hunne aanftelling aan de gem. Provincie meede betalen moeten. Uier by komt nog dat de Clercquen in tyd van Oorlog in meer dan één opzigt veel meer werk en geen ftuiver meer inkomen hebben, gepwyl de Clercquen ter Secretarie van den iad altoos merkclyk meer , en in tyd van oriqg zeer aanzienelyke emolumenten genie«n. 'n faveur van den Commis kan dezelfde reniet meer geallegueerd worden, vermits de■ federt meer dan veertig jaaren zo niet ,:t op bet voorbeeld van den Commis ter leiaurie voor de regiftratie van ieder Ordou- .',tie van betaling omtrent gelyke leges ge• irderd heeft, als de gem. Commis, die daar e geen meerder regt had, zig voor het opmaken heeft doen betalen. Ook heeft de "Kamer vastgefteld, dat by de eerfte vacature van het Commis Ampt het voorfz. kaarsfegeld zal cesferen. Van gelyke heeft dc Raad van Staate in het begin van deeze eeuw aan zynen jongden Kamerbewaarder dezelfde toeleg van twintig guldens voor kaarsfegeld gedaan die by den jongden Kamerbewaarder van dc Rekenkamer genoten wierd, waar uit fchynt te kunnen worden opgemaakt , dat de Raad te dier tyd ook begrepen heeft, dat zyne oudfte Kamerbewaarder in de quantiteit kaarsfen , die ten diende van denzelven geleverd wierd , een emolument van meerder . waarde dan de voorfz. toeleg vondt. Voor bet overige zyn federt meer dan honderd jaaren ten dienden van dc Kamer geleverd twee honderd ponden kaarsfen, en de Kamerbewaarder, of die in 's Lands huis woonde, heeft tot zyn voordeel genoten het geen daar van ten diende van dc Kamer niet was gebruikt. Dc quantiteit kaarsfen, die ten diende vna den  3oo ZAAKEN VAN teerden van Haar Hoog Mog., gelyk ze reeds bevorens, wanneer ze nog waren in dienst van hooggemelde Heeren Printen, geëmployeerd geweest waren', dan dit gebruik heeft zedert langen tyd opgehouden. Geduurende de Oorlogen, die met de Tractaaten van Vrede, te Ryswyk en Utrecht gefloten, zyn geëindigd, hebben zy gediend om op uitgefcbreven Dankdagen of op deontfangst van aangename tydingen te blazen. In latere tyden zyn zy gebruikt by publieke intreden en audientien van Ambasfadeurs van vreemde Mogendheden, en verder by alle publieke Ceremoniën en Festiviteiten, zoo dat hier op misfehien van applicatie zoude kunnen worden gemaakt de reflexie in de dikwils aangehaalde Refolutie van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland met opzigt tot het verminderen van het getal der Bodens voorkomende , dat namentlvk de digniteit van den Staat in het oog behoord te worden gehouden. De Raad van Staate heeft inmiddels niet nagelaten zo omtrent de Liveryen van de Trompetters , die nog vier in getal zyn, als omtrent dc Vaanen en Banderollen der Trompetten alle gepaste menage in het werk te ftellen, hebbende ten dien einde wanneer de tyd daar was, dat dezelve volgens vorige ufantie zouden hebben moeten worden vernieuwd, ze nog eenige jaaren laaten gebruiken, en aan de Trompetters tot een dedomagement een zekere toeleg gedaan, merkelyk minder importeerende,, dan de kosten der vernieuwing zouden hebben bedragen. §. 22. Tot hier toe heeft de Kamer zig bezig gehouden met de voorflagen iu het advis van den  STAAT EN OORLOG. 3st > den jaare 1717 gedaan, en het geen waar toe dezelve aanleiding hebben gegeven , en zoude • vervolgeus nu moeten overgaan tot de poincten in het Plan van menage van den jaare 1754 voorgedragen, voor zo ver die niet reeds zyn verhandeld, dan dewyl in het Rapport van de Heeren Haar Hoog'Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de Extraordinaris Vergadering den 19 Juny 1717 op het voorfz. advis van de Kamer uitgebragt, nog eenige pointen worden opgegeven, van dewelke in het zelve advis geen gewag is gemaakt, en ze zig in ftaat vind ten minftcn omtrent zommige van dezelve eene en andere meerder onderrigting te geven, zal ze zulks alhier laaten volgen, en daar by voegen de confideratien , die het zelve daar en boven zal opleveren. In het voorfz. Rapport word ten zeventiende, het welk het eerfte point is, dat in het advis van de Kamer van den jaare 1717 niet is gemeld, voorgedragen, dat vastgefteld zoude behooren te worden, het leggen van eene belasting ap al e Ampten van de Generaliteit, doch nader overwogen op wat wyze die belasting zal worden gereguleerd; in het Plan van menage van den jaare 1754 is daar op niet aangedrongen, en vervolgens is 'er in de Refolutie van de Staaten van Holland ende Westvriesland van den 5 Maart 1755 geen melding van "gemaakt. Door de Ampten van de Generaliteit in het voorfz. point gemeld, moeten waarfchynclyk verftaan worden de Ampten in het resfort van de Generaliteit , want de Ampten van de Generaliteit binnen de Provincie van Holland ende Westvriesland wordende bekleed ende waargenomen, waren door de Staaten van dezelve Provincie reeds in de voorige Eeuw belast met eenen honderdlten Penning, en daar en boven in  $*2 ZAAKEN VAN in het voorige jaar 1716 nog getauxeerd ,op eene vaste fomme, by het aanvaarden van dezelve te furneeren, en vervolgens kan het oogmerk van het voorfz. voordel niet wel geweest zyn, om op die Ampten nog te leggen eene belasting ten behoeven van de Finantie van de Generaliteit, ten ware men in het oog had gehad om door het doen van die belasting in effefte uit te werken, dat de belasting by Holland gedaan zoude ophouden, en ten behoeven van de Generaliteit worden genoten; en zeker zoude het niet vreemd zyn, dat als Ampten van de Generaliteit moeten worden belast, zulks niet gefchiede ten behoeven van eene Provincie , maar ten nutte en voordeele van de Generaliteit, waarin alle de Provinciën deel hebben. Konde de Proviucie van Holland worden geëngageerd , om van de belastingen op de Ampten van de Generaliteit gelegd, af te zien , cn dezelve ten profyte van de Generaliteit te laaten, zoude zulks eene merkelyke verbetering voor de Kas van dc Generaliteit opleveren. Ten aanzien van de Ampten in het resfort van dc Generaliteit is in het jaar 1695 by Refolutie van den 13 Oftober door Haar Hoog Mog. vastgedeld geweest, dat om te vinden cle wederhelft van de dubbelde Interesfen van de Negotiaticn daarby gearredeerd, onder anderen zoude worden geheven eene quotifatic, op alle Ampten en Bedieningen in het resfort van de Ger neraliteit groot cn klein, het zy dc Generaliteit aangaande, ofte cle Vafal Heeren, Steden, Quartieren , Dorpen , Polders, ofte eenige andere corpora , zodanig dat alle Beampten naar gelegenheid en proportie van hunne traftemenrten, daggelden, baten en profyten zouden worr den getauxeerd, en jaarlyks geduurende de tyd van tien jaaren betaalen een gerecht twintigile part van een fomme, waarop hunne Ampten en Bedieningen getauxeerd zouden wezen. Ter  STAAT EN OORLOG. So3 Ter executie van die Refolutie zyn vervolgens Lysten van alle de Ampten in alle Steden , Dorpen en Plaatfen in het Didrict van de Generaliteit geformeerd , en door den Raad met een project van tauxatie in November van het jaar 1697 aan tiaar Hoog Mog. gezonden; zelfs is de tauxatie van de voorfz. Ampten Volgens dat project vastgedeld by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 4 July van-het volgende jaar 1698, uitgezonderd de Ampten van de Officieren van de Convoyen en Licenten, ende ter recherche, waarvan de tauxatie by provifie nog wierd opgehouden,. zynde de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de Finantie daar by verzogt, om de tauxatie van die Ampten nader te examineren; doch de Raad van Staate niet convenabel oordelende, dat de voorfz. belasting dukswyze zoude worden ingevoerd, en nog minder, dat zoo merkelyk een aantal van Beampten, als die van de Convoyen en Licenten en ter recherche , daarvan op eene indirecte wyze by provifie zouden worden gcëximeerd, onaangezien de belasting op de Ampten by eenparige bewilliging van de Bondgenoten zonder eenige , veel min zoo notabele uitzondering was vastgedeld, heeft op den 8 van de voorfz. maand July goedgevonden met den invoer van de voorfz. belasting nog eenige dagen te wagten, om te zien of de gedccerneerde befoigne over de tauxatie van de Ampten der Officieren van de Convoyen en Licenten en ter recherche gehouden zoude worden. Wat verder gevolg dit gehad hebbe, heeft de Kamer niet kunnen ontdekken, doch het is zeker, dat de voorfz. belasting noch toen noch naderhand ingevoerd is. $• 23.  3o4 ZAAKEN VAN S- 23. Het agttiende point, dat by het rapport van den jaare 1717 is voorgedragen, brengt mede, dat zoude behoren te worden overwogen, of de gemeene Middelen in het resfort van de Generaliteit niet kunnen worden verbeterd en of het niet diendig en voordeelig zoude wezen die uit te geven in admodiatie, of aan de Magidraaten der Dorpen tot eene zekere fomme van Penningen aan te fchryven. Beide die voorilagen zyn zekerlyk aan bedenkingen onderhevig, door de middelen of een gedeelte van dien in admodiatie te geven, verminderd het getal der gegadigden om te pagten, en zoo de admodiatie eenige jaaren word gecontinueerd, zullen'er in liet geheel geen kundige Pagters gevonden worden, en men zal vervolgens van den Admodiateur afhangen , het reudement van het middel zal verminderen, en indien men wederom tot een verpagting zoude willen overgaan, is het meer dan waarfchynelyk, dat dezelve in de eerde jaaren minder dan de admodiatie zal opbrengen; en ingeval het middel, dat in admodiatie is gegeven, niet word ingevorderd volgens de Ordonnantie, gelyk misfehien niet altoos gefchied , zal deze geheel in onbruik en langzamerhand onbekend geraken, en vervolgens als men zig by de admodiatie niet meer wel mogt vinden, niet zonder moeite weder kunnen worden ingevoerd. Ondertusfchen zyn 'er verfcheide Speciën van tyd tot tyd, ongetwylleld op zeer goede gronden, in admodiatie uitgegeven , en derhalven zal de Raad van Staate misfehien reeds dom' ondervinding kunnen beoordeelcn, in hoe verre de "voorfz. confideratien gegrond zyn. Wan-  STAAT EN OORLOG. 305 Wanneer de middelen aan de Regenten der Dorpen worden aangefchreven, gelyk zulks in de geheele Meyerye van 'sBosch, of aan de volmagten gelyk in de Heerlykheid van Westwoldingerland plaats heeft, word de fomme gelds, waar voor dezelve zyn aangefchreven, by omflag over de Ingezetenen gevonden, en dan zekerlyk flapen de Ordonnantiën, en worden geheel onbekend, daar en boven worden de middelen minder in evenredigheid van de confumtie van een ieder geheven, in dezelve word door Vreemdelingen en andere Reizigers niets gedragen, het geen voor , een Diftrict, dat aan de Paslage ligt, gelyk de Meyerye van 's Bosch, van belang is, en de aanfehryving een lange reeks van jaaren hebbende ftand gegreepen, het geen al wederom het geval van de gemelde Meyerye is , zoude de verpagting niet zonder veel moeite en een misfehien ondraaglyk bezwaar van de Ingezetenen weder kunnen worden ingevoerd. Voor het overige gedraagt zig de Rekenkamer nopens de verbetering der middelen tot het geen hier boven in de 2 § is ter neder gefteld, en houd zig verzekerd dat de Raad van Staate zoo daar omtrent als omtrent de gemelde voorflagen veel beetere en meer gegronde confideratien zal weeten aan de hand te geven. §• 24- De bedenking , die by het voorfz. Rapport in de negentiende plaats word geopperd of 11amenflyk van wegens de Generaliteit uit- hoofde van de groote zwy^ende Landtol in Braband niet zoude kunnen worden gepretendeerd eene portie in de Briefporten van de Brieven door Braband in het resfort van de Generaliteit patfeerendey is door de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland , uitvvvzens derzelver Refolutie XIH. Deel. V van  3o6 ZAAKEN VAN van den 5 Maart 1755, geoordeeld te kunnen worden aangezien voor een van die pointen, waar van de Raad van Staate in zyne Misfive van den 10 Juny 1719 zegt, dat tot geen ander einde in het rapport fchynen gebragt, dan om te grosferen het getal der pointen. Wat hier van wezen moge, de Kamer erkent onbefchroomd , dat zy geen genoegzame grond vindt voor de gemelde prastenfie, en zy is daar en boven van gedagten, dat in allen gevalle de portie, die het Land zoude kunnen vorderen , van zoo gering belang zoude zyn, dat het niet waardig zoude worden bevonden de moeite die zoude moeten worden genomen om te bepalen , hoe groot die portie zoude moeten wezen. De affchaffing van de Huishuuren der Huizen voor Gedeputeerden te '.f Hertogenbosch , Breda en elders, het welk in het voorfz. Rapport ten twintiglte word Voorgedragen , verdient naar het oordeel van de Kamer meerder overweging. De Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland hebben daar op in de nog zoo evengemelde Refolutie te regt geremarqueerd, „dat „ in zoodanig geval aan de Gedeputeerden naai ' „ die Plaatfen gaande, eenig dedommagement „ of verboging van daggeld zoude dienen te „ worden gegeven, wanneer gctvvylfeld word ,, of daar door wel menage zoude worden be,, tragt, het geen met den Raad van Staate ,, zoude behoren te worden overlegd." De Kamer ftemt daar meede geredelyk in , en zal zig verder vergenoegen met op te geven de fchikkingen, die tot Logement van'de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog. Mog. en Gecommitteerden van den Raad in de Steden cn Plaatfen, waar over derzelver Commisfien gaan,  STAAT EN OORLOG. scf gaan, gemaakt zyn, waar door de deliberatie over het voorlz. Point zeer merkelyk zal worden gefaciliteerd, en tellens kunnen wordeii geoordeeld , in hoe verre de voorfz. voorflag met betragting van menage zoude kunnen worden ten eflècte gebragt. Te Maaftricht betrekken de Heeren Haar Hoog Mog. Commisfarisfen Decifeurs in het eene jaar, en de Heeren Gecommitteerden van den Raad in het andere jaar een aanzienelyk Huis, hetwelk aan het Land toebehoordt, en dat ook ten laste van het Land onderhouden word ; hetzelve is van allerhande Meubilen en Huisraad voorzien , en word door een Castelein of Opzicnder bewoond , die boven de vrye woning jaarlyks eene fomme van een honderd guldens voor Gage geniet, en verder aan het Land in rekening brengt de kosten op het fchoonhouden van het Huis, de Meubilen, het Linnen en verder Huisraad, als mede op de reparatien en het onderhoud van de Meubilen, mitsgaders op het onderhoud van den Tuin vallende, welke de tien laatfte jaaren door een gerekend eene fomme van vyf honderd guldens jaarlyks hebben bedragen. Het komt aan de Kamer buiten bedenken voor, dat dit Huis niet kan worden afgefchaft, al was bet alleen om die reden , dat Commisfarisfen Decifeurs daar, ten minften twee maanden, en Heeren Gecommitteerden van den Raad ten minden eene maand vertoeven. Te Venlo daar de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. en Gecommitteerden van den Raad van Staate zig maar weinige dagen ophouden , word lot derzelver Logement door den Raad een Huis gehuurd, het welk tellens door den Commis van 's Lands Magazynen word bewoond ; hetzelve is laatftelyk in het jaar 1782 wederom ingehuurd voor den tyd V 2 van  3o8 ZAAKEN VAN van agt jaren tegen eene fomme van vier honderd vyf en dertig guldens jaarlyks. het is van 's Lands Meubilen voorzien, en de Commis geniet voor het onderhoud van dezelve eene fomme van drie en zestig guldens jaarlyks, en brengt daar en boven in zyne declaratie van de onkosten in de Magazynen vallende , die van het fchoonmaken van het voorfz. Huis voor de aankomst en na het vertrek van de refpective Heeren Gecommitteerden, van het wastenen en opdoen van 's Lands Linnen,, en de reparatie en het onderhoud van de overige Meubilen, welke onkosten de laatfte tien jaaren -or een gerekend, bedragen hebben eenè fomme van vyf honderd en dertig guldens jaarlyks. Commisüen, die wegens Haar Hoog en den Raad naar Vlaanderen worden bei, worden met 's Lands Jagt gedaan, het i oe refpeétive Heeren Gecommitteerden niet laten; nu en dan egter gebeurt het, dat de Heeren Gecommitteerden van den Raad een enkelde nagt te Sluis logeren in het huis door den Commis van 's Lands Magazynen bewoond wordende, waar toe zig ook m hetzelve Huis bevinden eeuige grove Meubilen aan het Land tp< ochorende, en zoo dikwils dit plaats heeft word daar voor aan den Commis en teffensvoor het gebruik van deszelfs Meubilen eene fomme van vyftig guldens betaald. Te Nymegen, daar de Heeren Gecommitteerden van den Raad tot het vifiteren van de Fortificatiën en Magazynen zelden agt dagen» vertoeven, logeren zy in de woning annex aan het Magazyn, die door den Commis van 's Lands Magazynen word geoccupeerd; hy geniet voor het gebruik van zyne Meubilen eene fomme van twee honderd guldens jaarlyks. Te'  322 ZAAKEN VAN By Refolutie van den 4 November 1700 is het voorfz. ordinaris Traétement verhoogd tot op vier duizend guldens , by Refolutie van den 25 January 1708 is.aan denzelven Heer in confideratie dat deszelfs werk merkelyk was verzwaard door de adminiftratie van de middelen, welke geheven worden in de Landen, waar van de Staat geduurende den Oorlog de posfesfie heeft gekregen, toegelegd eene fomme van een duizend guldens jaarlyks te betaalen uit de middelen van de voorfz. Landen, en by eene tweede Refolutie van denzelven dag is aan gemelden Heer uit hoofde van de vermeerdering van zyne moeite en occupatien geduurende den Oorlog, zonder dat zyne emolumenten te gelyk waren vermeerderd , nog vergund een extraordinaris byllag van een duizend Ryksdaalders jaarlyks, in te gaan met den eerden January van dat jaar, cn te continueeren zoo lang de Oorlog zoude duuren, te betaalen uit de Regten van de Paspoorten en Sauve Gardes, deze byflag is met het einde van den Oorlog opgehouden, doch hoe zeer de middelen van de Landen, waar van de Staat geduurende den Oorlog was in bezit geraakt, met de Vrede zyn vervallen, is de toeleg daar op gealfeétueerd, niet te min gecontinueerd, en vervolgens betaald uit het fubfidie by het Tractaat van Barrière beloofd , en wanneer de betaaling van het zelve in 1744 ten grootden dele is opgehouden, is dc voorfz. toeleg van dien tyd af gevonden uit dc middelen van het Ovcrkwartier van Gelderland. Met de introduétie van het prefentiegeïd in het jaar 1718 is aan den Heer Thefaurier Generaal in plaats van prefentiegeïd toegelegd eene fomme van twee honderd en vyftig guldens, en voorts by Refolutie van den Raad van den  STAAT EN OORLOG. 3*3 den 27 December 1740 voor een Almanak met Zilver bellag en Couranten, eene fomme van veertig guldens jaarlyks. Wanneer naderhand ontdaan zyn de trou* bles, die mét de Vreede van Aken zyn geëindigd, is by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 9 July 1744 aan den Heer Thefaurier Generaal toegelegd gelyke byflag van een duizend Ryksdaalders-, als in de vorige Oorlog by Refolutie van den 25 January 1708 was vergund, te beginnen met den 1 April van het zelfde jaar 1744, en te continuceren tot dat de toen fubfiderende troubles zouden cesferen , te betalen uit de post van de legerlasten , doch die b\flag is by Refolutie van den Raad van Staate van den 12 December 1748 aan den Thefaurier Generaal in der tyd gecontinueerd zo lang hy dien daat zoude bekleden, en vervolgens uit de ordinaris kas van de Generaliteit betaald, en] de volgende Heeren.Thefauriers op denzelfden voet zynde aangedeld als hunne Praedecesfeurs, zyn dan ook in het genot Van dien byllag gebleven. Eindelyk is by Refolutie Van Haar Hoog Mog. van den 21 February van het jaar 1785, aan den Heer Thefaurier Generaal toegelegd eene fomme van _ vyf a zes honderd guldens voor een Domedicq Clercq, en wyders verdaan, dat tot egalifatic van het geen hy door de refignatic van de post van Advocaat Fiscaal by het Collegie ter Admiraliteit op de Maze dondt te misfcn, de jaarlykfche inkomden van den Thefaurier Generaal van de Unie zullen worden gebragt op tien duizend gul* dens; tot executie van welke Refolutie de fomme van twee honderd vyftig guldens, die de vorige Thefauriers Generaal voor een Domedicq Clercq hadden genoten, is verhoogd tot zes honderd guldens, en voorts by Refolutie van X a den  3*4 ZAAKEN VAN den Raad van den i Maart 1785 verftaan , dat tot egalifatie van het voorfz. gemis ten behoeven van den Heere Thefaurier Generaal eene tweede Ordonnantie uit de middelen van het Overquartier van Gelderland ter fomme van een duizend guldens jaarlyks zal worden gedepêcheerd. En dus zyn de inkomften van den ftaat van Raad en Thefaurier Generaal van de Unie federt het einde van de vorige eeuw, wanneer dezelve bedroegen eene fomme van drie duizend twee honderd negen en zestig guldens en zestien ftuivers , verhoogd met eene fomme van zeven duizend een honderd en veertig guldens , en over zulks gebragt op de fomme van tien duizend vier honderd negen guldens en zestien duivers, zonder te rekenen de Schryfbehoeftens en Flambouwen die aan den Heer Thefaurier Generaal in natura geleverd worden , terwyl in dat zelve tydperk de Tractementen van zeer weinige andere Amptenaren verbeterd zyn; cn daar en boven is aan den Heer Thefaurier Generaal, die tegenwoordig in functie is, by de gemelde Refolutie van den 21 February 1785 de faculteit gelaten, om ten allen tyden, wanneer hy zulks geraden mogt oordelen, zyne dimisfie te kunnen nemen met behoud van het vaste ordinaris Tractement van vier duizend guldens. De Kamer zal zig op dit Artikel wederom vergenoegen met het geven van de voorfz. informatien, en aan de Bondgenoten overlaten te beoordelen, of en in hoe verre de inkomften van het voorfz. aanzienelyk Ampt voor het toekomende zullen behoren verminderd te worden. S- 36*.  STAAT EN OORLOG. 3as S- 36. By het Plan van menage van den jaare 1754 heeft de Kamer verder voorgefteld , dat ook zonde kunnen worden afgefchaft de nieuwe vermeerdering van het Traftement van den Commis ter Secretarie van den Raad van Staate, by deszelfs Refolutie van den 20 Augustus I753 geaccordeerd, als meede dat by vacature zouden kunnen worden gemsrtificeerd de nieuwe gecreëerde Commifen , de eene in hst Comptoir van de Thefawie, de andere in de Secretarie van den welgem. Raade, en dat de inkomften van het Ampt van Chartermeester in dezelfde Secretarie, die boven eenige kleine emolumenten trekt twee duizend guldens 's jaars, op een duizend guldens zouden kunnen worden gebragt. Na dat in het begin van het jaar 1748 nog een Commis ter Secretarie van den Raad was aangefteld, en denzelven toegelegd eene fomme van twaalf honderd guldens voor jaarlyks Tractement, en eene fomme van drie honderd guldens voor jaarlyks extraordinaris Traétement, welk een en ander de oudfte Commis genoot, wyders voor en in plaats van leges, by den anderen Commis uit de Secretarie genoten wordende, eene fomme van twee duizend en vyf honderd guldens, bet welk niet te hoog genomen was naar het geen de leges uit de Secretarie federt twee a drie jaaren hadden opgebragt, en daar cn boven gelyke kleine emolumenten zoo van Huishuur, Konynegeld als anderzints, waar van de oudfte Commis jouisfeerde, welke re famen uitmaakten drie honderd vier en tachtig guldeus en zestien ftuivers, bevondt het zig al aanftonds in het jaar 1750 , dat de oudfte Commis, vermits door de gemaakte vreede de leges uit de Secretarie merkelyk verminderd waren, op verre na eoo veel inkomen van zvn X 3 Ampt  l%6 ZAAKEN VAN Ampt niet had, als de andere Commis, het welk niet redelyk geoordeeld zynde, aanleidingheeft gegeven dat eindelyk by Refolutie van den Raad van Staate van den 20 Augustus 1753 is vastgefteld, dat om de inegaliteit der rendementen van de twee Commis Ampten weg te nemen het extraordinaris Tractement van'drie honderd guldens, ftaande tot het oudfte Commis Ampt, van toen af zoude worden verhoogd tot dertien honderd guldens in het jaar, en dat daar tegen de fomme van twee duizend en vyf honderd guldens in de plaats van leges aan den anderen Commis toegevoegd , by overlyden of verlaten van denzelven zouden worden verminderd op vyftien honderd guldens in het jaar. Hier uit volgt dan dat de redenen, waarom de voorfz. verfchikking is gearrertcerd, by de eerfte vacature niet hebben opgehouden, gelyk de Heeren Staaten van Holland cn Westvrièsland in hunne zoo dikwyls geallegueerde Refolutie het hebben begrepen, maar dat dc voorfz. verhoging aan den Succesfeur by des Raads Refolutie van den 6 December 1769 te regt is gecontinueerd, en in de daad, indien dit niet was gefchied, zoude het rendement van het oudfte Commis Ampt by aanhoudendheid minder geweest zyn, dan dat van het andere, niet tegenftaande*dit by de gemelde Refolutie van 1753 mct duizend guldens was verminderd, en over zulks zoude dezelfde inegaliteit, cn onredelykhcid, dewelke de Raad by die Refolutie heeft willen wegnemen , by aanhoudendheid hebben plaats gehad. Niet te min ziet de Kamer geen reden, waar, om het oudfte Commis Ampt niet wederom zoude worden gebragt op den voet waar op het voor de Refolutie van den co Augustus 1753 geweest is, terwyl de inegaliteit van deszelfs rendement met dat van het andere Commis Ampt,  STAAT EN OORLOG. 527 Ampt, indien dat in wezen zal blyven, zeer . wel kan worden weggenomen , zoo als hier na zal worden voorgefteld, na dat over het mortificeren van dat Commis Ampt, en van het ter zeiver tyd nieuw gecreëerde Commis Ampt ter Thefaurie zal zyn gefproken. Het is zeker , dat tot het jaar 1748 toe nooit meer dan één Commis ter Thefaurie en één ter Secretarie van den Raad geweest is, en dat niet te min het werk dat 'cr niet alleen gedurende de troebles , die in 1743 zyn ontftaan, maar zelfs gedurende den grooten Oorlog, die met den Vreede van Utrecht geëindigd is , en zoo onbegrypelyk veel bezigheden aan den Raad heeft verfchaft , is te doen geweest, verrigt is op eene wyze, dat zekerlyk de dienst van het Land geen het minfte nadeel heeft geleden , het is ook zeker, dat in een ftille en geruste tyd geen twee Commifen in de voorfz. Comtoire nodig zyn, te meer daar de Commis ter Secretarie door de aanftelling van een Chartermeester nog merkelyk in zyn werk is verligt 9 ja zelfs dat na de weder invoering van de eminente charges van Stadhouder en Capitein Generaal van de refpective Provinciën , waar door de bezigheden van den Raad zekerlyk zyn verminderd, het werk ook in Ooiiogs tyd met eenen Commis gcmakkelyker. zoude kunnen worden afgedaan dan bevorens, niet te min is aan de Kamer door zoo goede informatien, dat zy daar op meent te kunnen ftaat maken, bekend, dat de bezigheden van den Raad in tyd van troubles van Oorlog zoo menigvuldig zyn, dat het naauwlyks te begrypen is, dat het werk, voor al van den Secretaris , het welk altoos voor veel omflagtiger gehouden is , dan dat van den Thefaurier Generaal , geduurende de gemelde twee Oorlogen met X 4 be-  g28 ZAAKEN VAN behulp van maar eenen Commis heeft k'innen worden verrigt, en dat vervolgens een tweede Commis in beide de voorfz. Comptoiren b / tyden van Oorlog kan worden gerekend noodzakelyk te zyn; Én dewyl het niet wel mogelyk zoude wezen by het ontftaah van troubles Luiden te vinden, die zoo veel bekwaamheid in het werk van den Raad zouden hebben, dat men aanftonds de vcreischte dienst van dezelve zoude kunnen trekken, en men daar en boven by het eindigen yan de troubles dezelve niet weder zoude kunnen dimitteren, zoo zal de Kamer niet verder op het mortiticeren van de meergemelde Commis Ampten aandringen, en zulks te minder om dat ze weet dat de kundigheden, die in de Ministers van den Raad vereischt worden, om hunne bedieningen in allen deele naar behoren waar te nemen, zoo uitgeflrckt zyn, dat zy tot het acquireren van dezelve wel nodig hebben de ruimte van tyd, die zy door de hulp van eenen tweeden Commis in geruste dagen verkrygen. Doch de Kamer begrypt dat het rendement van die Ampten zeer gevoeglyk zoude kunnen worden verminderd, en dat zulks zelfs noodzakclyk is, om dat anderfints de oudfte Commis ter Secretarie, ingevalle afgefchaft word de verhoging van duizend guldens, aan dat Ampt in 1753 toegevoegd , zo als bier boven reeds is aangetekend, en misfehien ook de oudfte Commis ter Thefaurie, aan wiens Ampt geene verhoging is toegevoegd , minder inkomen van hunne Ampten zouden hebben , dan de jongere. Ten dien einde zoude kunnen , en naar de gedagten van dc Kamer behoren te worden vastgefteld , dat de fomme van agtien honderd guldens , die aan den Commis ter Thefaurie boven bet ordinaris Traétement v:m twaalf honderd guldens en de ordinaire emolumenten zoo van Huis  33° ZAAKEN VAN leges aan den Chartermeester zyn toegelegd met vier honderd guldens zoude kunnen worden verminderd, wanneer dezelve zal behouden eene fomme van zeventien honderd twee en negentig guldens en agt ftuivers, doch dat aan denzelven in tyden van Oörlog een byilag van vier honderd guldens jaarlyks zoude behoren te worden goedgedaan. Voor het overige is de Kamer van begrip, dat de voorfz. fchikkingen en verminderingen, indien die al tegen vervvagting fpoedig mogten worden vastgefteld, niet behoren te verftrekken ten nadele van den jongften Commis ter Thefaurie noch van de beide Commilën en van den Chartermeester ter Secretarie, dewelke die bedieningen tegenwoordig waarnemen, hoe zeer in de Tractementen, tot dezelve gefchikt, nog niet ingevallen zyn, maar dat dezelve verminderingen eerst zouden behoren ftand te grypen in opzigt van die geene, dewelke na het arrefteren van dezelve zullen worden aangefteld, terwyl het tegendeel voor den Chartermeester te harder zoude zyn , om dat die reeds federt meer dan twee jaaren het Land zonder eenige beloning gediend heeft. $• 37- Het Ampt van extraordinaris Cemmis> van de Generaliteits Finantie is by de vacature van het zelve niet weder vervuld , dan de Gecommitteerden in de Generaliteits Rekenkamer vermenen, dat het getal van de ordinaire Commifen van de gemelde Finantie van vier, waar op het by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 18 july 1646, en dus reeds voor de laatfte Inltruétic van de Generaliteits Rekenkamer , die gearrefteerd is den 30 September 1651 is bepaald, zeer gevoeglyk op twee zoude kunnen worden verminderd, gelyk, by de meergemelde Refolutie van de Heeren Staaten van  STAAT EN OORLOG» 337 faruik het minst heeft plaats gehad, gedeeltelyk reeds voor eenige jaaren en gedeeltelyk zedert korten tyd gedaan is, waar door alle verhooging kan worden voorgekomen, en zoo zy al plaats mogt hebben, afgefchaft, daar het anderzints moejelyk is na te gaan, zedert wanneet eenige verhooging is ingeyoerd, en ze vervolgens word gerekend als dóór het gebruik gewettigd te zyn. S. 38. ' Met opzigt tot de Generaliteits Rekenkamer, is in het Plan van menage van den jaare 1754 voorgedragen, dat in dezelve één Heef van ieder Provincie in plaats van twee zoude kunnen worden gecommitteerd, waar door dan eenige menage gevonden zoude worden. De Heeren Staaten van de Provincie van Holland ende Westvriesland hebben zulks in hunne Refolutie van den 5 Maart 1755 befchouwd als een zaak van zeer verre uitzigt , en waar aan met reden mag getwyffeld worden , of daar door de dienst van het Land betragt zoude worden, en om de verdere dilïïcuiteiten, die daar in te gemoet wierden gezien , geoordeeld , dat het zelve behoort te worden gelaaten, zo als het toen was, en tegenwoordig nog is. De Kamer erkent geredelyk, dat indien alle de Leden, ingeval van vermindering van deir zeiver getal, de deliberatien met geen meerder asftduiteit bywoonden, dan tegenwoordig doof zommige gefchied, de dienst van het Land door die vermindering niet zoude worden betragt, doch ze had zig gevleid, dat de Bondgenooten, indien de gemelde voorflag hadden gegouteetd, wel zouden begrepen hebben, dat eenige verdere voorziening zoude behooren te worden gedaan om te elfectueeren, dat hunne Gecommitteerden geduurig in de Vergadering XIII. Dkel. Y van  338 'ZAAKEN VAN van de Kamer tegenwoordig waren, dewyl aan dezelve niet onbekend kan zyn, het gebrek , dat daar omtrent plaats heeft, waar van de reden moet worden gezogt, eensdeels in de korte tyd voor welke die Commisfien door zommige Provinciën worden begeven, anderdeels in de inodique Tractementen waar op die Commisfien worden bekleed; waar door het aan veele Leden zeer bezvvaarlyk valt zig de geheele tyd van hunne zending alhier op te houden, dan de Kamer zal hier niets meer byvoegen, wel bcgrypende, dat het tegenwoordig de tyd niet is, om dat zoort van gebreken te corrigeeren, en vervolgens dat point aan de overweging van de Bondgenooten overlaten. $• 39- De overige pointen tot de Rekenkamer betrekkelyk, die in het Plan van menage van 1754 voorkomen, zyn hier boven reeds aangeroerd. Doch bchalven dezelve is 'er nog iets, daar van de Kamer niet wil nalaaten te fpreeken , om dat het zelve eenige reflexie onderhevig is, het raakt, het kus reugeld, dat alle drie jaaren aan de Leden, die in de maand Mey fesfie hebben of in dat jaar nemen, en aan beide de Secretarisfen, die in functie zyn, tot zes en dertig guldens voor ieder word verftrekt. In het jaar 1680 is in confideratie van de hoe langer zo meer befpeurde genegenheid van Heeren Leden van de Kamer, öm te hebben, en voor de Memorie van hunne Commisfie te bewaren een Gedenk kusfen met het Wapen van de Generaliteits Rekenkamer voorzien , naar het voorbeeld van andere GeneraliteitsCollegien, gerefolveerd, dat in het verkenen van zodanige Gedenk-kusfens, zoo veel doenlyk, zoude worden geobferyeerd de menage voor  STAAT EN OORLOG. 339 voor het Land, daar toe inzonderheid in agting genomen zynde de veelvuldige veranderingen, die omtrent de Leden voorvielen, en dat dienvolgens toen aan ieder Gedeputeerden de Secretarisfen op de minst kostbaare wyze een Gedenk-kusfen zoude worden gegeven, en dat daar mede zoude worden gecontinueerd telkens met het expireeren van het derde jaar, zonder dat aan iemand anders tusfchen tyden zodanige Kusfens toegedaan ende gegeven zouden worden; j naderhand is in plaats van een Kusfen eene fuunne van zes en dertig guldens daar voor betaald, ten-einde een ieder, des goedvindende een Kusfen daar voor zoude kunnen laaten maaken. \ En met de voorfz. fcfukking is zekerlyk de menage voor den I*ande betragt, aangezien verfcheide Leden jaarlyks, andere om de twee jaaren veranderen,' en weinige langer dan drie jaaren. fesfie behouden; ■ Doch met opzigt tot die Leden, die of wel voor meer dan drie jaaren gecommitteerd , of met de expiratie van de eerde drie jaaren gecontinueerd worden, en inzonderheid met opzigt tot de Leden wegens de Provincie van' Zeeland gecommitteerd , die zoo al niet voor hun leven, ten minden voor verfcheide jaaren in de Kamer fesfie hebben, en met opzigt tot de Secretarisfen oiuftaat uit de voorfz. fchikking dat inconvenient, dat zy verfcheide kusfens erlangen, het geen tegen den aart der zake fchynt aan te lopen. Meer dan eens. is by de Kamer- zelve daar op reflexie gemaakt, en in overleg genomen, om de. voorfz. ■ fchikking te veranderen, doch ze is daar in 'wederhouden , eensdeels door dien dezelve reeds meer dan honderd jaaren heeft dand gegrepen , anderdeels om dat wanneer? men het als een emolument confidereert, het een object van weinig belang is , aangezien Y 2 het  34° ZAAKEN VAN het niet meer dan twaalf guldens jaarlyks bedraagt Indien egter beter mogt worden geoordeeld, dat het zelve veranderd wierd , zoude kunnen Worden vastgedeld, of wel dat aan ieder Lid, Wanneer hy fesfie neemt, gelyk omtrent de Gecommitteerden in den Raad van Staate gebruikelyk is, cn aan de Secretarisfen, wanneer in functie treden, een kusfen of voor het zelve een fomme van zes en dertig guldens zal worden eg-even, of wel zoude de fchikking van den jaare 16: o tot meerder menage van den Lande in wezen blyvende, daar in deze alteratie kunnen worden gemaakt , dat aan niemand mfer dan één kusfen zoude worden gegeven, ten zy het gebeurde , dat een Heer, die in de Kamer fesfie had gehad , eenige tyd daar na op nieuws in dezelve wierd gecommitteerd, wanneer aan denzelvc , ingeval hy fesfie had in het jaar, in het welk het kusfengeld gegeven wierd, het zelve wederom, zo het fchynt, betaald zoude behoren te worden. §• 40. Voor het overige is in het Plan van menage van den jaare 1-54 met opzigt tot de Generaliteits Rekenkamer nog genoteerd , dat ieder der Secretarisfen in tyd van Vreede niet meer inkomen heeft dan ruim vier duizend guldens ?s jaars, en dus niet meerder dan dc Commifen van Haar Hoog Mog. en van den Raad van S*taatc, en de Premier Clercq van de Griffie trekken zoude, indien de fcliikkingen, ten zynen opzigtc voorgcllagen , wierden geaïrefteerd. De Secretarisfen van de Kamer kunnen nog niet meer maken, en hebben dus weinig meerder inkomen , dan de oudite Commis van den Raad (zynde dat van den tweeden Commis tegen-  STAAT EN OORLOG. 34r genwoordig minder, na dat de Refolutie van den 20 Augustus 1753, waar van hier boven in de 35 § is gefproken, ten opzigte van dat Ampt genomen, effect geforteerd heeft) doch zeer merkelyk minder dan de Commis van Haar Hoog Mog. en de eerfte Clercq in de Griffie, aangezien de voorflagen by het voorfz. Plan omtrent die Ampten gedaan niet alleen niet zyn geaïrefteerd , maai- derzelver voordeden door de vermeerdering der Schryflonen aanzienlyk zyn geaugmenteerd. De Kamer moet hier verder byvoegen, dat haare Secretarisfen in tyden van "troubles van Oorlog geen andere vermeerdering van inkomen hebben, dan alleen het geen ontltaat door het grooter getal van Ordonnantiën van betaling , die als dan opgemaakt worden, waar door het regt, dat zy voor het regiftreren van ieder Ordonnantie van betaling, meer dan een honderd guldens bedragende, genieten, meerder oplevert; doch dit regt word niet gerekend, zoo als in andere Comptoiren, naar het beloop van de fomme van penningen tot dewelke de Ordonnantie geflagen is , maar het zelve bedraagt voor beide de Secretarisfen alleen twaalf ftuivers van ieder Ordonnantie, zonder onderfcheid van wat fomme van penningen dezelve is, vermits dog aan de regiftratie en expeditie van een Ordonnantie van betaling van eene groote lömme van penningen geen meer moeite vast is, dan aan die van eene Ordonnantie van eene kleine fomme, daar en boven moet men weten , dat van alle Ordonnantiën, die zonder Zegel worden gedepêcheerd , en dus onder anderen van alle Ordonnantiën ten behoeven van de Collegien ter Admiraliteit,het voorfz.regt noch gevorderd noch betaald word. Egter word derzelver werk in tvden van troubles zeer aanmerkelyk verzwaard, eensdeels door dien 'er dan veel meer declaratien te exaY 3 mi-  STAAT EN OORLOG. 349 tot zoo lang die last ten profyte van het Comptoir Generaal zoude worden gecontinueerd. 4 Wanneer naderhand by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 9 Juny 1724 uit drie Refolutien van den Raad van Staate van den 10 November 1722 tot de provifioneele Adminiftratie van het Comptoir Generaal genomen , nader was vastgefteld het formeeren van maandftaaten, het geen reeds by het 29 Art. van de Inflructie was voorgefchreven, en teffens ingevoerd eene byzondere verrekening van de onafgehaalde Interesfen, heeft de Ontfanger Generaal op den 15 daar aan volgende by Memorie aan Haar Hoog Mog. verzogt, dat zouden gelieven te confidereeren, dat het Comptoir Generaal niet alleen drie vierde zwaarder was geworden, zedert dat het Traétement voor den Ontfanger Generaal was gearrefteerd, maar dat by de laatfte revifie van de Inftruétie aan hem was benomen de maandelykfche declaratie van Schryfloonen, en tot zyn laste gebragt het approprieeren en onderhouden der Comptoiren, mitsgaders het vuur, licht &c. voor vyf van dezelve , en dat nog boven dien in den jaare 1716 hem was afgenomen het falaris van den honderdften Penning, waardoor jaarlyks miste tien duizend giddens, en dat alzoo met den anderen van het Ampt van Ontfanger Generaal van de Unie was afgenomen omtrent vyf en twintig duizend guldens jaarlyks , waaruit Haar Hoog Mog. zouden zien, dat hy voor het overige Traétement naauwlyks in ftaat was om de onkosten van het Comptoir Generaal te firpponeeren, veel min zoo een excesficf zware Adminiftratie aan te gaan als by de voorfz. Refolutie van den o Juny was gearrefteerd, en dat Haar Hoog Mog. hem derhalven zouden gelieven te begunftigen met eene vermeerdering van Traétement, geproportioneerd naar de verantwoording van de zvvaarde Adminiftratie  35* ZAAKEN VAN ftratie van de geheele Republiek, of tenmin-s flen hetzelve gelyk te ftellen met- het. Tractement van den Ontfanger Generaal van Holland, en verder de .Commifen en Clercquen te laten jouïsfeereu van de Tractementen , die de Raad yan Staate, op de provifioneele Adminiftratie van het Comptoir Generaal ordre Hellende , aan dezelve had toegelegd, ... en heeft gemelde Ontfanger Generaal op den 22 der volgende maand July om dispofitie op de voorfz; Memorie by .eene nadere indeerende, daar nevens^wyders gevoegd een Staat van de extraordinaris onkosten en Tractementen, -de-, welke tot onderhoud van het Comptoir Generaal jndispenfabel volgens het nieuwe Plan.van Adminidratie , moesten worden gedragen, waar uit Haar Hoog Mog. zouden kunnen zien, dat hy niet in ftaat was de voorfz. Adminiftratie voor zyne rekening te beginnen, zonder . dat Haar Hoog Mog. alvorens hadden gecontinueerd de Tractementen voorde Commifen en Clercquen, by Refolutie vuu den. Raad van Staate aan dezelve toegevoegd, mitsgaders aan hem vergund eene convenabele fomme tot onderhoud van het Comptoir, alzoo hetzelve boven en behalven de.voorfz. Tractementen van de Commifen en Clcrquen jaarlyks vyf duizend guldens meerder zoude bedragen, dan het ordinaris Tractement, het welk by van het Landgenoot;. na dat vervolgens de Ontfanger Generaal, in het zelfde jaar 1724.nader over de Jas ten, van zyn Comptoir was gehoord,, en zyn belang in. eene Memorie had vervat, dewelke.23 Augustus ter Vergadering van Haar Hoog Mog. isovergegeven» zyn eindelyk by Refolutie.van Haar Hoog Mog van den 6. February 1725 gereguleerd de Tractementen van de Commifen en Clercquen van den Ontfanger Generaal, en dat van den eerden Commis verhoogd tot op twee en twintig' honderd guldens. dat van den tweeden Comrais, betaal ende de Cf  352 ZAAKEN VAN ding is gemaakt, om dat deszelfs Tractement reeds gereguleerd cn voor rekening van het Land genomen was. Eindelyk is in het jaar 1749 een extraordinaris Clercq aangefteld om geëmployeerd te worden tot het boekhouden, opmaken van Recepisfen en het aannemen van Penningen van de generaale collecte, by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 8 Mey 1749 gearrefteerd, zoo lang zyn dienst nodig zoude zyn, en daarvoor aan hem toegelegd de fomme van drie honderd guldens eens, doch vervolgens is dezelve gebruikt tot adfidentie van den eerden Commis , en uit kragte van de Refolutie van den Raad van Staate van den 14 January 1751 van en met het jaar 1750 betaald op denzelfden voet als de andere Clercquen ten Comptoire Generaal. Derhalven worden tegenwoordig behalven drie reizende Commifen door het Land betaald vier Commifen en zeven Clercquen, van welke laatfte twee worden gebruikt tot adfiftentie van den eerften Commis, twee tot adfiftentie van den Commis, die betaalt de Generaliteits renten en interesfen, en de drie andere tot adfiftentie van de drie Commifen, die betaalen de lyfrentcn en de twintig en twee en dertig jaarige renten, de renten en prannien van de Generaliteits Loteryen, en de interesfen van de uitheemfche Negotiatien. Om nu te kunnen oordeelen of het Comptoir Generaal met minder Bedienden zoude kunnen worden waargenomen, heeft de Kamer nagegaan, wat fomme van Penningen over het jaar 1726, zynde het eerfte jaar, na dat de Tractementen van de voorfz. Bedienden ten Laste van het Land genomen zyn, en hoeveel over het jaar 1785 (zynde van het jaar 1780" nog geen rekening gedaan) hebben bedragui de ordinaris rente 1  STAAT EN OORLOG, 353 renten en interesfen, de lyfrenten en twintig en twee en dertig jaarige renten, en derentenen prémien van de Generaliteits Loteryen, en ze heeft bevonden, dat over het jaar 1726 heeft moeten worden betaald, aan ordinaris renten en interesfen . 5' . ƒ I3II4H O O aan Lyfrenten betaald, is 48048317 5 aan 20 en 32 jaarige renten heeft moeten worden betaald . . . 428840 7 9 en aan renten &c. van de Loteryen . . 312441 o o en dat over het jaar 1785 uit hoofde van de confiderable aflosfmgen der Capitaalen, ten laste van het Comptoir Generaal geloopen hebbende , die voornamentlyk zedert het jaar 1756 gedaan zyn, van de afgeftorven lyfrenten, van het afloopen der twintig en twee- en- dertig jaarige renten, dat voor meer dan veertig jaaren reeds heeft plaats gegrepen, en van de vermindering van het Capitaal der Obligatien uit de Loteryen gefproten, ter oorzake dat dezelve aangenomen zyn in de Negotiatie by form van Loterye in den jaare 1749 gedaan, met eene fomma van vier honderd agt en dertig duizend en drie honderd guldens alleen heeft moeten worden betaald, aan ordinaris renten en interesfen . . f 291205 o o aan Lyfrenten betaald is 16116 19 6 en aan renten &c. van de Loteryen heeft moeten worden betaald . . 299292 o o en dus te zamen . . f 606613 19 6 het welk nog de helft niet uitmaakt van het beloop der ordinaris renten en interesfen over het bovengemelde jaar 17:6. XIII. D&l. Z Hier  3o4 ZAAKEN VAN Hier uit zoude dan volgen, dat tot betaaling van alle de renten en interesfen tot laste van het Comptoir Generaal van de Unie nog loopende , niet meer zouden nodig zyn dan uiterlyk een Commis en twee Clercquen , en dat derhalven twee Commifen en twee Clercquen zouden kunnen uitfterven; doch de Kamer is van gedagten, dat de Raad van Staate zoude behooren te worden verzogt , om het zelve met overleg van den Onttanger Generaal van de Unie nader te overwegen , als mede te onderzoeken of de reden, waarom in het jaar 1751 is gepermitteerd, dat een tweede Clercq aan den eerften Commis tot zyn adfiftentie wierd toegevoegd, daar dezelve tot dien tyd toe maar éenen Clercq tot zyn hulp heeft gehad, als nog fubfifteert, en zo al by continuatie daar voor goede reden is, of dan die zelfde Clercq, 1 ■ en by aldien de eerfte Commis geen tweede Clercq tot zyn hulp nodig heeft, of zelfs dan een van de twee Clercquen tot betaaling der ordinaris renten en interesfen gefchikt , daar en boven niet zoude kunnen worden gebruikt tot adfiftentie van den Commis, die de interesfen van de uitheemfche Negotiatien betaalt, en vervolgens aan de Commisfie voor te dragen, hoeveel Commifen en Clercquen van de geene, die , het zy ordinair, het zy extraordinair op Commisfie van den Pvaad in functie zyn, zouden kunnen en behooren uit tc fterven. Eindelyk blykt uit de opgegeven retroacta, dat de fomme van vier en twintig honderd guldens jaarlyks aan den Ontfanger Generaal by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 15 Juny 1720 geaccordeerd, aan denzelven toegelegd is onder andere voor onderhoud van Commifen ter zaake  STAAT EN OORLOG. 355 zaake van her heffen en adminidreeren vto den honderdften Penning op alle Obligatien en Rentebrieven, waar uit fchynt te moeten worden opgemaakt, dat die toeleg, immers voor een groot gedeelte zoude hebben kunnen worden ingetrokken , wanneer het Land zig in het jaar 1725 belast heeft met de Tractementen van genoegzaam alle de Commifen en Clercquen van het Comptoir Generaal, doch dat die toeleg by Refolutie van den 6 February 1725'is gecontinueerd in condderatie van de vermindering die de Ontfanger Generaal in de inkomden van zyn Amnt had geleden. Dewyl nu aan de eene zyde de Adminidratie van den honderdften Penning op de Obligatien tegenwoordig van weinig omflag is, vooral in vergelyking van het geen voor het jaar 1716 was de Adminiftratie van de belasting , die toen op de Obligatien plaats had ten voordcele van zommige Provinciën, aan dewelke het beloop van dezelve moest worden uitgekeerd waarom ook daar van afzonderlyke rekeningen zyn gedaan, en aan de andere zyde de vermindering van het inkomen van het Ampt van Ontfanger Generaal rykelyk is vergoed, door het geen dezelve profiteert uit het collectloon van de Loteryen , die jaarlyks worden uitgefchreven, want hoe zeer het zelve by Refolutie van den Raad van den 18 February 1772 is verminderd op een percent, en daar uit alle de kosten op de Loteryen vallende, uitgenomen die van de directie en de trekking, moeren worden gevonden , vertrouw* de Kamer, dat daar van een aanzienlyk voordeel overfchiet, zso zoude dezelve van gedagten zyn, daÉ de voorfz. toeleg van vier en twintig honderd guldens met de eerde vacature van het Ampt van den Ontfanger Generaal zoude behooren Z 3 «p  S5ö ZAAKEN VAN op te houden, en aan den Opvolger van den tegenwoordigen Ontfanger Generaal , immers zoo lang de jaarlykfche Loteryen zullen blyven ftand grypen, niet worden goedgedaan. Voor het overige geniet de Ontfanger Generaal onder andere kleine emolumenten drie Leggelden, het eene als Minister van den Raad van Staate, in welke qualiteit hy tot het ligchaam van den Raad behoort, de twee andere even als de Leden en Ministers van de Rekenkamer, waar op mogelyk wel eenige reflexie zoude kunnen vallen. Volledige elucidatie is de Kamer buiten ftaat daaromtrent te geven. Zy vind in eene Refolutie van den 18 January 1629 dat de leggen eigent lyk haar en oorfprong hebben van het hooren en doen van rekeningen, en dat van alle oude tyden by alle generaale en particuliere Rekenkamers in gebruik geweest is op het doen van de rekening jaarlyks een zilvere leg te profiteeren, en dewyl de rekeningen van den Ontfanger Generaal van de Unie in de eerfte tyden gehoord en opgenomen zyn by Gedeputeerden van de Staaten Generaal, en de rekeningen van de particuliere comptabele by den Raad van Staate, is daar aan ongetwyffeld toe te fchryven de oorfprong van het Leggeld, dat de Leden en Ministers van Haar Hoog Mogende en van den Raad van Staate als nog trekken, wanneer vervolgens het hooren en opnemen van de rekeningen van den Ontfanger Gene? raai van de Unie aan de Kamer by deszelfs inftelling is overgebragt, hebben de Leden en Ministers van dezelve als mede de Ontfanger Generaal en deszelfs eerfte Commis aanftonds mede een gelyk Leggeld genoten, en wanneer in het jaar 1651 het opneemen van de rekeningen van de particuliere comptabele  STAAT EN OORLOG. 361 te trekken, en dezelve te brengen op vyftig ftuivers courant geld, volgens de Placaten en den voet by de Unie vastgefteld , hebben dezefve aan alle die vertogen in het minde niet gedefereerd, maar in het vervolg de cours van den Zeeuwfchen Ryksdaalder varhoogd tot twee en vyftig en eindelyk tot drie en vyftig ftuivers, en geene betalingen aan het Comptoir Generaal van de Unie gedaan dan in Ryksdaalders tot den verhoogden cours. Het verlies, dat de Kas van de Generaliteit daar door geleden heeft, bedraagt volgens de aantekeningen , die daar van in de Registers der be'astingen fuccesfivelyk gedaan zyn , de aanmerkelyke fomme van een honderd en twintig duizend zeven honderd en zeventien guldens , die de Provincie van Zeeland dus minder betaald heeft dan ze fchuldigwas , en tegen hare mede Bondgenoten heeft geprofiteerd. ' Hier uit blykt vervolgens, dat de Raad mèt het hoogde regt in het jaar 1716 aan Haar Hoog Mog. gefchreven heeft: dat het nodig was dat omtrent de voorfz. zaak voorzien wierd voor het interest van de Kas van de Generaliteit zelfs huiten alle andere confideratien, En gewisfelyk zal niemand tegenfpreken, dat zulks by aanhoudendheid nodig is, doch dewyl 'er nog geen middel is gevonden om de Provinciën, die van de Unie afwyken en van de ordres by de Bondgenoten vastgefteld, te brengen tot het naarkomen van dezelve, gelyk de Raad zig in het jaar 1716 uitdrukte, en hetzelve misfehien nog niet fpoedig zal worden gevonden , verwagt de Rekenkamer geen het minde fucces van de deliberatien van de Bondgenoten op het voorfz. point, terwyl het alleen is tot kwyting van haar pligt , dat zy hetzelve vermeld heeft. Z 5 S« 44.  3*2 ZAAKEN VAN S- 44- Nu blyft 'er van alle de pointen, die in het Plan van menage van den jaare 1754 voorkomen, nog alleen onaangeroerd over het geen daarby is voorgedragen omtrent de Ministers van den Staat by buitenlandfche Mogendheden refiderende. Doch ée Kamer zal hetzelve met dilzwygen pasleren, om dat ze onderligt is, dat de Heeren , die uit haar midden bywonen de befoignes van de Commisfie tot het onderzoek van het Fin antiewezen van den Staat, van hunne confideratien deswegens reeds hebben gediend. Ze wil daar en boven niet verbergen, dat zy van begrip is, dat de voet op welke Ministers van den Staat buiten 's Lands moeten worden behandeld, waar door zy verdaat het caracter waarmede zy dienen te worden bekleed, en het Tractement of Daggeld, dat aan dezelve behoort te Avorden toegelegd, niet fufceptibel is van vaste bepalingen , maar dac zulks altoos zal en moet afhangen van de omdandigheden der tyden, in welke, en van de meer of minder kostbaarheid van het Hof, aan hetwelke een Minister daat gezonden te worden , en zelfs van het gebruik van andere Mogendheden op dien tyd. Het is zeker dat een extraordinaris Minister, die voor eenen korten tyd by extraordinaire gelegent beden aan het Hof van een buiteulandlche Mogendheid word gezonden, ruimer moet worden gcfalariecrd, dan een Ordinaris Minister , die door een langer verblyf aan het Hof aan het welk hy gezonden word, kan inpalmen de meerdere depenfes, die in den beginnen moeten worden gedragen, om niet te fpreken van de kostbaarder voet, waarop een Extraordinaris Minister wel eens verpligt kan zyn zig te dellen ; doch daaruit volgt dan ook, dat in zoo een geval  STAAT EN OORLOG. $63 geval een Extraordinaris Minister niet lange op dien voet zoude behoren te worden gelaten , en of wel gerappelleerd , of op eenen mhkièreu vuet gebragt. Dit is het geval geweest van den Extraordinaris Ambasfadeur, die eenige jaaren aan het Hof van Rusland heeft gereiideerd, en het is .noch dat van den Extraordinaris Ambasfadeur aan het Hof van Vrankryk, die niet alleen by continuatie trekt een honderd vyf en twintigguldens daags, en de verdere .voordeden aan den Staat van Extraordinaris Ambasfadeur geattacheerd .,• maar ook ingevolge het Reglement op de binnen- en buitenlandfche Commislien, alle agt maanden erlangt drie duizend guldens voor de vernieuwing der Livreien, ondertusfchen is het rappel van den eersrgemelden, en wurd dat van den tweeden gemelden om byzondere redenen wederhouden, tegen hoedanige redenen door vaste bepalingen niet te voorzien is. Waarfchynelyk zal ook niemand tegenfprcken, dat aan een Minister, die aan een kostbaar Hof word gezonden, hoger appointementen behoren te worden toegevoegd, dan aan eenen anderen Minister , die in de plaats van zyne rdidentie aan minder kosten onderhevig is, en de Kamer ziet niet hoe dit voor dat het geval exteert, en men in ftaat is .van de kostbaarheid van een Hof, dat van tyd tot tyd veranderen kan, en niet zelden door de dood van den Souverain dadelyk verandert, te oordelen , kan worden bepaald. Eindelyk komt het aan de Kamer weinig minder bedenkelyk voor, dat men in bet bepalen van het Caracter en het Tracdement van een Minister niet uit het oog moet verliezen het gebruik- by andere Mogendheden; in de vorige Eeuw kende men geen andere Ministers ; dan Ambasfadeurs en Refideuten, doch  3Ö4 ZAAKEN VAN doch langzamerhand is zulks zodanig veranderd, dat tegenwoordig misfehien geen eene Mogendheid eenen Minister aan eene andere Mogendheid zendt met het Caracter van Refident, het geen de Republiek ook langzamerhand heeft moeten volgen, doch in den beginne op dien voet, dat alleèn aan Relidenten is gegeven het Caracter van Envoyé of van Minister, zonder eenige verhoging der appointementen; doch dewyl zulks tot gevolg had, dat het aan die Ministers onmogelyk was met die van andere Mogendheden te onderhouden de relatie en omgang, die de dienst van den Staat vorderde , en in eenige gelykhcid met dezelve aan de Hoven te paroisferen , is men wel verpligt geweest de appointementen van dezelve ook te verhogen, zoo dat de Republiek tegenwoordig niet meer dan éénen Refident onderhoud, te weten aan het Hof van Rusland, en dat noch op eenen veel kostbaarder voet , dan cigentlyk die van Refident is. Hier by komt nog, dat genoegzaam alle Ministers van den Staat buiten 's Lands door de Provincie van Holland en Westvriesland betaald worden, en dat mitsdien de andere Provinciën voor zoo veel hare Finantie betreft, en de Kas van dc Generaliteit geen belang hebben in den voet op welken die Ministers benoemd en geëmployeerd worden, terwyl aan dc Kamer geen geval bekend is, dat tegen de zin van gemelde Provincie en zonder concurrentie van dezelve bepaald is, de voet op welke eenig Minister ftondt te wordendecommitteerd , of eenige verhoging van Traétement vergund is. $• 45- Gelyk de Kamer in bare advifen van de jaaren 1717 en 1754 geen melding gemaakt heeft van de emolumenten, die in de declaratien van de  STAAT EN OORLOG. 365 de Kamerbewaarders van Haar Hoog Mog., den Raad van Staate en de Rekenkamer, als meede van den Chartermeester van de Kamer, mitsgaders van de Vuurdookders van Haar Hoog Mog. en van den Raad gebragt en geleden worden, zoo zal ze ook in deze Memorie van die posten in het byzonder niets zeggen. Zy heeft in het algemeen geconfiderecrd, dat de Tractementen van de voorfz. Kamerbewaarders en Vuurdookders gering syn, gelyk trouwens dat het geval is van de meeste Amptenaren , en dat waarfchynelyk daarom aan dezelve al vroeg eenige emolumenten zyn toegekend. Hier by komt, dat de meeste, zoo niet alle de posten, die aan dezelve worden gevalideerd, reeds in de vorige eeuw in derzelver declaratien gebragt zyn, en daar onder verfcheide als verfchotten , die naderhand jaarlyks tot dezelfde fomme uitgetrokken,eindelyk als ordinaire vaste posten zyn goedgedaan; en met opzigt tot de posten die aan den Chartermeester van de Kamer zoo voor het wegleggen en gadedaan van Rekeningen en andere Boeken en Papieren, ais voor het doen fchoonfflaken der Vertrekken en het aanleggen der vuuren worden geleden , moet de Kamer remarqueren; dat tot het werk hetwelk die Bediende , dewelke telkens Clercq is ter Secretarie, verrigt en doet verrigten, by den Raad van Staate drie Amptenaren zyn, die elk een vast Traétement trekken, daar de Chartermeester van deze Kamer alleen in qualiteit van Clercq een Traélement heeft, en de Kamer vertrouwt vervolgens, dat deszelfs emolumenten op dien voet befchouwd , geen dof tot rellexien zullen opleveren. Hier mede is volbragt de taak, die de Kamer zig heeft voorgedeld; zy  366 ZAAKEN VAN. zy heeft voorgedragen al het geen zy oordeelt tot verbetering van de Kas van de Generaliteit te kunnen dienen, cn aan de hand gegeven zodanige Pointen van menage, als naar haare gedagten zouden kunnen worden werkheilig gemaakt. Alle de gcdaanc voorflagen zyn egter niet van dien aart , dat ze een merkelyk voordeel aan de Kas zullen toebrengen, daar zyn 'er, die alleen tot oogmerk hebben het betragten van de goede ordre, terwyl andere (en dit ziet voornamentlyk op het geen in bedenken is gegeven omtrent de Tractementen en emolumenten van 's Lands Ontfangers en Rentmeesters .) alleen gefchikt zyn, om meerder evenredigheid in dien opzigte in te voeren. Voor het overige heeft de Kamer zig niet ingelaten in een onderzoek of de voorfz. Kas, het zy door het invoeren van nieuwe Middelen, het zy door het verzwaren der geene, die reeds geheven worden, verder zoude kunnen worden verbeterd, om dat zy in de kring van hare bezigheden geene Middelen aan de hand heeft, om genoegzame kennis te krygen van het vermogen van het resfort van de Generaliteit, als mede van de geaartheid cn van dc middelen van beftaan van de Ingezetenen in dc onderfcheiden Diftricten van hetzelve, zonder welke kennis het aan haar voorkomt niet wel mogelyk het voorfz. point te beoordelen, te meer als zy heeft opgemerkt, dat over al dezelfde middelen niet geheven worden , en dat in verfcheide Diftricten nog by aanhoudendheid remisfien moeten worden verleend op dc middelen , die 'cv worden gedragen : het zoude aan de Kamer wel niet moeyclyk zyn gevallen op te geven, welke nieuwe middelen in vroegere tyden in overweging zyn genomen, welke zelfs zyn vastgefteld , dat ingevoerd zouden worden; doch daar zeer  STAAT EN OORLOG. 367 zeer weinige dadelyk ingevoerd hebben kunnen worden; en men verpligt is geweest die geene, die noch , hoe zeer niet zonder veel moeite, ingevoerd waren, naderhand weder af te fchaffen; en zelfs tot ontlasting van een groot gedeelte van het resfort van de Generaliteit uit 's Lands Kas gedurende veele jaaren eene geen geringe fomme van Penningen te contribueren, hetwelk in één Diftrict van hetzelve noch geen einde heeft genomen, heeft ze geoordeeld, dat zoodanige opgaaf van geen dienst zoude zyn, en dus. deeze Memorie zonder nut zeer merkelyk zoude verlengen; zy heeft daartegen geconfidereerd, dat al hetzelve aan den Raad van Staate veel beter bekend is, en dat vermits aan denzelven is aanbevolen en toevertrouwd het beflier over het resfort van de Generaliteit, hy dan ook alle de nodige middelen aan de hand heeft om die kundigheden te verkrygen , welke vereist worden, om te beöordeeien, of eenige middelen in een tyd van Vreede, in dewelke de Staat dezer Landen zi<* tegenwoordig bevindt, op nieuws over het resfort van de Generaliteit zouden kunnen worden ingevoerd, en zulks niet tot verval van de lasten, die door hetzelve gedragen moeten worden , waartoe de inkomden toereikende zyn, maar ten einde de refpective Provinciën daardoor zouden erlangen eene verligting van de lasten, die door dezelve altoos gedragen, en nimmer op de Ingezetenen van het resfort van de Generaliteit overgebragt zyn, en indien zulks zonder bekommering voor kwade gevolgen uit hoofde van de denkwyze, die tegenwoordig onder genoegzaam alle de Ingezetenen van den Staat heerscht, en in fommige Didricten van het voorfz. resfort meede niet onbekend is, zoude kunnen en behoren te gefchieden, welke middelen dan in ieder Didrict naar de verfchillende legging en vermogen-van hetzelve, de ge.artheid en mid-  36S ZAAKEN VAN STAAT EN OORL. middelen van beftaan van deszelfs Ingezetenen de gefchiktfte zyn. Was gcparaphcert, L, Kuyflen van Hoe/en, vt. Lager ftond, Accordeert met 't Register. Was getekent, F. van der Hoop.      Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   ZAAK E N VAN STAAT en OORLOG, betreffende de vereenigde nederlanden; zedert het begin van het jaar MDCCLXXX, DERTIENDE DEEL. te AMSTERDAM, by ƒ 0 HANNES ALLART. m d c c x c i.   Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG. (Vervolg van de DERDE AFDEELING.) Staat van Oorlog, By dit gezegde, van den Raad van Staate, het welk wy gemeend hebben, even als dat over de Appoindtés en Logisgelden in zyn geheel te moeten plaatfen, om U Hoog Mo-, gende te beneemen de moeite van niet telkens te moeten inzien eene Petitie, waar by de gebreeken van deeze en andere Posten van den Staat van Oorlog te wel zyn voorgedraagen3 dan dat men daar in iets zoude kunnen verbeeteren, kan men nog voegen, dat by Uwer Hoog Mog. aangehaalde Refolutie van 26 January 1678 al mede niet was bepaald, op wat voet zouden worden gevonden de kosten van Traufport van Militie uit de Provincie van Holland, Zeeland, Vriesland en Stad en Lande, in cenige _ Provincie of in het resfoit van de Generaliteit, hoe zeer de Convoijen en Licenten in die Provinciën , en in het resfort van de Generaliteit van geen anderen aart zyn, als die in de overige Provinciën en de Scheepsvragten, in zaaken de Generaliteit aangaande XIII. Deel. A in Staat >an Oor- Off.  a ZAAKEN VAN Idt Afd. Staat van Otrlog. in de eene Provincie geene meerdere relatie hebben tot de Convoijen en Licenten dan in de anderen, waar uit fchynt te volgen, dat gefield zynde, dat de Scheepsvragten in de Provinciën Gelderland , Utrecht en Overysfcl uit de Convoijen en Licenten betaald moeten worden, dezelve alomme daar uit zouden moeten worden gevonden ; terwyl onder de meenigte van Refolutien, die U Hoog Mogende voor de gemelde Refolutie van j 678 van tyd tot tyd op dit ftuk genoomen hebben, geenc is, die de betaaling der Scheepsvragten uit de Convoijen en Licenten bepaald binnen de voorfchreeven drie Provinciën, geene die aanleiding geeft om te denken , dat U Hoog Mogende het minftc onderfcheid van Provinciën of Plaatzen gemaakt hebben , en in teegendeel verfcheide Refolutien fpreeken van gevallen, dewelke tot de drie voornoemde Provinciën niet getrokken kunnen worden. Offchoon nu by de aangehaalde Refolutie de drie voornoemde gevallen ongedecideerd waren gebleeven, zoo heeft nogthands de praftyk met opzigt tot dezelven ingevoerd, dat de kosten van het tranfporteeren der troupes uit het resfort van de Generaliteit naa de Provinciën zyn betaald uit de Convoyen en Licenten. Die van het transporteeren der Troupes van de eene plaats naa de andere in het voorfz. resfort uit de Inkomften van de Generaliteit, —— en dat de kosten, van het transport van de Militie uit de Provinciën van Holland, Zeeland, Vriesland en Stad en Lande doorgaans zyn gevonden uit de post van Scheepsvragten op den Staat van Oorlog ftaande , alhoewel zedert dertig of veertig jaaren weinige van de eerstgenoemde transportkosten op de Convoyen en Licenten, door den Raad van Staate zyn geasfigneerd , uit hoofde van de difficulteiten daar tegens door de Collegien ter Admiraliteit van  STAAT EN OORLOG. 3 Van tyd tot tyd gemaakt, tervvyl de Provincie van Holland zich wel heeft willen belasten, met de betaaling der fcbippers in haare Provincie te huis höorende, om het even of door hun Troupes uit Holland of uit eerte andere Provincie naar elders waren getranfporteerd. Dan zulks heeft ten gevolge gehad, dat de andere Provinciën weinig Scheepsvragten hebben betaald, en dat de Provincie van Holland doorgaans het beloop van de post op haare Repartitie ftaande verre is te boven gegaan , het geen in het vervolg, nu de Staat Van Oorlog'van alle posten, die door de Provinciën niet worden betaald, gezuiverd word, van de Provincie van Holland niet meef zal zyn te ver- Wy zouden daarom van gedachten zyn, dat de Refolutie van a6 [anuary 1678 weederoirt behoorde gevolgd, doch de Collegien ter Admiraliteit voordaan geëximeerd te worden van de betaaling der Scheepsvragten, van weegens de vermindering der Inkomften, en de vermeerdering van de lasten der Collegien, zullende de betaalingen bevoorens gedaan uit de Convoyen en Licenten in het vervolg kunnen geVonden worden uit de post daar voor op den Staat van Oorlog te brengen, wanneer dezelve zoo uit dien hoofde , als uit aanmerking van de groote uitgaven daar op zcdert de laatfte tien jaaren gedaan, volgens de Lysten daar van door de Cedeputeerdens der refpcclive Provin. cien aan ons geproduceerd tot een fom van dertig duizend guldens 's jaars verhoogd, en niet meer vermengd dienen te worden met anifere posten, zoo als tegenwoordig ter repartitie van Gelderland, Overysfel en Stad en Lande plaats heeft, maar alleen verftrekken voor Scheeps-en IVagen-vragten tot vervoering van Krysvolk en Ammw.itien van Oorlog. A z Ein- Zde Afd. Staat van Oorlog.  $de Afd. Staat van Oor log. Vacatiën en Reiskostenvan Officieren. 4 ZAAKENVAN Eindélyk, dat de Heercn Staaten van Utrecht (welke Provincie iustineert in de posfesfie te •zyn , van niet alleen alle de kosten voor Scheepsvragten, maar ook die van Wagens en Karren met al wat daar toe relatie heelt , uit de Convoyen en Licenten aldaar vallende, direct te doen beüaalen , en zulks zoo wel voor de Troupes , die door dezelve pasleeren, als van die geenen , die uit de voorfchreeve Provincie na elders worden vervoerd, hoe zeer alleen de laatfte, volgens de Refolutie van 26 January 1678, op Ordonnantiën van den Raad van Staate uit de Convoyen en Licenten zouden betaal 1, en de Karren en Wagens volgens1 het Marsch- Reglement door de Ingezeetenen bezorgd, moeten worden) door U Hoog Mogende behooren te worden verzogt, om daar uit geene verdere betaalingen wegens Schcepsof Wagenvragten te laaten doen, aangezien 'er geen reden is uittedcnken , waarom gemelde Provincie boven haare meede Bondgenooten een diergelyk genot van de voorfchrceven Inkomften zoude trekken. De post van Vacatiën en Reiskosten van de Officieren , ten dienfie van de Generaliteit uitreizende, is ter repartitie van Gelderland, Utrecht, Overysfel, Stad en Lande en Drenthe vermengd met de voorgaande, doch op Holland, Zeeland en Vriesland worden dezelven tfzonderlyk gebragt. Reeds bekend op den Staat van Oorlog voor het jaar 1595 heeft dezelve , zoo verre men zulks uit de Acte Boeken ter Thefaurie van den Raad van Staate berustende, heeft kunnen ontdekken van ouds gediend, om daar uit onder anderen te betaalen de Reiskosten der Commisfarisfen van de Monfttring , de Tractementen en Reiskosten van den Fiscaal en Secretaris van 's Lands Vloot, en deszelfs Clercquen; en in laater tyd tot bctaaling van de Auditeurs • Militair voor het  STAAT EN OORLOG. 5 het monfteren van Troupes, fpeciaal de Zwit. zers, van- Officieren gcëmploieerd tot het infpecteeren der Guarnifoenen, van de Vacatiën, Reiskosten en Schryfloonen van den Chef van de Artillerie, en van zoodanige verdere Officieren, als van tyd tot tyd Commisfien in 's Lands dienst waarneemen; en zal daar toe by continuatie moeten dienen. Echter is de fom, welke daar voor tot hier toe op den Staat van Oorlog gedaan heeft veel te groot, als bedraagende ter repartitie van Holland ƒ 26099-2. o, van Zeeland ƒ 213c- 12-0, en van Vriesland ƒ 1620- o- o, dus te zaamen ƒ29849- 14- o, om niet te fpreeken van het aandeel van de overige Provinciën , en het Landfchap Drenthe, het 'geen op derzelver repartitie met andere posten is vermengd , en waar uit even als uit de post op Zeeland en Vriesland zeedert veele jaaren, zeer weinige of genoegzaam geene Aftes door den Raad van Staa e zyn geflaagen, of betaaling gedaan, (waarom dan ook door den Raad van Sraate in het jaari7i7, en Uwer Hoog Mogenda Gedeputeerdens in het jaar 172 r het aflaaten of roijeeren van deeze post op die beide Provinciën, aan U Hoog Mogende is aangeraaden) hebbende de Provincie van Holland byna alle de Reiskosten en Vacatiën van de Officieren in dienst van de Generaliteit gebruikt, geduurende de laatfte jaaren betaald. Dan ook deeze betaalingen door de laatstgenoemde Provincie gedaan , bedraagen veel minder dan de fom op haare repartitie gebragt. Waarfchynelyk zou deeze post, wanneer ze conform het advis van den Raad van Staate, vervat by haare Misfive van 25 Maart 1717 aan de Extraordinaris Vergadering gefchreeven, wierd verminderd op tien duizend guldens A 3 's jaars 'Zde Afd, Staat van Oer'  6 ZAAKEN VAN Zie Afi Staat van Oor Kosten van Mi li taire Ju jiitie. 's jaars , toereikende zyn voor de eindens „ waar toe dezelve eigentlyk is gcfcbikt, en wy •vermeenen derhalyen, dat voor deeze Reis*os% ten en Vacatiën van Officieren ten dien/ie van den Lande uitreizende op den nieuw te formeeren Extraordinaris Staat van Oorlog , niet. meer behoort gebragt te worden, dan de gemelde fom van tien duizend guldens 's jaars. Onder de post van Scheeps- en Wagen vragten ter repartitie van Gelderland zyn al verder begreepen' de kosten en mifen van de Militaire Juiiitie . ter repartitie van Holland vermengd onder de post van dagehks voorvallende zaake->; wordende echter boven dien op de gemelde Provincie nog gevonden een afzonderlyke post voor mifen van Militaire Jufiitie, vallende in de Frontieren van 's Hertogenbosch , Graave en haare omleggende Forten in. B' abard; het is uit hoofde van deeze vermenging van de eene post met de andere byna onmogelyk eene juiste calculatie te maaken op het beloop van deeze kosten. Konde men zich vleijeu, dat door de Provinciën op deeze post geene andere betaalingen waren gedaan, dan op Actes van verzoek door den Raad van Staate gedepecheerd, de zaak was ras gevonden, want men behoefde dan uit de Acte Boeken ter Thefaurie bewaard wordende alleen te extraheeren , hoe veel wegens kosten van Militaire Juftitic _geduurende de laatlten tien of twintig jaaren was geOaagen, om daar uit het beloop van een ordinair jaar re vinden , dan daar de Provinciën naar alle waarfchynlykheid ook zonder Actes van verzoek op deeze post zullen betaald hebben, en dus meerder dan by den Raad van S aate bekend is, zoo zoude men door de Registers van den Raad te volgen , de fom daar voor op den Staat van Oorlog te ftellen, ligtelyk al te laag kunnen neemen, het welk den Raad te meer zoude era» ba-  STAAT EN OORLOG. 7 barasfecren , dewyl uit deeze post voordaan meede zullen moeten gevonden worden de kosten wegens de geconfineerde Deferteurs, die op zich zelfs gecalculeerd worden op een fom van ƒ 8, a ƒ ioooo:o;o 's jaars, en tot het jaar 1786 ingeflooten betaald zyn uit de post voormaals gellaan hebbende op den Staat van Oorlog voor den geweezen hoogen Krygsraad, doch naa dien tyd by Acte van verzoek op de post van Militaire Juftitie, over alle de Provinciën zoo veel moogelyk naar de juiste quotes zyn verdeeld. Niettegenftaande deeze onzekerheid vertrouwen wy echter, dat een fom van zestien duizend guldens 's jaars , genoegzaam zal zyn, tot hoeding van alle de kosten en mifen der Militaire Juftitie in het vervolg te betaalen, zoo in het resfort van de Generaliteit als binnen de Provinciën , over welke fom in allen gevalle even als over andere posten zal moeten geliquideert worden, zoo dat de Bondgenooten ook met het excedent deezer calculatie (by aldien dezelve tegen verwagting te hoog mogt gefield zyn) boven de effeélive uitgiften niet zullen worden bezwaard. De laatfte Post onder de voorgaande ter repartitie van Gelderland begreepen, is bekend^ onder den naam van alle andere voorvallende^ zaaken van den Oorlog, of gelyk ze opanderes Provinciën voorkomt, verdagte en onverdagte zaaken van den Oorlog, door de Voorouders op den Staat van Oorlog geplaatst, om te dienen gelyk het Opfchrift fchynt aan te duiden, tot betaaling van alle zoodaanige zaaken, welke tot geen bepaalde posten konden gebragt of daar onder begreepen, en evenwel van Generaliteits weegen moesten betaald worden; op alle de Provinciën is deeze post met andere gemêleerd , waar door wy buiten ftaat zyn, A 4 om %de Afd. Staat van Oor» log. Alle an' 'ere veor•allendeaaien.  2de Afè Staat van Oor hg. f S ZAAKENVAN ,om aan U Hoog Mogende op te geeven het geen daar uit in vroeger tyd is betaald: alleen■lyk kan men zeggen, dat uit dezelve, voor zoo verre betreft die welke op Holland geplaatst is, zyn gevonden de kosten van het Magazyn alhier in den Hage, en verfcheide necesüteiten van U Hoog Mogende, mitsgaders het keveren van Flambouwen en Kaarsfen, alles ingevolge des Raads Refolutie van den i<» December 1650 , op verzoek van Heeren Gecommitteerde. Raaden van Holland gcnoomen, en dewyl de laatstgenoemde by continuatie uit deeze post behooren betaald te worden , en men niet kan ontkennen, dat 'er zaaken kunnen voorkomen , voor welke geene fpeciaale post op den Staat van Oorlog getlelt is, zoo Ipreekt het van zelfs, dat ook op den nieuw te formeeren Staat eene diergelyke post zal dienen gebragt te worden , edoch niet vermengd, zoo als voorheen met andere posten, maar afzonderlyk onder de benaaming van alle sndere voorvallende zaaken bedagt ofonbedagt kier voeren niet genoemd, tot een fom van vyf en twintig duizend guldens 's jaars. De vier opgenoemde posten, te weeten: de kosten van Militaire Jujtitie, de Reiskosten tn Vacatiën, de Scheeps- en Wagenvragten tot vervoering van Krygsvolk en Ammunitie, en alle andere voorvallende zaaken van den Oorhg, aldus van elkander gefepareerd, en voor tik derzelve de opgegeeven lommen op den Staat van Oorlog gebragt zynde , zouden fubmtrecren in plaatfe van de post. Voor Scheepsvrachten , Vacatiën, 1 Reiskosten, Mifen van militaire Juftïtïe en alle andere voorvallen- } de zaaken , op den Ordinaris j Staat ter repartitie van Gelder- } land ftaande, ter fomma van. . ƒ 4742 i[© Voor  STAAT EN OORLOG. $ Voor Scheepsvragten tot vervoering van het Krygsvolk, mitsgaders Ammunitie buiten deProPPe ƒ12000 o < Voor Reiskosten en Vacatiën van Officieren ten dienfte van de Generaliteit uitreizende .... 26099 2 ( Voor dagelyks voorvallende zaaken , daar onder begreepen de kosten van de militaire (nftitie, en kosten van de Magazyncn alhier in den Haag, verfcheide necesfiteiten van hun Hoog Mogende , mitsgaders het leeveren van Flambouwen en Kaarsfen . . 6000 o c Voor mifen van militaire Juftitie vallende in de Frontieren van 's Bosch &c. . 45oo o c alle op Holland ftaande. Voor Reiskosten en Vacatiën van Officieren ten dienfte van de Generaliteit uitreizende . . 2130 12 a Voor Scheepsvragten tot ordinaris vervoering van het Krygsvolk buiten de Provincie .0 , ^774 16 o Voor Boode-loonen, mifen van militaire Juftitie, verdagte en onverdagte zaaken . , 3600 0 0 Op Zeeland ftaande. Voor Boode-loonen, Reiskosten, fecreete dienden, kosten van mi- I A 5 li- 3de Afd. Staat van Oor* )log. I »  lan Oor* 'og. Turf en Ka ar sfai in de Frontieren op 0verysfel.  taat van Oorlog. Dit blykt voor eerst uit de extenüe van deeze post op oude Staaten van Oorlog, wordende op die van 1608 , 1639 en 1610 gevonden een post van ƒ 3000: o: o 's maands voor Scheepsvragten voorziening van brand en lichten , in de Forten , en andere voorvallende onkosten , op die van 1613 en volgende dezelfde fom voor Scheepsvragten , vourzi ning van brand en lichten in de Forten , en eindclyk op die van 1667 een fom van ƒ150:0:0 ter maand voor Scheeps- en Wagenvragten , voorziening van brand ende Keerssen in de Forten , en ten anderen, uit verfcheide actes door den Raad van Staate uit deeze post tot dat einde in de voorgaande eeuw gedepecheerd, ten behoeven van den Major te Swardlnis en de Commifen te Blokzyl en Steenwvk, als mede uit eene acte nog in deeze eeuw getlaagen, ten behoeven van den Commis te Zwoll, tot betaaling van Kaarsfen, Stroo en Turf voor de wagten by de Penanteni Doch deeze Voorziening aan de gemelde plaatfcn komt thands niet meer te pas, zedert de opgenoemde plaatten hebben opgehouden tot de Frontieren te behooren, waarom dan ook niet langer op den Staat van Oorlog eene post voor dezelve noo;:ig is. Men ziet dus hier uit, dat de Ileeren Staaten 14 ZAAKEN VAN . ke Frontieren door de Generaliteit nooit zyn voorzien van Turf en Kaarsfen , veel min dat daar voor eenige post op den Staat van Oorlog zoude gebragt zyn : maar dat door dit woord Frontieren word gezien op Blokzyl , Swartfluis, Steenwyk, en andere wel eer veriierkte plaatzen in deeze Provincie , binnen welke zoo lang ze verfterkt of voor Frontieren te houden waren, door de Generaliteit de Turf en Kaarsfen zyn bekostigd.  STAAT EN OORLOG. f5 ten van Overysfel geen reden hadden om in het jaar 1717 te infteeren op eene verhooging' van deeze post, ten zy hoogstdezelven zulks gedaan hebben , om daar uit te vinden de Scheeps- en Karre-vragten tot vervoering der Militie , gelyk wel te denken is , om dat zy wel eens geklaagd hebben, dat de post daar voor op den Staat van Oorlog ftaande , en met die van Turf en Kaarsfen gemêleerd, niet toereikende was tot betaaling der kosten op het tranfport der Militie vallende. Op de post van Scheeps- en Wagenvragten, Vacatiën &c. ter repartitie van Gelderland , volgt die van Turf en Kaarsfen ten behoeven van de Wagten in de Frontieren van 's Gravenweerd en St. Andries; naardien echter deeze post behoordt onder die geenen, welke raaken elke Provincie in het byzonder, en wy voorgenomen had.ten, even als door den Raad van Staate gefchied is, in de Misfive van 25 Maart 1717 eerst af te handelen de posten, die op alle of de meeste Provinciën gevonden worden, zullen wy voor als nog de eerstgenoemde onaangeroerd laaten, en tot de laatstgemelde overgaan. Onaer dezelven vinden wy in de eerfte plaats de post van driemaal honderd duizend guldens 's jaars voor de Defroijementen van de Generaliteiten, en vereeringen aan de uitheemfche Ministers en Extraordinaris bezendingen van wegens den Staat te doen. Het einde waar toe deeze post is gedestineerd, ontvouwt ons de Raad van S.aate by de generaale Pititie voor het jaar 1755, te weeten: ,, eerftslyk tot eigentlyk gezegde Defroije„ menten van de Generaliteit; ten anderen om », daar uit te vinden vereeringen aan uitheemfche Ministers, ten derde toe Extraordinaris \de Afd. Staat >an Osr* log. Defroije. menten.  i<5 ZAAKEN VAN ïtt'Ut van Oor log. Het geen de post van de Defroijementen byzonder heelt boven anderen op den Staat van Oorlog gevonden wordende, is, dat eerst de helft gebragt word op de repartitie van de Provincie van Holland alleen , en de wederhelft quotes wyze over alle de Provinciën, Holland daar onder begreepen; weke wyze van verdeeling bevonden word reeds geïntroduceert te zyn op den Staat van Oorlog voor den jaare . 1613. Voor dien tyd en wel in 't jaar i6co wanneer allereerst een fom van honderd duizend guldens op den Staat van Oorlog wierd gebragt voor de Defroijementen , die voor bet begin van den Trêves waren betaald uit de Contributien van Braband, Gelderland en Vlaanderen , was dezelve over alle de Provinciën, na genoeg quotes wyze verdeeld, en zulks had in het jaar 1610 mede plaats, hoewel het aan. deel van Holland over dit laatstgemelde jaar een weinig hooger genoomen is, dan in het jaar 1609. * om welke reden men n'ader- hand .„ bezcndingen van wegens den Staat te doen, „ ten vierde tot betaaling van de Porten van ■„ Brieven van alle de Minifters van den Staat, „ en eindelek is by U Hoog Mogende Refo„ lutie van den_ 18 January 1691 goedgevon„ den, dat dertig duizend guldens uit deeze „ post zouden worden geëmployeerd tot on„ derhoud en fustentatie van de toen nog res„ teerende Officieren en andere Perfoonen , „ die zich om de vervolging tegen die van de „ Religie herwaards hadden getranfporteerd." Doch dit laatstgemelde einde' is geccsfeerd behalvcn dat naa het jaar 169,1 0p nieuws :emge Penfioenen by (J Hoog Mog. uit deeze jost zyn toegelegt aan fommige afftammelingen ran zoogenaamde refugiés , welke thands niet neer dan vyf in getal zyii, en waar van de >enfioenen te zaamen genoomen, bedraagen een om van veertien honderd guldens 's jaars.  STAAT EN OORLOG. II hand en wel bepaaldelyk met het jaar 1613 Van deeze wyze van verdeeling is afgegaan, is ons niet volkomen gebleeken. Misfchien heeft daar toe aanleiding gegeeven ? dat de andere Provinciën.al vroeg nalaatig wierden, om hun aan ;eel aan handen van den Ontfanger Generaal te betaalen, zoo als zy verplicht waren alle maand te doen , volgens den Staat vam Oorlog ; Aè oude ordre doch van het Land br< meecle, dat de refpeStive Qtiotes wierden op gebragt in geld ten Comptoire Generaal Van de Unie, ■ en daar van daan is het , dat nog heeder. daags , niet by ABe van verzoek maar by Ordonnantie word gedisponeerd van deeze post. ündertusfehen word de helft van deeze post veel al door de Provinciën geprofiteerd, naardien het zelden gebeurt , dat daarop betaalingen gedaan worden door eene andure Provincie , dan door Holland , welks aandeel nogthands ter iumma van tweemaal honderd zeven en dertig duizend vier honderd vier en zestig, guldens 's jaars, immers in gewoone tyden niet ten volle word geablbrbcerd, want uit de reekeningen van den Ontfanger Generaal der Unie blykt, dat van het jaar ïjjo, tot en met het jaar 1784, en dus geduurende den tyd van vyftien jaaren door Holland op deeze post het zy by contra Ordonnantie of ook in contant geld is betaald een fom van twee millioei} zeven maal honderd zeven en vyftig duizend' drie honderd agt en negentig guldens en eene Huiver, bedraagende voor een ordinair jaar een fom van . . . ƒ ^3826 10 8f Het welk afgetrokken van de fom Ter repartitie van Holland ftaande tot . . .ƒ237464 o o Zoo volgt, dat die Provincie XUJ. Deel. B jaar- 1de Afd, Staat van Oor'og. Zie deGeleraale Pe» :itie over I75S-  IS ZAAKEN VAN %de Afd. Staat van Oorlog. t i < 1 < 1 1 'j 1 1 i < } i £ v jaarlyks minder heeft betaald dan] i i haar aandeel . . .1 ƒ 53*371 91 3* Dewyl nu de fom, welke het eene jaar door het ander genoomen op de Defroijementen is betaald, bedraagt f 183826:10: 8|. zoo zal deeze post aanmerkelyk verminderd en op een laagere fom kunnen gefteld worden; in het bepaaien van welke men nogthands dient in het oog te houden, aan de eene zyde dat behalven de opgemelde fom van . . ƒ183826 10 8| door de Provincie van Holland iet eene jaar door het ander nog s betaald op het refpecl van Ministers buiten 's Lands dc:lareerende (welke post tot dus| 'erre geftaan hebbende in het kapittel van Gedeputeerden buien 's Lands, voortaan onder le Defroijementen in eene post :oude kunnen begreepen worlen) een fom van . . . ƒ47041 U o dat over zulks het reëel beaalde zoo op de post van Deroijementen , als op het voorchreeven refpect van Ministers miien s Lands, bedraagt eene larlykfche fomma van . . 230868 1 Sf en aan den anderen kant, dat mder de voorfclireeven fom van I 230868 : i: 8| is begreepen een mi van .... 101625 o o die tot dus verre uit de De■oijementen zyn betaald, doch raar meede het Capittel op den Staat  STAAT EN OORLOG. iS Staat van Oorlog van Gedeputeerden buiten 's Lands ,> volgens onze gedachten hier boven Opgcgeeven zou dienen verhoogd, J ën de post voor de Defroijementen verminderd te worden, als zullende de betaaling van die fom uit de zoo evengenoemde post in het vervolg ccsfeeren, zoo als te zien is uit de Lvst daar van geformeerd , en hier agter gevoegt fub Litt. P. En dat derhalven het betaalde op de Defroijementen en het respect van Ministers buiten 's Lands &c. in een ordinaar jaar maar zal bedraagen een fom van . .ƒ129243 1 Ps Ingevolge van deeze bereekening, clie berust op het beloop van de betaalingen geduurende vyftien jaaren gedaan, vermeenen wy, dat in plaats zoo van de post van ƒ 50,'oco: o: o voor ■het refpect van Ministers buiten 's Lands declareerende, als van die voor de Defroijementen tot f 300000: o : o op den nieuw te formeeren Staat zoude behooren gebragt te worden een fum van eenmaal honderd en dertig duizend guldeus 's jaars. . ic . . .::;o;i. natasoa j^.ooifyj ^oor het onderhoud der Foit'ficatien zoo Fortifilintlen ah buiten de Provinciën worden twtecatiet;. posten op den Staat van Oorlog gevonden , waar van de laatfte zeedert vcele jaaren tot een ander einde heeft gediend, zoo als op zyn tvd zal gezien worden. Alvoorcns echter onze gedachten te uiten over elk dier poften afzonderlyk, zal het noodig zyn vooraf het een en ander op te teekenen over liet onderhoud der FortiBeaden in het algemeen, en wel bepaaldelyk geduurende den Oorlog met Spagne tot B 2. op %de Afd. Staat van Oorlog.  ZAAKEN VAN Staat van Ooi log. r.op de Munfterfche Vrcede, dewyl het onderfchcid van twee posten , zoo als thands op -den Staat van: Oorlog voorkomen , eerst is ingevoerd op den Staat van Oorlog van het jaar 1650. Het is bekend dat de Bondgenooten by het 4 Articul der Unie met elkander waren overeengekomen en verdragen, ,, dat de Frontier,, fteden en ook andere , daar men des van „ nooden zoude vinden , om het even van ,, welke Provinciën die waren, by advis ende ,, ter ordonnantie van de geünieerde Provin,, cien, zouden vastgemaakt endo gefterkt wor,, den tot kosten van de Steden en de Pro„ vinden , daarinne die geleegen waren, mits ,, hebbende daar toe adliftentie van de Gene„ raliteit voor de eene helft, ende dat voor ,, zoo verre by de voorfz. Provinciën raad,, zaam mogt worden bevonden eenige nieuwe ,, Forten ofte Sterkten in eenige van die Pro„ vinden te leggen ofte die 'er lagen te veran,, ■ deren of af te werpen , de kosten daar toe „ noodig by alle de Provinciën in het gene„ raai gedraagen zouden worden." Edoch welke deeze Frontierfteden waren, en tot wiens lasten de kosten tot het onderhoud van de in dier voegen gemaakte werken benoodigd moesten komen, word noch by dit noch by eenig ander Articul der Unie bepaald, en is daarom moeijclyk te beflisfen. Het aangehaald articul fpreekt in het generaal van allerlei Frontierfteden , om het even in welke Provincie die lagen; het is dus buiten allen twyffel , dat hier onder begreepen waren zoo wel de Steden binnen de vier Provinciën van ouds de contribueerende genoemd, als daar buiten; des niettegenftaande heeft men van de vroeglte tyden af llegts een eenig voorbeeld  STAAT EN OORLOG. 21 beeld gevonden, dat door de Generaliteit de noodige gelden zyn verftrekt tot de Fortificatiën van eene Stad binnen de vier contribueerende Provinciën geleegen, te weeten de Stad van Amersfoort, aan welke door de Generaliteit in het jaar 1595 en volgende, een fom van tien duizend guldens is betaald tot reparatie van haare Poorten , Muuren en Fortificatiën , blykens de reekeningen van den Ontfanger Generaal der Unie over het jaar 1595, 1596 en volgende , offchoon het zeeker is , dat ook in de overige en byzonder in de Provinciën van Holland en Zeeland, plaatfen geleegen zyn, die ten minften in de eerlte tyden van de Republiek konden gezegt worden te zyn Frontieren van den Staat, dan welke zoo ver men weet door de Generaliteit nimmer zyn bekostigd. Alleenlyk vindt men op den Staat van Oorlog over de jaaren 1595 en 1597 een post van honderd en vyftig guldens ter maand voor de Fortificatiën, reparatien van het Gefchut, en de andere onkosten te VHsfingen, doch deeze is reeds op den Staat van 1598 uitgelaaten , veelligt om te voldoen aan de rernarque naast dezelve op de twee voorgaande Staaten gefield in deeze bewoordingen, te letten, of deeze Fortificatiën mttte verhooginge by die van Zeeland daar by gevoegd, behoor en te hoornen tot laste van de Generaliteit, uit al het welk fchynt te volgen, dat men al vroeg de Fortificatiën van de Steden binnen de contribuecrende Provinciën geleegen, heeft befchouwd als een particuliere last van die Provinciën, en door Frontierfteden in het vierde Articul voornaamclyk bedoeld de Steden van Gelderland en Overysfel, waar by naderhand die van Braband cn Vlaanderen gekomen zyn. Immers dat 'dit de waare meening van dit Articul is, bewyzen onder anderen de differente betaalingen van tyd tot tyd gedaan tot den aanleg of reparatie der Fortificatiewerken van meest B 3 alle Ide /Ifd. Staat van Oer'og.  sa ZAAKEN VAN %de Afd. Staat van Oorlog. alle die Steeden, het zy by wyze van fubfidie aan de Magiftraaten dier Stceden zelve , of direct aan de aanneemers, door wien de Werken waren opgeleeyerd. Zoo vindt men onder anderen, dat aan de Stad Nymegen in het jaar 1598, is betaald een fom van drie duizend guldens, in mindering van twaalf duizend rot de Fortificatiewerken derzelver Stad geaccordeerd , mitsgaders nog drie duizend aan de Stad toegelegd tot een fubventie van het zesde gedeelte, dat zy gehouden was te draagen tot het opmaaken der nieuwe Bolwerken: Aan Bommel in het jaar 1595 een fubfidie van twee duizend, en aan Thiel in het jaar 1620 een fom van zes duizend, in mindering van twee en twintig duizend guldens, als een fubfidie voor de Fortificatiew*erken dier beide Steden geaccordeerd. Aan de Stad Arnhem in het jaar 1598 een fom van drie duizend guldens tot het maaken van dc Fortificatiewerken aldaar, kort te vooren by zyne Excellentie geordonneerd, en in liet jaar 1620 een fom van tien duizend in mindering van zestig duizend guldens aan de Magiftraat dier Stad van wegen de Generaliteit voor zes jaaren geaccordeerd, tot fubfidie van haare Fortificatiën volgens accoord met Zyne Princelyke Excellentie en gemelde Magiftraat iaar van gemaakt. Aan dc Stad Zutphcn.in het jaar 1595 een libfidie van zes duizend guldens. Aan Deventer in het jaar 1596 een fom van vier duizend guldens , om geëmployecrd te ivorden tot, en in het jaar "1598, een fom n\\ zes duizend guldens , om te volmaakeii iet eerfte werk van de Fortificatiën, mitsgalers in liet jaar 1599 een fom van tien duizend, in  STAAT EN OORLOG. 33 in mindering van dertig duizend guldens, volgens. Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 6 Mey 1559, tot een gelyk einde betaald. Aan de Stad Campen in het jaar .1615 een fom van vyf duizend, over de laatfte parten, in mindering van twintig duizend guldens aan de Magiftraat toegelegd, tot verval der Fortificatiën van haare Stad, volgens contract met Zyne Excellentie daarvan gemaakt, mitsgaders nog een fom van één duizend guldens, volgens Refolutie van den Raad van Staate van den 7 Maart 1614 , geaccordeerd tot fubfidie van de gemelde Fortificatiën over het jaar 1615, en zulks boven de fom van twintig duizend guldens reeds genooten. En aan de Stad Zwol, in het jaar 1612 een fom van drie duizend guldens , met het zelfde oogmerk als de voorgaande, tot laste van de Generaliteit genomen. Om niet te gewagen van de verdere fubfidien, zoo aan de reeds • genoemde als aan andere Steden van de Provinciën van Gelderland en Overysfel voor het aanleggen van nieuwe of het repareeren der oxide Fortificatiewerken geaccordeerd, waar van de reekeningcn van den Ontfanger Generaal over genoegzaam alle de jaaren, die de oorlog met Spagne geduurd heeft, meenigvuldige voorbeelden aan de hand geeven; waar by men nog zoude kunnen voegen verfchcide betaalingen direct door de Generaliteit aan particuliere aanneemers gedaan , en in de reekeningen van dien tyd al meede gebragt , zoo wy niet vertrouwden , dat de opgenoemde voorbeelden voldoende te kennen gaven, welke Steden door de Voorouders gehouden zyn voor Frontieren, waar van het vierde Articul der Unie lpreekt; het welk nog dujdeiyker te zien is uit Uwer Hoog MoB 4 gen- 3* Afd. Staat van Qar-  =4 ZAAKEN VAN %de Afa Staat van Oor log. .gende Refolutie van den 24 July 1596 , genomen by geleegendheid van het verfêMl, tus.fchen de Provinciën van Vriesland, Overysfel, Stad en Lande en het Landfchap Drenthe gereezen, over het verfterken van Coeverden, by welke U Hoog Mogende verklaaren: „ tot „ dienlle van den Lande en handhouding van „ de cenigheid onder de t'iamentlyke Provin„ cien , conform de Unie voor het best en „ geraadzaamst te vinden, dat de Fortificatiën „ van het voorfchreevc Vlek en Fort van Coe„ verden , benelfens de Fortificatiën van ver„ fcheide andere Steden en Forten , op de „ Frontieren van Braband, Gelderland, Vlaan„ deren, Overysfel en omliggende Quartieren , „ buiten de Provinciën van Holland,Zeeland, „ Utrecht, Vriesland, Stad en Ommelanden „ van Groningen geleegen, zoude gefchieden „ en bezorgt worden van wegen en tot last „ van de Generaliteit." Waar uit wy derhalven mogen befiuiten , dat de Generaliteit de Fortificatiën van de Steden in Gelderland en Overysfel als Frontieren van den Staat reeds van ouds niet alleen heeft bekostigd maar ook beftierd , en dat daar en tegen de Fortificatiën in de overige of zoogenaamde contribucerende Provinciën zyn gebleevcn tot last van elk dcrzelvcr in het particulier , moetende nogthands hier van worden uitgezonderd de Provincie van Stad en Lande, want offchoon die Provincie by de aangehaalde tlefolutie in het fluit der Fortificatiën word ?elyk gefield met de Provinciën van Holland, Zeeland, Utrecht en Vries and; hebben echter Q Hoog Mogende eenige jaaren daar na uit lanmerking , dat de Stad Groningen is een >an de importanfte Frontierplaatfen van den Lande, als naamelyk van Vriesland, Overysfel in Drenthe, en om meer andere soede cnnfrle. ratten aan dezelve Stad van tyd tot tyd geac"  STAAT EN OORLOG. 25 cordeerd een fubfidie van twaalf duizend guldens 's jaars, tot reparatie van haare Fortificatiën , gelyk te zien is uit Uwer Hoog Mogende Refolutien van den at Februarv 1607, 3 April 1610, 23 April 1Ó14 en 9 Maart 1618. Dit fubfidie is naderhand by Refolutie van den 25 Mey 1666 voor altoos gebragt op eene jaarlykfche fom van zes duizend guldens; en zeedert betaald uit de quote van de Provincie van Stad en Lande in de post van de Fortificatiën binnen, en deeze lom geniet de Stad als nog , niettegenftaande de Fortificatiën in die Provincie by continuatie zyn gebleeven buiten het bellier van de Generaliteit, met uitzondering alleen van de werken in laater tyd aangelegt op de hoogte van Helpen , waar voor eene afzonderlyke post op den Staat van Oorlog is gebragt, ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 23 November 1729, zoo als wy llraks zien zullen. Wy gaan nu over om aan U Hoog Mogende op te geeven de fondfen, uit welke de opgenoemde fublidicn en verdere betaalingen tot aan het einde van den Oorlog met Spagne zyn gevonden , want hoe zeer geduurende al dien tyd de Fortificatiewerken van de Gelderfche en Overysfelfche Steden, even als die van Braband en Vlaanderen, ten Comptoire Generaal van de Unie wierden betaald , moe? men zich echter niet verbeelden, dat de Generaliteit alle die werken zoude hebben bekostigd uit haare particuliere inkomften , want deeze waren vooral in het begin van den Oorlog zeer gering, beftonden voor de Muullerfche Vreede meerendeels in contributien en wierden geconfirmeerd in de Fortificatiën van de Steden buiten de Provinciën geleegen, volgens de aanteekemngen te vinden achter de Staaten van Oorlog over de jaaren 1597 en volgende tot 1643 ingellooten. B 5 Doch 2de Afd. ^taat . 'an Oor. 'og.  36 ZAAKEN VAN Afd Maat van Oor , Doch de Fortificatiën binnen de Provinciën van Gelderland en Overysfel, en het jaarlyksch fubfidie aan de Stad Groningen, mitsgaders de kosten beuoodigd tot het Verflerken der Steden buiten de Provinciën geleegen, voor zoo. verre die niet konden gevonden worden uit de middelen aldaar vallende , wierden betaald door de gezaamentlyke Bondgenooten, gedeeltelyk uit de posten daar voor reeds in het jaar 1595 op den Staat van Oorlog gefield, en getieeltelyk uit dc jaarhkfche extraordinaris furnisfementen , tot zoodanige lommen als de Raad van Staate naar gelang der omftandigheeden , het zy by de generale propofitie, liet zy by afzonderlyke petitiën gewoon was te vorderen. De posten op den Staat van Oorlog waren van het jaar 1595 tot het jaar 1608, twee in getal, (daar onder niet begreepen die van hon-^ derd en vyftig guldens ter maand voor de Fortificatiën , reparaticn van het Cefchut, ende andere onkosten te Vlisfingen , alleen gebragt pvcr 1595 en 1597, doch in 1598 reeds aft gelastten, om redenen hier boven opgegceven,) te weeten een van vyftien honderd guldens 's maands ter repartitie van Holland voor reparatie van de Forten vallende buiten de con-, trihuecrende Provinciën , en een van negen honderd guldens 's maands, in het jaar 1608 op agt honderd gefield, ter repartitie van Zeeland, voor de reparatie van de Fortificatiën tot Lillo, Litfkenshoek, Axel, Neufe, Biervliet ende elders boven de middelen aldaar vallende ; moetende deeze reparatien gefchieden ter ordonnantie van de Staaten Generaal en den Raad van Staate , terwyl de beide Provinciën verplicht waren alle drie maanden over te lecveren csn Staat van de bctaalingen , en telken jaare daar van te doen eene aparte reekeningë. Dan  STAAT EN OORLOG. 27 Dan deeze beide posten zyn in het jaar 1609 van den Staat van Oorlog gelaaten, op welken als toen voor het eerst wierd gebragt pen post voor de Fortificatiën van de Fiontierplaatfen in dat en het volgend jaar op eene ongelyke, maar by den Staat van Oorlog voor het jaar 1613 over alle de Provinciën quoteswyze verdeeld tot een fom van honderd en vyftig duizend guldens 's jaars , waar in zoo lang den Oorlog duurde, geene verandering wierd gemaakt , dan alleen in het jaar 1617, uit hoofde van de verlchikking in de Quotes, die het jaar te vooren plaats had. Deeze Quoteswyze verdceling bragt echter geduurende al dien tyd niet te weeg dat naT deel, het welk men daar van zecderd het jaar 1650 tot op heeden ondervindt, dewyl de penningen door de Provinciën maandelyks moesten gefurncerd worden aan handen van den Ontfanger Generaal der Unie, om gevoegd met de gelden, die de Provinciën op de extraordinaris confenten jaarlyks opbragten, te verltrekken tot bctaaling van alle zoodanige Fortificatiën, als ten gemeeue koste der Unie gemaakt en onderhouden wierden. Dit blykt onder anderen uit de rubriek van het Capittcl, waar onder deeze post op den Staat van Oorlog voorkomt, mitsgaders uit de betaaling van het fubfidie aan de Stad Groningen, het welk volgens de Refolutien boven opgenoemd moest geleideden uit de Fortifica tiepenningen by de Provincie van Stad Groningen en Ommelanden al reede ingewiiligt, ende voortaan noch ten zeiven 'fine van jaar tot jaar tot behoef van de Generaliteit te confenteeren, doch altyd gedaan is ten Comptoire Generaal der Unie op ordonnantie van den Raad van Staate, ten bewyze dat de penningen door de Provincie aan den Ontfanger Generaal der Unie wier- 3 $ yifd. Staat van Oor-' log. Zie de Staaten van Dorlog >*erde jaaren 1600 , iö.0,161:?, Ö17.IÜ2J :n 1643.  aS ZAAKEN VAN 3, dat men niette„ genltaande de vporfchreeve verhoogingen re,, latief tot Gelderland en Overysfel telkens ver ,^ leegen 'ftaat, hoe men de noodige penningen ,b vinden zal, wanneer 'er eenige extraordinaris XIII. Deel. C „ re- 3tó AfiL Staat van Oorlog.  II ZAAKEN VAN fde Afd ^taat van Oorlog. Zie Refolutie t'xtraordinaris Vergadering van 14 Mey 1717. „ reparatie of vernieuwing van het geen door „ calamiteit of veroudering befchadigd, ofver,-, vervallen is, gedaan moet worden." Deeze zyn Hoog Mogende Heeren! de gcbreeken van de post voor het onderhoud der Fortificatiën binnen de Provinciën , dezelvcn zouden op eenmaal cesfeeren, by aldicn de Bondgenootcn te beweegen waren het geheele vvefk van de Fortificatiën, om het even waar ook geleegen, over te laaten aan de directie van den Raad van Staate en de penningen daar toe benoodigd wederom te furneeren ten Comptoire Generaal van de- Unie; dan daar die Provinciën welke tot nog toe haare eigene Fortificatiën hebben beftuurd , niet gemakkelyk te beweegen zónden zyn, daar van af te zien, of om dezelven op nieuw te ncemen tot haar particulieren kiste, gelyk voor het jaar 164S, zoo zal men op andere middelen van redres dienen bedagt te zyn. De Raad van Staate proponeerde tot dat einde aan de Extraordinaris Vergadering van U Hoog Mogende by Misfive van den 25 Maart 1717 om het aande'el van Gelderland en Ovcrvsfel te verhoogen, en daar en teegen die va 1 Zeeland, Utrecht en Vriesland te verhagen , en hier toe fcheen ook de Extraordinaris Vergad .■ring te inclineeren , dan hier «gerij verzettcden zich de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland op den 20 Mey op fundament , „ dat het eene abfolutc noodznakeiykheid was „ de Steden en Fortresfen binnen Zeeland gort leegen in ftaat van dcfenfie te brengen, de„ wyl voor als nog geene de mmlb/fbat tot „ het bekomen van de bedongen limiten in „ Vlaanderen te manken was, en de Fortifica„ tien van Bergen op Zoom onopgemaakt blee„ ven." Offchoon nu deeze reden door dc Heeren van Zeeland in het jaar 1717 bygebugt  STAAT EN OORLOG. |g teegèns' het plan rioör den Raad voorgcfteld , thauds geheel is vervallen, dewyl Bergen op Zoom zoo wel als dc Frontieren in Staats Vlaanderen in een goeden ftaat gebragt en de Steden binnen de Provincie Zeeland niet gefortiliceerd zyn, en 'er ook téegeos eene vermindering van dc post op Utrecht geene bedenkingen zouden kunnen gemaakt worden, zoo men maar zorgdroeg, dat het overfchot groot genoeg, bleef" voor het onderhoud van de werken aan de Greb en de Grebfche Linie, de eenigfte Fortificatie tn deeze Provincie ; en boewei ook deeze post op Vriesland zoude kunnen worden ombeerd, by aldien het waar is, het geen wy nogthands niet feeflisfen, dat in dezelve geene eigentlyk gezegde Fortificatie - wa'ken gevonden worden, zoo zouden wy echter niet alieen zyn van te denken, dat deeze Post die zeedert 16to quo es wyze verdeeld is gewéést , in diervoegen by continuatie verdeeld kan blyven , zoo de Provinciën Hechts gelieven te geeven die verzeckcring aan elkander, dat zy niet zullen weigeren te bctaalen dc actes van verzoek door den Raad van Staate ten haaren laste gedepêcheerd tot 1'uppleric van het te kort op deeze post ter repartitie van eene andere Provincie. Op deeze grond zyn wy vervolgens van gedachten, dat blyvende het quaatum van de post tot onderhoud van de 'F irtifibatien binnen de Provinciën en derzelver Frontieren, mitsgaders de beheering van dezelve op den ouden voet, de oorlprongelyke post van tweemaal honderd duizend guldens wederom behoort gcrepanitieerd te worden , naar de quotes zoo als die zullen worden geëtablisleerd, doch de aan dag; van de Provinciën vai Gelderland en Overysfel verhoogd' met die lommen , waar meede derzelver voorige aandeden van tyd tot tyd zyn verhoogd geworden , en daar en booven dt post van / 2500-0-0 voor bet onderhoud en C 2 re. Staat van Oorlog.-  36 ZAAKEN VAN Zie Afd Staat van Oer log. reparatie der werken op de hoogte van Helpen by continuatie op den Staat van Oorlog ge■ bragt, zoo als tot dus verre heeft plaats gehad. Dat wyders over deeze post, zoo als over alle diergelyke posten op den Staat van Oorlog ftaande jaarlyks zal worden geliquideerd, des dat die Provinciën, dewelke de directie over haare eigene Fortificatiën behouden, zullen kunnen volltaan , met jaarlyks aan den Raad van Staate over te zenden eene Specificatie van de betaaling , die zy tot onderhoud van effeétive Fortificatiewerken , zullen hebben gedaan, en dat ingeval daar uit zoude mogen blyken, dat zy haare volle quotes daar toe niet hebben befteed, de Raad van Staate van het overfchot zal kunnen gebruik maaken tot betaaling der kosten van het onderhoud der Fortificatiën in die Provinciën , in dewelkcn de beheering daar over aan haar is gelaaten, by , aldien naamentlyk de quota van zoodanige Provincie daar toe niet toereikende zoude mogen zyn. De tweede Post voor het onderhoud der Fortificatiën en wel van die geenen welke buiten de Provinciën zyn geleegen, op den Staat van Oorlog voorkomende, bedraagt een fom van ƒ334638-0-0 'sjaars, waar van t 300000-0-0 zynde de oorfprongelyke post, gerepartiteerd is op Zeeland en het overige op Vriesland. Van dezelve zouden niet minder kunnen gezegd worden dan van de voorgaande, dan daar wy van advife zyn, dat deeze post voordaan geheel behoort te blyven van den Staat van Oorlog , dewyl de Fortificatiën buiten de Provinciën zeedert lang worden onderhouden uit de Kas van de Generaliteit , en deeze post door de verfchikking in de quotes niet meer behoeft te verftrekken tot het einde, waar toe *y geduurende de laatfte twintig jaaren heeft ge-  STAAT EN OORLOG. 37 gediend, zoo zullen wy ons vergenoegen om uit de generaale Pedtie voor het jaar 1755 Over te neemen, het geen daar by word voorgedraagcn ten aanzien van het gebeurde relatief deeze post van het jaar 1650 af tot opdien tyd toe , met byvoeging van het geen daar omtrend naa het jaar 1755 is voorgevallen. ,, Dc post tot .onderhoud van de Fortifica„ tien buiten de Provinciën, (zegt de Raad) „ is in het jaar 1650 uitgetrokken geworden ,, op tweemaal honderd duizend guldens. Nart derhand heeft de fommc gevarieerd,' doch van het jaar 1673 af tot nu toe, is ze ge,, fixeerd gebleeven op driemaal honderd dui,, zend, behalyen dat ze alleenlyk over het „ jaar 1679 in het geheel van den Staat van ,, Oorlog is afgelaaten , en in de plaats van „ dien over dat jaar gedaan geworden eene „ Pedtie van viermaal honderd yyf en twintig „ duizend guldeus tot verbectering van de Forrt titicaticn en het maaken van eenige nieuwe. „ Maar in den jaare i6?8 is ten opzigte'van ,, het emploi van de voorfchfeeve post gevallen' „ die notabele verandering, dat U Hoog Mo„ gende by Refolutie van den 15 July van dat jaar niet meer als veertig duizend gul„ dens uit de driemaal honderd duizend gul„ deits. tot het onderhoud der Fortificatiën bui„ ten de Provinciën hebben gélaaten, en wy- ders goedgevonden op de overige tweemaal ,, honderd en zestig duizend guldens , met „ nog tweemaal honderd duizend uit de Ordi„ naris of Extraordinaris middelen van de Ge- neraliteit, jaarlyks daar by te voegen , te 5, doen negotieereu een fom van vier Millioc> nen tot verbectering van de Fortificatiën van 5, diverfe plaatfen by die Refolutie genoemd, 5; en zulks onder de fterkfle precautien, die 5, bedagt konden worden , om de Provinciën M te verpligten tot een exact furnisfement by quartaalen van de voorfchreeve fom van drie C 3 „ hon- Zde Afd. Staat van Oorlog.  38 ZAAKEN VAN Zde Afd. Staat van Oor ; 9 ) J „ honderd duizend guldens in het jaar ; do ,, furnisiementcn zyn ook geduurende de eerst* „ volgende jaaren zoo rig ig geweest, dat de voorfehfeèvê vier Millioeneu met het jaar ,, 1700 reeds zyn afgelost geweest Dit eaga,, geerde U Hoog Mogende om van nieuws „ op het zelfde Fonds, en onder dezelve ver- bintenisfèn , vei'fcheide importante Capitaalen „ te doen ligten, maar geenzints met lietzelvc „ fucces van losling: want de Furnisfemcnten ,, van de Provinciën zyn van tyd tot tyd zoo ,, irregulier en defectueus geworden, dat uit ,, de Staaten, welke de R..iad in het jaar 17.7 heeft opgemaakt van ieders agterftal zeederd „ den 1 January 1700 tot den laatllen Decem,, her 1716, en by Misüve van den uAugus-, „ tus 1717 aan de Provinciën toegezonden, „ komt te blyken, dat de Provinciën en Land„ fchap Drenthe met den anderen waren ten „ agteren geraakt eene fom van een millioen, „ agtmaal honderd twee en dertig duizend zc„ ven hoadeïd vyf en vyftig guldens, dertien „ Huivers , en dat uitwyzens dezelve Mislive-, ,. de onafgeloste Capitaalen nog bedroegen ,, eene fom van vier millioenen, agtmaal hon„ derd agt en zestig duizend drie honderd en „ zes guldens , de furnisfementen die na het „ jaar 1716 op de voorfchreeve post of liever 1 op de buiten affectatie gelaatene veertig dui„ zend guldens door eenige weinige Provin, cien zyn gedaan geworden, zyn niet noe, menswaardig, en na het jaar. 1743 i-s ni^$ , meer gefurneerd: Uit al het welk is op te , maaken , dat geen fataler flag aan des Ge, neraliteits Finantien heeft kunnen worden , toegcbrag't als deeze, want ze treft dubbekl, , Eerltelyk hebben de Fortilica ien buiten de , Provinciën zeederd uit des Generaliteits In., komiien alleen moeten worden onderhouden, , en ten anderen Hééft de Generaliteit alleen , moeten biyven draaien en draagt nog de  STAAT EN OORLOG. 39 ,, Interesfen van het voorfehreeve nog onafge„ lost Capitaal van vier Millioènen agtmaal „ honderd agt en zestig duizend drie honaerd „ en zes guldens, om niet rc zeggen, dat in„ gevolge U Hoog Mogende Refolutie van & September 1708 , nog voor reekening van ,, alle de Provinciën en Landfchap Drenthe, „ uitgezonderd Utrecht, tot betaaling van Werk„ baazen en Leveranciers aan de Fortificatiën „ gearbeid en gekeverd hebbende , zyn gcne,, gotieerd derzelver refpeétive Quotes in een „ half Millioen bedi-aager.de viermaal honderd „ een en zeeventig duizend een honderd twee „ en dertig guldens , waar op geene der Prö,, vincien ooit eenige, veel min dobbele Intë,, resfcn , zoo als de Refolutie meedebragt, „ heeft betaald, en dus is'ook weederom dat „ Capitaal, ten laste van de Generaliteits In„ komften gebleeven, het welk met het voó,, rige uitmaakt een totaal montant van vyf „ Millioènen driemaal honderd neegen en dertig -„ duizend vier honderd agt en dertig guldens, ,, boven de verdere impor ante Capitaalen , „ waar meede de Generaliteit in vroegere en ,, laatere tyden was bezwaard geworden. Maar ,, dit is het nog niet al. De post tot onder„ houd van dc Fortificatiën buiten de Provin„ cien, diende voormaais niet alleen tot ort„ derhoud van die in het resfort van de Gê,, neraliteit, maar daar en boven gebruikte men die post om te fupplecren het geen aan de „ post tot onderhoud van de Fortificatiën biri,, nen de Provinciën te kort kwam. Men ge> bruikte ze om by vcorkoomende geleegend„> beid aan deeze of geene Stad te geeven een „ fubfidie tot extraordinaris reparatie en onder„ houd van het een of ander werk, waar over tusfchen den Raad en zoodanige Stad „ different was , of het ftondtot laste van het ,, gemeene Land of van die Stad. Fn einde„ lyk zyn 'er ook van tyd tot tyd uit gemaakt C 4 ^ nieu- ide Afd. Staat van Oorlog.  4C ZAAKEN VAN %ie Afd Staat ■van Oor log. , ,, nieuwe werken, voornaamentlyk zeedert men „ op ;deeze post heeft gencgotieerd de impor- ■ „ tante Capitaalen, waar van zoo even is ge- „ meld, tot het maaken van nieuwe Fortifica- „ tiewerken.": Het geen de Raad verder laat volgen, ftrekt zoo zeer niet tot opheldering van deeze post, als wel om aan te toonen de hooge noodzaakelykheid die 'er is, om de Frontieren te verfterken en nieuwe werken van defenfic aan te leggen in tyd van Vreede , waar toe zy aanleiding had gekreegen door te melden, dat deeze post ook tot. dat einde in vroeger tyden wel eens had gediend , edoch daar wy van dit point iets moeten zeggen by de behandeling van het Schema van den nieuwen Staat van Oorlog , zullen wy deeze periode alhier onaangeroerd laaten, en liever by die gelcegendheid van dezelve gebruik maaken, in verwagting dat ze thands een beeter effecl: zal doen by de Bondgenooten, dan in het jaar 1755: want U Hoog Mogende- zullen zich gemakkelyk herinneren de weinige ingang ,• welke de generaale Petitie voor dat jaar maakte by de Provinciën; zynde (genoegzaam alle de posten daar in behandeld, en onder dezelve ook deeze post tot heeden toe gelaaten op dien Zeiven gcbrekkigen yoet als te vopreii, ' . De eenige "verandering , welke "na dien tyd met betrekking tot deeze post gemaakt wierd, heeft daar in beftaan , dat ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van.den 30 December 1767 op het advis van Zyne Doorluchtige Hoogheid en, den Raad van'Staate van den 18 . September daar bevoorens, en ingevolge de Confenten van de refpective Bondgenooten , op den Staat van Oorlog over de "jaaren 1768 en 1769 ter repartitie "van Zeeland is gebragt een fom van tweemaal honderd duizend gul-  STAAT EN OORLOG. 4i guldens, en dus twee derde deden van den gcheelen post, tot onderfchraagmg der Financiën van die Provincje, welk ibulaas bv Uwer Hoog Mog. Refolutien van den 3 November 1769 en 14 December 1770, telkens voor een •jaar is gecontinueerd, tot dat zyne Doorluclv tige Hoogheid uit krachte der delatie van U Hoog Mogende, vervat in de Refolutie wan i&n 23 Mey 1771 heeft goedgevonden op den 30 October daar aan volgende by weege van uitfpraak te verklaaren, „ Dat de Provincie van Zeeland, provi,, lioneel voor - den tyd van zeeven cerstkooj, mende jaaren aanvang neemende met het „ jaar 1771, en zullende expireeren met het „ einde van het jaar 1778 by de verdere Bond* „ genooten in het draagen der lasten van de „ Unie zoude worden gefoulageerd en te ge;, moed gekoomen, door middel v«n het pro„ fyt van de volle post voor de Fortificatiën', „ ter fomma van driemaal • honderd duizend „ guldens op de ordinaris Staat van Oorlog ,, voorkoomende, met dien verftaude, dat de „ Provincie van Vriesland , ter zaake van de „ min voordeelige tocitand haarer Financiën „ van dc reëele Contributie in het opgemeide „ Ibulaas zoude blyven geëximeerd en by con„ tinuatie haar aandeel in dc voorfchrecve pos: „ ter fomme van vier en dertig duizend zes „ honderd agt en dertig guldens profitecren ; „ en dat dienvolgcnde by het, forméeren van „ de Steaten van Oorlog voor het toen aau„ ftaande jaar 1772, en voor de andere jaaren „ waar in'de Provincie van Zeeland dit fou„ laas zoude genieten de gemelde post voor „ de Fortificatiën buiten de Provinciën tot de „ fom van f 334638:0:0 zoude worden ver„ hoogd, en van deeze alzoo verhoogde post „ eene iömma van driemaal honderd duizend „ guldens op de Provincie vau Zeeland; en c 5 „ het ide Afd. Staat van Oor. log. ■  42 ZAAKEN VAN %3e Afd Staat van Oor kg. Maga. zyien. Kruid, Loot en Lonten. „ het overige tot vier en dertig duizend z"s ,, honderd agt en dertig guldens op de Pro-„ vincie van Vriesland gerepartitieerd." Aan deeze uitfpraak , die in zyn geheel te leezcn is in Uwer Hoog Mogende Secreete Refolutie van den 30 October 1771, is op de volgende Staaten van Oorlog tot op heeden voldaan , als zynde ook dit fouiaas door U Hoog Mogende by Refolutie van den 28 December 1778, op nieuw gecontinueerd. Dan deeze continuatie thands niet meer noodig zynde , uit hoofde van de redenen hier booven gemeld , zoo zal deeze post niet langer behoeven te dienen tot fouiaas van de twee genoemde Provinciën, en mitsdien van den Staat van Oorlog kunnen afgelaaren worden. Met de post van het onderhoud der Fortificatiën heeft dc naauwfte overeenkomst die van de Magazynen, want, gelyk de:Raad zich uitdrukt in de generaale Petitie voor het jaar 1755. „ daar Fortificatiën van nooden zyn, ,, fpreekt het van zelfs, dat wel voorziene Ma,, gazynen moeten weezen. De Magazyns Goe,, deren en Munitiën van Oorlog moeten wor„ den gchaavend, fchoon en in ordre gehou,, den. Die welke van tyd tot tyd geconfu„ meerd worden, verouderen en vergaan, moe„ ten worden geremplaceerd." Uier van daan is het dat men reeds op dc oudltc Staaten van Oorlog een post vindt gebragt voor onkosten vallende in de Magazynen , volgens de Staaten van Oorlog van 1595 en 1597 , ter repartitie van Holland of voor de simmunhien van Oorlog , blykens die zelfde Staaten ter repartitie Van Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad en Lande. Op den Staat van het jaar 1598 , is ter repartitie van Holland by raamiag gelteld een post van vyf honderd gul-  STAAT EN OORLOG. 43 guldens ter maand, voor de onkosten vallende ia het ïVJagazyn te Delft, alwaar-het Kruit. Lonten, Loot, Wapenen, en alle Inftrumemen van Oorloge bewaard worden . en op die van 1609 word het Magazyn te Dordrecht 'er by gevoegd ; zonder dat daarom de post wierd verhoogd het geen eerst verfcheiden jaaren daar naa gcfclnede. Geduurende de Troubles met Spagne is op ,den Staat van Oorlog geen post uitgetrokken ter repartitie van een eenige Provincie bepaal" deh k vo r de onkosten vallende in de Provinciaale Magazynen , zvnde dit eerst ingevoerd met het jaar 1650. Zoo als men onder anderen kan zien uit het Rapport aan den Raad van Staate gedaan den zi December 1650 door de Heeren Gecommitteerdens tot het redres van den Staat van Oorlog, waar meede zich de Raad ten zeiven dage confirmeerde, wordende- daar by gezegd, met betrekking tot de dagehklelie onkosten vallende in de Magazynen , „ dat zy Heeren Gecommitteerden daar „ van eene Lyste uit de Declaratien in de „ Generaliteits Reekenkamer hadden bekoomen , a maar eenige van oude jaaren in den Oorlog, „ ende ook niet van alle Provinciën, dan dat „ naar beste overleg van zaaken een Lyst 1, naar de jeegenswoordige gekegendheid, tyd en zaaken hadden geformeerd , die gekezen is , van de Magazynen binnen elke Provincie om dezelve te brengen in een post j op dezelve Provincie, als meede van de Magazynen in de Frontieren buiten dc Pro1 vincien geleegen, ende van de verdeelinge, rt zoo als meenden dat dezelve bekwaamelyk r, op de naastgeleegen Provinciën zouden verdeeld ende gebragt worden, dewyl de Generaliteits Comptoiren geen inkoomen meer „ hadden daar uit de kosten konden gevonden „ worden , dezelve ook te ftelfen. in eene g< isl ,, ende Zde /ifd. Staat van Oor* log.  44 ZAAKEN VAN Zie Afd ' Staat • van Oor log. "i 1 1 £ i ï f' S. t H d é V t< „ ende op aften van verzoek van den Raad „ de betaalingc te doen, des dat de Commifcn „ onder deeze dagelykfche kosten geene ande„ re van werken of reparatien van Fortificatiën ,, of desgelyks zondert mogen- brengen , of i, daar onder vermengen, daar op goede ordre zoude moeten geikld ende onderhouden „ worden," Ingevolge deeze Refolutie wierd op den Staat voor het jaar 1650 ter'repartitie van iedeïH» Provincie gebragt een fom voor dc onkosten dagelvks vallende in de Magazynen van de bezette plaatzen binnen dezelven geleegen, welke fom ter repartitie van Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad en Lande -thands nog even SfOOt is als in den jaare 1650; doch die op Gelderland, Holland en Overysfel is zecdert /erhoogd, als: meede eenige posten voor de Magazynen buiten de Provinciën, waar van pr teegenwoordig nog vier overig zyn, 1 e vinleb p 'de repartitie van Holland, Zeeland, friesland, Stad en Lande eil Drenthe. By al lien het geoorloofd was op deeze Refqutie eene remarque tc maaken, zoude dezelve oot en daar in beftaan , dat door deeze lëhiking voor reekening van de gezaamentlykcBondenooten wierden genoomen de onkosten in al: de Magazynen, zonder' onderfchcid tc maaen of dezelven al of niet zyn ónder het beftier an de Generaliteit, en ten anderen, dat zoo :r al eens ten tyde van het neemen deezer Re)lutie binnen alle de Provinciën, Magazynen evonden wierden, zulks nogthands niet altyri ceft plaats gehad, en dat derhalven door het inhoudend brengen van een zeekere fom voor eeze onkosten, aan die Provinciën, waar in een Magazynen zyn, is toegevoegd een post Miprofyt, ten zy men aanneeme, dat de inmtie van de Bondgenooten of liever van den Raai  STAAT EN OORLOG. 45 Raad van Staate in den jaare 1650 geweest is, deeze post te verminderen, of wel geheel af te laaten van de repartitie van die Provincie, bin-: nen welke de gemelde onkosten in het vervolg/ minder zouden bedraagen, of ten eenemaal cesfeeren, door het affchaffen der Magazynen, het geen wy niet alieen zyn van te denken, en gemakkelyk had kunnen gefchieden , ingeval de Commifen niet waren gebleevcn in gebreeken van tyd tot tyd hunne Declaratien aan de Generaliteit over te zenden, om daar op van den Raad van Staate te bekoomen de noodige acten va» verzoek, zoo als volgens de aangehaalde Refolutie van dén Raad, en de extenfie van deeze post op den Staat van Oorlog behoorde plaats te hebben. Immers zoude de Raad zich daar door in ftaat hebben bevonden om te beoordeelen, of dé fom in het jaar 1650 op den Staat van Oorlog voor de Magazynen gebragt, tot dat einde by continuatie noodig was; dan deeze gewoonte om declaratien over te zenden is thands ten eenemaale in onbruik, dewyl behalven de Commifen in Gelderland en Overysfel, welkers Magazsnen direct: zyn onder het beftier van den Raad even als de Fortificatiën aldaar, waar van de eerstgenoemde de fequele zyn, geen Commifen uit de andere Provinciën' op acles van verzoek betaald worden, dan alleen de Commis van het Hollandsen Magazyn te Delft, wiens declaratien jaarlyks verre te boven gaan de Post op den Staat van Oorlog ter repartitie van Holland ftaande; de Raad proponeerde daarom reeds in het jaar 1717 aan de Extraordinaris. Vergadering van U Hoog Mogende by Misfive van den 25 Maart van dat jaar, om deeze post te verhoogen tot op ƒ 30000: o: o 's jaars, dewyl de dagelykfche onkosten in de Magazynen • van de bezette plaatfen in dc Provincie van Holland, het Magazyn van Delft daar onder begreepen, de laatfte twintig jaaren door een geflaagen, jaarlyks hadden bedraagen een - fom \de Afd. Staat 'an Otr* Og.  »6 ZAAKEN VA N 3Vrf Afa Maat van Qgr log. .lom van ƒ 2-7747:0:0, volgens de geliquideerde Declaratien ter Generaliteits Rcckenkaamcr .berustende , waar op zy voorts laat volgen. „ Het moet niet vreemd dunken aan U Hoog „ Mogende, dat de dagelykfche kosten in een „ Provinciaal Magazyn koomen ten laste van „ de gezaamentlyke Bondgenooten; de Voor„ ouders, welke dat zoodaanig hebben goed„ gevonden, hebben wysi'elyk geconfidereerd, „ dat de dienst , welke de Provincie van Hol,, land doet aan de Generaliteit, door eene „ conliderabcle quantiteit van. Artillerie, e:i „ van allerhande Oorlogsbehoeftens, in gereed,, heid te houden ten diende van het ge„ meen , zonder Interest te trekken van een „ zoo zwaar Capitaal , als daar aan te koste „ gelegd word, wel verdiende, dat het tracte„ ment van den Commis en van deszelfs Con,, ducteur , mitsgaders de dagelykfche onkos„ ten , in dat Magazyn vallende, bekostigd „ wierdeu by de gezaamentlyke Provinciën, „ en vervolgens gebragt op den Staat van Oorlog," cn met deeze voordag conformeer en zich Uwer Hoog Mogende Gedeputeerdens by het Generaliteits Rapport van den 10 Mey 1721, zonder dat ze is gevolgd, zynde de forn teegenswoordig nog dezelfde als in het jaar 1721. Behalven de opgenoemde Posten voor de onkosten zoo in de Generaliteits als Provinciaale Magazynen, vindt men nog op den Staat van Oorlog eene andere, welke tot aanvulling der Magazynen zoude kunnen dienen, zynde die van Kruid, Lood cn Lonten, het Welk aan de' Militie Word uitgedeeld, eu door ander moet worden geremplaceerd op de Provinciën van Holland, Zeeland, Utrecht, Vriesland, Stad en Lande en Drenthe, te zaamen bedraagende dc fom van een en zeeventig duizend twee honderd acht en veertig guldens in het jaar; een  STAAT EN OORLOG. 47 een Post zoo noodig als eenige, dewyl het Pulver door de daagelykfche coniumtie verminderd, en door den tyd veroudert; doch niet te min zcedert lange voor de meefte zoo niet alle de opgenoemde .Provinciën een post van merkelyk profyt. De Raad van Staate zegt 'er van in de Petitie voor het jaar 1755, „ Men zoude zich ,, bedriegen , indien men meende dat deeze „ post in haar origine alleen was gedestineerd „ geweest, om in het Voorjaar eenige tonnen „ Polver tot exercitie van de Militie uittelee„ veren. De importantie van de fomme re,, fineert zoodanige opinie en dienvolgende moet „ men hooger op te rug zien. Men plagt naa„ mclyk in oude tyden alle acht en veertig „ dagen (welk getal een Heeremaand maakte, ,, voor dat die tot twee en veertig dagen ge,, bragt wierd) polver, loot en lonten aan de „ Militie uit te deelen , zoo als uit de In,, ftruétie voorde Commifen van de Magazynen „ van den 15 July i 605, en deszelfs ampiiatie „ van den iS Maart 163e, beide in het Groot „ Placaatboek te vinden , blvkbaar is. Hier „ van daan draagt dat Polver "in de oude Staa„ ten van Oorlog en elders den naam van het „ Maandkruit , en uit die Staaten ziet men „ telfens , dat de Provincie van Holland ver„ pligt was uit haaren aanflag in deeze post, „ welke toen hooger was, als tegenwoordig, ,, meer als dertig Steden en Sterkten in Gcl„ dcrland, Holland, Overysfel en het resfort „ van de Generaliteit geleegen , van kruit , „ lonten, loot, wapenen en andere infbrumen„ ten van Oorlog te voorzien, de uitleevermg ,, van het voorfchreeve maandkruit wierd na., derhand by een ordre van den Raad van „ Staate van den 15 Mey 1637, metgoedvin„ den van Zyne Hoogheid , afgefchaft, en „ goedgevonden, dat alleenlyk voor eene reize aan \de Afd. Staat •an Oortig.  i8 Z A A K E N V A N 3<& 4fó Staat xan Oor I 1 1 j 4 t t 1 ï c \ c < t ( f 1 ,', aan de Musquettiers, in Guarnifoen komen„ de, kruit zoude uitgeleeverd worden, doch „ eenigen tyd daar na fchynt de uitleevering „ zeldzaam en niet dan op lpeciaale ordre van ,, den Raad van Staate gefchied te zyn; Zee„ dcrd heeft de post gediend , om daar uit ,, aften van verzoek op de Provinciën , die „ 'er meede aan geflagen waren., te depechec„ ren tot het leeyeren van Polver, lonten en ,', kogels, fomtyds ook van andere munitiën van ,, Oorlog in des Generaliteits ftapel en andere „ Magazynen^ Hief van getuigen de Registers 1, van diergelyke aften, ter Thelaurie van den „ Raad van Staate berustende, maar ze getui;, gen met een, dat deeze fource , waar uit ten ;, minften eenige. behoeften van tyd tot tyd in ,, dc Magazynen gefuppleerci konden worden, ,, in het eind van de voorgaande eeuw en het , begin van de tegenswoordige is uitgedroogd f ' Vërvolgcns voegt 'er de Raad. nog het een m ander by om te doen zien hoe noodzaakeyk het was deeze post wederom in zyn geheel e doen herleeveu,. en te doen dienen tot een larlykfchc aanvulling der Magazynen, waarvan vy echter voor het tegenwoordige geen gebruik :ullen maaken, dewyl ons oogmerk is daar toe en ander fonds aan U Hoog Mogende voor c liaan by de behandeling van het Schemadcr eide -Staaten van Oorlog. Wy fpoeden ons thands om aan U Hoog flogende voor te draagen onze gedachten over e posten, die in het vervolg op den Staat au Oorlóg dienen gebragt te worden, eens. eels voor de dagelykfebe onkosten in de Maazynen, zoo in het resfort van de Generalist en in dc Provinciën van Gelderland en )Verysfel, als in de Magazynen van de vyf verige Provinciën, anderdeels voor het kruit, et welk jaarlyks tot de exercitie van de Mili-  STAAT EN OORLOG. w Htië benoodigd is; in de begrooting en vefdee-, tfng van welke laatfte wy hebben reguard ge-' nomen op de tegenwoordige fterkte der Guarnizoenen , en het qutntun van het kruit be-< reekend op den voet van de Refolutie door den Raad van Staate genomen den 23 April 17S9, waar by is bepaald, hoe veel ponden aan ieder Esquadron Cavallerie, en Battaillon Infanterie tot het doen van de jaarlykfche exercitiën gekeverd zouden worden., tmvyl wy met betrekking tot de eeffte hebben gemeend een onderfcheid te moeten maaken tusfchen de ftapel Magazynen van de Generaliteit5 als meede, die in de Frontieren van den Staat zoo in de Provinciën van Gelderland en Overysfel, als in het resfórt van de Generaliteit, en de Magazynen in de Provinciën van Holland , Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad en Lande , welke laatfte niet daan onder het beltier van de ( eneraliteit , maar zuiver Provinciaal zyn, en daarom naar ons inzien Hechts voor een gedeelte behooren te komen tot laste van het Bondgcnootfchap, of als een fubfidie, het welk aan die Provinciën van Generaliteitswege word goedgedaan, om haar in het dragen van deeze last te verligten. Wat nu betreft de onkosten, dagelyks vallende irt de Stapel - Magazynen van de Generaliteit, als meede in de Magazynen in de Frontieren van den Staat, zoo in de Provinciën van Gelderland en Overysfel, als jn het resfort van de Generaliteit , mitsgaders de kosten van het Pulver ,. dat aan de Militie binnen die twee Provinciën en het voorfchreeve resfort in Guarnifoen, tot hunne jaarlykfche exercitiën moet uitgekeverd worden. Ü Hoog Mogende weeten , dat voor.de onkosten in de gemelde Magazynen op den Staat van Oorlog thands gefield zyn verfcheide posten , die . te zaamen bedraagen. een fom van vyf en vyftig duizend XUX Deel,- D twee \de Afd. Staat ■an Oor"  50 ZAAKENVAN 2de Afi Staat van Oei log. twee'honderd drie en veertig guldens ; onder dezelven zyn 'er echter fommige, waar op - door deeze en geene i Provincie iets is geprofiteerd, waar meede de voorfchreeven fom dus zoude behooren verminderd te worden , by voorbeeld door Gelderland op de post van de Magazynen van 's Gravenweerd en St. Audries, door Zeeland op die van de Magazynen in Vlaanderen , door Vriesland en Stad en Lande op de -Magazynen van Coeverden en de Forten in Westwoldingerland; daar en tegen is tot laste van Holland, zeederd veele jaaren, voor de Stapel Magazynen te Delft én Dordrecht merkelyk- meer gedêpecheerd, dan de post bedraagt, die daar voor op den Staat van Oorlog is gefield. Wanneer men nu hier by in confidentie neemt, dat 'behalvfen deeze onkosten in de gemelde Magazynen nog moet betaald worden het Pulver tot de jaarlykfche exercitiën van de Militie binnen de Provinciën van Gelderland en Overysfel cn het gantfche resfort van dc Generaliteit Guarnizoen houdende, en de fterkte van alle die Guarnizoenen met elkander fielt op de helft, of liever op twee derde gcdeeltens van de geheele Armee van den Staat, het geen niet te hoog genomen is, zoo zal een fom van ten minden tagtig duizend guldens 's jaars vereischt worden om de Generaliteit in ftaat te fiellen, alle die kosten te kunnen goedmaaken. Wy zouden daarom van advife zyn, dat de gemelde fom tot dat einde op den nieuw Ce formeeren Staat behoort gebragt te worden. - Ten aanzien van het pulver jaarlyks uit te leeveren aan de Militie binnen de Provinciën van Holland, Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad en Lande in Guarnizoen, tot her doen ran hunne exercitiën, komt het ons voor, dat )p den Staat van Oorlog dient uitgetrokken te wor-  STAAT EN OORLOG. worden, een post van agt en twintig duizend agt honderd en vyftig guldens, om over de gemelde Provinciën naar het getal van de Troupes in dezelve Guarnizoen houdende, jaarlyks te worden verdeeld ; des dat die Provinciën zullen verplicht zyn alle jaar aan den Raad van Staate over te gecven eene fpecificatie van het geen zy ter zaake voorfchreeven zullen hebben gefurneerd en bekostigd , terwyl óver het geen dezelve meerder of minder dan haare quote zullen hebben verftrekt, even als over andere posten op de gevoegelyklte wyze zal worden gelequidcerd, en byaldien in het vervolg eenige meerdere of mindere Troupes in de gemelde Provinciën mogten guarnizoen houden, dan 'er tegenwoordig zyn, dat als dan de voorfchreeve fom van ƒ 28850:0:0 daar na in evenreedigheid van derzelver getal zal verhoogd of verminderd Worden. Eindelyk zouden wy nog van gedachten zyn, dat voor de onkosten vallende in de Magazynen in de Provincie van Holland, het Magazyn te Delft daar onder begreepen, wederom op den Staat van Oorlog behoort gebragt te wor» den een fom van Vyf duizend zes honderd guldens. Voor de onkosten vallende in de Magazynen in de bezette Plaatfen in Zeeland, mitsgaders Axel, een fom van twee duizend twee honderd guldens. Voor de onkosten vallende in de Magazynen in de bezette Plaatfen van de Provincie van 'Utrecht, twaalf honderd guldens. Voor de onkosten vallende in de Magazynen in de bezette Plaatfen van de Provincie van Vriesland, een fom van vier en twintig honderd guldens. Da Eh 5i %de Afd. Staat van Oef log.  52 ZAAKENVAN Staar van Oor log. Ter repartitie van Gelderland. Voor onkosten vallende in de Magazynen van de bezette Plaatfen van Gelderland . . . f 5500 ° a Voor onkosten vallende in de bezette Plaatfen van 's Gravenweerd en St. Andries . . i40c ° • Ter repartitie van Holland. Voor de onkosten dagelyks vallende En voor de onkosten vallende in de Magazynen in de bezette Plaatfen van de Provincie .van Stad en Lande, met Delfzyl, de fomma van vyftien honderd guldens. Zullende de voorfchreeve vyf Provinciën voordaan kunnen voldaan met jaarlyks aan den Raad van Staate over te zenden eene fpecificatie van de betaaling door haar gedaan tot de eindene, waar toe deeze posten zyn gebragt, en in geval daar uit mogt blyken, dat zy haare volle quotes daar toe niet hebben hefteed, dat als dan de Raad van Staate van het overfchot zal kunnen gebruik maaken tot het onderhoud van de Magazynen in die Provinciën, in dewelken de beheermg daar over aan dezelve is gelaaten , zoo wanneer naamelyk de quote van zoodanige Provincie daar toe niet toereikende zoude mogen zyn. De opgenoemde posten van tagtig duizend cn agt ert twintig duizend agt honderd en vyftig guldens, in voegen voorfchreeve op den Staat van Oorlog gebragt zynde, zullen fubintreeren in plaats van de volgende posten, te weeten;  STAAT EN OORLOG. 53 de in de Magazynen van de be- ^de Afd. zette Plaatfen in de Provincie . ƒ 5600 o o Staat van Oor- Voor de kosten vallende in de Ma- log. gazynen te Dordrecht en Delft, en voor het onderhoud van 's Lands ponten en aken en diergelyke .... 14400 o o Voor kruit, loot en lonten , het welk aan de Militie moet worden uitgedeeld . . . 28666 11 o Voor de kosten vallende in de Magazynen van 's Bosch, Breda, Willemftad ,. Steenbergen , de Kruisfchans, Bergen op Zoom met de Forten, mitsgaders de Huishuuren van de Commifen te 's Bosch , Breda en Bergen op Zoom . . . 12500 o o Ter repartitie van Zeeland. Voor kosten vallende in de Magazynen van dc bezette Plaatfen binnen Zeeland, mitsgaders Axel 2200 o © Voor kruit , loot en lonten, het welk aan de Militie word uitgedeeld i5»n 90 Voor de kosten vallende in de Magazynen van Huist met de Forten, het Fort St. Anne, de Polder van Namen , het Sas van Gend , Moerfpuy , Philippme, Yfendyke, Sluis, Aardenburg en Oostburg .... 10400 o o Ter repartitie van Utrecht. { D 3 Voor  54 ZAAKEN V^tJ 3*fe Afd.Voov onkosten dagelyks vallende Staat in de Magazynen van de bezetvan Oor- te Plaatfen binnen Utrecht "' . f 1200 o o Voor kruit, loot en lonten, het welk aan de Militie word uitgedeeld .... 1086Ó 130 Ter repartitie van Vriesland. Voor onkosten dagelyks vallende in de Magazynen van de bezette Plaatfen binnen Vriesland . 2400 o a Voor ammunitie en andere inftrumenten van den Oorlog buiten de Provinciën. Item Ömmerfchans , Coeverden , Bourtange, Bellingwolder en Langakker Schansfen . . • 4800 00 Voor kruit , loot en lonten het welk aan de Militie word uitgedeelt .... 54en zal zyn voorzien,, de kosten van Turfcn Kaarsfen door den Commis in zyne Declaratie jebragt worden. Van gelyken aart als de voorgaande is de >ost van '1 urf en Kaarsfen ten bi hoeven van de Vagten te Bommel, groot duizend guldens 5jaars, van welke post het genoeg zal zyn de ori-  STAAT EN OORLOG. 59 origine te melden, om U Hoog Mogende te; overtuigen , dat dezelve thands niet meer noo-' dig is. 1 i Te weeten de Stad Bommel in het najaar van het jaar 1673 , door de Franfchen geëvacueerd, en wederom door 's Lands Militie in bezit genoomen zynde wierd de Raad van Staate door U Hoog Mogende by Refolutie van den it> November deszeiyen jaars verzogt, „ zonder eenig „ tydverlies zoodaanige ordre te ftellen, dat de „ Fortificatiën van de voorfchreeve Stad we„ derom opgemaakt, de Magazynen voorzien, en alles dat tot fecuriteit en behoudenis van de voorfchreeve plaats konde dienen verzorgt mogt worden, mitsgaders om door eenige ,, Heeren by gemelden Raad daar toe te com,, mitteeren, te verftaan en te verneemen, wat „ gemeene Middelen ordinaris of extraordina„ ris binnen de voorfz. Siad en piaatzen daar „ aan geleegen, waren geheeven, zoo wel voor, „ als haa dat dezelve Stad by de voorfchreeve ,, Vyand was geoccupeerd geweest, enwatmid„ delen aldaar tegenwoordig geheeven zouden „ kunnen en bchooren te worden , refcribee„ rende aan U Hoog Mog. aanftonds bericht, „ aangaande de voorfchreeve middelen , om „ hetzelve gehoord, voorts gedisponeerd t.e „ worden." De gevolgen van deeze Refolutie , en dc daar op gevolgde Misfive door den Raad van Staate op den 27 November aan U Hoog Mogende gefchreeven , waren met betrekking tot de heffing der Gemeene Middelen, dat de Raad kort daar naa by Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 1 December deszelven jaars wierd verzogt, om by provific voor den tyd van een half jaar de voorfchreeve middelen tot Bommel, en de Dorpen daar onder gehoorende te doen verpagten op den voet van de Ordonnantie en taux de Afd. Staat an Oer■>$.  6o ZAAKEN VAN 2de Afa Staat van Oor log. . taux hier bevoorens by de Heeren Staaten van de Provincie Gelderland geëmaneerd , tot dat ■ anders by U Hoog Mogende zoude weezen gedifponeerd. Terwyl ten aanzien van het eerfte pointdoor den Raad van Staate zonder eenig vervvyl alles in het werk wierd gedeld, wat in haar vermoogen was, om de meergemelde Stadinftaat van teegenweer te brengen, zoo als kan blyken uit des Raads Misfwes aan U Hoog Mogende van den 24 November en 2 December meerendeels geinfereerd in Uwer Hoog Mogende Refolutien van den 27 November en 4 December 1673, waar uit men kan zien aan de eene zyde van welk eene aangcleegendheidmen destyds de Stad van Bommel oordeelde te weezen, dezelve befchouwende als eene Frontierplaats, en aan den anderen kant, dat de Raad van Staate uit oorzaak daar by breeder vermeld, onmagtig zynde om de Stad van de 1100dige vereischtens van Ammunitie, als anderfmts uit des Generaliteits Magazynen te voorzien, by Gecommitteerde Raaden van de Provincie van Holland aanhieldt, om haar daar in van weegens den toenmaaligen hoogen nood en volgens de ordres van het Land, de behulpzaame hand te bieden, onder verzcekering, dat het geen zy desweegens zouden furneeren, aan de Provincie van Generaliteits weege zoude worden gevalideerd, in welk aanzoek zy door U Hoog Mogende in de aangehaalde Refolutien wierd gefecondeerd. Onder anderen vindt men ook dat de Raad op den 11 December 1673, twee Heeren committeerde , om van voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden voor contanten over te neemen een goede quantitcit Turf voor het Magazyn, welk verzoek aanleiding fchynt gegegéévên te hebben, (want eene precife Refo, lu-  STAAT EN OORLOG. 61 lutie word 'er niet van gevonden, ten minften is dezelve aan ons niet voorgekomen) dat de Provincie van Holland de voorziening van de Wagten binnen deeze Stad met Turf en Kaarsfen voor haare reekening heeft genoomen, en dat daar voor ter repartitie van de gemelde Provincie, reeds op den Staat van Oorlog over hel jaar 1674, een post van een duizend guldens is gebragt geworden: op welke Provincie ze geduurende den Oorlog tot het jaar 1677 incluis is gebleeven; men had ze met het einde van dezelve behooren te ligten uit den Staat van Oorlog , en riiet te brengen ter repartitie van Gelderland , zoo als aanvankelyk met het jaar 1679, en vervolgens jaarlyks gcfchied is , dewyl de Republicq door de Vrede van Nymegen weder geraakt zynde in het gerust bezit van alle de Steden en Landen, die voor den Oorlog aan haar hadden toebehoord, de Stad Bommel ccsfeerde te zyn een Frontierplaats van den Staat. Ook is ze daar na niet meer gereekend onder des Generaliteits Frontieren; en de Raad advifeerde daarom by haar advis van den 25 Maart 1717 aan de "'Extraordinaris Vergadering van U Hoog Mogende om deeze post niet langer te brengen op den Staat van Oorlog ; dan dit advis destyds niet gevolgd zynde, kunnen wy niet naalaaten de inftantien tot dat einde door den Raad destyds gedaan op nieuw te brengen onder het oog van U Hoog Mogende, en op de roijeering van dezelve andermaal aan te dringen. De derde post, bedraagende een fom van tien duizend guldens 's Jaars, is gerepartitieerd oven de Provinciën van Gelderland, Utrecht en Over-' ysfel ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie j van den 21 Oftober 1710, en diende voormaals > tot reparatie en onderhoud van de Werken te 's Gravenwaard en den Ysfeldroom. Van dezelve zoude zeer veel kunnen gezegd worden, indien 'er eenige nuttigheid in geleegen was alhier 3de Afd. Staat van Oor. log. Rysweren van Craen- 'aard.  6*2 ZAAKEN VAN 3-fV Afd, , Staat van Oorlog. ) hier op te geeven, het geen daar vat) in dé Registers van U Hoog Mogende en den Raad van Staate gevonden word; dan daar deeze post naar. ons inzien en om redenen itraks te melden voor het vervolg niet meer behoort te komen tot lasten van de Generaliteit, vergenoegen wy ons met kortelyk aan te merken, dat reeds van de vroegfte tyden der Republiek af de Bondgenooten zyn bezorgd geweest , om den Rhyn, en de daar uit vlocijende Rivieren van Waal en Ysfel, als de voornaamfte bronaders1 der binnenlandfchc Commercie, en de natuurlyke fterkte van den Lande in tyd van Oorlog, fteeds te doen zyn in goeden Haat, beflaande deezé zorg voornaamelyk in het brengen en houden van eene zeekere evenreedigheid in de quantitcit van water op die drie Rivieren , cn het weeren van de beletzelen, welke daar aan door verzandingen of verloop der Rivieren s konden hinderlyk zyn, Öm hier van overtuigd te weezen behoeft men flechts in te zien de Mislive door U Hoog Mogende den ia Mey 1605 gcfchreeveri aan de Heeren Staaten der Provincie van Holland, geinfereerd in de Notulen van hün Edele Groot Mogende van den 1 Juny 1605, folio 490 zynde van den volgenden inhoud: Wy hebben Uwer E. by deezen willen adverteeren, dat wy den 2 Juny naastkomende ftilo novo, met gemeen advis beitemd hebben, om volgende vedcheide voorgaande Refolutien wederom by der hand tc necmen en vervolgen de vifitatie van de diepten en ondiepten der ftroomen van den Rhyn, Waal en Ysfel, en daar in zulks te handelen en procedeeren, dat dc Stroomen refpeétive haaren gewóonlyken cours behouden, en niet gediverteerd en worden, en dat den eeneh Stroom niet te  STAAT EN OORLOG» ë$ te veel, en den anderen niet te luttel water en behoude : verzoekende en begee-' rende :zulks vriendelyk, dat Uwe E. ge-, lieven ordre te geeven, dat die geene,die\ hier toe van weegen de Provincie van Holland meede zyn of zullen worden ge. committeerd, hen ten voorfchreeven dage precife, tot koste van dezelve Provincie tot Arnhem mogen laaten vinden , zonder des te blyven in gebreeken , op dat de voorfchreeve noodzaakelyke befognes langer niet en werden geretardeert. Voorts de Petitie door den Raad van Staate gedaan den 23 July 1625 by geleegenlieid, dat aen Ysfel door den zwaaren Ysgang van den voorgaanden Winter zoodaanig was verondiep en verzandt , dat 'er geen Schepen de mond van die Rivier konden pasfeeren , „ waar door dezelve (gelyk de Raad zich uit„ drukt) te cenemaal verdopt en onbruikbaar „ zoude worden, indien daar inne met goede „ zorge ende neerdigheid niet wierd voorzien , „ niet alleen tot geheel verderf van de Steden „ en Quartieren aan dezelve geleegen , die in „ nood van beleegeringe , en andere voorkoo„ 'mende zwaarigheeden niet en zouden kun„ nen van beneeden gelëcoureerd worden , „ noch van noxlige behoeften voorzien, maar „ ook tot groot nadeel en ongerief van alle „ de andere. Provinciën gewoon zynde de „ voorfchreeven Pvivier te bevaaren , en haare „ tralicque daar over te doen; invoegen dat „ tot behoudenisfe van zoo eene groote com„ moditeit voor de gemeene Landen , meede ' „ met weimger dienende tot belet van des „ Vyands pasfage op de Veluwe, het welk „ wy altzaamen weeten, hoe hooglyk voor „ deeze Landen is importeerende." (Geen wonder , want men had 'er maar weinig maanden te vooren de raoogelykheid van gezien door \de Afd. Staat 'an OorOS'  S* 4f> Staat ■ van Ooi log' 64 Z A A KEN VAN /.den inval van den Vyand in de Veluwe onder Graaf Henurik van den Berg^ en men onder- ■ vondt dit nog nadrukkelyker in het jaar 16-9) „ ten hoogden noodig is, dat het remedieeren „ van dien metten eerden werde begonnen , „ volgende Uwer Hoog Mogende Refolutie „ daar over wel wysfelyk al reede genoo„ men;" En eind lyk Uwer Hoog Mogende Refoiutie van den 22 December 162'' waar by de Raad van Staate, naa dat in haare prefentie, als meede in die van zyne Excellentie ter Vergadering van U Hoog Mogende was gcrefumeerd het Rapport jvan de Heeren, die geweest waren op de vifitatie van den Rhyn en Ysfelftroom, en na dat nader geëxamineerd waren de voorflagen tot verdicpingc en beneficeering derzelver Stroomen gedaan, door U Hoog Mogende wierd geauthorifeerd, ,, om met com- munieatie en goedvinden van zyne Excel„ lentie te cftectueeren of doen effecdueeren de „ Refolutien voor deezen genoomen , op het „ beneficeeren van de voorfchreeve Rhyn en „ Ysfel-droomen, zoo wel booven aan 's 1 .ra„ venweerd, als beneeden aan Ysfeloort, be„ zorgende p iri pasfu, dat meer waters bo,j ven in den Rhyn gebragt, ende insgelyks „ beneeden naar den Ysfel gederiveerd mogte „ worden , ende tot dien einde boven 's Gra„ venwaert, 't lange Hoofd, 't Schephoofd, „ ende Ritfmge te repareeren en maaken naar „ den eisch vai zaaken, mitsgaders weg te „ neemen de grienten, die in en by den mond „ van den Rhyn bevonden wierden, ende be„ needen van Ysfeloort te leggen aan de zyde „ van Malburgen een dryvend Hoofd , ende „ uit den mond van den Ysfel te neemen 't „ griend aldaar gefchooteu, en om voorts met j, communicatie en goedvinden als vooren de „ Zandbergen en hooge Zandfchorren in de i, gemelde Stroomen te bekrammen ende de Rit- „ fin.  STAAT EN OORLOG. 6S „ fingeh en de Kribben aan de andere zyde „ daar teegen gemaakt weg te neemen, of' j, ten minden te korten, zoo als naar den eisch» van de werken by dezelve bevonden zoude/ 3, worden te behooren." En op dat de Raad in ftaat zoude weezen de kosten tot alle deeze werken benoodigd te kunnen goedmaaken, verklaarden ten zelve dage de Provinciën van Gelderland, Holland, Uitrecht en Overysfel haar confent te draagen in de Petitie van den 23 July 1625, en goed te vinden dat by den Raad van Staate daar op dechargcs zouden worden gedepécheerd. Alhoewel nu uit deeze drie Stukken én meer anderen , die men zoude kunnen bybrengen van vroeger en laater jaaren, indien zulks 1100dig was, ten duidelykden blykt, de waakzaamheid der Voorouders voor de meergemelde Rivieren , vindt men echter niet, dat geduurende al den tyd $ die de Oorlog met Spagne geduurd heeft, op den Staat van Oorlog is gebragt een post tot onderhoud der werken, die tot verdieping en beneficeering van de Rhyn en Ysfelftroom, van tyd tot tyd gemaakt wierden, en waarfchynelyk veel gelds aan onderhoud kosteden , maar wel het tracdement van den Ryswerker op 's Gravenweerd, blykens de Staaten van Ooriog over 1595, en volgende tot 3617 mgeflooten. Het is eerst op den Staat van Oorlog voor het jaar 1649, dat 'er een post van tien duizend guldens voorkomt ter repartitie van de Provincie van Gelderland 4 zynde als toen geëxtendeerd in deezer voegen voor reparatie en onderhoudinge van de Ryswerken op Schenkevfchans jaarlyks de fom vart tien duizend ponden, waar door men dezelfde post moet verdaan, als die geene, welke nos* Sleeden op den Staat van Oorlog gevonden Word, want Schenkenfchans was wel eer op XIII. Debl. h E het- \de Afdv Staat an 0$r~'  66 ZAAKENVAN 3* Af* Staat van Oor .het eiland 's Gravenwaard geleegen, als meede een post van drie duizend guldens 's jaars ter -repartide van Overysfel, tot onderhoud van de Kribben en Ryswerken tot Tsfeloort, doch deeze laatfte is zeedert het jaar 1677 niet nieer gebragt op den Staat van Oorlog. Naar alle apparentie moest de eerfte post voorimamelyk zoo niet alleen dienen tot onderhoud en de reparade van de Kribbingen, welke men had aangelegd tot beveiliging van het hoofd deczer Vesting, teegens den drift van het Rhynwater (want dat men daar meede zoude bedoeld hebben aan de Provincie van Gelderland te geeven een fonds tot goedmaaking van haare waterwerken , is niet te denken, dewyl zulks eene Provhiciaale last was , hoedanige nergens voor reekening van de Generaliteit genoomen zyn) en hier voor was zeekerlyk veel reden , naardien de Schans met zwaare kosten was geftigt en yerbeeterd , en nog lang daar naa wierd befchouwd als een Frontier van den Staat en de fleutel van den Rhyn , die zich daar ter plaatfe tot het begin van deeze Eeuw, en voor het graaven van het Panderfche Canaal in tweeën verdeelde, waar door derhalven daar ter plaatze eene zwaare aanflag van het Water moest ontftaan. Dat dit nu het regte gebruik van deeze po»t geweest zy, blykt ten klaarden uit de Propuftie door de Heeren Gedeputeerden van Gelde;land op den 13 December 1662 , ter Vergaadering van U Hoog Mogende gedaan, ten einde de post van tien duizend gulden op den Staat van Oorlog gefteld voor de Fortificatiën van 's Gravenweerd geaugmenteerd mogte worden tof hooger fomme, en het daar op gevolgd declinatoir advis van den Raad van Staate van den ai daar aan volgende, waar in gezegd word, „ dat het eene jaar door het andere genoomen it de ordinarii onkosten van de Werken te „ !sGia~  STAAT EN OORLOG. 6? 's Gravenweerd circum circa uit deeze post „ kunnen vervallen, en gevonden worden, maar „ dat ongetwyffeld de Heeren Gedeputeerden „ van Gelderland by de voorfchreeve propofi„ tie zouden hebben gereflecteerd'op haar Ex„ traordinaris, het welk omtrent het Canaal „ van '3 Gravenweerd tot beneficeering van de „ Rivieren de Neder-Rhyn en den Ysfel nu „ eenige jaaren herwaards albereids was ge„ daan, ende nog gedaan zoude moeten wor„ den, om de voorfchreeve Rivieren van be„ hoorlyk water te voorzien, en dat daar toe ,, Extraordinaris middelen zouden moeten ge,, vonden worden , daar toe de voorfchreeve „ post van tien duizend guldens 's jaars (fchoon „ niet anders daar uit te vervallen was) in „ geenen deele fuffifant is," wordende by die brief wyders in bedenken gegeeven, „ dewyl „ aan dat werk voor de fecuriteit van den , Staat zoo hooglyk geleegen was, en dat de „ voorfchreeve Rivieren aan de aller pcricu„ leulte zyde van het Land de Steden van de „ Provinciën , ende de Frontieren van den ,, Staat als voorgragten dienen ende dezelve „ dekken moeten," daar toe eene Extraordinaris Petitie te doen , gelyk in deeze en diergelyke zaaken van grooter importantie voor deezen meermaalen is gedaan geweest. Het duurde echter tot het jaar 1666, eer 'ei door den Raad eene Petitie gedaan wierd to< beneficeering van den Rhyn en Ysfel, waai toe veelligt aanleiding zal hebben gegeeven, dat de Heeren Gedeputeerden van dc Provincie van Utrecht op den 10 April 1665, uii „ fpeciaale last van de Heeren hunne Princii, paaien met redenen daar toe dienende, had„ den geürgeerd, ten einde dat door U Hoog „ Mogende autoriteit dc Kribwerken aan Schen„ kenfehans tot beneficeeringe van den Nccler„ Rhyn en den Ysfel, ten Ypoedigden geperE 2 „ fec- ide Afd, Staat van Otr- log. 6 February 1666.  6% ZAAKEN VAN Zde Afd, Staat van Oorleg. „ fccteerd mogten worden, ende tot betaaling „ van dezelve werken alle noodigc en promp„ te ordre gefteld." Doch de post van tien duizend guldens voor het onderhoud der werken te 's Gravenwaard wierd niet verhoogd, en wierd zelfs, na dat ze in het noodlottig jaar van 1673 van den Staat van Oorlog gelaaten was, naderhand tot het jaar 1683 alleen in blanco uitgetrokken tot dat by des Raads Refolutie van den 24 September 1683 in achting genoomen zynde , dat de werken omtrent Schcnkenfchans tot het bcnefieeeren van den Neder-Rhyn en Ysfel meerendeels waren geperfectioneerd, en de resteerende in het kort tot haare perfectie donden gebragt te worden, en dat tot onderhoud der voorfchreeve werken een particuliere post op den Staat van Oorlog was uitgetrokken geweest , wierd goedgevonden , dat het gunt voorfchreeven zoude worden voortgebragt op het formeeren van den Staat van Oorlog, over het toen aanftaande jaar van 1684, °P welke ftaat wederom een post van tien duizend guldens gebragt wierd, niet gelyk voorheen alleen ter repartitie van Gelderland, maar op drie Provinciën en tot gelyke fommen als dezelve thans nog is uitgetrokken. Trouwens de Provincie van Utrecht had reeds lange getoond , een byzonder deel te neemen in dit werk, en op de Provincie van Overysfel , was tot het jaar 1677 ingeflooten gebragt geweest een post van drie duizend guldens voor het onderhoud van de Kribben, en Ryswerken te Ysfeloort; ook reekende men destyds de belangens van die drie Provinciën op het naauwfte aan elkander verbonden met opzigt tot dit Point, gelyk onder anderen te zien is uit Uwer Hoog Mogende Refolutie van 14 July 16S1, waar by overjenkomftig het Advis van  STAAT EN OORLOG. 69 van Zyne Hoogheid wierd verdaan, dat de Gedeputeerdens van Gelderland, Utrecht en Overysfel niet langer zouden worden gefecludeerd uit de befogncs', ofte gehouden van de deliberatien, die omtrent de vcrbeetering cn verdieping van den Ysfel en Neder-Rhyn zouden koomen voor te vallen, des dat de hooggemelde Provinciën, niet en zouden hebben een concludeer ende maar alleen een advifeerende Item, en niet en zouden mogen weeren, teegengaan of ophouden direftelyk of indirectelyk in eeniger manieren iets , zelfs het minde van het gunt by dc Provinciën van Holland, Zeeland, Vriesland en Stad en Lande, ofte een van hooggemelde vier Provinciën in het byzonder, ofte ook by den Raad van Staate geordonneerd zoude mogen worden tot verdiepingc der beide Rivieren van den Ysfel cn den Neder-Rhyn; het was dus niet te verwonderen, dat de post van tien duizend guldens voordaan over die Provinciën wierd verdeeld. Doch het geen meerdere opmerking verdient, beltaat voor eerst daar in, dat de drie Provinciën , niettegenftaande de aangehaalde Refolutie van U Hoog Mogende eenige jaaren daar naa naalaatig wierden in het furneeren van de noodige penningen tot confervatie van Schenkenfchans en de Boterdyk, zoo dat de Raad van Staate ziende dat alle haare devoiren vruchteloos waren , en dat boven dien de gemelde Provinciën geheel en al fcheenen opgegeeven te hebben de hoop van den ouden mond van den Neder-Rhyn te conferveeren en verbeeteren, maar de doorfnyding by Pannerden metterdaad toonden aan te zien voor het eenig middel om meerder water te geeven aan den Neder-Rhyn en Ysfel, zich genoodzaakt vondt de hand te trekken van de voorfchreeve Schans en Boterdyk. E 3 Ea %de Afd. Staat van Oor'og. L  Afa Staat van Ooi 70 ZAAKENVAN , En dewyl daar door cesfeerde de reden, om welke voor deeze een fom van tien duizend guldens 's jaars op den Staat van Oorlog was gebragt, refolveerde de Raad in het jaar 1708, om dezelve voordaan af te laaten, geevende daar van kennis aan de Bondgenooten by de generaale Petitie voor het jaar 1709. Echter duurde zulks niet langer dan tot het jaar 1711, wanneer ze ingevolge Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 21 October 1710 wederom wierd gebragt op den Staat van Oorlog , waar op ze vervolgens gebleeven is , offchoon ze niet meer verdrekt tot onderhoud der werken van Schenkenfchans , welke thands geheel is verlaaten. Tot het neemen van deeze laatstgenoemde Refolutie gaf aanleiding de propofitie en initantien door de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Overysfel op den 8 Oétober 1710 ter Generaliteit gedaan ; en veelligt zyn U Hoog Mogende daar toe te eerder , bewoogen uit hoofde van de refledtien door de Heeren Staa;en van Gelderland, Utrecht en Overysfel gemaakt op het weglaaten van deeze post by derzelver Confenten in de Staaten van Oorlog Voor het jaar 1709 en 1710, waar over kunnen nagezien worden de Notulen van U Hoog Mogende van den 27 Maart, 12 Juny en 30 Oclober 1709, en die van 3 January, 31 Maart cn 4 April 1710. En ten anderen, dat de Generaliteit zeedert het einde der voorafgaande of het begin van deeze Eeuw door de wanbetaaling der Provinciën , verplicht zynde de hand te trekken van het onderhoud van Schenkenfchans, en door de non Confenten van anderen hebbende moeten afzien van, en doen daaken het graaven van een Canaal, en het leggen van een retran- che-  STAAT EN OORLOG. 71 chement in de Heerlykheid Pannerden, de behandeling van dit geheele werk daar door is geworden Provinciaal, in zoo verre zelfs, dat de doorfnydingen, die inlaater tyd ondernoomen zyn tot beneficeering van den Neder-Rhyn en Ysfel, mi'sgaders het onderhoud der werken tot het zelfde einde aangelegd, niet gelyk voorheen zyn bekostigd door de gezaamentlyke Provinciën, maar alleen door Gelderland , Utrecht, en Overysfel, of door Gelderland en Holland, en ook fomwylen door de vier Provinciën te zaamen, hoewel zeldzaam, dewyl de Provincie van Overysfel veelal het onderhoud der werken heeft gelaaten, tot laste van Gelderland en Holland, en geduurende de laatde twintig jaaren daar toe niets betaald, zelfs niet tot het graaven van den nieuwen mond van den Ysfel in het jaar 1771, waar in zy niet minder dan eene van de drie andere Provinciën geïnteresfeerd was, zynde de kosten tot dat werk geimpendecrd, betaald door de Provinciën van Gelderland en Holland. Daar nu uit dit geavanceerde genoegzaam blykt , dat de post van tien duizend guldens ter repartitie van Gelderland, Utrecht en Overvsfcl niet meer geëmployeerd word voor de Ryswerken te Gravenwaard, en dat de betaalingen , die door de opgenoemde Provinciën thands jaarlyks gedaan worden aan de Ryswerken van Neder-Rhyn en Ysfel zuiver Provinciaal op dc balance van den Staat der Provfnciaale Financien aan Zyne Doorluchtige Hoogheid overgeleeverd, naar alle waarfchynlykheii onder de Huislastcn bereekend, cn aan de Provinciën goedgedaan zyn, en alzoo door deeze post op den Staat van Oorlog te laaten, tweemaal aan haar gevalideerd zouden worden, waar by nog komt, dat in dat geval ook andere Provinciën even zeer zouden kunnen lus-^neeren, dat insgelyks op haare repartitie beE 4 -hoqr- 3* Afd. Staat •att OtT' 'og.  2de Afd Staat van Oorlog. Secreete Cortes, ponden, fa i 3 S 1, 72 Z A AKEN VAN hoorde gebragt te worden een post voor Rvs-. of Zeewcrken binnen dezelven geleegen zvn wy van advis, dat deeze posr niet langer op den Staat van Oorlog behoort gebragt te worden, De post voor Correfpondntie ter repartitie van Holland, bedraagt een fom van vier en zeventig duizend guldens 's jaars. Op de oudfte Staaten van Oorlog , zelfs reeds op die van 1595 tot 1621 toe, word deeze post in deezer voegen gebragt, de Secreete dienjten tot 'directie van Zyne Excellentie of tot directie van ZyneHoogheid, zoo als op den Staat van 1649. Up die van 1650, vindt men voor de fecreete dienflen ende correspond.ntkn ten dienfie van den Staat te deen, 1000 ter maand 'zynde deeze extenfie gearrefleerd by des Raads Refolutie van den 10 December 1650, doch op den Staat van 1656 word gebragt twee duizend guldens s maands voor de fecreete dienden en ■ort espendemien , Spie-, Bodenrloonen &c. ten li nfte van den Lande te doen. van welke verindenng de reden te zien is uit des Raads Refolutie van den 19 January 1656 , waar in gezegd word, „ dat door eenige Heeren van „ U Hoog Mogende en van Holland was vcr„ zogt , dat de post op Holland ftaande tot „ fecreete dienden, mogte vermeerderd worden , alzoo gezegd word daar meede niet toe te „ kunnen komen , zoo ais ook by memorie uit de Financie van Holland was getoond, „ dat in het voorgaande jaar zeer veel was , geëxcedeert , wordende daar by voorts uit , confideratie dat op 1 lolland had gedaan een , post van duizend guldens ter maand voor Bo, den van die Provincie, ten diende van de , Generaliteit gebruikt wordende, welk gebruik , met meer zoo en was zeederd de dood van , Z-ne^Hoogheid, gertfo'veerd dien post uit , den Staat van Oorlog te laaten , ende in , piaatie de post tot fecreete dienften te ver. ?? ho,o.  STAAT EN OORLOG. 73 s, hoogen met die zelve fom en te extendeeren „ in diervoegen als reeds is opgegeeven," De grootte van de post was voor het jaar 1656 niet altyd dezelfde geweest; dan eens had ze bedraagen twee duizend guldens ter maand, gelyk op de Staaten van Oorlo- van de jaaren 1595, 1597, 1598, 1599 en 1607; dan eens duizend guldens ter maand , zoo als in 1608, ook wel agt honderd guldens's maands, gelyk in het jaar 1609 en den geheelen tyd van net beltand, en dan wederom twee duizend guldens, gelyk in het jaar 1621 en volgende : doch met het einde van den Oorlog wierd ze gebragt op duizend guldens 's maands, en bleef alaoo tot het jaar 1656, wanneer 'er de verpoging by kwam zoo even gemeld; men kan ligt begrypen , dat zoo 'er redenen waren in tm jaar 1656 voor deeze vermeerderinsr. dezelven niet minder wierden in den zwaaren Oorlog van het jaar 1672, en volgende. UHoog Mogende vonden daarom goed by Refolutie van den 31 December 1673 den Raad van Staate te verzoeken , „ om in de Petitie te doen over „ dc vier en twintig Compagnien Paarden, „ die nog extraordinaris zouden worden on„ derhouden ook te willen brengen een post „ van vyftig duizend guldens , tot verval van „ de onkosten der fecreete dienden en corres„ pondentien." En het was vervolgens uit kracht van deeze Refolutie, en om ?S me waarfchynelyk zal begreepen hebben geduurende den Oorlog jaarlyks meer geld Ie zullen noochg hebben , dan de post voor fecreete dienden op den Staat van Oorlog beding* dat op den Staat voor het jaar ^75, boven de geweone post van ƒ 20oo: o: o 's maaïds door den Raad van Staate nog wierd gebra-t eene maandelykfche fomme vm f4,66-1, • ƒ bedragende te zaamen een fom van f6166: r * -1 waar in zeedert geene verandering gekomen is. E 5 Wat Zie Afd, Staat van Otf 'og.  74 ZAAKEN VAN Z*e Afd Staat van Oor , Wat betreft de betaalingen uit deeze post gedaan; de Acte Boeken, ter Thefaurie van den Raad berustende, bewyzen, dat op dezelve zomwyien Actes zyn gedepecheerd, tot voldoening van fecreete dienden en correspondentien buiten 'sLands, te weeten op den 8 January J655 een Acte van ƒ 600:0:0 tot betaaling van lecreete correfpondentien te Parys, den 18 Maart 1659 ee» Acte van /698:18:0 voor den Agent van den Staat te Keulen over reiskosten en vacatiën, den 7 January 1677 een Acte van f 2500: o: o voor den Veldmaarfchalk Gravevan Waldek over briefporten en andere onkosten van gehoudene correspondentie, en op den 6 Juny 1689 een Acte van ƒ3261:16:6, ten behoeven van zeekere Trotner over fecreete dienden in Engeland gedaan, behalven nog verfcheide anderen aan Gouverneurs en commandeerende Officieren van bezette Plaatfen in tyd van Oorlog, al meede uit deeze post in vroeger tyd betaald, doch geduurende deeze ücuw uit andere fbndfcn gevonden, gelyk hier loven op pag. 224 reeds is opgemerkt. (*) Voor het overige kunnen cn moeten wy ons trcreenigen met het geen de Raad daar van ïfjjj by haare Misfive aan de Extraordinaris Vergadering van U Hoog Mogende van den >5 Maart 1717, tc weeten, ,, wy hebben „ geen kennis van het emploi van die post, „ en kunnen ook wel bcgrypsn, dat dezelve , van die natuur is, dat ze niet kan geadmi, niftreerd en verantwoord worden, op dezei, ve wys als andere posten ; wy weeten ook , wel dat eene confiderabele fom met nut kan „ bedeed worden, aan fecreete correspondcn, tien, maar daar uit volgtniet, datdevoorfz. , verhooging zonder andere grond als de bo, venftaande cn zonder nadere deliberarie , , altyd moet blyven duuren, zoo in Oorlog , als in Vreede." Wy (•) Zit hier voor BM». 13.  STAAT EN OORLOG. 75 Wy maaken deeze woorden de onze, en zyn voorts van gedachten, dat de postgevoeglyk op een fom van veertig duizend guldens 's jaars kan verminderd , en op den nieuw te formceren Staat van Oorlog onder de benaaming an fecreete Correspondentiegelden gebragt worden. De volgende post ter repartitie van Holland, is die van turf. en Kaatsjen, welke in de Frontieren , Forten en Plaatfen buiten Holland, naar nud r gewoonte, gezonde* wordrn , by raaming genomen op drie duizend drie en dertig guldens en zes duivers 's jaars, waar by wy telfens voegen de post van twee en twintig duizend twee honderd en vyftig guldens 's jaars •oor Tutf en Kaarsfen, len behoeven van de IVagten binnen S'uis , Aardenburg en de verdere Pla tfen by den Staat van Oorlog opgenoemd , als meede de post van drie honderd guldens 's jaars ter repartitie van Vriesland, voor Turf en Kaarsfen in de OmmerJcbans; vermits deeze drie posten zyn van gclyken aart, en het geen van de eene gezegd moet worden, ook toepasfelyk is op de anderen. Wat de oorfprong deezer posten aanbelangt, de eerde derzelven word reeds gevonden op den Staat van Oorlog van 1595, op welke zoo als ook op de volgende Staaten geduurende den Oorlog geformeerd een fom van negen duizend guldens 's jaars gebragt is ter repartitie van Holland voor Turf en Kaarsfen die op de Fone>. buiten Holland gezonden worden : en welke niet te hoog was genomen, wanneer men in aanfehouw neemt het groot aantal Forten, Redouten , enverderkteHuizen, (waar meede het gehcele Land , voornaamelyk langs den Rhyn, Waal en Ysfel in de Spaanfche troubles als 't ware was bedekt, om daardoor den Zde AfiL Staat van Qot' log. Turf en Kaarsfen in de Forten buiten Holland.  76 ZAAKEN VAN Zie Afd Staat van Oorlog. Turf en Kaarsfen kinnen Sluis.&t. s 5 1 J Turf en Kaarsfen): in de d Ommer. \ fchans. o1 ii t» F V ,den vyand het komen over de Rivieren te beletten , gelyk blykt uit de Notulen van de Heeren Staaten van Holland van het jaar 1605 fol. 703, en van 1606 fol. 1035) die al te maal uit deeze post moeften voorzien worden, doch waar van zeer veele met het einde van den Oorlog zyn geflegt , wordende deeze post als toen terftond met een derde verminderd, volgens den Staat van Oorlog voor het jaar 1649. De tweede post is allereerst gebragt op den zoo evengenoemden Staat voor het jaar 1649, en op deeze doelt de Raad van Staate by de extraordinaris petitie van den 5 Mey 1654, waar n gezegd word: „ dat de Raad geduurende „ den Oorlog met den Koning van Spagne, % onder veele andere lasten meede was belast „ geweest met de verzorging van de noodige Turf en Kaarsfen voor de Wagten en Corps ,, des Gardes in de Frontieren op ende om, trent de Maze , de Schelde, en in Vlaande, ren, van welken de betaaling was gedaan , uit de contributien van 's Vyands Land en , andere extraordinaire Inkomften; dan dat men , daar uit, dewyl dezelve geduurende de han, delingen te Munder traaglyk inkwamen , , geen inkoop tot leverantie hebbende durven , doen , offchoon men die niet konde misfen, , aanvankelyk met het jaar 1649 deeze ver, zorging had gebragt op den Staat van Oor, log tot laste van de Provincie van Holland." Voor dc derde of laatde wierd eerst in het ar 1677 een fom uitgetrokken van twee honerd negen en veertig guldens en veertien duiers, welke echter op den volgenden Staat tot rie honderd guldens 's jaars wierd verhoogd , ïgevolge des Raads Refolutie van den 20 Oc)ber 1677. Van het eerde begin af is deeze ost gerepartitieerd geweest op de Provincie m Vriesland, offchoon de Ommerfchans in de  STAAT EN OORLOG. 7; dc Provincie van Overysfel geleegen is; waarfchynelyk om dat de Schans voornaamelyk is aangelegd en moet dienen tot beveiliging van de eerstgemelde Provincie, die dus meer dan eenige andere in dit Fort is geinteresfeerd, te zaamen met de Provincie van Stad en Lande het aanleggen van deeze Schans in het jaar 1628 bevorderd, en deeds de noodigc behoeften aldaar verzorgt heeft, waar voor op haare repartitie insgelyks een post is gebragt gevvccst.- Dewyl nu uit de twee eerstgenoemde posten alleen betaald word het vuur en licht binnen de bezette Plaatfen in het resfort van de Generaliteit geleegen, en de kosten van de Turf en Kaarsfen in.de Ommerfchans, als zynde van weinig belang, gevoeglyk kunnen worden gebragt in de declaratien van den Commis, wegens de kosten ia het Magazyn aldaar vallende, zo zouden wy van gedachten zyn, dat alle deeze posten voor het vervolg van den Staat van Oorlog zouden kunnen blyven, en de bezorging van deeze benoodigdbeeden in de Forten Steden en Plaatfen in Vlaanderen en Braband, alwaar dezelven nog tegenwoordig door Holland worden gekeverd , gelaaten worden ten laste van de Generaliteits Kas, terwyl die in de Ommerichans, gelyk reeds gezegd is , door den Commis m zyne declaratie behaoren gebragt te worden. Behalven de opgenoemde posten vindt men nog twee andere ter repartitie van Holland, té weeten , een van vier duizend zeven honderd twee en zestig guldens 's jaars, of drie honderd zes• en negentig guldens, zestien duivers en agt deniers 's maands, voor de Gierbruggen, die continueelyk gehouden moeten worden, als een tot Nymegen op de Waal, een tot Arnhem of elders op den Rhyn, en een tot Grave op de Maze, mitsgaders een post van vyf duizend zes honderd guldens in het jaar, of vier honderd zes 3* JfiL Staat van Oorhg. Zie Refolutie Staaten Generaal 20 en :8 April e'a (.MeyióiS. laad van Staate 5 Juy 1629.  78 ZAAKENVAN %de Afd Staar van Oor leg. Onderhoud van de Cieriruggens, zes en zestig guldens dertien ftuivers en vier deniers ter loopende maand, voor huur van het Huis van Prins Maurits alnier in den Hage. De eerstgemeldc is van ouds, hoewel onder eene andere benaaming, op den Staat van Oorlog bekend geweest, ook was dezelve in voorgaande tyden veel hooger; op de Staaten van Oorlog van 1595, 1597 en 1598 , leest men in het Capittel van andere onkosten van Oorlog ter repartitie van Holland, de Schipsbrugge mette appendentien kost jaarlyks van onderhouden ende beleiden by raaming de fomma van vyftien duizend ponden, komt ter loopende maand Op die van 1599 en l6o75 is 'er agter het woord beleiaen bygevoegd, mitsgaders van de bezoldingen van de Maas-Sc'dppers daar om* trent dienende, en de post voorts uitgetrokken op vier en twintig duizend guldens 's jaars , of twee duizend ter loopende maand; geduurende de twee volgende j'aarcn bedroeg ze maar een duizend, en op de Staaten van 161 o, 1613 en [617, flegts zes honderd guldens ter loopende maand, naar alle waarfchynelykheid van wegens !iet Bedand, waar in de marfchen van het Krygsvolk minder moesten zyn , dan in tyd van Oorlog ; ook wierd de post met het einde van den Trêves op den Staat van Oorlog voor het jaar 1621 wederom gebragt op twee duizend guldens s maands onder de benaaming , die ze reeds in iet jaar 1609 gekreegen had, van de Scheepsbruggen metten Brug mee fier en de Sch'-epse,as'en daar omtrent dienende, en bleef alzoo vernits de continuatie van den Staat van 1621 tot iet einde van den Oorlog; doch zeederd dien yd onderging de post een groote verandering, vaar van de eerde was, dat ze van den Staat fan 1649 geheel wierd gelaaten, op welke alleen roorkomt een fom van honderd eu vyftig guldens  STAAT EN OORLOG. 70 dens 's maands, voor den opzigt en het onder» houd van de kleine Bruggen met haare dependentiën , ten anderen wierd by des Raads Refolutie van den 22 April en 15 Oétober 1649 verdaan , dat men zoude aanhouden te Weezel, Nymegen en Grave, twee groote en twee kleine Ponten, en drie Aken , om aldaar te gebruiken , en by bekwaam Water Gierbruggen daar van te maaken , en voorts bepaald het getal Pontgasten daar toe aan te neemen, om by elke Pont of Brugge te plaatfen — vervolgens wierden by des Raads Refolutie van den 10 December 1650, gereguleerd de daggelden van den Capitein of Brugmeeder, van de Corporaals en van de Pontgasten (wordende de Lieutenantsplaats onnoodig geoordeeld) en teffens gerefolveerd, dat daar voor en voor het onderhoud der Ponten en Aken op den Staat van Oorlog zoude worden gebragt een fom van drie honderd en vyftig guldens ter loopende maand, bedraagende vier duizend twee honderd guldens's jaars. Dan deeze fom was flechts toereikende om daar uit te vinden de daggelden van den Capitein , drie Corporaals en elf Matroofen of Pontgasten, waar onder 'er twee waren te Sas van Gend, volgens den Staat van Oorlog van het jaar 1650; ten minden het overfchot, na afbetaaling van die daggelden, was veel te gering tot hoeding der kosten van onderhoud der Ponten en Aken, en alle andere behoeften in het magazyn van de Scheepsbrugge, met het geen ^daar toe behoort, onder den liquipagemeeder te Dordrecht zynde, weshalven de Raad by Refolutie van den 2 December 1655 raadzaam oordeelde, dat by redres van deu Staat van Oorlog ter repartitie van Holland , zoude worden gebragt een fom van drie duizend guldens 's jaars voor reparatie en onderhoud van Ponten, Aken en diergelyke ten dien ff en van den Lande gebruikt wordende , doch met deeze laatite post die 3de Afd Staat van Oor log. 1  8d ZAAKENVAN $de Afi Staat van Oor hg- h i i j 1 i i ) < 3 . i t i 2 I C r t I ;die zeederd is vereenigd met de posten van om» kosten dagelyks vallende in de Magazynen te Dordrecht en Delft, en by des R.aads Refolutie van den 6 January 1678 verhoogd tot 1200 <£ ter maand, behoeven wy ons thands niet langer op te houden. Wy keeren derhalven te rug tot de post van / 350:0:0 ter maand, voor het eerst gebragt op den Staat van Oorlog van het jaar 1650, en alzoo gebleeven tot het jaar 1677, wanneer ze wierd verminderd op ƒ 233:6: 8 in de maand; de laatfte verandering, welke de post zeederd ondergaan heeft is geweest in het jaar 1748, Ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 17 December van dat jaar, by ivelke wierd verftaaiij dat behalven de Capitein van de Pontons 6 twee Corporaals en tien gemeene Pontgasten ^ die voor de (als toen) geëindigde troubles in dienst waren geweest, :n waar van de Capitein met zestig guldens er loopende maand op den Staat van Oorlog er repartitie van Holland ftaat, en boven dien raor zich en zyne voorfchreeven Bediendens aarlyks genoot twee duizend een honderd vieren reertig guldens, uit de post van twee duizend agt ïonderd guldens 's jaars, voor de Gierbruggen &c; n dienst zoude worden gehouden een Lieuteïant, met een tracdement van vier honderd en agtig guldens 's jaars, een Corporaal met honlerd twee en tagtig guldens, en tien gemeene 'ontgasten ieder a honderd en dertig guldens, e zamen uitmaakende neegentien honderd en wee en zestig guldens in het jaar $ en dat devyl het reftant van de voorfchreeven twee duiend agt honderd guldens, na aftrek van de oorfchreeven twee duizend een honderd vier n veertig guldens, niet alleen niet toercikene was tot goedmaaking van deeze vermeerdeing, maar ook van tyd tot tyd daar uit belald wierden de kosten op het overzetten van > Lands Militie over de Rivieren vallende, als fordende de voorfchreeve Gierbruggen niet meer  SfAAT ÉN OORLÓG. 8i meer by dc Generaliteit gehouden, de voor* ichreeve post van twee duizend agt honderd guldelis*zoude Worden verhoogd met negentien honderd twee en zestig guldens , en dus te ■ zaamen uitmaaken de fom van vier duizend zeven honderd twee cn zestig guldens in, het jaar. De betaalingcn uit deeze post gedaan voor1 het overzetten van 's Lan^s Militie, waar van in de aangehaalde Pvcfolutie gefprookert word* zyn altyd zeef gering .geweest, want behalven de Pagter van het Veer. te Grave vindt men genoegzaam geene voorbeelden, dat diergelyke onkosten daar uit zouden zyn gevonden ; zelfs is die te Grave voor het jaar 1736 uit een ander fonds betaald, en zoude even als die te Nymegcn cn op andere Veeren wederom kunnen voldaan worden uit de post van Scheepsvragten tot vervoering van het krygsvolk, in welk geval de post voof de Gierbruggen alleen zoude dienen , om te1 betaalen dc gages van de Compagnie Pontonniers, die tegenwoordig ■maar bedraagen' een fom van vier duizend een honderd en zes guldens 's jaars, en dus tot op die fom kunnen verminderd worden , dan daar het getal der manfehappen deeze Compagnie uitmaakende, om redenen doof dc Comm.isfle tot het Defenfie-Weezen by haar rapport pagina 86 en Volgende opgegeeven, behoort vermeerderd en" voordaan ingerigt të worden , op. den voet aldaar voorgedraagen , zouden wy van gedachten zyn , by aldien dit plan door de Bondgenooten mogt Worden geamplecleerd, dat als dan de kosten daaf op zullende vallen rot tien duizend vier honderd én dertien guldens, zestien duivers en vier deniers 's jaars , op den Staat van Oorlog bchooren gebragt, en daar tegen deeze post uit dezelve geligt te worden; edoch zoo de Bondgenooten liet voorfchreeven plan niet mogten gouteeren 'XIII. Deel, F en ide Afd. Staat •an Oor* og. tut t'ta'A  «2 ZAAKEN VAN &e Afd Staat van Oor log. Huur van het Huis van Prins Maurits. i j ( 1 1 \ A i t a 8 v z d ij ei en liever verkiezen de Compagnie te laaten, gelyk ze tegenwoordig is, zal de meergenoemde post op den Staat van Oorlog dienen te blyven. Voor de huur van het Huis, waar in de Ambasfadeurs in vroeger jaaren gewoon waren in te trekken en gedefroyeerd te worden, mitsgaders voor de Meubelen en reparatien, extraordinaris onkosten van het veranderen der Meubelen , en diergelyken , word zederd het jaar 1650 gebragt een fom van vyf duizend zes honderd guldens 's jaars'. Voorheen was men gewoon voor de uitheemfche Ambasfadeurs alhier refideercnde, de HjUishuuren te betaalen, en de post daar voor pp den Staat van Oorlog ter repartitie van Holland uitgetrokken , bedroeg een fom van agt duizend vyf honderd en vyftig guldens , lan vermits U Hoog Mogende die Huishuureu ladden afgefchaft, wierd de voorfchreeve post jy des Raads Refolutie van den 10 December 1650 , verminderd op agt duizend guldens 's aars, waar van echter twee duizend vier honlerd guldens moest dienen tot betaaling der tuur van het Huis van de Koninginne van Boicemen ; blyvende over zulks overig de fom an vyf duizend zes honderd voor de huur an het Huis, gefchikt om dc Ambasfadeurs 1 te defroyeeren. Nogthands word deeze fom niet ten volle etaald aan de eigenaars van dit Huis , maar Heen drie duizend vyf honderd twee en zestig uldens en tien duivers; terwyl de Provincie an Holland het redant profiteert, en zelfs dee: / 3562:10:0 zyn niet geheel gefchikt voor : huur, maar daar onderis nog begreepen een >m_van vyftien honderd twee en zestig guldens 1 tien duivers, voor de Interest van een Ca-, pitaal  STAAT EN OORLOG. *3 pitaal van vyf en twintig duizend guldens , waar op gefchat zyn de Meubelen waar meede het Huis misleiden voormaals was voorzien dan welke tegenwoordig niet meer voor handen zyn , zoo dat men zich by den aanvang van onze befognes in de noodzaakelykheid heeft bevonden, het daar toe vereischte'aan tekoopen, en meerendeels te betaalen uit de Kas van de Generaliteit. Men had deeze post al voor langen tyd kunnen menageeren,dewyl de Ambasfadeurs thands niet meer worden gedefroyeerd ; ook hebben U Hoog Mogende Gedeputeerden reeds op den 14 Ocdober 1710" en de Raad van Staate by Misfive van den 25 Maart 1717, U Hoog Mogende geadvifeerd, om de huur van dit Huis op te zeggen. Edoch die beide voorilagen tot dus verre geen effccl: gehad hebbende, kunnen wy niet naarlaaten, om dezelven by deeze gekegendheid nader aan te dringen, en tot de affchaffing van deeze post op nieuw te advifeeren. De verdere posten, te vinden onder het Capittel, bevattende de andere onkosten van den Oorlog, welke alleen op de repartitie van deeze of geene Provincie voorkomen, zyn de post van duizend guldens 's jaars Voor mifen van de Juftitie voor den Raad van Vlaanderen, ter repartitie van Zeeland, en die van honderd cn vyftig guldens 's jaars voor een Apothecar te Coeverden, ter repartitie van Drenthe, beide zederd het jaar 1653 op den Staat van Oorlog gebragt. Of fchoon ons geene precife Refolutie bekend, is, uit kracht van welke de eerstgenoemde opden Staat van Oorlog is gefteld , fchynt het; ons echter toe, dat daar toe aanleiding gegee-/ ven heeft het verzoek door den Raad van; F sl Vlaan-r 3* Afd. Staat van Oorlog. Mifen an de ru!iitie oor den \aad van rlaandeen.  84 ZAAKEN VAN 3de dfd. Staat van Oorlog. Zie des Hands Refolutie van so Mey 1669. Vlaanderen den 26 Juny 1652 aan U Hoog Mogende gedaan, om jaarlyks te mogen trekken uit ieder gemet van alle de bedykte Landen in Vlaanderen , tot verval van de kosten ende mifen van Juftitie, ende tot confervatie van de Hoogheid, Rechten ende Domainen, de hooge Overigheid in Vlaanderen competeerendc ; waar op door ü Hoog Mogenden den [4 Maart 1653 wierd gerefolveerd , dat de Raad van Vlaanderen by provifie zoude ontfangen vyf honderd ponden grooten Vlaams van den Heer Ontfanger Generaal Doubleth, omme daar meede by provifie de voorfchreeve mifen van 'uftitie , vacatiën en andere voorvallende onkosten te betaalen; dan waar tegens de Raad van Staate den 25 derzelver maaud aan UHoog Mogende te kennen gaf, dat 'er ten Coinptoire Generaal der Unie over groote fchaarshcid van geld, en overzulks de gerequireerde fom van penningen niet te vinden was ; waar uit men derbalven fchynt te moeten bcfluiten, dat de Raad van Staate, ten einde zich te redden int de veriecgendheid, die destyds plaats had, Dest geöordeelt heeft een post voor de kosten der Juftitie voor den Raad van Vlaanderen vallende , te brengen op den Staat van Oorlog, en die te plaatfen ter repartitie van Zeeland , binnen welke Provincie de Raad van Vlaanderen refideert. Edoch daar de Provincie van Zeeland , in Jen beginne niet te beweegen was, de actes van verzoek door den Raad van Staate op cieeit Post ten haaren laste gedqiecheerd te behalen ; wierd in de maand Mey van het jaar 1669, tusfehen Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland en Heeren Gccommit:eerdens van den .Raad van Staate geconvelieerd, dat voor het toekomende over het gebruik van het Huis en Kamers , mitsgaders leverantie van Turf en Kaarsfen ten diende van  STAAT EN OORLOG. Ï5 van deri Raad van Vlaanderen by Gecommit-: teerde Raaclen van Zeeland, van de gemelde' ibm van duizend guldens zoude ingehouden: worden de fom van vyf honderd guldens , en/ dat de rcstcerende vyf honderd aan den Raad van Vlaanderen zouden volgen tot verval van de verhaalde onkosten en mifen van Juditie, als meede dat voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden zouden helpen bezorgen , dat de vier grooten op ieder gemet jaarlyks op de Landen in de Quartieren van het Committimus geleegen , zouden worden geheeven, en de penningen daar van provenieerende ten Comptoire Generaal van de Unie gefurneerd , ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van 15 October 1061; en dat daar en teegcu aan meergemelde Raad van Vlaanderen, boven de vyf honderd guldens by haar E. van de Heeren Staaten van Zeeland , uit kragten als vooren te genieten, in» het toekoomende zouden gevolgd en geaccordeerd worden nog gelyke vyf honderd guldeus uit den ophef van vier grooten op het gemet over de Landen in Vlaanderen, tot bctaaling der Tractementen en andere onkosten van Juditie dagelyks voorvallende. ..... i.,sb ao '.ïïtitW ro ivtsbrtcni > tui Jonas br,d Deeze overeenkomst op den 20 July 1669, door de Heeren Staaten van Zeeland geapprobeerd zynde , is daar aan zeedert door den Raad van Staate tot op hecden voldaan, genietende de Raad van Vlaanderen jaarlyks de fom van vyf honderd guldens (aan haar uit de vier grooten. pa- gemet toegezegd) bv ordonnantie op den Ontfanger Generaal der Unie, en zulks nictteegenttaande de Provincie van Zeeland van haare zyde in gebrceken is gebleeven, om te bezorgen, gelyk zy zich geëngageerd had, dat. de vier grooten op ieder gemet jaarlyks op de Landen in de quartieren van liet Committimus geleegen, zonden worden geheeven, en de pen-, F 3 nin- \de Afd. Staat ven , zullen wy U Hoog Mogende kortelyk voordraagen de oorfprong deezer Losrenten voor zoo verre wy die hebben kunnen ontd.kken. 1 De eerde derzelven bedraagt een fom van vyf en twintig duizend guldens 's jaars, even. zoo als de drie anderen losbaar teegens deiu penning twintig. Van dë eerfte tyden af is» ze op de Provincie van Holland, Zeeland en/ Utrecht gefield, doch door welk toeval deeze rente op den Staat van Oorlog is uitgetrokken , ten behoeven van Zyne Koninglyke Majefteit van Groot-Brittannien, waar door waarfchynelyk Verdaan word Zyne Hoogheid Prins Willem5-de III. van Orange, kunnen wy niet bepaalen; zeeker is het dat hoegstdezelve nimmer eenig genot daar van heeft gehad , noch ook konde hebben, als zynde door U Hoog Mogende gecreëerd in het jaar 1609 , ten behoeven van Zyne Excellentie Graave Maurits van Nasfau, en deszelfs descendenten by ReF 4 folutie ide Afd, Staat * vak Oorlog. ■ Losrenten. Losrente anPrins \Iaurits an Nasiu.  SS ZAAKEN VAN ide Af Staat van Os hg. . •ts.71 tttf Losrentt van a'et. Gra oote dienjien ende verlies var, goed en bloed voor de Vryheid der Nederlander, van Hooglojfelyker Gedagtenis des Heeren Prin ce van Orangien , en op dat daar door gefaciliteerd zoude mogen worden de partage tusfeheu de Vrouwe Princesfe, die Heeren Princen Zoonen, ende de Vrouwen Dogteren van meer hoog gedagte Heere Prince van Orangien , tot con fervatie van lufire van den Huize, ende onderlinge eenigheid, liefde ende affeStie tusfehen de Leden van dien. Van de vierde of laatfte rente, groot twee duizend guldens ten behoeven van Vrouwe Louifa van Nasfau , Keurvorftinne van de Paltz is ons de oorfprong onbekend: Ongetwyf feld is deeze Louifa van Nasfau geweest de oud- ft', ; 3de Afd. Staat ■ van Oor. log. 1 1 ! r , - ; Losrente van de Vrouwen 'Dochteren van Prins Willen van Orange. Losrente van Vróuwe 'Louifa van Nasfau,  94 ZAAKEN VAN 3an Oorog, Agtier.de Capittel, Ryksmunten. t I  3* Afd itaat van Oor log. 104 ZAAKEN VAN ,toch zeeker is, dat U Hoog Mogende al vroe» hebben erkend het recht vun de meergemelde ■ Steden om te mogen munten, en over den ftilftand van derzelver Muntflag fehrldünaen eemaakt hebben. 3 ö Zoo vindt men dat reeds in het jaar i*as by Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 5 January aan ieder van de Steden Nymegen, Deventer, Campen en Zwol is geaccordeerd een fom van drie duizend guldens tot behoef van de Fortificatiën derzelver Steden, en ten einde daar voor haar luider Ryksmunt voor den tyd van een jaar uaastkomende in diidand te houden. .... En uit Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 20 Maart 1606 blykt, dat als toen met elk van de Steden geregtigd om te munten, daar onder meede begrypende de Stad Zutphen by zoo verre als dezelve zoude doen blyken ' dat zy insgelyks gepriviligecrd was Munte te liaan, is verdragen,, om aan haar voor den ltildand van het Muntwerk den tyd van drie jaaren te doen verdrekken de fom van zes duizend guldens eens, omme die te cmploijceren aan haar lieder Fortificatiën , met referve aan de. zyde van U Hoog Mogende , na verloop van die drie jaaren den bepaalden tyd te mogen prolongeeren, of het voorfchreeven accoord te verlaaten; dan vermits hier uit fcheen te volden , dat U Hoog Mogende hadden verkregen le bevoegdheid om de gemelde ontic m ütfim.tam te continueeren, verklaarden U Hooan Oor'og.  %de Afu Staat van Ooi log. Zie bovei p. 43 en 44 Kortingen op de I Soldyeor-] donnan- ] Hen en ] Militai- , Trrfc- < tementen. j iïo ZAAKEN VAN ;pitaaj van ƒ 2750000:0:0, ten zei ven einde iri het jaar 1787 genegotieerd, by continuatie op .den extraordinaris Staat behoort te blyven, tot dat die Capitaalen door ile Bondgenooten zullen zyn afgelost. Op de overige Capittels, die den extraordinaris Staat van 17.7 hebben uitgemaakt, zyn. by ons geene refleeïien gevallen, want, offchoon daar onder wel gevonden worden fommige penfioenen, in welkers betaaling eenige Provinciën tot dus verre hebben gedifficuiteerd, zoo behoeven wy ons echter daar over niet verder te bekommeren , zederd Zyne Hoogheid niet onduidelyk aan ons heeft doen te kennen geeven, (*) dat dc voorllag tot verandering der Quotes van de Provinciën door hoogstdeiizdven is gedaan in de veronderdelliug, dat het beloop deezer penfioenen, en van de verdere posten , welke een gevolg zyn van de onlusten , die met wyle Zyne Roomsch Keizerlyke Majedeit hebben gefubfideerd, door alle dc Bondgenooten gezaamentlyk zouden worden betaald, waar door men de voldoening deezer posten kan befchouwen als eene verplichting uit het aanncemen der Quotes voortvloeiende 1, vaar aan wy niet kunnen denken, dat een der Bondgenooten zich na dit alles zoude kunnen >£ willen onttrekken. Wy achten het om die reden dan ook 011ïoodig ons daar over breeder uit te laaten , naar fpoeden ons , om nog het een en ander lier by tc voegen over Kortingen . welke de h-ovincien gewoon zyn ieder in den haare on5 Ier verfchillende benaamingen tc hcifen van de" ioldyeordonnantien, van "de Militaire traedeticnten en _ penfioenen op derzelver repartitie iy dc ordinaris cn extraordinaris Staaten van Oor- (*) Zie XII Deel, Blad». 83 en 34,  STAAT EN OORLOG. xu Oorlog gebragt, mitsgaders van de gewoonte, by fommigen plaats hebbende, om eenige maanden agter te blyven in de betaaling, en eindelyk van de jura of leges die in de onderfcheidt Comptoiren en Secrctarien , zoo van de Generaliteit als van de refpecïive Provinciën er van Zyne Doorluchtige Hoogheid gevorderc worden voor het bekomen van Commisfien oi aétes en het regiftreeren van dien, alle welker door derzelver grootte cn verdubbeling de Of ficieren merkelyk bezwaaren. Wy hebben op pag. 157 van dit rappori reeds opgemerkt, dat de Militie van den Staa buiten eenige contedatie, zyn Troupes van de Generaliteit, en dat de betaaling van dien dooi de Provinciën, gecenfeerd word te gefchieder ten Comptoire Generaal van dè Unie, dal derhalven deeze betaaling behoorde gedaan te worden op ecnen egalen voet, en de Melitie zoc min mogelyk bezwaard voor al in een tyddip. waar in men met reden bedagt is om het bedaan van dezelve door verhooging van de Soldyen te verbeeteren. — en het zyn deeze redenen, die naar ons inzien geen bewys noodig hebben , op grond van welken wy hebben gemeend by dit rapport niet ongemerkt te moeten pasfeeren, een zoo notabel misbruik, te meer om dat het profyt daar uit fpruitende , door de Provinciën zeer ongelyk word genooten. Konden wy ons belooveu, dat de Bondgenooten zouden te beweegen zyn tot het amplecteeren van den voorflag door de tweede Commisfie gedaan, om namelyk de Militie van den Staat wederom te doen betaalen direct door de Generaliteit, en tot dat einde hunne penningen te furneeren ten Comptoire Generaal van de Unie , zoo als in het begin der Republiek plaats had, het leedt geen twyffel of daar door zouden op eeumaal en voor altoos worden weg- 3* Afd. ■ Staar van Oorlog. Rapport van 111.  112 ZAAKEN VAN %ie Af Staat van Ooi hg. Het is derhalven noodig, dat 'er een ander middel worde uitgedagt , waar door dit oogmerk kan worden bereikt, by aldien namelyk de voorflag van de tweede Commisfie geen ingang moge vinden by de Staaten van de refpective Provinciën : dit middel zoude moeten beftaan in eene gelyke voet van korting door alle de Provinciën , dan daar bet onmogelyk was een diergélyken egalen voet voor te draagen, zoo lang men onkundig was van de kortingen en belastingen, waar aan de Militie tegenwoordig onderheevig is: zoo hebben wy begonnen met na te gaan, en aan ons te doen opgeevcn de kortingen , die thands in gebruik zyn, en voegen die opgaven hier agter onder de Bylaagen lub Litt. Q. No. i, i en 3, ten einde U Hoog Mogende te doen zien, hoe zeer de Militie daar door word bezwaard en op welk eenen ongelyken voet dezelve tot hier toe is behandeld. Het -zoude ons nogthands te ver afleiden , by aldien wy de oorfprong van alle deeze kortingen , van welken fommigen zeer oud, en reeds op den Staat van Oorlog van 1595 bekend zyn , zoo als by voorbeeld de korting van den locden penning en de gewoonte om de loopende maand te reekenen tegen 32 dagen, afzonderlyk wilden naargaan , en zullen ons daarom vergenoegen met U Hoog Mogende kortelyk voor lweggenomen alle ongelykheeden in de betaaling der Militie; dan daar wy ons niet durven vleijen met het goed fucces van deezen voorflag , maar veel eer denken , dat dezelve wel mag gereekend worden te behooren onder die geenen, welke eerder te wenfehen dan te yerwagten zyn , zoo zouden wy door ons eenvouwig met dat voordel te voegen, weinig of niets hebben toegebragt tot eene meer gelyke en betere behandeling van de Militie.  STAAT EN OORLOG. "3 Voor te draagen de veranderingen, welke daar in naar onze gedachten zouden behooren plaats te hebben. Wy vermeenen dan, dat in het generaal van alle de 1'oldye Ordonnantiën door alle de Provinciën, ten haaren behoeven niet meer dient gekort te worden dan een honderdde en twee honderdde penning. Dat de foldyen, die de Provinciën van Holland en Utrecht , (te weeten de eerde vier , en de andere de loopende Heere maand) ten agteren zyn, behooren te worden aan betaald, waar toe de Staaten van die beide Provinciën door U Hoog Mog. zouden kunnen verzogt worden. Dat van de traktementen der Subalterne Officieren , die in de foldye Ordonnantiën zyn begreepen, geene andere korting dient te getimeden, dan die geene , welke omtrent de volle Ordonnantie plaats heeft. Dat van de overige tractementen van Generaals af tot Ritmeeders cn Capiteinstractementen incluis , in den tyd van de eerde vier jaaren van hunne aanftelling een geheel jaar tfactement kan gekort worden, zoo als by de Provinciën van Holland, Zeeland en Utrecht gebruikelyk is , dan dat de equivalenten, weiken men gewoon is in de Provinciën van Vriesland en Stad en Lande door die Officieren te doen betaalen, daar na behooren gemodereerd, en de Staaten van die beide Provinciën daar toe door U Hoog Mogende verzogt te worden , en aan die van Gelderland, Overysfel en Drenthe vry gelasten, om deeze belasting al meede in den haare te introduceercn. Dat echter deeze korting, voor zoo verre XIII. Ds£i» H de- ide Afd, Staat van Oor-  H4 ZAAKEN VAN Staat van Ojt hg. . dezelve reeds betaald mogt zyn, geen plaatst moet hebben, wanneer een Officier op eene an? ■ dere repartitie word overgebragt. En eindelyk dat zouden behooren verzogt te worden de Staaten van de Provincie van Utrecht, om van de Subalterne Officieren niet meer te vorderen, het geen thands door dezelven by hunne aanftelling word betaald, en de Staaten van de Provinciën van Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad en Lande, om alle andere kortingen op de tractementen af te fchaffen. Wat betreft de verdere belastingen, zoo komt het ons voor, dat omtrend de kosten der Zegels niet wel eene verandering kan worden gemaakt, dewyl dezelven niet gemakkelyk op eenen eenparigen voet in de Provinciën te brengen zyn , uit hoofde van het merkelyk verfchil, het welk ten aanzien van het Zegel 'm de refpeétive Provinciën plaats heeft, wy merken alleen maar aan , dat die Provinciën, binnen welken geen Zegels betaald worden, eene andere belasting in plaats van derzelver montant behooren te kunnen invoeren. Terwyl wy voorts van gedachten zyn, Dat van iedere Soldye Ordonnantie niet meer dan drie duivers van het honderd van derzelver beloop behoort te worden gekort, om geëmployccrd te worden tot jura zoo voor de Provinciale Seeretarien, Comptoiren van de Financien als anderzints, en daar en boven jaarlyks aan de Secretarisfen of Griffiers tot een douceur betaald van een Compagnie, Cavallerie . . . . ƒ 5 j 5I0 Van een Compagnie Zwitfersen I Artillerie . . . 6 1. 610 Van een Compagnie Infanterie 3 3b Voorts van alle de Militaire tractementen, die  STAAT EN OORLOG. "5 die niet onder de Soldye Ordonnantie zyn begreepen een half per cent '«jaars, en voor de regillratie van de Comnrisfien eenmaal een en een half per cent van het jaarlyks beloop der tractementen zonder meer. Dat Officieren titulaire Acles bekomende, daar onder meede begreepen Generaals, Lieutenant-Generaals en Generaais-Major behooren verplicht te zyn, hunne Commisfien te vertoonen in de Secretarien van de rcfpective Provinciën, op welken of zy zeiven, of de Regimenten , in welken zy dienen, gerepartitieerd zyn, om gratis te worden geregidreerd , '■ dat van penfioenen geen Jura dienen gevorderderd te worden, en dat al het zelve behoort plaats te hebben niet alleen omtrent de Nationaale, maar in het generaal omtrend alle de Troupes in dienst van den Staat zynde. Het fpreekt van zelfs; dat in die Provinciën , binnen welken de jura worden verminderd, de Ministers dienen gededommageerd te worden, en dat het aan de Staaten van zoodanige Provinciën, alwaar voorheen geen jura wierden betaald, behoort vry te daan, om dc belasting , die zy op de Militie in plaats van jura zouden willen leggen, te brengen in de Provinciaale Kas of daar omtrent naar goedvinden te disponeeren. Eindelyk vermeenen wy met opzicht tot de Leges, die zoo in de Secretarie van Zyne Hoogheid , als in de Comptoiren en aan de verdere Amptenaaren van de Generaliteit worden betaald, dat door U Hoog Mog. zoude behooren gemodereerd en bepaald te worden , het geen derzelver Kamerbewaarders , die van de Griffie, de Trompetters (zoo lang deeze niet zullen zyn uitgedorven) Bodens , Postknegt cn Dienders gewoon zyn te entfangen H a van %de Afd. Sta»t van Oorlog.  ri6 ZAAKEN VAN 2de Afd Staat van Oor log. Overgang tot het Schema deibeideStaaten nan Oorlog. ,van de Generaals , Lieutenant-Generaals en Generaais-Major, en door den Raad van Staate van gelyke gemodereerd en bepaald, hetgeen derzelver Kamerbewaarders genieten, en in het generaal die voorziening gedaan, dat het geen ter Secretarie en Thefaurie word betaald, als meede het geen de Bodens, Postknegt en Dienders thands trekken van zoodanige Militaire Officieren , die by den Raad van Comnnsfien worden voorzien, buiten kennis van den Raad niet worde verhoogd, terwyl het best zal zyn de overige Leges te laaten blyven op den ouden voet. Deeze zyn, Hoog Mogende Heeren! onze confideratien over de generale en byzondere gebreken van de Ordinaris en Extraordinaris Staaten van Oorlog; wy gaan nu over om nader te overweegen het -Schema van die beide Staaten , door de Heeren Gecommitteerden van den Raad , met overleg van Zyne Doorluchtige Hoogheid ontworpen , en met eenige geringe veranderingen overlegd onder de Bylaagcn van dit Rapport, lub Litt. R. i, i en 3. Was het doelwit der Bondgenooten in het doen nagaan, van de Financieele reflectien door de Provinciën van tyd tot tyd op de Staaten van Oorlog gemaakt, dat dezelven door middel van dit onderzoek zouden gezuiverd worden van de gebreken, daar in gevonden wordende, en hebben wy om die reden getragt die gebreken te ontdekken , en de middelen van redres aan te wyzen , dit Schema moet dienen, om overeenkomltig de middelen door ons aan de hand gegeeven tegens die gebreken te voorzien. Hetzelve bevat in zich een geheel nieuw ontwerp zoo van den Ordinaris als van den Extraordinaris Staat van Oorlog, en bedaat derhalven uit twee deelen, welke daar in van el-. kander  STAAT EN OORLOG. 117 kander onderfcheiden zyn,. dat op de eerfte te weeten de Ordinaris Staat geene andere posten gevonden worden, dan zoodanige, die aan eene: jaarlykfche vermeerdering of vermindering niet i onderheevig zyn, waar van men dus liet precife montant d priori kan bepaalen, en welke daarom met recht permanente posten kunnen genoemd worden. Hoedanige zyn de Militie, de Militaire traktementen, die der Gedeputeerdens buiten 's Lands, Wagtmeesters en Majors , Bediendens van Artillerie, .Vivres en Magazynen , Directeurs en Ingenieurs, Officieren van de Juftitie, Doctoren en Chirurgyns, Officieren van de Munt, cn dc onkosten ter zaake van het fluiten der Ryksmunten. ■ En dat daar en tecgcn op den Extraordinaris Staat zyn geftelt alle de uitftervende lasten, mitsgaders die posten, _van welken de jaarlykfche uitgaven onzeeker zyn, en waar over derhalven eene jaarlykfche liquidatie noodig is. Wat nu aangaat de wyze, op welke de verfchilleude posten in de opgenoemde Capittels van den Ordinaris Staat voorkomende gebragt zyn, de berekening daar van is gedaan ten aanzien van de Militie, overeenkomltig het Plan door Zyne Doorluchtige Hoogheid den 17 April 1700 aan IJ Hoog Mog. tot verbetering van de Armee voorgedraagen, en door de Gedeputeerden van dc refpeétive Provinciën ter kcnnisfe van hunne Hooge Committenten gebragt, naamelyk voor zoo veel betreft de Cavallcrie, Dragonders, Husfaren , de Nationaale, Duitfche en Walfche Infanterie, dc Staven van alle die Regimenten en het Corps Mariniers, want de verdere Corpfen by dat Plan onaangeroerd gelaaten, zyn op dit Schema uitgetrokken op dcnzclfden voet als tot hier toe op den Staat van Oorlog geftaan hebben , echter met die geringe verandering dat de beide Regimenten II 3 Zwit- \de Jfd. Staat ■an Oor. og.  «8 Z A A K. E N VAN 3* Staat van Oorlog. Rapport van dc CommisGe tot net DefenfieWeezenp. 86. cn 67- Zwitfers van het Canton van Zurichgeleid wordende door den Generaal Major Hirzel, en van de drie Cantons van Schafhauzen , Glaris en Appenzel, geleid wordende door den Generaal Major Stoekar de Neuforn bereekend zyn , ingevolge Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 7 Maart 1788, en dat van elke Compagnie Artillerie vyf, en dat van elke Compagnie Mineurs vier Hoofden zyn afgetrokken, die tot hier toe minder wierden aangehouden, dan welke korting voordaan zal behooren op te houden. Belangende het Corps Pontonniers, op dit Schema al meede gebragt, hetzelve is gefchied in de vcronderdelling , dat de Bondgenooten zullen aggreëeren den voorflag door de tweede perfoneele Commisfie tot vermeerdering cn verbetering van dit Corps aan U Hoog Mog. gedaan , het welk als zeer nuttig zynde voor den dienst van 't Land, wy niet kunnen nalaaten by deeze gelecgenheid aan U Hoog Mog, ten fterkfte aan te pryzen, terwyl wy, by aldien dit voorftel onverhooptelyk geen ingang mogt vinden by de Staaten van de refpeclive Provinciën , alhier moeten herhaalen, het geen boven pag. 266. (*) door ons gezegd is van de post van vier duizend zeven honderd twee cn zestig guldens 's jaars voor het onderhoud der Gierbruggen op de voorigen Staaten van Oorlog gedaan hebbende, en. waar uit de foldyen van de Compagnie Pontonniers by continuatie zyn betaald, na.am.elyk dat de gemelde post in dat geval niet zal kunnen ontbeerd worden, maar op den Staat van Oorlog behooren te blyven. De veranderingen in de verdere Capittels van den Staat van Oorlog gemaakt , en door Gecommitteerden uit den llaad agter elk Capittel van dit Schema opgeteekend, berusten op de con- (*) Zie hier vstr Bladz. 81.  STAAT EN OORLOG. up confideratien door ons bereids voorgedraagen, by de behandeling van den thands nog loopenden Staat van Oorlog, zoo als uit eene vcrgelyking van het een cn ander aan U Hoog Mog zal blyken. Zoo zyn by voorbeeld in bet Capittel van Militaire traktementen niet gebragt de traktementen van den Quarriermeeder Generaal van de Infanterie, en van drie Predikanten bj de geweezene Schotfche Regimenten, noch ook de lommen , met welken de traktementen dei Adjudanten van Zyne Hoogheid behooren verminderd te worden , nadien het ons met Zyne Hoogheid toefcheen, dat de post van Quarüermeeiter Generaal van de Infanterie koude gemortilicecrd, en de traktementen der voornoemde Adjudanten voor het vervolg bepaald worden , overeenkomltig de Propofitie daar toe p. 171 en 172. gedaan , terwyl de traktementen van de drie Predikanten by dc Schotfche Regimenten, ingevolge Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 23 December 1782 by de eerde vacature van den Staat van Oorlog moeten gelaaten worden; waar door dus deeze posten ophouden te behooren tot de permanente lasten, uit welke dc Ordinaris Staat alleen is zaamen gedeld. Van gelyke zyn onder deeze Capittels niet gebragt alle die posten van den voorigen Staat, welke als doods of fmokkelposten bekend zyn; cn daarom geroyeerd dienen te worden. Daar en tegen is het Corps van de Genie thands by dit Schema uitgetrokken op den voet by Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 15 Mey 1786 gearrefteerd, en dus met de verhooging der traktementen als toen geaccordeerd, doch zeedert op den Extraordinaris Staat voor het jaar 1787 geplaatst, om redenen p. 187 opgegecven. Alle de Capittelen van dit Schema, die tot H 4 dus %de Afd. Staat van Oorlog.  ia* ZAAKENVAN %d» Afd. Staat van Oir leg. dus verre zyn opgenoemd, bevatten derhalven geene andere posten, dan de zoodanige, welke naar ons inzien behoudens de npodzaakelyke derende van den Lande niet kunnen ontbeerd of onvervuld gelaaten, en daarom als permanente posten moeten befchouwd worden, dan 'er zyn behalven de reeds opgenoemden nog twee andere posten op dit Schema van den Ordinaris Staat geplaatst, te weeten die van de Defroijementen ter fomma van f 130000: o: o, en die van de Secreete Correfpondentie ter fomma van ƒ 40000: o: o 's jaars; welke cigcntlyk niet kunnen gezegd worden permanent te zyn; dewyl het montant der uitgaven , die daar uit gedaan worden in het eene jaar merkelyk kan verfchillen van die in een ander, al waarom zy eerder op den Extraordinaris dan op den Ordinaris Staat van Oorlog fchynen te behooren. Wy kunnen derhalven niet nalaaten aan U Hoog Mog. voor te draagen de redenen, om welken wy hebben vermeend deeze beide posten des niet tegendaande te moeten brengen op den Ordinaris Staat; dezelven zyn deeze, dat wanneer de post van de Defroijementen wierd gebragt op den Extraordinaris Staat, en over die post even als over alle andere, waar van dc uitgaven onzeeker zyn, tusfehen dc Provinciën geliquideerd, het zeer moeijelyk zoude weezen, om aan eenig Minister van den Staat buiten 's Lands een byflag te bezorgen, dewyl alle de Provinciën ais dan een gelyk belang hebbende, om op deezen post te profiteeren bezwaarlyk zouden te beweegen zyn, in zoodanig een byflag hoe noodzaakelyk ook op zich zelve eenpaarig te bewilligen, het geen vervolgens aanleiding zoude kunnen geeven tot veele moejehkheeden, die vermeid zullen worden, wanneer deeze post op een vaste fom bepaald en ep den Ordinaris Staat van Oorlog gebragt zyn-  STAAT EN OORLOG. 121 .zynde, de bctaaling word gelaaten op den ouden voet zonder daar over eene liquidatie te doen plaats hebben, — en ten tweede dat in cas van eene Extraordinaris bezending buiten 's Lands te doen de difficulteiten niet minder zouden weezen, naardien het zelden gebeurd, dat alle ,de Provinciën eenpaarig met elkander indemmen, ten aanzien van den voet op welken zoodanige bezendingen te doen, dan waar omtrent men al wederom meerder faciliteit kan verwagten, wanneer over deeze post niet word geliquideerd. Wat betreft de post voor de Secreete Correfpondentie , ter fomma van ƒ 40000:0:0, waar van de jaarlykfche uitgaven al meede verfchillende zyn * dezelve is minder dan eenige andere post gefchikt voor eene jaarlykfche liquidatie, eensdeels om dat daar door telkens zoude bekend worden, hoe veel in ieder jaar tot dat einde was bedeed, anderdeels om dat de aart en natuur van de post verbiedt, daar over eene gelyke verantwoording te doen als van anderen, dan ook deeze inconvenienten worden weggenoomen ; wanneer voor deeze post een vaste fom op den ordinaris Staat van Oorlog word gebragt. Veelligt zal men echter hier teegens reflectecren, dat door deeze beide posten van de jaarlykfche liquidatie uit te zonderen, aanleiding word gegeeven tot .eene nieuwe onevenheid tusfehen de Bondgenooten in het draagen der lasten , dewyl het kan gebeuren, dat op dezelven in het een jaar meer , in het ander minder , eenig profyt plaats heeft, het welk dus zoude genooten worden alleen door die Provincie of Provinciën , op dewelken dezelven door den Raad van Staate zullen worden gej-cpartitieerd; Edoch wy kunnen niet denken, *»t dit voordeel ooit kan worden van zoo veel H 5 he- 3de JfJ, Maat van Oor. log.  '126. ZAAKEN VAN %ie Afd. Staat 1 an Oor- hg, i belang, dat het noodig zoude weezen om het zelve door middel van liquidatie te vereffenen, dewyl het montant van die beide posten is genoomen , in evenreedigheid van bet geen daarop geduurende veele jaaren is betaald, zoo dat op geene derzelven eenig aanmerkclyk profyt te wagten is, maar veel eer in cas van Extraordinaris bezendingen meerder zal worden uitgegcevcn. In allen geval zoude het voordeel uit eene Jiergelyke vereffening of liquidatie voor alle de Bondgenooten te trekken , naar onze gedachten niet kunnen opweegen, of vergoeden de nadeelen en inconvenicnten, die eene jaarlykfche liquidatie over deeze posten zoude te weeg brengen , en door ons zoo even zyn aangeweezen; ;n wy vertrouwen dan ook, dat de Bondgenoo:en de bygebragte redenen voor voldoende zulen houden, om deeze beide posten op den Orlinaris Staat van Oorlog te laaten biyven. Uit het geen tot hier toe gezegd is van dc oosten die in het vervolg dc Ordinaris Staat /an Oorlog behooren uit tc maaken, hebben U Hoog Mog. reeds kunnen bemerken , uit welke posten de Extraordinaris Staat zal zyn caamgelield, naamelyk uit de zoodanigen, die lan eene jaarlykfche verandering ©nderheevig zyn , naardien ze bedaau of in uitdervende aosten gelyk de Lyfpenfiocnen, de penfioenen /an de gereduceerde Officieren, de tractemen:en van ibmmige Officieren en Bedienden, welver Ampten naar ons inzien kunnen verminderd }f gemortificeerd worden cn diergclyke meer; >/ in temporaire lasten, zoo als zyn de fubfidien ian den Furst van Waldek, den Keurvorst van Keulen, de West-Indifche Compagnie, de Colonie van Surinamen en de verhooging door ;enige Ingenieurs genooten wordende; c/eindeyk in zoodanige posten, van welken het jaaryksch precife beloop a priori niet kan worden sepaald, dc.vyl men vooraf niet weet, -hoe veel op  STAAT EN OORLOG. 123 op -ieder van dezelven in elk jaar zal worden uitgegeeven, waar over derhalven noodzaakelyk alle jaar eene liquidatie behoort plaats te hebben , hoedanige zyn de post voor de Appoinctés , de kosten voor de Marine en de posten voorkomende in het Capittel van andere onkosten. Een groot aantal deezer posten, is tot hier toe op den Ordinaris Staat geplaatst geweest, zoo als de Lyfpenlioenen, de Gereformeerde Officieren, de Appoiuclés, het Capittel van andere onkosten en meer anderen; dan zujks gat aanleiding , dat telkens, al was 'er maar een geringe post afgedorven een geheel nieuwe Ordinaris Staat moest geformeerd worden. Het was dus noodig, om ook dit gebrek by deeze geleegendheid te verhelpen. Tot dat einde zyn door Gecommitteerden van den Raad alle de uitdervende en by raaming bereekende posten , die tot dus verre op den Ordinaris Staat van Oorlog gedaan hadden, daar uit geligt en op den Extraordinaris Staat overbragt , en alzoo voldaan aan de refleétien deswegens op p. 155. door ons gemaakt. Voor het overige is de inrigting van deeze Extraordinaris Staat wederom in alles overeenkomflig aan onze reeds opgegeevene confideratien, en zyn de verfchillende posten, op denzelven gebragt tot zoodanige lommen uitgetrokken , als wy hadden gemeend daar voor te moeten dellen, of voor zoe verre betreft de uitdervende lasten, tot de fommen welke dezelven gereekend worden, thans eifective te be» - draagen. Naar dien echter onder de alzoo gebragte posten fommigen gevonden worden, die voorheen op den Staat van Oorlog niet zyn bekend gc- idi Afd. Staat van Oor* log. Nieuwe posten op het Schema voort ktmende.  114- ZAAKEN VAN $de Afd Staat van Oor kg. Sribfidie a/in den Fnrft van; {Paldeck. ] i ( ( 1 1 1 | 1 < I ( „.„,.-,« ^ Sulftdie aan den ; geweest, en daar onder eenigen, welke geheel, nieuwe posten zyn, zoo zal het noodig weezen over elk derzelven nog het een en ander tot opheldering hier by te voegen. Dezelven zyn vyf in getal, te weeten: i. de faarljkfche fublidien aan den Furst van Waldeck :n den Keurvorst van Keulen, 2. de post voor Officieren door ouderdom of anderzints buiten [laat geraakt, om den Lande langer te dienen, 3. de post voor het jaarlyksch doen campeeren /an een gedeelte der Troupes van den Staat, %. de post tot verbetering van de defenfie der Frontieren en om de Magazynen van het noohge Gelchut, en verdere voorraad te kunnen voorzien , en ten 5. de kosten van de Maine. Het fubfidie aan den Furst van Waldeck , gedraagt een fom van ƒ 38500:0:0 's jaars tan Hoogstdenzelven toegezegd by het 9de Aricul van de Conventie den 9 December 1784 reflooten, voor het onderhouden van nog een ryfde Battaillon Infanterie, ten dienfte van de lepubliek. Het zelve word echter niet betaald, vanneer het voorn. Battaillon zich hier te Lanle bevindt, en is tot hier toe niet gebragt op len Staat van Oorlog, maar zeederd het verrek van het Battaillon naar Duitschland , in iet jaar 1785 door de Proyjucie van flolland 'öldaan , onder belofte, dat het geen deswee;ens zoude: zyn voorgefchooten, by den eerst'olgenden Staat aan haar zoude worden gevalileerd , waarom dan ook dit fubfidie van dien yd af aan op den eerst te formeeren Extraorlinaris Staat van Oorlog behoordt gebragt te vorden. Volgens de Conventie den 30- Oktober 1784, langegaan met den Keurvorst van Keulen, moest aaa  STAAT EN OORLOG. 125 aan Hoogstdenzelven geduurende tien jaaren betaald worden een jaarlyksch fubfidie van ƒ180000:0:0, voor het onderhouden van drie Regimenten Infanterie ten diende van den Staat. Dan vermits de Provincie van Zeeland in dit lubfidie niet had bewilligd, en dat om die reden by de reeds gemelde Conventie was bedongen , dat van de voorfchreeven fom zoude worden afgetrokken de quote van eene Provincie, ter fomma van ƒ16530:0:0, zoo is desweegens jaarlyks door de zes overige Provinciën maar betaald een fom van ƒ163470:0:0, welke vervolgens op dit Schema is uitgetrokken, en waar in voordaan alle Provinciën behooren te draagen; terwyl het niet redelyk zoude weezen , dat de Provincie van Zeeland ten dien opzigte langer boven haare meede Bondgenooten wierd bevoordeeld. Dit laatde is derhalven geen nieuwe last voor de Bondgenooten, en zal even als het fubfidie aan den Furst van Waldeck toegedaan, ophouden , wanneer de tyd , voor welken die Convcntien zyn aangegaan, zal zyn geëxpireerd, en vervolgens van den Staat van Oorlog moeten geligt worden, ten waare de Bondgenooten als dan de continuatie van hetzelve noodig keurden, en uit dien hoofde met gemeene bewilliging tot eene prolongatie van dat fubfidie mogten beiluiten. Ten aanzien van de post van ƒ 150000:0:0 voor Officieren, door ouderdom of anderzints» buiten daat geraakt om den Lande langer tec dienen, zoo remarqueeren wy, dat dezelve opè. dit Schema is gebragt in de veronderdelling dat/?! de Bondgenooten zullen ainplecteeren, de voor-n dag daar toe gedaan by het Plan door zyne^< Hoogheid den 17 Maart 1789, tot verbetering Van de Armée aan U Hoog Mog. voorgedraagenhet geen bereids uitmaakt een object, der de- 3ze behoort gezorgd te worden voor de in dandhouding van de Marine, die met zulke immenfe kosten en tot zoo merkelyk bezwaar van den Lande ter naauwemood is getrokken uit den diep vervallen daat, waar in zy zich zederd veele jaaren had bevonden. Wy kunnen echter niet nalaaten by deeze gelcgendheid nader aan te dringen de indantien door de Commisfic van het Defenfie-Weezen by haar Rapport ge* daan, tot een fpoedig en vruchtbaar redres irt het geheel beduur der Marine, het zy dan op den voet daar by voorgedraagen, of op zoda-nige andere wyze als de Bondgenooten, met 's Lands belangens meest overeenkomltig zullen oordeelen, aangezien het zeker is, dat zonder een diergelyk fpoedig redres de Marine nimmer zal kunnen gebragt of op den duur gehouden worden in dien daat, waar in zy behoort te Weezen. Voorts moeten wy hier nog by voegen, dat daar het een per cent, het welk het Landfchap Drenthe gewoon is te draagen boven het hon-< derd in de extraordinaris Petitiën, tot dus verre gedrekt heeft als een fonds, waar uit aan het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland uitkrachte van Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 1% November 1726 is gegeeven een jaarlyks^ lübfidie van vyf auizend guldens, en daar er nu XIII. Dêel. 1 een 1de Aft. Staat ran Oor* 'og.  2de Afd Staat van Oor log. Verdert Peincten ah nu te arrefteeren. 130 ZAAKEN VAN een vaste post van een millioen onder anderen tot equipage van de Schepen op den Staat van Oorlog gebi'agt ftaat te worden , waar in de quote van Drenthe in de honderd zal zyn begreepen, het gevolg daar van zal kunnen weezen , dat wanneer de quote van het Landfchap in de bevoorens gedaane Petitiën tot equipage zal zyn geabforbeerd, het voornoemde Collegie dit fubfidie op de tot hier toe gebruikelyke wyze niét meer zal kunnen genieten. Eindelyk kunnen wy niet voorby te remarqueeren, dat hoe zeer het montant der beide Staaten van Oorlog thands in het geheel bedraagt/13548414 : 19: oi en dus ƒ48414 :19 : af hooger, dan dertien en een halve millioen', boven welke de beide Staaten , ingevolgen de voorflag van Zyne Hoogheid niet mogen gaan , deeze fom echter merkelyk verminderd en beneden de dertien en een halve millioen gebragt zal worden, eensdeels door de veranderingen, welke Zyne Hoogheid aan ons heeft doen te kennen geeven, dat voorneemens was te maaken in het plan, door Hoogstdenzelven tot oprichting van een Corps Mariniers aan O Hoog Mogende voorgedraagen, en anderdeels door de mindere uitgaven op de post van de Logisgelden, die over de geheele Armée van den Staat zyn bereekend , doch welke alleen aan deprefentemanfchappen zullen betaald worden. Offchoon nu door de wyze, op welke het Schema der beide Staaten van Oorlog is ingerigt, in veelerlei opzigte zullen worden weggenomen de twee algemeene gebreeken, die daar in tot hier toe gevonden wierden, en door ons pag. 147 en 149 zyn opgegeeven , by aldien namelyk U Hoog Mogende het voorgeftelde. plan, zoo als het legt, mogten goedkeuren, zoo is echter dit fchema op zich zeiven, en al wierd dien conform de nieuwe Staat gedresfeerd, niet vol-  STAAT EN OORLOG. 131 voldoende om ook de overige gebreken te doen ophouden, ten zy dan dat de Bondgenooten meede ampleétceren de verdere middeien van redres door ons voorgeflagen , en daar onder eerst en vooral deeze drie poincten, die devoornaame gronden zyn, waar op het gehecle werk van den Staat van Oorlog berust , en zonder welken de gemaakte veranderingen geen reëel nut kunnen te weeg brengen, te weeten, Eerffelyk , dat de beide Staaten van Oorlog niet langer dienen befchouwd te worden als een object van de jaarlykfche confenten , maar srehouden voor eene repartitie van geconfenteerde lasten, en dat mitsdien de Staaten van de refpeclive Provinciën by deeze gelegendheid cenpaarig afziende van het nadeelig ïyfthema daar over tot hier toe gevoerd , by het aanncemen der quotes teffens behooren te confenteereu in het arrefteeren van die beide Staaten van Oorlog, zoo als dezelven door den Raad van Staate overeenkomltig het plan thands overgegeeven, zullen geconcipieerd worden , geduurende den tyd van vyf en twintig jaaren, of voor zoo lange als de quotes niet met gemeene bewilliging op eenen anderen voet zullen zyn gereguleerd, met dien verftande echter , dat het beloop van de extraordinaris Staat jaarlyks zal moeten verminderd worden met het montant van de temporaire en uitftervende lasten, voor zoo verre die in een voorgaand jaar, zoo door verfterf als anderzints zyn vervallen, en welke uitftervende of temporaire lasten inmiddels met geene andere zullen mogen aangevuld worden, ten zy met eenpaarige bewilliging der Bondgenooten. Ten anderen, dat geene betaalingen door de Provinciën en het Landfchap Drenthe zullen mogen gedaan, of aan haar in betaalinge geleeden worden, van eenige posten op de Staaten I 2 van %de Afd. Staat van Oorlog.  132 ZAAKEN VAN %de Afd Staat, van Oor log. ï-equidatie. van Oorlog ftaande, dan op actes van verzoek door den Raad van Staae te verkenen, met uitzondering nogthands van de Soldyen der Militie en van zoodanige andere posten, als door ons bereids zyn opgenoemd, en Ten derden, dat alle jaaren aan de refpeétive Bondgenooten zal moeten blyken, dat de posten op den extraordinaris Staa van Oorlog gebragt , efrectivelyk zyn uitgegeeven en betaald, of dat anderzints by den eerstvolgenden Staat van Oorlog zal worden geliquideerd al het geen op den voorigen Staat is ingehouden ofte gemenageerd. ° Wy zeggen den extraordinaris Staat, dewyl over de posten, die den ordinaris Staat voor het vervolg zullen uitmaaken, als zynde alken vaste posten , geene liquidatie zal noodig zyn , ten ware mogt condeeren, dat door eene langduurige vacature van deeze of geene posten&, een aanmerkelyk profyt by een der Bondgenooten mogt zyn genooten. Wat nu betreft den voet of wyze, op welke deeze liquidatie zal moeten geleideden , zoo zouden wy van gedachten zyn , dat telkens voor den laatden dag van de maand Maart door elk der Bondgenooten en het Landfchap Drenthe aan den Raad van Staate zoude behooren geprefenteerd te worden eene fpecificque notitie of declaratie van alle de betaalingen door hun op ieder van de verfchillende Capittels van den. extraordinaris Staat van Oorlog gedaan ten einde door den Raad des goedvindende, of dooide Commifen van de Financie , op ordre van den Raad geëxamineerd, en tegens de gedepêcheerde actes van verzoek geconfronteerd zynde, vervolgens (overeenkomdig het 4 Articul van de potndten, by Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 21 January 1693 gearre- deerd,  STAAT EN OOPvLOG. i33 fteerd, tot wegneeming der diflkulteiten tusfchcn den Raad van Staate en de Generaliteits Reekenkamer , geduurende een geruimen tyd, nopens deregidrature van eenige Ordonnantiën gefubfifteerd hebbende) by appoinétemcnt van welgemelde Raad te worden gezonden aan dcGeneraliteits Reekenkamer om dezelve te exatriineeren en liquideeren, en dat al verder by den eerst te formeeren extraordinaris Staat van Oorlog, van alle die betaalingen door de Prgvincien cn het Landfchap Drenthe op den voorigen Staat gedaan, voor zoo verre dezelven tot laste van het Bondgenoodfchap kunnen en mogen komen , zal dienen geformeerd te worden eene pertinente notitie, verdeeld in vier Colommen, met aanwvzing m de eerde Colom van het geen door ieder Provincie of door het Landfchap Drenthe crfecdive had moeten betaald worden op elk Capittel, in de tweede van het geen daar op betaald is en geleeden kan worden, en in de derde of vierde van het geen dus op ieder refpect is overbetaald of geprofiteerd. Mitsgaders een Staat van egalifatie van het geen in het geheel by ieder der Bondgenooten en Drenthe op zyne quote in de voorfz. Staat mogte zyn over of te kort betaald, zullende vervolgens met even gelyke fommen de quotes van de Provinciën en Drenthe in denzelven extraordinaris Staat verminderd of verhoogd dienen te worden, naar gelang der om andigheden van zaaken, en zoo als zulks het gereedfte en ten meesten nutte van het B^ndgenootfchapzal worden geoordeeld te behooren. Dan gelyk door deeze wyze van liquidatie alleen zal worden voorgekomen, dat de eene Provincie boven de andere niet worde bevoordeeld , en daar uit niet zal kunnen blyken, of de Generaliteits Kas werkelyk heeft betaald het aandeel, het welk zy voordaan zal moeten draagen in de lasten der Unie, waar omtrend I 3 ech- ide Afd. Staat van Oor* log.  134 ZAAKEN VAN 3y de aangehaalde Refolutie al verder hebben roorgedeld, het beraamen en arredeeren van ene generaale Impofitie ten behoeven van de generaliteit, zoo binnen dezelve als in alle de provinciën cn het Landfchap Drenthe indisinételyk te heffen. Dan ook daar omtrent moeen wy remarqueeren , dat deeze Propofitie ioor dezelve zwaarigheeden wordt gedrukt als iet invoeren van generale Middelen , zoo uit loofde van de difficulteit om de Ingezeetenen ■an de verfchil'cnde Provinciën en didriclen, e tauxeeren in evenredigheid van derzelver erfchillende vermogens, als ten aanzien van e wyze, op welke eene zoodanige generale lm-  STAAT EN OORLOG, 139 Impofitie zoude kunnen worden geheeven ende, iaat. — Dat het ook zeer moeiclyk en byna onmogelyk zoude weezen eenig Fonds uit te denken , het welk niet reeds in dc eene of andere Provincie plaats heeft, en tot hoeding der lasten van die Provinciën noodig is en gebruikt word, en welk aan dezelve te ontneemen en tot een generaal Fonds tc cmploieeren, wederom het Financieel vermogen van die Provinciën zoo veel zoude verzwakken, als het rendement van zoodanig Fonds zoude bedraagen , en dat ai verder in confideratic zoude moeten komen, of en op wat voet het rendement van eene diergelyke Impofitie zoude kunnen bepaald, en, eens gefixeerd zynde, naderhand, naar maate het beloop van de genegoticerde Capitaalen en dus ook van de Interesfen aangroeit, verhoogd worden. In allen gevalle, dat het helfen deezer impofitie by tyds gefchikt, en zelfs voor het begin van onlusten in train zoude behooren tc zyn , aangezien men anderzints reden zoude hebben om te vreezen, dat een zaak van zoo veel omflag niet ligt zoude kunnen uitgevoerd worden; en indien zulks konde gefchieden en daar op daat gemaakt worden, dat het rendement van de meergemelde Impofitie , als dan 111 de Obligatien zoude kunnen verbonden worden, waar door de Ondinaris Inkomden van dc Generaliteit op haar zeiven zouden blyven, en het Comptoir Generaal niet geruïneerd kunnen worden. Door deeze confideratien zyn wy gekomen in het begrip , dat het invoeren van eene generaale Impofitie bezwaarlyk ter conclufie zoude kunnen gebragt worden , en dat by ontdente nis van dien het niet geraaden zoude zyn, om ingeval van Troubles van Oorlog de aan tewendene kosten ten Comptoire Generaal vai d( \dc JfJ. 1  \de Afd, i d Slot. k g d n b h v n I40 ZAAKEN VAN de Unie, voor reekeuing van de Provinciën op den gewoonen voet te negotieeren , en daar door hetzelve bloot te ftellen om wederom in dien deplorabelen ftaat te geraaken, waarin het zeederd de Vrede van Utrecht tot den jaare 1754 geweest is. Wanneer wy eindelyk daar by hebben gereflecteerd, dat de voornaame grondflag /an het geproponeerde door Zeeland, ten dee;en opzichte is geweest , de onevenreedigheid ier Quotes tusfchen de refpeétive Bondgenoo:en fubfideerende , en dat het U Hoog Mog. icederd behaagd heeft tot reviüe van dezelven leeze Commisfie te convoceeren, vinden wy >ns bezwaard , om het meergemelde middel, loor de Provincie van Zeeland des tyds voor;eflaagen , aan U Hoog Mog voor het vervolg .an te pryzen , en wy oordeelen veiligst, by len ouden voet te verblyven, zoo dat de kosen van Extraordinaris Middelen van defenfie iy Extraordinaire Petitiën gevorderd, en door Ie Provinciën zelve, zoo lang mogelyk gefurleerd worden , ten welken einde de refpe&ive 'rovincien behooren te worden aangemaand by yds te zorgen, dat de noodige penningen voor anden zyn, waar toe wy wenfehen, dat deelven , door de verandering in de repartie der )uotes voorgeflaagen, wanneer dezelve word eamplecleerd, zich thands in ftaat zullen vinen. Aldus is volbragt de taak ons opgelegd, en 'y kunnen derhalven gevoeglyk een einde maaen van deeze Memorie. Zyn wy verplicht eweest tot het volbrengen van dit werk mcer:r tyds te beftceden, dan wy zelve wel ge;enscht hadden, en heeft het ons om die reden iet mogen gebeuren dit ons Rapport eerder te rengen ter Tafel van U Hoog Mog., zulks veroorzaakt, eensdeels door het omflagtige an het werk zelve, anderdeels en wel voorjamelyk door de gefteldheicl der jongst ver- loopene  STAAT EN OORLOG. ajflt loopene jaaren , en den aart der zaake , die , eerst en vooral aan ons onderzoek was gedemandeerd. Eene nadere verdeeling doch der Quotes of aandeden door de Provinciën op te brengen in de gemeene lasten der Unie, vorderde meer dan eenige andere , het hoogst mogelyk vertrouwen en eensgezindheid tuslcnen dc Bondgenooten. Vereischtens, die reeds by den aanvang van onze Befoignes helaas maar al te zeer waren verzwakt, en eindelyk geheel ophielden; waar door men van de toenmaalige toeiiand van de Republiek met de woorden van de Generaliteits Reekenkamer, in de hier achter gevoegde Memorie voorkomende , misfchien met regt zeggen kan, dat dezelve m geen tydperk door inwendige twisten fterker en gevaarlyker was gefchud, dat de oneemgheid en verdeeldheid tusfchen de Hooge Bondgenooten en de Staats-Leden van ieder Provincie hooger geklommen en heeviger uitgeharften warenden daar door het gezag van den tot dien tyd toe bekenden Souverain in ieder Gewest minder geëerbiedigd was, zoo dat men dagelyks zaaken zag gebeuren , die niets minder voor (pelden, dan dat de band der Unie , die tot voor weinig jaaren gelukkig had gefubfifteerd, tot ruïne van den Staat in het gemeen, en van elke Provincie in het bvzonder geheel verbrooken , en alle ordre en ondergefchihtheid vernietigd Jiondt te worden. En gelyk dit een en ander noodwendig invloed moest hebben op dehberatien, die zonder wederzydfche openhartigheid en cordaatheid nimmer konden hebben eenen gelukkigen uitflag, zoo heeft het U Hoog Mog, met kunnen verwonderen, reeds by de lecture van de eerde afdeeling deezer Memorie tc verneemen , dat ineer dan twee jaaren zeederd onze eerde bveenkomst verloopen zyn, zonder dat zich eenige gegronde hoop aan ons opdeedt om te komen tot een gelukkig einde 111 deeze, ja dat zelfs deeze Commisfie met betrekking Vot.  i4* ZAAKENVAN Slot. tot dit gewigtig en allerbelangrykst Poincr, vruchteloos zoude hebben moeten fcheiden , by aldien Zyne Hoogheid niet ware tusfchen beide gekomen. Want offchoon wy reeds voor dien tyd verre gevorderd waren in ons onderzoek naar de verdere objecten in Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 4 Mey 1785 vervat; zoo was echter dit alles vruchteloos en koude men zich daar van geen het minfte effect belooven, zoo lang de zwaarigheeden over een nader regulatif van Quotes bleeven voort* duuren. Deeze nu door den gedaanen voorflag van Zyne Doorluchtige Hoogheid, gelyk wy vertrouwen , uit den weg geruimd zynde, fmaaken wy eindelyk het genoegen, ons werk te zien afgedaan op eene wyze, welke wy ons in den beginne niet hadden kunnen voordellen, en welk genoegen des te grooter is, dewyl wy vermeenen orts te mogen vleijen, dat by aldien de voorüagen in dit Rapport vervat, worden geampledteerd, de evenreedigheid in het draagen der gemeene lasten zoo wel als het vertrouwen en de eensgezindheid tusfchen de Bondgenooten zoo veel mogelyk hcrdeld , de Staat van Oorlog van de ingeflöopene gebreken voor altoos gezuiverd, en de Finantien van de Generaliteit verbeterd zullen worden, en alzoo aan dit Gemeenebest wedergegeeven die gelukkige gedcldheid, waar in hetzelve zich wel eer bevondt. Dan,Hoog Mog. Heeren! hoe veel redenen wy dus hebben om ons te verblyden, dat wy tot bereiking van zulke gewigte doeleindens mogten werkzaam zyn ; en hoe zeer wy aan U Hoog Mog. en de Hooge Bondgenooten verplicht zyn voor het vertrouwen , het welk hoogstdezelven in ons wel hebben gelieven te dellen, is het 'er echter verre van daan, dat wy alleen aan ons zeiven zouden willen toefchryven het wel gelukken eener Commisfie, tot  STAAT EN OORLOG. 143 tot welkers goede reusfité behalven Zyne Hoogheid , ook de Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate en Generaliteits Reekenkamer, die onze Bcfognes gedadig hebben bygewoond, zoo veel hebben toegebragt, niet alleen door reeds by den aanvang derzelver uit naam van gemelden Raad en Reekenkamer te verklaaren , dat zy zonder confequentie voor het vervolg in alle andere Beiognes, in het voorhanden zynde geval zouden afzien van het recht om meede te ftemmen aan Gecommitteerdens van die beide Collegien in perfoneele Commisfien competeerende, en zich vergenoegen met het geeven van hunne confideratien en advis, maar ook door het fuppediteeren van al dat geen, het welk eenigzints noodig was, om ons de gedeldheid van het Comptoir Generaal der Unie en de gebreken van den Staat van Oorlog, mitsgaders de middelen tot verbetering van de eerde en wegneeming der laatde grondig te doen kennen, voor welk een en ander wy ter deezer plaatze aan dezelven onzen welmeenenden en oprechten dank betuigen, terwyl wy voorts niets ieveriger wenfchen, dan dat hunne en ■ onze poogingen tot welzyn van den Staat in het werk gedeld, eerlang door eendemmige befluiten van dé Hooge Bondgenooten agtervolgd, en met 's Hemels Zegeningen bekroond mogen worden. Waar meede eindigende, Hoog Mogende Heeren.' bidden wy God Almachtig U Hoog Mogende by eene gelukkige Regeering te houden. Onder dond, De Gedeputeerdens tot de PerGefchreeven foneele Commisfie van het Fiin den Hage nancieweezen. den 21 Mey Was geparapheert, 1700. A. de Roock, vt. (Lar;er dond,) Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) P. A. de Moraaz. Slot.   BYLAAGEN BEHOORENDE TOT HET GENERAAL RAPPORT VAN DE PERSONEELE COMMISSIE VAN HET FINANCIE.WEEZEN, In dato 21 Mey 1790. Ten gevolge van Haar Hoog Mogende Refolutie van den 4 Mey 1785.   BYL AGE Litt. A. MEMORIE V A N D E generaliteits reekenkamer OVER DE POINTEN VAN MEéNAGE.   ZAAKEN VAN STAAT EN OORL. 14$ Memorie van Confideratien en Eiucidatien nopens de Pointen van menage tot ver ligt ing van het Comptoir Generaal van de Unie door de Generaliteits Ree* kenkamer, by Misfive van den 1 Maart 1717 , aan de extraordinaris Vergadering, en nadere van den 26 April 1754, aan de ordinaris Vergadering van haar Hoog Mog. voorgen dragen. De Gecommitteerden in de Generaliteits Rekenkamer door de Leden , die uit hun midden bywoonen de Conferentien en de Befognes van de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. tot onderzoek van het Financiewezen van den Staat, geinformeert zynde, dat zy door de gemelde Heeren Gedeputeerden onder anderen waren verzogt om te geeveu de nodige ouvertures van de middelen tot verbetering van de kas van de Generaliteit, en het uitvinden van eenige pointen van menage , en daar by door dezelve hunne Mede-Leden zynde geïndeerd , dar gelyk reeds in de jaaren 1717 en 1754, door de Kamer eenige Pointen van redres en menage ,aan haar Hoog Mog... waren voorgedraagen , de Kamer ook nu dezelve wilden in daat dellen, om aan hetvoorfz. gerequireerde te voldoen, hebben eenige tyd in beraad gedaan, op wat wyze zy zig daar omtrent gedraagen zouden, Zy willen niet verbergen, dat zy wel hadden gewenscht, dat daar reeds twee maaien in deeze eeuw van hunne confideratien over liet voorfz. onderwerp hadden gediend, met geen ander gevolg, dan dat eenige van de voorXIIL Deel. K 3 ge-  J5o ZAAKEN VAN geflagen Pointen, zoo door haar Hoog Mog. als door den Raad van Staate, en de Generaliteits Reekenkamer zyn ingevoerd, zonder dat over de andere eenige deliberatie gehouden , veel min refolutie genomen is, zy zig van een nader onderzoek daar omtrend hadden kunnen ontdaan; En als zy daar by hebben geconfidereerd de omftandigheden, waar in de Republiek zig tegenwoordig bevindt , en dezelve vergeleken met de toedand van zaaken in de jaaren 1717 cn 1754, hebben zy zig niet kunnen voordellen, dat zy eenige meerder vrugt van hunnen te docne arbeid zouden zien: immers in den jaare 1717 jouïsfecrde de Staat deezer Vereenigde Landen na eenen gelukkig gcvoerden Oorlog en een vry voordelig gemaakte Vreede, van eene gewenschtc kalmte en inwendige rust, en wierd door geene Partyfchap nog Faétien gefchud , de zeven Gewesten waren in zoo volmaakte unie en harmonie , als naar de vêrfchillende belangen van ieder dezelve mogelyk was , en volkomen overtuigd van de noodzaakelykheid, om zoo nopens de gebreken van het Staats Gebouw , als de beflommerde toedand van de Financie van de Provinciën in het gemeen, en van elk van dezelve in het byzonder, dc noodige voorziening te doen, In den jaare 1754 was de Financie van de Generaliteit eensdeels door de kosten van den Oorlog in den jaare 1748 geëindigd, andersdeels door de 'agterdalien van de meede Provinciën op de renten cn interesfen van de Capitaalen voor dezelve ten Comptoire Generaal van de Unie genegotieerd, op nieuws in zodanig verval geraakt, dat men de zaaken maar even wist gaande te houden; de deliberatien van de Staaten der reipective Provinciën wierden zoo gelukkig bedierd, dat dezelve naauwlyks eenig béwys aan de hand gaven van on- eenig-  STAAT EN OORLOG. 151 «enigheid, en dat zelfde jaar 1754 leverde daar van een overtuigend voorbeeld op in de fchikkingen, die met alle de Provinciën over de rigtige betaaling van derzelver Quotes in de verfchuldigde renten en interesfen en de inpalming der agterdalien gemaakt wierden, En niet te min is van de aangelegde deliberatien, om de Finantie van de Generaliteit door het invoeren van Pointen van menage te verbeteren , te dier tyd even weinig als in het jaar 1717 geworden. Van de tegenwoordige toedand van de Republiek kan men misfchien met regt zeggen, dat dezelve in geen tydperk door inwendige twisten fterker en gevaarlyker is gefchud, dat de oneenigheid en verdeeldheid tusfchen de Hooge Bondgenooten en de Staats-Leden van ieder Provincie hooger geklommen en heviger uitgebarden zyn, en daar door het gezag van den tot nu toe bekende Souverein in ieder Gewest minder geëerbiedigd is, zoo dat men dagelyks zaaken ziet gebeuren, die niets minder voorfpellen , dan dat de band van de Unie, die tot voor weinige jaaren gelukkig heeft gefubfideerd, tot ruïne van den Staat in het gemeen en van elke Provincie in het byzonder geheel verbroken, en alle ordre en ondergeschiktheid vernietigd daat te worden; En wat goed gevolg kan men dan verwagten van de deliberatien over zaaken, die meer dan eenige andere vorderen de meest mogclyke harmonie en eensgezindheid tusfchen de Provinciën. Deeze Confideratien hebben ook de Kamer m overleg doen neemen , of men zoude kunnen voldaan , met zig eenvoudig te refereeren tot haare vorige advilën, dog als ze dezelve met dat oog heeft gerevideerd, heeft ze aanftonds opgemerkt, dat het Advis van den jaare 1717 in zoo korten tyd was te zamen gedeld, dat het meer te verwonderen is, dat zoo veele K 4 Pointen  152 ZAAKEN VAN Pointen hebben kunnen 'worden by een gezameld, dan dat dezelve niet. zoo grondig zyn ■onderzogt, als wel vereischt wierd, om ter conclufie te kunnen worden gebragt; trouwens het oogmerk van dat Advis fchyut meer geweest te zyn, om Pointen van deliberatie en nader onderzoek op te geven , dan voorflagen te doen, die aanftonds geamplecteerd konden worden ; en met opzigt tot zommige van de Pointen in den jaare 1754 voorgedragen, zyn aan haar naderhand reflectien voorgekomen, die een na. der onderzoek vorderden, s En dewyl ze zoude kunnen worden gerekend, zig met alle dé voorflagen by die Adviien gedaan te conformeeren, indien ze zig tot dezelve refereerde, is ze van zulks te doen wederhouden; Ze heeft daar en boven begrepen , dat het noodzaakelyk was , dat opgegeven wierd, aan welke Pointen voldaan is , en" welke kunnen cn behooren te worden gehouden voor vervallen ; En ze heeft zig dan eindelyk gedetermineerd om haare voorige deliberatien over het voorfz. onderwerp te refumeeren, verder naar te gaan al het geen daar omtrent naderhand is. voorgekomen , en in eene Memorie te doen vervatten de informatien en confideratien, die zy zal weeten aan de hand te geeven , terwyl ze zig vleit daarmede aandc Commislïe tot het onderzoek van het Finantieweezen van de Generaliteit te zullen geven een onwraakbaarbewys van haare bereidwilligheid en volvaardigheid, oinin al dat geene, dat maar eenigzints kan worden gerekend te behooren onder den kring van haare bezigheden, meede te werken, tot bereiking van het oogmerk, waar toe de voorfz. Commisfie is gedecerneerd, dan ze voorziet, dat deeze Memorie zoo wyd zal uitloopen , dat ze zal hebben het gebrek vin te lang te zyn, en daar door mis- fchien  STAAT EN OORLOG. 153 fchien verveelend of langdradig te fchynen, ze vleit zig egter daar van ligtelyk verfchooning" te zullen verwerven by de Leden van de Commisfie, aangezien dezelve nog tyd nog moeite fpaaren, om de Einantie van de Generaliteit te leeren kennen,-en omtrent de behandeling van al het geen daar toe betrekking heeft , de nodige onderrigting te krygen , waar toe de Kamer vertrouwd, dat deeze Memorie eenigzints zal kunnen dienen. Alvorens nu tot de Pointen zelve over te gaan, zal. het nodig weezen eenig verflag te doen vanude generaalc delibefatien, die over de verbeetering van de Finantie van de Generaliteit cn het invoeren van Pointen van menage zedert het begin van deeze Eeuw hebben plaats gehad. ■ - Na dat in den jaare 1716 de extraordinaris Vergadering van Haar Hoog Mog., die te bekend is, dan dat daar van iets zoude behoeven te worden gezegd, was by een gekomen, vondt ze op den 13 en 28' January van het volgende jaar goed, van den Raad van Staate en de Generaliteits Reekenkamer , als meede van den Ontfanger Generaal van de Unie te requireeren derzelver confideratien en advis omtrent de Pointen van menage, welke tot verligting van het Comptoir Generaal van de Unie gevonden en geprailifeerd zouden kunnen worden , De Ontfanger Generaal voldeedt daar aan reeds by eene Memorie van den 26 February, in dewelke hy eenige weinige Pointen opgaf, die tot verbetering van het Comptoir Generaal naar zvne gedagten zouden kunnen verdrekken, en de Rekenkamer by eene Misfive van den 2 Maart van het zelve jaar, die het voornaame onderwerp zal uitmaaken van deeze Memorie. Dog de Raad van Staate, die hoe zeer nog tweemaal aangemaand, om aan Haar Hoog Mog. te laaten toekomen de Berigten , Advifen én K 5 Staa-  154 ZAAKEN VAN Staaten, raakende het ftuk van de Generaliteits Finantien, welke van dezelve by voorgaande Refolutien waren gerequireerd, maakte daar in zwarigheid, eensdeels om dat ze vermoede, dat het oogmerk van de Vergadering was, om dezelve uit te fluiten van het aandeel, dat altyd gehad heeft aan de deliberatien over zaaken van de nataur der geene, waar over deszelfs advifen gevraagd waren , anderdeels om dat een Conferentie gedecerneerd was alleen (zoo het fcheen) om de confideratien van de Gecommitteerden uit den Raad van Staate in te nemen, en droeg die redenen voor in eene Misfiveaan de extraordinaris Vergadering van den 13 Mey Haar Hoog Mog. namen daar meede geen genoegen, en yerzogten den Raad nader by Refolutie van den 22 derzelvc maand, om de gerequireerde Berigten , Staaten en Advifen aan haar als nog te willen doen toekomen, Dan de Raad wel bewust, dat zonder zyne uitgewerkte Advifen niet veel zoude kunnen worden uitgevoerd, en tenens waarfchynelyk vreezende, dat dc Vergadering door het onderzoek van de huishouding van de Gederaliteits Collegien , en de adminidratic der middelen van het Diftrict van de Generaliteit zoude worden afgetrokken van de voornaamde Pointen, waar over de extraordinaire deliberatien waren aangelegd, beantwoordde de voorfz. Refolutie met vrymoedigheid en met veel digniteit, deduceerde daar by, op wat voet Conferentien met Gecommitteerden uit den Raad van Staate moesten worden gehouden, en perfideerdcmet te vorderen de explicatie, die daar omtrend verzogt had, alvoorens te dienen van de gerequireerde Berigten en Advifen, Het zelve had geen ander gevolg , dan dat de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden, in welkers handen gefield waren de Misfiven van de Generaliteits Rekenkamer en van den Ont-  STAAT EN OORLOG. 155 Ontfanger Ueneraal, den 19 van de volgende maand Juay van hunne confideratien op dezelve rapport deeden, waar in de meede, zoo niet alle de Pointen, die door de Rekenkamer en den Ontfanger Generaal waren opgegeven, zyn overgenomen, en het welk teffens bewyst, hoe weinig men zig van den Raad van Staate te dier tyd pasfeeren kon,»aangezien hetzelve mede bragt , dat genoegzaam over alle de Pointen met denzelven Raad moest worden geconfereerd, waar op dan ook het gerapporteerde wierd gefteld in handen van dezelfde Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden , om met Heeren Gecommitteerde uit den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer, over de Pointen daar in vervat, refpectivelyk in Conferentie te tredog' de Vergadering is gefcheiden zonder dat die Conferentien gehouden zyn. : Na dien tyd voornamentlyk in de eerlte jaaren zyn wel verfcheide Propofitien ter Verga, dering van Haar Hoog Mog. gedaan, en Conferentien gedecerneerd, om de Befognes over de menage in de huishouding van de Generaliteit voort te zetten, dog zonder eenig fucces, en het zal dan ook niet nodig zyn, zulksomftandiger te vermelden. _ _ De reden waarom dat werk met is voortgezet, is gemakkelyk op te maaken uit den Brief van den Raad van Staate, den 10 Juny 1719. aan haar Hoog Mog. gefchreeven; . De Raad namentlyk begreep, dat op de huishouding en middelen van de Generaliteit de menage minst te vinden was, maar dat die moest worden gezogt in de voorflagen door hem «edaan, om de Militie te brengen op eenen onkestehker voet, en over de ver dei e ingrediënten van den Staat van Oorlog, dog de Bondgenooten zig daar omtrent niet hebbende kunnen verdaan , is derzelver iever om de menage te zoeken op de huishouding van de Generaliteit 1 mer-  i$6 ZAAKEN VAN merkelyk verflaauwd, waar toe verder niet weinig zal hebben gecontribueerd , eensdeels de traagheid en gebrekkelykheid van zommige Provinciën in het opbrengen van haare Quote in de renten en interesfen van de Capitalen voor dezelve ten Comptoire Generaal van de Unie genegotieerd, waar door ten minden die Provinciën wederhouden wierden op het onderzoek van de Financie van de Generaliteit te infteeren; Anderdeels het ongunftig oordeel , dat de Raad by de zoo evengemelde Misfive geveld heeft over het Rapport van.den 19 Juny 1717, waar omtrent dezelve aannam te zyner tyd te zullen aanwyzen , „ dat zommige van de vyf ,, en twintig Pointen , daar in gedetailleerd , „ geen andere grond hebben dan gebrek van „ informatien , dat andere inpracdicabel zyn , ,, andere wederom zoo gering , als of ze tot ,, geen ander einde daar in gebragt waren, dan „ om te grosfercn het getal der Pointen, dat „ het Didrict van de Generaliteit zoo verarmd ,, en zoo belast is , dat eerder moet gedagt ,, worden om het te foulageeren, dan om j* ,, het zelve zwaarder Schattingen in te voeren, „ en dat het voordeel, het welk in de verdere „ Pointen fleekt, van weinig belang is." Bet brengen van de Militie van den Staat op eenen orknste/yker voet is tot gelukkiger tyden gereferveerd geweest, en eindelyk in het jaar 1752. door het arrefleereh van het bekende Plan van reforme werkdellig gemaakt; Dog op de voorflagen over de verdere ingrediënten van den Sn at van Oorlog zoo te'dier tyd als naderhand door den Raad van Staate gedaan , en met zoo veel kragt van redenen aangedrongen , is tot nu toe geen befluit genomen. De Kamer wenscht ieverig, dat de Bondgenoten dat Point niet uit het oog zullen verliezen , op dat 'er geen gelegentheid zy , om op  STAAT EN OORLOG. 157 op derzelver deliberatien toe te pasfen de reflexie by gemelde Misfive van den Raad voorgedragen. Omtrent het Financie weezen van de Generaliteit is in het jaar 1751, op nieuws door1 de Heeren • Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland uit naam ende van wegens de Heeren Staaten hunne Principalen verzogt en geïndeerd, dat het zelve mogt worden onderzogt, en by haar Hoog Mog. en den Raad van Staate overlegd, wat middelen tot redres zouden kunnen worden gevonden , wat Pointen van menage geïntroduceerd, en welke middelen gedupliceerd, om de lasten van de Unie egaal te doen dragen; En Hooggemelde Heeren Staaten zulks by hunne Confenten in de Staaten van Oorlog voor de jaaren 1753 en 1751 hebbende gémhereerd, zyn de Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 April 1753. verzogt zig daar op te bekwamen, ten einde de Befognes daar op met vrugt hoe eerder hoe beeter zouden mogen worden geëntameerd en tot een goed einde gebragt, en is de Rekenkamer nader by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 16 April van het volgende jaar 1754. verzogt ten Jpoedigflen aan Haar Hoog Mog. op te geven zoodanige middelen van menage als zy zoude menen, dat builen ondienst van den Lande geïntroduceerd zouden kunnen worden. De Kamer heeft daar aan met ten eerden voldaan, en reeds by Misfive van den 16 der- zeiver maand April aan Haar Hoog Mog. overgezonden een Plan van menage , vervattende zoodanige Pointen , als zy oordeelde , dat wcrkftellig gemaakt zouden kunnen worden. Dit Plan hebben de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland gemaakt tot een onderwerp van hunne deliberatien, en onder andere  158 ZAAKEN VAN dere op de Pointen , daar in voorgedragen , den 5 Maart van_ het volgende jaar genomen eene Refolutie, die den io daar aan volgende ter Vergadering van Haar Hoog Mog. is faigebragt. Of de Staaten van de andere Provintien daar over ook eenige deliberatien gehouden en eenige Refolutien genomen hebben is aan de Kamer onbekend. Zeker is het, dat tot nu toe by Haar Hoog Mog. deswegens geene Refolutie genomen is. De Kamer zal in deeze Memorie volgen de leidraad van haar Advis van den jaare 1717, vervolgens van het bovengemelde Rapport in den zelfden jaare ter Vergadering van Haar Hoog Mog. uitgebragt, voor zoo veel daar in Artikelen voorkomen, die in het gemelde Advis niet gevonden worden, en eindelyk van het Plan van menage van den jaare 1754. Zy zal op ieder Point geven die informatien dewelke nodig zullen zyn, om het te beöordeelen. In het byzonder zal ze opgeeven , welke werkdellig gemaakt en dus vervallen zyn, Omtrent zommige zal ze zig vergenoegen met voor te dragen de confideratien die op dezelve vallen. Andere zal ze nader aandringen, en tot betoog van dezelve verflag doen van den voet, op welke de zaaken, waar over ze gaan behandeld worden, het welk is nagelaten. Nopens eenige zal ze voordellen de bedenkingen, die by haar zyn opgekoomen. En by de Pointen van menage bevorens voorgedragen, verder voegen zodanige, als zy zal vermenen, dat nog zouden kunnen worden ingevoerd; En gelyk de Kamer zig in vorige Advifen bepaald heeft aan het geen voorkomt in de Rekening van den Ontfanger Generaal van de Unie  STAAT EN OORLOG. 159 Unie wegens het Resfort van de Generaliteit, en de huishouding van de Generaliteits Collegien, zo zal ze ook in deeze niets zeggen van de adminidratie van de particuliere Ontvangers en Rentmeesters, en zulks te minder, om dat dat Rekeningen van alle dezelve door de Leden van de peifoneele Commisfic met de uiterire naauwkeurigheid zyn geëxamineerd, en vervolgens byaldien tegen verwagting in die Rekeningen eenige posten zouden mogen worden gevonden, waar op remarques vallen, dezelve aan de Commisfic niet zullen zyn geëchappeerd, zullende de Kamer bereid zyn, om des gerequireerd wordende , op zodanige Pointen nader te geeven die informatien en confideratien, waar toe zy zig in daat zal vinden. Eindelyk zal de Kamer , indagtig , dat de Raad van Staate in zyne boven aangehaalde Misfive van den 10 Juny van het jaar 1719 aan Haar Hoog Mog. geichreeven heeft , dat in het Rapport van den jaare 1717 zoo weinig gefproken word van het geen de Generaliteits Rekenkamer raakt, dat daar uit geneegzaatn af te neemen is, dat de Rekenkamer wiens Misfive van den 2 Maart 1717. gefurneerd heeft de meeste materie tot het Rapport, Jcherpziender geweest is omtrent andere , dan omtrent haar zelfs, niet nalaten melding te maken van de weinige Pointen haar zelve rakende, waar op zy meent dat eenige reflexie zoude kunnen vallen, en daar omtrent alleen nog remarqueeren, dat het niet wonder is, dat in de voorfz. Misfive weinig gefproken word van het geen de Kamer raakt , aangezien de huishouding van dezelve van weinig omflag , en de dispofitie , die ze over 's Lands Penningen heeft, zeer gering is, terwyl zy zig verzekerd houdt , dat by onderzoek zal worden bevonden, dat de Kamer in het geen van haar Departement is , geen minder fpaarzaamheid betragt heeft, dan andere CoUegien.  i6o ZAAKEN VAN S- i. ■•; r*«»»i:< Z)e Steeden Breda en Bergen op Zoom , worden als nog /'« Je Rekeningen van de Beden van Braband en het Quariier van Antwerpen by Memorie gebragt, Wegens de Verpondingen in de Stad Breda word meede nog niets verantwoord. Van gelyke wörd voor de kleine Zegels te Breda gebruikt, by aanhoudendheid een derde minder dan op alle andere Plaat/en betaald. En het middel van den twintigften Penning van de fuccesfien in adfcendentf et Collaterali Linea , mitsgaders dat van den veertigften Penning van alle verkopingen en verbanden van vaste Goederen worden zo te Breda als in het DiflriSt van den Fynaart nog niet geheven; Dan met opzicht tot de Beden , waar in de Steden Breda en Bergen op Zoom niet dragen , komt het aan de Kamer by nader reflexie voor, dat het oogmerk nooit geweest is om dezelve daar mede te bezwaren en dat 'er ook geen reden is om zulks als nog te doen. Nadat in het jaar 1609 gedoten was het twaalfjaarige Bedand met den Koning van Spagnc, en by Haar Hoog Mog. gerefolveerd, dat de generale middelen voortaan mede zouden werden verpagt in het Land van Breda, het Marquizaad van Bergen op Zoom en het Laud van Cuyk , is in het jaar 1611 gedelibereerd over het invorderen van de Verpondingen of eenen honderdften Penning over de onroerende Goederen in Braband en Vlaanderen , en op' den 30 December van het zelve jaar by Haar Hoog Mog. gerefolveerd , dat in plaats van eenen honderdden Penning, die geoordeeld wierd, dat bezwaarlyk zoude kunnen worden ingevoerd overmits de ongewoonheid van dezelve belasting , in de Quartieren van Braband, de Steden niet uitgezonderd, zoude worden gë- hce-  STAATEN OORLOG. i6i heeven een vyfde Penning over alle onroerende Goederen dewelke daar by word gezegd al van den 'aare 15S1 af by de Steden en Dorpen byzondcr van het Quartier van Antwerpen te zyn gepractizeerd en toen nog gepractizeerd te worden; Dog in het volgende jaar 1611 hebben zig de Gedeputeerden van het platte Land van Breda, Bergen op Zoom en Steenbergen, zonder de Steden aan Haar Hoog Mog. geaddresfeerd , en verzogt dat het zelve platte Land niet meer mogt bezwaard worden , dan voor deeze geweest was, cn daar op is ten zeiven dage verdaan, dat dezelve Gedeputeerden zouden maaken eene tauxatie hoe veel elk Dorp of Gehugt zoude moeten dragen in eene fomme van twintig duizend guldens, tot invordering van dewelke, naar de tauxatie daar van gedaan vervolgens op den 7 September van het gemelde jaar 1612 ordre gelteld is, dog nog in het zelfde jaar door den Rentmeester zynde voorgedragen , dat de geordonneerde twintig duizend guldens niet fuffieient waren, om daar uit te betalen de geasfigneerde lasten, is op den 23 November nader gerefolveerd, dat nog vyf duizend guldens zullen worden opgebragt; in het volgende jaar 1613 is by Refolutie van den 9 Maart geconfenteerd , dat de Dorpen van Braband in plaats van den vyfden Penning voor dat jaar op te brengen, zouden kunnen voldaan met te betalen eene fomme van vyf en twintig duizend guldens, en na dat in het jaar 1614 de Gedeputeerden van het platte Land van het IA arquizaat van Bergen op Zoom, de Baronnie van Breda en Steenbergen hadden verzogt, dat de last van de Redemtie van den vyfden Penning mogt worden gemodereerd op de helft van het geen in de twee vorige jaren betaald was, of ten minden op de fomme van twintig duizend guldens , waar voor die Redemtie het eerde was geaccordeerd, en na dat XIII. Deel» L daar  i6ü ZAAKEN VAN daar op was verftaan, dat de Supplianten den vyfden Penning voor de jaaren 1614 en 1615 zouden mogen redimeeren met vyf en dertig duizend guldens jaarlyks, is die Redemtie op nadere doleantie van gemelde Gecommitteerden by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 16 Augustus van het zelfde jaar 1614 verminderd en bepaald op dertig duizend guldens 's jaars, die dan ook geduurende de Treve jaarlyks zyn opgebragt. Tegen het uitgaan van het Bedand begreep de Raad van Staate, dat aangezien de onzekerheid van de continuatie van dezelve het voordeeliger zoude zyn de generaale middelen ten platten Lande te redimeeren, dan dezelve wederom te verpagten, met dat gevolg dat in conformiteit van deszelfs advis by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 26 Juny 1621 met opzigt tot de Baronnie van Breda wièrd verdaan, dat dezelve zoude mogen voldaan met de betaaling van vyf en vyftig duizend guldens jaarlyks in plaats van de generaale middelen, de Redemtie van den vyfden Penning cn den Impost op Hoornbeesten en bezaaide Landen, dan dewyl de Redemtie van den vyfden Penning was gedestilleerd tot betaaling van de renten, gehypothequeerd op de Landen van Braband, hebben de Rentieren van die Renten zig by Requeste deswegens aan Haar Hoog Mog. geaddresfeerd , en over het fonds, waar uit die Renten zouden worden betaald , een en andermaal gevraagd zynde het advis van den Raad , heeft deze eindelyk op den 20 van de maand Ocdobcr aan Haar Hoog Mog. geadvifeerd, dat het zyne intentie niet was geweest, en nog niet was , dat in de vyf en vyftig duizend guldens , waar mede hy op den 26 May laastleden had ge-advifeerd, dat de Baronnie van Breda jaarlyks zoude mogen voldaan in plaats van het equivalent van de generale middelen, zoude begreepen zyn de Redemtie van  STAAT EN OORLOG. 163 van de Bed^n van Braband ofte den vyfden Pen» ning, en is vervolgens by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 10 Ocdober 1621 verftaan, dat de redemtie van den vyfden Penning zoude continueereu , en dat de Ontfangers zoo generaale als particuliere dezelve zouden invorderen van de tyd dat ze onbetaald is gebleeven, en daar uit betaalen de Renderen op de Landen of Beden van Braband gebypothequeerd, zo als geduurende de Treve was gefchied. Niet te min heeft na de expiratie van dezelve Treve de voorfz. redemtie ter oorzaake van het wederom uitharden van den Oorlog niet verder kunnen worden ingevorderd, maar zyn toen wederom ais voor de Treve ten platten Lande ingevoerd de Connïbutien, van dewelke de dertiende Penning tot betaaling der gemelde Renderen is gefchikt. Eindelyk is na het fluiten van de Munderfche Vrede by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 7 January 1651 verdaan, dat de Beden ofte de Redemtie van dien op het exempel van de voorgaande twaalf jaarige Treve wederom zullen worden geheeven over alle de Quartieren van Braband onder Haar Hoog Mog. Jurisdictie ftaande, ende zulks mede over het Marquifaat van Bergen op Zoom en de Baronnie van Bre* da, en vervolgens is van dien tyd af tot nu toe onder den naam van Beden van Braband in het Quartier van Antwerpen jaarlyks opgebragt gelyke fomme van dertig duizend guldens als geduurende de twaalf jaarige Treve in Redemtie vail den vyfden Penning is betaald geworden. Uit het voorfz. detail der deliberatien verbeeld zig de Kamer, dat ten klaarfte blykt , dat de Redemtie van den vyfden Penning die in het jaar 1611 is ingevoerd, naderhand ge-» noem l is de Beden of de Redemtie van dien, en deze dus dezelfde last is als de Redemtie van den vyfden Penning; dat de Steden Breda L 2 en  iö4 ZAAKEN VAN en Bergen op Zoom nooit eenig aandeel in die last gedragen hebben, en dat dezelve alleen is gefchikt geweest om daar uit te kunnen vinden de verfchuldigde Kenten op de Beden van Braband gehypothequeerd. Dit laatde Point word daar en boven bevestigd door eene Misfive van den Raad van Staate , den £4 Mey 1653 aan Haar Hoog Mog. gefchreven, in dewelke met zoo veel woorden gezegd word , dat de Beden worden gegeten voor de Rentieren, als mede door eene Misfive van den Ontfanger Sweerts den 19 Mey 1666 aan den Raad van Staate gefchreven; en den 20 daar aan volgende ingekomen, waar by dezelve Berigt , dat de Bede is de interest van de Capitaalen, die de Staaten ende de Landen van Braband goedwillig aan den Koning hebben toegedaan, waar voor de voorfz. Landen van Braband aan de particuliere Crediteuren zyn gerealifeerd , ende dat dienvolgens Haar Hoog" Mog. niet tegendaande veele oppofitien van de Contribuabelen, willende de gemeene Lands Middelen in die fchuld engageeren, het voorfz. middel altoos feparaat gehouden hebben, mitsgaders door het Rapport, het welk eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate over de verbeetering van de Financie van de Generaliteit den 19 February 1695 aan denzelven Raad hebben gedaan, en in dc Notulen van dien dag word gevonden , want die Heeren hebben daar by onder andere voorgedragen , dat de Reductie der Losrenten, gehypothequeerd op de Beden van Braband, die reeds op die^ 11 February des jaars 1665 by Haar Hoog Mog. was gerefolveerd, dog by nadere Refolutie Van den \ Juny des volgende jaars gedaakt tot dat zulks by middelen van eene goede conduite geëffectueerd zoude kunnen worden, toen ter tyd daar zo cohfiderabele Iosfmgen ten Comptoire Generaal gedaan wierden, gevoeglvk zoude kunnen worden in het  STAAT EN OORLOG. 165 het werk gefteld; dat daar in wel eenige zwarigheid fcheen te fteken ten op'zigte der Capitalen, die opgezegd zouden mogen worden, om dat men door dezelve te losién met gelden gedetineerd tot aflegging van Obligatien loopende tot lasten van de Generaliteit, een gedeelte van de Losrenten, gehypothequeerd op de Beden van Braband, op eene indirecte wyze zoude overbrengen tot laste van de Generaliteit , dog dat het niet zeer apparent was, dat veele Capitaalen opgezegd zouden worden, en men daarom zonder veel zwarigheid een proef van de zaak neemen kon, inzonderheid daar het overfchot van de Beden na aftrek van de renten daar op gevestigd, nu zoo veele jaaren by de Generaliteit genooten was, ook het profyt van dc Reductie by dezelve genooten zoude worden; Immers indien de zogenaamde Beden niet alleen tot betaaling van voorfz. Renten, maar in het generaal tot verval van de lasten van de Generaliteit waren gefchikt, zoude en de voorfz. zwarigheid , en de allegatie van het voordeel dat de Generaliteit uit de voorfz. Beden genoten had, en verder genieten zoude, weinig gepast geweest zyn. En dewyl dat de Beden niet alleen genoegfaam zyn tot het einde waar toe zy zyn ingevoerd, maar de Generaliteit daar op een merkclyk voordeel heeft, het geen dan ook waarfchynelyk de reden zal zyn, waarom alleen over de Stad en Meyery van's Hertogenbosch , de Baronnie van Breda, het Marquifaat van Bergen op Zoom en het Land van Steenbergen, en over geene andere Diftricten Beden geheven worden, oordeelt de Kamer als nu , dat 'er geen reden is, om de Steden Breda en Bergen op Zoom van nieuws met Beden te bezwaaren. Voor het overige moet men weten, in de eerde plaats dat de daat die voor aan in de L 3 fuc-  i6ó ZAAKEN VAN fucccsfive Rekeningen van de Beden in het Quarticr van Antwerpen gevonden word, van de fommcn van Penningen , die de Godshuizen, de Steden en Diftricten onder het voorfz, Quartier gehoord hebbende , in de Beden moeten betaalen , in welke ftaat dc Steden Breda en Bergen op Zoom ook gevonden worden, is de Repartitie van het aandeel, dat die Godshuizen, Steden cn Diftricten hebben betaald in de Beden die in vroegere tyden aan den Koning van Spagne zyn opgebragt, dog welke Beden by den Staat nooit zyn ingevorderd, dan misfchien by retorfie zo voor als na het twaalf jarig beftand, voor zo veel de kans van den Oorlog en de gelegentheid zulks zullen hebben toe* gelaten, en in de tweede plaats dat hoe zeer in de Rekening van den Rentmeefter der voorfz. Beden verantwoord word eene fomme van drie duizend guldens , als ontfangen voor het aandeel van de Stad Steenbergen in dezelve Beden , de Kamer in het zekere is onderrigt, dat, die last geheel gedragen word door het Land van Steenbergen, zonder dat de Stad daar toe helder of Penning contribueert; trouwens dezelve is daar toe ook nooit verpligt geweest, gelyk kan worden opgemaakt uit het geen hier boven omtrent de invoering van de voorfz. Beden is voorgedragen, en voor zo ver by de bovengcm Refolutie van Haar Hoog Mog. van den" 7 January 1651, was verftaan, „ dat „ voortaan de Beden ofte de Redemtie van dien ,, op het exempel van dc twaalfjarige Treves ,-9 zouden worden geheven over alle de Quai> „ tieren van Braband onder Haar Hoog AJog, „ Jurisdictie ftaande, ende zulks mede overliet ,, Marquifaat van Bergen op Zoom, de Baron» „ nie van Breda ende de Stad van Steenbergen, zoo is zulks nader geïnterpreteerd en gereft ingcerd by de aanfehryving door den Raad van Staate den 12 Mey van bet zelve jaar 1651, tot invordering van de voorfz. last gedaan, want by  STAAT EN OORLOG. 167 by die Refolutie is verftaan „ dat aan de „ Drosfaardcn, Schouthetten ende Regeerders „ van de Quartieren van Breda , Bergen op „ Zoom, en Steenbergen zouden worden ge„ fchreven, dat dc Hoog Mog. Heeren Staaten „ Generaal by Refolutie van den 7January 1651 „ hadden goedgevonden en verftaan, dat van „ toen voortaan de Beden ofte de Redemtie van „ dien op het exempel van den voorgaande „ twaalf jarigen Treves zouden worden gehee„ ven over alle de Quartieren van Braband on„ der Haar Hoog Mog. Jurisdictie ftaande, cn„ de zulks mede over het Marquifaat van Ber„ gen op Zoom , Baronnie van Breda ende van „ Steenbergen , en byaldien daar omtrent neg eenige bedenkelykheid zoude mogen overblyveu, zal "dezelve geheel worden weggenomen '-1 ooihet advis van den Raad den 9 Augustus 1651 op een verzoek van de Ingezetenen van de Baronnie van Breda ende het Marquifaat van Bergen op Zoom, om furfeance van de gedreigde executie tot betaling dér Beden ,, aan Haar Hoog Mog. gegeven , want daar in word met zoo veel woorden gezegd, dat by de meergemelde Refolutie van Haar Hoog Mog. was begeerd dat de Raad van toen voortaan de ordinaris Beden, naar het Exempel van den twaalfjarige Treve. de Baronnie van Breda, het Marquifaat van Bergen op Zoom, en het Land van Steenbergen /zoude opleggen en doen betaalen. Tot de voorfz. Beden is dan door geene- Stad inhet Quartiervan Antwerpen iets gecontribueerd, en de reden daar van is niet bezwaarlyk op te fpooren; zo dra namentlyk eene der Steden den Vyand wierd ontweldigd, en onder de magtyan den Staat gebragt, wierden de generaale middelen , zo als men toen fprak , in dezelve ingevoerd en verpagt, dog men ondervond ras dat die Steden niet in daat waren, om de Militie in dezelve Guarnifoen houdende van Serviesgeld , en de Wagten van Vuur en Ligt te L 4 voor-  X s t \ i c 1 ] 1 1 Ziet de Misfiven. van den Baad van 26 Juny 1648, aS January 1649 en u May 1653 58 ZAAKEN VAN oorzien, ais mede om Poorten , Bruggen en ndere Werken te onderhouden , en verdere tedelyke Lasten te draagen, en men was verolgens verphgt om aan die Steden daar toe een ;eJcelte van de inkomden van de middelen of 'enig ander fubfidie toe te leggen Zo vindt men onder andere dat by eene Reolutie van Haar Hoog Mog. van den 24 Maart 'an bet jaar 1590 aan de Magiftraat der Stad keda, en by eene andere van den 3 Novemjer van het jaar 1^92 aan de Magiftraat der Stad krgen op Zoom een gedeelte van het rendenent der generaale middelen is vergund gevorden; En het is vervolgens zeer ligt te begrypen, lat de Steden te dier tvd van het opbrengen van mdere lasten zyn bevryd, en dus ook van het dragen van eenig deel in de zogenaamde Beden of Redemtie van dien zyn verfchoond gebleven. D$ Verpondingen zv tn ':dt Stad Breda nooit ingevoerd, hoe zeer'de Raad van Staate by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 14 Maart 1652 verzogt is geworden dat middel onder andere over "de gemelde Stad in train te brengen , en in de rekening, die begint met den 1 A austus 1653 en verfcheide volgende genarreerd word, dat de Rendant daar oververlchcide remonitrantien zo aan Haar Hoog Mog. als aan Heeren Gecommitteerden uit den Raad gedaan cn gefchreven zoude hebben. De reden daar van is ongetwyfeld deeze, dat by de Capitulatie, waar op de gemelde Stad in den jaare 1637 onder de magt van den Staat is overgegaan, beloofd is, dat aldaar geene meerdere lasten zouden worden gedeld, dan er gedcld waren geweest van den jaare 1500 tot den jaare j 625, immers word daar van in meer dan eene Misfive door den Raad van Staate, boe zeer over een ander onderwerp aan Haar Hoog Mog. gefchreeven, melding gemaakt; ■ ■ Ook  STAAT EN OORLOG. 169 Ook is by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 Mey 1638 nader verklaard, „ dat de ,, Stad Breda zal blyven gcc nérveerd en o-e. „ maintineerd by derzelver Rechten, Privüe„ gien ende Gerechtigheden, gelyk ze dezelve „ heeft genooten voor het jaar 1625, in welk „ jaar die Stad aan den V>and is overgegaan „ en voorts by het geen hun by de Capitulatie „ in het voorleeden jaar is geaccordeerd. Niet te min is nog by Relblutie van den o-emelden Raad van den 23 Oétober 1714 op eene Misfive door den Ontfanger der Verpondingen ter voldoening aan een apoftil van de Kamer in zyne Rekening gefield , aan denzelven Raad gefchreeven, verdaan, „ dat aan de Magidraat der „ Stad Breda zoude worden gelast, dat zy in „ conformiteit van de Placaaten , op den op„ hef der Verpondingen geëmaneerd, opdelf „ en aan den Ontfanger overleevere een behoor" £k. Qll°hier van Verponding over alle de „ Pluizen en Erven binnen haare Stad of „ dat zy binnen 's maands aan den Raad over„ leevere het Octroi, Privilegie of ander deug„ delyk befcheid, uit krachte van het welk de „ Stad Breda zoude vry en exemt wezen van „Verpondingen," dog het antwoord dat de Magidraat van gemelde Stad daar op gefchreven heeft, is buiten finaale dispufitie gebleven. ö En hoe zeer de Kamer te meermaalen gemeend heeft, dat de Verpondingen in de Stad Breda hadden kunnen en behooren te worden ingevoerd, befluit ze daar uit dat by den Raad op de voorfz. Misfive van de Magidraat derzelver Stad daar toe geen ordre is gedeld, dat de Raad te dier tyd op goede gronden van andere gedagten is geweest: ze berust dan. ook daar in tegenwoordig, en oordeelt in allen «evalle zeer bedenkelyk de Ingezetenen van gemelde Stad voor het toekomende te bezwaaren met een last , van dewelke zy omtrent een L 5 hon-  x7o ZAAKEN VAN honderd en vyftig jaaren dadelyk zy bevryd geweest. Hier komt nog by, dat Breda de eenige Stad niet is in dewelke geen Verpondingen ten behoeven van het gemeene Land geheven worden ; alle dé Steden in Vlaanderen zyn in het zelfde geval. By Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 27 February 1676 was wel verftaan, dat in het Resfort van de Generaliteit alomme geïntroduceerd zoude worden eene Verponding over de Huizen en Gebouwen zoo binnen de Steden als ten platten Lande daar die nog niet wasgeïntroduceert , en de Ontfanger der Verpondingen binnen Hulst cn Hulfter Ambagt is by nadere Misfive van den Raad van Staate van den 5 Maart 1678 wel gelast van de Stad Hulst te vorderen en te ontfangen eene fomme van zes honderd een en dertig guldens in redemtie van de ordinaris Verponding op de Huizen en Gebouwen binnen dezelve Si ad; ook is die fomme aanvankelyk met het jaar 1676 tot den jaare 1717 incluis verantwoord, dog by Haar Hoog Mog. Refolutien van den 10 April 1725 en 1 July 1726 is de gemelde Stad, overeenkomltig de voorflag, daar toe door den Raad van Staate in confidentie van het groot verval van derzelver Finantie by Misfive gedaan, van de betaaling van de voorfz. Verponding ontlast cn dezelve gelaaten tot onderftand van derzelver Financie, en by nadere Refolutie van den 18 September 1727'is aan dezelve verleend remisfie van de agtcrftallige Verpondingen. In de Steden Sluis, Aardenburg, Oostburg, Yfcndyk, Philippine en Sas van Gent zyn dezelve nooit betaald , immers niet verantwoord, en wanneer de Raad van Staate in den jaare 1721 by Refolutie van den 31 July aan de Magiftraaten van de gemelde Steden had aangefebreeven, dat niet gevonden wierd, dat zy in eenige jaaren betaald hadden deVerpondingen , waar me-  staat en oorlog. i?i issst ™,fz;'?7 am„s. hoofde zy tor cSl VrwZ?rV CZen' mt wat ^eie Hoofdmannen van Yiëndvb tuaf Bnrgemeeders en Schepenen dTrStid en sT ' pendom van Aardenburg en L\U„t v Che" n^feen Schepenen & het^^S v^nde g« «"Elf V ri8t' ^ *y Sd S geflaeea dit t r VfTP01}d^n zyn aan- auie zouden vXd'enlugSer^ SSt^ van Jg*^ gedaan in het laatde executie e7 daf toen 3ÏT1 ™ tot exem'tie van de%Zr£ vt Z™0^1™* Haar Hoog M0 tï« a VerPond"igen door zonden 3 den 'Raaï £ ff Sï ^ g£" aan hun bekend L °g* V00r 20 vecI cjiend ongetw» ™££SS^* ^ dan dat Haar Édele ere ledenen, deerd zullen ^gefe^te^^ Verpondingen voor l i,' de bewuste voorfz. Steden ketenen van de vermogen en "rmL °° C VM derzdver on* last, en daar ™ï ""f0 eene ondragelvke Haar Hoog Mo" ^f d ? by R« van uitdrukkelyk £dd11 Verpondingen alLnJ~>' dat dü ln te vnerci1 Vrede in deil^i"^''0^. de Binde waai■ tiM8^,^», bet ut m te voeren Verpondingen waren  172 ZAAKEN VAN waren gefchikt, ten eenemaal was vervallen; en dat de gemelde Steden dus van de voorfz. last waren vry gebleven, en dezelve nooit ingevorderd nog beraald. Het effect van die Berigten is wederom geweest, dat die zaak by den Raad is gebleven buiten verdere dispofitie, en dat de Verpondingen in de bovengemelde Steden van Vlaanderen tot nu toe niet zyn ingevoerd. Wat betreft de drie extraordinaris Verpondingen die over het geheele Resfort van de Generaliteit volgens Haar Hoog Mog. Refolutie van den 31 Oclober 1695 hebben moeten worden geheven, waar omtrent de Kamer in haar advis van den 2 Maart 1717 gemeend heeft zonderling in confideratie te komen, of, de exemtie van de Stad Breda van de ordinaris Verpondingen al ten genoegen van Haar Hoog Mog. bewezen zynde, dezelve evenwel niet gehouden zoude zyn de voorfz. extraordinaris Verpondingen te betaalen, oordeeld de Kamer onnodig, om tegenwoordig na dat het gemelde Point voor omtfend zeventig jaaren is gebragt ter kennisfe van de Bondgenooten, en tot nu toe buiten dispofitie gebleven, zorgvuldig te onderzoeken, of de Stad Breda zoiide kunnen worden gerekend gehouden te zyn geweest de voorfz. extraordi ■ naris Verpondingen op te brengen, en zulks niet tegenftaande by Refolutie van Haar Hoog Mog. den 18 Octoberiöyi in conformiteit van het advis van twee 's Lands Advocaaten is verftaan, dat de Stad en Lande van Breda van alle extraordinaire Belastingen zullen zyn en blyven bevryd ende geëximeerd; aangezien het aan de Kamer toefchynt dat het zelve na verloop van zo veel jaaren niet gevoeglyk een onderwerp van deliberatie kan uitmaken. De mindere betaling van de kleine Zegels, te Breda gebruikt wordende, heeft zyn oorfprong in  STAAT EN OORLOG. 173 in eene Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 22 May 1666. na dat in den jaare 1654 het middel van het klein Zegel op de Ordonnantie van den 18 Mey 1635 onder andere in de Stad en Baronnie van Breda volgens iterative Refolutien van Haar Hoog Mog., en laatftelyk die van den 1 July 1653 was ingevoerd , is het zelve middel by eene nadere Ordonnantie gearrefteerd den 21 Mey 1665, met een derde verhoogd. Over de introductie van deeze verhooging heeft de Magiftraat der Stad Breda zig by Requeste aan Haar Hoog Mog. bezwaard, fuftineerende dat zulks aanliep tegen het zesde Art. van de Capitulatie , waar op dezelve Stad in den jaare 1637 onder den Staat was gereduceerd; en daar op is de Burgery van Breda, na dat die Requeste door Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. met eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate was geëxamineerd, by de gemelde Refolutie van den 22 Mey 1666 by provifie van de introductie der voorfz, verhooging ge'éximeerd, voor zo veel haar zulks alleen raakt, en binnen de voorn. Stad voorkomt, zonder meer, en dat ter tyd en wylen, dat de voorfz. Capitulatie nevens het gantfche werk rakende de voor/z. introductie, nader zal wezen geëxamineerd. De Kamer wil hier niet verbergen dat zy op dit Art., immers naderhand van andere gedagten geweest zynde; den Commisfaris van het Klein Zegel op deszelfs rekening over den jaare 1707 gelast heeft by den Raad van Staate aan te houden tot affchaffing van de voorfz. exemtie, waar van dezelve zig ook heeft gekweeten by eene Misüve van den 19 Mey van hetjaar 1708, dog die Misfive is by Refolutie van den Raad van Staate van den 21 derzelver maand commisforiaal gemaakt, eu buiten verdere dispofitie gebleven , terwyl de Kamer gerefumeerd hebbende de grond, waar op haar voorig begrip heeft .berust ,  174 ZAAKEN V A N rust, dezelve tegenwoordig niet van dat gewigt oordeeld, om de Burgerye van Breda , na dat by meer dan eene Refolutie van Haar Hoog Mog. in verfchillende tydperken genomen, de fuflenue van de Magidraat van gemelde Stad uit hoofde van het 6 Art. van de Capitulatie, waar op dezelve in den jaare 1637 is overgegaan, in opzigt van verfcheide onderwerpen gewettigd is van de voorfz- vrydom na een zo langduurig genot te ontzetten. Het middel van den twintrglien Penning van de fuccesfien in adfeendenti ö? collaterali linea, en de veertig/ie Penning van alle Verknopingen en Verbanden van vaste Goederen, zyn in de Stad Breda nimmer ingevoerd. He reden daar van is ongetwyffeld gelegen in het meergemelde 6 Art. van de Capitulatie, waar op tic Stad. in het jaar 1637 onder het Gebied van den Staat is overgegaan, en dit zal te meer buiten bedenken voorkomen als men let, dat ook reeds by Refolutie van den Raad van Staate van den 14 Maart 1642 is verdaan, dat het middel op den Tabak over de gemelde Stad niet zoude worden verpagt, nademaal de Capitulatie mede brengt, dat geene middelen opgedcld zullen worden dan die tn het jaar 1625 zyn opgedeld geweest, en die Capitulatie gehouden moet worden, cn dat by nadere Refolutie van denzelven Raad van den 11 October van het jaar 1717 gelet zynde op het 6 Art. van de voorfz. Capitulatie . als mede op Haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 Mey 1638 hier boven aangehaald, ende dc zoo evengemelde van den 14 Maart 1642, is goedgevonden , dat de impost van Tabak federt de reductie niet geheven , nog binnen Breda in train gebragt zynde, voortaan ook aldaar met zoude worden geheven of verpagt. Met opzigt tot het Diftritl van de Fynaartt en  STAAT EN OORLOG. 175 en de vrydom van den 10/ien en potten Penning waar van het zelve jouïs/eerd, heeft de Ontfanger van die middelen over de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom in den jaare 1713 by gelegentheid dat hem door de Generaliteits Rekenkamer was gelast de voorfz. middelen ook over het voorfz. Didrict te verantwoorden of wel te produceeren valabel bewys, dat het zelve van het betalen van die middelen is exemt, aan den Raad van Staate voorgedragen , dat die van de Fynaart fustineeren van de voorfz. belasting te zyn bevryd gebleven , uit hoofde van het Traclaat tusfchen Prins Maurits van Nasfau en de Ingelanden van den Eilande van Willemdad, waar onder de Fynaart zoude geboren, in den jaare 15S5 gedoten, waar op by Refolutie van denzelven Raad van den 15 Aug. 1713 aan die van de Fynaart is gelast, om binnen den tyd van eene maand aan gemelde Ontfanger over te geven Copie van het Octroi, uit hoofde van het welk zy fustineren de voorfz. vrydom te hebben; of en in hoe verre daar aan is voldaan, is aan de Kamer onbekend ; dog by nadere Refolutie van den Raad van den 12 February 1715 is aan den voorfz. Ontfanger aangefchreven, dat hy tot nader ordre furperfedere met de executie tot invordering van den 2oden en 4oden Penning in de Fynaart ondernomen. En wanneer in het jaar 1743 eene Negotiatie van Lyfrenten onder fpeciaal verband van Goederen , in de Fynaart gelegen, wierd gedaan, is by Refolutie van den Raad van Staate van den 26 September van dat jaar verdaan , dat dewyl de Fynaart tot dien tyd toe het middel van den veertigden Penning niet heeft betaald, het zelve in het voorfz. geval ook niet betaald moet worden. S. 2- É  i?6 ZAAKEN VAN De Kamer heeft naar het voorbeeld van het' geen in het jaar 1717 isverrigt, de Quohieren van de Vèrpfigiingett van de ge-neene ^lid ielen, die over de verfcheide Diftricten van het Resfort van de Generaliteit in het jaar 1784 en 1785 zyn gedaan, welke de laatfte zyn, die aan de Kamer berusten, wederom tegen eikanderen als mede tegen de ondcrfcheide Ordonnantiën op die middelen geëmaneerd, vergeleken, en ook wel bevonden, dat alle die middelen, die over de eene plaats en het eene Land zyn verpagt, niet van gelyke over andere verpagt zyn, omtrent enkelde van die verfcheidenheden zoude ze wel eenige informatie kunnen geven, dan dewyl ze geen deel heeft aan de admmiflratie van de Finantie van de Generaliteit, en daar over nimmer geraadpleegd word, gelyk ze ook daar toe niet is ingelteld , maar dat beduur aan den Raad van Staate door dc Bondgenoten is aanbevolen, heeft de Kamer geen kennis van de Refolutien, die omtrent de invordering ende de verpagting van de voorfz. Middelen van tyd tot tyd by denzelven Raad zyu genomen , cn ze kan vervolgens van alle de bevonden verfcheidenheden geen reden geven, gelyk ze onder anderen ook daarom niet kan oordelen, of en in hoe verre de voorfz Middelen zouden kunnen worden verbeterd, en ze verkiest dan ook wederom even als in het jaar 1717, zig omtrent het een en ander tc refereren tot de kennis van den Raad van Staate , die de Kamer vertrouwt dat uit zyne Registers zeer gcroakkelyk zal kunnen opleveren alle de onderrigting , die omtrent de Quohieren van de Verpagtingen zoude mogen worden vereischt, en door zyne kundigheid van den verfchillenden voet , waar op de gemeene Middelen, die in het openbaar worden verpagt, in de ondcrfcheide Diftricten van het Resfort van de Generaliteit in-  STAAT EN OORLOG. i7~t ingevorderd en geheven worden, als mede van de verfchillende gelegentheid van die en andere Diftricten van het zelve Resfort , en van hei vermogen en de middelen van beftaan van der zeiver Ingezetenen, genoegzaam in ftaat zal zyr om te oordeelen en aan de hand te geven oi en in hoe verre de voorfz. middelen, zo die verpagt als die aangefchreven worden , zouder kunnen worden verbeterd. De Kamer zal hier by alleen voegen, dat de Heeren Staaten van Holland en Westvrieslanc in hunne Refolutie van den 5 Maart 1755, der 10 daar aan volgende ter Vergadering van Haai Hoog Mog. ingebragt, op het voorfz. fubjecl hebben te kennen gegeven dat wel by den „ Raad van Staate in zyne Misfive den 10 Juny „ 1719 aan Haar Hoog Mog. gefchreven, „ was gezegd, dat het Diftrict van de Genera„ liteit zo verarmd en belast was, dateerdei ,, moest gedagt worden om het te foulageeren, „ en dat ook om die redenen de thiende verho • ,, ging in de Meijerye en Quartiere van Braband „ was afgefchaft by Haar Hoog Mog. Refolutie „ Van den 20 September 1724, dog dat daar „ door niet wierd weggenomen, dat de Or,, donnantien zouden kunnen gerevideerd, en „ geëxamineerd of de Middelen tot derzelver „ executie voldoende zyn, en of daar door wel „ eene egale praktyk word gcobferveerd, de„ wyl eene inegale praktyk niet ftrekt tot fou„ laas, maar alleen de Fraudateurs beneficeert, „ en dat voor zoo ver door eene betere prak,, tyk eenig meerder bezwaar aan verarmde „ Diftricten zoude kunnen worden toegebragt, 5i het zelve zoude kunnen worden gereme„ dieerd, door permisfie aan zodanige Difhïc,, ten te geven, om op zekeren voet te compo,, feren , en dat hooggemelde Heeren Staaten „ vervolgens menen, dat dewyl 'er in het Res„ fort van de Generaliteit zekerlyk Diftricten ,, zyn, welke behoorlyke lasten kunnen dra- XIII. Deel. M „ genj By dè Refolutie van Haar HoogMogé van den ao September 1724 zyn loven en behalve» de affchaffing van de thiende verhoging verfeheide rchikkingen tot importantfouiaas van van het Staats Braband beraamd ee vastgefteld*  178 ZAAKEN VAN „ gen , de Middelen van de Generaliteit bui„ ten bezwaar van de verarmde Ingezetenen op „ die wyze zouden kunnen cn behoren te wor„ den verbeterd. §• 3- Na dat in jaar 1717, het verhopen van de Heerlykheden, mitsgaders van de Molens, Hoeven, Landen en Huizen, ter dier tyd aan de ' Generaliteit nog toebehorende, door de Rekenkamer was voorgedragen, en de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering by hun Rapport den 19 Juny van hetzelve jaar uitgebragt, geoordeeld hadden, dat die voorflag behoorde te worden vastgefteld, hebben de Heeren Staaten van de Provincie van Utrecht by Misfive van den 8 Maart van het jaar 1725 om daarby geallegueerde en bekende redenen aan Haar Hoog Mog. in bedenken gegeven, of het niet over tyd en ten hoogde dienftig zoude zyn, dat op het voorbeeld van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland en van de Provincie van Utrecht publikelyk wierden verkogt de Landen, Molens, Huizen, Tienden en diergelyke vaste Goederen en Effecten van den Staat, onder de directie van den Raad van Staate zynde , dewelke door particulieren met meerder zorg ende minder onkosten kunnen worden beheerd, waargenomen en verbeterd, en hebben in aanmerking, dat zy reeds in de jaaren 1715, 1716, 1717 en 1718 daar over fericufe reprefeutatien hadden gedaan , met te meer aandrang verzogt, dat de voorfz. zaak na zoo lange deliberatien in diervoege mogte worden by de hand genomen, dat daar op zoo ras doenlyk mooge volgen eene Refolutie, overeenkomende met het ware interest van de Republiek ; die Misfive den 19 derzelver maand ingekomen en gefield zynde in handen van de Heeren Haar Hoog 1 Mog.  STAAT EN OORLOG. m Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de Finantie om met eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van de Staate te examineren en de Belögnes ten fpoedigde voort te zetten, heeft gemelde Raad by Misfive van den 22 daar aan volgende, ter Vergadering van haar Hoog Mog. ten zeiven daage ingekomen, kennis gegeven, dat niet alleen daar over ook reeds zyne gedagtcn had laten gaan, maar ook op den 2 daar te voren, en nader op den vorigen dag van de Rentmeesters der Domeinen en Geestelyke Goederen gerequireerd fummiere Lysten van alle Molens, vaste Goederen en Tienden het gemeene Land toebehoorende, als meede eene opgaaf van het geen ieder Perceel in tien jaren bevorens by verpagting gerendeerd had, als mede van de onkosten die op ieder Perceel jaarlyks vallen, met verdere betuiging, dat gereed was daar over met de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden aanftonds in Conferentie te treden, en reeds op den 18 May van het zelve jaar is by den Raad van Staate nader gerefolveerd , dat dewyl de voorfz. vaste Goederen niet allezyn van eene en dezelfde natuur, de eene meer, de andere minder voordeel opbrengende, en ook omtrent de verkoping van de eene meer bedenkelykheid vallende, dan omtrent de verkoping van de andere, in de Conferentie met Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. te houden , van wegens den Raad zoude worden voorgedragen , dat tot eene proeve een begin zoude kunnen worden gemaakt met het verkopen der Tienden in de- Baronnie van Breda, en dat die verkoping zoude kunnen worden gedaan door de Heeren Gecommitteerden van den Raad tot de Verpagting der Tienden, met verzoek dat haar Hoog Mog. den Raad daar toe gelieven te authorifercn, even gelyk dezelve by Refolutie van den 6 April 1699 was geauthorifeerd geweest tot het verkopen van de Molens en M 2 Hos-  jSo zaaken van Hoeven , zonder nogtans , dat dezelve verkoping met vrugt heeft kunnen worden gedaan; voorts zyn de Heeren Gecommitteerden tot de verpagting der Tienden daar by verzogt en geauthorifeerd , om de voorfz. authorifatie by Haar Hoog Mog. verleend zynde, de voorfz. Tienden in de Baronnie van Breda te verkopen , als meede om geduurende hun aanweezen te 's Hertogenbosch zig te informeeren , of 'er meerder gelegentheid zoude wezen dan te voren , om met vrugt te onderftaan de verkoping der Molens en Hoeven en andere vaste Goederen in de Meijerye van 's Hertogenbosch voorfchreven. Op dit voorftel zoude een ieder ongetwyffeld verwagten, dat ten minlten de voorfz. Tienden zouden zyn verkogt geworden ; dan geenzints , de Conferentie by de gemelde Refolutie van Haar Hoog Mog. gedecerncerd, is niet gehouden, ten minden daar van is geen rapport gedaan , veel min nog over het voorfz. onderwerp eenige Refolutie genomen, en niet alleen de Molens en Hoeven maar zelfs de Tienden in de Baronnie van Breda zyn onverkogt gebleven; men zoude byna denken, dat FJaar Hoog Mog., en in het byzonder de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht niet tegendaaude hunne betoonde iever zig te vrede gehouden hebben met de bereidwilligheid van den Raad van Staate. Sedert dien tyd egter is aan het voordel door de Rekenkamer in het jaar 1717 gedaan , en aan de indantien van de Heeren Staaten van Utrecht zo even voorgedragen, gedeeltelyk voldaan. De Hoeven. voor zo verre die niet reeds van tyd tot tyd in een altoosdurende Erfpagt waren idtgegeven, zyn alle in het jaar 1740 ingevolge de Refolutien van den Raad van Staate van den 24 Augustus cn den x September van dat jaar publiek verkogt.  STAAT EN OORLOG. 1S1 De meeste Molens, zo niet alle, zyn fuccesfivelyk naar maate dat zig daar toe gegadigdens hebben opgedaan, verkogt of in altoos durende Erfpagt uitgegeven, van genoegzaam alle de ianderyen uitgezonderd die in de Landen van Overmaze zyn gelegen, zyn aanvankelyk met het jaar 1750 van tyd tot tyd op de minst kostbare wyze publique verkopingen aangelegd, en dadelyk verkogt die geene , dewelke tot eene convenabele prys gelopen waren; zo dikwyls zig tot het kopen van een of ander Perceel Gegadigdens opdoen, worden dezelve nog dagelyks afgezet , en de Kamer vertrouwt , dat de Raad van Staate daar meede zal continueren, en wanneer in het vervolg weder geoordeeld zoude mogen worden, dat met eenig fucces eene openbare verkoping van de nog overige Partyen zoude kunnen worden aangelegd, eene proeve daar van nemen. De Penningen, die van de verkogte hoeven, molens en Ianderyen zyn geproveniecrd , zyn altoos ten behoeven van de Comptoiren der Geestelyke Goederen, tot dewelke de verkogte Percelen hebben behoord, aangelegd in Obligatïen ten laste van het Comptoir Generaal van de Unie , en de Penningen daar voor aan het zelve gefourneerd, onverwyld gebruikt tot losfing van andere Obligatien ten laste van het zelve lopende. Van de hutzen, die aan het Land hebben toebehoord, zyn veele van tyd tot tyd verkogt, zo dat, voor zo veel de Kamer heeft kunnen nagaan, geen meerder overig zyn,dan een Huis te 's Hertogenbosch, het welk voor dertig guldens jaarlyks word verhuurd, en behoord tot de Goederen van zeker Beneficie in Baxchoor, dewelke door den Rentmeeder der Episcopale Goederen in de Stad en Meyerye van 's Hertogenbosch worden geadminidreerd, Eenige weinige Woningen voor Predikanten M 3 en  i8a ZAAKEN VAN en Schoolmeefters in Vlaanderen en het Marquifaat van Bergen op Zoom, en de Huizen gefchikt tot Woningen voor Gouverneurs , Commandeurs, Majors en andere Bedienden in de meefte Frontier-Steden van den Staat; De Kamer ziet geen reden, waarom deeerstgemelde Huizing niet zoude kunnen worden verkogt: En de Woningen voor de Predikanten en Schoolmcefters, waar van het onderhoud telkens voor eenige jaaren publiek word aanbefteed, zouden mogelyk aan de Gemeentcns in iedere Plaats op convenabele Conditiën kunnen worden overgedaan, en aan die Gemeentens eene jaarlykfche fomme voor huur van de nodige Woningen betaald, gelyk in de meefte Plaatfen vooral in de Meyerye van 's Hertogenbosch gefchied; de Kosten van het onderhoud der Huizen, in de derde plaats gemeld, zyn van meerder aanbelang, en het zoude waarfchynelyk voordeelig voor het Land zyn dezelve te verkoopen, en aan de Officieren en Bedienden, voor dewelke ze tot Woningen gefchikt zyn, een convenabele fomme voor huishuur toe te leggen, dog het komt aan de Kamer bedenkelyk voor, eensdeels of wel overal Gegadigden zouden worden gevonden om dezelve te koopen , in aanmerking dat verfcheide Huizen, als te groot zynde, aan weinige zullen convenieeren, anderdeels of ingevalle die Hutzen verkogt wierden, de Gouverneurs en Commandeurs in alle Plaatzeu wel bekwaame Huizen te huur zouden vinden, waarom dan ook de Kamer van gedagten is, dat de Raad van Staate zoude behooren te worden verzogt, om te overweegen , wat gevoeglyk met de voorfz. Huizen zoude kunnen worden gedaan , en daar omtrent na gedaan onderzoek en ingenomen informatien zodanig te disponeeren, als ten meeden diende en voordcele van den Landen oirbaar zal vinden. Dan  STAAT EN OORLOG. 183 Dan de Tienden en Heerlykheeden zyn als nog onverkogt. In het jaar 1717 heeft de Kamer voor het verkoopen der Tienden niet geadvifeerd, om dat dezelve een liquide inkomen uitmaken, en aan zoo veele lasten en inconvenienten, als andere vaste Goederen niet onderhevig zyn; hier by komt nog dat derzelver rendement verbeeterd, naar maate de prys der Graanen ryst; en die verbetering is aanmerkelyk, als men vergeiykt het geen dezelve nu opbrengen tegen het geen ze opgebragt hebben omtrent het jaar 1717; dit word in het advis van de Kamer aan de extraordinaris Vergadering in het zoo evengemelde jaar gegeven , begroot op omtrent tachtig duizend guldens jaarlyks, en in het jaar 1784 zyn dezelve verpagt voor ruim een honderd en drie duizend guldens, zonder te rekenen de dominiaale Tienden , en zelfs de Geedelyke Tienden in de Landen van Overmaze, die onder de begrooting, in het jaar 1717 gedaan , ook niet begrepen zyn. Dit rendement is daar en boven zoo aanzienlyk, dat het bedenkelyk is of wel Gegadigden genoeg zouden gevonden worden, om ze te koopen; zekerlyk zoude men niet veel te gelyk te koop moeten prefenteeren. Daar tegen zyn de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. tot de zaaken van de extraordinaris Vergadering, by hun rapport den 19 Juny 1717 gedaan, van advis geweest, dat de verkooping onder andere ook van de Tienden zoude behooren te worden vastgedeld; en hoe men daaromtrent in het jaar 1725 gedagt heeft, is hier boven reeds aangetekend. Voor de verkooping zoude tegenwoordig nog kunnen worden gcallegueerd , dat de Tienden merkelyk zyn bezwaard door het Placaat van Haar Hoog Mog. van den 16 January van het jaar 1778 waar by gedatueerd is dat het bouwen, vernieuwen , repareeren en onderhouden der M 4 Ker-  j84 ZAAKEN VAN Kerken ten platten Lande en van de daar aan vast zynde Gebouwen met al het geen daar toe behoord , niets uitgezonderd, mitsgaders van de Torens en van de Tiendklok, is een last leggende op de Gceftelyke Tienden. Ook zyn de kosten, die op de verpagting jaarlyks vallen, zeer merkelyk; dezelve bedragen over de Tienden in de Barronnie van Breda en Meyerye van 's Bosch eene fomme van iets meer dan een duizend en drie honderd guldens, zonder nog te rekenen de ranfoen Penningen tot eenen halven Huiver van de gulden, die een emolument uitleveren voor de Heeren Gecommitteerden van den Raad , die de verpagting doen en 's Lands Rentmeefters; daar en boven bedraagen de daggelden van de Heeren Gecommitteerden van den Raad en dc ver-, dere kosten op die commisfic vallende jaarlyks ) eene fomme van twee a drie en twintig honderd guldens, Het is waar , de voorfz. Tienden zouden kunnen worden verpagt door 's Lands Rentmeefters , gelyk in Vlaanderen en te Maftricht om het andere jaar gefchied, en dan zoude de commisfic , die daar toe by den Raad jaarlyks word gedecerneerd, indien dezelve tot geen andere einden is gefchikt, het geen aan de Kamer onbekend is, kunnen worden afgcfchaft; waar door het Land niet alleen zoude profiteeren dc kosten op het bekleeden van die commisfic vallende, maar nog ruim negen honderd guldens , die voor leges aan de Heeren Gecommitteerden betaald worden , en begrepen zyn onder de onkosten op de verpagting vallende , als mede het geen die .Heeren uit de rantfoen Penningen genieten, het welk dan aan het Land zoude moeten worden verantwoord. Omtrent bet verkoopen van Heer lyk^e den heeft zedert het jaar 1717 by den Raad van Staate geen deliberatie plaats gehad. In de Refolutie van de Heeren Staaten van Hol-.  STAAT EN OORLOG. 185 Holland ende Westvriesland van den 5 Maart 1755 word op den voordag, door de Generaliteits Rekenkamer in den jaare 1754, gedaan, om de Domeinen, te weeten de Heerlykheden, Molens &c. te verkoopen, tot elucidatie gezegd, „ dat in de jaaren 1657, 1658, 1659, 1660 en i6ét daar over al deliberatien zyn „ gevallen, dat den 6 Juny 1658 de verkoo„ ping gearredeerd , den 11 November 1659 „ eenige verkogt, en den 24 September 1660 „ gerefolveerd is "eenige verder te verkoopen, „ dog den 21 September 1661 wederom ge,, fureheerd om een different, zoo als het in „ de Notulen van Haar Hoog Mog. voor„ komt, tusfchen Haar Mog. en den Raad „ van Staate, fudineerende den Raad, dat het B, zelve alleen ten overdaan van hem gefchie„ den moest. De* Kamer is als nog van gedagten, dat het verkoopen der Heerlykheden zeer voordeelig zyn zoude, en zulks niet alleen om de bekende en te meermaalen geallegueerde redenen , maar ook om dat het gemeene Land uit die Heerlykheden niets trekt, en ze oordeelt het daarom de moeite wel waardig in eenig meerder detail te treden van de deliberatien in de voorfz. Refolutie van Holland aangeroerd, en daar by te voegen het geen verder op dat fubject tot haare kennis is gekomen. Na dat den 15 July 1655 ter Vergadering van Haar Hoog Mog. gelezen waren zekere lysten van de verpande Heerlykheden, is de Raad van Staate den 10 November 1657 verzogt ten fpoedigde te willen procedeeren en doen procedeeren, tot aflosfing van de verpande Heerlykheden ende andere Goederen, gelegen in het Resfort van de Generaliteit, en dat voor de penningen daar voor dezelve zyn verpand , ende voorts te willen doen opdeden en aan Haar Hoog Mog. laaten toekomen de conditiën ende voorwaarden, daar op de voorfz. Heerlykheden en de M 5 Goe,  i86 ZAAKEN VAN Goederen, of een gedeelte van dien ten meeften oirbaar van den Lande zouden kunnen worden verkogt; De Raad heeft daar op by Misfive van den 20 May 1658 aan Haar Hoog Mog. overgezonden een dubbeld van de voorwaarden en de conditiën, waar op by denzelven verkogt zouden worden verfcheide Heerlykheden en Jurisdictiën in de Meyerye van 's Hertogenbosch, mitsgaders eene Memorie van zodanige Heerlykheden, als men eerst zoude mogen verkoopen; en vervolgens is by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 6 Juny daar aan volgende verdaan, dat de Heerlykheden en Jurisdictiën , te verkoopen voorgellagen , ten overdaan van eenige Heeren uit Haar Hoog Mog. Vergadering en den meergem. Raad van Staate refpecdivelvk te comiteeren , verkogt zullen worden op de overgezonden conditiën en voorwaarden , die daar by met eenige kleine veranderingen zyn gearredeerd, en is de Raad verzogt alles te prepareren, het gunt ter bevordering van de voorfz. verkoping zoude mogen drekken. Den 28 December 1658 is ter Vergadering van Haar Hoog Mog. ingekomen eene "Misfive van den Hoog Schout der Stad en Meijerye van 's Hertogenbosch, die alhier verdiend genoteerd te worden, by dewelke hy aan Haar Hoog Mog. heeft kennis gegeven, dat hy derzelver Hoogheid en Heerlykheid in de te voren beleende cn toen afgeloste Heerlykheden bewaard had , voor zoo veel het crimineel en arbitraal gezag aldaar concerneert, en dat hy dienvolgens de Vorders der voorfz. plaatzen den behoorlyken eed had afgenomen , en de Schepenen aldaar aanbevolen alle regtsplegingen te doen op den naam van Haar Hoog Mogende. In het volgende jaar 1659 hebben dc PandHeeren van de Heerlykheden Deunic, Berlieum met  STAAT EN OORLOG. 187 met Middelrooi , Nieuwland en Vlierden zig aan haar Hoog Mog. ge- addresfeert en verzogt die Heerlykheden te mogen redimeren en vrymaken, waar omtrent de Raad op den 11 May van het gemelde jaar is verzogt om door de Heeren , die eerstdaags zouden gaan op de verpagting der Tienden in de Meijerye van 's Bosch , zig pertinentelyk te doen informeereu op de tauxatie en de estimatie van de waardye der voorfz. Heerlykheden , om daar van rapport gehoord , nader des aangaande gerefolveerd te worden ; en is daarby tenens verdaan , dat middelerwyl van alle dezelve Heerlykheden, gelyk van andere, het crimineel zal blyven aan den Hoog-Schout , ende het civiel onder den Quartier-Schout. Vervolgens is de Raad by Refolutie van den 11 November 1659 verzogt en geauthorifeerd om met de Pand-Héeren der voorfz. Heerlykheden ten meesten profyte van den Lande te handelen, en die Heerlykheden aan dezelve in koop over tc laten, dog voor niet minder dan dezelve waren getauxeerd, ende dat alles zonder dat het ten reguarde van andere Heerlykheden in confequentie zoude mogen worden getrokken. In het jaar 1660 heeft de Raad van Staate by Misfive van den 26 Augustus aan Haar Hoog Mog. kennis gegeven, dat bevorens door hoogstderzelver ordre van de verpanding waren afgelost de Heerlykheden Deurne, Berlicum met Middelrode , Vlierden , Nieuland , Helvoirt , Esch , Oerle , Merefelthoven , Dommelen , Bergeyck , Nunen , Gerwen ende Wetten in de Meijerye van 's Bosch, daar aan eene merkelyke fomme gereed geld was gegeven en dat daar van alleen verkogt waren de eerde vier, terwyl men van de andere zeer weinig voor het Land was trekkende, en heeft vervolgens in bedenken gegeven of Haar Hoog Mog. niet zouden goedvinden , dat men ook de andere pu-  188* ZAAKEN VAN publikelyk zoude verkopen op de Conditiën vermeld in haar Hoog Mog. Refolutie van den 6 Juny 1658, wanneer de verkoping ook was gerefolveerd , dog daar na weder opgehouden. Waar op den Raad den 24 van de volgende maand September is verzogt alle de voorfz. Heerlykheden publikelyk , ende niet onder de hand te doen verkopen volgens en in conformiteit van gem. Conditiën. In het volgende jaar 1661 op den 22 September ter Vergadering van Haar Hoog Mog. geëxhibeerd zynde zeker gedrukt Billet, waarby van wegens den Raad van Staate, ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutien van den 2 January en 6 Juny 1658, mitsgaders van den 24 September 1660 te koop wierden gefteld verfcheide Heerlykheden, Molens, Huizen, Hoeven en Landen, gelegen in de Meyerye van 's Bosch, is na gehouden conferentie met eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate op het voorfz. fubject den volgende dag gerefolveerd , dat de voorfz. verkooping gedaan zoude worden ten overdaan van eenige Heeren Gedeputeerden uit het midden van Haar Hoog Mog. Vergadering met ende nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den welgem. Raad van Staate, waar toe op de volgende 27 vier Heeren benoemd zyn, na dat in dezelve Refolutie was vastgedeld, dat de Heeren Gedeputeerden uit het midden van Haar Hoog Mog. vergadering ende den Raad van Staate zullende vcrfcheinen op de verkooping van de bewuste Heerlykheden ende Goederen, dezelve Heerlykheden ofte Goederen niet zullen vermogen te koopen door hun zeiven ofte door andere directelyk ofte indirccdelyk in geenerhande manieren, Dog tegen die Refolutien heeft de Raad zig met veel ernst verzet, zynde ten dien einde en corps verfcheenen in de Vergadering van Haar Hoog Mog. cn met de redenen daar toe dienende  STAAT E^J OORLOG. 189 nende verzogt, dat de voorfz. twee Refolutien in zo verre zouden worden gealtereerd, dat het doen der voorfz. verkooping alleenlyk ende privativelyk aan den Raad ingevolge van deszelfs Inftrucdie ende opgevolgde praktyk gelaaten werde. Vervolgens heeft de Raad de redenen door hem mondeling voorgedragen op het herhaald verzoek van Haar Hoog Mog. in eene Misfive vervat , die den 19 Oótober ter Vergadering van Haar Hoog Mog. is ingekomen, en te dier tyd geen ander gevolg heeft gehad , dan dat op den 21 van dezelfde maand October is gerefolveerd,dat met de geprojecteerde verkooping der Heerlykheden en Geedelyke Goederen zoude worden gefuperfedeerd tot nader ordre van Haar Hoog Mogende; Dog naderhand heeft de Raad zig daar over by gelegenheid, dat zeer zwaare reparatien aan de Molens van Son en Hooidonk moeden worden gedaan, in den jaare 1663 nader aan Haar Hoog Mog. geaddresfeerd, en eindelyk by Misfive van den 10 January 1664 verzogt te mogen verdaan Haar Hoog Mog. goede meninge ende intentie nopens het repareeren of verkoopen van 'de voorfz. Molens, als mede dat afgedaan moge worden de furfeance, dewelke Haar Hoog Mog. omtrent het verkoopen van eenige geloste Heerlykheden in het gemeen, by hunne Refolutie van den 21 Oc- ■ tober 1661 goedgevonden hadden te hiterjec-, teeren, En daar op is de Raad by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 17 January 1664 geauthorifeerd, om de verkooping niet alleen van de voorfz. Molens, maar ook van de Geestelyke Goederen by provifie ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutie van den 24 September 16Ö0 door Gecommitteerden uit den haren ter bekwamer tyd te laaten doen, alzo Haar Hoog Mog. onnodig agten eenige Gedeputeerden uit den  igo ZAAKENVAN . den haren daar by te voegen, en wyders zyn de defecfueufe Provinciën verzogt zig op de verkooping van de afgeloste Heerlykheden ten fpoedigde te willen verklaaren. Dog hier by is het, voor zoo veel aan de Kamer bekend is, verbleven, immers tot nu toe geene Refolutie op het verkoopen der geloste Heerlykheden genomen. Integendeel is op den 30 December 1677 by den Raad van Staate gerefolveerd, dat voortaan de zaak zoo veel doenlyk daar heen zoude worden gedirigeerd zoo by Haar Hoog Mog., als by de Provinciën, en wyders daar zulks vereischt zoude worden , ten einde geene Heerlykheden ofte Heerlyke Goederen , gelegen onder het resfort van de Generaliteit werden verkogt ende veralieneerd om wat redenen, en onder hoedanigen prstext het zelve zoude mogen zyn, inzonderheid niet aan eenigePaapsgezinden. Of nu de Heerlykheden, die de Raad by Misfive van den 26 Augustus van hetjaar 1660 aan Haar Hoog Mog. gefchreeven heeft, dat van de Verpanding gelost waren, alle de Heerlykheden zyn , die verpand zyn geweest, dan of 'er nog meerder zyn, die nog gelost zouden kunnen worden, is aan de Kamer onbekend, gelyk mede of onder de overige Dorpen in de Mcyerye van 's Hertogenbosch, die niet aan byzondere Heeren toebehooren, eenige gevoeglyk zouden kunnen worden verkogt. Zeker is het, dat, behalven de hier voor gem. geloste Heerlykheden, aan den Staat ook toebehoord de halve Heerlykheid van Oirfchot, als mede de halve Heerlykheid van Hilvarenbeek, Diesfen, Riel en Wedelbeers , en dat een en andermaal aanzoek gedaan is om dezel • ve in koop over te nemen. Daar en boven heeft de Heer van Nuland in het jaar 1671 aan Haar Hoog Mog. verzogt, dat ze uit haare Souveraine magt by de voorfz.  STAAT EN OORLOG. 191 voorfz. Heerlykheid en de Parochie van Nuland wederom volkomentlyk zouden willen voegen het gehugt en de uithoek van Heeze, met alle Jurisdictiën ende Gerechtigheden daar aan competeerende, of wel de geheele Heerlykheid van Rosmalen met alle Jurisdictiën aan dezelve annex,by koop ofte anderzints aan hem laaten toekomen. En de Raad, wiens advis daar op is gevraagd, heeft tegen het voorfz. verzoek niets anders geallegueerd, dan dat oordeelde by die conftitutie van tyden niet geraaden zoude zyn eenige Heerlykheden in de Meyeryevan's Bosch te verkoopen ofte te demembreeren in het geheel ofte ten deele, en dat men in allen gevalle eerst behoorde af te wagten de Refolutien van de gemeene Bondgenooten op het verkoopen der Heerlykheden voor dezen aangenomen in te brengen, overeenkomftig welk advis het voorfz. verzoek dan ook by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 November 1671 is gedeclineerd. Voor het overige kan men niet nalaaten te remarqueeren, dat uit de voorfz retroactablykt, dat in alle de Heerlykheden aan het Land toebehoorende het crimineel behoord tot het Ampt van Hoogfchout over de Stad en Meyerye van 's Hertogenbosch, en het civile tot de Ampten van Quartierfchout, en dat vervolgens by aldien die Heerlykheden met het hooge gerecht wierden verkogt, de voordeden van den Hoogfchout, en in allen gevalle die van de Quartierfchouten daar door zouden verminderen. Waarom eene zonderlinge opmerking verdient het geen de Raad van Staate by zyne bovengemelde Misfive van den 18 October 1661 onder andere ter kennis aan Haar Hoog Mog. gebragt heeft, dat zedert het drukken van de Conditiën en de Billetten op het ftuk van de verkooping der Heerlykheden, aan den zeiven zyn voorgekomen eenige propofitien uit den naam  192 ZAAKENVAN naam van eenige Regenten van die Heerlykhe* den, ten einde om met den Raad by form van redemtie te mogen handelen over de afgeloste Pandpenningen, ofte over den eigendom van die rieerlykheden zelfs, voegende den Raad daar by, ,, dat zulks oordeelde van zeer groo„ te confideratie te zyn, en dat met zodanige „ handeling wel ligt een goed expediënt zoude „ kunnen worden uitgevonden , om aan de „ eene zyde de Financie met eene redelyke „ fomme weder te dyven tegen het verfchot „ tot aflosfmg der Heerlykheden gedaan, ende „ aan de andere zyde alle die partyen zouden „ kunnen blyven geünieerd onder de Domei„ nen , gebragt aan de directie van den „ Hoogfchout ende de Quartierfchouten re„ fpectivelyk." Daar cn boven worden de, Sc'cretarisfen in de voorfz. Heerlykheden, voor zo verre die niet erffelyk zyn, gelyk 'er fommige zyn, als mede de Vorders aangedeld door Haar Hoog Mog., die dan ook van die begeevingen door het verkoopen der Fleerlykhcden zouden worden ontzet. Eindelyk oordeeld de Kamer niet te moeten verzwygen , dat de Schepenen, Gezworens, en Raaden der Stad 's Hertogenbosch in den jaare 1658 by Misfive van den 6 Juny , den S daar aan volgende ter Vergadering van Haar Hoog Mog. ingekomen, hebben gefudineerd , dat de voorgenomen verkoopingen en alienatie van eenige Heerlykheden, Dorpen , Chynfen, Landen, ende Goederen niet zouden mogen gefchieden, als drydig met de generaale Privilegiën van Braband, die niet zouden toe laaten dat de Prins van den Lande eenige Heerlykheden hebbende hooge , lage of middele Jurisdictie, Dorpen, Chynfen, Landen, Bosfchen, Beemden en diergelyke Goederen, aan de Domeinen van den Prinfe refpeétivelyk toebehoorende, verzette of verkoope, ten zy met expres  STAAT EN OORLOG.- 193 expres confent ende vryvvillige toeftemming der Leden en de Hoofdlieden van Braband. Wel is waar, dat Haar Hoog Mog. by Refolutie van den 15 derzelve maand hebben verklaard, dat de Privilegiën by gem. Schepenen, Gezworens en Raden der voorfz. Stad geallegueerd, het voorfz. fubjecl: gansch niet concerneren , nog raken , en daarom aan dezelve wel erndelyk belast, dat ze hun met de voorfz. verkopinge geenzints zullen hebben te bemoeyen, veel min dies aangaande eenig gewag te maken of te fprekcn van eenige proteftatien ofte anderzints , op dat Haar Hoog Mog. niet genoodzaakt werden daar tegen te voorzien. Dog des niet te min zyn 'er naderhand twee advizen gegeven, het eene alhier in den Haag den 16 November van het gem. jaar 1658 door negen van de meest gerenommeerde Advocaten, en het andere te Utrecht den 7 November van het volgende jaar 1659 door vier Advocaten, welke beide gevonden worden in het tweede deel van de Utrechtfche confultatien, waar by de voorfz. fustenue van Schepenen , Gezworens en Raaden der Stad V Bosch insgelyks word gevoerd en geadftrueerd, waar over de Kamer zig zal onthouden eenig oordeel te vellen , maar zulks aan de Bondgenoten en de Heeren derzelver Gedeputeerden over laten. §• 4- De Refolutien van Haar Hoog Mog. by dewelke vastgedeld is , dat alle canonipjen en Geest elyke Beneficiën, ter collatie van hoogstdezelve ftaande, niet zullen worden begeven, maar dat derzelver inkomden zullen blyven ten voordeele van de Geestelyke Comptoiren, zyn zedert veele jaren naauwkeurig geobferveerd, zoo dat tegenwoordig geen eene van die canonifyen of andere Beneficiën begeven zyn, en XIII. Deel. N . de  194 ZAAKEN VAN dc inkomden van alle dezelve by het Land genoten worden, en vervolgens komt het aan de Kamer onnodig voor , dat die Refolutien wierden vernieuwt, of verdaan dat van dezelve om geene redenen zoude mogen worden afgegaan. S- 5- Het middel van het klein Zegel van de Generaliteit rendeerdt nog niet meer dan omtrent dertig duizend guldens , en de Kamer is nog van gedagten , dat het zelve zeer gevoeglyk kan en behoord te worden verbeterd. Tot betoog daar van zal alleen behoeven te worden gezegd, dat volgens de Ordonnantie, naar dewelke het zelve word gecollecteerd, en die gearrefteerd is den i November 1695, het hoogde Zegel dat tot Ordonnantiën, Aften van verzoek op de refpective Provintien, of eenige andere Aften, waar by eenige betalinge word geordonneerd , is van vier en twintig duivers. dat tot Commisfien van Ampten en Bedieningen geen hoger Zegel bekend is , dan van een honderd en vyftig'guldens, dat alle Testamenten, Codicillen, Aften van Donatie ter zake des doods cn generalyk allerhande foorten van uiterden wille , zonder eenig reguard te nemen op de gegoedheid van de testateurs, of op de grootheid van de fomme van Penningen, die gedonatcerd word, moeten worden gefchreven op een Zegel van agt en veertig duivers, waar van nog uitgezonderd worden die van Ouders ten behoeven van hunne Kinderen welke kunnen voldaan met een Zegel van vier en twintig duivers. En dat het hoogde Zegel, het welk tot minuten van Obligatien als mede tot minuten van Huurccdullen moet worden gebruikt, is van twaalf duivers. Hier komt nog by, dat de Commisfaris van het  STAAT EN OORLOG. i95 het voorfz. middel met den geene die deszelfs Comptoir waarnam , by Refolutie van Haar Hoog Mogende van den 20 September 1769 gecommitteerd en geauthorifeerd zynde geweest om op den voet en in conformiteit van den inhoud der Ordonnantie, den 2 November 1695 geëmaneerd, in het DidricT: van de.Generaliteit, en alomme ter plaatfe, daar de omHandigheden en 's Lands nut • zulks zonden mogen vereisfchen, te mogen nemen zodanige informatien en perquifitien als diendig en nodig zoude oordeelen om na te fpeuren de fources der_misbruiken, die hy had voorgedragen met opzigt tot het voorfz. middel te zyn ingeflopen , op den 18 April van het jaar 1771 aan Haar Hoog Mogende heeft overgeleverd een verbaal en rapport van zyne bevinding , en hoedanig hy had ondekt, dat de ordonnantie en opgevolgde Publiqatien alomme wierden gepraclizeerd en geobferveerd, als mede eene Memorie van de gronden , redenen en motiven, Waarom hy van oordeel was, dat in de Ordonnantie in veele opzigten notable veranderingen, verbeteringen en vermeerderingen zouden behoren gemaakt te worden, gelyk hy dan ook daar by heeft gevoegd een concept Placaat en Ordonnantie , volgens welke het voorfz. middel zoude kunnen worden gecollecteerd, Alle welke Stukken ten zeiven dage zyn gefield in handen van de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van het klein Zegel , om met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate te vifiteren en te examineren, dog het zelve is tot nu toe buiten eenig vervolg gebleven. Daar en boven zoude omtrent de adminidratie van het voorfz. Zegel, en de Bedienden, die tot het teikenen en kloppen der Zegels worden gebruikt, naar de gedagten van de N 2 Ka-  I96 ZAAKEN VAN Kamer wel eenige menage kunnen worden aangewend. de Commisfaris geniet voor Trac tement jaarlyks . • . ƒ1000 o o het welk by Refolutie van Haar Hoog Mogende van den 31 October 1686 verhoogd is met . . aoo o o voor huishuur jaarlyks . . 200 o o en wegens verfchot der Materia len om de fubftantie te maken, waar mede het Papier word geplakt waar op het Zegel word geüagen, mitsgaders voor brand en ligt , nog jaarlyks .... 200 o o en dus te zamen eene fomme van .... .ƒ1600 o o deze fomme komt aan de Kamer voor een ruime beloning met betrekking tot het beloop van den ontfang, en dewyl daar en boven tot het flaan van het Zegel geen pap meer word gebruikt , dan alleen by de Francynen , vermeent de Kamer dat de laatst gemelde toeleg aan de opvolgers van den tegenwoordigen Commisfaris niet zoude behoren te worden goedgedaan. Voor verdere vermindering advifeert de Kamer niet, om dat de ontfang, hoe zeer niet groot, evenwel vry lastig is, en in het byzonder niet voor het intrekken van de huishuur, om dat de Commisfaris verpligt is voor de Bedienden van het Zegel een vertrek te verzorgen tot het teikenen en kloppen der Zegels. daar en boven word ten behoeven van de Zégelkloppers voor leverantie van Papier, dienende tot uitllag van de Zegels , of zo als in vroegere rekeningen gevonden word , tot de ruiten, daar het klein Zegel op geflagen word, jaarlyks geleden als van ouds eene fomme van zes en zestig guldens, dog vermits het Zegel niet  STAAT EN OORLOG. 197 niet meer op ruiten geflagen word dan alleen by Francynen, en deze, voor zo ver buiten den Haag gebruikt worden, door de Kloppers worden geleverd op een voet, dat zy daar op winst hebben en dus de Papiere ruiten ligt kunnen bekostigen , zoude die post wel kunnen worden verminderd met zestig guldens, zo niet geheel ophouden , vermits de Papieren ruiten alleen behoeven verzorgd tè worden voor de Francynen , waar op het Zegel alhier in den Haag geflagen word, en in beide de gevallen zoude zulks by het overlyden van elk der tegenwoordig in leven zynde Kloppers voor een vierde behoren ftand te grypen; voorts word aan een Contrarollcur en aan een Teikenaar van het klein Zegel, aan ieder betaald eene fomme van zeven honderd guldens , en aan vier Kloppers ieder eene fomme van vyf honderd guldens voor jaarlyks Tractement, en daar en boven is 'er nog een Teikenaar en Didributeur van het Zegel alhier in den Haag, die daar voor boven het profyt op het Papier, voor ieder vel van het welk hy ontfangt drie duiten , op den voet van het 60 Art. van de Ordonnantie, geniet den twintigden Penning van de Zegels door hem gedidribueerd, het welk over het jaar 1785 bedragen heeft ruim drie honderd guldens. Nu zoude by het overlyden van denzelven het teikencn en didribueren van de Zegels in den Haag zeer wel kunnen worden gedemandcerd aan den Teikenaar van het klein Zegel, en daar door by het Land geprofiteerd het colleclloon van de gedidribueerde Zegels, en het getal der Zegelkloppers zoude zeer gemakkelyk op twee kunnen worden verminderd, want in het jaar 1784 zyn niet meer dan ruim zeven en zeventig duizend , en in het jaar 1785 weinig minder dan zes en zeventig duizend en zes honderd Zegels geflagen; men N 3 ftelle  ZAAKEN VAN ftelle het getal der Zegels die jaarlyks geflagen worden op tachtig duizend, en rekene het jaar op vyftig weken , en dat in ieder week vyf dagen gewerkt word, het welk oplevert twee honderd en vyftig werkdagen in het jaar , en dan zullen op ieder dag niet meer dan drie honderd en twintig Zegels behoeven geflagen te worden , dat buiten twyffel zeer gemakkelyk door twee Kloppers kan worden verrigt. §• 6. De combinatie van ontfangften by het advis van den jaare 1717 voorgeflagen, en zelfs van nog meer andere is by Refolutie van den Raad van Staate van den 24 April 1721 vastgedeld, die ook reeds voor een geruime tyd herwaards volkomen effect heeft gefortcerd. üc Kamer oordceld verder, dat gelyk de ontfang der gemeene middelen in de Quartieren van Oosterwyk en Maasland gecombineerd is, zo ook op den voet van de gemelde Refolutie gecombineerd zoude kunnen worden de ontfang van dezelve middelen in de Quartieren vanPeelland en Kempeland, die nu door twee Ontfangers worden geadminiftreerd, En dat gelyk de Verpondingen in de Stad van 's Hertogenbosch en het Quartier van Maasland door eene Perfoon, en de Verpondingen in het Quartier van Oosterwyk, en de twintigde penning van de fuccesfien in adfeendénti & collaterali 'linea met de veertigde penning van de verkopingen en verbanden van vaste Goederen in de Stad en Meijerye van 's Hertogenbosch , mede door eene Perfoon worden ontfangen, van gelyke op den voet van de gemelde Refolutie door eene Perfoon zouden kunnen worden ontfangen de Verpondingen in de Quartieren van Peelland cn Kcmpeland, het geen nu door twee Ontfangers gefebiedt ; en by aldien dit ecu cn ander mogt worden vast-  STAAT EN OORLOG. 199 vastgedcld, zouden de Borgtochten kunnen en behoren te worden gereguleerd op den voet van de Refolutie van den Raad van Staate van den 21 November 1732- Verdere combinatiën vermeent de Kamer niet te kunnen nog te moeten voorflaan, om dat het niet wel mogelyk zoude,zyn de Borgtochten zodanig te regelen , dat zy in evenredigheid zouden zyn met de fommen, die verantwoord moeten worden, of zy zouden zo hoog moeten worden genomen, dat het' zeer bezwaarlyk zoude zyn dezelve gedeld te krygen, welke confidentie den Raad van Staate reeds in het jaar 1732 by het bepalen van de Borgtochten , die voor de adminidratie van 's Lands Ontfangers en Rentmeesters in het vervolg zouden moeten worden gedeld, bewogen heeft, om in navolging van het geen in het jaar 1695 was in het oog gehouden, geen Borgtocht tot hoger fomme te fixeren , dan van vyf en twintig duizend guldens. s- 7. De Raad en Rentmeester Generaal der Beden van Braband in het Quartier van Antwerpen, geniet nog voor ordinaris Tractement eene fomme van negen honderd guldens, voor extraordinaris Traétement eene fomme van een honderd en vyftig guldens, voor een Clercq eene,fomme van vyftig guldens en voor jaarlyks Tractement van twee Commifen cn Collecteurs der Beden eene fomme van vyf honderd guldens, en daar en boven nog eene fomme van twee en zestig guldens en tien duivers voor het overbrengen van penningen tot betaling der Renderen in Holland en Zeeland , die m Holland betaald worden, en eene fomme van dertig guldens voor Briefporten, het geen zekerlyk geenzints evenredig is met den voet , op welke behandeld N 4 word  ZAAKEN VAN word de Ontfanger Generaal der Beden in het Quartier van 's Hertogenbosch, die niets meer geniet dan voor Traétement de zestigfte penning van de ontfang, het welk weinig meer dan negen honderd guldens bedraagt, daar deze aan Renten, op zyn Comptoir geaffecteerd, betaalt eene fomme van weinig minder dan dertien duizend en negen honderd guldens in omtrent zeventien honderd posten , zonder nog te rekenen de interesfen, die door denzelven betaald worden van de Capitalen , die zedert het jaar 1757 door Diaconien, Godshuizen, en andere pieufe Gedichten in de Meijerye van 's Bosch op het zelve Comptoir belegd zyn, en welke interesfen over het jaar van de laatde rekening hebben belopen op eene fomme van weinig minder dan zestien duizend guldens , die betaald zyn in meer dan twaalf honderd posten, terwyl de eerst gemelde aan Renten niet meer betaalt dan eene fomme van ruim zeven duizend guldens in omtrent drie honderd en vyftig posten. De Kamer is daar en boven geïnformeerd, dat de Renderen in Holland en Zeeland niet meer in Holland betaald worden, en vervolgens vervalt de reden , waarom voor het overbrengen van de daar toe nodige Penningen twee en zestig guldens en tien duivers worden goedgedaan, daar en tegen worden de Beden van het Marquizaat van Bergen op Zoom , te Bergen op Zoom aan een Commis of Collecteur van gemelden Rentmeester Generaal betaald ; nu is in vroeger tyd de fomme van vyf honderd guldens, die voor twee Commifen of Collecteurs uit kragte van Haar Hoog Mog. Refolutie van den 5 May 1663 als nog word geleden , onderfcheidentlyk , en wel eene fomme van twee honderd guldens voor eenen Commis, of Collecteur van het Comptoir der Beden in het Quartier van Bergen op Zoom, en de overige  STAAT EN OORLOG. rige fomme van drie honderd guldens voor eenen Commis of Collecteur der Beden in den Quartiere van Breda gebragt, en vervolgens komt het aan de Kamer voor , dat aan de Opvolgers van den tegenwoordigen ' Raad en Rentmeester Generaal der Beden in het Quartier van Antwerpen, eene fomme van twee honderd guldens voor eenen Commis^of Collecteur te Bergen op Zoom zoude behooren te worden gecontinueerd, en dat voor het overige derzelver Tractement zeer gevoeglyk zoude kunnen worden gelyk gefield met dat van den Ontfanger Generaal der Beden in het Quartier van 's Hertogenbosch, en dus bepaald op den zestigften Penning van zyn ontfang, het geen zal uitmaken eene fomme van vyf honderd guldens jaarlyks, en aan dezelve niets geleden voor extraordinaris Tractement, nog voor een Clercq nog voor een Commis of Collecteur der Beden in den Quartiere van Breda, nog voor Briefporten, veel min nog voor bet overbrengen van Penningen om eenige Renderen in Holland te betaalen. Aan den Raad en Rentmeefler Generaal der Episcojiaale Goederen in de Stad en Mey erve van 's Bosch, als mede van de Geeflelyhe Goed'eren in het Quartier van Maasland word als nog goedgedaan een Tractement van een duizend guldens, en voor Huishuur eene fomme van twee honderd guldens, daar en boven adminidreert hy de Goederen , toebehoord hebbende aan het Capittel van St. Jan en aan de Beneficiaten van het zelve, mitsgaders aan tien Conventen, welke in de voorige eeuw ten behoeven van het gemeene Land zyn aangeflagen, en verantwoord dezelve in eene afzonderlyke rekening; hy geniet voor de adminidratie van de Goederen van het Capittel een Tractement van twee honderd guldens, en voor die van de Goederen van een van de voorfz. N 5 Con-  202 ZAAKEN VAN Conventen een Traélement van een honderd en vyftig guldens , voorts agt per cent van den ontfang van de Goederen aan de Bencficiaten van het gemelde Capittel behoord hebbende, de twintigfte Penning van de inkomften van twee der voorfz. Conventen, en de vcertigftc Penning van de inkomften van de zeven overige. Die Traétementen en tantièmes hebben over het jaar 1784, na aftrek van die van het beloop van afgeloste pagten, bedragen eene fomma van omtrent fes honderd guldens. In den jaare 1717 heeft de Rekenkamer veorgefteld, om het voorfz Rentampt te begeven op een Traélement van twaalf honderd guldens eens, dog by refumptie van dat advis heeft ze gcconfidercerd; dat de adminiftratie van de Goederen van de voorfz. Conventen en Capittel geen de minftc gemeenfehap heeft met de overige adminiftratie van gemelde*'Rentmeefter, gelyk daar van ook voor deeze in twaalf afzonderlyke rekeningen verantwoording is gedaan, die naderhand tot vermyding van de nodclooze omflag en kosten in eene rekening is vervat, cn dat die adminiftratie aan vry veel omflag onderhevig is, aangezien die Goederen beftaan in Landpagtcn, Tienden, Rogpagtcn? Renten en Chynfen, en daarom oordeeld de Kamer tegenwoordig , dat het gevoeglyker zoude zyn, dat voor die adminiftratie by continuatie een tantième van den ontfang wierd goedgedaan, cn dat het zelve voor de Opvolgers van den tegenwoordigen Rentmeefter zonder onderfchcid van de Conventen zoude kunnen worden bepaald op den veertigften Penning; de Huishuur, die reeds in dc voorige eeuw is toegelegd om dat de Predcccsfettr in een 'sLands Huis gewoond had, zoude voor het vervolg' kunnen worden gemortificeerd, aangeaien tegenwoordig geen een Ontfanger of Rentmeester  STAATEN OORLOG. 203 mecfter iu 's Lands Huis woont, en aan geene eenige Huishuur word goedgedaan, uitgenomen den Rentmeefter der Geestelyke Goederen in de Stad en het Marquifaat van Bergen op Zoom, aan denwelken als zelfs in een 's Lands Huis gewoond hebbende, wanneer dat is verkogt, voor Huishuur is toegelegd eene fomme van een honderd en vyftig guldens, dan waar van het genot by de eerlte vacature moet ophouden, De Ontfanger der gemeene Middelen over Hulst en Hulfter Ambagt geniet als nog boven het bepaalde ontfangloon van het regt van den twintiglten Penning van de fuccesfien in adfeendenti & collaterali linea, en van den veertigften Penning van alle verkopingen en verbandeif van vaste Goederen , een Tractement van twaalf honderd guldens, het welk de Rekenkamer in evenredigheid van het geen aan andere Ontfangers word goedgedaan by aanhoudendheid te hoog oordeelt, en dewyl de hoorn- en gemetgelden met het jaar 1756 niet meer zyn verpagt, maar op eene bepaalde fomme per gemet zyn gefixeerd, en van dien tyd af door den Ontfanger der Verpondingen ontfangen, oordeelt de Kamer dat het vcorfz. Tractement by vacature zeer gevoeglyk op zeven honderd guldens zoude kunnen worden verminderd. De Ontfanger der Verpondingen aldaar heeft nog een Tractement van zes honderd guldens, en geniet daar en boven voor ontfangloon van de Verpondingen der Landen en Gebouwen de veertiglte Penning van den ontfang, •van de Verpondingen der Tienden, Molens &c. de twintigfte Penning, van de vier grooten Vlaams per gemet tot vinding van dc Tractementen van den Raad van Vlaanderen dc veertigfte Penning, en  204 ZAAKEN VAN en voor het colleéteeren van dezelve de tachtigfte Penning, en eindelyk voor ontfangloon van de twee Schellingen Vlaams per gemet in plaats van hoorn- cn gemetgelden de veertigfte Penning van den ontfang, al het welk te zamen bedraagt ruim twee duizend en een honderd guldens : Waar omtrent de Kamer van gedagten is , dat het voorfz. Ampt by de eerde vacature zoude behooren te worden begeeven op een Traétement van zes of uiterlyk agt honderd guldens voor den ontfang der Verpondingen , en eene provifie van den veertiglten Penning van het beloop van de vier grooten Vlaams per gemet, van den tachtigften Penning voor het colleéteeren vaii dezelve, en van den veertiglten Penning van het beloop van twee Schellingen Vlaa'us per gemet, wanneer het zelve nog zal opbrengen weinig minder dan een duizend of twaalf honderd guldens. Aan den Ontfanger van de Middelen over Sas van Gent, Philippine en onderhoorive Polders word nog goedgedaan een Traétement van negen honderd guldens voor den ontfang der geiiie.me Middelen, en voorts vier per cent van het beloop van het regt van den twintigften Penning van de fuccesfien in adfcendenti & collaterali linea, en den veertigflen Penning van het beloop van het regt van den veertigflen Penning van de verkoopingen en verbanden van vaste Goederen, van de Tienden, Verpondingen en Landpagten, al het welk te zamen uitbrengt eene fomme van ruim twaalf honderd guldens, Daar omtrent is de Kamer in het jaar 1717 van gedagten geweest, dat de Ontfanger op Sas van Gent niet meer zoude behooren te genieten dan het Tractement van negen honderd guldens , dog  STAAT EN OORLOG. 205 dog dezelve nader geconfidereerd hebbende, dat by de Ordonnantiën op den 20 en 40 Penningen is bepaald, dat voor ontfangloon van het regt op den 20 Penning vier van het honderd, en van het regt op den 40 Penning de veertigden Penning van het beloop van hetzelve zoude worden goedgedaan , zoude de Kamer oordeelen, dat indien de inkomden van het voorfz. Ampt, zo als die nu zyn , te hoog worden geoordeeld, het gevoeglyker zyn zoude de voorfz. tantièmes te laaten en bet Traétement voor den ontfang der gemeene middelen by de eerde vacature te verminderen op zeven honderd guldens , hoe zeer ze niet wil verbergen , dat voor den ontfang van zoo veel verlchillende middelen, waaraan meerder moeite vast is, dan aan de ontfang van een enkeld middel, eene belooning van ruim twaalf honderd guldens aan haar niet te hoog voorkomt, dog ze zoude van gedagten zyn , dat aan volgende Ontfangers voor het overbrengen van de rekening en het vervolgen en zuiveren van het dot van dezelve in plaats van een honderd guldens, die daar voor nu worden' geleden , niet meer dan vyftig guldens ,' zoo als aan andere Ontfangers in Vlaanderen, zoude behooren te worden gevalideerd. De Ontfanger Generaal der Beden in de drie Landen van Overmaze geniet als nog een Traétement van een duizend guldens, en daar en boven den veertigden Penning van den ontfang der Verpondingen over de Vroenhove, en der contributie van de Dorpen van Redemtie, als mede den twaalfden Penning van den ontfang der Kerkelyke en Pastoraale Goederen van den Vroenhove, en van de Domeinen te Maadricht cn in denzelve Vroenhove, dog voor het overbrengen der rekening ingevolge de Refolutie van den Raad van Staate van den 9 Juny 1758 niet meer dan een honderd en vvftig guldens: Ook  ac6 ZAAKEN VAN Ook word ingevolge de zo evengemelde Refolutie aan denzelven niet meer goedgedaan eene fomme van drie honderd guldens, die aan deszelfs Prsedecesfeurs voor een Clercq, en eene fomme van zestig guldens, die aan dezelve voor een Solliciteur in den Hage zyn geleden, Het rendement van voorfz. Ampt dus reeds verminderd zynde met vier honderd en zestig guldens, zoude de Kamer oordeelen , dat het op den tegenwoordigen voet zoude kunnen worden gelaaten , ten ware de twaalfde Penning van den ontfang der Kerkelyke en Padorale Goederen en der Domeinen mogt worden geoordeeld te groote belooning te wezen, in welken gevalle zoude kunnen worden vastgedeld, dat ook van dien ontfang alleen de veertigde Penning aan de Succesfeurs van den tegenwoordigen Ontfanger Generaal zoude worden gevalideerd, het geen nog eene vermindering van ruim twee honderd guldens zoude uitmaaken, wanneer het Tractement cn dc Ontfangloonen tot het voorfz. Ampt daande zullen beloopen eene fomme vm omtrent dertien honderd guldens. De Gecommitteerden in de Generaliteits Rekenkamer verder hebbende nagegaan , welke Traétementcn of Ontfanglocnen cn andere douceurs aan de overige Ontfangers cn Rentmeeders van 's Lands Middelen en Goederen worden goedgedaan, hebben bevonden, dat de Ontfanger van de gemeene Middelen over de Stad 's Hertogenbosch , Schansfen en Vrydom van dien geniet een Traétement van twaalf honderd guldens, cn de Ontfanger van dezelve Middelen over het Quartier van Peelland een Traétement van een duizend guldens , terwyl het Traétement van de Ontfangers over de drie andere Quartie■ ren bepaald is voor ieder op zeven honderd en vyftig guldens, en dat van de Ontfangers der gemene Middelen  STAAT EN OORLOG. 207 ïen in de Stad Breda , in de Baronnie van Breda en het Prinsland, en in de Stad Grave en den Lande van Cuik niet meer bedraagt dan een duizend guldens, dat aan den Ontfanger der Verpondingen over het Quartier van Kewpeland word goedgedaan een Traétement van zeven honderd en vyftig guldens, daar de Ontfangers van het zelve Middel over de Quartieren van Peelland en Oosterwyk alleen genieten een Traétement van vyf honderd guldens, dat aan den Ontfanger van het regt van den twintigften Penning van de fuccesfien in adfcendenti & collaterali linea, en van den veertigflen Penning van de verkopingen en verhanden van vaste Goederen in de Baronnie van Breda jaarlyks word goedgedaan eene fomme van tachtig guldens , en aan den Ontfanger van dezelve Middelen in de Stad en het. Marquizaat van Bergen op Zoom in verfcheide posten eene fomme van vier en negentig guldens voor hét villieren der Secretarien in de Baronnie van Breda, en in dc Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom refpeétivelyk, terwyl aan de andere Ontfangers van die Middelen niets diergelyks word gevalideerd; dat de (mfanger van de Verpondingen iu de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom, de Stad en Lande van Steenbergen en de Heerlykheid Prinsland geniet een jaarlyks Traétement van vyf honderd guldens, als Ontfanger van de Verpondingen in de Stad Bergen op Zoom, een jaarlyks Traétement van zes honderd guldens, als Ontfanger van de Verpondingen in de Stad en Lande van Steenbergen, een derde van de Tractementen van vyf honderd vyf en zeventig guldens, en van vyf honderd guldens, gedaan hebbende tot de ontfang van dc Verpondingen in het Marquizaat van Bergen op Zoom en de Heerlykheid Prinsland , en daar en boven de veertigfte Penning van de lommen, Waar-  ao8 ZAAKEN VAN waarmede de Verpondingen in het gemelde Marquizaat en Heerlykheid zyn verhoogd, na dat de Tractementen gefixeerd waren, het geen te famen genomen merkelyk meerder bedraagt dan het geen aan andere Ontfangers word goedgedaan : Dat daar aan de Ontfangers en Rentmeesters te 's Bosch niet meer dan veertig of aan fom* mige vyftig guldens word geleden voor het overbrengen van derzelver rekeningen en het vervolgen en zuiveren der floten van dezelve, aan den Rentmeester van de Geestelyke Goederen in het Quartier van Peel/and voor het overbrengen van de rekeningen van zyne verfcheide adminiftratien, die bevorens wel in verfcheide rekeningen zyn, dog nu in eene rekening worden vervat, in vier posten word goedgedaan eene fomme van twee honderd guldens ; het geen zyn oorfprong daar uit heeft , dat in vroegere tyd die adminiftratien niet door denzelfden Ontfanger , en dus ook in afzonderlyken rekeningen verantwoord wierden; en dat gemelde Rentmeester nog daar en boven geniet vyf en twintig guldens voor een Solliciteur in den Haag , die de zaken van het Comtoir waarneemt, hoedanige kosten behoren te worden gevonden uit het geen voor het overbrengen van de rekening &c. geprofiteerd word, terwyl ook aan andere Ontfangers en Rentmeesters diergelyke post niet word goedgedaan: Dat aan den Ontfanger van 'j Lands Midde» len te Grave en in den Lande van Cuik voor het overbrengen van zyne rekening van de gemeene middelen vyftig, en voor het overbrengen van die van den 20 en 40 Penningen nog vyf en twintig guldens worden geleden, daar de verantwoording van die beide middelen in eene rekening gedaan word , en dus voor het overbrengen van dezelve niet meer dan vyftig guldens zouden behoren te worden goedgedaan : Dat  STAAT EN OORLOG. 209 Dat op denzelfden voet aan den Ontfanger van de Verpondingen in het Oostquartier van Vlaanderen word gepasfeerd vyftig guldens voor het overbrengen van de rekening van de Verpondingen der Landen, eri nog vyf en twintig guldens voör het overbrengen van die van de Verpondingen der Dyken, Visfcheryen &c. Als meede aan den Ontfanger der Kerkelyke Goederen te Aardenburg en Oostburg, van de Goederen van wylen den Ontfanger van der Swalm &c. vyftig guldens voor het overbrengen van de rekening van de gemelde Kerkelyke Goederen, en nog vyf en twintig guldens voor het overbrengen van die van de Goederen van van der Swalm , daar ook aan ieder van die Ontfangers niet meer dan vyftig guldens zouden behooren te worden geleden voor het overbrengen van derzelver rekening , in dewelke aan hunne geheele adminiftratie verantwoording gedaan word. Dat, daar voor Schryfloon van de rekening aan de meeste Ontfangers cn Rentmeesters worden goedgedaan vier en een halve ftuiver per blad, de dubbelde daaronder gerekent, aan eenige in vroeger tyd met een goed oogmerk eene bepaalde fomme by uitkoop is toegelcgt, dog dat in 't vervolg verfcheide van die rekeningen minder omflagtig geworden en verkort zynde, die betaling niet meer evenredig is aan de groote der rekeningen, Eindelyk dat de Hoog -Bailliuw van de Stad en het vrye van Sluis, in qualiteit van Superintendent van de Lenen , gehouden wordende van den Burg van Brugge in Vlaanderen ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutie van den 13 January 1713 van het zuiver beloop der Heergewaden en van den tienden Penning van verkogte, vermangelde of verbonde Leenen, dewelke ingevolge de gemelde Refolutie eerst met denzelven jaare 1713 aan het Land verantwoord zyn, en bevorens ten volle door den gemelde XIII. Deel. O Su-  210 ZAAKEN VAN Superintendent genoten wierden, de helft voor zig behoudt, terwyl hy van het zuiver provenu van onbeheerde Boedels en Baftaart Goederen, die door hem meede verantwoord worden , ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutie van den ii April 1629 alleen een derde profiteert, en de eerst Praefiderende Raad in den Raad yan Vlaanderen, als Superintendent van de Lenen in Vlaanderen, alleen een vierde geniet van den zuiveren Ontfang van de Heergewaden, en van den tienden Penning van verkogte Lenen, . en de Kamer is vervolgens van gedagten, dat by de eerde vacature het Traétement van den Ontfanger van de gemeene Middelen in de Stad 's Hertogenbosch , Schansfen en Vrydom van dien op eene fomme van een duizend guldens , dat van den Ontfanger der gemeene Middelen in het Quartier van Peelland op eene fomme van zeven hondert en vyftig guldens, en dat van den Ontfanger der Verpondingen in het Quartier van Kempeland op eene fomme van vyf honderd guldens zouden kunnen en behoren te worden verminderd, cn aan de Ontfangers van den 20 en 40 Penning in de Baronnie van Breda en in de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom voor het vifiteeren der Secretarien niets goedgedaan , dat zoude behoren te worden vastgefteld, dat de Opvolgers van den tegenwoordigen Ontfanger in de Stad cn het Marquizaat van Bergen op Zoom, de Stad en Lande van Steenbergen en de Heerlykheid Prinsland alleen zullen genieten een Tractement' van vyf honderd guldens als Ontfanger van de Verpondingen in de Stad Bergen op Zoom, een Tractement van zes honderd guldens als Ontfanger van de Verpondingen in de Stad en Lande van Steenbergen, en een derde van de Tractementen gedaan hebbende tot den ontfang van de Verpondingen in  [STAAT EN OORLOG. ii| In het Marquizaat van Bergen op Zoom en de Heerlykheid Prinsland , en gehouden zullen zy» daar voor ook te ontfangen de lommen waar meede de Verpondingen in het zelve Marquizaat en Prinsland zyn verhoogd en in het vervolg nog verhoogd zouden mogen Worden wanneer hy nog zal genieten eene fomme van veertien honderd agt en vyftig guldens iaarlyks , het geen aan de Kamer niet te veel voorkomt; voornamcntlyk om dat gemelde Ontfanger ook ontfangt den twintiglten Penning van de fuccesfien in adfeendenti & collaterali linea, en den veertigflen Penning van de verkopingen en verbanden van vaste Goederen in de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom , en daar voor alleen geniet een derde Vim de gewoone tantièmes: Dat by de eerfte Vacature aan deh Rentmeester der Geestelyke Goederen in het Quartier van Peelland niets meer voor een Solliciteur en voor het overbrengen van de rekening cn het vervolgen en zuiveren van bet Slot van dezelve alleen eens vyftig guldens zouden behoren te worden goedgedaan, en van gelyke aan den Ontfanger van 's Lands Middelen te Grave en in den Lande van Cuik, aan den Ontfanger van de Verpondingen in het Oostquartier van Vlaanderen, en aan den Ontfanger van de Kerkelyke Goederen te Aardenburg en Oostbrug, aan ieder voor het overbrengen van deszelfs Rekening , en iiet vervolgen en zuiveren van het Slot met meer dan eens vyftig guldens zouden behoren te worden goedgedaan: Dat aan de Opvolgers van zodaanige Ontfangers en Rentmeesters , aan dewelke voor Schryfloon van derzelver rekeningen tegenwoordig eene bepaalde fomme by uitkoop word geleden , daar voor zal behoren te worden gevaliO * deerd  2.12 ZAAKEN VAN dcerd vier cn een halve duiver per blad , de dubbelde daar onder gerekend , en eindelyk dat by de eerfte vacature de Superintendent van de Leenen , gehouden wordende van den Burg van Brugge, niet meer zoude behoren te genieten dan een vierde van het zuiver beloop van de Heergewaden en van den tienden Penning van de verkogte, vermangelde en verbonde Leenen , waar van de ontfang dog zeer liquide en gemakkelyk is, terwyl aan denzelven van het zuiver provenu van onbeheerde Boedels en Badaard Goederen, die zelden voorkomen en welker adminidratie van meer omflag is , dan de eerstgemelde ontfang, by continuatie een derde zoude kunnen worden gelaten, Voor het overige moet hier nog met een woord worden genoteerd , dat niet over het hoofd gezien is , dat de Ontfanger Generaal der Beden in het Quartier van 's Bosch , en de Rentmeester Generaal der Beden in het Quartier van Antwerpen ieder voor het overbrengen van zyne rekening geniet een honderd guldens , het geen eens zoo veel is als andere Ontfangers te 's Bosch en Breda rcfideerende op het meest genieten, en hier boven is voorgedragen, dat maar zoude behoren te worden goedgedaan aan die geene, die meerder hebben , dog dat niet word geadvifeerd om zulks te verminderen , om dat de eerstgemelde Ontfanger Generaal voor zyne lastige adminidratie zeer matig word beloond , waarom hy ook meer dan eens verhoging van zyn Traétement of tantième aan den Raad van Staate heeft verzogt , cn gemelde Rentmeester Generaal, indien mogt worden vastgefteld de voet , op welken hier boven is voorgellagen , dat dezelve in het vervolg zoude behoren te worden gehandelt, ook geen groot inkomen zal hebben. • S- 8,  STAAT EN 00RLO.G. 213 S. 8. Het Controlleurfchap van den Ontfanger van de Verpondingen in den Lande van Valkenburg en va'i den Vroenhove, het welk waarfchynelyk in het Advis van den jaare 1717 is beoogd , is reeds by Refolutie van den Raad van Staate van den 9 Maart 1718 gemortificeerd, en by dezelve Refolutie is het Opzigterfchap van de Fortificatiën te Maaftricht opgezegd , en de Opzigter daar van ontflaagen , dog op den 9 January 1750 is by den Raad een nieuwe Opzigter dog alleen op een jaarlyks Tractement van twee honderd guldens , aanvang nemende met den 1 January 1748 aangefteld, en zulks in confideratie van byzondere dienften door dezelve Perfoon gedurende het beleg van gemelde Stad gedaan ; en by het overlyden van denzelven is in het jaar 1764 weder een ander aangedeld. Of deeze vervulling gefchied is by inadvertentie, dan of de Raad geoordeeld heeft, dat niet tegendaande een Direéteur van 's Lands Fortificatiën te Maadricht bedendig zyne reddende houdt, en 'er doorgaans verfcheide Ingenieurs in Guarnizoen zyn, 'er evenwel een Opzigter van de Fortificatiën nodig is , of van dienst kan zyn, is aan de Kamer onbekend, wat hier van wezen moge , zeker zyn de kosten van weinig aanbelang, en daar van zoude in deze Memorie geen melding zyn gemaakt , indien 'er in het advis van den jaare 1717 niet van gefproken was. S- 9. Zoo lang de Commifen van de Magazynen in de Forten in Wedde- en fl/zstwoldinger/and, van dewelke de Commis in de nieuwe of Langakkerfchans op den Staat van Oorlog ftaat, O 3 en .  214 ZAAKEN VAN en die in de Bourtagne en in de oude of Bellingwolderfchans uit de Generaliteits Middelen worden betaald, ieder een Traétement van agt honderd guldens genoten hebben, zyn zy verpligt geweest daar uit te bekostigen de leverantie van Turf en Kaarsfen voor de Wagten, dan is het Traétement van den Commis in de Bourtangne by Refolutie van den Raad van Staate van den 23 December 1754 , dat van den Commis in de oude of Bellingwoldcrfchans by Refolutie van den 9 January 1755, en dat van den Commis in de Nieuwe of Laukakkcr-, fchans by Refolutie van iden 15 van dezelfde maand en jaar verminderd op vier honderd guldens jaarlyks, zonder dat zy verpligt zouden zyn daar uit vuur en licht voor de Wagten te leveren, op de verzorging van het welk ten laste van den Lande vervolgens ordre gefield is, en dus is ook in dit opzigt aan bet voordel van de Kamer voldaan. $• IO« Met opzigt tot de Cemmisfie van Heeren Commisfaiisfen Decisfeurs naar Maaftricht in het advis van den jaare 1717 in bedenken zynde gegeven, of het niet zodanig zoude kunnen worden gefchikt, dat die Commisfie, welke alleen drekt tot nut van de Stad Maaftricht, ook by dezelve betaald wierd, hebbende Heeren Haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaaken van de extraordinaris Vergadering op den 19 Juny 1717 gerapporteerd, dat zulks zoude aanloopen tegen de Conventie met de Stad Maaftricht aangegaan, ende dat dewyl dezelve twee Herig is, de Prins van Luik voor zyne Commislarisfen Decifeurs het zelfde zoude eisfchen, het welk voor de Stad ruïneus zoude zyn, ende dat over zulks de voorfz. voorflag niet behoord te worden aangenomen; de Kamer, die geenkennis heeft van de voorfz, Con.  STAAT EN OORLOG. 215 Conventie met de Stad Maaftricht aangegaan, en even weinig weet van den Staat, waar in de Finantic van gem. Stad zig bevindt, berust gaarne in het voorfz. Rapport. Omtrent de Commisfie, die by Haar Hoog Mog. word gedecerneerd tot het opneemen der rekeningen van de Steden in Staats Vlaanderen en beflellen van de Magiftraaten aldaar, was by het meergem. advis voorgedraagen of het een en ander niet in den Hage zoude kunnen gefchieden, gelyk zulks gedaan is in de jaaren zestien honderd twee en drie en zeventig ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutien van den 2a Juny van het eerstgemelde en van den 14 Odlober van het andere jaar, dog ook deze voorflag hebben de bovengemelde Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden geoordeeld, dat niet behoord te worden aangenomen , aangezien het zelve aan verfcheide inconvenienten fubjedt zoude zyn, en tot groote kosten van dc Ingezetenen aldaar Itrekken , die dezelve niet in ftaat zouden zyntefupporteeren; dan de Kamer begrypt niet, waarom het opneemen van de rekeningen en het beftellen van de Magiftraaten tegenwoordig aan meer inconvenienten onderhevig zoude zyn, dan het geweest is in de jaaren 1672 en 1673, en ze had daarom wel gewenscht, datby het voorfz. Rapport die inconvenienten waren opgegeven; ze begrypt even weinig hoe zulks tot groote kosten van de Ingezetenen zoude ftrekken, voornaamentlyk zoo gevolgd wierd de voet van dc zoo evengemelde jaaren, want toen is alleen gerequireerd, dat de rendanten van rekening met den Griffier of Secretaris van ieder plaats zouden overkomen met de rekeningen, en met eene perfecte Lyst van de Magïftraats Perfoonen, die in dienst zyn, van de afgegaane, en van de notabelfte en gequalificeerde Burgers, en Ingezetenen in ieder Plaats, om de rekeningen opgeO 4 no-  ai6 ZAAKEN VAN, nomen en gefloten, en uit de voorfz. Lyst de Magillraat veranderd, vernieuwd ofte naar gelegenheid eenige van dezelve in hunnen dienst door de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden daar toe fpeciaal gecommitteerd ende geauthorifeerd , gecontinueerd te worden , gelyk zulks kan worden gezien uit Haar Hoog Mog, reeds gemelde Refolutie van den 14 October 1673. Het komt veel eer aan de Kamer nietonwaarfchynelyk voor, dat de Stedelyke Finantien, die dog alle worden gezegd in flegteu daat te zyn, by de voorfz. fchikking zouden profiteeren; het is waar , ze weet niet of cn hoe veel aan de Heeren Gedeputeerden door de Steden word veritrekt; ongetwyfleid zullen zy zeker regt ge-' nieten voor het opneemen van de rekeningen , trouwens dit zoude zo al niet geheel, ten minde voor een gedeelte by aanhoudendheid betaald moeten worden; daar en boven blykt uit Haar Hoog Mog. Refolutie van den 25 Augustus 1671, die nog telkens aan de Heeren Gedeputeerden word mede gegeeven, dat derzelver verblyf in de Steden en Plaatzen in Vlaanderen tot eenige onkosten aanleiding geeft; uit welker beloop in zommige Plaatzen de kosten van het overbrengen der rekening zoo rykelyk zouden kunnen worden gevonden, dat het zelve daar toe niet geheel zoude behoeven te worden bedeed, terwyl aan andere Plaatzen by aldien de voorfz. Commisfie wierd afgefchaft, uit het geen het Land daar by zoude profiteeren, zeergevoeglyk eenige toeleg tot goedmaaking van die kosten zoude kunnen worden gedaan. ■ Voor het overige moet dc Kamer alhier noteeren, dat daar de voorfz. Commisfic in het jaar 1717 jaarlyks plaats had, ze zedert het jaar 1752 alleen om het andere jaar word bekleed, gelyk hier na breeder zai worden verhaald, " " ' ü "" " \' In  / STAAT EN OORLOG. &7 In de Commisfien van den Raad van Staate iszedert het jaar 1717 meer dan eene verandering ten voordeele van de Finantie van de Generaliteit gemaakt. Aandonds in het jaar 1718 is by den Raad op den 13 January vastgedeld, dat de ordinaris Cemmisjien naar Wedde en Westwoldingerland en langs den Neder-Rhyn en Tsjel, dewelke tot dien tyd toe even als de twee Commisfien tot het verpagten der gemeene Middelen en het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen in Braband en Vlaanderen , tweemaal des jaars gedaan wierd, alleen eens gedaan zoude worden, en by Refolutie van den 12 Mey van het zelfde jaar is een van de twee ordinaris jaarlykfche Commisfien tot de verpagting van de gemeene Middelen in de twee andere Quartieren van het Di/ïricï van de Generaliteit^ en tot het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen in dezelve, afgefchaft, en by nadere Refolutie van den 35 July daar aan volgende verdaan , dat de gemeene Middelen in alle de Didriften van de Generaliteit van dien tyd af voor een geheel jaar zullen worden verpagt, en dus is het geen daar omtrent in het advis van den jaare 1717 is in bedenken gegeeven, dadelvk werkdcllig gemaakt, waar door niet alleen zyn uitgewonnen de kosten op de afgefchafte Commisfien, maar ook die op de verpagting der gemeene Middelen vallende, welke laatfte te zamen bedraagen eene fomme van ruim vyf duizend guldens, daar en boven is by de gem. Refolutie van den 12 Mey 1718 nog goedgevonden, dat de Heeren Gecommitteerden, die om het andere jaar gaan naar Maaftricht, mede zullen gaan naar Namen, Venlo en Stevenswaard, zonder meerder tyd te bededen tot de Commisfie naar de voorfz. vier Plaatzen, dan de twee maanden, welke by het Reglement op de binnenO 5 land-  2l3 Z A A K| N V A N landfche Commisfien bepaald zyn voor de Commisfie naar Maaftricht alleen. Dog het geen by het affchalfen van eene van de twee ordinaris jaarlykfche Commisfien tot de verpagting der gemeene Middelen en het vifiteeren van de Fortificatiën en Magazynen in Braband en Vlaanderen is uitgewonnen, is niet geheel tót voordeel van de Kas van de Generaliteit gebleven, want by de reeds meergem. Refolutie van den 12 Mey 1718, en de nadere Refolutie van den 3 Mey 1725 is om de Leden van den Raad te meer te animeeren om in het Collegieprefent te weezen , ingevoerd een prefentie - geld van agticn guldens daags, gerekend op vyf dagen van ordinaris Vergadering in de week , om onder de twaalf Heeren, naar maate ieder prefent is geweest, verdeeld te worden, en aan den Heer Thefaurier Generaal in plaats van prefentie-geld toegelegd eene fomme van twee honderd en vyftig guldens 'sjaars, het welk, hoe zeer tot het voorfz. prefentie-geld is geaffecteerd het Konyne- en Flambouw-geld, het welk de Leden van den Raad tot die tyd toe genooten hebben, en jaarlyks ruim een duizend guldens bedragen heeft, nogtans een bezwaar uitleeverd van ruim vier duizend guldens. Eindelyk in den jaare 1752 by den Raad in bedenken zynde genomen net affchafien van een van 's Lands buiten Jagten, is ten einde zulks zoude kunnen worden werkdeltig gemaakt, by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 31 January van dat jaar vastgelteld, dat de Commisfie van Haar Hoog Mogende naar Vlaanderen om het andere jaar dil daan en met die naar Maadricht te alterneeren , en vervolgens ook by Refolutie van den Raad van .Staate van den 21 Maart daar aan volgende befloten, dat de Commisfie, door denzelven jaarlyks gedecerneerd wordende na Staats Vlaanderen  STAAT.EN OORLOG. 219 deren en een gedeelte van Staats Braband, van toen voortaan alleen om de twee jaaren zal worden waargenomen, en mitsdien om het andere jaar ftilftaan; gelyk mede dat de gemeene middelen telkens voor twee jaaren zullen worden verpagt, waar door om het andere jaar niet alleen zyn geprofiteerd de kosten op die Commisfie vallende; maar ook nog, na dat by Refolutie van den Raad van den 12 December 1753 is verftaan, dat van die-verpagtingen , of fchoon voor twee jaaren gedaan wordende, maar enkelde leges en emolumenten zullen worden genoten, de kosten vallende op die verpagtingen, die te zamen bedragen eene fomme van twee duizend, drie honderd een en veertig guldens en tien ftuivers. Derhalven worden tegenwoordig geene andere ordinaris Commisfien gedecerneerd, dan dat door Haar Hoog Mog. in het eene jaar twee Heeren als Commisfarisfen Decifeurs worden gezonden naar Maaftricht, in het andere jaar de eene reis drie en de volgende reis vier Heeren worden gecommitteerd naar Vlaanderen tot het hooren en opneemen van de rekeningen en het veranderen van de Magiftraaten in de Steden en Plaatzen aldaar onder den Staat resforteerende, en telkens op het derde jaar twee Heeren om hier in den Haag te vifiteeren de authentique inftrumenten en aóta van het nationaale Synode in den jaare 1619 gehouden , en te Leiden de autographa of authentique inftrumenten van de nieuwe verfie des ouden en nieuwen Testaments, die op het Stadhuis aldaar berusten, en dat door den Raad van Staate mede in het eene jaar twee Heeren worden gecommitteerd naar Maadricht en Venlo tot het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen aldaar , zynde de Stad Namen, zoo als over bekend is,  220 ZAAKEN VAN is, zedert eenige jaaran niet meer door Trou- ' pes van den Staat bezet, en de Fortificatiën van het Fort Stevenswaart geabandonneerd en de Magazynen ontledigd, en in* het andere jaar twee Heeren naar Staats Vlaanderen en een gedeelte van Staats Braband, tot het verpagten der gemeene Middelen en het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen aldaar, voorts jaarlyks twee Heeren tot het verpagten der Thiendeu in de Baronnie van Breda en de Meijerye van 's Bosch , die tot de Geeftelyke Goederen behooren, twee Heeren tot het verpagten der gemeene Middelen te 's Hertogenbosch, Breda en Grave, en het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen aldaar als mede te Nymcgen, en twee Heeren tot het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen in Wedde- en Westwoldingerland en langs den Ysfel en NederRhyn , welke Commisfie zig derhalven uitftrekt tot de nieuwe werken buiten de Stad Groningen , de Forten de Bourtange en de Langakkerfchans , de Stad Coeverden en de Ommerfchans, en de Steden Campen , Hasfelt, Zwol, Deventer, Zutphen, Doesburg en Arnhem. Hoe lang de voorfz. Commisfien mogen duren, is zedert het jaar 1717 zoo al niet by uitdrukkelyke Refolutien, ten minften door een beftendig gebruik bepaald. By het Reglement op de binnen en buitenlandfche Commisfien was reeds bevoorens vastgefteld, dat de Commisfarisfen Decifeurs te Maaftricht niet meer tyd zouden mogen toebrengen in dc Commisfie dan uiterlyk drie maanden de reis heen en weêr daar in gerekend , en de Gecommitteerden van den Raad van Staate niet meer dan twee maanden; het welk nog tegenwoordig word naargekomen, uit-  STAAT EN OORLOG. 2aI uitgezonderd , dat de Heeren Commisfarisfen Decifeurs aanvankelyk met het jaar 1736 altoos zes en negentig dagen tot het uitvoeren van die Commisfie hebben bedeed, immers over zo veel dagen daggeld gebragt, het geen by den Raad en de Rekenkamer, ongetwyffeld om het gering verfchil, ongemerkt is gepasfeerd. . By Refolutie van den Raad van Staate van den 3 October 1742 is bepaald , dat wegens de Commisfie naar Wedde en Westvvoldingerland niet meer maar wel minder dan vyftig dagen zoude mogen worden gedeclareerd ten laste van den Lande, en van dien tyd af hebben de Heeren, welke die Commisfie hebben waargenomen , altoos over vyftig dagen daggeld gebragt , en dus is hier meede in effedte voldaan aan het geen de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaire Vergadering by hun rapport in den jaare 1717 in het eerfte Lid van het een en twintigfte point hebben voorgedragen. 'De Refolutien by dewelke de tyd tot het waarnemen van de andere Commisfien is bepaald, zyn aan de Kamer niet bekend; zy twyffelt, of daar toe wel Refolutien genomen zyn. . Tot de Commisfie uit de Vergadering van Haar Hoog Mog. tot het vifiteren van de Papieren van de Nationale Synode alhier en van de Autographa te Leiden worden twee dagen befteed, en tot het doen van die naar Vlaanderen is van en met het jaar 1744 altoos over twee en veertig dagen gedeclareerd. De Heeren die wegens den Raad van Staate zyn gecommitteerd geweest naar Vlaanderen en een gedeelte van Braband, hebben zedert het jaar 1750, en die welke bekleed hebben de Commisfie tot het verpagten der gemeene Middelen te 's Her-  fi2a ZAAKENVAN 's Hertogenbosch , Breda en Grave, en hef' vifiteren der Fortificatiën en Magazynen aldaar en verder te Nymegen federt het jaar 1758 beftendig over een gelyk getal van twee en veertig , en die, welke de verpagting der Thienden in de Baronnie van Breda en de Meyerye van 's Hertogenbosch hebben gedaan , zedert het jaar 1759 altoos over een en dertig dagen daggeld gebragt; derhalven is ook in opzigt van dit point de voorflag door de Kamer in het jaar 1717 gedaan, in effecte werkheilig gemaakt. Ondertusfchen en niet tegeiiftaande de merkelyke menage , die omtrent de voornoemde ordinaris Commisfien door den Raad van Staate van tyd tot tyd is ingevoerd, als hier boven is verhaald, bedragen de kosten op alle de voorfz. Commisfien vallende nog eene aanzienlyke fomme jaarlyks , gelyk uit den hier nevens onder No. 1. gevoegden Staat van het beloop der declaratien van de Heeren, die dezelve Commisfien federt het jaar 1730 hebben waargenomen , met een opflag van het oog kan worden gezien. Op dot men zig egter geen verkeerd denkbeeld yorme van het beloop der declaratien op den vborfz. Staat gebragt, moet alhier worden, genoteerd, dat onder het zelve begrepen zyn niet alleen de daggelden van de Heeren Gecommitteerden , maar ook derzelver reiskosten en eenige verfchotten , mitsgaders het dag en kostgeld van een Secretaris en van een Bode, uitgezonderd de declaratien van de Heeren die wegens Haar Hoog Mog. om het andere jaar gaan naar Vlaanderen , en om het derde jaar worden gecommitteerd tot het vifiteren der Autographa te Leiden, in dewelke niets voor een Secretaris gebragt word. Voor  S1ÏAAT EN OORLOG. 3-3 ; Voor het overige is het voorfz. onderwerp misfchien van eenige meerder menage fusceptibel. Boven en behalven de confideratien, die in deeze zelfde § omtrent de Commisfie uit de Vergadering van Haar Hoog Mog. naar Vlaanderen, en het geen hier boven in de 3. § om-, trent de Commisfie uit den Raad van Staate tot het verpagten der Tienden is voorgedraagen , meent de Kamer in overweging te moeten geven, of de eerstgemelde Commisfie, indien dezelve niet gevoeglyk zoude kunnen worden afgefchaft, niet door twee in plaats van drie of vier Leden zoude kunnen worden bekleed , het geen mogelyk ook eenig "voordeel aan de Finantien van de Steeden en plaatfen in Vlaanderen zoude kunnen toebrengen ; en als men verder let, dat wanneer de Raad van Staate in het jaar 1752 by zyne Misfive van den 27 January aan Haar Hoog Mog. heeft voorgedraagen de fchikkingen, die vereisckt wierden om een van 's Lands buiten Jagten tc kunnen affchaifen, daar by is ter neder gedeld dat het geen merkelyk nadeel aan den dienst van den Lande zoude toebrengen, dat de vifitatie der Fortificatiën en Magazynen in de Steden en Forten in Staats Vlaanderen om de twee jaaren gefchiede, en dat het verpagten der gemeene Middelen yoor twee jaaren volgens het eenparig gevoelerTvan de Ontfangers dier middelen, zöo al met voordelig, ten minden niet nadelig zoude zyn, fchynt men te kunnen vragen , of ook de Commisfie tot het verpagten der gemeene middelen te 's Hertogenbosch, Breda en Grave, en het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen aldaar en te Nymegen niet alleen om het andere jaar zoude kunnen worden gedaan, gelyk in opzigt van de Commisfie naai- Vlaanderen in het gemelde jaar 1752 is vastgedeld. Log  324 ZAAKEN VAN Dog de Kamer word weêrhouden om zig daar omtrent verder uit te laten of eenige ftellige voorflagen te doen, om dat by den Raad van Staate uitwyz'ens deszelfs.hier boven reeds geallegueerde Refolutie van den 12 May 1718 de ordinaris Commisfien worden geconfidereerd te zyn een emolument van het Ampt van de Leden, waar van dezelve zedert immemoriale tyden in posfesjie zyny en waar door zy eenig' zints in ftaat worden gefield, om op hunne geringe Tratlementen hun Ampt buiten hunne merkelyke fichade te kunnen behoorlyk waarnemen in een Collegie, van het welk de Leden niet kunnen den een den anderen vervangen en aflosfen , gelyk in de Vergadering van Haar Hoog Mog. , maar in het welk ieder hoofd voor hoofd zyn post moet waarneemen, en niet kan zig abfenteren, dan met veragtering van 's Lands dienst en van de expeditie der zaken. daar en boven is de Kamer ten vollen overtuigd, dat het niet alleen zeer nuttig, maar zelfs noodzakelyk is, dat de Fortificatiën en Magazynen in de Frontier Steden en Forten door Gecommitteerden uit den Raad van Staate werden gevifiteerd, Niet te min meent de Kamer eenen voorflag op dit fubjecl: gevoeglyk te kunnen en dan ook te moeten doen, of namentlyk de Commisfie naar Wedde en Westwoldingerland en langs den Ysfel en Neder-Rhyn, die zedert dat de gemeene Middelen in Wedde en Westwoldingerland niet meer verpagt , maar telkens voor eenige jaaren tot eene bepaalde fomme van penningen aangefchreven worden , alleen gefchikt is tot het vifiteren van de Fortificatiën en Magazynen in de Steden en Schanfen in die Quartieren , niet om de twee jaaren zoude kunnen worwaargenomen, en ze heeft te minder geaarzeld, om zulks in bedenken te geven , eensdeels, om dat de Hee-  STAAT EN OORLOG. 2a| Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering by hun meergemelde rapport in den jaare 1717 . reeds geadvilèerd hebben, dat de voorfz. Commisfie in plaats .van alle jaaren , alleen alle twee jaaren zoude behoren te worden geëxerceerd, ) . Anderdeels om dat in de Refolutie Van den Raad van den 13 January 1718 hier boven reeds gemeld, gezegd word,, dat de voorfz. Commisfie van alle de ordinaris Commisfien de moeijelykfie en met een de minst voordelige is, wanneer ze uitgevoerd word naar de letter van het Regiement op de binneniandfche Commisfien, -. . de Kamer kan egter niet verbergen, dat zig tegen de voorfz. voorflag twee zwarigheden opdoen , waar van de, eene is, dat de vifitatie der Fprtificatien en Magazynen in de Schanfen van Westvyoldingerland gedaan word met een Heer wegens de Provincie van Vriesland, en een Heer wegens de Provincie van Stad en Lande daar toe gecommitteerd, en de andere,dat door die gezamentlyke Heeren jaarlyks word: gemaakt eene verdeling van de lasten die. over ieder jaar moeten werden betaald, en vastgedeld,, welke door den Raad * en welke door ieder van de gemelde Provinciën zullen worden voldaan; . dan de Kamer-vertrouwt, dat indien het geen merkelyk nadeel aan den dienst van den Lande zoude toebrengen , dat de voorfz. vifitatie om de twee jaaren gefchiedde, de Heeren Staaten van de gemelde Provinciën geen bedenken zullen dragen, oui daar in zoo veel haar betreft, te bewilligen,.aangezien,zulks ,pok voor dezelve eene vermindering van kosten zal te weeg brengen, En zy ziet geen reden, waarom de voorfz. verdeling of liquidatie ook niet om de twee jaaren zoude., kunnen worden gemaakt. i ■ XIII. Dbel.' P jyje't  %a.6 ZAAKEN VAN Met opzigt tot de Commisfie, die door Gecommitteerden uit den Raad van Staate naar Maallricht en Venlo word gedaan, zoude nog wel in overweging kunnen worden genomen , of tegenwoordig , nu die Commisfie zig niet meer uidrrekt tot Namen , en doorgaans te Stevens waard niets te vifiteren valt , de tyd van twee maanden tot die Commisfie gefchikt, niet Wel met ten minlten agt a tien dagen zoude behoren te worden verkort, dog daar tegen komt in confideratie, dat tot het doen van de Commisfie naar Maaftricht alleen , by het Reglement op de binnen en buitenlandfche Commis fien is bepaald de voorlz tyd van twee maanden , en dat by de reeds boven gemelde Refolutie van den Raad van 11 May 1718 is verftaan, dat de Heeren Gecolnmi,teerden, naar Maftricht gaande, meede zouden gaan naar Namen, Venlo en Stevenswaard, zonder uit dien hoofde meerder tyd tot dezelve Commisfie te hefteden , dan de twee maanden by het Reglement daar voor bepaald, en het is om die reden dat dc Kamer zig vergenoegt met zulks hier alleen aan te tekenen, t)p dat men niet vermoeden zoude , dat dit point over het hoofd was gezien. Of eindelyk omtrent den voet, op welke alle de voorfz. Commisfien worden bekleed, en dc emolumenten die daar voor gefchikt zyn, eenige menage te vinden zoude wezen op eene wyze, dat dezelve met decentie en buiten fchadc van de Heeren Gecommitteerden kunnen worden wa rgenomen, zal de Raa^j van Staate beter dan dc Kamer kunnen opgeven. i 11. Met het voorftel in het advis van de Rekenkamer van den jaare 1717 gedaan omtrent « het  STAAT EN OORLOG. 22? het overbrengen van *s Lands depêches, hebben zig de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering by bun rapport in liet zelfde jaar gedaan, B genoegzaam geconiorm^erd, en de Kamer heeft nader in het Plan van menage , door dezelve by Misfive van den \6 May 1754 aan Haar Hoog Mog. gezonden, voorgedragen, dat mogelyk op dat werk eene meerder menage , dan door het affckaffen van eenige Postillons en Paarden zoude ontdaan , betragt zoude kunnen worden, conform de idéés vervat iu het zo evengemêlde rappor; , dog dé Heeren Staa,ten van Holland en Westvriesland hebben daar op in hunne Refolutie van den 5 Maart '755 gereflecteerd , ,, dat de Postcryen in Holland ,, van natuur veranderd zynde, de fchikkingên „ daar omtrent voorgeflagen, ten deele ver,, vallen, dat 'er ook toen geen extraordinaris „ Bodens meer, en maar vier Adfidenten wa„ ren, en dat volgens informatie de depêches „ door de ordinaris Posten wierden geëxpe„ dieerd. zo ver eenigziuts gefchieden kon met ?, aan de Bodens een ordentelyk beflaan te laten „ behouden , zo dat daar op alreeds behoor,, lyke menage wierd betragt, met verdere by„ voeging , dat by aldien egter nog gemeend ,, zoude mogen worden , dat eene vermindering „ van Bodens zoude kunnen worden vastge„ fteld, zulks met den Raad van Staate zoude behoren te worden overlegd , mits dat de „ digniteit van den Staat in het oog werde „ gehouden, om in het geval van publike Ce,, remonien van een genoegzaam getal te bly ven voorzien. Tegenwoordig nog zyn 'er geen extraordinaris Bodens , en het getal der Adfidenten is op twee verminderd, die zelfs ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutie van den 10 january 1770 moeten uitderven , zt> dat vervolgens alleen P a zul-  £23 ZAAKEN VAN zullen over blyven de twee en twintig ordinaris Bodens; ook nog tegenwoordig worden zeer veele depêches met de ordinaris posten verzonden , zonder dat daar voor dubbeld port betaald word , dog tot nu toe is niet bepaald, dat alle depêches naar alle binnenlandlche Plaatfen dooide ordinaris Postmeester moeten werden bedeld, en vervolgens ook zyn de Traétementen van de Bodens niet verhoogd; voorts worden aan den Postmeester ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutie van den 4 February 1784, by dewelke Jaatdelyk is bepaald het getal van Postillons en Paarden, die door denzelven in dienst moeten worden gehouden, niet meer goedgedaan , dan vier Postillons en vyf Paarden , zoö dat op dit point aan het geen door de Kamer in het jaar 1754 is voorgcllagen, voldaan is. Ondertusfchen bedragen de Post en Bodenloneu by continuatie eene zeer aanmerkelyke fomme jaarlyks, cn die kosten zyn niet alleen zedert het jaar 1717 maar zelfs zedert het jaar 3754 conflderabel verhoogd. Om zulks met eeii opflag van het oog te doen zien , zyn geformeerd Staaten van het geen de voorfz. reizen zedert het jaar 1730 tot het jaar 1785 incluis bedragen hebben, dewelke hier nevens worden gevoegd onder N°. 2. en 3. en de Kamer oordeelt vervolgens , dat daar omtrent noodzakclyk eenige voorziening gedaan, en menage betragt behoordt te worden, dog alvorens op te geven, waar in het een en ander zoude kunnen beftaan, zal bet nodig zyn in eenig detail te treden van de wyze op welke de Postmeester' en Bodens gehandeld worden, als meede van de reizen, die door dezelve worden gedaan, en van de voet, waar op zy voor de reizen worden betaald.  STAAT EN OORLOG. 225 De Postmeester van de Generaliteit geniet jaarlyks voor Tractement niet meer 1 1 dan . . . . ƒ 10c o c voor een nieuwe jaar van Haar j 1 Hoog Mog. . . . • 251 ol 'c van den Raad van Staate. . 24' o c -— van dc Generaliteits Reken- I kamer. . ' . . 15' oj c dus te zamen .... ƒ 16., I 01 c Voor de Postillons en Paarden die hy verpligt is in dienst te houden , word hem vooi ieder Postillon ingevolge de Refolutie'van den Raad van Staate van den 4 Maart 1718 dooi het Land goedgedaan negen ftuivers cn voor ieder Paard tien duivers daags, die hem egter gekort worden" over de dagen i die de Postillons en Paarden op réis zyn, daar tegen moet hy dragen dc kosten van de Levrey van de Postillons, de inkoop en onderhoud der Paarden, als meede dc inkoop en reparatie van Zadels , Tomen en Valiezen. de oulinaris Bodens van de Generaliteit, die tegenwoordig twee en twintig in getal zyn, zonder daar onder te rekenen twee adfiftent Bodens, die gelyk zoo even reeds gezegd is, ingevolge Haar Hoog Mog, Refolutie van den jo january f770 moeten' uitderven , en waarom Van dezelve niet verdér zal behoeven te worden gefproken, genieten ieder een jaarlyks Tractement van . . . f 250 c o voor een nieuwe jaar van Haai Hoog Mog. « . . . 75 o 'c —■— van den Raad van Staate. . 750 c ■ van de Generaliteits Reken-i kamer . . . . 75 c c voor het oppasfen aan de Banken in 1 de Klooster Kerk te zameü j 300: e io\ maakendc voor ieder. . • . 13 is c en dus te zamen . . .1/488 12 c P 3 z5 Oit Tractementheeft tot het jaar 16Ö9 toe niet meer be<)raagen dan/ioo:o:o het zelve is by Refolutie van Haar Hong Mog. van 30 Maar: '1669 ver-  boogt tot Op/l50:o:C eu nv Refolutie van 11 December :(5SJo 01/250.0.0 230 ZAAKEN VAN zy krygen daar en boven nog wel nieuwe jaaren van de refpective Provinciën en het Landfchap Drenthe, als meede van verfcheide , zoo niet alle dc Collegien ter Admiraliteit , Zy genieten ook nog wel andere douceurs wegens het adlïfteercn van extraordinaris Commisfien, en in het byzonder van de ordinaris iaarlykfche Commisfien uit de Vergadering van Haar Hoog Mog. , en van den Raad van Staate, het adfideren by deputatien, en by de trekking van de Generaliteits Loterye, het doen van eed van nieuw aangedelde Amptenaren zoo bv den Raad van Staate als by tiaar Hoog Mog., in het byzonder van Generaals Perloonen, dat aanmerkelyk is, het dragen van Lyken, en misfehien nog meerdere, dog aangezien alle die douceurs of voor het aandeel van ieder Bode van niet veel belang of onzeker zyn, oordeelt men dezelve in dl berekening van de vaste inkomden der Bodens niet te moeten brengen. Dewyl dan de TracTementen van de Postmeester en de Bodens niet hoger zvn , is het zeker , dat om aan dezelve en vobrnamentlyk aan den Postmeester te geven een convenabel bedaan , dezelve moeten worden gebruikt tot het doen van reizen, waar toe zy ook in den oorfprong voornamentlyk zyn gefchikt, en dat zy daar voor moeten worden betaald op eene wyze , dat zy daar uit eenige overwinst kunnen hebben. Nu is by een Reglement , den 14 Oétober 165 r door Haar Hoog Mog. gearredeerd, bepaald, welke reizen door de Postmeesters, en welke door de Bodens moeten worden gedaan, en tellens welke plaatzen eene reis uitmaken. Tot  STAAT EN OORLOG. 23t Tot verftand van dat Reglement moet men weten , dat 'er ten tyde wanneer het zelve is gearrefteerd, verfcheide Postmeesters zyn geweest, die bevorens eenvoudig Posten genoemd zyn , en gehouden waren de reizen zelfs in Perfoon te doen; het geen egter ten tyde van het arrederen van voorfz. Reglement geen plaats meer moet hebben gehad, want na dat by het 5 Art. is gezegd, dat de Bodens de rcize zelfs moeten doen, is by het 6 Art. bepaald , daï de Postmeesters de reizen met hunne Paarden moeten laten doen. Naderhand is het getal der Postmeesters fuccesfivelyk verminderd, tot dat het eindelyk in den jaare 1710 by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 29 Maart tot een gebragt is. Verder valt op het voorfz. Reglement aan te merken, té dat by het 6 Art. is vastgedeld, dat de Postmeesters hunne reizen met hunne Paarden en niet tc voet moeten laten doen, waar uit fchynt te wolgen, dat de Bodens hunne reizen te voet moesten doen ; en dat dan ook deeze niet zyn gefchikt geweest om reizen met haast te doen, maar dat de Postmeesters de zoodanige hebben moeten laten volbrengen; a. dat by het 9 Art. is bepaald, dat om alle disordres en confufie voor te komen , des Generaliteits reizen maat tweemaal ter wecke zullen mogen wor den afgezonden , ten waare de Bricv e haast vereischteu. het welk aanleiding geeft om te deuken , dat ook reizen zonder haast voor de Postmeester zyn gefchikt , en in dit denkbeeld word men verderkt, als men agt geeft, dat alle de reizen naar zekere" bepaalde Plaatzen alleen door P 4 de  i3a ZAAKEN VAN de Postmeesters moesten worden gedaan , of men zoude moeten vast dellen , dat geen andere reizen met haast konden voorvallen dan naar die Plaatzen , of dat alle reizen naar die Plaatzen met haast moesten worden gedaan, vvelk een en ander ongerymd zoude zyn; zelfs fchynt men in het algemeen by het voorfz. Reglement voornamentlyk reizen zonder haast in het oog gehad te hebben. 3. Dat in het voorfz. Reglement van geen reizen buiten 's Lands gefproken word , en dat in de Lyst der reizen geen Plaatzen buiten het gebied van den Staat genoemd worden, dan eenige weinige in welke tc dier tyd Troupes van den Staat bezetting hielden, en dat alle die Plaatzen onder de Postreizen zyn gefchikt, uitgezonderd alleen Embden en Lieroort , die met Vriesland, Groningen en de Schansfen / in Westwoldingerland gecombineerd zyn , en tot de reizen der Bodens gehoren. Overeenkomdig het voorfz. Reglement zyn dan aan de Postmeesters gegeven reizen, die geen haast vereischten, dog dezelve zyn voornamentlyk gebruikt om te laten doen reizen met haast,. en naar Plaatzen buiten het gebied van den Staat, ... cn door de Bodens zyn tot voor weinige jaaren toe, waar van nader zal worden gehandeld, alleen gedaan reizen zonder haast, en dewyl dezelve uit die reizen moeten vinden .een gedeelte van hun bedaan, is het loon , dat aan dezelve voor ieder reis;betaald-word, zodanig gereguleerd, dat als zy de reis al niet te voet doen, maar zig daar toe van de ordinaire Schuiten en Scheepen, of daar geene varen , van de ordinaire Rytuigeu bedienen, zy : • - uit  STAAT EN OORLOG. £33 ujt het vierde gedeelte van dat loon kunnen goedmaken de kosten van de reis heen en weder , hunne vertering op reis vinden uit het tweede vierde, en de overige twee vierden voor zuivere winst overhouden, welke twee vierden de Bodens ook gewoon- zyn by een-te brengen en onder eikanderen gelykelyk te verdelen, op dien voet is laatftelyk in het jaar 1727 _ opgemaakt en gearrefteerd een Lyst van bet geen voor ieder van de reizen, die door de Bodens gedaan worden, zoude worden betaald. By die Lyst is wel voor verfcheide reizen gedurende de Winter iets meer toegelegd, dan in de Zomer, dog door dien de Bodens doorgaans de reizen niet meer tc voet maar met de ordinaire Vaar- en Rytuigen doen , gelyk ook door zodaanige Bodens, die bejaard geworden zyn , niet wel anders gedaan kan worden, heeft de voorfz. Lyst niet kunnen worden gevolgd, wanneer de reizen by belloten water gedaan zyn , In dat geval heeft de Kamer gercquii eerd, dat zouden worden opgegeven de reiskosten , die dadelyk zyn gefupponeerd , en het beloop daar van doen fubintreven in dc plaats van het eene vierde part yan het loon , dat voqr die reis by open water gedaan , in de voorfz. Lyst bepaald is, en tiaar by geyoegd de drie overige vierde parten van dat loon , waar door dan eqn Bode van die reizen het zelfde voordeel geniet als van ordinaris reizen by open water, - dog hier door word veroorzaakt, dat hoe zeer de Kamer gewoon is dc oggegevcn reiskosten zeer merkelyk te moderceren, en niet meer goed te doen, dan zy kan ontdekken dat heeft behoeven betaald te worden, het overbrengen van eene enkelde Brief aan het Land niet zelden meer dan een honderd guldens kost, gelyk kan worden gezien uit de hier nevens onder No. 4. gevoegde Lyst van het loon, dat voor eenige P 5 rei-  234 ZAAKEN VAN reizen by open en by bcfloten water betaald word, terwyl voor port van dezelve, indien met de ordinaris Post verzonden was, niet meer dan weinige IMvers betaald zouden zyn, en ondertusfchen klagen de Bodens doorgaans nog dat zy uit hoofde van de koude en ongemakken, -die zy op zodanige reizen moeten uitltaan, zeer ilegt betaald worden. Hier by is zedert het jaar 1760 of daar omtrent, want om het precies te kunnen bepaalen zoude meerder moeite moeten worden genomen dan de zaak waardig is, nog gekomen, dat men begonnen heeft de Bodens ook tot het doen van reizen met haast te gebruiken, waar van bevorens geene, immers zeer weinige voorbeelden te vinden zyn, zelfs zyn de Bodens in het jaar J776 ook tot het doen van reizen buiten 's Lands gebruikt, dog dit na dien tyd geen plaats meer gehad hebbende, zal men daar van niets meer zeggen. Het geen de eerfte aanleiding gegeeven heeft om Bodens tot het reizen met haast, en zelfs tot buitenlandfcbe reizen te gebruiken, is waarfchynelyk geweest, dat als zyne Hoogheid zig buiten den Haag bevond, men in Holland verlangd heeft, dat om de Brieven cn Depêches aan Hoogstdenzelven over te brengen, ook Hollandfche Bodens zouden worden gebruikt, daar zulks bevoorens alleen door Postillons van de Postmeester van dc Generaliteit gefehièdde, en vervolgens heelt die fchikking Hand gegreepen, dat de Generaliteits en Hollandfche Bodens tot het overbrengen van voorfz. Depêches by beurten geëtnployeerd zyn, en dewyl die reizen dikwijs met haast moesten worden gedaan, zyn vervolgens ook tot het doen van andere reizen met haast Bodens gebruikt; dan dit gebruik, het welk by aanhoudendbeid plaats heeft, yerftrekt tot merkelyk bezwaar van 's Lands Finantie, , want  STAAT EN OORLOG. a35 want die reizen hebben mede niet kunnen worden afgedaan volgens de bovengem. Lyst, maar is de Kamer verpligt geweest daar omtrent even eens te handelen als met reizen, die by befloten water gedaan worden , waar door de Bodens niet alleen dezelfde overwinst op die reizen hebben als op reizen zonder baast, maar nog die winst in korter tyd verkrygen; dan het gevolg daar van is, dat voor die reizen vry meer word betaald, dan betaald zoude worden, indien dezelve door Postillons van den Postmeefter gedaan wierden, gelyk by vcrgelyking van de hier boven overgelegde Lyst der Bodenloonen tegen dc hier nevejis onder N°. 5. overgelegde Lyst van het geen voor die zelfde reizen aan deïi Postmeeiier word betaald, kan worden gezien. Men zwygt nog, dat men omtrent alle reizen niet naauwkeurig kan opmaaken de kosten die tot het doen van dezelve moeten worden hefteed, en men dus veel afhangt van de opgaaf , die de Bodens van dezelve doen, terwyl men niet dan al te veel proeven heeft, dat onder de Bodens gevonden worden die niet fchroomcn , om door te hoogen opgave eene onbehoorlyke winst te doen, het geen niet tegenflaande daar toe verfcheide middelen zyn& in het werk gefield, zelfs door het reqairecren• van verklaaringen op den eed aan den Lande gedaan, niet heeft kunnen worden voorgekomen; het welk ook al gedecltelyk daar°door is veroorzaakt, dat doorgaans aan de Hollandfche Bodens, zoo dc Kamer geïnformeerd is, word betaald het geen dezelve opgeven uitgefehoten te hebben, en dezelve rykelyk worden beloond. Omtrent de voorfz. reizen met haast heeft nog een ander misbruik plaats, daar in betraande , dat tot het overbrengen van Depêches, die door etnen Bode zouden kunnen worden verzorgd, twee Bodens geëmplojeerd worden, om  =36 ZAAKEN VAN om dat de ordinaire reizen, die zonder haast kunnen worden gedaan, in dier voegen verdeeld zyn — wanneer by voorbeeld Depêches moeten worden gezonden naar Bergen op Zoom, Hulst, Sas van Gent en Sluis in Vlaanderen, word epn Bode' afgezonden met de Depêches naar Bergen op Zoom en Hulst, en een ander met de Depêches naar Sas van Gent en' Sluis , om dat die reizen, indien geen haast vercisenten in dier voegen zyn verdeeld cn gefchikt, en zulks niet tegendaande de Bode:, die naar Sas van Gent en Sluis reist, de-route over Holst nemen moet, het geen in ordinaire reizen zor,« der haast geen plaats heeft, als wordende die te water afgelegd ; • ondertusfehen is het gevolg van die fchikking, dat de kosten van de reis naar Hulst en terug tweemaal ten laste van het Land worden gebragt, daar bet dezelve maar eens zoude behocyen te draagen. ■ ■ ■ In de reizen , die door Postillons van den Postmeester worden gedaan , word doorgaans niet uitgedrukt, of dezelve met haast moeten worden afgelegd , en daarom worden ze alle meerendeels op den zelfden voet betaald , het geen misfehien altoos immers zedert veele jaaren heeft plaats gehad met dat oogmerk origetwyffeld dat de meerdere kosten, die opreizen met haast vallen, zouden kunnen worden gevonden uit de meerdere winst, die op reizen zonder haast gemaakt word; in enkelde gevallen ëgter wanneer meer dan gemeene fpoed is gerecommandeerd, word daar op wel eens reflexic gemaakt, en voor zodanige reizen iets meer toegelegd. De voorfz. reizen nu worden betaald by het uur, en gerekend naar de afdand van de Piaats, van waar de Postillon is geëxpedieerd, tot die daar de Depêches moeten worden overgeleverd. Voor  STAAT EN OORLOG. as? Voor reizen naar Braband en Vlaanderen word ingevolge de Refolutie van den Raad van Staate van den 13 Augustus 1712 , wanneer de Plaats, wcrwaards, de Depêches moeten worden overgebragt, gelegen is binnen de twintig uuren van de Plaats + daar dezelve zyn gedêpecheerd, geduurende den Zomer over ieder uuf goedgedaan twintig, ftuiyers , en zo die Plaats verder dan twintig uuren is gelegen , dertig Huivers, . . en des Winters word dat loon, het welk volgens de zo evengemelde Refolutie in.redelykheid zoude moeten worden verhoogd naar advenant van de moejelykueid van de reizen , volgens de Refolutien van de Generaliteits Rekenkamer van den 27 December van het zelfde jaar 1712-, en van den 20 November 1753, waar by zulks op eenen vasten voet is bepaald, verhoogd met een vierde, en dus voor reizen binnen de at'Hand van twintig uuren goedgedaan vyf en twintig Huivers, en voor verdere •reizen zeven en dertig Huivers en een half per uur, des dat alle extraordinaris kosten, zoo door onbruikbaarheid der wegen en door Ysgang als anderzints veroorzaakt, door den Postmeester gedragen moeten worden. Voor reizen binnen de zeven Provinciën en de Landfchap Drenthe is tot het jaar 1756 zonder onderfeheid van de diftantien der Plaatfen werwaards de Depêches moeten worden overgebragt , eene gulden per uur zoo des Zomers als des Winters betaald, dog by Refolutie van den Raad van Staate van den 31 May van het gemelde jaar, is in confideratie dat 'er geen minder reede was om in de betaling van die reizen agt te geven op de afftand der Plaatzen , en de moeijelykheid van de reizen in de Winter, dan omtrent reizen naar Braband en Vlaanderen , vastgeHeld , dat voor reizen die Winnen de Provinciën gedaan worden, en meer dan  '.438 ZAAKEN VAN dan twintig uuren ver zyn, op den voet van de Refolutie van 13 Augustus 1712 insgeiyks dertig Huivers per uur geduurenden den Zomer zouden worden betaald, en dat geduurende den Winter dat loon in redeiykheid zoude worden verhoogd naar advenant van de moejelykheid van de reizen, mits de Postmeester onder het Billet van zodanige reizen verklaare , dat de reis gedaan is met expresfe Paarden, ende niet met ordinaire vokures of te Water. en deeze verhoging is eindelyk by Refolutie van de Rekenkamer van den 15 Augus us ,782 tot affnyding van alle dilficulteiten , die zig daar omtrent vry dikwyls opdeden, meede bepaald op een vierde van het ordinaris loon, en hoe zeer zoo wel ingevolge de gemelde Refolutie van den 31 May 1756 als ingevolge die van den so November 1753, alle extraordinaire kosten door onbruikbaarheid der wegen , ysgang en andere redenen veroorzaakt , voor rekening van den Postmeester moeten blyven, is men egtcr gewoon daar omtrent in ongemeene gevallen wel eenige confideratie te gebruiken. Voor reizen buiten het Resfort van den Staat, die onderfteld worden altoos met haast te moeten worden gedaan, word ingevolge de Refolutien van den Raad van den 4 Maart 1718, en van de Rekenkamer van den 1 November 1728 op Fransch Territoir dertig Huivers , en daar buiten twee guldens per uur betaald, en deeze twee guldens worden over reizen naar ver afgelegen Plaatzen goedgedaan van den Haag af, hoe zeer een geruime tyd na liet nemen van die Refolutien die twee guldens alleen wierden gevalideerd buiten het Resfort van den Staat, het geen omtrent fomfflige reizen nog plaats heeft— het ontbreekt egter niet aan voorbeelden, dat door Postillons depêches buiten 's Lands met de ordinaire voitures over* ge-  STAAT EN OORLOG. 339 gebragt zyn, en in dat geval is aan den Postmeester voor zodanige reizen eene gulden per nnr betaald. Wanneer een Postillon met antwoord te rug komt/wrrd over reizen binnen de Provinciën en het Resfort van den Staat, op den voet van de Refolutie van den Raad van den 22 Mey 1706 Voor het retour aan den Postmeester geleden de helft van het geen voor de heenreis is toegelegd, en over reizen buiten het Resfort van den Staat even veel als voor de heenreis. dog als de Postillon zonder antwoord te rug komt, word over reizen binnen de Provinciën en het Resfort van den Staat voor het retour niets, en over reizen buiten het Resfort van den Staat, eene gulden per nur , of wel in fommige gevallen voor de uitreis vyftig duivers per uur, en dan niets voor het retour goedgedaan. Voorts heeft omtrent de reizen , die door Postillons met haast moeten worden gedaan , gelyk misbruik plaats , als. boven is aangetekend , dat plaats heeft omtrent reizen, die door Bodens met haast, gedaan worden, namcntlyk dat de Plaa fen wenvaards depêches met haast moeten worden overgebragt even eens worden gecombineerd, als gebruikelyk is omtrent reizen, die geen haast vereisfehen. Om dit te verdaan, moet men weten , dat volgens het Reglement van den jaare 1651, hier boven breder gemeld , door Postillons moeten worden gedaan de reizen naar Utrecht en Gelderland, als meede gedurende de zes Wintermaanden naar Overysfel , waar by naderhand nog gevoegd zyn de reizen naar Venlo; die reizen nu, als ze zonder haast kunnen worden gedaan , worden naar aanleiding van het voorfz. Reglement Zódam'g gecombineerd, dat het overbrengen van depêches naar Utrecht, Arnhem,  24o ZAAKEN VAN Arnhem, Doesburg en Zutphen, in een Billet worden vervat, . . . , de reizen naar Bommel, St. Andries, Tiel en Nymegen in een Billet, dc reizen naar dc Steden van Overysfel in een Billet, ... en de reis' naar Venlo in een afzonderlyk Billet, en zulks hoe zeer op den zelfden dag worden afgegeven-; depêches, die naar alle die Plaatfen moeten worden, overgebragt, en dc Brieven naar Venlo zeer gevoeglyk zouden kunnen worden overgebragt door dén Postillon die overbrengt de depêches, naar Nymegen , gelyk even eens de depêches naar de Steden van Overysfel doorgaans zouden kunnen worden verzorgd door, den Postillon, die de Brieven naar Zutphen Overbrengt.- ■ Ook worden die reizen, niet gedaan door zoo veel onderfebeiden Postillons, als 'er Reisbiljetten zyn afgegeven , maar zulks word door den Postmeester gefchikt op zodanig eene wyze, als hy zonder veragtering van 's Lands dienst met zyn voordcel het meest ovcreenkomftig rekent, cn hy word voor die. reizen betaald 4 als of dcoï zoo . veel, ondcrleheideii Postillons, a's 'er Reisbillctten zyn, afgelegd waren. Wanneer nu reizen met baast, zelfs, met meer dan gemeene haast moeten. worden gedaan , worden dezelve op gelyke wyze gecombineerd, in zodanige gevallen word daar op by de Kamer wel.agt geflagen; en dc betaling gereguleerd naar net getal van de Postillons', die zy oordeelt , dat de depêches dadelyk overgebragt hebben, dog dit geeft aan den Postmeester aanleiding tot klagen. Van gelyke geeft het gebruik, dat wanneer aan ecu Postillon Brieven in retour worden mede gegeeven, voor dc terug reis even veel als voor  STAAT EN OORLOG. 341. voor de uitreis, of in fommige gevallen de helft word goedgedaan , aanleiding tot misbruiken, want het gebeurd niet zelden, dat Brieven, die in retour worden mede gegeeven , geen antwoorden zyn op de overgebragte depêches, maarvan geheel andere Perfoonen, dan die aan welke dezelve depêches waren geaddresfeerd , daar en boven blykt niet, of die Brieven van dien aart zyn, dat haast vereisfchen, of niet gevoeglyk met de ordinaire post zouden hebben kunnen worden verzonden, zynde daaromtrent tot nu toe geen voorziening gedaan, gedeeltelyk om reden, dat men begreepen heeft, dat diergelyke voordeden aan den Postmeefter behoorden te worden gelaaten, in confideratie, dat hy voor veele reizen, niet ryklyk wordt betaald, en hy zonder diergelyke voordeden, vooral in tyden , dat 'er niet veele, in 't byzonder geen buitenlandfche reizen voorvallen, niet zoude kunnen goedmaken de kosten, die voor zyne rekening loopen, veel min een convenabel middel van beftaan hebben. Uit het voorfz. verflag zal men reeds voor een gedeelte hebben kunnen opmaaken, welke voorziening omtrent de Post- en Bode-reizen zoude kunnen en behooren te worden gedaan. De Kamer is namcntlyk van gedagten , dat de misbruiken, die in het ftuk van de Bodenreizen zyn ingeflopen, behooren te worden tegen gegaan, en ten dien einde vastgefteld, dat geen Bodens zullen worden 'gebruikt tot reizen naar Plaatfen buiten het resfort van den Staat, gelyk mede niet tot reizen , die met haast moeten worden gedaan, maar dat tot het doen van zodanige reizen behooren te worden gebruikt, Pos illons van den Postmeefter van de Generaliteit , verder dat zoo veel mogelyk zal moeten worden vermyd, om by befloten Water depêches door Bodens te doen overbrengen, en daar te- XIII. Deel. Q gen  ZAAKEN VAN gen aan dezelve by open Water zoo veel ordw naris reizen te geven, als nodig zal zyn om aan dezelve een convenabel beftaan te verzorgen, dan dit is niet zoo gemakkelyk te regelen, uit hoofde dat alle reizen niet uit een en het zelfde Comptoir, maar gedeeltelyk uit de Griffie van Haar Hoog Mog. gedeeltelyk uit de Secretarien van den Raad van Staate en van de Generaliteits Rekenkamer, en gedeeltelyk uit de Secretarie van zvne Hoogheid, den Heere Stadhouder van de refpeétive Provinciën, en Capitein en Admiraal Generaal van de Unie worden geëxpedieerd, en daarom heeft de Rekenkamer in overweeging genomen , of niet het doen van reizen door Bodens in het geheel zoude kunnen worden afgefchaft, en vastgefteld dat alle depêches, welker verzorging geen haast vercischt, met de ordinare posten zullen moeten worden verzonden, op gelyke wyze als zulks tegenwoordig in alle de voorfz. Comptoiren met verfcheide depêches gefchied, en' dat door Postillons van den Postmeefter geen andere reizen zullen worden gedaan , dan die met haast moeten worden afgelegt, en die , hoe zeer geen haast vereisfehende, egter om byzondere redenen niet gevoeglyk met de ordinaire Post zouden kunnen worden verzonden , als meede die naar Plaatzen buiten het resfort van den Staat gerigt zyn, dog daar tegen doen zig twee zwarigheden op, waar van de eerfte is, dat uit de Griffie van Haar Hoog Mog. welvocglyks halve met Bodens worden afgezonden alle depêches aan de Heeren Staaten van de refpecYive Provinciën en van het Landfchap Drenthe, aan derzelver Gedeputeerde Staaten of Gecommitteerde Raaden, aan de Collegien ter Admiraliteit, aan de Magiftraaten van Steden, en in het generaal aan alle Collegien, de tweede , dat Bodens worden gcëmployecrd tot het overbrengen van Placaaten , Publicatien, Waarfchouwingen en andere Pakken , die om der-  STAAT EN OORLOG, 24$ derzelver grootte niet wel met de ordinair^ posten zouden kunnen worden verzonden, als mede om te doen affigeeren Biiletten van Verpagtingen, het geen niet gevoeglyk op eene andere wyze zouden kunnen worden verzorgd. Konde de eerfte zwarigheid worden weggenomen, zouden de reizen met Publicatien en andere Paquettcn voor zo ver dezelve zonder haast kunnen worden gedaan, als mede die met Billetten van verpagtingen aan de Bodens kunnen worden gelaatcn, aangezien dezelve niet menig-' vuldig zyn, en 'er geen gevaar is, dat daar door het overbrengen van depêches met Bodens weder langzamerhand zoude kunnen worden ingevoerd ; en met opzigt tot de eerfte zwarigheid, wil de Kamer niet verbergen, dat zy niet zien kan , waarom Brieven van Haar Hoog Mog. aan de Staaten van de refpedtive Provinciën , aan de Collegien ter Admiraliteit, en andere, niet wel met de ordinaire post zouden kunnen worden verzonden, te meer daar zy geïnformeerd is, dat in de Secretarie van den Raad en in die Van zyne Hoogheid het zelfde gebruik niet even bedendig plaats heeft, maar diergelyke Brieven ook wel met de ordinaire Post worden geëxpedieerd, gelyk mede dat de Brieven van zodanige Collegien niet alle door Bodens worden overgebragt. In allen gevalle begrypt de Kamer, dat in confideratie van dc aanzienelyke befpaaring, die door het affchalfen van Bodenreizen zoude' Worden tc weeg gebragt, zulks door de Bondgenoten zoude kunnen worden goedgevonden, terwyl zodanige Brieven, die om deeze of geene reden niet wel met de ordinaire post zouden kunnen worden verzonden , door Postillons zullen kunnen Worden overgebragt. Indien nu konde worden vat tgeüeld, dat geen Bodens meer zouden worden gebruikt tot het doen van reizen, dan,alleen met Piacaaten, Q 2 Pu-  ■ 244 ZAAKEN VAN Publicatien en andere zoo groote Pacquettcn, die niet met de ordinaire Posten kunnen worden verzonden, als mede met Billetten van Verpagting , die niet gevoeglyk op eene andere wyze zouden kunnen worden verzorgd , zal het Tractement der Bodens dienen te worden verhoogd, ten einde dezelve door die bedieningen mogen hebben een convenabel middel van beftaan. Om vervolgens te bepaalcn ,boe groot die verhooging zoude behooren te zyn, moet men zig herinneren, dat de ordinaris reizen van de Bodens zodanig zyn gereguleerd, dat de helft van het geen voor ieder reis betaald word , uitmaakt de zuivere winst van den geene, die de reis gedaan heeft, en dat die winst over alle de reizen, of liever de helft van het geen voor alle dc reizen, die in een jaar voorvallen, word betaald, door de Bodens gelykelyk onder eikanderen word verdeeld, en men behoeft dan alleen te zamen te trekken de helft van het geen voor alle de reizen in eenige jaaren van zodanige tydperken , in welke door de Bodens geene-andere dan ordinaire reizen zonder haast gedaan zyn, betaald is, en voorts uitrekenen , hoeveel het aandeel van ieder Bode daar in geweest is: Als men dat doet over het jaar 1730 en negen volgende, zal men bevinden, dat de winst die ieder Bode in die tien jaaren op de reizen gehad heeft, bedraagt een fomma van ƒ 20 - 36:0:0 het geen voor ieder beloopt op ruim ƒ 203:0:0, doet men het zelfde over de tien volgende jaaren, zal men bevinden, dat de winst van ieder Bode- in dien tyd heeft bedragen eene fomma van ƒ 2966: o : o, het geen voor ieder jaar uitmaakt ruim ƒ 296 : 0 : o, doet men dit nog eens over de tien jaaren beginnende met 1750, zal men bevinden , dat de winst van ieder Bode over het tydperk heeft bedragen een fomma van ƒ2366:0:0, het  STAAT EN OORLOG. 245 het geen over ieder jaar beloopt op ruim ƒ 236:0:0, en als men eindelyk te zamen trekt het geen de Bodens gedunrende de voorfz. dertig jaaren hebben geprofiteerd, zal men bevinden, dat het zelve voor ieder Bode bedraagt de fomma van f 71,69: o: 0. en dus jaarlyks ƒ 245 : o: o. Hierby moet nog in aanmerking worden genomen , dat een vierde van het loon van de ordinaire reizen, en dus de helft van de zuivere winst, die op dezelve valt, gefchikt is, om daar uit de verteering van de Bodens op reis te vinden, en dat zy dus uit dien hoofde, indien men op het voordeeligst rekent, dat de kosten van de verteering op reis niet hooger loopen dan in de plaats van derzelver woning, over de bovengemelde eerfte tien jaaren nog nebben geprofiteerd ƒ 101:0:0,-en over de tweede tien jaaren f 148:0:0, over de derde tien jaaren ƒ118:0:0, en over die dertig jaaren te zamen genomen ƒ 122: to:o. Uit dit alles volgt dan, dat om de Bodens ten eenemaal klagteloos te ftcllen, en dezelve te doen hebben een zo ruim beftaan, als zy geduurende de voorfz. tyd gehad hebben, derzelver Tractement zoude behooren te worden verhoogd met drie honderd vyftig of uiterlyk vier honderd guldens , wanneer ieder Bode boven het geen hy nog zal profiteeren op de reizen die aan dezelve nog zouden worden overgelaaten , die niet tc min in de voorfz. berekening reeds zyn begrepen, en boven alle de douceurs 'hierboven in deeze zelfde % opgegeven, dog onder de vaste inkomften der Bodens niet berekend. jaarlyks zal trekken agt honderd agt en dertig of agt hon ferd agt en tachtig guldens, het geen te meer convenabel word geoordeeld, om dat het y<)St Tractement van de Kamerbewaarders van den Raad van Staate en van de Rekenkamer niet meer bedraagt dan agt honderd en vyftig Q 3 guldens  i46 ZAAKEN VAN gukkns jaarlyks, en dat van den Control'eur der Boden cn Posten niet meer dan zeven honderd guldens, waar onder dan nog gerekend is de fomma van twee honderd guldens, die aan denzelven jaarlyks voor extraordinaire dienden door Haar Hoog Mog. word toegelegd. Men pasfeert de Adddent Boden met frilzwygen, om dat het onzeke» te", of 'er nog overig zullen zyn wanneer de voorfz. fchikkingen gearrefteerd worden , terwyl het alsdan niet bezwaarJyk zal vallen, om aan dezelve een convenabel beftaan toe tc ieggen. Voor het overige, indien de gemelde voorllagen ooit effect mogten forteeren, zal het getal der Bodens op zestien kunnen worden verminderd , het welk genoegzaam word gerekend om in geval van publieke ceremoniën de nodige dienst te prafteeren, aangezien nu de Bodens reizen, en 'er twee en twintig zyn , het niet zelden gebeurd, dat 'er meer dan zes op reis zyn; en door die vermindering zoude ieder van de zestien Bodens uit dc drie honderd guldens , die voor het oppasfen aan de banken in de Klooster Kerk worden gegeven, vyf guldens meerder trekken, dan nu 'er twee en twintig zyn. Met opzigt tot de Postrcizen moet men in het oog houden, dat het zy vastgedeld word, dat geen reizen door Bodens zullen worden gedaan , het zy dezelve daar toe by continuatie gebruikt worden, in het eene zoo wel als in liet andere geval reizen zullen voorvallen , die door Postillons zonder fpoed zullen kunnen worden gedaan , en derhalven is de Kamer in het algemeen omtrent de Postrcizen van gedagten , dat telkens als eenige het zy buiten het zy binnenlandfchc reis door een Postillon van den Postmeeder met haast zal moeten worden afgelegd, zulks op het Billet zoude moeten worden aangetekend, en dat de Plaatzen, wenvaards Depêches het «•,---:-. " i '9 zy  STAAT EN OORLOG. *47 zy met, het zy zonder haast moeten worden overeebragt, niet zouden behooren te worden gecombineerd , zoo als tot nu toe gebruikelyk is, maar dat zulks zoude moeten worden geIchikt naar de routes waarop de Plaatfen liggen , zoo dat tot het overbrengen van Brieven naar alle Plaatfen , die op eene zelfde route gelegen zyn , en dewelke vervolgens door eenen Postillon kunnen worden verzorgt, alleen een reisbillet werde afgegeeven, of wel dat de Postmeefter op den Eed aan den Lande gedaan zoude behooren op te geven, door hoe veel Postillons hy aan hem by verfcheide reisbillenen aanbevolen Depêches heeft doen overbrengen. Dat voorts wanneer aan een Postillon m retour eenige brief word mede gegeven, de afzender zulks niet alleen op het reisbillet zoude moeten aantekenen, zoo als tegenwoordig gebruikelyk is , maar ingevalle die brief met haast moet worden overgebragt, zulks daarby uitdrukken , cn dat by ontstentenis van dien voor het overbrengen van zodanig een brief alleen een matig douceur aan de Postillon zoude behooren te worden gegeven. dat voor het overige de Postreizen by continuatie zoude behooren te worden betaald op zodanigen voet als tot nu toe gebruikelyk is, ten zy de Postmeefter op eene voldoende wyze konde aantoonen , dat hy vooronderfteld dat de voorfz. fchikkingen worden gearrefteerd, uit dien hoofde niet meer in Itaat is om de reizen voor dat loon te laaten doen, cn daar en boven in het zelve een convenabele overwinst voor zig te vinden, waar op als dan behoorlyke reflexie zoude dienen te worden gemaakt , cn zodanige andere voet beraamd, als redelyk zal worden geoordeeld. Misfcbien zal het aan een oplettend lezer eenige reflexie baren , dat zo even is voorgedragen , dat dc Plaatfen werwaards Depêches . ° ' Q 4 zelfs  248 ZAAKEN VAN zelfs zonder haast door Postillons moeten worden overgebragt, niet langer zouden behoren te worden gecombineerd, zoo als tot nu toe gebruikelyk is, daar zulks omtrent Boden-reizen , die zonder haast worden gedaan, hier boven niet is voorgedragen; dog de reden van dat onderfcheid zal ras in het oog lopen, als men let, dat de ordinaire Boden-reizen meerendeels te water kunnen worden afgelegd , wanneer de verfcheide Plaatfen in een zelfde ÜiirricT: niet zoo zeer kunnen worden gezegd langs eene zelfde route te leggen, en dat daar tegen de meeste Postrcizen niet wel anders dan te Land kunnen worden gedaan, en vervolgens de route van de eene plaats op de andere loopt. Het getal van de Postillons en Paarden die moeten worden aangehouden , kan niet wel anders dan naar de omftandigheden der tyden worden bepaald; naar mate veel of weinig reizen voorvallen, moeten 'er meer of minder 111 vasten dienst zyn; de vier Postillons die tegenwoordig worden aangehouden, kunnen naar de gedagten van de Kamer niet gevocgiyk worden verminderd, aangezien een van de vier is de Postknegt, wiens functie is de belangen van den Postmeester in de refpective Comptoiren van de Generaliteit waar te nemen , en daarom tot het doen van reizen niet word geëmployeerd , het geen te minder geleideden kan , omdat hy daar" en boven in dc Griffie van Haar Hoog Mog. op den voet van een Comptoir-Bode word geëmployeerd , voor welke extraordinaris dienlten hem door Haar Hoog Mog. driemaal in het jaar word toegelegt een douceur van een honderd guldens telkens, onder de drie overige bevindt 'er zig een, die door een ongeluk hem in 's Lands' dienst overgekomen tot liet doen van groote reizen niet meer in daat is , waarom ook de Postmeeste1'  STAAT EN OORLOG. 249 meester dikwyls verpligt is zig van noodhulpen te bedienen; zoo nu het getal van vier Postillons verminderd wierd, zoude de voorfz. ongelukkige man moeten worden afgedankt , en dus van alle middel van beftaan beroofd worden, aangezien de Postillons als particuliere bedienden van den Postmeester worden geconfidereerd, en vervolgens door het Land niet worden gegageerd, en het van den Postmeester niet te vergen is, dat hy uit zyn privé beurs iemand zoude betalen, van wien hy weinig of geen dienst zoude hebben , en die hem door het Land niet word goedgedaan. Dog indien by continuatie Bodens tot het doen van reizen met haast worden geëmployeerd, Zoude het getal der Paarden, die aangehouden worden , nu 'er weinig buitcnlandfche reizen voorvallen, wel op vier kunnen worden verminderd. Voor het overige wil de Kamer niet nalaten te remarqueren, dat de voet op welke het Postwezen van de Generaliteit word bediend en door het Land betaald, aan een en ander gebrek laboreert; men is namentlyk onkundig welke de winst is, die de Postmeester op ieder reis heeft, om dat men niet weet de clfective kosten, die op het doen der reizen vallen, en vervolgens zoude die winst op zommige reizen wel te groot kunnen zyn; men ignoreert daar en boven hoe hoog de kosten lopen, die door den Postmeester worden gedragen, en vervolgens is men buiten daat te bepalen de winst , die hy op de 'reizen hebben moet; men weet al verder niet direct: nog zeker, op wat voet de Postillons over de reizen , die door dezelve worden gedaan, door den-Postmeester betaald worden, en al wist men zulks precies , zoude men nog buiten daat zyn te oordelen, of Q 5 zulks  25o ZAAKEN VAN zulks genoegzaam dan te weinig is, om dat men niet weet, hoe hoog de kosten van de reizen dadelyk lopen , terwyl op de opgaaf van de Postillons geen volkomen ftaat, kan worden gemaakt. Het is misfchien ook niet buiten bedenken , dat de Postillons particuliere bedienden van den Postmeester en niet in 's Lands dienst zyn; het is ten miniten aan de Kamer bekend, dat daar op wel reflexie is gemaakt , even als of men daar om op derzelver bekwaamheid, veerdigheid en trouw minder gerust zoude kunnen zyn , dan de Kamer ignoreert of 'er voorbeelden zyn, dat 's Lands Depêches door Postillons niet naar behoren en niet getrouwelyk zyn overgebragt , ze heziteert even zeer of men daar op meer ftaat zoude kunnen maken, indien de Postillons 's Lands bedienden waren; dit is ten minften zeker, dat de geene die ze in dat geval zoude aanftellen , of op wiens recommandatie ze zouden worden aangefteld, indien al op derzelver bekwaamheid cn deugdzaamheid nauwkeurig agt wierd geflagen, voor derzelver goed gedrag minder verantwoordelyk zoude zyn , nog daar in meerder belang hebben, dan de Postmeester, zoo lang ze door hem aangenomen en gebruikt worden. De Kamer heeft egter niet nagelaten by gelcgentheid van haare deliberatien over deeze Memorie de voorfz. zwarigheden zorgvuldig te overwegen , en in het byzonder te onderzoeken, of het Postwezen op zodanig eenen voet zoude kunnen worden ingeftcld , dat het aan de voorfz. zwarigheden niet onderhevig zoude zyn; dog zy moet gercdelyk erkennen, dat zy daar in niet is gcflaagd. Zy heeft in de eerfte plaats in overweging genomen, of het ook beter zoude zyn , dat het Ampt  STAAT EN OORLOG. 251 Ampt van Postmeester wierd gemortificeerd , en daar tegen eenige Postillons in 's Lands dienst genomen, dog die voet is aan niet minder zoo geen meerder zwaarigheden onderhevig dan de tegenwoordige , want voor eerst zoude men de zaken dan weder brengen op den voet, waar op ze geweest Zyn in de eerfte tyden van de Republiek, wanneer men , voor zoo veel uit de notulen van dien tyd, welke uittcrmate kort zyn , kan worden opgemaakt, in dienst gehad heeft eenige Posten of Boden te Paard, die de reizen zelfs deden; dan van dien voet is men al vroeg, ongetwyffeld om goede redenen, hoe zeer men die niet aangetekend vindt, afgegaan, gelyk in het begin van deeze 5 is gemeld, ten tweede doet zig de vraag op, of men ook Paarden zal aanhouden , en zo ja, wie ze zal inkopen, voor derzelver onderhoud en het verder nodige zorgen, in een woord wie de directie van dat alles hebben zal, of zal ieder Postillon zyn Paard inkopen en onderhouden? wie ziet niet dat zulks ook aan verfcheide inconvenienten onderhevig zoude zyn : ten derde is de vraag , hoe veel Postillons men zal aanhouden? in dille en geruste tyden zouden drie a vier doorgaans genoeg zyn, dog in die zelfde tyden kan het gebeuren, dat men 'er eene enkeldc reis meer nodig heeft, wie zal dan de noodhulpen verzorgen, of zoude men 'cr altoos z^o veel aanhouden, dat geen noodhulpen ooit nodig zouden zyn? dit zoude zekerlyk niet (trekken tot vermyding van nodeloze kosten : eindelyk zal men omtrent den voet van betaling in het zelfde geval zyn, waar in men tegenswoordig is, en men zal met geen minder zwarigheden dan nu te worftelen hebben, in tegendeel daar men nu maar met een Mensch te handelen heeft, zoude men dan met verfcheide 'moeten handelen;  252 ZAAKEN VAN in allen gevalle komt dit aan de Kamer zeker voor, dat die voet veel kostbaarder zyn zoude dan dc tegenwoordige. In de tweede plaats heeft de Kamer in bedenken genomen, of men ook eenige Postillons in dienst van het Land aannemende, evenwel een Postmeester aanhouden zoude, om de directie van het werk te hebben , aan denzelven een vast Tractement toeleggen , en aan ieder Postillon betalen dc kosten van de reizen, die door hem zouden zyn afgelegd; dog ook dit plan word door verfcheide zwarigheden gedrukt, want al aanffouds doet zig dc vraag op, naar wat rigtfnoer zal men de razen aan de Postillons betalen, en hier omtrent zoude men zig in dezelfde verïegentheid bevinden als tegenwoordig; zoo men die'kosten zoude voldoen volgens de opgaaf van dc Postillons, kan de Kamer door de ondervinding die ze dooide reizen dewelke de Bodens met haast doen , gekregen heeft, wel voorfpellen, dat de kosten van de postrcizen exorbitant hoog zullen lopen , en dat dat werk nog veel minder in eenige ordre te brengen zal zyn dan dat van de boden-reizen, om dat men van de opgegeven kos.en van buitenlandfchc reizen in het geheel niet zal kunnen oordeelen , en daar van ook geen voldoende informatie kunnen krygen; daar en boven zullen 'er dagelyks moeijclykheden zyn tusfchen den Postmeester en de Postillons , en deeze zo wel 's Lands Bedienden zynde als den andere, zal 'er naauwjyks mogelykheid zyn om die gedurige oneenigheden uit den weg te ruimen. Het zoude niet mocijelyk vallen meerder zwarigheden nopens de voorfz. twee plans aan de band te geven , en even weinig om in een groter detail van de geopperde te treden, dog de Kamer oordeelt genoeg gezegd te hebben , om de Heeren Gedeputeerden tot het onderzoek van de Finantie van de Generaliteit in ftaat  STAAT EN OORLOG. 253 ftaat te nellen om het werk te beöordeelen ; misfchien geven de voorfz- confideratien aanleiding om een beter project te maken," en het postwezen op eenen gefchikter voet te brengen, dog ondertusfchen meent de Kamer te mogen befluiten, dat de voet, waar op het zelve zig tegenwoordig bevindt, boven de idéés, die zo even voorgedragen zyn, te prefereren is, terwyl aan zommige reflexien, die ze weet, dat op denzelven gemaakt worden, en waarom wel eens geoordeeld is; dat het werk op eenen anderen vóet zoude behoren te worden ingerigt, het geen ook de voorname, zoo niet de eenige reden is, waarom dc Kamer zig daar over zoo verre Tieeft uitgelaten , zoude kunnen worden voldaan ; is* men by voorbeeld van gedagten dat de Postillons over de reizen die zy doen, ruimer zouden behoren betaald te worden, dat zy buiten 's Lands een hoger daggeld zouden behoren te genieten , dan het Land aan den Postmeester goed doet, en deeze aan dezelve betaalt^ niets zoude gemakkelyker zyn , dan het geen aan den Postmeester voor de reizen en voor daggeld van de Postillons word goedgedaan , met zo veel te verbogen , als men meent dat aan dc Postillons meerder zoude behoren te worden verftrekt; dan dewyl dc Kamer van de noodzakelykheid daar van niet overtuigd is, en zulks eene vermeerdering van kosten zoude veroorzaken, daar deeze Memorie gefchikt is om Pointen van menage op te geven , zal ze zig onthouden, om eenige voorflagen tot verhoging te doen, en hier meede van haare confideratien over het voorfz. onderwerp een einde maken. §• 12. De remarque die by het advis van den jaare 17'7 is gemaakt , dat de briefporten hier in den Haag niet gereguleerd wierden naar zekere . - Re-  ï<4 zaaken van Reglementen, maar alleen naar de discretie def Postmeesters, en dat het derhalven van dienst zoude zyn, dat de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland door Haar Hoog Mog wierden verzogt daar in te voorzien, het welk ook door de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering by derzelver Rapport den 19 Juny 1717 gedaan, is gegoutcerd, is geheel vervallen door dien de Posteryen alhier in den Haag niet meer door particuliere Postmeesters, maar door Commisfarisfen van dc 1 ieeren Staaten van Holland ende Westvriesland bedierd worden, waar by de Kamer alleen zal voegen dat onder de rekeningen van de porten der brieven aan Haar Hoog Mog., voor zo yer die door derzelver Kamerbewaarders worden betaald, dewelke van weinig belang zyn, terwyl de overige door de Commisfarisfen van de uitheemfche depêches voldaan, en door de Provincie van Holland uit de post tot de defroijementen, gerembourfeerd worden, en van de Brieven aan den Raad van Staate geaddresfeerd, dewelke de eenige zyn, die uit het Comptoir Generaal van de Unie worden betaald, en dus ook alleen tot deeze Memorie behooren, 'door de Commifen van de Posterye word verklaard, dat de briefporten daar op niet hooger gebragt zyn, dan tot laste van particuliere gerekend worden, en dat daar onder geene brieven voor particulieren zyn begrepen. S- '3- Aan de voorflag by het advis van den jaare 1717 gedaan, en in het Rapport van de Heerert Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de extraordinaris Vergadering van het zelve jaar overgenomen, om aan ieder Heer, in dc Vergadering van Haar Hoog Mog. in den Raad van Staate en dc Generaliteits Rekenkamer gecommitteerd en aan derzelver Ministers in piaats van  STAAT EN OORLOG. 255 van Schryf- en Comptoirbehoeftsns, die aan dezelve geleverd wierden , Couranten en de jaarlyklche zilvere Almanak daar onder begrepen , by uitkoop te doen betaalen eene fomme van tachtig guldens jaarlyks , en het dubbeld van dien aan den Griffier van Haar Hoog Mog., den Thefaurier Generaal ende den Secretaris van den Raad van Staate, is voor het grootfte gedeelte voldaan, want by Haar Hoog Mog. Refolutien van den 24 Juny en 7 July van het jaar 1738 is verftaan, dat voortaan de leverantie van Scbryfbehoeftens en Couranten, als mede de diftributie van Almanakken aan de Heeren Gedeputeerden in derzelver Vergadering , den 'Griffier , Commis en Agent, als mede aan den llofmeefter zal cesfeeren, ende dat in de plaats van dien aan ieder zal worden betaald jaarlyks vyftig guldens voor Schryf behoeftens , tien guldens voor een Almanak, en dertig guldens voor Couranten, te zamen" negentig guldens, als mede dat de Heeren Gedeputeerden wegens Haar Hoog Mog. gaande in Commisfie, ook geen Schryf behoeftens zullen genieten , maar in plaats van dien, ieder vyftig guldens in hunne declaratie zullen mogen brengen. Reeds bevorens was by Refolutie van den Raad van Staate van den 8 April 1738 afgefchaft de leverantie van Schryf behoeftens, die aan ieder van de Leden naar zyn goedvinden wierd gedaan, en vastgefteld, dat in de plaats van dien aan ieder van de twaalf Heeren, in denzelven Raad fesfie hebbende, by uitkoop zal worden gegeeven vyftig guldens jaarlyks, en voorts in plaats van de Comptoir- en Schryf behoeftens, die door de Heeren in Commisfie gaande worden mede genomen , voor ieder Commisfie toegelegd eene fomma van honderd guldens, die door de twee Heeren van ieder  256 ZAAKEN VAN, ieder Commisfie in hunne declaratie zoude worden gebragt, # dog aan den Heer Thefaurier Generaal en Secretaris van den Raad gepermitteerd, om by continuatie de nodige Comptoir- en Schryf behoeftens aan hun te doen leveren, en laatfteiyk was daar by nog verftaan, dat de'Schippers van de twee buiten Jagten, als mede die van het binnen Jagt niet meer pro lubitu zullen mogen doen leveren Comptoiren Schryf behoeftens, maar dat de Schippers van de buiten Jagten in een rond jaar niet meer zullen mogen vorderen , dan eene quantiteit, in waarde niet excedeerende vyf en twintig guldens, en de Schipper van het binnen Jagt niet meer dan eene quantiteit niet excedeerende vyftig guldens, dog deze bepaaling is by Kefohitie van den io November 1752 verminderd, en insgelyks gefteld op vyf en twintig guldens, vervolgens is by Refolutie van den Raad van den J5 April 1738 vastgefteld, dat aan ieder van de vier Commifen van de Gcncraliteits-Finantie in plaats van Schryfbehoeftens jaarlyks zal worden gegeeven eene fomme van zes en dertig guldens, en eindelyk by Refolutie van den Raad van den 27 December 1740 verftaan, dat de leverantie van alle Couranten, de Prys-Couranten en verdere Nieuwspapieren, niet alleen die aan dc Ministers cn Bcampten van den Raad,maar ook die ten dienfte van dc Tafel van Haar Edele Mog., en verder die ter Kamere van des Generaliteits Finantie, aan den Kamerbewaarder en Clercq van dezelve gedaan wierd , 'voortaan zoude ophouden, als mede de jaariykfchc diftributie van Almanakken met zilver beflag, of de waarde van dien bevorens op tien guldens getauxeerd geweest, en dat in plaats van Couranten, Nieuwspapieren en Alma-  STAAT EN OORLOG. 2.0/ manakken aan ieder van de twaalf Heeren, in den Raad fesfie hebbende, aan den Heer Thefaurier Generaal, den Secretaris, den Commis van de Thefaurie, en den Commis van den Raad, als mede aan ieder van de vier Commifen van de Generaliteits Finantie jaarlyks zal worden betaald dertig guldens voor Couranten en tien guldens voor een Almanak, aan ieder van de twee oudfte Clercquen ter Secretarie van den Raad, zoo voor dezelve als ten behoeven van derzelver Confraters in plaats van de Couranten , dewelke dagelyks ter Secretarie gebragt zyn geworden, aan ieder yan de twee Kamerbewaarders van den Raad, aan den Clcrcq ten Comptoire van de Thefaurie ; aan den Kamerbewaarder als mede aan den Clercq van de Kamer van 3de Generaliteits Financie vyf en twintig guldens. De Generaliteits Rekenkamer had reeds by Refolutie van den 29 November 1695 goedgevonden, dat de fomme van een honderd en zestig guldens, die jaarlyks in de declaratie van den leverancier van Schryfbehoeftens voor zestien Almanakken met zilvcre Sloten geleden wierd, en daar in niet meer gebragt zoude worden, voortaan onder de veertien Leden iri de Kamer fesfie hebbende, en de beide Secretarisfeu zoude worden gedifuïbueerd, om doof dezelve naar welgevallen belleeE tc worden, en by Refolutie van den jfc April van het jaar 1714, na dat reeds by Ref „ neraliteit behoorden te worden gelast , ter „ Vergadering van Haar Ho©g Mog. voor te „ dragen, dat op de gemelde voorflag te remar,, queren viel, dat van de erectie van de Repu„ bliek af, voor Refolutien, Brieven en Stukken ter Griffie gefchreven , altoos is gedecla,, reerd, zoo als nader by de Inflructie voor „ den fleer Griffier , den 1 September 1646 ,, gcarrcftccrd, Art. .15. is geordonneerd, dat hy de Gedeputeerden van de rejpebïive Prr,~ vinei en ten allen tyde des verzogt zynde, zal ,, geven zoodanige Extracten cn typten van R luuen, die omtrent de voorfz. Schryfloonen van tyd  265 ZAAKEN VAN tyd tot tyd zyn genomen, vervolgens aantekenen , in hoe verre aan de Kamer bekend is, dat van dezelve is afgegaad , en in hoe verre mits dien dezelve worden naargekomen, en daar op eindelyk laaten volgen de confideratien, die de Kamer deswegens zal weeten te iuppediteeren. By Haar Hoog Mog. Refolutie van den 15 September 1661, is, na dat de Heer Griffier zyne Remarques op een Reglement, door den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer geconcipieerd , fchriftelyk had overgegeven ,' en nog nader op alles was gehoord en verftaan, vastgefteld, ,, dat van den eerftcnOftober toen naastkqmen„ de aan den Griffier van Haar Hoog Mog. in de„ claratie niet zal worden geleden nog gepasfeerd ., bet Schryfloon van aften van verlof, allerhande „ Commisfien , Paspoorten , Brieven van Voor „ fchryven, Sententien , Extracten van Refo- luticn &c.: dewelke by particuliere worden ,, geligt, en daar van zy het recht volgens de „ Lyst aan den Griffier hebben betaald, alzoo ,, men verftaat, dat zodanige depêches van het Schryfloon niet zullen kunnen worden ge„ fepareerd, ende dienvolgens die de depêches ,, komt ligten, het Schryfloon met eenen be- taald, zonder nogtans "dat hy Griffier de Lyst van depêches daar mede zal mogen verhoo»• Scn' ,, ende dat , nadien verfcheide Refolutien , „ Brieven, Rapporten ende meer andere Stukken worden afgefchreven voor Haar Hoog Mog. Gecommitteerden, om zig daar van te ,, dienen in particuliere conferentien ende ex«, traordinaris Commisfien als anders , de Do„ meftique of andere ordinaire Clcrquen van de Griffie pcrtinentelyk in hunne declaratien zullen hebben tc ltcllcn, voor welke Gccommitteerden ofte Collegien, cn op welken dag zy „ zo"  STAAT EN OORLOG. 269 „ zodanige Stukken zullen hebben gefchreven, „ zonder het welk het zelve niet zal worden „ geleden, ,, dat mede voortaan voor Schryfloon van ,, ieder blad ten minften van vyf en twintig ,, regelen op ieder zyde van het zelve blad, ,, niet meer zal mogen worden goedgedaan ,, dan drie ftuivers , uitgenomen het geen gc,, fchreven word in Fransch, Latyn, Hoog,, duitsch , waar van een ftuiver meer van „ ieder blad zal worden gepasfeerd, ende dat „ zoo wranneer eenige regelen zullen worden „ gebragt op het tweede Foliu1 u ofte de twee,, de Rechter zyde, daar voor niet meer dan ,, half geld geleden zal worden, ende voor de ,, regiftrature van Haar floog Mog. Refolu,, tien, Brieven, Aden &c. voor ieder blad „ twaalf ftuivers, genomen tegen vier ordinaris „ bladeren, mits dezelve naar ouder gewoonte ,, en op gelyken voet compres worden gefchre„ ven, ,, ende dat voortaan de particuliere declara,, tien van Cunes en van Vliet, Domeftique ,, Clercquen van den fleer Griffier zullen ko„ men tot lasten van denzelven Griflier, als ,, genietende de depcche-gelden van de Stuk„ ken, waar van by de gem. Clercquen word ,, gedeclareerd. By Haar Hoog Mog. Refolutie van den 24 October 1669 is op het Rapport van de Heeren Gedeputeerden tot de zaaken van de Griffie, die agtervolgens voorgaande Refolutien gevaceerd hadden in zaaken, raakende het doen drukken van tiaar Hoog Mog. Refolutien , Brieven, Aéten en andere Stukken , verdaan, ,, dat by provifie en tot eene preuve alle de „ Refolutien, Brieven, Acten en andere Stuk,, ken , daar van vyf copien en daar boven ,, zuilen moeten wezen , gedrukt zullen wor,, den, en daar van minder dan vyf copieu van node zyn, dat dezelve gefehreven zul- „ len  a7o ZAAKEN VAN „ lcn worden, gelyk toen gefchiede, ten wa-„ re anders wierde geordonneerd, „ gelyk ook dat de geheele dagelykfche ex„ tenlie, vervattende de ordinaris Refolutien „ van Haar Hoog Mog* voor de Ministers „ van den Staat by uitheemiehe Potcntaatcn „ relidcerende, medt- gedrukt zal worden, „ en dat insgelyks de copien van de ink-o„ mende Brieven, Memorien van de Ambas„ ladeurs 'en diergelyke Stukken, daar van cle „ Ministers van dezen Staat by uitheemiehe! ,, Potentaaten refideerende communicatie gege- ven z*l worden, zullen worden gedrukt, By de Refolutie van den 22 Maart 1717 ^ die 'in bet bovengem. Rapport, ter Vergadering van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland uitgebragt , is gemeld, en in dat van de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de extraordinaris Vergadering ongetwyffeld beoogd, dog eigentlyk 111 de Notulen van den 30 Maart gevonden word, is niets nieuws vastgelteld , maaide voorn. Clercq op den voet van vorige aanftcllingén benoemd om dc directie te hebben , om de Refolutien , inkomende Brieven en Memorien, eens geichrevcn zynde, aan den ordinaris Drukker van Haar Hoog Mog., om dezelve te drukken,te behaudigen ,en voorts aan cle Ministers van den Staat buiten 's Lands refideerende óp de refpective postdagen af te zenden volgens en in conformiteit van Haar Hoog Mog. Refolutie van den 24 Öctober 1669, zoo even gemeld. Tegenwoordig nog word ingevolge de gem. Refolutie van den 15 September 1661 geen Schryfloon gebragt van Acten van verlof, allerhande Commislien , Pasporten , Brieven van voorfchryvens, Sententiën, Extracten van Ref Ruien &c; dewelke by partyc. worden geligt»  STAAT EN OORLOG. an ligt, en daar van zy het recht aan den Heer Griffier hebben betaald, dog het zelve word wel gebragt van Minuten van Commisfien , van Aden van approbatie op willige condemnatien, van Octrojen om te tedeeren, van fententicn en diergelyke, waar van particuliere ongetwyffeld het recht zullen hebben betaald, en dit heeft reeds aanftonds na de voorfz. Refolutie plaats gehad , trouwens voor het ftellen van de ordinaire Notulen en van alle Brieven én dus voor alle Minuten, uitgezonderd de fecreete Notulen en de Refolutien in Bcloignes genomen wordende, welke beide door den Heer Griffier' worden gedeld , als mede alle zodanige Brieven als door denzelven worden geconcipieerd, word Schryfloon gedeclareerd : van gelyke word nog tegenwoordig in de declaratien van het geen ten Comptoire van den Heer Grillier, en van den Commis gefchreven is, aangetekend de datum van de dag op welken gefchreven zyn de Stukken waar voor gedeclareerd word cl og daar by word niet meer gedeld, voor welke Gecommitteerden of Collegien dezelve gefchreven zyn, dit is alleen geduurende eenige weimge jaaren naargekomen, en in dien tyd zelfs nog met beftendig, maar met interruptie dan eens_ van drie maanden , dan eene zelfs van een jaar. Zedert meer dan honderd jaaren is het nagelaatcn, waar van de reden voorzeker deze zal zyn, dat het houden van aantekening van de Gecommitteerden ofte Collegien , voor wien alles gefchreven was, zoo veel omflag zal hebben veroorzaakt, dat zulks te doen niet wel mogelyk zal zyn geweest, en daar het fchryven by vervolg van tyd zeer merkelyk is vermeerderd, moet de moejelykheid, zoo niet de onmogelykheid van de voorfz. aantekening te houden, meer en meer zyn vergroot. Ook word als nog ingevolge dc gem. R.efolu- tie  27z Z A A KEN V A N tic voor Schryfloon van ieder blad Ncderduitseh drie Stuivers, en van het geen in eene andere taal gefchreven word vier ftuivers gebragt, uitgenomen, dat in de declaratie van het geen ten Comptoire van den Commis gefchreven word, voor her Notuleeren, dat is het ftellen van de ordinaris Notulen , word gedeclareerd zes ftuivers per blad; dit heeft reeds in de voorige eeuw plaats gehad, zonder dat aan de Kamer bekend is of zulks op eenige Refolutie is gegrond , voorts word voor de regiftrature van Haar Hoog Mog. Refolutien, Brieven, Acten &c voor ieder blad als nog twaalf ftuivers gebragt, maar de regelen, die op de tweede folium ofte de tweede regter zyde gefchreven worden, of op halve bladen, zyn van den beginne af , dat is aanftonds na het neemen van de Refolutie van 1661 om redenen te dier tyd aan de Kamer voorgedragen, in plaats van daar voor half geld te brengen, even als de andere bladen berekend, voor het overige is misfehien nooit op den voet van de voorfz. Refolutie gefchreven , dat is zodanig, dat op ieder zyde van een blad niet meer dan vyf en twintig regelen gedeld waren , te meer niet, daar by de voorfz. Refolutie niet is bepaald, hoe veel letters op eene regel moesten worden gezet; immers vind men al kort na de voorfz. Refolutie, dat de Clercquen in de Griffi onder de declaratien van het geen ten Comptoire van den fleer Griffier gefchreven was» onder andere verklaard hebben, dat al het geen , waar over Was gedeclareerd, zodanig was gefchreven , dat zy van ieder ff uk bekwatnelyk de regelen, tot ieder blad gerequireerd, zouden hebben kunnen uitleveren, als moetende om veele redenen alles compres fchryven. Indien tegenwoordig naar den letter van de voorfz. Refolutie moest worden gedeclareerd, en 'er vervolgens voor Schryfloon van een blad van  STAAT EN OORLOG. 273 Van het welk ieder zyde vyf en twintig regelen moest inhouden , niet meer dan drie ftuivers mogten worden gebragt, zoude de Schryver daar van naauwlyks een beltaan hebben, èn de Heer Griffier daar van zekerlyk geen voordeel kunnen genieten , het geen nogtans by het hierboven gemelde Rapport ter Vergadering van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland gedaan, aan denzelven is toegekend; even weinig zouden de Commis en de Clercq , die de directie heeft om aan de Ministers van den Staat buiten 's Lands refiderende te zenden de Brieven , Refolutien en andere Stukken, van dewelke geoordeeld word dat aan dezelve communicatie behoord te worden gegeven , daar van iets kunnen trekken, zelfs is reeds voor lange daar van afgegaan, zonder dat aan de Kamer bewust is , of van ieder Stuk bekwamelyk de regelen, tot ieder blad gerequireerd, zouden hebben kunnen worden opgeleverd. Aan de Refolutie van den 24 Oftober 1669 voor zoo verre daar by is verftaan, dat alle Refolutien, Brieven, Aften en andere Stukken daar van vyf Copien en daar boven zouden moeten wezen, zouden worden gedrukt, is in opzigte van het geen gefchreven is ten Comtoire van den Heer Griffier en van den Commis, niet dan gedurende eene zeer korten tyd en in zeer weinige gevallen voldaan, en dit zal niemand verwonderen, als hy zal gelieven te letten dat by voorbeeld, zo dikwyls aan de Heeren Staaten van de refpeftive Provinciën een gelyk luidende Brief moeit worden gefchreven , dezelve zouden hebben moeten worden gedrukt, het geen immers niet wel voeglyk zoude zyn geweest. Het is dan ook meer dan waarfcbynelyk, dat gelyk de voorfz. Refolutie, voor zoo veel het voorfz. point betreft , alleen by provifie en tot eene proeve genomen is, mét byvoe- XIII. Deel. S ging  ft74 ZAAKENVAN ging zelfs van de woorden ten ware anders wier de geëi donneerd , daar van zal zyn afgegaan, en van de naarkoming van de voorlz. Refolutie gedispenfeerd, hoe zeer aan de Kamer niet bekend is, dat daar van in de Notulen van Haar Hoog Mog. aantekening is gehouden ; en de voorfz. Refolutie levert dus een^voorbeeld op van het geen in de Republiek wel meer gebeurd is , dat men namentlyk eenig misbruik willende tegen gaan , zulks doet op eene wyze , die niet uitvoerlyk is , wanneer zelfs het goede , dat daar uit zoude hebben kunnen voortfpruiten, geen effecT: forteert. De verdere inhoud van de voorfz. Refolutie , voor zoo veel betreft de Refolutien en andere Stukken, die aan de Ministers van den Staat by uitheemfche Potentaten redderende, worden gezonden, is wel niet bedendig, dog nu en dan uaargekomen. In de eerde jaaren na het nemen van die Refolutie vindt men niet, dat door den Clercq, die gecommitteerd was om de Refolutien, inkomende Brieven , Memorien en diergelyke Stukken, van dewelke aan de gem. Ministers communicatie zoude worden gegeven, aan dezelve af te zenden, eenig ander Schryfloon is gedeclareerd, dan van Stukken, die eens gefchreven waren , om gedrukt te worden, doch reeds in het jaar 1675 is ten lasten van het Land gebragt het Schryfloon van verfcheide Stukken voor de Heeren van Bcuningen, Pesters en Valkenier Extraordinaris Envoyé aan het Hof van Spagne, als mede voor de Rcfident Wolffen en den Lieutenant Admiraal dc Ruiter , mitsgaders voor den Heer Klenck , Ambasfadeur by den Czaar van Moscovien gegefebreven. Met de Maand April van het jaar 1-17 r> de Refolutie van 1669 wederom volkomen geobferveert, in zo ver zehs, dat niet alleen , , de  STAAT EN OÖRLOG* »jr5 de ingekomen Brieven van de Ministers buiten 's Lands, maar ook losfe Refolutien , Mem-orien en Rapporten gedrukt zyn om aan dezelve Ministers gezonden te worden. Doch met het jaar 1728 is begonnen gefchreven Refolutien en andere Stukken te zenden aan Haar Hoog Mog. Commisfarisfen decifeurs, en met het jaar 1729 aan de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. tot het veranderen van de Magidraaten in de Steden en Plaatfen in Vlaanderen, daar en boven zyn 'er in het jaar 17-8 gefchreven voor de Heeren Ministers Plenipotentiaiïsfen op het Congres te Soisfons , in het jaar 1730 voor de Heeren Gedeputeerden in Vriesland, in het jaar 1737 voor de Heereil Commisfarisfen tot de conferentien te Antwerpen, en vervolgens bedendig voor alle Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. zoo binnen als buiten 'sLands, het geen wederom tot gevolg gehad heeft, dat gefchreven Stukken gezonden zyn aan alle extraordinaire Ministers buiten 's Lands. Met het jaar 1747 zyn 'er voor het eerst gefchreven voor een ordinaris Minister, te weeten den Ambasfadeur aan het Hof van Spagne, met het jaar J750 voor den Ambasfadeur aan het Hof van Vrankryk, en voor den extraordinaris Envoyé aan het Hof van Pruisfen, en wanneer in het jaar 1769 in plaats en vermits het overlyden van den Heer van Haren, die in qualiteit van Haar Hoog Mog. Gedeputeerde by het Gouvernement der Oostenrykfche Nederlanden te Brusfel had gerefideerd, en van gefchreven Stukken was gediend geweest, een ander Minister by het gem. Gouvernement is benoemd , zyn van dien tyd af ook voor S a dieft  S76 ZAAKEN VAN dien Minister Refolutien en andere Stukkea gefchreven, eindelyk zyn 'er ook gefchreven voor de Heeren die federt weinige jaren zyn benoemd tot extraordinaris Envoyés aan de Hoven van den Keizer en van den Koning van Groot-Brittannien , en tot Minister in America, als mede in het afgelopen jaar 1786 voor den Extraordinaris. Envoyé aan het Hof van Rusland, zoo dat 'er in dat jaar gezonden zyn aan den Ordinaris en den Extraordinaris Ambasfadeur aan het Hof van Vrankryk , aan den Extraordinaris Ambasfadeur aan het Hof van Rusland, aan den Ordinaris Ambasfadeur aan het Hof van Spagne , aan de Extraordinaris Envoyés te Weenen, Londen , Berlyn en Petersburg , en aan de Ministers in America en by het Gouvernement te Brusfel, mitsgaders aan de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. naar Vlaanderen, naar Weenen , en naar Harlingen tot het onderzoek van het Finantiewezen van het Collegie ter Admiraliteit aldaar redderende, zelfs zyn zoo de gefchreven als de gedrukte Stukken in 1785 verzorgd aan den Extraordinaris Envoyé aan het Hof van Weenen , aan den Minister by het Gouvernement te Brusfel, als mede in het afgelopen jaar 1786 aan de Heeren Gedeputeerden tot het onderzoek van het Finantieweezen van het Collegie ter Admiralitei: in Vriesland, na dat dezelve herwaards geretourneerd waren. Verder is de Kamer geïnformeerd, dat aan die Ministers, aan dewelke gefchreven Refolutien gezonden worden, naderhand geen gedrukte verzorgd worden, en dat aan ieder van de overige Ministers naar mate dat de ordinaris Refolutien gedrukt worden, een del van de zodanige , die geoordeeld worden aan dezelve van dienst te kunnen zyn , en dus geen volledig Exéin-  STAAT EN OORLOG. 277 Exemplaar van de ordinaris Refolutien, word afgezonden. Wanneer nu de Kamer haare gedagten heeft laten gaan over de nadere voorziening die tot vermindering van de importante kosten die op de Schryflonen in de Griffie vallen, zoude kunnen en behoren te worden gedaan, heeft ze ras ondervonden, dat zy van het werk in de Griffie , en de directie daar omtrent zedert een lange reeks van jaaren tot volkomen genoegen van Haar Hoog Mog. gehouden, niet eene zoo volledige kennis heeft dat zy in daat zoude zyn van te oordeelen of en in hoe verre de bovengem. Refolutien van 1661 en 1669 in alle haare deelen hebben kunnen worden geëxecuteerd , en daar van in der tyd om goede redenen heeft moeten worden afgegaan, veel min om te bepalen, welke fchikkingen daar omtrent voor het vervolg zouden kunnen en behooren te worden gemaakt, en ze ftemt vervolgens volkomen in met het Rapport ter Vergadering van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland den 30 November 1754 gedaan, en hier boven te meermalen aangehaald, dat men den Heer Griffier die door zyne langdurige ondervinding en groote ervarentheid in de directie van de Griffie, beter dan iemand in ftaat is om te beoordeelen in hoe verre de gebruiken in de Griffie plaats hebbende , met den dienst van het Land overeenkomftig zyn, behoordt te worden Overlegd, welke menage op het re/peêl van voorfz. Schryflonen buiten ondienst van den Lande zoude kunnen worden gepratlizeerd, zoo dat egter gebruikgemaakt zoude kunnen worden van heif 15 Artikel van deszelfs Inflruüie, en geordonneerd, dat de flukken door de Heeren Gedeputeerden van Oe refpeilive Provinciën te requireren, en dewelke volgens de ordre aan dezelve niet moeten worden geëxpedieerd of aan de Provinciën ver. S 3 2!?».  &7i ZAAKEN VAN zonden , door dezelve op haare Provincie zullen moeten worden betaala. De Kamer zal niet te min naar de mate van kundigheid, die zy door het examineren en liquideren van de declaratien van alle de voorfchreven Sehryflonen bekomen heeft,de vryheid nemen van op te geven eenige pointen, die zy oordeelt, dat in overweging zouden behoren te worden genomen, en haare confideratien , hoe gebrekkelyk die ook zouden mogen zyn, daar hy te voegen, terwyl zy dezelve aan beter oordeel geredelyk onderwerpt. De Kamer geeft dan in de eerfte plaats in be-v denken, of het niet dienftig zoude zyn , dat op nieuws met overleg van den Heer Griffier bepaald werde, hoe veel zal mogen worden gedeclareerd voor Schryfloon van een blad , zoo als het dadelyk word befchreven, op ieder zyde van het welk dertig a twee en dertig regels gevonden worden, terwyl ieder regel nooit minder dan dertig maar wel meerder letteren inhoudt ; als mede 'hoeveel voor ieder blad van de regiflrature van Haar Hoog Mog. Refolutien , Brieven en andere Acten, zoo als het dadelyk befchreven word, gelyk ook voor het formeren en fchryven van indices zal mogen worden gebragt, mitsgaders op wat voet voor het nazien en aantekenen van retroacda en diergelyke vacatiën zal mogen worden gedeclareerd. Ze begrypt verder niet, waarom in de declaratie van het geen gefchreven word in het Comptoir van den Commis voor het notuleren of het ftellen van de ordinaris Notulen gebragt word dubbeld Schryfloon , daar voor het ftellen van de 'Secrete Notulen cn andere Stukken , dat door den GriiBer word verrigt, niets wordt gebragt; terwyl ondertusfehen dit werk veel meer moeite en overweging vordert en ook van veel meer  STAAT EN OORLOG. 5^79 meer belang is dan het extenderen van de ordinaris Refolutien. Het is waar, in de declaratien van het geen gefchreven word ten Comtoire van den Griffier word wel gedeclareerd voor minuten van Brieven, Sententien en andere Aften, dog de reden daar van is , dat dat werk word gedaan door de eertle Clercquen, die geen Traétement trekken; daar en boven word daar voor niet meer dan cnkeld Schryfloon gebragt, en hoe zeer hier boven is te kennen gegeven, dat men wel begrypt, dat de Refolutien van [ 24 Oftober 1669, voor zoo ver daar by is verftaan, dat alle Refolutien, Brieven en andere. Stukken, waar van vyf copien en daar boven zouden moeten wezen, gedrukt zouden worden, niet gevoeglyk kan worden nagekomen, komt het nogtans aan de Kamer voor, dat eenige Refolutien, Brieven en andere Stukken zeer gevoeglyk zouden kunnen worden gedrukt. Reeds by Misfive van den 16 Juny van het jaar 1703 heeft de Kamer aan Haai- Hoog Mog. gefchreven , dat de Staaten van Oorlog veel volumineufer geworden zynde, dan bevorens, de Schryfloncn van dezelve hoger en hoger lopen , het welk haar had doen denken op de Drukpers, en hoe in vorige tyden de gem. Staaten gedrukt zyn geweest in conformiteit van Haar Hoog Mog. Refolutie van den 24 Oftober if)6j, en dat zy vermeende, dat ten aanzien van de veelheid der exemplaren, die niet alleen door de Clercquen ter Generaliteit en by den Raad van Staate, maar ook in. de Provinciën gefchreven worden , een zeer goede menage zoude kunnen begonnen worden, indien Haar Hoog Mog konden goedvinden tc disponeren, dat in het toekomende de Staaten van Oorlog niet gefchreven, maar ten fpoedigften gedrukt zouden worden; doch die voorflag is doorHiar Hoog Mog. niet gegouteerd, immers niet vastgefteld.. S 4 ou-  fiSc ZAAKEN VAN ondertusfchen moet men weten dat van de Staaten van Oorlog elf exemplaren worden vervaardigd , en dat voor ieder exemplaar van den ordinaris Staat word goedgedaan agt en zeventig guldens , en van den extraordinaris Staat vyf en veertig guldens, en dat dezelve nog agtmaal worden gefchreven by den Raad. van Staate, ieder ordinaris Staat meede voor agt en zeventig , en ieder extra ordinaris Staat voor vyf en twintig guldens. De Kamer ziet geen reden, waarom van gelyke de generale Petitiën niet zouden kunnen worden gedrukt als meede de Biddagsbrief, alle generale aanfchryvingen aan Ministers , Confuls en Commisfarisfen , en aan andere , hoedanige 'er van tyd tot tyd voorkomen, mitsgaders alle Brieven dienende tot geleide van Placaten, Publicatien en andere aanfchryvingen. In het byzonder komt het aan de Kamer buiten bedenken voor, dat met opzigt tot het geen gefchreven word voor de Ministers van den Staat by uitheemfche Mogendheden ten fterkften bchoordt te worden vernieuwt de Refolutie van den 24 October 1669, en dat even als in het jaar 1717 en eenige volgende jaaren in gebruik geweest is voor dezelve van wat rang ze ook mogen wezen geene Refolutien of andere Stukken gefchreven behoren te worden , maar dat zoodanige Refolutien , Memorien en Rapporten , waar van zal worden ge-oordeeld dat aan dezelve in&qualiteit van Ministers van den Staat communicatie dient te worden gegeven, zullen moeten worden gedrukt, dat van gelyke voor Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. zoo in ordinaire als extraordinaire Commisfien of bezendingen geen Brieven, Refolutien of andere Stukken zullen behoren te worden gefchreven, maar aan dezelve alleen gezonden een exemplaar van de Brieven ,  STAAT EN OORLOG. a8i ven, Refolutien en andere die voor de Ministers van den Staat buiten 's Lands gedrukt worden, en dat om voor te komen, dat daar van niet wederom werde afgegaan, aan de Rekenkamer zoude kunnen worden gerecommandeerd , om in de declaratie van den Clercq , dewelke met die directie is gechargeerd, voldrekt geene andere Schryflonen te pasfeeren, dan van Stukken, die eens gefchreven zyn om gedrukt te worden : voorts zouden, ingevalle voor de Collegien ter Admiraliteit of eenige van dezelve uit de Griffie worden verzorgd zoogenaamde nouvelles, voor die Collegien al mede niet behooren te worden gefchreven zodanige Brieven, Refolutien en andere Stukken, die gedrukt worden, maar aan dezelve zoude een gedrukt exemlaar van die Stukken gezonden behooren te worden. Daar en boven oordeelt de Kamer, dat het diendig zoude zyn , dat bepaald werde van welke Stukken, die voor de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. gefchreven worden, het Schryfloon door de Generaliteit, en van welke het zelve door de Provinciën zal behooren te worden betaald, en het zoude vervolgens te wenfchen zyn, dat het mogelyk was, dat op den rand van de declaratien van het geen zo in het Comptoir van den HeerGriffier als in dat van den Commis gefchreven word, aangetekend wierd, voor wie elk ftuk gefchreven is, op dat voor de naarkoming van de te ftellen orders niet alleen by de Rekenkamer , maar zelfs ook by den Raad van Staate, aan wien die declaratien worden geprefenteerd, gewaakt zoude kunnen worden. Eindelyk remarqueert de Kamer , dat voor den Ontfanger Generaal van de Unie word gefchreven een vry groot aantal van Refolutien, S 5 waar-  a8a ZAAKEN VAN waarvan het Schryfloon in de declaratien over het jaar 1785 gebragt, beloopen heeft op eene fomme van/ 1975:16:0, cn dat voor de Magiftraat der Stad Maaftricht als mede voor Commisfarisfen Inftructeurs aldaar, gefchreven worden alle dc Refolutien die Stad en de Landen van Overmaze betreffende, waarvan de kosten over een geheel jaar bedragen hebben ruim elfhonderd guldens: Omtrent deze laatfte verneemt de Kamer, dat die Refolutien zeer gevoeglyk gedrukt aan gemelde Magiftraat en Commisfarisfen zouden kunnen worden verzorgd. Met opzigt tot de eerstgemelde moet men weeten, dat in vroegere tyd voor den Raad van Staate en voor de Rekenkamer van gelyke in de Griffie plagten te worden gefchreven, alle zodanige Refolutien, die in de deliberatien van die Collegien van dienst konden wezen , doch dat na dat de ordinaire Refolutien van Haar Hoog Mog. zyn gedrukt geworden, van dezelve een exemplaar aan ieder Collegie is verzorgd, en vervolgens het dchryven van die Refolutien afgefchaft, en dewyl aan den Ontfanger Generaal mede een gedrukt exemp'aar van de ordinaire Refolutien van Haar Hoog M og. word geleverd, komt het aan de Kamer buiten bedenken voor, dat het Schryven van voorfz. Refolutien voor denzelven zoude kunnen en behooren te worden gelaaten. Wat nu betreft de zoo genaamde Nouvelles, die in de Griffie van Haar Hoog Mog. voorden Raad van Staate cn dc Generaliteits Rekenkamer gefchreven worden , en waar omtrent in bet begin van deze § is aangetoond, dat in het jaar 1717 door de Kamer is voorgedragen, dat dezelve behoorden tc worden gedrukt, zo heeft de Kamer in het Plan van menage van den jaare 1754 ten dien opzigte onder het Capittel van de  STAAT EN OORLOG. ,283 Generaliteits Rekenkamer geadvifeerd, dat de fchryver van de Nouvelles zoude kunnen worden afgefchaft, en heeft daar by gedeclareerd, dat de Kamer daar toe bereid was, zo dra de Raad van Staate zoude affchalfen den fchryver, die de Nouvelles voor denzelven verzorgt, met byvoeging dat de Nouvelles dan gedrukt zouden moeten worden. Na dien tyd is de Kamer bedagt geweest om de kosten vallende op het fchryven van de Nouvelles ten haren diende, zoo veel mogelyk te verminderen , en heeft ten dien einde in het jaar 1772 by gelegenheid van het overlyden van den Clercq die dezelve reeds voor het jaar 1754. tot dien tyd toe verzorgd bad , die voorziening gedaan, dat in het vervolg niet meer zouden worden gefchreven de inkomende Brieven, die op ordre van den Heer Griflier van Haar Hoog Mog. gedrukt worden, om aan dc Ministers van den Staat buiten 's Lands te worden gezonden, maar van dezelve twee exemplaaren meer dan anderzints gebruikelyk is, ten diende van de Kamer zouden worden gedrukt, waarvan de kosten een gering object uitmaaken. cn de Raad van Staate heeft dat voorbeeld in den jaare 1783 by dezelfde gelegenheid gevolgd ; Behalven de voorfz. Brieven zyn altoos , en worden nog voor den Raad en Rekenkamer als mede voor de Heeren, die jaarlyks wegens den Raad bekleden de ordinaire Commisfien tot het verpagten der gemeene Middelen en het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen, gefchreven , Brieven, Memorien, Rcquesten, Rapporten en Refolutien , die daar toe in de Griffie van Haar Hoog Mog. afgegeven en niet gedrukt worden. Van het geen voor dat fchryven zoo ten diende van den Raad als voor de Rekenkamer federt het jaar 1760 is betaald, worden hierriwens onder No. 11 en 12 twee Staten overgelegd. By  284 ZAAKEN VAN By aldien nu overeenkomltig de gedagten van de Kamer hier boven in deze zelfde Paragraaf voorgedragen, mogt worden vastgefteld, dat alle Refolutien , Memorien, Rapporten en andere Stukken, van dewelke zal worden geoordeeld, dat aan de Ministers van den Staat by uitheemfche Mogendheden, communicatie behoordt te worden gegeven, zullen moeten worden gedrukt, en dat ook voor de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mogende geen Stukken meer zullen worden gefchreven, maar aan dezelve alleen gezonden een exemplaar van de zodanige, die voor de Ministers van den Staat buiten 's Lands gedrukt worden, fpreekt het van zelfs , dat de Raad van Staate die voorziening zoude behoren te doen, dat aan de Heeren zyne Gecommitteerden ook alleen een exemplaar van die gedrukte Stukken gezonden wierd, en als verder van dezelve voor den Raad en de Rekenkamer twee exemplaren gedrukt werden , zoo als in opzigt van de inkomende Brieven van de Ministers buiten 's Lands reeds in gebruik is, zoude het Schryfloon van zodanige Brieven, Memorien, Rcquesten, Rapporten en Refolutien , die dezelve Collegien verder zouden requireren, dat voor hun gefchreven wierden , waarfchynclyk een object van weinig belang uitmaken. S- 15- Hoe zeer in het advis van den jaare 1717 geen melding word gemaakt van het werk aer Translaten, die op ordre van den Heer Griffier van Haar Hoog Mog. gedaan worden, heeft hetzelve zoo veel relatie tot dat van de Schryf. lonen van de Griffie, dat men oordeelt daarvan hier ter plaatfen, na dat van die Schryflonen gehandeld is, te moeten fpreken. By het Plan van menage van den jaare 1754 is  STAAT EN OORLOG. 293 den Raad van Staate gelevert is, heeft zeer gevariecrt en fchynt naar de benodigdheid te zyn gefchikt geweest; ongevoelig egter is daar uit ontftaan dat niet alleen de oudfte Kamerbewaarder, maar ook al vroeg die van de Generaliteits Finantie en naderhand de Commifen en Clercq van de Thefaurie eene geringe quantiteit kaarsfen ten hunnen voordeeie hebben gekregen; zelfs was voor eenige jaaren die quantitict voor de laatstgemelde verhoogd, en ook aan andere eene bepaalde quantiteit toegelegd, doch de Raad heeft voor weinig tyd op nieuws verftaan, dat overeenkomltig bet Reg ement van den jaare 1661 voortaan aan niemai eenige Kaarsfen voor zyn gebruik ten la*' van het Land zullen mogen worden geleverd , uitgezonderd nogtans die weinige Amptenaren, die federt lange daar van in posfesfie zyn geweest , met welkers overlyden of demisfie zulks' egter meede zal ophouden , en dat alleen de oudfte Kamerbewaarder als voor deeze van den Leverancier zal mogen vorderen dc quantiteit kaarsfen die ten dienfte van den Raad en de Secretarie, en te zyner tyd ook ten dienfte van de andere Comptoiren nodig zal zyn, zelfs is daar by ook vastgefteld, dat het boven gemelde douceur van twintig guldens, met het overlyden van den Kamerbewaarder, die hc zelve tegenwoordig trekt, zal ophouden, zoo dat by den Raad in het vervolg geen afwyking van het bewuste Reglement zal plaats hebben. Ten dienfte van Haar Hoog Mog. worden federt veele jaaren aan ieder van de Kamerbewaarders gelevert twee honderd cn vyftig ponden kaarsfen, en in de laatst afgelopen jaaren zyn daar, en boven zoo veel ponden kaarsfen gelevert, als tot de extraordinaris Vergaderingen des avonds gehouden, nodig zyn geweest. T 3 Uit  ap4 ZAAKEN VAN Uit de vyf honderd ponden die aan de beide Kamerbewaarders worden gelevert , is de Kamer onderrigt , dat eene kleine quantiteit aan de Vuurftookfter-, en gedurende eenige maanden van het jaar weekelyks eenige ponden aan de Bodens verftrekt worden , terwyl de Kamerbewaarders het overige tot hun voordeel behouden , . daar en boven worden aan de Vuurftookfter jaarlyks nog een honderd ponden, ' en ten dienfte van de Griffie eene groote quantiteit Kaarsfen geleverddie over het jaar Ï785 bedragen beeft twee duizend en agt honderd ponden, waar van de Deurwaarder van de Griffie waarfchynelyk eene provifie tot zyri gebruik behoud. S- 17. Omtrent de Jagten van den Raad van Staa~ te, waar van in het advis van den jaare 1717 mede word gefproken , is federt dien tyd in meer dan één opzigt merkelyke menage geïntroduceerd, Na dat reeds in het jaar 1699 by den Raad was gerefolveerd, dat (ie Gapiteinsplaats van het binnen Jagt by het afdervcn van den geenen, die te dier tyd in dienst Was , zoude worden gemortificeerd, heeft zulks in het jaar 1718 effeét geforteerd,: en van dien tyd af zyn op het voorfz. Jagt alleen geplaatst een Schipper en twee Knégts ^ aan ieder van welke voor dag- en kostgeld nog eene gulden daags wprd goedgedaan , doch aan den Schipper is naderhand boven 'het daggeld vah dertig duivers eene verhooging van zes duivers verleend, zoo dat dezelve nu voor dag- en kostgeld geniet zes en dertig ftuivers daags , daar - en boven is aan denzelven zedert het jaar 1752 goedgedaan tien ftuivers fiaags voor een vaste Jager, zodanig egter, dat dezelve-.over de dagen dat het. Jagt dadelyk ge-: .'; 1 ... bruikt  STAAT EN OORLOG. 295 bruikt word, betaald worden door den geene die 'er zig van bedient, waar door het zelve een bezwaar van weinig belang voorliet Land uitmaakt. ïn het jaar 1721 is by den Raad vastgefteld , dat de Capiteins van de buiten Jagten zouden uitderven, hetgeen ook ftand gegreepen heeft, daar tegen zyn de Gages van den Schipper en verfcheide andere Officieren zedert dien tyd verhoogd, gelyk kan worden gezien uit den ftaat hier nevens onder N. 14 overgelegd, eindelyk is in het jaar 1752 een van de buiten Jagten, by gelegenheid dat groote reparatien aan hetzelve wierden vereischt, waar van de kosten gemerkt de bekrompen fituatie, waar in het Comptoir Generaal zig toen bevond, o-erekend wierden een object van confideratie te zyn, afgefchaft, en al het Volk dat op het zelve diende gegageerd, Welke Collegien de Kamer in het oog gehad heeft, naar welker voorbeeld zy meende, dat voor het Volk op de buiten Jagten alleen kostgeld zoude behooren te worden goedgedaan geduurende de tvd dat de Jagten op reis zyn, in plaats dat het zelve toen, gelyk nog tegenwoordig , het geheele jaar door wierd betaald, is tegenwoordig aan dc Kamer onbekend; het zelve heeft nu alleen plaats op het jagt van het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland. dog het komt aan de Kamer bedenkclyk voor, of zulks in opzigt van het Jagt van den Raad, het welk te Rotterdam havent, wel zal kunnen worden gevolgd, aangezien voor het volk op het buiten Jagt van de Provincie van Holland., dat insgelvks te Rotterdam havent, en op die van het Collegie ter Admiraliteit op de Maze ook het geheele jaar door kostgeld word goed- ^Met opzigt tot het binnen Tagt oordeelde de Kamer in het jaar 1717 , dat hetzelve beter T 4 koop  296 ZAAKEN VAN koop zoude kunnen gehouden worden , indien naar het exempel van andere Collegien aan het Volk, dat daar op gebruikt word, voor ieder, reis eene zekere fomme gelds betaald wierd , daar het zelve toen het geheele jaar door Gage trok (het welk nog plaats heeft) en voor onkosten van ieder reis zo veel wierd geleden, als andere Collegien, die geen ftaande Gages, geven, gewoon waren te betalen, of 'er tegenwoordig Collegien zyn , die het Volk op hunne binnen Jagten by de reis betalen , is aan de Kamer onbekend, en zy twyffelt of zulks wel gevoeglyk omtrent het Jagt van den Raad zoude kunnen worden ingevoerd, voor de onkosten van ieder reis met het zei-. ve, zoude niet meer behoeven te worden be-. taald, dan de kosten die 'er dadelyk op vallen, ten minden is aan den Schipper niet gepermitteerd om meerder te vorderen; trouwens de Kamer weet niet , dat ooit bepaald is wat hy vorderen moet of mag; tot haar kennis is wel gekomen , dat de Raad meer dan eens in beraad genomen beeft, om daar omtrent eenige bepaling te maken , doch daar in zwarigheden gevonden heeft , die 'er telkens van hebben doen afzien, ongetwyflëlt zal dc Raad in daat zyn om daar omtrent meerder informatie te geven, en teffens om beter dan de Kamer tc beöordeclen of omtrent de Jagten eenige cn welke menage zoude kunnen worden ingevoerd. s- -& De Kamer begrypt niet, wat haare Predecesfeurs in het oog hebben gehad, wanneer zy op het einde van hun advis van den jaare 1717, voor zo veel de verligting van het Comptoir Generaal van de Unie betreft, hebben voorgedekt , dat ieder Collegie zoude behoren te overleggen, of zyn dienst niet met minder  STAAT EN OORLOG. 297 Bedienden waargenomen zoude kunnen worden ; , Zy kan voor haar zelve gerustelyk verklaren, dat zo het werk, aan haar aanbevolen naar behoren zal worden verrigt, geen een van haare Bedienden gemist kan worden, wat de Raad van Staate betreft, zoo heeft de ondervinding geleerd , dat deszelfs dienst met geen minder Bedienden heeft kunnen worden waargenomen , dewyl derzelver getal zedert dien tyd met drie Pertonen , te weten twee Commifen en een Chartermeester is vermeerderd: en de Kamer ziet niet dat de Bedienden van Haar Hoog Mog. zouden kunnen worden verminderd. §• *«• De Kamer begrvpt even weinig, wat haare Predecesfeurs hebben verftaan door de leveran* tien, die zy verder hebben geadvifeerd dat ieder Collegie met de meeste menage behoorde te laten doen zonder dezelve in Amptj'es te converteren; tegenwoordig weet ze niet, dat iets diergelyks plaats heeft, ten zy men daar voor zoude willen houden , dat de Vuurftookfter van Haar Hoog Mog. levert de inkt, die ten dienfte zo van hoogstdczelvc, als van de Griffie nodig is, mitsgaders de Francynen, die in de Griffie wor- , den gebruikt, als meede dat de Clercquen ter Secretarie van den Raad van gelyke leveren de Francynen die tot het depêcheren van Commisfien worden gerequireerd, dan men moet daar omtrent weten , dat die leverantien op dien voet reeds in de vorige eeuw zyn gedaan, dat de inkt als nog betaald word tot dezelfde prys van twee en dertig ftuivers de Stoop," dat op zjg zelve zeer weinig is, dewyl voor de Stoop inkt ten dienfte van den Raad van Staate geleverd wordende, volgens accoord betaald worden twee guldens, G f j dat  «qS zaaken van dat hoe zeer de quantiteit inkt, die jaarlyks geleverd word, groot is, als hebbende zedert eenige jaren ruim tachtig Stopen bedragen, ze egter nog merkelyk minder is, dan in de vo> rige eeuw plagt geleverd te worden ; dat de prys waar voor 'de Francynen geleverd worden, dezelfde is als in het laatst van de vorige eeuw, hoe zeer dezelve zedert dien tyd merkelyk duurder zyn geworden, zo dat 'er tegenwoordig niet veel winst op die leverantie kan vallen; en als de Kamer daar by confidereart , dat indien al de Francynen voor iets minder te bekomen zouden mogen zyn , daar omtrent misfcbien dezelfde fpaarzaamheid niet zoude worden gebruikt als tegenwoordig, zo vindt ze geen reden om op de affchaffing van de voorfz. leverantien te urgeren. §. 20. Het affchaffen van de leverantie van Bloemen op de Tafels zoo van Haar Hoog Mng. als van den Raad en de Rekenkamer, die ifi het advis van den jaare 1717 onnodig genoemd zyn, en zo het fchynt met reden als zodanig genoemd hebben kunnen worden, is in den jaare 1754 nader als een point van menage opgegeven, en hoe zeer de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland in hunne meergemelde Refolutie'van den 5 Maart 1755 hebben verklaard, dat zy dat point van zoo geringe aangelegentheid hadden gevonden, dat daar op geen reflexie hadden gemaakt, heeft niet alleen de Rekenkamer, want die is uit hoofde van den aart van haare bezigheden vcrpligt op kleinigheden te letten; maar ook de Raad van Staate in den jaare 1760, en dus in een tyd, dat hy niet is verdagt gebouden zig aan kleinigheden te vergapen , het ftrooijen van Bloemen op hunne Tafels afgefchaft; trouwens de Raad van Staa^  STAAT EN OORLOG. aay Staate had zig toen niet minder dan ooit tot een Hoofdregel gedold, dat men in het beltier van de Finantie voornamentlyk wel op groote zaken moest agt geven, doch geen kleinigheden over het hoofd zien, en de Raad heeft misfehien nooit van meer confideratie gejouisfeerd , dan in dat zelfde tydperk. • Derhalven worden 'er tegenwoordig geen meer Bloemen verzorgd, dan voor de Tafel van Haar Hoog Mog. en het Congres, hoe zeer dit laatfte federt veele jaaren geen plaats heeft, en daar Voor word aan de Kamerbewaarders van Haar Floog Mog. jaarlyks in declaratie geleden eene fomme van een honderd twee en negentig guldens. • J. 21. Eindelyk heeft de Kamer haar advis van den jaare 1717 nópens dc verligting van het Comptoir Generaal van de Unie befloten met in confideratie te geyen, of de dienst van de Trompetters van Staat, welker Livryen een fraaije ftuiver kosten, wel nodig is. Om daar over te beter 'te kennen oordeelen is begrepen dat men moest nagaan, van wat tyd af die Trompetters in dienst van den Staat zyn geweest, en wat gebruik van de zelve plagt gemaakt te worden, en by die recherche is bevonden dat in den jaare 1653 drie Trompetters en in den jaare 1655 een vierde, die in dienst waren geweest van de Heeren Prinfcn van Orange Hoogl. mem., aan Haar Hoog Mog. verzogt hebben in derzelver dienst gecontinueerd te worden om by alle voorvallende gelegcntheden van bezendingen en reizen van Ambasfadeurs geëmployeerd te worden , én dat zulks te dier tyd na ingenomen advis van den Raad van Staate is geaccordeerd, ■ en dat ze vervolgens van tyd tot tyd zyn geëmployeerd in het gevolg van bezendingen Van Ambasfadeurs en Extraordinaris Gedepil- teer-  STAAT EN OORLOG. 309 Te Grave, daar de Heeren Gecommitteerden van den Raad tot het verpagten der gemeene Middelen en het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen zig misfehien nooit agt dagen hebben opgehouden, word tot derzelver logement een Huis gehuurd, cn voor huur van hetzelve en gebruik van de nodige Meubilen jaarlyks betaald eene fomme van vier honderd en vyftig guldeus. Te 's Hertogenbosch word tot Logement van de Heeren Haar Hoog Mog. Commisfarisfen Decifeurs op derzelver doortocht naar Maaftricht , en van de Heeren Gecommitteerden van den Raad zoo tot het verpagten van 's Lands Tienden, als tot het verpagten van 's Lands gemeene Middelen en het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen , alle welke refpective Gecommitteerden zig jaarlvks geen vyf weken aldaar ophouden , een Huis gehuurd, waar voor en voor het gebruik van de nodige Meubilen tot den jaare 1771 is betaald een fomme van negen honderd guldens , en na dien tyd een fomme van negen honderd en vyftig guldens. Tot Logement van de Heeren Gecommitteerden van den Raad tot de verpagting van 's LandsTienden in de Baronnie van Breda, als meede van die tot de verpagting der gemeene Middelen en de vifitatie der Fortificatiën en Ma-' gazynen in de gemelde Stad , waar toe die beide Commisfien te zamen niet meer dan ruim veertien dagen aldaar jaarlyks vertoeven, word een Huis gehuurd, van de nodige Meubilen en behoeften voorzien, en daar voor zedert den jaare 1780 betaald eene fomme van eenduizend guldens jaarlyks. In de Steden langs den Neder-Rhyn en Ysfel worden de Heeren Gecommitteerden van den Raad Van Staate tot het vifiteren der FortiV 3 ficaticn  3io ZAAKEN VAN ficatien en Magazijnen aldaar van geen Logement ten koste van den Lande voorzien; zoo lange het onderhoud van 's Lands Werken in de Steden door de Magiftraten van dezelve is aangenomen , wierden de Heeren Gecommitteerden in ieder Stad door de Regeering van dezelve gedefroyeerd , en na dat zulks in de eene plaats wat vroeger, in de andere wat laater is veranderd , cn omtrent het onderhoud van 's Lands Werken andere fchikkingen zyn gemaakt , is aan de Heeren Gecommitteerden over 'ieder Stad een fomme van een honderd guldens voor ieder toegelegd en goedgedaan. Te Groningen , daar de Heeren Gecommitteerden van den Raad tot de vifitatie der Fortificatiën en Magazynen in Wedde en Westwoldingerland en langs den Ysfel en Neder-Rhyn verpligt izyu de Werken op de hoogte van' Helpen te inlpééteren, worden dezelve al mede van geen Logement tcri koste van den Lande voorzien , cn zelfs word daar voor aan dezelve niets goedgedaan. Te Cocvcrden eindelyk en in de Schansfen in Westwoldingerland logeren de gemelde Heeren Gecommitteerden in de 's Lands Huizen, die door de Commifen van 's Lands Magazynen aldaar worden bewoond; die Huizen zyn van grove Meubilen aan het Land toe behorende voorzien ; Linnen, Zilver, Porcelein, Keukengereedfehap en diergelyke worden door de refpective Commifen verzorgd, en daar voor word aan ieder van dezelve jaarlyks eene fomme van vyftig guldens goedgedaan. $, -6\ Omtrent het geen in het bewuste Rapport ten pen en twintigfte word voorgedragen nopens de Commisfie , die van wegens den Raad na Wed*  STAAT EN OORLOG. 3" Wedde en Westwoldingerland jaarlyks word waargenomen, en de declaratien over dezelve is jhier boven in de 10 § voor zoo veel het beloop der declaratien betreft, de nodige informatie gefuppediteerd, en het verdere daar by overge- nomen en nader in bedenken gegeven. • $• 27. Het is aan de Kamer geheel onbekend dat in het Didrict van de Generaliteit iemand anders eenige vrydom van Accyjen, impojttien en de gemeene Middelen geniet, dan die geene, die' by het 24 Art. van de Ordonnantie zyn ge-ëximeerd , bet welk in het twee en.'twintigfte point van het bewuste Rapport word onderleid, . ze is vervolgens buiten (faal VJU1 op te ^even, op wat grond die vrydom , indien / heeft, berust, en nog veel meer, om tc bcöordeelen of daar tegen voorziening behoord tc worden gedaan , doch ze houdt zig verzekerd, dat dc I van Staate deswegens de nodige onderrigtiitg en opheldering zonder mottpe »l ttU ven. §: 2*. Het geven van pillega^en, waar omtrent in het 2^! Point van het voorfz. Rapport word geadvifeerd, dat Vastgedeld zoude behoren te worden , dat geene zullen worden gegeeven, dan met eenparigheid van alle de Provinciën , is een zaak, die zoo weinig voorvalt dat de Kamer niet kan zien dat het nodig is , dat daar omtrent de voorgedragen Refolutie genomen werde, en zulks te minder , om dat aan haar niet bekend is dat na het jaar 1717 eenige pillegave zonder bewilliging van alle de Provinciën .is vergund. V 4 §. 29  31a ZAAKEN VAN §. 29. Wat de Raad van Staate in het oog gehad heeft, wanneer hy, gelyk in het 24Artikel van het Rapport gezegd word, in eene van zyne Brieven gefchreven beeft , dat vermeende wel iets ie vinder, te wezen tot verbetering van de Middelen v m de Generaliteit, is aan de Kamer onbekend , en ze is dus buiten (laat, omme dr.ar van eenige opening te geeven. S- 3°. Waarfchynelyk zal tegenwoordig van den Raad van Staate niet meer worden gevorderd, dat hy Haar Hoog Mog. informere, waar uit de interesfen van de onaf geloste Capita len die genegotieerd zyn op de contributie», welke gedurende den grooten Oorlog, met de Vreede van Utrecht geëindigd, zyn geheven, veel min nog een ftaat va? die contributien opgeve , waar toe tendeert het 24 Art. van het meergem. Rapport. Ten overvloede zal de Kamer daaromtrent alleen remarqueren, eerftelyk dat de Raad reeds te voren by eene Misfive van den 5 December van bet jaar 1713 op een voldoende wyze had aangetoond niet alleen de nodcloosheid, maar zelfs de genoegzaame onmogelykbeid van een (laat der voorfz. contributien tc formeren, zoo dat het te meer verwonderen is, dat zulks in het voorfz. Rapport nader is aangedrongen , dan dat de Raad met zoo veel vrymoedigheid in zyne Misfive van den 10 Juny 1719 in den beginne van deze Memorie gemeld, gezegd heeft, dat van de vyf en twintig pointen, in het zelve Rapport gedetailleerd, fommigc geen andere grond hebben dan gebrek aan informatie , en andere impracticabel zyn, welke beide reflexien op het voorfz. point wel,kunnen worden toegepast.  STAAT EN OORLOG. 313 Ten tweede dat de interesfen van de onafgeloste Capitalen op de contributien genegotïeerd na de Vreede van Utrecht zyn gevonden uit het fubfidie by het Tractaat van Barrière aan den Staat beloofd, en dat na de wanbetaling van het zelve de refpective Provinciën tot betaling van die interesfen ieder haar aandeel hebben gefurneerd en nog opbrengen. Volgens het 26 en laatfte Artikel van het meergemelde Rapport , zoude in confideratie moeten worden genomen , of niet behoren te cesferen de Huishuuren, die gegevtn worden aan de Leden van den Raad van Staate, als meede de vyftien honderd guldens , die jaarlyks aan de Generaliteits Rekenkamer worden betaald. Naar de gedagten van de Rekenkamer zal bet 111 die overweging alleen daar op aankomen, of de Staaten van de refpective Pro vinden hunne Gecommitteerden in de gemelde Collegien zulke ruime Tractementen betalen , dat het voor dezelve mogelyk is zig ter bywoning van de deliberatien van dezelve Collegien alhier genadig op te houden, zoo dit zoo is, zoude 'er zekerlyk veel reden zyn niet alleen om de Huishuuren , die aan de Leden van den Raad en de vyftien honderd guldens die aan de Rekenkamer betaald worden, maar ook alle andere emolumenten, die dezelve uit de Kas van de Generaliteit genieten , af te fchaffen , het welk dan zoo wel op de Gedeputeerden ter Vergadering van Haar Hoog Mog., als de Gecommitteerden in den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer van applicatie zoude behoren te worden gemaakt, waar door zekerlyk eene aanzienelyke verligting aan die Kas zoude worden toectbragt; V 5 doch  3'4 ZAAKEN VAN doch indien de Gecommitteerden in de voorfz. Collegien door hunne Committenten niet zoo ruim betaald worden, dat zy zouden kunnen mislën de emolumenten, die aan dezelve uit de Kas van de Generaliteit verdrekt worden, gelyk zulks aan de Leden van de Kamer by ondervinding bewust is, vervvagt de Kamer niet, dat de Bondgenoten ligtelyk zullen overgaan tot aflchafling van die emolumenten, aangezien deeze tot verligting van derzelver Finantie verftrckken , cn het voorname oogmerk van het opereufe onderzoek, dat zy aan hunne Extraordinaire Gedeputeerden hebben aanbevolen, zekerlyk is om te zien of ook de provinciale Finantien meerder verligting uit de Kas van de Generaliteit zouden kunnen bekomen; ook hebben de Staaten van de Provincie van Holland ende Westvriesland reeds by de meergem. Relolutie van den 5 Maart 1755 begrepen , dat omtrent dc voorfz. pointen 'geen verandering behoort te worden gemaakt. Voor het overige zal ongetwyffeld niemand oordcelcn , dat de fomme van drie honderd guldens , die aan ieder van de Leden van den Raad voor Huishuur betaald word , te hoog zoude zyn , aangezien die fomme naauwlyks voldoende is om zig van behoorlyke Kamers geduurende een geheel jaar te voorzien, men zwyge, om daar voor een bekwaam Huis te vinden. De fomme van vyftien honderd guldens, die ,aan de Rekenkamer betaald word, is gefchikt om in plaats van Huishuur verdeeld te worden onder de Leden in.de Kamer fesfie hebbende op den voet van prcfenticgeld, waar by ietier Lid uit zyne andere emolumenten nog voegt eene fomme van twee honderd en agt guldens jaarlyks, zo dat het zelve prefentiegeïd geheel uit de emolumenten van de Leden gevonden word , terwyl het prefentiegeïd voor de Leden van den Raad van Staate voor het groot  STAAT EN OORLOG. 315 grootfte gedeelte uit de Kas van de Generaliteit betaald word, gelyk hier boven in de 10 § is aangetoond, en het zoude derhalven niet van hardigheid vry te fpreken zyn, indien men "de Leden van de Kamer van het genot van de voorfz. vyftien honderd guldens wilde ontzetten. §• 3"- Het Rapport van de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering, den 17 Juny 1717 uitgebragt, dus afgehandeld zynde, zal de Kamer overgaan tot de pointen by het Plan van menage van den jaare 1754 voorgedragen, voor zoo ver dezelve niet reeds aangeroerd zyn, van dewelke met opzigt tot de Vergadering van Haar Hoog Mogende alleen overblyft tc fpreken van de kosten vallende op het onderhoud van de Vertrekken en Gebouwen tot die Vergadering behorende. Doch alvorens oordeelt de Kamer in de eerfte plaats te moeten noteren , dat op den 24 February van het jaar 1738 ter Vergadering van Haar Hoog Mog. is geadvifeerd dat nader geëxamineerd behoort te worden, of het Ampt ven Hofmeester van den Staat by vacature niet zoude kunnen en behoren te worden gemortificeerd, zonder dat zulks eenig verder gevolgd heeft gehad. De functie van dien Amptenaar, voor zoo ver de Kamer daar van kennis heeft, bepaalt zig aan het bywonen van publique ceremoniën , daar de Vergadering van Haar Hoog Mog. en corps verfchynt, en in het gaan ontmoeten of uitgeleiden van Extraordinaris en Ordinaris Ambasfadeurs, en het verzorgen van het defrovement van dezelve , omtrent welk laatfte deèl van deszelfs functie op den 26 No- vem-  3iö ZAAKEN VAN yember 1661 ter Vergadering van Haar Hoog Mog. eene Indructie voor hem is gearreiteerd. Het is waar, zodanige ceremoniën waar by de Hofmeester van den Staat paroisfeert, vallen weinig voor, en in deeze Eeuw zyn 'er misichien niet meer dan twee voorbeelden van geweest, en federt dat geen publique intreden van Ambasfadeurs, en vervolgens ook geene defroyementen van dezelve meer plaats hebben, is het gemelde tweede, en in vroegere tyden voornaamfte deel van zyne functie, geheel vervallen , zoo dat hy nu alleen geëmployeerd word om af te halen de Ministers die door den Keizer van Marocco, en andere Mogendheden op de Kust van Africa van tyd tot tyd aan den Staat dezer vereenigde Nederlanden gezonden worden, G en hoe zeer vervolgens deszelfs bezigheden weinig zyn ziet de Kamer even wel niet, dat hy in het geheel zoude kunnen worden gemist, of door eenig ander Amptenaar vervangen. Deszelfs Tractement is niet meer dan een duizend guldens, en fchynt dus geen vermindering te kunnen ondergaan, de Kamer vergenoegd zig derhalven met de voorfz. informatien en confideratien te hebben voorgedragen. S- 33- In de tweede plaats remarqueert de Kamer dat van de Clercquen, die in de Griffie van haar hoog Mog. fchryven de Stukken , welke de rtfpeaive Provinciën concerneeren , aan eenen van ieder Provincie, en dus aan zeven uit de Kas van dc Generaliteit betaald word een jaarlyks Tractement van twee en veertig guldens en zeventien duivers, omme deze Traktementen heeft den Raad van Staate  STAAT EN OORLOG. 3i7 Staate reeds in den jaare 1670, uitwyzens deszelfs Refolutie van den 26 Augustus van dat jaar begrepen, dat dezelve zouden kunnen worden gemenageerd, uit hoofde dat voorfz. Provinciaale Clercquen aaugeiteld en gefalarieerd worden by de Provinciën refpeclivelyk, en geen dienst doen, dan aan dezelve Provinciën. Dit heeft egter geen effect gelbrteerd; in tegendeel is by Refolutie van Haar Hoog Mog» van den 31 December van het zelfde jaar 1670 verftaan, dat wanneer des voor- of des namiddags eenige particuliere Vergaderingen zullen worden belegd, de Provinciaale Clercq, wiens Provincie prjefideert, gehouden zal zyn zig tegen dien tyd in de Griffie of wel in de Kamer van den Agent te laaten vinden, om aan de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden te fubminiftreeren ende ter hand te ftellen alle zodanige Boeken, retroaóta ende andere Stukkeu als ^ezelve zullen oordeelen van node te hebben , en zulks op het jaarlyks Tradtement het welk dc voorn. Clercquen daar voor trekken en genieten. Doch de Kamer is geïnformeerd, dat devoorfz. Refolutie geheel in onbruik is geraakt, en dat de voorfz. Clercquen immers tegenwoordig en zedert eene lange reeks van jaaren geen dienst doen, dan aan de Provinciën, en zy zouden vervolgens van gedagten zyn, dat de voorfz. Tractementen, van dewelke ze egter niet wil verbergen, dat ze den oorfprong niet heeft kunnen opfpooren , en alleen ontdekken, dat ze in het jaar 1610 reeds als ordinaire Tractementen betaald zyn, wel zouden kunnen worden gemenageerd, en mitsdien verftaan, dat dezelve aan de Succesfeurs van de tegenwoordige Clercquen niet zullen warden verftrekt. S- 34-  3i3 ZAAKEN VAN §• 34- Wat. nu betreft het onderhoud van de Vertrekken en de Gebouwen tot de Vergadering van Haar Hoog Meg. behoorende, zoo heeft de Kamer in het Plan van menage van den jaare 1754' voorgedragen, dat het tot vermindering van kosten en te gelyk tot beter in ftaat houding van de Gebouwen zoude verftrekken, indien Haar Hoog Mog. naar het voorbeeld van het geen de Raad en Rekenkamer toen reeds gedaan hadden,mede een Opzigter over de voorfz. Gebouwen aanftelden op een gelyk Tractement van twee honderd guldens jaarlyks, als aan deOpzigters over de Gebouwen tot den Raad en Rekenkamer behoorende betaald word, ten ware Haar Hoog Mog. zouden kunnen goedvinden dat werk aan de Agenten te demandeeren, en deze voorflag is aan de Staaten van Holland ende Westvriesland , die eigentlyk de kosten van het voorfz. onderhoud betaalen , uit een post op den Staat van Oorlog ftaande, zoo wel gevallen, dat zy by de meergcm. Refolutie van den 5 Maart 1755 hebben verftaan, dat ter Vergadering van Haar Hoog Mog. zoude worden voorgedragen, dat zy daar in met de Generaliteits Rekenkamer zoude convenieeren, datop eene Inftru&ie daar toe te formeeren, een Opzigter over de Gebouwen op een Tractement van drie honderd guldens zoude behooren te worden aangefteld. De Kamer is nog van gedagten, dat bet tot vermindering van kosten eii weering van misbruiken, zoo al niet tot beter in ftaat houding der Gebouwen, ten uiterfte dienftig zoude zyn, dat door Haar Hoog Mog. een bekwaam Opzigter wierd aangefteld, die onder andere eenige kundigheid zoude behooren te hebben van de Bouwkunde, en ze is daar in te rr.eer verfterkt, als ze , by  STAAT EN OORLOG. 319 by gelegentheid van de deliberatien over deeze " Memorie heeft laaten opmaaken een ftaat van de kosten, die in de jaaren 1781, 1782, 1783, -1784 en 1785 zyn gevallen op het onderhoud van de Vertrekken en Gebouwen tot de Vergadering van Haar lloog Mog., den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer behoorende , van welke ftaat een Copie hier nevens onder N°. 15. word gevoegd, en zy uit dezelve bevonden heeft., dat de kosten van het onderhoud der Gebouwen tot de Vergadering van Haar Hoog Mog. behorende, in de voorfz. jaren ruim het dubbeld hebben bedragen van de kosten die in dezelfde tyd gevallen zyn op het onderhoud van de Gebouwen tot den Raad van Staate en de Rekenkamer behorende, te iamen genomen, terwyl de Vertrekken en Gebouwen tot de gemelde Vergadering behorende , weinig meerder zyn, dan die van de beide andere Collegien te famcn, en als ze in de tweede plaats heeft geconfidereerd, dat zedert eenige jaren een Knegt van den Timmerman en een van den Verwer liet geheele jaar door in dienst zyn, en zo de Kamer geïnformeerd is vceltyds door den Deurwaarder van de Griffie gebruikt worden om hem te helpen in het wegfehikken van Registers en Papieren , die dagelyks gerequireerd worden, het geen in het jaar J754 en verfcheide jaaren daar na nog geen plaats gehad heeft, ten minfte niet tot zo ver, dat het geheele jaar door twee Arbeidslieden in dienst van het Land geweest zyn. Het kan wel zyn, dat in dien tyd nu en dan een Timmermans of Verwersknegttot den voorfz. dienst is geëmployeerd, de Kamer wil ook wel geloven, dat de Deurwaarder van de Griffie eenige adfiftentie nodig heeft, maar ze is van begrip, dat het veel gefchikter en merkelvk minder kostbaar zoude zyn, dat aan den gcmelden Deurwaarder eene jaarlykfche  320 ZAAKEN VAN fclie fomme van penningen wierde toegelegd, om zig daar door de nodige adfidentie te verzorgen , dan dat hy arbeidslieden gebruikt, die hooge daggeiden trekken; en indien dit mogt worden vastgedeld, zoude teffens uitdrukkelyk behoren te worden verboden , dat eenig Arbeider tot adfidentie van gemelde Deurwaarder werde gegeven en gebruikt , terwyl het verder om voor te komen dat zulks niet weder inkruipe , voldrekt nodig zoude wezen, dat een Opzigter aangcdeld worde. Omtrent desfelfs Tractement is de Kamer niet alleen met de Staaten van Holland en Westvriesland van begrip, dat het zelve op drie hou* derd guldens zoude kunnen worden bepaald, maar zelfs zoude ze niet vreemd vinden, dat aan denzelven , in confideratie dat de Gebouwen tot de Vergadering van Haar Hoog Mog. behorende niet minder zyn dan de Gebouwen tot den Raad en Rekenkamer behorende te famefl genomen, zoo veel voor Traétement wierd toegelegd, als de Opzigters van de twee laatstgemelde Collegien te zamen genieten, het welk is vier honderd guldens, eindelyk demt de Kamer met hooggemelde Heeren Staaten volkomen in, dat voor zodanig Opzigter eene Indructie zoude behooren te worden geformeerd, en het is tot dat einde dat hier nevens onder No. 16. word overgelegd een Copie van de Indructie , die de Kamer in den jaare 1781, voor haren Opzigter heeft gearredeerd, waar by de Kamer niets meerder weet te voegen, dan dat by een afzonderlyk Artikel aan den aan te dellen Opzigter zoude behooren te worden bevolen , van zorge te draagen, dat in de Huizen en Vertrekken door 's Lands Bedienden bewoond, generhande Meubilen ten kost; van den Lande gemaakt of geleverd worden. S< 35.  STAAT EN OORLOG. 3ai S« 35- Met betrekking tot den Raad van Staaté heeft de Kamer by het Plan van menage vari den jaare 1754 voorgedragen, dat het werk van den Raad federt de aanftelling van een Stadhouder en Capitein Generaal van de refpective Provinciën, en door het maaken van de Vrede in den jaare 1748 zeer verminderd zynde, alles aldaar op den ouden voet zoude kunnen worden gebragt, en mitsdien by de eerite vacature afgefchaft, de vermeerdering van troftement van den Heere Thefaurier Generaal ter fomme van twee duizend en vyf honderd guldens het geen te voren in tyd van Vrede niet is genoten, en zyn de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland , uitwyzens derzelver Refolutie van den 5 Maart 1755 van gedagten geweest, dat de voorfz. verhoging om byzondere redenen en inzigten zynde gelchied, de deliberatien daar over behoorden te worden gediffereerd , tot dat dat Ampt zoude vacecren; niet te min is het daar by tot hier toe gebleven. Ondcrtusfchen is zeer zonderling de voet op welken bet Traétement van dien hogen Amptenaar, aan wiens zorg de fpairzame adminiftrad.e van de Finantie van de Generaliteit in het byzonder is aanbevolen, federt het einde van de vorige eeuw fuccesfivelyk is Verhoogd. Het ordinaris Tractement is tot het jaar 1700» geweest twee duizend guldens , en heeft de Heèr Thefaurier Generaal daar en boven voor leggeld, huishuur, konynegeld, de diftributie van de konynegelden , porten van brieven, een ' domefticq Clercq en falaris van de adminiftratie van de penningen tot verval van de necesfiteiten van den Raad gefchikt, genoten de fomme van een duizend twee honderd negen en zestig guldens en zestien Huivers. XIII. Deel. X By  STAAT EN OORLOG. 329 Huishuur , Konynegeld als anderfints by den gewonen Commis ter Thefaurie genoten wordende , welke kleine emolumenten te zamen bedragen drie honderd negen en vyftig guldens en zestien duivers , voor en in plaats van leges is toegelegd, zal worden verminderd op agt honderd guldens, en dat de fomme van vyftien honderd guldens, die den Commis ter Secretarie voor en in plaats van leges is toegelegd, zal worden verminderd op vyf honderd guldens , wanneer de eerstgemelde zal behouden twee duizend drie honderd negen en vyftig guldens en zestien duivers, en de andere twee duizend drie honderd vier en tachtig guldens en zestien duivers , doch dat aan dezelve in tyden van troubles van Oorlog, wanneer de leges van de oudfle Commifen merkelyk vermeerderen, een byflag van duizend guldens jaarlyks aan ieder zal worden goedgedaan, en dewyl dan de jongde Commis ter Secrë- • tarie weinig meerder inkomen hebben zoude dan de Chartermeester, aan den welken by Refolutie van den Raad van Staate van den 23 February 1748 is toegelegd een jaarlyks Tractement van zes honderd guldens, en in plaats van leges eene fomme van veertien honderd guldens jaarlyks, en daar en boven voor kleine emolumenten van Huishuur &c. de helft van het geen de Commis genoot, en de nieuw aan te dellen zoude genieten , zoude ook dit Ampt eenige vermindering behoren te ondergaan, doch deszelfs rendement te brengen op een duizend guldens, zoo als by het Plan van menage van den jaare 1754 is voorgedeld , komt hy nader reflexie aan de Kamer voor, dat het zelve te veel verminderen zoude, aangezien bet dan merkelyk minder zoude zyn dan het rendement van de bediening van ordinaris Clercq in dezelfde Secretarie , en vervolgens zoude de Kamer van gedagten zyn, dat de fomme van veer- . den honderd guldens , die voor en in plaats van X 5 le-  STAAT EN OORLOG. 331 van Holland ende Westvriesland van ' den 5 Maart 1755, overeenkomltig het Rapport daar toe reeds den 9 February 1727 ter Vergadering van Haar Hoog Mog. uitgebragt, nader is in bedenken gegeven, want als men let op de Inftructie voor de gemelde Commifen den 16 Maart 1600 ter Vergadering van Haar Floog Mog. de Fleeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden gearredeerd, zal men in het 3 en 4 Artikel bevinden, dat zy zig moesten laten gebruiken tot alle Befoignes van rekeningen, liquidatien-, declaratien (onder andere ook van de Provintien, gelyk uit het 5 Artikel blykt) of afrekeningen van dienften , fluitingen van rollen van Monltering, en alle zulke andere , als aan dezelve by de Heeren Staaten Generaal ofte den Raad van Staate ter hand gefteld en aanbevolen zullen worden, gelyk mede in het monfteren, en verpagten van de gemeene middelen en alle zulke andere lasten , als aan dezelve by de Heeren Staaten Generaal cn Raad van Staate zouden worden opgelegd. Nu is de _ Rekenkamer in den jaare 1607 onder andere in het byzonder ingedeld , om te examineren de declaratien van de refpective Provinciën , en by de nadere Inftructie van den jaare 1651 is aan dezelve gedemandeerd het examineren , opnemen en fluiten van de rekeningen van alle comptabele van de Generaliteits middelen , als meede van vivres, Ammunitie van Oorlog en van alle andere inkomden , geene uitgezonderd, als meede het vifiteren, examineren en liquideren van alle declaratien, waar op eenige Ordonnantiën van betaling zouden moeten worden geflagen, en derhalven blyft 'er van het werk aan de Commifen van de Finantie oorfpronkelyk gedemandeerd, niets over dan het fluiten van rollen van monfteringe, het geen zig in tyd van Vreede alleen bepaalt tot dc Monderrollen van de Regimenten Switfers in dienst van den Staat, terwyl  53* ZAAKEN VAN wyl dezelve federt langen tyd tot het doen van monderingen, en weinig of nooit tot het verpagten van de gemeene Middelen of andere lasten gebruikt zyn. Wel is waar, "dat de Raad van Staate na de Indructie van de Rekenkamer nog by aanhoudendheid door de Commifen van dc Finantie heeft doen examineren zoo niet alle zekerlyk de meeste declaratien, die aan denzelven geprefenteert wierden, om betaling te erlangen van de posten in dezelve gebragt, doch naderhand heeft de Raad daar van afgezien , en genoegzaam alle de declaratien , die van fommige Amptenaren wat vroeger , van andere wat later, direct aan de Kamer gezonden , zoo dat tegenwoordig geen andere , door de meergemelde Commifen geëxamineerd worden, darr die van Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. en Gecommitteerden van den Raad. als mede die van de Ministers van den Staat buiten 's Lands; en hirn- omtrent zal de Kamer aan den Raad van Staate gaarne •over laten te beoordelen of zulks zonder ondienst van den Lande ook niet zoude kunnen worden nagelaten , en de Commifen van de Finantie van dat werk ontlast. Het is van gelyke waar , dat de Kamer niet teil volle is geraakt in de behandeling van het werk, by de 'nftructie van den jaare 1651 aan dezelve aanbevolen, maar dat aan dezelve is onthouden het opnemen, liquideren en duiten van rekeningen en declaratien fpruitende uit Penningen gedestincerd tot Legerlasten , Fortificatiën en diergelyke , en dat daar omtrent eindelyk na veele moejelykheden by Refolutie van. Haar Hoog Mog. van den 21 January 1693 is gemaakt die fchikkmg , dat aan de Commifen van de Finantie zoude verblyven het opmaken van afrekeningen van Legerdienden en van al wat tot den train cn fublidentie van het Leger behoordt, als '  .STAAT EN OORLOG. 333 als mede de rekeningen van de Penningen, dewelke de Commifen van de Artillerie en Am munitie te Velde, de Wagemeeder Generaal en andere Bedienden van het Leger geduurende de Veldtocht ontfangen tot betaling der daggelden van hun zelve, en van hunne onderhebbende Conducteurs, Het is eindelyk al verder waar, dat niet tegenftaande de voorfz. fchikkingen zig alleen uitftrekken tot een tyd van Oorlog , de Raad van Staate egter na de Vrede van Utrecht by continuatie door de meergem. Commifen heeft doen opmaken afrekeningen van de Tractementen van de Gouverneurs , Commandeurs en Majors in dè Steden van de Barrière, dan het welk door het inruimen van die Steden nu is vervallen , van eenige weinige andere Amptenaaren, van Serviesgelden, als mede van Daggelden van de Ingenieurs en andere Officieren, van welke laatde het getal egter gering is, mitsgaders van Scheepsvragten tot het Tranfport van Militie en Ammunitie van Oorlog, doch al het zelve is van zoo weinig omflag, dat het door twee Perfoonen gemakkelyk zal kunnen worden verrigt, zelfs meent dc Kamer te mogen vastdellen, dat tot het geen in tyd van Oorlog door de meergem. Commifen moet worden ge'aan, geen grooter getal nodig is. • Ook is reeds den 9 April 1727 door de Heeren Plaar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee, gelyk hier boven uit de Refolutie van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland van den 5 Maart 1755 is genoteert, voorgellagen om vast te dellen, dat de Commifen van de Generaliteits Finantie zouden uitderven op twee, en dat by abfentie, ziekte of andere toevallen in zaken, waar in twee Commifen volgens hunne Indructie gelykelyk moeten befoigueeren, dc Rekenkamer een van de Clercquen zoude authcrifeeren, en  334 ZAAKEN' VAN By üeRe< folutie var n Juny 1630 een fc\ m mis van de Fi nantic en een Secre taris van de Reken kanter co eene zeil de zaak ge committeerd , ei daar van door dezelve dei 13 Scptem btr rapport gedaan zyn de, worden in dii beide Re ibluticn de Commis tr de eerft; plaais, er dus vuor den Secretiris genoemd. en hier tegen hebben de Commifen op den 26 van dezelve maand April niet geprefenteerd, dat het werk door twee niet konde worden verrigt, maar wel dat aan dezelve groot nadeel zoude worden toegebragt, indien vastgefteld wierd, dat wanneer derzelver getal op twee zoude zyn uitgeftorven, by abfentie, ziekte of andere toevallen in zaaken waar in twee Commifen te gelyk moeten befoigneeren, de Rekenkamer eenen van haare Clercquen tot derzelver adfiftentie zoude authorifeeren , nademaal daar door het employ van Commis van de Generaliteits Finantie ten eenemaal van aart en gedaante zoude veranderen, als voorheen en voor de erectie van de Generaliteits Rekenkamer, in die zelfde qualiteit zelfs gefungeerd hebbende, en naderhand als Commifen het zy in het gaan in Commisfien met een Secretaris van de Generaliteits Rekenkamer (gelyk zulks klaarlyk zoude blyken uit Haar Hoog ■Mog. Refolutien van den 11 Juny en 13 September 1630) als anderzints, altoos waren geconfidereerd geworden bedieningen te bezitten, .dewelke veel vcrfchillen van de zodanige, die ■ volgens de voorfz. Propofitic aan dezelve zouden worden toegevoegd , en dat nog wel na ^aar toe door de Rekenkamer geauthorifeerd te zyn, daar het zonneklaar was "dat zy Commifen by hunne aanftelling cn het aanvaarden ;van hunne bedieningen alleen gehouden zyn te befoigneeren op ordres van Haar Hoog Mog.' en onder directie van den Raad van Staate , en aan dezelve ook alleen wegens hunne beToignes refponfabel zyn, cn by gevolg geen de •minde relatie hebben tot de Generaliteits Rekenkamer. Hoe zeer nu de Commifen van de Finantie by bet indcllen van hunne voorfz. reprcfentatie niet geconfidereerd fchyncn tc hebben, dat het werk, dat zy voor de erectie van dc Rekenkamer hebben verrigt, aan hun niet was gedemandeerd ge-  STAAT EN OORLOG. 335 geweest nis aan een Collegie dat bevoegd was om hetzelve finaal af te doen, zoo als zoude oordeelen te behooren, maar dat zy alles voor den Raad van Staate hebben geëxamineerd en geprepareerd, om vervolgens na gehoord rapport by den Raad te worden afgedaan, gelyk zy mede niet hebben geconfidereerd, dat het aanzien van de Rekenkamer na het jaar 1631 zeer merkelyk is vergroot door het werk, dat by de Inftrudtie van den jaare 1651 aan dezelve is gedemanieerd zonder daar in aan Haar Hoog Mog. , veel min aan den Raad van Saate gefubördonneerd te zyn, waar van het gevolg is geweest, dat om verfchillende begrippen tusfchen de refpective Collegien voor te komen hoe langer hoe meer zaaken by Haar Hoog Mog. met den Raad en de Rekenkamer te famen, of inet de Rekenkamer alleen, gelyk mede by den Raad met de Rekenkamer zyn en nog dagelyks worden commisforiaal gemaakt, in welke conferentien niet alleen de Leden maar ook de Secretarisfen van de Kamer als Gecommitteerden uit dezelve de eer hebben in eene volmaakte gelykheid met de Heeren Gecommitteerden van den Raad van Staate, en zelfs met de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. te verfchynen, in zoo verre dat ook hunne demmen by het formeeren van de conclufie worden geteld , en vervolgens by het doen van het rap- Eort van conferentien met Gedeputeerden van [aar Hoog Mog. gehouden in hoogstdcrzelver Vergadering te adfideeren, zo begrypt egter de Kamer, dat de voorfz. reprelentatie niet geheel is ongegrond, doch daar aan kan zeer gemakkelyk worden te gemoet gekomen door vast te dellen, dat by abfentie, ziekte of andere toevallen in zaaken , waar m twee Commifen volgens hunne Indructie gelykelyk moeten befoigneeren, de Commis ter Thefaurie (die eigentlyk aangefteld word tot Commis van de Finantie van de Generaliteit anders  33$ ZAAKEN VAN ders genaamd het Comptoir van de Thefaurie) door den Raad van Staate zoude worden geauthorifeerd, en daar in zoude te minder zwarigheid zyn, indien het Ampt van tweede Commis ter Thefaurie niet word gemortificeerd; zelfs zoude in dat geval de Commis ter Thefaurie, indien in tyd van troubles van Oorlog bevonden wierd, dat het werk door twee Commifen van de Finantie niet gevoeglyk konde worden afgedaan, tot derzelver adfidentie kunnen worden geëmploieerd. Eindelyk indien het getal der Commifen van de Finantie wierd verminderd, zoude misfehien verdienen overwogen te worden, of ook dan niet eenige vermindering zoude behooren te Worden gemaakt in de emolumenten die zy van particuliere genieten, ten einde deze in de betaaling van het geen van hun word gevorderd, en het welk, als men by een voegt het geen in de refpective Comptoiren zoo van de Generaliteit als in de Provinciën moet worden voldaan, nïet na laat van belang te zyn, verligt werden. . Tot nu toe is wel daar op niet alleen by de Bondgenooten, maar zelfs by de Collegien, tot welke de Comptoiren , daar eenige leges gevorderd worden, behooren, geen agt gella- dan daar door is ontdaan, dat in zommige, en misfehien wel in alle Comptoiren, in het eene wat vroeger, in het andere wat laater de leges van tyd tot tyd zyn verhoogd , en het zoude vervolgens wel nuttig zyn, dat eindelyk zo by Haar Hoog Mog. als by den Raad van Staaten wierd bepaald, welke leges zoo in de Comptoiren, tot dezelve behoorende , als door de Kamerbewaarders zouden mogen worden gevorderd, gelyk door de Generaliteits Rekenkamer, alwaar men meent met vertrouwen te mogen zeggen, dat het voorfz. misbruik  ZAAKEN VAN rnineren en te vifiteren zyn, waar voor dezelve zoo in Oorlogs als Vredes tyd niets genieten , andersdeels door dien verfcheide ordinaire rekeningen en declaratien veel omflagtigcr zyn. De Kamer kan wyders niet nalaten hier nog te remarqueren, dat haare Secretarisfen zedert meer dan .honderd jaaren niet alleen geen de minde yerhoging van Tractementen of Emolumenten, maar zelfs geen de minde hulp in haar werk gekregen hebben, terwyl uit het verhandelde in de 14, 34 en 35 § blykt „ niet alleen hoe zeer de inkomden van de Ampten van Griffier en Commis van Haar Hoog Mog., en van den eerden Clercq in de Griffie, als meede van het Ampt van Thefaurier Generaal in dezelfde ja minder tyd zyn vermeerdert , maar telfens, hoe aanzienelyke hulp aan den Thefaurier Generaal cn den Secretaris van den Raad van Staate tot een important bezwaar van.'s Lands Finantie is toegébragt. Ondertusfchen aarzelt de Kamer geen oogenblik om te verzekeren, en ze beroept zig daar omtrent op de kennis van alle de Leden van de Regering, die in de Kamer ooit zitting gehad, en de deliberatien van dezelve met eenige asftduiteit bygewoond hebben, dat dc bezigheden van haare Secretarisfen zoo menigvuldig en lastig zyn, dat zelfs dc dienst van het Land wel vorderen zoude, dat aan dezelve ten minden eenige verligting wierd toegébragt; en dit zal niemand kunnen vreemd vinden, als hy zal gelieven te letten, dat aandonds by de indelling van de Kamer twee Secretarisfen aan dezelve zyn toegevoegd, en dat het werk van dezelve toen alleen beftondt in het opnemen ca fluiten van de Rekeningen van den Ontfanger Generaal van de Unie cn van de Ontfangers Generaal van de Collegien ter Admiraliteit, als mede irr ■ het examineren en liquideren van de declaratien van de Provinciën; . • ;i ,: dat  STAAT EN OORLOG. 343 dat dit laatfte naderhand wel geheel is vervallen , door dien alle de Provinciën, de eene wat vroeger, de andere wat later hebben opgehouden haare declaratien in te leveren, doch dat daar tegen by de Inftruétie van het jaar 1651. aan de Kamer is overgebragt het opnemen en' fluiten van alle Rekeningen zoo van 's Lands Ontfangers en Rentmeesters, als van de Commifen van 's Lands Magazynen , mitsgaders het vifiteren, examineren en liqui- • deren' van de 'declaratien van alle de geene, die eenige betaling van het Land te vorderen hebben , dewelke tegenwoordig een groot getal jaarlyks uitmaken , als meede het examineren en regiftreren van alle Ordonnantiën yan betaling, dat daar by naderhand nog gekomen is het adviferen op alle de verzoeken , die aan Haar Hoog Mog. worden gedaan, om de collatie van eenige Beurzen of zogenaamde Geestelyke Beneficiën, of wel om approbatie van de codatien door andere gedaan te erlangen. men zwygt nog van de Conferenticn met de Kamer, die zoo by Haar Hoog Mog. als by den Raad worden gedecenieerd, en welk getal dagelyks vermeerderd, cn dat al dat werk ongevoelig door. de tyd omflagtigcr word , eensdeels door dien het getal der Refolutien, op welker nakoming moet worden gelet , jaarlyks vermenigvuldigt, en andcrsdeels zoo dikwyls iets moet worden gerechercheerd en onderzogt, een veel groter tydperk te doorlopen is , waar, van deeze zelfde Memorie meer dan één voorbeeld oplevert. Het zoude vervolgens aan dc Kamer niet moejelyk vallen , öm tot verligting van het werk van de Secretarisfen, die nu niet in evenredigheid van het zelve worden beloond, en tef- ' fens tot betragting van 's Lands dienst eene convenabele voorflag te doen ; dan daar dat oogmerk niet kan worden bereikt zonder eenig Y 4 be-  344 ZAAKEN VAN bezwaar van de Finantie, en men tegenwoordig voornamentlyk bedagt is op het uitvinden van pointen van menage waar toe ook deeze Memorie eigentlyk gefchikt is , vleit ze zig niet, dat haar voordel in dit tydftip veel ingang zoude vinden, en ze zal vervolgens afwagten, of daar toe eenige genegentheid by de Bondgenoten word befpeurd, _ Verder zyn aan de drie Generaliteits Collegien geen Amptenarcn , die minder beloond worden dan de Clercquen ter Secretarie van de Generaliteits Rekenkamer. Hier boven is in de 16 §. reeds aangetekend, dat zy ieder weinig meerder dan twaalfhonderd guldens jaarlyks kunnen maken, de premier Clercq geniet daar en boven, even als de premier Clercq ter Secretarie van den Raad van Staate, eene fomme van twee honderd guldens jaarlyks, waar tegen hy onder andere verpligt is alle de declaratien, die in de Secretarie worden ingeleverd om geliquideerd te worden, tc regidreren in een Boek daar toe gehouden wordende, cn daar by aan te tekenen de fomme van penningen , waar op , en den datum van den dag, op welk ze geliquideerd zyn , als meede alle genome Refolutien, geliquideerde declaratien en andere dcpèehes te expedieeren, cn het voorfz. gering inkomen daat rnct het afderven der Lyfrentcn, ten Comptoire Generaal betaald wordende, het geen waarfchynelyk binnen weinige jaaren zal plaats hebben, nog verminderd te worden met een honderd guldens jaarlyks voor ieder, die aan dezelve voor het houden van contra Register van de voorfz. betaalde Lyfrcnten zyn toegelegd. _ Voor het liquideren , appointeren en expediëren van declaratien genieten zy niets hoe genaamd , uitgezonderd de nicuwejaars gelden, die eenige weinige Amptenarcn federt veele jaa, 'r,en  STAAT EN OORLOG. 345 ren gewoon zyn te geven, en voor het vergelyken en expediëren van de Rekeningen der particuliere Comptabelen, behalven het geen in enkelde Rekeningen ten behoeven van dezelve word geleden, mogen zy niets vorderen, en het geen ongevorderd aan dezelven word verftrekt, is een object, van gering belang, het geen nog om dat het niet kan gevorderd worden, van tyd tot tyd vermindert. Zy trekken derhalven ook in tyden van troubles van Oorlog, hoe zeer hun werk dan merkelyk zwaarder is , niets meer dan in geruste tyden. En de Kamer is vervolgens van gedagten, dat daar de levenswyze veel kostbaarder ié geworden dan voor deze , en genoegzaam alle Ampten zoo niet in traétement, ten minden in emolumenten zeer merkelyk zyn verbeterd, dia billykheid allezints vordert, dat ook de voorfz, Clercqs Ampten eenigfmts verbeterd werden. §• 4f- Eindelyk heeft de Kamer met opzigt tot het Comptoir Generaal van de Unie by het Plan van menage van den jaare 1754 voorgedragen, dat aangezien in den jaare 1715 de Commifen en Clercquen van den Ontfanger Generaal niet meerder hadden gekost dan vier duizend en zes honderd guldens 's jaars, en zulks geklommen was tot dertien duizend guldens, behalven nog drie honderd guldens 's jaars voor een Comptoirknegt, en nog vier en twintig honderd guldens jaarlyks, die aan den Ontfanger Generaal by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 15 Juny 1720 zyn toegelegd, de Raad van Staate zoude kunnen worden verzogt daar omtrent nieuwe ordres tot meerder menage te willen dellen. De Kamer remarqueert daar op , dat onder de fomme van vier duizend zes honderd gulY 5 dens,  34Ö ZAAKEN VAN dens , die de Commifen en Clercquen in het jaar 1715 gekost hebben, niet is begrepen het tractement van den Deurwaarder ter fomme van drie honderd guldens jaarlyks, cn dat die fomme jn het jaar 1754 was geklommen tot dertien duizend en twee honderd guldens; het tractement van den Deurwaarder en dat van den Comptoirknegt daar pnder begrepen , doch dat die fomme federt dien tyd is verminderd met eene fomme van agt honderd guldens-jaarlyks, waar van in den jaare 175c zes honderd guldens waren toegelegd aan den Commis , die gequalificeerd was om te betalen de interesfen van de negotiatie by form van loterye in den jaare 1749 gearrefteerd, entwee honderd guldens aan deszelfs Clercq, by provifie voor den tyd van tien jaaren , met expiratie van welke tyd ,-na dat het beloop van die negotiatie was afgelost, de voorfz. toeleg niet verder is betaald, zo dat de voorfz. kosten nu bedragen eene fomme van twaalf duizend en vier honderd guldens jaarlyks. Om verder te kunnen oordee'en in hoe verre eenige menage omtrent het Comptoir Generaal zoude kunnen worden ingevoerd, zal het nodig zyn op te geven de veranderingen, die federt de laatde Inllructie in den jaare 1707. voor den Ontfanger Generaal van de Unie gearredeerd , gemaakt zyn, en den voet, waar op dezelve is gehandeld, waar door teflens zal worden voldaan aan dc Refolutie van de Staaten van Holland ende Westvriesland van den 5 Maart 1755 5 waar by dezelve hebben gedeclareerd v dat behoorde te worden geëxamineerd, Hat tot de refpe&ive verhogingen in de Misfive van de Generaliteits Rekenkamer gemeld , aanleiding heeft gegeven, en of die zelve redenen nog fubfijleren. 1 ■ ■ By het 52 Art. van dc voorfz. Indructie is aan den Ontfanger .Generaal voor tractement toegelegd eene fomme van vyf duizendguldens • ■ ■ • t jaar-  STAAT EN OORLÓG. 347 jaarlyks, en daar by uitgedrukt, dat hy voor die ionrme moet onderhouden zoo veel Com>mifen en Clercquen, als hy zal nodig hebben, mitsgaders een Deurwaarder of Exploiéteur, ert daar en boven dragen alle onkosten van het Comptoir dependerende, en namentlyk hetfchryfloon van zyne Boeken en Maanddaten , ende van Staaten ende Extraéten, welke Haar Hoog Mog., de Raad van Staate, de GcneraliteitsRekenkamer en de Thefaurier Generaal van tyd tot tyd zullen vorderen, ende gerieralykalle andere fchryfloonen, die van de rekeningen alleen uitgezonderd, item het approprieef en, repareeren, en feh'oonmaken der Kamers, waarin het Comptoir gehouden word, het vuur cn licht tot dezelve , het haaien en brengen van het geld hier in den Haag en alle diergelyke onkosten, zonder dat hy zal mogen verzoeken verhooging van de voorfz. Wedde, om wat oorzaake het zoude mogen wezen, het zy om verzwaring van zyne adminidratie , extraordinaris negotiatien of eenige andere, bedagt of onbedagt. Voorts is daar by vastgedeld, dat voor fchryfloon van de rekening en voor Briefporten jaarlyks zal worden geleden zes honderd guldens, ' en van 's Lands wege gecontinueerd in de betaafing van de volgende Traétementcn aan den eerde Commis . . f 1200 o o aan den tweeden Commis . 800 o o aan drie reizende Commifen ƒ400:0:0 aan ieder . 120000 en aan den Deurwaarder . 300 o o ■•Gelyk mede dat de Schuit- en Wagenvragten en nodige Convoyen op declaraüe zullen worden goedgedaan aan de reizende Commifen op behoorlyke ordre uitreizende, doch wanneer in het jaar 1709 was gedaan eene ligting van twee millioènen guldens op Lyf-.en Losrenten, is de Ontfanger Generaal by Refolutie van Haar Hoog Mog. van dei? 17 July 1709 geauthorifcerd om een Commis te  348 ZAAKEN VAN te mogen aanfïellen tot betaaling van de voorfz. renten, waar voor hy zoude genieten tot laste van de Generaliteit zeven honderd guldens jaarlyks zonder meer , ende zulks onverkort het Articul van deszelfs Inifruétie, fprekende van de Commifen, en wanneer naderhand was gearrefteerd een en andere negotiatie by form van loterye , is de Ontfanger Generaal by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 17 December 1712, geauthorifeerd een Commis te despicieeren tot het verwislelen der Recepisfen, en by nadere Refolutie van den 3 September 1714 verftaan , dat de Ontfanger Generaal voor denzelven Commis zal genieten tot laste van de Generaliteit zeven honderd guldens jaarlyks , zonder meer; ende zulks mede onverkort het Artikel van de Iuitruétie, fpreekende van de Commifen. Voorts is by Refolutie van den Raad van Staate van den 11 daar aan volgende aan den Ontfanger Generaal voor de Clercquen, die hy uit kragtc van eene voorige Refolutie van den 26 January 1713 had aangenomen tot het werk van de Loteryen, betaaling verleend tegen zes honderd guldens jaarlyks voor ieder, doch van die Clercquen is 'er in het jaar 1717 niet meer dan één aan gehouden. By Refolutie van Haar Hoog Mog. van den J5 Juny 1720 is aan den Ontfanger Generaal voor zyne moeite, onderhoud van de Commifen , die hy had te kennen gegeeven, dat hy yerpligt was geweest aan te nemen, en anderzints ter zaake van het heffen en adminiftreeren van den lionderdften Penning in den jaare 1716 gefteld op alle Obligatien en Rentebrieven ten laste van de Generaliteit lopende, toegelegd eene fomme van vier en twintig honderd guldens jaarlyks, in te gaan met den dag van de Refolutie, waarby goedgevonden was den voorfz. honderdften Penning te heffen, tot  STAAT EN OORLOG. s5i Generaliteits renten en interesfen, tot op agttien honderd guldens, dat van den derden Commis, betaalende de Lyfrenten , twintig en twee en dertig jaarige renten, als mede dat van den vierden Commis, betalende de renten en pnemien van de Generaliteits Loteryen, ieder tot op twaalf honderd guldens, •<- voorts dat van vyf Clercquen bepaald op zes honderd guldens voor ieder , en dat van een Comptoir Knegt op drie honderd guldens, _ , Wyders verdaan5 dat de Commis geemplojeerd tot de uitheemiehe Negotiatien, alleen onder guarantie van Haar Hoog Mog. gedaan , niet kan komen tot laste van het Land, dat aan den Ontfanger Generaal boven het geen gereguleerd is by deszelfs Inilructie, nog zal worden goedgedaan eene fomme van vyftien honderd guldens jaarlyks voor onderhoud van de Comptoiren, fchoonmaaken van dezelve, vuur en licht, zakjesgeld, valsch geld en alle andere onkosten, geene uitgezonderd, wat naam die ook zouden mogen hebben, cn dat hy zal blyven genieten de vier en twintig honderd guldens jaarlyks , aan hem toegelegd by Haar Hoog Mog. Refolutie van den j5 Juny 172° voor de Adminidratie van den honderdden Penning, en zulks zoo lang dezelve ten behoeve van de Generaliteit zal worden geheven. Boven en behalven de vyf'Clercquen , welker Tractementen by de zoo evengemelde Refolutie zyn gereguleerd, is by continuatie betaald de Clercq, die in het jaar 1713 was aangenomen tot het werk van de Loteryen, en in het jaar 1717 ten laste van het Land aangehouden, gelyk hier boven is aangetekend, van denwelken ©ngetwyffeld in de voorfz. Refolutie geen melding  STAAT EN OORLOG. 357 bele van den Raad van Staate afgenomen en aan de Kamer gedemandeerd is, heeft dezelve, waarfchynelyk confidereerende, dat de Leden van Haar Hoog Mog. en van den Raad by continuatie bleven genieten hetzelfde Leggeld even als te vooren, niet zonder reden begrepen, dat dewyl zy het werk deed, dat die Collegien bevorens gedaan hadden , aan haar een dubbeld leggeld competeerende, en, rekenende dat zy het eerfte, het welk aan haare Leden even als aan die van Haar Hoog Mog. en van den Raad in het begin van het jaar betaald word^ op denzelfden voet als die Collegien genieten, in de rekening van den Ontfanger Generaal een gelyk Leggeld voor haare Leden en Ministers, als mede voor den Ontfanger Generaal en deszelfs eerfte Commis doen uittrekken, en dit is al het geen men van den oorfprong der voorfz. drie Leggelden heeft kunnen ontdekken. §• 42- Het zoude hier de plaats wezen om voor te dragen, de kosten, die vallen op het af haaien van de gelden, die eigentlyk door de Provinciën ten Comptoire Generaal zouden behooren te worden gefourneerd , en het bezwaar dat daar door aan de ordinaris Kas van de Generaliteit , waar uit dezelve kosten moeten worden gevonden, toegébragt word, terwyl die Penningen door de Provinciën met veel minder kosten aan het Comptoir Generaal zouden kunnen worden verzorgd , en in alle gevallen de kosten die nu alleen ten laste van de Generaliteit komen, door de zes Provinciën en de Landfchap Drenthe zouden worden gedragen, en dus geen groot bezwaar voor ieder uitleveren, doch dewyl het onderzoek van de Finantie van de Generaliteit door de Bondgenooten niet Z 3 zoo  35» ZAAKENVAN zoo zeer is aangelegd om dezelve tot hun bezwaar te ontlasten , als wel om ze tot hunne verligting tc bezwaaren, zoo voorziet de Kamer niet veel vrugt van haare te doene vertogen , en zal 'er daarom niets meer van zeggen. §• 43- Doch de Kamer oordeelt niet te moeten nalaaten om by deeze gelegenheid ter kennis van de Comisfie te brengen, dat de Provincie van Zeeland by continuatie alle betalingen doet in Zceuwfche Ryksdaalders tegen drie en vyftig ftuivers het ftuk, het welk een zeer merkelyk verlies voor de Kas van de Generaliteit uitlevert. Na dat de Staaten van Zeeland reeds in het jaar 1672 de cours van den Ryksdaalder binnen haare Provincie hadden verhoogd tot op een en vyftig duivers, hebben ze in het jaar 1714 begonnen in die Specie en tot dien verhoogden cours te betaalen het geen ze aan dc Geiierpi'teit fcbuldig was. Dc Raad van Staate heeft wel niet nagelaaten aanllonds aan ilooggemelde Heeren Staaten te reprcfentecren, dat dezelve de Penningen niet hooger kon aanrekenen aan dc Generaliteit , dat die volgens dc ordre van de Generaliteit gangbaar zyn, zo als hetzelve gereguleerd en verdragen is by dc Unie van Utrecht, en dat de fchade, vallende op zo irreguliere betaalingen, by dezelve gedragen moet worden en niet by de Generaliteit, met verzoek dat zodanige ordre moge worden gegeven aan den Ontfanger Generaal van Zeeland, dat hy zig voortaan reguleere naar de ordre van de Generaliteit in het doen van betaalingen ten Comptoire Generaal van de Unie, doch zulks is van geene uitwerking geweest. Wanneer in het jaar 1716 wederom eenige betaalingen op derrzeifden voet gedaan waren,, keert  STAAT EN OORLOG. 359 heeft de Raad zyne reprefentatien aan de Staaten van Zeeland vernieuwd, en aan dezelve gefchreven , dat gelyk de Ontfanger Generaal de lchade daar op geleden niet kon dragen, de Raad hem daar van niet kon ontheffen , zonder de Provincie van Zeeland daar mede te belasten als die de eenige oorzaak van de fchade is, door den Ryksdaalder hooger te hebben aangerekend aan den Commis van den Ontfanger Generaal, dan die ten Comptoire Generaal van de Unie kan of mag uitgegeven worden, met verzoek, dat dezelve gelieven te vergoeden het geleden verlies ,, en in het toekomende omtrent het duk van de Munte te bly ven by de Unie, en by de ordres door de Bondgenooten gezamentlyk vastgedeld , ten minden zoo ver, dat zy aan de Generaliteit zelve niet verge de Penningen aan te nemen , niet naar den voet van de Generaliteit, maar naar den particulieren voet daar op door dezelve gedeld. Ter zeiver tyd heeft de Raad van de voorfz. gedaane betaaling en het daar op geleden verlies kennis gegeven aan Haar Hoog Mog. en daar by gefchreven , dat wel had gerefolveerd, dat het zelve verlies in het Register van belastingen gebragt zoude worden ten laste van de Provincie van Zeeland, doch dat zoo lang'er geen middel was, om de Provinciën, die van de Unie afweken ende van de ordres by de Bondgenooten vastgedeld, te brengen tot het naarkomen van dezelve , de Provincie van Zeeland konde aanzien, dat zy belast wierd in het Register der belas'.ingen, als zy ondertusfehen de Ryksdaalders aan de Generaliteit kon opdringen tot een en vyftig duivers, door de betaaling van de Generaliteits renten en interesfen op eenen anderen voet te weigeren , dat de Raad daarom genoodzaakt was aan de eene zyde aan Haar Hoog Mog. voor te draagen, dat het Comptoir Generaal zoo zeer benodigd was, dat de Provinciën, die zig niet zouden believen Z 4 te  3<5» ZAAKEN VAN te houden aan de generaale ordres, gelyk dc Provincie van Zeeland in het voorfz. geval zig daar aan niet hield, in haare hand hadden de betaalingen te doen op den voorfchreven ende nog lastiger voer, en aan de andere zyde , dat niet alleen by de Inftructie van den Ontfanger Generaal uitdrukkelyk gezorgd was, dat hy zig moest regu» leeren naar de Placaaten van Haar Hoog Mog. op het ftuk van de Munt en op de cours van hec Geld, maar dat het boven dien van een ver uitziende gevolg zoude wezen , zoo de Generaliteit zelve de Penningen zoude moeten aanneemen niet naar den voet van de Generaliteit, maar naar den particulieren voet, die ieder Provincie zoude kunnen goedvinden daar op te ftellen, dat dus Haar Hoog Mog. zouden zien hoe nodig het was, dat omtrent de voorfz. zaak voorzien wierd voor het interest van de Kas van de Generaliteit zelfs buiten alle andere confideratien: Haar Hoog Mog. hebben daar op de Heeren Staaten van Zeeland wel verzogt om het geleden verlies ten Comptoire Generaal te zuiveren, en hunne Penningen ten zclven Comptoire te furneeren in de Munte dezer Landen op den voet ende de evaluatie by de gemeene Bondgenooten gereguleerd , doch zulks is al mede van geen vrugt geweest; cn hoe zeer de Raad nog in het zelfde jaar 1716, cn nader in het begin van het volgende , van de voorfz. ongeregelde behandeling van de Provincie van Zeeland kennis gegeven heeft aan de Extraordinaris Vergadering van haar Hoog Mog., die zig egter die zaak niet heeft aangetrokken , maai; de Brieven van den Raad overgela'en aan dc deliberatien van de Ordinaris Vergadering, en hoe zeer deze in het begin van het jaar de Heeren Staaten van Zeeland heeft verzogt de verhoging van den Zeeuwfchen Ryksdaalder tot een en vyftig ftuivers in te