VERZAMELING van PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGT1QE GE* BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXVII, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Zeven- en- Veertigste Deel, Te C AMP E N, Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, MD CC XC 111.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET XLVIIde DEEL, VAN DEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. 3335. Refolutien van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, betrekkelyk de Misfive door den Heere Hertog van Brunswyk aan Hun Hoog Mogenden gefchrtveu den nfien Juny dezes jaars, om van den blaam hem opgelegd te worden gezuiverd, en om fatisfaSie desw£get;s. In datis den 6 en 11 April 1781. . • Uaiz. l. » 3336. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, over de werkeloosheid van 's hands Zeemacht, en om opening daaromtrent van zyne Hoogheid als Admiraal-Generaal te requireeren , en de Bondgenooten tot gepaste mefures te exhorteeren. In dato den 10 September 1782 bladz. 14. ». 1 3337. RefilutU van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, ten einde gepaste middelen ter hand te nemen, om in tas van furprife, al was het maar tot provifioneele zelfsverdediging, te kunnen vertrekken. In dat) den 12 Septembet 1786. . . . . Wad?- 21, * 2 N°.  IV REGISTER N°. 3738. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Alkmaar, betrekkelyk het Request van de algemeens Vergadering der gewapende Burger-Corpfen in Holland, destyds binnen Dordrecht vergaderd, den liften jongstleden ter Staats-Vergadering van Holland ingegeven, waar by onder anderen word verzocht om zyne Doorluchtige Hoogheid provijioneel als Stadhouder en Admiraal-Generaal van Holland te fuspendeeren, met inhouding van alle de traBémenten en emolumenten tot die bedieninge ten laste dezer Prmncie fiaande. In dato den 31 May 1787. bladz. 24. ~ 3339- Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, over de ingekomene flukken ter Staats-Ver' gadering van Holland, betrekkelyk de geftaakte reize van Mevrouw de Princesfe naar 's Hage. In dato den 2 July ^787- bladz. 33. ■" 3340- Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, behelzende last aan dtrzelver Gecommitteerden ter Staats-Vergadering, om met alle mooglyke decentie, maar teffens met allen noodigen ernst en aandrang, het daar heen te helpen dirigeeren, dat geduurende de tegensmordtge troubles, de komst van hunne Hoogheden, of derzeiver Kinderen, of een vin allen in deze Provincie, zoo veel mooglyk worde voorgekomen of tegengehouden. In dato den 10 July 1787. . . . bladz. 36. • 3341- Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, over het verleggen der Staats-Vergadering van 's Haage naar Amfteldam; in dato den 17 September 1787 * bladz. 37. —— 3342. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, over de uitnoodiging tot het zemen van Ge- depu.  der STUKKEN. V deputeerden ter dagvaart naar 's Haage ; in dato den 18 September 1787 bladz- 39. E°, 3343. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, over het bericht, dat misfchien eerlang de StaatsVergadering naar Amfteldam ftond verlegd te worden; in dato den j8 September 1787 , 's avonds ten agt uur en. . . . , . • bladz 40. * 3344. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, waar by wordt goedgevonden dat nog deze nacht een expresfe aan den Raad-Penfionaris naar 's Haage Zal worden gezonden, ten einde door denzelven by rrj rip4ie met dien zelfden expresfe geïnformeerd te worden, of eene Deputatie van deze Stad met veiligheid zich naar 's Haage, aly/aar thands volgens de berichten oproerige bewegingen plaats hebben, begeven kan; in dato den 19 September 1787, 's avonds ten elf uwen. . bladz. 41. ,k i 334S- Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Sjtad Alkmaar, betrekkelyk de Propofitie van Schoonhoven ter Staats-Vergadering gedaan, om zyne Hoogheid te authorifeeren, de Regeeringen in de Steden te veranderen, in dato den 13 Oüober 1787. • • • bladz, Ui, ei 3346. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, zynde het gevolg eener Conferentie met den Graaf van Wassenaar tot Wasfenaar, waar by, om het onheil te vermyden van geen Pru'ufifche Troepes in de Stad te ontvangen, dat gedeelte der Schuttery wordis ontwapend, die in een of meer Detachementen, openfedert den 28 September 1786, uit Alkmaar naar Woerden of .elders gewapend waren uitgetrokken; in dato den 21 03aIer 1787. ...... bladz. 44. * 3 N". /  VI REGISTER N°, 3347. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, waar by bepaald wordt, dat, zonder fpeciaale toeftemming der Vergadering van Burgemeesteren en Vroedfchap, 'er geen Militair Guarnifoen voor deze Stad zal verzocht worden; in dato den 24 O&ober 1787. bladz, 52. '1 3348. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, betrekkelyk een Request door fommige Ingezetenen van die Stad wordende geteekend, om, met voorbygaan van de Regeering , aan zyne Hosgheid te verzoeken, om Militair Guarnifoen van dezen Staat binnen deze Stad, als ook om gelegenheid tot het oeffenen van nadere openbaare vreugdebedryven, wegens de herftelling van zyne Hoogheid in de oeffening van deszelfs posten, en ook ten einde de Burger-Schuttery dezer Stad tot derzeiver voorigen ftaat van inactiviteit moge gebracht worden. In dato den 29 OUober 1787. . . . bladz. 53. ■ 3349- Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, betrekkelyk eene Misfive van de Staaten van Holland aan de Regeering van deze Stad, ftrekkende tot verzoek en adhorteer'mg, om ten allerfpoedigften hunne Gedeputeerden ter Staats-Vergadering met eenen toereikenden last te willen voorzien, tot authorifatie op zyne Hoogheid om de Stedelyke Regeeringen te veranderen &c, In dato den 29 Qctober 1787. . . . &/ai&. 54. ""1 1 335°' Refo'utie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, waar by op aandrang der Staaten van Holland, de Vroedfchap ten laatften befluit om hunne Gedeputeerden ter Staats-Vergadering te qualificeeren, om zich met de Propofitie van Schoonhoven, tot qualificatie van zyne hoogltii om de Regeeringen in de Steden te veranderen, gaat  der STUKKEN. VII gaaf te confomeeren. In dato den 30 Oiïober 1787. 's Avonds ten tien uwen bladz. 55. N». 3351. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, waar by aan de Commisfarisfen door zyne Hoogheid gezonden, op hun verzoek eenige Copien uit des Vroede fchaps Refolutien worden toegejlaan, echter met protestatie van ongehoudenheid, en eene MUfive aan dezelve Commisfarisfen hier toe betrekkelyk. In dato den 21 April 1788. hlad2- 5°- to— 3352. Circulaire Mlsfwe van de Vroedfchap der Stad Rotterdam aan verfcheiden andere Hollandfche Steden, tegen het verleggen der Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden. In dato den iC September 1787. bladz. 59- —— 3353- Misfive van Heeren Gecommitteerden ter deferfie van de Provincie van Holland en der Stad Utrecht, aan den Heer Raad-Penfionaris van Holland, kennis gev2v.de van de aannadering der Pruisffche Troepes, en den Uilendigen toefland van defenfie, waar tri zich Gorinchem, Woudrichem, en Loeveftein bevind. In dato den 15 September 1787 bladz- 6l' l 3354. Verklaaring van den Heer Geoeg. Just. de Groot voor den Notaris Mekern te Gorinchem gepasfeerd, betrekkelyk den aanmarsch van Pruisffche Troepes. In data den 15 September 1787. • • • l>la^r 63- , 3355- Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Amjleldam, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Staaten van Holland en West-Friesland, waar by, in overweging genomen de onveiligheid van 'sHaage, door de nadering der Pruisffche Troepes, hunne Stad aanbieden tot hei hou* 4 fa  VIII REGISTER den van Staats-Vergaderingen. In dato den 15 September 17&7' • bladz. 64. N°. 3356. Misfive van Burgemeesteren, Oud-Raaden, en Goede Luiden van den Achten der Stad Dordrecht, aan den Heer Raad-Penjionaris, waar ia word geinfieerd, 'om dè Staatsvergadering van 's Haage naar Amfleldam te verplaatzen In dato den 15 September 1787. . bladz. 66, —— 3357- Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekke, lyk de vier bovenfiaande Nommers. In dato den 16 Sep> tember 1787 Uadz. 67„ *-*— 3358. Misfive van Drosfaard, Burgemeesteren en Vroed' fchappen der Stad Gorinchem, aan de Regeering van Amfleldam, waar by kennis geeven, dat ter zeiver tyd dat bezig zyn om over het verleggen der Staats-Vergadering te delihereeren, zy verwittigd worden, dat hunne Stad door den Vyand reeds is gfattaqueeri. ƒ„ dato den 17 Septem, Ier 1787. ( ,' ''»*''. bladz. 69. ■ 3359. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk eene hier bygevoegde Misfve i van Drosfaard en Burgemeesteren van Gorinchem , met hunne Refolutie over de defenfe der Stad, en om maatre. gelen ten beste der Provincie, als mede een Rapport van den toeftand der zaaien en het gebeurde te Vianen. In datis den 16 en 17 September 1787 . . Bladz. 70. 3360. Misfve van Hun Edele Groot Mogenden de Hee- ren Staaten van Holland en West-Friesland aan de buiten den Haag zkh bevindende Steden, betrekkelyk het verleg, gen der Staats-Vergadering naar Amfleldam. ƒ« dato den 17 September I?87. > . . • . bhdZi ?g< No.  der STUKKEN. IX N*. 336l. Misfive van Hun Ed. Qroot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland aan de Regeering der Stad Amfleldam, over het zelfde onderwerp. Indau den 17September 1787. '. *• i» -bladz. 80. 1, . 1 3362. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de vier bovenftaande Nommers, In dato den 17 September 1787, 's avonds ten agt uuren, , , bladz. 83. »' v ■ 3363. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, behelzende Misfive aan de Regeering van Amfleldam tot hunne apparitie ter Staats-Vergadering in 's Haage en ten einde van de defenfie hunner Stad af te Zien. In datn dan on üptttemhfr T7-T i- - hlnAv.. 84. wn 1. 3364. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland , behelzende Approbatie van het verrichte in het hier by gaande Rapport der Gecommitteerden van Hun Ed. Groot Mogenden by den Hertog van Brunswyk; en nader exhortatoire Misfive aan de Regeering van Amfleldam. In datoden 23 September 1787. , bladz. 86. ^ 33ÖS- Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, behelzende Misfive aan de Regeering van Amfleldam, met ernflige aanmaaning en verzoek om Hunlieder Gedeputeerden in de Staats-Vergadering te doen ver* fchynen. In dato den 27 September 1787. . bladz. 90- m 1 3366. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk eene Misfive van Burgemeesteren en Refolutie der Vroedfchap van Amfleldam over de apparitie hunner Gedeputeerden, en Rapport der Staats-Commisfie by dezelve Gedeputeerden; benevens een Relaas van het voorgevallene by die apparitie. In dato den 2 OStober 1787. . bladz. or. * 5 »°,  X REGISTER N#. 336?. Aanfpraak van Fe. Ad. van der Kemp aan de Burger} der Stad Reusden, ter aanmoediging tot redres hunner Stedelyke grieven. In dato den i January 178 7. • bladz. 97. " " 3368. Relaas van het gepas/eerde lyde verandering der Magijlraat van de Stad Heusden door de Burgery aldaar. In datis den 2 en 7 January 1787. . . bladz. 102. " 1 336?' Brief van de Magijlraat der Stad Heusden aan den Heer van der Does , «7» denzelven te fommeeren van te Heusden te kmen wonen, en anders vervallen te wezen van zynen post als Bailjuw van genoemde Stad. In dato den 10 January 1787. . . . bladz. 108. »" ■■ 337°' Misfive van de Magijlraat der Stad Heusden, waar by een lyst van de nieuwverkorene Schepenen en Raa. den zenden, met verzoek dat Hun Edele Groot Mogenden daar drie uit gelieven te nomineeren tot Schepenen-Commisfaris over 't Lands Middelen. In data den 17 January 1787- ...... bladz. 109. ■ 1 3371. Propofttie der Gedeputeerden van Gorinchem ter Staats-Vergadering van Holland gedaan, over het voor ge. vallene te Heusden, ten aanzien en by gelegenheid der Magiftraats-verandering aldaar door de Burgery ondernomen en uitgevoerd. In dato den 21 February 1787. bl. 110. m < 3372» Brief van de Officieren en verdere Leden van het Vaderlandslievend Exercitie-Genootfchap te Heusden, aan de Vergadering van de afgezondenen uit de BurgerGenootfchappen te Delft wordende gehouden. In dato den 25 February 1787 bladz. 112. ' 3373. Tweede Propoftie door Gedeputeerden van Go rin-  der STUKKEN. XI rlnchem ter Staats-Vergadering van Holland gedaan, over het gebeurde te Heusden, In dato den 27 February 1787. . . . . . ... bladz, 116. N°. 3374. Protest van de Magijlraat der Stad Heusden, aan de Commisjie gedaan, door de Heeren Staaten van Holland naar die Stad gezonden.' In dato den 15 Maart 1787. • . .... bladz. 118. ■ 3375. Publicatie ter vernietiging van 't verrichte op den 6 January jongstleden te Heusden. In dato den 16 Maart 1787. .... . bladz. 119. —' 3376. Bericht hier over door Fr. Adr. van der Kemp. In dato den 25 Maart 1787. . • • bladz. 120. ■ , ■■ 3377. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Hee¬ ren Staaten van Holland, betrekkelyk de Magiftraats-beftelling der Stad Heusden. In dato den 11 May 1787. ......... bladz. 121. —— 3378. Misfive van Heeren Gecommitteerde Raaden, mes hunne Refolutie uit kracht van die van Hun Edele Groot Mogenden van den 11 den May jongstleden, nopens de Magiftraats-beftelling te Heusden; en de Misfives van diverfe Leden, en den interims Drosfaard; als mede een Addres der Burgers van genoemde Stad, op het hier by gevoegde Regeerings-Reglement, of verklaaring dat het zelve is mere domefticq. In dato den 8 Jmy 1787. • bladz. 125. . 3379. Refolutie van Hun Edele Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eene Misfive van den Prefident-Burgemeester Adam Rauws te Heusden, over het voorgevallene met het Battailjon van den Generaal-Majoor Hardenbroekö'c. In dato den isjuny 1787. bi, 149- N°.  XII REGISTER N°. 3380. Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, op het Request van Geeommitteerden der Burgery te Heusden, om voldoening ten fpoedigflen aan 't verlangen der Burgery nopens een Oïïroy op 't Regeerings-Reglement. In dato den 19 Juny 1787 bladz. 153. 1 "- 338i. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eene Misfive van den Trefdent-Burgemeester Adam Rauws, over het gebeurde te Heusden omtrent het doen van zekere Publicatie, en verder verzoek om Militaire Troepes in de Stad te mogen ontvangen. In dato den 20 Juny 1787. . . bladz. 157. —— 3382. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eene Misfive van de Magijlraat der Stad Heusden, nopens het vorderen van een Stads ééd van de Militairen. In dato den 12 July 1787. • • bladz. 160. ■ 3383' Misfive van de Magijlraat van Heusden aan de Heef en Staaten van Holland en West-Friesland, met verzoek om, in de plaats vindende vacature van het Drosfaards en Schouts-Ambt hunner Stad, nu noch in 't vervolg deswegens eene Nominatie meer ter Eleüie aan den Heer Erf-Stadhouder toe te zenden, dewyl de Burgery zoodaanig geëligeerd Perfoon als Drosfaard en Schout voortaan niet zoude kunnenrefpeSeeren. In dato den 13 July 1787. bl.165, —— 3384' Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eene Misfive van de Magijlraat van Heusden, over hun recht tot Plaats en Stem ter Staats-Vergadering van Htlland, en om aan hun de PoinSen van Befchryving over te zenden. In dato den 24 July 1787- ...... bladz. 166. No.  der STUKKEN. XIII N°. 3385. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eene Misfive der Magijlraat van Heusden, met het formulier hunner I Stads éèd voor de Militairen aldaar in Guarnifoen, met hun Bericht dienaangaande, benevens twee Refcriptien aan Gecommitteerden ter Defenfie te Woerden daar over ; als mede nopens den Groot-Majoor Rappard. ïn dato den 14 Juguftus 1787. . . . : bladz. 169. ii 3386. Misfive van Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland, met de Confideratien van den Fiskaal van der Craght, nopens de gronden, waar op Hun Ed. Groot Mogenden Souvereiniteit over Tsfelftein, Leerdam en Jcquoy, berust; en van 't gebruik omtrent 'r promulgeeren van Hun Ed. Groot Mogenden Wetten en Plakaaten. In dato den 25 April 1787. • • bladz. 186"; _ 3387. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk hft Bericht van 't Hof op de Requeste van H. Griffeljoen, onder Rhynfaterwoude, ten einde het Hof ziek niet aantrekke zyne weigering van de Schepen- en Kroos-Heemraadspost aldaar, waar over A. van Maurik Heer van Rhynfaterwoude, zich aan 't gemelde Hof had geaddresfeerd. In dato den 31 July 1787. ....... lladz. 250. , . 3388. Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Ltyden o»n de Riiderfchap en Edelen van Holland en West-Friesland, betrekkelyk het vervullen der vacante Post van Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland, door een Burger of Ingezeten van hunne Stad of tot de Regeering van dezelve behoorende. In dato den 9 April 1787. W. 264» _ 3389. Circulaire Misfive van de Ridderfchap en Edelen van Heiland en West-Friesland aan de Stemmende Stede» van  XiV REGISTER enz. van die Provincie , over boven/taande onderwerp; zyn&e hier by gevoegd het antwoord van Hun Hoog Edelens aan Burgemeesteren en Vroedschappen der Stad Leyden. In dato den 7 May 1787. .... bladz. 267. ra» i '•.'■'./& wtti !••!■ ■ ■*'»««»• ««'.vV 3*.•> 3 • ■ l N', 3390. Refolutie van de Staaten van Holland en West-Friesland, raakende de begeving der vacante Ambten van Schout Crimineel van St. Maarten, Valkoog en Eenigenburg,. 't Bailjuw en Schoutambt van 's Gravenhaage, 't Baiijuw en Dykgraaffchap van Rhynland, en de Drosfaard en Dykgraaf-Ambten van de Stede en den Lande van Heusden met Engelen en Vlymen. In dato den 27 July 1787. hl. 284. : 3391. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk eene Misfive van Gecommitteerde Raaden in het NborderKwartier over het voorgevallene aan de Helder, by gelegenheid van oproerige discoursfen en bedreigingen vaa *s Lands Zee-Officieren. In dato den 20 July 1787. «••••. bladz. 287. r— 3392» Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekke, lyk eene Misfive van de Vroedfchap der Stad Leyden, over de eleüie van Slhepenen, de aanftelling van Schepenen' Commisfarifen en 't hier by gevoegd gereclameerd Oiïroy van den 23 Juny 1651. In dato den 21 July 1787. **»:;•» .... bladz. 299. VER»  VERZAMELING VAN PLACAATEN, RESOLUTÏÉN ÈN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER 1787, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. '■■ - - 1 1 n 1 Stukken betrekkelyk de Stad Alkmaar , loopende van N°i 3335 tot NJ. 3351' ingefloten. No. 3335. Refolutien van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, betrekkelyk de Misfive door den Heere Hertog van Brünswyk aan Hun Hoog Mogenden gefctireven den liften Juny dezes jaars, om van den blaam hem opgelegd fg worden gezuiverd, en om fatisfaüie deswegens. In dati; denïSen 11 AfM^-i^i. In deliberatie gebracht zynde de óp den ndên Augustus dezes jaars in advys gehoudene Misfive XLVII. Deel. A vaa  2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van den Heere Hertog van Bronswyk, aan Hun Hoog Mogenden gefchreven in den Hage den 2iftèn Juny dezes jaars, om van den blaam hem opgelegd te worden gezuiverd, en om fatisfadiie deswegens; welke Misfive op den 5den July daar aan volgende ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden was overgenomen: als mede de Misfive van de Heeren Staaten Generaal, aan Hun Ed. Groot Mogenden gefchreven in den Hage den 2den July dezes jaars, tot beteugeling der libellen en lasterfchriften tegen voornoemden Hertog; benevens de door den Raad-Penfionaris gerelateerde communicatie van den Prsfident van Hun Hoog Mogenden Vergadering, van een converfatie met gemelden Hertog, op den 4den derzelver maand July, over Hun Hoog Mogenden Refolutie van den evengenoemden 2den July, beiden insgelyks op den 5den July dezes jaars ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden overgenomen , (zynde de voorfz. Misfive van Hun Hoog Mogenden tevens aan een groot Befoigne commisfonaal gemaakt) en beiden ook in deRefoIutien dezer Vergaderinge van bovengemelden uden Augustus laatstleden gemeld; en wyders nog de op den Öden Jcrty dezes jaars t£r Vergaderinge van Hun Ed. Groot Mogenden geexhibeerde Memorie, van het voorgehoudene aan zyne Hoogheid door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfteldam op den 8flen Juny dezes zelfden jaars, voor zoö verre dezelve Memorie toe de voorfz. Misfive van den Hertog van Bronswyk, en tot de twee andere hier boven insgelyks ge. noemde ftukken, betrekkelyk is. Is goedgevonden dat alle deze fiukken, alvoorens op dezelve fina'yk te refolveeren, nader zullen worden geëxamineerd door de Heeren Burgemeesteren , de Heeren de Died en Oowens, en de Heeren Vroedfchappen de Mey en Waarts, met adjun&ie van den Heer Ordinaris-Gedeputeerden Binkhorst, en deze Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advys. Den  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3 Den 11 OSiober 1781. De Heer Prasfident - Burgemeester Paludanüs heeft gerapporteerd, dat de Heeren Commisfarisfen, ingevolge en ter voldoeninge aan de Refolu» tie commisforiaal van den 6den dezer maand, hadden geëxamineerd de Misfive van den Heer Hertog van Bronswyk aan Hun Hdog Mogenden» gefcheven in den Hage den 2iften Juny dezes jaars, om van den blaam hem opgelegd te worden gezuiverd, en om fatisfaciie deswegens, benevens de verdere flukken in de voorf*. Refolutie commisforiaal uitgedrukt; en dat zy Heeren Commisfarisfen eenpaarig van advys waren, dat de Heeren Gedeputeerden dezer Stad zouden behooren te worden gelast en gequahficeerd, om het volgende Advys (waar van de redenen en motiven in het zelve Advys zyn vervat) uit naam van de Heeren hunne Principaalen ter Vergaderinge van Hun Ed. Groot Mogenden uit te brengen. Dat de Heeren hunne Principaalen hunne attentie hadden laten gaan op de Misfive van den Heer Hertog van Brünswyk aan Hun Hoog Mogenden van den 2iften Juny dezes jaars, om van den blaam hem opgelegd te worden gezuiverd, en om faris» factie deswegens, en begrepen hadden, dat deze Mitfive, als ook die van Hun Hoog Mogenden tot beteugeling der libellen en lasterfchriften tegen voornoemden Hertog van den 2den July mede dezes jaars, benevens de converfatie door den Heer Prsefident van Hun Hoog Mogenden met denzelven Hertog op den 4den dierzelfde maand gehouden, gelyk mede nog de Memorie van het voorgehoudene aan zyne Hoogheid door de Heeren Gedeputeerden van Amfteldam op den 8ften Juny laatstleden , voor zoo verre deze Memorie tot de evenge* melde Hukken betrekkelyk was, zoo zeer aan el* kanderen Waren geënclaveerd, dat over dezelve liiet wel afzonderlyk konde gedelibereerd wordec; Dat zy Heeren Gedeputeerden, uit naam van A 2 Hee-  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Heeren hunne Principaalen, op den 27ften Juny dezes jaars, zich over het onderzoek der redenen van het retardement van het in activiteit brengen van 's Lands navaale macht uitlatende, hadden te kennen gegeven, liever, ter bewaaring der inwendige rust, met Itilzwygen te willen voorbygaan het gene reeds gefchied zynde niet konde worden herdaan, en dat de Heeren hunne Principaalen ook wel wecschten dien zelfden weg te kunnen inflaan met opzicht tot de demarche van voornoemden Heer Hertog in deszelfs gemelden Brief aan Hun Hoog Mogenden, en den daar op gevolgden naderen aandrang van den 4den July, maar dat dezelve hunne Principaalen » ter hunner eigener verantwoording voor de Posteriteit tegen een gegrond vermoeden van lafheid in het helpen maintineeren van de Rechten en Prsëminentien van Souvereiniteit dezer Provincie, en in het byzonder ook uit hoofde van hunnen ééd, aan den Lande gedaan, gemeend hadden deze zaak niet te kunnen doen flaapen, maar hunne gevoelens omtrent het een en ander poinfl:, in de reeds genoemde ftukken vervat, te moeten opgeven. Dat het aan de gemelde Heeren hunne Principaalen was voorgekomen, dat, al waren 'er geene Refolutien voor handen, door welke de Leden van Staat onderling verplicht waren, om, indien een derzelver Leden over de oeffening van zyn recht wierd gemolesteerd, zoodaanig Lid op de krachtigfte wyze te maintineeren; de handelwyze, door den voornoemden Heer Hertog ten dezen opzichte gehouden, van dien aart was, dat zoodaanig maintien in dit geval evenwel van de grootfte applicatie en noodzaakelykheid zyn zoude; maar dat 'er wel deegelyk zoodaanige Refolutien waren, by welke aan de Leden van Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering de fterkfte toezegging van indemni» teit was gedaan omtrent Propofitien, Remonftran». tien , Advyfen of Refolutien den Staat van den Lande aangaande, met alle het geen daar uit zoude kun-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 5 kunnen volgen; te weten de Refolutien van Hun Ed. Groot Mogenden van den 11 Odtober ij86, den 19 July 1663, en van den 2öMayi62i, alle reeds door de Heeren Gedeputeerden van Dordrecht en van verfcheidene volgende Steden op den 6den der jongst afgelopene maand September geallegeerd, welke Refolutien zy Heeren Gedeputeerden ook thands voor hunne Stad op de fterkfte wyze moesten reclameeren; en welke, zoo als de Heeren hunne Principaalen buiten twyifel ftelden, op de Stad Amfteldam, ten opzichte der voorfz. Memorie van den 8ften Juny dezes jaars, behoorden geappliceerd te worden, ten dien effedte, dat het gene daar tegen door den Hertog in het werk gefield was, volgens de duidelyke woorden dier Refolutien, behoorde gehouden te worden, als of het zelve tegen den Staat en het welvaaren van het geheele Land en alle de Ingezetenen van dien ware gefchied, en dienvolgens tot gemeenen laste van den Lande van Holland en West-Friesland moest afgeweerd, mitsgaders behoorlyk gerepareerd en vergoed worden. Dat, wel is waar, de evengenoemde Memorie van Amfteldam, tegen welke de voorfz. Misfive van den Heere Hertog was ingericht, wel niet diredt ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden was ingeleverd, of den inhoud daar van by propofitie of advys ter Hoogstgemelde Vergadering voorgefteld, maar dat het niet minder zeker was, dat de voorfz. Memorie den Staat van het Land onmiddelyk aanging; dat in dezelve hoofd» zaakelyk gehandeld wierd over het zelfde onderwerp , waar over die zelfde Stad op dnn l8den May dezes jaars eene Propofitie ter Vergaderinge. van Hun Ed. Groot Mogenden had laten doen, te weten voor de noodige voorzieningen tot bevryding van het Vaderland van verdere rampen; dat de propofitie of den inhoud van dezelve Memorie wierd voorgehouden uit naam en op last van de Regeeting eener ftemmendeStad, en niet invago of A 3 aaa  6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aan eecig particulier Perfoon, maar aan zyne Hoogheid, het eerfte Lid der Ridderfchap, en de eerfte plaats in Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering bekleedende; en dus wel degelyk met qogmerk, dat in de direérJe omtrent den ftaat van 't Land , uit hoofde der motiven in die Memorie voorkomende, verandering zoude gemaakt, en op die wyze aan het gebuteerde by de eveogemelde Propofitie van den i8den May voldaan worden. Dat, fchoon wel nader zoude kunnen worden gëürgeerd, dat het geen, waar tegen de Misfive ^an den Heer Hertog van den 2iften Juny dezes jaars was ingericht, in de evengenoemde Propofiüs van den iSden May niet is vervat, het nogthands ocwederfprekelyk is, dat even dat zelfde in de Memorie voorkomt als een middel ter bereiking van het principaal oogmerk, in de Memorie en ook in de Propofitie bedoeld, en dus als eene onmiddelyke betrekking op het zelve hebbende; behalven dat ook de reden, waarom dit ingrediënt der Memorie niet in de Propofitie van den i8den May is vervat, denkelyk aan eene discreete handelwyze der Regeering van Amfteldam omtrent den Heer Hertog (waar van zoo aanftonds nog nader) moet worden toegefchreven. Dat de Heeren hunne Principaalen in de meergenoemde Memorie van Amfteldam wel hadden geobferveerd een voorftel of verhaal van geruchten, sis ook van zeker gezegde van den Heer RaadPecfioaaris , beide ten nadeele of tot disreputatie van den meergedachten Heer Hertog, benevens eene daar uit gevloeide raadgeving aan zyne Hoogheid, om aan den raad van denzei ven Heer Hertog riet langer gehoor te geven, en verders een voorftel, ten einde die Heer van de direCtie der zaaken en van den Perfoon en het Hof van zyne Hoogheid wierde geëloigneerd; maar ook tevens in dezelve Memorie gevonden hadden eene uitdrukkelyke verklaaring, van hem Heer Hertog niet te willen betichten met dat gene, waar mede hy msa: ai te opet-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 7 opcnlyk wierd befchuldigd, en ook eene betujging, dat de rcprasfentatien, in die Memorie vervat, niet voortkwamen uiteen principe vanbyzonderehaatof kwaadwilligheid tegen hem Heer Hertog: moetende, volgens de gedachten van welgemelde Heeren Principaalen, in het byzonder in het oog gehouden worden, 'dat het geheele beloop dier Memorie daar toe was ingericht, ten einde het oogmerk, by de voorfz. Propofitie van den i8den May bedoeld, mogte worden bereikt, te weten, dat zoodaacige middelen zouden worden by de hand genomen, docr welke het Vaderland van verdere rampen moge worden bevryd; onder welke middelen de Regeering van Amfteldam onder anderen voorftelt, het eloignement van den Heer Hertog, op fundament der redenen in de Memorie voorkomende. Dat fchoon wel de Heer Hertog zich in het byzonder over de voorfz. nadeelige geruchteD magt beledigd achten, het uit het zoo evengemelde en uit de onzydige leüure der gemelde Memorie duidelyk bleek, dat in dezelve Memorie geene de minfte haatelyke refledtien, of haatelyke en humiliante uitdrukkingen of injurie van de Regeering of Burgemeesteren van Amfteldam, of van de Gedeputeerden dier Stad, tegen hem gevonden wierden. Dat het integendeel uit de handelwyze der Regeering van Amfteldam bleek, dat dezelve het 'er op toegelegd hadt, om, daar ze pirdeelde, dat hec ten uiterften dienftig was, dat de Heer Hertog van den Perfoon en het Hof van zyne Hoogheid wierde geëloigneerd, zulks met het minfte eclat, en dus met alle mooglyke discretie, te effeótueeren; daar dezelve Regeering anders hier toe eene Propofitie had kunnen doen; in welk geval, indien Hun Ed. Groot Mogenden hier toe hadden gelieven te befluiten, het zelfde dat nu, als in het geheim en onder weinig Perföonen, was voorgefteld, aan zyne Hoogheid Staatsgewyze zoude hebben kunnen worden geproponeerd, evengelyk nu twee eeuwen geleden, omtrent zekeren Hertog, welke ook niet A 4 naar  8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot naar den fmaak van het Volk was, eene Commisfie van Staat, by Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 12 September 1581, wierd afgevaardigd, om Prins Willem den eersten te verzoeken, om van zyn voornemen af te zien, om den gemelden Hertog te congratuleeren en te verwelkomen. Dat zelfs, byaldien de Regeering van Amfteldam op aanleiding, by voorbeeld, der verklaaring of vertooning van Hun Ed. Groot Mogenden van hec jaar 1587, by van der Hoeve en Bor voorkomende (*), hadt goedgevonden een veel fterker middel by de hand te nemen, door een Propofitie tet Vergaderinge van Hun Edele Groot Mogenden te doen, ten einde onderzocht mogte worden, of zyne Hoogheid door kwaaden raad tot nadeel van den Lande misleid ware, en dat daar toe ook, ten minften des noods, tegen den Heer Hertog zoude worden geprocedeerd: als mede ten einde zyne Hoogheid verzocht wierdt, zich, gelyk in die zelfde verklaaring ter eere der Graaven en Graavinnen is aangeteekend, van goeden raad van de Edelen en Ingeborenen van den Lande te willen voorzien, en de Heer Hertog omtrent eene zoodaanige Propofitie eene demarche van denzelfden aart, als door hem nu is gedaan, had goedgevonden te doen, het buiten allen twyffel was, dat, in zoodaanig geval, de Segeering der Stad Amfteldam zich op de proteöie van Hun Ld. Groot Mogenden tegen die demarche, uit kracht der voorfz. Refolutien van den n Oöo' m 15u6' 19, J"1^ I6^3» en 2$ May 1621, mee 3lle recht zoude hebben mogen beroepen Dat dierhalven, daar de Regeering vanAmfteldam niet ten vollen van haar recht heeft gebruik gehaakt, en daar dat mindere gebruik voornaamelvL Ofwel geheel, in het plaats geven aan eene discree! te handelwyze omtrent den Heer Hertog beftaat. het van zelve fpreekt, dat, daar die Heer zich all, Op- - (*) Zie dit memorabele in het II, Deel van deze Verzameling, bl, 308.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. % Oppofant tegen haar heeft gefteld, het effect dier evengenoemde Refolutien aan die Regeering mee geen fchyn van redenen, in 't thands voor handen zyede geval, zoude kunnen geweigerd worden. Dat aan de andere zyde de Heeren hunne Principaalen met ongenoegen gezien hadden, dat, hoe zeer, volgens de gelegde gronden, de Regeering van Amfteldam met het hoogfte recht, en tevens met het minfte eclat voor den Heer Hertog, aan zyne Hoogheid had voorgefteld dat geen, het welk dezelve in de eerfte plaats ten beste van het Vaderland oirdeelde, hy Heer Hertog nogthands had kunnen goedvinden, niet alleen deswegens een zoo* daanig Addres aan Hun Hoog Mogenden by Misfive te maaken, waar toe hy, als Officier in derzelver dienst zynde, niet was bevoegd, dewyl hy de belangens, die hy meende aan deze hooge Vergadering te moeten voordragen, by Requeste hadt behooren voor te ftellen ; maar ook die Misfive de handelwyze der Regeering van Amfteldam » een Lid der Souyereine Vergadering van Hun Ed. Grooif Mogenden, en het welk allemooglyke discretie om» trent zyu Perfoon had gebruikt, met verfcheidene. lffifive uitdrukkingen te decifreeren, dezelve Regee» ring in de exercitie van haar recht aan te tasten, en op deze wyze een Lid van de Souvereiniteit dezer Provincie, in de vryheid tot het doen eenerPropofitie den ftaat van het Land onmiddelyk betreffende, te attaqueèren en te molesteeren; en het zelve dus veel fterker, dan hy door die Regeering meende verongelykt te zyn, teinjurieeren; hoedaanige handelwyze, naar het oirdeel van de Heeren hunne Principaalen , ingevolge het hier voor betoogde uit de reeds meermaalen geallegueerde drie Refolutien van 1586, 1663 en 1621 , behoorde te worden geconfidereerd als tegen den Staat en het welvaaren van het geheele Land, en alle deszelfs Ingezetenen, te zyn in het werk gefteld. Dat de Heeren Principalen in het byzonder ook niet met ftilzwygea pasfeeren konden, dat de Heer A 5 Her-  i.o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hertog door deze zyne handelwyze, door dit zyn herhaalde beklag by Hun Hoog Mogenden over een daad van een Lid der Sou^ereine Vergadering eVöer Provincie, niet ohduideJyk toonde het 'er op toe te leggen, dat Hun Hoog Mogenden deze daad van de Regeering van Amfleldam zouden beoirdeeIcd ; en dus ten dezen het recht van Judieatuure niet alleen over Ingezetenen dezer Provincie oeffenen; eene zaak welke Hun Ed. Groot Mogenden met allen ernst hebben tegenhouden, blykens vér» feheidene Refolutien in het jaar 1637 omtrent ze« kere cjrie Gecommitteerden ter Admiraliteit te Amiteldam (welke alleen als temporaire Inwoonders konden geconfedereerd wordenj by Hoogstdezelven genomen, maar dat, in dit geval, zelfs een Lid van de Souvereiniteit dezer Provincie aan de Judieatuure van Hun Hoog Mogenden zoude worden gefubjeéteerd; 't welke niet anders dan als tegen de Conftitutie der Republyk aanlopende konde geconfidereerd worden; door welk een en ander dan de meergemelde Heer Hertog mooglyk niet te oqrecht met zekere uitdrukking, in de reeds genoemde verklaaring van het jaar 1587 voorkomende, zoude kunnen gezegd worden te hebben ondergraven de fundamenten van den huize, om het zelve te doen inflorten en vallen. Dat met betrekking tot het voorflel der Regeering van Amfteldam , ten einde de Heer Hertog yan de directie van'zaaken, en van den Perfoon en het Hof van zyne Hoogheid, zoude worden geeloigneerd, zulks, naar de gedachten van de Heeren hunne Principaalen, niets fletrisfants voor hem Heer Hertog bevatten zoude, even als of dezelve, gelyk hy zich had uitgedrukt, hier door als een overtuigd misdaadiger, zonder verder onderzoek, tot een eerrovend barinisfement zoude verwezen worden, daar anders het zelfde omtrent verfcheidene Staats-Ministers en andere Hooge Ambtenaaren in dit en andere Landen, welke zelfs van hunne Ambten ontflagen waren, zoude moeten worden  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. U den gedacht; daar echter dezelve in hunnen goeden, raam ongekrenkt gebleven waren. Dat, ten opzichte van de Misfive van Hun Hoog Mogenden van den 2den July dezes jaars, de meergemelde Heeren Principaalen met verwondering hadden gezien, dat, daar het Addres, door den Heer Her» tog den 2iflen Juny aan Hun Hoog Mogenden gemaakt, eigenlyk ontdaan was uit nadeelige geruchten tegen denzei ven Hertog, over welke geruchten de Heeren Gedeputeerden van Amfteldam by zyne Hoogheid gefproken hadden, en daar dat Addres, in het welke hy Heer Hertog zich in vehemente termen tegen de Regeering der ovengenoemde Stad had uitgelaten, ter Vergadering van. Hun Hoog Mogenden door de Heeren Gedeputeerden der Provinciën was overgenomen , dezelve Hun Hoog Mogenden, zonder alvoorens de Refolutien van de Heeren Staaten der Provinciën op het voorfz. Addres af te wachten, zich zoo fpoedig reeds tot vryfpreking van hem Hertog geëxpliceerd hadden. . Maar dat de Heeren hunne Principaalen in het byzonder als verbaasd waren over den flap, door de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit wegens deze Provincie gedaan, met zich in te laten in, o£ althands niet op de fterkfte wyze te protesteeren tegen, de deliberatien tot vryfpreking van hem Heer Hertog, wiens Misfive van den 2iften Juny zulk eene naauwe betrekking had op den inhoud der Refolutie van Hun Hoog Mogenden van den 2den July, en zulks zonder de intentie van Hun Ed. Groot Mogenden, welke op dien tyd by elkanderen waren, op het een of andere dezer twee poinften af te wachten; maar vooral dat dezelve Heeren Gedeputeerden op den gemelden 2iften Juny, en ook op den 4/>J. Jcaappen der Sud Alkmaar, betrekhMi hetRe quest van de algemeene Verkader^Z ^a^n de Buner-Corpfen in Holland^Zds bZen Dordrecht vergaderd, den 25fin iongstleïeTur Staats-Vergadering van Holland ing\gfven%aar iy onder anderen word verzocht om iiSümX ge Hoogheid provifioneel als StaZSerZlJmt raal.Generaal van Holland te fuspendeeren metln nnZ ' ! door aIie de Leden overgenomen Re iSÏ ^olhId> kende: ^ fedeCen d2ar b? Seallegeerd, verzit T' ÏSvïrïï' Gr°0t ,M°geDde° doorHoogstderzeiver Gedeputeerden ter Generaliteit felief den te doen declareeren, dat zyrgeduureide de fataale direöie ter Generaliteit, hun S & inetdeVnD,de re6dS &™^r?e fas en ; het zy in de zulken, waar tot als nog zoude mo- r™01?-0 •W°.rden' zouden inhouden, en ter Generaliteit- kasfe geene Penningen meer wS^tofOT TT ffooïgd waren tot het betaalen der interesfen van de £5SacS!n' l3Ste def GeDera<^ "hands 2. Dat Hun Ed. Gr. Mogenden, de in ditReauest gemelde vyanden des Vaderlands met veree mgde Burger- en Militaire macht deÏÏrovB SS^SSF'en derze,ver S' uat,?T EJ' Groot Zogenden, op het voor beeld der fuspenfie van hit Kapitein^Generaal. fchap,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 25 fchap, den tegenwoordigen Stadhouder Wir,. lem den vyfden ook provifioneel zouden fuspendeeren in het Stadhouder- en Admiraal-Generaalfchap dezer Provincie, met inhouding van alle de tradtementen en emolumenten, tot die bedieningen ten laste dezer Provincie ftaande. En in achting genomen zynde, omtrent het e:.r]te lid der hier bovengemelde Conclufie van het voorfz. Re~ quest, dat, gelyk federt eenigen tyd in fommige Provinciën dezer Republyk eene zeer verichillende denkwyze van die van Hun Ed. Groot Mogenden omtrent het Staatsbeftuur, en de relatie der Bondgenooten en Leden van Staat tot eikanderen, heeft plaats gehad, die verwydering thands zoo hoog geklommen is, dat, indien het fysthéma van geweld en overheerfching, welk door de meerderheid der Staats-Leden van Gelderland, en door de twee voorHemmende Leden van de Provincie Utrecht, zoo iterk gedreven word, by aanhoudendheid word voortgezet, het vuur vaneenen binnenlandfchen Oorlog (waar tan de beginzelen al gezien zyn) zeer waarfchynlyk eerlang, tusfchen de gemelde Staats-Leden van Gelderland en Utrecht ter eene, en de Stad Utrecht, door deze Provincie geadfifteerd, ter andere zyde, ja mooglyk wel tusfchen meerder Provinciën zal uitberften, en dus de band van vereeniging tusfchen de zeven Gewesten verbroken worden ; waar toe gevolglyk geene contributien van deze Provincie dan meer zouden te pas komen; maar dat daarenboven, al kwam het al tot dat uiterfte niet, de enormeachterftallen van verfcheidene Provinciën , en daar tegen de inportante overbetaalingen door deze Provincie in de laatfte jaaren gedaan, aan Hun Ed. Groot Mogenden het onbetwistbaarfterecht geven tot het inhouden van Hoogstderzelver contributien ter Generaliteit, en om zoo te gelyk aan de Bondgenooten of derzei ver Reprefentanten, die, wel verre van aan de Provincie van Holland en WestFriesland uit hoofde van derzelver confiderable iournisfementen eenige egards te willen toeftaan, B 5 in-  J6" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot integendeel federt eenigen tyd dezelve hebben gedwarsboomd , en die voor geene overtuigingen fchynen vatbaar te zyn, nu door het inhouden van gelden, waar door het crediet der Unie tot dus verre is ftaande gehouden, de waardy te doen zien, waar in deze Provincie, welke de voornaame bron Van welvaart voor de geheele Unie is, by dezelve behoo-t gehouden te worden. Omtrent het tweede lid der Conclufie j dat, wanneer uit de Misfive van zyne Hoogheid van den 13 Augustus 1786 bleek, dat dezelve de Refolutie, door Hun Ed. Groot Mogenden op den 27ften July bevoorens omtrent het Commando over het Guarnifoen van 's Hage genomen, bleef aanmerken, als of dezelve ten zynen opzichte nooit genomen ware, en dat dezelve zyne Hoogheid dus zich boven het Souverein gezag van Hoogstgemelde Hun Ed. Groot Mogenden verheffen dorst, en wanneer verder dezelve zyne Hoogheid in het begin der volgende maand September, met concurrentie van de meerderheid der Staaten van Gelderland, door Militie van den Staat, welke bevoorens in eene meer dan gewoone menigte in die Provincie verzameld was, de Steden Hattem en Elburg, die zich op Rechten en Privilegiën beriepen, innamen, zoo dat derzelver Inwoonders de meesten hunner bezittingen aan den balddaadigen en onbeteugelden Krygsman ten prooije latende, naar elders de wyk namen, Hun Ed. Groot Mogenden in dien tyd, ten einde zoodaanige demarches van overheerfching en geweld voor deze Provincie met geen effect zouden kunnen ondernomen worden, zyne Hoogheid in deszelfs charge als Kapitein-Generaal dezer Provincie gefuspendeerd, de Militie, ter hunner repartitie ftaande, herwaards ontboden, en een cordon Troepen tusfchen de Maas en Zuiderzee geordonneerd hebben: waar by in het byzonder nog kwam, dat de Stad Utrecht zich, na te leurftelling door de twee voorzittende Leden van Staat dier Provincie, van het Regeerings-Reglement van het jaar ió"74 ontflagen heb-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 27 hebbende, en door die twee Staats-Leden met eecen geweldigen aanval bedreigd wordende, zich in postuur van defenfie ftelde, en dat eene menigte Detachementen, uit geoeffendeBurger-Scbutteryen en Genootfchappen, zich niet alleen naar Woerden en daar omftreeks, tot befcherming van deze Provincie van Holland en West-Friesland, maar ook naar de gemelde Stad Utrecht, tot verdediging van dezelve, begaven; ja dat ook Hun Ed. Groot Mogenden, als in het lot van die Stad niet onverfchillig kunnende zyn, op den 6 October des gemelden jaars 1786 gerefolveerd hebben, dezelve Stad, indien zy vyandelyk mogt aangevallen, of dooraanmarsch van Troepes uit Gelderland in gevaar gebracht worden, met Militie uit deze Provincie te helpen defendeeren: dat. geduurende dezen winter, veele Militie in de Provinciën Gelderland en Utrecht is gecantonneerd geweest, en dat ook in dit voorjaar eene correspondentie nopens het employ derzelver Militie, door de meerderheid der vScaats-Leden van de Provincie Gelderland, en de twee voorftemmende en te Amersfoort vergaderde Staats-Leden van de Provincie Utrecht, is aangegaan: maar dat eindelyk de zaak zoo verre gekomen is, dat een Batailjon van het Regiment Infanterie van den Grave van Efferen naar Vreeswyk san de Vaart (eene Heerlykheid der Stad Utrecht) en naar Jutphaas is gedetacheerd, het welk dus zich buiten allen twyffel meester van de Sluizen aldaar, die van zoo veel belang voor de Stad Utrecht, ja zelfs voor de Provincie van Holland zyn, maaken zoude; doch om welk voor te komen, en de gemelde Sluizen te bezetten, een Detachement Burger-Schuttery uit de Stad Utrecht op den oden May dezes jaars naar de Vaart is gemarcheerd ; maar welk Detachement onder weg even voorby Jutphaas gekomen, en door het gemelde Batailjon Infanterie op het territoir der Stad Utrecht verraaderlyk aangevallen zynde, het zelve Batailjon door den Goddelyken byftand heeft verjaagd, en vervolgens aan de  28 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot. de Vaört post gevat; welke vyandelyke aanval daarop ten gevolge genad heeft, dat niet alleen de Hollandfche Troepen tot defenfie der Stad Utrecht zyn aangerukt, maar dat ook op nieuws eene menigte Burger-Schutters uit deze Provincie ter befchermmg der nog ever-gemelde Stad, en tot beteu. geling van het geweld, zyn toegefchoten: dat vervolgens, op den i4den dierzelver maand, in de holle Bilt, vier Compagnien van het Regiment Kavallerie van den Generaal Tuyi. op eenige weinige Huzaaren en Jagers, van den in dienst dezer Provincie zynde Rhyngrave van Salm , zyn aangevallen, doch welke, even als het Batailjon van van EffeREn, met fchaade en fchande gerepousfeerd zyn. Dat gevolgelyk, hoe zeer al het gedrag van den Graaf van Efferen door de Staats-Leden van Amersfoort moge worden gecondemneerd, evenwel door dezelven niet alleen geene Jegaale verklaaring daar van aan de Stad gedaan is; maar ook deze geheele aanmarsch, met den vyandelyken aanval in de holle Bilt, de fterkfte bewyzen van geweldige desfeinen, ja van eenengedeclareerdenOorlog, opleveren. Dat intusfehen, fchoon aan de eene zyde het ftorten van menfchen-bloed, zoo veel maareenig. zins mooglyk is, behoort te worden vermyd, en uit dien hoofde nog naar alle middelen tot voorkoming daar van zorgvuldig omgezien, aan den anderen kant evenwel, indien de zaaken in den tegenwoordigen ongedecideerden ftaat moesten blyven, niet alleen de onrust en onveiligheid in deze Republyk zoude worden gevoed, maar ook onnoemeiy. ke fchaadens, door de kosten vancantonnementenen toerustingen, door verzuim van affaires der uiteetrokkene Burger-Schutteren, en door verloop van het crediet binnen- en vooral buiten 's Lands, zouden worden veroirzaakt; gelyk ook hier door aan de gewelddryvende dwingelanden meer en meer gelegenheid om zich te verfterken, en om verdere maatregelen tot bereiking hunner verfoeijelyke oogmerken te nemen, zoude gegeven worden. Om-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 29 Omtrent het derde lid der Conchjïe, dat zyne Hoogheid, hoe duidelyk ook ziende, dat het ongenoegen en wantrouwen, het welk tegen hem door de directie in den Engelfchen Oorlog- by het grootfte en beste gedeelte der Natie, en in het byzonder van deze Provincie , was opgevat, door de aanvoering van Militie van den Staat tegen de Steden Hattem en Elburg nog merkelyk was toegenomen, en' dat deze daad van geweld ook aan Hun Ed. Groot Mogenden zeer mishaagde, en hoe zeer ook verzekerd, dat alle de geweldige demarches in de Provinciën Gelderland en Utrecht, door Militaire' macht, op authoriteit of naam van de Staaten dier Provincie ondernomen, uit hoofde van den invloed op die Leden van Staat, voornaamelyk aan hem wierden toegefchreven; ja, hoe klaar hy ook be- ' feffen moest, dat hy door zulke verkeerde maatregelen het in den Wapenhandel geoeffend gedeelte der Natie, en in het byzonder ook van deze Pro. vincie, irriteerde, en aanleiding gaf, dat het zelve de Wapenen aangreep, en zich in postuur tot verdediging hunner aangevallene of bedreigde Landgenooten ftelde, en dat hy op deze wyze veroir» zaakte, dat de Republyk grootendeels in beroering gebracht wierd, evenwel op denzelfden voet voortgaat, en, in de plaats van door zyne intercesGe en invloed de gerezene gefchillen tusfchen Staats-Leden, zoo veel mooglyk, uit den weg te ruimen, in het afgetrokkene alleen op de vigilantfte manier werkzaam is, om, niettegenftaande hem niet onbekend was, dat Hun Ed. Groot Mogenden niet alleen geene Troepes, ter hunner repartitie ftaande, tot zoodaanige expeditien begeerden gebruikt te hebben, maar ook befloten hadden, de Stad Utrecht, indien dezelve mogt aangevallen, of door aanmarsch van Troepes uit Gelderland in gevaar gebracht worden, te helpen defendeeren, evenwel in de Provinciën Gelderland en Utrecht Troepes, (waar onder ook Militie ter repartitie van deze Provincie ftaande) naar de Stad Utrecht in beweging te  go Verzameling van Stukken betrekkelyk tot té brengen, en zoo wederom dezelfde daad van geweld, als voorleden jaar tegen de Steden Hattem en Elburg, mi tegen de Stad Utrecht in het werk te ftellen, door- het aanvoeren van Militie tegen eene Stad, een Lid van Staat zynde, en zulks uit hoofde of ter geweldige beflisfing van verfchil met haare Mede-Leden; terwyl hy in dezen zynen yver zich niet ontziet, om tegen den gedeclareerden enSouvereinen wil van Hun Ed. Gr. Mog. aan te handelen , en, daar evengemelde Stad Utrecht in ftaat van tegenweer gebracht, en met Hulpfchutters, onder anderen, en wel voornaamelyk ook uit deze Provincie, voorzien was, niet alleen de grootfte apparende toteenen aanftaanden Burger-Oorlog, waar in ook deze Provincie grootelyks zoude betrokken zyn, te geven; maar zelfs zoodaanige marfchen door Militaire Corpfen te laten doen, waar uit vyandelyke rencontres door geweldige aanvallen van dezelve Militaire Corpfen zyn ontftaan, en bloed vergoten is; doch welke rencontres, zoo als hier boven reeds gemeld is, tot fchande voor derzelver Aanvoerders zyn afgelopen. Dat, zoo vigilaot als zyne Hoogheid geweest is, om tegen geheele Steden, Leden van Staat in haare Provinciën zynde, den Militairen arm te emploijeeren, of aan te voeren , hy daar tegen doorgaans zoo werkeloos is geweest in, het tegengaan van oproerige bewegingen , die op verfcheiden plaatfen, ten zynen gevalle, en, (zoo als het beste gedeelte der Natie uit dit zyn ftilzitten moet opmaaken) tot zyn genoegen, enmooglykoofc wel met zyn voorkennis, gemaakt zyn, waar door de affchuwelykfte tooneelen van wanorder, fchrikbaarende woestheid, tcomeloosheid, en plundering zyn veroirzaakt; en tegen welken dus de voorzichtigfte, en krachtigfte maatregelen hebben moeten genomen worden. Dat zyne Hoogheid zich by voorkomende gelegenheid wel heeft beroepen op rechten en preëminentien, aan hem volgens zyne gedachten toekomende, en op de dienften, door zyae Voorvaderen  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 31 1 ren aan deze Republyk bewezen, maar dat het vee.li liever te wenfchen geweest ware, dat dezelve zy-, ne Hoogheid, daar hy in en federt den Oorlog 1 met Engeland menigvuldige gelegenheden gehadi heeft, om zich de liefde der Natie, die hem met inkomflen en eerbewyzen overlaadde, waardig te maaken, zoodaanige inroepingen door mannelyke en vaderlandsgezinde daaden, die de harten der; Natie nog meer en te recht aan hem zouden verbonden hebben, had voorgekomen; doch dat hy; nu behoorde te overwegen, dat zyne vermeende Rechten en Preëminentien, voor zoo verre dezelven al niet op verkeerde inkruipingen (leunen, maar wettig ingevoerd zyn, niet moeten ftrekken, om hem ten kosten van het geluk der Natie groot te maaken, maar aan het zelve behooren dienstbaar, te zyn; en dat, indien in de tegenwoordige omltandigheden zich iemand op Rechten en Prerogativen beroepen kan, het onder anderen in het, byzonder ook zyn de gewapende Burger-Corpfeh in deze Provincie, als betraande uit een groot gedeelte der bloem van de Ingezetenen, uit welker, contributien zyne Hoogheid van zyne geboorte af zulke importante inkomflen genoten heeft, die toonen zelfs hun leven voor het behoud der Beklaagde, maar door deGoddelyke goedheid nog bewaard gebleven, Vryheid veil te hebben, en die thands infleeren, dat de door hen'opgebrachte lasten, ten minften by provifie, niet meer befteed worden tot verryking van iemand, door wiens handelingen zy, in de plaats van in hunne Rechten gevestigd,, integendeel in fchaade en moeite gebracht, en als in het harnas gejaagd worden: dat, wat de dienften van zyne Hoogheids Voorvaderen betreft, uit de deductie of declaratie van Hun Ed. Groot Mogenden van den 25 July 1654 blykt, dat dezelve tot dien tyd toe mildelyk beloond waren, en dat de daar op gevolgde Stadhouders ook deswegens geene reden van klachten gehad hebben: dat zyne Hoogheid, die tot den Engelfchen Oorlog toe de lief-  32 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot liefde der Natie was, zich ook had behoören voor te ftellen, dat de eer," aan zyne hooge geboorte in zyne jeugd aangedaan, eene voorbetaling, als op het crediet zyner Voorouderen, was van het geen hy tot voldoening aan zyne verplichting verrichten' zoude, doch welke voldoening in de tyden, waar in zy het meest te pas kwam, en verwacht wierd, helaas aan de Natie niet gebleken is. By welk alles nog komt, dat, fchoon zyne Hoogheid eigeclyk, of wel voornaamelyk, in den Hags woonachtig is, en aldaar, ten kosten dezer Provincie , nog binnen korte jaaren eene enorme fomme aan de, voor hem gefchikte, huizingé gefchikt is, dezelve, boven en behalven de hier voorgemelde demarches, tegen den zin van Hun Ed. Gr. Mogenden gedaan, ook door zyn langduurig verblyf buiten deze Provincie, getoond heeft van dezelve afkeerig te zyn. Is goedgevonden en verftaan, r. de Heeren Gedeputeerden dezer Stad by dezen tegelasten, het daar heen te helpen dirigeeren, dat van wegers deze Pro vincie ter Generaliteit worde gedeclareerd, dat Hun Ld. Groot Mogenden, geduurende de fatale directie ter Generaliteit, hun contingent het zy m de reeds geconfenteerde lasten, het zy in de zulken, waar toe nog zoude mogen befloten worden, zullen inhouden, en ter Generaliteits kasfe geene penningen meer zullen inbrengen, dan zoo veelen, als er noodig zyn tot het betalen der interesfen van de obhgatien, ten laste der Generaliteit thands voor rekening van deze Provincie lopende. 2. De gemelde Heeren Gedeputeerden by dezen te quahficeeren, om, wanneer dezelve uit de door hen verkregen informatym het dienftig oirdeelen, dat de gedeclareerde Vyanden des Vaderlands met vereenigde Burger- en Militaire macht dezer Provicae worden tegengegaan, daar toe met de andere Leden van Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering de noodige Refolutien te helpen nemen. 3- De  it Gebeurtenis/en in J73? enz. voorgevallen. 3$ 3, De meergemelde Heeren Gedeputeerden by dezen tegelasten, zyne Hoogheid Willem dek VVfden provifioneel ook in het Stadhouder- en Admiraal-Generaalfchap van deze Provincie te helpen fuspendeeren, met inhouding van alle de traöementen en emolumenten, door hem wegens die Ambten , als ook wegens den post van Kapitein-Generaal dezer Provincie, en van zyne verdere charges, Uit de kas van deze Provincie genoten. En is verder aan welgemelde Heeren Gedeputeerden overgelaten, om, by het uitbrengen vatt dezen last, voor zoo veel zy Heeren Gedeputeerd den het zullen dienftig achten, de adte van indemöiteit van Hun Ed. Groot Mogenden van den 21 July 1Ö63 te reclameeren. No. 3339. Refolutie van Burgemeesteren en Vroed* fchap der Stad Alkmaar, over de ingekomene fiukken ter Staats- Vergadering van Rolland, betrekkelyk de geftaakte reize van Mevrouw de Princett. Je naar 's Hage. In dato den 2 July 1787. In deliberatie gebracht zynde vier Misfives 3 dé feene van Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteer*. den tot defenfie van deze Provincie en van de Stad Utrecht, de tweede van haare Koninglykë Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Oranje aan den Raad-Penfionaris dezer Provincie, de derde van Hun Hoog Mogenden aan Hun Ed. Groot Mo* eenden, en de vierde van Hooggemelde Princesfe van Oranje aan den Griffier van Hun Hoog Mogenden , allen betreffende zekere voorgenomen, maar door perfuafie van welgemelde Heeren Gecommitteerden by provifiè geftaakte, reize van de meergedachte Princesfe naar den Haage, en ook allen door de Heeren Gedeputeerden dezer Stad op laatstleden Vrydag den tuften Juny ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden overgenomen j als meXLVII. Deel, C de  3J Verzameling van Stukken betrekkelyk tot do nog eene nadere Misfive van Hun Hoog Mogenden over het zelfde onderwerp, op den 3often eer voorfz. maand Juny ter Hoogstgemelde Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden ingebracht, en in handen van deLeden gefteld, welken de voornoemde vier Misfives daags te vooren hadden overgenomen; en ook nog gelezen zynde een Addres, van wegens eenige Burgers dezer Stad over deze materie aan deze Vergadering geprefenteerd. Is goedgevonden, de Heeren Gedeputeerden dezer Stad (welker conduites , in deze materie tot dus verre gehouden, wel fpeciaal, en ten vollen, by dezen worden geapprobeerd,) te qualificeeren, gelyk deZelven gequalificeed worden by dezen, om van deze zaak eene afkomst ten meesten dienfte van den Lande met d? andere Leden van Hun Ed-, Groot Mogenden Vergadering te helpen maaken , en om (met infehikking nogthands van zoodaanige remarques, welken aan hun Heeren Gedeputeerden als gepast mogten voorkomen,) het, indien de andere Leden of eenige derzelver hier toe mogten inclineeren, daar heen te helpen dirigeeren, dat aan de meergemelde Princesfe van Oranje van wegens Hun Ed. Groot Mogenden in civile termen worde voorgefteld, dat, hoe welmeenend haare oogmerken, om door haare komst naar den Haage mede te werken, om eenen gedreigdenBurger-Oorlog, indiep mooglyk, te verhoeden, en de gefchillen te vereffenen, ook zyn mogen, nogthands met haare Hoogheid, als in dezen geen Perfoon of qnaliteit hebbende, niet alleen niet kan gehandeld worden, maar ook dat, al was haare Hoogheid daar toe door haaren Gemaal volkomen geauthorifeerd, Hun Ed. Groot Mogenden zwaarigheid maaken, om, zoo lang als het Declaratoir, door dezelve zyne Hoogheid op den 26ften May dezes jaars uitgegeven, en genoegzaam eene Oorlogsverklaring tegen deze Provincie inhoudende, niet tot genoegen van Hun Ed, Groot Mogenden is in^ getrokken, eenige voprftellen van wegens meer- ge-  d! Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen* 35 gemelde zyne Hoogheid te hooren: dat Hoogstgemelde Hun Ed. Groot Mogenden verders haare Hoogheid in het allerminst niet beletten, om in deze Provincie te komen; maar dat, gelyk meest alle de oproerige bewegingen, die federt eenige jaaren binnen deze Provincie gemaakt zyn, tot haare eenige leuze den naam en de kouleur van Oranje gehad hebben, en de nadering van haare Hoogneid ook attroupeeringen heeft veroirzaakt, haare Hoogheid zeer ligtelyk zal moeten befeffen, dat haare komst in Holland, en vooral in of by eene volkryke Plaats, in welke reeds meermaalen com» bustien, in voege als zoo even gemeld is, hebben plaats gehad, zeer waarfchynelyk, wel verre van tot herftelling der rust te verftrekken, integendeel kommerlyke gevolgen hebben zoude; en dat uit dien hoofde, en om dat doch de reden, welke, volgens haare Hoogheids Misfive van den 2 8flen Juny, de eenige van haare reize naar den Haage was, om de hier voor opgenoemde redenen vervallen is, Hun Ed. Groot Mogenden van het doorzicht van haare Hoogheid zelve verwachten, dat dezelve mee Hun Ed. Groot Mogenden begrypen zal, dat het Taadzaamer voor haare Hoogheid is, de reize naar, of wel in, Holland voor het tegenwoordige niet, dan al, verder voort te zetten. En zyn de gemelde Heeren Gedeputeerden ook rog by dezen gequalificeerd, om, indien haare Hoogheid, onaangezien zoodaanige afrading, evenwel haare reize naar den Haage, of wel naar de Oranjezaal, mogt voortzetten, en hier°door, of anders ook uit eenige andere oirzaak, oproerige bewegingen, die ligtelyk wel voor de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden, of derzelver Leden, van rustverftoorende en zorgelyke gevolgen zouden kunnen zyn, mogten ontftaan, of daadeiyk te gemoet gezien worden, het daar heen te hélpen dirigeeren , dat Hoogstgemelde Vergadering uit den Haage naar eene andere veilige, en niet verder vanhier afgelegene, plaats worde ovefgebrac • 'C 2 en  r6 Ferzameling van Stukken betrekkelyk tot en om, in allen gevalle, tegen allecombustien, en tot bewaaring van de rust, de beste maatregelen te helpen beraamen. JNo. 3340. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, behelzende last aan derzeiver Gecommitteerden ter Staats-Vergadering, om met alle mooglyke decentie, maar teffens met allen noodigen ernst en aandrang, het daar heen te helpen dirigeeren, dat geduurende de tegenswoordis,e troubles, de komst van hunne Hoogheden, of derzelver Kinderen, of een van allen , in deze Provincie, zoo veel mooglyk voorde voorgekomen of tegengehouden. In datoden 10 July 1787. Gedelibereerd zynde over eene Misfive van zyne Hoogheid en van Hun Hoog Mogenden, concerneerende de geftaakte reize van haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe van Oranje, naar den Haage, als mede eene nadere Misfive van zyne Hoogheid, en van haareKoninglykeHoogheid met eene Bylage, allen daar toe relatief, en ook allen op den 3 july 1787 ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden overgenomen. En in achting genomen zynde, dat, gelyk juist op en omtrent den tyd van de gemelde reize van haare Hoogheid verregaande en ontrustende bewegingen , plunderingen, en verdere geweldaadigheden elders, en wel in het byzonder in de Provinciën Gelderland en Zeeland, ten gevalle of ter eere van Oranje hebben plaats gehad, en ook, volgens de nieuwstydingen, in den Hage toebereidfelen, tegen de komst van haare Hoogheid aldaar, in ftilte gemaakt zyn, waar uit buiten allen twyfrel ook diergelyke rustverftoorende en fchrikbaarende bewegingen, als boven, zoo al niet meerdere afgrysfelyke gevolgen, zouden te verwachten geweest zyn. Is, met inhefie der Refolutie, ter dezer Vergade-  de Gebeurtenis/en in 1787' enz. voorgevallen. 37 dering op den eden dezer maand genomen, goedgevonden, de Heeren Gedeputeerden dezer St.ad by dezen te qualificeere^, om wel met alle moog* lyke decentie, maar teffens met alien noodigen ernst en aandrang, het daar heen te helpen dïrigeeren, dat, geduurende de tegenwoordige troubles, de komst van hunne Hoogheden, of derzelver Kinderen, of een van allen, in deze Provincie, zoo veel mooglyk worde voorgekomen, of tegengehouden. jNo. 3341. Refolutie van Burgemeesteren en VroedJchap der Stai Alkmaar, over het verleggen der Staats-Vergadering van 's Hage naar Amfteldam; in dato den 17 September 1787. De Heer Ordinaris Gedeputeerde de Kempenaah , wegens deze Stad federc eenigen tyd alleen de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden hebbende waargenomen, en in den gepasfeerden nacht herwaards overgekomen zynde, heeft gecommuniceerd, dat op de ontvangene tyding, dat eene diviüe Pruisfifche Troepen, beftaande uit ruim 7000 man, in aantocht naar Gorinchem was, en dat dezelve gisteren te Dalem zoude aankomen, de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden gisteren was by eikanderen gekomen; dat in die Vergadering was gecommuniceerd, dat door zyne Pruisfifche Majefteit aan de Provincie Overysfel de doortocht van een Corps Troepes verzocht was, doch welk verzoek door de Staaten van die Provincie op eene dilaiëerende wyze wa^ beantwoord; en dat in dezelve Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden van gisteren was ontvangen eene Misfive van de Regeering van Amfteldam, daar by, uit hoofde van de tegenwoordige onveiligheid van den Haage, (als eene open plaats zynde) voor Hoogstgeinelde Vergadering, de Leden derzelver inviteeC 3 ren-  ■ 38 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot rende, om dezelve bieren haare Stad te houden; dat ook door den Raad-Penfionaris op gisteren ontvangen was eene Misfive van de Regeering van Dordrecht, daar by verklaarende, in de tegenwoordige gefleldheid van zaaken geene Gedeputeerden naar 's Haage, maar wel naar Amfteldam, te willen zenden; dat ook de Heeren Gedeputeerden der Steden Leyden, Amfleldam, Schiedam, Alkmaar, Hoorn, Munnikendam, en Purmerendc (en wel die van deze Stad uit kracht en ingevolge Refolutie dezer Vergaderinge van den 2den July dezes jaars) in die Vergaderinge van gisteren zich uitdrukkelyk tegen het verder houden van dezelve Vergaderinge in den Haage, en voor het vergaderen in Amfleldam, by provifie verklaard hadden ; maar dat de Heeren Gedeputeerden van Gouda die verlegging der Vergaderinge hadden gedeclineerd; gelyk ook de Regeering van Rotterdam, van welke 'er gisteren geene Gedeputeerden ter Hoogstgemelde Vergaderinge geweest waren, zich dSar tegen byeene, alhier ontvangene, circulaire Misfive (*) (welke ook heden ter dezer Vergadering gelezen is) had geëxpliceerd; dat de Heeren Gedeputeerden der Steden Haarlem en Delft zich omtrent die verlegging niet zeer duidelyk geuit hebben; dat die van Gorinchtm verklaard hadden, de conclufie, hoe dezelve ook op dit ftuk vallen mogt, te zullen aanzien; dat die van Schoonhoven waren abfent geweest; en dat de voorfz. Misfive van de Regeering van Amfleldam, door de Heeren van de Ridderfchap, als ook door de Heeren Gedeputeerden der Steden Brielle, Enkhuizen, Edam, en Medemblik was overgenomen. Ook zyn gelezen de twee laatfte Misfives van de Heeren Gedeputeerden dezer Stad, behelzende een verflag van het voorgevallene ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden op den I3den en de twee volgende dagen dezer maand. Op welk een en ander gedelibereerd zynde, is góed- (*; Zie dezelve hier a:hter No. 3352.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 39 goedgevonden, de evengemelde twee Misfives van de Heeren Gedeputeerden by dezen voor Rapport aan te nemen, en het verrichte van welgemelde Heeren Gedeputeerden, in die Misfives vervat, frelyk ook de conduites, door dezelve Heeren Gedeputeerden op het gemelde poinct van verlegging der Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden gehouden , by dezen volkomen te approbeeren; en is voorts goedgevonden en verflaan, dat, in de tegenwoordige omftandigbeid, provifioneel, en tot nadere Refolutie dezer Vergadering toe,' de Heeïen Gedeputeerden dezer Stad zich niet naar den Haage, maar Eaar Amfteldam, zullen begeven, en aldaar zoodaanige maatregelen helpen beraamen, als zy Heeren Gedeputeerden tot behoud van de Soevereiniteit van Hun Ed. Groot Mogenden, en de vryheid, onafhangelykheid, en het welzyn van deze Provincie, het meest gefchikt zullen oirdeelen. En is verders de Secretaris Reyser by dezen gecommitteerd, om zich insgelyks heden naar .Amfteldam te begeven, en vervolgensherwaards terug gekomen zynde, van het voorgevallene aldaar ter dezer Vergaderinge provifioneel Rapport te doen. N°. 3342« Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, over de uitnoodiging tot het zenden van Gedeputeerden ter dagvaart naar 's Haage; in dato d?n 18 September 1787. De Heer Prsfident-Burgemeester heeft aan de Leden dezer Vergadering gecommuniceerd, dat hy huiden middag om half drie uuren, per expresfe, eene Misfive van de Staaten van Holland en WestFriesland, van den i7den dezer, heeft ontvangen, waar by de Leden met den meesten ernst verzocht •en geobtesteerd worden, om by alles, wat den Lande dierbaar is, en daar, door de overgave van zoo veele Steden, het water aan de lippen gekomen, en het nemen van heilzaame en prompte raadfiaC 4 gel  4-0 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gen allerpresfantst is, ter overweging der conflderatien,daar op gegeven,tegen morgen avond (zynde thands heden) de klokke agt uuren in den Haage te doen fifteeren, ten einde in conferentie te tree» den, en verder met de gezamenlyke Leden des Souvereiniteit alle krachten in te fpannen, om den verderen voortgang van 's Lands onheilen met zoo veel mooglyke eenpaarigheid, en op eene wyze, de waardigheid van Holland pasfende, te keer te gaan, en tot in de laatfte uuren blyken te geven van een zuiver attachement voor de belangens van den Lande. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden «n verftaan, den Heer Prefident Burgemeester tq bedanken voor de gegeven communicatie, en gerefolveerd (vermits de kortheid des tyds niet toelaat iemand van Stads wege naar 's Hage te zenden ter waarneming dier Vergaderinge,) dezelve door eenen der Heeren Secretarisfen per expresfe te zenden aan de Heeren Gedeputeerden dezer Stad, zich thands in Amfteldam bevindende, ten einde daaromtrent zoodaanig te handelen, en zulke maatregelen te nemen, als by de Leden der Vergadering aldaar zal begrepen worden ten meesten nuttQ van den Lande te kunnen ftrekken. No. 3343. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, over het bericht, dat misfchien eerlang de Staats-Vergadering naar Am* fteldamftond verlegd te worden; in dato den 18 September 1787, 's avonds ten agt uuren. De Secretaris Ryser, gerapporteerd hebbende de, op gisteren en heden te Amfteldam onder de hand gehóudene, conferentien vaD de Heeren Gedeputeerden dezer Stad met die van eenige andere Steden, hoofdzaakelyk hier op uitkomende, dat het 'er wel naar fcheen te ftaan, dat mooglyk we} eer-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 41 eerlang binnen de gemelde Stad Amfteldam de StaatsVergaderinge van deze Provincie ftond gehouden te ^Is^het verrichtte van welgemelde Heeren Gede. Emeerden dezer Stad by dezen ten vollen geappro. eerd geworden. No. 3344* Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der i>tad Alkmaar, waar by wordt goedgevonden dat nog deze nacht een expresfe aan den Raad-P enfionaris naar 's Haage zal worden gezonden, ten einde door denzelven by refcriptie met dien zelfden expresfe geïnformeerd te worden, of eene Deputatie van deze Stad met veiligheid zich naar 's Haage, alwaar thands volgens de berichten oproerige bewegingen plaats hebben, begeven kan; in dato den 19 September 1787, 's avonds ten elf uuren. De Heer OrdinarisGedeputeerde de Kempenaar» heden avond uit Amfteldam herwaards overgeko. men, heeft rapport gedaan van zekere conferentie, heden morgen op het Raadhuis aldaar gehouden door de Heeren Gedeputeerden van zeven Steden, en onder anderen van aldaar ontvangene informatien omtrent eenige Refolutien, die ter Vergaderinge van Hun Ed. Groot Mogenden, welke gisteren avond in den Hage gehouden was, door Hechts zes Leden , niettegenftaande de abfentie of overneminge van verfcheidene, ofwel de dertien andere, Leden, tet voordeele van zyne Hoogheid genomen waren; als ook van de Refolutie van de Regeering vim Amfteldam, om niet in den Haage ter Vergaderinge te komen; en ook nog van zekere voorltelling van wegens de algemeene Vergaderinge der gewa. pende Burger-Corpfen binnen deze Provincie, en wegens de Burgery van Amfteldam, aan de gemelde Gedeputeerden van zeven Steden binnen dezelve Stad Amfteldam gedaan, ten einde de daar pra:fen. C 5 te  42 Verzameling van Stukken betrekkelyk, tot te Leden eeDe Vergaderinge van Staat binnen die Stad zouden vestigen; en eindelyk nog van de aldaar ontvangene informatien nopens den ftaat van defenfie van deze Provincie. Waar op gedelibereerd, en de conduites van den voornoemden Heer Ordinaris Gedeputeerden geapprobeerd zynde, is goedgevonden, dat nog in de,zen nacht eene Misfive van deze Vergaderinge door een expresfe zal worden gezonden aan den Heef Raad-Penfionaris dezer Provincie, ten einde door denzelven by refcriptie met dienzelfden expresfe geinformeerd te worden , of eene Deputatie van deze Stad met veiligheid zich naar den Haage, (alwaar thands, volgens de berichten oproerige bewegingen plaats hebben) begeven kan. En is tevens goedgevonden, dat aan de Regeenng van Amfteldam by eene Misfive in beleefde termen zoude worden te kennen gegeven, dat deze fiegeering, als niet bemerkende, dat binnen de Stad Amfteldam thands eene Staats-Vefgaderinge met vrucht kan worden aangelegd, zich in de omftandigheid bevindt, om, voor als nog, van het deptiteeren eener Commisfie derwaards af te zien. No. 3345. Refolutie van Burgemeesteren en Vroed, fchap der Stad Alkmaar, betrekkelyk de Propofitie van Schoonhoven ter Staats-Vergadering gedaan om zyne Hoogheid te authorifeeren, de Regeeringen in de Steden te veranderen, in dato den jo O. lober 1787. ö In deliberatie gebracht zynde de Propofitie, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Schoonhoven, uit den naam van de Heeren hunne Principaalen. on mftantie van derzelver Burgery, opden azften Sep. tember dezes jaars ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden gedaan, en door de Heeren Gedeputeerden van deze Stad overgenomen, ftrekkende de»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 43 dezelve Propofitie daar toe, ten einde zyne Hoogheid de Heer Erf-Stadhouder, uit hoofde van den rood van den Lande, tot herftelling der rust, ten fpoedigften door Hun Ed. Groot Mogenden moge .worden gequalificeerd, om de Regeeringen in de Steden te veranderen, op deczeifden voet, als zyne ■Hoogheids Heer Vader door Hun Ed. Groot Mogenden was gequalificeerd geweest: en daar by gedelibereerd zynde over de Requesten van Inwoon- 'ders van Krimpen op de Lek, Vlist, enBonrepas, Berkenwoude eu den Achterbroek, en van Ammerstol, tot authorifatie op zyne Hoogheid, om, des , noods, de Regeerirg in de Steden te veranderen. Is goedgevonden de Heeren Gedeputeerden de- l2.er Stad by dezen te gelasten, de voorfz. Propofitie en verzoeken , als inconfliiutioneel, en tegen de vryheid der deliberatien van de Regenten Jïrydig, 'te declineeren; en, indien het tegendeel hier van door de meerderheid van de Leden van Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering mogt worden begrepen, als dan te verklaaren, dat de Heeren hunne 'Principaalen van begrip zyn, dat aan die Regeeringen van Steden, welken eenige verandering in de Kegeering hunner Stad noodig achten, in dat geval behoort te worden overgelaten, deswegens Propofitien aan Hun Ed. Groot Mogenden te doen; of dat anders, ingevolge het laatfle lid van Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 2iflen September 1748, die Steden, welken zouden mogen goedvinden zich van de voorfz. authorifatie te bedienen, het effect van dezelve zouden kunnen genieten, en die Steden, welken zouden mogen oirdeelen, de voorfz. authorifatie in den haaren onnoodig of niet dienflig te wezen, met dezelve authorifatie niet zouden behooren gechargeerd te worden. En zyn welgemelde Heeren Gedeputeerden verder gelast, indien eenige Refolutie op dit poinót, tegen dit Advys, mogt worden genomen , de conclufie van yoodaanige Refolutie aan te zien, en daar van in de Registers van Hun Ed. Groot Mogenden te doen bly-  44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot blyfcen, met opgave der redenen, om welke dezel-i ve tot zoodaanige Refolutie niet geconcurreerd hebben. 3346". Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, zynde het gevulg eener Conferentie met den Graaf van Wassenaar toe i Wasfenaar, waar by, om het onheil te vermyden van geen Pruisfifche Troepes in de Stad te ontvangen, dat gedeelte der Schuttery wordt ontwapend, die in een of meer Detachementen, op en federt den . 28 September 1786, uit Alkmaar naar Woerden of elders gewapend waren uitgetrokken; in dat» den 21 Oiïober 1787. Dc Heer Graave-vAN Wassenaar tot Wasfenaar, \ heden avond ten agt uuren in deze Stad aangekomen, en zyn intrek in den ouden Doelen genomen hebbende, zyn door deze Vergadering verzochc en gecommitteerd de Heeren Oud-Burgemeester Winder, Vroedfchap Binkhorst, en Secretarisfen Ryser en Groen, om by denzei ven Heer in deszelfs Logement eene vifite van verwelkoming af te gaan leggen, en zyn Hoog Ed. te verzoeken, om zich in Perfoon ter dezer Vergadering te laten vinden, cn aidaar met deze Regeering over het onderwerp van deszelfs commisfie in conferentie te treeden; ! en is daar by gerefolveerd, aan dien Heer, wanneer ' dezelve ter dezer Vergadering zoude gekomen zyn, als Gecommitteerden van Hun Ed. Groot Mogenden 1 de Prsfidiaale ftoel aan te bieden: van welke commisfie de voornoemde Heeren zich terftond geacquiteerd, en welgemelden Heer van Wassenaar op het Stadhuis alhier opgeleid hebbende, is dezelve boven aan de trap by de Vroedfchaps-kamer door den Heer Burgemeester Dyl, (die daar toe insgelyks door de Regeering verzocht was,) gerecipieerd, en vervolgens ter dezer Vergadering verfchenen: alwaar zyn Hoog Ed» Geb. in de Praafi- diaa-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 45 diaale ftoel, welke hem geofFereerd wierd, zitting genomen, en een compliment van verwelkoming dezer Regeering, door monde van den Heer Fr£üdent-Burgemeester Domis, ontvangen hebbende» het zelve in de allergratieuste termen heeft beantwoord, en vervolgens een ampel verflag gedaan van de op hem, door Hun Edele Groot Mogenden, den. joden dezer maand gedecerneerde commisfie, om zich ten fpoedigften naar de Steden Haarlem, Leyden, en Alkmaar in Perfoon te begeven, en aldaar de voldoening aanHoogstderzelver ferieufe intentie» ten opzicht van de Refolutie door Hoogstgemeldc Hun Ed. Groot Mogenden op den 2often September laatstleden,tot de disfolutieenontwapening van de refpective Genootfchappen, en alle de verdere Refolutien, concerneerende de fatisfaöie, genomen , te effeftueeren; als mede van de converfatie over die materie door hem Heer van Wassenaar met den Heer Hertog van Bronswyk, welke zich thands in deszelfs Hoofd-Kwartier by den Overtoom onder Amftelveen bevondt, gehouden, en van de Note Verbaal, door denzelven Heer Hertog aan hem Heer van Wassenaar op den i8den dezer maand overgegeven, en waar by dezelve Heer Hertoz verklaard had belloten te hebben, naar de reeds cenoemde drie Steden Troepen te zenden, uit hoofde dezelven, naar zyne meening, zwaarigheid maakten om zich naar de Staats-Refolutie betreffende de ontwapening, en tot welke dezelve Steden seaccedeerd hadden, te onderwerpen: en emdelyk ook communicatie te geven van de uitvoering van deze zyne commisfie, ten opzicht van de gemelde Steden Haarlem en Leyden, welken nader zoodaanige Perfoonen, die in hunne Steden niet tot de gewoone Schuttery op zich zeiven, maar ook tevens, of wel alleen, tot gewapende Vry-Corpfen behoorden, hadden ontwapend, en vervolgens hier door, en door de goede officien van hem Heer van Wassenaar , van de bedreigde inkwartiering van Pruisfifche Militie waren bevryd gebleven: waar cr?  4-6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dezelve Heer van Wassenaar, zich naar den toeftand,der zaaken alhier, ten opzicht van de voldoening aan de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden omtrent de gemelde fatisfactie, geïnformeerd hebbende, is aan denzelven Heer door den Heer Prasfident- Burgemeester Domis in fubftantie ten antwoord gegeven , dat op de aanfchrvving van Hun Ed. Groot Mogenden van den iften dezer maand door de Regeering dezer Stad was geantwoord, dat alhier geene Genootfchappen van Wapenoeffening, Vry-Corpfen of Schutteryen, buiten de ordinaire Schuttery, welke reeds eeuwen lang haar beftaan had gehad , gevonden wierden , en dat dus de Refolutie, door Hun Ed. Groot Mogenden op denzelven ifïen Odtober omtrent de bewaaring van de geweeren daar van genomen, op deze Stad geene applicatie had; dat ten opzichte der Refolutie van Hoogstgemelde Hun Ed. Groot Mogenden, op den nden dezer maand genomen, en waar by eenige Leden en Ministers der Regeering van alle posten van regeering en bewind wierden geremoveerd en ontzet, de AanfchryviDg, welke deswegens alhier ontvangen was, aan die genen van dezelve gerevomeerde Perfoonen, welke daar onder binnen deze Stad te huis behoorden, was geinlinueerd: en dat deze Regeering dienvolgens niet anders begrepen had, dan dat door dezelve, voor zoo veel haar aanging, omtrent de beide deelen der latisfactie, naamelyk de ontwapening van gewapende Genootfchappen of Vry-Corpfen, en het infinueeren van remotien, niets meer te doen was, maar dat de gemelde Regeering nu, op de ontvangene nadere Aanfchryving van Hun Ed. Groot Mogenden van den ioden dezer maand, en de kennisgeving van de Heeren Gedeputeerden dezer Stad, dat door fommige Leden van Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering begrepen wierd, dat zoodaanige Leden van gewoone Schutteryen, welken naar elders gewapend waren uitgetrokken , onder gewapende .yry-Lorplen of Genootfchappen behoorden gerekend,  I' de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 47 kend, en uit dien hoofde, ingevolge Hun Ed.Grooc [ Mogenden Refolutie van den 2often September ea. 1 i.ften Odtober beiden dezes jaars, ontwapend te worden, en in het byzonder ook uit aanmerking van de reeds gemelde Note Verbale van den i8den I; dezer maand, waar van de vdornoemde Heeren Ge1 deputeerden eene Copie hadden ontvangen, en by n welke deze Stad met den aanmarsch en de inkwarii tiering van'Pruisflfche Troepen door den'voornoem1 den Heer Hertog van Bronswyk gedreigd wierd, tl) liever, tot voorkoming van zoodaanig onheil, op f gisteren (hoe ongaarne anders ook) befloten had, u die genen uit dezer Stads Burger-Schuttery, die in een of meer Detachementen, op en federt den 28 September 1786, van hier naar Woerden of elj 1 ders gewapend waren uitgetrokken, van den Schue3 terlyken dienst te ontflaan, en te doen aanzeggen, ; hunne geweeren tegen heden morgen ten tien uüren ( op het Stadhuis te brengen, zoo als dan ook dezelI ve geweeren of wapenrustingen door dezelve Mant fchappen ten getale van 218 waren opgebracht, i welke handelwyze aan den gemelden Heer van \ Wassenaar als zeer voldoende zynde voorgeko; men, heeft dezelve verklaard bereid te zyn, 003 3 aan den Heer Hertog van Brünswyk met empres1 fement te verzoeken , van deszelfs voornemen, om I Troepen, (welken in niet minder dan drie of vier i Esquadrons Cavallerie en Huzaaren, en in één of twee 1 Batailjons Infanterie, beftaan zouden,) naar deze Stad 1 te zenden, af te zien, en dat hy Heer van Wasj senaar zich ook flatteerde, van hier in zoo wel ten 1 opzicht van deze Stad, als het hem ten aanzien van ; de Sleden Haarlem en Leyden gelukt was, te zullen reusfeeren; maar dat hy ook aan deze Vergadering moest voordellen, of dezelve ook zwaarigheid zoude maaken, om, ten reguarde van de op gistel rên gerefolvecrde, en heden morgen ter uitvoer" l gebrachte, ontwapening een Declaratoir, (waarvan I hy den hoofdzaakelyken inhoud mondelingopgaf, ea d het welk door hem morgen ochtend aan de Heeren Bur-  48 Verxamling van Stukken letrekkelyk tot Burgemeesteren in gefchrifte zoude worden over* gegeven,) te pasfeeren; het welk door alle de thands prefente Leden dezer Vergadering is aangenomen; zynde hetzelve Declaratoir, (hetwelk vervolgens op den 22ften dezer maand door welgemelden Heer van Wassenaar in gefchrifte is gefuppediteerd,)en,na dat het zelve door de Heeren Burgemeesteren was gerefumeerd, aan denzelven Heer van Wassenaar, behoorlyk geteekend en gezegeld, overgegeven, en welke Heer het zelve aan den Heer Hertog van Brünswyk bezorgen zou. de,) van den volgenden inhoud. ,, Wy Burgemeesters, en Raaden der Stad Alk,, maar verklaaren en certificeeren mits dezen, dat wy, op den ontfangst van de Refolutien der „ Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland in dato den ip Odtober 1787, en ter volledige voldoening aan den inhoud derzelver, daadelyk zyn toegetreden tot een nauwkeurig onderzoek van zoodaanige Perfoonen, zoo Officieren, Onder-Officieren» als gemeene Schutters, welken „ tegenwoordig in de vier van ouds alhier gefub,, fifteerd hebbende Compagnien Schutters, uitmaakende de wachtdoende Burgery dezer Stede , „ zich bevonden in het geval, van bevoorens de „ Wapenen te hebben gedragen, onder eenige, „ hoe ook genaamde, Corpfen, waar van de af„ fchaffing en ontwapening, zoo by de Refolutien van Hun Ed. Groot Mogenden van den 2often „ September, als hy alle die genen, die tot de „ fatisfactie betrekkelyk zyn, en fpeciaal by die „ van den loden Oflober zyn bevolen en gearres„ teerd; dat wy onder die vier Compagnien, te famen ongeveer 600 Man uitmaakende, 218 zoo „ Officieren,Onder-Officieren,alsGemeeneSchut„ ters hebben bevonden, die wel tot geen VryCorps, welk hier nimmer gefubfifteerd heeft, ,, behoord hadden, doch echter gewapend naar elders uitgetrokken zyn, en dus niet tot de eigenlyke defenfie dezer Stede en der Regeering, „ en Burgery van dien." Dat-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. &%S „ Dat wy uit dien hoofde, offchoon niet kun* nende denken dat zulks met kwaade inzichten „ gefchied zoude zyn, ter volkomene fatisfactie „ van de begeerte van den Heer Hertog van 3, Brunswyk , aan ons door zyn Hoog Edelheid, den 3, Heer van Wassenaar tot Wasfenaar, opengelegd 3, en bekend gemaakt, in de volle Vergadering van jt Burgemeesteren en Vroedfchappen, zynde zyn s, Hoog Ed; hier toe door eene expresfe commisfie t, van Hun Ed. Groot Mogenden verzocht, geau« 3, thorifeerd, en gequalificeerd, de voorfz. 218 „ Perfoonen voor Heeren Burgemeesteren hebben „ ontboden, dezelven uit hunnen Schutterlyken 3, ééd en dienst ontfiagen, en voorts gelast hunne s, compleete Wapenrusting zonder uitftel op het 9, Stadhuis te brengen, en aan ons over te geven: 3, dat voorts hier aan daadelyk is voldaan, en dat 3, door ons van de voorfz. remotien en ontwapes, ning aan zyn Hoog Edelheid.» den Heer van 3, Wassenaar tot Waïfenaar, legaale kennis is ge» „ geven, en alle de overgeleverde Wapenen in na* 33 tura vertoond. „ Dat wy verders ons ten plechtigften verbins, den, en aannemen, met de grootfte opletten„ heid, attentie, en goede trouwe te zullen waa> 3, ken en verhoeden, dat in het vervolg, zoo ter ,, vervulling der tegenwoordige vacatures, als van j, die genen, die daar na mogten voorvallen, gee„ ne Perfoonen tot Officieren, Onder-Officieren» „ of wacht- en dienstdoende Schutters worden „ aangefteld, die volgens den letter en meening „ der Refolutien van Hun Ed» Groot Mogenden 3, daar toe niet eligibel zyn, uit hoofde van, onder ,, eenige hoegenaamde benaaming,, de Wapenen „ gedragen te hebben tegen den zin en meening 3, der boven aangehaalde Refolutien. ,, Dat wy, aldusvermeenende aandenihhoudder „ Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden van den ioden Oótober, als mede aan de begeerte XLVII. Deeu D „ van  5"> Verzameling van Stukken betrekkelyk tot m van den Heer Hertog van Brdnswyk, voldaan te hebben, en ons zei ven bewust zynde, van ,i met de oprechtfte welmeenendheid, goede trou», we, en cordaatheid daar aan in het vervolg te ,i zullen voldoen, gelyk wy eenpaarig, en in praefentie van zyn Hoog Edelheid, den Heer Com„ misfaris van wege Hun Edele Groot Mogenden, „ hebben aangenomen, nu ook Hooggemelden Heer^ „ van Wassenaar tot Wasfenaar inftantelyk ver3» zoeken, van deie onze handelwyze en gevoea lens aan den Heer Hertog van Brunswyk rap,, port te willen doen , en deszelfs goede en meesc 3, krachtige officien by zyne Hoogheid te willen ij aanwenden, om deze Stad, en deszelfs goede ,, Burgery en Ingezetenen, voor den aanmarsch en s, bezetting van Pruisfifcbe Troepen te willen be3, hoeden, en daar van bevryden. Ten oirkonde hebben wy dezen met het ze- * 33 gel onzer Stad doen bekrachtigen, gelyk mede, „ door de gewoone Signature van eenen der Secre3, tarisfen dezer Stede Alkmaar, op den 22 Otto3, ber 1787." Na welke gehouden conferentie de meergemelde Heer van Wassenaar tot Wasfenaar in zeer civiele termen affcheid genomen, en over deze Stad, Regeering en Burgery, de beste zegeningen toegewenscht hebbende , vervolgens door den voornoemden Heer Prsefident-Burgemeester beleefdelyk is bedankt voor de moeite, welke dezelve wel tot afwending van een gedreigd gevaar van deze Stad had willen op zich nemen, en dezelve Stad in deszelfs genegen aandenken gerecommandeerd, met uitboezeming van de dierbaarfte zegeningen over zyn Hoog Edel Geboren, die daar op door den Heer Burgemeester Dyl tot buiten de kamer, en door de hier voorgemelde Commisfie van vier Heeren tot in deszelfs Logement is geleid, en aldaar door dezelve Commisfie nogmaals in beleefde termen is bedankt, en gevalediceerd gewordeD. De  de Gebeurtenis/én in 1787 enzi voorgevallen, 51 De hier voorgemelde Note Verbale van den Heer Hertog van Brunswyk was van den volgenden inhoud: (*) Note Verbals potir Monfieur' le Comiè de Wassenaar Twickel; Ayaht appris, que- les Villes de Haarlem, de Leyden &? Alkmaar, font des difficultés a fefoumettre autc ■Refolutions des Etats relalivement au defarmement, 6? eet objet faifant une des parties principales de la fatisfaStion, que le Roi via ordonné de prendre, j'ai refolu d'y eny'jer des Troupes au plutót, & n'ai pas voulu neglïgpr d% vous en faire ■part, Monfieur, &. de vous prier , d'en donner connoisfance , a Leurs Nobles 1 & •Grandes Puisfances, les Etats d'Hollander fi peutétte ils trouvent moyen d'y engager les dites Villes ava-nt i'arrivêe des Troupes. & du Commisfaire, qui doit s'y rendre de ma part pour verifier, que les dites Villes ont rempli tout, a quoi ils fe font engagées por leur accesfion •vüx Refolutions de l'Etat relatives a, la fatisfattion. Au quartier general d'Overtoom ce 18 OStobre 1787» (figné) Ebaeles. Du Regiment de Bronfvic jLunebrnrg. No. (*) De zin daar van komt hier op uitr Verbale Nota voor Myn lieer de öraaf van Wassenaar Twickel. Vernomen hebbende, daf de Steden Haarlem. Leyden en Alkmaar, zwaarigheid maaken, zich aan de Refjlutien van de Staaten betrekkelyk de ontwapening, te onderwerpen,, en nogthands de uitvoering daar van eene der voortiaamflte gedeeltens van de fatisfaftie uitmaakende, die deKonin»my bevolen heeft te nentsn, heb ik befloten otn 'er ten fpoidiglten Troepes naar toe te zenden, en heb niet Willen nalaten, Myn Heer, om 'er U kennis van te g teffens D 55 U  52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 3347. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, waar by bepaald wordt, dat, zonder fpectaale toeflemtning der Vergaaering < van Burgemeesteren en Vroedfchap , 'er geen Mi- litair Guarnifoen voor deze Stad zal verzocht worden; in dato den 24 OStober 17 87. Op het geproponeerde door eenen van de Heeren Vrocdfehappen ter dezer Vergadering in aanmerking genomen zynde, dat, zoo als de inkwar- tierirg vac Pruisüfche Militie binnen deze Stad zekerlyk van kommerlyk vooruitzicht zoude geweest zyn, ook, gelyk de ondervinding hier ep daar in dezen tyd had getoond, de Militie van dezen Staat i dikwyls tot grooten overlast en ontrusting voor die Plaatfen, daardezeJve Guarnifoen hield, verftrtkte, behalven dat ook de gevolgen van de inkwartiering van eene eroote quantiteit van Militie, welke in de jaaren 1780 en 1781, by gelegenheid van den Oorlog met Ergeland, binnen deze Stad had plaats gehad, nog maar al te fterk in het ge*, heugen waren J en eindelyk dat ook, in deze tyden van combustie, de rust en veiligheid binnen deze Stad, onder den Goddelyken zegen, door de directie van de Regeericg, en de waakzaamheid van de Burger-Schuttery, zonder Militie, was bewaard gelJ verroekende om zulks aan Hun Ed. Groot Mogenden, ,de Staaien van H ).!and, bekend 'e nral.en; of zyniisfchien middel taogtén vinden om 'er die Steden toe over te haaien voor de aan omst der Troepes, en van den Commisfaris die ik 'er mynent wegen na toe za! zenden ten einde te kunnen byken, dat de genoemde Steden aan a les 'voldaan hebben, waa' toe zy zic'i hebben veibonden, door hunne toetreding tot de RefoluMen van den Staat, betrekkelyk de fatisfa&ie. In het Ger>eraale Kwartier van den Overtoom' dezes 18 Oftober 1787. (get.) Ebaeles. Van 't Regiment van Brunsytyk Lunenlurg,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 53 gebleven; is goedgevonden en verflaan, dat voortaan» buiten fpeciaale toeflemming dezer Vergadering, geen Militair Guarnifuen voor deze Stad zal verzocht worden. No. 3348. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, betrekkelyk een Request door fommige Ingezetenen van die Stad wordende geteektnd, om, met voorbygaan van de Regiering , aan zyne Hoogheid te vrzoeken, om Militair Guarnifoen van dezen Sraat binnen deze Stad, als èok om gelegenheid tot hei oefenen van radereopenbaare vreugdebtdryven weg?ns de kerftttling van zyne Hoogheid in de oefening van deszelfs posten, en ook 'en einde de Bürger-Schuttery dezer Stad tot derzelver voorigen Jlaat van inaëtiritèit moge gebracht voorden. In dato den 29 Oilober 1787. Op de bekomen informatie, dat alhier door eenige Ingezetenen dezer Stad een Request wierd geteekend, om, met voorbygaan van deze Regeering, aan zyne Hoogheid te prefenteeren, by w-.dk Request zoude verzocht worden om Miliuir Guarm» foen van dezen Staat binnen deze Stad, als ook om gelegenheid tot het oeffenen van radere openbaare •vreugdebedryven, wegens de herftelling van zyne Hoogheid in de oeffening van deszelfs posten, en bok ten einde de Burger-Schuttery dezer Stad toe derzelver voorigen ftaat van inactiviteit moge gebracht worden. Is, uit aanmerking, dat de inwilliging van zoodaanig verzoek voor de rust en veiligheid, dewelke, tot hier toe, in alle de troebles, welken elders zyn voorgevallen, binnen deze Stad heeft mogen bewaard blyven, ten alleruiterfte gevaarlyu zyn zoude, en ook daar door niet alleen aan de zorg der Regeering, maar ook aan de waakzaamheid der Schuttery, en verders aan de goede gefchiktheid van de Ingezetenen dezer Stad, eene aanmerkelykefietrisfu*6 D3 re  |4 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot re zoude worden toegebracht, gelyk ook hier door direcfeiyk zoude worden aangegaan tegen depoogip. ten, door deze Regeering tot voorkoming van ds otnst van Militair Guarnifoen binnen deze Stad, ingevolge Refolutien dezer Vergaderinge van den suften September en sden Oftober dezes jaars , aangewend; goedgevonden de Heeren Gedeputeerden dezer Stad by dezen te gelasten, door alle be'. Ifwaame middelen, zoo veel mooglyk, te elfe&ueeren, dat naar deze Stad geece Troepes gezonden worden, en tevens de Heeren Burgemeesteren by dezen te verzoeken, over hec gemelde Request ee. ne Misfive, in convenable termen, tegen den inhoud van het zelve Request ingericht, aan welgemelde zyne Hoogheid tedepecheeren. De Heer Oud-Burgemeester van Woüdenberq heeft verklaard volkomen aan zyne Doorluchtige Hoogheid over te laten, of dezelve goedvindt Militair Guarnifoen naar deze Stad te zenden of niet te zenden. £JJ« 3^49. Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Alkmaar, betrekkelyk eene Misfive van de Staaten vim Holland aan de Regeering van deze Stad, ftrekkende tot verzoek en adhorteering, om tm allerffioedigften hunne Gedeputeerden ter Staats- Vergadering met eenen toereikenden last te willen voorzien, tot authorifatie op zyne Hoogheid om de Stedelyke Regeeringen te veranderen &c'. Ja dato den 29 OStober 17 87. Gezien zynde eene Misfive van Hun Ed. Grooc Mogenden, gefchreven in den Haage den 26ften dezet maand, en aan Burgemeesteren en Regeerders dezer Stad geaddresfeerd, houdende verzoek en adftortatie, om ten allerfpoedigften, immers uiterlyk op Vrydag eerstkomende, de Heeren Gedeputeerden met eenen toereikenden last te willen voorzien o.p dc Piopofitie^ door de Heeren Gedeputeerden der  de Gebeurtenisfen in 1787 «*• voorgevallen. 55 der Stad Schoonhoven den aallen der voorleden maand, tot amhorifatie op zyne Hoogheid om de Stedelyke Regeeringen te veranderen, gedaan, ten einde "tot voorkoming van anderszins te duchten ver. warringen, en nudeelige gevolgen, deze^zaak met^enjarigheid, of, desnoods, by meerderheid, mogt worden getermineerd en afgedaan. „_ uv Is goedgevonden, by dezen te perfifteerer1 by de Refolutie, ter dezer Vergadering pp den I3den dezer maand op de gemelde Propofitie, en op Kequesten , daar toe betrekkelyk , genomen , mee Uitzondering nogthands, dat, indien eenige Reiolu ie op dit poinft tegen dat Advys mogt worden genomePn, de Heeren Gedeputeerden Jajer Stad wel de conclufie van zoodaanige R^ojut e zullen moeten aanzien, en daar van in de 1Reg^ters_ van Hun Ed. Groot Mogenden doen blyken,, maar, in Dlaats van de opgave der redenen, om welKe fleSeNe tot zoodaanige Refolutie niet geconcurreerd hebben, het recht ^F^J^SSi'^ zoodaanige aanteekening in Hun Ed. yr°ot genden Registers te doen infereeren, als de neeren hunne Principaalen mogten goedvinden, _ No. Refolutie van Burgemeesteren en Vroed¬ fchap der Stad Alkmaar, waar by op aandrang %r Staaten van Holland, de Vroedfchap ten laatJlen bejluit, om hunne Gedeputeerden tei Vergadering te qualificeeren, cm zich met de Vro■pofiCie van Schoonhoven, m quahficatie van zyne, Hoogheid om de Regeeringen in de Steden te veranderen, gaaf te conformeeren. In dato den 30 Uo tober 1787. 's Avonds ten tien uuren. De Heer Secretaris du Tour, wegens deze Stad ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden gecommitteerd, hedenavond uit's Haage overgekomen, en van den 'egens^oordjgenftaat der deliberatien van Hpogstgemelde Hun Ed. Groot Mojp 4 &en"  $ : men, waar ende waarachtig te wezen. Dat hy Comparant op gisteren des avonds circa ii om zes uuren is gereden na Thiel, of hooger op . ; om te onderzoeken of de Pruisfifche Troepen ia i aanmarsch waren, en wel hoe ver. Dat hy Comparant circa half zeven uuren is gei komen in het Haaftenfe Veld beneden Thuyl: dst hy aldaar heeft gezien twee h drie Detachementen ' Militairen, dewelke hy Comparant aanzag voor ' Hollandfche of Gelderfche Troepes. Dat hy Comparant te Thuyl komende aldaar ( heeft gehoord, dat de Pruisfifche Troepes te Ochten : en te Dooijewaard gecampeerd lagen. Dat hy Comparant om zulks te onderzoeken na j Ochten is toegereden, en, aldaar komende of zypde, ook heeft bevonden dat, na zyn gedachten en gelyk 3 den Comparant aldaar ook hoorde, gecampeerd lagen zeven a agt duizend Pruisfifche Troepen, be: ftaande in Jagers, Scherpfchutters, Hulanen, Hus zaaren en verdere Infanterie, met zich voerende n verfcheiden Stukken Kanon, zes en twaalf Ponders, J en Mortieren. Dat de Comparant dezelve heeft zien opbreken, I en met dezelve gemarcheerd is rot dicht by Thiel, i en uit een der Manfchappea van gemelde Troepes heefc  64 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot heeft verftaan , dat zy desfein hadden heden dezeö avond tot Gorinchem te marcheeren, ais mede dat zy zich te Thuyl zouden fepareeren, in twee, het eene gedeelte Laar Gorinchem en het andere naar Heukelum en Leerdam. Gevende de Comparant voor redenen van wetenfch3p, dat de Comparant zulks zelf heeft gedaan, gezien, gehoord en bygewoond, en voorts als in den Text, en dat hem zulks nog in goede en verfche geheugen is, bereid zynde ten allen tyde het gedeponeerde met ééde te bekrachtigen. Aldus gepasfeerd ten overftaan van de Wel Ed. Geftr, Heer Georgius Jdstinus Wolff en Jan Kips als Getuigen. De minute dezer is behoorlyk onderteekend > en gefchreven op gelyk Zegel van twaalf Huivers. (Onder fiond,) 't Welk ik affirmeere. (was g«t.) W. Mekern, Notaris, F0' 335*- Misfive van Burgemeesteren en Vroed, fchappen der Stad Amfleldam, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Staaten van Holland en West-Fries, land, waar by, in overweging genomen de onvei. ligheid van 's Haage, door de nadering der Pruisfifche Troepes, hunne Stad aanbieden tot het hou. den van Staats-Vergaderingen. In dato den i$ September 1787. Edele Groot Mogende Heeren! Wy zyn in het zekere geinformeerd, dat de Pruisfifche Troepes in vollen aanmarsch zyn, ja zelfs dat 'er reeds zeven a agt duizend Man te Thiel zyn gearriveerd; en dat eene andere Colonne, door Arnhem marcheert naar Zeyst, en mooglyk eene derde Colonne over Amersfoort naar het Gooyland» en voorts naar JNaardea. Daar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 65 Daar nu de tegenswoordige plaats van Hun Ed. Groot Mogenden Refidentie eene onbefloten plaats is, en derbalven de deliberatien van Hoogstdezelven daar binnen met geene veiligheid zouden kunnen worden gecontinueerd, byaldien de voornoemde Troepes, een vyandelyken aanval op deze Provincie ondernemende, zich van eene der Frontierplaatfen van dezelve zouden mogen meester maaken, en verder tot den Haag doordringen;^ het ons voorgekomen, dat deze Stad tot de voonz. deliberatien in de tegenswoordige tydsomftandig. heden wel het meest geichikt zal zyn: wy hebben derhalven de eer ü Ed. Groot Mogenden dezelve ten dien einde aan te bieden; en nademaal de gevaarlyke fituatie, waar inne zich deze Provincie be. vindt, allen fpoed vereischt, ü Ed. Groot Mogendeö op het ernftigst te inviteeren, om zich zonder uitftel herwaards te begeven, ten einde od aac ftaanden Maandag, den I7den dezer, de Befoignes alhier te continueeren* Hier mede, Edele Groot Mogende Heertn! Cod Almachtig biddende U Ed. Groot Mogerdon te willen zegenen met voorfpoedige Regeering, blyven wy, (Onder fiond,') ü Ed. Groot Mogenden dienst' willigen, Amfteldam, Burgemeesteren en Vmei- den 15 September fchappen der Stad Am. 1787. Jlelda,m. (Lager ftond,) T«r Ordonnantie van dezelven, (was get.) H. Huyghens. < •i'.r.c.»*.'.* ;• '. .-.w3tvv; o;:.,:-. XLVII. Deel, E  06 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 335Ö. Misfive van Burgemeesteren, Oud-Raa* den, en Goede Lieden van den Achten der Stad Dordrecht aan den Heer Raad-P'enfionaris, waar in word geinfteerd, om de Staats-Vergadering van 's Haage naar Amfteldam te verplaatzen. In date d'-n 15 September 1787. Hoog Edele Gestrenge Heer! Daar wy in het zekere onderricht zyn, dat de Pruisfifche Troepes niet alleen den Gelderfchen bodem betreden hebben, maar zelf reeds zoo verre zyn geavanceerd, dat dezelven meer dan waarlchynelyk tot aan het territoir van deze Provincie op de hoogte van Dalem by de Stad Gorinchem zyn genaderd, zoo hebben wy gemeend dat het conti, nueeren der Staats-Vergadering in eene open Plaats, gelyk den Haag, alle vryheid van deliberatien zou beneemen en de Staats-Leden exponeeren. Wy twyffelen geenszins of deze tyding zal reeds in 's Haage bekend zyn , eri eene buitengewoone convocatie hebben veroirzaakt, anderszins verzoeken wy inftantelyfc, dat dit hoe eer zoo beter mag gefchieden, alzoo het voorengemelde wegens den gezegden aanmarsch in geen den minflen twyffel. kan werden getrokken; by welke gelegenheid wy U Hoog Ed. Geftrenge verzoeken, vermits de Heeren onze Gedeputeerden, heden avond alhier geretourneerd, niet prefent zullen kunnen zyn by eene te houdene extraordinaire Vergadering op de voorfz. ingekomene tyding; om te declareeren: dac wy volflrekt van begrip zyn, dat in de tegenwoordige conjuncfure de Staats-Vergadering niet langer in 's Haage kan of mag werden gecontinueerd, maar naar eene befloten meer verzekerde Plaats behoord te werden overgebracht, waar toe wy meenen dat de Stad van Amfleldam in de eerfte plaats in aanmerking kan komen: wy vleijen ons, dat deze onze conflderatie van zoo veel gewikt is, dat deswegens geene tweederley opinien zullen kunnen plaats hebben, We»-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. vecrgevaUm. S? Wcshalvea wy genegen »yn» om de Heeren on* ze Gedeputeerden by continuatie ter Staats-Verga» deiring te doen compareeren, byaldien dezelve haaf éene voor dit moment veiliger Plaats, en wel baat de Stad van Amfteldam, zal zyn overgebracht. Ia het vertrouwen dat ü Hoog Ëd. Geftr. zich wel zult gelieven te chargeeren, pm het Voorfehreven als ons Stads-Ad vys ter Staats- Vergadering in te brengen, zoo houden wy Ü Hoog Ed. Geftrenge aan» houdend Gödbs befchermïog aanbevolen, en bly«» yen met byzondere gevoelens van hoogachting» Hoog Edel Gejirenge Heerl (Onder ftond,) U Hoog Edel Geftr. Dienstwilligft én goede Vrienden, .Dordrecht, Burgemeesteten, Oud.Raai 4eo ij September tien en Goede Lieden van 1787. den Achten der Stad Durd» recht» (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezeïveii, jN9. 9357. Refolulie van Hun Èd. Gróót Mogeïtden dé Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, ietrekkelyk de vier bovenstaande Nommers. In da» to den 16 September 1787. De Raad-Penfionaris heeft ter Vergaderlog ge* communiceerd een Misfive door de Heeren Cantkr Camerling en van Toülon, twee der Gecommitteerden ter defenüe dezer Provincie $ aaa hem uie Goriachem den ijden dezer gefchreven, met eeo Eyiaag, concerneerende den aanmarsch van PruisfijTche Troepes; hier na geinfereerdj E 9 VootUf  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Vöbïts ontvangen een Misfive van Burgemeeste. ren Vroedfcbappen der Stad Amfteldam, gefcKreVeh aldaar den ijden dezer, ofFereerende baar '\ voorgevallen. 71 men, ten besten dezer Provincie, waar op met allen fpoed Hun Edele Groot Mogenden Refolutie verzoeken. Edele Groot Mogende Heeren! Na dat wy met de Heeren, Commandant van der Capellen, Collonel van Sternbach , en Contrarolieuf Generaal van de Hollandfche Fortificatiën de Bock, eene zeer bedaarde en ernftige conferentie hadden gehouden, over de mooglykheid tot defenfie dezer Stad in het geval van eenen vyandelyken aanval, hebben wy geene de minlte bedenking gevonden , om ons compleet te conformeeren met eene Propofitie, door den Heere Commandant van der Capellen, aan ons gedaan, en vervolgens daar op te neemen zoodaanige provifioreele Refolutie, als het nevensgaande ExtraCt, waar toe wyde vryheid nemen ons konhejdibalyen te refereerec, ü Ed. Groot Mogenden nader zal doen zien ; wy hebben daar in. te minder zwaarigheid gevonden, door dien de Steden Vianen en Utrecht nu reeds geëvacueerd zynde, hier door den weg voor de Vyand in de Provincie van Holland reeds openftaat, en in het byzonder ook, daar wy eedeftitueerd zyn van bekwaame Artilleristen, m flaat om het Gefchut te doen macceuvreeren, zoo wel als van de vereischte forcevan Guarnifoen; wy vertrouwen derhal ven, dat U Ed. Groot Mogen» den, lettende op den toeftand, waar in wy ons bevinden, en daar het verwoesten van onze Vesting, en het vergieten van bloed, het eenigevooruitzicht is van eene kortftondige defenfie , onze verrichtingen zullen approbeeren, en verder zoodaanige maatregelen nemen , als ten besten van deze Provincie zullen oirdeelen te behooren; waaromtrent wy verzoeken Uwer Ed. Groot Mogenden Refolutie met allen mooglyken fpoed te mogen ontvangen. _ ,, , Hier mede eindigende, bidden wy God AlmachE 4. llS*  7* Verzameling vM Stukken betrekkelyk té tffe, dat Uwer Edele Groot Mogenden Raadsb* fluiten m het criticque tydftip, waar in deze Pro. vincie, en met haar, het Vaderland zich bevinden, aoor zyne krachtige invloed beftuurd, mogen ge' zegend zyn; terwyl wy blyven, & Edele Groot Mogende Heeren! (Onder Jiond,) Uwer Ed. Groot Mogenden onder» daanige Dienaaren, ^GT°?QCb?m\ Drosfaard, Burgemeeste. den 16 September mH en Regeerders der J787' Srarf Gorinchem, (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) S. G. Brouwer. ExtraÜt uit het Register der Refo. lutien van de Ed. Groot Achtb. Heeren Drosfaard, Burgemees. teren en Regeerders der Stad Go. rinchem. In dato den 16 Sep. tember 1787. Op^het geproponeerde van den Heere Commandant dezer Scad van der Capellen, dat zyn Ed door een ontvangen Misfive, van wegens Hun Ed! Mogenden de Heeren Gecommitteerden ter defer. fie dezer Provincie en de Stad Utrecht, gefchreven den aöften dezer, alzoo m het zekere onderricht synde, dat de Stad Utrecht, en ook, zoo verzekerd word, Vianen, reeds waren geëvacueerd van alle bezetting, en dat vervolgens in confidentie zoude komen, om de Manfchappen, waar mede die Plaatfen waren bezet geweest, te doen po komen; dat dit alles aan zyn Edele, op wien de iSouverein dezer Provincie, door het demandeeren I van het Commandement, alle vertrouwen gefteld Ihad, dan ook gelegenheid had gegeeven, om met { haare opiniën voor den anderen te verbergen , mo. f een wy niet ontveinzen, dat, hoe zeer alle de pre-j 1fente Leden op zich zelve zouden verlangen, om. ikonde het zyn, aan de wenfehen van welgemelde •1 Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen te ge1 moet te komen, echter aan de eene zyde ccn grooc gedeelte derzelvcn, voor als nog, in geecerley Jwyze heeft kunnen bevroeden, op welk eene, I voor 's Lands welzyn genoeg dienftige en nuttige i vryze, de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogen* 4 den, byzonder met betrekking tot de executie van i haare Militaire, Politicque en Finantieele bevelen» ï buiten derzelver tegenwoordige Refidentie (die I door Hun Ed. Groot Mogenden daar toe, met zoo I veel reden, voorheen, en by expresfe Refolutie 1 is geëligeerd) zal kunnen worden gehouden, en zulks wel, na dat dezelve Vergadering, met alles I dat daar toe relatief is, of^van dependeert, federt J zoo lange jaaren, onafgebroken, alhier gefixeerd 1 is geweest, terwyl aan den anderen kant, het ani dere gedeelte de.Misfive en invitatie van meergemelde Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen ) heeft overgenomen. En daar dierha'ven deftaat der tegenwoordige deli liberatien ons geene vryheid laat, omme, voor f als nog de Vergadering van hier na elders te trans| porteeren; is het uit dien hoofde, dat wy, die met grievend leedwezen ondervinden, dat reeds b ver-  80 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verfcheiden Leden der Vergaderirjg van Hun Ed. Groot Mogenden zich vaD hier hebben geretireerd , daaromme Ulieden, by alles wat den Lande dierbaar is, in dezen nood, en daar door de overgaven van zoo veele Steden, het water tot aan de lippnn gekomen, en het nemen van heilzaame en prompte raadflagen allerpresfantst is, met den meestenern?e verzoeken en óetesteeren, om bovengemelde ónze conlideratien nader te overwegen; met allerdriügendfte inftaütierdat Ulieden derzelver Heeren Gedeputeerden tegen'morgen avond, welke zyn zal den i8den dezer, de klokke agt uuren, alhier in den Haage gélieven te doen fifteeren, ten einde wy met dezelven terftond in conferentie mogen; treeden, en verder, zoo met Ulieden, als de verdere Ledea der Souvereiniteit van- deze, eertyds zoo gelukkigeen eendrachtige Provincie, alle krachten mo. gen infpannen, om den verderen voortgang van *s Lands onheilen, met zoo veel mooglyke eenpaarigheid, en op eene wyze de waardigheid van Holland alleszins pasfende, te keer te gaan, en, tot in de Jaatfte uuren, blyken te geeven van dat zuiver attachement voor de belangens van den Lande, en de Perfoonen van Ulieden, met welke wy Ulieden de befcherminge Godes bevelen. Gefchreven in den Haage, den 17 September 1787. Ter Ordonnantie van de Staaten. No. 3361. Misfive van Hun Ed. Groot Mogenden ds Heeren Staaten van Holland en WesuFrieslandaan de Regeering der Stad Amfieldam, over het zelv de onderwerp. In dato den 17 September 1787. Erntfe'ste , Wyze , Voorzienige , Dis. creete, Lieve, Getrouwe l Wy accufeeren mits deze de receptie der Misfive  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 81 flve van Ulieden van den I5den dezer, by welke dezelven, uit hoofde der zekere informatien vaa den vollen aanmarsch der Pruisfifche Troepes, als medewyl, de gewoone Refidentie-plaats van Hun Ed. Groot Mogenden een onbefloten plaats zynde» men ligtelyk tot dezelve, (byaldien de voorfz» Troepes zich van eenige Frontieren mogten meester maaken) konde doordringen, wel de goedheid gelieven te hebben, aan Hun Ed. Groot Mogenden, gratieufelyk, derzelver Stad aan te bieden, tot bet houden hunner deliberatien, met ernftig verzoek, dat Hoogstdezelven, zich, zonder uit. ftel, derwaards gelieven te begeven. Ten vollen penetreerende de esfentie van dit aan» bod, voor het welk wy de dankbaarfte erkentenis betuigen, zouden wy, indien wy vermeenden dat de zaaken daar toe eenigzins gefchikt waren, daar aan gaarne, met zoo veel bereidwilligheid als fpoed, voldoen. Dan, daar het den Leden van een en dezelve reprasfentative Souvereiniteit niet voegen zoude, byzonder in een tydftip als het jegenwoordige, haare opiniën voor den anderen te verbergen, mogen wy niet ontveinzen, dat, hoe zeer alle de prefenteLeden op zich zelve zouden verlangen, om, konde het zyn, aan de wenfchen van Ulieden te gemoet te komen, eqhter aan de eene zyde een groot gedeelte derzelven, voor als nog, in geenerley wyze heeft kunnen bevroeden, op welk eene, voor *sLands welzyngenoeg dienftige en nuttige, wyze, de Vergadering van Hun Ed.Groot Mogenden, byzonder met betrekking tot de executie van haare Militaire, Politicque, en Finantieele bevelen, buiten derzelver tegenwoordige Refidentie, (die door Hun Ed. Groot Mogenden daar toe, met zoo veel reden, voorheen, en by expresfe Refolutie, is geeligeerd) zal kunnen worden gehouden, en zulks wel, na dat dezelve Vergadering, met alles dac daar toe relatief is, of van dependeert, federt zoo lange jaaren, onafgebroken, alhier gefixeerd is geXLVII. Deel. F weeet,  82 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot weest, terwyl, aan den anderen kant, het andere gedeelte de Misfive en invitatie van Ulieden heeft overgenomen. En daar dierhalven de ftaat der tegenswoordige deliberatien ons geene vryheidlaat, omme, voor als nog, Ulieder aanbod te accepteeren, en de Vergadering van bier naar elders te tracsporteeren, is het, uit dien hoofde, dat wy, die met grievend leedwezen ondervinden, dat reeds verfcheiden Leden der Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden zich van hier hebben geretireerd, daaromme Ulieden, by alles wat den Lande dierbaar Is, in dezen nood, en daar, door'de overgaven van zoo veele Steden, het water tot aan de lippen gekomen, en het nemen van heilzaame en prompte raadflagen allerpresfantst is, met den meesten ernst verzoeken en obtesteeren, om bovengemelde onze confideratien nader te overwegen; met allerdringendfte ïnftantie, dat Ulieden derzelver Heeren Gedeputeerden tegen morgen avond, welke zyn zal den 18 dezer, de klokke agt uuren, alhier in den Haage gelieven te doen fifteeren, ten einde wy met dezelven terflond in conferentie mogen treeden, en verder, zoo met Ulieden, als de verdere Leden der Souvereiniteit van deze, eertyds zoo gelukkige en eendrachtige, Provincie, alle krachten mogen ïnfpannen, om den verderen voortgang van 's Lands onheilen, met zoo veel mooglyke eenpaarigheid, en op eene wyze, de waardigheid van Holland allezins pasfende, tekeer te gaan, en, tot in de laatlte uuren, blyken te geven van dat zuiver attachement voor de belangens van den Lande, en de Perfoonen van Ulieden, met welke wy Ulieden de befcherminge Godes bevelen. Gefchreven in den Haage, den 17 September 1787. Ter Ordonnantie van de Staaten. No,  de Gebeurtenis jen in 1787 enz. voorgevallen. 83 •N0. 3362. Refolutie van Hun Ed. Groot Mot-enden de Heeren Statiën van Holland tn West Friesland, betrekknyk de vier bovenjtaande Nommers. In da» to den 17 September 1787. 's avonds ten 8 uuren. De Raad-Penfionaris heeft ter Vergadering bekeDd gemaakt, dat de Penfionaris der Stad Gorinchem , dezeB avond aan hem gecommuniceerd had een Misfive van de Regeering derzelve Stad over de affligeante gebeurtenis, waar door dezelve Stad in de macht, van den Vyand was geraakt; het geen hy van die importantie had geoirdeeld, dat hy gemeend had, de Vergadering van Bun Ed. Groot Mogenden daar op nog dezen avond te moeten beleggen , te meer, daar hem die tyding was geconfirmeerd door den Contrarolieur-Generaal van de Fortificatiën de Bock, dewelke zelfs in Perfoon die gebeurtenis in de Vergadering heeft bevestigd: volgende de voorfchreven Misfive hier na geinfereerd. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, by deze te arrefteeren de navolgende Misfives, en dat dezelve wegens Hun Ed. Groot Mogenden aan de abfente Steden, en byzonder aan de Stad van Amfteldam, zullen worden afgezonden. Aanteekening der Steden Delft en Leyden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft en Leyden hebben zich in de voorfz. deliberatie niet ingelaten. Aanteekening der Stad Amjleldam. De aanwezende Gedeputeerde der Stad Amfteldam heeft, met inhsefie van deszelfs Declaratoir in de Notulen van heden middag geinfereerd, verklaard tot de bovenftaande Refolutie niet te hebben geconcurreerd, maar dezelve gecontradiceerd,  84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en daar tegens geproteffeerd, als genomen by zes Leden der Vergadering tegens de bevorens uitgebrachte vota van tien Leden: referveerende aan de Heeren zyne Principaalen zoodaanige nadere aanteekening als dezelve zullen te rade worden. Accordeert met de voorfz, Refolutien. No. 3363. Refolutie van de Heeren Staaten van Hol. land en West-Friesland, behelzende Misfive aan de Regeering van Amjleldam tot hunne apparitie ter Sta'x'.s-Ver gaderingin's Haage en ten einde van de defet.fie hunner Stad af te zien. In dato den 20 September 1787. De Heeren GedeputeerJen der Stad Leyden hebben op fpeciaale lasr van de Heeren hunne Principaalen ter Vergadering geproponeerd, dat 'er van wegers Hun Ed. Groot Mogenden eene zeer ernftige Misfive aan de Regeering van Amfteldam zoude behooren te worden gezonden, om dezelve te exhorteeren, tot behoud van haare Stad, en ter confervatie van het zoo wezenlyk belang van deze Provincie, van het voornemen van defenfie te willen afzien, en dat by dezelve Misfive, nog heden per expresfe af,te zenden, wierde geinfereerd de als dan genomene Refolutie. En heeft de Raad-Penfionaris daar benevens gecommuniceerd de Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der S:ad Amfteldam, op gisteren aan hem gefchreven, Waar by, Hun Èd. Groot Mogen* den Refolutie van den i8den dezer voor onwettig houdende, als nog infteeren op het verleggen der Staats-Vergadering in hunne Stad. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verdaan, dat tot antwoord op de voorfz. Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Amfteldam zal worden geaddresfeerd de navolgende Refcriptie: Ede.  «fe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 8j Erntfeste , Wyze , Voorzienige , Dis. creete, Lieve, Getrouwe! De tegenwoordige gefteldheid van zaaken ons ïndispenfabel verplicht hebbende tot het nemen der Refolutie van den i8den dezer tot ophef der fus« penfle van zyne Hoogheid als Kapitein - Generaal &c, en tot herftel van Hoogstdenzelven in het Commando van het Guarnifoen van den Haag, by welke Refolutie zich federt gevoegd hebben de Steden Dordrecht, Leyden, Gouda, Rotterdam en Schoonhoven; flatteeren wyons, dat Ulieden, penetreerende de hooge noodziakelykheid der confervatie van '5 Lands rust, daar toe wel zult gelieven te concurreeren, met afzien van de by Ulieden genomen Refolutie op deze materie; mitsgaders van de inftantien tot het verleggen der Veigadering in Ulieder Stad; térwyl wy in het byzonder hartelyk wenfchen, en nogmaals Ulieden op het ernftigfte ver-, zoeken en obtesteeren, om met den meesten fpoed met ons te willen famen werken tot alle zulke heilzaame befluiten, waar door het behoud van het lieve Vaderland worde daar gefteld, en het welk nimmer beter zal kunnen worden tot effect gebracht ., dan door de onverwylde apparitie van Ulieden in onze Vergadering. Wy kunnen daarenboven niet afzyn Ulieden met allen nadruk te exhorteeren, om door het aanwenden van vigoureufe middelen van defenfie het lieve Vaderland in het gemeen, en Ulieder Stad in het byzonder, waar in wy hetgrootfte belang nemen, aan een onoverkomelyk gevaar niet bloot te ftellen. Waar mede &c. . Accordeert mei voorfz. Refolwien,. f3 m  85 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 3364. Refolutie van de Heeren Staaten van Hol. land tn West-Friesland, behelzende Approbatie van het verrukte in het hier by gaande R ippurt der Gecommitteerden iar, Hun Ed. Groot Mogenden by den Hertog van Brun'-wyk j en nader exhorta. toire Misfive aan de Redering van Amfteldam. In dato den 23 September 17K7. De Heeren Karel Geokge van Wassenaar tot Waifenaar uit de Orde van de tfidderfchap en Edeleo dezer Provincie, en Mr. Adriaan Jacob van der Does, Raad in de Vroedfchap en Oud-Schepen dér Stad Gouda, by Hun Ed, Groot Mogenden feefolutie van den 22ften dezer andermaal gecommitteerd by zyne Hoogheid den Heer Hertog van Brunjwyk tot een iüftantelyk verzoek, om met alle sa'.nadering van Troepes twee è driemaal vier- entwintig uuren re iuperfedeeren, ten einde aan de -Stad Amfteldam tyd te geven, om zoodaanige nadere Refolutien te kunnen temen, als tot afwending van alle onheilen /ouden kunnen ftrekken, hebben ter Vergadering Rapport gedaan, van hunce verrichtingen en wederbaren in de voorfchre.ven nadere Commisfie, "breder hier na geicfereerds Edele Groot Mogende Heeren! Wy hebben met den allerüicerften fpoed getracht te voldoen aan de order* van ü Ed. Groot Mogender, vervat in derzelver Refolutie van gister den setter!. En zyn op gister avond tegens twaalf uur te Schoonhoven gearriveerd: heden morgen voor vyf uur bekwamen wv audiëntie -by zyne Door•Jncbrige Hoogheid. —-i Wy (relden Hoogstdenzelven den tegenwoordigen fta^c der zaaken voor, met betrekking tot de Stad van Amfteldam, en het gewicht, de aangelegenheid, en den vuurigen wensch van UEd. Groot Mr-genden, om ook derzelver Gecommitteerden ter dagvaart weder te zien verfchynen. **■ i En  4e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 87 En alzoo alle middelen van perfuafie moesten aangewend worden, en daaromtrent tyd tot bedaarde beraamingen noodig was, zo hebben wy van wegen U Ed. Groot Mogenden den Heer Hertog inftantelyk verzocht, om de aannadering der lroepes zoo veel mooglyk, en konde het zyn eenige etmaalen, te doen cesfeeren. Wy hebben alle de zwaarigheden en gevaarlyke gevolgen, die eene fpoedige aannadering na zich zoude liepen, met den grootften nadruk daar gelteld. De Hertog erkende onze ftellingen , en zeide» „ dat het hem fmerte, meer als wy konden den„ ken, dat de zaaken zoo ver gekomen waren: dat „ het zyne fchuld niet was, vermits een enkelde beleefde Misfive aan haare Koninglyke Hoog„ heid voor vyf of zes weeken gefchreven dit al,, les zoude voorgekomen hebben; dat nu de eer „ van den Koning hem niet toeliet terug te tree- den, en vermits de Koning alleen op de fatis,, faflie ftondt, moest dezelve ook met eenpaang,, heid gegeven worden, byzonder ook met in„ ftemming van Amfteldam; dat dus al wat den „ Hertog doen kon alleen daar in beftondt, van het „ zoo langzaam mooglyk te doen; dat in dien zin ,, alleengunftig konde antwoorden; datzynHoofd„ Kwartier heden reeds te Alphen zoude zyn, en ,, dat morgen alles in dien omtrek verzamelde. Als mede dat de Troepes van Abkoude en Nieuwer„ fluis, waar af hy meester was, ook in beweging „ waren, dat hy dus in alle deze beftemmingen niets anders doen kon, dan zoo veel tyd te gee„ ven, als zyn plicht omtrent den Koning hem ee„ nigszins kan toelaten; dat de Koning alleen de Ja» ,, tisfacïie eischt, en zich vast niet in de Conjtitutie „ wil mengen, en dat de bekoming derzelve zal decidee,', ren de volbrenging van zyn Commisfie, en de daa» „ delyke maatregelen tot terug trekking van 's Koning* „ Krygsmacht (*)." w^ (*1 Men zie ook ds Nota, dodr den Hertog van Brums. w F 4 wïS  88 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Wy hebben dit met alle heuschheid beantwoord, zyne Hoogheid vervolgens te Paard verzeld tot Gouda, aldaar nader affcheid van denzelven genomen, en ons met allen fpoed herwaards begeven. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, de voorfchreven Heeren voor derzelver genomen moeite te bedanken, en hunne verrichtingen volkomen te approbeeren en te laudeefen; en dat voorts Oopie van het voorfz. Rapport by eene nog nader exhortatoire Misflve, in maniere hier na volgende « gezonden zal worden aan Burgemeesteren en Regeerders der Stad Amfteldam. ' i, ....... Erntfeste, Wyze, Voorzienige, Dis. creete, Lieve, Getrouwe! De Heeren van Wassenaar tot Wasfenaar, en van der Does, by onze Refolutie van den 22ften dezer andermaal gecommitteerd by zyne Hoogheid den Heer Hertog van Bronswyk, zoo als wy Ulieden ten zeiven dage Hebben geinformeerd, op heden in onze Vergadering rapport gedaan hebbende , van hun wedervaaren by gemelde Heër Hertog van Brunswyk, kunnen wy niet afzyn, een Copie ■van het zelve Rapport ten allerfpoedigften aan Ulieden te doen geworden, en als nog, met al dien ernst en aandrang, als het belang van een zoo aangelegen zaak, voor het behoud van de geheele Republyk in het byzonder, komt te vorderen, Ulieden te verzoeken en te obtesteereri, van toch niet langer uit te ftellen, om met ons, die heden het yrrs. aan de vier Gecommitteerden uit de Regeering en £urgery der jjta(j Amfteldam overgegeven in het I. Deel dezer Verzameling,' U. 213, en leze vervolgen? in dat ?elfo!e Deel, bl. 271, 300, 302. //. Deel, 11. 27, 28,' 4r, 53.' 10^,' iig, 120, 124., 187 &c. en hier voor Jtfo. j}3*fi 4-i. 'pW Sïn öügulier contrast oniwaat te jümtiétn • f. % '  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 83 het genoegen hebben gehad de Gedeputeerden der Stad Alkmaar, als een zeventiende Lid, by onze deliberatien tegenwoordig te zien, gemeenfchappelyk te overleggen en refolveeren de zoo noodige $8 presfante maatregelen, waar door het lieve Vaderland , in wélkers behoud Ulieden niet minder als wy het allergrootst belang hebben, van een anderszins onvermydelyk bederf, nog eerde kwaal ongeneeslyk is, bewaard moge blyven by de zoo duur gekochte Voorrechten en Vryheden, en op dat de Koophandel, welkers oude bloey voor 's Lands inkomften van eenen zoo merkelyken inyloed is, nog niet geheel verlooren ga, en daar door 's Lands Ingezetenen niet langs zoo meer tot een kwynende afneming van vermogen geraaken; wy hoopen dat Ulieden van het belang voor het algemeene welwezen, en van Ulieder Stad zelve» zoo zeer overtuigd mogen zyn, dat wy het genoegen kunnen hebben Ulieder Gedeputeerden in onze Vergadering te zien, om gezamentlyk, met aflegging van alle andere confideratien, als die eene direöe betrekking hebben op onze weleer zoo bloeijendeProvincie» en haaren voorigen welftand, de belangens van het lieve Vaderland te bevorderen; en dat, naar maate de nood thands te fterker dringt, ook zoo veel te prompter Ulieder heilzaam befluit, om onze Vergadering te helpen voltalig maaken» werde daar gefteld. r Waar mede &c. Accordeert met voorfz. KefolutietU » F 5 No.  l Regenten voor domesticq verklaarende, te annulI leeren en buiten effect te ftellen, en dat geene anI dere, als de wettige Regenten der Steden, zullen. wor-  $5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot worden erkend, noch in de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden geadmitteerd, wordende daar by verder de door geweld ingedrongen nieuwe Raa-i den verklaard van die posten vervallen te zyn, en; ten fterklten gelast zich in het minfte met geen di-< redtie van Staats- of Stads zaaken te melleeren, eni te verwachten dat door gemelde Heeren Gedepu-i teerden geen zwaarigheid zal worden gemaakt, om te homologeeren en gaaf en zonder eenig accron ceement zich te conformeeren met alle de Refolu.j tien, by Hun Edele Groot Mogenden geduurendej derzelver abfentie genomen; en dat gemelde Hee-< ren dan ook niet anders, uit krachte van haar voo» rig Credentiaal, worden geadmitteerd, dan onge-^ prsjudicieerd de voorfz. Refolutie van den*22Uenj September laatstleden, edoch by de gemelde Heeren Gedeputeerden der Stad Amfteldam hier in gedifficulteerd en gedeclareerd zynde, dat door dej Heeren hunne Principaalen gelast waren, te concur-j reeren tot het geven van fatisfadtie aan haare Ko-j ninglyke Hoogheid Mevrouwe de Prinfesfe van O-j rarje, zoodaanig als dezelve door den Heer Envoyé \ van Thulemeybr by deszelfs Note in dato den» pden September is gevorderd, voor zoo verre daar l aan niet bereids is voldaan; terwyl zy zich voor als j nog in geene verdere deliberatie konden inlaten; ena wyders door alle de overige Leden eenpaarig ver-ï klaard zynde over het poinct van fatisfactie, by de; Note Verbale van den Pruisfifchen Envoyé vaNR Thülemeyer van den oden September laatstleden i vermeld, in geene deliberatie met gemelde Heereni Gedeputeerden te kunnen treden , voor en aleer: door dezelve aan het billyk en rechtmaatig verlan- \ gen van deze Vergadering tot de voorfz. homologa-J tie zal wezen voldaan, zyn de gemelde Heeren opi het ernftigfte verzocht en ten krachtigften geëxhor->f teerd, om, in aanmerking van het eminent gevaar, j waar in haar Stad en het gantfche Land zich be-. vindt, by de Heeren hunne Principaalen alle meest: krachtige devoiren te willen aanwenden > ten einde: van il  de Gebeurtenis/en in 1787 enz» voorgevallen. 07 van toereikenden last op het fpoedigfte worden voorzien, waar van gemelde Heeren hebben aangenomen aanftonds per expresfe te zullen kennis geven. Accordeert met voorfz. Refolutien. Stukken betrekkelyk de Stad Heusden, loopende van N3367 tot N'. 3385 ingeiloten. No. 3367. Aanfpraak van Fr. Ad. van der Kemp aan de Burgery der Stad Heusden, ter aanmoediging tot redres hunner Stedelyke grieven, In dato den i January 1787. Eindelyk, Heusdenaars! is de groöte dag aanuaande, op welken de heilzon der Vry heid van U zal fchyuen, indien gy wilt —- voor U, de eerften onder die duizenden van Hollands Ingezetenen, welken, fchoon hunner Voorouderen bloed voor de Vryheid ftroomde, fchoon zy met de meest bevoorrechte Stedelingen in alle de lasten, ten gemeenen wel» zyn dienftig, deelen; — 't federt ruim twee honderd jaaren van alle de voordeden, door welke dit bloed alléén betaald, die lasten alléén kunnen opgewogen worden, verftoken bleven, 't Is waar, Heusdenaars! ruim twee honderd jaaren heeft het U mogen gebeuren, onder de zachte Regeering van Hollands geëerbiedigde Staaten, by het ongeftoord genot uwer bezittingen bewaard te blyven, — twee honderd jaaren zoo veel heils deelachtig; zoo goedertieren geleid te worden, tot welks volbrenging men U meende te moeten verplichten, damgy nauw. lyks uwe boeijens gevoeldet — nauwlyks wist — dat gy boeijens met U omdroegt — nauwlyks naar derzelver bevryding verlangdet—maar, Heusdenaaren! ook federt ruim twee honderd jaaren blyft XLVII. Deel. G gy  o8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gy van het onwaardeerbaar genot der Vryheid, welker flaauwe fchemering uwe Voorouders aanmoedig* de, om den dwingeland Philips het Graafelyk ge. zag te ontweldigen — verftoken; federt twee honderd jaaren blyft gy — in weerwil der afgefchudde Spaanfche dwingelandye — blyft gy in den eigenlyken zin — hoe hard U het woord valle —Slaa. ven! zyt gy, hoe malsch de wyze moge wezen, onder het juk! Juicht, Heusdenaaren! juicht over het opgedaagde tydftip, in het welk gy dit zoo vernederend juk Voor altoos zult verbreken, verbryzelen, Heusdenaaren! dat ook op geene uwer Kinderen fchouderen éénig ïpeur van dit, om U te bedriegen met fluweel bekleede, juk overblyve; dat ook de gedachtenis zelfs van dit, door onwaardige Belgen bezongen , juk in de vergetelheid worde verloren. Ik verblyde my reeds in dit vooruitzicht, om dat ik uwen moed kenne; ik durve ü hier toe aanzetten, U voor den goeden uitflag inftaan, om dat ik van uw recht tot dien gewigtigen ftap overreed ben; om dat ik de veelvermogende dryfveeren, welke U tot denzelven verplichten, kenne ; om dat ik buiten twyffel ftelle, dat Hollands wakkere Palinuuren, en hoe veelen zyn tot dezen naam gerechtigd? uwe manmoedige poogingen bewonderen ; dat Hollands Staats-Vergaderinge zich over denaanwinst van zulk een waardig Lid, als uwe Stad, zal verblyden. Uw recht Heusdenaaren! is boven allen twyffel, indien gy Menfchen zyt, indien gy als Leden van een vry Gemeenebest, waar eene volkomene gelykheid van rechten en belangens, indien al niet van rangen, plaats moet vinden, zult kunnen aangemerkt worden, ten ware men Uin de verachtelyke klasfe van Onderdaanen rangfchikken wilde: maar, wat fpreke ik van uwe rechten, daar de heerschzucht deze nauwlyks durft betwisten, daar de billykheid uwer eisfchen ook door de zulken erkend wordt, welken in derzelver verydelinghun byzonder be-  de Gebeurtenisftn in 1787 enz. voorgevallen, 09 belang waanen te vinden, daar thands de leere van 's Volks alvermogen algemeen hulde bewezen, en de waarheid, dat Stedelyke belangen ook Stedelyk behartigd, Stedelyke en Pliatfelyke grieven Stedelyk en Plaatselyk herfield moeten worden, algemeen | word geëerbiedigd. Gy zier., Heusdenaaren! dat ik U niet wyze naar | uwe oude Privilegiën, gelyk ik zoude kunnen: zy mogen dienen, om uw tegeoswoordig lot te verI zachten; zy blyven de merkteekenen uwer flaaver:: ny onder de Graaven, maar verlooren haare kracht li by het vernietigen van dat overweldigd gezag, toen l alles in uwen boezem te rug keerde; zy mogen de I baatzucht vleijcn, maar kunnen de breuke des Volks II niet heelen, dat nu moet zoeken om zich als vrye 1 lieden te doen gelden, en die Rechten aan hunne ; Kinderen te verzekeren ; dat nu zich moet wachten, f om de hooge bezitters hunner verlorene of ontroofl< de Rechten, door hunne vrywillige toeftemming J L ook niet by onderlinge fchikking, derzelver voortduuirend genot te verzekeren, Heusdenaaren! welke ï] krachtige dryfveeren moeten u in uw grootmoedig 1 voornemen Herken! plicht en belang — anderer ivoorbeeld en aanmoediging: nu of nooit, Heusdeinaaren! Een Volk ontworftelt geen tweemaal de iflaverny; bet moge dan eens door wanhoop gedrein ven, het juk affchudden — maar verandert flegts ivan Meesters. Dit zoude het geval onzer Voor» i ouderen kunnen fchynen, maar is het zeker niet» ÜGy hebt de Vryheid nooit deelachtig geweest, e;iven weinig als zy, die den dwingeland Philips beIftreeden, en om de dwingelandy —■ niet dachten, ii en alles gered waanden, toen zy Philips hadden lïafgezwooren. Zy mistrouwden hunne waardige Lei» I ders — hunne braave Hoofden, niet — dachten niet H eens, om zich het genot der waare Volks Vryheid s« te verzekeren, en zouden even goedhartig, — even «zorgeloos, zich gebogen hebben onder het gezag I van den grooten, door hun billyk geëerbiedigden , il beminden Willem van Oranje, als kort daar aan G 2 ©n*  ioo Verzameling van Stukken letrekkelyk tot onder dat der Heeren Staaten. Nu of nooit, derhalven «— nimmer zal zulk een gunftig tydftip weer opdaagen ; nimmer zal u de Vryheid zoo vriendelyk weer aanblikken. Is plicht niet voldoende! uw belang, uwer Huisgezinnen , uwer Nakomelingen belang, raadt u zulks aan, eischt zulks van u, moet u blyhartig éénige moeijenisfen doen verduuren; Wyk by Duurfte» de kan u ten voorbeeld, ten prikkel, ftrekken. In aanzien, in vermogen, in fterkte, in talrykheid der Inwooners verre beneden u, trekken de Wykenaaren den aandacht van gantsch Nederland tot zich; wisten, toen zy geheel alleen ftonden, zich te doen eerbiedigen; herftellen hunne Stedelyke Rechten rustig, moedig, zonder op het bedreigd geweld te verbleeken, en werden, buiten 's Lands zelfs, van belangs genoeg geacht voor lof en laster. Zy ftaan nog — tot op dit oogenblik — onbezweken , alléén door hunne eigene kracht; en gy — zoudt aarzelen! — neen, Heusdenaaren! dan zoude ik my fchaamen tot uw loffelyk Genootfchap van Wapenhandel te behooren. Gy zult flaagen —— ik durveu met den uitflaggeluk wenfchen, indien gy moeds genoeg hebt om het te ondernemen , indien gy der Vryheid waardig zyt. Wy hebben'hier noch Gelderfche noch Amersfoortfche Staaten : de Hollandfche Vergadering kent beter de belangens, de Rechten, van vrye Ingezeten — weet beter beide te eerbiedigen —— te onderfchraagen. Hollands Vaderen zullen Heusden niet be-Elburgen; de onderftand aan de Stad Utrecht verleend, uit Hollands Magazynen, moet u hier ten waarborg ftrekken, indien de mondelinge betuigingen der voornaamfte Staatsmannen, indien de Staatsgewyze verklaaringen, u eenigen t-wyAvl overlieten. Hollands Vaderen eerbiedigen te veel 's Volks onvervreemdbaare Rechten, om hetzelve in de beheering zyner domeftique belangens te dwarsboomen, om het zelve het herftel zyner Stedelyke grieven te beletten, en weten, dat gy — gy  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 101 gy Heusdenaaren! en gy alleen, even als andere Scedeliogen —r tot dit werk zyt bevoegd en gerechtigd. Hollands Vaderen, — Hollands Palinuuren, kunnen ook niet voor alles zorgen — kunnen niet al het oneffene in ééns glad maaken — gy, gy moet uwe ftemme verheffen, duidelyk, met zoo veel nadruks als eerbied, laten hooren —— en tevens de handen aan het werk flaan: dit verlangen zy, en reikhalzen na het oogenblik, dat de Burgers het lang gerekt ftilzwygen breken. Zulk eene medewerking zal hunnen overmoeijelyken arbeid, hunne lastige Staatszorgen, verligten — zal hun fterken — zal hunne Staatsbefluiten, vooral in dit tydflip, eenen nieuwen klem geven, en onze Bondgenooten overtuigen, dat het Volk de overheerfching zoo wel moede is als deszelfs Hooge Vertegenwoordigers ; zulk een bedryf zal de Vyanden der Vryheid — hunne, uwe, Vyanden doen verbleeken. Denkt niet Heusdenaaren, dat uweMede-Burge* ren in andere Steden ftil zullen zitten; zy zullen op den wenk van Hollands Vaderen — in uwe be* gunfliging gegeven —r tot het herftel hunner be* zwaaren vliegen; zy zullende voetftappen van Hollands Vaderen drukken. —p Dezen, des mooglyk, trachten voorby te ftreeven —- uwe zaake de hunne maaken — uw voorbeeld voor het hunne kiezen, en den dag zegenen, op welken die van Heusden dit roemvolle werk begonnen —r voltooiden. Dien dag zult gy zegenen — die dag moet 's jaarlyks een dag van vreugde, een dag vandankzeggicgeaan den God van Nederland, worden voor U, voor Uwe Kinderen. Die Kinderen moeten, nog ftarnelende, de naamen van die Leden van Hollands Vergadering leeren, welken zich de eerften beieverden, om uwe ftem te doen gelden, om uwe eisfchente ftaaven. Kortom» Heusdenaaren 1 wees voor Holland, het geen Wyk was voor het Sticht, verdient aller braaven goedkeuring —- of wacht derzei- , G 3 ver  x02 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ver medelydend beklap, Ik wenfche te kunnen bJyven een Lid van uw Exercitie-Genootfchap. Fr. Adr. van der Kemp. No, 3368. Relaas van het gepas/eerde by de verandering der Magijlraat van de Stad Heusden door de Burgery aldaar, ln datis den 2 eni Januury 1787. Op den 2den January vergaderden de zes Geeonftitueerden, welken als de zoodaanigen op den 26 July en 4 September 1786 door een aantal Burgeren en Ingezetenen by Notarieele Procuratie waren aangefteld, benevens alle hunne Conftituanten in de groote Kerk, en vroegen hen of zy begeerden, dat de Regeering dezer Stad volgens het oud Privilegie, en naar inhoud van de Magiftraats-Reibïutie deswege reeds op den 27 December 1783 genomen , op heden veranderd, en daadelyk na die Verandering een vast Reglement zoude beraamd worden, waar door het oude Graaflyk Privilegie vernietigd, de aanftelling der Regenten aan de Burgery gebracht, en de oprichting van een Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery ingevoerd wierdt. Dit met ja beantwoord zynde, verzochten de Geeonftitueerden Vergadering van de Magijlraat tegen den volgenden dag, en lieten, na het aflopen van die Vergadering van Schout en Schepenen, verzoeken binnen te mogen ftaan; het welk wierdt geaccordeerd: waar op Geeonftitueerden, in de Vergadering van de Magiftraat verfchenen zynde, aldaar kennis gaven van het gezegde voornemen der Burgery, en deswegens verzochten de goedkeuring der Magiftraat, en authorifatie, om ten dien einde alles daar toe in gereedheid te mogen brengen, en byzonder om alle de Burgers en Ingezetenen bv openbaaren tromilag tegens den dag van den 6ütn January te mogen oproepen. Dit wierdt ter- ftontj  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 103 frondineewilligd; uit welken hoofde Geconftituelrden in de daar op volgende Vergadering van Schout en Schepenen aandrongen op het formeeren van eene Nominatie van zeven Perfoonen, om die, volgens het oud gebruik, aan den Drosfaard over te geven, ten einde hy daar van twee Perfoonen zoude uitfchrappen, om die plaatfen met twee Oud-Schepenen aan te vullen, op dat die vyf overgeblevene benoemde Perfoonen met de daar by geleegde twee Oud-Schepenen door den Schout beéédigd en ingehuldigd zouden worden. Aar1 dit verzoek der Geeonftitueerden wierd insgelyks door Heeren Schepenen daadelyk voldaan. Op dien zelfden das nog wierdt door de Geconftitueerdep met twee Ggere°cgh« Boden, wegens de afwezigheid van den Drosfaard en Schout, deszelfs Stedehouder 1 A Gerlach door twee onderfcheidene ïnlinuatien 'gefommeerd, om den 6den January des morgens ten half elf uuren op den Raadhuize te yerfchy^D , om als Drosfaard de voorfchrevene uitfchrapping van twee der zeven benoemde Perfoonen te doen , en derzelver plaatfen met twee Oud-Schepenen aan te vullen; en om voorts als Schout dezeven nieuwe Schepenen te beéédigen, met verbod echter, dat hv de twee Oud-Schepenen Abraham van Baak en ]anLodewvk Nolet, als welke, wegens hunnen tegenftand tegens het ingeroepen Privilegie, door de Burgery voor haare wettige Representanten mee langer zouden erkend worden, in plaats der twee uit te fchrappen benoemde Perfoonen met mogt verkiezen; en met declaratoir, dat hy, den 6den January ten half elf uuren op den Raadhuize met verfchynende, zou gehouden worden onwillig te zvn om aan de voorfz. fommatie te voldoen: gelys hy ook den volgenden dag den 4den January, by eene Contra-Infinuatie aan Heeren Schepenen en aan de Geeonftitueerden gedaan, zyne weigering te kennen gaf, en tegen al het te verrichtene protesteerde , en voorgaf het zelve aan te merken als een attentaat tegen het gezag van de Souvereine VerG 4  104 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tegen woordigers dezer Provincie, Dan Gecon- ™eJÏD' h!fr d?or eeensziDS afgefchriktzynde, deeden den jden January door alle de wyken en R!r^derTStad, by °Penb^ren tromflagï .He de r./Ic /Di,DgeZreteDen door eeD Gerechts-Bode, tegens den eden January des 's morgens ten elf uuren, op authorifatie van de Magiftraat oproepen, £ ^ H^UlC-ke,lykeAerklaariDg' datdie genen, welke als dan niet verfcheenen, zouden gehouden worden toe te ftemmen in alles wat alsdan door de ver. .gaderde meemgte zou befloten en verricht worden, JNaauwlyks was den 6den January verfchenen, of het Raadhuis wierdt op bevel van de Magiftraat door een Wacht van vier- en- twintig gewfpende ^n^erS/n,eeD WCT be*et* en ^n nfgen uuren kondigde het geluid van alle de klokken der Stad, /reduurerde een geheel half uur, aan alle de Bur* gers en Inwoonders eene buitengewoone gebeurtenis aan, terwyl het fpeelen op de klokken . ee- ifntl a W1,"di door het ëelui van alle de Het gelui der klokken ten half elf uuren ophoudende, en toen nog eenmaal door alle de Tamboers de vergadering geflagen zynde, verfche&n "«^^"neerden met den Secretaris der Stad op het Balcon van het Raadhuis, en vroegen v™^CT,Zerde meeDiSte af, of het hunlieder voornemen bleef, om met de verandering der Regeenng op den eden January voort te gaan ? 't welk met ja wierdt beantwoord. Waar op de Geconftïtueerden door één hunner een Declaratoir aan de vergaderde Lieden deeden voorlezen, waar in alle étn ntt^tlW0 dTde .Burgeryontflagen wierden uit den ééd, welke zy in den jaare 1783 hadaen afgelegd ; met dankzegging aan de Heeren Dr. F. F. Leemans, F. Rant, G. de Kook, D. Pa. pet, J, A. RiBTVKtDTen C. W. Probstinc, als welke, door hunne medewerking tot de hierboven, geroemde Refolutie der Magiftraat van den 27 De. cember 1783, in het ontwerp hadden ingeftemd: ca  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 105 en met betuiging van de hoogfte verontwaardiging ' voor de Heeren Adam Rauws, Jan Lodewyk Nozet en Abraham van Baak, als welke, door hunne Nota Ven Protesten, tegen die Refolutie zich verzet hadden, en waarom deze drie Raaden verder Verklaard wierden verbeurd te hebben hunne posten, ais Oud-Raaden, met verbod, om nimmer die hoedaanigheden te mogen aannemen, en met Dei claratoir, dat zy voortaan nooit tot Regenten, of ! tot eenige Stadsbedieningen, zouden verkiesbaar 1 zyn, Elk riep weder met luider ftemme ja, het ji'geen ten gevolgen had, dat dit voorgelezen Declarai toir aan den aanwezen den Secretaris openlyk wierdt overgegeven, met verzoek, om hetzelve in naam I der Burgery in het Register der Magiftraats Notulen in te fchryven, en daar van aan elk der ge1 melde Heeren een Copie authentiek tot zyn naricht te doen toekomen, het welk door den Heer Secre: taris aangenomen en beloofd wierdt. Hier op wierdt : de bovengemelde Contra-Infinuatie, door den Ste: dehouder J. A. Gerlach op Donderdag den 4den | January aan de Geeonftitueerden gedaan, aan het 1 Volk voorgelezen; dan ook dit geen verandering in de vergaderde menigte te weeg brengende, < wierdt de Drosfaard én Schout nog driemaalen door ! een Gerechtsbode uitgeroepen, doch niet verfchyI pende, yerrichtede de vergaderde menigte nu zelfs, I het geen de Drosfaard, tentydenderGraaven, van 1 's Heeren wegen gedaan heeft, en keurde toen twee Perfoonen van de zeven benoemden af, der! zei ver plaatfen met twee Oud-Schepenen aanvullen! de: welke vyf overgeblevene benoemde Perfoonen : en de twee verkorene Oud-Schepenen, door een ] Commisfie uit de' Geeonftitueerden , voorgegaan i door twee Stadsboden, op st Raadhuis verzocht en I geleid zynde, wierden dezelven, ten aanzien van I de vergaderde menigte, door de Geeonftitueerden, I als daar toe in plaats van den afwezig zynde Schout I door het Volk gemachtigd zynde, in tegenwoorI digheid van den Secretaris der Stad, welke de in6 G 5 houd  iqó* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot houd van den ééd aan hun voorlas, openlyk be» éédigd, als Schepenen ingehuldigd, en voorts verzocht, om daadelyk tot de verkiezing van drie Burgemeesteren over te gaan, het welk door.hun verricht, en de drie nieuwverkozeneBurgemeestexen aan het Volk voorgeft.eld, en dqor de vergader» de meenigte wegens die verkiezing een hoezee op. geheven zynde, wierden deze drie nieuw aangestelde Burgemeesteren, door eene Commisfie uit de Heeren Schepenen en uit de Geeonftitueerden, weder voorgegaan door twee Stads Boden, insgelyks ten Raadhuize begeleid, en ftaande voet op dezelfde wyze als de Heeren Schepenen beéédigd. JNa dit alles wierd door de Geeonftitueerden aan het vergaderd Volk een Reglement voorgelezen , het welk reeds eenigen tyd ter onderzoek voor de Jïurgery op eene bepaalde plaats had voorgelegen , en waar door het Privilegie omtrent de jaarJykfche verkiezing der Regenten vernietigd, en derzelver aanftelling aan de Burgery gebracht, en waar by een Collegie van negen gequalificeerde Gecommitteerden uit de Burgery ingevoerd wierdtj dit Reglement door de vergaderde menigte zynde goedgekeurd, wierdt het zelve door de Geconftilueerden in den toen reeds vergaderden Raad gebracht, die het eenpaarig goedkeurde en vastftelde, en zich met den Secretaris en Geeonftitueerden weder op het balcon begaf, alwaar dit Reglement toen door den Raad en de vergaderde meenigte, op het voorbeeld der Geeonftitueerden, onder het opfteken der vingeren, voor God Almachtig bezwooren wierdt. Hier op ging deze vergaderde meenigte over tot de verkiezing van negen Gecommitteerden, die, aan den Raad voorgefteldzynde, voor deze reis, in handen van den Prefident Burgemeester, ten overftaan van de Regenten, den ééd, by het nieuw Reglement bepaald, als gequalificeerde Gecommitteerden afleiden, en met een herhaald Aoezeedoorde fchaare wierden toegejuicht. Waar op de vergaderde meenigte, op het voorftel van  Ide Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 107 van de zoo even aangeftelde Gecommitteerden, be..floot, om van den Raad te vorderen, dat dezelve liét recht van zitting en ftem in de Vergadering der [fleeren Staaten dezer Provincie voor deze Stad> hals van ouds, inroepen, en op de eerstvolgende Ver[gadering der Heeren Staaten de oude plaats dezer fStad in die Vergadering weder innemen, zoude; twelk befluit in den toen nog vergaderden Raad ge|[bracht, en aldaar eenpaarig befloten zynde, wierdt szulks daadlyk aan 't Volk door de GecommitteerAden bekend gemaakt, met byvoegingy dat de Raad, tteiTens befloten hadt, dat op den volgenden dag in de publieke Kerken dezer Stad God openlyk zou «worden gedankt voor de gebeurtenis van dezen dag» \en teffens gefmeekt, dat deze Stad en Burgery in • allen opzichten den zegen en gunftige befcherming 'rover deze daaden van God mogt blyven ondervin» Kden; en dat voorts de Predikanten dezer Stad door . eene Refolutie van de Magiftraat zouden bevolen I worden, om voortaan in hunne publieke gebeden, I daadelyk na de Regeering dezer Stad, ook aan het è Collegie van gequaliflceerde Gecommitteerden uit I,de Burgery indachtig te zyn; waar na de Burgery I door de;nieuwe Gecommitteerden geluk gewenscht jiEynde, over den uitflag hunner poogingen, men I tot zyn woonhuis wederkeerde , dewyl dit alles na 1 den middag ten drie uuren volbracht, en de gewa,-* ( pende Manfchappen voor hunnen byftand bedankt zynde, weder gevolgd is door het luiden van alle I de Klokken, geduurende een geheel uur, en eindelyk daar na door het fpeelen der'Klokken, geI duurende nog een half uur, befloten is. Den 7den January is in de Kerken, volgens boI vengemelde befluit van de Magiftraat, Dankzega ging gedaan, wegens het verrichte, waar in de 1 Kerkenleeraar H. Hillebrands heeft uitgemunt; 1 hy nam zvne voorafforaak uit Loc. VI. vs. 31. dta 1 Text uit Spreoken XIV. vs. 34., enPs.XXXVll. ü vs. 14. wierdt nagezongen. De andere Kerkeni lee;aar A. van Lom, in alle die verrichtingen met  103 ^Verzameling van Stukken bgtrekkelyk tot willende toeftemmen, las in zyn gebed alleenlyk de Refolutie van de Magiftraat woordelyk op. JNo. 3369. Brief van de Magijlraat der Stad Heusden - aan den Heer van der Does, om denzelven te fommeeren van te Heusden te komen woonen, en anders vervallen te wezen van zynen post als Bail» juw van genoemde Stad. In dato den 10 January 1787. Daar niet alleen de aart uwer bedieningen als Drosfaard en Schout van Heusden uwe beftendige tegenwoordigheid binnen deze Stad vereischt, maar zulks ook fpeciaal by het nieuw Reglement, omtrent het huishoudelyk beftuur dezer Stad op Zaturdag den zesden dezer geïntroduceerd, en door het Volk en den Raad alhier beéédigd, is geftatueerd .en vastgefteld; -f— daar hebben wy by Refolutie befloten U door dezen aan te fchryven, dat gy uiterlyk binnen drie weeken, te rekenen van den dag .van heden af, U in Perfoon en met ter Woon, ter waarneming van de bovengemelde Bedieningen, binnen deze Stad zult hebben te begeven, met ferieufe verklaaring, datgy, aan deze Refolutie niet oromptelyk voldoende , door ons zult gehouden worden, als daar door uwe gemelde Bedieningen verlaten te hebben, in welk geval met dezelve ge bandeld zal worden, zoo als zal behooren; hier mede blyft Gode bevolep, terwyl wy ons noemen enz. No  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 109 1 No. 3370. Misfive van de Magijlraat der Stad Heus* den, waar by een lyst van de nieuwverkorene Schepenen en Raaden zenden, met verzoek dat Hun Ed. s Groot Mogenden daar drie uit gelieven te nominee. ' ren tot Schepenen-Commisfaris over 's Lands Mid* delen. In dato den 17 January 1787. Edele Groot Mogende Heeren! Daar wy, na examinatie van den inhoud van het 16de Artikel van U Ed. Groot Mogenden generaal Plakaat op de invoering van des Gemeene Land* Middelen binnen deze Provincie, van den 22 July 17491 met geen volkomen zekerheid kunnen bepaalen Uwer Ed. Groot Mogenden intentie omtrent de Nominatie van Schepenen-Commisfarisfen, ter judicature van des Gemeene Lands Middelen in die Steden, binnen welke zyne Doorluchtige Hoogheid, de Stadhouder dezer Provincie, geen Schepenen eligeert, daar hebben wy, de inftelling van zoodaanige Schepenen als eene algemeene Landszaak befchouwende, ter voorkoming van alle in* fraftie op het Souverein gezag van ü Ed. Groot Mogenden in het Provincieel beftuur van dit Gewest, noodig gevonden, U Ed. Groot Mogenden by dezen te moeten toezenden een lyst der Schepenen, welke voor dezen jaare 1787, overeenkomilig het Recht aan deze Stad competeerende, op den 6den dezer alhier verkozen en beéédigd zyn, ten einde ü Ed. Groot Mogenden daar mede, ter electie van gemelde Schepenen - Commisfarisfen , zouden kunnen handelen, zoo als U Ed. Groot Mogenden zulks zullen oirdeelen te behooren; terwyl wy U Ed. Groot Mogenden aan de befcherming van God Almachtig bevelen, en de eer hebben ons te noemen, Edele Groot Mogende Heeren! Uwer Ed. Groot Mog. Dienaaren en goede Vrienden, De Leden van de Magijlraat der Stad Heusden, De  Ho Verzameling van Stukken betrekkelyk tot De gemelde lyst van de Schepenen der StadHeusi den, op den 6 January 1787 door een aantal vergaderde Burgers en Ingezetenen voor een jaar, en dus fnor denzelven jaare 1787, verkozen, is aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland toegezonden , omme daar mede ter verkiezinge' van drie Schepenen tot Schepenen - Commisfarisfen ter judicature van des Gemeene Lands Middelen gehandeld te worden, zoo als Hun Ed. Groot Mogenden zouden oirdeelen te behooren, en was aldus: David Papet, Constanhnos Wilhemus Prössting , Frederik Rant. Bastiaan van Bsakel, Jacobos Ophorst, Jacobus Cornelis Nageles Engelberg , en Alexander Gysbert Webster. Attum Heusden, ter Vergadering van de Magiftraat derzelver Stad Heusden, den 17 January 1787. jN°. 3371. Propofitie der Gedeputeerden van Gorinchtm ter Staats- Vtrgadering van Holland gedaan, over het voorgevallene te Heusden, ten aanzien en by gelegenheid der Magijtraats. verandering aldaar door de Burgery ondernemen en uitgevoerd. In da. to den 21 February 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem, hebben op fpeciaalen en nadrukkelyken last van de Heeren hunne Principaalen ter Vergadering voorgedragen : Dat, wanneer de Heeren hunne Principaalen met den vereischten aandacht hebben nagegaan het geen nu onlangs binnen de Scad Heusden , ten aanzien en by gelegenheid der Magiftraats-veranderinge, is voorgevallen, en geconfedereerd, hoe men aldaar van zich heeft kunnen verkrygen, om door of op naam der Burgery, op de eigendunkelykfte wyze, en zulks wel, niettegenftaande Hun Ed. Groot Mo. genden nopens de wyze der Magiftraats-beftelling al-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 111 laldaargeadieerd, en Hoogstderzel ver deliberatien op fiat fujet nog niet waren getermineerd, de Regeering te veranderen j mitsgaders eene geheel nieuwe iwyze van Magiftraats-beftelling te introduceeren; jimaar hoe ook daarenboven nog de alzoo aangeftelde ,Magiftraats-Leden, op eene niet min arbitraire wyae handelende, gedeclareerd hebben, voornemens [te zyn, den Drosfaard van gemelde Stad, indien {hy ten minften zich niet zou mogen onderwerpen laan de bevelen, hem van wegen de voornoemde pretenfe Magiftraat toegezonden, om binnen den 1 tyd van drie weeken in Perfoon en met 'er woon aldaar te komen, van de bedieninge, aan hem door Hun Ed. Groot Mogenden geconfereerd, te deposfideeren; de Heeren hunne Principaalen vertrou1 wen, dat alle de Leden van Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering met hun zullen moeten inftemmen, ! dat deze demarches niet dan ten .uiterften lsfief voor Hun Ed. Groot Mogenden, en alleen gefchikt, om 1 alle goede orde en ondergefchiktheid geheel en al Iden bodem in te flaan, kunnen befchouwd worden. 1 Dat althands dezelve dien indruk op den geest van 1 de Heeren hunne Principaalen hebben gemaakt, i dat dezelve zich indispenfabel verplicht hebben gevonden , ten einde ten minften alle verdere onwetl tige handelingen, die zich de voornoemde pretenfe l Magiftraat zoude mogen veroirloven, voor te komen, ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden te doen proponeeren. Dat van wegens Hun Ed. Groot Mogenden de I zoogenaamde Regeering van Heusden werde aange: fchreven, om, hangende de deliberatien van Hun I Ed. Groot Mogenden over de aldaar ontftaane dif| ferenten, niets te ondernemen, waar door de zaaken eenigzins buiten haar geheel zouden geraaken , I het zy dóór het ftellen van den Drosfaard buiten [ zyn bedieninge, of door eenige andere demarches, [ op pcene van Hunner Ed. Groot Mogenden hoogI fte indignatie, en dat Hun Ed. Groot Mogenden 1 daar tegen daadelyk zouden voorzien, mitsgaders te  H2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ■ teinfteeren, dat het Befoigne, ingevolge de Refo»; lutie commisforiaal van Hun Ed. Groot Mogenden^ den nden dezer maand, op de Misfive van den: Drosfaard der gemelde Stad, concerneerende de' aanfchryvinge. by hem van wegen de pretenfe Ma- i giftraat der Stad Heusden gevallen, ten fpoedigften werde gehouden. No. 3372. Brief van de Officieren en verdere Leden van het Vaderlandslievend Fxercitie-Gmootfchap te-, Heusden, aan de Vergadering van de af gezondenen uit de Burger-Genootfchappen te Delft wordende gehouden. In dato den 25 February 1787. Hoe zeer wy ten allen tyde onze bereidwilligheid betoond hebben , om op alle Bondgenootfchappe-' lyke en Provinciaale Vergaderingen , welke ter bevordering der gewichtige belangen van ons dierbaar Vaderland geduurende verfcheide jaaren belegd zyn, Gecommitteerden uit ons midden te zenden, met last, om ook onze getrouwe medewerking tot eene grondwettige herftelling van Neerlands Conftitutioneele Burgerlyke Vryheid aan te bieden, vinden wy ons echter thands in de onaangenaame omftan. digheid, van te moeten verklaaren, dat zoo wel het gewelddaadig befluit der Heeren Staaten dezer Provincie, waar mede deze Stad en Burgery alle 00. genblikken gedreigd word, als deswegens betoonde onverfchilligheid onzer Mede-Vaderlanders, welke ons in derzelver diep ftilzwygen omtrent onzen on. gelukkigen toeftand tot hier toe gebleken is, ons heeft doen befluiten , om heden geen Leden van ons Genootfchap ter uwer Vergadering af te vaardigen; terwyl wy, van allen byftand onzer Broederen verftoken, ons vertrouwen alleen op den God onzer Vaderen, aan welken wy onze rechtvaardige zaak eerbiedig opdragen, vestigen, en onverfchrokken afwachten zullen, welk Lot het geweld en de Jieerschzuchc >— misfchien in die zelfde oogenblik over  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 113 over deze Stad en Burgery zullen uitfpreken, op dat wy alzoo vereenigd blyvendet alle te zamen te gelyk de rampen der Overmacht ondervinden, ën getuigen zyn zouden van den flag, waar door onze Rechten en Voorrechten verbryzeld worden. Immers Wel Ed. Geftr. Manhafce en Wel Ed. Hee-^ ren! fchópn Hun Ed. Groot Mogende de Heeren. Staaten dezer Provincie, by Hoogstderzelver Contra-Aanteekening tegen de Aanteekening der Ridderfchap, nopens de fuspenfle van den Kapitein-Ge», neraal dezer Provincie, op zulke onwrikbaare gronden , de poogingen der Burgeren tot herftel hunner Rechten en Privilegiën ten hoogften billyken —— fchoon Hun Ed. Groot Mogenden daar by het gebruik der Militaire macht tegen Burgers zoo ongeoirloofd vinden, dat Hoogstdezelve ouder anderen, uit hoofde der daar tegen overgeftelde fentimenten. van zyne Doorluchtige Hoogheid Willem den vyfden, hebben noodig geoirdeeld, den Prins ia opgemelde zyne quditeit, als Kapitein-Generaal dezer Provincie, tt. fuspendeeren; — fchoon Hun Ed. Groot Mogenden overeetikomftig den wensen, van het weldenkend gedeelte der geheele Natie, de braave Burgery der Stad Utrecht, in het herftel haarer Burgerlyke Vryheid, zoo edelmoedig onderfteund, en zelfs ter verdediging tegen Militair geweld met gefchut uit 's Lands Magazynen voorzien , en de adfiftentie der Hollandfchen Militaire Troepen, by eene Staats-Refolutie, beloofd heeft; — fchoon Hun Ed. Groot Mogenden, door Hoogst» derzelver grootmoedig aanbod van mediatie, onze verdrukte Bondgenooten, zoo te Utrecht en te Wyk by Duurftede, als te Hattem en Elburg, tegen alle geweld hebben gepoogd te beveiligen; — fchoon Hun Ed. Groot Mogenden dus door dit alles de Burgers dezer Provincie tot herftel hunner Rechten en Privilegiën, als het ware, aangemoedigd , en ook zoo veele voornaame Leden en Steden der Hooge Vergadering dezer Provincie zich voor de belangens van deze Stad en Burgery ten XLVII. Deel. H fterk-  114 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fterkften beyverd hebben; — fchoon wy, na dtie jaaren in der daad Regeerirgloos geweest te zyn , op den öden January laatstleden binnen deze Stad, door de toen alzoo fungeerende Schepenen, op herhaald verzoek van de gtheele Burgery, juist in alJen Opzichten overeenkomftig de Privilegiën . waar van deze Stad ten tyde der Gra?,flyke overhcerfcbing zelfs jouisfeerde, en op die wyze, zoo als dezelve Privilegiën, in eene Refolutie van den 13 Maart 1670, by gelegenheid van een gefchil, deswegens tusfchen den toenmaaligen Drosfaard en de Regenten van dien tyd fubfifteerende, door Hun Ed* Groot Mogenden zei ven geëxpliceerd zyn, de Regeering alhier hebben zien veranderen, en zelfs daar na eerst, door de Burgery dezer Stad met de alzoo wettig verkozene Regeerings-Leden, een nieuw' Stedelyk Regeerings-Reglement geïntroduceerd is; — en fchoon dus binnen deze Stad in geenen deelen op het gt zag der Heeren Staaten dezer Provincie geëmpieteerd, maar integendeel, Hechts eenige Stcdelyke bezwaaren op eene wettige wyze alhier herfteldzyn; — zoo blykthet echter uit de ter Staater-Vergadering laatst gedaane Propofitie der Stad Gorinchem, nopens het gebeurde binnen deze Stad, dat dezelve, door Militaire macht geilerkt, geen minder geweld omtrent deze Stad en Burgery tracht uit te oeffenen, dan het welk zy zelve, in de befluiten der Heeren Staaten van Gelderland nopens de Steden Hattem en Elburg, mee zoo veele andere Leden der Hooge Vergadering dezer Provincie, heeft afgekeurd; terwyl de groote overmacht der Militairen, welke binnen deze Stad in bezetting leggen, en aan welken, tegen den inhoud van het plechtig verdrag tusfchen deze Stad en de Staaten dezer Provincie fubfifteerende, en op het welk deze Stad, als een integreerend Lid der Hooge Vergadering van dit Gewest, met dezelve Heeren Staaten is vereenigd gebleven, —— federt zoo veele jaaren de directie en het Gomman dement der geheele Stad is toevertrouwd, ons buiten alle  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. \\$ alle hoop en mooglykheid ftelt, om het voorgenomen geweld op eenigerlei wyze te kunnen ophouden of afkeeren. Aldus, Wel Ed. Geftr. Mauh. en Wel Ed. Heeren! — Aldus is de toeftand van deze ongelukkige Stad en weerlooze Burgery, welke zich over niets meer beklaagt, dan over het onmedoogend gedrag in dezen van haare MederVaderlanders, welke te ras den inhoud der plechtige Acte van Verbindtenis» door zoo veele Nederlanders onderteekend, fchynen vergeten te hebben, terwyl die zelfde Burgery, met de oprechtfte gevoelens van erkentenis en dankbaarheid , immer zal bly ven gedenken aan het aanbod van gewapende adfiftentie, het welk haar door eenige Steden en Dorpen zoo vriendelyk gedaan is , maar waar van zy, uit hoofde der Militaire ordres binnen deze Stad, dat naamentlyk in dezelve geen gewapende Manfchappe/i triolen worden toegelaten , geen gebruik maaken kan. — Intusfchen wenfchen wy den besren voorfpoed op alle de befluiten, welke tot heil van het dierbaar Vaderland in uwe Vergadering zullen genoaien worden; onder plechtige betuiging, dat wy gaarn ons met uwe verzoeken aan Hun Éi. Groot Mogenden, terhuipe van onze Rotterdamfche Broederen, vereenigeu zouden, indien wy niet vreesden, dat onze pooging daar toe met die zelfde verontwaardiging zoude behandeld worden-, als ons onlangs gedaan aanbod aan Hun Ed. Gr. Mogenden, wa3r in wy genoegzaam dezelfde offerte van gewapende adfiftentie reeds gedaan hebben, als waar tor; wy van het Vaderlievend Genootfchap van Wapenhandel te Delft, op den a^ften jongstleden, mede een Concept-Request ontvangen hebben; terwyl het ons aangenaam zal zyn te ontwaa.ren, dat uwe Vaderlandlievende ondernemingen immer met een gunftigeroog, dan der Heusdenaaren worden aangezien, mogen befchouwd worden; in wf Ike hoone wy O aan de befcherming van den God van Naderho l H 2 aan-  n6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aanbevelen , en de eer hebben ons te noemen," Wel Edel Geftrenge Manhafte en Wel Edele Heeren'. ü Wel Edk Geftr. Manh. en Wel Eds. Dienstwillige Dienaaren en Mede-Nederlanders, De Officieren en verdere Leden van het Vaderlandlievend Exercitie-Genoot' fchap te Heusden. Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) J. G. Schütz, Secretaris. • Gefchreven in onze Vergadering binnen Heusden op heden den 25 February 1787. No. 3373. Tweede Propofitie door Gedeputeerden van Gorinchem ter Staats-Vergadering van Holland gedaan , over het gebeurde te Heusden. In dato den £7 February 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem hebben, op expresfen last van de Heeren hunne Principaalen, ter Vergadering voorgedragen, dat, wanneer de Heeren hunne Principaalen op den 2iften dezer maand, rela'tif tot het voorgevallene binnen de Stad Heusden, eene nadrukkelyke doch alzins gepaste Propofitie door derzelver Gedeputeerden ter dezer Vergadering hebben laten doen, zy daar mede voornaamentlyk beoogd hebben aan de eene zyde, om op de eerfte oirzaaken en uitvoerders van zoo veele geweldige bedryven, als binnen Heusden ondernomen zyn, van Juftitiewege te doen icquireeren, ten einde de fchuldigen eene condigne ftraffe zouden bekomen ; en aan den anderen kant, om, door het nemen van zoodaanige ernftige maatregelen, krachtdaadig tegen  de Ceieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 117 •gen te gaan, en in dëeerfte beginzelen te (luiten, alle licentieuie bedtyven, zoo te Heusden, als elders, waar door het hoog gezag van den Souve'rein, de authoriteit van de refpe&ive Stedelyke Regeeringen , en de goede orde eenigzins zou kunnen gekrenkt worden. —Dat, gelyk nu deze objecten notoir zyn van het uiterfte gewigt en aanbelang, en even daarom niet gefchikt toe langwylige deliberatien, de Heeren hunne Princi! paaien zich dan ook verzekerd houden, dat hunne Mede-Staats-Leden gaarne met hun zullen concurreeren tot het nemen van een fpoedig en vruchtbaar befluit op hunne bovengemelde Propofitie; dat althands in dat vast vertrouwen de Heeren ■ hunne Principaalen hunne Gedeputeerden hebben gelast, ten krachtigften en met alle nadruk te infteeren , dat het Befoigne op de bovengemelde Propoficie, ingevolge Hun Ed. Groot Mogenden | Refolutie commisforiaal gedecerneerd , ten fpoedigften gehouden, en daar toe een prscife dag by Hun Edele Groot Mogenden werde bepaald, by welke inftantie zich hebben gevoegd de Heeren van de Ridderfchap en Edelen; als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Briele, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medembiik. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat het Befoigne op de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem, den 2iften dezer ter Vergadering gedaan, ten fpoedigften zal worden gehouden; en is dien onverminderd Copie van de voorfz .inftantie verzocht door de Heeren Gedeputeerden der Steden Schoonhoven , Alkmaar, Monnikendam en Purmerende, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. •— De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem, hebben tot de voorfz. Refolutie , zoo als dezelve is liggende, niet geconcurreerd, maar ten fterkften geinfteerd» dat, overeenkomftig het verlangen van de Heeren hunne Principaalen, daadelyk een dag tot het houH 3 dea  Ii8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot . den van het Befoigne bovengemeld worde vastgefteld. * ' i No. 3374' Protest van de Magijlraat der Stad fieus. üen, aan de Commisfie gedaan, door de Heeren Staaten van Holland naar die Stad gezonden, In dato den 15 Maart 1787. De Magiftraat der Stad Heusden geïnformeerd zynde, dat van wegens de Heeren Scaaten dezer Provincie eene Commisfie naar deze Stad zoude gezonden worden» om alhier de aanfteJling der Magiftraat op den 6den January jongstleden , overeen, komftig de Rechten en Privilegiën dezer Stad gedaan, te vernietigen, declareert by dezen, op last en begeerte der Burgers en Ingezetenen dezer Stad, zoodaanige quafi vernietiging te zyn niet anders dan een daad vau geweld, en een inbreuk op het goed recht en gezag dezer Stad en Burgery, en waar toe dus de wettige Magiftraat en Burgery dezer Stad, niet alleen niet confenteert, maar integendeel daar tegen ten fterkften protesteerd en verklaard dezelve quafi vernietiging te zullen houden voor nul en van onwaarde; en dat dè Leden der Magiftraat, voorzoo verre dezèlven in den jaare 1786 als Regenten gefungeerd hebben, uit dien hoofde met de overige Regenten, welke in den jaare 1786 als zoodaanige mede gefungeerd hebben, op nieuw in geen functie zullen of kunnen treden; referveerende de Magi. ftraat en Burgery aan zich de macht en faculteit, om hun goed recht zoodaanig te handhaven, als zy in tyd en wylen zullen te raade worden. Aldus, op last en begeerte der Burgers en Ingezetenen alhier, door de Magiftraat der Stad Heusden gedaan en geprotesteerd op heden den ij Maart 1787. (Onder fiond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, (va; get.} F» C. Tromer. '" No,  de Gebeurtenis/en in 1787 e«z. voorgevallen. 119 No. q-m. Publicatie ter vernietiging van 't verrichte op in 6 January jongstleden te Beusden. In dato den 16 Maart 1787* De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland, allen den genen die dezen zullen zien of hooren lezen, falut. Alzoo de zich noemende Magiftraat der btad Heusden, by Misfive, gefchreven m hunne Vercadering aldaar den I2den dezer , aan Hun n,a. Groot Mogenden verklaard heeft, dat zy onmooglyk voldoen konden aan Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den oden dezer, om redenen, breeder in dezelve Misfive vervat ? en de belangens van den Lande nogthands volftrekt noodzaakelyk maaxen, dat de bevelen, welke by dezelve Relolutie, niet dan naar een ryp overleg, mitsgaders in allen opzichte overeenkoraftig s Lands waare welwezen, conftitutie, en den aart der zaake, door den Souverein beraamd zyn, volledig ter uitvoer worden gebracht. Zoo is 't, dat de Gecommitteerde Raaden voornoemd, .uit den naam ende van mgens de EL Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Fnes* land, overeenkomftig Hoogstderzelver nadere Kefolutie van den IAden dezer, hebben goedgevonden en verftaan, al het gene op en na den 6den January laatstleden, met betrekking tot de Magiftraats/beftelling binnen de Stad Heusden, is voorgevallen, by dezen te vernietigen en buiten^rtect te ftellen , verklaarende al het zelve daadelyk te herftellen op den voet, waar op het voor den ge, melden tyd geweest is, waar na een ieder, dien het moge aangaan, zich zal hebben te gedragen. Ontflaande wyders de Ingezetenen der gemelde Stad, van welken ftaat of conditie dezelve zyn mogten, van den gedaanen ééd op het nieuw Regeerings-Reglement, het welk aldaar, op den Voorfz. «Sden January beraamd is, in welke betrek, • H 4 Kms  izo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot king dezèlven daar op den ééd zouden mogen hebben afgelegd. Ordonneeren en gelasten voorts , dat allen en een ïegelyk zich ten zorgvuldigften zullen hebben te wachten en te onthouden,, van al het gene aan 't gunt voorfz. is eenige hinderinge zoude kunnen toebrengen , dire#elyk of indiredtelyk ; als het welke niet anders zoude kunnen worden aangemerkt, als eene roekelooze indfracht tegen de Hoogheid.van den Souvereiu, en mitsdien te moeten incurreeren Hunner Ed. Gr. Mogenden hoogfte indignatie ; mitsgaders alzulke onaangenaame " gevolgen, correcfien of ftraifen, als de overtreding : Hoogstderzelver bevelen billyk verdient. En ten einde niemand hier van eenige ignorantie zal kunnen pretendeeren, zoo gelasten en bevelen wy, uit den naame en van wegens als boven, dat deze binnen de Stad Heusden, ten overftaan van de Heeren Clotterbooke en Bogaard, die wy uit ons midden derwaards gecommitteerd hebben, zal worden gepubliceerd > en wyders geaffigeerd ter plaatfe, daar zulks zoo binnen de Stad Heusden, als op de Oorpen daar onder resforteerehde, gebruikelyk is, en behoort te gefchieden. Aldus gedaan en gearrefteerd in 's Haage, den 16i Maart 1787. 6 ' (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raaden, (*« SU-) a, J. Royer. No. 3^76, Bericht hier over door Fr. Adr. van des Kemp. In dato den 25 Maart 1787. Daar het lot van Heusden, wel eer door Ridder,/chap, Edelen en Steden, als een Lid van Staat in deze Provincie erkend ep befchreven, ook na da Ucie  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 12-t Unie van Utrecht, in het Stedelyke vastjletlen van een nieuw Regeerings-Reglement, by het welk de verkiezi' fg der Regenten in den boezem der „ Burgt-ty gebracht, en een Collegie van gequali. ,, ficeerde Burger-Gecommitteerden op den ódea „ January was ingevoerd" in de Grondwettige herftelling der Volks Rechten in Holland even aanmerkelyk zal blyven, als de vernietiging der Magiftraats-beftelling, (.op dén 6den January volgens 1 de,Privilegiën door de Burgery gedaan) en het ont- ■ flaan der Magiftraat en Burgery uit den ééd', door •beiden op dit nieuw Reglement afgelegd, door <■ Heeren Commisfarisfen van Gecommitteerde Raaden, den 20ften dezer op last van Hun Ed. Groot Mogenden verricht, heeft zich de Ondergeteekende uit hoofde zyner naauwe betrekking tot die • Stad en Burgery, uit eenen rechtmaatigenkommer, dat deze laatfte gebeurtenisfen öp Burgeryen van andere Steden eenen verkeerden indruk maaken, of hier toe aangewend* mogien worden, zich verplicht gevonden, de verdediging van de Magiftraat en Burgery in hun wettig verrichte op den 6den January op zich te nemen —■» zullende deze taak, zoo fpoedig doenlyk, afdoen. Leyden, (was geteekend) . den 25 Maart 1787. Fa. Adr. van der Kemp. •N0. 3377- Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk de Magijlraats-beftelling der Stad Heusden. In dato den 11 May 1787. By refumtie en tot finaale afkomst op heden, volgens Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 26ften der voorleden maand, gedelibereerd zynde op het Rapport den 6den te vooren ter Vergadering- uitgebracht door de Heeren van de RidH 5 der.  IS2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot derfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoi^nt » hebbende, ingevolge en tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie commisforiaal van den ióiep November 1784, geëxamineerd e<-n Rquest aan Hun Edele Groot Mogenden geptjef.-r.- Lt rd ,'oör Fredrik Rant, Burgemeester, en Constantinus Wilhelmus Probsting, Schepen der i>ta^ H*:usden, zoo voor zich zelfs, ais gixommitteer i pan vier Mede-Leden van de Magiftraat derzelve S;.d, en alzoo te zamen zes van de elf Leden det Magiftraat aldaar, beftaande uit den Castelein Drosfaard, drie Burgemeesteren en zeven Schepenen, verzoekende efficacieufe voorziening nopens de .Magiftraats-beftelljng aldaar; als mede een Misfive van W. van der Does van Noordwyk , als Castelein Drosfaard over Stad en Lande var Heusden, gefchreven alhier in den Haage den 15 November .1784, houdende deszelfs bericht op het voorfz. Request nevens de Bylagen by dezelve M^five ge« voegd; en voorts, ingevolge en ter voldoening van Hun Ed. Groot Mogenden nadere Refolutie commisforiaal van den 9 February 1786, eene Misfive van zyne Hoogheid den Heere Prinfe van Oranje, gefchreven op het Loo den Oden bevoorens, houdende mede deszelfs confideratien en bericht op het voorfz. Request, benevens de Bylagen tot dezelve Misfive behoorende; mitsgaders eindelyk, ingevolge en ter voldoening van Hun Edele Groot Mogenden Refolutie commisforiaal van deh 19 October 1786, eene Misfive van de meerderheid van de Magiftraat der Stad Heusden, gefchreven aldaar op den I3den van dezelve maand O&ober, daar by, op fundament der redenen in dezelve Misfive gedetailleerd , nogmaals verzoekende, dat Hun Ed. Groot Mogenden ten fpoedigften, volgens de Refolutie by Hun den 27 December 1783 omtrent de jaarlykfche vernieuwing der Wet aldaar, overeenkomftig Stads Privilegiën, genomen, den Drosfaard en Schout dier Stad zouden gelieven te or- don-  de Gebeurtenis/en in 178,7 enz. voorgevallen. 123 donneeren , zich conform de voorfz. Rechten en Privilegiën omtrent de Magiftraats-beftelling .fe gedragen. Als mede op de Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden van den 2jften der gemelde maand April, en den 26ften by Copie aan deLeUen gegeven, met de daar by gevoegde Mitfi-e van P. C. Hoywck van Papendhecht, by hun,,na.het overlyden van den H^er van de JSfoordwyken, op zyn verzoek gequalificeerd tot de provifioceele .waarneming der posten van Drosfaaid en- Schout der Stad Heusden c. a., kennis gevende van zyn bevinding eD verrichte, esi vragende hoe zich in deze verder te gedragen. Is, op de gronden by het vporfz. Rapport gelegd , goedgevonden en Verftaan, by dezen te verklaaren, dat voortaan, roet betrekking tot de Magiftraats-béfttlling der Stad Heusden, overeenkomftig de oude Rechten en Herkomen, en Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 13 Maart 5670, zal moeten worden gehandeld; met last aan den Casrelein Drosfaard van de Stad en Landen van Heusden in der tyd, om zich dien conform te gedragen. En zal van deze Refolutie kennis worden gegeven , zoo aan zyne Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, als aan de thands nog fungeerende Magiftraat der Stad Heusden, om denzelven refpedtivelyk te ftrekken tot informatie en naricht. Dat wyders, gelyk de Nominatie tot verandering van den Magiftraat te Heusden, op den 3'ïen january van dit jaar geformeerd , naar dat zelfde principe is ingericht, terwyl de affchrapping van twee Perfoonen, en de aanvulling derzei ven met twee anderen uit de oudfte Schepenen, welke van wegens Hun Ed. Groot Mogenden moet gtfehie* den, thands, daar de Drosfaard van Heusden overleden is, door den Perfoon, die ad interim als Drosfaard is aangefteld, zal worden gedaan, de thands fungeerende Magiftraat der Stad Heusden zal  124 ; Verzameling van'Stukken betrekkelyk tot zal wórde^ aangefchreven, om ten fpoedigften de Nominatie, in het Collegie van dienende Schepenen, op den 3den January laatstleden geformeerd, den ad interim aangeftelden Drosfaard te prsefenteeren, ten einde daar mede conform het oud Her- ■ komen, door het affchrappen van twee Perfoonen i en het fuppleeren van twee anderen uit de oude i Schepenen, te worden gehandeld. Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen zyn •van advys geweest, dat alle de ftukken, tot de voorfz. zaak relatif, behoorden te worden gezonden aan het Hof, of aan dgn Hoogen Raad, ten einde na behoorlyk onderzoek daaromtrent zoodaanig te advyfeeren, als in goede Juftitie zal bevonden worden te behooren, onverminderd Hun Edele Groot Mogenden deliberatie over de Propofitie door de Heeren van Gorinchem den 2lften Maart gedaan, en dat voorts de Magiftraat, dewelke volgens Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie is herfteld, en by continuatie weigert daar aan te voldoen, byaldien binnen zekeren bepaalden tyd daar aan niet obtempereert, derzelver posten zouden behooren te worden voor vacant verklaard, en nader omtrent derzelver fuppletie zoodaanig gedelibereerd en gerefolveerd, als Hun Edele Groot Mogenden zullen oirdeelen te behooren ; en hebben mitsdien de voorfz. Refolutie wel expresfelyk gecontradiceerd. Aanteekening van de Heer van Starrenbdrg. De Heer van Wassenaar Heer van Starrenburg, heeft zich met de voorfz. Refolutie geconformeerd. Aanteekening van vyf Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Briele, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben gedeclareerd in het nemen van de bovenftaande Refolutie niet te hebben geconcurreerd, maar ge-  de Gelrartenisfen in 1787 enz. voor gevallen. n$ l gemeend , dat de qusstie over de principaale zaak; behoorde te werden gerenvoijeerd aan de Ordinar-is Juftitie, en dat verders de Leden der Magiftraat der Stad Heusden, welke als nog weigerig bleven, om hunne posten wederom te aanvaarden, behoorden te worden aangefchreven, om zich na Hun Edele Groot Mogenden Refolutie van den I4den Maart laatstleden te gedragen, hunne func1 tien te hervatten, en tot den gewoonen tyd der verandering van de Regeering van voornoemde Stad te blyven waarnemen, en dat, in geval dezelve bin\ neneen zekeren te bepaalenen tyd daaraan niet kwa1 men te voldoen , als dan derzelver posten door ! Hun Ed. Groot Mogenden zouden behooren te worden verklaard voor vacant, eq omtrent de fupI pletie van dezelve zqodaanig gedelibereerd en gerefolveerd, zoo als Hun Ed. Groot Mogenden al» dan zouden oirdeelen te behooren. Aanteekening van Hoorn. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn heb! ben, volgens den last van de Heeren hunne Principaalen , het voorenftaande Rapport, zoo als hétligt, gedeclineerd. Accordeert met de voorfz. Refolutie. No 0*378. Misfive van Heeren Gecommitteerde Raaden, met hunne Refolutie uit kracht van die van Hun Ed. Gr. Mogenden van den. 11 den May jongstleden, nopens de Magillraats-beftelling te Heusden ; en de Misfives van.diverfe Leden, en den interims Drosfaard; als mede een Addres der Burgers van ge-, noemde Stad, op het hier by gevoegde RegeeringsReglement, of verklaaring dat het zelve is merq domefticq. In dato den 8 Juny 1787. Ontvangen een Misfive van de Heeren Gecom* mitteerde Raaden, gefchreyen in den Hage den 7den  12ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dezer» waar nevens zenden hunne Refolutie van den 2,3ften der voorleden maand, uit krachte van die van Hun Ed. Groot Mogenden van aen ndeo te vooren, nopens de Magiftraats-beftelli- s. te Heus» dei ; en voorts de Misfives van A. Rauws Burgemeester, en A. van Baak Schepen; als mede vaa gemelden Schepen A. va» Baak, en ó> c Schepen No. Let aldaar, mnsgaüers van den ad interim Dros, faacd over de fituatie der zaaken, al het zelve ter kennis en deliberatie van Hun Ed. Groot Mogenden brengende, breder hier ca geinfereerd. En is daar benevens gelezen het navolgende Addres, van een aantal Mannen, Burgers en Inwoonders der Stad Heusden, verzoekende, dat Hun Ed. Grooi Mogenden , indien Hoogstdezelve Hun Ed. Groot Mogenden Oclroy, op het daar onderftaand Reglement mogten nóodig oirdeelen, het zelve Oöroy aan de Supplianten geliefden te verleenen, of dat anderszins Hun Ed. Groot Mogenden het zelve Reglement, in conformiteit van hetgeen door Hun Ed. Groot Mogenden, omtrent het domefti. que te Amfteldam en te Rotterdam, begrepen was, tot meerder verzekering van de Supplianten, als eene mere domeftique zaak, met zoodaanig Declaratoir geliéven te honoreeren; en dat hieromtrent, uit hoofde der in veelen opzichten bedenkelyke fituatie derzelve Stad, ten fpoedigften by Hun Ed, Groot Mogenden mogte worden gerefolveerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en.Bylagen, mitsgaders het bovengemelde Addres, zullen worden geëxamineerd, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideralien en Advys; en is, 4*en onverminderd, Copie daar  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voer gevallen. ïzf !daar var: verzocht door de Heeren Gedeputeerden Ider Stad Goriöchem, om daar op te verftaan, de iktentie van de Heeren hunne Principaalen. Accordeert met voorfz. Refolutie. II ..jTvi-^ki! n «!> ai nfófc>'£) Edele Groot Mogende Heeren! Na dat het U Ed. Groot Mogenden behaagd had, Jde Magiftraats-beftellihg der Stad Heusden, byRe» folutie van den 11 den der afgelopen maand, te reiguleerenj hebben wy, by onze Refolutie van den ;23ften daar aan volgende, waar van wy de eere ihebben U Ed* Groot Mogenden hier nevens Copie te doen toekomen, getracht aan dezelve de noodi'jge executie te geven. Waar op wy op den 2pften der gemelde maand van A. Raüws, Burgemeester, en A. van Baak, iSchepen, der Stad Heusden, hebben ontvangen de Misfive, welke U Ed. Groot Mogenden hier nevvens mede zullen gevoegd vinden, gelyk wy verovolgens van den gemelde Schepen A. van Baak en :éden Schepen Nolet, op den 3den dezer, de mede sfhier nevensgaande Misfive hebben bekomen. Wy hebben vervolgens deze beide Misfives in ildeliberatie gehouden, tot dat wy door den gemeliden ad interim Drosfaard kennisfe zouden hebben :;bekomen, van het gene door denzelven, ingevolge onze voorfz. Refolutie, was verricht, en nadien jrwy op heden, uit deszelfs insgelyks hier bygevoeg3de Misfive, hebben gezien, dat de zaaken teHeusdden thands in die fituatie zyn, dat daaromtrent door *>ns geene voorziening hoegenaamd kan worden geildaan, maar dat dezèlven alleen door U Ed. Groot Mogenden kunnen en behooren te worden beflist, ishebben wy gemeend in deze niets anders te moeten doen, als alle de voorfz. ftukken te brengen ter :,kennisfe en deliberatie van U Ed. Groot MogenMen, gelyk wy de eere hebben te doen by dezen. Daar  128 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot . - Daar mede, Edele Groot Mogende Heeren! zullen wy God Almachtig bidden U Ed. Groot Mol genden te willen houden in zyn-heilige Protectie. Gefchreven in den Haage, den 7 Juny 1787. (Onder fiond,) , Uwer Ed. Groot Mogenden Dienstwilligen, De Gecommitteerde Radden van de Staaten van Holland en' West-Friesland. ■ ■ ' " (Onder, ftond,) , Ter Ordonnantie van dezèlven, (was get.) . A. J. Royer. Extracl uit het Register der Refolutien van de Ed. Mogende. Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Fries land, genomen op den 23 May 1787. Is gehoord het Rapport van de Heeren ClotterSooke en van der Goes, Hun Ed. Mogenden Mede-Broederen in Raade, ingevolge en ter voldoeninge van Hun Ed. Mogenden appt. Commisforiaal van den ipden dezer, geëxamineerd hebbende, hoedaanig door Hun Ed. Mogenden zoude behobren gerefolveerd te worden, om Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den nden dezer, op de Magiftraats-beftelling te Heusden genomen, behoorlyk effect te doen forteeren. Waarop gedelibereerd zynde, is conform het Advys van welgemelde Heeren Commisfarisfen, goed-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 129 goedgevonden en verftaan, dat aan de Magiftraat der Stad Heusden Copie zal worden gezonden van de qualificatie, door Hun Ed. Mogenden op den 6den April laatstleden aan P. C. Hoynck van Papencrecht verleend, om den post van Drosfaard en Schout van Heusden voorfz., geduurende de vacature van dezelve, waar te nemen, ten einde te ftrekken tot derzelver naricht, en den gemelden P. C. Hoynck van Papendrecht in zyne voorfz. qualiteit te erkennen, en Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den iiden dezer, met de prefente Heeren, zonder uitftel effect te doen forteeren, en dat voorts Copie van de voorfz. Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 11 den dezer aan denzelven P. C. Hoynck van Papendrecht zal worden gezonden, ten einde zich naar den inhoud van dezelve, voor zoo veel hem in zyne voorfchrevea qualiteit aangaat, exaöelyk te gedragen. En zal Extract dezer, met en benevens de gemelde ftukken, refpeöivelyk worden gezonden aan den Magiftraat der Stad Heusden, en den voorfz. P. C. Hoynck van Papendrecht, ten einde zich daar ca te reguleeren. (Onder fiond,) Accordeert met het voorfz. Register. (was get.) A. J. Royer. Edele Mogende Heeren 1 - Den eerfte Ondergeteekende het Extradt uit het Register der Refolutien van ü Ed. Mogenden, in dato den 23ften dezer, den 24ften ontvangen hebbende, heeft daar op daadelyk den 25ften des morgens tegen tien uuren Vergadering laten beleggen , zoo van den ad interim Drosfaard, als van de volli ï Magiftraat, by Hun Ed. Groot Mogenden voor wettig verklaard, en ingevolge Publicatie van U XLVII. Deel. I Ed.  130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ed. Mogenden, in dato deni5den Maart-, daar voor opentlyk erkend en bekend gemaakt. Met dat gevolg, dat 'er niemand dan de ad interim aangeftelde Drosfaard, de eerfte Ondergeteekende, de tweede Ondergeteekende, en de Heer Schepen NoLETdie thands abfent is, gecompareerd zyn. Waar op de eerfte en tweede Ondergeteekende, als mede de thands abfent zynde SchepetfNo. let, de Refolutien van den 11 den dezer, als mede die van den 23ften dezer, gelyk ook de qualificatie van den ad interim Drosfaard, in dato den 6den April, aan den Secretaris hebben overgegeven, ten einde met de prefente Heeren, ingevolge U Ed. Mogendep Refolutie, in dato den 23ften dezer, zonder uitftel effect te doen forteeren de Refolutie van Hun Ed. Gr. Mog., van den nden dezer. Waar op de Heer ad interim Drosfaard, na zyre qualificatie alvoorens by den eerften en tweeden Ondergeteekenden, als mede by den abfent zynde Schepen Nolet, en den Secretaris nagelezen zyn- ; de, als toen is binnen geroepen, om zyne functie als ad interim Drosfaard waar te nemen, en inge- 1 volge U Ed. Mogenden Refolutie van den 23ften dezer, met de prefent zynde Leden, zonder uitftel de Refolutie van U Ed, Groot Mogenden, van den nden dezer, effect, te doen forteeren. Met dat gevolg, dat de ad interim Drosfaard, ftaande de Vergadering, oogenblikkelyk aan de Refolutie van U Ed. Mogenden heeft willen voldoen en gehoorzaamen. Dan, Vermits de Secretaris niet in ftaat was, om daadelyk, ftaande Vergadering, tot afdoening van zaaken te procedeerén, nadien zyn Ed. nog het een 1' en ander moest nazien, is hier op de Vergadering ; || gefcheiflen, en de Refolutien, zoo van den nden 11 als van den 23ften dezer, als mede de qualificatie i' van den ad interim Drosfaard, aan den Secretaris overgegeven. Waar i  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 131 Waar op de ad interim Drosfaard (zoo de Ondergeteekenden geïnformeerd zyn) de Lyst van de Nominatie van Schepenen van den Secretaris ontvangen , en daar op de fchrapping gedaan heeft. En nog dien zelfden avond, zonder nogthands de Ondergeteekenden noch den abfent zynde Schepen Nolet te erkennen, ofte de Vergadering te laten aanzeggen, Vergadering belegd heeft van de nieuw aangeftelde Regenten, tegen des anderen daags morgens ten elf uuren. Dan wie dat 'er gecompareerd is, de nieuw aangeftelde Regenten zyn niet gecompareerd. De Heer ad interim Drosfaard met den Secretaris zyn boven gekomen, en hebben daar des .ochtends van elf uuren tot by een uur namiddag gevaceerd. Inmiddels heeft de ad interim Drosfaard, vermits 'er doch niemand van de nieuw aangeftelde Regenten compareerden» een Bode en Kamerbewaarder gezonden aan de nieuw aangeftelde Regenten, om redenen van hun terug blyven "te vernemen. Het geen de Ondergeteekenden vertrouwen, dat de ad interim Drosfaard aan ü Ed. Mogenden zal bekend maaken, wat Rapport hy daaromtrent ontvangen heeft. Dan Ed. Mogende Heeren! terwyl hier uit nu ten klaarflen manifesteert, dat de nieuw aangeftelde Regenten zich volftrekt aan de Refolutien van de Staaten, hunne en onze wettige Sou vereinen, niet "willen onderwerpen, maar ten eenemaalen ongehoorzaam zyn, ja zelfs zoo ver, dat zy zich in het .geheel aan het Souvereine en Wettig gezag van de 'Hooge Overheid niet gelieven te ftooren, maar den Souverein, zoo het fchynt, na hun hand willen zetten, en nogal meer zouden willen hebben als hun thands verleend is. Zoo vinden de Ondergeteekenden, als gehoor» zaame Regenten, die in allen opzichten aan de Rf • folutien en Publicatien van den Souverein voldaan • I 2 heb-  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hebben, zich verplicht ÜEd. Mogenden daar van Jcepnis te geven. Waar mede de Ondergeteekenden, in vertrouwen van aan hun plicht te hebben voldaan, en na U Ed. Mogenden in de befcherminge Godes aanbevolen te hebben, de eer hebben met alle onderdaanigheid te 'zyn. Edele Mogende Heeren! (Onder ftónd,) Heusden, U Ed. Mogenden onder. den 28 May daanige Dienaar en, 1787. (jvoas geteekend) Adam Rauws, Burgemeester* H. V. Baak, Schepen. Edele Mogende Heeren! In vertrouwen, dat ü Ed. Mogenden de Misfive, by den Prefident Burgemeester Rauws, en den tweeden Ondergeteekenden, in hunne qualireiten als Prefident-Burgemeester en Schepen:geteekend, ter zyner tyd zullen ontvangen hebben, waar by de Ondergeteekenden de eer hebben gehad ü Ed. Mogenden te kennen te geven, hoe het zich alhier, ten opzichten van de Refolutie van U Ed. Mogenden, in dato den May van dit jaar, nopens de Magiftraats - beftelling heeft toegedragen. Zoo vinden de Ondergeteekenden, by.abfentie van den Burgemeester Rauws, zich ambts- en plichtshalve verplicht, aan ü Ed. Mogenden te kennen te geven, dat tot nog toe de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden, van den nden der gemelde maand, ingevolge de Refolutie van U Ed. Mogenden van den 23ften der voornoemde maand, geen effect geforteerd heeft, en dus dat de Onderge-  4é Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 Ij geteekenden beneffens den Prefident Burgemeester (Rauws, den tweeden Burgemeester L,eemans, en I benefFens de andere Heuren, die niet gelieven bo1 ven te komen, nog Regenten gebleven zyn. Waarom dan ook de tweede Ondergeteekenkden, geinformeerd zynde, dat 'er verfcheide Acftens, zoo Transporten als anders, moesten gepas... i feerd worden, zich gisteren, zynde den aden deizer, ter Sccretarye vervoegt heeft, met aanbod, I om als Schepen over het pasfeeren van die A&ens i te,'{taan, en voor te komen, dat het npodzaakelyk I werk niet mogt geftroeft nochte opgehouden worden. Waar op de Secretaris hem tweeden Qndergetee. Ikenden, in fubftantie, ten antwoord gaf: „ Dat de ad interim Drosfaard de fchrapping ge, „ daan had , en de Ondergeteekende dus^ niet [ „ meer als Schepen kon aangemerkt werden." Het geen de tweede Ondergeteekende, in fubfflantie, hier mede beantwoordde: j, Dat het dan wonder was, dat de Burgemeester j „ Leemans , by abfentie van den Prefident Burge[„ meester Rauws, het parool als Prefident Eurge1„ meester aannam, niet alleen, maar daar toe I„ zelfs den Burger-Majoor aangezet en verzocht J„ had." I „ En dus, zoo de fchrapping van den ad interim I,, Drosfaard kon doorgaan, zonder dat de nieuw* aangeftelde Regenten hun post waarnamen," „ Dat dan zoo wel de Burgemeester. Leemans l „ als de tweede Ondergeteekende, de H (Onder Jlond,') Heusden, Uw Edel Mogenden gehoor- 3dén 5 Juny zaame en onderdaanige " 1787. Dienaar, (was gef.) P. C. Hoynck van Papendrecht. , Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Fries- ( LAND. ; iZ ■' 't..rtrsbfi'. '.■ üTc/..qa ü . < Geven met verfchuldigde eerbied te kennen de Ondergeteekenden alle Mannen, Burgers en Inwooners der Stad Heusden.: Dat de Supplianten kennisfe bekomen hebbende , iivan de Refolutie van ü Ed. Groot Mogenden van rden n May 1787, nopens de Magiftraats-beftelu|ling dezer Stad, zich verplicht'vinden aan UrEd. if Groot Mogenden te declareeren: Dat de Burgery dezer Stad, door geene andere imotiven gedreven, dan om. het heil haarer MedeiilBurgeren en van haare Nakomelingfchap, in het ifherftel der Burgerlyke Vryheid, zoo veel in haar iwas, te bevorderen, en daar in aangemoedigd zynde . Idoor de gunftige Protectie, welke ü Ed. Gr. Mog. jin den afgelopen jaare aan de Steden Hattem, enElIburg en Utrecht, tegen de vervolging, wegenszooidaanig herftel, aan gemelde Steden bedreigd en ofïverkomen, zoo edelmoedig hebben gelieven teverdeenen, niet alleen, maar vooral opgewekt door Ihëï gebeurde in dien tyd binnen de Stad Dordrecht 4omtrent het Collegie van Veertigen, welkers PriviJlegie anders de verandering van het zelve ColleIgie op 25 jaaren gefteld had, — en bovendien in ?de volkomen perfuafie zynde, dat de verandering . if ofaanttelling der Magiftraat eene geheel domestique Izaak was, — op den óden January jongstleden een I ^ nieuw  138 Verzameling van Stukken betrekkelyk .tot nieuw Stedelyk Regeerings-Reglement geïntroduceerd, en de handhaaving van hec zelve openlyk met folemneelen ééde bevestigd had, by welk Reglement de verkiezing der Regenten door de Burgery , en een Collegie van Burger-Gecommitteerden, was ingevoerd, gelyk zuks uit den inhoud van het zelve Reglement, het welk de Supplianten hier onder hebben gevoegd, en waar toe zy de^ vryheid nemen zich te refereeren, aan U Ed. Groot Mogenden kan confteeren. Dat hoe zeer daar na,! wanneer de zaak der Magillraats-beftelling dezer Stad hetgeduurig voorwerp der gewelddaadigfte Propofltien ter hooge Vergadering van U Ed. Groot Mogenden geworden was, door de Magiftraat dezer Stad, op den 13 February 1787» op den raad van eenige voornaame Heeren Staats-Leden dezer Provincie, welke zich voor de belangens dezer Stad en Burgery wel geliefden te interesfeeren, een O&roy op het gemelde Reglement van ü Ed. Groot Mogenden gevraagd is, de 1 Supplianten in zoodaanig verzoek van hunne geëerbiedigde Magiftraat niet anders hebben geconcedeerd, dan uit een waarachtige condescendance voor het Advys van welgemelde Heeren Staats-Leden, en in de zekere verwachting, dat daar door alle bedenkingen nopens de introductie van het zelve Reglement, in de Vergadering van U Ed. Groot Mogenden, zouden worden weggenomen. Dan, dat de Supplianten daar door van hunne principes, volgens welke zy de verandering der Magiftraat alhier, welke uit Burgemeesteren en Schepenen word famengefteld, als zynde binnen deze Stad geene Leden der Regeering onder de naamen van Vroedfchappen bekend, als eene dcmesticque zaak befchouwd hebben, nimmer afgegaan, maar integendeel daar in nog meer en meer gefortificeerd zyn, zoo, door het onlangs voorgevallene aangaande eenige Vroedfchappen te Amfteldam en nopens eenige Vroedfchappen en eenen Burgemeester te Rotterdam, als door het deswegens ter Hooge Ver- ga-  Ide Gebeurtenis/en in 1787 tnz. voorgevallen. 139 gadering dezer Provincie gedaan Declaratoir van U Ed. Groot Mogenden, waar by al het zelve mere kdomesticq verklaard werd. Dat de Supplianten, hoe zeer allezins penetree. [1 rende het groot gewigt van dit ü Ed. Groot Mo* leenden Declaratoir voor hun voorgemeld Regie|ment, met het welk hunne Burgerlyke Vryheid ftaan lof vallen moet, en waar van zy, aan hunnen ééd ijl getrouw blyvende, als Mannen van eer niet kunnen afgaan, terwyl intusfchen, door het bloot aannemen Wan het Privilegie, in U Ed. Groot Mogenden Refollutie van den nden May laatstleden vervat, en $ door het eenvoudig homologeeren van die StaatsJ Refolutie, de twee opgegeven hoofd-vereischten 1 van het voorfchreven Reglement, als de verkiezing i der Regenten door de Burgery en de invoering van i een Collegievan Burger-Gecommitteerden, geheel 1 zouden worden uit het oog verloren, en waar toe È dus niemand der braave Burgery dezer Stad zou ] kunnen worden gepermoveerd; echter geen zwaai righeid maaken, tot meerdere voorkoming van alle i] oppofitie, welke, hoe ongegrond ook, anderszins 1 mooglyk by de exercitie van het voorfz. Reglement \i zoude kunnen ontftaan, en óm tevens aan ü Ed. d Gr. Mog. en aan geheel Nederland een blyk te geil von, hoe de Supplianten in het aankleven der Bur| gerlyke trouwe met de uiterfte bedaardheid en pru1 dentie werkzaam zyn, na hun voorafgegaan eerbiei dig doch ferieus Declaratoir, zich nogmaals aan J U Ed. Groot Mogenden te addresfeeren, en van ü 3 Ed. Groot Mogenden te verzoeken, dat U Edele 3 Groot Mogenden, indien Hoogstdezelven Hun Ed. 3 Groot Mogenden Odtroy op het voorgemeld en hier 1$ onderftaand Reglement mogten noodig oirdeelen, ,i het zelve Octroy gunftig aan de Supplianten gelie)| ven te verleenen, — of dat anderszins U Edele 3 Groot Mogenden het zelve Reglement, in conforI miteit van het geen door U Ed. Groot Mogenden 1 omtrent het domesticque te Amfteldam en te RotI terdam begrepen is, tot meerder verzekering van  140 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de 'Supplianten, als ,een mere domesticque zaak met zoodaanig Declaratoir gelieven te hoooreeren. — En dat hieromtrent, uit hoofde der inveelenopzichten bedenkelyke fituatie dezer Stad. ten fpoedig-' Hen by U Ed. Groot Mogenden mag worden gere» •folveerd. , (Onder ftond,) 'c Welk doende, &c. (was geteekend) Nicolaas Kelsdonck, ,en Ruth van Dropgelen, per order van Adriaan Adriaan van Helvaart. Kelsdonck. F. Kerkhof, Junior. A. Olifiers, en per order Gerrit Fraterman. van W. W. Olifiers. C. van Sprang. Johannes van Engelen, Jacobus Sens. Arnoldus Swaans, en per L. de Konineh, en per i order van Ant.Swaans. order van F. Piron, en J. P. Schram. A. Meer, en J. Sche- Gerrit Slagers. kermans, en van A. van Derk van Glansbeek. Schaften. A. van Lochem, en per Jan van Hulst, en per order van H, van Xef- order van Carel vau felen, en A. Siemon, Hulst, en A. van Hulst, en A. van den Bergh A. Heefterom. en van C.van Mierloo. J. Schutz, en per order H. Leerhoven. van H. Rom. Johannis Jansfen. P. Rib, en per order van H. Hillebrands. P. F. Fortuyn. J. H. Bours, en per or- Godefridus der Kinde- der van W. Piron. ren. Jacobus van Oudheusden. W. Paeymans. Stefanus van den Pan- Gerret Vos, eo per order gaerr. van J, van Bers. N. van Schellebeek, en A. B. der Kinderen, en ! per order van A. Mik- per order van J. van der ken , en van A, Rut- Muyten. ten , en vau J. v. d. J. A. Spermon , en per Pangaert. order van J. Spermon. Jo-  de Gebeurtenis/en in 1787-enz. voorgevallen. 14Ï Johannes Westhuyfen. Hendrik Varosfeau. ■Arnóldus van Mierloo. Christiaan Keiler. Hendrik Prins, Pz., en voor H. v. d. Heuvel, en J. Reitjes, en A. Prins. JöHs van Mierloo. Johannes van Opolo, en voor Pieter van Crane- burg. Leendert van Outheus- den, en.voor Jacobus van Encbgelen. Tomas van der Schoot. Willem Renier, en voor Pieter Renier. H. A. van den Bergh, en voor Cornelis van den Bergh, en W. H. van den Bergh. Mattys van Wynbergen, en voor Ant. van Schaf. ten, Junior. Hermanis v. Hofhuyfen. A. van den Pangaert, en voor N. Heydens. Hernestus Kilsdonck. Pieter Prins. J. C. H. Engelbergh. Cornelis Fraterman, en voor C. W. Probfting. Gys de Jongh, en voor JSicplaas de Jongh. Gerardus van Deftel. Steven Kuverers. Jan Adelaars. Paulus Tappel. Jan Cramer. Pieter de Kroon. H. D. Bont. 'F. van der Sloet, en voor Gerrit v. Maesbergen. P. van Heivoort. Johanni-s Janfen, Anthz. Jan Coby.' Lambertus Keisdonk. C. van Sprang, Jan. A. van Donger , Cornz.' en voor C. van Donger. P. W. van Sprang. Johannes Swaans, en voor Dirk van Herwarden. Cornelis van Herwarden, Tomas van Herwarden, Pieter Verbeet , en voor Jan Gienk. Johannis Peter Stulb, en voor Johannes Amen. Bernardus de Bont, en voor C. Groen van Prinftrerer. Jan Rib. Adriaan Tielemaus. J. H. Boellaard. Christiaan Scheffer. Antoni Rits, en voor Jan Adriaan van Giesfen. Cornelis Smits, en voor Roeland Smits. A. Poelman, en voor Willem Peeters. Jan Scherremers. G. Bast Jansz. J. Reys. G. Brunen, en voor S. Brunen. H. van der Dufec. te  Ï42 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Johannes Netjes. C. Bax. Johannes van Dongen, en voor Ch. van Dongen. G. V. J. Terzen. B. van Sprang. G. de Koek. J. G. van Asten. A. Qj, Hoynck van Papen- drecht, en voor B. F. Probfting, en Simon Weynrooks. Govert Schetmers. Johannes de Bont, en voor Jacobus Weyn. E.vanBrakel. J. Op horst. Govert Ophorst, Jacobs zoon, en voor Johannii Bakker. G. Ophorst, Johsz. J. G. de Jongh, en voor Pieter Remis. D. Papet. C. Craeyveld. F. Rant. A. C. de Bruyn , geb. Bles , per order van myn Man W. Lemans. Johannes van den Bergh, en voor J. van Out- heusden. EERSTE HOOFDSTUK. Art. I. Dei Regeering dezer Stad Heusden zal beftaan uit den Drosfaard en Schout, uit drie Burgemeesteren en zeven Schepenen, welke geduurende den tvd hunner Regeering, uitgezonderd alleen in geval van eenige Stads of 's Lands Commisfie buiten dezelve Stad, beftendig in deze Stad zullen moeten woo ren , noch in geen dienst of ééd van Stadhouders of Gouvernantes zyn mogen, en wanneer eenigen derzeiver in dienst of ééd van andere Collegien, Staa ten, Heeren of Vrouwen zyn, zullen dl zoodaani." ge verplicht zyn, ten allen tyde, wanneer over zaaken, betreffende de Collegien, of de Perfoonen. m welkers dienst zy zr, gehandeld word, zich zoo lange uu de Vergadering te abfenteeren. IL Alle jaaren zullen op den öden January de drie r ' Bur-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 143 Burgemeesteren en vyf der Schepenen afgaan, ea -op denzelven 6den January in derzelver plaatfen .weder drie Burgemeesteren en vyf Schepenen op nieuw verkozen en beéédigd worden. III. Van de zeven Schepenen zullen altyd twee oude ] Leden nog één jaar als Schepen blyven voortdiei een. IV. Niemand zal tot Burgemeesrer of Schepen mogen < verkozen worden, dan die geboren Burger van de■ ze Stad en in dezelve woonachtig is, of als Burger de laatfte twee jaaren binnen dezelve gewoond heeft. r ' V. ) Ook zullen tot geen Leden der Regeering mogen verkozen worden, dan die openlyk Profesfie doen van de waare Gereformeerde Christelyke Gods. t dienst, en goede en getrouwe Patriotten zyn, en ten vollen den ouderdom van twintig jaaren bereikt hebben. VI. Voorts zullen geen twee Broeders, noch Vader en Zoon, of Grootvader en Kleinzoon, noch Zwagers, noch meer dan één Oom en één Neef, of twee Neeven, niet aan een derden in den bloede óf affiniteit beftaande, in de Regeering dezer Stad mogen zitten of verkozen worden. VII. De jaarlykfche verkiezing der drie Burgemeesteren en vyf Schepenen, als ook de vervulling van eene tusfehentyds open vallende Regents-plaats, zal door of van wegens de Burgers dezer Stad gefchieden op zoodaanige wyze, als door dezelve met concurrentie der Magiftraat nader bepaald, en als dan in dit Artikel zal geinfereerd worden; doch zullen, by  I 144 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot by onverhoopte vacatures voor dat deze orde van aanftelling in gereedheid zal zyn gebracht, tot der. zei ver vervulling, zoo lang de verkiezing door de Leden van het Collegie ,van Burger-Gecommitteerden gelcbieden. TWEEDE HOOFDSTUK. Art. I. ! ' Nevens het Collegie van de Magiftraat zal 'er een beftendig Collegie van Gequalificeerde Burgers worden geïntroduceerd, onder den titul van Collegie van Gequalificeerde Gecommitteerden uit de Burgery. II. tó Dit Collegie zal beflaah uit negen Leden, welke op zoodaanige wyze zullen verkozen worden, als nader door de Burgery zal bepaald worden; zullen, de als dan daar mede dit Artikel geamplieerd worden. III. Tot dit Collegie zal niemand mogen verkozen worden, dan welke gequalificeerd is, op zoodaa- . mge wyze, als zulks omtrent de Burgemeesteren t en Schepenen in het eerfte Hoofdftuk van dit Reelement in het eerfte, vierde, vyfde en zesde Ar. tikel bepaald en vastgefteld is, alleen met dit onderfcheid, dat de Leden van dit Collegie eikanderen niet zoo na m affiniteit mogen beftaan, en dat dus geen Neeven met bloed-Oomen of Oud-Ooms te gelyk m dit Collegie Jcunnen zitten, noch dsar toe verkozen kunnen worden; doch daar tegen zullen ook vier Leden, fchoon van den Roomfchen, of van een anderen Christelyken Godsdienst dan de Gereformeerde, zynde, tot dit Collegie mogen geeligeerd worden. 6 IV. Ook zullen tot dit Collegie niet mogen verkozen wor-  de Gebeurtenis/en in r 7 87 enz. voorgevallen. worden eenige Ministers of Bodens van het Collegie der Magiftraat dezer Stad. V. Na verloop van twee jaaren van de introductie van dit Reglement zal dit Collegie, naden 6den January en voor den ijden daar aan volgende Vaö elk jaar, het eerfte jaar met een Lid, en voorts alle jaaren met twee Leden, moeten verminderen, om derzelver plaatfen weder op nieuw door de Burgery, tusfchen gemelden 6den en I5den January, eerst met één,en dan telkens met twee,op nieuws vcrkozene Leden te doen aanvullen: zullende die vermindering ieder reis door 't lot gefchieden, tusfchen die Leden welke nu eerst door de Burgery zullen worden aangefteld; doch deze Leden allen eens aldus by het lot uitgevallen zynde, zullen in het vervolg alle jaaren telkens, eerst het alleen aangeftelde Lid, en voorts de twee oudfte Leden van dit Col. legie, afgaan. VI. De tusfchentydfche Vacature zal binnen veertien dagen weder door de Burgery vervuld moeten worden, op dezelfde wyze als Art. III zal bepaald worden. VIL Dit Collegie zal nauwkeurig moeten letten, dat ten aanzien van de Regeerings-beftelling dezer Stad op den inhoud van het eerfte Hoofdftuk van dit Reglement, en ten aanzien van de Burgery op derzelver Voorrechten en Costumen in het gemeen, of op der refpective Gilden-wetten in het byzonder, geene inbreuken gefchieden. VIII. Dit Collegie zal daarentegen de Burger* en Inwoonders van deze Stad, in het voorftaan van derzelver aloude Rechten, welherbrachte Costumen, XLVII. Deel. K Wet-  146 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Wetten en Privilegiën. op alle mooglyke wyze behu pzaam «yn , uit welken hoofde elk Burger of lnwoon^r zich aan hun mondeling of by Requesc zal kunnen vervoegen, waar da dit Collegie, de opgeg-v™ bezwaaren gegrond vindende , dezelve zal m ecen voordragen aan de Magiftraat, teQ einde daar in de noodige redresfen te verzoeken. IX. Dit Collegie zal ook gequalificeerd zyn, om in noodzaakelyke gevallen, in naam der gantfche Burgery, zoodaanige Remonftrantien en Addresfen aan de Magiftraat te prefenteeren, als naar gefteldheid der omftandigheden noodig zal geoirdeeld worden, zullende 'er jaarlyks uit dit Collegie twee Leden afgevaardigd worden tot het bywoonen van het doen der Stads Rekeningen, en daar van behoorlyk aan het Collegie rapport doen: en zal ook dit Collegie zorge dragen, dat alle ambten dezer Stad alleen aan geboren Burgers, of aan die, welke ten minften drie jaaren , buiten domesticquen dienst van Heeren of Vrouwen, inwoonende Burgers geweest zyn, gegeven worden. X. Dit Collegie zal door de Magiftraat gekend worden in alle gewigtige zaaken waar by de belangens van deze Stad en derzelver Burgery geinteresfeerd zyn , als mede in het heffen van nieuwe of verminderen van belastingen, waar toe deszelfs uitdrukkelyke toeftemming zal gevraagd en vereischt worden; en voorts in de befteding of befchikking van zulke zaaken, waar toe ongewoone fommen gelds zouden noodig zyn, en omtrent welke vooraf ook den raad van dit Collegie zal worden ingenomen. XI. Dit Collegie zal verplicht zyn in alle poinflen van bezwaar de Burgery dezer Stad by een te roepen, en uit dien hoofde het recht hebben, om, wan-  de Gebeurienisfen in 1787 enz* voorgevallen. 147 wanneer zy zulks noodig oirdeelen« zoodaanige opioeping te doen, mits daar van vooraf kennis gevende aan den Drosfaard en den Preiident-Burge. meester dezer Stad. XII. Dit Collegie zal op den eerften Vrydag in iedere maand gewoonlyk moeten vergaderen, op een vertrek of kamer van het Stadhuis, met vrydom van vuur en licht, zoo als het Collegie der Magiftraat aldaar van Stadswegen geniet. XIII. De Leden van dit Collegie zullen by het houden van hunne Vergaderingen den rang van Zitting en Stemming behouden volgens die order zoo als dezèlven zyn aangefteld, en ieder zal op zyn beurt een half jaar prasfideeren , terwyl de afgegaane Prsefident het volgend half jaar als Vice-Prsefident ageeren, zitten, en ftemmen zal; zullende de Leden by abfentie in de ordinaire Vergadering zekere, by *c Collegie te bepaalene, boete verbeuren. XIV. Dit Collegie zal bovendien worden geadfisteerd door eenen permanenten of temporairen Secretaris, naar goedvinden van hetzelve Collegie, die de Acta's en alle gefchriften der Vergadering zal moeten opftellen en registreeren , zullende de verkiezing van dezen Secretaris alleen aan dit Collegie ftaan, zonder dat echter aan denzelven eenig tractement zal mogen worden toegelegd, terwyl, by abfentie van den Secretaris, deszelfs post door het jongde Lid zal worden waargenomen. XV. Ook zal dit Collegie de aanftelling hebben van eenen Bode, ten hunnen dienfte uit Stads kasfe te K a fala-  148 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot falarifeeren, mits deszelfs traktement niet boven de twintig Guldens in 't jaar beloopt. XVI. Ten einde alle deze Artikelen punórueelyk worden nagekomen, zullen de Leden van dit Collegie by hu re aanftelling de eerfte reis in handen van den Prefldect-Burgemeester, ten overftaan van de geheels Magiftraat en in tegenwoordigheid der gantfche Burgery , en vervolgens in handen van den Prefident, afleggen den navolgenden ééd: ,, Dat zweere ik, dat ik als Gecommitteerde uit „ de Burgery den tyd myner bediening der Stads„ en Burger-Rechten , Voorrechten, Privilegiën ,, en welherbrachte Costumen, zal helpen voor„ ftaan en bevorderen, bet bi-ste raaden en het ,, kwaade wteren, zonder aanzien van Perfoonen; ,, wel toezien, dat 'er in het Reglement, nopens de form van Regeerirg dezer Stad, gearrefteerd „ den 6 January 1787, zonder toeftemminge der „ Burgery geen inbrtuken of veranderingen wor,, den gemaakt, maar dat het zelve onveranderd „ worde nagekomen, en, zoo daar in eenige verandering te maaken wierde voorgcflagen of on„ derromen, dat ik daar van aanftonds aan de Bur« ,, gery dezer Stad kennis zal geven; en voorts, dat „ ik in allen opzichten zal onderhouden en my ,, gedragen naar en overeeckomftig de Artikelen en ,, Inftructien voor het Tolh gie van Gecommitteer„ oen U't de Burgery'vaMgefteld; en dit alles zal „ ik t ier laten, om lief noch leed, om maagfchap „ noch om zwagerfchap, om giften noch om ga» „ ven, noch om geenerhande zaaken." XVII. De Magiftraat der Stad Heusden behoudt aan zich de vryheid om, met coi currentie en toeftemming der Burgery, de in dezen gearrefteerde Artikelen zoo»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 140 zoodaanig te amplieeren en te altereeren, alszy, m-t goedvinden en toeftemming der Burgery dezer otaj, zal oirdeelen te benooren. Aldus op den 6 January 1787 binnen Heusden gearrefteerd> en opectlyk door de Migiftraac eo Burgery dezer Stad, te zamen teo dien einde plecTi^ voor den Raadhuize dezer Stad vergaderd, by Folemneelen ééde bevestigd , onder net uufpreken van deze woorden: Zoo waarlyk h'lpe my God Almachtig; en, ingevolge den inhoud van het 17de Artikel van het tweede HoofdftuK, op den iaden February en 3r.ft.en May daar aan volgende geamplieerd en gealtereerd. (was geteekend) Joannes Conradus de Koek. J. A. Rietvelt. A. G. Webfter. Andries van Calm. T. W. van Drongelen. H. Christens. Casper Willem Jong. Ph. de Weyer. J. de Bont Hendriksz. Dezelfde voor A. van Drongekn. W. van Houten. J. van HonfewykPieter Cras Jamz. Pieter van den Pangaart." Jacobus van Brakel. JN°. 3379. Refolutie van Hun Ed. Mosenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eene Misfive van den Prefident-Burgemeester Adam Rauws te Heusden, over het voorgevallene met het Batailjon van den Generaal - Majoor HardeNBROEK Êfc. In dato den ij Juny 1787. Ontvangen een Misfive van Adam Rauws, gefchreven te Heusden den i4den dezer, waar by, als Prefident-Burgemeester, kennis geeft van het voorgevallene met opzicht tot het Batailjon van den Generaal Hardenbroek; om te doenblyken, hoe verward het thands daar toeging, en fpoedige voorK 3 zie-  ijo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zier,jog verzoekt; als mede, dac zy, zoo tot bewaa. rirjg van de Stad als de Magazynen, met een behoor» lyk Militair Guarnifoen mogen voorzien worden, breeder hier na geinfereerd. ■ Fiat Jnfertio, Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz, Misfive, by de gedecerneerde Commisforiaalen van den 8ften en 13 dezer, zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Conlïderatien en Advys; en is dien onverminderd Copie daar van verzocht door de Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem, om daar op te verftaan ds intentie van de Heeren hunne Principaalen. - Accordeert met voorfz. Refolutien. Edele Groot Mogende Heeren! * Als Prefident-Burgemeester vind de Ondergeteekenden zich verplicht, aan U Ed. Groot Mogenden te communiceeren. Dat hem tusfchen Maandag en Dingsdag des nachts door den Onder-Majoor is bekend gemaakt, dat het Batailjon van den Generaal Hardenbroek, des Dingsdags ochtends zou uitmarcheeren. Waar op de Ondergeteekende Dingsdag ochtend ten zeven uuren Vergadering van Drost en Burgemeesteren heeft belegd, ten einde de noodige voorziening te doen, en voor het bezetten der Wachten te zorgen. Waar op met den Drosfaard en Burgemeester Leemans gerefolveerd is, de Burgers te laten op. trekken, en daar van de Burger-Officieren door den Kamerbewaarder kennis te geven. Waar op de Adjadant tot antwoord gaf: „ Wy  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 151 „ Wy kennen geen Burgemeester Rauws en Leemans." De Kapitein en Thefauner Rietveld , die was gewillig ; de Kapitein en Wy kop. r Rietelt was uit de Stad; de Kapitein de Kock was roede abfent; en de jongfte Heer Rietvelt Dam aan, den Kapitein de Kock daar ovet te zullen fpreken. Het geen van dat gevolg geweest is, dat eeo gedeelte van het Exercitie Genootfchap, op eig<-n gezag, zonder Burgemeesteren te kennen, de wichten bezet, en des avonds de Poorten gefloten heeft. , Met dat gevolg, dat zy de fleutels, m plaats van dezelve wederom aan den Groot.Majoor te rug te zenden, teruggehouden, en aaD den Commandant van het Exercitie-Genootfchap gebracht hebben. Waar op de Groot-Majoor zyn Onder-Majoor na gemelden Commandant gezonden, en om de fleutels , die hy hun des avonds had overgegeven, gevraagd heeft, die in fubffcantie tot antwoord gaf: „ Ik voor my ben niet ongenegen, maar het üe„ fenfie-wezen wil de fleutels hier bewaard heb- * Waar op de Onder-Majoor hem gevraagd heb. bende wat het Defenfie-wezen was, hier op in iubftantie tot antwoord kreeg: De Burgers." Van al het welke de Groot-Majoor door zyn Onder-Majoor aan den Ondergeteekenden heeft laten kennis geven. . Waar op de Ondergeteekende des middags tegen vier uuren Vergadering van Drosfaard en burgemeesteren belegd heeft. Doch op welke Vergadering niemand dan een Secretaris en de Ondergeteekende zyn gecompareerd. Hebbende de ad interim Drosfaard aan den Kamerbewaarder tot antwoord gegeven: „ Dat 'er geen Leden van de Regsenng meer waren." , ~ Diar hy NB. daags te vooren nog met den ünK 4 dei-  15a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dergeteekenden en Burgemeester Leemans vergaderd was geweest, welke Burgemeester Leemans deze aangezegde Vergadering niet heeft kunnen bywoonen, vermits zyn E. uit de Stad was. Waar op de Ondergeteekende zich, in zyne bovengemelde qualiteit, verplicht vondt, om den Kamerbewaarder na den Commandant van het Exercitie-Genootfchap te zenden, en hem om de fleutels te vraagen, die tot antwoord gaf: „ Ik heb die hoodfchap gehoord, kan die perfoo. „ neel niet beantwoorden, en verzoeke, dat, by „ het vervolg, zoodaapige perfooneele boodfchap„ pen by my niet gedaan worden, maar dat de „ Heer Rauws zich addresfeert daar het behoort " Uit al het welke U Edele Groot Mogenden zien zullen, hoe verward het hier thands toegaat; des de Ondergeteekende om eene fpoedige voorziening verzoekt, als mede, dat wy, zoo tot bewaaring van de Stad als Magazynen, met een behoorlyk Guarnizoen van Militairen mogen voorzien worden. Waar mede de Ondergeteekende, na U Ed. Gr. Mogenden in Godes befcherming te hebben aanbevolen ? de eer heeft met alle onderdaanigheid te Edele Groot Mogende Heeren I (Onder ftond,) Heusden, den U Ed. Groot Mogenden onder* J4 Juny 1787. daanige Dienaaren, (W get.) Adam Radws, No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 15$ Jjaf 3380. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, op het Request van Gecommitteerden der Burgery te Heusden. om voldoening tenJpoedigjlen aan 't verlangen der Burgery nopens een OEtroy op 't Regeexings-Reglemenu ln dato den 19 Juny 1787. Is gelezen de Requeste van Johannes Conradus de Kock c.f. Gecommitteerden van de Burgery der Stad Heusden, waar by, perfifteerende by hunne voorige Addresfen, en het verzocht Octroy op hun ingediend Regeerings-Reglement, verzoeken dat fen fpoedigften aan 't verlangen der braave Burgery van dezelve Stad mag worden voldaan, Fiat Infertio, Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Requeste by de gedecerneerde Commisforiaalen van den 8den, I3den en 1 jden dezer zal worden geëxamineerd, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Gr, Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advys, en is, dien onverminderd , Copie daar van verzocht door de Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, / Accordeert met voorfz. Refolutien. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. Geven met verfchuldigden eerbied te kennen, de Ondergeteekende Gecommitteerden van deBurgery der Stad Heusden. Dat de Burgery van ter zyde is geïnformeerd geworden, dat fommige Leden van de hooge VergaK | de*  JIJ4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dering dezer Lande van oirdeel zoudep zyn, dat de Burgery, by haar verzoek om Octroy op haar ingediend Regeerings-Reglement, zou behooren te dec'areeren: dat het zelve was ingevoerd, onverminderd, het recht der Nakomelingfchap, uit minder gelukkige Privilegiën haar toekomende; terwyl door zoodaanig Declaratoir de Privilegiën geenzins vernietigd , en de ééd der Leden van Hollands hooge Vergadering omtrent de Privilegiën dus nimmer zou verbroken worden. Dat de Burgery, na eene bedaarde overweging van dit Declaratoir, in genen deelen daar toe heeft iunnen bdluiten. Immers dat de Burgery uit het Rapport van ü Ed. Groot Mogenden Commisfarisfen, ten opzichte van het Privilegie van deze Stad» hebben gezien, dat daar by wel degelyk aan U Ed Groot Mogenden de macht, om met confent der Burgeryen Privilegiën te vernietigen, word toegekend, terwyl by dat Rapport onder anderen in fubftantie gezegd word: dat men niet heeft kunnen befpeuren, dat het Privilegie vernietigd was, als vaar toe het confent der Burgery en de fantlie van U Ed. Groot Mogenden zoude hebben moeten plaats gehad; gelyk 'er ook menigvuldige voorbeelden van veranderingen der Privilegiën, door U Ed. Groot Mogenden, binnen deze Provincie voorhanden zyn, zoo als daar van noch onlangs door de Regeering der Stad Schiedam verfcheidene aan ü Ed. Groot Mogenden zyn opgegeven. Dat'de Burgery al verder remarqueert, dat wel U Ed. Groot Mogenden , ingevolge den voorgeleiden ééd, zouden verplicht zyn, de Burgeryen by haare wettige Privilegiën tebewaaren, wanneer dezelve daar in verkort worden, gelyk zy daarom voor 4 jaaren zoodaanig maintien tegen de ufurpatien van den Stadhouder, Willem den vyfden, binnen deze Stad, van ÜEd. Groot Mogenden, fchoon zonder het gewenscht fucces, eerbiedig verzocht heeft. Maar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 155 Maar dat zoodaanigen ééd, ten faveure der Steden en Burgeryen, voorzeker zynde in gefteld $ ciet mag, noch, volgens de eenvoudigfle regels van rechten billykheid, kan geëxpliceerd worden, tot zoodaanige ptajjudide der Steden en Burgeryen, dat dezèlven uit dien hoofden in geen beter en ge. Jukkiger ftaat zouden kunnen mogen gefteld wordenj terwyl, by zoodaanige ongelukkige explicatie, onze Voorouders onder de Heeren en Graven een veel gelukkiger tyd zouden beleefd hebben, dan wy tegenwoordig in dat geval zouden ondervinden; daar dezelve, hoe zeer van Privilegiën voorzien, welkers geduurzaamheid en onv.-rbrekelyke voortgang telkens met ééde bevestigd was, — echter nimmer de dwaasheid gehad hebben, noch genoodzaakt wierden, uit hoofde van zoodaanigen ééd, van de hand te wyzen die Privilegiën, welke de voorigen wel vernietigden, maar waar door de Steden en Burgeryen meerder geluks en voordeel wierd aangebracht. Dat dus de Burgery van oirdeel is, dat het door haar ingevoerd Stedelyk Regeerings-Reglement het geheel zynde, waar van het daar door vervallen Privilegie flegts een gedeelte was, de Octroijeering van zoodaanig een Reglement, als ten faveure dezer Burgery (trekkende, en dus met de ware intentie van den voorgemelden ééd van U Ed. Groo6 Mogenden ftrookende, buiten allen twyffel by U Ed. Groot Mogenden kan plaats hebben. Dat daarenboven de Burgery vertrouwt door haar gedrag te manifesteeren, dat, gelyk zy zoodaanige macht aan het tegenswoordig geflacht, binnen deze vrye Nederlanden, toekent, zy nimmer aan het toekomend geflacht zal ontkennen het vermogen, om, naar deszelfs oirdeel, als dan de Regeerings*Reglementen te veranderen, en naar den aart der, alsdan zullende plaats hebben, omftandigheden te verbeteren, gelyk zelfs die faculteit , in een expres Artikel van het voorfz. Reglement, word voorbedongen, a Maar  155 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot Maar dat de Burgery echter geenzins de Nako. inelingfchap, door de opgave van het verlangd De. claratoir, by het tegenwoordig geflacht in de verdenking wil brengen, dat dezelve tot het redenloos befluit zou kunnen komen, om, by vervolg van tyden, een minder gelukkig recht te reclameeeen. Dat de Burgery, welke anders by haar laatst Addres gedeclareerd had, na het aflopen dezer week, zonder of by U Ed. Groot Mogenden ongunftige Refolutie, met de voortzetting haarer domeftieke aaaken te zullen voortgaan, uit aanmerking echter der voorfz. onderhandfche informatien, waar op fommige Leden van U Ed. Groot Mogenden Vergadering mooglyk een nader Addres dezer Burgerye verwachten , uit dien hoofde misfchien het befluit over ons voorig Addres, in de afgelopen week niet voortgezet hebben, wel heeft willen refolveeren, om aan U Ed. Groot Mogenden eerbiedig te declareeren, dat zy met de voorfz. voortzetting haarer zaaken nog tot aanftaanden Vrydag morgen zal fuperfedeeren, in hoope, dat zy voor dien tyd legaal zal geinformeerd zyn, van een gunflig befluit van U Ed. Groot Mogenden, op het Addres, op Vrydag den 8 Juny 1787, ter Vergadering van ü Ed. Groot Mogenden, door haar ingediend, Terwyl de pontinueele Conferentien, welke by ouze Inwendige Vyanden, de zoogenaamde Prinsgezinden, Burgers en Ingezetenen, plaats hebben, — het continueel verkeer derzelvenmet zoo veele gefuspendeerde Officieren, binnen deze Stad zich ophoudende, en de wapenen, waar van zy zich trachten te voorzien , gelyk zelfs de Heer A. Raüws, welke om gewichtige redenen op den 6 len Ja> uary jongstleden, door de Burgery, als Regent dezer Stad geremoveerd is, daar toe middelen heeft in het werk gefteld, mitsgaders het onophoudelyk gerucht, dat die Vyanden van ons Vaderland zich van eene Poort dezer Stad, aan de Gelderfche zyde derSiad ftaande, zouden zoeken meester tema'a. ken,  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 157 ken, gelyk ook de Sergeant Majoor Rapfard, ea daar na de Heer A. Rauws, reeds gepoogd hebben, fchoon te vergeefsch, de fleutels dezer stad onder hunne bewaaring weder te krygen, behalven de roodige Adminiftratie van Politie en Juftitie, en andere redenen meer, de Burgery zullen nooddnngen, om te zorgen, datopaanftaanden Vrydag mor|en de gewoone Magiftraats-Vergadering weder binnen deze Stad gehouden word. Waaromme de Supplianten, perfifteerende By hunne voorfz. Addresfen, ootmoedig verzoeken, dat U Ed. Groot Mogenden ten fpoedigften aan het verlangen der braave Burgery dezer Stad geheven te voldoen. (Onder fiond,) 't Welk doende enz. (was geteekend") Toannes Conradus de Antoni Rits» Kock. * . Jan van Bus. Tan Adrianus van Gies- And. van Caem. J fen H. A. van der Bergh. G. Ba'x Janszoon. T. W. v. Drongelen, ï. F. Probfting. In kennisje van my, A. Poelman, Secret. NS. Bes»net'srtïiisï.'t; \  i6o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 3582. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eene Misfive van de Magiftraat der Stad Heusden, nopens het vorderen van een Stads ééd van de Militairen. In dato den 12 July 1787. Ontvangen een Misfive van Drosfaard, Burgemeesteren en Schepenen der Stad Heusden, gefchreven in hunne Vergadering den loden dezer, waar by zich beklagen over de ordre van Heeren Gecommitteerde Raaden, omtrent het niet afleveren van Ammunitie uit de Magazynen, en over het Antwoord van Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden op hun Addres, daar toe aan dezelve gedaan, met aandrang der redenen van noodzaakelykheid, om daar van voorzien te worden; en concerneerende wyders het vorderen van een Stads ééd van de Militairen, alvoorens die in te laten j breeder hier na geinfereerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is met opzicht tot de verzochte Ammunitie by de voorfz. Misfive, goedgevonden en verftaan, de Heeren Gecommitteerde Raaden te qualificeeren, om daar op te disponeeren, zoo als verméenen zullen te beïiooren; en dat dezelve Misfive, zoo ver betreft het vorderen van een Stads ééd van de Militairen , zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchsp en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, met dé Heeren Gecommitteerde Raaden, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advys. Aanteekening van de Ridderfchap en zes Steden. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medem- blik  de Géhèurtenisfén in 1787 enz. voorgevallen, ïf f blik hebben zich in de voorfz. deliberatie tiet ingelaten. Accordeert met voorfz, Refolutie, Edele Groot Mogende Heeren! Daar wy ons gevleid hadden öp Onze Miéfivê aan U Ed. Groot Mogenden, in- dato den 3 July 1787, waar by onder anderen door ons gevraagd werd om eenige Ammunitie uit 's Lands Mag3zy. nen, tot gebruik, des noods, van de weinige Kanonnen , Welke op de wallen dezer Stad liaan, eed fpoedige en gunftige Refolutie te zullen ontvangen, daar hebben wy integendeel moeten ondervinden j dat weinige dagen daar na; door U Ed. Groot Mogenden Gecommitteerde Raaden, aan den Commië Van 's Lands Magazynen alhier is aangefchreven; van niets hoegenaamd uit de Magazynen aan ierhand te laten volgen. Na deze voor ons zeer vernederende; en voor deStad Heusden onaangenaame, Aanfchryving van ü Ed. Groot Mogenden Gecommitteerde Raaden» vonden wy het, fchoon voörige inftahtien der Buis ger-Commisfie te Woerden, voor onze Stad, by ü Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden ter defenfie van de Provincie Holland en der Stad Utrecht, tot verkrygihg van Ammunitie, vruchtelooi geweest waren, uit aanmerking van het toenemend gevaar, en van den weerloozenftaat van hetgeheelé Diftriö, van 's Bósch af tot Woudrichem tde, noodig nog eene laatfte poöging by voorfz. U Ed. Gr* Mogenden Gecommitteerden te beproeven ï in hec zeker denkbeeld zynde, dat zoodaanige Commisfie tot Defenfie althands over 's Lands Ammunitie zoude kunnen disponeeren 5 dan wy ontvangen op gisteren het flngulier antwoord, in eenen öngetee. kenden Brief uit Woerden, dat U Ed. Groot Mo; eenden Commisfie tót Defenfie aan ons verzoek van Ammunitie niet konde voldoen, alzoo dieCpm; inisfie zelve verplicht was zich aan Heeren Ge- XLVII. Deee. Ij som*  l<52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot committeerde Raaden te addresfeeren, wanneer zy ter Defenfie vao de eene of andere Plaats iets uit 's Lands Magazynen benoodigd had; zoo dat het uit het zelve antwoord aan ons toefchynt, dat die Commisfie van oirdeel is, of dat deze Stad niets uit's Lands Msga/.ynen noodig heeft, en dus geheel weerloos moet blyven, of dat deze Stad niet onder die Commisfie ter Defenfie begrepen is, de. wyl anderszins dat verzoek aan U Ed. Groot Mogenden Gecommitteerde Raaden voor deze Stad, zoo wel als voor eenige andere Plaats, door U Ëd. Groot Mogenden Commisfie ter Defenfie van Holland konde gefchied zyn. Voorts behelsde het antwoord van U Ed. Groot Mogenden Commisfie ter Defenfie van Holland, dat het vorderen van een Stads ééd van de Militairen , alvoorens dezèlven binnen deze Stad toe te laten, oirzaak was van het gebrek der Troepes binnen deze Stad, en dat, zoo lang wy daaromtrent in het zelfde denkbeeld blyvea verfeeren, wy oirzaak zullen zyn dat aan deze Stad door een aantal Troepes geen zekerheid zal bezorgd worden; een antwoord, Ed. Groot Mogende Heeren! dat ons geheel ontzettede, en ons niet onduidelyk te kennen geeft, dat wy geacht worden, geen deel te hebben aan het Verbond der Unie van Utrecht, in welks zevende Artikel, met zoo veel woorden gezegd word, dat de Frontier-Steden gehouden zyn ten allen tyden Guarnifoen te ontvangen, en dat de Kapiteinen en Soldaaten boven den generaalen ééd, particulierlyk die Stad, daar inne die geleid zullen worden, ééd doen zullen, en dat het zelve ten dien einde in haarlieder Artikel-Brief zal gefteld worden; behalven dat het zelve uit de Aéte van Conventie, tusfchen U Ed. Groot Mogenden en deze Stad aangegaan, volkomen buiten twyffel p^fteld is; wy kunnen niet ontveinzen, Ed. Groot Mogende Heeren! dat deze fchrikverwekkende remarqué, van U Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden ter Defcrjfie, ons daadelyk heeft doen be- fiui-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 163 fluiten , om aan alle de Ingezetenen dezer Provincie opentlyk van ons gehouden gedrag, met alle deszelfs gevolgen, en van het gevaar en den weerloozen ftaat dezer Stad, en van het geheele Diftridt van 's Boich af tot Woudrichem toe, kennis te geeven, en aan alle dezèlven te declareeren, dat wy ons onfchuldig houden, van de dringende ram» pen, welke deze Stad en het gezegde Diftrict ftaan te overkomen. Immers Ed. Groot Mogende Heeren! de woede i der Geweldenaaren bepaalt zich niet alleen tot Gelderland, maar is reeds aan deze zyde der Rivier overgekomen, rerwyl eene dolle meenigte van Werkendam, zoo binnen het zelve Dorp als elders, de verregaandfte geweldenaryen heeft aangericht, —— en God weet het, hoe veele Ingezetenen van den Lande van Heusden en Altona, welke van de Gelderfche zyde van Geweeren voorzien worden, wel dra zich met de Gelderfche Plunderaars vereenigen zullen, terwyl op Zondag den 8ften dezer, over den Dorpe Veen, aan de Gelderfche zyde zich reeds een groot aantal gewapende Gelderfche Boeren vertoonde, zoo dat een Detachement van ons Genootfchap, op den afftand van geen Snap. haanfchoot van gemelde gewapende Boeren af, ; zich te Veen posteerde, en aldaar, in het grootfte gevaar van voor de groote overmacht te moeten ] bukken, zonder eenig gefchut by zich te kunnen hebben, fchoon al verfcheiden ligte Veldftukken i in de Magazynen alhier bewaard worden, den ge- Iheelen nacht heefc doorgebracht, terwyl aan de 1 Gelderfche zyde verfcheide Veeren met gewapende Manfchappen bezet waren, en in het Dorp Ardel en elders openlyk de Oranje Leuzen gedragen wierden, en de bedreiging algemeen is, dat binnen veertien dagen binnen deze Stad, en m het geheel Diftrict, de Oranje-Vlag ftaat te worden op. : geheist. Wy zyn overtuigd Ed. Groot Mogende Heeren! van de moeijelykheid om aan ons de.noodjge La Matl"  16*4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Mitifchappen te bezorgen, en wy weten, welké goede poogingen ten dien einde door de Burget* Commisfie te Woerden worden aangewend, —- dan wy zouden ons zulks getroosten, indien wy maar eenigen redelyken byftand kregen, en onze braave Burgers, die dagelyks ter Wacht en daar door hunne kostwinningen verlaten worden, maar eenigzins wierden te gemoet gekomen, — maar wy zyn tevens overtuigd van den overvloed van Ammunitie, welke in de Magazynen binnen deze. Stad gevonden word, en uit dien hoofden is het, dat wy ten dien opzichten ons met zoo veel redenen over de orders van ü Ed. Groot Mogenden Gecommitteerde Raaden, en over het fingulier antwoord van ü Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden ter Defenfie van Holland en de Stad Utrecht, ten fterkften beklaagen, en by deze van U Ed. Groot Mogenden die asfiftentie reelameeren, welke aan ons, als een integreerend Lid van Staat, en als een Mede-Lid van het Verbond der Unie, Waarlyk competeert, terwyl wy anderszins ons zouden genoodzaakt re. kenen, zoodaanige middelen in het werk te ftellen, als tot behoud dezer Stad, en tot confervatie dezer Stads Rechten, zouden noodig zyn. Wy bidden Gods zegen over U Ed. Groot Mo» genden Vergadering, en hebben de eer ons te noemen. Edele Groot Mogende Heeren! (Onder fiond,) U Edele Groot Mogenden goede Vrienden, Gefchreven in onze Drosfaard, Burgemeeste. Vergadering binnen ren en Schepenen, Re. Heusden, den io geerders der Stad Heus. July 1787. den. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, (was get.) F. C. Tromer. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen: 165 No 3383. Misfive van dt Magijlraat van Heusden aan ae Heeren Staaten van Holland en West-Frieüand, tnef verzoek om, in de plaats vindende vacature van het Dros/aards en Schouts-Ambt. hunner Stad, nu nog in *t vervolg deswegens eene Nominatie meer ter Eteftie aan den Heer ErJ-Stadhouder toe te zenden, dewyl de Burgery zoodaanig geëli' geerd Perfoon als Drosfaard en Schout voortaan niet zoude kunnen refpecteeren. In da.o den 13 Ju* ft '787. Edele Groot Mogende Heeren! Het Drosfaards en Schouts-Ambt dezer Stad en derzelver Jurisdictie eene Stedelyke bediening;zyn« de, waar van dus de begeeving alleen aan de Burgery alhier competeert, hebben wy de eer» op uitdrukkelyke begeerte derzelve Burgery, U Ed. Gr. Mogenden.te verzoeken, om in de tegenswoordige vacature, of in het vervolg deswegens, geen Nominatie meer ter Eleftie aan zyne Doorluchtige Hoogheid, Willem den vvkden , te doen toezenden, dewyl de Burgery zoodaanig geëligeerd Perfoon als Drosfaard en Schout voortaan niet zoude kunnen refpedteeren. En, daar de inftelling van deze Ambten geen ander doel heeft, dan de bevordering van het heil dezer Burgerlyke Maatfchappy, daar heeft de Burgery, ter meerdere bereiking van dit beiangryk oogmerk, tevens befloten, om deze bediening in eene driejaarige Commisfie te veranderen, en de Electie van een bekwaam Perfoon, tot waarneming van die Commisfie, uit eene Nominatie, door de Burgery ten dien einden te formeeren, op zulk eenen voet aan U Ed. Groot Mogenden op te dragen ; indien U Ed. Groot Mogenden zullen goedvinden deze opdracht der Burgery alzoo te accepteeren, zou het ons aangenaam zyn, dat daarom, trent, door een Commisfie van U Ed. Groot Mogenden , met Gedeputeerden van ons in 's Haage L 3 ten  166 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten fpoedigften de noodige fchikkingen gemaakt wierden. Hier mede bevelen wy U Edele Groot Mogenden in de befcherming van God Almachtig en blyvcn. Edele Groot Mogende Heeren! (Onder fiond f) Gefchreven in onze ü Ed. Gr. Mogende Vergadering binnen goede Vrienden, Heusden, op heden .„ , . _ . den 11 July 17R7 De Magijtraat der Stad 3 ' 1 Heusden, (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, (was get.) F. C. Tromer. •No. 3384. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eene Mis. five van de MogijUaat van Heusden, over hun 1 echt tot Plaats en Stem ter Staats. Vergadering van Holland, en om aan hun de Poinclen van Befchry. ving .over le zenden, In dato den 24 July 1787. Ontvangen een Misfive van de Magiftraat der Stad Heusden, gefchreven in hunne Vergadering aldaar den 2ïften dezer, waar by, op de gelegde gronden reclameerende hun gefustineerd recht tot faun Plaats en Stem ter Staats-Vergadering, verzoeken toezending van de poindten der befchryving rot de Vergadering van den 25ften dezer en de volgende; hier na breeder geinfereerd. 'Fiat Infertio, Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Misfive, met de voori- ge  de Gebeurtenis/en in 1787 ^z. voorgevallen. 167 ge op dit fubjea onder de Notulen van den ioien Tanuarv dezes jaars, zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Conüderatien en Advys. Accordeert met voorfz. Refolutie. Edele Groot Mogende Heeren! Daar het befluit dezer Stad, om voortaan haare oude plaats en ftemme in de Hooge Vergadering dezer Lande weder te zullen occupeeren, reeds op den 8ften January dezes jaars ter kennisie van U Ed. Groot Mogenden gebracht is, met verzoeK, om ten dien einden de poinüen der befchryving van de toen eerstvolgende gewoone Vergadering van Holland te mogen ontvangen, daar Kunnen wy voor ü Ed. Groot Mogenden met verbergen, dat het ons ten uiterften verwonderd heeft, die poincten, zoo omtrent de daar op reeds gehondene, als omtrent de aanftaande gewoone Vergadering van U Ed. Groot Mogenden, welke op Woensdag, den 2aJi noch heden by ons gevonden en bewaard word, zoo als dezelve door wylen zyne Excellentie Willem van Nassau, hoogloffelyker Aiemorie, op dén 3 December des jaarsW? binden Antwerpen eigenhandig onderteekend, en op deu 24uen daaraanvolgende, door de Ridderfchap, Jflelen en Steden van Holland, reprefenteerende de ütaaten dezer Landen, met belofte en vaste veuek-erwg van den inhoude derzelve in alles te SëTrdVis CP 60 achteïvoIgeD» alleszins geag- ^^f^Verk]aa-ri?go van Hertog Philips van Bodr. f om) en en fatisfaflie van Heusden, door het opftevolad Verbond der Unie nader bevestigd, en door ü Ed. Groot Mogenden met heiligen éédebe" stwooren, zyn mede de voornaame gronden, waar pp het meergemeld befluit dezer Stad wettig genoisen is; — terwyl wy, — „it hoofden derlquifeu en der gemanifesteerde Vaderlandlievende fen- ï iTflnVVaD ü Gr00t Zogenden, by zoo veeie befluiten van Hoogstdezelven tot herftel van al. ilrf „Kechtenu ^Voorrechten fteeds alomme gebleken, -~ thands met te meerder vertrouwen het onwederfprekelyk recht, ten deze opzichten aan \ï n j^"^^.competeerende, van ÜEd.Oroot Mogenden ernftig reclameerende, nogmaals verzoeken, dat de poincten van befchryving, voor de gewoone Booge Vergadering dezer Lande, op aanftaande Woensdag den ajftln dezer en in hS » vervolg zullende gehouden worden, als nog ten fpoedigften aan ons mogen worden toegezonden, op dat wy alzoo m ftaat zouden zyn, de waare be! Japgpns van het lieve Vaderland, naar onzen plicht ta paar pcs vermogen s te helpen bevorderen.  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. Ic"<* In deze verwachting bevelen wy U Ed. Groot S Mogenden aan de befcherming van God Almach,» \ üg, en hebben de eer te zyn. Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond,) ü Ed. Groot Mogenden goedfc Vrienden, De Magijlraat der Stad Heus» den. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, (was get.) F. C, Tromer. Gefchreven in onze Vergadering binnen Heus.; iden, op heden den 22 July 1787. No. 3385. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eene Mis. Jive der Magiftraat van Heusden, met het formulier hunner Stads ééd voor de Militairen aldaar in Guarnifoen, met hun Bericht dienaangaande, benevens twee Refcriptien aan Gecommitteerden ter Defenfie te Woerden daar over; als mede nopens den Groot-Majoor Rappard. In dato den 14 Au., gustus 1787. Ontvangen een Misfive van de Magiftraat der iSiad Heusden, gefchreven aldaar den nden dezer, 1 waar by, tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mo1 genden Refolutie van den 8ften te vooren, toezen1 den een Copie van 't formulier der by hun gear1 refteerden Stads ééd voor de Militairen, voortaan 1 binnen dezelve zullende Guarnifoen houden, met I by voeging van hun bericht dienaangaande, en twee 1 refcriptien op de Misfives van Hun Ed. Groot MoL 5 8eQ-  tjo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genden Gecommitteerden tot Defenfie dezer Provincie en der Stad Utrecht, over het voorfz. fubjett, en concerneerende verder den Perfoon en 't gedrag ven den Groot-Majoor Rappard ten hunnen opzichte; hier na geinfereerd. Fiat Infertio. ' Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en Bylagen, als mede het Advys van de Heeren Gecommitteerde Raaden, op een anterieure Misfive van gemelde Magiftraat onder de Notulen van den 8ften dezer, zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advys. Accordeert met voorfz. Refolutie. Edelk Groot Mogende Heeren! Ter voldoening aan U Ed. Groot Mogenden Refolutie, van den 8ften dezer, hebben wy niet willen afzyn, aan U Èd. Groot Mogenden te doen toekomen eene Copie van het formulier van den by ons gearrefteerden Stads ééd voor de Militairen, voortaan binnen deze Stad zullende Guarnifoen houden; waaromtrent wy ons verplicht vinden, aan V Ed. Groot Mogenden te berichten, dat U Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot Defenfie van de Provincie Holland en der Stad Utrecht, by eene Misfive uit Woerden, gedagteekend den 3den dezer, ons vereerd hebbende met eene remarque, op de eenmaal onderfchrapte regelen in denzelven ééd, als waar door in de Steden by fommige gelegenheden de nadeeligfte gevolgen zouden kunnen veroirzaakt worden. — Wy, ter wegneming van die zwaarigheid, de tweemaal onderge- fchrap-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 171 fchrapte regelen noodig gevonden hebben daar by te voegen: waar op wy vervolgens eene nadere Misfive van welgemelde U Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden hebben ontvangen, gedagteekend uit Woerden den oden dezer, in welken Hun Ed. Mogenden wel gelieven te avanceeren» dat de door Hun Ed. Mogenden opgegeven zwaarigheid door onze gemelde verandering (byvoegiog) meerendeels was uit den weggeruimd, fchoon 'er nog wel eenige remarques op onzen nevensgaarden ééd zouden te maaken zyn, maar dat Hun Ed. Mogenden hadden goedgevonden ons te propo. nceren, om aan de Militie, welke binnen de Stad Heusden in Guarnifoen mogt komen, eenvouwig den ééd af te nemen, welke in de overige ftemmende Steden van Elolland gedaan word. — Dan Ed. Groot Mogende Heeren! daar wy, by eene voorige Misfive aan welgemelde Ed. Mogende Heeren, gegronde redenen, zoo wy vertrouwen, hadden opgegeven, waarom wy met dien gewoonen ééd geen genoegen konden nemen, en welke vervat zyn in die Misfive, waar van wy de eer hebben eene Copie alhier fub No. 1. bytevoegen, zoo hebben wy, by eene Misfive van den 8ften dezer, opgave van Hun Ed. Mogenden onverhoopte verdere remarques verzocht hebbende, omme dezelve, indien het ons mooglyk was, conform de intentie van Hun Ed. Mogenden te veranderen, en zoodaanige verdere remarques niet hebbende mogen ontvangen, ons verplicht gevonden, by eene Misfive, waar van wy de eer hebben eene Copie alhier fub No. 2. mede hier nevens te zenden, onze vaste Refolutie aan die Ed. Mogende Heeren te doen toekomen, en waar toe wy, kortheidshalven, de vryheid nemen ons terefereeren, ons verzekerd houdende, dat U Ed. Groot Mogenden met onze daar in gemanifesteerde fentimenten in allen opzichten zullen inftemmen. Voorts kunnen wy,ten opzichten van den verderen inhoud van U Ed. Groot Mogenden Refolu- -■<*  11% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tie van den 8ften dezer, U Ed. Groot Mogenden j verzekeren , dat wy tot heden omtrent den GrootMajoor Rappard geene andere Refolutien genomen hebben, dan wélke in ons bericht deswegens aan U Ed. Groot Mogenden Gecommitteerde Raaden gemeld liaan; maar dat dezelve GrootrMajoor Rappard, op Vrydag den ioden dezer, voor ons gecompareerd zynde, en wy denzelven willende vraagen naar de reden, waarom hy, op onze herhaal- de aanzeggingen, geweigerd had voor ons te verfchynen, daar hy, benevens elk Inwoonder dezer Stad, daar toe volftrekt verplicht is; en na datwy even begonnen hadden hem deswegens aan te fpre- \ ken, hetfc kunnen goedvinden ons met zulke dis- \ refpeciuf-ufe uitdrukkingen, met zulk een vervaarlyk gefchreeuw, en met zulke oneerbiedige ge- ' baarden te bejegenen, en op zulk eene brutaale wyze van het Stadhuis uit onze Vergadering weg te Joopen, dat wy ons daar door ten lierkften bele- i< digd, en de achtbaarheid van onze Vergadering te fchandelyk door hem gefchonden vinden, dan dat .wy zouden kunnen nalaten, zoo dra de deliberatien j van ü Ed. Groot Mogenden over hem zullen zyn afgelopen, hem des wegens opze hoogfte indignatie te doen gevoelen. Hier mede aan den geheelen inhoud van ü Ed Groot Mogenden voorfchreven Refolutie voldaan hebbende, bevelen wy ü Ed. Groot Mogenden in de btfcherminge Godes. Gefchreven binnen Heusden, den fi Augustus Ï787. ö (Onder ftond,) De Magiftraat der Stad Heusden. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven. C*« get.) F. C. Tromer. Eéï  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 175 Eéd der Militairen, binnen Heus~ den in Guarnifoen komende. Ik zweere en beloove met myn onderhebbendè Manfchap deze Stad, de Magiftraat en Burgery van dezelve, gehóüw en getrouw te wezen, de fleutels dezer Stad in de bewaaring der Magiftraat en der Burgery te zullen helpen houden en bewas» ren, zoo lange ik of de onder my hebbende Man. fchap binnen deze Stad in Guarnifoen zuften zyns de Magiftraat en Burgery getrouwelyk te zullen dienen en gehoorzaamen, in het gene zylieden ons tot behoudenis, dienst en ruste dezer Stede, en voornaamentlyk tegen alle Oproeren en Seditie van den Volke, bevelen zullen, en dat ikmy of myn en. derhebbende Manfchap door de Heeren Staaten dezer Provincie, of door wien het ook wezen mogt, tegen de. voornoemde Magijlraat en Burgery, zoo lange ik of myne onderhebbende Manfchap alhier in Guarnifoen zullen zyn, naoit zal laten gebruiken, ,, tenzy j, alleen in zulke gevallen, in welke de Magijlraat of „ Burgery dezer Stad aan den Stadhouder dezer Provin- cie of aan iemand anders eenig gezag of eenige macht ,, over deze Republyk of Provincie toekende, welke aan ,, de zoodaanige door Hun Ed. Groot Mogenden deHee. ,j ren Staaten dezer Provincie niet wettig was gege- ven of opgedragen, of inaien de Magijlraat of Bur. a SfrJ tot de toekenning en opdraging van zoodaanig gezag en al zulke macht eenige middelen in het werk ,j Jlelde, welke tegens de befluüen van Hun Ei. Groot „ Mogenden zouden aankopen." En dat ik of myn onderhebbende Manfchap ons in geenen deelen zullen bemoeijen met eenige verfchillen, welke tusJ< fchen de Regeering en Burgery dezer Stad zouden kunnen ontftaan, en dat wy byhet doen vanWachten, of bezetten van eenige Posten, binnen deze' Stad, geen ander Wachtwoord zullen erkennen of refpecteeren, dan het welk door den PrefidentBurgemeester dezer Stad zal worden uitgegeven, zonder echter daar door eenigzins te zullen afgaan. van  174 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van de bevelen, welke de Heeren Staaten dezer Provincie of derzelver Gecommitteerde Raaden, in alle andere gevallen dezer Stad of Burgery niet concerneerende, aan ons zouden mogen geven. Zoo wdarlyk moet my God Almachtig helpen. No. I. Edele Mogende Heeren! Wy hebben met veel genoegen uit U Ed. Mo- Èenden Mitfive van den 3den dezer, gezien, dat 1 Ed. Mogenden, by gebrek van andere Militaire Troepes, deze Stad gaarn tot eene Loopplaats aan het een of ander nieuw Regiment zouden gelieven te geven, om aldus provifioneel deze Stad eenigzins te dekken, en daar door tevens dezer Stads Burgery eenig voordeel aan te brengen, dan dat ü Ed. Mogenden zich verplicht vinden, op den Stads ééd, welke alhier van de Magiftraat ftaat gevorderd te worden, aan te merken, dat dezelve is geheel deyiëerende van den ééd, welke in de overige ftemmende Steden word afgenomen, en veel te generaal in die periode, waar in de Militairen zich verbinden, van zich door de Heeren Staaten dezer Provincie tegen de Magijlraat of Burgery nooit te zullen laten gebruiken; als kunnende die petiode in Steden , daar de Magiftraat of Burgery met geen Patriottifche gevoelens bezield is, in fommige omHandigheden van de nadeeligfte gevolgen zyn. Het zoude ons te grievend fmerten, Ed. Mogende Heeren! eenige gelegenheid aan andere Steden te geeven, om zich tegen de Vaderlandlievende gevoelens en befiuiten van Hun Ed. Groot Mogenden met vrucht te kunnen verzetten , dan dat wy U Ed. Mogenden niet welmeenend zouden bedanken, gelyk wy de eer hebben by dezen te doen, voor de zorgvuldige oplettenhcid en wel geplaatite remarque, waar mede U Ed. Mogenden ons, we-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 175 ! wegens die te generaale periode gelieven te honoreeren, en wy advoueeren volkomen, dat wy, by teene nadere overweging van die periode, Ü Ed. SMogenden remarque zoo zeer gegrond vinden, dat kwy terftond, met goedvinden van het Wel Ed. Colli legie van gequalificeerde Gecommitteerden nit Ide Burgery alhier, dezelve periode, op deze wyize, zoo wy vertrouwden, tegen de door U Ed. É Mogenden opgegevene te vreezen gevolgen be« fveiligd hebben, dat achter het woord gebruiken 1 daadelyk zoude volgen: 1, ten zy alleen in zulke 1 „ gevallen, in welke de Magiftraat of Burgery de,, zer Stad aan den Stadhouder dezer Provincie, 1 „ of aan iemandanders, eenig gezag of eenige macht 1 „ over deze Republyk of Provincie toekende, wel,„ ke aan de zoodaanige door Hun Ed. Groot Mo1genden de Heeren Staaten dezer Provincie niet L, wettig!was gegeeven of opgedragen; of indien .de Magiftraat of Burgery tot de toekenning en I „ opdraging van zoodaanig gezag en al zulke macht ] ,, eenige middelen in het werk ftelde, welke te. j gens de befluiten van Hun Ed. Groot Mogenden ] zouden aanloopen, " door deze by voeging, Ed. j Mogende Heeren 1 meenen wy de gewichtige zwaa] righeid van U Ed. Mogenden uit den weggeruimd, j en aldus U Ed. Mogenden van onze Patriottifche | fentimenten meer en meer verzekerd, te hebben; | gelyk het die zelve onze fentimenten zyn, Ed.Moi gende Heeren! welke ons in andere opzichten heb] ben doen befluiten, den anderszins gewoonen Stads 1 ééd voor de Militairen met eenige byvoegingen \ op te helderen, op dat alzoo aan de Magiftraat de j faculteit zoude benomen zyn, om immer de ftem ] van haare weldenkende Burgery te fmóoren, of ten ] minften infrudtueus te maaken, gelyk anders daar I van onder anderen in de Steden Delft, Brielle efl ! Gorinchem de ongelukkige voorbeelden te veelI vuldig gezien zyn, dan dat wy dezelve aan U Ed. j Mogenden behoeven voor te dragen, terwyl de gé1 melde Stads ééd, zoo als dezelve nu met die nade-  VJ6 Verzameling Van Stukken betrekkelyk tdi dere by voeging door Ons is zarnen gefteld, vooraf uit hoofden van de periode, omtrent de Stads fleutels, als de voornaamfte fteun der Burgerlyké Vry-' heid zynde, gelyk de ongelukkige ondervinding van het tegendeel ons zulks geduurende zoo veele' jaaren geleerd heeft, naar onze gedachten in allen opzichten overeenftemt met de intentie van dep' ééd, by het zevende Artikel van het Verbond det Unie vastgefteld, en met de veiligheid;'welke daar door aan de Rechten en Voorrechten der Steden tegens het te veel beflisfend en gevaarlyk Recht,' le droit du plus fort naamentlyk, word toe gebracht $ waarom wy ocs verzekerd houden, dat onze denkwyze deswegens alleszins met de gemanifesteerde ffiquitable fentimenten van U Ed. Mogenden zal ftrooken, Waar van het ons byzonder aangenaam zal zyn, door eene nadere Refcriptie van U Edt Mogenden, verwittigd te mogen worden. Intusfchen bevelen wy ons, deze Stad en Burgery, aan de voortduurende Proteöie van U Ed. Mogenden, biddende dat U Ed. Mogenden in allen opzichten met den Zegen van God Almachtig mogen begunftigd worden. Gefchreven binnen Heusden, den 6 Augustus «787. (Onder ftond,) De Magiftraat der Stad Heus. den. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, (was get.~) F. C. Tromer, Secreh No. 2. Edele Mogende Heeren! ■ Het fmert ons ten hoogften, Uit Ü Ed. Mogenden Misfive van den s>den dezer te vernemen, dat 0  de Gebeurtenis/en in 17 87 enz. voorgevallen. 177 U Ed. Mogenden, offchoon de door U Ed. Mogenden gemaakte remarque op onzen Stads ééd voor de Militairen, naar genoegen van U Ed. Mogenden, door ons meerendeels is uit den weggeruimd, echter kunnen goedvinden, aan ons te proponeeren, om aan de Militie, welke binnen deze Stad in Guarnifoen mogt komen, eenvouwig af te nemen den ééd, welke tot hier toe in de overige ftemmende Steden van Holland gedaan is; en zulks uit hoofde, dat 'er rog wel eenige remarques op onzen voorfz. Stads ééd zouden te maaken zyn» doch van welke wy de opgave niet hebben mogen ontvangen, alhoewel wy by onze laatfte Misfive aan U Ed, Mogenden verklaard hebben, dezelve, indien het ons mooglyk was, naar de iütentie van U Ed. Mogenden wel ce willen remediëeren. Wy kunnen of mogen voor U Ed. Mogenden niet verbergen, dat onze Burgers en Ingezetenen uit de inkomften van Mri ie binnen deze Stad een groot deel van hun beflaan vinden, en dat dus, deze Stad zonder Mili ie blyvende, de Burgers en Ingezetenen, welke by het maaken en bouwen van zulke aanmerkely ke flallen, ais voor het Legioen van den Heer Rhyngrave van Salm gefchied is, reeds eene confi ierabele fchade geleden hebben, meer en meer zullen verarmen, terwyl de inkomften van deze Stad zelve, welke by het geduurig uit en door marcheeren van Militaire Troepes, geduurende deze trouble tyden, importante uitgave aan Karren, Strooy enz. gehad heeft, daar door ook groot nadeel bekomen zullen. Dan tevens, Ed. Mogende Heeren 1 moeten wy U Fd. Mogenden rondélyk verklaaren» cat debraave Burgers en Ingezetenen dezer Stad met onsvastelyk befloten hebben, liever die fchade en vermindering van inkomften , waar van alleen onze heilzaame oogmerken, tot behoud en beveiliging onzer rechtvaardige zaak, de oirzaak kan geacht worden, lydzaam af te wachten en te verdragen, liever verkiezende eene bekrompene leveaswyze XLV1I. Deel. M eer-  178 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eerlyk te ondergaan, dan dat wy — dat zy, ter afwending van die naderende ramp, de wezendlyker belangens van deze Stad en Burgery voor een ruimer beftaan zouden in de waagfchaal ftellen. Neen, Ed. Mogende Heeren 1 hoe lange deze Stad en braave Burgery reeds met allerlei wkfelvalligheden heeft: moeten worftelen, hoe zeer wy voor haar onophoudelyk yveren voor de goede zaak, de zaak des Vaderlands een beter loon had mogen verwachten. —'■ Zy gevoeld te wel de waarde der Burgerlyke Vryheid. — Zy denkt te edel en voorziet te veel gevaaren, indien zy van haar wettig befluit afgaat, dan dat zy, ter beveiliging van herwonne Rechten, en ter bekoming van die, welke haar nog onthouden worden, onder een eerbiedig vertrouweu op de rechtvaardigheid van een Almachtig God, zich de grievendfte onheilen niet getroosten, en aldus voortgaan zoude, zich haarer waardig te gedragen. Eene bemoediging toch, Ed. Mogende Heeren! zullen wy in alles, wat ons deswegens mag overkomen, daar in vinden, dat onze oogmerken in dezen den toets der blanke zuiverheid gernstelyk kunnen inwachten, en dat veele voornaame VólksVrienden en aanzienelyke Burgeryen in dit Gewest, over onze voorfz. Stads ééd, met ons in het zelf. de denkbeeld ftaan, en niet gaarn zien zouden, dat wy van denzelven verder afweken, maar veel eer ons aanmoedigen, om de gedachten der geheele weldenkende Natie ten fpoedigften hier op in té nemen. Intusfchen hoopen wy, dat U Ed. Mogenden zullen gelieven te befluiten, om aan onze verlan» gens te voldoen, en dat ü Ed. Mogenden ten dien einde niet alleen in aanmerking zullen nemen de fituatie van deze befchadigde Stad en Burgery, maar ook tevens de meerdere onkosten, welke, door het aanbouwen van nieuwe Stallen, daar dezelve binnen deze Stad ledig voorhanden zyn, aan den Lande zullen vooroirzaakt worden: als mede het voor-  de Gebe*irtenisfen in 1787 enz. Voorgevallen 176» voordeel, dat daar door aan de MiÜtaireh zetveü Zou worden toegebracht, gelyk zulks onder anderen de Heer Colonel Baron de Mattha * als hier in den Keizerlyken Oorlog zyn Legioen verzameld hebbende, aan U Ed. Mogenden zou kunnen bevestigen. Hiermede bevelen wyóns, deze Stad en öufgery, aan de befcherming van Ü Ed. Mogenden , ea bidden, dat de Goddelyke Voorzienigheid Ü £d. Mogenden met zynen zegen mag begunftigen. Gefchreven binnen Heusden, den 11 Augustüë 1787» (Onder ftond,) De Magijlraat dér Stad Httü» den. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven $ (jwrs get.~) F. C. Trömer, Secreh ■ I De Gecommitteerde Raaden, ingevolge en tef voldoeninge van U Ed. Groot Mogenden Refolu» tie Commisforiaal van den 24ften July laatstleden & geëxamineerd hebbende een Misfive door G. RA#part, als Groot-Majoor van Heusden, den ipdeü bevoorens aan de Gecommitteerde Raaden toegezonden, met een Memorie aan hem, van wegen de Magiftraat derzeive Stad, ter hand gefteld, cops cerneerende zyne fuspenfie, zoo lang hy den ééd van getrouwheid aan de Stad, Magiftraat en Bur- fery, zoude weigeren te doen; hebbende voorfz. lisfive ten fine van Bericht gefteld in handen vaü den gemelden Magiftraat; en dewyl de voörffo Groot-Majoor, volgens van hem bekomen infor-a matie, nog nader voor dezelve Magiftraat Was geciteerd, de noodige voorziening gedaan, op dat dë zaak in quasstie* hangende Ü Ëd. Groot MogenM i dei  iFo Verzameling van Stukken betrekkelyk ut den deliberatien, niet buiten haar geheel mogt worden gebracht. En hebben de Gecommitteerde Raaden hier op van den voorfz. Magiftraat ontvangen het Bericht, dat dezelve de eere hebben hier Devens aan ü Edele Groot Mogenden te laten toekomen, waar uit aan dezelve^ gebleken is, dat de vordering aan den gerpelden Groor-Majoor, zoo wel als aan den Onder-Majoor Gerlag, omtrent het afleggen van een Guarnifoens ééd, gedaan, en waar uit de voorfz. citatie en aanzegging is geboren, is een gevolg van het gene door de Magiftraat der Stad Heusden, omtrent alle de Militie binnen dezelve Stad in Guarnifoen komende, onlangs is gefustineerd geworden , en waaromtrent ü Ed. Groot Mogenden, by Refolutie van den I4den July laatstleden, hebben gelieven goed te vinden, dat den voorfz. ééd door de als doen binnen Heusden in Guarnifoen zullende komen Militie zoude worden afgelegd. Weshalven de Gecommitteerde Raaden confidereerende, dat de gemelde Groot-Majoor én OnderMajoor van Heusden begrepen moeten worden tot het Guarnifoen der gemelde Stad te behooren, U Ed. Groot Mogenden zullende dienen van advys, (onder het welnemen van U Ed. Groot Mogenden) van gedachten zouden wezen, dat ü Ed. Grooc Mogenden zouden behooren te declareeren, dat dezelve Groot-Majoor en de Onder-Majoor GerJLach, zoo wel als de Militie by ü Ed. Groot Mogenden Refolutie van den i4den July laatstleden vermeld, gehouden zyn den ééd van hun gevorderd, op den voet by de voorfz. Refolutie bepaald, af te leggen. Edoch refereeren de Gecommitteerde Raaden zich ter hoogwyze dispofitie van U Ed. Groot Mogenden. s Haage, den 7 Augustus 1787. Ede-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 181 Edele Mogende Heeren 1 Ter voldoening aan ü Ed. Mogenden intentie, hebben wy de eer, met terug zending van U Ed. Mogenden Misfive aan Hun Ed. Groot Mogenden gefchreven, op den 21 July 1787, U Ed. Mogenden by dezen te berichten, dat, door ons, met goedvinden en op begeerte der weldenkende Burgery dezer Stad, befloten zynde, omme voortaan geen Militairen binnen deze Scad toe te laten, dan welke, conform het zevende Artikel van het Verbond der Unie, vooraf een Stads ééd van getrouwheid alhier zouden geprajfteerd hebben; en wydaar op geinformeerd zynde, dat, als toen, eenige Militairen met patent Honden herwaards over te komen, wy noodig vonden den Groot-Majoor alhier, G. Rappard, welke zoo dikwerf als Commandant der Militairen binnen deze Stad fungeert, als 'er geen Officier van eene gelyke of meerder rang zich by dezelve Militairen bevindt, benevens den Onder-Majoor Gerlach,welke,als zoodaanig, van alle geheime ordres doorgaans kennis draagt, voor ons te ontbieden, zoo, om met den eerstgemelden over het in te komen Guarnifoen te fpreken, als om van beiden, uit hoofden hunner gemelde Militaire functien, waar van de veiligheid en rust, mitsgaders de bewaaring van dezer Stads Rechten en Voorrechten en deBurgerlyke Vryheid alhier, grootendeels, zoo niet ten eenenmaalen, zoude kunnen afhangen, en waaromtrent wy, volgens ééd en plicht, gehouden zyn alle noodige prascautien te nemen, de prasftatie van den voorfchreven Stads ééd te requireeren. Dat de Onder-Majoor Gerlach behoorlyk voor ons gecompareerd zynde, en vier- en-twintig uuren uitftel op ons voorfz. requifietverzocht hebbende, na verloop van dien tyd ons gedeclareerd heeft, volgens zyne gedachten niet verplicht te zyn een Stads ééd van getrouwheid in onze handen af te leggen; waarom wy, ter maintien van ons gezag en M 3 ter  ïga Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ter voorkoming van alle nadeelige gevolgen, denzelven verboden hebben, zyne qualiteit als OnderMajoor binnen deze Stad op eenigerhande wyze te eserceeren, tot dat hy den voorfz. Stads ééd zoude geprsfteerd hebben. Dan, dat de Groot-Majoor G. Rappard , op onze herhaalde ordres, zich niet verwaardigd hebbende voor ons te compareeren, veelmin aan ons voorschreven befluit te voldoen, wy by provifie gerefolveerd hebben hem mede te verbieden, in zyne gemelde qualiteit alhier te fungeeren, tot dat hy den ééd van getrouwheid aan deze Stad, in onze handen, zou hebben afgelegd; terwyl wy van gemelde onze Refoiufie aan hem, als zeer gebrekkig in het fpreken en in het verftaan van mondelings boodfchappen zynde, door een Stads Bode by pro vttmoria hebben doen kennis geven. Dat wy ons volkomen verzekerd houden, van de wettigheid en billykheid onzer voorfz. Refolutien, als ftéunende niet alleen op het gemelde zevende Artikel van 't Verbond der Unie, en op het recht aan ons en onze Burgery, ter confervatie dezer Stads Rechten, competeerende; maar ook op de nadere bekrachtiging deswegens van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en VVesrFriesland, in Hoogstderzelver Refolutie van den I4den July gemanifesteerd. Dat wy, uit aanmerking van dengebrekkigen toeftand van den gemelden Groot-Majoor G. Rappard, denzelven wegens zyn betoond desrefpedt en des. obediëntie aan ons, in het niet compareeren voor ons, niet daadelyk de ftrenghejd der Wetten, ten dien opzichte by dezer Stads Keuren tegens de zoodaaniaen inaericht. hebben willen dnen nnrW«,ir_ den, maar denzelven nogmaals tegens aanftaanden Vrydag voor ons ontboden hebben, met aanzegging, dat wy, by verdere non comparitie van hem, tegen hem als Iowoonder zullen Procedeeren, zoo als yry, naar inhoud van de Keuren dezer Stad, zullen pirdeelen te behporen0 Dat  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 183 Dat wy, uit aanmerking der dwaaling waar in gemelde Groot-Majoor G. Rappard fchynt te verfeeren, en van welke wy verwachten, dat hy door eene Refolutie van ü Ed. Mogenden ftaat terug gebracht te worden, den dag, waar op wy hem gelast hebben voor ons te compareeren, tot aanltaanden Vrydag over agt dagen, zullende zyn den 10 Augustus 1787, hebben geprolongeerd, zonder ech» ter daar door van onze voorfz. Refolutie omtrent de niet waarneming zyner Militaire fun&ie, tot dat hy den Stads ééd van getrouwheid zal geprsfteerd hebben, eenigzins af te gaan; maar blyvende dezelve in allen opzichten effeft forteeren; terwyl wy, vertrouwen met deze onze prolongatie aan u Edele Mogenden intentie, vervat in ü Ed. Mogenden Misfive, Je dato den 30 July 1787, voldaan te hebben, fchoon wy, na verioop van gemelde tyd, ter maintien van ons gezag over de Inwoonders dezer Stad niet zullen kunnen nalaten onze Stads Keu. ren ook ten opzichte van den Perfoon van G. Rappard, als Inwoonder alhier, haare behoorlyke werking te doen hebben. ... Hiermede bevelen wy ü Ed. Mogenden in debe. fcherming van God Almachtig! Gefchrevne binnen Heusden » den 1 Augustus (Onder ftond,) Uwer Ed. Mogenden goede Vrienden, De Magiftraat der Stad Heus» den. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, (was getO F- C. Tromer. M 4 E°ï"  184 Verzameling van Stukken letrekkelyk tet Edele Gróót Mogende Heeren! Door G. Rappard, als Groot-Majoor van Heusden 5 aan ons by Misfive van den ioden dezer zynde toegezonden Cópie van een Memorie door den Stads Bode aldaar aan hem ter handen gefteld; heb. Iben wy de eer dezelve Misfive en Copie Memorie hier mede ter kennisfe van U Ed. Groot Mogenden te brengen. • Daar mede, Edele Groot Mogende Heer eni zullen wy God Almachtig bidden ü Ed. Groot Mo. genden te willen houden in zyn heilige Protectie. Gefchreven in den Haage, den 21 Ju^i.787. (Onder ftond,) Uw Ed. Groot Mogenden Dienst, willige. De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Hollanden West'. Friesland. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, (was geu) J A. J. Royer. Edele Mogende Heeren! Myne Heeben.' De Ondergefchreven heeft de eer aan Uwe Ed. ■ Mogenden onderdaanigst 'over te zenden Conie van een Memorie, die myn den i8den July narnid. dag door de Stads Bode hier tot Heusden in handen geteeld is; hebbe de eere myn in hooge Proteftie on*  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 185 Dnderdaanigst te recommandeeren, en in diepen re« fpect met fchuldige eerbied te zyn. Edele Mogende Heeren l Myne Heeren! (Onder ftond,) Heusden, Uwe Ed. Mogenden onder. den 19 July daanigUm, getrouwen en 1787. gehoorzaamen Dienaar. (was get.j G. Rappard. MEMORIE. Dat vermits hy Groot-Majoor tot tweemaal toe weigert, op de requifide van de Magiftraat, voor Hun Ed. Groot Achtb. te compareeren, om tefpreken over zaaken van het in te komene Guarnifoen, als mede over den ééd van getrouwheid aan de Stad, Magiftraat en Burgery, te doen, zoo word mitsdien gemelde Groot-Majoor Rappard gelast en bevolen, in qualiteit als Groor-Majoor van Heusden niet te fungeeren, alvoorens hy den voorfz. ééd van getrouwigheid zal hebben gedaan. En dat over het refus en kleinachting, de Magiftraat door deszelfs weigering van non comparitie aangedaan, op morgen nader zal worden gerefolveerd, zoo en in diervoegen als Hun Ed. Groot Achtb. zyn Ed. als Inwoonder zullen vermeenen te behooren. M 5 No.  ^86 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 'No. 3-386. Mi'five van Heeren Gecommitteerde Ras. den van de Staaten van Holland, met 'de Confideratien van den Fiskaal van der Craght, nopens de gronden, waar op Hun Ed. Groot Mogenden Souoereiniteit over Tsfeljlein, Leerdam en Acquoy, berust; en van 't gebruik omtrent 't promuU geeren van Hun Ed. Groot Mogenden Wetten, en Flakaaten. In dato den 25 April 1787. Ontvangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, gefchreven in den Haage den giften dezer, waar by, tot voldoening aan Hun Ed.Groot Mogenden requifitie van den 2den der voorleden maand, nopens de gronden, op welken het recht der Souvereiniteit van Hun Ed. Groot Mogenden over Ysfelftein, Leerdam en Acquoy, is berustende, mitsgaders van het gebruik omtrent het doen promulgeeren van Hoogstderzelver Wetten en Plakaaten, aan Hun Ed. Groot Mogenden laten toekomen de Confideratien van den Advokaat-Fiskaal van Hun Ed. Groot Mogenden Domeinen Mr. M. van per Craght, zich tot dezelve refereerende, en bier na geinfereerd. Fiat Infertio. . Waar op gedelibereerd, en Copie van de voorfz. Misfive, en van de daar by gevoegde Confideratien, verzocht zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in de orde nader te examineeren, en door de verdere Leden, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met voorfz. Refolutie. Edele Groot Mocende Heeren 1 Het heeft ü Ed. Groot Mogenden behaagd, ons by U Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 2den Maart  ds Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. l8£ Maart laatstleden te gelasten, zooras mooglyk by eene gedetailleerde Misfive aan ü Ed. Groot Mogenden te fuppediteeren de gronden, op welken het recht der Souvereinitelt van U Ed. Groot Mogenden over Ysfelftein, Leerdam en Acquoy, is berustende; mitsgaders van het gebruik, het welke omtrent het doen promulgeeren van de Wetten en Plakaaten vanHoogstdezelven heeft plaats gehad. Wy hebben, ten einde aan Hun Ed. Groot Mo. genden voorfz. requifitie op de volledigfte wys te voldoen, nopens alle de voorfz. poincten gerequireerd en bekomen de Confideratien van den Advokaat-Fiskaal van U Ed. Groot Mogenden Domeinen Mr. M. van der Craght , welke wy de eere hebben hier nevens aan U Ed. Groot Mogenden te la. ten toekomen, de vryheid nemende ons aan dezelve te refereeren. , Waar mede, Edele Groot Mogende Heer eni zullen wy den Almogenden bidden, CJ Ed. Groot Mogenden in lange en voorfpoedige Regeeringe en welftand te willen conferveeren, en verder zege- bsd» Gefchreven in den Haage, den 24 April 1787. (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van de Gecommit* ' teerde Raaden, (*of get.) A. J. Rover. Edele Mogende Heeren! Met verfchuldigt refpeft heeft de Ondergeteekende Advokaat-Fiskaal der Domeinen van Holland en West-Friesland ontvangen Uwer Ed. Mogenden bevelen, vervat by derzelver Appoinctement, den óden Maart laatstleden gedaan Hellen op eene Co■ " -■ - pie  £88 Verzameling van Stukken betrekkelyk M pie van zekere Refolutie, den 2den daar bevoorëns ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden genomen; tendeerende die bevelen, ten einde de Advokaar-Fiskaal zoude dienen van zyne Confideratien en Advys op het daar in voorkomende poinct, waar by ü Ed. Mogenden verzocht worden, om zoo ras mooglyk by eene gedetailleerde Misfive aan Hun Ed. Groot Mogenden te fuppediteeren de gronden, op welke het recht van Hoogscderzelver Souverei. mteit over Ysfelftein, Leerdam en Acquoy, is berustende; mitsgaders van het gebruik, het welk omtrent het doeq promulgeeren van de Wetten en PiaJcaaten van Hoogstdezelven aldaar heeft plaats gehad. r ° Daar nu deze requifitie door Hun Ed. Groot Molenden alleen gedaan is, ter gelegenheid van een Publicatie, by Prsfident, Raaden en Rekenmeesters der Domeinen van zyne Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder op den 26 February 1787 gearres. teerd, over het bedryven van publieke vreugde, aoo ter gelegenheid van Hoogstde?zelfs toen op .handen raakende Verjaardag, als anderszins, welke by die Publicatie duidelykgepermitteerd wordt, waar door dezelve geheel inloopt tegen de Plakaaten, by Hun Ed. Groot Mogenden in 't voorige jaar geëmaneerd, en ten voorfz. zei ven tyde gerenoveerd, zal de Advokaat-Fiskaal, in het vertrouwen, dat de voorfz. requifitie alleen reguardeert die gronden, welke concerneeren de verplichting tot, of ongehoudenheid van, het bbferveeren der voorgemelde gefielde ordres of geëmaneerde wetten van Hun Ed. ■Groot Mogenden, deze zyne Confideratien ook daar toe alleen betrekkelyk maaken. Ten einde aan dit werk eene onderfcheidende klaarheid naar vereisch te kunnen geven, zullen de twee Hoofd-Poinften, by voorfchreven Refolutie voorkomende, ieder afzonderlyk verhandeld worden, en alzoo A. Aangewezen de gronden, waar op de Souvereiniteit van Hun Ed. Groot Mogenden over de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 189 de voorgemelde drie Plaatfen of DifMQen met een volkomen fiducie kan worden beweerd, en B. Zal nopens het gebruik, 't welk omtrent het doen promulgeeren der voorgemelde Wetten en Publicatien aldaar heeft plaats gehad, het weinige, dat heeft kunnen worden ontdekt, aaa de attentie van t) Ed. Mogenden voorgedragen worden. Ad A. Wat het eerfte dier poindten aangaat, zal het zelve haar betoog erlangen uit een onderzoek van de navolgende voorftellen of onderdeden: I. Ofy naamenlyk, de voorgemelde drié Plaatfen of Diftridten gelegen zyn binnen de limiet-paaien óf grenzen van dezè Provincie, eD mitsdien onder de Souvereiniteit of Heerfchappye van de Heeren Staaten van dezelve Provincie. II. Zoo ja! of 'er dan eenige bekende Adie of Diploma exteert, waar by dezelve Plaatfen of Diftridten buiten de SouvereiniteitofHeerfchappye van Holland en West-Friesland gefteld, of tot independente en Souvereine Heerlykheden geërigeerd geworden, zyn; en of niet het tegendeel van dien uit veelerlei gebeurtenisfen en Ac* ten moet vastgefteld worden. Waar by de Advokaat-Fiskaal III. Kortelyk zal nagaan, of het Leenrecht ten dezen reguarde van eenige wezendlyke applicatie is, en wat het zelve medebrengt ten opzichte van de al of niet gehoudenheid tot obfervantie van zoodaanige Wetten als die in qusstie, wanneer dezelve by de Souvereiniteit van deze Provincie gearrefteerd zyn geworden. Ai L Word ten opzichte van het Diftrict of Heerlykbeid van Ysfelftein aangemerkt,, dat het zelve beichreven wordt als gelegen te zyn tusfchen de Leek en den Ysfel op den Hollandfchen bodem (a), Goud- (a) Befchryving van 't Utrechtfche Bisdom, vertaald depr H. vam Kiivk j in 8v«. D. II, p, 246.  150 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Goudhoeven (b) brengt het zelve mede als gelegen in deze Provincie, Halma (c) rituleert het een vryé Heerlykheid en kleine Stad in Holland; gelyk ook de meeste Schryvers deze Heerlykheid, als gelegen onder Holland, opnoemen1 (d); nogthands zyn 'er fommigen, die dezelve wel zouden willen opgeven als onder Ütrecht te behooren, waar onder de Profesibr A. Matthjeus (é) wel de voornaamfte is, maar niet alleen is zulks toe tefchryven aan zynen, by alle deskundigen erkenden, te grooten yver voor het Stift en Provincie van ütrecht; maar ook aan eene niet behoorlyke onderfcheiding tusfchen de veritable fituatie van deze Plaats, en tusfchen het gezag over dezelve in die tyd, toen de Geestelykheid alles overmogt, en byzonder de Bisfchoppen van Utrecht in hunne grootfte verhevenheid en macht zich bevonden, als wanneer zy gezag over een groot gedeelte Van Holland enOverysfel prffitendeerden te hebben. — Doch het zoude te veel afleiden, indien de Advokaat-Fiskaal de ongenoegzaamheid van 9t geen by Matthjeus gezegd word, met applicatie op de waare fituatievan het voorgemelde Diftrict, wilde aantoonen, vooral, om dat zoo aanftonds zal blyken, dat zoodaanig onderzoek ten eenemaal overbodig zoude wezen. Wat nu de Heerlykheid van Leerdam betreft; daar over kan niet gevoeglyk eenige qusstie gemoveerd worden, dewyl dezelve gehouden word voor een (i) In zyn Chron. pag. 91. Ëdit. 1620. (c) Toeneel der Vereenigde Nederlanden op 't woord Tsdftein. (d) Zie v. d. Hoeve, Chart. Cron. Deel Lp. 116. BoxBoen, Tooneel van Holl. p. 309, Smits, Schatkam. der Nederl. Oudheden, op 't woord Tsfelftein. Tegenwoordige Staat van alle Fuiken, Deel XVII. pag. 554 en anderen. (e) De Nobilit. in Prcefat, Ubr. 3. £p de Jure Glad. Gaf,  de Gebeurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 191 (een gedeelte van het aloude GraaffchapTysterband, en tot het Land van Arkel. 't welk zekerlykop Hollandfchen bodem is gelegen, te behooren (ƒ). —» IVoegende Goudhoeven 'er by, dat het zelve eerityds is uitgegeeven by Jan IV, Heer van Arkelt ïaan zyn zoon Folpert (g). Ten opzichte van de Heerlykheid van Acquoy Jkan mede geen twyffel vallen, om dat het zelve beIfchreven word als een Dorp, in het Diftrict van JLeerdam gefitueerd en daar toe behoorcnde (A), en idoor den Heer van Arkel gemaakt of gebouwd (1)» IHalma noemt het mede een Hollands Dorp, onder £Leerdam behoorende (£), Dus komt dit Dorp of |Heerlykheid zeldzaam onderfcheiden van het Dl; itrici van Leerdam in aanmerking; en zal daarom de yAdvokaat-Fiskaal zyne Confideratien alleen doenrouafleeren over deDiftricten van Ysfelftein en Leerdam; 'te minder noodig zynde van Acquoy aparte melding ite maaken, om dat het zelve zulk een klein Diftrict tonder Leerdam uitmaakt, dat de Drosfaarden vaa, j Leerdam ook teffens Drosfaarden van Acquoy kojmen te zyn (/). Omtrent welker Driften fituatie, hoe zeer het alvernuft die in de duistere tyden der vroegfte oudIheid meer of min disputabel konde voorftellen, by « niemand te dezer tyd eenige dubieteit kan gemaakt jtworden, als men gade ftaat, dat, wanneer na dedood |van Prins Willem den eersten, op het ftuk van 1de beleidinge en Regeeringe van den Lande, alle de Isroote en kleine Steden van deze Provincie befchref ven (ƒ) Zie hier de voor aangehaalde Schryver». (g) Ter aangehaalde plaats pag. 86". {h) Zie de voorgemelde Autheuren. (i) Kemp, befchryving van Gorinchem, pag. 24.' ' (k) Toaneel der Vereenigde Nederlanden op Ackoy. (i) Tegenwoordige Staat van alle Voller. Deel XVII. p. 509,'  192 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ven wierden, en ter Vergadering van Hofland op.' kwamen, daar onder zich mede bevonden hebben^ Gedeputeerden van Leerdam en Ysfeiftein, en dat, ter gedachtenis van die Staats-Vergadering, indeglazevenfters van 't Hof in den Haage de Wapens van: de gecompareerde Steden in zekere rang en ordre gefchilderc zyn, onder welke de voorgemelde Steden fub No. 30 en 31 voorkomen (m). Indien nu deze Steden met haare Diftriclen Eiet in de Provincie van Holland gelegen waren, en alzoo tot dezelfde behoorden, zouden derzelver Afgezondenen niet herwaards gekomen, of in die Vergadering geadmitteerd zyn geworden, nadien ze als dan geene directe relatie tot die Provincie en toe derzelver voornaamfte belangens gehad zouden hebben. Tot corroboratie van die geargumenteerde kan wyders dienen, dat, wanneer de Staaten in voorfz. tyden in onderhandeling waren met Koning Hendrik jDen derden van Frankryk, teneindedezeivedeOp- I perheerfchappye over deze Provincie zoude willen aannemen; en van wegen dat Hof eene opgave van de macht en de Kerkte van Holland wierde gere- j quireefd, de Gedeputeerden van Hoo^itgemelde .Heeren Staaten op den 24 February 3585, onder de Steden in Holland gelegen, hebben opgegeven1 Ysfelftein en Leerdam (n). De opgave immers van die twee Plaatfen zoude het credit van de geheeIe onderhandeling weggenomen, en een tegenge-' fteld effect aan het wezendlyke en als toen ge-; wenschte but gedaan hebben, indien het niet eene erkende zaak was geweest, dat die Steden binnen de Limiten van Holland gelegen waren. — Zonder ook, dat zulks ten vollen zeker was, zoude hetniec té pasfe gekomen zyn, om in het ontwerp ter inhuldiging van Hoogstgemelden HeerePncfe tot Graaf en (m) Alsem, befchryving van de Stad Brielle, £fc. Deel. I. (. 46. » ge» (?) Blykens 't 5de Regist. van de Brieven van den Hove, aldaar berustendeƒ/. 69. vs.  de Gebeurtenlsjen in 1787 enz. voorgevallen* I95 ,, gebrouwen, altoos zyn geweest, ook gecorfiJe. j, reerd en gehouden (gelyk dezelve waarlyk zyn) ,, voor Bieren binnen deze Provincie gebrou,, wen (r)." Vollediger erkentenis, wegens de fituatie van Leerdam in en onder Holland, kan zekerlyk niet gevergd of voorgedragen worden. Meerdere bewyzen ter bevestiging van dit gede* duceerde zouden hier by gevoegd kunnen worden, zoo uit gebeurtenisfen en Aften van vroegere ty. den, als uit de Refolutien van den Souvereiu dezer Provincie, maar de Advokaat-Fiskaal zal dezelve, om deze tot geene onnoodige opereusheid te brengen, achterhouden; zoo om dat die voor een groot gedeelte by 't volgende poindt in aanmerking zullen komen, en alzoo verhandeld moeten worden, als om dat het ten eenenmaale overbodig zoude zyn, om eene zaak, tot decompleetfte evidentie gebracht, jog nader te willen bewyzen. Alleen zal de Advokaat-Fiskaal 'er nog byvoegeh, «lat, indien Ysfelftein en Leerdam niet binnen de grenzen van Holland gelegen waren, dezelve dan onder Utrecht of Gelderland gefitueerd zouden moeten wezen, nadien by alle Schryvers en ten allen tyde begrepen is, dat Holland ter plaatfen, waar over in dezen gehandeld word, grenst, gedeelteiyk aan Utrecht, en gedeeltelyk aan Gelderland; ingevalle nu de fituatie van Ysfelftein en Leerdam onder een der voorgemelde Provinciën, met eenige fchyn van grond, gefouteneerd konde worden, zouden dan die Provinciën voor het jaar van 1747 hebben gepermitteerd, dat op Hollandfche Patenten, of op Patenten waar op by Holland alleen attaché was verleend, de marschrouten van Militaire Troepes buiten hunne toeftemming over die Diftricten genomen wierden (s). Ja zouden in deze zoo droe. vige (r) Dit Request is geinfereerd in de Notulen van Holland fub dato den 29 May 1751. (s) Op Patent van Hun Hoog Mogenden van den 3 N 2 No-  195 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vige verwydering, tusfchen de zeven elkander zoo li benoodigd hebbende Bondgenooten , Gelderland b en ütrecht ftilzwygende hebben aangezien en toe- l: gelaten, dat, by het trekken van het Cordon op de L grenzen dezer Provincie, eenige Troepes te Ysfel- l[ ftein en te Leerdam geinquartierd zyn geworden, ( en aldaar nog blyven. Immers zoude tegens zulke |( icquartiering ten minften de fterkfte repraïfentatien i gedaan zyn geweest. Kunnende daar aan te minder i j getwyffeld worden, dewyl de Utrechtfche Verga- L dering te Amersfoort, volgens de Nieuwspapieren , I, eenigen tyd geleden, klachten heeft gedaan over het pasfeeren van eenige Militie, trekkende van Tienhoven of daaromtrent in de Alblasferwaard, over de Leek, na Woerden of verder na boven, 't welk van geen belang ter weereld was, in vergelykicg van ce voorgemelde icquartiering. Dan daaromtrent een diep ftilzwygen houdende, komt daar uit al mede overtuigend te blyken, dac nien in die Provkcien te recht geconvinceerd is, dat de meergemelde Diftriöen onder Holland, en niet onder voorfz. Provinciën, gelegen zyn. Dit alzoo ten vollen, zoo vertrouwd wordt, bewezen zynde, volgt daaruit van zeiven: dat, vermks f Juris notisfimi is, dat alle Landen, binnen de bepaaliog of limiten van eenige Heerfchappye gelegen [ zynde, onderhoorig zyn aan dezelve Heerfchappye» en haar Souvereine gezag moet erkennen, en haa- »i re wetten volgen, ten zy compleetelyk kunnen aan. 11 wyzen haare independentie van die Heerfchappye, r en haare eigen Oppermacht en Souvereiniteit, buiten dezelve Heerfchappye, overzulks dan ook door j of van wegen den Doorluchtigften Heere van Ys« ? felftein en Leerdam ten duidelykften , als eene uit- ne- j November 1746 zyn uit de Armee na Leerdam getrokken I ] Engelfche Dragonders; en op contra-patent van Hofland van den 13 Maart 1747 moesten dezelve wederom van daar vertrekken, werwaards hun door den Hertog van CüM. |i SEKL^asD geordonneerd zoude worden.  Ide Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 107 TJemïng van die Diftricten uit de Souvereiniteit van Holland, waar in die Heerlykheden gefiiueerd zyn; taitsgaders eene afzonderlyke en aan Hoogstdezelve tompeteerende privatiVe Souvereiniteit over voornoemde Diftricten, en independentie derzelve van deze Provincie, aangewezen en gedemonftreerdzoude moeten worden. Maar, hoe zeer de Advokaat-Fiskaal met alle yver na eene Acte van zoodaanige exemtie en'indepen» i dentie, of na eenig Privilegie of ander Diploma, waar uit van zoodaanige privative Souvereiniteit van : meer Hooggemelden Heer over de voornoemde Steden en Diftricten zoude confteeren, gezocht heeft; is denzelven geen eene zoodaanige Acte, Privilegie of Diploma voorgekomen, waar uit zulks volledigst ij zoude blyken, ja zelfs geene zoodaanige, welke 1 met eenige ernst en overtuiging van voldoenendheid 1 aangehaald zoude kunnen worden : maar zyn gemel; de Advokaat Fiskaal in tegendeel zulke gebeurtenisfen en Adta van diverfche natuur geoccurreerd, welke denzelven doen %'ermeenen, dat een diergelyke Adte, Privilegie of Diploma, als hier vooren t vermeld is , by geene mooglykheid kan exteeren en ] gevonden worden. Dit nu aan te wyzen, zal het onderwerp van het II. Onderdeel uitmaaken. Dan vermits dezelve gebeurtenisfen en Aflen niet | alle concerneeren de Diftriöen van Ysfelftein en 1 Leerdam te famen; zal de Advokaat-Fiskaal het hem 1 vGorgekomëne nopens dezelve afzonderlyk vcrhanl delen, en wel in de eerfte plaats dat geen, 't welk het üiftrifl: van Ysfelftein aangaat, voordragen; en 3 zyne voorgemelde vermeening fundeeren. 1. Op de handelingen van de Souvereiniteit van I Holland en West-Friesland. a. jOp de acta en gebeurtenisfen van en by den i Hove van Holland. 3. Op het begrip vaneen Hcogien Raade', en 4. Op de daaden en Aöen van dj refpedtive HeeI lea yan Ysfelftein zelve. N 3  198 Verzameling van Stuklen betrekkelyk tot Ad ti Ten opzichte van de handelingen van den Souverein van deze Provincie zal, om van geene vroegere gebeurtenisfen gewag te maaken, als waar door men in een onaangenaam en onnoodig demellé van de twisten tusfchen de Bisfchoppen van Utrecht en de Graaven van Holland oudtyds gefubfifteerd hebbende, en in verdere onnoodige Oorlogen, zoude moeten indrirgen, de Advokaat-Fiskaal voor ge. noegzaam houden, te retnarq^eeren, dat eindelyk Hertog Willem van Beijsren in den jaare 1412 de Stede en Slot van Ysfelitein by verdrag heeft ingenomen, en volledigst aan Holland gehegt (t). —r En, in conformiteit van dien, is vervolgens den 5 Augustusü4i6 een Rentmeester, als mede een Schout, j en op den 7den dito een Castelein van 's Gravenhuis en Slot aldaar, door Hoogstgemelden Hertog, als Graave van Holland, aangefteld geworden («). Eene diergelyke Commisfie, als Baiijuw en Rent. meester van den Lande van Ysfelftein, is naderhand, en wel den 15 February 14.17 fiil, c«r„, door de Gravinne Jacoba van Beijeren medegedaan depecheeren. Nu is het cier, wel tegen te fpreken, dat deze Commisflen niet zouden zyn gedepecheerd en effeQ: hebben geforteerd, indien niet voorgemelde Graaf en Gravinne het Diftrict van Ysfelftein onder hunne Souvereiniteit en Beheering hadden gehad , maar de voorige en verdreven Heer van Ysfelftein daar van de Oppermacht en Authoriteit had behouden. Het is wel een waarheid, dat in 't zelve jaar dié Stad en Heerlykheid door de voorige Heeren weder wierden bemachtigd, maar met geen ander gevolg, als dat zy op nieuws verdreven wierden, en het Slot,. benevens de muuren, toorn en poorten geflegt en afgebroken wierden (v), federt welke tyd de voornoem. (0 Vaderl. Hift. Deel III. B. n. pag. 391. (w) Geregiftr. ter Leenkam. van Hall., in Beg» Bevtls. IJlï, 1408-1418. caf. R fot. 58 £? 58 vf. ■ ; (v. Vadert. Hifi. Deel III, B„ 12. pag. 416.  d& Gebeurtenisfen in 17S7 enz. voorgevallen., 199 noemde Stad en Diftrict, uit hoofde van de opkomende en het Land verfcheurende inlandfche t wisten en Oorlogen, wel wederom aan de zelfde Fami. lie is uitgegeven, doch niet anders, als ter Leen, ■en vooral ten rechten Leene, en zulks zonder de minfte byvoeging van Souvereiniteit of onafhankelykheid; integendeel zelfs met deze in veele ordinaire Heerlykheden geobferveerde bewoordingen, met de Heerlykheid in Hogen en in Lagen met allen hemen toebehoren, hoedaanige uitdrukking als nog by de verlyën van deze Heerlykheid plaats heeft, en ■welke alleen relatif gemaakt kan worden tot de exercitie van de hooge, middelbaare en laage Junsdictie, waar toe de bekleeding van de Souvereiniteit zekerlyk niet gebracht kan worden. Maar men behoeft zich op deze generaale gebeurtenisfen alleen niet te beroepen. — Des AdvokaatFiskaals fustenue word buiten alle reproche en bedenken gefteld door diverfche particuliere handelingen ; waar toe onder andere kan dienen de plechtige uitfpraak, den 1 December 1445 gedaan by mynen genadigen Heere van Bourgondien, in tegenwoordigheid der Baanritfen, Ridderen van Holland en Friesland, en van diverfe andere groote Ferionagien en Collegien, over de fustenue van diveriche Baanritfen, Ridders en Knapen, datzy, wegens hunne Heerlykheden gelegen in Holland en Friesland, en die zy van den Hertog van Bourgondien, als Grave van Holland, te Leen hielden, niet fchuldig waren in de refpettive Beden te dragen; en omtrent welke fustenue die Heeren omtrent een jaar te vooren ordre bekomen hadden, haare Privilegiën, Brieven en Bethonen, waar mede zy zich ten dien opzichte zouden willen behelpen, aan Hoogstgemelden hunnen genadigen Heer over te brengen, .'— Veele van die Heeren, en daar onder de Heer van Ysfelftein, daaraan voldaan hebbende; zyn ten voorfz. dage eenige Heeren en Vrouwen opgenoemd, waar onder dan ook die Heer van Ysfelftein wegers der Heerlykheid Ysfelftein, en gezegd of mtgefpro■ N 4 kens.  200 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ken: 3, Als van den Heeren en Vrouwen voorn, en j, van hoeren Onderfaten, gefeten in der Heerlic3, heden voirfz., foe is uitgefproken, dat myn gen, 3, Heere die referveert en hout in Jtaate in fulker vor3, men, dat hair Onderfaten van den beeden, die myn genadige Heere voir deze tyd in fynen Lan- den van Holl. en van Vriesl. gegeven hebben ge3, weest, die tegenwoirdeüc loop hebben, en die „ nog hier na hem gegeven zullen worden, onbe3, last weefen fullen, foe lange, en tot der tyd toe , datbymynen gen. Heere anders daar op geordineert en gedeclareert fal weeztn (m)." Want uit die uitfpraak confteert ten vollen, niet alleen, dat buiten allen twyffel was, dat de Heerlykheid van Ysfelftein in Holland gelegen is; 'twèlk tot overbodige Corroboratie van het hier voor verhandelde kan dienen; maar vooral, dat de Hertog, als Grave van Holland, en dus, als te dier tyd de Souverein en genadige Heer van deze Provincie, in eene gehoudene groote Vergadering bevonden moet hebben, dat Ysfelftein geen aparte Souvereiniteit was, maar tot Holland behoorde, om dat de ■vryftelling van de Beede, en 't geen te noteeren is, niet van de verdere of andere ordinaire lasten, ge» fchiedis, provifioneel, en alleen zoude geduuren, %oo lang als by den genadigen Heer niet anders daar op geordonneerd en gedeclareerd zoude wezen; immers is het niet te contradiceerens dat, ingevalle begrepen was, dat Ysfelftein een aparte Souvereiniteit op zich zelve was, de voorgemelde referve of vryftelling ad tempus niet te pasfe zoude hebben kunnen komen, dewyl als dan die Heerlykheid met de Beeden en Lasten, óver deze Provincie zelve om» geflagen of verder om te flaan, niets te doen konde hebben, of daar in geinteresfeerd konde zyn; maar uit hoofde van haare pratenfe privative Souvereiniteit van zelve altoos vry moest blyven. Weshaï- ' '" ! " ven (v) T« virdea In d- Memoriaalen van den Hove vaa Hoüafld ïï Mtrrtior. Hef. f^J. >Sjo.  de Gebeurtenisfen in .1787 enz. voorgevallen. 2.qi ..yen niet minder daar uit,.als uit de gedaane uitfpraak zelve, ten klaarften te zien is, dat dezeprqvifioneele decifle alleen berust op eene overtuiging by de Vergadering, dat Ysfelftein aan den Graave qnderhoorig was. Dat nu de voorgenoemde provifioneele vryftel. ling van.de Heerlykheid van Ysfelftein niet altoos heeft blyven fubfifteeren, is op te maaken uit ver) fcheidene Refolutien, na de afzweering der Gravei lyke Regeering, door de Heeren Staaten van HqIi land genomen, waar by verftaan is, dat Ysfelftein 1 onder Holland in de Lasten moet contribueeren(aO; : en dat die en meer andere Refolutien van de Hee; ren Staaten effect gefor'tcerd moeten hebben, is evident uit de hier voor vermelde oude Lysten van I de Plaatfen onder de belastingen of verpachting der middelen in deze Provincie forteerende, en waar op onder anderen Ysfelftein gevonden wordt, om , 'dat anders die Plaats, of dat Diftrict, op die.Lys. ten niet gebracht, en op de gedrukte Exemplaaren ■ van dezelve niet gevonden zouden.worden. — Ja ■\ zelfs vind men in of omtrent 1670 ergens aangetee.. kend, dat Hun Ed. Groot Mogenden gewoon waI ren jaarlyks door haare Commisfarisfen te YsfelI ftein de Gemeene Middelen te doen verpachten, : en dat de biljetten van de verpachtingen aan de l poorten en publieke plaatfen, | daar men gewoon I was te affigeeren, aangeplakt wierden. — Men voege hier by niet alleen de Refolutie van 1 Hun Ed. Groot Mogenden van den 2 July i<565, 1 waar by verftaan is, dat de daar by vermelde Heer- lykheden, waar onder Ysfelftein, in 't middel van 1 het Haardftede geld onder Holland moest contribueeren; maar ook zoo veele anderen, ten tydevan de Regeering van de Graven uit het Huis van Oos- ten- (jc) Refol. van Holl. van den 22 September 1600 ea den 30 July 1601. n 5  402 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tenryk, en fpeciaal by 't leven van Prinfe Witï,em den eersten glor. Memorie door de Staaten, genomen, contineerende, zoo al niet een ernftig of nadruklyk beklag over het van tyd tot tyd vryftellen van fommige Edelen in het contribueeren in de beden, waar onder van HooggemeldenHeere Prinfe, ten minften een duidelyk begrip van Hoogstgemelde Staaten, wegens de abfoiute gehoudenheid van die Heeren tot het dragen in dezelve fjy), om buiten alle bedenken geconvinceerd te zyn, dat by den Heer of Prinfe van den Lande, zoodaanige handelingen hebben plaatsgehad, als welke onbeltaanbaar zouden zyn, en niet hebben kunnen gebeuren, indien de Heerlykheid van Ysfelftein in der daad was eene aparte en tot Holland niet behoorênde Souvereiniteit , en daar voor door Hoogstdezelve eenigerleywyze erkend was geworden, of indien de in 't vervolg te melden Atte van den 20 AllPlISrilS I C C rlnif tarra*,* n.n>, J„„ .,„„ „„ -—-o 'v ■ j j" wuui jv^wup nas gcuuuucii vau cl- mge valeur of ingresfie te kunnen zyn. n _1 11 * , si<* üvcu zou zeer, ais zuiks volgen moet uit Aa kxulclmiyon t>n„ Ar, tl „ o . , Uu™>.inifiLu iau uc xiccicu oiaaieu, moet er gciyA ucuuil gcuidam woruen uit net geen oy den Hove van Holland is gebeurd; want men vindt in de Registers van den Hove, dat op den 4 May des jaars 1466 twintig, en op den apften dierzelve maand nog 25 andere Menfchen, die te Ysfelftein hadden geroofd, gemoord en gebrand, by welgemelden Hove zyn gecondemneerd tot het zwaard, rad en ftaak, en op den 9 May 1468 ter zeiver zaake nog een ander tot zwaard en confiscatie (Y). En wyders, dat het welgemelde Hof den 14 Augustus 145J» op intendit recht doende, twee Dienaars Van den Jonker van Ysfelftein, ter zaake van zekeft) Zie onder anderen de Refolutie van 18-22 Febr. 30 en 31 Maart, 1 April, en 16-10 Sept. 1559. (2) Te zien uit de Criujineele Sententie-Boeken van Hoye; Sententie Beek d. Fol. 7, fw. 8 en Fel. 1710.  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 203 kere ge welddaadighéid aan den Exploitier van den Hove, hebben gecondemneerd gehad tot ban en confiscatie f». Deze Sententien en Rechtplegingen zouden zekerlyk geen plaats kunnen hebben, of te pasfe zyn gekomen, indien de Heer van Ysfelftein eenig gegrond recht tot Souvereiniteit aldaar bad gehad, dewyl bet Hof daar van geen ignorantie konde hebben , of ten minften zoude zulks te dier tyd betoogd zyn geworden; ook zoude de fecreete Raad in den jaare 15*54 niet hebben gerequireerd gehad het Advys van welgemelde Hof op het verzoek van de Broederfchap der Melaatfchen in de Capelle van Eyteren onder Ysfelftein, om confirmatie van zekere hunne Ordonnantie (6), en het Hof zoude gedeclineerd hebben gehad haar Advys te geeven, indien niet by beide Cotlegien begrepen was dat Ysfelftein onder de Jurisdictie van den Hove, en de Souvereiniteit van den Graave, behoorde. 2ïog minder zoude te pasfe zyn gekomen het fchry ven van een Misfive, door die van denRaade en Rekeningen des Heeren Prinfe van Oranje op den to van Ocïober 1567, aan den Hove van Holland, om zich te excufeeren, waarom die van Ysfelftein de bedelen van den Hove nopens de rigoureufe Procedures tegens de Beeldeftormers niet hadden voltrokken (c), indien welgemelde Hof in de vaste overtuigiog, dat die Heerlykheid onder Hollandfche Souvereiniteit en onder haare Jurisdictie behoorde, die van Ysfelftein deswegens niet hadden gereprocheerd gehad. En wanneer men nu daar by voegt, het gene hier vooren bereids is aangemerkt, nopens de Refolutie van (a) Md Sententie-Boek D. Fol. 0.4. (6) Ifte Reg. van de uitgaande Brieven van dén Hova van Holl. (aldaar berustende) lopende van den 28 Stipt. 1557 tot uit. Sept. 1565 Fol. 201. (r) Repertor. van Placau £?c. pag. 133.  204 Verzameling van Stukken, betrekkelyk tot i van den Hove de dato den 29 January 1604, genomen op 't verzoek by die van Ysfelftein aan het zelve gedaan, tot het hooren van eenige Getuigen, fpecleerende tot een Proces te Ysfelftein lkispendent, op fundament, dat die Stede buiten Holland gelegen was, en by welke Refolutie duidelyk is begrepen, dat voorfz. Plaats niet;-buiten, maar in, Holland gelegen was, wordt het begrip, van een Hove tegeb de gefusttneerde Souvereiniteit van' Ysfelftein buiten alle bedenken gefteld, in confideratiede voornoemde Refolutie geene beteekenis of op net gedaane verzoek eenige applicatie zoude hebben, indien niet de woorden in of binnen Holland mede moesten te huis gebracht worden ook op de Jurisdictie van den Hove over Ysfelftein voornoemd. Tot flot op dit poinór. Kan men nog aanmerKen de aanftelling van een erkend geboren Ysfelfteins Burger tot het gewichtig Officie van Advokaat-Fiskaal en Prokureur-Generaal Crimineel in de Hollandfche beurt, zonder dat dezelve ooit heeft verzocht of geobtineerd brieven van naturalifatie ad honores; zonder welker verkryging nogthands dezelve niet eligibel en te admitteeren was, indien Ysfelftein niet onder Hollandfche Souvereiniteit behoorde. ——> De aanftelling dan van denzelven door de Heeren Staaten, en de Admisfie by het Hof, zonder het doen van Repraïfentatien daar tegen, leveren dan ook de evidemfte preuven uit van de waarheid, van 't geen nopens beider begrippen ten dezen is voorgedragen geworden. Ad 3. Maar niet minder fterk wordtde AdvokaatFiskaal in zyn fustenue bevestigd door het begrip Van den Hoogen Raade, ter gelegenheid van het volgende vry recente geval. Lodis Lalao, naamentiyk, Banquier en Solliciteur Militair alhier in den Haage, hadt zich in 'den jaare 1760 by Requeste aan dat Collegie geaddrèsfeerd, en verzocht Letteren Requifitoriaal aan den Drosfaard en die van den Gerechte van Ysfelftein, om aldaar te executeeren een willige condemnatie, ■ by  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 20 ƒ by welgemelden Hoogen Raade gedecerneerd op eenObligacie ten laste van eenen Süiljard deLeefdaale, te dier tyd aldaar woonacmig; en zulks op fundament, dat Ysfelftein voornoemd eene Baronnye en Souvereine Heerlykheid was, niet resforteerende onder de Jurisdictie van welgemelden Hoogen Raade. ■— Dan dit fundamentum petitionis zeer vreemd aan welgemelde Collegie voorkomende, is door of van wegen hetzelve daar op gerequireerd de Confideratien van den toen nog in leven zynde Advokaat-Fiskaal van Limborgh, waar op» na dat door gemelden Fiskaal met het exhibeeren van eene korte Memorie aan voorfz. requifitie was voldaan, gevolgt is, dat den 17 September van 't zelve jaar 1760 by welgemelden Hoogen Raade is geresolveerd geworden, de voorgemelde Requeste van Louis Lalau uit te geven zonder dispofitie, en zulks om deze zeer notabele reden, dat aan den Hoogen Raade niet was gebleken, dat Tsfelfiein by Hun EdGr. Mog. ooit was erkend, voor eene Souvereine Heerrlykheid, en om dat in margine van de Executorien» die op voorfz. willige condemnatie verleend waren . was genoteerd: En, alzoo de Gerequireerde kern onthoudende en woonende is buiten de Jurisdictie van de* zen Hoogen Raade, zoo doet uw Exploicl by Edifte in ordinariaforma; en de voorfz, woorden met de Claufule van Edifte daar uit waren overgenomen in de Aöe van Sommatie; zyn by welgemelden Hoogen Raade zoo de voorfchreven Executorien als Acte van Sommatie ingetrokken , en gedepofiteerd geworden. Dit ter zaake in qusestie zeer importante geval bewyst dus op de convincantfte wyze, dat, om eenige Souvereiniteit over eenig Diftrict. binnen de grenzen van deze Provincie te kunnen beweeren, abfolut gerequireerd word ten minften eene daadelyke erkentenis van den Souverein van den Lande, en dat van zoodaanige erkentenis, ten opzichte van Ysfelftein , niets ter weereld komt te confteeren. Dan  <üo6 Verzameling van Stukken betrekkelyk M Dan hoe zeer dit geval op zich zelveö genomen, volkomen decifoir.en alieen geroeg is,om de lusiecue van den Advokaat-Fiskaal ten vollen te probeejen, zal dezelve nog rader licht ontvangen uit de bandelwyze van de Heeren van Ysfelftein z; lfs. Ai 4. Op welk reipect alleen twee gevallen zullen worden bygebracht. Het eerfte is te vinden in zekere brieven van confirmatie van eene Keure op de Politie te Ysfelftein, door Keizer Karel teBrus. fel den 23 December 1531 gedaan (d). In de Introductie van die confirmatie zegt Keizer Karel in fuhftantie, dat Heer Floris van Ecmond , Heer te Tsfeljtein, mitsgaders de gemeene Ingezetenen en Onderzaten 's Lands en Heerlykheid van Ysfelftein , hem hadden te kennen gegeven, dat op den 3 Maart 1508 de Vader van voornoemden Heer van Ysfelftein, ger aamd Frederik , met voornoemde gemeene Ingezetet en zich aan Keizer Maximiliaan, als Momber, Voogd enz. geaddresfeerd hebbende, ■van Hoogstderzelven hadden bekomen opene brieven Tan coiifirmatie en vastigheidop de Statuten, Handvesten en Keuren , voortyds gegund en gegeven fcy den Heer van Ysselstein den Inwoonenden 's Lands er Heerlykheid van Ysfelftein, om den Gejneenen oirbaar, profyt en welvaart, derzelver Stede; en dat, hoe zeer die Ingezetenen altyd in eene paifibele posfesfie daar van geweest waren, zy ech* ter duchteden, dat, vermits HoogstgemeldeKeizer Karfl by zyne meerderjaarigheid die niet had geconfirmeerd . dezelve tot hunpe groote fchade mogten gedebatteerd worden; — dierhalven verzoeken zy nadere confirmatie van Keizer Karel zelfs , die dan ook de voorfz. Keure confirmeert, doch niet anders, als voor zoo verre de Supplianten die duidelyk gebruikt en geufeerd hebben; en vervolgens worden gelast de Prefident en Luiden van onzen Grooten Raa- (d) Geregifir. tir Leenkam. van HolL, Reg. Privilegiën, CSroijen &c. Cas K.fol. 113.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 207 , Raade, de Stadhouder, Eerfte en andere Luiden van 1 onzen Grooten Raade in Holland, de Supplianten die ; 1 te laten genieten en gebruiken. . Dit ftuk doet overtuigend zien, dat niet alleen de I Heer van Ysfelftein, maar ook de Keizer als Graave 1 van Holland, geen de minfte denkbeelden hebben I gehad, dat het Diftrict van Ysfelftein een Souve1 reiniteit op zich zei ven zoude zyn, independent van 1 den Graave van Holland; want voor eerst voegt de :! Heer van Ysfelftein zich te famen met zyne Ingeze1 tenen en doet met dezelve eene ootmoedige fuppli» 1 catie aan den Graave van Holland, 1t welk ten vol. ]en aanwyst eene volledigfte fubjedrie van dien Heer 1 en zyn Onderzaaten aan den Graave. Bovendien doet die famenftemming van Heer en I Ingezetenen duidelyk zien, dat gemelde Heer over- tuigd moet zyn geweest, dat hy geene zyne Ingezetenen verbindende Keuren van eenig belang kon. de maaken, zonder concurrentie van de Ingezete» nen, *t geen almede tegen de Prasrogativen en Hoog. [heid, den Souvereinen competeerende, komt in te ilopen, en den Heer van Ysfelftein gelyk fielt met de Collegien van Heimraadfchaopen en diergelyke in deze Provincie, die, na met de Ingelanden ge. 1; adjufteerd te hebben de noodig voorkomende verbe. "i teringen in de geufeerde Keuren, gewoon zyn, daar m op de approbatie of confirmatie van Hun Ed. Groot | Mogenden te imploreereD. Zal men zeggen, dat jzulke Dyk-Collegien een Souverein gezag hebben? 4~— Immers heeft niemand nog ooit onderftaan, 1 daar uit zich zulk een idéé te formeeren, veel min 1 te beweeren. Daar by komt nog, dat de Heer van it Ysfelftein, hoe zeer eene volledige confirmatie vero|zoekende, nogthands zoodaanig gefubjecteerdisgen weest aan den Graave, dat hy zich te vrede moesc cl houden, met eene reftringeerende confirmatie voor zca v'verre de Supplianten de Keuren deugdelyk gebruikt engeu«1 feerd hebben; en dat met eene lastgeving aan die beide 1 Collegien van Juftitie, te weten het Hof van Hol1 land en den Grooten Raad te Meenden, welke bui- ten  ao8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten de originaire of dageiykfche Rechters in de refpettive Steden en Diftritten van Holland', de eenige Collegien van Juftitie en Appél voor die Provincie waren, aan den Heer van Ysfelftein en de Ingezetenen het effect van de voorgemelde Keuren» met de genarreerde reftrictie, te laten genieten en gebruiken; welke last teffens includeert, dat die beide Hoven of Collegien, indien voornoemde conformatie niet was gevolgd, of indien buiten de voorfchreven reftrictie wierd gegaan, over de zaaken, in die Keuren vervat, zouden hebben kunnen, ja zelfs moeten, jugeeren. — Klaarder en volkomener beWys, dat de Heer van Ysfelftein zelfs den Graave van Holland voor zynen Souverein gehouden moet hebben, vermeent de Advokaat-Fiskaal dat niette berde gebracht kan werden. Dat Prins Willem de eerste al mede in gelyke begrippen, als voorgemelde Heer van Ysfelftein, geftaan heeft, is uit de tweede voor te drage gebeurtenis op te maaken; te weten uit het Protest door Hooggemelden Prins, op den 2ï Octoberijóo, voor den toenmaligen Griffier van Holland , Barthout Ernst en Getuigen, gedaan (e) dat „ alzo in alle „ Mandementen, Misfiven, en andere Befoignes ,, van den Hove de Prince van Oranje, Graave van „ Nasfau &c. gefteld wierd, als Stadhouder van 3, Holland, Zeeland en Friesland. — Zulks zyn,, der Excellentie niet zoude moeten preejudiciee„ ren in de Heerlykheden van Ysfelftein, Leerdam, ,, en andere Heerlykheden, in Holland, Zeeland en „ Friesland gelegen, zyne Excellentie competee- rende." Want vermits Hooggemelde zyne Excellentie zeer wel bewust was, dat 't Hof van Holland geene andere Jurisdictie konde hebben, als over Holland, Zeeland en Friesland, zo verre die onder de Souvereiniteit van den Graave van Holland en Zeeland behoorden, zoude het een zeer ontydig, on- (e) Te vinden onder de Memorialen van den Hove van Holland, in het 2de Memoj. Eshst. ƒ«/, 38,  dé Gebeurtenisfen in 1787 enz, voorgevslitn. töfr ongepast, ja zelfs voor den Prinfe ptaJjudiciabet,pretefteeren zyn geweest, indien de bedoelde en genoemde Heerlykheden, en daar onder Ysfelfteii,» niet onder de Souvereiniteit van Hoogstgemelden Graave behoord hadden. -— Zelfs werden de Heerlykheden, waar over het Protest rouleert, ook ge« field in Holland, Zeeland en Friesland, dat is, onder de Jurisdictie van den Hove, gelegen te zyn.—■ Dus kan zyn Excellentie niet anders gemeend heb ben, als door het gedaane Protest alleen voor te komen, dat in de meerdere of mindere regalia» aan voorfz. Heerlykheden in Holland &c. geaccrucheerd, door het Procedeeren van particuliere Pe: foonen, in dezelve woonachtig, geene atteinté of pra:judicie zouden mogen toegebracht worden. Dit is nader op te maaken, eensdeels uit de woorden van andere Heerlykheden in Hollands waaromtrent meer Hooggemelde Prinfe zekerlyk niet aadets had als de ordinaire hooge, of middelbaare, of laage Jurisdictie, even ais andere Heeren in hunne1 Heerlykheden; en anderdeels uit het fattum van döfi toenmaaligenProkureur-Geneiaal, die, blykensdeö verderen inhoud van het voorfz. Protest, heeft begeerd „ Acte, onverminden nogthands die gerechtig- heid van deMajefleit: " want die claufule, welke zyn Excellentie heeft geadmitteerd gehad, zoüd^ Hoogstdezelve niet hebben kunnen admitteeren, indien het gedaane Protest reguardeerde eene fustebnö van privative Souvereiniteit over Ysfelftein &o», de* wyl dat Protest inhield eene Contradictie van dezeSve, waar door al het nut van het voorfz. Protc*é verdwenen zoude zyn. A .. De Advokaat-Fiskaal vertrouwt dus zyne ftellmg tegens het exteeren van eenig voldoende Diploma j Privilegie of andere Aöe, waar by van deprivatie Souvereiniteit van de Heerlykheid Ysfelftein, ed van derzelver abfolute icdependentie van de Souve jeiniteit van Holland, op de volledigfte wyze zoüe'é moeten confteeren, ten duidelykften bewezen teftenben; nademaal het genoegzaam onmooglyk zouue XLVII. Deel. O *föi  2io Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zyn, immers tegens de altoos plaats hebbende menicbelyke handelingen zoude aanlopen, dat en de Souverein zelve, en zyne, door haare uitnemende kennis , zoo excelleerende Gerichtshoven, mitsgaders de Heeren van Ysfelftein, zoodaanig Diploma &c. exteerende, in diervoege zouden hebben geageerd en gehandeld, als by deze Confideratien is voorge. dragen geworden. Men wil echter gaarne advouëeren, dat de Heeren van Ysfelftein in vroeger tyden nu en dan zich veel hebben-l^ten voorftaan, en dat zelfs over 't resfort van Ysfelftein geprocedeerd is geworoen: doch wat de eigenlyke quasstie was, of hoedaanig en hoe verre daar in geprocedeerd is geweest, heeft de Advokaat-Fiskaal tot nu toe niet konnen outdekken. — Alleen heeft dezelve bevonden, dat, toen FIr. Maximiliaan van Egmond den 23 December 1548 overleden was, var* wegen de Mombers van zyne eenige nagelaten Dechter Anna van Egmond, den 21 December 1549 ter Leenkamer van Holland is verzocht Investiture, wegens de Leengoederen by haaren Vader nagelaten, en daar onder Van de Heerlykheid van Ysfelftein, dan datdeStadhouderdaarop geantwoord had, dat hem door de Vrouwe Gouvernante verboden was, eenig verley op voorgemelde Jonkvrouw* te doen of te pasfeeren , en dat hy mitsdien het gedaane verzoek ontzeide en weigerde, ter tyd toe, dat hem anders geordonneerd zoude zyn geworden (ƒ); dat vervolgens deze Dame in July 1551 met den Heere Prinfe van Oranje getrouwd zynde, van wegen hooggemelde Prinfe ten behoeve van zyne Gemalinne den 24. January I552 }Ut. cur. op nieuws verley was verzocht van de ,, Heerlykheid van Ysfelftein in Hogen en Lagen met allen heuren toebehoren, gelyk Heer j, Maximiliaan van Egmond, Grave van Buuren, ,, des voorfz. Princesfe Heer en Vader, Zalig. Mem., „ die (ƒ) Gereg. ter Leenkam. van Holl., in hei Roods Reght. .'.4-TS53 Cos EL Capit. Noordholl. fol, 4710.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. „ die te houden plag, ende mits Zyn overlyden op ,, Haar gefuccedeerd was." Dan dat daar op 0.0 Stadhouder weder had gerepliceerd ordre te heboen » die invesriture niet te geven, als met de Claufule behoudelyk in alles onze Hoogheid en Prceëminemie; doch, dat daar in bedenkelykheid aan de zyde vaa den Prinfe gevonden engefustineerdwas; ,, dat men „ verley behoorde te geven, zonder eenige nieu„ wigheid, byzonder in aanmerking van de Liu.>- pendentie, die ter caufe van 't resfort van Ys. „ felftc in in den Grooten Raad te Mechelea onger decideerd was." Doch dat des niet te min de Stadhouder by zyn gezegde had geperfifteerd, en, zelfs de Acte van Diligentie, van wegen den Prinfe als toen gevraagd, gerefufeerd en geweigerd (g)', maar naderhand fchynt men 'er dit op uitgevonden te hebben, dat den I Juny 1553 het verley wegens Ysfelftein zoude worden gegeven, zoo als verzocht, was, doch dat daar tegen ter zeiver tyd ter Leen-' kamer door den Prokureur-Genera3l zoude worden geëischt ,, dat het voorfz. verlei niet mogt gege,, ven worden, als met expresfe claufule, behoudens Jt Resfort van Appél aan den Rade van Holland, en „ behoudens die Majejïeü zyn Recht en Hoichheid, " of dat hy anders „ protesteerde van 't Recht ende Hoichheid van de Majefteit; en dat die Investi„ ture niet gefchiedde met meuinge om des Maje„ üeits Recht en Hoichheid eenigzints te mogen 3, prajjudiciëren, verzoekende hier van Acte, en deze zyne Protestatie geregiftreert te worden in „ het Leecboek." En dat daar op de Stadhouder zoude antwoorden, gelyk hy geantwoord heeft gehad, last te hebben, het verley te geven, als zoo even gemeld is, maar dat hy daar tegens aan den Prokureur-Generaal zoude verleenen de verzochte Acte van Protestatie, en confenteeren, dat die geregiftreerd zoude worden (A), Hoe (g) Zie het zelve Roede Reg. Capit. Zeeland, fol. 20". (h) Ibid. fol, 29 vs. O 2  212 Verzameling van Stukken betrekkelyk tst Hoe zeer nu uit dit detail wel confteert, dat men te dier tyd eeDige merkelyke fustecuen wegens Ysfelftein in het oog moet gehad hebben, is het echter zeer duidelyk, dat de Graaf of zyn ProkureurGeneraal zich daar tegens alleszins heeft geoppofeerd, en niet het minfte geadvouëerd; uit al het welke de fustenue van den Advokaat-Fiskaal nog meerder licht en klaarheid komt te ontvangen. Wat nu de Heerlykheid van Leerdam betreft, kan derzelver onderhoorigheid aan de Souvereiniteit van deze Provincie nog minder betwist worden; dewyl die Heerlykheid, als tot den Lande van Arkel behoorende, of daarin gelegen, by het cocquesteeren van 't voornoemde Land en Stad Gorinchem, door Hertog Willem van Betjf.ren in den jaare 1406 of 1407 teffens ingenomen, en federt met het verdere gedeelte van deze Provincie vereenigd is geworden, en onder de Souvereiniteit van Holland verbleven ; hebbende de voorgemelde Hertog na de voornoemde vereeniging, en wel in April 1407, diverfche Privilegiën, Handvesten enz. aan de Stad van Gorinchem en Leerdam met den Gemeenen Lande van Arkel gegeven, by welke duidelyk Leerdam met den Lande van der Lede en Schoonrewoerd, als tot het Land van Arkel behoorende, voorkomt (i), st welk zekerlyk niet te pasfe zoude zyn gekomen, indien gemelde Hertog geen Souverein ook van Leerdam ware geweest; in welke qualiteit Hoogstgemelde Hertog ook alleen den piechtigen ééd, raakende het onderhouden van de voornoemde Handvestenen Rechten van die van Leerdam voornoemd, heeft kunnen afleggen (k). En of wel dan kort daar na de Hertog van Gelderland van Gorinchem en 't Land van Arkel meester wierd, heeft zulks zoo weinig tyd geduurd, dat daar uit niets te infereeren is (i) Geregiftr. ter Leenk. van Holl. in Reg. Novor' Vafaliet, fol. 455- (*) Vak Sokseek, BefcJir. van Cerinch. (fep. i£S.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 213 ft voor eene tegen gefielde fustenue, nadien gemelde Hertog Willem in den jaare 1412 dezelve reeds weder verkregen heeft, Vervolgens heeft Hoogstgemelde Hertog, en na zyn overlyden zyne Succesleurs Graaven of Graa. vinnen van Holland, Commisfien aan particulieren uitgegeven, en dezelve aangefteld tot Drosfaarden en Rentmeesters van Gorinchem en Leerdam enz. Ia *t byzonder heeft Vrouwe Jacoba van Beijeren Hr. Hubrecht van Cülenborch den 22 Juny 1417 aangefteld tot Castelein van den Huize en Slote tot Leerdam met haar toebehooren (/), gelyk zy oofc kort daar na, en wel op den 2 Maart 1417 Jiil. cur.t denzelven Heer Hubrecht Commisfie heeft gegeven als Drosfaard en Rentmeester van ter Leede en Schoonderwoerd met haar toebehooren (?»). Waar tegen gemelde Heer Hubrecht aan de Hoogstgemelde Graavinne plechtig beloofd heeft, haar Huis en Slot binnen Leerdam trouwlyk te zullen bewaaren, en op vermaaning weder te zullen opleveren (n). Te dier tyd was dan de Heerlykheid van Leerdam onder de Souvereiniteit der Graaven van Holland. En is dezelve daar onder nog meer bevestigd door de zoen tusfchen Hertog Jan van Bra* band ter eenre, en Hertog Jan van Beijeren met de Graavinne Jacoba , zyne Gezellinne, ter andere zyde, den 13 February 1418 naar den loop van den Hove van Holland, gemaakt of gefloten, waar by het Land van Arkel, en daar onder Gorcum, Leerdam enSchoonderwoerd, aan de laatstgemelde is toe. gekend geworden (o),- offchoon nu kort daar na de (.) Te vinden ter meergemelde Leenkam,, Reg. Bevelboek 1417-1421. caf. R.fol. 23. (m) Ibid.fol. 23. vf. (») Ibid.fol. 26. vf; (0) Deze Zoene is geregiftr. ter Camere van Pieken, in het lila Geluwe Segist» fol. 37.  «T4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de voorfz. Heerlykheid van Leerdam meer of min in de bezitting van een der Heeren uit het Huis van EGMONDfchynt gefteld te w^zen; en zulks uit hoofde van opgefchoten of ter Teen verftrekte gelden, kan het niet anders wezen, of die inhandftelling moet eigenlyk en alleen gereguardeerd hebben de revenues van de Heerlykheid. Ten minften dat niet de Heerlykheid, veel min de Souvereiniteitover Leerdam , daar in gecomprehendeerd kunnen zyn geweest , confteert duidelyk uit de Commisfie van Hertog Jan van Beijeren, voor Willem van Ysendoorn, als Castelein van Leerdam, ter Leede en Schoonderwoerd, van den 13 July 1421 (ƒ>), welke niet konde gegeven, ofby vV". van Ysendoorn aangenomen zyn, indien voorgemelde Heer vanEGmond de Souvereiniteit , en zelfs de voornaame r:galien, verkregen had. — Wordende de Advokaat-Fiskaal dar? in te meer bevestigd door de bewoordingen in het repertorium der verlyen, wegens deze Heerlykheid te vinden, welke op den voet van eene provifloneele in hanflftelling of in pandgeving van Leerdam aan voorfz. Heer van Egmond fchynen ingericht te wezen, te weten, Dat Slot, Land en Heerlykheid van Lederdam, en van ter Lede, mü allen zynen Rechten, Vryheden, Dorpen, Kerken, Kerkgiften, Lenen, Leenmannen, Tollen, Thynfen , Pacht , Gilde , Visfcheryen , Aartgeld , Weyland, Bosch, Brouk, gelyk dat Hot allen zynen toebehoren en fubventien, beide Geestelyk en Waereld. lyk, in Hogen en in Lagen, in Natten en in Drogen gelezen is (q). Immers kunnen deze woorden zeer klaar alleen toegepasc worden op de overgifte van de inkomften van de Heerlykheid, zonder daar by te verftaan eenige notabele Jurisdictie; fpecialyk con- (p) Zie het reeds gecit. Reg. gen. Bevelboek, cas R.fol. 142. (q) Repart. van de Verlyen ter Leenkam , Sttcht C. fol, MS-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 215 contineeren die woorden niets, dat na de overgifte van een Souvereiniteit en Jura Majefiatica komt te gelykenen; zoo als zulks ook nader aangewezen zoude kunnen worden uit andere Aclens, welke ten duidelykften Hertog Philips van Bourgondien als Heer van Leerdam doen voorkorten. Dat echter de Heeren van Egmond zich op de Adte van Pandgeving van die Heerlykheid meerder hebben laten voorftaan, als daar by gebuteerd was, of dat zy ten minften het in pand gegeven D> ftricl niet gaarne terug hebben willen geven, is daar uit af te nemen, dat, wanneer Vrouwe Isabella, Gemalinne van Hertog Philips van Bourgondie, dieveeltyds zich buiten Holland ophield, en by die gelegen heid het Gouvernement Generaal van deze Landen aan haar toevertrouwde (r), by eene zoodaanige abfentie van haar Gemaal, op den 6 Decemb. 1444 aan Willem Engelerechtse, als Rentmeester Generaal van Holland, brieven van Vo'« macht had gegeven, om de Stede, Slote en Larde van Leerdam, van der Leede en van Schoonrewoert met derzelver toebehooren, te ontvangen en over te nemen van Heer Jan, Heer te Egmonde, en vervolgens aan hem te voldoen zyn Recesbrief tet fomma van 2737 Wilhelmus Hollandfche Schilden ; by hem op ordre van Hertog Jan van Beijeren aan Heer Willem van Yssendoorn afgelost. NB. Uit welken hoofde de voornoemde Heer Jan de voorfz. Stede, Slote en Lande tot hier toe in bewaaring had bezeten (O, de voornoemde Rentmeester Generaal daar in niet heeft kunnen reusfeereo, zoo dat hy de daar by gevoegde last, om dezelve wel en getrouwelyk te bewaaren of te doen bewaaren , niet (r) Zie onder de Memorialen van den Hove, 7de Me» mor. Ref. fol. 3. vf. En diergelyke Aftens ten haaren name in de Handtf. van Alkemade, en van den 26 Maart 14>o. Item Befchr. van 'f Hage pag. 232. (f) Te zien in het S Menw. Ref. fol. 91.1. 10. O 4  &4 Verzameling van Stukken betrekkelyk iet riet beeft kannen executeercn. — Ten minden moet men zulks befluiten daar uit, dat by A&e ia dato den ii December 1444. door Hoogstgemelde' Vrouwe Isabella verfcheiden Edelen zyn gefom«neerd geworden, om, vermits Willem van Ysencoorn , die met gemelden Heer van Egmond eenen Jyn fchynt getrokken te hebben, en aan zyne verplichting als Castelein te Leerdam met het inruimen en terug geven van het Slot aldaar niet wilde voldoen, Leyftinge (t) te gaan houden te Lëyden in gelcere Herberge, tot dat voornoemde W. van Y8endoorn aan zyne verplichtinge voldaan zoude Aeoben ra). Terwyl teffens door den ProkureurGeneraal van Holland tegen den voornoemden Heer van Egmond, die de voornoemde Gelden weigerde te ontvangen en de verpandeHeerlykheiófterug te geven, op prastens fundament, dat hy dieuitnaam van den Hertog van Gelre bezat, procedures voor den Graave van Holland en zyne Raaden, dat is, voor den Hove van Holland, zyn begonnen, met dat gevolg, dat voornoemde Heer van Egmond by de. finitive Sententie de dato den 24 Augustus 1460 is gecondenseerd geworden, zyne handen te trekken toan denzelven Huize, Stad en Lande, en ook de Qfficien van Catteleinfchap, Drosfaardfihap enRentmees. terfehap te laten in handen van Hertog Philips om geappliceerd te worden tot zyne Domeinen, mitt daar tegen de verfchuldigde fomme aan voornoemden Heer van Egmond wierd gerembourfeerd; wordende gemelde Heer by die Sententie ook eecondemneerd rekening te doen van den jaare 1423 tot dato van de Sententie toe, uitgenomen eenige jaa- CO Wat/ey/ïwgjïs, en wat daaromtrent plaats had, is met veel kundigheid byeen verzameld iu j. E. N. vAN LynDisfert. Jurid. Inaug. Be paüi obflagialis Voluntarii mol*, èffeSu & abrogatione, bhprintis inGelria; gedrukt te Utrecht 1786. («) ^a h'et 8. Memor. Rol. f0I. 93.  ie Gebeurtenis/ga 1787 enz, voorgevallen. 21? yen tusfchen beiden in de voornoemde Sententie gefpecificeerd ; aan al het welke door voornoemden Heer van Egmond compleetelyk voldaan zynde; is het Diftrict weder ten vollen in handen van den Hollandfchen Graaf, Hertog Philips, gekomen en verbleven, tot dat zyn Zoon en Succesfeur Hertog Karel in 1476 voor Nancy is komen te fneuveleo (s). Dit genarreerde doet op de overtuigendfte wyze zien, dat, zelfs tot dien tyd toe, het Diftrict van Leerdam niet alleen geene independente en op zich zelve ftaande Souvereiniteit is geweest of kan geweest zyn, maar dat bovendien nog voorkomt, dat ze alleen , voor zoo verre de revenpes betreft, geduurende eenige jaaren is verpand geweest, en naderhand Volgens de gewezen Sententie is gelost geworden. De vraage is dan, wat federt den dood van voorgemelden Hertog Karel is gebeurd. Waaromtrent de Advokaat-Fiskaal heeft ontdekt, dat Heer FREderik: van Egmond, onder de daar op gevolgde Regeering van de Jonge Graavinne Maria van Boor. gondien, en zich praevaleerende van de troebeles, i,n den Lande ontftaan, op ten eenenmaale abufive middelen van gemelde Vorstinne had weten te obtineeren op den 16 Maart 1476 de noodige brieven, waar by hem het Diftridt van Leerdam gefchonken wierdt, zonder dat te dier zaake alvoorens de alleszins behoorlyke en gewoonè Advyfen waren ingenomen; dan dat, zulks ter kennisfe gekomen zynde van die van de Rekeningen en van den Grooten Raad te Mechelen^ by dezelve volledig gedifficultéerd was die brieven te zegelen en te doen expediëeren; dan dat naderhand» ea wel op den 27 Juny 1477, op nadere inftantien en verzoeken was gerefolveerd, de, (v) Geinfer. in het Stuk, gen. Geding geregiiïr. ter jUeehkarnsr van Ho!!., Reg. Triplyk, cas T. fol. 125. ££ Jtqq. 9.5,  218 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de navolgende attaché (ro) daaraan te doen, dat, naamentlyfc, de voornoemde Brieven wel zouden worden gezegeld, maar op de Kamer zouden verblyven, tot dat de bedenkeiykheden, welke daar tegens waren, nader en rypelyk zouden zyn overwogen. De gemelde Heer Fredrik inmiddels wel begrepen hebbende, dat hy op die wyze zyn but niet licht zoude beryken, heeft, hangende de deliberatien over diegifte, verzocht en geobtineerd Commisfie, om weder te zyn Capitein, Castelein, Drosfaard en Rentmeester van de Stede, Slote en Heerlykheden van Lederdam metten Lande van der Lede en Schoonderwoert, NB. zoo lange Vrouwe Maria Hertoginne van Bourgondien believen zoude, en langer niet, op zulke Wedden, als men hem zoude toeleggen, en onder voorwaarden, dat hy deswegers zoude doen goede deugdelyke rekening, zoo wel van de Domeinen, als Confiscatien, boeten, breuken en andere exploieten; en daar tegens wederom, dat hy niet zonde mogen afgezet worden, al bleven de voorgemelde Brieven van gifte onbezegeld en ongeëxpediëerd, als onder betaling van zyn achterwezen, voor zoo verre hy deugdelyk daar van zoude doen blyken (x). En is vervolgens deze Com- (w) De woorden in die attaché vervat zyn deze: fur ce que Mesfire Frederik d'Egmond, Sr. d'Tfelftein, a requis dux Prcefid. & Gens des Comptes a Malines pour avoir fellëes &p expediêes les lettres de Don de Mademoifelle la Duehesfe a lui fait heitablt de la Ville de Leerdam £f terre de Ia Leed. Non objïant aucunes difficultez a ces mifes , £p auxquelles il lui fémble qu'il doit avoir que osjez repondu. II femble au dit PrmMent £? Gens des Comptes a correSHon que l'on pour. ra Men au dit Sr. d'Tsfelflein expedier £? Seller fes dites Ires de don, pourveu que icelles Ires ainfi expedieès £f felleës foient mi* fes en la Chambre des Comptes ou il appartiendra en depost £f bonne garde, tant que fur les dites difficultez, qui font bier. en Memoire, ilfera plus meurtinent deliberé. i. Ueluwe Reg'sr. fol. n 6. (£) Zie voorgemelde i. Gel. Reg. fol. 114. vs. en 115.  ée Gebeurtenisfen in~M%l enz. voorgevallen. 219 Commisfie, na dat hy daar op den ééd had afgelegd, san eemelden Heer Frederik afgegeven gewor:den (y). Doch in April van den jaare 1478 te Ny;megen van de Gelderfchen gevangen, en Leerdam ,van dezelve ingenomen en eenigen tyd in bewaaring gehouden zynde, fchynt hy inmiddels met de Gel:derfchen in zoo verre geheuld te hebben gehad, dat hy daar uit een prsetext genomen heeft , om wegens de voorgemelde Ambten te Leerdam geen Rekening ten behoeve van des Graaffelykheids Dormeinen van Holland te doen; want de Advokaat-Fis31 kaal heeft in zekere Rekening van 't Rentm. Schap s van Arkel, van Asperen, van Heukelom, van Le■> derdam ende van der Leede, met haaren toebehooren over 1478 (z), het navolgende Hoofd en Aposl tille op een der Kapittelen in dezelve gevonden. ,, Ander Ontfang van myns genad. Heeren Ren, „ ten en Domeinen in fynre Stede van Leyderdam ende in den Lande van der Leede, die na doode van den voorfz. wylen mynen genadigen Heere aangeveert zyn by Heeren Frederich van Eg' mond » Heer van Ysfelftein, uit machte van ze, 1 kere Brieve, die hy zegt daar af te hebben van ' mynen genad. Heere en Vrouwe jegenwoordig, . ende die naderhand by den Gelrefchen, den voorr. Heer Vrederick, na dat hy te Nymegen gevan„ gen werd, met krachte mede genomen zyn, die I ,, die noch gebruiken: Niettemin die voorn. Rentm. , „ maakt hier nochtans verclairs van den Parnen van „ Domeinen behorende totten voorfz. Heerlykheid , „ van Leyderdam, ende van den Lande van der ' " Da^op dit Narré is by de Rekenkamer gedaan A Apostilleeren; „ üeBrieven, dieHr. Vred. van Ëo„ „ mont verleend zyn geweest van deze Heerlyk- ,, neid, (y) Alles breeder te zien uit het hier voor vermelde Geding. O) r. Reken, vnn den Renrm. Jans van Essche, berus. tenrie '.er Kamer van Reken. fol. 27.  S20 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot f» heid, en zyn niet geweest als brieven van Commis-1 3, fte, om dat Drosfaart/chip, Casteleinfchip en Rent- \, s, meester/chip aldaar te bedienen, ofte doen bedienen', op rekening, zoo zy de voornoemde Heer Vre-■ ss derich daar toe ontboden." Zoo min nu als de voorgemelde Rekenkamer en i Rentmeester refpectivelyk op eenige fustenuën van i een pretens Recht van Souvereiniteit, den Heer Frederick quafi competeerende op de voornoemde ; Heerlykheid, fchynen gedacht te hebben, zoo >) heeft even min gemelde Heer zelfs daar op te dier i tyd eenige aanfpraak gemaakt; want zekere rekening \ van zyn gefubftitueerden Loüïs van der Heyde (a) |i waar van het nadeelige flot in de eerstgemelde reke- < ning is gebracht, begint in dezer voege: „ Reke- e „ ning Loüïs van der Heyde, onlangs Kapiteinen ia „ Rentmeester van Leyerdamme mitten Lande van k „ der Lee, ende dat daar aan cleeft, als daar toe „ Gecommitteerd en gefteld weezende by mynen Hee* „ re van Tsfelftyn, om dezelve Stede en Slot te bevoaa„ ren met een getal van Ruiters tot behoef ende in s, name van mynen genad. Heer den Hertoge vanOis„ tenr. Bourgorid. &c. van al des de voirfz. Louis ,, ontfangen en daar tegens wederom uitgegeven s, heeft federt i Febr. Ao. 78. St. Cur. dat hem by „ mondelinge bevelen, zonder andere Brieven van 3, mynën voorfz. Heere van Ysfelftein , 't zelve 3, Rentmeesterfchip bevolen was tot" — Immers indien gemelde Heer Frederik op die Heerlykheid zelve eenig Recht had gefustineerd, zoude hy gene ordre aan zyn fubftitut hebben kunnen geven, om de Stad en Slot van Leerdam niet alleen ten be* hoeve, maar ook, 't gene in dezen decifoir is, in name van den Hertog van Oostenry.k, en dus voor de Graaffelykheid van Holland, te bewaaren en te defendeeren; maar hy zoude gelast hebben dezelve in zynen naam te verdedigen en confcrveeren. Na (a) Deze Reke». is achter vastgemaakt in de zoo evengemelde Reken. Jans van Esschb,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 221 Na dien Oorlog heeft meergemelde Heer Fredïrik nog niet kunnen ftilzitten, maar heeft Keizer Maximiliaan, toen gehuwd zynde met de Hertoginne Marie, onophoudelyk lastig gevallen, zoo dat Hoogstdezelve die van de Rekeningen in Holland heeft aangefchreven, dat gemelde Heer Frederik van hem gercquireerd had reftitutie van den Huize, Stede en Lande van ter Lede en Schoenrewoert, dewelke hy fustineerde hem toe te komen uit naam van zyne Prsedecesfeurs, en ook by gifte van Hoogstgemelde Vrouwe Marie> en uit recompens van 6oco fchilden, die hy aan wylen Hertog Karel ten achteren was; en dat daarom Hoogstgemelde Keizer dezelve van de Rekeningengelastede, om, zoo verre van die gifte mogte blykcn, deze Heerlykheid aan den gemelden Heer Frederik by maniere van beleening te laten, tot dat hy van de voorfz. Gelden of achterwezen voldaan zoude we. zen; mits gemelde Heer daar tegen zich verbond, om. by de voorfz. voldoening de meergemelde Heerlykheid of Huis, Stede en Lande voorfz., te zullen reftitueeren; doch het gevolg van die aanfchryving is geweest, dat de Rekenkamer Hoogstgedachten Keizer hebben» de geinformeerd van het fubreptif verkrygen van voorgemelde zoogenaamde gifte &c, de Keizer an* dere ordre gegeven heeft, en aan de voorfz. requifitie niet is voldaan (6). De gemelde Heer Frederik, fchoon dus telkens te leur gefteld, fchynt echter zyn plan doorgezet te hebben; ten minften heeft hy ee&ige jaaren na het overlyden van Hoogstgemelde Gravinnne, wanneer de Keizer ter zaake van de onlusten over de JRegeering van Vlaanderen, geduurendede minderjaarigheid van zynen Zoon Philips, zich te Gend bevond, en wel op den 21 May 1488, weten te ob» tineeren eene Misfive aan de Rekenkamer in den Haage, waar by dezelve gelast werd, om zonder verder verwylinge, en zonder nader fchryven vat Hoogstgemelden Keizer af te wachten ©f te behoeven » (6) Zie het voorgemelde Geding.  222 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ven, aan gemelden Heer Frederik af te geven de op voorfz. Kamer gedepoficeerde brieven vat» Gifte der Heerlykheid Leerdam (c), dewyl voornoemde Heer Frederik die toen te bezigen had. En heeft vervolgens de Prokureur-Generaal in zyne na te melden Procedures gepofeerd, dat gemelde Rekenkamer» op het ontvangen van die Misfive niet hebbende durven zich verfhouten om nader aan den Keizer te fchryven, en echter gemeend hebbende Hoogstdenzelven van de waarheid der zaake te moe ten informeeren, uit dien hoofde en tot dat einde na den Keizer hadden afgevaardigd den ordinaris Clercq van hunne Kamer Willem van der Goes ; wien zy teffens de opgemaakte brieven hadden mede gegeven, op dat Hoogstgemelde Keizer, alzoo van de waarheid der zaake onderricht zynde, volgens zyn goedvinden zoude kunnen handelen: maar dat gemelde van der Goes, te Roermonde zynde gekomen, aldaar den gemelden Heer Frederik had gevonden, die hem verzocht had de voorfz. Brieven eens te mogen zien; dat voornoemde van der Goes zulks niet hebbende durven weigeren, de gemelde Heer Frederik die niet had gelieven te reftitueeren, en zelfs daar na aan de Rekenkamer had gefchreven , en dezelve gedreigd, dewyl zy die overgifte niet goedwillig of van zelfs had gedaan; dat vervolgens gemelde Heer Frederik , niettegenftaande zoodaanig fubreptif verkrygen van de voorfz. Brieven, de meergemelde Heerlykheid had aangevaard, en door zyn Broeder Hr. Jan van Egmond, te dier tyd Stadhouder van Holland, had weten te obtineeren brieven, waar by die Heerlykheid hem conform voorfz. gifte ter Leene wierd uitgegeven, doch dat, na overlyden van Heer Frederik, zyn eenige Zoon Floris, noch federt, na bet affterven van gemelden Heer Floris , deszelfs Zoon Maximiliaan verley wegens deze Heerlykheid hadden geobtineerd ( hun te kennen geven, dat die Drosfaard zich in den Haage en niet wel by zyn zinnen bevond, verzocht en geobtineerd Acte van confinement; dan die lieden zich daar op gewend .hebbende tot het Hof van Holland, hadden zy aldaar gefuppliceerd attaché op die Acte; maar het Hof heeft volftrekc geweigerd die attaché te verleenen, en wel op fundament, dat Leerdam was een deel van Holland en geen anderen Judex Appellationis tffupremus Magiftratus hebbende dan het zelve Hof. Het gevolg daar van is geweest, dat de voornoemde lieden direéï van den Hove geimploreerd hebbende eene nadere Acte van confinement, dezelve dan ook op den 3 February 1716 hebben geobtineerd gehad f», zon- (/) Zie het gedrukte Register van de Refolutien op de» nevensgemelden datum. (m) Getrokken uit M. S. S. onder den Advokaat-Fiskaal berustende, en voor zoo verré dit geval, volgens het geccpiëerde uit de Aanteekening vanwylenden RaadÊt heer P. de Vos.  de Gebeurtenisfen in 1787 «22. voorgevallen. 22a ponder dat voorgemelde Raaden en Rekenmeesters , of andere Collegien of Perfonagien, deswegens eenige vertoogen hebben ingebracht; en hier uitkomt van derzelver overtuiging wegens de fubjedtie van Leerdam onder de Jurisdicf ie van den Hove, er. by conf^quentie onder de Souvereiniteit van deze Provincie, al weder te confteeren. Maar wat behoeft de Advokaat-Fiskaal meerder by te brengen, als zich te beroepen op de doleantie van de Heeren Staaten zelfs, aan de Koninglyke Majefteit overgegeven, en te vinden in de Registers fub. 22 Augustus 1556 («)» want daar by word met zoo veele woorden gezegd, dat de prastenfe vrye Heerlykheden, en dus ook Leerdam, zyn Ledemaaten van Holland; dat zulks de Ingezetenen van dien forteeren onder de Jurisdictie van Holland, en dagelyks, aldaar gedagvaardzynde, over henluyden in alle zaaken Recht en Juftitie gedaan werd fcfc Dit door de Staaten zelfs voorgedragen zynde, kan zekérlyk niemand in een wezendlyk begrip blyven , dat 'er eenig diploma &c.; zoude kunnen aanwezig zyn, waar uit van een volledige Souvereiniteit en independentie van Leerdam en van de andere Heerlykheden op eene voldoende wyze zoude kunnen confteeren. En dierhalven vermeent de Advokaat-Fiskaal, dat het volftrekt overbodig zoude zyn, indien hy tot ftaving van zyn gefustineerde op dit poinÉfc nog meerder wilde bybrehgen. Doch, alvoorehs daarvan geheel af te fcheiden, zal de Advokaat-Fiskaal nog aanmerken, dat men mooglyk zoude kunnen vallen ineen begrip, dat, vermits in het algemeen moest erkend worden, dat de Souverein het vermogen heeft, alle de Landen, onder zyn Hoog Gezag behoorende, te mogen belasten, en dat zelfs de billykhéid medebrengt, dat iiet de een belast en de andere vrygelaten word, dier- (n) Register van M. A. van der Goes, op het nevensgemelde jaar edit, in 8m pag- 382. P 3  sgo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dierhalven uit het niet belasten van deDiftricren vaa Ysfelftein en Leerdam, waar onder Acquoy mede begrepen is, immers niet, zonder het veeltyds doen en admitteeren van Proteftatien, fchynt te kunnen opgemaakt worden, dat de voorfz. Diftricten niet onder Holland, ten opzichte van de Souvereiniteit, felegen moeten zyn, en dat de Adte door Koning hilifs, den 20 Augustus 1556, ten dien reguarde aan Prinfe Willem den eersten verleend,'zulks nog Iterker fchynt aan ce duiden. —- Doch de AdvoJtaat-Fiskaal vermeent, dat zoodaanig beprip van aelfs vervallen moet, als men nagaat het gene in Holland aangaande de belastingen oudtyds heefe plaatsgehad. — Men weet immers, dat, evenals in aüe andere Heerfchappyen, de Graaven van Holland oudtyds veele Goederen en Rechten zyn toegevoegd, uit welkers Inkomften zy hunne Hofhouding moesten goedmaaken, en wyders het Land tegens alle invallen van Vyanden en troebles defendeeren en bewaaren; welke Goederen &c. onder de be. naming van Domeinen by een ieder bekend zyn; en dat in de eerfte tyden de voorfz. Inkomften daar toe voldoende zyn geweest, niet alleen om dat de Oorlogen, welke die Graaven veelvuldig hebben gevoerd, niet zeer kostbaar waren; maar vooral, om dat de Vafallen of Leenmannen, hoedaanig de meeste, immers de groote, Edellieden in den Lande waren, verplicht waren de Graaven daar in byteftaan, en zelfs met meerder of minder Ruiters of Volk, onder zekere bepaalingen, ten hunnen privativenkos. ten te dienen (0), maar, na dat in 't vervolg van tyd Holland onder Graaven uit andere Huizen, fpe. ciaiyk uit Beijeren, en vooral uit Bourgogne en Oostenryk, is geraakt, zyn de Oorlogen zoo vermeerderd, en derzelver onkosten zoo verzwaard, dat de gewoone Inkomften der Graaven daar toe op verre na niet fufficient geweest zyn, zoo dat zy van C«) Huoo de Gsoot, Inleid, tot de Holl. Rechfsg. 2de B. jfcLI. D. vs. uit krachte van enz.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, eg2 van tyd tot tyd fub ventien hebhen verzocht, welke eigenaartig met den naam van Beden (p) benoemd wierden, en in belegde Vergaderingen van de Ridders, Edelen, en Steden van deze Provincie, als de Staaten van den Lande repraefenteerende, door gemelde Graaven in eigen Perfoon moesten voorgefteld worden. — Wanneer dan den Graave, by voor. beeld, honderd duizend Schilden waren geaccordeerd, en de repartitie deswegens onderling was gemaakt, was het grootelyks onverfchillig aan de voorgemelde Vergadering, of de Graaf aan fommigen het opbrengen van de Quotes, waar op zy by de repartitie waren gefield, remitteerde of niet, dewyl de verdere Leden daar door niet bezwaard of ontlast wierden; en wegens de ingewilligde Bede nimmer rekening aan de Vergadering, maar alleen aan den Graave, als eene aan hem en ter zyner dis» politie gefchonken fomma, gedaan wierd. Zoodaanige remisfien wierden nu en dan eens verleend uit hoofde van genoten dienften, of om deze of gene Edelen te winnen, of om dat zoodaanige Edelen fustineerden, dat, dewyl zy den Graave met hun Lyf en Volk in den Oorlog gediend hadden, zy niet verplicht waren, in Beden, tot verval van de kosten van dien Oorlog geaccordeerd, te dragen; welke fustenue geenzins ongefundeerd was, mas» alleszins berustte op het recht van dien tyd, 't welk de Leenmannen, in den Oorlog dienende, daar van vry ftelde (2). Weshalven daar uit dan ook zeer fj>) Beden zyn volgens de Analogie van 't woord zoodaanige verzoeken, welker inwilliging eene gunst, waar toe de Inwilligers niet volftrekt verplicht zyn, contmeeren; doch Petitiën zyn verzoeken, welke op recht, en op verplichting, gefundeerd worden. (f) Zie de Groot op de aangehaalde plaats, vf. ro. Hier tegens waren èfff. en de not. van Groemew. en aldaar geall. Plakaar, r 4  93« Verzameling van Stukken betrekkelyk tot duidelyk is op te maaken, dat eene zoodaanige vryftellmg op zich zelve geene erkentenisfe contineert of contineeren kan, dat het vrygefteldeDiftricf zoude zyn eene independente of op zich zelve ftaande Souvereiniteit, . Dit wwd nog duidelyker daar door, dat in den jaare 1445 by deuitfpraak van den Graave in zyne plechtige Vergadering, hier voor breeder verhandeld, diverfche Heeren of Heerlykheden , doch alleen provifioneel, zyn vry gefteld van de Beden, welke nimmer, 't zy uit dien of anderen hoofde, geconiidereerd of gehouden zyn geworden Voor op zich zei ven ftaarde Souvereinen ofSouvereiniteiten. ■— Immers iS de Heerlykheid van Heenvlïet nimmer voor eene independente Souvereiniteit gehouden, zoo min als Hoichmade, Papendrecht, Ma. thena , Wyngaarden , Welvercamp , Cortengne , Slingeland, Goudriaan, Hartincxveld en Giesfenmonde: Nogthands zyn alle die Heerlykheden, of liever de Heeren van dezelve, ten opzichte van deaelve Heerlykheden, by de voorgemelde uitfpraak mede vry gefteld geworden. —- En dus is het daar uit, en uit de vergunning alleen ad tempus, volledigst op te maaken, dat die vergunningen, of vrvftellmgen, niet te attribuëeren zyn aan de Prffiroeativen, welke die vry verklaarde Diftricten en de In. gezetenen aldaar uit en op zich zeiven toekwamen • maar aan de gunst, die de Graaven aan de Perfoonen , die Heeren in dezelve waren, kwamen toe te dragen. Dit confteert zonneklaar uit het Octroy op den 25 May 1531 (r) aan den Graave van Egmond . die ook by voorgemelde uitfpraak, ten opzichte van Egmond, vry verklaard was, geaccordeerd, waar byhem geconfenteerd word, dat welke Beden ordinair en extraordinair, hoe en in wat manieren eb op welke conditiën die by de Staaten van Holland ejj West-Friesland zouden mogen worden ingewil. ügd* O) Gsng. ter Kamer van Rek, in het zie Peluw, fin. go. -, ö  de Geleurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 433 ligd, hy Graave gelyke Beden in zyn Graaffchap van Egmond en daar toe behoorende Diftricten op : gelyke conditiën zouden mogen heffen; want daar uit volgt, dat de vryftelling der Beden, welke die 1 -Graaven van Egmond van tyd tot tyd verder ge'noten, niet tot ontlasting der Ingezetenen aldaar verftrekten, maar ter vermeerdering van de particuliere Inkomften der Heeren kwamen te dienen» Indien ook het tegendeel waar was, en de vryftelling uit oirzaake vaa de Souvereiniteit van zoodaafig vry gefteld DiftricT: of Heerlykheid gefchied was, zouden immers alle de verdere als toen vry geftelde Diftricren te dezer tyd nog even vry moeten zyn, als de Heerlykheid van Ysfelftein, kunnende Leerdam ten dien opzichte niet in confideratie komen, om dat dezelve by de geheele A£te van vryftelling van den jaare 1444 niet vermeld Word, of vermeld heeft kunnen worden. Het is wel een waarheid, dat in latere tyden, wanneer de Leenmannen mede verplicht waren te contribuëeren (V), de Graaven hunné weldadigheden in het kwytfchelden aan fommige van de vo' • doening der Quotes, waar op zy of hunne Goederen en Heerlykheden gefteld waren, hebben trachten te brengen ten laste van de Staaten, of het verdere gedeelte van deze Provincie, en dat fommige groote Heeren, die daar van het meeste profiteerden, daar toe zoo veel mooglyk hebben gecontribueerd; maar het blykt uit de diverfche Refolutien by de Staats-Vergadering genomen, dat : men zich daar tegens ten hoogften heeft verzet, en fomtyds de gedaane Beden niet heeft geaccordeerd , als onder dat fpeciale beding, dat of de ordinaire begunftigde Heeren, te weten de Prinfe van O. banje, en de Graaven van Egmond en Hoorn, zynde de voornaamfte Edellieden van 't Land, of niet vry gefteld zouden worden, of dat derzelver (x) Zie de Groot op de geciteerde plaats.  s.34 Verzameling van Stukken, letrekkelyk tet aandeelen in de te maaken Repartitien zouden firekien in affiag der te coutribuëeren Quotes of Sommen Maar het moet onnoodig voorkomen, deswegens meerder voor te dragen, om dat die vryftellingen niet anders kunnen geconfidereerd worden » dan als van zelve vervallen te zyn by het ophouden der Beden, met het afzweeren der Graafw felyke Regeeringe, en het als toen ingevoerde generaale omflaan der Lasten , als waar door alle zulke vryftellingen, indien gecontinueerd wierden, tot een wezendlykst nadeel van het algemeen zouden verftrekt hebben; waarom ook buiten de quasstieufe Heerlykheden, alle zoo de voorheen vry gefielde als andere Heerlykheden zich gewillig aan de omgeflagen Lasten gefubjecteerd hebben gehad, daar toe denkelyk te meerder aangenoopt zynde gewor* den, om dat als toen teffens het te vooren ver« plichte ten Oorlog dienen der Leenmannen buiten gebruik raakte, en dus de eenige raifonnable reden der gedaane vryftellingen van fommige ter Leen uitgegeven Heerlykheden van zelvé verviel. Wat nu nog in het byzoDder betreft de voorgemelde Acf.e van den 20 Augustus 1556, kan dezelve, hoezeer den inhoud daar van een ieder moet furpreneeren, echter de waarheid van het gededuceerde niet weg nemen, omdat die Adtetoefchynt, niet anders als voor een despotique handeling van een jong Vorst gehouden te kunnen worden, waar by dezelve, op een eenvoudig vertoog van een der geïnteresfeerde Partyen, reeds ver gevorderde Pro. cedures te niet doet, en onder anderen ordonneert terug te geven 't gene na gewoonte in de Contributie of Beden bereids voldaan was (u). De (t) Zie onder anderen de Refol. van August. 1556, 18-22 Feb. 30 en 31 Maart, 1 April en 16-19 Sept. 1559, te vinden in 't Regisj. van Mr. A. v. d« Goes in de 2(le edit: 4de. D. p. 360. öV. en 6de D. pag. 48. 75 en 259. (u) Zie de Doleantie van de Staaten, in 't Regist. van M. A. van D2& Goes, lp*. D. p. 382 en vervolg.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 235 De inhoud van zoodaanige Acte vermeent de Ad. vokaat-Fiskaal dat niets geeft of neemt ten opzich. te van het poinct van Souverainiteit; eensdeels: om dat de voorfchreeven Acte altoos is }>econtradiceert geworden, en dus derzelver contenue nimmer heefc kunnen erlangen een volledig acquiescement ; («) en anderdeels: om dat den Advokaat-Fiskaal is voorgekomen, hoe zeer hy voorfchreeven Acte ea Remonftrantie, aan welke dezelve haar origine ver» fchuldigd is, nooit heeft gezien, nog kunnen op. fpeuren; ('t zy dat dezelve reeds in den beginne is gehouden voor fub- en obreptif verkregen, of als van zelfs vervallende, en uit dien hoofde niet is geregistreerd geworden, zoo als lichtelyk begrepen kan worden uit den inhoud der Refolutie van de Heeren Staaten van den 27 Augustus 1579 hier vooren verhandeld; 't zy dat de Advokaat-Fiskaal die Acte op de waare plaatzen van derzelver Registratie niec heeft opgezocht,) dat dezelve in allen gevalle alleen reguardeert de opbrenging van de Omflagen en Contributien, en dat van de uitwyzing van den groote Raad teMechelen, welke tot een juridicq onderzoek van de wederzydfche fuftenuen, aangaande de al of niet gehoudenheid tot die opbrenging, gedelegeerd word, dat poinct dependent gemaakt word. — Dat nu deze ongewoone delegatie nimmer eenig effect heeft gehad, maar dat de Oorlog federt verhinderd zoude hebben, de deswegens van de Heeren Staaten aldaar begonnen Procedures voort te zetten; en dat daar na in den jaare 1579 wel eenige Arbiters door hoogstgemelde Heeren Staaten zouden zyn verzocht en gecommitteerd geworden, doch op den 22 December 1600 te (v) Men behoeft ten bewyze van het nevensgemelde alleen na te gaan de aangehaalde Doleantie van de Staaten, mitsgaders de daar opgegeve antwoorden van wegens den Koning, en de verdere Refol. in den jaare 1556. by de Staaten genomen, alle te vinden in het geciteerde Register van Mr. A, v. ». Goes.  ftgeT FenameUng van Stukken betrekkelyk tot te dier zaake nog niets gedecideerd was, vindt men duidelyk aargetekend: ja zelfs nog, dat dezelve Heeren Staaten met den Graave van Hohenloo in zyne toeomaaligé qualiteit te dien dage een Conventie hébben gefloten, om, ongepraejudiceerd het wederzyds gefüftineerde. diverfche Impóficien en Contributien in de Heerlykheden van Ysfelftein en Leerdam, ea dus ook onder Acquoy, ten behoeve van Holland te doen beffen en invorderen (w). En óf wel by die Conventie op nieuws is geconditioneerd , dat 'er van wederzyden een zeker getal Arbiters zouden benoemd worden, die eene daar by vasfgeftelde ordre en manier in de aan te vangen Procedures zouden moeten houden, en dan binnen eenen daar by mede bepaalden tyd de quasstie finaal zouden moeten termineeren, fchynt echter daar op ook al niets gëvolgd te wezen, nadien federt van tyd tot tyd zoodaanige fuftenuen van wederzyden gevoerd zyn geworden, welke dè aanhoudendheid der differenten duidelyk aanwyzen (x). Intusfchen ïs het om de hier voor geallegueerdé redenen niet wel te begrypen , hoe, inzonderheid te Leerdam, de voorgemelde fuftenue van Vrydom van alle Contributien en Omflagen kan inftemmen met het duidelyk adveu, voorkomende by het hier voor reeds aangehaalde verzoek van Hendrik Klyn, Burgemeester der Stad en Graaffchap Leerdam, als door de Magiftraat aldaar geauthorifeerd, in den jaare 1751 aan Haar Ed. Groot Mogenden gedaan, dewyl daar by volledigst erkend word, dat de Stad en Graaffchap van Leerdam altoos is geweest, en als nog is, een zeker en onaffcheidelyk gedeelte van de Provincie van Holland, en dat uit dien hoofde de te Leerdam gebrouwen Bieren ook altoos waren geconfidereerd geworden als Bieren, binnen deze Provintie gebrouwen; (w) Zie de gedrukte Refolutien van Holland, fub 22 Nov. &c. van den jaare i6qo, pag. 476 en volgende. (jc) Mert zie onder anderen de Refolutie van Staaien, 15 Jaiy en 8 Ottoher 1071 en 1 November 1730.  de Gebeurtenis f en in 1787 enz, voorgtvtlllm. 23? wen; in Confidentie zoodaanige erkentenis' teffens eene notoire verplichting, 001 in 's Lands Lasten te helpen dragen, komt in te fluiten; fchoon nu echter by de reeds genomen Refolutien en Ordonnantiën, waarby die Bieren voor Buitenbieren werden gehouden, en op dien voet belast, is gepeffilteerd geworden, kan zoodaanige ordre of bepaling nimmer aangezien worden als eene wezenlyke erkentenis van de Heeren Staaten, als of Leerdam buiteri deze Provinde gelegen zoude zyn, dewyl zulks geheel zoude contrarieerenaanhoogstderzelver ten allen tyde gefouteneerd fyftéma, maar moet integendeel die perfifteering werden gehouden voor een pee. naliteit en ftraffe over de aanhoudende halfterrigheid van de Magiftraat van Leerdam in hare praïtenfie van volledige exemprie van Hollandfche! Lasten. «•*» Ook is de fmerte van pceaaliteit by den Brouwer of Brouwers aldaar aanftonds gevoeld, en die Traficq federt genoegzaam te gronde gegaan. Dan de Advokaat-Fiskaal zal zich niet langer meC het beraifoneeren van de voorgemelde Acte en derzelver gevolgen ophouden, nadien dezelve alleen relatief gemaakt kan worden tot het poindt der gemeene Lands Lasten; en hier vooren aangewezen is, dat deswegen in vroegere dagen onder de Regeering der Graven qusestie heeft kunnen vallen, zonder dat het poinct van Souvereiniteit daar door eenige de minfte atteinte in andere opzichten behoefde te lyden. 't Geen ten overvloede nog daar mede kan bewezen worden, dat, niet tegenftaande de voorroemde differenten, even als van ouds en tot den huidigen dag toe, aan den Drosfaard van Leerdam! voor die Heerlykheid en dus ook voor Acquoy ter publicatie, affixie en obfervantie, toegezonden worden alle Wetten, Plakaaten &c. by de Heeren Staaten geëmaneerd wordende, voorzoo verre die toe 's Lands Impofltien en Omflagen niet betrekkelyk zyn. — Dit, en het niet terug zenden van dezelve, demonftreert zoo krachtig het beftaan van de Souverainiteit van deze Provincie over de voorge- mel«  438 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot melde Heerlykheid, dat de Advokaat-Fiskaal vef« menen zoude alles, 't geen verder tot bewys daar van zoude mogen aangevoerd worden, ten eenen* maale overbodig te wezen: moetende uit het voorgedragen in deze van zelveproflueeren, niet alleen, dat 'er geen de minfte waarfchynlykheid is, maar Zelfs, dat het voor volftrekt onmoogJyk kan gehouden worden , dat 'er eenige admisfibele Acte, Privilegie of Diploma, zoude kunnen te berde gebracht worden, waarby de Heerlykheid Leerdam, voor eene op zich zeiven ftaande Souvereiniteit, independent van de Provincie van Holland, verklaard zoude zyn geworden. Wat nu laatftelyk de Heerlykheid van Acquoi aangaat, zal de Advokaat-Fiskaal alleen aanmerken, dat dezelve in de veertiende eeuw voorkomt als ter leen gehouden wordende van den Heer of Vrouwe van Voorne, in gelyke manieren als daar van te dezer tyd de verleyen uitgegeven worden; te weten, dat Slot en Heerlykheid van Acquoi, met allen den Gerechte, Hooge en Laage, met Tienden Renten en vervallen, Vüfcheryen, Vogelaryen te Water en te Lande, en anders alle zyne toebehooren. Bewoordingen welke in fubftantie met zeer veele verleyen van andere Heerlykheden overeenkomen , doch nooit gehouden zyn ietwes te contineeren, 't welk eenig bewys voor een fustenue van independentie en Souvereiniteit, onafhanïcelyk van deze Provintie, zoude medebrengen. Ook word niet gevonden dat in vroegere tyden zoodaanige fustenue is gevoerd door de Heeren van die Heerlykheid, welke veele jaaren bezeten is geweest door de Familie van van Heukelum, en Uit dezelve in den jaare 1417 is overgegaan aan de Heeren van Cuilenburch , die de voornoemde Heerlykheid van Hertog Jan van Beijeren, Heere van Voorn, te Leen gehouden hebben. Het voorfchreeven Land van Voorne niet langer verftrekken* de tot een Appanage voor deze of gene Doorluchtigfte Perfonagie, maar wederom in allen opzichte met het verdere van deze Provintie vereenigd zynde-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 239? de, is vervolgens de voornoemde Heerlykheid direct van Holland te Leen gehouden geworden, zoo als nog actueel plaats heeft. Kunnende geen ander pretext voor eenige fustew nue van Souvereiniteit, en exemptie van alle 's Lands Wetten en belastingen van Holland, bedacht worden; als dat die Heerlykheid in den Lande van Leerdam of ter Leede gelegen, en van de Contributien in de Lasten by de voorgemelde Acte van den jaare 1556 immers provifioneel vrygefteld, zoude wezen. Dan vermits hier vooren bereids is betoogd de ongenoegzaamheid van zoodaanige fustenue, zal de Advokaat-Fiskaal zich by deezen toe het voorgedragene ten dien opzichte refereeren, te meer, dewyl hy anderszins U Ed. Mogenden met eene altoos onaangenaame repetitie van het reeds ampel verhandelde zoude moeten importuneeren en lastig vallen. Het geavanceerde op dit pointt ftrekt dan totbe» toog, dat geene van de drie Heerlykheden Ysfelfleyn , Leerdam, en Acquoy, kunnen gehouden worden voor independente Heerlykheden, en op zich zelve ftaande Souvereine Heerfchappyen; nadien nu by de verhandeling van het eerfte poinft aangewezen is, dat dezelve Heerlykheden, binnen de Grenspaalen van deze Provincie gefitueerd zyn , fpreekt het van zelve, dat die Heerlykheden ten opzichte van de Souvereiniteit onder Holland moeten behooren, en men mitsdien aldaar verplicht is, alle die Wetten, welke in 't gemeen de Onderzaaten of Ingezetenen van deze Provincie verbinden , en als volftrekt noodig ten welzyn van de algeheele Souvereiniteit van Holland geëmaneerd worden mede te obediceren en na te komen: uit allehet welke dan verder proflueert, dat aan niemand kan gepermitteerd zyn, eenige ordres te ftellen, of bevelen uit te vaardigen, welke direct inlopen tegen de voorgemelde geteraale Wetten, of welke aan die Wetten haare kracht en werking kunnen benemen. Want nadien het geven van Wetten behoort;  240 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hoort tot de Voornaamfte jura Majejlatica, eu alzoo niemand bevoegd is, om eenige Wetten te. maaken, en in te voeren, als de Souverein zelve» of de gene, aan welken de Souverein zulks heeft gedemandeerd Cy)i en dat het Souvereine gezag geheel Infructuens zoude zyn, indien niet de gemaakte Wetten geobtempereerd en nagekomen moesten worden, als waar uit aanftonds eene verderffelyke Anarchie zoude moeten ontftaan; zoo leert de gezonde reden van zelfs, en brengt de billykheid mede, dat men zich tégen het Souverein gezag komt te misgrypen, indien men tracht ordres te geven, en die te doen uitvoeren, welke tegen de Wetten, vooral de zoodaanige, welke de Perfona principis, en het maintien van deszelfs hoogfte gezag betreffen, komen in te lopen; of zelfs haare kracht en efficacie eenigzins zouden doen verminderen. Nadien 'er nu geen rede ter weereld is, om té kunnen vermoeden, dat de Raaden van zyne Hoogheid eenig diergelyk oogmerk zouden hebben, moet uit het arresteeren by dezelve van de Publicatie in qusstie geconcludeerd worden, dat de gemelde Raad in een begrip verfeert, dat deHeerlykheden van Ysfelftein, Leerdam en Acquoy zyn ten eenenmaale independent van Holland, en niet verplicht, de Wetten en ordres van Hun Ed. Gr* "Mogenden te obferveeren en na te komen. De Advokaat-Fiskaal vermeent betoogd te hebben, dat het tegendeel van dien met alle fiducie moet werden vastgefteld; maar eens voor een 00genblik toegegeven zynde dat het voorgemelde prasfumptive begrip van den gemelden Raad was gefundeerd, zoo blyft het echtereen waarheid, dat in allen gevallen de Heeren van de voornoemde Heerlykheden onder de verplichting leggen, om zoo- (y) J- Voet ad tit. D. de Legg. J. 8. H. de Groot In* leid. tot de Hoü, Rechtsg. 1. B. 2. D. No. 17. Merula man. van Proced. lib. 1. tk. 4. cap. 2.5. 9. en volg. en veele anderen.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 241 zoodaanige of diergelyke Wetten, a!s welke occaüs toe deze ontftaane dubieteiten en differenten gegeven hebben, aldaar te doen obferveeren en na.komen, en mitsdien geene ordres, daar tegen inlopende ; in dezelve mogen doen executeeren, en zulks om die reden, dat de voorfz. drie Heerlykheden zyn Diftriclen, welke alle van de Souvereiniteit van Holland te Leen gehouden worden. '■— Deze (telling nu nog kortelyk te betoog'en, zal het fubjecl: van het derde Onderdeel uitmaaken. Daar toe zal niet noodig zyn in een opereus onderzoek te treeden; of de voorgemelde Heerlykheden al ofte niet moeten gehouden werden voor Feuda Oblata; en welk Souverein gezag, independent van de Graaven vaö Holland, de Heeren van die Heerlykheden, of de Eigenaars van de Gronden, welke die Diftricten uitmaaken, te vooren zouden mogen en kunnen hebben gehad; en zulk een gezag, fchoon hier voor te recht ten fterkften gecontradiceerd, al eens voor een oogenblik toegegeven zynde, in hoe verre het zelve als dan al of niet voor die Heeren of Eigenaars refpeöivelyk is verloren geraakt door de Oorlogen, inneming en overmeestering van die Diftricten; als mede hoedaanig.de tegenwoordige verlyen, ten opzichte van de een én andere dier fustenucn, zouden moe* ten verftaan, uitgelegd en toegepast worden; in confideratie het onderzoek van alle deze poincten geheel gemist kan worden, om dat het ten dezen alleen aankomt op hét onderhoud van die onvermydelyke Plichten en Leen-betrekkingen, welke alle Vafallen, zoo wel omtrent feuda oblata, als ten opzichte van de feuda data, volftrekt moeten obferveeren. Het kan zekerlyk niet genegeerd worden, dat eene der grootfte verplichtingen van den Leenman medebrengt, eene duidelyke en oprechte obfervantie van de Fidelitas en trouwe, en alzoo van het te* 'gengeftelde van datgene, 't welk eenige verfinm- XLVII. Deel. q ' ding  ■242 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ding van den Leenheer kan contineeren, nadien in alle Landen daar de Leen-Rechten bekend zyn, of daar Goederen of Rechten ter Leen worden uitgegeven, de ontrouw en verfmaading van den Leenheer buiten twyffel worden gebracht tot die daaden, welker verwaarloozing van zulk een groot gewicht geconfidereerd word, dat dezelve het verlies van het Leen voor den Vafal notoir na zich fleepen, zoo als omftandig door de Aucteuren, welke daar over, zoo in andere Landen als alhier, gefchreven hebben, ten duidelykften werd aangewezen (*)• Wanneer men nu zich herinnert, dat de tegenwoordige Doorluchtigfte Heer van Ysfelftein, Leerdam en Acquoy, wat ook onkundig daar tegen is verbreid, met alle dezelve Heerlykheden ter Leenkamer van Holland, even als andere Vafallen reeds in Hoogstdeszelfs minderjaarigheid is verlyt, en by zyne meerderjaarigheid aanftonds de plechtige Hulde en Manfchap heeft vernieuwd en geprassteerd, en mitsdien ook de daar toe behoorende belofte van getrouwheid enz. gedaan; zal men daar uit van zelfs geconvinceerd moeten zyn, datHooggemelde Heer mede gehouden is, die grooteLeenplichten na te komen, en door de zynen te doen nakomen, volgens de intentie en teneur van de ge. daane belofte. Die belofte (a) contïneert onder anderen eene ver- (2) Zie RoseNth. de Feud. Cap. VI. concl. 85, 86, imprint. No. 4. &? Cap. X. concl. 1. Mayeri Syntagm. Juk Feud. Cap. 14. No. 4. £f Cap. 29, p. m. & fpec. No. ulu Sixtin. de Regalih. lib. 2. c. 2c. §. 65. C. de Ferriere traité des Fiefs. Chap. 3. feU 3. J. Voet in digresf. de Feud. 5. tri. fcfe. Boet, TraÜ. van Leenen D. Vit. Cap. 8. £? 9. de Groot, inl. tot de Holl. Rechtsgel. 2. B. 43. D. art. Ten tweeden £rV. en veele anderen* (0) Te Tinden by Bort, in Trad. van de Leenen, D. Vt. Cap. 2. j. 14. Voorheen wierd dezelve plechtig beéédigt, doch  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 243 verbintenis van den Leenman, 1. om gehouw en getrouw aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, als ten opzichte van de voornoem» de Leenën zyne Hooge en Souvereine Overigheid, te Zullen zyn, tegen alle derzelver Vyanden en Wederparthyen. 2. Om die Vyanden en Wederparthynen met raad en daad na vermogen te zullen wederftaan en afweeren. 3. Om niet te zullen wezen in raad ofte daad, (dat is, van niets te zullen bedenken of helpen uit te voeren) 't geen Hoogstgemelde Heeren Staaten eenigzins tot hinder of fchaade zoude kunnen verftrekken, inaar integendeel om, indien zoodaanig iets tot zyner kennisfe zoude mogen komen, alsdan het zelve by alle mooglyke middelen, zonder veinzen, (dat is, met alle ernst, vigeur en oprechtheid) te zullen beletten, en terftond Hoogstgemelde Heeren Staaten, of derzelver Gecommitteerde Raaden, daar van verwittigen en waarfchouwen, of zulks door anderen te laten doen. 4. Om de Souvereiniteit en Hoogheid van dezelve Heeren Staaten te zullen helpen maintineeren, behouden en bewaaren, naar zyn macht en vermogen. J. Om Hun Ed. Groot -Mogenden , en den Lande van Holland en West-Friesland, alle byftand en dienst te zullen doen, in raad en daad, binnen denzelven Lande, daar hem zulks geordonneerd ofte bevolön zoude worden. En Verders 6. Om alles te zullen doen, dat een goed en getrouw Leenman fchuldig is en behoort te doen> — Indien men deze poincten overweegt, word men ten fterkften overtuigd, dat dezelve alle daar toetèndeeren, om den Leenman te verbinden, om, by alle gelegenheden, te zoeken zynen Leenheer by deszelfs Souvereiniteit en hoog gezag over zyne Onderzaaten en Ingezetenen te helpen main' ti« floch de ééd fs afgefchaft, en in Ampele «n plichtlge belofte gecommuteerd. En zyn mitsdien uit het lorfflaher weggenomen de wóórden ende zweèrc.  244 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ticeeren en bewaaren, en denzelven by te ftaan in de afweering van al 'e gene tot vermindering van eer. en ander zoude kunnen verftrekken. Maar gaat men nu verder na, dat de Heeren Staaten federt een geruimen tyd by herhaalde Publicatien en geëmaneerde wetten niet onduidelyk aantoonen, dat Hoogstdezelve ondervinden, dat de Grondvesten van haar Souverein gezag beginnen als geroerd te worden, dat de afgrysfelyke Tweedracht, en LandverwoestendeOproerigheden, die van tyd tot tyd zich laten zien, en de helderfte en fchoocfte glans der kroone van haar Souverein gezag doen beflaan en verduisteren, tot een voorwerp en pretext van haare handelingen nemen het zoogenaamd pleegen van vreugde, en het doen van veeletlei zaaken, quafi ter vereering van die Hooge en Doorluchtige Perfonagie, welke teffens is Heer van de voorgemelde Heerlykheden, en dat zy Heeren Staaten uit dien hoofde zich verplicht oirdeelen, om die misbruikt wordende vreugde-bedryven met alle derzelver gevolgenen aanhoorigheden op fterke posnaliteiten te verbieden, en zelfs zulke zwaare ftraffen daar tegen te bepaalen, dat een ieder moet overtuigd worden, dat men vermeent, dat die vreugde-bedryven gevolgen zouden kunnen hebben van dien aart, dat de hoogheid van de Souvereiniteit van de Heeren Staaten daar by zouden kunnen pericliteeren; zoo is het eene zekerfte waarheid, dat Hooggemelde Heer van de voorfz. Diftricten, in zyne qualiteit van Leenman of Vafal van Holland wegens dezelve Diftricten, of die van zynen Raade, niet alleen gene ordres mogen uitvaardigen, waar door de fchikkingen voor den Leenheer tot zyne veiligheid en het welzyn van zyne Heerfchappye gemaakt, als geëludeerd, en voor het tegenwoordige, zoo wel als voor bet toekomende, in de voorgemelde Leen-Diftridten infruöueus gemaakt worden, en nog te minder, nadien zoodaanige ordres zeer ligt kwaade gevolgen op de naastgelegen en andere plaatfen ca zich zouden  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 245 den kunnen fleepen, maar dat deze Doorluchtige Leenman, uit krachte van zyne gedaane plechtige Leenbelofte, zoude dienen de hand te leenen, dac de voorgemelde Wetten van den Leenheer werden geobferveerd, en des Leenheers daar by gemanifesteerde wil en begeerte volledig voldaan; om alzoo blyken te geven van Hoogstdeszelfs onveranderlyke Fidelitas ook ten dezen opzichte. De Advokaat-Fiskaal vertrouwt, dat dit terneer» gefielde over dit tedere en hoogwichtigst poinc~t voldoende is, ter aanwyzing, dat, indien men, des neen, de voorgemelde drie Heerlykheden voor ten eenenmaale van Holland independente Heerfchappyen moest houden, als dan nog het arrefteeren en doen executeeren van de Publicatie by den Raad van zyne Hoogheid, den Heere Erf-Stadhouder, den 26ften February dezes jaars geteekend, en hier voor vermeld, als tegen de Leenplichten , zoo even verhandeld, inlopende, niet had behooren te gefchieden. Lichtelyk zoude men kunnen hsfiteeren, hoe, zulks een waarheid zynde, het te begrypen is, dat de gemelde Raad tot een zoo ongewoonen ftap zoude hebben kunnen komen; dan daaromtrent kunnen de navolgende oplosfingen aan U Ed. Mogenden voorgedragen worden. En wel eerflelyk: dat, voorzoo verre men deze Heerlykheden, als op zich zelve ftaande Heerfchappyen, en over zulks alleen in betrekking yan Leengoederen, releveerende van de Souvereiniteit van Holland, zoude willen befchouwen, vol gens het begrip van den Advokaat-Fiskaal zoude vereischt worden, dat, ingeval de Leenheer komttebegeeren, dat eenige by hem geëmaneerde Wet , ftrekkende ter veiligheid van zyne Souvereiniteit en Hoogheid, in het Leengoed van zyn Vafal werde nagekomen, en zulks uithoofde van de. nadeelige gevolgen,'die anderszins daar uit'voor den Leenheer zouden kunnen refulteeren, als dan den gemelden Leenheer die Wet ten dien einde aan q 3 *y  343 Verxanteling van Stukken letrekkelyk tot zynen Leenman zoude dienen toe te zenden, ea op fundament van de gedaane belofte denzelven aan* maanen, om aan deze begeerte van zyn Leenheer te voldoen; hoedaanige toezending en aanmaaning in cas fubjedt niet gedaan zyn geworden. En ten anderen: dat, wanneer men de voorfchreven Heerlykheden te recht conüdereert onder de Souvereiniteit van deze Provincie te behooren, en alzoo onderhoorig aan de Wetten van de Heeren Staaten, alsdan het niet afzenden van Hoogstderzelver Wetten of Publicatien, ter gelegenheid van de omftandigheden dezer rampfpoedige tyden geëmaneerd, en hier vooren aangeroerd, na de Heerlykheid van Ysfelftein, mitsgaders het daar uit proflueerende gedoogen, dat die Wetten of Publicatien aldaar niet zyn gepubliceeerd, en alzoo tot verbindende Wetten voor de Ingezetenen gemaakt geworden, aan den meergemelden Raad heeft kunnen doen voorkomen, dat Hoogstgemelde Heeren Staaten begrepen hebben, dat die Wetten of Publicatien niet concerneerden de voorfz. Heerlykhe. den, en dat zy mitsdien vryheid hadden, zoodaanige bevelen derwaards te mogen zenden, als zy vermeenen zouden aldaar het meest convenient te zullen zyn; terwyl dezelve Raad, ten opzichte van Leerdam en Acquoy, werwaards die Wetten of Publicatien ter obfervantie afgevaardigd zyn, zouden hebben kunnen denken, dat, vermits bekend was, dat men aldaar de van wegens de Heeren Staaten toegezonden Wetten federt een geruimen tyd niet publiceerde of obferveerde, geene ferieufe intentie by deze Provincie moest wezen, dat juist deze Wetten meerder als alle anderen zouden moeten gepromulgeerd en geobferveerd worden, te minder, nadien geene fterkere of andere aanbeveling als de ordinaire daar by gevoegd was geworden. Deze refledtien vertrouwt de Advokaat-Fiskaal dat U Ed. Mogenden zullen doen zien , dat uit de handelingen van den meergemelden Raad geeri pra;.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 247 pr-ejuge tegens defoliditeitvan de in dezen verhandelde gronden en voorgedragen Confideratien kan opgevat worden, maar dat dezelve beide beftaanbaar zyn, , , Het is wyders zeer klaar te befpeuren, dat de Heeren Staaten bewust zyn, dat hunne geëmaneerde Wetten in de meergemelde Heerlykheden niet volgens Hoogstderzelver intentie gepubliceerd en geobferveerd worden, nadien by de Refolutie van den 2den Maart laatstleden van ü Ed. Mogenden tefrens verzocht werd Informatie wegens het gebruik ten opzichte van de Fromulgatie van Hoogstderzelver Wetten en Plakaaten aldaar plaats hebbende, 't welk het tweede Hoofdpoinct van de voor? fchreven Refolutie komt uit te maaken. Ad B. Dan waaromtrent de Advokaat-Fiskaal, alzoo dit poinct niet tot deszelfs Departement behoort, ÜEd. Mogenden niet naar vereisch zal kunnen voorlichten; maar zich moeten vergenoegen, met dezelve alléén te doen remarqueeren, dat, by het nagaan der Gebeurtenisfen in de Graavelyke tyden het voorkomt, dat als toen minder Wetten en Plakaaten, welke generaal waren, en voor geheel Holland moesten ftrekken, geëmaneerd wierden , als in latere tyden, en dat, vermits de Plakaaten in die tyden by forme van Mandementen wierden gecoucheerd, en daar benevens te meersnaalen genegligeerd is te regiftreeren, waar dezelve geëxploiteerd moestenen zyn geworden,0verzulks niet yeel, ten opzichte van Hun Ed. Groot Mogenden requifitie, op dit poinct kan voorgedragen worden, fpecialyk van 't gene in die tyden gefchied isj men kan echter oproaaken, dat de algemeene Plakaaten van wegen de Graavelykheid ook na Ysfelftein gezonden wierden, om dat aan het Hof van Holland de hier voorgemelde Misfive den 10 October 1567 niet gefchreven zoude hebben kunnen worden, over het niet verder executeeren van de Procedures tegen de Beeldftormers, indien niet de deswegens gemaakte Wetten na Ysfelftein  £48 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gezonden waren geweest. Even min zoude tegens diverfche Inwoonders van Ysfelftein, en daar onder tegens den Edelen Aalbrecht van Hbchtenbrouck uit de Wetten tegen de 'hsrefie of andere Bloed-Plakaaten, hebben kunnen geageerd, en ook zyne Goederen geconfisqueerd, en door den Rent. meester van Schoonhoven, Ysfelftein en daaromtrent aan de Graavelykheids Rekenkamer verantwoord hebben kunnen worden, indien niet die Plakaaten mede derwaards gezonden en gepubliceerd waren geweest. Na de afzweering van de Graavtlyke Regeering kan het afzenden van de Plakaaten en Wetten na Ysfelftein niet, ten minften niet geheel, opgehouden hebben, om dat, blykens het hier voor gededuceerde, de Gemeene Middelen of andere Lasten aldaar, geduurende eene korter of langer tyd, zyn geheven of gecolligeerd geworden, 't geen al mede geen plaats konde hebben, ten zy alvooreps de Wet, waar by die belasting was gearrefteerd, den Ingezetenen was voorgelezen , en alzoo gepubliceerd geworden. Dan daar na fchynt men met zulke afzendingen van Wetten en Plakaaten derwaards opgehouden te hebben, Doch is de reden ten eenenmaale onbekend, en geen Wet, waar by zulks bevolen word, voorhanden; — 'er esteert ter Secretarye van Holland, of het Comptoir der Depêches van de Hollandfche Wetten en Plakaaten, een lyst van de naamen der Plaatfen, werwaards alle Wetten afgevaardigd worden. — Uit het fchrifc fchynt dezelve meer dan vyftig è zestig jaaren, ja misfchien nog langer geleden, gefchreven te zyn geweest; zoo dat daar uit zoude moeten opgemaakt worden, dat federt die tyd de Wetten en Bevelen by de Heeren Staaten gearrefteerd niet na Ysfelftein afgevaardigd, en mitsdien aldaar ook niet gepubliceerd, zvn geworden. Dan wat Leerdam en Acquoy betreft, deze beide naamen worden op de voornoemde Lyst gevonden, en worden dien volgende alle Wetten en Pla- kaa-  de Gebeurtenisfen fa 1787 enu voorgevallen. 249 leaaten, welke door geheel Holland ter publicatie en affixie werden gezonden, ook derwaards afgevaardigd, met uitzondering nogthands van zulke Wetten, welke de belastingen contineeren; waaromtrent alleen het gebruik zal werden nagekomen , dewyl geen ftellige Wet of Ordres gevonden worden, waar by zulks werd gereguleerd. x Doch het gemeene Land komt daar uit geen nadeel te iyden » dewyl zoodaanige Wetten van belasting, mede na Leerdam en Acquoy gezonden wordende, waarfchynlyk het zelfde lot zouden moeten ondergaan , 'sis alle andere derwaards gedepecheerde Wetten uit de meergemelde Secretarye van Holland, té weten, dat dezelve door den Drosfaard van die beide Heerlykheden dok zouden worden gefeponeerd, en nimmer gepubliceerd of geobferveerd. ■— Sedert welken tyd dit een én ander heeft plaats gehad heeft de Advokaat-Fiskaal niet kunnen ontdekken. — Doch dat in de Graavëlyke tyden aldaar , zoo wel als te Ysfelftein, de Wetten van den Hollandfchen Graaf zyn aangenomen en geëxecuteerd hebben moeten worden, zoude uit foortgelyke bewyzen, als omtrent Ysfelftein zyn voorgedragen, kunnen worden aangetoond. Niets meerder is den Advokaat-Fiskaal voorgekomen , om aan U Ed. Mogenden op dit poinct te worden voorgedragen, en vervolgens verhoopende met de vooren'ftaande Confideratien aan U Ed. Mogenden requifitie en intentie te zullen Rebben voldaan , zal hy deze befluiten, en de vryheid" nemen, zich met het diepfte refpeft te noemen, Edele Mogende Heeren! (Onder ftond,) Gefchreven in den Uwer Edele Mogenden Haage, dezen ■ - zeer ootmoedigen en ge- 15 April 1787. hoorzaamen Dienaar. (yas ger.) M, van der Craght. Q 5 No,  Sjo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°» 3387. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk het Bericht van 't Hof op de Requeste van H. Griffel. Joen, onder Rhynfaterwoude, ten einde het Hof zich niet aamrekke zyne weigering van de Schepen- en Kroos- Heemraadspost aldaar, waar over A. van Maorïk Heer van Rhynfaterwoude, zich aan 't gemelde Hof had geqddresfeerd. In dato den 31 July 1787. Ontvangen een Misfive van de Prafident en Raaden van den Hove* gefchreven in den Haage den 27ften dezer, houdende * toe voldoening aan Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den I3den der voorleden maand, derzelver Bericht op de Requeste van Hoibert Griffeljoen, woonende onder de Heerlykheid Rhynfaterwoude, tot last aan gemelden Hove, om zich de zaak wegens desSuppliants weigering, tot het aanvaarden van den Post van Schepen en Kroosheemraad van Rhynfaterwou. de, met alle de gevolgen en aankleeven van dien , waar over zich Antqnie van Maürik aan den Hove had geaddresfeerd, niet aan te trekken of daar van kennis te nemen; breeder met pen Bylaag hier na geinfereerd. Fiat Infertio,. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en Bylaage, mitsgaders de bovengemelde Requeste, zullen worden geëxamineerd door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie, met Commisfarisfen van den Hove, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advys. Accordeert met voorfz. Refolutien. Ede-  de Gebeurtenisfen in 17&7 enz. voorgevallen. Edele Groot Mogende Heeren I Wy hebben wel ontvangen U Ed. Groot Mogenden Misfive en Refolutie beide van den i3den Juny laatstleden, waar by U Ed. Groot Mogenden hebben goedgevonden ons toe te zenden de Requeste van Hcjibert Griffeljoen, woonende onder de Heerlykheid Rhynfaterwoude, om redenenby dezelve Requeste breeder gedetailleerd, verzoekende, dat ü Ed. Groot Mogenden aan den Hove zouden gelieven tè gelasten, om zich. de naak, wegen» des Suppliants weigering tot het aanvaarden van den Post van Schepen en Kroosheemraad van Rhynfaterwoude, met alle de gevolgen en aankleeven van dien, waar over zich Antonie vas Maurik: aan den Hove had geaddresfeerd, niet aan te trekken of daar van kennis te nemen, en dat U Ed. Groot Mogenden , hangende Hoogstderzelver deliberatien over het voorfz. des Suppliants verzoek, den voortgang der Proceduures, by de voocfchreven Requeste vermeld, zouden gelieven ce furcheeren, ten einde O Ed. Groot Mogenden daar op te dienen van bericht, terwyl 't U Edele Groot Mogenden wyders behaagd heeft ons te deen infinueeren, dat U Ed. Groot Mogenden verwachteden, dat, hangende Hoogstderzelver deliberatien over de voorfz. Requeste, de Proceduures daar by vermeld zouden worden gehouden in ftaate en furcheance. ' Ter voldoeninge aan deze U Ed. Groot Mogen, den gerefpeöeerde ordres hebben wy de eer te ^berichten, dat de hier voorgemelde Anthonie vak Maurik, Heer van Rhynfaterwoude, zich by Requeste aan ons geaddresfeerd, èn, om redenen by dezelve ter nedergefteld, verzocht hebbende appoin&ement, waar by de voorgemelde Huibert Griffeljoen wierde gelast en bevoalen, de post van Schepen en Kroosheemraad der gemelde Heerlykheid, na voorgaande prseftatie van den ééd daar toe ftaande in handen Van den Schout 3 te aan< •• 1 - * ,j - ■ > vaar-  252 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vaarden, en vervolgens te bedienen en waar te nemen , als het behoort, ten waare dezelve redenen mogte'hebben ter Contrarie, welke hy zoude gehouden zyn in dien gevalle ten zekeren te prjefi. geeren dage voor Commisfarisfen van den Hove te allegueeren, onze Commisfarisfen, tot de expeditie van deRoile en Requesten gecommitteerd, de voorfchreven Requeste geëxamineerd hebbende, gemeend hebben geene zwaarigheid te moeten maaken, om het voörfz. van dezen Hove .verzochte Appoinctement te verleenen, en aan den voorgemeiden Huibert Griffeljoen zekeren prtecifen dag te prajfigeeren, om, zoodaanige redenen gehoord zynde, zoude kunnen worden gedisponeerd als naar behooren. Dan na dat wy, Ed. Groot Mogende Heeren! inmiddels ontvangen hadden U Ed. Groot Mogenden hier voorgemelde Refolutie, hebben wy de voorfz. zaake gehouden iD ftaate, en hebben voorts gemeend van den inhoud der Requeste, door den voorgemeiden Huibert Griffeljoen aan U Edele Groot Mogenden geprtefenteerd, te moeten kennis geven aan de Practizyns van gemelden Anthonie van Maurik, ten einde te vernemen, of dezelve A. van Maurik mogte goedvinden van deszelfs aan den Hove gedaan verzoek af te zien, of wel het zelve by eene Memorie nader te adftrueeren; dan dezelve het laatfte verkozen hebbende, is vervolgens door deszelfs Practizyns aan ons de Memorie, welke wy de eer hebben hier nevens Copielyk aan ü Ed. Groot Mogenden te doen toekomen, weinige dagen geleden ter hand gefteld. Omtrent welker inhoud, voor zoo verre de redenen en gronden daar by ter nedergefteld moeten ftrekken, om daar door te betoogen, dat het onderzoek over de gehoudenheid of ongehoudenheid van den gemelden Huibert Griffeljoen tot het aanvaarden, bedienen en waarnemen, van de voorfchreven Post van Schepen en Kroosheemraad van Rhynfaterwoude voorgemeld, wel deegelyk zoude zyn  de Geleurtinisfen in 1787 enz. voorgevallen. 253 r;yn een Object van de ordinaris Juftitie, wy ons in zoo verre refereeren, dat wy zouden vermeenen ■ geen genbegzaamen grond te zyn, om aan den voornoemden van Maurik eene provifie van Juftitie ter dier zaake te weigeren; terwyl in dien gevalle aan denzelven Griffeljoen de gelegenheid zoude overblyyen» om daar jegens eene zoodaanige exceptiveDefenfie te doen, als hy zoude te raaden -worden. En wy vertrouwen mitsdien eerbiedig, dat U Ed. Groot Mogenden geen zwaarigheid zullen maaken, om het hier voorgemelde verzoek dddr den meergemelde Huibert Griffeljoen by deszelfs Requeste aan U Ed. Groot Mogenden gedaan, te wyzen van de hand, ons niettemin refereerende tot het hoogwys oirdeel van ü Ed. Gre/orTMo» genden. Hier mede, Edele Groot Mogende Heeren' bidden wy God Almachtig U Ed. Groot Mogenden in eene langduurige en voorfpoedige Regeering-te conferveeren. Gefchreven in den Haage den 27 July 1787. (Onder ftond,) Uwer Ed. Groot Mogenden gantsch Dienstwillige, De Prefident en de Raaden over Holland, Zeeland en Friesland* (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, (was gef.) Adriaak Bonr. b'sè 'i \ -H ƒ ' ' w ■ ' ." i ti'naTr-: !  854 Verzameling van Stukken betrekkelyk vooraf behoorlyk is geïnterpelleerd, en vervolgen* op eene bepaalds boete geinilnueerd, als Schepen ééd te doen en te compareeren. Daar dezelve door zyne volftrekte weigering zich dus in de ongelegenheid heeft gebracht, van door middelen van rechten daar toe te moeten worden geconftringeerd. Trouwens, indiende voornoemde Jacob Pieter Meu'Sks eens halfterrig had blyven weigeren, aan d>e Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden te voldoen; Qjiefo? Wat middelen, anders dan Judiciöele middelen, zouden 'er overig zyn gebleven, om denzelven tot die perfonee'.e preftatie te conflringeeren. Terwyl *er ook in het cabuurig Esfelykerwoude gevallen exceeren, dat de Heer dier Heerlykheid, van der Aa de Sterke, tegens onwillige Ingézetenen, door hem tot Schepenen aangefteld, ordina» rio modo heeft geprocedeerd. Inde volgt dus: i. Dat de Gerequireerde kan verplicht worden, Schepen te zyn. En dat hy dus zeer ten onpas vraagt, waar is de Wet die zulks gebied. Daar die vetplichting, zoo uit het gevoelen van Bort. als uit de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden zei ven, is geftaafd.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 239 En dezelve boven dien uit des Gerequireerdens recht en inwooning in de Heerlykheid reciptoce voortvloeit. 2. Dat die verplichting door middelen van rechten kan worden gefustineerd. En dat het niet abfoluit noodzaakelyk is, tot dat einde zyn recours te nemen tot Politicque middelen. Wanneer dan deze beide poincten vast ftaan, zoude 'er dus nog in de 3. Plaats te onderzoeken ftaan: Of de Gerequireerde wettige redenen heeft, zich in deze van het Schepens-Ambt te excufeeren? Doch de Requirant vermeent, dat het onderzoek dier redenen voor als nog niet pasfe komen kan. Daar de behandeling derzelver eigentlyk te pas zoude komen op de Comparitie voor Heeren Commisfarisfen, op het gedaan verzoek van Appoinctement Nifi Cau fan. Dan, daar de eenige reden, welke de Gerequireerde allegueert, waarom dezelve vermeent niet gehouden te zyn, het Schepens-Ambt te aanvaarden, daarin beftaat, dat hy de Roomfche Religie is toegedaan. Zoo ftaat daaromtrent te remarqueeren, Dat 'er gene Wet of Refolutie is, welke ten platten Lande de aanftelling van Roomfche Schepenen prohibeert. Dat wel is waar, by Refolutie van Hun Ed. Gr» Mogenden in dato den 9 Juny 1733, op de Requeste van de Gedeputeerden van beide Synoden van Zuid- en Noord-(lolland is verftaan, by proyifie geene Roómschgezinde Officieren van de Juftitie, als naamentlyk, Schouten, Secretarisfen en Gerechts. Bodens te admitteeren. Doch dat aangaande Regenten by dezelve Refolutie geene dispofitie is gevallen. Dat het ook bekend is, dat op verfcheiden DorR 2 pen  2f5o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot pen in Holland, alwaar geene genoegzaame ftoffe is van Gereformeerden, Roomfche Regenten worden gekoren. Waar van het zoo aanzienlyk Dorp Wasfenaar ten zoo notabel voorbeeld oplevert, zynde de meeste Regenten, zoo niet allen, aldaar van de Roomfche Religie. Dat byzonder met betrekking tot Rhynfaterwoude nauwlyks 7 Gereformeerden zyn, welke het Schepens-Ambt kunnen bekleeden , onder welken rog gevonden worden die het Schepens-Ambt 30 jaaren achter den anderen hebben bekleed, en welke boven dien gèen eigentlyk gezegde Ingelanden zyn. Terwyl andere onder dezèlven, mede verfcheidejaa-i ren Schepenen geweest zynde , om redenen den Requirant daar toe zeer billyk moveerende, zyn afgegaan. Dat echter de Requirant de drie voornaamfte en meest gequaüficeerdfte onder de Gereformeerden hebbende gekozen, vervolgens het recht zoude hebben gehad, om uit de Roomfche meest gegoede en gequalificeerde Perfoonen te kiezen de vier overige Schepenen, uit welken de Reqnirant echter maar één heeft gekozen, even gelyk hy in den voorleden jaare mede maar een tot Schepen uit dezelve verkozen heeft. Dat eindelyk mede by de Keuren van Rhynland de 189 Keur, is bepaald: . Dat Schepenen, die teffens Kroos-Heemraden zyn in Rhynland, in de Dorpen niet meer als vyf mogen zyn, die men alle jaaren vernieuwen zal, ten minften met drie Kroos-Heemraden. Terwyl het echter volftrekt onmooglyk is aan die Keur te voldoen, indien de Requirant geen Roomfche Schepenen zoude mogen aanftellen. Boven en behalven dat het by de Roomfchen, vooral in deze gelukkige tyden van algemeene Tolerantie,  de. Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen,. 2. . tie, eer als een Beneficie, dan als een beswaar, ié, geconfldereerd, wanneer zy tot Schepenen in de Dorpen mogen worden verkozen. Om welke redenen dus ook de Requirant vertrouwt, dat de excufatie, weike de Gerequireerde in deze zoude willen allegueeren, geenzins ais wettig kan worden aangemerkt. En dat alzoo over het generaal by dezen Hove aan Hun Ed. Groot Mogenden zal worden geadvifeerd, om het verzoek van voornoemden Huibert Griffeljoen te wyzen van de hand. En dat voorts by dezen Hove ten fterkften by Hun Ed. Groot Mogenden zal worden gereprefenteerd, van weke confequencien het in het generaal voor de Juftitie zoude kunnen zyn, wanneer op. dit verzoek niet daadelyk en zonder eenig verwyl wierd gedisponeerd. Daar een iegelyk zich langs dien weg, door het prasfenteeren van foortgelyke Requesten, in effecte. van zyce verplichting om als Scnepea te fungceren, per indirettum zoude kunnen ontdaan. Waar door wel ras ten platten Lande de Schepensbanken voor defert zouden kunnen worden ge. houden. En het ook daarom fchynt te zyn, dat Hun Ed. Groot Mogenden in het voorengemelde geval van Jacob Pïeter Meusses zoo fpoedig hebben gedisponeerd. Aan de Edele Groot Mogende Heeren; Staaten van Holland, en West-Friesland» Geeft met verfchuldigdeneerbied te kennen, Hoi, bjert Griffeljoen, woonende onder de AmbachtsHeerlykheid Rhynfaterwoude , dat de Suppliant op den iften January dezes jaars, door den Ambacbts-Heer Antonie van Maorik , aangefteld zynde tot Schepen en Kroosh(.e>nraad van gemelde & 3 Heer-  2r mede men onlangsx het geheel Land door, onrust, verwarring en oproer heeft zoeken aan te ftoo  de Qebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 2Ê3 ftooken, en het gene door andere Ambachts-Hee ren, aan de tegenswoordigeConftitutie, en 'ietwettig gezag van ü Ed. Gr. Mog., verkleefd, veel ter is tegengegaan, dan zoo opentlyk aangemoedigd: dat de Suppliant als een gevolg van zyne weigeringe, *a van de willekeurige handelwyze van gemelden Ambachts-Heer, dan ook op den 6den January laatstleden uit naam van den Schout van Rhynfaterwoude, Schoonzoon van gemelden Antonie van Mau«iks is geinfinueerd, om op zekeren bepaalden tyd ééa te doen en posfesfie te nemen van gemelde Bedieninge, pp eene boete van 5a Huivers, en by verdere weigering, op zulke boete, als bevonden zoude worden te behooren, met verdere J>flnuatie, dat, winneer ook die aanmaaningen vruchteloos mochten zyn, tegen den Suppliant zoude worden geprocedeerd. Dat de Suppliant, meenende, zoo wel tot de aanvaardinge van bovengemelden Post, als tot de betaalinge van eenige Boeten, ongehouden, en des wegens ook aan geene bedreigingen van Proce iures onderhevig te zyn , zich gevleid heeft, dat gemelde Antonie van Maürik eindelyk van zelve zoude begrepen hebben de wederrechtelykheid zyner handelwyze : dan dat de Suppliant onlangs tot zyne verwonderinge vernomen heeft , dat dezelve zich by Requeste heeft geaddresfeerd aan den Hove Provinciaal van Holland, omme te hebben Appoinctement Nifi Caufam, en dat de Suppliant van wege gemelde Hof gelast is om de reden, waarom hy zoude oirdeelen, den Post van Schepen en Kroosheemraad van Rhynfaterwoude niet te moeten aanvaarden, op den ioden dezer maand voor twee Commisfarisfen van gemelden Hove te komen allegeeren; dat de Suppliant eerbiedig vertrouwt, dat, fchoon de Post, over de al of niet gehoudendheid tot weikers aanneming hier questie is, wel is een Post van Juftitie, nogthands het onderwerp van gefchi! tusfchen hem en gemelden Antonie van Maurik niet R 4 »  SS4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot, is eene questie de mee- &f *uo, en du» niet is een objeót van Juftitie, maar veel eer, en ook alleen, van mere Politie; hoedaanige zaaken, V Ed. Groot Mogenden by Hoogstderzelver Refolutie van den 12 July 1674 verftaan en verklaard hebben, dat de Hoven van Juftitie gantsch niet zyn bevoegd aan zich te trekken of daar van kenmsfe te nemen. Weshalven de Suppliant zich keert tot U Edele Groot Mogenden, ootmoediglyk verzoekende\ dat UEd. Groot Mogenden aan den gemelden Hove gelieven te belasten en aan te fchryven, om zich de zaake, wegens des Suppliants weigering tot het aanvaarden van den Post van Schepen en Kroosheemraad van Rhynfaterwoude, met alle de gevolgen eh aankleeven van dien, waar over zich Antonie van Maurik aan den voornoemden Hove heeft geaddresfeerd, niet aan te trekken, of daar van kennisfe te nemen , en dat U Ed; Groot Mogenden, hangende derzelver deliberatien over het voorfz. des Suppliants verzoek, den voortgang der gemelde Procedures gelieven te furcheeren. (Onder ftondi) 't Welk doende, (was get.) Huibert Griffeljoen. K9- 3388. Misfive van Burgemeesterenen Vroedfchappen der Stad Leyden aan de Ridderfchap en 'Edelen van Holland en West-Friesland, betrekkelyk het vervullen der vacante Post van Bailjuvo en Dyb. graaf van Rhynland, door een Burger of Ingezeten van hunne Stad of tot de Regeering van dezeivo behoor ende. In dato den 9 April 1787. ■ >. Hoog Edele Heeren! Door het overlyden van den Hoog Ed. Geboren Heer van der Does, Heere van de beide Noords •wy.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voargcvür.sn. 26% graaf van Rhynland binnen dezelve Stad moet woónen, zoo zelve, dat het niet ontbreekt aan voorbeelden dat daar van dispenfatie is gevraagd. — Dat gemelde Bailjuw en Dykgraaf moet afleggen den ééd in handen van den praefldeerenden Burgemeester dezer Stad, waar by hy zich vérplicht de Privilegiën/ en Rechten van de Stad Leyden te zullen onderhouden. Dat het boven dien niet ontbreekt aanonderfcheidene voorbeelden, dat Leden der RegeeriDgé van onze Stad door Hun Ed. Groot Mogenden tot de voorfz. Post zyn gecommitteerd geworden: — en dat het mooglyk niet anders dan aan de verandering van tyden is toe te kennen, dat eene continuatie daar van ons thands niet ontheft vau dit Addres. R 5 Waa*.  Zfó Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot Waarom wy, dien het belang onzer goede Ingezetenen ten naauwften ter harte gaat, en die ons verplicht oirdeelen te moeten waakzaam zyn, wanneer wy met grond mogen aanfpraak maaken op eene zaak, welke wy raeenen ons billyk te competeeren, geoirdeeld hebben U Hoog EJelens te moeten adieerec, in vertrouwen dat, even als wy ons bereid getoond hebben, en zullen blyven betoonen, om die belangens, welke de Leden van Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering billyk van ons in diergelyke gevallen mogten vorderen, het onze toe te brengen , U Hoog Edelens even alzoo ons niet zullen weigeren gunftig toe te ftaan, het gene wy by dezen komen te verzoeken, waar op het ons aangenaam zal zyn met U Hoog Edelens refcriptie te mogen worden gehonoreerd; — terwyl wy TJ Hoog ïïdelens de befcherminge des Allerhoogften aanbeve-' lende ons noemen. Hoog Edele Heere»! (Onder ftond,) ü Hoog Edelens goede Vrienden, Leyden, Burgemeesteren en Vroedfchap' den 9 April 1787, pen der Stad Leyden. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, (vos ge».) J. J. Hubrecht. Ufo.  de Gebeurtenisfen in 1787 ««• voorgevallen. a6"7 No. ^89. Circulaire Misfive van de Ridderfchap en Edelen van Holland en West-Friesland aan de Stem. mende Steden van die Pronncie, over bovenfiaande onderwerp; zynde hier by gevoegd het antwoord van Hun Hoog Edelens aan Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Leyden. In dato den 7 May 1707. Edele Groot Achtbaare Heeren! Burgemeesteren en Regeerders der Stad Leyden ons, op den 9den der gepasfeerde maand April, zoo als aan alle de verdere Leden van Hun Ed. Groot Moeenden Vergadering, eene Misfive hebbende gefchreven, waar inne füstineerden een gegrond recht te hebben op de post van groot Bailjuw en Dyfcgra*f van Rhynland, vacant door het overlydenvan ..en Heere Wigbold Theodoor van der Does Heere van beide de Noordwykèn, door een Lid uit haare ReseeriDg of Ingezetene van haare Stad bekleed moeste worden, vtrvolgens verzoekende onze medewerking ten einde gemelde post, welke op de aacftaandè Irdinairè Vergadering'van Hun Ed. Groot MoEenden ftaat vergeven te worden, aan een Lid van haare Regeering of Burger van haare Stad wierde geconfereerd, zoo hebben wy niet kunnen nalaten tan Hun Ed. Groot Achtb. te refcribeeren de hier nevensgaande Misfive, in dewelke wy vertrouwen bondig te hebben aangetoond de ongegrondheid van haare fustenuén; en wy flatteeren ons dat ü Edeie Groot Achtb. na leflure van dezelve ten vollen daar van zullen zyn overtuigd, en geen zwarigheid zullen maaken, om tot bekleeding van die post, ingevolge de aloude gewoonte en federt het oprechten van het Collegie (door een exempel alleen;ongeïnterrumpeerd gebruik, ten minften een Heer uit onze orden daar toe te nomineeren. Waar mede ü Edele Groot Achtbaare de be- lener-  268 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fcherming des Allerhoogften aanbevelende, ons noe« men, Edele Groot Achtb. Heeren! (Onder ftond,) ü Edele Groot Achtb. goede Vrienden, Js Haage, den De Riddrfchap en E- 7 May 'delenvanHollanden 178?» West-Friesland. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, (was get.~) C. Clotterboocke. Ede'-.e Groot Achtbaare Heeren! Wy hebben wel ontvangen Uwer Ed. Gr. Achtb. Misfive, gefchreven binnen Uwe Stad Leyden, den 9den der maand April, waar by U Ed. Groot Achtb. vermeend hebben; zich, ter gelegenheid van het overlyden van den Hoog Ed. Geboren Heer van dPER Does , Heere van de beide Noordwyken, en van de daar door veroirzaakte vacature van de post van Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland, naar de voorbeelden van voorige dagea, zich dienaangaande aan ons te moeten addresfeeren, ten einde van ons te verzoeken, dat van wegens ons op de Nominatie ter iuppletie van voorfz. post, wanneer dat poinft tot een object van Hun Ed. Groot Mogenden zal moeten worden gebracht, zouden mogen werden gefteld Perfoonen, zynde Burgeren en Ingezetenen Uwer Stad, of tot de Regeering van dezelve behoorende; En zulks uit oirzaake, dat dezelve post voor Vwe Stad en goede ingezetenen zoude zyn van al- - ■• 4 Ier  de Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. 269 Ier wezendlykfte confideratie, naardien zeer veele Godshuizen binnen dezelve, en niet minder de goede Ingezetenen, daar by, even als Uwe Stad zelve, het hoögfte belang zouden hebben. Dat dezelve Uwe Stad is de Hoofdflad vafi het gemeene Land van Rhynland, binnen dewelke te recht zoude mogen gezegt worden den zetel gevestigd te zyn van al dat gene, het welk tot het gemeene Land van Rhynland zyne betrekking heeft, en binnen dewelke mitsdien zeer regelmaatig gevorderd zoude mogen worden den genen, aan wien deze post is opgedragen. Dat naar oude herkomen de Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland binnen Uwe Stad zoude moeten woonen, zoo zelve, dat het niet zoude ontbreken aan voorbeelden dat daar van dispenfatie zoude zyn gevraagt. Dat gemelde Bailjuw en Dykgraaf ook zoude moeten afleggen den ééd in handen van den prajfideerenden Burgemeester Uwer Stad, waar by hy zich zoude moeten verplichten de Privilegiën en Rechten van Uwe Stad te zullen onderhouden. Dat het boven dien niet zoude ontbreken aan onderfcheiden voorbeelden, dat Leden der Regeering van Uwe Stad door Hun Ed. Groot Mogenden tot de voorfz. post zouden zyn gecommitteerd geworden: en dat het mooglyk niet anders dan aan de verandering van tyden is toe te kennen, dat eene continuatie daar van Uwe Ed. Groot Achtb. niet ontheft van dit hun Addres aan ons. Daar nu U Ed. Groot Achtb. onze refcriptie hebben verzocht, kunnen wy niet nalaten, U Ed. Groot Achtb. in antwoord op dezelve te melden: Dat, wel verre dat wy aan het verzoek, daar by aan ons gedaan, zouden kunnen of mogen defereeren, wy door de motiven, by dezelve U Ed. Gr. Achtb. Misfive gebezigd, geenzins van de rechtmaatigheid van dat verzoek zyn geconvinceerd , neenmaar integendeel, dat wy vermeenen met meer grond  270 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot grond te mogen en moeten infteercn, en ook ze'vea by U Ed. Groot Achtb. ten fterkften daar op aandringen, dat tot vervulling van die vacante pose geene andere Perfoonen, dan die, welke in het Corps van de Ridderfchap en Edelen dezer Provincie zyn befchteven, zoo van wegens U Ed. Groot Achtb., als van wegens de verdere Vroedfchappen van de refpective Steden, de Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden componeerende, op de daar toe te formeeren Nominatie zullen worden gebracht. Wy vertrouwen immers, dat het UEd. Gr. Achtb. niet onbtké! d zyn kan, Dat het gemelde Bailjuws-Ambt van Rhynland, van alle oude tyden af, by de Edelen dezer Provin. cie is beditnd geweest, als ftaande hetzelve Ambt ter verkiezing van de Hooge Overheid dezer Lan* den, zonder dat het zelve recht van verkiezing aan iemand anders, dan aan de Graaven van Holland en derzelver Stadhouders in der tyd, uit den naam en van w.-gens de Hooge Overigheid zelve, is gedefereerd geweest. En dat even zoo het Dykgraaffchap van het Land en Waterfchap van Rhynland, federt zeer oude tyden af, gelykelyk door den Bailjuw van Rhynland is bekleed, zoo als daar van ten overvloede kan blykea uit het Handvest van Giaaf Florens, den 19 February 1285, aan die van Spaarendam tot het leggen van Sluyfen en het maaken van een Dyk aldaar, gegeven. Terwyl uit eene zeer oude Lyst, welke van de Itfpeöive Bailjuwen van Rhynland, federt den jaare 13C0, voorhanden is, ten duidelykften blykt, dat het zelve Ambt meest al door Ridders, en verders door Edel-Lieden is bediend geweest; Daar de Perfoonen van Philips Nagtegaal en Hoybert van Spruytenburg, op dezelve Lyst, niet als Bailjuwen zelve, maar als Stedehouders van den Bailjuw voorkomende, alzoo niet tot de Klasfe van  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 271 van de effe&ive Bailjuwen van Rhynland kunnen worden gebracht. Wy vermeenen dierhalven met allen grond te mo. gen vasthouden: dat, gelyk de Ridderfchap en Edelen van Holland federt onheugiyke tyden af alzoo is geweest in de posfesfie, dat een van hun met deze by den anderen gevoegde posten is gehonoreerd en bekleed geweest, dus een enkel contrarie geval, het welk by U Ed. Groot Achtb. zoude kunnen worden geallegueerd, althands in tegenoverftelling van eene immemoriaale posfesfie van dien aart van byna vyf eeuwen, en mooglyk langer, niets kan opereeren, om als nu aan dit U Ed. Groot Achtb. verzoek eenigzins te moeten indulgeeren. En wy kunnen dus nog minder admitteeren de reden, welke U Ed. Groot Achtb. by derzelver Misfive veronderftellen, dat tot deze onze posfesfie grond of aanleiding zoude kunnen gegeven hebben 5 daar immers eene zoodaanige immemoriaale en doorgaande posfesfie van zoo veele eeuwen niet wel als een effeft van verandering van tyden kan worden aangemerkt, neenmaar integendeel een inkruiping van een, twee, of eenige weinige gevallen mee meer recht als een gevolg van veranderlyke en turbulente tyden, welke doch * geduurende den loop van zoo veele eeuwen, wel eens de wettigfte rechten en bezittingen verftooren, kan en moet worden aangemerkt; zynde ons zoo veel wy weten, geen ander geval, dan dat van Mr. Johan van den Bero bekend, welke Regent Uwer Stad zynde, teffens ia den jaare 1725 tot Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland is aangefteld, welk enkel geval wy met reden mogen toefchryven aan den toenmaaligen invloed, welke Uwe Stad, uit hoofde van reciproque comiteit in gelyke gevallen voor andere Steden, Leden van Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering zynde, in die Stadhouderlooze Epoque, op de verdere Staats-Leden zal hebben gehad, dan tot het benoemen of eligeeren van welken Regent wy althands nimmer zullen hebben geconcurreerd; ten ware*  272 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot-- ware ook ü Ed. Groot Achtb. zouden willen in twyffel trekken, of de Perfoon van Foy van Broukho-j ven, welke in den jaare 1573 tot Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland is aangeiteld, mede wel onder de Edelen zoude kunnen worden geteld: dan omtrent welken wy insgelyks met grond zouden kunnen aanmerken, dat dezelve in de troebles van den gemelden jaare 1573, wanneer Uwe Stad door de Spanjaarden was belegerd, en geheel Rhynland met Spaansch Krygs-Volk bezet, tot Bailjuw van Rhynland zynde aangefteld, ook dit geval met reden aan de toenmaalige tydsomftandigheden zoude kunnen worden töegefchreven. Althands, daar wy vertrouwen, dat U Ed. Groot Achtb. geene andere, dan het voorzeide ééne geval, dat namentlyk een Regent Uwer Stad met die posten is bekleed geweest, zullen kunnen bybrengen, zoo vermeenen wy ook, dat de bondigheid dier redenen, welke ü Ed. Groot Achtb. by derzelver Misfive allegueeren, tot betoog van het hoogfte belang, het welk haare Stad daar by zoude hebben, dat die posten aan een Burger en Ingezeten, of aan iemand tot de Regeering Uwer Stad behoorende, werden geconfereerd, grootelyks daar door word geënerveerd. Immers, wanneer wy in de eerfte plaats als eene dier redenen in aanmerking nemen het door U Ed. Groot Achtb. gereclameerde intrest van zoo veele Godshuizen, en niet minder dat van zoo veele Uwer goede Ingezetenen, zoo kunnen wy geenzins ontveinzen , dat wy geenzins pecetreeren de gevolgtrekkingen, welke daarnit ten aanzien van de Perfoon, door wien het gemelde Bailjuws-Ambe zoude moeten worden bekleed, met grond zouden kunnen worden gemaakt, ten ware men zoude willen veronderftellen, dat wy, of die geen van ons, welke met het zelve Ambt zoude worden bekleed, minder houw en getrouw zouden zyn aan den ééd, waar by wy aan onzen plicht, by aanvaarding dier Bediening, plechtig zouden worden gebonden, en dat  de Gebezrtenisfan in 1787 enz, voorgevallen. 7) dat de Goederen der Godshuizen binnen Uwe Stad, of die Uwer Ingezetenen , onder Rhynland gelegen, minder wel zouden worden geprotegeerd en beveiligd,. dan wanneer de befcherming daar van aan een Uwer Regenten of Ingezetenen zoude zyn toevertrouwd, dan daar wy, of die geen onder ons, welke met die posten zouden worden gehonoreerd, ook gehouden en verplicht zouden zyn, de Rechten en Privilegiën Uwer Stad, en het maintien daar van ten aanzien van Uwe goede Ingezetenen, te bezweeren, zoo kunnen noch willen wy vermoeden, dat het belang Uwer Godshuizen en goede Ingezetenen daar in zoude gevestigd zyn: terwyl wy ook aan de collatie van die posten op een Uwer Regenten, of een Uwer particuliere Ingezetenen, geenszins dat groot belang voor Uwe Stad kunnen toefchryven, daar wy niet kunnen penetreeren, dat daar door eene meerdere confumtie of vertier in dezelve zoude worden veroirzaakt, aangezien in dat geval het getal Uwer Ingezetenen daar door niet zoude worden geaugmenteerd, en het meerder verteer van de revenuën van die posten, zoo het zelve al plaats vond, op zich zelve voor Uwe Stad geenszins als een zaak van dat hoogfte belang kan worden geconfidereerd: terwyl ook wy, ligtelyk wel met grond, zouden kunnen en mogen vraagen, of die Goederen van de Godshuizen Uwer Stad, onder Rhynland gelegen, thands meer die aanzienlyke waarde en exiftentie hebben, dat ook daaromtrent dat hoogde belang dier Godshuizen zoude moeten worden geconfuleerd; en of ook zelfs niet reeds federt eenigen tyd het grootfte gedeelte dier Goederen, zoo niet alle, zyn verkocht geworden ? En, wanneer wy verder in het oog houden, dat by het Verdrag tusfchen de Regeerders Uwer Stad en den Bailjuw van Rhynland in den jaare 1564. aangegaan, en by opene Brieven van de Luyden van Rekening in Holland, in dato den 2denOdober deszelven jaars, bevestigd, (waar by de Regeer- XLVII. Deel. s ders  a74 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot ders Uwer Stad, afflaande de toenmaals geproponeerde reparatie van de oude Vierfchaar van hec zelve Bailjuwfchap binnen Uwer Stad, in efFecte echter te vrede zyn geweest de Majefteit, of zyner Majefteits Bailjuw van Rhynland in der tyd, te accommodeeren, ende te doen hebben binnen hec Stedehuis aldaar zekere bekwaame Plaatfe, omme zyn Vierfchaar, het zy in het Crimineel, of in het Civil, te mogen houden,) onder anderen uitdrukkelyk is geconditioneerd, dat ook de Bailjuwen in der tyd geene Poorters of Inwoonders der voorfz. Stede van Leyden, aan haare voorfz. nieuwe Vierfchaar komende, in Civile of Crimineele zaaken en zullen mogen arrefteeren, bekommeren ofte citeeren, doen arrefteeren noch bekommeren, in eeniger wyze, anders dan den genen, die aldaar in de Vierfchaar dingplechtig zullen wezen , ten ware aldaar compareerden eenige Delinquanten of Kwaatdoenders, in des Bailjuws Jurisdictie eenige delicten geperpetreerd hebbende, apprehenlie en corporeele punitie waardig zynde, den welken de voorfz. Bailjuwen in dien gevalle, aan haare Vierfchaar , zonder prasjuditie van de voorfz. Stede Jurisdictie, zullen mogen apprehendeeren, en anders niet. Dan vermeenen wy verders ook ten aanzien van het belang, het welk de goede Ingezetenen Uwer Stad daar by zouden kunnen hebben , dat een hunner Mede-Burgers of een hunner M .-de-Regenten, boven een onzer, tot die posten werde verkoren» dat dit Verdrag, en de obfervantie derzelve, aan dat hun vermeend belang volkomen tegemoetkomt. Daar wy ook geene bewustheid hebben , dat door eenige Bailjuwen van Rhynland in der tyd gegronde oirzaak tot klachten aan de Ingezetenen Uwer Stad over eenige infrafüie hunner Rechten en Privilegiën gegeven is; en wy integendeel vermeenen, dat, wanneer een onzer met die posten bekleed eenige wettige aanleiding tot klaagen aan de Ingezetenen Uwer Stad zoude mogen geven, de- zei-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 275 zelve iDgezetenen meer protectie tegens alle onbe» hoorlykheden, welke van onze zyde zouden mo. gen voorkomen, zoude kunnen verwachten van de tusfchenkomst van Uwer Edele Groot Achtb. zeiven, dan wanneer U Ed.Groot Achtb., uit hoofde van onderlinge complaifance voor hunnen Mede-Regent, in de onverhoopte noodzaakelykheid wierden gefteld, aan hunne Ingezetenen reparatie te verzorgen van eene lEefie, hun door een hunner Regenten zeiven, en hunnen Mede-Raad, aangedaan. En wanneer wy verders in de tweede plaats in confederatie nemen, het argument door Uwer Ed. Gr. Achtb. daar uit afgeleid, dat de Stad Leyden is de Hoofdftad van Rhynland, zoo vermeenen wy, dat zulks ten hoogften tot eene reden van convenientie kan worden gebracht, welke federt zoo veele eeuwen dezelve is geweest, en des echter nimmer heeft kunnen moveeren, om dezelve posten daarom aan een Ingezeten of Regent Uwer Stad op te dragen: terwyl ook even om die reden, dat Leyden de Hoofdftad van Rhynland is, de Vierfchaar vaa Bailjuw en Welgeboren Mannen, aldaar word" gefpannen, de Vergaderingen van Dykgraaf en Hooge Heemraaden van Rhynland aldaar worden gehouden, de meeste daartoe relatie hebbende Bediendens aldaar zyn woonachtig , en de Bailjuw by dat alles een bekwaam en vigilant Perfoon, Burger en Ingezeten der Stad Leyden zynde. geftadig aldaar in loco houd, om in alles als Bailjuw zyn Perfoon te reprsefenteeren, en 'er mitsdien niets meer zoude kunnen werden verricht, al ware het dat de Bailjuw zelve een Regent en permant Ingezeten Uwer Stad zoude zyn. Wanneer wy dan al verders in de derde plaats remarqueeren, dat Uwe Edele Groot Achtb. uit de voorfz. geprsemitteerde reflectie vervolgens asfevereeren, dat naar oude Herkomen de Bailjuw van Rhynland zoude moeten woonen binnen Uwe Stad, en dat het niet zoude ontbreken aan voorbeelden, S 2 dat  276 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dat daar van dispenfatie zoude zyn gevraagd; zoo kunnen wy niet voorby onze verwondering te betoonen, dat het Uwer Ed, Groot Achtb. niet heeft kunnen behaagen, eenige voorbeelden by te brengen van zoodaanige Bailjuwen, welke hunne geftadige inwooning binnen Uwe Stad hebben gehouden , en van de zoodaanigen , welke dispenfatie dier inwooning hebben verzocht, en van wien zy dezelve dispenfatien hebben geobtineerd. Immers is het ons voorgekomen, dat, zooalfommige Bailjuwen van Rhynland in voorige tyden binnen Uwe Stad mogten hebben gewoond, om dat zulks hun meer dan andere konde convenieeren, echter daar uit geene vaste en abfolute verplichting tot inwooning voor alle de Bailjuwen van Rhynland in der tyd, zoo voor als na hun, kan worden afgeleid, daar althands die post in den jaare 1636 aar Jonker Amêlis van den Boükhorst, Heere van Wimmenum, Houtvester, en Premier van de ter Dagvaard compareerende Ridderfchap en Édelen van Holland en West-Friesland, en Prefident van Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland, zynde geconfereerd, deze zekeriyk zyne inwooning niet binnen Uwe Stad heeft gehouden. Wy erkennen gaarne, dat ser by Uwe Ed. Gr. Achtb. eenige weinige voorbeelden van zoodaanige inwooning birnen Uwe Stad zouden kunnen worden voorgebracht, daar ons uit cm Adte van Declaratoir , doof NlCOLAAS van den BOÜKHORST, den Praïdecesfeur van gemelden Jonker Amelis van den Bockhorst, op den 1 December 1624^ ten behoeve van Uwe Stad gegeven, is gebleken, dat dezelve zich, even gelyk voorgaande Bailjuwen en Dykgraaven van Rhynland wei hadden gedaan, daar by heeft geëngageerd, om, na expiratie van zyne toenmaalige Commisfie in de Staaten Generaal, zyne vaste woonplaats met zyne Familie mede binnen de Stad Leyden te zullen nemen, en geftadelyk te zullen houden. Er.  ae Qeleurtenisfen in 1787 voorgevallen, 377 En daar ons al verders uit een foortgelyk Declaratoir door Frederik van Dorp, op den 22 April 1670, ten behoeve van Üwe Stad gegeven, en den 2oftén November daar aan volgende nader geinhasreerd, mede is gebleken, dat de voornoemde Fre« berik van Dorp , tot Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland aangefteld zynde, en uit hoofde dat zyne toenmaalige particuliere menage riet toeliet zich voor als nog uit den Haag met 'er woon te begeven, zich daar by heeft geëngageerd, zyne vaste woonplaatfe met zyne Familie mede binnen de Stad Leyden te zullen nemen en geftadelyk te zullen houden, zoo haast hy daar toe van wegens Heeren Burgemeesteren en Regeerders Uwer Stad zoude wezen vermaand. En daar mitsdien uit beide deze Declaratoiren fchynt te confteeren, dat 'er ook nu en dan eenige Bailjuwen van Rhynland met 'er woon binnen de Stad Leyden zyn geëtabüsfeerd geweest. Doch wy vermeenen tefFens, dat deze weinige voorbeelden in het algemeen niet kunnen daarftellen eene abfolute verplichting voor de refpedtive Bailjuwen van Rhynland, om binnen de Stad Leyden te moeten woonen, min nog een onbetwistbaar recht, het welk U Ed. Groot Achtb. zouden hebben, van dezelve inwooning binnen Uwe Stad te mogen vergen. Integendeel vermeenen wy, dat, wanneer Heeren Burgemeesteren der Stad Leyden in der tyd aan voorengemelde Bailjuwen hebben geweigerd, hen in ééd te nemen, zy daaromtrent, gelyk wy gelegenheid zullen vinden zulks in het vervolg nader te betoogen, de bornes van hunne macht en authoriteit zyn te buiten gegaan, en dat eene eigendunkelyke toegevendheid van de beide gemelde Bailjuwen op dat poindt, en hunne particuliere deference aan die verging, geenszins een recht, om hunne Succesfeureh tot de inwooning binnen Uwe Stad te kunnen verplichten, aan U Ed. Groot Achtb. kan gegeven hebben,  273 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ook willen wy geenszins ontkennen, dat ook te meermaalen, ter gelegenheid van vacature dier gemelde posten van Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland, door of van wegens Heeren Burgemeesteren en Regeerders Uwer Stad, voornaamentlyk mede op dien grond, dat de Bailjuwen van Rhynland binnen Uwe Stad zouden behooren te woonen, by ons en verdere Leden van Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering inftantien zyn gedaan, ten einde dezelve posten aan een Ingezeten Uwer Stad zoude worden geconfereerd; terwyl zich de voorbeelden daar van opdoen in foortgelyke Misfives, op den 24 September 1669, den 1 November 1671, den 12 Juny 1707, zoo aan ons, als aan de verdere Leden van Hun Edele Groot Mogenden dienaangaande gefchreven; dan van welke iDfldntien Heeren Burgemeesteren en Regeerders Uwer Stad ook toen reeds geen gewentcht fucces of effetl: hebben mogen ondervinden; en waar uit wy mitsdien met allen grond mogen befluiteD, dat althands die reden Hun Ed. Groot Mogenden geenszins heeft kunnen moveeren, om aan de toenmaalige verzoeken van Heeren Burgemeesteren en Regeerders Uwer Stad te defereeren. En hoe zeer het wel eene waarheid is, dat het aan Heeren Burgemeesteren en Regeerders Uwer Stad éénmaal heeft mogen gelukken, dat in den jaare 1725, na dat alvoorens tusfchen Uwe Stad, en die van Haarlem, op den 21 Juny 1725, wasaange- . gaan een Verdrag, waar by deze beide Steden zich onderling hadden geëngageerd, dat by vacature van eenige Bailluagien en Dykgraaffchappen onder haare Steden refpective resforteerende, zonder onderfcheid of dezelve reeds ftonden ter collatie van Hun Ed. Groot Mogenden, of naderhand door dezelve zouden worden begeven, niet alleen haare ftem voortaan zoude geven aan die Stad, onder welker resfort de vacante Bailluage of Dykgraaffchap zoude behooren, maar dat dezelve refpeöive Steden ook alles zouden doen en by brengen, dat dienen kon, om te  de Gebeurtenis/en in 1787 «722. voorgevallen. 279 fe bezorgen, dat die Stad, waaronder dezelve resforteert. wierde gerecommandeerd, de voornoemde Heer Mr. Jqhan van den Berg tot Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland is aangefteld, zoo als wy hier vooren reeds hebben aangemerkt, zoo vermee-^ pen wy echter, dat de inwooning van gemelden Heer binnen Uwe Stad in deze als geen voldoenend bewys van verplichting daar toe in die zyne qualiteit als Bailjuw van Rhynland kan worden aangemerkt, daar hy in zvne qualiteit, als Mede-Regenc Uwer Stad, in die betrekking, zyne ïnwooniog in dezelve natuurlyker wvze moesr blyven houden. en Uit dat voorbeeld alzoo ten aanzien van zyne qualiteit als Bailjuw; abftraö van die van Regent, geene wettige confequentie kan worden getrokken tot de verplichting bepaaldelyk van een Bailjuw, om binnen Uwe Stad te moeten woonen. Terwyl wy verders met reden daar op mogen en moeten aandringen, dat, gelyk aan ons geene voorbeelden zyn voorgekomen, dat na den jaare 1670 eenige inftantien door Heeren Burgemeesteren en Regeerders Uwer Stad zyn gedaan, dat de Bailjuwen van Rhynland zich by de aanvaarding dier post daadelyk met 'er woon binnen Uwe Stad zoude ter neder zetten , en dat ook Heeren Burgemeesteren en Regeerders Uwer Stad by vervolg van tyden zelve hebben geftemd voor een Lid van de Ridderfchap en Edelen van Holland tot vervulling van de vaceerende posten van Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland, in meer dan eene gelegenheid, zonder ook op de inwooning van dezelve door hun geftemde Perfoonen te infteeren, dus ook die oude Herkomen, zoo dezelve al originair mogten hebben ge» exteerd, en als toen conftantelyk en zonder interruptie mogten zyn gevolgd, echter in het vervolg door eene contrarie Costume, welke op dit moment der vacature van het Bailjuw en Dykgraaffchap nog in viridi obfervantia was, en waar tegens Uwe Ed. Groot Achtb. ook zeiven niet zyn opgekomen, zyn ceaboleerd en buiten gebruik geraakt, in zoo ver- re,  2Eo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot re, dat, zoo'er ook nog eenige andere anterïeure dispenfatien, waar van bovendien de redenen gantsch verfchillend kunnen zyn van den waaren grond, op welken die verplichting tot inwooning in het generaal word gebouwd, mogten zyn verleend geweest, die uit hoofde van deze contrarie ufantie van zoo veele jaaren en gevallen mede niets tot ftaaving dier gereclameerde oude Herkomen zouden kunnen opereeren. Trouwens, daar Hun Ed. Groot Mogenden den Stedehouder van den Bailjuw, welke altyd te Leyden woont, en aldaar in alle voorvallende zaaken den Bailjuw reprafenteert, werkelyk in die qualiteit by meer dan eene gelegenheid hebben erkend, én de onwederfprekelyke blyken van die erkentenis voor handen zyn, ja, daar ook zelve by vacature der posten van Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland, dez- Ive Stedehouder gewoonlyk daar mede ad interim word bekleed , zoo vermeenen wy ook mee reden , dat daar in zelve een ftilzwygend adveu van den Souverein zeiven gelegen is, dat een Bailjuw van Rhynland niet is verplicht, binnen de Stad Leyden zelve een permanent domicilium te houden. En wanneer wy eindelyk in de vierde plaats hebben geconfidereerd als eene dier redenen voor U Ed. Groot Achtb. gemelde verzoek, en als een aandringend argument voor de zoo even behandelde vetpüchting van den Bailjuw van Rhynland, de neeesfiteit, in welke dezelve zich bevind, om in handen van den Prsefldeerenden Burgemeester Uwer Stad den ééd af te leggen, dat hy de Rechten en Prü vilepjen van de Stad Leyden zal onderhouden, zoo vermeenen wy ook zelve dezen grond tegens U Edele Groot Achtb. te mogen reclameeren, als eene preuve, dat althands geen Regent Uwer Stad recht van aanfpraak maaken kan op het voorfz. Bailjuwfchap, daar dezelve als Regent aan de obfervantie en bewaaring dier Rechten en Privilegiën per jé geborden zynde, het zekerlyk eene vreemdigheid zoude zyn  de Gebeurtenisfen in 17'47 *sz. voorgevallen. 281 «zyn geweest, eene diergelyke verplichting omtrent den Bailjuw van Rhynland vast re ft-ellen* iets hec welk met vry wat meer grond veronderftelt, dac daar toe een ander dan een Regent Uwer Stad zoude behooren te worden gekozen, en welke op zich zeiven geene betrekking had tot en met de Rechten en Privilegiën van dezelve. Integendeel vermeenen wy, dat de prsitatie van dien ééd, door de Bailjuwen van Rhynland in handen van den Prasfident Burgemeester Uwer Stad, voornamentlyk zyne inftitutie en verplichting daar ïn vindj dat die van Leyden zyn in eene langduulige posfesfie* dat zy geene Jurisdictie of Cognitie •van Bailjuw en Welgeboren Mannen van Rhynland behoeven te tolereeren, zonder onderfcheid of zulks zy in crimineele of civile zaaken, en dat, ten einde voor te komen alle vexatie, aan welke anderszins de Burgers en Ingezetenen Uwer Stad zouden kunnen zyn geëxponeerd, daar, de Stad Leyden in het midden van Rhynland gelegen zynde, derzelver Ingezetenen, indien die buiten de Jurisdictie van de Stad het minfte of geringde mogten bedryven, dikwyls by prseventie, met indagingen als anderszins, van hunnen competenten Rechter zouden kunnen worden geëvoceerd, de Bailjuw van Rhyi land in der tyd uit dien hoofde gehouden is te zweeren de Rechten en Privilegiën Uwer Stad te onderhouden; onder welke Privilegiën ook vooral gehoort het Handvest van Graaf Willem denderden aan de Poorteren van Leyden in de maand May van den jaare 1306 gegeven, by hem in den jaare 1315 nader bevestigd, en op Pinxterdag van den jaare 1338 vernieuwd, dat, namentlyk, dat van Poorters van Leyden niemand af hebben mag dan Schepen vonnis. Terwyl ook die verplichting tot het doen van denzelven ééd voornamentlyk mede berust op het Handvest by Hertog Philips van Bourgondien , op den 24 July 1434, aan de Burgers en Ingezetenen tf w. , S 5 der  S82 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der Stad Leyden geaccordeerd, waarby dezelve aan den Schout van Leyden voortaan magte geeft, dat ' hy van onzen weegen regt zal mogen doen met onze achte Scheepenen van den hoogften, zonder onze» Ballu van Rhynlandt daar by te weeztn, of daar over te roepen, als hy tot dezen dage toe geweest heeft; en eindelyk mede op het hier vooren gemelde verdrag in den jaare IJ64 tusfchen de Regeerders der Stad Leyden ter eenre, en den toenmaaligen Bailjuw van Rhynland ter andere zyde, aangegaan, en op den 2den October van denzelven jaare door de Lieden van rekening jn Holland geconfirmeerd. En het is dan ook voornamentlyk om die redenen, en geenzins uit hoofde van eenige onderhoorigheid of betrekking, welke de Bailjuwen van Rhynland zouden hebben aan of tot ü Ed. Groot Achtb. en derzelver Stad, dat deze ééd door hun moet worden afgelegd, niet eenvoudig tot onderhoud van , de Privilegiën en Rechten ü wer Stede, maar ook om aan den Poorteren der Stad Leyden expeditie van Juftitie te doen daar toe verzocht zynde, en dat al zonder prejudicie van zynen voor gaanden ééd, dienhy der Graaflykheid gedaan heeft» Terwyl de verplichting , welke , volgens de beJofte van Hertog Philips van Bourgondien den 11 May 1427 aan alle Baand-rodfen, Ridderen, Knaapen en Steden van Holland en West-Friesland gedaan, ook aan alle Dienaars van Rhynland incumbeert, van in de Vierfchaar der Stad Lejden, in tegenwoordigheid van den Gerechte aldaar, by de aanvaarding hunner'Bedieningen, den ééd af te leggen, zekerlyk genoegzaam doet zien, dat uit de werkelyke prseftatie van dien ééd door de Bailjuwen van Rhynland in handen van den Heer Prsfident. Burgemeester Uwer Stad, welke tot afneming van dien ééd gehouden is, zittende Vierfchaar, zich in de Vergadering van Bailjuw en Welgeboren Mannen te begeven, geene zoodaanige gevolgtrekking kan worden afgeleid. Even  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 283 Even gelyk de Bailjuw van AmftellandenhetGoyland, volgens een Privilegie door Hertog Aalbrecht van Beijeren des Zondags na 's Gregorius dag in den jaare 1387 aan die van Amfteldam vergund, alvoorens iets in zyn Bailjuwfchap te mogen berechten, gehouden is tot Amfteldam in den Gerechte en voor twee van de Gerechtslieden te zweeren, alle haare Privilegiën en de Recht te houden ende doen houden. Enhetisdanookomdie reden dat wy vermeenen dat j warneer Heeren Burgemeesteren der Stad Leyden by voorige gevallen, hier vooren bteeder geciteerd, hebben geweigerd, den aangeftelden Bailjuw van Rhynland in ééd te nemen, dezelve hunne macht en authoriteit zyn te buiten gegaan, zelfs in prasjudicie van de Burgers en Ingezetenen Uwer Stad, daar de ééd, door de Bailjuwen in der tyd in handen van de Graaflykheid van Holland gedaan , hun een onwederfpreekelyk recht gevende, om de fundtien van die posten uit te oeffenen, zy zich met reden zouden kunnen ontflagen houden van die deference ten aanzien van de Privilegiën en Rechten van de Poorteren en Ingezetenen Uwer Stad, waar toe zy anderszins door dien ééd zouden zyn geobftringeerd, in gevalle Uwen Ed. Groot Achtbaare eene gelyke weigering zouden willen doen. Hier mede vertrouwen wy dus de redenen, op welke het boven gemelde verzoek van U Ed. Gr. Achtb. aan ons gedaan was gevestigd, volkomen wederlegd te hebben, en wy durven ons mitsdien flatteeren, dat U Ed. Groot Achtb. gaarne zullen gelieven te concurreeren, om ten minften een Lid van ons Corps te nomineeren, en tot de vaceerende posten van Bailjuw en Dykgraaf van Rhynland te helpen confereeren: terwyl wy, U Ed. Groot Achtb. de befcherming des Allerhoogften aanbevelende, ons noemen, Edele Groot Achtbaare Heeren!. (On-  484 Verzameling van Stukken betrekkelyk m (Onder ftond,) U Edele Groot Achtb. goede Vrinden. Haape, den, P>e Ridderfchap en Ede- 7 May len van Holland en 1787. West-Friesland. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezehen» (was get.y C. CtOTTERBOOKE. No. 3390. Refolutie van de Staaten van Holland eti West-Friesland, raakende de begeving der vacante Ambten van Schout Crimineel van St. Maarten, Valkoog en Eenigenburg, 't Bailjuw en Schoutambt van 's Gravenhaage, 't Bailjuw en Dyk* graaffchap van Rhynland, en de Drosfaard en Dykgraaf-Ambten van de Stede en den Lande van Heusden met Engelen en Vlymen. in dato den 27 july 1787. In deliberatie gelegd zynde de 3, 4, 5 en 6de poinctep van Befchryving , raakende de vacante Ambten van Schout Crimineel van St, Maarten, Valkoog en Eenigenburg, — 't Bailjuw en Schoutambt van 's Gravenhaage, —- 't Bailjuw en Dykgraaffchap van Rhynland, —- en de Drosfaard en Dvkgraafs-ambten van de Stede en den Lande van Heusden met Engelen en Vlymen; — en by de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfteldam, Rotterdam, Schiedam , Schoonhoven, Alkmaar, Monnikendam en Purmeretide ter dier gelegenheid, ingevolge den last v?p de Heeren hunne Principaalen refpeöive, gecpnfidereerd zynde, d,at, offchoon het gebruik wel medebracht, dat uit eene by Hun Ed. Gropt Mogenden gpformeerde Nominatie zyn geëligeerd, en welk gebruik zyne Origine alleenTchyaC te ontkenen uit de Concesfie by Hun Ed. Groot Mogenden  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 285 den Refolutie van den 25 February 1589 ten behoeve van Prins Maürits gedaan , nogthands. hoedaanig het ook gelegen zoude mogen zyn met de Argumenten, die daar uit door volgende Stadhouders zouden konnen worden gederiveerd, het, na al het gepasfeerde in de Republyk, en byzonder na de wyze, op welke de tegenswoordige Heer Stadhouder zich aan en omtrent Hun Edele Groot Mogenden heeft uitgelaten, en deszelfs aanhoudende demarches tegen deze Provincie, voor onwederfprekelyk moest worden gehouden, dat, noeh de publieke utiliteit, noch de zoo zeer beleedigdé Hoogheid van den Souverein dezer Provincie, eenigzins toelieten, dat in dit tydftip, en zoo als de zaaken actueel ftonden, aan het voorfz. gebruik wederom plaats zoude worden gegeven, maar dat integendeel alles vorderde, dat het zelve ten minftën wierd gefuspendeerd; en daar tegens door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, gevolgd van de Gedeputeerden der Steden Delft, Bnele, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medemblik, gemoveerd zynde, dat by de gewoone voet van het maaken van Nominatie ter Electie door zyne Hoogheid behoorde te worden gebleven, immers en in allen gevalle, tot dat dienaangaande by eene Staatsgewyze deliberatie op fpeciaale last der Heeren Principaalen van alle de Leden zal zyn getermineerd de verandering in de tot nog toe geufiteerde form by het begeven der vaceerende Ambten; en by gemelde Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als mede de Heerea Gedeputeerden der Steden D>lft, Briele, Hoorn, Enkhuizen, Edam er Medemblik verklaard zynde de gemoveerde ConfiJeraden der bovengemelde tien Steden over te nei jen. Is goedgevonden en verftaan, dat Copie van de voorfz. Confideratien der tien Steden zal worden gegeven aan de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in de orde nader te rxamineeren, en aan de Heeren Gedeputeerden der Steden Delfc, Gorinchem, Briele, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Me-  285 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Medemblik, om daar op te verftaan de intentie vaa de Heeren hunne Principaalen. Aanteekening van tien Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfteldam, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikkendam en Purmerende hebben tegens de voorfz. pretenfelyk gefustineerde overneming van negen Leden en de daar uit voortgefprote ophouding derConclufie omtrent de begeving der vaceerende Ambten, in de tegenswoordige Befchryving gebracht, als ftrydig met de fundamenteele Wetten dezer Vergadering, geprotesteerd, en met nadruk gereclameerd de Refolutie van den 19 en 20 December 1670, het Reglement der Vergadering op de behandeling der poincten van Befchryving, mitsgaders het 5de Artikel der Inftruöie voor den Raad-Penfionaris, aan zich en voor de Heeren hunne Principaalen verder referveerende de noodige middelen, om de voorfz. fundamenteele Wetten efficacieuslyk te mainótineeren. Aanteekening van de Ridderfchap en zes Steden. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, a!s mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben tegen voorfchreven Protest en Aanteekening der tien Leden zoodaanig Contra-Protest en Contra-Aanteekening gereferveerd, als geoirdeeld zal worden te behooren. Aanteekening van Gouda. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gouda hebben gedeclareerd in allen deelen te inhasreeren den last der Heeren hunne Principaalen, woordelyk medebrengende om te procedeeren tot Nominatie by tripel getal, ten einde daar uit de Electie by zyne Hoogheid als Erf-Stadhouder dezer Provincie te worden gedaan j begrypende dierhalven, dat, uit hoofde van  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 287 van dien bepaalden last, alhier geene overneming noodig is, of plaats behoort te hebben. Aanteekening van Gorinchem. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchera hebben gedeclareesd, niet te kunnen concurreeren, om, ingevolge de Advyfen van de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem &c, tot de vervulling der bovengemelde Ambten by direöe aanftelling te procedeeren, als zynde daaromtrent door de Heeren hunne Principaalen van geenen last voorzien; — dat het hun mitsdien aangenaam zou zyn, indien op heden konde gefuperfedeerd worden met de dispoütie over de voorfz. Ambten, en zy dus gelegenheid mogten bekomen om op de Confideratien van de bovengemelde Heeren Gedeputeerden do intentie van de Heeren hunne Principaalen te verftaan; terwyl zy genoodzaakt zouden zyD, ingeval heden met de dispofitie over dezelve Ambten by directe aanftelling mogt worden voortgegaan, de Conclufie aan te zien. Accordeert met voorfz. Refolutien. No. 3391- Refolutie van Hun Ed. Groot Mogendm de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk eene Misfive van Gecommitteerde Raaden in het Noor der-Kwartier over het voorgevallene aan de Helder, by gelegenheid van oproerige discoursfen en bedreigingen van 's Lands Zee.Officie-, ren. In dato den 20 July 1787. Ontvangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden te Hoorn refideerende, gefchreven aan de Helder den igden dezer, met twee Bylagen daar toe betrekkelyk, houdende de verrichtingen van hunne Gecommitteerden naar de Helder voornoemd gezonden, ter gelegenheid van oproerige discourfen en bedreigingen door Officieren in  288 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot in 's Lands Zeedienst, en hunne Confideratien daaromtrent, breder hier na geinfereerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, de gehoude Conduites van de gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden in de voorfr. zaak by deze te approbeeren; en dat voorts de voorfz. Misfive en Bylagen zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, met eenige van de Hollandfche Raaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deze Provincie refideerende, en de Vergadering daar op op morgen gediend van derzelver Confideratien ei Advys. Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tot de approbatie der gehouden Conduites van de voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden niet geconcurreerd. Aanteekening van de Heer vak Starrenburg. De Heer van Wassenaar, Heere van Starren, burg. is van Advys geweest, dat de gehoudene Conduites van de voorfchreve Heeren Gecommitteerde Raaden behoorden te worden geapprobeerd. Accordeert met voorfz. Refolutien. Edele Groot Mogende HeerenI Wanneer Gecommitteerde Raaden op jongstleden Dingsdag den I7den dezer maand July geïnformeerd wierden van eenige oproerige discourfen, vergezeld van bedreigingen, dewelke lichtelykvan de  de Geteurtenisfen in 1787 enz* voorgevallen. 289 de uiterfte gevolgen zouden hebben kunnen worden, en Gecommitteerde Raaden boven dien naricht hadden ontvangen, dat de Luitenant Gobius van Amersfoort was gekomen, met eenige orders van den Admiraal-Generaal, en dezelve had overgebracht aan de Capiteinen Dekker, Pool, Bouricius en Tulleken, en dat voorfz. orders ftrydig waren aan het oogmerk hunner destinatie, en ook teffens tegen de falutaire Prascautien, welke door U Ed. Groot Mogenden Commisfie tot defenfie van deze Provincie en de Stad Utrecht waren genomen, oirdeelden Gecommitteerde Raaden het van de uiterfte necesfiteit, daar jegens ten allerfpoedigften te voorzien, en zorge te dragen, dat de publyke rust in dit Kwartier niet wierdegeftoord; ten welken einde Gecommitteerde Raaden aanftonds hebben gedecerneerd eene Commisfie uit hun midden op onze Perfoonen, omme zich benevens onzen Secretaris met allen fpoed te begeven naar de Helder, en aldaar zoodaanig te ageeren als ten meesten nutte en confervatie van de rusc in die Kwartier zoude behooren; terwyl Gecommitteef* de Raaden teffens denoodige ordre fielden, dat immediatelyk een Compagnie Dragonders uit Ooster en Wester Blokker derwaards zoude marcheeren. Zoo dra wy aldaar op Woensdag morgen waren aangekomen, te gelyk met voornoemde Compagnie Dragonders, hebben wy eerftelyk tot Subftitut Bailjuw van Huisduynen en de Helder beéédigd den Perfoon van Mr. David Pan , dewelke door Gecommitteerde Raaden daar toe, vermits de Bailjuw de Leeuw, door deszelfs aanhoudende indispofitie van meer dan een jaar, buiten ftaat geacht wierde om in deze hachelyke tydsomftandigheden dien post na behooren waar te nemen, was aangefteld geworden. En vervolgens gedelibereerd over den toeftand van zaaken aldaar, en ook te gelyk ingenomen eenige pra?cedente informatien, nopens het gedrag op Zondag den I5den dezer aan het Loge. jnent het Wapen van Haarlem aan de Helder gehouXL Vil. Deel, T den,  5QO Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den, door de Kapiteinen Dekker, voerende h"t 'è Lands Fregat van Oorlog Medemblik, en TuEXsken , voerende de Kotter de Salamander; temidden van welke Befoignes de beide voornoemde Kapiteinen Dekker en Tulleken konden goedvinden, voor by het Logement van Gecommitteerde Raaden te komen wandelen, en ons in het aangezicht te trotfeeren, daar zy zeer wel overreed waren wat tot deze Commisfie had aanleiding gegeven, en reeds al aan boord waren geadverteerd van de aankomst van voorfz. Militairen. Wy hebben daar op dienftig geoirdeeld ons van de Perfoonen van de beide voornoemde Kapiteinen te moeten verzekeren, en dezelve met alle moogJyK" menagement doen arrefteeren, en in voorfz. Logement van G. R. bewaaren; fchoon echter de Kapitein Tulleken, door zyn wederftreevenaanhet hem door voornoemden Bailjuw Pan aangezegd wordende arrest, gelegenheid kwam te geven tot eenige onaangenaamheden , dewelke anderszins geen plaats zouden hebben gehad. Dan Ed. Groot Mogende Heeren 1 wy wierden niet weinig verfterkt in onze gedachten, omtrent de noodzaakelykheid van het nemen van gepaste cn ernftige maatregelen, door het gedrag van den Luitenant van Braam, vaarende onder voornoemden Kapitein Tulleken, dewelke zich dorst verftouten zonder eenige aanmelding in het Logement van G. R. in te dringen , aldaar op een hoogen toon fatisfactie te eisfehen wegens het arrefteeren van zynen Kapitein, en zich tegens den Commandant van het Guarnifoen Brull zoodaanig te gedragen, dat wy ons genecesfiteerd vonden denzelven mede ter dier plaatfe te doen arrefteeren: waar by nog kwam dat de voornoemde Kapitein Dekker aan ons opentlyk verklaarde, dat de voornoemde Luitenant Gofiius, na hem ter hand gefteld te hebben de fchriftelyke ordres van den AdmiraalGeneraal om met deszelfs Fregat te blyven liggen, htm ufondeling had 'afgevraagd, of, wanneer hy  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 291 van Hun Hopg Mogenden of van den Admiraal Generaal gelast wierd, zyn fchip, zoo veel mooglyk was, te ligten en over het Vlaag te zeylen, om de Ktuifers op de Zuiderzee, onder het Commando van den Kapitein Pelt, teverjaagen of in den grond te booren, daar aan zoude pareeren? Waar op hy Kapitein Dekker, wel verre van, ingevolge zynen plicht , van dat voorftel aan het Collegie ter Admiraliteit kennis te geven, en den voornoemden Gobios inmiddels provifioneel te arrefteeren , integendeel onvoorzichtig genoeg geweest was een volledig toeftemmend antwoord te geven. Wy hebben vervolgens, Ed, Gr. Mogende Heeren 1 ingewonnen eene ampele verklaaringe, nopens het voorgevallene aan voorfz. Logement het Wa» pen van Haarlem aan de Helder, en hebben daar inne, in het byzonder met relatie tot den voornoemden Kapitein Tolleken, genoegzaame ftoffe gevonden om den voornoemden Bailjuw pan te, gelasten, denzelven zoo lange in arrest te houden, tot dat aan ons zal zyn gebleken van U Ed. Groot Mogenden intentie, hoedaanig omtrent den voornoemden Kapitein Tolleken verder te handelen, st zy door de cognitie en judicature dezer zaake aan G. R. te demandeeren, dan wel den voornoemden Bailjuw Pan te ordonneeren» na den inhoud van U Ed. Groot Mogenden fuccesfiye Plakaaten omtrent deze materie, en wel fpeciaal van den 4den dezer maand July, te ageeren, Wy vertrouwen, Ed. Groot Mogende Heeren! dat deze onze verrichtingen de hooge goedkeuring van U Ed. Groot Mogenden zullen wegdragen; en wy flatteeren ons, dat hier door de verderffelyke desfeinen zullen zyn verydeld geworden, en de rust, dewelke anderszins alhier opentlyk zoude zyn geftoord geworden ,' zal werden geconferveerd s Wy nemen echter de vryheid U Ed. Groot Mogenden in Confideratie te geven, met betrekking tot den Kapitein Dekker, dewelke, hoe zeer op verre na niet zoo fterk als de voornoemde Kapitein Tul- T 2 le-  292 Verzameling van Stukken betrekkelyk ut leken in de ipgewonnen verklaaringe paroisfeerende, echter mede heeft gehandeld tegens de gemanifesteerde intentie van UEd. Groot Mogenden 5 of U Ed. Groot Mogenden ook zouden kunnen goedvinden het Ed. Mogende Collegie ter Admiraliteit in West-Friesland en het Noorder-Kwartier te verzoeken, omme denzelven Kapitein Dekker, beneffens zyne gantfche Equipagie, af te danken en buiten dienst te ftellen, aangezien door het obediëeren aan de ordres van den Admiraal-Generaal, in vilipendie van de ordres van voorfz. Admiraliteits CpUegie, het oogmerk van het Equipeeren van voorfz. Fregat is infrudtueus geworden; en het zelve gebruikt tot doeleindens geheel geoppofeerd aan de intentie van ü Ed. Groot Mogenden, ende, byaldien voorfz. Collegie ter Admiraliteit aanvoorfphreven verzoek van Ü Ed. Groot Mogenden niet ten fpoedieften mogt goedvinden te defereeren, als dan G R. te gelasten, geene penningen hoegenaamd aan het zelve Collegie af te geven, overmits bet niet dan ten uiterften ongerymd zyn zoude , 's Lands penningen te emploijeeren tot het betaalep van Officieren en Equipagie, dewelke zich tot ondienst van den Lande wel willen laten gebruiken : en teffens den Kapitein Dekker zoo lange in bewaaringe te houden, tot dat voorfz. Fregat in een der Havenen van dit Kwartier zal zyn binnen gebracht, en alzoo voorgekomen, dat van het zelve, ten minften geduurende de zweevende oneenigheden, geen haatlyk employ werde gemaakt. Wy verzoeken teffens geinformeerd te mogen, worden van U Ed. Groot Mogenden intentie ten opzichte van den voornoemden Kapitein Tulleken, ende byaldien U Ed. Groot Mogenden mogten goedvinden de Cognitie en Judicature dezer zaaken aan G. R., ingevolge het 14de Artikel van hunne Inftrufltie, hy prasventiè te demandeeren, dat dac trifens door ü Ed. Groot Mogenden werde benoemd een kundig Perfoon, omme tegens deczdvén vooi dat Collegie te ageeren. ' ' Als  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 293 Als mede hoedaanig te handelen omtrent den mesde gearrefteerdeo Luitenant van Braam, over en ter zaake van het by hem gehoudene indecent gedrag ten onzen opzichte. Onze Commisfie dus dan hier mede provifioneel zynde afgelopen, is onze intentie op morgen de reize naar Hoorn aan te nemen, nadat wy alvoorens hebben gefteld de noodige ordres omtrent het houden van alle toeverzicht ter bewaaringe van de publyke ruste , en zoo wel den voornoemden Bailjuw Pan, als Commandant Bruxl, hebben gelast toe te zien, dat aan de uitvoeringe van de Plakaaten van ü Ed. Groot Mogenden de fterke hand werde gehouden. U Ed. Groot Mogenden in Gods heilige befcherminge hebbende aanbevolen, hebben wy de eer van met diepen eerbied te zyn, Edele Groot Mogende Heeren l (Onder ftond,) , U Ed. Groot Mogenden Dienstwilligen, Helder, den De Gecommitteerde 10 July Raaden refideeren* 1787. de te Hoorn, (Lager ftond,) ' Ter Ordonnantie van dezèlven, (was get.) B. Blok» C O P ï E. Op den 18 July 1787 compareerden voor de Commisfie van de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en WestFriesland in West-Friesland en den Noorder-Kwartier e, akhands zich bevindende aan de Helder, T 3 Ge*-  894 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gebrit Berkhout , Kastelein in het Logement het Wupen van Haarlem, en deszelfs Huisvrouw Aagje Hoep; mitsgaders Rein Gaukes de Vries, Visicher, alle ter voorfz. Plaatfe woonende, en van competenten ouderdom omme depoötie van waarheid te kunnen geven. Dewelke verklaarden, dat op Zondag namiddag den 15 len dezer maand July» wanneer de Kapitein Dekker , voerende het 's Lands Fregat van Oorlog Medemblik, was zittende aan het huis'van den eersten Depofant, mede ten voorfz. huize is gekomen de Kapitein Tulleken, voerende de Kotter de Salamander. Dat de voornoemde Kapitein Tulleken , aanflonds zynde gegaan in den gemeenen haard by den voornoemden Kapitein Dekker, directelyk een breed Oranje lint heeft uit zyn zak gehaald, en gezegd daar van aanftonds aan alle zyne Sloeproeijers een ftuk te zullen geven, om zich daar mede te vercieren: Waar op de voornoemde Kapitein Dekker antwoordde, dat hy dan ook een Oranje lint zou gaan kopen; doch zich herhaalende, zeide, neen, dat is onnoodig, ik heb daar nog genoeg van, of dierge'yke woorden in fubftantie. Waar by de voornoemde Kapitein Dekker verder nog voegde f gelyk de beide eerfte Depofanten afzonderlyk verklaarden, alzoo de laatfte dit en forrmige volgende bewoordingen zich niet kan herinneren gehoord of ten minften verftaan te hebben) hem zulks niet te zullen raden* wyl da?r uit onaangenaamheden zouden kunnen voortfpraiten. Dat door Tulleken beantwoord wierd met te zeggen, voor wie Donder zouden wy het hier laten? hier zyn doch geen meer Patriotten dan een ftuk drie a vier, waar onder Berkhout 'er een van is. Op welk zeggen Kapitein Dekker hervatte: Ey is Berkhout een Patriot, dat wistik niet; kom laten wy 'er dan om gooijen, wie hem hebben zal. Door welke redeneringen hy eerfte Depofant gaande rakende, zeide: dat hy al zoo goed geaddresfeerd was»  de Gebeurtenisfen in 1787 ««• voorgevallen. 295 was, als hy konde worden, en dat hy hoopte', dat God hem zoud bewaaren, dathy niet aan zoodaanige directie van 't lot zoude worden overgelaten. Terwvlde Luitenant May, vaarende by voornoemden Kapitein Tolleken, op die Propofitie van Dekker van om hem tegooijen, 'er inmiddels tastenen voegde: Ta Goddome laten wy dat doen. Dat de voornoemde Kapitein Tolleken vervolgens zeide: als ik na dezen dag weer aan de wal koom, zullen alle royne Roeijers met Oranje vercierd zyn, want Oranje is tegenwoordig boven, en war/neer ik het gat van Texel uitzeil, zullen niet alleen myne Roeijers, maar zal ik ook myne gar cfche Equipagie daar mede vermeren. Dat by de voornoemde discoursfen ook zittende iemand, die kortelyk uit de West-Indiën was overgekomen, en zoo nu en dan met den naam van Kapitem was begroet, door den voornoemden Kapitein TtiLT-eken aan dien vreemdeling wierd gezegd, ■ais sv een fein laat waaijen, moet het niet anders zyn dan een Oranje vlag, want dat'er geen fchip .moest binnen komen, die een Staaten vlag liet waaijen, of hy zoud hem een Kogel toezenden; maar dat alle binnenkomende fchepen een Prinie vlag moesten laten waaijen: gelyk hy ook Satur-dags of Zondags bevoorens (welke prscife henoemina van dag de Depofanten ontgaan is) een fchip, dat linnen gekomen was, en een Staaten vlag voerde, een Kogel had toegezonden; doch welke by ongeluk had gemist; doch, (voegde hy daar by) of die Lieden 'er ook blixems gaauw by waren om «en Prinfe vlag op te hyfen. Dat vervolgens de voornoemde Kapitein Iulleken aan den tweeden Depofant heeft verzocht, om met hem na boord te gaan, met by voeging, dat hv dan zyn Volk met dat Oranje lint (het welk hy, gelyk hy onder de voorfz. discoursfen te meermaafen had gedaan, wederom uit zyn zak haalde, en met veele teekenen van blydfchap vertoonde en kuste) zouopüeren, en wanneer zy dan aan toord T 4" *  2Q6 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot kwam, haar met een Oranje vlag zóu laten omgorden , en alzoo overhaalen. Aile welke discoursfen van den voornoemden Kapitein Tolleken, (gelyk de Depofanten alle verklaarden) waren verzeld van diverfe fterke expresfien, ais dat de Patriotten na de blixem moesten; dat zylieden hun niet moesten flatteeren, dat hun* lieder zaak zou bovendraaijen, want dat integendeel de Prinfe zaak dagelyks aangroeide. En waar mede de voornoemde Kapitein Dekker met allerhande teekenen en uitdrukkingen van vergenoeging zich alleszins conformeerde. By alle welke voorfz. redenwisfelingen en voorvallen ook tegenwoordig waren de Luitenants Bengel en Groot, mitsgaders de Schryver van der Veen. Dat de voornoemde van der Veen aan den voornoemden Tolleken vervolgens hebbende overgegeven een geclrukc blaadje, genoemd: Noodig Bericht van een nieuw opgericht Zee- en Koopmam NieuwsComptoir, de voornoemde Tolleken het zelve lezende, en komende aan de woorden van den thands kwynenden Koophandel, met verontwaardiging op den grond beeft gefpuuwd, en gezegd, wat of dat Blixemfche Vee zich wel inbeeld 1 en vervolgens op de woorden: van ook aan d''Helder de noodige Vaartuigen en Manfchappen in dienst te houden, heeft ge. zegd. dat, zoo die Praayfchipper de hardiësfe had van uit het nieuwe Diep van daan te komen, hy hem diredt in den grond zou fchieten. Dat hy Tolleken daar op voorfz. blaadje heeft aan ftukken gefcheurd, met by voeging, daar leid de Praayfchipper; daar leggen de Heeren van dat Zeetyding Comptoir, en foortgelyke woorden meer; en dat hy dien Schipper wel eens wenschte te zien, en met hem te vechten, 't zy met het me?, met duiken, flaan, of zoo hy maar wilde; dat hyzyn geweer en rok wel wilde afleggen, om een pluispartytje met denzelven aan te gaan, want dat hy al eens zyne handen geklouwd had aan zoodaanig iemand, waar  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 297 waar van hy een dikke neus gehaald had, en het nu nog wel eens wenschte te doen. Niettegenftaande het echter aan hun Depofanten overtuigend genoeg sebleek, dat de voornoemde Tolleken zeer wel bekend was, dat de derde Depofant was de voornoemde Praayfchipper zelve, en du* voorfz. zwetzeryen enkel en alleen waren ingericht om moeue te maaken, en eenig publyk gerucht te veroirzaaken. 'Er nog verder by voegende, dat, zoo de zaak van dien Schipper richtig was, hy dan met in de nacht uit het Nieuwe Diep zou zeilen om te praaijen. Terwyl tusfchen beide veele ftüle en inluisterende woorden, tusfchen de voornoemde Kapiteinen Dekker en Tulleken wierden gewisfeld, en de eerstgenoemde door uitwendige gebaarden het gedrag en woorden van den laatstgenoemden allezins toonde te approbeeren. Waar mede zy Depofanten dit hun Attest en ver. klaaringe eindigden ; gevende,, voor ««lenen van wetenfchap, al het gunt voorfz. is, na herhaalde voorlezinge, alzoo in eigene Perfoonen te hebben gehoord, gezien, bygewoond en ondervonden, en als nog in goede en levendige geheugenisfe te hebben, en voorts als in den text; zonder echter in de ten dezen ter nedergeftelde woorden prscifelyk te willen zyn achterhaald: overzulks bereid zynde, ten allen tyde, wanneer zulks zal worden vereischt, deze nader met folemneelen ééde te zullen bevestigen. (was geteekend) Gerrit Berkhout, Aagje Hoep. Dit f merk is gefteld door R]EIN °AÜKES M Vries , my prefent. (•was get.~) B« Blok. (Lager ftond f) En is de boven ftaande Verklaaring voor de Com> T 5 mis-  503 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot misfie, in het hoofd dezes breeder gemeld , door de Depofanten met folemneeien ééde bevestigd. (Onder jlondf) My prefent. (was get.) B. Blok. (Onder ftond,) Accordeert met deszelfs Origineel, B. Blok. Declareere ik Ondergeteekende Commandant van het Detachement van het Regiment Dragonders van den Generaal-Majoor van Byland , Guarnifoen houdende aan de Helder, dat ik Ondergeteekende my op gisteren namiddag bevindende aan het Logement van de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westfriesland in Won. Fries land en den Noorder-Kwartiere aan de Helder voornoemd, aldaar heeft aangebeld zekere Zee-Officier, vraagende na den On. dergeteekenden? Dewelke by hem komende, hem in eene zeer wilde en onftuimige houding heeft aangetroffen. Dat d'Ondergeteekende hem daar op vraagende, wie hy ware? tot antwoord heeft bekomen, dat hy was de Luitenant van Braam, en dat hy kwam om fatisfadtie te hebben van het affront aan zynen Kapitein aangedaan , dewelke door het Volk van den Ondergeteekenden in Arrest was genomen, en dat nog wel maar door een Onder-Officier; waar op d'Ondergeteekende ten antwoord gaf, zoo het dan een Officier zyn moeste, hy het dan zelfs zoude zyn; op welk zeggen de voornoemde Luitenant van Braam van kwaadheid op den grond begon te ftampen, waar op d'Ondergeteekende hem te gcmoet voerde, dat hy zoude bedenken dat hy in het Logement van Hun Ed. Mogenden ware, en dat hy aldaar geen gekheid moest maaken, "wyl d'Ondergeteekende als Commandant niet zoude  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 299 de kunnen permitteeren, of diergelyke woorden in fubftantie, dewelke de Ondergeteekende door d* furie in welke de voornoemde Luitenant van Braam was, en door de drift waar mede hy Ondergeteekende door die hoonende woorden en daaden gebracht wierde, niet prsecifelyk heeft kunnen onthouden. Werdende deze converfatie, door de aankomfte van den Heer Secretaris Blok, daar op afgebroken. Prasfenteerende ik Ondergeteekende de waarheid van dit myn Declaratoir, ten allen tyde, des gerequireerd wordende, met folemneelen ééde te fterken. Actum aan den Helder, den 19 July 1787(was get.) C. H. Broll, N°. 3392. Repl^tio va™ n«n EUeie Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, ietrekkelyk eene Misfive van de Vroedfchap der Stad Leyden, over de eleEtie van Schepenen, de aanftelling van Schepenen-Commisfarisfen en't hier by gevoegd gereclameerd Oèïroy van den 23 Juny 1651. In dato den 21 July 1787. Ontvangen een Misfive van de Veertigen der Stad Leyden, gefchreven aldaar den l8den dezer, houdende, dat, ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden gébruik gemaakt zynde van de last der Vroedfchap van gemelde Stad, om voor de fuspenfie van den Heere Stadhouder dezer Provincie te advifeeren, z-y dus in het begrip Honden den Heer Stadhouder tot het doen der Electie uit by hun geformeerde Nominatie tot Schepenen voor dit jaar niet te kunnen adieeren, en wegens een zeer notabel aantal der voornaamfie Burgers en IngezeMnen derzelve Stad verzocht waren, geen EledHeljin Schepenen aan den jegenwoordigen Heer StadhHSfcr te verzoeken, brengende het «seive ter  goo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ter kennis van Hun Edele Groot Mogenden, met verzoek om het effect van het daar by gevoegd Octroy van den 23 Juny 1651, en dat dus door Burgemeesteren de Electie tot Schepenen moge worden gedaan, of wel dat, hangende de Deliberatien over de wederbezorging van 't effect van het zelve Octroy aan hun door Hun Ed. Groot Mogenden, tot vervulling van den Schepensftoei der gemelde Stad, immers provifioneel voor dit jaar, door Hun Ed. Groot Mogenden de Electie mogte worden gedaan , en tevens uit die Geëligeerden aangefteld zes Schepenen ter Judicature van des Gemeene Lands Middelen; breeder hier na geinfereerd. Fiat ïnfertio. Waar op gedelibereerd zynde, is onverminderd, zoo de rechten van den Stadhouder) als het gereclameerd Uttroy d<»r Stad Leyden, en aonderdaar aan de minfte atteinte te gev^n, en in aanmerking van de omftandigheden, waar in deze Provincie zich tegens over haaren tegenwoordigen Stadhouder bevind, goedgevonden en verftaan , uit de Nominatie van Schepenen by de voornoemde Misfive gevoegd, by dezen te eligeeren: Mr. Johan Andreas Cunsus. Mr. Jacob Balthazar Douw-. Mr. Diderick van Leyden. Mr. Joost Romswinckel. Mr. Pieter Vromans. Mr. Cornelis Adriaan van Hoogftraten. Pieter van Lelyveld. En Mr. Nicolaas Hartingh. En voorts tot Schepenen - Commisfarisfen van de Gemeene 's Lands Middelen over de Stad Leyden en het resfort van dien by dezen aan te ftellen de zes laatfte Schepenen. En zal daar van by Misfive kennis worden gegeven  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 30* ven aan den Officier der Stad Leyden, om de ge- eligeerde eD aangeftelde Perfoonen te bééédigen en in haare functie te inftal!eeren; en is voorts goedgevonden en verftaan dat de voorfz. Misfive en Bylage, concerneerende de weder bezorging van het effetl van 't voorfz. O&roy, zal worden geëxamineerd door de Heeren *an de Ridderfchap en verdere Hun Ed- Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op gediend vari derzelver Confideratien en Advys. Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben de voorfz. Electie en Aanftelling wel uitdrukkelyk gecontradiceerd, en daar tegens op het krachtigfte geprotesteerd. Aanteekening van Delft. De Heeren QWépwicorJcM aer Stad Delft hebben verklaard, zich met de bovenftaande provifioneele voorziening in geenen deele te hebben geconformeerd. Aanteekening van twee Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Gouda en Gorinchem hebben de voorfz. Refolutie aangezien. Aanteekening van vier Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Briele, Enkhuizen, Edam en Medemblik hebben tegen de voorfz. provifioneele voorziening zoodaanige Aanteekening gereferveerd, als de Heeren hunne Principaalen zullen noodig oirdeelen. Aanteekening van tien Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfteldam, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven , Alkmaar , Monnikkendam en Pürmerende hebben tegen voorfs. Protest en  392 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en Aanteekeningen, zoodaanig Contra-Protest en Contra-Aanteekening gereferveerd, als de Heeren hunne Principaalen zullen vinden te behooren, Aanteekening van Hoorn. De Heeren Gedeputerden der Stad Hoorn hebben gedeclareerd, dat zy in de voorfz. provifioneele voorziening niet geconcurreerd, maar de Conclufie daar van aangezien hebben. s Accordeert met voorfz. Refolutien, Edele Groot Mogende Heeren! De dag van heden, die zynde, welke ons éédsen ambtshalven verplicht tot het formeeren eecer Nominatie van Perfoonen , die voor dit jaar tot Schepenen zouden behooren benoemd te worden , hebben wy getocht aan deze onze verplichting te voldoen, door te benucmcu jc rcrioonen, die wy de vryheid nemen by de nevensgaande Lyst onder het oog van U Ed. Groot Mogenden te brengen. Niet onwaarfchynlyk zal dit, als ongewoon en buiten gebruik ü Ed. Groot Mogenden frappeeren; dan wy zyn in het zekere geinformeerd, dat de Vroedfchap van onze Stad de Heeren derzelver Gedeputeerden gelast heeft voor de fuspenfie van den Heer Stadhouder dezer Provincie ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden te advifeeren; .— wy zyn niet minder zeker, dat van deze last ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden is gebruik gemaakt, en wy ftaan dus in 't begrip, dat wy, dit wetende, den Heer Stadhouder tot het doen der Electie niet kunnen adiëeren; — bovendien vinden wy ons in *t geval, dat wy van wegens een zeer notabel aantal der voornaamfte Burgers en Ingezetenen dezer Stad, toonende kennisfe te dragen van het geen dienaangaande van wegens deze Stad ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden heeft' plaats gevonden, by Requeste zyn verzocht geene Elec-  de Gebeurtenisfen in 1787 voorgevallen. 303 Eledtie van Schepenen dezer Stad aan den jegenswoordige Heer Stadhouder te verzoeken, op fundament van het hun kennelyk geworden bovengemelde. Wy hebben dus gemeend niets veiliger te kunnen doen, dan die te brengen ter kennisfe van U Ed. Groot Mogenden, en te verzoeken, dat, daar deze Stad ofte wel derzelver Burgery door U Ed. Groot Mogeoden op den 23 Juny 1651 bereids geodtroijeerd is geweest, om door Regeerende Burgemeesteren de Electie van Schepenen te doen, gelyk uit het Copielyk hier nevens overgelegde üctroy zal kunnen blyken; en daar het effedt van dit Odtroy nooit (voor zoo verre wy hebben kunnen nagaan of ons weten te reprasfenteeren) buiten employ is geweest in eene Stadhouderlooze tyd; en daar de Regeering dezer Stad voor eene fuspenfie van den Heer Stadhouder heeft geadvifeerd; het effedt van dat Odtroy, waar van door ons voor ecuco tyd geen pebruik is gemaaict, ais nu door ü Ed. Groot Mogenden aan ons, ten genoegen onzer voornaamfte en weldenkende Ingezetenen, mag werden weder bezorgd, en dus door Heeren Burgemeesteren gedaan de Eledtie tot Schepenen: ofwel, dat, hangende de Deliberatien daar over, en tot dat daaromtrent finaal zoude wezen gedisponeerd, tot vervulling van den Schepeuftoel dezer Stad, immers provifioneel voor dit jaar, door ÜEd. Groot Mogenden de Eledtie mogt worden gedaan , en tevens uit die Geèiigeerde aangefteld zes Schepenen ter Judieatuure van de Gemeene Lands Middelen. Wy willen vertrouwen dat U Ed. Groot Mogenden zullen gelieven te conüdereeren, dat op den 25ften dezer de beéédigmg van Schepenen dezer Staï, volgens Keuren, Odtroijen en Privilegiën, moet plaats hebben; dat ook de tydsomftandigheden vorderen, dat de Juftitie kan adtief zyn, en dus dat de benoeming van Schepenen in tyds behoort plaats ee hebben, en gevolgelykaan ons verzoek wel zullen gelieven te voldoen. Waar  3Q4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren! zullen wy God Almachtig bidden, dat Hem behaage U Ed. Groot Mogenden Deliberatien met zyn goeden Geest by te wooDen, en noemen ons, (Onder ftond,) U Ed. Groot Mogenden Dienstwilligen, Leyden, den De Veertigen der Stad 18 July 1787. Leyden. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezèlven, {was get.) J. J. Hobrecht. jfiïominatie van zestien Perfoonen by de Veertigen der Stad Leyden verkoor en, om aan Hun Ld. Gr. Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland te worden aangeprcefenteerd, omme daar uit by Hun Ed. Groot Mogenden ge'éligeerd te voorden de agt Schepenen der gemelde Stad; en uit de ge'èligeerde, zes Schepenen Commisfarisfen van des Gemeeneiands Middelen, voor den aanftaan. de jaare te werden aangefteld. Mr. Adriaan van Heusden. Mr. Johan Andreas Cunseus. Mr. Pieter Vromans. Mr. Pieter Pompé van Slingeland* Mr. Jan Louis van der Bur?L Mr,  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 305 Mr. Nicolaas Hartingh. Mr. Jacob Balthazar Douw. Mr. Diderick van Leyden. Mr. Joost Romswinckel. Mr. Cornelis Adriaan van Hoogflraten. Pieter van Lelyveld. Mr. Pieter Jacob Teding van Berkhout. Mr. Jean Gysberto de Mey van Streefkerk. Mr. Daniël Michaël Gysbert Heldewier. Joost van Poot. Mr. Anthony Diderick van den Santheuvel. Actum binnen Leyden, den 18 July 1787. (Onder ftond,) My jegenwoordig, (was get.) J. J. Hobrecht. De Ridderfchap, Edelen ende Steden van Hollandt ende West-Vrieslandt, reprtefenterende de Staten van denzelven Lande: Doen te weten, Alfoo Ons vertoont is by de Veertigen van de Stadfr Leyden, hoe dat Hertog Philip^ van Bourgogne, als Grave van Hollandt, by fynen befegelden brief van Privilegie, gegeven den xxim dach in Julio, in 't Jaar ons Heeren Duyfent Vierhondert vier ende dertich hadde geftatueert, onder anderen faac. ken, dat hy off fyne Gouverneur van fynen Lande van Hollandt in der tyd wefende alle Jaar op St. Jacobs-, dach foude fetten binnen fyne Stede van Leyden acht goede, ryke, eerbare, Mannen, out wefende acht en twintich Jaren of daar boven, fyne Schepenen te wefen aldaar, naar inhoud fyner Stede Keuren voorfz., welcke Perfonen nutte daar toe wefen fouden, ende daar fyne voorfz. Stede mede bewaartzoude wezen, ende als hy die aldus gcfet zoude hebben XLVII. Deel, V fott  30, ende fy fouden elk fweren ten Heyligen als g woonlyk was, dat fy recht doen ende vonnisfe wyfen fouden tusfchen twee mant c tale, naar heuren vyff zinnen; ende waert dat eenig 9 van fyneScheper -oorfz in eenighe van de poiB&en voorfz. gebrekejyk bevonden worde, by "ynen Schout, Orechte en meestendeel van de Vroedfchap van fyne Swrfe, ,00 dar fy daar tegen gedaan hadden hevmelyck offopeobaar, off dat fy eenigh argelist in de voorfz, poincten gefogt hadder, dien breuckieei foude men kennen meynëedic* ende vervallen t<* wi fo van alle fyne goed en rechten, ende men fbuvH ^ien terftont corrigeren,ende diefententie van IV e Correöien openbaarlyck van fyner Stedehuys roepen ende lefen; ende die gelefen, foo foude hy on'ooortert wefen, ende fonder meer gebods uit fyner Stede van Leyden, uit Rbynlandt, ende. uit rVner B illiuwfchap van den Hage gaan, en daar uit btyv-en tot eeuwigen dage op fyn lyff; dat Keyfer Karfl de V. dier name, als Grave van Hollandt rfy fvnet Briev van Ottroye, verleend den 21 dach van Ju-ius in 't Jaar Ons Heeren 1510» de Veertigen der voo'f*. Srede ende heuren nacomers bevel gegeven hadden, van doen voortaan Jaarliks desdaaghs voor St. Jacobs Apostel avondt in Julio op fyne Stede huys van Leyden te vergaderen, ende aldaar fes. tien notabele, eerbaren, verftandigen ende rechtvaardiger Mannen naar heuren besten dunken, ende in heuren Confcientien de nutfte ende bequaam- fte  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgelaten. 307- fte tot den Schependom zyner voorfz. Stede te kiefen, denwelken 16 goede Mannen aldus gekoren by den Schout en twee van den Burgemeesteren van de voorfz. Stede, dewelke de voorfz. Veertigh daar toe deputeren fouden fynen Stadhouder, en in fyner abfentie fynen Prslïdent ende de Luyden van fynen Rade in Hollandt, Zeeland ende Vriesiandt, gcprefenteerd fouden werden, om tot den gewoonlycken dach de acht uit die van fyner wegen gekoren ende geordonneert te wefen tot Schepenen van fyne voorfz. Stede voor den naast doenkomenden Jare, ende daar toe jaarlyks, aleer fy tot verkiefinge van de festien procederen, in handen van fynen Schout van Leyden, dienhy daar toe Committeerde, inpnefentie van de Burgemeesteren ende Schepenen van fyne voorfz. Stede,of van het meestendeelvan dien , Sweren, fonder dat fy, ende elk van hen tot de voorfz. Kiezinge ende Electie, na hare beste weteufchap, ende fonder iemands verfoek oft inductie, iemand, wie hy fy, faveur te dragen, fouden procederen , ende alleenlyk fyne erve en van fyne nakomelingen, ende het gemeen profyt ende welvaart van fyne voorfz. Stede, trouwelyk quyten; dat ook by de achtfte van de gedrukte Burgerlyke Keuren der Stad Leyden, gemaakt op den laatften December van den Jare 158a, ende afgelefen den 18, lp en 20 April van den Jaren 1583, ftihnovo, werden geordonneert dat die van de Veertigen Jaarlyks op den 23 July, namentlyk 's daags voor St. Jacobsavond* by de meerderheid van ftemmen op 't Raadhuys kiefen fouden 16 Perfonen, omme daar uyt, volgende de Privilegiën der voorfz. Stede ende *t gebruyck tot nog toe, de 8 Schepenen te werden gefteld, ia welke verkiezinge mede niet te famen en fouden werden genoemt, Vader ende Kint, twee Broeders noch twee Swagers, dewelke indien evenwel be vonden werden gekoren, foude men een van bydei; by de meerderheid van ftemmen aanlaten, ende had den fy evenveel ftemmen by lotioge,endedeplaatfr: V 2 van  <(o8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót van die vry foude werden by ommeftemmiDge vervullen; welke 16 Perfonen by den Schout ende i Burgemeesteren, den Grave van Holland off fyn Stadhouder, indien eenige van hen in Holland was, ende by henluiden abfentie den Prsfident ende Raden van Holland, conform de Privilegiën der voorfchreven Stede, fouden werden geprajfenteert, omme by defelve daar uyt acht Schepenen verkoren ende naderhandt in de Vierfchare openbaarlyck geëedt te worden; dat dienvolgens Jaarlyks ten dage van de Verkiezinge van de voorfz.Schepenen, alvorens tot dezelve Verkiezinge te procederen, in de Vergaderinge van de bovengemelde Veertigen werden voorgelezen het Privilegie, Odiroy, ende de Keuren hiervoren breder vermeit; ende dat naar die voorlezinge de Schout van Leyden die van de voorfz. Veertigen, op haren Eed diefe de Graafflykheidt ende de Stede voorfz.gedaan hadden, vermaant dat zyluyden kiefen fouden festien notabele, eerbare, verftandige ende rechtvaardige Mannen, na haar beste goeddunken in hareConfcientie de nutfte ende bequaamfte tot den Schependomme wefende; dat de voorfz. Schout die vermaninge gedaan hebbende vertrock uyt de voorfz. Vergaderinge, dat alsdan by yder van de voorfchreve Veertigen , aldaar tegenwoordig zynde, wierden genomineert festien Perfoonen; dat Burgemeesters de Nominatie gedaan zynde uitrekenden ende teykenden hoe veel ftemmen elk van de genomineerde perfonen hadden; dat denamen van die festien perfonen, dewelke alsdan bevonden werden de meeste ftemmen te hebben, door den Schout en de twee Burgemeesteren aan den Stadhouder of, in deszelfs abfentie buiten Holland ende West-Vriesland, aan den Prasfident ende Raden van den Hove Provinciaal van denzelven Lande wierden overgelevert, om daaruit acht Schepenen te verkiezen; dat de vier Regerende Burgemeesters der Stad Leyden in der tyd van ouds tot toch toe gewoon waren acht Perzoonen uit de voor- fchre-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 300 fchreve festien aan den Stadhouder of in zyne ab. fentie aan 't gemelde Hof te recommandeeren, om tot Schepenen verkoren te werden, ende tot dien eynde de namen van de zeiven gerecommandeerde Perfoonen, op een Billiet of Memorie gefteld zynde, door den Secretaris der voorfz. Stede aan den gemelden Stadhouder ofte dien van 't gemelde Hof over te leveren, welke recommandatie ook genoegzaam doorgaans was gevolgt geworden, overmits Burgemeesteren voornoemd de qualiteiten van do voorfz. genomineerde best bekend waren; dan gemerkt het gene 't welk van de Souvereiniteit of Hoogheid dezer Provincie aan de Graaven van Holland in der tyd wasgecedeert, ende 't gene dezelve Graaven daar van haaren Stadhouder hadden aanbevolen, federt, door de gevindiceerde ende verkregene Vryheid van dezelve Provincie, wederom was geconfolideert geworden in de Heeren Cedenten, ende dat het gene *t welk ons hadde belieft, nopende 't ftuk van de creatie ofte Electie der Magiftraatsperfoonen, te confereeren op de fuccesfiven ende refpecfiven Heeren Gouverneurs en de Stadhouders van Holland ende West-Friesland, ende zulks ook jongst op den Heeren Prince Willem van OranGENhoogloffelyker Memorie in dezelve qualiteit, door het droevig en onverwacht overlyden van zyne Hoogheid wederom was gekomen te devolveeren aan ons, dewelke daar over ook op den 8 December van den voorleden jaare iSjo hadden gerefolveerd, dat de Steden, fesfie hebbende in onze Vergaderinge, haar refpeftive Magiftraaten zouden mogen beftellen, ia zpodaaniger manieren, als dezelve ten meesten dienfte van de opgemelde Steden zouden bevinden te behooren, met dien verftande, ingevalle eenige van die Steden mogte bevinden iet meer of anders naar gelegenheid derzelver dienftigof van nooden te wefen, als de voorgemelde Refolutie mogte verftaan werden mede te brengen , dat defelve vry foude «aan fich te mogen addresfeeren aan ons> om dien» V 3 hal-  310 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot balven te verzoeken zoodaanig Octroy, als best na haare gelegentheid by defelve foude geoirdeeld werden te wefen j foo hadden de vertoonders ook federt naar rype deliberatie, met eenpaarigheid van ftemmen, genomen eene Refolutie, by dewelke fyluyden verftonden, nopende de Nominatie of verkiefinge van de festienen tot het Schependom der Stad Leyden, te blyven by den voet, die van ouds ende tot nog toe dienaangaande ingevolge van het voorfz. Privilegie, Octroy ende keure, was gebruikt geweest, uitgefondert dat voortaan jaarlyks de Nominatie van de festienen niet op den 23ften maar op den i8den dach van de maand Julius foude gefchieden , ten ware die kwame te vallen op eenen Sondag, als wanneer defelve Nominatie op Maandag daar aan volgende foude werden gedaan, ende dat die Perfoonen in de Nominatie te brengen, boven de qualiteiteü in hen tot nog toe vereischt, ook fouden moeten doen Profesfie of openbaare Belydenisfe van de ware Christelyke Gereformeerde Religie, gelyk die in de Nationale Synode binnen de Srad Dordrecht in den jaare 1618 en 161Q gehouden was verklaard en bevestigd, ende dienvolgens in de openbaare Kerken dezer Vereenigde Nederlanden werd geleerd en geoeffend; doch aangaande deElec tie of Verkiefinge van de agt Perfoonen uit de voorschreven festieue, tot Schepenen der Stad Leyden, dewelke te voren by de welgemelte Graven, baren Stadhouderen.of byOnfeStadhouderen, ende in abfentie an dezelve Stadhouderen by den gemelden Hove, placht te wezen: Dat de vertoonders by de voorfz. haare Refolutie hadden verftaan dat dezelve Electie van de agt Perfoonen tot Schepenen voortaan Jaarlyks fuud« werden g^daen ten felven dage van de \Tomi atie van ae voo'fz festienen, off ten langften des anderen da^gs daaraan volgende, ende dat by de vier regerend, Burgemeesteren van de gemrlte Stad Leyden in der tyd; doch iogevalle een of meer van hen Burgemeesteren als dan door fiek-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 31.1 fiekte foude off fouden mogen tot defe verkicflnge onbekwaam fyn , of om noodwendige oirzaaken buiten de Stad Leyden wefen , dat als dan de plaats van foodanigen onbequame off abfenten foude werden gefuppleert by de Veertigen derfelver Stede «vt het midden van hare Vergaderinge, doch buyten 't getal van de voorfz. festienen .prefererende in die fuppletie altyd de overjarige Perfonen, dewelke Burgem. geweest waren, voor andere t ielve Amot mede bediend hebbende, ende dat de voorlz. verkiefinge van de acht Perfonen foude gefchieden bv eenparigheidt van ftemmen, was 't doenlyk, loo niet by meerderheid van ftemmen, ende ïngevalle dezelve ftemmen mochte comen te fteken omtrent een off meer van de voorfz, acht Perfonen, dat als dan daar inne eene uitcomfte by lotinge zoude worden gevonden; dat wyders geen van de Burgemeesteren voornoemt, noch geen van die gene dewelke in plaatfe van de voorfz. onbekwame off abfente Burgem. foude werden gefuppleert, en ioude vermogen in de voorfz. verkiezinge van de acht Perfonen te ftemmen op fodanigen Perfoon of'Perfonen, die hem refpeöivelyk ende fulex elks w fyn reguarde fouden beftaan in foodanigen grade, als by de voorfz. achtfte burgerlyke keure nopens de Norni. natie van de festienen fyn verboden, noch ook iyne medebroederen in diensten tot foodanige ftemmmge of faveur van defelve fyne refpeftive verwanten ot Gemachtigden mogen aanfpreken of doen aanfpreken, diredtelyk of indireftelyk, in eeniger manieren , ende dat zulks ook by Burgemeesteren voorn, m der tyd, ende die in hare plaatfen om redenen voorfchreven fouden werden gefurrogeert, onder folernnelen Eede foude werden belooft, als mede dat ly in de voorfz. verkiezinge van de acht Perfonen fouden ftemmen op foodanige, die fe tot het voorlz. Schependom de beauaamfte, ende dienvolgens voor de Stad de nuttigde', mitsgaders voor de Juftitie de dienftigfte, fouden achten, ende dat het formulieren V fy ^  3i« Verzameling van Stukken betrekkelyk m dien Eedt van Burgermeesteren voorn., en van die gene dewelke om redenen voornoemt in haare plaatfe zouden werden gefurrogeert, daar mede zoude werden geampliëert; dat de verkiezinge van de voorfchreven agt Perfonen in voegen voorfz. gedaan wefende by Burgem. in der tyd ende de voorfz. gefurrogeerd foude werden fecreet gehouden tot op den gewoonlyken dach by de Privilegiën en keuren der voorfz. Stede uitgedrukt, wefende den a5ften van de maand Julius, ende als dan by Burgemeesteren voornoemd bekend gemaakt aan die van den Gerechte der voorfz. Stede, ten einde de nieuw verkoren Schepenen ten zeiven dage openbaarlyk in de Vierfchaare verkondigt, vereed-plicht, ende bevestigt mogte werden naar ouder gewoonte; ende foo wanneer iemand, wefende inbedieninge van 't Schependom, mogte komen te overlyden, dat, om de plaatfe van defelven te vervullen, die van de Veertigen voornoemt by meerderheid van ftemmen uit de laast genomineerde festienen fouden kiefen twee Perfoonen , uit dewelke Burgemeesteren in der tyd eene tot Schepen derzelver Stede invoegen als voren fouden verkiefen, die daar naar ook fouden werden bekend gemaakt, vereed plicht ende bevestigt in manieren als voren was verhaalt; blyvende het Privilegie, Octroy ende de Keure, van de Stad Leyden nopende het ftuk van de Nominatie ende Electie tot het Schependom derzelver Stede, ende hier voren verhaalt, in alle andere deelen in vigeur en ongekrenkt; ende gemerkt de Vertoonders gaarne foude Gen, dat de voorfz. haare Refolutie, om allefekerheids wille, by ons wierde geapprobeerd ende bevestigd, foo waren fy te raden geworden fich by defe te keren aan ons, eerbiediglyck verzoekende, dat het ons beliefde der vertoonders voorfz. Refolutie, voor foo veel des noodt mochte wefen, gratieufelyk te approbeeren ende bevestigen, mitsgaders tot den inhoud van dien als noch te Ottroyeeren, en hen daar van te vsrleenen Brieven in de beste forma; Zoo is 't dat  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 313 wy de zake ende verfoek voorfz. overgemerkt hebbende, ende de vertoonders willende believen, uit onze rechte wetenfchap, Souvereine macht ende authoriteit, voor foo veel des noodig wefen mogie, derfdver hier voren genarreerde Refolutie coi.firmeerende, dienvolgende de vertoonders geprivili. geert ende geodtroyeert hebben, priviligeeren endeodiroyeeren mits defen, dat zyluyden nopende de Nominatie ofte verkieflng van de festienen tot het Schependom der Stad Leyden zullen blyven by den voet die van outs ende tot noch toe die aangaande, ingevolge van het voorfz. Privilegie Odtroy ende de Keure, is gebruikt geweest, uitgefondert dat voortaan jaarlyks de Nominatie van de festienen niet op den 23ften maar op den i8den van de maand Julius fal gefchieden, ten ware quame te vallen op eenen Sondag, als wanneer defelve Nominatie op Maandag daar aan volgende fal werden gedaan, en dat de Perfoonen in de Nominatie te brengen, boren de qualiteiten in hen tot nog toe vereyscht, ook fullen moeten doen profesOe, ofte openbare Belydenisfe, van de ware Christelyke Gereformeerde Religie , gelyk die in de Nationale Synode binnen de Stadt Dordrecht in den jaare zestien hondert achtienende negentien gehouden is verklaart ende bevestigd, en. de dienvolgens in de openbaare Kerken dezer Ver. eenigde Nederlanden werd geleerd en geoeffend; doch dat de Eledtie ofte verkiefinge van de acht Perfoonen uit de voorfz. festienen tot Schepenen der Stad Leyden (dewelke te voren by de Graven, hare Stadhouderen, ofte by onzeStadhouderen, ende in abfentie van dezelve Stadhouderen by onzen Hove placht te wezen) achtervolgende der Vertoonders Refolutie voortaan jaarlyks fal werden gedaan ten felven dage van de Nominatie der voorfz. festienen, ofte ten langften des anderen daags daar aan volgenden, ende dat by de vier Regeerende Burgemeesters van meergemelte Stad Leyden in der tyd, doch ingevalle een ofte meer van hen Burgem., als V 5 dan  g 14 Verzameling van Stukken betrekkelyk t«i. dan door fiekte foude of fouden mogen tot de voorfz. verkieünge onbekwaam fyn, ofce om nootwendige oirfake buyten de Stad Leyden wefen, dat als dan de plaatfe van fodanige onbequame off abfente fal worden gefuppleert by de Veertigen derfelver Stede, uyt het midden van haare Vergaderinge , doch buyten 't getal van de voorfz. festienen, prsefereerende in die fuppletie altyd de overjarige Perfoonen, dewelke Burgem. geweest zyn, voor andere 't zelve Ambt mede bedient hebbende, ende dat de voorfz. verkiefinge van de agt Perfonen fal gefchieden by eenparigheid van ftemmen is 't doenlyk, foo niet by meerderheid van ftemmen, ende ingevalle dezelve ftemmen mochten komen te fteken omtrent een ofte meer van de voorfz. Ambts- {>erfonen, dat als dan daar inne eene uitkomfte by otinge fal werden gevonden; dat wyders geen van de Burgemeesteren voornoemt, noch geen van die gene, dewelke in de plaats van de voorfz. onbequame of abfente Burgemeesteren fal werden gefuppleert, en fal vermogen in de voorfz. verkiefinge van de achc Perfoonen te ftemmen op foodanige Perfoon of Perfoonen, die hem refpectivelyk ende fulks elk in zyn reguard fouden beftaan in foodanige graden, als by de voorfz. achtfte Burgerlyke Keure, nopende de Nominatie van de festiene, fyn verboden noch ook zyne Mede-Broederen in dienfte, tot foodanige ftemminge off in faveur van defelve fyne refpedtive verwanten, ofte gemachtig. den, diretielyk noch indirectelyk, mogen aanfpreken off doen aanfpreken , in eeniger manieren, ende dat fulx ook by Burgem. voorn. In der tyt, ende die in haare plaatfe om redenen voorfz., fullen werden gefurrogeert, onder folemnelen Eede werde belooft; als mede dat fy in de voorfz verkiezinge van acht Perfoonen fullen ftemmen op foodanige, die fy tot het voorfz. Schependom de bekwaamfte, ende dienvolgens voor de Stad de nuttigfte , mitsgaders voor de Juftitie dedienftigfte, fullen achten, ende dat het  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 31J formulier van den Eedt van Burgemeesteren voorn., ende van die gene dewelke om redenen voorfz. in haare plaatfen fullen werden gefurrogeert . daar meüe zal worden geampliëert; dat de verkiefinge van de voorfz. acht Perfoooeö invoegen gedaan weiende by Burgemeesteren in der tyd ende voorfz. gefurrogeerde zal werden fecreet gehouden tot op den gewoonlyken dagh by de Priviiegien' ende Kturen der voorfz. Stede uitgedrukt, wefende den vyff en twintigften van de maant Julius, ende als dan by Burgemeesteren voorn, bekent gemaakt aan die vao den Gerechte derzelver Stede, ten eynde de nieuw verkoren Schepens ten felve dage openbaarlyk in de Vierfchare verkondigt, vereed-plicht, ende bevestigt mogen worden naar ouder gewoonte; ende loo wanneer ymand wefende in bedieninge van t Schependom fal comen te overlyden, dat in de plaatie van defelve te vervullen die van de Veertign voornt. by meerderheid van ftemmen uyt de laastgenomineerde festiene fullen kiefen twee Perfoonen, uvt dewelke Burgemeesteren in der tyd eene tot Schepen der Stede voorfz. invoegen als voren verkiefen fullen, die daar naar ook fal worden bekent gemaakt, vereed-plicht ende bevestigt in manieren als voren is verhaalt, blyvende het Privilegie Oc trov ende de Keuren van meergemelde Stadt Leyden, nopende het ftuk van de Nominatie ende Eleüie tot het Schependom derfelve Stede, ende hier voren verhaalt, in allen andere deelen in vigeur ende ongekrenkt; ende ten einde de vertoonders deze onze Privilegie ende Octroye mogen genieten als naar behooren, lasten ende ordonneerenwy allen ende eenen ygelyk, deze eenigzints aangaande hen hier naar te reguleeren, ende de Vertoonders 't effect, van deze te laten, zonder de Vertoonders te doen of te laten gefchieden eenig hinder, letzel, moeyenis, ofte empechement ter con- "cegeven in den Hage onder onzen grooten ze-  £16 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot enz. gelen hier aan gehangen op den 23 Juny in 't jaar onzes Heeren ende Zaligmakers 1651. (was ondtrteykent) J. Cats. vt. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van de Staaten. (was getï) Herb. tan Beaumont. i6ji. Hebbende voorts aan een dubble francyne ftaart onder uythangen een groote roode wasfche Zee» gele. By  By den Drukker dezes J. A. de CHALMOT is gedrukt en te bekomen: VOLKOOMEN NEERLANDSCH KOOKKUNDIG WOORDENBOEK, of de FRIESCHE KEUKENMEID en VERSTANDIGE HUISHOUDSTER, onderwyzende op eene duidelyke en fmaakelyke wyze, het bereiden van allerlei Spyzen, zo wel in de Vasten als op andere tyden: Naamelyk het braaden zo wel aan 't Spit als in de Pot van allerley foorten van Vleesch, Gevogelte en Wild. Hoa» daanig veelerley foort van Vleesch en Gevogelte te vullen, en met Oesters te ftooven; het maaken van allerley foort van Schotel en andere Pafleijen. Om op eene gemakkelyke wyze grove en fyne kor/ten tot Pafteijen en Taarten zelfs in 't heetfte van den fomer te maaken. Hoedaanig allerley V'eesch op diverfe manieren te ftooven; welfmaakende Ragouts in foorten te bereiden. Varkens-, Lams-, Kolver- en Schaape-Carbonaden op de rooster te braaden en te ftooven, Hoedaanig in de herfsttyd het Vleefch en Spek, zo tot rooken als peekelen te behandelen. Het maaken van Rolpens, Hoofdvleefch , Varkens-zwaard Rolletjes , Runder-Worften , Varkens-Saufyzen, Saufyzen de bologne, enz. Hoedaanig allerley Sauzen, als onder anderen Siepel , Chalotte, Moftert-; Petercelie-, iuuriing-, Robert- en Eijer-faufen te vervaardi. gen; Potagie, Soepen a. Mvfin van allerley foort, als onder anderen Soepe-maigre, Soepe de Canard, Ft*nfche Soep, Siepel Soep, enz- Potagie van Kalfsvleefch, van een Kalkoen, van Hoenders, Rundvleefch, Schaapevleefch enz. Groenmoes, Aalmoes, Kalvermoes enz. te vervaardigen. Om veelerley Soepen voor zieke Menfchen gereed te maaken; Soep-koekjes , of Tabletten van Bouljon, te vervaardigen, die men op reis mede neemt, jaaren lang kunnen duuren, en waar mede men in ftaat is altoos lekkere Soep te hebben. Allerley Vleesch en Gevogelte met geley en a la Daube te bereiden; veele foorten van Fricadellen zo wel van Vleesch als Visch buitengemeen fmaaklyk gereed te maaken, insgelyks fricassees van Hoenders, Duiven, enz. Ook Hachies van Vleesch en Visch. Allerley fmaakelyke bereidingen van Visch; als onder anderen Kreefte-foep , aangelegde Snoek , omgekeerde Arminiaan van Baars, en veelvuldige anderen. Hoedaanig de verfchillende foorten van Groentens te ftooven en fmaakelyk gereed te maaken; het inleggen en droogen van allerley Groentens en Vruchten, als erwten, boonen, porcelein, hM, endivie, agurken, enz. Om drooge azyn, drooge mostert en moftert-koekjes te bereiden, waar van men ten allen tyda  tyJe goede azyn en mosfert kan gereed maaken, zeer fe. neffelyk om op reis mede te nemen. Veelvuldige bereidingen van Eijeren; om fmaakelyke Eijer-flruiven van diverfe foorten, en allerley foort van fmaakelyke Kaasjes te vervaardigen, zo wel van Schaape als andert melk, insgelyks Room' kaasjes, Eijerkaasjes enz. Om allctiey gebak, als Waaffelen op verfcheiderbande wyzen, Appelkoekje, Sprits, Keugels, Bignets, Boter-gebak, Keekfen, BoUebuisjes Poffertjes Tarwkoekjes. Eijerfchotels, Knypwafeitjes, Oeblien, èn een menigte andere foorten gereed te maaken; voorts Engelfcke-, Gebakkene-, Friefche-, Ryft- en Roggenbroods-Poddingen. Het maaken van allerley foort van Taarten, als onder anderen Appel-,Prui' me-, Abricoofe-, Kerffe-, Amandel-, Gierft-, Ryft-, Citroen-, Kervel-, Spinagie-, en Zuurkool-Taarten, insgelyks lekkere Confituur- en Room-Tarteletjes. Om allerley foon van natte en drooge Confituuren gereed te maaken, als Geleijen in foorten, confyte Nooten. Pruimen, Abricoofen, Kerjfen, Aalbefien. halve Oranje, Oranje/nippels en meer anderen: insgelyks om allerley Vrugten i" brandewyn te confyten. Het maaken van Citroenpap en geley van Hertshoorn, tot verfterking van zieke Menfchen Allerley lekkere bereidingen mtRoom, als verfcheide.foo.rten van verkwikkende Room-pappen, gebrande Room, gegeejjelde Room, fneeuw Room. Italiaanfche Room , enz. Aller ey Vladen, als van Eijeren, Kruutyïen, Aalbepen, Citroen enz. te vervaardigen: in^'yks Compotten van Appelen, Pee»-"" rijteen, Abricoofen, Kruisbefien, Citroen, Kerf/en, en». Allerley fmaake.yk Zuikergebak, Banket, Marfepemen en foorten van Marmeladen gereed te maaken; insgelyks Tabletten van allerley Vrugten. Om Wyn van roode en witte Aalbefien te maaken die Jekker van fmaak en fterk is, daar by hoe ouder hoe beter word; insgelyks om Cyder en Appeldrank te bereiden die voor geen gemeene Rynzewyn behoeft te wyken; beproefde Voorfchriften, om witte en geele Meed uit honing te kooken. Om Limonade, Orfeade, Ratafia van Kerjfen en Framboofen, Kweewater , Perftco en een menigte andere aangenaame en verkwikkende liqueurs en dranken te bereiden. Middel om zuur en vuilfmaakend Bier met weinig moeite weer goed te krygen. De Boter in de fterkfte vorst fmeudig te hebben, en fterkfmaakende weer lekker te doen worden. Om roode wyn en andere vlakken, met weinig moeite uit het Tafelgoed te krygen enz.; alles uit meer dan een dertigjaarige ondervinding opgefteld, door Mej. Cath. Zierikhoven, II Deelen in 8vo. de prys is a8 Stuiv. Tweede Druk, geheel verbeterd en vermeerderd met een Toegift van uitmuntende en beproefde Huismiddelen. Vry-  Vrimttiiet Bedenkingen over het Christendom, II Deelen fn jrroot Oftavo. Men vindt in dit belangryke Werk, de volgende onderwerpen, zeer bondig en teffens vrymoe die behandeld : i- Oogmerk van den Chriftelyken Godsdteni 2. Oirfprong der Partyen, SeSen en Kerken. 3. Vaf killende dankbeelden omtrent de Waarheden van den Godsdtenjt. 4. Boeken der H. Schrift en derzelver ingevinge. 5. Leere van God. 6. Die van Chrifius. 7. Van den H. Geejt. 8. Wereld der Geeften. 9. Doop en Avondmaal des Heeren. Td. Toeftand in het ander leven. n. Mcnfchelyk en i&rkelyk Gezag. 12. Proteftantendom in het byzandtr £ff. Algemeen Huishoudelyk, Natuur-, Zedekundig- en KonsfWOORDENBOEK. Dit Werk omfchryft veele middelen om zyn Goed te vermeerderen en zyne Gezondheid te behouden. Met verfcheidene wisfe en beproefde Middelen voor een groot getal van Ziektens; en fchoone Geheimen, om tot een hocgen en gelukkigen ouderdom te geraaken. Eene menigte van manieren, om Lamineren, Schaapen, Koeijen, Paarden, Muil-Ezels, Hoenderen, Duiven, Honig-Byen, ZydeWotmen te kweeken, voeden, geneezen, en wiMt te doen met ai» Dieren. Eene Natuurkundige Befchry gfcig van HuishoudelyK- »„ wild Gedierte, Vogelen en Visfchen en de middelen om dezeivc ie jaag™ en te vaneen Een groot aantal van geheimen in den TuinDouw, Kruidkunde, Akkerbouw-, Landbouw-, Wyngaard- en Boomeaardbouw , gelyk ook de kennisfe van vreemde Gewasfen, en haare eigenaartige Krachten, enz. Me: de voordeden van het Distilleeren, Verwen, Zeepate. den, Styfzelmaaken, Schilderen met Water- en OSeverf- het maaken van Baaijen en Stoffen voor deze en andere Landen; van Turf, Steen, enz. Al bet gene eea bekwaame Huishoudfter dient fe weeten; als het bereiden van allerleic foort van Spyzen, Dranken, Gebakken, Confituuren; het inmaaken van Groentens voor den Winter, enz. Wat 'er in den Slagttyd moet verricht worden' Het bereiden van Meed, Cyder, AalbefiSriwyn, Ratafia, veelerleie foorten vanLiqueurs, enz. De middelen, waar van zich Kooplieden bedienen, om erooten Handel te dryven. Eeae korte fchets van da meeste Kunften , Weetenfchappen en Handwerken, Voorts alles, wat Handwerkslieden, Tuiniers, Wyngaardeniers Kooplieden , Bankiers, Commisfaiisfen ,  Overheden, Officiers van het Gerecht, Edellieden, Geeftelyken en andere Lieden van aanzien, in de eerfte Bedieningen doen moeten, om zich welvaarende te maaken. Door M. NOEL CHOMEL. Tweede Druk, geheel verbeterd , en meer als de helfie vermeerderd door J. A. de CHALMOT, enz. vil Deelen in groot Quarto. Nog maar eenige weinige Exemplaaren te bekomen voor 65 Guldens contant. Vervolg van M. NOEL CHOMEL Algemeen Huishoudelyk-, Natuur-, Zedekundig- en Konst-WOORDENBOEK , vervattende veele midde'en om zyn Goed te vermeerderen, en zyne Gezondheid te behouden, met ver' fcheidene wisfe en beproefde Middelen voor een groot getal van Ziektens, en fchoone Geheimen, om tot een hoogen en gelukkigen ouderdom te geraaken ; behelzende dit Vervolg, een groot aantal Zaaken, inzonderheid de Natuurkunde, zoo in het algemeen als derzelver drie ïtyken m het byzonder, betreffende. De Zedekunde. TJe Leere en de Gevoelens der oude en latere Wysgearen. De Godsdienftige Gezintheden en Ketteryen va» alle Tyden. De Rechtsgeleerdheid. Vaderlandfche Oudheden, Gebruiken. Ambten en Ambrenaaren. Eu ten laatften, veele en tot verfcheiderleie T^cn van Weetenfchappen betrekkelyke Jfnncf—<~aen enz. XVI Stukken in gr^<" <2u«'tu) 00 buld. Staat van Regeering, Godsdienst, Geleerdheid en Konltera in Groot-Britanje, omtrent het einde van de agttiende eeuw, door Dr. GEB. FRIED. AUG. WENDEBORN, Hoogduitsch Predikant te Londen, IV Deelen in groot Octavo. Uit het Hoogduitsch vertaald, en met kundige Aanmerkingen door den Heer Vertaaler vermeerderd. De prys is 9 Guld. 4 Stuiv. EMILE, of Verhandeling over de Opvoeding, door TAN JAQUES ROUSSEAU Burger van Geneve, uit het Fransch, met aanteekeningen van Resewitz, Ehlers, Villaume, Trapp, Campe , Stuve en Heusinger uit het Hoogduitsch vertaald. Twee Stukken in groot Octavo.