VERZAMELING PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN. SETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GE. BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXV1I, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER FEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Te CAMP EN, Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, MDCCXCIIL van Abt- en- Veertigste Deel,   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET X L V11 Ifte DEEL, VAN DEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. ff*. 3393- Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heercn ' Staaten van Holland en West-friesland, betrekkelyk *e*.e Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, ten geleid} yan eene hier bygevoegde Refolutie en Reglement vm Hun Ed. Mogenden omtrent de Militaire Jurisdtüie. In datis den IS November 1786 en 21 Augustus 1787. Madz, 1. , 3394. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West- Friesland, betrekkelyk een Bericht van D. Elkmans als Ambachts Heer van Sprang, op een Misfive van F. van de Werken cum fiiis, concerneerende het htrftel van abuizen, byzonder in de Regeering; met aüe de Stukken en Bylaagm daar toe behoorende. In dato den 21 Maait 1787- • • W«*te- 733395. Refolutie van Hun Ed Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, waar by word gecontinueerd de provifioneele Surcheance, door Gecommitteerde Raaden aan D. Eleman Ambachts-Heer vanSprang * a ver.  IV REGIStER verkend, ten aanzien van 't doen der rekening van de Éx' traordinaris Verponding over 't jaar 1786, door den Collecteur Mr. A. R. van Genderen; en voorts 't Addres van gemelde Elemans, en de Misfive der Regeering van die Ambachts-Heerlykheid, concemeerende het herfiel van abui. zen. In dato den 5 A;rü 1787. . . lladz. 1^9. N». 339(5. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de Requesten van Burgers: Inen Opgezetenen van Delft, Leyden, Foorhout, Ryswyk, Gorinchem , Amfteldam, Överfchie en Hogenban, en Rhoon en Pendrecht, om opheffing der Refolutien van Hun Ed. Groot Mogenden, over 't ontnomen Commando over 't Haags Guamifoen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid, en deszelfs fusperjie als Provinciaal Kapitein-Generaal. In dato den 2 Juny 1787., , . bladz. 164. i» 3397- Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk het Request van Burgers en Ingezetenen van 's Gravenhaage, om opheffing der Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden, over 't ontnomen Commando over 't Haags Guan.ifoen aan zyne Doorluchtige Hoogheid, en deszelfs Suspenfte als Provinciaal Kapitein' Generaal. In dato den 2 Juny 1787. . bladz. 173. * 3398. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de Requesten van Burgers, Inen Opgezetenen van Oud-Beyerland, Rhynfaterwoude, M. phen. Boskoop, Waddinxveen en Aalsmeer, Rhynsburg, Benthuifen, Moercappel, Ter Heyden, Loosduinen, Monfier en Poeldyk.. Zoetertneer en Zegwaart, Scheveningen, Fynacker en Brielle, om ophef der Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden over het ontnomen Commando over't Haagt Guamifoen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid, en deszelfs f¥> Sus.  Hl STUKKEN. V Suspenfie als Provinciaal Kapitein-Generaal. In dato den 6 Juny 1787 Wfla!z' J75. N°. 3399' Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en WesuFriesland, betrekkelyk de Requesten van Burgers en Ingezetenen van Gouda, Oud-Schepenen van Rotterdam, Burgers en Ingezetenen van Ridderkerk, Giefendam en iVe? derhardinxveld, Voorfchoten , Veur en de Mors, om ophef der Refolutie van Hun Ed. Groot Magenden, over 't ont» nomene Commaneto over 't Haags Guamifoen, aan. zyne Doorluchtige Hoogheid,ren deszelfs Suspenfie als Provinciaal Kapitein-Generaal. In dato den 8 Juny 17 8 7. bladz. 178. .1 3400. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de agttien Requesten van Burgers en Ingezetenen van Leyden; zeven van Gouda; voorts van Sliedrecht , Hendrik Ido en Sandelingen-Ambacht, Voorburg , 's Gravefande en Sand-Ambacht, Bleiswyk , Moordrecht en Gouderak, om opheffing der Refolutien van 't ontnomen Comtnando over 't Haags Guamifoen aan zyne Hoogheid, en deszelfs fuspenfie als Provinciaal KapipeinGeneraal. In dato den 12. Juny 1787- • bladz. 183. ui 3401. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk het Request van Burgers en Ingezetenen der Stede en Hooge Heerlykheid Heenvliet, em ophef der Refolutie van 't ontnornen Commando over 't Haags Guamifoen, aan zyne Hoogheid, en deszelfs fuspenfie als Provinciaal Kapitein Generaal; en Request An» txdotaal van den Vroedfchap Graafland in den Briel, als Heer derzelver Stede en Heerlykheid, om informatie daar op door den Bailjuw. In dato den 20 Juny 1787. bl. 18 S- t- ■ • 3402. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Wesi'FriesUnd, betrekkelyk de Requesten van Burgers, In~ * 3 <»  VI REGISTER en Opgezetenen van db/erfe Dorpen en Plaat/en, om ophef der RdfoluUe van 't ontnomen Commando over 't Haags Guarnifoen aan zyne Hoogheid, en deszelfs fuspenfie als Provinciaal Kapitein-Generaal. In dato den 20 Juny 1787. bladz. 188. N°. 34°3- Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de Requesten van diverfe Dorpen en Plaatfen, Dm opheffing der Refolutie, van 't ontnomen Commando over 't Haags Guamifoen, aan zyne Hoogheid, en deszelfs fuspenfie als Provinciaal Kapitein-Genenal. In dato den 27 Juny 1787. . bladz. 191» ■ 3'iOi- Misfive van de Raaden des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, zich behangende over het belemmeren van de Vaart op de Zuiderzee, en het doen vfiteeren der Schepen, door gewapende Vaartuigen op ordre van het Deferfie-Wezen in Holland, aldaar geplaatst. In dato den 28 July 1787. Voorzien van vieren- twintig Bylagen bladz. 195. ■ ■ ■ 34-05- Misfive van de Raaden en die van de Rekeninge des Fur/lendnns Gelre en Graaffchap Zutphen, zich beklaagendè over de belemmering van de Vaart op de Rivieren, en om fatisfactie over gepleegd gevseld aan hunne Jachten aangedaan. In dato den 27 Juiy 1787. Met twee By lagen. bladz. 233, ■■ 3406. Misfive van de Raaden en die van de Rekeninge des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, over het zelfde onderwerp, bladz. 239» —— 3407. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden. de He*- ren  per S i' ü K K E N. VU ren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk gene hier bygevoegde Misfive van den Raad van Staaten ever de vifuatie van hun Buitennacht, op 't retour van den Moerdyk, door een Uitlegger, aan 't einde der oitie Maas, om voorziening tegens foortgelyken handel. In dato den 16 Augustus 1787- » » • bladz. 242. N°. 3408. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, opeen hier by gevoegd Bericht van Burgemeesteren van Amfteldam, op een hier ook mede bygevoegde Misfive van Hun Ed. Mogenden ds Heeren Staaten van Friesland, over een bejegening aan 't Friefche Buiten-Jacht op 't T, wegens een gewapende Kotter aldaar met Hollandfche of Amfteldamfche Vlag. In dato den 16 Augustus 1787. Met By'lagen. bladz. 244. ■*»— 3409. Refolutie van Hun Hoog Mogenden de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, betrekkelyk het Rap. port op de klachten van het Hof van Gelderland, over hes belemmeren van de Vaart op de Zuider-Zee en langs de Ri ■ vieren van Holland. In dato den 24 Augustus 1787. bladz. 257. —— 3410. Refolutie van Hun Ed. Groot Mtgenden ie Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk een Bericht van Heeren Gecommitteerden ter Defenfie te Woerden, op drie Gelderfche Misfives en Bylagen. TT Wegens Zeeroveryen op de Zuider-Zee. 2. Nopens het vifiteeren van Schepen door de Kanonneerbooten op de Zuider-Zee; en 3. wegens de Jlremming der vrye Negotie en verzending van gedistilleerde Wateren. In dato den 25 Augustus 1787. Met Bylagen bladz. 263. » 1 .. 3411. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten vm Holland en West-Ftiesland, betrekkelyk * 4 eens  Vin REGISTER tene Misfive van Heeren Gecommitteerden tot hét Defenfiewezen te Woerden, over gepleegde vyandelykheden door de Gelderfcbe Troepes te Da:em, tegen den Uitlegger voor Loevejlein. In dato den 29 Augustus 1787. Met Bylage" bladz. 279. N°. 3412. Ouverture van den Raad-Penfionaris van Zeeland aan de Heeren Staaten, aangaande den ftaat van het Comp» toir der Geesteiyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland door de flegte direSie van den Rentmeester D. P. de Mai'regn'ault. In dato den 17 September 1792. Met 5 Byagen, zynde Extraüen uit de Refolutien van Gecommitteerde Raaden van Zeeland van den 19, 21, 23 en 26 July en 13 September 1792. . . . bladz. 285. 3413- R-quest vanMr. D. P. de Maüreonault aan de Heeren Staaten van Zeeland, van den 26 November 1792 , om in zyne funüie als Rentmeester herfteld te wor• ' » • • • • bladz. 299. — 3414. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, van den 26 November 1792, op voerengemelde Request, houdende de Advyfen der Leden van Staat, en jpeciaal het Advys van Vlisfingen omtrent die zaak ' bladz. 301. ■ 3415- Refolutie van Hun Edele Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, van den 21 September 1792, tendeerende tot continuatie van de provifioneele waarneming van dat Comptoir door j. Westplate. . . bladz. 305. » 3416. Staats-Rapport van den 24 December 1792, op de Requeste'van Mr. D. P. de Mauregnault, en zekere Memorie van Justificatie van denzelven Rentmeester, aan Heeren Cemmisjarisfen tot de Befoignes van Zeeland over-  ..bib STU KKEN. ix gegeven; mitsgaders de provifioneele Refolutie daar op. • • hladz. 306. No. 3417' Refolutie van Hun Ei. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, van den 7 Janumry 1793 3 houdende hei aivys van de Stad Veere daar op. . . bladz. 321* «» .»■ 34i2. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de HeerenStaa. ten van Zeeland, van den i^January 1793, houdende de advyfen der andere Leden, en de finaale Conclujie tot herJlel van den Rentmeester de Mauregnault, mits de adminiflratie van zyn Comptoir door een ander waargenomen worde, én hy zyne andere radicale qualiteiten nederlegge. • • • • • • • . bladz. 323. »■ 3419- Refolutie van HunEd. Mogendende HeerenStaa. ten van Zeeland, van den 29 November 1792, mentioneerende een Request van eenige Ledemaaten der Gemeente van Zierikzee tegen de aanjlelling van eenige Perfoonen als Ouderlingen. bladz. 32(5. » 342°- Refolutie van Hun Ed. Mogenden de HeerenStaaten van Zeeland, van den 13 December 1792, houdende het Bericht van 't Collegium Q'ialificalum te Zierikzee cp voorgemelde Request, en de Advyzen van zes Leden °P bladz. 327. —— 3421. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, van den 17 December 1792, houdende finaale Refolutie op voorfz. Request en Bericht, bladz, 331. » '* ■ 3422- Refolutie van Hun Ed. Mogenden de HeerenStaaten van Zeeland, van den 22 November 1792, op de Re. queste van Coenraad Visser om vrygefield te worden van de oplegging van Penningen by hem uit de Celleiïe van * 5 de v  X REGISTER ei» z. den impost op de Waag, m 1787 geplunderd, bl 333. N°. 3423. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staa> ten van Zeeland, van den 10 December 179a, aangaan' de de recouvre van 's hands Penningen, in 1787 ten Huize van den Rentmeester Job Vb geplunderd, bl. 335. VER.  VERZAMELING VAN FLACAATEN, RESOLUTlÉN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER 1787, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. •No. 3393» Refolutie van Hun Ed. Gróöt Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk eene Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, ten geleide van eenehier bygevoeg, de Refolutie en Reglement van Hun Ed. Mogenden omtrent de Militaire Jurisdidie. In datis den 15 November 1786 en 21 Augustus 1787» ÖDtvangèn een MisGve van de Heeren Staaten van Gelderland, gefchreven te Zutphen den 15 November 1786, waar nevens zenden een Reglement omtrent de Militaire Jurisdi&ie in dezelve Provincie, en de Refolutie by hun daar op geüomen, verzoekende de medewerking van Hun Ed. Groot XLViÜ. Deel. A Mo-  2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Mogenden tot een eenpaarige algemeene fchikking lusfcheo alle de Bondgenooten omtrent het gemelde poinft, breeder bier na geinfereerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd, en in achting genomen zvnde, dat de Militaire Jurisdiöie by Hun Ed. Gr. Mogenden Refolutie van den 30 April 1783 reeds finaal is afgedaan; is goedgevonden en verftaan de voorfz. Misfive en Bylagen aan te nemen voor .Notificatie. Aanteekening van de Ridderfchap en vyf Steden. De Heeren van de Ridderfchap, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Brielle, Hoorn, Eckhuizen, Edam en Medemblik hebben geadvifeerd, om de voorfz. Misfive en Bylagen Commisforiaal te maaken. Accordeert met voorfz. Refolutien. Edele Mogende Heeren ! byzondere goede Vrienden , Nagebdüren en Bomdos,nooten! Onder de zaaken, welke fedeft een geruimen tyd onze byzondere aandacht hebben gevestigd, is voorzeker het poinö; van de Exercitie der Militaire Jurisdiöie een van de voornaamfte voorwerpen van onze ferieufe deliberatien geweest. Overtuigd aan de eene zyde van de hooge noodzaïklykheid, om de daaromtrent ingelopen abuizen en misbruiken, welke over deze materie tot merkelyk nadeel van de Juftitie, en van het belang der Ingezetenen, van tyd tot tydzynontftaan, voor het vervolg voor te komen, en niet minder penetree» jrt nde aan den anderen kant de nuttigheid voor 's Lands diensc van een algemeene voorzieninge hieromtrent deor  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. j door de gezamenlyke Bondgenooten , hebben wy reeds by Refolutie van den 12 December 1783 onze Gedeputeerden ter Vergaderinge van Hunne Hoog Mogenden geauthorifeerd, om te trachten hier over met concurrentie der andere Provinciën eene eeapaarige fchikking te beraamen, waar door wy vermeenden, dat aan ons goede en falutaire oogmerk zoude kunnen worden beantwoord. Dan uit het Rapport van onze Gedeputeerden, in het daar aan volgende jaar 1784, tot ons leedwezen vernemende dat daar inne voor als nog niet hadden kunnen reusfeeren, en confldereerende, dat, terwyl 't fcheen, dat by fommige Provinciën byzondere voorzieningen in den haaren dien aangaande wierden gemaakt, dit poinct niet langer konde of behoorde te blyven flucruëeren, hebben wy ons verplicht gevonden om eene Commisfie uit ons midden te benoemen, ten einde om met Gecommitteerden uit den Hove Provinciaal, en met overleg van den Heer Kapitein-Generaal dezer Provincie, naar examinatie en reviüe van voorige Refolutien op dit fubjecl, aan ons te dienen van derzei ver confideratien en advys, hoedaanig in het vervolg de Militaire Ju« risdictie in deze Provincie zoude behooren te worden geëxerceerd. Het zelve tot gevolg hebbende gehad, dat door voornoemde Gecommitteerden aan ons vervolgens is geëxhibeerd een zeer gedetailleerd Rapport en, Advys, benevens een project Reglement, door hun, met overleg en volkomen aggreatie van den Heer Kapitein-Generaal, geformeerd, volgens het welke de Militaire Jurisdictie in deze Provincie voortaan zoude behooren te worden geëxerceerd, hebben wy geen zwaarigheid gemaakt, om ons daar mede met eenige veranderingen te conformeeren, en dienvolgens goedgevonden daar op te nemen de Refolu* tie, die wy de eere hebben hier nevens te voegen. U Ed. Mogenden zullen daar uit gelieven te re. marqueeren, datwy het voorfz. Reglement op geen A a an-  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tët anderen voet, dan om als een provifioneel Reglement voor deze Provincie te worden gevolgd en na geleefd tot den tyd toe, dat, van wegens de gezamenlyke Bondgenooten, eene algemeene fchikking ofte Reglement met gemeen Confent mogt zyn beraamd, waar door dit provifioneel Reglement zoude komen te vervallen, hebben gearresteerd, als mede, dat wy op gelyke wyze hebben gerefolveerd, omtrent de materie van Appél van de vonnisfen by den Militairen Richter gewezen , in Z3aken tot deszelfs cognitie gefteld. Wy houden ons te zeer geperfuadeerd van U Ed. Mogenden welmeenenden yver en zucht voor het behoud en welvaaren van 't Lands dienst, dan dat v?y een oogenblik zouden mogen twyffelen, of U Ed. Mogenden zullen met ons begrypen niet alleen alle de difficulteiten en inconvenienten, welke uit diverfe Provinciale Reglementen en fchikkingen omtrent dit poinct van Jurisdictie geduurig voor de Militaire Krygsraaden noodzaaklyk moeten ontftaan, als mede hoedaanig het voor de Militie van een wezendlyk nut en belang zy, om eenmaal te weten, waar zy zich ook mogen bevinden, waar aan zich te houden, en om op een egaalen voet in alle de Provinciën behandeld te worden, terwyl, in de eene Provincie eene andere fchikking plaats hebbende als in de andere, het by verandering van Guamifoen byna niet anders kan zyn, dan dac zulks geduurig aanleiding tot de grootfte confulie, ja zelfs dikwyls tot fchadelyke disputen, moet geven; maar dat U Ed. Mogenden ook teffens daar in met ons zullen conveniëeren, dat, daar de Militie van den Staat by de Unie van Utrecht tusfchen de hooge Bondgenooten gemeen is gemaakt, mitsdien ook eene algemeene fchikking omtrent de Exercitie van deszelfs Jurisdictie in den aart der zaake volkomen geradiceerd is. En wy vermeenen derhal ven billyk te mogen vertrouwen, dat, gelyk deze redenen en motiven ons hebben bewogen, om op den voorfz. voet omtrent  ■de Gebeurtenis/en in 1787 enz* voorgevallen. 5 trent deze zoo gewichtige materie te refolveererj, U Ed. Mogenden benevens de overige Bondgenooten daar door insgelyks zullen mogen werden gepermoveerd, om gezamenlyk te concurreeren tot het formeeren van een algemeene Landswet of Reglement, met overleg van den Heer Kapitein-Generaal van de Unie, voor de gemeen gemaakte MiJitie van den Staat, het zy op den voet van voorfchreven Reglement, het geen wy niet twyffelen of U Ed. Mogenden zullen op gronden van billykheid iteunende bevinden; of op zoodaanen anderen voet, als met algemeene overeenkomst en confent reedelyk en gepast zal worden bevonden. Wy hebben tot dit einde onze Gedeputeerden ter Generaliteit fpeeiaal gelast en geauthorifeerd, om dien aangaande eene Propoütie ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden te doen, en die door de krachtigtte redenen en motiven te appuijeeren, en wy hebben vervolgens vermeend U Ed. Mogenden, nevens de Heeren Staaten van de andere-Provinciën, in het byzonder op het vriendnabuurlyklte » te moeten exhorteeren en verzoeken, om deze zaak in een bedaarde en billyke overweging te willen nemen, en derhalven tot bereiking van ons falutajr oogmerk, alleen (trekkende tot bevordering van het welwezen van *s Lands, gemeene fchikking tusfchen alle de Bondgenooten, omtrent het poinct der Militaire Jurisdictie, moge werden gemaakt. Wy acquiteeren ons daar van by deze, en hebben het gevoeglykst geoirdeeld, tot meerder eclaircisfement van U Ed. Mogenden, een Exemplaar van 't voorfz. Reglement, zoo als het zelve , met de marginaale remarques ter betooninge van de waare beweegreden van het in de refpective Artikelen vervatte, en dus tot opheideringe en het rechte verftand van dien, door onze Gecommitteerden aan ons is overgegeven, aan U Ed. Mogenden te communiceeren. Wy flatteeren ons vervolgens dat U Ed. MogenA 3 den  6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den op dit ons verzoek wel zoodaane reflectie sulJen willen maaken, als het gewicht der zaake ons toefchynt te tneriteeren. En hier mede eindigende bevelen wy Edele Mogende Heeren, byzondere goede VrieiU den, Nagebuuren en Bondgenooten! Uwe Edele Mogenden in Godes Heilige befcherjninge. Gefchreven te Zutphen» den 15 November 1786% {Onder Jlond,) V Edele Mogenden goede Vrienden, De Staaten des Furftendoms Gelre, en Graaffchaps Zutphen. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelven. (was get.) B. Gutb. Plegher, Extract uit het Reces des Land. dags in November 17R6 by continuatie binnen de Stad Zutphen extraordinarii gehouden. Mattis den 15 November 1785. Jacob Neomagus van Randwyck, Ambtman, Richter, en Dykgraaf des Ambts van tusfchen Maas en Whaal, en andere Gecommitteerden, zoo uit het midden van Hun Ed. Mogenden als uit den Hove Provinciaal, by Refolutie van den 1 en 4 May 1784 refpective omtrent het poinct der Militaire Jurisdictie benoemd, hebben ter Vergaderinge gerapporteerd, dat zy, ingevolge en ter voldoeninge van hun voorlopig Rapport op de ördinaris Landfchaps Vergadering in de maand April 17»$ ga.  de. Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 7 fehouden, zich, zoo ras mooglyk, hadden be. Iwaamd, om de aangevangene, doch doenmaals wegens den ingevallen Landdag proviQonee! gefus pendeerde befoignes over 't poiedt der M.".: ■|urisdittie, zoo afzonderlyk in deo flaaren, ai* met zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Kapitein Generaal, te hervatten, en vervolgens het genoegen hadden gehad dezelve met zoo veel fucces voort te zetten, dat zy zich thands io ftaac bevonden om een volledig Rapport van hunne verrichtingen dezen aangaande te kunnen doen,enttffensaan Hun Ed. Mogenden te kunnen mededeelen d<' Cotw fideraden en Advys, welke het Hun Ed. Mogenden behaagd hadde, by Refolutie van den I May des jaars 1784, van Hun te requireeren. Dat het eerfte was begrepen en vervat in het Verbaal door Hun deswegens gehouden en geformeerd, *t welk zy de eer hadden daar benevens asn Hun Ed. Mogenden te cxbibeeren; en dat, un opzichte van 't laatfte, zy GecommitteeraeD aan Bun Ed. Mogenden moesten voordragen, dat zy by de deliberatien over deze zaak gemeend haddtn r,ch gedispenfeerd te moeten houden, om zich in een verhandeling en discusfie van de materie op zich zelfs der Militaire Jurisdictie in te laten. Eensdeels y om dat die materie reeds door het Hof Provinciaal by derzelver advys van den 17 April 1783 breedvoerig was gededuceerd en geadftru- e€En anderdeels, om dat zulks ook geenszins de intentie van Hun Ed. Mogenden by derzelver ReDlutie van den 1 May 1784 fcheen geweest te zyn, dewyl Hun Ed. Mogenden daar by alleen haddea gelieven te requireeren hunne Conflderatien en Advys over de wyze, waar op in het vervolg de Militaire Jurisdictie binnen deze Provincie zoude behooren te worden geëxerceerd. Dat zy Gecommitteerden zich derhalven ook. daar toe bepaald hebbende, vermeend hadden bedachc te moeten zyn. om tot dat einde een behoorlyk A 4  8 Verzameling van Stukken betrekkelyk M Project-Reglement te formeeren en aan Hun Edele Mogenden te praïfenteeren, en dat zy vervolgens by het formeeren van het zelve geoirdeeld hadden voornamentlyk twee zaaken te moeten in het oog houden. Namentlyk, dat aan de eene zyde de Militaire dienst, door eene al te nauwe bepaalinge van de jurisdictie haarer Hoofden , aan de alleszins noodige Subordinatie en Krygstucht niet wierde onttrokken. En dat aan den anderen kant ook geen nadeel wierde toegebracht aan de goede orde, of confuöe veroirzaakt in het behandelen van de Jultitie, in de Burgerlyke famenleving. Het welk twee extremiteiten waren, die haar Ge*committeerden waren voorgekomen zorgvuldig geeviteerd te moeten worden. Dat zy Gecommitteerden, uit die principes in haare deliberatien werkzaam zynde geweest, ook op die gronden hun Project hadden gefchoeid. Dat onder verfcheiden poincten van confideratie, welke hun by de behandeling van de materie waren voorgekomen en die in de befoignes met zy» ae Hoogheid waren verhandeld en gepondereerd geworden, hunne attentie zich in het byzonder hadde gevestigd, op twee voornaame voorwerpen. Waar van het eene relatief was tot het arreitee» ren van een Reglement op de Militaire Jurisdictie voor eene Provincie afzonderlyk. En het ander concerneerde de materie van Ap» pel. Dat, ten aanzien van het eerfte, zyne Hoogheid vooral by Hun Gecommitteerden hadde aangedrongen , hoe zeer 't welzyn van 's Lands dienst kwam te vorderen, dat een generaale Lands Wet of Reglement omtrent de Militaire Jurisdictie, met gemeen confent der Bondgenooten, voor alle de Provinciën wierde geformeerd, op dat eens een generaale regel daaromtrent konde plaats hebben, en de Mi-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. £ Militairen weten konden waar aan zich te houden, en egaal in alle de Provinciën behandeld mogten worden. Dat zy Gecommitteerden zeer wel hadden gepenetreerd het gewicht van deze confideratien voor het welwezen van den Militairen dienst, en daarom ook by zich zeiven volkomen overtuigd waren, dat het zeer te wenfchen was, dat de Bondgenooten konden geperiiiadeerd worden, om met algemeen cocfent een generaal Reglement voor de gemeen gemaakte Militie van den Staat te formeeren en te arrefteeren, dewyl niet alleen zulks met de natuur der zaake van 't gemeen maaken van 't gebruik der Militie meer overeenkomitig fcheen te wezen, maar ook uit diverfe Provinciale Reglementen noodzaakelyk veele difriculteiten voor de Krygsraaden , die door de verandering van Guarnifoenen zich dan in de eene dan in de andere Provincie bevinden, «ouden moeten ontdaan. Dan dat, hoe zeer ook de nuttigheid van zoo een generaal Reglement aan hun evident en palpabel was voorgekomen, zy Gecommitteerden echter niet hadden kunnen ter zyde ftellen eene andere confidentie, welke van geen minder gewicht aan haar was toegefchenen. Dat die hier in beftondt, dat verfcheide Provinciën reeds door hun gedrag getoond hadden dit werk niet anders dan Provinciaal te willen behandelen, en dat overzulks zich weinig hoop opdeedt dat daaromtrent eenige gunftige verandering by dezelve zoude kunnen worden uitgewerkt, immers dat het niet te voorzien was, wanneer het daar toe by de refpective Bondgenooten zoude zyn te brengen, dat een algemeen Reglement by dezelve geadopteerd zoude worden. En dat ondertusfchen deze onzekerheid zoude moeten uitwerken. dat dit poinct van de Militaire Jurisdictie zoude blyven fluctueeren; waar van het gevolg niet anders zoude kunnen zyn dan het doen geboren worden of vermenigvuldigen ran twisten A 5 en  iQ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ca collufien, welker fchadelyken invloed op de ad. miniftracie van Juftitie, en op de goede orde, rust en veiligheid der Ingezetenen, de ondervinding niet dan al te klaar hadde aan den dag gelegd, zoo dat het aan de Heeren Staaten van deze Provincie niet zoude zyn te vergen, om daar toe eenige aanleiding te geven, door dit werk inmiddels in het onzekere te laten; gelyk ook Hun Ed. Mogenden door derzelver Refolutie van den i May 1784 reeds getemoigneerd hadden dit hunne intentie geenszins te wezen. Dat zyne Hoogheid deze confideratie van hun Ge. committeerden ook gereedelyk hadde gelieven in te ilemmen en daar aan te defereeren, en dat vervolgens zy Gecommitteerden met zyne Hoogheid waren in overleg getreden, of niet, om aan beide de voorfz. Confideratien te voldoen, een middenweg zoude kunnen worden ingeflagen , welke zyaan Hun Ed. Mogenden, als overeenkomftig met hunne intentie, als mede met het belang van hunne Ingezetenen en van 's Lands dienst, zouden konnen aanpryzen, en dat daar toe niets beters aan hun was voorgekomen, dan om Hun Ed. Mogenden voor te ftellen, om nogmaals herhaalde inftantien by de Bondgenooten te doen, om gezamenlyk tot het arresteeren van eene algemeene Lands Wet of Regie, ment omtrent de Militaire Jurisdictie te concurreeren, en dezelve door de krachtigfte motiven te doen aandringen, doch om dien onverminderd een provifioneel Reglement op dat fubject voor deze Pro. vincie te arresteeren, om als een Provinciaale Wee gevolgd te moeten worden, tot den tyd toe, dat de refpective Bondgenooten mogten refolveeren om dit werk als een Generaliteits werk te confidereeren, en daar op dan van Generaliteits wegen een fchikking met gemeen confent zoude mogen worden ge maakt, waar door dit Provinciaale Reglement zoude komen te cesfeeren en vervallen. Dat zy Gecommitteerden vermeenden, dit hier door aan de eene zyde zoude worden gepra:verleerd,  dt Gelturtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 11 eerd, dat het poinct der Militaire Jurisdictie in deze Provincie niet langer bleef fluctueeren en onbeflist wierde gelaten, en dat aan den anderen kant evenswel de zaak in haar geheel wierde gelaten, indien ser fomwylen naderhand gunttiger dispoficie by alle de Bondgenooten tot het maaken van een algemeen Reglement moge werden gevonden. En dat zy Gecommitteerden niet konden twyffelen, of hier door zoude teffens worden beantwoord aan de meermaals gemanifesteerde begrippen van de Heeren Staaten van deze Provincie, dewelken, in vroegere en latere tyden, (teeds getoond hadden van de nuttigheid en noodzaakelykheid voor het welzytx van den dienst van een algemeen Reglement over die materie, voor alle de Provinciën, geperfuadeerd te zyn, en niet anders tot een Provinciaal Reglement te willen overgaan, dan wanneer de Bondgenooten niet mogten goedvinden tot een gemeen Reglement te refolveeren. Gelyk daar van tot een blykbaar bewys kondeverftrekken de Refolutien van den jaare 1651, van den II September 1728, en nog laatftelyk van den 12 December 1783 en I May 1784. Dat, wat de materie van Appél betrof, zyGecom. muteerden wel geen bedenking hadden gedragen omtrent de noodzaakelykheid van het introduceeren van een Appél, om redenen die zy by hunne remarqué op dien Artikel in hun Project-Reglement hadden aangevoerd. Maar dat de voornaamfte zwarigheid zich had op. gedaan omtrent den Rechter, aan welken dat Appél zoude moeten vallen. Dat zy Gecommitteerden ten dien opzichte moesten verklaaren, dat aan hun niet was voorge-. komen, dat 'er een Superieure Appellations Rechter in die materie dooT de gezamenlyke Bondgenooten, of door deze Provincie afzonderlyk, ooit daar toe behoorlyk gefteld en gequalificeerd wierd gevonden. Dewyle, hoe zeer het hun Gecommitteerden wel  12 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wel niet onbekend was , dat de Raad van Staate fcheen te fustineeren, dat van alle Vonnisfen van de Guarnifoens Krygsraaden, zoo in de Steden van de Provinciën, ftem in Staat hebbende, als daar buiten, in alle zaaken, die na de gemeene rechten appellabel waren, aan hun, als den opperften Militairen Richter, geappelleerd zoude moeten worden, en dat dezelve zich daar toe ook, na de affchaffing van den Hoogen Krygsraad, op nieuw, eigener authoriteit, hadde gequalificeerd, en op dat fundament by Refolutie van den 17 Maart 1784. eene fpeciaale aanfchryvinge op dat fubjedt aan de refpective Gouverneurs, Commandeurs, en Krygsraaden hadde gedaan, hun Gecommitteerden echter nooit was gebleken van eene onbetwistbaare bevoegdheid van den Raad van Staate, om zich dat Appel aan te maadgen, vermits zy van begrip waren dat die niet op facta, hoe menigvuldig ook geëxerceerd, noch op argumentatien gefundeerd behoorde te wezen, maar gederiveerd moest worden uit eene expresfe klaare en duidelyke delatie, het zy by de inltructie van den Raad, of by fpeciaale Refolurien van de Bondgenooten , hoedaane delatie zy Gecommitteerden echter door den Raad niet geallegueerd gevonden, veel min ergens hadden kunnen ontdekken. Gelyk zy ook even zoo weinig hadden kunnen nafpeuren, dat 'er ergens een wettig door den Souverein geformeerd Reglement over de introductie en profecutie van een Appel in deze materie, zoo als de aart der zaake medebracht en vereischte, existeerde. Dat de zaak dus van zelve fprak, dat daar toe een Appellations Rechter moest worden genomineerd en een behoorlyk Appel-Reglement gemaakt en gearresteerd; dat, daar zy Gecommitteerden aan den eenen kant niet konden tegenfpreken dac de Raad van Staate, volgens de Conftitude van haar Collegie , en volgens den aart en eigenfchap van het Militaire-Wezen in deze Republyk, de na-  de Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. 13 natuurlyktte fuperieure Rechter was, welke daar toe zoude kunnen en behooren te worden benoemd, zy ook aan de andere zyde op gelyke gronden, als zy omtrent het Reglement op de Militaire Jurisdictie zelve hadden geopinieerd, van gedachten waren, dat het welzyn van den dienst en de natuur van de by de Unie tusfchen alle de Bondgenooten gemeen gemaakte Militie vorderde, dat ook een algemeene Appellations Rechter voor dezelve gefteld en een algemeen Appel-Reglement gearresteerd wierde. Maar dat echter ook inmiddels, zoo lang zulks by de Bondgenooten niet zoude zyn gerefolveerd, eenige bepalinge en fchikkinge daaromtrent in deze Provincie zoude behooren te worden beraamd engeftatuëerd, op dat ook in dit opzicht de zaak niet in het onzekere mogt worden gelaten , doch teffens ook voor het toekomende Diet ten eenemaal buiten haar geheel zoude mogen worden gebracht. Ten welken einde aan hun Gecommitteerden, met volkomen overleg en aggreatie van Zyne Hoogheid, al mede geen gefchikter middel, om alle de opgekomene zwaarigheden daaromtrent te removeeren en aan het voorgeftelde oogmerk te beantwoorden, was voorgekomen, dan om Hun Ed. Mogendeninsgelyks te proponeeren , om op dit fubjedt mede een voordel aan alle de Bondgenooten te doen, en inmiddels den Raad van Staate, voor zoo veel deze Provincie betrof, als provifioneelen Appellations Rechter over deze materie voor geauthorifeerd te houden, en tot dat einde te ampledteeren de extenfie van den Artikel, welke Hun Ed. Mogenden daar van in het Projefl-Reglement geformeerd zouden bevinden, waar door alle bedenking omtrent de bevoegdheid van den Raad van Staate in deze Provincie zoude komen te cesfeeren, en het nodige remedie aan de zaak zoude worden toegebracht. Dat zy Gecommitteerden vervolgens niet zouden uitweiden over alle de byzondere pomdten, welke ée materie hun by de behandeling hadde opgeleverd,  14 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verd, dewyle zy vermeenden zich daaromtrent vellig te mogen refereereo tot het Project-Reglement zelve, 't welk voor Hun Advys daar nevens aan Hun Ed. Mogenden kwamen over te geven, waar by zy alles Artikelsgewyze hadden ingericht, en by ieder van dewelke zy, tot beter verftand van dien en tot gemak van Hun Ed. Mogenden, gevoegd hadden de redenen, welke tot Juitificatie van dezelve zullen kunnen ftrekken. Dat zy Gecommitteerden echter niet voorby konden alleen nog daaromtrent te remarqueeren, dat zy niet hadden nagelaten om alles met de uiterfte omzichtigheid en attentie te pondereeren, en dat de befoignes met Zyne Hoogheid over die materie dat vruchtbaar effect hadden gehad, dat zy 't genoegen hadden Hun Ed. Mogenden te kunnen informeeren, dat door middel van elucidatien over en weder, en het uitvinden van bekwame expediënten omtrent opgekomene zwaarigheden en bedenkingen , alles met volkomen overleg en aggreatie van Zyne Hoogheid was geconcerteerd. Vertrouwende zy Gecommitteerden voorts, dsfar Hun Ed. Mogenden by examinatie van hun geprojecteerd Reglement zouden bevinden, dat daar by de Hoogheid en Souverainiteit van de Provincie, het belang der Ingezetenen, de goede orde in de Burgerlykezamenlevinge, en het welzyn van 's Lands dienstin 't generaal, behoorlyk in het oog gehouden cn geobferveerd waren geworden. Dat eindelyk zy Gecommitteerden van Advys zouden wezen, dat Hun Ed. Mogenden het voorfz. Reglement omtrent de Militaire Jurisdictie voor deze Provincie zouden behooren te arresteeren en vast te ftellen, met verklaringe, dat het zelve inmiddels enby provifie, tot den tyd dat de refpective Bondgenooten mogten refolveeren om dit als een Generaliteits werk te confldereeren, en dat daar op dan van Generaliteits wegen eene andere of nadere fchikking of Reglement, waar door dit Provinciaale Reglement zoude komen te cesfeereo en te vervallen. met  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ij met algemeen confent der Bondgenooten mogt: zyn gemaakt, als een Provinciaale Wet in dezen Furstendom en Graaffchap, in alle zyne leden en deelen , zal moeten nageleefd en agtervolgd worden. En dat dien ten gevolge Hun Ed. Mogenden hetzelve zouden behooren met den druk te doen gemeen maaken, en het noodige getal Exemplaaren daar van zoo aan den Hove Provinciaal, als aan alle de Officieren en Magiftraaten van deze Provincie, te la. ten toekomen , ten einde om refpettivelyk, ter plaatfe daar zulks behoort, gepubliceerd en geaffigeerd te werden na behooren, en zich daar na een ieder, zoo veel hem aangaat, te gedragen. En dat Hun Ed. Mogenden insgelyks eenige Exemplaaren daar van zouden behooren toe te zenden aan de Commandeerende Officieren van de refpective Steden en Plaatzen in deze Provincie, alwaar Guarnizoen word gehouden, met last om het zelve zoo aan de Auditeurs Militair als aan de Militie, onder haare ordres ftaande, op eene behoorlyke wyze bekend te maaken, en vervolgens zich een ieder refpectivelyk daar na exactelyk te reguleeren, en om voorts die voorzieninge te doen, dat van de voorfz. Exemplaaren een zeker getal in het Guarnizoen bewaard en geconferveerd blyve. Dat al verder Hun Ed. Mogenden de hier op te nemen Refolutie, met een bekwaam aantal Exemplaaren van het Reglement, zouden behooren te zenden aan Zyne Hoogheid als Kapitein-Generaal van deze Provincie, met verzoek om de refpective Officieren van de Militie van dezen Staat van ditby Hun Ed. Mogenden gerefolveerde en voor deze Pro. vincie gearresteerde Reglement te doen informee. ren, ten einde om te ftrekken tot hun naricht, en zich daar na in voorkomende gevallen desgelyks te reguleeren. Dat wyders Hun Ed. Mogenden den Raad van Staate voor geauctorifeerd zouden behooren to houden om over alle Vonnisfen, zoo wel Civile als Crimineele. by den Militairen Rechter in deze Pro- vin.  ia Verzameling van Stukken litrekkelyk lot vincie geweezen, in zaaken waar van de cognitie aan dezelve is toegelaten, en waar van aan Hun zoude mogen worden geappelleerd, by provifie en tot anders zal wezen gedisponeerd, op den vuet en in conformité van den io Art. van 't derde Hoofddeel van het voorfz. Reglement, als Rechters in cas d'Appel te jugeeren, en daaromtrent te doen en te handelen, zoo als in goede Juftkie zullen oirdeelen te behooren, en dat ten dien einde Hun Edele Mogenden al mede een zeker getal Exemplaaren van 't voorfz. Reglement, benevens de hier op te nemen Refolutie, aan gemelden Raad zouden behooren te laten toekomen tot haare informatie. Dat voorts, onverminderd al 't gunt voorfz., Hun Ed. Mogenden derzelver Gecommitteerden ter Generaliteit zouden behooren te authorifeeren, om van dit voor deze Provincie gearresteerde Reglement, en verder op dit fubjedt by Hun Ed. Mogenden gerefolveerde, opening ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden te doen, en aan de refpective Bondgenooten , uit naam en fpeciaalen last van Hun Edele Mogenden, nogmaals ernitige repra;fentatien te doen, om gezamenlyk, met overleg van den Heere Kapitein-Generaal van de ünie, tot het formeeren van eene algemeene Lands Wet of Reglemenc omtrent de Militaire Jurisdictie, voor de by de Unie gemeen gemaakte Militie van den Staat, te concurreeren, op den voet en wyze als zulks by Hun Ed. Mogenden provifioneel voor deze Provincie is gedaan , of op zoodaane andere wyze als met gemeen confent convenabel zal werden gevonden, met verdere authorifatie op dezelve Gecommitteerden, om deze hunne repraeientatien, met aanwyzinge van de ' nuttigheid van zoo een algemeene Lands Wet en van de difficulteiten, die noodzaakelyk uit de Provinciaale fchikkingen voor de refpective Krygsraaden moeten refulteeren, op het krachtigfte te appuyeerén. Én om wyders tefFens aan de refpective Bondge» ROOten voor te Hellen., om insgeiyks gezamenlyk mee  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ij met overleg als vooreD, te concurreeren tot het bomineeren van een algemeenen fuperieuren Rechter, waar aan van alle Vonnisfen, zoo Civile als Grimineele, by den Militairen Rechter in de Steden en Plaatfen, met Troepes van den Staat bezet, gewezen, in zaaken tot deszelfs cognitie gefield, zal kunnen en moeten worden geappelleerd, en daar toe voor te flaan den Rsad van Staate; voorts toe het formeeren tot dat einde van een algemeen Reglement, zoo omtrent de zaaken, in welke Appel zal kunnen vallen, als ten aanzien van do introductie en profecutie des Appels, en om daar van al mede de hooge noodzaakelykheid door de krachtigfte redenen en motiven aan te dringen. En dat eindelyk Hun Ed. Mogenden zelfs tot die een en ander de Heeren Staaten van de refpective Provinciën by circulaire brieven, met communicatie van Hun Ed. Mogenden provifioneel gerefolveerde, vriendnabuurlyk zouden behooren te exhortetren. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Hun Ed. Mog., welgemelde Gecommitteerden voor hunne genomene moeite en gedaan Rapport bedankende, goedgevonden het voorfz. Reglement met de daar in gemaakte veranderingen voor deze Provincie te arresieeren, gelyk gearresteerd word kracht dezes; met verklaaring dat het zelve inmiddels en by provifie, tot den tyd dat de refpective Bondgenooten mogten refolveeren om dit als een Generaliteits werk te confidereeren, en daar op eene andere of nadere fchikking of Reglement met algemeen confenc der Bondgenooten te maaken, als een Provinciaale Wet in dezen Furftendom en Graaffchap in alle zyne Leden en deelen zal moeten nageleefd en achtervolgd worden. Met authorifatie op den Hove Provinciaal, waar aan mitsdien Extract dezes zal worden toegezonden , om het zelve door den druk te doen gemeen maaken, en het noodige getal Exemplaaren daar vaSr?'J5,VJe £e 0f5cieren en Magiftraaten van deze XLVIII, Deel. B Pr©-  ï S Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Provincie te laten toekomen, ten einde om refpeetivelyk, terplaatfen daar zulks behoort, gepubliceerd en geafïïgeerd te worden na behooren, en zich daar ca een ieder, zoo veel hun aangaat, te gedragen. Met verdere authorifacie op welgemelden Hove, om aan de Commandeereode Officieren van de refpective Steden en Piaatfen in deze Provincie, alwaar Guamifoen word gehouden, eenige Exemplaaren toe te zenden, met last om het zelve 200 aan den Auditeur Militair, als aan de Militie onder haare orders (taande, op eene behoorlyke wyze bekend te maaken, en vervolgens zich een ieder refpeöivelyk daar na exaöelyk te reguleeren , en om ■voorts die voorzieninge te doen, dat van de voorfchreven Exemplaaren een zeker getal in het Guamifoen behoorlyk bewaard en geconferveerd blyve. Voorts met authorifatie, om een affchrift van deze Refolutie, met een bekwaam aantal exemplaaren van het Reglement, te zenden aan zyne Hoogheid als Kapitein Generaal dezer Provincie, mee verzoek om de refpeöive Officieren van de Militie van dezen Staat van dit gerefolveerde en voor deze Provincie gearrefteerde Reglement te doen informeeren, teD einde om te fïrekken tot hun naricht, en zich daar na in voorkomende gevallen insgelyks te reguleeren. Terwyl Hun Ed. Mogenden den Raad van Staate voor geauthorifeerd houden, om over alle Vonnisfen, zoo wel Civile als Crimineele, by den Militairen Rechter in deze Provincie gewezen, in zaaken waar van de cognitie aan dezelve is toegelaten, en waar van aan den Raad zoude mogen worden geappelleerd, by provifie en totdat anders zal wezen gedisponeerd, op den voet en in conforraité van den 10 Artikel van het derde Hoofddeel van het voorfz. Reglement, als Rechters in cas de Appet te jugeeren, en daaromtrent te doen en te handelen zoo als in goede Juftitie zullen oirdeeien te be- huo-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ï$> hooren; zullende ten dien einde door welgemelde liof al mede een zeker getal Exemplaaren van hec voorfz. Reglement, benevens de hier op genomene Refolutie, aan gemelden Raad worden toegezonden tofhaare informatie. En hebben Hun Ed. Mogenden wyders, onver* minderd al het gunt voorfz., derzelver Gecommit» teerden ter Generaliteit geauthorifeerd, gelyk de* zelve geauthorifeerd worden kracht dezes, om van dit voor deze Provincie gearrefteerde Reglement 9 en verder op dit fubjedt gerefolveerde, opening ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden te doen* en aan de refpective Bondgenooten, uit naam en fpeciale last van Hun Ed. Mogenden, nogmaals ernftige reprefentatien te doen, om gezamenlyk» met overleg van den Heer Kapitein-Generaal van dé Unie, tot het formeeren van eene algepeene Lands Wet ofte Reglement omtrent de Militaire Jurisdictie voor de by de Unie gemeen gemaakte Militie van den Staat te concürreeren, op den voeC en wyze als zulks by Hun Ed. Mogenden provifioneel voor deze Provincie is gedaan, of op zoodaane andere wyze als met gemeen confent convena•„beljtal werden gevonden, met verdere authorifatie op welgemelde Gecommitteerden, om deze hunne repreientatien, met aanpryzing van zoo eene alge» meene Lands Wet, en van de difiiculfjeiten, die soodzaakelyk uit de Provinciale fchikkingen voor de refpective Krygsraaden moeten refulteeren^ op hét krachtigfte te appuijeeren: En om wyders aan de refpective Bondgenooten voor te ftellen, om ins» gelyks gezamenlyk, met overleg als vooren, te eoncurreeren tothetnomiceeren van eenalgemeenen Superieuren Rechter, waar aan van alle Vonnisfen, s.Qo Civileals Criminefile, by den Militairen Rechter , in de Steden en Plastfen met Troepes van den Staat bezet, gewezen, in zaaken tot deszelfs cognitie gefield, zal kunnen cn moeten worden geappelleerd , en daar toe voor te flaan den Raad van Staate; voorts tot het formeeren tot dat einde van B a een  ao Verzameling van Stukken betrekkelyk tot een behoorlyk algemeen Reglement, zoo omtrent de zaaken , in welke Appel zal kunnen vallen, als ten aanzien van de introductie en profecutie des Appels. en om daar van al mede de hooge noodzaakelykheid door de krachtigite redenen en motiver aan te dringen. Zullende ten dien einde hier van extract aan den Hove Provinciaal, mitsgaders aan de Gecommitteerden ter Generaliteit, worden mede gedeeld, om refpective te ftrekken tot derzelver naricht, enzich daar na te gedragen. Post alia, (Onder ftond,) Pro yero Exirattu, (w«ï ge».) P. Gütb. Piegher; Reglement omtrent de Militaire JurisdiStie in de Provincie van Gelderland, mitsgaders Remar. ques of Redenenj dienende tot korte elucidatie of justificatie van dat Reglement. Voor af dient genoteerd te voorden. i. Dat de Gecommitteerden vermeend hebben l om een behoorlyke orde te obferveeren, dit Reglement te moeten verdeden in drie Hoofd-Poincter; waar van het eerfte, eenige generaale Artikelen contineer ; het tweede, fpetteert tot de Crimineele Jurisdictie; en het derde, tot de Civile; en vervolgers bv wege van fubdivjfie tot ieder Hoofd-poincc te moeten brengen de zaaken, welke daar toein hec byzorder betrekkelyk zyn, en a. Dat de Gecommitteerden wel bedacht zyn geweest , of niet tot verkortinge van 't Reglement zoude veritrekken, wanneer het zelve zoo generaal  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ai raai wierde gemaakt als mooglyk was, zonder te veel in het fpeciale te treden, en of dus niet het gevoeglykftezoude wezen, dat, daar volgens de algemeene regel alle Jurisdictie originarie behoort tot den Burgerlyken Rechter, maar alleen affiwiative wierd geëxprimeerd, het gene by wege van exceptie van de voorfchreven algemeene regel pan den Militairen Rechter wierd toegelaten, met omisfie van *t gene en negatzvs dezelven zich niet zoude mogen aantrekken. Maar dat daar tegens echter by de Gecommitteerden is in confideratie gekomen, dat. vporal mede by hét formeeren van dit Reglement, behoorde in net oog gehouden te warden, bm, zoo veel als de menfchelyke voorzienipge het eenigztas mooglyk maakte, te zorgen, dat alle bedenkingen, of zelfs vraagen en daar uit noodzaakelyk moetende voorkomen oneffenheden en dispuiten, over den waaren zin van de Exercitie der Militaire Jurisdictie, waar van de materie zoo delicaat was en zoo lange een fteen des aanftoots was geweest, voor *t toekomende wierden afgefneden en voorgekomen, en dat dus, hoe meer byzonderheden, omtrent "t geen konde voorzien en uitgedacht worden te zullen kunnen exteefen, men kwam uit te drukken en te bepaalen, hoe meer alle aanleidingen tot bedenkingen of contesten zouden kunnen worden geprasveniëerd, dewyl het anders'dikwyls zoude kunnen gebeuren, dit door den een of den anderen Militairen Officier ia een voorkomend geval, het zy uit onkunde, verkeerd be. grip, of andere motiven, bedenking wierd geformeerd, of zoo een geval, onder hetgeen aan den Militairen Rechter is afgeftaan , mede begrepen mogt zyn of niet, en daar door dan occafie tot verfchillende begrippen en dikwyls langwylige correspondentien, tot nadeel van de adminiftratie vaq Juftitie, zouden kunnen worden gegeven, en geduurig explicatieu of interpretatien van den Wergen ver noodzaakelyk zouden worden vereischt; daar in ïegendeeL waaneer ook negas,iy& was, bepaajd war,, B 3 de  as Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Militaire Rechter zich niet zal mogen aan» maatigen, altyd by een opkomende bedenking ia een voorkomend geval daadelyk recours zoude kunnen worden genomen tot de Wet, alwaar dit daa gedetermineerd zoude worden gevonden. I. HOÖFD-POINCT. Generaals Pöinïten. Art. I. Dat dit Reglèment geformeerd word, onverminderd en onverkort alle zoodaane Capitulatien, al3 de Republyk met eenige vreemde Mogendheden , omtrent het overnemen van eenige Troepes ten dienfle van den Staat, reeds mogte hebben gemaakt of nog zoude mogen maaken, en waar in iets omtrent de Jurisdictie over dezelve mogte influëslen. Ai Art. i. Alzoo de Capitulatien fua natura Contraden zyn, welke over en weder obligatoir zyn, zoo vereischt de goede trouwe om die te houden en na te komen, en is daarom aan de Gecommitteerden voorgekomen dat dit Reglement zich behoorde te borneeren tot de Nationaale Troepes, of die op den voet van de Nationaale zyn gebracht en onder de ordinaris JKrygsraaden resforteeren. li. J>f voor Militaire Perfoonen, die voor den Mï- Iraut-n Rechter, in zaaken waar over de cognitie aan dezelve word toegelaten, te recht moeten liaan, alleen zullen worden gehouden Officieren van hoogeren of minderen rang, zonder onderfcheid, Onder-Officieren en Gemeenen die in a&uëelen dienst zyn, daar onder mede begrepen de Recrutcn, wettig aangenomen, en welke haare volle Gage trekken, voorts Officieren die Peaüoea trekken, van den dienst  ft GeleurtmUfen in 1787 enz. voorgevallen. 23 dienst grfUp-ft^ ^^B&Épiï gaders Regiments Predikanten of Predikers, uoc toren, Chirurgyns en Muzikanten. ^ Are 2 Dewyle tot de competentie van oen Militaireri Rechter primario vereisen* word dat a o r1 wTar over hv ia zaaken, aan-zyne SSSgdat bepaald werde «w Milu-ue Perfoonen moeten worden gehouden, zynde he hi?erom«ent aan de Gecommitteerden voorgekomen, dat het redelyk is en met de fübor- ke wezenlyk tot het Regiment gehooren en heTerwyltyg omtrent de Officieren die; Pejfioen treRen, van den dienst gedispenieprd» cf bv deSêe geplaatst zyn, gemrdeeld hebben een disdraie te moeten admitteeren, tuafchen de Voodaaoigen, welke haar domicilie verkozen hebben in een Stad, alwaar Guamifoen word gehouden, en dezulken, welke op andere pTaatfel alwaar geen SerVE » nrhti2 zvn; en de eerden mede onder de MiutaUe K?foóien te moeten confldereeren, doch de laatfte niet, om reden dat, fchoon de by de Armée geplaatfte, van den dienst gedispenftefde, oSnfioneerde Officieren wel eigen. niet kunnen gezegd yoroen »'"™e' ™fh™ Regiment of tot het Mihttire wcfeo te gehoo.  24 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ren, en het overzulks redelyk aan hun is vqpr~ gekomen, dat ten minften dezulke, welke in t een Plaats van Guarnifoen wóonen, alwaar zy gemakkelyk voor den Militairen Rechter kunnen te recht ftaan, ook van het privileeium fo%i i $:omen te jouisfeeren. ■, P°Lcf! ,het ^elk zv nogthands niet wel gevoeelyk hebben kunnen extendeeren tot de zoodaamgen, welke op andère plaatfen , alwaar geen «juarnifoen word gehouden, woonachtig zyn, ; ?lt; hoofde van de difficulteiten en belemmering an de rechtpleeging, welke op zulke plaatfen, ; by gebrek van Militaire Krygsraaden, over het algemeen genomen, gevonden word. Terwyl ook dëzulke , door haar domicilie é yrywillig te verkiezen op een plaats, alwaar geen Guarnifoen word gehouden, zich zeiven te imputeereri hebben, dat zy zich daar door van het pnvilegium fori hebben gefrustreerd. III. Dat derhal ven voor deb Militairen Rechter niet aarfprekelyk zullen zyn Officiëren die Perifioen trekken, van den dienst gedispenfeerd, of by de Artnée geplaatst zyr, voof zoo verre dje niet woonachug zyn op Plaatfen, alwaar Guarnifoen word gehouden . noch Appointéès, noch Dienstboden yac Mi itairen, noch ook Vrouwén of Kinderen van Militairen, voorzoo verrede Dienstboden of K.<-d.-rep niet werkelyk in Krygsdiénst zyn, noch eenige anderen hoegenaamd, Öan die hier vooren Art. 2. fpeciaal genoemd zyn, maar dat die allen als üurëetlyker Perfoonen geconfidereerd, en aan de priva'ive Jurisdictie van dén Poliücquen Rechter, zoo wel in het Crimineelè al» Civile, onderhevig zullen wezen; zullende in Civile zaaken de Mans en Vadems verplicht zyn haare Vrouwen en minderjaange Kaderen, wa'neer voor den Politicquen 7]tc' wo?aen betrokken, te adfifteeren. Ad Ah. 3. Gtlyk in den voorigen Artikel noo- d»i  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. dig is geweest te bepaalen affirmative, wie voor Militaire Perfoonen zullen moeteD worden gehouden» zoo is het ook, tot voorkominge van alle dispuiten of bedenkingen, welke zouden kunnen ontftaan, omtrent de zoodaanigen, die in zekere opzichten fomtyds ook noch eenigi zins als Militaire Perfoonen zouden kunnen gorden geconfidereerd, noodzaakelyk voorgekomen, om ook negative uit te drukken wel. ke Berfoohen voor den Militairen Rechter niet aanfprekelyk zullen zyn; en het is aan de Gecommitteerden toegefchenen dat daar voor moeten worden gehouden alle die genen welke in dezen Artikel genoemd zyn; om redenen , dat m deze Perfoonen cesfeert de geheele rede trent vSers validiteit gevolgd zullen wogen de Wetten van de plaats, alwaar de Vader of Moeder '^ DaSen een Militair Perfoon onder Curatele moét worden gefteld, het sy uit hoofde van innocent e off prodigaliteit, of dat ook Voogden over onSónd°gePMilitaire Perfoonen moeten worden geS het zelve refpectivelyk zal moeten gedaan worde» door die genen, welke daar toe bevoegd zoud^ zyn geweest voor dat die Perfoon zieMn dea Militairen dienst hadde verbonden, wordende ia zoo een «val nögthands aan den Politicquen RechSr overgelaten, om tot Voogden of Curateurea ook Saire Perfoonen, het zy alleen of met adfanafe van Burgerlyke Perfoonen, te mogen aanK - en daaromtrent zulke prtecautien, zoo nooïig.M'n ieder voorkomend geval te nemer■ ente bèpaalen, als het meest nuttig en dienftig zal oir. de?eDat de iaaren om de Testamnti faSti» ocliva teïekomen, zoo veel het gerede betreft, zullen Leten worden gerekend naar de Wetten van de SÏÏs alwaar iemand voor dato van het in dienst San behoorde, en ten aanzien van 'e ongerede, faa? de W?tten van de plaats alwaar de goederen ge8!SDatyeen Militair Perfoon, tot een tweede Huwelyk willende overgaan, gehouden zal zyn de afSinge met zyne onmoedige Kinderen, welke uit f en wettig voorig Huwelyk mogt hebben, te doen voor den Politicquen Rechter, en zich voorts daaromtrent mede zal moeten reguleeren naar de Wetten van de plaats alwaar denzelve voor het overgaan rot den Militairen dienst gehoorde. 9. Datdi alles moet verftaan worden alleen zyn betrekkinge te hebben tot zoodaamge Militaire PerEeni welke Inboorlingen zyn van dezen Staat, Srwyï, voo? zoo veel betreft de Vreemdelingen, 4  j6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de zoodaanige, welke, buiten het volgen van hunne Guarnifoenen, in een andere plaats binnen deze geünieerde Provinciën, Landfchap Drenthe of Generaliteits Landen, hun domicilie mogten hebben verkozen , ten aanzien van alle de voorgemelde poincten fubjedt zullen wezen de Wetten en Gerechten van de plaats hunner verkozen domicilie. En zoo veel aangaat zulke Vreemdelingen, welke geen ander domicilie binnen deze gelinieerde Pro» vincien, Landfchap Drenthe of Generaliteits Landen , als de plaats hunnes Guarnifoens hebben, dezelve ten opzichte van alle de voorfchreven poine» ten, onderhevig zullen wezen de Wettën en Ju> risdittie van de Plaats alwaar in Guarnifoen leggen. • • * Zoodaanig evenwel, dat ten opzichte van zulke Vreemdelingen, welke, fchoon wel géén ander do^ micilie binnen deze geüoiëeerde Provinciën, Landfchap Drenthe of Generaliteits Landen, als de plaats vaii hun Guarnifoen. hebben, of ook wel eenig domicilie in een andere plaats bqiten deze Provincie hebben gekozen, echter eenige ongerede Goederen in deze Provincie mogten bezitten, dezelve ten aanzien van de Testamenti fatïio attiva, zich zullen moeten reguleeren naar de Wetten van de plaats, alwaar die Goederen gelegen mogen zyn. 10. Dat de Militaire Vierfchaaren zich zullen onthouden, om over alle de gemelde poinöen en dié vetders de habiliteit of inhabiliteit van een Militair Perfoor; om eenige handelingen, met betrekking toe de gemeene focieteit en famenleving, te kunnen plegen of niet plegen, mogten concerneeren, eenig dispofitif te verleenen, maar dat zy daar mede, mitsgaders met de erkentenisfe over al het gene, het welk uit dien hoofde tusfchen parthyen litigieus mogt worden, zullen moeten laten begaan'de Pölitkqoe Vierfchaaren tot ieder zaak competent. ■ Gelyk zv dan ook zich niet zullen mogen aanmaatigen te ftaan over eenige Testamentaire Aótcu* of Dispofiuen iu de Guartjjfoentn, maar "die' gene 'd^r Mi-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 57 Militairen, welke aldaar een Testament mogten willen maaken of eenige andere Adle van uitertta wille pasfeeren, zulks zullen hebben te doen na de form, waar na anderen geen Militajren zynde, ter plaatfe daar een Militair zich bevind, zulks verplicht zyn te doen. > 11. Dat in het byzonder ook de Militaire Vier, fchaaren zich in het geheel nog ten deelen zullen mogen bemoeijen met het Matiimoniëele, maar dat deze geheele materie en dus zoo wel het gene con\ cerneerd het contraheeren van een Huwelyk, als het 1 disfolveereo of het fepareeren van h^t zelve, mee alle gevolgen en aankleven van dien, zal blyven ter privativé cognitie en dispofitie van den ip die materie competente Politicquen Rechter. ! Zoodaanig echter, dat ten aanzien van het conJ traheeren van een Huwelyk van een Militair Perfoon, de Politicque Rechter daar op zal behooren 1 te letten dat aan gene Militaire Ooder-Officieren of Gemeenen, die nog geen zes j taren in dezelfde Compagnie gediend hebben, worde toegelaten , om, zonder cónfent van hunne Ritmeesters of Kapiteinen, een Huwelyk aau te gaan , en de Predikanten of Gerechten de zoodanigen, zonder produci tie van behoorlyk bewys dienaangaande, niet zullen mogen in ondertrouw opnemen of proclameeren, zullende zoodaane Militaire Perfoonen, welke daar tegens mogten handelen, deswegens door den MiI litairen Rechter mogen worden1 gecorrigeerd. 12. Dat ook alle Militaire Perfoonen, een Huil welyk willende aangaan, verplicht zullen wezen, i zich ten aanzien van het opnemen in ondertrouw, li het laten gaan der Proclamatien en folemnifeeren van haar Huwelyk, té gedragen na de Wetten in b deze Provincie op dat fluk geëmaneerd, zonder fo dat tot het verrichten van eenige dier Ceremoniën een Predikant of Prediker, welke zich by 't een 3 of ander mogt bevinden, zal mogen worden geëmI ploijeerd. • II' Ad Art. 4. Voor een generaale remarque op de.... 1 «-3 L. 1) j zea  58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zen geheelen Artikel dient, dat byaldien alle deze pointten niet blyven onder het bedwang van de Wetten van den Lande en van den Politicquen Rechter, daar uit zekerlyk dan confufie en wanorder in de gemeene famenleving en de handelingen, welke de Militairen mee kunnen ontgaan met Burgerlyke Perfoonen te plegen, zal moeten ontftaan. Ook zoude het onredelyk zyn, dat, zooveel de Ouderlyke macht, die in het ftuk van Huwelyk in deze Provincie groot is , betreft, dezelve op eenmaal zoude evanesceeren door middel van het in dienst gaan, of dat een Kind daar door een Vader of Moeder van haaren ordinaris Rechter zou konnen aftrekken en tot een vreemde Vierfchaar, zelfs dikwyls verre buiten de Provincie, trekken. Om echter weg te nemen de bedenkingen en zwaarigheden welke 'er zoude kunnen gemaakt worden, dat geen van deze poinöen cevoeglyk zouden kunnen toegepast worden op Vreemdelingen die in dienst van den Staat zvn, of zich daar in mogten begeven, dewyl alle dezelve onderftellen, dat die Perfoonen te vooren ergens onder de Republyk hebben gehoord gehad, en dus, wanneer die voorige Wetten ook verftaan zouden worden van die gene, waar ondef die Vreemdelingen ortgvna. rie gehoord hadden, als dan hier zoude gefield worden, dat die Wetten en Gerichten van vreemde Landen ook hier in de Pro vmcie werkzaam zouden zyn, het geen eemgzms ongerymd voorkomt: Zoo is het aan de Gecommitteerden voorgekomen het best te wezen, alle deze poincten te reftringeeren tot Inboorlingen van dezen Staat, en die van het Jus revocandi domum\ te doen jouisfeeren, en voort, met betrek-, kinge tot de Vreemdelingen, een diftinctie te i maaken tusfehen die gene, welke buiten 't vol--  de Gebeurtenis/en in 1787 enz* voorgevallen. 39 gen der Guarnifoenen, in een andere Plaats van deze Provincie hun domicilie mogten hebben verkozen, en de zulke, welke geen ander domicilie in deze Provincie dan de Plaats hunner Guarnifoen hebben, invoegen als in de text gemeld, met eenige uitzonderinge nögthands omtrent de zoodaanige, welke eenige orgeregeide Goederen in deze Provincie mogten bezitten en daar over by de uiterfte wille zouden willen disponeeren, het geen noodig geoirdeeld is om voor te komen dat de Wetten van dtze Provincie op het ftuk van de Testatnenti fatïio niet fomtyds in het een of ander opzicht zouden werden geïnverteerd. Voorts ftaat in het byzonder omtrent de materie van Mafrimoniëele zaakec, in dezen Artikel voorkomende, te letten, dat, behalven dat hieromtrent reeds by 's Landlchaps Refolutio van den 13 Juny 1754 eenige voorzieninge is gedaan, wanneer de Militaire Vierfchaaren zich met die materie vermogten te meieeren , daar uit als dan oneindige confufien, vooral ten aanzien van de executie van fommige poincten, zouden moeten refulteeren. Doch dat het niettemin aan de Gecommit* teerden zeer redelyk en nuttig is voorgekomen, om de Militairen daar in te gemoed te komen, dat prEecautien werden genomen, ten einde geene Onder-Officieren of Gemeenen , die nog geen zes jaaren in de zelfde Compagnie gediend hebben, zonder confent van hunöe Ritmeesters of Kapiteinen een Huwelyk komén aan te gaan, welk poinct hier in de Provincie geduurig heeft gefluctueerd, en dikwyls occafie tot doleances van Militaire Officieren, over het gebrek van behoorlyke voorzieninge daar tegens van wegens de Politicque Overigheid, heeft gegeven, daar deze voorzieninge nögthands komt te ftrekken tot onderhöudinge van de goede orde en discipline in den Militairen dienst,  >tfo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dienst, en ten einde de Ritmeesters en Kapil teinen niet worden genoodzaakt om geduurig, tegens hun wil en dank, en tot nadeel dikwyls ▼an den dienst en bezwaar van hunne Compagnien, getrouwde Perfoonen in hunne Compagnien te moeten tolereeren. Terwyl tot de laatfte clauful, in dezen Arti« kei geinfereerd, voornaamentlyk aanleidinge heeft gegeven 't misbruik, het welk daaromtrent nu en dan te Nymegen heeft plaats gehad , en waar in reeds door het Hof Provinciaal by Refolutie van den 8july 17 70 heeft moeten voorzien worden, dewyl op die wyze de Wetten én Plakaaten van deze Provincie, onder anderen omtrent fommige poin&en welke door een : i Predikant by het opnemen in Ondertrouw moeten onderzocht worden, dikwyls zoude kun- ■ nen worden geëludeerd. V. Het voorwerp van de Civile Attien concernerende. x. Dat geen Burgerlyk Perfoon voor den Krygsïaad in eenige zaaken zal mogen geroepen of aangefproken worden, noch ook voor dezelve gedag- j vaart om kondfchap der waarheid te geven. 2. Dat, zoo iemand, zonder onderfcheid of het een Burgerlyk of Militair Perfoon zy, van een Militair Perfoon mogt requireeren getuigenis der waarheid , hy zulks zal mogen ejsfchen of voor de Politicque Rechter, of voor de Militaire Krygsraad, na maate hy zulks mogt verkiezen, dewelke dan ook refpective, indien dispuit mogt ontftaan over de verplicbtinge of niet verplichtinge tot het ge- . ven van dezelve, daar over zal erkennen en verder ook de Getuigen afhooren, en daar van Certificaaten doen afleveren; zullende zoo een Militair Perfoon, inval voor den Politicquen Rechter daar toe mogt worden gedagvaart, verplicht wezen zich daar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. vootgevallen. 61 daar voor onweigerlyk te fifteeren; en, wanneer dezelve tot het Guarnifoen mogt gehooren, als dan daar van aan den Commandeerenden Officier van het zelve moeten worden kennisfe gegeven tot zyne informatie. 3. Dat alle quEestien tusfchen Militairen, 't zy van gelyke conditie of van mindere of meerdere rang, onderling over eenige afrekeningen van Soldyen, Gages of Servies-gelden, genot of gemis» van Montuur, of iets diergelyks, als mede over Handgelden en andere conditiën plaats hebbende' by het reëngageeren van Soldaaten en andere gemeene Militairen eer die den dienst nog werkelyk hebben verlaten, privativé voor den Militairen Rechter geventileerd en door dezelve beflist zullen worden; zoodaanig ook, dat, wanneer tusfchen eenige Officieren, van den dienst gedispenfeerd, by de Armée geplaatst of gepenfioneerd, welke in een plaats alwaar geen Guarnifoen legd, woonachtig mogten zyn, en die dus als geen Militaire Perfoonen worden geconfidereerd, wegens zoodaane afrekeningen en het geen verder boven is gemeld, qusestien mogten voorvallen met werkelyke Militaire Perfoonen, dezelve qusestien insgelyks door den Militairen Rechter zullen moeten worden beflist en afgedaan. 4. Dat iemand, het zy een Burgerlyk of Militair Perfoon, een pure perfoneele Actie tot laste van een Militair Perfoon hebbende, uit wat oirzaak die ook mogt fpruiten, en die by daging of citatie willende inftituëeren, zulks of voor den Politicquen of voor den Militairen Rechter, na maate hy zulks mogt verkiezen, zal mogen doen, doch zal een triumphante Sententie, wanneer die by den Militairen Rechter gewezen mogt zyn, op geen effec» ten, van wat natuur die ook mogten wezen, gehoorende onder h?t bedwang van den Politicquen Rechter, executabel zyn , maar zal de executie by den Militairen Rechter alleen kunnen bekomen worden door middel van Gyzeling van des Gecon- dern-  62 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot demneerdens Perfoon en het inhouden van zyn Tractement, wanneer het in de handen of macht van den Militairen Superieuren van den Gecondemneerden zal zyn gekomen, voor zoo veel het zelve executabel zal zyn. 5. Dat alle fubmisfien, in zaaken niet van de fpeciale competentie van den Militairen Rechter zynde, aan de Judicature en executie van eenige Politicque Vierfchaaren, in Contracten of Inftrumenten door Militairen of andere, waar van Militairen Erfgenaam zyn geworden, gedaan, effect zullen forteeren, gelyk dezelve Perfoonen ook in diervoegen zich verder aan zoodaane Judicature cn executie met effect zullen mogen iubmitteeren. 6. Dat, zoo lang de Tratlementen, Gages of Gelden, uit hoofde van andere Ordonnantiën ver. fchuldigd, nog onder de Betaals-Heeren, de refpective Ontvangers, Solliciteurs of Directeurs der petaalinge van de Militie mogten berustende zyn, en noch niet aan het Regiment, haare Hoofden, of haare orders mogten zyn overhandigd, dezelve ter zulker fomme, als na de refpective Wetten gepermitteerd is, arreftabel zullen wezen, of met een andere affecteerende ingang rechtens bekommert zullen mogen worden, voor dat Politicq Gerecht het welk daar toe competent is, het zy dat zulks een Burgerlyk of Militair Perfoon zoude willen doen. _ . 7. Dat, zoo eenige qusstien mogten ontitaan tusfchen de Militairen en hunne Solliciteurs of Directeurs van de betaalinge der Militie, over de Rekeningen van dezelve Solliciteurs of Directeurs, bet zy dan dat een Militair Aanlegger of Verweerder mogt zyn, dezelve quasstien zullen worden verhandeld voorden Politicquen Rechter, daar en op zulke wyze als zulks behoord en refpective in ieder Quartirr gebruikelyk is. 8. Dat zoo een Boedel van een Militair, het zy door het verlaten van dezelve of repudiatie van den  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6*3 den Erfgenaam, defoJaat of anderszins vacant mogt worden, de verzegeling en beheeringe van dien, met alle deszelfs aankleven en gevolgen, zalblyven aan den Politicquen Rechter, om daar in zoo wel als over de preferentie of concurrentie tusfchen de Crediteuren, na de Wetten, Statuten en Gewoontens welke in ieder Plaats, alwaar de defolatie van een Boedel valt, op dat ftuk zyn geëmaneerd en plaats hebben, te handelen, gelyk ook, wanneer een Erfgenaam van een Militair, het zy een Burgerlyk of Militair Perfoon mogt wezen, een Boedel en ErfFenis van een Militair heen gekomen, zoude willen adiëeren onder beneficie van Inventaris, of tyd tot deliberatie verzoeken, dezelve in al het zelve den Politicquen Rechter zal moeten erkennen ; en daar in al mede handelen, zoo als de Wetten, Statuten en Gewoontens van ieder Plaats in zulke gelegendheden vereisfchen. 9. Dat alle reëele Actiën, gelyk ook die van een vermengde natuur zyn, participeerende zoo wel aan het perfoneele als reëele, een Militair Perfoon, het zy een Inboorling het zy een Vreemde raakende, voor den competenten Politicquen Rechter, met exclufie van den Militairen Rechter, zullen moeten worden geinftitueerd. Ad Art. 5. Hieromtrent is by de behandeling van de byzondere poindten, welke, fchoon te fa* men in het generaal tot dezen Artikel fpecteerende, echter mede by fubdivifie gespecificeerd zyn, in confideratie gekomen. Ad No. 1. Dat het ten eenemaale redelyk en met de generaale gelegde gronden van dit Reglement overeenkomftig is, dat een Burgerlyk Perfoon van zynen ordinaris Rechter niet werde geëvoceerd, dewyl een Adtor het forum rei ordinarie moet volgen. Ad No. 2. Dat, offchoon het waar is, dat wylen den Heer Erf-Stadhouder Koning Willbm de derde gl. ged. by een Brief aan den Commandeerenden Officier binnen Arnhem van den 3f  04 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot S7 November I68o heeft verklaard, dat dit moest begrepen worden tot den Politicquen Rechter te gehooren, echter, dewyl dit meré perfoneel is, het niet onredelyk is, dat deze alternative keuze aan den Requirant werde gelaten. Zynde de kennisgevinge aan den Commandeerenden Officier, in het geval dat een Militair Perfoon , tot het Guarnifoen gehoorende, voor den Politicquen Rechter mogt worden gedagvaart, noodig geoirdeeld, op dat, indien zoo een Militair op zoo een tyd zich op zyn Post, of in de werkelyke functie van zyn dienst moge bevinden, hy daar van daadelyk kan werden afgelost, of de citatie met overleg van den Politicquen Rechter uitgefteld, tot dat zyne functie ais Militair geëindigd zal wezen, indien dé zaak üitltel kan lyden, welke reden nögthands niet exteerende in een Militair die niet tot het Guarnifoen gehoord, zoo is daarom ook ten aanzien van deze zoodaane kennisgevinge onnoodig gevonden. Ad No. 3. Dat dit, fchoon Civil, pure Militair is, en uit dien hoofde aan den Militairen Rechter behoort overgelaten te worden; Zynde het om die reden ook redelyk geoirdeeld, om mede aan de cognitie van den Militairen Rechter ovér te laten, wanneer diergelyke qusestien mogten voorvallen tusfchen Militairen en Officieren van den dienst gedispenfeerd, by de Armée geplaatst of gepenfioneerd, welke in een plaats, alwaar geen Guarnifoen legt, woonachtig mogten zyn, fchoon die voor geen Militaire Perfoonen kunnen worden gehouden, serwyl 'er, zoo over de aOmirtiftratie van Compagrien, welke zoodaane Officieren by het Regiment mogten hebben behouden, tusfchen hun en die gene welke dezelve adminiftreeren, als tusfchen fubalterne, van den dienst gedispenfeerde, of by de Arméegeplaat- fte  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6j fte Officieren én andere welke werkelyk dienst doen, óver hunne Sóldyen of over het niét ónt» vangen van het gene vermeenen aan hun toe te komen, dispuiten kunnende óntftaan, zoodaane dispuiten veeltyds gemakkelyker en met minder omflag door den Militairen Rechter . kunnen worden beflist. Ad No. 4. Dat óffchóon dit pok, zoo veel het concerneerd de perfoneele Actién vin de eene Militair tegens de andere, iets verder gaat als de Brief van wylen den Heer Erf-Stadhouder van den 3 Jüny 1675, dewyl dia in zoo eencas den Civilen Rechter alleen competent, fljeld, echter deze modificatie en toégeeftykheid om het aan de keuze van den Adtor, het zy dat die een Burgerlyk "of een Militair Perfoon mogt zyN, over te laten, al mede niet onredelyk is voorgekomen, om dat het dikwyls kan gebeuren dat een Actor méér geredelyic door den Militairen Rechter aan het zyne kan geholpen Worden, als doormiddel van een ordinaris Próeeè door den Politicquen Réchter j En zulks niet wel kan gezegd worden zóózeer een prejudicie voor een Burgerlyk Crediteur te importeeren, dewyl zoo een, indien hy dea Burgerlyke Rechter voorby gaat, aan zich zelve heeft te imputeeren dat hy zich vrywillig aan dé Jurisdictie van den Militairen Rechter heeft ónderworpen., Nögthands trioet de executie geborneerd4 wdfS den als in textü, óm dat in deze Provineie geert ÏAiter® Requijitoridles bekend zyn nóg geadmitteerd kunnen worden van een Krygsraadj daar van de eige Gerichten in de Provincie zóódaa* • öige Brieven niet admisfibel zyn. Ad No. 5. Dat het redelyk is eq niét èè góéde tróuw overeenkorrit/ dat een Contract werdè nagekomen, en dat cïïc, zelfs tot voordeel van dé Militairen ftrekt, dewyl daar dóoir kunne handelingen met Burgerlyke Perfoonen i wfcMfo? XLVIIX; Deeb, S *f  66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zy niet konden eviteeren, faciel worden gemaakt. Ad No. 6. Dat dit alleszins redelyk en oirbaar is, om dat, zoo lang die penningen in de macht van de Betaalsheeren &c. zyn, aldaar ook de executie kan gefchieden, kunnende het niet convenabel voorKomen dat een Krygsraad op penningen, die onder haar macht nog niet zyn gekomen, eenige Actens van Jurisdictie kome te exerceeren. Ad No. 7. Dat dit wel geen bedenking lyd wanneer een Militair Perfoon Aanlegger zal zyn, zynde het dan conform het hier vooren gemelde eerfte poinct, quod Aftor fequi debeat forum Rei, terwylnoch een Solliciteur noch Directeur onder de Jurisdictie van den Militairen Rechter gehoord, maar dat zulks meer bedenking zoude onderhevig wezen , wanneer een Solliciteur of Directeur Aanlegger zoude wezen. Dat , vermits dit poinct van rekening niet behoord gedivideerd maar altyd op eene voet dient behandeld te worden, het aan de Gecommitteerden het best is voorgekomen, om de qua?stien, daar uit refulteerende, te laten verhandelen voor den Politicquen Rechter, daar en zoo het in ieder Quartier gebruikelyk is. Ad No. 8. Dat het in de eerfte plaats zeker is, dat zoo ras een Militair Perfoon zyn Boedel abandonneert, dezelve blyfr onbeheert, en dat, wanneer hy komt te fterven, al het perfoneele, het welk de Jurisdictie zyDer Hoofden eenigzins zoude kunnen fundeeren, cesfeert, zoo dat in beide die gevallen, geen andere Jurisdictie dan die van den Politicquen Rechter kan getollereerd worden. Ten tweeden, dat, indien men de beheeringe van defolate Boedels aan den Militairen Rechter overliet, als dan dikwyls tusfchen Burgerlyke Perfoonen, die meestendeels de Crediteu. ren zyn, in cas van preferentie of concurrentie,  de Gebeurtenis/in in 1787 enz. voorgevallen. 67 tie, door den Militairen Rechter zoude worden recht gedaan, het weik tegens den inhoud van Art. 5. No. 1. hier vooren vastgefteld, en tegens de gronden waar op hetzelve berust ten eenemaal zoude ftryden. En ten derden, dat, in zoo een geval, no» een geheel Reglement op zoö een bebeeringe van een defolaten Boedel, voor de Krygsraaden zx>ude moeten worden gemaakt, indien men aan dezelve de Jurisdictie daar over kwam over te laten, terwyl het defect van dien genoeg doet zien, dat dit nooit, immers niet de Jure, van het departement der Krygsraaden in de Republyk is geweest. Dat nögthands aan de Gecommitteerden niet is geëchappeerd dat hier tegens wel eenigzins fchynt te obfteeren eene Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid, wylen den Heer Erfstadhouder glor.ged. aan de Magiftraat der Stad Arnhem op den 17 Augustus 1750 gefchreven, op het houden van Venduen van gerede Goederen der Militairen, waar van het recht daar in aan de Auditeurs Militair word toeërkend. Doch dat daar tegens by de Gecommitteerden is in aanmerking gekomen. i. Dat, indien een Vendue een gevolg van de itfolatie eens Boedels is, het dan niet wel mooglyk is om die aan de dispofitie van den Politicquen Rechter te onthouden, als maakende altyd een gedeelte van de beheering en van de Reglementen daarover geëmaneerd, uit, en kunnende daar van niet gevoeglyk gefepareerd worden. 2. Dat het zeer bedenkelyk is, of het we! voordeelig zoude zyn voor de Militairen, om die Venduen, hoe die mogten zyn, door den Auditeur Militair te laten doen, dewyl aan hun by geen mooglykheid het recht van parate executie kunnende toegeftaan worden, het gevolg daar van moet zyn, dat alles met gereed geld E 2 zou-  j8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zoude moeten worden betaald, het geen nood* zaakelyk wederom de pryzen zoude moeten doen verminderen. 3. Dat het ook zeer bedenkelyk zoude wezen om dit recht aan de AuditéufS Militair» welkers Inftru&ie ook niets daar van meld, op nieuw toe te ftaan, zonder Borgftellinge voor de goede adminiftratie der penningen van de publyke Venduen proveniëerende, het geen nogthards hun Ambt als dan zeer lastig en bezwaard zoude maaken. En eindelyk 4. dat in een defolate Boedel, het zy die door verfterf of door yerlatingemogt gecaufeerd worden, de geheele Militaire quali* • teit, welke in faveur van den Militairen Rech- j ter mogt te hulp geroepen worden, zoo als hier vooren reeds aangeroerd is, cesfeert; en, het geen van zelfs fpreekt, dat, indien eenige j gerede Goederen ter executie van een geobti- I Peerde Sententie van den Politicquen Rechter in een publyke Vendue zullen verkocht wor- ■ den, dan nog zelfs de Militaire qualiteit zulks i niët aan de ordres van den Politicquen Rechter I kan of mag onttrekken en aan den Auditeur Militair overbrengen. Ad No. 9. Dat dit zyn eigen justificatie mede- • brengt, als volgende het reëele altyd de grond, J terwyl het inextricabie zwaarigheden zoude te i weeg brengen in de executie, zelfs in reguarde j van een actio mixta, indien de zaak anders begrepen wierd. VI. Betreffende de Policie. Dat de Militaire Perfoonen gehouden zullen zyö 1 al het gene tot de Policie behoord en de Statuten ij en Ordonnantiën, welke daar op voor alle Burgers,, 2n* en Opgezetenen zyn geëmaneerd, of nog mog-J tenil  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 69 ten worden geëmaneerd, mede na te komen, en die contraveniëerende, voor de boetens, op zoodaape Contraventien ftaande, door de refpeGtive Officieren en Magiftraaten of die gene, welke daar toe gefield «yn , executabel zullen wezen, voorbehouderss nögthands aan de Officieren en Magiftraaten de faculteit om, wanneer mogten bevinden dat zoo eeu Militair Contraventeur niet in ftaat mogt wezen om dejgeftatueerde boeten te betalen, denzelven a!s dan aan den Militairen Rechter over te geven, om deswegens na behooren geftraft te worden, waaromtrent in zoo een geval geen conniventie by den Militairen Rechter zal mogen worden gebruikt. Ad Art. 6, Dezen Artikel is gefundeerd op de goede orde , dewyl, wanneer de Militie van de ordres tot het onderhouden van een goede Politie exempt zpude wezen, dit een zeer kwaad exempel voor anderen zoude geven, moetende noodzaakelyk uit een inegalé obfervantie, disorden s fpruiten. Ook zoude, in zoo ver als de Politie in de Steden , de Gildens en hunne Rechten mogt raken, het tegens de Privilegiën der Steden en hunne Burgeren ftryden, indien de Militie zich niet mede daar na zoude behoeven te febifc» ken. Echter is de additie van de laatfte elauful in dezen Artikel noodig geoirdeeld voor het welzyn van 's Lands dienst, om dat de Soldaaten meest niet in ftaat zynde om de ordinaire boetens ip diergelyke gevallen te betalen, dan natuurlyk moet plaats hebben een arbitraire ftraf, volgens de bekende regel qui non habet in JEre luat in Pelle, en het dan dikwyls te voorzien is dat zulke Contraventeurs een arbitraire ftraffe, by de Burgerlyke Rechtbanken in gebruik, moetende ondergaan, voor den dienst verloren zullen raken , het welk altyd, zoo veel het mooglyk is, behoord gepraveniëerd te worden, E3 VII.  yo Verzameling van Stukken betrekkelyk tet VII. Betreffende de Finantien en Impojïtien. Dat, zoo veel aangaat de FinaDcien en Imposten, zoo van *t Land als van de Steden, de Militie gehouden blyft om alle de Ordonnantiën, op het ftuk van de Finantien van het Land of van de Steden geëmaneerd of rog te emaneeren, mede na te komen en zich daar na te reguleeren, en dat in cas van contraventie daar over, met alle gevolgen en aankleven van dien door den Politicquen Rechter daar toe competent zal moeten worden erkend, en deContraventeurs door denzelven Politicquen Rechter geboet of gecorrigeerd zullen moeten worden, zelfs ook Criminaliter geftraft, indien de zaak daar na gefchapen mogt bevonden worden. Ai Art 7. Dit kan geen bedenking lyden, als zynde niet alleen conform de Refolutie van Hun 1 Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal van den 17 November 1640, ter occafie van een dispuit tusfchen de Magiftraat der Stad Arnhem en de Militaire Krygsraad aldaar genomen, , maar ook overeenkomftig met de circulaire ! [ Misfive van den laatst overledenen Heer Erf- 1 Stadhouder , glor. ged. de dato den 6 Maart j 1750, zoo aan den Gouverneur der Stad Arnhem , als aan de andere Gouverneurs of Com- I mandeurs van de Steden in deze Provincie ge. fchreven. VIII. De Jacht concerneerende. Dat den Militairen Rechter zich met het poincc van de Jacht en het oeftenen van dien door Militaire Perfoonen niet zal mogen bemoeijen, maar dat de Judicatuure over al het gene, het welk daar toe relatie heeft; privativé blyft aan den Politicquen Rechter daar toe competent. Ai j  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 71 Ad Art. 8. Dit kan al mede geen bedenking lyden, als hebbende de laatst overledene Heer Erf-Stadhouder, glor. ged., by zyne Misfive aan het Jacht-Collegie in Veluwe de dato den 24 Juny 1751 reeds gedeclareerd, ditzoodaanig deszelfs intentie te wezen. IX. Dat voor het overige al het gene in de voorgaande A tikelen, zoo wel omtrent het Crimineele als Civile, niet fpeciaal mogt zyn genoemd of uitgedrukt, zonder uitzondering, zal ftaan ter privativé cognitie en dispofitie van den Politicquen Kechter. ..... , Ad Art. 9. Deze generaale Artikel is aan de ue. committeerden noodig en dienftig toegefcheenen om alle abuizen, dispuiten en bedenkingen voor te komen, indien het een of ander poinct mogt geomitteerd zyn, fpeciaal te exprimeeren, dewyl, hoe zeer men ook heeft getracht, zulks te praïveniëeren, het nögthands niet wel mooglyk is om alle gevallen, die zich zouden kunnen voordoen, te voorzien, en dus de preferentie, in een onzekerheid, volgens de te vooren geallegueerde gronden, altyd moet gegeven worden aan den Politicquen Rechter. X. Dat van alle Vonnisfen, zoo wel Civile als Crimineele, by den Militairen Rechter gewezen in zaaken, waar van de cognitie aan dezelve is toegelaten, voor zoo verre dezelve appellabel zouden mogen wezen, by provifie en tot dat anders zal zyn gedisponeerd, zal kunnen en mogen worden geappelleerd aan den Raad van Staaten, en dat zoo wel omtrent de appellabiliteit derzelve, als ten aanzien van de wyze van introductie en profecutie van zoodaanige Appellen, mede by provifie en tot daaromtrent eene behoorlyke Ordonnantie of Reglement E 4 «al  ï'i; Verzameling van Stukken bemkkelyk tet ^al zyn geformeerd, zal kunnen werden gevolgd» het gene dienaangaande tot dus verre zoude mogen zyn geobferveerd geworden. [ Ai Art. lp. Dewyl aan den Militairen Rechter de uitoeffening van een zeker gedeelte van Jurisdictie is toegèftaan, zoo dient ook vooral gezorgd te worden voor een goede en behooriyke adminiftratie van Juftitie, waar toe zekerlyk het middel van Appél aan eén Superieuren Rechter, als het gewöone en gefchikfte middel , moet worden aangezien, terwyl ook anders 3 indien het zelve niet geïntroduceerd wierde, aan den MilitairenRechter zoude worden gegeven de macht om by arrest te wyzen, en dus meer toegèftaan zoude worden dan aan alle de ordinaire hooge en laage Gerichten in deze Provincie, van welkérs Vónnisfen, in staaken die appellabel zyn, aan den Hove Pro- i vinciaal kan worden geprovoceerd. De vraag is dan maar geweest aan welken Su« f>erieuren Rechter dit Appél zoude moeten valen, en daar toé is aan de Gecommitteerden het meest gefchikt eri met de natuur der Militaire Rechtbanken het meest óver een komende, immers by provifie, voorgekomen het Collegie. van den Raad van Staaten, óm' reden, welke de Gecommitteerden by hun Advys nader en fpe-^ ciaal hebben gedeveloppeerd; en waardoor ook teffens de gemaakte extenfie van dezen Artikel zal worden gejuftificeerd, waar toe zy zich, overzulks by dezen refereeren. XI. Referyeerende voorts Hun Ed. Mogenden zich fen allen tyden ten opzichte van dit Reglement zoodaane interpretatien, elucidatien, veranderingen» vermeerderingen of verminderingen te maaken en vast te (lellen, als zullen öirdeelen te behooren en rioodig zullen mogen vinden. l'Ad Art. II. Deze finaals referve is een falutaire, plan-  èe Gebeurtenis/en m 1787 enz. voorgevallen. ?3 clauful die aan de Souvereine Macht eigen is, en welke men ook ih de meeste Reglementen van dezelve gewoon is te gebruiken. No. 3394- Rejotytie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk een Bericht van D. Élemans als Ambachts-Heer van Sprang, op een Misfive van F. van Werken cum luis, concerneerende het herJiel van abuizen, byzonder in de Regiering,• met alle de Stukken en Bylaagen daar toe behoorende. In dato den 21 Maart 1787. Ontvangen een Addres van D. Elemans , als Am« bachts-Heer van Sprang, zoo voor zich als voor den Schout, en de by hem over dezen jaare 1787 aangeftelde Schepenen, als uitmaakende het wettige Gerecht der gemelde Arqbachts-Heerlykheid, berichtende op de Misfive van den 24ften January laatstleden door F. van dé Werken, S. Colthoff» A. Ophorst, Willem Soeters, J. Craajo, L. A. van Dyck, Dirk Wvnen, Jacob Vos en Pieter van der Loo, zich qualificeerende Gecommitteerden van de Ingelanden der AmbachtsHeerlykheid Sprang, aan HunEd. Groot Mogenden gefchreven, met deszelfs Bylaagen van No. 1 tot 11, breeder met de Bylaagen hier na geinfereerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat vooriz. Bericht en Misfive met de Bylaagen tot dezelve refpeótivelyk behoorende, zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de êidderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden ecQmmitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver ConiSde. r'atien en Advys. 1 ' ''" ' " * Accordeert met voorfz. Refolutien. " E j Aan  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. De Ondergeteekende Ambachts - Heer van Sprang, de eer zullende hebben, om, zoo voor zich, ais voor den Schout en de by hem over dezen jaare 1787 aangeftelde Schepenen, als uitmaakende het wettige Gerecht der gemelde AmbachtsHeerlykheid te berichten, op de Misflve van dato den 24ften January laatstleden, welke F. van de Werken , S. Colthoff , A. Ophorst , Willem soeters, J. craajo, L. A. van üyck, DlRK Wynen, Jacob Vos en Pieter van der Loo, zich qualificeerende Gecommitteerden van de Ingelanden der Ambachts-Heerlykheid Sprang, zich veroirloofd hebben aan U Ed. Groot Mogenden te fchryven, en welke Misfive met deszelfs Bylagen , van No. 1 tot 22 U Ed. Groot Mogenden hebben goedgevonden, aan den Ambachts-Heer mitsgaders Schout en Gerechte der Ambachts?Heerlykheid Sprang toe te zenden, om daar op, met terugzending van de origineele ftukken, ten fpoedigften, te dienen van Bericht, neemt dezelve de vryheid, om aan U Ed. Groot Mogenden eerbiedig voor te draagen. Dat hy Berichter, in den jaare 1774, gekocht, en dus titulo onerofo, wettiglyk bekomen hebbende de Ambachts-Heerlykheid Sprang; zynde Leenroerig van U Ed. Groot Mogenden en gelegen onder Zuid-Holland, dan ook op den 21 April deszelven jaars 1774, door U Ed. Groot Mogenis geinvestieerd en verleid is geworden, met de Am* bachts-Heerlykhsid van Sprang, met de Moeren, met allen heuren toebehoor en, en anders, dat daar aan kleven mag; zynde dit verley overeenkomftig met de Investituren of Verley-Brieven van des Berichters Predecesfeuren of voorige Ambachts-Heeren van Sprang, en zulks fuccesfivelyk reeds voor of ten minften federt den jaare 1417 e» dus al geduuren- de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 75b de byna vier Eeuwen, zoo als uit de Cdpien der Verley-Brieven , hier nevens gevoegd fub' No. 1, 2, 3, en 4, ad oculum blyken kan. Dat dan ook altoos aan den Ambachts - Keer van Sprang ontwyffelbaar heeft gecompeteef d, en door alle de fuccesfive Ambachts-Heeren in des tyd, zoo als ook byzonder door den Berichter, onder anderen, is geëxerceerd het recht om Schout, Secretaris, Schepenen en Burgemeesceren te verkiezen, en wel zoo dat nopens den Schout, Secretaris en SchepeneD, altoos volftrekteiyk devrye begeving, electie, en aanftelling , aan den Ambachts-Heer heeft toebehoord; maar dat, ten aan» zien van Burgemeesteren, eene Conventie tusfchen den Ambachts-Heer en de Ingezetenen van Sprang: in dato den 24 September 1650, heeft plaats gehad, volgens welke door de Ingezetenen aldaar, jaarlyks , op Nieuw-j aarsdag, moet worden geformeerd , en aan den Ambachts-Heer ten fpoedigften toegezonden , eene Nominatie van vier van de nutfte en bekwaamfie Perfoonen aldaar, om, by denzelven Ambachts-Heer, twee uit de genomineerde Perfoonen tot Burgemeesteren te eligeeren ; en welke Eleftie moet gefchieden binnen veertien dagen of drie voeeken ten langften, te rekenen van Nieuw-Jaarsdag af; volgens de Copie van dezelve Conventie, die den Berichter de vryheid neemt hier by te voegen, onder No. 5. Gelyk in Conformité van dat aloude Recht en deszelfs ongeftoorde Posfesfle, de Berichter, mede in het begin van dit jaar, Schepenen en Burge* meesteren van Sprang voor dezen jaare 1787 ter behoorlyke tyd heeft geëligeerd en aangefteld; en welke verkozene en gefielde Schepenen ook door den Schout van Sprang op den 3 January 1787, in den ééd zyn genomen. Dat uit dit eenvoudig en met de waarheid overeenkomende voorftel van des Berichters Recht en Posfesfle, U Ed. Groot Mogenden reeds terftond van zelve zullen bezefFen de overgroote furprife, waar  f6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot s»aar mede den Berichter heeft moeten zyn aangedaan over de ondernemingen, welke het aan eenige Ingelanden yan Sprang of aan eenige Perfoonen , zich noemende Gequalificeerdens van dezelve Ingelanden, heeft kunnen behaagen, in het werk te ftellen, om viafafti, zonder eenig het minfte betoog van eenig Recht, zonder eenige Rechtspleeging, of zonder eenige Authorifatie van, jazonder eenige gedaane klachten aan den Souverein of aan eenig Richter, den Berichter in zyn wettige Posfesfle, op eene ongehoorde, en alzins informeele en onwettige wyze te turbeeren, mitsgaders de door hem wettiglyk aangeftelde Schepenen, in de waarneming hunner fun&ien, feitelyk te beletten en te verhinderen. Dat, om vaq die feitelykheden overtuigd te zyn, niets anders noodig is, dan de ledture van de Misfive of het relaas van het gebeurde te Sprang, *t welk de gemelde zoogenaamde Gecommitteerden hebben onderdaan, aan U Ed. Groot Mogenden te addresfeeren, en van de Bylagen, die zy daar nevens hebben gevoegd, Immers daar uit confteert, dat die zoogenaam» de Gecommitteerden hebben kunnen goedvinden, by hunne Misfive, v3n dato den 30 December 1786, aan Berichter gefchreven, op een zeer hoogen Toon, infubftantie, te declareeren: „ dat de „ Berichter niemand van zekere vyf, by die Mis„ five genoemde Perfoonen, welke te dier tyd „ als Schepenen, en een als Burgemeester van ,, Sprang, fungeerden, in eene van die qualitei- ten zoude hebben te continueeren , of, op „ nieuws, te eligeeren; en dat anders alle de In„ gelanden zich, daar tegens, krachtdaadig zou,, den verzetten, en zy Gecommitteerden, nu ,, of immer, die Perfoonen voor Regenten, 't zy ,, in qualiteit als Burgemeesteren, of Schepenen, „ niet zouden erkennen, als houdende (quafi) de- zelve Perfoonen, ten eeuwigen dage, ter waar» ,, neming van die pesten, incapabel." Ter-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 77 Terwyl men voorts, by Infinuatie, aan die Perfoonen, zeiven heeft doen aanzeggen. j, Dat, wanneer zy door den Ambachts-Heer, „ met den aanvang van 't jaar 1787, of wanneer, „ en DOOR WIEN HET OOK MOGTE ZYN, tOt SchepS- „ nen, of Burgemeesteren wierden geëligeerd, zy, „ dat Ambt, niet zouden mogen aanvaarden, of „ daar toe den ééd doen, maar dat zoodaanige ver„ kiezing, electie en beéédiging, zoude worden gehouden, voor Dieten van onwaarde; met ver„ dere Infinuatie aan den Schout, om geene der, „ voornoemde Perfoonen in den ééd te nemen." Gelyk dit uit de Bylaagen van der zoogenaamde Gecommitteerden voorfz. Misfive No. 11, 12 en 13 breeder kan gezien worden. En wanneer de Berichter niet had kunnen bciluiten, om aan die Infinuatie en Protestatie te defereeren, als aan hem gene wettige redenen gebleken zynde, om de gemelde Perfoonen voor inhabiel tot: de Regeering te confidereeren, maar hy van zyn Recht van vrye electie gebruik had gemaakt, en de door hem Berichter tot Schepenen geëligeerde Perfoonen, ook op den 3 January 1787» in Md genomen waren, hebben de gemelde pretenfe Gecommitteefden, of wel eenige famen gekomene Ingelanden, verder goedgevonden, te formeeren eene Nominatie van veertien Perfoonen, welke by Misfives van den 14 en 15 January 1787 aan den Berichter, en ook aan den Schout van Sprang, is toegezonden, om daar uit, voor dit jaar zeven Perfoonen als Schepenen te eligeeren; alles met zoodaanige bygevoegde fterke en bedreigende Proteftatien, als uit de Bylaagen No. 16 en 18 gezien kan worden; zynde by de Misfive aan den Berichter, No. 16 gedeclareerd. „ Dat, indien de Berichter niet konde goedvm„ den, om binnen den tyd van viermaal 24uuren, „ uit de Nominatie zeven Perfoonen tot Schepenen te kiezen, en door den Schout te doen beéédi„ gen, als dan voor ditmaal, zoo wel de verkie" & s, zing,  78 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ zing, als beéédiging, door het gactfche Volk ten overftaan van de meergemelde pretecfe Ge„ committeerden, zoude worden verricht, als me,, de, dat, indien door den Berichter, binnen den„ zeiven tyd» geene Burgemeesteren wierden verko„ ren, uit eene door Gemeente op den iflm January „ geformeerde Nominatie, dezelve pretenfe Gecom„ mitteerden almede zouden zorgen, dat de electie „ en beéédiging zoude gefchieden." Alles (zoo als in de Misfive word voorgewend) om eene langere Regeeringloosheid voor te komen, en op dat de Juftitie,, zoo wel als de Politie, zoude konnen waargenomen en vryelyk uitgeoefend worden. Terwyl dan ook al verder daar op is gevolgd, dat den Berichter die uit hoofde van zyne reeds voor lange gedaane EleEtie van Schepenen en Burgemeesteren, alle praetext van Regeeringloosheid, niet dan als ten eenemaal ongerymd en ongegrond konde aanzien, geen Electie uit die Nominatie hebbende gedaan, men verder na gedaane praetenfe Infinuatie en Proclamatie, (onder de Bylaagen No. 20 tot 22) feitelyk is geprocedeerd , om in eene famen gekomene Vergadering van verfcheidene Ingelanden, Schepenen en Burgemeesteren, prstenfelyk te eligeeren, en die, uit hoofde van des Schouts weigering, en, in weerwil van deszelfs proteftatien, zoodaanig te doen beéédigen, als by de Misfive der Gecommitteerden aan U Ed. Groot Mogenden geïchreven, in 't breede is verhaalt. Wordende vervolgens de door den Berichter wettiglyk geëligeerde Regenten, met ter daad, belet hunne functien waar te nemen , en integendeel de Regeering aangemaatigd door die Perfoonen, welke op de voorfz. manier, door der voornoemde Gecommitteerden pretenfe Committenten, quafi zyn verkoren: 't gunt zoo verre gaat, dat niet alleen die pretenfe Regenten den Schout van Sprang voor zich hebben ontboden te compareeren, op privatie van zyn Officie; het welk door denzelven, op de discreetfte en voorzichtigfte wy. zeis behandeld, en beantwoord, volgens de Bylaagen,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 79* i gen, die de Berichter de vryheid neemt hier by ts 1 voegen onder No. 6 en 7; maar dat ook de gemel> de pretenfe Burgemeeesteren en Schepenen hebben I laten doen eene Publicatie, waar by een ieder word 1 gewaarfchouwd, de door den Berichter aangeftelde ! Burgemeesteren en Schepenen, in die qualiteit te 1 erkennen of te gehoorzaamen, of eenige Actens 1 voor hen te pasfeeren, op poene van nulliteit, en ba. 1 vendien op eene boete van 600 Karoly Guldens, by pa' rate executie te betalen, uitwyzens de hier aan i annexe Bylaage No. 8. Terwyl voorts de verregaande drift en ongemefureer* ide hooge toon, met en op welke men te Sprang te i werk gaat: is af te nemen uit de Circulaire Misfive, 1 door die van het Genootschap aldaar, in druk verzon1 den aan andere Genoodfchappen in deze Provincie, «waar van eene gefchrevene Copie hier by is gevoegd < onder No. 9.; en waar by die van Sprang, onder 1 anderen, zeggen bereid te zyn: ,, om zich, is het , „ nood, te verzetten tegen elk en een iegelyk, hy zy „ wie hy zy, welken hun zou trachten tegen te wer„ ken." Wanneer nu alle deze demarches en onderneminj gen met een onzydig oog worden nagegaan en over1 wogen, vertrouwd den Berichter, het zoo verre < van daar te zyn, dat dezelve doorU Ed Groot Mofgenden zoude kunnen worden geapprobeerd, gelyk i de zoogenaamde Gecommitteerden by hunne Misïfive zeggen, te vertrouwen; dat integendeel de Ba. >) richter eerbiedig vermeend, daarover zich ten hoogt ften te mogen beklaagen, als over verregaande, iniformeele en geheel wederrechtelyke infratïien en turbo'itien van zyn deugdelyk en wettig Recht en Posfesfle, 1 welke de fterkfte afkeuring van U Ed. Groot Mo)[ genden verdienen, en waar tegen hy eene prompte a en efficacieufe voorzieninge van U Ed. Groot Mo)} genden als zyn wettigen Souverein en Leenheer, mag a reclameeren en gerustelyk verwachten. Dat, gelyk deze eerbiedigde verwachtinge van 1 den Berichter gegrond is, op het by hem reeds ge-  &o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot deduceerde Recht en op de aloude Posfesfle, aan de Ambachts-Heeren van Sprang, volgens hunne Verlyen en daadélyke oefFening, federt omtrent vier Eeuwen ongestoord hebbende gecompeteerd, en door den Óndergeteekenden , na eene wettige verkryging derzelve Ambachts-Heerlykheid, by titül van Koop, behoorlvk zynde gecontinueerd, en welk Recht eh Posfesfle mitsdien aan hem niet feitelyk, nog anders, dan by overwonnen Recht, kan ontnomen worden; zoo ook de Berichter hier in te meer word verfterkt, om dat tot hier toe, door de voornoemde pretenfe Gecommitteerden of hunne Committenten > nog nooit eenjge grond is bewezen, ja zelfs geénerlei Handvest, Privilegie, ÓEtroy of andere titul of bewys 'geallegeerd, waar op zy zouden kunnen bevoegd zyn, pm het Recht van den Ambachts-Heer van Sprang, in het eligeeren van, Regenten, té bètwisten, of hem daar van feitelyk eh eigener aüthoriteit,, te ontzetten; of ook om fommige Perfoonen op eene wil. lekeurige wyze, inhabiel tot dé Electie tevèrklaaren, of den Ambachts-Heer eene Nominatie vab Schepenen op te dringen: gelyk men zelfs ook nog nooit heeft ppgegeven, waar in de vermeende abuizen in de Regeering van Sprang zouden refideeren; En tot welk bewys men des te meer mag onder. Hellen, dat de zoogenaamde Gecommitteerden of hunne Committenten, niet in ftaat zyn, vermits het gemelde Recht en de aloude Posfesfle van den Ambachts-Heer , ook overeenkomt met de Privilegiën, Handvesten en oude Custumeh van den Lande van ZuidHolland, (waar onder Sprang is behodrende) uitwyzens het gene gevonden word by van Eyk, Costurnen van den Lande van Zuid-Holland, pag. 175 en 177; alwaar nopens het verzetten van Heemraaden of Schepenen, het volgende voorkomt: Item een gewaarde Rechter of Ambachts-Heer „ mag Heemradders ftellen binnen zyn Ambacht, ent „ die te verzetten of te verkiezen van die nutfte en' „ bekwaamjle, die hy weet, binnen zyn Ambacht •» té  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 81 j> te recouvreeren en te krygen, en dat al zoo dikü en menigmaal, als 't hem believen zal, ofte zy„ nen Schout of Stadhouder; want die Graave dac it eenen gewaarden Rechter gegeven heeft, dat j, zyn woord zoo krachtig is, dat hy dat mag ,, doen." * En nopens het kiezen en Hellen van Burgemeesters enz. komt aldaar, pag. 177. het volgende voor: „ Item, die Gezwoorens of Burgemeesters, die „ alle jiaren by den Ambachts-Heer den eenen, „ ende by die Gemeente den anderen, gekoren en „ gefteld worden, die zyn verbonden des niet te i, weigeren, elkereizeop een boete van tien pond, „ naar volgende onzen Land-Recht en Herkomen, „ zoo dat men moet kiezen die nutfte en bekwaam,, fte die men bevinden, en binnen den Ambacht j, weet te krygen, niemanden aan te zien. Des„ gelyken die Kerkmeesters, en de H. Geestmees* ters, te nemen en te kiezen als vooren." Waarmedeovereenftemt, Oudenhoven, Befchryving van Zuid-Holland, pag. 487 en 488. En moet wyders die handelwyze van de gemelde zoogenaamde Gecommitteerden en hunne Committenten nog al vreemder voorkomen ; eensdeels i om dat de pretenfe redenen, voor die feicelykheden geallegeerd, op derzelver eerfte voorftel reeds daadelyk en handtastelyk blyken ongegrond, ja on» gerymd te zyn; en anderdeels i om dat de handelwyze van den Berichter, ten aanzien van de zoogenaamde Gecommitteerden, niets diergelyks heeft gemeriteerd ; ('t welk echter alleen ten overvloede word bygebracht, vermits, in allen gevalle, de informaliteit en onbehoorlykheid der gepleegde handelwyze van de zoogenaamde Gecommitteerdens en hunne Committenten, uit het geavanceerde ontwyffelbaar doorftraalt). Immers de gepretendeerde reden, waar op men den Berichter heeft willen beletten, de hier voorgemelde vyf Perfoonen tot eenige Bediening der Regeering XLVIII. Deel. f te  82 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te contieuëeren, of op nieuws te verkiezen, beftond alleenlyk daar in, (zoo als uit de Bylagen No. 8., No. ir. en 12. van dér Geconftitueerden Misflve duidelyk blykt) dat die Perfoonen, fchoon zy dooi- den Gerechts-Bode, op de inftantie van de gemelde Gecommitteerden , op den 28 December 1786, 's morgens na elf uuren geinfinueerd waren, om op den zelfden dag, ten twaalf uuren in het Rechthuis te compareeren, echter aldaar niet verfchenen waren ; weik voorftel alleen genoeg is, om te doen gevoelen de verregaande ongervmdheid , welke daar in refideert, dat men om die non comparitie op eene Vergadering van 't Gerecht, die door Geconftitucerden van omtrent 91 Ingelanden, (gelyk zy in No. 12. genoemd wordenj nog ?;een uur te vooren, was belegd, de gemelde Perbonen, waar van 'er twee zelfs op dien tyd in de Klündert en dus abfect waren, en mitsdien onthooglyk konden compareeren, en van die convocatie ockundig warer geweest, inhabiel verklaard, om voor 't jaar 1787, ja om ooit weder ars Schepen of als Burgemeester van Sprang te fungeeren; én dat op dien grond, de Ambachts-Heer van zyrl Recht van El ftie derzelve Perfoonen daadelyk zoude kunnen worden ontzet, en zulks door een Declaratoir van ef nig Ingelanden, of vanhunnepre. tenfe Gecommitteerden. Terwyl ook even ongegrond en ongerymd is, het Voófwendfel van Regeeringloosheid, 't welk voor het formeeren en aan den Ambachts-Heer toezenden van eene Nominatie van Schepenen, en voor de feitelyke Eleöie door eenige Ingelanden, is geallegeerd, daar nögthands niet alleen reeds op den 1 January 1787 Schepenen door den Berichter geëligeerd, en dezelve den ^den dito door den Schout van Sprang, beëedigd en geinfialleerd waren; maar ook al op den 8ften dito, uit de Nominatie, door de Gemeente aldaar op den iften January geformeerd, en aan den Berichter, tot het doen der Eleöie den 6den dito toegezonden . twes Burgemees-  4e Gebmrtenisfcn in 1787 enz. norgcvalhn. 8| meestéren, door den Berichter onverminderd ayö verder Recht, waren verkoren5 zoo als blykt Üie de hier bygevoegde Bylage onder No. 10,; en tot welker beëediging de Schout op den 18 January 1787, de door den Berichter geëligeerde Burgemeesteren, ook heeft doen convoceeren; doch *c welk als toen geen voortgang heeft gehad, vermits ArNOLdüs Wynen, zynde een der door den Berichter verkorene Burgemeesteren, reeds eenigë dagen van Huis geweest zynde, nog niet was geretourneerd ; en door den tweeden verkoren Burge. meester Dirk van Uythoven wierd gedeclareerd, dat hy, als quaü door het Volk van Sprang tot hannen Burgemeester genomineerd zynde, wel bereid was zich in dien Post te laten inftalleeren en be* éédigen, doch dat zulks moest gefchieden ten over™ ftaan van wettig gefielde by en door het Volk erkende Regenten; maar dat hy de Perfoonen, op de Rechtkamer gecompareerd, voor geene Schepenen konde of mogte erkennen, zoo als uit de hier bygevoegde Bylage No. ii. is te zien; tenblyke, dat ook het niet beëedigen der Burgemeesteren aan deu Berichter of zyn Schout, geenzins kan worden gejmputeerd. Terwyl, nopens de handel wyze van dén Bericht ter, uit de Bylage No. 14. by der Gecommitteerden Misfive gevoegd, aan U Ed. Groot Mogenden aal confteeren, dat de Berichter op den by hem ontvangen brief, van dato den 30 December 1786 2 zynde No. 11., reeds op den 1 January 1787 aan de gemelde Gecommitteerden heeft gerefcribeerd, «n, onder een alzins discreet protest van non préjudicie, aan hun heeft voorgeflagen: Om aan hem '„ Berichter, of aan Schout en Gerechte van Sprang f „ op eene behoorlyke wyze, eene opgave te doen ,, van de poincten of abuizen, welke men meende 3, dat abufivelyk te Sprang iogeflopen mogten zyrjj „ ten einde om dezelve Conftitutiöneel geredres*, feerd te hebben; met byvoeging, dat zoo men j, goedvond daar over met den Beriehtef te con« Fa a k*  84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „fereereh, hy zich daar van niet zoude ont,, trekken :*' zoo als bok des Berichter* Misfive » door hem opde aan hem toegezondene pretenfe Nominatie gefchrèven, (onder de gemelde Bylagen No. 19.) niets behelst, 't welk eenige fchyn vaü reden tot klachten over eenige de minfte indiscretie van den Belichter Zoude kunnen opleveren; hebbende den Berichter daar by alleen geprotesteerd regen de Voorfz. onbevoegde handelwyze , én op de ongefundeerdheid derzelve aangedrongen, vermus 'ér geene Regeeringloosheid te Sprang konde 1 worden voorgewend, daar reeds bevoorens Schepenen en Burgemeesteren door hem geëligeCrd, en de Schepenen door den Schout beëedigd waren. Even weinig kan ook tegen het gedrag van Schout en Gérerhtt, ten aanzien van de voornoemde zoogenaamde Gecommitteerden, eenige wettige reproche gealleg>erd worden i hebbende gemelde Schout en Gerechte op den 22 December 1785, wanneer aan. hun allereerst kennis is gegeven van de aanftelling dier Gecommitteerden, met overlevering van Copie Authentiek der op hen gepasfeerde Acte, en met een mondeling verzoek: „ om van Schout en \ ,, Gerechte te weeten, of zy hen als Gecommit,, teerden erkenden; met aanbieding, om in dit : „ geval met Schout en Gerechte, ten gemeenen ,, nutte der Gemeente mede te werken; en met ,, verzoek, dat arders hunne Commisfie zoude ge* ,, houden worden voor Notificatie." Aan dezelve Gecommitteerden is geantwoord: ,. Dat zy de Commisfie gezien hadden, deZelve ,, hielden Voor Notificatie, en zich binnen veertien j ,, dagen finaal zouden declareeren." Uitwyzens No. 2 en 3. der gemelde Bylagen. Met welk discreet antwoord, Waar by het tweede Lid van het gedaane Verzoek volkomen was ingewilligd, toen wel genoegen is genomen, maar Waar op vyf dagen daar na, gevolgd is een Request van de zoogenaamde gemelde Gecommitteerden, zyn.  de Gebeurtenis/en in 1787 euz. voorgevallen. 85 zynde de Bylage No. 4., 't welk wel vervuld was met fterke eD nadrukkelyke ja bedreigende uitdruk, kingen, maar echter geheel in vage was ingericht» zonder eenig bepaald bezwaar te allegeeren, enwaarby, zittens die Vergadering, wierd verzocht voldoening aan het evengémelde verzoek van den 22ften bevoorens; welk volumineus Request, vólgens het daar by gedaane verzoek, illico is geregiftreerd pf in de Notulen van Schout en Gerechte geinfereerd geworden; en waar op Schout en Gerechtenader hebbep gedeclareerd, op den 3o1:en ipecember te zullen antwoorden. Zynde het van zéift evident, dat het verzoek daar by, en bevoorens op den 22ften December, in vago gedaan, cm als Gecommitteerden te worden erkend, geene zoo presfante dispofitie requireerde; te mmder, daar geenerlei fpeciaal bezwaar voorgefteld, 'noch eenig pqinfl: was opgegeven waaromtrent Redres verlangd zoude worden; waarom dan ook de manier op welke dezelve Gecommitteerden den Schout, op denzelven avond van dea 27 December 1786, wanneer hy nog met het pasfeeren van twee fcabinale Adtens was geoccupeerd, gedwongen en genoodzaakt hebben, om tegen dea volgenden dag den 28fteh December, Schepenen te convoceeren, van indiscretie niet is vry te ipreken. Terwyl ook noch de ordre van den Schout, pm tot die Vergadering niet mede te convoceeren de twee Schepenen Leendert Wynen en Jan Leempoel , noch het niet voortgang hebben vap dezelve Vergadering óp het beftemdeuur, als onbehoorlyk kunnen worden geconfidereerd; vermits van het eerfte de natuurlyke reden is geweest, dat die Vergadering van Schout en Gerechte begeerd en belegd zynde, om op het voorgemelde 'Request van den 27 December te disponceren, mitsdien dis twee Schepenen, welke zelfs mede hadden geteekend de Procuratie of zoogenaamde Commisfie op de voornoemde Gecommitteerden, door welke het voorfz. Reque6t was geprefenteerd, onmooglyic F 3 kou-  $6 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tet konden worden geadmitteerd by de deliberatién, welke over het Rtquest, dat ook in hunnen naam en door hunne Gemachtigden gepraïfenteerd wass zouden gehouden worden; En het tweede veroirzaakt is door de abfentie van twee der andere Sche= penen, die in Commisfie naar den Berichter vertrokken waren. Zullende voorts aan U Ed. Groot Mogenden con= fteeren, uit de Bylage by dit Bericht No. 12. dat Schout, Schepenen en Burgemeesteren van Sprangs met ter daad, volgens hunne belofte op den 30 December 1786, finalyk hebben gedisponeerd op de voorfz. aan hun, op den 22ften en 27ften bevoo= rens gedaane verzoeken, en wel in dier voegen: ,5 dat zy onverminderd hunne verdere delibera,, tien, hebben gpperfifleerd by hunne Refolutie van den 22lten der gemelde maand, en mitsdien „ verklaard, de Copie der vcorfz. aan hun averge3, gevène Procuratie of Commisfie aan te némen en s, te houden voor Notificatie; en dat zy wyders ,, nebben gedeclareerd, altoos bereid geweest té „ zyn en nog te zyn, om, zoo veel van hun was ,, dependeerende, de abuizen die ingeflopen mogten 3, zyn, en aan hun kennelyk mogten worden, op eene behoorlyke en Conjiituttoneele wyze , te redres- feeren; en dat verder daar van Extract aan de ,, voornoemde Gecommitteerden zoude worden ge„ geven, tot derzelver naricht." verder oirdeelt de Berichter onnoodig, zich op de Pofitiven van der Gecommitteerden meergemelde Misfive, of op de daar by gevoegde Bylagen, uit te laten, hoe zeer daaromtrent nog veele andere refleftien zouden kunnen gemaakt worden, ten aanzien van het geheele gedrag der Gecommitteerden, welke zelfs nooit kunnen doen zien, door de meerderheid van Ingelanden gequalificeerd te zyn, en welker Commisfie van den 4 December 1786, zynde hunne Bylage No. i„ hen geenzins bevoegd maakte tot de door hen ondernomene demarches, als zich alleen hebbende bepaald: „ Om  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 87 Om uit naam der Committenten op te nemen, „ alle de Dorps- en der Ingezetenen bêzwaareo, waar door zy vermeenen mogten, \a deze of ge. Ë ne Rechten en Privilegiën van tyd tot tyd ver. „ kort te zyn, daar van eene Memorie op te Jlel. I len, en aan de Committenten van dezelven behoor. ! lvk Rapport te doen; en voorts, om au caam ' der Committenten by de verkiezing van Burge. " meesteren, Kerk-, Arm-en Weesmeef rereo,te I adfifteeren, als mede by het doen der Dorps-Rekeningen, ten einde uit hui naam en met nun" ne voorkennis, toe te zien, dat alles in behoor!, lyke orde en form gefcbiede." Doch 't weik zeer verre is geëxcedeerd, door de daadelyke aatmaatiging van dat gene, 'twelk Gecommitteerden op den 3c December 1786 en volgende dagen, voor den 13 January 1787, (wanneer men de nadere qualifïcatie, by der Gecommitre. rden Misfive fub No 5. gevoegd, heeft in de weereld gebracht) tegen den Berichter, byzonder omtrent zyn Recht der Electie van Schepenen, hebben ondernomen. .. . Edoch de Berichter behoeft dit met nader m byzondcrheden aan te toonen; het recht, en de aloude nosfesfie van den Ambachts-Heer van Sprang, aan de eene zyde, en de onbevoegdheid en onbehoorlvkheid, om op eene zoo feitelyke wyze, zonder bewys, ja zonder allegatie van eenig Contrarie en beter recht, eigener authoriteit den Ambachts Heer 'in dat recht en oude posfesfle te Itooren en te belemmeten, aan de andere kant; zyn van die notoire evidentie en liquiditeit, dat de Berichter zich verz<"kerd houd dezelve niet alleen geen breedvoen. p-er betoog of adltruflie te vereisfchen, maar dat Sok door U Ed. Groot Mogenden van zelfs ten vollen worden gepenetreerd, de gevaarlyke gevolgen, welke tot verwekking van allerlei verwarringen, omverwerping van alle goede orde, en verftmtng van ie wettigfie Rechten en Pos/èsfiën, noodzaaklyk moeten voortvloeijen uit diergelyken onbezoLnen yver, F 4"  88 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en zoodaanige driftige en willekeurige handelwyzen, als tegen den Berichter en zyne Rechten én Posfesfien, mitsgaders tegen de door hem wettig gekorene Regenten van Sprang zyn ondernomen; als mede de onbillyke verqngelykingen, die daar door reeds hem Berichter als wettigen Ambachts!Heer, als mede het wettiglyk door hem verkoren Gerecht aldaar, op de informeelfte wyze zyn aangedaan : har delingen en verongelykingen, die gantsch ten onrechte met den fchoohfchynendén naam van Vaderlandsch- en Vryheids-Liefde worden gepalliëerd, daar dezelye niet anders kunnen worden aangemerkt, dan ten hoogften fchadelyk zynde voor de ware belangens van Vaderland en Vryheid, welke geene verwarringen noch eigendunkelyke verftooringen van iemands wettig Recht eh Posfesfle, kunnen toelaten, en daarom ook door ü Ed. Groot Mogenden, als edelmoedige Handhaavers zynde van goede orde, repht en gerechtigheid, geenzins kunnen gedoogd worden, maar waar tegen fioogstderz-elVer efficacieufe eh prompte voorziening, door den Berichter, op de hier bpven geavanceerde gronden, met de eerbiedigfte vrymoedigheid mag worden, en ook daadelyk by dezen word geimploreerd. Weshalveo de Berichter dit Bericht, (waar by ook wederom terug gaan de origineelé Misfive der Gecommitteerden en deszelfs Bylagen) hier mede befluit, met ootmoedige fupplicatie en verzoek: dat het aan ü Ed. Groot Mogenden (welker billyke afkeurmge vaD dergelyke handelwyzen, reeds onlangs, met opzicht tot die van H'eusden is gemanifesteerd) moge behagen, de noodige ordres ten fpoedigften te flellen, ten einde de door den Berichter , als Ambachts-Heer van Sprang geëligeerde Schepenen en Burgemeesteren, voor den jaare 1787, onverhinderd hunne bedieningen, uit krachte van des Berichters Electie mogen en kunnen waarnemen, en in de exercitie van derzelver BedjeDingen gehandhaafd wordenj'e'n alle de'daar te. gen,  'de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 8fi gen, zoo door de gemelde zoogenaamde Gecommitteerden en derzelver Committepten, als door hunne pretenfe geëligeerde Schepenen en Burge» meesteren gepleegde handelwyzen, verrichtingen en toegebrachte empechementen en beletzelen , afgedaan én vernietigd mogen worden. Terwyl het eindelyk den Berichter geoirloofd zy, eene fpoedige en gunftige Refolutie van U Ed. Groot Mogenden te mogen verzoeken, ten einde de door hem Berichter wettiglyk geëligeerde Regenten niet langer van de waarneming hunner Bedieningen mogen ontzet of daar in verhinderd worden» {Onder Jlond,) *t Welk doende &c. pvas get.) D, Elemans. BYLAGEN. No. 1. Qp huiden den 4 December 1786 compareerden voor my Francois van der Werken, openbaar Notaris by den Ed. Hoven van Holland geadmitteerd, in Sprang refideerende, prefent de Getuigen na genoemd. Zacharias Scholt, Zacharias Leempoel, Joh. Smits, Pieter Boefer, Goverd Klis, Hendrf-van der Loo, Lambert van d'Ortmont, Jan Langermans , Anthonie Klootwyk , Leéndert Wynen , Gerrit Putters, Teunis van Dongen, Willem Blok, Johannis Piggeo, Pieter Ginzyns, Lambert Sprengers, Wed. Hendr. de Haan, Carlus Johfton, Huybert Boer, voor ep in naam van zynen Vader Hendr. Boer, Cornelis de Rovy, zoo voor zich als in naam van zyn Moeder Wed. Bastiaah de "Rovy, Jan Dalmeyer', A. de" Grëeff, Adriaan de Jongh, F 5 Pie-  go Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Pieter Spuybroek, Anthony de Leeuw, Pieter Livits, A. van Rièl, J, Leempoel, Jan Vos, Jan van Daalen, Anthony Willem Klootwyk, Wouter Smallegang, Adriaan van Baardewyk, Pieter Okkers, W. Brouwers, Jan Verhogen, Adriaan Heymans in naam van zyn Vader Lambert Heymans, Lourens Anthony van Dy, Huybert Blok, Willem Gyben, Jan Molegraaff; Jacobus Treffers , B. van Beek, Huybert van de Kamer, Anthony Guiryns, A. Oerlemans, Anthony Kivits, Wouter de Beer, Adriaan Arnoldus Oerlemans, Adriaan van Osf, Willem Ypelaar, Jufv. Wed. de Heer J. J. Hubert, Jacob Vos, Willem Soeters, Simon Colthof, Dirk Wynen, Pieter van der Loo, Wed. Toonter van der Wensen, Jan Boll voor en in naam van -zvne Moeder Wed. C. van de Werken , de Wel Eerwaarde Heer J. J. de Merre, Predikant alhier, Joh. Smits, Jan Crajo, Arnoldus Op. horst. AUpa Burgers en Ingelanden in dezen Dorpe Sprang, verJoaarebby dozen te verzoeken, committeeren en machtig te maaken, Arnoldus Ophorst, Simon Colthoff, Jan Crayo, Willem Soeters, Frangois van de Werken, L. A. van Dyk, Pieter van der Loo, Dirk Wynen, Jacob Vos, Mede-Burgers ■ en Ingelanden alhier, óm uit naam en last van hun Comparanten, ter dezer Plaatfe op te nemen alle de Dorps en der Ingezetenen bezwaaren, waar door zy vermeenen mogten in deze of gene Rechten en Privilegiën van tyd tot tyd verkort te zyn, daar van eene Memorie op te ftellen en aan hun Comparanten van dezelve een behoorlyk Rapport te doen, en voorts om uit naam van hen Comparanten, by de verkiezing van Heeren Burgemeesteren, KerkArm- en Wee-meesteren, voortaan te adfifleeren, als mede by bet doen der Dorps-Rekeningen, ten einde uit hunnen naam en met hunne voorkennisfe toe te zien dat alles in beboorlyke orde en forme gefchiede; blyvende sy Gecommitteerden fteeds ter verantwoording aan hun Comparanten gehouden; ' * ' ie-  $ Gebeurtenisfeit in 1787 e?iz. voorgevallen. referveererde zy Comparanten ten allen tyden aan zich, om de macht aan meergemelde Gecommitteerden verleend, naar bevind van sakken te vermeerderen of te verminderen; betuigende zy Comparan. ten in dezen geen ander doelwit te hebben dan de verbetering dezer Darpsfipantien , en de bewaaring hunner wettige Rechten en Privilegiën,; fen einde de billyke klachten der goede Ingezetcaep, (zoo 'er bevonden tn.cgten worden dezelve te zyn) met hoop van fucces tot redres , in den Schoot kun» een geworpen worden van hun, die den naam van Vaderen des Vaderlands niet'te vergeefs dragen. Belovende zy Comparanten verders by dezen, van waarde te zullen houden al het geen op voorgemelde wyze door meergemelde hunne Gecommitteerden zal verricht worden, nemende meergemelde hunne Gecommitteerden onder hunne byzondere Protectie, tegen allen en een iegelyk wie hy zy, welke deze hunne Gecommitteerden ter zaake voorfz. eenig hinder of beletfel zouden trachten toe te brec> gen. En dit alles tot ons gerechtelyk wederzeggen toe, onder verband als na Rechten. Compareerde mede voor my Notaris en Getuigen opgemelde Arnoldus Ophorst, Simon ColthofF, Jan Crayo, Willem Soeters, L. A- van Dyk, Pieter van der Loo, Dirk Wynen en Jacob Vos, dewelke verklaarden met ende benevens my Notaris ieder in hun opzicht, de opgemelde Commisfie zoo als die ligt te accepteeren. Aldus gedaan en gepasfeerd binnen Sprang voornoemd, ter prajfentie van Jan Kievits en T. van der. Velden Getuigen. De minute dezes is behoorlyk geteekend. (Onder ftond,) Quod Attestor. (was gel.) F. van be Werken, Nat. Pub. En  oa Verzameling van Stukken betrekkelyk tot En na dat deze Adte in voegen voorfz., door de gemelde Perfoonen geteekénd en gepasfeerd •was, zoo hebben de navolgende Burgers en Ingelanden zich met den inhoude dezer Aöe, zoo als die Kggende is geconformeerd, eh die ten dien einde in prefentie van de mede Ondergeteekenden i Corn. de Rooy, Adriaan van Riel en Dirk Wynen, , ondergeteekend als, Willem Braspenningk, Hendrik Brienon, Dirk van Üitjioven, Gerard van Opsterhout in naam i van zyn Vader A. van Oosterhout, Frans van Ammelrooy voor en in naam van zyn Moeder, Jacobus de Bie, filizabetde Beer, Anthony Goedhart,, iLeendert van Es, Hendk. de Dok,' Gan den Bor- fer, Bastiaan Verfchuuren, Wed.Doens Kouwenerg,'Arnoldus Hasnals, Pieter van Dongen, de "Wed. Geldevos, Peter Brouwers, Corstiaan de Bie, Anthony van Loon, Cornelia Klootwyk voor; en in naam van haar Vader, Roeland Oerlemans, Wed. Arnoldus Oerlemans, Anthony Hendrik; Bloc en Hendrik van der Loo. (uw geteekénd) D. Wynen. A. van Riel. C. de Rqoy. Nq. 2. Extracl uit de Notulen van Gecommitteerden van Sprang. Vergadering gehouden den 21 December 1786. Prefent alle de Leden. Is gerefolveerd, op morgen nadenmiddag, by gelegen-  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. s>$ ?j genheid dat Schout en Schepenen vergaderd zyn, aan Hun Ed. Achtbaare de volgende Boodfchap te ■doen. I 1* Wy hebben de eer aan U Ed. Achtb. te ver» |„ toónen en over te geven Copie Authenticq vaö |,, onze Commisfie; wy verzoeken van UEd. Achtb. j„ te weten of ons als Gecommitteerden alzoo er£„ kent} zoo ja, zyn wy bereid met U Ed. Achtb. ? „ ten gemeenen nutte der gemeente mede te wer» I,, ken; zooniet, gelieve UEd. Achtb. deze onze la Commisfie te houden voor Notificatie," No. 3. JExtraft uit de Notulen van Gè* committeerden van Sprang. * Vergadering gehouden den 21 December 1785. Frefent alle de Leden. Is gerefolveerd op morgen &c. Waar óp de Gecommitteerden van den Gerechte het volgende Antwoord hebben ontvangen. „ Heeren wy hebben Uwe Commisfie gezien , ,, wy houden dezelve voor Notificatie, en wy zuli, len binnen veertien dagen ons finaal declareeren.'' No. 4. Aan de Ed. Achtb. Heeren Schout, Burgemeesters en Schepenen der AmbachtSm Heerlykheid Sprang. Geven reverenteiyk te kennen de Ondergeteet kende Gecommitteerden van het aanzienlykst getal Sur-  9\ ' Verzameling van Stukken hetrekkelyk lat Burgers, Inwoonders en Ingelanden, dezer Auï*| bachrs-Heerlykheid Sprang. , Dat de Qcderger.ee kenden in hunne qualiteit met i deuiterfte bevreemding zyn ontwaar gewórden, erJ » door het Rapport van hunne Gedeputeerden aan hun \ gemanifesteerd lY, d3t U Ed. Achtb. in derzelver i Vergadering van Vrydag den 22ften dezer (naar dat ; hunne Gecommitteerden aan U Ed. Achtb. de be- , hoorlyke communicatie hebben gedaan, van hunne verkiezing op een legale wyze op hun uitgebracht li met het eind en oogmerk waar toe zy verkoren i: zyn) aan dezelve Gecommitteerden, in fubftantiei door den Heer Schout als Voorzitter hebt doen ant- I woorden. ,, Heeren wy hebben uwe Commisfie gezien, i s, wy nemen dèzelve voor Notificatie, eh wy zul- 1 „ len binnen veertien dagen ons finaal decla* s reeren." . - «.] De Supplianten konnen niet twyffeleö, Edele h Achtb. Heeren ! of dit antwoord is overeenkomen» II de met de Refolutie, die in U Ed. Achtb. Vergadering in cas fubjeö, genomen is. Dan de Supplianten zouden over de wyze, by welke deze Refolutie by ü Ed. Achtb. genomen is, al vry wat konnen aanmerken, zoo omtrent het ordonneeren van U Ed. Achtb. aan de Schepenen Leempoel en Wynen, om hangende de deliberatien over het geval in questie buiten de Rechtkamer te moeten ftaan, II alleen, om dat zy als eerlyke lieden de Procuratie I op de Gecommitteerden medé getekend hebben, ij het geen immers in geenen deele met een wel ingerichte Regeeringsform ftrookt, en waar van zelfs deArchiven, zoo de Supplianten vertrouwen, van Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering geen bewyzen zullen opleveren; en dus ook, naar het oir- . deel der Supplianten alhier te Sprang, zynde een fubalterne Regeering, en in een geval als dit,, raakende elk Man als Burger of Ingelande en elk Regent als Vertegenwoordiger, zoo hy eerlyk wil han*  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 05 ihandelen, even van naby, en dus ten hoogften van ideze twee Schepenen kan worden gevergd, van zich buiten deliberatie in dit ftuk, te moeten houden, Uonder hun de Rechtkamer te ontzeggen , wie heeft daar tusfchen Regent en Regent 't Recht toe? De Supplianten weerhouden zich al nog te geloven, dat de overige Regenten zulfcs verzonnen hebben, tegen de Schepenen Leempoel en Wynen, om zich direct te declareefen als vyanden, zoo tegen de twee voornoemde Schepenen, als tegen het igeheele Volk van Sprang. Doch Ed. Achtb. Heeren! hoe veel Recht ook de Suppliantën zouden hebben, om tegen deze irreguliere demarche der (meerderheid van U Ed. Achtb. Vergadering te protesteeren en hen krachtdaadig te verzetten, willen zy liever hun bepaalen tot het antwoord dat U Ed. lAchtb. aan hunne Gedeputeerden gegeven hebben; zoo veel te meer, dewyl zy niets buteeren dan dac het onderling vertrouwen tusfchen U Ed. Achtb. en het Volk, welk de Supplianten zyn reprefentee. rende, mag werden daar gefteld, en dat der SuppH1 anten Collegie in de zoo noodige medewerking der herftelling van alle ingeflopen abuizen, ook in de i verkiezing der Regenten, by vervolg van tyd met Ü Ed. Achtb. voor hun vry en onverlet mogen meI dewerken, tot herftelling van eene grondwettige {Conftitutie, en ter bewaaring van een ieder zyn I Recht. U Ed. Achtb. zeggen in dat antwoord bin. i nen veertien dagen zich finaal te zullen declareeren. Dit komt de Ondergeteekenden wonder voor, biuleen veertien, ja Ed. Achtb. Heeren, binnen tien ï dagen naar den dag, op welke U Ed. Achtb. dat I antwoord gegeven hebt, is het nieuwe jaar; op die tyd i moeten 'er althands nieuwe Burgemeesters gekozen i worden, 't is mooglyk, dat de Ambachts-Heer den I 3den January de Electie doet hier zyn, en ziet daar •I als dan eenige van U Ed. Achtb., welken als dart j misfehien ophouden Regenten van Sprang te zyn, bui-  $6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot buiten de mooglykheid, om zich in de als nu doof i hun bekleed Wordende, maar als dan vervallene qualiteit van Regent te kunnen declareeren, daar de Supplianten niet konneh vermoeden, dat by U Ed. Achtb. de zekerheid is, dat de geheele R^geering van dezen Dorpe met het jaar 1787 zal blyven continuëeren. Zoo U Ed. Achtb. bepaald hadden, zich binnen agt dagen te zullen declareeren, de Suppli. anten zouden daar icce hebben berust, als niet genegen, om U Ed. Achtb. tot een directe declaratie tedwingen. Maar het zy met eerbied gezegd, nu kunnen de Supplianten hier in niet berusten; de tyd verloópt, het oogenblik der kiezing van Burgemeesteren is aanftaande, in dat moment moeten de Supplianten als Gecommitteerden werken, ook daar moeten zy voor het Volk toezicht hebben, en verwachten van U Ed. Achtb. geenzins hier inne te leur gefteld te zullen worden, maar keeren hen tot U Ed. Achtb.; ootmoedig doch met allen den ernst die vrye Inwoonders betaamt, en die het recht der natuur als van God den Opperheer van het geheelal in handen hebben, verzoekende, dat door ü Ed. Achtb. geheel en al aan het verzoek door Geconftitueerden op den saften dezer in de Vergadering van U Ed. Achtb. gedaan, by eene Refolutie van ü Ed. Achtb. zittensdeze Vergadering te nemen, mag werden voldaan, en aan hun daar van te verkenen en extradeereU Cqpie in forma; dewyl de Supplianten byontftentenisie van dien, aaD hen referveeren zoodaanige middelen als tot mainüien van hun goed Recht aan hun in tyd en wyleh het gefchikfte zullen voorkomen; protefteerende nu als dan, voor God en de geheele weereld, tegen alle de gevolgen welken uit een tegenftrydige handeling van U Ed. Groot Achtb., of van wien het zyn moge , nu ofte eeniger tyd ftaan geboren te worden, die latende voor rekening van hun, welken zich tegen het verlangen der Supplianten trachten te verzetten; waarom zy ook begeeren, dat deze in de Notulen  de Gtïiortinisfgh in 1787 enz. voorgeïailèn $7 Jen van ü Ed. Achtb. ten dezec mag werden géiüfii. teexdi (Ónder fond,) H Welk doende &c. (was geteekénd) ■ff. van £•£ Werken, Gecommitteerde. Ai Ophorst. Wm. Zoeters. D. Wynen- j. VOS. S. COLTHÓFF. ƒ. CrAYÓ. Pe Al van Dyk. Pister van der LÖQi No. $ Heeren Schepenen in Ëtirgei meesteren. De Teekénaars van hét Request van gisteren ha* mïddag hebben my gedwongen , huiden morgeft tegens elf uuren Extraordinaire Vergadering té beleggen, om op het zelve Request aïédah finaal te Befluiten , in plaats van aanftaanden Zaturdag den 0 December 1785. Waarom ik ü Ed. Achtb. tegens1 elf, uuren dezeo morgen in de Raadkante? iaat c!~ teeren. (Ónder ftond,) 28 December ü Ed. Achtb. dienét- 1786. willige Dienaar. (was géi.) A. ft. vAn Gendeeést. , Schoüh i\To. 0. Vërklaare by déze ter fequifitië Vin ië GeèofrXLV1II. Deeje* G Mi.  98 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot muteerden van de inwoonende Ingelanden te Sprang, dat ik in myn quaüteit als Schepeü dezer Ambachta-Heerlykheid pp den 26 December 1785 ben geroepen, door Adriaan de Tongh en Adriaan van Vüeren Schepepen dezer Ambachts-Heerlykheid, om by den Heer Schout in het Rechthuis te komen; dan dit was zoo circa agt uuren of half npgen iq den avond; dat ik, aan de Rechtkamer gekomen zynde , daar gevonden heb H. van den Hoven, en dat nog geroepen is Jan Oerlemans, en dat de Schout tegen ons gezeid heeft: „ Ik zal „ Vergadering van Schepenen, door denGerechtsBode, tegen morgen ochtent om elf uuren, la„ ten beleggen, maar gylieden moet maar thuys „ blyven." Dat de Ondergeteekende, daar op , in het by wezen van den Schout gevraagd heeft, aan de Leden daar prefent, wat zullen wy dan doen? Waar op door den Heer Schout in zin en fubftantie is geantwoord, 'Schepenen moesten maar niet komen ; waar op alle de prefente Schepenen aan den Schout geaptwoord hébben , dat zy niet zouden komen: zynde dit Declaratoir, voor zoo veel als het gepofeerde aangaat, my wel bewust en in het geheugen. Aüum Sprang, den 13 January 1787. (was ger.) F. de Graaff. No. 7. Fomulier-ééd van Schepenen. Wy beloven en zweeren Schepenen dezer Heerlykheid Sprang te wezen, dat wy Hun Ed. Groot Mogenden myn Heeren de Staaten van Holland en West-Friesland, ende myn Heeren Gecommitteerde Raaden, onze Souvereinen, zullen gehouw ende getrouw wezen, haare bevelen refpecteerèn en gehoor-  is Gtbsurtenisfm ih 1787 enz. vaorgeyèjiiit ■;? hóorzaameri na behooren, onzen Ambachtö-riccteeren en refpecteeren, zyn Recht voor te ftaan en protegeeren; dat wy onzen Schout voor Zoo vee! hem in rechtmaatigheid toekomt, oft zoude mogen aangaan, behulpelyk zullen zyn; dat wy refpeélivelyk goede en rechtvaardige Juftitie zullen «driairu< ftreeren en doen adminiftreeren, rechtvaardige Vörinisfen wyzen, naar onze beste wetenfehap, zender eenig faveur, disfimülatie ofte verdrag. Dat wy alle zaaken, dewelke behooren fecreet te biyven j by ons zullen houden, ter tyd en wyle toe dezelve naar rechte geopenbaard mógen worden; dat wy aan geeneParthyen, rakende hunne differenten, Vaa welke voor onze Schepensbank Proces zynde, raad Oft daad zullen geven; dat wy onzen Heer, en deszelfs Heerlykheid ende Onderdaanen, in vrede ec rust zullen helpen houden, van alle tweedracht^ ihuiteryen en oneenigheden, die in dit Dorp van Sprang mogten komen te ontftaan ofte ryzeri, zoö tegens den Heer dezer Plaatfe, Schout en Gerechte alhier, zoo veel doenelyk, tegens dezelve onheilen te zullen refideeren en beletten, en der gerüeenteos bórbaar betrachten j en zulks niet laten om Vader oft Moeder, Broeder oft Zuster, nog eenig niaÊht, in geenderhande manieren, iets ter weereld. Verders dat wy het Recht des Heeren dezer Heerlykheid in 't minfie niet zullen verminderen \ tóaar den Schout en den Heere zyn Recht te zullen mainrineeren, protegeeren, obediëeren en gehoorzaaöjerj \ dat wy alle Vergaderingen zullen bywoonen, zoo dik- en menigmaal als de Schout vermaanen zal, en dat alles tot kentielyk weerzeggen van den Ed» Ambachts-Heere toe. Zoo waarlyk Jteipe ons God Almachtig* Nb. 8. Git naam van de Gecommitteerden van öirea toé G É In*  700 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ingelanden, als nu met hunne Committenten veN gaderd voor het Rechthuis alhier, om van Hun Ed. Achtb , Schout, Burgemeesteren en Schepenen, Regeerders vac dezen Ambachts-Dorpe, welke, volgens belofte van den Heer Schout, gisteren nadeiniddag aan de Gecommitteerden gedaan, heden mofge-n ten ii uuren expresfe zoude vergaderen, om op het verzoek van de Gecommitteerden Vrydag den 22ften dezer ter Vergadering van Hun Ed. Achtb. in fchrtfte gebracht, en op gisteren den 27ften dezer by Requeste nader gepousfeerd, om afdoening re erlangen, doch nu door het niet compareeren van Burgemeesteren en Schepenen in het Rechthuis te leur gefield wordende in hunne billyke verzoeken; zult gy Gerechtsbode als nu aan alle de Burgemeesteren en Schepenen, uit naam van de Gecommitteerden voor hunne Principaalen, gerechtelykinfinuëeren, dat zy Burgemeesteren en Schepenen zich huiden morgen om i» uuren zullen laten vinden in het Rechthuis, omme aldaar te delibereeren en te refolveeren zoo en als het deomftandigheid zal vereisfchen, en dat, by manquement van dien, deGecommitteerden prorefieeren van wegen irregulieriteit, en alle de Burgemeesterenen Schepenen, welke om 12 uuren in het Rechthuis van dit Dorp zich niet laten vinden, zuilen gehouden worden, tegen nieuwe jaar 1787, vervallen van hunne Ambten als Burgemeesteren en Schepenen, houdende dezelve niet meer capabel om door den Ambachts-Heer gecon« tinuë^rd of op nieuw geëligeerd te worden. Attum Sprang, den 28 December i?b6. No. 9. Ik Ocdergeteekende Berent van Beek , Gerechtsbode in Sprang, declareere, onder prefentade van ééde, waar en waarachtig te zyn, dat ik op den ssften December jongstleden, in gemelde myne qua*  de Gebeurtenis/en in 17870-12. voorgevallen. 101 qualiteit, door of van wegens den Heere Schout A. R. van Genderen, ben gerequireerd, fteilenae aan my ter handen een Briefje van den vplgeuden inhoude. Heeren Schepenen en Burgemeesteren. De Teekenaars van het Request van gisteren na» middag hebben my gedwongen, huiden morgen tegens elf uuren Ex;raordinaire Vergadering te beleg, gen, om op het zelve Request als dan finaal lebtfiuiten, in plaats van aanüaanden Zaturdag den 30 December 1785, waarom ik U Ed. Achtb. 'e^ns elf uuren dezen morgen in de Raadkamer laat Citeeren. (Onder JlondJ 38 December U Ed. Achtb. dienst- 178(5. willige Dienaar. (was get.) A. R. van Genderen. Schout. Met ordre, om alle de Schepenen en Burgemeesteren daar in vermeld, tegen den tyd daar in vermeld, teciteeren, met bepaalde orde om de Schepenen Leendert Wynen en Jan Leempoel niet tyde voorfz. te citeeren , ingevolge welke orde ik dan ook alle de Schepenen en Burgemeesteren , uitgefcheiden genoemden Leendert Wynen en Jan Leempoel, tyde by genoemde Briefje vermeld, neb geciteerd gehad. Bereid zynde 't gene voorfz. nader met ééde te bekrachtigen. Aöum Sprang, den 23 January 1787. (was get.) B. v. Beek. O 3 No.  m% Verzameling van Stukken hetrekkelyk t»t No. IQ- Mede-Büroers! Wyzyn hier op uw verzoek , als een herhaalde oproeping van de Vergadering van dezéh DorpsRegenten, door den Heer Schout tegen hedenmorgen elf uuren in het Rechthuis belegd, byeen gekomen, doch van welke Vergadering wy ignorant zyn geweest, dewyl wy anderszins, ingevolge onzen ééd, om elf uuren in de Rechtkamer ons gefifteerd zouden hebben; wy konnen in onze qualiteit als Regenten, vermits wy flegts een kleine minderheid der Regeering alnu vergaderd zyn uitmaaken, niets refolveeren, doch declareeren alnu opentlyk, dat wy bereid zyn, zoo veel onze Perfoonen aangaat, aan het verlangen der Burgery te voldofen, en alles van waarde te zullen houden, wat op een Conftitutioneele wyze, ook in het pre* lente geval, gedaan is of gedaan zal worden. (war geteekénd) L. Wynen, T. Leempoel, ea. N. de Graaff. No. ii. Wel Edele Gestrenge Heer! Daar 'er al federt eenen geruimen tyd onder de aotabelfte Burgers, Ingezetenen en Inwoonderen, dezer Heerlykheid eene naïviteit befpeurd wierd over hunne en een ieders wettige Rechten, zyn zy van tyd tot tyd op middelen bedacht geweest om zulks na te fpeuren , en dezelve door gepaste wegen te doen werken; ten dien einde zyn wy door de Ingelanden op eene legaale wyze by de inleggende  dl Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 103 Copie authentyk, tot welkers inhoude wy ons, om de kortheid te betrachten, zyn refereerende, gecommitteerd; ingevolge dien last hebben wy ons in eene Vergadering, welken in die tyd by Regenten gehouden wierd, gefifteerd, en van Hun Edele Achtb. na overgave van Copie authentyk van gemelde onze Commisfie, verzocht uiting van derzelver gedachten, of gemelde Hun Ed. Achtb. ons zouden erkennen in voorfz. qualiteit,.niet omdat wy zulks noodig oirdeelden, maar op dat Hun Ed. Achtbaare met ons, krachtens die Commisfie, tot herftel van alle gebreken wilden medewerken. Doch hoe zeer wy billyk hadden verwacht, op dit ons verzoek en Propofitie, een voldoende antwoord te ontvangen, hebben Schout, Schepenenen Burgemeesteren (uitgezonderd de Schepen Wynen en Leempoel, die men ujt de Rechtkamer op expresfe order van de overige Leden heeft doen deiogeeren) kunnen goedvinden voor hunlieder provifioneel belang te zeggen, dat zy zich binnen veertien dagen, ca dato van dien dag, zynde den 2ïften December, finaal zouden declareeren van hun belang; eene uitftel van tyd, die met de belangen* der Gemeente niet quadreerde; waaromme wy, ten einde ons onverantwoordelyk te ftellen, waren gerefolveerd aan gemelde Hun Ed. Achtb^ te prasfenteeren Request, waar van al mede Copie hier nevens gaat, een Request, Wel Ed. Geftr, Heer! zoo fignificant, dat wy ons niet anders hadden kunnen voorftellen dan een daadelyk appoin&ement, qvereenkomftig het verzoek daar by gemeld ; dan in welke Vergadering onze Gecommitteerden, naar twee en een half uur te vergeefs buiten de Rechtkamer gewacht te hebben, antwoord kregen, dat Heeren Regenten zich aanftaanden Saturdag avond om vyf uuren finaal zouden declareeren; waar in wy ons al wederom bedroogen vindende, der maate, aan deze zyde ten fterkften is en werd geinfteerd en aangedrongen op eene daadelyke dispofitie, met geen ander gevolg, dan dat de Scnout aannam op G 4 mor-  Verzameling van Stukken betrekkelyk M morgen, zynde geweest Donderdag jongstleden, des Voprmiddags de klokke elf uuren Vergadering te beleggen; daar de Gecommitteerden infteerden, dat Regenten , al nu nog'vergaderd, Vergaderd zouden bïyven; tot zy van hunne Mede-Gecommitteerdeq nader antwoord zouden konnen inbrengen; datwy, hoe zeer ongehouden, óns die aanneming van den Heer Schout latende welgevallen, in die hoope; dat ten dien dage, uure en plaatfe, aan Onze intentie zoude werden voldaan, vermits wy niet anders dan de be?te en zagtfte weg verkozen, lieten ons dit weigevallen, doch zyn wy daar in al wederom te leur téfteld, ten gevolge ^er niemand, behalven den" Schout, in dezelve Vergadering verfcheenen zyn. de, wy daar tegens niet alleen hebben geprotesteerd, maar ook Van alle het gene voorfz. aan het volk, .tgeen, ten einde,van ons als Gecommitteerden 't verrichte en oritmoetene te verftaan, als nu vergaderd wierden, die unaniem van begrip waren en ten fterkfte infteerden, en mitsdien concludeerden, om üe Schepenen en Burgemeesteren, welken» volgens de Citatie van den Heer Schout, door den Gei rechtsbodei ingevolge een infcriptis aan hem overgegevene Citatie, ter Rechtkamer tot voorfz. einde opgeroepen en ter dier tyd niet gecompareerd waren, Gereehtelyk door den Gerechtsbode te doen oproepen, om nog dien zei ven dag, mits het Volk vergaderd was en ten voorfz. einde verga, derd bleef, '& middags om half één uur in de Rechtkamer, om byzondere begeerte van het Volk, te vergaderen, met Declaratoir, dat alle de Regenten; welken ten1 voorfz. tyd niet in de Rechtkamer van dezen Dorpe zouden compareeren, by alle de Ingelanden zouden worden gehouden met Nieuwjaar Ï787 incapabel om door den Ambachtsheer, wie het pok zy, te worden gecontinueerd of op nieuw gee/igeerd te kunnea worden; zynde, hoe 2eer onze begeerte oprecht gegrond was, niemand deï Regenten gecompareerd, als alleen de Schepenen WYK2N., Lsempoel en de Gkaaff,, wejke twee eer-  de Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. 105 eerfte declareerden, door den Heer Schout tot dp Vergadering, welke heden dp gezegde morgen den geven, of het niet goed of best zoude zyn, dat 'er j aan my, of aan Schout en Gerechte van Sprang, op 1 eene beboorlyke wyze eene opgave wierd gedaan ' van die poindlen of abuizen, dewelke men meent 1 dat abufivelyk a costy ingellopen mogten zyn, ten jfine om dezelve Gonftitutioneel geredresfeerd te I hebben. En zoo men goedvind om daar toe met my te con| fereeren, dan zal ik my daar van niet onttrekken; 1 alleenlyk zou ik in dat cas gaarne hebben, dat die conferentie hier of des noods in Geertruidenberg j, gefchiede. Waar mede ik na toewenfching van eene onafgeI broken bevestiging en vermeerdering van allerlei I heil, voerfpoed en welvaaren, met alle achting * blyve, Myn Heeren i  ïiö Verzameling van Stukken betrekkelyk tst (Onder ftond,) Rlucdert j den r January Uw Eds. goede Vriend. Qwas gef.) D. Elemans. ('{ Addres luids) Dan Wel Edele Geftr. Heere, Den Heer F. van de Werken , Drosfaard van Baardtyyk &c. &c. woonénds te Sprang. (Stond nog) Af te geven fot Dmnen, No. 15. Alzoo P. van de Werken, Simon Colthoff, , A. Ophorst, Jan GraJo, W. Soeters, L. A. Van Dyck, Dirk Wynen, Jacob Vos en Pieter van der Loo, door omtrent een- en- negentig in- ■ woonende Ingelanden waren geauthorifeerd, ge-' qualificeerd én gecommitteerd, om uit naam en \ Jast van dezelve op te nemen alle de Dorps en der Ingezetenen bezwaaren, waar door zy vermeenen : mogten in deze of gene Rechten en Privilegiën van ; tyd tot tyd verkort te zyn; en voorts tot, om, en ten einde by de daar van op den 4 December 178(5 gepasfeerde A6le, waar toe werd gerefereerd, ver-meld. Dat dezelve Gecommitteerden, krachtens I die Aéte, tot hier aan toe gehandeld hebbende + , bevinden, dat dezelve niet genoegzaam is, om», op grond van dien, 's Volks, dat is der Commit-. tenten, einden te bereiken^ zy Gecommitteerden; even daarom aan het Volk, behoorlyk geconvoceerd , (en na aan dezelve van alle het tot hier toe j yerrichtene behoorlyk en in duidelyke termen», verflag gedaan en opening gegeven te hebben) heb-> ben voorgefteld, om gemelde hunne gege vene machte j naar eisch en omflandigheden van zaaken te am-- pil*.  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. lir pliëeren; mitsdien zoo verklaaren wy inwoonenide Ingelanden dezer Heerlykheid Sprang in de eerijle plaats, alle het tot hier toe door de gemelde [Gecommitteerden verrichtene volkomen, zonder ? eenige referve, te Approbeeren en Laüdeeren, even ^ bf alles door ons zelve was gedaan en verricht; en inadien ons ernftig verlangen is, dat alles wat be. trekking tot de bezwaaren, Rechten en Privilegiën [ dezen Dorpe concerneerende, heeft, herfteld en toe ede volkomenfie precifiteit werden gebracht, zoo /Verklaaren wy Ondergeteekende de gemelde Gecom1 mitteerden te authorifeeren en qualificeeren, om te : effedtuëeren, dat alle de door den Heer alhier, te;gens Onze begeerte, openbaare verklaaring en gej daane proteftatien aan, geëligeerde en by den Schout : beéédigde Perfoonen tot Schepenen werden geamo» . veerd, en dien volgende verklaard, gelyk dezelve by :herhaaling verklaard blyven by dezen, van dezelve I hunne Bedieningen als Schepenen van SpraDg veri vallen, en dienvolgende andere naar den wil des i Volks en ten nutten van de Gemeente werden aan\ gefield en beéédigd, alles zoo en in voegen als zy [ Gecommitteerden zullen öirdeelen te behooren; en k voorts tot dien einde en generalyk alles wat eenige t relatie tot deze zaaken hebbende is, te doen, bandeI len en verrichten, wat zy Gecommitteerden, na omI Handigheden van zaaken, zullen öirdeelen te behoo\ ren. En nadien de Gecommitteerden tot bereiking * van dit heilzaam einde noodwendige verfchotten zul{len moeten doen, en het met de billykheid niet zou1 de ftrooken, dat dezelve aan hen, als ten gemeenen inutte werkende, niet wierden gerembourfeerd of I gereftitueerd, zoo verklaaren wy Ondergeteekende 1 de maanende Burgemeesteren alhier fpeciaal te aut thorifeeren en qualificeeren, om die, op eene daar > van behoorlyk te gevene rekening en quitantie, uit tden Oudraad aan dezelve tebetaalen, zoo echter, dat, by het doen van Rekening, op de deugdelykt heid van dien door onsOndergeteekenden behoorlyk f zal acht gegeven worden, met vermogen, om die, deè  Hz Verzameling van Stukken betrekkelyk tot desnoods, te diminuëeren na behooren s belovend» voorts wy Ondergeteekende de opgenoemde Ge. committeerden in en voor alles te zullen indemneeren kost en fchadeloos houden, onder verband en fubmisfie als na rechten, ten oirkonden van deze onze goedkeuring en begeerte, hebben wy deze eigenhandig onderteekend in de Kerk van Sprang dezen 13 January 1787. (Onder Jlond,) *t Welk doende enz; (•was geteekénd) F. v. de Werken Ingelande, Simon Colthoff Inge* lande, van Crajo Ingelande, A. Ophorst Ingelanden W. Soeters Ingelande, L. A. Van Dyk Ingelande ] J. Vos, Pieter Boefer, Z. Scholt, Dirk Wynen, J. Leempoel, A. Oerlemans, Jan Mölengraaff, J, Smits, N. de Graaff, L. Wynen, Adriaan van Os* Joannes Jacob de Merrée, de Wed. Jacob Joan Hubert, J. Boll. in naam van myn Broeder Pieter Kwits, G. de Rooy zoo voor myn en myn Moeder , Jan Vos, Jan Verhagen, Pieter Spuybröek, Care! Janfon, dit f is het Handmerk van Jöbanna Keuningswout gebore Bras Jeuning, dit f is het Handmerk van Antonie Blok, Willem Blok, dit f is het Handmerk van de Wed. Jacobus Welsbie, dit f is het Handmerk van Willem Brouwers, dit f is net Handmerk van Nicolaas van Beek, dit f is het Handmerk van Lambert van Dortmont, dit f is het. Handmerk van de Vrouw van Antonie Bogaars, Pieters Okkers, L. Hymans, A. Brehelsmans ia. naam van myn Broeder, A. van Kiel, Hendrik: Boer, Corn. van Os, Frans van Ammelrooy, An-. tonie Klootwyk, Jacobus de Bie, Adriaan vanBaardi Wyk, Antonie Blok, Dirk van Uithoven, dit f is het Handmerk van Hendrik Blok, dit f is het Handmerk van G. Putters; dit f is het Handmerk van Huybert Blok, dit f is het Handmerk van Jan Lan-i germans, W. de Beer, H, van der Loo * Ev. Beek 4 J  de Gebeurtenisfên in 1787 enz. norgevdkh, £ï$ J Beek, de Vrouw vanD. de Koo, dit f is het Haad* merk van G. Klis, Adriaan Castelyns, B. v. Beek» [ dit f is het Handmerk van Teunis van Dongen 3, ! Pieter Brouwers, Corst de Bie, jacobus Prefrers» [ A. de Leeuw, L. van Es, dit f is het Handmerk [ van G, van Seist, dit f i* het Handmerk van Wa j Meyers, W. Smallegang, Hendrik Klis, Pieter Van E Dongen, L. Sprangers, Arnoldus Haverhals, die f is het Handmerk van de Wed. Hendrik de Haan» 1 dit f is het Handmerk van Pieter Vos, in naam van I zyn Moeder, S. P. Scholts, dit f is het Handmerk * van Bastiaan de Leeuw, dit f is net Handmerk van . de Wed. Wm. Bos, Cornelia Klootwyk voor myn ' Vader, Jan van Dalen, dit fis het Handmerk vaö Jan Dalmeyer, dit f is het Handmerk van R. Oerj Jsmans, G. van Oosterhout voor myn Vader, Anth» 1 Quirycs, dit f is het Handmerk van W. Ypela3f<, io naam van zyn Vader Wm. Ypelaar, Adriaan de Jong , Robert Sutherland, Hendrik Breuen * Z» Leempoel, Sophia de Jong, Adriaan Oerlemans, Anth. Kwets, Simon Klyn, Joiyna de Gester, Pie* ter van üyen, Hendrik de Kok, W. M. Schelt > Jan de Rooy, J. Boll. INo. i6« Wel Edel Gesteengen Heer! Wy ontvingen den 3 January 1787, onder Aé= I dres aan den Heer van de Werken, onzen Voor* : zitter, U Wel Ed. Geflr. Misfive van dien dagHoe aangenaam was het ons daar door geirjformeerd te worden van de geneigdheid van U Wel Ed. Gefljr. ter medewerking tot herftel der alhtcc angeflopen abuizeD» Wy achteden Sprang gelukkig door dit edelmoedig en braaf bewys van liefde voor de Ingelanden in het hart van U Wel Ed. Geftrengea te vinden, XLVIII. Deel. H en  ii4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en flatteerden ods daar van de gelukkige gevolgen in de keuze van Schepenen én Burgemeesteren, voor het jaar 178/, alreeds te zullen erlangen. Dan, Wel Ed. Geftr. Heerl wy vonden ons in onze verwachting, helaas! maar al-te zeer bedrogen, daar wy op den vierden dezer, door den Heer Schout R. A. vaiï Genderen, op eene legale wyze zyn geinformëerd, dat U Wel Ed. Geftr. had konnen goedvinden, om tegen de proteftatie van het geheele Volk van Sprang, waar van aan U Wel Ed. Geftr. by Misfive van den 30 December 1786, per expresfe gesonden, was kennis gegeven, de Schepenen Adriaan de Jong, Hend. van den Hoven, Adriaan van Vueren en Jan Oerlemans, en den Burgemeester D. D. Vos, mede tot Schepenen op nieuw te eligeeren, en dat deze reeds op den 4 Jinuary 1787, tegen de Infinuatie op Nieuwjaarsdag in Comm. Forma door ons uit naam van onze Committenten tegen de beéédiging van een derzelver Perfoonen tot de Ambten van Burgemeesteren en Schepèren by den Heer Schout gedaan, door denzelven Heer Schout beéédigd Waren. — Wy hebben van cns niet konnen verkrygen dezelve Perfoonen in die door U Wel Ed. Geftr. aan hun opgedragene qualiteiten te erkennen; onze Committenten, het braave Volk van Sprang,konnen hierin niet confenteeren, zy houden met ons dezelve Eleöie en beéédiging. voor informeel, nul en van onwaarde, even als niet gëfchied, ——— en hebben, daar toe plechtig by den anderen vergaderd, ten einde voor te komen eene langere Regeeringloosheid, welke als nu fubfifteert, goedgevonden te procedeeren tot het maaken van eeni Nominarif» van veertien Perfoonen, en ons gelast,, dezelve Nominatie aan U Wel Ed. Geftr. te zen-, den, orgeprejudicieerd andere aan ons CompeteerendeRechten, met uitdrukkelyk Declaratoir, dat,, zoo ü Wel Ed. Geftr.nietkondegoedvinden, om,, binnen den tyd van viermaal vier- en- twintig uuren naar ontvang dezer, uit dezelve hier nevens- ■ gaan*•  4s Gebeurtenis/in %n 1787 «fis. voorgevallen. ïjj I gaande Memorie zeven Perfoonen te kiezen, en 1 den Schout te gelasten, dezelve zeven Perfoonen 1 te beéêdigen , als dan voor ditmaal zoo wel de 1 verkiezing als beéédiging door het gantfche Volk, 1 ten överftaan van ons, zal worden verricht. *— En 1 voorts zyh wy door onze Committenten uitdrukke- lyk gelast, al mede ongeprejudiciësrd de aan ons ; competeerende Rechten, U Wel Ed. Geftr. te herinneren, dat alhier geen Burgemeesteren zyn, : en zoo U We! Ed. Geftr. kan goedvinden hier inne binnen den ftraks bepaalden tyd niet te voorzien, 1 door uit de door de gemeente op den ifteh January ; geformeerde, en aan den Heer Schout A. R. van i Genderen overgegevene Nominatie 'er twee tot . Burgemeesteren te eligeeren en te doen beéêdigen, l wy al mede zullen zorgen, dat de Electie en beéé» 1 diging gefchiede, op dat de Juftitie zoo wel als de i Politie kan worden waargenomen, en vryelyk uitI geoeifend. * Waar mede wy U Wel Ed. Geftr. Góden beve« ! len, en ons noemen, (Onder ftond,) Sprang, den U Wel Edele Geftrenge p 14 January 1786, dienstwillige Dienaaren, (was gettekmi) F. van de Werken. Willem Soëterf» J. Crajo. A. üphorst. L. A. v. Dyk» S. CoLTHOFF. Dl&K WXNEN. J. VOS, P. van der Loo. ïo.  11<5 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot No. 17. Nominatie van en tot Schepel ; nen van Sprang voor den i jaart 1787. Hendrik Boer. Arnoldus Haverhals. Jan Vos. Adriaan de Greeff. Zacharias Schok. Wouter Smallegang. Cornelis de Rooy. Jan Leempoel. Adriaan Adriaanfe Oerlemans. Leenderd Wynen. Jan Uythoven. Adriaan van Riel. Hendrik van der Loo. Nicolaas de GraafF. No. 18. Wel Edel Heer! Wy zyn door onze Committenten gelast, U Welï Êd. re informeeren i als datzy, tot voorkoming van eene aanhoudende Regeeringloosheid, in eene Vergadering, gehouden in de Kerk op den i3den de. zer, hebben geformeerd byliggende Nominatief van 14 Perfoonen, om daar uit, ongeprejiidiciëerd: het recht aan ons competeerende, by den Heer ze» ven Perfoonen te eligeeren, ten einde voor dit jaari als Schepenen dezer Ambachts-Heerlykheid te dienen, en waar van wy zyn Wel Ed. Geftr. by Misfive hebben kennis gegevens zynde Copie daar vant hiert  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 117 l nier inne, en waar toe wy ons kortheidshalve refe1 reeren; wy hoopen dat de Majefteit van het Volk 1 niet langer zal worden befpot. —— Wy protestee. i ren daarom openlyk tegen alle de gevolgen van den inbreuk, zoo verregaande alhier op den Burgeren Voorrechten, en dat in fchyn van Vryheids-min. op den hartader der Burgerlyke Vryheid gepleegd, en \ referveeren ons te zullen bedienen van die gepaste i middelen, welke ons God en de Natuur aan de hand i gegeven hebben. Dewyle wy, ü Wel Ed. Gode bevelende, ons r noemen, Wel Edele Heerl (Onder ftond,) Sprang, den U Wel EL Gejlr.dienst- 15 January willige Disnaaren. (was geteekénd) F. van de Werken. S. Colthqff. A. Ophorst. W. Soeters. Jan Crajo. L. A. van Dyck- Dirk Wynen. P. van der Loo. Jacob Vos. No. 19. De Heeren F. van de Werken, S. Colthok, j. Crajo, A. Ophorst, W. Soeters, L. A. van Dyk, D. Wynen, j. Vos en P. van der Loo, te Sprang. Myn Heeren! Dewyl ik uit UI. Brief met genoegen ontwaar worde, dat de Perfoonen, die ik onlangs tot Schepenen van Sprang wettig heb verkozen en gefteld, door den Heer Schout, Mr. H. R. van Genderen, H 3 106  m8 Verzameling van Smukken betrekkelyk tot tot het Scheppns-Ambt aldaar zyn beéédigd, en gevolgelyk in hunne Bediening zyn geinftalieerd, zoo vermeen ik dat 'er te Sprang geene Regeeringloosheid plaats heeft. > • En het is om die en andere redenen, dat ik voor zoo veel des noods, en zonder dat hier uit doot iemand, eenige illatie of confequentie hoe ook genaamd, in myn nadeel zal mogen worden gemaakt of getrokken , niet alleen disadvouëere^ en op het allerfterkfte protesteere tegens het gedrag van UI., «n van de'genen die met UL medegewerkt, of 01. gecommitteerd mogten hebben, betrekkelyk». om pretecfelyk te maaken en my toe te zenden, eene pretenfe Nominatie van 14 Perfoonen, ten einde ik daar uit 7 Perfoonen tot Schepenen van Sprang zoude kiezen; maar ook dat ik hetzelve gedrag, mét allé de gevolgen van dien, houde voor geheel en al onwettig, onbeftaanba3r, nul en van geeuer waarde, met referve om dien .aangaande, verder te doen zoo als ik zal te raden worden. Waar mede ik 01. in de befcherminge Godes bevelende, blyve, • ••>..* 'Myn ileerenl COnder ftond,) Klundert, den ■ 1 : 15 January 1787. « UI. goeden Vriend, (was g«.) D. Elemans. {Het Aüres is als volgt:) Pen We'Edele" Geftr. Heere, Den Heer F. van dï Werken , Drosfaard van Baatdwyk Notaris, Prokureur &c. *■ N te Sprang; No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 119 No. 20 De Gerechtsbode in Sprang, hier toe verzocht, zal uit naatnen ende van wegens de OndergeteeJtende negen Gecommitteerden van de Ingelanden alhier te Sprang, gerechtelyk iiflnuëereo en aanzeggen aan den Heer en Mr. A. R. van Genderen; Schout dezer Amhachts-Heerlykheid, dat hy Heer Schout zal hebben te zorgen in dit Dorp, en wel ia het Rechthuis te blyven tegen aanftaanden Maandag den azften dezer, omme aldaar openlyk en ten overftaan van alle de Ingelanden in de qualiteit als Schout in ééd te nemen zoodaanige Perfoonen, als uit de door de Ingelanden op den I3den dezer maand geformeerde Nominatie, tot Schepenen, als mede uit de Nominatie van den 1 January 1787» to.t Burgemeesteren, mede door.de Ingelanden geformeerd, aldaar voor het Rechthuis door de Ingelanden zullen verkozen worden. Voorts zult gy Bode voorn, protelteeren tegen alle demarches, welken door den Heer Schoutfomwylen geprobeerd en in het werk gefteld mogten worden, ter verydeling van deze in éédneming, wètreferve, dat in zoodaanig geval doqr of van wegens de Ingelanden pro re nata ter bereiking van het beste einde, en ter aanftelling van eene wetti. ge Regeeriag, zal worden gehandeld, —— de Bode doet goed Explofó, hy late Copie en ftelt ^Aöum Sprang, den 20 January 1787. (was geteekénd) F. van de Werken , Gecommitteerde. S: Colthoff. J. Crajo. Willem Soeters. A. Ophorst. S. A. van Dyck. Dirk Wynen. Jacob Vos. P. van der Loo. H 4 No.  S49 Verzameling van. Stukken betrekkelyk u$ No. 31. Op huiden den 2© January 1787, heb ik Ondergeteekende Gerechtsbode in Sprang, krachtens de door J. van de Werken, Simon Colthoff, Jan Crajo, Willem Soeters, Arnoldds Ophorst 9 Dirk Wynen, L. A. van Dyk, Jacob Vos en Pieter van der Loo, op my , ïd qualiteit als Gecommitteerden van de Ingelanden alhier, verleende authorifatie tot Infinuatie, zynde van dato den 2c January 1787, dezelve na zyn form en inhonde geinfinuëeerd ende geëxploiöeerd aan den by dien gen. Mr. A. R. van Genderen in qualiteit: als Schout van Sprang; en heb van zyn Ed, na gedaane proteftatie en aanzegging, mitsgaders overlevering van Copie mee onderftaande Acle van Exploi£fc, ten antwoord bekomen; Ik heb 't ontvan. &en, Aldus gedaan en gerelateerd, dato utfupra, (Onder Jiond,) By my Ondergetekende, {was get.) B, van Beek, Bode. No. 22. De negen Gecommitteerden van de Ingelanden dezer Ambachts-Heerlykheid Sprang maaken by dezen alle de In- en- Opgezetenen van Sprang inge^olgen de aan hen, door de Ingelanden by eeDe Refolutie van den I3den dezer, door dezelve Jagelanderj verleende last, bekend, dat zy aan. ftaanden Maandag, die wezen zal den 22llen dezer, 3Ul!en voortgaan, ter aanftelling en beéédiging van Schepenen en Burgemeesteren, om voor het jar 1787 te legeeren- En  de Gebeurtenis/en ia 1787 enz. voorgevallen. i%i En worden ten dien einde alle de Ingelanden i In- en Opgezetenen, opgeroepen, omme Maandagden 22lten dezer, des middags om half een uur, t te vergaderen in de Kerk dezer Ambachts-Heerlykheid, omme aldaar een en andere zaaken nader te lchifcken, en dan voorts, aan en by het Recht1 huis, dat gene te verrichten, het welke noodifs | geoirdeeld zal worden te behooren. Voorts zullen alle de Ingelanden, In. en Opgelaetenen, welke ter dier tyd niet zullen compareetren, en by proteftaue zich tegen de doene aanstelling niet verzetten , gehouden worden als daar 1 m bewilligt, en dezelve aanfteliing van Burgemeesw i teren en Schepenen mede verricht, te hebben. En word hier by bekend gemaakt, dat de vol. rmacht op Gecommitteerden, toe dat einde, alsnog Ikan beteekend worden, aan het woonhuis van den J Weer Drosfaard van de Werken. I Edele Groot Mogende Heeren t Het was reeds federt een geruimen tyd, dat ook . ter dezer Plaats een ieder zich beyverde op een ■ Conftitutioneel herftel der iDgellope abuizen, by: zonder zulke, welke in de aaofteiling van Regeering fubflfteerend waren. Tot dat einde vergaderden meest alle delngelan1 den op den 4 December des afgelopen jaars 1786 \ m de Kerk, omme aldaar uit hun midden etlyke IFerioonen te kiezen en te volmachten, ten einde m hun naam alle de ingeflopen abuizen op te nemen, en zoo ver mooglyk te redresfeeren. .Dewelke als toen ons gecommitteerd hebben, vol. gens bygaande Notariëele Aüefub No. 1. hier bv geannexeerd, en waar toe wy kortheidshalven, zoo wel tot deze als tot de verdere Nommers hier inne te melden, de vryheid nemen ons te refereeJ ren; —- zeer gaarn bezorgden wy aan onze Committenten zoodaanig herftel, op de best moogïyke H 5 Wy.  xaa Verzameling van Stukken letrekkelyk tot wyze, en het was om die reden, dat wy aan Schout en Gerechten van deze Ambachts.Heerlykheid op den aalten December, met overgifte van hét Gros der Aöe pp ons gepasfeerd, gedaan hebben het mondelyk verzoek jub No. 2., het welke ter gelyier tyd door ons in fchrifte aan dezelve is overgegeven ; waar op wy van Hun Ed. Achtb., naar een uur gewacht te hebben, ten antwoord ontvingen zoo als onder fub No. 3., by welk antwoord door Hun Ed. Achi b wierd bepaald de termyn van 14 dagen, om zich finaal ten regarde van ons verzoek te declareeren, en in weiken termyn wy graag zouden hebben berust, zoo niet in dien tusfchen tyd dé verandering van Regeering ter dezer Flaatfe had ingevallen; dan, onze last bepaaldelyk medebrengende hier in toe te zien, konden wy daar in niet berustep, waarom wy goedvonden, in een expresfe daar toe te verzoeken Vergadering va'a Schout en Regenten, by Request dit aan dezelve, té demonftreeren, en op een fpoediger afdoening teinfteeren; met moeite obtineerden wy zoodaanige Vergadering by den Heer Schout, doch zyn Ed. dezelve geaccordeerd hebbende, wierd het Request Jub No. 4., aldaar ingebracht, door twee Perfoonen uit ons midden daar toe gecommitteerd, met gevolg, dat naar dat Schout en Regenten derdehalf uur over hetzelve gedelibereerd hadden, aan onze Gecommitteerden in fubftantie antwoorden: „ dat Regenten Saturdags avonds den 3pftén December ten 5 uuren zich finaal op het „ Request zouden declareeren.". Een antwoord Ed. Groot Mogende Heeren! even zoo min voldoende, haar het oirdeel der Ondergeteekenden als Gecommitteerden in het prefente gevaL, als het voorgaande, en het geen. zy begrepen dat ons ten eenemaal buiten de mooglykheid hield,om,gefield de Refolutie van Regenten was op dien 3often December aleens voldoende aan de begeerte der Ingelanden , als dan nog met hoop van eenig fucces handen aan het werk te konnen flaan, zoo veel  de Qebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 123 te meerder, dewyle den dag daar aan volgende de gewoone rustdag, ter Godsdienst toe te wyden, ën daags daar aan der iften January of Nieuwejaarsdag inviel, op welken Nieuwejaarsdag de verandering van Regeering gefchieden moest. Waarom de Commisfie dan ook befloot, op het-' zelve moment weder ter Rechtkamer binnen te ftaan, en aan de Regenten, welke als toen nog alle prefent warën, te verzoeken, „ dat Schout en „ Regenten zoo lange vergaderd mogten blyven, „ tot alle de Gecommitteerden by den anderen „ waren, om als dan eene nadere Propofitie by „ Hun Ed. Achtb. te doen. " doch waar op de Heer Schout A. R. van Genderen aan de Commisfie antwoordde „ dat de Vergadering was afge- lopen,^en zy (Regenten) zulks niet konden doen, " van al het welk aan ons allen kennis ge. geven zynde, vonden wy goed gezamenlyk by den Heer Schout aan het Rechthuis ons te begeven, om van zyn Ed., naar verloop van drie uuren, en wel tegen agt uuren in den avond van dien zei ven dag, Vergadering van Regenten te obcineeren; de Heer Schout, in het eerst niet te fpreken zynde, kwam naar lang aanhouden van ons; tot ons , weigerde de Vergadering op dien dag weder te beleggen, doch beloofde Regenten te zullen convoceeren tegen daags daar aan des morgensom elf uuren» waar mede wy alle genoegen namen. De Heer Schout deed ook zoo, by oproeping door den Gerechtsbode, ingevolge eene aan hem in fchnfte'mede gegeven boodfchap fub No. 5., maar Ed. Groot Mogende Heeren! op den I2den dezer heeft Nicolaas de Graaf, welke ter dier tyd Schepen alhier was, aan ons gedeclareerd, dat ,, de Heer Schout voor het aanzeggeö van „ deze Vergadering een fingulier Befoigne met „ etlyke Schepenen hadde gehouden, dewyle N. „ de Graaf zelve in de Conferentie geweest ware, .„ zoo als blykt uit het Declaratoir fub No. 6"." — wy hier van onbewust hoopten ter dier tyd dat aan  124 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot aan onze, of liever aan onzer Committenten begeerte alnu voldaan zoude worden , ten minften hielden wy het zeker, dat de Vergadering van Schout en Regenten op den door den Schout bepaalden tyd zyn voortgang zoude hebben, zoo veel te meer, dewyle alie de Schepenen tyde hunner aanitelling gezwooren hadden, „ alle de Vergaderin- gen, door den Schout vermaand wordende» te „ zullen bywoonen, " blykecs het Formulier van den ééd fub No. 7., dan,, daar het ons toefcheen , hoe wettig onzeCommisüe ook was, dat Regenten met ons als den fpot dreven, vonden wy goed, Bog dien zeiven avond aan alle onze Committenten aan hunlieder huizen van al het voorgevallene Rapport te doen, en hen te verzoeken om des daags daar aan, des morgens om kwartier voor 11 uur, te vergaderen voor het Rechthuis, ten einde den uitflagtezien, en ons, als hunce Gecommitteerden te adfifteeren. 's Morgens om tien uuren kregen wy van den Heer Schout, door den Dorps Gerechtsbode, dc tyding: „ dat het geen Vergadering zyn konde, 9, vermids Schepenen niet in het Dorp waren." —> Ter beftemder tyd vergaderde het Volk, kwartier over elf uuren,giDgen wy ter Rechtkamer binnen, vonden daar niemand als den Schout, welke aan cns declareerde, dat, ,, de Regenten door hem geconvoceerd maar niet gecompareerd waren." Wy hier van aan onze Committenten kennis gegeven hebbende, befloten dezelve vergaderd te blyven, en door den Gerechtsbode andermaal Vergadering van Schout en Regenten, tegen des middags om halfeen uur in de Rechtkamer, te laten beleggen, met Declaratoir , dat alle de Regenten welke als dan niet compareerden, met Nieuwe jaar aanftaande gehouden wierden voor inhabiel om op eieuw door den Ambachts-Heer geëligeerd of gecontinueerd te konnen worden, ingevolge het Declaratoir fub No. 8., hetwelk aan hunlieder alle woonhuizea bekend gemaakt zynde, verfcheen 'er op den be- ftem-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 125 ftemden tyd niemand anders, dan alleen de Heer Schout en drie Schepenen in de Rechtkamer, alwaar wy ingekomen zynde, door ons deze vier Leden van Regeering gevonden zyn, welke ons vair de minderheid der Regeering geïnformeerd hebbende, declareerden twee van de prefente Schepenen, zynde Leendert Wynen en Jan Leempoel, dat zy tot de Vergadering, welke door den Schout belegd was en ten elf uuren had moeten gehouden worden, niet mede geroepen hadden geweest, hebbende de Gerechtsbode verklaard, hier toe fpeciale last van den Heer Schout gehad te hebben, blykens de Bylage fub No. 9.; van het welk door or.s aan het vergaderde Volk kennis gegeven zynde, traden alle de drie Schepenen tot het Volk, en dwden aldaar het Declaratoir fub No. 10., waar op het Volk in groote ftilte huiswaard keerde, alle de Regenten, welke niet gecompareerd waren, niet in ftaat houdende om tot de Regeerings-Ambteu verkozen te konnen worden, en aan ons ' gelastende om alles wat wy noodig oirdeelden ten dien einde ;a het werk te ftellen. Van al dit voorgevallene hebben wy , by Misuve, aan den Ambachts-Heer D. Elemans, in de Klundert woonende, kennis gegeven, mes verzoek en begeerte, vermits zyn Ed. de Ele&ie van Schepenen alhier exerceert, met Nieuwjaarsdag, den gewoonen tyd op welken de Regeerings-verandermg alhier gedaan word, andere Schepenen in de plaats van de vier door het Volk tot deze posten inhabiel verklaarde Pérfoonen, te eligeeren; van welke Misfive wy al wederom Copie overleggen fub No, 11., welke Misfive dan ook den 3often December by den Ambachts-Heer ontvangen is; voorts hebben wy uit naam van onze Committenten den Schout op Nieuwjaarsdag geinfinuesrd, geene dier Perfoonen onder ééd te nemen, gelyk mede aan hun.zelfs gefchiedi», om geen ééd te doen, byaldien zy geeligeerd mogten worden, alles by Infinuatie en Relaas fub No. 12 en 13. Waar  125 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar op den 3 january 1787 by ons van den Ambachts-Heer ontvangen is de Misfive fub No. 14., en wy den dden January door den Schout bericht wierdeh, dat de vier inhébiel verklaarde Schepenen en een Burgemeester, door den Heer geëligeerd, doör den Schout beéêdigd, en dè andere drie Schepenen j welfcë de zyde van het Volk gekozen hadden, van hunne Ambten ontzet waren. Eene demarche, Ed. Groot Mogende heeren! van Ambachts-Heer en Schout, waar var; de Monarchale Alleenheerfchers geen voorbeelden zullen Opleveren, en van welke Dwingelanden zelfs eenen afkeer hebben. Wy vónden ons deswegens niet weinig verlegen, wat Weg in te flaan, tot herftel van een grief, zoo kwaadaartig toegebracht aan de Hoogheid en Majefteit van een Volk, dat op een bedaarde wyze niets beoogd had, als alleen zulke Dorpsvertegenwoordigers te hebben, waar van zy zeker waren, dat zy zich niet aan ééd en plichtverzuim zouden fchuldig maaken; — en het was'naar lang beraad, dat wy befloten alle de Ingelanden, op den 12 january 1787 , tegen daags daar aan, zynde den i3den dezer, in de Kerk by deü anderen te roepen, om aah hun van alles Rapport te doen, en nader hunne intentie të verftaan; deze vergaderde veel talryker als dè voorige reis, zoó dat wy niet gelooven dat van deden Ingelanden 'ör een van was thuisgebleven , hoorden met eene ver* baazende ftiltè ons Rapport, en gelasten ons by eene nadere AQe, waar van Copie fub Nó. ij. hier by, ter voortwerking tot herftel van den aangedaa» nen hoon. Voorts refolveerden dezelve om de Electie van den Ambachts-Heer, zoo wel als de beéédiging door den Schout gedaan, të houden vöor informeel, nul eh van onwaarde, en formeerden aanftonds een nieuwe Nominatie Van 14 Perfoonen, om daar uit by den Heer (ongeprejudiciëerd het door de Ingelanden te bewyzëh nader Recht) daar ilit 7 Perfoonen tot Schepenen, voor 'tjaar 1787, te  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen.- 12? : te eligeeren, en door den Schout te doen beéédiigen; en dewyle nóg geen Burgemeesteren voor *c jaar 1787 aangefteld waren, hier in mede te vodrifcien, en dat alles by Misfive aan den Ambachtstfïeer te zenden, waar van Copie onder de Bylagen fub No. lö en 17., als mede een Copie van dat Biljet, en Misfive met een Brief daar by te zenden aan den Schout A. R. van Genderen, onder No. 18.ten ons voorts gelastende, om, indien Heer en [Schout weigeren bleven uit dezelve Nominatie 7 [•Perfoonen tot Schepenen te eligeeren en te beéédi; gen, wy Gecommitteerden als dan, ten overftaan . van het geheele Volk, dezelve Electie en Beéêdi; ging in hun naam zouden hebben te Verrichten, op 1 dat in de Regeeringloosheid, welke al nu federt den I iften January fubfifteerd, voorzien worde. Waarop wy van den Ambachts-Heer den i8dea (dezer, in antwoord, ontvingen de Misfive onder \fub No. 19., dan Welke Misfive geen verandering j in het Plan maaken kondë, zoo als wy ook op den f 2often dezer den Schout geinfinuëerd hebben, omj me op den 22ften dezer zich in Perfoon ter Rechtka{ mer te laten vinden, ten einde de 7 Schepenen, welke uit de meergemelde Nominatie op dien dag |i door het Volk openbaar verkozen zouden worden , 1 onder den blooten Hemel in den ééd te nemen, zoo l' wel als de Burgemeesteren, welke op gelyks wyze ; zouden gekozen worden, ten einde den een en den ! ander, zoo wel Burgemeesteren als Schepenen, toe I hunne Bedieningen te inftalleeren, blykens Infinuaj tie fub No; 20., gevende voornoemde Schout ten \ antwoord: Ik heb het ontvangen, blykens Relaas [ No. 21., waar op des middags om half twee uuren , I by Tromflag door dit Dorp, gedaan wierd de Proclamatie fub No. 22. Eindelyk lichte de blyde dag aan, op welke de Ingelanden, In- en Opgezetenen, van Sprang hunnen . geleden hoon op de gepaste en conftitutioneelfte wyze herftellen zouden; des middags om twaalf uuren 1 kwam het alhier fubfifteerend Exercitie-Genoot- fchap  128 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fchap voor Godsdienst en Vryheid onder de Wape- j Een, roet oogmerk zoo wei om aan de te verrichtene plechtigheid ftatie by te zetten, als omme in tyd j van nood ttr bewaaring van rust en ftilteby de band t ie wtzen, mede uit hoofde zy als Ingelanden, In* i en Opgezetenen» hier by geinteresfeerd waren. De In- en Opgezetenen vergaderden om half een nur in de Kerk, omme aldaar nog eenige fchikkin- : gen onderling te maaken; om een uur vertrokken è zy van daar naar het Rechthuis, alwaar wy van al 3 het verrichte aan onze Committenten openlyk Rap- ( port deden, en hun afvroegen, of zy begeerig wa- >j ren, dat hunne zaak wierde doorgezet, het welk 1 onder eeHgrooteililte, met een bedaard ja, wierd t beantwoord, waar op wy ter Rechtkamer ingingen, ] om van den Heer Schout te vernemen of hy deSche.- j penen, welke door het Volk ftonden verkozen to ); v/orden, in ééd zoude nemen, en ten dien einde ij getuigen te zyn van de keuze, welke door het i Volk daar toe verzameld Rond uitgebracht te wor- \ den. Waar op de Heer Schout in fubftantie antwoord- .1 de „ uit naam van den Ambachts-Heer wel degelyk | „ te protefteeren tegen zoodaanige wederrechtely- l „ ke aacfteJling der Regenten, dezelve als prsetens j 9, houdende, en die Schepenen, welke op den g „ January 1787 door den Heer geöligeerd, en den ü: „ 4den daar aan by hem Schout beéédigd waren, ! 3, alleen houdende als wettig.5' Waar op door ons 1 aan hem Schout geyraagd zyede, of hy ais Schout ij in zyn byzondere qualiteit voor zich dan niet de :>t Schepenen in ééd zoude nemen? aan ons antwoordde: „ dat hy het voor zyn zeiven ook zoo dede.'" Perfifceerende by het Protest van den Heer. Hier van aan het Volk Rapport gedaan zynde,, -deed het zelve uit de door hun geformeerde Nomi-. natie van veertien Perfoonen 'er zeven febrappeö,, en, na dat de andere zeven Perfoonen voor hunne;: eenige en wettige Schepenen gekozen waren, dezel-. veroepen, welke, aan het Rechthuis gekomen zyn-. de'J,  de Gebeunsnisjhn ift 17S7 tmu vscrgevallin. *2$ de, wierden dezelve aldaar openlyk in ééd geno*» men, hartëlyk gefeliciteerd, ter Rechtkamer geleid, en verzocht aanftonds zitting te nemen om getuigen te zyn van de keus, welke door het Volfë op Burgemeesteren ftond gedaan te worden, en om dan ook ten overftaan van Schepenen, dezelve ver* kozene Burgemeesteren den ééd af te nemen. Dit verricht zynde, ging het Volk over tot de verkiezing van Burgemeesteren, uit de op den £ January 1787 geformeerde Nominatie, deze ter Rechtkamer gebracht zynde, werden dezelve al mede dóór een Commisfie daar toe, van wegen het Volk benoemd, in den ééd genomen, voorts ter Rechtkamer ingeleid, en naar dat dezelve zitting 1 genomen hadden, Hun Èd. Achtb. verzocht te delibereeren, over zoodaanig Reglement, als tot eene Wet voor een permanent Collegie van gequalificeerde Gecommitteerden zoude ftrekken, dewyle da Ingelanden zich intusfchen naar de Kerk zouden begeven, omme de Leden by dezelve Wet bepaald* door de Ingelanden te verkiezen, en naar dat die zal afgelopen zyn, gezamentlyk zoo door het ver» zamelde Volk, als de Regeering, hetzelve Regie* ment te beéêdigen, en om dan voorts de verkozens Perfoonen in handen van den eerden Burgemeester» ten overftaan van de volle Regeering en het verzamelde Volk, in den ééd te nemen, het welk alles conform geaccordeerd zynde, dan ook zoo afliep, ten blyk dat ook de bewoonderen van het platte Land jaloers over hunne Rechten, op het Patriottifche voorbeeld van U Èd. Groot Mogendeo, genegen zyn méde te werken, ter herftel der waarachtige Vryheid. Waarom wy ook vertrouwens» dat ons gedrag ia dezen dóór de Vryheidlievende denkbeelden van Ü Ed, Groot Mogenden, in allen opiichteo zal worden goedgekeurd. En dit was het, Ed» Groot Mogende HeerenS het geen wy als eerlyke Lieden niet voor by kon- XLVIII. Deel. I den,  130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den, tèr kennis van U Ed. Groot Mogenden te brengen. Zoo ter voorkoming van verkeerde informatien, welke door Ambachts-Heer en Schout fomwylen aan U Ed. Groot Mogenden gedaan zoude kunnen worden, als om voor te komen alle de na. deelige geruchten, welke zich fomwylen buiten af, over ons en der Ingelanden gedrag zouden komen te verfpreiden. Wy deden dit des te vrymoediger als ten vollen bewust, dat U Ed. Groot Mogenden als ware Vaderen des Volks, graag bewustheid draagt van de gefteldheid uwer Kinderen. — Dat de Hooge Raadzaal van U Ed. Groot Mogenden daar voor open ftaat, en U Ed. Groot Mogenden geen roem fteld, in Vertegenwoordigers van Slaven, maar wel in Repraefentanten van een vry , cordaat en bezadigd Volk te zya, als niet genegen de ftem van dit Volk te fmooren. Alleen zy het ons gegund van U Edele Groot Mogenden gunftige verfchooning te vraigen, over het lang ophouden van deze onze Misfive in de gewichtige deliberatien van U Edele Groot Mogenden. Wy bidden den God onzer Vaderen, die op den duuren prys van hun bloed, dit Land vry maakte en grondvesten, en aan welkers Conftitutie wy ons zoo duur verbonden rekenen, dat wy tot bewaaring ; derzeive, ons goed en bloed veil hebben , ü Edele i Groot Mogenden te nemen onder zyne Heilige Pro.. tedtie en Bewaaring, en alle Hoogstderzelver be.. fluiten dermaaten met zyn Goddelvken Zegen te bekroonen , dat het dierbaare Vaderland daar van de: gewenschte vruchten erlangen, en de late Nako-. melingfchap U Edele Groot Mogenden zegenen 1 zal. Waar mede wy de eer hebben ons te noemen, Edele Groot Mogende Heeren!  di Gehsxrtsi&fsn in 1787 enz. votrgevaUêti. i$t (Qnder Jlond,) Uwer Ed. Gr. Mdgendeja dienst» willige Dienaaren, Sprang, Be Gecommitteerden van ds dea 24 January Ingelanden dér Ambachts- 1787. Heerlykheid Sprang* (was geteekénd) F. van de Werken, Gecommitteerde. S* CoLTHOFF. A. OPHüRST. VVlLLEM Soeters. J. Crajo. L. A. van Dyk. Dirck Wynen. Jaöob Vos. P„ ym der Loo. BYLAGEN» No. X, Jacob van der Dwyn. Jacob, Sec. Doen cond allen luden dat wy ver* liet hebben ende verlien mit defen Brief, jAfeo» VAN der DwYN, die Ambachts-Heerfchappie van den Sprange, alzo die gelegen is in Onfen Lande van Zuyt-Hollant, ende hi bi confente Ons liefs Heren ende Vaders Zaliger Gedachten vercregen heef, te* gens hugen van Wyelen Steyn Foykynszoen, die ae van Onfen lieven Heer ende Vader voirn. te leen te houden plach. Item, &c. — Te houden van Ons ende van Onfen nacnmelingen Jacob Van der Dwyn voiren, ende finen nacomelingen, tot fuiken recht ende leen, endeinalre manyeren, als die principaal Hantvesten, die daar af zyn$ inhouden ende begripen, behoudelic Ons ende enen ygelikeu fyns réchts, prefentibus die Burchgraue van Leydec, Heer Lodewyck van Möntfoirde, ende WoütÊft 1 % Bi-  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot. Bxdage, in orconde &c. Gegeven nv den Hage, 3 up Siote Jansdach Ewangelisce Anno XHI1C en Zeventien. (Onder jlond,) Geëxtraheerd uit het Register in dorfo geteekénd. J (Onder anderen) Jacob a de Ba varia 8.1417—1419» o|i cipaal (gefchreven op een Zegel Van zea nii Stuivers) bevonden te accordeeren, by my Gezworen Clercq ter Secretary van en in de Klundert, dezen 5 Maart 1787. (was geteekénd) Corneus Meerhout, Cezw. Clercq,, No. 2. Jacob van der Dwyn. Philips , &c Doen cond allen Luiden, dat Wy,, — behoudelic Ons, ende eenen yegeliken zyns 1 rechts, verleent ende verlyet hebben, verkenen 1 ende verlyen mit defen Brief, Jacob van der : Dwyn , die Ambachts-Heerlicheit van de Sprange ,, miuen Moeren, mit allen hoiren toebehoiren, ende dattt dair ancleven mach, in alre manieren als die oude Hanu • uesb'  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 t uitten, en Brieuen die dair af zyn, dat in houden ende E begrypen. leem, &c. Te houden van Ons ende van Onfen i nacomelingen , Graven oft Gravinnen te Hollant, 1 hem ende zyne nacomelingen, tot fuiken Rechte ent de Leene, ende voirt in alre manieren,als die prin» cipael Hantvesten, ende Brieven die dair afF zyn, 1 dat in houden ende begrypeo, dats te weten, tot 1 enen erflien, prefentibus Zyl, mye Jan van Herwairde Sourier. In orconde &c. Gegeuen op ten XVIIen dach in | Julio Anno M.C.C.C.C. aqht en dertich. Per dominum ducem Comitem Hollaniie, pares ejus fupra Scriptos. IBooste» Zwenck. (Onder Jlond,) Geëxtraheerd uit het Register in dorfo geteekénd, Philippus A. Cas G. 1433—1440, Folio 58. En. de is deze, voor zoo veel het geëxtraheerde aangaat, daar mede bevonden te accordeeren, 's Hage f-den 29 September 1774. (Lager fiond,) In kennisfe van my Gecommitteerde van den Heer Registermeester van de Registeren ende Leenen van Holland en West- Friesland. (vaas get.) Martinus Goüsset. Naar gedaane Collatie is deze met zyn principaal (gefchreven op een Zegel van zes Stuivers) bevonden te accordeeren, by my Gezworen Clercq ter Secretary van en in deKlundert, dezen $ Maart 1787. (tok geteekénd) Cornelis Meerhout, Gezw. Clerrq. I 3 No.  134 VeftótytUng van Stukken betrekkelyk tct Ko 3« Jacob vak der Düm Phïlip, &c. Dod cond allen luyden, dat wy, pehouaeb Ous ende eenen yegelycken fyns rechts, verlyt ende verleend hebben, verlyen ende verleenen mit deezen Onfen Brieven, Jacob van der DüyNe, alzulke p^rceeleB van leenen, als hem angecomen ende oeftorven by den dood van Adam van 5pER Doyne, fynen Vader, te houden van Ons Onfen erven ende nacomel. Graven ende Gravinnen van JJolland, Heeren ende Vrouwen van Arkel, Jacob van der Duyn voirfz., fyr en arven ende nacomei., elc perceel daer ofF tot fülcken recht ende leene als fyn Vader ende Oude Vader ende hoir Voirfaten die ghehouden hebben, ende hier nair nae vuytwyfen der ouder brieven en Onf; Registeren verclairt zal worden, te weten, eerst die AmbachtsHeerlicheit van der Spracge mitten moeren, mit alJen huren toebehoiren, ende anders dat dair ancleven mach, toteenen erfleen. Item, &ca. prefent Dirk van Bovean, Jordin van Raemsdonc, eqde Ja- ! cob Adriaensz. , in orconde &ca. Datum up ten i xien dach in Meerte Anno xiiii-xcviii. ./«cancan» cur- • /urn curia Hollandia. (Onder Jlond,') Geëxtraheerd uit het Register in dorfo geteekénd 1 A. P. Arthidux 1496—1506. Capitulo Zuydholland, Folio 14. Ende is deze, voor zoo veel het; geëxtraheerde aangaet, daar mede bevonden te accordeeren, 's Hage den 29 September 1774. In kennisfe van my Gecommitteerde van den Heer Register-meester van de Registeren: ende Leenen van Holland en Wett-Friesland. (u'ct get.) Martinds Goüsset. , Naar •  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 135 Naar gedaane Collatie is deze met zyn principaal (gefebreven op een Zegel van les Stuivers) bevonden te accordeeren , by my Geawooren Clercq ter Secretary van en in de Kiundert, dezen 5 Maart 1787. (was geteekénd) Cosnelis Meerhout, Gezw. Clercq* No. 4> De Staaten van Holland ende West-Vriesland; doen kond allen luiden, dat voor onzen lieve ende getrouwen Bewaarder van Onzen Grooten Zegele, den Heer Willem Bentinck, Vry heer van Rhoon en Pendrecht &c. &c. &c., als Stadhouder ende Registermeester van Onze Lenen, ende Leenmannen hier na genoemd, gekomen en gecompareerd is, Philippus Carolus Haagen, Notaris alhier in den Hagen, ende heeft vermogends de Procuratie op hem by Jean Francois de Villegas, van Ho vorst Pellenberg &c., den3iften Maart laatstleden voor C. Picard , openbaar Notaris, geadmitteerd in haare Majefteits grooten Raade, en zekere Getuigen binnen Mechelen gepasfeerd, benefrens dezen, in Onzen Leen-Registeren, geregistreerd, Ons met halm en hand, ende mond opgedragen, overgegeven ende quytgefcholden, zonder eenig Recht, Aöie ofte toezeggen meer daar aan te behouden, alzo Onze Leenmannen wysden dat recht was, ende dat ten behoeven van Dirk Elemans, Secretaris, en woonende in de Kiundert, de Ambachts-Heerlykheid van Sprang, met Moeren, met alle heuren toebehooren , ende anders , dat daar aan kleven mag; zynde onder de hand verkocht voor een Somme van zes duizend Guldens; zo is 't dat wy de vporfchreven opdrachte, overgifte ende quytfchel1 4 dinge  ïg5 Verzanteting van Stukken betrekkelyk tot dirge believende ende aannemende, behoudens Ons ende eenen ygelyks Recht, vèrlyd en verleend heb. ben, verleenen en verlyen by dtzen Onze Brieven, deri yóorfz. Dirk Elemans de voorfz. Ambachts. Heerlykheid van Sprang, met Moeren,' met alle heurep toebehooren, ende anders dat daar aan kleven mag, te houden van Ons denzelven Dirk Ele.mans, zyne Erven ende Nakomelingen , tót eenen Brfleenei 't welk in Onze Leen-Registeren gedifjg. neerd is met No. 1659, al naar inhóude der óudè. Brieven ende Onze Leec-Regi« teren daar van wezende; ende voor den voorfz. Dirk Elemans heeft Ons hier vap hulde en Manfchap gedaan, als 't behoorde , CpRNELis van der Kop, Prokureur voor Onzé ïëfpeöive Hoven van Juftitie in Holland, (v'ermo- fends de Procuratie op hem by den voorfz. Dirk ïlemans den isdén dezer lopende maand voor Schepenen der Stede en Heerlykheid Niervaart, «ezegd de Kiundert, gepasfeerd, mede in Onzen Leen-Registèren geregiftreerd) in handen van den bovengemelden Heere Stadhouder en Registermees. ter van Onze Leenen, daar by aan ende overwareh als Onze Leenmannen, Mr. Cornelis Michiel ten Hovè, Onze Griffier van de Leenen, Mr. Marti. Bos van der Cragt. Advokaat-Fiskail van onze Domeinen. T'oirconden dezen onzen Brieven, Bezegeld met Onzen grooten Zegele, gedaan in den Hage den 21 April 1700 vier- en- zeventig. (Was geparapheerd) W. Bentinck vt. (Op de pliègue Jlond) by de Stagen van Holland en West-Friesland ter relatie van Stadhouder en Leenmannen voorn (was geteekénd) C. M. ten Hove (verder Jlond opde pheque) Solvit den 40 Penn. ter fomma vaa ƒ 150 - : - de 10 verhooging, ƒ15-:- zynde bezegeld met Hun Ed. Groot Mogenden Groot Zegel in Roodeo Wasfche, hangende aan een dubbelde Fran^byne Staart. (Onder Jlond,) Naar gedaane Collatie is dezs mee deszeïfe  ie GeUurtenisJen in 1787 enz. voorgevallen. 137 Origineel (gefchreven op een Zegel van twaalf Guldens) bevonden te accordeeren By my Gezwooren Clercq ter Secretarv van en in de Kiundert, dezen 5 Maart ?787« (was get.) Corneus Meerhout, Gezwooren Clercq. No. 5. Alzpo tusfchen den Ed. Heere van Sprang, mitsgaders Schout ende Heemraaden van denzelven Uorpe, ter eene, ende de gemeene Ingezetenen van Sprang voorfz. ter andere zyden, vtrfcheiden differenten ende onlusten ontdaan waren nopende het eligeeren van Burgem. in den voorfz. Dorne mitsgaders het doen van denzelven Dorps-Reke ninge, waar van verfcheide Procesfen voor den Hove van Holland, ongedecideerd, hangende zyn, die hier mede, met compenfatie van kosten dood ende te niet zullen wezen; zoo zyn J. Tohan Van Wissenkerke, Heere van Cauwerve nomine ux om, ende J. Arent van der Hoog, als Opziender van P. Jacob de Jonge, Heere van Sprang, ter eenre, ende de gemeene Ingezetenen van den voorfz. Dorpe ter andere zyden, door tusfchenfpreken van Jr. Zuydewyn van Nuysenrurg. Hee ie van Zuydewyn Cappel, ende Corner van der Hoog, met malkandéren, nopende alle de voorfe. dirferenten , minnelyk ende vriendelyk verdragen ende veraccordeerd, in de voegen, ferme en manieren, hier na vermeld. ™ Te weten dat voortaan, in *t kiezen der Buree meesteren, deze orde zal worden gebruikt, dit op Nieuwe Jaarsdag, als naar ouder gewoonte, dé prelente Ingezetenen haar zullen verdeelen in twe^ troepen, te weten, die van het Oosteinde, ende Westeinde, elks byzonder. ' ¥' 1 5 En.  r.38 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ende alzoo verdeeld zynde, dat de Ingezetenen van het Qosteinde twee van de nutfte en bekwaamlte Perfoonen zullen nomineeren uit de Ingezetenen van 't Westeinde, ende wederom de Ingezetenen van 't zelve Westeinde van gelyken twee Perfoonen uit de Ingezetenen van 't Oosteinde, alles ordentelyk, naar de meeste Hemmen. Dezelve Nominatie alzoo gefchiëd zynde, zal getrouwlyk aan den Ed. Heere, op 't fpoedigfte, worden toegezonden, om by zyn Ed. twee uit de genomineerde Perfoonen tot Burgemeesteren te eligeeren, te weten een uit het Oost- ende een uit het Westeinde. Welke Electie de Officier verzorgen zal, binnen veertien dagen ofte drie weeken ten langften, te gefchieden, te rekenen van Nieuwe Jaarsdag af, óp dat de Ingezetenen daar aan geenen ondienst overkome. Ende of geviele, dat de Ed. Heer abfent was, dat als dan de Schout geauthorifeerd zal zyn, gelyk denzelven geauthorifeerd wordt by dezen, de Eleöie in plaatze van den Heer te doen. Met dien verftande, dat 'er geene Recommandatie, van de eene noch de andere zyde, in conflde» rade zullen mogen komen. Ook of geviele, dat een Perfoon vier h vyf jaaren achter den anderen op de Nominatie kwam, den zelfden, op de vyfde Nominatie, als Burgen:, zal werden geëligeerd. Voorts dat 'er geene kosten, ten wederzyden, nopende het Proces over het eligeeren der Burgemeesteren gefuftineerd, in eenige rekeninge zullen mogen werden gebracht. Dat ook de kosten, ryzende zoo op het fchryven! van den Brief aan den Ed. Heer, wegens de Nominatie, het port van dien gints ende weder, mitsgaders het openen van den Brief van Electie, niet hooger zullen worden begroot, als tot twee Car. Gl. eens, maar wel minder. Dat de Rekeningen van den jaare 10*40 en 1614. zullen worden gehoord ende gefloten. En?  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 139 Ende of in toekomende eenige questien op het doen van Burgem. Rekeningen kwamen te ontftaan, die by Schout, Gerechten, ende prefeote Ingezetenen, niet en konden worden vergeleken, dat als dan drie Perfoonen by Schout ende Gerechten zullen werden verkoren, mitsgaders by de Geineinte gelyke drie Perfoonen,- die in handen zullen werden gegeven, dezelve gefchilfen, omme by hen gemodereerd ende gedecideerd te werden, ende byaldiea dezelve zes Perfoonen niet en konnen vereenigen, dat zylieden. als dan, tot heurder asfiftentie, een bekwaam onpartydig Perfoon tot Overman zuilen kiezen, *t zy uit de Gemeente ofte buiten dezelve, die, met hen geasfumeerd zynde , alle de voorfchreven difFerenten zullen afdoen , 't welk, alzoo gefchied zynde, by de voorfz. Schout ende Gerechten ende Gemeinte, zonder contradictie, zal worden achtervolgd. Allen , 't welk voorfz. ftaat, beloven wy ten wederzyden in alle zyne poinöen te onderhouden, onder het verband als naar rechten: des oirconde deze by de Contrahenten , in qualiteit voorfz., ondergeteekend binnen Sprang den 24 September 16jo. (en was onderteekend) J. W. Couwerve, Arent van der Hooch, Zuydewyn van Nuysfenborch, Cornelis van der Hooch, C. LoufF, Schout tot Sprang, Anthony van Klootwyk, Frans Hendrik Fransfen , Corn. Petersfen Leeu, G. J. van Gampen, Jan Jans Piggen, Cor. nelis Cornelisfen, Hendrik Stoffels van Gils, Dirks Adriaansfen Roos, Peeter Tonisfen Vemunea, Adriaan Goyaertsfen Oerlemans, J. Laurisfen, van Houte , Frans Willemsfen , Ammerbyen , Joost Hendrikfen, Merten Jacobsfen de Bie, Dielis Gyfbertsfen van der Plas, Joachim Verfchuuren, Jan Aertsfen, Lourens Willemsfen, Marcelis Jansfen, dit f is hét Merk van Arien Tonisfen Burger, Peter Denisfen, Louris Gysbrechtsfen, Jan Thomis- lëa  r.4P Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fen Oerlemans, J. de Bie, Cornelis Symonsfen. Hulshout, Gelden Adriaansfen de Jongen, AdrU aen Coftiaansfen Klie, 't Merlc f van Wouter Lambertsfen Hage, Claas Hertsz de Hoogh, Hyliger Adriaansfen van Bróechoven, Adriaan Anthonisfen Wynants, Govert Bertroms de Bruyn, Anthoni* Hendrikfen, Jan van Heyst, A. Sprangers. (Onder Jlond,) Dat deze, na gedaane Collatie jegens de O. rigineele, daar mede accordeerende is , getuige ik ondergeteekende Secretaris, der Heerlyk. heden van Tilborgh ende Goirle, toirkonden en. (was gef.) P. van Gils, Secr. "653. (Lager Jlond) Na de gedaane Collatie is deze met zyn principaal bevonden te accordeeren, by my gezworen Clercq ter Secretary van en in de Kiundert, dezen 7 Maart 1787, (was geteekénd) Cornelis Meerhout, Gezworen Clerca. No. 6, De Gerechts-Bode zal aan den Heer A. R. vak Genderen aanzeggen, dat hy zich op Donderdag des namiddags om 2 uuren zal hebben te citeeren (wil zeggen lïfteeren) in de Rechtkamer, dewyl Regenten hem in zyn Perfoon te fpreken hebben, pp priyatie van zyn Ambt als Schout. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen: 141 No. 7. De Heeren Dirk van Uytho.oven, Antonie Qüiryns, L. Lynen, J. Leempoel, N. de Graaf, Z. Scholt, W. Smalle» gang, C de RooY, J. Vos. Myn Heeren! De Perfoon B. van Beek heeft my óp gisteren, Zoo hy zeide, uit Ui. naam aangezegd, omme op heden namiddag ten vier uuren in (gelyk hy het noemde) UU Vergadering te compareeren. Zonder de wettigheid dezer gemelde aanzegging in 't allerminst te advoueeren, en zonder dat uic myne ptajfentie alhier eenige de allerminfte illatie of confequentie ten mynen nadeele zoude kunnen worden getrokken, als of ik daar door aan gemelde aanzegging plichtshalven hadde gcdefereerd, zoo heeft de befcheidenheid, de burgerlyke vriendlykheid en welvoeglykheid, my genoopt om UI. te verzoeken, my, hangende de Deliberatie van Hun Ed. Groot Mogenden over de wettigheid of onwettigheid van UI. aanftelling, in myne qualiteit als Schout, of in welke andere relatie het ook zoude mogen wezen, niet meer te citeeren, alzoo ik, om verfcheide gegronde redenen, die ik begrype dat het oirdeel en doorzicht van UI. zeer wel zullen penetreeren, my buiten ftaat bevinde, voor de finaale uitfpraak van Hoogstgedachten Souvcrein , my met UI. Vergaderingen en verrichtingen, zon. der my aan plichtsverzuim fchuldig te maaken, in. *t allerminst te kunnen inlaten, waaromme ik my dan ook genoodzaakt vinde, my oogenbliklyk te moeten abfenteeren. Sprang, den 30 January 1787. (was ge{.) A, R. van Gsnderejct, Schout.  Verzameling van Stukken betrekkelyk ftt No. 8. PUBLICATIE. Burgemeesteren en Schepenen van Sprang in ervaring gekomen zynde , dat ettelyke Perfoonen zich opwerpen als Regenten van dezen Dórpe, uit hoofde dat zy door den Ambachts-Heer met het begin van dit jaar 1787 qüafi zouden geëligeerd zyn, niettegenftaande zy door de Ingelanden, leen Opgezetenen, op den 22ften January dezes jaars, als onwettig aangefteld en gtëligeerd verklaard, en op dien zelfden dag, op eene alleszins wettige wyze j andere Perfoonen tot Schepenen en Burgemeesteren verkozen en geïnftalleerd zyn. En welke wederrechtèlyke opwerping van Regent» fchap, 't zy als Schepen of als Burgemeester, ten eenemaale ftrydt met de goede orde, rust en vei" ligheid, van dit Dorp; als mede byzonde'r inloopt tegen het wel en wettig verlangen van de goede In-en Opgezetenen; waarom Hun Ed. Achtb. by dezen elk en een iegelyk der Inwoonderen van Sprang waarfchuwen, geene dier Perfoonen in zoodanig eene qualiteit te erkennen of te gehoorzaamen, of ser, veelmin ten overftaan van hunlieden, eenige Aöens, Transporten of Testamenten, te pasfeeren, of verkopingen te doen of anderszins, op pcene dat zoodanige Adtens, Transporten, Testamenten of Verkopingen, zullen gehouden worden voor nul en van onwaarde, en dat daarenboven de Perfoon, welke dezelve gedaan of gepasfeerd heeft, zal verbeuren eene boete van zes honderd Car. Guldens, van 20 Stuivers het ftuk, by parate Executie te betaalen, waar van het eene derde zal zyn ten profyte van den Officier dezer Plaats, het tweede derde voor de Diaconie Armen alhier, ën het andere derdedeel voor die gene , welke de Perfoon, die zoodanig een Aüe gepasseerd heeft, zal weten aan te wyzen. En  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 145 En op dat niemand hier van ignorantie preten. deere, zal deze by het luiden Van de Groote Klok t worden gepubliceerd, en op den aanftaanden Zon1 dag in de Gereformeerde Kerk van den PredikIftoel, in de voor- en namiddag Godsdienst, worden afgelezen j en voorts geaffigeerd ter plaatze daar het gebruikelyk is. A&um in onze Vergadering te Sprang, op Dings* dag den 6 February 1787. (Onder Jlond,) Ter Ordonnantie van de Magiftraat. (was geteekénd) G. Oerlemans, Secretaris» No* o. ida^M .tVO .bil bw J a«v nwfsswisv yW Wel Edele Gestrenge en Manh&fte Heeren! Het was op den 22ften dezer, dat wy ons in de I noodzaaklykheid, van der Dwinglandy en Heersch;zucht paal en perk te ftellen, bevonden, door op 1 een wettige, bedaarde, en ordentlyke wyze te vooris zien in een Regeeringloosheid, waar in wy federt iiden iften January geverfeerd hebben, uit hoofde 8i dat de Ambachts-Heer van dit Dorp had kunnen Igoedvinden, om vyf Perfoonen, welke op den 27 [December 1786, doordien zv zich aan overtreding ,!Van hunnen ééd, by den aanvang hunner bediening xgedaan, hadden fchuldig gemaakt, door de Ingeil landen van dit Dorp inhabiel verklaard waren om ndoor den Ambachts-Heer met January 1787 op 1 nieuw geëligeerd te kunnen worden, nögthands I deze Ambachts-Heer heeft kunnen goedvinden, op eene  144 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eene despotieke wyze, dezelve Perfoonen tegen alle oppofitien, hoe billyk en rechtmaatig die, ook geweest zyn, op nieuw te eligeeren en te beéêdigen, ter fmooring van de bezadigde Volkftem, en ter onderdrukking van Recht en Gerechtigheid. . Welke Electie en aanltelling van den Ambachts. Heer door de Ingelanden dan ook gehouden is voor informeel, nul en van onwaarde, met gevolg vaa het zelve Volk, uit een Nominatie welke by hun, was geformeerd, na dat de Ambachts-Heer daaruit geweigerd had te eligeeren, zelfs geëligeerd, en doordien de Schout, A. R. van Genderen, tegen de in êédneming protesteerde, al mede door het Volk de in êédneming plechtftatig gedaan is. En dat zoo wel van Burgemeesteren als Schepe* nen; dewyl te gelyker tyd door den nieuwen Raad en het Volk een vast Reglement, voor een permanent Collegie van gequalificeerde Gecommitteerden, is bezworen, en de Leden van dit Collegie aanftonds al mede onder ééd genomen zyn. Wy verwachten van U Wel Ed. Geftr. Manb*, niet anders, als dat deze onze wettige handelwys, waar Uit wy voor ons" de Verlosfing uit de flaverny, en voor het platte Land de eerfte grondilag tot de i Vryheid te gemoet zien, met Uw Wel Ed. Geftr. i Manh. goedkeuring zal worden achtervolgd. Wy zyn bereid, tér maintien dézer onze gedra- . gingen, goëd en bloed te waagen, en ons, is het. nood, te verzetten tegen eiken een iegelyk, hy zy wie hy zy, welke Ons zou trachten tegen te; werken. En wy verwachten van U Wel Ed. Geftr. Manh.,, ingevolge het Verbond der Unie, alle daadelykè: en mooglyke adfiftentie, zoo dra men tegen onss het moordtooneel der Despooten zal trachten te: openen, even zoo als wy bereid zyn, naar ons ver-, mogen, U Wel Ed. Geftr. Manh. met goed eh] bloed tot den laatften man toe by te ftaan. Voorts bevelen wy U Wel Ed. Geftr. Manh. ia ue;  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 145 1 de befcherming van Neerlands God, en hebben de eer ons te teekenen, Wel Édele Geftrenge en Manhafte Heeren l (Onder ftondf) Vw Wel Ed» Geftr. Manh. goede Vrienden, De Heeren Officieren en verdere 1 Sprang, den 23 Leden van het Genootfchap lanuarv 1787. voor Godsdienst en Vry* J ' 1 heid te Sprang. (Lager ftond) En in naam derzelven, (was ge*.) J- Smits, Secretaris, No. 10. Lvst van de naamen der Perfoonen die ik Dirk Elemans, Ambachts-Heer van Sprang &c., onverminderd myn verder recht, nebbe geeligeerd en i aangefteldieligeefe en aanftelle by dezen, totBurtgemeesreren van Sprange voornoemd, voor dezen j jaare 1787; als ï Arnoldds Wynen, en Dirk van Uithoven. Lastende en authorifeerende hief mede myflen 'Schout van Sprange vóornöemd, Mr. R. A. vAtf l Genderen, om in niyn naam de bovengenoemde Perfoonen, binnen agt of veertien dagen na dato dezes, in de voorzeide Bediening van het Burge1 meesters-Ambt van Sprange, behoorlyk te ïnftal1 ieeren, en den ééd, daar toe ftaande, af te nemen < en te laten doen. Aclum, in de Kiundert, den 8 January 1787. (was get.) D. Elemans» XLVIII. Deel. K No.  146 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. ii. Extt-fi£ï uit het Refolutieboek van Schout ! en Gerechte van Sprang, alwaar ftaat i aU volgt: Vergadering gehouden by » Schout, Schepenen en Burgemeesters i van Sprang, den 18 January 1787. D? Schout heefc deze Vergadering laten beleg- . gen , ten einde de door den Ambachts-Heer van Sprang geëligeerde en aangeftelde Burgemeesteren voor dezen jaare 1787 te inftalleeren en te beéédi- « gen, by weike Electie bleek dat door zyn Wel Ed» t Geftr. aangefteld zyn, Arnoldus W^nen, en v Dirk van Uithoven. Welke voornoemde Perfoonen door den Ge- i rechts-Bode geciteerd zynde in deze Vergadering, 1 is Arnoldus Wynen niet gecompareerd, vermits s dezelve teeds eenige dagen van huis geweest, en nog niet geretourneerd was, volgens getuigenis van zyne Huisvrouw tegen den Gerechts-Bode , dan voornoemde Dirk van Uithoven wel gecompareerd-zyh de, heefc verzocht, dat het volgende Protest door den Secretaris mogt werden geregis- ■ treerd. De ondergeteekende Dirk van Uithoven decla- . reert, als door het Volk van Sprang tot hunnen 1 Burgemeester genomineerd zynde , met alle volvaardigheid bereid te zyn, zich in dien post te laten inftalleeren en beéêdigen, zoo echter, dat die inftailatie en beéédiging ten overftaan van wettig gefielde, by en door het Volk erkende,Schepenen,, en dus overeenkomftig de gerechtigheden, tot de-> ze Gemeente natuurlyk behoorende, gefchiede;; en nadien de Ondergeteekende de thands in dezes Rechtkamer gecompareerde Perfoonen voor geene: Schepenen kan of mag erkennen, nadien dezelve: doori  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 147 door het Volk, op eene legaale en plechtige wyze, zyn verklaard, daar van te wezen vervallen, boven en behalven dat het Formulier van ééd, quaji aan de Burgemeesters voorgefteld, niet quadreert met de Rechten en Privilegiën, een vry Volk competeerende; mitsdien zoo betuigt de Ondergeteekende, gemelde bedieninge op dien voet niet te kunnen aannemen, protesteert intusfchen van bereidwilligheid en van nadeelige gevolgen; verzoekende , dat deze door den Heer Secretaris mag werden geregiftreerd, daar en zoo 't behoort. (was get.) Dirk van Uithoven. Accordeert dit Extradb met het Refolutie. boek, by my Ondergeteekenden, (was gei.) G. Oerlemans , Secret. No. 12. I ExtraEt uit het Refolutieboek van Heeren Schout, Schepenen en Burgemeesteren , van Sprang. Extraordinaire Vergadering, gehouden by Schout, Schepenen en ï?«rg«meesieren van Sprang, den 30 December 1786, 's namiddags ten drie uuren, alle prajent. By refumtie nader gedelibereerd zynde op het voorftel en verzoek, door L. A. van Dyk, Simon Colthoff, Pr. van der Loo en Jacob Vos, Burgers en Inwoonders alhier te Sprang, op den 2zften dezer aan Hun Ed. Achtbaafen gedaan, als mede öp het Request, door of van wegens dezelve L. van Dyk, S. Colthoff, Pr. van der Loo en Jacob Vos, en door of van wegens F. van de Wer- K 2 ken,  148 Verzameling van Stuiten letrékkelyk tot ken, A. oph"Rfr, D. Wynen, Willem SoEtEfts I en Jan Crajo, Medeburgers en Inwoonders alhier I te Sprangi op den 27iren dezer aan Hun Ed. Achtb., gepiefentf>.rd. Is goedgevonden cn veriraaö, om , onvermin- I derd Hun Ed. Achtb. verdere deliberatie, en be-a houdens ieder zyn goed recht, te perfitteeren bye Hun Ed. Achtb. Refolutie van den 2after dezer, I en mitsdien de Copie, dé Procuratie of Commis-d fie, t^n zeiven dage, door geroèlden L. van Dyk;? cum fuis} aan Hun Ed. Achtb. vertoond en overge- s geven, aan te nemen en te houden voor Notifi-I catie. Ais mede om gevoegfhalvè en ten overvloede te »1 declareeren, dat Hun Ed. Achtb. altoos bereid zyn t\ geweest en nog zyn , om, zoo veel van Hun Ed. È Achtb. is denendeerende, de abuizen, die 'er al-| hier ingeflopen mogten zyn, en Hun Ed. Achtb. i behoorlyk kennelyk mogten worden, op een be-* hooMyke en coi ftitutioneele wyze te redresfeeren. M Eb ral Extract dezer aan de gemelde Supplianten worri-n gegeven, tot derzelver naricht. Actum in Collegie dato ut fupra. (was geteekénd) R.. A. van Genderen , Schout. Az. de : jongh. H. van der HoVEN. A. vak i Vefren. J. Oerlemans. Denis Dirkze Vos. (Onder Jlond,) My prefent, (was get.) G. Oerlemans, Secret. (Lager Jlond) Accordeert voor Extract. (was gtt.) G. Oerlemans, Secret. No»  de Gebturtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 149 M°> 3295' Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Fries land. vaar by wordt gecontinueerd de provifioneele Surcheance, door Gecommitteerde Raaden aan O. £LEMan Ambachts-Heer van Sprang verleend, ten aanzien van 't doen der rekening van de Extraordinaris Verponding over 't jaar 1786, door den Colle£teur Mr. R. A. van Genderen; en voorts 'f Addres van gemdie Elemans, en de Mi'fi)/e dar Regeering van die Ambackts-Heerlykheid, concer* neerende het herftel van abuiun. In dato den 5 April 1787. De Raad-Penfionaris heeft ter Vergadering ge» comrauniceerd de Refolutie, den 27 Maart laatstleden by de Heeren Gecommitteerde Raaden, in Hun Ed. Groot Mogenden afwegen beid, geaomeu op de Requeste van Dirk Elemans, AmosctKs» Heer van Sprang, tot furcheacce, ten aaneieo van het doen der rekening der Extraordinaris Verponding over 1786, door den Collecteur Mr. R. A9 van Genderen, hier na geïnfereerd. Fiat Infertio. En is voorts gelezen de Requeste van Dirk Flemans, Ambachts-Heer van Sprang, om de daar by geallegueerde redenen, verzoekende Hun Ed. Gr» Mogenden fpoedige Refolutie op de difFerenteh en zaaken, betreffende gemelde Heerlykheid, en de noodige voorziening tot herftel van de» Suppliants Rechten; als mede, hangende Hun Ed. Groot Mogende*^ deli'oeratien, furcheanc^, zoo omtrent de Extraordinaris Verpondings-Rekëning over de Ambachts-Heerlykheid Sprang, en de ordres, daaromtrent door de prserenfe Regenten gege-en, ijls onurent andere zaaken, de Regeering aldaar betreffende. Fiat Infertio. K 3 Wy.  ïzer Heerlykheid, in aanmerking, dat de tyd reeds lange daar was, niets onbeproeft gelaten hebben, 1 om den Collecteur van de Extraordinaris Verponding [ alhier, over den jaare 1786, zynde den Heer Schout *Mr. R. A. van Genderen, te doen doen zyne geI melde Rekening, alles wat tot dien, en in der minne en gerechtelyk, is aangewend geweest, is vruch; teloos , en nadien 'er de Gemeente grootelyks aan ., gelegen ligt, dat dezelve Rekening hoe eer zoo beter werde gedaan. Zoo is 't, dat Burgemeesteren en Schepenen, die niet anders dan de belangens en bevordering der Ge- meen-  155 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof meeotens-zaaken ten dqele hebben , aan allen en ieder bekend maaken, dat Burgemeesteren en Schepenen voornoemd, op Vrydag den 30 Maart 1787, des namiddags de klokke twee uuren , ten Rectitka. mer alhier zullen vaceeren, ten einde dezelve Re» kening als dan te boorep opnemen en fluiten, wordende tèn dien einde alje en een iegi ly k, daar by ge"nteresfeerd, verzocht tyde, uure en plaatfevoorfz. te compareeren, vooral mede, om voor zoo yerre gemelde Heer Schout onverhoopt in gebreken mogte blyven, gemelde zyne Rekening als dan te prefenteeren, zoodaanig te handelen, en refolveeren overeenkomftig de belangens dezer Qemeente, en zal aan den gemelden Heer Schout deze tot zyne sarichting door den Bode worden voorgelezen. Aftum Sprang, den 25 Maart 1787. Zegt het voort. Aan de Edele Groot Mogende Heerej? Staaten van Holland en West-Friesland. Geeft onderdaaniglyk te kennen Dirk Elemans, , Ambachts-Heer van Sprang. Dat de Suppliant, ingevolge het recht en de pos- ■ fesfie aan de juccesfive Heeren van Sprang, ai fe. • dert byna vier eeüwén, competeérende, in het be- . gin van dezen jaare 1787, Schepenen van de gémel. 1 de Heerlvkheid Sprang heeft genomineerd en aan-.' gefield, welke ook door den Schout, op den 3den 1 January laatstleden, in ééd zyn genomen; en dat: insgelyks de Supplianr mede in het begin van d?-1 zen jaare, ingevolge eene Conventie, tusfchen den 1 Ambachts-Heer en de Ingezetenen van Sprang, op 1 den 'id, September 1650 gemaakt, en federt dien tyd hebbende plaats gehad, uit eene Nominatie, door de Gemeente aldaar op den 1 Jinuary 1787 gtformeerd, en aan den Suppliant op den 6den dito 1 toegezonden, Burgemeesteren heeft verkoren. Dat 1  de Gebeurtenis/en in 1787 voorgevallen. 157 Dat echter de Suppliant heeft moeten ondervinden , dat eenige famengekomene Ingelanden hebb'.n goedgevonden, na voor af gemaakte en aan dm Suppliant toegezondene Nominatie, waar aan de Suppliant niet heeft kunnen defereeren, andere Perfoonen tot Schepenen, als mede andere Burgemeesteren, aan te ftdlen. Dat vervolgens F. van de Werken, S. Cölthoff, A. Ophorst, Willem Soéters, J. Crajo, L. A. van Dyk, Dirk Wynen, Jacob Vos en Pietër van der Loo, zich qualinceerende Gecommitteerden Van de Ingelanden der AmbachtsHeerlykheid Sprang, zich veroirloofd hebbende, by Misfive aan U Ed. Groot Mogenden van alle die verrichtingen der Ingelanden en Gecommitteerden kennis te geven, en die Misfive met de Bylagen gefield zynde in handen van den Ambachts-Heer, mitsgaders Schout en Gerechte der Heerlykheid Sprang, ten fine van Bericht, de Suppliant de eer heeft gehad, om het Bericht zoo voor zich, als voor het by hem aangeftelde Gerecht, aan U Ed. Groot Mogenden onlangs te doen inleveren, 't welk daar op door U Ed. Groot Mogenden is gemaakt Commisforiaal aan het Groot Befoigne. Dat de Suppliant by dat Bericht aan U Ed. Groot Mogenden, om daar by in het breede gealleguëerde redenen, heeft verzocht, dat het aan O Ed. Groot Mogenden mogte behaagen, de noodige ordres ten fpoedigften te ftellen, ten einde de door den Suppliant als Ambachts-Heer geëligeerde Schepenen en Burgemeesteren van Sprang, voor den jaare 1787, onverhindert hunne Bedieningen, uit krachte van des Suppliants Electie, zouden kunnen en mogen waarnemen, en dat dezelve in de Exercitie van hunne Bedieningen gehandhaafd, micsga. ders alle de daar tegen, zoo door de gemelde zoogenaamde Gecommitteerden, en derzelver Committenten, als door hunne prattenfe geëligeerde Schepenen en Burgemeesteren, gepleegde handelingen en verrichtingen, en toegebrachte empechementen en  138 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en beletfelen, afgedaan en vernietigd mogten worden. Dat de Suppliant wel hadde verhoopt, dat, hangende de deliberatien van ü Ed. Groot Mogenden, .door de voornoemde praïtenfe Burgemeesteren ea Schepenen, invoege voorfz. quafi door Ingelanden aangefleld zynde , geene verdere ondernemingen zouden worden gedaan, waar door de zaak buiten haar geheel zoude geraken, en met 'er daad aan D Ed. Groot Mogenden deliberatien atteinte toegebracht zoude worden; maar dat echter de Suppliant is ontwaar geworden, dat de voornoemde pretenfe Burgemeesteren en Schepenen, aan Mr. R. A- van Genderen, als Schout van Sprang, op den 22ften Maart laatstleden hebbende geordonneerd, om als Collecteur van de Extraordinaire Verponding, binnen den tyd van driemaal 24 uuren, de noodige papieren tot de Extraordinaire VerpondingRekening aan den Secretaris over te geven; met by voeging, dat anders Regenten zich zouden vervoegen terplaatfe daar het behoorde, en den Schout binnen den tyd van driemaal 24 uuren daar op in fublhntie geantwoord hebbende, dat, vermits by den Suppliant, als Ambachts-Heer, de wettigheid der aanftelling van de gemelde Burgemeesteren en Schepenen wierd tegengefproken, en die zaak thands ter deliberatie van U Ed. Groot Mogenden aanhangig was, hy Schout mitsdien aan de ordres van dezelve pretenfe Regenten niet konde defereeren, daar op de voornoemde pretenfe Burgemees teren en Schepenen hebben goedgevonden te arrefteeren, en aan den gemelden Schout door den Bode te doen voorlezen, eene Publicatie, waar van Copie hier nevens is gevoegd. Dat, vermits door de gemelde handelingen, waar aan de Suppliant en zyn Schout geenszins konden defereeren, de zaaken meer en meer op eene feitelyke wyze in onherftelbaare verwarring gebracht, en aan des Suppliants Recht de uiterfte prjejudicien toegebracht zouden werden, en bovendien te voorzien  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 159 ;zierj was, dat op den 3often Maart aanftaande door IdeD Schout aan de Refolutie der pretenfe RegenI ten niet voldaan wordende, 700 al? hy Ambts- en i éédshalve daar aan niet konde of mogte voldoen, tnog al verdere feitelykheden zouden werden gepleegd, pwaar tegen de Suppliant op dien tyd geene voorziening van U Ed. Groot Mogenden zeiven konde verizoeken, vermits Hoogstdezelve eerst op den3often ÏMaart wederom ftonden te vergaderen, uit diea ïhoofde de Suppliant zich by Request heeft gead\ dresfeerd aan ü (£d. Groot Mogenden Heeren Gecommitteerde Raaden, en daar by ootmoediglyfc ; heeft verzocht, dat Hun Ed. Mogenden de noodige t ordres zouden gelieven te Hellen, ten einde by proivifie, en hangende U Ed. Groot Mogenden delibe• ratien, of tot dat by U Ed. Groot Mogenden zei' ven over de voorfz. zaak zoude zyn gedisponeerd, 1 het doen der Rekening van de Extraordinaire VerJponding over den jaare 1780", over de Ambachts; Heerlykheid Sprang, mitsgaders alle ordres, door I de voorfz. pretenfe Regenten daaromtrent quafi geI geven zynde, zouden worden gefurcheerd ? en dat [ Hun Ed. Mogenden daar van zouden gelieven té verleenen Refolutie zonder refumptie. Dat dan ook wel gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden hebben gelieven goed te vinden, de i voorfz. verzochte provifioneele furcheance, ten opzichte van het doen der gemelde Rekening van dp I Extraordinaire Verponding over den jaare 1786, te verleenen, en zulks tot de toen aanftaande byeen- i komst van U Ed. Groot Mogenden Vergadering, II en eenige dagen in dezelve: waar van de Heer Raad. ^ Penflonaris by de gemelde Refolutie werd verzocht, ; aao ü Ed. Grop: Mogenden Vergadering, op Vry: dag den 3often Maart toen aanftaande, kennis te I geven. En dewyl de Suppliant eerbiedig vertrouwt, dat, (j hangende de deliberatien van U Ed. Groot Mogen1 den over de meergemelde aanftelling van Regenten < van Sprang, geene verdere inbreuk op des Suppli- aats  iffö Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot arts RechteD behoort te gefchieden, nog rheerdef zaaken door gemelde Perfoonen , die qualf döor In* gelanden zyn aangefteld, ondernomen behooren te werdeh, als waar door dé cbnfufie en prejudicie meer en meer zouden worden vergroot; en wyders ook! zoo wel het belarg van den Suppliant, en van gemelden zynen Schout, als het g. meene welzyn varj de voorfz. Heenykheid, een fpoedige en finaale diNpofitit van ü Ed. Groot Mogenden ten hoogftea noodzaakelyk maaken. Zoo keert de Suppliant zich tot U Ed. Groot Mo- tender, ootmoedig verzoekende, dat het aan U d. Groot Mogenden goedgunftelyk mogb behaagen , de voorfz. differencen en zaaken, betreffende de voorfz. Heerlykheid Sprang, en waar op de de. cifie en voorziening van U Ed. Groot Mogenden, by desSüppliants voprgemf 1debericht, is verzocht, ten fpoedi^ften te refolv eeren, en de noodige voorziening tot herftelling van des Suppliants Rechten te doen; als mede, dat U Ed. Groot Mogenden, hangende Hoogstderzelver deliberatien over deze zaaktn en differentien, gelieven te verleenen furcheance, zoo omtrent bet doen der voorgemelde Kekeri g der Extraordinaire Verponding over de Ambachts-Heerlykheid Sprang, en de ordres, daaromtrent door de voorfz. pretenfe Regenten gegeven, als omtrent andere zaaken, de Regeering aldaar betreffende, en dat U Ed. Groot Mogenden daar van gelieven te verleer er, Refolutie in forma. (Onder Jlond,) 't Welk doende enz. (was get.) C. v. d. Kop, Edelb Groot Mogende Heeren I Wy hebben, met den diepften eerbied, de vryheid gebruikt, op den 34ften January jongstleden aan  de Gïïeurtènïsfen in 1787 m, vóorgevaim test ; aan ü Ed. Croët Mogenden toe te zenden eeaë ; Misfive, met de ftukken daar inne geroerd, con< Cerneerende het werk dezer Gemeente, en den Am» i bachts-Heer, in die hoope, dat ons alleszins beza! digd gehouden gedrag Hoogstderzel ver goedkeuring ! zoude wegdragen: wy hebben, Ed. Groot Mogen ;de Heeren! geene reden om een contrarie denk1 beeld over de juistheid van dezelve onze hoope, "tzy met de verfchuldigde eerbied gfczegd, te for« tjneeren; wy zyn te veel overtuigd van* en ver« ' trouwen te veel op, de edelmoedige en Vaderland! fche denkwyze van Hoogstdezelve 5 dan nadien wy rinet reden, reeds by het afzenden van gemelde onze [Briefen ft-ukiceuj beducht waren, dat de AmbachtsIMeer, die, Zoo wel als zyn Schout, ons en onzö [Gemeente zoo veel verdriet en kosten door Procedu* rres (waar in hy heeft gefüccümbeerd) heeft, toe en «aangebracht, tegeri ons en onze verrichtingen zoo* cdaanige middelen tot ónderfohragiDg zyner defenfiè Üoude inbrengen, die ons by U Ed. Groot Mogeniden onverdiend, zoo niethaatelyk, immersfusfpect tzouden doen voorkomèn; waarommewy, tot voorkoming van die rede, even naar het depecheereii iVan dezelve onze Brief, onzen praöizyn in 's Haajge op het erofligfle hadden verzocht en gerecom-* cmandeerd, hy wilde voor en op onzen naam Request; iAntidotaal prefentéeren, dan waar op wy van denizelven geen het minfte antwoord, hoe zeer daar op :by herhaalihg is aangedrongen, hebben mogen ont[Vangen; wy nemen dus, Ed. Groot Mogende Beelïën. de vryheid, mede in aanmerking van de door ÜHeeren Gecommitteerde Raaden genomene en aaa «ons geinfinüëerde Refolutie, met relatie tot de Extraordinaire Rekening, waar van do Schout?, vol*» )[gens gewoonte, Aannemer of Collecteur is, en waar» I omtrent wy op grond der bevelen van onzen wetjiitigen Souverein, op eene decente wyze, relaas tos ide inüggende Publicatie , rekening hadden ver* : zocht, tot UEd. Groot Mogtendéa, als Vaderende» ^Vaderlands, door deze te addresfeeren, met def -XL VIII. Daai. L mQ>  iffl Verzameling van Stukken betrekkelyk tot moedig verzoek, dat, voor zooverre door den Am-, bachts Heer tegen ons en onze zoo eenvoudige als ftille behandeling eenige pofitiven mogten zyn ingebracht, die U Ed, Gr. Mogenden aanleiding zou* den kunnen geven, om eene tegen ons nadeelige Refolutie uit te brengen, U Ed. Groot Mogenden dezelve niet tegen ons gelieven te doen werken, voor en al eer wy op dezelve zyn gehoord, ftaande wy in die, met de grootfle eerbied gezegd, verzekering, dezelve, 't zy by eene perfooneele verfchyning, uit onsmidden, of in gefchrifte, terdispoütie van U Ed. Groot Mogenden, op eene, zoo wy vertrouwen, U Ed. Groot Mogenden voldoende wyze te enerveeren, dermaate, dat het gedrag federt Nieuwjaar, door Regenten in dezen, met betrekking tot het ware interest der Gemeente gehouden, vergeleken wordende met dat voor dien tyd, wy vertrouwen dat het zelve U Ed. Groot Mogenden volkomen goedkeuring zal wegdragen. Wy bidden en fineeken dan, dat het U Ed. Groot Mo» genden gun (tig behaage, niet tegens ons verzoek te disponeeren, voor en al eer dat U Ed. Groot Mogenden ons, op de poincten van bezwaar (zoo 'er die door den Ambachts-Heer mogten zyn aangevoerd) zullen hebben gehoord. Wy kunnen, Ed. Groot Mogende Heeren! by deze gelegenheid niet voorby, en vraagen demoedige verichooning voor dezelve onze Vryheid, U Ed. Groot Mogenden op het nedrigst ons leedwezen te betuigen, dat, daar onze zoo wel geintentioneerde als bedaarde Burgerye, die ten tyde wanneer hen op het hoog gezag wierdgeordonneerd zich in den Wapenhandel te oeffenen, mede de eerfte geweest j zyn, die aan dezelve zoo heilzaame order bebben geobediëerd, zy echter des onaangezien niet, op het voorbeeld van hunne Nabuuren, door U Ed», Groot Mogenden zyn gecomprehendeerd onder * Hoogstderzelver Protectie; wy bevelen dan niet; alleen nogmaals dit poinct, maar ook onze geheele» | zaak, aan de attentie van ü Ed. Groot Mogenden.! Ter- ■  de Gebeurtenis/en ia 1787 enz, voorgevallen. 1G3 Terwyl wy den God onzer Vaderen bidden, Ü Ed. Groot Mogenden te nemen onder zyne Heilige Protectie en Bewaaring, en alle Hoogstderzel ver Befluiten met zynen Goddelyken Zegen te bekroooen , de eere hebben ons met den verfchuldigden eerbied te noemen, (Onder jlond,) Edele Groot Mogende Heeren! Uwer Ed. Groot MoSprang den 30 genden zeer gehoor'" Maart 1782» zaame Dienaaren, Burgemeesteren, Schepenen en Geconjlitueerden van de ln. gelanden der Ambachts-Heer. lykheid Sprang. (was geteekénd) F. van de Werken, Gecommitteerde. S. Colthoff. L. D. van Dyck. A. Ophorst. J. Crajo. Wouter de Beer. Willem Soeters. Jan van Dalen. Dirck Wynen. P. van der Loo. J» Vos. Dirk van Uythoven. Ant. Qüiryns. C. Wynen. Z. Scholt. C. lx Roy. W. Smallegang. J. Leem» 3p0el. Jan Vos. JS. D. Graaff. La  154 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 3395. Refolutie van de Heeren Staaten van Hol* land en West-Friesland betrekkkelyk de Requesten van Burgers, In- en Opgezetenen van^elfit, Leyden, Voorhout, Ryswyk , JSorinchem , ^Amfteldamy Overfchie en^Hogenban, en Rhoon en Pen. drecht, om ophef ing der Refolutien van Hun Ed. Groot Mogenden, over 't ontnomen Commando over 't Haags Guamifoen , aan zyne Doorluchtige Hoogheid, en deszelfs fuspenfie als Provinciaal « Kapitein-Generaal. In dato den 2 Juny 1787. Is gelezen de Requeste van Adriaan van der Lkly, cum fuis, alle Burgers en Ingezetenen der Stad Delft, om de daar by geallegueerde redenen verzoekende, dat Hun Ed. Groot Mogenden eerst en vooral, en wel ten fpoedigften, tot de opheffing der Refolutie, waar by bet Commando over hec Guarnifoen van 's Hage aan zyne Hoogheid is ontnomen, en Hoogstdezelve in zyne qualiteit als Ka» pitein-Generaal van deze Provincie is gefuspea. deerd, gelieven te refolveeren. Fiat Infertio. Als mede een aantal van zeventien eensluidende Requesten van 618 Burgers en Opgezetenen dezer Landen in Leyden in Cyffer uitgedrukt, tendeerende ten einde boven gemeld. Fiat Infertio. Wyders de Requeste van zeven Burgers en Ingezetenen van Voorhout, by Leyden, ten fine voorfchreven. Fiat Infertio. Voorts de Requeste van Willem van den Bergh cum fuis, alle Burgers In- en Opgezetenen van Ryswyk, voor zich zei ven eo als Geconftitueerden van een  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, XÖ5 . een in Cyffer uitgedrukt getal van 153 hunner M»-= . de-Burgeren ten gelyken einde. Fiat Infertio. Mitsgaders de Requeste van de Gecommitteerden uit een aantal van Burgers en Ingezetenen binnen de Stad Gprinchem, ten getale van over de 300 ■ Perfoonen in Cyffer ftaande; voorfz. verzoek mede doende. Fiat Infertio. -—Verders de Requeste van J. C. Hartsinck, cum fuis, voor zich en als Gecommitteerden van eenige duizende Burgers en Ingezetenen van Amfteldam, zoo aldaar by werd gezegd, ten voorfchreven einde (trekkende. Fiat Infertio. Nog de Requeste van de Commisfarisfen of Geconftitueerdeu van meer dan 400 Burgers en Ingezetenen van Overfchie en Hogenban en derzelver Jurisdictie, in Cyffer uitgedrukt, dienende als vooren. Fiat Infertio. -——En eindelyk de Requeste van Hoybrecht Kools cum fuis, alle Burgers In- en Opgezetenen van Rhoon en Pendrecht, zoo voor zich zei ven en als Geconftitueerden van 207 hunner Mede-Burgeren in Cyffer gefield, ten voorfz. einde dienende. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd, en Copie van de voorfz. Requesten verzocht zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om dezelve in de ords»e L 3 na*  105 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nader te examineeren, en door de verdere Ledsa om daar op ce verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitge» fteld tot nadere deliberatie. Accordeert met vsorfz. Refolutien. Aan de Edele Groot Mogende Heere» Staaten van Holland en West-Fries» land. Geven zeer eerbiediglyk te kennen de Onderge. teekende alle Burgers en Opgezetenen der Stad Delft. Dat de Ondergeteekenden met het allergrievendit leedwezen voor U Ed. Groot Mogenden moeten openleggen hunne gegronde bekommeringe, wegens den ongelukkigen en akeligen toeftand, waar jnne deze eertyds zoo gezegende Republyk in 't gemeen, en deze Provincie in het byzonder, door Bmnenlandfche verdeeldheden is gebracht, zoodaanig dat, indien daar in niet promptelyk werde voor. zien, de totaale ondergang van de Republyk het OD"ermydelyk gevolg daar vao zyn zal. Dat de ondergeteekenden zich by dezen niet zullen beseven in een breedvoerige voordracht van den oirfprong van dir onheil, dan dat zylieden zich gehouden en vetplicht öirdeelen, om, met alle reverentie , onder het oog van U Ed. Groot Mogenden te moeten brengen, dat zy al deD twist, tweefpalt, tomeloozen dwang en wederrechtelykheden, benevens de.omkeerirgen in de Regeeringe van fommige Steden, en de feitelyke ftremming der vrye deliberaden in andere, met de dasdelyke ontzetting van zyne Hoogheid van een gedeelte der Exercitie zy. per Erffelyke Waardigheden, moeten toekennen aan den haat en drift van fommigen, die eene famecfpanning fchynen gemaakt te hebben, omme met de Wapenen in de hand alles om te keeren} ea ■ 1 de  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 167 de zoo gelukkige Conftitutie, waar by de Republyk in het algemeen, en deze Provincie in 't byzonder, zoo'zeer in voorfpoed, aanzien en vermogen zyn toegenomen, te vernietigen, ofte haare kracht en esfentie weg te nemen, en die tot bereiking dezer oogmerken, onderden bedriegelyken naam van lietde en yver voor 't Vaderland, van tyd tot tyd zich, of in Troepen vereenigd, of in Wetgevende Genootfchappen en verbintenisfen famengevoegd hebbende, de trouwe van ü Ed. Groot Mogenden hebben verrast, en vervolgens by aanhoudendheid niet alleen zich opgeworpen tot Regeerders in de Reeeering , en tot bevoorrechte Onderdrukkers van hunne ftille Mede-Burgers en Ingezetenen; maar welke zich eihdelyk ook tot die ondragelyke laatdunkendheid hebben laten vervoeren, dat zy zich overal als de Majefteit des Lands, en als uitbrengers van de ftem des geheelen Volks, hebben aangemaatigd, om, boven en behalven de voorfz. ftremmirg der vrye deliberatien der Regeeringen, en de voorfz. remotie der aanzienlyklle en eerbiedenswaardi^fte Regenten, overal met eene gewelddaadige drift hunne Mede-Ingezetenen te overheerfchen; de onwettigfte voorftellingen by alle gelegenheden te doen° den Stadhouder openlyk en onvoorbeeldelyk te hoonen en te lasteren, en eindelyk zich aan te gorden, om, met verbreking der heiligfte banden van de Unie, het Territoir van andere Provinciën, in meer dan eene gelegenheid, te fchenden, en daadelyk, met verbreking der Unie, eenen Burgerlyken Oorlog aan te vangen. . . . Dat de Ondergeteekenden fchrikken, om alle de treurige en akelige gevolgen en rampen, hier uit reeds voortgevloeid en nog te verwachten, op te haaien: zy Vertrouwen dat dezelve overvloedig genoeg aan ü Ed. Groot Mogenden zullen zyn bekend, en dat dezelven hun wettigen, om eindelyk hunne klachten, bekommeringen en inftantien, in derzelver fchoot uit te Horten, en met allen nadruk aan U •Ed. Groot Mogenden voor te dragen, dat nimmer L 4 of  ïöS Vevtamiling vm Stukken betrekkelyk M of ooit de Voorfteljirjgen, Requesten, Declaratoiyen, of wat het verder zyn mogt, van de voorfz. door drift vervoerde of misleide Mede-Burgers en Ingezetenen, voor de ftemme des Volks kunDen of behooren gehouden te worden: dat een oneindig grooter getal van 's Lands Ingezetenen, die hoofd voor hoofd 't zelve recht hebben, als de gequalifi^eerdften onder hun, den levendigften afkeer gevoelt van alle de voorfz. onwettige en alles ver* woestende flappen, en volmaakt te vreden is met ■de Conftitutie van Regeering, zoo als die met hef ^rf-Stadhouderfchap uit het Huis van Oranje ver» «epigd, en in 't byzonder in den jaare 1766 wettig, «naniem en plechtig, is yastgefteld eo beéédigd; en die. vervolgens ('t zy met eerbied gezegcf) zonder de grqotfte onrechtvaardigheid voor dat verdienfie» 3yk Huis, en zonder 't aanmerkelykst nadeel voor de Republyk, niet kan of mag veranderd worden. Dat de Ondergeteekenden vertrouwen, dat geen eenig bedaard , verftandig, en Vaderlands Ingezeten tfiaar aan twyffelen kan, of die Regeeringsform, die verordeningen, die famengeftelde of indivjduëele departementent welke zoo wys en zoo gelukkig, naar dea aart van dit Gemeenebest, ter Regeering vaq alle de deelen van de Wetgevende en Uitvoerende jté^Qht zyn beraamd, en met eenen heiligen ééd en plechtige fanftie eenpaarig vastgeftejd, moeten door U Ed. Groot Mogenden, die de wettige eq (onder reverentie) aan die verordeningen door plech* tigen ééde verbondene Reprefentanten zyn der Na en waar by bet geheele lighaam der gereprefenteerde Natie, zoo wel als de Heer Stadhouder, aan wien een weir,ig Erfrecht door geene politicque dispofitien, naar Idie zelfde Grondwetten, kan ontnomen worden, ten hqogften zyn geinteresfeerd, en die in allen ge} vallen daar overrefpedtivelyk zoude moeten gehoord en geraadpleegd worden. Dat de Ondergeteekenden alleen de vryheid ne. imen verder op te merken, dat, ingevalle door eep i prompte herftelling van zyne Hoogheid in het Com. i mando van het Guarnifoen van den Hage, en ophef, ifing van de (onder reverentie) zoo illegaal gedecer. neerde fuspenfie van het Kapitein-Generaalfcnap van Holland, geene gelegenheid gegeven worde, !dat Hoogstdezelve zich ten fpoedigften kan laten. 1 vinden in deze Provincie, qm op eene Conftitutiqceele wyze, gezamenlyk met U Ed. Groot Mogen| den en verdere Leden van Regeering, mede te s werken aan de herftelling van de rust en 't vertrou1 jven, zoo tusfchen Regenten en Ingezetenen, als ! tusfchen dezelaatften onderling, ter verdere ituiting 1 van alle geweld en overheerfching, ter reparatie s van de feitelyke beroeringen, bedreigingen, en re. [ motien van Regeeringen; ter befcherming van de l Privilegiën en Voorrechten der Ingezetenen, en l vooral van het Privilegie de non evocando; en einde| lyk tot krachtige handhaaving van de Juftitie; de i Republyk en deze Provincie noodzaakelyk moeten I verlooren gaan, en een tooneel ftaat te worden s van de ysfelykfte aller Oorlogen en verwoestingen , i die der Burgeren naamentlyk en der Broederen on| der elkander. Dat zy dus verwachten, dat U Ed. Groot MoI jenden deze eerbiedige en nadrukkelyke inftanti-' len, door de nood des Vaderlands afgeperst, in  170 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ferieufe overweging nemen zullen, zoo uit hoofde van de rechtvaardige aanfpraak, die zyne Hoogheid, volgens een inconteftabei Erfrecht, op de daadelyke exercitie van de voorfz. Rechten , aan zyne wettige Praeëminentien verknocht, heeft, alsuit kracht van den wensch en begeerte der geheele weldenkende Natie, die de herftelliDg van dit Erf- recht als de heiligde befcherming van. 's Volks waa- ■ re Vryheid en Rechten aanmerkt en reclameert, terwyl niet alleen geen ander middel hoegenaamd : toereikend is, om, op conftitutioneele gronden, j de zoo noodige rustte hendellen, maar ook, om i dat de Ondergeteekenden vertrouwen, dat de zaa- ] ken tot die klaarheid en dat uiterde gekomen zyn, , dat het niet meer twyffelachtig by ü Ed. Groot l Mogenden zal kunnen wezen, dat alle de;rampen, die ons drukken, elkandeien gevolgd zyn van *C oogenblik, dat de voorfz. onvoorbeeldige drift, tweefpalt en dwang, zyne Hoogheid genoodzaakt hebben deze Provincie voor een tyd te verlaten, en dat, zonder zyne wederkomst en weder aanvaL.ding zyner voorfz. hooge fun&ien , de rust niet kan worden herdeld , en de Republyk voor haar geheelen ondergang bewaard; gelyk alle deze gewichtige objecten breeder en duidelyk in het openlyk Declaratoir van zyne Hoogheid van den 26ften May laatstleden zyn voorgedragen. Wës.halven de Ondergeteekenden eerbiedig verzoeken en indeeren, dat U Ed. Groot Mogenden eerst en vooral, en wel ten fpoedigften, tot de opheffing der voorfz. Refolutie, waar by het Commando o^er 't Guarnifoen van 's Haage aan zyne Hoogheid is ontnomen, en Hoogstdezelve m zyne qualiteit als Kapitein-Generaal van deze Provincie is gefuspendeerd, gelieven te refolveeren. (Onder Jtond,) 't Welk doende, &c. Was geteekénd door 1180 200 Mans- alt' Vrouwsperfoonen. Ze-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 171 Zeventien gelykluidende Requesten van Bur. gers eD Ingezetenen der Stad Leyden, met malkanderen geteekénd door 618 Perföonen. Een gélykluidend Request van het Dorp Voorhout, by Leyden. (Onder ftondt,) 't Welk doende, &c. Teekenen wy met alle nederigheid, U Ed. Groot Mogenden ootmoedige Dienaaren, Lamb. Aartsen, Predikant. Jan van Werk. hoven. Jchannis van Werkhoven. Dirk van der Zaak. J. .Creket. C. A. Was. senaar. Ary Wassenaar. Alle Burgers en Ingezetenen van Voorhout by Leyden. Een gélykluidend Request van Geconflitueerden van 152 Burgers en Ingezetenen van Ryswyk. (was geteekénd) W. van den bergh. WlLLEM joris van Ka. pel. Lucas Roelofs. Een gélykluidend Request van Gecommitteerden van over de 300 Burgers en Ingezetenen der Stad Gorinchem. (was geteekénd) Mr. G. van Lom. Mr. T. j. A. van Lom. Mr. J. de la Faille. P. Silvius. J. Goetzee» Als Gecommitteerden tot de Ditttlfei ' , Ys.  *7a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ysbrandt Hopman. A. Sprdyt. Barent m Polvliet. Jacob den Dekker Abrz. Dirk m Steenpagt. Als Gecommitteerden door Bur. i gers en Ingezetenen, tot geen Gildens behoo* 1 rende. Pjeter de Jong. Jacob Heydendal. Als I Gecommitteerden door die behooren tot het Turf* I dragers Gilde, M. Steenwinkel. W. Brinkink. Adriaans SpEuyt. Gecommitteerden door die be- i booren tot het Kuipers, Ttmmermans, Metze* Zaarf, en Scheeps-Timm,ermans Gilde. Frans van Breda. Gozen van Appeltere.b Gecommitteerden door d>e behooren tot het'i Schippers en Visfchers Gilde. Michiel Valke. Jacobus van Eyl. Als Ge*k committeerden door die behooren tot het Wage.'l maakers, Stoeldraaijers, en Smits Gilde. W. Ollemans, Als Gecommitteerde, door die\ behooren tot het Kleermaakers en Wevers Gildejk P. van den Heuvel. Als Gecommitteerde door die behooren tot het Schoenmaakers en LoeiiersX ■ Qildf, ï a: •■' i \ Jan Goedel. Als Gecommitteerde door die be-l hooren tot het Warmoefiers Gilde. Izak van Aken. Als Gecommitteerde door dia behooren tot het Voermans en Koorndrasersd ■Gilde. s I P. van Oosterwyk. Als Gecommitteerde door» die tot Ververs Gilde behoorende. i Een gélykluidend Rtquest van GecommiMi* teeiJ  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. DOorgeDalUn. tfa teerden van eenige duizenden Burgers en Ingezetenen der Stad Amfteldam. (was geteekénd) J. C. Hartsinck Cz. J. v. Helsdingen. Een gélykluidend Request van Gommlsfarisfen of Geconftitueerden van meer dan vier honderd Burgers en Ingezetenen van O» verfchie, en Hogenban en derzelver Jurisdidtie. (was geteekénd) Hendrik van Eck. Pieter Maatje. Pieter van der Leeg. Abram Stillebroer. Een 'gélykluidend Request van Geconftitueerden van twee honderd en zeven Burgers en Inwoonders van Rhoon en Pandrecht. (was geteekénd) Huyerecht Koole. Bastiaan Sprüyt. Cor. NELIS FoRTÜYN. No. 3397. Refolutie van de Heeren Staaten van Hol. land en West-Friesland, betrekkelyk het Request van Burgers en Ingezetenen van 's Gravenhaag, om opheffing der Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden, over 't ontnomen Commando over 't Haags Guarnifoen aan zyne Doorluchtige Hoogheid, en deszelfs Suspenfie als Provinciaal Kapitein-Generaal. In dato den 2 Juny 1787. Is gelezen de navolgende Requeste van J. C . Bentinck cum fuis, alle Burgers en Ingezetenen van's Gravenhaage, voor aich, en als Geconfti-' tu-  I?4 Verzameling van Slakken betrekkelyk tot «leerden van een in cyffer uitgedrukt aantal van 3161 hunner Mede-Burgers, om de daar by geaU legueerde redenen verzoekende, dat Hun Ed. Gr. Mogenden eerst en vooral, en wel ten fpoedigften, tot de opheffing der Refolutie, waar by het Commando over het Guarnifoen van 's Haage aan zyne Hoogheid is ontnomen, en Hoogstdezelve in zyne qualiteit als Kapitein-Generaal van deze Provincie is gefuspendeerd, gelieven te refolveeren. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, de voorfz. Requeste te Rellen in handen van de Heeren Gecommitteerde Raaden, met wel expresfe authorifatie, en qualificatie, om zich, met asfiftentie van den Advokaat-Fiskaal van Hun Ed. Groot Mogenden, by hun Collegie, ten nauwkeurigften doenlyk, te informeeren op de PerfooDen, en de qualiteit of conditie van die genen, door welken de Supplianten zich qualificeeren tot het maaken van hun voorfz. Addres géconftitueerd te zyn, mitsgaders om ten dien einde, zoo van de Supplianten zei ven als anderszins, alle zoodanige informaties en befcheiden te requireeren, als welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, ter bevordering van het effect der voorfz. authorifatie en qualificatie, zullen öirdeelen noodig te hebben j met verdere wel expresfe authorifatie en qualificatie , om zich mede ten nauwkeurigften doenlyk, met asfiftentie als vooren, te informeeren op de omftandigheden, waar mede de teekening van de Conftitutie, waar uit de Supplianten derzelver qualificatie ontleenen, verzeld is geweest; en wyders van derzelver bevinding aan Hun Ed. Groot Mogenden rapport te doen. En is, dien onverminderd, Copie van de voorfz. Requeste verzocht door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om het zelve in de Orde nader te examineeren, mitsgaders door de Heeren Ge-  de Gebeanenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 175 . deputeerden der Steden Delft, Gorinchem, Briel[e, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medemblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hun* roe Principaalen. , Accordeert met voorfz. RefoïuHen. "Dit Request en alle de volgenden, tot No.3403. ingefiotee, van den zelfden inhoud zynde al« dat op Bladz. 166. is geplaatst, zal het voldoen onze JUezers daar na toe te wyzen. No. 3398. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de Requesten van Burgers, In- en Opgezetenen van Oud-Beyer- ■ land, PJiynfaterwoude ,-Alphen,-Bos koop, Waddinxveen en^Aalsmeer, Rhynsburg, ~Benthuifen% Moercappel, Ter Heyden, Loosduinen, Monfleren Poeldyk, Zoetermeer en Zegwaart, Schevenin. gen, Pynacker en-firieUe, m ophef der Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden over het ontnomen Commando over 't Haags Guarnifoen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid, en deszelfs Suspenfie als Provinciaal Kapitein-Generaal. In dato den 6 Juny 1787. Zyn gelezen de navolgende Requesten. I. Van eeD aantal Burgers, zynde In- en Opgezetenen van Oud-Beyerland, voor zich en als Ge1 continueerden van circa in cyffer uitgedrukt 400 I Perfoonen, om de daar by éeallegueerde redenen verzoekende , dat Hun Ed. Groot Mogenden eerst 1 en vooral, en wel ten fpoedigften, tot de opheffing der Refolutie, waar by het Commando over het Guarnifoen van 's Haage aan zyne Hoogheid was ontnomen, en Hoogstdezelve in zyne qualiteit als Kapitein-Generaal dezer Provincie was ge«, fuspendeerd, geliefden te refolveerec. Fiat Infertio» 9.  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot i-1. Van de Geconftitüeerdeü van in cyffer uitga-1 i 'drukt 443 Ingezetenen ten Platten Lande te Rhynfaterwoude, Alphen, Boskoop, Waddinxveen eü\ Aalsmeer» tendeerende ten eiude bovengemeld. Fiat Infertio. 3. Van Jan Ciggaar , Oud-Burgemeester en régeërend SchepeD, en ArY van Delft , Oud-Schepen, als Geconftitueerden van in cyffer uitgedrukt provifioneel 50 In- en Opgezetenen der Hooge ea Vrye Heerlykheid Rhynsburg, ten fine voorfz. Fiat Infertió. f 4. Van Jan Bloys en Cornelis Lugtichèid » voor zich en als Geconftitueerden van 39 Burgers, In- en Opgezetenen van Benthuifen, ten gelvken einde. Fiat ïnfertió. 5. Van Mattheds A. Bakker cum fuis, voor zich en als Geconftitueerden van 56 Burgers, In* eö Opgezetenen van Moercappel, 't voorfz. verzoek mede doende. Fiat Infertió. 6. Van Burger Vooys , Schepen te Ter Heyden, en Willem Vooys, voor zich en als Gecon* ltitueerden van 67 Burgers, In- en Opgezetenen van *t voorfz. Dorp, ten voorfz. einde (trekkende. Fiat Infertio. % 7» Van Anth. van den Bergh cum fuis, vóoé zich en als Geconftitueerden van 113 Burgers, Inen Opgezetenen van Loosduinen, als vooren. Fiat Infertio» 8.  de Gebeurtenis/en in 1787 &&* vcorgevallefk iff 8. Van Ary Ci aas Zytregtop' cum fuis j Voof isich en als Geconftitueerden van 119 Burgers, Ic* :en Opgezetenen van de Dorpen Monfter en Poel* Idyk, ten effeóte voorfz. Fiat infertiöi p. Van CoRMEtis C. Bos, voor zichéa ais öeS xonftitueerden van Burgers» In- en Öpgezetenefi ïyan Zoetermeer en Zegwaart» ten einde bövëhgè» fl»eld. _ ♦ » Fiat Infertió, 10. Van GbrArdds van der Rasse! eti jAft Bets i iiNG, voor zich en als Geconftitueerden van pro» Ivifioneel in cyffer ftaande 4Ö0 Burgers, In- en Öps gezetenen van Scheveningen, ten einde voorfsi* Fiat Infertió. ïï. Van Leehdert Bos cum fuis\ voof zich èS ilals Geconftitueerden van 160 Burgers en Opgese* tenen van Pynacker, als voorfz. is. Fiat Infertio. ia. Van j. Roest cum fuis, alle Burgers ënïhg& zetenen der Stad" Briëlle ten gëtale Van tefi fiue voorfz. Fiat Injittiói Waar op gedelibereerd zynde, is gÖedg^vÖÖdeB •én verftaan, dat Copie van de vbbriz. twaalf Requesten zal worden gegeven aan de Leden, otti bjf de voorigë, den 2den dezer ovërgëhbmen j tia'af op mede zoodanig reguard te nemen i als gebif1 deeld zal worden te behoörem Accordeert mei voorfi. Refolêtiffi^ [:r: :. ' tLVIII. |Deel. m h«*  178 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot- N°. 3399. Refolutie van de Heeren Staaten van Hol. land en West-Friesland, betrekkelyk de Requesten van Burgers en Ingezetenen van Gouda, Oud-Schepenen van Rotterdam, Burgers en Ingezetenen van Ridderkerk , Giefendam en Nederhardinxveld , ■ ï Voorfchoten, Vew en de Mors, om ophef der Re- s! folutie van Hm Ed. Groot Mogeuden,. over 't ont- 4( nomene Commando over 't Haazs Guarnifoen, aan I zyne Doorluchtige Hoogheid, en deszelfs Suspenfie i;i als Provinciaal Kapitein-Generaal. In dato den 8 j Juny 1787. Zyn gelezen de navolgende Requesten. 1. Van F* van der Hoeven cum fuis, alle BjUtvto gers en Ingezeteoen der Stad Gouda, voor zich ■ zeiven en als Geconftitueerden van 265 hunner :ai Mede-Burgeren, om de daar by geallegueerde re-1 denen verzoekende, dat Hun Ed. Groot Mogen-as den eerst en vooral, en wel ten fpoedigften, toeiu de opheffing der Refolutie, waar by 't Commando ia over 't Guarnifoen van 's Haage aan zyne HoQg--g< beid is ontnomen, en Hoogstdezelve in zyne q'ia-. liteit als Kapitein-Generaal van deze Provincie is si gefuspendeerd, gelieven te refolveeren. Fiat Infertio. 2. Van JohannIs Hoog cum fuis, alle Oud-Sche-éi penen'der Stad Rotteïdam, zoo voor hun zelvenis' als Geconftitueerden van een zeer aanzienlyk getall;i hunner Mede-Burgeren, verzoekende dat Hun Ed.« Groot Mogenden gelieven te befluiten tot hetèi wegnemen der hinderpaalen, welke den Heer Krf-|i Stadhouder dezer Provincie verwyderen, en tenjs dien einde de Refolutien, waar door zyne Hoog-4! heid van het Commando over 't Guarnifoen vanis *s Haage verftoken, en in zyne qualiteit als Kapi-fd tein-Generaal van deze Provincie is gefuspen-j}] deerd, ten fpoedigften op te heffen , en voortséj met Hoogstdenzelven te concurreeren tot het be- f\ raamen der middelen, om de rust en eendracht al- ge- 'H  de Gebeurtenis/in in 1787 enz* voorgevallen* typ gemeen te herftellen, en alzoo den totaaleo on1 "dergang van 'r lieve Vaderland, onder den zegeri van God Almachtig, daadelyk voor te komen ed 1 te verhinderen. Fiat Infertio. 3. Van Ary Kranendonk cum fuis, alle Burgers 1 en Ingezetenen van Ridderkerk, voor zich en als 1 Geconftitueerden van 654 hunner Mede-Burgers, 1 tendeerende tot het zelfde einde als 't eerstgemel» li de Request. Fiat Infertio, 4. Van Cornelis Düsseldorp cum fuis, vóór I zich en in naam van 560 Perfoonen, alle boven de ]\ i8 jaaren, te Giefendam en Nederhardinxveld, 3 ten fine voorfz. Fiat Infertio* 5. Van J. P. Beekman cum fuis, alle Burgers, In1 ën Öpgezetenen, van Voorfchofeo , Veur en de i Mors, zoo voor zich zeiven als Geconftitueerden. 1 van by provifie ruim honderd hunner Mede-Buri gers, 't voorfz. verzoek mede doende. Fiat. Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden i'fen verftaan, dat Copie van dë voorfz. Requesten i zal worden gegeven aan de Leden, om by de vooïige, onder de Notulen van den 2den en 6den de. zer, daar op mede zoodaanig reguard te nemen, ais geoirdeeld zal worden te behooren. Accordeert met voorfz. Refolutien. - JÜB. Dit volgende Request, op een andere noyze ge' ' sxtendeerd als de overigen, die alle vun den zelf; den inhoud zyn, moet hier dus eene plaats vinden. ■ Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. 1 Geeven met verfchuldigden eerbied te kennen M 2 de  ISo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Ondergeteekenden, Johannes Hoog, Mr. Diks I L'wwyk van Cattenborch , Abraham Ver- ( •to'k; Mr. Jan Cornets de Groot, Mr. Jan I Daniël dê Loches, Mr. Cornelis van Hecsde, ji P-WOUD van tON JöHAN philip de MoNTÓ, AdRI- I akhs Bavart, Willem Suermondt e» Mr. Ma- i rinu-. Hoog, alit-ii Oud-Schepenen der Stad RoC- | ttroam, zoo v oor hun zei ven als Geconftitueerden é van een aeer aanzienlyk aantal hunner Mede-Bur- I geren. D.it de Ondergeteekenden vertrouwen, dat 'er: nit mand ji deze Republyk te vinden is, welke de ; ajJe'gcringite kennis heeft van haaren tegenwoor- • elixer toeftand , die niet erkennen moet, dat de« en tusfchen de byzondere Ingezetenen. Dat het dierhalven niet te verwonderen is, dat reeds veele duizenden van 's Lands Ingezetenen, de herftelling van "s Lands vervallece zaaken uit 4e terugkomst van zyne Hoogheid verwachtende, M 3 en  i8a FenamtHng; w? $.ttêhhn Ittrtkkefyk M en zich verlatende op de welmeenendheid zynep aanbiedingen , in Hoogstdeszelfs Declaratoir van den 26ften May laatstleden vervat, — gegrond ia het belang dat zyne Hoogheid, boven alle andere Ingezetenen» in's Lands behoudenis heeft, deze hunne gevoelens, en daar op gebouwde Supplicatien, by veelvuldige Addresfen aan U Ed. Groot Mogenden hebben te kennen gegeven» en dat de Ondergeteekenden dagelyks ondervinden den aandrang van een overgroot getal hunner Mede-Bur« gers, om derzelver éénftemmigheid dien aangaan» de» by foortgelyke Addresfen, te doen blyken; dan dat de Ondergeteekenden, gevoelende de inconvenientien daar aan vast, en nader geleerd doos het gene men in 't volkryke Amfteldam by zoodanige' gelegenheid ontmoet heeft, geprefereerd hebben zich alleen, echter uit den naam en ter opvolging aan den wensch van zeer veele Bur-, gers en Ingezetenen der Stad Rotterdam, van allerlei rang en klasfen, —— te addresfeeren aan 13 Ed. Groot Mogenden, met ootmoedige doch niet min ernftige bede, dat het U Ed. Groot Mogenden behaage te befluiten tot het wegnemen der hinderoaalen, welke den Heer Erf-Stadhouder van deze Provincie verwyderen, en ten dien einde de Refolutien, waar door zyne Hoogheid van het Corpmando over 't Guarnifoen van 's Haage verftokens en in zyne qualiteit als Kapitein-Generaal van deze Provincie is gefuspendeerd geworden , ten fpoedigften op te heffen, en voorts met Hoogst» denzelven te concurreeren tot het beraamen der middelen, om de rust en eendracht algemeen te herftellen, en alzoo den totaalen ondergang van "c lieve Vaderland, onder den zegen van God Almachtig, daadlyk voor te komen en te verhinderen, (Onder Jlond,) 't Welk doende <%c. Nou  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 183 (No. 3400 Refolutie van de Heeren Staaten van Hol. lar.d en West-Friesland, betrekkelyk de agttien Re. questen van Burgers en Ingezetenen van Leyden; zeven van Gouda; voorts van Sliedrecht, Hendrik Ido en Sandelingen-Ambacht, Voorburg, *s Gra. vefande en Sand-Ambacht, Bleiswyk, Moordrecht en Gouderak, om opheffing der Refoluiien van 'tont. nomen Commando over 't Haags Guamifoen aan zyne Hoogheid, en deszelfs fuspenfie als Provinciaal Kapitein-Generaal. In daio den 12 Juny I787- Zyn gelezen agttien Requesten, van denzelfden igedrukten inhoud, van Burgers en Ingezetenen der af Stad Leyden, en ten getale als: 1. van 39; 2. van 7I0; 3. van 10; 4- van 13; 5« van 34; • van 9 5 I7. van 8; 8. Van 27; 9. van 28; 10. van 15; 11. «van 37; 12. van 19; i3< van 46"; J4> v™ *9l -5. 1 van 24; 16". van 15; 17. van 54; 18. van 11; om ■Id'e daar by gealleguëerde redenen verzoekende, dat i Hun Ed. Groot Mogenden eerst en vooral, en wel Men fpoedigften, tot de opheffibg der Refolutie, iwaar by het Commando, over 't Guarnifoen van 's Haage, aan zyne Hoogheid was ontnomen, én Hoogstdezelve in zyne qualiteit als Kapitein-Genes raai dezer Provincie was gefuspeDdeerd, gehetden te refolveeren. Fiat Infertio. i Als mede zeven gelyke Requesten van Burgers en Ingezetenen der Stad Gouda, en ten getale, als: 1. van 38; 2. van 39; 3« van 19; 4- van 12; 5. van 26; 6. van 10; en 7. van 81 Perfoonen; ten zeiven einde flrekkende. Fiat Infertio. Voorts: , 1. Van D. van Wyngaarden cum fuis, voor zich, en als Gecbnftituëerden van 825 Burgers M 4 eB  iU Verzameling van Stukken betrekkelyk tot cl logezetenea van Sliedrecht, ten gelyken einde, fiat Infertio. ^ s. Van A. P. Steehouwer cum fuis, voor zich, en als Geconftituëerden van 332 Burgers en Qpge*eteneo van Hendrik Ido en Zandeljnger Ambacht, ten fiae voorfz. Fiat Infertio. 3. Van G. Siliakus cum fuis, als Gecopftltuëerden van 190 Burgers, In- en Opgezetenen van den JQorpe en Ambachte van Voorburg^, als vooreq, Fiat Infertio. j- 4. Van W. Dingemans cum fuis, voorzicb, en als Geconftitueerden van 185 Burgers, In- en Opjezptepen van 's Gravenfande en Zand-Ambacbte, en einde bovengemeld. Fiat Infertio. "f- $. Van j. Koqv cum, fuis, voor zich, pn als Geconftituëerden van 149 Burgers en Ingezetenen van Bjeiswyk, ten fine voorfz. Fiat Infertio. 6. Van A. den Baars , voor zich, en als Geconftitueerden van 105 Burgers, In- en Opgezetenen van Bleiswyl?, ten fine voorfz. Fiat Infertio. ^r 7» Van j- de Bes en Df Pols, voor zich, en als ' Geconftituëerden van 35 Burgers, In- en Opgezetenen van Gouderak, \ zelve verzoek doende. Fiat Infertio* Waar  ds Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 185 Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden; en verftaan, dat Copie van de voorfz. 32 Requesten zal worden gegeven aan de Leden, om by de voorige, onder den aden en 6den dezer , daar op mede zoodaanig reguard te nemen, als geoirdeeld zal worden te behooren Accordeert met voorfz. Refolutien. füo. 3401. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk. het Request van Burgers en Ingezetenen der Stede en tiooge Heerlykheid Heenvlin, om ophef der Refolu-ie van 't ontnomen Commando over 't Haags Guarnifoen. aan zyne Hoogheid, en deszelfs fuspenfie als Provinciaal Kapitein-Generaal; en Request Antidotaalvan den Vroedfchap Graafland in den Briel, als Heer derzelver Stede en Heerlykheid , om informatie daar op door den Bailjuvo. In dato den 20 Juny 1787. Is gelezen de navolgende Requeste van 46 Burgers en Ingezetepen der Stede en Hooge Heerlykheid van Heen vliet, om de daar by gealleguëerde redenen verzoekende, dat Hun Ed. Groot Mogenden, eerst en vooral, en wel ten fpoedigften, tot ophef der Refplutie, waar by het Commando over *c Guarnifoen van 's Haage aan zyne Hoogheid was ontnomen, en Hoogstdezdve in zyne qualiteit als Kapitein.Generaal van deze Provincie was gefuspendeerd, ge|iefden te refolveeren. Fiat Infertio. Als mede de navolgende Requeste vat? Pieter Graafland, Heer van de Stede en Hopge Heerlykheid Heenvliet, Raad in de Vroedfchap der Siad Brielle, om de daar by gealleguëerde redenen, ver zoekende, dat ingeval een Request, als voorfz. cum M 5 Juis,  186 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fuis, aan Hun Ed. Groot Mogenden mogt worden geprsefenteerd, hetzelve mogt worden gefteld, ia handen van den Bailjuw derzelver Srede en Hoog» Heerlykheid, Jan Jacob' Villerius, om zich te informeeren naar de Perfoonen der Onderteekenaaren, en de wyze, op welke die Oaderteekeningen zyn in de weereld gekomen, en dat deze Requeste ten dien einde mogt worden aangenomen voor Anti» dotaal. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Requeste, der Burgers en Ingezetenen van de Stede en Hooge Heerlykheid van Heen vliet, zal worden gefteld in handen van den Bailjuw derzelver Stede en Hooge Heerlykheid Jan Jacob Villerius, om zich te informeeren naar de Perfoonen der Onderteekenaaren, en de wyze, op welke die Onderteekeningen zyn in de weereld gekomen, en is dien onverminderd Copie van de tweede Requeste verzocht, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen; terwyl voorts Copie der beide Requesten zal worden gegeven aan de Leden, om by de voorige, onder diverfe datums, daar op mede zoodaanig reguard te nemen, als geoirdeeld zal worden te behooren, en de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Leyden, Schiedam en Purmerende, hun uitgebrachte last op deze materie hebben geinhasreerd. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Aan de Edele Groot Mogende Heere» Staaten van Holland en West-Friesland. Geeft met allen eerbied te kennen Pieter Graafland, Heer van de Stede en Hooge Heerlykheid Heen-  ét Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 187 JHeenvliet, Raad in de Vroedfchap der Stad Brielle. Dat ter kennisfe van den Suppliant gebracht zyntde, dat in de voorfz. Stede en Heerlykheid rond tword gelopen, en ten huize van eenen Jan van der ] Linden te Heen vliet voornoemd ter teekening ligt Eeen Request, van zoodaanigen inhoud, als die waar tmede U Ed. Groot Mogenden federt eenigen tyd ïzyn geadiëerd geworden, met verzoek en inftantie, len wel ten fpoedigften, tot opheffing der Rtfolutie, Jiwaar by het Commando over 't Guarnifoen van ' 's Haage aan zyne Hoogheid is ontnomen, en E Hoogstdezelve in zyne qualiteit als Kapiteiu-Geneü raai van deze Provincie is gefuspendeerd. Dat de Suppliant niet onverfchillig is, om te we» I ten, welke In- en Opgezetenen van zyne voorfz. I Stede en Hooge Heerlykheid het voorfz. Request I hebben geteekénd, en derhalven gaarne daar toe ge» J' legenheid zoude erlangen. Weshalven de Suppliant zich keert tot U Ed. 4 Groot Mogenden, zeer ootmoedig verzoekende, l dat ingevalle een Request, tendeerende als voorfz. I is, door In- en Opgezetenen van de Stede en Hoo- 4 ge Heerlykheid van Heenvliet, aan U Ed. Groot t Mogenden mogt worden geprefenteerd, hetzelve è mag worden gefteld in handen van den Bailjuw deral zelve Stede en Hooge Heerlykheid Jan Jacob Vil» rJ leriös, om zich te informeeren naar de Perfoonen sj der Onderteekenaaren, en de wyze, op welke de 1 onderteekeningen zyn in de weereld gekomen; en s dat deze Requeste ten dien einde mag worden 5 aangenomen voor Antidotaal. (Onder fiond,') *t Welk doende enz» (was get.) D. SODTMAN. No.  388 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 34OÏ. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Wesi-Friesiand ; betrekkelyk de Requesten van Burgers, In- en Opgezeienen van divetje Dorpen en Plaatfen, om ophef der Refolutie van 't ontnomen Commando over 't Haags Guarnifoen aan zyne Hoogheid, en deszelfs fuspenfie als Provinciaal Kapttein-GeneraaL In dato 20 Juny 1787. Zyn gelezen de navolgende gelykluidende Requesten. 1. Van een aantal van 174 Burgers, In- en OpgeKetenen van den Dorpe en Ambachts-Heerlykheid Oudenhoven, om de daar by gealleguëerde redenen verzoekende, dat Hun Ed. Groot Mogenden, eerst en vooral, en wel ten fpoedigften, tot de opheffing der Refolutie, waar by het Commando over het Guarnifoen van 's Haage aan zyne Hoogheid was ontnomen, en Hoogstdezelve in zyne qualiteit als Kapitein-Generaal dezer Provincie was gefuspendeerd, geliefden te refolveeren. Fiat Infertio, 4- 3. Van een aantal Burgers, In- en Opgezetenen ' van Berkel en Rodenrys; ten gelyke einde, als mede de volgende. J*ïat Infertio, j- 3. Van 127 Burgers, In- en Opgezetenen dervrye ' Hooge Heerlykheid van Abbenbroek. Fiat Infertio, 4, Van 183 Burgers, In- en Opgezetenen der Dorpe en Ambachts-Heerlykheid van Spykenis. Fiat Infertio, j. Van 266 Burgers, In- en Opgezetenen der Dor-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. l8$ Dorpe en Ambachts-Heerlykheid van Zuidland, Fiat lnfeTtio. 6. Van 199 In- en Opgezetenen van Oud-Alblas.: voor zich, en als Geconltituëerden. Fiat Infertio. 7. Van A. D. Lint cum fuis» als gequalificeerd van 248 Burgers, In- en Opgezetenen van de Kiundert. Fiat Infertio* 8. Van J. Waaldvk cum fuis, Burgers, In- en Opgezetenen van Cillershoek, voor zich, en als Geconftitueerden van 18 hunner Mede-Burgers» Fiat Infertio. 9. Van Pieter Kovzénhezen cum fuis, Burgers, In- en Opgezetenen van Naaldwyk en Honsholredyk , voor zich, en als Geconftitueerden van ruim 270 Perfoonen. Fiat Infertio. ïo. Van M.-J. Houwers cum fuis, Geconftitueerden van 160 Burgers, alle Burgers, In- en Opgezetenen van Lekkerland. Fiat Infertio. tï. Van Leendert H. Schenk cum fuis, voor zich, en als Geconftitueerden van 150 Burgers en Inwoonders van Lekkerkerk. Fiat Infertio. „ Van 48 Burgers, In- en Opgezetenen der Stede en Landen van Haaadtechs.  £00 Verzameling van Stukken betnkkelyk tot Fiat Infertio. /^\$. Van zes Burgers en Ingezetenen der Portee fësfe Helvoetfluis. Fiat Infertio. 14. Van 200 Burgers, In- en Opgezetenen deï Dorpe en Ambachts-Heerlykheid Zwartewaal. Fiat Infertio. ^ï$. Van 133 Burgers en Ingezetenen der Ark» bachts-Heerlykheid van Stad aan 't Haringvliet. Fiat Infertio. 16. Van 26 Ingezetenen van de Polder Stellendam in 't Eiland van Overflacque. Fiat Infertio. tfi Twee Requesten van een aantal Burgers, Inen Opgezetenen van Nieuwerkerk op den Ysfel. Fiat Infertio. 18. Van 49 Burgers en Ingezetenen der AmbachtsHeerlykheid Dirksland. Fiat Infertio. 19. Van Borger Voys en Willem Voys, voor Zich, en als Geconftitueerden van 67 hunner Mede-Burgers en Ingezetenen van TerHeyde, in naam voorfz., welke zich federt het prefenteeren van hun eerfte Request, nog onder het getal hunner Conftituanten vervoegd hebben. Fiat Infertio. 20.'  de*Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, ist 20. Van 60 Op* en Ingezetenen van Molenaarsgraaf. Fiat Infertio. 21. Van 180 Burgers, In- en Opgezetenen der Dorpen en Ambachts-Heerlykheden van Nieuwenhoorn en Nieawegoote. . Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, Js goedgevonden en verftaan, dat Copie van de voorfz. Requeste zal worden gegeven aan de Leden, om by de voorige, onder diverfe datums, daar op mede zoodaanig reguard te nemen, als geoirdeeid zal worden te behooren j terwyl de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Leyden, Schiedam en Purmerende, hun ingebrachte last op deze materie hebben geinhsereerd. Accordeert met voorfz. Refolutien, K°. 3403. Refolutie van de Heeren Staaten van Hol* land en West-Friesland, betrekkelyk de Requesten ■■ van diverfe Dorpen en Plaatfen, om opheffing der Refolutie, van '£ ontnomen Commando ovePtHaags Guarnifoen, aan zyne Hoogheid, en deszelfs fuspenfie als Provinciaal Kapitein-Generaal. In dato den 27 Juny 1 ^87. Zyn gelezen de navolgende gelykluidende Requesten. 1. Var Arie van der Gibsen c»jjz fuis, alle Burgers en Ingezetenen van Alblasferdam, voor zich, en als Gecopiïkueerden van 213 Perfoonen , om de daar by gealleguëerde redenen verzoekende, dat Hun Ed. Groot MogendeD, eerst en vooral, en wel tei ipoedigfle*:, toe de opheffing der Refolutie, waar by het Commando over het Guarnifoen van VHaa.  ipi Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 'a Haage, aarJ zyne Hoogheid was ontnomen 3 ed Hoogst dezelve in zyne qualiteit als Kapitein-Gene. taal dezer Provincie was gefuspendeerd, geliefded te reiblveeren. Fiat Infertioi 2 Van 93 Burgers, In- en Opgezetenen .van den Dorpe en Ambachts-Heerlykheid Nieuwland genaamd, vier Polders, ten gelyken einde, zoo als mede de volgende. Fiat Infertio. 3. Van 114 In- en Opgezetenen van dèh Dorpa Hornaar Lande van Arkel. Fiat Infertio. 4. Van Klaa3-Hogkndyk cum fuis, voor.zich * en als Geconftuueerden van 502 Burgers en inwoonders van Vlaardingen. Fiat Infertio. ■f- 5. Van 170 Burgers, In- en Opgezetenen en huü* Jie Geconftitueerden te Bleskensgraaf. Fiat Infertio. 6". Van j Dekker cum fuis., Gequalificeerdén van 183 Burgers, In- en Opgezetenen onder 't Am. bacht Kralingen. Fiat Infertio. 7. Van Leendert Vlissinge cum fuis, voor zich, en als Geconftitueerden van 553 Burgers eh Ingezetenen van Hillegersberg en fiotteban. Fiat Infertió. B. VanR. Breguan cum fuis. voor zich, en ais Ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ID3 1 Geconftitueerden van 474 Burgen en Inwoonders < van Maasfluis. Fiat Infertio. 9. Twee Requesten van 181 Burgers, In- en Opf gezetenen van de Zwaluwe. Fiat Infertio. lu. Van J. PtuiMERT cum fuis. als Geconftitu'eerden van 263 Burgers, In- en Opgezetenen van Pernis. Fiat Infertio. 11. Van 40 Burgers In- en Opgezetenen van den Dorpe en Ambachts-Heerlykheden Oostvoorne en .Oosterland. Fiat Infertio. 12. Van J. A. dü Bois cum fuis» In- en Opgezeutenen van den Bommel. Fiat Infertio. ]' 13. Van J. Blom cum fuis, voor 108 Burgers, tin- en Opgezetenen van den Dorpe en Ambachts. Heerlykheden Rockangien, St. Anna Polder en de annexe Polders. Fiat Infertio. i4vM» U. Hennot cum fuis, voor zich, en als itGeconftitueerden van 380 Burgers, In- en Öpgezeiftenen van Middelharnis. Fiat Infertio. 15. Van 30 Burgers en Ingezetenen der Ambachtsi| Heerlykheid Rugge en Jurisdictie van de Tinte, Fiat Infertio. I • XLVIII. Deel. N ï6.  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 16. Van 9a Burgers» In- en Opgezetenen van de Ambachts-Heerlykheid van Herkelingen, Fiat Infertio. 17. Van L. Bontenbal cum fuis, voor zich, en als Geconftitueerden van 236 Burgers, In- en Opgezetenen van Zevenhuyzen. Fiat Infertio. 18. Van 37» als een fupplement van voorige, Inen Opgezetenen der Ambachts-Heerlykheid Spykenis. Fiat Infertio. 19. Van 124 Burgers, In- en Opgezetenen van het Eilande Rozenburg en Blankenburg. Fiat Infertio. 20. Van A. Riet cum fuis, voor zich, en als Geconftitueerden van 92 In» en Opgezetenen van Gybeland en Brandwyk. Fiat Infertio. 2t. Van 110 Burgers, In- en Opgezetenen van den Dorpe en Ambachts-Heerlykheden Nieuwhelvoet en de Quak. Fiat Infertio. 22. Van 50 Op- en Ingezetenen van Puurshem. Fiat Infertio* Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat Copie van de voorfz. Requesten zal worden gegeven aan de Leden, om by de voo-  de Gebeurtenis/en in 1787. e«s. voorgevallen* t$f voorige, onder diverfe datum»» daar op mede zoo. daanig reguard te nemen, als geoirdeeldzal wórden te behooren; terwyl de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Leyden, Schiedam en Ptifme* rende, hun ingebrachte last op deze materie hebben feinhcèreerd, en is dien onverminderd Copie der equeste van Burgers, ln-en Opgezetenen, van Pernis verzocht door de Heeren Gedeputeerden dec Stad Schiedam, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Accordeert met voorfz. Refolutien. No. 3404. Misfive van de Raaden des Furftendomi Gel*e en Graaffchap Zutphen aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde JSfeaerlanden, zich beklaagende over het belemmeren van de Paart op de Zuiderzee, en het doen vifiteeren der Schepen, door gewapende Vaartuigen op ordre van het Defenfie-Wezen in Holland, aidaargeplaatst. In dato den 28 July 1787. Vwrzien van vier- en- twintig Bylagen. Hoog Mogende Heeren l Wy kunnen niet nalaten, ter kennis van U Hoog Mogenden te brengen, hoe, federt eenigen tyd, da vrye Scheepvaart óp de Zuiderzee op eene geweldige en nimmer gehoorde wyze belemmerd, ontrust en geinfesteerd word, door gewapende Schepen hier en daar geftationeerd, welke zich niet ontzien, om alle pasfeerende Beurt- en andere Schepen door middel van Seinfchooten te doen bydraaijen, en in tas van weigering daar toe met het Kanon te noodzaaken, dezelve vervolgens te vifiteeren, Brieven en Goederen daar uit te rooven, en alle foort van openbaare vyandelykheden, niet alleen in de ruims Zee, maar zelfs op de Kusten, en op het incontesta-. bel Territoir van deze Provincie, te pleegën. 1 N * Ee-  Ip5. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Deze daaden en handelingen zyn zoo menigvuldig, dat wy ü Hoog Mogenden niet willen ophouden, met een breedvoerig verhaal van alle de byzonderheden, welke daaromtrent zyn gebeurd, maar ons alleen zullen refereeren tot de hier by gaande informatien, waar uit U Hoog Mogenden dien aangaande breeder zullen kunnen worden geëlucideerd, Wy moeten alleen U Hoog Mogenden verzoeken, om in 't byzonder haare attebtie te willen vestigen op het Extrafl: uit de Misfive van de Magiftraat der Stad Elburg van den 3den July, en op het daar by gevoegde Relaas van de Roededrageren der gemelde Stad, dewelke zich op ordre van de Magiftraat aan Boord van het aldaar op de Rheede leggende Tweemastfchip begeven hebben, waar uit aan U Hoog Mogenden zal blyken, dat hetzelve de Generaliteits Vlag is voerende, en dat alle de voorfz. hostile ondernemingen proflueeren uit de ordres van den in dienst van U Hoog Mogenden zynde Zee-Kapitein P. H. van Pelt, onder de Heeren van het Defenfie-Wezen te Amfteldam. Zulks dat, daar wy niet weten nog kunnen vermoeden , dat dezelve van eenige Lettres de Marqué door den Admiraal-Generaal, op authorifatie van U Hoog Mogenden zouden zyn voorzien, de Vlag van den Staat misbruikt word, en een Officier in dienst van het algemeene Bondgenooifchap zich laat emplofieeren, tot het pleegen van daaden, die in den vollen zin niet anders dan voor openbaare Zeeroveryen kunnen worden aangezien, en tot het exerceeren van vyandelykheden tegens een Souverein Lid van dat zelfde Bondgenootfchap. Het is uit dien hoofde, en in het byzonder mede in aanmerking, dat wy door de Magiftraat der Stad Harderwyk zyn geinformeerd geworden, dat de Regeering, der Stad Amfteldam aan hun had kennis gegeven, dat, met overleg van de Commisfie van van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland tot het Defenfie-Wezen > tot fecuriteit haarer Stad  ée Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 157 Stad noodig gevonden hadde, deVeerfchepen, vaarende van en na Steden in Gelderland met Militie bezet, te laten viflteeren, en het iufpeéte daar uit te ligten, gelyk zulks ookdagelyksgefchiedde, en dat derhalven te voorzien is, dat die Zeeroveryen zonder éfücacieuie voorzieninge daar tégens zullen hlyven continueeren, dat wy vermeend hebben, U Hoog Mogenden zoo ernftig als inftantelyk te moeten verzoeken, om zonder verwyl niet alleen zorge te dragen, dat de Vlag van dezen Staat tot zulke ongeoirloofde eindens niet verder werde misbruikt, en dat de Zee-Kapitein van Pelt en verdere 's Lands Officieren, welke zich daar toe zouden mogen hebben laten emploijeeren, deswegens, na verdienften, exemplaar mogen worden geftraft, maar dat ook Ü Hoog Mogenden ten fpoedigften zoodaane bekwaame en ernftige maatregelen * het zy door het doen kruisfen of ftationeeren van gewapende 's Lands Schepen als anders, gelieven te nemen , waar door de Zuiderzee van atte diergelyke Zeerovers en Zeeroveryen gezuiverd, en de vrye Scheepvaart daar tegens beveiligd moge worden, gelyk wy ook op heden op dit fubjedfc aan de Heeyen Staaten van Holland en W;est-Friesland hebben gefchreven de Misfive, waar van mede een Affchrift hier by is gevoegd. Terwyl U Hoog Mogenden ligtelyk zullen kunnen begrypen, dat, by eene onverhooptevoortduuring van dezelve, de Heeren Staaten dezes Furftendoms en Graaffchaps, aan wien wy voornemens zyn van dit alles kennisfe te geven, zich in de noodzaakelykheid zuilen zien gebracht, om, tot beveiliging van hunne Kusten en vrye Scheepsvaart, mitsgaders tot hetdaadelyk tegengaan van alle zulke hostile ondernemingen, zoodaane krachtdaadige mefures te nemen, als zullen öirdeelen te, behooren, waar van wy de gevolgen moeten laten voor rekening en verantwoording van die genen, welke daar van de oirzaak zullen zyu. N 3 En  \ 198 Ferz&meling van Stukken betrekkelyk tot En hier mede eindigende bidden wy God , Hoog Mogende Heeren l (Onder ftond,) U Hoog Mogenden by voorfpoedige Regeeringe lange te conferveeren. Gefchreven te Arnhem, den 38 Juny 1787. U Hoog Mogenden dienstwillige. De Raaden des Furftendoms Gelrs en Graaffchap Zutphen. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelven. (was gel.) F. W. van den Stee». BYLAGEN. No. 1, Memorie van het gepasfeerde op de reis van Elburg naar Has» feit. De Ondergeteekenden, Majoor en Luitenant onder het eerft- Battailjon van het Regiment Generaal Majoor Stoart, noodig hebbende, om haare byzondere affaires, naar Hasfelt te vaaren, hebben Vrydagden 29 Juny 1787, een Vaartuig afgehuurd te Elburg, Schipper Beerent Pieterz. met een Knegt en twee Jongens, waar mede dien zei ven morgen om tien uuren zyn gevaaren; dat komende by Schokland om twee uuren 's middags, 'er gemerkt is, een groote Zwolfche Beurtman, die tot 's avonds zeven uuren een koers met ons hield, tot op de hoogte van Vollenhove, of daaromtrent, 'er meer  di Gebéurmisfen in 1787 m. voorgevallen. ios> meer Schepen by zynde, 'er twee fchooten van zyn gedaan, apparentelyk uic Draaybasfen, alzoo ons dezelve voorkwamen als te zwaare fchooten voor klein Geweer, en meende dat het op ons Vaartuig was het welk ons eenigzins verdacht voorkwam; de Schipper van ons Vaartuig, zeide zulks wel meer eefchiedde op de Zwollenaars; vervolgens naar een paarmaal wendens in 'tlaveeren is voornoemde Schip ons binnen een Piftoolfchoot genaderd om agt uuren; wy onderzittende met den Schipper in het agteronder, hoorde men den Jongen, die aan het Roer ftond, roepen, de Patriotten komen op ons aan, waar op de Ondergefchrevene Luitenant, als zittende digt tot by den uitgang, opftondt, en zag dat de Zwollenaar vol Volk was, en dat de Sloep er Volk in fpröng, die malkanderen Sabels, Geweeren aanreikte; den genen, die aan het Roer ftond, nep ons toe, om by te draaijen, met eenige zwaare vloeken, of zoude op ons fchieten, het welk 00k daadelyk volgde, alzoo een Geweer-fchoot op Ondergefchreven Luitenant, of den Jongen, die meest aan het Roer ftond, gedaan wierd. De Schipper vroeg ons, wat hy doen zoude, waar op wy hem zeiden, om zich te redden , zoo het best konde, hy ook met een zyn Schip wende, en alzoo toen de wind hebbende, zyn hem onder de Boeg binnen Piftoolfchoot voor by gevaaren, zynde naderhand wel een half uur vervolgd geworden , alzoo alle Zeylen bygezet wierden. Aftum Elburg, den 30 Juny 1787- (was geteekeniï) F. G. H. v. Rechteren LïMbdrg» G* Macdonald. No. 2. Wy Burgemeesters, Schepenen en Raad der Stad N 4 EI-  *oo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Eiburg doen kond en certificeeren mits dezen, dat voor ons gecompareerd zyn, Schipper Berent Pietersz. en deszelfs Knegt, Schippers en woonachtig alhier, verklaarende den inhoud van nevensgaande Declaratoir, door de Heeren Graave van Rechteren, en G. Macdonalt onderteekend, en aan ons voorgelezen, in allen deelen conform de waarheid te zyn; zynde zy oorbiedig, om, des gerequireerd wordende, het zelve met ééden te fter* ken. In waarheids oirkonde hebben wy dezen door mn onzer Schepenen, by abfentie van den Secretaris, doen teekenen, en met Stads Zegel doen corroboreeren, gegeven te Elburg, den 30 Juny 1787. Cwas get.) p. S. W. Otters. Loco Secretarie No. 3 , Extraft uit de Misfive van de Maj giftraat der Stad Elburg, in da* to den 3 July 1787. Edels Mogende Heeren! Burgemeesters, Schepenen en Raad der Stad Elburg, hebben zich tot dekking en fecuriteit, zoo van uitgaande als inkomende Beurtfchepen, op en van Amfteldam, en elders, als van kleiner Vaartuigen en Vischfchuiten, verplicht gevonden, U Ed» Mogenden kennis te geven, hoe dat federt gisteren avond, byna op deRheede, of eenkennisfeinZee, en dus op de Jurisdictie van deze Stad, voor deze btad zich heeft komen ten Anker leggen een Schip, zynde een Tweemaster Brik, voerende de Genera, iiteits Vlag, voorzieq van weerzyde met drie ftukken Kanon, voorts eenige Draaybasfen, zich on. deruaande, cm alle in dat vaarwater pasfeerende Vaar-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, zat Vaartuigen, door feinfchooten, te doen bydraaijen, van deszelfs Schip gewapende Manfchappen daar op te zenden, het zelve van vooren en van achteren , boven en binnen, te doen vifiteeren, met by voeging van dreigementen, dat hy Kapitein wel middel zou 1 weten, om het eerfte uitgaande, inkomende, of voorbyvaarende Schip, in cas van verweigering van ! bydraaijing, of te ondergaane vilitatie, daar toe te noodzaaken, gelyk dezelve pok heden middag 1 reeds met 'er daad getoond heeft, door den ordina; ;is Beurtman van Elburg op Amfteldam vaarende, i door feinfchooten, te doen bydraaijen, en by de « eerfte verweigering van dezelve met fcherp daar toe i te forceeren, na alvoorens des Princen Vlag verkeerd : aan zyn Bezaansraa te hebben opgeheven, en zynde 1 voorzeide Brik of Uitlegger teflens voorzien van een groote en een kleiner Boot, om te debarquee. ren, voort met tagtig of meerder Koppen. Post multa alia. Wy bevelen U Ed. Mogenden in de befchermin1 ge Godes. Gefchreven in den Raade te Elburg, den 3 July 1787. (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van dezelve s (was gef.) O. S. W. Otters. Loco Secretaris. No. 4» Extract uit de Misftve van de Magiftraat der Stad Elburg» in dato den 5 July 1787. Edele Mogende Heeren! Na dat wy onze laatfte Misfive met kennisgeving van  SQ2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van het op dezer Stads Territoir geankerd Twee-; mast Bombardeer Hoeker, voorzien met tuig van een Brik, aan U Ed. Mogenden hadden verzonden, hebben wy direct daar na twee van onze Stads Bodens in onzer naam gelast, zich, gemuniëerd met een noodige Commisfie en Inftruéiie fub No. i.» derwaards te begeven, waar van wy de eer hebben de origineele in te zenden, dewelke by hun wederkomst ons hebben overgegeven het mede hier bygaande Relaas fub No. 2. Sedertdien tyd is het, Ed. Mogende Heeren! dat gemelde Schip, waar op zich buiten de 73 Man, vier zoogenaamde Zee-Officieren bevonden, NoordOostelyker « afgekomen, en zich byöa een half uur dichter aan de Mond van onze Haven gelegd heeft, al nog by continuatie alle Vaartuigen, zonder onderfcheid, heen- of weer-komende, vifitëerende, en dezelve daar toe met geweld, in cas van voorby te willen zeilen, forceerende, al het welk federt dien korten tyd reeds zoo veel influentie op het Veer ten nadeele gedaan heeft, dat, zoo U Ed. Mogenden daar inne niet zullen kunnen voorzien, het traject na en van Amfteldam op deze Stad fchielyk gelyk geheel geftremd zal zyn. Post alia. Wy bevelen U Ed. Mogenden in dc befcberrninge Codes. Gefchreven in den Raade der Stad Elburg, den 5 July 1787* (Onder ftond,) Pro vera Copia. (was g«f») O. S. W. Otters* No. 5. Burgemeesters, Schepenen en Raad der Stad Elburg,  ie Gebeurtenüfen in 1787 enz. voorgevallen, 203? burg, tot hun groote verwondering in ervaaring bekomen hebbende, hbë dat, zonder derzelver voorkennis en permisfie, een Tweemast Brik, voerende de Generaliteits Vlag, voorzien met Kanonnen en gewapende Manfchappen, zich op de Rheede van Hun Ed. en Achtb. Stad heeft geankerd, niet alleen, maar zich niet ontziet de Beurtfchepen van deze Stad na Amfteldam (met overleg van de Reeeering van laatstgemelde Stad, onderling in het veer gebracht, en driemaal des weeks heen en we. der met Pasfagiers en andere Koopmanschappen vaarende) door feinfchooten te wilkn doen byd'aaijen, en zich de vifitatie daar van tearrogeeren,ftrydigin allen deelen, zoo met de Conventies, als het recht van de vrye en onbelemmerde vaart, hebben by dezen twee hunner Boden's in hun Ed. en Achtbs. naam gecommitteerd, gelyk dezelve hun committeeren by dezen, zich op gemelde Schip te begeven , aan den opperften daar van deze hunne Commisfie voor te lezen of te vertoonen, en uit naam van hun Ed. en Achtb., als integreerende Leden van de Staaten van Gelderland, af te vraagen, op wiens last dit oponthoud aan dezer Stads Schepen en Vaartuigen kome te gefchieden, ten einde, daar van aan Hun Ed. en Achtb. gerapporteerd zynde, dezelve tot ftuïtinge daar van, als anders, zich vervolgens zullen gedragen, als zullen vermeenen te behooren. , T , Gegeven in den Raade te Elburg, den 3 July 17 87. ' * (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van dezelve, (was get.) O. S. W. Otters. x 0 * Loco Secretaris» No;  504 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 6. Relateeren wy ondergeteekende Roededrageren der Stad Elburg, op den ééd onzer bediening gedaan , dat wy op heden voordemiddag met twee Bootfchuiver? in een Schuit van hier zyn afgevaaren naar het boven de Rhee liggende Tweemast Schip, om aldaar aan den commandeerenden Officier of Bevelhebber eene Refolutje, ten fine van communicatie en afvraging, namens de Heeren van de Magiftraat dezer Stad te doen. Dat wy door tegenwind eerst aan dat Schip aan boord zyn gekomen circa de klok elf uuren, aldaar aan boord wel ontvangen door den Kapitein Thomas Pauwels van Ness, zoo hy ons zeide, com. mandeerende het Schip la Levrette. En na voorlezing der Refolutie van Hun Wel Edele Achtb., in dato den 3den dezer, heeft de gemelde Kapitein gezegd, dat hy de ordres van den Heer Kapitein-Commandant, P. H. van Pelt, onder de Heeren van het Defenlie-wezen te Amftéldam, zoude obferveeren, en vifiteeren , zoo als i hem voorkwam, zonder iemand te ontzien, voor- . naamlyk alle Ammunitie. Daar by verzocht om deze Refolutie te mogen i copieeren. Aldus gerelateerd, op dato den 4 July 1787. (was geteekénd) H. van Dudren, Roedrager. J. de Fluiter, Roedrager. No.  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ao$ No. 7. Extract uit de Misfive van de Magiftraat der Stad Elburg, in dato den 17 july 1787. Edele Mogende Heeren! Wy moeten, met groote verontwaardiging voor den Officier van de Canonneerboot, U Ed. Mogenden inzenden drie Verklaaringen van Schippers omtrent hun wedervaren, waar toe wy ons, om Ü Ed. Mogenden attentie met geen onnoodige extenfie op te houden, gedragen. Alleen remarqueerende, dat thands het Veer na en van Amfteldam byna geheel geftremd is, al het welke te haatelyker voor ons is, vermits wy dagelyks voor onze oogen moeten aanzien allé die brutaliteiten eh vyandelykheden,die zoo ver gaan,dat op Perfoonen, aan net hoofd van de Haven wandelende, uit de Boot van die Zee-Ontruster met fcherp is gefchoten, gelyk hier van des noods uit een Verklaaring van een alhier in Guarnifoen liggend Officier zoude kunnen blyken, als mede door die van een Schipper. Post alia. Wy bevelen U Ed. Mogenden in de befcherminge Godés. Gefchreven in den Raade der Stad Elburg, den 17 July 1787- Burgemeesters, Schepenen en Raad» van opgemelde Stad. (Onder ftondt,) Ter Ordonnantie van dtzelven,' (was get.) O. S. W. Otters. No;  loS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 8. Compareerde Pieter de Vries, verklaarende op Dingsdag den loden July, mee de ordinaire Beurtman , met zyn Schip van Elburg gevaaren te zyn op Amfteldam, en, op de hoogte van de legging van de Kotter of Bom bardeer-Gailloot gekomen zynde, een fchot uit het zelve, ten fine van bydraaijing, bekomen heeft, zoo als zulks door hem is gedaan; met dreigement, dat hy Schipper zoude hebben by te draaijen, of dat anders hem zulks zoude doen doen; waar op, op zyn Schip, gezonden zyn drie of vier gewapende Manfchappen met Piftoolen en Houwers, welke alles gevifiteerd hebben, die ook ruim een kwartier uur ten dien einde zyn gebleven, vervolgens na eenige brutaale expresfien weer op hun Boord gegaan ayn, en de Comparant is vertrokken en zyn reis heeft gecontinueerd. Dat Comparant op 't Y vervolgens nog eens is gepraaid. Dat Comparant op zyn terugreis, voor den Koopman Teunis Vos ïngelaaden hebbende een halve last Tarwe, en weder op de hoogte van den Kotter op het Y komende, door dien eerften Kotter is gefeind, en bygedraaid heeft", met dat gevolg, dat die tweede Kotter hem viermaal heeft gevifiteerd, en byna drie uuren heeft opgehouden, waar op de Comparant, zyn reis vervolgende, en op de Ree van Elburg komende, weder door dezen alhier liggenden Kotter is gefeind, bygedraaid en verplicht is geworden, onder zyn Gefchut te gaan leggen. Waar op den Comparant genoodzaakt is geworden, op des Uitleggers Schip in Perfoon te moeten komen, en daar op zynde aan Comparant is verboden, om met zyn Last naar Elburg te zeilen, maar ln de keus gegeven, om, of onder xyn Gefchut te blyven liggen, of weder naar Amfteldam terug te geilen, welk laatfte door hem Comparant gekozen  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 207. «en zynde, aan hem mede gegeven zyn drie ge« ;wapende Manfchappen, met verdere last, om niet iharder te zeilen als een Hooifchip, mede onder de conditie van zulks onder zyn oog te houden, waar op de Comparant, de andere Kotters op 't Y we-, der pasfeerende, zich voor prys heeft moeten op. geven. Voorts, te Amfteldam gearriveerd zynde, zich heeft vervoegd by den Water-Schout, en het ge»» i'val heeft te kennen gegeven, met verzoek, om op zyn terugreize niet weder te mogen worden gemolesteerd; waar op de Comparant, geen antwoord iibekomende, zich begeven heeft naar het Defenifie-wezen, in den Doele vergaderd, by het welk ;!de Comparant, zyn wedervaaren voorgefteld heb::bende, tot antwoord bekomen heeft, de hier byi> ge voegde Pas, door den Comparant aan den Offii:cier vertoond, beneffensdè Lyst der Goederen, i na dat weder aan Boord was gehaald. Waar op eindelyk, na genomene Copie van ger) melde Pas, de Comparant van Boord gegaan zynïde, zyn reis tot Elburg heeft vervolgd, met teil rugbrenging van zoodane Koorn en Waaren, als te l Amfteldam ingefcheept had ; voorts verklaart de li Comparant, zoo door den Kapitein, als door een l der Onder-Officiers en Gemeenen , met fchelden t als anders zeer geinfhlteerd te zyn. Al het welk de Comparant, onder offerte vaö )*. folemneele éédes-pr£efentatie, by handtasting heefe I bevestigd. Coram Otters en Jülien, den 15 July 1 1787. (Onder ftondt,) (waf get.) O. S. W, Otters. Abft Secretaris. No+ 9. Compareerde verder Hendrik de Vries , 22 of 23  3o8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 23 jaaren oud, en Beert Evertsz, in zyn negentiende jaar, verklaarende onder handtasting in éédes plaatfe de laatfie, als meerderjaarig zal geworden zyn, zich in allen deelen met de verklaaring van Pieter de Vries, voor zoo verre Zy by het gebeurde op reis zyn prasfent geweest, als naar waarheid afgegeven, te conformeeren. Adium Elburg den 16 July 1787. Coram Otters u en Julien. (Onder ftondt,) Pro vero ExtraStu. (was get.) O. S. W. Otters, Loco Secret. . No. 10. Vraag-Artikelen, om daar op van 's Hee. ren wegen te verhoor en H. Volterink. --.>•. v i •j-ulöï'lvr.'.:' ,2.1 STOöiS 301 tlSl . 3a Art. ï. Getuigens ouderdom, en of tot het geven van kond- Jihap der waarheid is geciteerd. Getuige zegt van competente ouderdom, en van 's Heeren wegen geciteerd te zyn. 2. Is Getuige gepasfeerde Dingsdag, zynde den loden dezer, niet als Pasfagier op het Schip van Pieter de Vries van hier naar Amfteldam geweest? Getuige zegt ja. 3. Is gemelde Schipper, op de hoogte van den Kotter zeilende,, door dezelve niet gefeind met een fchoot om by te draaijen; en 1 zyn 'er, na dat zulks gedaan had, geen drie of vier gewapende 1 Manfchappen, met Pistoolen en Houwers, op dat Schip geko.. men? Getuige kan omtrent de fchoot daar niet op antwoorden. Getuige zegt, omtrent de tweede vraag, geen gewapen- ■ de Manfchap gezien te hebben, maar wel dat de Schipper heeft moeten bydraaijen. 4..  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 200 4. Heeft Getuige gezien dat dezelve alles gevifiteerd hebben, ■ en hoe lang zyn, naar Getuigens gedachten, die gewapende 'Manfchappen wel op 't Schip gebleven? Getuige zegt, wel gezien ce hebben dat 'er Manfchap geweest is, maar niet wat gedaan hebben. Ook weet Getuige niet, hoelang daar op geweest zyn. 5. Is die Beurtman, op zyn reis naar Amfteldam, niet nog door andere Uitleggers aangehouden en gevifiteerd? Getuige zegt ja. 6. Heeft Getuige, met die zelfde Schipper, Woensdag avond daar aan volgende, niet zyn terugreis gedaan naar Elburg ? Getuige zegt ja. 7. Weet Getuige dat die P. oe Vries, een halve Last Tarwt voor Bakker Vos ingelaaden hebbende, wederom door den Uitlegger is gefeind om by. te draaijen? Getuige zegt ja. 8. Is Getuige niet mei de voornoemde Schipper op die Kotter in Perfoon geweest, en geboord, dat de Officier daar van aan hem Schipper heeft geordonneerd, om, of weer mar Amfteldam .terug te heeren, of onder zyn Gefchut te Hyven liggen. Getuige zegt pp het eerfte ja, dat de Officier zelf geroepen heeft, dat de geplunderde BakKer eens aan Boord moest komen. Op het laatfte zegt Getuige mede ja. 9. Is Getuige als toen, vermits de Schipper weer verkoos naar ■Ainjleldam te zeilen, niet op die Kotter gebleven? Getuige zegt, op het oogenblik met het Schuitje van de Kotter weer hier naar toe gegaan te zyn. 10. Hoe lang, en op wat manier, is Getuige daar weer af en aan Land gekomen? Getuige zegt met een Sloep, die een Brief van Harder. wyk aan hem bracht, weer aan Land té zyn gekomen. Waar mede de Gomparant deze zyne depofïtien eindigende met folemneelen ééde heeft bevestigd. Coram Otters en Julien, den 17 July 1787. (Onder ftondt,) Pro vera Copia. (was get.) O. S. W. Otters. Loco Secretaris. XLVIII. Déél. Ö No.  210 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. ii. De Heer commandeercnde Officier van de Kanoneer-Boot la Levrette, als ook alle de Officieren, commandeerende de Navaale macht van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, worden gelast, vry te laten dóór pasfeeren naar Elburg het Beurtfchip de drie Gebroeders, Schipper Pieter de Vries, van hier isaar Elburg gedestineerd, mits geen andere Goederen nhebbeöde als-op de Laadings-Lyst, door de Ondergeteekenden geapprobeerd, zyn uitgedrukt. (Onder ftond,) Amfteldam, den 14 July 1787» (was geteekénd) Lod. Hovv. J. P- Farret. Commirfen van het Defenfie-weztn uit den Raad dezer Stad. No. 12. Edele Mogende Heeren, byzondere göe« de Vrienden, Nagebduren en Bondgenooten! Het is reeds federt eenigen tyd , dat wy door ordcifcheiden berichten geinformeèrd zyn gewor-. den van continueele en openbaare Zeerooveryen,, welke op de Zuiderzee, ja zelfs op de Kusten eni het inconteftabel Territoir van deze Provincie,) door gewapende Schepen worden gepleegd, met: het door geweld aanhouden en vifiteeren van de: Beurt- en andere Schepen, het wegrooven uit de- zei-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 211 zelve van Brieven en Goederen, en het exerceeren van allerhande foort van vyandelyke daaden te- fen Schepen en Ingezetenen van deze Provincie, et welke ons bewogen heeft, om daaromtrent nadere informatien te doen inwinnen, waar door wy tot ons leedwezen van de waarheid van het gunt voorfz. volkomen zyn bevestigd geworden. Wy weten naauwelyks, waar over wy het meest onze verwondering en gevoeligheid zullen betoonen, of over deze daaden en handelingen op zich zelfs, of over het naricht, het welk wy hebben ontvangen , en ons moet doen befluiten , dat de Regeering der Stad Amfteldam, en de Commisfie van ü Ed. Mogenden tot het Defonüe-wezen, aan het gunt voorfz. een voornaam 'ieel heeft, doordien de eerstgemelde aan de Magiftraat der Stad fiarderwyk heeft kennis gegeven, dat met overleg van de voorfz. Commisfie, tot fecuriteit van haare Stad, noodig gevonden hadde, de Veerfchepen, vaarende van en naar de Steden in Gelderland, met Militie bezet, te laten vifiteeren, en het fufpecte daar uit te ligten. Wy kunnen nögthands niet vermoeden, dat zulks alles met kennisfe of met goedkeuringe van U Ed. Mogenden zoude gefchieden, veel min dat U Ed. Mogenden, daar van onderricht wordende, zouden toelaten, dat diergelyke Zeerooveryen en ho. ftiie ondernemingen tegens een van derzelver Bondgenooten, immers zoo lang de wankelende band van het Bondgenootfchap nog niet geheel gefcheurd en verbroken is, in Uw Ed. Mogenden Provincie ongeftraft zoude worden gepleegd en by continuatie kwamen voort te duuren, en dat U Ed. Mogenden ook met onverfchilligheid zouden kunnen aanzien , dat daar toe de Vlag van den Staat misbruikt, en Officieren in 's Lands dienst geëmployeerd wierden, gelyk nögthands waarlyk is gebeurd, zoo als aan U Ed. Mogenden uit de vier bygevoegde informatien , welke teffens alle de omftandigheden O a van  212 Verzameling Van Stukken betrekkelyk tot van het van tyd tot tyd voorgevallene contineereö» met meerdere zal kunnen blyken. Wy hebben daarom niet langer willen uitftellen , om , gelyk wy ons oök op heden daar over aan Hun Hoog Mogenden hebben geaddresfeerd, ons over dit alles aan U Ed. Mogenden te beklaagen , met zeer ernftig verzoek, dat U Ed. Mogenden alle deze hoftile handelingen daadelyk gelieven te doen ophouden, de fchuldigen daar over naar verdienften te doen ftraffen, en zoodane gewisfe voorzieninge te doen, dat de vrye Scheepvaart op de Zuiderzee, in het toekomende, niet meer door aanhoudinge en viötatien van Schepen als anders belemmerd moge worden, ten einde U Ed. Mogenden daar door zullen mogen prsvenieeren alle zoodane efficacieufe maatregelen , als de Heeren Staaten dezes Furftendoms en Graaffchaps, in cas van geen voldoenende voorzieninge en van die continueerende Pirateryen, tot beveiliginge van hunne Kusten en Scheepvaart, en tot afwendinge van alle hoftiliteiten, genoodzaakt zullen zyn in het werk te ftellen. Waar mede eindigende &c Gefchreven te Arnhem, den 28 July 1787. Uw Edele Mogenden byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. Die Raaden &c. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 253 No. 13. Compareerden voor my Dr. Jan Doude, Scholtus des Ambts Nykerk , in dezen mede geauthorifeerd van den Heere LandBrost van Veluwen, en onder benoemde Gerichtslieden , Maas van Haagen ,. Beurtfchipper van Amfteldam op Nykerk enterug, en Everardus van Sligtenhorst, en hebben, na voorgaande boding van 's Heeren wegen, op navolgende Vraag-Artikelen gedeponeerd, als volgt. Art. 1. Ouderdom, en of tot het geven van kondfchap der waarheid gebodet zyn? ifte Getuige zegt in de 30 jaaren oud , en als gevraagd gebodet te zyn. 3de Getuige zegt 30 jaaren oud, en als gevraagd gebodet te zyn. 2. Of Getuigen, op Dingsdag den 17 July 1787» met eerfte Getulgens Beurtfchip van Nykerk naar Amfteldam zyn gevaaren? ifte Getuige affirmat. ade Getuige adidem. 3. Of op die reis, in de bogt van Burgerdam, door het Folk van een Kaper, de Heitor genaamd, van eerfte Getuigens Beurtfchip is afgehaald, en op gemelde Kaper aan de Mist gelanden , eerfte Getuigens Knegt, Jannes Monis genaamd ? jfte Getuige zegt, dat op die reis in de. bogt van Durgerdam, door het Voik van een Kaper, de Heitor ge. naamd, van zyn Beurtfchip is afgehaald zyn Knegt, Jannes Monis genaamd, maar niet gezien te hebben , dat zy hem aan da Mast hebben gebonden. ade Getuige zegt, dat op die reis in de bogt van Burgerdam, door het Volk van een Kaper, van eerfte Getuigens Beurtfchip is afgehaald eerfte Getuigens Knegt, maar niet gezien te hebben, dat zy hem aan de Mast Hebben gebonden , en ook den naam van dien Knegt niet te weten, en den Kaper niet te kenner. 4.. Of hit Volk van gemelden Kaper als toen aan eerflen Getuige , in plaaxfe van dien Knegt, een ander Kaerel voor Knegt naar Amfteldam hebben mede gegeven? p 1 ftg  214 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ifte Getuige zegt ja. 2de Getuige adidem. 5- °f gemelde Knegt van eerfle Getuige des tydes aan het Volk van gemelden Kaper, eer ze hem van 't Schip namen, ook brutaliteiten gepleegd of henlieden uitgefcholden heeft? ifte Getuig* zeg* zulk& niec ie wecen, om dat hy toen niet. op zyn eigen Schip maar op den gemelden Kaper was, terwyl de Sloep van dien Kaper naar zyn Beurtfchip voer, om te viüteeren, en zyn Knegt heeft mede gebracht. ftde Getuige zegt, dat eerst die Knegt des tydes het Volk van gemelden Kaper, en dat daar na 't Volk ook hem, heeft uitgefcholden. Waar mede de Comparanten deze hunne depofïtien eindigende» dezelve, na voorhouding van de kracht des ééds en zwaare ftraffe des meinééds, met folemneelen ééde bevestigd hebben. Adhim, voor my Scholtus qq., en Gerichtslieden Wienik Hannissen en Koenraad Wernink, in Nykerk, den 23 Juiy 1787. (Was neffens een Cachet in rood Lak geteekénd') J. Doude , Scholtus des Ambts Nykerk. W. Hannissen, K. Wernink. No, 14. Compareerde voor my Dr. Jan Doude, Scholtus des Ambts Nykerk, in dezen mede geauthorifeerd van den Heere Land-Drost van Veluwen , en onder benoemde Gerichulieden, Paulus Janssen, vaarende als Zetfchipper in plaat, fe van Pieter Houtman , Beurtfchip. per van Nykerk op Amjtcldam en terug, en zyn Kn>.gt Beert Ryksen, en heb. ben, na voorgaande boding van 's Heeren wegen, op navolgende Praag-Artikelen gedeponeerd, als volgt. Art. r. Ouderdom, en of tot het geven van kondfchap der waarheid gebodet zyn? ifte  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 215 jfte Getuige zegt in da 20 jaaren oud, en als gevraagd gebodet te zyn. . 2de Getuige zegt ongeveer 30 jaaren oud, en als ge- vrdrfg'l gebodet te zyn. 2. Of uit het Beurtfchip van Pieter Houtman door een Kaper Goederen geroofd of weggenomen zyn, zoo ja, wanneer, waar, en wtlke Goederen, dezelve fpecifiiq op te geven? ifta Getuige zegt, dat den 21 July 17S7 de* avonds of 's nachts door een Kaper, leggende in de bogt van Durgerdam, uit het gevraagde Beurtfchip zyn goroofd of genomen na-olgende Goederen, nasmeljK: I. twee Vaatjes en een Pakje, geaddresfeerd aan Hen- ' brik Dirksen; 2. een Vaatje, geaddiesfeerd aan den Heer J. van Diermenj 3« eer' Balie B.ysti geaddresfeerd aan Klaas Heyneman ; en 4. een Vat, drie Vaatjes en een Mandje, geaddresfeerd aan Joost van B.amshorst. ade Getuige zegt als eerfte Getuige. 3. Of Getuigen die gemelde Kaper, of Perfoonen op gemelde Kaper, ook kennen? ifte Getuige zegt, dat die Kaper de Ueuor heet, maar van de Perfoonen, die daar op waren, niemand te kennen. ode Getuige zegt, dqt die Kaper de HeUor heet, en dat op die Kaper was een Jan Broer van Meyndert, die voor dezen by de Heer Bentem als Meesterkoegt op het Pakhuis van zyne Vletfen te Amfteldam gediendheeft,maar voor 't overige van ditn Kaper geen Perfoonen te kennen. 4. Of door het Volk van gemelden Kaper aan Getuigen, of iemand van hun Beurtfchip, ook brutaliteiten of mishmde.uig zyn aangedaan? ifte Getuige zegt neen, maar dat hy des tydes op dien Kaper gezien heeft, dat de Knegt van Maas van Hagen, Jannes Monis genaamd , by en tegens de Mast zat, en, zoo als Getuige voorkwam, gebonden was. 2de Getuige zegt neen. Waar mede de Comparanten deze hunne depofitien eindigende, dezelve, na voorhouding vari de kracht des éêds en zwaare ftraffe des tneirjéfda, met folemneelen ééde bevestigd hebben. Q 4 Ac  2i 6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Adlum, voor my Scholtus qq., en Gerichtslieden Wiekik Hannjssen en Koenraad Wernink, die deze nevens my en myne bezegeling hebben onderteekend, in Nykerk, den 23 July 1787. (Was neffens een Cachet in rood Lak geteekénd) J, Dodde , Scholtus des Ambts Nykerk. W. Hannissen. K. Wernimk. No. 15. Compareerde voor my Br. Jan Doude , Scholtus des Ambts Nykerk , in dezen mede geauthorifeerd van den Heere LandDrost van Peluwen, en onder benoemde Gerichtslieden , Reyer van R ouwenbal , wonende alkier, en heeft, na voorgaande boding van 's Heeren wegen, op' navolgende Praag-Artikelen gedeponeerd, als volgt. Art. 1. Ouderdom, en of tot het geven van kondfchap, der waarheid gebodet is ?■ Getuige zegt in zyn 7ïfte jaar oud, en als gevraagd gebodet te zyn. 2. Of uit het Beurtfchip, gevoerd ly Schipper Barent Kok, van Amfteldam gevaar sn, en den 13 July 1787 hier te Nykerk aangekomen', door een Kaper, leggende in de bogt van Dur-ger. dam, geroofd is een Brief, houdende addres aan Geinige? Getuige zegt, van zyn'Zoon gehoord te hebben, d^t -Schipper Barent Kok hem zulks gezegd had. 3. Of Getuige dien gemelden Brief nog niet heeft ontvangen? Getuige zegt ja", dat h Zondags daar aan volgende denzelven heeft ontvangen met Schipper Tenger, dis hem gezegd had, dat hy dien Brief van het Volk van dien Kaper had ontvangen. 4.. OF Getuige weet, wie des tydes met gemelde Beurtfchip als Pasfagiers hebben gevaaren? Ge.aiga zegt neen. Waar  de Gebeurtenisfen in Ï787 enz. voorgevallen. 217 Waar mede de Comparant deze zyne depofitien , eindigende , dezelve , na yoorhoudinge van "de I kracht des éèds en zwaare ftraffe des memééus, 1 met folemneelen ééde bevestigd heeft. • Aöum, voor my Scholtus qq., en Gerichtslieden Petrus Grafsteede en Koenraad Wernink, in Nykerk, den 21 July 1787. (was geteekénd) J. Doude, Scholtus des Ambts Nykerk. P. Grafsteede. K. Wernink. No. 16» Compareerden voor my Br. Jan Doude, Scholtus des Ambts Nykerk , in dezen mede geauthorifeerd van den Heere LandDrost van Veluwen, en onder benoemde Gerichtslieden , Maas van Haagen , Beurtfchipper van Amfteldam op Nykerk en terug, en zyn Knegt, Martijsus Coster, en hebben, na voorgaande boding van 's Heeren wegen, op navolgende Vraag-Artikelen gedeponeerd, als volgt. Art. i. Ouderdom, en of tot het geven van kondfchap der waarheid gebodet zyn? ifte Getuige zegt in de 30 jaaren oud, en als gevraagd gebodet te zyn. 2de Getuige zegt 17 jaaren oud, en als gevraagd gebodet ie zyn. 2. Of uit eerfie Getuigens Beurtfchip, door een Kaper, Goe* deren geroofd en weggenomen 'zyn? ifte Getuige zegt ja, drie Brieoen en een pak met Vellen. 2de Getuige zegt als eerfte Getuige. 3. Zoo ja, wannier, waar, en welke Goederen, fpecificq op  918 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ifte Getuige zegt, dat de Brieven door den Kaper zyn genomen, ongeveer drie weeken geleden, in de bogt van Durgerdam; dat een van die Brieven was gead. dresfeeri aan Jan Wissing te Nykerk, een aan eenen Soldaat, Mussenhaoel genaamd, en een aan den Heer van Dompzelaar te Pu'ten; en dat het Pak met Vellen, door dien Kaper, den 19 July 1787 des avonds, uit zyn Schip is genomen, mede in de bogt van Durgerdam, zynde dat Pak geaddresfeerd aan Andreas Smit te Barreveit. 2de Getuige zegt, dat die drie Brieven door dien Kaper uit eerfte Getuigens Schip zyn genomen, ongeveer drie weeken geleden, in de bogt van Durgerdam; dat een van die Brieven was geaddresfeerd aan Jan Wis. sing te Nykerk, een aan eenen Soldaat, Mussenhagel genaamd, en een aan den Heer van Dompzelaar te Putten; en dat het Pak met Vellen door dien Kaper, den 19 July 1787 des avonds, uit eerfte Getuigens Schip, mede in de bogt van Durgerdam, is genomen, doch, aan wien dat Pak geaddresfeerd was, niet te weten. 4. Of Getuigen ook dien gemelden Kaper, ofPerfoonenvan genelden Kaper, kennen? iftc Geruige zegt, dat die Kaper de Beüor heet, maar van de Perfoonen, die daar op waren, niemand te kennen. 2de Getuige verklaart als eerfte Getuige. 5. Of door bet Volk van gemelden Kaper aan Getuigen, of ' iemand van hun Schip, eok brutaliteiten of mishandelingen zyn aangedaan? iile Getuige zegt, dat eergister avond een van gemelden Kaper fterk tegen Getuige heeft gevloekt, en hem gedreigd op bet Kanon te binden en te flaan. 2de Getuig* zegt, dat het Volk van dien Kaper tegen eeiftin Getuige, en tegen anderen van zyn Schip, fterk hebben gevloekt, en eerften Getuige gedreigd hem op het Kanon te binden. Waar roede de Comparanten deze hunne depofi- ■ tien eindigende, dezelve, na voorhouding van de: kracht des ééds en zwaare ftraffe des meinééds, de eerfte Comparant met foiemneele ééde bevestigd heeft, 1  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 210 heeft, en de tweede Comparant by handtastinge, Itin éédes plaatfe, met praïfentatie om, meerder jaa:rig geworden zynde, dezelve, des gerequireerd, madtr met folemceeie ééde te fterken. Attum , voor my Scholtus qq., en Gerichtslieiden Lambert Bast en Koenraad Wernink, in f Nykerk, den 21 July 1787. (was geteekénd) J, Doude , Scholtus des Ambts Nykerk. L, Bast. K. Wernink. No. 17. Compareerde voor my Dr. Jan Doude, Schollus des Ambts Nykerk, in dezen mede geauthorifeerd van den Heere Landdrost van Veluwen, en onder benoemde Gerichtslieden, Jan Wissino en Egbert Mussenhagel , Soldaat onder het Regiment van Onderwater, en hebben, na voorgaande boding van 's Heeren wegen, ep navolgende Vraag-Artikelen gedeponeerd als volgt. Art. 1. Ouderdom, en of tot het geven van kondfchap der Marheid gebodet zyn? ifte Getuige zegt in zyn 60 jaar oud, en als gevraagd, gebodet te zyn. 2de Getuige zegt in de 30 jaaren oud, en als gevraagd, gebodet te zyn. 2. Of ongeveer drie weeken geleden uit het Beurtfchip van IMaas van Hagen door een Kaper, leggende in de BogtvanDurI gerdam, geroofd of weggenomen is een Brief, geaddresfeerd aan 1 eerflen Getuige, en een geaddresfeerd aan tweeden Cttu'ge? ifte Getuige zegt zulüs van oen Veericnipper Maas van Ha-  32© Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Haqeh, ongeveer drie weeken geleden, te hebben hooren zeggen. ade Getuige zegt, ongeveer drie weeken geleden van den Beurtfchipper Maas van Hagen gehoord te heb ben, dat hy in zyn Schip had gehad een Brief, geaddresfeerd aan hem Getuige, doch dat dezelve door een Kaper was weggenomen, maar van den Brief van eerften Getuige niet te weten. 3. Of Getuigen die gemelde Brieven nog niet hebben ontvan' gen* ifle Getuige zegt, dat hy zyn Brief den 4den dezer heeft 1 ontvangen, dat die Brief was toegemaakt met drie 1 Ouwels, doch waar van een los was, en de twee an- ■ dere Ouwels, zoo als het hem toefebeen, ook loi 1 geweest waren, om dat die Ouwels niet gaaf en glad I toe waren. ade Getuige zegt, dat hy zyn Brief kort daar na heeft I ontvangen, doch dat dezelve, zoo als hem toefcheen, , was open gebroken geweest. Waar mede de Comparanten deze haare depofi. j tien eindigende, dezelve na voorhouding van dei Kracht des ééds en zwaare ftraffe des meinééds,, met folemneelen ééde bevestigd hebben. Aflum voor my Scholtus qq. en Gerichtslieden j Wienik Hannissen en Koenraad Wernink in Ny. < kerk, den 23 July 1787. . Was nevens een in rood Lak opgedrukt I Cachet geteekénd, J, Doude , Scholtus des Ambts Nykexk. W. Hannissen. K. Wernink. No. 18. Voor my Mr. E. J. Ammon, Scholtus des Ambts j Eede, en geauthorifeerd van den Heer Landdrost! van Veluwen, compareerde Jacoba Emmenhoesï*, j en verklaarde, dat zy Donderdag den ladea dezer ij van 1  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, aar van Amfteldam is afgevaaren met de Nieuwkerket Beurtman, woonende de Schipper te Nieuwkerk, maar weet zyn naam niet; dat's avonds of 's nagts Volk is aan Boord gekomen, van dewelke zy maar een gezien heeft, en hoorde, dat het Volk van een Kotter was, terwyl zy in het achteronder is blyven zitten, dat zy tien ftuks Goederen heeft by zich gehad, wel ingepakt, en door den Schipper in 'truim geborgen. Dat zy te Nykerk gearriveerd zynde, en het Goed willende ontpakken, het zelve weg was, vernemende, dat de Schipper buiten hun weten zulks had afgegeven aan den Kotter, wiens naam zy niet weet. Dat Comparante Zondags aan volgende, in Amfteldam gekomen zynde, en zich geaddresfeerd hebbende in den Doelen, by de Heeren van het Defenfie-Wezen, zy daadelyk al haar goed onbefchaadigd Weder gekregen heeft, zónder daar voor iets betaald te hebben. Welke verklaaringe Comparante met handtastini ge heeft bevestigd, Coram L. en J. van Veldhuizen, op den 26 July 1787. Was neffens een Cachet in zwart Lak geteekénd. S. J. Ammon, Scholtus des Ambts Ede. L. van Veldhüyzbn. j« van Vsh* HÜYZfiff.  $22 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 19. Compareerden voor my Dr. Jan Doü. de, Scholtus des Ambts Nykerk, in dezen mede geauthorifeerd van den Heere Landdrost van Velu. wen, en onder benoemde Gerichts. lieden , Barend Kok . Beurtf chipper van Amfteldam op Nykerk en terug, en zyn Knegt Hendrik Moes , en hebben, na voorgaande boding van 's Heeren wegen, ep nav>li>mde V^ag-Artikelen gedeponeerd , als volgt. Art. ï. Ouderdom, en of tot het geven van kondfchap der Waarheid gebodèt zyn? jlte Ge>a;ge zegt, in de 40 jaaren oud, en alsgefraagd, gebodet 'e zyn. 2de Getuige zegt, inde 20 jaaren oud, en als gevraagd, gebodet te zyn. 2. Of Getuigen Op Donderdag den 12 July 1787 met eerfte Cetuiges Beurtfchip van Amfteldam zyn afgevaaren, en 's anderen daags 's morgens hier te Nykerk aangekomen? ifte Getuige nffimat.2de Getuige adidem. 3. Of op die reis uit eerfte Getuigt* Beurtfchip door een Kaper, leggende in de Bogt van Durgerdam , geroofd zyn de navolgende Goederen, namenüyk 1. zes Stoelen, een Tafel, drie Mat' ten en een kan met Haaring, alle geaddresfeerd aan den Heer J. G. Perron , gepenfioneerd Luitenant, woonende alhier; 2. tien ftukken Goederen aan eene Jacora Emmerhorst toeftendig, die daar mede na Ede ter wooning wilde gaan, en ter waarde van 6000 Guldens waren opgegeven; 3. een Pakje, aan den Hoog Wel Geboren Heer G. A. Bentinck geaddresfeerd , en 4. een Brief, houdende addres aan Reyer van Rouwendal te Nykerk? jfte Getuige zegt, dat op die reis uit het gemelde Beurtfchip  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 223- fchfp door een Kaper, leggende in de Bogt van Dur' gerdam, geroofd of weggenomen zyn de navolgende Goederen, naamentlyk 1. zes Stoelen, een Tafel, dxi* Matten, en een kan met Haring, geaddresfeerd aan dea Heer J. G. Perron, woonende alhier; 2. tien (tukken Goederen var-, Jacoba Emmerhorst, die gezegt heeft, dat zy daar mede na Ede wilde gaari woonen, naamentlyk eenK'st, een Laaytafel, drie Zakken, twee Kisjes, twee Manden, en een Sluitmand, m?ar hoe hoog de waarde is opgegeven, niet te weten; 3. een Pakje, geaddresfeerd aan den Hoog Wel Geboren Heer G. A Bentcnck , en 4. een B'ief, geaddresfeerd aan Reyer van Rouwendal te Nykerk. 2de Getuige verklaart als eerfte Getuige, uitgezonderd dat van den Brief, geaddresfeerd aan Reyer van Roowendal, niet weet. 4. Of des tydes, of op een anderen tyd en wanneer, ook nog I andere Goederen door gemelden of door een andereu Kaper uit eerfte .Getuiges Beurtfchip genomen of geroofd zyn? ifte Getuige zegt neen. 2de Getuige adidem. 5. Of Getuigen, dien gemeldm Kaper of Perfoonen van gemelden I Kaper ook kennen ? itte Getuige zegt neen. 2de Getuige zegt dat die Kaper de Heüor biet, maar van de Perfoonen die hy daar op gezien heeft, geene te kennen. 6. Of door het Folk van gemelden Kaper aan Getuige, of 1 iemand van eerfte Getuiges Schip, ook brutaliteiten of mis handt1 ling zyn aangedaan? ifte Getuige zegt neen, als dat ze wel op hem gevloekt en fors tegen hem gefproken hebben, ade Getuige zegt, dat ze wel gezegd bebben, als ze niet fchielyk kwamen, inet een kogel haar zouden haaien, ook wel tegens hem, en zyn Schipper, ge» vloekt hebben. Waar mede de Comparanten deze hunne depofitien eindigende, dezelve, na voorhouding van de J kracht des ééds en zwaare ftraffe des meinééds, met folemneelen ééde bevestigd hebben. Ae*  224 Verzameling van Stukken betrlkkelyk tot AÖum voor my Scholtus qq. en Gerichtslieden WiENiK Hannijsen en Koknraad Wermink in Nykerk, den 23 July 1787. Was neffens een Cachet in rood Lak geteekénd. j. Doude , Scholtus des Ambts Nykerk. W. Hannissen. K. Wernink. No. 20, Comparèerde voor my Dr. Doudë, 1 Scholtus des Ambts Nykerk, in de- 4 zen mede geauthorifeerd van den I Heere Landdrost van Veluwen, , en onder benoemde Gerichtslie-^ \ den, de Heer J. G. Perron t • gepenjioneerd Luitenant woonende alhier, en heeft , na voorgaan, de boding van 's Heeren wegen, op navolgende Vra-ig-Artikelen ge*, deponeerds als volgt. Aft- 1. Ouderdom, en of tot het geven van kondfchap der 'waarheid gebodet is ? Geruigc zegt 63 jaaren oud, en als gevraagd, gebodet , . te.zyn. . •. &>S ' • :. -r 1 ""':] 2. Of uit het Beurtfchip gevoerd by Schipper Barent Kok,van Amfteldam gevaaren, en den 13 July 1787 ' hiér te Nyfark aangekomen, door een Kaper, leggende in de Bogt van Durperdam, genomen zyn diverfe Goederen, aan hem Getuige geaddresfeerd? Getuige zegt ja, dat hem zulks door Schipper Barent Kok in diervoegen is opgegeven. .3. Zoo ja, waar inbeftaande? , Getuige zegt 6 Stoelen, een Tafel, 3 Vloermatten en een Kan met Haring. 4. Of Getuige die gemelde Goederen nog niet heeft onu vangen ? Ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 24* Getuige zegt, dat hy dezelve voorleden Zondag met het Beurtfchip heeft ontvangen. 5, Of Getuige weet, wie des tydes met gemelde Beurtfchip els Pasfagiers hebben gevaaren? Getuige zegt neen, maar dat Getuige wel heeft hooren zeggen, dat 'er een Meid was op geweest, die haai; Goederen mede 'er waren afgenomen, en dat zy die Goederen naderhand heeft ontvangen, doch die Meid niet te kennen. Waar mede de Comparant deze zyne depofïtien eindigende,dezelve,na voorhoudinge van de kracht des ééds en zwaare ftraffe desmeinééds, metfolem. reelen ééde bevestigd heeft. AQum voor my Scholtus qq. en Gerichtsliedem Petrus Grafsteede en KoenrAad Wernink , ia Nykerk, den 21 July 1787. (was geteekénd) j. Doude , Scholtus des Ambts Nykerk. P. Grafsteede. K. Wernink. No. 4i. Compareerden voor my Dr. Jan DoO« de, Scholtus des Ambts Njkerk, in dezen mede geauthorifeerd van den Heere Landdrost van Veluwen , en onder benoemde Gerichtslieden, Hendrik Tenger , Beurt]'chipper van Amfteldam op Nykerk en terug, en zyn Knegt Hendrik Hendriksen, m hebben, na voorgaande boding van 's Heeren voegen, op navolgende Vraag.Artikelen gedeponeerd, als volgt. Art. 1. Ouderdom, en of tet het geven van kondfchap der waarheid gebodet zyn ? ■XLVIH. Deel. P ifte  &26 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ifte Getuige zegt ongeveer 61 jaaren oud, en, als ge» vraagd, gebodet te zyn. ade Getuige, zegt in de 20 jaaren oud, en, als ge« vraagd, gebodet te Zyn, 2. Of uit eerfte Getuiges Beurtfchip door een Kaper Goede, ren geroofd en weggenomen zyn? iite Getuige zegt ja twee Brieven. 2de Getuige zegt, dat zyn Schipper eerfte Getuige aan Boord van een Kaper is geweest, met zyn Reiszak, en dat zyn Schipper hem voort daar na gezegd heeft, dat zy twee Brieven uit de Reiszak genomen hadden. 3. Zoo ja, wanneer, waar en welke Goederen, dezelve fpe> cificq op te geven ? ifte Getuige zegt, op den ioden July des avonds in de Bogt van Durgerdam, en dat een van die Brieven geaddresfeerd was, aan een Officier of gepenfloneerd Officier te Barnevelt, en een aan een Mevrouw in of by Barnevelt, doch dat hyde naamen van dien Officier of Mevrouw niet weet. ade Getuige zegt, dat hy de datum niet heeft onthouden, dat het in de Bogt van Durgerdam is gebeurd, dat, na het zeggen van zyn Schipper, de eene Brief geaddresfeerd was aan een gepenfloneerd Officier te Barnevelt, en de andere, zoo hy meent, aan een Mevrouw te Barnevelt, doch dat hy dien Officier of Mevrouw haar naamen niet weet. 4. Of Getuigen den 14 July 1787, met eerfte Getuiges Beurtfchip zyn van Amfteldam gevaren, . . . fchaps Eutphen. XLVIII. Debl. q No.  242 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N». 3407. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Fries* land, betrekkelyk eene hier bygevoegde Misfive van den Raad van Staaten over de vifitatie van hun Buiten-Jacht, op't retour van den Moerdyk, door een Uitlegger, aan 't einde der oude Maas, om voorziening tegens foortgelyken handel. In dato den 16 Augustus 1787. Ontvangen een Misfive van den Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden , gelchreven alhier in den Haage den ijden dezer, tot klachte over de kennisgeving van den Schipper van hun Buiten» Jacht, dat op zyn retour van den Moerdyk, werwaards hunne Gecommitteerden langs de Maas had getransporteerd, aan het einde der oude Maas, door een Uitlegger was genoodzaakt het zelve Jacht te doen bydraaijen en laten vifiteeren, verzoekende de noodige voorziening tot eflicacieuie ftuiting van foortgelyke handelwys, om de redenen in de navolgende Misfive. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden, tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, met eenige van de Hollandfche Raaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit, in deze Provincie refideerende, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advys. Accordeert met voörfz. Refolutien, Edele Mogende Heeren! Wv vinden al wederom nieuwe ftof, om aan U Ed. Mogenden te moeten klaagen, in de kennisgeving»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 243 ving, welke wy van den Schipper van ons BuitenJacht hebben bekomen, dat op deszelfs retour van den Moerdyk, werwaards de Heeren onze Gecommitteerden langs de Maaze had getransporteerd, aan het einde der oude Maas, door een Uitlegger was genoodzaakt geworden om het zelve Jacht te doen bydraaijen, en vervolgens te laten vifitee1 ren. Wy kunnen noch mogen niet denken, dafr dier. j gelyke zaaken, waar door niet alleen de vrye Scheep* 1 vaart op de Wateren en Stroomen binnen deze Retpublyk zoo merkelyk wordt belemmerd, maar ook [gemeene Lands Jachten, zonder eenige Vlag te (ontzien, aan vifitatie worden blootgefteld,op voor\gaande ordre of met opvolgende approbatie van U 'lEd. Mogenden zouden gefchieden, maar moeten iin tegendeel vertrouwen, dat U Ed. Magenden de1 zelve met furprife zullen vernemen, en gereed be1 vonden worden, om de noodige voorziening te tdoen, dat foortgelyke handelwyze efficacieuslyk t worde gefluit, waar toe wy U Ed. Mogenden dan ook izyn verzoekende by dezen. Edele Mogende Heeren! Wy bevelen U Ed. Mogenden in Godes heilige 'Prote&ie. In den Haage, den 15 Augustus 1787. (Onder ftondt,) U Ed. Mogenden goede Vrienden, De Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden, (was geparaph.) Petros Camper, vt. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) j. H' Molxerus. fW" Qa ï?o,  244 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 3408. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Hetren Staaten van Holland en West-Friesland op een hier bygevoegd Bericht van Burgemeesteren van Amfteldam, op een hier ook mede bygevoegde Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Friesland, over een bejegening aan 't Friefche Buiten-Jacht op 't T, wegens een gewapende Kotter aldaar met Hollandfche of Amfteldamfche Vlag* In dato den 16 Augustus 1787. Met Bylagen. Ontvangen een Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Amfteldam, gefchreven aldaar den ijden dezer, houdende, tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den I7den July laatstleden, derzelver Bericht op een Misfive van de Heeren Staaten van Friesland, van den I4den te vooren, tot klachten over eene bejegening aan her Buiten-Jacht van Friesland, laveerende op het Y, van wegens een gewapende Kotter, aldaar liggende, en voerende een Hollandfche of Amfteldamfche Vlag, aangedaan, met een daar by gevoegd Declaratoir, hier na geïnfereerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, ïs goedgevonden en verftaan, dat het voorfz. Bericht en de Bylagen , mitsgaders de bovengemelde Misfive én Bylagen, zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed. Gr. Mogenden Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, met eenige van de Hollandfche Raaden en Micisters van de Collegien ter Admiraliteit, in deze Provincie refideerende, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advys. Accordeert met voorfz, Refolutien*, De-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 24.5 Dezen 15 Augustus 1787. Edele Groot Mogende Heeren! Het heeft ü Ed. Groot Mogenden behaagd, in onze handen te ftellen, om daar op te berichten, eene Misfive van de Heeren Staaten van Friesland, aan U Ed. Groot Mogenden gefchreven den I4den July, en houdende klachten over eene bejegening ?an het Buiten-Jacht van Friesland, laveerende op het Y, van wegens een gewapende Kotter, aldaar liggende, en voerende een Hollandfche of Amfteldamfche Vlag , aangedaan. Wy zullen óns dezen aangaande, kortheidshalven, refereeren aan het fchriftelyk Declaratoir van den Heer Abbema en den Secretaris Hasselaar , dewelke onmiddelyk in deze zaak zyn geconcerteerd geweest,'en wy twyffelen Biet, of U Ed. Gr. Mogenden zullen uit vergelyking van de fatïa, in dat Declaratoir naar waarheid en zonder eenige referve of duisterheid genarreerd, ten vollen overtuigd zyn , dat, wel verre dat de Heeren Staats-Leden der Provincie van Friesland, welke zich te dier tyd aan boord van het gemelde Jacht bevonden , eenige gegronde reden van klachten, wegens onheufche behandelingen , konden allegueeren , gemelde twee Heeren veeleer, met veel meerder grond, zich konden beklaagen over de boonende wyze, waar mede zy by die gelegenheid van het Scheeps-Volk, ja van de Domefticquen van die Heeren, behandeld zyn, en waar toe het fcheen dat die Lieden fpeciaal order, hadden, zonder nog eens te fpreken van de onbetaamlykheid, om zich zeiven in hét Pavillou ppgefloten te houden, en niet eens te vertoonen aan een Mede-Lid van Regeering, dewelke aan de Heeren van Friesland, en fpeciaal aan den Heer van Burmania-Rengers, geheel niet onbekend was. Wy hebben ook met verwondpring gezien, dat de Heeren van Eurmania en Rsngers, in het narré 9* 3 Htt  246 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van de zaak in quaestie, behalven verfcheiden niet zeer gepaste uitdrukkingen, de geadhibeerde middelen, om de gefielde ordres te doen refpecteeren, op een fpottenden toon traduceeren als een onbeleefd Compliment, daar het geenszins als een Compliment, onder wat benaming ook, moest geconfidereerd worden, zoo als ook de daar by gevoegde inthimatie, als of de gemelde Heeren in bedenking genomen hadden, om dat zoogenaamde Compliment op eene gelyke wyze te beantwoorden, een fingulier idéé van de denkbeelden van fuperioriteit van gemelde Heeren moet doen vormen, daar het anders by gemelde Heeren ten vollen moest vast ftaan > dat eene gewelddaadige reliftentie aan de middelen, ter executie van de gefielde orders, daadelyk zoodaanig zoude zyn beteugeld, dat de gemelde Heeren eens vootal zouden geleefd hebben, dat ook deze Stad deszelfs Souverein gezag op zyn eigen Territoir weet te handhaaven. Wy kunnen mede niet ongeremarqueerd laten pasfeeren den hoogen toon, waar mede de Heeren Staaten van Friesland zich, ten opzichte van dit geval, aan U Ed. Groot Mogenden gelieven uit te laten, ja niet minder, als of de Regeering dezer Stad dependent was van die Heeren Staaten zeiven, en niet op deszelfs Territoir zoodaanige Souvereine Bevelen konde en vermogt te geven, waar aan zoo wel de Friefche Staats-Leden, als alle andere particuliere Perfoonen, zouden moeten onderworpen zyn. Het doet weinig ter zaake, of aan den Commandant van den Kotter, dewelke door on«e Commisfie , met fpeciaal overleg van de Ed. Mogende Hee» ren Gecommitteerden tot het Defenfie-Wezen dezer Provincie, aan den mond van het Y is geftatio. neerd geworden, bekeDd zoude zyn geweest, dat het Jacht in qusestie behoorde aan de Heeren Staaten van Friesland; maar veeleer mogen wy vraagen, of die Heeren Friesfche Staats-Leden onkundig waren, ofte geduurende hun verblyf in Amfteldam niet ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 747 geinformeerd geworden zyn, dat, ter beveiliging der Stad en Provincie, tegen alle verraderlyke aanvallen, aan de waterzyde ongewoone precautien gebruikt, en Wacht-Schepen geposteerd waren ? En zoo dit aan de gemelde Heeren bekend was, zoo als genoegzaam daar uit blykt, dat die Heeren in het flot van hun Rapport zeggen, dat het andere Vaartuig, het welk op de hoogte van Muiden lag, geene verhindering aan de Vlag van het Jacht had toegebracht, en dus by die Heeren, als een tweede Uitlegger der Provincie moet bekend geweest zyn, dan laten wy aan het oirdeel van onzydigen over, aan welke zyde alhier gemanqueerd is aan de Egards, dewelke Souvereine Bondgenooten aan eikanderen verfchuldigd zyn; te weten , door die genen, dewelke op het Territoir van den anderen Souverein zich willen aanmaatigen, om ook aldaar hunne Souvereine Macht te doen gelden en reipecteeren, met dat effect, dat de gefielde Ordres van den Territorialen Souverein daar door zouden worden geëludeerd en krachteloos gemaakt; ofte door die genen, dewelke in het doen nakomen van die gefielde Ordres zoo veel befcheidenheid gebruikt hebben , als met den aart der zaake overeen te brengen was, en vervolgens perfoneel alles hebben willen in het werk ftellen, om het onaangenaame van die ontmoeting uit den weg te ruimen, doch, op eene veel min wellevende wyze behandeld zynde, dan ook niets anders hebben kunnen doen, dan zorge te dragen, dat aan de gedaane betamelyke vraagen behoorlyk beantwoord wierd. Wy kunnen ons geen gevoeglyk idéé formeeren van de begrippen, zoo van de Heeren Staaten van Friesland, als van derzelver in dezen geconcerneerde particuliere Staats-Leden, ten opzichte van het Souverein Vermogen van de Vlag, van Hoogstderzelver Jacht waaijende, alfchoon hetzelve alleen diende tot Transport van eenige Leden van derzelver Provincie van Amfteldam na Friesland, Q'4 al|  #4§ Verzameling van Stukken bstrskkelyk m als of, door het atboreeren van die Vlag, al het vermogen van den Territorialen Souverein dezer Provincie, en vooral van deze Stad,zoodaanig zou» de worden geëclipfeerd, dat het voeren en vertoonen van die Vlag alleen genoegzaam zoude zyn, om het Jacht te bevryden van alle onderzoek, waar a".m alle andere Vaartuigen op expresfe last onderworpen zyn, en als of men zich geëmancipeerd had," de Heeren Staaten van Friesland te lsedeeren, doordien men het Jacht had doen bydraaijen, eh weigerde deö naam van den Bevelhebber op te geven aan eene Commisfie, dewelke althands alhier niet gedeveloppeerd, en zekeflyk tot zoodaanigen aandrang geenszins gerechtigd noch gequalificeerd was. ' * Wy kunnen dus volkomen retorqueeren het argument, door de Heeren Staaten van Friesland in derzelver Misfive gebezigd, en het gedrag van de beide Friesfche Heeren in het geval in quasstie Biet anders confidereeren, dan als een gevolg van hoogmoedige denkbeelden van gezag, waar door men heeft willen toonen, niemand, noch in zyn Perfoon, noch in zyn Caraórer, ja den Souverein zei ven op zvn eigen Territoir, niet te willen ontzien noch refpcéleeren. ' - Edoch , wat hier ook van zvn moge, het komt ons voor Ed. Groot Mogende: Hoeren! dat de Commandant van den gewapenden Kotter, op onze Ordres, en met overleg van de Ed; Mogende Heeren Gecommitteerden tot het JDefenfie-Wezen dezer Provincie, ter beveiliging varj deze Stad op het Y geftationeerd, en voerende de Provinciale Vlag dezer Provincie, niet anders gedaan heeft, dan het geen zyne Iniiruöie en Plicht van ht>m vaderde; en dat de Condefcendance van den Heer Abbema, zich juist te dier tyd, ten einde eenige nadere ordres aan den Koteer en de andere Vaartuigen te doen toekomen , aan boord van denzelven bevindende, om daadelyk met zya onbewapend Vaartuig in Perfoon na het Jacht te geilen» eri zelve die geceraale vraagen ca doena i tj - . ■ | \. .. ^  ac Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 249 dewelke men ander» door een gewapende Sloep laat afvraagen, zeer onheusch beantwoord is, niet alleen , maar dat onze Commisfie daar door veel gefundeerder redenen van klachten over den hoon, aan derzelver Mede-Lid aangedaan, zoude kunnen voorbrengen; doch waar toe wy, uit Confideratie Van dehedenaaagiche zoó zeer vermeerderende verwarringen , foruitende uit de onderfcheidene begrippen van Perfoneele ofte Reprefentative Souvereiniteit, vermeend hebben, niet te moeten overgaan, terwyl wy nögthands vertrouwen, dat de directie en tjVèmaatigdheid, by dezen geadhibeerd, in het doei obediëeren ?an de ordres, ter verzekering en beveiliging dezer Stad en Provincie gefteld, de goedkeuring van ü Ed. Groot Mogenden zal wegdragen. 1 Hier mede. Edele Groot Mogende Heeren!, God Almachtig biddende, U Ed. Groot Mogenden te willen zegenen met voorfpoedige Regeering, blvven wy, ' ' „ .\ : ■ (Onder ftondt,) V Ed. Gr. Mogenden Dienstbereide, Burgemeesteren en Regeerders der 1 Stad Amfteldam. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.y H. Hüygens. Edele Groot Achtbaare Heeren! Op den 3often Juny laatstleden heeft de Ondergeteekende Gecommitteerde van den Raad dezer Stad, met adfiftentie van den mede Ondergeteekenden Secretaris» zich des avonds, circa 5 uuren begeef 5 ven  250 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ven aan Boord van den Boeijer van den Schout Nobbe , ten einde in Perfoon eenige nadere orares te geven aan den Commandant van het Kotter Schip de Hector, liggende als Uitlegger op Stroom boven deze Stad, en aan de Commandanten van de verdere Schepen op de onderfcheiden posten gettationeerd, ingevolge de geftelde bevelen van de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerden tot het Defenfie-vVezen dezer Provincie en der Stad Utrecht, en de daar by gevoegde dispofitien van onze Stedelyke Com« misfie. Nauwlyks waren de Ondergeteekenden aan Boord van het gemelde Kotter-Schip gekomen, of zy zagen, onder veele andere Vaartuigen, ook komen aanzeilen een groot Buiten Jacht, komende van Amfteldam, aan het welk de Commandant van den Kotter met den Roeper, tot drie maaien achter een, toeriep, dat by houden moest; doch waarop de Schipper van het gemelde Jacht geen achtfeheen te flaan; zoo min als de Heeren en verdere Perfoo. nen, dewelke zich aan Boord van hetzelve bevonden; en die meest buiten op (tonden, en met verrekykers den Kotter fcheenen te examineeren. Vervolgens deed de Commandant van den Kotter het gewoone fein van bydraaijen met een fchot met los kruid; doch waar aan de Schipper van het Jacht niet goedvondt te obtempereeren, maar zyn cours vervolgde, zonder eenig zeil të minderen, ofte het roer te wenden: zoo dat de Commandant van den Kotter ordre gaf, een der ftukken Kanon te laaden , ea ziende, dat het Jacht volftrekt zyn cours bleef houden, gaf hy bevel, om , ruim genoeg voor het Jacht heen, een fein met fcherp te geven, en den Schipper eindelyk daar door te doen begrypen, dat hy bydraaijen moest, het welke dan ook eindelyk gefchiedde. Zoo ras het Jacht gewend was, begaven de Ondergeteekenden zich wederom in den Boeijer, zeggende aan den Commandant van den Kotter, dat zy in Perfoon het Jacht zouden praaijen. Met die intentie zeilden zy het Jacht te gemoed, en aan ley van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 251 v van hetzelve gekomen zynde, vroeg de eerst On» 1 dtrgeteekecde zelve aan het Bootsvolk, het welke 1 met den Knegt der Heeren op de Voorplecht en aan I het Ley boord byeen ftondt, doch de Heeren zich in I het Pavilioen geretireerd hielden, welke Heeren züh i aan Boord van het Jacht bevonden? Maar, niette- genftaande deze vraag in het voorby vaaren meer. maaien herhaa'd wierd, kon men niet goedvinden eenig het minfte befcheid te geven, zwygende niet alleen al het Volk volkomen ftil, maar zelfs geen 1 een van allen verwaaraigde zich den hoed af te lich1 ten, zoo dat genoegzaam fcheen te blyken, dat dit 1 op fpeciale ordrg gedaan wierd. Den Boeijer iotusj fchen het Jacht voorby geraakende, deedt oe eerst Ondergeteekende het Vaartuig achter het Jacht weI der wenden, en kwamen alzoo wederom op zyde : en aan de Ley van het Jacht, herhaalende nogmaals • dezelve vraagen; wanneer iemand zeer drifrig het ] Pavilioen kwam uitfpringen, en vroeg, wat men hebben moest? waarop de Ondergeteekende nogJ maals de voorige vraag herhaalde; doch die Per} loon vónd niet goed daar op te antwoorden ; maar bepaalde zich met van zynen kant te vraagen, wie I wy waren ? en uit wat recht wy ageerden ? voegen» h| de 'er verder by, dat, als men iets wilde weten, I men dan moest overkomen. De Ondergeteekende repliceerde daar op, dat it men die vraagen deed, uit naam van de Regeeringe Ij der Stad Amfteldam, en dat men niet wilde overi komen; voegende 'er wyders by, dat, als men geen ï behoorlyk antwoord wilde geven, men dan onder 1 het gefchut van den Kotter moest ten anker gaan. Na nog eenige tyd vertoevens, vond dezelve Per\ foon eindelyk goed te zeggen, dat aan Boord wan ren de Heeren Burmania en Rengers, eene Coma) miafie van de Staaten van Friesland; doch dit door i> den eerst Ondergeteekenden niet duidelyk verftaan I werdende, repeteerde dezelve het gemelde gegeI ven antwoord, vraagend^r wyze byvoegende de l Heer van Busmania Rengers? Doch wierd an* der-  25* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dermaal door denzelven Perfoon gerepeteerd, de jJSeeren Bürmania en Rengers; waar op de Ondergeteekende het jacht cÓDgediëerde, en de Heeren eene goede reize liet toewenfcheo; en vervolgde de Ondergeteekende derzelver reize, na een der andere gewapende Vaartuigen, liggende vlak voor de Haven yan Muiden, en dus geheel buiten het Vaarwater van het Jacht na Friesland, waar in ook alleen de redep gevonden word, dat het gemelde Jacht door hetzelve gewapende Vaartuig niet mede is gepraaid geworden, en geenszins aan eene fpeciale order door de Ondergeteekenden, ten dien opzichten, aan het'gemelde Vaartuig gegeven. Voorts declareert de eerst Ondergeteekende den Heer van Bürmania Rengers, dewelke aan hem jn Perfoon, zoo wel als de Ondergeteekende aan ' den gemelden Heer, federt veele jaaren zeer wél bekend is, in het geheel by die rencontre niet gezien veel ni'n gefproken te hebben; in welk geval ook de repetitie der vraage, nopens het gegeven antwoord, niet te pasfe zoude gekomen zyn, gelyk in dien gevalle in het fchriftelyk Relaas, van de Heeren Van Burmania en Rengers , aan de Edele Mogende Heeren Staaten van Friesland, in geenén deele betamelyk zoude geweest zyn, de by affectatie herhaalde benaming van dén Commandant van den Boeijer; daar» byaldieh de Heer van Bürmania Rengers met den èerst Ondergeteekenden zeiven gefproken had, zyn Ed. dan die benaming zekerlyk niet zoude hebben geëmploijéerd, maar denzelven, zoo al niet als een Lid van Regeering in OfficiOt ten minften als een Man, met zyn Ed. in rang en geboorte geiykftaande, zoude hebben geconfidereerd, en zich ten zynen opzichte ook alzoo zoude hebben gedragen. Amfteldam, den 23 July 1787. (yas geteekénd) B. E, Abbema. H. N, Hasselaar. Ede-  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen* 253 Edele Mogende Heeren , byzondere gokde Vrienden, Nagebuüren en .Bondgenooten 1 Het finguliere, en, zoo wy vertrouwen, geheel ongehoord geval, onlangs aan de Heeren wegens deze Provincie Gecommitteerden tot het reguleeren der Quotes èn het Defenfie Wezen van de Republyk, bejegend, terwyl dezelve zich bevonden aan Boord van ons ordinaris Buiten-Jacht, laveerende op 't Y, en her waards cours zettende, verplicht ons, ons te addresfeeren aan U Ed. Mogenden , en tevens dobr toezendinge van een Copie van het fchriftëlyk Rapport, door welgemelde Heeren ónze Gecommitteerden aan ons gedaan, U Ed., Mogenden daar van te inforriiéerén. Wy twyffelen geenszins", of U Ed. Mogenden zullen ten vollén met ons overtuigd zyn, dat Het opgemelde Jacht aan den Commandant der Kotter wel bekend zal zyn geweest. Dat hy ook geene hoegenaamde ordres'heeft kunnen hebben, om fpeciaal dat Vaartuig aan te randen, en te doen bydraaijen, veel minder, om, wanneer hy zich. zoo verre geëmancipëerd had, als hy heeft gedaan, en by onderricht, dat eene Commisfie uit feeneSouvereine Provincie zich aan Boord vaü 't Jacht, dat de teekenen van den Souverein droeg, bevond, zich op een niet wellevende wyze te gedragen, en te weigeren, zyn naam aan genoemde Commisfie op te geven. Wy kunnen derhalven dit gebeurde niet anders confidereeren, dan als eene willekeurige daad1 v,a den Comm:r±:nt, welke, misfchien hoogmoedig op die zyne qualiteit, daar door heeft willen toonen niemand, noch in zyn Perfoon nochinzyhChara&er» te moeten ontzien. Edoch, 't zy hier mede zoo het mag zyn, wy hebben gemeend, U Ed. Mogenden hier van te moeten informeeren; ten einde Hoogstdezel ven zich daar op nader kunnen laten berichten, en handelen, zoo  954 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zoo als dezelve zullen vermeenen 't meest te kunnen dienets, tot confervatie van de vrye en onbelemmerde Vaart, en voorkominge van twisten en oneenigheden tusfchen de Bondgenooten, die helaas! door de hedendaagfche verwarringen dagelyks löeer toe dan af emen, en, indien God zulks niet genadtlyk wil verhoeden, den gewislën ondergang van ons zoo gezegend Land ten gevolge moeten hebben. Wy zyn geperfuadeerd, dat U Ed. Mogenden met ons daar van geconvinceerd xullen zyn, en kunnen niet anders dan eenr beboorlyke fatisfaflde, wegens de lasfie ons in de Perfoonen van onze Gecommitteerden aangedaan, verwachten, geenszins twyffeiende, of U Ed. Mogenden zullen voor het toekomende wel zoodaanige voorziening willen doen, dat foortgelyke gebeurtenisfen nimmer meer zullen voorvallen. Waar tntde, Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrien* den, Nabuuren en Bondgenooten l vry U Ëd. Mogenden bevelen in de befcherminge Van God Almachtig. Leeuwarden, den 14 July 1787. (Onder ftondt,) ü Ed, Mogenden goede Vrienden, De Staaten van Friesland, (was g£l.) J» C. Bergsma, vt. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mogenden, (was gel.) A. J. van Sminia. Ede-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. '455 Edele Mogende Heeren! De Ondergeteekenden U Ed. Mogenden Gedeputeerden tot revifie der Quota's, en het reguleeren ïvan het Defenfie-Wezen van de Republyk, vinden tzich verplicht, ter kennisfe van ü Ed. Mogenden te brengen een geval, het welk hun, op hunne Jaatfte terugreize uit 's Haage, bejegend is, waar fin de eere van ü Ed. Mogenden Souvereine Vlag, |:en de veiligheid van particulieren , welke het geluk ;;hebben onder dezelve te vaaren, beide geconcerteerd zyn. Het was op den 3often Juny jongstleden 's avonds ([ongeveer half zes uuren, dat de Ondergeteekenden ïaan Boord van ü Ed. Mogenden Buiten-Jacht het iY af laveerden, latende, volgens gewoonte,de Wimi pel boven den Standart, en de Friesfche Staaten i' Vlag van achteren, waaijen, met der Staaten Geus ivoor op de Boegfpriet; wanneer op de hoogte van Zeeburg, vaneen aldaarliggenden gewapenden Kotï ter, voerende een Hollandfche of Amfteldamfche f Vlag, een fchoot met los Kruid gedaan wierd, doch | waar op de Ondergeteekenden geen reflectie floegen, 1: in de vaste perfuafie, dat dit fchot hun niet konde } concerneeren; dan, kort hier op wierd door dien : zeiven Kotter een fchot met fcherp voor het Jacht I over gedaan, waar van de Kogel zoo naby de Boeg c pasfeerde, dat de Ondergeteekenden het als een c byzonder geluk konnen confidereeren, dat de Bouw» t meester Ypey, de Jonker Schwartzeneerg , en c des tweeden Ondergeteekendesoudfte Zoontje, wel. 5 ke by eikanderen op de Voorfteven ftonden, door l dezelve niet ongelukkig zyn geworden. De OnderI geteekenden vervolgens confidereerende, dat zy, I met het gemelde onbeleefde Complimeut op eene gelyke wyze te beantwoorden, fomwylen aan de s gegronde of ongegronde befchuldiginge zouden zyn i blootgefteld, van het Hollandfche Territoir gevioi| leerd te hebben, vermeenden, uit aanmerkinge van 8 de omftandigöeid der tyden, ajles te moeten vermy. den,  Aj bende twee Misfiven vau het Collegie ter Adrou*- XLVIH. Deel, R 6 iiteH  258 Verzameling van "Stukken betrekkelyk lot liteit te Amfteldam, als mede e*n Misfive van dè Raaden des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zut* phen, en ook een Misfive van de Raaden mitsga» ders die van de Rekeningen des Furftendoms 'Gelre en Graaffchaps Zutphen, alle concerneerende .de beveiliging van de Zuider-Zee en Rivieren, breeder in gemelde Notulen vermeld, alsmede, ingevolge eD tot voldoeninge van Hun Hoog Mogenden Refolutie commisforiaal van den 2den dezer lopende maand, geëxamineerd hebbende een Misfive van den Collonel Perron, voorzoo veel aangaat het poinct van het gewapend Schip by de Willemftad. En daar op ingenomen hebbende de confideratien en het advys van de alhier aanwezende Gecommitteerden uit de refpective Collegien ter Admiraliteit dezer Landen, welke by Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 3den dezer lopende maand Augustus gelast waren te fuppediteeren een Plan, waardoor de Zuider-Zee en binnenlandfche Stroomen zouden kunnen worden beveiligd tegens alle vexatien j hebben ter Vergadering voorgedragen: Dat gemelde Gecommitteerden aan haar in het Béfoigne hadden geadvyfeerd, dat ter Vergadering behoorde te worden gerapporteerd, dat by exame». der bewyzen voor de klachten door de Raaden en.  ét Gtbturmisftn in 1787 enz. voorgevallen. 26S dezer, waar by eenige klachten van de Raaden des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen, wegens zoogenaamde Zeeroveryen. welke op de ZuiderZee, tn zelfs op de Kusten en het Territoir derzei ver Provincie, door gewapende Schepen zouden zyn gepleegd, in onze handen zyn gefteld, te berichten, dat wy, wat betreft het aanhouden en vifitecen van de Provinciale Boeijer van Nymegen, teritond bericht gerequireerd hebben van den Commandant van 't Guarnifoen op het Fort Loeveftein F. G. van Pabst, en van den Commandant van *t Guarnifoen van Gorinchem, te dier tyd, zynde de Heer C. A. Hartman, Collonel van het Haag. i fche Genootfchap, welke oeide Berichten wy de eer hebben Copielyk hier nevens te voegen, en ; waar uit U Ed. Groot Mogenden sullen zien, dat 4 dezelve Boeijer wel is gevifiteerd geworden, doch j dat, behalven de generaale ordres, welke wy toe I het vifiteeren der Schepen noodig geacht hebben j te geven, eenige byzonderheden tot bet onderzoeI ken van dit Jacht hadden aanleiding gegeven, gelyk U Ed. Groot Mogenden uit het Bericht van den I Commandant van Pabst zal blyken, en dat daarenI boven het zelve onderzoek met alle mooglyke de>i cent ie is gefchied, zoo dat men zelfs geen ftuk Lint 4 van de Orarjeftrikken, welke eene Vlag verfierden, j heeft willen medenemen, zonder hetzelve alvoo. j rens verzocht te hebben; en indien U Ed. Groot !1 Mogenden hier by in aanmerking nemen, dat zelfs uit het Declaratoir, by de Misfive der Raaden des i Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen ge voegd, (l niet blykt dat 'er eenige excesfen by de vifitatiezyn l gepleegd, zullen O Ed. Groot Mogenden zekerlyk >: «en hoogften verwonderd zyn, over den fcherpen I toon, welke in de Misfive der gemelde Raaden i heerscht (*), en de zwaare klachten, welke dezel)( ve inhoud, daar de meergemelde Boeijer niet dan $ eene eenvouwige vifitatie heeft ondergaan, welke wy (*) Zie hier voor bl. 239. R5  sGS Verzameling van Stukken betrekkelyk fot wy ter beveiliging dezer Provincie, enter voorfro» jaing van alle geheime machinaaien, noodig geoirdeeld hebben, en 'er du* niets ongeregeld is gepleegd, ten ware men wilde fustineeren, dat een Vaartuig, het welk den Baron Heeckeren tot ZuijyERis had overgevoerd, van alle viütacie behoorde cxempt te zyn , en dat 'er door middel van het zelve geene geheime macbinatien konden getrameerd worden; eene fustenue, welke wy gelooven ,dat by l) Ed. Groot Mogenden, om verfcbeidene redenen , geen ingang zoude kunnen vinden; «— behalven dat, al had men de Provinciale Boeijer van de vifitatie willeö oitzonderen, dezelve van geen uiterlyk kenmerk was voorzien, en flegts een Vlag met Oranje (hikken in een der Kasten bad liggen, welke misichiep tot een ander oogmerk wierd bewaard; en het is uit hoofde van dit alles, dat wy ons ten hoogften verwonderen, zulke hevige klachten te vernemen, wegens het vifiteeren van eec Vaartuig op onze Rivieren, en dus binnen het Territoir dezer Provincie, en dat wel van wegens eene Provincie, in welke men zich niet ontziet, des Geceralitets Magazynen, als mede de Troepes, waar van een groot gedeelte ter repartitie van deze Provincie geHaan heeft, tegen de Ingezetenen van Gelderland, en de Stad Utrecht, en die Leden der ÜDie, welke gemelde Stad voor Militaire Overrompeling trachten te beveiligen, by aanhoudendheid te gebruiken; en tot een geheel ander oogmerk, dan het bewaaren der rust,tevioleeren; en hiermede vermeenen wy, aan de intentie van U Ed. Groot Mogenden voldaan te hebben, niet twyffelende, of U Ed. Groot Mogenden zullen deze zaak uit hetzelve oogpunt befchouwen. Wat voorts de tweede Misfive van de Raaden des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen betreft, welke benevens 23 Bylagen, by gemelde Refolutie van U Ed. Groot Mogenden van den 3den Augustus, mfde in onze handen is gefteld, kunnen wy niet afzyn U Ed. Groot Mogenden te berichten, dat  de GeUurtmisfeh in 1787 em. voorgevallen. 2Ö7 dat dezelve Bylagen niets behelzen, dan eenige De» claratoiren, nopens het vifiteeren van verfcheidene Schepen, door de Kanoneer booten op deZuider.Zee gedaan, verzeld van eenige fautive Berichten, no. pens de omftandigheden van dezelve vifitatie, en dat wy dus, die noodig geoirdeeld hebben de ordres tot gemelde vifitatie te geven, ter beveiliging van deze Provincie, en ter veriedeling van alle geheime machmatien, van denkbeeld zyn, dat de refpective Officieren der Kanoneerbooten en andere Vaartuigen op de Zuider-Zee niet alleen niet gepecceerd maar eenvpuwig hunnen plicht gedaan hebben , en dat wy, uit hoofde der Commisfie op ons verleend, ter beveiliging dezer Provincie, op derzeiver Territoir, zoodaanige orure hebben kunnen geven, en dat U Ed. Grpot Mogenden dus op deze alzins ongegronde klachten geene verdere reflectie zullen gelieven te maaken. Eindelyk hebben wy de eer, op eene Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, met een daar nevens gevoegd Request, aan hen, door de tydelyke Monopolisten des Nymeegfchen Comptoirs ge» prefenteerd, inhoudende klachten, wegens de ftremming der vrye Negotie en verzending van gedistilleerde Wateren, en by Refolutie van U Ed. Groot Mogenden van den 2often dezer mede in onze handen gefteld, te berichten, dat wy reeds op den iöden dezer maand, en dus voor den ontvangst der Refolutie van ü Ed. Groot Mogenden, op fpeciael verzoek en fterken aandrang der Magiftraat van Schiedam, en de menigvuldige klachten, welke dezelven van de Trafiquanten hadden ontvangen, ea dus uit confideratie voor de Ingezetenen dezer Provincie, ons gedaane verbod, nopens het vervoeren van Genever en gedistilleerde Wateren, provifioneel hebben ingetrokken, waar door dan ook het verzoek, in de Misfive der Staaten van Gelderland yervat, van zelve komt te vervallen. .Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren! be-  a en dus als nu van de Provincie van Holland alleen, den  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 273 den invoer der vreemde fterke Dranken byca onmooglyk gemaakt, en op die gebrande Wateren een belasting a 35 Guldens per Oxhoofd van 3© Virtels, en dus op ieder ftuk, het welk de Monopolisten ordinair ontvangen , van byca ico Gul» dens, gelegd is. En waar door, fchoon zulks destyds zoo zeer niet zal wezen gebuteerd, is veroirzaakt, dat meD, ten minften in deze Provincie, nu al zoo veele jaaren in de onvermydelyke noodzaakelykheid geweest is, omme het gedisteleerd uit Holland, als uit een generaal Monopolie, te moeten ontbieden en opdoen. , , • „ En dat zulks al mede ten gevolge gehad heeft, dat de Wetten op gementioneerde Impost geëmaneerd, binnen dezen Kwartiere, van tyd tot tyd daar na zyn ingericht, de Scheepsvrachten , als anders, gereguloerd, en by Hun Ed. Mogenden, de Heeren Ordinaris Gedeputeerde Staaten dezes Kwartiers, de Markt der gebrande Wateren, en al het gene tot het Monopolium gehoord, aan de tydelyke Pachteren na de Amfteldamfche Prys-CoUrant voorgeichreven, en op- en afgezet werd. Dat gevolglyk, wanneer de uitvoer der gebrande Wateren in de Provincie van Holland finaal vef» boden , ofte daar in eenige ftremming gemaakt wiefd, deze importante tak van Finantie eene merkelyke verandering zoude móeten ondergaan» Én het welk zeer appareht voor dézen en de andere Kwartieren dezer Provincie, althaüds in den beginne, tot nadeel zoude kunnen wezen, en ongetwyfteld tót een important verlies voor de Provincie van Holland, en mooglyk tót ruïue van verfcheiden Branders, én een menigte van Arbeidslieden aldaar, zoude moeten verftfekken. Immers is het, ten aanzien van dezen Kwartiere, zéker. Dat, zoo al werkelyk de belasting óp den invoer van de buitenlandfcbe fterke dranken wierde opgeheven, het dan nog in den iegenswoordigea XLVIIÏ. Deee.. S tyd  274 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tyd zeer moeijelyk zoude wezen,om uit den Lande van Cleve, als elders, genoegzaame provifie te bekomen, ook voor het groottte gedeelte per asch zoude moeten aangevoerd, en dus met zwaare kosteD betaald worden. Terwyl ook het aanleggen van Branderyen alhier zoo fchielyk niet gefchieden kan, fchoon het zelve, wanneer de Monopoliën, in plaats van drie, voor een meerder getal jaaren verpacht, en by U Ed. Mogenden maatregelen genoomen wierden, na der Supplianten gedachten, om verfcheidene redenen, zeer ten voordeele van deze Provincie zoude kunnen verftrekken. Dat het wyders onnoodig is, om het nadeel voor de Provircie van Holland, en een menigte van derzelver Ingezetenen, in dat geval aan te toonen, wyl zulks uit den aart dier zaak, en de gezonde reden, van zelve komt te proflueeren. Verwonderlyk moest het dus , Edele Mogende Heeren! aan de Supplianten voorkomen, wanneer zy uit eene Misfive van haaren Makelaar, in dato den 2den dezer maand, vernamen. Dat, fchoon hy een provifie voor de Supplianten gekocht, ook reeds Schipper van Giezen aangenomen . en de noodige order gefteld hadde, om eenige ftukken Gedisteleerd te transporteeren, het goed onder den Kraan en de Schipper aan het laaden geholpen hadde, echter door gemelden van Giesen aan hem een Expresfe was gezonden , met tyding, dat hy Makelaar het goed niet moest afzenden, terwyl hem was aangezegd, dat hy geen Gedisteleerd , hoegenaamd , mogt inlaaden , om NB. naar Gelderland te zenden. Met by voeging, dat zulks, denkelyk, door de Heeren van het Defenfie-wezen verboden was. En het welk dan ook ten gevolge gehad heeft, dat Diet alleen de voor rekening van Supplianten gekochte twintig Stukken fterke Dranken te Schiedam hebben moeten blyven, maar dat de Makelaar, welke order hadde, om tot groote honderd ftuk-  dg Gebeurtenis/en ia 1787 enz. voorgevallen. 27$ ftukken dito Dranken voor de Supplianten te koo* pen, zyne Commisfie heeft moeten ftaaken. Al het welk U Ed. Mogenden uit Copie authentyk per claufula concernens eener Misfive van voornoemden verééden Makelaar, hier annex fub A, gelieven te verneemen. En daar by geinformeerd te zyns dat Schipper Floris van Soest , op order van de Heeren vaa het Defenfie-wezen in Holland, is genoodzaakt geworden, om te Dordrecht twee Oxhoofden Brandewyn, herwaards aan den Factoor geaddresfeerd, ce moeten losfen,waar van het bewys,des gerequixeerd, werd inbedongen. Ten preuve, dat, het zy dusdaane ordres door de Heeren van het Defenfie-wezen van Holland» ofte hoe anders, gegeven mogten zyn, het ten minften zeker is, dat daar door de Negotie, de Handel en 't Vertier, in dit vrye Nederland, ep fpeciaal in deze Provincie, door of namens die vaa Holland, onze Bondgenooten, geftremd en benadeeld is, en verder geftremd zoude worden, inval dusdaanige order, onvermoedelyk, op den duur mogte plaats hebben. Én het welk dan ook de Supplianten", zoo wel als de andere Monopolisten, zoo van de twee overige Comptoiren dezes Kwartiers, als van de andere Kwartieren dezer Provincie, die zulks by geen mooglykheid hebben kunnen voorzien » tot een groot nadeel, ja voof de refpective Kwartieren dezer Provincie tot eene importante fchaade zou* de moeten verftrekken. Alwaaromme de Supplianten in de onvermydelyke noodzaakelykheid zyn, U Ed. Mogenden. vaa wien zy dezen Impost hebben gepacht, en op wiens veilige en Vaderlyke protectie zy volkomen vertrouwen, 't voorfz. nederigst te moeten informeeren. Met ootmoedig verzoek, U Ed. Mogenden gelieven , ter contemplatie van al het gunt voorfz., en in hoe Jingulari Cafu, ten fpoedigften zoodaane S 2 effi-  276 Verzameling van Stukken Utrt\\ely\ m efficacieufe voorzieninge te doen, en zulke maatregelen te nemen, al» U Ed. Mogenden, tot welzyn van deze Provincie en dezen Kwartiere, noodig en dienftig zullen öirdeelen, voorts de Supplianten ordres voor te fchryven, hoe zich in dezen te gedragen, en hun in allen gevallen fchaadeloos te ftellen, en te maintineeren. {Onder ftond,) 't Welk doende, &c. (was get.) P. Heyligers, voer my zelfs en voor myne Mt» de-Confraters. Schiedam, den 2 Augustus 1787. Myn Heere J. van het Ruyt £ƒ Comp. Myn Heere! Myn laatfte waar gepasfeerde Maandag aan UK. Dient dezen om UE» te berichten. Post alia. Ook is myn Onderricht, dat 'er veel moeite ge* • daan werd, en dit in ftilte gefchied, om in deze tyd geen Gedisteleerd naar Gelderland te zenden, dat, de Sociëteiten dat willen bewerken, ik hoop wel! dat zulks niet gebeuren zal, maar als ik daar eens: met den een of ander goeden Vriend van fpreek,, zyn wy wel in gedachten, dewyl het zoude moe-ten verboden werden uit geheel Holland niet te: verzenden, dat zulks niet denkelyk is; maar het: Defenfie-wezen ondertusfehen wil het al eens niet,, overal leggen in de Maas Uitleggers, op Amersfoort is het terug gehouden, en om het goed vaa > hier te zenden moet ik hier een Schipper nemen,, en ik weet dan niet hoe ik met die kosten moet: Tnaaken , en dewyl ik zeker denk althands deze !><-yzen wel ftand zullen houden , dat ik het dan • alles  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 277 alles maar zoude afwachten durf ik ook zoo riet doen, fpreek ik met Schipper Izak Teuhisse, om op Rotterdam wat af te zenden; zeg ik, als ik dan eens twintig ftukken op Rotterdam zond, en de vracht op Rotterdam die daar zoo negen Gulden op 10 ps. zal beloopen, en de onkosten die dan te Rotterdam verder vallen, of hy die op zyn wilde nemen, ik zyn dan 20 ps. zoude zenden, dat hy aanneemt te doen, en nu heb ik voor ü Ed, gekocht. Post aha. Die ik dezen namiddag afzend op Rotterdam, en Schipper IzakTeonisse zal laaden, ik hoop zulks wel na genoegen zal wezen, en als dit U Ed. goedkeuring wegdraagt, zoude vervolgens dat dan op Rotterdam kunnen zenden, als die andere Schip» pers die kosten ook op haar wilden nemen, Post alia. Tot hier dezen gefchreven hebbende, ontvang ik een Brief van Pieter Giessen uit Rotterdam, die my bericht, dat Schipper Izak Teunisse al naar Nymegen is afgevaaren, zonder dat die my iets heeft laten weten , en die had my zelv hier wezen zeggen, dat ik het Goed gerust op Rotterdam konde zenden, dat zy daar alles laaden mogten , en is maar afgevaaren zonder iets verder my te melden, dat niet wel van die Schipper is; maar Schipper Gjesse fchr-yft myn, als ik zyn kan begunftigen, ik dan zoude zorgen, die ftukken dezen avond tot Rotterdam mogten zyn, en ten vyf uuren moest hebben , daar op heb ik alle zorg aangewend het Goed onder de Kraan, de Schipper even aan het laaden, komt *er een Expresfe met een Brief van Rotterdam wederom van Schipper Giessen, en die bericht my, dat ik geen Goed moet afzenden, dat zyn aangezegd is, maar geen Gedisteleerd hoegenaamd mag inlaaden om naar S 3 Gel-  «78 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gelderland te zenden, denkelyk zulks verbod van tie Heeren van het Defenfie-wezen, aanftonds waar ik met de Schipper in de moeite om zyn vracht 5 ik kon die niet tegenfpreken, want waar gereed en aan het laaden, om naar Rotterdam te vaaren, heb ik dat voor drie Guldens afgekogt, maar hoe zal ik het met die 20 ps. maaken, en die kosten daar reeds op gemaakt? ik heb die Branders du nog niet gefproken, hoe dit daar by zai afl jpen, maar ik ben aanftonds by den Prasfi» den t-Burgemeester gegaan, ook den Bailjuw aan» gefproken , en die myn beloofde aanftonds alle moeite te zuilen aanwenden, in de eerfte Vroedfchap zulks brf.ngen, en zorgen dat het in de volgende week in de Vergadering van Holland zal komen, en ik ben wel verzekerd, dat het aan onze Heeren niet zal mankeeren.om alle moeite te doen, dat die Negotie Diet belet word, dewyl ik weet zulks niet anders als maar groote fchaade voor onzs Stad zal wezen, gelukkig dat ik maar 20 ftuks geheel heb gekogt, ik hoop dat de occafie haast zal zyn ik beter b-richt zal kunnen geven; het zyn maar ongelukkige tyden, en wat zal ik al verder melden, kwaadftokers en driftige Menfchen mankeeren in geen een plaats, ik fchrvf Maandag nader, en hoope U Edele wat goed zal kunnen berichten; doch dat zal Maandag niet kunnen zyn. (Onder ftond,) Myn Heer! U Edele Dienaar, (was get.) Jam Schieveen, Makelaar, (Het Addres was) Myn Heer, De Heer J. van het Ruyt, ö> Comp. Kooplieden, Xymegen. (La.  de Gebeurtenpfen in 1787 enz. voorgevallen. 270 (Lager ftondt,) Accordeert met het Origineel voor zoo veel het geëxtraheerde aangaat. (was get.) J. In de Betouw. No. 3411. Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk eene Misfive van Heeren Gecommitteerden lot het Defenfie-wezen te Woerden, over gepleegde vyandelykheden door de Gelderfche Troepes te Dalem , tegen den Uitlener voor Loeveftein. In dato den 29 Augustus 1787. Met Bylagen. Ontvangen een Misfive van de Heeren Gecom. muteerden ter Defenfie dezer Provincie en de Stad Utrecht, gefchreven te Woerden deo 2hften dezer, waar by kennis geven van gepleegde Vyandelykheden den 25ften dezer, door de Gelderfcne Troepen te Dalem gecantonneerd, tegen den Uit. legger voor Loeveftein, met byvoeging van vier Rapporten en Misfives daar toe betrekkelyk; breeder hier ca geinfereerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en Byligen zul* Jen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Codöderatien en Advys. Aanteekening van de Ridderfchap en vyf Steden., De Heeren van de Ridderfchap, als mede. dé Heeren.Gedeputeerden der Steden Briele, Hoorn, Enkhurzen, Edam en Medemblik hebben a door het S 4 con-  s8o Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot coDcurreeren tot het voorfz. Commisforiaal, de, qualiteit vaa de gemelde Heeren Gecommitteerden niet erkend. Accordeert met voorfz. Refolutien, Edele Groot Mogende Heeren 1 Daar 'er op den 2Aften dezer maand door de Gek. derfché Troepen, 'té Dalem gecantonneerd, tegen, den Uitlegger' voor Loeveftein geposteerd, eenige. vyandelykheden zyn gepleegd, hebbende men zich niet ontzien öp den gemelden Uitlegger herhaalde reizen te fchieten, 'c genë dan ook eindélyk met twee fchooten is beantwoord geworden, gelyk ö Ed. Groot Mogenden uit de bygevoegde Rapporten van den Commandant van het Fort Loeveftein, J. G. van Pabst, en uit dat van den Luitenant Witte van Dam, Commandant van den Uitlegger de Spion, voor Loeveftein geposteerd, en uit dej Misfives van gemelden Luitenant Witte van Dam en James MAcqueen, Commandant van het Detachement Gelderfche Troepes te Dalem, volkomen zullen ontwaaren ,' hebben wy niet kunnen afzyn U Ed. Groot Mogenden hier van by dezen kennisfe te geven, ten einde U Ed. Groot Mogenden dieswegens alle zoodaanige middelen zouden kunnen beraamen, als Hoogstdezelve zullen noodig öirdeelen te behooren, zullende wy inmiddels zor* ge draagen, dat, by een herhaalden aanval, daadelyk geweld met geweld werden gekeerd. Waar mede, Edele Qroot Mogende Heeren! bevelen wy U Ed. Groot Mogenden in de befcherminge Godes. Gefchrevéh binnen Woerden, den 28 Augustus (Onder ftond,) U Ed. Groot Mogenden Dieastwilligen, De.  ie Gebiurtmisfm in ï?8ï enz. voorgevallen. 28 r ' De Gecommitteerden ter Dejunjie ' dezer Provincie en de Stad Ut. recht. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezehen % (was get.) H. Costerüs, Secretaris. Edele Groot Mogende Heeren! Heden morgen tusfchen vyf en zes uuren hoorde eenige fchooten uit klein Geweer, kort daar na bevonden 't van de overzyde, en wel van Dalem, kwam* *t was van dat'gevolg, dat eenige Kogels over 't Schip kreeg, waarfchynlyk zwaarder als Musquetten, «aar op direct de Chaloup naar Wal zonde om denHepre Commandant, ingevolgemynelnftru&ie, 'er yan te verwittigen; gemelde Heer nog met by de hand zynde, kregen na verloop van eenigen tyd bericht, dat voof als nog zoude wachten om contra'te ageeren, edoch indien tusfchentyd kreeg nog al meer fchooten, en vooral toen myn Chaloup terug kwam , waar van Attestatie kan bezorgen het op ons en de Chaloup 'gemunt was; hier bleef bet niet by, maar men fchoot telkens, en zoo veel men konde tellen circa 30 $ 40 fchooten gedaan , waar op refolveerde ook een kogel te geven, die weder wierd beantwoord uit klein Geweer, en wel, zoo begrype, uit Dohderbusfen ; waar op een ïwee-fchoot deede, dat niet weder is beantwoord. Zoó verre konde zien, was 'er veel beweging, en men heeft een Bosje uitgekozen, om 'er zich achter te posteeren, én zoó my niet bedriege, 'er een Stuk geplaatst, 't welk by het Guarnifoen op Loeveftein ook is geobferveerd. Vervolgens ben in Perfoon by den Heere Com. mandant geweest, die reeds eene Expresfe na Woerden had gezonden , edoch den inhoud my met ge. ^ommüniceërd. ' Sj En  3ë2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot En, na met den Bakenmeester te hebben geraadpleegd, beo wat hooger op gewerkt, onder 't Kasteel , konde niet zeer wel lager zakken, om de iqtentie van Hun Ed. Groot Mogenden, van voor Loeveftein post te houden, niet te buiten te gaan. Legge thands op een fpring om ingevalle van nood in behoorlyke defenfle te kunnen zyn. Hoopeu O Ed. Groot Mogehden deze gehouden directie zult approbeeren, in verlangst Hun Edele Groot Mogenden zeer gerefpecteerde orders nader af te wachten. Hebbe de eer, na my in de gunftige protectie te hebben gerecommandeerd, met de aüerhoogfte achting te zyn. Edele Groot Mogende Heeren! (Onder Jlond,') AanBoord *s Lands ü Ed. Groot Mogen. '-«^Kof-Schip Spion, den zeer gehoor* Geankerd voor zaamen Dienaar, Loeveftein , den (wa; geteekénd) 24 Aug, 1787. w> VAN Dam< Wel Edel Gestrengen Heer! Dezen ochtend is my rapport gedaan door den Commandant van de Wacht aan 't Loevefteinfche Veer, dat circa om half zes een fchot van U Wel Ed. Geftr. ondtrhebbend Uitlegger op de Wacht gedaan is, en een tweede omftreeks half zeven uuren, waar van de blyken aan het Huis en byftaande Boomen zeer duidelyk te zien zyn. Hebbe daar op my geioformeerd aldaar, of eenige redenen tot U Ed. Geftr. zoo verregaande demarches van deze kant gegeven zyn. Doch niets is my gebleken, en de Commandant en verdere Wacht verzekert my niets te hebben ter hunner kennisfe dat U Wel Ed. Geftr. daar toe heeft kunnen moveeren, en aanleiding geven, verzoekende IJ Wel Ed. Geftr. de rede-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 283 denen te mogen weten dier demarche, en waar uU ipruitende, noeme my Wel Edel Geftrenge Heert (Onder ftond,) Dalem in Gelderland, ü Wel Ed. Geftr. Ootden 24 Aug. 1787. moedige Dienaar, (was get.) James Macoüeen, Majoor» Commandeer ende het Detachement alhier* 1 ■ Wel Edel Gêstrengen HeerI Met veel verwondering zie ik uit U Ed. Goftr. Misfive , dat 'er door den Commandant van de Wacht aan 't Loevefteinfche Veer aan ü Ed. Geftrenge rapport is gedaan, dat 'er door myn of myn kant, zonder eenige de minfte reden, vyandelykheden aan gemelde Wacht zyn gepleegd, daar ik van myn kant begryp, de grootfte reden van de weereld te hebben, my te beklagen over de verregaande demarches van den Commandant, kunnende op myn woord van eer verzekeren, dat men tusfchen de 30 a 40 fchooten met fcherp over myn onderhebbende Schip en Chaloup heeft gedaan, en hier van des gerequireerd eene Attestatie van den Overfte van 't Fort Loeveftein en aldaar in GuarnifoeD houdende Officieren en anderen, gelyk ook van myne Officieref en verdere Equipagie, exhibeeren. Ik twyifel geen moment of 't is geheel en al buiten weten van U Wel Ed. Geftr. geweest, maar dit is zeker , dat de Commandant, of die geen die misfchien by deszelfs abfentie heeft gecommandeerd, niet op zyn eer kan getuigen, van myn zyde de efcrfte vyandelykheden gepleegd te zyn, en my dunkt lang genoeg geduld gebruikt te hebben, eer ik dezelve door myn Gefchut tot hun plicht aebracht hebbe, en dit is zeker, dat die Comman* dant  384 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut dant dan zeer inattent is geweest, niet wetende wat pp zyn Wacht is voorgevallen. Ik ben &c. (was get.) W. va» Dm* Edele Mogende Heeren 1 In refcriptie van ü Ed. Mogenden veel geëerde Misfive van den 24ften dezer, heeft de Onderge* fchrevene de eer D Éd. Mogenden te berichten, als dat op den voornoemden datum des morgens om half «es uuren «erfcheiden fchooten met Kogels op den Uitlegger en het Fort gefchied zyn * apparene door getrokken Bufchen of dubbele Haaken, waar op 's Lands Uitlegger twee fchooten heeft gedaan , «D zich vervolgens onder het Gefchut van 't Forc geretireerd heeft; waar na geen fchoot meer van de iedere kant gedaan is, dus tot heden alles ftil. Ik twyffel niet of U Ed. Mogenden zullen daaromtrent ook rapport van Woudrichem ontvangen hebben, alwaar ook verfcheiden Kogels zyn gevlogen. Motst ik U Ed. Mogeqden verzoeken om reguliere Troepes, al was het maar twee Compagnien, alhier te hc bben, want voor een oud Militair valt het zeer lastig Auxiliajren te commandeeren. Verhoope hier mede aan de hooge Ordres van U Ed. Mogenden voldaan, en na my in de hooge protectie van U Ed. Mogenden gerecommandeerd te hebben, zoo blyve met veel veneratie, Edele Mogende Heeren' (Onder Jlond,') Fort Loeveftein, U Ed. Mog. zeer Onder» den 26 Augus» daanigen en zeer Gehoor- tus 1787. zaamen Dienaar, (vas gtu) J. G. van Pabst. No.  dl Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. a8| W. 3412. Ouverture van den Raad-Penfionaris van Zeeland aan de Heeren Staaten, aangaande den Jtaat van het Comptoir der Geestelyke Goederen ever Walcheren en Noordbevtland door de flegte directie van den Rentmeester D. P. de Maoregpault. In dato den 17 September 1792. Met 5 Bylagen, zynde Extracten uit de Refolutien van Gecommitteerde Raaden van Zeeland van den 19 » ai, 83 en 26 July en 13 September 1792. De Raad-Penfionaris heeft uit naam van Heeren Gecommitteerde Raaden, en ter voldoening aan derzelver Refolutie van den I3den dezer maand, ter Vergadering gecommuniceerd, dat, wanneer de Heeren van den Raade, door Heeren Gecommitteerden uit de Provinciale Rekenkamer, in de maand July laatstleden waren onderricht, dat het Comptoir van den Rentmeester der zoogenaamde Geestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland (*) in het oneereede was geraakt, en de betaaling vaa de Traktementen der Predikanten, federt eenigen tvd, niet zoo pfömpt gefchiede, als wel gewoon v/as en behoorde, zy Heeren van den Raade de noodige ordre hadden gefteld op de examinatie van de adminiftratie en pecunieelen toeftand van het Comptoir van denzelven Rentmeester: dat, uit het ingekomen bericht, des wegens gereflecteerd zynde, dat 'er een aanmerkelyk te kort van 2906-15-9 ponden Vlaams bleek te zyn, de Heeren van dea Raade haddea goedgevoaden hem Rentmeester by provifie te fuspendeeren in de exercitie van eenige direftie en adminiftratie van zyn Comptoir, ea wyders den Perfoon van Johs. Westplate, Klerk ter Griffie van gemelde Rekenkamer, te qualificeeren, (*) Mr. Daniël Pieter de Mauregnault, Raad, Burgemeester en Penfionaris der Stad Veere, wegens de Provincie van Zeeland gecommitteerd tot redres der zaaken *an de Oost-Indifche Compagnie, en Fiskaal Militair vt» Zeeland.  s8ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tos ren, het Zelve Comptoir, provifioneel voor den tyd van drie maanden, waar te nemen; terwyl aan hem, tot voldoening van de oo betaald gelatene Traktementen tot den laatften Juny des jaars, was verleend een Acte van Fournisfement ter fomma van 1250-0-0 ponden Vlaams, en wyders de Ontvanger Generaal der Provincie door den Raad geauthorifeerd, om voor Rekening van den Lande tegen denzelven Rentmeester, en verder tegen zyne gefielde Borgen, tot recouvre van het aan de Provincie competeerende voorfz. deficit, by parate executie, ingevolge de ordres van den Lande, te procedeeren. Dat vervolgens de gemelde Ontvanger Generaal by Memorie aan de Heeren van den Raade had te kennen gegeven, dat,eenigen tyd daar na het voorschreven te kort by hem per banco ontvangen zynde, de ontgonne proceduures tegen denzelven Rentmeester eo ipfo waren komen te Vervallen, terwyl by den Raad was gerefolveerd , om dezelve 2006 - 15 - 9 ponden Vlaams, na aftrek van de voornoemde 1250 ponden Vlaams, aan den ad interim gequaliflceerden J. Westplate te demanueeren, tot verder te doene betaalinjen van Tratlementen, mits deswegens behoorlyke Borge Hellende; dat hy Raad-Penfionaris de eer hebbendei met overleg, ginge van alle de provifioneele Refolutien by den Raad in dezen genomen, zich van het geven der voorfe.communicatie te acquiteeren, vervolgens aan Hun Ed. Mogenden was voordragende, of, hangende Hoogstderzelver deliberatien over deze zaak, in aanmerkinge dat de voorfz. geftrekte qualificatie op J. Westplate in 't laatst van de maand O&o. ber aanftaande zal expireeren, Hun Ed. Mogenden .niet zouden gelieven goed te vinden, nu voor als dan, den Raad te authorifeeren, om dien Perfoon tot de verdere waarneming van her voornoemd Comptoir voor nog een maand te qualificeeren. Waar op zynde gedelibereerd, hebben alle de Leden van Staat het verrichte der Heeren Gecom. mie  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevatlen. 287 mitteerde Raaden in dezen geapprobperd, en vervolgens (uitgezonderd die van Vlisimgen, welke aannamen zich nader te zullen verklaaren) geamplefteerd den voordracht van den Raad-Penfionaris, nopens de continuatie van de provifioneele waarneming van het meergemeld Comptoir, nog voor den tyd van een maand, na expiratie van de bepaalde drie maanden. En hobbeo wyders de Heeren Gedeputeerden van de refpective Steden Copien verzocht van de voorfz. communicatie, en de onderfcheiden Refolutien der Heeren Gecommitteerd» Raaden daar by overgelegd, om in den haare» breeder te worden gecommuniceerd. Accordeert fcfc. BYLAGEN. A, Extratl uit het Register van de Refolutien der Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland. In dato den 19 July 1792. Heeren Gecommitteerden uit de Provinciaale Rekenkamer verzocht hebbende, tot het afleggen eener Commisfie, in den Raad te worden geadmitteerd, en vervolgens binnen getreden zynde, hebben aan Hun Ed. Mogenden voorgedragen; dat de Heeren van welgemelde Kamer op eene legaale wyze ter kennis was gekomen, dat weinige dagen geleden, te weten op Donderdag den I2den dezer maand, de Koopmansbode van Veere op Middelburg, Cornelis Kletnswager, zich vervoegt hebbende ten Comptoire van den Rentmeester der zoogenaamde Geestelyke Goederen, over Walcheren en Noordbeveland, Mr. D. P. de Maüregnault, tot het out- van-  a88 Verzameling van Stukken betrekkelyk to% Tangen van het op ultimo Juny laatstleden vervallend tweede quartaal TraÜement, voor diverfche Predikanten, met welker quitantien de voornoemde Koopmansbode ten dien einde was voorzien, de voorfz. Rentmeester de Maüregnault daar op aan denzelven, tot voldoening en tegens extraditie derzelve quitantien, had ter hand gefteld een Bankbriefje, ten bedrage van het montant dier quitantien, te weten 504 -17-4 ponden Vlaams, echter met verzoek, om hetzelve Bankbriefje niet eerder, dan op den volgenden Maandag, zynde.den léden dezer maand, in de Wisfelbank der Stad Middelburg over te brengen, wanneer ook, volgens het zeggen van voorn. Rentmeester, het geld tot betaaling van de overige Predikanten, door den Koopmansbode de Keule» naar afgehaald wordende, aldaar zoude kunnen worden ontvangen. Dat1 diensvólgens gemelde C. KleyNoWAge.r zich op voornoemde iöden dezer naar de Wisfelbank binnen Middelburg, tot het overleggen en ontvangen Van voorfz. Bankbriefjes, begeven hebbende, aldaar aan denzelven, door de Boekhouders ten dien einde vaceerendej was gedeclareerd, dat hetzelve Bankbriefje niet konde worden voldaan, alzoo de Rentmeester de Mauregnaolt die Penningen in de Bank niet was hebbende; die zich inmiddels uit de Stad Veere en het Eiland van Walcheren had geabfenteerd, zynde echter, volgens bekomen informatien, op gisteren weder aldaar terug gekomen. Dat de Heeren van de Rekenkamer deze frauduleuze handdWyze van gemelden Rentmeester verno. men hebbende, hét welk bovendien het eerfte door hem in diervoegen gepleegde geval van dien aarc niet was, en Waar door bereids een zeer aanmerkelyk eclat was veroirzaakt, geoirdeeld hadden zich niet te mogen dispenfeeren, van deze zaak ter kennis van Hun Ed. Mogenden te brengen, terwyl 'er zeer gegronde redenen zynde, om vast te ftellen, dat de voornoemde fomme van 504 - 17 - 4 ponden Vlaams, en zelfs vry meerder van dezelve, actueel in  » de Gebeurtenis/en it\ 1787 enz. vocrgev.zl^n. 289 in het Comptoir van den Rentmeester de Maoregnault konde en behoorde aanwezig te zyn, hy Rentmeester dierhalven moest veronderfteld worden 's Lands Penningen voor zich zeiven te hebben geëmploijeerd, ftrydig met den ééd, by de aanvaarding zyner bediening aan den Lande gedaan. Gevende zy Heeren daarom Hun Ed. Mogenden in confideratie, of, alzoo wederom in dit geval duidelyk confteerde, dat de adminiftratie van het meergedachte Comptoir in gevaarlyke handen was, het voor het belang, zoo wel als voor het credit der Provincie raadzaam ware, een Rentmeester, die zich aan diergelyke handelwyzen fchuldig maakte, in die adminiftratie te laten continueeren? Voor welke ouverture welgemelde Heeren Gecommitteerden van de Provinciale Rekenkamer bedankt, en vervolgens daar over met dezelve gebefoigneerd zynde, is zonder nadere refumptie goedgevonden, den Rentmeester der zoogenaamde Geestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland, Mr. D. P. de Maüregnault , by toezending van Extract dezer Refolutie, aan te fchryven en te felasten, zoo als gefchied by dezen, om zich in erfoon te fifteeren voor dezen Raade, op Zdturdag den 2iften dezer lopende maand, des morgens ten 9 uuren, en zich te munieeten met alle boeken en papieren, welke noodig zyn, tot het geven vaa zoodaanige ouvertures, nopens den ftaat van zyn Comptoir, als van hem zullen worden gerequireerd, alles op poene van nadere dispofitie. En zyn meergedachte Heeren Gecommitteerden uit de Provin. ciale Rekenkamer verzocht, de voornoemde Comparitie mede te willen by wonnen, ten einde alsdan, na onderling overleg met dezelven, zoodaanig nader hieromtrent te worden gerefolveerd, als bevonden zal worden te behooren. En zal Extract dezer Re. folutie aan de Heeren van de Rekenkamer ter informatie worden gezonden. XLVIII. Deel. T B.  299 Verzameling van Stukken hetrekkelyk Ut B. Den 21 July'; 1792. De Heeren van den Raade, ingevolge het gerefolveerde van den i9deD dezer maand, andermaal in befoigne getreden zynde, ter examinatie van de zaak van den Rentmeester de Maüregnadlt, by de Notulen van evengenoemden dag breeder vermeld; is ingekomen en gelezen een Misfive van.denzelven Rentmeester, gefchreven te Veere, en gedateerd op heden, houdende dat hy Rentmeester, gisteren avond van de Verpachting der Thienden te Vlisfingen t'huis gekomen zynde, zich by Hun Ed. Mogenden Refolutie van den i9den dezer gelast had gevonden, om zich in Perfoon heden morgen ten 9 uuren te fifteeren in Hunner Ed. Mogenden Vergadering, ten fine als daar by vermeld; dat, hoe zeer hy altyd bereid zou gevonden worden, om met de meeste fubmisfie aan Hunner Ed. Mogenden gerefpedteerde bevelen te obtemporeéren, hy echter gaarne wenschte eenigen meerderen tyd te, mogen hebben, om zich tot zoodaanig eene comparitie te prsepareeren; en derhalven de vryheidnam, om Hun Ed. Mogenden op de allerdemoedigfie wyze te verzoeken, van zoodaanige perfoneele comparitie voor dit moment te mogen geëxcufeerd zyn, terwyl hy oprechtelyk moest betuigen, op heden noch naar ziel noch naar lighaam gefchikt te wezen, om ordentelyk te voldoen, aan het geen Hun Ed. Mogenden met deze comparitie buteerden. Dat zyn Zwager, de Heer van der Loeef , dien hy, zoo veel de kortheid des tyds had toegelaten, in handen had gefteld de quitantien en andere do. cumenten, welke provifioneel tot eenige elucidatie zouden kunnen ftrekken. Hun Ed. Mogenden nader van deze zyne gefteldheid zou kunnen informeeren, terwyl hy intusfchen, en in afwachting eener gun- ' ftige  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ftige dispofitie van Hun Ed. Mogenden, mitsgaders eene aller fubmiste onderwerping aan derzelver goedvinden, en zoodaanige mefures als Hun Ed. Mogenden verder zouden goedvinden te nemen, de eer had, zich met diepfte hoogachting en nederigfte fubmisfie te onderfchryven. Waar op de voornoemde Heer van der Loef, echter ongepraejudiciëerd Hunner Ed. Mogenden nadere dispofitie nopens het in gebreken bly ven van den: Rentmeester de Maüregnault, om aan Hun Ed. Mogenden ordres tot het compareeren in Perfoon te voldoen, in dén Raad geadmitteerd, en aan hem kennis gegeven zynde, van de reden Hunner Ed. Mogenden requifitie, is door denzelven, voor zoo verre hy zich daar toe in ftaat gefteld vond, opening gegeven van den adtueelen ftaat van het meergemelde Comptoir, uit welke elucidatien, hoe zeer ten grooten deele onvolkomen, zoo wel als uit eenen inmiddels door de Heeren Gecommitteerden van de Rekenkamer opgemaakten calculativen ftaat van het zelve Comptoir, waar by den ontvang zoo fpaarzaam en de uitgaaf zoo ruim doenlyk waren gefteld, ten vollen is gebleken, dat de by Refolutie ven den igden dezer vermelde Penningen door den Rentmeester de Maüregnault in banco Middelburg afgefchreven, doch aldaar niet bevonden, en zelfs vry meerder dan die, by het zelve Comptoir actueel voor handen moesten zyn. Op al het welk nader gedelibereerd zynde, is goedgevonden, aan den Rentmeester de Maüregnault by dezen te kennen te geven, dat Hun Ed. Mogenden zich geenszins hebben kunnen vergenoegen met de redenen, door hem by gebracht, waarom hy aan Hunner Ed. Mogenden ordres, om in Perfoon voor dezen Raad te compareeren, tot het geven van zoodaanige elucidatien, als waar toe hy ten allen tyde oogènblikkelyk in ftaat behoorde te zyn, niet heeft geobediëerd, en waaromtrent: Hun Ed. Mogenden dierhalven derzelver nadere dispofitie referveeren. Ta En  2q2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot En is wyders goedgevonden, den Perfoon van ƒ. Westplate, Klerk ter Griffie van de Provinciale R kei kamer, te authorifeeren en gelasten, zoo als gefchied by dezen, om zich zoo ras doenlyk te begeven ten Comptoire van den Rentmeester de Maüregnault, den ftaat van het zelve nauwkeurig te zien en te examineeren, mitsgaders alles wat toe den actueelen ontvang en uitgaaf van denzelven Rentmeester in zyne qualiteit-, als mede tot den ftaat der kas, betrekking heeft, exaótelyk naar te gaan en op te nemen , en van deszelfs bevind in dezen, by de eerfte gelegenheid, aan Hun Ed. Mogenden en Heeren Gecommitteerden uit de Provinciale Rekenkamer verflag te doen, ten einde als dan by Hun Ed. Mogenden in dezen, naar bevind van zaaken, nader te worden gerefolveerd. Wordende de meergedachte Rentmeester de Maüregnault hier nu de provifioneel, en tot Hunner Ed. Mogenden nadere dispofitie, gefteld buiten alle verdere directie en adminiftratie van het meergemelde Comptoir, en denzelven by dezen ferieufelyk gerecommandeerd, om aan v'oornoemdep J. Westplate in dezen alle mooglyke elucidatien te fuppediteeren, en denzelven tot eene behoorlyke voldoening aan den hem gegeven last, zoo veel in hem is, in ftaat te fttllen. — Ten welken einde aan denzelven Mr. D. P. de Maüregnault, mitsgaders aan voornoemden J. Westplate, Extract dezer Refolutie zal worden gezonden; van welke vervolgens aan bovengemelde Mr. M. S. van der Loeff, als mede aan den Klerk Westplate , daadelyk kennis is gegeven; zynde teffens de papieren en documenten, door evengedachten Mr. M. S. van der Loeff overgebracht, aan voornoemden Johs. Westplate, tot deszelfs elucidatie en employ ter hand gefteld. En zal Extract dezer Refolutie worden gezonden aan de Heeren van de Provinciale Rekenkamer tot Hun Ed. informatie.  ie Qebmrtenisftn in 1787 enz* voorgevallen* 293 c. D«n 23 ^u/y 1792. De Héeren van den Raade, ingevolge het gere* folveerde van den 2iften dezer maand, met Heeren Gecommitteerden uit de Provinciale Rekenkamer nogmaals in befoigne zynde getreden, toe ex?m!oatie der zaak van den Rentmeester de Maüregnault, by de Notulen van den igden en voorfz. 21 (ten dezer maand breeder vermeld , is ingekomen en gelezen het fchriftelyk bericht van den Klf,rk ter Griffie van de Provinciale Rekenkamer J. Westplate, houdende, dat hy door HunEd, Mogenden, by Refolutie van evengemelde 2iften dezer maand, zynde gequalificeerd tot examinatie van het Comptoir van den voornoemden Rentmeester der zoogenaamde Geestelyke Goederen over Walcbe-en en Noordbeveland, Mr. D. P. de Maüregnault,, zoo als by die Refolutie breeder is vermeld, de eer hid Kun Edele Mogenden te berichten: dat hy dir £t, na het bekomen van Hun Ed. Mogenden authonfi. tie, zich naar de Stad Veere, en vervolgens ten hui» ze van denzelven Rentmeester, begeven, endenzeiven tot het geven van de gerequireerde ouvertures en elucidatien bereid gevonden hebbende, vervolgens fpecificq had opgenomen en genoteerd den geheelen ontvang en uitgaaf, welke meergemelde Rentmeester heeft gehad en gedaan, federt primo January dezes jaars tot heden, met overneming van de documenten, daar toe fpefleerende, terwyl dehefcheiden tot het inftellen en vervaardigen der Rekening over den jaare 1791, onder zyne eigene bewaaring zynde, waar uit de ftaat van dit Comptoir konde worden opgemaakt, 'er dus over dat jaar geene opgaaf behoefde te worden geëischt. Dat uit dit alles aan hem overtuigend was gebleken, dat door den Rentmeester de Maüregnault, ^ als  294- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot alles was ontvangen en geincasfeerd, wat 'er was moeten ingevorderd worden, zelfs tot die maate, dat 'er riet meer dan circa 50-0-0 ponden Vlaams, aan Thier.den, Chynfen, Erf-en Landpachten, kon worden geëischt. Dat dien ten gevolge de Rentmeester de Mat> regnault, blykens de twee ftaaten, zoo over het geëxpireerde en nog onverrekende jaar 1791, als over het lopende jaar 1792, door hem Westplate geformeerd, en nevens dit zyo Bericht aan Hun Ed. Mogenden overgebracht, falvo errore in deszelfs kas actueel behoorde te hebben eene kapitaale fomme van 2906 * 15 - 9 ponden Vlaams, en zulks naar aftrek van het prasfumtive onbatelyk flot van Rekening over den jaare 1791, ter fomma van 909-7-11 ponden Vlaams. Dat voorts circa voor 1250 ponden Vlaams aan op ultimo Juny dezes jaars vertellenen Traktementen onbetaald gelaten was, voor welke voldoening, zoo dra mooglyk, zou behooren te worden gezorgd. Waar op gedelibereerd, en gehoord zynde de conlideratien van welgemelde Heeren Gecommitteerden uit de Provinciaale Rekenkamer, is zonder nadere refumtie goedgevonden en verftaan, den Perfoon van j. Westplate te qualificeeren, zoo als gequalificeerd word by dezen, tot de waarneming van het Comptoir van den Rentmeester der zoogenaamde Geestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland, en zulks provifioneel voor den tyd van drie maanden , op zoodaanig adminiftratieloon als nader zal worden gereguleerd, in welke waarneming gedachte Mr. D. P.de Maüregnault bereids, by Hun Ed. Mogenden Refolutie van den 2iften dezer maand, is gefuspendeerd. Zullende hy provifioneel Gequalificeerde verplicht zyn, voor deze zyne Adminiftratie behoorlyke Borg te ftellen, ten 1 genoegen der Heeren van de Provinciaale Reken- ■ kamer. Dat, om denzelven tot de hier vorengemelde be- taa- •  de Gebeurtenis/en in 178? enz. voorgevallen, 295 taaling van de op ultimo Juny laatstleden verfchenen en onbetaald gelatene Tractementen in ftaat te ftellen, aan hem eene acte van Fournisfement zal worden verleend, ter fomma van 1250 ponden Vlaams, om nader te worden verrekend en geliquideerd. _ : En dat eindelyk de Heer Ontvanger Generaal dezer Provintie, J. v.Sprenger, zal worden geauthorifeerd en gelast, zoo als gefchied by dezen, om daadelyk en zonder het allerminfte uitftel, voor rekening van den Lande, tegen meergemelden Mr. D. P. de Maüregnault, en verder tegen zyne geftelde Borgen, tot recouvre van de hier voorengedachte en aan den Lande compereerende 2906-5-9 ponden Vlaams, by parate Executie, ingevolge de ordres van het Land, te procedeeren. En zal Extract dezer Refolutie, als mede van de beide opgemelde ftaatep aan de Heeren van de Pro. vinciaale Rekenkamer en Ontvanger Generaal Sprenger, en gelyk Extract aan voornoemden J. Westplate, ter informatieen naricht refpectivelyk, war. den gezonden. D. Ven 26 July 1792. Is gelezen het Request van Mr. D. P. de Mau. regnault, te kennen gevende, dat hy Suppliant, wegens zyne Adminiftratie van het Comptoir der zoogenaamde Geestelyke Goederen over Wafcheren en Noorbeveland in ongelegenheid geraakt zynde, zulks voor hem van die grievende gevolgen was geweest als aan Hun Ed. Mogenden ten vollen bekend was. Dat 'er zich echter veel waarfchynelykheid opdeed, dat, ingevalle de Suppliant niet direct wierd overvallen, zyne ruïne zoude worden geprevenieerd, en het gemeene Land buiten fchaade kunnen gehouden worden. X 4 Daa  296 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut Dan dat het voor den Suppliant onmooglyk was, de aaar toe noodige arrangementen te maaken, binder en al te bepaalden tyd van weinige dagen, doch -v. hy met vrucht vertrouwde werkzaam te aaoen zvn, ingevalle aan hem daar toe eeitftel wierd verleend, waar door dus de totaale n suppliant, zyne actueel wederom -re Vrouw en agt onnozele Kinderen, weloudfi ■ ouderuom wan 15 jaaren had bereiKi, zóu kuï . 1. w i*-Jen voorgekomen. Verzoekende hy Suppliant dierhalven , dat het Hun Ed. Mogenden goedgunftig mogt bfhaagen, om met alle Executoire middelen provifioneel te doen ftilftaan, en daar mede te fuperfedeeren tot den eerstkomenden Donderdag over agt dagen, of wel dat Huo Ëd. Mogenden zoodaanige andere favorable dispofitie in dezen gelieven te nemen, als dezelve naar billykheid , redelykheid en menschJievenaheid, zouden öirdeelen te kunnen gefchieden. Waar op gedelibereerd , en gehoord zynde de mondt linge ouvertures van des Suppliants Zwager Mr. M. S. van der Loeff, als mede deconfideratien van Heeren Gecommitteerden uit de Provinciaale Rekenkamer, mitsgaders bevonden zynde, dat deze zaak, immers in deszelfs tegenwoordigen toeftand, voor als nog tot geene favorabele dispotie, met in achtneming van het interest des Gemee» ren Lands, was gedisponeerd, is daar op geène Refolutie gevallen , maar provifioneel tot nadere deliberatie aangehouden. E. Den 13 September 1792. Is gelezen een Memorie van den Heer Ontvanger Generaal dezer Provincie J. v. Sprenger , houdende , dat hy ter voldoening aan Hun Ed. Mogenden Refolutie van den 23fteu July laatstleden, den Deur-  de GvbeuTtenisfeti in 1787 enz. voorgevallen. 297 Deurwaarder van Hun Ed. Mogenden Jean DiLLiê aan den Rentmeester der zoogenaamde Geestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland, Mr. D. P. de Maüregnault, had gedepecheerd met de noodige qualificatie tot invordering van 2906 = 15 - 9 ponden Vlaams, welke aan de kas van gemelden Rentmeester gebleken was te deficieerent dat dezelve Mr. Daniël Pieter de Maureg. nault vervolgens tot de betaaling dier fomma vruchteloos zynde gefommeerd en gerenoveerd, de'Deurwaarder was overgegaan tot het arresteeren en inventarifeeren der meubilaire Goederen, waar toe, vooral uit hoofde van den zonderling verwarden ftaat eener zeer uitgeftrekte Bibliotheek, vry wat tyd was vereischt geworden, terwyl inmiddels de meergenoemde Mr. D. P. de Maüregnault onderfcheidene middelen tot zyne redding had beproefd , en onder anderen ook het aanbieden van zeker Hypotheek tot fecuriteit van den Lande. ■— Dat hy Heer Ontvanger Generaal, de eer gehad hebbende Hun Ed, Mogenden op dat ftuk mondeling te onderhouden, dierhalven deswegens in geen nader detail behoefde te treden , en alleenlyk hier nog zoude by voegen, dat hy, overeenkomftig de gemanifesteerde intentie van Hun Ed. Mogenden, de verdere Executie had vervolgd, en de verkooping der meubilaire Goederen en Bibliotheek, tegen den 3often dér afgelopen e en 4den dezer maand refpectivelyk, in de publyke Nieuwspapieren had laten aankondigen, wanneer hem het voornoemde achter wezen van den Lande op den 27ften der maand Augustus was voldaan, en vervolgens ook gezorgd voor de betaaling van de gemaakte kosten, welk een en ander de ftremming der ontgonne Executie ten noodzaakelyken gevolge had gehad. Dat hy Heer Ontvanger Generaal de eer hebbende Hun Ed. Mogenden hier mede van zyn verrichte rapport te doen, teifens verzocht, by Refolutie te mogen worden geinformeerd, of de meergemelde 2906-15- 9 ponden Vlaams als nu by hem in kas T 5 moe-  Sp3 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot moeten worden gehouden, dan wel aan j» Westplate, als het ambt van Mr. D. P. de Maüregnault provifloned waarnemende, na aftrek der by hem op acte van Fournisfement genoten 1250 ponden Vlaams geëxtradeerd. Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevonden en verftaanden Heer Ontvanger Generaal dezer Provincie J. v. Sprenger te authorifeeren, zoo als gefchied by deeen, om de als nu by hem ontvangene Penningen ter fomma van 2906- 15-9 ponden Vlaams » zoo veel de Rentmeester de Maüregnault gebleken was aan den Lande verfchuldigd te zyn , te extradeeren aan den Perfoon van j. Westplate, als door Hun Ed. Mogenden tot de provifioneele waarneming van 't voorfz. ambt zynde gequabficeerd, echter onder aftrek der fomma van 1250 ponden Vlaams, by denzelven provifioneel Gequalificeerden op acte van Fournisfement bereids genoten, en zulks, na dat de voornoemde j. Westplate , ter voldoening aan den last hem door Hun Ed. Mogenden gegeven, eene behoorlyke Borgtocht voor zyne adminiftratie zal hebben gefteld. Wordende aan denzelven gepermitteerd, om de kosten daar op.vallende in rekening van den Lande te mogen brengen. En zal Extract dezer Refolutie aan de Heeren van de Provinciaale Rekenkamer, Ontvanger Generaal Sprenger. en j. Westplate, ter informatie en naricht refpectivelyk, worden gezonden. En is by verdere deliberatie goedgevonden, dat alles wat door dezen Raade, by derzelver onderfcheidene Refolutien in deze zaak , van deszelfs begin tot nu toe is verricht, zal worden gebracht ter kennis en deliberatie van de Heeren Staaten dezer Provincie, ten einde door Hoogstdezelven daar in als nu zoodaanig verder te worden gedisponeerd, als bevonden zal worden te behooren. Accordeert Mo5  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2go No. 3413. Request van Mr. D.P. de Maüregnault aan de Heeren Staaten van Zeeland, van den 26 November 1792» om in zyne funclie als Rentmees. ter herfteld te worden. Geeft met den verfchaldigden eerbied en het alleronderdaanigst refpect te kennen Mr. Daniël Pieter de Maüregnault, dat, zoo door de weinig geadhibeerde attentie, ten tyde van de overneming der adminiftratie van het Comptoir der Geestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland, iri het laatst van het gepasfeerde jaar, van den Commis, door hem, vermits zyne meenigvuldige andere occupatien, tot waarneming van dien gefteld, doch toen ter tyd met 'er woon naar Duinkerken vertrokken, en ook wegens niet genoegzaame kundigheid van alles, hetzelve reguardeerende, als mede doör misrekening, en Vooral het verkeerd licht, waar in het inportant kwaad flot der Rekening over de jaaren 1790 en 1791 by hem isbefchouwd, hy Suppliant ten aanzien van gemelde Adminiftratie is geraakt in zulke onaangenaame en facheufe omftandigheden, als aan U Ed. Mogenden door Gecommitteerde Raaden ten vollen zyn bekend geworden. Dat hy Suppliant echter ter goeder trouwe vermeent U Ed. Mogenden te mogen en konnen verzekeren, dat 'er by hem nimmer eenige intentie heeft plaats gehad, om het gemeene Land voorbedachtelyk te verkorten, of het minfte nadeel toe te brengen, ja dat hy integendeel alles (hoe grievend, hoe fletrisfant, of hoe nadeelig en kostbaar zulks voor hem en de zynen ook moge geweest zyn) liever heeft willen ondergaan, zonder eenen voet uit zyn huis te zetten, dan door eenige daaden, 't zy van reflectie, tergiverfatie, oppofltie of andere, zelfs den minften fchyn te geven, als of 'er diergelyke oogmerken immer by hem hadden gerefideerd, of nog refideerden. Dat hy Suppliant ook wel bereid is, om des . - "• ■ noods.  «joo i Verzameling van Stukken betrekkelyk' tot nood», en daar toe gerequireerd wordende, dit alles , 't zy voor Heeren Gecommitteerde Raaden, of zoodaanige andere Commisfie, als U Ed. Mogenden daar toe mogten goedvinden te benoemen, by monde nader te detailleeren, dan dat hy evenwel dien onverminderd geöirdeeld heeft te moeten vast ftellen , dat alle twyffeling omtrent eenig verkeerd oogmerk compleetelyk is weggenomen, doordien de Suppliant zoo dra hy zich daar toe maar in ftaat heeft kunnen ftellen, in effecte alleen uit zyne eigene middelen, de gantfche van hem gevorderde fomma in handen van den Heer Ontvanger Generaal dezer Provincie heeft doen overbrengen , fchoon hy voor zich als nog ter goeder trouwe verfeert in de meening, dat 'er niet zoo veel by het gemelde Comptoir in cas heeft moeten zyn , als van hem is gevorderd. Dat, daar nu door de voorfz. betaaling de verwarring, welke in de meergemelde adminiftratie was gekomen, geheel is gecesfeerd, en alles ten dien opzichte behoorlyk terecht gebracht en herfteld, hy Suppliant vermeend heeft de vryheid te mogen gebruiken, om zich gantsch eerbiediglyk aan UEd. Mogenden te addresfeeren, met ootmoedig verzoek, dat Hoogstdezelven deze zyne zaak in het gunftigfte daglicht gelieven te befchouwen, en Heeren Gecommitteerde Raaden dezer Provincie vervolgens te authorifeeren, om de fuspenfie van den Suppliant als nu ook op te ligten, en hem we. derom in zyne functie te herftellen, terwyl hy Suppliant in zoo een geval volveerdig en bereid is, om , met overleg en goedkeuring van Hun Ed. Mogenden, voor het vervolg omtrent de adminiftratie zoodaanige order te beraamen en vast te ftellen, als genoegzaam en volledig zal kunnen zyn tot fecuriteit, dat nimmer met eenige mooglykheid zoo een of foortgelyke gebeurtenis- plaats hebbe. ' *t Welk doende enz. Qwas get.) D. P. de Maüregnault. Mo.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 30JB No. 3414. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de, Heeren Staaten van Zeeland, van den 26 November 1792, op vorengemelde Request, houdende de Ad' vyfen der Leden van Staat, en fpeciaal het Advys van Vlisfmgen omtrent die zaak. Is gelezen het Request van Mr. Daniël Pieter de Maüregnault, Rentmeester van de zooge* naamde Geestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland, waar by zeer breedvoerig tracht aan te toonen den oirfprong van de onaangënaame en facheufe omftandigheden, waarin hy, ten aanzien van zyne voorfz. Adminiftratie, is geraakt, en dat nimmer eenige intentie zoude gehad hebben, om het gemeene Land voorbedachtelyk te verkorten; terwyl zich bereid toonde zulks allea, des noods, endaar toe gerequireerd wordende, het zy voor Heeren Gecommitteerde Raaden dezer Provincie, of zoodaanige andere Commisfie, als Hun Ed. Mogenden daar toe mogten goedvinden te benoemen, by monde nader te detailleeren, niettegenftaande hy Suppliant oordeelde te mogen vas£ ftellen, dat alle twyffeling omtrent eenig verkeerd oogmerk compleetelyk zoude weggenomen zyn, doordien de van hem gevorderde fomma aan hef Comptoir Generaal was overgebracht, en . vermits door die betaalinge de verwarring, welke ia de gemelde Adminiftratie was gekomen, geheel is gecesfeerd, en alles, ten dien opzichte, behoorlyk te recht gebracht en herfteld; zoo verméende hy Suppliant de vryheid te mogen gebruiken, om zich gantsch eerbiediglyk aan Hun Ed. Mogenden te addresfeeren, met ootmoedig verzoek, dat Hoogstdezelven deze zyne zaak in het gunftigfte daglicht geliefden te befchouwen, en welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden vervolgens te authorifeeren, om de fuspenfie van den Suppliant als nu ook op te ligten, en hem wederom in zyne functie te herftellen, terwyl hy Suppliant, in zo» een geval, volveexdig en bereid was, om, met o- vec-  302 Verzameling van Stukken betrekhlyk tot ■ verleg en goedkeuring van Hun Ed. Mogenden, voor het vervolg, omtrent de Adminiftratie, zoodaanige ordere te beraamen en vast te ftellen, als genoegzaam en volledig zal kunnen zyn ter fecuriteit, dat nimmer met eenige mooglykheid zoo eene of foortgelyke gebeurtenis plaats hebbe. En heeft de Raad-Penfionaris, by deze gelegenheid, de refpeüive Leden van Staat verzocht, om zich te verklaaren op de ouverture den I7den September jongstleden, uit naam der Heeren Gecommitteerde Raaden, ter Vergadering gedaan, van de onderfcheidene Refolutien by dezelve genomen, ten opzichte van het bevonden deficit in de Adminiftratie van voornoemden Rentmeester de Mauhegnaült, en de daar op gevolgde provifioneele fuspenfie van denzelven, — alles breeder by die Refolutien gemeld en ter Tafel van Hun Ed. Mogenden overgelegd; terwyl eindelyk gemelde Raad-Penfionaris nog heeft voorgedragen, dat de qualificatie op den Klerk J. Westplate door de welgemelde Heeren van den Raade, by continuatie, geftrekt tot de provifioneele waarneming van het Comptoir van den meergenoemden Rentmeester, bereids was geëxpireerd, en mitsdien in confidentie gevende, of Hun Ed. Mogenden Diet zouden gelieven goed te vindenom, hangende de deliberatien ten principaalen, en op voorigen voet, dezelve Adminiftratie nog voor eenigen tyd te doen waarnemen, en de Heeren van dén Raade te verzoeken, daaromtrent weder de noodige ordre te ftellen: op al het welk zynde'gedelibereerd, hebben de vyf voorzittende Leden, en die van Veere, geadvifeerd om zoo wel het voorfz. Request van den Rentmeester de Maüregnault, als de ouverture met de ftukken daar toe relatif, te maaken Commisforiaal, en zich voorts geconformeerd met de confideratie van den Raad-Penfionaris, ten opzichte van de verdere provifioneele waarneminge van de meergezegde Adminiftratie. En hebben de Heeren Gedeputeerden van Vlis- fin-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 303 Cngen Copie verzocht van het zelve Request, ter informatie van de Heeren hunne Committenten, en wyders gezegd door dezelven geauthorifeerd te zyn te advifeeren: dat Hun Ed. Achtb., in deliberatie gelegd hebbende de ouverture der Heeren Ge. committeerde Raaden, mitsgaders het gebefoigDeerde met de Heeren van de Provinciaale Rekenkamer,' met geen geringe verwondering hebben vernomen de groote feilen en misdaaden, waar aan de tharids in functie zynde Ontvanger der zoogenaamde Geestelyke Goederen, Mr. D. P. de Maüregnault, in de Adminiftratie van deszelfs recep. tie zich heeft fchuldig gemaakt: — mitsgaders het overgroot gevaar, waar aan 's Lands Penningen zyri blootgefteld geweest, en daarom niét kunnen afzyn by dezen te laudeeren en appro'beeren den yver en goed beleid der Heeren Gecommitteerde Raaden, en van de Rekenkamer, van dusdaanig een Perfoon provifioneel te ontzetten vaa de waarneming van deszelfs functie: dat Hun Ed% Achtb.: al over lang hadden verwacht, dat de Heer Officier van de Plaats der refidentie van hem Ontvanger, op grond der befchreven Land-Wetten, airede werkzaam zoude zyn geweest, over de deswesens by denzelven gecommitteerde misdaad* hem Criminaliter te accufeeren, hoedaanig niet veel jaaren geleden omtrent diergelyke VLands Ontvangers, ten algemeenen nutte van den Lande, heeft plaats gehad: waar by tot geene geringe bezwaarnisfe komt de verbreking van den zoo nuttigen, en voorden dienst van den Lande zoo heilzaamen ééd, by alle 's Lands Ontvangers, by de aanvaarding van hun Ambt, zoo plechtig afgelegd, en aan welkers vervulling den dienst van den Lande zoo veel aangelegen is, gelyk in't geval voor handen gebleken is; want worden dusdaanige excesfen in Perfoonen , dewelke boven hunne Mede-Burgeren mét andere digniteiten zyn bekleed, niet byzonderlyk gecorrigeerd, dan zal de eerbied voor 's Lands Wetten ophouden, èn alle ban.  304 Verzameling var. Stukken betrekkei'jk tet banden van orde voor verbroken moeten gehouden worden. — Het zyn'deze noodzaakelyke gronden van Regeeringe, dewelke Burgemeesteren en Schepenen van hunne Stad, niet lang geleden, m de noodzaakelyke verplichting gebracht hebben, omtrent een hunner Mede-Burgeren, in een byna diergelyk geval, echter minder bezwaarende dah in 't geval voorhanden, op de wettige aanklachten van den Officier hunner Stad, een gepast Vonnis te moeten uitfpreken. Om welke redenen Hun Ed. Achtb. van advys zyn, dat den Officier der Stad Veere, (Mr. Z. C. van der Boon-Mesch) by Extract-Refolutie, behoorde te worden aangefchreven, om ten fpoedigften tegen denzelven Ontvanger zoodaanige Crimineele Procedurps, uit hoofde van het gunt voorfz., te entameeren, als men in zoodaanige lyfftraffelyke misdaaden binnen deze Landen gewoon is te procedeeren ; terwyl den voornoemden Officier al verder behoorde té werden aangefchreven, om, binnen den tyd van drie maanden , aan Hun Edele Mogenden te berichten, hoe verre in zyne Procedures is; gevorderd; — en dat inmiddels by de Heeren Gecommitteerde Raaden de aangeftelde Ontvanger provifioneel behoorde te worden gecontinueerd, op zoodaanigen voet als nader zal worden bepaald. Het welk gehoord, hebben de Heeren Gedeputeerden van Veere die van Vlisfingen verzocht om het voorfz. geadvifeerde uit de Notulen te houden, en wederom naar zich te nemen, immers ten minften tot 'er tyd toe, dat het, hier na vermeld, gedecerneerd Befoigne zal zyn gehouden, en daar van rapport gedaan; dan hebben de Heeren Gedeputeerden van Vlisfingen gedeclareerd, aan hetzelve verzoek, op deze fesiïe, niet te kunnen defereeren, als fpeciaal gelast zynde tot het uitbrengen en doen infereeren van dat Advys; niettemin aannemende, om daar van in den haaren kennis te zullen geven. En is vervolgens, overeenkomftig het geadvifeerde van zes Leden , goedgevonden en verftaan , het meer*  de Gebeurienisfin in 1787 enz. voorgevallen, 3Ö5 meergenoemd Request van den Rentmeester de Maüregnault, benevens de Ouverture van hec verrichte van den Raad, in de zaak van dien Suppliant, te renvoijeeren aan een Commisforiaal Befoigce, te houden met eenige Heeren Gecommit.eerden uit de Provinciaale Rekenkamer, op rapport aan deze Vergadering. Zullende Extract dezer Commisforiaale Refolutie, benevens Copie van hec dikwyls genoemd Request, aan welgemelde Kamer ter naricht worden gezonden; terwyl by verdere deliberatie is goedgevonden en gertfolveerd , de Heeren Hunner Ed. Mogenden Gecommitteerde Raaden te authorifeeren, zoo als gefchied by dezen, om den Perfoon van Johannes Westplate, door Hun Edele Mogenden fiiccesfivelyk tot den 22ften van deze maand gequalificeerd tot de waarneming van de Adminiftratie van den voorfz. Rent» meester, als nog op voorigen voet, en hangende Hurner Ed. Mogenden deliberatien over deze zaak, tot het verder waarnemen van die Adminiftratie, voor den tyd van nog één maand. en dus tot en mee den 22ften December eerstkomende, te qualificeeren. Ne. 3415. Refolu ie van Hun Ed. Molenden de Hee ten Staaten van Zeeland, van den 21 September 1792, tendeer mie tot continuatie van de provifioneete waarneming van dat Comptoir door J. Westplate. By refumtie zynde gedelibereerd op de Propo« fitie van den Raad-Penfionaris, van de laatst voo* rige fesüe, is, mits de toekomst der Beeren van Vlisfirgen , dien conform, goedgevonden en verftaan, de Heeren Hurner Pd. Mogenden Gecommitteerde Raaden te authorifeeren, zoo als gefchied by dezen, om den Perfoon van Johannes West plate , door Hun Ed. provifioneel voor den tyd van drie maanden gequalificeerd tot het waarnemen XLVI1I. Deel. V van  3o6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van het Comptoir van den Rentmeester der zoogenaamde Geestelyke Goederen over Walcheren en, Noordbeveland, na de expiratie van dien termyn, dat zyn zal den 2iften October aanftaande, voor nog één maand, tot de verdere Adminiftratie van het voorfz. Comptoir, en dus hangende Hunner Ed. Mogenden deliberatien over deze zaak te qualificeeren. No. 3416. Staats.Rapport van den ^December 1792, op de Requeste van Mr. D. P. de Maüregnault, en zekere Memorie van Juftificatie van denzelven Rentmeester, aan Heeren Commisfarisfen tot de Befoignes van Zeeland overgegeven, mitsgaders de provifioneele Refolutie daar op. De Raad-Penfionaris heeft gerapporteerd, uit naam van Heeren Commisfarisfen, in voldoening van Hun Ed. Mogenden Refolutie van den 26ften November laatstleden, met eenige Gecommitteerden uit de Provinciaale Rekenkamer, geëxamineerd hebbende het Request van Mr. D. P. de Maüregnault , Rentmeestervan- de- zoogenaamdeGeestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland, waar by, om redenen in het breede m de voorfchreven Requeste gedetailleerd, en waaromtrent zich bereid toonde, om zulks alles, des noods en daar toe gerequireerd wordende, het zy voor Heeren Gecommitteerde Raaden dezer Provincie of zoodanige andere Commisfie als Hun Ed. Mogenden daar toe mogten goedvinden te benoemen , nader te adftrueeren , vermeent de vryheid te mogen gebruiken, om zich gantsch eerbiediglyk aan Hun Ed. Mogenden te addresfeeren, met ootmoedig verzoek, dat Hoogstdezelve deze zyne zaak in het gunftigst daglicht geliefden te befchouwen, en welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden vervolgens te authorifeeren , om de fufpenfie van den Suppliant als nu ook op te ligten, en hem we-  &c Gebeurtenis/en tn 1787 enz. VoorgevtUhn» 30? wederom in zyne funöie te herflellen; terwyl hy Suppliant, in zoo een geval, vol vaardig en bereid was, om, met overleg en goedkeuring van Hun Ed. Mogenden, voor het vervolg, omtrent de adminiftratie, zoodanige orde te beraamen ea vast te ftellen, als genoegzaam en volledig zal kunnen zyn ter fecuriteit, dat nimmer met eenige mooglykheid zoo eene of foortgelyke gebeurtenis plaats hebbe. Wyders de ten zeiven dage Commisforiaal gemaakte Ouverture, door den Raad-Penfionaris den 17den September jongstleden uit naam der Heeren Gecommitteerde Raaden ter Vergadering gedaan , vaa de onderfcheide Refolutien by dezelven genomen, ten opzichte van het bevonden dtficit in de admini» ftratie van den voornoemden Rentmeester de Mackegnault, en de daar op gevolgde fufpenfie van denzelven. Dat Heeren Commisfarisfen uit den inhoud van den Requeste gezien hebben, dat de Suppliant zich bereid toonde, om by zoodanige Commisfie, ak Hun Ed. Mog. mogten goedvinden daar toe te benoemen , open te leggen de redenen , die aanleiding zouden kunnen geven om zyne zaaken in een meer gunftig daglicht te befchouwen, en Hun Ed. Mogenden beweegen, om de fufpenfie van den Sup. pliant op te ligten, en hem wederom in zyne functie te herftellen; en daarom hebben gemeend, dac 'er voor den voornoemden Suppliant geen gefchikter weg van verantwoording konde worden uitgedacht, dan van denzelven te requireeren een fchriftelyke opgave van alles, het geen tot zyne veront. fchuldiging in de te kort koming zvner gehoudene adminiftratie, als Rentmeester der Geestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland, konde dienen. Dat hier aan, op requifitie van hun Heeren, door den Suppliant voldaan zynde by eene fchriftelyke Memorie, dienende tot adftruclie en ampliatie der middelen van zyn gepraafenteerd Request, dezelve Memorie by dit Rapport overgelegd en verder aan V 2 Hun  3o8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hun Ed. Mogenden deliberatien zal worden gefubmitteerd, terwyl, indien de redenen van verontfchuldiging, door den Suppliant bygebracht, van dien aart mogten gerekend worden, dat deze zaak op eene niet geheel ongunftige Wyze, aangezien de in dit geval plaats hebbende omftandigheden, konde getermineerd worden, het dan nog de vraag blyven zal, op wat voet Hun Ed. Mogenden daar toe zouden kunnen befluiten. Dat Heeren Commisfarisfen zich foigneuielyk onthouden zullen, om Hun Ed. Mogenden deliberatien , zoo omtrent de beoirdeeling over de middelen van den Rf queste en de overgelegde Memorie, als over de wyze van afdoening, vooruit te loopen ; maar dat zy evenwel niet fchroomen te avanceeren , dat , hoe gunftig men ook denken mogte op de conduite, door den Suppliant m zyne dualiteit gehouden, hy evenwel niet « vry te fprulten van zoo een grove nonchalance, dat s Lands Penningen met gee ne gerustheid aan zyne admimftraue kunnen blyven toevertrouwd, en dat eene cphgticg zyner fufpenfie en herftelling in zyne furctie, zonder verdere voorziening, tot een kwaad voorbeeld ftrekken zoude voor andere comptable Ambtenaaten. Dat indien Hun Ed. Mogenden denken mogten, dat de omftandigheden voor eene mitigatie fufceptibel waren, zy Heeren op de gelegde gronden de vryheid nemen voor te flaan, of niet, tot voorkoming van de totaale ruïne van den Suppliant en zyn talryk huisgezin, en uit aanmerking dat het gemeere Land geen de minfte fenade aan zyne adminiftratie geleden heeft, maar dat alles uit zyne eigene middelen is voldaan geworden, dezelve zoude kunnen worden ontheven van de fufpenfie, en herfteld in zyne functie als Rentmeester der Geestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland, onder deze fpeciaale voorwaarden, dat Heeren Gecommitteerde Raaden behooren verzocht te worden, de adminiftratie over dat Comptoir, met in acht-  de Geheurtenisfen in enz. voorgevallen. 309 achtneming van de fecuriteit voor den Lande, te demandeeren aan een vertrouwd Perfoon, op zoodanige redelyke Conditiën, als tusfchen denzelven Perfoon en den Rentmeester het meest gefchikt be« vinden zullen. Dat Hun Ed. Mogenden, ingevalle tot zoo een gunftig befluit mogten gedisponeerd zyn , alvoorens zouden moeten verzekerd worden, dat de Suppliant, aan wien dit faveur, uit byzondere confideratie voor zyn Vrouw en Kinderen, gefchieden zoude, zich zal ontdoen van zyne Stedelyke radicaale qualiteiten, en zyne demisfie nemen als Raad en Penfionaris der Stad Veere, waar door ipfo faSlo alle verdere Corpmisfjien, daar uit proflueerende, zullen cesfeeren. Dat de Suppliant zich hy zyn Request bezwaard hebbende, als of 'er niet zoo veel by het Comptoir in cas heeft moeten zyn als van hem is gevorderd, 'er niets redelyktr noch billyker zyn kan, dan dat het te veel gevorderde aan denzelven worde gereftitueerd, en dat dit by het fluiten zyner Rekening, waar van de adminiftratie voor een gedeelte door hem zeiven, en voorts door den Gequalificeerden , is beheerd geworden, van zelve blyken zal, en dan by onderlinge liquidatie kan worden vereffend, en des noods door de Heeren van de Provinciaale Rekenkamer gereguleerd, Dat Hun Ed. Mogenden nog zullen gelieven bedacht te zyn, om vcpr eenen bekwaamen termyn, ten minften hangende de deliberatien over dit Rapport, ordre op de adminiftratie van het Comptoir der Geestelyke Goederen te fteilen , en Heeren Gecommitteerde Raaden ten dien fine te authorifeeren, alzoo de qualificatie op Johannes West-^ plate met den 23ften dezer is geëxpireerd. En is de bovengemelde adftrudtive Memorie van den Suppliant in dezen hier na volgende geïnfereerd. V 3 Ede-  3ï© Verzameling van Stukken betrekkelyk tsiï Edele Mogende Heeren! Hoe onaangenaam en hoe hard het voor den Ondergeteekenden aan de eene zyde ook moge we. zen, zich in de noodzaakelykheid te bevinden, om eene ftofTe te behandelen, waar van hy, tot zyn hartelyk leedwezen, zelve het onderwerp moet zyn; g«jeft het hem, aan den anderen kant, echte? in zyn ongeval niet weinig genoegen, dat hy door U Ed. Mogenden in de gelegenheid is gebracht, om zyne handelingen en daaden zelve te verantwoorden, en in zoodanig een daglicht te kunnen plaatzen, als waar in hy oirdeelt, dat die mogen en moeten befchouwd worden. Doch daar de ondervinding, federt deze zyne bittere omftandigheden, hem reeds meermaalen heeft doen bemerken , dat chagrin het vermogen van zynen Geest vermindert en abatteert, en zyne denkbeelden en oirdeel niet meer zoo onderfcheiden en juist zyn als wel te vooren, vreest hy ook zeer, dat hy mooglyk niet met die klaarheid en gepastheid , als wel zoude behooren, eene voor hem en dé zynen zoo interesfante zaak aan U Ed. Mogenden zal kunnen voordragen; waarom hy U Ed. Mogenden wil gebeden hebben, om het deficieerende zelve edelmoediglyk te fuppleeren, het min gepaste te houden voor niet gezegd, en al het gebrekkige goedgunftig te verfchoonen. En kan men zich wel verwonderen, zoo eene ge» moedsgefteltenisfe aan te treffen by iemand, die, even gelyk zyne Voorouders réeds federt de erectie; dezer Repuplyk gedaan hebben, en de Stad Veere en de Provincie van Zeeland, nu byha 28 volle jaaren in verfcheiden zoo aanzienlyke als gewichtige Posten, en Bedieningen, zoo veel hy weet, met allen yver en getrouwheid, ja zelfs niet zonder reputatie, ge» diend hebbende, óm enkel verzuim of onachtzaamheid, en daar uit voortgekomene verzwaaring in zyne zaaken, zonder dat evenwel of het Land ofiemand in het byzonder daar door eenig wezenlyk "' 22 a-  èt Gébeurtenisfen in 1737 enz. voorgevallen. 311 nadeel heeft geleden of zal lyden , na eerst de fchadelykfte, grievendfte en fletterifantlte behandelingen te hebben moeten ondergaan, zich daarenboven nu nog in gevaar ziet, van geëxponeerd te worden aan verdere pourfuites, welke, hoe zeer geheel en al ten zynen voordeele uitvallende, hem en de zynen, op zyn best genomen, niet dan veeIe onaangenaamheden en hartenleed zouden veroirzaaken , doch (tegen zyne verwachtinge echter) ten ergften loopende, de fmaad en fchande, ja den totaalen ondergang van hem, zyne thands voor de tiendemaal op het uiterfte zwangere Huisvrouw, en agt nog in leeven zynde onnozele Kinderen, waar van het oudfte nog geen 16 jaaren en het jongfte pas 17 maanden bereiken, "Zouden medebrengen en naar zich fleepen. De overweeging van dit alles, zoo in de omftandigheden als gevolgen, doet den Ondergeteekenden het hart bloeden , dit gefchrift met traanen befproeijen, en de pen uit de hand vallen; dan de verzekering van U Ed. Mogenden onzydigheid en benevolentie, en het vertrouwen op de billyke, rechtvaardige, en gunftige handel- en denkenswyze van de Heeren Staaten, verftoutmoedigen ja noodzaaken hem, dezelve weder op te vatten en ter zaake te komen. En, om dit met eenige gefchiktheid te doen, zal de Ondergeteekende, eerst, de by zyn Request gelegde gronden wat nader trachten uit te breiden; vervolgens, met alle mooglyke decentie en vrymoedigheid, zoodanige nieuwe poinften aan te voeren, als hem zyn voorgekomen alhier, meer dan in een Verzoekfchrift,te pasfen; en, eindelyk, de zaak in het naar zyn inzien waare point de vue aan U Ed. Mogenden eerbiediglyk by de Conclufie voor te ftellen. Waar tóe de Ondergeteekende dan overgaande de vryheid gebruiken zal, voor zoo veel het eerfte betreft, U Ed. Mogenden te informeeren. Dat hy op den 9 February van den jaare 1789 bv V 4 'és  312 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ds Heeren Staaten dezer Provincie aangefteld zynde tot Rentmeester van de zoogenaamde Geestelyke Gocüerfrn over WalchereD en No irdbevèland, en zich door zyne menigvuldige accupanen, zoo binnen als bujcen de Piovincie , voortvloeijende uit g ^gtige Stedelyke Bedienirgeo en Staats-Comiii bfisü, niet in ftaat oirdeeleride orn dit zelve in eigener Peifoon waar te nemen s de Adminiftratie vau die.*; geheel en al heeft gedemandeerd aan eenën Commis. Dat deze door bem aangeftelde C immis, dan ook, ge ü^rerjde de jaaien 1789, 1790 en 1791, de vo.jrlz. 'Adminiftratie heobende gsh id , doch in 't sinde vau het laamgemeide jaar metter woon naar Duinkerken zullende vertrekken , daar van heeft geoefifteerd, en dezel ve aan den Ondergeteekenden overgegeven- Dat toen ook wel tusfchen den Ondergeteekenden en den gsmelden Gommis, eene liquidatie of rekening is opgemaakt en gefloten, mitsgaders het fal'do van dien geconftatee-d; dan dat dezelve niet alleen gegaan is over het meergemelde Comptoir, maar ook te gelyk over veele particuliere handelingen tu?fchen den Ondergeceèkenden én den meergemelden Commis in hun privé. . Dat het boveng'.-meld faldo aanmerkelyk ten voordeele van den Ondergeteekenden komende, en hy, kort ba deze handelingen, wederom in commisfie naar Holland vertrekkende, als mede dewiarneming van het Comptoir aan eenen anderen Klerk of Commis, die wHnig tyd naderhand nog door eenen derden is vervangen en moeten geremplaceerd worden, gelaten hebbende, te dier tyd, gelyk ru van achteren wel «iet, heeft verzuimd allés met de vereiscruè attentie haar te gaan, én eene behoorlyke fchiftinge te maaken tusfchen zyne particuliere zaïken, en zulke, welke zyn ambt regardeerden , mitsgaders' vooral niet genoeg gereflecteerd op het gene over het tydvak van 1790 en 179c reeds was ontvangen en nog moest betaald worden;  de Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 313 Dat de Ondergeteekende, gereverteerd zynde uit Holland, wel eenigzins de handen aan het werk heeft geflagen, maar , zich vooreerst fpeciaal bepaald hebbende tot de Adminiftratie over de jaaren 1790 èn 1791, toen alleen heeft ontdekt, wederom met voorbygaan echter van de zoo evengemelde reflectie, dat 'er een vry groot kwaad flot over dat tydvak zoude plaats hebben, 't gene naderhand doör twee in 't begin van dezen jaare op zyn Comptoir af^egevene AdfignMtien, te zamen weinig minder dan (600 ponden Vlaams bedraagende, aanmerkelyk vermeerderde, en welke Adfignatien, fchoon hy te vooren daar van geen de minlle informatie had gekregen, aanftonds na de vertooning zyn betaald gewcden. * Dat de voorfz. ontdekking, gevoegd by het te kort, 't welke zich ook opdeed by den provifioneelen ftaat van ontvangst en uitgave over de jaaren 1791 en 1792, den Ondergeteekenden ter zeiver tyd des te minder attent en bezorgd heeft gemaakt, óf doen omzien naar den ftaat der kas, zoo als die over dat tydvak ftond in betrekking tot het gene reeds in effette ontvangen en uitgegeven en nog te ontvangen en uit te geven was; daar hy in een begrip verfeerde, dat het eene tydvak van ontvang en uitgave met het andere nimmer werd gemelleerd .gelyk waarlyk (met eerbied gezegd) ook niet behoorde te wezen, en dus in het vast vertrouwen zynde, dat hy door eenen ftaat, zoo als de ontvang en uitgave over de gemelde jaaren van 1790 en 1791 effe&ivelyk zoude moeten vallen, te exhibeeren, diredtelyk zoude kunnen bekomen het noodige fubfidie tot kwyting van de lasten , zoo verre die bleken de Baaten te excedeeren; met zoodaanig eenen ftaat en daar op gefundeerd verzoek om fubfidie zich dan ook in de maand April laatstleden aan Heeren Gecommitteerde Raaden heeft geaddresfeerd, terwyl toen eerst de onmooglykheid daar was, om uit de Baaten van het meergemelde ê 5. v 5 1 tyd.  .314 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tydvak de resteerende lasten» fpeciaal van het Aug» memum en Kindergeld, te voldoen. Dat hy Ondergeteekende eerst eenigen tyd na het voorfz. gemaakt Addres geinformeerd zynde geworden , dat zoodanig verzocht fubfldie niet konde verleend worden, ten zy het tefFens confteerde, dat de kas over het volgende tydvak mede niet fufficient ware, om het te kort van het eerfte tydvak te vinden > gelyk ze waarlyk niet was, wanneer het Addres wierd gemaakt, en nog veel minder zoude geweest zyn, byaldien hy zich zoo veel vroeger geaddresfeerd had , als gevoeglyk konde gefchied *^Dat de Ondergeteekende daar op de kas, zoo als die was, toen hy deze informatie bekwam, naziende, en dezelve federt den tyd van het meergemelde Addres door verfcheide fuccesfive ingekomene Baaten geaccresfeerd vindende, daar uit dan ook het meergemelde te kort van het voorig tydvak heeft betaald in het begin van May. Dat de Ondergeteekende eenigen tyd daar na (hi fulliiur) in 't midden van Juny, en dus tegens den tyd dat de tweede drie maanden der Tra&ementen moesten betaald worden getreden zynde tot eene vergelyking van de kas, zoo als dezelve zich in der daad bevond, met eenen ftaat zoo als dezelve zich omtrent moest bevinden, toen eerst eigentlyk met veel furprife is ontwaar geworden, dat *er een aanroerkelyk, ja voor hem toen en als nog onbegrypelyk groot, te kort op de kas exteerde. Dat hys by nadere examinatie, wel eenige abuifen en misrekeningen heeft bevonden, doch geenszins quadreerende met het toen bevonden, en nog minder roet het van hem gevorderd, deficit. Dat de Ondergeteekende, hoe zeer door die ontdekking verbaasd, maar wel ziende, dat, hoe dit ook toekwam, zulks hem incumbeerde om te redresfeeren, zonder zich derhalven als toen op te houden met een onderzoek, waar uit het meerge- mel-  de Gebeur tenisftn in 1787 tra. voorgevallen, 3C5 ysiclde te kort eigentlyk voortfproot of konde voortipruiten , eerst direflelyk is bedacht geweest op middelen, pra zich in ftaat te ftellen, ten einde ten ïninften provifioneel de drie maandelykfche Tractementen, in 't begin van July vervallende, te voldoen, en vervolgens voor het resteerend deficit te zorgen. —■ Dat hem Ondergeteekenden, ten voorfz; einde, toen best en meer dan fufficient, niet alleen voor het provifioneel benpodigde, maar zelfs voor het geheele deficit, voorgekomen zynde, het verkoopen van zyn Buitengoed in 't Land van Zierikzee, waaromtrent hy reeds bevooren wel meermaa. len zyne gedachten had laten gaan, het zelve dan ook aanftonds in der daad heeft werkftellig gemaakt, door het gemelde Buitengoed aan eenen "P. Bouman te verkopen ; doch dat deze een Jongman zynde, die, wel op zyn trouwen maar nog minderjaarig zynde, onder Voogden ftond; op praetext, dat dezelven den koop weigerden te approbeeren, dien naderhand niet heeft geftand gedaan, juist niet met de beste trouw, dewyl hy, kort daar op getrouwd zynde, en dus zyn eigen meester geworden, aan den Ondergeteekende wederom op nieuws geld, doch minder als te vooren, heeft gepresenteerd of laten prefenteeren voor het zelfde Goed. Dat de Ondergeteekende hier door zoo merkelyk als onverwacht, precies in het criticquetydftip, gedisappointeerd zynde, wel getracht heeft zich door andere middelen provifioneel te redden, doch deze niet op dien tyd, als hy zelfs reden had om zich te flatteeren, ja byna verzekerd te houden, gewerkt hebbende, hy eenflags overftelpt is geworden en zoodaanig in verwarring geraakt, dat zelfs niet eens gedacht heeft om gebruik te maaken van het vermogen, 't geen hy naderhand, doch te laar, gezien heeft, dat, zoo in als buiten zich zeiven, voor handen was. Deze verwarring is het intusfehen, welke zulke bittere en fletrisfante omftandigheden voor den Ondergeteekenden ten gevolge hebben gehad. Veel  3t6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Veel zoude de OndergeteekeDde ook hieromtrent kunnen zeggen, doen, om veele en diverfe redenen, heeft hy beter geoir -^eid het gordyn voor dit toneel te laten vallen, dan nog op het zelve een aantal van onaangenaaone en ingiatieufe waarheden te ver- fcoonen. .«-,.• u Maar, zullen fommigen misfchien zeggen, het is evenwel zeker, dac 'er een meerder of minder te kort by de kas van het Gees eiyk Comptoir plaats hebbe gehad, en het is dienvolgens ook niet minder Waar, dat 's Lands Penningen tot een ander gebruik, als waar toe ze eigentlyk gedesuneerd waren, direct of indirect, op de eene of andere wyze, moeten zyn gediveueerd geworden: en daar cuzulk eene diverfie zopde kupnen fchynen te ftryden teeens de Inlbuctie en den ééd, welke ieder Ontvanger, by de aanvaarding zyn. t Bedieninge, verplicht wordt na te komen en te doen, zal men hier uic mooglyk verder mfeieeren, ten minften in bedenkinae nemen, of niet de Ondergeteekende hebbe aangegaan tegens zyne lnftructie en den ééd, doer him ^edaan. . • . , Eene ïllatie of bedenkinge , zoo gewigtig , dat de Oncergeteek-nde geoirdeeld heeft dezelve mef alleen niet te kuunen of te mogen pasfeeren, maar zelfs aan de behandeling daar van de eerfte zoo niet de eenige plaats te moeten geven onder die poincten, welke hy zich heeft voorgefteldmdit gefchrift op nieuws aan te voeren. Dan alvoorens daar toe over te gaan, zy het den Ondergeteekenden gepermitteerd, de navolgende p.seüminaire rtflectien onder het oog van ü^ Edele: Mogenden te brengen, en Hoogstdezelven te prse-■ adDaThvTgeenszins in eene compleete Juridicquei discusfie van déze materie zal treden, maar zich alleen bepaalen tot eene Zedelyke en Politicque befchouwing van dezelve. Dat hy hier en daar deze en gene generaale bedenkingen zal moeten te berde breogen, welke hy  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 317 ernftig verzoekt, dat nimmer van eenige fpeciaale applicatie gemaakt mogen worden , nadien zulks zeer zoude aanlopen tegens het oogmerk, waar toede deze door htm zyi> voortgebracht. En het is dus ook alleen, onder beneficie van deze reflectien, dat de Ondergeteekende met de verdere behandeling van dit poii tt zal voortgaan. Het nakomen van ééd en plicht is een zeer gewigtig en delicaat poinct, doch, gelyk het den Ondergeteekenden onder verbétering voorkomt, nimmer vatbaar voor de allerftrictfte uitlegging of ap- PlWaar is toch de volmaakt fte Man, die eerlyke Regent of Ambtenaar, welke zyn confcientie onderzocht, zyne handelingen en daaden alle overwogen en getoetst hebbende aan zynen plicht, den ftricten letter van zyne lnftructie, en van den door hem gedaanen ééd, kan zeggen, ik hebbe alles punctueelyk geobferveerd en nagekomen, ik heb niets verzuimd van het gene waar toe ik gehouden was, en ik ben boven alle twyffeling of moogiykheid van aarmerking en verdenking van anderen ten dien opzichte? , Kan 'er zoo een niet gevonden worden, ge»yK de Ondergeteekende niet kan denken, dat iemand zal willen beweeren, of ftaande zal kunnen houden; zyn wy dan niet verplicht, om van anderen, van onze Evenmenfchen, van onze Mede-Regenten of Ambtenaaren, niet te vorderen, 't geen wy overtuigd zyn, dat wy zelve niet kunnen naarkomen, of ten minften gehouden, om wanneer al eeDs mogte blyken, dat zoo een hiér of daar in heeft gedwaald of te kort is gekomen, zyn verzuim of te kort komen naar den aart der liefde aan de gunftige zyde te bezien, vooralzoo lang niet ten duidelykften confteert, dat hy met voorbedachten raade en een kwaad oogmerk is te werk gegaan, of zyne misvattingen en verzuim halftarriglyk voor goed wilde doen pasfeeren, en zoo veel te meer, als noch het welzyn der Maat. fchap-  318 Verzameling van Stukken betrekkelyk m fchappy, noch iemand in 't byzonder daar by in effecte heeft geleden. — Dit alles heeft geen verder betoog noodig, daar elks gewisfe en eigene bewustheid het een zal ftaaven, en het ander door de reden en billykheid word geleeraard. Maar, wanneer wy dit ftuk wat meer van naby befchouwen, en eens nagaan, hoe het met de practyk ten aanzien der prohibitive ordres tegen hetge bruiken van 's Lands Penningen gelegen zy, zal men al ras genoegzaame redenen vinden, om te twyffelen, of dezelve over het algemeen wel zoo exactelyk worden geobferveerd, als men nu in het geval van deh Ondergeteekenden mooglyk wel zouden willen fustineeren te behooren. — Want, om nu niet te fpreken van het gene men deswegens in de daaglykfe discourfen hoort, en byna een ieder bekend is, vermeent de Ondergeteekende billyk te mogen vraagen, of veelen, des gerequireerd zynde, ten dien effecte zich wel zouden kunnen expurgeeren? En als men eens by die genen, welke de zaaken behandelen, die tot dit ftuk haare be«rekkingen hebben, naauwkeurig onderzoek deed, of hen niet verfcheidenmaal redenen ja bewyzen voorkomen, om niet alleen te foupconneeren, maar zelfs vast te ftellen, dat de PractyKgeenszins overeenkome met de wet, zoude de opgemelde twyffeling misfchien wel eens de kracht van zekerheid kunnen verkrygen. Hoe meenigmaalen immers worden die genen , welke aan publyke Comptoiren om betaaling ko-, men, wel eens afgewezen of ten minften uitge» fteld; wat moet men onder anderen denken van Ontvangers, die niet zelden maanden wachten met de floten hunner Rekeningen te zuiveren. Dan de voorzichtigheid verbiedt den Ondergeteekenden om zich verder ten dezen opzichte te e< largeeren. Alleen vermeent hy zich te mogen vleijen, dat daar in zulke en foortgelyke gevallen nimmer, voor zoo Veel hem bekend is, de regels van het ftric»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 319 ftri&e recht worden gevolgd; in zyne zaak en ten zynen reguarde ook alle confideratie zal worden, gebruikt, al was het zelfs, dat men eens mogt öirdeelen te moeten twyffelen of zyne handelingen wel in allen opzichte met de ftrictfte requitken van zyn plicht waren overeen te brengen. Terwyl de Ondergeteekende verder de vryheid neemt, om U Ed. Mogenden nog te doen obferveeren, dat alle de voordeden, welke by hem in dien korten tyd, dat hy het meergemelde Ambt van Rentmeester heeft gehad, zyn genoten, op verre na nog niet kunnen opwegen de kosten van Recognitiën, Commisfien en Ambtgelden en andere, ter zaake van het zelve gedaan en, geimpendeerd, mitsgaders die inkomften, welke hy te vooren heeft gehad, en, ter verkryging van dien, nog daarenboven heeft moeten facrifieeren. Het is dan op grond van al het hier vooren ter nedergeftelde , dat de Ondergeteekende gemeend heeft gerustelyk te mogen en te kunnen concludeeren, dat de onaangenaame en grievende omftandigheden, waar in het ongeluk heeft van zich thand*. gebracht te zien, alleen zyn voortgekomen uit eenen zamenloop van verfcheiden gebeurtenisfen, waar door zyne zaaken in verwarringen zyn geraakt, maar geenszins moeten geadfcribeerd worden aan een voorbedachtelyk plichtverzuim, veel min aan eenige kwaade vues of eene verkeerde en reprochabele intentie. Dat wel verre daar van daan de Ondergeteekende door zyne daaden en gehoudene handel wyze, zoo wel voor, als toen het geval 'er toe lag, alleszins heeft aan den dag gelegd, eene expresfe wil en begeerte, om, zoo fpoedig als de fituatie en bykomende circumftantien daar toe de mooglykheid aan de hand gaven, *t geen door zyne onachtzaamheid mogt verzuimd of gebroken geweest zyn te herftellen en te heelen, ja zelfs, door eepe effeÉtive daarftelling van meer dan fitiSto jure in de kas van het meergemelde Comptoir moest zyn, eene  320 ■ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eene compleete redintegratie van alles heeft bezorgd. Dat hy door deze zyne onachtzaamheid dus,noch het gemeene Land noch iemand in het byzonder, maar alleen zich zeiven in eftVüe heeft benadeeld. Het is ook deze onachtzaamheid alleen, waar van de Ondergeteekende zich zeiven kaa befchuldigen, en waar over hy altoos een hartgrievend berouw zal hebben; maar daarentegen is hy in zyn gewisfe o» vertuigd, en ten vollen bewust, dat hy nimmer in dezen voorbedachtelyk uit verkeerde principes of met een kwaad oogmerk heeft gehandeld. Wat derhalven den Ondergeteekenden hier in dit ondermaanfche nog mogte befchooren zyn of overkomen, zoo zal nog deze overtuiging en bewustheid hem in zynen overigen leeftyd tot troost, ea zelfs in zyn laattte oögenblikken tot gerustheid, verftrekken. (was get.) D. P. de Maüregnault, Waar Op zynde gedelibereerd, hebben de Heer van Lynden voör den Heere Eerften Edele en ds Heeren Gedeputeerden van Vlisfingen aangenomen zich op al het zelve nader te zullen vetklaaren: doch die van de overige Steden , Copie van het Rapport en van de Memorie verzoekende om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is mitsdien de finaale Refolutie aangehou. den tot nadere deliberatie, met uitzonderinge nögthands voorzoo veel het flot van het zelve Rapport aangaat, als waaromtrent is goedgevonden en gerefolveerd, de Heeren Hun Ed. Mogerden Gecommitteerde Raaden nogmaals te authorifeeren , zoo als gefchied bv dezen, om den Perfoon van Johannes Westplate tot de verd ré waarneming van de Admimftrane van den voornoemden Rentmeester, hangende de deliberatien over het uitgebracht Rap. port, op den voorigen voet te qualificeeren. De Heeren Gedeputeerden van Vlisfingen hebben dien  de Gebeurtenis/en in 1787 «n%, voorgevallen, jat onverminderd gezegd, tot het nemen van dese dispofitie niet te concurreeren, maar dezelve «au de andere Leden over te laten. No. 34.*7. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, van den 7 Janmty 1793, houdende het advys van de Stad Veer* daar op. De refpe&ive Leden verzocht zynde zich te verklaaren op het Rapport, den 24 December 179» ter Vergadering uitgebracht, over het Request van Mr. D. P. de Maüregnault, waar by met allegatie van redenen aan Hun Ed. Mogenden verzocht, dat mogte worden opgelicht zyne fuspenfie als Rentmeester der zoogenaamde Geestelyke Goederren over Walcheren en Noordbeveland, en hy mitsdien wederom in deze zyne functie herfteld $ -— als mede over de ouverture uit naam van de Heeren Gecommitteerde Raaden ter Vergadering gedaan, wegens het bevonden, doch daar na ge« fuppleerd deficit in des Rentmeesters voorfz. adminiftratie; en eindelyk betreffende de door hem ingediende en overgelegde Memorie, ftrekkende toe zyne verantwoording en juftificatie in dezen, breeder onder de voorfz. Notulen $ hebben de Heer va ft Lyndén voor den Heer.Eerften Edelen, en de Heeren Gedeputeerden van Zierikzee, Goes, Tholeneo Vlisfingen aangenomen, zich op voorfz. Rapport; nader te zullen verklaaren; doch die van Middelburg zich met hetzelve geconformeerd: terwyl de Heeren Gedeputeerden van Veere hebben gezegd , door de Heeren hunne Committenten gelast te zyn, om te advifeeren: dat Hun Ed, Achtb,, in aanmerking nemende, dat noch het Gemeene Land, noch iemand in het byzonder, eenige de minfte fcbaade aan de adminiftratie van den Rentmeester de Maüreg» nault heeft geleden, maar dat al het deficiëerende uit zvre eigen middelen is voldaan geworden, en XLVIirDiEL, X te-  322 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tevens met een gevoelig medelyden ziende, op bet droevige lot der talryke familie van den Suppliant en zyne hoogzwangere Huisvrouw, welkers behoud of ondergang van Hun Ed. Mogenden in dezen te nemeD dispofitie geheel en al zal afhangen; en ook niet onbewust van de dienften, zoo door den Suppliant zeiven, als deszelfs Voorouderen, aan deze Pto« vincie en de Stad Veere in het byzonder, reeds by de oprichdnge van de Republyk, bewezen; omme deze mitigeerende redenen van oirdeel zyn, dat op den voet, by Heeren Commisfarisfen aan de hand gegeven, de Suppliant van de fuspenfie behoorde te worden ontheven, en in zyne funöie als Rentmeester der Geestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland herfteld, onder deze fpeciale voorwaarde nögthands (willende Hun Ed. Mogenden hier mede aan deConfideratien,door andereStaats-Leden denkëlyk te moveeren, te gerpoet komen) dat aan Heeren Gecommitteerde Raaden worde verzocht en gedemandeerd, om de adminiftratie van dat Comptoir, met in achtneminge van de fecuriteit van den Lande, te demandeeren aan een vertrouwd Perfoon, is 't doenelyk binnen de Stad Veere woonachtig, op zoodaanige redelyke conditiën, als Heeren Gecommitteerde Raaden billyk zullen öirdeelen, en dat de Suppliant zich zal ontdoen van zyne Stedelyke radicale qualiteiten, en zyne demisfie als Raad en Penfionaris der Stad'Veere verzoeken, waardoor ipfo fafto alle Commisfien, daar uit geprofluëerd, zullen komen te cesfeereo. Dat Hun Ed. Achtb. vermeenen, dat door deze te nemen Refolutie voor de fecurfteit der Penningen van den Lande is gezorgd, en tevens voorziening gedaan, dat andere comptabele Ambtenaaren zouden worden afgefchrikt, om zich aan diergelyke grove nonchalance fchuldig te maaken ; dat wy. ders wat aangaat het bezwaar, door den Suppliant by zyn Rrquest geopperd, als of'er niet zoo veel by het Comptoir in kas heeft moeten zyn, als van hem is gevorderd, Hun Ed. Achtb. met Heeren Com-  dt Gebcurtenisfen in 1787 enx, vmrgev&llen. §23 Commisfarisfen van oirdeel zyn, dat de billykheld Vereischt, dat het te veel gevorderde aan deczelverj worde gereftituöerd, zoo dra dit by het fluiter* der Rekening gedeeltelyk door hem, gedeelteiyft door den gequalificeerden, beheerd, blyken Zal, erA dan kan worden vereffend, en des noods door de Ré* kenkamer gereguleerd; No; 3418. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heè* ren Staaien van Zeeland, van den 14 Januarf j 793, houdende de advyfen der andere Leden , ende) finaale Conclufie tot herftel van den Rentmeester dé Maüregnault , mits de adminiftratie van kyrt Comptoir door een ander waargeriomen worde, iti hy zyne anders radicale qualiteit en nederleggt. De Heer van Lyndèn voor den Keer Eeriieii Ëdelen, en de Heeren Gedeputeerden van Zierikzee ?> Goes, Tholen en Vlisflngeó, gefomfneerd zynde, op het Rapport van den 24 December 1792, betreffende het Request door Mr. D. P. de Maüregnaut,.. verdoekende oplichtinge van zyne fuspenfie, als Rentmeester der Geestelyke Goederen over Walchereü en Noordbeveland, breeder by het Voorfz. RapporE vermeld; heeft eerstgemelde Heer gezegd, bereid! te zyn, om hetzelve ter conclufie te helpen brengen. De Heeren Gedeputeerden van Zierikzee hebbed gezegd, gelast te zyn te declareeren, dat,.naeené nauwkeurige examinatie van de Memorie van dens zeiven Rentmeester by het voorfz. Rapport Overgelegd, Hun Ed. geen redenen waren voorgekomen om op dit poinct favorabel te advifeeren, eh de fuspenfie van gemelden Rentmeester van voorfz. Ambt op te ligten, maar wel integendeel, in dezelve zul» ke gehazardeerde termen zyn ter neder gefteld, dié in dezen in geenen deele als Concludent kunnen wórden aangenomens dat, hoe zeer de Heeren Hunne Committenten, uit hoofde van het gedrag van deaX 2 zeU  «14 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zeiven Rentmeester de Maüregnault, alle rede' nen zouden hebben, om deze zaak in judicium te renvoijeeren, echter in aanmeikingnemende de ongelukkige omftandigheden» waar in zich deszelfs Vrouw en Kinderen zouden bevinden, indien hem deszelfs Ambt wierd ontnomen, waar door denzelven geen middel van beftaan meer zoude overig zyn, zich met het voornoemde Rapport wel willen conformeeren. De Heeren van Goes hebben gezegd door de Heeren hunne Committenten gelast te zyn , zich niet alleen te conformeeren met het voorfz. Rapport, en dat diensvolgecs op den voet daar by voorgtflagen den Suppliant zouden laten blyven in het bezit van het Ambt van Rentmetster van de Geestelyke Goederen van Walcheren en Noordbeviland, maar ook teffens te moeten declareeren, dat huDne Heeren Committenten in hetzelve Rapport geene redenen hebben gevonden, welke dezelve zouden permoveeren, zich te conformeeren met dat gedeelte, waar by de Suppliant in de noodzaakelykheid gefteld word, om zyne andere radicale quaüteiten te moeten quiteeren. — De aanwezende Heer Gedeputeerde van Tholen heeft zich met het voorfz. Rapport geconformeerd , en gezegd wel te mogen lyden, dat de adminiftratie van het Comptoir van den voorfz. Rentmeester worde waargenomen door een Perfoon, te Veere woonachtig, zoo de andere Leden 'er niet tegen zyn. — En hebben de Heeren Gedeputeerden van Vlisfingen gezegd, gelast te zyn te perfifteeren by het advys van de Heeren hunne Committenten, den 26 November 1792 over de zaak van meergenoemden Rentmeester ter Vergadering uitgebracht. Alle welke advyfen gehoord en gelet zynde op die van de andere Leden, heeft de Raad-Penfionaris het voorfchreven Rapport per plura ter Conclufie gebracht. De Heeren Gedeputeerden van Vlisfingen hebben daar op gezegd, dat, veimits zoodaanige Conclufie geheel was devieerende van de fentimente n van de Hee-  de Geleurtenisfen in 1787 «12. voorgevallen. 325 Heeren hunne Principaalen, niet konden nalaten te declareeren, dat de nadeeüge gevolgen, welke in tyd en wylen daar uit voor den Lande mogten pro. flueeren, zouden overlaten voor rekening van die Leden, welke hebben kunnen goedvinden daar tue te concurreeren, en dat zich omtrent het verder waarnemen van die Adminiftratie niet zouden inlaten, verzoekende dat dit hun geadvifeerde in de Notulen werde gebracht. — En hebben de Heeren Gedeputeerden van Veere, onder inhaefie van het advys hunner Principaalen, nogmaals geinfteerd, dat de waarneming van dat Comptoir aan een Perfoon aldaar mogte worden gedemandeerd. By refumtie zynde gedelibereerd op het voorfz. Rapport over het Request van Mr. Daniël Pieter de Maüregnault, den 26 November 1792 aan Hun Ed. Mogenden geprafenteerd, als mede over de Ouverture uit naam van Heeren Gecommitteerde Raaden, den I7den September te vooren ter Vergadering gedaan, en eindelyk betreffende de Memorie van den Suppliant tot zyne verantwoordicg en ontfchuldiging ingediend en overgelegd , alle breeder onder voorige Notulen vermeld, is, op de gronden van het zelve Rapport, en ook. 200 tot voorkoming van de totaale ruïne van hem Rentmeester de Maüregnault en van zyn talryk huisgezin, als uit aanmerkbg, dat het gemeene Land geen de minfte fchaaae aan zyn Adminiftratie gele. den heeft, maar dat het gantfche deficit uit zyn eigen middelen is voldaan geworden, goedgevonden en gerefolveerd dat hy zal worden ontheven van de fuspenfie en herfteld in zyn post als Ren* meester der Geestelyke Goederen over Walcheren en Noordbeveland , waar toe de Heeren Gecommitteerde Raaden mits dezen worden gequalificeerd, en wyders verzocht om de adminiftratie van dat Comp. toir, met in achtneming van de ïecuriteit van den Lande, te demandeeren aan een vertrouwd Perfoon, op zoodaanige redelyke conditiën, als tusfchen denzelven Perfoon en hem Rentmeester het meest geX 3 fchikt  - Fn'zmeUng vW Stukken hetrehkèlyk tos fchikt bevinden zullen; en zulks na dat aan welge." snelde Heeren Gecommitteerde Raaden zal zyn gebleken , dat meergemelde Rentmeester zich ontdaa^ hebbe van zyne Stedelyke radicale qualiteiten «n ZVne derrusfie genomen als Raad en Pcnfionaris der Stad Veere: wordende hei verrichte van meergenoemde Heeren Gecommitteerde Raaden in dezen geappïobeerd, en mitsdien de zaak ter dezer Vergadering voor afgedaan gehouden, X^o en de welgemelde vyf Leden, na gedaape om*rage op di« nader verzoek der Heeren van Zierikzee, gezegd by hunne uitgebrachte Advyfeo te b,y ven periïl-eeren. ft  By den Drukker dezes J. A, de CHALMOT is mede gedrukt en te bekomen: VOLKOOMEN NEERLANDSCH KOOKKUNDIG WOORDENBOEK , of de FRIESCHE KEUKENMEID en VERSTANDIGE HUISHOUDSTER, onderwyzende op eené duidelyke en fmaakei'yke wyze, het bereiden van al erlei Spyzen, zo wel in de Vasten als op andere tydenj Naamelyk het braaden zo wel aan 't Spit als in de Pot van alieriey fodrten van'Vieesch, Gevogelte en Wild. Hoedaanig veelerley foort van Vleesch en Gevogelte te vullen, en met. Oesters te ftooven; het maaken van allerley foort Van Schotel en andere Palleijen. Om op eene gemakkelyke wyze grove en fyne kor/ten tot Pafteijen en Taarten zelfs in 't heetfte van den fomer te maaken. Hoedaanig alieriey V'eesch op diverfe manieren te (looven; welfmaakende Ragouts in foorten te bereiden. Varkens-, Lams-, Kalver- en Schaape-Carbonaden op de rooster te braaden en te ftooven, Hoedaanig in de herfsttyd het Vieefch en Spek, zo tot rooien als peekelen te behandelen. Het maaken van Rolpens, Hoofdvleefch, Varkens-zwaard Rolletjes , Runder-Worften, Vatkens-Saufyzen, Saufyzen de boïogne, enz. Hoedaanig alieriey Sauzen, als onder anderen Siepel , Chaloite, Moften-, Petercelie-, Zuurling-, Robert- en Eijer-faufen te vervaardi. gen; Pptagie, Soepen en Moe/en van allerley foort, als onder anderen Soepe-maigre, Soepe de Canard, Franjche Soep, Uijen Soep, enz. Potagie van Kalfsvleefch. van een Kalkoen, yan Hoenders, Rundvleefch, Sehaapevleefck enz. Groenmoes, Aalmoes, Kalvermoes enz. te vervaardigen. Om veelerley Soepen voor zieke Menfchen gereed te maaken; Soep*koekjes. of Tabletten van Bouiljon, te vervaardigen, cie man op reis mede neemt, jaaren lang kunnen duuren, en waar mede men in ftaat is altoos lekkere Soep te hebben. AUerley Vleesch en Gevogelte met geley en a la Daube te bereiden; veele foorten van Fricadellen zo wel van Vleesch als Visch buitengemeen fmaaklyk gereed te maaken, insgelyks fricassees van Hoenders, Duiven, enz. Ook Hachées van Vleesch pn Visch. AHerley fmaake'yke bereidingen van Visch; als onder anderen Kreefte-foep , aangelegde Snoek , omgekeerde Arminiaan van Baars, en veelvuldige anderen. Hoedaanig de vérfchi'lende foorten van Groentens te ftooven en fmaakelyk gereed te maaken; het inleggen en droogen van allerley Groentens en Vruchten, a's erwten, hoonen, porcelein, kool, endivie, agurken, enz. Om drooge azyn, drooge mosiert en moftert-hekjes fe bereiden, waar van men ten allen Y 2 ty-  tvde soede azyn en mostert kan gereed maaken, zeer gerieffelyk om op reis mede te nemen. Veeivu'dige bereidingen van Eijeren; om fmaakelyke Eijer-flruiven van diverfe foorten en allerley foort van fmaakelyke Kaasjes te.vervaardieen zo wel van Schaape als andere metk, insgelyks Roomkaas]es\ Eijtrkaasjes enz. Om allerley gebak, als Waaffelen op verfcheiderhande wyzen, Appelkoekjes, Sprits, 'Keugels, Bidets Boter-gebak, Keekfen, Bollebuisjes, Poffertjes, Tarwkoekjes 'Eijerfckotels, Knypwafeltjes ,.Oeblien, en een menigte andere foorten gereed te maaken; voorts Engeljche-, Gebakkene- Friefcke-, Ryjl- en Roggenbroods-Poddingen. Het maaken van al er U y foort van Taarten, als onder anderen, Appel-, Prul«», Abricoofe-, Kerfje-, Amandel,, Gierft-, Ryft- Citroen-, Kervel- Spihagie-, en Zuurkool-Taarten, insgeiyks lekkere Confituur- en Room-Tarteletjes. Om allerley foort van natte en drooge Confituuren gereed te maaken, als Geleiien in foor. ten conhte Nooten, Pruimen, Abricoofen, KerJJen, Aalbeften, halve Oranje, Oranje/nippels en meer anderen; insgelyks' om all :rley Vragten in brandewyn te confyten. Het maaken van Citroenpap en geley van Hertshoorn, tot verfterking van zieke Menfchen. Allerley lekkere bereidingen uitzoom, ais verfcheide foorten van verkwikkende Room-pap.pen, gebran. de Room , gefeejjelde Room, Jneiuw Room, Italiaanfche Room , enz Allerley Vladen, als van Eijeren, Kruiibejten, AalbeRen Citroen tni- te vervaardigen; insgelyks Compoiten van Abbelen, Peeren. Perfiken, Abricoofen, Kruisbejien, Citroen, Keriïen en*. Allerley fmaakeiyk Zuikergebak, Banket, Martomienen foonen-van Marmeladen gereed te maaken; instt'vks Tabletten van alieriey Vrugten. Om Wyn van roode en %itte Aalbjien te maaken die lekker van fraaak en fterk is, daar bv hoe jföW hoé beter word; insgelyks om Cyder en Afdankte beraden die voor geen gemeene Rynzewyn behoeft te wyken; beproefde Voo. fchiiften, om witte en wele Meed uit honing te kooken. Om Limonade. Orjeade, Ratafia van KerJJen. en Framboojen, Kweewater , Perfu o en een menigte andere aanname en verkwikkende liquetirs t-n d anken te bereiden. Middel om zuur en vwlfmaaksnd Bier met weinig moeite weer goed te krygen De Boter in 'de ftetf.fte vorst frneudig te hebben, en ftsrkjmaakende weet tfik'"t te doen worden Om roods wynen andere vlakken, met'weinig moeke u t het tafelgoed te krygen enz.; alles uk meer dan een dèrtlgjaarige ondervinding Dpgefteld, door Mei Cath. Ziep.ikhovên, II Deelcn in Svo. de prys is 28 Stuiv. Tweede Dru'<, geheel verbeterd en vermeerderd met een Toegift van uitmuntende en beproefde Huismiddelen.