NIEUWE VERZAMELING PLACAATEN , RESOLÜTIEN EPï AïnDË. RE AUTHENTYKE STUKKEN. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWÏGTIGE GEBEURTENISSEN SEDERT HET BEGIN VAN BET JAAR MDCCXCIII IN HET GEMEE. NEBE&T DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Tweede Deel. Te C A M P E N , Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, MDCCXCIV.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET TWEEDE DEEL, VAN DEZE NIEUWE VERZAMELING VOOS.» KOMENDE. N°. 91. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Statten van Zeeland, betrekkelyk de Jchuidigen aan de te rechtftelling van Lodewyk den zestienden, Koning vat Frankryk en zyne Familie, en de admisfie van Vreemdelingen binnen voorfz. Proyintie. In dato den 12 November 1792 blads. 1. ■■" ' - 92. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Statten van Zeeland, ep de Memorie van den Franfchen Commandant Castagnies , betrekkelyk het opvaaren van de Sshelde me: twee gewapende Chaloupen. In dato den 22 November 1792 bladz. 6. ■ 93- Refolutie van Hun Ed. Mogenden 4e Heeren Staaten van Zeeland, behelzende de intentie van Hun Hoog Mogenden ten aanzien van deze zaak. In dato den 26 November 1792, ; i . ... bladz. 7. * % No.  17 REGISTER N". 94. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, op een Misfive van Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit in genoemde Provintie over het zelvde onderwerp. In dato den 6 December 1792. . . bladz. 9. '■■ 95- Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Znland, aangaande de adm>sfie van Vreemdelingen in de genoemde Provintie. In dato den 26 November 119*' bladz. 10. . ■ 96. Refolutie van Hun Ed Mogenden de Heeren Ge- committeerde Raaden van Zeeland, tegens het verf preiden van twee gedrukte Gefchriften. In dato den 5 February !793 Uadz. 13. ■ 1 97- Aanfchryving van Hun Edele Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland aan de refpeilive fiemmende Steden van die Provintie, tot het houden van Bedefionden. In dato den 25 February 1793. . . . bladz, I/f> ■ 98. Publicatie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West Friesland, tot htffing van tweemaal de éénhonderdfle Pennhg van alle Ingezetenen diêr Provintie, zonder onderfcheid van fiaat. In dato den 3 April 1793 bladz. 16. • 99- Memorie, gedaan maaken en aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Veresnigde Nederlanden overgegeeven door de Ondergetekenden. Mr. Gerard Johan Tarró Prefident-Burgemeester, Mr. Andries Reigersman Schepen, en Laurens Pels Rentmeester der Geeste» lyke Goederen van zyne Doorluchtige Hoogheid. allen van Breda; mitsgaders door Mr. Arnoldus Gysbertus van Doorn en Dirk Ruyssenaers Schepenen, beide van Geer'  des STUKKEN. V Geertru'denberg; met eenige Bylageni In dato den 5 APU 1793 bladz. 38. N?. 100 Eerfie Declaratie van den Prins van Saxen-Co. burq, Generaal en Chef der Legers van zyne Majefteit den Keizer en van het Keizerryk, aan de Franfchen, waar ly onder anderen betuigt met den Generaal Dumousiez te zullen medewerken, om van de regeeringloosheid en onheilen die Franhryk vèrfcheuren een einde trachten te maaken, met daar aan het ge!uk van eene Conjlitutie en van • eene wyze en wel geveegde RgeeHng te bezorgen. In dato den 5 April '793- . . . . bladz 57. ■ 101. Tw ede Declaratie van don Prins van Saxen-Co» b;-rg, Generaal en Chef der Legers van zyne Mfefteit den Keizer' en van het Keizerryk aan de Franfchen, waas ly de eerfie Declaratie, doordien zoo tegthft-ydige uitwerkingen ketft gehad aan d- gevolgen die dize.ve had moeten voortbrengen, in allen deele wordt ingetrokken en herroepen ; en formeel verklaard dat de Staat van Ooi log, die tufchen het Hof van Wenen . de Vereenigde Mogendheden en Fraukryk plaats heeft van nu af aan wederom ongelukkig herfietd is. In dato den p April 1793. . bUdz. 50. 102. Publicatie van de Ed Achtbaare Raad der Stad Maastricht, betrekkeiyk de zoogenaamde Franfche Patriottifche Kroorflukken. In dato den 8 April 17Q3. bladz. 61. 103. Proclamatie van de Nxionaale Conventie aan het Belgifche Leger, ter gelegenheid van het overleveren der Commisfarisfen van gemelde Conventie benevens den Generaal Beurnonville , in handen van de Oostenrykers, ■ , bladz. 62. * 3 No.  VX REGISTER K°. 104. Misfive van de Heeren Lequinio , Cochon en Bellegarde , als Commisfarisfen van de Nationaale Cow ventte, aan den Prins van Saxen-Coeurg, betrekkelyk de Declaratie van den Generaal Dumouriez aan de Franfche Natie, van den 2 April 1793. In dato den 11 April 1793. ..... . bladz. 64. .1 1 1 105. Antwoord op voorjïaande Misfïve van de Commisfaris' Jen der Nationaale Conventie, door den Prins van Saxen» Coburg. In dato den 11 April 1793. . . bladz- 65. m 106. Antwoord op bovenftaande Misfïve van den Prins van Saxen-Coburg door de Commisfarisfen der Nationaale Conventie van Frankryk, Dubois-Dubay en Briet. In dato den 12 April 1193. .... bladz. 66. .. 107. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en WestFriesland , betrekkelyk de Liefdegave gefchonken door de Sociëteit Standvastigheid , in 's Hage in den jaare 178Ö opgericht. In dato den 12 April 1793. bladz. 68. 108. Bekendmaaking van wegens den Conful Generaal Hunner Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, te Trieste, betrekkelyk het afzenden van Koopwaaren uit de Republyk naar de Levant. ......... bladz. 70. . 109. Misf.ve van Hun Ed. Mogenden de Heeren Gede* puteerdc Staaten van Friesland, aan de Gerechten van Grietenyen en Steden, tot uitfehryving van den Ordinaris Landsdag. In dato den 10 Jamtary 1793. . . bladz. 72. - 110. Aanfckryving aan de Gerechten van Grietenyen en Steden in Friesland door Hun Ed. Mogenden de Heeren Ge.  derSTUKKEN. VU Gedeputeerde Staaten van dat Gewest, behelzende Ordonnantie om alk Franfche Reizigers die zich in hunnen Bedryve mogten bevinden of in 't vervolg aankomen, te arresteeren en daadelyk naar Leeuwarden over te zenden. In data den 4 Maart 1793. . . . . . -bladz. 79. N". lil. Axnfchryving van Hun Edele Mogenden de Heereii Staaten van Friesland aan de Gerechten van Grietenyen en Steden, waar by het houden van maandelykfche Bedeflonden wordt bevolen. In dato den 9 Maart 1793- bladz. 80. . n2. Plakaat van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Friesland, tot vastflellinge der Middelen. In dato den 16 Maart 1793- » • • • • bladz. 83, —— 113. Publicatie van de Regeering der Stad Leeuwarden, waar by aan alle de Kasteleins en Logementhouders wordt geordonneerd, om de naamen en qualiteiten van alle vreemde Perfoonen, buiten de Provintie woonachtig zynde, dagelyks ter Secretary aan te geeven. In dato den 29 Maart I793- "• ••• bladz. 84» . U4. Aanfchryving door Hun Ed. Mogenden de Heeren Gedeputeerde Staaten van Friesland aan de Gerechten van de Grietenyen en Steden, om in hunnen Bedryve de neodige ordres te (lellen, dat op den eerst bepaalden Bedeflond, den Alzegenaar teffens voor zyne nooit volpreezen Goedei tierenheden gedankt worde. In dato den 11 April 1793' bl. 85. ——— 115. Publicatie van de Regeering der Stad Leeuwarden, behelzende Ordonnantie van de Stads Impost op het Zout. In dato den 12 April 1793. • • • bla^- 86. ——i 116. Patent by het welk zyne Pruisfifche Majefleit te* 4 nige  VIII- REGISTER ' nige Poolfche Pmintien, benevens de Steden Dantzicli ei Thorn aan zyne Staaten hecht. In dato den 25 Maart ï??3- • bladz. 88. 11?. Manifest van Haa»e Majefieit de Keizerin van al. Ie de Rusfen, afgekondigd in de nieuwlings van Poolen aan Rusland gemkken Gewesten en Plaatfen. In dato den 9 4pril 1793 bladz. 93. ïi 8. Waarfchoumng van het Hof van Holland en Magi. firaat van 's Gravenkage , waar by de Refolutie van den JSden April jongst, dat 'er dit jaar geen Kermis of Paar. demarkt in 's Gravenhage zoude gehouden worden, ten deele wordt gealtereerd. In dato den 18 April '1793. « « '■ • . • ' • . bladz. 98. !»--■-'■" H9- Waarfchouwing van de Magifiraat van 's Gravenhage, tegens het houden van Danszaalen of zoogenaamde Speelhuizen* In dato den 18 April 1793. . bladz 99. »- '■ ■ i?P- Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Gedeputeerde Statten van Holland en West:Friesland, betrekkelyk een Gefchenk door de Onder-Officieren en Rot "ezellen, van het tweede Rot der Groene Compagnie in 's Hoge, aan dtn Lande gedaan. In dato den 22 April ï793. • ••«»•*. bladz.' 99, 11e Keiz:rlyke en Groot-Brittannifche Majejleiten verwagten, dat zy aan die Uitgeweekenen welke zich op eene verregaande wyze ten aanzien van het Gouvernement van de. zen Staat misgreepen hebben, en hunne Naamsn door de Onderteekening van de fchandelyke Manifesten en Proclaclamatien aan de vergeetelheld, die anderzins hun lot had moeten zyn, hebben onttrokken, geen verblyfplaats in hunne Staaten zullen vergunnen &c. In dato den 16 April 1793 , bladz. 169 . 137. Misfïve van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten va 1 Zeeland aan de jlemmende Steden van die Provintie,  Jttl REGISTER tk, waar ty het houden der veertiettdaagfche Bedefionden in vierweeifche wordt bepaald. In dato den 15 April 1793. • • • • bladz. 172. N°. 138. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staa- ten van Zeeland, tot heffinge van den Vyftigtlen Penning, ten behoeve van den Lande door alle de Ingezetenen van genoemde Provintie, te betaalen op den voet als in het hier volgende Plakaat wordt vermeld. In dato den 2 May 1793 bladz. 174. 139. Nadere Proclamatie vim de Nationaale Conventie van Frankryk aan de Legers van de Republyk, betrekkelyk de handetinge van den Generaal Dumouriez. In dato den . . May 1793 bladz. 197. n 140. Refolutie van de Magifiraat der Stad Schoonhoven, waar by het Ociroy aan Jan Hendrik Reisig, om eene Courant binnen genoemde Stad te mogen drukken, wordt ingetrokken, en am denzelven geinterdiceerd, verder een Schoonhovenfche Courant le mogen drukken. In da. to den 10 May 1793, . . . . bladz. 200. ■ ■ 141- Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkeiyk de kennisgeeving aan Hun Ed. Groot Mogenden door den Heer Raad-Penfionaris, dat door een onbekende voor den Lande aan hem was ter handen gefield een don gratuit van -2 Gouden Ryders. In dato den 10 May i;t>3. bladz. 201. ) ■ 142. Bekendmaaking van de Regeering der Stad Leyd-:n, betrekkelyk het fourneeren van tweemaal den éénhonderdflen Penning. In dato den 10 May 1793. . . bladz. 202. No.  der STUKKEN. XIII M°. 143. Publicatie van de Magiflraat der Stad Leeuwarden, behelzende een Reglement op de Weekmarkten. In dato. den i'i May 1793 bladz. 203. —,— 144. Notificatie van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by de veertiendaagfche Éedeftonden in maandelykfche worden bepaald, In dato den 28 May 1793 bladz. 206. —— 145. Publicatie van Hun Ed Moge-den de Heeren Staaten van Stad Groningen en Ommelanden, beheiz.ndé Ordonnantie op de h^ffinge van tweemaal den éénhonderdfien en dus den vyftig/len Penning. tot afweering van den Vyand. In dato den 8 Augustus 1793. . . . bladz. zcó. 146. Publicatie van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, wegens de h ffing van eene nieuwe Extraordinaris Verponding vin alle gecultiveerde Landen in de Provintie Overysfel. In dato den 24 Augustus 1793. • bladz. 224. 147. ExtraEl uit het Register der RcfoiUtieh van Rid. derfchap en Steden de Staaten van Overyfel, ftrekkende tot interpretatie van het voorgaande Piakaat. In dato den 25 OEtober 1793 tiadz, 23I) —— 148. Uitfchryvings-Brief van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden van een algemeene Dank-, Vast- en Bededag, om gevierd te worden op den 26/Ien Maart aangaande, aan de Heeren Staaten van de refpeüive Provintien, Geasfocieerde Land. fchappen, Steden en Leden van dien. In dato den 6 February 1794. ..... bladz. 234. No.  XIV REGISTER N°. 140. Piakaat van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Friesland, van den 12 February 1794, tot Negotiatie van den Vyftigfien Penning van het zuiver beloop der Goederen en Bezittingen, Ambten, Bedieningen en Beneficiën der Ingezetenen van genoemde Provintie. . . bladz. 243. — 150. Rtjolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Friesland, behelzende ampliatie op het Piakaat van den iiden February jongstleden genomen en gearresteerd tot Negotiatie van den Vyftigfien Penning. In dato den 6 Maart 1794 bladz. 264. —— 15'i. Piakaat van Hun Ed Mogenden de Heeren Staa. ten van Friesland omtrent de publyke verkoopingen van Vas» tigheden. In dato den 28 February 17 94. . bladz. 267. ■ •' 152. Piakaat van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staa ten van Friesland, tot vastfielling der Middelen. In dato den 16 Maart 1794- . ... bladz, 269. —— 153. Request van Nicolaas Montauban van Swyn. dregt gebooren Burger der Stad Rotterdam en gewezen Maakelaar aldaar, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Hee ren Staaten van Holland en West-Friesland , verzoekende cm gratie en vergiffenis van zyne gepleegde onbehooriykhe...den, en abolitie van de Seiitentie van den Hove Provintiaal tegens hem geflagen, met rappel van Ban, en opheffing van alle nadeelige gevolgen van dien, en om hem daar van te vergunnen Brieven van Amnestie in foruia. In dato den 26 September 1793 bladz. 273. —— 154. Declaratoir van zyne Groot-Brittarmifche Majefteit, betrekkelyk de zaaken van Frankryk, met een by gevoeg-  der STUKKEN. XV* voegde Memorie van den Heer Eliot zyne Majejïeits Minister Plempotentiaris in 's Hage, aan Hun Hoog Mog. de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; met de Refolutie door Hun Hoog Mogenden hier op genomen. In dato den 28 Oüober- 1793. t . • . ' . bladz. «79. N°. 155- Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de gepaste maatregelen, ten einde de vermenigvulding van verzoeken om furcheance 'van betaaling tegen te gaan. In dato den 15 November 1793- • • • bladz. 287. ... 156. Redevoering gedaan ter gelegenheid dat de Generaale Petitie of Staat van Oorlog voor den jaare 1794, door den Raad van Staaten, den Heere Erf-Stadhwder aan 't hoofd hebbende, werd overgebracht. In dato den . . January 1794. ...... bladz. 290. —— 157. Aanfpraak door zyne Mfefteit den Koning van Groot-Brittannien , tot openen der zitting van het Parlement gedaan. In dato den 21 January 1/94. bladz. 307. ■1 158. Publicatie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, waar by aan een ieder verbieden , om geduurende den tegenwoorciigen Oorlog , uit genoemde Provintie of naar elders buiten de Provintie, te betaalen, zenden , overmaaken of afleveren van, aan of ten behoeve var. Perfoonen, die op den 1 Ja nuary 1794 geweest zyn, of nu zyn, of geduurende den Oorlog mogten worden, Leden of Onderzaaten van het tegenswoordig Gouvernement van Frankryk £fc. In dato den 18 February 1794. . . . . bladz. 311. N°.  XVI REGISTER EHz. N°. 159- Verbetering van het Bericht van eene Negotiatie op ordinaris Obligatien, den 17 January 1793 door Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland bepaald. In dato den 20 February 1794. ; . . bladz. 315. NIEU.  NIEUWE VERZAMELING van PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN SEDERT HET BEGIN VAN HET JAAR 1793 VOORGEVALLEN. No. 91. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, betrekkelyk de fchuldigen aan de te rechtfielling van Lodewyk den zes* tienden , Koning van Franbyk en zyne Familie, en de admisfie van Vreemdelingen binnen voorfz. Provintie. In dato den 12 November 1792 (*). Is goedgevonden en verftaan te verklaaren, 7.00 als verklaard word by dezen , dat binnen deze Provin- (*) Dit en de vier volgende Stukken, fchoon van het laatst des jaars 1792, hebben echter zulk een naauwe betrekking met het voorgevallene in 1793, dat wy gedacht hebben ze hier eene plaats te moeten geeven. II. Deel. A  a Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk vintie geen fchuilplaats zal worden verleend aan die Perfoonen, welke zich in Frankryk aan de hoogfte misdaad tegen de Perfoonen van hunne Allerchristelykfte Majefteiten of Hoogstderzelver Koninglyke Familie al» raog mogten fchuldig maaken: dat ten dien einde de refpecïive Magiftraaten der Steden en Plaatfen dezer Provintie» mitsgaders de Rentmeesters bewesten en beoosten Schelde, en de Officieren derzelve Steden en Plaatfen, by Misfive en Copie dezer Refolutie zullen worden aangefchreeven en gelast, zich naar deze Hunner Ed. Mogenden intentie ftiptelyk te gedraagen9 en te vigileeren, dat, zoo wanneer het als nog, tegen hoop en verwachting, mogt gebeuren, dat iets tegen het leeven van Hunne Allerchristelykfte Majefteiten of Hoogstderzelver Koninglyke Familie wierd ondernoomen, en de Autheurs van eene zoo enorme misdaad, of de genen die 'er de hand aan zouden mogen geleend hebben , een fchuilplaats mogten zoeken in eenige Stad of Plaats dezer Provicde, alzulke Perfoonen aldaar niet ontvangen, töaar integendeel uit dezelve onmiddelyfe geweerd worden. En is by verdere deliberatie goedgevonden en verftaan, de Magiftraaten van de refpective ftetw» mende Sreden en Smalfteden dezer Provintie aan te fchryven, te , verzoeken en te gelasten * zot» als gefchied by dezen, om op het naauwkeurigst toezicht te ceemen en te doen neeröen op de handelingen en gedragingen van alle Perfoonen , die fuspecl: zyn van door woorden of daaden aanleiding te geeven tot het gene de publyke rust zoude kunnen ftoóren, of tot oogmerk hebben om verandering te maaken in de wettige en vastgeftelde Regeeringsform dezer Provintie, zoo als vervat is by Hunner Edele Mogenden Refolutie van den 16 O&ober 1786 (*), mitsgaders, om, ingevalle het (*) Tot beter verftand laten wy hier die Refolutie volSeD« Extraiï  p het Gumeenebest dst Fèireehigda NeieilatMn $ het Ingezetenen mogten Zyn, die zich daar aas fchuldig maakten, ten opzicht van dezelve te han- Extra® uit het Register van de Éefak,tien van de Heeren Staaten van Zeeland, m dato den 16 Ocloker 1786. By refumptie en ter voldoening van Hun Ed, Mogenden E.efolutie van den $den dezer rrnand, tot önaale afdoening op heden, zynde gedelibereerd op het Rapport den eden te vooren ter Vergaderinge uitgebracht, over de Misfivc van den tegenwoordig regeerenden Koning van Pruisfen aan Hun Hoog Mogenden van den 2den Septembef i böu. dende Credentiaal voor den Graave van Goertz, om zoo aan Hun Hoog Mogenden, als aan de Heeren Staatên va» de byzondere Provintien, opening té geeven van de gs voelens van Hooggemelden Heere koning, met relatia toe de tegenwoordige verfchiilen in fommige Provintien fubMeerende. Is goedgevonden ën verilaan, dat de Heeren tJrdinsné j Gedeputeerden ter Generaliteit zullen worden geauthorijfeerd, gelyk gefchied by dézen, om daar zy het van vrtfcEï { sullen oirdeelen te deciareeren; dat in deze Provintie i geen differenten met zyne Hoogheid den Hisre Prinfd 1 vaw Oranje zyn ontftaan, die denzelven Vorst eenlgé 1] redens tot klachten over de onderdrukking künncrj gesI ven, en dat mitsdien de pasfages in de voornoemde Mis» ] Jive, welke daar over rouleeren, geen betrekking fcunheiï 1 hebben op deze Provintie. Dat wyders, om eens voor altoos weg te ncetriêti aVéc. f twyffel omtrent bet waare fysthéma, hetwelk deze Proj *intie beftendig heeft aangekleefd, en in de tegenwodfdi» j ge omftandigbeden van zaaken mst allen nadruk zal blyvëij ! inhsfcreeren, Hun Ed. Mogenden geen bedenking tüaaktfi te verklaaren , dat zy niets meerder tér harte neeraéti 1 dan débewaariög van de Conftitutie dezer Repüblyk; gei lyk dezelve door de Unie tot onderlinge defenfie veres1 migd, in de handliaaving van de Souvereiniteit óezex P.o•j vintie, als een integreerend Lid van het Bondgenooti fchap, en befcherming der Vryheden en Voorrechtè'n der Iingezetenen met de macht van de Eegeiring ea rth de A * iufti.  4 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk delen en te doen handelen, conform de Wetten en Plakaaten van den Lande» tegen zoodanige mis- dry- juftitie; dat Hun Ed. Mogenden vastelyk gezind zyn, de hooge waardigheden van dén Erf-Stadhouder , KapiteinGeneraal en Admiraal te maintineeren, met alle Rechten en Piajrogativen, zoo door Hun Ed. Mogenden en hunne Provintie, als door de gezamentfyke Bondgenooten, met betrekking tot den gemeenen ftaat, aan denzei ven wettig en permanent opgedraagen; en vertrouwen, dat dezewaat» digheden nooit zullen ophouden te beantwoorden aan het oogmerk van derzelver inftelling. Dat gelyk geen Regeeringsform kan gezegd worden zonder gebrek te zyn, Hun Ed. Mogenden ook niet ontkennen, dat 'er misbruiken in het Publiek beftuur zyn ingeflopen, en zich wel meenen met de andere Bondgenooten te willen toeleggen op het redres van dezelven; maar dat zy zich nogthands verzekerd houden, dat de abuizen refldeeren in de Executie, en niet in de Conftitutie; en, het daarom voor hoogst gevaarlyk aanzien, dat men de gronden van de Regeering zoude willen losmaaken onder pretext van verbetering. Dat wyders Hun Ed. Mogenden niet zullen ophouden, al hun vermogen aan te wenden by die Bondgenooten, daar zulks noodig mogt zyn, om de verdeeldheden en het wantrouwen weg te ruimen, de verzwakte banden van de Unie te herftellen, en de Regeeringsform met de Burgerlyke Voorrechten op folide gronden te vestigen. Tot al het welk Hun Ed. Mogenden bereid zyn te prsesteeren hunne meermaalen aangeboden Officien, op zoodanig een wyze, als met gemeen overleg der Bondgenooten de gefchiktfte zal worden geoirdeeld; verzoekende daar toe de medewerking van de Provintien, welke in dezelvde fentimetiten ftaan, als Hun Ed. Mogenden bier vooren hebben opengelegd; en dat door fpoedige en cordaate befluiten de Republyk moge toonen kracht en klem genoeg in haar ei. gen boezem te hebben, om, zonder de interventie van vreemde Mogenheden, baar rust en vryheid te verzekeren : tot bereiking van welk gewenscht oogmerk, de Heeren Ordinarii Gedeputeerden dezer Provintie ter Generaliteit by dezen worden geauthorifeerd, om met de Heeren Gedeputeerden van de refpeciive Bondgenooten te overleg-  het Gemeenebest der Vemnigde Nederlanden. - $ dryven geftatueerd * en fpeciaal het Piakaat van Amnestie van den 13 Augustus 1787 (*), en ingevalle het Vreemdelingen zyn dezelve daadelyk én buiten forme van Proces de inwooning of verblyf binnen derzelver Stad of Plaats te ontzeggen, en van die ontzegging of politiccjue uitzetting met aanduiding van den Perioon dien het raakt, met den eerften kennis te geeven aan de Magiftraaten der nabuurige ftemmende en Smalfteden binnen deze Provintie. En zal Copie dezerRefoIude by Misfïve worden gezonden aan de refpêctive Magiftraaten, als mede aan de Hoofd- en mindere Officieren binnen deze Provintie, en eindelyk aan de Prafldent en Raaden . mitsgaders aan den Advokaat-Fiskaal en ProkureurGeneraal over Holland, Zeeland en Friesland, oai ieder leggen, op hoedanige wyze in deze omflandigheden met' de meeste, vrucht zoude kunnen en behooren gehandeld te worden op rapport van Hun Ed. Mogenden. Dat nogthands, indien deze poogingen onverhoopt vruchteloos waren, en de voortduuring der oneenigheden gelegenheid verfchafte aan de machtige Nabuuren van den Staat, om. zich.van de eene of andere zyde in de gefchillen te mengen, Hun Ed. Mogenden verklaaren deze Provintie te zullen houden buiten de gevolgen, en in dien gevallen, zoo veel mooglyk is, te zullen zorgen, dat hunne goede Ingezetenen niet mede de ongelukkige flacht. offers worden van een twist, die hen noch als Leden van het Bondgenootfchap, noch Provfntiaal, in eenigen deels aangaar. En zal Extraét van deze Refolutie aan welgemelde Heeren Ordinaris Gedeputeerden, tot derzelver naricht worden gezonden. {Onder Jlond,} Accordeert met voorfz. Register, (waf get) }. P. van de Spiegel. (*) Zie Verzameling van Stukken &c. XI. Deel, bl. 23$ A 3  ' £ pfiwws Verzameling van Stukken, bétrekklyk ieder voor zoo veel hun aangaat, op de executie derzelve te vigüeeren. Accordeert met voorfz. Register,, (ws g«f.) W. A. de Beveren. |üo. Refoluti*. van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, op de Memorie van den Franfchen Commandant Castagnies, betrekkelyk het opvaar en van de Schelde' mét twee gewapends Ckaloupsn. In dato den aa November 1792. De Raad-Pecfionaris heeft ter Vergadering gecommuniceerd, dat hy heden morgen was opgepacht door den Franfchen Commandant, genaamd Castagnies, voerende een van de twee gewapende Chalöupén, thands op de Reede van RammeJcens leggende, welke aan hem Raad-Renüonaris had overhandigd een Memorie, houdende in fubïrantie, dat hy orders had ontvangen van den Franfchen Qeneraal D^mouriez, om zich naar de Schelde te transporteeren , ten einde hec Kasteel van Antwerpen te helpen bemachtigen, met verzoek aan Hun fioog Mogenden om de noodige orders te willen geeven aan den Commandant van het WachtIchip, voor het Fort te Bath geftationeerd, om hem de vrye pasfage te verleepen; en wyders nog by nafchrifr. houdende, dat hy zich naar het voorfchreeven Fort zoude begeeveo , en achter het Wachtfchip ten anker komen, met declaratoir van nier. van daar te zullen vertrekken, dan na alvoorens aan den voornoemden Generaal kennis te heb. ben gegeeven, dat by zich aan de mond van de Schelde bevind, maar dat de Traöaaten tusfchen de Keizer en Republyk exteerende, en geguarandeerd zynde door de Mogenheden van Frankryk en Engeland, hem verhinderen verder door te dringen, en dat de beveelen van hem Generaal zoede af-  het Gemeenebest der Vereenigie Nederlanden. 7 afwachten, om dezelven uit te voeren. Waar op gedelibereerd en in achtinge genoomen zynde, dat volgens het Tra&aat van Munfter van den jaare I648, de Schelde voor alle Zee-fchepen gefloten js, en Hun Ed. Mogenden geen faculteit hebben, om dezelve te openen ter bereiking van het bovengemeld oogmerk, is derhal ven goedgevonden en verftaan, dat daar van ten allerfpoedigften Hun Hoog Mogenden , met toezending van Copie der voorfz. Memorie, zullen werden verwittigd, tea einde in deze gewichtige zaak, zoo dra doenlvk, immers voor den 25ften dezer, zoodanige orders te Hellen , als Hoogstdezelven zullen vermeenen te behooren: en vervolgens, door den Raad-Ptnfiooa» ris van eene, ten dien einde by voorraad ontworpen Misfive aan Hun Hoog Mogenden prajledture zynde gedaan, is dezelve geapprobeerd en gearresteerd, en achter de Notulen gevoegd, om alzoo, zonder refumptie per expresfe Bode, te worden afgezonden. En is, by verdere deliberatie goedgevonden en gerefolveerd, dat aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden dezer Provintie ter Generaliteit, by Misfive en ExtracT: dezer, zal worden gezonden Copien van de voorfz. Memorie van den Franfchen Commandant Castagnies , en van de Misfive door Hun Ed. Mogenden deswegens aan Hun Hoog Mo. genden te depecheeren , en de gemelde Heeren Ordinaris Gedeputeerden daar beoevecs aangefchreeven, om met de overige Bondgenooten, in pari pas/u te gaan, zoo als de meeste veiligheid van den Staat, en het welzyn van de Commercie zal vereisfehen, mede zonder nadere refumptie. No. 93. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, behelzende de intentie van Hun Hoog Mogenden ten aanzien van deze zaak. In dato, den 26 November 1792. Is geleezen een Misfive van de Heeren Staaten A 4 Ge.  8 Nieuwe Verzameling van Stukhn, betrekkelyk Generaal der Vereenigde Nederlanden, gefchreeven in'« Haage den 84 fens gelukkig en voorfpoedig te maaken, als mede de poogingen en befluiten van de Overheden tot redding van het lieve Vaderland, door Zyne Goddelyke Wysheid te bellieren, en tot de gewenschte en zegecrykfte eindens te doen uitloopen. Wy verzoeken Uw Ed. daar benevens zoodanige ordres te Hellen, en die voorzieninge te doen, das met het opluiden der Kerkklok, de winkels alomme binnen de Steden en Plaatfen worden gefloteD, en allen handenwerk geilaakt, ten einde alzoo beter gelegenheid aan de In- en Opgezetenen gegeevea werde, om met de vereischte naarftigheid tot het gehoor te kunnen komen: doende hier van mede advertentie aan de Walfche en Engelfche Kerken in den Uwen zynde. Waar mede, Edele, Erntfeste, Wyze, Discreets, zeet voet» zienige Heeren! zullen wy Üw Ed. in de befcherminge Godes ber veelen. In 't Hof van Zeeland, te Middelburg» den 25 February 1793. (Onder Jlond,~) Ter Ordonnantie van de Staaten van Zeeland, (was ges.) W. A. de Bevere». No,  Ï zonder andere uitzondennge als hier boven is gemeld, zoo na mooglyk is te maaken in goede confcientie, en zoo hy na aftrek van alle fchulden zich gegoed bevind, mits tusfchen het verfckynen van den derde en vierde Termyn dezer heffing onder folemneelen ééde, en ten aanzien van de Mmnagezinde met waare woorden in plaat Ie van ééde, naar het gebruik hun toegefiaan, verklaarende: ,, datzy, voor zoo verre zy tot de fom,, ma van vyf. en. twintig honderd Gulden en daar„ boven gegoed zyn, of Ambten en Beneficiën be„ zitten, die by het eerfte Artikel niet zyn uitge„ zonderd, naar hunne beste kennisfe en weeten- fchap, en zoo na als hun mooglyk is geweest „ op den voet, by dit Piakaat uitgedrukt, den „ overflag en begrootinge van het zuiver beloop „ der waarde van ajle hunne Goederen, Bezittin„ gen, Bedieningen en Ambten, (of fourneerende „ m eene andere betrekking van Voogden, Admi„ niftratfurs of diergelyken, met uitdrukking van ,t de Perfoonen of Goederen, waar voor zy four„ reeren) hoegenaamd, en waar gelegen of zyn„ de, en zonder eenige andere uitzondering, als „ die hy du Piakaat bepaald is, gemaakt hebben, , en dat zy daar van, ter goeder trouwe, ten min„ iten hebben gefourneerd of zullen fourneeren „ tweemaal den honderdften Penning, iDsgelvks „ op asu voet en naar het voorfchrift in dit Piakaat >» ver-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 25 ,, vervat. zoodanig dat zy niet minder dan de drie bepaalde termynen reeds hebben gefourneerd, en her. resteerende voor of op den bepaalden termyn zullen fourneeren, en dac zy, ingevalle na,, derhand nog ietwes van hunne Bezittingen, Be,, dieningen of Ambten tot hunne kennisfe mogte „ komen, dat by inadvertentie overgeflagen was, „ ook daar van de tweemaal éénhonderdften Penïi ning, in manieré als boven, fourneeren zullen." Welken ééd na het fournisfement van de derde termyn afgelegd zynde, andermaal by het laatfte fournisfement niet zal behoeven herhaald te worden, als werkende denzelven ééd over alle de termynen , ten ware nogthands iemand na het afleggen van den voorfz. ééd, en eer alle de termynen by hem gefourneerd zyn, mogte komen te overlyden, in welken gevalle deszelvs Erfgenaamen , Executeurs of Boedelredders, ten aanzien van de termynen die aan des O verledens boedel nog resteeren, gehouden zullen zyn, den overflag en begrooting van het zuiver beloop der waarde van denzelven boedel op nieuw te maaken, en den voorfz. ééd af te leggen. V. Dat niemand, Ingezeten van deze Provintie zynde , én vajlende in de termen van Art. 1, van het fournisfement in deze heffing zal wezen geëximeerd, het zy hy tot een huisgezin behoort, by andere of op zich -zeiven woont, het zy hy zyne goederen zelv' beheerd> of onder Voogdye of Curateele van anderen ftaat, of de adminiftratie daar van aan anderen gedemandeerd is, zoodanig, dat niemand, van wat ftaat of conditie hy ook zoude mogen zyn, van deze heffing zal zyn uitgezondert, en dat, om vervolgens zorg te draagen, dat een ieder hier toe verplicht zynde daar aan kome te voldoen; en dat niet alleen uit zyn eigen, maar ook uit een anders hoofde, voor zoo verre hy daar toe verplicht is, allen en een iegelyk voor het presteeren van den B 5 voor-  ■arj Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk voo'f^. ééd, zullen gehouden wezen op den ééd by hun af te leggen, te verklaaren: Of zy eenige goederen voor andere Perfoonen, „ Ingezetenen dezer Provintie admiriftreeren, het „ zy in de quaiiteit van Voogden, Curateurs, Ad„ miniftrateurs of met welken tytei het ook zy, en van of voor welke Perfoonen, als mede of zy „ eenige Perfoonen by hen inwoonende hebben, „ en welke die zyn, gelyk ook nog of zy eenige ,, goederen in fideicommis of lyftocht bezitten, Si en voorts of zy het fournisfement doen voor zich „ zeiven alleen, dan wel voor alle de andere goe„ deren door hen geadninillreerd of in fidei-com„ mis of lyftocht bezeten worden." Zal ook de heffing gedaan worden van de goederen van Weezen, Ingezetenen van deze Provintie zynde, of alhier t'huis hoorende, en by Weeskamers of andere Perfoonen geadminiftreerd wordende, in opzicht van ieder Wees afzonderlyk , by Wees meesteren, of twee Gecommitteerden derzei? ve, of ook wel door één of meer van derzelver Suppoosten of de door hun geftelde Adminiftrateurs te doen: wel verftaande, dat onder de Adminiftrateurs van eens anders goederen, niet zullen zyn begreepen Adminiftrateurs van goederen, adpios & publi* cos ujus gedestineerd zynde, of van goederen, toebehoorende aan geauthorifeerde Gilden of Confrerien, ook niet van zoodanige goederen, welke aan Arm- of Weeskinderen in Godshuizen gealimenteerd wordende, opgekomen zyn, welke alle van deze heffing zullen zyn geëximeerd: en dat mede Weesmeesters of derzelver Suppoosten, noch ook Voogden, Curateurs of Adminiftrateurs van eens anders goederen in het fourneeren zich zoo na mooglyk is, moeten houden aan de precife bepaalingen by dit Piakaat gefteld, gelyk dezelve ook niet zullen mogen declareeren voor de moeite of vacatie, die zy ter dezer zaaken gehad hebben. En worden voort» de Weeskamers, Voogden, Curateurs en Adminiftrateurs by dezen generaallyk ge-  kei Gemetnebest der Vereenigde Nederlanden. 27 gequalificeerd, om te verkoopen of te beleenen ?oo veel van de effecten onder hunne adminiftratie, als zy tot de benoodigde Penningen ter voldoening hunner foumisfementen, in derzelver qualiteit zullep noodig hebben > zonder meer, VI. Dat van goederen in fidei-commis of lyfcoqht bezeten wordende, waar van het expeclatif öf den eigendom aan Ingezetenen van deze Provintie behoord, de voorfz. tweemaal éénhonderdfte Penning gefourneerd zullen moeten worden op gelyke wyze en voet als van alle andere goederen, doch afzonderlyk en op zich zeiven, behoudens dienaangaande aan den Contribuant zyn regres ter yergoeding van de helft van het gene gefourneerd js, ten lasten van den fidei-commisfaire Erfgenaamen, of van den genen aan wien den eigendom gemaakt is, by de overlevering of uitkeering derzeive goederen; welk regres zal plaats hebben, niettegenftaande zulke of dergelyke kortingen by Testament verboden waren, waar aan mits dezen word gederogeerd, en dat van alle goederen in fideicommis of lyftocht bezeten wordende, waar van Buiten-Ingezecenen het expectatif of den eigendom hebben, den tegenwoordigen Bezitter of Lyftochter zal kunnen volftaan met alleen voor de helft der waarde van dien in de heffing te fourneeren, qnder de generaale masfa van zyne andere goederen , zonder deswegens eenig regres of vergoeding Se kunnen pretendeeren. VII. Dat ingevaïle daar de helft der gefourneerde Penningen van goederen in fidei-commis of lyftocht bezeten, moet komen ten lasten van de genen die daar van het expeüatif of eigendom hebben , dezelve helft uit die goederen zelve voldaan zal mqgen worden, en dat ten dien einde zoo veel van die goederen dooi den tegenwoordigen Be. zit»  *3 Nieuwe Verzameling yan Stukken, betrekkelyk zitter of Lyftochcer zoo verre het mooglyk is, met voorkennis van den genen die het txpeöatif heeft, zal mogen worden verkocht of op dezelve genegotieerd, onder fpeciaal verband van dezelve goederen, als het montant van de helft der Penningen , uit dien hoofde in deze heffing gefourneerd, zal komen te bedraagen; ten weiktn einde wy m du fpeciaal geval, gtauthorifeerd hebben in oe Hemmende Steden, den Haag daar onder begrepen, dë Magiftraaten, en voor de kleine Steden ên het platte Land onze Gecommitteerde Raaden m de beide Kwartieren, om ccnfent te geeven tot het verkoopen of belasten van zoodanige goederen onder de noodige precautien. 9 ' VIII. Dat van goederen, toekomende aan minderjaangen, waar van de Ouders of Langstleevendeh van dien de vruchten of intresfen genieten, tot alimentatie der Kinderen, en dus ook niet langer dan tot derzelver meerderjarigheid of trouwda» toe, deze heffing moet gefourneerd worden uit het kapitaal der Kinderen en niet uit de vruchten. IX. Dat van goederen , nagelaten by Ingezetenen dezer Provintie, en onder Adminiftrateureh binDen deze Provintie berustende, waar toe, by Testament, als Erfgenaamen geroepen zyn Perfoonen, die, na verloop van zekere jaaren, of na het exteeren van zekere conditiën, in leeven zullen bevonden worden, en in welker opzicht gevolglyk onzeker is, wie de Erfgenaamen, na expiratie van voorfz, tyd, wezen zullen, en of dezelve Ingezetenen van deze Provintie wezen zullen, dan niet, door de Adminiftrateurs deze heffing ten volle zal moeten worden gefourneerd, gelyk ook zal moeten gefchieden van goederen , onder Adminiftra,teurs binnen deze Provincie berustende, waar van, de Eigenaars, Ingezetenen van deze Provintie geweest  het Gemeenebest der VtreeHgde Nederlanden, ay weest zynde , al eenige jaaren vermist zyn geweest , fchoon men niet weet, wie toe dezelve, indien de eigenaars niet op en daagen, gerechtigd zullen zyn. X. Dat, ingeval iemand zich mogt in de noodzaakelykheid bevinden, het zy in zyn particulier, of in een der bovengemelde qualiteiten, om tot het bekomen van gereede Penningen, ten einde in deze heffing te fourneeren , eenige vaste goederen te belasten, waar van de Hypothecatie fubject, is aan den veertigften Penning, dezelve belasting, in dat geval, van den veertigften Penning zal vry zyn, en nogthands van het zelve effect zyn, als of de betaaling van gemelden Penning daar van gedaan was, mits de Perfoonen, die de belasting doen, des noods, onder ééde verklaaren, dat dezelve tot geen ander einde gedaan word, dan om de Penningen daar van komende, te fourneeren in de tegenwoordige heffing, gelyk wy ook tot meerder gemak van de genen, die in deze heffing moeten fourneeren , en uit verlegenheid van contante Penningen , zouden verkiezen gewerkt Goud of Zilver te fourneeren, orders zullen ftellen, dat het zelve tegen de waarde, zonder het fatfoen, kan worden ingewisfeld. XI. Dat alle Perfoonen, Ingezetenen dezer Provintie geweest zynde, en zich nu buiten dezelve bevindende, wanneer dezelve toonen hunne Burgervoorrechten te willen behouden, het zy door het laten aanteekenen van hun Domicilium, het zy door andere daaden, zullen gehouden zyn in deze heffiDg, op den voet van dit Piakaat te contribueeren, en den ééd, of in Perfoon, of door Gemachtigden, af te leggen; en zullen de genen, die* voor dat zy ten vollen aan hunne verplichting, omtrent deze heffing, hebben voldaan, zouden begeeren met 'er woon buiten de Provintie te ver- trek-  30 Niéuwe FérïamHn* van Stukken, betrekkelyk trekken, by arre9t, tot het voldoen aan hunne verplichting, worden gehouden, tot dat zy ten vollen voldaan, of cautie gefield hebben. XII. , Dat de genen, die uit andere Landen of Provintien, na het emaneeren van dit Piakaat, zich binnen deze Provintie komen nederzetten, niet gehouden zyn te fourneeren. XIII. Dat Militaire Officieren, Ingezetenen of Onderzaten dezer Provintie zynde , offchoon elders in Guarnifoen leggende, nogthands voor hunne goederen en effecten, uitgenomen hunne Militaire tradtementen, zullen moeten fourneeren en den ééd afleggen, ter plaatfe daar zy binnen het laatfte jaar hunne domicilie biDnen deze Provintie hebben gehouden, met vrylating nogthands, om het voorfchreeven fournisfement op die plaats, of wel op eene andere, binnen deze Provintie te doen, XIV. Dat Perfoonen , Ingezetenen dezer Provintie zynde, doch geen vast domicilium in dezelve houdende, maar nu in deze, dan in gene Plaats van de Provintie, voor een tyd hun verblyf neefflende, het zy zich geneerende met ter Zee te vaaren* of in andere omzwervende functien , gehouden zyn den ééd af te leggen ter Plaatfe daar zy gevonden worden, by gelegenheid van welken termyn het ook zy, ten ware zy deeden blyken, elders in de Provintie aan hunne verplichting voldaan te hebben, en dat zy by nalatigheid of onwilligheid, voor hun vertrek, daar toe by arrest zullen gehouden worden» XV. Dat de voorfz, heffing zal mogen worden betaald door  het Gemeenebest der Verè&nigde Nederlanden, door een iegelyk in Perfoon, of door een ander wien hy verkiest, zonder dat daar by verklaard behoeft te worden, voor wien het fournisfement gefchied, maar dat de prsestatie van den ééd, voor Commisfarisfen hier na te melden, zal moeten gedaan worden door een iegelyk in Perfoon, of door een Gemachtigden, met behoorlyke onderhandfche en gezegelde Procuratie voorzien, volgens een Formulier, achter dit Piakaat gevoegd. XVI. Dat de fournisfementen van deze tweemaal één» honderdfte Penning, zullen worden gedaan in goede gangbaare Goude of Zilvere Munte , die gewoon is van 's Lands Comptoiren ontvangen te worden, de Zeeuwfche Ryksdaalders tegen tweeen* vyftig Huivers, daar onder begreepen, of in gewerkt Goud of Zilver, zonder het fatfoeti van dien te mogen rekenen, ter tauxatie van Goud- en Zilverfmeders; en zullen ook tot fournisfement kunnen geëmploijeerd worden de Recepüfen, gefproten uit deNegotiatie, den I7den January laatstleden by onze Gecommitteerde Raaden gearresteerd, tegens het volle kapitaal met de intresfen, tot den eerften dag der maand, in welke worden geëmploijeerd; met dien verftande, dat de gene die in dezelve Negotiatie hebben gefourneerd twee derde in Obligatien en een derde in Contanten, zich, ingeval zy verkiezen dit laatfte een derde in computatie van het fournisfement te brengen, zullen moeten addresfeeren aan den 'Ontvanger, ten Comptoire van welke zy gefourneerd hebben, en aan dezelve terug geeven het Recepis of Recepisfen voor hun geheel gefourneerde ontvangen, zullende aan hun voor het twee derde, het gene zy in Effecten gefourneerd hebben, een of meer Obligatien, na hunne verkiezing tegens twee en half per Cent, ter hand worden gefteld. XVII.  3ï Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk XVII. Deze honderdfte Penning zal gefourneerd worden in twee termynen, de eerfte tertnyn van de eerfte honderdfte Penning voor den iften Juny, en de tweede helft voor den iften November eerstko. mende, en van de tweede honderdfte Penning, de eerfte termyn binnen een maand, na dat deConfen. ten in de extraordinaris middelen over 1794 zullen zyn gedraagen, en de tweede termyn binnen vyf maanden daar na. XVIII. Dat de voorfz. fournisfementen zullen moeten werden gedaan in handen van drie of meer Commisfarisfen, by Burgemeesteren en Regeerders in de refpeftive Sceden, ftem in Staat hebbende, en, voor zoo veel den Haage aangaat, by de Sociëteit van 's Gravenhaage, uit naam van Hun Ed. Groot Mogenden daar toe aan te ftellen, welke tot den ontvangst van het voorfz. fournisfement, tot het vorderen van de bovengemelde verklaaringen, en van de Penningen, en van het gewerkte Gouden Zilver, gelyk mede van de bovengemelde Recepisfen, daar en zoo hier na breeder zal worden gezegd , zullen worden geauthorifeerd , gelyk zy daar toe geauthorifeerd werden mits dezen, na dac zy in handen van Burgemeesteren, voor zoo veel de groote en kleine Steden aangaat, en ten reguarde van den Haage, in handen van het Collegie van de Sociëteit aldaar, de belofte onder ééde zullen hebben gedaan, van zich in hunne voorfz. Commisfie getrouwelyk te zullen gedraagen, en fecreet te zullen houden, al het gene hun in hunne voorfchreeven Commisfie zal voorkomen, en deFourneerders zelve begeeren fecreet te houden, en fpeciaalyk het gene hun van de giften der Weeskameren, Voogden, of andere kenbaar zoude mogen zyn geworden, en dat de voornoemde Commisfarisfen deze last gratis en zonder eenige belooning, ten liefde van den Lande, zullen op zich neemen en  het Gemeenebest der Vmtnigde Neieilordm. 33 en uitvoeren, behoudelyk nogthands, dat de on» kosten die zy genoodzaakt zullen zyn tot uitvoe» ringe van hunne Commisfie, onvermydelyk te moe» ten maaken , aan haar door den Lande goedgedaan zullen worden. XIX. Dat, om voor te komen dat niemands ftaat of bezittingen door deze heffing bekend worden , het een ieder zal vryftaan, om zyne fournisfementen. door anderen te mogen laten doen, in zoodanige Stad, ftem in Staat hebbende, binnen deze Provintie, den Haage daar onder begrepen, als hy zal komen goed te vinden, zonder gehouden te zyn zich te declareeren of hy de fournisfementen voor zyn eige rekening dan voor een ander is doende j mee dien verftande, dat wanneer iemand niet voor zich zeiven, maar het zy als gemachtigde het zy in eenige adminiftreerende qualiteit voor een ander komt te fourneeren, zoodanigen zal gehouden zyn "een quitantie van het montant dat hy gefourneerd heeft, zonder daar in te voegen vopr wie, te neemen. XX. Dat, ten einde zeker te zyn, dat deze tweemaal honderdfte Penning zal worden gefourneerd op een. evenredige voet door alle Ingezetenen , die in het geval zyn in het breede Art. 1 en 2 van dit Piakaat vermeld, ten dien effecle, dat alle Ingezetenen, van de Steden en het platte Land, (uitgezonderd alleen de zulken waar van het oogfchynlyk blykt, datze niet in dat geval zich bevinden, hoedanige zyn Ambachtsgezellen, Daglooners en diergelyken; zullen opgeroepen worden om te compareeren voor Commisfarisfen tusfchen de derde en vierde termyn, om aldaar te doen, de verklaaring onder ééde in het 4de Artikel vermeld. II. Deel. C XXI.  34 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk XXI. Ten einde al Je nadeeljge confequentien, dewelke uit deze heffing mogten getrokken worden, tot eenige fchatting of tauxatie, ten eenemaal uit het gemoed der goede Ingezetenen mogeö geweerd zyn, de voorfz. Commisfarisfen by zich zullen heb-ben, twee of meer daar toe geapproprieerde kisten, met differente floten voorzien, waar van de fleutels onder differente Perfoonen zullen berusten, en voorts nog met eene opening in den boven bo. dem of dekfel, bekwaam tot het doorfleken of initorten van het Geld en de bovengemelde Recepisfen, en eene andere voorzien met een diergelyke opening, bekwaam tot het inleggen van het gewerkte Goud of Zilver, en zoodanig toegefleld, dat derzelver openingen by het vertrek der Commisfarisfen gefloten kunnen worden. Edoch zal aan die genen die tot zyne decharge of om andere redenen begeeren, dat de fomme van hunne liberaale gifce bekend zy, en dat dezelve in een acte of bewys uitgedrukt zal worden; gelyk ook met relatie tot dezulken die uit een Vaderlands, lievende beweeging, en om anderen des te meer aan te moedigen, boven de voorfz. bepaaldegifte hunne liberaliteit betoond en geoefFend hebben;"mits zy fpeciaallyk op den ééd by hun afgelegd aan de voorfz. Commisfarisfen verklaaren en uitdrukken, hoe veel zy daarenboven gegaan zyn, een acte of bewys gegeeven worden , met infertie van een ter hunner eere en voor de posteriteit honorabele ge. tuigenisfe en dankzegginge. XXII. Dat voorts de voorfz. Commislarisfen de Penningen, die onder hun gefourneerd zullen zyn, van tyd tot tyd zullen opneemen en ordentelyk in zakken van eene fpecie, het gemunt Goud van het gemunt Zilver gefepareerd, verzamelen; gelyk zy ook het gewerkte Goud en Zilver, dat onder hun gefourneerd zal zyn, van tyd tot tyd zullen weegen;  het Gemeenebest der Veresnigde Nederlanden, 35 sen 5 het gewerkte Goud, van het gewerkte Zilver gefepareerd ; zoo als zy mede de bovengemelde Recepisfen die onder hun gefourneerd zullen zyn , van tyd tot tyd zullen opneemen , en daar van op eene Memorie fpecificque aanteekeninge houden; en dat zy het montant van alles, doch in vyf onderfcheide Klasfen zullen noteeren, en daar van aan de Heeren Gecommitteerde Raaden, ieder in het Kwartier waar onder reforteeren, kennisfe geeven ; en dat zy mede van tyd tot tyd dezelve Pen" ningen, mitsgaders het gewerkt Goud en Zilver» wanneer het een en het ander in gereedheid zal zyn, zullen overbrengen; te weeten, de contante Penningen ten Comptoire van de Ontvangers des gemeene Lands Middelen binnen derzelver Stad* en zoo veel den Haag aangaat, terftond ten Comptoire Generaal in 's Haage, onder Recepisfen van de refpeöive Ontvangers; en welke Ontvangers, noch wegens den ontvangst van dezelve Penningen , noch ook van de Penningen die Zullen provenieeren van het gewerkt Goud en Zilver, medé ïiietwes zullen mogen profiteeren: voorts dat de gemelde Commisfarisfen het gewerkte Goud en Zilver (mits daar van alvoorens kennis geevende aan onze Gecommitteerde Raaden) zullen overbrengen, zoo veel aangaat het Zuiderkwartier aan den Muntmeester te Dordrecht; en zoo veel het Noorder-Kwartier belangt, aan den Muntmeester van West-Friesland,.te Enkhuizen, insgelyks onder der« zeiver Recepisfen, om door die refpeöive Muntmeesters tot Geld gemunt te worden, zoo als hader door onze Gecommitteerde Raaden zal worden geordonneerd ; en dat meergemelde Commisfarisfen de Recepisfen, gefproten uit de bovengemelde Negotiatie, die onder hun gefourneerd zullen zyn, zullen overbrengen aan de Heeren Gecommitteerde Raaden, ieder in dat Kwartier waar onder de voorfchreeven Commisfariafen «uilen ress jforteeren» Ca xxiiii  36 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk xxm. Dat de genen, die na de oproeping van Commisfarisfen, het zy in Perfoon, of door Gemachtigden, by een behoorlyke procuratie niet gecompareerd zyn, om hunne verplichting te voldoen, of geweigerd hebben den ééd, naar het voorfchrifc van dit Piakaat, af te leggen, andermaal daar toe opgeroepen zullen worden; en wederom niet compareerende, of zich weigerig toonende, gehouden zullen worden voor onwilligen; ten dien effeéte, dat zy met voorgaande kennis en goedvinden van BürgemeestereD in de Steden, en Schouten en Gerechten ten platten Lande, ten derdenmaale en zulks ten hunnen kosten zullen worden geciteerd, op poene van executie; en dat ingevallezy binnen veertien dagen na de Gerechtelyke infinuatie als nog mogten in gebreke blyven, dezelven als dan, met voorkennis als vooren, by parate executie, en •zulks by fommatie, renovatie en gyzelinge, door de Commisfarisfen zullen gedwongen worden, ter tyd en wyle zylieden aan hunne verplichtinge, met de kosten door hunne onwilligheid veroirzaaktj zullen hebben voldaan. En ten einde te doen blyken, hoe zeer wy gene« gen zyn alles aan te wenden, op dat het algemeene gevaar met algemeene krachten en eenpaarige fchouderen moge afgekeerd worden; hebben wy gerefolveerd, de Staaten van de andere Provintien onze Bondgenooten en het LandfchapDrenthe, aan te fpooren, om een gelyke heffing van tweemaal eénhonderdfte Penningen van hunne Ingezetenen te doen, die wy niet twyffelen, of zullen daar toe zeer bereidwillig bevonden worden. Terwyl wy, op dat aan deze onze intentie tot afweering van den Vyand, en krachtige befchermmg en verdediging van de dierbaare Panden van • Godsdienst en Vryheid, mitsgaders van de Perfoo. nen en Bezittingen onzer goede Ingezetenen, onder den zegen van God Almachtig, compleetelyk worT  het Gemsenebest der Fereenigde Nederlanden. 37 worde voldaan, verzoeken en nopdigen wy alle Edelen, Magiftraaten en verdere Ingezetenen, aan ' welke deze dierbaare Panden ter harte gaan, en de I genen, die met dien goeden y ver niet bezield zyn, gelasten en beveelen wy, ten einde dezelve hunne fournisfementen promptelyk, ingevolge dit ons Piakaat op te brengen en zich daar in kwyten paar behooren, gelyk zy het zelve in gemoede met den ééd voor God Almachtig kunnen bevestigen; op dat alzoo de Hooge Overheid, aan welke bet beftier van 's Lands zaaken is toevertrouwd, met de noodige Geldmiddelen worde in ftaat gefield, zonder welke het onmooglyk is de zekerheid en weiHand van deze Provintie en van den geheelen Staat, waar van dese Provintie zulk een confiderabel deel uitmaakt, te kunnen bevorderen. En op dat alle en een iegelyk dien het aangaat, onze goede meeningen moeten bekend zyn, begeeren wy dat deze alomme zal worden gepubli- ; ceerd en geaffigeerd, daar zulks behoort en ge- 1 bruikelyk i«. Gedaan in den Haage, onder het klein Zegel van ; den Lande s den 3 April 1793. (Onder Jlond,') Ter Ordonnantie van de Staaten, (was get.) A. J. Royer. Formulier van Eéd. Ik verklaare, beloove en zweere, dat ik, naar myne beste kennisfe en weetenfehap, en zoo na als my mooglyk geweest is, op den voet by Hun Ed. Groot Mogenden Piakaat van den 3 April 1793 uitgedrukt, den overflag en de begrooting geil maakt heb van het 2uiver beloop der waarde van I alle myne Goederen en Bezittingen , Bedieningen 1 en Ambten, hoegenaamd, en waar gelegen of zyci] de, en zonder eenige uitzondering, als die by het C 3 voorfz.  38 Nieuwe Verzameling Van Stukksn, betrekkelyk voorfz. Piakaat is bepaald, eri dat ik daat van, in? dien dezelve overflag en begrootiffg my gebleeken is te bedraagen de fomma van vyf. en- twintig honderd Guldens of daar boven s ter goeder trouw heb, gefourneerd, drie termynen van de tweemaal honderdfte Penning, ieder termyn op, of binnen den bepaalden tyd van het Piakaat j en beloove verders mede te zullen fourneeren binnen, of op den daar by bepaalden tyd, het vierde en laatfte ter= myn, tot de volle voldoening toe van de vier termynen , zoodaanig als die by het voorfchreeven Piakaat van de tweemaal honderdfte Penning zyn gefixeerd j en dat, ingeval naderhand nog ietwes van myne Goederen, Bezittingen, Bedieningen of Ambten tot myne kennis mogt komen, dat overgeilagen was, ik ook de tweemaal honderdfte Pen» rmg, in manier als boven, daar van fourneeren ?ah Zoo waarlyk helpe my God Almachtig I N°. 99. Memorie, gedaan maaken en aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigie. Nederlanden overgegeeven door de Onder geteekenden, Mr. Gekard Johan Tarró, PrefidenuBur° gemeesteri Mr. Andries Reigersman, Schepen, en Laorens Pels , Rentmeester der Geehelyke Goederen van zyne Doorluchtige Hoogheid, allen van Breda; mitsgaders door Mr. Arnoldos Gysbkrtds van Doorn en Dirk Ruyssenaers Schepenen, beide van Geertruidenberg; met eenige Bylagen. In dato den 5 April 1793. Hoog Mogende Heeren! De Ondergeteekenden, geduurende eenige weeken aan een gewelddaadig Arrest en akelige Gevangenis geëxponeeerd geweest, doch thands wederom daar uit verlost en in hun Vaderland terug gekeerd  het Gemeenelest der Vereenigde Nederlanden. 39 keerd zynde, vinden zich verplicht, de omftandig heden dezer gebeurtenis in gefchrift aan ü Hoog Mogenden voor te draagen, en langs dien weg aan floogstdezelven en aan de geheele Natie tne-.-r en meer te doen kennen het karakter van een Volk, het welk zich als Vrienden en Bevorderaars van het geluk der Menfchen voordoende, zich niet ontziet, om met verachting van allen Godsdienst, en met verbreking van alle banden van Regeering, zoodanige daaden van geweld en mishandelingen te pleegen, welke men zich van befchaafde Natiën nimmer zoude durven voorftellen. De Ondergeteekenden dit Verhaal van deszelvs begin af zullende opgeeven, moeten een aanvang maaken met het tydftip, dat de Stad Breda, op Maandag den 2jften February dezes jaars 1703, by Capitulatie aan de Franfchen is overgegaan. Na dat die Capitulatie tusfchen het Guarnifoen van Breda en de Franfche Troepes was gefloten, en na dat op Woensdag den 27ften daar aan volgende de Franfche Troepes, in plaats van de uitj getrokkene Staatfche bezetting, waren binnen ge1 marcheerd, zoo werden aanftonds door de comman1 deerende Generaals van den Magiftraat, Bületten > van Inkwartiering geëischt voor zeven duizend ; Man; — dien zelvden morgen wierd door een der 1 Generaals geordonneerd dat 'er binnen een half uur ; een Vryheids-Boom voor het Stadhuis moest ftaan, I by het oprichten van welke, toevallig pasfeerden de twee eerfte Ondergeteekenden, die zich op het geroep, dat de Magiftraat om dezelve dansfen moest, retireerden, wordende de eerst Ondergeteekende ia zyn Huis, zelvs door verfcheide Perfoonen vervolgd, die hem fterk bedreigden, ingeval hy niet mede danste, het geen echter door geen van beiden is gefchied; 's middags kwam de Generaal Tilly by den eerst Ondergeteekenden, eisfchende Billecten voor twee honderd Paarden, van welken eisch, hoe zeer de voldoening daar aan, uit hoofde dat de . publyke Stajlen reeds bezet waren, oqmooglyk was, C 4 hy  40 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk hy echter onder de brutaalfte bejeegeningen, en onder bedreiging van den eerst Ondergeteekenden door de Husfaaren in de Gevangenis te zullen Jaten brengen, eindelyk niet anders geliefde af te zien, dan na den eerst Ondergeteekenden gedwongen te hebpen tot het teekenen eener gerjeraale permisfie, om in alle Huizen en Stallen binnen de Stad temogen indringen ter bereiking van zyn oogmerk; — ondertusfchen moest de Magiftraat den gantfchen dac en avond op het Stadhuis blyven, om Biljetten van Inkwartiering aan particuliere Soldaaten en Officie^'^i terwylden eerst OndergeteekenD, ot aa ïn de pacht door het Gemeenlelvs met de blanke Sabels m de hand, in zyn huis tot het geeven van Billietten gedwongen wierd. Des anderen daags den a8ften February, om de ftreek van twaalf uuren, wierden de eerfte en tweede Ondergeteekenden op het onverwachst opgezocht, en gearresteerd', door den Commandant Custer! cp Jast van den Generaal Dumouriez, hun te kennen geeven de, dat zy om twee uuren naar de Cita. delle van Antwerpen vervoerd zouden worden, en zich van Rytuigen konden voorzien; wordende zy inmiddels ieder door twee Schildwachten bewaard. le gelyker tyd werd ook den derden Ondergetee. kenden, een Man van by de negen- en- zestig jaa. ren, in diervoegen gearresteerd. , . ° J De beide eerfte Ondergeteekenden zonden hierop ieder een Brief aan den Generaal Dumouriez, mee verzoek, om te mogen worden gehoord, immers en ten mmften, dat zy in hunne Huizen binnen de Stad gearrefteerd mogten blyven, hun leeven te pand ftellende, dat zy zich daar buiten niet begeeven zouden; dan hier op geen antwoord ontvangende, begaven zy zich, verzeld van hunne Schildwachten, in Perfoon naar den Generaal Du. mouriez; — aldaar vonden zy eenige Leden van het zoogenaamde Committé Revolutionaire 'der Bataaven, en onder anderen zekeren Blok, gewezen Secretaris der Edele Mogende Heeren Gecommit- teer-  het Gemeenelest der Vereenigde Nederlanden. 4.1 teerde Raaden van het Noorder-Kwartier, en de Nys, gewezen Majoor van hetVry-Corps te Wyk, welke hun zeiden, dat het Arrest niet om hunne Perfoonen in het particulier gefchiedde, maar om dat (dit waren hunne woorden, immers in fubltantie) die Schelm van een Stadhouder, die Tyran, op inftigatie van dien Schoelje den Raad-Penfionaris van de Spiecel, op zoo een ongehoorde wyze vier braave Patriotten, Mannen van groote meri* tes, Micou, Viixattes, Nobbe en Reepmaker, had doen arrefteeren en gevangèn hield: dat ai hec leed, het gene hun aangedaan zou worden, insgelyks aan de Ondergeteekenden zóu wedervaaren, en dat dezelven niet eerder zouden worden ontflagen, voor dat die vier Heeren in vryheid waren gefteld. Zynde voorts aan der gemelden Ondergeteekenden verzoek, om niet buiten de Stad vervoerd te worden, niet gedefereerd, maar hun flegts den tyd van één uur vergünd, om (zoo men zich uitdrukte) aan hunne Vrienden, den Stadhouder en zynen aanhang over het ontilag der gemelde vier Heeren te fchryven, en van hun geval kennis te geeven per Expresfe, aan Wien zy beloofden de noodige Paspoorten te zullen verleenen, doch aan welke beloften zy naderhand niet voldaan hebben. De^voornoemde Blok heeft ook nog by die gelegenheid aan den tweeden Ondergeteekenden, op deszeivs vraag, waarom men juist hem uitkoos? toegevoegd, dat dit gefchiedde, om dat men die genen nam, aan wien het meest gelegen was, en die vóór Prinsgezinden bekend waren, en dat het genoeg was, dat zyn naam Reigersman was, en dat men dit van Stad tot Stad zou doen; voorts (quajï) de Ondergeteekende verzekerende (gelyk ook de Commandant Cdster naderhand deed) dat zy te Antwerpen op de Citadel zouden hebben een goed Apartement, het gene reeds voor hun gereed was, en verder alles wat zy zouden beC 5 gee.  j|z Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk geeren, en dat, hun iets mankeerende, zy zich aar den Generaal de Makassó konden addresfeeren. Vervolgens werden op dien zelvden dag des middags ten drie uuren de drie eerfte Ondergeteekenden , onder escorte van twintig Husfaaren, over Zundert naar Antwerpen vervoerd; alwaar zy des Vrydags nademiddags om drie uuren aankwamen, zonder dien dag onder weg iets te hebben genut. tigd. Dan wel verre van daar te vinden een gefchikt Apartement, en een behoorlyk onthaal, werden zy gebracht in een onderaardsch Hok, dat zeer vochtig en tochtig was, waar in twee vuile Kribben, met morfige Stroozakken, en een ftinkende Deken geplaatst waren , zonder Stoel of Tafel; alleen voorzien van een klein Vengftertje boven aan het Verwulft, waar van de helft der negen kleine glaasjes kapot waren; dit Hok was bovendien vol Luizen en Ongedierte; en een vuile Tobbe, quafi tot een gemak gefchikt, veroirzaakte een ondraaglyke flank. — Geen Vuur of Licht werd hun gegund, en droog Brood, bet overfchot van voorige Gevangenen, en Water, werd hun tot voedzel gegeeven. Dit akelig verblyf, het gene op der Ondergeteekenden gezondheid wel dra een fchaadeiyken invloed had, en wel zoodanig, dat de eerst Ondergeteekende reeds des anderen daags door een fterke Koorts overvallen, den derden dag een merke* lyke zwelling der voeten ontwaar wierd, duurde alzoo tot Maandag avond den 4den Maart, alleen met dit onderfcheid, dat men hun, op hun aanhoudend verzoek eerst des Saturdags avonds ten hun. nen kosten wat Soup liet brengen, en als toen permitteerde Licht te hebben, en opene Brieven naar hun Vaderland te fchryven : dan op voorfz. 4den Maart werden zy Ondergeteekenden des avonds ten 7 uuren, overgebracht, in het Huis van den Commandant op twee Bovenvertrekken, voorzien van de vuilfte en flegtfte Meubelen, niet ongelyk aaa die» welke in onze Corps de Guardes gebruikt wor-  hei Gemeevehest der Fereenigds Nederlanden. 43- worden. — Hunne Slaapplaatfen beftonden in morfige Kribben, voorzien van het flegte foort vad Matrasfen, Laakens van het allergroffte foorc van Linnen, zoo als men tot Koornzakken gebruikt, en van de allermorfigfte Dekens; op haa eigen kosten hadden zy hier Vuur en Licht, doch waren genoodzaakt tot Doodige zuivering fervile dienften te doen. — Het Eeten, dat bun dooreen Waalin, op het Kasteel woonende bezorgd wierd, was allerilegts en dégoutant, zynde het zelvs eens gebeurd, dat hun een Kat, op de wyze van een Konyn geprepareerd, is voorgezet geworden. Tot dus verre trof dit lot de drie eerfte Ondergeteekenden. Dan des avonds van den loden Maart arriveerden op het voorfz. Kasteel te Antwerpen , den vierden en vyfden Ondergeteekenden, die, na dat aan het Huis van den vierden Ondergeteekenden des avonds van den 8ften Maart nog een Soupé en Logement was geëischt door voornaame Officieren, waar onder zich zekeren Mansfeld , zich noemende Aide de Camp van den Generaal Dümooriez be. vond met byvoegiDg van zyne Huisvrouw, zeggende te weeten, dat men aan dat Huis gewoon was die dag te vieren, als nu daar ook eens gebruik van wilden maaken, om gelyke reden daags te vooren te Geertruidenberg gearresteerd waren, en welker gevangenneeming zich in dezer voegen heeft toegedraagen: Naamelyk des voormiddags kwamen onder fchyn van vriendfchap by den vierden Ondergeteekenden aan Huis, eerst zekere Probsting , en vervolgens zekeren de Kok , beide Leden van het Qommitté Revolutionair der Bataaven , welke laatstgemelden, na dat zy beiden eenige ververfchingen genoomen hadden, declareerde, dat hy vierde Ondergeteekende gearrefteerd wierd, en aanftonds over Breda naar de Citadelle van Antwerpen vervoerd zoude worden, waar toe dan ook kort daar na een Detachement Husfaaren arriveerde meteen Rytuig, in het welk hy vierde Ondergeteekende, fchoon zeer zwaar aan het Podagra laboreerende, ■ '>'" " door  44 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk door gemelden de Kok gedwongen wierd zich te laten draagen, in tegenwoordigheid en onder het geJcerm van zyn Vrouw en Kind, het welk ten gevolge heefr gehad, dar zyne Huisvrouw in de hersfenen is getroubleerd geweest; terwyl de vyfde Ondergeteekeüde, die zich op het Stadhuis bevond, en pasfant wierd medegenoomen, zonder permisfie te kunnen verwerven, om daar van aan zyn Huis kennis te geeven, of eenige Kleederen of Ljnnen mede te neemen. Door het medelyden van den Commandant der Citadelle met den vierden Ondergeteekenden, die nog fterk aan het Podagra laboreerde; wierden zy vierde en vyfde Ondergeteekenden niet in het Hok geplaatst; maar meae op een Bovenvertrek gelogeerd , fchoon hy verklaarde tot het zelve geene prdre te hebben. De handelwyze echter ten aanzien van de gezamentlyke Ondergeteekenden, bleef op den zelvden èllendigen voet voortduuren: — geene verbetering was daar in te bekomen; dan alleen, dat zy door intercesfie van den Heere Louis Michel Gilles, woonachtig te Antwerpen, aan wien zy gerecommandeerd waren , eindelyk obtineerden de permis, fie, om met een Onder-Officier op het Plein der Citadelle, doch niet op de Wallen van dezelve, te mogen wandelen; als mede dat zy in de laatfte drie è vier dagen, hun Eeten tot hunne groote kosten, uit een Auberge van de Stad mogten laten komen. Dit duurde alzoo tot Saturdag den ?3ften Maart, wanneer hun door den Commandant wierd aangezegd, dat zy zich moesten gereed maaken, om des anderen daags naar Rysfel te vertrekken, uit hoofden, dat de Vyand naderde en het Kasteel wel eens gebombardeerd konde worden; geevende te gelyk te kennen, dat de Franfchen van hun project, om verder in Holland door te dringen afzagen, dewyl de Bataaven hun" hadden bedroogen, met hun te verzekeren: dat wanneer zy zich Hechts aan de Moer-  het Gemenebest der Vereenigde Nederlanden. 45 Moerdyk vertoonden, de Revolutie in Holland klaar zou zyn. Deze aanzegging van den Commandant verwek, te ond'ertusfchen by de Ondergeteekenden geene geringe ontfteltenis, aangezien zy te vooren gewaarfchouwd waren, dat ingeval zy verder op naar Rysfel gevoerd wierden, hun leeven 'er mede gemoeid zou zyn, gelyk omtrent de Gyzelaars van Brusfel te Valenciennes gebleeken was; — en deze ontfteltenis moest natuurlyker wyze vermeer» deren, daar der Ondergeteekendens gedaane follicitatien, om op de Citadelle te verblyven, t'eenemaal vruchteloos afliep, en door de voorfpraak van hunnen bovengemelden Vriend niets anders hadde kunnen worden geëffectueerd, dan dat zy mee nog vier andere Gevangenen, waar onder zich drie Officieren van de Franfche Husfaaren bevonden, in drie, in plaats van in twee Fiacres vervoerd zouden worden. De Ondergeteekenden wierden dan des anderen daags 's morgens ten negen uuren, aldus in gemelde Rytuigen onder escorte van Volontairen , gebracht naar het Huis van den Generaal de Marassó, edoch naar een geruimen tyd aldaar vertoefd te hebben, werden zy terug gezonden naar de Citadelle, om dat de escorte te Paard niet in gereedheid was» Aldaar bleeven zy, zonder eenig voedzel dan wat Brood te gebruiken, tot twee uuren des namiddags, wanneer zy wederom op gelyke wyze als 's morgens, vervoerd wierden onder escorte van eenige dronkene Kavalleristen, die hun zelvs niet permitteerden de Glaafen der Rytuigen neder te laten, en met de Sabel de dood dreigden aan den genen, die zyn Hoofd buiten het Portier dorst fteeken; doch by de Schelde gekomen zynde, om over te vaaren, was Vr uit hoofde van de menigte Soldaaten, Paarden, Rytuigen en Kanonnen, geen roooglykheid, om over te komen, en de Ondergeteekenden werden derhalven alzoo dei> avonds, na dat het reeds donker geworden was, naar de Cita-  46 Nieuwe Verzameling van Stukkent betrekkelyk Citadelle terug gebracht; gelyk ook de gemelde vier Gevangenen, waar door zy genoodzaakt wierden, gedeeltelyk op planken te flaapen. Den volgenden morgen, zynde geweest Maandag den 25ften Maart ten negen uuren, wierden de Ondergeteekenden met de gemelde vier Gevangenét! ■wederom, edoch te voet onder escorte van Volontairen vervoerd, wordende hun alleen een Kar voor hunne Bagagie, en een Post-Chaife van den Commandant, welke te Valenciennes wezen moest , tot gebruik van de twee oudfte Heeren mede gegeeven; hier mede kwamen zy al wederom op dezelvde plaats, en moesten als des avonds te vooten, om dezelvde reden tot den middag in weêr en wind op ftraat blyven (laan, onder een geduurig fchelden en bedreigen van Franfche Soldaaten, met de woorden van d'Ariftocrates, il faut ■les pendre, tuer, masfacrer &c. Óndertusfchen verkregen zy van den Officier der escorte, dat de twee eerfte Ondergeteekenden -geëscorteerd, zich naar den Generaal ote Marassé -mogten begeeven, van Wien zy verzochten, dat zy niet mogten worden vervoerd, maar op de Citadel terug gebracht, en dat hun die gunst mogt Worden 'bewezen, om liever aldaar hun leeven door desBomben te verliezen, dan om door de Woede van het Gemeen op den weg naar Rysfel daar van beroofd te worden. Dit obtineerden zy ook fby eene fchriftelyke or dre van den Generaal. — Dan dit hun genoegen was van zeer korten duur. — De 'Officieren der Husfaaren, wier wensch was, zoo fpoedig mooglyk naar Frankryk te komen, over deze vergunning zeer te onvreden, vervoegden zich by gemelden Generaal, en wisten van denzelven te .verkrygen eene mondelinge ordre, dat de Ondergeteekenden Zooifpoedig mooglyk te voet, en met achterlating van alle hunne Pakkagie zich moesten laten over.zetten, en voort marcheeren. J^iet weinig ontzettend was deze tydiog dat de Ordre geteekend was, dat zy des anderen 'daags leegs lyfs en te voet, met achterlating vaa i alle Bagagie, die zy in de Stad konden plaatfen, < van de Citadelle af naar Rysfel moesten gaan; wor. dende hun alleen gepermitteerd, een Pak, zoo ( groot zy het draagen konden, te mogen mede neemen, (*) 2le de Bylagen achter deze Memorie geplaatst.  48 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk men, zonder dat zy konden obtineeren, om daar toe andere Perfoonen ten hunnen kosten te mogen gebruiken. —- Die Pakken zyn ook reeds door hun gemaakt geworden, en zy verzonden hunne Koffers naar de Stad, met de grootfte fchrik en aandoening het laatfte oogenblik afwachtende, waar op zy ftonden te worden weggevoerd. In dezen bitterlyken benaauwden toeftand brachten zy den gantfehen dag van den 26ften door, zonder iets nader te verneemen; terwyl des middags op het Kasteel alarm geflagen wierd, en 'er eene Actie tusfehen de Oostenrykfchen en Franfchen digt by de Citadelle, waar van Kanonfchooten gedaan wierden, voorviel. Des anderen daags 's morgens vroeg, zynde Woensdag den 27ften Maart, hoorden zy, dat 'er een Trompetter in de Stad was binnen geweest. —Dit deed hun eenige hoop opvatten, dat'er eene Capitulatie plaats zou hebben, waarin zy mogten begrepen zyn. Zy lieten dus hunnen Vriend verzoeken, om zich daar op te willen informeeren. — Dan, hoe vervloog deze flaauwe hoop ten eenemaal, wanneer dezelve van den Heere Werbrouck vergezeld, hun de tyding bracht, dat wel de Stad en het Kasteel gecapituleerd hadden, doch dat zy 'er niet in begrepen waren; gelyk zy ook van den Commandant communicatie bekwamen, dat zy nu te voet achter de Armée vervoerd zouden worden. Deze Heeren intusfehen communiceerden aan de Ondergeteekenden een nader Plan, door hen met den Generaal de Marassó beraamd, daar in beftaande, dat zy aan den Heer Gilles zouden afgeeven eene acceptatie van een honderd veertig duizend Guldens Brabands Wisfelgeld , over zes maanden te betaalen. —— Dat dezelve als dan van verfcheide voornaame Inwoonders, die over der Ondergeteekenden ongelukkig lot met deernis bewoogen waren, en hun niet dan een gewisfen dood yoorfpelden. ten hunnen behoeven zouden aan- koo.  hit Gemenebest der Vtftttmgit jtfsiwfaritkito koopen Oljljgrjtien * door den. GerJSraal Böifott» aiEz, ten lasten der Franfche Natie te Ant.werpeu genegotieerd , we.lke Obligatiën aan gemöldeö Generaal de Marassó zouden worden ter hand ge» field} om onder, een Notaris te blyven berusten ij jot dat de Collonel Micou in vryheid gefield zor zyn» Dit Plan ,had getheldec Generaal geaccepteerd. Dit Plan befchouwden des Ondergeteekendecs yriendén, als het eenigst middel om hen, (zo^ zy 't noemden) uit de handen van den Duivel te verlosfen. Dit Plan derhalven werd ook door de Oa~ dergeteekenden aangenoomen eh tot ftand gflbracht» „ , - - < I. - j Óp deze wyze bekwamen de Ohdergeteekende'b! hun ontfiag, en werden door den Heere .werïRoncK met zyn eige Equipagie des avonds last van de Citadelle afgehaald. , , . , _ . . Des anderen daags na dat zy een behoorlyk acquit van den Generaal,, benevens de benoodigde Paspoorten bekomen hadden, verlieten zy des middags om twee uuren de Stad Antwerpen 3 en keetden paar hun Vaderland terug.,, doch njet Jangs de ordinaire weg, uit, vreeze van nog acV Cerhaald, gemasfacreerd * of Wederom gevéngeji genoomen te worden» terwyl hun wierd asnglraadeo,..ge,eq oogenblik te vertoeven, daar men qp het woord en de belofte van zulk Volk* als de Franfchen zich tegenwoordig betoonden. zeer weinig ftaat kon maaken. j En waarlyk de ondervinding had dit ook aiti de Ondergeteekenden dvertüigend bevestigd 5 daar dg gefprekken .enconduites van dit Volk, hun ten klaarften had doen zien, dat zy allen eèrhted vooJ God eh Godsdienst ten eenemaal in zich, hadden uitgedooft; en in plaatfe van eerii'g ontzag voor het,Heilig Opperwezen te betpoöen» zich allerlei profaane en blaspheraeerende Vloeken Veroitlëof» den, met al wat Heilig is, openbaarlyk den fpot dryvende. — Tot een enkel Haaltje hief yitÜ lieg lh Deeë. D mik  Jo Nieuwe Verzameling van Stuiken, betrekktyk welk ook teffens ten Hotte dezer Memorie dienen zal, moeten de Ondergeteekenden hier by voegen, dat de Ongodsdienftigheid dezer Menfchen zoo verre ging, dat eens de eerfte, tweede, en vyfde Ondergeteekenden door één der gevangen zittende Volontairen, wyzende op een houten Kruisje, publyk hebben hooren zeggen: Voila le Crucifix, auquel ce de Jefus Chrijl a été pendu par Ponce Pilate. Tot welken trap van Godloosheid moet men geklommen zyn, om zulke God-ontcerende taal uit te braaken. Zie daar Hoog Mogende Heeren! een oncpgefmukt en met de waarheid alleszins overeenkomftig detail van de noodlottige omftandigheden , welke aan de Ondergeteekenden zyn te beurt gevallen. Zy houden zich ten vollen verzekerd, dat U Hoog Mogenden niet alleen met verontwaardigiog zullen befchouwen de onrechtvaardigheid van zulke grievende mishandelingen, maar ook aan den anderen kant met een gepast medelyden zullen vervuld zyn over het beklaagenswaardig lot, dat de Ondergeteekenden geduurende zoo veele weeken in eenen akeligen Kerker , onder het lyden van allerlei gebrek, en het uitftaan van onophoudelyke fchrikken, hebben moeten doorftaan. En is deze ten teeken der waarheid door de ge» zamentlyke Ondergeteekenden, op den ééd by den aanvang hunner Bedieningen gedaan, eigenhandig onderfchreeven in 's Gravenhaage den 5 AP"l 1793. (was geteekend~) G. J. TARRéE. A. G. van Dcorn. A. Reigersman. D. Ruyssenaers. L. Fels. B Y.  fef Gemeembest der Fereenigde Nederlanden, $t B Y L A G E N. No. i. Le Sousfigné Général en Chef des Armies ËrasU qoifes du Departement duNord, déclare d'avoir repu, pour tampte de la Nation Frar.coife, des mains des Cftoyens Werbrouck £f Compagnie, Negociants de cetté Ville, la fomme de douze cent mille ftorins Argtnt de Change de Brabant en efpeces fonnantes & dont la, prefente Jervira de quittance abfolue, fans en devoir produire d'aw.re £•? celapar forme deprêt, dont le Sous~ Jigné declare fcf promet par cette, d'en faire le rem», bourfement an plus tard dans le courant du mois de Septembre de la préfente annêe aux dits Wërbrouck fcf Compagnie d leur Bureau en cette Fille, en même monnoye £f ausfi en efpeces fonnantes, & en outre d'en payer un interêt a raifon de cinq pour cent ar« gent pour argent par an, a rate du'temps, prenant cours ce jourd'hui date de cette, qui continuera jusqu'au dit rembourfemcnt ejfetlif; pour afurance de tout ce que de desfus, le Sousfigné tant enfon propre norm qu'au nom de la dite Nation Franpife, cbligg 6? affec<* te nonfeulement faPerfonne fc? biens préfents'ef futurs* mais generalemetit la dite Nation Frangoife^ confenttmt Ie Sousfigné, que les dits Werbrouck ö? Compagnie Negociant en aivifsnt la dite fomme en telles parties ÊP è telles Perfonnes qiïils jugeront convenir , Jbii fur nom, foit en blanc au porteur; &p pour qu'il confls que lesdits Werbrouck Compagnie n'auront pas Nègó~ ciées des parties au dela dite fomme de douze cent miU le flonrts Argent de Change de Brabant, le Sousfigné au* thorife le Lieutenant Général MARAssé d contrefigner toutes les parties que les dits Werbrouck 6? Compagnie auront negoctées; a, qudles Contrefignatures, 'le Soii'fignê promet d'ajouter toujmrs pleine foi & cro'iance, ti * (Geteeksnd) MARASsé.  het Gemeenebest der Vereenigie Nederlanden. 57 No. 100. Eerfte Declaratie van den Prins van Saxen. Coburg, Generaal en Chef der Legers van zyne Majefteit den Keizer en van hét Keizerryk, aan de Franfchen, waar by onder anderen betuigd, met den Generaal Dumouriez te züllen medewerken, ton van de regeeringloosheid en onheilen die Frank* ryk verfcheuren een einde trachten te maaken, met daar aan het geluk van eene Conftitutiè en van eene •wyze en wel gevestigde Regeering te bezorgen. Ist dato, den 5 April 1793; • (üit het Fransen) Aan de Fransche Natie! De Generaal en Chef Dumouriez heeft iny zyne Declaratie aan de Franfche Natie medegedeeld. Ik vinde 'er vplleedig de gevoelens en grondbeginzelen van een deugdzaam Man in gekenfehetst, die óprechtelyk zyn Vaderland bemind, en aan de regeejingloosheid en rampen die het zelve vernielen» een einde tracht te maaken, met aan het zelve een verftandige en vaste Conftitutiè en Regeeringsbeftier te bezorgen. Ik weet, dat zulks de eenpaarige wensch is van alle de Souvereinen, die om woelzieke Dryvers te keer te gaan, tegens Frankryk de Wapenen hebben opgevat,' en inzonderheid die van zyne Majefteit den Keizer en den Pruislifchen Monarch. Nog heden vervult met achting voor het geheel van eene zoo uitgebreide en edelmoedige Natie, by wien de onwankelbaare grondbegiazelen van rechtvaardigheid en eer voortyds"geheiligd waren, aleer door geweld van aanflagen, omkeeringen en beguichelingen, men het zoo verre gebracht heeft, om 'er dat gedeelte van te verleiden en van af te doen dwaalen, die, onder het masker van mensen. Bevendheiden patriotismus» niet anders fpréektdan van moorden en van dolken; ik weet ook dat het de wénsch is, van alhetgene'ereerlyk, verftandig, sa deugdzaam in Frankryk huisvest. Ten diepften ... • • Dj ge-  j8 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk getroffen door die groote waarheden, en niets anders verlangende dan de voorfpoed en de roem van een Land door zoo menigvuldige folteringen en ongelukken geteisterd, verklaare ik door de tegenswoordige Proclamatie ; „ dat ik met alle de „ machten die my toevertrouwd zyn, de edelmoe„ dige en weldoenende inzichten van den Generaal „ en Chef Dumoüriez en zyn braave Leger zal », onderfchraagen en behulpzaam zyn." Daar te boven verklaar ik, dat daar wy nog onlangs en op herhaalde maaien, als dappere, onvertzaagde, en edelmoedige Vyanden tegens malkanderen gevogten hebben, indien de Generaal Dumouriez zulks van my vordert, een gedeelte van myne Troepes, ja myn geheele Leger by de Franfche Armée zal voegen, om als Vrienden en Wapecgenooten zamen te werken , die waardig zyn zich onderling achting toe te draagen, aan Frankryk haaren Con* ilitutioneelen Koning weder te geeven, benevens de Conftitutiè die zy voor zich bepaald had, en gevolgelyk de middelen om haar te verbeteren, indien de Natie haar onvolkomen mogte vinden; en dus in Frankryk, zoo wel als in 't overige van Europa, de vrede, het vertrouwen en het geluk te herftellen. Ik verklaare ingevolge hier van op myn woord van eer , „ dat ik geenszins op het Franfche „ Grondgebied zal komen om *er conquesten te „ maaken , maar enkel en eeniglyk tot bereiking ,, van de bovengemelde inzichten," Ook verklaare ik op myn woord van eer, „ dat byaldien de „ Militaire operatien mogten vorderen , dat de s, een of andere fterke Vesting aan myne Troepes „ wierd overgegeeven, ik die nimmer anders zal ,, aanmerken dan een geheiligd onderpand, en „ verbinde my op de allernadrukkelykfte en duide„ lykfte wyze, om die weder terug te geeven, zoo dra ,, het Regeeringsbeftier, dat in Frankryk zal bepaald ,, worden, of wel de dappere Generaal met wien ik ge„ meenfckappelyk handele, zulks zullen eisfchen." Ik verklaar eindelyk ten flotte, dat ik de allerftreng- fte  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 59 fte beveelen zal geeven, en de krachtdaadigfte en meest gefchiktfte maatregelen by der hand neemen, ten einde myne Troepes geen de minfte excesfen pleegen, zich geen het minfte geweld of afpersfing inwilligen, overal de Perfoonen en Eigendommen op het Franfche Territoir eerbiedigende, en dat wie ook van myn onderhebbend Leger myne beveelen zoude durven tegengaan, terlïond mee de fchanaelvkile dood zal geftraft worden. Gegeeven id myn Generaale Kwartier van Mons, den 5 April 1793. (Gaeskend) De Prics van Coburg. No. roi Tweede Declaratie van den Prin: van Saxen Coburg, Generaal en Q ief der Legers van zy e Majefttit den K-izer m van het Keizxryk aan de F de Vereenigde Mogenheden en Frankryk plaats heeft, van nu af aan wederom ongelukkig herfleld is. In dato den 9 April 1793. (Uit het Fransch) De Declaratie die ik op den 5 April 1793 uit myn Kwartier Generaal van Mons gegeeven hebbe, vericrekt tot een openbaar getuigenis, van de perfoneele gevoelens die my bezielen , ten einde zoo dra mooglyk de kalmte en rust in Europa te herftellen. In het zelve heb ik op een openharti. geen gulle wyze, myn byzonder verlangen doen blyken, om de Franfche Natie een verlrandig en duurzaam Regeeringsbellier te verzorgen, 't welk op de onwrikbaare grondvesten van rechtvaardigheid  6o Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk heid en menschlieveDdheid gefticht zynde, aan Europa de vrede en aan Frankryk befteudig geluk zoude verfchaffen. Daar nu de uitkomften van die Declaratie zich zoo rechtfireeks aankanten, tegens de uitwerkzelen dien zy hadden dienen voort te brengen, en die het bewys maar in te helder daglicht Hellen, dat de gevoelens welke dezelve hebben ingeboezemd, miskend zyn geworden, blyft 'er my geen andere weg open als die in derzelver gantfche uitgeftrektheid te herroepen; en ftellig te verklaaren: dat de Staat van Oorlog welke „ tusfchen het Hof van Weenen, de Vereenigde „ Mogenheden en Frankryk plaats vind, van dit „ tydftip af aan, ongelukkig wederom herfteld is." "Ik ben dus in de noodzaakïykheid gebracht, door de onweerftaanbaare omftandigheden, welke door Mt nfcheq in een afgrond van misdry ven ais verzonken, halfterrig aankleevep, ten einde de omkeering en het ongeluk van hun Vaderland te bewer"ken, om volkomen myn voorfchreeyen Declaratie in te trekken en te vernietigen, en mits dezen te doen weeten, dat die doodlyke Staat van Oorlog herfteld zynde , ik de noodige beveelen heb gegeeven, om de concert rnet de verbondene Mogenheden, met all.e die kracht en klem te bandelen, waar toe zegevierende Legers in ftaat zyn. Het verbrëeken van den Wapen-ftiiftand is de eerfie vyandelyke ftap die my de noodlottige" vereeniging der gebeurtenisfen gedrongen heeft werkftellig te maaken. Daar zal dus van myn eerfte Declaratie niet meer in ftand blyven, dan de onfghendbaare verbindtenis, die ik hier met vermaak vernieuwe, dat naamelyk de allergeftrengfte Krygstucht op het Franfche Rechtsgebied door myne Troepes zal in acht genoomen en gehandhaafd worden; terwyl men alle overtreeding dienaangaande, niet de uiterfte ftrcngheid zal ftraffen. De oprechtheid en goede trouw die ten allen tyde de dryfveer rnyner daaden is geweest, verplichten my om aaa dit nieuwe Addres aan 4e Fran. 'fche  het Gtmeenebest der Vereenigde Nederlanden. 6t i Me Natie alle mooglvke publiciteit te geeven, om geen de minfte twyffel ten aanzien der gevolgen |:i over ce laten die 'er uit zouden kunnen voortvloeit )CGegeeven in myn Hoofd-Kwartier te Mons* den 9 April l?93' (jGeteekend) Prins van Coburg. No. 102. Publicatie van de Ed. Achtbaars Raad der Stad Maastricht betrekkelyk de zoogenaamde Franfche Patrioitifche Kroonjtukken. In dato den S April 1793- De Edele Achtbaare Raad verfcheide klachten hebbende ontvangen, aangaande de belemmering ia den Koophandel, binnen deze Stad ontftaande, door dien verfcheide Perfoonen weigeren in betaaling te ontvangen de zoogenaamde Franfche Patriottifche Kroonftukken, en dezelve, door die van het Züverfmeden Ambacht hebbende laten nauwkeurig examineeren en toucheeren, met dit effe&, dat de. zelve bevonden zyn te houden dezelve intrinilque waarde, en ook ruim gelyk te zyn in gewigt aan de oudere Franfche Kroonen van Lüdovicus den vyftienden en zestienden; heeft goedgevonden de voorfz. Franfche Patriottifche Kroonftukken en halve , op welkers eene zyde het Borstbeeld van wylen zyne Allerchristelykfte Majefteit Lüdovicus den zestienden afgebeeld ftaat, binnen deze Stad cours te geeven, zoo als in andere omliggende Steden en Landen gefchied, en op den voet e'n waarde als de ou> dere Franfche Kroonftukken, waar na vervolgens ieder een zich zich zal hebben te reguleeren. _ Aldus gedaan in onze ordinaire Maaodagfche Vergadering, den 8 ^pril 1793- 4ïo<  ëz Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk No. 103. Proclamatie van de Nctionaale Conventie aan het Belgifche Leger, ter gelegenheid van het overleveren der Commisfarisfen van gemelde Con* ventie benevens den Generaal BeurjsüNville, in handen van de Oostenrykers. (Uit het Fransen) De Nationaale Conventie aan het Belgische Leger! Dümoüriez heeft zyn Vaderland verraaden, die Zamenzweerder onder wiens bevel uwlieder dapperheid eerlang overwinningen behaalde, waar van hy aan zich zei ven de roem toefchreef, zoekt heden niet anders dan om u nederlaagen te doen ondergaan; ten einde 'er uw de fchande van toe te fchryven. Hy tracht om tegens de Vryheid de Wapenen te wenden , die gy niet anders dan tot verwee. ring van de dwingelandy had opgevat. Gy Fran. schen, uw Vaderland bedreigen I Gy tegens uwe Vrienden, uwe Broeders, uwe Vrouwen en uwe Kinderen optrekken! Neen, gy zyt niet bekwaam tot de allerfnoodfte der misdryven! de Soldaatee van de Vryheid zyn niet eensklaps de verachtelyke medeplichtigen van eenen Staatkundigen Schelm geworden. En ach! is het niet op de ftem van het in gevaar zynde Vaderland, dat gy zyt uitgetrokken en overwonnen hebt ? Is het nog niet dat zelvde Va. derland, het welk uwe armen en uwe wapenen vordert? Haare geheiligde ftem zal zich in het diepst van uwe harten doen gevoelen; gy zult het geheu» gen vernieuwen van uwe overwinningen; en van yver branden om 'er nieuwe te behaalen. Dusdanig beoirdeeien uwlieden de Vertegenwoordigers van de Natie, van wiens ver: rou wenen achting gylieden in 't bezit zvt; zy kennen uwlieden beter dan den trouwloozen Chef, die uw bedriegt, ten einde uwlieden te onteeren f n in het verderf te fieepen; zyn vermetele hand heeft de Souoereiniteit van het  het Gemeenehest der Vereenigde Nederlanden. 63 het Volk gefchonden, met die van derzelver Vertegenwoordigers te doen vatten» die door de Nationaale Conventie aan uwlieden waren afgezonden. ; Zyn misdryf is openbaar, hy wil uw een Koning gee- j ven. Zyn naam is aan de eerloosheid gewyd, zyn hoofd tot het fchavot beftemd: wreekt uwen roem 1 en het Vaderland: levert den Verraader over: eene Burger-Kroon is de beloonende prys dien uw ver« ' wacht. Fransche Soldaaten! indien het mooglyk koste i zyn, dat 'er onder uwlieden mannen konden gevonden, i worden, die niet getrouw bleeven door den affchuw welke het verraad inboefemt, dat zy dan ten rainI ften leeren om het te zyn door de vrees voor de t ftraf. Gylieden zyt enkel dc voorhoede van de Na~ 1 tie: zy is in haar geheel achcer uw, gereed ftaande I om alle die genen welke geneigd zyn haar te dienen, l te befcherinen, en die die genen welke weerltres■ vig zouden durven zyn, met haaren blixem te ver: pletteren. De Verraader Dümoüriez heeft Parys ; gelasterd, om uw tegens die Stad welke de wieg en I bakermat van de Vryheid is en die ook moet onl derfchraagen, op te zetten" en in "t harnas te jaagen. I Parys is in rust, en waakt voor de veiligheid der 1 Voiks-vertegenwoordigers, eerbiedigd dc wetten, : is bereid om haare Republikeinfihe Legerbenden te I doen aanrukken 1 Hy heeft uwlieden de Nationaale I Conventie willen doen befchouwen als in twee faÜün I verdeeld; hy heeft gebruik gemaakt van eenige deI batten, die de brandende liefde voor de Vryheid die 1 altoos achterdochtig is inzonderheid in tyden van ( beroertens, by Menfchen heeft moeten verwekken, 1 van wien de belangens van een groot Volk zyn toei vertrouwd. Republiktinfche Soldaaten! het is eene l trouwloosheid van zynentwegen, ten einde uwlieden tot blinde werktuigen te maaken van de vernis* . tiging der Conventie en der hertelling van de Koning. I lyke waardigheid. De Nationaale Conventie is een, 1 zoo als de Natie: zy zal de onverdeelbaarheid vaa l de Republyk fchraagen; zy heeft zich rondsom de Stand-.  Cu Nieuwe Verzameling van Stukkin, bet-ekkhlyk Standaard der Vryheid (*J verzameld, zy zal die ?s het noodig in uwe gelederen draagen: zy doet een. ftemmig den ééd om met Vlieden te flerven, of de Zamenzweerders, de. Dwingelanden en alle derzelver aanhangers uit te roeijen en te verdelgen. No. 104. Misfive van de Heeren Leqüinio, Cochon en Bellegarde, als Commisfarisfen van de Na* tionaale Conventie, aan den Prins van SaxbnCoeorg , betrekkelyk de Declaratie van den Gent. raai Dümoüriez aan de Franfche Natie, van den 2 April 1703 (f> In dato den 11 April 179^ (Uit het Fransen) Myn Heer! Ddmoürïez heeft de Franfche Natie verraaden, aai (*) Het woord Orifiamme dat in 't Fransen,ftaat, .heb ik niet beter weeten uit te drukken als door Standaard. Orifiamme noemde men in Frankryk oudtyds zekere Vaan pt Standaard welke in de Abdye van St.Denys wisxA bewaard, en daar niet van daan gevoerd dan by gelegenheid van eenige voornaame expeditie; die welke denzelven afhaalde, moest in handen van den Abt van Si. Denys zweeren, dat hy die ten kóste van zyn ieeven zoude befcherinen. Doorgaans wierd die voor de Perfoon van den Kdning of wel het Legerhoofd gedragen. Zy wierd niet dan alleen in bélangryke gelegenheden te voorfehyn gebracht, zoo als in den Oorlog tegens de Saraceenen. Mön wil dat deze Vaan in de Veldflag van Rosbec, waar in Koning KArel deN vyfdén eene grootë overwinning op de Vlamingers behaalde, wegraakte; dit viel voor in 't jaar 1382, de gefchiedenis maakt 'er federt. die tyd geen het fliinfte gewag meer af. Zie Fuketiere DiSionaire üniverfel. Art. Oriflamme,; en over de afleiding van dit woord, pu Fresne du Cange Glosfaritim ad. Scriptores media £f infimai Latinitatis, in voc. Auriflamma. (f) Zie dit Stuk in het /. Deel van déze Niéuwe Verzi üuling, tl. 214.'  ■-. het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 65 aan dewelke hy zyne geheele grootheid verfchuldigd was , gy kunt geene achting voor een Verraader hebben: de oprechtheid verbiedt, om hem eene fchuilplaats te geeven; en gy had de Leden van de Conventie, die hy u heeft overgeleverd, niet moeten ontvangen: de Franfchen zouden die genen van uwe Natie verfoeid hebben, die zulk een laagheid zouden begaan hebben, en zouden uwe Gyzelaars terug gezonden hebben, die het recht der Volkeren verbiedt, in foortgelyke gevallen aan te neemen. Wy zenden u de eKemplaaren van de Decreeten der Conventie, by die gelegenheid gegeeven , en wy voegen 'er de onderfcheidene Proclamatien by, die wy in het Leger gedaan hebben. Een braaf Generaal en een vriend van de eere, moet het gedrag kennen, dat de rechtvaardigheid voor. fchryft; en wy verzekeren u: „ dat de Franfche Na„ tie geheel zal omkomen, of dat zy vry zal zyn." (was geteekend) Leqüinio. Cochon. Bellegarde. No. 105. Antwoord op vooiflaande Misfive van de Commisfarisfen der Nationaale Conventie, door den Prins van Saxen-Coburg. In dato den 11 April 1793* (Uit het Fransch) Myne Heers n1 Ik heb den Generaal Dümoüriez niet als een Verraader aangemerkt: hy heeft by ons nimmer als van het geluk van zyn Vaderland gefprooken: het is op dezen achtingswaardiger grondflag,dat zyne onderneeming gevestigd is; het is na die gedaane gelofte dat ik hem hebbe ontvangen, en na dewelke gy hem beoirdeelen moest. Gy zyt met elkander verfchillende van gedachten: zie daar zyn geheele misdaad: zyne grondbeginzelen riepen hem tot die Conftitutiè terug, die uwen afgod was; hy zag 'er het geluk II. Deel. E van  65 Nieüv/e Verzameling van Stukken, betrekkelyk van Frankryk en de rust van Europa in. Ook behelst zulk* nists, dat waardig is, oqi hem aan de eerloos» Jueid en den dood der booswichten over te geeven: 7 heeft nimmer verftandhouding met ons gehad; in wy hebben tegen elkander gevochten op eene wyze, om het tegendeel van alle verftandhouding te kunnen bewyzen. Gy befchuldigd hem in uwe Proclamacien, van zyn Vaderland te hebben willen overgeeven: de eerfte voorwaarde , zoo dra men die onderzocht heeft, was, dat hy» en de Generaals, die hem gevolgd zyn, plechtiglyk vastgefteld hebben: „ dat zy nooit zouden toeftaan, dat andere Mogen^ „ heden zich met de binnenlandfche organifatie van „ uwe beftiering zouden bemoeijes, of dat men de „ oprechtigheid en billykheid van Frankryk zoude ,, aantasten:" zy hebben federt dien tyd niet gewankeld. Wat de vier Commisfarisfen van de Conventie betreft, hun noodlot is in uwe handen. Ik appelleer tegen alle die geweldige, tyrannike en driftige beiluiten van eenige Leden uwer Vergadering, voor die genen die nog onder u hun Vaderland beminnen. Mogten zy het middel vinden om deftuiptrekkipgen, die Frankryk van een rytep. en die geheel Europa beroeren, te doen ophoudenï Dit Is myn wensch zoo wel als de uwe. (was get.) Coburg. No. 106. Antwoord op bovengaande Misfive van den Prins van Saxrn-Coburg door de Commisfarisfen der N&tionaale Conventie van Frankryk, DuboisDubay en Briet. In dato den 12 April 1793. (Uit het Fransen) Generaal! De Gedeputeerde Burgers aan wien gy uwen Brief van gisteren hebt geaddresfeerd, zyn reeds van Valenciennes vertrokken; wy vervullen aldaar hunne plaats: wy deelen in dezelvde gevoelens, wy hebben de»  het Gemetnebest der Vereenigds NederImltiu 6? dezelvde plichten te vervullen, wy hebben dezelvde ééden te onderfteunen, en wy hebben het zelvde gezag in handen dat voortvloeit uit de Nationaale Volksvertegenwoordiging van het Franfche Gemee. nebest. Wy ftemmen daar in met uw overeen, i Generaal, dat in gevoelen te verfchillen geene misdaad is, want de wettige misdaad is niet betrek* kelyk dan tot daaden. Ook is het enkel ingevolge vóór het oog van alle Volkeren en die van uw zei» ven gepleegde fchuldigeenftrafwaardigemisdryven, dat Dümoüriez als een Verraader is erkend. Mee zyn Vaderland op eene voordeelige wyze te behouden, en voor haar te fterven indien zulks verejschï wierd, had by zich met eeuwigduurenden roem bedekt. Nu heeft hy zich tot in het laatfte nagedacht tnet fchande overlaaden, met te zoeken het zelve i te verderven. —- Hy beging zelvs een groote misdaad, enkel met zyne wil te willen ftellen in de plaats van die van zyn Vaderland, om daar aan zeiven een Regeeringsbeiïuur te geeven van welk een aart die ook mogte zyn: de wil van een Leger* Bevelhebber aangekant tegens het wettig gezag, al was die zelvs goed, is een vernieling van alle grond beginzelen, een attentaat tegens de Nationaa* le Souvereiniteit. Maar wat heeft Dümoüriez ia zyn fchild gevoerd? al dat gene ons onverzoenlykfte Vyanden hebben getracht uit te werken: onze Legerbenden verleiden, die tegens hun Vaderland op te ftooken en aan te voeren, ons eenen nieuwen Dwingeland te geeven, zich met onze Vyanden «a« men te voegen ten einde zyne misdaadige voornee» mens ten uitvoer te brengen» Wat kost hy erger te werk ftellen ? De fchutdige la FayeTte , dien hy heeft veroirdeeld en aan de eerloosheid eoegewyd, had die wel zoo veel gedaan? Had hy geen trouw gezvoooren aan het Gemeenebest, en het vertrou* wen der Franfchen verkregen? Op die enkeldetytel, Generaal, maakt gy gebruik van Zyn trouw loosheid; maar gy houd hem niet voor onfchuldig. Gy fpreekt ons van die Conjtitutie, welke was, £ 2 zegt  68 1 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk zegt gy, onzen afgod: die Conftitutiè is in duigen ge» vallen door de fchuld zeiven van die genen welke 'er nu na zouden verlangen en ze toen ter tyd niet wilden hebben: zy kost van geen langen duur zyn, dewyl zy aan geen Volk voldeed, dat de volkomenfte Vryheid begeerde. De Natie heeft 'er een wreede proef van genoomen en die 'er haar voor altoos afkeerig van heeft gemaakt: zy heeft na de Gemeenebests-Regeeringsform verlangt; zy heeft die bezwooren; ook zal zy die onderfchraagen of zich onder derzelver puinhoopen begraaven. Valenciennes, (Geteekend) den 12 April 1793. Dobois-Dobay. Briet. No. 107. Refolutie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de Liefdegave gefchonken door de Sociëteit Standvastigheid, in 's Haage in den jaare 1786 opgericht. In dato den 12 April 1793. De Heer Raad-Penfionaris heeft aan Hun Ed. Mogenden gecommuniceerd, dat zyn Edele van de Leden der Sociëteit Standvastigheid (in den jaare 1786 alhier in den Haage opgericht) had ontvangen de navolgende Misfive: Hoog Edel Gestrengen Heer! Dankbaar te zyn voor genotene weldaaden, Wordt met recht voor een der wezenlykfte hoofddeugden van den Mensch gehouden; uit overtuiging van deze waarheid, hebben de Leden der Sociëteit Standvastigheid (in den jaare 1786 alhier in den Haage opgericht) een inzameling van Liefdegaven onder hen geopend, met dit gewenscht gevolg, dat zy thands in de gelegenheid zyn, ü öoog Ed. GeUren»  : het Gemeenebest der Fersenigds Nederlanden. Co ftrenge provifïoneel eene fomme van twaalf-hoa- derd Guldens te kunnen aanbieden. De gracieufe Refolutien, welken Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West- Friesland by het ontvangen der vrywillige giften \ van die genen die ons tot aanmoediging der braave i Militairen en tot onderfteuning van derzelver achi tergejaaten Vrouwen en Kinderen reeds zyn voorge; gaan, hebben gelieven te neemen, geeven ons eei ne gepaste vrymoedighejd te gelooven, dat ook i dit ons Dankoffer mede niet onaangenaam zal wei zen; en voor die braave Militairen, welke zich in 1 het verdeedigen van ons Vaderland, van onze Vry. I heid, van onzen Godsdienst en onze Bezittingen, ; zoo manmoedig hebben gedraagen, of tot zoodanige andere nuttige eindens als Hun Ed. Groot Mo\ genden na derzelver hooge wysheid zullen vinden te I behooren, zal worden geëmploijeerd. Wy verheugen ons, Hoog Edel Geftrenge Heer i eenmaal in de gelegenheid te zyn om aan onze Zin.fpreuk: Foor God, en Forst, en Folk bereid, ls d'Eer - leus van Standvastigheid, xe kunnen beantwoorden. Na over het lieve en dierbaar Vaderland in het gemeen en over ü Hoog Ed. Geftrenge Perfoon, en aanzienelyke Familie en gewichtige Ambts-Be.dieningen in het byzonder, Gods beftendigen zeigen te hebben afgefmeekt, hebben wy de eer met :de diepfte gevoelens van eerbied en hoogachting te zyn. a Hoog Edel Geftrenge Heer! Uw Hoog Edele Geftrenge onder, daanige en getrouwe Dienaaren, 's Haage, den De Leden der Burger-Maai- ii April 1793. fchappye Standvastigheid. En in derzelver Naam. (was get.) Paulus vün der Voorkn, Secretaris. E 3 Waar  70 Nieuws Verzameling van Stukken, betrekkelyk Waar op gedelibereerd zynde, is conform de quanficatie van tiun Edele Groot Mogenden by Hoogstderzelver Refolutie van den 27iten der gepasfeerde rnaaüd op Hun Ed. M°genden verleend, goedgevonden en verftaan te verklaaren, dat Hun Ed. Groot Mogenden tot een blyk van Hoogstderzelver genoegen over deze edelmoedige daad, dë voorfchreeven fom dankelyk accepteeren, en dat daar van , als een treffend voorbeeld van navolging jn de Couranten bekendmaaking zal worden gedaan. En zal Extract van deze Refolutie gegeeven worden aan de Leden van voorfz. Sociëteit; en is verders gerefolveerd dat hier van ter verdere voldoening van voorfz. Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 27ften der gepasfeerde maand, aan Hun Ed. Groot Mogenden by Hoogstderzelver eerfie byeeokomst zal worden kennis gegeeven. (Onder Jlond,) Accordeert met voorfz. Register. (was get.) G. B. Emants. No. 108. Bekendmaaking van wegens den Conful Generaai Hunner Hoog Mogenden de Heeren Staaten; Generaal der Vereenigde Nederlanden, te Trieste, betrekkelyk het afzenden van Koopwaaren uit de? Republyk naar de Levant. De opgekomen Oorlog tusfchen Frankryk en i Holland, mitsgaders de Vredebreuk van wegens; de Algerynfche Regeering, moeten noodwendig:; aanmerkelyke belemmeringen en vertraagingen veroirzaaken, in het afzenden van Koopwaaren der,. Republyk naar de Levant, het welk, gevoegd by/ de evenredige vermeerdering van Asfurantie-Pre-' mien, de vervoering van zaaken vafi waardye, zoo,: als, Rropgeryen, Speceryen, Lywaaten, Lakeiien v  hst Gemssnsbsst der Fêreenigde Nederlanden. 71 enz. al te langwylig en kostbaar maakt, om "niet een bepaald voordeel te zien in derzelver vervoering te Land naar Trieste, gelyk zulks door verfcheide Huizen met goeden uitflag, en ter hunner volkomen vergenoeging , geduurende den voor» gaanden Oorlog is gepradtifeerd. De vryheid van die Haven , alwaar belïendig Vaartuigen in laading liggen naar Salonica, Smirna, Conftantinopolen, en dikwyls voor Alexandriën , vereenigt op dit oogenblik het voordeel van genoegzaam nimmer gebrek te hebben aan Ve» netiaanfche en Ragufaanfche Schepen, welke voor het meerder gedeelte voor den Levantfchen Handel befiemd zyn, en de eenige onzydige Vlaggen der Middelandfche Zee opleveren, die ook in Vrede zyn met de Barbaryfche Regeeringen. Het Huis van F. £. J. Baraüx rjf Comp. te Trieste heeft de eere om aan de Heeren Kooplieden deszelvs dienst aan te bieden, ter verzending dier Koop-Goederen, zoo wel als voor de verdere zaaken, voor welke die Stad gefchikt is. Het voornoemde Huis vleit zich, dat deszélvs waarneeming het vertrouwen zal billyken, het welk men aan het zelve zal vergunnen, en dat dezelve zoodanig zyn zal, om zich de voortduuring der zaaken te doen gewinnen, welke door deszelvs bediening zullen zyn uitgevoerd. E 4. No.  72 Nieuws Verzameling van Stukken, betrekkelyk N°. 109. Mi >v Edele, Veste, Lieve, Byzondere! De openbaare aanval, welke het tegenswoordig beftuur in Frankryk zich veroirlooft op het lieve Vaderland te doen; heeft ons bedacht doen zyn» Dp de middelen, welke zullen kunr.en verhinderen de zending der zulken, wélde verraaderlyke oogmerken zouden mogen fovteren, en om hier inne jte flaagen, ordonneerde wy U Ed. Ambtshalven te Jirrefteeren alle Franfcie Reizigers die zich in U-. liwen Bedryve mogen bevinden, of in het vervolg mo-  Bo Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk mogen aankomen, en dezelve ca gedaan arrest daa« delyk herwaards in het Logement het Wagentie aan ons over te zenden} met informatien van het gene tot hun laste mogte zyn zoo doenlyk. Waar toe ons verlatende, beveelen wy U Ed. in de befchérminge van God Almachtig. Leeuwarden, den 4 Maart 1793. V Ed. Goede Vrienden, De Gedeputeerde Staaten van Friesland» Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. (was get.) H. H. van Wyckel. N°. lil. Aanfchryving van Hun Edele Mogenden de 1 Heeren Staaten van Friesland aan de Gerechten 1 van Grietenyen en Steden, waar by.het houden van I tnaandelykfche Bedestonden word bevolen. In dato v den 9 Maart 1793. u Edele, Veste, Lieve, Byzondere! Zoo zeer den Godsdienst een der voornaamfte i fteunzels van den Staat uitmaakt, Zoo zeer het oot- • moedig en eenpaarig Gebed den Grooten Beduur- ■ der der Weereld menigmaal de roede van zyn billyk ongenoegen over een zondig Land en Volk uit 1 handen nam, tot roem van zyn verfchoonende barmhartigheid; zoo zeer betaamt het ons, ten allen tyde, in voor- en tegenfpoedige dagen in den: Godsdienst ons heul, maar vooral om in het harte-i lyk en vereenigd Gebed onzen toevlucht te zoeken; j in zulke zorgelyke tyden, als waar in onzeRepu-;. blyk zich thands bevind. Daar dezelve aangedreigd en genaderd word door t Vyanden, die op onzen ondergang loeren, en wel-, ke door fchoonfchynende voorgeevens het noodlottig twist-vuur vau oneenigheid in ons midden zoeken: aan:  •het Gemeentbest der Vereenigde Nederlanden. 81 aan te ftooken, ter benadeeling van onze gezegende Conftitutiè, met welke (hoe onderfcheiden men denken moge) by een bedaard Vaderlander nimmer in vergelyk gebracht zal worden die Geest van losbandigheid, geweld enongodistery, die, waarde* zelve heerscht, zoo zeker de akeligfte toneelen van Jammer en Ellende aanvoerd, als wy zints Eeuwen reeds de henchelyke vruchten mogten plukken van een gezegend Staats-beftuur. Hangt doch het welgelukken van alle de maatregelen, die tot bloei en veiligheid van een Volk genoomen worden, alleen af van dien Goo, in wiens hand het lot der Natiën is, en moet die God op wien onze Vaderen hunne hoope fielden, nu ook onze, Neêrlands Goo zyn, zal het ons welgaan. Het is dan om deze redenen, dat wy goedgevonden hebben U Ed. door dezen aan te fchry ven , ten einde de noodige orders te ftellen tot het houden van maandelykfche Bedeftonden, die aanvang zullen neemen op Woensdag, die wezen zal den eoften dezer loopende maand, en voortaan om de vier weeken zullen gehouden worden, te beginnen ten negen uuren voor noen, en te eindigen binnen den tyd van één uur, om Goo Almachtig vuuriglyk te fmeeken, dat het Hem behaagen moge alle onze Voorrechten beftendig te maaken, en ons niet te ftraffén in zyn Toorn over de fteeds toeneemende zonden, waar door wy reeds voor lang zyne Zegeningen verbeurd en ons zyn heilig ongenoegen waardig gemaakt hebben, maar ons genadig te verfchoonen op grond zyner onverdiende Barmhartigheden , van alles wat tot nadeel van den Staat kan ftrekken, de wenken van zyn bilyk misnoegen aan aller harten te heiligen, zyne bezoekingen te roaatigen, en een ieder op zyne handelingen te doen merken; tot diepe vernedering en oprechte verbetering van een zondig Land en Volk. Dat het Hem vooral genadig behaagen moge onzen nood thands aan te zien, de aanflagen van alle onze Vyanden te verydelen, onze Krygslieden te II. Debl. F fter-  82 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk Üeir£e!V.om in verfouwen op hem manmoedig en heldhaftig te ftrydeo , de Wapenen van onzen ötaat te doen zegevieren, en de hulp onzer machtige en trouwe Geallieerden voorfoedig te maaken. Dat het Hem insgelyks behaagen moge deze Provintie m bet oyzonder te beveiligen, het vertrouwen op de macht en genade van den God onzer vadt,*en by allen in ftandvastige aankleeving van dec weg der deugd te vestigen, en de onderlinge eensgezindheid en goedwilligheid meer en meer te doen herleeven. Latende wy voorts de ordres omtrent het Bidden voor de Hooge Overheid dezer Landen onveranderd in haar geheel. En op dat deze Bedeftonden te algemeener en eerbiediger gehouden werden, gelasten wy ü Ed. dezen ten eerften iD Uwen Bedryve bekend te doen ma-iken ter gewoorer Plaatfen ; daar by ftridtelyk verbiedende, en met er daad op de bepaalde tyden' doende ophouden alle Handwerk en Neering, mitsgaders al het gene deze plechtige Godsdienst-oeffemr g eenigzms zoude kunnen ftooren of nadeelig zyn : en voorts van deze onze Aanfchryvinae fpoedig kennis te geeven aan de Leeraaren en Bedienaars des Goddelyken Woords, ten einde dezelven mee allen yver en getrouwheid hunne Gebeden naar den inhoud dezes mogen fchikken en inrichten. Waar toe ons verlatende, Edele, Veste, Lieve, Byzonderel Almacht" beveelen in de befchérminge van Go» Leeuwarden, den 9 Maart 1793. U Ed, Goede Vrienden, De Staaten van Friesland, C*u J- C. Bergsma, vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mogenden, (was get.) A. J. v. Sminia. No.  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 83 No. 112. Piakaat van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Friesland, tot vastjuMngt der Middelen. In dato den 16 Maart 1793. De Staaten van Friesland, allen den genen die dezen zullen zien of hooren leezen, falutl doen te weeten: Dat wy gezien ende geëxamineerd hebbende de Staaten van 's Lands Comptoiren, mitsgaders de Balance van 's Lands Middelen en Lasten, hebben goedgevonden en verftaan, zoo als wy goedvinden en verftaan by dezen, dat alle de Middelen, zoo van Contributie als Confumptie, die geduurende dit loopende jaar geheven worden, insgelyks geduurende het volgende, in te gaan met den eerften May 1793» en te eindigen met den laatften April 1794, zullen worden geheven , en de betaalinge daar van gedaan worden op die Provintiaale Comptoiren , op welke dezelve thands gefchied. Nademaal nu de Perfoneele en Reëele Goedfchattinge onder voorfchreeven Middelen mede begreepen zyn, zoo zal als voor dezen worden toegelaten in de Perfoneele te korten, 't gene zaJ aangetoond worden, in de Reëele betaald te zyn: en zullen ook die gene, welke zich over den aanflag in de Perfo» neele Cohieren mogten bezwaard vinden, wederom de vryheid hebben, om in Perfoon te compareeren, en zich onder ééde voor de fïeeren onze Gecommitteerden in het Mindergetal op den 27 en 28ftea Augustus dezes jaars te verminderen, ingevalle op vier duizend Guldens en daar boven ftaan aangeteekend, terwyl die gene, welke lager op dezelve Cohieren zyn aangeflagen, zich tot dat einde in Per. Joon moeten vervoegen by de Gerechten en Magi. ftraaten der Grietenyen en Steden, alwaar aangeteekend zyn, op zoodanige tyden, als daar toe by de. zelve zullen worden bepaald. En op dat niemand hier van onkundig zy, ofie eenige ignorantie voorwende, zal dit ons Piakaat F 2 alom-  84 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk albmme worden gepubliceerd en geaffigeerd * daar men gewoon is Publicatie en Affictie te doen. Aldus gerefolveerd en gearrefteerd op 't Land» fcbaps-Huis binnen Leeuwarden» den 16 Maart (was get.) P. A. Bergsma, vt. Ter Ordonnantie.van Hun Ed. Mogenden, (was get.) A. j. v. Smima. Ho, 113. Publicatie van de Regeering dek Stad Leeuwarden, -waar by aan alle de Kasteleins en Lege* I rnenthouders word geordonneerd, om de naamen en 1 Ïualiteiten van alle vreemde Perfoonen, buiten dt 'rovintie woonachtig zynde, dagelyks ter Secre- , tafiy aan tt geeven, In dato den 29 Maart 1793. Burgemeesteren, Schepenen, en Raaden der Stad I Leeuwarden, Ordonneeren by dezen alle Kasteleins 1 of Logementhouders in en onder de Jurisdictie vaa deze Stad, mitsgaders alle verdere Burgers en Inge* • zetenen , die vreemde Perfoonen voor Geld ten 1 hunnen Huize logeeren, of aan dezelve Huizen of Kamers verhuuren , om alle voor de middagen. . t tuslchen tien en elf uuren, ter Secretarye van deze Stad aan te geeven, de Naamen en Qualiteitea ■ van alle vreemde Perfoonen , buiten deze Provintie tej woonachtig zynde, welke dien morgen of den voo- ; rigen dag ten hunnen Huize zyn komen logeeren» met by voeging van de Plaats waar dezelve woonachtig en van waar dezelve gekomen zyn; en opiC geiyke wyze van derzelver vertrek, en van de ■ Plaats waar na toe dezelve gereisd zyn kennis te gee- >s ven. Alles op poene van zes Caroli-guldens voor < e'k Perfoon, die zy zullen hebben verzwegen, tCffl verbeuren, en daar te boven verbod van de Tap5 in», j  het Gemenebest der Vereenigde Nederlanden. 8y indien bevonden wordt dat in dezen verzwarende ; omftandigheden hebben plaats gehad. Aldus gearrefteerd ter Vergadering van de MagiI ftraat der Stad Leeuwarden, den 29 Maart • 793. (vos get.} F. Rinia v. Nauta, t% Ter Ordonnantie van Hun Ed. Achtbaarheden , (was get.) J. F. v. Sloterdyck. INo. 114. Aanfchrjving door Hun Ed. Mogenden dn Heeren Gedeputeerde Staaten van Friesland aan de Gerechten van de Grietenien en Steden, om in hunnen Bedryve de noodige ordres te ftellen, dat 0p den eerst bepaalden Bedeftond, den Alzegenaar teffens voor zyne nooit volpreezen Goedertierenheden 1 gedankt vorde. In dato den 11 April 1793. Edele. Veste, Lieve. ByzondereI Daar de nooit volpreezene Alzegenaar, als een feyzonder blyk Zyner Goedertierenheden, en welslce deze Republyk zoo dikwerf heeft mogen genieiten, aan ons Vaderland wederom zyne zichtbaare ahoede heeft gefchonken, en van deszelvs Grond•gebied, de op ons verderf toeleggende Vyand heeft jverwyderd; en hier door op ons eene plichtmaatige dankerkentenis gelegd heeft: Zoo is 't, dat wy U Ed, Ambtshaiven ordonneeren om in Uwen Bedryve de noodige ordres te ftejlen, dat op Woensdag den I7den April aanftaande, de Alzegenaar in mamieren als boven, voor deze zyne nooit volpreezene Goedertierenheden en Zegeningen, opentlyk werde gedankt, en zyné Zegen verder over de Wapenen van den Staat, als ook over die van deszelvs getrouwe Geallieerden en Bondgenooten plechtig aftgefmeekt worde: Terwyl de ordres by de Heeren Staaten onze Priocipaalen op het ftuk der maande-  8f5 Nieuwe Verzameling van Stukkeu, betrekkelyk Ivkfche Bedeftonden gefield, hier door in hun geheel worden gelaten. Waar toe ons verlatende, beveelen wy U Ed. is de befchérminge van God Almachtig. Leeuwarden, den n April 1793. U E. Goede Vrienden, De Gedeputeerde Staaten van Friesland. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mogenden. No. 115. Publicatie van de Regeering der Stad Leeu* var den, behelzende Ordonnantie van de Stads lm» post op het Zout. In dato den 12 April 1793. Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Leeuwarden, allen den genen die dezen zullen zien of hooren leezen, falut. Alzoo de Ordonnantie van de Stads Impost op het Zout, federt een lange reeks van jaaren bekend on- > der den naam van Zout Waag, door verloop van tyd en verandering van omftandigheden, in der» I zei ver uitgeftrektheid in onbruik geraakt is, en in : den tegenwoordigen tyd niet meer te pas komt; Zoo is 't, dat wy, by vernieuwinge en alteratie! van de voorige Ordonnantie, hebben goedgevonden 1 te arrefteeren de volgende Ordonnantie van de Stads Impost op het Zout te Leeuwarden. Art. I. Van al het Zout, zoo wel Inlandsen als Uit-, landsch, 't welk ontvangen of opgeflagen word by; de Kooplieden en verdere Ingezetenen dezer Stad] en Jurisdictie van dien, zal voor Stads Impost betaald worden van ieder Ton , groot 80 Friesfche'; ' ' ' Maa»'-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlander.. 87 Maaten, twee Stuivers, het meerdere en mindere naar advenant, zoo als by Refolutie van den 31 December 1634 is bepaald. iL De aangeeving van het Zout zal voor den Opflag moeten gefchieden, door den genen, aan wien hec Zout is geaddresfeerd, of door iemand zynentwegen, aan den Collecteur by den Ed. Raad daar toe benoemd , by poene van één Caroli-gulden voor ieder half Zak te verbeuren v de eene helft ten profyte der Stad, en de andere helft ten voorüede van den Aanbrenger, doch zonder confiscatie van het Zout. III. Dat by provifie al het Zout, komende direöelyfc 1 uit de Keeten van Harlingen, en aldaar aan het Provintiaale Collett, op naam van iemand alhier woon achtig, aangegeeven, gerekend zal worden, aaa dit Stads Colledt aangegeeven te zyn, ter tyd en zoo ! lange dat de Ed. Raad zal goedvinden, dit Artikel i te roijeeren, of hier omtrent nadere orders te ftelS len. IV. Van deze Impost zullen zyn bevryd alle Corpora, Perfoonen en Fabrieken, welke by den Lande ] Exemtie word toegedaan, voor zoo verre de aan; geeving ten Lands Collecte onder Exemtie is geI daan, zonder wyders. V. Ook zal als nog, volgens voorig gebruik, van deze aangeeving en betaaling geëximeerd zyn al het ! Zout, het welk in deze Stad en derzelver Jurisdic» ; tie word gefabriceerd of gebrand. F 4 VI.  88 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk VI. De betaaling van deze Impost zal aan den Col. Jeöeur moeten worden gedaan, na het eindigen van jeder drie maanden. En op dat niemand hier van eenige ignorantie ïoude kunnen prsecendeeren, zal deze van den Raad- ^riX"trtkeeti'ea op de gewoone iW lLg^He?eerd t?J Vergad«ing van de Magiftidat der Stad Leeuwarden, den 12 April 1793. (was get.) f. Rinia v. Naüta, vt. Ter Ordonnantie van Hun Edele Acht. baarheden, (was g|{.) J. F# v# SIOTERDYCK. NP' "6. P«ef)t by het welk zyne Pruisfifche M.ie. Jlett eenige Poolfche Provintien, benevens de Steden JJantzwh en Thorn aan zyne Staaten heet. In dato den 25 Maart 1793. (*) 5 Wy Frederik Wilhelm van Gods Genade Komng in Pruisfen enz. enz., ontbieden hier mede de gezamentlyke Steden, Bisfchoppen, Abten, Pre. Taaten, Waywoden, Kastellaanen, Starosten, Ca, meraars en Landnchters, de Ridderfchap," den Vafallen en Edelheden, den Magiftraaten en Inwooners der Steden, deh Landlieden, en alle overiee zoo wel geestlyke als weereldlyke Ingezetenen tri In- (*) Schoon dit Stuk en het volgende wel niet reehtflreeks tot de Gebeurtenisfen van ons Gemeenebest beboören, zoo maa|t echter de Commercie die door onze Kooplieden zoo te Dantzich als te Thorn en in yerfebeidene deelen van Fooien gevoerd word, die voor onzeLandgenooten belaneXl*^™™™** °m deze Ve™™"ng «ne  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 6$ Inwooneren der Waywoodfchappen Pofen, Gne. fen, Kalisch , Sieradien, der Stad en des Kloosters Czenftochowa, des LaDds Wielun, der Waywoodfchap Lentfchitz, der Landfchap' Cujavien, des Lands Dorbzyn, der Waywoodfchappen Rawa en Plotzk enz., naar de uitgebreidheid der grensfcheiding; insgelyks de Steden Dantzich en Thorn, "wel* J:e de Kroon Poolen tot hier toe inbezitgehad heeft, onzen genegen wille, Koninglyke genade en alles goeds, en geeven denzelven hiermede het volgende genadigst te verneemen: —- Het is algemeen bekend dat de Poolfche Natie nooit heeft opgehou» den, den nabuurige Mogenheden en inzonderheid den Pruisfifchen Staat, menigvuldige aanleidingen tot billyk misnoegen te geeven. Niet te yreden met tegens alle regelen eener goede nabuurfthap het Pruisfisch Gebied door veelvuldige invallen aan te randen, de dezerzyds aan de Grenzen woonachtige' Onderdaanen te verontrusten en te mishandelen,, hun beftendig altoos gerechtigheid en billyke voldoening te ontzeggen; heeft deze Natie zich ookr onafgebrooken bezig gehouden met verderffelyke Plans, welke de opmerkzaamheid der nabuurige Mogenheden moesten opwekken. Dit zyn daadzaaken, welke geenen opmerkzaamen Befchouwer van de onlangfche voorvallen in Poolen hebben kunnen ontgaan. Wat nogthands byzonder de ernftigfte bezorgenis der nabuurige Mogenheden moest op. wekken, is de in Poolen fteeds meer toeneemende Beroeringsgeess en de zichtbaare invloed, welken dat affchuwenswaardig onderwinden had gewonnen , door het welk alle Burgerlyke, Staatkundige, en Godsdienftige banden vericheurd, de Inwaoners van Poolen aan alle de vreeslyke gevolgen der Anarchie ovèrgegqeven, en in eene ofaoverzienlyke ellende geftort waren geworden. Wanneer toch in alle Landen de aanneeming en verbreiding van süjkfe verwoestende grondbeginzelen, immer met het verlies van hunne rust en van den gelukftaat hunner Inwooners moet gepaard gaan, zyn F 5 by.  po Nieuwe Verzameling van Stuiken, betrekkelyk „byzonder in een Land als Poolen derzelver vernie,lenae gevolg^ns des ie meer te duchten, daar zich d ze Natie door onlusten en partygeest altoos ondetfcneiden heeft, en tevens machtig genoeg is om door deze onlusten zelvs voor haare JNabuuren gevaarlyk te worucn. Dan het zoude nu zoo wel tegens de eerfte regels eener gezonde Staatskloekheid, als tegens de plichten , welke op ons, voor de bewaaring der rust in onzen Staat, liggen, ftrydig zyn, indien wy by Z' odacjg een tceftand der zaaken in een nabuurig groot Ryk, teed^ge aanfchouwer bleven , en het tydpuut wilatn afwachten, wanneer de Faöie zich fterk genoeg zoude bevinden , om opentlyk voor te treeden , ü2ar als dan zelvs onze eige nabuurige Provintien door de gevolgen der Anarchie aan onze Grenzen , aan menigerlei gevaaren zouden wezen blootgt field. Wy hebben daarom, gemeenfchappelykmgtHaare Rus-Keizerlyke Majefteit, cd met byflemming van zyne Majefteit den Roomfchen Keizer, erkend, dat de zekerheid onzer Staaten vordere, de Republyk.Poolen zoodanige paaien te ftellen welke voor haare inwendige fte'kte en liggiDg beter berekend zyn, en haar de middelen gemaklyker maaken, om zich zonder benadeeling van haare Vryheid, eene wel geordineerde, vaste, en werkzaame Regeeringsform te verfchaffen, zich in het ongeftoorde bezit derzelve te onderhouden, en daar door de wanorders voor te komen, welke zoo dikwyls haare eige rust gefchokt, en de zekerheid haarer Nabuuren in gevaar gefield hebben. Ter bereiking van dit doeleinde, en om de Republyk Poolen voor de vreeslyke gevolgen, welke haare inwendige onlusten naar zich moeten fleepen , te bewaaren en van haaren geheelen ondergang te redden , doch byzonder om haare Inwooners te onttrekken aan de gruwelen der verderfTelyke leer, die zy maar al ee geneigd zyn lichtzinnig te volgen , is 'er naar onze innigfle overtuiging, welke ook Haa-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, of Haare Majefteit de Keizerin aller Rusfen, in de vol. komenfte overeenftemming met onze bedoelingen en grondftellingen, by treed, geen ander middel, dan haare aangrenzende Provintien onzen Staaten in te lyven, en dezelve tot dit oogmerk terftond in daadelyk bezit te neemen, en daar door alle on. heilen, welke uit de voortduuring der tegenwoordige onrust kunnen ontftaan, in tyds af te wenden. Wy hebben daarom, in overleg met Haare RusKeizerlyke Majefteit beiloten, de by den aanvang opgenoemde Diftricten van Poolen, benevens de Steden Dantzich en Thorn, in bezit te neemen en dezelve onzen Staat in te lyven. Wy kondigen hier mede opentlyk dit ons vast en onbeweeglyk Befluit aan, en verwachten van de Poolfche Natie, dat zy op het fpoedigfte zich op den Ryksdag vergaderen , en doelmaatige maatregelen aangrypen zal, op dat al het vereischte op dit ftuk vriendfchappelyk afgedaan en daardoor het heilzaam doel* einde bereikt worde, de Republyk Poolen eenen ongeftoorden Vrede te bezorgen en haare Inwooners voor de fchriklyke gevolgen der Anarchie te behoeden. Te gelyk vermaanen wy de Stenden en Inwooners der Diftridten en Steden, welke wy op voorgedachte wys laten in bezit neemen, zoo genadig als ecnftig, zich niet tegens zoodanige onze bezitneeming en de tot dat einde door ons afgeordende Bevelhebbers en Krygs volken te verzetten, maar veel meer zich onzer Regeering gewillig te onderwerpen, ons van nu af voor hunnen recht, maatigen Koning en Landsheer aan te zien en te erkennen , zich als onze getrouwe en gehoorzaame Onderdaanen te betoonen, en zich aan alle gemeenfchap met de Kroon Poolen te onttrekken. Wy hebben daar tegens vastelyk befloten en verzekeren hier mede plechtig, voorgedachte Stenden en Inwooners te zamen en byzonderlyk by hunne Bezittingen en Rechten in het geestlyk en weereldlyk, byzonder de Roomsch-Catholieke Geloofsgenooïèn by het vry gebruik huneer Religie, te laten, te  $k Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk te befchermen en te handhaaven, en in 'e algemeen het gantfche Land derwyze te regeeren, dat het verftandig en weldenkend gedeelte der Inwooners gelukkig en te vrede zyn kan, en geene reden zal hebben, om de verandering in de Lands heerfchappy zich te beklaagen. Om ons de trouwe en toegeneigdheid onzer nieuwe Onderdaanen nog meer te verzekeren, hebben wy goedgevonden, van denzelven den in dergelyke gevallen gewöonlyke Erfhuldiging af te vorderen: en daar wy by onze numaalige verwydering zulks niet in Perfoon kunnen doen, zoo hebben wy tot onze Gevolmachtigde benoemd onzen Generaal van de Infanterie enz. van Mollendorff, als mede onzen werkelyk geheimen Staats- eD Juftitie-Minister enz. van Dankelmann» om in onze naam de gedachte Erfhuldiging te ontvangen. Wy twyfFelen niet, of een ieder dien dit aangaat, zal zich gehoorzaamst hier na richten; ingevalle echter tegens vermoeden een of andere Stenden en Inwooner van bovengedachte Diftriöen en Steden, den inhoud van dezen onzen Openbrief niet gehoorzaamen, ons den ééd van trouwe niet afleggen, onze heerfchappy zich niet onderwerpen» of zelvs Bevelhebberen en Troepen wederstand te doen zich wilde onderwinden, zoo hebben die of die gene onvermydelyk te verwachten, dat tegens hun met de in dergelyke gevallen gebruikelyke ftraffen, zonder aanzien van Perfoon, zal gehandeld worden. Ten oirkonde hier van hebben wy dit Patent eigenhandig onderteekend, met ons Koninglyk Binnenzegel laten bekrachtigen, aan de gehoorige Plaatfen publiceeren en door den druk opentlyk laten bekend maaken. Alzoo gefchied en gegeeven te Berlyn, den 25 Maart 1793. (was get.) Fseperik Wilhelm. (Geemtrof.) Finkenstein. Alvensleben. No  btt Gemetntbest der Vereenigde Nederlanden, p% fHo. 117. Manifest van Haare Majefteit de Keizerin van alle de Rusfen, afgekondigd in de nieuwlings van Poolen aan Rusland getrokken Gewesten en Plaatfen, In dato den 9 April 1793* Van Haare Keizerlyke Majefteit myne zeer gena« dige Souvereine, de Generaal en Chef der Armee. Senateur-Gouverneur.Generaal van Toulu , van Kalouga, en van de Provintien die nieuwlings van de Republyk Poolen gevoegd zyn geworden aan het Rusfisch Keizerryk, Commandant van alle de Troepes aldaar, als mede in de drie Gouvernementen van Klein Rusland, werkelyk Gouverneur-Generaal der gezegde Gouvernementen , InfpeCteu? \ der Troepes, en Ridder van de Orden van St. Ant dries, St. Alexander Nswsky, St. We-ldomir t. Clasfs, < den Witten Arend, Stanislas en St. Anna. Ik Michiel Kretschetnikoff , publiceer de tegenwoordige, volgens den hoogen wil en op ordre van Haare Keizerlyke Majefteit myne zeer genadige ! Souvereine, aan alle de Ingezetenen en aan een iegelyk van welken rang hy zy, van de Gewesten en Landftreeken welke nieuwlings van de Republyk Poolen gevoegd zyn geworden voor altoos aan hes Rusfisch Keizerryk. Het deel welk Haare Majefteit de Keizerin van alle de Rusfen wel heeft gelieven te neemen in dé zaaken van Poolen, is altoos gegrond geweest op i het fundamenteel en onderling nabuurig belang der beide Ryken, hoe zeer niet alleen alle de bemoei» jingen tot de rust, eenigheid en vryheid in deze nabuurige Gewesten te vergeefs zyn aangewend geweest, maar zelvs eenen onnutten last zyn geworden en overgroote kosten hebben veroirzaakt. het welk uit de ondervinding van dertig jaaren genoegzaam blykt. Onder de wanorde en geweld gefprooten uit twisten en misverftanden, welke fteeds de Republyk Poolen verontrust hebben» 1 heeft Haare Majefteit de Keizerin altoos met groot : medelyden het oog gehad op de geweldeaaaryen, aan < den Witten Arend, Stanislas en St. Anna. Ik Mi-  f4 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk aan welke onderworpen zyn geweest de Landen es Steden aan het Rusfisch Keizerryk raakende, welke eertyds aan Haare Mjjefteit toebehoord hebben, welke geftichten bevolkt zyn geworden door haare Mede-Burgers, en welke de waare Christelyke Religie hebben omhelsd en dezelve tot den dag van heden oeffenen. Thands hebben veele Poolen, Onwaardigen en Vyanden van hun Vaderland, zich niet gefchaamd, de regeering van de fhoode Beroerders van het Koningryk Frankryk na te volgen, en hunnen byftand te vraagen om met hen eenen Burgerlyken en bloedigen Oorlog aan Poolen te berokkenen. Dit gedrag is zoo veel te gevaarlyker, zoo wel voor de Christelyke Religie, als voor het geluk der Ingezetenen van gezegde Landen , welker geweeten, veiligheid, en welvaart behoorden buiten alle ge. vaar gefield te worden. Zoo dra de nieuwe en verderfFelyke inflelling ; daar zal zyn, welke flrekken moet om alle de Burgerlyke en Staatkundige banden te verbreeken,, zouden de gezegde Vyanden en Belaagers van de i gemeene rust, in navolging van de fnoode en woe dende drift der Franfche Beroerders, trachten die i te verfpreiden en te doen aanneemen door gantsch i Poolen, om daar door deszelvs eige rust zoo wel, als die van deszelvs Nabuuren te vernietigen. Ingevolge van welk Haare Keizerlyke Majefteit myne zeer genadige Souvereine, zoo ter inwisfe- J ling voor haare overgroote kosten, als ter verde-• diging van de belangens en zekerheid van het Rus- J lisch Keizerryk tevens en de Poolfche Provintien,, als mede om voor altoos alle foorten van verande- ■ ring in de Regeering uit te roeijen, zich verwaar-digt om onder haare Regeering te neemen, en omi voor altoos aan haar Ryk te vereenigen, alle de aanliggende Landen aan de hier ondergemelde Linie,, mitsgaders derzelver Ingezetenen ; te weeten: be- • ginnende deze Linie van de colonie Drui, op den tl linkeroever der- rivier Duna, by den hoek van de s fron-«  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, a f f frontier van Sctngalle wyders op Norotsch en Daa. tbron, en vervoiger.s langs de eige grensfcheiding ïder Provintie op Stolpzy en Nevwisch, voorts op jlPinsk en van daar gaande door Kunieu tusfchen p Wysgrad en Nowogrobly, niec verre van de fron[ tieren van Galhcieu, tot daar op uitloopende ver| volgt zy tot de rivier de Doiester, eindelyk altyd i:langs die rivier komt zy tot Jegorlyk, zoo als de lLinie van grensfcheiding welke eertyds in dit Geiwest tusfchen Rusland en Poolen heeft plaats geHiad, derwyze dat alle de Landen, Steden en Gejwesten, begreepen binnen de gezegde Linie van inieuwe Grenspaalen tusfchen Rusland en Poolen, jjvan heden af voor altoos zullen blyven onder den Scepter van het Rusfisch Keizerryk, en de Ingezetenen van de gezegde Landen, mitsgaders de Be«. zitters van Goederen, van allen rang, zullen Onjderdaanen van het gezegde Ryk zyn. Het is daarom dat ik, als Gouverneur-Generaal tvan de gezegde Bezittingen, benoemd door Haare fcMajefteit, de hooge ordre hebbe van plechtige verzekering te geeven, ten eerften in haarennaam» en op haar woord, (gelyk ik zulks werkelyk doe door dit plechtig fvbnifest, tot kondfchap en verzekering van een ieder) aan alle de nieuwe Onderdaanen van Haare M»jrfteit en tegenwoordig weibeminde Mede-Burgers van my, dat Haare Majefteit verwaardigt dat zy vryelyk mogen uitoeffenen hunne Religie, als ook in het genot blyven van hunne Bezitting en Goederen niet alleen, maar ook hen aanneemende in haare Regeering en hen verleenigende met de glorie en het geluk van het Rusfisch Keizerryk, naar het voorbeeld van haare zeef getrouwe Onderdaanen en Ingezetenen van WitRusland, welke zich in volle rust en overvloed, onder deze wyze Regeering bevinden, gelieft het [Haare Majefteit hun nog van (tonden aan te verkunnen, zonder uitzondering, alle de Rechten, iPrivilegien en Praerogativen , welke haare oude 'lOnderdaanen genieten, dermaate, dat ieder der In-  >tf Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk Ingezetenen der aangevoegde Landen» van ftonden aan in het genot gefield worden van alle de voordeden, welke hem in de gantfche uitgeftrekt- ;i heid van het Rusfisch Keizerryk toekomen. Haare Majefteit verwacht en eischt daar tegens van de er- 4, kentenis haarer nieuwe Onderdaanen, onder het t; vergunnen aan hun, door haare gratie , van het * zelvde geluk welk de Rusfen genieten, dat zy niet i van hunnen kant zullen in gebreke blyven van > zich zulks waardig te maaken door eene waare lief- i| de voor hunne thands nieuw, doch federt langen ;j tyd reeds oud Vaderland, mitsgaders door eene L eeuwige getrouwheid jegens eene zoo machtige en ji, grootmoedige Souvereine. Ingevolge van welk elk en een iegelyk, begin- J sende van den hoogen Adel tot den geringften» aan wien zulks toekomt, zullen gehouden zyn binnen den termyn van eene maand plechtig ééd van j getrouwheid af te leggen, in tegenwoordigheid van u, de Perfoonen die expres daar toe door my zullen .:j benoemd zyn. In het geval wanneer iemand van ir den Adel of van den anderen Stand» die onroeren* de goederen heeft, zyn eige geluk minachtende, niet zoude willen den ééd afleggen, aan zoodanig iemand wordt een termyn van drie maanden ver- «ij gund, om zyne onroerende Goederen te kunnen ji[ verkoopen, als ook om vryelyk buiten de grenzen ,: , ce mogen vertrekken: na het verval van den gezeg- ■ | den termyn, zal het overige zyner Goederen ten : i behoeve van de Kroon worden geconfisqueerd. j , De generaale Geestlykheid , als Zielen-bedie- ■'[! ( naars, behoort het eerfte voorbeeld te geeven mee ;! \ het afleggen van een ééd, en met den Goedertie- ■ ren God te danken voor de gezondheid van Haare s Keizerlyke Majefteit de zeer genadige Souvereine, , en van haaren Zoon en Opvolger zyne Keizerlyke : Hoogheid den Heer Groothertog Paul Petro- ■ witsch, mitsgaders van alle de gantfche Keizer-lyke Familie, volgens het formulier dat hen tot; dat einde zal worden ter hand gefield. Door:  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 91 IDoor de opgemelde verzekering die aan een ieder gedaan wordt, zoo om vryeiyk zyne Religie te oeffenen als om zyne Goederen te genieten, > wordt mede begreepen, dac de Jooden zelvs, die : zich bevinden in de Steden en Gewesten aangeh voegd aan het Rusfifche Keizerryk, zullen herhiaII len en waarneemen dezelvde Vryheden, welke zy i tegenwoordig genieten, op het ftuk van Religie en van hunne Goederen, om dat de menschlievend! beid van Haare Keizerlyke Majefteit niet gedoogt hen alleen uit te fluiten van de gemeene gratie die i aan allen vergund wordt, en van het toekomend : geluk onder haare door God Almachtig gezegende ;. Regeeringe, zoo lange zy gehoorzaam zich bly ven L gedragen als getrouwe Onderdaanen, en zoo lang I zy den rechten Koophandel volgens hunnen ftand a zullen oeffenen. De Rechtsbanken zullen in hunne tegenwoori dige plaatfen blyven in den naam en uit macht van Haare Keizerlyke Majefteit, onder het waarneemen van de beste Orde en Juftitiei Eindelvk meen ik te moeten byvoegen, volgens i den wil van Haare Keizerlyke Majefteit, dat alle i de Troepen, gelyk reeds in hun eige Land, eene ftrifte Krygstucht zullen houden. Weshalven huni ne intocht in de verfcheiden Plaatfen, noch zelvs : eenige verandering in de Regeering, aan niemand i hinder zullen toebrengen om gerustelyk zyne Neering en Handteering of Koophandel voort te zet; ten, nadien derzelver vermeerdering tot het parI ticulier belang dienende, te gelyk zal dienen tot f het welbehaagen van Haare Majefteit. Den 27ften Maart (gden April) moet dit ManiI fest afgeleezen worden in alle de Kerken, gere; gistreerd in de Stadsboeken, en aangeplakt in de ; gepaste plaatfen, tot kennis van een iegelyk. Ea ten einde men daar aan meerder geloof toebrenge, I heb ik het zelve onderteekend , volgens de my \ verleende macht, met myne eige hand, en daar I aan myn Zegel doen hechten. II. Deel. G Gs-  p8 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk Gegeeven in het Hoofd - Kwartier der aan my toebetrouwde Troepes, by Poolen. (was get.~) Michiel Kretschetnikoff. N . ii 8. Waarfchouwing van het Hof van Holland en Magiftraat van 's Gravenhaage, waar by dt Refolutie van den i^den April jongst, dat 'er dit jmr geen Keunis of Pa ar de mar kt in 'sGravenhaage zoude gehouden worden, ten deele word gealiereerd. In dato den 18 April 1793. 't Hof van Holland en de Magiftraat van 's Gravenhaage, by Refolutie van den 15 April 1797, goedgevonden hebbende, dat dit jaar geen Kermis of Paardemarkt in 's Gravenhaage zoude gehouden worden, hebben op eerbiedige reprajfentatie van Deeken en Hoofdlieden van de Gildens alhier in den Haage, en, om voor te komen het nadeel, welke verfcheide Burgers daar door zouden komen te ly. den, nader goedgevonden, in zoo verre die Refolutie te altéreeren, dat aan alle Kooplieden zal vryftaan met hunne Koopwaaren voor te ftaan, dac dezelve echter zullen moeten verdacht zyn, dat het zelve dit jaar, vermits het in die week plaats heb. bende Bede-uur en voorvallende Hemelvaarts-dag, alleen zal kunnen gefchieden des Maandags, Diogs. dags, Woensdags, doch dien dag niet langer dan tot drie uuren in den Achtermiddag, Vrydag en Saturdag, zynde den 6den, 7den, 8ften, ioderj en 11 den May aanftaande, blyvende voor het overi. ge de eerstgetoelde Refolutie werkende. ^■e/oiuue van nen isaen April wnsst, dat 'er dit No.  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 99 NQ. 119. Waarfchouwing van de Magiftraat van 's Gravenhaage, tegens het houden Haage, aan den Lande gedaan. In dato den 22 April 1793. Van wegens de Heer Raad-Penfionaris aan Hun Ed. Mogenden gecommuniceerd zynde, dat zyn Ed. had ontvangen een Misfive van Onder-Officieren en Rotgezellen van het tweede Roth der Groene G 2 Com-  loo Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk Compagnie alhier in den Haagé, hier na geinfe. reerd. Hoog Edel Gestrengen Heer! De yver voor het lieve Vaderland en de voorbeelden der welmeenenden j heeft op het voorftel van onzen Heer Luitenant P. ƒ. van Oosthuisen, ons Ordi r-Offic-ieren en Rotgezellen van het tweede doteer Groene Compagnie de vryheid doen neenv. n, om het geringe dar, by ons Roth is ingezameld, ten nuitigfte te belleden, door ü Hoog Ed. Geflr. aan te bieden een fomma van twee honderd vyf- en- [ zevertig Guldens, wenfehende (fchoon de gift ge- i rir>g is) dat dezelve niet min gratieus zal worden geaccepteerd, en zoo zal aanmoedigen, dat dit welh ast gevolgd door veele kleinen, tot een groote ; fom mag aanwasfen ; terwyl wy ons verheugen] door dit liefde-offer blyken te geeven van onze op« h rechte meening, en dat wy als waare Burgers, alles ï willen aanwenden, wat tot nut en onderfland van i Vryheid en Godsdienst kan ftrekken. Naar U Hoog Ed. Geflr. Perfoon in Gods dier- • baare befcherming aanbevoolen, en over het gant-1 fche Land den milden Zegen afgefmeekt te het» ben, teekenen wy ons met waare hoogachting en i refpecT;. Hoog Edel Geftrengen Heer! 'sHaage, den ü Hoog Ed. Geflr. Onder-. 22 April 1793. daanige en Gehoorzaame: Dienaaren, ( J, A. van Essen, Adelborst. J. C. Zaxli, Adelborst.  het Gemeenebest der Veretnigde Nederlanden, rör Is Da voorgaande deliberatie conform de qualificeatie van Hun Edele Groot Mogenden by HoogstJderzelver Refolutie van den 27ften der gepasfeer:de maand op Hun Ed. Mogeoden verleend, goedjgevonden en verftaan te verklaaren, dat Hun Ed. Groot Mogenden tot een blyk van Hoogstderzelver genoegen over deze edelmoedige daad, de 'voorfchreeven fom dackelyk accepteren, en dat Idaar van , als een treffend voorbeeid van navolging jas de Couranten bekendmaakiog zal worden ge. :daan. En zal Extract van deze Refolurie gegeeven woriden aan voornoemde Onder-Officieren en Roige» :zellen, en is verders gerefolveerd dat hier van ter ' verdere voldoening van voornoemde Hun Ed. Groot .(Mogenden Refolutie van den 27'ften der gepasfeeride maand, aan Hun Edele Groot Mogenden by rHoogstderzelver eerfte byeenkomst zal werden keninis gegeeven. Accordeert met voorfz. Register. (was get.') G. B. Emants. 'fNo. I2ï. Misfive van zyn Excellentie den Heere Frederik Graave van Löwenhielm, Extraorainaris Envoyé van den Koning van Sweeden by Hun Hoog Mogenden, aan den Heer C. A. Hasselgreen , Agent van Hoogst gemelde zyne Majefteit te Amfteldam, over de onwaarheid der vetfpreiie geruchten in de Nieuwspapieren, als of de Sweedfche Kroon de Neutraliteit ten aanzien van de Oorlogende Mogenheden zoude verbreeken. In dato den 27 April 1793. Wel Edel Heer! Ik hadde my gevleid dat het Publiek volkomen 3 gerust zoude gefield zyn geweest en alleszins vol. G 3 daan,  i®a Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk daan, wanneer en omtrent het gene ter kennisfe van het zelve, door U Wel Edele Is gebracht geworden, ingevolge de orders van zyne Excellentie.» den Heere Ryks-Kanfelier Baron Frederic Sparre, in dato den 5den Maart Jaatstieeden : dat, naamentlyk, „ Onze allergenadigfte Koning en Heer, beflo„ ten heeft, geduurende de tegenswoordige ,, Krygs-onlusten, met opzicht tot de gezametic„ lyke Oorlogende Mogendheden de allerftiptite „ Neutraliteit te obferveeren: en dat zyne Maje,, fteit ingevolge vao dien, met de gegrondfte re„ denen van de Oorlogende Mogendheden ver,, wachtende was, het refpett voor de Sweedfche ,, Vlag , even gelyk met dien eerbied, weike ,, Hoogstdezelve bevoolen heeft omtrent de hun- nen in acht te neemen." Dan dewyl verfcheidene tydiDgen en beoirdeelingen in de Nieuwspapieren over dat onderwerp i gevonden werdende, of mooglyk nog te verwachten, aanleiding zouden kunnen geeven tot misleidingen, waar aan dikwerf meerder geloof gegeeven werd, al* aan het gene op Hoöge Order bekend gemaakt is. Byzonder daar het in 't oog loopt, en niet alleen myne verwondering maar ook leedwezen opwekt, dat eenigen van de voornoemde Nieuwspapieren, en voornaamentlyk de (anderszins zeer geachte) Haarlemmer Courant van den 25ilen dezer, zich over dit gewigtig ftuk hebben geuit, op eene wyze, even zoo gewaagd, als op «ich zelve ten hoogften ongegrond: zoo nebbe ik, ter wegneeminge van alle hoegenaamde twyffelingen en onzekerheden omtrent deze importante zaak, noodig geoirdeeld, U Wel Edele met de navolgende (my op Hioge last van zyne M'jefteit ter handen gekomen) Inflruöie te voorzien. ,, O We! Ed. zullen op de alleropentlykfte wy,, ze nader ter kennis vao de genen dien 't aan„ gaac doen komen, dat zyne Majtfteit onze aller- » ge-  het Gemeenebest der Fereenigde Nederlanden- 103 ,„ genadigfte Koning en Eieer» onveranderlyk bèta floten heefc, geduurende de tegmswoordige ,„ Krygs-onlusten , jegens de gecoaüfeerde Mo„, gendheden, de allerftiptfte'Neutraliteit in acht [§ te neemen, mitsgaders jegens Frankryk. Dat, L welke omftandigheden zich ook zouden kunnen ,, opdoen , en welke-voordellen ook daar tegens L mogten werden gedaan, dezelven echter zyne k Majefteit de Koning niet zullen kunnen bewee,„ gen , veel minder noodzaaken of dwingen , m Z dit zyn genoomen onwrikbaar befluit eenige ver■„ andering te maaken : dat zyne Majefteit be,„ grypt, dat zulks gegrond is op het recht der L Volkeren , op de onafhankelykheid van zyne T» Kroon, en op de macht die ieder Regent heeft, „ van in Vrede te leeven, zyne Ooderdaanen de „ voordeden daar van te doen genieten, en ten „, aanzien van alle Oorlogvoerende Mogendheden, ,„ voor zyn Ryk een flipte Neutraliteit in acht te », neemen en te betrachten; en dat, terwyl zyne „ Majefteit, uit hoofde van de verfchuldigde ach„, ting, die Mogendheden onfeilbaar voor derzel,„ ver wederzydfche onafhaDgelykheid voeden , ,„ met reden vermoed, dat dit zyn onwrikbaar be„, fluit door alle hoegenaamde Mogendheden be„ hoorlyk tot een richtfnoer zal genoomen wor„ den, zyne Majefteit dus ook verwacht, dat de „, Sweedfche Vlag, geduurende de tegenswoordi9, ge Krygs-onlusten , behoorlyk zal werden ge„ refpeöeerd, en dat aan dezelve, in plaats van „ aan eenige hoegenaamde beleedigingen met „ mooglykheid blootgefteld te kunnen zyn , in „ tegendeel met de volkomenfte zekerheid alle „ zoodanige hulpe zal worden bewezen, als in de „ tegenswoordige omftandigheden door een neu- traale Vlag tot een ongeftoorde loop van de „ Commercie, met gerustheid van dezelve kan en mag verwacht worden." U Wel Edele hebt de vryheid, van deze myne li Brief al zoodanig gebruik te maaken, als U Wel G 4 Ed-  104 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk Ed. zal vinden met het oogmerk het meest overeen te komeD. Ik heb de eere te zyn, &c. »s Haage, (was geteekend) den 27 April n 1793. b' üraave VAN LÖWENHIELM. No. 122. Notificatie van HunEd. Mogenden de Heeren Gedeputeerde Staaten van Overysfel, betrekkelyk het confent in de Middelen over den jaare ng\. In dato den 27 April 1793. 0 De Gedeputeerden van de Staaten van Overysfel, doen te weeten: . . " Dat Ridderfchap en Steden, de Staaten van deSr»HH?n°Vln"iV hGbbeD .goedgevonden, alle de ÏJ n /1°4 W!lke aann eeDi§e Steden» Carfpelen, or Diftnclen dezer Provintie in redemtie gegeeven ?yn geweest, voor den tyd van een jaar, hit welke met den laatften April dezes jaars ftaat te eindigen, wederom op denzelvden voet in redemtie te doen aanfchry ven by provifïe nog voor één jaar, ingaande met den eerften May dezes jaars I79T, en Tüllenne eindigen met den laatften April des aanftaanden jaars 1794. En dat wyders, voor dezen loopenden jaare 1791, hebben geconfereerd in den ophéve, van alle de ll\it An\Z°° va°VerPacbting, als van Collecte, gelyk dezelven m den voorleeden jaare zyn gehe.' veV;jVrain geweest: en bovendien nog in de verdubbeling van het Zout-geld, zullende, dienvolgens, als nu3 betaald worden van elkfchepel, Deventer Zoutmaat, vier ftuivers,' en van minder or meerder quantieeit naar advenant, zonder voor het overige in de Ordonnantie op dat Middel, in den voorledenen jaare geëmaneerd, eenige ve?andering-te maaken. Ayvende voorts de Verponding ver-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederland?.». 105 verhoogd met de helft; de Contributie, met een vierde; het Officie-geld, met de helft; het Vuurftede-geld, met een vierde; volgens de Publicatie aangaande 't Vuurftede-geld, gearresteerd den 17 April 1792, en zullen het Zout-geld, en Dienstboden-geld, door de geheele Provintie, en de lm. post op de Wynen, ten platten Lande, op denzelvden voet, als in deD voorigen jaare, gecollecteerd worden door de Collecteuren, als toeü aangefteld, Welken mits dezen worden gecontinueerd. En word wyders ieder, die zulks aangaan mag, zoo in het ontvangen en invorderen, als in het betaaien van voorfz. Middelen gelast, zich hier naar exactelyk te gedraagen. Aldus gedaan binnen Campen, den 27 April 1793. (was get.~) A. C. Bentinck, vt. Ter Ordonnantie van Welgemelde Gedeputeerden, (was get.~) M. Tydeman. No. 123. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Hee. ren Gedeputeerde Staaten van Overysfel, waar by aan alle Grosfiers en Winkeliers word gelast, om zich in het verkoopen van Zout binnen genoemde Provintie, zich voortaan te bedienen van de Deventer Zout-maat. In dato den 27 April 1793. De Gedeputeerden van de Staaten van Overys. fel, doen te weeten: AIzoo wy door Ridderfchap en Steden de Staaten dezer ProviDtie, ten einde door de geheele Provintie, den Impost op het Zout op een gelykea voet te doen heffen en betaalen, zyD geauthorifeerd om de Deventer Zout-m-iat alom te doen bekend worden en gebruiken; Zoo is 't, dat wy hebben goedgevonden, mits dezen aan alle Grosfiers en WïrikeG j liers  JG>5 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk liers te gelasteD, om zich in het verkoopen van Zout binnen de Provintie, yoortqan te bedienen van de Deventer Zout-maat, als mede aan alle de Collecteurs van voorfchreeven M.iddcl mits dezen aan te icfiryven en te gelasten, om voortaan den gezegden Impost te ontvangen naar de voorfchreeven maat, waar van één Schepel gelyk ftaat met een Schepel en drie en een vierde Spint Deventer Koornmaat, welke Deventer Koornmaat bekendelyk gerekend word op een honderd en vier Schepels jq het Last: cn dat dienvolgens provilloneel de gezegde Impost aan de Collecteurs zal worden betaald ingevolge de Lyst, aan het einde dezes ge. infereerd: dan dat voorts de voorfchreeven Grosfiers en Winkeliers, zich ten allereerften, immers voor den eerften Augustus dezes jaars, zuilen moeten voorzien van een ge-ykt Schepel, en mindere maaten van de Deventer Zout-maat, en dezelve maaten beftendig in het uitmeeten en verkoopen van Zout', binnen de Provintie gebruiken; als mede by de aangave van het Zout, welk zy of uic de Zout-keeten van de Provintie , of van buiten de Provintie ontvangm , dezelve aangave aan de Collecteurs van voorfchreeven Middel, na den eerften Augustus aanftaande moeten doen na de Deventer Zout-maat. En worden mede alle de Ykers binnen deze Provintie mus dezen gelast, om zich ten allereerften, immers binnen zes weeken na Publicatie dezes, van een ge-ykt Schepel en mindere maaten , van de Deventer Zout-maat te voorzien, eB» Haat den inhoud derzeive maaten , alle de Zour-maaten, door de Grosfiers en Winkeliers alom te gebruiken , naauwkeurig te meeten en te yken, alles op de boeten en posnalitricen, tegen het gebruik van onge-ykte maaten geftatueerd. Een Schepel Deventer Zout-maat betaald vier ftuivers, dus moet betaald worden van een Schepel Koornmaat als volgt: Over-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, loj Overal, waar een Last Koornmaat inhoud 108 Schepels, van elk Schepel Koornmaat 2 ft. 2 p. 104 . .. . . . .2 4 ioo 2 6 96 28 90 2 io 86 2 12 Aldus gedaan binnen Carnpen, den 27 April 1793. (was- get.) A. C. Bentiisck, vt. Ter Ordonnantie van Welgemelde Gedeputeerden, (was get.) M. Tydkman. ïNo. 124. Waarfchouwintr wegens het Co'kgie van de Sociëteit in 's Gravenhaage, betrekkelyk het betaalen der tweemaal éénhonderdfte Penning door de In- en Opgezetenen van 's Haage, Hnag-Ambacht, Eykenduvien en Scheveningen. In dato den 28 A• pil 1793- Ingevolge van fpeciaale Authorifatie van de Ed. t Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de ï Staaten van Holland en West-Friesland, word wegens 't Collegie van de Sociëteit in 's Gravenhaage I bekend gemaakt aan de Ia- en Opgezetenen van f's Haage, Haag-Ambacht, Eykecduicen en Sche| veningen, dat zy hunne Fournisfementen volgens ;inhoude van 't Piakaat van de tweemaal ééuhon< derdften Penning, by welgemelde Heeren Staaten , Lootzen, SchuureB of Kelders, daar in die zich bf-vindeD, of daar toe dezelve behooren, het zy annex aan het Woonhuis, of daar van gefepareerd, te ramen uitmaaken Brouweryen, Wynkooperyen, 3randrryen , Azycmaakeryen , Rafineer-• deryen, Zotukeeten, Zeepziederyen, Draperyen, | Verweryen, Kaarsfenmaakeryen, Kruidmaakeryen,, Botk- en Ca.oecdrukkeryen, Bleekeryen, Steenen Pannebakkeryen, Kalkbranderyen, Platielbakkeryen, Glasblaazeryen, Leerbereideryen, Lyn-< draaijeryen, Twynderyen, Pypmaakeryen, Scheep- . maakeryen , Houtkooperyen , Papiermaakeryen , , Olyflageryen , Grutteryen, en dergelyke Fabrie-■ keD of Neeringen , de Molens daar toe fpeöee- • rende, en zoo ook niet 't gene eenigzins onder den ; raam van Koopmanfchap of Koopwaaren begreepen i word, en dienvolgens ook geenerlei Meubelen,, juweelen, en verdere Artikelen hier vooren uitge-zonderd , zoo wanneer daar in Handel gedreven i word; dat insgelyks onder de voorfz. uitzondering; niet begreepen zyn Paarden, zoo van vermaak alsi van labeur ter verhuuringe of exercitie van deni 'Landbouw dienende, gelyk ook geene Osfen,, Koeijen, Schaapen, en allerlei ander Vee, maar: • dat integendeel ook daar over de heffinge van deni yoorfz. honderdften Penning zal moeten gaan.  het Gemeenebest der Fereenigde Nederlanden. U3 II. Dac de voorfz. Contributie ten aanzien van de genen, die op den bovengemelden voet tot een duizend Guldens en daar boven gegoed zyn, of die, fchoon zoo veel in Kapitaal niet gegoed, nogthands zoodanige Ambten, Bedieningen en Beneficiën bezitten , welke hier vooren niet fpeciaal zyn uitgezonderd, zal worden bepaald, zoo als bepaald word mits deze, ten minften tot een percent van het zuiver beloop der waarde van dezelve hunne Goederen en Bezittingen, zullende de genen, die op denmeergemelden voet beneden de een duizend Guldens gegoed zyn, van deze Contributie bevryd wezen, blyvende niettemin allen en een iegelyk onverlet, om boven de voorfz. bepaalde giften hunne liberaliteit uit een meer dan gemeene zucht en liefde tot den Lande verder te oeffenen, en overzulbs zoo veel meer te contribueeren, als hun zal welgevallen, doch niet minder dan hier voor befchreeven ftaat. III. Dat om niemand tegen zynen wil te obligeeren tot het openleggen van zynen ftaat en nogthands gerustheid te hebben, dat elk en een ieder in het doen van de voorfz. Contributie zich zal kwyten naar behooren, aan een iegelyk zal worden vrygelaten, en gerecommandeerd, zoo als hem vrygelaten en gerecommandeerd word mits dezen, om by zich zelvs een exacte overflag en oegrooting van het zuiver beloop der waarde vaD alle zyne Goederen, zoo roerende als onjoerende, Ambten, Bedieningen en Beneficiën, Effecten, Aaien en Crediten, mitsgaders Bank- en contante Gelden, alles zoo binnen als buiten 's Lands, ter Zee, op de Rivieren, en te Lande, zonder andere uitzonderingen, dan hier . boven is gemeld, zoo na mooglyk te maaken in goede Confcientie, en zoo hy na aftrek van fchulden, zich gegoed bevind, mits by of immediaac voor het doen van de voorfz. Contributie of wel van dén IJ. Deel. H eer-  114 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk eerften termyn van dien, onder folemneelen ééde, en ten aanzien van de Mennogezinden, met waare woorden in plaatfe van ééde, naar het gebruik hun toegeftaan , verklaarende: dat zy naar hunne *» beste kenüisfe en weetenfcbap, en zoo na als » hun mooglyk is geweest, op den voet by dit „ Piakaat uitgedrukt, den overflag en begrootinge „ van het zuiver beloop der waarde van alle hunne j» Goederen en Bezittingen, hoegenaamd, en waar » gelegen of zynde, zonder eenige aDdere uitzon„ deringe, dan by dit Piakaat bepaald is, gemaakc ,, hebben: en dat zy daar van gegoed zynde toe ,, een duizend Guldens en daar boven, ter goeder trouwe , ten minften een percent met 'er daad ii in een of twee termynen zullen fourneeren, ins„ gelyks op den voet en naar het voorfchrift in dit Piakaat vervat: en dat zy, ingevalle nader,5 hand nog iets van hunne Bezittingen tot hunne s, kennisfe mogte komen, dat by toeval overge„ flagen was, ook daar van een percent in manie33 re als boven fourneeren zullen." Welke ééd eens by het fournisfement van den eerften termyn afgelegd zynde, andermaal by het fournisfement van den volgende termyn niet zal behoeven herhaald te worden, als werkende dezelve ééd over beide de termynen, ten ware nogthands iemand na het afleggen van den voorfchreeven ééd, en eer de beide termynen by hem gefourneerd zyn, mogte komen te overlyden, ia welken gevalle deszelvs Erfgenaamen ten aanzien van den termyn , die aan den overledens boedel nog resteert, gehouden zullen zyn den overflag en begrooting vaD het zuivere beloop der waarde van denzelven boedel op nieuw te maaken en den voorfchreeven ééd af te leggen. IV. Dat niemand, Ingezeten van deze Provintie zyn» de, en eenige Goederen of Bezittingen hebbende, waar over de voorfz. Contributie gaan moet, daar van  het Gemeenebest der Veteenigdt Nederlanden. 115 van zal wezeD geëxiraeerd, het zy hy tot een Huisgezin behoort, by anderen of op zich zelve woont, het zy hy die zelve beheert, of onder de Voogdye of Curateele van anderen ftaat of de Administratie daar van aan anderen gedemandeerd is, zoodanig, dat een iegelyk, van wat ftaat of conditie hy ook zoude mogen zyn, in deze te doene Contributie zal wezen begreepen zonder eenige uitzonderinge; ea dat om vervolgens zorge te draagen, dat een ieder, hier toe verplicht zynde, daar aan kome te voldoen, en dat niet alleen uit zyn eigen, maar ook uit een anders hoofde, voor zoo verte hy daar toe verplicht is, alle en een iegelyk voor het doen van de voorfchreeven Contributie en het praefleeren van den bovengemelden ééd, zullen gehouden wezen op den ééd by hitn af te leggen te verklaaren, waar zy woonachtig zyn, of zy getrouwd zyn, en met wie, of zy Kinderen hebben, het zy eigen of voor Kinderen, die by hun inwoocen, en%p haar zelve eenige Goederen bezitten, en welke die Kinderen zyn, of zy eenige Voogdyen exerceeren over Pupillen, Ingezetenen dezer Provintie zynde, of alhier thands hoorende, en over welke, of zy eenige Goederen van andere Ingezetenen van deze Provin» tie zynde uit hoofde van eenige Curateele of wel uit eenige anderen hoofde odmiaiftreeren, en van of voor welke Perfoonen: als mede zy of eenige Perfoonen by haar inwoonende hebben ; gelyk ook nog of zy eenige Goederen in Fidei» commis of Lyftocht bezitten, waar van het exfpedtatif, of de eigendom aan Ingezetenen van deze Provintie behoort: en voorts, of zy de voorfchreeven Contributie begeeren te doen voor haar zelve alleen, of ook wel voor haare Huisvrouwen of Mannen, het zy afzooderlyk of gezamentlyk: voor haare Kinderen het zy eigen of Voorkinderen, voor zoo verre die by haar inwoonen en op haar zelve eenige Goederen bezitten, voor haare Pupillen , voor zoo verre zy eenige Voogdye exerceeren over minderjaarigen, die Ingezetenen van dezeProH 2 vin-  U 5 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk vintie zyn, of alhier thuis hooren, of wel voor eenige andere Ingezetenen van deze Provintie zynde, of in dezelve gegoed wezende, welkers Goederen zy uit hoofde van eenige Curateele, o£ wel uit eenigen andereD hoofde adminiftreeren, of ook wel uit hoofde, dat zy eenige Goederen in Fidei-commis of Lyftocht bezitten , waar van het exfpectatif of de eigendom aan Ingezetenen van deze Provintie behoord; en dat vervolgens in conformité van derzelver gedaane verklaaringen in alle die onderfcheiden reiatien, voor zoo verre dezelve exteeren, in ieder opzicht afzonderlyk by hun de voorfchreeven Contributie gedaan zal moeten worden; gelyk ook by de refpt-ctive Weeskamers gelyke Contributie gedaan zal moeten worden van de Goederen der Weezen, Ingezetenen dezer Provintie zynde, of alhier te huis hoorende en by haar geadminiftreerd wordende, in opzicht van*ieder Wees afzonderijk, by Weesmeesteren of twee Gecommitteerden derzelver» of ook wel by een of meer van derzelver Suppoosten te doen , welverftaande, dat onder de Adminiftrateurs van een anders Goederen niet zullen zyn begrepen Adminiftrateurs van Goederen ad pios ufus gedestineerd zynde, welke van deze Contributie zul'en wezen geëximeerd. En dat mede Weesmeesters of derzelver Suppoosten, noch ook Voogden, Curateurs, of Adminiftrateurs van een anders Goederen in het doen van deze Contributie niet zullen mogen gaan boven het een percent, gelyk dezelve ook niet zullen mogen declareeren voor de moeite of vacatiën, die zy te dezer zaake gehad hebben. V. Dat om aan de goede Iogezetenen alle hajfltatie en twyffeling, zoo veel mooglyk is, weg te neemen, op het maaken van den noodigen overflag hunner Bezittingen zal worden vastgefteld, zoo als vastgefteld word mits dezen , dat de overflag en ver-  het Geniemebest der Vereenigde Nederlanden, nj vervolgens de Contributie moet gaan over Ooi ga. tien, Los- en Lyfrenten, Contracten van overleeving, Penfioenen, PrsbeDden, Proostdyen, Deca^yen , Canonifyen , Vicaryen, Prasbendaten en Commandeuryen, Actiën en Crediten zoo binnen als buiten 's Lands ten laste van deze of eenige ani dere Provintien van de Unie, Admiraliteiten , of i eenige andere Generaliteits Comptoiren, als mede ten lasten van eenige Steden, Collegien, Banken, Diaconien, Kerken, Godshuizen, of andere Corporaties , hoedanig dezelve ook genaamd zouden mogen zyn; mitsgaders ten lasten van alle andere jRyken, Staaten, Prinfen en Potentaaten hoe ge. i naamd, en fpeciaal over de Bezittingen in Engelfche ( en andere Fondfen buiten 's Lands, als mede over ! de inkomften van Ambten, Bedieningen en Benefi;cien, het zy die by den Fourneerder zelve of by .andere bekleed of bediend en waargenoomen v?ori den , over de Landeryen , Erfpachten , Tollen, Tienden, Visfcheryen, Grienden, en Houtg wasIfen, Heerlykheden, Hui zen, Hoflieden, Buiten* Iplaatzen, Tuinen, Boomgaarden en andere Bezit, tingen, zoo in deze als de andere Provintien, in i;het resfort van de Generaliteit, mitsgaders in aodeire Ryken en Staaten, en fpeciaalyk over Zuiker ea i!andere Plantagien, gelyk mede over alle andere Beiizittingen in de Colonien van den Staat en die vaa iandere Natiën, over uitftaande Crediten, Maandgelden, Transporten, Hypotheecquen , Kustingi!brieven, Schepen-kennisfen, Bylbrieven , Wisfelj Ji-en Bodemery-brieven, Gelden in de Wisfelbankeo, LActiën, Obligatien en Anticipatie-Penningen, in en iten laste van de Oost-Iodifche en andere Compaginien, alles zoo bier te Lande, als in andere Staaten len Ryken buiten 's Lands, over uitftaande Pennin! gen onder Solliciteurs of andere Particulieren zoo binnen als buiten 's Lands, over Schepen, Schuiten I en Jachten in de Havenen, ter Zee en op de Riivieren zynde: en over allerlei Waaren en Koop» imanfchappen hoegenaamd, alles mede zoo binnen H 3 "als  ti8 Nieuvt Perzameling van Stukken, betrekkelyk als buiten 's Lands; ars roede over contante Penningen, zoo Goud als Zilver, Paarden zoo van ver» i maak, als van labeur, ter verhuuringe of exercitie I van den Landbouw dienende, Have en Vee, ea voort generaalyk over alles, wat Eigendom en Bezittingen kan genaamd worden, zonder eenige an-~ dere uitzonderioge, dan boven in het eerfte Artikel is gemeld; des dat daar tegen zullen mogen worden afgetrokken allerlei Schulden, dewelke de Bezitter ten zynen laiten zoo biDnen als buiten 's Land» i zoude mogen hebben: zynde de intentie, dat de » voorfchreeven Contributie zal gaan over de zuivere en effective Bezittingen der goede Ingezetenen, zoo na mooglyk te bepaalen, als ieder in Confcientie zal bevinden te behoor en. VI. Dat wyders om de goede Ingezetenen nog meer 1 te gemoet te komen in het maaken van den over- ■ flag hunner Bezittingen , en alle fcrupuleusheid I dienaangaande weg te neemen, zal worden ver-< klaard, zoo als verklaard word mits dezen, dat het8 een iegelyk zal vryftaan ten aanzien van de Effec- o ten, die hy bezit, zoo binnen als buiten 's Lands,, waar Op een Cours of Pryscourant is, die by zich zelve te tauxeeren naar de waarde en de Cours ofI Pryscourant, die daar op is ten tyde van het arresteeren van dit Piakaat, zynde den i May 1793» als waar na een ieder zich in het tauxeeren zal moe-, ten reguleeren; en dat ten opzicht van de Goe. deren zoo binnen als buiten 's Lands , waar opi geen Cours of Pryscourant is, een iegelyk die zal' mogen by zich zelve tauxeeren na rato van de pryzen der laatfte koopen , of verkoopen, die van: diergelyke Goederen door anderen gedaan zyn of wel tot zoodanige waarde , als waar voor hy die: ten tyde , wanneer hy zyne overflag maakt, wet zoude willen afftaan. Dat ten refpeöe van de Goederen, die eenig ge-< vaar of rifico loopen, gelyk Schepen en Koopman-. fchap-'  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, 119 fchappeu , mitsgaders Cargafoen-goederen , die ; attueelyk in Zee zyn, ten tyde wanneer hy zyne 1 overflag maakt, een iegelyk die by zich zeiven zal 1 mogen tauxeeren ter montant van de Asfurartie die hy daar op heeft laten doen, of zoo hy die in het i geheel niet of niet tot de volle waarde heeft laten - asfureeren, voor zoo verre naar maate, dat hy die i in gemoede door de loopende rifico minder waardig 1 fchat dan de oprechte en reëele waarde van dien. Dat Infchulden, uitftaande Gelden, Actiën en ' Crediten ten laste van Particulieren zoo binnen als buiten 's Lands, die dubieus zouden mogen wezen , zullen mogen gerekend worden naar de waarde, waar voor men dezelve in gemoede zoude willen overgeeven: dat Goederen, waar voor de Bej zitter eene byzondere affectie heeft, gaande boven de ordinaris prys of waarde, nogthands in de te maaken overflag niet hooger dan tegen de ordinaire prys of waarde genoomen en gerekend zullen behoeven te worden: dat wyders het zuiver inkomen der Ambten, Beneficiën en Bedieningen, als mede van de Lyfrenten , ToDtinen , Contracten van overleeving, Penfioenen en Prebenden, Prooss■.dyen, Decanyen, Prasbendaten, Canonifyen, Vi■icaryen, Commandeuryen en diergelyke, zal moeten gerekend worden op den voet, zoo als by de ' onderftaande Lyste ftaac uitgedrukt, volgens Welke Lyst de Lyfrenten en Tontinen, en in dezen ook 1 de zuivere revenuën van een Ambt, Beneficie of Bedieninge, als mede van de Penfioenen en Prebenden moeten gerekend worden aldus: te weeten op lyven van » 1 tot 20 jaaren, 10 maal de Lyfrenten, Revenuën van de Ambten, Bedieningen , Penfioenen , &c. 20 tot 30 jaaren, 9 maal, 30 — 40 8 *** 40 — 50 7 — 30 — 55 — 6 H4 55  120 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk 55 tot 60 jaaren , 5 maal, 60 — 65 —— 4 — 65 — 70 3 „ 7o — 75 2 Boven de 75 1 — • Zullende de zuivere jaarlykfche revenuën van de Tontinen gerekend worden na rato van het gene dezelve het laatst voorgaande jaar opgebracht of geimporteerd hebben, en de zuivere jaarlykfche revenuën van een Ambt, Beneficie of Bediening, dat in het geheel of ten deele geen vast inkomen heeft, over de vyf laatfte jaaren moeten omgeflagen worden, en van de genen, die zoo lang door den tegenwoordigen Bezitter niet bezeten zyn, na rato van het apparente inkomen van dien, of daar het ten eenemaal onzeker zoude mogen wezen, na rato van den tyd, dat die door den tegenwoordigen Bezitter bezeten zyn: en dat de zuivere inkomften van de rouleerende Ambten of Commisfien, die iemand, geen Lid van de Regeering zynde, voor een tyd bekleed in de refpedive Collegien als anders, zullen gerekend worden naar den tyd, die nog resteerende is. VII. Dat van Goederen in Fidei-commis of Lyftocht bezeten wordende, waar van het exfpeöatif of den eigendom aan IngezeteBen van deze Provintie behoort, de voorfz. Contributie gedaan zal moeten worden op gelyke wyze en voet, als van alle andere Goederen, doch afzonderlyk en op zich zelve, behoudens dienaangaande aan den Contribuant zyn regres, rot vergoeding van de helft van het gene gefourneerd is, ren lasten van den Fidei-commisfairen Erfgenaam of vao den genen, aan wien den eigendom gemaakr is, by de overlevering of uirkeeMng derzelver Goederen , welk regres zal plaats hebber;, nietregenftaande zulke of diergelyJr-» kortingen by Testament verboden waren, waar aan  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 121 aan mits dezen word gederogeerd. En dat van alle ; andere Goederen in Fidei-commis of Lyftocht be: zeten wordende, waar van Buitengezetenen heC 1 exfpeöatif of den eigendom hebben, de tegen1 woordige Bezitter of Lyftochter zal kunnen vol] liaan met alleen voor de helfte der waarde van dien 1 de Contributie van den honderdflen Penning daar 1 van te doen, onder de generaale masfa van zyne ; andere Goederen , zonder deswegens eenig regres 1 of vergoeding te kunnen vorderen. VIII. Dat alle Perfoonen Ingezetenen dezer Provintie geweest zynde en zich nu buiten dezelve bevini dende, wanneer dezelve toonen , hunne Burger1 voorrechten te willen behouden, hec zy door het 1 laten aanteekenen van hun Domicilium, het zy 1 door andere daaden, zullen gehouden zyn in deze heffing op den voet van dit Piakaat te contribueeren, en den ééd of in Perfoon, of door Gemachtigden af te leggen. En zullen de genen, die voor 1 dat zy ten vollen aan hunne verplichting omtrent deze heffing hebben voldaan, zouden begeeren met ter woon buiten de Provintie te vertrekken, by arrest tot het voldoen aan hunne verplichting worden gehouden, tot dat zy ten vollen voldaan, of cautie gefield hebben. , IX. ; Dat de genen, die uit andere Landen of Provintien na het emaneeren van dit Piakaat zich binnen deze Provintie komen neder te zetten, niet gehouden zyn te fourneeren. X. Dat de Militaire Officieren, Ingezetenen of Onderzaten dezer Provintie zynde, offchoon elders in Guarnifoen leggende , nogthands voor hunne Goederen en Effecten, uitgenoomen hunne MilitaiHj re  102 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk te tractementeö, zullen moeten fourneeren en den ééd afleggen ter plaatfe, daar zy binnen het laatfte jaar hunner inwooning binnen deze Provintie hunne Domicilie gehouden hebben, met vrylating nogthands om het voorfz. fournisfement op die Plaats of wel op eene andere binnen deze Provintie te doen. XI. Dat de voorfz. Contributie zal moeten worden gedaan en den éèd, daar by gerequireerd, afgelegd door een iegelyk in Perfoon, of wel door iemand van vertrouwen in zyne plaatfe te zenden met behoorlyke Notarieele of Gerechtelyke Procuratie voorzien om den gerequireerden ééd in zyne ziele af te leggen. XII. Dat de fournisfementen van de voorfz. Contributie zullen worden gedaan zoo in contant Geld, Van Zilvere en Goude ten Comptoire gangbaare Munt '(zullende in dit geval de Zeeuwfche geheele Ryksdaalders mogen worden gegeeven tot twee- en- vyftig ftuivers net ftuk) als in gewerkt Goud of Zilverwerk, welverftaande, dat het zelve niet hooger zal mogen worden berekend, als na de intrinficque waarde, en zoo als het by Goud- en Zilverfmeden zoude worden aangenoomen, en alzulks zonder eenig fatfoen, als het welk in geenen deele in confideratie moet worden genoomen, en voorts in twee termynen, waar van de eerfte termyn, ter concurreDtie van de helft, by de Regenten en de genen die aan de Hooge Regeering van den Lande, of aan de Magiftratuure in de Stad en Steden participeeren, of eenige Ambten of Bedieningen van Policie of Juftitie van den Staat, Stad, of Steden bekleedeDde zyn , «al moeten worden gefourneerd voor den i Augustus dezes jaars 1703, en by de andere Ingezetenen voor den eerften September daar aan volgende; zullende de tweede of laatfte termyn, ter  het Gemeenebest der Vertenigde Nederlands*, taj ter concurrentie van de wederhelft, by de Regenten en die aan de Regeering participeeren als bóvefi precife moeten worden gefourneerd voor den eerften December aanftaande, en by de andere Ingezetenen yoor de expiratie van dezelve maand, des dat aan allen vry zal ftaao de voorfcaièeven twee termynen te gelyk te fourneeren. XIII. Dat de voorfchreeven fournisfementen zullen moeten worden gedaan in handen van drie of meer Commisfarisfen, by Burgemeesteren en Regeerders in Stad en Steden refpedSve, en de Schouten en Gerechten in de refpe&ive Dorpen en derzelver Ditlri&en, uit naam van Hun Ed. Mogenden daar toe aan te ftellen, welke tot den ontvang van de Voorfz. Contributie, tot het vergen van de bovengemelde verklaaringen en" tot het afneemen van de refpe&ive éèden, mitsgaders tot het overbrengen van de Penningen daar, en zoo als hier na breeder zal worden gezegd, zullen worden geauthorifeerd, gelyk zy daar toé geauthorifeerd worden mus dezen, na dat zy iD handen van Burgemeesteren , vöor Zoo veel de Stad en Steden aangaat, mitsgaders ia handen van de Maarfchalken van de refpective Kwartieren, voor zoo veel het platte Land concerneert, en in handen van de Drosfaarden en Baiijuwen , voor zoo veel de hooge Heerlykheden be. treft, de belofce onder ééde zullen hebben gedaan, van zich in hunne voorfz. Commisfie getrouwelyk te zullen gedraagen, en fecreet te zullen houden al het gene hun in haare voorfchreeven Commisfie zal voorkomen en de Fourneerders zelve begeeren fecreet te houden, en fpeciaalyk het gene hun van de gedaane Contributie der Weeskamers , Voogden, of anderen kenbaar, zoude mogen zyn geworden , en dat de voorfz. Commisfarisfen deze last gratis en zonder eenige belooningê ter liefde vaa den Lande zullen op zich neemen en uitvoeren, behoudelyk nogthands, dat de onkosten, die zy ge' nood-  IS4 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk noodzaakt zullen zyn tot uitvoeringe van haare Commisfie onvermyaelyk te moeten maaken , aan huD door den Lande gpedgedaan zullen worden, zullende het aan de Ingezetenen ten pjatteji Lande echter vryftaan haare fournisfementen, mitsgaders den ferequireerdeo ééi , te doen en af te leggen ter laatfe hunner wooninge, of wel binnen eene der Steden deier Provintie, na dat zy zullen verkiezen, mits nogthands dat zy, het laatfte verkiezende , ter Plaatfe hunner wooninge opgeroepen wordende, gehouden zullen zyn bet Certificaat van gedaane betaalinge in eene der Steden aidiar te verwonen; gelyk ook verftaan word, dat Schouten, Schepenen, Sepretarisfen, Erf huismeesters, Gezwoorens, Makelaars, of alle anderen, die in de Stad en Steden of ten platten Lande tot het doen van eene tauxatie van eenige Goederen bevoegd zyn en daar toe verzocht worden , zulks gewillig, en zonder eenige gratificatie te prastendeeren, zullen gehouden zyn te doen, en dat de Aften van tauxatie, zoo noodig wierden geoirdeeld, als ook de Procuratienj om de Contributie in naam van een ander te doen, zullen vry zyn van Zegel. XIV. Dat de Commisfarisfen tot den ontvang van de voorfchreeven Contributie zullen beginnen re vaceeren met den ijden July eerstkomende, op zoodanige plaatfe, dagen en uuren, als in ieder Stad en Dorp bekwaamst geoirdeeld, en by Publicatie of aanzegginge van een Gerechts-bode, gedenuncieerd zal worden, welke Commisfarisfen ieder in den hunne notitie zullen moeten houden van de Contribuanten, die voor haar verfcheenen, of niet verfcheenen zyn, of zy den eerften of tweeden termyn, of wel beide de termynen te gelyk van deze Contributie fourneeren zullen, waar van de Contribuanten gehouden zullen zyn aan hun verklaaringe. op den ééd te doen, en voorts van al het gene aaa hun aal voorkomen. XV.  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, ny XV. Dat ten einde tegen iemands wille niet bekend moge worden, hoe veel hy gefourneerd heeft, «Is tmede op dac de vreeze voor eenige confcquentie, dewelke uit deze Contributie of heffinge nimmer mag worden getrokken, ten eenemaal uit het gemoed der goede Ingezetenen moge geweerd zyn, jde voorfchreeven Commisfarisfen by zich zullen :|hebben een of meer daar toe geapproprieerde kistten, met zoo veel differente Sloten voorzien, als irer Commisfarisfen zullen wezen, en waar van ieder Ider Commisfarisfen zal hebben een Sleutel, voorjjzien met noodige openingen in den bovenbodem of idekzel, bekwaam tot het doorfteeken of inflorten ivan het Geld, of gewerkt Goud en Zilver, en zooIdaoig toegefleld , dat dezelve openingen by het vertrek der Commisfarisfen, invoegen als voor en , ';;gefloten kunnen worden. En dat ieder Contribuant, na dat hy den bovengemelden ééd zal hebben afgetlegd, daar in zelve of door zyn vertrouwde zal weriipen, doorfteeken, inftorten of leggen de fomme. iiiGelds of het gewerkte Goud en Zilver, die zyne, Contributie (zonder dat die apart geteld, gewoogen of fpecificquelyk nagezien zal worden,) bedraagt, of zoodanige termyn van dien, als hy zal willen fourneeren, waar van als dan aan hem door i : gemelde Commisfarisfen zal gegeeven worden een \A&e of Bewys, dat hy den voorfz. ééd geprass■ teerd, en zyne Contributie voor den eerften of tweeden termyn , of wel voor beide termynen te lqgelyk, gefourneerd heeft; edoch dat voor de getanen, die tot hunne decharge, of om andere redemen begeeren, dat de fomma van haare Contributie : bekend zy, dezelve in de voorfchreeven Acte o£ Bewys uitgedrukt zal worden; gelyk ook met relatie tot de zulken , die uit een Vaderlandlievende I beweeginge, en om anderen te meer aan te moediI gen, boven de voorfchreeven bepaalde gifte, haare I liberaliteit betoond en geoeffend hebben, mits zy I fpeciaalyk op den ééd» by hun afgelegd, aan de voor-  ia6 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk voorfchreeven Commisfarisfen verklaaren en uit. i drukken, hoe veel zy daar boven gegaan zyn, de voorfz. Acte of Bewys gegeeven zal worden, mee i infertie van eene ter hunner eere, en voor de pos. teriteit honorable getuigenisfe en dankzegginge. XVI. Dat voorts de voorfz. Commisfarisfen de Penningen, die onder hun gefourneerd zullen zyn, van tyd tot tyd zullen opneemen, en ordentelyk in zakken van eene fpecie, het gemunt Goud van het gemunt Zilver gefepareerd, verzamelen, en daarvan op eene Memorie fpecificque aanteekeninge hou-1 den, en dat zy het montant van alles, zoo van Goude en Zilvere PenningeD, als van gewerkt Goud en Zilver, doch in vier onderfcheiden klasfen, zullen noteeren, en daar van aan de Heeren Gedepu. teerde Staaten kenrisfe geeven: en dat zy mede van tyd tot tyd dezelve Penningen, mitsgaders ge. •£ werkt Goud en Zilver, wanneer het een en ander: in gereedheid zal zyn, zullen overbrengen, daar én waar zulks door de Heeren onze Ordinaris Gede- • puteerden aan bun zal worden geordonneerd en aan- i gewezen. En gelyk wy op de voorftelling van Hun Hoog Mogenden, en in navolging van dè Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, uit aanmerkinge van de in het hoofd dezes gemelde redenen tot de ïieffinge provifioneel van een HondtrdftenPenning, op > den bovengemelden voet, hebben befloten, en vertrouwen, dat ook de andere Provintien zich aan de daar toe gedaane inftantien niet zullen onttrekken,, om door het gezamentlyk vastftellen van zoodanige; extraordinaire Contributie met eerpaarigheid toti *s Lands behoudenisfe mede te werken, waarinne; alle In- en Opgezetenen het zelve belang hebben:; Zoo is 't, dat wy mits dezeo alle Regenten en Ma., giftraaten, en verder allen en een iegelyk van onze! goede In- en Opgezetenen hartelyk noodigen eui verzoeken, om zich in dezen te kwyten naar be-■ hoo..  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 127 hooreo, en met bereidwilligheid zich te reguleeren naar den inhoud van dit ons Piakaat, met waarfchouwinge nogthands, dat zoo wanneer tegen onze verwachtinge een of ander onder onze Ingezetenen mogte worden bevonden ongevoelig voor ! zulke krachtige beweegredenen, en zich zelvs zoodanig mogte vergeeten, dat hy, het zy voor den eerften, het zy voor den tweeden termyn, in gebreke mogte blyven het voorfchreeven exadielyk na te komen, dat tegens zoo een zonder eenige : verfchooninge met alle rigeur zal worden geproce- i deerd, het zy by Gyzeling of zoo als men in goede Juftitie zal bevinden te behooren , ten einde aan ; den zoodanigen ons billyk misnoegen en rechtvaardige indignatie ter zyner ftraffe en affchrik van een ander te doen gevoelen. En op dat alle en een iegelyk, die het aangaat, omogen weeten onze goede meeninge en intentie, en zich puncfueelyk daar na reguleere, vinden wy goed en begeeren, dat deze alomme afgekondigd en aangeplakt zal worden, daar zulks behoort en te ge. fchieden gebruikelyk is. Gedaan en gearrefteerd te Utrecht, den i May 1793. (was geparapheerd) W. E. de Perponcher, vt. (Onder Jlond,) Ter Ordonnantie van myne voornoemde Heeren de Staaten. (was get.) H. A. Laan. Extraft  128 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk Extracl uit de Refolutien van de EtL, Mogende Heeren Gedeputeerden van i de Staaten 's Lands van Utrecht, in Hun Ed. Mogenden Vergaderinggenoomen op Vrydag den io May 1793* Is na voorgaande deliberatie goedgevonden en verftaan, te arresteeren, zoo als gearresteerd wer-' fy den by dezen, de Inftrudtie voor de Commisfaris-]| fen, in welkers handen de Honderdfte Penning ge- .s; fourneerd zal worden, als mede het Formulier van ie'! ééd, en de Aüens van aanftellinge voor dezelven: n gelyic ook nog de refpeöive onderfcheidene For--.i< muiieren van ééd voor de Contribuanten: als mede st nog het Formulier van de refpeüive ondericheide- .9 ne Adter.s of Bewyzen te geeven aan de gene , die JÏ hunne Contributie in het geheel of ten deele ge-b fourneerd hebben: gelyk ook het Formulier van de li Acte of Bewys te geeven aan de gene, die boven bm de bepaalde Gifte haare liberaliteit geoeffend heb» 4. ben: en eindelyk nog het Formulier van de Noti-4 tie der gedaane fournisfementen, door de Gommis. .1 farisfen, over den honderdften Penning gefteld», van tyd tot tyd aan de Heeren Gedeputeerde Staa» I . ten, over te zenden: alle hier navolgende geinfe. . xeerd. Ende dat de voorfchreeven Inftrudtie en refpeftive Formulieren zullen werden gevoegd by het Pla- ■ Jtaat door Hun Ed. Mogenden ingevolge het gerefolveerde op het fubjedt, van den honderdften Penning geëmaneerd en afgezonden, en vervolgens gezonden zullen werden aan Burgemeesteren en Regeerders van de Stad en Steden, en aan de Schouten en Gerechten ten platten Lande, met last, om zich daar na te reguleeren, daar van het noodige en vereischte gebruik te maaken en te doen maa« ken, in het invorderen van den voorfchreeven non. derdften Penning, en met het werk zelv, ten fpoe. . digfte en zonder tyd verzuim een aanvang te maaken. /«. '. 1  het Gemeenebest der Pereenigde Nederlanden* 149 InftruBie veer de Commisfarisfen in welkers handen de honderdfte Pen» ning gefourneerd zal werden. Art. I. De voorfchreeven Commisfarisfen zullen zich ge* neraalyk in het uitvoeren van hunne Commisfie ré« guleeren na den inhoude van het Piakaat by Hun Ed. Mogenden op de heffing van den honderdften Penning geëmaneerd, en fpeciaalyk van de vierde» dertiende, veertiende, vyftiende en zestiende Ar« tikelen van dien. \ ÏL Op dat de Voorfchreeven Cööimisfarijfeö dés te beter zouden konnen nagaan, of alle de Contribuanten voor hun verfcheenen zyn dan niet, zullen by hun Lysten geformeerd werden van alle de Huizen» welke in de Stad of Dorp, waar over zy geftel-i zyn, zich bevinden, volgens de Quohieren van Huis of Haardftede-gelden, ten welken einde aaa hun toegang tot de voorfchreven Quohieren gegeteyen zal werden, en zullen zy voorts op dezelve Lysten by ieder Huis Doteeren de Perfoon of Per-, foonen, welke uit dat Huis voor hun verfcheenen zyn: en voor zoo veel de Huizen aanbelangt, waar uit niemand voor hun verfcheenen zoude mógen zyn, zullen zy zich zoo exact als Hun mooglyk zal zyn informeeren, door wie dezelve bewoond wor*. den, en de Perfoonen die dezelve bewoonen, na dat den tyd voor ieder termyn gefield zal wezen ge* elabeerd, gerechtelyk doen infinueeren, om al* nog voor hün te verfchynen en aan hunne verplich» tinge te komen voldoen, met voorgaande kennisfe en goedvinjeo nogthands van de Burgemeesteren in de Stad en Steden, ën de Schouten ën Gerechten ten platten Lande: en wanneer als dan nog eenige in gebreeke zouden mogen zyn gebleeven, zullen II. Dat. I . zy  ïgo Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk zy daar vao Lyscen formeeren, en dezelve overzenden aao Hun Ed. Mogenden, om daar op nader gerefolveerd te werden. III. De voorfz. Commisfarisfen zullen zich mede zoo exacf als hun mooglyk zal zyn, generaalyk infor* meeren, of de Huizen door meer dan eene Familie , eu in onderfcheiden gedeeltens , bewoond worden, en vervolgens reguard neemen, dat door alle dezelve aan hunne verplichtinge voldaan werde. IV. Ingevalle aan de voorfz. Commisfarisfen twyffel. achtig zoude mogen voorkomen, of eenige Perfoonen voor Ingezetenen te confldereeren zyn, dan niet, zullen zy daar van Notitie houdeb, en dezelve Notitie aan Hun Ed. Mogenden toezenden , om daar op nader gerefolveerd te werden. V. De voorfz. Commisfarisfen zullen, na het eindigen van hunne Commisfie, alle de Notitien by hen gehouden» overzenden aan de Heeren Gedeputeerde Staaten. om geëxamineerd te werden, hoedanig zy zich in de behandelinge van zaaken gedraagen hebben, en vervolgens de noodige ordre gefield te werden, indien aan het voorfchreeven werk nog ietwes mogte resteeren. VI. De voorfz. Commisfarisfen, alvoorens in functie te treeden , zullen in handen van de gene, die hen gecommitteerd zullen hebben, afleggen den ééd op het Formulier hier navolgende geinfereerd.  het Gemeenebest der Pereenigde Nederlanden. 131 t Formulier van Eed voor de Commisfarisfen, in welkers handen de honderdfte Pen* ning gefourneerd zal worden. Wy belooven en zweeren, dat wy ons in de rCommisfie die ons opgelegd is, getrouwelyk zulile'n gedraagen, en dat wy ons zullen reguleeren na het Piakaat by Hun Edele Mogenden op de heffio» ge van den honderdften Penning geëmaneerd, voor zoo veel het zelve ons aangaat, als mede nakomen :de Inftruftie aan ons op dit fubjett gegeeven, en üdat wy mede fecreet zullen houden alle het gene jpns in onze voorfchreeven Commisfie zal voorkoismen, en de Fourneerders zelve begeeren fecreet te houden, en fpeciaalyk het gene ons van de geIdaane Contributien der Weeskamers, Voogden of : tetïdere zoude mogen kenbaar zyn geworden. Zoo waarlyk helpe ons God Almachtig* Formulier van de Aiïens van aanftelling der Commisfarisfen tot den ontvang van den Honderdften Penning. Burgemeesteren en Regeerders der Stad (*) \fiebben ingevolge de authorifatie op hen verleend hy Hun Edele Mogenden Piakaat van den ï May 3793» °P de heffinge van den honderdften Penning [geëmaneerd, uit den naam van Hun Edele Mogenden de Heeren Staaten dezer Provincie, gecommitteerd , zoo als gecommitteerd werden mits deazen , de Perfooaen van toe n.j") Voor het platte Land. SchoutenGtrecbte vmt , . . . . vntbbin binnen dt Stad •tori  f3» -Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk tot Commisfarisfen tot den ontvang van de voorfz» . honderdfte PenniDg over de Stad van (f) Geevende aan dezelve Commisfarisfen alle zooda- I nige authoriteit, als in het voorfz. Piakaat ten hun- > nen reguarde is vermeld: mits zich alleszins reguleerende na den inhoude van dien, en na de inftructie , welke voor dezelve Commisfarisfen by Hun Ed. Mogenden is gemaakt; waar op de voornoemde Perfoonen in onze handen den ééd gedaan hebben op het Formulier voor henlieden gearresteerd: lastende overzulks alle en een iegelyk die het aangaat de voornoemde Perfoonen in hunne voorfchreeven qualiteit te erkennen. Actum den III. Formulier van Eêd voor de gene die dé ! betaalinge van den Honderdften Pen* ning voor zich zeiven doen. Ik verklaare, beloove en zweere, dat ik na myne : beste kennisfe en weetenfchap, en zoo na als my ' mooglyk is geweest, op den voet by Hun Edele! Mogenden Piakaat van den i May 1793 uitgedrukt, , den overflag en begrootinge van het zuiver beloop >; der waarde van alle myne Goederen en Bezittin-> gen, hoegenaamd, en waar gelegen of zynde, en zonder eenige andere uitzonderinge als by het voor- <5 fchreeven Piakaat bepaald is, gemaakt hebbe: en dat ik daar van, gegoed zynde tot een duizendI Guldens of daar boven, ter goeder trouwe ten min-, ften een percent, in een of twee termynen zall fourneeren, insgelyks op den voet en na het voor», fchtift in het voorfz. Piakaat vervat: en dat ikJt ingevalle naderhand nog ietwes van myne Goede- ■ rem (t) Voor het platte Land. Over denDorpe van .... i en het Diftrift van dien.  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 133 : ren en Bezittingen tot myne kennisfe mogte ko1 men, dat by toeval overgeïlagen was, ook daar van 1 een percent in maniere als boven fourneeren zal. Zoo waarlyk helpe my God Almachtig. IV. Formulier van Eêd voor de gene die de betaalinge van den Honderdften Pen* %ing doen voor zich zelve en voor haare Huisvrouwen of Mannen. Ik verklaare» beloove en zweere, dat ik na my. iine beste kennisfe en weetenfchap, en zoo na my iimooglyk is geweest, op den voet by Hun Edele Mogenden Piakaat van den 1 May 1793 uitgeIdrukt, den overflag en begrootinge van het zuiver beloop der waarde van alle myne en myns Huisvrouws (*) Goederen en Bezittingen, hoegenaamd jen waar gelegen of zynde, en zonder eenige andere uitzonderinge als by het voorfz. Piakaat be(paald is, gemaakt hebbe: en dat ik daar van, te jzamen gegoed zynde tot een duizend GuMens of daar boven, ter goeder trouwe ten minften een jpercent, in een of twee termynen zal fourneeren, iSnsgelyks op den voet en na het voorfchrift in het ovoorfz. Piakaat vervat: en dat ik, ingevalle naderhand nog ietwes van myne of myns Huisvrouws (f) )jGoederen en Bezittingen tot myne kennisfe mogte komen, dat by toeval overgeflagen was; ook daar iivan een percent in maniere als boven, fourneeren ■zal. Zoo waarlyk helpe my God Almachtig, I (*) Of myns Mans. (t) Of myns Mans. 1 *3 v\  534 Nieuwe Vtrz&mling van Stukken, betrekkelyk furmulier van Eéd voor de gene die de I betaalinge van den Hoi.derdjlen Pen- >\\ ning doen voor hunne Kinderen, het u' zy eigen of Voorkinderen, die by hun t (nwoonende zyn. Ik verklaare, beloove en zweere, dat ik na my» I Be oeste kennisfe en weetenfchap, en zoo na als b my mooglyk is geweest, op den voet by Hun Ed. i Mogenden Piakaat van den I May 1793 uitgedrukt, Ij den overflag en begrootinge van het zuiver beloop i der waarde van alle myner Kinderen Goederen enq Bezittingen, die zy uit eigen hoofde bezitten (*), hoe» 1 genaamd, of waar gelegen of zynde, en zonder:! eenige andere uitzonderinge als by het voorfchree»! ven Piakaat bepaald is, gemaakt hebbe: en dat ik! tiaar van, dezelve gegoed zynde tot een duizendi: Guldens of daar boven, ter goeder trouwe ten;j: minden een percent, in een of twee termynenfj zal fourneeren, insgelyks op den voet en na het Voorfchrift in het voorfchreeven Piakaat vervat; en dat ik , ingevalle naderhand nog ietwes van hun-i ■ne Goederen en Bezittingen tot myne kennisfei mogte komen, dat hy toeval overgeflagen was,, ook daar van een percent, in maniere als boven,] fourneeren zal. Zoo waarlyk helpe my God Almachtig,^ (*) Of Foorkinderen, Goederen en Bezittingen die zy ufö! tigen koof de Bezitten, metnaame £72 zulks VI.!  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, 135 VI. formulier van Eéd voor de gene die de betaalinge van den Honderd/ten Penning di en voor hunne Pupillen, en voor andere, welker Goederen zy ad* minijtreeren. Ik verklaare| beloove en zweere, dat ik na myue beste kennisfe en weetenfchap, en zoo na als my mooglyk is geweest, op den voet by Hun Ed. Mogenden Piakaat van den I May 1793 uitgedrukt, als Voogd adminijlreerende de Goederen van (*) den overflag en begrootinge van bet zuiver beloop der waarde van alle myne voorfchreeven Pupillen Goe* deren en Bezittingen (f), onder myne adminiftratie zynde, en zulks hoegenaamd, en waar gelegen of zynde, en zonder eenige andere uitzonderinge als by het voorfchreeven Piakaat bepaald is, gemaakt hebbe: en dat ik daar van, dezelve gegoed zynde tot een duizend Guldens of daar boven, ter goeder trouwe ten minften een percent, in een of twee termynen zal fourneeren, insgelyks op den voet en na het Voorfchrift in het voorfchreeven Piakaat vervat, en dat ik, ingevalle naderhand nog iecwes van derzelver Goederen en Bezittingen tot myne kennisfe mogte komen, dat by toeval overgeflagen was, ook daar van een percent, in maniere als bo. ven, fourneeren zal. Zoo waarlyk helpe my God Almachtig. (*) Of als adminijlreerende de Goederen van (t) Of van olie de Gsederen en Bezittingen van den votx> noemde ...... 0 . 1* VIL  136 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk VII. Formulier van Eéd voor de Weeskamers of derzelver Gecommitteerden of Sub* foosten. y e ™!^nU1!;klaa^e,^ beIoOT«n en zweeren, dat wy ra onze beste kennisfe en weetenfchap, en zol Har%2SL M0g,y! isD^e"t, op den' voet hj Hun Edele Mogenden Piakaat van den i Mav uugedrukt, den overflag en begrooting vïn het zmver beloop der waarde van all« r' 8 j Bezittingen van ° alle de Go.ede'e° ea «iniftratie van de voorfchreeven Weefkamer zyn" *vndf 2?kS hoegeD^md, en waar gelegen ^f S bvhet vnn??depr £enlS? aDdere uitlonderinge ben - en dat t?*/,akaat bePaa,d is» ge™^ heb. oen. en dat wy daar van, dezelve eeeoed 7vndf» der treoDuwUe,ZeDd Gü,deDS °£ daar bofe^^er goï der trouwe een percent, in een of twee termvrfen fourneeren zu!|eD, insgdyks op dS voe?en m da'? ii0r£ïr,ftiiin hei\°0^. Piakaat vervat? en" aelvrryrSLalle nader.hand «08 ietwes van derf Wenren?ez«"ngen tot onze kennisfe ï»??«„ ' d3t by toeval overgeflagen was, 2w vaar/yfc obx God Almachtig. Vllf. Formulier van Eéd voor de gene die Gee. deren in Fidei-commis of Lyftocht bezitten, waar van het exfpeclatief of den eigendom aan Ingezetenen van de. ze Provintie behoord. - Ik verklaare, beloove en zweere, dat ik, als be- sic*  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 137 zittende in Fidei-commis (*) de Goederen afgekomen van na myne beste kennisfe en weetenfchap, en zoo na als my mooglyk is geweest, qd den voec by Hun Ed. Mogenden Piakaat van den 1 May 1793 uitgedrukt, den overflag en begrootin. ge van het zuivere beloop der waarde van alle dezelve Goederen en Bezittingen hoegenaamd, en 1 waar gelegen of zynde, en zonder eenige andere uitzonderinge als by het voorfchreeven Piakaat bet paald is, gemaakt hebbe: en dat ik daar van het zuivere beloop der waarde van dezelve Goederen en Bezittingen, monteerende tot een duizend Guldens ( of daar boven, ter goeder trouwe ten minften een K percent, in een of twee termynen , zal fourneeren, j insgelyks op den voet en na het Voorfchrift in het r voorfchreeven P akaat vervat; en dat ik, ingevalle |l paderhand nog ietwes van dezelve Goederen enBet: zittingen tot myne kennisfe mogte komen, dat by i toeval overgeflagen was, ook daar van een percent 1 in maniere als boven, fourneeren zal. Zoo waarlyk helpe my God Almachtig. IX. Formulier van Eéd voor de Erfgtnaa. men van een Contribuant die overheden is, na dat hy den ééd afgelegd heeft, en eer alle de termynen by hem gefourneerd zyn. Wy verklaaren, belooven en zweeren, dat wy, als Erfgenaamen van wylen na onze beste kennisfe en weetenfchap, en zoo na 1 als ons mooglyk is geweest, op den voet by Hun 1 Jid. Mogenden Piakaat van den r May 1793 uitget drukt, den overflag en begrootinge van het zuiver beloop der waarde van alle de Goederen en Bezitrin- (*) Of Lyftocht. g*D' 15  138 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk gen, hoegenaamd, en waar gelegen of zynde , van 1 wylen den voornoemden zonder eenige andere uiczonderinge als by het voorfchreeven Piakaat bepaald is, gemaakt hebben: en dat wy daar van, het zuivere beloop der waarde van 10 deze}ve Goederen en Bezittingen, monteerende tot 1 een duizend Guldens of daar boven, ter goeder ai trouwe ten minften een percent pro rato van den termyn die daaraan nog resteert, zullen fourneeren, insgelyk» op den voet en na het Voorfchrift in het; voorfchreeven Piakaat vervat: en dat wy ingevalle t naderhand nog ietwes van dezelve Goederen en Be. zittingen tot onze kennisfe mogte komen, dat by1 toeval overgeflagen was, ook daar van een percent,, pro rato en in maniere als boven, fourneeren zullen. Zoo waarlyk helpe ons God Almachtig. X. Formulier van de ASte of Bewys te ge&. ■ ven aan de gene die den honderdften \ Penning in het geheel of ten deele ge • • fourneerd hebben. Wy ondergefchreeven Commisfarisfen gefield tot: den on-vang van Den Honderdften Penning in Hun 1 Ed. Mogenden Pakaat van den 1 May 1793 ver-meld, over de Staa van (*) certificeeren en verklaaren mits dezen, op den ééd, by het aanvaarden van onze Commisfie gedaan , dat: voor ons verfcheenen is (of zyn) Q) (*) Of: ever den Dorpe vpn en in het Difirify van dien. (t) Qf: als Notarieele lasten Procuratie hebbende van aan ons vertoont. Of;;  h$t Gemetnebest der Vereenigde Nederlanden. 139 en in onze handen wegens zyne Goederen en Bezittin» gen {*) gepresteerd heeft (of) hebben) den éèd aan de Contribuanten van de voorfchreeven Honderdften Penping by het voorfz. Piakaat opgelegd, op het Formulier daar toe gearrefteerd: en dat hy (of zy) vervolgens, op denzelven ééd by hem (of haar) afgelegd, aan ons verklaard heeft (of hebben) onder ons te hebben gefourneerd den eerften (f) termyn (of beide termynen) van den Honderdften Penning welke ingevolge en op den voet van hec voorfz. Piakaat van de voorfz. Goederen en Bezit, tingen aan den Lande gefourneerd moest (of moesten) werden. (§) Aótumden aL Of: als Voogd adminijlreerende de Goederen vin Of: als adminijlreerende de Goederen van Of: als Gecommitteerden van de Weeskamer der Stad Of: als Suppoost (of Suppoosten) van de Weeskamer der Stad Of: als bezittende in Fidei-commis (of Lyfmht) de Goe•deren afgekomen van (*) Of: wegens zyn voornoemde Principaals Goederen en Bezittingen, en in zyne Ziele: Of: wegens zyne en zyns Huisvrouws Goederen en Bezittingen. Of: wegens haare en haares Mans Goederen en Bezittingen- Of: wegens zyner {of haar er) Kinderen Goederen en Bezittingen, die zy uit eigen hoofde bi ■ zitten. Of: wegens zyner (of haar er) Voorkinderen Goederen en Bezittingen, die zy uit eige hoofde Bezitten, met naame Of: wegens zyner voorfz. 'Pupillen Goederen en Bezittingen. Of: wegens de Goederen en Bezittingen van den voornoemden. Of: wegens de Goederen en Bezittingen van onder de adminlflra* tie van de voorfz. Weeskamer zynde. Of: wegens de voorfz Goederen en Bezittingen. (f) Of den tweede: of beide de termynen. (5) Indien iemand begeert dat zyne Contributie bekend zy, als dan hier te laten volgen: en dat het voorfz. fournisfement bedraagen heeft de fomma van  140 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk XI. Formulier van de Afte of Bewys te geeven aan de gene die boven den Honderdften Penning hunne liberaliteit geoefend hebben. Wy ondergefchreeven Commisfarisfen geteeld tot den ontvang van den Honderdften Penning in Hun Ed. Mogenden Piakaat van den i May 1703 vermeld, over de Stad van (*) certificeeren en verklaaren mits dezen, op den ééd by het aanvaarden van onze Commisfie gedaan, dat voor ons verfcheenen is en hx onze handen wegens zyne Goederen en Bezittingen gepresteerd heeft den ééd aan de Contribuanten van de voorfchreeven Honderdfte Penning by het voorfchreeven Piakaat opgelegd, op het Formulier daar toe gearresteerd: en dat hy vervolgens, op denzelven ééd by hem afgelegd, aan ons verklaard heeft, onder ons niet alleen te hebben gefourneerd den eerften termyn van den Honderdften Penning, welke ingevolge en op den voet van het voorfchreeven Piakaat van de voorfchreeven Goederen en Bezittingen aan den Lande gefourneerd moest worden : maar ook nog daarenboven, uit een meer dan gemeene zucht en liefde tot den Lande, eene fomma Jan waaromme wy Commisfaris¬ fen erkennende in dezen den loifelyken en pryswaardigen iever, die den voornoemden ïn deze gelegenheid ten beste van het algemeene lieve Vaderland betoond heeft; en op dat daar van ter zyner eere altoos aan de Posteriteit blyken moge, hier van deze publyke getuigenisfe geeven» met dankzegginge daar voor uit den naam van Hun Ed. Mogenden, volgens derzelver begeerte in het voorfz. Piakaat uitgedrukt, en met betuiginge, dat Hun Ed. Mogenden, het zelve als een blyk van den Puriottifchen yver, zucht, en liefde van den (*) Mutatis mutandis als hier boven.  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 141 (voornoemden tot behoud van het 1 Vaderland, en van al wat daar in dierbaar is, altoos in aangenaame geheugenisfe houden zullen. Aftum den XIII. Formulier van de Notitie der gedaans fournisfementen, door de Commisfa* risfen, over den Honderdften Penning gefield, van tyd tot tyd aan de Heeren Gedeputeerde Staaten over te zen. den. Notitie der gedaane fournisfementen van des Honderdften Penning onder de ondergefchreevene Commisfarisfen over de Stad of over tden Dorpe van en het DiftriEt van idien; federt den . * . . • tot den gl. ft. penn; Gemunt Zilver «— — iGemunt Goud — — onc. eng. azeni [Gewerkt Zilver — Gewerkt Goud » — gl. ft. penn. Aöum den ......»••> No.  l4t Nieuwe•Verzameling van Stukken, betrekkelyk No. 126. Notificatie van de Regeering der Stad Haar. Urn, betrekkelyk de fournvfementen van den twee. inaal êénhonderaften Penning, In dato den 6 May 1793. Burgemeesteren en Regeerders der Stad Haar» lem adverteeren by dezen, dat zy, ter voldoening asn Hun Edele Groot Mogenden Piakaat van den 3den April jongstleeden, op de tweemaal éénhonderdfte Penning gearrefteerd, en de intentie daar by vervat, hebben doen plaatfen op 't Prinfenhof, in de groote Zaal, een Kist, waar in de Fournisfementen, zoo in Contanten, 't zy los, 'c zy in heele Geldzakken of in een gelïagén Zilver, door allen en een iegelyk zullen kunnen worden gedaan-j als mede dat zy Commisfarisfen hebben benoemd, dewelke zullen vaceeren alle dagen in de week (except alle Zon- en Feestdagen) van 's morgens ten tien tot 's middags ten twaalf uuren, te beginnen , voor den eerften termyn, van Dingsdag den 7den tot den 3iften May inclufive, tot het verkenen der Quitantien aan diegenen, welke dezelve noodig hebben of begeeren mogten. Verzoekende en vermaan ecde Hun Ed. Groot Achtb. alle Burgers en Ingezetenen dezer Stad ea Vryheid van dien, en allen die zulks verder zouden mogen aangaan, hunne vérfchuldigde Fournisfementen, volgens den preciefcn inhoud van 't zelve Piakaat, en onder verband van den ééd daar toe ftaande, voor den eerften Juny te fourneeren of doen fourneeren. Adhorteerende Huft Ed. Groot Achtb. teffecs allen en een iegelyk, offchoon niet vallende ia de abfolute verplichting van eénïge Fournisfementen te moeten doen, om, ten blyke dat zy met waare liefde voor het behoud van het lieve Vaderland en deszelvs defenfie bezield zyn, mede zoodanige Giften te fourneeren, als waar toe zy door hunne Vaderlandsliefde zullen worden opgewekt j enz. No.  bet Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 143 ■ JS°- 127» Aanfchryving van Hun Edele Mogenden de Heeren Staaten van Friesland aan de Gerechten van de Grietenyen en Steden, behelzende eenise verandering, betrekkelyk het houden van de m'iandelykfche Bedeftonden. In dato den 10 May 17S13. Edele, Veste, Lieve, Byzondere! Dewyl door de Barmhertïge hoede van den AI'machtigen God federt onze aanfchryvioge tot het :ihouden van maandelykfche Bedeftooden gedaan Iden oden Maart dezes jaars de fituacie van zaaken «en den toefïand der Republyk aangaande de Vyan. Idelyke aanval by de tegenwoordige beftuurders van de Franfche Natie ondernoomen, al ras zoodanige .gunftige veranderingen heeft ondergaan, dat zich «reeds ten tyde van het houden der eerfte zich niet Halleen eenige hoop, maar ook eene daadelyke verbetering ten opzichte van het lieve Vaderland op. Ideed, en welke het Opperwezen genadig behaagd heeft, vervolgens zoodanig te zegenen, dat de «Vyand is genoodzaakt geworden, de veroverde Ste» (den en bezette Plaatfen wederom te ontruimen en te verlaaten, zoodanig dat de Heeren onze Gedeiputeerden tegens den laatst gehouden Bedeftond uit idien hoofde aan U Ed. hebben kunnen gelasten God ïlAlmachtig voor zyne nooit volpreezene Goedertiemrendheden en Zegeningen opentlyk te laten dancréken, en zynen Zegen verder over de Wapenen van dden Staat en die van haare getrouwe Geallieerden ren Bondgenooten te doen affmeeken, hebbeo wy, ^by ons overwogen zynde de prsfente fituacie van 3de Republyk, gantsch verfchillende van die van den ikoden Maart voorfchreeven, wanneer wy het hou. iden van gedachte Bedeftonden hebben gearresteerd, en daaromtrent aanfchryvinge aan ü Ed. gedaan, i;gerefolveerd by dezelve wel te perfiiteeren voor oizoo verre het houden dier Bedeftonden aangaat, cdan niettemin daar in deze veranderinge te maaiken, dat voortaan God Almachtig zal worden gedankt,  _ 144 Nieuw» Verzameling van Stukken, betrekkelyk dankt, dat het Hem zoo genadig behaagd heeft onze Vyanden het Territoir van den Staat te doen verlaaten niet alleen, maar ook dezelve thands verre van het zelve te verwyderen, en daar door het lieve Vaderland uit die benaauwde omftandigheden. waar in zich heeft bevonden, door zyne machtige Hand wederhals voor dezen te verlosfen, en dit zoo gezegend Gemeenebest als nog ce fpaaren door Zyne nooit volpreezene Goedertierenheid: Hem i voorts biddende om Zyne verdere genadige en krachtdaadige hulpe, ten einde alle die maatregelen» welke by de Hooge Overheid zullen worden i genoomen en in het werk gefteld, wel mogen gelukken , en alleszins gezegend worden tot behoed I van den Lande, confervatie van den Godsdienst; en behoud der dierbaare Vryheid en waare Conftitutiè, en zoo het konde zyn tot bereikinge van eene algemeene Vrede over gantsch Europa. Wyders gelasten wy U Ed. hier van ten fpoedigften aan de Bedienaaren des Goddelyken Woords onder Uwen Bedryve kennis te geeven, en dezelve te beveelen deze van' de Predikfloelen af te leezen en hun voorts naar den inhoud daar van te gedraagen: blyvende onze gemelde Aanfchryvinge van den oden Maart hier vooren gemeld, voor zoo i verre applicabel en niet met deze onze ordres ftrydig, in haar geheel. Waar toe ons verlatende, Edele, Veste, Lieve, Byzondere! beveelen wy U Ed. in de befchérminge van Go»! Almachtig. Leeuwarden, den 10 May 1793. ÜEd. Goede Vrienden, De Staaten van Friesland, (was get.) P. A. Bergsma, vt.1 Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mogenden., (was get.) A. J. v. SMINIA. Nol  hét Gemeenebest der Véreenigde Nederlanden. £45 | No. 128. Copie van een Brief , door den Generaal Dümoüriez gefchreeven, den 26 Febr. 1793» uit hes J Kwartier-Generaal van 's Herenberg, aan de Commisfarisfen der Nationaale Conventie by de Armeeën in de Nederlanden, Luik enz» h ' Ik maak UI. bekend, dat wy dezen nacht de Ves» fflting de Klundert genomen hebben. Het Guarni* Moen is na agt üuren verdeediging op de vlugt ge« ilgaan. Van de byna 160 Man hébben wy *er 73 geivangen genomen, en hebben maar twee gekwet» iften. 'Er is een ongelukkige Vrouw uit de Stad iigedood. Ik zal de Familie eene fchaadeioosfteiliofr, aldaar voor geeven. Wy hebben 'er veel Hukken ïtKanon van 24, 18 en 12 pond gevonden. De Wil» mlemftad zal dezen nacht of morgen ochtend, in Iweerwil van de menigte Fregatten die het verdeeadigen, en die wy zullen verdry ven, worden aanrigevallen. Morgen gaa ik naar Breda en overmor* v.;gen reis ik naar Geertruiden berg, dat ik met Bom» slben zal beichieten. Ik hoop UI. alle dag te ver* i^moeijen met een Brief, die Ul. eenig goed gevolg (^aankondigt. Deze, hoe gewichtig ook voor myn filontwerpen, niet van dat gewicht zynde als die van ' de Stad Breda, zal ik geen Courier naar Parys zenden , maar verzoek UI. ernstlyk dit nieuws daar te ltNo. 129. Brief van den Heer Camus, een der Commisfarisfen in de Nederlanden, aan de Nationaals Conventie, gedateerd Breda den 1 Maart 1793. Burgers en Medegenooten I De ftaat eener Armêe, die met zoo veel goed I gevolg de Vryheid der Volkeren vermeerdert, kan II. Deel. X aan ■  146 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk : aan geen der Volksvertegenwoordigers onverfchil.; lig zyn; en de Conventie zal met deelneemend be« lang eenige byzonderheden, door zyne Commisfa gemeenfchap met Antwerpen maakt, is Breda ent zyn omtrek van veel belang, als zynde een eigen tornen ftukken Kanon, welkers getal daaglyks aal ïvermenigvuldigen, gebruikt te worden. Ook vraagt de Generaal om Oorlogs-Comtnisfaèisfen, hy heeft flechts twee, 't gene niet genoeg Ijs voor een Armée* die op zulk eene groote uitgeIftrektheid Lands verfpreld is. Hy vraagt om een ïOpzichter-Commisfaris voor Luik, op dat Petit IjEAN zich by hem zoüde kunnen voegen, om uit «Holland de Armée, die in de Nederlanden en het i Land van Luik is, voedzel te verfcbaffen. De Hollanders ontvangen de Soldaaten der Republyk als K 2 Broe-  148 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk Broeders: zy hebben voor de ganfche Armée voor i \ niet levensmiddelen bezorgd. Wy hebben daaren» boven de oude kooppryzen vastgefteld, en 'er onthei breekt niets aan dan die orders te doen uitvoeren ;i; tegenswoordig kan dat gemaklyk gefchieden. lkl ben getuigen geweest van eene afvaardiging vaniii verfcheide Hollandfche Vrouwen, de Burgemeesi.3 ters Vrouw van Breda aan 't hoofd hebbende, diöih aan den Generaal, die zy den Bevryder der Stad Brew da noemden , den Hoed der Vryheid aanboden.' f Het is droevig dat enkele Troepen der Republyk*!1 fomtyds vergeeten, dat zy onder hunne Vrienden^ leeven. Ik heb ftrenge orders geleezen , die de>f Generaal, om de Krygstucht te bewaaren, gegee*f ven heeft. Hy heeft een ftreng voorbeeld gefield »)ïE door den Luitenant-Colonel van het agtfte Regi-Éif ment Husfaaren, welkers Troepen zich flecht ge^jf draagen hadden, van alle inkomften te verfteeken«ii De Burgers, die de Generaal Domooriez ter zegef Zy zullen het tegenwoordig Decreet en de 1 aangehechte openlyke aankondiging, in de taaie. i] des Lands doen drukken, aanplakken, en in elke «Gemeente doen gelden. XI. Niemand zal in de Eerfte-, of Algemeene Vergaf «leringen ter ftemming worden toegelaaten, of toc^. Befiierder of provilioueelen Rechter kunnen be- i coemd worden, zonder den ééd voor Vryheid en q Gelykheid gedaan te hebben, en zonder van de voor- , rechten en voordeden, van welken hy gebruik had! kunnen maaken, te hebben afgeftaan. XII. De Franfche Generaals zullen in 't vervolg onder de vry waaring en befcherming der Franfche Re- • publyk brengen, alle Goederen, zoo roerende als onroerende, behoorende aan den Fiskaal, den i Stadhouder, zyne Begunftigers, Aanhangers en vrywillige Voorvegters (Satelliten), aan de openbaare Ambten , aan de Wereldlyke en Geestlyke Lighaamen en Gemeentens; en voor rekening der Franfche Natie bezit neemen van alle Nationaale, Goederen, die in Holland gelegen zyn en aan de Fianfche Republyk behooren. XIII. De Actiën van de Indifche Compagnie, die asa. den:  het Gemienelest der Fmenigde Nederlanden. 153 ien Stadhouder feehooren, worden ten voordeele? \ der Franfche Republyk verbeurd verklaard: en alle Reftuurders worden verboden , de inkomften 1 *Jaar van aan iemand anders dan het provifioneel fjeftuur te berekenen. XIV. De Franfche Generaals zullen zich door de Be-^ ftuurders die in bediening zyn, en tot het beftuur vóorgefteld en gebleeven zyn, doen ter hand ftellen de ftaat der gemelde Goederen in het bovenItaande Artikel, die onder hun bewind zyn; —• Commisfarisfen benoemen, om den ftaat der gezegde Goederen op te maaken, die aan de afgefchafte Heerfchappyen en Ambten, of aan de Franfché Natie behooren. Zy zullen alle maatregelen , die in hun vermogen zyn , gebruiken, om deze Goederen tegen allen aanval te beveiligen. XV. Het provifioneel Beftuur, door het Volk benoemd, zal belast zyn met de zorg en het bewind der voorwerpen, die onder de beveiliging en befcherming der Franfche Republyk ftaan. — Het zal waaken voor de veiligheid der Perfoonen en Eigendommen ; — waaken voor de beftieringen der in ftand gebleevene Ambten , — der openbaare Kasten, — de inzameling van alle Schattingen die gebleeven zyn; — het zal belast zyn met het; bepaalen en het doen betaalen van alle openbaare uitgaaven; — het zal alle openbaare Ambtenaars , zoo Burgerlyke als Militaire, kunnen afzetten en yerplaatzen. XVI. Het provifioneel Beftier, dat van het bewind zyner werkzaamheid aan het Hollandsen. Volk veranewoordelyk is, zal elke week de rekening van de uitgaaven , die het heeft voorgefchreeven , in 't licht geeven; en de volkome rekeningen aan het K j Gou-  5.54 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk Gouvernement, dat het Bataaffche Volk verkiezeo sal, Qvergeeven. XVII. Het provifioneel Bellier, zal op het fchrifcelylc verzoek van de Commisfarisfen, de Beftierders der Franfche Republyk, alle foort van kleederen, uitrustingen, legering, brand, leevensmiddelen ea voeragie, zo wel als karren en noodige transporten voor de Franfche Troepen, geduurende hun verblyf op het Hollandsch Grondgebied, verfchaffen. Als mede zal het zorgen voor de Geldleeningen derzelver Troepen. XVIII. De Franfche Generaals zyn gehouden te waaken i en door alle mooglyke middelen mede te werken, aan de uitvoering der Beden * door de Commisfarisfen en Beftuurders gedaan. XIX. Het provifioneel Bellier zal aanteekening houden van de uitgaaven die het gedaan heeft in de uitvoering der gezegde Beden ; het zal daar van een Verzekerings-Brief (Certificaat) opftellen, en aan den Uitvoerenden Raad der Franfche Republyk zenden, die, na denzelven verzekerd en vastgefteld te hebben, denzelven zal zenden aan de Coramisfarisfen der Nationaale Schatkist, die het Bataaffche Volk voor het beloop der gezegde Staaten zullen moeten crediteeren , en 'er rekening van houden op de Fondfen, die onder de befchikking van den Staats-Dienaar ftaan» XX. Indien het provifioneele Beftuur noodig had beleeningen te doen, om noodzaakelyke Fondfen te vinden, ter betaaling der onkosten, fpruitende uit de Beden die hun gedaan zyn, zal de Franfche Natie, op de vraag die het zelve doen zal, alle Verze-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 155 «zekeringsmiddelen, die het zelve noodig zal heb*, ben, verfchaffen. XXI. Door de Conventie zullen uit derzelver fchooti Comrnisfarisfen benoemd worden, die zich mee het Hollandfche Volk broederlyk zullen verbinden. Zy zullen dezelve macht bezitten, die aan de Commisfarisfen is toegedaan, die reeds gezonden ayn in, de Landen, door de Arméen van de Republyk ingenomen. ^ Ook zal de Uitvoerende Raad, Nationaale Commisfarisfen benoemen, die zich naar Holland zullen begeeven, om in overeenftemming met de Generaals en den provifioneelen Raad, door het Volk benoemd, te raadpleegen over de middelen, die ter gemeéne verdeediging moeten genomen worden , als mede ter uitvoering van het tegenwoordig ^ De6 Nationaale Commisfarisfen , door den Uitvoerenden Raad benoemd, zullen denzelven alle vyf dagen rekening doen hunner verrichtingen. De Uitvoerende Raad zal dezelven goedkeuren , bepaaien of verwerpen, en 'er de Conventie verantwoording van doen. XXIII. De macht van den Uitvoerenden Raad, door het Volk benoemd, en der Nationaale Commisfarisfen, zal aanftonds vernietigd zyn, zoo dra het Hollandsen Volk, nadat het zyn Souvereiniteit, zyn onafhanglykheid, de grondbegmzels der Vryheid en Gelykheid verklaard zal hebben, de gedaante van een vry Valks-Bejlier in werking zullen gebracht hebben. XXIV. 'Er zal een ftaat van Onkosten opgemaakt worden , die de Franfche Republyk voor de grondleg~ ging der Vryheid der Hollanders gedaan heeft, zoo  1$6 Nieuws Verzameling van Stukken, betrekkelyk wel als van de fommen van dezelven ontvangen; of de onkosten door de Hollanders voor het Franfche Gemeenebest betaald, XXV, De Franfche Natie belooft en verbindt zich, onx met het Gouvernement, dat door het Hollandsen. Volk zal verkozen worden, alle welvoeglyke fchikkingen te beraamen ter betaalinge der fommen , die dezelve zoude mogen fchuldig zyn , en de verfchotten die zy de Hollanders mogten fchuldig ?yn, getfouwlyk te betaalen, XXVI. Indien het belang der Hollanders mogte vereisi fchen, dat de Troepen van het Fransch Gemeenebest, na de grondvesting van hun Beftier, op hun Grondgebied moesten blyven , belooft en verbindt zich de Franfche Natie, alle mooglyke maatregels te zullen neemen ter hunner onderfteuning en befcherming. XXVII. De Franfche Natie vernieuwt aan de Hollanders de plechtige Verklaaring die zy gedaan heeft, om als Vyanden des Volks te behandelen, die de invoering van Vryheid, en Gelykheid weigeren of verwerpen, en de Tyrannen die hun beheerscht hebben, willen behouden, terugroepen, of met hun of hunne medefchuldigen handelen. Zy vernieuwt ook de plechtige belofte die zy gedaan heeft, van de Wapenen niét neder te leggen, voor dat de Souvereiniteit en Onafhanglykheid van het Volk, op welks Grondgebied de Troepen van het Franfche Gemeenebest zullen getreden zyn, en welke de grondbeginzels van Gelykheid zal aangenomen, en een vrye Volks-Regeering zal verkozen hebben, zal gevestigd zyn, XXVIII. De Uitvoerende Raad zal het tegenwoordige Decreet,  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden* t57 creet, door buitengewoone Couriers'zenden aan de Generaals die de Troepen van de Franfche Republyk op het Hollandsch Grondgebied gebieden; en de noodige maatregels neemen s om de uitvoering daar van te verzekeren. No. 131. De Nationaale Conventie der Franfchen aan de Hollanders. Uwe Republyk had zyne Rechten verlooren: de Franfchen hebben dezelve te Breda gevonden, en komen U dezelven weder geeven. De Franfche Slaaf liet U, door de naar goud en bloed dorftende Pruisfen » verdrukken : de vrye Franschman bevryd U van uwe Onderdrukkers door zyne Armeen, die naar Glorie en Vryheid dorsten, en de Republyk moet de Wapens van het Despotismus vernielen. De Gefchiedenis bevestigt de ftandvastige poogingen die Gylieden hebt aangewend om vry te zyn, en de onvoorzichtige dankbaarheid die uwe boeijen vaster kluisterde. Het is niet genoeg uwe vaste Eigendommen aan de woede der Zee, en uwe groote voordeden aan den Engelfchen hoogmoed onttrokken te hebben ; men moet U daarenboven vry maaken van uwe huislyke Tyrannen. Uwe Voorvaders hebben 80 jaaren geworfteld tegen alle vereenigde Machten des bygegeloofs en van het willekeurig gezag. De Vryheid vraagt alleen eenige dagen , om uwe Onaf» hanglykheid en Rechten te herftellen. Onder U zyn 'er veelen die nimmer aan hun Vaderland hebben gewanhoopt, en geen oogenblik hebben opgehouden om alle middelen in 't werk te ftellen , om de Onafhanglykheid onder U volkomen weder te verkrygen. Die Menfchen trekken reeds de party der Vryheid; het kan niet misfen of zy moet over haare Vyanden zegenpraalen! Sedert verfcheide jaaren door vreemde handen geregeerd zynde, moet Gy moede zyn, om als eene  Ï58 Nieuwe Verzameling vim Stukken, betrekkelyk eene verachtelyke Kudde, beurtelings van het Huis van Henegouwen tot dat van Beyerenover te gaan, om vervolgens aan dat van Oostenryk en Nasfau o» vergevoerd te worden. Een Kapitein-Generaal, een loontrekkend Dienaar is uw Meester, uw Ty« ran geworden, dus hebt Gy, daar Gy u op eeö Mensch vertrouwde, alles verlooren. Uwe Voorouders befchouwden bunnen Stadhouder, als de eerfte Onderdaan van den Staat, de Bewaarder van deszelfs Vryheid: maar zelfs in dezen fchoonen tyd was uw Prins een Despoot, en de Volks.Regeering ceniger Steden was flechts een zwak verzagtend middel tegen de Ariflocratie der Edelen eh der Regenten. Zeer fpoedig lieten de Staaten alle gezag aan eenen Stadhouder uit het Huis van Oranje , en de Vryheid ging verlooren. Een erflyk Hoofd eener Republyk was altoos eenen gevaarlyken Vyand. Dus zal het eerfte werk, dat de Franfche Republyk voor U doen zal, beftaan in het vernietigen van het oude Regeeringsbeftuur. Men moet alle wortels van het Stadhouderfchap te gelyk uitroeijen , of het zal met te meer geweld wederftaan. In uwe Jaarboeken ftaat eene plechtige Afkondiging van de afzv/eering en onafhanglykheid, die aan de Tyranny van Philippos den tweeden paaien ftelde. De Volkeren, zegt Gylieden, zyn niet om den Prins, maar dé Prins om het Volk gemaakt. Zy hebben recht hem weg te jaagen, indien hy, door zyne onderdrukkingen, hun Vyand geworden is, in plaats van hun te verdeedigen; en zoodaanig moet thands de Tyranny van Willem den vyfden, fen van alle gezag aan hem afgeftaan, getiteld worden. Dat dan het Volk zyne Rechten weder herneeme! dat het zich zelve machtige! dat zyn wil alleen van kracht zy en uitgevoerd worde! De Verklaaring van de Rechten van den Mensch openlyk aan te kondigen; het Stadhouderfchap te vernieti. gen; de onnoemelyke fommen Gelds, die de flaaffche aanbidding uwer Magiftraaten, onder duizenden  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, 159 I derlei gedaantens, aan het Huis van Nasfau verkwistte, weder in uwen Nationaalen Schatkist te 1 doen vloeijen; de oude Arifiocratien te vernietigen; de verkooping der Menfchen, die op naam i der Oost-Indifche Compagnie onder U gefchiedc, 1 een verkooping haatelyker dan de presfing der EnI gelfchen, te verbieden; eene eenvoudige huishou1 deiyke Regeering in werking te brengen; de Imh posten tot op de eerfte benoodigheden te brengen, of af te fchaffen; uw uitgebreid Credit, met welke ji gansch Europa verbonden is, te onderfteunen; en het openbaar Credit en Koophandelyke Overeen(1 komften te bewaaren; dit zyn de voorwaarden van Vrede en Verbondfchap , welken U de Franfche I Republyk aanbiedt! — Dit zyn de weldaaden der \ Vryheid en Gelykheid! Dus maaken wy Verbonden % voor het Menschlyk Geflacht, door deszelfs Macht f openlyk aan te kondigen en zyne Rechten te ver1 zekeren! Wat is uwen Stadhouder? Een Kapitein.Generaal ijdie Monarch geworden is; een Onderdaan die zich ij Meester gemaakt heeft; een Volksvoorstander die een t Tyran geworden is ; een Pupil en Bondgenoot van I die Brunswyken, van welken de eene uwen Koopsi handel in de Indien verwoestte, terwyl de andere % uw Gemeenebest dienstbaar gemaakt en ons Grondi gebied bezoedeld heeft.. . Wat is uwen Stadhou* «der? Een laagen Vleijer der Eogelfchen, die aan ïhem de wet voorfchryven, zoo wel als aan U! — |Een Vafal van Pruisfen, die zyne Bajonetten en èvalfche ftreeken gehoorzaamt. En wilt Gy u aan ïzoodaanig een gezag blyven onderwerpen ? . . . (Herlees uwe voortreffelyke Gefchiedenisfen , en fczie of uw hoogften trap van luister en voorfpoed tniet was in een tyd van eene Republikeinfche Reigeering; zie of het niet dit vryfte Beftuur was, die f den nayver der Vreemdelingen gaande maakte, den jhaat van het Huis van Oranje verbitterde, en den | Oorlog der Koningen ontftak? Dit tydperk ver- Inieuwt zich nu weder voor ü. De Vryheid, de Moed  tóo NieuweVerzameliftg van Stukken, betrekkelyk Moed en de Deugd, zullen U beter verdeedigen | dan de Stadhouder. Deze, de Vryheid, Moed en I Deugd naamlyk, moeten de eenige Hoofden der ie Republyk zyn, en dezen zullen dezelve nimmer, t gevaarlyk noch rampzalig zyn. Maar het is niet genoeg alle vóetfpooren van het erflyk gezag, door de dankbaarheid voortgebracht, en door de tyranny bereikt, te vernietigen. De Vryheid duldt niet dat in U midden die haatelyke fpooren van Leenroerigheid en Ariftocracie, 't zy Adeiyke of Heerlyke, overig blyve. De Vryheid der Perfoonen is niets zonder de Vryheid der Lan- ! den: men moet dezelve vry maaken. Overal zyn de Landbewoóners de yverigfte Verdeedigers der Republyken. De oogenblikkelyke oefFeniüg van het Omwenteling»-Vermogen moet de Hollanders niet bevreesd maaken. Hoe! — zouden de genen die geen vrees hadden, om het willekeurig gezag van den Stadhouder te vereeuwigen, zich geen oogenblik aan een groote vrye Natie toevertrouwen , die komt om de eerfte beweegingen der Vryheid te fchikken, de partyen die dezelve onderdrukken konden te beteugelen , en de Regeeringloosheid voor te komen? Luister niet naar de lasteringen onzer Vyanden ; zy weeten wel dat Frankryk geen Volk wil beheerfchen of dienstbaar maaken, maar de Souvereiniteit: weder ter hand ftellen. -— De Omwentelingen moeten in werking gebracht worden, om weldaa*' dig te zyn: wy mogen daar van door ondervinding de vrugten fmaaken. In alle Omwentelingen moet eene Provifioneele Macht zyn, die de uitfpoorigheden van den yver en van het perfooneel belang ; maatige; die de beweegingen, die de oude orde i der dingen buiten werking ftellen, binnen de paa-' len houden. —■ 'Er wordt een oogenblikkelyk Ver- • mogen vereischt, die het oude Beftuur geregeld 1 doet vernietigen; het uitgediende gezag oogenblik» lyk verplaatst, en de verwoestingen der Regee— ringloosheid ftil houdt. De  het Gemeenebest der Vemnigde Nedetlandm i6l Dé jaloufie des Koophandels is een der geefels die den Aardbodem teisteren, wy zullen die verhoesten. Luistert na uwe Voorvaders,, gy dappere e Landgenooteti van de Ruiter! Buig niet langer on« li tier het juk eener vreemde Beheerfching, of onder 5 hetgewigt eener huislyke onderdrukking. De zmira deeg der Slaverny moet in 't hart van elk Hollander gisten. f Maar laat het ü niet genoeg zyn eenige Vöbrdee'tlen der Burgerlyke Vryheid te genieten, zy is niet ! bevestigd zonder de Staatkundige. Maak gebruik li van dit tydvak, waar in een groot Volk de Rechten Ivan den Mensch onder Natiën openlyk aankondigd* hen laat U met uwe Broeders vereenigen, om uwe i Rechten weder te krygen. De dienstbaarheid duurt ^Eeuwen» de Vryheid heeft flechts oogenblikken s idie men moet aanvatten. Verbreekt eindtlyk dl* tlonrechtvaardige Verbonden, met de Famihen dvan den Tyran gemaakt. Het geroep der vryheid j heeft hunne harten doen verftyven. Te wapen, te ■wapen, edelmoedige Bataavenl deze moeten hun bloed Overgieten, en hunne fchatten ten voordeele van bet sïVaderland uitdeden, deze zyn het die onder U de inwaare voortbrengers van deszelfs onafhanglykheio. rrzyn zullen. — Vereenigd U met de Franfchen, om ahet willekeurig gezag te beftryden: de Republyk Izal uwe Vryheid als zyn eigene verdeedigen, en as ïïWapenen niet nederleggen voor dezelve zal beveso )|tigd zyn. 'Er is eene heilige verbintenis tusfcheu 1de Volkeren die de Vryheid waardig zyn, tot zoo ilange dat alle foorten van Koninglyk gezag, door |de eendragtige toeftemmlng van het Mensehdora» (zullen vernietigd zyn! II. DSEL» t 'No.  iö"a Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk N°. 132. Publicatie van Heeren Burgemeesters, Sche. , penen en Raaden der Stad Midddelburg, betrekkelyk \, de Vreemdelingen welke zich in die Stad mogten ko. j, men nederzetten. In dato den 23 February 1793. {j Burgemeesters, Schepenen en Raaden dezer Stad, ,fa allen den genen die dezen zullen zien ofte hooren I lezen, Jalut; doen te weten: Dat, vermits zich binnen deze Stad, uit hoofdei* der tegenwoordige tydsomftandigheden, dagelyksj:' differente Vreemdelingen komen ophouden, welkeiï> naar bekomen admisfie provifioneel zich met derjt' woon binnen dezelve nederzetten, hunnen intrek! neemende zoo by Herbergiers, Slaapers, Volk*| houders als by particuliere Burgers en Ingezetenen, ,o 't zy door het Huuren van Kamers of Keukens als i: anderszins, in welke laatfte gevallen zy zeer ge-ij makkelyk de vigilantie van onze Heeren Gecommit- 1 teerdens, tot het onderzoek derzelve, en het ver-fs: leenen van provifioneele admisfien, ter inwooninge^ji komen te onduiken. I| Zoo is 't, dat wy noodig oirdeelende daar in zoo:i veel mooglyk te voorzien, ftatueeren en ordonnee-i ren gelyk wy doen by dezen, dat niet alleen alle<[ Herbergiers, Logementhouders , Slaapers , Volk- h houders,,maar te gelyk een iegelyk Burger of In-4)1 woonder dezer Stad, zullen gehouden zyn, wan-«i neer zich iemand dezer Vreemdelingen by hunin- den gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is Publicatie en Affixie te doen. Actum ten Raade der Stad Middelburg, den 23 February 1793. (Onder Jloni) My Prsfent* No.  ió*4 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk No. 133. Publicatie van Heeren Burgemeesters, Sche. penen en Raaden der Stad Middelburg, over de jchaarsheid van Boter, veroirzaakt door de gefiremde vaart van de Eilande Walcheren naar Holland. In date den 6 Maart 1793. Burgemeesters, Schepenen en Raaden der Stad Middelburg, allen den genen die dezen zullen zien ofte hooren lezen, falut; doen te weten. Dat, alzoo door de gelïremde Vaart naar de Provintie van Holland, binnen dezen Eilande van V/alcheren en fpeciaal binnen deze Stad, gene genoegzaame quantiteit van ingelegde Boter ter noodige confumptie voor de Ingezetenen kan worden aangebracht, en hier door gewisfelykaanmerkelyke fchaarsheid derzelve plaats heeft, gelyk ons uit ee. ne gedaane peilinge derzelve by alle Winkeliers en Verkoopers is gebleeken, en daar zulks alverder noodwendig ten gevolge hebben zoude, dat baatzuchtige lieden het zy in perfoon of door hunne afgezondene op de Markten aan de Stads Poorten en elders, de Landlieden binnen dezen Eilande verfche Boter aanbrengende, zullen trachten waar te neemen om dezelve van hun af te koopen, zonder dat de goede Burgery en Ingezetenen de gelegenheid gegeeven worde, zich op de Marktenten minften eenigermaate naar gelang der plaatshebbende fchaarsheid te voorzien, en daar en tegen genoodzaakt worden om den weinigen en ongenoegzaamen voorraad , welke daar van te Markt gebracht word I tot excesfivePryzen van dergelyke Voorkoopers en 1 baatzuchtige Lieden te moeten afkoopen: alles ten i merkelyken fchaade en nadeel van dezelve Burgery en Ingezetenen. Zoo is 't, dat wy in afwachting van zoodaanige middelen welke zullen moeten v/orden by de handgenomen, om de veiligheid der binnen Vaart naar Holland, te bevorderen, ten einde gevolgelyk aan dit gebrek zoo fpoedig mooglyk te voorzien, en den gewooaen aanvoer van ingelegde Boter wederom  ■ het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, 16$ • . om te faciliteeren. Hebben vermeend.met on-ler». ! ling overleg der Magiftraaten van de ove-ige Walicherfche Steden, by dezen te motten ftatueeren. ;£n bepaalen. Dat geene Voorkoopers onder welk r ae x k? ; :ook wezen moge, op de MarKt dézer S ad zulïen imogen verfchynen, om aldaar verféhê Bötër door .de Landzaa.ten aangebragt wordei.de op te ko pen ivoor dat de klokke half twaalf uuren sal g. (lagen izyn, en zulks op de verbeurte van de Boter, welIke zy alzoo voor den gezetteu ty-i zullen hebben [gekocht, ten behoeven van den Armen, en daarténboven eene boete van een Pond Vlaams t'eikens. Dat ook niemand hoegenaamd en zal vermogen wzica te iaaten vinden aan, omtrent ofce buiten de iiScads Poorten dezer Stad, de Landlieden tegen4gaande ofte eenig beding msakende ofte wel omeeÉnigen Verkoop te doen, en zulks op Pcene van te or ondergaan eene boete van ƒ 25. Et. n derde ten be>|hoeve van den Armen, een derde voor den Aan* •«brenger, en het refteerende derde part ten behoefüve van den H?er Bailjuw dezer Stad, boven de ver-, ébeurïe van de alzoo gekogte Boter. Gelastende wy verder alle de Lmdzaaten zonder ajonderfcheid, welke eenige verfche Boter binnen èdeze Stad zullen aanbrengen, dezelve geenszins laan de particuliere Huizen rond te draagen, ofte luit te leuren, maar die op de Markt te brengen, iop dat een ieder daar van gelykelyk, en zonder onIderfcheid zoude kunnen worden geriefd, naar maa| te de fchaarsheid zal toelaatcn, alles mede pp verli.beurte van zoodaanige Boter, welke elders zoude I worden uitgeleurd, aangebracht ofte verkocht, boa-ven de boete van tien Schellingen, voor de eerfte q reis, de tweede reis dubbeld en voor de derde | reis, zullende incurreeren eene arbitraire correc3! tie. Gelastende en beveelende verders wel expres* I felyk, om hier door de plaatshebbende fchaars- Iheid» zoo veel te langer voor een totaal gebrek te, L 3 ba*  366 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk behoeden, (en zulks met voorkennisfe van Heeren' Gecommitteerde Raaden dezer Provintie) dat geBe Boter *t zy verfche of ingelegde , naar buiten dezen Eilande zal mogen worden vervoerd of versonden, ten welken einde mede aan de Pachter» óver dit Middel s tot onze nadere ordre word geinter- I diceerd, eenige affcbryving van het zelve te doen. En op dat niemand hier van eenige Ignorantie zoude kunnen pretendeeren, zal deze alomme worde gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon I is PübÜcatie en Afflxie te doen. A&um ten Raade der Stad Middelburg, den 6 Maart i|93« (Onder ftond,) My Prsefent. (was get.) Pl. ChangDioit. i INo, 134. Publicatie van Heeren Burgemeesters, Schepenen en Raaden der Stad Middelburg, waar by kennis wordt gegeeven dat de communicatie met de Provintie van Holland weder herfteld is enz. In dato den 30 Maart 1793. Burgemeesters, Schepenen en Raaden der Stad Mildelburg, doen te weeten: Dat alzoo federt onze laatfte Publicatie van dato den gden Maart dezes jaars, de Communicatie met de Provintie van Holland wederom herfteld is, en . de Vaart op dezelve onverhinderd haaren gang zal 1 gaan. Zoo is 't, dat wy hebben vermeend, dezelve: onze Publicatie gedeeltelyk te moeten intrekken , , te weeten in zoo verre daar by verboden was eeni- ■ gs affchryvinge te doen van boter naar buiten, als 1 mede in zoo verre daar by aan alle de Landlieden is ; Jeordonneerd, met hunne aan te brengene verfche oter naar de Markt te komen, en geenszins aan de particuliere huizen van Burgers of Ingezetenen ïond te draagen» wordende dit verbod dan ook by de-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. i6*f dezen gehouden voor ingetrokken, en zal den Pachter van het middel van de Boter, vervolgens wederom gepermittteerd zyn, de gewoone affchry' vingen te doen. En op dat niemand hier van eenige Ignorantie zoude kunnen pretendeeren, zal deze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is Publicatie én Affixie te doen. Actum ten Raade der Stad Middelburg, den 30 Maart 1793. (Onder Jlond,) My PrsBfènt. (was get.) Pi» Changdion. No. 135. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Hee* ren Staaten van Overysfel, waar by aan alle de Predikanten der publyke Kerk en aan de Kerkdie* naaren der andere Gezindheden word aangefchreeven en gelast, om op Woensdag den zaften deze? maand, God Almachtig plegtig en hartelyk te dan* ken voor de groote dingen die hy aan ons gedaan, en voor de hulp, die hy zoo zichtbaar in veele opzichten, bewezen heeft &c. In dato den 16 April Ridderfchap en Steden, de Staaten van Overysi fel, doen te weeten; Nademaal, door de Godlyke Almagt en goedheid , de onrechtvaardige Oorlog, deze Republyk 1 aangedaan, in zeer korten tyd zulk een gunitige ikeer genomen heeft, dat de wapenen der Geallieerden, en de middelen ter verdeediging van den iStaat aangewend, verre boven verwachting zyn geregend geworden; en daar door, de Vyand niet 1 alleen buiten het hart der vereenigde gewesten gehenden is; maar zelfs alle de plaatfen door hem L 4  |(S8 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk ingenomen, weder ontruimd heeft, en reeds vee t< van onze grenzen verwyderd is; en dus de gebe- I den der eprechcen en welmeenenden, zoo merke3yk verhoord zyn. " Zoo is 't, dat wy mits dezen, aan alle de Pre-, dikanten der publyke Kerk, en aan de KerkenrDiesaaren der andere Gezindheden aanfchryven en gelasten, om, in de eerstvolgende Bedeftond, op. Woensdag den 24flen dezer maand» alom in deze Provintie, God Almachtig plechtig en hartelyk ïe danken voor de groate dingen, die hy aan ons gedaan, en voor de hulp, die hy zoo zichtbaar j fn veele opzichten bewezen heeft: en by aanhoudendheid vuuriglyk te bidden, dat het hem behaage, de wapenen van ons en onze Geallieerden nog verder- co zegenen, ons Land en Volk in zyne gunst te fpaaren en te beveiligen; en eerlang den ver-» dëtflyken Oorlog, door eenen gewenschten algemeenen vrede te doen eindigen; zullende te dien i de maand, geëxamineerd een Memorieten zelveft dage door Lord Adckland., extraordinaris Ambasfadeur en Plenipotentiaris van zyne Majefteit den JKoning van Groot-Brittannien, en den Heere Gras» ve van Stahrembkrg, extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris van zyne Majefteit den Keizer, gezamentlyk aan Hun Hoog Mogenden geprasfenteerd , daar by aan Hoogstdezelven in bedenking geevende, of Hun Hoog Mog. niet zouden kunnen goedvinden, alle middelen, die in haar vermogen zyn, aan te wenden, om voor te komen dat (*) Zie dit (luk in het I. Deel, bladz. 2.91. (t) Ut fuprait bladz. 1, ia. a.73L 5  170 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk dat die genen onder de Leden van de zoogenaamd de Nationaale Conventie of Uitvoerende Raad, welke diteèelyfc of indirettelyk , aan de verfoeijelyke misdaad aan wylen zyne Allerchristelykfte Majefteit begaan, deel hebben genomen, binnen Hoogstderzelver Staaten in Europa of Colonien niet geadmitteerd, en ontdekt en geappraïhendeerd wordende , aan de Juftitie overgeleverd mogen worden. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat aan gemelde Lord Aückland , en aan gemelde Heer Graave van Stahremberg tot antwoord op de voorfz. Memorie zal worden toegevoegd , dat Hun Hoog Mogenden zich zeer wel rappelleeren de plechtige verklaaring die zy in de maand September des afgeloopen jaars, op een foortgelyk aanzoek van hem Heere Graave van Stasïremberg gedaan hebben, ten aanzien der genen die zich aan de hoogfte misdaad tegen wylen zyne Allerchristelykfte Majefteit of Hoogstdeszelfs Koninglyke Famillie zouden mogen fchuldig maaken. Dat zy federt met alle weldenkende Menfchen gedeeld hebben in de algemeene fchrik en verontwaardiging die de ysfelyke gebeurtenis, welke in Vrankryk is voorgevallen, door geheel Europa verfpreid heeft; en dat zy tegenwoordig niet minder genegen zyn dan ooit te vooren, om de hand te houden aan de executie van hun genomen befluit; dat Hun Hoog Mogenden des te meer overtuigd zyn van de noodzaakelykheid , die in alle welgeregelde Staaten plaats heeft, om efficacieufelyk te keer te gaan de ftoutheid der genen die het geluk der Burgerlyke Maatfchappy zoeken om verre te werpen, door het verbreeken van alle de banden van onderhoorigheid aan het wettig gezag der gevestigde Regeering ? naardien dit Gemeenebest door eigen ondervinding de verderffelyke gevolgen van een zoodaanig beftaan heeft leeren kennen s dat hetthands wereldkundig is, dat eenige uitgeweekene Ingezetenen van deze Republyk, de naam en rech- ;  het Gemenebest der Vereenigde Nederlanden, j-jt .•echten van de Souvereiniteit ufurpeerende, zich 3 iet ontzien hebben hun Vaderland gewapenderhand ijan te vallen, en de Leden van de wettige Regee«ng, zoo wel als alle die genen die tot de defenile Ivan den Staat geëmployeerd wierden, in openbaare laGefchriften met de dood te bedreigen by aldien zy Ibunae Posten niet verlieten: dat deze daaden van itaproerigheid, offchoon ze in derzelver aart en gevolgen , niet gelyk ftaan met die gruwelen, welke in lèet ongelukkig Frankryk hebben plaats gehad, echter daan dezelve oirzaak moeten toegefchreeven worden | lên dat Hun Hoog Mog. dan ook van de rechtvaardigheid en wysheid van alle de Regeeringen van Europa, en fpeciaal van hunne Keizerlyke en GrootüBrittannifche Majefteiten verwachten, dat zy aan rdie genen welke zich op eene zoo verregaande wyze ten aanzien van het Gouvernement van dezen IStaat misgreepen, en hunne naamen door de Oniderteekening van de fchandelykfte Manifesten en 'Proclamatien aan de vergetelheid, die anderszins ihuü lot had moeten zyn, hebben onttrokken,geen verblyfplaats in hunne Staaten zullen vergunnenmaar dezelve, wanneer zy aldaar mogten ontdekt Worden, in verzekerde bewaaring zullen gelieven te doen ftellen, om in rechten naar rigueur van Wetten vervolgt en geftraft te kunnen worden. 1 En zal ExtraS van deze Hun Hoog Mogenden IRefolutie, door den Agent van Hees aan gemelde ; Lord Aückland en aan voornoemde Heer Graave i van Stahremberg worden ter hand gefteld, en gei lyk Extract benevens Copie van de voornoemde I Memorie door Lord Aückxand en den Heere Graai ve van Stahremberg op den 5den dezer aan Hun [Hoog Mogenden geprsefenteeerd, gezonden worden aan de Heeren van Haeftkn en van Nageia, I Hun Hoog Mogenden Extraordinaris Envoyés en ■ Plenipotentiarisfen aan de Hoven van Wenen en Londen refpe&ivelyk, om te ftrekken tot derzei* I ver narichüng. , . „ Aaerdeerd met het voorfz. Register. No.  172 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk I No, 137. Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren^ Staaten van Zeeland aan de Jlemmende Steden varivt: die Provintie, waar by het houden der veertiendaags^ fche Bedeftonden in vierweekfche wordt bepaald, In dato den 15 April I793« Edele, Erentfeste, Wyze, Discreets $ zeer voorzienige heeren' Daar het niet geloochend kan noch mag worden »i dat de zorglyke en gevaarlyke omftandigheden»! waar in de Republyk, ten tyde van onze aanfchry» ving, op den 25ften February laatstleden door dej vyandelyke aanvallen, uit naam van de tegenwoordige Beftuurders van de Franfche Natie, zoo onrechtvaardigals onverhoeds, ondernomen, gebracht] was , dermaaten veranderd zyn, dat 'er geen rechtgeaart Nederlander zyn kan, of hy zal met een hart vol van verwondering erkennen, dat de onvoorziene uitkomst alle verwachting verre te boven gaat, en dat de redding uit de dringende gevaaren, de klaarblykelykfte kenmerken draagt, dat de gefmeede ontwerpen onzer listige vyanden, door « de hand van het goedertieren Opperwezen , alleen 1 verydeld zyn, en daar door, op eene zoo zichtbaare wyze, fchoon onverdiend, nogmaals getoond: heeft de God van Nederland te willen zyn. Daar zoo eene gebeurtenis een ieder inwooneï1 van dit gezegend Land moet opwekken tot erken-, tenis van verïchuldigde dankbaarheid, kan het ons! niet anders dan hoogstaangenaam zyn, dat wy die! gevoelens by onze Ingezetenen zyn gewaar gewor- ■ den, en met genoegen bevestigd zyn in dat ver- . trouwen, dat het behoud van den zuiveren Gods-, dienst en van de waare Vryheid, nog by veeleni op zoo hoogen prys gefteld word. Deze aanmerklyke gebeurtenis en aanvanglyke 1 redding, die zoo duidelyk bet kenmerk van Gods 1 albeftuurende Voorzienigheid wegdraagen, blyven 1 evenwel nog vcrzeld met bekommernisfen over ' f den 1  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 173 |den toekomenden uitilag van zaaken, waar van de igevolgen niet kunnen voorzien noch berekend wor» jiden, en het zoude de roekeloosheid zelve zyn, te ifdurven beweeren, dat wy her gevaar ontkomen warren, en dat 'er geen vyand te vreezen was. De Staat is onrechtvaardig aangevallen , er) blyfc s; gewikkeld in eenen kostbaaren ,en wel ligt langduu* jhrigen oorlog, zoo te water als te lande, tegen eenen «jgëduchten, onderneemenden, en vooral wegens de Ldoor hem gevoed wordende groo.Jbeginfelen, ge-" l'vaarlyken vyand, eh is genoodzaakt met en bene» j'vens zyne Geallieerden en Vrienden, daar tegen het Jlhoofd te bieden, en hem met kracht van wapenen 11 te helpen wederftaan. Wy hebben daarom goedgevonden, de openbaare j: plechtige Bedeftonden tot onze nadere dispofide te liblyven aanhouden; doch zoo, dat dezelve op den ]• 22ften Mey aanftaande, en vervolgens om de vier h weeken, zullen gehouden worden, ten einde de j In woon eren des Lands nog geftadig op te wekken 1< om Gods groote daaden te vermelden, en niet op te I houden om daar aan met dankbaare harten te gedeü- I ken, en voorts van God Almachtig yverig af te II fmeeken, dat het zyne Goddelyke goedheid moge ] ,behaagen, om de rechtvaardige Wapenen van den j Staat, mitsgaders die van deszelfs Geallieerden en I Vrienden, verder zoodaanig te zegenen, dat onder I zynen alvermogenden byftand, de trotfche Vyand, 1 die het op het geheel verderf van onze GodsdienftiI ge en Burgerlyke Voorrechten heeft toegelegd, en 1 in alle Maatfchappyen de goede orde en betaamlyke I ondergefchiktheid, door de gevaarlykfte leerftelI lingen, tracht om te keeren, worde terug gehouI den, om de bezittingen van den Staat, en die van I haare Ingezetenen, verder te ontrusten, en eene i volkomen redding en uitkomst tegen alle verdere ge1 vaaren en aanvallen te fchenken, op dat dit GemeeI nebest door een eerlyke en zekere vrede, met be1 vestigingen van alle beginfels van Godsdienst, Recht I' en Orde, in welvaarenen voorfpoed, onder de fcha- duw  X74 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk. duw van haar gezegende Conftitutiè, moge groei*, jen en bloeijen, en het voorwerp zyner Goddelykei: zorg en befcherming moge blyven; en'dat de poo- ] gingen en befluiten van de Overheden, tot verdere I redding van het lieve Vaderland, door zyne Godde- 1 lyke wysheid mogten worden beftuurd, en tot de ii gewenschte einden mogen uitloopen. Edele, Erentfeste, Wyze, Dicreete, zeer voor-ik zienige Heeren! zullen wy üw Ed. in de befchérminge Godes be« p veelen. \ In 't Hof van Zeeland, te Middelburg, den 25 April 1793* ' (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van de Staaten van k 1 Zeeland, lf (raa* gef6) W. A. de Beveren. ld Ko. 138. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de HeeStaaten van Zeeland, tot heffinge van den vyftigfien Penning, ten behoeve van den Lande door al- • le de Ingezetenen van genoemde Provintie, te be- ■> taaien op den voet als in het hier volgende Piakaat \ word vermeld. In dato den 2 May 1793. . De Staaten van Zeeland, allen den genen die dezen zullen zien of hooren leezen, falutj doen te weeten: Nademaal de Nationaale Conventie van Frankryk. heeft goedgedacht, op het onverwachtfte, en zon-it der de minfte fchyn van recht of reden, by een De-. creet te verklaaren, in Oorlog te zyn, in naam met: den Stadhouder der Vereenigde Nederlanden, en ook,, Ingevolge van dien, dezen Staat, op eene alleronrechtvaardigftewyze, vyandelyk heeft aangevallen;; een gedeelte der Generaliteit» Landen en de Steden 1 Sreda, Geertruidenberg en de Klundert had in- ge-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 175. i genomen, en reeds groote vorderingen had kunnen maaken, daar hy al zyn kracht had by een verzameld, om de Republyk op verfcheidene Plaatfen j te gelyk aan te tasten, en zyne uiterfte poogingen 11 i heeft aangewend, om in de Provintie vap Holland ! i in te dringen, met voornemen om daar na met de31 zelve, de geheele Republyk te overheerfchen, cn 11 wel onder den bedriegelyken fchyn en met vooral geeven, om de Inwooneren van dit gelukkig Land üte willen verlosfen van eene by hun veronderftel)ide dwingelandy en geweld, en met belofte van desi zelve in het bezit te zullen ftellen van eene her:i fchenfchimmige Vryheid en Gelykheid; beftaande üün grondftellingen, waar uit niets anders dan verin warringe en Regeeringloosheid te wachten is, en jli welke niets minder bedoelen, dan de totaale en I: onherftelbaare ruine van alle de inwooneren, groot li en klein, zoo in middelen, als in de dierbaare pansjiden van Godsdienst en Vryheid: en wy derhalven dj met alle de Bondgenooten, den Staat der Veree1 nigde Nederlanden uitmaakende, genoodzaakt en i gerefolveerd zyn , (daar toe met te meer yver aané gefpoord, door dien het de allebefchikkende Vbor31 zienigheid goedgunftiglyk behaagd heeft de Wa4 penen van den Staat door den kloeken moed der Bejj velhebberen, de dapperheid der Land-Troepes en i| Zeelieden, met hulp en onderfteuning der getrouwe 3Geallieerden, zoo te zegenen, dat de listige en I booze aanflagen der vyanden daar door merkelyk fverydeld en tegengegaan zyn;) om, onder de verat dere krachtdaadige hulp en byftand van God AI;|machtig, die wy wenfchen, bidden en fmeeken, en » onder het wys beleid van zyne Hoogheid den Hee9}re Prinfe van Oranje en Nasfau, onzen Stadhou, der, Kapitein- en Admiraal-Generaal, met het uitsterfte vigeur, den voorfchreeven vyandelyken aan1 val verder tegen te gaan, en alles wat mooglyk is, I op te zetten, om het lieve Vaderland te redden uit ïiiden perplexen toeftand, waar in het zich bevind, en het zelve, nevens de Inwooners van dien, en der»  fjfó Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk derzelver zoo binnen als buitenlandfche wettige bezittingen, mitsgaders de gezegde dierbaare pan* den van Godsdienst en Vryheid, op het exempel der braave Voorvaderen, met goed en bloed tebeithermen en verdeedigen; al het welk niet gefchieden kan , zonder nog meerder magt van KrygsVolk, zoo te Water als te Lande aan te neemen; de Vestingen Van den Staat in postuur van'compleete defenfie te houden; en zoodaanige andere vi-igoureufe middelen te beraamen, als meest bekwaanx zyn, om die goote en heilzaame einden te bereiken: voorzorgen > die wy noodig achten nog ver- i der te moeten neemen, in de onzekerheid, of de-: zen Oorlog, den Staat maar korteling aangedaan, langduurig zyn zaU en die offchoon dezelve van. de grenzen van de Republyk mogt verwyderdzyn, evenwel niet min kostbaar vallen zal: Waar toe dus zeer groote en exceslive geldfommen zonder uitileL vereischt worden, die met geene mooglykheidkunnen gevonden worden uit de ordinaire belastingen» j welke tot nog toe geheven zvn geworden; noch i ook door meer bezwaarende Negotiatien, zonder : de Provintiaale Finantien, reeds zoo zwaar belast, , tot merkelyk nadeel van dezelven, nog meerder ' te drukken: en alzoo wy onderrecht worden, dat: veele goede Ingezetenen, daar van overtuigd, en i over de voorfchreeven vyandelyken aanval veroncwaardigd zynde, met eenen vuurigen en waaretvi Vaderlandfchen yver zyn aangedaan, om met goed! en bloed, ons en zyne Doorluchtige Hoogheid,, in dezen komrnerlyken tyd getrouwelyk byte liaan „, zoo met derzelver gehoorzaamheid, als met de: daadelyke contributie van penningen; zelfs in zoo» verre, dat veele van onze goede Ingezetenen zich.! genegen, gewillig en yverig getoond hebben, tot: het doen en opbrengen van eene vry willige Gifte»-, daar toe hen ook gelegenheid gegeeven zouden i hebben, zoo wy niet geconiidereerd hadden, dac: zuks alleen getroffen zoude hebben onze goede eni 5 yverige Ingezetenen, die zich daar in rykelykzou-ic den,  hit Cemeénelsst det Vèninigdè NederïühMo fff Men hebben gekwee'teb; terwyl anderen, met dien. (roeden yver niet aangedaan, zich daar aatï ösU Jtrokken, of zeer fpaarzaam gehandeld zouden heb» aden » en het gene vervolgens een zeer groóte ba-1 alévenredigheid zouden hebben uitgeleverd,, daar Jiogthands het gemeen gevaar, me£ geméeneJkrachten tegengegaan behoord te worden; eh da'ar« hm op de aanmaaning van Hun Hoog Mogenden» jle Heeren Staaten Generaal, en met óverleg via. jreyne Doorluchtige Hoogheid, bedacht £yndé gedweest óp het introduceeren van eën ander rnid;JeU wel van gelykeh aart, maar èen volkome evenreadigheid invoIveerende,èn beftaande in eene bepaald 1de liberaale'Giftevóór eens, en zónder èehigecóri*. ffequentïe voor het toekomende, door allé de In^ Jgezeteneh vati deze Provintie, van wat ftaat óf con-> aditie zy zouden mogen wezen, óp eenen egaalen icvoet, en naar proportie van een ieders vérmögeö. ke doen : niet kunnende ons verbeelden, dat iè« limand van onze Ingezetenen niet liever bp dié rtwyzé, een zeker en gering deel van zyne effecuvé ifBezittingèh zal willen ïnisfen, als het geheel té inzien verlooren gaan. ,' Zoo is het, dat wy Wel hebben willen confeh» Mteeren en bewilligen, gelyk wy confenteeren eh % bewilligen by dezen, in eene liberaale Gifte voos «eens, en zonder eenige confequentïe voor het toe» afkomende i doör alle de Ingezetenen des Laads t© qtdoen, Op den vóet, als hier ca Volgt, om difeclé| lyk, onder hét beleid van zyne Doorluchtige Hoog» I heid, gebruikt en geëmploijeerd te worden tot eeli tjj' vigoürcufe defenlie van den Staat, het afweereh Van >t verdere vyandelykheden, en tiet behoud van hit I lieve Vaderland, met al wat daar in dierbaar Is. §. i. Dat de voorfchreeven liberaale Gifté ^igti, is aanzien van de genen, die tot twee duizend G'aU sl dens, en daar boven, gegoed zyh, zal worden bè* ei paald, zoo als bepaald wordt mits dezen; ten mic>j ften tot twee percent van het zuivere beloop det II. DssjE.. M waar-.  178 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk waarde van dezelve hunne Goederen en Bezittin» 1 gen: en ten aanzien van de genen, die beneden de twee duizend Guldens, tot een duizend Guldens I toe, gegoed zyn, ten minften een percent van het | < zuiver beloop der waarde van dezelve hunne Goe. 1 i deren en Bezittingen , en ten opzichte van de ge- { nen die beneden de één duizend Guldens gegoed I zyn, tot zoo veel als zy zullen goedvinden, mits ï ten minften ietswes contribueerende, hoe weinig het ook zoude mogen wezen: blyvende, niet te j' min, aan allen en een iegelyk onverlet, om boven t1 de voorfchreeven bepaalde Giften, hunne liberali-f ï teit, uit eene meer dan gemeene zucht en liefde tot j' den Lande, verder te oeffenen, en overzulks, zoor veel meerder te contribueeren, als hen zal welge-Ii! vallen. En zal de voorfchreeven liberaale Gifcef gaan over het zuiver beloop der waarde van eeoè ieders Kapitaal en Bezittingen, en zoo veel de ij Ambten betreft, volgens de wyze van tauxatie hier na te bepaalen; en zullen onder deze tauxatie moe-: fl ten gebracht worden alle Goederen en Bezittip- b gen, zoo roerende als onroerende, Ambten, Bedieningen en Beneficiën, en generaalyk alles, wat in het volgende Artikel breedêr zal worden gefpe.; cificeerd. Doch zullen onder de taxatie niet behoeven ge.: bracht te worden, en dus ook geen fournisfementi i van derzelver waarde noodig zyn, de Bibliothee-: J ken, voorts allerley Meubilen en Huisraad, daan i onder begreepen al wat tot de Huishouding, KIee-::i: ding en Dekzel is dienende, mitsgaders allerley 5 Werktuigen en Gereedfchappen, als mede de Paar-: ' den die tot de Bouw- en andere Neeringen, en tob I de oeffening van eenige Kunsten, Handwerken, of ï Ambachten moeten gebruikt worden, waar onder U echter het Rund- en ander Vee niet begreepeni worden: gelyk ook worden uitgezonderd deAmb-> ten van de Profesforen en Leöoren der il-i < tre Schooien» als mede de Rectoren, Conreüo-i ; rial i  het Gemeenebest der Versengte Nedeiïa&detia r0 ren en Preceptoren der Latynfche Schooien 3 de Bedieningen der Predikanten, zoo van de Gere» formeerde Religie, als van andere Protestantfehe Gezindheden, mitsgaders de Trattementen en Penfioenen van derzelver Weduwen en. de Militairè emploijen: welk alle, voor zoo veel het jaarlyks inkomen van deze uitgezonderde Ambten en Bedieningen aangaat, van dit fournisfement zullen wezen vrygefteld; blyvende nogthands deBezitterö van zoodaanige uitgezonderde Goederen en Ambten, verplicht tot de tauxatie van hunne andere Goederen en Ambten, voor zoo verre dezelve in deze uitzondering niet begreepen zyn. §. 2. Dat, om aan de goede Ingezetenen alle twyffelingj zoo veel mooglyk is, weg te neemen, op het maaken van den noodigen overflag hunner Bezittingen, zal worden vastgefteld, zoo als vast* gefield wordt mits dezen, dat den overflég en vervolgens de liberaale Giften, moet gaan over G» bligatien, Los- en Lyfrenten , Penfioenen , Prebenden , Actiën en Crediten s zoo binnen als bui" ten ss Lands, ten laste van deze of eenige andere Provintien, van de Unie, Admiraliteiten, bf ee nige andere Generaliteits Comptoire, als mede ten laste van eenige Steden, Collegien, Banken, Diaconien , Kerken, Godshuizen, of andere Corpo» ratien, hoedaanig dezelve ook genaamd zouden mogen zyn, mitsgaders ten laste van alle andere Ry= ken , Staaten , Prinfen en Potentaaten , hoegenaamd ; en derhalven ook over de Bezittingen in Engelfche, Franfche, of andere Fondfen büiteü 's Lands, als mede over de Revenuen van Ambten ü Bedieningen en Beneficiën, het zy die by den Fpurneerder zeiven, of by anderen bekleed of bediend en waargenoomen worden: over Landeryeh, Erfpachten, Tienden, Visfcheryenj Grienden eü Houtgewasfen , Heerlykheden , Huizen, Hoflieden 3 Buitenplaatzen , Tuinen, Boómgaarden en andere Bezittingen, zoo in deze als de andere Pro* vintien«in het resfort van de Generaliteit» mitsgaders Ma ia  i8o Nieuwe Verzameling van Stukken betrekkelyk in andere Ryken en Staaten, en fpeciaalykook over Suiker'- en andere Plantagien, gelyk mede over alle andere Bezittingen in de Colonien van den Staat, en in die van andere Natiën: over uitftaande Cre*. diten , Maandgelden , Transporten , Hypotheecquen , Custingbrieven , Schepenkennisfen , Bylbrieven, Wisfel- en Bodemarybrieven, gelden in de Wisfelbanken, A&ien, Obligatien en Anticipatie-Penningen, in en ten laste van de Oost- en andere Compagnien, en andere Colonien, alles zoo hier te Lande, als in andere Staaten en Ryken buiten 's Lands ; over uitftaande Penningen onder Solliciteurs, Casfiers of andere particulieren, het zy met of zonder verband, zoo binnen als buiten 's Lands; over Schepen, Schuiten en Jachten in de Havenen, ter Zee, op de Rivieren zynde, en over allerley Waaren en Koopmanfchappen, hoegenaamd , alles mede zoo binnen als buiten 's Lands, ter Zee en op de Rivieren en te Lande; als mede over gereede Goude en Zilvere Penningen, gemunt en ongemunt Zilver en Goud, gewerkt en ongewerkt, Juweelen, Kleinoodien, Rariteiten, Medailjes, Schilderyen, Porceleinen en andere curiofiteiten, Koetfen en andere Rytuigen, als mede de Paarden en het gene tot dezelve behoord, en voorts generaalyk over alles wat Eigendom en Bezittingen kan genoemd worden, zonder eenige andere uitzonderinge, als hier boven in de eerfte paragraaf is gemeld; mits dat daar tegen werde afgetrokken allerley fchulden, dewelke den Bezitter ten zynen laste, zoo binnen als buiten 's Lands , zoude mogen hebben; en zullen de Goederen, Effecten, Bezittingen, of hoe anders genoemd, over welke Proces is ontftaan, en die in de macht van den vyand, of geinundeerd zyn, dezen vyftigften Penning niet behoeven te betaalen, voor en al eer, dat de Eigenaars voordeelig Vonnis, dan wel het effect daar van zullen gekreegen hebben, en dat wederom in de posfesfie van de overheerde Goederen zullen zyn gekomen: en ten opzichte van  . het Gemecntbttf der Vereenigde Nederlanden, igj van de geïnundeerde Landen, als de inundatie zal zyn gecesfeerd; zynde de intentie, dat de voorfz. liberaale Gifte zal gaan over de zuivere en effective Bezittingen der goede Ingezetenen, zoo na mooglyk te bepaalen, als ieder in confcientie zal bevinden te behooren. §. 3. Dat wyders, om de goede Ingezetenen nog meerder te gemoet komen in het maaken van den overflag hunner Bezittingen, en alle fcrupuleusheid dien aangaande weg te neemen, zal worden verklaard , zoo als verklaard word by dezen: dat het een iegelyk zal vry ftaan, ten aanzien van de Effecten die hy bezit, zoo binnen als buiten 's Lands, waar op een cours of pryscourant is, die by zich zeiven te tauxeeren naar de waarde en de cours of pryscourant, die daar op is, ten tyde wanneer hy zyn overflag maakt, welken tyd ten aanzien van de voorfchreeven Effecten moet gerekend worden op den dag van het arresteeren van dit Piakaat; of wel zulks verkiezende naar de pryscourant welke opdea 23 November 1789 tot betaaling van den vyfentwintigflen Penning, door ons is gearrefleerd. Dat, ten opzichte van de Goederen, zoo binnen als buiten 's Lands, waar op geen cours of pryscourant is, een iegelyk die zal mogen by zich zeiven tauxeeren , naar rato van de pryzen der laatfte koopen of verkoopen, die van diergelyke Goederen door anderen gedaan zyn, of wel tot zoodaanige prys, als hem die ten tyde wanneer hy zyn overflag maakt, in gemoede waardig zoude mogen wezen; dat, ten refpeöe van de Goederen, die eenig gevaar of rifl. co loopen, gelyk Schepen en Koopmanfchappen, mitsgaders Cargazoengoederen, die adtueelykinzee zyn, ten tyde wanneer hy zyn overflag maakt, een iegelyk die by zich zeiven zal mogen tauxeeren ter montant van de Asfurantie, die hy daar op heeft laaten doen, of, zoo hy die in het geheel of ten deele heeft laaten asfureeren, voor zoo verre, naar roaate hy die in gemoede door de loopen de rifico sainder waardig fchat, als de oprechte en reëele M 3 waar?  vB: Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk waarde van dien; dat in fchulden, uitftaande Gel-1 den, Aftlen en Crediten ten laste van Particulieren, %c,a binnen als buiten 's Lands, die dubieus zouden sassen wezen, zullen mogen gerekend worden naar de waarde, waar voor men dezelve in gemoede wei zoade willen overgeeven; dat Goederen, waar voor de Ëesitter eene byzondere affectie heeft, gaande Jjoven 'de ordinaire prys of waarde, nogthans inden te maaken overflag, niet hooger als tegen den ordinairen prys of waarde genomen en gerekend zullen behoeven te worden | dat wyders het zuivereïnkomen der Ambten, Beneficiën en Bedieningen,als mede van de Lyfrenten, Tontinen, Contracten van Overleving, Penfioenen en Prsbenden, zal moeten gerekend worden op den voet, zoo als de Lyfrenten in het Piakaat van den Ophef op de Collater^s'e Succesfien, in Kapitaal getauseerd worden volgens de lyst, bepaald by onze Refolutie van den 13 Tanuary 1774, volgens welke lyst de Lyfrenten en Tontinen, en in dezen ook de zuivere revenuen van een Ambt , Beneficie of Bedieninge, als mede van de penfioenen en Prsbenden, moeten gerekend worden aldus, te weeten: of Lyven van 1 tot 20 jaaren 10 maal de Lyfrenten, Revenuen Van Ambten, Bedieningen, Penfioenen &c. 20 tot 30 Jaaren 9 maal 30 — 40 . 8 40 — 50 7 1 50 — 55 6 —~~ 55 — 60 5 — 60 — 65 4 ' 65—lo 3 70 — 75 2 ' Boven de 75 —T 1 TT" j gullende de zuivere jaarlykfche revenuen van de: Toctinen, Contracten van Overleving, Penfioenen: en Prebenden, gerekend worden naar rato van heti acne dezelve het laatst voorgaande jaar opgebracbtt of geïmporteerd hebben; en de zuivere jaarlykfche! sevenuenvan een Ambt, Beneficie of Bedieninge,,  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 183 I Öat in het geheel of ten deele, geen vast inkomen ! heeft, over de vyf laatfte jaaren moeten omgefla. [ gen worden, en van de genen die zoo lang door den [jegenwoordigen Bezitter niet bezeten zyn, naar ra. !to van het apparente inkomen van dien, of daar het : ten eenenmaale onzeker zoude mogen wezen, naar rato van het inkomen, geduurende den tyd dat die I door den jegenwoordigen Bezitter bezeten zyn. En dat de zuivere inkomften van de rouleerende ïCommisfien, die iemand bekleed in de refpective /Collegien s en van andere Ambten die niet permanent zyn, zullen gerekend worden op de helft van het inkomen van dien, voor die jaaren, welke daar taan nog resteeren. §. 4. Dat, om niemand tegen zynen wille te obligeeren tot het openleggen van zynen ftaat, en mogthans gerustheid te hebben, dat elk en een ieider in het fourneeren van de voorfchreeven libefejraale Gifte zich zal kwyten naar behooren, aan een |s iegelyk zal worden vrygelaaten en gerecommanafdeerd, zoo als hem vrygelaaten en gerecommanildeerd wordt mits dezen, om by zich zelf eenexacroten overflag en begrooting van het zuiver beloop der siwaarde van alle zyne Goederen, zoo roerende als ^onroerende, Ambten, Bedieningen en Beneficiën, ïEffeGen, Actiën en Crediten, mitgaders Bank- en «Contante Gelden, alles zoo binnen als buiten *s Lands, |ter Zee, op de Rivieren, en te Lande, zonder anIdere uitzonderinge, als hier boven is gemeld, zoo Ina mooglyk is te maaken in goede confeientie, en poo hy na aftrek van alle fchulden, zich gegoed Ibevind, mits by, of immediaat voor het doen van ivoorfchreeven liberaale Gifte, of wel van den eersIten termyn van dien, onder folemneelen ééde, en )|ten aanzien van de Mennogezinden, met waare Iwoorden, in plaatfe van ééde, naar het gebruik hun itoegeftaan, verklaarende: dat zynaar hunne besi „ te kennis en weetenfchap, en zoo na als hen moJT, gelyk is geweest, op den voet by dit Plakaatuit'L gedrukt, den overflag en begrooting van het zuiM 4 » v«  3 $4 WW** FmWkty.y9« Stukken.» betrekkelyk j, ver belo.ip der waarde van alle hunne Goederea 34 , r "Bezittingen, hoe genaamd, en waar gelegen, r r. '.ynde > en zonde» eenige andere uitzonderinge, ,!s ^y dit Piakaat bepaald is, gemaakt te hebben, , »j ïoo vérre, dat zy ten opzichte van Goederen, I ,5 ?oc binnen? als buitenlandsch , waar van geen | »i pryscourant is, dezelve niet alleen te hebben ge- i 9S) tauseerd, naar rato van depryzen van de laatfte, „, koopen of verkoopen, die van dergelyke Goede-. >? ïpn door den anderen gedaan zyn; of wel en fpeiA ciaaltot zoodaam'ge prys, als hun die ten tyde, a, wanneer zy hun overflag maaken, in gemoede B„ wsardig zoude mogen wezen, en dat zy daarvan ai gegoed zynde tot twee duizend Guldens, of daar g, ppven, ter goeder trouwe s ten minsten twee per M cept, en gegoed zynde beneden de twee duizend I 4, Guldens, tot één duizend Guldens toe, ter goe? „ der trouwe, ten minsten één per cent, met 'er ! av daad» in één, twee, drie of vier termynen zulw leis fourneeren, insgelyks op den voet, en naar : 3, he$ voorfchrift, in dit Piakaat vervat; en dat zy | ïngevalle naderhand rog ietwes van hunne Bezit- . tjngen tot hunne kennisfe mogt komen, dat by i ,3 iradvertentie overgeflagen, of om redenen by he; ; ?, Piakaat gemeld, niet begroot was, ook daar van 4Sl twee of één per cent, in maniere als vooreo foutje peeren zullen; ofwel, dat zy gegoed zynde bea, ceden de één duizend Guldens, effedtivein hun*, m ne onbepaalde liberaale Gifte zullen voldoen aan: de intentie in dit Piakaat vervat;" welke ééd eens by het fourniifemert van een voorig termyn afgelegd zynde, andermaal by bet fournisfement den volgende termynen, niet zal hehoeven herhaald te worden, als werkende denzelven ééd over alles de termynen, ten wsre nogthans iemand na het af-' leggen van den voorfchreeven ééd, en eer alle ter- mynen by hem gefourneerd zyn, mogte komen te; (pverlyden, in welken gevalle deszelfs Erfgenaa-. ffien. Executeurs of Boedelredders, ten aanzien: van de termynen, die aan des Overleedenens boe-. del:  hit Gweeneliit der Vereenigde Nederlanden. 183 del nog resteeren, gehouden zullen zyn, den over» flag en begrooting van het zuiver beloop der waarde van denzelven Boedel, op nieuw te rmaaken, en den voorfz. ééd af te leggen: dit alles nogthands onverminderd zoodaanige verklaaringen onder ééde, als welke wy by het fourneeren van den vierden termyn, van de Ingezetenen mogten goedvinden te doen praesteeren. §. j. Dat niemand, Ingezeten van deze Provintie zynde, en eenige Goederen of Bezittingen hebbende, waar over de voorfz. liberaale Gifte gaan moet, van het fournisfement in deze liberaale Gifte zal wezen geëximeerd, het zy hy tot een Huisgezin behoort, by andere, of op zich zelve woont, het zy hy die zelf beheert , of onder de Voogdye of Curateele van anderen ftaat, of de Adminiftratie daar van aan anderen gedemandeerd is, zoodaanig dat een iegelyk, van wat ftaat of conditie hy ook zoude mogen zyn, in deze te doene liberaale Gifte zal wezen begreepen, zonder eenige uitzonderinge; en dat, om vervolgens zorg te draagen, dat een ieder, hier toe verplicht zynde, daar aan kome te voldoen; en dat niet alleen uit zyn eigen, maar ook uit een anders hoofde, voor zoo verre hy daar toe verplicht is, alle en een iegelyk, voor het prafteeren van den voorfz. ééd, en ten aanzien van de Men» nogezinden, met waare woorden, in plaats van èède, zullen gehouden wezen, op den ééd by hun af te leggen, te verklaaren; of zy eenige Goede„ ren voor andere Perfoonen, Ingezetenen dezer s, Provintie, adminiftreeren, het zy in de qualiteït v van Voogden, Curateurs, Adminiftrateurs, of „ met welken titul het ook zy, en van of voor welke Perfoonen; als mede, of zy eenige Perfoo„ nen by hen inwoonende hebben, en welke die „ zyn; gelyk ook nog, of zy eenige Goederen in Fideicommis of Lyftocht bezitten; en voorts, ,, of zy het fournisfement doen voor zich zelve alleen, dan wel voor alle de andere Goederen door M y „ hen  i86 Nieuws Verzameling van Stukken^, betrekkelyk „ heD geadrniniftreerd, of in Fideiccmmis of Lyf« „ tocht bezeten wordende." Zal ook het fournisfement in de liberaale Gifte s gedaan worden door Weeskamers, van Goederen der | Wezen, Ingezetenen van deze Provintie zynde, of ï alhier t'huis hoorende, en by hen geadrniniftreerd b: •wordende, in opzichte van ieder Wees afzonderlyk, 't: by Weesmeesteren , of twee Gecommitteerden der* «i zelve, of ook wel by een of meer van derzelver v Suppoosten, of de door hun gefielde Voogden, of tc Adminiftrateurs s te doen; wel verftaande, dat on- die zoo duure panden zoude komen te vervallen, la zich in het doen van de voorfchreeven liberaale Gifte kwyten naar behooren, en zich daar toe regulee- ii» ren naar al het geen voorfz. is; altoos gedenkende, » dat, indien zy zich, volgens hun ééd en plicht hief p inne gedraagen, oHtwyffelbaar daar op den Zege» b vai i  het Gemeenebest der Vereenigde Êederl&nden. tjpjf van God Almachtig tot behoud van Land en Kerk, met vertrouwen te wachten, en te hoopen is 5 maar indien zy integendeel haar ééd en plicht in .detec vergeeten, behalven haar eigen eeuwig verderf, hec geen zy in dat geval te wachten hebben, zy cc!:: fchuldig zullen wezen, aan het verder onheil én onS geluk, het geen het lieve Vaderland zoude mógeö iioverkomen, het welk God genadiglyk verhoede. En op dat alle en een iegelyk, dien het aangaap ! onze goede meeninge moge bekend zyn, begeeren /wy, dat deze alomme zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar zulks behoort en gebruikelyk te,.. Aldus gedaan en gearrefteerd ter Vergadering var. Ide Edele Mogende Heeren Staaten van Zeeland >, 5 ia't Hóf aldaar, te Middelburg, den 2 May 17030 (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van de Èooggemddr Heerèn Staaten. (was gef.) W. Ai de ËEVERfer- FORMULIER VAN EED. j „ Ik verklaare, beloove en zweere, dat ik, naaf „ myn beste kennis en weetenfchap, en zoo na, als „ my mooglyk is. geweest, op den voet by Hun ,, Ed. Mogenden Piakaat van den 2 May 1793 4 uiti „, gedrukt, den overflag en begrooting van het V zuiver beloop der waarde van alle myne Goederen en Bezittingen, hoegenaamd, en waar gelegen, " of zynde; en zonder eenige andere uitzondert \\ ge, als by het voorfz. Piakaat bepaald is, ge» I, maakt te hebben, in zoo verre, dat ik, ten op. I, zichte van Goederen, zoo binnen als banen» *, landsch, waar van geen Pryscourant is, dezelvs ' hebbe getauxeerd, naar rato van de Pryfen van " de laatfte loopen of verkoopen, die van derge2 lyke Goederen door den anderen gedaan zyn; ot  ipri Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk „ wel en fpeciaal tot zoodaanige prys, als my die, ten tyde, wanneer ik myn overflag heb gemaakt,! ,, in gemoede waardig zoude mogen wezen: en dat „ ik daar van gegoed zynde tot twee duizend Gul.! dens, of daar boven, ter goeder trouwe, ten „ minften twee per cent, en gegoed zynde beneJ „ den de twee duizend Guldens, tot een duizend ,, Guldens toe , ter goeder trouwe, ten minftet ,i een per cent, met 'er daad, in een, twee, drie] „ of vier termynen zal fourneeren, insgelyks op „ den voet, en naar het voorfchrift, in het voor „ fchreeven Piakaat vervat; en dat ik, ingevallc ,, naderhand nog ietswes van myne Bezittingen, ton „ myne kennisfe mogt komen, dat by inadverten.j ,, tie overgeflagen, of om redenen by het zelva „ Piakaat gemeld niet begroot was, ook daar van ,, twee of een per cent, in maniere als voorenjj „ fourneeren zal; of wel, dat ik gegoed zynde be^ „ neden de een duizend Guldens, effecfivein my| ne onbepaalde liberaale Gifte zal voldoen aan d« „ intentie in het meergemeld Piakaat vervat." Zoo waarlyk helpe my God Almachtige Formulier van Procuratie, op een Zegel van 8 Jluivers. ,, ik Ondergefchreevene verklaare by deze t „ qualificeeren den Perfoon van om in my „ nen naam te compareeren voor Heeren Commis „ farisfen binnen van wegen Hun Ed.Mo „ genden de Heeren Staaten van Zeeland gefteld; „ tot het afneemen van den ééd op het fourneerei van den vyftigften Penning, ingevolge van Hui „ Ed. Mogenden Piakaat van den 2 May 1793, ej ,, aldaar in myne ziele den voorfz. ééd af te leggen: „ zoo als by het Formulier achter het zelve Plai ,, kaat, is voorgefchreeven; verklaarende ik Onder „ gefcöreeveae denzelven ééd) uit krachte van d$ „ z:  het Gemenebest der Vereenigde Nederlanden. 107 ze Qualificatie afgelegd, van die verbindende u kracht en waarde voor my te houden, als ofden,„ zei ven door my in eigen Perfoon voor welgemel. „ de Heeren Commisfarisfen was afgelegd*" Aldus gedaan ...... NQt 139. Nadere Proclamatie van de Nationaale Con* ventie van Frankryk aan de Legers van de Republyk » betrekkelyk de handelinge van den Generaal Dümoüriez. Jn dato den . . May 1793 (*). Helden, onze Broeders! de Revolutie moestmisdaaden voortbrengen, zoo wel als zy deugden baarde. Een Verraader, die wisc wat gy vermogc, en die geen hoop had op het exempel van Caesar U aan zich te verbinden dan door U toe overwinningen te geleiden, Dümoüriez, heeft het masker afgeworpen; hy vormde het fchriklyk ontwerp, om U al vegtende voor de Vryheid, eenen Meester weer te geeven. Hy roemde dagelyks op zyne vorderingen, en deze waren de uwe; hy meende geducht te zyn, maar gy waart het. De uitfpoorigheid zyner heerschzucht is gevolgd van een verlchriklyk fchelmiïuk. Hy heeft zich verbeeld de zelfde Wapenen, die in uwe handen altoos verwinnende waren, te kunnen doen dienen om het groote werk te verwoesten, dat Jlgy begonnen had. Die ongelukkige 1 hy durfde Jzich voordellen, dat gy zyne roekelooze eisfehen Izoud bevorderen, dat gy de Vryheid in haaren ver■winnenden loop, zoud verftrikken, na U met roem •bedekt te hebben door haar te befchermen, toen Izy nog in de wieg lag. Neen, zyne dwaasheid is Jzoo groot, als uw moed verheven is. Met U was Ihy een Reus ; zonder U niet dan een belachlyke JDwerg , zwak, en wiens uitfpoorige fnorkeryen friet dan verachting en medelyden zou verwekken , zoo ] {*) Zie de tsrfU Proclamatie hier voor, U. 62. N 3  Nimwe Vmmmling van Stukken, hetrekkelyk -zoq de dolheid en de misdaad niet die diepe veronW ;' Wairdiging inboezemden 3 die ftrafbaare poogingen 11 beheoren te verzeilen. j£(é|e trouwlooze Weerfpannige verfpilt uw bloei ■ en hfit; cnze, om ons af te matten, ons uit te puteq onder 't juk te brengen. Omgeeyen dorjp üws macht, wsrpt hy zich in een oogenblik op als. .lègfilfflBeftierder van ons lot, en maatigt z?ich aan, de,"Wet aan de Natie voor te fchryven. Met de eene fchelmachtige hand bereide hy uw ongeluk ; met de andere biedt hy vrye Lieden eenen Meester eq de Siaavernye aan, om hun daar van fchaadeloos. te ftellen, even als of de Siaavernye niet de groot. üe van alle rampen was; als of nieuwe boeijen da plaats uwer Laurieren konden vervullen, 't Is naar Parys , het Heiligdom der Vryheid; —» naar Parys, darde Spelonk der willekeurige Overheerfching dempte, — dat de zoo zeer gevleide Tyrannen , de dtveepery en de onweetenheid der agttiende eeuw omver, wierp; — dat hy, op 't voorbeeld van la FayeTte, meende te marcheeren aan het hoofd der Soldaaten, waar van hy onbefchaamd zich de Vader srjGcmde, terwyl hy niet was, dan hun Lasteraar en hun Beul. " Franfchen! op 't oogenblik dat hy ü vleide, zeggende, dat gy alle uwe krachten moest infpannen : By my, J. J. HüSRECHT, •*■ ■ No. 143. Publicatie van de Magiftraat der Stad Leeuwarden , behelzende een Reglement op de Week* markten. In dato den 13 May 1793. Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Leeuwarden, allen den genen die dezen zullen zien of hooren leezen falut, doen te weeten. Dat wy ia overweeging hebbende |^>osj?en-da wanorde, welke van tyd tot tyd, door -t. «ei'metüg.», vuldigen van Kraamen, Disfen en üitop de Weektmarkten alhier ontilaan is * inücscier.. heid door het al te zeer uitbreiden en wil*. -1 ';; plaatzen van dezelve, waar door niet 2c;q^ de noodige openingen voor het doorryden gefchilt, gsflooten, en aan de Buitenlieden hun Vee, Boter, Kaas en andere Waaren ter markt brengende, en waar voor de Weekmarkt eigentlyk gefchikt is, veel belemmering wordt toegebracht, dienftig heb. ben geoirdeeld daaromtrent de noodige voorziening te doen, en dien te nevens, na voorafgegaane com» municatie en approbatie van de Vroedfchap, hebben gearresteerd het volgead Reglement. Art. 1. Dat alle Kraamen, Disfen en Uitdraageryen, op de Weekmarkt zoodaanig zullen moeten worden geplaatst, dat door dezelve geen verhindering in de noodige pasfagie worde toegebracht, noch aan de Buitenlieden in hunne Negotie eenige belemmering worde veroirzaakt. II. Dat ten dien einde rïeraand een Knam, Dis^of  ao4 Nieuwe Verzameling van Stukken betrekkelyk Üitdraagery op de Markt zal mogen opzetten, dan op zulk een plaats als hem daar toe Stadswegen zal worden aangeweezen. III. 'Dat ook niemand eenige andere Goederen, zoo van Boomen, Bloeroen, Kaas, Eyeren of foortge» ]yke Goederen zal mogen uitzetten, dan op plaatzen die daar toe gefchikt en geordonneerd zyn, of hy verandering gefchikt en geordonneerd zullen mogen worden, IV. Dat voortaan door een ieder het voorftaangeld zal moeten worden betaald, naar de grootte der plaats, die door hem beflagen wordt. V. Dat van ieder Kraam of Dis, zonder onderfcheid of 'er een verdek over is of niet, welke niet bree. der is dan 8 voet, betaald zal worden vier Huivers, en breeder zynde, van ieder voet die dezelve ba* ven de agt' voet is, een halve ftutver, VI. , Dat daar van echter zullen zyn uitgezonderd de kleine Disfen met Koek, Almanakken en foortgelyke geringe koopmanschappen, welke met de betaa» linge van twee ftuivers zullen kunnen volftaan. VII. Dat wegens de Uitdraageryen betaald zal worden voor een plaats van 12 of minder voeten breedte twee ftuivers, voor een plaats boven de 12 tot 16 voeten breed drie ftuivers, en van een plaats bovea de 16 tot 20 voeten breed vier ftuivers, en door die genen die Kousfen, Wanten, Mutfen en diergelyke verkoopen, eens zoo veel; en zullen geene plaatzen boven de 20 voeten breed geaccordeerd mogen wor-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 205 worden, ook geene plaatzen dieper dan 8 voetea mogen zyn. * vin. Dat ieder die Blommen ter Markt brengt zal be* taaien voor een plaats van 8 voeten of minder breedte vier ftuivers, en wanneer meer plaats noo* dig mogt hebben, dan van ieder voet, boven de 8 voeten loopende, een halve ftuiver. IX. Dat ieder die Groente of Appelen ter Markt brengt zal betaalen voor een plaats van 8 voet of minder breed twee ftuivers, en van ieder voet die hy boven de 8 voet in de breedte beflaat een vierde ftuiver. X. Dat verder wegens voorftaangeld, voor een ordentelyke ruimte, betaald zal worden door ieder die Boomen verkoopt twee ftuivers. —■ Door een Boer die Spek verkoopt twee ftuivers. —— Door ieder Kaasboer drie ftuivers, doch wanneer hy Schaalen gebruikt vier ftuivers. — Door elk die Schaape Kaas veilt een ftuiver. «— En door elk die Eijeren verkoopt, en dezelve op de grond plaats een ftuiver, terwyl elk dieze draagt, en dus geen plaats noodig heeft, vry zal zyn. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude kunnen pratendeeren, zal deze vaa den Raadhuize worden gepubliceerd, enopdegewoo. ne plaatzen geaffigeerd. Aldus gearresteerd ter Vergadering van Magiftraat der Stad Leeuwarden, den 13 May 1793. (was get.) F. Rinia v. Nauta, vt. Ter Ordonnantie van Hun Edele Achtbaarheden. (was set.) J. F. v. Smxerdyck.  SoS Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk No. 144. Notificatie van Ridderfchap en Steden dt ' Staaten van Overysfel, waar by de veertiendaags fche Bedeftonden in maandeiykfche worden bepaald, £n dato den 28 May 1793* Ridderfchap en Steden, de Staaten van Overys. fel doen te weeten: Dat Wy., om gewichtige redenen hebben goedgevonden, dat, tot onze nadere dispofkie de Bedeftonden, voordaan, te beginnen met woensdag die wezen zal den vyfdeh der aanftaande maand Juöv dezes jaar» alom door de ganfche Provintie zullen worden gehouden op den eerften woensdag ia elke maand; in plaats van aije veertien dagen, gelyk tot hier toe gefchied is. Aldus gedaan binnen Campenj den 2g May 1793Ter Ótdonnantie van Hooggemelde Heeren Staaten. (was get.) M- Tydeman. No id< Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Smaten van Stad Groningen en Ommelanden, betelzende Ordonnantie op de heffinge van tweemaal Z een honderfien en dus den vyftigfien Penmng , tot afweering van den vyand. In dato den 8 augustus 1793» De Staaten van Stad Groningen en Ommelanden doen te weeten: Nademaal wy in de zorgelyke en gevaarlyke omHandigheden, waar in het lieve Vaderland is gehracht door den onrechtvaardigen vyandelykenaanv fuit naam van de Franfche NaW# *« Se genen, welke het beftier van zaaken zichbinnen Frankryk op een alleroUwettigfte en nooit gehoorde wyze heWn onderwonden, genoodzaakt ïvnTew^st, om onder inwachting'en affmeïking ïïïdTn zegen en den byftand van ÖonAlmachtig,,  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 207 en met vertrouwen op de rechtvaardigheid onzef zaake, ter afwending van het bedreigd en dringend gevaar met de Heeren Staaten der andere Provintien onze Bondgenooten, te concurreeren en tè bewilligen in het by der hand neemen van alle zoodaanige middelen van verdeediging en tegenweer, waar door het Vaderland gered, de dierbaare gronden van Vryheid en Godsdienst behouden, en 's Lands goede Ingezetenen by hunne wettige be: zittingen en eigendommen bewaard en beveiligd : zouden kunnen worden, en alzoo de vyand belet, om deze vreedzaame Republyk ten prooije te ftellén van zyne booze en affchuwelyke oogmerken, 1 die onder de fchoonfchynende naam van vryheid en 1 gelykheid, en rechten van den mensch, nietsminder dan roof, moord, losbandigheid, Ongodistery, ondraagelyke overheerfching, en verbreeking van alle Goddelyke en menfchelyke wetten, en van alle banden van maatfchappelyke orde ademen: dan tot goedmaaking der onkosten, welke ter verdeediging en behoudenis van het Vaderland al reeds hebben moeten worden gemaakt, en verder nog , gemaakt zullen moeten worden, aanzienelyke geldfommen wordende vereischt, waar toe 's Lands kasfe niet dan op eene buitengewoone wyze kan worden in ftaat gefteld; hebben wy teifens bedacht moeten zyn op hoedaanige voet de publyke Schatkist van de noodige voorraad van Penningen , welke de zenuwen van den Oorlog zyn, en deheilzaame maatregelen tot afbreuk van den Vyand het meest moeten onderfchraagen, behoorlyk zoude kunnen worden voorzien, ten einde als getrouwe Bondgenooten het aandeel van deze Provintie in de noodwendige Oorlogskosten te kunnen opbrengen , en aldus onze gedragene Confenten in de onderfcheidene daar toe gedaane Petitiën, met reëele fournisfementen te bekrachtigen. Alwaarom wy tot goedmaaking van voorfchreeven extraordinaire kosten, welke uit de ordinaris i inkomften van deze Provintie niet gevonden kunnen wor.  2o8 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk worden, op het voorbeeld van andere Bondgenoo- I ten, hebben gemeend, dat de goede Ingezetenen I dezer Provintie even gelyk in den jaare 1748» 1 fwanneer insgelyks het Vaderland door den vy. andelyken aanval van den toenmaaligen Koning van i Frankryk in groot gevaar was gebracht) ook nu met geen minder bereidwilligheid, een gering gedeelte hunner Bezittingen veil zullen hebben, orti voor de behoudenis van Vryheid, Godsdienst, ea al wat in den Lande dierbaar is, af.te ftaan. En gelyk wy bereids met dankzegging aan de gun» ftige beftelling der Goddelyke Voorzienigheid hebben mogen ondervinden, dat de middelen van verdeediging onder het wys en kloek beleid van zyne Doorluchtigfte Hoogheid, den Heere Prince vanOranje en Nasfau, Erf-Stadhouder dezer Landen, en der beide Princen, Hóogstdeszelfs Zoonen, onderfteund door den heldenmoed onzer braave Krygslieden, en dien van onze getrouwe Gealliëerdeh zoo- . daanig gezegend zyn geweest, dat niet alleen de Vyand door dappere tegenweer voor eenige onzer : Vestingen roemruchtig is afgeflagen, maar hy ook ; de veroverde Steden wederom heeft moeten ont- • ruimen; waar door wy de hoope hebben zien toeneemen, op de volkomene uitredding en verlosfing ; van het dierbaar Vaderland, (waar voor aan den God onzer Vaderen de eer behoord te worden gegeeven) hebben wy teffens geoirdeeld, alle gedach.» ten van ons te kunnen en te mogen verwyderen», dat het welzyn en de behoudenis van het Vaderland,, het tegenwoordig geflacht minder zoude ter harte! gaan , dan onze Voorouderen, die onder 's Hemels l zegen goed en bloed opgezet hebben, om die Bur«. gerlyke en Godsdienftige Voorrechten te verkrygen, en aan de Nakomelingfchap over te leveren, > waar van wy thands nog het gezegend genot heb-, ben: en waar van de Vyand ons op deónrechtvaar-» digfte wyze tracht te berooven, maar integendeell te mogen vastftellen, dat de Ingezetenen, bezieldl met den zelfden geest van oprechte zucht, en lief-:}  Ihet Gmëènebèst der Vereenigde Nederlanden-, de voor het Vaderland, *s Lands Overheden do'öï? het afftaan van een klein gedeelte hunner beZittin* Igen rnet eene voorbeeldige bereidwilligheid ttil* ilen helpen in ftaat ftellen, om de reeds gemaakte. Ten nog te maakene Oorlogskosten te kunnen draagen» aden Vyand, die noch het recht der Vólkeren. eerIMedigd, noch de ftem der reden en menschlykheia 4ehoor geeft* verder en krachtdaadige tegenftand [fee bieden, en het dierbaar Vaderland, benevens de ffoede Ingezetenen, en derzelver wettige bezittin» l|en, op het loffelyke voetfpoor der Vóorouderea liet goed en bloed te befcherrrien , en alzoo deIBurgerlyke én Godsdienftige Voorrechten, be« loeven* onze gezegende Conftitutiè ongefchondea fop de Nakomelingschap over te brengen. 1 VVeshalven wy ter bereiking van zoodaaüe heil* feaame oogmerken hebben geconfenteerd en bewil* |igds gelyk wy confenteeren en bewilligen by dertien in de heffing van tweemaal den een honderden» Ihh dus de vyftigfte Penning; ten behoeve van den. 3 Lande door alle de Ingezetenen dezer Provintie, de ïrérfte in dit jaar, en de tweede in het volgende jaar §1794 te betaalen, op den voet en maniere, hief ' ia volgende. Art. I. ï Dat dé voorfchreevene Contfibutïe gaan zalovet; het zuiver beloop van alle goederen en bezittinigen, zoo roerende als onroerende, als baamencMyk over Obligatien, Los-enLyf-renten,Pénfiöe» itaen, Prebenden, gewerkt en ongewerkt-goud eö Jzilver, A&ien en Crediten, zoo binnen- als buitenlands, ten laste van particuliere Perfoonen, öf« fte bok van deze of eenige andere Provintien vaö de Unie, Admiraliteiten ofte eenige andere Geneilraliteits Comptoiren, als mede ten laste van eenï- tge Steden, Collegien, Banken, Diacotoyen, Kertlken, Godshuizen of andere Corporatien, hoedas* Ihig dezelve ook genaamd, of waör gelegen mogen f zyn, mitsgaders ten laste van alle andere Ryken, éiStaateb, Prinfen en Potëntaatèh, hoegenaamd, 'en f II. Deel. O fpe«  Mo Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk fpeciaalyk over de bezittingen in Engelfche, Fran* fche of andere Fondfen buitenlands: als mede over de revenuen van Ambten , Bedieningen en Benefi. cien , *t zy die by den Fourneerder zeiven, of by acdere bekleed, of bediend en waargenomen worden: over Landeryen, Erfpachten, Beklemrechten , Tienden, Visfcheryen, Veenen en Houtgewasfen, Heerlykheden en Gerechtigheden, Huizen, 't zy op eigen, of pachtgrond lïaande, Hof-, fteden, Buitenplaatzen, Tuinen, Boomgaarden, en andere Bezittingen, zoo in deze als andere Provintien en Landfchappen, en het resfort van de Generaliteit, mitsgaders in andere Ryken en Staaten ; over reeds verfchene huuren, gefchenken enj renten, mitsgaders contante Penningen, uitftaande Crediten , Maand-gelden , Transporten , Hypo* theecquen , Kustingbrieven, Schepen-kennisfen, Bylbrieven, Gelden in de Wisfelbank, Acfien, Obligatien en Anticipatie-Penningen in en ten laste van de Oost-Indifche Compagnie, de West-In-i difche en andere Colonien: alles zoo hier te Lan-i de, als in andere Staaten en Ryken buitenlands; over uitftaande Penningen onder Solüciteurs, Casficrs, of andere particulieren, zoo binnen als bui-: teulands, over Schepen, Schuiten en Jachten inl de Haven, ter Zee, en op de Rivieren zynde, en( over allerley Waaren en Koopmanfchappen, hoe«i| genaamd, mede zoo binnen als buitenlands, ter Zee op de Rivieren en te Lande; en voorts geneJ ralyk over alles wat geld waardig is, ofte wat ei-i gendom of bezittingen kan genaamd worden, uit-: gezonderd het geen uit het volgende Artikel zafl worden geëximeerd; zullende echter daar van moJ gen worden afgetrokken allerley fchulden, dewel-l ke de bezitter ten zynen laste zoo binnen als buii tenlands zoude mogen hebben: zynde de intentie, dat de voorfchreevene Contributie zal gaan oven de zuivere en effective bezettingen der goede In* gezetenen, zoo na mooglyk te bepaalen, als ieder in confcientie zal bevinden te Jbehooren.  het Gemeenebest tier VereeKigde Nedsulsnds^ kt \ II. J Dat om de goede ingezetenen te getoóet 'tè kótnen, en de haefitatie weg te neemen, welke an» iders zoude kunnen voorkomen , omtrent de prici« Jfe opneeming, en taxatie van dc geheele masfahaaJrer góederen, van dezen overflag zullen zyn ggllf jraheerd, allerley Meubilen en Huisraaden, daar onder ébegreepen, al het geen tot de huishouding, klediüg Jpndekzel isdienende, als mede gewerkt goud en sil* fyer, Juweelen, Kleinodiën, Rariteiten, Boeken & Medailjes, Schilderyen, Prenten en Tekeningen* iforceleinen, en andere curiositeiten, Rytuigen e& IStal gereedfchappen, mits dezelve by iemand bcIzetcn worden tot het noodig gebruik of vermaak j> jen daar mede door dezelve geen handel of negotie worde gedreven; voorts zullen, van deze heffing fmede zyn uitgezonden allerley Werktuigen en Ge* ureedfchappens die tot de Bouw en andere NeeriB* 'gen, als mede toe de oefening van eenige Konflen« ;|landwerken, of Ambachten moeten gebruikt wor■4ea, welke, om alle twyffeling omtrent de precifè rtópneeming en taxatie van dien Weg te neemen, hier qpan mede geëximeerd worden, zonder dat eenige iitferdere of andere exemtie, als hier bóven is ge. -tegd, plaatfe zal hebben; welverftaande nogthandi «dat onder de voorfz. benaaming van werktuigen en , jèereedfchappen niet begreepen zullen zyn zoodaani:qge werktuigen en gereedfchappen, als met de Gebald uwen, Lootten, Schuuren af Kelders, daar in die zich •^bevinden, of daar toe dezelve behooren, het zyan» tanex aan het Woonhuis, of daar van gefepareerd è !te zamen uitmaaken, Brouweryen, Wynkoperyen , iffiranderyen, Azynmakeryen, Rafinaderyen, Zöuti?keeten , Zeepziederyen, Draperyen, Ververyen & •&Kaarfemakeryen , Kruidmakeryen , Boek» en Caütoendrukkeryen, Blekeryen , Steen- en Panneb'ak» jskeryen, Kalkbranderyen, Plaatielbakkeryen, Glaiafcblaferyen , Leerbereideryen * . Lyndraaijeryetf^ «JTwynderyen , Pypmakeryen, Scheepraakeryen , i|loutkooperyen, Papiermakerven, Olyftager^t) O a Grut-  2t2 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk Grutteryen, en dergelyke Fabryken of Neeringen, ie de Molens daar toe fpecteerenae: gelyk mede on-éc der de voorfchreevene uitzondering niet zullen :j i zyn begrepen, Paarden, Osfen, Koeijen, Schaa-ïj pen, en allerley ander Vee, maar deze heffing» mede daar over zal moeten gaan. III. II Dat, om alle Scrupuleusheid en inegaliteit byde:p;t Ingezetenen weg te nemen, de volgende voet enff wyze van evaluatie en taxatie der goederen zal wor*r den in acht genoomen, als de eigendom der Lan-I, deryen onder beklemming verhuurd na drie tent' honderd van de huuren, en het zesjaarig gefchentw over de jaaren gerekend: behuisde Landen, wsarpvan het onderhoud der behuizinge den Meijer inilu cumbeerd, en onbehuisde Landen, beide in losfei huure uitgedaan , benevens grondpachten en heem-I huuren na vier ten honderd van de huuren: be«i huisde Landen, waar van het onderhoud der be«l huizinge den eigenaar incumbeerd, benevens an-i dere verhuurde behuizingen, (na aftrek van hetl Schoorfteengeld, indien het zelve door den eige-js naar word betaald) na vyf ten honderd van dehuuJ ren: de Effecten die iemand bezit, zoo binnen alsl buitenlands, waar op een cours of loopende prysi is, te taxeeren na de waarde, of pryscourant diej daar op is ten tyde wanneer hy zyn overflag maakt.1 ~De goederen, die iemand zelfs gebruikt, beklemJ rechten en andere, die geen vaste prys hebben A0 zal een iegelyk by zich zeiven taxeeren na besté wetenfchap en tot zoodaaDe waarde als waar vooi hy die ten tyde. warneer hy zyn overflag maakt/ zoude willen misfen en overgeeven: dat voortsten refpedte van de goederen , die eenig gevaar of rï* fico looper, gelyk Schepen en Koopmanfchappen^ .mitsgaders Cargafoen-goederen die aclut:elyk ic A Zee zyn, ten tyde wanneer hy zyn overflag maakt, een iegelyk die by zich zeiven zal mogen taxeerep ter montant van asfurantie, die hy daar op heefli laa-3  Ihst Gsmeembest ds.r Vereenigde Nederlanden. 213» laaten doen, of zoo hy die in het geheel of ten deele, niet heeft laaten asfureeren, voor zoo verre na ™maates dat hy die in gemoede door de loopenderiMco minder waardig fchat. als de reëele waarde .van dien. Dat infchulden, uitftaande gelden, A3:ien enCre» iditen ten laste van particulieren zoo binnen als bui. itenlands, die dubieus zouden mogen wezen 1 zuljlen mogen gerekend worden na de waarde, waarIvoor men dezelve in gemoede wel zoude willen o» ■vergeeven. \ Dac eindelyk het zuiver inkomen der Lyfrenten, iTontinen, Contracten van Overleving, Penfioenen |en Praebenden, zal moeten gerekend worden op ■den voet, zoo als by de onderftaaode Lyste is ■uitgedrukt, te weeten op Lyven van 1 toe 20 jaaren iomaaldeLyfrentpn, Tontinen enz. 20 tot 30 Jaaren 9 maal 30 — 40 8 . 40 — 50 7 50 — 55 — 6 —-— 55 — fïo 5 —, 60 — 65 4 — 65 — 70 , 3 70 _ 7J —_ a Boven de 75 1 IV. Dat aangezien op de zuivere Rendementen en ïn(komften van alle Ambten en Bedieningen in of wegens deze Provintie, reeds federt den jaare 1718 een juifte en nauwkeurige overflag is gemaakt zoo ,veel wegens de jaarlykfche ongelykheid en wisfelvalligheid eenigzins mooglyk is geweest, cn dat daar van reeds federt dien tyd een jaarlykfche en aanmerkelyke belasting is geheven, derhalven om in geen nieuw detail van rekeninge dien aangaande He komen de voorfchreeven belasting onder den ! naam van Officie-geld alhier ftand houdende, voor een jaar zal worden verdubbeld, en op dien voet O 3 de  |I4 Nieuwe. Verzameling van Stukhn» ietrekkelylt de vyftigftè Penning van alle Ambten, Officien^, ' of conditie hy ook moge zyn, in dit te doene foqrnisfement zal wezen begreepen zonder eenigës,' nitzondering, en dat om vervolgens zorge te draa-i gen, dat een ieder hier toe verplicht zynde daari'3. aan kome te voldoen, en dat niet alleen uit zyn ef-i ü gen:  het Gemeenebest de? Feremigda Nederlanden. 21 g gen, maar ook uit een anders hoofde, voor zoo verre hy daar toe verplicht is,, alle en een iegelyk ivoor het doen van voorfchreeven fournisfement en [het afleggen van de verklaaring op hun woord van feer invoegen Artikel 12 voorgefchreeven, gehou. :den zuilen wezen, op navolgende vraagen zich naait 1 waarheid tc expliceeren. 1. Of zy Comparanten, of haare Vrouwen ook teenig Voorkind of Kinderen hebben, die by hun mtwoonen en eenige goederen op zich zeiven bezit, ten , en welke die Kinderen zyn. 2. Of zy eenige Voogdyer exerceeren over Pupillen, Ingezetenen van deze Provintie zynde, of ,a!hier te huis hoorende, en over welke, of uit ee'Bigen anderen hoofde admir.iftreeren, en van, ot voor welke Perfoonen; gelyk ook of zy eenige goederen in fideicommis of lyftocht bezitten, waarvan Ihet exfpeöatif of de eigendom aan Ingezetenen van ideze Provintie behoord. I 3. Of zy eenige goederen van andere Ingezetenen van deze Provintie uic hoofde van eenige Cu. Jrateele, Procuratie en Conftitutiè, of wel uit eeinige andere hoofde adminiftreeren, en van, of Ivoor welke Perfoonen. VIL Dat de bovenftaande Verklaaring by de Ingezeliten gedaan zynde, en het geval exteerende, dat (iemand meer dan uit zyn eigen hoofde verplicht is, jan dit middel te contribueeren, dezelve in ieder iópzicht afzonderlyk het voorfchreeven fournisfeinent zal moeten doen, zullende van deze belasting «geene Voorftanderen wegens eenige Pupillen ^ ofte faSAdminiftrateurs van andere lieden goederen, toevoegen als boven gelegen, wezen geëximeerd, dan alallcenlyk die welke ad pios ufus gedeftineerd zyn;. aiwelverftaande nogthands dat de Voogden, CuraItèurs of Adminiftrateurs van eens anders goederen ein het doen van deze Contributie niet zullen mogen icaan boven de vyftigftè Penning, invoegen by de- r 04 ssa  31(5 TUime Ferzqneiing van Stukken, betrekkelyk aea gerequy-eerd; en dat een voorftander over Pu» pillen den overflag en evaluatie der Pupillen Goederen, om daar na de betaaling van het voorfz. fournisferrjent te doen, niet alleen zal mogen maaken, snaar dat zulks door de gezamentlyke VoorftandeW&fial moeten werden gedaan, gelyk ook het fourjjisfernent met gemeene toeftemming; en zullen de«elve voorde moeite of vacatiën, die zy ter dezer ssakg gehad hebben, niet mogen declareeren. VIII. Pat niet te min Man en Vrouw, welke zoo in, als buiten gemeenfehap met eikanderen goederen be... gitten, gelyk mede de langstlevende derzelve niet verplicht zullen zyn, eenige fchifting des boedels te maaken , of daar van afzonderlyke opgave te doen; maar volftaan zullen kunnen met het fownisftraent yan den geheelcn masfalen boedel. IX, Dat van goederen in Fideicommis of Lyftocht beaeeten wordende, waar van het expe&atif, of de êigeedom aan Ingezetenen van deze Provintie be-boord, het voorfz. fournisfement gedaan zal moeten , worden op gelyke wyze en voet als van alle andere goederen, behoudens dienaangaande aan den Contri- . buant zyn regres tot vergoeding van de hdfee van het gene gefourneerd is, ten laste van den fideicomrnisfairen Erfgenaam, of van den genen , op wien de eigendom is gedevolveerd, by de overlevering bf uitkeering derzelver goederen; en welk regres, piaats zal hebben, niettegenftaande zulke of' diergelyke kortingen by HuWelyks ContraG, Tes- ', tament of andere uiterfte wille verboden waren, waar • aan mits dezen word gederogeerd, en dat vaD alle andere goederen, in Fideicommis of Lyftocht bezeten wordende, waar van Buitengezetenen het exfpeöatif of den eigendom hebben, de tegenswoordige bezitter of lyftochtenaa'r zal kunnen voldaan' met alleen voor de hclfte der waarde van dien de con-  ,. hei Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 217 contributie daar van te doen, zonder deswegens ee* pig regres of vergoeding te kunnen prastendeeren. ; x. : Dat de voorfz. Contributie zal moeten worden gedaan, en het Declaratoir daar by gerequireerd, afgelegd door een iegelyk in Perfoon, of wel door iemand van vertrouwen in zyne plaatfe te zenden* met gerechtelyke procuratie voorzien, XI. Dat de fournisfementen van de voorfz. Contributie zuilen wordea gedaan in goeden gangbaare munte, of in gewerkt Goud of Zilver zonder het fatzoen daar van te mogen rekenen, xer taxatie van Gouden Zilverfmeeden ; en voorts in drie termynen , waar van het eerfte termyn ter concurrentie van de gerechte helfte, of wel de ioofte penning by de Regenten, en die geene, die aan de hooge Regeering-van den Lande of Magiftraiure in de Stad ea Ommelanden participeeren, of eenige Ambten of Bedieningen van Politie of Juftitie van den Staat, Stad, of Ommelanden bekleedende zyn, met een half jaar Officie-geld ter voldoening aan het voorgaande vierde Artikel zal moeten worden gefourneerd voor den 1 November dezes jaars 1793, en by de andere Ingezetenen geduurende dezelve maand: zullende de andere halfl'cheid, of deicofte penoing, die in 1794. geheven zal worden, in twee gelyke termynen worden voldaan, en wel by de Regenten, en die als boven, aan de Regeering participeeren, telkens met een vierendeel jaars Officie-geld, invoegen even gemeld, voor den 1 May en 1 November 1794 , en by de andere Ingezetenen voor de expiratie van die maanden. XII. Dat voor het doen van voorfz. Contributie een iegelyk zoo voor zich zei ven als in de qualitéit waar O 5 in  218 Nieuwe Verzameling van Stukken betrekkelyk in hy compareerd, zal moeten verklaaren, hoe veel in dit extraordinaire middel fourneerd, en op zyn Woord van eer verzekering zal moeten geeven, dac in goede confeientie na beste kennis en weetenfchap en zoo na hem mooglyk is geweest, op den voet by dit Piakaat voorgefchreeven, den overflag en begrooting van het zuiver beloop der waarde van alle zyne goederen en bezittingen , hoegenaamd , en waar gelegen of zynde, en zonder eenige andere uitzondering, als by dit Piakaat is bepaald, heeft gemaakta en dat de opgegeevene fomma niet minder bedraagd, dan een per cent of de honderfte Penning van dezelve: (NB. by voldoening van hec tweede en derde termyn, dan een half per cent of de helfte van de honderfte penning van dezelve,) dat opk in gevalle naderhand nog ietwes van zyne bezitting tot zyne kennis mogte komen, het welk by inadvertentie was overgeflagen, hy daar van zonder deswegens te worden aangemaand, mede het fournisfement conform dit Piakaat zal bezorgen. XIII. Dat, alzoo dit extraordinaire middel geheven word van alle de bezittingen der Ingezetenen, hoe of waar dezelve ook gelegen mogen zyn, en het bovendien te hoopen en te wenfehen is, dat veele der goede Ingezetenen uit aene welmeenende zucht en yver voor de belangens van het lieve Vaderland tot dit middel meer zullen contribueeren, als zy uit hoofde van deze gearrefteerde Orders verplicht zyn, uit de voorfz. opgave en contributie nu of inkomJig nimmer eenige globale begrooting van derzelver vermogens en bezittingen by het redresfeeren van het middel der doofte penning, of het arrefteeren van eenig ander middel zal mogen worden opgemaakt, en aldus tot gerustftelling van de goede Ingezetenen dienaangaande, hetzelve nooit in eenige confetjuentie getrokken zal mogen worden. XIV.  het Gemeeneiesi der Vereenigde Nederlanden. 2 ra XIV, Dat wanneer daar en tegen onverhoopt het zich thogte ontdekken, dat onder de Contribuanten, zich zoodaanige bevonden, dewelke hun woord vaö eer en verplichting aan het Vaderland Verzaakende, merkelyk minder fourneeren als men na derzelver bekende vermogens hadde moeten verwachten, de Heeren Staaten aan zich referveeren, om zor> daanig ten hunnen opzichte tedisponeeren, alsnoodig zullen vinden, en verders zoodaane middelen te adhibeeren, waar door dezelve tot hun plicht, én obediëntie aan de beveelen van de Hooge Overigheid worden gebracht. XV. Dat aangezien by het 11de Art. is vastgefteld, dat de Regenten en die aan de Regeering participeeïec, voor den iften November naastkomende, hunne Contributie van het eerste termyn zullen moeten doen, ten opzichte van dezelve de Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staate en dezer Provintie Finances, mits dezen worden gecommitteerd en geauthorifeerd, om ter bekwamer tyd by hun Eds. zelvs te bepaalen, alhier binnen Groningen in het Provintie-Huis te fungeeren tot het afneemen van de Declaratoiren, in dezen vermeld, en ontvangst der Penningen, of van het ge-, werkte goud of zilver} en dat aangaande de verdere ontvang met den aankleeve van dien, concerneerende de Stad Groningen, zulks zal gefchieden by zoo veel Wyken of verdeelingen, als convenientst zal worden gevonden, en tot ieder Wyk gecommitteerd een a twee Raadsheeren, met asfumtie van de Burger-Officieren van die Compagnie, waar onder de Wyk gehoorig is; als mede van een van de Bediendens van het generaale, of van de twee particuliere Comptoiren; dat binnen Appingadam tusfchen de Heekt en de Groeve zulks zal gefchieden door een h twee Burgemeesteren met asfumtie van twee Leden uit het Eedgenootschap enden Collèc- teur  520 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk teur ter plaatfe; en dat vootts belangende het voorfchreevene ten platten Lande- het zelve zal gefchieden door de reïpe&ive Gerichten ter plaatfe, met asfumtie van twee Leden uit den Kerkenraad in ieder Carfpel, benevens den Collecteur of Schatbeurder; wordende alle die genen welke tot het inneemen der Declaratoiren en ontvangst der Penningen zyn gecommitteerd en gequalificeerd mits dezen ernftig geëxhorteerd, en op hun Ambts-ééd gefommeerd, om de verklaaringen, welke uit hoofde van deze Ordonnantie door een ieder gedaan moeten worden , van dezelve duidelyk en ftellig iQ te' neemen, en daar van als ook van den ontvangst der Contributie by fchriftelyk Rapport en overzendingder lysten aan de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provintie, Finances te doen geblyken; al het welke by het Fournisfement van het tweede en derde termyn mede aldus en invoegen voorfchreeven- zal worden geobferveerd. XVI. Dat de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provintie Finances, benevens alle andere Commisfarisfen in het voorige Artikel gemeld, met die genen, welke zy tot hunne adfiftentie zullen asfumeeren, dezen last gratis, en zonder eenige belooning ter liefde van den Lande zullen hebben op zich te neemen en uit te voeren; behoudentlyk nogthans dat de kosten die zy genoodzaakt zullen zyn ter uitvoering van hunne Commisfie onvermydelyk te moeten maaken, hun zullen worden gerembourseerd. XVII. Dat om deze 2aak dies te exacter en teiFens met de vereischte faciliteit uit te voeren, de refpeöive Burger-Officieren in de Stad, en te Lande de Collecteurs en Schatbeurders gelast worden, aan de aangeftelde Commisfarisfen al het noodige in ieders diftrict, welke van hun aangaande de Inwoonden van  het Gemenebest der Vereenigde Nederlanden. 2U van dien zal worden gerequireerd, te füppediteeren, en dat de ordinaris Gerichtsdienaars gemelde Commisfarisfen in het uitvoeren van derzelver be» velen zullen hebben te obedieeren, en ten dieefte te flaan. XVIIL Dat de Commisfarisfen zoo in de Stad als in de Dorpen, tot den ontvangst van de voorfchreeven Contributie zullen vaceeren op zoodanige plaatfen, dagen en uuren, als in ieders diflridl bekwaamst geoirdeeld wordt, en door hun by Publicatie of aanzegging van een Gerichts-Bode gedenuntleerd zal worden; welke Commisfarisfen ieder in den haaren exacfe Notitie zullen moeten houden van de Perfoonen , dje voor hun verfcheenen of niet verfcheenen zyn , als mede van die welke in dit middel hebben gefourneerd en hoe veel; gelyk ook van die, weike op hun woord van eer hebben verklaard, tot vyfhonderd Guldens niet gegoedet te zyn, en einde, lyk van al het gene hun Commisfarisfen zal voorko. men. XIX. Dat voorts de voorfchreeven Commisfarisfen , de penningen die onder hun gefourneerd zullen zyn, van tyd tot tyd zullen opneemen, en behoorlyk in zakken van eene fpecie, het gemunt Goud van het gemunt Zilver gefepareerd, verzamelen, gelyk ook het gewerkt Goud en Zilver, dat onder hun gefourneerd zal zyn, van tyd tot tyd zullen weegen; het gewerkt Goud van het gewerkt Zilver gefepareerd, en daar van op een memorie fpecifike aanteekening houden; en dat zy het montant van alles, doch in vier onderfcheiden klasfen, zullen noteeren, en daar van aan de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provintie Fioanceskennis geven; dat zy mede van tyd tot tyd de^el ve Penningen, mitsgaders het gekerkte Goud en Zilver, wanneer het een en ander daar roe in gereedheid tal zyn, zullen overbrengen, te weeten de coii^ fe pen-  ö22 Nieuwe Verzameling van Stekken, betrekkelyk penningen aan bet Comptoir van den Ontvanger. Generaal dezer Provintie onder recipisfen; en welke Ontvanger Generaal, noch zyne Bediendens wegens den ontvang van dezelve penningen 9 noch ook i van de penningen, welke zullen provenieeren van 1 het gewerkte Goud en Zilver, mede nietwês zul- I; len mogen proSteeren : en dat meergemelde Gom- <|( misfarisfen net gewerkt Goud en Zilver insgelyks zullen overbrengen aan het zelve Comptoir, om aldaar bewaard te worden ten einde door Hun Ed» Mogenden de Heeren Staaten dien aangaande nader worde gedisponeerd. XX. Dat ingevalle by de refpeüive Comrhisfarisfea 1 eenige fcrupule of twyffeling mogte worden gemaakt over eenige zaaken, hun aanbetrouwde Commisfie fpe&eerende, als mede by de Ingezetenen over de wyze van evaluatie en taxatie van een of f ander goed , of ietwes anders, waar van in de vastgcftelde orders niet uitdrukkelyk is gemeld, de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provintie Finances worden geauthorifeerd, om zoodaane fcrupules en twyfFelingen op de beste en gevoeglykfte wyze en zoo veel mooglyk ex parüate rationis te elucideeren en af te doen: zullende gemelde Heeren Gecommitteerden daar toe des Donderdags voor de middag te tien uuren in het Provintie-huis hebben te vaceeren. En op dat dit ons heiizaam Oogmerk te beter ( tnoge worden bereikt en de inbond van voorenllaande Artikelen fiiptelyk naargekomen. g Zoo is het, dat wy mits dezen alle Regenten en Magiflraats Perfoonen, en verder allen en een ie- ■ gelyk van onze ieverige en Welmeenecde Ingeze» lenen wel hartelyk noodigen en verzoeken, en de weinige, welke met dien goeden ie ver niet zouden mogen aangedaan zyn, of door overmaatige verkleefdheid aan hunne tegenswoordig (en mooglyk Kortftondige) bezittingen zouden kunnen afgeleid wor-  het Gemeenebest ér Vereenigde Nederlanden. 223. worden, ernftig gelasten en beveelen, ten einde dezelve zoo lief als hun is de behoudenis van Vryheid en Godsdienst, en alles, wat daar benevens waard en dierbaar is, en die van haar eigen leven, Vrouwen, Kinderen en Goederen, hun van God Almachtig goedertierendlyk gefchonken, en by de Voorouderen onder syne zegen verkreegen, zich in het doen van deze Contributie eerlyk en oprecht te kwyten na behooren, en naden inhoud van deze Ordonnantie zich ftiptelyk te reguleeren 5 met ernftige waarfchouwing, dat zoo wanneer onverhoopt tegens onze billyke verwagting een of ander onder onze Ingezetenen mogte worden bevonden, die ongevoelig voor zulke krachtige beweegredenen, zich zelfs zoodaanig mogt vergeeten, dathy in gebreke bleef het voorfchreeven exadtelykna te komen, tegens zulk een zonder de minïte verfchooning met alle rigeur zal worden geprocedeerd, het zy by Gyfeling of zoo als men in goede juftitie zal bevinden te behooren, ten einde aan de zoodaanigen ons billyk misnoegen en rechtvaardige indignatie ter zyner ftrafFe en affchrik van een ander te doen gevoelen. En op dat niemand hier van eenige Onweetendheid moge voorwenden, 2al dezen ten platten Lande van de Predikftoelen afgelezen, en voorts alomme in deze Provintie worden aangeflagen ter plaatfen alwaar men gewoon is, zulks te doen; zullende bovendien van het zelve een Exemplaar worden ter hand gefteld aan de Kosters en Collecteurs in ieder Dorp of Karfpel, ten einde de goede Ingezetenen hun daar van zullen kunnen bedienen. Aldus gedaan in het Provintie-Huis binnen Groningen op Donderdag den 8 Augustus 1793. Ter Ordonnantie van Hun Edel Mogenden de Staaten van Stad en Lande. Kv/as g*t.) E. Lewjs, Secreu No.  2&4 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk Staaten van uverysjei, wegens ae nejnng van eene nieuwe Ex II. Disst. P ia  226 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekUlyk in eigendom of in Lyftucht bezitten, met deflgnatie, zoo veel doenlyk, van derzelver byzondere perceelen, en met fpecificatie van alle reëele Lasten, op elk perceel van dezelve goederen gecon- i ftitueerd, het zy van Dyken, Stegen, Wegen, Sluizen en Weteringen, Morgengeld, Verponding en Contributie, en diergelyke: als mede van alle zoodaanige kosten, als jaarlyks tot in ftand en waardehouding van de Landen te impendeeren vereischt worden. VII. By aldien iemand zal bevonden worden, een of meer perceelen zyner vaste goederen ter kwade trouw ter hebben verzwegen tot de tyd toe, dat deze Taxatie zal voltooid zyn; zoo zal de taxatie daar van afzonderlyk, op zyne kosten, gedaan worden; en dezelve daarenboven verbeurd hebben eene boete van een honderd Goudguldens, half ten profyte van de Provintie; en de wederhelft, ten voordeele van den aanbrenger. VIII. De taxatie zal, door de Taxateurs, welke zullen verkozen en beéédigd zyn ingevolge Art. 3. en 4, gefchieden met overleg van de Schouten of Richrers, en van de twee Gegoeden, waar van boven, Art. 1, 2 en 5 gemeld is. IX. Deze taxatie zal gaan over alle gecultiveerde Landen, van welken aart of gebruik dezelve zyn; zoo veel mooglyk, ieder perceel afzoDderlyk, na aftrek van de reëele Lasten, bovengenoemd: en zonder tetfens derzei veropltand, van Hout, Boo» |-r, men, ofGewasfen, of eenigerhande getimmerten, daar by in berekening te neemen. X. Niemand zal mogen praefent zyn by de taxatie van  het Gemeenebest der Vereenigde Netkrlaniin* 237 1 van zyn eigen goed, of van het goed zyner Vrien» ,den, hem in den vierden graad van Confanguini» iteit, Affiniteit, of nader beftaande. XI. De Taxateurs zullen, na het volbrengen der taxai tie, naar redelykheid, door Heeren Ordinaris Ge» i deputeerden worden beloond. XII. Den Magiftraaten der kléine Steden, wordt mits (dezen gelast, dezelve Taxatie, ten aanzien dc? ILanderyen, onder derzelver Jurisdictiën gelegen, te doen uitvoeren met overleg van Gecommitteer» den uit dezelve Magiftraaten, eveneens als ten ;f platten Lande gefchieden zal, met overleg van du ÏSchouten of Richteren, en twee Gegoeden, volïgens Ar.t. 8. f XIII. Zoo ras als deze taxatie gefchied is, zal daarvan, fin ieder Stad en Karfpél, by Publicatie, aan de Ei. «genaaren en Bezitteren kennis gegeeven worden. XIV. [ Binnen den tyd van vier weken, na dat die Pu. Iblicatie alzoo gedaan zal zyn, zal elk een, by den ISchout of Richter ten platten Lande, of by de Ma*, ïgiftraaten der Steden, vifle van de Tsxatie zyner ILanderyen kunnen neemen: en, vermeenende, té fhoog getaxeerd te zyn, daar over zyne doleancie, Ibinnen de eerstvolgende vier weeken, aan de Ma« ïgiftraaten der Steden, of aan den Schout of RichItervan het diftrict, benevens de Gegoeden en Taxa* ïteurs, fchrifcelyk moeten voordraagen, met de ie* Idenen zyner doleancie. XV. Wanneer dezelve Magiftraaten, Schouten o£ êRichters, nevens de Gegoeden tn Taxateurs, da P 2 op.  228 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk opgegeevene redenen van doleancie gegrond bevin- t den, zullen zy de gedaane taxatie naar dezelve redresfeeren: doch, ingeval van twyffeling of coc~ test, zullen zy de voorfchreeven doleancie, met 3 deredenen derzelve, en met hunne Confideratien, |t, ter Tafel van Heeren Ordinatis Gedeputeerden in- I, zenden. xvi. ' L De geheele taxatie zal moeten voltrokken, en ter le Tafel van Heeren Ordinaris Gedeputeerden ingezonden zyn, voor den i April des volgenden jaars 1794. XVII. Deze nieuwe Verponding zal worden berekend naar proportie van den veertienden Penning der waarfchynelyke jaarlykfche revenuen, gerekend tegen drie percent van het Kapitaal. XVIII. De Provintiaale Erven en Landeryen zullen van 1 deze nieuwe Verponding geëximeerd zyn: doch, zoo dra dezelve mogten verkocht worden; zullen zy ook aan deze Verponding onderhevig zyn: zullende ook de Landen, welke te vooren in de Ver- ■ G ponding alleen voor de halffcheid, of gedceltelyk, aangeflsgen zyn, op gelyke wyze in de nieuwe i Se Verponding aangeflagen worden. XIX. : ii Van deze niéuwe Verponding zullen ook vry zyn i alle de nieuw aangegravene gronden, geduurende: "ï den tyd van vyf- en- twintig jaaren: zoo dat indien 1 1(1 iemand aantoont, binnen de laatstverloopene vyf- entwintig jaaren, eenigen grond aangegraven te heb-' ben, hy zoo lang van deze nieuwe Verponding vry/ zal zyn, tot dat 'er volle vyf- en- twintig jaaren nai n de aangraving verlopen zyn: en, indien iemand nai le de introduöie dezer Verponding eenig Land aangraaft, zal het zelve, geduurende den tyd van vyf-- en- 1  het Gemeenebest ér Vereenigde Nederlanden. 229 ien- twintig jaaren, vry zyn van deze belasting. XX. Elk wie na Publicatie dezes, eenig Land ter culjituure infteekt, zal hier van, met de opgaaf der 1 [grootte en naastgelegenen, voor den eerften April a.des daar op volgenden jaars moeten kennis geeven iiaan den Schout of Richter van het diftridt, waar in i ;dezelve gelegen zyn: en dezen wederom, voorden Bullen May des zelfden jaars, aan het Collegie der ] Heeren Ordinaris Gedeputeerden: en zullen alzul3 ike Landen ten eerften op het Cohier der nieuwe Vercponding gebracht, en, in het vyf- en- twintigfte s jaar getaxeerd, en met deze Verponding bezwaard worden. XXI. Wanneer iemand zoodaanige aangraving gedaan, :en de voorfchreeven aangaaf verzuimd mogt heb3 ben; zal het aangegraven en verzwegen Land aanrftonds, op kosten des aangravers, getaxeerd, en s tevens in deze nieuwe Verponding aangeilagen wortelden: en zal de aangraver, wegens voorfchreeven « verzuim, verbeurd hebben eene boete van honderd «Goudguldens, te appliceeren half ten profyte van ide Provintie, en half ten profyte van den aanbrenger. XXII. De taxatie der Landeryen, en de Cohieren dezer ifnieuwe Verponding zullen in het vier- en- twintigjïfte jaar na de introductie derzelve, gerevideerd; en fop nieuw, voor de volgende vyf- en-twintig jaaIren gereguleerd worden. XXIII. Niemand zal eenig Land mogen verkoopen vry (van deze nieuwe Verponeing; noch dezelve van tbet eene ftuk Lands op het andere overbrengen. F 3 XXIV,  g&f Kiï*ï>e Verzameling van Stukken, betrekkelyk XXIV. Niemand zal, na de vastftelling van de Cohie. è ren der nieuwe Verponding, eenige Landen, wel-4 £e thands in één perceel worden getaxeerd , en in i deze nieuwe Verponding aangt Hagen , mogen ver-i •{blitfen of verdeelen: maar ieder gedeelte vao zoo-ic caaoig perceel zal aanfpraakelyk zyn en blyven» voigens het Cohier, voor de geheele belasting, pp riet geheele perceel liggende. XXV. De uitgeturfde Landeryen, welke niet meer getaxeerd knnnen worden, zullen als nu voor eersc belast worden met een halve verhooging van déi geheele Verponding, welke dezelve betaalen, in,gevolge der cautie, by 't infteeken derzelve gefteld: en, vervolgens, altyd verhoogd worden naar de proportie dezer nieuwe Verponding. XXVI. Ten aanzien der woeste Veengronden, waar van rot hier toe geene vruchten getrokken zyn , nog Verponding betaald is, is verftaan, dat dezelve, in vervolg vantydingeftoken wordende, om te verturven , vooraf aangegeeven en getaxeerd zullens ■worden , en voor derzelver waardy geGaveerd ; naar advenant van deze nieuwe Verponding, zoo alt ten aanzien van andere Turflanden elders voor de: oude Verponding gefchiedt; doch, by aldien deze: Landen niet geheel ontgrond, maar andermaal ween ter Cultuur gebracht worden, zullen dezelve aan: eene nieuwe taxatie onderworpen worden. XXVII. Van de Veldgronden , welke voor eenen tyd ge-, bruikt worden om te Boekweiten, zal betaald worden jaarlyks, geduurende den tyd der Cultuur;,; na voorafgaande aangave en taxatie van derzelver: waarfchynlyk-e inkomften; zullende de aangave moeten gefchieden ingevolge den tyd, by het 2ofte Ar-, tikei bepaald. XXVIII.,  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 231 XXVIII. Ten aanzien van de termynen van bepaaling, realiteit, en praïferentie van deze nieuwe Verponding, zal worden geobferveerd alle het gene tot bier toe omtrent de Verponding is geftatueerd, of nog geftatueerd mogt worden. Aldus gedaan binnen Campen, den 24 Augustus 1793. R. J. Sloet tot Evenlo vt. Ter Ordonnantie van Welgemelde Gedeputeerden. (was get.) M. Tydeman. , No. 147. ExtraEt uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, Jirekkende tot interpretatie van het voorgaande Piakaat. In dato den 45 Oclober 1793. De Heeren de Drost van Zalland en andere Hunner Edele Mogenden Gecommitteerden tot de ;zaaken van Finantie, ingevolge en ter voldoening ié van derzelver Refolutie Commisforiaal van den *23ften dezer, hebbende geëxamineerd de laatstge|daane Publicatie van den 24ften Augustus dezes 8 jaars, wegens de heffing van eene nieuwe Verponftiding van alle gecultiveerde Landen in deze ProIvintie, hebben ter Vergadering gerapporteerd, dat |zy van advyze zouden zyn, dat Ridderfchap en irSteden, tot explicatie van eenige duisterheden, iof twyffeling in dezelve Publicatie, zouden betëhooren te verftaan, dat. In het eerfte Artikel, door de woorden: met overleg * van welke Gegoeden, gemeend wordt: datdezeGetëgoeden de Taxateurs, zoo veel noodig, zullen in:ftrueeren: en dat de Taxateurs, wanneer aan deP 4 zen  23a Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk zen eenige zwaarigheid in het uitoeffenen der Taxw atie mogte voorkomen deze Gegoeden amelucidatie zullen kunnen en moeten vraagen. Dat, in den tweeden Artikel, door het woord asjumiie, verftaan wordt electie. Dan, in den derden Artikel: door Markte of Dim jlritl, NIET wordt begreepen het geheele Scholtatubt of Karfpel, maar alleen de Boerfchap'. zoo dat, wanneer in een Karfpel of Scholtambt meer bekwaavne Taxateurs te vinden zyn, dezelve kun- | nen en mogen taxeeren de Landen, in het zelfde Schokambt of Karfpel gelegen, in die Boerfchap- t pen, waar in zy zeiven niet gegoed of gewaard zyn. Dat de fpecificatie van de Landen, in den zesden i Artikel vereischt, met defignatie van derzelver byz-mcere Perceelen, zoo te verftaan is: dat iemand niet voldoet met de aangaave van zeker uitgc* ] ftrekt Land-goed, by voorbeeld, eene geheele Havefate, in eens: maar dat op- en aangaave moet gefchieden van de byzondere Erven, Caterfteden, , en losfe Landen, met de naamen der gebruikers, ] of van iemand anders, welke derzelve zullen kunnen en moeten aanwyzen, voorts van de Hoven, Plantaadjen en Bosfchen. Dat, in den zelfden Artikel, onder reëele Lasten, ook begreepen zyn, Tiendplichtigheid, Leen- i roerigheid, en Hofhoorigheid. j I Dat, door de uitdrukking, en diergelyke, in denzelfden Artikel, ook gemeend zyn de Kribben, i en het onderhoud der noodige getimmerten en van i denverderen noodigen opftand, als Schuuren, Hooibergen en Schaap-Schotten. Dat in den negenden Artikel, onder gecultiveerde' i Landen, ook zyn begreepen de Bloem-en Moes- i hoven buiten de Steden: doch niet de Hoven bin-.; nen de Steden, zoo groote als kleine Steden; ( , noch ook de Hoven op de Voorlieden en die binnen of aan de Dorpen, zoo ver dezelve aan de Huizen gelegen, en, door Heiningen (dat is Heggen* I  bet Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 233 gen, Tuinen, of Planketfels,) of Sloten, afgefcheiden zyn, zoo dat deze niet behoeven aangegeeven of getaxeerd te worden. — Dat voorts, de meening van dezen Artikel is, dat alleen de ondergrond zal en moet getaxeerd worden. Dat, volgens de meening van den elfden Artikel, aan de Taxateurs zal worden toegelegd een Daalder daags, mits overleggende een Certificaat, door den Schout of Richter, benevens de Gegoeden, onderteekend, inhoudende dat zy met behoorlyke vlyt en naarftigheid in het doen der Taxatie zyn bezig geweest. Dat, de tydsbepaaling, in den zestienden Arti. kil, aldus behoore gefield en veranderd te worden, dat de geheele taxatie zal moeten voltrokken zyn voor den eerften Oflober des volgenden jaars 1794, en ter tafel van Heeren Ordinaris Gedeputeerden ingezonden voor den laatften December deszelfden jaars. Dat onder de Provintiaale Erven, in den agtienden Artikel, niet mede begreepen zyn de Hofhoorige Provintiaale Erven, onder de Hoven in Twente gehoorende: maar dat van deze de aangaave en taxatie zal moeten gedaan worden, even als van andere Erven aan particulieren toebehoorende. Dat zy Heeren, ten opzichte van den zeven-en iwintigften Artikel, wegens de moeijelykheid en kosten eener jaarlykfche taxatie, gemeend hadden, aan Ridderfchap en Steden in confideratie te moeten geeven, of niet Hoogstdezelven zouden kunnen goedvinden, de aldaar gemelde Veld-gronden, ;provifioncel van de aangaave en taxatie te eximeeren: des dat aan de Taxateurs van de Erven, welken het recht van Boekweiten hebben, gerecommandeerd worde, dit recht, in de taxatie van de voorfchreeven Erven mede in aanmerking te neemen. , Dat zy Heeren, by aldien de voorfchreeven explicaticn en additien by Ridderfchap en Steden mogten gegouteerd worden, van advyze zouden zyn, P 5 dat  »34- Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk dat dezelve behooren gedrukt, en aan de Leden der Regeering en Magiftraac der Steden, en aan de Schouten en Richteren verzonden te worden , ten einde aan elk der Gegoeden en Taxateuren hier van een Exemplaar ter hand te ftellen, tot derzelver informatie, en om zich daar naar te gedraagen. Waar op gedelibereerd zynde hebben zich Ridderfchap en Steden met voorfchreeven Rapport ge* conformeerd. Accordeert met voorfz. Register, (was get.) M. Tydeman. No. 148. Uitfchryvings-Brief van Hun Hoog Mogen» den de heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden van een algemeene Dank-, Vast- en Bededag , om gevierd te voorden op den i6[len Macrt aavftatmde, aan de Heeren Staaten van de refpeBive Procintien} Geasfocieerde Landjehappen, Steden en Léaen van dien. In dato den 6 Febr. 1794- Edele Mogende Heeren! De tyd van het jaar is wederom daar, dat wy volgens het pryswaarüig gebruik, door onze Godvrugtige Voorouderen tot ons overgebracht, op nieuw geroepen worden om ons, Volksgewyze5 voor de Godiyke Majefteit te verootmoedigen. 'Er zal niet ligt iémand gevonden worden , die in twyffel zal trekken dat de omftandigheden en beweegredenen , welken ors in het tegenwoordig tydftip, op eene zoo byzondere wyze tot het vieren van deze Godsdienftige plechtigheid moeten aanzetten, misfehien nooit, federt de oprichting van dit Gemeenebest, zoo menigvuldig en zoo belangryk zyn geweest, — nooit zoo gefchikt, 't zy men de gefteldheid van dezen Staat, 't zy men die van geheel Europa in  bet Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 235 in aanfcbouw neeme, om den diepften indruk op alle aandachtige gemoederen te maaken. De donkere wolken, die zich reeds federt. lang rondsom ons vergaderd hadden, en waar voor wy Onze bekommericg niet konden verbergen , wanneer wy,,in het begin van het afgeloopen jaar, by dezelvde gelegenheid als nu, den toeftan d van de Republyk affchetften, zyn in een vreeslyk onweer uïtgeborften, dat ons op den oever van onzen ondergang gebracht heeft. Wy zyn op het onver, wagtfte en op het ocrechtvaardigfte overvallen door eenen Vyand, die by zich zelve wel bewust was, dat de Regeerïcg van onzen Staat met deoplettendfte zorgvuldigheid alles vermyd had, wat zelvs den minften zweem van oirzaak daar toe had kunnen geeven, doch voor wien de overheering van deze yreedzaame Gewesten noodzaakelyk geworden was tot bereiking van zyn oogmerk , het om verre werpen van aile op recht en orde gevestigde. Regeeringen in Europa. Geduurende eenige dagen, waar yan.de nagedachtenis nimmer uit ons geheugen zal kunnen uitgewischt worden, hebben wyeen gevaar geloopen, waar van wy ons in voorige Oorlogen, zelvs dan wanneer dezelve den ongelukkigften keer genomen hadden , de mooglykheid niet konden voorftellen. Niet alleen was het met de Conftitutiè en onafhanglykheid van den gemeenen Staat gedaan geweest, by aldien de Vyand in deszelvs onderneeming geflaagd had , maar het onmiddelyk gevolg daar van zoude geweest zyp, dat alle de Ingezetenen, zander onderfcheid van rang, ftaat of gevoelen , daar by vroeg of laat, de geheele vernietiging van hunnen Godsdienst, den ondergang hunner Vryheid, en het verlies van hunnen Eigendom zouden gevonden hebben. Dan op het oogenblik dat wy zoo na by ons bederf waren, zyn wy op den rand van den afgrond, onderfteund en gered; en onze byna hoopelooze yerlosfing is wederom in dit geval, gelyk in zoo veele anderen die onze Jaarboeken aanwyzen, be. werkt  a3« Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk werkt geworden door eene reeks van gebeurtenis, fen, waar in het ongeloof zelve de hand des Allerhoogden vruchteloos zoekt te miskennen. De Vyand , welke nog zoo kort geleeden voor onze deur Hond, is na verloop van weinige weeken, tot binnen deszelvs eigen grenspaalen verdreeven, en ons Leger, aangevoerd door de Afftammelingen van dat Doorluchtig Huis, aan het welk wy het gerust ge», not van Godsdienst en Vryheid grootendeels verfchuldigd zyn, heeft door deszelvs dapperheid en ftandvastigheid, geduurende eenen langen en moeijelyken Veldtocht betoond, het zyne by te dragen om onze Geallieerden in het bezit te helpen ftellen van eenige gewichtige Vestingen, die in het toeko» mende zullen kunnen dienen om aan de poogingen, welken de Vyand tot hernieuwde aanvallen moge willen in 't werk ftellen, eenen geduchten tegenftand te bieden, en welken dus mede tot een voormuur ter beveiliging van dezen Staat zullen kunnen verftrekken. Zoo wy intusfehen hebben moeten deelen in de rampen, welken van den Oorlog onaffcheidelyk zyn; (doch welke alleen ftaan ter verantwoording van die genen die 'er de bewerkers van zyn geweest;) wy zyn niettemin in hst bezit gebleeven van alle die voorrechten en zegeningen, welken dit Gemeenebest van ouds tot een gewenscht verblyf voor naarftige en vredelievende Hurgers, en in het byzonder tot een fchuilplaats voor ongelukkigen gemaakt hebben. Die voorrechten, die het wezen der waare Vryheid uitmaaken, en van welker welgeregeld famenflel het geluk der Menfchen in de Burgerlyke Maatfchappy zoo voornaamentlyk afhangt, zyn by ons nog alle ongefchonden; en het geDot daar van behoort te meer gewaardeerd te worden, te meer tot dankërkentecisfe jegens den Almachtigen op te wekken, naar maate zoo veelen onzer Medemenfchen daar van tegenwoordig op de jammeriykfte wyze verftooken zyn. Eindelvk zouden wy ons aan de grootfte ondankbaarheid fchuldig maa- ■  hit Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 237 maaken, wanneer wy daarenboven niet gedachten aan zoo veele byzondete gunften, geduurende het jongstafgeloopen jaar, door de algoede Voorzienigheid aan ons beweezen; wanneer wy geen gewag maakten van onzen Koophandel, die minder geleeden heeft dan in andere Oorlogen, waar in de Staat is ingewikkeld geweest; van den zoo voordeeligen Oogst, die in de ruimfte maace aan de verwachting van den Landman heeft beantwoord; van degunftige Gras- en Hooyteelt, die op eene gewenschte wyze aan de in onze nabuurfchap vermeerderde behoefiens heeft te gemoet gekomen; en eindelyfc aan de zagtheid waar mede de winter zich heeft ingefteld, en waar door de Binnenvaart wederom tot zoo laat in het jaar voor de vlyt en ny verheid der Ingezetenen is open gebleeven. Wanneer wy vervolgens onze oogen van ons eigen afwenden, en op den toefland van het o.erige Europa vestigen , zullen wy in die befchouwing geen rniodereïtoffe tot ontzettende bewondering en aandoening gewaar worden. Wy hebben by dat zelve nabuurige Volk, dat ons den Oorlog zoo roekeloos verklaard heeft, losbandigheid en regeeringloosheid, onder den fchoonen naam van Vryheid; — en Ongodistery, onder die van Rede en Wysheid , tot eenen zoo ongehoorden trap zien opklimmen, dat Menlchen, door deBurgerlyke famenleeving vereenigd en befchaafd, daar voor niet vatbaar fcheenen; en de ontelbaare gruwelen, welken wy daar uit als een noodzaakelyk gevolg hebben zien voortvloeijen, zyn van dien aart, dat de Nakomelingfchap niet zal willen gelooven dat dezelve in de daad hebben plaats gehad. Dit alles heeft langzaamerhand doen ontdaan een famenweefzel van bedaarde en beredeneerde wreedheid, waar voor de Menschlykheid yst, — hec welk dagelyks aan eene menigte van ongelukkige Slagtoffers het leeven kost, ■ waar door eene groote Natie, door eenige weinige Dwingelanden, op eene onbegrypelyke wyze, in de oadraaglykfte, OH-  238 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk onderdrukking gehouden* wordt, — en waar van 1 hec niet een der minst droevige gevolgen" is, dat l het onderfcheid tusfchèn recht en onrecht, daar 1 door, voor het oog eener onkundige, misleide, en b tevergeefs naar geluk en verlosfiog reikhalzende menigte, wordt uitgewischt; terwyl zelfs by Mensch. lievenden het gevoel van medelyden, door zoo veele eikander onophoudelyk opvolgende en.dikwyls met de onbefeffelykfte ligtvaardigheid 'verhaald wordende yslykheden, word verzwakt en uitgedoofd. Het is echter daar by opmerkelyk, dat verfcheide van de voornaamften onder die eigendunkkelyke Hervormers en Weldoenders van het Menfchelyk Geflacht, reeds tot een les èn voorbeeld voor hunne Navolgers het flag'.offer van hunne eigen grondbeginfelen geworden zyn, ën door die zelve wapenen zyn omgekomen, waar van zy, om hunne toomelooze wraak- of heerschzu^ht te voldoen , zoo een verfoeijelyk gebruik tegen anderen gemaakt hadden; en dus, terwyl zy opentlyk voorgaven aan geen Voorzienigheid te gelooven, zelve het treffendst bewys van haar geducht aanwezen hebben opgeleverd. Wanneer men dit alles met aandacht nagaat en overweegt, mag men zich dan niet afvraagen, of de tyd dien wy beleeven, niet in den Rdad des Almachtigen beflemd zy , om zyne ftraffende hand over Vorflen en Volken uit te ftrekken ? Mag men dan niet met reden veronderflellen, dat zyne Wysheid die tooneelen van verwarring en ellende toelaat, om ons op de overtuigendfte wyze te leeren , wat 'er worden moet vaD een Land en Volk, dat zynen God en zynen Godsdienst opentlyk verzaakt? Deze betrachtingen leiden ons ongevoelig tot ons zei ven terug, doordien wy daar by natuurlyk moeten nagaan, welken indruk zoo veele, in derzelver Uitwerkzelen verfchillende, doch alle even ontroerende gebeurtenisfèn, op ons gemaakt, — welken invloed zy op de verbe-ering van ons leeven en vani onzen wandel gehad hebben? ïnuWri zv on de verbe-enne van ons leeven en van  bei Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, 239 Immers moest de overdenking der zwaare kosten idie vereischt worden tot voortzetting van eenen iOorlog, die ons is aangedaan, — die wy niet geIzogt hebben, — dien het van ons niet afhangt te «eindigen, — en die wy voeren, niet om de eerIzucht van dezen of genen te voldoen, noch om de ilbelangens van andere Mogendheden te bevorderen^ slmaar tot behoud en beveiliging van al wat aan de ijlnwoonders van een vry Land, in alle hunne onderIfcheidene betrekkingen, dierbaar is en wezen moet, 1de Ingezetenen handen en harten doen in een flaan, lom de poogingen der Regeering, tot krachtdaadige ihandhaaving eener zoo rechtvaardige zaak, te ftaaIven. Hoe zeer wy niet willen ontkennen dat de ■ eerfte beginzelen eener zoo gewenschte gefteldIheid, zich, hier of daar, by den een of ander, I hebben vertoond, is hec echter verre van daar, dac idezelve onder de nog al te veel verdeelde gemoeideren der Ingezetenen algemeen zy. Even min Ikunnen wy, voor zoo veel de Godsdienst en zeden Ibetreft, in gemoede zeggen, dat de rampzalige geit volgen van Ongeloof en Ongedistery, welken wy Ivoor oogen hebben, de onverfchilligheid in hec II ftuk van den Godsdienst, of nalaatigheid in het waarat neemen der Godsdienftige plichten, veel hebben tdoeo verminderen; — dat de verfchrikkelyke uitiwerkfelen van losbandigheid en regeeringloosheid, | den geest van aanhoudende ontevredenheid en beIdilzucht, waar over wy ons federt eenige jaaren te ik meermaalen hebben moeten beklagen, hebben doea § wyken voor die betaamelyke onderwerping aan het | gezag der hooge Overigheid, die de vastigheid van Iden Staat uitmaakt; — met een woord dat de ont heiien, die wy zien dat zoo onaffcheidelyk zyn van IBurgertwisten, by ons die onderlinge verdraagIzaamheid en broederliefde hebben opgewekt, die I de Burgers van één en het zelve Gemeenebest, als I Leden van een en het zelve Huisgezin, aan elkanIder behoorden te verbinden, of dat 'er onderons at die loffelyke drift, yver en eendracht plaats hebbe, waar  240 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkdyk waar mede een ieder behoorde bezield te zyn, tot I verdeediging van zulke panden, als Godsdienst, I Vryheid en Eigendom. En wanneer wy de ganfche gefteldheid van ons Land nagaan, mogen wy wel I vraagen, waar is doch de beroemde fpaarzaamheid, naarftigheid, nederigheid van onze Voorouderen ? 1—- waar is de mannelyke Godsvrucht, die even verre van bygeloof als van ongeloof, het fieraad van onzen Staat was, by zyne opkomst ? — waar is die oprechte Vaderlandsliefde, die alle eigen nut ter zyde ftelde, als het aankwam op het behoud van het Gemeenebest? Laat een ieder dit onderzoek j by zich zeiven doen, onder het bezef der tegen woor-, digheid van God den Kenner der harten, en hec geweeten van den besten onder ons zal antwoor» den, dat wy allen verre vervallen zyn , dat wy oneindig te kort komen aan de verplichtingen, die : de onverdiende weldaaden van den ontfermenden God van ons eisfchen. Het is uit ernftige overweeging van dit alles, , dat wy goedgevonden hebben eenen algemeecen 1 Dank-, Vast- en Bededag uit te fchry ven over alle i de geünieerde Provintien , geasfocieerde Land- • fchappen, Steden en Leden van dien, tegen Woens- ■ dag, die wezen zal den 26lten Maart aanfïaande,, om ten zeiven dage in alle de Kerken dezer Landen 1 by een te komen, ten einde wy ons in tegenwoor-. digheid van God Almachtig mogen vereenigen, omi zyn onverdiende langmoedigheid te vieren en te; looven, onder eene oprechte en ootmoedige Bely-, denis onzer zonden, met een waarachtig voornee-' men van beterfchap des levens, de vergeving on-zer overtredingen nedrig affmeekende, om de ver-dienften van onzen Heiland en Zaligmaker Jezus ! Christus. Wy moeten by deze ftaatelyke gelegenheid nieti verzuimen, de dierbaare belangen van het lieve; Vaderland aan de byzondere befcherming van heet Opperweezen op te dragen; den Almachtigen biddende, dat het hem behaagen moge, de maatrege-i lei  bet Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, 24.1 len die by ons en onze hooge Geallieerden genomen, worden, tot voortzetting van den Oorlog, ons zoo onrechtvaardig aangedaan, te zegenen, en op zyn tyd een einde daar van te maaken, door eene vaste, veilige en duurzaarne Vrede; de verdere gevaaren, die ons fchynen te bedreigen, genadig)-, k - van ons af te wenden ; de verrichtingen van da Hooge Overheid en de beiluiten die door dezelve genomen worden,om onzer aller veiligheid en.wel] • zyn te bevorderen, met zyne krachtdaadige hulpe. te willen by liaan; een einde te maaken van de tweedracht die ons verdeeld; onze Godsdienst, Vryheid en Conftitutiè te beichermen, en zyne zege.» ningen uit te ftorten over oazen Koophandel, Zee» vaart, Land- en Akkerbouw, Handwerken, Visfcheryen en de overige bronaders van onzen voof. ' fPHet is in het hyzocder de plicht van de Ingezetenen van die Gemeenebest, de dierbaarfte zége. ningen der Godlyke Voorzienigheid af te fmeeki-n . over de Perfoonen en het bellier van de Hooge verheid; dat dc opperde Regeerder der Volkeren 1 dezelven in deze moeijelyke tyden wil begunltigen met eene dubbelde maate van wysheid , trouw , flaDdvastigheid en onafgebrooken yver voor het algemeen we'zyn ; en dat zy in hunne gewichtige posten mogen zyn en blyven de voorwerpen vaft > hoogachting en het vertrouwen van een vry, gelukkig en dankbaar Volk. Wy moeten insgelyks onze vuungfte gebeden ' hemelwand* opzenden, voor zyne Doorluchtigs» Hoogheid den Heere Prinfe van Oranje en ISasiau; voor haare Koninglyke Hoogheid , Mevrouwe de • Pripcesfe, Hoogstdeszelvs Gemalince; v»or zyne Doorluchtige Hoogheid den Hcere Erf-Piinle en Hoogstdeszelvs Koninglyke Gemalinne, en öe v|r« dere Afftammelingen van dat Doorluchtig Huis; d;t zy fteeds mogen blyven overdek' door de beicher* mende hand des Alierhoogften; dat zy met s Hemels beste zegeningen mogen begunftigd worden» II. Dïsl. C;  242 Nüuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk ■en dat de uitmuntende hoedaanigheden die hun ei. gen zyn, hun meer en meer de liefde en hoogach- i ting van het Volk dezer Landen mogen verwerven ; dat in het byzonder zyne Hoogheid door de wysheid van zyn beltier, en zyne ftandvastighdd in het ; bevorderen van de belangen van zyn Vaderland, de s waarneemingen zyner hooge Bedieningen moge doen i Jtrekken tot eene algemeene' zegening voor Kerk en. -^Staat, eh dat het geluk van de Natie fteeds moge; zyn het doelwit, zoo wel als de belooniüg zynen onvermoeide werkzaamheid. Eindelyk behooren wy te bidden voor den bloey en welvaart van alle Protestantfche Kerken, en in het byzonder die welke in deze Gewesten Zyn gevestigd;- dat het den Allerhoogften moge behaagen,, dezelve meer en meer in leer en zeden te zuiveren, en door zyne genade het voorbeeld en den arbeid hunner Leeraars ftichtelyk en heilzaam te maaken, ten einde dezelven mogen worden aangemoedigd in: hunne loffelyke en plichtmaatige poogingen, om tegen te gaan de ftoute aanrandingen van eenige waanwyze Philofoophen tegen de eerfte grondbeginzelen: van den Godsdienst; — Lieden, die, na dat 'zy; hunne Medemenfchen geftort hebben in alle deiampen, welke uit hunne verfoeijelyke leerftellingeni natuurlyk moeten voortvloeijen , de Goeden en Deugdzaamen , die in die rampen noodzaakelyki deelen moeten, nog zoeken te berooven van het t-oostryk vooruitzicht op een beter lot hier namaals. Alles tot groctmaaking van des Heeren allerhei-: ligften Naam, voortplanting en aanwasch der waare' Christelyke Gereformeerde Godsdienst, conferva-, tie van onze duur„gekogte Vryheid en onzer aller Zielen zaligheid. No  het Gemeenebest der Vertenigk Neierlatvlm. 243 No. 149. Piakaat van Hun Ed. Mogenden de Heerfii Staaten van Friesland, van den 12 February 1794 , tot Negotiatie van den Vyftigfien Penning van hét ■zuiver beloop der Goederen en Bezittingen^ Amb. ten, Bedieningen en Beneficiën der Ingezetenen van genoemde Provintie. De Staaten van Friesland, allen den genen, die üezen zullen zien of hooren leezen/tfto! doen te nveeten: Dat het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden in de beroerten, waar door voele oorden vaa aEuropa zoo jammerlyk gefchokt worden, ongelukikiglyk mede gewikkeld is; dewyl de Beheerfchers Ider Franfche Natie, niet te vreeden door eene aller igeweldaadigdst ingevoerde regeeringloosheid, door fhet opeen ftapelen van voorbeeldelooze gruwelen, jjzoo in het Burgerlyke als Godsdienftige, en doof ilhet dagelyks oprichten van moordtooneelen, waar ijvan de Menschheid yst, hun eigen Land in alle op. azichten en op alle mooglyke wyze te verwoesten, |aog bovendien de ongelooflykfte poogingen reeds mang aangewend hebben en nog aanwenden, om hun» ipe Nabuuren in hun verderf mede te fleepen; niet ailleen door het alom verfpreiden van hunne Ziel» ea pjMaatfchappy verpestende grondbeginzels, maar ook Mf)oor het woedend aanvallen en beoorlogen van by■jeans alle Mogendheden van Europa. Li Immers heeft ons Vaderland , ten eenemaale befalten haar fchuld en alleronrechtvaardigst, zich door ifleze Natie aangerand gezien met zulk een geweld jen overmacht, dat, zonder de heldhaftigfte ver» Ideediging oozer Troepen en de krachtdaadiglle OöIderfteuning onzer getrouwe Geallieerden, onder de ■hooge begunftiging eener blykbaar waakende en aan■biddelyke Voorzienigheid, dit gezegend Land een Iprooy der Vyanden geworden en in denafgrond'haa|res ondergangs geftort zou zyn. I Dat de Republyk, terwyl haare woeste aanvalllets, fchoon van de grenzen gelukkiglyk yerwy- deri» li - - . ■  244 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk derd, niet aflaaten* by aanhoudendheid alles te be« t proeven, wat maar mooglyk fchynt, om haar en jij haare Geallieerden door een bloedigen en verilin- ij, denden Oorlog te verderven en derzelver welvaart li zoo veel van hun afhangt, te vernietigen, zich als £; nog in deonvermydelyke noodzaakelykheid bevindt Ij om haare wapenen by die haarer Bondgenooten te I, blyven voegen en met vereenigde krachten de ge-p meene belangens, die tevens de belangens der ge- *! heele Menschheid zyn, gewapenderhand en rrietvi-I geur voor te flaan en te behartigen; ten einde, on-l der Gods Zegen, de gedreigde verwoesting paall en perk te ftellen, en eens eindelyk langs meest! gepaste wegen tot een duurzamen vreede en tori rust in den Lande te geraaken. En naardien ter bereikinge van eindens, welkéfc thands in niets minder beftaan, dan in de bewaaring» en verdeediging van het Leeven, de Vryheid, del Bezittingen, den Godsdienst, met één woord, vanfl de geheiligfte rechten en dierbaarfte belangens aller» Onderzaaten en der geheele menfchelykemaatfchap-ff py, en zulks tegen eene machtige en dolzinniger Natie, gantsch ongewoone en zeer groote kosten!' en geldfommen vereischt en befteed moeten wor-m' den, welke uit de gewoone en ordinaire lasten byt geene mooglykheid kunnen worden gevonden, heb» ben wy fints lange, met opzicht tot deze onze Pro<|l vintie, ter bekoming der benoodige Penningen tot»! zuivering haarer gedraagene Confenten indekosteili] van den Oorlog met den aankleeve van dien, onzA ernftige deliberatien laaten gaan; en daar wy over» tuigd zyn, dat onder de eerfte plichten van Ingezeï tenen deze te tellen is, dat een ieder naar zyn vermol gen medewerke, om den welvaarten het behoud vail het Land te bevorderen, zelfs met een gedeelte zy nel bezittingen daar toe te befteeden; en ons, met bel, hoorlyke in achtneeming van het belang onzer goe l de Ingezetenen, is voorgekomen, dat fournisfép, ment van penningen, tegen een behoorlyken intel rest» door dezelve naar gelang hunner bezittingen f, 11  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, 24$ s doen, daar toe een convenabel en genoegzaam iet bezwaarend middel zou zyn. Zoo is 't, dat wy hebben goedgevonden en verman te arresteeren, gelyk wy arresteeren by deen , eene Negotiatie van Penningen, waar in ieder ngezeten dezer Provintie, mits tot eene zekere amma gegoed, verplicht zal zyn te fourneeren wee ten honderd van het montant zyner bezittinen; en zulks in manieren navolgende: Art. ï. Wie moeten contribueeren, hoe veel en tegen welken Interest* i Dat deze Negotiatie zal worden gefourneerd door :1e Ingezetenen, zoo voor zich zelve, als wegens e Goederen van Ingezetenen, over welke zy, in ualiteit als Mannen en Voogden, of als Mombers, iuratoren of Admiflratoren de beheering en het beïnd hebben; en beflaan zal in het fournisfement Jan den vyftigfien Penning of van twee ten honderd jan het zuiver beloop der waarde van een ieders iiapitaal, Bezittingen, Ambten, Bedieningen en ieneficien. II. 8 Dat de beleggers, na afloop van ieder termyn deler Negotiatie, voor de gefourneerde Penningen lullen ontvangen Obligatien in forma, ten laste fan deze Provintie, rentende vier Der Cento, on*; ter korting van een vierde wegens het Reëel. III. Geëximeerde Perfoonen. 1 Dat van het fournisfement in deze Negotiatie fcevryd zullen zyn de navolgende Perfoonen: 1 1. Allen, die geen twee duizend Guldens aan Kapitaal bezitten. I 2. Allen, die Ambten, Bedieningen of Benen*0.3 cien;  a46 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk 'den hebben, welke te zamen genomen, aan Trac- j tement en Emolumenten, geen vier honderd Gul-■■ £ dens in het jaar opbrengen. ;1 » Alle Predikanten van de Gereformeerde Reh- 1 „ie, ea Leeraars van andere Gezindheden, welker :, jWyksch Traöement niet boven de vyf honderd V Guldfens rendeert. j; 4. Alle Predikants Weduwen wegens haare \i% v ^5!'Alle Schoolieren , met opzicht tot het geen zy * uit Leenen genieten. . 1» 6. Alle dienstdoende Officieren wegens hunne fc Militaire Charges. . , , D _ j K Blyvende nogthands deze uitgezonderde Perfoonen , indien buiten dat Goederen, 2000 Guldens, of daar boven waardig bezitten, verplicht, daan van den vyftigften Penning te fourneeren, gelyk alle'de andere Ingezetenen. • IV. in Geëximeerde Goederen. Dat van de Taxatie en gevolgelyk van het fournisfement der waarde zullen zyn bevryd navolgende Goederen. 1. Alle Meubilen en .Huisgeraaden, daar ondei j( begreepen al wat tot huishouding, kleeding en dek ^ se! is dienende. t 2, Alle de werktuigen en gereedfchappen tot het ft, beoeffenen der Landbouw en Boerdery, of vanee< jt r:\ge Kunften, Handwerken, Ambachten of Fabry^,( ken moetende gebruikt worden. „ 1 fe «j. Alle de Paarden,, welke tot Landbouw, Boer S dery of tot het exerceeren vaneenigeKostwinningj »£ Neering, Kunst of Fabryk moeten geëmploijeerd ;f worden. . jj |oi V. . Dat mede onder de directe verplichting van cört £ tribune tot deze Negotiatie niet zullen zyn de goe-s den  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden 247 i deren Corpora toebehoorende en onder publyke adrminiftratie zynde. Doch worden evenwel de Voogtden en Adminiflratoren van al zulke goederen op thet ernfligst aangemaand en denzelven op het naIdrukkelykst by dezen gerecommandeerd, om, voor jzoö verre zulks zonder groot bezwaar en directe Ibelemmering hunner adminiftratien zal kunnen geJfchieden, ten welvaart van den Lande en tot beIvordering der algemeene belangens, ook met alle iandere goede Ingezetenen mede te werken , door, Jter gelegenheid dezer Negotiatie en onder het geknot van dezelfde avantages, in hunne qualiteit te jjfourneeren aan den Lande zoo veele penningen, als jeenigzins kan gefchieden. VI. Over welke Bezittingen de taxatie gaan, en van welke 't fournisfement gefchieden moet. Dat, om aan de Ingezetenen alle twyffeling en iionzekerheid te beneemen, nopens het maaken van rfden noodigen overflag hunner Bezittingen, by dezen ■bepaald word, dat die taxatie, tot vinding van de fee fourneerene fomma, moet gaan over alle Vastig. •heden, Obligatien, Losfe- en Lyfrenten, jaarlykfche Legaaten, Penfioenen, Prsebenden, Ambten, ■Bedieningen en Beneficiën , Actiën en Crediten lëoo binnen als buiten Lands, hoe ook genaamd, (Schepen en Scheeps-portien, Koopmanfchappen , IWinkelwaaren, leevende Haave, Rundvee en vertfdere Boere Beflag, gemunt en ongemunt, gewerkt Jen ongewerkt Goud en Zilver, Juweelen, Kieynoo* Idien, Bibliotheeken, Schilderyen en Medailjes; ïgelyk mede over Koetzen en andere Plaifier-Rytuigen, benevejs de Paarden en het geen tot dezelve behoort; voorts generaalyk over alles, wat Eigendom en Bezitting kan genoemd worden, zonder eenige andere uitzondering dan hier boven Art. 4. is gefchied. Mits dat daar tegen mogen worden afgetrokken allerleye fchulden , welke de Bezitter ten Q; 4 %fi  at^g Nieuwe Verzameling vesn Stukken, betrekkelyk zynen laste, zoo binnen als buiten Lands, zoude mogen hebben, of waar mede de goederen by hem bezeten wettig bezwaard zyn. VII. Hoe de waarde der Bezittingen te vinden. Dat tot vinding van de waarde der Bezittingen I ■vooren gemeld, de navolgende voet van bereeke. ning zal moeten worden geobferveerd. Dat de Vastigheden binnen deze Provintie zullen eereekend worden naar de huuren, zonder deductie van het Reëel, waar op dezelve in het jaar , in May 1793 ingegaan, in de Reëele Cohieren zyn aangefUgen. Naamelyk de Zathen en Landen , mitsgaders de losfe Landen , Bosfchen , eeuwige Renthen en Grondpachten , ieder vyf Guldens huur, renthe of pacht, gerekend op honderd Guldens Kapitaal. De Huizen en andere gebouwen in de Steden, Dorpen en ten platten Lande, waar onder geene Greid- of Bouwlanden gebruikt worden, wanneer boven de 50 Gulden huur doen, ieder zes Guldens huur gerekend op honderd Guldens kapitaal ; en 1 alle zoodanige Gebouwen, beneden de 50 Guldens huur doende, ieder tien Guldens huur gereekend 1 op honderd Guldens kapitaal. In alle gevallen dé mindere fomma naaradvenant.. Dat de waarde van de Vastigheden buiten deze Provinde zal moeten worden berekend zoodanig, , dat ieder vier Guldens, welke die vastigheden het ; naastvoorgaand jaar den Bezitter aaa huur, rente,„ paeht of onder welke benaaming ook, zuiver hebben opgebracht, gefteld worde op honderd Gul-, dens kapitaal, VIII. Dat de Obligatien op Particulieren en Corpora| zullen worden berekend naar het volle kapitaal, tem ware dezelven onwis mogten zyn; in welk geval 1 men 1  het Gemeenebest der Vertenigde Nederlanden. 24.9 men zal kunnen volfiaan met eene begrooting der wezentlyke waarde naar beste geweeten. I ix. Dat de binnenlandfche en buitenlandfche Effecten, waar op een prys-courant is, moeten gerekend worden naar den prys, waar op dezelve op den dag der vastftelling van dit Piakaat in cours bevonden worden te zyn. X. Dat de lyfrenten ten laste van deze Provintie en van Particulieren loopende, gelyk mede de jaarlykfche Legaaten , zullen worden berekend naar de jaaren der Perfoonen, op wier lyven dezelve ftaan. Naamlyk ieder honderd Guldens jaarlykfche rente of legaat, geconftitueerd op een lyf van 20 jaar en daar onder, berekend op een Kapitaal van • '4°° ' ' • - van 20—30 I35° - "• - : van 30:—40 !300 - : - : van 40—50 1200 - : - : van 50—55 1100 - : - : van 57—60 1000 • : - : van 60—65 ........ 850 - : - : van 65—70 70a . : • : van 70—75 550 * : • : van 75—80 400 - : - : van 80—85 200 - : - : van 85 en daar boven 100 - : - : XI. Dat de zelvde berekening als hier boven van de Lyfrf nten gepaald is, mede plaats zal hebben omtrent Penfioenen en Prebenden; zullende tot hec quartum van die genomen worden de zuivere opbreng van het naastvoorgaand jaar. q5 • xir.  250 Nieuwe Verzameling tan Stukken, betrekkelyk XII. Dat insgelyks op de zelvde manier zullen moeten worden berekend de permanente Ambten, Bedieningen en Beneficiën; zullende het quantum daar van zyn het traktement en de emolumenten, indien eene vaste fomma jaarlyksch uitmaaken. Doch zoo in het geheel of ten deele die opbreng niet vast is, het midden-getal zal moeten genomen worden der vyf laatfte jaaren , en van de genen , welke zoo lang door den tegenwoordigen Bezitter niet zyn genooten, naar ra.to van het apparent inkomen; of daar het teh eenemaal onzeker zöude mogen wezen, naar rato van het inkomen, geduurende den tyd dat die door den tegenwoordigen Bezitter bezeten zyn. XIII. Dat van de ambulatoire Commisfien en andere niet permanente Ambten en Bedieningen, de zuivere inkomften derzelver van eën geheel jaar, zoo vast zyn, en het midden-getal der drie laatfte jaaren, zou in het geheel of ten deele onzeker zyn, het kapitaal, waar uit het fournisfement moet gefchieden, zal uitmaaken. XIV. Dat met opzicht tot Goederen, die eenig gevaar of rifico loopen, gelyk Schepen, Scheeps-portien en Koopmanfchsppen welke op de zee zyn , ten tyde dat de overflag gemaakt word, dezelve zullen mogen worden berekend ter montant van de asfurantie daar op gedaan, of in het geheel of ten deele niet geasfureerd zynde, naar maate de Eigenaar volgens zyne oprechte meening die dqpr de loopende rifico minder waardig oirdeelt. XV. Dat voorts van al het overige waaromtrent geen vaste voet van taxatie is bepaald, de berekening door  het Gemeenste st der Vereenigde Nederlanden. 25^ door de Bezitters zal moeten gefchieden volgens dej waarde naar beste geweeten. XVI. Dat de begrooting van Boedels of Goederen, over welke dispuit of proces is, afzonderlyk kan gefchieden door den genen die daar van het bezit ot bewind heeft, en door denzelven het fourmslement daar van gedaan mogen worden, met uitdruk• kelyke melding van zyne qualiteit, en voor welK litigieus ftuk goed hy fourneert; in welken gevalle die gene, aan wien na 't einde van het dispuit of proces bevonden zal worden het goed toe te behooren, verplicht zal zyn, zoo de Fourneerder het begeert, het gefourneerde, tegen overgave van het Recipis of de Obligatie, te reftitueeren. XVII. Dat een Bezitter van fideicommisfaire of te lyERonde bezeten of in vrugtgebruik genooten wordende Goederen, de begrooting derzelver zal moeten doen als van vrye Goederen ; en , zoo zulks verkiest, het fournisfement daar van zal kunnen doen afzonderlyk, en met uitdrukking in welke qualiteit hy fourneert; en zullen die genen, welke daar na de lyftocht, het vrugtgebruik of de fideicommisfaire Goederen bekomen, in dat geval verplicht zyn van den Fourneerder of zyne Erven de Recepisfen of Obligatien over te neemen tegen reltitutie van het gefourneerde. XVIII. Dat in gevalle van onvermogen van dusdaanigen Bezitter, om de te fourneerene fomma in gelde te contribueeren, denzelven by dezen wordt gegeeven de vryheid (fchoon ook alle alienatie of vermindering by uiterfte wille of anderzins ware verboden, hier aan by dezen in zoo verre dcrogeerende,) om de losfe goederen en effecten, tot f°or^  Nieuwe Verzameling van Stukken betrekkelyk ' gèiyke bezwaarde Boedels of Goederen behooren» de, ten meesten voordeele te gelde te maaken, en met dat montant het fournisfement te doen; des als dan op hec Recepis werde aaugeteekend, voor welk bezwaard goed-de betaaling gefchied, en dac naderhand hy 't uicgeeven der Lands Obligatien, dusdaanige Obligatie vooraf werde gebrandmerkt, mee melding dac behoort tot het goed het gene bezwaard is. Ea zal die Obligatie, in plaats van het te gelde gemaakte, in dien Boedel fubintreeren. XIX. Dat in gevalle de losfe goederen en efFeöen, hier boven gemeld , in zulke Boedels of onder zulke Goederen niet mogten exifteeren, of tot het fournisfement niet toereikende mogten zyn, foortgelyke Bezitters zich zullen mogen addresfeeren fan onzen Hove, en aldaar te kennen geeven dc fomma welke zy wegens meergemelde bezwaarde Goederen moeten fourneeren, en tevens verlof verzoeken om op de vaste Goederen, daar onder behoorende, te mogen negotieeren de benoodigde of te kort komende fomma , onder verband dier bezwaarde Goederen, als van vry en alienabel goed. En word overzu'.ks by dezen aan onzen Hove verleend authorifatie, om op zulk een verzoek, behoorlyk ingericht, na fummiere cognitie, te geeven de noodige qualificatie en permislie tot negotiatie der gercquireerde Penningen; moetende als dan de daar van te formeerene Lands Obligatie als vooren worden gebrandmerkt, en blyven by de bezitting der bezwaarde goederen, ten einde by overgave of relaxatie van deze goederen aan den Succes, fear» mede te worden overhandigd. XX. Waar méde en wanneer het fournisfement te doen. Dat het fournisfement in deze Negotiatie zal moeten  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 253 ten worden gedaan in goede gangbaare gouden of zilveren munt, die gewoon is op 's Lands Comp. toiren ontvangen te worden. En zulks in twee termynen; het eerfte tusfchen den 11 May en 8 Juny 1794, en het tweede termyn mèfchen den n May en 8 Juny 1795- XXI. Dat voor het eerfte termyn door de Ingezetenen niet mioder zal mogen worden gefourneerd, dan de helft van het gene zy verplicht zyn tot deze Negotiatie; doch wordt hun tevens de vryheid gelaaten, om boven die helft zoo veel meer te fourneeren als hun zal convenieeren, en dan naderhand het restant, op den tyd tot betaaling van het tweede termyn bepaald. XXII. Dat zelvs aan iéder die zulks goedvindt,*vryheid gelaaten wordt, om ten tyde van het eerfte terro-ya in eens de beide termynen te betaalen. XXIII. Dat de interesfen der kapitaalen zullen ingaan met den dag van het fournisfement. XXIV. Waar de betaaling te doen, en hoe de Perfoonen, die tot den ontvangit vueeeren, zullen moeten vaceeren. , Dat het fournisfement in deze Negotiatie, zal moeten gedaan worden in de Grietenyen aan de generaale Ontvangers der Floreenen, cn in de Steden aan zoodanige Perfoonen, als daar toe door de Magiltraaten der refpedtive Steden fpeciaal zullen worden gequalificeerd. XXV. Dat de ontvangst der Penningen zal gefchieden in  254 Nieuwe Verzameling van Stukken., betrekkelyk in tegenwoordigheid van een Commisfaris uit het Gerechte , benevens den Secretaris; welke daar toe tusfchen den n May en 8 Juny zullen moeten vaceeren, alle dagen van 's morgens negen uuren tot 's avonds zes uuren» uitgenomen op Zon-, Feest- en Rechtdagen. XXVI. Dat aan de betaalende Ingezetenen, die het fournisfement in perfoon of door Gelastigden kunnen doen, door de refpeüive Ontvangers zullen worden afgegeeven genommerde Recipisfen, (volgens een hier achter geinfereerd Formulier,) met uitdrukking van den naam der Grietenye cf Stad waar gefourneerd word, op naam of aan Tooner dezes, ter keuze van den Belegger , ten einde niemands Boedel buiten zynen wille openbaar worde; moetende deze Recipisfen door den Ontvanger, met by voeging van den datum worden verteekend, en tevens door den Commisfaris uic het Gerechte, als ter zyner prasfentie gefchied, mede onderteekend. XXVII. Dat om confulle voor te komen, in ieder Grietenye en Stad de nommers der Recipisfen zuilen-beginnen met No. i. en vervolgens doorloopen, naar gelang dat dezelve worden uitgegeeven. . XXVIII. . Dat de Ontvangers de Recipisfen, benevens de nommers en datums, accuraat zullen moeten boeken; en tevens de Secretarisfen, als by den ontvaxgst prsefent zynde, daar van een even accuraat Contraboek houden, voor en aleer een Recipis uic te geeven: wordende by dezen wel expres verbo. den, dit Contraboek uit het Boek van den Ontvanger op te maaken of uit te fchry ven; maar zulks uic de Recipisfen zelve, voor het uitgeeven moeten gefchieden. «XXIX.  iet Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 255 XXIX. Dat de latera's van het Boek en Contraboek met eikanderen volkomen zullen moeten accordeeren j. en mogen niet meer of minder dan tien posten op ieder bladzyde gefteld worden, welke telkens opgetrokken en accuraat gecollationeerd moeten worden. XXX. Dat na 't einde van den tyd tot het eerfte termyn bepaald, het Boek en Contraboek, met opzicht toe den geheelen ontvangst, opgetrokken, gecollationeerd en verteekend moeten worden door den Ontvanger, benevens den Commisfaris en Secretaris. XXXI. Dat de Ontvangers verplicht zullen zyn hun Boek als mede de ontvangene Penningen, aan de hier na te noemene Lands Comptoiren te Leeuwarden over te brengen voor den 1 July refpective, by poene van een tiende verhooging uit hun eigen buidel aan de Provintie te verbeuren, en daar en boven van 's Lands reaale en paraate executie: naamelyk de Ontvangers in het Kwartier van Oostergoo, aan hec Comptoir van den Ontvanger der Domeinen R. Ryppf.rda; in het Kwarcier van Wesrergoo, aan het Comptoir van den Ontvanger der Floreen-Rente A. G. Camper ; in het Kwartier der Zevenwouden, aan het Comptoir van den Ontvanger der iosfe Renten J. B. van Haersma; en in het Kwartier der Steden, aan het Comptoir van den Ontvanger der Lyfrenten M. de With. XXXII. Dat de Contraboeken zullen blyven berusten in de Secretaryec der refpective Grietenyen en Steden, en de Secretarisfen, ieder In den zynen, daar voor moeten verantwoorden. XXXIII.  gjö Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk XXXIII. Dat de Recipisfen door de Ingezetenen onder zich. moeten worden gehouden en bewaard, ter tyd de ééd of verklaaringe refpe&ive (hier na te melden) door dezelven by de Officieren of Magiftraaten » waar onder gezeten zyn, zal wezen gepresteerd ea afgelegd. XXXIV. Dat aan de Officieren en Magiftraaten, tot meer gemak in het ontvangen des Penningen, de vryheid wordt gelaaten, om ten platten Lande ^Dorp voor Dorp, en in de Steden Espel voor E ,1 Mitsgaders dat het Recipis of de Recipisfen van I het reeds betaalde als nog onder hun is of zyn 'I, berustende/' XLV. t Dat van 's gelyken door de Ingezetenen, ïnvoe» ren als boven by de omfchryving der vyf Speciën la den jaare 1795, zal moeten worden verklaard op f|en ééd, voormaals gedaan; ,, dat zy het tweede 5;, termyn of het resteerend daar op, in maniere by II dat Piakaat bepaald, insgelyks hebben gefour'I neerd, en dat het Recipis of de Recipisfen van II dat laatfte termyn, daar voor ontvangen, voor ly zoo verre de twee termynen niet in ééns beft ft „ taald  \ o Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk taald hebben, als nog onder hun berusten.", XLVI. Dat de Officieren en Magiftraaten in hunnen bedryve, by de eerfte comparitie der Ingezetenen» eerjp accuraate lyst zullen moeten houden van de Pe> {bonen , die voor hun den ééd afleggen , met meuing van den naam en qualiteit, of zoo by procuratie , voor wien. En zal deze lyst in de Secretaryen worden bewaard, om toe een richtfroer voor hun te dienen by de tweede comparitie der lngeze« tenen in het volgend jaar, tot het doen der ver< klaarii g in het naastvoorgaand Artikel gemeld. XLVII. Hoe met die niet compareeren of fujlineeten tot joumisfement ongehouden te zyn, te handel n. 1 Dn indien de Ingezetenen, welke tot het foun 11 nisf ment verplicht zyn, by de omfchryving de 'i vyf Speciën boven gedacht niet roogcen compareei j* ren , "ni in perfoon of door een Gelastigde dei ger quireerden ééd of de verklaaring daar op t * doen, of gecompareerd zynde, weigerachtig be !!l vonden mo£te worden ééd of verklaaring te praes a tf r n , zoodanige Perfoonen door de refpedtivi f[i Officieren en Magiftraaten daar toe remediis Prceu ea riis zullen moeten worden geconftringeerd; en tc 91 vens wegens hunne nalaatigheid of weigering wo: :c dm geboet in eene fomma van vyf- en- twinti Goortf uldens , ten voordeele der Armen van d; Diftridt of die Stad, met paraate executie van „ fchrift van voorzeide Piakaat, den overflag en:» „ de begrooting van het zuiver beloop der waarde: » „ van alle die Goederen en Bezittingen, Ambten,, ' „ Bedieningen en Beneficiën, zonder eenige ande..» „ re uitzondering, als by dat Piakaat bepaald is,, „ heb gemaakt, en tevens van dat montanc ter goe-. ., der trouwe ten minften twee ten honderd heb ge-. „ fqur-  bet Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 20*3 fourneerd of zal fourneeren, insgelyks op den ,, voet en het termyn by meergemelde Piakaat ge« j, fteld; zoodanig, dat ik bereids niet minder dan : „ de helft heb gefourneerd, en het refteerend, op „ het bepaald termyn zal fourneeren, en dat ik, ! „ zoo naderhand nog ietwes van die bezittingen ter „ myner kennisfe mogt komen, het geen by toeval, j, lige onachtzaamheid overgeflageo was, ook daar j, van twee ten honderd, in maniere als boven, „ fourneeren zal. Mitsgaders, dat het Recipis of .de Recipisfen van het reeds betaalde als nog on. ■« der my is of zyn berustende. „ Zoo voaarlyk helpe my God Almachtig! (voor Mennoniten) „ Ja! ik verklaare en beloove dit alzoo!": FORMULIER van een PROCURATIE» op een Zegel van 8 Stuivers. „ Ik Ondergefchreeven verklaare ,, by dezen te qualificeeren de Perfoon van SJ om in mynen naame te comparee- „ ren voor den Commisfaris uit het Gerechte van en aldaar ter voldoeninge ,, aan het Piakaat by Hun Ed. Mogenden gearres- teerd den 12 February 1794, in myne ziele af te ,, leggen den voorfchreeven ééd, zoo als by 't Formulier achter het zelve Piakaat is voorge,,■ fchreeven. Verklaarende ik Ondergeteekende „ denzelven ééd, uit krachte dezer qualificatie af„ gelegd, van die verbindende kracht en waarde „ ten mynen opzichte te houden, als of die door „ my in eigen perfoon ware gedaan." Actum R 4 FOR-  t&| NipcWè Venamtling van Stukken, betrekkelyk: FORMULIER, van een RECIPIS, t (Naam der Grieteny of Stad) „ No. Ontvangen by my Ondergefchreeven uit han* „ den van of Tooner dezes» ,T ds fomma van (de fomma in letters gefchreeven) ?,'ter voldade aan het Piakaat tot Negotiatie van ï» don Vïfcigtlen Penning, den 12 February 1794 ,| dope de M, Mogtndc Heeren Staaten yan Fries» [a d gepresteerd. ïn • I van de voorfchreevene fomma Brieven [q ♦ .dc Ed. Mogende Heeren Gede Staaten c zer Provintie , tegen de per cento in het jaar, onder kor» ss tin^ ir'& éeri tóeiSe:wegens het Reëel, worden patfeerd, en tegen dit Recipis uitgewisfeid , op'den bepaalden tyd en overeenkomftig het geitatueerde in meergemeld Piakaat. . }, In kennisfe myn hand, ter praefentie vap my „ ondergeteekenden Commisfaris. „ Aöum den No, 150. Refo'utie wan Run Ei. Mogenden de Heeren Staaten v m Friesland, behelzende ampliatie op het Piakaat van den izden February jongstleden genomen en gearrefteerd tot Negotiatie van den vyftigfien Penning. In dato den 6 Maart 1794. Nader gedelibereerd zynde omtrent eenige poinc- teft raakende de executie van Hun Ed. Mogenden . Refolutie en Piakaat van den I2den February laagst- ( ledeD, genomen en gearrefteerd tot Negotiatie van den 5o;fte geval, wanneer namelyk door de Verko p'-rs ftuiver-geld bedongen word, boven dien nets ten l.ste van de Koopers gebracht zal mög n worden ; maar alle de gemelde Ongelden door de Verkopers uit de ftuiver-gelden gehoed en volda.n zuLcn moeten worden. V. Dat de ftryk- en Verhoog-gelden door de Verkoopers voldaan en niet ten laste van de Koppers gebracht zuilen mogen worden, zoo evenwel, dat de .Verkoop ers wel zullen mogen bedingen, dat de ftryk- en Ver hoog-oelden door de Koopers zullen moetc n worden v'erfchoten, mits dat dezelve in den Koo! fchat wederom gekort worden. En op da' aan voorfchreeven onze welmeeninge te beter werde voldaan, zoo verbieden wy wel ex- pres-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 269 presfelyk by dezen aan alle Verkoopers en A£tua>. risfen,om geene hoegenaamde andere onkosten ten laste van de Koopers te bedingen of verders iets te onderneemen, waar by de Koopets meer brzwaard pf aan het middel van de veertigfte Peiraad, mede geparoisfeerd heeft ten Raadhu ze der gemelde Stad tot het afzetten van eenige L-d.-n uic de Vroedfchap, en mitsdien ten gevolge van zyn temperament, die hem in alle zyne bediy-. ven altoos met veel yvers deed bezield zyn , ook by de opgemelJe gelegenheid meerder vuur heefc doen vertoonen dan fommige anderen, weike uit! hunnen aart uiterlyk meer bedaardheid vertoonden,, maar dat ook hy Suppliant door hec bywoonen van i zeer driftige deliberarien tot dien ftap is gekomen,, om zyn onderteekening te leecen a^n net beraamde,, en door den grooten Krygs aad vastgeftelde commi». na.one Declaratoir van den 7 July 1787. Dat hy Supplianc zich in de maand September: van'den jaare 1787 uit het Land geretireerd heb-, bende, gelegenheid eenoeg gr-had heeft, om veele; Perfoonen, die den rol van Vo ksvrienuen geduurende die turbulente tyden gefpceld hebben, ipj hunne waare gedaante te leerm kernen en daardoor: overtuigd is geworden , dat eigen grootieid en ei-, gen belang, veelal de dryfveeren hunner daaden ge-, weesc waren; dac zy de Burgers alleerlyk in bc wee3in;; gebracht hebben, om des te z kerder hun 1 verfoeilyk oogmerk te bereiker; en eindelyk, dat: by aldien 'er eenige Regeeringsform, in alle des., zelvs poincten overeenkomftig het toenmaalig », denkbeeld «astgefteld was geworden, het eene we- ' 'l ztnrlyke calamniteic voor de Republyk geweest: !, zou je zyn; dac hy ook toen met leedwezen zyne i 1, demarches herdacht heeft, en vervolgens dan ook n voor zich ongeraaden gevonden heefc, om op de ie, perfooneele dagvaarding by Mandament Crimineel van den Hove aan den Prokureur-Generaal op en l  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 275 (jegens hem Suppliant verleend, te compareeren» en dienvolgens dan ook het ongeluk heeft gehad, Idat tegens hem eene contumacieele Sententie by welgernelden Hove is geflagen geworden, waar Idoor hy Suppliant zich in de akelige omftandighcid bevinut, om als Balling 's Lands zich van zyne kostwinning beroofd, en buiten ftaat te zien toe het ter hand neemen van eenig middel van beftaan» met zyn aanleg en capaciteit overéénkomende, terwyl hy niet tegènftaande het gemis van een goed Comptoir, nooit eenige onderftaad of penfioen heefc gehad of willen verzoeken. Dat of wel aan hem Suppliant niet preeifelyk bekend zyn de poinólen van befchuldiging, waar op voorfchreeven Mandamenten daarop gevolgde Sea» tentie van den Hove verleend zyn^hy Suppliant tich niet bewust is of verbeelden ^an, dat deseU ve over eeüige andere daaden hebben kunnen loo* pen , dan die door hem hier voor zyn gèconfesfeerd, en van welkers bedryf hy het hartelykfte leedwezen gevoelt, en het verkeerde oprechtelyk belyd. Dat ondertusfehen de Suppliant, welke zich in het eerst in Braband, en nu zédeft een geruimen tyd in de Meyery van 's Bosch onthouden heefc, vertrouwt dat ü Ed. Groot Mogenden gunftiglyk ten goede zullen houden, dat hy zich gerustelyk iurfc beroepen op zyn gedrag federt zyne retraite gehouden, als ten eenemaale onbevlekt van eenigè daaden of gedragingen, welke een verkeerd of vysndig oogmerk tegen zyn Vaderland of deszelvs Beftuurderen zoude verraadén, in zoo verre, dat hy Suppliant zyn hartewensch vereenigende met dien van veele anderen, die enkel vervoerd zyn geweesc Idoor het Enthufiasmus, waar in een gedeelte der Natie was gebracht gewórden, en die na het heieeven van kalmer tyden en van eene generaale amnestie reikhalzen, wel verre van eenige gemeenschap te houden met, of deel te neemen aan de S a daa>  2^6 Nieuwe Verzameling van Stukkens betrekkelyk daaden van hun» die nog onlangs eene vyandelyke invafie gedreigd, en zelvs werkelyk ondernomen hebben, hy Suppliant in tegendeel al den invloed, welke den enkelen tytel van uitgeweeken Hollander hem by Franfche Officieren konde doen hebben , heeft te werk gefield, om zoodanige In- of Opgezetenen van de Meyery, welkers verkleefdheid aan het Stadhouderlyk Huis en aan de gevestigde Conftitutiè, hen voor den meesten moedwil en molest: van de Franfchen bloot ftelden, daar van op alle mooglyke wyze te bevryden, gelyk hy Suppliant dit door eenige byzonderheden, en door verfchei- |t den getuigenisfen zou kunnen bevestigea, indien i ^ hy niet vermeende, dat het gunftige Certificaat „ dienaangaande, door den Advokaat-Fiskaal van Bra- g band en Lande van Overmaaze aan hem Suppliant ^ verleend, en waar van hy Suppliant de vryheid ge- jj bruikt een Copy authentyk hier aan te annexeeren, « zoodanig gewigt daar aan byzettede, dat meerdere „ bewyzen even hier door als overtollig kunnen wor- te den aangemerkt. Dat de Suppliant met deze allegatie echter min-i der voor heeft, om zyn laatst gehouden gedrag tei willen doen dienen tot eene vergoeding van zyne voorige onbehoorlykheden, dan wel om U Ed. Gr. Mogenden eerbiediglyk te brengen in het gunftig begrip, dat van hem in het vervolg niet anders tei wachten is, dan dat hy zich als een ftil en gehoor-1 zaam Ingezeten de clementie van U Ed. Groot Mogenden, waar naar hy vuurig haakt, allezins zal i waardig maaken, waar toe hy ook bereid is, zich door den ééd op de Conftitutiè te verbinden. Mits welken keert hy Suppliant zich tot U Edi J, Groot Moeenden, allerootmoedigst verzoekende, dat het U Ed. Groot Mogenden behaage, hem Sup-i ƒ pliant te verleenen gratie en vergiffenis van zyne L gepleegde onbehoorlykheden , en abolitie van dd i0 Sententie van welgernelden Hove tegen hem gefla-: ^ gen, met rappel van ban en opheffing van alle na-i jt  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 277 ideelige gevolgen van dien, en om hem daar van te vergunnen Brieven van Amnestie in optima forma. (Onder ftond,) 'c Welk doende &c. (ivas get.) N. Mojstauban vam Swyndreut. (In margine jlond geappostilleerd). De Staaten van Holland en West-Friesland vinden goed, dat van deze Requette Copie zal worden gegeeven aan de Heeren Gedeputeerden der refpeftive Steden , om de Confideratien van de Heeren hunne Principaalen dien aangaande te verij liaan, en dat dien onverminderd de voorfchreeven iRequeste gefteld zal worden in handen van den Prei Sdent en Raaden van den Hove, om dezelve te extamineeren, en Hun Ed. Groot Mogenden daar op. ; te dienen van hunne confideratien en advis. , A6"tnm den 26 September 1793. (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van de Staaten» (was geh) A. j. Royer, Copie. I De ondergeteekende Advokaat-Fiskaal van Braband en Landen van Overmaaze, rapport bekomen bebbende van de goede dienften door den Heer Ni- COLAAS MoNTAUBAN VAN SwYNDREGT , WOOnende Dp hetKafteel te Riatel, genaamd den Guldenhuis, geduurende het verblyf der Franfche Trotpes in de Meyery van 's Hertogenbosch, aan verfcheide Ingezetenen daaromtrent, en voornaamecthk aan iden Heer van Helmondt bewezen, en zoo veel in zyn vermogen is, deszelvs goedwilligheid willende erkennen, verzoeke hier mede aan alle HecS 3 ren  378 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk ten commandeerende OfHcieren van hunne Keizer* lyke en Koninglyke Majefteiten, en alle braave et) edelmoeoige Militairen van hoogstgedachte derzélJ, ver Arrnéen, aan welke deze zal worden vertoond, het boveneernelde Kafteel en alle de verdere Goe-i deren en Bezirtingen aan den gernelden Heer Nico-i jlaas Montaübaït van SwYNdregt toekomende, onder hunne byzondere befcherming te neemen, en voorts zyn Perfoon en die van zyne Familie te willen brwaaren tegens alle overlast, geweld en mOeijenis. Gtrtaan en gezegeld met myn gewoon Cachet in 's Hage den 21 Maart 1793. s (was geteekend) ei CL. S.) H. J. van OldENBARNEVELD3 u genaamd witte Tullingh. . l{ Advokaat-Fiskaal van Brabana f en Lande van Overmaze. y ■ jp (Onder Jlond,) ei Ka gedaane collatie is deze Copie met het Orin' é gineele, zynde gefchreeven met de eigene eni ^ aan my wel bekende hand van den Heer Ad- ^ vokaat-Fiskaal Tullingh bevonden te accordeeren. In Rotterdam den 21 September 1793, by my refideerende. (was get.) j. van der Mey, Not.publ. <& te ' ¥ U ie. ':ï Is- 1 No.,  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 270 Wo. 154. Declaratie van zyne Groot-Brittdnnifche Md* jejteiz, betrekhlyk de zaaken van Frankryk met een bygevoegde Memorie van den hver Kliot zyne Majefleus Minister Plenipotentiaris in 's Hagét aan Hun Hoog Mogenaen de Staaten Généraal der Vereenigde Nederlanden; met de Rtfo'utu door Hun Hoog Mo^enaen her op genomen. In dato den 28 OSlober 1793. Hoog Mogende Heeren! De ondergeteekende Minister Plenipotentiaris fan zyne Grooc-Brittannifche Majefteit, heeft de er, om aan U Hoog Mogenden, op uitdrukkely:en last van zyn Hof, te communiceeren de neensgaande Declaratie, betrekkelyk tot de zaaken ran Frankryk. Zyne Majefteit twyffelt geenzins, fde gevoelens by dezelve Declaratie uitgedrukt, yn overeenkomftig in alles aan die der andere EuDpifche Mogendheden, en zulks in eene gelegeneid, zoo algemeen belangryk voor alle de Regeemgen en voor alle Volkeren. I Hage, den 28 (geteekend) 0<2ober 1793. Wm. Eliot. DECLARATIE. Het is bereids aan gantsch Europa bekend, door :elke omftandigheden zyne Groot-Brittannifche lajefteit, zich in eenen defenüven Oorlog tegens rankryk heeft zien ingewikkeld, als mede wat oelwic zyne Majefteit van den beginne des Oorpgs af aan, zich daar in heeft voorgefteld, om aamentlyk eenen onrechtvaardigen aanval af te eeren, om zyne Geallieerden door eene daadlyke ulp byftand te verleenen, en voor hen zoo wel Is voor zich zeiven, eene billyke fchaadeloosftelng te verwerven, en eindelyk om voer de toe;omftige zekerheid van zyne Dnderdaanen, mits» S 4 ga-  2§a Nimwt Verzameling van Stukken» hetrektyyk gaders van alle andere Naden in Europa, naar gelang der omftandigheden, zoo veel mooglyk te zorgen, Daar toe heeft zyne Majefteit vermednd te moeten aanwenden, al het gene de onderfclieiden middelen van zyne Staaten, de liefde en y^er van zyn. Volk, en de onbetwistbaare rechtvaardig», held zyner zaake, deswegens aan de hand gaven, Dan het heefc daaglyks meer en meer gebleeken, dat de inwendige Staat van Frankryk, geheel on. beftaanbaar is mee de daarftelÜDg van een vast en dntirzaam Tractaat, hec eenige middel echter, om de, billyke en heilzaame inzichten van zyne Majefteit, door de bereiking van die belangryke eindens en herftelling der rust in gantsch Europa, genoegzaam te bevorderen. Zyne Majefteit heeft dan ook, met het uiterfte genoegen, omftandigheden zien geboren worden, welke noop geeven om de Vrede te zien herftellcn, door nader aan het gaaf gedeelte der Franfche Natie, de beginzels te ontvouwen die zyne Majefteit bevielen, de eipdens die hy betracht, en het gedrag het welk hy voorneemens is te volgen, ten opzichte van den tegenwoordig en toeftand van zaaken. De gebeürtenisfen van den Oorlog, het vertrouwen door een der voornaamfte Steden van Frankryk in zyne Majefteit gefteld, en vooral den wensch, die byna in alle de gedeeltens van dat Ryk wordt geuit, om een fteun te vinden tegens de dwingelandy die hun verpletterd; dit alles maakt vaa deze ontvouwing een duuren en onvermydelyken plicht. — En zyne Majefteit wil des te gereeder daar toe overgaan, daar hy vertrouwt in alle de Mogendheden, welke met hem eene gemeene zaak maaken, eene volmaakte eenftemmigheid van gevoelens en van oogmerken te zullen vinden. Zedert het eerfte tydftip, toen zyne Aller-Christelykfte Majefteit de Koning Lqdjewyk de XVI, zyn Volk rondsom zich had opgeroepen , om te famen tot hun gemeen geluk mede te werken, heeft zyne Majefteit altoos door zyn gedrag getoond, de op.  hft Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. aSr oprechtheid der wenfchen die hy vornjde, voor den gelukkigen uicilag eener zoo moeilyke, docli teverjs zoo belangryke onderneeming. Zyne Majefteit is diep getroffen geweest, over de onheilen die daar uit zyn voortgefprooten, vooral toen hy hoe langs hoe meer gevoeld heeft, dat maatregelen, waar van hy zich de gevolgen riet kon verbergen, hem zouden noodzaaken, om van zyn vriendcl>k en vredelievend gedrag af te gaan. — Het tydftip wierd eindelyk geboren, waar in hy niet alleen zyne Rechten en die van zyne Bondgenooten moest handhaaven, niet alleen den onrechtvaardigen aanval, welke hy onderging, afkeeren, maar waar in vooral de duurfte belangens van zyn Volk, hem de nog heiliger plicht voorfchreeven, om tot de in ftandhouding der Burgerlyke Maatfchappy, zoo als die onder de Europifche Volkeren zoo gelukkig is aangenomen, krachtdaadig mede te werken. Ras zag men in rook verdwynen die heilzaame oogmerken, om de misftelling in de Franfche Regeeringsvorm te verbeteren, om de individueele Vryheid en Eigendom-Recht op vaste zuilen te vestigen, en aan een taltyke Natie, fen wys bellier en een billyke en gemaatigde uitoeffening der Wetten te verzekeren j die inzichten hebben plaats moeten ruimen voor een alle publyke orde verwoestend fysthéma, onderfchraagd door vogelvry-verklaariagen , uitbanningen , tallooze confiscatien , door eigendunkelyke gevangenhoudingen, door bloedbaden, waar van flechts het aandenken doét yzen , en eindelyk door den alletverfoeilykflen moord van een rechtvaardig en weldaadig Souverein en van de Koninglyke Vorftinne, die met eene onwrikbaare flandvastigheid heeft deel gedraagen in alle de rampen van haaren Doorl. Gemaal, m zyn langduurig lyden, in zyn wreede gevangenis, en in zyne fchandelyke dood. De Inwooners van dat ongelukkig Land, zoo lang geflingerd door belofte.es van geluk, by elke S 5 eu-  «Si Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk euveldaad telkens vernieuwd, hebben zich in een afgrond van rampen zien nedergeftort, waar van geen voorbeeld is, en hunne Nabuuren, wel verre van in de oprichting van een zagt en gemaatigd bellier, eene nieuwe zekerheid voor de handhaaving der algemeene rust te vinden, hebben zich in tegendeel zien blootgefteld aan de menigvuldige aanvallen vaneen wreede Regeeringloosheid, natuurlyke en noodzaaklyke vyandin van alle publyke oroe. Zy hebben aanvallen zonder voorwendzel, opentlyke fch ndingen van alle Tra&aaten en onverdiende Ooriogs-Declaratien van hun moeten ondergaan; in één woord, al het gene omkooping, kuiperyen en openbaar geweld konden te famen voe. gen, orn het zoo opentlyk aangekondigd voorneemen ter uitvoer te brengen, om alomme alle Burgerlyke inftellingen te vernielen, en gantsch Europa te doen rieelen in de omkeering en verwarring, die het ongeluk van Frankryk heefc daargefléld. Dusdaanige ftaat van zaaken kan volftrekt in Frankryk geen ftand houden, zonder alle Mogendheden die dat Ryk omringen aan een gemeen gevaar bloot te ftellen, en dus zonder aan hun het recht te geeven, ja zonder hun tot een plicht voor tefchryven, om den voortgang van een kwaad te fluiten, dac alleenlyk exteert, door de fuccesfive fchending van alle Wetten en van alle Eigendommen, en door de omkeering der grondbeginzels, die de Mtnfchen in het Burgerlyke leven te famen vereenigen. Zyne Majefteit wil voorzeker aan Frankryk het recht niet betwisten om zyne Wetten te hervormen, en hy zou nooit verlangd hebben, dcor uitwendige macht, invloed te zoeken op de onderfcheide Regeeringswyze van een onafhangkelyke Staat. Hy verlangt zulks zelvs thands niet meerder, dan voorzoo verre dit onderwerp onaffcheidbaar is geworden van de rust en zekerheid der andere Mogendheden. Doch in deze omftandigheden vordert hy van Frank-  bet Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 283 frankryk, en hy vordert het met volle recht, om eenmaal een Regeeringloos fysthéma vaarwel te zeggen , 't welk geen macht heeft dan voor het kwaad, en ontoereikend is om de eerfte plicht van alle Regeeringsvormen, niet alleen omtrent de Franfchen zelve te betrachten, naamlyk de beroertens te beteugelen en de misdaaden te ftraffen, die zich daaglyks in 't binnenfte van 't Land vermenigvuldigen; maar waar door op de allereigendunkfte wyze , over de eigendommen en het bloed der Ingezetenen wordt befchikt, om de rust der andere Natiëa te ftooren, en om gantsch Europa het tooneel van die zelvde misdaaden en onheilen te maaken. Hy vordert van hun, om een wettige en vaste Regeering op te rechten, gevestigd op de erkende beginzelen van de algemeene Rechtvaardigheid, en gefchikt om met de andere Natiën de aangenaame bei rekkingen van vrede en vereeniging te onderhouden. Zyne Majefteit wenscht vuuriglyk, in onderhandelingen te kunnen treden over de herftelling van de algemeene rust, met eene dusdaanige Regeering, een wettig en duurzaam gezag oeffjnende, en weike by de begeerte om de rust te herftellen, de macht zoude hebben om haare verbindtenisfen te doen nakomen. De Koning zoude geene andere dan billyke en gemaatigde voorwaardens voorftellen; niet zoodanige als de kosten, de wisfelvaliigheden en de opofferingen des Oorlogs zouden kunnen wettigen , maar zulke als zyne Majefteit zich in de onvermydelyke noodzaaklykheid rekent te moeten vorderen, ingevolge de voorfz. gronden, en meer nog ingevolge den eisch van zyne eige zekerheid en de toekomftige rust van Europa. Zyne Majefteit verlangt niets meer, dan op die wyze een Oorlog te zien eindigen, welke by gaarne had willen voorkomen, en waar van de rampen die daar uit voor Frankryk zyn ontftaan , alleenlyk moeten worden toegefchreeven aan de eerzucht, trouw-'  j$4 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk trouwloosheiden het geweld van hun, welkers mis* daaden het ongeluk van hun Vaderland, en de fchandvlek van alle befchaafde Volkeren zyn geworden. Zyne Majefteit, tot nu toe verplicht geweest om den Oorlog tegens geheel Frankryk te voeren, om vyandelyk te behandelen alle de genen, weiKers eigendommen en leven verfpild worden tot handhaaving van een onrechtvaardigen aanval, zal zich met het uiterst genoegen in de gelegenheid gefteld zien, -om daaromtrent uitzonderingen te maaken» ten behoeve der welgezinde Inwoonders van de andere gedeeltens van Frankryk , zoo als hy dit reeds gedaan heeft ten opzichte van Tuulon. De Koning belooft hun vooraf opfchorting van vyandelykheden, vriendfchap, en (voor zoo verre als gebeürtenisfen , voor welke de menfchelyke wille niet kan inftaan, zulks gedoogen zullenj zekerheid en protedtie voor alle die genen , welke zich voor eene Monarchaale Regeering verklaarende, zich ontrrekken zullen aan het Despotismus van eene bloeddorftige Regeeringloosheid; van die Regeeringloosheid , die de heiligfte banden der Maatfchappy heeft losgerukt, alle betrekkingen van het Burgerlyke leven verbrooken, alle rechten gefchonden, en alle plichten verward. De naam van Vryheid misbruikende, om de wreedfte dwingelandy te oeffenen, om alle Eigendommen te vernielen , en zich van een ieders Goederen meester te maaken, hun macht op een voorgewende toe. ftemming van het Volk vestigende, en zelvs geheele Provintien te vuur en te zwaard verwoes. tende, om dat deze hunne Wetten , hun Godsdienst, en hunnen wettigen Souverein hadden ingeroepen. Het is dan om zich van dat ongehoorde juk te ontflaan , om dat voorbeeldelooze famenweefzel van misdaaden te verbreeken, en eindelyk om de rust aan Frankryk , en de zekerheid aan gantsch Eu-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 285 Europa terug te geeveD, dat zyne Majefteit alle de Franfchen oproept, om daar toe met hem mede te werken, en dat hy hun uitroodigr, om zich onder de baniere van eene erffelyke Monarchy te herzamelen, niet om in dit oogenblik van verwarring, van ramp en van publyk gevaar, te beflisfen over alle de modificatien, voor welke die Regeeringsform in 't vervolg vatbaar zal kunnen zyn, maar om zich nog te vereenigen onder het Ryk der Wetten, der Zeden en der Godsdienst, en om eenmaal aan hun Vaderland te verzekeren de vrede met hunne Nabuuren, de inwendige rust, een waare en billyke Vryheid, een wys, genmtigd en weldaadig beftuur, en laatftelyk het onafgebrooken genot van alle die voordeden, die eene groote en machtige Natie gelukkig en voorfpoedig kunnen maaken, ExtraSt uit het Register der Refolulien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vtreenigde Nederlanden. Martis den 29 Oftober 1793. Is gehoord het rapport van de Heeren ƒ. E. N. van Lynden, en andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de buitenlanafche zaaken , hebbende, ingevolge en tot voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van gisteren , geëxamineerd eene Memorie, door den Heer Eliot, Minister Plenipotentiaris van zyne Majefteit den Koning van Groot-Brittanje, ten zeiven dage aan Hun Hoog Mogenden geprefenteerd, hebbende tot Bylage een Declaratie van hoogstgedachte zyne Majefteit, betrekkelyk 'ot den tegenwoordigen toeftand van zaaken in Frankryk. Waar op gedelibereerd zvrde, is goedgevonden en verftaan, dat de Heer Euot voor de gedaane communicatie zal worden bedankt, en wyders verzogt  a8ö Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk zogt aan het Ministerie van zyne Groot-Brittanni. fche Majefteit te kennen te geeven, dat gelyk de oirzaaken van den tegenwoordige^ Oorlog by Hooggemelde zyne Majefteit en Hun Hoog Mogjndsn, als naauwverbonden Geallieerden, de zelvden zyn geweest, Hun Hoog Mogenden zich ook geen andere bedoelingen in deszelvs voortzetting hebben voorgefteld, dan die welke in de gemelde Declaratie zyn uitgedrukt; naamlyk de afweeriag van een onrechtvaardige agresüe, de medewerking tot verdeediging van hunne Geallieerden, en de verkryging eener eerlyke en veilige Vrede, gevoegd,met de billyke indemnifatie der immenfe kosten aan hun en hunne Geallieerden , door het vyandelyk geweld veroirzaakt; Hun Hoog Mogenden dus ook volkomen partageeren de fen timenten van zyn Groot-Brittanniiche Majefteit, en met verlangen te gemoet zien het tydftip, dat deJFranfche Natie, tot zich zeiven wedergekeerd, en vereenigd onder een Regeering daar de geheiligde banden der Burgerlyke Maacfchappy, en de rechten van andere Natiën worden geëerbiedigd, zich in de mooglykheid zal gefteld hebben, om de betrekkingen van vereeniging en vrede met andere Staaten te doen herleeven, en derzelver onderhouding te verzekeren. En zal ExtracT: dezes door den Agent van Hees worden ter hand gefteld aan den Heer EtioT, om te ftrëkken tot antwoord op de voorfz. Memorie; en gelyk ExtracT: gezonden worden aan den Heer van Nagkll, Hun Hoog Mogenden Extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van Londen» om ce ftrckken tot zyne informatie. Accordeert met voorfz. Register. No.  bet Gemeenebest dtr Vereenigde Nederlands. 287 No. 155. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Hollana en West-Friesland b trekkelyk de gepaste miatre^elen, ten einde de vermenigvuldiging vun verzoeken om furcieance van beta ding tegen te gaan. In dato den 15 Novembtr 1793. By refumde gedelibereerd zynde op het Raoport, den I3den July laatstiedeD ter Vergadering'uitgebracht , door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot de zaaken van de Juïiicie, met Commisfarisfen van den Hove, tot voldoening van Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie commisfuriaal, van den 2ltten Maart te vooren, geëxamineerd hebbende, door welke meest gepaste maatre» gelen de vermenigvuldiging van de verzoeken om furcheance, zouden kunnen worden tegen gegaan. Is goedgevonden en verftaan, by nadere verkering en ampliatie van Hun Ed. Groot Mogende Ref jlude van den 26 February 1784, voor een generaalen regel by dezen vast te iteüerj. Dat voortaan alle verzoeken om furcheance van betaaling, door Ingezetenen dezer Provintie aan Hun Ed. Groot Mogenden gedaan wordende, direcr. zullen gewezen worden van de hand, ten zy dat hec verzoek van den Suppliant zal zyn gemunieerd met een Bericht, nevens de Requeste aan Hun Ed. Groot Mogenden gevoegd, of afzonderlyk aan Hoogstdezelven toegezonden van Burgemeesteren en Regeerders, of van de Magiftraat der Stad, ftem in Staat hebbende, (den Haag daar onder beo-reepen,) alwaar de Suppliant zal woonachrig zvnö, en voor zoo verre de Suppliant in eene andere Stad of ten platten Lande zal woonachtig zyn, van de Regeering of Magiftraat der ftem in Scaac hebbende i>cad, (den Haag daar mede onder vervat ) hec naasc aan zyne woonplaats gelegen, en dac uit hec gemelde Benchc (welkers inhoud voor den Supp'iant zal moeten blyven gefecreteerd tot Hun Ëd. Groot  388 Ni-.uwi VéTzamtlmg van Stukken, betrekkelyk Groot Mogenden genomen dispofitie) zal komen te blyken, dat by een fommier onderzoek, en na alvoorens de Crediteuren , voor zoo verre zulks mooglyk zal zyn geweest, in hunne belangen te hebben gehoord, is bevonden dac de Suppliant, buiten zyn toedoen, door buitengewoone omftao* digheden van Oorlog of andere onvoorziene calamiteiten en desaftres , in de onmooglykheid is ge. bracht, om voor het tegenwoordige zyne Crediteuren ten vollen te voldoen. En dac tevens uic een ftaac of balance van des Suppliants Boedel of andere deugdelyke befcheiden, door den Suppliant: wegens dezelve gefuppediteerd , waarfchynlyk is geoirdeeld, dat de Suppliant door uitftel van tyd in de gelegenheid zal kunnen geraaken , om zyne Crediteuren ten vollen te voldoen; —- en dat de Suppliant zal hebben geoffereerd, om zyn Boedel te ftellen onder het opzicht eD de directie van zoodanige zyner Crediteuren of Perfoonen, als welgemelde Regeering zal goedvinden, met en benevens den Suppliant daar toe te committeeren, en dac ook dien conform, de noodige voorziening byprovifie zal zyn gedecerneerd. Dat de verzoeken, met zoodanig bericht gemunieerd, zullen worden gezonden aan Prefident en Raaden van den Hove, om Hun Ed. Groot Mogenden, na een volledig onderzoek van zaaken, en na in het byzonder te hebben geinquireerd, omcrenc de gezindheid van des Suppliants Crediteuren, mitsgaders op de voornaame oirzaaken van des Suppliants ongelegenheid, en of de opgaven deswegens door den Suppliant aan de Regeering voornoemd gedaan, of by de pofitiven van zyn Requesc aan Hun Ed. Grooc Mogenden genarreerd, der waarheid conform zyn, en wel hoofdzaaklyk of 'er genoegzaam zeker zal zyn gebleeken, dac de Supplianc flegts uicftel noodig heefc, om zyne Crediteuren ten vollen te voldoen, te dienen van derzelver confideratien en ad vis, mee provifioneele furcheance, tot dac hec gemelde advis ter Vergadering van Hun  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 280 Hun Ed. Groot Mogenden ter deliberatie zal zyn voorgedraagen. Dac wanneer het voorfchreeven advis zal zyn de» cünatoir, en dat daar op door overneeming niet di« rtGelyk zal kunnen worden gerefolveerd, de vroviüoneele furcheance niettemin daadlyk zal worden opgeheven. Dac daar tegen, wanneer het voorfz. advis zaï zyn favorabel, en dac Hun Ed. Grooc Mogenden billyk zullen oirdeelen , om op hec verzoek Een principaalen een gunftig reguard te neemen, de verzogce brieven van furcheance echter niet anders zullen worden verleend, dan onder de expresfe conditie, dat deSuppliancals dan gehouden zal zyn, om tea overftaan van de Perfoonen door de Regeericg (ten dezen daar toe gequalificeerd) gecommitteerd of nóg ce committeeren, ten fpoedic,ften den ftiiat zyns Boedels óp te maaken, of opgemaakt zyndr-, open te leggen, en de deugdelykheid, des gere. qüireerd wordende, in preientie van voornorm.'c Gecómmitteefden, voör gemelde Regeering met fède ce fterken, en op gelyke wyze te verklaaren, dat hy geene Gelden, Goederen, Boeken of Papieren, tot zyn Boedel betrekiyk, achter heefc gehouden , óf dezelve direft of indirect ter kwaades: trouw heeft weerloos gemaakt. Dat wyders geduurende deD tyd van de verleende furcheance, welke zonder een meer onderzoek:, van zaaken, niet langer dan voor den tyd van éea jaar zal mogen worden geaccordeerd, de gemeidö Gecomrnitteerdens de adminiftratie, direüie en beheering van alle zaaken, den Boedel van den Debiteur fpeöeerende, met en benevens denzelven Zijlen moeten behouden, en hy verplicht zal zyn om zich te onderwerpen aan zoodanige verdere of andere fchikkingen, als de Regeering voornoemd, ten meesten nutte van den Boedel en fecuriteit van de Crediteuren, zal komen goed te vinden. Dat vervolgens van de alzoo verleende furcheance, by Advertentie in de Couranten kennis zal n>o » II. DEE£. T  290 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk ten worden gegeeven, mitsgaders van de Perfoo. een, tot de beheering van den Boedel met en benevens den Debiteur gecommitteerd. Eo zal Copy dezer Refolutie worden gezonden aan Prelident en Raaden van den Hove, mitsgaders aan Burgemeesteren en Regeerders der Steden, ftem in Staat hebbende, als mede aan de Magiftraat van 's Hage; met verzoek en aanfchry ving aan Prefldent en Raaden voornoemd, om aan de Procureurs by den Hove geadmitteerd, als'door wier handen de verzoeken om furcheance van betaaling moeten gaan, van het voorfz. gerefolveerdekennis te geeven, tot derzelver informacie. No. t jrj. Redevoering gedaan ter gelegenheid dat de Generaale Petitie oj Staat van Oorlog voor den jaare 1794 > door den Raad van Staaten , den Heere Erf-Stadhouder aan 't hoofd hebbende, werd overgebracht. In dato den . . January 1794. Hoog Mogende Heeren 1 Schoon het onbetwistbaar zeker is, dat de ge« woone en buitengewoone Staat van Oorlog, na en ingevolge Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 7 September 1792, eigentlyk geen onderwerp van eene Petitie en Confent, geduurende die jaaren , voor welken dezelve by die Refolutie werden gearrefteerd, zyn of zyn kunnen, uit hoofde dat men dezelve niet anders dan ais verdeelingen van toegtftaane lasten befchouwen moet, vinden echter zyne Hoogheid en de Raad, ingevolge de bovengemelde Refolutie zich verplicht, te gelyk met de andere Staaten, by aanhoudendheid en met de zelvde plechtigheid, als van het begin van de Republyk af gebruikelyk was, ter Vergadering van U Hoog Mogenden over te brengen. Het is deze plechtigheid, welke behalven dat zy de trekken eeaer eerwaar-  het Gemeenebest der Verenigde Nederlanden, ajï waardige oudheid op haar gelaat vertoont, en ons de tyden onzer geëerbiedigde en vryheidlieveade Voorvaderen, van den Spaanfchen Oorlog af, ea vervolgens op de treffendfte wyze herinnert, te gelyk meermaalen gelegenheid opleverde, om aan U Hoog Mogenden, en door Hoogstdezelven aan de Hooge Bondgenooten, zoodanige zaaken voor te draagen, op welke die Vergadering, waar aan de algemeene regeering en befcherming des Lands, van het begin der Republyk af was aanbevolen, de aandacht der Bondgenooten, naar de verfchillende omftandigheden der tyden, by uitftek meende te moeten vestigen. Het waren toch van oudsher niet alleen de oplos* fingen van gemaakte bedenkingen op den voorigen Staat van Oorlog, of aanmerkingen op de ingebrachte en dikwils voorwaardelyke of bepaalde Con* fenten, waar mede men zich by de generaale Petï= tio bezig hield. Hec waren niet flechts aanfpoorin» gen tot herftel van ingefloopen, verouderde ea hardnekkige gebreken ; klagten over. de ongelykvormigheid in de Confenten, de ongelykheid in hec draagen der lasten, inftanden tot liquidatien, ge« lyk ook tot het btraamen en vastftellen van middelen, om te komen, zoo wel tot eene geregelde afkomst vaa zaaken, als toe eene daadlyke daarftel» ling van het gene men door gemeenfehappelyke be» fluiten had voorgenomen; maar de Raad zag zich dikwils daarenboven genoodzaakt, haare befchou» wingen verder uit te ftrekken; den ftaat van ge» heel Europa en dien van de Republyk, aangemerkt als een voornaamen fchakel in de keten der Europifche Mogendheden, in overweeging te neemen, en het refultaac van deze opmerkingen te brengen ter kennisfe der refpeüive Boudgenooten; en zulks ten einde daar door de vorderingen, welken, hoe zwaar ook op zich zelv', echter door de zorg, of voor de gemeene Unie en defenfie, of voor de algemeene rust en vryheid van Europa, noodzaak-  292 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk lyk werden, des te fterker te kunnen wettigen en daar op als onrermydelyk aandringen. Naar maate de moeilykheid der tyden toenam , naar maate de verfchillende belangen in Europa meer ingewikkeld waren, en grooter onlust, verwarring en heviger ukbarfting dreigden, naar die maate wies ook de noodzaaklykheid, om grondig in den ftaat der zaaken in te dringen, en gepaste middelen uit te denken, ten einde de waardigheid en het belang der Republyk, welke met die van andere Mogendheden veelal in verband, maar echter met opzicht tot de uitvoering, niet altoos in de byzonderheden zoo gemaklyk te vereffenen was , zoodanig onder het oog te houden , dat noch de goede trouw der TraÊtaaten gefchonden, noch de veiligheid van den Staat in de weegfchaal gefteld , noch de betreklyke grootheid van haare krachten (eene zaak van het grootfte belaDg) te zeer uit het oog verlooren, noch de bekommernis voor het toekomende zeer afgelegd werd. Hoe zeer toch de Raad door U Hoog Mogenden federt lang zich grootendeels ontheven ziet van de onmiddelyke en rechtftreekfche zorg voor de buitenlandfche belangens, en de byzondere beftiering derzelven, welke uit dien hoofde meerendeels, byaldien dezelven geene voorwerpen van finantie zyn of daar mede in verband ftaan, buiten zyne kennis blyven, vooral in tyden van rust, vrede en voorfpoed; zoo blyft het niettemin aan de zorg van den Raad overgelaaten, in 't algemeen te waaken voor het geregeld beftier der gemeene fchatkist en defenfie. — Het is daarom, dat by een opkomenden Oorlog of andere omftandigheden, waar toe geld en arbeid vereischt word, aanftonds de medewerking van den Raad gevorderd, haare zorg opgewekt, haare werkzaamheid verdubbeld, en met dat al, het gebrekkige in de uitvoering wel eens, buiten af, grootendeels aan haar toegekend wordt, even als of zy, zonder kennisgeeving of tydige waar- fchou-  hel Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 293 fchouwing, aanftalte maaken, en zonder Confenten , door fpoedige fournisfementen achtervolgd, aües in één oogenblik aanfchaffen, en gereedeiyk aan haare engagementen , welken zy doorgaans verplicht is in voorraad te maaken, voldoen kon. U Hoog Mogenden, volledig in ftaat om het gewicht van dit alles te gevoelen, zullen derhalven zich niet verwonderen, dac de Raad, welke ten geenen tyde zich aan de Staatkundige befchouwing van Europa kan of wil onttrekken, zich thands genoodzaakt vindt, daar op meer dan gewoone aandacht te hebben. Het lot van het Vaderland en de ftaat der Nakomelingfchap, hangt van de wysheïd en gepastheid van ons tegenwoordig gedrag af. God geeve, dat het Nageflacht zoo veel reden vinde , om onze ftandvastigheid, moed, doorzicht, deugd , Vaderlandsliefde en Godsdienftigheid te verheifen , als wy hebben met opzicht tot onze Voorvaderen! Het laatfte gedeelte dezer eeuw is ryk in groote, ongewoone, onverwagte en ontzettende gebeurteniïfen. Het onderfcheidt zich van alle bekende tydpetken in de gefchiedenis der Volken, daar in, dat de verwarring, de onrechtvaardigheid, de ongebondenheid, de haat, de woede en wreedheid, welke zoo veel bloed en traanen aan het zugtend Menschdom kosten , niet zoo zeer uit domheid, onkunde of onbefchaafdheid zyn voortgefprooten, jnaar dac die ondeugden allen veroirzaakc worden door eene buitenfpoorige en ongetemde drift tot vryheid en gelykheid, welke van het begin af niet genoegzaam geregeld, daardoor van zelvs langzaamerhand al verder en verder van het rechte fpoor afwykt, onverdraagzaam wordt, eigendunklyk hec denkbeeld van vryheid en gelykheid vormc, en willekeurige gevolgen daar uit afleidt; het welk alles eindelyk, zoo in denkbeelden als in handelingen , uitloopt op het recht van den fterkften, den Oorlog van allen tegen allen, en daar door blyken geeft, dat zy uit eenen overgedreeven waan van T 3 ver-  394 Nieuwe Verzameling van Stukken hetrekkelyk verlichting is voortgevloeid , en terwyl men haar4 dour de gewaande of waare gebreken der Regeeïingsformen en Regeeringen weuigen of verfchooïsen kan, en zy door hoogmoed en eigenbelang ligtelyk aangeftookt, en door wraak, menfchenhaat en verdorven zeder, inbeweeping gehouden wordt» vervolgens tor uiterften overflaat, in losbandigheid, zededeloostieid, ongodistery en volksraazeray eindigt; maar onder dat alles door den wyzen Regeerder der Wereld toegelaaten, en zonder twyffel beftemd wordt tot bedoeling van tot hier toe verborgene, maar tevens van hooge, rechtvaardige en weldaadige emdens. In de Republyk is het tooneel dezer verwarringen , weinige jaaren geleeden, geopend, en zy heeft in het algemeene lot van Europa, helaas! vervolgens al te veel gedeeld; ja het afloopend jaar zal niet minder dan veele voorigen, in haare Jaarboeken merkwaardig zyn. By het begin van het zelve zoo onrechtvaardig als geweldig aangevallen, door eene Natie welie zy niet beleedigd, met welks huishoudelyke zaaken zv zich niet gemoeid had of dacht te beraoeijen, heefc zy gewaggeld op den rand van den afgrond haares ondergangs. De toenmaalige Aanvoerder der vyandelyke benden, vleidde zich achter onze vestingen en ft-oomen, voorzien van onze fchatten , koorn en krygsbehoeften, zyn doelwie te zullen bereiken , en tevens het gewapend Europa gerust te kunnen afwachten; en hec was de heldhaftige verdeediging van de Willemftad, waar van hec loc van Europa eenige dagen heefc afgehangen, terwyl de ftandvastigheid der dappere bezetting en braave Burgery in Maastricht, den Vyand een fteunpunt onthield, en onze Bondgenooten in ftaat ftelde, om zoo fpoedig hunne verloorene be. zittingen te herneemen, en daar door te gelyk den Vyand van onze grenzen en uit onze vesringen te verjaagen. Ter naauwer nood gered door hec goedgunfHg bellier eener waakende Voorzienigheid, vond ons Vaderland zich door de omftandigheden GCiS  ■ het Gem«.enebeu der Fereenigde Ntderlanden. 29$ des tyds, als van zelve daar heenen geleid, en door den Toedracht van zaaken als 't ware in de noodzaaklykheid gebracht, om zyne wapenen te voegen by die van zyne Geallieerden, en zyne grenzen te befcherrnen door het verdeedigen van die zyner . Bondgenooten; oirdeelende dat het beter was Han: mbal in Afrika, dan in Italien te beoorlogen. Het igene daar toe vereischt werd, heeft den Raad veel iarbeid, veel zorg, en niet minder bekommering Igekost. Een, naar de krachten van dezen Staat 1 aanzienlyk Leger, tot den optocht in ftaat te ftelllen; het zelve, verre van onze grenzen, van de 1 noodige behoeften te voorzien; zwaar Gefchut en (Ammunitie aan onze hooge Geallieerden, in eene : aanmerkelyke hoeveelheid, ter leen uit te reiken ; ivoor zieken en gekwetften, op een vreemd terri. toir, genoegzaame zorg te draagen; de ontledigde Magazynen telkens aan te vullen; het vervajiene op de Frontieren en de geleeden fchaa.den, in de belegerde, veroverde en naderhand ontledigde Ves. tingen teherftellen, en de volcooijing van het begonnene, vooral in Staats-Flaanderen eo Sraats-B.aband, te bevorderen, zyn de bezigheden geweest, imet welken zich de Raad menigmaal, met meer dan gcwoone infpanning heeft moeten bezig houden , en waar toe buitengewoone kosten hebben moeten worden befteed, welke naar die maate, zelvs grooter geweest zyn boven die van voorige Oorlogen, als tte duurte van veele benoodigdheden , en de vermeerdering van fommige behoeften, in evenredigheid, federt eene halve eeuw zyn toegenomen, 't Is waar, de uitkomst heeft de verwachting niet geheel en al teleur gefteld, daar onze grenzen voor vyandelyke aanvallen beveiligd zyn, en de moed zoo wel als het beleid, van onze Benden en hnnne lofwaardige Bevelhebbers, by menigvuldige voorvallen, voor het oog van Europa, by vernieuwing als van ouds, is blykbaar geworden, en 'er door onze Bondgenooten, op veele plaatzen aanmerkelyke voordeden op den algemeenen Vyand behaald T 4 zyn.  Niiuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk zyn. Krachtdaadiglyk door ons gefchut en ammunitie genolpen, hebben zy Grensfteden vermeesterd of hernomen , en den eerften grond gelegd (terwyl wy een gedeelte hunner grenzen heveiligcen)'.ot hecaanvanklyk bedwingen van een Volk, est v-yheid predikt, maar voorbeeldeloos geweld Uttoeffent. De Raad had echter gewenscht, ja zich gevleid, dat zy na eenen zoo bloedigen Veldtocht, en na zulke geduchte tooneelen , als de afgeloopen zomer heeft opgeleverd, by het overbrengen van dese Staaten, een meer guoftig en voor het vervolg meer gerustftellend tafereel van den toeftand van hst StaatKundig Europa, zoude hebben kunnen op>( hangen, dan zy in ftaat is te doen. Zy moet echter in dezen alleen de wezentlyke gefteldheid van zaaken onbewimpeld voordraagen, zonder dat toch zoude het niet mooglyk zyn, aan LI Hoog Mogenden het waare oogpunt te doen opmerken, waar uk men de zaaken, opaichtelyk ons Gemeenebest, voor het aanftaande jaar befchouwen moet. Het gene des te minder vermyd kan worden, om dat daar uit alleen kan worden afgeleid, welke behoedmiddelen 'er aangewend, welke voorbereidzelen 'er gemaakt, welke hindernisfen 'er uic den weg geruimd , en welke opofferingen 'er by aanhoudendheid gedaan worden, om de Republyk van binnen in rust, en van buiten ia veiligheid te houden en te bewaaren. Voorzeker is de toeftand van Europa meer dan ooitzonderling, en waardigom met een wysgeerigen ftaatkundig Oog befchouwd te worden. Twee eeuwen geleeden, waren de zaaken in Frankryk, even gelyk nu in verwarring; en de Natie aan de gevolgen van Burgerlyke beroerten blootgefteld. 't Was daarom dat de Staaten van Holland, juist twee eeuwen geleeden, by hun confentop de generaale Petitie voor den jaare 1594 verklaarden: „ wel te mo,, gen lyden , dat de Koninglyke Majefteit van „ Frankryk by de Generaliteit werde geasfifteerd ,, tot  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 297 ,, tot vorderinge van zyné goede intentie, om niet „. alleen zyne Onderzaaten tot reden te brengen, maar zelvs ten oorloge te voeren, op Henegou„ wen Artois en andere Kwartieren by de Spaan„ fcbe Regeeringen geoccupeerd , mee de fomma ,, van twee honderd duizend ponden." De toeftand van dat in zich zelvs zoo machtig,, en van de; Natuur zoo ryk bedeelde Koningryk, is nu» lenoon gelykfoortig, echter van veel erger natuur, en in die gevolgen onberekenbaar meer gevaarlyk. • De oirzaakeo der verwarring zyn ook van een geheel verfchilio den, van eenen ongeneeslyker, en voor anderen meer befmetcenden aart, dan die op het laatfte der zestiende eeuw plaats greep. 't Is waar, de oceaan der Natiën is in alle Werelddeelen doorgaans, het zy meer of minder, door ftormen beroerd ; en zelden ziet men denzelven zonder dryvende of zinkende wrakken. De tooneelen, welke het Staatkundig Europa in het byzonder hoeft opgeleverd, zyn zeiden rustig, maar doorgaans beangftigend en verfchrikkend geweest; maar het is echter niet minder zeker, dat de tegenwoordige toeftand van dat Werelddeel in deoirzaaken verbaazend onderfcheiden is, van het gene hy ooit,te vooren was; en dat men daar uit aireede gevolgen ziet, welke eene geheele omkeering van zaaken fchynen te voorfpellen. Het is Fiaokryk, 't welk, gelyk voorheen, ook nu eerst de zaaden van onrust in Europa geftrooid heeft; eene handelwyze, welke niet vreemd in den grond, maar alleen nieuw in den vorm is. Van het begin toch dat de befchaafdheid in Europas door het herieeven der fraaije letteren, begonnen, en de macht der Vorften, door het vervallen van het vermogen der Leenmannen aanmerklyk gefteegen is , heefc de Franfche Natie eene voornaame rol gefpeeld onder de Europifche Volken , en hunne Vorften onder de Europifche Mogendheden. Hunne Koningen, door het vervallen der groote Leenen van No: mandien en Provence, T 5 in  298 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk in de vyftiende eeuwe , verbaazend in macht gefteegen, aangebeden door hunne Onderdaanen, be* ftierende de Zaaken van het Ryk, na dat hun by. zondere geaarcheid, inzien , neigingen en hartstochten, of die van hunne Gunftelingen en Minnaresfen zulks medebrachten; moesten door de gefteldheid des Lands , den aart van den grond en derzelver voortbrengzelen, de leevendigheid, beweegbaarheid , het vernuft, de fcherpzinnigheid, en de Koningsgezindheid der Ingezetenen, noodwendig bronnen hebben , welke hun toeliecen te volbrengen, het gene andere Vorften, of niet konden onderneemen , of ten halven moesten laaten fteeken. Men kan met waarheid zeggen , dat Frankryk, met wysheid beftierd, door deugd geregeld , door naarftigheid gebruik maakende van het gene de Natuur aan het zelve gaf, gefchikt zoude zyn, om het rykfte, het gelukkigfte, het machtigfte Volk van Europa te wezen; de liefde en eerbied van deszelvs Nabuuren! Het tegendeel echter had doorgaans plaats. Dikwyls was het de bron van onrust en verdeeldheid, waardoor ftroo. men bloeds vergooren en onmeetlyke ichatten verfpild zyn. Frankryk was doorgaans de fpiegel van Europa. Ons Vaderland heeft van deze gefteldheid fcdert meer dan eene eeuw meermaalen de gevolgen gefmaakc; en het is in de Oorlogen tusfchen Frankryk en Oostenryk met deszelvs wederzydfche Geallieerden , dat men de aanleiding vinden kan tot dien verbaazenden aanwasch der ftaande Legers en Vlooten, en der onafmeetlyke Geldleeningen daar toe noodig, welke toch eindelyk die hoogte eens moeten beklimmen, dat zy door hunne eigene zwaarte inftorten, en door eene algemeene bankbreuk eene geheele omwenteling in Europa's meest gegoede Inwoonders moeten veroirzaaken. Maar het zyn niet flechts de Oorlogen van Lodewvk den veertienden en vYFTiENDEN, die ons fchatten en bloed gekost hebben; het zyn de intrigues van het Franfche Ministerie, onder den anders goedharti- gen  let Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, 299* gen en deugdzaamen Lodewyk den zestienden» welke, om Engeland mee des te meer nadruk te vernederen, ons te verzwakken, aan den baud te houden, of op het fleeptouw te neemen, in het midden van een voorfpoedig en gelukkig Volk onrust verwekt, ontevredenheid heeft opgeruid, en de zaaden van misnoegen en oude party fchappea kiemen deed; met dat gevolg, dat een aanzienlyk gedeelte der Natie door eenen yde'en waan van die valfche vryheid, waarvan haare Verleiders zeiven naderhand de Slachtoffers geworden zyn, verblind, en zoo verre is vervoerd geworden, dat fommigen ter goeder trouw, maar veelen door laage en verfoei jelyke oogmerken aangedreeven, getracht hebben de gevestigde orde van zaaken in ons Vaderland om te keereo, waar van het uitwerkzel is, dat men met de gevolgen van eene verwarring biyft worftelen , waar van de zaaden als nog diep bedolven liggen, ea de uitkomst onberekenbaar is; eene verwarring, welke, zoo de Almachtige het niet verhoedt, in onzen ondergang eindigen kan. Sedert dien tyd is onze rust en eensgezindheid geftoord, het Finantiewezen door herhaalde fchokken verzwakt, onze werkzaamheid en energie verflapc; en 'er blvfc een donker gevoel van ontevredenheid en bedilzucht woelen, waar door het Burgerlyk beftier zyne fpanning verliest, en eene traagheid in het draagen der gemeene lasten veroirzaakt wordt, welke het verval in de finantien en het crediet tot hier toe ongeneeslyk maakt. Deze dispoIr ie wordt by de tegenwoordige Beheerfchers van Frankryk, door een aantal onzer Uitgeweekenen lecvendig gehouden, op eenen toon en op eene wyze, welke hunnen afval van den Godsdienst en de Zedekunde hunner Vaderen , klaarblyklyk maakt. Dit alles zyn wy, beha!ven den laatften aanval, aan de Franfche Na'tie verfchuldigd. Maar welke zyn daar tegen de voordeden geweest, welke wy federt eene eeuw van die Nane ontvangen hebben? Zyn onze zeden verbeterd? is onze Koophandel met  Soo Nieüwi Verzameling van Stukken, betrekkelyk met die Natie geregelder en uitgebreider geworden? is het waare Volksgeluk: vermeerderd? Zyne Hoogheid en de Raad zouden hier over breed kunnen uitweiden, maar de herhaalde Negotiatien over het afgebrooken Commercie-Tradtaat van den jaare 1739, zelvs in die tyden waar in Frankryk de meeste hoop op voordeelen fcheen te geeven: de Registers van U Hoog Mogenden en die der byzondere Bondgenooten, getuigen van dit alles meer dan te veel; en de invloed van de Franfche geestgefteldheid in Jaatere jaaren, heeft aan dit Gemeenebest ocgeneeslyker flagcn toegebracht, dan de overwinnende Wapenen van Lodewyk den veer. tienden. Maar hec is niet alleen die Land waar in zulks plaacs heeft; de zelvde geesc crekc alle Landen en Staacen van Europa door. 'Er wordt hier en daar nog al wat men vermag in hec werk ge. fteld, om dien geest op te wekken en kwaadaartiger te maaken; en waar die al niec gefchiedt, is men nog verre af van de fpecificque middelen te kennen of te bezigen, ten einde de Natiën van die kwaade fappen te ontlasten, en voorts zoodanig te zuiveren, dac 'er de wezentlyke welvaart niet door lydt, maar bevorderd wordt. Eene gefteldheid van zaaken, waar na alles wat deugd en orde lief heeft, mee hygend verlangen uitziet; maar waar toe niet flechts ervaarendheid in den Geneesheer, msar ook goedwilligheid in den Kranken gevorderd wordt. Hier door blyft de gefteldheid van Europa, niet tegenftaande den voortgang in kennis en weetenfchap en de vermeerdering van het voortbrengend vermogen by verfcheiden Natiën, met opzicht tot de algemeene rust en orde, de bevordering of in« ftandhouding van goede zeden, de handhaaving van den waaren geest der Godsdienftigheid, zoo hachgelyk als dezelve, geduurende de twee afgeloopen eeuwen, immer geweest is. Dit niet alleen, maar de geest der eeuwe heefc daar door zoodanig ingewikkelde, famengeftelde en diepliggende vooren in  bet Gemeenebest der Vereenigde Nederlands, 301 in de karakters der Natiën ingedrukt, dat *er een Arendsoog noodig is, om het waare en zuivere oogpunt te vinden, waar uit men den tegenwoordigeo. toeftand vau zaaken in 't groot befchouwen moet. Het kan daarom te recht als het toppunt der Staatkundige wysheid worden aangemerkt, de teugels van het bewind zoodanig in handen te houden, dac men het fpoor niec verliest, en door overyling zich aan lafheid of oncydige ft.-engheid fchuldig maakt; dat men zelve in het^midden blyfc, en de hollende wagens, welke men op zynen weg tegenkomt, omzichtig weet te myden. Hier toe is wat anders noodig, dan flechts op eenen hoogen toon vryheid en gelykheid uic te roepen; dan broederfchap in den mond, en vyandfchap, wraak en vervolging in hare en daaden te hebben; dan van moord en plundering een fpel te maaken. en dit alles mee nieuwe woorden, welke by de Nakomelingfchap nog karaktermaatig zullen zyn, te beüempelec ; dan zyne eigene Steden te verwoesten , ondergefchikrbeid den bodem in te flaan; het Volk, of do:>r Nationaals Feesten te verblinden, of door Schavotten te verbysteren , en iptusfehen de worcels van zedelyké en nationaale ontwikkeling, voorfpoed en welvaart, zoodanig te doen opdroogen, dat men ze als voor alle herleeving onvatbaar maakt, en des niettemin eene houding aan te neemen, als of men zeker was, van op deze puinhoopen een gebouw .van Volksvooripoed, Volksgeluk en Volksvolmaaking te zullen Richten, waar van de voorige eeuwen geen voorbeeld hebben opgeleverd. Hier toe is wat anders noodig, dan de natuurlyke zucht der Menfchen tot vryheid en gelykheid, met mariufpreuken te bedwingen , zich te voeden met ht t zweec zyner mede-Burgers; te regeeren om te heerfchen, en te heerfchen alleen om des voordeed wille, en daar toe zyne mede-Menfcheju als flaaven voor zich te doen heenen kruipen. Zullen Naden zich in de tegenwoordige algemeene waggeling ftaande houden, dan moeten de fun- da.  3©2 Nieuw Verzameling van Stukken, betrekkelyk damenten waar op zy gevestigd werden, waar op zy grooc geworden zyn en veele aanvallen weder» liaan hebben, ongefchonden bewaard blyven. 'Er is geen tyd ongefchikter tot hec maaken van aanmerkelyke veranderingen, dan tyden van beroering; en by aldien de Predikers van nieuwigheden meenen te moeten hervormen, dat zy dan beginnen met zich zelv' te verbeteren. 'Er moet eersc een geest van orde, van ondergefchiktheid, van bedaardheid , van eerbied herleeven, zal men aan herllel en verbecering van hec gemeene wezen kunnen arbeiden. Verryst deze eens uic haarenasch, en worde zy aangewakkerd door wysheid en deugd in hec bellier, dan zal het gene men dikwyls harsfenfehimmig begeert, vruchteloos najaagt, of geweldaadig dwingen wil, zich van zelvs vertoonen. Het hapert toch in de meesce Regeeringsvormen, minder aan hec werktuig dan aan de Werklieden. En is 'er eene Natie in Europa, welke zich beroemen kan, uit kleine maar echte begin zeis coc eene ouvoorbeeldelyke hoogte te zyn gefteegen, het is ons gezegend Vaderland, alwaar Godsdienftige en Staatkundige Vryheid, van de eerfte tyden af, (getuige zy de ondervinding) bronnen zyn geweest van volksgeluk en nationaale welvaart, boven alle verwachting. Onze geëerbiedigde Voorvaderen drongen daarom te recht op de fpoedige, gaave en vruchtbaare Confenten der gedaane Petitiën, in den Spaanfchen Oorlog meer dan eens aan, uit hpofde. van het belang dat de onderdrukte en gefolterde Menschheid had, by het volharden in eenen Oorlog, die onder Gods zegen, den yzeren fcepter uit de hand van eenen Dwingeland rukte, aan duizend Ongelukkigeo eene fchuüplaats verleende, en hun een Vaderland en eenen Godsdienst gaf. Óp dezen grond zyn wy als eene Natie opgewasfen, op dezen grond ftaan wy rog, en op denzelven kunnen wy alleen eenen gezegenden ouderdom bereiken. De tyden en omftandigheden toch mogen veranderen, maar zulke beginzelen verdwynen en zulke fuu-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 303 fundamenten verouden niet. Het is die liefde tot hec Menschdom en het Vaderland, die algemeene welwillendheid", welke op de kennis en eerbied van hec Opperwezen, op de gehoor«aamheid aan deszelvs bevelen gegrond, uit de Natuur, de natuurlyke gefchiedenis van den Mensch, der Burgerlyke Maaifchappy, en het natuurlyk beloop der zaaken hier beneden, afgeleid, en door de ondervinding der eeuwen bevestigd, niec van de eigenzinnigheid van Staatkundige Dweepers, of het zoogenaamd oppergezag des vernufes afhangc, maar in tegendeel op den dmdelykea wil van den hoogen Gebieder der Volken gevestigd ftaat, welke in dè hacdelingen van het beftierend gedeelte der Natie thands vooral behoort door te blinken, en in alle derzelver verrichtingen zich. kenbaar moet vertoonen. Hier door alleen leert men regeeren zonder onderdrukken , ftandvastig zyn zonder ftughaid, en toegeeven zonder lafheid of onvoorzichtigheid. Hier door alleen wordt trouw in den handel, volksnyverheid in werken van induftrie, dapperheid in hec verdeedigen, en omzichtigheid in het aanvallen in acht genomen, en eene Natie by gevaarlyke fchokken voor een geheel verval bewaard. Hier door leerc men de onbefuisde en aangeftookce volksdrift bedaard, koelzinnig en ftandvascig tegenftaan; hier door biyfc men onder hec neemen van ftille, voorzichtige en kloekzinnige maatregelen, beter tyden afwachten, en intusfehen hec fcheepje van de klippen ongevoelig afhouden. Hier door ftelt men zich alleen in ftaac, om wederftand te bieden aan dien algemeenen opftand en dat grypen naar harsfen» fchimmige volmaaktheid, welke het eind dezer eeuwe kenmerkt, en welke even gelyk die moo» fters der oudheid, van boven, dat is in den beginne, eene fchoone gedaante vertoonende, in de grootfte affchuwelykheid eindigt. Hier door doet men eene giscing bedaaren, welke door de nieuws wysgeerte allereersc opgewekc en gevernist, door menfehelyke hartstochten en drifc gaande gehou. den,  304 Nieuwe Vetz&meling wn Stukken, betrekkelyk den, thands die hoogte heeft bereikt, dat zy zich door alle takken van befchouwing en handeling, ■van onderwys en beftier, heczy meer rechtftreeks, hetzy meer van ter zyde, heefc verfpreid, en eindigen zoude in onvernuftigheid , zedeloosheid, anarchie en ongodistery, byaldien men geen reden had om op eene Voorzienigheid te vertrouwen , welke dikwyls in de donkerfte tyden hec licht geboden heefc, en den ftaat der ingewikkelde verwarring tot den grondflag maakt van orde en fchoon. heid; die ook dan voor het Menschdom zorgt, wanneer het zich zelve fchynt te verwoesten; eene Voorzienigheid, welke door het veranderen van tydrekening en dagfchikking niet kan gedwongen worden, om toe te laaten dat de naam van Christus en Christendom van de Aarde worde uitgewischt, maar welke voor een opmerkend oog ook aireede hier en daar geduchte blykèn geefc, dat men Haar wel loochenen , maar niet ontvluchten kan. Intusfchen blyfc hec de plicht van hun, wien de zorg voor de welvaart van die zoo gezegend Gemeenebesc is aanbevolen , minder dan ook ftil te zitten , maar in tegendeel met allen klem, waar voor het algemeen beftier vatbaar is , de geoaste middelen by de hand te neemen, om helderheid van begrippen en zuiverheid van oogmerken , in het bedoelen van waar Volksgeluk, klaarblykelyk mee daaden ce vercoonen; en door hec voegen van voorzichtigheid in het beraamen , by onverwyldheid en ftandvastigheid in het uitvoeren, blyken ce geeven dac men verftand, deugd en moed genoeg heefc, om door een tydig, maar tefFens voorzichtig en wel overlegd gebruik der nationaale krachten, zich zelv' te beveiligen, zoo wel voor den kanker des inwendigen verderfs, als voor den ftorm van buicenlandsch geweld, Kan dit niec anders gefchieden dan door de wapenen, moecen 'er grenzen en bezittingen , moet 'er een Vaderland en een Godsdienst tegen raazende, en te gelyk hongerige Roof-  bet Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 305 Roofdieren bewaard en verdeedigd worden? dan moet de zucht tot vrede buiten werking blyven ea bet harnas worden Of blyven aangegespt; dan TSióe* ten de lasten des Oorlogs, hóe fmartelyk» hce drukkend, door de Natie, zöö wel als in veöïigö jaaren, gedraagen, gewillig en by aanhoudendheid, gedraagen worden , ten einde eens op duurzaarha gronden de rust herfteld, en de .bronnen van verwarring en regeeringtoosheid, met alle derzelver ysfclyke gevolgen, gedempt worden; een tydftip » waar zyce Hoogheid en de Raad vuuriglyk naar ver» langen, maar waar van de fchemering nog aan den Staatkundigen hori/ont van Euröpa niet te zien ist „ En alhoewel de Penningen daar toe noodig" (cm zich van de woorden des Raads, by de genera^ Petitie van den jaare 1602, ook nu te bedieneo) „ niet zonder de üiterfte zwaarigheid der Landen „ en de Leden van dien gevonden en opgebracnS „ zullen kunnen Worden, zoo dient nogthands wel „ overlegd, dat voor deze tyd anders geen midd-I ,, en is, om ongelyk meerder zwaarigheid voó' te „ komen , als is van zoo een Vyand." Geheel £u« ropa bykans is gewapend. Ebt is niet de zaak der K mgen zoo zeer, maar de zar,k der deugd, orde en menfehelykheid, Welke thands by bedaarde , VooiZichfige en tevens wel iDééngevoegde maatree gelen, de kracht der wapens vordert, eenen geduchte- wederftand eischt, en een btflisfend overwicht noodiaakelyk maakt. Elk der Europifche Natiën, thands door een gemeen belang van Zelvs aan één verbonden, behoort bedacht te zyn, cm Staatkundige wysbeid, met Burgerlyke deugd eü , krygsöapperheid, in hunne gemeenfehappelyke on- derDetmingen zoo byèén te voegen, dat deze drié ftraalen in één middenpunt, de herftelling naarne- lyk en de bevordering van orde en welvaart in hec beroerd Europa, famenloopen. Zyne Hoogheid en de Raad vleijen zich aan ds Bondgerooten genoeg gezegd te hebben, om te vertrouwen dat Mnne beginsels doorHoogstdetsrt!» II. Deel, V ven,  306 Nieuwe Verzameling van S-tukkm., bmelkelyk ven, in derzelver klaarblykeiykbeid erkend en de gevolgen daar uit afgeleid, in derzelver noodzaa. kelykheid zullen ingezien worden. Hoe gaarne zyne Hoogheid en de Raad dan ook door verminde» ring van Troepen, eene vermindering van uitgaven zouden hebben voorgeflagen, de toeftand der zaaken is als nog zoodanig, dat tot hier toe de veiligheid van den Staat, onder den zegen en de hooge befcherming van Goi Almachtig, afhangt van eene genoegzaame Legermacht en eene daar aan geëven. redigde Marine. Dewyl toch de eerfte niet zonder gereede Peonirgen kan ltaande blyyen , kan zonder de andere de Commercie niet beveiligd, en disnvolgers de voornaame bron van welvaart niet opengehouden worden. Zyne Hoogheid en de Raad moeien daarom op beide mee gelyken erpst aandringen , en kuntea tevecs de hooge Bondgenooten niet genoeg aanfpooren , om door alle mooglyke middelen, de eer, de waardigheid, en de kracht van het turgerlyk beftier zoo wel als vao hecricantieel creditt, elk in den haaren ftaande te honden, •n tevens tot het draagen der zwaare maar onvermydelyke onkosten, gereede hulp nLdelen by de hand te neemen; vermits het te voorzien is, dat behalven de Staaten, welken zyne Hoogheid en dt; Raad thands aan U Hoog Mogenden aanbieden, en met hoe veel overleg en fpaarzaamheid zy wenfchen tewerk te gaan, veele afzonderiyke en ouderfcheiden extraordinaire Petitiën, boven de onlangs afgezondene, biünen kort zullen moeien g?. daan worden. Als by voorbeeld tot de LegtriuSten, de Magazynen enz.; en op welker lpoedige Confecten en prompte Fournislemecten de Raad meent ce mogen wachten, ja 'er op te moeten ftaat maaken, ten einde,alle verwarring, ia zaaken vaa. een beflisfend belang, voor te kooien. Het is op deze gelegde gronden, dat zyne Hoog. heid en de Raad geoirdeeld hebben, aan U Hoog Mogenden by hernieuwing te moecen doen toekomen alle de Staaten van Oorlog, welk© de tegen- woor-  het Gemeenebest der Fereenigle Nederlanden. 307 dige toeftand van zaaken, in dit afgeloopeü jaar, gevorderd heeft en ais nog blyft vorderen. No. 157. Aanfpraak door zyne Majefteit den Koning van Groot-Érittannien, 'tot openen der zitting van het Parlement gedaan. In dato den 21 January 1794. Mylords en Heeren! De tydsomftandigheden, onder welken gyÜedsa thands1 vergaderd zyt, vereisfichen uwen allertrn* ftigften aandacht. Wy zyn in een Oorlog gewikkeld van welks uit» Hag de handhaaving van onze Conftitutiè, Wetten , Godsdienst en de veiligheid aller Burgerlyke MaaEfcnappyeo afhangt. .... Gyüedeo zult met genoegen opgemerkt nebosa 1 de voordeeien , die door de wapenen der vereenig* de Mogendheden behaald zyn, en de veranda* :ïiog die 'er in den algemeenen toeftand van Euro» Ipa, fedett het begin van den Oorlog, i'3 voorge* • vallen. De Vereenigde Provintien zyn befcbermd te^ea eeuen inval. De Oostenrykfche Nederlanden zyn hernomen en behouden, terwyl 'er Steden van een : aanmerkelyk gewicht op de grenzen van FracktylS veroverd zyn. De weder inneeming van Mectz en de daar op gevolgde overwinningen, door de vereenigde Le- ,gers aan den Rhyn behaald, hebben, niet tegen* ft;» i e de voordeeien welken de Vyand onlangs in dien oord verkreegen heeft, grooten dienst gedaan aan de gemeene zaak. Zeer fterke poogingen zyn 'er door myne Bood-, genooten, in het zuidelyk gedeelte van Europa gedaan. De kortftondige bezitcing van de Stad en Haven van Toulon, heeft aan de krygsvetrichtin. gen van myne Vyanden^eene gtoote verlegen&eid ■  308 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk toegebracht, en onder de omftandigheden die de ontruiming van die plaats verzeld hebben , is 'er I; aan deszelvs Zeemacht een gewichtigen en beftisfenden flag gegeeven, door het beleid, de bekwaamheden en den moed van myne Bevelhebberen, Of- i ficieren en Volk, zoo ter zee als te land. De Franfchen zyn uit hunne Bezittingen en Vis- i fcheryen van Newfoundland verdreeven; en in 1 Oost- en West-Indiën beiden zyn zeer gewichtige en voordeelige aanwinningen gedaan. i Ter Zee is onze overmacht ontegenfpreeklyk, en \ onze Koophandel is zoo krachtdaadig befchermd , ] dat de geleeden verliezen van geen belang zyn, in evenredigheid van deszelvs uitgebreidheid, en van i het gene nog den bedwongen handel van den Vyand i ontnomen is. i j De omftandigheden, door welken den verderen ; i voortgang der Bondgenoot-en tot hier ,toe verhin- - i derd is geworden, toonen niet alleen de noodzaak- lykheid om denzelven van onzen kant met moed en i ftandvastigheid door te zetten , maar verfterken i ons gelyktydig in het uitzicht op verderen voor- 1 fpoed. ; Onze Vyanden hebben de middelen om zich 1 voor een tyd te verdeedigen, ontleend van een ftel- i zei, waar door zy de macht verkreegen hebben, < om willekeurig te befchikken over de levens en ei- i gendommen van een talryk Volk, en door het welk I alle bedwang van Gerechtigheid, Menschlykheid 1 en Godsdienst, opentlyk gefchonden wordt. Dan i deze poogingen hebben, gelyk zy noodzaaklyk doen i moesten, een inwendig misnoegen en verwarring ] in Frankryk veroirzaakt, en dus zeer fchielyk uic- i geput de nacuurlyke en wezentlyke fterkte van dat \ Land. Offchoon ik niet nalaaten kan de noodzaaklykheid der voortzetting van den Oorlog te beklaagen, zoude ik echter niet raadpleegen met de wezentlyke belangen van myn Volk, indien ik naar den vrede haakte op eenigen anderen grond dan die, door j wel-  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 309 welke in deszelvs beftendige gerustheid en de onafhanglykheid en veiligheid van Europa konde voorzien wn.den. De bereiking dezer oogmerken wordt tot nog toe weerhouden, by het de overhand hebbende ftelzel in Frankryk» het welk even zoo onbeftaanbaat met het geluk van dat Land» als met de rust van alle andere Natiën. In dit denkbeeld heb ik het geraaden gevonden, eene verklaaring te doen van de oogmerken en grondbegi&zelen door welken ik geleid worde. —— Ik heb bevel gegeeven, dac een affchrifc van die Verklaaring voor Uliejen zal opengelegd worden, te gelyk met de affchriften van verfcheiden Overeen komlten en Verdragen, met verfchillende Mogendheden , waar uit Gylieden zult zien, hoe groot een gedeelte van Europa in eene zaak van zulk een algemeen belang vereenigd is. Ik zie mee een onuitfpreeklyk genoegen , de beftendige getrouwheid en ftandvastige verknochtheid aan de gevestigde Conftitutiè en Regeering, welken , in weerwil van de aanhoudende poogingen om het Volk te misleiden en te bedriegen, zoo algemeen de overhand hebben onder alle de rangen van myne Onderdaanen. Deze gevoelens hebben zich op eene uitfteekende wyze vertoond, in den yver en vaardigheid der Militie, om in onze binnenlandfche verdeediging te voorzien, en in de uitmuntende dapperheid en moed, by alle gelegenheden door myne Krygslieden getoond, zoo ter zee als te land. Zy heoben den luister van den Britfchen naam gehandhaafd, en zich waardig getoond alle die zegeningen, welker bewaaring het voor-, werp van alle onze poogingen is. Heeren van het Huis der Gemeenten! Ik heb bevel gegeeven, dat de noodzaaklyke begrootingen en berekeningen voor Olieden zouden opengelegd worden; en ik houde my verzekerd, V 3 dat  jio Niemt Verzameling van Stukken, betrekkelyk dat GyHederj zoodanige voorzieningen zult doen; a!a ds tydsomftandigheden zullen vereisfchen. Ik ben te gevoelig van de herhaalde blyken, welken ïfc van de toegenegenheid myner Onderdaanen ont. vangen heb, om de noodzaaklykheid niet te beklaa.. gen van eenige meerdere belastingen. Het is niettemin een grooten troost voor my, den gunftigen ftaat der inkomften te zien, en den voliornen goeden uitflag der maatregelen, welken in het voorleeden jaar zyn in 'c werk gefteld, ter weg* neeming van de ongelegenheden, waar in des t>ds hec Koophandeldryvend crediet geraakt was. Hoe groot ook de qitgeftrektheid van onze onderneeraiogen moge zyn, vertrouw ik echter dat Gylieden in ftaac zulc wezen om in dezelven te voor. zien, op zulk eene wyze, dat daar door alle druk» keade last op myn Volk vermyd worde. Mylords es Heeren! In alle uwe raadpleegingen zult Gylieden onge» twyfFeid in gedachten houden den waaren grond en o.rüaak van den Oorlog. Een aanval is 'er gedaan cp ons en onze Bondgenooten, en wel op gronden, wei ken flrekken tot vernietiging van allen Eigenden ; tot omkeering van de Wetten en Godsdienst van alle befchaafde Natiën, en ter algemeene invoering van dac wilde en verwoestende ftelzel van Roofzucht, Regeeringloosheid en Godloosheid , waar van de uitwerkzels zich reeds in Frankryk hebben laaten zien, en eene treurige maar nuttige ]es geeven voor het tegenwoordige en toekomeade Geflae'it. 'Er blyfe voor ons niet over dan ftandvasti.r te wesen in onze vereenigde poogingen. Derzelver fTd-ikiog of verflapping zoude enkel eene korre tusfchenpoozing geeven van eene bedrieglyke rust, ea maimer uitloopen in de zekerheid van dei vrede. O/ertuigd van de noodaaaklykheid der verdeedi- gicg  het Gemeer.ebesi der Vereenigde Nederlanden. 311 girg van alles wat ons dierbaar is, en ftaat maakende, gelyk wy met vertrouwen mogen doen, op de dapperheid en vermogens van de Natie, op de aanhoudende poogingen van zulk een groot gedeelte van Europa, en bovenal op de onbetwistbaare rechtmaarigheid van onze zaaic, laaren *y ons gedrag tot eene tegenftellirg maaken Van dar onzer Vyanden , en door hec aankweeken en beoeffenen der grondbeginselen van Menschlykheid en der plichten van deo Godsdienst, trachten te verdienen de voortdauring der Godlyke goedgunftigheid en befcherming, welke deze Komngryken op zulk eene uitöeekende wyze ondervonden hebben. No. 158. Publicatie van Hun Ed. Groet Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West Friesland, waar by aan een ieder verbieden, om geduurende den tegenwoordigen Oorlog, uit genoemde Provintie of'naar elders buiten de Provintie, te betaalen, zenden, overmaaken of afleveren van, aan of ten behoeve van Perfoonen, die op den 1 Janua^y 1794 geweest zyn, of nu zyn, of geduurende dtn Oorlog mogten worden, Leden of Onderzaaten van het tegenswoordig Gouvernement van Frankryk &c. In dato den 18 February I794- De Staaten van Holland en Wes»-Friesland, allen den genen die dezen zullen zien of hooren leezen, falutl doen te weeten. Dat nadien wy in ervaaring zyn gekomen, dat de Perfoonen die zich de tegenwoordige Regeering van Frankryk hebben aangemaatigd, hebben goedgevonden, alle Kooplieden, Bankiers, en generaalyk alle Perfoonen welke eeaige Gelden, Goederen of EfFeQen in andere Landen bezitten, te ordonneeren daar van opgave te doen aan de gemelde Rogeering, ten einde dezelve daar van zoude disV 4 P°"  gis, Nieuwe. Verzameling van Stukken» betrekkelyk poneeren» tot voortzetting van den onrechtvaardi» cqn Oorlog» welken dezelve aan zoo veel Mogendheden van Europa, en fpeciaal aan dezen Staat heefc aangedaan; terwyl aan den anderen kant aan a'le Fraafche Ingezetenen verboden is, eenige betaalio-gen te doen aan de Onderzaaten van de Mogendheden , met het gemelde Gouvernement van Fraakryk in oorlog aynde; en wy noodzaaklyk hebben geoirdeeld in overweeging te neemen, op wglke wyze de uitwerkzels van deze geweldaadige maatregelen zouden kunnen worden voorgekomen; ep, het niettemin zoude kunnen gebeuren, dat deze onze goede voorzorgen door daaden, hangende onze deliberaden gepleegd , wierden illufolr gemaakt» of het effeÉl daar van merkelyk vermin» derd. Zoo i» het, dat wy goedgevonden hebben, by provifie en hangende onze deliberatien, te ftatueeren gelyk wy ftatueeren by dezen. r. Dat niemant, wie hy zy, Ingezeten of Vreemde., na het emaneerea en publiceeren dezer eo geduurende den tegenwoordigen Oorlog , uit deze Provincie naar Fraokryk of naar elders buiten deze Ffovintie zal mogen betaalen, zenden, overmaakt of afleveren, aan of ten behoeve van PerfooEfig, cfie op den i January 1794 geweest zyn, of nu zyn , of geduurende den Oorlog mogten worden, Leden of Onderzaaten van het tegenwoordig Gouvernement van Frankryk, het zy dezelve zich bevinden in Frankryk zelve of in eenig ander Land, noch ook met hun wil en weeten doen betaalen , zenden, overmaaken of afleveren eenig geld of gelds waarde, het zy in natuur en fpetie, het r.y in Koopmanfchappen , Waaren en andere Effeften, het zy door Remifes , Wisfelbrieven , Asögnatien , of op eerige; andere maniere hoegenaamd, direól of indireél, op poene van te verbeuren hec dubbeld van de waards van hec gene contrarie aan dit verbod zal zya betaald, verzonden, over*  het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 313 overgemaakt of afgeleverd, zoodanig echter, dat de gene welke Wisfelbrieven voor dato dezer zul» ]en hebben geaccepteerd, zullen vermogen dezel. ve te voldoen, des dac de Acceptanten van zoodanfge Wisfelbrieven verplicht zullen zyn, om binnen agt dagen na de Publicatie dezes aan de Magiftraaten hunner woonplaatzen, of aan de genen die daar toe van wegens de Magiftraaten zullen worden gecommitteerd, op te geeven de Wisfelbrieven , welke zy hebben geaccepteerd, voor zoo verre dezelve vallen in de termen by dit artikel vermeld, op pcene , dat de betaalingen van geaccepteerde en niet aangegeevene Wjsfelbriqven zullen worden gehouden ais frauduleus , en de Betaalders zullen iucurreeren de boetens hier vooren geftatueerd. 1. Dat niemand van en geduurende den termyn bier vooren genoemd, zal mogen accepteeren, endosfeeren , of op eenige manieren de betaaaling aacneemen of belooven van Wisfelbrieven, Promesfen , Asfignatien en dergelyke Papieren , getrokken, geëndosfeerd door of voor rekening, toe gebruik of op het crediec van eenige Perfoonen, die op den 1 January 1794 geweest zyn of nu zyn, of geduurende den Oorlog mogten worden Leden of Onderzaaten van hec tegenwoordig Gouvernement van Fraakryk, her. zy dezelven zich bevinden in Frankryk zelve of in eenig ander Land, op pesne van te verbeuren het dubbel van de waarde van zoodanige Wisfelbrief, Promesie, Asflgnatie of ander Papier; zullende daarenboven de betaaling van zoodanige Wisfelbrief enz., van geen gevolg en zonder prsjuditie zyn voor die genen, wie het ook zouden mogen wezen, die de Goederen en Effeöen, of de daar op betaaibaare fommen, anderzins zouden hebben kunnen vorderen; en zullende de.pretenfien van alle zoodanige Eisfchers, ten aanzien van de fommen in deze Effenen uitgedrukt, >e hun geheef blyven, niet tegenftaaande dat zooV 5 danige  314 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk danige Wisfelbrieven, Asfignatien, en andere Papieren, betaald en geacquiceerd zyn, of dac eenige Quicantie daar voor gegeeven is. 3. Dat niemand die onder zich berustende heefc, of geduurende den Oorlog zal hebben, eenige Gelden , Wisfelbrieven , Asfignatien , Promesfen of dergelyke Papieren, gelyk mede Waaren, Koop. manfebappen of andere Effecten, toebehoorende aan eenige Perfoonen, die op den 1 January 1794 gjweest zyn, of nu zyn, of geduurende den Oor. iog mogten worden, Leden of Onderzaaten «an hec tegenwoordige Gouvernement van Frankryk, het zy dezelve zich bevinden in Frankryk zelve of in eenig ander. Land, zal mogen afleveren aan ande» ren, of op wat wyze het ook zyn moge, vervreemden, of zich ontdoen van eenige van deze voorger.oemde EffeQen, ukgezondeTd alleen wanneer zoodanige Wisfelbrieven , Promesfen, Asfignatien of andere Papieren gedemandeerd worden, om de Pen. ningen daar op verfchuldigd te ontvangen en te bewaaren , of wanneer zoodanige Waaren, Koopman-' fchappen en andere Effecten verkogt worden, om dezelve in fpetien te converteeren en het provenu daar van te bewaaren , op poene voor de Contraventeurs in dezen van te verbeuren het dubbeld van de wa rde van zoodanige Wisfelbrieven, Pro. mesfen, Asfignatien, Waaren, Koopmanfchappen, enz- 4^_En nadien wy geïnformeerd zyn, dat fommige onzer Ingezetenen, welke eenige Gelden, Goederen cf Effecten onder zich hadaen van Ingezetenen van Frankryk, by gelegenheid dat zy kennis kreegtn van het voorreemen van de tegenwoordige Receeringe van Frankryk, om zoo lange geweldige maatregelen te neemen, de Gelden, Goederen en Effecten, ónder hun berustende , het zy om van de Ingezetenen van dat Land de febaade daar uit kunrende proflueeren, af te weeren, het zy uit andeien hoofde, hebben overgeboekt van den naam van den  hu Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. 31$ den Ingezeten van Frankryk bp een anderen naam, zoo is het, dat wy willen en begeeres, dat zoodaurge overboeking by provifie geen eflèa zal forteeren , maar gehouden worden 'ais of dezelve Gelden , Goederen en Effecten ftonden op naam en rekening van Franfche Ingezetenen, en dat dus het geftatueerde in de drie eerfte Artikelen, ook met opzicht tot zoodanige overgeboekte Gelden, Goederen en Effecten zd plaats hebben. En zul'en de voorfchreeven boetens worden ge. appliceerd, een derdepart ten behoeve van den aanbrenger, een derdepart ten behoeve van den HoofdOfficier die de calange doen zal, en een derdepart ten behoeve van de Nederduitfche Diaconie-Ar. men. En voor zoo verre de Overtreders van deze otze Publicatie niet in hec vermogen zouden zyn, om de hier vooren geftatueerde boetens te voldoen, zullen dezelve aan den lyve worden geftraft. No, 159. Verbetering van het Bericht (*) van eene Negotiatie op ordinaris Obligatien, den 17 Janu. ary 1793 dier Bun Ed. Groot Mogenden de Ree. nn Staaten van Holland en West-Friesland bepaald. In dato den 20 February 179.}. Art. 1. Dac tot meerder encouragement van deze Negotiatie , by iedere duizend Guldens welke in conianten tegen den interest van 4 percent zal wor. den gefourneerd, zullen worden gevoegd twee Certificaaten, om daar mede binnen den tyd van een jaar, te kunnen verwisfolen oude Obligatien, renrende 4 percent, fubject den looflen en aooften Penning, tegen nieuwe Obligatien, op naam of in blanco, ter keuze van de Deelneemers, ongeachc op welke Comptoiren dezelven zyn loopende; zullen-. (*) Zie dit Bericht in het Ijle Deel dezer Nieuwe Verzaneling, bl. 15.  3,16 Nieuwe Verzameling van Stukken, betrekkelyk lende di»van het Zuider-Kwartier, by alle Comptoiren in het Zuider-Kwartier, en die van het Noorder-Kwartier, by alle Comptoiren in het NoorderKwartier, worden aangenomen. — Blyvende niettemin zoodanige verwisfelde Obligatien mede fubjeót den iooften en 2ooften Penning, gelyk tot hier toe gebruiklyk is. 2. Tot faciliteit van de Ingezetenen en Houders der Obligatien, zoo wel die van drie als vier per cent, zullen by de overgifce der Obligatien worden gevoegd Coupons van intresfen, voor den tyd van twaalf jaaren, welke Coupons op de vervaltyd der verfcheenen interesfen zullen worden betaald, zonder dat daar toe de gewoone Confenten noodig zullen zyn. 3. De Ontvangers-Generaal en de verdere Ontvangers van de refpective Comptoiren, inde beide Kwartieren, zullen worden aangefchreeven, om al. le de genen die tien duizend Guldens en daar boven, ia coatante Penningen komen te fourneeren, te laaten valideeren een vierde percent premie. Met de Negotiatie zal op beide Comptoiren-Ge. neraals, van het Zuider- en Noorder-Kwartier, en verdere Gemeene Lands Comptoiren, aanvang worden genomen op Maandag den 3 Maart 1794, en daar mede gecontinueerd worden tot wederzeggens toe. By  By den Drukker dezes J. A. de CHALMOT is gedrukt en te bekomen: VOLKOOMEN NEERLANDSCH KOOKKUNDIG WOORDENBOEK, of de FRIESCHE KEUKENMEID en VERSTANDIGE HUISHOUDSTER, onderwyzende op eene duidelyke en ünaakelyke wyze, het bereiden van allerlei Spyzen, zo wel in de Vasten als op anders tyden: Naamelyk het braaden zo wel aan 't Spit als in de Pot vari allerley foorten van Vleesch, Gevogelte en Wild. Hoadaanig veelerley foort van Vleesch en Gevogelte te vulien, en roet Oesters te ftooven; het maaken van allerley foort van Schotel en andere Pafleijen. Om op eene gemakkalyke wyze grove en fyne kor/ten tot Pafleijen en laarten zelfs in 't heetfte van den fomer te maaken. Hoedaanig allerley Vleesch op diverfe manieren te ftooven; welftaaakende Ragouts in foorten te bereiden. Varkens-, Lams-, Kalver- en Schaape-Carbonaden op de rooster te braaden en te ftooven, Hoedaanig in de herf'sttyd het Vleefch en Spek, zo tot roo' ken als psekelen te behandelen. Het miaken van Rolpens, Hoofdvleefch , Varkens-zwaard Rolletjes , Runier-Worflen , Varkens-Saufyzen, Saufyzen de bologne, enz. Hoedaanig al! Ierfey Sauzen, als onder anderen Siepel , Chalotte, Mofiert-, Petercelie-, Zuurlirig-, Robert- en Eijer-faufen te'vervaardi! gen; Potagie, Soepen en Moefen van a!ler;ey foort, als onder anderen Soepe-maigre, Soepe de Canard, Franfche So«p Uijen Soep, enz. Potagie van Kalf'svleefch, van een Kalkoen' van Hoenders, Rundvleefch, Schaapevleefch enz. Groenmoes', Aalmoes, Kalvermoes enz. te vervaardigen. Om veeierl-y Soepen voor zeke Menfchen gereed te maaken; Soep-koekjes, of Tabletten van Bouüjon, te vervaardigen, die men op reis mede neemt, jaaren lang kunnen duuren, en waar mede men in ftaat is altoos lekkere Soep te hebben. Allerley Vleesch en Gevogelte met geley en a la Daube te bereiden; veele foorten van Fricadellen zo wel vin Vleesch als Visch buitengemean fmaaklyk gereed te maaken, insgelyks fricasfées van Hoenders, Duiven, enz. Ook Hachêes van Vleesch en Visch. A lerley fmaake yke bereidingen van Visch ■ als onder anderen Kreefte-foep, aangelegde Snoek , omgekeerde Armmiaan van Baars, en veelvuldige anderen. Hoedaanig de verfchillende foorten van Groentens te ftooven en fmaakelvk gereed te maaken; het inleggen en droogen van allerley Groifnrens en Vruchten, ais erwten, bootten, torcelein, kool, endivie, agurken, enz. Om drooge azyn, drooge masten en moftert-koekjes te bereiden, waaï van men ien allen tvdg  ty.i'e goeie azyn en rapstort kan gereed maaken, zeer gerieffblyk om op reis mede te nemen. Veelvu'dige bereidingen van Eijeren; om fmaakelyke Eijer-ftruiven van diverfe foorten, en allerley foort van fmaakelyke&iöyM te vervaar* digen, zo wel van Schaape als anders mstk, insgelyks Roomkaasjes, Eijerkaasjes enz. Om alle. >ey gebik. a's Waaffelen pp verfcheiderhande wyzen, Appelkoekjes, Sprits, Keugels, Bignets, Boter-gebak, Keek/en, Bolleèuisjes, Poffertjes . Tarw> koekjes, Eijerfchotels, Knypwafeitjes, Oeblien, en een menigte andere foorten gereed te maaken; voorts Engelfche-, Gebakkene-, Friefche-, Ryjl- en Roggenbroods-Poddingen. Het maaken van allerley foort van Taarten, als onder anderen Appel-, Pruime-, Abricoofe-, Kerffe-, Amandel-, Gierfi-, Ryjl-, Citroen-, Kervel-, Spinagie-, eti Zuurkool-Taarten,, insgeiyks lekkere Confituur- en Room-Tarteletjes. Om allerley foort van natte en drooge Confituuren gereed te maaken, als Geleiien in foor. ten, ponfyte Nooten, Pruimen, Abricoofen, Kerffen, Aalbefien, halve Oranje, Oranje/nippels ea meer anderen; insgelyks om allerley Vrugten in brandewyn te confyten. Het jnaaken van Citroenpap en geley van Hertshoorn. tot verfterking van zieke Menfchen. Allerley lekkere bereidingen uit Room, als verfcheide foorten van verkwikkende Room-pappen, gebrande Room, gegeeffelde Room, Jheeuw Room, Italiaanfclie Room, enz. Allerley Vladen, als van Eijeren, Kruisbefien, Aalbe fien, Citroen enz. te vervaardigen; insgelyks Compotten van yjppelen, Peeren, Perfiken, Abricoofen, Kruisbefien. Citroen, Kerffen, enz. Allerley fmaakelyk 'Luikergebak, Banket, Marfepeinen en foorten van Marmeladen gereed te maaken; insgelyks Tabletten van allerley Vrugten. Om Wyn van roode