VERZAMELING jjoC van PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDE. RE AUTHENTYKE STUKKEN. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GE. BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXV1I, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. -7.f.vf-n- en- Dertigste Deel. Te C A M P E 2V, Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, M D C C XC L   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN XXXVIIfte DEEL, VAN DEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. N°. 2818. Refolutien van de Provinciën Gelderland, Zeeland, Utrecht, Overysfel en Stad en Lande, van den 27 April en 4 May, 7 May, 31 Maart, 16 en 11 May, en 2. May 1787, houdende den voet van derzelver Confent in de Ordinaris en Extraordinaris Staaten van Oorlog voor dat jaar, door 'de Heeren hunne Gedeputeerden ter Generaliteit ingebracht. , bladz. 1. — 2819- Addres van 35 Ingezetenen van Appingadam aan Burgemeesteren en Eedgenooten aldaar, van den 16 Febr. 1787, 'om de aanftaande Keure der Regeering niet aan zyne Doorluchtige Hoogheid ter Approbatie af te zenden, geaccordeerd den ïgden dito. . . . lladz. 25» ■ 2820. Addres van 59 Ingezetenen van Appingadam aan Burgemeesteren en Eedgenooten aldaar van den 19 February 1787, dat de Keure der Eedgenooten, als naar gewoonte aan zyne Doorluchtige Hoogheid ter Approbatie mogt ■worden verzonden. ..... bladz. 27. * 2 N°. IN H E X  IV REGISTER N°. 2821. Misfive van Burgemeesteren en Eedgenooten te Appingadam aan zyne Doorluchtige Hoogheid van den 22 February 178 7, waar by kennis geeven dat voortaan geenc Keure ter Approbatie zullen zenden. . . bladz. 28. ' 2822. Request van J. G. Kool en Conforten van den 5 Maart 1787» kladgenïe de denegata Juftitia met de dispofuie van Luitenant en Hooftmannen, waar by van Burgemeesteren en Eedgenooten derzelver bericht word gerequireerd, met claufule van jlateering. , . bladz. 30. " 1 ■* 2823. Publicatie van Luitenant en Hooftmannen, den 5 Maart 1787 te Appingadam, tot Jiuiting der onlusten aldaar gefchied. bladz. 32. 2324. Miijive van Luitenant en Hooftmannen aan Burgemeesteren en Eedgenooten te Appingadam van den 7 Maart 1787, waar by interpreteeren de gedecreteerde fta* tus op het Request van T, G. Kool en Conforten, dat dezelve mede relatie heeft op de éédjlaaving der Regeering. bladz. 34. ■ 2825. Misfive van Luitenant en Hooftmannen aan de Heeren Staaten van Stad en Lande , van den 12 Maart 1787, ever het voorgevallene te Appingadam, en het ver' richte aldaar door hunne Gecommitteerden. . bladz. 35. ". ' 2826. Misfive van Burgemeesteren en Eedgenooten te Appingadam aan Luitenanten Hooftmannen, van den 12 Maart 1787, waar by declineeren op 't Request van J. G. Kool en Conf. te berichten, en aan de den sden dezer daar op gedecreteerde flatus, te defereeren. . . bladz. 44. »■ ■ 2827. Misfive van de minderheid der Regeering te Appingadam aan Luitenant jn Hooftmannen, van den 12 Mmt  sis STUKKEN. V Maart 1787, waar by hun gedrag omtrent het Request van J G. Kool en Conf , en de daar op gedecreteerde fta> tus van den sden dezer open leggen. . . bladz. 46. N°. 2828, Request van 107 Burgers en Ingezetenen van Appingadam aan Luitenant en Hooftmannen, den 15 Maart 1787 ingediend, waar by hangen over de ha?ideh";s van Burgemeesteren en Eedgenooten aldaar, in 't viol eten der gedecreteerde flatus van den Sden dezer ■ en daar tegen fatisfaüie verzoeken. ..... blaas 47. . 2829. Refolutie van Luitenant en Hooftmannen van den 15 Maart 1787, waar by de Prokureur-Generaal wordt geauthorifeerd, tegens de Overtreeders van de den $den dezer verleende flatus te procedeeren, zoodnar.ig als ten m?ih" tien van het recht van de Hooge Overigheid zal vermeenen te behooren. bladz. 53. ., 2830. Tweede dispojitie op 't Request van J. G. Kool en Conforten den 5 Maart 1787 ingedient, van den 15 Maart 1787, waar by de deliberatien daar over provifioneel worden gediffereerd. ..... bladz. 54. , 2831. Mifjive van Luitenant en Hooftmannen aan de Heeren Staaten van den 2 4 Maart 1787, waar by van den geheelen toedracht van zaaken te Appingadam, met appli. catie der Jlukken, kennis word gegeeven. . bladz. 55. » ' 2832. Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de defenfie dezer Provincie van den 27 Maart 1787, nopens dg Misfive van Luitenant en Hooftmannen van den lïden deZtr, met een Concept-Antwoord en de remarques daar op. • bladz. 64. 1 1 " 2833» Breedi Raads-Refolutie van dsn 31 Maart 1787, * 3 om  VI REGISTER om te inquireeren op het gedrag van hunne Richters in de 0 -.melanden, en byzonder op die van den Dam. bladz. 71. N°. 2834 Refolutie van Luitenant en Hooftmannen van den 16 April 1787, waar by de Prokureur-Generaal word geauthorifeerd, om B. Knypinga Bouwmeester, E. Houwerzyl Kerkvoogt, Klaas Thomas Schuttenrichter, Harmen Gerrits Gasthuisvoogt, Joh. ter Haar Kluft' meester, J. Fryma Kluftweester, L. Tonkens Burgemeester en J. Jentzema Kiuftmeester, wegens het violeeren der op den sden Maart gedecreteerde ftatus, by dagvaard ^ in Perfoon te aQioneeren. . • bladz. 72. »■ 2835. Advyfen der beide Leden van Staat van den 24 April 1787, over het Request van L. Tonkens en Conforten Eedgenooten te Appingadam, over de dagvaarding in Perfoon voor den Hove, doot den Heer Prokureur-Generaal gedaan, waar over nadere dispofitie verzoeken, bladz. 73. . 2836. Misfiv: van den Breeden Raad der Stad Groningen aan Luitenant en Hooftmannen van den 28 April 1787, waar by kennis geeven dat op 's Hoves Misfive aan de Staaten van den inflen Maart jongst, nog niet is gedisponeerd, en dus, om opgegeevene redenen verwachten, dat alles intusfclien in furcheance zal Uyven. . bladz. 74. » 2837. Misfive van Luitenant en Hooftmannen aan den Breeden Raad der Stad Groningen van den 30 April 1787» in antwoord op derzelver van den 28/len bevoorens, dat aan die verwachting niet kan worden gedefereerd, dan dat om redenen eenig dilay hebben verleend. . . bladz. 77. — 2838. Misfive van Luitenant en Htoftmannen aan de 1 eeren van de Ommelanden , van den 30 April 1787, waar by kennis geeven van de ontfanger.e Misfive van den Bree-  m e a • S T ü K K E N. VU Breeden Raad van den 2Sjlen dizer, en van 's Hives ant' ■woord aan denzelven van heden. . , bladz. 79. N*. 2839. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan Luitenant en Hooftmannen van den 29 Juny 1787, met derzelver Refolutie gevallen op de Misfive van Luitenant en Hooftmannen van den poften April jongst, zich beklaagende over het attentaat op de Souvereiniteit door de Heeren van de Stad, en dat het Hof, aan men alleen de uitoeffeving der Juftitie is gedemandeerd, daar in wordt belemmerd. bladz. 81. ■ 2840. Request van ƒ. G. Kool en Conforten, den 13 Augustus 1787 by Luitenant en Hooftmannen ingediend, tendeerende om, te erlangen dispojitie op hunne AHresfen den Sden en 1 sden Maart jongst gedaan, over het violeeren van de by den Hove gedecreteerde ftatus, met 's Hoves dispojitie daar op van den 4 September 1787. . bladz. 88. ■ ■ ■ 2841. Refolutie van Luitenant en Hooftmannen van den 8 OScober 1787 , waar by de Prokureur-Generaal wordt gelast, de dagvaardingen in Perfoon tegen de Eedgenooten van Appingadam den igjien April jongst gefurcheerd, te vervolgen ■. . . bladz, 90. ——— 2842. Refolutie van Luitenant en Hooftmannen van den 17 Oltober 1787, op de Requesten den iden dezer ingediend , waar by alles , wat tegen 's Hoves decreeten van_ den sden Ji/laart jongst is verricht, wordt geannulleerd. » . . . . ... bladz 90. »■■■ 2843. Refolutie der Heeren Burgemeesteren en Eedgenooten te Appingadam van den 27 OBober 1787, waar by. alle Refolutien en Alten van het Eedgenootfchap federt 't iegin van 't jaar 1785 g'jlagen, worden vernietigd en bui- * t m  VIII REGISTER ten ejfeü gefield. . ; hladz. 92. N°. 2844. Sententie gevallen by Luitenant en Hooftmannen den 19 QEtober 1787.. tegens Burgemeester L. Tonkens, e;? verdere Eedgenooten te Appingadam. . . bladz. 93, *-1 111 2845- Breede Raads Refolutie van den 19 May 1787, over 't gedrag der Heeren Gecommitteerden van de Stads zyde ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden, en -waar na hun in 't toekomfiige hebben te gedraagen. bladz. 96. » 1 2846. Notulen van den Landdag van Stad en Lande van den 13 Juny 17875 of Propofitie der Heeren van de Ommelanden , nopens eenige poinBen in een fecreet Befoigne by Hun Hoog Mogenden ontworpen ter voorkoming van eene fcheuring in de Unie bladz. 99, ." 2847. Notulen van den Landdag van Stad en Lande van den 22 Juny 1787, over het zelfde onderwerp, bladz. ioo» ~ ■ ■■ 2848- Notulen van den Landdag van Stad en Lande van den 29 Juny 1787 , nopens het geproponeerde van den ï^den dezer op de Staatsvergadering. . bladz. ior. — 2849. Notulen van den Landdag van Stad en Lande van den 5 July 1787, over het zelfde onderwerp, bladz. 104, «— 2850. Notulen van den Landdag van Stad en Lande van den 17 July 1787, als nog over het zelfde onderwerp. • • • ..... bladz. 105. p 2851. Order van het Gerichte van Zandeweer cum annexis aan de Gerichtsbedienden, van den 12 Juny 1787, om te waaken voor de ongefioorde Godsdienstoefening. bladz. 106. > 2852. Order van het zelve GeresLti op deWedman, vm  dis STUKKEN. JX van den 16 Juny 1787, om in cas van disordres onder of va den Godsdienst, het Gennotfchap te hulp te roepen, die 't zelve niet zal vermogen te weigeren. . bladz. 107, N°. 2853. Verzoek van den Predikant te Zandeweer, den 17 Ju?iy 1787 in de Kerk aldaor voorgedraagen, en aan den Kerkenraad overhandigd ter aflegging der bloemen, bi. 108. . ■ ' ■' 2854. Refolutie van Luitenant en Hoefmannen van den 17 Juny 1787 op het Addres van de Pzgezetcne» van Zin. deweer, om derwaarts eene Gecommitteerde uit het Plof met de Prokureur-Generaal en een Secretaris te zenden, ter ftilling van de ontjlaane onlusten. . . bladz. 109. ——- 2855. Refolutie van Luitenant en Hooftmannen van den 21 Juny 1787, na gehoord Rapport der Heeren Gecommitteerden om tegens J. Dekens Predikant te Zandeweer en ]. Janssonius Predikant op 't Oostérnieland, by dagvaarding in Perfoon te procedeeren; en om voorts de Pi rfoonen van Klaas Arents en Lammert Gerrits in 's Hoves gevangenis te doen overbrengen. . bladz. 110. « 2856. Request van eenige Ingezetenen van Oldenzyl en 't Nyland, van den 4 July 17875 klaagende over het doortrekken by nachte van gewapende Manfchappen, en p» ver achteloosheid van den Richter. . . bladz- 111. »' 2857. Crimineel Vonnis door Luitenant en Hooftmannen den 26 July 1787 geveld tegens Klaas Arents. ... , . , . . bladz. 112. ■n 2858. Crimineel Vonnis door Luitenant en Hooftmannen den 26 July 1787 geveld tegen Lammert Gerrits, ..... ... bladz. 114. —— 2896. Refolutie der Heeren Staaten van Stad en Landevan den 1 December 1788, op de gegeevene opening en communicatie der Heeren Gecommitteerden tot handhaaving van ie gevestigde Conftitutie dezer Provincie, van ee ge aan htm gedaane onderzoek voorgekomene zaaken. met relatie tot de Predikanten Joh. Dekens, Jac. Janssunius, Wilh. Leonard Hanenberger en Gerrit Jacob GeORG Bacot bladz. 221. - -^897. Publicatie der Heeren Staaten van den 1 December 1788, waar by 100c Guldens wordt uitgeloofd aan die G. J. G. Bacot, Pr,dikmxt te Eenrum, in Hun Ea. Mogendens macht -zal weeten te bezorgen. . bladz. 228. — 2898. Reauifitoriaal-Brief van de Gecommitteerden m band-  XVI REGISTER handhaaving van de gevestigde Conftitutie der Provincie Stad en Lande van den 30 December 1788, aan de Hoog Graaft. Bentheim Steinfurtfche Regeering , ter intrekking * van den gewezen Predikant G. J. G. Bacot. bladz. 229. N°. 2899- Antwoord van de Hoog Graaflyke Bentheim Steinfurtfche Regeering van den 27 January 1789» op voorjchreeven Misfive, waar by het verzoek tot intrekking van G. J. G. Bacot declineeren. ï . i bladz. 229. , 2900. Deduüie en Supplicq aan zyne Erluchtigheid des Heil. Roomf, Ryks regeerenden Graave van Bentheim Steinfurt, overgegeeven door Ds. G. J. G. Bacot, gewezen Predikant te Eenrum,, met de geveegde Bylagen A, B, C, D. . • • • • • bladz. 229. m 2901. Declaratoir of opentlyke tegen-Verklaaring voor Ds. G. J. G. Bacot, aan eenige Courantiers ter plaatzing toegezonden van den 21 December 1788. . bladz. 229. . 20O2. Wagt-Orden voor de Compagnie Vrywilligers te Eenrum van den 23 Maart 1785- • • Uadz- 230. 2903. Brief uit Amfteldam gefchreeven den 20 September 1787. over de reden van de verlaating van Utrecht. bladz. 230. . 2904. Brief van Ds. G. ]- G. Bacot aan de Groninger Courant-Drukfter, van den 24 September 1787. bladz. 230. \ , 2905. Sententie van Luitenant en Hooftmannen van den 29 January 1789. tegen Hendrik Calt, over baldaadigheden te Appingadam begaan. . • bladz. 230. 29c6. Autpotjfatie op den Heer ProkwwzGemraal van den  der S t ü Ë X È N. XVII- tfett 13 February 1789» om over —— 2922.'Decreet van Luitenant en Hooftmannen van den 25 Augustus 1788, om Jacobus Fruytier en Tjeerd Jans Lantinga in te trekken. . . . 2(So. —— 2923. Sententie van den 10 OSoie»- 1788, tegen ]A* cobus Fruytier, den Hove gepronuntieerd. bladz. 261. 2924. Misfive van Luitenant, en Hooftmannen aan de Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 11 Oüober 1788, waar by kennis gegeeven word van de Sententie tegens J. Fruytier geveld. ... Uadz. 267. > 2925. Staats-Refolutie van den 19 November 1788, ge- vallen op de Sententie tegen J. Fruytier van den \cden, tn op de Misfive daar over van 't Hof den uden dezer, met 't gene daaromtrent by de Heeren van de Ommelanden is gerefolveerd.^ ..... . Uadz. 26*. -. 2926. Sententie van Luitenant en Hooftmannen tegens Tjeerd Jans Lantinga, van den 5 Maart 1789. bladz. 268. —— 2927. Publicatie van Luitenant en Hooftmannen van den 27 Juny Ï787, tegen de baldaadigheden, welke 'er * * 2 y  X|f ' R E é ¥ S T: E«ft' fl£ 't Zant en elders piaats hebben. . ' . &Ws. *YV $>,é^M# van DireBeuren der Burger-Sociëteit té ' Meppelt-aan-de Gommisfte der Correspondentie te Gronin' gen, van den 17 Juty 1787. « • • bladz. 275. 2029. Mii/Zve van de Commtsfte der 'Correspondentie te Groningen aan DireBeuren van de Vaderlanêfche Sociëteit -te Meppelt, over het gedrag der Militairen te Groningen van den 28 July 1787. , . • • bladz- zj^ ml 2930. Staats-Refolutie fèn den 17 July 1787. **» de'tngetototne'beHchten over hei gedrag van-het Regiment van den Generaal Luitenant van Sommeri.atte , gefield worden in handen van den Heer Prokureur-Generaal dezer Provincie tot nader onderzoek. • • bladz- 276. «—— 2931. Misfive der.Heeren van de Ommelanden aan Hun Hoog Mogenden van den 14 September 1787 vaar by haagen over de infraBie hunner Rechten door de Heeren van de Stad met het 'invadeeren der 'Ommelanden door gewapende Manfcjiqppen.- . - • • bladz. 277. _ . 2932. Misfive - van dezelven aan xyni Doorluchtige Hoogheid van den i\ September 1787, «* verzoek om hun Addres heden by Hun Hoog Mogenden gédaan, te ap- • * . bladz. 277. piijeeren ♦ '' — 2933. Refolutie van Hun Hoog Mogenden van den 22 September 1787, «p de Misfive der Heeren van 'de Ommelanden, waar ly het'belang van"de Stad in dezen verzoe- . len, met exhortatie, om zich te onthouden win 't gene aanleiding m verdeeldheid zoude #«W* .« • 27S" No.  nu S T ü E K E- N. XXf N«. 2934.'Propofitie der Heeren Gedeputeerde Staaten 'van Stad en Lande, den 16 September 1787 ter ultfchryving van den Landsdag gedaan, om in deze hachelyke tydsomftandigheden te willen vergaderen, en ten nutte van den Lande en diens Ingezetenen befluiteif te memen. ". 'bladz. 219. 2935. Misfive der Heeren van de 'Ommelanden aan ds Heeren van de Stad van den 26 September 1787, waar by dedareeren , dat zoo lang geen fatisfalïie over het vio< keren van hun Territoir hebhen bekomen, noch Staatsvergadering,, noch Provinciale Comnisfim ziMen hmden: • • . bladz. 281. 1 2936. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 2-6 September 1787., waar by wegens het fchenden van hun Territoir door de Stad, voor dat Satisfactie hebben bekomen, de Staatsvergaderingen en Provinciaale Commisfien afbreeken , alle Generaliteits en Provyiciaa[e Commisfien fut' cheeren. uitgezonderd de Heeren Gedeputeerden en de Rekenkamer in tantum bladz. 28ü — 2917. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 26 September 1787, waar by wegens het f dienden van het Ommelander Territoir met gewapend Folk door de. Stad, het Stapelrecht nu en voor altoos vernietigen, en de Ingezetenen daar ggm ptorawlctttn. . . . bladz. 28a. —- 2938. RifilMit der Heeren van de Ommelanden van den 26 Stptembtt 1787, waar by om die zelve redetien SfcWÖ PiaWtffl Mii den 31 December 1784 en 24 Jinuarj 1735, vwr 349 verre de Ommelanden betreft, voricn Uitten ef«H gifive van den i6ften September jongst, accepteer.ende \ de voorgeftaagene befoignes, om te bepaalen de pointten van 1 Satisfactie voor de Ommelanden, mits daar toe geen Ge- ■ ' committeerden werden benoemd, welke tot de disfentie heb- • ben gecoöpereerd.' , ' . . . . bladz- 285= 1; 2943. Misfive van Burgemeesteren en Raad aan de Hee- • ren van de Ommelanden van den 13 O&ober 1787, waar, by Gecommitteerden benoemen tot het byleggen der differen- ■ ten; met verzoek dat zulks insgelyks by de Heeren van de, O'iwaelanden gefchiede, . « . . bladz. 285»  bek STUKKEN. x^XIIJ NA 2944. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan de Heeren van de Stad van den 17 Oüober 1787, waar by met Heeren Gecommitteerden, den i^den dezer by de Stad benoemd, de Commisfie tot asfopiatie accepteeren, en mede hunne Heeren Gecommitteerden opgeeven. . bladz. 286. i.i 2945. Verfcheide voor/lagen en overgiften door beide Leden van Staat, ter wegneeming der onderlinge gefchillen gewisfeld, als van den 6 November 1787. bladz. 286. i-r-— 2946. den 15. : ; : . bladz. 286. 2947. den 30. ' . . . . . bladz. 286. mm 2948. den 4 December 1787. . , bladz. 286". 1 2949. den 10. ..... bladz. 226. , 2950. den 21. . .. ..... bladz. 286. . . 2951. den 18 January 1788. . . bladz. 286. . — 2952. den 19. . . . . bladz. 286. S 2953. den 28. . . bladz. 286. * 2954. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan zy. ne Doorluchtige Hoogheid van den 6 February 1788, waar by klaagen over de behandeling van Hun Hoog Mogenden,. over 't gedrag van Burgemeesteren en Raad , en over de Heeren Gedeputeerde Staaten, verzoekende deszelfs gezag, om de Landdagen weder te houden. . . bladz. 28 7. ;■■ 2.955- Misfive van den Breeden Raad der Stad Groningen aan Hun Hoog Mogenden van den 12 February 1788, •waar by kennis'geeven, dat de Heeren van de_ Ommelanden * * 4 de  XXIV lt E ö I S' T-' E R de befoignes. iervereeniging hebben qfgebre-oken', m'dk ■ eerlang humte b'e'iangens tegen de Ommelanden zullen over, ^nden. Uadz. 2g7_ N'. 2956. Refolutie van Hun Hoog Mogenden van den ig February'17 Ü op de Misfive van de Stad van den nden dito, waar.by ;de/Gedeputeerde Staaten van Stad eh Langt worden gelast, tegen den ziften of 2%jïen dezer de Land* dag uittufch-yven, beide Leden van Staat geêxhorteerd, Gecommitteerden te benoemen tot asfopiatie der gefchillen, en om by imn fucces ïxef zes wieken ieder hunne belangeiis in te brengen. ^ . . . . , , blac}z. 287. - 2957- Misfive der Heeren Gedeputeerde Staaten aan ■ Hun Hoog Mogenden van den 20 February 1788 , dat . aan 't verlangen van Hun Hoog Mogenden. reeds by anticipatie in 't affchryven van de Landdag was voldaan. " * - • • • • bladz. 288. *. 2958. Misfive der Heeren van de Stad aan Hun Hoog Mogenden van den 23 February 1788, dat van hunne zy de in allen" opzichten door 't benoemen zelfs van Gecommitteerden hebben gedefereerd. . . . bladz. 2 88. 2959- Misfive der Heeren van de Stad aan de Heeren van de Ommelanden den 23 Eebrtiary 1788 gefchreeven, waar by kennis geeven, dat volgens aanfcliryving van Hun Hoog Mogenden van den iSden dezer, Gecommitteerden hadden benoemd. ... . bladz. 288. — 2960. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan Hun Hoog Mogenden van den 25 February 1788, dat uit hoofde der expiratie van de êêden den Volmachten op den 2iften February, niets kunnen befiuitén op derzelver Misfive van fan  i> «Vr s t é I f I n. " XXV den rtden dezer. bladz'. 288. n*. 2961. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan de Heeren van de Stad van den 27 February 1788, dat zoo fpoedig de monfiering der Ommelander Comparantengehow den is, derzelver Misfive van den 2"ifien February jongst ter deliberatie zullen brengen. . . • bladz. 289. mmm 2962, Misfive van Burgemeesteren en Raad aan Hun Hoog Mogenden van den 14 Maart j788 , waar by kennis geeven dat aan hun kant Gecommitteerden, tot asfopiatie met de Ommelanden hadden benoemd, dat daar ook van aan de Heeren van de Ommelanden kennis hadden gègeeven, doch dat dezelven de deliberatien daar 0ver tot na hun gehouden monfiering hadden gediffereerd. , . . bladz. 289. 1, 296 ï. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan Hun Hoog Mogenden van den 8 April 1788, waar by over de • wyze van handelen ten hunnen opzichte, zoo door Hun Hoog Mogenden als door de Heeren van de Stad, klaagen. ' m * bladz. 289. ... 2964. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan de Heeren van de Stad van den^S April 1788, waar by de. clareeren, de by Misfive van den 23fien February jongst . voorgejlagene befoignes wel weder te willen hervatten, zoo vooraf de Souvereiniteit der Ommelanden worde erkent enz. bladz. 290. 1 . . ... —— 2965. Extraiï uit, de Landdags befoignes van de Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 1$ April 1788, iehelzende de wedtrzydfche Pretesten over het houden der  XXVI REGISTER der Staatsvergaderingen, mitsgaders derzelver Rejolutiei ••••••• bladz. 290. N<\ 2966. ExtraB uk de Landdags befoignes van de Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 4 Juny 1788, over het reëntameeren der Staatsvergaderingen. . bladz. 291. « 2967. Misfive yan den Breeden Raad der Stad Groningen aan Hun Hoog Mogenden, van den 1 July 1788, ter wederlegging van de Misfive van de Heeren van de Ommelanden van den Sjlen April jongstleeden. . bladz. 293. -'-! . r-" 2968. Publicatie van Burgemeesteren en Raad in Gro, ningen, van den 26 September 1787 , waar by een ieder vergund word Oranje-tekens te draagen, zonder verders iemand te mogen molesteeren in perfoon of goed. * • ? t ï • » • • bladz. 293. --—. 2969. Publicatie der Heeren van de Ommelanden van den 26 September^ 17x7, waar by wegens het fchenden van het Ommeiander Territoir door de Heeren van de Stad, het Stapelrecht vernietigen, en de Ingeztenen daar tegen met alle diens gevolgen guarandeeren. . . bladz. 293. 2970. Publicatie der Heeren van de Ommelanden van den 26 September 1787, waar by de Staats Plakaaten van den 31 December 1784 en en 24 January 1785 intrekken, voor zoo verre de Ommelanden betreft, de Genootfchappen disfolveeren, en een ieder permitteeren zich met Oranje-lin. tén te verderen. . , ... bladz. 293. >' 2971. Publicatie van Luitenant en Hooftmannen van den 10 OBober 1787, tegen aUe oproerige famenrettingen in ds Ommelanden. . . . . . bladz. 296.  der STUKKEN. XXVII N°. 2972. Publicatie van Burgemeesteren en Raad van den 15 OBober 1787, tegen het pleegen van alle baldadigheden in de Stads JurisdiBien, en waar by in dezelve alle Exerciiie-Genootfckappen worden gedisjolveerd. . bladz. 296. —— 2973. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan Luitenant en Hooftmannen van den 17 OBober 1787, waar by hun over het publiceeren en den inhoud van derzelvet Plakaat van den loden OBober jongst beklaagen, op de intrekking infleeren, met bedreiging van ejficuieufe middelen daar tegen te willen adhibeeren. . . bladz. 2g6i VE8*   VERZAMELING .... VAN placaaten, resoluties en andere! authentyke stukken enz. BETREKKING hebbende TOT de gewigtige gebeurtenissen, IN de maand september 1787, bevooren en vervolgens, in DE republiek der vereenigde nederlanden voorgevallen. No. 2818. Refolutien van de Provinciën, Gelderland. Zeeland, Utrecht, Overysfel en Stad en Lande; van den 27 April &n 4 May, 7 May 31 Maart, 16 en li Ij, en i May 1787 , houdende den ■ voet van dirielver Confent in de Ordinarii en Extraordinaris Staaten van oorlog voor dat jaar, dooi de Heeren hunne Gedeputeerden ter Generaliteit iflfc gebracht. Exhibitum 7 May 1787. Extraft uit het Reces des Landdag;, in Aè pril en May 1787 exifaordinarie binnen de Stad van Arnhem gehouden. P'eneris den 27 April 1787. ■ 9^lfDffen eere Misflve van Hun Hooe MogenaaXVII. Deel. A lea/»  e Verzameling van Stukken betrekkeiyk tot I*- *. . . ,'i ik •. *, , *"'• *ïw den, gefchreeven in 's Hage den 2ofi:en December laatstleeden, boudtDde, dat wel gewenscht had. den voor het eindigen van het jaar aan Hun Jiclei Mogenden en de Heeren Staaten van de andere Pro. viocien , te hebben kunnen toezenden den Ordinaris eB. Extraordinaris ftaat van Oorlcg voor het toen volgende cn thands loopecde jaar, maar dat diezelve reden die Hun Hoog Mogenden in den jaare 1785 daar in hadden verhinderd, ep aan Hun Ed. Mogenden bekend was , Hoogstdezelven zulks als nog kwam te beletten; en verzoekende mitsdien, om geduurende de deliberatien daar over, de betaalinge van de Militie en de verdere lasteD daar in begreepen, by provifie te coptinueeren opdenzelven voet, als in den jaare 1786 was gefchied, ter tyd en wylen dat een nieuwe ftaat van Oorlog m gereedheid zal zyn gebracht, waar in Hun Hoog Mogenden'vertrouwen, dat geene der Provinciën om de zaaken niet uit zyn geheel te brengen, zwaarigheid maaken zouden. En hier op gedelibereerd zynde » nebben Hunlui. Mogenden goedgevonden en verftaan, in de continuatie der betaalinge van de ordinaris Militie en verdere lasten op den voet van het voorige jaar te copfenteeren, zoo aje daar in geconfenteerd word mits dezen, met authorifatie op de Gecommitteerdens wegens deze Provincie ter Generaliteit, om hier van ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden de noodige openirge te doen: zullende ten dien einde Extraft dezes aan welgemelde Gecommitteerden worden ingezonden. (Onder Jlond) Pro veto ExtraEfa. (was get.) Bern. Joh. Hoff. Ex-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen» $ £ihibitim 7 May 1787. Extrabï uit het Reces des Land* dags, in April en May 1787 extraordinarie binnen de Stad Arnhem gehouden. Veneris den 4 May 1787. Is gehoord het Rapport van Willem van Haersglte tot Ymt, Landdrost van Veluwe, en andere tiun hd. Mogendens Gedeputeerden, conftitueerende hec gecombineerde Collegie dezer Provin. cie; houdende: dat ingevolge en ter voldoeninge aan Hun Ed. Mogendens Refolutie van den 26ften April dezes jaars, hadden geleezen eD geëxamineerd oen Jixtraordinaris ftaat van Oorlog, by den Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden geformeerd, den 2p December (786 aan Hun Hoog Mogenden geéxhibeerd, en vervolgens mede aan deze r^V^Cle toegez°öden j dat zy Gedeputeerden^ ftadden bevonden dezelve in zich te bevatten drie mendyk?e hoofdPoioöeD> hier in beftaande, naa« 1. De betaalirge der Pennoenen, zoo van deOfncieren, welke voor den jaare 1780, als mede naar voorfchreeven tyd, tot ultimo December 1786, gelyk ook de Officieren welke by uitkoop waren gereduceerd geworden. 2. De verhooginge der Traktementen, als anderszins; en ■ 3- Of Iaatftelyk, de betaalinge der Renten vad ïet |.en.eg°tieerde Kapitaal aan zyne Keizerlyxe Majefteic volgens het Travaat van Fontainebleau aan beloofd. „3at uZ-ld"eFmelde P^en wederom warèd S*1?,10 ^Kapittels, omtrent alle welke vafl poinö tot poincl te detailleeren, zy Gedeputeerden* vermeenden Hun Ed. Mogendens attentie niec Wn? t °PhoLudeD> ™ overzulks zich maar al. ieenlyk zöuden borneeren tot die, waar op by Hud  4- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gedeputeerden confideratien waren gevallen, geJet de verdere ingrediënten , in dezen ftaat wan Oorlog zich bevindende, by Hun Ed. Mogenden bereids waren geconfenteerd geworden, en dienvolgens geene de minste refféftie meriteerden. Dat dan óm aanftonds tot dezer zyds gevallene bedenkingen over te gaaD, in de eerfte plaats zy Heeren Gtd-puteerden onder het 13de Kapittel van de opgeroeide Extraordinuris ftaat, voorkomende onder den naam van G^penfinneerde Officieren van de Corp' Jen, ingevolge Hun Hoog Mogendens Refolutie van den 15 December 1785 en 12 April 17^6, by naauwkeurige examioatie hadden bevonden, daar onder mede gecomprehendeerd te wezen de Officieren van het Corps van den Luitenant-Collorel Sternbach, den Majoor Lega en den Kapitein Wyssenburg , in welker oprechten by Hun Ed. Mogenden tot dato dezes niet was geconfenteerd ; mitsgaders van nog; zestien ftuks Officieren van het Corps vAnSalm, dewelke uit hoofde van de Reductie des voorfchreeven Corps, van Ge.neraliteits wege hadden moeten worden gepenfloneerd. Dat wat de drie eerste Corpfen aanbelangd, zy Gedeputeerdens, geconfid*reerd by Hun Ed. Mogenden in de oprechtinge van die nimmer eenig Cor.fent was gedraagen, dienvolgens naar hunne gedachten zouden vermeenen, dat in de betaaling van die Penfioenen ook niet zoude behöoren getreeden te worden. Voorts aanbelangende de voorfchreeven gedetailleerde Officieren van der, Rhyngraave van Salm, dat, ingeval deze voorfchteeven Officieren zich nog in deze Landen mogten bevinden, en in geen ander Militair emp'ooy naar de gemelde Reductie geftcld zynde, als dan zy Gedeputeerden van gedachten waren, dat die Penfioenen zouden moeten worden goedgedaan; edoch anders niet, waar omtrert zouden vermeenen , dat by den Raai van Staatf n alle attentie zoude behooren te worden ge- flagen. _ 0 Dat  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. £ Dat zv Gedeputeerdens in de tweede plaats op de meergemelde Extraordinaris ftaat van Oorlog, op het 19de Artikel voorkomende, onder den titelj Intezesfep van een Kapitaal van twaalfmaal honder ! «h vyftig dut>end Guldens, ingevolge van Hun Hoog Mo* gtri'ievs Rtfolutie van den li J'4y 1780" genegoiieerd, volgens het Tr'maai op den 8 November tusfclnh zyneK^iz>rlykeMajejteit en d-zen Staat geflootcn, daaromtrent hadden vermeend te moeten naargaan Hun Ed, Mogendens Refolutie van den 22 November 1785, wanr by Hun Ed. Mogenden op de ingekomen M'ffive van Hun Hoog Mogenden, daar by toezenden het defiaief Traüaat tusfehen zyne Krizerlyke Majefteit en dezen Staat ten fine van Ratificatie, haaden verftaan de Gecommitteerdens eer Vergadering te gelasten, om ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden te declareeren, dat Hun Ed. Mogenden de Ratificatie van het definitieve Ttactaat met den aankleeven van dien waren overlaatende aan die Provinciën, door welke de Praïliminairen waren ter conclufie gebracht; dat deze Refolutie klaar en duidelyk aan Hun Gedeputeerdens voorgekomen zynde , van gedachten waren , dat vermits Hun Ed. Mogenden als in dezen niet geconfenteerd hebbende, ook dien ten gevolge met de betaalinge van de Renten van het daar toe genegotieerde K pitaal door deze Provincie te fourneeren, niet zouden behooren belast te worden, èn dien ten gevolge zouden vermeenen, dat daar in al mede geen Confent zoude behooren gedraa» gen te worden. Dat wyders by Hun Gedeputeerdens geene andere bedenkingen gevallen zynde, overzulfos van Advys warpn, dat de Gecommitteerden ter Generaliteit zouden behooren te worden geauthorifeerd», om in dezen ftaat vanQorlog te confenteeren, voor, zoo verre in de Posten by dezen Extraordinairen ftaat van Oorlog vermeld, door de Staaten dezer Provincie van tyd tot tyd is geconfenteerd geworden, en verders niet. A 3 Waa*  6 Verzameling vem Stukken betrekkelyk tot Waar op gedelibereerd zynde, hebben Hun Ed» Mogenden goedgevonden en verdaan, zich met het aargetoogen Rapport te conformeeren. En zal hier van Extract aan de Gecommitteerden ter Generaliteit worden ingezonden, om daar van ter Vergadering van Hun Hoog M°genden de verèischte opening te doen. {Onder Jlond) Pro vero Extraiïu, (was get.) Bern. Joh. Hofe, ISxhibitim 10 May 1787. Extraiï uit het Register van ds 'Refolutien der Heeren Siaa? ten van Zeeland. Den 7 May 1787. By refumptie zynde gedelibereerd op het Rapport den ioden April dezes jaars ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden uitgebracht, op de Misfive van Hun Hoog Mogenden van den 29 December 1780, dienende toe Addres en appui van de daar by gevoegde Copie Misfive van den Raad van Staaten aan Hoogstdezelven van den 2iften te VQoren, welke fubintreerd in plaats van de gewoone generaale Petitie, als mede van een geformeerde Extraordinairen ftaat van Oorlog voor het loopende jaar 1787; en verzoeken Hun Hoog Mogenden om rédenen by derzelver Misfive gemeld, dat Hun Ed, Mogenden daar in gelieven te confenteeren , en wyders de betaaling van de Militie en verdere las. ten in den Ordinairen ftaat van Oorlog begreepen, by provifie te continueeren op denzelven voet als in 1786 is gefchied , ter tyd en wyle dat een nieuwe ftaat van Oorlog in gereedheid zal zyn gebracht: alles breeder by de voorfchreeven ftukk,en vervat. Als  ie 'Geieurtenisfen in 1787 ent. voorgevallen, f Als mede by refumptie op de voorfchreeven Mis» üves. Is goedgevonden en verftaan, de Heeren Ordinaris Gedeputeerden dezer Provincie ter Generalfa teit te authorifeeren, zoo als gefchied by dezen, voor het Advys van deze Provincie te verklaaren, dat Hun Ed. Mogenden met leedwezen vernoomeö hebbende, dat deredenen, waarom den Raad vaa Staaten het voorig jaar vérhinderd was een ordicairen ftaat van Oorlog teformeeren, nog heden dei zelve zyn, niettegenftaande het befoigne toe het reguleeren der Quotes zoo lang by den anderen geweest is, dat de Bondgenooten een vruchtb'iaren uitflag van die deliberatien hadden mogen verwachten, waar door de klachren over de disproportie ia de contributien zoo van deze als andere Provincied hadden kunnen weggenoomen worden, en de verwarring in het ftuk van confenten geprjevenieerd; in welk vertrouwen Hun Ed. Mogenden in de continuatie der betaaling over den jaare 1786 hadden geconfenteerd, en ten welken einde zy hunne inftantien met alle mooglyk empresfement wederom vernieuwen. Dat wyders met relatie tot den gemelden Ordinaris Staat, waar van de Militie een der voornaamfte ingrediënten uitmaakt, Hun Ed. Mogenden niet hebben kunnen nalaaten zich te herrinneren al het inconftitutioneele, het welk ten dezen opzichte heeft plaats gehad, enonaangeziende nadrukkelykfte vertogen van den Raad van Staaten en Advyfen vanfommigen Provinciën, nog actueel plaats heeft; daar een groot gedeelte van de Arméevan den Staat word ontrokken aan de gehoorzaamheid van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer Kapitein^Generaal, de Frontieren van de Republyk ontbloot van de noodige bezettinge, het Territoriaal Recht van de Provinciën verkort, en een gedeelte der Troepes zelfs met ordres voorzien zyn, die haar in het geval zouden brengen van de Wapenen tegen malA 4 kan»  #. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kanderen te moeten gebruiken: alle welke mefuret HünEd. Mogenden befchouwen als van het gevaar lykfte uitzicht voor de vryheid en veiligheid der Bondgenooten, en als het middel, om eene totaale, verwarring in de Armée van den Staat te veróirzaaken: zoo dat men by de bf fchouwing van dezezaaken billyk zou mogen twyfftlen, of de Militie op den ftaat van Oorlog gerepardtieerd wel langer voor Militie van het geheele Bondgenootfchap moet gehouden worden. Dat wanneer men verder refle£teerd op de wanorde in de voornaamfte poincten van de generaale defenfie van den Staat, zoo te Water als te Lande; de verkeerde denkbeelden over de gewich.tigfte {tukker- onzer Conftitutie en Regeeringsform, en de ani» fnofiteit tusfchenf >mmigender Bondgenooten; Bun Ed. Mogtnden moeten vraagen, of het verbond van de Unie nog verder fuhfifteerd dan in den blooteri naam? ja, of het vreemd zou moeten voorkomen, indien een der Provinciën difficulteerde van langer haare finartien te confumeeren ten nutte van een jjondgenootfehap, wiens gronden dagelyks meer èn meer omver geworpen worden? Dat nogthands Hui Ed. Mogenden te veel liefde hebben voor het germene Vaderland, tot wiens opbouw en iuister hunne Ingezetenen zoo merkelyk gecontribueerd hebben, dan dat zy onder de eersten zoude willen zyn, di- de hand leenen aan deflöoping van den band der U ie; dat zy integendeel (zoo lang niet alle hoop van herftel is afgefneeden) Hier allé vermogens zullen blyven medewerken toe bevordering van den wensch door den Raad van Staaten in deszelfs tegenwoordige Misfive uitgedrukt: „ dat de eendracht, de rust, en het ver- trouwen mogen worden herfteld; het Dëfenfie„ wezen behoorlyk bezorgd; de lasten van het s> BondgenootfcHap egaal en vol vaardig gedraagen, „ en deszelfs fchulden richtig betaald; de abvrifen tf verbeterdi de Conftitutie' bevestigd; de Unie » be-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen* 9 ? 3> bewaard; en de Staatsdeliberatien vruchtbaar ge3, maakt worden". Dat uit deze beginfels Hun Ed. Mogenden verklaaren te copfepteeren in de betaaling der Militie en van de verdere lasten van de Unie, begreepen in den laatst geformeerden prdinairen ftaat van Oorlog, by continuatie voor dezen loopeode jaare, en onder irhaefie van de remarques by de laatst voorige ConfenteD gemaakt, voor zoo verre dezelve alsnog van applicatie zyn. ' En betreffende den extraordinairen ftaat van Oorlog, dat Hun Ed. Mogenden verklaaren dezelve tq coDfenteeren , in zoo verre de posten daar op gebracht zyn, ingevolge de Refolutie van Hun Hoog Mogenden met volkomen concurrentie van deze Provincie genoomep; te weeten: de Penfioenen der (>$• eieren in en voor den jaare 1752 gepeufi^neerd; de Penfioenen aan de Leden en Suppoosten,van den gewezen Hoogen Krygsraad; het ex raordinaris Tractement van dep Collonel Spren.gporten; de verhooging der Traktementen ,aan de Ingenieurs; de vyf laatst opgerichte Compagnien Artfiltristen; en éindelyk, het fubfidie voor het vyfde Batailjon van Waldeck, volgens de Conventie daar over gefloten, en gerememoreerd by de Misfive van den Raad van Staaten aan Hun Hoog Mogenden van den 8 February 1787. Van alle welke Kapittels de nadere repartitie zal worden afgewacht, gefchikt op zoodaanig eenen voet, dat de Provincie in haare Quote ten aanzien van de geconfenteerde posten niet bezwaard is; in welken gevalle Hun Ed. Mogenden bereid zya hunne Quote volgens die te maakene repartitie te voldoen. Dat Hun Ed Mogenden het tlunds onnoodig achten op nieuw te herhaalen de redenen, waarom zy de overige Kapittels en Posten van den Extraordinaris ftaat niet kuBnep aapneemen, padien deze redepen byopderfcheide gelegenheden van ingebrachte Advyfen over dezelve poinften aan de BondgeA j noo-  tö Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot nooten zyn opengelegd, welke Hun Ed. Mogènde» als nog blyven inhsreeren. En zal Extract dezer Refolutie aan voornoemde Heeren Ordinaris Gedeputeerden ter naricht worden gezonden. (Onder Jiond") Accordeerd met voorfchreeven Register^ (was getj W. A. de Beveren. Exhibitum 10 April 1787. ExtraEt uit de Refolutien der Edel Mogende Heeren Staa* ten 's Lands van Uirecht. Saturni den 31 Maart 1787. Is èehóord het Rapport van de Heeren Hunner Ed. Mogenden Gecommitteerden tot den Staar van Oorlog, ingevolge en ter voldoèninge van Hunner Ed. Mogendens Refolutie Comrni.«foriaal van den oden February jongstleeden, hebbende geëxamineerd de Misfiye van Hun Hoog Mogenden van den sollen December daar te vooren en de daar by aan Hun Ed, Mogenden overgezondene Extraordinaris Staat van Oorlog voor dit loopende jaar, geaccompagneerd met eene Misfive van den Raad van Staaten, inhoudende een detail van de Traktementen en Penfioenen daar op gebracht, met de redenen daar toe dienende. Waar op gedelibereerd, en gelet zynde op de Confideratien en het Advys dezen aangaande, by voornoemde Heeren Hunner Ed. M .genden Gecommitteerden voorgedraagen, is dien conform goedgevonden en verftaan by Extract dezer ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden te" dèclareeren: dat, zoo lange de zaaken binnen deze Provincie in deise verwarde ficuatie blyven, inzonderheid, zoo laa-  de Gebeurttnisfen in 1787 enz. voorgevallen, ir lange 's Lands Comptoiren binnen Utrecht door ge» Weid overmeesterd gehouden worden, eo het Sou. verein gezag niet herdeld is, by Hun Ëd. Mogen, den geene deiiberatien over den Extraordinaris Staat van Oorlog kunnen worden aangelegd, veel min confent tot eenige betaalinge op voorgaande Staaten van Oorlog kan gedraagea worden: dat Hun Ed. Mogenden, aan wien de voorgemelde disordens, én de onmooglykheid daar uit gebooren, om aan de plichten van het Bondgenootfchap, ingevolge van derzelver vérlangen, te kunnen voldoen, zeer telr harte gaan, en tot ftuiting van welk geweld Hun Ed. Mogenden by derzelver Öondgenooten tot hier toe niet gevonden hebben die hulp, welk de aart van het Bondgenootfchap medebrengt, dat aan Hun Ed. Mogenden werde gepraifteerd; niet te min dö' Heeren Hunner Ed. Mogenden Ordinaris Gedepu ■ teerden zullen authorifeeren, om, zoo lange zulks mooglyk zal zyn, dc Natibnaale Regimenten, op deze Proviode gerepartitieerd, te blyven betaalen, ten einde, aan de eene zyde, hier door te toonen, dat Hun Ed. Mogenden buiten de hoogde noodzaakelykheid niet voorneemens zyn zich aan de lasten van het Bondgenootfchap te onttrekken, maar ook, aan de andere zyde, te doen blyken, hoe genegen Hun Ed. Mogenden zyn, de zaakeo zoo veel doen. ïyk is, buiten eene totaale confulie te houden, immers daar toe van hunne zyde geene de minde aanleiding willen geeven, Verklaarende Hun Ed. Mogenden nog verder, dat het even dezelve redenen zyn van gepleegd Seweld, wélke Hun Ed. Mogenden buiten dait ellen, om de Orionnantieb ofAcquiten, ten Ls ten dezer Provincie by den Raid van Staate op onderfcheide geconcludeerde en alhier geconfenteerde Petitiën, zoo tot de zaakeh van de Zee, als anders, verleend, te betaalen, doordien men niet alleen zich te Utrecht hadde kunnen veroirlooven Hun Ed, Mogenden te ontzetten van het employ der by cas zynde PenniDgen uit de ardinaire inkom- den  12 Verzameling van Stukken betrekkelyk tut ften der Provincie, en dezelve zelfs eigener autho. riceit gedeeltelyk na zich te neemen, en tot (trafbaare oogmerken te employerren, maar ook van die Penningen, welke Hun Ed. Mogenden haddenmoeten negotieeren, om tot de Equipagien ter Zee en andere Extraordinaire lasten va.u het Bondgenootfchap het hunne te kunnen contribueerec, waar door dan ook, tot Hun Ed. Mogendens leedw zen, deze Provincie tegen haare wil en gemanifesteerde genegenheid moeste nalaatig wezen in het p assteeren van die fournitfementen, tot welke de Penningen voor handen waren. Dat Hun Ed. Mogenden liever aan de overweeging van Hun Hoog Mogenden willen overlaate i, welke het einde zal moeten zyn van de verdere voortduuring van deze gepleegde geweldenaaryen en verwarringen, dan hei zelve in alle zyne gevolgen alhier op te noemen; oirdeelende genoeg gelegt te hebben, om Hun Hoog Mogenden t doen opmerken, dat *s Lands Finantiea bedorven, uitgeput, en de Provincie geheel onnuc voor het Bondgenootfchap gemaakt wora; en aldus bereids word bevestigd, het gene Hun Ed, Molenden meermaalen by andere gelegenheden aan Hun Hoog Mogenden, en aan de refpedtive Bondgenootea, met allen ernst, doch tot hier toe zonder gewen«cht fucces, hebben voorgedraagen, dan waar aan Hun Ed. Mogenden iterative reizen hebben verklaard, en als nog moeten verklaareD, geheel onfchuldig gehouden te willen worden. En zal deze Refolutie by Misfive aan de Heeren Gecommitteerdens dezer Provincie ter Generaliteit worden toegezonden, ten einde daar van opening te doen ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden. (Onder ftond,') Accordeert met voorfz. Refolutie, (was get.) Abf. Secret, Ph. Ram. E*  di Gebeurtenis/in in 1787 enz. voorgevallen. 13 Exhibitum 19 Maart 1787. Geëxtraheerd uit het Refolutieboek der Ed. Mogende Heeren Staaten van Friesland. Ontfangen een Misfive van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, gefchreeven in 's Hage den 29 December 1786, houdende, dat wel gewenscht hadden, naar ouder gewoonte, de ordinaire en extraordinairis Staaten van Oorlog voor dezen jaare te kunnen overzenden; doch dat dezelve redenen, die hun voorleeden jaar daar in had verhinderd, als nog exteerde, zvnde dezelve aan de Bondgenooten genoegzaam békend; verzoekende Hun Hoog Mogenden voorts, dat Hun Ed. Mogenden geduurende de deliberatien daar over de betaaling van de Militie en de verdere lasten daar in begreepen by provifie wilden contirueeren op denzei ven voet als in den voorleeden jaare was gefchied, tot tyd en wyle een nieuwe Staat van Oorlog in gereedheid zoude zyn gebracht; waaromtrent Hun Hoog Mogenden vertrouwden, dat geene der Provinciën (om de zaaken niet uit zyn geheel te brengen) zwaarigheid zouden maaken. Houdende de vootfz. Misfive verders, dat den Raad van Staaten aan hun had doen toekomen een extraordinaris Staat van Oorlog voor het loopende jaar, geaccompagneerd met eene Misfive, waar by gedetailleerd hadden de Traktementen en Penfioenen daar op gebracht, met de redenen daat toe dienende, zoo wel als het gene nog verfchuldigd was wegens de aaoichaffing van ligte Troepes in den tyd van nood, en de lakten by het aangaan van Vrede door den Staat op zich genoomen: alles breeder in de voorfz. M^sfiven van Hun Hoog Mogenden en den Raad van Staaten voorkomende. Waar op gedelibereerd zynde, is gehoord'het Rapport door de Heeren Hun Ed. Mogenders Gecommitteerden in het Mindergetal, met Commis- farii-  -t% Verzameling van Stukken betrekkelyk tót farisfen uit het Collegie en 's Jlands Rekenkamer, voorfz. Misfiven en extraordinaris Sta3t van Oorlog geëxamineerd hebbende, ter Vergaderinge uitge. bracht, goedgevonden en verdaan, in de continuatie der betaaling van de Militie en verdere lasten * op den ordinairen Staat van Oorlog voor den jaare 1785 gebracht, op denzelven voet als in den voorleeden jaare te cot fenteeren , en overzulks de Heeren Hun Ed. Mogendens Gedeputeerden te authörifeeren , zoo als dezelve geauthorifeerd worden by dezen, om. overeenkomltig Hun Ed. Mogendens Refolutien van den 5 May 11785 en 24 February 1786, op dat fubject genoomcn, te continüeéfen. En is wyders, geconfidereerd zynde, dat den Raad van Staaten op voorfz. extraordinaris Staat van Oorlog mede heeft gebracht de Militie, welkers oprichting by Hun Ed. Mogenden rèfpectivë Refolutien is gedeclineerd, en dat in de meeste posten op die Staat voorkomendei niet alleen by Hun Ed. Mogenden niet is geconfenteerd; maar zelfs de Conclufie daar van ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden gefcontradiceerd , gerefoU veerd, de Heeren dezer Provincie Gecommitteerden ter Generaliteit te gelasten, om ter Hooggemelde Vergadering, namens Hun Ed. Mogenden te declareeren, dat daarin niet kunnen confenteerenj maar dezelve dirett moeten afwyzen; met bygeyoegde verklaaring echter, dat Hun Ed. Mogenden, wanneer de Raad voorfz. op nieuws een extraordinaris Staat van Oorlog zal hebben geformeerd, waar op geene Militie van andere Posten gevonden wórden , als waar in by deze Provincie mede geconfenteerd is, en op welke dus niet meer als haare Quota conform haar confent gebracht is, zich niet zullen onttrekken dezelve ten fpoedigften in deliberatie te leggen. En dat Hun Ed. Mogenden verders, om voor zoo veel hun doenlyk is, en tot voorkominge van cocfuöe kan dienen, het Collegie Hunner Gedeputeerden hebben gelast, gelyk al mede ge-  de. Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 15 gelast worden by dezen, provifioneèl te continuee. ren in de betaalmge der Posten op den extraordinaris Staat van Oorlog voor den jaare 1785 aangenoo. men, op gelyke voet ais die.betaaling by deze Pro. vincie thands gefchied. En zal Extract dezes worden gezonden aan de? Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit, om zich daar na te gedraagen. . Aldus gerefolveerd op het Landfchapshnis, dea 16 Maart i 787. * (Onder Jïoud,) Accordeert met voorfchreeven Boefc (Lager ftond,) In kennisfe van my, g«.) j. vak Idsinga. •ttz'l si 1 • '■ ' 100% yèn .-o-.a ■•■> , i Exhibitum 7}May 1787. Extratt uit het Register der Refolutien van Riddtrfchap en Sie* . den de Staaten van Overysfel. Ftydag den 4 May 1787. By refumptie gedelibereerd zynde op het Rapi port van de Heeren de Droste van Zallanden andere Hunner Ed. Mogenden Gecommitteerden tot de zaaken van Finantie van den 20ften Maart dezes jaars op het eerfte Lid van de Misfive van Hun Hoog Mogenden van den 29 December des afge. loopen jaars 1780. ^ Is goedgevonden en verftaan, voor dezen loo. pende jaare te confenteeren in de betaaling van de Militie en verdere Generaliteits lasten, uitget/okken op den ftaat van Oorlog van 1785; met uitdrukkelyke byvoeging dan nog, dat vastelyk vertrouwen, dat voor het overgeeven van eenen naderen ftaat  15 Verzameling van Sökien betrekkelyk tót ftaat van Oorlog, of voor en al eer een nieuw confent van wegens dé Generaliteit word gevraagd, dé Compagnie van den Majoor Wildrik binnen onzé Provincie zal Guarnifoen houden, ten einde meri niet in de noodzaakelykheid gebracht worde, orrf in corrrairen gevalle' zich van zulke middelen te bedienen, welke ter handhaaving van de hoögheid en onafhangelykheid dezer Provincie meest gefchikt zullen bevonden worden: eh voorts nog met deze declaratie, ten opzichte van de commandeerende Officier^ van ^de Troepes, die tot het inneemen der Steden' Hattemen El burg zyn gebruikt j dat men v.erwacht had, dat voor en al eer óver dat Krygsvolk weder confent was gevraagd, behoorlyke ftrafFe zoude zyn uitgeoefFend wegens de infolentien en- plunderingen, voornaamently k in de eerstgeffielde Stad gepleegd, en het fchaadelyk gedrag door deze Mihtiê'-gehouden; dan dat ïhen ten blyJte van toegeevendheid, nog voor 't loopende jaar in 't betaalen van die Troepes had geconfenteerd J in verrrouwen, dat eens eindelyk deze zaak met mèer ernst by de hand zoude genoomen , en de fchuldigen naar vereisch van zaaken geltraft wor? den; tèrwyl by ontftentenisfe, men zwaarigheid zoude vinden verder tot zulke Militairen confent te draagen. Wordende de Heeren Gecommitteerden van wegens deze Provincie ter Generaliteit gelast j hier van ter Vergaderinge van Hun Hoog Mo. genden opening te geeven. (Onder Jlond) Accordeerd met het voorfchreeven Register* (was get.) Derk Ddmbar. Ex-  de Geteuitenisfen in 1787 m, voorgevallen, if Zrxhibitum 14 May 1787. . v Extraft uit het Register der Re. folwien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Over* ysfeh Campen den 11 May 1787. . De Heeren de Droste van Zalland en andere Hum Ed. Mogenden Gecommitteerden tot de zaaken vaa Finantie, ingevolge en ter voldoening van derzelver Refolutie Corrimisforiaal van den I4den Maart: jóngstleederi, hebbende geëxamineerd de Misfive van Hun Hoog Mogenden van den 29 December 1786, ter geleide van den Extraordinairen ftaat vaa Oorlog voor den jaare 1787, als mede de Misfive van den Raad van Staaten van den Sften February jongstleeden, geaddresfeerd aan Hun Hoog Mogenden; hebben ter Vergadering gerapporteerd,, dae de Heeren Gecommitteerden van wegens deze Pro» vincie tér Generaliteit zouden behooren te wordea gelast, om ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden te verklaaren, dat Ridderfchap en Steden corH fen teerén in den Extraordinaris ftaat van Oorlóg vooe den tyd van de eerfte zes loopende maanden vaa den jaare 1787; als mede in de betaaling vati de Militie , die ingevolge het Plaö van augmentatiè yanden ij December 178a. was aangenoomeri, docht t'ót nog toe niet is afgedankt; voorts nog in het fubfidie van het 5de Battailjon van Waldeck; ea Zulks in verwachting, dat de overige Bondgenooten niét zullen hèfiteereh binnen dien tyd insgelykji hunne Confenteü in den Extraordinairen ftaat ter Generaliteit in te brengen, en voor zoo verre onder de Bondgénootën mogtén gevbnden worden i die hun confent ih dezefa achterhouden of verweigeren, deze lve nader zullen worden gëpermóveerd hunne Confentèh mede in gelykheid te draagenj alzoo het ih allen gevalle niet kan worden wedërfprooken, dat de betaaling derobje&eh i welke derl XXXVFI: Deel. fi voof»  i8 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot vnornaamen inhoud van dezen Extraordinaris ftaat vin Oorlog opleveren, van die natuur zyn, dat de«ivo niet dan met verbreeking van de goede trouw en gegeeven woord kunnen worden verweigerd; dat hier tegen niet kan nog ;behoord te obfteeren, dat eenige der Bondgenooten, ten tyde van het oprichten van fommige Corpferi ligte Troepes , m dezelve niet hebber* bewilligd, alzoo het evident en zeker is, dat, wanneer de Republyk door eene invafie vaneenen machtigen Nabuur gedreigd werd, en wel doormiddel vaneen groot aantal lichte Troepen, de defenfie van den Lande des tydsabfqluit vorderde, dat de Republyk van eene zekerequantiteit dergelyke Troepen mede voorzien was, en dat dus het non confent in de gevolgen van die toen ter tyd zoo zeer gepaste middelen zeer fterk zouden zweemen, na een affchuiven van een Bondgenootfchappelyke last, ftrydig tegen alle gronden van de Unie, waar van het gevolg zoude moeten wezen , of dat de Penfioenen onbetaald gelaaten worden, en de Officieren, die op dezelve, uit hoofde der refpeüive Capitulatien, een wettig verkreegen recht hebben, van dezelve worden ontzet, tot merkelyke verachtering van het Credit van den Lande, of dat het defeQ van de non confenteerende Provinciën zoude moeten wórden gefuppleerd uit de Kas van de Generaliteit. . Dat Ridderfchap en Steden zich verbeelden, dat geene der Bondgenooten genegen zal wezen, om het eerfte dezer twee alternativen daar te ftellen, alzoo de gevolgen van het discredit van den Lande zoo fchrikbaarend zyn, dat men veilig kan. veronderftellen,.dat wanneer den Staat in het vervolg wederom in diergelyke ongelegenheid, als waar in dezelve zich op het eind van het jaar 1784 en begin van 1785 bevond, mogte geraaken, niemand of zeer weinigen zullen gevonden worden, die met den Staat zullen willen contracteeren tot het daar {lellen van de middelen ter defenfie van den Lande, *!s dan abfóluit gerequireerd wordende: dat Ridderfchap  ii Gcbwtiiïsjeh in i787 éx. mgMileni i> fchap eD Steden echter moeten declareeren, dat, zoo onverhooptelyk fommige der Bondgenootea zouden verkiezen de zaaken tot die Uiterften te doen komen, Hun Ed. Mogenden, die door de prsftatie van hun op zich zelfs gering, doch in eifeÉte naar maate van hunne krachten zeer bezwaarend aandeel in de lasten van het Bondgenootfchap, het Credit van den Lande niet kunnen fauveeren, als dan geen reden zien, waarom zy zich der zaaken meerder: zouden aantrekken, dan andere hunner Mede-Bondgenöoten;ehovêrzulkszeer lichtelyk het voorbeeld van anderen, hoe zeer met den uiterften weerzin * zouden kunnen volgen; overlaatende de Verantwoording van de confequentieni hier uit nioetende refulteeren , aan diegenen, welke daar toe oirzaak zitI-> len móeten geeven. Terwyl Ridderfchap en Steden „ wanneer het defect van de verweigerde Provinciën, zoude moeten gevonden worden uit de Kas van de Generaliteit, zich mede van dat middel, in gelykheid van andereni gedenken te bedienen, door de betaaling huhoer lasten mede aan dat Fonds over te laaten, alzoo Hun Ed. Mogenden j hoe zeer zy deze Kas tot diergelyke betaalingen óngefchikt oir. deden, het zelve recht op dezelve pro Quota alseen hunner Medé-Bondgenooten vermeenen te hebben. Dat Ridderfchap ên Stéden dan nog in dezen Ex-ï fcraordinaïren ftaat van Oorlog confenteeren voor den tyd invoegen hier boven uitgedrukt, onder beneficie van dé volgende remarques, en in verwachting, dat het montant der fomme, welke ha gedachten van Ridderfchap en Steden, ingevolge de volgende remarques, te veel op den voorfchreeven ftaat van Oorlog op de Repartitie van fommige Provinciën is gebracht, voor het volgend jaar behoorlyk zal worden geliquideerd; ën wel, i. Dat Ridderfchap en Steden hebben bevonden,' dat de Officieren, welke met behoud van hunne Compagnien uit de Ordinaris Militie zvn oVergegaan alsHoofd-Öfficie'renin de ligte TroeB 2 pesj  20 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot pes, op den Extraordinairen ftaat van Oorlog gefteld zyn» met hunne volle Penfioenen geattacheerd zyn aan de qualiteit, waar in dezel» ve zyn gepenfioneerd ; Hun Ed. Mogenden daar en tegen van oirdeel zyn, dat de Penfioenen van die Officieren op denzelven ftaat niet hooger hadden behooren te worden uitgetrokken, dan voor zoo verre betreft hetiurplus, het welk hun ten aanzien van hunnen hoogeren rang by de Corpfen ligte Troepes zoude mogen competeeren; alzoo Ridderfchap en Steden niet kunnen begrypen, dat'er eenige redenen ter wereld militeeren, omdezelvenop een meer favorabeler voet te behandelen, dan alle andere Officieren; dewyl de eerstgemelden niet kunnen gereputeerd worden te verfeeren in de termen van dezulken, welke ter zaake der Capitulatien recht van aanfpraak op de volle Penfioenen kunnen maaken; waar by nog komt, dat dezelve reeds een aanzienlyk faveur hebben genooten, door met behoud van hunne Compagnien bv hunne primitive Regimenten, tot Hoofd-Officieren by de nieuwe opgerichte Corpfen te zyn aangefteld; en dat over zulks Ridderfchap en Steden van oirdeel zyn, dat de Extraordinaris ftaat van Oorlog met het montant van de fommen, voor zoo verre dezelve gemelde furplus te boven gaan, behoord te worden verminderd, a. Dat Ridderfchap en Steden bevonden hebben4 dat op denzelven ftaat van Oorlog ftaat uitgetrokken de post van een Majoor by het vierde Battailjon Artillery, welke post noch op het Plan van augmentatie van 1784, noch op den tweeden Extraordinairen ftaat van Oorlog van 1785 gevonden wordende, Hun Ed. Mogenden vermeenen, dat als min noodzaakelyk voorden dienst van den Lande, behoord achterwege gelaaten te worden. ' 3. Dat Ridderfchap en Steden eindelyk oirdee- len.  * Gebeurtenis/in in 1787 enz. voorgevallen, ar len, dat de Verlooven buiten's Lands aan de gepenfioneerde Officieren van de nieuwe opgeworvene, doch thands gereduceerde Corpfen niet dan zeer fpaarzaam behooren te worden verleend, ten einde dezelve Officieren verplicht worden, om hunne Penfioenen alhier te Lande te verteeren, of den afkoop van dezelve, ingevolge de bepaaling van Hunne Khog Mogenden Relolutie van den 3 May 1785, ce vraagen. JOOi C'El (166 flf»K6>R QKV liüsSi .l:^, Ot' -m -rt Waar op zynde gedelibereerd, hebben Ridderfchap en Sreden zich met het voorfchreeven Rapport geconformeerd. (Onder Jlond') Accordeerd met het voorfchreeven Register, (was get.) X)erk DüMBAR. Exhibitum 8 May 1787, ExtraEt uit het Register der Refolutien der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande. * . • . ■ •■' Woensdag den 2 May 1787. Gedelibereerd zynde over het Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staaten en dezer Provincie Finances, van den 3often April jongstleeden , raakende het be. {>aalde confent in de Extraordinaris ftaat van Oorog, over den jaare 1787; luidende als volgt. B-3 Rap*  4»3 fenmeling van Stuiken betrekkelyk tot Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitie van den Raad van Staaten en dezer Proyincie Finances, Edele Mogende Heeren! Door de Heeren U Ed. Mogendens Gecoamitteerdens, vplgens Refolutie Commisforiaal van dep. Sden February dezes jaars, zynde geëxamineerd de Misfive van den Raad van Staaten aan Hun Hoog Molenden, gefchreeven den 2$)ften December des gepasfeerden jaars, met een bygevoegde Extraordinaris ftaat van Oorlog over dezen jaare, hebben dezelve bevonden in de Misfive voor te komen de redenen , waarom den Raad geene Ordinaris ftaat van 0«rlog heeft geformeerd, zoo als ook in den gepasfeerden jaare niet is gefchied, waar door ver» oirzaakt is, dat het foulaas aan Zeeland pp den Ordinaris ftaat van Oorlog over den jaare 17S5 voor de laatftemaal op dezelve moetende gebracht worden, over den voorleeden jaare is gecontinueerd, en over dit jaar, om alle confufien te vermyden, zal moeten voortduuren: dan alzoo dit diredt ftryd tegens U Ed. Mogepdens Refolutie van den 27 September 1785, zouden de Heeren U Ed. Mogendens C< committeerden van advys zyn, dat, om alle de zwaarigheden, die uit de afwyzinge van de eene of andere posten op den Ordinaris ftaat .van Oorlog ter concurrenter fomme zouden refulteeren, voor te komen, de Heeren Gedeputeerden ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden dienden te dcdaïeeren, dat ü Ed. Mogenden in dat vaste vertrouwen , dat aanftaande jaar een Ordinaris ftaat varjt Oorlog zal worden geformeerd, in de betaalinge van den Ordinaris Staat zullen continueeren, om alle confufien voor te komen; in die vaste verwachtinge, dat deze Provincie als dan zal worden vergoed hunne Quote, zoo zy in dit en 't jaar 1786 jegens, haar uitdjukkelyk Declaratoir in het fubfidie  4e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ,3$ van Zeeland gedraagen heeft, op dar. U Ed. Mogenden niet genoodzaakt zullen worden zich zclven vergoeding te bezorgen. Voorts is op deze Extraordinaris Staat ge bracht, buiten en behalven de gewoohe Penfioenen "a ƒ 11924- : 2 : o in de Ioopende maand, 1. Een rsmuaeratie va^ den Vi- ce-Admiraal Zoutman,'. . . ƒ 200 : o : o 2. De Penfioenen en Uitkoopspenningen aan de lichte Troepes, ter fomme van ƒ 13898 : 1 : 8 3. De Extraordinaris Militaire Trattementen aan den Generaal Graave de Maillebois , de' Collonel Sprengporten, en de Luitenant. Collonel Meyern . ■ ƒ 1926 : 8 : 6 4- De Penfioenen van den Hoogen Krygsraad, ter fomme van ƒ 2951 : 6 : 8 5. De verhoogde Tradtementen der Ingenieurs ƒ 2822 : 10 : 8 6. De Soldyen van het vierde Batailjon Artillerie, met hetTractement van den Majoor, ter fomme van ƒ 11158 : 10 : 5 En eindelyk ten 7. de interesfen van 1,250,000 Guldens, genégotieerd ter betaalinge van tiet tweede termyn aan zyne Roomsch Keizeflyke Majeftëit .... ƒ 4,537 : 10 : e Dus dat de gëheele Extraordinaris Staat in de Ioopende maand bedraagt ƒ <57568 : 0 : , ï Dan waaromtrent ftaat te reflecteeren, dat op dj ze Staat eene menigte Posten zvn gebracht, waar van reeds een gedeelte het gepasfeerde jaar had betaald moeten wezen; anderen, die voor eens op dezen Staat zyn gebracht, als de Af- of Uitkoup3. penningen van eenige lichte Troepes; en anderen, die op de Ordinaris ftaat behooren, maar 'd.m op thands niet hebben kunnen gebracht worden 3 d|- B 4 Wyl  «4 FtrzameUng *ro Stukktr. betrtkkeïyk ut wyl die niet is geformeerd : waarom de Heeren ü Ed. Mogendens Gecommitteerden daaromtrent geërie bedenkingen zyn voorgekomen. Dan al?oo U Ed. Mogenden in de oprichting van de Hesfisfche Brigade niet hebben geco'rff-nteerd, noch ook in het uitgeloofde aan zyne Room zienelyk getal Burgeren en Ingezetenen dezer Stede per Requeste aan óns gedaan, tendeerende om, dien aangaande geene verzending ter Approbatie aan Uwe Doorluchtige Hoogheid te doen, hebbende geconformeerd; vinden wy ons verplicht, Uwe Doorluchtige Hoogheid by dezen daar van behoorlyke communicatie te geeven, met by voeging van hec Copieele Addres, en dat van nu af aan en in 't vervolg geen gedaane Keure der Regeeringsbeftelling ter Approbatie aan Uwe Doorluchtige Hoogheid zal worden geprefenteerd. Den Opperzegenaar fchenke Uwe Doorluchtige Hoogheid, tedergeliefde Koninglyke Gemalin en. Vorftelyke fpruiten, de keur zyner zegeningen» Doorluchtigfte Forst en Heer el Uwe Doorluchtige Hoogheids onderdaanige Dienaaren, Appingadam, den 22 Burgemeesteren en Eedgenoot February 1787. ten van Appingadam. (was get.) L. Tonkens, Profest Ter Ordonnantie der Heeren voorfchreeven. (was get.) H. Aistorphius, SecreU No,  30 Pïriamlihg van Stukken hetrekkèlyk tot No. 282S. Request van J. G. K00L en Conforten van den 5 Maart 1787, klaagende de denegata Jufti» tia met de dispofilie van Luitenant en Hooftmannen waar by van Burgemeesteren en Eedgenooten derzelver bericht wordgerequireerd, niet claufulevan ftatering* Édele Mogende H. Heeren, LüiteNant en HoOFtmannen van de HoOGE JüSTI- tie-Kamer van Stad en Lande. Geeven met den diepten eerbied en vèneratie te kennen, de Kooplieden J. G. Kool en J. Ogiers, als ten dezen fpeciaal gecommitteerd door een zeer groot aantal uit de notabelfte Leden van deBurgery (ja Appingadam, kracht annex verteekende qualincatie; hoe in hét zekere geinformeèrd wordende, dat eene kleinderè menigte van vyf en dertig Perfaönen hun hadden vereenigt, om een door henlieden verteekend Request by de Ed Achtb. Heeren en verdere Eedgenooten der Stad Appingadam in te leeveren, tendeerende om de tot dus lange cönft3nt vigeerd hebbönde ufance van de gedaane Keure der Leden van de Regeering in Appingadam, aan zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Heere Prinfe Erfstadhouder ter Approbatie toe te zenden, (ware het mooglyk) in deze zeer verwarrende en gantschhag. chelyke tydsgelegendheid te fubverteeren, en voor altoos te doen cesfeeren; hunne Committenten benevens een veel grooter getal zeer voornaame Burgers van Appingadam, wien grootelyks de confervatie van de rust en ftille eensgezindheid ter harte gaat, niet kunnen of willen afzien nevensgaande Addres te laaten vervaardigen en verteekenen, zoo op het Request zelve als ook op de nadere Bylaage by de onderteekeninge gevonden werdende, om het zelve vervolgens aan Hun Ed. Achtb. reverentelyk in te dienen. , ri Dan op den igden February jongst, dit hun Regest door een hunner, de Koopman J. Ogiers heb-  de Oébewttnisfen in 1787 enz* voorgmlten. $i bende zoeken in te dienen, heeft dezelveoffchooa. daar toe van 2 tot bykans 4 uuren op de antichambre hadde gevaceerd, ook een en andermaalden Dienaar aangezogt, om hem by de Vergadering aan tö melden, niet ter gehoor kunnen komen; evenwel is het hem toch eindelyk na alle mooglyke aangewende efFortes gehikt, dat hun Request ter Collegie is binnen gekomen, edoch met geen het minste Appoin&ement verwaardigd, dèar ter contrarie 1 op het ingediende Request van voorgenoemde 2$ Perfoonen hun verzoek volvaardig door de meer1 derheid is geaccordeerd, zoo als confteert uit de geannexeerde Copie; waar van dan ook het verdere I gevolg is geweest, dat door die meerderheid det , Heeren Eedgenooten eene Misfive aan zyne Door) luchtige Hoogheid op den 22 February volgende i« 1 vervaardigd volgens Extract, kunnende de verdere i omfiandigheden ten dezen binnen Kamers voorger vallen, te wydloopig en niet wel oirbaar in dezen 1 te melden, ten klaamen geblykenuithet bygevoeg1 de Extract. Daar nu echter het gehoor alleszins in Rechten I favorabel is, hadden de Supplianten qq. Jura optimt 1 vertrouwt en verwacht, dat 'er op hun rechtmaa-' ! tig verzoek geconvenieerd met eene verre weg groo; tere verteekeninge van recht groote Burgeren, ia : tegenoverfteilinge van een Request doorgeringeren 1 getal, meerendeels mindere foort van Burgeren 1 verteekend, eenig eguard zoude zyn genoomen, [maar het zelve niet met verontwaardiginge, zonder I offerte kunnen zyn uitgelangt, zoo kunnen de Supt plianten qq. 'er niet buiten af, dit klaaglyk onder'c ij doorziende oog van UEd. Mogenden te brengen, eq. \t denegata Juflitia te protesteeren, enoverzulks gra\ tieuslyk te verzoeken. ITen einde het U Ed. Mogenden gunftiglyk mo. ge behaagen, het daar heen te dirigeeren, dat deze meerderheid vat) Verteekenaars even zoo wei als die van het mindere getal op hunne Requesten gehoor en decifie mogen worden verleend, en dat ia-  3* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot inmiddels alles in fiatu quo verblyve, ofte anderjf? . zibs in dezen zoodaanig te disponeeren, als U Ed. Mogenden Daar derzelver hooge Advys Daar bevind van zaaken zullen vermeenen te behöoreru (was gei.) J. G. Koot. j. Ogiers. (Was geapóstilleerd) De Hooge Heeren Luitenant en Hooftmannea hebben hier op gerequireerd het bericht van Burgemeesteren en verdere Eedgenooten der Stad Ap. gingadam, binnen agt dagen na infinuatie by den ïove in te dienen, mits alles inmiddels blyve in fiatu quo. Attum in Camera, maandag den 5 Maart 1787. (was gef.) S. Gockinga, vt. Ter Ordonnantie der H. Heereö voorfchreeven, (was geW) S. W. Tj assens, Secret. JN°. 2823. Publicatie van Luitenant en Hooftmannen, den 5 Maart 1787 te Appingadam, m fiuiting der onlusten aldaar gefchied. Wy Erf-Stadhouder, Luitenant en Hooftmanned Van de Hooge Juftitie Kamer van Stad Groningen en Ommelanden, doen te weeten. Hoe wy op de zeer algemeene geruchten van meer dan eene kant ter onzer kennis gekomen, en vervolgens uit bet Rapport der Heeren onze Gecommitteerden expresfe teD fire van nader onderzoek derwaarts gezonden, met het uiterfte ongenoegen hebben vernoomen, de verregaande oneenighedea tusfchen de Burgeren en Ingezetenen van Appingadam erreezen, en zelfs tot verfcheidene faitelyk- he-  is Gébeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 33 heden en disorders uitgebrooken» waar uit gegron» de vreeze voor verdere onheilen te duchten zyn. Zoo is het, dat wy tot behoud van de algemeene rusteen veiligheid in den Lande, de Burgeren eri Ingezetenen van gemelden Stede, by dezen ophec èrnftigfte rëcommahdeereh en beveeleh, óm zich van nu of aan en voortaan van alle faitelykhedenen disordres wel zorgvuldig te onthouden, niemant met woorden of daadèn, zingen vanfpot-of fchimpliederen als anders te beleedigen, geene faamenrottingeh publyk of privaat, ftrydig met het algemeene welzyn te houden; maar integendeel zich onderling te gedraagen als ftille, vreedzaame en goede Ingezetenen betaamd, of dat anderszins tégenè de Overtreeders naar de Wetten van den Lande zal worden geprocedeerd, zoo als in goede Juflitie Zal bevonden worden te behooren, voorbehouden* nogthands onze eventueele deliberatien nopens het Recht van de Hooge Overigheid, als mede van het E. E. Gerichte ter plaats wegens het reeds gepleegde. En op dat niemant hier van eenige onweetetodheid rhogë voorwenden, zal dezen tot een ieders naricht aan het Rechthuis, de Kerkdeur eh het Wachthuis worden aangeflagen, eri een gelykluidende aan de Predikanten ter Plaatfé opgemeld, wordehterhand gefteld, óm qp aanfraande Zondag voor- en nademiddag van den Predikftoel te worden afgekondigt. Aldus gedaan ter Vergadering op de Hooge Juftitie Kamer van Stad Groningen en Ommelandenè den 5 Maart 1787. (Onder ftond') (was ge«.) " S. Gockinga." Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfzJ (was get.) S. W. Tjassens, SecreL Co//. Conc. Aöum den 1 a Maart 1787.J . (was get.') N. ds Guichart, Secrèh xxxvii. Dtzh. e m  34 Verzanding van Stukken betrekkelyk tot N°. 2P24. Misfive van Luitenant en Hooftmannen aan Burgemeesteren en Eedgenooten te Appingadam van den 7 Maart 1787, waar by interpreteeren de gedecreteerde flatus op het Request van J. G. Koor, en Conforten, dat dezelve mede relatie heeftop de éédfiaaving der Re'geering. Edele Achtbaare Heeren! Door de Heer Prsefident ter onzer Vergadering zynde uitgebracht eene Misflve gefchreeven te Appingadam op beden den 7den Maart, door eenige Leden van ü Ed. Achtb. Vergadering, zich noemende de minderheid derzelve verteekent, by ons geëxamineerd, als mede het Extract uit het Refolutie-Boek der Heeren Eedgenooten van Appingadam van denzelven datum , mede door den Heer Prseiident van ons Collegie ontfangen; ons daar by te kennen geevende, dat by U Ed. Achtb. dubiteic ware ontftaan, of wel onder de by ons gedecreteerde flatus den 5den dezer op het Request van J. G. Kool en J. Ogiers, als ten dezen gequalificeerd door een groot aantal uit de notabelfte Leden der Burgery van Appingadam, mede begreepen zy de fchoriïflg van de ëédftaaving op morgen invallende; hebben wy noodig geoirdeeld U Ed. Achtb. daaromtrent te inforroeeren, dat wel degelyk die gedecreteerde flatus zyne betrekking heeft op de ëédftaaving der Regeering van Appingadam, die anderszins op morgen den 8ften dezer zyne voortgang ftond te hebben,.vertrouwende wy overzulks, dat U Ed. Achtb. niet zullen nalaaten aan voorfchreeven Decreet, als van wegens Hooger Overigheid voortkomende, en thands om alle onzekerheid nopens deszelfs waaren einde nader verklaart te ob. temnereeren; terwyl wy niet kunnen afzyn U Ed. Achtb. onder het oog te brengen de nadeelige gevolgen , welke door het niet voldoen aan voorfchreeven ons Rechterlyk Decreet en provifie, noodzaakelyk zullen moeten voortfpruiten j en in dit onverhoop-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 35 hoopte geval alleenlyk ter verantwoording van U Ed. Achtb. zouden moeten komen; daarin tegendeel door het refpedteeren van deze onze welmeening, de rust en eensgezintheid by U Ed. Achtb. zoude worden bewaard, waar toe wy U Ed- Achtb. zoo in dit als alle andere gevallen ten algemeenen welzyn, op het ernftigfte ïwillen hebben geëxhorteerd. Waar mede wy ü Ed. Achtb. in de befcherming des Allerhoogften aanbeveelende, ons teekenen. Edele Achtbaar e Heeren! U Ed. Achtb. goede Vrienden» Groningen, den Luitenant en Hooftmannen van 7 Maart de Hooge Justitie Kamer van Stad Groningen en Omme» landen. (was get.) S. Gockinga, vt. Ter Ordonnantie der Heeren voor-' fchreeven, (was g*t.) S. W. Tjassens, SecreK N°. 282?. Misfive van Luitenant en Hooftmannen aan de Heeren Staaten van Stad en Lande, van den. 12 Maart 1787, over het voorgevallene te Appin* gadam, tn het verrichte aldaar door hunne Gecommitteerden. Edele Mogende Heeren! Ter gelegenheid, van de zeer algemeene geruchten van meer dan ééne zyde ter onzer kennisfe gekomen, van te vreezene onlusten, en reeds gepleegde infolentien, aan en by eenige Huizen binnen Appingadam, als mede, dat een quantiteïc fcherpe Patrdonéh bereids aldaar, in gereedheid C 2 wa-  36 Verzameling van Stuiken letrekkelyk tot varen, waar uit de luftueuste gevolgen voor de ïngeze enen, en dealgemeeneruste, zoude kunnengebooren worden, hebben wy vermeent, niet te moete; Itille zitten, maar integendeel de zaak befchouwt, van dat gewicht en aanbelang, dat wy noodig geoirdeeld hebben ter handhaaving van de Juftitje, en ipoedige bereiking onzer ernttige en welmeenende poogingen één onzer Mede-Leden te coromitteeren, om benevens den Prokureur-üeneraai dezer Provincie, en een Secretaris van den Hove zich ten fpoedigften derwaarts te begeeyen, omtrent het eene en andere de noodige ipformatien in te winnen, en wel fpeciaal, om aan de Hoorden der Genootfchappen aldaar, en aan wien zulks verder van vrucht zoude kunnen zyn, ernftig de gevolgen van tweedracht, voornaamelyk met daaüe' lvkheden vergezeld, voor oogen te houden, voot hen die daar toe aanleiding, raad of hulpe hadden eeaeeven, of zulks door hunnen invloed met belet,, met exhortatie van aanwending der middelen tot be-. daardheid, rust, en eensgezindheid; welke U>m-• irmfie ook terftond door de Heeren onze Gecommit- • teerden zynde geëxerceerd, is ons vervolgens uit. derzelveryRapport gebleeken, dat zy by hunne aar komst te Appingadam, den Wedman H. van Aalst voor zich hadden doen komen, en van den-zei ven gevordert, informatien nopens de voorfchree-. vene feitelykheden, aan en by fommige Huizen al-. daar seDleest, als mede nopens de fcherpe Patroo-. nen,gWeSke8zouden zyn vervaardigd; welke eerfie; doo? den zeiven zynde geavoueert, was van hem g.requireerd het Boek van aanklachten ten dezen,, waar uit by examinatie ware gebleeken, dat door H van der Ley was aangebracht, dat tusfchen den i Sden. en Joden February jongst, de zarken rollaag van zyn, Swep, was opgebrooken, en gedeeltelyk vergruist op de ftraat voor zyn Huis neergefrneeten. Dati door L. Tonkens, Willem Dyk en Hindrik Vj-. ge fchriftelyk was ter kennisfe gebracht, dat in de nacht tusfchen den 24ften en s5ftenderafgeloopene.  de Gebeurtenitfen in 1787 enz. voorgevallen. 37* maand, de Huizen van denzelven, den eenen meerder, eD den anderen minder waren beteerd geworden; zynde boven dien aan de deur van deneerstgenoem. den een Papier aangeplakt gevonden. Dat door de Medicina? Doctor G. Muller dea 27(ten February jongst, ichrifcelyk was bekend ge: maakt, dat door denzelven aan eenen Hindrik Lou1 wenstein Burger en Inwoonder van Appingadam, voor omtrent twee jaaren een nieuw Geweer met Bajo» 1 net, Sabel, Patroontaschen Portépée geleend zynde, I hy thands weigerachtig was daar van reftitutie te i doen, het welke de aanbrenger uit vrees dat daar 1 van een kwaad gebruik mogt gemaakt worden, no. 1 dig geoirdeeld had, ter zyner decharge by het Gei richte aan te geeven. Dat eindelyk door Willem Dyk fchriftelyk was ; gedelateerd, hoe dat 's avonds van den 27ft.cn Fe« : bruary jongstleeden, ter gelegenheid van de Brui. ]oft van zynen Broeder, met een fteen of ft eer en door zyne glafen waren gefmeeten; verklaarde de I Gerichts Wedman wyders opzichtelyk de fcherpe IPatroonen, dat hy vermeende met genoegzaame ze. I kerheid geinformeerd te zyn , dat daar van werkelyk ieene quantiteit door de Bode E. Idema in gereediheid was gebracht, en in het Huis van wylen zyn \ vader bewaard wierden. Welke een en ander aan de Heeren onze GecomEmitteerden genoegzaame materie hadt opgeleverd, [om nadere informatien in te winnen ; zy daar op met [relatie tot de gepleegde feitelykheden, als mede het geweigerd zynde Geweer en Wapens, hadden !doen denuncieeren den Burgemeester L. Tonkens, |deszelfs Dienstmaagd, eenen Derk Hofman, Wil|Lem Dyk, Hendrik Vyge, Albert van der Ley ten den Doctor Muller; welker refpedtive verklaaringen met het delatcerde overeenkomftig zynde hervonden, waren zy Heeren Gecommitteerdenovergeegaan tot het onderzoek nopens de fcherpe Patrooren, fen ten dien einde doen citeeren in de eerfte plaats [Evert Idema, welke geen zwaarigheid hadde geC 3 maakt»  3? Verzameling van Stukken betrekk&lyk tot maak', te verklaaren, dat hy voor ruim een half jaap op ordre van den Collonel en verdere Officieren van het Exercitie Genoodfchap aldaar, ten dienste van het gemelde Genoodfchap, een getal van vyf hondert vier en festig fcherpe Patroonen, waar toe hem het Kruid en Lond door gemelde Officieren was gtfuppediteerd, hadde vervaardigt, en in wylen zyos Vaders huis thands door een arbeider wordende bewoond, in een korf onder zyn bewaaring: na welke bckomeneinformatien, hy wasgeinhibeerd, daar van eenige uitlaoging zonder nader gerechtelyke din-pofide te doen, Dat hier uit by bon Heeren Gecommitteerden bedenking zynde gevallen, of ook niet wel by andere gewapende Corpfen aldaar, mede diergelyke Patroonen werkelyk op order en ten dienfte van het Genoodfchap waren vervaardigt; hadden zy dieswegen, en om te onderzoeken der iel ver refpedtive oprichting en huishoudelyk beftier, voor zich doen denuncieeren. Primo. De Hoplieden van de vier Compagnien ordinaire Burgers metnaamen, Enno Hquwerzyl , Jacob Ogiers, Albert van der Warff, en Frans Huis: uit welker verklaarirg gebleek, dat derzelver Conftitutie reeds was van het begin der voorige eeuw, dat de Officiers wierden gekoozen door de verdere Officiers, Onderofficiers en Adelborften van ieder Compagnie, voorts ter approbatie aan den Magiftraat ter Damme geprefenteerd, en door denzelven beëedigr. Dat een dier Compagnien eenmaal des jaars, en wel op den 8ften Maart ter occafie van de Verjaaring van zyne Doorluchtige Hoogheid, als, om de als dan invallende jaarlykfche éédftaavingder Regeering regulier in de wapening kwam, en als dan drie falvoos voor het Raadhuis, een voor ieder Huis der drie Officieren, één voor de Swaan, zynde de Vergaderplaats dier Officieren, en één voor het Logement van de opgetrokkene Compagnie deed. t Dat het Kruk hier toe door den Bouwmeester namens  ds Gebsurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, go mens de Communiteit wierde bezorgt, met wv.i;:re ' verklaaring, dat door, of van wegens hen nogfcherpe Patroonen waren, of flonden te worden gemaakt. Secundo. Den Collonel van het Exercitie GenoodIfchap, A. Tebbens deponeerde, dat de Officieren 1 van zyn Corps buiten hem beftondeo uiteen Majoor, i zynde J. Hüisinga, een Kapitein A. Lodwenst'ein» : een Luitenant M. Vercade en een Adjudant B. K> pinga. Dat het Corps fterk was 80 Man, du : een Regiement hadden, door de Staaten zoo vermeenden geapprobeerd; dat zy exerceerden en vuurden na convenientie; datzy reeds zedert twee jaaren fcherpe Patroonen hadden gehad en wel tegens den : 81r.en Maart, wanneer zy door Burgemeesteren ten IDamme een A6»e hadden bekomen, om in cas van een gevreesd oproer, geweld met geweld te keeren. Dat zy alstoenter voortkoming van tumukueufe be'weegingen, 20 Man fterk met fcherpe Patroonen hadden gerond. Dat zy de tegenswoordige fcherpe Patroonen reeds voor een halfjaar in gereedheid hadden laatenbren;;gen, doch dat daar van geen gebruik zouden maaliken, ten zy in cas van oproer, en daar toe door de Hee*en Staaten, of desgewettigden wierden gelast; vermeenende Depofant, dat 'er zich van tyd tot tyd, en ivoornaamelyk tegens den 8ften Maart aanftaande, |:vreeze opdeed van tumultueufe beweeging; hebbende hy voorts op nader ondervraaging verklaard, dat noch op de Omlander Sociëteit, noch op eenige andere particuliere plaats binnen Appingadam, eenig met fcherp gelaaden Geweer van hun Corps gedaan bad, of nu gevonden wierde, waar voor hy vrye lyk durfde repondeeren. Tertio. Den Wedman H. van Aalst als Collonel van het Vrygezellen Corps, die verklaard hadde dat het zelve volgens informatica reeds federt den jaare 1594 hadde gefubiitteerd, en nu en dan was lin ftand gebleeven, tot den tyd toe, dat hy daar van ongeveer voor twee jaaren Collonel was geworden, by het zelve fungeerde als Kapitein Jan WilC 4 lei*  40 Verzameling van Stukken hetrekkeiyk tet lem van der Ley, als Luitenant Monfr. van Gt9el, ais Vaandrig Jan Veenema en als Adjudant Pieter Hendriks Steenhuis, dat zy zoo verre hem oekend was, geen Reglement of Wachtordening hadden. , , ' E)ac zy hunne exercitiën van tyd tot tyd na verkiezing verrichteden, en wel volgens geëxhibeert appoinöement van Burgemeesteren ten Damme van den 30 July 1785, die ook aan hun gedeeltelyk de Geweeren naddcn gefuppediteerd. Dat de Patroonen voor hun telkens door een ge« weezen Soldaat waren vervaardigt. Dat hy niet wist, of 'er thands wel een eenig voor handen was, en dat zy nimmer eenige fcherpe Patroonen gehad hadden, of voorneemens warén die te laaten maaken. En hier mede de informatien van dien dag zynde afgeioopen, hadden zy Heeren Gecommitteerden op deD volgenden morgen zich begeeven by en in de Huizen alwaar invoegen voorfchreeven baldaadighe* den waren gefchied, en het zelve óvereenkomftig het gedeponeerde bevonden; wyders hun hebbende vervoegd ten Huize alwaar de fcherpe Patroonen vvierden bewaard op aanwys van den maaker Evkrt Idema hier by gerequireerd, de voorgemelde Patroonen in een opene korf aldaar geplaatst gezien, en daar op, zoo ter bekoming van 's Hoves preala- ■ bele welraeening hier omtrent, als tot decharge van 1 den maaker, en in aanfchouw reemende de minveili. ■ se bewaarplaats, uit welker hoofde alreeds federt; agt dagen onbewoond, en dus ten prooije van een 1 ieder, niemand ter eerfter inftantie in cas van mis-. pruik aanfpraakbaar zoude kunnen worden gehou-■ den, denzelven met de korf in een daar by bevonden wordende kist doen zetten, en met 's Hoves i klein Cachet verzegelen. Dat eindelyk zy Heeren Gecommitteerden ten voldoening aan het tweede lid onzer Refolutie, na be. , hoorlyke denunciatie voor zich hadden doen compa-. ïeeren de Hoplieden der vier Burger Compagnien,, - v alle!  de Geteurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen 41 alle de Officieren van het Vrygezellen Corps, al» mede die van het Exercitie Genoodfchap, hen ieder afzonderlyk opgewekt iot rust, vreede en eendracht, ernftig vermaand daar in te volharden, zich voos kwaade verleidingen te wachten, geen ongeoirloofde oogmerken te voeden waar door verdeelthedea konden verwekt, en aanleidingen tot morren en famenrotting worden gegeeven. Wyders voorgehouden de nadeeligegevolgen, welke uit tweedracht natuurlyk moesten voortfpruiten, als waar door de gronden van de Maatfchappy, aangetast, de onfehendbaare eerbied voor Regeering en Wetten weggenomen, Bloed en Miagdfchap van elkander verwydert, en een onvermydelyke haat tusfchen den Ingezetenen wierde veroirzaakt, en eindelyk dat het Hof op hun als hoofden dezer gewapende Corpfen meer dan gewoon waakzaam zoude zyn en het oog houden, wy) na hun voorbeeld, af, of aanraading veelal het gedrag van die genen, welkezichonder hunne beveelen begeeven hadden, zoude afhangen; terwyl zy zich aan de eene zyde konnen verzekerd houden, van de ftrengfte executie des Rechts tegens alle die genen welke zich aan het verftooren der gemeene rust, op de eene of andere wyzemogten fchuldig maaken; en daar en tegens van deszelven protectie, in het medewerken tot onderlinge harmonie, veiligheid en ruste. Dat zy Heeren Gecommitteerden hier op het genoegen hadden gehad, van te hooren datze alleeéopaarig gevoelig waren over de voorzorge van het Hof, zoo ter goeder uur aan hun gebleeken, zeer genegen om al het gene in hun vermogen was, zoo voor zich zeiven, als opzi'chtelyk onderhoorigen dit heilZaam oogmerk in het werk te ftellen, en zich te zullen aanbieden om zulks met de daad te toonen. Waar mede zy Heeren Gecommitteerden hun Rapport eindigden, en zich tot de overgelegde informatien refereerende, met by voeging van de gebleekene vigilantie en attentie ten dezen van het E. E, Gerichte ter plaats. Hebben wy na geC 5 hou-  42 Verzameling van Stukken letrekkelyk m houdene deliberatie, voorfchreevene onzer Gecom. mitteerden voor derzelver genoomene moeite bedankende, het ten dezen verrichtede in alle deelen ge^ agreèert, en voorts verdaan. Dat Copien uit de ingewonnene informatien voor zoo verre de gepleegde feitelykheden betrefpen, zullen worden gefteld in handen van den Heer Prokureur-Generaal dezer Provincie, en van het E. E. Gerichte van Appingadam, om daar van zoodaanig gebruik te maaken, als noodig zullen oirdeelen. Dat een Dienaar van dezen tafel derwaarts zat worden gezonden, de verzegelde kist ter prefentie van de Beer Tebbens als Collonel van het Exercitie-Genoodfchap, en den Bode Evert Idema, ontzegelen , en de daar in bevonden wordende fcherpe Patroonen aan den Collonel voornoemd aantellen, welke daar voor ten allen tyde refponfabel zal zyn, by aldien mogte worden bevonden, dat tegens zyn eigen verteekend declaratoir in de iagewonnene informatien, van den 2den dezer ver-?, vat, van dezelve eer.ig ander emplooi waregemaakt; zullende Extract dezes voor zoo verre hem betreft, aan denzelven worden ter hand gefteld tot zyn naricht. Dat het Concept-Plakkaat ten dien fine overgelegt, in Appingadam zal worden aangeflaagen, en van den Predikftoel afgekondigt. Dat Copie uit het gefchrift op de deur van L, Tonkens in de nagt tusfchen den 24ften en ajften February jongst aangeplakt, aan den Prokureur-Ge. neraal dezer Provincie, en het E. E. Gerichte van Appingadam zal worden ter hand gefteld, en het origiueele aan L. Tonkens voornoemd, gereftitueert, mits hy gehouden blyve, hetzelve op de eerfte Rechtlyke requifitie ten allen tyde, te extradeeren; zullende Extract dezes voor zoo verre hem bereft aan den zeiven worden ter hand gefteld, om te dienen tot zyn naricht. Dat eindelyk van het gene hier omtrent, door den  de Gebeurtenis/en in 1787 enz., voorgevallen. 43 den Hove ter handhaaving van de goede orde en herHelling der ruste is gedaan, by Misfive aan de Heeren, Staaten dezer Provincie kennis zal worden gegeeven. En het is ten gevolgevan dit laatlle gedeelte onzer Refolutie, dat wy ons in de tegenswoordige Conjundtuure van tyd verplicht gevonden hebben, eene volkomene opening en communicatie aan ü Ed. Mogenden te geeven, van het gene wy met de i beste oogmerken, tot behoud van vreede' en eeni dracht, bereids hebben werkftellig gemaakt, met 1 byvoeging van authentique Copien der ingenoo. i mene informatien en verdere pieces hier toe be. itrekkelyk, ten einde het een en andere objecten I Uwer Èd. Mogenden deliberatien wordende, zooi daane maatregelen en dispofitien mogen en kunnen I worden genoomen, waar door de verdere verwydering tusfchen de Ingezetenen voorgekomen, de i vrees voor fchaadelyke en gevaarlyke entreprifes, :onder hun weggenomen, het weerkeerig vertrouiwen herfteld, en de inwendige rust en veiligheid ;bewaard, beveiligd en bellendig werde. Terwyl wy van onze zyde niet zulten nalaaten, iom met allen yver, ftandvastigheid en waakzaam. ' heid in de uitoeffening onzer Ambtsbedieningen aan deze gewenschte en heilzaame poogingen, Jdienstbaar en vorderlyk te zyn, en met al ons vermogen onder 's Hemels zegen te coöpereeren, itot bevordering der wezentlyke belangens en het iwaare geluk der Ingezetenen. _ Hier mede eindigende, bidden wy God Almachitig, UEd. Mogenden in eene voorfpoedige Regeeiring te willen coDferveeren, en verblyven Edele Mogende Heeren! Uwer Edele Mogende Dienstwilligen, Groningen, den Luitenant en Hoofdmannen van de 12 Maart Hooge Juftitie Kamer van Stad I787« Groningen en Ommelanden, (was get,) S. Gockinga. Ter Ordonnantie van de H. Hm. voorfz (was get.) N. Güichart, Secreu N».  44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tfo. 2826. Misfive van Burgemeesteren en Eedgenooten te Appingadam aan Luitenant en Hooftmannen, van den 12 Maart 1787, waar by declineeren op 't Request van J. G. Kool en Conf. te berichten, en aan de den $den dezer daar op gedecreteerde ftatus, te defereeren. Edele Mogende Heeren, Luitenant en Hooftmannen der Hooge Justitie-Kamer van Stad en Lande! Wy hebben U Ed. Mogendens Misfive van den 5den dezer, waar by door ü Ed. Mogenden van ons is gevordert het bericht op een Request van de Kooplieden J. G. Kool en J. Ogiers, als tot dien fpeciaal gecommitteerd door een zeer groot aantal uit de notabelfte Leden van de Burgery in Appingadam. mits alles blyvende in fiatu quo wel ontfangen ; als mede is ons geworden U Ed. Mogendens nadere Misfive van den 7den dezer, voortgekomen uit ee. ne in U Edel Mogendens Vergadering gebrachte Misfive, gefchreeven door eenige Leden onzer Vergaderinge, zich noemende de Minderheid derzelve, waar by ÜEd. Mogenden ons kennis geeven, dat wel deegelyk die gedecreteerde flatus zyne betrekking heeft op de éédftaaving der Regeering van Appingadam, die anderszins op morgen den 8ften dezer zyn voortgang ftond te hebben, en dat U Ed. Mogenden vertrouwende, dat niet zouden nalaaten om voorfchreeven Decreet als van Hooge Overigheid voorfz. is komende te octecupereeren; dan wy vinden inorze ambtsbetrekkinge geene vryheid noch verplichtinge, om am ü Ed. Mogendens requifitie rot bericht, op het ingediende Request van J. G. Kool en Conf. qq. te voldoen, noch ook om ü Ed. Mogendens eerfte of tweede Decreet tot ftatee-ing der éédftaaving der Regeering van Appingadam, (welke wy de eer hebben rhands uit te rnaaken) offchoon U Ed. Mogenden die ftateering als van Hooge Overigheid voortkomende betytelen in onze  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen^ 4ƒ onze posten te refpefteeren , aangezien de Rechten onzer Stad, en wel byzonder dat Recht van Magiftraatsbeftellinge waar tóe het Request opgemeld relatief is, by de oprichting van U Ed. Mogendens Collegie nimmer aan het dirdeel of Judicature van dien als Rechtbank is onderworpen, gelyfe het zelve volgens het 2ifte Artikel van het Reglement Reformatoir nimmer door de Burgers en Ingezetenen zoo van Stad als Ommelanden, uit alle de Leden en deeiJn van de Provincie is begeert, ja zelfs by het 4ofte Art. van U Ed. Mogendens Inftructie, U Ed. Mogendens Collegie expresfelyk is verboden, zich met eenige zaaken van Politie of Finances en 't-gene men onder die naam van hec Politike zou kunnen trekken te bemoeijen, ('t welk hier alleszins applicatie moet vinden,) hierom hebben wy U Ed. Mogendens Decreeten als in ons geval niet kunnende noch mogende gelden, niet kunnen eerbiedigen, maar hebben onze aanbetrouwde en bezwoorene Regeeringsposten ingevolge onze Conftitutie uitgevoerd, en de éédftaaving doen pres. teeren. Terwyl wy echter niet kunnen ontveinzen, ten uiterften fenfibel te zyn over ü Ed. Mogendens cordiaale exhortatie tot bevordering en obfervantie van ruste en eensgezindheid onder onze Ingezetenen , 't welk ook is de dryfveer van alle onze daaden. Waar mede U Ed. Mogenden in de befcherminge des Allerhoogften aanbeveelende, ons teekenen Edele Mogende Heeren! Appingadam, den U Edel Mogendens goede 12 Maart 1787. Vrienden, Burgemeesteren en Eedgenooten dtr Stad Appingadam. (was git.) L. Tonkens, vt. Ter Ordonnantie der Heeren voorfchreeven, H. AtsTORPHius, Secretaris. Wo.  45 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot E". 282?. Mi-Jive van de minderheid der Regeering te Appingadam dan Lwtmant en Hoojtmdnnen , van den 12 Maart 1787, waar by hun gedrag omtrent het Request van j. G. Kool, en Consf, en de daar op gedecreteerde Status van den $den de. ter open leggen. Edel Mogende H. Heeren , Luitenant en Hooftmannen der Hgoge JustitieKamer van Stad en Lande I Op den Reqüeste van de Kooplieden J. G. Kool en J. Ogiers, door U Ed. Mogenden by ApostiNe in dato den 5den Maart jongst goedgunfiiglyk zynde gerequireerd het bericht van Burgemèes.eren en verdere Eedgenooten der Stad Appingadam, zoo hebben de Ondergeteekenden, als met de overige Leden niet konnende befoigneeren, veel min zich conformeeren, de eere ter paritie van U Ed. Mogendens hoogst gerefpefleerde ordrës, U Ed. Mogenden eerbiedig afzonderlyk te berichten: dat zy ter occafie dat de Misfive van U Ed. Mogenden met het Copieele Rtquest en diens Bylagen is ingekomen, van gedachten zyn geweest, dat alles en wel byzooder de ëéüftaavinge daar onder begreepen in fiatu quo moeste verblyveh, uit hoofde van de af. gegeevene Apostille en nadere interpretatoire Misfive van U Ed. Mogenden, verklaarende daarenboven dat welke offertes ook gedaan hebben ten dage dienende dat het Request dpor Burgeren en Ingezetenen van Appingadam ter Tafel van Hun Ed. Achtb. is geprefenteerd, dat zulks even eens als het ander door 35 Perfoonen verteekend, mogte geleezen en te gelyk een poiD& van deliberatie worden, hebben dezelve zulks niet kunnen óbtineeren; en overzulks van oirdeel zyn, dat in dezen niet fecundum brdmariam Juris viam is geageerd, alwaarom de Ondergeteekenden zich destyds ook hebben onttrokken. Waar mede de Ondergeteekenden verhoopende aan  de Gebeurtenis/en (n 1787 enz. voorgevallen, 47 : aan de intentie van U Ed. Mogenden te hebben volk daan, U Edel Mógendens dispofitie eerbiedig iü• wachten. Appingadam, den 12 Maart 1787. ! N9. 2828. Request van 107 Burgers en Ingezetenen van Appingadam aan Luitenant en Hooftmnnnen, den 15 Maart 1787 ingediend, waar by klaagen over de handelwys van Burgemeester en en Eedgenoo~ ten aldaar, in 't violeeren der gedecreteerde Status van den jden dezer, en daar tegen fatisfacïie ver* zoeken. Edele Mocende H. Heeren, Luitenant en hooftmannen van de hooge jüstitie4Camer van Stad en Lande! De ondergeteekende Burgers en Ingezetenen van li Appingadam vinden zich in de onvermydelyke noodt zaakelykheid gebracht, U Ed. Mogenden eerbie. \ digst te remonftreeren, hoe dat federt eenen geJruimen tyd eenige weinige en naar veranderinge haaï kende Perfoonen, niet kunnende dulden dat de aan{ genaame rust, vrede en eendracht, by aanhouden, ii heid ter dezer Plaatse bewaard bleeven, maar dei zelve graag verwisfelen zouden tegens zoo veele ji ongelukkige woelingen en verwarringen, als federc \< eenen geruimen tyd de grondwetten dezer Republyk | bewoogen hebben, van zich hebben kunnen verli krygen, om ter gelegenheid der ged^ace jaarlyk1 fche Keuze der Heeren Leden van de Regeering aU Ji daar, in de jongst voorleedene maand gedaan, van Bur- (was geteekend) j. Smit. A. van der Ley. j. Eling. J. A. J. Gruis* H. RlNGELS. H. Warendorp. H. van der Warf.  48 Verzameling van Stukken bstrekkèlyk tot Burgemeesteren en verdere Eedgenooten te verzoë- . ken: ten einde verftaan mogte worden, dat van 1 nu af aan en voortaan, niets dezen aangiande we- i derom ter approbatie aan zyne Doorluchtige ,i Hoogheid werde gezonden"; het welke de Remonftranten avers van alle nieuwigheden en veranderingen , zoo nadeelig voor het algeroeene welzyn nog tydig ter ooren komende, hebben zy gemeend niet ftille te mogen zitten, maar voor hun en hunne Nakomelingen, verplicht te zyn, deze 3 alleszins gevaarlyk machinementen krachtdaadig, dochteffens met behoorlyke moderatie tegen te gaan, hunne waare denkingswyze te manifesteeren , en daar door een openbaare blyk te geeven, dat dit zoo onbefcheiden en wederrechtelyk verzoek, gantsch ( niet ftrookte met de begeerte des Volks, maar in. i tegendeel wel drie vierde gedeelten van de voortiaamfte en gegoedfte Ingezetenen, die by de confervatie der ruste het, meeste belang hebben, niet \'. meer verlangde, als dat ingevolge wettig door het a geheele Corpus van Appingadam gedaane delatie i zoo aan den tegenswoordigen Hser Erf-Stadhouder, ,? als bevootens aan Höogstdeszelfs Heer Vader en iï: Vrouwre Moeder glor. gedachtenis, vporfz. jaarlyk--S fche Keuze by continuatie aan den Heer Erf-Stad- b houder ter approbatie gezonden werde; waarom, zulks aan Burgemeesteren en Eedgenooten by Re-. queste nadrukkelyk te kénnen geeven; met ver-, zoek: „ dat de getrouwe Burgeren en Ingezeteneni i} by hunne Rechten gemaintineerd en de gedaane: keuze als van oudsher aan zyne Doorluchtige: Hoogheid ter approbatie gezonden mogte wor-. „ den* op dat de goede rust in deze Stad niet ge-, j, ftoord, en de goede Ingezetenen niet aan eene wil-, j, lekeurige handelwyze van eenige weinige bloot-. „ gefteld worden ". Dan hoe billyk en rechtmaatig dit verzoek ookc mogte zyn, heeft het nogthands de Remonftrantem niet mogen gelukken eenige de minde dispofitie tes bekomen, terwyl integendeel op dat zelfde oogen—  èe Qeteurtènisfen in 1787 enz, vborgevallen. 4$ blik het de. meerderheid dezer Vergadering goed #mkt, om conform het verzoek van flegts vyf en dertig Perfoonen te verfiaan * dat nu en fchierkornftig geene verzending van de verkiezingder Regeeriogs*. Leden aap den Heer Erf-Stadhouder plaatshebben», en daar van per Misfive aan zyne Doorluchtige Hoogheid kennis zal worden gegeeyen. .Een Decreet Edele Mogende Heeren ! zoo willekeurig als wederrechtelyk en onbetaamelyk. Willekeurig, daar het.uit de verteekening van we^erzydfche Requesten.manifest is,, dat ten minsten ruim drie. vierde gedeelten der Burgeren en Inge^ zetepen van Appingadam zich voor de confervatie der Rechten den Heere Erfstadhouder,voorftellende verklaaren, en dus ontegenzeggelyk zulks aldaar door de Volksftem gevorderd word. Een Item» Wiens fche,nding, indien zich tegens de belangens van zyn Hoogheid klinkt , hedendaags voor de misdaad van gekwetfte Majefteit. gehouden,, doch in cas fubjecl:, om dat zy zich voor de bewaanng van de rust en handhaaving van wettig .opgedraagene. Voorrechten laat hooren, oyer/,ulks niet naar de fmaak van de meerderheid, der Heeren Eedgenoo-? ten is, meteen verachtelyk ftilzwygen verworpen word.- , , • • . • , ■ 1 -f . ( Wederrechtelyk , daar dat Recht..van Approbatie door het geheele Corpus van Appingadam door alle de Kluften,, en dus door de gantfche Stad, vrywillig en uit eigene beweeging aan zyne Hoogheid is opgedraagen ; overzulks het Eedgenootfchap, fchoon unaniem, veel weiniger diens.geringe meerderheid dan, de mitste bevpegtheid heeft, omop verzoek van eenige weinigen, .een Decreet van het geheele Corpus te vernietigen* en daar aan ftrydig befcheid buiten. ege# te Hellen , cum quo modo qiiii Collegiatum fit, . eodem modo disfolvi debea%. . , Onbetaamelyk, daar 'er geene de minste reden word af kan worden bygebracht, waarom zyn Hoogheid nu niet gelyk voor dezen meergemelde Re.c^ ten zal mogen uitoefFenen, en rnen niét eens durf^ XXXVII. DÈEt. JD zefr  jo FerxameUng van Stukken tetrekkelyk tot zeggen, dat van dit Recht ooit eenig misbruik gemaakt, of daar door iets tegens de verlangens van het geheele Corpus uitgevoerd is; gevolgelyk kan deze ongehoorde demarche niet anders als een werk van ongerechtigheid worden aangemerkt, om van de ivjuria temporum gebruik te maaken, en gelegentheid te vinden, om verdere beweegirgen die men voorheeft aan de gang te maaken. Het bezef van zulks alles en allerysfelykfte gevolgen die daar uit te wachten (tonden, coodperfte de Ondergeteekenden bedaardelyk in overweeging te neemen» welke gefchikte middelen geadhibeerd konden worden, om die onbepaalde en willekeurige overheerfching welke de meerderheid van het Eedgenootfchap zogte in te voeren en door te dry ven, te beletten en tegen te gaan; zy confidereerden dat de Stad Appingadam aan U Ed. Mogenden Collegie het Ampliatie-Rtcht van den jaare 1664 te danken heeft, dat aan U Ed. Mogenden reeds van vroegere tyden en voor dat Hoogstderzelver Collegie tot een Provinciaal Hof van Juftitie opgerecht, en met die luister bekleed is geworden, welke het thands zoo refpedtabel maakt, de decifie en bemiddeling competeerde over gefchillen tusfchen Leden van Regeering onderling, of met de Burgery, of tusfchen Burgers en Burgers onderling over de beftellróg van de Regeering, of de huishoudelyke beheering hunner Stad betreffende; dat aan U Ed. Mogenden daar en boven althands het hoogfte Gerichtshof uitmaakende, by het Reglement Reformatoir van den jaare 1740 fpeciaal is aanbevoolen, om over de geheele Provincie naauwkeurig acht te geeven, dat niemart onrecht of overlast lvde. Dit deed hun befluiten , de Kooplieden j. G. Kool en J. Ogiers te committeeren, om uit hun naam Addres aan U Ed. Mogenden te doen, het voorgevallene raar waarheid tededuceeren , tevens over de gederogeerde Juftitie te klaagen, gehoor en decifie op hun Reqaest hier vooreri gemeld te verzoeken» en dat inmiddels alles in Jlatu quo mog. ce  de Geheurtenisfen in 1787 enz. nor gevallen. 51 ie verblyven, breeder uit aDnexe Request te zien. U Ed. Mogenden niet gewoon de deur van de Juftitie voor klaagende Ingezetenen geflooten te houden, of die genen waar tegens de klachte word ingedient, onverhoord te veroirdeelen, requireerden by Apostille van den 5den dezer, het bericht van Burgemeesteren en verdere Eedgenooten van Appingadam binnen agt dagen naar infinuatie, mids al-' Jes inmiddels bleeve inflatu quo. Deze dispoütie doot ü Ed. Mogenden aan Burgemeesteren en Eedgenooten op de eerfte wyze geworden zynde, delibe» leerden daar over op den 7den dezer, de meerderheid was van gevoelen , dat onder die geordonneerde flatus en furcheance, de beéédiging die daags daar aan ftonde te gefchieden niet begreepen mo3s" te worden | men vraagt de welmeening van U Ed. Mogenden daaromtrent, U Ed. Mogenden hebben de groote goedheid om het Eedgenootfchap by nadere Misfive aan te fchryven, dat wel degelyk die gedecreteerde flatus betrekking heeft op de éédftaaving, met eene ferieufe opwekking om aan dat Decreet als van Hoogere Overigheid voortkomende, te obtempereeren; zy ontfangen die Misfive terwyl nog alles in zyn geheel is, maar de meerderheid reeds alle ontzag voor de geheiligde Wetten en de lesfen der Hooge Overigheid verbannen hebbendej concludeert dat aan U Ed. Mogenden geen dispofitie competeerd over het Stedelyk Recht; overzulks met de éédftaaving moeste worden voortgegaan, en brengen zulks daadelyk infun&ie, en tegens de gedecreteerde wille van verre het meerengedeelte der Burgers en Ingezetenen ter uitvoer. Zulk een daad van fchendbaar geweld tot verguizing en verfmaading van het Recht der Hooge Overigheid, gepleegt, moest 'er gebeuren Ed. Mogende Heeren! in hoope dat de zoo zeer getergde en getrapte goede Gemeente woedende gemaakt, tot deze of geene buitenfpoorigheid zoude overflaan, zulk een gepremediteerde onderneeming teD a geus © .  51 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gecs, en directe aanval op het Hooge. gezag van U Ed Mogenden, moest natuurlyker wyze de gemoederen der weldenkende Burgers met aandoening, fchrik en indignatie vervullen, als vöor wien het' gantsch geene geringe zaak is, te moeten zien dat' hunne wettige Overigheid gefmaad, eh alle banden van veiligheid losgerukt worden. , De Ondergeteekenden herdenken met fchrik, wat een zwaare verzoeking zy op den 8(ten dezer heb-* ben doorgedaan, en kunnen de albeflierende Voorzienightid niet genoeg looven en" danken voor de aan hun verleende gemaatigdheid, waar door nog. gelukkig is verhoed, dat die dag van algemeeneyjeygde by huü niet geworden is een dag van bloed-, ftcung en rouwe ; zy hoopen en vertrouwen dieswegens, dat U Ed. Mogenden zoodaanige efficaci-, eufe maatregelen zullen neemen, waar door zy van ioortgelyke dangereufe verzoekingen bevryd , en de openbaare veiligheid door het eerbiedigen van de Wet en Hooge Overigheid beftendigd worde. Intusfchen is door deze daad van geweld waar van men te vergeefsch een voorbeeld in de gefchiedenisfen zoeken zal, de zaak reeds zoo verre buiten zyn geheel gebracht, dat offchoon zy Resnonfhanten op hun bevoorecs ingediende Request eene gunftige dispofitie van U Ed. Mogenden mogten erJangen, zy echter daar van geen effect kunnen hebben , voor en aleer de gepleegde Attentaaten gerepareerd, en de gedaane beéédiging met alle de gevolgen van dien vernietigd zyn; en het is om die redenen, dat Remonftranten zich by dezen andermaai tot ü Edel Mogenden wenden , met fubmis verzoek. Dit Q Ed. Mogenden zoodaane maatregelen gelieven te neemen, waar door het Recht van de Hooge Overigheid dezer Provincie, tot veiligheid der goede Ingezetenen en bewaaring de ruste, beter geëerbiedigd , en voorfchreeven A'tentaar en met ^enoegzaame fatisfaöie: voor Remocitracten worde gerepareerd, op dat hun getergt geduld niet we- ©  ie Gelèurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 53 wederom op de proef gefteld, en zy aan het pleegen van excesfen werden geëxponeerd. O. F. ■ Was geteekent door 107 Perfoonen. No. 2F29. Refo'utie van Luitenant en Hooftmannen van den 15 Maart 1787, waar by de hokureur''Generaal word geauthorifeerd, tegens de Oortreeders van de den fdcn dezer verleende flatus te pro» cedéeren ,zoodaanig als ten maintien van het recht van de Hooge Overighdd zal vermeenen te behooren. Geleezen zynde de Requeste van de Burgers en Ingezetenen van Appingauam, tendeerende tof reparatie van de Attentaau-n tegens V Hoves gedi'creteerdeftatus, verleend op dePcq'ieste van de Koop. lieden J. G. Kool en J. Ogiers qq. op den 5den dezer, mitsgaders het daar by gevoegde Declaratoir van eenige Jooden , uitmaakende die geheele gemeente van Appingadam, beiden in het ordinaris RequestBoek zullende worden geregiftereerd; en daar by zynde gehoord het Rapport van de Heeren Gecommitteerden van het FivelingoKwartier, Extrafl: uit der M'silven van den I3den dezer in de Vergadering geleezen, leggende eene derzeive op de naam van Burgemeesteren en Eedgenooten van de Stad Appingadam, en zynde de andere verteekend door de Heeren J. Smit, J. A. J. Gruis, H, B>n- gels, A. van der LeY, J. elingh, H. waren- jpoap en A. van der Warf, hebbende H. Heeren Luitenant en Hooftmannen goedgevonden , dat Copie van het Request door de Kooplieden ƒ. G. Kool en J. Ogiers qq'. den 5den dezer ingediend, en van de blyken mitsgaders de mefures van de minderheid van de Regeering te Appingadam, de Refolutie daar op gevallen, de Mi;»five van den Hove aan Burgemeesteren en Eedgenooten en de verdere ftukken daar toe fpeüeerende, benevens CoD 3 pie  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot pie vari het Request van de Burgers en Ingezetenen vau Appingadam en het Declaratoir van de Joodfche Gemeente, zal worden gefteld in handen van den Prokureur-Generaal dezer Provincie, ten einderat. Offic. tegens de Overtreeders van 's Hoves verleende flatus op het Request van J. G. Kool en J. Ogiers qq. van den 5den dezer te proc :deeren, zoo als tot maintenue van het Recht van de Hooge Overigheid en Juftitie zal vermeenen te behooren, wordende ten voorfchreeven einde daar toe geauthorifeerd. No. 2830. Tweede dispofitie op 't Request van J. G. Kool en Conforten den 5 Maart 1787 ingedient, van den 15 Maart 1787, waar by de deliberatien daar over provifioneel worden gediffereerd. (Nader geapostilleerd) De H. Heeren Luitenant en Hooftmannen de inftantie van de Remonftranten teneinde deGeremonftr. met het indienen van hun bericht mogten veerdig zyn, en dat het zelve zynde ingekomen, favorabel op dezen mogt worden gedisponeerd, de Remonftranten voor acquit doendeverftrekken, hebbende deliberatien daar omtrent provifioneel gediffereerd. AEtum Camera, Donderdag den 15 Maart 1787. (was get.) S. Gockinga, vt. (Onder ftond) Ter Ordonnantie der H. Heeren voor' fchreeven, (was get.) JR. Gdichart, Secret. No.  dt Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. ' 5$ No» 283*• Misfive van Luitenant en Hooftmannen atn de Heeren Staaten van den 24 Maart 1787, waar by van dm geheelen toedracht van zakken te Ap pingadamy met applicatie derjtukken, tennis word gegeeven. Edele Mogende Heeren l Door de Kooplieden J. G. Koot en J. Ogiers, als ten dezen fpeciaal gecommitteerd, door een zeer groot aantal uit de notabelfte Burgeren er Ingezetenen in Appingadam aan ons op den jden Maart jongst by Reqaeste zynde voorgedraagen, hoe dat de Burgeren van Appingadam ontwaar zynde geworden , dat een kleine menigte van vyf en dertig Perfoonen zich hadden vereenigdom by Burgemeesteren en verdere Eedgenooten der Stad Appingadam per Requeste te verzoeken, ten einde de gedaane Keuze der Leden van de Regeering in Appingadam van nu af aan niet wederom ter Approbatie aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Haere Erf-Stad» houder wierde toegezonden, zy Remonftranten benevens een veel grooter aantal zeer voornaame Burgers van Appingadam getracht hadden hunne belangens daar tegens by de Regeering van Appingadam op den I9den February jongst in te brengen; dan dat zy niettegenftaaude alle aangewende devoirs ter verkryging van gehoor, zulks in het eerst niet hadden kunnen verwerven, doch dat het hun eindelyk gelukt was, dat het Request rer Vergadering van Burgemeesteren en Eedgenooten was overgegeeven, maar dat op het zelve geene de minfte rtfh xie was genoomen, daar ter contrarie op die zelfde tyd het e-edaane verzoek van voorgemelde vyf én dertig Perfoonen, door de meerderheid was geaccordeerd; dat zy Remonftranten vermeenden dezehandelwyze van Burgemeesteren en Eedgenooten klaaglyk ter onzer kennisfe te moeten brengen, en te Erotesteeren de denegata Juftitia, verzoekende diens* alven» ten einde wy het daar heen dirigeerden, D 4 dat  jfj Verzameling van Stukken betrekkelyk tot, dat deze meerderheid van Verteekeners even zoo wel als die van het minder getal op hun Request ge? hoor en decifie werde verleend, en dat inmiddels alles tn fiatu quo verbleef; gelyk dit alles hreede* is vervat in het hier nevensgaande Request. Wy hebben naar examinatie van opgemeld verzoek mee diens verdere üylaagen, geoirdeeld in dezen niets te moeten befiuiten, bevoorens wy daarop gehoord hadden het bericht van Burgemeesteren en Eedgenooten van Appingadam; aizoo wy van de billyk, hem van Burgemeesteren en Eedgenooten nietkondenfupponeeren, dat dezelven zonder gegronde redenen, zulk een groot aantal van notabele Burgeren en Ingezetenen zouden weigeren, hunne belangens in te dienen , omtrent eene voorgenoomene verandering van de vastgeftelde formvan haare RegeeriDgsbelfelling; daar nogthands, byaldien de klachteder Supplianten gegrond mogten zyn, het gedrag rder Eedgenooten, niet was vry te fpreeken van te ..Zyn eene hai,delwyze, zeer bezwaarende voor de „Supplianten, aan wien als BurgersODgetwyffeldhet recht competeerde, om op eene decente wyze aan Burgemeesteren en Eedgenooten zoodaane vertoogen omtrent de Regeeringsbeftelling te doen, als zy voor het welzyn van hun het meest gefchik'c zouden oirdeelen; en zy over/ulks gerechtigd over eene onbillyke weigering van gehoor, hunne klachten by het Hof van Juftitie in te brengen, als zynde het zelve expresfelykopgericht, om te zvn een toevlucht voor de Ingezetenen die zich door hun. rien ordinairen dorneftiquen Richter bezwaard oirdeelen, om aldaar door middelen van rechte te erlangen, dat aan hun gehoor worde verleend en eene onpartydige Juftitie toeged-ent. ' . Wy hebben dienshal ven by Apostiile van den ïden jyiaart, gerequireerd het bericht van Burgemeester ren en Eedgenooten van Appingadam binnen 8 dagen ïaarinfinuatiebyonsin te dienen, en dat intusfchen fm h]yye infiaiu quo; op den 7den Maart is'ver, wlgen,s dooy on^en Heer Prefident ter Ver§ad?ring v ' t 3 " ' ge-  de Gebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen» 57 gecommuniceerd eene Misfive, aan zyn Hoog Ed, geaddresfeerd door eenige lieden vari het Eedgenootfchap, als mede een ExtracT: uir het RefolutieBoek der Heeren Eedgenooten van denzelven da. turn; uit den inhoud van welke twee ftuKken het bns alleszins gebieek, dat bydé Leden van hetEedgenootfchap, eenige twyffeling fcbeen te zyn of wel de gedecreteerde .flatus zyne betrekking moge hebben op de Eedftaving der Regeering van Appingadam. Wy oirdeelden het dus noodig, om alle onzekerheid dien aangaande weg te neemen, de Eedgenooten by Misfive te informeerèn, dat welde^elykdie gedecreteerde flatus zyne betrekking hadde op de éédftaaving; dat wy vertrouwden , dat Hun Ed. Achtbaare voorichreeven decreet, als uit de naam en van wegens Hooger Overigheid voortkomende, ea thands om alle onzekerheid nopens deszelfs waarea zin nader verklaard, zouden obtempereeren ; terwyl Wy teffens aan de Heeren Eedgenooten onder het oog hebben gebracht, de nadeelige gevolgen, welke door het niet voldoen aan ons rechtelyk decreet en provifie, noodzaakelyk zouden moeten voortfpruiten; welke in dat onverhoopte geval, alle* nlyfc ter verantwoording van Hun Ed. Achtb. zouden moeten komen , gelyk dit mede breeder voorkomt. Billyk hadden wy mogen verwachten, dat deze onze welmeenende poogingen ter bevordering van de rust en eendracht, zoo wel tusfchen de Leden van het Eedgenootfchap, als tusfchen de Burgers van Appingadam, het gewenscht effect, zouden hebben gehad. • Dan op den 8ften Maart wierden wy uit eene Misfive van die zelfde Leden van het Eedgenootfcnap ter hunner en tot des Secretaris acquit aan den Heer prasfideerende afgezonden, tot O',^ leedwezen geïnformeerd, dat men des niette^enflaande ; op het fchriftelyk Advys van den Bouwmeester KnypingA met de beéédiging was voortgevaaren. Vervolgens zyn by ons binnen het bepaalde ter» D 5 myn,  $8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot myn, op den j2den Maart binnen gekomen twee Misfiven, de eene gefchreeven door Burgemeester ren en Eedgenooten van Appingadam, waarin dezelve kunnen goedvinden in plaats van te dienen van bericht, te fchryven,dat zy in hunne Ambtsbetrekking geene vryheid noch verplichting vonden, om aan onze requifirie ten fine van bericht op het Request van J.G. Kool te konnen voldoen, noch ook om onze etrfte of tweede decreet ter ftatering der éédftaaving der Regeering van Appingadam, offchoon wy die ftatering, als van Hooger Overigheid voortkomende hadden betiteld, te refpeÓieeren; aangezien de Rechten hunner Stad, en wel byzonder dat recht van Magiftraatsbeftelling, waar toe het Request opgemeld relatif is, aan onze judicatuure niet zoude zyn onderworpen, en dat overzulks de Eedftaving hadden doen praelteeren. Terwyl de andere Misfive inhield, het bericht on. derteekend door zeven Leden die zich niet hadden kunnen conformeeren met de overige Leden van het Eedgenootfchap; waar in dezelve verklaarens dat welke efforts ook gedaan hadden, ten dage dienende dat het Request door Burgeren en Ingezetenen van Appingadam ter tafel van Hun Ed. Achtb. geprajfenteerd even als het andere, dat door 35 Perfoonen was verteekend , mogt geleezen en te gelyker tyd een poinö van deliberatie worden, zulks echter niet hadden kunnen verkrygen, laatende voor- het overige de zaak ter onzer dispofitie over. Wy ontveinzen niet Ed. Mogende Heeren! dat het ons ten uiterften heeft gefurpreneerd, dat die 8 Leden uitmaakende de meerderheid van het Eedgenootfchap, zich door dat politiek fchild trachten te dekken, voor het fummair onderzoek van den Hove over een klachte, dedenegata Juflitia, door het grootfte en notabelfte getal der Ingezetenen, tegens hun gedaan, daar dezelve daags bevooren» omtrent de authoriteit van het Hof ten dezen geene de minfte twyffeling hadden, maar wel, of on. der  de Gebeurtenis/en in i787 enz. voorgevallen. Jj> jder de flatus ook begreepen was, de fchorfing der bbeéédiging. , Zeer vreemd moest ons bovendien deze disquali- ficatie voorkomen, daar de Booge Juftitie-Kamer vvoor meer dan honderd en vyftig jaaren, «toe* ge* rhad heeft de inzage en beftisfing over gefchillen Uie 'er tusfchen de Ingezetenen van Appingadam ten de Magiftraat, of wel tusfchen de Leden onderf ling over de keur of de beóédiging der gekozene [Leden waren voorgevallen, waar van onze Proi thocollen eene ruimte van voorbeelden opleeveren. Het Ampliatie-Reglement zelve, volgens het welI ke tot op dezen dag de beftelling van de Regeering i in Appingadam gefchied, is geformeerd door Gecom. I mitteerden uit de Hooge Jultitie-Kamer, en door i dezelve Kamer op den 23 July l6°4- geapprobeerd, l na dat op den 8ften Maart bevoorens, op acqme- fcement van de Ed. Richteren en gezamentlyke ] Eedgenooten ten Damme, was geconfirmeerd het i mandaat tegens hun uitgebracht , door Egbert Wierts en Conforten Eedgenooten ten Dam: „ om 1 „ te moeten fuperfedeeren met haar voorhebbende ! „ keuropSt.Petri,tenDam voorgenoomen, ter tyd * door Gerichts Commisfarisfen over het Contract vanden jaare 1623naderverklaaring zoudezynge- !, daan, ofte dat alles hier tegen gedaan vooreen ] * attentaat zal worden gehouden;" en vervolgens S de Heeren Gecommitteerden waren verzogt en ge, committeerd, om de refpeélive parthyen te ver] liaan, de contracten na te zien, de abuizen te cor1 riaeeren , en om voorts een vaste voet en Ke- glement tot beftelling van de Regeering te for- ' ™ Ja'zelfs de Hooge Juftitie-Kamer, na dat tot een ! Hof vao Juftitie was opgericht en derzelver Inltructie is geamplieerd, heeft by continuatie beflist de gefchillen omtrent het Stedelyk recht van Appmga- , dam, en omtrent de Magiftraatsbeftelling. ' Dus is by ons op den 6 Maart 1764 »'« contradic toris geconfirmeerd het mandaat van den Bouwmees-  ffo Verzameling van Stukken beirekkslyk m ter Brucherds mede Eedgenoot van Appingadam»Ü contra de Burgemeesteren van Appingadam geiovfl hibeerden, de Heer VVychel Ged. Pa> thy den ééd I met te Haven als Bouwmeester van Appingadam,| aangezien ten dage van verkiezing zyn qailiteitniet | behoorlyk was getoond. f . Zoo heeft het Hof op den 14 February 1770, na I ingekomen bericht en gehoord Kapport der Heeren -1 Gecommitteerden, gedifficulteerd in het Request ! van Simon Vinck Burger en Ingezeten van Aopin- 1 gadam, „ verzoekende een mandaat poenaal tegen 1 „ het üedgenootfchap van Appingadam, ten ein- 1 „ de hetzelve op naa -goedmaaking van noodwendige 'uitgaven , tot „ welke de ordinaire commnniteits middelen niet „ toereikende waren, eenige extraordinaire belas„ tingen hadden uitgefchreeven; verzoekende, dat „ bovengemelde Refolutie buiten effeét mogt wor„ den gefteld, opzichtelyk de extraordinaire belas. „ tingen, of dat dezelve ten minften in furcheance „ mogte verblyven; welke uitfpraak als nog ftand j» grypt". r 6 Wy allegneeren deze voorbeelden, niet zoozeer om onze Jurisdictie daar door te adftrueeren, dan wel, om UEd. Mogenden te doen opmerken het onbehoorlyk gedrag van de meerderheid der Eed- ge-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6f >«»noo'en, om niet alleen zonder eenige grond on« f^ermaalen geagnosceerde JR^ïSS"8 Ikennen, maar om ook ter zyde Hellende alle eerlied vóór de Hooge Overigheid, ais uit wiens naam Ky de furcheaoce verleend, hebbfeni evenswei met lip heéédiüina voort té vaaren. . . r Zy immers wanneer vermeend hadden, dat door i rót; door het requireeren van bericht, eenige at■Se wasgegeeven aan hunne particuliere m Vrvheden, hadden niet hun eigen Icheidsman moeten zyn/maar in dit geval hunne klachten in-. ■£ene°nbyUEd. Mogenden, die als dan de ml ea 'S iSt hadden, om denmisflag van het Hof (zoo. È'Tmógi *yn) te redresfeerea: door welke ge,Sanade handelwyze minder nadeel aan de Juftitie we d toegebracht, dan dat een ioferieuren RechTer zyne denkbeelden omtrent *• Hoves onbevoegdheid zonder eenig menagement ten prejudicie vaa .:ï"ron«fykteofmrshandeTde Ingezetenen, maar zal moeen doordryven en ter uitvoer brengen, e£ daan, S de zaak op eene onherftelbaare wyze buiten ^SovS de meerderheid heeft kunnen goedvinden, met ter zydeftelling van allen eer|?edivoor de Hooge Overigheid, al evenswei met de tèéèdigipg voort te vaaren, en dus met voorbei dachten rfade het recht van de Hooge Ovengneid fteïioleeren; zoo hebben wy ten dien opzichte niet onvSfchillig kunnen zyn, maar ons uit hoofde on^ïïrlnffiafe verplicht bevonden, ter verkryging ^n dTvindiilapublica, den Prokureur-Generaal de,zer Provincie te authorifeeren, om tegens de fchul!d5en het recht van de Hooge Overigheid waar te neemen, zoo als tot confervatie vaü de eer en luis, tér van de Juftitie zal bevinden te behooren. ' Maar voor zoo verre het der Remonftranten recht aanbetrof, hebben wy onze deliberatien gelurcheerd, heen ter tyd dezelve ter pourfuite van hunre klachten zich nader zouden hebben geaddres- I "S - '  »2 Verzameling vm Stukken betrekkelyk tot feeïd' eÜ **** ÖVW °DS RechteIvk 0fficie geimpld.1 Daartoe is thands aafa onsgeprsfenteerd het hier nevensgaande Request, verteekend door een vrvi grooter aantal Burgers en Ingezetenen, dan bevoorens, als mede door alle de Joodfche Ingezetenen' van Appingadam, tegens een gedeelte van hunne! Affagiftraac, en waar in dezelve in zeer fterke en: bedenkelyke uitdrukkingen, het Decreet van del meerderheid der Eedgenooten , om nu en fchier-, f^fnf.fT verzeJnding van de gekoorene Re.,! geerings Leden aan den Heere Erf-Stadhouder tedoen, noemen een Decreet zoo willekeurig, als we-m derrechtelyk en onbetaamelykj willekeurig om dattji tegens de gedeclareerde Volkftem was genoomen; i X'TkuI* °m dat,dk recht vaD Approbatie door I * lli^n K 6"» en tüs door dc gaDfthe Stad vry!3 nD ^ e,geRe bew,«gmg aan zyne Hoogheid I wl^L^fedraagen,ueeDe «e»°ge meerderheid van Eedgenooten geene bevoegdheid hadt een Decreet 1 van het geheele Corpus op verzoek van eenige l meest geringere Perfoonen te vernietigen ; onbt Ji taamelyk, dewyl 'er geene de minfte redenen wier- 3 den by gebracht, waarom zyne Hoogheid nu niet 1 gelyk voor dezen, meergemelde Richten zoude 1 uitoefFenen; dat zy het dieshalven aanmerkten als: een werk van ongerechtigheid, om van de injuria i temporum gebruik te maaken, om verdere beweeein- ' TAlfJ- 83Dgie helpe,D; Recreërende voorts, I de beéédigipg gedaan in facie, en tegens de gedet .< clareerde wil van verre de meeste Burgers, te zyn eeö daad van openbaar geweld, gepleegd in hoop : dat de zoo zeer getergde en getrapte Gemeente woe- ! dende gemaakt, tot deze of geene buitenfpoorig. Ê beid zoude overflaao; verzoekende eindelyk, dat ïi door ors zoodaanige maatregelen mogten geÉoomeö n worden, waar door en het recht der Hooge Overigheid tot veiligheid der goede Ingezetenenen bt ! waaring der ruste beter geëerbiedigd, en de ge- f pleeg- ]f  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. Ö3 f pleegde attentaaten met genoegzaame fatisfactie \ voor RemonftraDten worden gerepareerd, op dac 1 hun getergd geduld niet wederom worde op de I proef gefteld, en zy aan het pleegen van excesjl fen geëxponeerd. Hoe zeer wy ons nu in ftaat gefteld bevinden, orn li na een behoorlyk onderzoek des noods door mid. delen van recht, de Remonftranten reparatie van de L gepleegde attentaaten te doen erlangen, zoo peneis treeren wy nogthands te veel de nadeelige gevol) gen, welke in cas van verdere disobedientie voor 1 de algemeene rust zullen gebooren worden, wan» . neer wy het oog aüëen vestigende op het gene ons ; als Richters incumbeerd, na de cours van de Prac|i tiq voort doen procedeeren; door dien het als dan li te duchten ftaat, dat de thands nog fmeulende zaait den van tweedracht in vollen vlam zullen uitbarften, 1 welke niet dan door middelen van eclat zullen kunl nen gedempt worden. ïerwyl het ons niet minder i zorgelyk voorkomt, ofwel, offchoon de meerderheid der Heeren Eedgenooten mogt goedvinden ten genoegen van de Remonftranten te disponeeren» daar door de rust en eendracht tusfchen de Burgers en Ingezetenen onderling zal herfteld zyn. 1 Wy hebben om deze onlusten zoo veel mooglyk i voor te komen, niets verder willen decreteeren » 1 voor dat wy deze zoo gewichtige en veruitziende I zaak, en wel in het byzonder het laatfte Request, gebracht hadden onder het oog en ter deliberatie van U Ed. Mogenden; in het billyk vertrouwen, dat hetUEd. Mogenden zal behaagen ons zoofpoedig mooglyk met Hoogstderzelver welroeening te vereeren: of het Hof volgens het recht en de Practyck zal voortvaaren, om het gepleegde door de meerderheid der Eedgenooten van Appingadam tegens het decreet van het Hof, voor zoo verre djar door het recht der Remonftranten is benadeeld, te doen repareeren, zoo als in goede Juftitie zal worden bevonden te behooren. Dan wel, of het U Ed. Mogenden behaagen zal, deze  ó"4 Verzameling van Stukken bêtrekkelyk tot deze zaak verder tot een object Uwer Ed. Mogerii den deliberatien te neemen, om aezeive door de tusfchenkomst van Hoogstderzelyer Souvereine authonteit, zoodaanig te doen eindigen als UEd. Mogenden ten meesten nutte voor die van Appingadam zullen oirdeelen te behooren. . Hier^ mede Édele Mogende Heeren, bidden wy God Almachtig ü Eüele Mogenden in een voor. Jpoeoige en langduurige Regeering te willen corJierveeren, en teekenen ons. Edele Mogende Heeren! U Edele Mog. Dienstwilligen s Groninger-, den Lui'enant en Hoofdmannen 24 Maart van de Hooge Ju/lt ne Ka- x787. iner ven St d Groningen én Ommelanden. No. 2832. Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de defenfie dezer Provincie van den 21 Maart 1,87, nopens de Misfive van Luitenant en Hooftmannen, van den izden dezer, met ein Concept-Antwoord en de remarques daar op. Edele Mogende Heeren ! By examinatie der Misfive van de Heeren Luite. nant en Hooftmannen vpn de Hooge Juftitie-Kamrr dezer Provincie van den I2den dezer, met de daar bygevoegde ftukken, ingevolge Refolutie Commisforiaal van dén iöden dezer in onze handen gefield; de Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden eenige wichtige bedenkingen zynde voorgekomen, welke eene nadere pervestigatie requireeren, en zulks wegens de kortheid des tyds voor de eerst, komftige Reces Landsdag niet hebbende kunnep gefchieden, vermeecenechter dezelve, datnatyds omftandigheden, en in aanmerking van het gene onlangs  de Geieurtehisjih in 1787 enz. voorgevallen. 6x jangs op forhtriige plaatfen ia de Ommelanden tor, vilipendentie van U Ed. Mogenden Plakaaten gefchied is, de refcriptie met betrekking tot de overige ftoffe, welke die Misfive aan de hand geeft, daar na niet behoorde te worden opgehouden, en hebben dieswegens de eer by provifie, en ter ge«deeltelyke voldoening aan voorfchreeven Refolutie Commisforiaal een Concept-Misfive hier nevens aan ü Ed. Mogenden te prsfenteeren, omi wanneer door U Ed. Mogenden word goedgekeurd, aan de Heeren Luitenant en Hooftmannen verzonden te worden; zullende zy Heeren Gecommitteerden zïch verder trachten te bekwaamen om de overige pointf» ten en bedenkingen, welke die Misfive opgeeft en nadere voorziening fchynen te vorderen, te onderzoeken , en daar van aan ü Ed. Mogenden rapport te doen. , Aldus gedaan in het Provincie Huis binnen Groningen, op diDgsdag den 27 Maart 1787. (was géteekend) Tj. van Berchuis. A. H. va$ SwindeRen. J Wichers. Ti Tiddens. Clant. F. F. Bi van In en Kniphuizen. G. Lewe. J. A. Engelhard. Concèpt-Misjive aan de lïeeren LuU tenant en Hooftmannen van dié Hooge Jaftitie-Kdmer: Édele Mogende Heeren! t)aaf öhs biets meerder ter harten gaat als de veiligheid delr góede Ingezetenen, en de bewaaring van de rust en eendracht onder dezelve, was het ons feen byzohder genoegen uit Uwer Ed. Mogenden Misfive van den I2den dezer, en de daar bygevoegde ftukkeh te verneemen, „ dat U Ed. Mogenden XXXVII. Deel, E ,* op  66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ op de algemeene geruchten van te vreezene on„ lusten, en reeds gepleegde infolentien aan, en by ,, eenige Huizen binnen Appingadam, de noodige „ zorge hadden gedraagen", ten einde dien aangaande niet alleen de nauwkeurigfte informatien ingewonnen , maar ook zoodaane omzichtige prascautien wierden gebruikt, als by proviüe en naderzaaken omftandigheden geichikt voorkwamen, om te verhoeden, dat de aldaar fubfifteerende ongenoegens en verdeeldheden, niet tot daadelykheden uitborften, en tot openbaar geweld overfjoegen. Wy hoopen en vertrouwen, dat U Ed. Mogenden in die yver en waakzaamheid volhardende, het Hoofd - oogmerk bereikt zal worden , waar toe U Ed. Mogenden Collegie-als een Provinciaal Hof van Juftitie opgericht, èn. roet genoegzaame macht bekleed is geworden ., „ om tot een waar Palladium „ van Vryheid te diénen,, en als een waarborge te „ zyn ter beveiliging van een ieders rechten, vry„ heden, bezittingen, eer en leeven: 'r ter handhaaving van de Ordonnantiën en beveelen ten algemeenen nutte, tot confervatie van de inwendige ruste, en tot weering van alle ongeregeldheden gepubliceerd, en vastgefteld, terwyl zonder derzelver. ftridte obfervantie geen.Land gelukkig kan zyn. Het is om die reden, dat wy voor U Ed. Mogenden niet willen verbergen met leedweezen en indignatie vernoomen te hebben de verregaande vilipendentie. van onze beveelen, verbiedende het draagen van onderfcheids teekenen, of zoogenaamde partyfchaps leufen, welke men zich hier en daar verftout tegens ons ukdrukkelyk verbod te vértoonen en om te voeren, ja zelfs attroupeeringen en famerr.ottingen te doen, zoo zeer tegens de goede orde ftrydénde. Wy begrypen zeer wel, dat wanneer zulks door groote Partyen gefchied, zoo als de geruchten willen, dat voor korten tyd op het Zandt gebeurt zoude zyn: ,, het getal van de Gerichtsbediendeó niet „ toereikende is, en dus de Richters zich te^zwak m beviqden, om zulks daadelyk te beletten,' en ef. - .»j»ca.  ie Gebeurtenis/en in i?8? enz, vhorgevaïïen. 67 I fkacieuslyk tegen te gaan,.dan daar diezwakheid. R door de fterke hand van Ü Ed. MogeDden kan 1* worden gefubleveerd, geftyft en te gemoet ge,„ komen, naardien U Ed. Mogenden uit hoofde van het 57fte Art. van de Inftruólie verplicht L zyn in dat cas aan de refpeüive Gerichten de be« hulpelyke hand wegens deze Provincie te biej, den", en de ongehoorzaamen ter obediëntie van I de Juftitie te helpen brengen, zoude men het al» teene onwilligheid, om 'è Lands Plakaaten ter uit* voer te helpen brengen, kunnen aanmerken, indien l eenig Gerichte, waar onder zulke excesfen worden | gepleegd, zich te zwak bevindende, om dezelve f na exigentie van zaaken te corrigeeren, echter nalaaI tig bleef de behulpelyke hand aan U Ed. Mogenden f te verzoeken, en zich naderhand wilde behelpen met I ëen voorwendzel, dat de macht en middelen , orri E de wetten van den Soüverein te doen eerbiedigen, I ontbrooken hadden. Het zoude ons even daarom byzonder aangenaam 5 zyn, en voor de Confervatie der inwendige ruste I zeer dienftig zyn: „ dat zoo wel de Prokureur = Ge1 „ neraal dezer Provincie, als de Gerichten te Lande by alle bekwaame gelegentheden door U Ede« „ le Mogenden op het ernftigfte geëxhorteerd en aangemaant wierden, om goede" toeverzicht te tl neemen, dat niemand ongeftraft, 's Lands wetten I vilipendeere, zynen naasten met woorden zoomin I als met daaden overlast doe, of de algemeene rusc yerftoore. Dat inzonderheid geen uitvlucht van te grooten aanhang, en dat men zich daar tegen te zwak bei vind, zoo de fterke hand van ü Ed. Mogenden niet I is geimploreerd, toegelaaten, maar integendeel als j een plichtverzuim geconödereerd, en ten gevolge I van dien de fchuldigerechtelyk daar over gecalangeerd en tegens denzelven conform de befchreevene wetten geprocedeerd zal worden: „ zullende U Ed. MoH eenden ons ten allen tyde bereid vinden om alle E 3 li *od-  68 PerzameKng van Stukken betrekkelyk tot ,, zoodaane gepaste middelen, als U Ed, Mogenden „ tot handhaavjng van Jiet Recht der hooge Overig. ,, heid dezer Povincie, executie van 's Lands Pla- kaaten, en uitoefiening der ftraffen op derzelver „ overtreeding gefteld, zullen willen adhibeeren, „ krachtdaadig te onderfteunen ", ten einde aldus de goede orde, vreede en eendracht bewaard, en alle kwaade onderneemingen tot ftooring van dezelve verhinderd werden. Wy geeven tefFens ü Ed. Mogenden kennis, dat de zorgelyke bedenkingen , welke zich van zelve opdoen, indien men zyn aandacht vestigt op de zonderlinge en alleszins gevaarlyke verdeelinge der exerceerende Ingezetenen tot Appingadam in drie on. derfcheiden klasfen of departementen, benevens de ,, aanfchaffing van zulk een overgroot getal fcherpe „ Patroonen by het eene departement, op een tyd, „ dat 'er geen de minfte vreeze van buitenlands ge„ weid voor handen is", door de Heeren orze Ge. committeerden tot de Defenfie van deze Provincie nader onderzogt ftaan te wórden. Wy zullen vervolgens na gehoord Rapport der voorfz. Heeren Gecommitteerden, daaromtrent disponeeren als tot , heil van den Lande ën der Irgezetenen meeste vei» ligheid dienftig bevinden. Voorts van dat befluit U Ed. Mogenden de noodige communicatie doen geworden. Waar mede. ,, Dit Rapport, met het Concept-antwoord aan de Heeren Luitenant en Hoofdmannen, by debei„ de Staats-Leden zynde overwoogen, heeft de „ Stad, ofwel de meerderheid van Burgemeesteren „ en Raad, oud en nieuw, famptTaalmannen en Ge„ zwooren Gemeente, den 4 April 1787 deze Con„ cepr-Misfive gerenvoyeerd aan voornoemde Com. ■ misfie van Defenfie, om dezelve te recouchee„ ren „ De Heeren van de Stad hebben by hun ren-. »> vooy  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 6$ I vooy aan dezelve Commisfie doen ter handtte'L'n [E navolgende Hun Ed. Molenden remarq^s, op_ge< L, melde Concept - Mii-five; op dat de Ge> ommsc teerden daar op, in het formeeren van een ander f„ antwoo'd de vereischte attentie koiinej ves igen, ,„ en op de gronden de Misfi/e recoucheereo. ,, Doch de Ommelanden hr-oben zich snnem duo „ met het uitgebrachte Rapport en Misfive gccjd„, formeerd." Dat op algemeene geruchren het H f werkzaam was geweest. Ingevolge Reglement en Landrecht is dit de post van de Richteren, en, zic'i te zwik bevindende, kunnen die de fterke hand verzoeken, Art. 57. eo, dezelve nalaatig blyvende, tot hunnen plicht houden, Art. 56. Zoo dat in allen gevalle eer«t het gedrag der R,chters onderzocht, en in de Misfive [aangetoond had moeten worden. De Richter na behooren hebbende gevigileerd, en geene asfirtentie verzocht, kwam de aètus van het Hof niet te pas, hier door zou ook aan de Patrimonieele Jurisdictiën ite kort worden gedaan. Een Palladium en waarborg der Vryheid enz. Zulk een Iouange is ongepast, zynde deze yver |en waakzaamheid buiten hun departement in relatie jftot bovenftaande. Het Hof kan ook zoo niet wor|den genoemd in betrekking tot de politique Vry. fheid, wyl hun niet competeert, in dien zin deVryilheid te handhaaven, maar zelfs hun is geinterdij ceerd, zich te bemoeijen met eenige Politie. Heeft look geen genoegzaame macht, om buiten voorken. ïl nis en last van de Staaten de vryheid te handhaave. inen, en zoude ingevalle, (gelyk by deze Conceptal Misfive) hun die macht wierd toegekend, by veropvolg, zonder voorkennis der Staaten Militaire é macht konneu gebruiken, wanneer zulks goedvond. I 3 V'r"  ÏQ Perxmeling van Stukken betrekkelyk t# Verbieden van onderfcheids teekenen, Is te onbepaald, ten zy, na gedaane recherche geblyke, dat ftricteiyk ziet op de Qranje-Linten, alzoo geen andere tumultueufe ondeifcheids teeketien, zop^verre bekend is, worden gedraagen, er de zwarte Cocardes daar onder niet behoorden te worden begreepen. 1. Om dat alleen zyn een veldteeken tot de mon. teering van een Genootfchap behoorende. 2. Zyn dezelve, zoo voor als na het publiceeren yan 't Plakaat aangaande de Leuzen, publiek onder 't oog van den Souverein gedraagen. 3. Het verbieden van dezelve zou te fletrisfant zyn voor de Genootfchappen, als van welke men $ot nu toe niet kan voorgeeven eenige tumultueufe inzichten, gedraagingen, veel min feitelykheden. Dat de Gerichtsbedienden niet toereikende, en dus de Richters zich te zwak enz. De Richter kan asfiftentie verzoeken, maar 't con-1 lieert niet, dat dit is gefchied, dus dit in de Misfive aan 't Hof al wederom eene te groote Macht toe- ■ kend; door de woorden fterke hand, welke hier niet^ ; anders als de Militaire macht beduid, dewelke vaqj den Souverein alléén afhangt. Prokureur-Generaal en de Gerichten geexhorteerd. Komt niet te pas, wyl die daar toe volgens hunne Inftruöie zyn verplicht, en langs dezen weg, , of de Inftrucïie buiten 't oogmerk word geëxtendeerd, of zy van nalaatigheid befchuldigt. NB. niet verder als tot de uitoefening der Cmle en Crimineele Jurisdictie, conform de initruciie. Zullende U Ed. Mogenden ons ten allen tyde bereid vinden enz. Het toeverzicht hier over komt alleen toe aan den Souverein, niet aan een Gerichtshof. De.  de Geisurtenisfen in 1787 ««2. voorgevallen. 7t- De inwendige rust komt zoo wel in aanmerking, i.als vreeze voor buitenlandsch geweld. Scherpe Patroonm. Scherpe Patroonen zyn in deze dagen by de ge1 permitteerde Genootfchappen , eene verzekering I of gerustftelling voor de ioweodige rust, terwyl de I gewapende Ingezetenen het eenig en wezenlyk Pall iadium zyn van 's Lands Vryheid, en de grond van ' 't onderling vertrouwen tusfchen de Regeering ea I 1de Ingezetenen. Noodige Communicatie. Deze belofte voegd niet in den mond van een i Souverein, die fchpon met belooft, zulks na zy; nen raade ten beste van 't Land kan befluiten. N°. 2833. Breede Raads-Refolutie van den 31 Mdan 1787, om te inquireeren op het gedrag van hinn\ Richters in de Ommelanden, en byzouder op die 1, van den Dam, ■ Op het geproponeerde in den Breeden Raad, hebben de H. Heeren Burgemeesteren oud en nieuw,' fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente Heeren van de zittende Raad verzocht, Heerep Ge« committeerden te benoemen, om te does onderzoek in hoe verre de Richters in de Stad? Jurisdicllen iade Ommelanden, en inzonderheid die van den Dam informatie hebben ingewonnen opzichteïyk de, ge^ pleegde disorders, onder hunne Jurisdictie voorge* vallen, en wat daar in door hun is verricht, dosnds; van dat alles ter Vergadering rapport. £4 H«  7? Verzameling van Stukken bstrekkelyk tot No. 2834. Refolutie van Lieutenant en Hooftmannen van aen 16 April 1787, waar by de PiokureurGeneraal word geauthorifeerd, om B. Knypinga Bouwmeester, E. Houwerzyl Z*>fcyoogr, Klaas Thomas Schuttemichier, Harmen Gerrits Gastlmsvoogt, Joh. ter Haar Kluftmeester, J Fryma Kluftmeester, L. Tonkens Burgemeester en J Jentzema Kluftmeester, wegens het violee. ren der op den sden Maart gedecreteerde flatus, hy dagvaarding in Perfoon te aStioneeren. Door den Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. Offic. ter Vergadering ?ynde ingedient een Request, houdende hoe by Afte va::- den 1 *den dezer laatst verloopene maand zynde geauthoriOerd, om tegens de overtreeders van 's Hoves verleende flatus, op den Requeste van J G. Kool en J Ogikrs qq. gedecreteerd te procedeeren, zoo als tor maincen van het Recht der Hooge Overigheid in Juftitie zal vermeenen te behooren, zoo vind dezelve zich uit dien hoofde thands verplicht den Hoye voor te draagen, dat de overtreedinge dier ver. leende flatus hem voorkomende uit haaren eigen aart, de zaamenloopende omftandigheden en de onheilzaame daar uit voortvloeiende gevolgen, een misdryf te zyn, 'dat den naam van zeer exorbitant verdient, als zynde daar door met der daad geftremt het heilzasm en oneenzydigfte oogmerk en bevel van den Hove, zelve eenig en alleen door Hoogstdezelye afgegeeven ter bevordering of herllelImge, (ware het mooglyk) van de zoo noodige algemeene wettige rust en eensgezindheid, en om den weg der nimmer te ftremmene Juftitie aan een ver grooter, voor een kleiner aantal, waaronder veelegantsch niet aanzienelyke Burgeren der Stede Appingadam Zich bevonden, niet mede behoorlyk gehoord en dus onwettig te zien afgefneeden, alwaaromdeSupphanten qq. het toefchynende, dat dit misdryf der overtreedinge der flatus van dien aart zy, dat daar over wel eene dagvaardinge in Perfoon (op nadere au-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 73 authorifatie van den Hove) zoude konnen worden geëmaneerd: zoo wend dezelve qq. zich tot Hun ÜSd. Mogenden, met verzoek, om door Hoogstdezelven te worden geauthorifeerd, om tegens de overtreeders dier flatus, zynde het meerder gedeelte der destyds gewezene Eedgenooten der Stede Appingadam, ieder in 't byzonder daar aan verwante betrekkinge by dagvaardinge in Perfoon te procedeeren, als tegens, B. Knypinga Bouwmeester, E. Hou. werzyl Kerkvoogt, Klaas Thomas Schutten-Richter, Harm Gerrits Gasthuis-Voogt, Joh. ter Haar Kluftmeester, J. Fryma Kluftmeester, L. Tonkens Burgemeester, J.Jentzema Kluftmeester; ofte langs zoodaanigen anderen weg te acVioneeren , als Hun Ed. Mogenden in Juftitie zal vermeenen te behooren. Hebben de H. Heeren Lieutenant en Hoottman. nen na gehoudene deliberatie, de Prokureur-Generaal qq. conform deszelven gedaane verzoek geauthorifeerd, om tegens de Perfoonen ten Requeste vermeld, by dagvaardiging in Perfoon te Procedeeren , voorts op deszelven nader verzoek den Heer Hooftman de Raad verzocht en gecommitteerd, om als Commisfaris in. dezen te fungeeren. No. 2835. Advyfen der beide Leden van Staat van den 24. April 1787 , over het Request van L. Tonkens en Conforten Eedgenooten te Appingadam, over de dagvaardiging in Perfoon voor den Hove, door den Heer Prokureur-Generaal gedaan, waar over nadere dispofitie verzoeken. Gedelibereerd zynde over het Request van L. Tonkens Burgemeester, en Claas Thomas Schuttenrichter te Appingadam, mede opneemende de belangens van de Mede-Leden van het Eedgenootfchap te Appingadam die zich in het zelve geval bevinden , al voor den Hove Provinciaal tegens den iften May in Perfoon geciteerd, ter inftantie van E 5 deQ  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den Prokureur-Generaal, waarfchynlyk over zaaken hun als Leden van de Regeeringe van Appingadam raa\ende, en waar over door de Luitenant en Hoofc mannen van de Hooge Juftitie-Kamer aan ü Ed, Mogenden gefchreeven, en waar op nog niet is geantwoord nadere dispofitie. — Hebben de Heeren van de Stad, dit Request gefteld in handen van de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie finances, op Rapport en inmiddels verftaan, datgeduurendedeze deliberatie het Hof Provinciaal behoorde te fuperfedeeren met deze proceduures. — En hebben de Heeren van de Ommelanden deze zaake aan de gewoone cours van Juftitie overgelaaten. N°, 2836. Misfive van den Breeden Raad der Stad Groningen aan Luitenant en Hooftmannen van den 28 April 1787, waar by kennis geeven dat op 's Hoves Misfive aan de Staaten van den ziften Maart jongst, nog niet is gedisponeerd, en dus, om opgegeevene redenen verwachten, dat alles intusfchen in furcheance zal blyven. Edele Mogende Heeren! Door B, Knypinga Bouwmeester en Klaas Thomas Schuttenrichter der Stad Appingadam, en als gevolmachtigd door L. Tonkens Burgemeester Enno Hoüwerzyl thands Burgemeester, doch voor den 8ften Maart dezes jaars Kerkvoogt, J. Frima thands Kerkvoogt, doch voor den 8ften Maart dezes jaars Kluftmeester, Jurjen Jensuma Kluftmeester, Johan ter Haar Kluftmeester der Stede Appingadam, aan den Breeden Raad een Addres zynde gedaan, waar by hoofdzaakelyk te kennen geeven: ,, hoe L. Tonkens Burgemeester en Klaas „ Thomas Schuttenrichter der Stad Appingadam, ,, en als debelangens van hunne Mede-Leden in het „ Eedgenootfcbap te Appingadam, te weeten B. „ Knypinga, Enno Hoüwerzyl, Garryt Jurri- 3) £ns,  ds Geleuttenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 7$ „ ENSj JüRRlEN JENSUMA, J. TER HAAR en JACO? ToRYMA hebbende opgenoomen zich aan de Staaten van Stad en Lande op de jongst gehou" dene Landsdag hadden vervoegd, waar by zy kennisfe gaven, dat zy in hunne oPg^fLe^ea: /, liteiten by Mandaat van de HoogeHeeren^Lui te' nanten Hooftmannen, ter mftantie van den Prokureur-Generaal dezer Provincie '/^nföooa wpdapvaart om on den i May 1787 in feriooa ; Ie' co^Peren voPor den Hove', en te aanhoorg , zoodaanig verzoek, mi^gaders eischen concluüe als gemeldeProkureur-GeneraaleW !, hun zal willen doen en neemen : dat zy Rernonftranten na afloop van den Landdag zyn ontwaar li geworden dat opzichtelykdat Addres wegens hec Lid van de Stad voor Advys is uitgebracht, dat vermelde Addres gewezen wierde in üommisue * Ln HoogT Heeren Staats Gecommitteerden tot IJ de Petkifn der Raad van Staaten en dezer Provinciefinances, en inmiddels aan ^ Hooge Heel\ ren Luitenant en Hooftmannen van de Hoogejuftitie-Kamer zoude werden aangefchreeven, om £ gèdlVende de Staatsdeliberatien de proceduures te iurcheeren; doch dat de Hooge Heeren van ï de Ommelanden de zaak aan de ordinaire cour. ? van Tultitie hebbende overgelaaten, dus door die 2 Shülende Advyfen het Addres by de Hooge ? Heeren Staaten is aanhangelyk gebleeven , verzoekende voorts de Supplianten vermits het ter| myn van comparitie bovengemeld invalt voor de t eerstkomende Staats-Vergadering, en op dat zy f, van alle het effect van het favorable, ophu.Addres Stadswege uitgebracht Advys niet zoude worden verftooken ten einde de Breede Kaaa, ; na dezer zaaken gelegendheid dusdaamge, gorzieningen zal gelieven daar te ftellen dat de favoI rabïè Intimenten by de Heeren van de Stad, reeds aan den daggelegt, geen inbreuk komen , telyden, en hun Supplianten noodwendige noncomparitien op de gedaane dagvaardingen zon-  «jS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot . „ der eenige fequeele mogten zyn, zoo lang de zaak „ by de Heeren Staacen nog niet ter conclufie is „ gebracht". Zoo hebben wy na gehoudene deliberatie goedgevonden en verftaan, zonder ons over de merken van de zaak in te laaten, U Ed. Mogenden kennisfe te geeven, dat wy byde jongfte Staats.Vergadering TTancde^24ften dezer gedelibereerd hebbende oveï U Ed. Mogenden aan de Heeren Staaten van Stad en Lande ingekomene Misfive van den 24 Maart 17^' voor Stads Advys hebben uitgebracht: dat vermelde Misfive gefield wierde in handen der Heeren Gecommitteerden tot de Petitie van Raad van Staaten en dezer Provincie finances, met last om aan de Heeren van den Hove te fchryven by provifie met die zaaken te fupercedeeren, als mede een gelykfoortig Advys op der Supplianten Addres in het boven geailegeerde bedoelt. Daar nu de deliberatien over ü Ed. Mogendens Misfive en het Addres van de Supplianten aan de Staaten geprasfenteerd, nog ter Staats.Vergadering aanhanglyk zyn, zoo is het dat wy verwachten dat U Ed. Mogenden de Proceduures in het Addres aan den BreedenKaad vermeld in furcheance zullen houden, en daar mede fupercedeeren zoo lang de zaak by de Heeren Staaten nog niet ter conclufie is gebracht, opdatintusfchengeen atteinteaandes Stads uitgebrachte Advys gefchiede, en die zaaken opgenoemd by de volgende Staats-Vergaderinge wederom een poinct van deliberatie uitmaakende, nog mogen zyn in haar volle geheel. Waar mede blyven, ü Ed. Mogenden in Godes Protectie beveelende. Edele Mogende Heeren l ü Edele Mogenden goede Vienden, Groningen, den Burgemeesterenende Raad Oud 28 April en Nieuw, fampt Taalman- nen en Gezwoorene Meente in Groningen, No.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 77 N°. 2837. Mhfive van Luitenant en Hooftmannen aan den Breeden Raad in Groningen van den no April 1787 in antwoord op derzelver van den 28/ï?» fcevoorens, dat aan die verwachting niet kan worden gedefereerd, dan dat om redenen eenig dilay hebben verleend. Edele Mogende Heeren! In onze extraordinaris Vergadering van gisteren, zynde geleezen Uwer Ed» Mogenden Misfive van den voorigen dag, by dewelke ü Ed. Mogenden aan ons kennisfe geeven dat by de jongde Staats-Vergadering van den 24flen dezer maand U Ed. Mogenden gedelibereerd hebbende over onze Misfive van den 24 Maart 1787, voor Stads Advys hebben uitgebracht, dat gemelde Misfive gefteld wierdein handen der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van de Raad van Staaten en dezer Provincie finances, met last om aan de Heeren van den Hove te fchryven by provifie met die zaaken te fupercedeeren, als mede een gelykfoortig Advys op een Addres van B. Knypinga Bouwmeester en Klaas Thomas Schuttenrichter der Stad Appingadam, en als gemachtigd door L. Tonkens Burgemeester en verdere Leden van het Eedgenootfchap van Appingadam , invoegen in U Ed. Mog. Misfive breeder vermeld; met by voeging dat daar de deliberatien over onze Misfive en het Addres van de Supplianten aan de Staaten geprsfenteerd nog ter Staats-Vergadering aanhanglyk waren, U Ed. Mogenden verwachten, dat wy de Proceduures in het Addres aan den Breeden Raad by ü Ed. Mogenden Misfive vermeld, genoemd, in furcheance zouden houden, en daar mede fupercedeeren, zoo lange de zaak by de Heeren Staaten nog niet ter conclufie was gebracht, op dat intusfchen geen atteinte aan des Stads uitgebrachte Advys gefchiede, en die zaaken opgenoemt by de volgende Stads Vergadering, wederom een pointt van deliberatie uitmaakende nog mog- ten  j9 Verzümsling van Stukken Mrskkelyk tót ten zyn in baar volle geheel; moeten wy in antwoord op voorfchreeven Uwer Ed. Mogendens Misfive, U Ed. Mogenden refcribeeren, dat het Hof in ééd van de Heeren Staaten van Stad en Lande, en dus van beide Leden van Staat conjuncf im zyn= de, aan de verwachtinge van het eene Staats-Lid niet kan defereeren, zonder daar doör het ander Staats-Lid te Iffideeren, als zynde dit direQ ftrydig met het Reglement Reformatoir en de oude Inliruftie voor Luitenant en Hooftmannen. Dan dat in vertrouwen dat een behoorlyk dilayvan die heilzaame uitwerkinge moge zyn, dat dé verichillende gevoelens der beide Leden van Staat fpoedig mogen worden vereenigt, wy een provifioneele furcheanfe hebben gedecreteerd, gelyk wy dit om de onpasfelykheid van den Prokureur-Generaal, op het ten dien einde door den zeiven aan ons geprasfenteerde Request hebben moeten doen, eri tefiens goedgevonden hier van zoo aan U Ed. Mogenden als aan de Heeren van de Ommelanden kennisfe te doen geworden, op dat dit dilay aan de Heeren van de Ommelanden niet moge voorkomen, als ter voldoening aan de verwachtinge van het eene Staats-Lid, en in prEejudicie van de gevoelens van het andere Lid gefchied, en ten einde de Heeren van de Ommelanden daar van by derzelver Staatsdeliberatien, zoodaanig gebruik zouden konnen maaken, als Hun Ed. Mogenden zullen vermeenen te behooren. Waar mede wy U Ed. Mogenden beveelen in Codes heilige Protectie en verblyven. Edele Mogende Heeren l Uwer Edele Mogendens goede Vrienden i Groningëh, deü Luitenant en Hooftmannen van 30 April de Hooge juftitie-Kamtr van 1787. Stad en Lande.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 7» N°. 2838. Misfive van Luitenant en Hooftmannen aan de Heeren van de Ommelanden, van den 30 April 1787» waar by kennis geeven van de ontfangene Mvfive van den Breeden Raad van den iZflen dezer, en van 's Hoves antwoord aan denzelven van heden. Edele Mogende Heeken! In onze extraordinaris Vergaderinge van gisterea zynde geleezen eene Misfive van Heeren Burgemeesteren en Raad oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente in Groningen, van den voorigen dag, by dewelke Hun Ed. Mogenden aan ons kennisfe geeven, dat by de jongfte Staatsvergadering gedelibereerd hebbende over onze Misfive van den 24 Maart 1787, voor Stads Advys hadden uitgebracht, dat gemelde Misfive gefield wierde in handen der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staaten en dezer Provincie Finances, met last om aan de Heeren van den Hove te fchryven, by provifie met die zaaken te fuperfedeeren, als mede een gelykfoortig advys op een Addres van B. Knypinga, Bouwmeester, en Klaas Thomas , invoegen in die Misfive, waar van wy Copie hier nevens voegen, breeder vermeld; met verdere by voeging, dat door de deliberatien over onze Misfive, en het Addres van Supplianten aan r de Staaten gepraefenteerd , nog ter Staatsvergadering aanhanglyk waren, Hun Ed. Mogenden verwachten dat wy de Procedures in het Addres- aan den Breeden Raad by Hun Ed. Mogendens Misfive vermeld, genoemd, in furcheance zouden houden, en daar mede fuperfedeeren zoo lange de zaak by de Heeren Staaten nog niet ter conclufie was gebracht, op dat intusfchen geen atteinte aan des Stads uitgebrachte Advys gefchiede, en die zaaken opgenoemd by de volgende Staatsvergadering wederom een poinÉt van deliberatien uitmaakende, mogtea zyn in haar volle geheel: zoo hebbel  8ó Verzameling van Stukken betrekkelyk tót ben wy iö antwoord op voorfz. Misfive Hun Edi Mogenden moeten refcribeeren, dat het Hof in ééd van de Heeren Staaten van Stad en Lande, en dus van beide Leden van Staat conjunBim zynde aan de verwachting van het eene Staats-Lid niet konden de» fereeren, zonder daar door het andere Lid van Staat te Isdeeren, als zynde dit direct ftrydig met het Reglement Reformatoir, en de oude Infirudtie voor Luitenant en Hooftmannen. Dan dat in vertrouwen dat een behoorlyk ditay van die heilzaarrte uitwerkinge moge zyn, dat de verfchillende gevoelens van de beide Leden van Staat fpoedig mogen worden vereenigd, wy een provifioneele furcheance hadden gedecreteerd, zoo als wy dit om de onpasfelykheid van den Prokureur-Generaal op het door denzelven ten dien eini de aan ons gepraefenteerd Request hebben moeten doen. Wy hebben teffens gemeend hiör van U Ed: Mogenden kennis të moeten doen geworden j op dat dit dilay ü Ed. Mogenden niet mogte voorkomen als ter voldoening aan de verwachtinge van het eene Lid van Staat en in prsejudicie van de gevoelens van het andere Staats-Lid gefchiedt, en ten einde U Ed. Mogenden by Hoogstderzelver Staatsdeliberatien daar van zoodaahe gebruik zouden konnen maaken, als U Ed. Mogenden zullen vermeenen te behooreD. Waar mede wy TJ Ed: Mogenden beveelen ih Godes heilige protectie, en verblyven, Edele Mogende Heeren! Uwer Edel Mogendens goede Vrienden, Groningen, den Luitenant en Hooftmannen van 30 April 1787. de Hooge Juftitie^Kamer van Stad en Landet 'tkiilnu GaiJsïadibb ci~v ivn.,q fBotetow^ah .csaVoos :iösaj3 tïivf i&$d ci a^s sy:§o{n ^fcasa No.  de Gebeurtenis/en in i78 7 enz. voorgevallen. 8 X mü. 2839. Misfive der Heeren van de Ommelanden* ' aan Luitenant en Hooftmannen van den oQ Juny , 7K7, met der elver Refolwi*. gevdllen op ae Mts- ■ five 1 an Luitenant en Hooftmannen van den 30 April jongst, zich beklaagende over het attentaat op de Souvereimteit door de Heeren van de Stad, en dat het Hof, aan wien alleen ae uitoefening der Juftitie is gedemanaeerd, daar in wordt belemmert. Edele Mogende HêerESJ Mét geen minder aandoening en verbaasdheid, al* .verontwaardiging, vonden wy door Uw ttd. mo■genden Misfive van den 3often April laatstleedett rbevéstigd de algemeene geruchten, dat de Breeae ÏRaad dezer Stad het recht der Heeren Staaten ge[ Ufurpeerd , ën zich onderwonden had aan u u-a. * Mogenden eene zooddane aanfthry ving te doen * x welke, indien daar toe eenigei reden voorhanden < waren, niet anders als met onze concurrentie; ea f Staatswyze had mogen gefchiedert. Wy hebben onder referve van zoodaane andere middelen als by vervolg van tyd dienftig zullen oirdeelen , by provifie daar op gereiolveerd, zo als U Ed. Mogenden uit nevensgaande Extraft kannen zien, en kunnen tevens niet voorby ü Ed. Mogenden by deezen onder het oog te brengen, dat het i Reglement Reformatoir, benevens de decifien van Hun Hoog Mogenden en de.oude Staatswyze gearfesteerdeélnltruaie, aan ü Ed. Mogenden geen vryheid overlaaten , om aan diergelyke onwettigè aanfchryvingen iets te defereereu. Wy verhoopen dieswegen , dat by vervolg v* I tvd ons daar op gerustelyk zullen kunnen verlaateö, dat dit gewichtig poina doof ü Ed. Mogenden by j alle voorvallende gelegenheden wel en naar bebooren betracht zal worden, op dat ü Ed. Mogenden Collegie niet ten eenenmaale onnut gemaakt, en de i losbandigheid meerder voedzel gegeeven worde : zullende ü Ed. Mogenden ons altyd bereid en geneXXXVII. Deel. F 8eft  8a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gen vinden, om de geheiligde Juftitie als Gooi Dienaaresfe hier op aarde te helpen onderfchraa- fen, en U Ed. Mogendens befluiten tot diens hand. aaving te doen eerbiedigen. Waar mede eindigende, beveelen wy U Ed. Mo. gen jen in de befcherming des Ailerhoogften en verblyven, Edele Mogende Heeren! Uwer Ed. Mogendens goede Vripoden-, ■ Gedaan in ocze Vergadering op \ry. dag den 10 Ju. ny 1787. Ji nkeren, Hovelingen, Ei • gxriè\)dm en Volmachten van de Ommelanden tus* Jchen de Eems en de Lauwer s\ Vrydag den 29 Juny 1787. De Heeren Gecommi'teerJe Raaden hebben ter Vergadering geëxHibeerd derzelver conffderatien èn advys, opzichtelyk de Misfive van de Heeren Lui• tenant en Hooftmannen van de Hooge Juftitie-Karner van Stad en Lande, in dato den 3often April jongst, op den 2den May daar aan volgende ter Ommelander Vergadering ingekomen, en by Refolutie van dien zelfden dag gefteld in handen def Heeren Gecommitteerde Raaden , om daar op té dient n van confideratien en advys; luidende dezelve als volgt. Edele Mogende Heeren, Jonkeren, Hovelingfn , elgenkrfden en volmachten der OmmflANDENTÜSSCHEN DEEEMa en de lacwers. Voor eenigen tyd was by U Ed Mogenden ingekomen eene Misfive van de Heeren Luitenant en Hooftmannen van de Hooge Juftitie-Kamer dezer Pro»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 83 }Provincie, in dato den 3often April jongst, waaf l&v aan ü Ed. Mogenden kennis geeyen, dat eed Misfive hadden ontvangen van de Heeren Burgel meesteren en Raad oud en hieuw, fampt Taalman* 1 nen en Gezwoorene Gemeente iü Groningen, hou1 dende dat by de jongfte Staatsvergadering hebben. L de gedelibereerd over 's HoveS Misfives, Van deü , *7 Maart 1787 , voor Stads advys hadden uitge.» 1 bracht, dat gemelde Misfive gefteld wierde in handen van Heeren Gecommitteerden tot de Fetitieö van den Raad van Staaten en. dezer Provincie Finances, met last om aan de Heeren van den Hove te fchryven, by provifie met die zaaked te fuoeriedeeren, als mede op een Addres van B. KnïpingA Bouwmeester, Klaas Thomas Schutten-Richter i en als gemachtigd door L. Tonkens Burgemeester, > en verdere Leden van het Eedgenootfchap van Appingadam, een gelykfoortig advys, invoegen bree* I der in die Misfive daar by in copia annex was ver"meld: met verdere by voeging, dat daar de Deliberatien over 's Hoves Misfive en het Addres van Supolianten aan de Staaten, nog ter Staatsvergadering aanhanslyk waren, Hun Ed. Mogenden verwagten* dat Luitenant en Hooftmannen de procedures in '*s Breeden RaadS Misfive vermeld , in furcheanie zouden houden, en daar mede fupercedeeren, 200 lange de zaak by de Heeren Staaten nög biet ter conclufie was gebracht, op dat intusfehen geen atteinte aan des Stads uitgebrachte advys gefchiedej maar die zaaken opgenoemd , by de volgende Staatsvergadering wederom een pointt van deliberatie uitmaakende, mogten zyn in haar volle geheel, op welke Misfive de Heeren Luitenant en Hooit-, 'mannen hadden moeten refcribeeren, dat het Hot in den éêd de Heeren Staaten van Stad en Lande, : en dus van beide Leden van Staat conjunStim zynde, aan de verwagting van het eene Sraats-Lid niet konde defereeren, zonder het ander Lid van Staat te ledeeren, als zynde dit direct ftrydig met het Reglement Reformatoir en de oude Inftruaie voor  84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Luitenant en Hooftmannen; dan dat in vertrouwen d t etn behoorlyk dilay van d e heilzaame uitwerking mogte zyn , dat de vt rfchillende gevoelens van beide de Leden van Staat fpoedig mogren worden vereenigd, een provifioneele furcheanfe hadden gedecerneerd, zoo ais hec Hof dit om de onpasfelykheid van den Prokureur-Generaal, op het door denzelven ten dien einde geprasfentte. de Request, hadden moeten doen ; dat de Heeren Luitenant en Hooftnunnen teffens hadden gemeend, hier van de Heeren van de Ommelanden kennis te moeten geeven , op dat dir diby aan Hoogstdezelven niet mogt voorkomen, als ter voldoening aan de verwachting van het eene Lid van Staat, en in prasjudicie aan de gevoelets van het andere Staats-Lid gefchied , en ten einde Hun Ed. Mogenden by Hoogstderzd\er Staatsdehberatien, daar van zoodaane gebruik zouden Kunnen maaken, als zouden vermeenen te behocen. Welke Misfive door U Ed. Mogenden by Refolutie van den 2den der jongst verloopene maand gefteld zynde in handen der Heeren Gecommitteerde Raaden, om U Ed. Mogenden te dienen van derzei ver corfideratien en advys, hebben dezelven de eer, om U Ed. Mogenden reverentelyk voor te draagen, dat by het 29ftë Art. van het Reglement Reformatoir, dé Civile en Ctimineele Jurisdictie, ovcr deze geheele Provincie en het gene tot dezelve gehoort, aan Luitenant en Hooftmannen is opgedraag^n , om dezelve uit naam en van wegen de Hooge Overigheid en Heerlykheid van Stad Groningen en Ommelanden, conform de gearresteerde Inftru&ie uit te Of ffenen, welke Reglement alle Re. genten, hooge tn laage Magiftraar^perfoonen en Ambtenaaren , by folemneelen ééde hebben beloefd ftrct te obferveeren en te doen obferveeren: het welk buiten twyffel roede in zich bevat eene heilige belofte, of rsamlyk de Heeren Luitenant en Hooftmanren in de exercitie van het gene aan hunne zorge is toevertrouwd, geene de minfte infpie. ring  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 85 ring of rurbacie te veroirzaaken, maar de Junkie aldaar eenen onverhinderden loop te doen gewin* ner: zoo dac de Heeren Staaten zelve, fchoon Souverein zoo lange geen fuhWment tot klachte we- -gens gedenegeerde Juftitie gevonden worde, de be. 'handeling van de Civile en Crimineele Juftitie aan het Hof Provinciaal moeien overlaaten, zonder daar ;jn nee cornmi'tencio nee omiuendo eenige ftremming te veroirzaaken: wel is- waar, Rd. Mogende Hoeren! 'dat 'er door deze en gene vm tyd tot tyd tentamens zyn gedaan, om zoo met Reqjesten aan de Heeren 'Scaaten als anderszins dit zoo notoir recht van den :Hove te doen verzwakken, en daar aan te derogeeren; maar het is ook niet minder waar, dat U Ed. "Mogenden alle zoodaane onbehoorlyke aanvallen , telkens afgekeerd, en zorge hebben gedraagen dac 'de Juftitie haar voortgang konde hehb.m, waar van :de Notulen van het voorige jaar nog zoo veele eclatante prcuces opleveren, wanneer men wettig getekende Contumacien , fchoon daar van by de Hooge Juftitie-Kamer relieven waren ingefteld , door 'politieke Decreeten zorgde te zuiveren; op deze zelfde gronden was het, dat U Ed. Mogenden delibereerende over eene Mi-fivft van Luitenant en Hooftmannen van den 24ften Maart dezes jairs, betrekkf lyk de klachte door de Kooplieden J. G. Kool en J. Ogiers, a's daar toe fppciaal gecommitteerd door een zeer groot aantal der notabelfte Burgers en Ingezetenen van Appinga'am, en nog eene nadere klachte van een vee! grooter getal Burgers en Inge- ;zeter,en aldaar, wegens attentaaten regers de verleende flatus en fuicheacce, beeder in de geal'egeerde Misfive vermeld, ter Staatsvergadering van den 4den April daar aan volgende voor advvs hebben uitgebracht: ,, dat aan Luitenant en Hooftman„ nen behoorde te worden overgelaten , om de -„' klachte in die Misüve, opzichtelyk de geplcegde attentaaten, vervat, als een objeft van de or„ dinaris Juftitie af te doen, en daarom'rent te dis.. Doneeren als in goede Juftitie zullen bevinden te " v F 3 M be-  85 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot behooren." By welk advys U Ed. Mogenden to? jongstleeden Landsdag ftaodva^tig gebleevea zyn, .wanneer dit poindt door het zwygen van beide Leden uitgevallen en buiten verdere deliberatie is gebracht. Het waren ook die zelfde gronden, op welke U Ed. Mogenden na gehoudene deliberatie over het Request van L. Tonkens Burgemeester, en Klaas Thomas Schutten.Richter van Appingadam, mede opneemende de belangecs van de overige Leden van het Eedgenoodfehap aldaar, welke zich in het zelfde geval bevonden, betrekkelyk gedane:Citati. en in Perfoon tegens den iften May ter iriïantie van den Prokureur-Generaal ter Staatsvergadering van den -4ften April jongst, deze zaak aan de gewoone cours van Juftitie hebben overgelaaten ; waar by mede rot laatstleeden Landdag is geperfisteerd, wanneer U Ed. Mogenden hebben gerefolveerd, dat op dit Artikel gezweegen zoude worden. , Daar dierhalven ü Ed. Mogenden zoo dikwyls en .by zoo veel gelegenheden hunre gevoelens duide.lyk genoeg hebben opengelegd, en te kennen gegeeven, dat de Heeren Staaten als de Souvereinen des Lands, in wier ééd Luitenant en Hooftmannen zich .bevinden, niet bevoegd zyn om de uitoefening der Juftitie te belemmeren, en h^t Hof Provinciaal beZwaarlyk te maak,en, en dat dus de fpreekende wet het eenigfte riqhtfnoer Uwer Ed. Mogenden deliberatien is zullen U Ed, Mogenden zich met recht moeten verwonderen, dat niet alleen Omlander Ingezetenen, zich aan den Breeden Raad dezer Stad, ter ftuiting van den loop der [uftitie addresfeeren , maar dat ook die zelve Breede Raad zich emancipeerd, om de Souvereine Vergadering der Heeren Staaten te willen reprsfenteeren, en zich over de Hooge Juftitic-Kamer een authoriteit aan te maatsgen, welke by de deciflen van Hun Hoog Mog. Conventien en Staatswyze gearresteerde Inftruöie zoo m'tdrukkelyk verboden is, nadien dezelve meit 8oo zeei woorden bepaalen, dat Luitenant en Hoofc- man»  is Gebeurtenisfin in 1787 tnz. voorgevallen. 87 imannen in dienst van de gezamentlyke Staaten zynm het eene Lid zich daar over geen meerder ge. mg, prffiëminectie of authoritek, ais het andere-; jital vermogen aan te maangen. ■ > Zoo dat de aanfchryvir.g door den Breeden Kiad.. de?er Stad,, op dtn a8ften April laatsileeaen aan. LLuifnant en Hooftrcanoen gedaan, bteeder incapi-, Ue dezes vern;eld, en waar by Burgemeesteren en IRaaa, ouden nieuw, famot Taalmannen en GezwooLene Meente, fchoon deze Utfte over zaaken, au» \ad Imperium fi? jMÜdiciiunem behooren, volgens het tbezwooreo Reglement niets te «eggen hebben, op ken vry hooien toon, in het flot zich van deze efnerg'que bewoordingen bedienen: „ zoo is het dat L wy verwachten, dat ü Ed. Molenden de Proce. " dures in het Addres aan den Breeden Raad ,vcrmeld, in furcheance zullen houden, en daar me- ' de fupercedeeren » enz. ; by ü Ed. Mogenden fret anders kan worden aangemerkt , dan als een aufurpatie van het Souverein gezag der Heeren h.aajten. terwyl door den Breeden Raad zelfs geen If.-hyn.fundament kan worden aangevoerd, waar ikdoor deze zoo verregaande demarche eenigszins geWettigd of gepallieerd zoude kunnen worden: het k welk U Ed. Mogenden niet kunnende gedoogen ot < onverfchillig aanzien , vinden de Heeren kecom-rmitteerde Raaden zich verplicht, U Ed. Mogenden moeten advyfeeren, dat ü Ed^ Mogenden onder referve van zoodaace andere middelen, als U ü_d. ■ Mogenden by vervolg van tyd deftig zul.en oir- deden, by provifie deze aanfehryving v->n den - Breeden Raad in Groningen voor een ufurpatie van, . en een attentaat op het recht en gezag der Heeren 't Staaten, en diesweaer» nul en nietig dienden te ver; fciaaren, en een Extradt dier Refolutie, by Misfive, 1 waar van Concept hier nevens gaat, aan de Heeren I Luitenant én Hoof mannen te doengeworden. Aldus by de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Ommelanden gedaan in het Provirciehuis binnen j Groningen, op Vrydag?den,ao Juny 1787.  88 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar over zynde gedelibereerd, hebben de ff. Heeren van de Ommelanden zich met vaorfcdreeven confideratien en advys geconformeerd, en by. gevoegde Concept-Misfive geapprobeerd, en verftaan dat dezelve zal worden aedepecheerd, zonder verdere refumptie af te wachten. (Qnder ftond) Coll. Conc. N°. 2840- Request van J. G. Kooi. en Conforten, den 13 Augustus 1787 by Luitenant en Hooftm nnen ingediend, te»deerende »m te erla' gen dispofitie op hunne Addre\fen der, <,den en i$den Maa-t jongst gedaan, over het violeeren van de by den Hove ge? decreteerde ftatus, met 's Hoves dispofitie daar op van den 4 September 1787, Edele Mogende H Heeren, Luitenant en H'< ftmannen V*n DE HoOGE justitie- Kamer van Stad Groningen en Ommelanden! Vertoonen TT Ed. Mogenden met alle eerbied de Kooplieden J, G. K°°l en J. Ogiers, als Gecom« mitteerden door een zeer groot aantal uit de notabelfte L^den uit de Burgery in Appmgadam, hoe door laatstgenoemde op den ijden Maart jongst, aan U Ed. Mogenden gepiefenreerd annex gedetail. , leerd Request, tendeerende tot reparatie van Attentaaten, door de meerderheid der Eedgenooten 1 dezer Stede tegens 's Hove gedecreteerde flatus van df-n 15 Maart 1787, op der Remonftranten qq. gedaane Addres gepleegd, op welke Request bj Aposiüle van denzelven tsdea Maart de dispofiti* zynde gefurcheerd, en als nog tot heden toe in fur. checring verbleeven zoo dan de Remonitrantefi zich niet hadden onderwonden U Ed. Mogendens aan*  ie Gebeurtenisfenin 1787 enz. voorgevallen, 8j* aandacht of ernftige deliberatien, tendeerende in de tyd van vacan ie gaande te maaken en eerbiedig .mDloreeren, zoo i.iet de goede Bu/gery van d^ toe dae de gevoeliafte blyken en ocdervindmg hadden , welke disorders uit het onafgedaane dezer zaak, zoo met relatie tot de dispofitien van de Reeeering, als met betrekking tot de Burger-Schuttery, oogenblikkelyk ontdaan en gebooren wi.rden, zoo zelfs, byaldien hier in niet ten fpoediglha kierde voorzien, de uiterfte verwarring en onrust ravermydelyk te wachten ware; voor welke gevoli n, noch zy Repo ftranten noch hunne Cornmitlenten kunnende noch durvende inftaan, veel minder door ftijle te zuten, reprochabel waren; zoo verzochten dezelve U Ed, Mogenden, dat het U Ed. Mogenden mogte behaagd, tot voorkoming van verdere onheilen, als nu op den ingedieodeo Requeste van den isden Maart jongst te disponeefen en de gepleegde atten-aaten met genoegzaame fatisfactie voor Remonftranten qq. te dóen repareeren. J. G. Kool. J. Ogiers. De H Heeren Luirenant en Hoof minnen hebben op 'de nadere inftantie van de Remooftrantea bv Reaueste gedaan , het tegens 's Hoves by Apostille vab den jden Maart jongst op Remonstranten Reaueste gedec eteerde furcheance door de meerderheid van het EeJgenootfchap van Appingadam verrichte geannu'fee'd, cond-mneerende dezelve meerderheid in de kosten over dezen gevallen. AÜum in Camera, Din^sda^ den 4 September 1187, F j No.  po Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fïo. 2841. Refoluie van Luiterant en Hooftmannen, van den 8 Oclober 17*7, waar by dc'Pnkureur' Generaal word gelast, ae dagvaardin^ti in ferfoori ti-gen de Eedgenooten van Appingadam den zojleri April jongst gefurcheert^ te vervolgen. Op de' gedaane PrnpoCtie vaa den Heer Hooft* man de Raadt , a!s Commisfaris in dezen , hebben de H. Heeren Luitenant en Hoofcmannen, na ge-: houdece deliberarie, den Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. ojfic. gelast, de dagvaarding in PeS foon, gedecretéreerd by Acte van den tóden April jóngst tegens B„ Knypinga Bouwmeester, E. Hooi weiuyl Kerkvoogt, Klaas Thomas Schu,'enRichter, Joh. ter Haar Kluftmeester, J, Fryma Kluftmeester, L. Tonkens Burgemeester, J. Jfntzema Kluftmeester, alle ce Appingadam; als na ftyl te verbolgen, zynde de Mede-gedagvaarde id Perfoon Garryt Jurriens, Kluftmeester aldaar, bevoorecs in fubmisüe gtadmitteeid. No. 2842, Refolutie van Luitenant en Hooftmannen van den 17 Oclober 1787, op de Ritsten den iden dezer ingediend, waar by all°<, war tegen 's Hoves decreettn van den $den Maart jongst is verricht, word gaannulleerd. Gedelibereerd zynde over de Requeste van de E. A. van d^r Ley en H. Warendorp voor hun zelve, en als gevolmachtigd door de Mede-Officieren der Stede Appingadam, ten gevolge daar by overgelegde Procuratie, by den Hove ingediend den 2den dezer, zich beklaagende dat federt verfcheidene maanden het Eedgenoocfchap door de bekende diffcrenten tusfchen deszelfs Leden, geheel en al verdeeld zynde geweest, de adminiffcratie zoo van het Juftitieele als Domestique, geduurende die tyd byna ten eenemaale was verwaarloosd, en verre  de Gebeurtenis/en in 17 87 enz. voorgevallen, 91 l re na niet in diervoegen waargeooomen, a's hadde k'iunnen en moeten gefchieden echter de Suppliant I ïen als een fqhielyke veranderinge hoopenda . het tot tdus verre geduldig hadden aangezien, dan dat t thands vermeerden niet langer ftiile te kunnen of Wé mogen zitten, alzoo 'er ter Sves gedecreteerde flatus op den bftén Maart jo.iguleedee ge. daane éédftaavinge is bekleed eo waafgéfJoomBrjl zullende van deze Refolutie aan de Rem inftr meen extraCt woideD g ëx:radeerd , en met OvergW van extrad Lfinuane worden gedaan aan Prsefideerende Burgem- ester L. Tonkfns , ten einde het Eedg -nootfchap te doen vergaderen en van deze dispoütiekennisfe te doen geworden. N\ 2843- Refolutie der Heeren Burgemeesteren en Eedgenooten te Appingad .m van d>n i*j Oclober 1787, wa r by ake Refolutien en AElen vun het Led^tnootfchap federt 't begtn van 't jaar 1785 geflagen, worden vernietigd en buiten effeSt gefteld. S'T'j < '-ff cs Burgemeesteren en Eedgenooten gebefoigneerd o- ver eenige veifchil gelprooten, zoo nog onder de yóogeraamde meerderheid en minderheid plaats hadden. Zoo hebben Burgemeesteren en Eedgenooten (om zoo doenlyk, alle verfchiipoinclen uit de weg te tu;menj gtrefolveerd alle Refolutien, Aacteekepirgen en Act.n, zoo in hunne Prothocnllen , toe hefgent'raale.gedgerjootichap als tot ondetfeheidene kl.i.vfen behcorerde, en vo^r too verre de Richten en Prareminei.tien van den tfeere Erf-Stadhouderconft 1,tic eren, verfcheuren, benevens alle Refolutien, Aften, Protesteenngen en Gefchriften, zoo weder. zyds  de Gebeurtenis/en in 1787 ««• voorgevallen. 93 lids tusfchen de gefubllfteerd hebbende meerder. Kld en minderheid , of tusfchen Leden van het Èedgenootichap , federt het begin van den jaare ij78j, h bben plaats gehad, en geprotocolleerd UrD; het zy dezelve by deze of gene der Leden lOehoord of onbehoord mogten wezen, te annullee•en, en buiten effect te Hellen, gelyk doen by dezen: en voorts inmargine te doen teekenen, ea >;en aanzien van de diiferenten over de Kerkerechten, van den jaare 1783 neemen die Leden aan die 3p eenige posten aanteekening hebben gedaan, om iich te cooformeeren met die Leden die geteekend hebben, na alvoorens elkaoderen daar over in net vriendelyke te hebben verftaan en openinge gegeeven: verder hebben Hun Ed. Achtb. gerefolveerd, om ten fpoedigften de gedaane keure op den I3den February dezes jaars en volgende dagen gedaan , ,aan zyne Doorluchtige Hoogheid ter approbatie toe te zenden, met noodige informatie tot het voorgemelde relatief. Coll. Accord. >N°. 2844 Sententie gevallen by Luitenant en Hooft, mamen den 19 Oclober 1787, tegens Burgemees. ter L. Tonkens, en verdere Eedgenooten te Appingadam. De Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. offic. tby 's Hoves Refolutie van den 16 April 1787 zynde x eeauthorifeerd, om by dagvaardiginge in Perfoon te :procedeeren tegens L. Tonkens, Burgemeester in l Appingadam, ter oirzaake dezelve benevens o. IKnypinga Bouwmeester, E. Hocwerzyl Kerkje voogd, Klaas Thomas Schutten-Ricbter, Garrit Turriens Gasthuisvoogd, Joh. ter Haar K'uttI meester, J. Fryma Kluftmeester, en J. Jentzuma Kluftmeester, te «amen uitmaakende de meerder- Iheid van het Eedgenootfchap van Appingadam, zich had-  94 Verzameling van Stukken betrekkelyk ta hadden fchuldig gemaakt aan het fchenden van de» I ftatering der éédftaaving van het Eedgenoot.febrip j van Appingadam, den 8ften Maart jongst by 's Ho- J ves Apostille van den 5den Maart bevoorens ver« .5 leend, op de Reque.-te van J, G. Kool en J. Ogier» i| als daar toe fpeci al gecömmnteerd, dooreen zeer i< groot aantal uit üe notabelfte Leden uit de Burgery I, in Appingadam» houdende klachte over gedenigreer- ê de Juft'tie geordonneerd , en welke ftatering na dat I ter kern sfe var, den Hove was gebracht, dat by dé ib meerderheid van het Eedgero tfchap in derzelveri i Vergadering van den ;den Maart by de deliberatierj M over de hier vooren getoerde apostille van den jdeij \h Maart dubieteit omtrent de daar in voorkomende: woorden, mits inmiddels alles blyve in Jlaiu quo,, ware omfta:n en het zelve gehouden in Advys,, tot zoo la-ge ue welmeenivge van de Hooge Jufli-ie-Ka- ■ nier dtuiromtier.t zoude begreepen worden, by 's Hoves s M'-five van den 7den Maart daags daar aan voor de; , geroomene Conclufie tot het doen doorgaan van det ( ééJftaaiinge, in de Vergadering van het Bedge-i]( Bootf'chap omvangen» geleezen en tot een poindti ] van deliberatie gemaaxt, nader is verklaard, en by^ j dezelve Misfive het Eedgenootfchap geinformeerd, j ■ dat wel deegelyk de gedecreteerde flatus zyne be-1 trekking hadde op de éédftaaving der Regeeringj van Appingadam zoo anderszins dien dag Zyn voort-] gang ftond te hebben, met by voeging, dat het Hof vertrouwde, dat niet zoude worden nagelaatcn,] aan voorfchteeven Decreet, als van wegens Hoogeri Overigheid voortkomende, en thands om alle onze.: kerheid ropens deszelfs waaren zin nader verklaard , te obtempereeren. En ten gevolge voorfchreeven authorifatie de Ge-: daagde ter ir-ftantie van den Prokureur-Generaal rat.: cffic. gemeld zynde, verdagvaard op den-23 April: 17*7, om op den iften May daar aan volgende int Perfoon te compareeren voor den Hove, en te aani hooren en beantwoorden zoodaanig verzoek, mitsgaders eisch en conclufie, als voornoemde Prokü-i reur<  de Geteurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 9J neur-Genet-aal rat. offic. tegens'den Gedaagden zoude pwiiien doen en neemen; edoch deze geftelde dag ELjnj comparitie by 's Hoves Refolutie van den 29 H". 2846. Notulen van den Landdag van Stad en Lan~ de van den 13 Juny 1787, of Propofitie der Reeren van de Ommelanden, nopens eenige poin&en ih een fecreet Befoigne by Hun Hoog Mogenden ontworpen ter voorkoming van eene fcheuring in dl Unie. Edele Mogende Hëerën! Art. 2. Eene Misfive met eenige fecreete (tukken by de beide Heeren Syndikusfen zynde ingekomen van dé Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit, waar op fpoedige en toereikende Advyfeü verzoeken , worden dezelve ten eersten ter deliberatie van U Ed. Mogenden gebracht. Gedelibereerd zynde op het 2de Art, van de Pro» politie nópens eene Misfive met eenige fecreete ftukken by de Heeren Syndikusfen ingekomen van de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit. Hebben de Heeren van de Stad verklaart vaö gedachten te zyn, dat de deliberatien hier over tef oirzaake van de nadere ingekomene berichten ko« men te cesfeeren. En hebben de Heeren van de Ommelanden verklaart van Advys te zyn, dat de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden wegens deze Provincie behoorden te worden aan» k gefchreeven, dat de Heeren Staaten dezer Provincie hoogst aangenaam zal zyn, indien 'er een expediënt Werde gevonden ter bedaaring van de animofiteit, die door daadelykheden federt korten tyd tusfchen fommige Provinciën zoo zeer is aangewakkerd, dat de geheele verbreeking van de band der Ünie daar van het noodwendig gevolg moét zyn? overzulks het eminente gevaar alleszins vordert, «lat de Bondgenooten gemeenfchappelyk werkzaam G * zyn 1 Extrat% uit de Notulen van de Landdag van den 13 Juny 1787.  roo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zyn» om zoodaane gepaste middelen te adhibeeren en voor te flaao, waar door de ontftaane gefchillen f n vrees voor verdere feitelykheden by wyze van amicable fchikking uit de weg geruimt, en de eerste grond toe herftelling der inwendige rust in de Republvk gelegt kan worden. Dat dieswegen zy H veren Gedeputeerden mits dezen worden geauthorifeerd, om ingevalle die Provinciën, welke de reeds voorgeflagene of verder voor te fïagene raidcekn dutQ. concerneeren, geen zwaarigheid maaken om dezelve te ampledteercn , en zich daar aan te onderwerpen, (mits het recht der Unie daar door niet worde bekort) als dan daar toe te concurreeren, en dezelve te helpen arresteeren, zonder nogthands huiten fpeciaale last der Heeren Staaten zich tot eenige guarantie te verbinden. No. 2847. Notulen van de Landdag van Stad en Lan* de van den 22 Juny 1787, over het zelfde onder' werp. By refumptie gedelibereerd zynde op eene Misfve met eenige fecreete ftukken door de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit aan de Heeren Syndikusfen toegezonden. Hebben de Heeren van de Stad als nog verklaard van gedachten te zyn, dat de deliberatien hierover door de nader ingekomene berichten komen te cfsfeeren; doch diens onverminderd het geadvyfeerde der Heeren van de Ommelanden gehouden in Advys. En hebben de Heeren van de Ommelanden by hun Advys, in de Notulen van den >3den Juny jongst in het breede geinfereerd, gepeififteerd. No,  ie Gebeurienhfen in 1787 enz. voorgevallen. 101 BJ°. 2848. Notulen vin den Landdag van Stad en Lan,de van den 29 Juny 17«7, nopens het gep opaneerde van dtn i<$den dezer*op de Siaus-Pergidtring\ By refumnde gedelib-reerd zynde op de Misfive met eenige fecreete ftukken door de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit aan de Heeren Syndikusfen toegezonden. Hebben de Heeren van de Stad verklaart, dat gedelibereerd hebbende over het voorgedraagene der Heeren van de Ommelanden, by het 2de Art. van de Propofitie op den Landsdag van den 13 'en dezer, nopens eene Misfive met eenige fecreete fcukken aan de beide Heeren Syndikusfen ingekomen van de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit, betuigen even zeer begaan cn met kommer yervuld te zyn over den ongelukkigen totftand vaa het lieve Vaderland , wenfchende hartelyk , dat door vriendeiyke fchikkingen deszelfs ondergang werde voorgekomen, en met aflegging van alle voor. oirdeel, partyzucht en eigenbelang, hetwaarewel. zyn behartigd. D.an dat de Heeren van de Stad in geen afzonderlyk detail van zaaken treedende, noch de eerfteoirzaak der verwyderingen nagaande, als te zeer bekend, hun oog hebben gevestigd op 't gene federt korten tyd ter Generaliteit by alle de Hooge Collegien is verricht, alwaar een principe word geadopteerd, *t gene de Bondgenooten ten allen tyde als het gevaarlykfte voor hunne Vryheid hebben geconfidereerd. dat naamentlyk by meerderheid van ftemmen by Hun Hoog Mogenden het bewind over alle de Provinciën kan gevoerd worden, en de Militie door afzonderlyke Provinciën wordende betaald, en op derzelver Souverein Territoir leggende, ordres te geeven rechtftreeks aanloopende tegens die van den Territoriaalen Souverein ; dat uit dat geliefkoosd grondbeginfel Hun Hoog Mogenden de Militie hebben aargetrt om de Staaten der Provincie van wien zy betaald worden, en op welG 3 ker  Je» Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot Jcer Souvareine grond zy leggen, en aan wie alleen zy trouwe (uitgenoomen tegens eenen algemeenen Vyand) gezwooren hebben, te verlaaten, en zich te begeeven in Provinciën alwaar ftaan gebruikt te worden tegen die zelve Provincie, die hunnen waaren Souverein is, zoo ftrydig met't gene in vroegere dagen by Friesland, Overysfel en deze Provincie in 't byzondef is begreepen, en ook effedtive geëxecuteerd, als uit de Registers ten overvloede blykt. — Dat deze Refolutien dikwyls nog genoomen worden by meerderheid van Hemmen s fomwylen met drie en een halve, (ja met twee,) en waar onder dezulken die hun federt een geruimen tyd eigendunkelyk van een goed deel der hun incumbeerende lasten onttrokken hebben, of op een voorgeeven van armoede gefoulageerd zyn, of betwistbaare Remmen uitbrengen. — Dat door zulke onregelmaatigheden alle banden worden verbrooken, en de Militie ten eenenmaale onbruikbaar gemaakt en bedorven, zonder fubordinatie, dat voornaame poinct in het Militaire; en waar toe niet weinig gecontribueerd heeft de ordre van Hun Hoog Mogenden, de eenigfte in zyn foort, om hunne genoomene Refolutien aan alle Gemeeaen voor te leezen. Dat de Raad van Staaten zich eene vryheid referveerd niet beftaanbaar met een onafhanglyk Collegie, en dan verkiest Refolutien met alle promptitu. de uit te voeren tegens het Protest van de meerderheid der Provinciën doorgedrongen, en op andere tyden weigert executie te geeven aan die, welke met vier Provinciën zyn geconcludeerd; aan deze Provincie 's Lands Ammunitie uitlangd, en een an? der Bondgenoot het noodzaakelyke onthoud; en dat dit alles ingericht word tegens de Provincie van Holland, op welker ondergang het fchynt gericht te zvn, en welke Provincie de Heeren van de Stad conildereeren, en akyd confidereeren zullen moeten van dat gewicht, dat derzelver val de ruinevarj 't geheele Bondgenootfchap, ten gevolge moet hebben  de Geleurtenisfen in 1787 ent, voorgevallen 103 ben, en alzoo vreezen, wanneer de tot heden genoomene maatregelen by de Generaliteit verder worden doorgedrongen, dat de eerfte en machtigfte Bondgenoot, en die alleen meer tot de gemeene lasten contribueerd, dan alle dezes overige te faamen, en die zulks niet alleen van oudsher en tot hier toe geprsfteerd, maar die daar en boven in en federt den laatften Engelfchen Oorlog meer dan drie vierde tot verdeediging en behoud van t Vaderland gefourneerd heeft, zulk een band eens moede zal worden, en aanleiding zal geeven om zich van het Bondgenootfchap af te fcheiden en de Unie op te zeggen, 't welk alzoo 't ganfche gebouw, thands op haare grondvesten waggelende, zal doen inftorten, waar door als dan de minvermogende Gewesten (waar onder deze zeker te tellen, is) op haar zelve ftaande, zonder hulp en fteun» ten prooije zullen worden voor elk, ook van de kleinfte nabuurige Staaten, wien het maar gelusten zal haar te overweldigen, zonder te melden tot welke laagte onze Negotie, onze Boereftand, die derwaards het meeste vertier hebben, gebracht zullen worden, en zich door alle takken zal verfpreiden: zaaken en uitkomften, die op zich zelve zoo veel akelige en nadeelige gevolgen voor 't Vaderland, en leder deel van *t zelve, als ook voor t Doorluchtig Stadhouderlyk Huis voor oogen vertoonen, dat elk onbevooroirdeeld en gevoelig Mensch, en veel meer dan elk Cordaat en Vaderlandlievend Reeent daar voor moet fchrikken, en in welker bewerking de Heeren van de Stad nooit eenig deel zullen neemen, en de rampzalige verantwoordinge daar van voor God en 't Volk verblyven voor hun, die dezelve mogen veroirzaakt hebben: dat de Heeren van de Stad uit conflderatie van dit alles van Advyfe zouden zyn, dat de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden behoorden te worden aangefchreeven, om de hier voorensemelde maatregelen ten fterkften tegen te gaan, en tegens dergelyke onwettige Conclufien te proG 4. 'es"  *o4 Verzameling van $mkken betrekkelyk tot testeeren, en gevolgelyk in zaaken het emplooy van de Militie en Ammunitie van Oorlog enz. betreilende, zich by de Provincie van Holland te voegen, en fpeciaal op/ichtelyk de Provincie van Utrecht, dewelke de Heeren van de Stad niet kunnen confidereeren als wettige ftem te kunnen uitbrengen, neen maar als party moet worden gehouden; te meer daar de Gecommitteerden van de Staaren van dezelve Provincie binnen Utrecht vergaderd op derzelver getoonde crediryf ter algemeene Staatsvergadering als wettig zyn geadmitteerd, endoor de Gedeputeerden van drie Provinciën aldaar plechtelyk geinftalleerd, en alzoo de weder2ydfche partyen van die Provincie eikanderen ten minften doen zwygen, zal niet die hoogfte Vergadering van 't Bondgenootfchap by alle weldenkende binnen- en buitenlands, alle zweem van achtbaarheid onherftelDaar verliezen. No. 2849. Notulen van den Landdag van Stad en Lande van den 3 July 1787 over het zelfde onderwerp. By refumptie gedelibereerd zynde op een Misfi. ve met eenige fecreete ftukken door de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit aan de Heeren Syndikusfen toegezonden. Hebben de Heeren van de Stad by hun Advys in de Notulen van den 2often Juny jongst geinfereerd geperlmeerd. En hebben de Heeren van de Ommelanden het Zelve gehouden in Advys. No.  de Qebeurttnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 10f vNo. 2850. Notulen van den Landdag van Stad en Lande van den 17 july 1787 als nog over hst zeljde onderwerp. By refumptie wederom gedelibereerd zynde over de Misfive van de Heeren Gedeputeerden ter Geil neraliteit met eenige fecreete (tukken aan de Hee1 rer Syndikusfen toegezonden. IHebben de Heeren van de Stad by hun Advys in i de Notulen van den 2&ften Juny jongst geinfereerd : als nog geperfifteerd. Ln hebben de Heeren van de Ommelanden ver1 klaart, dat naardien in dit Artikel geen verdere aanleiding ter Scaatsdeliberatie word gegeeven, dan al1 leen over een ontworpen Plan om de vereffening , der Utrechtfche gefchillen te faciliteeren, en de i aldaar gevreesde bloedftorting voor te komen, zy i niet konden ontveinzen met zeer veel bevreemding I gezien te hebben, dat de Heeren van de Stad, na J dat by herhaaling hadden geadvifeerd, dat wegens I de nadere ingekomene berichten de deliberatien E daar over cesfeetden, die gelegentheid arripiëeren tj om niet alleen een Advys uit te brengen geheel alijj èen van den inhoud van het Artikel by deLanddags \ Propofitie voorgefteld, en overzulks daar op niet ij applicabel, maar ook by de prasmisfen aanvoeren ! en ter nederftellen zaaken en invedtives voor het a meerengedeeite derHoogéBondgenooten , den Raad 1 van Staaten, zyne Doorluchtige Hoogheid en alle die I genen, welke zich on bevoegd achi en om het nieuw t fysthéma by de meerderheid der Hollandfch.; Staatsf Leden geadopteerd op te volgen, teo uiterften met de gevolgen van dien; Ioopende van No. 2851 tot No. 2860 ingeflooten. No. 3851. Order van het Gerichte van Zandeweer cara annexis op de Gerichtsbedienden, van den 12 Juny 1787, om te waaken voor de ongehoorde Gods. dienstoeffening. Het E. E. Gerichte van Zandeweer cara annexis. geïnformeerd zynde door den Heer Predikant J. Jabtsonius van 't Oostérnieland, dat dezelve door een aantal Meafchen, (zonder 't juiste getal te kunnen bepaalen, en niet met naamen by hem bekendj op za-  it Gehwt&Ufm »« i?37 «»*. voorgevallen. X07 «aturdag avond, tusfchen 11 es 12 uur, zeer aan Sn huif was ge ncommodeerd, met hetfmyten van Snen op defzelfs deur, als mede kloppen op delive , en dat hy op Pinxteren zondag te vooren, tl gedachten, of daaromtrent, door 8 Perfoonen, eenige Jonggezellen, met linten en leuzen van geede cofeur , fommigen met Hazevellen mutfen, andere met hoeden in de Kerk waren verfcheenen onder de Godsdienst: verzoekende dat daaromtrent voorziening van 't Ed. Gerichte mogte gefchieden, PïïiDden van den Godsdienst, en ««iW Jdergelyke ongeoirloofde en tegen de Staats.ReioluJitien ftrydende baldaadigheden. . XKTaAAom!,n 1 Heef" het E. E. Gerichte de Gerichts Weddeman Un Karfpeldienaar gelast, om inkomftig met de uit■ terfte nauwkeurigheid zich op 't Oostérnieland op I de navolgende Zondagen , als ook verders in de 'overigKerkdorpen der Jurisdictie te vervoegen, en zulks contrarie bevindende, de naaroen en woonI |B£ van dezelve aan 't E. Gerichte over tegee. S Ven , op dat daaromtrent door 't E, Gerichte naar I bevinding kan worden gedisponeerd, als naar Rechten zal bevonden worden te behooren. Attum in Judicio te Zandeweer cum annexis , Mar* ' tis den 12 Juny 1787. (was get.) Dr. D. j. Nauta, Richter. No. 28^2. Order van hetzelve Gerechte op de Wedman, ' van len 16 Juny 1787, om ih cas van dUordres md-r of na den Godsdienst, het Genootfchap te hulp te roepen, die 't zelve niet zal vermogen te weigeren. Het E. E. Gerichte van Zandeweer cum annexis, eelast den Gerichts-Weddeman H. Meinardi, om bvaldien op morgen zynde Zondag den 17 Juny 1787, onder den Kerkendienst, of na het eindigen van dezelve, eenige onbetaamelyke disordresmog-  Ic8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot. ten voorvallen, en wel bvzooder, dat wanneer hv in zyne quahteit naar voorafgaande waarfchouwinge, door de oproerige Gemeente niet wierde geo-: bedieerd, om ais dan het Geoootfchap van Wapenhandel te Zandeweer ter adflilentie zal moeten ver-zoeüen, welke des verzocht wordende, zulks niet' -zullen vermogen te weigeren. J6 Juny £' GerklKe vanZandeweer.den f>« get.) Dr. D. j. Nauta, Richter. No. 28-3. Verzoek van den Predikant te Zandeweer den 17 Juny 17^7 in de Kerk aldaar voorgedraa. \ gen, en aan den Kenkenraad overhandigd ter afleg? , ging der bloemen. 5 Daar ik thands tot myn innig leedwezen, den o-, penbaaren Godsdienst, welks eer en luister my, die ten Voorganger daar in gefield ben, dierbaarer is i dar,1 myn leeven, thands als der wulpfcheid en yde, , le dertelheid ten prooy geworden, aan een open- , baar Gochelfpd gelyk gefteld vinde; zoo is mvn ernftig verzoek, dat alle ftooring wekkende aan, Itootsleuzen, en in Gods huis on beraaqelyke bloemopfchikkiffgen, ter verkrachting van den geest der ^Fe"> do°r .'Lands Overheid gegeeven, hier in dit Heiligdom ingevoerd, terftond mogen worden weggedaan: met verklaaring, dat ik anders dea hierdoor naar myn inzicht, vruchteloos gemaakten en geftnorden dienst dezen dag zal ftaaken. Elk gedenke flegts aan de heilige en verhevene eindens, waar toe men hier famenkomt, en hy zal vertrouw ik, zoo hy anders met eenen onbevooroirdeelden geest bezield is, met my erkennen, dat wv door Itijzwygen en toezien, en veelmeer door 't affmeeken van den geest der aandacht in zulk eene Vergadering, fpotten zouden met den Hemel. En daar men thands zoo genegen is woorden en " daa,.  de Gebeürtmisfen in 1787 «** voorgevallen. 109 .iMden te verdraai jen, zal ik deze myne gezegdens SefyVin dn Wnfc begreepei,,den Kerkenraad ter hand ftellen, geeveode dus elk , wel^lc° over dezelve moge beleedigd vind n. gelegenheid zich daar over in Rechten te beKiaa- «en. ' No. 28L Ke/biutie van Luitenant en Hooftmannen ,„Jjln 7i *hb 1 1787 pp het Addres van de Inge. fi ^ent vn JïaVelel L derwaarts eeneG= * ' „,'t ft«t Hof met de Prakureut-Generaal t twlecrltarlïiïtndtn, ter JUlling van de onJlaane onlusten. . Door den Heer PrsGdent Gockinoa ter Vergad* ËeSfc^gS^ %l^£n^l£*c naam Van deszelfs Heer ' VSbtnrïeH:Te!réneLuitenant en Hoofcman- ■■ ne?na ïhoudene deliberatie , de voorfchreeven frhrifLlvke overgaave, cum exhibita geteekend, gefteldin handen vagn den Heer Hoofcman deSitter-, In daar benevens zyn Edele verzogt en.gecomrmcïïerd om meïasfumtie van den Prokureur-Generaal dpJer Provincie, benevens eenderSecretarisfen vaa den HoS , nog dezen avond zoo fpoedig mooglyk ffch naar Zandeweer te begeeven, en omtrent het *SRevX£ne aldaar, als mede omrent * °iwav ken welke tot die beweegingen aanleidipge mog- ■ teng^eevenhebben, nauwkeurige informatie in te winnef; met authorifatie, om des noods z°°^a.aD£ middelen in het werk te ftellen en by der hand te ! Semen ah tot maintien van de ruste en publyke  ito Verzameling van Stukken betrekkelyk m veiligheid, zal verrheenen te behooren, voorts orüi zich vaD de asfiftentie van den Drosfaard van den Höve met zyne Dienaaren te kunnen bedienen. Noè 2855. Refolutie van Luitenant en Hooftmannen1 van den 21 Juny 1787, na gehoptd Rapport der Heeren Gecommitteerden om tegens J. Dekens Pre.1 dikant te Zandeweer en J. Janssonius Predikant op t Oostérnieland, by dagvaarding in Perfoon te pro.) cedeer en; en om voorts de Perfoonen van Klaas A-i. rents en Lammert Gerrits in 's Hoves gevang genis te doen overbrengen. Gehoord zynde het Rapport van den Heer Hooft-io ttian de SlTTER met den Prokureur-Generaal dezer Provincie en een Secretaris van den Hove, by Re.' folutie van dehi7den gecommitteerd, omzichnaati Zandeweer tebegeeven, en omtrent de aldaar plaats 1 vindende beweegingen zich te informeeren. (Omisjis aliis) En daar by geleezen zynde de informatien daar- .; omtrent genoomen. Hebbende H. Heeren Luitenant en Hoofcman-. hen den Prokureur-Generaal dezer Provincie geaü-. thorifeerd, om rat. Offic. tegens Jacobüs Janssonius* Predikant op 't Oosttrnielanden Johannes Dekens1! Predikant te Zandeweer, by dagvaarding in Perfoon 3' te procedeeren, en om voorts de Perfoonen van* Klaas, ArEnts by Doodftille onder Zandeweer en! Lammert Gerrits knecht van Alle Mëinders ter Oldenzyl te doen intrekken, en in 's Hoves gevan-. genisfe te doen overbrengen. Wordende het verdere onderzoek omtrent het: in de informatien voorkomende, aan den Heer Ge», committeerde gemeld met de Prokureur-Generaal! en een Secretaris gerenvoijeerd*  èt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ïit No. 2856. Request van eenige Ingezetenen van Olden* 27/ en 't Nyland, van den 4 July 1787 > Macgwde over het doortrekken by nachte van gewapjnde Manfchappen, en over achteloosheid van den Kien* ter. Ter Vergaderinge zynde geleezen het RecSuest van de Ondergeteekenden, houdende: hoe zy tot hunne grootfte ontfteltenisfe hadden moeten ondervinden dat een troep gewapende Manfchap, op den ti Tunv 1787, des avonds om tien uur, door U» denzyl marcheerende, aldaar de Klokke was aangetrokken, waar door hetgantfche Dorp in deiuitterfte verwarring gebracht was; als mede hoe het zelve gewapende Corps verder na Oösternie and gegaan was, alwaar wederom door aantrekken def Klok dezelvde verwarring veroirzaakt was, zynde van te vooren, op beide gemelde plaatzen rust geweest; dewyl alle zulke oproer verwekkende doortochten van gewapende Manfchappen; byzonder des nachts, regelrecht tegens de goede orde en de Plakaaten van den Lande inliep, ja, waar door moord en doodflag zoude kunnen veroirzaakt worden, tot het grootfte nadeel en bederf van de rust en vreedelievende Ingezetenen. En om dat de Ondergeteekenden altoos m het vaste vertrouwen geweest waren, dat het de post en de plicht van den Richter was, om hen voor alle zulke verregaande en fchrikbaarendefamenrottingen en ongeoirloofde doortochten te beveiligen , vooral van gewapende Manfchappen, die zulks eigenheTie, en zonder last van den Souverein, zich verftouten te doen; maar tot hunne uitterfte verbaastheid ondervonden, dat zich de Richter toe dus verre nergens aan geftoord hadde, en zy dus mee «rond moeten vreezen, in het vervolg nog verder aan diergelyke ongeregeldheden blootgefteld te zuilen worden, zoo verzochten de Ondergeteekenden Hun Edele Mogenden, als het opperfte GerichtsHof van deze Provincie, zoodaanige maatregelen te  m iï2 Verzameling van Stukfon betrekkelyk tot te willen neemen, als dezelve naar hunne wvshefd en beste rechten zouden vermeenen te behooren op dac de Ingezetenen voor zulke uicfpattende fa' rnenrottingen mogcen worden beveiligd. (was geteekend) B. Engelberts. Doeke Alberts. Tan Stoffers. Jan Pieters. D. R Fok. . kk Cornelu. H. H. Jan Willrms. JM. J. Harm Kbes. Klaas L^ulfs. < Pieter Derks. Hendrik Willems. Jan Mbnkes. ï. R. Aryn Derks. Jacob Ledlfs. Jan Izebrants. Jan Jan. nes. W, G. Bonthuis. Hendrik Pieters. Jacob Klasen. Herent Jacobs. Led harais. Jan Pieters. Symen übels. Garbrand Maints. - Hebben de H. Heeren Luitenant en Hoofcman. nen dezen gefteld, ,m handen van de Heeren Ge committeerden van 't Hunfingo Kwartier, en voorts verftaan, dat Copie van het zelve zal worden ee field in handen van de Heeren Gecommitteerden van" Jiet Fivelingo Kwartier. N«V 2857. Crimineel Vonnis door Luitenant en Hooft, mannen den 26 July 1787 geveld tegens Klaas Arends. By het Hof gezien en geëxamineerd de examina, gehouden by Klaas Arends, oud in het vyf en veercigfte jaar, gtöooren op Uii huister Meeden, woonende te Zandeweer, en thands by den Hove gedetineerd, mitsgaders de ingewonrene informatien en beéédigde verklaaringen van Getuigen, als mede de eisch en conclufie van den Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. Offic, en daar uit zynde, gebleeken dat ten laste van de gedetineerde word Ten  ie Qébtwtenisjen in 1787 tnz. vOorgevall&i, iiS Ten eerfien: dat hy op den 16 Juny 1787 wanneer een Jonge of Boere Knecht, met een geel lint aan zya hoed op de Doodftille onder Zandeweer ftaande en hier overdoOr de Gerichts Wedman wor1 dende onderhouden, het zelve van de hoed afnam» j gezegd zoude hebben, dat 'er den volgenden dag» • wel duizend zouden korhen, doch dat dit zeggen byde gedetineerde zynde onkend, naar rechten niet is bewezen. . . Ten tweeden: dat des anderendaags zynde zondag» 1 wanneer veele Jongens met geele bloemen in de 1 Kerk te Zandeweer, by den aanvang van den Godsl dienst zyn gekomen, de Gedetineerde mede met i een geele bloem op den hoed aldaar is verfcheenen» i het welke by de Gedetineerde is bekend, met byvoeginge: „ dat om dat des zondaags bevooren* „ twee Jongens met geele bloempjes in de Kerk: , „ zynde, en de Predikant ónder het voorgezang „ uit het Doophek zynde gegaan en de Jongens de 1 j, bloemen van de hoed haddeafgenoomen, de Men„ fchen daar over zeer verbitterd waaren, en uit i, welk afneemen van de bloemen alles was voort„ gevloeid; hy. de bloem op zyn hoed hadde ge, „ daan om de Predikant te tergen, en dac bekend „ de hier aan niet wel gedaan te hebben". Ten derden: dat op denzelfden zondag, wanneer 1 het Volk uit de Kerke was geloopen, en de Predi0 kant den dienst hadde genaakt, de Gedetineerde het Volk zoude hebben aangezet om de Klok teluiden en geroepen luid luid of in foörtgelyke bewoordingen ; het welke de Gedetineerde noch bekend noch ontkend heeft: dan waaromtrent de Gedetineerde zegt: „ dat hy niet weet wat uit alteratie „ gedaan heeft, om dat de Leden van het Exerci„ tie-Genootfchap in de Wapenen zynde gekomen „ en geroepen, wat lood, lood, en terwyl een geroep en gejammer vooral van Vrouwen in deKerj, ke was ontftaan, waar zich een menigte Menfchen hadden ontfteld". En ten vierden : dat die zelve morgen eenige XXXVII. Deel. H tvoors  i*4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot woorden tusfchen den Heer OIderman van Sysew en de Gedetineerde over en weder, omtrent het' draagen van een zwarte Cocarde door den eerften, en van een geele bloem, door den laacften zyn gewisfeld , het welke de Gedetineerde heefc bekend. Brengende ter zyner verfchoooinge de Gederineer. de by, dat niets, als het door hem beleedene hadde gedaan, en dat reeds ongeveer tien uuren voor de middag uit Zandeweer is gegaan, dien geheelen nacht en dag te huis'gebleeven, en niet voor maandag middag weder in het Dorp geweest, en dat hem ook veel was aangedaan, door het beteeren van zyn huis en het infiaan zyner glaazen in het voorige jaar. Zoo is het, dat de H. Heeren Luitenanten Hooftmannen uit naame en van wegens de Hooge Overigheid en Heerlykheid van Stad Groningen en Ommelanden recht doende, den Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. Offic. in zyn senoomen eisch en conclufie wel gefundeerd hebben verklaard, en mitsdien den Gedetineerden Klaas Arents zyne detentie voor ftraffe toereekenen, met Condemnatie in de kosten zyner detentie en van den Procesfe. Aldus gepronuncieerd op het Hof van Juftitie in Groningen, den 26 July 1787. N". 2858 Crimineel Vonnis door Luitenant en Hooft, mannen den 26 July 1787 geveld tegen Lammert Gerrits. By het Hof zynde gezien ende geëxamineerd de gehoudene examina by Lammert Gerrits, oud in het 24 jaar, gebooren te üsquert, als Knecht dienendebyALLE Meinders te Oldenzyl, en thands by den Hove gedetineerd, mitsgaders de ingewonnene informatien en beéédigde verklaaringen van Getuigen, als mede den eisch en conclufie van den Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. 0§c; en daar  ds Gebeuitenisfen in 1787 enz. voorgevallen, tij daar uit zynde gebleeken, dat de Gedetineerde volgens zyne bekentenisfe, op zondag den 17 Juny 1787 by het huis van eenen Schoenmaaker Berend, te Oldenzyl, eenige Jongens vindende, en daar onder éen zoontje van JanUbels, die twee hebbende verklaard, dat de Predikant van Zandeweer hen dien dag ieder een geele bloem, waar mede in de Kerk waren gekomen hadde afgenoomen, en door een of ander van de Jongens hem Gedetineerde gevraagd iynde of de volgende zondag mede naar Zandeweer wilde, om te zien of de Predikant hem ook de bloem zoude afneemen, fchoon daarop hadde geamwoord dat zulks nog niet wiste, den volgenden zondag, den 22ften hoe wel zonder bloem zich naar Zandeweer op weg begeeven, en in het Bosch van Nyenftein van eenige Jongens, zoo als daar ontmoete, een geele damast, bloem ontfangen hebbende, zich met meer andere met deze bloem a of 1 achter zyn hoed geftooken ifl de Kerk te Zandeweer heeft vervoegd: dat voorts tot een tweede pointe van befchuldiging ten laste van Gedetineerde word gebracht, dat op den zondag morgen, na dat hy en andere uit de Kerk waaren geloopen en de Leden van het Esercitie-Gerootfchap in de Wapenen gekomen, tegens Al*e Jakobs, by de Toorn op Schildwacht ftaande zoude gczegt hebben, dat de dood zoude fterven en gevild worden, welk zeggen de Gedetineerde niet'heeft bekend, noch ook ontkend; maar de omftandigheden opgee.vende, zegt: „ dat ALsE Jakobs een ongewapend Petfoon Riekerï „ genaamd, die aan AlsE de hand hadde willen gee„ ven de bajonet op de borst hebbende gezet, deze Riekert daar over zeer toornig was geWor„ den, en dat als doen in drift die woorden wel ge„ zegt konde hebben, wordende dit ook door gee„ ne van de Getuigen, dan alleen door AlsE Jakobs bevestigd, als verklaareride een ander Ge„ tuige alleen gehoord te hebben, dac gezegtwas, „ dat Al-se Jakobs zoude gevild worden, doch zon,, der van het verdere gezegde., dat de dood zoude " H i » te*-  iieT Penameling van Stukken betrekkelyk tot „ fterven iets te melden, en dat de Perfoon, die „ dit gezegt heeft niet kend, en een derde Getui. „ ge, dat om de confufie Diet hadde gehoord, „ welke woorden gebruikt waren noch ook door ,', wien". . Zooishet, dat deH.Heeren Luitenanten Hooft, mannen, uit naame en van wegen de Hooge Ove« righeid en Heerlykheid van Stad Groningen en Om- * melanden, recht doende, den Gedetineerde Lammert Gerrits zyne detentie voor flraffe toereekecen, ontzeggende den Prokureur-Generaal zynea verderen eisch, tot Condemnatie in de kosten. Aldus gepronuncieerd op het Hof van Juftitie in Groningen, den 26 July 1787. No. 2859 Sententie by Luitenant en Hooftmannen den 21 February 1788 geveld tegens ]. Dekens, Predikant te Zandeweer» De Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. Offic. nabekomeneauthorifatie vanden Hove, indatoden 21 Juny 1787, dagvaardinge in Perfoon hebbende geëmaneerd tegens Johannes Deekens, gebooren te Uithuizen, oud in het 31 jaar, Predikant tcZandeweer, om te compareeren voor den Hove en te .aanhooren zoodaanig verzoek mitsgaders eisch en conclufie als voornoemde Prokureur-Generaal rat, Ojfic. tegens den Gedaagden zoude willen doen en Deernen, en de Gedaagde daar op den ?den July daar aan volgende in den Gerichte zynde verfcheenen, en ter inftantie van den Prokureur-Generaal rauOffic, door een Commisfaris op Artikelen zynde gehoord, is uit des Gedaagdes eigen confesfie, beéédigde verklaaringen van Getuigen, en uit de verdere blyken en documenten by dezen procesfe gebruikt en overgelegd, na rechte voldoende gebleeken. Dat wanneer op zondag den I7den Juny des afgeloopen jaars aan den Hove eene fchriftelyke aan- klach.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 117 klachte was gedaan van eene verregaande commotiedien dag in het Karspel Zandeweer oritftaan , op het verfchynen van een menigte M. nfchen in de Kerke met geele bloemen veriierd, en het Hof daar op tot ftuitingen weering van alle onrust eeneCommiffie derwaards hadde moeten afzenden, met authorifatie, om verders omtrent het voorgevallene aldaar, als mede omtrent de oirzaaken welke tot die beweeging aanleiding mogten gegeeven hebben, nauwkeurige informatien in te winnen ; de Gedaagde in Perfoon by dat onderzoek is voorgekomen en vervolgens niet heeft kunnen wórden vrygefproaken, van het eerwaardige karacter van Predikant te hebben ter zyde gezet, uit een onbezonnen y. ver, om zyn denkwyze omtrent de heerfchende politieke gefchillen, tegens den zin van de meeste en voornaamfte Ingezetenen te doen boven dry ven, deze Commotie voornamentlyk hadde doen ontftaan, Alzoo de Gedaagde op zondag den ioden Juny, wanneer twee Jongelingen, zich by het begin van den nademiddags Godsdienst in de Kerk te Zanderweer op het Choor bevonden, ieder met een geele bloem op den hoed of voor de borst, onder de voorzang van zyn plaats is opgeftaan , naar het Choor by die Jongens gegaan, en aan hun de geele bloemen heefc afgenoomen, of zoo als de Gedaagde voorgeeft, vriendelyk van hun verzogt, daar toe , volgens Gedaagdens verklaaring bewoogen , om dat deze bloemen veel opziens hadden gegeeven, en den aandacht geftoord; daar nogthands dit voorgeeven van alle waarheid is ontbloot bevonden, alzoo volgens de beéédigde verklaaringen der geproduceerde Getuigen , die des tyds op het Choor hadden gezeten, deze Jongens zich dusdaanig op het Choor geplaatst hadden, dat de eene geheel niet door de Gemeente in de Kerk zynde, noch ook door den Predikant gezien konde worden» en de andere flegts by het opftaan, of wanneer niet f echt achter de bank van den Heer van Sysen verH 3 Weef,  li8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot bleef, en dus met geene mooglykheid de aandacht der Gemeente had kunnen geftoord worden; te mini. der daar deze twee Jongens, volgens des Gedaagi dens en der Getuigen verklaaring, zich (lil hadden gehouden; dat dierhalven dit afneemen dier bloe^ men alleen moet worden toegefchreeven aan des Gedaagdens eigenzinnig begrip, omtrent het ongeoirloofde van deze dracht, en hy alzoo met voordachc en beraaden gemoede gelegenheid heeft gegeeven, om de gemoederen van zyne Toehoordeïtn te verbitteren, doordien de Gedaagde niet onkundig was dat hy verre de meesre van zyne Karfpeilieden, dit draagen van bioemen ten blyke van hurne verkleefthejd aan het Doorluchtig Huis van Orarje, als by de destyds vigeeren.de Plakaaten tiet verboden , befchonwt wierde. Dat ook de nadeelige gevolgen van deze daad, zich reeds dien zelfden nademiddag hebben geopenbaard , alzoo ve'fcheiden Jongens met geele bloempjes op de hoed, onder een geduurig geroep voorby de Pastory heen en weder hebben geloopen , en vervolgens in die week door verfcheiden jonge lieden, uit verfchülende C-irfpels een affpraak is gemaakt, om den volgenden Zondag te Zmdeweer met geele bloemen ïn de Kerk te komen, om te zien of ook de Predi. kant aan hen die bioemen zoude afneemen. Dat dit voornoemen genoegzaam bekend zynde geworden, en by de te Zandeweer zich in de Wapenhandel oeffenende lieden middelen beraamd om dit regen te gaan en te beletten, de Gedaagde in Perfoon mede van dK voorneemen, om in grooter getal mer. bloemen in de Ktrk re komen verwittigd, in psaa's van door een' ftil en vreedzaam gedrag, de reeds verhitte gemoede-en te bedaaren, des Sat*rdags den löden Jury by voorraad , en met een voorneemen om hy ldien het geruchte bewaarheid wierd, van dsn P-eiikiioe) af te leezen, heeft opgeteeld, en ook werk.lyk des Zondags den I7den Juny een aantal jo'.ge lieden met geele bloemen in de Kerk ziende, aa dac alvocrens de op dien tyd^ op.  ie Gtbeurtehisftn «"» 1787 voorgevallen. «£| opziens baarende woorden van het csde vers van den. Uóften Pfalm waren voorgezongen , waar onder nogthands, naar vcrklaaringe van de gedaagde m Koon, zich die Jongens gerust en ft.Ue hebben ïedraa?en, van den Predikftoel heeft gedaan een leer zonderlinge aanfpraak , waar by het draageo van die bloemen, door hem wierde afgefcnilderd S te gefchieden', om den geest der Wetten doof * Land» Overigheid gegeeven (e verkrachten, en dus toefchreef aaneen boosaartig oogmerk on1 deJelve te overtreeden , daar hy nog thands volkomen overtuigd was, dat zulks op dien tyd alleen m het werk gefteld wierde om hem te tergen. Dat ae Gedlagde in Perfoon al mede de paaien van zyne betr*Lge is te buiten gegaan , "doordien door hee opftellenbvan een Brief gelegenheid heeft gegee ven, dat 'er op die dag zonder voorkennis van eenia Gerichte , nog meerder gewapende lieden uit anlne Kaffpelen n'ar Zandeweer wierden opgeroe. nen en aboo mede gewerkt heeft, dac dit KwarEe^hoe langs hoe meer in onruste wierde gebracht Dac de Gedaagde-in Perfoon zich dus veroirloofd heeft, tebedryven daaden, waar toe hy amotshalven niet was bevoegt, en die hoe onverfch. Hg op ïfch zeiven in tyden van rust en eendracht kunnen en mogen bèfchouwd worden , echter in dezen toedracht van zaaken ten hoogften ftrafbaar zyn, al, ïóo van de nadeeligfte gevolgen van het algemeene welzyn hadden kunnen zyn, wanneer niet de voorteane der daar uic oncftaane ongeregeldheden, by 1 K?gHof door héc intrekken en ftraffeo var, eenige Ingezetenen was voorgekomen; zoo is het dat de Heeren Luitenant en Hooftmannen, gezien en geëxamineerd hebbende den genoomen Eisch en Conclufie van den Prokureur-Generaal d,zerPro; vincierflt.o#c., uit naam en van wegens Hooger Overigheid en Heerlykheid van Stad Groningen en Ommelanden recht doende, in plaats van andere pcenaliteiten , den Gedagvaarden 10 Perfoon Jabahnes Dekens hebben gecondemneerd, zoo ais H 4 gr-  |flo Verzameling van Stukken betrekkelyk m gecondemneerd wordt hy dezen in rf* t„ctI, den Procesfe, zoo nogthands , d^ daar onder V* aste van den Gedagvaa^rden ln\teê£? ^ Jen worden gebracht de kosten welke dóór het Hof ter gelegenheid van het onderzoek na de aanleiden Aldus gepronuncieerd op het Hof van Tuftitie « Groningen, den 21 February 1788. Jl?6f; £e*m,'tf *V Luitenant en Hooftmannen, De Prokureur-Generaal dezer Provincie rm „«. den jden July daar °aSd "in de\ cJ?L°Z ïï£të$2iï?'J! f «MenS ! xtur- rerjeraai rat. offic. dien dag en vervoleen* nn conf süe, beé^digdeverï^ Bit de verdere blyken en documenten"y d2S ft? van des Gedaagdes bedieïg^ den ,o May x787 alles in rusl eri vrede «nde m weest, op dien dag, door de Gedaagde6 ver-  ét Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 121 verrichten van den Godsdienst eene openbaare dankaegginge op de Predikftoel is gedaan , naar het voorgevallene by Utrecht over de bevochtene victorie aldaar, waar by de Gedaagde zich in zulke bewoordingen heeft geuit, dat hy zyne eigen geI voelens en gedachten daaromtrent, als die der Ge: meente aan dezelve heeft willen opdringen, en alzoo uit zyne en zyner Hoorderen naame , eene 1 dankzegginge heeft gedaan, welke hy wist, dat geenszits met hunne waare gevoelens ftrookte, ea | offcboon wel de Gedaagde de uitdrukkingen zelve moetende belyden, heeft ontkent Utrecht hier mede bedoeld te hebben, heeft hy nogthands daar toe moeten komen dat zich behelpt met te zeggen, dat niet weet wat met die woorden bedoeld heeft. Welke dankzegginge nogthands ten gevolge heeft gehad, dat (het welke voor die tyd niet was gebeurt) eenige Jongelingen eerst met geele kwastjes, en daar na mee geele Bloemen op de hoeden zich I onder den Godsdienst in de Kerk hebben laaten zien, zonder dat zoo veel geblykt, zy echter iemand overlast of leed hebben aangedaan, maar zich in de Kerk gerust en ftil hebben gedraagen. Dat voorts de Gedaagde op Zondag den 17 Juny 1787, de voor- en nademiddag dienst rustig en vredig hebbende verricht, zonder dat eenige beleedi; ging aan zyn Perfoon, Huis of Goederen gefchied was, behalven, dat na Gedaagdes verklaaringe des morgens een Perfoon, met een ftok dreigende, by I de deur van de Kerk hadde geftaan, en hy GedaagM de veel aanftoots en aandoeninge gehad hadde van > de Menfchen welke met geele bloemen in de Kerk 7 waren, hy Gedaagde zulks van dat aanbelang heeft j geoirdeeld, dat zich naar Zandeweer heeft begee. 7 ven, em adfiftentié van de gewapende Genootfchappen, aldaar uit onderfcheidene Corpfen byeen gekomen , te verzoeken: en zich voorts te veroirlooven, van, om zoo op zyné terug reize als dien nacht in zyn Pastorie veilig te zyn, voor een ge« i prscexteerd gevaar zich geëscorteerd door dertien i ' ■ ' H 5 Se-  122 Verzameling van Stukken betrekkelyk ttrt gewapende Manfchappen over Oldenzyl naar hee Oostérnieland te begeeven, en in den avond onge» veer tien uiuen met die escorte op zyn ftandplaats aan te komen, en voorts die gewapende lieden,' welke nog omtrent middernacht met dertien maq verfterkt zyn, dien nacht aldaar te behouden; waar door zoo het Karfpel Oldenzyl, als het Oostemie. land, gerust, dat zy buiten weeten van hun Ge.: richte, geen aantocht van gewapende Lieden te wachten hadden of behoefden tegedoogen, in eene, verregaande commotie wierden gebracht, de Klokken aangetrokken, en alzoo groote disorders veroirzaakt zyn. Alle het welke niet ongeftrafc kunnende worden gelaaten; is het dat de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen gezien en geëxamineerd hebbende den genoomen eisch en conclufie van den Pro. kureur-Generaal dezer Provincie rat. offic. uit naame en van wegens Hooger Overigheid en Heeriykheid van Stad Groningen en.Ommelanden Recht doende, den gedagvaarden in Perfoon Jacobus Janssonius hebben gecondemneerd , . zoo als gecondemneerd word by dezen, in de breuke van veertig Daalders aan den Onffanger van de Cameraale breuken ten yoordeele van de Provincie op te brengen, mitsgaders in de kosten van den Procesfe. Aldus gepronuntieerd op het Hof van Juftitie in Groningen, den ai February 1788. Stuk-  dt Geleurtenisfen in 1787 ens. vowvallen. 12% Stukken betrekkelyk de oproerige beweegingen en inrukking der gewapend; Genootfchap. pen in de maand September 1787 te Appingadam, met do aanleiding , en de gevolgen daar van, Ioopende van No, 2861 tot 29n ingellooten. No. a86l. Vaderlandlievende belydenis der zuivere ge. - voelens van de W^t^/^tó^S mlanam, door'dezelve den 24 Jff']K °T Versader» g der Heeren .waan* van Stad en Lan. ^geZl met een Bylage, zynde het Request waar tegen het zelve is ingericht. Edels Mogende H. Heeren, Staatkn van Stad en Lande1 De ondergeteekendè Leden van de door V Wè Mogenden fewettig ie Genotfcbappen van WwzhaSdel te AgPP»nga!am « Lopperfum , vincten> zich in de onvermydelyke noodzaakelykh,id, U Edele Mogenden gewichtige raadpleegingen door dezen te moeten belemmeren. Hunne belangelooze zucht voor bet welzyn vM hef lieve Vaderland; de openbaare blyken, «Rdg Zy daarvan, federt het jaar 17:4, *#WS& das gelegd: de gunftige attentie, welke O Edele &fnden mede op hunne eerbiedige verzoeken j§J Stsvergadering, in .het doen urug «rffeKg* Troepes, op repartitie dezer £°™c,° fti"?J;» van de gedreigde aanvallen op Hauein en Elburg hebben gelieven te vestigen, lev-ren hun genoegzaame gronden op, dat U Ed. Moge-.den .dit nua Addre.? al. ten hoogden plichtmaatig, zullen be- f°De Ondergeteekenden hebben dan de eer aan U Ed. Mogenden door deztn een Lopietl R«9J9*  124 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voor te leggen, van welke zy in bet zekere zyn on. derrichc, dat in het Fivelingo Kwarcier aan een groot getal Perfoonen de verceekening is aangebooden, dac hec door veelen reeds is geceekend, en zeer waarfchynlyk in ü Ed. Mogendens Staatsver. gadering zal worden ingebracht. Hoe zeer nu ook de Ondergeteekenden overtuigd zyn, dat in een vrye Republikeinfche Regeering het ieder Ingezeten of ook een geheel lighaarn derzelver geoirlooft is, op eene eerbiedige wyze zyne bezwaareu aan hunne Vertegenwoordigers in te brengen, Is. het ceffens niet minder zeker, dat, ingevalle Zulke Requesten een groot getal der Mede.Ing.ezetenen, ja wel een geheel of onderfcheidene Lighaa. meo derzelver, welke op Hoog gezag van U Ed. Mogenden toe de befcherming en veiligheid van het genefde Vaderland zyn verordent, zonder eenisï fchyn van bewys aan ü Ed, Mogenden zullen worden voorgedraager: „ als Perfoonen die ftrydig a, tegen s Lands Plakaaten gewapend van het eene 3, Caripe! na het ander loopen, die zich van allers, lei haatelyke uitdrukkingen bedienen, om de In„ gezecenen te ontrusten en bevreesd te maaken, „ ja zelfs met gelaaden geweer hier en daar rond te „ loopec, door al het welk men de Ommelanden „ zoekt m de war te brengen, en de algemeene rust „ en yeiluheid te ftooren"; dat, zeggen wy, zulke lasterlyke voordrachten, en landberoerende verzoeken daar uit getrokken, by U Ed. Mogenden ten hoogften ftrafbaar moeten worden gehouden Dan, hoe gerust de Ondergeteekenden de heil, looze gevolgen van zulke twist- en tweedracht-itookende onderneemingen, aan UEd. Mogenden kundic doorzicht en beproefden yver voor de bewaariEg der algemeene rust durven overlaaten, kunnende Ondergeteekenden, weetende, dat alles war hun dierbaar is, hunne Vrienden, Maagen, hunnegoc deren en zy zelve, in hun Vaderland befiocen zyn, en dat zy dus alles aan het zelve verplicht zyn, ia hes  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. I2 om niemand tot dié JVaper-oef- fening  de Geheürtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, ia? fening door eenigerhande middelen ie dwingen, of des* wegens eenige verwringen te doen, alzoo zulks de een* dracht, die tusfchen de goede Ingezetenen zoo hoogstnoo. dig is, zoude wegneemen, van hunne Mede-Ingezetenen welke deftyds niets voor hun Vaderland veil hadden, maar ongeftraft verguist, befpot, belasterd, en eindelvk, op derzelver verzoeken, ontwapend en vernietigd worden. Zoo dit de weg is, om de zoo hoogstnoodige eendracht te bewaaren, dan moeten de Ondergeteekenden bekennen, de middelen en oirzaaken, van verbittering, haat, twee. dracht en de daar uit fpruitende geheele ondergang van ons Vaderland, niet te kennen. De listige boosheden, de onvermoeide, Mhartigfte en fchandelykftè konstenaaryen, de blaam, laster en verzonnene beticluigingen, om de eensgezinde Genootfchappen by de Regf[1Dg.enJaer* dacht en verhaat te maaken, zyn overbekende waar- hEnDóp die plaatfen, alwaar die bedrieglyke konstgreepen gelukt zyn, is aanftonds een theater met de fchrikbaarenfte toneelen, van roof en plunder^ZondeTvan kVm vrolykheden te fpreeken; heeft men alleen zyn oog te vestigen, op het nog onlangs voorgevallene te Goes en Hoorn. En men zou willens blind moeten zyn, om met ten zekerden te mogen zeggen , dat men door het overgelegd Request een begin zoekt te maaken, om in deze Provincie dezelve treurtooneelen op te haEnewaar mede toch hebben de Ondergeteekenden en verdere Genootfchappen verdiend, dat hunne goederen en leevens ten prooi zullen worden gegeeven van een door huurlingen opgeruid graauw i Brengen die ftookebranden niet dagelyks, hun twistzaaden met gedrukte bladeren in de Ommelanden? De onlangs uitgekomene gewichtige Brie} aan de llemgerechtigJe Boeren in de Omlanden, is alleen genoeg, om ü Ed.Mogenden en allen «overtuigen^  ia» Verzameling van Stukken betrekkelyk töt deur ftaar?rreeSde °DS 3'le d^ V00r dé Worden daar in niet de Exercitie-Genootfchapi pen, als de voornaamfte oirzaaken van de tegens. woordige verdeeldheden daargefteld ? — Mer fchildert dezelve met de zwartfte kooien af. — Men zegt, dat ze door geene banden van ondergefchikthejd aan den Souverein verbonden zyn. — De ver nietigmg derzeive by den Souverein, door eerbiedige Addresfen te verwerven, dist men als eene gezonde Staatkunde op. iJ?an\Edeie M°gecde Heeren! waar zyn deblvken en bewyzen, om den eenen tot in den afgrond ^rT^0^6^ e\éi° ,anderen hemelhoogte ver. heffen? Blyk noch befcheid fchynt men daar roe niet noodig te hebben; men denkt genoeg e zut len overreeden door een enkel geluid vaf naamen en woorden , of zelfs van een kleur, die K hlTe?meen geheiligd en geliefkoosd zyn/en daarWS van ^toverkracht, om het gra'au'w op den been ïe Zyn deze dingen nu zoo? Edele Mogende Hee. ren! gelyk ze ontegenzeglyk zyn: dan if Set Juiste tydftip gebooren, dat elk rechtfchaapen ï rouwe Burger en Ingezeten zich doe kennen: fyne ara met de zuiverfte oogmerken aan zyne wettige rT geering aanbiede; niet uit eenige partyzucht mat'r ïêedTg?ngZ.aake,ykheid' eeDSSe^^eidy en..elfiverl En wie zyn 'er, Ed. Mogende Heeren' die tnt dit aanbod het grootfte recht hebber ? d '0t Zekerlyk diegenen, welke op D Edi Mogendens uTterftf iUndarmeHD gCWapeDd hebben> Snee de uite fte nood vorderde, en waar tegens opzetlvk fegbdlewo?deen:eer,O0ZeD 3*D fCha" ><™™Ë Deze zelve door Ü Ed. Mogenden eewanende armen, bieden zich thands vrywHlig aan alleennir ZTJ^J^ hTeD duureD Plicht?ên moeten by dezen voor den alweetenden God plechtig betuT- geü»  dé Gebeurtenis/en in 1787 ené. voorgevallen. 10» toen, dat dè ïn het Request geïteldè bëïchüldigiDgen lezyden alle waarheid zyn: — dat by hun geene «voorneemens noch opzet van rustverftooring, zy ilaaten ftaan, oproer,, huisvesten: en — dat zyin idje zëlye getrouwe aankleeve voor bet waare welzyn van het Vaderland en dien» verdeédigtng, waar amede zy zich, op U Ed. Mogenden verzoek belasc hebben, en aan ieder Ingezeten, , ingevolge het vet" ihörid der Unie, kan en moet opgelegd worden ,10 iglle gevallen zullen volharden, en hoe nypender de nood mag worden, zy hunne plicht te betrachten dies te dierbaarder zullen fchatten, m die vaderlandslievende hoope, dat hetdeGodlyke Voor» zienigheid mbgè behaagen, hunne Genootfchappen, ten de gewapende Burger, als een middel te hebben verordent, brh een breidel-tè zyn tegens een opgeruid en hóllend gemeen; en met die waare eer tten graave te mogen daalen, dat zy hun Vader» :ïand, doof hfet fmoöreri van verbittering en twistvuur, in zulk eene gefteldheid gebracht, hebben» 'dat de onderfcheidene partyen met eikanderen m (genoegzaame oprechtheid en fchuldige billykhèid hebben kunnen handelen, en daar door de rust ea eendracht allengs ken s is her fteld, en waare Burger?, lyke Vryheid in 't Gerheenebeat ten fterküen beves* *igEn deze post, hóe zwaar ook, verrneenen deOrui dergeteekenden niet de verdere Genootfchappen» t thands de hunne te moeten zyn, en zich daarvan i als hunne duurfte Burgerplicht te moeten kwyten. En zoo ü Ed. Mogenden daaromtrent een plecht 1 tiger band of heiliger verbintenis verrneenen noodig 1 te zyn, zyn ze hoofd voor hoofd vaardig dezelve i óp het folémneelfte ten allen tydén te willen aflegi gen. t De Ondergeteekenden vertrouwen hier mede9 dat, zoo 'er onverhoopti bevoorens éenig wantrouwen by U Ed. Mogenden omtrent hunne bedoelingen mogt hebben plaats gehad, dezelve door dezen vollef dig zulten zyn weggenóomen. •■ ■■ XXXVIL Dee£ 1 'i Wéll  ,i3o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 'c Welk doende enz. (geteekend) Door de Gecommitteerden, Officieren em Onder-Officicen van 't Exercitie-Genoot-: fchap te Appingadam en Lopperfum. Mpc deze oprechte gevoelens in nevenftaandeo Schrifture uitgedrukt, als mede met de plechtige1 betuigingen en aanbod daar in vervat-, ftemmen de:: Ondergeteekendè Genootfchappen ten vollen in,! en verklaaren dezelve de hunne te zyn. (geteekend) Door de Gecommitteerden, Officieren en:: Onder-Officieren der Genootfchappen te: Middelftum en Toornwert, Onderdendam,,[j Zandeweer, Uithuizen, Winfum, Obtr-< gum, Ranum en Maarhuizen, Baflo, Rasquert, Eenrum, Wehe, Hoorn en Warf. huizen gecombineerd. Het onderftaand Request ter vernietiging der Ge- . fiootfehappen niet op die Staatsvergadering zyode 1 gebracht, hebben Hun Edele Mogenden hier op; geen befiuit uitgebracht, doch men kan verzeke-.3 ren, dat deze Memorie en plechtige betuiging by ! het eerlfe Lid van Staat niet ongunftig is ontvan- < gen, en by het Lid der Omlanden in Commisfie ge. field. ö Edele Mogende H. Heeren, Staaten van Stad en Lande! . Vertoonen U Ed. Mogenden met fchuldigen eerbied de Ondergeteekenden , alle ftemgerechtigde Ingezetenen en Landgebruikeren in FivelingoKwartier, hoe dezelve van tyd tot tyd, tot hun leedwe zen B Y L A G E.  de Gebeurtenisfin tn 1787 enz, voorgevallen, 13! zen ontwaar worden, dat de zoogenaamde Vry1 Corpfen of Exercitie-Genoocfchappen meest al be* }J ftaande in Ambachtslieden en jonge Gezeilen, li niet ontzien, van het eere Karfpel naar het andere, \\ ftrydig met de Lands PlakaateD, gewapend te loo!jpen, maar zelfs van allerlei haatelyke uitdrukking j gen zich bedienen, om dus de Lgezetenen te ontü rusten, en bevreesd te maaken. zoo als zy zich 11 ook verftouten van na welgevallen met gelaadea j geweer hier en daar te loopen; alle het welke zaa- I ken zyn waar door men de Ommelanden zoekt in dé li war te brengen, en de algemeene rust en veiligheid s 1 te ftooren. En daar het ons als ftemgerechtigde Ingezetenen ten uiterften aangelegen is en wel dié < genen zyn, wien het wel of kwaalyk vaaren derOmi melanden meest ter harten gaat, als zynde degroot• fte fchatting geevende Ingezetenen, en waar vaa II de Provincie gtootendeels hun befhan en welvaart moet hebben, daar de anderen meesc al weinig of niets tot onderhoud toebrengen , derhalven ook niets te verliezen hebben, en ons dus op zulk een manier van onze Voorrechten en Privilegiën zoeken : te berooven. Alle zaaken Ed. Mogende Heeren! voor ons van de uiterfte aangelegenheid, en welke door ons met geen onverfchillig oog konren of mogen aangezien worden; en daarom noodig dat in het zelve voorzien worde, waarom de Remonftranten zich tot U I Ed. Mogenden wenden, gedieoftig verzoekende: Ten einde U'Éd, Mogenden ons by onze tegens- 1 woordigè Conftitutie gelieven te maintineeren, de ingtfloopene abuizen welken'er mogten zyn, met 3 overroeping van zyn Hoogheid'té redresfeerea, ea 3 de zoogenaamde Exercitie-Genootfchappen, als thands onnut, ja zelfs radeelig, tefcheiden, opdat daar door de rüsr herifeld worde, en wy vry opver* hinderd die Voorrechten mogen blyven genieten* ; als wy dezelve tot dus verre geoooten hebben. I 2 No-  ii2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 2862. Advifen van de beide Leden van Staat van tien 24. April 1787, over het Addres door de Ommdanaer Genootfchappen eodem ter Staats vergadS" ring ingediend. "Gedelibereerd zynde over het Wydloopig Request van de Gecommitteerden der refpective Exef • cuif-Ger ootfchappen te Appingadam, Lopperfun , M>ddelftum en Toorwert, Bedum, Onderdendimj Zandeweer en Uithuilen, zynde het Request aan de Secretaris van Staat overgegeeven, nog gemunieerd met de fchriftelyke goedkeurirge en appuy van de Exercitie-Genootfchappen van Winfum, Obergum, Ranum en Maarhuizen, B&flo, Rasquert, Eenrum en Wehe, den Hoorn en Warfhuizen in de Ommelanden, verzoekende in hunne Genootfchappen te mogen continueeren. — Hebben de Heeren van de Stad, dit Request gehouden in advys. En hebben de Heeren van de Ommelanden het zelve gefteld in handen van de Heeren Gecommitteerden tot de defenfie van deze Provincie op rapport. N°. 2863. Refolutie van Luitenant en Hooftmannen van den 10 July 1787, over het trekken van gewapende Manfchappen, uit, door en naar andere Jurisdiftien, met aanfehryving aan de Gerichten, om daar tegen te voorzien. Gehoord het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van het Hunzingo en FifelingoKwartier, welke ingevolge en ter voldoening van de Refolutie Commisforiaal van den 27 Juny jongst, zich hadden geïnformeerd, op wiens requifitie en authoriteit eenige Ingezetenen uit differente Karfpelen gewapend zich hadden begeeven naar Zandeweer en andere Dorpen, dezelven bezet, en aldaar eenigeo tyd verbleevejw Uit welk Rapport, als  ii Gebeurtenis/en in 1787 «*• voorgevallen., m als mede uit de ingenoomeoe informatien by de refnedtive Gerichten , zynde gebleeken, dat opgemelde Ingezetenen hadden kunnen goedvinden, op Snïoek van particuliere Perfoonen, zonder voor£ van hunnen wettigen Richter, uk de W Sièn waar onder behooren, gewapend te wekken in de nabuurige Jurisdictiën, zonder daar toe door de Richters dier Jurisdictiën te zyn ingeroepen, en zich dus eigener authoriteit daaden te veroirlooven, waar door niet alleen alle Richterlyke authoriteit en ïezaa wordt te niete gedaan en gevilipendeerd, S o^ aan anderen gelegenheid gegeeven tot morren en famenrotten. _ Voorts naar behooren zynde gelet op het Keouest, door de voornaamfte Ingezetenen van üldenzy en 't Oostérnieland aan den Hove gepunteerd, waar by dezelven zich beklaagen, dat op den Aden Juny jongst hunne Karfpelen, alwaar ai es in volkomen vrede en rust was geweest, door een roep gewapende Manfchap in verwarring en onrust wafen gebracht, waar door moord en doodOag had kunnen veroirzaakt worden ; verzoekende dat het Hof zoodaanige maatregelen geliefde te neemen1, "aar door de^Ingezetenen voor zulke unfpattende famenrottingen mogen beveiligd worden. Zoo hebben de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen, na gehoudene deüberatie, goedgevonden eo verSaan, derefpeftive Richters alwaar dit plaats heeft gehad, aan te fchryven, om hier tegens de noodige voorziening te doen , en de Ingezetenen hunne? aanbetrouwde Jurisdictiën op het ernftigfte by Publicatie te waarfchouwen,zich te onxhouden , oin zonder bekomen confent van het Gerichte ter plaatfe , gewapend uit de Jurisdictie te trekken , veel min om zonder wetige inroeping van de nabuu. rige vreemde Gerichten, in derzelver Junsdicl en in te trekken, en aldaar naar welgevallen te verblyven; op dat dus alle gelegenheid worde weggerot), men , waar door de algemeene rust en veiligheid aoude kunnen worden, verftoord, Verwachtende^  134 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hof wyders, dat de refpeftive Richters, by aldien ter maintierj vab hunne Richterlyke authoriteit',' dé behulpzaame hand mogten noodig oirdeelen, hun, conform de vastgeftelde Regeeringsfoim, zullen addresfeeren by den Hove Provinciaal, ten einde door het zelve zpodaanige adfiftentie kon worden' verleend, als bevonden zal worden te behooren. Coll. Conc. (Onder ftoni) S. W. Tjassens, Secreu i i v ■ .Smpaataomtl t» txmQ{&È N°. 3804. Publicatie van het E. E. Gerichte van Win. fum van den 13 July 1787, cm buiten Gerichts. Confent niet gewupem buiten de JuristtiStie te trek. kent of ongeroepen in een andere Jurisdictie te komen. ' • - " ~ J>.3fto> XilLT «->•;■•. 1 Het E. E. Gerichte van Winfum en Bellingeweer doet in ccniomité ingekomene Refo'utie der Ed. Mogende Hooge Herren Luitenant en Hooftmannen der Hooge Juftitie-Kamer van Stad en Ommelan. den, in dato d«-n to July 17^7, elk en een icgelyk Ingezeten van deze Jurisdictie ernftig waarfchouwen, gelyk dezelven op 't ernftigfte gewaarfchouwd worden mits dezen, zich in 't vervo'g wel zorgvuldig te onthouden, om zonder bekomen Confent'van dezen Geachte , gewapent uir deze Jurisdictie te trekken; veel min, om zonder wett'ge inroeping dir nabuurige vreemde Gerichten, in derzelver Jurisdictiën in te trekken, en aldaar naar welgevallen te verblyyen, zoo als volgens ingekomene informatien, zich fommige Ingezetenen onlangs op aanzoek van eenige particuliere Perfoonen, veroirlooft hebben te doen; op dat hier door alle gelegenheid worde voorgekomen en weggenoomen, waar door de algemeene rust en veiligheid zoude kunnen wor> den geftoord, aan welkers confervatie dezen E. £. Gerichte nevens alle goede Ingezetenen, ten hoog-  de Gebeurtenisfenin 1787 nu voorgevallen. 13? f ,no»ften gelegen is, zullende ingevaïle niet- te- . Seg eSo welmeenende en ernft.ge waar- 'Souwing, zich <*™^*im%ïï2£n%ffi naden dezen ter contrarie doen, of de gerusteAiZwooning, op de een of andere wyze, geweld-a- igTe ft'orln, tegen, alle de ™^ ilia de Wetten van den Lande, op het ngoureuiie Ken geprocedeerd. Wordende tevens van aUe Ingezetenen zonder onderfcheid , het zy gewd end oJ^ongewapend, verwacht eogj ^ L in alle gevallen wanne*d den in t vo voeren der Genchveiyxe ^"c,*> T . onïerhoopte feitelyke refiftencie,. zich, tewrak Logten bevinden, dezelven ter raal°t'eeDe.Xaeaaa iammerlyïïeyaar Ioopende algemeene rust. en vei}fghS als ook de dierbaarheid hunner eer en aching^ treil de onbezoedeldfte kwytwg van pbcht en «ouw^de zuivere en eenige beweegredenen zyn, Selke hun hier in op het krachdgfte aanfpooren, als die 'e?nièt onverschillig onder kunnen wezen, veel rninder door hun ftüzwygen 'er een fchyn van weftemming aan kunnen geeven, wanneer hup lofwaa Se handelingen in 't nakomen hunner^na1 ruurlvke verplichtingen, en der geëerbiedigde yoorfch ften van U Ed. Mogenden, als eene wettelopze aanmaatiging en fchuldig vergryp, ja als een verfmaTdin- vaSn alle Richterlyk gezag, en een t^gen de goede ordl tot morrennen faamenrotter1 aanTeiSfnr treevehd gedrag, voor het oog van ü Ed. Mo.SndegnTva^, de gantfche Natie, en van de laatste fjakomêlingfchap, opentlyk door hoogere en laaS^icnSn worden afgeteekend en gebrand- |ue^enBt»en^ SoTwelker^ nok de Perfoonen en Goederen der beste en ge trouwfte Ingezetenen, zich zoo ligt aan de^ede en pTunderzuchtvan een godloos geiden opgehitst, of roofziek Grauw, deerlyk opgeofferdzouÜln ii*v.• eelvk de Ondergeteekenden vermeenden ffi*e1$\f&n%?n o^ftandig hier te moeten daardoen en betoqgen. ^ ^ Met  Ï3Ö Verzameling van Stukkin betrekkelyk tos Met de uiterfle aandoening *och van verbaazing9 fmert en bevreemding, Ed. Mogende Heeren! wierden de Ondergeteekenden en aile de Leden der onderfcheidene Genootfchappen, uit wier naam zy< mede fpreeken, getroffen door den alzins bedenkelyken inhoud van eenige Gerichtelyke, io verfcheidene Jurisdictiën onlangs van den Predikftoef afgekondigde, en op de gewoone plaa-fen aangefia-' gene Pubiicatien, waar van zy, als genoegzaam alJen in de hoofdzaak elkarderen gelyk, de eer hebben de Copie van een derzei ve hier nevens U Ed. Mogenden voor te leggen, zynde te Winfum op zondag den ijden July jongst, in de Kerk afreJeezen, en geteekend door ür. L. Venhüisen, Richter; alle Welke Pubiicatien in deovereenftem. mende hoofdzaak, gegrond zyn op eene de refpec*>ve Gerichten toegezondene Refolutie, door de Ed. Mogende Heeren Luitenant en Hooftmannen van de Hooge Juftitie Kamer van Stad en Lande, op dingsdag den 10 July 1787 genoomen, en zich grondende; voor eerst:' zoo op de informatien by de refpedtive Gerichten genoomen , welker bepaalde inhoud en uitflag echter niet gemeld word, als op het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van het Hunfingo- en Fivelingo Kwartier , aangaande derzelver infoimatien , volgens Refolutie-Commisforiaal van den 27^0 Juny jongst gedaan: „ op wiens requifitie en auótoriteit eenige „ Ingezetenen uit diverfe Karfpelen zich hadden „ begeeven naar Zandeweer en andere Dorpen, dezelve bezet, en aldaar eenigen tyd verblee„ ven"; waar door gebleeken zoude zyn: ,, dat „ opgemelde Ingezetenen hadden kunnen goedvin„ den, op aanzoek van particuliere Perfoonen, „ zonder voorkennis van hunnen wettigen Rich„ ter, uit de Jurisdictiën, waar onder behooren, ,> gewapend te trekken in de nabuurige Jurisdicti. „ en, zonder daar toe door de Richters dier Juris„ didtien te zyn ingeroepen, en zich dus eigener i t autoriteit daaden te veroirlooven, waar door niet », al»  is Gelmtenisfsn ia Ï787 erx. voor gevallen. 130 alleen alle Richterlyke autoriteit en gezag word 1 te niete gedaan en gevilipendeerd, maar ook aan !' anderen gelegerheid gegeeven tot morren en faa, " merrotten." Ten tweeden: grond zich geme de IRefolutie op een Request door de voornaamtte lni'eezeténen van Old-nzyl en Oostérnieland, aaa aeU liiöve geprefenreerd, waar by dezelve zich bckiaa, gen: >, dat op'den i7det> Juny jongst, hunne Kar: f, fpelen, alwaar alles in volkomen Vreedt en rust was geweest, door een troep gewapende Mani, fchap in verwarring en onrust waren gebracht, i " waar door moord en doodflag had kunnen veroir„ zaakt wórden , verzoekende dat hec Hof zoodaa,, nigè maatregelen geliefde te neemen, waar door 1 de Ingezetenen voor zulke uirfpattende faamerI „ rottingen, mogen beveiligd worden." ^9£dezè 3- aangevoerde gronden vesugd zich ru de R.foiutie 1 van den Hove: „ om de refpective Richters, waar „ dit plaats heeft gehad, aan te fcfvyven, de ln« 'gezetenën hunner aanvertrouwde Jurisdictiën op ' het ernftigfte te waarfchouwen, zich te onthoui % den, om zon ter bekomen confent van hec Ge3 , richte ter Plaatfe, gewapend uit de Jurisdictie 1 te trekken, veel min om zonder wettige inroeDing van nabuurige vreemde Gerichten m derzel. i ver Jurisdictiën in te trekken, en aldaar naar wel' gevallen te verblyven, op dat dus alle gelegen' heid worde weggenoomen, waar door de rust en 1 " veiligheid zoude kunnen worden verftoord; ver\\ wachtende het Hof wyders, dat de refptrüive Richrers, byaldien ter mainnen van hunne Kichterlyke autoriteit, de behulpzaame hand mogt " noodig oirdeelen, hun conform de vastgeftelde Regeeringsform, zullen addresfeeren by den Ho" ve Provinciaal, ten einde door het zel»ezoodaa!! nige adfiftentie kan worden verleend, als bevon,, den zal worden te behooren"; 't welk alle* gezien kan worden uit de Copie, hier nevens U Ed. Mogenden mede voorgelegt. u'^'-i* j De Ondergeteekenden erkennen, Ed. Mogende H« Hee»  ï4© Verzameling van Stukken betrekkelyk toi. H. Heeren! wel zeer (om nu van geen andere noch billyk vereischtefchikkingtoteen evenredigerdraagen van 't bezwaar der onkosten, wegens het gemeen belang der veiligheid te fpreeken,)de henobdigiheid van een nader vast en geregeld Plan^ 't welke zpnder het vrye der Volkswapening eenigs- . zins te drukken, een meer bepaalde en algemeene; eenpaarige orde, ter fpoedige krachtdaadige en: waarlyk de veiligheid genoegzaam verzekerende wer- • king, i,n alle onverhoopte gevaUen van nood, op., roer en geweld, aan de gewapende Genootfchap. pen voorfchryvende, zoo ter zekerer richtfhoer en I gereeder verantwoording der Officieren, ftrekken:: kan; als ter volftrekter affnyding van zulke ydelei. en lasterende voorwendfels, gelyk in het onlangs55 Copieele U Edel Mogenden voorgelegde, toen ens mooglyk nog omloopende, ip de wandeling, zoo-e genaamde Qranje-Request der sich noemende Stem-1 gerechtigden van Fivelingo, en in het opgemelde,f denzelven geest ten deele ademende, by den Ho-l ve ingeleeverde Request. der zoogenaamde voor-f naamfte Ingezetenen van Oldenzyl en 't Oosternie- \ land, gevonden worden i ja mede ter billyke voor. | koming van alle, fchoon nog op geen voorbeeld I gegronde vrees, voor apders ligt mooglyke misbruiken of ongeregeldheden in het toekomende. En indien het Hooge Juftitig Hof had kunnen i goedvinden, door pryswaardige voorzorg voor de! goede orde, en de krachtdaadigfte beteugeling van i het geflaadig morrend oproer en uicfpattendfaamen- • rottend geweld, dat zich ip deze Provincie ook zoo* aanhoudend en dreigend durft laaten zien, ten de-• zen einde zich by U Ed. Mogenden^ als daar toe: alleen de wetgeevende macht bezittende, te vervoegen , zoude het zelve Hechts de zuivere verlan- ■ gecs der Ondergeteekenden op, het aapgenaamfte zyn voorgekomen. Dan Ed. Mogende H. Heeren 1 het Reglement of Voorfchrift van werkzaamheid, het gene het de ' Hooge Juftitie-Kamer- behaagd heeft, zoo voiftrekt  ie GebeurterHifin in 1787 enz. voorgevallen, txt .Isemeen, ja zelfs met byzonder opzicht op zulke Siee én krachtdaadige hulp vereisfchende boodvan moord en 'plunderingdre^end^oproer , sis onlangs te Zandeweer gelukkig m deszelts oeSnfeiengefrnoordiS, in derzelver voorgemelde ReKüTJSt te ftellen > en by de Gerichtene doen fkondisen, komt aan de Ondergeteekenden voor» föïflefSgebrekkig in form en oirfprong te zyn; Ia zyg,och onder de aangevoerde gronden, geea de minfte byzondere lastgeevinge van U Ed.Molenden zoo "min als in de Inftruclie van den Hovo «eniee algemeene, daartoe vinden, maar ^"cnynu Sunfoo fl in die ftorTe, ofinhoud, van dien aarc te wezen , dat het in alle gevallen van door dringend gevaar en nood vereischten onverwylden byiftand f de gemeene veiligheid, hoe Zeer ook onboïooïd re Jlrecht den bodem ïnflaat, en aan alleopfedSziek geweld, tydlen handje.vromen ruim seeft; door in zulke zorgelyke, en «naezen : 2Ï zgoo licht opwellende om.ftandlÖ^'me uft3 Jge thands mooglyke nakoming en heft^aame uitwerking te verydelen en weg te neemen, vaoJi« Se?ygk en op'enlyk bekend gemaakt 1 lvk en Souvere n welmeenen van U fcü. M°Senucu E !rHnV«tderzelver Publicatie van den 31 Decem- 2» hunne', Burgerlyke gehooi—g, en zilte v*.T»pfeerd houdeD een plicht te zyn, dien ti&£\ÏSelyke i™"' ™^^*^ uLa aSn II Ed Mogenden verfchuldigd * enbyweikè zy ve^faa en ogok ftandvastig te zullen vo harden /onwankelbaar van hen verderen. Ja doorga 't openlyk aangekondigde doel en de ernftige aanbeveeling dezer Plakaaten af te wyken, zouder1 zy ïemeènln aan hunne aangeboorene onvervreemd-  142 Verzameling van Stukken betrekkelyk w» baare er overeen komftig alle Goddelyke en Men* feheiyke Wetten, natuurlyk op hen berustendever. plichtingen tevens teD hoogden tekort te doen; en dat zy dus, door het daar mede, in gevallen van dnngtnd oproer, onbelNanbaar ftipt en letterlyk gehourzaamen aan deze Refolutie van den Hove, en daar op gegronde Pubiicatien s zich aan 'c vili. , pendeerrn of verfmaaden van 't Souverein gezag 1 van U Ea. Mogenden en dus aan de ftrafwaardigfte\! ontrouw «ehuldig .zouden maakenI terwyl zy te- ' vens hunne Mede-Ingezetenen ten onvermydelykea'i prooy zouden, ftellen van dat zelve dr igerd gevaar ' van plundem g, roof en moord, *t welk juist in dit : zelfde tydgcwricht, en veelal ook door foortgeiy. . ke ongeiukkig voorafgaande verlamming der dus ook 1 dikwerf ras te niet Ioopende Wapen-Genootfchap- . pen, in zoo veel onderfchèidere plaatfen van ons i Vaderland, opeen zoo barbaarfche wyze, ten iam. merder Ingezetenen woedende, de gewoone macht ; der Gerichts Hoven geheel ontwasfen fchynt tel zyn. 3 Het zy intusfehen verre Ed. Mogende H. Heeren! dat de Ondergeteekenden aan een zoo aanzienlyk, en in derzelver allerheilzaamfte aanftelling, (om namentlyk uit naam en van weeën de Hooge Overheid van Stad Groningen en Ommelanden, en dus van ü Ed: Mogenden in wier ééd het I zelve is) zonder onder wat voorwendfel hetzyn mo- i ge, zaaken van Politie of Fmantie tot zich te trekken, in het Civiele en Crimineele Recht en Juftitie te doen , by hen hoogst geëerbiedigd Gerichts. Hof, de daadelyke èn opzettelyke beooging dezer op zich zelf maar al te zekere gevolgen, hier in Hrninfte zouden durven toefchryven. Neen Ed. Mogende H. Heeren! zy achten zich integendeel verplicht wel ui drukkelyk en eens vooral hier by te verklaaren, dat zy verre afzynde van zulk eene haatelyke befcbuldigmg, en alles wat eenigszins met grond beledigende zou kunnen geacht worden , doch tevens der Menfchelyke feilbaarheid indachtig»  de. Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 143 de. veel eer in het vertrouwen verkeeren ; dat de zaak by den Hoogen Juftitie Hove, of althands by de meerderheid van deszelfs Leden* (zoo gemelde Refolutie met overftemming genoomen mogt_ zynj niet naar derzelver anders zoo erkende nauwkeurige juistheid van doorzicht, in het genoegzaam rechte lichten oogpunt hier befchouwd zal zyn geweest, ïerwylzyaanlllc daadelyk der juftitie aanvertrouwd Richterlvk gezag en authoriteit, *t zy van deze hooge 0^van laafereRechtbanken, zich nietdleen tot de eerbiedigfte onderwerping verplicht erkennen, maar ook'in allen tyde «ultaitejl joJee.be. reidvaardig zyn te betoonen, en nooit daar m eenigszins verrneenen te kort gekomen te zyn. Doch zy zyn dies niet te min ook ten vollen verzekerd, dat het hun alszins geoirloofd, Ja hier wegens het gewichtigaanbelang der zaak, en ter voorkoming der verder!elyke gevolgen, hun duure plicht zy? met gepaste en befcheidene vrymoedigheid, Selve i? haar waare aart en gevogen, naakt ea duidelyk, zonder eenige omwindfelen, aan ü Ed. Mogenden eerbiedig en volgens lichten geweeten, V0TenederzeTeinde Ed. Mogende H. Heeren! zullen zv ten bewyze van niet zonder zeer gegronde reden dus te fpreeken, by de voorlichting van CJ Ed. Mogendens gunftig geftaafden wille, de daar Sn juist beantwoordende gedraaging der geregelde Wapen-Genootfchappen, en het weinig met de daar in duidelyk geopenbaarde bedoeling overeenkomftige der gemelde Refolutie van den Hove, benevens het verkeerde der daar in opgegeevene. en zoo zy vertrouwen door misverftand , voor de Genootfehappen zoo onrechtmaatig bezwalkende gronden , thands wat bepaalder moeten aantoonen. Immers op het nadrukkelyk aanmaanend verzoek, en naar den letterlyken inhoud der eerstgemelde Publicatie van U Ed. Mogenden van den 31 December 1784, hebben zich de thands geregeld gewapende Ingezetenen, uit liefde om 't Vaderland» vry- ;  «44 Fersameling 'van Stukken betrekkelyk té vrywilhg, en met vry wat moeite en kosten, ja onder Veel tegen ft ree vens laster en gevaar, in deb. Wapenhandel geoefend. Ten dien einde hebben zy juist naar dat zelve Souvereine Voorfchrift, de noodige Officieren ook uit de daar toe tóen genegene, gefchiktfte èn meest begoedigde onder hun verkoozen; welken zyook ten opzichte van dezen Wapenhandel en deszelfs heilzaam gebruik, zich verbonden hebbende mede hier tóe hun aanbevoölene gehoorzaamheid te bewyzen; en welke ook de tévens geëischte Orde van Wapenoefening, door welke dezelve van nut voor 'i lieve Vaderland kan zyn , en al. Ie ongeregeldheden wordehgeweerd, hebben opgefteld, en door de toen in de wapenen zicH oeifenende oriderteekend zyn, aan de plaatslyke GericHteh overgegeeven , óm gelyk gefchied is, ter tafel en kennis van ü Ed. Mqgènderi tën fine van goedkeüring te worden gebracht, welke zv dan ook, (die door deze fchikking van ü Ed. Mogenden zélf, zich nü tot openlyke vrye wettige ën gerégelde Lighaameh pf Genootfchappen van Wapenhandel gevormd zagen; niet alleen ftilzwygende maar ook veelal openlyk bekomen hebben, door de gunftige uitlariging van 's Lands Geweeren, aan veelen derzetve, op hün verzoek gedaan J doch op welk alles echter de opmerking en aandacht der Hodgë Juftitie-Ka. mer, in gemelde Refolutie mede niet zeer gevallenfchynttezya. Ook het doel, waar toe deze dus Wettige Wapen-Genootfchappen zich op hodgè aanmaaning dus gevormd engeoeffend hebben, In nog zoo afzonderlyk, als ter vólleedige bereiking van* het voorfchreevene óp déze of geëne gefchikté plaats zich vereehigende, min of meer Battailjors wyze, verder zich oeffenen, is gee.h öndet Edel Mogende Hooge Heeren! dan om bhs haar dé uitdrukkelyke in dat zelve Plakaat weer voorkomende woorden: tegén allen geweld eri inval, vooral ft gcfce byzonder.in het tóenmaalig cydftip plaats, had) van een Jlroopend Vyand, hunne Perfoonen, Vroutoen. Kinderen; Huizen, Goederen, benevens die hun- titr  de Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. 14^ fier Mede-Ingezetenen te- bèfchemen. Dus hebben zy ook, waar en zoo veel zy in ftaat waren» door de kostbaare aaöfchaffïng van geweeren» fabels, kruid, fcherp én patroontasfen , naar dat zelve Plakaat, zich voorzien van die middelen, welke daar. toe voorhanden zyn, en Onder 's Hemels zegen kunnen dienen; terwyl deze Corps of Genootfchappen , niet alleen de meerdere of mindere vrywillige onderfïeuning hunner braave Mede-Ingezetenen , maar vooral ook de handleening van U Edel Mogenden zelve, in hen ten grootften deele met 's Lands Geweeren daar toe op reeds gemelde wyze te voorzien, met dankbaarheid erkennen. Voorts Edele Mogende H. Heeren! hebben zy zich altyd ftiptelyk onthouden , om tegen het daar in billyk gedaan verbod, iemand ton dien Wapenhandel door eenige middelen of verwytingen te dwingen, of zich aan eenige wanordens, haatelyk* heden of beleedingén fchuldig te maaken, maar integendeel is 'er onder het menigvuldige ondergaaia derzelve, geftadig de zagtmoedigfte toegeevendheid en verdraagzaamheid aan alle de Leden op hec dringendfte aanbevoolen, en voorbeeldig geoeffend. 'Alleenhebben zy hunne Vaderlandfche trouw en rechtmaatige denkwyze in dezen zich tot eert waare eer achtende, voor zich zelf hunne, door U Ed. Mogenden hun voorgehoudene verplichting tot: dezen Wapenhandel openlyk gevolgd; gelyk het den Predikanten door U Ed. Mogenden ook verzogt was, dezelve by alle gelegenheden, hun zoo uih hoofde van hun eigen belang, als van 't lieve Vaderland, voor te draagen. t Hierom Ed. Mogende H. Heeren! mogten zy zich ook verheugen, by het tweede der gemelde Plakaaten, namentlyk van den 24 January 1785 heé byzonder genoegen van ü Ed. Mogenden dieswegens uitgedrukt te zien; ,, befchouwende Hoogst* dezelven deze gewenschte gevolgen van U Ed^ Mogenden opwekking tot den vrywilligen Wa„ per handel, by de gefchiktfte, beste en vermcr? XXXVII. Dm. K » gen*»  I4<5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot y, gendfte Ingezetenen van deze Provincie, en de j, eendrachtigeenyverigepoogingenop veele plaat>, fen, om zich ten eigenen nutte, en befcherming 3S van eigen haardfteden en altaaren, in den Wa„ penhandel bekwaam te maaken, als een zegen ,, van God op alle U Edel Mogenden poogin» gen". Doch het is ook nu niet eerst, maar het was reeds toen ten tyde, Ëd. Mogende H. Heeren! dat dit P akaat zelve van U Ed. Mogenden benevens de daar plichimaatig aan gehoorzaamende yver, der ten hoogjlen om hun betoonde Vaderlandsliefde ge* roemde en goede Ingezetenen genoemde , toe veel haac, laster, drift en tegenkantende partyfehap de fchuldelooze aanleiding gaf, of liever dat deze 'er alleronbillykst uit genoomen wierd, by fommigen, als kwaaden door U Ed Mogenden dieswegens vóorgefteld, die toen al werkzaam waren om gelyk U Ed. Mogenden zich uitdrukken: ,, door een kwaad begrip van U Ed. Mogenden Publicatie, zichte„ gens den Wapenhandel te verzetten, met booze „ oogmerken *t verwekken van verdeelheden te „ zoeken, en dus tot morren en faamenrottenaan„ leiding te geeven, ja ten dien einde zoogenaam„ de leuzen of ondericheidsteekenen aan te fchaf„ fen, tevertoonen, en anderen tot het draagen „ derzelve te noodzaaken; terwyl een nog flegter „ en laager gedeelte zich fchaamteloos verftoutte, ,, die teekenen te misbruiken, om oproer te ver„ wekken, dreigementen te doen, geweld te ge„ bruiken, en roofgierig hunne naasten zoo moog„ lyk te benadeelen. Waarom U Ed. Mogenden „ dit alles ten ftrengfren verbood, en wilde, dat „ elk in het ftuk der Wapenoeffeningzyne vryheid „ gelaaten wierd". Dat nu deze ongelukkige geest des oproers, des beftendig ingeftampten haats tegen de Exercitie-Leden, en der onbefchroomdfte wet verguizing, vervolgens ook nog al geftadig dan hier dan daar zich min of meer beeft blyven vertoonen, met een in oog  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. Ï47 t oog Ioopende vilipendeeiing of verfmaading vaa alle richterlyk, en tot een ongetwyffeld werkzaame allerernftigfte• weering en ftraffiog hier van zoo heilig verbonden, gezag en authoriteit, is door de ondervinding te over , bekend. En gelyk dezelve in verfcheidene der Bondgewesten, door oranjelinten, bloemleuzen, en alle diergelyke bekende opzettelyke oproersteekenen, zoo veel rampzalige ons ten fpiegel ftrekkende en de menschheid onteerende voorbeelden van de gruwelykfte woede, verwarring, en alvernielende plundering, ja bloeddorftige mishandelingen en geweldenaryen meermaaien, en nog zoo onlangs bewerkt heeft, zoo heeft dezelve in foortgelyke heillooze poogingen, ên dreigende beginfelen, mede van dien tyd afs op meer dan eene plaats, in deze Provincie, geitadig gewoeld5 en zoude, zonder de krachtdaadiglto voorzorg, ook hier zeer ras dezelfde fchnktooneelen van verwoesting kunnen oprichten. i Even bekend is het ook, hoe van dien tyd af op een niet weinig verdeeldheid kweekende wyze, zeer veel eenvoudige en hierin beklaagenswaardigeLieden, door allerlei valfche en flinkfche inboezemingen , veelal legen de Wapengenootfchappen zyn. opgehitst, aan welke defchuld van alle oneenigheid en Staats verwarring zoo kwaadaartig als ongerymd en valsch wierd toegefchreeven. Het hier in biLlyk kiezen van de party eener volvaardige gehoorzaaming aan de heilzaame aanbeveelingen van derj Souverein , wierd door den vuilen laster aan de fnoodfte inzichten toegefchreeven, ja afgefchetst, als een moorddaadige toeleg om hen te vernielen,, een aanflag op hunne Rechten, en een belaagen vaa hunnen welvaart, niettegenftaande de beveiliging ook van hunne Perfoonen, Rechten en welvaart» gelyk die van alle Ingezetenen, hier het waare oogmerk , en de eenige wensch is. Betuigden dan ook deze hier tegen, dat zy waa» re Patriotten, dat i« rustlievende onpartydige Volken Vaderlandheminnaars waren; men Helde dien  148 Perzamsling van Stukken betrekkelyk tot naam van Patriot, als een haatlyken twist- en partynaam voor; en het gene elk Ingezeten, ja naar den uitdruklyken eisch van Wet en bezwooren Conftitutie alhier, elk Staats- en Regeerings-Lid moet zyn, en geen baatzuchtige oproerftooker, vryheidverdrukker of verkrachter van recht en orde immer wezen kan, wierd aan de blinde drift als een fchelden vloeknaam in den mond gegeeven. Het verbod van ü Ed. Mogenden tegen alle hoe ook gekleurde teekenen van onderfcheiding, waar van het einde en misbruik, als leuzen ter verzetting tegen den Wapenhandel en kweeking van twist en oproer, een weinig te vooren duidelyk was aangeweezen, wierd niet minder door verkeerde toe. 4)asfing, tot fterking van de drift misbruikt, en tevens daar by de woeste hoop tot hetopenlyk fchenden van het zelve heimlyk aangedreeven. Daar toch het Groninger, even als alle andere geregelde Vaderlandfche Wapengenootfchappen, de nooit tot een oproerleus misbruikte, maar veelal als een Vaderlandsch Veldteeken hier befchouwde zwarte Cocarde, zoo voor als na het gemelde verbod, onder het oog en met ftilzwygende goedkeuren van den Souverein openlyk droeg, dezelve zoo min als de witte bef die den Predikant, of de roode mantel die den Groninger Rechtsgeleerden ten teeken van onderfcheiding is, onder dit verbod begreepen achtende, gelyk doel en verband het eigenlyk verbodene genoegzaam aanduide, en ook nog onlangs door het eerfte lid van U Ed. Mogenden zelve uitdrukkelyk is aangemerkt; zoo was 'er ook even weinig kracht als reden, om hetonfchuldig gebruik derzelve, op een uitzonderende wyze in de Omlander Genootfchappen volftrekt tegen te gaan. Ja dit, hoé weinig belang anders verftandigen in een Cocarde op zich zelve kunnen ftellen, «ou thands in plaats van een gaarn gewenschte te gemoet komende bevordering van rust en eendracht te zyn, waarfchynlyk flechts ter zoo gevaarlyke jnoedontfonking aan oproerige drift, totftoutergeweid-  ie Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 140 welddaadigheden verftrekken; doch waar toé men dies niet te min oogenbliklyk echter zichten vollen gewillig zal bewonen, indien zulks waarlyk blyke U Ed. Mogenden welbehaagelyk te zyn. Daar nu deze gistende en flegts op gelegenheid ter uitbarfting wachtende driften, by zoo veelen door misleiding, by anderen en meestal niets te verliezen hebbende, door laage heb- en roofzucht, beftendig bleeven woelen, waren de Ondergeteekenden 'er zeer verre van daan, Ed. Mogende H. Heeren! om zoo ras flechts een der toen voornaamfte mede aanleidingen tot gemelde U Ed. Mo* genden Publicatie, door den bevestigden vrede met den Keizer, gelukkig ophield, terftond tegen derzelver hooge inkrachtlaating, eigener authoriteit, en dus alleronwettigst, die voor afgefchaft en uitgediend te houden. Zy erkenden veeleer met verheugende dankbaarheid UEd. Mogendens Landsvaderlyke wysheid en gunftige voorzorg voor de gemeene veiligheid, in het laaten voortduuren derzelve; als niet flechts, zoo zy billyk vermeenden temogen vertrouwen, dienende, om niet meer op eene zoo gevaarlyke wyze, by overvallende buitenlandfchen nood van vyandelyke ftrooppartyen, nog geheel onbereid en ongeoeffend, ja dan ook aan de vernieuwing van zoo veele kosten, moeite en zwaarigheden , telkens weerblootgefteldtezyn; maar vooral ook, om mede ter fterking van den vrede, en meerdere verzekering te wezen, tegen de niet min gevaarlyk dreigende inwendige beroerten* en wreede aanvallen van het losbreekend geweld eens woesten, wel "eens door de aanzienlykfte werktuigen nog zylings gefterktenen aangedreeven roof-en plundergeest; daar toch volgens het mede nog onlangs door 't eerfteLid van U Ed. Mogenden zoo juist geremarqueerde , de inwendige rust zoo wel in aanmerking komt, als vreeze voor buitenlandsch geweld. Ja van dit aanhoudend Souvereine welmeenen van U £d. Mogenden omtrent hunne in ftandblyving, K 3 wier-  t$o Perzameling van Stukken betrekkelyk tot wierden de gewapende Genootfchappen nog nader, verzekerd, door de infqrmatien (die anders geen plaats meer konden vinden) ter gelegenheid der fints nog ter bekoming van Lands Geweeren, ingeleverde Requesten, door de van U Ed. Mogenden ter defenfie aangeftelde Commisfie, by de refpedtive Gerichten genoomen: in hoe verre door mooglyke aanfchaffing van eigene Geweeren, ook tevens aan *t verzoek van U Ed. Mogenden in de meergemelde Publicatie, voldaan was. Om alle welkeredenen de gemelde Genootfchappen het dan ook hunnen duuren plicht reekenden, in den Wapenhandel beftendig aan te houden, en zich meer en meer 'er in te volmaaken, en in ftaat van eene tot waare nuten dienstdoening, noodige weerbaarheid te ftellen, en deze voortduurende Plakaaten van ü Ed. Mogenden als de boven alles voor getrouwe Ingezetenen te gehoorzaamenen wil des Souvereins vervattende, ook als hun onwrikbaar richtfnoer op het hoogst te blyven eerbiedigen; en dat alles met die heilige onpartydige rust-, veiligheid-, vaderlanden vryheidlievende beooging, waar mede hun eenpaarig gedrag ook nog altydnauwkeurig is overeengekomen: om ten uiterften afkeerig van alle beleedigend, aanvallend of een waarlyk gegronde onrust verwekkend misbruik, alleen des noods, ter afweering van allen oproerigen en gewelddreigenden aanval , de Wapens ter befcherming van hun en hunne Mede-rngezetenen te draagen; als ten dien einde uitdrukkelyk hun doorU Ed. Mogenden zynde toevertrouwd en aanbevoolen; en dus met die zelve oprechte gevoelens, die zy nog onlangs door hunner aller deelneeming in 't Addres der Wapen-Genootfchappen van Appingadam en Lopperzum den' 24ften April jongst plechtig aan ü Ed. Mogenden hebben betuigd. Hier mede overeenkomftig, Edele Mogende H. Heeren| is dan ook alszins hun gedrag geweest, ten aanzien van het voorgevallene te Zandeweer, waar van de Refolutie van de Hooge Juftitie-Kamer gevraagt.  de Gebeurttnisfenin 1787 enz. voorgevallen. ijt waart Onder de verdeeldheid, tumult, morrbg, faamenrowinp, en verwarringwekkende onrustig neTeXh tïgen welke U ^Mogenden z,c reeds Shnfwen en dif met den misbruikten naam van gSrop'het^trkst gevoed wier^n^'oor £ uitfp ttendfte derzeve.m fj^f^^ toen in t noordoostelykite geaeeue, ^ ftP retel Eenige plaatfen fcheenen er ichier geheemede vSuld. Een alleraffchuwelykst tegen geplakt moord- en oproerfchnft,, ftrekteer onoer anderen ten bewyze van. De naamen van öpyK en Bierum klonken hier door niet: roemrykop alle ton„ „ i?n hp hrnn dezer veraifte opwellingen prei- ■veiHe Du hadden ook nog dezen zomer omtrent Pinkeren, te Oostérnieland, een plaats waar ge,,?m p11« fbuiten den Predikant, en mooglyk v0or de heerfchenden Hrff? zTch fcfui houdende) door dezen tumu tueu inO^anie-gee^ bezield fchynt, verfcheiden jonge «,elEnJde8floutbeid van regelrecht tegen de dui- ™,Sleut" ch te vettoonen, selyk men ook het  iS* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Jongens (als waar door minder word gewaagd, en Wgeval van mislukking de verlchoonende uitvluch. ten gereeder en fchynbaarer zyn) tot het doen uit. barften der geweldigfte onlusten gebruikt word: ge. iyk nog onder anderen, by de versch gepleegde, en in zoo veel opzichten, allergruwelykfte plunderingen, te Middelburg weder gebleeken is. ^mler0m, 03 dat °.ok korten tvd daar na een ge. weld.g kloppen en fmyten met fteenen op de diur der Pastory had plaats gehad, vond zich het E. Oencht van Zandeweer (waar onder ook die, in p£\ uquCSt\rast- en vredelievend genoemde rTJnuï Tn) vejPlicht> °m door een ernftige s, van den Godsdienst, en tot weering van derge- " <ïr^°üF°u \TfdJ eD te8ens 's Lands Refolutien (trydende baldaadighedenop deze en andere kerkdorpen dier Jurisdictie, zoo veel mooglyk hier PC ^°ffieD'ulQ Za"deweer zelve Vas ook reeds een tyd lang het gevaar niet weinig dreigende: zoo als bleek, nu, door het tegen den nicht Lfn/nT VraD WCi CeD ve&ni^> met knodzen gewapende, tierende en raazende, doch gelukkig DOff door 't kleine ras verzamelde VVapeSgenootfchap weder uitgedrevene , Boerenknechten van GarThuizen, Eppenhuizen en Oldenzyl: dan, door de vonken van heilloos fmeulende drift', in gewdddaï dige aanrandingen op 't ys, by Dooditil, in bedrei gingen van den Predikaat in 't diep^te'zullen7rny ten, en in een aan 't Rechthuis gehecht en olunde «ngdreigend Pasquil, met een geele ftrik van ba ven, en een blaauwe daar onder; ontwyffelbaar" om _de befaamde oproerskreet: o\anje blZ, Z Staaten onder daar do0r mec teekenei/uit d g ken. E.ndelyk kwamen ook een paar jonge knaaoen van Oldenzyl, met de bekende, uit Hollandook £ niVD bC!de Zyden van deD hoed «itgedoschtt tn de Kerk, waar van de zachtmoedige bedaardhe d en tegenwoordigheid van geest des Predikapts, door eétj  it Geheurtenisfen in 1787 «*• voorgevallen 153 een terftond vriendelyk gedaan en vrywillig opge. volgd verzoek, hec ftoorende voor den aandacht van den Godsdienst, toen gelukkig voorkwam. Dan hec genoegzaam zeker doelwit dezer uitzending bleek ten vollen, dewyl die zoo zachte en aan den eerbied voor den Godsdienst hoogstverfchuldigde verydeling van het zelve, juist die uitwerking by de onrustigen had, die de plichtmaatige ftoormg van booze oogmerken altyd by derzelver heete en fterk opgeruide voorftanders en autheuren gewoon is te hebben. De woeste drift wierd woedend ne. vig; en de fterkfte bedreigingen volgden; waar toe men, tegen den volgenden Zondag, den I7üen JUny, te Oldenzyl byeen komen, en zich gefamenlyk naar Zandeweer begeeven zou; gelyk alles breeder en naar de reinfte waarheid vermeld is, in het Kent en Authenticq Verhaal, op last der gewapende GenootMappen, by den Boekverkooper J. Bolt, omtrent het bier gebeurde, uitgegeeven. Men was met deze bedreiging zoq weinig geheim, dat niet alleen de geruchten hier van zich reeds vry verre vooraf fchynen te hebben verfpreid gehad, maar dat ook de waakzaamheid van het Ed. Gerichte te Zandeweer, om hier tegen behoorlyk zorg te draagen, zich bewoogen vond, om nog op Saturdag, den iöden Juny, den Gerichts Weddeman wel uitdruk, kelyk 'de noodige orders, in een fchnftelyke Acte hieromtrent, te geeven, en wel qnder anderen, om zoo hy in zyn qualiteit, na voorafgaande waar. \\ fchouwing, door de oproerige gemeinte met gehoorzaamd wierd, hy als dan het Genoot!, fchap van Wapenhandel, te Zandeweer, ter , adfiftentie, zoude moeten verzoeken, welke des ,, verzocht wordende, zulks niet zouden weige- " EnVder daad, Edel Mogende Heeren! toen het bedreigde en gevreesde niet ydel bleek te zyn geweest , en 'er een famengerotte onftuimige bende van ruim vyftig Man, alle by uitftek geel gebloemd, in de Kerk kwamen indruifchen, en noch.naar de K 5 erQ"  Ï54 Verzameling van Stuiken betrekkelyk m ernftige vermaaning des Predikants, noch (daar do Godsdienst zich inmiddels door deze ongeregeltheden en daar uit ontftaande verwarring en beweegingen geftremd en afgebrooken zag) naar de waarfchouwing van den Gerichts Weddeman hoorende, deze de adfiftentie verzocht van het gewapend Genootfchap. toen bleek het, dat dit, verre van alle wettig Richterlyk gezag en authoriteit te vilipen.» deeren , terftond bereid was, om juist ter ftyving en fterking van hec zelve, kloekmoedig zich in de bres te ftellen. Dan, voor de Toren post vattende, belettede het deze vreemde Rustverftoorders wel, om, naar hun voorneemen, aldaar reeds den Allarmklok te luiden; maar, dewyl het flechts 12 a 13 Man fterk was, daar de van woede fcbuimende, vloekende, Oranje boven roepende, en moorddreigende bende het Dorp inmiddels bezet hield, en volgens hun geroep eenige honderd Man, om vMker verfterking zy gezonden hadden, uit de yierbuuren ftonden op te komen, zoo zag het Dorp zich in het alleruicertte gevaar van deerlyk geplunde d of verwoesc, — en deze tegen zulk een overmacht onbeftaanbaare getrouwe Manfchap , van jammerlyk doodgeflagen te worden. In dezen zoo dringenden en geen uitftel lydenden nood, was het Genootfchap verplicht, ter voorkoming dezer gruwelen, en tot behoud des leevens, ten eerften naar de eenige genoegzaam fpoedig verkrygbaare en toereikende huip van andere Genootfchappen om te zien, terwyl te gelyk ook kennis van dezen toeftand door den Heer J. R. van Sysen, aan den Heer Prffifldeerende ter Hooge Juftitie-Kamer gezonden wierd. Terftond by de aankomst van het naaste Corps, 's nademiddags om drie uur, verliet deze woeste bende (zich beklaagende, dat de kans nu voorby, en de kaart valsch was) het tot hier toe door hen bezet gehouden Dorp; terwyl vervolgens ook de overige ter hu^p verzochte Detachementen aankwamen; zoo dat het gevaar onder Gods zegen hier verdreeven, en tevens een geruste en veilige aan.  de Geleuitenisfen in 1787 enz, voorgevallen. ij* iaankomst en verblyf voor de's avonds ten ir uur Irriveerende CommisfL' uit het Provinciaale Hooge Gerichts-Hof verzorgd was. Met de eenvoudige bereiking van dit plichtmaatig doel ten vollen vergenoegd , lieten de afgezondene Manfchappen ech. ter, door geen ontydig verhaast vertrek, net Dorp , en het daaf zynde Genootfchap, ja de Heeren Ge. «committeerden uit den Hove, (welke zelve zich hnnnen byftand, in geval van nood op t Oostérnieland, ook wel uitdrukkelyk befprooken hadden, en onder wier oog, zoo wel als ^to^en af verzoek des Commandants van 't Genootichap al- daar, alles gefchied is,) dien nacht aan t gevaar over der veellicht dan ras gevogde wederkeering eener waarfchynlyk niet geheel verfpreide, maar veel eer nog hier en daar omwoelende, en door verydeling verbitterde bende; het gene gew.s een uiterfte roekeloosheid en blaamwaardige phchtfchend ng zou geweest zyn. Hierom zorgden zy vervol, gen! ooit, eenige nachten, en den naast volgenden Zondag, met kennis en goedkeuring van t Ed. Gerichte, (wegens het dan voornaame yk te duchtene gevaar, waar tegen niemand toch in deze omftanSighedèn met een waarfchynlyken grondl kon borge ftellen) het zoo klein Genootfchap van Zandeweer, met een Detachement, beurtlings te verfterken; , wordende men telkens met veel bvdfchar» en vr.en, delykheid ontvangen; gelyk zy aldaar ook alle blyken van een bedaard, geregeld, en naar geen fchaI duw zelfs van beleediging, ontrusting, of wanori ders zweemend gedrag meenen gegeeven te heb. 1 ben-, waarom ook het Hooge Juftitie-Hof, hier op volftrekt niets kunnende vinden aan te mericen, net alleen noodiggeoirdeeld heeft, na bekomen bericht van de derwaarts gezondene Commisfie, nog weer afzonderlyk te laaten onderzoeken: op wiens reqmjt tie en authoriteit men, by deze talryke tumultueufe óvervalling en verdere bedreiging van zwaarder geweld, het zich had durven aanmaatigen den in nood zynde zulk een natuutlyk verplichten, en op de Pu-  ïjey Verzameling van Stukken betrekkelyk tot blicatie van D Ed. Mogenden gegronden, byftand en beveiliging te verleenen: doch 'c welk alles te omvatten met de fchynbaare dwangaanduidende benaaming van bezetten, en dus veiblyven, by Hoogst hetzelve naar het licht waar in die zaak befchouwd wierd, ïchynt goedgevonden te zyn. De uicflig toch van dit onderzoek, Ed. Mogende H. Heeren 1 is, dat het, vooreerst, op aanzoek van, particuliere Perfoonen, en ten tweeden, zonder voor* kennis van hun wettigen Richter of eenige inroeping van de nabuurige dooi-getrokkene Gerichten, door op Jmelde eenige Ingezetenen was gefchied: waar uit dan bet beflau getrokken wordt, dat men dus eigener authoriteit zich daaden had verairloofd, waar door alle Kichterlyke authoriteit en gezag te niete gedaan en ge. vihpendeerd, en aan anderen gelegenheid tot morren en Jamenrottingen ge geeven wordt. De Ondergeteekenden zullen zich, wat het eer. fte aangaat, niet inlaaten, Ed. Mogende Heeren' m eenige overweeging, in hoe verre de naar het voorfchnft van U Ed. Mogenden verkoozene Offi. eieren, en door verenigende Wetten, gevormde en ter tafel van ÜEd. Mogenden bekend! Genootfchappen , al of niet als volftrekt particuliere Perfoonen zyn aan te merken; en wel zoo, als zy bepaaldelyk in deze hunne hoedaanigheden en betrekking, voorkomen en handelen: qp 't welke de op. merkzaamheid van den. Hove, (hen altyd, zonoer eenige nadere aanduiding, flechts eenige Inge. zetenen noemende) geenszins zeer gevallen fchynt te zyn. Zeker is het, en uit het reeds ontvouwde zichtbaar, dat het verrichte van het WapenGenootfchap van Zandeweer, (waar van alhetoverige, door de gevaarlyke en nooddreigende omftandigheden , alleen hec onvermydelyk gevolg geweest is) gefchied zy, op het gedaane verzoek om hulp, door het Ed. Gerichte aldaar, en dus geenszins op den eisch van flechts particuliere Perfoonen. En zoude nu iemand, met eenigen fchyn zelfs van recht of reden, hebben kunnen vorderen, dat dit zoq ge-  & Geleunenisfen in 1787 «* voorgevallen. 157 .«trouw het Ed. Gerichte byftand doende Genoot- ; fchan. in die dreigend gevaar van zulk een fpoeS ?erwacht wordendè woedende overmacht, nog eerst naar de Stad tot den Heer Richter, om hulp J; er te mogen roepen van andere GenootfchapTen , ( ndien hen ook nog al geen verdere hindermalèn aelvk de Refolutie van den Hove wyders ''vervat', foor de fcheenen lagen) als dan echter mit dan waarfchynlyk veel te laat, ter hulp zoude kunnen verfch/nen, zich zelfs voor een wreed vermoorden en mishandelen, en het= Dorp, of althands de beste Ingezetenen van het zelve, voor een allesontroovende en vernielende verwoesting had ^ Moot ftellen? En waar » de, Wet die zulks, in zoodaanige gevallen, voorfchrift# De onder'ftelling van derzelver aanzyn ffu reeto I, r andsvaderlvke wysheid van U Ed. Mogenaen Ü kort doen- En echter daadelyk en duidelyk daar Jvnde Wettên zyn het, in welker geenszins wille- i keurïe unïegging, maar ernftige handhaaying- en niet dubbelzinnige toepasfing alleen, alle niet buu ten haare paaien treedende adminiftratie der Juftitie of plicSder Richteren, beftaau En wat zal het ook veel ter zaak zelve kunnen uitmaken, of SfXelddaadig aangevallene, die den befchermen,Ü ng byftand noSodigghebben, Pff^^^ Perfoonen zyn? De Natuur, de Unie, de PublicaSe van ü Ed. Mogenden by het aanbeveelen, der ; gewapende befcherming van ons en onze= Mede-Infezetenen, maaken althands geen de minfte uitdruKlefvke onderfcheiding hieromtrent. Of zouden KP naVticuliere Ingezetenen, met eenige bil?yfheid?ormt eenigegn fchyn zelfs van Menschvkheid by dringend leevensgevaar en nood, van • iun natuurlyk recV kunnen worden beroofd, om oen 3Sn en fpoedigften byftand onmiddelykm te roepen? vooral waar het, als hier, door de tut- ? fchenkoming van een zelf om byftand verzocht hebiendi Scht, wegens de afwezenheid des Richter^  158 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot niettydig genoeg, ter krachtdaadige voorkoming eb afwending des billyk gevreesden gevaars, ge. fchieden kan? tot het welke toch ook een Commisfie van den Hove, (als 't welk flechts over den, Drosiaard met zyn vier Onderdienaaren onmiddelyfcl befchikken kan) met geene, eenigzins zeker ftellende waarfchynlykheid, in ftaat zoude wezen; in., dien dezelve hier toe al by mooglykheid tydig ge» noeg kon daar zyn. En nooit kunnen alle achtervolgende Informatien, Formaliteiten, Arresteeringen, ja zelfs de naar waare bevinding billyke ent verplichte ftrafoeffeningen , het intusfchen reeds gedaane leed ongedaan , of de berooving van Jee-. ven, frisfche leden, of gezondheid, als niet ge-, fchied doen zyn; om zoo, in eenig geval, voor hett daadelyk heilzaam voorkomen of fluiten, Verkozenté kunnen worden. Doch de Ondergeteekenden Zouden het hoog verlicht doorzicht van U Ed. Mogenden te kort doen,, indien zy verder het ongegronde wilden betoogen' van daar m, dat zy, die in dit dringend gevaar omU' hulp hebben gevraagd, flechts particuliere Per honen 1 gezegd worden geweest te zyn, of ook daar in , dat' Zy in zulken noodgeval, niet langs den wyden ora-,' weg van een ver afwezend Gericht, op een alle tv-{ dige redding volftrekt affnydende wyze, dat ver-. Zoek hebben doen toekomen, eenige reden voor: zulk een openlyke en hardklinkende befcbuldigingder hulp verleenende Genootfchappen, als het vi-J hpendeeren van alle wettig gezag des Richters is, 1 te vinden. Wat zal zelfs de gantfche, in hunne • c natuurlyke en burgerlyke Rechten en Verplichtin. • gen, meer en meer verlichte Natie, wat de Nako- i melingfchap, moeten denken, Ed. Mog. H. Hee-J ren! dat zulke openlyke Gerichtsbefluiten het be-| toog van iets, dat zoo klaar als het daglicht is, nog{< noodzaaklyk maaken? Deze toch alleenlyk zyn het" \ die, hoe zeer het wegens alzins toegedraagenen eer- . bied met veel tegenzin gefchiedt, tot zulk een naak- h  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 15* t naakte voorftelling der zuivere en dus nimmer belee\ digende waarheid, de onaangenaame verplichting t opleggen. Immers, Ed. Mo*. H. Heeren! het tweede, hier als een zwaar vergryp, door de Hooge Juftitie-Kamer, aangemerkt, is iu dit opzicht niet minder gegrond ; caamenlyk dat eenige Ingezetenen, te weeten de wettige Wapengenootfchappèn» op verzoek van die noodlydende particulieren, den gewapenden byftand ook eigener authoriteit hebben verleend, zonder voorkennis van den wettigen Richter hunner plaatfen, of zonder ingeroepen te zyn door die, door welkers Jurisdictiën zy doortrokken, of ook door hem, in wiens Jurisdictie zy de hulp aanbrachten. Billyk zouden toch de Ondergeteekenden zich hier by, in de eerfie plaats, kunnen beroepen op die algemeen erkende en ontegenzeggelyke waarheid, dat de verdeedigende befcherming van ons en onze Naasten, in alle dringend gevaar, tegen wetloos aanvallend geweld, naar den bekenden re* gel van onberispelyk noodweer, heilig en onveranderlyk door de Natuur zelve ons allen aanbevooleo is; en dus, in zulken gevalle, geen andere wettiging of bevoegdmaaking noodig hebbende, te recht op eigen, of juister geïprooken, op Goddelyk gezag en authoriteit gefchiedt. Immers is het ook boven alle tegenfpraak, dat de eigene onmiddelyke en verplichte verdediging onzer geftoorde Rechten en Veiligheid, wel met het ingaan eener welgeregelde, en dus over 't algemeen geen eigen ftraf. oefFening meer duldende, Burgerlyke Maatfchappy, onder de volftrekte en daar mee ftaande en vallende voorwaarde van billyke openbaare befcherming, zeer heilzaam ter weering van al te ver gaande drift, wraak en wederwraak, aan vastgeftelde Richters is afgeftaan en overgegeéven; doch dus ook alleen, waar en voor zoo verre die voorbedongene en toevertrouwde Gerichtsbefcherming genoegzaam tydig en toereikend, ter beveiliging en afweering van den daadelyken dringenden nood, plaats heeft, of  . icTo Verzameling van Stukken betrekkelyk tst of hebben kan; keerende anders deze. üitöefferiinf? van elks hier in onvervreemdbaar Recht, terftonc! tot elk weder, of was veeleer in zulke omftandighei den nooit afgedaan, noch.overdraagbaar geweest . JShetminder zouden zy zich, in de tweede plaats! billyk kunnen beroepen op de duidelyke letter van JNeerlands onfchendbaar en duur bezwooreD Volksverbond , of de Unie van. Utrecht; waar by terftond in het eerfte grond-artikel, ook onder anderen, ten aanzien van particuliere Leden en Ingezetenen, bepaald is, „dat zy in hunne rechten," (on.' der welke gewis dat van ongeftoörde rast en veiligheid, by een onbeleedigend gedrag, geen der minite is) „ den anderen niet alleen geen praijudicie i „ hinder of leed dóen-zullen, maar zullen den an,» deren daar inne met alle behoorlyke en mooglyke „ middelen, ja met lyf en goed, is 't nood, hel„ pen handhouden, ftyven en fterkenyen ook be* » fchutten en befchermen, tegen allé en een iege. „ Iyk, wie en hoedaanig die zouden mogen wezen,' „ die hem daar inne eenige.daadelyke inbreuke zou„ de willen doen." Dan, Ed. Mogende H. Heeren ! de Ondergeteekenden verrneenen, dat de refpedtive Wapen-Genootfchappen zich nog, behalveni dit alles, aan geen blpote veel min onwettige zelfveroirlooving eenigzins hebben - fchuldig gemaakt, maar dat zy in dezen vooral mede, uit byzondere eerbiediging van de voor hen hoogfle burgerlyke Authoriteit, of van het Souverein (en niet Ilegts door enge paaien van deze of gene Jurisdictie omgrensd, maar over allen gelykeJyk zich uitftrekJtead) Oppergezag van U Ed. Mogenden, en wel uit kracht van Hoogstderzelver meergemelde Publicatie , zeer plichtmaatig te werk zyn gegaan; als die zich tot het heilzaam en alleen billyk gebruik hunner Wapenen, ter befcherming van zich zelf en hunne mede-Ingezetenen, tegen alle aanval en geweld, op het ernftigfte en duidelykfte daar by zien aangemaand; zonder dat zy hier in, ten aanzien van de bepaalde orde en formaliteiten in de wyze  ds Gebeurtenisfen in f787 enz. voorgevallen. Ï6i wyze van uitoeffening waar te neemen» zich als nog eenig meer bepaalend Reglement zien voorgefchreeven : veel min vinden zy met een eenige letter gemeld, dat zy naar zulk een vootfchrift, als in de Refolutie van den Hove wordt opgegeeven, zich zouden moeten richten ; waar door zy, aan wat moordziek geweld inmiddels hun mede-Ingezetenen opgeofferd mogten worden , of welke woede de huizen en bezittingen verwoesten en wegrooven mogte, langs zulk een tyd rekkende menigte van zeer lang ophoudende omwegen, zouden moeten werkzaam zyn , dat hun hulp noodwendig altyd eerst dan, als het te iaat was, zoude kunnen komen, en zy dus flegts tot nuttelooze Aanfchouwers van de achtergelaatene fpooren der volledig uitgevoerde plunderingen en giuweldaaden zouden zyn; ja, volgens welk voorfchrifc van den Hove* zy in alles zich eigenlyk maar door de refpedtive Gerichten, naar derzelver al of niet verlicht goed- of niet goedvinden} als blinde werktuigen , Zouden moeten laaten gebruiken; zoo dat de vrygenoemde Wapenhandel, als 't ware onder het Colonelfchap der refpedtive Richteren (waar uit dan ook. het Generaalfchap voor den Hove van zelfs en ftilzwygend zou moeten vöortvloeijen) alleen haare werking zou kunnen ontvangen: doch van welk foort van Bevelhebberfchap de Ondergeteekenden geen het minde fpoor of fchaduw va.a aapftelling in U Ed. Mogendens Plakaaten vinden, hoe zeer zy volgens dqzel. ven , de noodige orders die hunne eigene verkoozrne Officieren zouden hebben opgefteld». door middel der Gerichten, en mee derzelver Confideratien, ter Tafel van U Ed. Mogenden hadden te bezorgen j terwyl zy voorts, in gevallen van Civile en Crimineele Rechtsoeffening, zich aap hunne plaatfelyke* en verder aan het Provinciaal Gericht onderworpen erkennen. De Ondergeteekenden zullen derhalven niet eens ftilftaan, Ed, Mogende H. Heeren! op het abufive, ten aanzien der algemeenheid in de flelling eener XXXVII. Deel. h ge.  i6i Verzameling van Stukken betrekkelyk m gewapende uittrekking, buiten alle voorkennis en toefternming des plaatfelyken Gerichts, in de Refolutie van den Hove ingefloopen, dewyl zy volmondig toeftaan, dat dit meestal wegens de afgelegenheid van de woonplaats der refpedtive Richters, en het gevaar van allen uitflel, niet heeft kunnen gefchieden, en in 't geheel, ten aanzien van de Jurisdictiën welke zy moesten doortrekken , geen plaats heeft gehad; hoe gaarne zy anders, zoo veel mooglyk was, communicatif en in de volmaakfte verftandhouding met de Ed. Gerichten , zouden hebben willen handelen. Trouwens daar de Ondergeteekenden de onderfcheiden Jurisdidlien of Gerichtsftoelen in de Ommelanden, geenszins als onderfcheidene Souvereine Territoiren befchouwen, kunnen zy zich niet verbeelden, dat zy, (om zich aan geen fchending van Grondgebied als 't ware fchuldig te maaken) tot eene geregelde en van alle Wet-overtreeding volkomen zuivere uitoeffening van die befcherming, tegen aanval en geweld, die hen door U Ed. Mogenden als den algemeenen Souverein aanbevolen is, nog eene nadere toefternming noodig zouden hebben van die byzondere Gerichten, aan welke geheel geen Souvereiniteit of Op. pergezag toebehoort; en dat, niet tegenftaande het ftilzwygen van ü Ed. Mogenden hieromtrent. En hoe zouden zy ook, Ed. Mogende H. Heeren! zonder de leevens en goederen hunner braave mede-Ingezetenen , tegen trouw en plicht onver. antwoordelyk in de waagfchaal van het uiterfte gevaar te ftellen, anders dan gefchied is, hebben kunnen handelen? Het is toch bekend, dat ten aanzien van verre de meeste Richtftoelen, en in 't byzonder van alle die, uit en door welke de gemelde Detachementen naar Zandeweer getrokken zyn, de Richters buiten dezelve, het zy te Lande, het zy meestal in de Stad woonachtig zyn. Men had dus drie of vier uuren verre Expresfen om Confent moeten zenden, indien men op den voet, in de Re- ïb-  ut Gebeurttnisfèn in 1787 enz, voorgevallen. t6j folutie van den Hove voorgefchreeven, had moeten handelen; en by een avond-voorval zou men nog naar de ontfluiting der Poorten moeten wagten * voorts liep men groot gevaar, dat de Richters, aangezien dezelve meer dan eenen Rechtftoel veelal gewoon zyn waar te neemen, de een hier, de anderC daar, in eenigen anderen Rechtftoel, of op dezen of genen Wynkoop zich bevonden: zoo veel Boden moesten als dan 'er weer naar de verfchillende plaatfén verder afgezonden worden : veelligt zou deze of gene Richter dan ook nog geen toeftemming, zonder voorafgegaan onderzoek en nader ingekomen bericht, of byzondere lastgeeving van den Hove, enz. verrneenen te moeten verleenen. Doch wat behoeft dit verder uitgehaald te worden , om te doen blyken, dat dus meest al meer dan een etmaal tyds zou moeten verloopen, eer de noodig geachte Gerichts-Confenten ter hulplevering ingekomen konden zyn; zoo dat in dien tusfchentyd, zonder dat eenig Gerichte voor het tegendeel, m zulken geval van tumult, eenige zekerheid zou kunnen ftellen, al vry wat Dorpen, aanzienlyke Huizen, en Boereplaatfen in de Ommelanden, ligt geheel verwoest en ledig geplunderd konden wezen; waar toe een oproerige en roofzieke fchaar de handen zoo lang ruim zou hebben, ten verderf der hier aan zoo jammerlyk dus opgeofferde fchuldelooze Ingezetenen. Hoe zeer derhalven eene zoo gevaariyke fchikking, als deze Refolutie van den Hove | behelst, tegen de zoo ernftig de krachtdaadigfte bevordering der gemeene veiligheid beoogende en aanbeveelende Publicatie van U Ed. Mogenden lynrecht, hoe onbedoeld, aangekant zy, is hier uit met eene in 't oogftraalende duidelykheid te zien. En wat ook? indien een Richter, door deze of ge. ne redenen bewoogen, in nood en oproer, het verlof tot byftand weigerde? zou dan tevens het onvervreemdbaar natuurlyk recht, uit onze aangeboorene menfchelyke verplichting vloeijende , ja zou dan ook ü. Ed, Mogendens aanbeveling mede moeL 3 te»  ïc"4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten zwygen ? wie zal dit ftellen ? en zoo neen; wat Icon dan de weigering baaten? of zoo hy in zulk een geval het noodzaakelyk wel zou moeten toeiïaan, waar toe dan de hier zoo gevaarlyke ophouding? alleen om een overtollig en nietsbeduidend verzoek te doen? Dan, Ed. MogendeH.Heeren! indien deze voorgefchreevene fchikking en orde vaD den Hove, al zoo heilzaam ware, als dezelve nu betoogd is, in haare algemeenheid verderffelyk te zyn, en met alle natuurlyke verplichtingen onbeftaanbaar , ja de Wapenoeffening, 't zy in gevalle van *t ftroopen eens buitenlandfchen Vyands, of van inlandfche tumulten , lam en nutteloos maakende, en dus het gewichtigfte en voordeeligfte uitwerkzel der vaderlyke voorziening van ü Ed. Mogenden voor de ingezetenen vernietigende; en zoo dezelve dan ook van UEd. Mogenden, als zynde in de Ommelanden de eenige Wetgeever, was voortgekomen, en dus een verbindende kracht had, zoo kon dezelve echter, voor haare aanwezigheid, nog geen na te volgene en te handhaavene regel zyn. Andere ge. meene Wetten fchryven in zulken geval ook niets bepaaldelyks voor. Dus kunnen dan ook de Wapengenootfchappen aan geen overtreding derzelve, veel min aan vilipendie en vernietiging van alle Kichterlyke authoriteit en gezag, in 't rninfte hier fchuldig worden gehouden. ( Met rechc dan, dat de gewapende Genootfchappen , die zich niet der rninfte. Wet-overtreding in dezen bewust zyn, met zoo veel volvaardigheid, als orde en bedaarde kloekmoedigheid, niet zonder bezwaar van moeite en kosten, ter beveiliging en ontzetting van het bezette en door een opgeruide moord- en geweld-dreigende plunderbende overvallene Zandeweer, op eene zoo fpoedige wyze, en met het gelukkigfte gevolg, zyn toegefchooten ; daar het in de zaak toch weinig verfcheelt, of men door Husfaaren of door Roervinken geplunderd en mishandeld ftond te worden, en of men gevaar liep den  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen', 165 den fteek mee het bajonet van een Croaat, of met het gefcherpte broodmes van een onftuimigen Boerenknecht te ontfangen; gelyk dus een der driftigfte zyn eigen Broodheer zelfs openlyk den dood zwoer, zoo dat deze den volgenden dag, uit vreeze voor zyn alom gevaar loopend leeven, zich met de volledigfte getuigenisfen by de Heeren Gecommitteerden uit den Hove verplicht vond te vervoegen , doch den, naar zyn zeggen , ontfangenen raad, om denzelven af te loonen en te laaten 'gaan, niet behoefde uit te voeren, alzoo de Moorddreiger van zelfs weg bleef, en vervolgens ook, voor eenige dagen, zich geheel uit het Karfpel afwezig gemaakt heeft. Hard moest het dus de Genootfchappen voorkomen , in plaats van een billyker te verwachtene openlyke goedkeuring hunner trouw, in het behouden der gemeene rust; aan een zoo on verdienden openlyken blaam, in de Refolutien van een Provinciaal Juftitie-Hof, zich bloot gefteld te zien, als of zy, die de daadelyk ter dier plaats daar zynde en verder gedreigde gevaaren en famenrottingen gefluit hebben, en wier verder gedrag, zoo toen alsvervolgens, 'er de fpreekendfte getuigenis hunner rust en plichtiievende beoogingen hebben gegeeven, onrust verwekt, de goede orde verkracht, en de Juftitie (aan welker gefchonden gezag hier juisa byftand toegebracht wierd) fmaadheid hadden aangedaan. En daar zy immers hoopen nog in die allerbeklaagelykfte tydftippen niet te leeven, waar in plicht een misdaad geacht, en deugd als een fchennis uitgekreeten wordt, daar zy dit vooral van geen geëerbiedigde Hooge Juftitie-Karner kunnen verwachten, vleijen zy zich nog met recht, dat dezelve, by nader en beter inzicht der zaak, edelmoedig genoeg tot het herftellen der zoo fterk als ongegrond toegebrachten fmaad zal zyn; en het morren en famenrotten (als reeds van den eerften aanvang af, over de Plakaaten van U Ed. Mogenden en derzelver pliebtmaatige gehoorzaaming, by eene misleiL 3 de,  166 Verzameling van Stukken betrekkelyk m de, verblinde en door drift vervoerde menigte ge. ftadig plaats gehad hebbende) erkennen zal, geens. zins, op eene met het openlyk bekend gemaakte oirdeel des Sou vereins ftrydige wyze, min of meer aan de wettig handelende Genootfchappen, als een fchuld toegerekend te moeten worden. En dit vertrouwen, Edel Mogende H. Heeren l 35 dies te meer gegrond, dewyl ook het volgend poincf, waar op gemelde Refolutie gevestigd is, even weinig fteek, by nadere en volleediger be. fchouwing der zaak, kan houden: het Request naamelyk der by den Hove zoogenaamde vsornaamfle Ingezetenen van Oldenzyl en 't Oostérnieland waar van de Copie hier nevens, gevoegd is, en volgens 't welke zy klaagen: ,, dat op den 17 Juny des a„ vonds om tien uur, een troep gewapende Manfchap, door Oldenzyl marcheerende, aldaar de 3, klok was aangetrokken, waar door het Dorp in „ de uitterfte verwarring was gebracht, dat het zeU ve gewapende Corps verder naar 't Oostérnieland a gegaan was, alwaar, wederom door aantrekken „ der klok, dezelve verwarring veroirzaakt was; 3, welke gewapende doortochten, byzonder des „ nachts, tegen de goede orde en Plakaaten van „ den Lande inliepen, ja moord en doodflag konden veroirzaaken, tot het grootfte nadeel en ver3, derf van de rust en vredelievende Ingezetenen; dat zy altoos in het vertrouwen geweest waren, 3, dat het de post des Richters was geweest hen vaa s, zulke verregaande en fchrikbaarende famenrottin,, gen en ongeoirloofde doortochten te beveiligen, ,, vooral vau gewapende Manfchappen, die zulks eigenheerig en zonder last van den Souverein zich ,, verftouten te doen: maar tot hun uiterfte verbaazing ondervonden hebbende, dat zich de „ Richter nergens aan geftoord had, en dus voor „ verdere blootftelling aan zulke ongeregeldheden ,, vreezende, verzochten zy de Ed. Mogende Hee„ ren Luitenant en Hooftmannen, als het opper. „ fte Gerichts.Hof der Provincie, naar derzelver „ wys-  de Geleurtenisfen in 1787 «*• voorgevallen. ïö? . wvsheid en beste Rechten, maatregelen ter be" veiliging tegen zulke uitfpattende famenrottingen P DenODde!gêceekenden zullen hier niet ftil blyven ftaan, Ed. Mogende H. Heeren! op een misflag n de Refolutie van den Hove, omtrent du befchuldigend Verzoekfchrift, zoo 't hen fchynt , voorkomende, door het zelve toe te fchryven (fchoon er geen de rninfte hoedaanigheid of woonplaats der geFeekend hebbende in vermeld word) aac, de voornaamfte Ingezetenen van Oldenzyl en 't Oosternie. land; daar het zeker is, dat 'er onder alle die Re. ouestranten, geen een, te Oldenzyl woonachtig, ?, te Sn: om nu te zwygen: dat zeer veel op onÏÏrSeidene wyze, in hun beftaan, afhangelyke Perfoonen, (waar onder 'er gezegd worden betuigd te hebben , dat zy alleen uit fchroom het teekenen Set hebben durven nalaaten) deze voornaamften mede helpen uitmaaken. Noodiger zal het zyn over de in d t Request zoo verkeerd en haatlyk voorgemelde zaak, eenig ophelderend licht te verfprei- dG't Was des avonds om zes uur, op den gemelden dag, dat de Predikant van 't Oostérnieland, uit vrees', zoo hy verklaarde, voor een aldaar famenrottende hoop aangezien de nog weinig tyds te vroren gepleegde^ balddadigheden tegen zyn huw, veSezeld met vloekende en nog geftadig aanhoudend blyvende bedreigingen tegen zyn leeven, te Zandeweer kwam, en eenigen byftand ter•beveilig verzocht zonder, welke hy met weder huiswaarts durfde keeren. 'Er was niet alleen geen reden om de waarheid hier van verdacht te houden; maar de vry algemeene bewustheid van het vooraf reeds aldaar gebeurde, en de woeste en ziedende drift, dien zelven dag te Zandeweer betoond, door de oproerige bende, die, gelukkig van daar nu afgedehisd, leer licht, het zy in 't geheel of ten deele elders famenrottende, 'er tot de rampzalige koeling van hun euvelmoed kon overflaan, ja van  «68 PmamJing vm Stuiken betrekkelyk tot welke niemand toen nog verzekeren kon, dat die geen verdere verfterkjng uit de Vierbuuren ontfangen zou, maakten dat eene weigering hier onmenfchelyk zoude geweest zyn; aangezien de thands ter plaatslyke beveiliging tegen allen aanval genoeg, zaam by een gekomene en nog verwacht wordende Manfchap. Men belloot dan, hem een detachement onder een Officier-mede te geeven, om ter befchuttmg tegen alle onverhoopt geweld, hem huiswaarts te verzeilen, en de Pastory te hewaaken, met al. lerzorgvuldigfte onthouding, gelyk ten allen tyde, zoo vooral ook nu, van alles, wat naar den minuien ftanval, beleedigmg, onrustverwekking, ofcerging, t zy met woorden of daaden, maar eenigzins zwelmen kon; gelyk ook zeer ftiptelyk is achtervolgd. En daar dit beiluit op die zelve grorden berustte van natuurlyk aan ons en onze Mede-Ingezetenen, tegen allen aanval in dringend gevaar of nood, ver' phchte befcherming, die, volgens het reeds betoogde, door de Unie bekrachtigd, en door de Souvereine Publicatie van Ü Ed. Mogenden nader en byzonder aanbevoolcn is, zoo blykt hier uit weer tep vollen het alzins wettige van dit gedrag; zonder dat het behoeve in aanmerking te komen , in boe verre men een Predikant als een publyk of particulier Perfoon hebbe te befchouwen. Is dit hun doen nu wettig geweest/Ed. Mog. Ff Heeren.' dan is er ook geen wethandhaavend Rich, terlyk gezag door verfmaad; en dan kan ook de klachte hier over niet als billyk en gegrond worden befcfiouwd, die by den Provincialen GerichtsHove is ingeleverd, onder het voorwendzel van dus veroirzaakte ontfteltenis, welke men als de beweegreden wil aangezien hebben, waar door men aaneegeworden de Allarmklok te luiden, en welk luden voorts, volgens de betuiging zelfs der Reques-fanten, alles in de Dorpen in verwarring gebracht had. Immers, indien by het doortrekken yan den gewapenden Drosfaard en Dienaaren van den Iioves wettig door het zelve tot eenigen nacht. tocht  de Gebeurtenisjen in 1787 «*• voorgevallen* i<ïo Éocht uitgezonden, de Klok door fommigen aangetrokken, en daar door verwarring onder de loge», tenen veroirzaakt wierd, zoude men dan ook nog, als 't ware wegens aangebrachte ontfteltenis, tegen zulk een ontydige en oproerverwekkende gelapende doortocht, een listig ingeftoken beklag billvk meenen ingeleverd en als wettig aangemerkt te kunnen worden? zou dit niet vry hier aan ge. Ivk, en de ongerymdheid zelve zyn? En zoo alldt ftü bedaard en minzaam, ja onder 't vloeken, fcheldèn, fmyten, en dreigend roepen te'OldengUom tegen de Patriotten te koppelen, en die Potrottm S.potvlee:ch te hakken, zoo voorbeeldig verdraagïaam en geregeld doortrekken naar de Pastory van 'c oSernieland, eenige ontfteltenis by de in hoopen ftaande menigten (onder welken 'er ook by het tumult in Zandeweer als eerste aandryvers tegenwoordig waren geweest) mogt hebben veroirzaakt, zal waarfchynlyk de gantsch ongegronde vrees voor Tanval , wegers het befchuldigend geweeten, er de voornaamfte oirzaak van zyn geweest; terwyl het by herhaaling luiden der Klok te Olaeuzyl op.fterk aanroeien van een aldaar vreemden Belhamel, tegen den wü ïes Schoolmeesters gefchiedde Da een en ander kan tevens genoegzaam aanduiden, wat van oie volmaakte voofaf plaatshebbende rust en vrede te oirdeelen zy, waar van in 'c gemelde Request melding word gemaakt. Op zyn best zal het misfchien te kennen geeven, dat, beha ven de vry wat beteugelende nabyheid der verklaarde Vyanden, niet van verkeerd denkenden , (die wegens hun misleiding wordende beklaagd, en een juister inricht oprecht* toegewenscht, echter als Mede-Ingezetenen hun altoos dierbaar blyven) maar van file daadelyk oproeren geweld, de Wapen-GeJootfchappen naamenlyk, ook de driftder Rustverftoorders hier genoegzaam geen voorwerp vond, aangezien 'er niemand den aanbevoolenen Wapenhandel oeffende, en veelligt huns oirdeels er nauwlyks ook een of ander der by hen zoo gehaat ge-  i7o Verzameling van Stukken betrekkelyk m maakte Patriotten woonden, of tegenwoordig waren; t welk beide te Zandeweer, in 't midden vaa hunnen aanhang, al te fterk voor hen plaats hadde. Dat voorts Ed. Mogende H. Heeren 1 de zulken onder de Ingezetenen, die openlyk of heimelykaan de hier of elders woelende tumultueufe driften ƒ door opftooking of medewerking deel hebben, of door dezen verblindenden invloed dezelve toegedaan zyn, en ook niet alleen 'er die droevige gevolgen van inzien of beoogen, waartoe dezelve blykens zoo veel treurige voorbeelden, wanneer ze niet terftond met kracht geftuit worden, ras deerlyk overflaan, aU les na de mislukking, als weinig beduidend door Zfïïf &anZleD»u°f d00t list er voorgehouden willen hebben, en het gebeurde verkleinende en verdraaijende, het als beuzelachtige weinig kwaads bedoelende geringheden, en gevalletjes der jongheid, waar op het een dwaasheid zou zyn iets te bedillen, of het al teernftig te befchouwen, trachten te doen voorkomen, is zoo gewoon als ligt te begrypen. Even gemakkelyk is het in te zien 7 dat d e drift tegen de Wapen-Genootfchappen alhier, mettegenftaande de ernftige waarfchouwing van ü Ed. Mogenden door allerley laster, dien men hier toe opwerpt, zeer verfterkt moet worden; daar men durft voorgee ven, dat zy de eigenlyke bronnen zyn der heerfchende twisten, landverdervende misnoegens, verwardheden, en onheilen; evenals of men geen voorafgegaane werkeloosheid, en wanbeftier in den Engelfchen Oorlog, waar over U Ed. Mogenden toen zoo billyk klaagden, geen te herflellen verval, ingefloopene misbruiken, ongelukkig verdeelde Staatsbegrippen, en hoogere perfoonlyke ftrydigheden van belangen en beftreevingen kende. Niet minder word de drift dier misleide Ingezetenen, tegen de Wapen-Genootfchappen aangehitst, door de ontrustendeuitftrooifels, dat zy inderdaad thands maarkunnen ingericht wezen, dewyl 'er geen buitenlandfche Vyanden voorhanden zyn, ter vernieling der rustlievende Ingezetenen, (als of die on>  £e Gehwtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 171 »™ervrndheid dan ook van alle bezoldigde Krygs9 g h7^t even zeer gefteld zou moeten worden) rdatzynetnaVnoo^ he fc\t^h^ntwoordinfvan deze aan derzelver waa- een affchuw rondborftig belyden, gelyk van aue fwerXeend krygsgeweld, (hoedaanig zy by erkende Refidentieplaats meenen te moe en. betreuToelaat Dg7of beftiering die ook woede, en hoe ver- va„e„d en niet -de^"^'JZ^""""S^ïlUVachtencïitadyk. behoedzaam- "leen voSr Sk "bands van zoo «el ™*'«°|>  Vjk Verzameling van Stukken betrekkelyk tot yver, en zonder eenige hun niet toebehoorende aanmaatigmg omtrent het Staatsbeftier, alleen aan den Wapenhandel zich bepaalen, en ter noodige eenpaarigheid flegts in deszelfs oeffening kracht en orde, een vriendelyke onderlinge verftandhouding doen plaats hebben; fchoon zy tevens met U Ed. Mogenden in Hoogstderzelver Plakaat van den ïóden Maan jorigstleeden, het erkennen, den plicht van een legelyk Ingezeten te zyn, elk in zyn rang en kring, langs gepaste en wettige wegen, tot herdel van het ver. vallene, uit zuivere Vaderlandsliefde, "mede te werken: t welk zonder in 't rninfte uit hun kring te willen treeden, getrouw en gehoorzaam op de gemelde wyze te behartigen, hun altoos dierbaar zal zyn. Dat eindelyk met byzonder opzicht op het voorgevallene te Zandeweer, Oldenzyl en Oostérnieland, en als op verzoek van zekere (vast niet alle) Ingezetenen aldaar, een alle ligt fchuwende voorfpraak en aanmoediger van de gevaarlykfte en balddaadigite ongeregeldheden, die by bevinding zeggende te fpreeken, er zelf zou moeten tegenwoordig zvn geweest, ter verdere drift opwekking, in een plaats sog naam des Drukkers aanwyzend en dus onachterhaalbaarlasterfchnft, met de ftoutfte verzekeringen derbedrieglykfte fchaamteloosheid, doch zonder de rninfte fchaduw van daadelyk bewys, ia met een in *t oog Ioopende opdruisfching tegen de blykbaarfte waarheid en alle gezond verftand, de wapenoeffenende Leden tracht voor te ftellen, als die van hun zyde niet alleen de ysfelykfte en ftrafbaarfle moordbedreigingen, (lynrecht ftrydig met de Wetten, op welke zy Leden kunnen zyn en blvyen) zouden hebben gedaan, maar ook deonnatuurlykfte blydfchap over de hier en daar zoo woedende epjammerlyk, ook door verbittering mede tegen hen, aangevuurde oproeren en gewelddaadigheden betuigd , ja naar deze verlangd, en hier toe zelfs de vuilaardigfte laster-, fchot- en fchimpfchriften tegen zich zeiven opgefteld en verfpreid zouden hebben, en wat diergelyke volftrekt zouteloo. ze  de Gtbemenïsftn in 1787 enz. voorgevallen. i?3 ï ze ongerymdheden meer zyn; dit alles houden dg [ Ondergeteekenden, als de laage en tastbaare vinding der verachtelykfte kwaadaardigheid, al te on> zinnig, dan dat zy zich hier mede in 't minfle zouiden behoeven in te laaten, of 'er U Ed. Mogen(den aandacht een oogenblik langer mede zoudeü 1 durven ophouden. .. Dan dat ook in het opgemelde Request, deKicniter zelf van Zandeweer, op een zoo ruuwe wyze ; aangetast en zoo hoonend befchuldigd word, daaromtrent Ed. Mogende H. Heeren, moeten de On- > i dergeteekenden nog noodwendig het een en ander ;. aanmerken; niet als of die Richter hunne verdeedi1 ging hier in benoodigd, of zelve zulks goedvinj dende, daar toe niet genoegzaam ware; maar om dat 1 net weder op de valfche onderftelling eener rust en ■ veiligheid verftoorende handeling van hunne zyde, l gegrond zynde, zulks tot het volledig vertoog behoord van hun onfchuld en rechtmaatig gehouden ' SCZyErkennen wel ten vollen, Ëd. Mogende H. Heeren! dat het mede de post en duure plicht is, zoo en in de eerfte plaats van de byzondere^Genchi ten, als verder van het algemeene Hooge Gerichtsi hof, om volgens de wetten, de goede orde, rust en veiligheid te handhaaven, en tegen alle verbooI dene en tot tumulten opleidende ongeregeldheden » ernflig en krachtdaadig werk- en waakzaam te zyn , , en dus zoo veel mooglyk voor te komen , dat geen gewapende macht van den Lande, welke die ook zyn moge, immer gebruikt behoeve te worden, om hetkwaade te dempen. Zy erkennen, dat nimmer in een vry 1 en welgeregeld Gemeenebest, het geheiligde vaa den Perfoon des Richters, by heillooze te kortkomingin dezen plicht, tegen het zoo billyk hier over in te brengen beklag, hem kan of moet beveiligen; aangezien het opzetlyk en niet herfreld wordend gebrek van prompte en genoegzaam voorbeeldige Gerichtsoeffening, vooral tegen de aanftookers enme- Idefchuldigen aan Landberoerende balddaadigheden^  i?4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot die zoo ras overilaan tot geweld, ja wel eens tot de grtjwelykfte roof en moord, vooral in tyden, waar in die alom in 't Vaderland zulke affchuwlyke verwoestingen aanrichten, de fterkfte aanmoediging der boosheid hier toe zou zyn, een onverantwoordelyke opoffering der lydende onfchuld, de bron van alle wantrouwen en onderlinge verbitte« ring, en een verbreeking der zekerfte omtuiningen van den Burgerftaat, en der eerfte grondvoorwaarden van het Maatfchaplyk Volksverdrag. Zy befeffen op het leevendigfte hoe rampzalig het met een Volk gefteld zou zyn, indien zy, die Ambtshalven de Gerechtigheid moeten handhaaven, hun Ambt zelve dus ftraffeloos zouden kunnen misbruiken, om de Ongerechtigheid in de hand te werken, en het gemeene welzyn tevens met ééd, plicht en Godsdienst, aan hun byzondere en onbetaamelyke oogmerken op te offeren; ja om als lieden van de kunst, zoodaanige eenzydige richting, zwaai eh. keuze aan hunne fchynbaareRechtshandelingen,Informatien en Proceduuren zelve te geeven, als zy tot hun oogwit dienftigst vinden, ja onder den fchyn van verantwoordelyke waakzaamheid en y- , ver, de overtreeding te beveiligen en dus aan te moedigen, en de plichtlievendfte en getrouwde Ingezetenen , tot het zelfde einde, door loos uitgedachte vonden, haatelyke willekeurige dagvaardigingen, onredelyke vervolgingen, en wat dies meer is, fchandelyk te benauwen en te drukken. Zy zien zelfs met fmart, dat ook in dit ons thands beroerde Nederland, de aan hun Souverein zoo getrouwe Hollandfche, ter vrye verdeeding hunner Landpaalen en Volksrechten uittrekkende Wapengenootfchappen, het hierom noodig hebben moeten oirdeelen, openlyk te verklaaren: „ dat zy al„ le handhaavers der Juftitie, die zullen blyken „ geeven dat zy met flappe handen de Juftitie hand„ houden toe ftuiting van oproeren , geweld ea „ plundering, of ten dezen met draaijeryen en ge„ veinsdheid te werk gaan, of hunne traagheid* »» on-  de Gehturtenisfenin 1787 enz. voorgevalltn. 175* „ onverfchilligheid en onwil, met den glimp van ., activiteit zullen poogen te vergoelyken , zullen ,, houden voor fchuldig aan meinééd en verraad aan den Lande." „ , „ , Dit alles Edele Mogende H. Heeren! ftaan de Ondergeteekenden volkomen toe. Dan verre er van daan, dat dit hier het geval van den Richter te Zandeweer zou zyn, durft men het hem tot een fchuld aanwryven, dat hy de aanbevoolene en verzochte befcherming tegen oproerig geweld met als een misdaad achtervolge; het geen byzonder vreemd luidt. Dit volgt toch, zoo de waarheid van het openlyk gebeurde zich door geen kunftig verdraaide opgaven en looze penneftreeken zoo geheel maar laat weg arbeiden. Immers, daar het gedrag der Wapengenootfchappen in dezen, verre van oproerwekkende geweest te zyn, juist door oproerigheid verwekt is, en ter ftuiting van derzelver verdere gedreigde voortgangen en verzekering der in gevaar zynde veiligheid, vereischt wierd; daar het verre van wetloos, eigenheeng, entegen s Lands Plakaaten ftrydig te zyn geweest, wel vooral mede uit gehoorzaamheid aan het Souverein gezag van derzelver aanbeveeling, en de verzogte handhaaving der aüQoriteit van het Ed. Gerichte is ontftaan; terwyl de (in 't Request veellicht geeischte) tot dit bepaald geval byzondere iastdes Souvereins, fwaar voor in de Refolutie van den Hove echter t confent der Gerichten gevorderd word) zelfs door de omftandigheden van het aandringend gevaar onmooslvk zou zyn geweest, en dus in dit noodgeval uit de algemeene aanbeveeling des Souyereins en denatuurlyke verplichting zelve, duidelyk voortvloeide; daar eindelyk de vrees voor 't veroirzaaken van moord en doodflag geen grond, dan in t geval van eenen gewelddaadigen aanval en tegenftand van oproerige Rustverftoorders, kon hebben; en ook de vereeniging der Manfchappen in hunne Compagnien geen faamenrotting, noch die der Compagnien of Genootfchappen ter plichtmaatige wee-  k7 tenen zoodaanig aan het gisten waren, dat daar uit \i reeds verregaande irregulariteiten, baldaadigheden 1 en 11:  de Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 183 Len zelfs geweldenaaryen waren voortgefprooten, ,met overgave tevens van eene Misfive daar toe beitrekkelyk, verzoekende hy Richter dat het Hof hem de behulpelyke hand van de Provincie mogte verbenen. — Hebben de H. Heeren Luitenant en , |'Hooftmannen na gehouden deliberatie, den Secretaris [Ttassens gecommitteerd, om zich te vervoegen ,by den Hetr Prafident van het Collegie der Heeren f Gedeputeerde Staaten dezer Provincie , uitnaam van fden Hove te verzoeken, ten einde door Hun juu fMogenden een genoegzaam detachement Militie mogte worden verleend, tot dekking van zoodaane fSmisTie, als uit het midden dezer^Vergaderinge I derwaarts is gedecerneerd, ten einde de rus■ *™™> Jzoo mooglyk te herftellen, en alle verdere onheilen 1 en veruitziende gevolgen voor te komen. I Aan welke Cömmisfie door den Secretaris zynde i voldaan, en gerapporteerd, dat, in antwoorddaar I op aan hem was te kennen gegeeyen, dat, vermits I niet dan een zeer klein getal der Leden van de Jer:j gadering der Heeren Gedeputeerden praafent waren , i de deliberatien over 's Hoves Addres tot morgen te negen uu en, tegen wanneer de Vergadering was Sonvoceerd, zouden moeten worden gefurcheerd, 1 is zulks by provifie voor notificatie aangenoomen. No 2868. Misfive van Luitenant en Hooftmannen aan den Breeden Raad der Stad Groningen, van den 12 September 1787, ter dehorteering van-het zenden van een gewapende Commisfie naar Appingadam en het uitoef enen van JurisditVe in de Ommelanden. Edele Mogende Heeren ! Aan ons, (taande onze Vergadering , door^ den Heer Syndicus Engelhard ter kennisfe «ynde gebracht, dat zyn Ed. waj geïnformeerd, hoedden  f84 Verzameling van Stukken betrekkelyk to$ morgen by U Ed. Mogenden zoude zyn gedecreteerd , de fuspenfie van den Richter en Wedman van Appiqgam, de provifioneele aanftelling van een ander Richter en tefFens dat 'er een Commisfie uit het defenfie-wezen van Uwer Ed. Mogendens Stad zich nog heden derwaarts zouden begeéven, geëscorteerd met een detachement Kavallery, en van het fewapende Genootfchap, vertrouwende hy Heer | yndicus , aan wien het belang en prsëminentien p der Ommelanden, byzonder in zyn ambtsoetrekking l waren geconcrediteerd, dat het Hof zoodaane maat- \, regelen geliefde te neemen, waar door het Terri. I' toir der Ommelanden ongefchonden wierde be- i waard, en de uiteeffening der Crimineele en Civile Jurisdictiën aldaar na bezwoorene Wetten en In- gruciien zonder inzage van vreemden gemaintineerd. ebben wy niet kunnen afzyn aan U Ed. Mogenden communicatie te geeven, dat reeds op gisteren nademiddag op het Addres van den Richter Wieringa by ons ter zyner adfiftentie een Commisfie uit onzer midden is benoemd, welke gedekt door een genoegzaam detachement Troepes, zoo reeds door ons by dé Heeren Gedeputeerde Staaten zyn verzocht, zich naar Appingadam zullen begeeven, zoo mooglyk, de rust herftellen, verdere gevolgen voor te komen, en de aanleidingen tot en uitvoering van de gepleegde fejtelykheden, 'Rechtelyk onderzoe. ken. Wy vinden ons dierhalven genoodzaakt, U Ed. Mogenden op het allerernftigst onder het oog te brengen, dat U Ed. Mogenden als Eigenaars van een Jurisdictie in de Ommelanden geene faculteit of macht bezitten, om een Richter aldaar daadelyk te doen fungeeren zonder vooraf by het Hof te zyn beéédigt, noch ook om in de Ommelanden eenige atïus jurisdiiïionis te pleegen; maar dat by het Re- tlement Reformatoir alleen aan de Hooge Juftitieamer is toevertrouwd het toeverzicht over het gedrag der Richters in de Ommelanden, en het zei. ye alleen bevoegd, om, wanneer de Richters zich zei-  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 185 «elve te zwak mogten bevinden, hun ambt na be*. hooren te exerceeren , aan hun van wegens deze Provincie de behulpzaame hand te bieden , en de ongehoorzaamen ter obediëntie aan de JuftkieteheL ^Da^ove "zulks deze maatregelen, byaldien dezelve by U Ed. Mogenden alzoo mogten zyn genoo. men, volftrekt inloopen tegens de vastgeflelde ordens van Regeering, en aanleiding zouden kunnen geeven tot disfenüen tusfchen de twee Leden vau Wy vertrouwen dieshalven, dat UEd. Mogenden by nadere overweeging geen zwaarigheid zullen maaken, hunne gegeeveneordres wederom in te trekken en alleen aan den Hove en den alhier bezwoorenen Richter, over te laaten de Cognitie en Tudicature in dezen. . Waar mede wy U Edel Mogenden beveelen ip ^s Hemels dierbaare proteftie, en teekenen Edele Mogende Heeren! Uwer Ed. Mogendens goede Vrienden, S. Gockinga, vt. Groningen, den Luitenant en Hooftmannen 12 Septemb. van de Hooge Jultitie-Ka- ■ mer van Stad Groningen en Ommelanden. Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz. S. W. Tjassens, Secret. M 5 Ro'  lS6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N8. 2869. Breede Raads Refolutie van den 12 Septet»' ber 1787, waar byde Gecommitteerden tot de Stads defenfie worden geauthorifeerd, Gecommitteerden naar Appingadam ter herftelltng van de rust te zenden, de Richter en de Wedman in hunne bedieningen gefuspendeerd, en een ander Richter ad inte. rim aangefteld. Op het geproponeerde ter Vergadering door de Heeren Gecommitteerden tot dezer Stads defenfie, hoe op gisteren fucceesfivelyk berichten hebben bekomen, dat binnen de Stad Appingadam, waar van de (taande Jurisdictie onder de Domeinen dezer Stad behoord, en in die relatie als een eigene HeerJykheid onder de defenfie dezer Stad begreepen , aan de Ingezetenen excesfive geweld en plundering aan huizen en goederen en zulke violentien waren gefchied, dat veele hunne huis en haave hebben moeten verlaaten, en hun leeven ter naauwer nood hebben kunnen redden, waar onder zelfs een Perfoon door een fchoot in 't hoofd gekwetst, zich by Hun Ed. Mogenden Gecommitteerden had vertoond en nog een ander die door de vlucht ontkomen was, fchoon vier fnaphaanfchooten op hem gelost, waar van een hagel ter zyden van hem tegens de muur, toen hy die overklom geraakte; en dat niettegenffaande deze zoo verregaande oproeren en geweiden, Hun Ed. Mogenden Geconftitueerden Richter H. J. WiERiNGA zich ftil hier ter Stede heeft opgehouden, en deszelfs Gerichts Wedman niet alleen geen ftuiting heeft gedaan, maar na zekere informatien de oproeren heeft aangemoedigd, en zich zelve fe. dert lange en op gisteren tot een hoofd van gewapenden heeft gefteld, waar door Hun Ed. Mogenden Geconftitueerden Richter de Ingezetenen van Hun Ed. Mogenden Jurisdictie door een verregaande nalaatigheid in zyn post, aan moord, roof en plundering niet alleen heeft geëxponeerd, maar deszelfs Gerichts Wedman zich aan de verregaandfte excesfen heeft fchuldig gemaakt, hebbende de H. Heeren Bar-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 187 Burgemeesteren en Raad, Oud en Nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, na gehoudene deliberatie ter onderzoek van deze gewichtige zaak, de Heeren Gecommitteerden tot defenfie van de Stad geauthorifeerd, naamens den Raad Gecom. muteerden te zenden naar Appingadam, en na de gelteldheid van zaaken naauwkeurige informatien te neemen. . „ T Wordende inmiddels de Richter H. J. Wieringa benevens deszelfs Gerichts Wedman gefuspendeerd, en in deszelfs plaats ad interim als Richter weder aangefteld de Heer Doftor W. H. Hovingh ,. met authorifade, om te zorgen, dat een Gerichts Wedman ad interim werde aangefteld. En aangezien Hun Ed. Mogenden door Hun Ed. Mogenden Gecommitteerden tevens geinformeerd zyn. dat op gisteren eenige gewapenden uit de Ommelanden Appin. gadam zyn ingetrokken, zonder dat U Ed. Mogenden van de tegenswoordige gelteldheid en lituatie in die Jurisdictie geinformeerd zyn, en zonder dat de Geconftitueerde Richter daar van aan deszelfs Conftituant als eigenaar eenige kennis heeft gegeeven , goedgevonden en verftaan ter dekking van U Ed. Mogendens Gecommitteerden naar Appingadam, een detachement van het Wapengenootfchap alhier mede geeven, welke met een Vaderlandslievende yver bezield, om hunne Mede-Landgenooten voor de roof en muitzuchtige handen van een muitend Gemeen te beveiligen, zich door hunne Gecommitteerden en commandeerende Officieren daar toe aan de Heeren Gecommitteerden tot de defenfie hebben aangeboden, en die ten dien einde onder de ordres van U Ed. Mogendens Commisfie gefteld, en zal tot dit alles een volleedige Acte en Patent worden verleend, met authorifatie op de Commisüe van defenfie om ter diens executie alles te doen wat verder behoort, en des noodig, een escorte van vier- en- twintig Ruiters van de Heeren Gedeputeerde Staaten te verzoeken, ten einde met effeC.1 dusdaane middelen in het werk te kunnen ftellen als  188 Verzameling van Stutten betrekkelyk tot Hun Ed. Mogenden ter verzekering van deze Stads Heerlykheid en herftelling van de ruste en veilig. ,heid aldaar noodig zullen oirdeelen. Zullende hier van aan de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen by Misfive kennis worden gegeeven, prajfenteerende tevens den Heer W. H. Hovingh, om den gewoonen ééd te doen ftaaven, en zal hier van mede kennis worden gegeeven aan den Heer H. j. Wieringa. N°. 2870. Refolutie der Heeren Gecommitteerden tot Stadf defenfie van den 12 September 1787, waar by het gewettigd Genootfchap te Groningen word geauthor ifeerd, een Detachement naar Appingadam te zenden. De Heer Majoor Trip word geauthorifeerd, e.eD.Pefa.cherneDt uit het Genootfchap, zoo fterk als dienftig zal oirdeelen, met twee groote en twee kleine ftukjes Kanon, en het gene daar toe verder benoodigd zal zyn, in gereedheid te brengen, om heden achtermiddag ten geleide en ter beveiliging der Heeren Gecommitteerden naar Appingadam te kunnen uittrekken, en aldaar te blyven tot nader ordre. Coll. Accord. A. van Peer, Amanuenfis. No.  de Gebeurtenisfenin 1787 enz. voorgevallen. 189 N". 2871. Misfive van den Breeden Raad in Gronin~ gen van den 12 September 1787 aan Luitenant en tfooftm«nnen, kennis geevende van defuspenjie van -' den tegenwoordigen Richter van Appingadam, en benoeming van eenen anderen, met verwek denzelven den ééd te ftaaven. Edele Mogende Heeren! Heden morgen in onze Vergaderinge door de Heef ren Gecommicteerden tot de defenfie van deze otaa geinformeerd zynde geworden, dat binnen Appinladam, waar van de Jurisdictie aan deze Stad behoort, aan de Ingezetenen aldaar excesfive geweld en plunderingen aan huizen en goederen, en zulke violentien waren gefchied, dat veele hun huizen en haave hebben moeten verlaaten, en hun leeven ter naauwer nood gered, waar onder zelfs een Perfoon door eenfchoot in het hoofd gekwetst, zich aan Heeren Gecommitteerden had vertoond, en nog een ander die door de vlucht was ontkomen, fchoon vier fnaphaanfchooten op hem gelost waren, waar van een kogel ter zyde van hem tegen de muur, toen hy die beklom, geraakte, en niettegenftaande dit alles onze Geconftitueerde Richter H. J. Wieringa zich ftil alhier heeft opgehouden, zonder daar van ook eenige de rninfte kennis aan ons, als zyne Conftituanten, te geeven; en tevens geïnformeerd zyn, dat deszelfs Wedman met alleen geen ftooring heeft gedaan, maar naar zekere informatien de oproeren aangemoedigd, en zich zelve federt lange en op gisteren tot een hoofd yan gewapenden heeft gefteld, waar door alzoo de Ingezetenen van onze Jurisdictie door deze nalaatigheid aan moord, roof en plundering zyn blootgefteld. Zoo hebben wy gemeend zulks voor de goede Ingezetenen niet te kunnen verantwoorden, wanneer wy niet alles wat in ons vermogen was, zochten te adhibeeren tot herftelling der ruste en veiligheid aldaar, en daarom voor al andere hebben goedgevon-  190 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den onzen Richter H. J. Wieringa in gezeide post te fuspendeeren, en in deszelfs plaats ad interim aan te ftellen den Heer Gezwooren W. H. Ho. vingh, waar van wy niet hebben willen nalaaten H Ed. MogeDden by dezen konnis te geeven, en den Heer Gezwooren W. H. Hovingh te prasfenteeren om den gewoonen ééd als Richter van gezeide Jurisdictie terftond te willen ftaaven. Waar mede verblyven, na U Ed. Mogenden in God^s heilige protectie té hebben aanbevoolen. Edele Mogende Heeren! Uwer Ed. Mogehdens goede Vrienden, Groningen, den Burgemeesteren en Raad, Oud 12 September en Nieuw, fampt Taalman- 1787* nen en Gezwoortne Meente in Groningen. N°. 287?. Misfive van Luitenant en Hooftmannen aan den Breeden Raad, van den 13 September 1787, waar by declineren op grond der Misfive van den \idtn dezer, den ad interim aangifiolden Richter te beéédigen. Edele Mogende Heeren! Wy hebben wel ontfangen Uwer Ed. Mogendens Misfive van gisteren , waar by aan ons word gecommuniceerd dat U Ed. Mogenden door de Heeren derzelver Gecommitteerden tot de defenfie der Stad waren geinformeerd geworden van het excesfief geweid en plundering binnen Appingadam, waar van de Jurisdictie aan de Stad behoort, gepleegd, en dat des niettegenftaande de Geconftitueerde Richter H. J. Wieringa zich ftil alhier heeft opgehouden, zonder daar van ook eenig kennisfe aan U Ed. Mogenden als zyne Conftituanten te geeven, als mede dat  de Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 191 dat deszelfs Wedman in plaats van zulks te fluiten de oproeren zelfs heeft aangemoedigd. Dat U Ed. Mogenden overzulks tot herftel der ruste en veiligheid aldaar, voor al ander hadden goedgevonden hunnen Richter H. J. Wieringa in gezeide post te fuspendeeren, en in deszelfs plaat» ai interim aan te ftellen den Heer Gezwooren W. H. Hovingh, dien Heer daar by aan ons prsefentee» rende, om den gewoonen ééd als Richter terftond te willen ftaaven: dan, Ed. Mogende HeerenI wy vinden ons verplicht hier op te refcribeeren, dac wy op de gronden in Uwer Ed. Mogendens Misflve vervat, den Heer W. H. Hovingh als ad interim aangeftelden Richter van Appingadam in plaats van den Heer H. J. Wieringa tot den ééd niet hebben konnen admitteeren. ' Waar mede, na U Ed. Mogenden in de befcherming des Allerhoogften te hebben aanbevoolen, verblyven. Edele Mogende Heeren! Uwer Ed. Mogendens goede Vrienden, Groningen, den Luitenant en Hooftmannen 13 September van de Hooge Juftitie- ! culum in mora wsre, wy niet zouden hEefiteeren, ora conform de idees der Heeren Gedeputeerden, her. verzoek tot het benoodigde Detachement by Husa Ed. Mogenden te doen. Ten welken einde ook de Secretaris Tjassens ter* ftond zynde gecommitteerd, is door denzelven gerapporteerd , tot antwoord bekomen te hebben, dat vermits het klein aantal der aanwezende Leden, de deliberatien over. 's Hoves Addres tot den volgen- XXXVII. Deel. N iei  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den morgen te negen uüren waren gefurcheerd, waat van het gevolg was, dat de Heeren Gedeputeerden ons by Misfive op dien volgenden morgen alleenlyk geliefden te informeeren , dat ons verzoek Hun Ed. Mogenden van dat gewicht was voorgekomen, dac zoo mooglyk de Vergadering voltallig te doen zyn, de Heeren Leden van dezelve tegens den anderen morgen zouden werden verfchreeven, om op den ééd aan den Lande gedaan te compareeren, om over dte zaake mede te delibereer in. En ook deze deliberatien, Ed. Mogende Heeren! waren van geen ander effect, als dat de Heeren Gedeputeerden ons gister nademiddag by Misfive kennisfe gaven : „ dat Hun Ed. Mogenden in der,, zeiver Vergadering zullen delibereeren, zoo o„ ver bet verzoek van dit Collegie, om een toerei„ kend Detachement ter beveiliging van eene by „ ons gedecerneerde Commisfie, om de ruste te „ Appingadam te herllellen, als over het verzoek „ van den Breeden Raad dezer Stad, om een Com„ mando van een Officier en 24 Ruiters ter dekkinJ} ge van een Commisfie, mede derwaards gezon,, den , door toereikende berichten was voorgt-komen, „ dat de ruste te Appingadam genoegzaam was herfteld; „ en in overweeging "neemende , dat U Ed. Mo„ genden op morgen Honden te vergaderen, goed„ gevonden hadden over die beide gedaane verzoe. „ ken voor als nog niet te moeten disponeeren , ,, maar dezelve, nevens het gene daar in door Hun ,, Ed. Mogenden was gedaan, by eene Propofitie „ de post ter kennisfe en deliberatie der Heeren Staa« ■ ten te moeten brengen , om daar in naar hun „ wysheid te disponeeren , zoo als ten meesten 1 M ruste en dienfte van een Lande zullen vinden te : „ behooren." Wanneer wynu, Edele Mogende Heeren! deze; handelwyze en ongehoorde te leurftelling der Hee- • ren Gedeputeerden, naar welker idéés wy ons tem beste van het Land volmaakt hebben gefchikt, mee: de meest mooglyke bedaardheid overweegen en na- ■ gaan,,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 19? gaan, dan ondervinden wy de leevendigfte gevoe. lens van aandoening en verwondering, hoe het. te begrypen is, dac een Hof van Juftitie, die b arocus IJ Ed. Mogenden exerceert de Civile en CrimiueélÖ Jurisdictie in deze Provincie, en 't gene tot dezelve behoort, in tyden van troebles en opentlyk oproer, drie dagen lang volftrekt werkeloos wordt gehouden; dat het zelve daar door als het ware, met goe» de oogen moet aanzien de verregaande flappen van ongeregeldheid, baldaadigheid en geweld, ja wal», door hetzelve in de volkomene onmooglykheid word gebracht, hunne bezwoorene Inftructie te kunnen adimpleeren en nakomen. Dit trefc ons nog te fterker, wanneer wy conadereeren , de eerfte reden en oirzaak in de jongfte Misfive van de Heeren Gedeputeerden aangevoerd: dac men wegens de toereikende berichten der herftelde rustin Appingadam. tot nu toe aan ons verzoek niet had geide* fereerd , even als of het aan Hun Ed. Mogenden zoude (taan te beoirdeelen, in hoe verre het belang der Juftitie al of niet, het gebruik der Militaire macht vorderde, en de uitoeffening van het recht van derzelver denkbeelden afhangelyk ware; tö meer , wyl deze Commisfie niet alleenlyk is ingericht , om aldaar de ont(telde rust te herftellen; maaf ook vooral, om rechtswegen te onderzoeken, da aanleiding en uitvoerirg der gepleegde feitely'Kheden, ten einde naar behoorlyke cognitie en bev:ndinge van zaaken , de fchuldigen naar rigeur vaü rechten te ftraffen. Zynde de noodzaakelykheid van dit onderzoek in loco nog vermeerderd, na eene by ons ingekomen© Misfive van den Breeden Raad dezer Stad, in welke ons overvloedige ftoffé is voorgekomen op bet in dezen gehoudene gedrag van den Richter ca Wedman, naauwkeurig te inquireeren. En het is om deze redenen, Ed. Mogende V,".e* ren! dat wy ons in de noodzaakelykheid hebben bevonden, U Ed. Mogenden in het breede een €• yo\\ te doen van al het gene door ons hier in mu allen N a yvet  jod" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot yver en ernst is aangewend, en van de onaangenaa» me beletzelen, die wy in de bedoeling onzer welmeenendfte poogingen hebben moeten ondervinden. Zullen wy de uitvoerende machtj waar mede wy eerbiedig erkennen, naamens U Ed. Mogenden be. kleed te wezen, doen dienstbaar zyn aan die heilzaame eindens, waar toe zy beftemd is, dan moeten ons nooit de middelen onthouden worden, zonder welke wy dezelve niet bereiken kunnen , en geen de rninfte ftremming ontmoeten in de executie van dat gene, waar van het rninfte verwyl een onbetaalbaar nadeel aan de beste belangens der Ingezeten, en de hoogstnoodigfte rust en eendracht, (zonder welk geen Lsnd of Volk beftaan kan,) buiten allen tegenfpraak, toebrengt, en onaffcheidelyk is. En hierom verrneenen wy eene rechtvaardige en gegronde aanfpraak te hebben, dm by U Ed. Mogenden, (als welke het irreguliere en niets afdoenende, in dezen aan ons overgekomen en gebeurd , volftrekt moeten disavoueeren), eerbiedig, en teffens met dien ernst en aandrang, die het gewicht der zaak en het belang van Uwer Ed. Mogenden provincie vordert, aan te houden, en verzoeken, dat U Ed. Mogenden ten fpoedigften en zónder uit. ftel de noodige orders gelieven te depecheeren tot het marcheeren van een toereikend Detachement voor onze gedecreteerde Commisfie, ten fine vermeld ; en voorts zoodaane dispofitie te maaken 4 waar door het Hof in de adminiftratie van de Juftitie : ïn cas de Militaire macht benoodigd zyn, niet wef>. de geretardeerd of inutil gemaakt. Daar wy als nog U Ed. Mogenden betuigen, ge- . lyk wy de eere hadden by onze Misfive van den 1 iaden Maart jongst te doen, dat wy zonder ophoü- . den ons zullen beyveren, om aan ééd en plicht ge-, trouw, met alle onze vermogens mede te werkeft tot datgene, 't welk eenigzins dienstbaar kan zyn 1 aan de bewaaring of herftelling van de eendracht en 1 ÏUStj,  dc GeUurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 197 rust, en den bloei en voorfpoed der goede Ingezetenen. Hier mede eindigende, bidden wy God Almachtig, U Ed. Mogenden in eene yoorfpoedige Regeering te willen conlerveeren, en verblyven, Edele Mogende Heeren! Uwer Ed. Mogendens Dienstwilljgen, Groningen den Luitenant en Hooftmannen van 14. Septemb. de Hooge Juflüie-Kamer van 1787. Stad Groningen en Ommelan¬ den. S. Gockinga vt. Ter Ordonnantie der H Heeren voorfz. S. W. Tjassens, Secret N°. 2874. Propofitie de post op den Reces-Lands dag van den 14 September 1787 door de Heeren Gedeputeerde Staaten gedaan, nopens het verzoek van Luitenant en Hooftmannen, als mede van den Bree* den Raad der Stad Groningen, om een detachement Militie tot dekking van een gedecerneerde Commis° misfie naar Appingadam. Edele Mogende Heeren! De Heeren U Ed. Mogenden Gedeputeerden vinden zich verplicht, ter kennisfe en deliberatien van U Ed. Mogenden te brengen, dat de onaangenaame oraftandigheden in Appingadam veroirzaakt hebben, dat door de Heeren van den Hove Provinciaal ter dekkinge van eene Commisfie derwaards gedecerneerd om de ruste aldaar te herftellen, eerst attaché is verzocht op een Commando Militie door gemelde Hof, van den Commandant van het Guarnifoen, de Overfte Kempe gerequireerd, doch naN 3 der»  rxr gén van Oranje-linten en andere vèrfierfelen van die kouleur. Ed eindelyk hebben Hun Ed. Mogenden beflooten, hunne goede Ingezetenen van nu af aan te ontheffen van het ondraaglyk juk des Stapel, rechts, waar onder bykans twee eeuwen zoo onrechtmatig gedrukt zyn, en het zelve voor altoos te vernietigen., Wy zyn ter zeiver tyd doof de Heeren van dé Ommelanden geauthorifeerd, om overal waar wy zulks noodig oirdeelen, van deze Refolutien ken. nis te geeven, en hebben overzulks niet kunneb af. zyn de nevensgaande Extracten aan U Ed. Mogenden toe te zenden, tot welkers inhoud wy ons kortheidshalven gedraagen. En hier mede dezen eindigende, beveelen wy U Ed. Mogenden aan 's Hemels dierbaare hoede3 en verblyven Edele Mogende Heeren! Groningen, den 26 September 1787. Uwer Ed. Mogendens goedé Vrienden , De Gecommitteerden der Ommelanden tusfchen de Eems en de Lauwers. E°. 2885. Refolutie van Luitenant en Hooftmanr.en van den 18 OBober 1787, om de op 'den 11 den September jongst gedecreteerde Commisfie naar Ap* pingadam voortgang te doen hebben. Op het geproponeerde ter Vergadering, dat de gedecreteerde Commisfie by Refolutie van den itden September jongst öp de Heeren Hooftmannen Sickinghe en de Raadt om zich naar Appingadam te begeeven, en onder anderen op de aanleiding en uitvoeringe der fairelykheden aldaar gefchied rechtelyk onderzoek te doen j en welke Comfcaisfie, ora de by de Heeren Gedeputeerde Staaten Q 2 g»-  ai2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gemaakte difficulteiceü in het doen uirmareheeren van een toereikend detachement Militie tot dekkinge der Commisfie, als doen geene voortgang hadde kunnen hebben, en als nog niet ware geëxerceerd; by Refolutie van den i3den en i?den daar aan volgende, in handen van de Hoeren Gecommitteerden van het Fivelingo Kwartier, waren gelild I twee Miffives van den Breeden Raad de?er Stad van I den i2den en i sden September, de eerfte omtrent I de fuspmfie van den Heer Wieringa als Richter I van Appingadam, en de tweede houdende kennis- I geevirg van de intentie van den Breeden Raad tot I het zenden van een Commisfie met een detache- I ment gewapende Manfchappen uit Groningen met :l grof Gefchut voorzien, die Commisfien niet wel I afzonderlyk om de Combinatie welke de onder- I werpen met den anderen hadden, konden worden I gehouden; en dat ook ra het decreteeren dezer I Commisfien, zoo met opzichte tot het naar Appin- | .gadam marcheeren van een menigte gewapende il lieden, mede met grof Gefchut voorzien uit diver-j fe Exercitie - Genootfchappen in de Ommelanden , i het inrukken en inlegeren van dezelve in Appin-gadam, het verrichte door dezelve geduurende hum verblyf aldaar, als betrekkelyk de Stads Commisfie,, en het intrekken en inlegeren van de gewapende lieden uit Groningen, en het door dezelve aldaar verrichte; zeer veele zaaken waren voorgevallen, welke een nauwkeurig onderzoek vorderden; hebben: de H Heeren Luitenant en Hooftmannen, de Heeren by Refolutie van den nden en I3den en i7dea; September gecommitteerd geweest, als nu verzocht en gecommitteerd, om te famen zich naari Appingadam tebegeeven, en gecombineerd omtrent alle het voorfchreeven zich te informeeren op Rapport,  de Gebeurtenis/en in '1787 enz. voorgevallen. 213 ïï?. 2886. Refolutie van Luitenant en Hooftmannen van den 22 Oclober «787, om tegen Woensdag een detachem-nt Militie in Appingadam ie willen bezorgen. Door den Secretaris Güichart ter voldoening aan de Refoiutie van laatstleeden Saturdag gerappor» teerd znde, dat de Heer Commandeur van Som> merlatte geene zwaangheid zoude maaken , om een detachement Militie, wanneer het Hof het zelve zoude benooiigd z\n, re verhenen; hebben de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen na geboudene deliberatie, goedgevonden, den Secretaris prjef-nt andermaal te committeeren, om van den Heer Commandeur, thands werkelyk een detachem^n' MiÜcie tevraagen. tot dekkinge van de Commis-fie welke naamens den Hove aanftaande Woensdag naar Ap» pingadara-ftaat te vertrekken. Nn. 2887. Refolutie van Luitenant en Hooftmannen van den 26 Janu^ry 1788 , op het Rapport der Heeren Gecommitteerden van den Hove, over ha voorgevallene te Appingadam, in September 1787. Gedelibereerd zynde over het geëxtendeerd fchriftlyk Rapport van de Heeren by Refolutie van den 18 Oclober 1787 gecommi teerd, om te Appingadam in loco onderzoek te doding, en onder wiens geleide die gew pende hoop zulk een ongehoorde (tap had durven onderneemeh en ter uitvoer brengen, en dat als dan voorÈaamenMyk in het oog viel, het gedrag ten dezen van de Bouwmeester B. Knypinga en Dr. A. TesPE.NS, weshalven op de grondea by voorfz» Reques■n ' '~ ' '; : ' 9 ° : tie  de Gebmrtenisfen in 1787 enz. voorgevallen 217 te vqorgedraagen, mitsgaders het daar toe geapplibeerd bewys, verzochte geauthorifeerd te worden, de voo fz. twee PerfoO' en op de fecuurfte wvze te doen intrekken en in 's Hoves gevangemsfe over te brengen. Hebben de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen den Prokureur-Generaal rat. cffic. geauthorifeerd, tegens de Bouwmeester B. Knypinga en Dr. A. Teb« piNs by dagvairdingë in Perfoon te procederen. Eodem dato is by Luitenant en Hooftmannen de Prokureur-Generaal opzyne Reques' geauthorifeerd, om by dagvaarding n Perfoon te p ocedeeren tegens Jacob Th mas van Middeiftum, H. W. van Sysen te ZaDdeweer, en Remge Jans te Üithuizén. Ad idem tegens Harmannüs Mulder, Schoolmeester te Baflo. No. 2800. Misfive van Luitenant m Hooftmannen aan de Heeren Gedeputeerde Staa'en van -ten 2 i May 1788, om te wilien zenden de ongineele Addresfen van de Geneoifchippen in de O'umelinden, den 24 April en 30 Augustus 1787, by de Heeren - Staaten ingediend. Edele Mogende Heeren! De Prokureur-Generaal dezer Provincie, in wiens handen wy hebben gefteld het Rapooitdoor Heeren Gecommi teerden uit onze Vergade1 ing te fin. pingadam, sich ach ervolgens onz.; Refolutie hebbende geinformeerd omtrent het voorgevallene den ioden September des afgeloopen jaar* en vervolgens aldaar, zoo met betrekkinge tot de afvuurmg op dien dag, als het den 11 den daar aan door een aantal gewapende lieden uit diverfe Karfpelen van de Ommelanden occupeeten en vervolgens met een aan; v O s tal  %i8 Verzameling van Stukken ietrekkelyk m tal gewapende Perfoonen uit de Stad Groningen be» zet houden van Appingadam; aan ons by Request hebbende voorgedraagen, dat in dat Rapport niet ajleen melding wierd gemaakt van zeker zoogenaamd rechtvaardigend Vertoogfchrift, en zoo eerbiedige als vrymoedige verklaaring der wettige' Wapengenooifchappen in de Ommelanden, ingeleverd aan de Édele Mogende Heeren Skaten van Stad en Lande den 30 Augustus 1787, en welk {luk naderhand met den druk is gemeen gemaakt; gelyk mede een llukje insgelyks gedrukt en uitgegeeven, onder den tytel van Vaderlandlievende btlydeni* ^er zuivere gevoelens van deExercitie-Genoocfchappen in de Ommelanden, zoo op den 24ften April bevoorens mede by de Heeren Staaten is ingediend; wierden befchouwd, als zeer veele aanleiding te hebben gegeeven, en misfchien als de voornaamfte bron moesten worden aangemerkt waar uit alle hec kwaad was voortgevloeid, met betrekking tot het gene zich de gewapende Genootfchap pen heb? ben veroirloofd, en hy vermeende voorzeide twee Stukken mee de vertetkeningen; in hit Jufticieef beiocp dier zaaken van dienst en voor het onderzoek hem noodig te zyn; verzoekende hier om, terwyl deze Rukken, als waar op zoo geinformeerd was, nog geene dispofitie was gevallen, onder den Heer Secretaris van Staat of ter Prov.inciaale Secretarie moesten berusten, dat wy dezelve tendienfte van de Juftitie van U Ed. Mogenden mogten verzoeken, en in handen van hem Prokureur- Generaal ftellen, om 'er het noodige gebruik van te kunnen maaken: zoo hebben wy gemeend, dit verzoek den ProkureurGeneraal te moeten accordeeren, verzoekende hier om ten dieufte van de juftitie, de meergenoemde twee ftukken van U Ed. Mogenden, met aanbod van dezelve na den afloop, of wanneer de Staatsdelibera'ien dit vereisfehen, te reftitueeren, of dat al. thands U Ed. Mogenden daar van vifie, en des benoo iigd authentique Copie aan den Prokureur-Generaal mogen verleenen, Wy  & Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ara Wy beveelen hier mede U Ed. Mogenden in de befcherming des Allerhoogften. Edele Mogende Heeren! U Ed. Mogendens goede Vrienden, Groningen, den Luitenant en Hooftmannen 28 May 1788. van de Hooge Juftitie^ Kamer van Stad Gronin* gen en Ommelanden. ^— ——' "~ ~ No. 2891. Misfive der Heeren Gedeputeerde Staaten aan Luitenant en Hooftmannen van den 2 Juny 1788, waar by de beide Addresfen in ,s Hoves Misjive van den züften May jongst gemeld, toezenden? v Edele Mogende Heeren! Wy zenden hier nevens de twee origineele Stukken met derzelver Bylaage, zoo als dezelverefpec» tivelyk op den 24ften April en 3often Augustus des voorigen jaars ter Staats-Vergadering zyn ingediend, waar mede wy verhoopen aan U Ed. MogeBdens verzoek by derzelver Misfive' vaa den 28ften May jongst gedaan, te hebben voldaan, in vertrouwen dat u Ed. Mogenden deze pieces, die wy tendienfte van de Juftitie uit de Landsdag (tukken proyifioneel hebben doen uitligten, na dat dezelve daar Van gebruik zullen hebben gemaakt, aan ons wel zullen remitteeren. Waar mede, Edele Mogende Heeren! wy U Ed. Mogenden beveelen in de Protectie des Allerhoogften. U Ed. Mogendens goede Vrienden, Groningen, den De Gedeputeerde Staaten 2 Juny 1788. van Stad Groningen en Ommelanden. No.  220 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot $T". 2892. Certificaat of Requifitoriaal-Brief den 2 September 1788, door de Kieren Gecommitteerden tot handhaaving van de gevestigde Conftitutie van . Stad en Lande af gegeeven, ter nafpeuring van G. t- J. G. Bacot , Predikant te Eenrum, Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling, No. 1203. bU 164. N". 2893. Misfive van Ds. G. J. G. Bacot «tin rf»«te Clasfis van de Ma-me van den 3 OEtobtr 17883 cm een Clasficaale Ringbeurt voor hem te willen waarneemen. Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling, No. 1264. bi. 166. N°. 2894. Misfive van Ds. G. J.'G. Bacot, Predikant te Etnrum, aan de Clasfis van den 14 December 1788 , waar by zyn Ambt nederlegt , en voor genootené blyken van toegenegenheid en ach-> ting bedankt. Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling, N •. 1266. bl. 469. N \> 895. Decreet van Luitenant en Hooftmannen van den 10 OStober 1788» waar by de Prokureur-Generaal wordt geauthorifeerd, op zyn verzoek, tegen G. J. G, Bacot by apprehenfie te procedeer en. Gedelibereerd zynde over de confideratien en het verzoek van de Prokureur-Generaal dezer Provincie, omtrent zeker zoogenaamd rechtvaardigend vertoogfchrift van de Exercitie-Genootfchappen in de Ommelanden, Extract ter Staats-Vergadering ingedient den  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2*i den 30 Augustus 1787, tendeerende dit verzoek van den Prokureur-Generaal, by den HoVe ingedient den iften September jongst ter bekoming van authorifuie om den Predikant van Eenrum G. J. G« Bacot op de daar by voorgedraagene gronden te doen intrekken, en voorts tegens alle de Verteekenaaren van het zelve, ten getalle van vier en tachtig, by dagvaardiginge in Perfoon te procedeeren. Hebben deH. Heeren Luitenanten Hooftmannen den Prokureur-Generaal geauthorifeerd, om bycorporeele apprehenfie tegens de Predikant Bacot te procedeeren, en voorts opzichtelyk de Verteekenaaren van voornoemde gefchrift, zich nauwkeurig te informeeren, op welke tyd en plaats dezelve tot die verteekening zyn gekomen, en welke omHandigheden daar by hebben plaats gehad, om na gehoord Rapport daar op vervolgens te refolveereh als bevonden zal worden te behooren. No* 2896. Refolutie der Heeren Staaten van Stad en Lande van den 1 December 1788, op de gegevens opening en communicatie der Heeren Gecommitteerden tot handhaaving van de gevestigde Cnnftitutie dezer Provincie, van eenige aan fmn gedaane onderzoek voorgekomene zaaken, mn relatie tot de Predikanten Joh. Dekens , Jac. Jansoniüs , Wilh. Leonard Hanenberger en Gerrit Jacob Georg Bacot. Gedelibereerd zynde over het Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot handhaaving der gevestigde Conftitutie dezer Provincie, in dato den 2j November 1788, behelzende opening en communicatie van eenige aan hun gedaane onderzoek voorgekomene zaaken, luidende als volgt.  ÉSi Verzameling van Stuiken betrekkelyk ioi Rapport der Heeren Gecommitteerde® tot handhaaving van de gevestigde Conftitutie. Edelé Mogende Heeren! De Heeren U Edele Mogendens Gecommitteerden continueerende in hunne befoignes, om ter voldoening aan de gedeclareerde intentie van tl Edele Mogenden te indageeren alle die faóra en gebeurtenisfen, welke eenige achter een volgende jaaren mede deze Provincie beroerden, en de grondvesten van diens gezegende Conftitutie aan het wankelen hebben gebracht, en alzoo te ontdekken den oirfprong en voornaame reden der fpoedige vordering van zoo veele Volk- en Landbedervende oneenigheden , woelingen en kabaaien, waar door de inwendige rust zoo deerlyk gefchokt is geworden; vinden zich verplicht ter kennis van U Ed. Mogendeü te brengen, dat onder de principaalfte oirzaaken mede gehouden moet worden , het alleszins reproChabel en oproerig gedrag van fommige Heeren Predikanten , welke niet gefchroomd hebben om zoo op de Predikftoel, als in particuliere byeenkomftenj alle hunne krachten in tefpannen, ten eb> de de goede en ftille en vreedzaame Ingezetenen eene zeer verdtifelyke Ieere, tot verguizing V3n het wettig gezag der Hooge Overigheid in te prenten, en dezelve in het denkbeeld te brengen, dac de gemeene Landszaaken kwalyk beftierden behandelt wierden, overzulks noodwendig daar in verandering gemaakt moeste worden; voorts de Leden der Hooge Regeering op de fchandelykftè wyze te lasteren en ten toon te ftellen, Ingezetenen tegen Ingezetenen op te vuijen, en zich aldus te veroirlooven daaden en bedryven , niemant minder als een Bedienaar van het Heilig Euangelium pasfende. Waar de Heeren U Ed< Mogendens Gecommitteerden reeds eene menigte proeven ontfangen hebben. 4«$ zullen zy dezelve van tyd tot tyd naar maate ds  ds Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 22J de noodzaaklykheid en omftandigheden van zaakeri zulks raadszaam doen zyn, aan U Ed. Mogenden fuppediteeren, en zich thands alleen vergenoegen, om onder 't oog van UEd. Mogenden te brengen. . Ten eerften: twee Crimineele Sententien door de Heeren Luitenant en Hooftmannen van de Hooge Juftitie-Kamer dezer Provincie, op den 21 (ten February dezes jaars, de eene tegens Johannks Dekens Predikant te Zandeweer, en de andere tegens Jakobus Jansonius Predikant op hetOosternieland,s na dat beide ter infcantie van den Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. Offlc, aan de Crimineele Rolle in Perfoon gedagvaard, door een Commisfaris van den Hove op artikelen waren afgehoord,ge« veld; en waar by de Heeren Luitenant en Hooftmannen Heilig verzekeren, dat uit der Gedaagden eigen confcsfie, beéédigde verklaaringen van Getuigen, mitsgaders de verdere blyken en documenten ten Procesfe overgelegt, den Rechten voldoende gebleeken is, dat voorfchreeven twee Predikan* ten zich aan hoogst ftrafbaare daaden, en het verwekken van verregaande commotien onder de Ingezetenen, fchuldig hebben gemaakt; waar uit dan mede van zelve voortvloeit, dat zy zich op eene verregaande en ftrafbaare wyze tegens het Recht der Hooge Overigheid dezer Landen, vergreepen hebben. Ten tweeden: dat uit de ingewonnene Informatien van den Fiskaal dezer Provincie, en onder de Heeren U Edele Mogenden Gecommitteerden berustende, genoegzaam geblykt, dat Wilh. Leon. Hanenberger Predikant in de Beerta, zich al mede geduurende de trouble tyden meer dan eens op eene verregaande wyze is te buitengegaan, en de Hooge Regeering des Lands gelasterd heeft; als hebbende onder anderen kort voor dat Utrecht door de Rebellen wierd verlaaten, en onder de gehoorzaamheid van hunne wettige Overigheid weder keerde, opentlyk van den Predikftoel gebeden : dat G»#» den  224 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den Heere Etf-Stadhouder en alle,die het met hem hiel' den, een huak in ae neus en een Eebit in den mond movte leggen, op dat Achitophels raadjlagen vérydèlt wierden; •vc.ïis de Godheid gedankt i dat de Koning vanFrark* ryk roo openbaar de goede zaak der Patriotten in ons Vadeiland voorjtond en behuipig was; trachtende aldus niet alleen zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erf-Stadhownr en de meeste Regenten van het Vaderland var. kwaade trouwen dirtttie, verdacht te maaken, maar ook zyne Gemeente een zeer verkeerd begrip van de denking^wyze van zyne Aller?Christelykfte Majeftëit den Koning van Frankryk te geeven. Ten derden: dat al mede uit dë ingewonttèèe informatien van den Heere Fiskaal dezer Provincies Onder de Heeren Gecommitteerden berustende, evident gebiykt: dat Gerrit Jacob Georg Bacot Predikant te Eenrum, om welverdiende ftraffe zyner veelvuldige éuveldaaden te ontgaan, dp den é8fteö Augustus laatstleedeh, zyi e Gemeente heeft vprlaaten, na dat zyne meeste G°edèren te zoek had gemaakt, van hier is gevlucht, en zich dus verrè fchuil houd, daar hy inmiddels als een voornaam . hooft der oproermaakers bekend fta£t » ch de Juftitie 'er ten hoogften aan gelegen had gelegen om liem niet zoo gemakkelyk van hier te laaten vertrekken, naardien uit het gedeponeerde van een turba Testium meer dan overvloedig confteerd: „ dat zyn gedrag zoo opentlyk.van den Predikftoel, als ih „ byzondère verkéering, zèer flegt en ergerlyk is i „ geweest. „ Dat altoos op den Predikftoel de Gemeenreaari- . „ porde om de Wapènen voor de goede zaak dér ,, Patriotten, manmoedig te gebruiken, endézadk: „ dapper door te zetten ,, Dat op de Predikftoel de Gemeente verzekerd ! „ heeft, dat 'er nooit PruisflfcheTroepes in de Re-. publyk zouden komen, en zoo dit eens mogte; „ gebeuren, zulks meer nadeel als voordeel aan de 5 ii Prins zou doen. DaÉi  ie Gtbeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 325 ,» Dat in de maand September 1787 allerley midi, delen in het werk heefc gefteki, om het GenooC» *£haP van Eenrum,.en dies Commandant W. L. „ Tapper, tegen deszelfs gedeclareerde intentie te „ permoveeren, om mede naar Appingadam te trek„ ken, gelyk hem zulks eindelyk is gelukt» „ Dat hy zelve met ter zydeftelling van zyn „ eerwaardig karacter, als een Krygsheld met een ,, woeste bende gewapende Manfchappen, in die „ zelfde maand naar Appingadam is getrokken, het ,», zelve vyandig geinvadeerd, en zich mede aldaar als veroveraar van een weerlooze plaatfe, Rich„ terlyke authoriteit heeft aangemaatigd; ook dè ,, aldaar gepleegde moedwil, voor een groot ge„ deelte aan hem geimputeerd moet worden. Dat hy Daniël de Boer , Hoedemaaker te Win„ fum, die Kapitein van het Exercitie-Genootfchap „ te Obergum was geweest, en zoo dra de vreede „ met de Keizer geïlooten ware 'er uit was gegaan , „ zeer fterk heeft aangezet, om die post weder „ op te vatten, en onder meer andere drangrede„ nen, 'er by gevoegd: dat indien hy Daniël dè „ Boer zyn Kapiteins plaatfe niet weder wilde aan-. „ neemen, hy zich daar door zeer gehaat, zoude „ maaken by de Maatfchappy; dat het aan hem,zyj, ne Vrouw en Kind gewrooken zoude worden. „ Dat dikwyls opentlyk van den Predikftoel, hee „ Opperwezen gebeden heeft, om toch de Wapenen „ der Patriotten te zegenen en voorfpoedig te maa„ ken. „ Dat na de volbrenging van. de zoo fchandely„ ke, als voor particuliere Perfoonen ftrafbaare „ expeditie naar Appingadam, en het pleegen van „ veelvuldige excesfen en baldaadigheden aldaar, „ de Godheid opentlyk van den Predikftoel heefc 11 gedankt, dat het goede werk der Patriotten zoo „ genadig van den Hemel gezegend was; en be» „ tuigd, dat men daar uit, en uit veele andere ge» l^jtige Poogingen, de klaare blyken konde zien XXXVII. Deel. P „ Van  225 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ van des Hemels zegen en hulpe op hunne daaden 3s en onderneemingen. „ Dac al mede opentlyk van de Predikftoel ge„ zegt heeft: dat de Prins van Oranje een Schelm ,t was, en als dat niet waar was, mogte men hem ,, de kop wel afhouwen, ftrykende te gelyk met „ zyn hand onder de kin door. „ Dat in de Lees-Sociteit, heeft gezegt: dat de Heeren van de Ommelanden alleen beminnaars „ en aankleevers van de Prins waren om hunDe „ ambtjes, want dat die Heeren anders zulke groo„ te Aristokraaten waren, dat als de Prins in een „ lepel vol water konden verzuipen, zy'er geen ,, emmer toe haaien zoüden. „ Dat zich ook aan het Crimen falfi fchuldig ge„ maakt, en 'er op toe gelegd heeft, om door val- [ fche by hem verzonnene en eigenhandig ont- worpene doch als van buiten ingekomenenieuws„ tydingen, de combustien te vermeerderen, en de heilzaame poogingen van de Hooge Overig- I „ heid tot herftelling van de geftoorde ruste, te I „ dwarsboomen en vruchteloos te maaken; waar I „ toe vooral de Extraordinaris Groninger Courant I s, van den 26 September 1787 gediend zoude heb- I „ ben, zoo diens uitgave welke reeds alomme in I „ deze Stad was aangekondigd, niet in tyds belet ware geworden*'. Alle het voorfcheevene, met betrekking tot gemelde vier Predikanten, zaaken zynde van verre uitzicht en het grootfte gewicht, welke de hoogfteindignatie van alle weidenkenden verdienen, en vooral in Predikanten of openbaare Leeraars te onverfchoonelyker zyn, naar maate zy daar door de lesfen van hunnen Grooten Zender moedwillig ve'rzaakende, de droevigfte onheilen voor Land en volk berokkenen kunnen; verrneenen de Heeren Uwer Ed. Mogende Gecommitteerden, dat het een der eerste zorgen van U Edele Mogenden behoord te zyn, om deze vuile bronnen, waar van meerder by tyd vervolg zullen  de Gebeurtenitfen in 1787 enz* voorgevallen. 2*7 Jen worden opgegeeven, en waar uit zoo veel kwaad hervoort is gekomen, zoo ipoedig mooglyk te floppen , en zouden dieswegen U Ed. Mogenden adivyfeeren. Ten eerften: dat gemerkt het zeer onvoegelyk» 'wanftaltig en hoogst gevaarlyk zoude zyn, om een [predikant die na afloop van wettige Proceduures by [Crimineel Vonnis aan hoogst ftrafbaare daadenfchul:dig verklaard, en van zoodaane euveldaaden is ge» :convinceerd, welke tot verftooring van de inwendige ruste, en nadeel van het algemeene welzyn [ ftrekken, verder in zyn post te laaten continueeren , :ën de zorge voor de Gemeente toe te betrouwen; ; beide eerstgenoemde Perfoonen Joöannes Dekens [Predikant te Zandeweer, en Jacobüs Janssoniu* Predikant op het Oostérnieland, door U Ed. Mo. igenden gedeporteerd en inhabil verklaard behoorden te worden, om in deze Provincie den Predikdienst waar te neemen; voorts de Collatoren vafl : gezegde Karfpelen tegelasten, om binnen drie maanden in ieders plaatfe een ander bekwaam PerfÖon i te beroepen, en aldus de vacante plaatfen te ver\ vullen. Ten tweeden: dat alzoo met betrekking tot het l buitenfpoórig gedrag van Ds. Wilh. Leon. Hanen: bergen, de Juftitie dus verre inadtief is gebleeveni ; authentique Copien van voorfchreeven informatien 1 gezonden diende te worden aan den Heer Drost der I beide Oldambten; met recommandatie, om de noodi1 ge zorge te draagen, dat ten dezen opzichte door I het uitoefTenen van goed , kort en overtoogen Recht, de Juftitie met kracht werkzaam zy, enten : fpoedigften dienaangaande werde geprocedeerd en ; gefententieerd, als in goede Juftitie en naardeWet» i ten van den Lande zal worden bevonden te behooi ren; dat wyders gemelde Predikant by provifie ed tot uitdracht van zaaken, van zyne Kerkelyke Bedieninge door U Ed. Mogenden gefuspendeerd, en dnar van aan het wel Eerwaarde Klasfis van den Oldambte en Wcsterwoldingerland kennis gegeeven P i be- i  228 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot behoorde te worden, met last om te verzorgen, dat t geduurende deze fuspecfie, den Predikdienst in de: Gemeente van de Beerca behoorlyk worde waargc noomen. Ten' derden: dat opzichtelyk den geaufugeerden i Predikant van Eenrum, Gerrit Jacob Georg Bacot;; naardien 'er ten hoogften de Juftitie aan gelegen il legt, dat dezelve over de tegens hem ingebrachte» beichuldigingen in Perfoon werde verftaan, en daar r van wordende geconvinceerd , loon naar werken i ontfange, by publyke advertentie eene praïmie vam duizend Caroly Guldens diende te worden uitgelooft, aan den genen, welken denzelven onder de: macht van U Ed. Mogenden Gecommitteerden zal. weeten te bezorgen, wordende ten dien einde Concept van zoodaane advertentie hier nevens, ter Approbatie van U Ed. Mogenden geprefenteerd. Aldus gedaan in het Provincie Huis binnen Gro-| ningen, op dingsdag den 25 November 1788. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande< zich met het uitgebrachte Rapport geconformeerd, en aan de voorige'Heeren Gecommitteerdèn geren-i voijeerd, om te bezorgen dat conform de welmee-: ninge van de Heeren Staaten worde geëxecuteerd,: zonder refumptie af te wachten. N°. 2897. Publicatie der Heeren Staaten van den l| December 1788, waar by 1000 Guldens wordm uitgeloofd aan die G. j G. Bacot, Predikant ze Eenrum, in Hun Ed. Mogendtns macht zal wee4 ten te bezorgen. Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling, No. 1265. bl. 169. No.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 229 N>. 2898. Re quifitoriaal-Brief van de Gecommitteerden tot handhaaving van de gevestigde Conftitutie der Provincie Stad en Lande van den 30 December 1788, aan de Hoog Graaft. Bentheim Steinfurtfche Regeering , ter intrekking van den gewezen Predikant G. J. G. Bacot. Zie dit Stqk in het XV. Deel dezer Verzameling, No. 1267. bl. 170. N°. 2899. Antwoord van de Hoog Graaflyke Bentheim Steinfurtfche Regeering van den 27 January .1789 , op voorfchreeven Misfive, waar by het verzoek tot intrekking van G. J. G. Bacot declineeren. Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling,' No. 1268. bl. 172. N°. 2900. Deduclie en Supplicq aan zyne Er luchtigheid des Heil. Roomf. Ryks regeerenden Graave van Bentheim Steinfurt, over gegeeven door Ds. G.. J. G. Bacot, gewezen Predikant te Eenrum, met de gev egde By lagen A, B, C, D. Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling, No. 1269. bl. 177' '■No. 2901. Declaratoir of opentlyke tegen-Verklaaring voor Ds. G. J. G. Bacot, aan eenige Courantiers ter plaatzing' toegezonden van den 21 December 1788. Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling, :bl. 214. P 3 No.  230 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 2p02. Wagt-Orden voor de Compagnie VrywiUyL gers te Eenrum van den 23 Maart 1785. Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling,, bl. 217. No. 2903. Brief uit Amfteldam gefchreeven den 20< September 1787, over de reden van de verlaatingi van Utrecht. Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling, bl. 219. No. 2904. Brief van Ds. G. J. C. Bacot aan dé. Groninger Courant-Drukfier, van den 24 Septem-t ber 1787. Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling, bl. 221. N°. 2905. Sententie van Luitenant en Hooftmannemï van den 29 January 1789, tegen Hendrik Calt, over baldaaaigheden te Appingadam begaan. Alzoo uit de ingewonnene informatien, beéédig^ de verklaaringen van Getuigen, en gehoudene'exa-i mina by Hendrik Calt, oud veertig jaaren, im Groningen gebooren, woonachtig te Ülrum, eni thands by dezen Hove gedetineerd, den Rechtem genoegzaam is gebleeken, dat de Gedetineerde op| den >t September 1787, des daags na dat Appin-i gadam door eene Corps gewapend Volk van diverfe Exercitie-Genootfchappen uit Hunfingo, endatvani Lopperfum in Fivelingp Kwartier; na met Kanoni en klein Geweer te zyn befchooten, is geinvadeerdi geworden, niectegenftaande de daar tegens achter- vol-fi  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 231 volgens 's Hoves Refolutie van den 10 July 1787» door het E. E. Gerichte van Winfum, des Gedetineerdes toenmaaligewoonplaatfe, gedaane Publicatie, met andere gewapende lieden onder Commando van hunnen Officier derwaards zynde gemarcheerd, en dien avond benevens Harm Niewold een huize van de Heer J. Smit Burgemeester dier Stad in Kwartier gekomen, den volgenden morgen den 13 September 1787, wanneer de Heer Smit niet te huis was, diens Vrouw, omtrent het vinden van een Geweer in de Azynbrouwery by opgemelde behuifinge, benevens zyne mede plechtige Harm Niewold, dan waar in hy Gedetineerde als de voornaamfèe word opgegeeven, door vloeken en bedreigingen zeer heeft geintimideerd, hun onder anderen uitlaatende, dat van het vinden van Geweeren kennis moesten geeven, en dat zich by ééde daar toe hadden verbonden: waar van het gevolg is geweest, dat (zoo als de Juffrouw Smit heefc verklaard, en onder ééde ook in confrontatie met den Gedetineerden erholden) op dat dit vinden van het geweer niet mogt worden aangebracht, en op die belofte, de Juffrouw Smit gemeld, zoo aan den Gedetineerden als aan Harm Niewold , ieder een enkelde drie gulden heefc gegeeven. Welke ontfangsc van de drie gulden en belofte van verzwyginge, de Gedetineerde ook niet heeft kunnen ontkennen» offchoon hy het bedreigen en intimideeren (het welk nogthands door de beéédigde depofitie van drie Getuigenis bevestigd)ontkennende, dezeontfangst van geld als eene vrywillige, uit eigene beweeging aangeboodenegifte, tracht te doen voorkomen. Dat vervolgens een Commando gewapend Volk by het huis van den Heer Smit zynde gekomen, om naar geweeren te zoeken ,den Gedetineerden zich by dat Commando heeft vervoegt en het zelve geinformeerd, dat hy het huis gevificeerd had en dat 'er geene geweeren waren, zoo als de Gedetineerde dit zelve heeft beleeden; daar nogthands hy bet P 4 ge-  232 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gevondene geweer zelve mede op de turfzolder had gebracht, en aldaar onder de turf verborgen, waar door het afpersfen van het by hem ontfangene geld onder belolte van geheimhoudinge,niet weinig word geftetkt : hebbende bovendien de Gedetineerde volgens verklaaringe van de Juffrouw Smit onder ééde en in confrontatie met de Gedetineerde, hoewel hy dit hartnekkig heeft ontkend, de Gedetineerde, paar dit voorval afzon derly ken buiten concurrentie van Harm Nu wold , de Juffrouw gemeld alleen te fpreeken gevraagd, en andermaal bedreigt dit nog te zullen aanbrengen , wanneer zy hem niet nog een dukaat gaf, zoo als zy dan ook die dukaat aan hem had gegeeven, waar van het alleen fpreeken, fchoon by de Gedetineerde zeer zorgvuldig ontkend, almede door de beéédigde dispofitien van drie Getuigen word geftaaft, ehde verdere omftandigheden; waar mede het vorderen en geeven van die dukaat hebben vergezeld gegaan, daar aan allen grond van twyffel ontneemen. Alle welke misdryven, niet ongeftraft kunnende worden gelaaten; is het dat de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen, na gezien en geëxamineerd te hebben den Crimineelên eisch van den Prokureurr Generaal dezer Provincie rat, Offic, uit naame en van wegens de Hooge Overigheid en Heerlykheid van Stad Groningen en Ommelanden recht doende, den Gedetineerden Hendrik Calt hebben gecondemneerd en condemneeren mits dezen: om geduurende de twee eerst volgende jaaren te zyn en blyven gebannen uit deze Provincie, mitsgaders de Heerlykheid Wedde en Westerwoldingerland, met inthimatie van zwaardere ftraffe, wanneer binnen dien tyd wederom binnen deze Provincie en Landen mogte komen, en condemnatie in de kosten en mifen van de Juftitie. Aldus gepronuncieerd op den Hove Provinciaal vap Stad Groningen en Ommelanden, op donderdag den ap January 1780. No.  de Gebeurtmisfen in 1787 enz. voorgevallen. 233 N°. 2qo6. Authorifatie op den Heer Prokureur-Generaal van den 13 February 1789, om over de bewerking en verteeaening van het zoogenaamd Rechtvaardigend Vertoogfchrift den 30 Augustus 1787 hy de Heeren Staaten ingeleverd , virfcheidene Perfoonen voor een Gommis f ar is van den Hove te doen denuntieeren. Gedelibereerd zynde over de Informatien door. den Prokureur-Generaal dezer Provincie, als mede den Secretaris N. Guichart als daar toe by 's Hoves Refolutie van den 20 February 1788 gequalificeerd, ten gevolge Refolutie van den loden Oclober jongst ingewonnen, en den 7den dezer door den Prokureur-Generaal ter Vergadering ingedient, nopens de Verteekenaaren van zeker zoogenaamd Rechtvaardigend Vertoogfchrift van de Exercitie-Genootfchappen in de Ommelanden, den 30 Augustus 1787 ter Staats-,Vergadering ingedient, en vervolgens ia druk uitgegeeven, op welke tyd en plaats die verteekening zy gefchied, en welke omftandigheden d3ar by hebben plaats gehad ; — als mede van een Request in April 1787, insgelyks ter Staats-Vergadering ingediend, met een verteekend Declaratoir daar toe relatief» ten tytel voerende: Vaderlandlievende belydenisfe der zuivere gevoelens van dé Exercitie-Genootfchappen in de Ommelanden, mede in druk uitgegeeven. fjebben de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen verftaan: dat Ds. Hofman Predikant te Middelftum, Sirp Elema mede aldaar, Geert Rëinders van Winfum, J. A. Hinzen van den Hoorn, G. Hof Schoolmeester te Lopperfum, B. W Ckotsinga mede aldaar, en Hero Minardi Weddeman te Zandeweer, alle Verteekenaars van voorfchreeven Rechtvaardigend Vertoogfchrift, en daar in als de voornaamften in aanmerking komende ; zullen worden gedenuncieerd, om in perfoon te moeten compareeren voor eenen Commisfaris van dezen Hove, geadfifteerd met den Prokureur-Generaal de* P 5 zer  234 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zer Provincie j en eenen Secretaris van dit Collegie; ttn einde aldaar verdaan te worden over zoodaane Eunten, als aan hen als dan zullen worden voorgeouden; als mede B. Knypinga van Appingadam, Jacob Thomas van Middelfrum, H. W. van Sysen van Zandeweer, Remge Jans van Uithuizen, en Harmannus Molder van Rasquert, op dezelve wy. ze aan voorfchreeven verteekening fchuldig ftaande; in de zaak welke vyf laatstgenoemden de Heer Hooftman Sickinghe reeds als Commisfaris benoemd zynde, wegens de actie uithoofde van de gewapende invafie van Appingadam tegens hen geëntameerd; zyn Ed. by dezen mede word verzogt en gecommitteerd, als Commisfaris te willen fungee. ren, m de zaak van de voorfchreeven twaalf Verteekenaaren, van het zoogenaamd Rechtvaardigend Vertoogfchrift opgemeld. No. 2907. Sententie van Luitenant en Hooftmannen van den 5 Maart 1789, tegens Gerrit Jacob Georg Bacot, Predikant te Eenrum. Zie dit Stuk in het XV. Deel dezer Verzameling, N°. 1270. bl. 221. No. 2908. Sententie van Luitenant en Hooftmannen van den 5 Maart 1789, tegens Jan Tjeerds Lantinga. Alzoo Jan Tjeerds Lantinga, gewoond hebbende te Onderdendam onder Menkeweer, na dat apprehenfie corporeel by dezen Hove tegens hem was gedecreteerd, zich op den 25 February 1788 van de Plaats zyner wooninge. vervolgens uit deze Provincie, en daar na uit de Republiek heeft geabfenteerd, en dus niet geapprehendeerd kunnen wor. den; maar dé Prokureur-Generaal dezer Provincie by  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. \g5 py 's Hoves Apostille van den 2den April daar aan Volgende, is geauthorifeerd geworden, omrat.offic. per ediStum ad valvas tegens den Latitant te proce. deeren, en dit edict, waar by de Latitant wierd gedagvaard, om, op de daar in gefielde termynen in Perfoon voor dezen Hove te compareeren, en te aanhooren zoodaanigen eisch en conclufie als de Prokureur-Generaal qq. tegens hem zoude willen doen en neemen, daar des behoord geaffigeerd; edoch de Latitant op de gefielde termynen den 22 May, 12 Juny, 3 July en 11 September 1788 niet synde gecompareerd; is dezelve fuccesfivelyk in de eerfte, tweede en derde Contumacie geteekend, en by het vierde termyn den nden September de vierde Contumacie tegens den Latitant en Defaillant verleend; hy verus contumax verklaard, en de Prokureur-Generaal qq. geauthorifeerd, om by Iotendith tegens hem te procedeeren. En de Prokureur-Generaal qq. deszelfs Intendith den 29 Oófober 1788 ter Vergadering hebbende ingediend, en daar by geconcludeerd: dat vermus de abfentie en contumacie van den Latitant en Defaillant dezelve verfteeken mogte worden verklaard van alle exceptien, en declinatoir, dilatoir en peremptoir, mitsgaders van alle defenfien en wheeren van Rechte , welke hy gecompareerd zynde, hadde kunnen en mogen proponeeren en doen, en voorts ten eeuwigen dage gebannen uit de Provincie van Stad en Lande en West-Woldingerland , zonder ooit daar inne te mogen wederkomen, op poene van zwaardere ftraffe; en eindelyk gecondemneerd in de kosten en mifen van de Juftitie, mitsgaders van den Procesfe, ofte tot andere zulke poenen als het Hof naar Rechte en Juftitie zoude oirdeelen te be hooren. Zoo is voorts uit de by het intendith overgelegde informatien, beéédigde depofitie van Getuigen als aan deze bewysdommen aan het Hof gebleeken, dat de Latitant en Defaillant Jan Tjeerds Lantinga , op den 11 September 1787 reeds voordemiddag van het  sjd' Verzameling van Stukken betrekkelyk tot het den voorigen dag, avond en nacht in Appinga dam voorgevallen kennis» en ookdenkelyk aanzoek tot adlistentie hebbende gehad, en ongeacht, dac nog korten tyd te vooren, achtervolgens 's Hoves Refolutie van den 10 July 17*7 , van wegens het E. Gerichte van Menkeweer, waar onder den Latitant was gedomicilieerd, eene zeer ernftige waarfchouwinge by Kerkenkondiginge en affixie aan alle de Ingezetenen was gedaan, om buiten fpeciaal confent van de Gerichten locaal, niet gewapend uit, door en in de Jurisdictie te trekken; met verfmaading van opgemelde 's Hoves Refolutie, en waarfchouwing van zynen domiciliairen Richter, zich heeft onderwonden, om na vooraf een wagen met Oorlogsammunitie uit zyn eigen huis te hebben doen vullen , als Commandant en aan het hoofd van een aantal Inwoonderen van Onderdendam, in den Wapenhandel eenigermaate geoeffend, (en naar de oirfpronkelyke inrichtinge en wille van den Souverein tot beoeffening van Wapenhandel alleen verzocht en aangemaand) met fchietgeweer, bajonetten en fabels voorzien, en nog daarenboven met zich voerende twee Rukjes Kanon en Ammunitie-wagen, uit de Jurisdictie van Menkeweer, in en door onderfcheiden Jurisdictiën tot in een ander Kwartier van de Ommelanden, tot aan de Lopperfumer tijle op te trekken; alwaar meer andere insgelyks in den Wa. penhandel geoeffende Lieden, mede met fchietgeweer, bajonetten en fabels gewapend, uit verfcheidene Karfpelen van Hunfingo en het Karfpel Lopperfum in Fivelingo Kwartier, door hunne byzondeje hoofden opgevoerd, zich onder des Latitants commando begeeven hebbende, diverfe Ingezetenen dezer Provincie door deze onwettig te famen getrokkene gewapende Lieden, in hun voorgenoomene reize zyn verhinderd, op de publyke Heerenweggewapenderhand terug gedreeven,eninhethuis van Pieter Jan Blauw aldaar in arrest en bewaaringe gefteld; en tot hunne gewapendeopmarsch, trivatim* door den Rechte onbezwoorene Perfoo. r nen,  de Gebeurtenisfenin 1787 enz. voorgevallen. 237 nen, zonder toedoen of believen des Rechters, gevangen gehouden. Dat na alvoorens fcherpe patroonen aan het Volk te hebben doen uidangen, de Latitant met deze gewapende hoop onder zyn bevel en de twee Rukjes Kanon en Ammunitie-wagen naar Appingadam zynde voortgetrokken, en aldaar een Commisfie uit die Stad, om naar de redenen van deze gewapende aantocht te vraagen, ontfangen, en voorts een half uur tyd verleend hebbende om Gecommitteerden van wegens de vier Burgemeesteren tot hem af te zenden; niet heeft gefchroomd, de Stad Appingadam onder zyn opperbevel, zoo uic het Kanon met kogels van ongeveer een half pond yzer, als uit klein Geweer by herhaaling te doen befehieten, zonder dat eenigen wederftand wierd gebooden, zoo dat flechts maar een enkele Getuige verklaard, dat maar een fnaphaans fchoot uit Appingadam is gedaan, op een afftand dat geen fchaade konde doen, en welke fchoot hy niet weet of wel met fcherp was gelaaden geweest, maar welke enkele fchoot nog door andere Getuigen word gezegc niet gefchied te zyn; zynde intusfchen een ongewapend Man en een weerlooze jonge Dochter, beidé in Appingadam woonende, door de fchooten van den onder des Latitants bevel ftaande Genootfchaps Lieden, gewond geworden. Dat alzoo de Latitant en Defaillant aan het fchenden van het Territoir van onderfcheidene Jurisdictiën, het uitoeffenen van publiek geweld en private gevangenisfe, het vyandelyk bejeegenen van de Stad Appingadam, waar by het meer de Goddelyke Voorzienigheid, dan des Latitants en zyner medeplichtigen voorzorge te danken is, dat flechts twee Menfchen gewond zyn, en niet een aantal van zyn onfchuldige Natuurgenooten het leeven hebben verlooren; ja waar uit, byaldien die zelve wederftand hadde kunnen worden en werkelyk was gebooden, een bloedbad en Burger-oorlog zeer lichtelyk hadde kunnen gebooren worden, fchuldig ftaat. Dat  538 Perrameling vm Stukken betrekkelyk tot ' Dat al wyders, na met deze gewapende macht en Ooriogs-tuig dé Plaats te hebben'overweldigd en. bezet gehouden, aan ongehoorde vorderingen en. aanmaatigingen, zoo met opzicht tot de Regeering i als de wettige gewapend^ Burgerye, het doen van zeer bedènkélyké Propofitien op het Raadhuis, de Regeenngsbeftelling en uitoefFening diredlelyk concemeerende, zich de Latitant en Defaillant heeft vergn epen; ook private gevangenisfen binnen Ap» pir gadam geëxerceerd, eene gewapende uittocht naar de Holwierder weg en hec vuuren aldaar met Kanon en klein Geweer gecommandeerd; en nog ook door het doen brengen van verfcheidene Eiden op de Stads weg by het inkomen van Appingadam, en dezelve door yzerwerk aan elkander vast hechten j fchikkingen gemaakt, dienftig om aan het inkomen van Kavallery, welke niet dan op hoog bevel derwaarts konde komen, hinderlyk te zyn. En eindelyk door met zyn opgevoerd Corps, onder verfterking en met afwisfeüng van Manfchappen, tot aanmerkelyk bezwaar èn overlast, op eigendunkelyke bepaalde inkwartiering van en by de Burgeren en Inwoondeten dier overheerde Plaats, geduurende verfcheidene dagen, (onder welke tyd ook diverie goederen uit der Inwoonderen huizen zyn vermist geworden, afpersfing van geld gedaan, en andere verregaande ongeregeldheden bedreeven) geen geringe fchaade veroirzaakt heeft; en zich, behalven menigvuldige gewelddaadigheden en ongepermitteerde aanmaatigingen , daaden veroirloofd, dewelke alleen de Hooge Overigheid te doen verrichten toekoomt. Alle welke euveldaaden eene eXemplaire ftrafoeffening vorderen; dan, vermits de Latitant en De. faiilant zich door zyne vlucht de handen van de Justitie heeft onttrokken, en hierom voor als nog dé verdiende ftraffe, aan hem niet kan worden geëxecuteerd; is het, dat de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen uit de naam en van wegens de Hooge Overigheid en Heerlykheid van Stad Groningen en Omme.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen* 230 tnelanden, Recht doende: den Prokureur-Generaal rat. offic. in zyn genoomene eisch en conclufie, wet gefundeerd hebben verklaard; en mitsdien den La» titant en Defaillant Jan Tjeerds Lantinga, uit hoofde van voorfchreevene contumacie verfteeken verklaard van alle exceptien declinatoir, dilatoir en peremptoir, mitsgaders van alle defenfien en wheeren van Rechte, welke hy compareerd zynde, had kunnen en mogen proponeeren en doen; en voorts ten eeuwigen dage gebannen uit de Provincie van Stad en Lande en West-Woldingerland, zonder ooit daar inne te mogen wederkomen, op poene van zwaardere ftraffe; en eindelyk gecondemneerd, in de kosten en mifen van de Juftitie, mitsgaders van den Procesfe, onder dewelke ten laste van den Latitant en Defaillant zal worden gebracht een fumma van agt honderd en zeventig guldens, waar op zyn aandeel by dezen Hove is, en mits dezen word bepaald in de, by den Hove getauxeerdeopftellen van geleedene fchaaden en impenfen voor zoo veel deswegens klachten by het E. Gerichte van Appingadam , ofte op de gedaane Publicatie by de Heeren Gecommitteerden zyn ingebracht; mitsgaders ook in de kosten van de gehoudene Commisfie te Appingadam, in de maanden Oclober en November 1787. Aldus gepronuncieerd op het Hof van Juftitie in Groningen, den 5 Maart 1789. N°. 2909. Sententie by Luitenant en Hooftmannen, den 16 Maart 1790 geveld tegens Dr. A. Tebbens , wegens deszelfs gehouden gedrag te Appin* gadam op den ii September 1787 en vervolgens. By dezen Hove zynde gezien en geëxamineerd, den Eisch en Conclufie van den Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. offic, genoomen in de Proceduures op bekomene authorifatie by dagvaardiginge in Perfoon begonnen, vervolgens gevoerd tegens Dr. Adam •  240 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Adam Tebbests, woonende te Appingadam; ea voorts gelet op alles wat in dezen te confidereeren ftond: zoo is het, dat de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen, uit naame en van wegens de Hoogé Overigheid en Heerlykheid van Stad Groningen erj Ommelanden, recht doende ter zaake deGedaj-vaarde in Perfoon, ten gevolge 's Hoves aanfchryvinge en Refolutie van den 50 Ju!y 178;, als Richter var] Lopperfum cum annexis, eene Publicatie aldaar van de Predikftoel hebbende laaten doen, ter waarfchouwing der Ingezetenen , van zich te onthouden en niet te onderftaao om buiten voorkennis en fpeciaal confent van het E. Gerichte, gewapend uit die Jurifdiöie té trekken, naar elders, noch zonder inroepinge van vreemde nabuurige Gerichten in derzelver Jurisdictie in 'te trekken, en naar welgevallen aldaar te ve.rblyven; zich niet heeft ontzien, om in den nacht of vroegen morgen van den ii September 1787, wanneer den voorigen dag het Exercitie-Ge? nootfchap te Appingadam, waar by hy Gedagvaarde als Collonel fdngeerende, onder zyn beftier afgeexerceerd, en daar by eenige disfenfien zynde voorgevallen, zulks tot verregaande ongeregeldheden aanleiding heeft gegeeven, met eenen Pieter Jans Arkema, toen als Chirurgyns knecht by J. ter Haar op Delfzyl woonende, en dien dag medé te Appingadam hebbende afgevuurd, uit het huis van de Bouwmeester Knypinga naar des Gédagva irdes behuizinge gegaan zynde, dezen Pieter Jans Arkema een Paard aan hem Gedagvaarde toeb. hoo. rende uit zyn land te doen haaien, met welk Paard Pieter Jans Arkema is uitgereeden om het gewapende Genootfchap van Lopperfum naar Appinga. dam ter hulpe te verzoeken, en welke boodfchap, fchoon rechtftreeks ftrydig en lynrecht inloopende met de door hem Gedagvaarde als Richter by Publicatie gedaane waarfchouwinge, Pieter Jans Arkema wel niet uitdrukkelyk by ééde durfc verklaareu op des Gedagvaardes verzoek of last, maar niet te min met zyn voorkennis te hebben verricht en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, z^z en f't gene ook de Gedagvaarde niet geheel heefc durven ontkennen, maar alleen het door hem gedaane verzoek of de lastgeevinge tot het verrichten van deze boodfchap ontkennende, moeten belyden, dac wel gedacht hadde, zulks het oogmerk vaa Pieter Jans Arkema. te zyn; dat voorts na dac roet andere gewapende Corps het Lopperfummer Genootfchap van Wapenhandel onder het vuuren uit het Kanon en klein Geweer de Stad Appingadam hadde geinvadeerd, de Gedagvaarde niet alleen deze contraventie van het Exercitie-Genootfchap van Lopperfum tegens zyn gepubliceerde ernftige waarfchouwing, ongeftoord en ongeftraft heeft gedoogd en gelaaten, maar zelve des daags na deze invafie op den 12 September 1787, zich mede benevens meer andere hoofden Van gewapende Corpfen op hec Raadhuis by de Vergadering der Regeering ter inftantie van den ingemarcheerden Collonel-Commandant Lantinga belegt, laaten vinden, enaldaaruicwyzens de Refolutie van dien dag, opentlyk erkend het door hem mede gedaane aanzoek of toevluchtneeming tot de nabuurige Exercitie-Genootfchappen ; ja onder hec doen van meer andere een ftil en vreedzaam Burger geheel, niet voegende voordellen, van Burgemeesteren en Eedgenooten verzocht, om het gedrag der Auxüiaire Genootfchappen en dat van Appingadam te laudeeren; dat al verder in deze Vergadering door hem bygewoond, onderfcheidene mingefchikte voorftellen aan de Regeering zyn gedaan, en daar onder, om de by 's Hoves Refolutie gedateerde en des ongeacht door gezette illegaale beéédiging van de Regeering op den 8 Maart 1787 van kracht en waarde te doen houden; dat wyders de Gedagvaarde zich ter dier gelegendheid heefc gemengd, in de uitoeffening van private gevangenisfen , door de zich in Appingadam toen onthoudende gewapende lieden ondernoomen, ook zich veroirloofd in den tyd van de bezethouding van Appin. gadam, over gewapende lieden bevel te voeren; en eindelyk, dat hy Gedagvaarde de vyf honderd ees* , 3 XXXVII. Deel. q  242 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en- zestig fcherpe Patroonen in de maand Maart 1787 hy het Exercitie-Genootfchap te Appingadam voorhanden bevonden, en op den 6den dier maand op 's Hoves Refolutie onder zyn bewaaring gefteld, om daar voor ten allen tyde responfabel te zyn, Biet heeft weeten te verantwoorden, alles breeder ten Procesfe vermeld. Den Gedagvaarden in Perfoon, Dr. Adam Tebbens hebben gecondemneerd in de breuke van tweemaal 80 Daalers, ten voor•deele van de Provincie, inwendig vier weeken in handen van den Ontfanger der breuken by dezen Hove voorvallende op te brengen, mitsgaders in de kosten van den Procesfe, onder dewelke ten laste van den Gedagvaarden zal worden gebracht eene fomma van vyf honderd Car. Guldens, tergedeelteTvke goedmaakinge van de fchaaden en impenfen en verdere kosten by gelegendheid van de gewapende optocht, invafie, en bezethouding van Appingadam cecaufeerd, voor zoo veel deswegers klachten by het E. Gerichte ofte op de gedaane Publicatie by de Heeren Gecommitteerden zyn ingebracht, by dezen Hove getauxeerd, ontzeggende den Prokureur. Generaal zynen verderen eisch. Aldus gepronuncieerd op het Hof van Juftitie in Groningen, op Dingsdag den 16 Maart 1790. N°. 2910. Sententie by Luitenant en Hooftmannen te* > gens den Bouwmeester B. Knypinga te Appinga- ■ dam, den 16 Maart 1790 geveld, By dezen Hove zynde gezien en geëxamineerd de s Eisch en Conclufie van den Prokureur-Generaal de- ■ zer Provincie rat. offic. in de Procedures op beko- ■ mene authorifatie, by dagvaardinge in Perfoon bé-■ gonnen, en vervolgens gevoerd tegens de Bouw- • meester Boele Knypinga, woonende te Appinga»< dam. en voorts gelet op alles wat in dezen te con- ■ fidereeren ftond; zoo is het, dat de H.Heeren Lui-I te.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 24 3 v tenanten Hooftmannen, uit naame en van wegens de Hooge Overigheid en Heerlykheid van Stad Groningen en Ommelanden recht doende, ter zaak den Gedagvaarden in Perfoon eenigen tyd voor dac het Exercitie-Genootfchap te Appingadam , waar by den Gedagvaarden als Adjudant fungeerde, in den jaare 1787 heefc afgeëxerceerd, zynde geweesC den loden September, zonder voorkennis en authorifatie van de Regeering, in zyn bewind en bewaaring hebbende genoomen een party yzere handgranaaten, welke ten getale van 43 gevuld in zyn huis zyn gevonden, des nachts na deze afvuuringe, waar by eenige disfenfie zynde voorgevallen , en zulks toe verregaande ongeregeldheden aanleidinge had gegeeven, in het Voorhuis van de zoogenaamde Ommelander Sociëteit , op het inkomen van drie Perfoonen, om de Wedman H. van Aalst en eenen Mense van Gyzel , welke met, op de ftraat riep, dat in dat huis wierden doödgeflaagen, daar uit te haaien, een yzere handgranaat heeft aangeftooken, welke aldaar is gefprongen; dat voorts de Gedagvaarde des morgens van den n September 1787 zich uit Appingadam hebbende begeeven tot naar het Appingadamfter Tolhek, en zich aldaar den geheelen dag opgehouden, tot dat een aantal gewapende Perfoonen uit diverfe Ommelander ExercicieGenootfchyppen, nevens dit Tolhek komende, hy Gedagvaarde zich over het diep heeft laaten zetten $ en by deze gewapende Bende, welke tegens de Stad Appingadam, en waar van hy Burger en medeRegent was, en welker Stads Privilegiën en Gerechtigheden hy had gezwooren met lyf en goed te zullen verdeedigen, zich vervoegd ; voorts mee deze troep naar Appingadam is opgetrokken, zich als van de zyde dezer gewapende Troep, nevens den Commandant met Gecommitteerden uit de Stad gezonden in gefprekken ingelaaten , en alzoo getoond de zyde van deze Aggresfeurs te kiezen; vervolgens wanneer de plaats uit Kanon en klein Geweer wierd befchooten, nevens voorfte Pelotton Q 2 me-  244 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot mede is opgemarcheerd, en alzoo zich aan de geweldaadige invafie van deze plaats mede fchuldig heeft gemaakt; dat de plaats overweldigd zynde, hy Gedagvaarde zich met een Commando gewapend Volk naar het huis van den Heer Burgemeester Smit heeft begeeven , wanneer van dezen en den Heer Burgemeester Gruis de Geweeren zyn afgevorderd , en deze twee Burgemeesteren op het Raadhuis zyn verzocht, waaromtrent de Gedagvaarde iiegts voorgeeft, dat ignorant is geweest van den last welke dit Commando was gegeeven ; dat wyders zich de Gedagvaarde heeft gemengd in de privaate gevangenisfen, ten tyde van de bezethouding door de gewapende lieden ondernoomen ; dat eindelyk de Gedagvaarde ter overtuiginge van zyn denkenswyze , om de heerfchende begrippen van dien tyd met den gewapenden arm door te zetten, waar van hy by die gelegenheid zulke fterke preuves heeft gegeeven, zich mede bevindt onder de Teekenaaren van een Request op den 24 April 1787 ter Staatsvergadering ingediend, op naam van de gewettigde Genootfchappen van Wapenhandel te Appingadam en Lopperfum, houdende zeer atroce befchuldigingen voor eenige Stemgerechtigde Ingezetenen en Landgebruikeren in het FivelingO' Kwartier; als mede nog onder de Teekenaaren van het, zoo om de grondbeginzelen als bedreigingen daar by onbewimpeld en onbefchroomd aan den dag gelegd, vooral in die tyden zeer bedenkelyk en hoogstgevaarlyke Declaratoir, door vier en tagtig zoo Gecommitteerden , Officieren als Onder-Officieren van de Genootfchappen van Wapenoefening geteekend, den 30 Augustus 1787 ter Staatsvergadering ingediend, alles breeder ten Procesfe vermeld. Den Gedagvaarden in Perfoon, de Bouwmeester Boelk Knypinga, hebbende gecondemneerd in de breuke van tweemaal tagtig Daalders ten yoordeele van de Provincie, inwendig vier weeken in handen van den Ontfanger der breuken by dezen Hove voor.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 2 {.5 voorvallende op te brengen, mitsgaders in de kos. ten van den Procesfe, onder dewelke ten laste van den Gedagvaarden zal worden gebracht eene fomma van vyf honderd Caroly Guldens, ter gedeeltelyke goedmaakinge van de fchaaden en impenfen en verdere kosten, by gelegenheid van de gewapende optocht, invafie en bezethouding van Appingadam gecaufeerd , voor zoo veel deswegens klachten by het E. E. Gerichte, of op gedaane Publicatie, by de Heeren Gecommitteerden zyn ingebracht, by dezen Hove gecauxeerd, ontzeggende den Prokureur-Generaal zyn verderen eisch. Aldus gepronuncieerd op het Hof van Juftitie in Groningen, Dingsdag den 16 Maart 1790. N°» 291 !• Sententie by Luitenant en Hooftmannen te' gen Jacob Thomas van Middelftum, den 18 Maait 1790 geveld. By dezen Hove zynde gezien en geëxamineerd den Eisch en Conclufie van den Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. offic. , genoomen in de Procedures op bekomene authorifatie by dagvaardinge in Perfoon begonnen, en vervolgens gevoerd tegens Jacob Thomas, woonende te Middelftum; en voorts gelet op alles wat in dezen te confidereeren ftond, zoo is het dat de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen, uit naame en van wegens de Hooge Overigheid en Heerlykheid van Stad Groningen en Ommelanden recht doende, ter zaake de Gedagvaarde in Perfoon tegens de achtervolgens 's Hoves Refolutie en aanfchryving van den 10 July 1787, door het E. E. Gerichte van Middelftum cum annexis (waar onder hy gehoorig was) by Publicatie aan de Ingezetenen ernftig gedaane waarfchouwing, van buiten Confent der Gerichten uit de Jurisdictiën hunner wooning niet gewapend te trekken, noch alzoo door of in andere Jurisdictiën te trekken, en Q, 3 ia«  246 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot naar welgevallen aldaar te verblyven, welke by be« kent dac cot zyn kennis is gekomen ; zich heefc veroirloofd, om zonder die bekomen Confent, op den II September 1787 als Commandant van en met een gewapend Corps uit het toen fubfifleerend Genootfchap van Wapenhandel te Middelftum, uit die Jurisdictie te trekken, onderfcheidene Jurisdictiën door te trekken, en zich by de Lopperfumer Til met andere foortgelyke gewapende Corpfen te cor.jungeeren, alwaar eenen Ai.bartus de Jüis , Derk Tjasses en Pieter Martinus , door de vergaderde Genootfchap» Corpfen in hunnen weg zyn gehinderd, in het huis van Pieter Jans Blouw in arrest getrokken, en onder bewaaring van gewapende Perfoonen gefteld j dat van daar met de andere Corpfen naar Appingadam is opgetrokken, en onder het befchieten uit Kanon en klein Geweer van deze plaats, dezelve mede is ingetrokken, aldaar met zyn onderhebbende Manfchap eenigen tyd verbleeven, en de plaats mede bezet heeft gehouden; dat voorts den avond van de invafie, nevens meer anderen zich op het Raadhuis heefc laaten vinden, wanneer de Burger-Officieren aldaar waren geciteerd en hen de Geweeren zyn afgevorderd, en geëischc is de afdanking van een federt onheuglyke tyden gefubfifteerd hebbende Corps; dat al mede den volgenden dag met meer andere Officieren van de gewapende Corpfen, heeft bygewoond de Regeesingsvergadering op het Raadhuis, ter inftantie van den Collonel Commandant Jan 'Jjeerds Lantinga belegd; in welke Vergadering naamens de Officieren van de gewapende Corpfen, vier fchriftelyke Propofitien aan de Regeering zyn gedaan, tendeerende ter bekoming van eenpaarige goedkeuring van het gedrag der gewapende Genootfchappen , dat het zoogenaamde Vrygezelien-Coips gelast zoude worden, ter nadere dispofitie hunne Geweeren op het Raadhuis te bezorgen , dat de éédftaaving van de Regeering tegens 's Hoves gedecreteerde flatus op deu 8ften Maart doorgezet, van kracht en waarde  de Gebewmisfm in 1787 enz. voorgevallen. 247 de zoude worden gehouden, en dat eenige Raads. Refolutien en geëischte breuken zouden worden vernietigd; dat de Gedagvaarde zich mede heeft fchuldig gemaakt aan het uitoeffenen van privaate gevangenis, ih het op den 12 September 1787 nevens RemgeJans aanhouden, eu aan een Corps gewapende Perfoonen overleeveren van de Wedman Jan Arents Buir en deszelfs Knecht Jacob Geerts; dateindelyk de Gedagvaarde mede heefc verteekend, de zoogenaamde Vaderlandlievende belydenisfe en het aldus genoemd rechtvaardigend Vertoogfchrift der Wapengenootfehappen in de Ommelanden den 24 A. pril en30 Augustus 1787 ter Staats-Vergadenng ingediend, niet alleen, maar dat gelyk de kennis geeving van het gebeurde te Appingadam en het aanzoek tot adfifteutie van de Genootfchappen aan hem is gefchied, en de yzere handgranaaten by B, Knypinga bevonden uit zyn huis zyn gehaald, ook alzoo dit zoogenaamd rechtvaardigend Vertoogfchrift by hem van elders het eerst is aangebracht, en door hem daar van aan de overige Officieren kennis gegeeven, het welk geen geringe 1'ufpicie opkevert, dat hy meer als andere in allen dezen is gekend en mede behulpig heefc geweest, alles breeder ter Procesfe vermeld, den Gedagvaarden in Perfoon Jacob Tomas hebben gecondemneerd in de breuke van tweemaal 80 Daaleïs ten voordeele van den Provincie inwendig vier weeken in handen van den Ontfanger der breuken by dezen Hove voorvallende op te brengen, mitsgaders in de kosten van den Procesfe, onder dewelke ten laste van den Gedagvaarden zal worden gebracht eene fomma van vyf honderd Caroly Guldens ter gedeeltelyke goedmaaking van de fchaaden, impenfen en verdere kosten by en ter gelegentheid van de gewapende optocht invafie en bezethouding van Appingadam gecaufeerd , voor zoo veel deswegens klachten by hec E. E. Gerichte ofte op de gedaane Publicatie by de Heeren Gecommitteerden zyn ingebracht, en welke by dezen Hove zyn getaxeerd. q 4 Ai-  248 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Aldus gepronuncieerd op ?t Hof van Juftitie in Groningen, donderdag den 18 Maart 1700. Stukken betrekkelyk een Request by de Heeren Staaten in Juny 1787 ingediend, tot het uit» voeren van Hooy; Ioopende van NA 2912 tot NV. 2926 ingeflooten. N°. 2912. Staats-Refolutie van den 22 Juny 1787, op de Requeste van Marten Lübbers en Conforten, Ingezetenen van Nuis, 't Nybert, Marum enz., over het vervoeren van Hooy uit en naar Friesland, op de confinien van beide Provinciën. Geleezen zynde de Requeste van Marten Lub* bers en Geert Doetzes, voor hun zelfs en als Gevolmachtigden van de meeste Ingezetenen van Nuis, Marum, 't Nybert en Noordwyk; te kennen geevende: dat federt ondenkelyke tyden een zeer groot gebrek van genoegzaam voeder van Hooy voor het Vee hebben moeten lyden, alleen voornaamentlyk daar aan toe te fchryven, dat bydejaarlykfche verhuuringe der Hooylanden in die contreijen, de Ingezetenen van Friesland voor aanzienlyke gedeeltens daar van Huurderen worden , en hun Hooy uit deze Provincie naar derwaards uitvoeren, zonder dat de Ingezetenen dezer Provincie eenig voeder hoegenaamd in Friesland mogen koopen of uitvoeren, ja zelfs niet van hun eigen Landen in die Provincie gelegen, doch door hun zelfs gebruikc wordende, verzoekende overzulks dat in dezen ten faveure van de Supplianten zoodaanig moge worden gedisponeerd, als bevonden zoude worden te behooren. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande, ds voorfchreeven Requeste gefteld ter nader exa• •• 5 men-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 240 men, in handen der Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie finances, op Rapport. N'. 2913. Staats-Refolutievan den 29 Juny i^ti^over het Rapport der Heeren Gecommitteerden lot dezer Provincie finances nopens het Request van eenige In, gezetenen van de Nuis enz. over 't vervoeren Van Hooy, om het zelve favorabel aan de Staaten van lf Friesland voor te draagen. Gedelibereerd zynde, op het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie finances, nopens het verzoek van de Ingezetenen van Nuis, Marum , 't Nybert en Noordwyk, luidende alé volgt. Edele Mogende Heeren I De Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden ingevolge en ter voldoeninge aan de Refolutie Commisforiaal, in dato den 22ften Juny laatstleeden, geëxamineerd hebbende de Requeste van Marten Lubbers en Geert Dootzes voor hun zelfs en als Gevolmachtigden van de meeste Ingezetenen van Nuis, Marum, 't Nybert en Noordwyk; te kennen geevende: dat federt jaaren herwaarts in deze en verdere Karspelen aan Friesland leggende, een zeer groot gebrek van genoegzaam voeder van Hooy voor het Vee hebben moeten lyden, voorbamentlyk daar aan toe te fchryven, dat by dejaarlyke verhuuringe der Hooylandenindieftreeken, de Ingezetenen van Friesland voor een aanzienlyk gedeelte derzelve Huurders worden, en het Hooy naar derwaards uitvoeren, zonder dat daar tegens eenig voeder hoe ook genaamd in Friesland mogen koopen of uitvoeren, zoo zelfs dat offchoon Eigenaaren zyn van Land in Friesland en het zelve gebruikende, echter het Hooy van daar niet kunnen vervoeren. Hebben dezelve ter gedeeltelyke voldoeninge Q" aan  250 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aan de verleende Commisforiaale, de eer te rapporteeren: dat van gedachten «ouden zyn, dat de Heeren Staaten van Friesland door U Ed. Mogen., den by Misfive behoorden te worden verzogt, om aan de Ingezetenen van gemelde Karspelen welker Landen mede in Friesland gelegen zyn, en daadelyk door hun gebruikt worden, te permitteeren hun Hooy en Stroo van daar na deze Provincie vry uit te voeren, zoo als tot hier toe geen zwaarigheid aan die van Friesland in zulken geval is toegebracht, en dat voorts zoodaane vryheid van uitvoer van nu af aan, aan de Ingezetenen van de aanzweitende Karspelen in beide Provinciën werden toegedaan. Aldus gedaan binnen Groningen, in 'c Provincie Huis op vrydag den 29 Juny 1787. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande, zich met het uitgebrachte Rapport geconformeerd, en de beide Heeren Syndikusfen benevens de Secretaris van de Provincie verzogt en gecommitteerd, de Misfive hier uit profiueerende te depecheeren, zonder refumptie af te wachten. Ne 2914. Request van Tjeerd Jans Lantinga en Conforten, by de Heeren Staaten ingediend den 19 Juny 1787, tegen het Request van de Ingezetenen van het Wester Kwartier van den 22 Juny 1787. Edele Mogende Hooge Heeren Staaten van Stad en Lande! De Ondergeteekenden alle Landgebruikeren en Ingezetenen dezer Provincie, geeven U Ed. Mogenden op 't onderdaanigst te kennen, hoe gewaar zyn geworden, dat op de jongde Staats.Vergadering is ingediend een Request door Dr. Upmeyer in qualiteit, als wegens eenige Ingezetenen van Niebert, Nuis, Marum en Noordwyk verteekend, van inhoud, dat verzoeken dat den uitvoer van Hooy uit  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 25 r uit deze Provincie mogte worden verboden, welk verzoek zoo geinformeerd zyn, Commisfumal is gemaakt. Nu vinden de Ondergeteekenden zich verplicht, U Ed. Mogenden op 't nederigfte onder 't oog te brengen, ingevalle U Ed. Mogenden onverhoopt (zonder de verdere Ingezetenen dezer Provincie, eerst hier over verftaan te hebben) eens gunftig op dit Request mogten disponeeren, welke fchaadelyke en nadeelige gevolgen, zoodaanige Refolutie voor 't grootfte gedeelte der Ingezetenen dezer Provincie zouden effectueeren, en wel voornamentlyk, voor deGebruikerender laage Landen , welkere gewasfen van Haver door de menigvuldige gevallen regen en hoog water, gansch niet favorabel, maar de Hooylanden daar tegens over 't algemeen zeer gunftig ftaan, en veele dier Ingezetenen zoo hunnë lasten als huuren uit de verkoop van 't Hooy moeten maaken, en wanneer den uirvoer van Hooy wierde belet, 'tzelve merkelyk in pryszoude daalen; daarenboven, dewyl hetgewas van'tgras, over 'c algemeen zeer overvloedig is, 'er geene vreeze voor gebrek opleeverd, dus dit verzoek enkel uit baatzucht van eenige weinige Ingezetenen, die gewoon zyn jaarlyks Hooylanden te huuren, tot groot nadeel voor 't grootfte gedeelte der Ingezetenen proflueerd; daar en boven zoude zoodaanig verbod, aan de weldenkende en Vaderlandslievende Provincie van Holland, welke dagelyks in haare heilzaame poogingen ten beste van 't lieve Vaderland, door eenige eigenbelang zoekende wordende gecontracarreerd, ftoffe van denken geeven, of zulks al weder gefchiedde, om die van Holland te kwellen , nademaal alle weidenkenden in deze Provincie overtuigd zyn, het meer dan tyd is (zullen de Ingezetenen dezer Provincie wier het noodzaa» kelyk is, om met de Provincie van Holland in een goede Allean:ie te blyven verkeeren) tegens beter weeten aan niet ongelukkig gemaakt worden. Zoo bidden en fmeeken wy U Ed. Mogenden om met de Staaten van Holland, en de verdere weldenken-  2J2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kende Provinciën en Steden, ter behoud van't Vaderland» de confert te willen ageeren. Weshalven verzoeken dat U Éd. Mogenden in 't Request van Dr. Upmeyer in qualiteit, als tot groot nadeel van het meeste gedeelte der Ingezetenen dezer Provincie zoude ftrekken, te difficulteeren, of anders eerst de welmeeninge van de verdere Ingezetenen dezer Provincie en derzelver confideratien in nee men. Onderdendam, den 26ften Juny en volgende da? gen. O. F. (was geteekend"} Tjeert Jans Lantinga , met nog 22 Ingezetenen, No. 2915. Staats deliberatien over het Request van Tjeert Jans Lantinga, den^Juny ij87, inT gediend, tegen 't Request van de Ingezetenen van de Nuis enz, over 't vervoeren van Hooy, Geleezen zynde de Requeste van Tjeert Jans Lantinga en Conforten, tengetalle van 23Perfoonen , alle Landgebruikeren en Ingezetenen dezer Provincie, vertoonende hoe ontwaarzyn geworden dat op de jongfte Staats-Vergaderinge een Request wegens eenige Ingezetenen van Nuis, Marum, 't Nyoert en Noordwyk, verzoekende, dat den Uitvoer van Hooy uit deze Provincie mogte worden verbooden, en welk verzoek Commisforiaal is gemaakt; verzoekende de Supplianten dat in dit Request, als tot groot nadeel van het meeste gedeelte der Ingezetenen zullende ftrekken, werde gedifficulteerd, of dat anders eerst de welmeeninge van de verdere Ingezetenen dezer Prpvincie mogte worden ingenoomen. Hebben de Heeren van de Stad wegens het Rapport  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 253 port ten dezen opzicht op heden uitgebracht, hiel over geene deliberatien gehad. — En hebben de Heeren van de Ommelanden het zelve gehouden in Advys. N°. 2916. Advys van de beide Leden van Staat, den 17 Juh 1787 voor gedraagen, over het Request van Tjeerd Jans Lantinga en Conforten, den loften Juny jongst ingediend. By refumtie wederom gedelibereerd zynde, over het Request van Tjeerd Jans Lantinga enConiorten, tengetalle van Perfoonen,alleLandgebruikeren en Ingezetenen dezer Provincie, verzoekende ten einde ia het Request van die van Nuis, Marum, 't Nybert en Noordwyk, betrekkelyk den uitvoer van Hooy werde gedifficulteerd. Hebben de Heeren van de Stad wegens het Rapport ten dezer opzichte op den 2Q{r.en Juny jongst, uitgebracht, hier over geene deliberatien gehad. . En hebben de Heeren van de Ommelanden verklaard, dat met de vereischte attentie hebben geëxamineerd het Request door Geert Jans Lantinga en andere Landgebruikeren en Ingezetenen dezer Provincie in het geheel vier- en- twintig in getal, op den 29ften der jongst verloopene maand aan de Heeren Staaten geprsefenteerd, daar in zoo veel gewichtige ftoffe van ernftige overweeging en foortgelyke bedenkingen hadden gevonden , dat hec Recht van de Hooge Overigheid niet kan gedoogen dezelve zonder nader onderzoek te laaten; dieswegen van advys zyn: dat het Origineele Request gezonden behoorde te worden aan de Heeren Luitenant en Hooftmannen van de Hooge Juftitie-Kamer dezer Provincie , ten einde hoe eerder zoo beter zich te doen informeeren omtrent alle de bedenkingen welke dit Request zoo overvloedig aan de hand geeft, in fpecie wie die genen zyn, welke de Inge-  254 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zetenen dezer Provincie tegens beter weeten aan, ongelukkig zoeken temaaken; voorts gaande, de bewerkers van dit Request en de Perfoonen die de Supplianten hebben misleid door de abuflve voorgeevmg, dat 'er een Request tot verbod van uitvoer van Hooy aan de Heeren Staaten ware geprsfenteerd; als mede de noodige zorge te draagen, dat door den Prokureur-Generaal overeenkömftig zyne Inftructie, het Recht van de Hooge Overigheid ten dezen opzichte behoorlyk gemaintineerd, en tegens de fchuldigen na de Wetten van den Lande werde geprocedeerd. N°. 2017- Advys van de beide Leden van Staat, van den 31 July 1787, over het zelfde onderwerp. By refumtie wederom gedelibereerd zynde over het Request van Tjeerd Jans Lantinga en Conforten , ten getalle van 23 Perfoonen, alle Landgebruikeren en Ingezetenen van deze Provincie , verzoekende ten einde in het Request van die van Nuis, Marum, 't Nybert en Noordwyk, betrekkelyk den uitvoer van Hooy, worde gedifficulteerd. <— Hebben de Heeren van de Stad de zaaken zelfs voor afgedaan gehouden en verklaard, dat de Heeren Staaten niet gewoon zyn attentie te geeven op de ingrediënten tot motiven der Requesten vermeld. En hebben de Heeren van de Ommelanden by hun Advys van den i7den July geperilfteerd. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 25j No. 2918. Misfi»e der Heeren van de Ommelanden aan Luitenant en Hooftmannen, van den 14 September 1787, waar by opgemeld Request wzbTjeerd Jans Lantinga ter nader onderzoek aan den ifove beveelen. Edele Mogende Heeren! Op den Landdag van den 22ften Juny laatstleeden, wierd aan de Heeren Staaten dezer Provincie Request geprefenteerd door Marten Lcbbers en Geert Dootzes, voor hun zelfs en als Gevolmachtigden van de meeste Ingezetenen van Nuis, Marum, 't Nybert en Noordwyk; te kennen geevende: dat federt jaaren herwaarts in deze en verdere Karfpelen aan Friesland leggende , een zeer groot gebrek van genoegzaam voeder van Hooy voor bet Vee hadden moeten lyden, het welk voornaamentlyk daar aan was toe tefchryven, dat niet alleen de jaarlykfche verhuuringe, van de Hooylanden in deze Contreijen wordende gehouden, de, Ingezetenen van Friesland voor aanzienelyke gedeelten van dezelve Huurderen wierden, en hua Hooy vervolgens uit de Provincie vervoerden» maar dat daar en tegens ook de Ingezetenen dezer Provincie geen voeder hoegenaamd, in Friesland mogten aankoopen of uitvoeren, zoo zelfs, dat fchoon zy Eigenaaren zyn van Landen in Friesland leggende, en het zelve gebruikende, echter het Hooy van gemelde Landeryen niet als in aller ftilte kunnen transporteeren, verzoekende zy Supplianten even daarom, ten einde in hun faveur ten dezen opzichte zoodaanig mogt worden gedisponeerd, als de Heeren Staaten zouden bevinden te behooren. Dat gaf den muitzucht aanleiding cm onder de Ingezetenen ten platten Lande te verfpreiden, dac voornoemde Request een verzoek behelsde om den uitvoer van Hooy uit deze Provincie te verbieden; en procureerde, dat op de Landdag van den apften dier  aj6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dier maand door vier-en-twintig Onderteekenaaren, zich alle noemende Landgebruikeren en Ingezetenen dezer Provincie, eens Request wierd ingediend, wiens finguliere inhoud den geest en hét oogmerk des bewerkers van het zelve maar al te klaar aan den dag leide. Wy hebben na het zelve tweemaal in Advys hadden gehouden, op de Landdag van den i7den July jongst verklaard: „ dat met de ver„ eischte attentie hebbende geëxamineerd het Re„ quest van Tjeerd Jans Lantinga en andere „ Landgebruikeren en Ingezetenen dezer Provincie, „ in het geheel vier- en- twintig in getalle, op den aoften der jongst verloopene maand aan de „ Heeren Staaten geprsefenteerd, daar in zooveel „ ftoffe van ernftige overweeging en zorgelyke be,, denkingen hadden gevonden, dat het Recht van dè Hooge Overigheid niet kan gedoogen dezel„ ve zonder nader onderzoek te laaten; en deswe„ gens van Advys waren: dat het origineele Re,, quest gezonden behoorde te worden aan de „ Heeren Luitenant en Hooftmannen van de Hooge Juftitie-Kamer dezer Provincie, ten einde hoé „ eerder zoo beter zich te doen informeeren om- trent alle déspedenkingen» welke dit Request zoo „ overvloedig aan de hand geeft, in fpecie wie die „ genen zyn welke de Ingezetenen dezer Provin„ cie tegens beter weeten aan ongelukkig zoeken te „ maaken; voorts aangaande de bewerkers van dit „ Request, en de Perfoonen, die de Supplianten ,, hebben misleid door de abufive voorgeeving, dat ,, 'er een Request tot verbod van uitvoer van Hooy aan de Heeren Staaten ware geprEefenteerd; als mede de noodige zorge te draagen, dat door de Prokureur-Generaal dezer Provincie overeenkom„ ftig zyne Inftrucfie, het Recht van de Hooge Ove,, righeid ten dezen opzichte behoorlyk worde ge„ maintineerd , en tegens de fchuldigen naar de „ Wetten van den Lande werde geprocedeerd". Dan hoe zeer ook alle reden voor dit Advys ffliliteerden, en wy dus billyk hadden mogen verwachten.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen 2,57 ten, dat de Heeren van de Stad geen de rninfte zwaarigheid zouden maaken om daar by te accedeeren, hebben wy nogthands moeten ondervinden, dat ons M>;de-Lid dit zoo hoognoodig onderzoek eerst trachte af te keeren door eene faloote, en tegens de Staats-Refolutie*-Boeken dirxef ftrydige verklaaring. dat de Sèeren Staaten niet gewoon waren attentie te neemen op ingrediënten van Requesten tot motiven aienepne, es naderhand door ftilzwygen dit Ruk buiten verdere deliberatie te ftellen: waardoor genoegzaam bewys ortfangeude, dat alles wat indeze troebele tyden geoeurt, by de Heeren van de Stad uit een geheel ander oogpunt, dan wel by ons word befchouwd , hebben wy heden gerefolveerd mede hier op ter Staarsvergadering te zwygen, en het zelve aldus te doen uitvallen : doch naardien geenszins onverfcriilhg kunnen aanzien, dat het bezwooren Reglement m:-t « oeten getreedende mis- 1 daaden ongeltraft gelaareo, en de losbandigheid den vryen teugel werdsr gevierd, hebben wy te gelyk beflooten aan U Èd. Mogenden als san wie de hand» haaving van hec Recht der Hooge Overigheid en de zorge dar geene delicten geconniveerd en ongeftraft werden gelaacen, zoo fter/c by het Reglement is -janbevoolen, van het voorgevallene de vereisen* te communicatie te geeven, en voorts alzoo het origineele verceek<.-nde Request onder de Secretaris van Staat is berustende, ü Ed. Mogenden te doen geworden, dat gene het welk voor de opgemelde Landdag van den 2Qfren Juny zonder eenige naamsverteekening aan onze Syndicus was bezorgd, ea waar on.ier de naam der Verteekenaaren naderhand door de eerfte Klerk ter Provinciaafe Secretarie con> form het origineele zyn geplaatst; wy venröuwen, dat U Ed. Mogenden, aan wie de hand waar m?de het Request gefchreeven is, niet onbekend kan zyn , geen oogenblik zullen haSfireeren , om de Juftitie, ten opzichte van deze affchuwelyke daad werkzaam te doen zyn, en beveelen U Edel MoXXXVII. Deel. R gen-  258 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genden in de gunftige befcherming des Allerhoog, ften. Edele Mogende Heeren! U Ed. Mogendens goede Vrienden, "Groningen, den Jonkeren, Hovelingen, Eigen. 14 September Erfden en Volmachten der 1787. Ommelanden tusfchen de Eems en de Lauwers. N9. 2919. Misfive van Luitenant en Hooftmannen aan de Heeren van de Ommelanden, van den 9 Oclober 1787, om te willen bezorgen het origineele Request in derzelver Misfive van den i^den September jongst vermeld. Edele Mocende Heeren! Door U Ed. Mogenden by Misfive van den I4den September jongst aan ons zynde toegezonden een Copieel Request door Tjeerd Jans Lantinga en eenige andere Ingezetenen op den 2s>ften Juny be voorens aan de Heeren Staaten van deze Provincie geprasfenteerd, in vertrouwen dat wy geen zwaarigheid zouden maaken om de Juftitie hieromtrent werkzaam te doen zyn. Wy hebben na examinatie van opgemelde Request noodig geoirdeeld, onze Heeren Gecommitteerden te authorifeeren, zich omtrent de opftellers en bewerkers van dit Request nader te informeeren, dan alzoo dezelve met eenige vrucht daaromtrent niets verder kunnen onderzoekep, ten zy aan hun het Request in originali, werde'ter hand gefteld, zoo vinden wy ons verplicht U Ed. Mogenden te verzoeken, zoodaanige maatregelen te willen neemen, ten einde aan ons het opgemeld Request in originali worde toegezonden. Waar  de Gebeurtmüjtn in 1787 enz. voorgevallen, 2jo \V;nr éecfe U Ei Mogenden beveelen in Godes heilige Protect.e, verbiyven. Edele 'Mogende Heeren! U Ed. Mogendens goede Vrienden, Groningen, Luitenant en Hooftmannen van den 9 Oclober de Hooge Juftitie-Kamer van 1787. Stad Groningen en Ommelan¬ den. N\ 2920. Misfive der Heeren Staaten van den 3 July 1788, whar by aan het Hof gezonden word het Request door T. J. Lantinga en Conforten den 29 Juny 1787 by Hun Ed. Mogenden ingediend. Edele Mogende Heeren! Wy zenden hier nevens aan U Ed. Mogenden dé Requeste door Tjeerd Jans Lantinga en andere Landgebruikers en Ingezetenen dezer. Provincie, op dè Landdag van den 29 Juny 1787 geprsefenteerd, mitsgaders de Refolutie daar op by ons op hed?n genoomen, aan welkers inhoud wy ons ge« draigen, in vertrouwen dat U Ed. Mogenden diens conform aan onze intentie wel zullen voldoen. , Waar mede, Edele Mogende Heeren! wy U Ed. Mogenden beveelen in de Protetlie dei Allerhoogften; Ü Ed. Mogendens goéde Vrienden, Groningen, den De Staaten van Stad en 3 July 1788. Lande. ft 2 No.  r2(Jo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 2921. Refolutie der Heeren Staaten van Stad en Lende van den 3 July 1788, opzichtelyk het Request «toot Tjeerd Jans Lantinga en Conforten, den 29juhj 1787 ter Staatsvergadering ingediend. Op het geproponeerde van de Heeren van de Ommelanden, wederom zynde gedelibereerd over het Request door Tjeerd Jans Lantinga en andere Landgebruikeren en Ingezetenen dezer Provincie, in het geheH 24 in getalle, op de Landdag van den 29 Juny 1787 geprajfenteerd , hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande goedgevonden en verftaan : dat het origineele Request gezonden zal worden aan de. Heeren Luitenant en Hooftmannen van de Hooge Juftitie-Kamer dezer Provincie, ten einde hoe eerder zoo beter zich te doen informeeren omtrent alle de bedenkingen, welke dit Request zoo overvloedig aan de hand geeft, in fpecie wie die genen zyn, welke de Ingezetenen dezer Provincie tegens beter weeten aan ongelukkig zoeken te maaken; voorts aangaande de bewerkers van dit Request en de Perfoonen die de Supplianten hebben misleid door de abufive voorgeeving, dat 'er een Request tot verbod van uitvoer van Hooy aan de Heeren Staaten ware gepreefenteerd; als mede de roodige zorge te draagen, dat door den ProkureurGeneraal overeenkomftig zyn Inftruótie het Recht van de Hooge Overigheid ten dezen opzichte behoorlyk gemaintineerd, en tegens de fchuldigen naar de Wetten van den Lande werde geprocedeerd. N°. 2922. Decreet van Luitenant en Hooftmannen van dc-> 25 Augustus 178», om Jacobos Früytier en Tjeerd Jans Lantinga in te trekken. De H. Heeren Luitenant en Hooftmannen gedelibereerd hebbende over de op heden ingediende confideratien en verzoek van den Prokureur-Gene raai  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. nor gevallen. 261 raai dezer Provincie, om het Request door Tjeerd Jans Lantinga en Conforten, den 29 Juny 1787 ter Staatsvergadering ingediend , by Misfive van den 14 September 1787 door de Heeren van de Ommelanden ia Copia en voorts by Misfive en Refolutie van den 3den July dezes jaars door de H. Hee. ren Staaten van Stad en Lande in originali aan den Hove gezonden, en by Refolutie van dezen Tafel van den sden July jongst, nevens de voorgenoemde Misfives en Refolutie gefteld in handen van den Prokureur-Generaal, om het Recht van de Hooge Overigheid behoorlyk te invigileeren, ten opzichte van de bewerkers, uitvoerders en verlei. ders van het ftellen en teekenen van den affchuwelyken inhoud van het zelve. Hebben den Prokureur-Generaal geauthorifeerd, zich op de fecuurfte wyze te doen verzekeien van de Perfoonen van Jacobus Fruytier en Tjeerd Jans Lantinga, en dezelve by provifie by den Hove in Gyzeling te doen verblyven: laatende aan de prudentie van den Heer Commisfaris en Prokureur-Generaal over, om zulks by denunciatie, ia Commisfie, of op een andere wyze te doen execu. teeren. No. 2923. Sententie van den 10 OBober 1788, tegen Jacobus Fruytier, by den Hove gepr.onmtieerd. Alzoo met de ingewonnene informatien, beéédigde verklaaringen van Getuigen en eigen vrywillige confesfie in de gehoudene Examina by Jacobus Fruytier, Lid van de Vergadering der Edel Mogende H. Heeren van de Ommelanden, en gecommitteerd tot het mede bekleeden van den Landdag, in den jaare 1736 te Schoonhoven gebooren, woonachtig op Buifum onder Oldekerk, en thands by dezen Hove gedetineerd, den Rechten genoegzaam R 3 \\  aÖ2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot is gebleeken, dat, wanneer op den 22 Juny des voorigen jaars 1787, door of naamens de meeste Ingezetenen van Nuis, Marum, 't Nybert en Noord, wyk . ter Staatsvergadering dezer Provincie was ingediend geworden een Request, waar by die Remonftranten zich beklaagen, dat federt jaaren herwaarts in die en verdere aan Friesland'leggende Karfpelen zeer groot gebrek aan genoegzaam voeder voor hun Vee moesten lyden, doordien by de jaarlykfche verhuuringe der Hooylanden in die contreijen, de Ingezetenen van Friesland voor aanzienlyke gedeelten van dezelve Huurderen wierden, en hun Hooy vervolgens uit de Provincie vervoer-, den, daar zy Remonftranten geen voeder, hoe ook genaamd in Friesland mogten aankoopen of uitvoeren, en zelve Eigenaaren zynde van Landeryen in Friesland leggende, en die gebruikende, het Hooy dan niet in aller ftilte van daar konden transporteeren; zy overtuigd, dat het doelwit en oogmerk van de Heeren Staaten alleen was, het welzyn hunner Ingezetenen zoo veel mooglyk te behartigen, verzochten dat ten hunnen faveure, zoodaanig ten dien opzichte mogte worden gedisponeerd als vermeend zoude worden te behooren; en dit verzoek tot een voorwendzel wordende genoomen, om even als of het zelve tendeerde om een algemeen verbod tot uitvoer van Hooy uit deze Provincie te bewerken, een zeer zonderling Request de Heeren $caa. teB aan te bieden, waar van de inhoud zoo zeer bedenkelyk aan Hun Ed. Mogenden is voorgekomen, dat Hoogstdezelven hebben goedgevonden dat Request in originali aan den Hove toe te zenden, ten einde zich te doen informeeren omtrent alle de bedënkingen, welke het zelve zoo overvloedig aan de hand gaf, ais mede te doen inquireeren op de bewerkers van het Request en de Perfoonen welke de Supplianten hadden misleid door de abufive voorgeeving, dat'er een Request tot verbod van uitvoer van Hooy aan de Heeren Staaten ware geprsfen- teerd,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 763 teerd, de Gedetineerde aan deze twee faken van bewerking van dit zoo zeer bedenkelyk Request en de mislekiinge door abuiive voorgeeving, dat 'er eett Request tot verbod van uitvoer van Hooy zoude zyn geprafenteerd, zich heefc fchuldig gemaakt, als hebbende hy Gevangene geconfesfeerd , hec welke ook uit andere bewysmiddelen geblykc, te zyn de Steiler van dit Requesc, waar toe naar zyne verklaaringe het voorftel aan hem was gedaan op de Burger-Sociëteit, toen nog hier aanwezig, en welk Request hy des daags na het gedaane voorftel hebbende vervaardigd, op die zelve Societeic hadde gecommuniceerd, alwaar het was goedgekeurd, zynde hec zelve voorts door hem Gevangene ter affchryvinge bezorgd, en na zulks met een eigenhandig briefje, houdende aan Tjeerd Jans Lantinga te Onderdendam, in een Couvert gedaan gecachetteerd, en van een Opfchrift aan Tjeerd Jan» Lantinga voorzien, waar na hec zelve volgens onderlinge met Tjeerd Jans Lantinga gemaakce affpraak, aan denzelven was verzonden om het ce laaten verteekenen: zoo als ook dan door opgemelde Tjeerd Jans Lantinga en nog drie- en-twintig Perfoonen, dat Request, gedeeltelyk te Onderdendartt gedeeltelyk alhier in Groningen verteekend, den 29 Juny van het zelve jaar 1787 ter Staatsvergaderinge is ingediend. Hebbende de Gedetineerde, ongeacht hy moet belyden het Request van de Ingezetenen van Nuis, Marum, *t Nybert en Noordwyk nooit te hebben gezien, geleezen ofte hooren leezen, ea eerst dien zeiven avond, op dewelke het beflaic genoomen was, om een Request daar tegen in te dienen gehoord, dat 'er zuiic een Request op de Landdag was geweest, en ongeacht dat hem als Lid van de Ommelanden en Staats vergaderinge gëfchaapene gelegendheid om zulks vooraf te onderzoeken, en dat Request te zien en leezen, niet gefchroomt, door zyn opftel de verteekenaaren aan Hunne Souverein te laaten voordraagen. R 4 « Dac  26"4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ,, Dat zylieden gewaar waren geworden, dac een „ Request ter Staatsvergadering was ingediend, van „ inhoud, dat de ui!voer van Hooy uit deze Pro,, vincie mogt worden verboden» en dat geinfor,, meerd waren, dat dat verzoek Commisforiaal was „ gemaakt; en dat zy zich daarom verphcht von„ den, de H. Hoeren Staaten ot>der het oog te „ brengen, de fchaadelyke en nadeelige gevolgen ,, van het inwilligen van zulk een verzoek, als het „ welke uit enkele baatzucht van eenige weinige, „ gewoon jaarlyks Hooylanden te huuren, tot groot ,, nadeel voor het grootfte gedeelte der ingezetenen ,, proflueerde, ook zich niet ontzien, daar op te ,, laaten volgen : dar bovrndien zoodaane verbod aan de weldenkende en Vaderlandlievende Pro„ vincie van Holland, welkedaaglyks in haare heil„ zaame poogicgen ten besten van het lieve Va„ derland door eenige eigen belangzoekende wor,, dende gecontracarreerd, ftofFe van denken zou. de geeven dat zulks alweer gefchiedde om die van 4, Holland te kwellen; voorts aldus te vervolgen, „ nademaal alle weidenkenden in deze Provincie overtuigt zyn, het meer dan tyd is, zullen de ,, Ingezetenen dezer Provincie , wier het nood,', zaaklyk is om met de Proviccie van Holland in „ een goede alliantie te blyven verkeeren, tegens ,, beter weeten aan niet ongelukkig gemaakt wor,, den, waar de Gedetineerde de Supplianten hun„ ne Overigheid doet bidden en fmeeken, om met „ de Staaten van Holland en verdere weldenkende Provinciën en Steden, ter behoud van het Va„ derland de eorcert te ageeren"; befluitende voorts hiermede het R. quest, dat de H. Heeren Staaten mogen difficuiteeren in het verzoek van de Ingezetenen van de Nuis, Marum, 't Nybert en Noordwyk, als ',ot. groot nadeel van het meeste gedeelte der 1/igezetenen ftrekkende ofte anders eerst de welmeeninge van de verdere Ingezetenén dezer Provincie verftaan Waar dooit alzoo de Gedetineerde, die als Lid van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 265 van de Ommelanden en Staats-Vergaderingen beter konde eh behoorde te zyn onderrecht, de onkundige onder de Verteekenaaren van het by hem geconcipieerde Request, op eene verregaande wyzeheefc misleid, om de Ingezehenen van vier Karspelen in de Ommelanden, zonder eenigen zweem van fchuld, van baatzucht by den Souverein te in» crimineeren, en welke laï teriyke befehuldiging diensvolgens mede op hemredundeerd, voorts zeer nadeelige inpresfien omtrent een verkeerde en kwalyk behandeld Staatsbeftuur in dac onrustig tydgewricht op de Gemeente maakt: zyn eigene onrustige denkbeelden daaromtrent door andere zyn wettige Souverein doet openleggen, en ia het aangericht werpen; ja Hoogstdezelve, ofte ten mioften eenige der Leden van de Staats-Vergadering opentlyk beichuldigd, dat zy 'er op uit zyn, om dè Ingezetenen, tegens beter weten ongelukkig te maaken ; eenige Provinciën en Steden van net Bondgenootfchap, als omtrent het behoud van het Vaderland min weldenkende dan Holland» en die alzoo dachten voorfteld; en eindelyk een min voegende en feditieufe taal, om niet te disponeeren, alvoorens de welmeeninge der verdere Ingezetenen en derzelver confideratien in te neemen, met opzichte tot hunne wettige Overigheid, de Suppli-, anten in den mond gelegd. Van alle welke atroce misdryven de Gedetineerde zich geenszins kan zuiveren, door voor te geeven, dat hem hier toe het voorftel is gedaan , ofte dat hynaar de opgaave zoude hebben geconcipieerd, door dien hy niemand weec re noemen, welke hem dat voorftel gedaan heeft, of door wien Je z&i.'x a door hem in order gefteld zyn, ópgeeveh en welk geval hy nog niet onfchuldig konde wjrden gehouden; nog ook kan zyne voorgewende onkunde, wat door het ge.ftelde bedoeld heefc, of de toen generaal rouleerende denkbeelden, erkende confufle in het opftel, en dat als particulier, maar niet als Staats-Lid heeft gefchreeven, hem tot verfchooR 5 ning  fifJé" Verzameling van Stukken betrekkelyk m Ding dienen, veel minder nog dat hen» voordeelig zoude kunnen zyn, dac hy den inhoud voor reekeüing van de Verteekenaaren wil laacen, en dat hy zelve niet geteekend heeft, daar dit veel eer eenzeer nadeelig denkbeeld van des Gedetineerdes character opieeverd, dat hy ten koste van die genen, weike door hem misleid zyn, tracht te veroncfchuldigen. Alle het welke zynde zaaken van zeer narteeiige gevolgen, en door niemand ftraffeloos te pleegen, maar vooral in een Lid van Regeering hoogst ftrafbaar, zoo is het, dat de H. Heeren Luitenant en Hooftmannen gezien en geëxamineerd hebbende den Crimineelen eisch van de ProkureurGeneraal dezer Provincie rat. Offic. ; en voorts gelet op alles wat ter materie was dienende en heefc mogen moveeren, uit den naame en van wegens de Hooge Overigheid en Heerlykheid van Scad Gro. Dingen en Ommelanden Recht doende, den Gedetineerden Jacobüs Fruytier, hebben gecondemneerd, en condemneeren hem by dezen, om opentlyk aan de Crimineele Rolle het aan de Heeren Staaten boven vermelde gepraefenteerde Request, waar van door hem het origineele is geconcipieerd met eigen handen te verfcheuren, en voorts onwaardig verklaard, zoo als doen by dezen, om als Lid van Staats- en Ommelander Vergaderingen te concinueeren, en inhabiel om immer wederom daar toe te kunnen worden geadmitteerd, met condemnatie in de kosten en mifen van deze proceduures*, ontzeggende den Prokureur-Generaal zynen verderen eisch. Aldus gepronuncieerd op het Hof van Juftitie in Groningen, op vrydag den io Oclober 1788. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 267 No. 2924. Misfive van Lui'enani en Hooftmannen aan. de Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 11 Oclober 1780, waar by kennis gegeeven word van de^Sententie tegens J. Fruytier geveld. Edele Mogende Heeren! U Ed. Mogenden by Misfive van den sden July. jonast aan ons hebbende doen toekomen Hoogst, derzelver Refolutie dien dag genoomen, omtrent een Request door Tjeert Jans Lantinga eaandere Landgebruikeren en Ingezetenen yan deze irrovincie, op de Landdag van den 29 Juny 1787 geprefenteerd, als mede dat Request in originali} en die ftukken by onze daar op gevallene Keiolutie zynde gefteld in handen van den Prokureur-Generaal dezer Provincie, om zich naar den inhoud van U Ed. Mogendens Refolutie te gedraagen; is daarvan het gedeeltelyk gevolg geweest, dat na genoomene informatien en verdere bewysdommen .de Perfoon van Jacobus Fruytier , Lid van de Vergadering der H. Heeren van de OmmelandeD, en gecommitteerd tot het mede bekleeden van den Landdag, by ons in detentie gefteld, en het Proces tegens hem voldongen zynde, daar in is gcfententi--. eerd, en die Sententie op gisteren aan de Crimineele Rollë gepronuntieerd, en ter executie gelegt. Wy hebben gemeend U Ed. Mogenden hier van kennisfe te moeten doen toekomen, en die Sententie U Ed. Mogenden toezenden. Waar mede wy U Ed. Mogenden in de gunftige befcherming des Allerhoogften aanbeveelende, verblyven. Edele Mogende Heeren! ü Ed. Mogendens Dienstwilligen, Groningen , Luitenant en Hooftmannen van den 11 Ocfober de Hooge Juftitie-Kamer vm 17S7. Stad en Lande. j 1 1 No.  268 Verzameling van Stukken betrekkelyk m N^. 2925. Staats-Refolutie van den 19 November 1788, gevallen op de Sententie tegen J. Fruytier van den loden, en op de Misfive daar over van 't Hof den ixden dezer, met 't gene daaromtrent by de Heeren van de Ommelanden is gerefolveerd. Gedelibereerd zynde over het jde Artikel van de Propofitie, behelzende de Misfive van Luitenant en Hooftmannen van de Hooge Juftitie-Kamer van den uden Oef ober jongst, tér geleide vaneenCri. mineele Sententie tegen den Perfoon van Jacobüs Fruytier, by hun gevallen. Hebben de Heeren van de Stad zulks voor Notificatie aangenoomen , en hebben de Heeren van de Ommelanden aan hun Mede-Lid kennis gegeeven , dat hunnen Secretaris Guichart gelast en geauthorifeerd hadden, den naam van Jacobus Fruytier uit de Monfter-Rolle der Ommelander Comparanten te roijeeren. NB. By de Heeren van de Ommelanden eodem da* to voorts gerefolveerd, Jac. Fruytier te deleëreh als Richter van Platvoets-huis, en de Dienaars gelast voor hem in de Vergaderplaatfen, Kerken enz. geene dèuren te openen. No. 2926. Sententie van Luitenant en Hooftmannen tegens Tjeert Jans Lantinga, van den 5 Maart 1789. Alzoo uit de iugewonnene informatien, beéédigde verklaaringen van Getuigen, gehoudene exami na en vrywillige Confesfie van Tjeert Jans Lantinga, oud volgens verklaaring zestig jaaren, geboortig te Bolsward in Friesland, laatst woonachtig te Onderdendam onder Menkeweer; en thands Gedetineerde in's Hoves Gevangenisfe, den Rechten genoegzaam is gebleeken: dat ter gelegenheid, dat 'er door, of naamens de meeste Ingezetenen vaa  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 269 van Nuis, 't Niebert, Marum en Noordwyk op den 22 Juny 1787 alhier eer Staats-Vergadering een Request ware ingediend, by 't welke dezelven in de allerdecentfte termen Hun Ed. Mogenden zaakelyk remonftreerden het grootenadeel, 't welke zydoor 't verbod van uitvoer van Hooy uit de Provincie van Friesland, offchoon van haar eigen Landen aldaar kwaamen te lyden in tegenoverftelling van het groot gemak en voordeel 't geen de Ingezetenen dier Provincie door de jaarlykiche inhuuring van Hooylanden aan de Grenzen gelegen, en de onverhinderde uitvoer van het Hooy derwaards, mogte gebeuren ; imploreerende zy Remonftranten dies wegens van de Heeren Staaten dezer Provincie» hoogst derwelker doelwit en oogmerk zy erkenden te beftaan, het welzyn hunner Ingezetenen, zoo veel mooglyk te behartigen, zoodaanig in dezen te disponeeren, als ten hunnen faveure zoude vermeend worden te behooren; hy Gedetineerde op voordracht, gelyk hyzegt, van Jacobus Fruyter op de toen exfteerende Burger-Sociëteit alhier, dat? °er een algemeen Request tot verbod van uitvoer van Hooy ter Staats-Vergaderinge waare geprefenteerd heeft ingeftemd en afgefprooken, dat daar tegens eene in fchyn contra Remonftrance door gemelden Jacobus Fruyter zoude worden opgeftelden aan hem Gedetineerde na Onderdendam ter teekening toegezonden: 't welk ook alzoo zynde gefchied , heeft hy Gedetineerde geen zwaarigheid gevonden het zelve eerst te teekenen; vervolgens ten huize van zyn zoon JanTjeerts Lantinga voorgeleezen, en door even genoemden, en eenige aldaar aanwezende Perfoonen doen teekenen, gelyk zulks door hem Gedetineerde nog dienzelven avond aldaar ten huize van Egbert Jans, en den volgenden morgen in Groningen in de Herberg, het Blauwe Paard, by nog een aanzienlyk aantal Ommelander Ingezetenen is ondernoomen, en hy daar in gereusfeerd: dat Gedetineerde al wyders dit Request aan J. Versteeg heeft ter hand gefteld, met be-  270 Vft!afding van Stukken betrekkelyk tot /belasting, om daar ram de noodige Copyen af te -fchryvcn, en ter Sf aars-Vergadering te bezorgen s voorts den gemelden j. Versteeg daar voor te i'alarifeeren. . , . Dat hy Gedetineerde dus niet heeft durven loochenen, maar moeten bekennen één dervoornaamile -mede-bewerkers en uitvoerders te zyn geweest van dit Request , in 't welke de Ingezetenen van vier Karspelen in het Wester-Kwartier der Ommelanden , die hem nooit eenig leed hadden gedaan, maar op de gepaste en eerbiedigde wyze de hulp van bunnen wettigen Souverein imploreerden , aan IHoogscdézelve worden voorgedraagen, als uit enIcele baatzucht te handelen, en dus hun eigenbelang boven dat van 't algemeen te dellen: in 't «welke zoodaane inveüives en hoonende uitdrukkingen zyn ter nedergeffccld, die nergens anders op kunnen worden te huis gebracht, als op de Hooge' Souvereine Staats-Vergadering dezer Provincie, ofte eenige individues derzclve, in 't welk geen dè minde verband of famenhang tusfchen de motiven daar inne geallegecrd en de conclufie zelve gevonden word, en dus enkel en alleen getorqueerd, en ingericht, om de heerfchende begrippen en bezondere oogmerken van dien tyd, hoe verderfféJyk ook, ter Staats-Vergadering voor te brengen, en ware het mooglyk te doen gelden; in 't welk men eindelyk de Ver teekenaaren in het Iaatde lid der Conclufie tot die ongehoorde ftoutheid durft brengen, om van de Hooge Souvereine Staats-Vergade•ring te vrasgen, eer en bevoorens als dan te disponeeren vooraf de welmeening en confideratien der Ingezetenen in te neemen. En offchoon de Gedetineerde in de gehoudeneesawiina, ter zyner verfchooning heeft trachten in te brengen, dathy hier mede geene andere bedoeling hadde gehad dan het voordeel der Negotie, dat hy door j. Froytier Schelmachtig ware bedroogen, en dat hy gemeend had op denselven als een toenmaalig Lid van Staat genoeglaam vertrouwen te mogen en moeten dellen;  de GebaiTt-enisfen in 1787 enz. voorgevallen. 271 Ier ; heeft echter de Gedetineerde zich niet alleen moecen bekiaagen over zyn verregaand onvoorzichtig gedrag, maar ook volmondig avoueeren, dat dat Request hoo-jsc beleedigend voor den Souverein» en op onwaa-e voorgeevingen gegrond was, dermaate zelfs, dat zyne handel wyze indezen hem Gedetineerde zoodaanig op zyn gemoed gedrukt en gewerkt had, dat by zyne terugkomst uit Munfteriand te Winfchooten, en vervolgens onderweegs hoorende dat J. Fruytier in hechtenisfe was gebracht , hy uit vreeze van om dezelve misdaad te zullen worden ingetrokken, terftond btflooten had het Territoir dezer Provincie te verlaacen, en zich voor de Rechterfj ke perfecutie ter fchuil te houden, het gene ook van dat gevolg is geweest, dat de Prokureur-Generaal dezer Provincie rat. Offic:» by Apostille van den 2 Odtober 1788 zynde geauthorifeerd, tegens hem als Latitant per Ediclum ad) valvas re procedeeren j op de gezette termynen hebbende verfcreegen, de eerfte , tweede en derde Contumacie, by Gedetineerde zich niet dan daags bevoorens het laatfie termyn heeft gefifteerd, en als toen in hechtenisfe is getrokken. Dat al wyders by onderzoek is gebleeken, en door de Gedetineerde bekend, dat hy eigenhandig mede heeft verteekend een Request in de maand April 17, onvermoeide lafharcigfte en fchaadelyk- „ fte kunlterearyen, om de Genootfchappen ver- j, haat re maaken, en meer foortgelyke expres- „ fien". Behelzende dus verregaande befchuldigingen tegens dai gt-.deelte hunner Mede-Ingezetenen, welke niec tot de gewapende Genootfchappen behoorden, en meer ingericht om de heerfchende begrippen van dien tyd, met den gewapenden arm door te zetten, dan wel dienstbaar te zyn aan de herftel.ling van eendracht en rust, gelyk de Gedetineerde zelve tor htrhaaietre toe heefc moeten bekennen» die uitdrukkingen in evengenoemde Request gebezigt, beleed)gend te zyn, eö meer gefchikt om de gemoederen te verwyderen, dan te faamen te brengen. Dat eindelyk de Gedetineerde heeft moeten erkennen zyn eigene naamsverteekening en gedeeltelyke voorleezing onder en van het Request den 3° Augustus 1787 ter Staats-Vergadering dezer Provincie ingediend, en kort daar op in druk uitgegeeven, onder het opfchrift: ,, Rechtvaardigend 3, Vertoogfchrift en zoo eerbiedige als vrymoedi,, ge verklaaring der wettige Wapengenootfchappen 3, in de Ommelanden, afgeperst door 's Hoves Re•3, folutie van den 10 July 1787". Een ftuk opgevuld met de aller verderffelyké grondbeginfelec, ter ondermyning en omverwerping van alle Richteriyke authoriteit, en 't welk men durfc fluiten met het Hof van Juftitie te bedreigen, dat de uitvoering van de aangehaalde Refolutie zoude worden aangemerkt; „ als een geweldaadige handhaavinge van dezelve, en als een privaatof Per3, foonlyk geweld der byzondere Leden van den ,ss Hove"; welk ftuk de Gedetineerde meer dan eens heeft bekend hoogst beleedigend te zyn. Door alle wcike mede-verteekeningen, voorleeizingen, aanpryzingen en verfpreiding van zulke de  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallèn. 273 de Wet én Overheid hoonénde Addresfen, dé Gedetineerde grootelyks het zyne heeft toegebracht, om de onftuimige en inconftitutioneele begrippen van dien tyd hoe langs hoe meer voedfel te geeven» en het zaad van onrust aan den gang te houden, dan het in zyn geboorte te helpen fmooren. Al hec welk zynde zaaken van veele nadeelige gevolgen » en in eene Maatfchappy, waar Wet en Orde vi« geerd, biet te gedoogen, maar integendeel tenüitterften ftrafwaardig. Zoo is het dat de H. Heeren Luitenant eh Hdofcmanen, naar rype deliberatien gelet hebbende op" alles, wat ter materie dienende was, en konde moveeren, uit de naam en van wegens de Hooge Overigheid en Heerlykheid van Stad Groningen en Ommelanden, Rechtdoende, den Prokureur-Generaa!. dezer Provincie rat. Offic. in zyne genoomene eisch en conclufie wel gefundeerd hebben verklaard, en dien ten gevolge den Gedetineerden TJeert Jan* Lantinga hebben gecondemneerd, gelyk gecondemneerd word by dezen: om opentlykin deze Vier* fchaar hoorbaar, woordelyk deze bekentenisfe te doen: ,, dat hy betuigd zyn oprecht berouw en j, leedweezen over al het verregaand beleedigea,, de, en de booze uitdrukkingen, welke in de drie Requesten ter Sententie vermeld, en door hem „ verteekend ten laste van de H. Heeren Staatett „ dezer Provincie, mitsgaders Luitenant en Hooft- mannen van de Hooge Juftitie-Kamer van Stad eO ,, Lande, en een aantal Ingezetenen Van het Five,, lingo- en Wester-Kwartier zyn voorkomende» „ vraagende dièswegeos God en de Juftitie ootmoe* ,, dig om vergiffenis." Voorts gecondemneerd in de breuke van driemaal tachtig Daalders ten profyte van de Provincie, inwendig vier weeken naar pronuntiatie dezes , aan handen van den Ontfanger der Cameraale Breuken op te brengen, en verder in de kosten en mifen varï de Juftitie en dezer Procesfe. XXXVII. Deel. S At*  274 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Aldus gepronuncieerd op het Hof van Juftitie in Groningen, Donderdag den 5 Maart 1789. No. 2927. Publicatie van Luitenant en Hooftmannen van den 27 Juny 1787, tegen de baldaadigheden» welke 'er op 't Zant en elders plaats hebben. Wy Erf-Stadhouder, Luitenant en Hooftmannen van de Hooge Juftitie-Kamer van Stad Groningen en Ommelanden, doen te weeten. Hoe uit het Rapport door de Heeren onze Gecommitteerden, tot de zaaken van het FivelingoKwartier aan ons gedaan is gebleeken, dat federt eenigen tyd verfcheiden meest jeugdige en minderjaarige Perfoonen zich hebben onderftaan om by de Kerk van 't Zand exs elders in de Rechtftoelen van het Zand en Zandfter Eester-Recht, zoo by dage als by nachte te faamen te rotten, en zich aan allerhande baldaadigheden mitsgaders het befchimpen en verguizen van andere hun ontmoetende Perfoonen, te faamen of elk in het byzonder fchuldig te maaken, waar uit zeer ligt verregaande oneenigheden, en daadelyke onheilen zouden konnen voort, fpruiten. Zoo is het, dat wy tot bewaaringe van de algemeene ruste en veiligheid, noodig hebben geoir. deeld allen Inwoonderen van gemelde Rechtftoelen , of aldaar zich ophoudende, op het ernftigfte te gelasten, zich van alle buitenfpoorige daadelykheden te onthouden, ook niemand met woorden, fpotnaamen of zingen van fchimpliederen als anders te beleedigen, of eenige faamenrottingen ftrydig met het algemeene welzyn te houden, maar integendeel zich onderling te gedraagen, als ftiüe vreedzaame en goede Ingezetenen betaamd, ofte dat anderszins de Overtreeders, na de Wetten van den Lande zullen worden geftraft, zoo als in goedé Juftitie zal bevonden worden te behooren; voor■ be-  de Geiïeurtenhfèfi ih I7S7 enz, voorgevallen, 273' behoudens nogthands, in allen deelen onze verdere overweegingen, nopens het Recht van de Hoogé Overigheid, als mede het E. E. Gerichte ter plaatfe wegens het reeds gepleegde; En op dat niemand eenige onweetendheid zal mogen voorwenden, zal dezen op naasten zondag voor- en nademiddag van den Predikftoel worden afgeleezen, als mede aan de Kerkdeur en de Rechthuizen van het Zand, en Zandfter Ëester-Rechc worden aangeflagen. Aldus gedaan ter Vergadering op de Hooge Juftitie-Kamer van Stad Groningen en Ommelanden j op woensdag den 27 Juny 1787? (geparapheerd) S. GOCKINCA, Vti Ter Ordonnantie der H. Heereü voorfchreeven. S. W. TJassens , Secr-et. - No. 2928. Misfive van DireBeuren der Burger-Socié± teü te Meppelt aan de Commisfie der Correspondent iie te Groningen, van den 17 July 1787. Zie dit Stuk in het III. Deel dezer Verzameling*1 No. 354. bl. 266. No. 2929. Misfive van de Commisfie der Correspondentie te Groningen aan DireBeuren van de Vaderlandfche Sociëteit te Meppelt, over het gedrag der Militairen te Groningen van den 28 July 1787. Zie dit Stuk in het III. Deel dezer Verzamelings No» 355. bl. 268. S 2 tioj  276 Perzameling van Stukken betrekkelyk tot Ne. 2930. Staats-Refolutie van den 17 July 1787» waar by de ingekomene berichten over het gedrag van het Regiment van den Generaal Luitenant van ' Sommerlatte, gefield worden in handen van den Heer Prokureur-Generaal dezer Provincie tot nader onderzoek. Door de Heeren van de Stad geproponeerd zynde, of niet de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie finances behoorden verzocht te worden, het gedrag van het Regiment van den Luitenent Generaal van Sommerlatte te Arnhem in Guarniioen leggende, en ter repartitie van deze Provincie (taande, byen ter gelegentheid der ongeregeltheden onlangs in die Stad voorgevallen, waar toe eenige voorhanden zynde Brieven aanleidinge geeven, en daar van ter Vergaderinge te rapporteeren. Waar over gedelibereerd zynde, hebben deHee-' ren Staaten van Stad en Lande goedgevonden en verftaan, dat de drie Brieven uit Arnhem van den 5den dezer,de eene geteekend WillemBoekholt, êene R. Roelfs , en de derde Take Bockes en Geeste Sanders, betrekkelyk de aldaar gepleegde desorders en plunderingen, gefteld zullen worden in handen van den Prokureur-Generaal dezer Provincie , om zich ten fpoedigften omtrent derzelver echtheid teinformeeren, en van zyne bevindinge aan de Heeren Staaten Rapport te doen, zullende deze Refolutie zonder refumptie mogen worden uitgebracht. — En hebben voorts de Heeren van de Stad dezen gefteld in handen van de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie finances op Rapport, Stuk-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 277 Stukken betrekkelyk de erreezene differenten tusfchen de beide Leden van Staat in dg Provincie Stad en Lande; Ioopende van N . 2931 tot N°. 2967 ingefloocen. No. 2931. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan Hun Hoog Mogenden van den *4 September 1787, waar by klavgen over de infruEtie hunner Rechten door de Heeren van de Siad met het invadeeren der Ommelanden door gewapende Manfchappen. Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, No. 537. bl. 79. No. 2932. Misfive van dezelven aan zyne Doorluchtige Hoogheid van den 14 September 1787, met verzoek • om hun Addres heden by Hun Hoog Mogenden ge. daan, te appuijeeren. Doorlüchtigste Vorst en Heere! Wy hebben de eer Uwe Doorluchtige Hoogheid by dezen te doen geworden Copy eener Misfive en Bylaage door ons aan Hun Hoog Mogenden dè Heeren Staaten Generaal afgevaardigd, en tot wiens inhoud wy ons om onnoodige rediteste vermyden, by dezen refereeren. Wy vertrouwen dat Uwe Doorluchtige Hoogheid met geen minder indignatie als bevreemding, daar uit zalverneemen de facheule fituatie, waar in wy ons en alle onze vreedzaame Ingezetenen door de irreguliere en geweldige demarches van den Breeden Raad dezer Stad zich thands bevinden, en met ons wel zal begrypen, dat 'er geen tyd verlooren S 3 moet  Verzameling van Stukken betrekkelyk ut moet gaan , om aan ons en onze Ingezetenen krachtdaadige hulp en adfiftentie te verleenen. Wy verzoeken dieswegen op het ernftigfte, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid zoo door het appuijeeren van ons Addres aan Hun Hoog Mogenden als anderszins,alle mooglyke middelen in het werk gelieve te ftellen, waar door voor verdere onderdrukking en overheerfching beveiligd worden, en het effect van eene Contlitutieop bezwooreneTractaaten, Wetten en Reglemencen gegrond, ten vollen genieten mogen. Waar mede wy God Almachtig bidden, dat dezelve Uwe Doorluchtige Hoogheid in zyne Heilige befcherming wil bewaaren, en verblyven Doorluchtigfte Vorst en Heere! Uwe Doorluchtige Hoogheids Dienstwillige Dienaaren, Groningen, den Jonkeren, Hovelingen, Eigen14 Septemb. ' Erfden en Volmachten der Om- 1787. melanden tusfchen de Eems en de Lauwers. (was gef.) G. Lkwe, vt. Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfchreeven, (was get.) F. j. Güichart, Secret. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 279 No. 29^. Refolutie van Hun Hoog Mogenden van den 22 September 1787, op de Misfive der Heeren van de Ommelanden, waar by het belang van de Stad' in dezen verzoeken, -metexhortatie, om zich te onthouden van 't gene aanleiding tot verdeeldheid zoude geeven. Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, Nb. 539. bl. 86. No. «7034. Propofitie der Heeren Gedeputeerde Staaten van Stad en Lande, dm 26 September 1787 ter 'uitfchryvmg van den Landsdag gedaan, om in deze hachelyke t^dsomjlandigheden te willen vergaderen, en ten nutte van den Lande en diens Ingezetenen befluiten te neemen. Edele Mogende Heeren! Daar de ontroerenfte tydingen thands algemeen bevestigd worden, dat het zwaard des Oorlogs door het inrukken van vreemde Troepes, buiten bewilliging of voorkennis der gezamentlyke Bondgenooten, op het grondgebied van deze Republyk reeds uitgewogen, daar de fchaadelykfte verdeeldheid en de droevigfte verwyderinge in den boezem van ons Land thands tot die hoogte is geklommen, dat men reeds de bitterfte tooneelen van oproerige beweegingen en deszelfs rampzalige gevolgen , op zoo veele plaatfen binnen deze Republyk, zonder dac deze Provincie daar Van is bevryd gebleeven, geopend ziet; ja zelfs de ongelukkigfte verwoestingen op meer dan eene plaats binnen deze Geünieerde Provinciën reeds zyn aangericht, dan kunnen, dan mogen wy voor U Ed. Mogenden niet verbergen ónze rechtmaatige vreeze en bekommeringe , of niet welligt zulk een droevig onweer al mede naar deze Provincie zcude kunnen overftaan en uitbarften, of fchoon het ten overvloede bekend is, dat S 4 met  a8o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot met opzicht tot deze Provincie geene redenen hoegenaamd voorhanden zyn . waarom men daar van niet met reden beducht zoude moeten zyn. Het is dei halven uit enkel befef van onzen dunren 1&£4 en plicht, dat wy om ons voqr U Ed. Mogenden, zoo wel als voor de goede Ingezetenen dezer Provincie , ten allen tyde onverantwoordelyk te ft;el|en, allezints vaardig en bereidwillig zynde, om zoo veel in ons is, mede te werken tpt voorkominge van alle te vreezene onheilen, gemeend hebben niet te mogen itille zitten, maar in deze kommervolle qonjundtuure van tyden, U Ed. Mogenden op bet ootmoedigfte, en by'alles wat hun dierbaar zyn kan, te bidden en fmeekén, dat U Ed. Mogenden, aan wien de behoudenis van deze Provincie, mitsgaders Je eer, het leeven en de goederen van deszelfs Ingezetenen zoo duur is aanbevoo!;:n, zonder uitftel de noodige deliberatien zullen gelieven aan te leggen, en fpoedige middelen te beraamen, waar door alle onheilen nog in tyds zouden kunnen worden geweerd. Wy bekennen gaarne.dat 'er ongelukkige omftan- digheden zouden kunnen plaats hebben, welke hier. aan eenigzins hinderlyk zouden kunnen geoirdeeld worden te zyn; wy betreuren zulks met de leevendigfte aandoeninge van ons hart, en verliezen onze aandacht en oyerdenkinge , in het akelig vooruitzicht van zulk een zee van rampfpoeden. Dan Ed. Mogende Heeren! het water is aan de lippen gekomen, de rood is groot, en het is den Hemel bekent, welk lot dit goede Land, 'c welk een fchat bezit om aan deszelfs Bewooners een tydelyk en eeuwig geluk te verfchafFen, te wachten heeft, byaldien deszelfs belangens niet fpoedig met veréénde, krachten worden by de hand genoomen. Dit toch, Ed. Mogende Heeren! zyn algemeene belangens, van welker al of niet behartigicge, de behoudenis of het verderf van zoo veele üwer mede-Ingezetenen afhangt, waar voor ieder Lid der Regeeringe zich met dieren éède verbonden heef?, en ten allen  de Gebeurtenisje» in 1787 enz. voorgevallen* 281 tyden verantwoordelyk zyn zal, en namaals blyven. Dat dan U Ed. Mogenden, met zydeftelling' van particuliere verfchillen, 'er tusfchen beide mogte zyn, daar toe fpoedig , krachtdaadig en eendrachtig onder 's Hemels zegen mogen befluiten, is onze hartenwensch, eerbiedig verzoeken en vuurige beden. N°. 293 7. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan de Heeren van de Stad van den 16 September 1787, waar by declareeren, dat zoo lang geen fatisfaStie over het violeeren van hun Territoir hebben bekomen , noch Staatsvergadering , noch Provinciaale Commisfien zullen houden. Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, No. 541. bl. 9». N°. 2936. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 26 September 1787, waar by wegens het fchenden van hm Territoir door de Stad, voor dat Satisfaétie hebben bekomen, de Staatsvergaderingen en Provinciaale Commisfien afbreeken, alle Generalüeits en Provinciaale Commisfien furcheeren , uitgezonderd de Heeren Gedeputeerden en de Rekenkamer in tantum. ï Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, No. 542. bl. 93- S 5 N°*  282 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 2037. Refolutte der H eren van de Ommelanden van den 16 September 1787, waar by wegéns liet' "JcheHden ^anhet Ommelander Territoir met gewapend Volk dor-r de Stad, het Stapelrecht nu en voor altoos vernietigen, en de Ingezetenen daar tegens '' gudrandeeren. „ Nadien de Heeren van de Stad» door het vyan-, delyk aanvallen en fchecden van het Ommelander Territoir met gewapende Manfchappen en Oorlogsv tui**, alle banden van verèen'ging, welke dus verre tusfchen de.beide Leden hebben beftaen, willekeurig hebben verbrooken, • en dus de Ommelanden mede volkomentlyk ontflaagfen zyn van alle verplichtinge, waar aan geduurende deze vereeniging gehouden ware,n, en aan geeperhapde Contracten en Deeifien tusiVhen beide Leden opgericht of ergaan,. meer zyn gebonden, maar thands in -den volften zin' zyc te tug.^.ekeeid...tot die vryheid en pnafhangjyjr-, heid, welke dezelve voor de vereeniging met de Srad tot eert lichaam genoten: zoo hebben de Hee-" XëÜ van'de Ommelanden ten nutte hunner goede Ingezetenen-., w-elke bykans twee eeuwen onder het öndfaaglyk juk d'ëS Stapelrechts zóo oTirechtmaatig hebben'gebukt gegaan, uit kracht der Souvereinitelt*, hun als Repraïfentanten der vrye. en onafhanglyfee Ommelanden cqmpèreerende, goedgevonden en gerefolveerd, het Stapelrecht, nu en voor altoos te vernietigen, en de Ingezetenen mits dezen te ontflaao vSrpMla balden en verplichtingun, waar aan uit dien hoofde waren gehouden, onder de fterkftel verzekering en belofte van dezelve voor alle fchaade en nadeelen, hun deswegen te wachten, te zul« len hoeden en guarandeeren. Zullende van deze Refolutie by Publicatie aan de Ingezetenen kennis worden gegeeven. Coll. Conc. No.  de Gebeurtenis/en in 1737 enz. voorgevallen, 283 N°. 2938. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 26 September 1787 ,waar by om die zelve redenen de Staas Plucaaten van den 31 December 1784 en 24 Jamary 1785, voor zoo verre de Ommelanden betreft, worden buit>n effeSt gefield, en mitsdien de Genootfchappen gedisfolveerd en het draagen van Oranje gepermitteerd. Ter Vergadering zynde voorgedraagen, of niet daar wegens de van Stads zyde feitelyke verbreeking van den band der vereeniging, welke dus verre tusfchen de beide Leden heeft plaats gehad, thands geene Staarsbefluken kunnen wordeu geformeerd, het Lid der Ommelanden op deszelfs eigen Territoir, deszelfs hoog gezag diende te doen gelden, en met intrekking van de Plakaaten van den 31 December 1784 en 24 January '78?, zoo verre dezelven de Ommelanden mede betreffen, mits dezen tot voorkoming van alle onheilen en desorders de gewapende Genootfchappen te disfolveeren, en teffens te voldoen aan de vuurige begeerte der Ingezetenen, om door het draagen van Oranje-Linten en andere verfierzelen van die kleur, hunne oprechte liefde en genegenheid voor zyne Doorluchtige Hoogheid en Hoogstdeszelfs Huis opentlyk aan den dag te leggen, en hunne vreugde te kennen te geeven over het blyde vooruitzicht, dat HoogstdezeL ve van alle verongelykingen en wederwaardigheden bevryd, binnen korten tyd overal in alle zyne erflyke rechten en waardigheden volkomentlyk herfteld zal zyn. Hebben de Heeren van de Ommelanden na gehoudene deliberatie goedgevonden en gerefolveerd, mits dezen, voor zoo veel de Ommelanden aangaat, in te trekken en buiten effect te ftellen de Plakaaten van den 31 December 1784 en 24 January 1785; en voorts te disfolveeren de gewapende Genootfchappen, gelastende de Ingezetenen zich van alle gewapende byeenkomden en fa» menrottingen te onthouden; met bedreiging, dat die genen, welke zich hier tegen mogten verzetten, of  284 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ©fanderen daartoe aanzetten, als verftoorders der gemeene rust zullen worden geftrafc; permicteerende voorts aan alle Ingezetenen het draagen van Oranje-Linten en andere verfierzelen van die kleur, zonder dat iemand daar in verhinderd of daar toe ge« noodzaakt zal mogen worden; zullende voorts hec Plakaat, waar by het luiden der klokKen (zonder publykeauchoriteit of voorkennis van die genen, aan welke daar over het toeverzicht is aanbevoolen verboden was, om alle wanorders en famenrottin» gen voor te komen, in volle kracht en waarde verblyven. En hebben voorts de EJeeren van de Ommelanden, de Concept-Publicatie ten dien einde geapprobeerd en gearresteerd. N:>. 2939. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan Hun Hoog Mogenden van den 26 .September 1787 , waar by hun over derzelver Refolutie van den %ifien dezer beklaagen, en kennis geeven van de Refolutie heden by hun genoomen» Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling. H". 540. bl, 88. Nu. '-940. Misfive van de Heeren van de Stad aan de Heeren van de Ommelanden van den 26 February 1787, aanbiedende Heeren Gecommitteerden ter vereffening dier gefchillen, waarom de Staatsbefoignes zyn afgebrooken. Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, No. 552. bl. 136. No.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 285 No. 2941. Misfive van den Breeden Raad der Stad. Groningen aan Hun Hoog Mogenden van den 8 Oclober 1787, in antwoord van derzelver Refolutie van den 22ften September bevoorens, waar by verklaaren daar aan te defereeren, en ten dien einde alle middelen te hebben geadhibeerd. Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, No. 544. bl. 97. en IX. Deel No. 811. hl. 147» N*. 2942. Antwoord van de Heeren van de Ommelan-, den aan de Heeren van de Stad van dm 9 Oclober 1787 op derzelver Misfive van den 26ften September jongst, accepteerende de voorgefiaagene befoignes , om ie bepaalen de poinBen van Satisfactie voor -de Ommelanden, mits daar toe geen Gecommitteerden werden benoemd, welke tot de disfentie'hebbengecoöpereerd. Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, No. 553. bl. i37« No. 2943 Misfive van Burgemeesteren en Raad aan de Heeren van de Ommelanden van den 13 OBober 1787, waar by Gecommitteerden benoemen tot het byleggen der differenten ; met verzoek dat zulks insgelyks by de Heeren van de Ommelanden gefchiede. Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, No. 554. bl, 138. Ne.  stgtS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 2944. Misfive der Heeren van de Ommelanden aait de Heeren van de Stad van den 17 OEtober 1787, Waar by met Heeren Gecommitteerden, den i^den dezer by de Stad benoemd, de Commisfie tot asfopiatie accepteeren, en.mede hunne Heeren Gecommitteerden opgeevem Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, No. ss5- bl. 139. No. 2945. Verfcheide voorfiagen en overgiften doorbeide Leden van Staat, ter wegneeming der onderlinge gefchillen gewisfeld, als van den 6 November 1787. . . Verz. VI. D.No. 55fja. bl. 14L No. 2946. den 15. ———556b. bl. 142. No. 2947» den 30. — 5515c. bl. 143. No. 2948. den 4 December 1787. " 55öd- bl. 145. No. 2949. den 10. - 556e. bl. 146. No. 2950. den 21. 557a. bl. 148. No* 2951. den 18 January 1788. - 557b- bl. 153. No. 2952. den 19. t- ——— 557c. bl. 158. N°. 2953. den 28. —■* 'WJ——557d.bl.lj9. No.  ie Gebeurtenisfm in 1787 enz. voorgevallen, 2Ö7 3$ö. 2954. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan zyne Doorluchtige Hoogheid van den 6 February 1788, waar by klaagen over de behandeling van Hun Hoog Mogenden, over't gedrag van Burge» meesteren en Raad, en over de Heeren Gedeputeerde Staaten, verzoekende deszelfs gezag, om de Landdagen weder te houden. Zie dit Stuk in. het- VT. Deel dezer Verzameling* N;. -63. bl 170. No. 2955. Misfive van den Breeden Raad der Stad Groningen aan Hun Hoog Mogenden van den 12 February 1788, waar by kennis geeven, dat de Heeren van de Ommelanden de befoignes ter vereeniging hebben afgebrooken, en dat eerlang funne belangens tegen de Ommelanden zullen overzenden. Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, No. 545. bl. 100. N°. 2956. Refolutie van. Hun Hoog Mogenden van.den 18 February 1788 op de Misfive van de Stad van den iaden dito, waar by de Gedeputeerde'Staaten van Stad en Lande worden gelast, tegen den vijlen of 23 jien dezer de Landdag uit te fchryven, beide Leden van Staat geëxlwrteeyd, Gecbmmittoerdm' is benoemen tot asfopiatie der gefchillen \ en om by non fucces met zes weeken ieder hunne belangens in te brengen. Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, ^o.^+CÏ. bl. I02. No;  288 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N9. 2957. Misfive der Heeren Gedeputeerde Staaten aan Hm H.  d\ Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 293 No, 2567. Misfive van den Breeden Raad der Stad Groningen aan Hun Hoog Mogenden , van dm 1 July 1788, ter wederlegging der Misfive van de Heeren van de Ommelanden van den Bfien April jongstleden. Zie dit Stuk in het IX. Deel dezer Verzameling, No. 807. bl. 107. * N°. 2Qt58. Publicatie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 26 September 1787, waar by een ieder vergund word Orai je-tekens te draagen, zonder verders iemand te mogen molesteeren in perfoon of goed. Zie dit Stuk in het I. Deel dezer Verzameling, No. 92. bl. 203, N°. 2969. Publicatie der Heeren van de Ommelanden van den 26 September 1787, waar by wegens het fchenden van het Ommelander Territoir door de Heeren van de Stad. het Stapelr cht vernietigen', en de Ingezetehen daar tegen ma alle diens gevolgen guarandeeren. Zie dit Stuk in het VI. Deel dezer Verzameling, No. 543. hl. 95. No. 2970. Publicatie der Heeren van de Ommelanden van den 26 September 1787, waar by de Staats Plakaaten van den 31 December 1784 en 24 January 1785 intrekken, voor zoo verre de Ommelanden betreft, de Genootfchappen disfolveeren, en een ieder permitteeren zich met Oranje-linten te verderen. Wy Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en T 3 Vol-  SP4- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Volmachten der Ommelanden tusfchen de Eems en de Lauwers, doen te weeten. Ahöö federt een geruimeh tyd menigvuldige blyken hebben ontfangen van het overgroot nadeel, dat door de gewapende Genootfchappen ten platten Lande aan de confervatie der inwendige ruste en handhaaving der Juftitie dagelyks wotd toegebracht, en het de algemeene begeerte onzer goede Ingezetenen al overlange geweest is, dat dezelve een einde mogten neemen, en te gelyk befpeuren, dat de genegentheid algemeen begint te worden om ter eere van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, thands uit die vernederende ftaat, waar in door zyne geweldige Vyanden whs gebracht, wederom eenigzins opgebeurd, en ^oo wy vuuriglyk wtnfchen binDen korten tot heil des Volks in zyne wettige Rechten en Waardigheden ten vollen herfteld, zich met Oranje-Linten en Strikken te verderen, om alzoo hunnewelmeenende hartenvreugde over dit gelukkig evenement te betóonen: — doch door de Van Stads zyde gedaane verbreeking van den band der Vereeniging die zoo lange tusfchen Stad en Ommelanden heeft gefubfi. fteerd, thaeds daaromtrent Staatswyze niet kan woiden voorzien, en dus ieder Lid zyn Souverein gezag op deszelfs eigen Territoir moet doen gelden. Zoo is het, dat wy als Reprefenteerende de Souverein der vrye en onafhankelyke Ommelanden tusfchen de Eems en de Lauwers, de Plakaaten der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande van den 31 December 1784 en 24 Jannuary 1785, zoo verre dezelve de Ommelanden mede betreffen, mits dezen intrekken en doen cesfeeren , disfolveerende overzulks alle gewapende Genootfchappen in de Ommelanden , en verbiedende van nu af aan alle byeenkomften en famenrottingen ter verdere voort» zettirg van den Wapenhandel onder onze Ingezetepen, by pesne, dat die gene, welke ongeacht dit Óns verbod» uien zulks cjogten onderwinden, of au-  de Gebtürtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 20j andere daar toe ophitzen, als ongehoorzaame en weerfpannige aan de beveelen der Hooge Overig, heid, en verftoorders van de gemcene ruste befchouwd, en na de ftrengheid der Wetten behandeld zullen worden: lastende en beveelende ten dien einde alle Gerichten, Wedlieden, en Roode Roeden, hier op naauwkeurig toeverzicht te neemen , en zorge te draagen, dat de overtreeders van deze onze orders, die wy tot bewaaring der ruste en tot heil des Volks hoogsc noodzaakelyk hebben gevonden, de verdiende ftraffe niet ontgaan. Voorts permitteeren wy aan alle onze goede Ingezetenen na hun fmaak Linten en Strikken te draagen, en zich zoodaanig op te eieren, als zy goed zullen vinden, zooder nogthands een ander met woorden of daaden te dwingen of te noodzaaken om zulks insgelyks te doen, by de ftraffen op het plee. gen van geweld in het Ommelander Landrecht gefield; op dat een iegelyk daaromtrent eene volko. meae vryhejd van doen, of laaten naar zyne eigen welgevallen benoude: blyvende hec luiden der Klokken zonder publyke authoriteit, of door andere als daar toe zyn gefteld volgens voorige Plakaaten verboden. En, op dat niemand hier van eenige opweetenheid moge voorwenden zal dezen aiomme in alle de Karfpelen der Ommelanden van de t'redikftoelen afgeleezen, en aangcflagen worden ter plaatfe, waar men gewoon is zulks te doen, Aldus gedaan in onze Vergadering op Woensdag den 26 September 1787. (was gef.) ■ G. Lkwe, vt. Ter Ordonnantie der H. Heeren voor. fchreeven, F. J. Güichart, Secreu T4  395 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 2971. Publicatie van Luitenant en Hooftmannen van den 10 Ocleber 1787 , tegen alle oproerige famenrottingen in de Ommelanden, Zie dit Stuk in het II. Deel dezer Verzameling, N°. !6o. bl. 36. No. 2972. Publicatie van Burgemeesteren en Raad van den 15 Oclober 1787, tegen het pleegen van alle baldaadigheden in de Stads Jurisdictiën, en waar by ;« dezelve alle Exercitie-Genootfchappen worden gedisfolveerd. Zie dit Stuk in het II. Deel dezer Verzameling, No. 170. bl. 54. • • No. 2973. Misfive der Heeren van de Ommelanden aan Luitenant en Hooftmannen van den 17 OBober 1787, waar by hun over het publiceer en en den inhoud van derzelver Plakaat van den loden Oclober jonast beklaagen, > op de intrekking infieeren, met bedreiging van ejficacieufe middllen daar tegen te willen adhibeeren. ' ■ '■ Edele Mogende Heeren! Wanneer wy onze aandacht vestigen op het 25110 Art. van het Reglement Reformatoir, en daar in zoo duidelyk Vinden voorgefchreeven dat U Ed, Mogenden niet zullen vermogen eenig deel in dè Regeering te hébben, maar zich alleen moeten be« moeijen met de adminiftratie van de Juftitie zonder ónder wat voorwendzel het mag zyn, zaaken van Politie of Finantie aan zich te'trekken, dan weeten wy waarlyk niet, wat wy moeten denken of zeggen van het gene wy dezer dagen hebben zien gebeuren, en hoe wy daar mede overeen moeten brengen het Plakaat den loden dezer door U Ed. Mogenden ge- arres-  de Geleuttenisfen in 1787 enz. nor gevallen. 297 arresteerd, den I2den In de Groninger Courant geplaatst, alomme geaffigeerd, en voorleeden Zondag door Kerkènkondinge in de refpedtive Karfpelen der Ommelanden gepromulgeerd; een Plakaat, het welk U Ed. Mogenden als de Souvereinen der" Ommelanden vertoond, en zoo veel kenmerken draagt, dat UEd. Mogenden zich aldaar de legislature macht zoeken aan te maatigen ; eén Plakaat derhal ven, waar door direct op de Hoogheid en Souvereiniteic van de Ommelanden word geëmpieteerd, en wy aan de beveelen van U Ed. Mogenden onderworpen worden: -doch van waar hebben U Ed. Mogenden dit Recht wel ontleend 9 ■ Het bezwooren Reglement Reformatoir, de eenigfte grondzuil van U Ed. Mogendens existentie, geeft daar toe niet alleen geen de rninfte aanleiding, maar verbied zulks uitdrukkelyk. De Souverein of bet geheele Corpus der Ommelanden , uit wiens boezem dit Recht gehaald moest worden, heeft nimmer iets van deszelfs législative macht aan U Ed. Mogenden afgeftaan, noch het eene Lid van Staat afzonderlyk, noch beide conjunctim hebben dit ooit willen dulden, terwyl in tegendeel nog voor korte jaaren, de Heeren Staaten dezer Provincie by twee onderfcheiden Refolutien van den 19 Augustus en den 22 Odtober 1784 zich daaromtrent zoodaanig hebben geëxpliceerd, dat men van U Ed. Mogenden niet had mogen verwachten , dat een van beide Leden ooit wederom in de onaangenaame noodzaakelykheid zoude worden gebracht, om U Ed. Mogenden onder het oog te moeten brengen, dat U Ed. Mogenden zich niet ais wetgeevers, maar als uitvoerders en handhaavers der gepromulgeerde Wetten behoorden te befchouwen, en hoe weinig hadden fay mogen verwachten dat dit onaangenaame lot aan ons het eerfte te beurt zoude vallen, en wel in een tyd van verwarring en oneenigheid, na dat onze gevoelens om de authoriteit van U Ed. Mogenden, zoo verre die aan U Ed. Mogenden wettiglyk competeert, tegens T 5 on-  ap8 Perzameling van Stukken betrekkelyk m ondermyning en verkortingen met alle onze vermogens te helpen onderfchraagen, ftyven en fterken, zoo dikwyls en by herhaaling oprechtelyk aan den dag hebben gelegd. Wy vinden ons echter thands in die netelige omstandigheid gebracht, en worden daar toe te meer gedrongen, naardien zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, gelyk in alle Mandamenten en Beveelen die van ü Ed. Mogenden uitgaan, gebruikelyk is, aan het hooft dezer Publicatie ftaat, offcboon van het zelve geen de rninfte voorkennis heeft gehad, en de kwalykgeZinden lichtelyk daar uit eenige ftoffe zouden kunnen vinden, om zyne Doorluchtige Hoogheid by mtadoorzichtige en onkundige Menfchen in verdenking te brengen, als of Hoogstdezelve tegens de zoo dikwyls herhaalde betuigingen van naar geen meerder macht te dingen, als bevoorens wettelyk is opgedraagen, de Souvereiniteit en Onafhanglykheid der Ommelanden belaagde, en zich over dezelve de wetgeevende macht, zochte aan te maatigen. Wy zullen ons niet begeeven, Edel Mogende Heeren I in eene afzonderlyke discusfie van alle de poindten, bedenkingen en befpiegelingen in dit finguliere Plakaat voorkomende, en daar by aan de hand woedende gegeeven, maar ons flechts een oq. genblik bepaalen, by de nieuwe prohibitive Wet by U Ed. Mogenden gemaakt: „ op de tergende ,, en verbitterende discourfen, alle fchrikbaarende „ en onwaare geruchten en verfpreidingen, die uit ,, den vuilften bfon voortkomende, dikwyls de grootfte, zoo niet de eenigfte oirzaakén zyn, „ waar door zulke gistingen gebooren en tot daade„ lykheden gebracht worden, op poene dat die ge. „ ne, zoo zich hier verder aan mogten fchuldig „ maaken, 't zy heimelyk of openbaar, en daar „ van kunnen worden overtuigd, als aanftookers en „ berokkers van tweedracht, en fchenders van de „ openbaare ruste, andere ten exempel rigoureus„ lyk zuilen worden geftraft". Wy  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 290, Wy vraagen , zoo U Ed. Mogenden al eenig Recht hadden, om zulke Wetten te maaken, waar van niet te mm geen fchyn of fchaduwe kan worden aangetoond, welke redenen 'er voor handen zyn, dat dit aan de Ingezetenen van de Ommelanden met uitfluiting van alle de andere verboden moet Worden terwyl omtrent de lasteriyke, tergende en öngebondene taal door eenige Suppoosten van den Hove fedort een geruimen tyd tegens den Heer Erf-Scadhouder, aanzrmlyke Leden van Regeeringe, ja tegens U Ed. Mogenden zelve, en verfcheidene particuliere Perfoonen doldriftig gevoerd en uitgeflagen, de waakzaamheid van U Ed. Mogenden inactif is verbleeven, om dezelve ten minften binnen hunnen drempel te beletten en te beteugelen. Waar aan moet men toefchryven dat U Ed. Mogendens befluit om Wetten te maaken, zich alleen tot de drie Kwartieren der Ommelanden bepaalen? die ongebondenheden , tergende en verbit'erendé discourfen, fchrikbaarende en onwaare geruchten en verfpreiditjgen uit den vuilften bron voortkomende, gaan in deze Stad, Gerecht Sapmeer, en de Oldambten ruim zoo fterk in zwang als wel in de Ommelanden , echter bekommeren zich TJ Ed. Mogenden , wier gedemandeerde Jurisdictie zich even verre over die Diftriclen als over de Ommelanden uitftrekt, deswegen niet het rninfte of geringde. Wanneer gepasfeerde Donderdag den nden de» zer, door onzen Syndicus op fpeciaale order en last der Heer Prasfideerende van de Ommelanden aan de Heer Luicenant Praelidenr van U Ed. Mogendens Collegie wierd voorgehouden, dat dit Plakaat het welke toen nog niec was gepubliceerd, voor een aanval op de Souvereiniteit op de Ommelanden gehouden moest worden, en zeer haatelyke disienfien tusfchen U Ed. Mogenden en ons, veroirzaaken zoude, mee verzoek dat ter voorkominge van zulks, het zelve nog in tyds gefupprimeerd moge worden, hebben U Ed. Molenden na dat daar over  3Q3 Verzameling van Stukken betrekkelyk' tot over expres vergaderd waren geweest, aan onzen Syndicus dqor den Heer Secretaris Tjassens te kennen doen geeven, dat V Ed. Mogenden niet vqorneemeps waren eenigszins op de ümmelanders Rechten te impiereeren, maar nogthands ambts en ééds? hal ven verplicht waren, om tot confervatie der ruste en weering yan ongeregeltheden dit Plakaat te promulgeeren; dan was 'er ooit een protestatio aStu. tonirana, is het zekerlyk deze, daar U Ed. Mogenden onder die vriendelyke protestatie zich zoo klaarblykelyk als de Souvcreinen der Ommelanden opwerpen, en qp datzelfde oogenbük een imperium in imperio ftichien. Wy verftaan ook niet wat U Ed. Mogenden dool' dat ambts- en éédshalven indigiteeren, moet men het in den gewoonen en eigentlyken zin opvatten, hoe brengt mèn het dan overeen met het geallegeerde 25de Artikel van het Reglement Reformatoir, waar by juist het tegendeel gevorderd word; en dan vraagen wy verder, moet de ambts- en éédelyke verplichting van U Ed. Mogenden meerder werkzaam zyn in de drie Kwartieren der Ommelanden» als in eenige andere Plaats der Provincie? of is U Ed. Mogendens Collegie in plaats van een Provinciaal, in een Ommelander Hof van Juftitie getransformeerd ? wat doet dan het Provinciaale wapen 'er hoven? wy ftaan in der daad verleegen om tusfchen de aöiviteit in het ander adfpect, eene ordentelyke famenhang te vinden, en weeteD niet wat 'er van denken of maaken moeten; wy willen toch niet hoo» pen, dat U Ed, Mqgenden de ongelukkige breuke tusfchen de bHde Leden van Staat, dqor het fchenden yan ons Territoir yan Stads zyde veroirzaakt, zich ten nutte zoeken te maaken, om met verkorting van onze Rechten, de grenzen van U Ed. Mogendens gezag uit te breiden, en zich de opperfte macht over de Ommelanden aap temaatigen; maar liefst willen wy gelooven, dat yver en zorge voor de goede orde en inwendige ruste by inadvertentie en overhaasting deze Misfive veroirz;aakc hebben, en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 301 en vertrouwen dieswegens dat U Ed. Mogenden seen zwaarigheid zullen maaken, om dezelve op de lefchiktfte wyze daadelyk te repareeren, op dat de over deze onaangenaame gevolgen werden voorgekomen , en de goede intelligentie tusfchen U Jid. Mogenden en ons. wiens onderhouding wy ons altoos zoo zeer ter .harte hebben genoomen1, beftendigd en bewaard blyve. Vinden U Ed. Mogenden inkomftig noodzaakelyk dat 'er eenige alterat e of ampliatiein de vastgeftelde Wetten gemaakt, of deze of gene Orders of Plakaaten werden ^e- ^écZnVa^^cn^ te vorderen, daar van de v-rci8chtl kmnis doen toekomen, wanneer nooit onwillig zullen worden bevonden, om aan de begeertens van U Ed. Mogenden , Hidien tot welzyn van de Maatfchappy en het heil des Volks verftrekken, prompcelyk te voldoen, naardien het ons altoos hoogst aangenaam' zal zyn door ü Ed Mogendens Coofideratien en Aavyfen te mogen worden voorgelicht, maar wy vinden geene de rninfte vryheid, aan ü Ed Mogenden de: facuIceic over te laaten, om zelve die orders daar te ftellen, en aldus de wetgeevende macht over de Ommelanden te exerceertfU. Dit moet ten,allen tyde buiten het departement van U Ed. Mogenden verblyven. • Wy willen even daarom voor U Ed. Mogenden niet verbergen, dat wy over deze zoo verregaande demarche ten uiterften gevoelig zyn, en wanneer binnen den tyd van agt dagen geen behoorlyk redres word bezorgt, en genoegzaame verzekennge bekomen , dat ü Ed. Mogenden voor altoos van de exercitie der wetgeevende macht afzien, wy hoe ongaarne ook ons genoodzaakt zullen vinden om onze Refolutie van heden, waar mede meergeme de Plakaat vernietigd en buiten effect hebben geiteld, mede door openbaare affixie en Kerkenkonding tot een ieders kennis te brengen, wyders zoodaamge  302 Vtrzameling van Stukken betrekkelyk tot enz. orders te ftellen, dat de Wetten door U Ed. Mogenden gearrefteerd, by vervolg van tyd niet wederom van de Predikftoelen in de Ommelanden worden afgeleezen. . Waar mede Ü Ed. Mogenden beveelen ih de be» fcherming des Allerhoogften, verblyven. Edele Mogende Heeren! Uwer Ed. Mogendens goede Vrienden, Jonkeren, Hovelingen, EigenErfden en Volmachten der Ommelanden tusfchen de Eems en Lauwert. (was g«.) Ö. Lewe, vc. (Onder fiondf) Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz. F. J. Güichart, Secret.