VERZAMELING : 0 * * *: : f PLACA ATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTlGE GE. BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXV1I, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN Negen- en- Dertigste Deel. Te CAMP EN; Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, MDCCXCII.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET XXXIX». DEEL, VAN DEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. N°. 3078. Extratt uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland van den 9 January 1788, fcehelzende Refolutie over en Infertie van het nader Protest van de Stad Gouda, over het bezweeren van de Souvereinü teit der Heeren Staaten, haare jegenswoordige Regeeringsform. . ,■ . . • • • • U _m 3079. Extraiï uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland van den 15 January 1789, betrekkelyk het hier bygevoegde Bericht van den Reüor en Senaat der Univerjiteit te Leyden, in de zaak van Mr. B. Voorda hladz. 23, , 3080. ExtraB uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Mesland, van den 31 January 1789, behelzende rapport in de zaak van Mr. B. Voorda. . . . . • bladz. 3S« _ 3081. Request van Mr. B. Voorda aan de Heeren * 2 $t t-Friesland van den 9 January 1788, behelzende Refolutie over en In/ertie van het nader Protest van de Stad Gouda, over het bezweeren van de Souvereiniteit det Heeren Staaten, haare jegenswoordige Regeeringsform. De Raad-Penfionaris heeft ter Vergadering geëx» hibeerd een EXtraft uit het Vroedfchaps-boek der Stad Gouda van den 27ften December laatstleeden , by hem den 2Qften derzelver maand ontfangen, mee een nader Protest en Declaratoir van ;gemelde Stad* öit hoofde der referve op deti 23ften November te vooren ter Vergadering van Holland gejiaan. rela XXXIX. Deel, A tief  2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tief de Refolutie van Hun Ed. Gr. Mogenden van gemelden 23ften November, over het bez^eeren van de Souveieiniteit der Heeren Staaten, haare jegens, tfoordige Regeer ingsform enz. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de vooti'chreeven Refolutie en nader Protest in de Notulen van Hun Ed. Gr.Mogenden zullen worden geinfereerd; terwyl de Hteren van de Ridderfchap en-Edele©, en allo de volgende Leder-, except Gouda, het Declaratoir van gemelde Stad, ropens den zin, aan de woorden jegens, voordige Regeering-form , gehegt, hebben overgenoornen; en voorts txeept Alkmaar, geinhsreerd hun contra Protest op het Protest van Gouda, byde Refolutie van den 23ften November gedaan, en'tegen het voorfchreeven nader Protest zoodaanig centra nader Protest gereferveerd, als geoirdeeld zal worden te behooren. Fiat lnfertio. Accordeerd met de voorfchreeven Refolutien. ExfraB uit het Vroedfchaps Boek der Stad Gouda* Is geleezen het geconcipieerd nader Protest en Declaratoir, van wegens deze Stad te infereeren in de Notulen van Hun Edele Groot Mogtoden, uit hoofde der referte by HeereD Gedeputeerden dezer Srad ter Vergadering van Holland gedaan,, op den 23ften November laatstlee den, relatief de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden ten zelven " dage gennomtn , en tendeerende tot het bezweeren der Souvereiniteü der Heeren Staaten, haare jegensivoordige Re^eertnasform &c. Luidende het gemelde nader Protest en Declaratoir als volgt: Inferatur. JVaar op na rype deliberatie is goedgevonden en ver-  de Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. 3 verftaan, zich met het voorfchreeven Concept, zoo als het zelve is liggende, volkomen te conformeeren, zoo als daar mede geconformeerd word mids dezen. En wyders in achting genoomeD zynde,aan de et* ne zyde: dat Heeren Gecommitteerden van zyne Doorluchtige Hoogheid, geauthorifeerd tot verandenng der Regenten, op morgen alhier ftaan te arriveeren, en dus de ty< tot het bezweeren van den nieuwen ééd met rasfe fchreeden nadert; en aan den anderen kam: dat Hun Ed. Gr Achtb. volftretec noodig oirdeelen, dat op eene ks^aale wyze van derzelver fysrhé.na, ten fpoedigften , en voor het doen vun dien ééd, in het Archief van Staat conftee» re, en dus gcdeveloppecrci word de voet en wyze, op welke Hun Ed. Gr. Achib. met volkomen perfi. Jlit by derzelver gcmü ifesteerde en alleszins gefundeerde principes, ovtreonkomftig het door hun ter Vergadering geample&eerde Conciliatoir dee Stad Rotterdam, den meergemelden ééd voorneemens zyn te prssteeren, dan waar toe vermids de jegenswoordige abfentie van Hooggemelde Vergadering, geen beter middel hunnes achtens kan worden geëmploijeerd, dan door dit nader Protest en Declaratoir provifiooeel te doen geworden aan den Hoog Ed. Geftr. Heer van de Spiegel, Raad-Penfionaris dezer Provincie. Is goedgevonden en verftaan : den Heer RaadPenflonaris dezer Stad Mr. Hendrik van Wyn, te verzoeken en qualificeeren, zoo als verzogt en gequalificeerd word by dezen, omme het Protest en Declaratoir bovengemeld, in originali te zenden aan welgemelden Heer Raad-Pecfiouaris dezer Provin*, cie, met inftantig verzoek van wege Hun Ed. Gr. Achtb., omme het zelve wel onder zich te willen houden tot den eersten dag der eerstkomende Vergadering van Hun Ed. Gr. Mogenden, en als dan daar van de gewoone opening by lecture, aan Hoogstdenzelven te doen, met by gevoegde kennisgeeving van den tyd wanneer, en reden waarom Hun Ed.Gr, A 2 Achtb";  4 Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot Achtb. vermeend hebben, zyne Hoog Ed. Geftfé met de custodie dezer fchriftuur,prsallabel te moeten chargeeren. En zal Extradï dezer gegeeven worden aan den Heer Raad-Penfionaris dezer Stad voornoemd, om by deszelfs Misfive aan den Heer Raad-Penfionaris dezer Provincie te kunnen worden gevoegd. Aftum ter Vroedfchap, den 27 December 1787. (Onder fiona") Accordeerd met voorfz. Refolutie. (vras get.} J. D. van den Bürch. Nader Proten en Declaratoir der Stad Gouda. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gouda, hebben ingevolge hunne referve van den 23ften laatstleeden, op de Refolutie ten zeiven dage genoo. men, concerneerende het onbepaald bezweeren van de jegenswoordige Regeeringsform der Heeren Staaten dezer Provincie, uit naam en op fpeciaale last van de Heeren hunne Priccipaalen, ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden gedeclareerd. Dat welgemelde Heeren hunne Principaalen by derzelver Refolutie van den 3den December laatstleeden, niet alleen ten vollen hebben geapprobeerd al het gene door derzelver Gedeputeerden nopens deze materie ter Vergadering is verricht; en infpecie, het door hun Gedeputeerden op den 23ften November laatstleeden geinfereerd Protest, zoo als het zelve is liggende, maar dat ook voornoemde Heeren Principaalen ten uiterfren zyn getroffen wegens de overhaaste wyze, op welke de overige Leden van Staat hebben kunnen goedvinden, om zonder eenig reguard te fiaan op de inftantien dezer Stad, als hun integreerend Mede-Lid, teD einde dit esfentieele poindt, de Conflitutie van den Lande raakende, alvoorens mogte Commisforiaal gemaakt}  de Gebeurtenifjèn in 1787 enz* voorgevallen. 5 maakt, en door een behoorlyke Staats-Commisfie onderzocht worden, 't gezegde poindt niet alleen finaal, maar zelfs zonder refumptie te concludeeren, niet tegenftaande het Protest van voorfchreeven Gedeputeerden, gedaan op expresfe en ter Vergadering voorgeleezene last hunner Principaalen. Dat diprhalven gemelde Heeren Principaalen volftrekt noodig oirdeelende, om van hunne waare gevoelens in dezen, ten allen tyde ook uit de Refolutien van Hun Edele Groot Mogenden te doen blyken, terflond zouden toetreeden , tot het ei« gentlyke poincT: in questie; te weeten, het onbe. paald bezweeren bovengemeld, indien niet de for'm en manier welke aanleiding gegeeven heeft tot het Rapport, waar qp deze Refolutie is gefundeerd, en vervolgens geconcludeerd, hun zoodaanig was voorgekomen, dat dezelve eeoig voorafgaand detail vereischte. Dat zy dierhalven, met relatie tot dit voorloopig maar met de zaak zelve cohsereerend, en dus zeer esfentieel poinö, moesten noteeren. Dat het in alle opzichten evident en klaar is , dat op de propofide van de Stad Rotterdam in dato den 22 September 1787, Prasfident en Raaden van den Hove gelast zynde te examineeren deverfcheidene Declaratoiren, Propofitien en Voordrachten enz., door Schutteryen, Genoodfchappen enz. gedaan, dezelven vervolgens in eene Misfive in dato den 25ften September laatstleeden hebben gereflecteerd, dat zekere bekende A£le van Verbindtenis, by eenige Regenten op den 8 Augustus 1786 te Arofteldam aangegaan , behoorde geconfidereerd te worden als de oirfprong, immers als de hoofdoirzaak der toeneeming dier Addresfen , zich by dezelve Misfive uitlaatende omtrent de uitwerkinge en confequentie van die verbindtenis. Dat, hierna, op den 26 September 1787 gerefolveerd zynde, dat dit gedeelte dier Misfive zoude werden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Édele Groot Mogendem. GecomA 3 miï-  6 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot mitteerden tot Jut groot Befoigne, met Commisfarisfen van den Hove, om Je Vergadering daar op te dienen, van derzelver Confiderarien en Advys ; vervolgens op den iSden Odtober duor de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun k'-d. Gr. Mogenden Gecommitteerden tot de zaaken van de J >ftitie, na aivoorens met Cornmi'farisjen van dan Hove geëxamineerd te heb» ben voorfchreeven Misfive, is uitgebracht een Rapport, waarvan het eerste pointl , (het gene Heeren Gecommitteerden vaD Advys waren dat byflu Ed. Groot Mogenden zouden beboeren te worden gerefoiveerd) in zich bevat eene opgaave van den ééd, door alle ae individueele Perfoonen van de Stem in Staat hebbende Leden, en derzelver Ministers teüoen; terwyl de overige poinften diieö hunne relatie hebben tot de Aóte var Verbindtenis zelve. Dat uit deze eenvoudige voordracht, dus ten Jdaarften confteerd. i. Dat het Befoigne, het gene gecommitteerd was tot onderzoek van zekere Aüe van Verbindtenis, zich binnen de juiste bornes van zyne qualificatie niet heeft bepaald, zoo dra bet zelve aan Hun Ed. Groot Mogenden heeft gefuppediteerd tenen ééd, waartoe ulte de Leden van Hoogs tdenzel ven zich zouden moeten verbinden, en dus niet alleen zulke Leden , op welke de fufpicie zouden kunnen vallen van door hunne teekenirg van voorfchreeven Acte var- Veibindrenis,eenige verandering in de Regeering^form te buteeren, maar zelfs ook die Leden, welke nimmer of nooit eenig part of deel aan voorfchreeven Acte van Verbindtenis gehad, en integendeel door hunne handelingen getoond hebben daar van ten uiterften afkeerig te zyn. Eene daad zekerjyk, welke niet zal kunnen nalaaten de bevreemding van eene onbevooroirdeelde posteriteit na zich te trekken , en daar door een ingewikkeld foupcon, indien niet eene onverdiende vit k ligt op alle de Leden van de iüustre Vergadering var; Hun Ed. Groot Mogendens zonder eenig onderfcheid. 3. Dat,  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. ? 2. Dat, hoe zeer buiten twyffel aan het Departement van een befoigne, tot de zaaken van Juftitie met Commisfarisfen van den Hove, wel behoord een onderzoek over het wederrechtdyke en ftrafbaare het gene in dusdaanig een ASte van Verbindtenis mogt gevonden worden, echter in geenen deeJe, (gelyk ook door Heeren Gedeputeerden der Stad Amfteldam, nier onduidelyk is te kennen gegeeven) tot dtszelfs Departement fpedteerd, een onderhoek, in hoe verre het in deze tyd nuttig en nooJig zy, dat alle Regenten en derz4v*r Ministers, vau nieuws eene Covftitutioneele ééd afleggen, even min als de opgave der zaaken en bewoordingen van zoo•daanigt de Heeren hunne PriDCipaalen hier toe waren cemotiveerd door de volgende redenen. 1 Om dat, na het inzien van dezelve Principaalen,' het voorfchreeven Confiliatoir aan de by deze Stad gemaakte zwaarigheden , relatief het al te generaale en onpaalde van den ééd voordoet; terwyl het verders ook in zoo verre coïncideert met den geprononeerden ééd van Enkhuizen, dat dezelve door alle Ambtenaaren en Schutters kan worden gepresteerd; het gene dan ook ten natuurlyke gevolgen zoude moeten hebben, indien dezelve mogt geconcludeerd worden, dat Regenten en Ingezetenen aan een en dezelve ééd zouden verbonden zyn, voornaamentlyk daar de meeste Regenten m de Steden veelal voor hunne aanftelling Leden der Schutteryen zyn»  14 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zyn, en verders veele derzelven, het zy voor, het zy na hunfle aauftelling tot Regenten, als Ambtenaaren tot het praïsteeren van dien ééd gehouden zouden wezen. 2. Om dat het zekerlyk niet te ontkennen is, dat het bezweeren van de woorden: haare tegenwoordige Regeert* gsjorm, (als reeds te meermaaleu gezegd is) veel te generaal zynde, en niets bf paaiende, den vryen loop aan alle fuilenuen, en teffens ongedecideerd Iaat: wat de waare Regeeringsform zy, zullende natuur'yk ieder, in geval men tot het doen van zoo een onbepaalde ééd kan geconftringeerd worden, fuftirtecen dat het aan hun zelfs ftaa, te be« paaien, wat de waare Regeeringsform uitmaake, het welk dan altoos, wanneer hier over disfentie mogte ontftaa»), alleen v<.,n de meerderheid afhangt. Al het gene nog des te meerder ftringeert, is wanneer men m oogenfchyn neemt: 1. Dat zvne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prinfe Ërf-S adbouder, by Hoogstdeszelfs Declaratoir op een uden September laatstleeden uitgegeeven , uitdrukkelyk verklaart, de aan Hoogst^ denzelven competcerende macht eeniglyk te zullen gebruiken, onder anderen, ter bevordering van alle billyke verlangen des Volks, benevens des. zelfs wettige invloed op de Stelyke algemeene belan. gens. 2. Dat wanneer onlangs in de onderhandelingen met de Stad Amfteldam, wegens de te geevene Satisfactie aan haare Koninglyke Hoogheid, het bepaalen van eene behoorlyke invloed van het Volk, eene der poincten uitmaakte, welke Gecommitteer den van die Stad aan Gecommitteerden van Hun Ed, Groot Mogenden voorfloegen , Hun Edele Groot Mogenden zeiven begreepen hebben, dat, nadien 'er een Staats-Commisöe hieromtrent werkzaam was, dit poindt behoorde té worden uitgefteld, en aan het onderzoek van die Commisfle is gerenvoy. eerd. 3. Dat ook eindelyk die Commisfie zelve, by een Mis-  ée Gebeurtenisftn in 1787 enz, voorgevallen. IJ Misfive ter Vergadering op deo 7 December 1787» ingeioopen, en cendeerende tot füppletie van haare Leder. ; met rond'" woorden poften: dat, daar de aart en natuur van het reprefentative onzer Rtgeerings* form moet wordkn guteduceerd uit, en bepaald naar 's Lands waare Conflitutie, en de maximes omtrent het reprefentative naav die cynofure moe'en worden gearresteerd, om daar in gelukkiglyk te fla^gen v^ok af dient te w koen onderzocht en vamge.teld» welke 's Lands waare Conflitutie zy ; en dat deze we* derom nimmer kan worden gefixeerd, ten zy de particuliere Conjtitutien van de refpectine Leden en deelen van het geheel worden overwoogen en nagegaan; bewoordingen , tegen dewelKe , als waar en waarachtig zynde, door geene der Leden eenige reflexie is gemaakt. Strekkende dit alles ten duidelykften betoogje, dat de tegenswoordige Regeeringsform nog niet is bepaald, en dat, zorder eene nadere bepaaling van die-vague en ongedetermineerde bewoordingen: tegenswoordige Re. geering form, welgemelde Heeren hunne Principaalen het grootfle recht gehad hebben, om ten op» zichte van het gebruik dier woorden , in dien famenhacg waar in dezelve voorkomen, te difficultee* ren, en te prffifereeren de duidelyke eo bepaalde bewoordingen: het gezag van de Leden en Steden, „ zoo als zulks by het Vertoog van 1587 is befchree„ ven", door deeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam voorgeflaagen. < Waar door dan ook verders uitgewerkt word, dat teffens met het bezweeren der Souvereiniteit der Staaten en het Scadhouderfchap , mede het gezag der Stelen en Leden , en dus de Stedelyke Rechten en Privilegiën, conform den ééd, welke ieder Regent aan zyne Stad gedaan heeft, bezwooren wordt. Welk bezweeren van het gezag der Leden en Ste. den, daarom ook des te meer noodzaaklyk is, daar zoo veel intregeerende Leden van Staat, in den loop van weinig, jaaren, door hunne veelvuldige Pro-  16 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Protesten, ja zelfs onder referve van perfooneelé Actie, getoond hebben te begrvoen, dat zy in hunne byzondere Privilegiën en Rechten op een gant»ch oorechtmaatige, eD alles te bovengaande wv? waren verkort, en waar door, indien niet te vooren alle die handelingen worden geannulleerd, en de Refolutien, daaromtrent genoomen, voor onwettig worden verklaard, de woorden , jegenswoordige Regee*ringsform-, aan een gantsch dubbelzinnige en gevaarlyke explicatie zouden kunnen ondeih* vig gemaakt worden, waar van naderhard cordaate, eer*, lyke en braave Regenten, ligtelyk het fl ehi .ffer zouden kunnen zyn; het gene thands nog door net wegens Rotterdam geproponeerde, en door Gouda geaccepteerde Conciliatoir, te pravenieeren is, en welk prasvenieeren des te meerder noodzaaklyfc word, daar de geprojecteerde éé .i, en du< ook deze woorden genoomen zvn uit de InftruBie van denHeer Raad-Penfionaris en Heeren Gecommitteerde Raaden; in welke Inftruólie die woorden alleen hunne toepasfing ku nen hebben op de generaale Regeeringsform nadien zoo wel de Heer Raad-Penfionaris als Heeren Gecommitteerde Raaden, by hunne Inftruc-: tien verplicht worden, alleen het welwezen van het algemeen in het oog te houden, zonder aan te zien' eenige Kwartieren of Steden; terwyl, in tegendeel,: Regenten en Ministers, ook ttffens verbonden aan eene Stedelyke bezweering van Privilegiën, zeer ligtelyk de zaaken uit een ander oogpunt, uit hoofde der Stedelyke Rechten kunnen en moeten befchouwen. Het fpreekt dus van zelve, dat, en het belang der Natie, en het belang der integreerende Leden van Staat, zoo der orde v?m de Ridderfchap als refpective Steden , en inzonderheid ook het belang van het E f-Stadhouderlyke Huis ren fterkften vordert, dat niet met onbepaalde en captieufe woorden j maar ten klaarflen en daidelytjlen eenmaal de tegei »woordige Regeeringsform (welke tiet anders kan en moet zyn, faü'sLands aloude, beproefde en gemeene Con-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen* 17 fiitutie, met een Stadhouder, gegrondvest op, en over* eenkomende met 's Lands waare belangens) gefixeerd en bepaald worde , alvoorens dezelve op eene losfe voet, en in generaale termen worde bezwooren , ten einde niet wederom» by vervolg van tyde plaats kan hebben, dat zoo veele Refolutien by Hun Ed. Groot Mogenden (gelyk in de ia-itfte jaaren heeft plaats gehad) genoomen worden, welken, dan by het eene Lid, dan by bet andere, als inconftitutioneel, nul en wederrechtelyk geconfidereerd en gecontradiceerd zyn, ais het weik dan ook wederom ligtelyk ten gevolge zoude kunnen hebben, dat e. ven gelyk door het verzuim hier van, zulks in verfcheide voorige epoques heeft plaats gehad , ook nu wederom na verloop van eenige jaaren, het ErfStadhouderfchap zelve , het voornaame Palladium van 's Lands Vryheid, welkers belangens zoo onaffcheidelyk aan het welzyn der Provincie zyn ver» knocht, weder op zyne grondvesten wankelen, en daar door deze Provincie van nieuws gebracht worden op den rand van verderf, waar van zy thands zoo gelukkig gered is, doch al het gene te vreezen is, dat anderszins eindelyk, by fchielyker op elkander volgende recidives, haaren onherftelbaaren val zouden kunnen veroirzaaken. 3. Om dat het Vertoog van 1587, zoo als de inroeping van het zelve in het Conciliatoir van Rotterdam vervat is, het eenigfte Staatsgewyze gearrefteerde, en publyk gemaakte ftuk is, waar in de aart en natuur der Regeeringsform dezer Provincie aan den Volke is geopend; en het gene dus (te meer daar het ook in een Stadhouderlyke tyd , te weeten onder het Stadhouderfchap van Maorits, genoomen is, en al de overige Staats-Refolutien, op dit ftuk naderhand gearrelteerd, in hunne principien fluclueeren, eikanderen al zeer dikwyls contradiceeren, en dus uit dezelven niet duidelyk kan conftce. ren , welke interpretaie aan de bewoordingen jegenswoordige Regeeringsform dient gegeeven te worden) moet worden geconfidereerd, als het eenig een* XXXIX. Deel. JB . pa%  18 Verzameling van Stukken betrekkeïyk tot paariglyk goedgekeurde Staatsfluk, waar in het ge. zag der refpeclive integreerende Leden van Staat, ge* ■fixeerd en bepaald wordt; zoo dat het zelve, het hifloiieel reciet, nopens de vroegfle tyden, (dat hier niet ter zaake doet) daar gelaaten, gevoegd by de eerfte InJiruÜie van Gecommitteerde Raaden en de Re* Jolutien van 1747 en 1766, omtrent het Erf-Stadhou* derfckap ger.cümen, kan gezegd worden de beste defcripüe te geeven der nog jegenswoordige Regeerings* form dezer Provincie, en waar na dezelve, voor zco verre by veele Staats-Refolutien op de rechten van de refpective Staatsleden van tyd tot tyd, als mede door zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heer Erf-Stadhouder, zedert eenige jaaren, is geimpiëteerd, moet gefixeerd en vastgefteld worden. Een Vertoog, het welk origineelyk in de werelt zynde gebracht, om te (trekken tot een antidote tegen het gif, 't welk door den heerschzuchtigen Levcrster, in den jaare 1587 in deze Landen onder Regenten en Gemeente verlpreid wierde, meest woordelyk genoomen is uit zekere vroegere en ampele Remonftrantie, ter wederlegging van den Engelfchen Staatsraad Wilkes, niet dan na bedaard overleg en voorgaande deliberatien , in de Vroedschappen der Steden is vastgefteld (*); een Vertoog tot het welk dus< alle de Leden van Hun Ed. Groot Mogenden, en byzonderlyk de Stad Gouda, de naauwfte betrekking hebben , en omtrent het welk de Heer. n hunne Principaalen niet kunnen ontveinzen, hoe het aan hun eene aangenaame herinnering verfchaffe, dat, even gelyk zy in vroegere tyden blyken gegeeven hebben van hunne aankleeving aan de oude Conflitutie, byzonder door het niet (*) Vide Refolutien van Holland van den 25 Maart, den 15, 16 en 20 April, den 5 July, den n, 17 en 26 September, den 1, 2, 3, 16, 20, 21 en 22 Oétober 1587» vergeleeken met Bor Nederlandfche Hiftorien, XXII. Boek, tl. 893. en XXIII. Bvek, bladz. 83.  de Géusuricnisjm in 1787 enz, voorgevallen, r$ biet concurrceren tot het opdraagen der Opperheerfchappy aan FrankryJc en Engeland in den jaare 1584 en 1585 , en door het helpen formeeren en confta* teeren van dat Vertoog, tegens de Staatszuchtige flappen van Leycester, zy ook nu, door het inroepen en bezweeren van dat zelve Vertoog, voor zoo verre het gezag der Leden en Steden daar in bepaald en omfchreeven Wordt, na een verloop van juin twet eeuwen, blyken kunnen geeven van hunne aanhou» dende verknochtheid aan dezelve aloude Conflitutie, waar uit de jygenswcordige Regeeringsform moet ie« paald en gefixeerd worden. Een zaak', die op zich zeiven befchouwd zynde» nog des te Doodzaaklyker word, wanneer welgemelde Heeren hunne Principaalen hier by in aanfchouw neemen, dat het poinct vanoverftemmingi dat van overneeming, ja zelfs de gantfche orde op de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden zoo aanmerkelyk fluctueerd, dat inzonderheid ten op*» zichte van dit laatfte poinct, veele notabele Leden in de laatste jaaren zich beroepen hebben op de orde der Vergadering van den 19 Febr. 1585, ea dat de Stad Amfteldam nog in dit jaar de reville van dezelve geproponeerd heefc; niet tegenftaande hef uit de Registers van Hun Ed. Gr. Mogenden ten duidelykften conftterd, dat door de oppofitie van Amfteldam en ook van Gouda, deze orde of Reglement, nooit finaal is gearresteerd; het gene ook de reden is, dat heden ten dage, de gewoone éêd der Comparanten ter Vergadering van Holland, niet gedaan wordt volgens het daar by geprojecteerde Formulier, maar als nog volgens het oude Formulier , zoo als het zelve in de Ordonnantiën op de Vergadering van 1574 en 1579 en 1581, zich bevindt. Dat, om deze redenen, en op deze gronden, welgemelde Heeren hunne Principaalen zich genooddrongen vinden, te perfifteeren by het Declaratoir, door hunne Heeren Gedeputeerden op eXpresfe-Ust hunner Principaalen op den a^ften No. B a tem*  ao Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vember laatstleeden, ter Vergadering gedaan; dat "zy naamentlyk ,, tot de toen genoomen Refolutie, •j, in zoo verre by dezelve aan hunne mids, ten,op„ zichte van eene voor af te goane bepaaling van de ,, jegenswoordige Regeeringsform niet is voldaan, in „ geenen deele hebben geconcurreerd; maar intë„ gendeel, dezelve op dat refpect hebben gecontradiceerd, en daar jegens van nulliteit hebben ge,, protesteerd." • Dat des niet tegenftaande de Heeren hunne Principaalen, in allen deze niets anders gebuteerd hebben , ofte nog buteerende zyn, dan, om door de duidelyke bepaaling der zoo dikmaals geallegueerde woorden, haare jegenswoordige Regeeringsform , alle gefchillen in den Lande voor te komen, en de rust "op onwrikbaare gronden te vestigen; ook als nog *-by deze vredelievende principes, onveranderlyk 'volhardende, geen zwaarigheid maaken te declareeren: dat zy, hoe zeer ten volleedigften overtuigd van de wettigheid hunner fustenue, als mede van het inconftitutioneele eener buiten hunne concurrentie genoomen Refolutie over de Conflitutie, echter en op zich zeiven genoomen , het eene onaangenaame verplichting achten, zich hunnes ondanks in 't geval gebracht te zien, van tegen de woorden jegenswoordige Regeeringsform, te moeten protesteeren, juist by gelegenheid, dat de Souvereiniteit der Staaten, en de Refolutien op het Erf. Stadhouderfchap genoomen in 1747 en 1766, by de overige Leden op nieuw ftaat bezwooren te worden. Een werk, het welk in abflratto geconfidereerd, zoo zeer met hunne principien ftrookt, dat zy met genoegen zullen zien en ook medewerken, dat het zelve door alle Ingezetenen, eens voor altyd, op de meeste gefchikfte wyze geconftateerd word. Dat zy dierhalven, tot eene nieuwe blyk van hunne zucht voorden Lande, faciliteit en verlangen om hier aan te gemoet te komen, en Zoo veel in hun is te praveniëeren, dat noch de Refolutie op dit fujet den 23ften November genoomen, noch dea  de Geteuttenisfen in 1787 enz. voorgevallen* it den ééd zelfs, door eenige hoegenaamde captien, of frivole pretexten, in tyd en wyle illufoir kan gemaakt worden, daarom hunne Heeren Gedeputeerden direct en expresfé hebben gelast, voor deze aanteekening in de Notulen van deze Vergadering, voor de posteriteit te doen blyken. Dat welgemelde Heeren hunne Principaalen onjder inha;sie van het Protest, door hunne Gedeputeerden gedaan op den 23 November laatstleeden, en van. het voor en gededuceerde, relatief de- irreguliere en inconjlitutioneele form en manier , waar op de voornoemde Refolutie van den 23 November is geconcludeerd, echter ter voorkoming van alle verdere onaangenaamheden, in een tyd waar in rust en eendracht zoo hoognoodig is, tot herftel van het gedelabreerde, en waar in de gemoederen door wederzydfche twisten niet verder behooren van eikanderen verwyderd, maar integendeel, tot onderlinge harmonie en vriendfchap na de zoo gelukkige plaats gehad hebbende omwending van zaaken, aangezette worden; als nu, en na, door deze ampele aanteekening, hunne denkwyze in de Notulen van Hun Ed. Gr. Mogenden voor dit en het volgend geflacht te hebben gedevelloppeerd, mede zullen toetreeden tot den voorschreeven Eed, en denzelvtn, in hunne Vroedfchaps- Vergadering afleggen en doen afleggen; alles echter met dien verflande: dat welgemelde Heeren hunne Principaalen , in de Vergadering van Hun Ed. Gr. Mogenden verklaard hebbende te accepteeren het Conciliatoir van HeereD Gedeputeerden der Stad Rotterdam, en als nog dezelve* verklaaring, tenfterkfte inlwreerende, zoo voor zich 1 zeiven als voor hunne Succesfeuren, declareeren: geen andere zin aan de woorden jegenswoordige Regeerings' form te hechten of te zullen hechten, dan dien zin, welke in het zelve Conciliatoir, aan die woorden gehecht worden ; en dat zy dus, door het bezweeren der woorden jegenswoordige Regeeringsform, alleen verftaan willen worden bezwooren te hebben het pezag van de Leden en Steden, zoo als zulks by B 3 hel  ja" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot bet vertoog, (van Ridderfchap en Steden) van den jaareisü-j is befchreeven (*); zonder ooit of ooit, uit de jegenswoordige Regeeringsform, voor zich en hunne Ministers, hunne Succesfeuren, en die van hunne Ministers in den tyd, eenige andere of verdere ïllatie of confequentien, van welken aart of natuur dezelve ook mogten wezen, te willen getrokken hebben, of dezelve te admitteeren; protesceerende daar tegens, nu en voor altoos, ten efficacieuste. En het is dan eindelyk, ook op expresfe last van Heeren hunne Principaalen, dat Heeren Gedeputeerden der Srad Gouda, thands verklaaren: dat dezelve Heeren hunne Principaalen, onder beneficie van dit folemneel gedeclareerde; geenzwaarigheid zullen maaken, in het als nu daadelyk ter executie leggen, der meergemelde Refolutie van den 23fl.cn ISTovember laatstleeden, en dien ten gevolge te zullen zorgen, dat conform dezelve , zonder eeDJg nader Protest of referve, van hunnen kant, in haare Stad, voorfchreeven ééd worde afgelegd; vrywillig zich verbindende, om jaarlyks in de maand January, van de richtige obfervantie dezer RefoJutie, te gelyker tyd met een Misfive omtrent de obfervantie der poincten vervat in Hun Ed. Gr. Mogenden Refolutie van den 11 November 1747 en 23 January 1748, raakende het begeeven der Ambten en Bedieningen in de Steden, kennis te geeven. (*) Zie dit memorabele Stuk in het II. Deel dezer Verzo* fféUng, bl. 308.  dl Gebewtenisfen in f787 enz. von gevallen* «3 Stukken nog 'oetrékkélyk de zaak van den Heer B. Voorda (";), loopende van N->. ^079 tot 3086 ingeflooten. No. 3079. Extraiï uit de Refolu'ien van de Heeren Staaten van Heiland en West-Friesland van den 15 January 1789, betreknelyk het hier bygevoegdt Bericht van den Reclor en Senaat der Univerfiuit l te Leydenin de zaak van Mr. B. Voorda. Ontfangen eene Misfive van Rector en Senaatvan Hun Ed. Groot Mogenden Uoiverfiteit te Leyden, gefchreeven aldaar den ioden dezer, houdende derzelver bezwaaren over de fustenue in het bericht van Curateuren over de voorfchreeven Univerfiteit en Burgemeesteren der gemelde Stad, den I2dea December laatstleeden ter Vergadering van Huq Ed. Groot Mogenden ingekomen, op de Requéste van Mr. Bavius Voorda, federt drie en twiDtig jaaren Hoog Leeraar in het Roomsch en Hedendaagsch Recht aan dezelve Univerfiteit, doch by Refolutie van Curateuren en Burgemeesteren van den I September 1788 van dien post verbaten; beftaande die fustenue daar in, dat Curateuren en Burgemeesteren voornoemd, zouden- de faculteit hebben om Profesforen te dimitteeren; dan het welk zy begreepen,te ftryden tegen de conventie of het accoord volgens het 4de Art. der Statuten, en vervolgens op de gelegde gronden in de navol* gende Misfive; verzoekende dat Hun Ed. Groos Mogenden tot wegneeming hunner bekommering, zoodaanige voorziening geliefden te doen , d3t voorfchreeven fustenue van Curateuren en Burgemeesteren door Hun Ed. Grooc Mogenden fantHe niet worde gewettigd. Ede- (*) Zie de Stukken daar deze ten vervolge van ftrekfcen, 'in het X. Deel dszer Verzameling, bladz. 118—-163. B 4  94 Verzameling van Stukken bstrekkelyk tot Edele Groot Mogende Heeren! Wanneer ons dezer dagen onder het oog gekomen was, het Bericht van Heeren Curateuren over deze Univerflteit en Burgemeesteren dezer Stad, op den 12 December 1788 ter Vergadering van O Ed. Groot Mogenden ingekomen, ter voldoening aan U Ed. Groot Mogenden requifitie van den iften Oótober en den 3den December deszelfden jaars, op de Requeste van Mr. Bavius Voorda federt 23 jaaren Hoogleeraar in het Roomfche en Hedendaagfche Recht van deze Univerfiteit, doch by Refolutie van Heeren Curateuren en Burgemeesteren in dato den 1 September 1788, van dien post ver* laaten. Hebben wy ca ferieufe ledture van het voorfchreeven Bericht, daar in eene fustenue van Heeren Curateuren en Burgemeesteren geavanceerd gevonden, relatief tot de macht en authoriteit van hun Collegie over de Profesforen, die by ons niet alleen de uiterfte furprife maar tevens de grootfte bekommering verwekt heeft, zoo voor zyne eigene als voor de belangens van ü Ed Groot Mogenden Univerflteit. ' Immers word in het voorfchreeven bericht door Heeren Curateuren en Burgemeesteren zonder bewimpelinge gepofeerd, dat de afflellinge van Profesforen door Hun Ei. Groot Achtb. alleen gedaan kan worden, om nuttige redenen, welke naar hun oirdeel van dat gewicht zyn, dat de achting, luister, dienst of nut van de Univerfiteit niet toelaaw ten kan, zoodaanige Profesforen in hunne posten te continueeren, en dat zy niet verplicht kunnen worden omme nopens derzelver redenen met zoodaanige Perfoonen in eenig detail, en nog veel min in eenig* discusfie te komen; dat is te zeggen, volgens den overduidelyken zin dezer woorden ,vergeleeken met de uitdrukkingen hunner Prajdecesfeuren in den jaarei.587, welke Heeren Curateujren even gelyk de fustenue zelve, de hunne maa- ken?"  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ken : Dat Heeren Curateuren zich uit kracht hunner ordinaire Commisfie bevoegd achten, Profesfooren, om redenen hun bekend, en naar hun oir-' deel wichtig genoeg, te licentieeren; zonder dat .zy zich gehouden reekenen die redenen en motiven te allegueeren, veel min over derzei ver gefundeerdheid , met den alzoo gedimiueerden, voor eenig het zy Juftitieel het zy Politicq Collegie, zelf nieé voor U Ed. Groot Mogenden Vergaderinge in dis» cusfie te komen. Wy hebben gemeend, Ed. Groot Mogende Heeren ! aan ons zeiven, aan onze Succesfeuren in der tyd, aan het belang en den luister van U Ed.Groot Mogenden Univerfiteit verplicht te zyn, zulk eene fustenue van Heeren Curateuren niet ftilzwygeode tepasfeeren, nemaar onze bezwaaren opdat poinél, met al den eerbied, aan U Ed. Groot Mogenden verfchuldigd, en alle mooglyke éguards voor Heeren Curateuren en Burgemeesteren, aan U Ed. Gr. Mogenden voor te draagen , en onze bekommeringen over de gevolgen, ca/u quo, eener zoodaanige fustenue, in den fchoot van UEd. Groot Mogenden Vergadering nedeï te leggen. Wy neemen dan de vryheid, Ed. Groot Mogende Heeren! in deeerfte plaats te doen remarqueeren, dat Heeren Curateuren by hunne' ordinaire Commisfie tot het dimitteeren van Profesfoofen niet fchynen gequalificeerd te zyn, nademaal alle macht en authoriteit by die Commisfie door U Ed. Groot Mogenden aan Hun Ed. Groot Achtb. gegeeven, hoe ampel de generaale uitdrukkingen waar in dezelve bevat is, ook mogen worden geinterpreteerd, alleen gegeeven is, conform de Statuten en Ordonnantiën voor de Univerfiteit gemaakt, maar in wel- . ke Statuten van de macht van Heeren Curateuren tot het afftellen van Profesforen geene mentie gemaakt word, daar integendeel over de afftellingonzer Bedellen, en over de onbekwaamheid, cafu quo, van Rector en Asfesfeuren uitdrukkelyk geftaïuserd en het oirdeel daar over niet alleen aan Hee- ■ ' B 5 ren  2(3 Verzameling van Sakken bttrekkelyk tot. Ten Curateuren, maar met en benevens deizelven aan Reöor en Senaat gedemandeerd word. Art. 5 en 12. En het was op dezen grond dat onze Praadecesfeuren zich in de voorige eeuw tegen Heeren Curateuren hebben geoppofeerd, zoo wanneer dezelven ook in het aanftellen van Profesfooren be* vonden wierden niet conform met de Statuten der Univerfiteit gehandeld te hebben. Wy remarqueeren verder, dat op de gedraagin. gen van Heeren Curateuren, op zoodaanige tyden* wanneer "er eene onvermydelyke noodzaakelykheid fchcen te zyn, dat fommige Profesforen gedimitteerd of gefufpendeerd wierden, zelve hunne over* tuiging bewezen hebben van de ongenoegzaamheid hunner ordinaire Commisfie ten dien einde, dac overeenkomftighier mede Heeren Curateuren reeds in de vroegfte tyden der Univerfiteit in den jaare 1579 j zich aan U Ed. Groot Mogenden hebben geï^ddresfeerd , om onder de Superintendentie van Mr. Paüxus Buys en adfiftentie van de Regeerders van Leyden, eene generaale revue te doen over alle Profesforen, toen in dienst wezende; en daar ïn te continueeren, die zy bevinden zouden bekwaam te zyn; ofte anderen buiten of binnen de Nederlanden, te mogen aanneemen; op welke Re» monftrantie door U Ed. Groot Mogenden in dato den 19 Maart 1579 verklaard en geordonneerd is, dat de verzochte revue door de Remonftranten met twee Gecommitteerden uit de Staaten met den eersten gedaan zoude worden, en van alles rapport gedaan aan de Staaten. — Dat vervolgens in den jaare 1619, door U Ed. Groot Mogenden eene reforme over de Univerfiteit aan Heeren Curateuren en Burgemeesteren geordonneerd zynde, met deze woorden: ,, hunEd. zouden op den fland en de ftaatder „ Univerfiteit zoodaanige orde ftellen, als de dienst van den Lande en der Kerke waren vereifchende"; en Curateuren dus daar door notoirlyk buiten hunne ordinaire Commisfie door U Ed. Gr. Mogenden gequalificeerd zynde, Curateuren en Burgemeesteren te  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 27. te dier tyd niet te min, zelve begreepen hebben, dat hunne ordinaire Commisfie zelf aldus daar toe nt genoegzaam was, om dat de reformeniet zou, kinnfn gefchieden zonder apparente remotie en fufpenfie van eenige Profesforen en andere Lidmaaten van voorfchreeven Univerfiteit, en daarom ver. ,nrhr O Fd. Gr. Mogenden intentie nader te verSan zynde laai: op door O Ed Gr. Mogenden aan Heeren Curateuren een extraordinaire CommisJfcuit ee"ge Leden van Staat met en benevens zyne Furftelfke Doorluchtigheid, toegevoegd, doch alleen voor eeDe reize. Wv meenen dat door deze voordracht van het gebeurde in den jaare löto, de OP1™***™*™?];? vervallen die Heeren Curateuren in hun Bericht geseeven hebben, tot voorkoming van de zwaangheid die Hun Ed. Groot Achtb. zelve fchynen gevoeld te hebben , dat daar uit tegen hunne fustenue. zou voortvloeijen. Curateuren van dien tyd doen foortgelyk verzoek, als door hunne Voorzaaten in 1579 gedaan was; erkennen, gelyk die- de ongenoegzaamheid hunner ordinaire Commisfie tot het. dimitteeren van Profesforen ; 'er word in hun Addres geene uitdrukkeiyke men»e gemaakt van h.t Collegium Theologicum, dat ook behalven de aanftelW van den Regent, onder de ordinaire beheeriüg van Curateuren en Burgemeesteren ftaat, immers die reden word niet zoodaanig aangevoerd, als ot Curateuren tot het doen der geordonneerde retorme hunner ordinaire macht genoegzaam zou dengereekend hebben, indien maar het Collegie Theologie daarinne niet ware begreepen geweest, ^belangende de daar by gevoegde declaratie van U bd.Ui. Mogenden, dat deze Commisfie alleen gegeeven ware voor eene reize. Wy meenen daar door niet anders te kunnen worden verftaan, dan dat die Commisfie alleen is gedecerneerd geweest ad illum attum, terwyl U Üdele. Groot Mogenden in vervolg van tyd by voorkomende extraordinaire omftandigheden, zich of op  g$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eene foortgelyke of andere convenabele wyze mee de zaaken der Univerfiteit konden bemoeijen, zoo wanneer dezelve eene buitengewoone auctoriteit vereifchen mogten. Gelyk zulks ook door U Edele Groot Mogenden gedaan is, wanneer Hoogstdezelven op het midden der voorige eeuw, by het ontftaan van groote troubles in deze Univerfiteit, door de vermenging, gelyk men zeide, van de Theolo¬ gie en rtuioiophie, by een uitvoerig Plakaat in datpden 30 September 1656 daar op orders fielden, en dezelven op dezen voet wilden geëxecuteerd hebben, dat Curateuren en Burgemeesteren de Profesforen zoo Theolonim als Philafni,hi Mogende HeereD! op wat gronden Heeren Curateuren en hunne Praedecesfeurs, reeds in den jaare 1587 eene gezuiverde en ongeftoorde posfesfle van de gepretendeerde macht in het dimitteeren van Profesforen op eigene auctoriteit, en zonder daar van verantwoordelyk te zyn, hebben kunnen avanceeren. Immers voor zoo veel de kortheid des tyds ons toegelaaten heeft de noodige recherches te doen , wat aanbelangd het gebeurde voor den jaare 1587, is ons geen exempel voorgekomen, waar in een Pröfesfor door Curateuren en Burgemeesteren eigener authoriteit gedimitteerd is geworden. Wel is waar, dat in de allervroegfèe tyden eenige Profesfooren zich flegts voor een tyd in dienst der Univerfiteit hebben geëngageerd, en daar na hunne demisfie zelfs verzochten bekomen hebben; dat ook anderen, in derzelver dienstprovifioneel en wel fomtyds vooreen bepaalden tyd zyn aangenoomen, om hunne bekwaamheden te beproeven, waar aan fommige min voldaan hebbende, gedimitteerd of liever niet gecontinueerd zyn; gelyk blykt uit het Addres van Burgemeesteren van Leyden, in dato deny February 1584 aan Prins Willem den eersten glor. ged. gepreefenteerd, by gelegenheid van het aanftellen van een Profesfor door Curateuren zonder hunne concurrentie. En deze diftinflie tusfchen het dimitteeren van eenen, die zich ad tempus indefinitum in dienst der Univerfiteit heeft begeeven en het niec continueeren van een anderen, die of voor een bepaalden tyd, of ten minften tot wederzeggens toe, is aangenoomen, fchynt ons in deze materie niet uit het oog te moeten verlooren worden. Na den jaare 1586, zyn 'er door Heeren Curateuren, zoo veel ons bekend is, eigener authoriteit geene andere Remotien gefchied, als van Ds. Hügo Donellos in 1587, van Ds. Abraham Heydanus in 16716", en in het recente geval van Mr. Bavics Voorda. Wy zullen ons alleen tot het geval van Donellüs be»  co Fsrza7Kclir.fr van Stukien betrekketyk tot bepaalen, het welk HeereD Curateuren en Biirge* meesteren, tot het voornaamfte fundament hunner fustenue fchynen te dellen. Wy KUnnenniet afzyn, Ed. Groot Mogende Heeren ! die gebeurtenis een weinig breeder in alle haare otBitandigheden en gevolgen te verhaalen, als Heeren Curateuren en Burgemeesteren by het vooffch-eeven bericht, goedgevonden hebben te doen. Na dat de Heeren Staaten in dato den 19 Maart 1579» by Refolutie boven reeds aangehaald, de verzochte revue over de Univerfiteit hadden geaccordeerd, er tevens vergund, beroemde Mannen ook buiten de Nederlanden in dienst der Univerfiteit te ecgageeren, hebben Hoogstdezelven in datoden 21 Tuly 1 <»79 gerefolveerd, dat Dr. Hugo Donellus, Profeslbr Juris re Heidelberg, zou worden verzochc tot Profesfor Juris binnen Leyden . op een Traktement van ioocguld. 'sjaars. Donellus kwam, voldeed aan de verwachting, zoo dat Burgemeesteren van Leyden in het te vooren aangeroerd Addres van Prins Willem, Donellus en Lipsiüs noemen twee heerelyke oogen en lichten voor de Univerfiteit; maar Donellus mengde zich vervolgens zoo diep in de Politiqüe en Kerkelyke Partyfchappen, ten tyde van Leicester ontllaan, en (bekkende om de Heeren Staaten en Graave Maurits glor. ged. van hunne wettige authoriteit te ontzetten., dat Curateuren en Burgemeesteren na dat zy Donellus daar over onderhouden hadden, het befluit namen om hem te depotteeren ; van welke Refolutie en de redenen daar van, zy by monde van den Burgemeester Pieter Oom Pietersz., en den Secretaris Jan van Hoüt, voorde uitvoering zelve, aan Gecommitteerde Raaden in dato den 27 April 1587 kennisje gaven, verzoekende dat daar af goede Notitie zoude mogen gehouden worden, ingevalle by den voornoemden Donellus, of iemand anders daarover e'enige klachten zouden mogen gedaan worden. Donellüs beklaagde zich aan de Heere.p Staaten zei ven, dezen. vorderden bericht van de Curateuren, welke fchreeven'aan de  de Gebeurtenis/en in 1737 enz. voorgevallen. 31 de Heeren Staaten, dat zy iustineerden het voorfz. Deportement te rechte gedaan te hebben, en zy. lieden zulks ook hadden vermogen té doen, zonder ook gehouden te zyn te verklaaren de redenen, die hunlieden daar toe hadden gemoveerd, daar af ook eeriigen der Staaten genoeg bekend waren. Op dit fchry ven, volgde in dato den 4 July 1587 het ant. woord der Heeren Staaten, dat Hun Edele Groot Mogenden fchoon niet twyffelende of Curateuren hadden in die zaake met goede authoriteit en kennisfe geprocedeerd, echter in aanziening van de voorgaande Afte by hun aan Donellus verleend, en dat groote inftantie word gedaan, van Curateuren requireerden volkomene opening der redenen. Cura. teuren refcribeerden en excufeerden zich van die redenen over te fchry ven, waar op de klachten van Donellus door de Heeren Staaten, na voorgaande onderrechting en kennisfe der zaake, by Refolutie in dato den 15 July 1587 is afgeflagen. Donellus addresfeerde zich op nieuw aan de Heeren Staaten, verzoekende in zyuen dienst geconti. nueerd te worden, ofte dat de belofte van de Staaten volbracht en hem een eerlyk affcheid gegeeven mogte worden, waar op de Heeren Staaten in dato den 25 January 1588 verklaarden, dat de voorgaande Aften , Beloften en Misfiven van de Staaten niet verftaan konden worden, verder verleend te zyn, dan ter tyd toe, dat de Curateurs van de Univerfiteit verftonden dat de Remonftrant in zyn dienst be« hoorde gehouden te worden, en dat daarom de Remonftrant zich aan de voornoemde Curateurs zou mogen addresfeeren of aan de Juftitie, welke de Staaten verftaan, dat den Remonftrant zal blyven geopend. Wy achten dat uit dit volleedig verhaal van den toedracht der zaake met Donellus, klaarlyk blykt, wanneer men zich daar by de Politicque ütuatiedier tyden voorfteld, waarommede Curateurenzwaarigheid maakten hunne grieven tegen Donellus over te fchryven, ea daarom aan Gecommitteerde Raa- den  32 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot den prEealable informatie ten minften van een gedeek te hunner redeoen, mondeling hadden doen geeven; dat het vervolgens ook duidelyk blykt, dat Curateuren in der daad, hoe zeer en hoe fterk zy zich ia hunne refcriptie aan de Heeren Staaten ongehouden zeggen om redenen van hun gedrag in dezen te geeven, en zich van het overfchryven dier redenen excufeeren, in der daad echter onderhands en mondeling, de Heeren Staaten van die redenen hebben doen onderrichten, en dus in liaat gefield om recognita na voorgaar de onderrichting en kennisfe der zaake, het verzoek van Donellus by politicque Refolutie af tewyzen; eD dat het eindelyk uit het voorige relaas tei vollen blykt, dat de zaak van Donellus naderhand in der daad, zelf zoo veel Curateuren en Burgemeesteren betrof, gevolg gehad heeft voor zoo vérre by Refolutie voorfchreeven in dato den 25 January 1588 den weg van Juftitie aan Donelxus is opengelaaten geworden, welke Refolutie ons toefchynt een allerfterkst bewys, tegen de fustenue van de Heeren Curateuren en Burgemeesteren te bevatten. Immers indien de weg van Juftitie open blyftftaan voor een, door Hun Ed. Groot Achtb gedimitteerden Profesfor, dan zouden Heeren Curateuren of ten posfesfoiren in cas van maintenue, oftenpetitoire tot prfeftatie van het contract, by de beroeping aangegaan, immers tot vergoeding en volleedige indemnifatie, te recht moeten ftaan voor de Hoven van Juftitie, aldaar hunne redenen van dimjsfie allegueeren, daar over met den Gedimitteerden in discusfie komen, en zich de decifiemoetenlaatengeval, lcn. En dit brengt ons van zelve tot deze laatfte remarqué, namentlyk, dat toegeftaan zynde, Hee. ren Curateuren en Burgemeesteren waren volgens hunne ordinaire Commisfie gequaüficeerd Profesforen, om redenen, by Hun Ed. Groot Achtb. voor duchtig gehouden, te dimitteeren; dan nog de politie van Heeren Curateuren, zoo als dezelve in hec L voor-  de Gebeurtenis/in in 1787 enz, voorgevallen. 3$ 1 voorfchreeven bericht is geavanceerd, ons toefchynt I geheel niet admisfibel te zyn, dewyl 'er daadelyk I by de beroeping van een Profesfor, en deszelfsaan; neeming van dat beroep eene mutueele conventie 1 of accoord, volgens het 4de Artikel der StatuteD, plaats heeft, en het de onbillykheid zelve fchynt te jpofeeren, dat Heeren Curateuren, zynde eene der 1 contrafteerende Partyen, het recht zouden hebben 1 de gemaakte conventie voor verbrookeh te declaixeeren, door faute van de andere contracteeronde I Party, zonder gehouden te zyn, aan deze opening l te geeven, waar in die faute verftaan wordt geleeI gen te zyn, en ingevalle of de te last gelegde faiten 1 ontkend, of dezelve erkend zynde, derzelver öflr beftaanbaarheid met het onderling contract, ontkend i'wierde,, daar over in discusfie te komen, noch Voör 1 èènig Juftitieel noch Politicq Collegie, zelf niet ' voor U Edele Groot Mogenden Souvereine Verga« 1 dering. Ware het in dezeb zoo gelegen, dat de voórfz. I fustenue van Heeren Curateuren en Burgemeeste» 1 ï'en moeste worden geadmitteerd; waarlyk Edele I Groot Mogende Heeren! Rectoren Senaat vab U I Edele Groot Mogendens Univerfiteit zouden hunnen Iftand en conditie oirdeelen zeer prsécair te zyn, 1 meer precair dan die van hunne Bedellen, die door 1 Heeren Curateuren en Burgemeesteren niet dan ten 1 overftaan van Rector en Senaat kunnen worden af» I gefteld. Zoo praxairen ftand zou by de Profesfo* iren aan U Edele Groot Mogendens Univerfiteit alle i die honneurs en prsérogativen niet weinig van hun1 ne waarde doen verliezen, die U Edele Groot MoI genden aan de Profesforen op derzelver Univerfiteit 1 wel hebben gelieven te attacheeren, en die by vee» 1 Jen hunner meer vermogt hebben, dan de naar ge1 lang der tyden modicque gagien en emolumenten ] hunner Posten zelve, om hun te engageeren tot het ' verlaaten van gevestigde of voordeeliger uitzich1 ten voor den dienst van U Edele Groot Mogendenl 1 Univerfiteit, terwyl dezelfde confideratien andere XXXIX. Deel. C Mar^  34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Mannen van kunde en probiteit in vervolg van tyd van den dienst derzelver Univerfiteit zouden kunnen dehorteeren, nademaalen der Profesforen ftaat, gagien, emolumenten, privilegiën en de officien van Asfesfeuren, en de digniteit van den Rector ielve, rustende zyn op her radicaal van het Ordinaire Profèsforaat, het welk volgens de geavanceerde fustenue, Heeren Curateuren en Burgemeesteren in der tyd, de macht zouden hebben om ten allen tyde door Refolutien, zoo al gemotiveerde, ten minsten by niemand aan verantwoording onderhevige, weg te neemen. Wy fubmitteeren de gegrondheid onzer reflectien aan het hoogwys oirdeel van U Edele Groot Mogenden, vertrouwende en eerbiedig verzoekende, dat het ü Edele Groot Mogenden behaage, tot wegneeming onzer zoo wy vermeenen rechtmaatige bekommering, zoodaanige voorzieningen te doen,dat voorfchreeven fustenue van Heeren Curateuren en Burgemeesteren door U Edele Groot Mogendens fanriie niet worden gewettigd. Wy hebben de eer, na ü Edele Groot Mogenden in de befchermiDg des Allerhoogften te hebben aanbevoolen , met allen fchuldplichtigen eerbied ons te noemen, Edele Groot Mogende Heeren! (Onder Jlond) Uwer Edele Groot Mogendens zeer ootmoedige en onderdaanige Dienaaren, Leyden, yat»J. Reiïor en Senaat van Uwer Edele den 30 Jaaa-ary Groot Mogendens Univerfiteit 17*5$ te Leyden. (Laager ftond) Uit derzelver naam en last, (was gej.) Nicolaas Paradys, Secret. Waar  de Gebeurtenis/en in E787 enz, voorgevallen. 35 Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat Copie van de voorfchreeven Misfive zal worden gegeeven aan de Leden, om by de Deliberaden over het voorfchreeven Bericht op de gemelde Requeste den I2den December laatstleeden Commisforiaal gemaakt, daar op mede zoodaanig reguard te neemen als bevonden zal worden tè bchooren. (Onder Jlond) Accordeerd met voorfchreeven Refolutien» NQ. 3080. ExtraSi uit de Refolutien van de Heeren, Staaten van Holland en West-Friesland-, van den 31 January 1789, behelzende rapport in de zaak van Mr. B, Voorda. - De Raad-Penfionaris heeft ter Vergadering gerapporteerd , dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogendens Gecommitteerden tot het groot Befoigne, ingevolge en tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie Commisfioraal van den I2den December laatstleeden, Hadden geëxamineerd het bericht van Heeren Curateuren over 's Lands Univerfiteit te Leyden» en Burgemeesteren derzelver Stad, van den 9den te vooren, uit kracht Hunner Ed. Groot Mogenden Requifitie van den iften Oétober en 3den December te vooren, op de Requeste van Mr. BAvius Voorda , zedert 23 jaaren Hoogleeraar in hec Roomsch en Hedendaagsch Recht aan dezelve Univerfiteit, doch door voorfchreeven Curateuren en Burgemeesteren by derzelver Refolutie van den 1 September 1788 van zyne gemelde post ontflaageni by welk Request den Suppliant zyn bezwaarea heeft te kennen gegeeven, uit hoofde van den by Hun Ed. Groot Mogenden geordonneerden ééd op de Conflitutie der Hooge RegeeriDg en het ErfStadhouderfchap, die hy wél bereid is geweest' te C 2 doe»  3reuve van daar tegen óverftaande obediëntie opeeverd, waardoor al het duistere 'c welk voormaals de zaak mogt hebben beneveld, op eenmaal word opgeheven. Terwyl pok Heeren Curateuren en Burgemeesteren tot hier toe hebben gedefereerd aan U Ed, Gr. Mogenden vóormaals gedaane aanfchryving, om hangende de deliberatien van U Ed. Gr. Mogenden niets te innoveeren. — Invoegen, het zy men den ftaat der deliberatien van ü Ed. Gr. Mogenden befchouwd, het zy de fituatie van de Suppliants post, Yan geene kant, voor zoo veel de Suppliant kaq zien, eenig beletzel gevonden word, waarom de Suppliant zynen post, die nu 16 maanden heeftleedig geftaan, onder de hooge auctoriteit van U Ed. Gr. Mogenden niet hoe eerder zoo beter zoude kunnen hervatten. De Suppliant had zich gevleid TJ Ed. Gr. Mogenden finaale dispofitie by het afloopen van Hoogsi:derzelver laatfte byeenkomst te zullen verneemen, waar door hy hoop fchepte van eerlang een einde te zullen zien, van de fteeds toeneemende belem- me-  m Gebeurtetësfèn in 1787 enz. vóorgevaUeru 4? ï meringen en reëele nadeelen, die hemde onzeker| heid van zyn loekomftig lot op zich zelve, en in« dependent van de remotiebefchouwd, veróirzaakt. Dan deze hoop by hec verfcheiden van U Ed. Gr. ; Mogenden Vergadering verdweenen ziende, is de ; Suppliant genoodzaakt zich te wenden totüEd. Gr. ' Mogenden, met zeer ernftige beede en inftantèlyk ' verzoek, dat ü Ed. Gr. Mogenden des Suppliants ■ zaak gelieven finaal af te doen, refereerende de Suppliant zich alsnog tot zyn bovengemelde de1 claratie en offerte, met infiftement op zyn verzoek 1 ten principaalen gedaan. *t Welk doende &c. No. 3083. Extratï uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hollanden West-Friesland, behelzende Refolutie in de zaak van Mr. B. Voorda, en Sualificatie van Hun Ed. Gr. Mogenden op Heeren 'ecommitteerde Raaden omtrent een Penfioentot dedommagement aan denzelven, in dato den 10 January 1790* Is geleezen de Requeste van Mr. Bavitjs Voorba, om de daar by geallegueerde redenen, en op fundament van thands geene de minste zwaangheid te maaken, om den ééd op de Conflitutie met de eigen woorden van het Formulier van February 1788 af te leggen, en met daadelyk aanbod, om dat Formulier eenvoudig en zonder eenig byvoegfel te gebruiken , waar door de Suppliant niet zien kan, eenig beletfel meer te zyn, waarom hy zyn post, die nu zestien maanden had leedig geftaan, onder de hooge auctoriteit van Hun Ed. Groot Mogenden niet *aoe eer zoo beter, zou kunnen hervatten, inftantèlyk verzoekende, dat Hun Ed. Groot Mogenden zyn zaak gelieven finaal af te doen, refereerende zich als nog tot zyne gemelde offerte, met infiftement op zyn verzoek ten principaalen gedaan. En vervolgens by refumptie gedelibereerd zynde  4 3087 tx»t No. 3095 ingeflooten. &° «5087. Publicatie van Heeren Gecommitteerde Raa» ' den van de Staaten van Holland en WesuFtiesland% in dato den 16 Maart 1786 , vaar by word ie, taald, de Militaire honneurs , welke voortaan aan Hun Edele Groot Mogenden zullen worden be* weezen. Dat na voorgaande deliberatie ter executie van Hun Ed. Groot Mogendens Refolutie van den 24ften February laatstleeden, goedgevonden en verftaan is, dat de Hoofdwacht op het Binnen-Hof, de Ruiterwacht op het Buiten-Hof, en de wacht aan de Grenadiers poort zullen moeten uitkomen, en onder het flaan van den marsch en 't fteeken der trompet, met fponton, pallas en vaandel, prefenteeren van 't geweer, terwyl de Leden der Vergadering Hun Ed. Groot Mogenden compareeren, te falueeren, zullende gemelde wachten met geprefenteerd geweer blyven ftaan, tot na het vertrek van den Heer RaadPenfionaris, en denzelven gelyke groote honneurs bewyzen, ten ware zy van wegens gemelden Heer, vroeger door een Staaten Bode mogten worden gelicentieerd; dat geduurende de fesfie der Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden, voorfchreeven die wachten voor niemand hoe genaamd zullen uitkomen , om dezelve Militaire honneurs te bewyzen, onverminderd nogthands het gene gebruikelyk is, ten aanzien der wachten die elkander pasfeeren en aflosfen; — dat de poort tusfchen het Binnen- en Buiten-Hof, voor het uur, van het aangaan van de Vergadering zal moeten worden open gefield, en geduurende haare fesfie open moeten gehouden worD j ' den,  58 Verzameling van Stukken betrekkelyk to$ den. tot zoo lang, als de wacht by 't uicgaan van de Vergadering geparadeerd hebbende , wederom zal binnen gegaan zyn; met dien verftande nogthands, dat echter door die zelve poort geduurende de gemelde tyd, geen andere rytuigen zullen mogen pasfeeren als koetfen, hoedaanig dezelve ry tuigen ook zouden mogen genoemd wezen (*); — dat by de groo- (*) Dit gaf op den i7den Maart gelegenheid tot een hevig oproer, waar van wy hier het kort verhaal laaten volgen. Den isden, wanneer men meende, dat de Krygseer aan de Staaten, volgens het onlangs genomen befluit zoude bewezen worden, was al eenig gemompel. Den 16 wierden die Kiygseerbewyzingen daadelyk te werk geiteld. wee vreemde inwoonderen van 's Hage, met naamen, Hess en Bauer, feheenen op het Binnenhof op te pasfen, en eene groote menigte Volks verzamelde zich zoo op het Buitenhof, als op het Binnenhof, tusfehen de zoogenaamde Stadhouders en Grenadiers-Poorten, doch allermeest by de eerstgemelde Poort, welke volgens bovengemelde Refolutie voor en geduurende de zitting der Heeren Staaten moest geopend worden ter doortocht der koetzen; doch buiten een weinig aandrang, en moeijelykheid voor de Leden om 'er door te geraaken, waar toe echter de Drosfaard van Heeren Gecommitteerde Raaden met zyne Dienaaren zyn best deed, liep alles op dien dag zonder wanorde af. Dan op Vrydag den I7den fcheen het zich zoo gemaklyk niet te zullen toedraagen, vermits 'er reeds ten half één uur eene nog veel talryker menigte, dan des daags te vooren, te famen rotte, waar onder genoemde Hess , met nog anderen zich bevond. By het aangaan der Vergadering tegen half twee uuren geraakte de koets, waar in de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, te weeten, de Burgemeester OckerGevaerts, en de Penfionaris Cornelispe Gyzelaar, gezeten waren, en welke de Stadhouders-Poort door moesten ryden om langs den naasten weg van het Stads Logement naar de Vergadering te komen, ter naauwer nood 'er nog door, onder het geduurig plaats maaken door den Drosfaard en zyne Dienaars, als mede door eenige Ruiters, digt by de brug der Stadhouders-Poort geplaatst. Staan-  de Gebewmisfen in 1787 enz. voorgevallen. 59 froote deur beneeden aan de ingang der Vergaderamer van Han Ed. Groot. Mogenden, ten tydeder I Vergadering geplaatst zullen worden twee Ordon* nantie-Sergeanten; en dat voorts altoos het zy de VerStaande de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden, ] hadden Hoogstderzelver Gecommitteerde Raaden, die, weI gens de fainepgevloeide menig'e, vergaderd gebleeven wa1 ren, aan den bevelvoerenden Officier der Zwiuerfche ( Guardes de ftriktfte beveelen doen geeven, om alles aan té , wenden tot voorkoming van ongeregeldheden, en (des noods) geweld met geweld te keeren. De menigre bleef ech: ter byeen : de Vergadering der Heeren Staaten fcheidde, ea : de twee Dordrechtfche Gedeputeerden , zoo even gemeld, 1 traden in de koets, en bevalen, om langs denzelfden weg, : te weeten, door de Stadhouders-Poort, naar hun Logement I te ryden. Dan naauweiyks was de koets eenige flappen ;voorwaards gereden, en gekomen tot aan de overdekte gaaudery, die n->ar de Stadhouders Poort ftrekt, of eene byeengefchoolde, en op eikanderen gedrongen menigte be! lette, onder een groot getier en gefchreeuw, den verderen [doortocht ain die koets, terwyl zeker Pamikmaaker, met inaame Mourand, de Paarden by den toom vattede: waar :op de beide Heeren den Koetzier bevel gaven, om 'erdoor te flaan. Dit was echter niet gemaklyk te doen, zoo lang Ide gemelde Paruikmaaker den toom vast hield. Doch by 'Wierd eindelyk na veel geweld gepleegd te hebben, met 'veel aangewende moeite, gevat. Dé bevelvoerende Officiers der Zwitzerfche Guardes aan het hoofd der Wacht-Pa■ rade wierden befchuldigd, (gegrond of ongegrond, Haat aan tons niet te onderzoeken) dit werk ftilzwygend te hebben aangezien , gelyk ook de dicht bydc Stadhouders-Poort geplaatfta Ruiters, van pal te hebben blyven ftaan, waar door de gevatte Paruikmaaker, geh ilpen door de menigte, byna uit de ihanden der Juftitie weder ontweldigd was, indien niet einidelyk, de omftaande Ruiters de menigte hadden uit elkan!deren gejaagd, waar door de gemelde koets ruimte kreeg, : om zynen weg te vervolgen, en de Bedienden van de Juftitie gelegenheid erlangden, 0111 den gevangen onder een : escorte naar de Hoofdwacht te brengen, van waar hy eer.lang onder geleide van een zeer fterk detachement Krygs- vo.'k  ©ö Verzameling van Si-ukken betrekkelyk tot Vergadering van Holland 'er is of niet, buiten voor de gemelde deur twee Grenadiers zullen moeten werden geplaatst, welke voor ieder Lid van Hun Edele Groot volk naar de Voorpoort over gebracht wierd, terwyl de menigte toen langzaamerhand afzakte, en den overigen leden van Hun Ed. Groot Mogenden Ver-gadering, een ruimer doortocht verfchaft wierd. De bovengemelde Hess met twee andere hoofden, ontvluchten het. Den i8den hebben de Heeren Gedeputeerden van Dordrecht zich over dit geweldig attentaat ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden in nadrukkehrke bewoordingen beklaagd, het welk dan ook beeft uitgewerkt, dat Hun Ed. Groot Mogenden befloten hebben; X. om Hoogstderzelver Gecommitteerde Raaden te magtigen : om, ongeprejudicieerd de Rechten en Privilegiën der In ■ gezetenen, in d't fingulier geval den gedetineerden Delinquari de plano en zonder form van Proces, te recht te Jlellen: en 2. om welgemelde Gecommitteeerde Heeren Raaden te geJasten , om een nauwkeurig onderzoek te doen naar het gedrag van het Krygsvolk, die de wacht op het Binnenhof gehad hebben , en welken niettegenfiaande de aan hun gegeeven bevelen, de combustie en het gepleegd geweld aan de Heeren Gedeputeerden van Dordrecht niet in tyds hebben voorgekomen. Alles is voorts op dien dag op het Binnenhof geregeld afgeloopen, daar voorts alle famenrotting terftond wierd voorgekomen. Het Hof van Holland fchreef den i8den Maart aan Hun Ed. Groot Mogenden eenen brief, beweerende, dat de Paruikmaaker Mourand , door hunnen Drost gevangen zynde genoomen, en daarenboven het Hof in cafibus Regiis buiten twyffel de bevoegde Rechter zynde, in die zaak niet mogte worden befloten, voor dat het Hof zoude zyn gehooid. Doch de Staaten volhardden by derzelver befluit, den i8den Maart genoomen, om deze zaak te laaten aan Gecommitteerde Raaden. Den 2iften Maart ontvingen ds Staaten eenen naderen Brief (*) deswege van het welgemelde Hof, ter betoog van zyn recht: doch de Staaten volhardden wederom by derzelver genoomen befluit. By het Ed. Mogende Collegie van Gecommitteerde Raaden wierd tegen den Paruikmaaker Mourand, eeii vonnis des ttj Zie dezen Brief hier beneden onder No. 3093».  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 6t [Groot Mogenden met geftrekt geweer front zullen 1 moeten maaken, zoo by 't inkomen als 't uitgaan; C dat mede geduurende 't aanwezen van Hun Ed. Gr. Mogenden, Hoogstderzelver Lyf-Guarde te Paard, [ de wacht zullen moeten optrekken mee pieken en (ftandaarts, midsgaders dat geduurende voorfchreef ven gezegden tyd dagelyks alle de wachten met groo. te Üniform en witte guetres zullen moeten optrek. ken; en eindelyk dat een fchildwacht voor 'tGomp. t toir van Holland, en een voor de Gevangen poort i zal worden geplaatst; en zal Extract dezer worden fe gegeeven aan den Luitenant-Generaal Sandoz , 'c l Guarnifoen alhier commandeerende, ten einde de 1 voorfchreeven order nog op heden in trein te laaten 1 brengen, en ftiptelyk te doen executeeren. Accordeerd met voorfz. Register. (was gef.) A. J. Royer. N°. 3088. Smeekfchrift van Johanna Elisabbth, Huisvrouw van Francois Mourand , aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, om aan haar Man de ftraf waar toe is gecondemneerd kwyt te fchelden, en hem zyn gepleegde misdaad geedertierentlyk te willen vergeeven Geeft onderdaaniglyk en met alle demoedigheid te kennen, Johanna Elisabeth Byleveld, Huis. vrouw van Francois Mourand, Burger alhier in den Hage. Dat de Suppüante in de allertreurigfte omftandigheiden overmaat van droefheid devryheidgebruikt, haare ootmoedige fmeekingen neer te leggen voor des doods gewezen. Waar op de Huisvrouw van den verwezenen met haare zes Kinderen by de Leden van Staat rond ging, om derzelver tusfehenkomst te verzoeken, en ook aan de Staaten het fraeekfehrift, in No. 3088 voor; komende, inleverde.  62 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot U Ed. Gr. Mogenden, orn van Hoogstdezelven, alsSouvereioe Overheid, en Vaderen des Vaderlands en van hunne Ingezetenen, indien het eeoigszios mooglyk is, gunftige vergeeving en pardon te ver. zoeken en af te fmeeken voor haar Suppliantes reeds genoemde Man, die Vader is van zes leeveode Kin. deren, en van de vrucht waar van zy Suppliante daadelyk zwanger is, en welke haar Suppliante Man, thands is gevangen, en zoo de Suppliante roet de allerbitterfte aandoeningen en ontfteltenisfen op gis* ter heeft vernoomen, by Sententie van de Ed. Mo. gende Heeren Gecommitteerde Raaden ter dood is gecondemneerd. Dat de Suppliante zich geenszins wil onderwinden voor haar Man of voor zyn misdaad, welke zy by geruchten verneemt te beftaan in handdaadigheid aan oproer en feitelykheden, een kwetzing en inbreuk van de Hoogheid en Souvereiniteit van U Ed. Gr. Mogenden medebrengende, eenige verfchooning in te brengen, waar toe ook de Suppliant als geheel onkundig zynde van de geheele zaak, zich niet in Raat bevind, en waaromtrent zy de rechtvaardigheid geenszins wil in twyffel trekken, gelyk zy ook een afgryzen heeft van de gemelde euveldaaden: maar dat zy Suppliante alleen imploreerd, de gratie en genade van haaren geëerbiedigden Souverein; in ootmoedig vertrouwen, dat U Ed. Gr. Mogenden door op de ongelukkige Suppliante op haare tegenswoordige omftandi^heid, en op haare on- felukkige Kinderen een gunftig oog te liaan, aan aar niet euvel zullen opneemen, deze haare ooc. moedige demarche, welke zy, die met de tederfte liefde en heiligfte banden aan haaren voornoemden Man verbonden, en in alle opzichten gepenetreerd is van de akeligfte en treffende denkbeelden der rampzalige gevolgen, welke uit de executie van gemelde Sententie voor haar eD haar onnozel Kroost onheritelbaar moeten voortvloeijen, vertrouwd niet te mogen nalaaten, ten einde, kan het zyn, van U Éd. Gr. Mogenden te verwerven een gunst en gra-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. vsorgevallen. 63 tie, die de kenmerken zouden opleeveren van UEd. Gr. Mogenden grootmoedige Clementie en Souvereine affectie voor derzelver Ingezetenen, en niet alleen de Suppliante en haar Man en Kinderen met de alletfduurfte verplichting aan U Ed. Gr. Mogenden voor haar en haar nageflacht te vervullen, maar ook zelfs in 't algemeen, tot een allerfterksc fpoor ftrekken zoude, om de harten der Ingezetenen aan U Ed. Gr. Mogenden met de uiterfte liefde en gewilligfte gehoorzaamheid te verbinden; neemende de Suppliante demoedig de vryheid, om in het byzonder ook in dezen met de diepfte eerbied te imploreeren, de edele gevoelens van menschlievenheid van dierefpectable Heeren, welke door haar Suppliante voornoemde Man, volgens het gene de Suppliant by geruchte heeft vernoomen, fpeciaalyk beleedigd zyn. Weshalven de Suppliante haar en haarer Kinderen gekerm ootmoedigst door dit haar Smeekfchrift brengende in de hoogst aanzienlyke Vergadering van V Ed. Gr. Mogenden, onderdaaDiglyk bid en fmeekt, dat U Ed. Gr. Mogenden, uitHoogstderzelver Sou. vereine macht, aan haar voornoemden Man, de by hem gepleegde misdaad goedertierenlyk gelieven te vergeeven, deftraf, waar toe hy is gecondemneerd kwyt tefchelden, en aan hem te verleenen Brieven van Pardon, of van Abolitie, of zoodaanige andere gratie, als U Ed. Gr. Mogenden, naar Hoogstderzelver goedertierene edelmoedige en beroemde Clementie, zullen gelieven goed te vinden. 't Welk doende &c. (y>as geï.) Johanna Elisabeth Bylevelt,' getr. Fr. Mourand. No;  64- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 3089. Publicatie van de Heeren Staaten van Éoï°land en West~Friesland, waar by Hun Ed. Groot Mogenden de doodflraf over den Paruikmaaker F. Moorand gevonnisd, in eene altoosduurende gevangenis mitigeer en &c. In dato den s&^Maart 1786". De Staaten van Holland en West-Friesland, allen den genen die dezen zullen zien of hooren leezen, falut; doen te weeten. Dat hoe zeer het enorme feit, door Francois Moorand , thands Gevangen op de Voor-Poorte alhier, byzonder op Vrydag den i7den dezer geperpetrfcerd , als zynde een diredt attentaat tegen de Hoogheid van onze Souvereiniteit, uit hoofde van deszelfs aart en natüur, voor geen pardon, abolitie of andere gratie fufceptibel is, eö wy ook om die reden aan de Supplicatie, door Johanna Elisabeth Byleveld , Huisvrouw van gemelden Francois Mourand, op den 23ften dezer aan ons geaddresfeerd, niet hebben kunnen defereeren, eri dezelve dienvolgens, zoo als ze was leggende, ten zeiven dage hebben afgeflaagen en geweezen van de hand; nogthands de herhaalde intercesfien, door de Heeren Gevaerts, Burgemeester, en de Gyzelaar , Pecfionaris der Stad Dordrecht, met alle mooglyk empresfement, ten faveure van gemelden Francois Mourand , ter onzer Vergadering 'gedaan, op het neemen onzer fiDaale Refolutie, met relatie tot de zaake van gemelden Francois Mou. rand geweest zyn van dat effedt, dat wy, uit eene byzondere deferance aan de intercesfie van welgemelde Heeren Gevaerts en de Gyzelaar, goed- fevonden en gerefolveerd hebben, de ftraffe des oods aan den meergemelden Francois Mourand te remitteeren, en de Sententie tegen denzelven door onze Gecommitteerde Raaden gedecerneerd, en welke door de opgevolgde Confesfïe van gemelden Francois Mourand, voor zoo veel des noods nog  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. C$ nog nader gejuftificeerd is, te veranderen in een eeuwigduurend CoofiDement. Dat wy echter tot deze byzondere clementie, om reden als vooren, in dit geval uit onze Souvereine auctoriteit en macht, beflooten hebben in die verwachting, en in da*: vertrouwen, dat alle de Ingezetenen van deze onze Reddende plaats zulks niet alleen aan de zeer byzondere en nadrukkelyke intercesfie van gemelde Heeren Gevaerts en de Gyzelaar, en vervolgens aan onze zeer extraordinaire goedertierenheid, due in dit voorhanden zynde geval haare fou'ce alleen aan de voorfchreeven deferance verfchüldigd is, zuilen dank weeten, maar ook, dat elk en een iegelyk der Ingezetenen van deze onze Reddende-plaats, zich van nu voortaan ten allerzorgvuldfgftenlal wac'nren, van zich andermaal tegen de Souvereine befiuuen onzer Vergaderinge te verzetten, in welke maniere zialks zoude mogen zyn, diredtelyk of indirectelyk; terwyl wy als nog allen en een iegelyk op het ernftigfte vermaanenzicb alsftille, vreedzaame, en inzonderheid als gehoorzaame Ingezetenen aan onze Souvereine beveelen, vooral aan de zondaanigen, die wy totéer en luister van onze Vergaderinge noodzaaklyk oirdeelen, te gedraagen, zonder zich van nu voortaan op eeoiger» hande wyze met woorden, of met daaden, daar tegen te verzetten; alles op pcene niet alleen van on= ze hoogfte verontwaardiging, maar ook dat de Contraventeurs van dien, welke verzoeken, of intercesfien ten faveure derzelven ook zouden mogen worden gedaan , zonder eenige de minfte genade met de Galge of zwaarder na vereisch van zaaken, zullen worden geftraft, terwyl wy de Heeren onïe Gecommitteerde Raaden, onverminderd onze Publicatie van den 23 February 178Ö, waar aan wy by deze geene de minfte atteinte willen toebrengen, voor zoo veel des noods, als nog qualificeeren, om de Contraventeurs van deze onze Vaderlyke vermaaning en waarfchouwing de plano en zonder figuur van Proces, door onzen Advokaat-Fiskaal voor hun, by XXXIX. Deel, R pf*.  66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot praeventie, te recht te doen ftellen, en wyders in conformité van deze onze Publicatie te ftraffen. En op dat niemand hier van eenige ignorantie pre. tendeere, zoo gelasten en beveelen wy, dat deze alhier in den Hage zal worden gepubliceerd en ge. affigeerd, ter plaatfe daar zulks gebruikelyk is en behoord te gefchieden. Gedaan in den Hage onder het klein Zegel van den Lande, den 24 Maart 1786. (Onder ftond') Ter Ordonnantie van de Staaten, (was get.) C Clotterbooke. No. 3090. Aanjchryving van Heeren Gecommitteerde Raaden der staaten van Holland en West-Fries, land, aan de Kerkendienaars van verfchillende Gezindheden in 's Hage, om van de bovenftaande Publicatie op den volgenden Zondag, zoodaaniggebruik te maaken, als zy voor hunnen Toehoorderen het meest gefchiktst zullen oirdeelen. In dato den 25 Maart 1786. Eerzaame, Godzalige, Vroome, Discreete, goede Vriend! Wy hebben na voorgaande deliberatie goedgevonden, U Ed. by dezen toe te zenden een Exemplaar van Hun Ed. Groot Mogendens Publicatie van den 24ften dezer, ten einde ü Ed. van de daar in gemanifesteerde goedertierenheid en bygevoegde Vaderlyke vermaaning en waarfchouwing van den Souverein, op aanftaande Zondag by t verkondigen van Gods Woord, zoodaanig gebruik zult maaken , als U Ed. het meest gefchiktst zal oirdeelen te zyn. om U Ed. Toehoorderen van de voorfz. gratieufe dispofitie hunner Hooge Overigheid te overtuigen, en tot diepe eerbied voor Hoogstde-  dè Gsbeurtehisjen in 17 87 enz. voorgevallen. 67 èelven ineer en meer te disponeeren, niet twyfFelende, dat U Ed. geenszins in gebreke zal blyven om hier aan na U Ed. vermogen te voldoen. Waar op ons verlaatehde j beveelen wy U Ed. in de befcherminge God És. Gefchreeven in den Hage, den 25 Maart 1780". N°. qooi. Request van Fa. Moorand , aan de Hee' ren Staaten van Holland en West-Friesland, verzoekende remisfie der kosten en mifen van Juftitie „ waar in is gecondemneerd. Aan dè Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. Geeft niet alle ootmoedigheid te kennen Fran« §öis Mourand, Gevangene op de Voorpoorte alhier. . ... Dat de Suppliant ter zaake van het doör hem geperpetreerde attentaat tegens de Hoogheid en Soevereiniteit van Hoogstgemelde Hun Ed. Groot Moeenden, door U Ed. Mogenden by Sententie, den tdften dezer maand gepronuntieerd, ter dood zynde verwezen, mitsgaders gecondemnëerd in de kos* ten en mifen van de Juftitie, ten Zei ven dage, door Hun Ed. Groot Mogenden, en op de herhaalde inftantien van van de Heeren Gevaerts, Burgemeester, en de Gyzelaar , Penfionaris der Stad Dordrecht, dien hy Suppliant in het byzonder beleedigd had, aan hem Suppliant is geremitteerd de ftraffe des doods, en de opgemelde Sententie Van ü Ed. Mogenden Veranderd in eeuwigduurend Confinetnent. . . ■ 4 Dat de Suppliant, die erkend heeft en blyft erkennen, dat hy door zynen gepleegden misdaad de ftraffe des doods fchuldig was, zich nooit genoeg E 2 kan  68 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kan bedanken van de edelmoedige voorfpraak der voornoemde Heeren Gevaerts en de Gyzelaar , en van de grootmoedige barmhartigheid van zynen geërbiedigden Souverein, dan dat de Suppliant in faveur van zyne beklagenswaardige Vrouw, welke zich in den uitenten nood zoo getrouw aan den Suppliant getoond heeft, en voor zyne ongelukkige Kinderen, ook van U Ëd. Mogenden, welks rechtvaardigheid hy erkent, een gratie moet imploreeren, om naamentlyk aan hem remisfie der kosten, waar in hy gecondemneerd is, te verleenen; weshalven'zoo keert de Suppliant zich tot U Ed, Mo» genden, allerootmoedgst verzoekende, dat het U Ed. Mogenden goedgunftiglyk moge behaagen, aan den Suppliant te verleenen remisfie der kosten en mifen van Juftitie, waar in hy by bovengemelde Sententie is gecondemneerd. 't Weik doende enz. (was get.) F. Mourand. M. H. van Son Hendrikz», Prok. N°. 3092. Publicatie van de Magiftraat van 's Gra* venhage, van den 25 Maart 1786, waar by het Exerciiie-Genootfchap waar toe Fr. Mourand 6ehoord heeft, wordt gedisfolveerd en vernietigd. De Magiftraat van *sGravenhage, ontfangen hebbende eene aanfchryving van Hun Ed. Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, inhoudende: dat Hun Ed. Groot Mogenden , by Hoo^stderzelver Refolutie van den 24ften dezer, hadden goedgevonden en verftaan, Hoogstgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, daar by wel expresfelyk te qualificeeren en te gelasten, om zonder eenig veizuim, aanftonds de noodige middelen in het werk te ftellen, tot finaale en meest cfficacieufe vernietiging van het zoogenaamde Exer-  ds Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 69 ercitie-Genootfchap, waar toe de gevangen Francois Mourand behoord heeft, en tot weering van deszelfs geheele of gedeeltelyke famenkomfte, onder wat prastext het zelve zoude mogen wezen, en dat dienvolgende meergemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, ook hadden goedgevonden en geresolveerd, den Magiftraat aan te fchryven eD te gelasten, om, voor zoo verre die orders door denzelven Magiftraat konden worden ter executie gefield, zulks met de meeste fpoed doer.lyk te verrichten. Zoo is 't, dat de Magiftraat van 's Grayenhage voornoemt , in conformiteit van gemelde aanfcbryvïng en last, het bovengemelde zoogenaamde Exercitie-Genootfchap daadiyk heeft vernietigd , gelyk dezelve het. houd voor vernietigd by dezen; verbiedende voorts wel expresfelyk eenige verdere geheele of gedeeltelyke famenkomften van het zelve, waar en onder wat praetext het ook, zoude mogen wezen, alles op poene dat de Overtreéders van deze Publicatie, als Verftoorders van de gemeenerust, rigoureufelyk zullen worden ge. itraft. Aldus gedaan by Schout, Burgemeesters, Schepenen en Regeerders van 's Gravenhage voornoemt, den 25 Maart 1786, en op den 27ften dito van de Puye van het Raadhuis gepubliceerd. (onder flond) In kennisfe van my Secretaris. (was get.} H? A. Laan. Ë 3  7©1* Perzameling van Stukken betrekkelyk tof No. 3093. ExtraEl uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekke* lyk de hier geinfereerde Remonftrantie van het Hof Provinciaal, omtrent de judicatuure over den gevangen Paruikmaaker F. Muurand. In dato den 22 Maart 1786. Ontfangen eene Misfive van dePrssfident en Raaden van den Hove, gefchreeven alhier in den Hage op heden, houdende een ampele adftruttie van 's Hofs gefustineerde judicatuure in de zaak van den gevangen Paruikmaaker Mourand, breede^hieï aa geinfereerd. Edele Groot Mogende Heeren! Wy hebben op den I7den dezer, by Misfive aan U Ed. Gr. Mogenden geaddresfeerd, inftantelyk: verzocht gehad, dat het U Ed. Groot Mogenden mogte behaagen, in de zaak over de judicatuure van den Paruikmaaker Mourand niet té refolvee. ren, voor en aleer het Hof daar op zoude zyn gehoord; daarwy nu federt geene aanfchryvinge van tl Ed. Gr.Mogenden, nopens eenig Hoogstderzelver gerefolveerde in die zaak hebben ontfangen, en echter verneemen, dat Heeren Gecommitteerde Raadenden voornoemde Mourand, als hunnen Gevangen, hebben verhoord, en zoo de geruchten bn publyke Nieuwspapieren 'er byvoegen , door U Ed. Gr. Mogenden zouden zyn geaudtorifeerd, om de zaak van den voornoemden Gevangen de plano, en zonder figuur van Proces, af te doen; zoo hebben wy gemeend verplicht te zyn, om met al den eerbied aan ü Ed. Groot Mogenden illustre Vergadering verfchuldigd, doch tevens met die vrymoedigheid, welke wy meenen dat het gewicht der zaak vereischt, en het belang der Juftitie en van ieder Ingezeten des Lands, hoofd voor hoofd, van ons vorderd, en met die getrouwheid aan ééd en plicht, waar van wy weeten, eenmaal aan den Rechter van He-  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen, 71 Hemel en Aarde rekenfchap te zullen geeven, gebruik maakende van de vryheid, door U Ed. Groot Mogenden by Hoogstderzelver Refolutie in dato den 25 May 1735 aan °us verleend, om Wanneer wy meenen by eenige Refolutie van Uwer Ed. Groot Mogenden Vergadering be„ zwaard te wezen, ons daar over met behoorlyk „ refpedt en decentie te addresfeeren aan Hoogstdezelve;" . , r En fteunende op de daar by gevoegde expresle belofte van U Ed. Gr. Mogenden. „ Dat Hoogstdezelven altyd gereed zullen zyn, om op de vertoogen van den Hove behoorlyke refleCtie te maaken, en ook niet zullen manquee. ren, die, zoo wanneer de natuur der zaake het !, vereischt, te brengen ter kennisfe en dehbera,, tie van de Committenten van de refpedtiveLe- " Ons'hoogeaand bezwaar dienaangaande onder het oog van O Ed. Gr. Mogenden te brengen, en als nog op het ernftigfte, om redres van het zelve te verzoeken. „ , . Het is dan, Ed. Groot Mogende Heeren! een zaak, die door het getuigenis, zoo van den Drost en de Dienaars van den Hove, als van verfcheide andere Perfoonen, buiten alle contestatie gefield is, en welke ook voor zoo veel wy uit het gene ons van wege de Heeren Gecommitteerde Raaden is geboodfchapt, by welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden niet word in facïo tegen gefprooken: dat de Drosfaard van den Hove in Perjoon den voornoemden Mourand (terwyl hy bezig was zich faitelyk te oppofeeren, tegen het doorryden van een Koets, waar in de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, uit Uwer Ed. Gr. Mogenden Vergadering komende, gezeten waren , door de Stadhouders Poort) infiagranti deliiïo heeft geapprehendeerd, en door 'sHofs Dienaars van Juftitie gedaan vasthouden en wegleiden: dit is, dunkt ons genoeg om boven allen twyffel, zeker te doen zyn, dat de E 4 voor*  72 Perzameling van Stukken betrekkelyk tot voornoemde Mocrand, door het flerkst van alle bekende rniddelpr, is geworden een Gevangen van den Hove, waar van het Hof, indien iemand waande een beter recht, dan hei zelve om hem te berechten te hebben, niet anders dan door wettige middelen zoude hebben konnen of mogen ontzet worden. Maar wat gebeurt 'er verder, Ed. Groot Mogende Heeren ? De Drosfaard geen kans ziende, om zynen Gevangen, door het toen fubfifteerend gedrang na de Voorpoorte te doen leiden, brengt denzelven, ter provifiboeele bewaaring in de Militaire Hoofdwacht; eene plaats fgelyk wy . onlangs in de Jurisdictie qua;stie met de Regeering Van 's Hage over de Judicature van de Perfoon van Henry Lambert, ten genoegen van U Edele Groot Mogenden daar op gevolgde favorable decifie, ge» demonftreerd hebben eene plaats, alwaar een Gevangen , (zoomin als eenig anderdepojitum van Mees. ter) niet veranderd van Rechten, maar daar de gene , die hem aan de bewaaring van die Wachtheeft toevertrouwd, deszelfs volle recht op hem behoud; maar te gelyk ook eene plaats, alwaar Heeren Gecommitteerde Raaden het oppergezag hebben ; welke hebben konnen goedvinden, om zich van die occafie te bedienen, en het aan hunne Militaire onderhoorigen toevertrouwd pand, zich faitelyk en zonder de minfte fchyn van decentie voor het Hof, een Collegie, het welk zoo wel, als dat van Hun Ed. Mogenden de eere heeft, in den naam van U Edele Groot Mogenden recht te doen, toe te eigenen. Welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden laatén eerst door den commandeerenden Officier van de Hoofdwacht, welke Hun Ed. Mogenden kennis van die zaak had gegeeven, den Drosfaard van den Hove zeggen: Heeren Gecommitteerde Raaden zullen den Arreftant laaten af haaien: vervolgens zegt de Advokaat-Fiskaal Luyken aan den voornoemden Drost, die toevallig aan het Collegie van Hiui Ed. Mogenden kwam. Drost, tot U naricht dient.  di Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen 73 1 dient, dat de Refolutie van Heeren Gecommitteerde .Raaden is, om tien Arrejlant, die in de Hoofdwacht zit, 1 met een Commando van daa> na de Voorpootte te laaten \ brengen, als een Gevangen van Heeren Gecom1 MrrrEEERDE Raaden, De Drost vraagt daar op den 1 voornoe .ideo Advokaat-EMskaal : of hy du dus aan 1 de Heeren van het Hoi kon rapporteeren? De voor1 noemde Advokaat-Fiskaal antwoord: ja, dit is de i Refolutie van Hun Ed. Mogenden. Ën kort daar na is die Gevangen van het Hof, met een Commando 1 van Militairen, gebracht naar de Voorpoort van : den Hove, met aanzegginge door dea Drost van i Heeren Gecommitteerde Raadeo aan den Cipier, ;dat die Perfoon was een Gevangen van Heeren Get committeerde Raaden, en als zoodaanig door den Cipier ) moest worden bewaard. Voor het Overige omring het (Hof, van wege Hun Ed. Mogenden geene de minste, tusfchen aanzienelyke Collegien betaamende, rdireöe kennisgeeving van dat gerefolveerde van Hun Ed. Mogenden, nog van de gronden, waar op J dezelven fustineerden tót het aan zich trekken der judicature over dien, door 's Hofs Drosfaard inflafc granti geapprehendeerden, bevoegd te zyn. Zie daar Edele Groot Mogende Heereti! hoe U- ïhft nntr van de cantfche Provincie, door welker Inwoonders volgens de inrichting van een welge- 1 riteit en luister van U Kd. Oroot Mogenden zel1 ven ontleenende, gerefpedteerd behoord te wor. i den; ja voor het oog van gantsch Nederland, door : een Collegie, dat mede al deszelfs macht en luister : uit dezelfde bron ontleent, en het welk ten dezen i in geen ander adfpett kan werkzaam zyn, dan als 1 een Collegie van Juftitie, het welk niet vi juris1 diÈtionis ordinaritè > maar toevallig door middel van preventie, met het Hof in concurrentie kan ko: men, op de verfmaadendfte en verneederenfte wy: ze is behandeld en ontluisterd. Wy laaten aan de 1 overweeging van U Edele Groot Mogenden over, Es in  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot in hoe verre het hoog gezag van U Edele Groot Mogenden zeiven, in dat van Hoogstderzelver Hof van Juftitie, door deze arbitraire handelwyze van Heeren Gecommitteerde Raaden is gevioleerd. Echter vermeenen wy Edele Groot Mogende Heeren! dat dit poindt op zich zelve ftaat, en niets gemeens heeft met de vraag, of en uit welken hoofde Heeren Gecommitteerde Raaden zouden mogen fustineeren, tot de judicature over den voorfchree» ven Gevangen bevoegd te zyn; want dat, al moest die vraagaffirmative beantwoord worden ,(des geenszins) die feitelyke ontvoering van denzelven is eene onbehoorlyke en met de goede orde en Wetten van dit Land, en van alle andere welgeregelde Maatfchappyen ftrydige daad, als fteunende alleen op ie droit du plus fort, en vallende in de termen van zich zelve te rechten, ofte procedeeren by wege van feiten, welke wy vertrouwen mogen dat U fidele Groot Mogenden zullen begrypen, dat in allen gevalle behoord gerepareerd, en de Gevangen wederom ter dispofitie van het Hof gefteld te worden. Dit ons vertrouwen fteunt op de alom bekende séquiteit en liefde van goede orde van U Edele Groot Mogenden, en wy zyn te meer verplicht, daar op te infteeren, vermids, indien zulk eene wyze van zoogenaamd prasvenieeren geoirloofd is, het te vreezen is dat Heeren Gecommitteerde Raaden, welke zoo wel als het Hof, aan den Cipier van de Voorpoorte ordres kunnen geeven, telkens als het hun goed dunkt, zoodaanige 's Hofs Gevangenen, waar omtrent prsventie plaats zou kunnen hebben, na zich zullen neemen; en dat overzulks de vigilantie, welke U Edele Groot Mogenden met recht van het Hof vorderen, tot niets anders zal dienen, dan om als eene mams ministra van de toevallige Jurisdictie van Heeren Gecommitteerde Raaden te verftrekken ; het gene zeker niet alleen tegen alle regels van hillykheid, maar tegen het alleresfentieelst Privilegie der Ingezetenen van den Lande, te wee-  4s Gmurtenisfen in i787 enz* voorgevallen, 7* kweeten, van te recht te ftaan voor de ordinaris JuPfe Sndwy ov°ePr?Edele Groot Mogende Hee. ! denvoor^oernden Gevangen t*k J*fW*fBÏ»W* lbeSffGS Mogenden gelieven dan te zyn -einformeerd dat wy die behandeling vernoomen. EbbenderSóg dien zelfden avond eene conferentie van onze Commisfarisfen met Heeren GommisWen van voorfchreeven Collegie hebben laaten «ve zoeken, dewelke door flun Edele Mogenden Sonds" geaccordeerd geworden, en, daar inon! ze Commisfarisfen de Commisfarisfen van Hun Ed, ] Mogenden hebben voorgedraagen. „ Dat het Hof vernoomen had, dat de raruiK* ,„ maaker Moorand door den Drosfaard van het. Hof geapprehendeerd, en dus notoir een Ge, "angen van het Hof, als een Gevangen van , * Heeren Gecommitteerde Raaden was overgebracht naar de Voorpoorte, en aan den Cipier ! li gerecommandeerd, om den zei.ven als een Gevaneen van Heeren Gecommitteerde Raaden te " bewaare? dat dit het Hof ten uiterften had gefraoSerd', doch dat het Hof verwachtende 8 5 dar? Heeren Gecommitteerde Raaden geinfor■ " meerdrdat de apprehenüe van dezen Gevan1 gen doofden Drosfaard van het Hof gefchied was, denzelven ter judicature var, hetHtfzou. „ den overlaaten ; doch dat mdien Heeren1 uecommitteerde Raaden daar in mogt en difficultPPren het Hof genoodzaakt zou zyn, zien deswegensaanHu? Ed. Groot Mogenden tead- ^HerSdóór de Heeren Commisfarisfen van het voorfchreeven Collegie zynde genoomen ad rejei-en dlml el daar op door 's Hofs Commisfarisfen zyn- de3fDaf'het «of verwachtede, dat de zaaken-  16 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 9i middels niet mogt worden gebracht buiten haar l „ geheel." Zoo is daar op den volgenden voormiddag, van i wegen Heeren Gecommitteerde Raaden den Hove geboodfchapt, dat Hun Edele Mogenden fus'ineer- . den tót de judicature over den voornoemden Gevangen bevoegd te zyn, uit hoofde van preventie door middel Van het neemen va.i cognitie; door welk Vvoord wy meenen niets anders "te kunnen verftaan : dan informatie, genoomen voor dat de apprehenfie door den Drosfaard van den Hove in flagranti is gefchied. Doch i/ot rescontre van welke allegatie, wy meenen te kütonen: vol ftaan met kortélyk te re, ïnarqueeren; voor eerst: dat zulks volftrekt onmoog* 3yk is, dewyLeene apprehenüe in flagranti, fua na* tura, uitfluit eene anterieure cognitie of informatie na dat fait. Het is immers zéker, Edele Groot 3vlpgende Heeren! quoi effeïïus ante caufam esfe ne, quit. J Hoe konden Hun Edele Mogenden kennis hebben van, of infórmeeren naar een fait, dat nog nietgebeurd was, en dat toen het gebeurde, oogenblikkelyk gefluit wierd door de apprehenfie, welke de Drost van het Hof verrichtede? Ja hoe zou met mooglykheid, in gevalle van apprehenfie in flagranti, kunnen worden begreepen prasventie uit hoofde eener anterieure cognitie plaats te hebben ? daar men immers niet mag fupponeeren, dat een Rechter kennis hebbende, dat iemand zou willen delinqueeren, of bezig was met te de. linqueeren, hem a desfein het delict, zou willen laaten pleegen of volvoeren, daar hy het kon beletten. Doch ook zelfs in zulk eene (voorden Rech, ter injurieufe en dus te abhorreerenjonderftelling, zou de reëele Citatie door apprehenfie in flagranti geen plaats overlaaten voor de aHegatie van praven. lie uit hoofde van zulke anterieure informatien. Want wy remarqueeren in de tweede plaats, dat het eene uitgemaakte en bekende zaak is, welke ook op den aart der zaake fteiint, dat apprehenfie of  de Cehemtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 77 of reële Citatie, zelfs praeventie geeft voor anterieure. vsrbaale Citatie, en dus ongetwylfeld nog meer voor anterieure Cognitie of Informatie. En dat zulks op den aart der zaake fteunt, is evident , want hoe zal een Rechter uit .hoofde eener verbaale Citatie, met effect kunnen voort Procedeeren tot punitie van iemand, die eens anders Gevangen is? „ . , n j Hoe zouden Heeren Gecommitteerde Raaden, indien zy zich niet feitelyk van 's Hofs Gevangen hadden meester gemaakt, den Gevangen zoo lang hy 's Hofs Gevangen was, hebben konnen ftraitea over de misdaad, waarom hy in flagranti isgeapprehendeerd geworden, of over eenige andere misdaad waar over de anterieure Informatien van Heeren Gecommitteerde Raaden zouden hebben mogen gaan? Neen Edele Groot Mogende Heerenl indien de Heeren Gecommitteerde Raaden begeerden, dat hy ook over andere misdaaden, waar van zy anterieure Informatien mogten hebben, geftrafc wierd, zoo zouden zy dezelve Informatien aan den Hove hebben moeten fuppediteeren, om daar op zoodaanig reguard te neemen, als het Hof in goede Juftitie zou oirdeelen te behooren; al het welke overeecftemt, met de leere van Port, TraStaat van Crimineele zaaken, tit. 2. §. 31. & feqq. usque fi. nem. En met zulk eene overgaave aan den Hove te doen, zouden Hun Ed. Mogenden maar juist het zelfde doen, het gene derzelver Prasdecesfeuren zelfs in zaaken waar in by hun Edele Mogenden reeds begonnen was te procedeeren, dikwyls hebben gedaan; by voorbeeld in het geval van den Geweldigen Provoost van Da alen, (conferatur Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden van den 23 July 1666), en in het bekend geval van den Heer Halewyn, en in meer andere gevallen- Wy voegen by dat alles nog, Edele Groot Mogende Heeren! dat al konde de gefustineerde pr«e« ventie door Informatien van Heeren Gecommitteerde  <ï§ Verzameling van Stukken betrekkelyk int de Raaden in evenwicht komen met de zoo notoir j praeferable prasventie van het Hof, door middel vaörj apprehenfie in flagranti delicïo (waar van het contra-:] rie reeds is gedemonftreerd), de eerstgemelde dann nog notoir zoude moeten cedeeren aan de laatstgeJ melde, in confidentie van het esfentieel onder-1 fcheid, dat 'er is tusfchende Jurisdictie van hetHotl en die ven Heeren Gecommitteerde Raaden, in ma-i terie van Muyterye of Oproer, *t zy dan vallendèa inde termen van 't Crimen perduellionis, majeftatisA of Legum Juliarum de Vi, en van de betrekking», welke dat onderfcheid heeft tot het wezendlyksti Privilegie der vrye Ingezetenen* Dit onderfcheid befiaat hier in j dat volgens dei Grondwetten van dit Land, de Juftitie, welke heé Hofoeffent, is de ordinaris Juftitie, daarin tegen-i deel, de Jurisdictie, welke Gecommitteerde Raa-i den oeffenen in die fpeciaale gevallen, waar in zy, by praeventie of anderszins, competent kunnen zyn, is eene toevallige of gedelegeerde Jurisdictie. Dit blykt uit het 6de en 7de Artikel van de In4 UruCtie van Gecommitteerde Raaden ; want, na; dat in het 6de Artikel zyn opgeteld de gevallen, waar in zy by praeventie, dus toevallig, en in hec begin van het 7de de gevallen, waar in zy by dele* catie Rechters zyn; befluit het laatstgemelde Arw zonder hun anders het feyt van de ordinaris Juftitie, den Hoogen Provinciaalen Raade, de Collegien van dé Admiraliteit, en de Gerechten van de Steden, of andere*. Rechteren competeerende, te onderwinden. De generaale regel is, datGecommittteerde Raaden zich met de ordinaris Juftitie niet mogen bemoeijen; de exceptie is, dat zy zulks onder andereny wel mogen doen omtrent Muiterye, een delifl:, even als alle anderen, behoorende tot de ordinariss Juftitie, doch alleen by prxventie. Dat nu zulk eene exceptie van den generaalen: regel ftricte geinterpeteerd, en niet buiten de praï• cife termen geëxtendeerd mag worden, is notoir»,! dewyl zy den regel confirmeerd incafibus non exceptis* \ * £in*;  it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voörgëvailén. 73 Binnen dezelfde enge bórnes, naamelyk van prê* >ventiet is ook beperkt de autlorifatie by U Edele t Groot Mogendens Publicatie van dato den 23 february 178Ö, verftrekt op den daar by gementioneerden Advokaat-Fiskaal» en dezelve kan dus geen > verder |recht daar uit deriveereh, dan in gevallen » als hy waarlyk geprasvenieerd heeft; dus niet indit < geval, daar ten evidentfte blykt, dat hy door api prehenfie in flagranti geprasvenieerd is. Doch geheel anders is het gelegen met s Hofs competentie in deze materie; want, behalven dat 1 het zelve oeffent de ordinaris Juftitie, en overzulks reeds uit dien hoofde in de favorabeler termen van den generaalen regel verfeert, zoo is daar en bo* ; ven by het 8fte Artikel van deszelfs Inftruttie, het 1 zelve gecommitteerd, generaalyk tot het kennen van ! alle zaaken de Hoogheid van den SOuverein aangaande; 1 welke Hoogheid voorwaar zeer gelssdeerd wordt door het pleegen van zulke daaden, welke de Accufator Publicus fustineerd het crimen Majeftatis te ' ^HeV zelve is dus volgens de door alle deszelfs Leden beéédigde Inftructie (waar mede ook overeenftemt de teneur der Commisfien by ü Edele Groot | Mogenden aan ieder Raad gegeeven) niet by pree- 1 ventie of toevallig, maar altyd vi jurisdiEtioms ordt. i noria» de competente Rechter over zoodaanige de. 11 &Dic hebben Ü Ed. Gr. Mogenden zeiven oofc dikwyls erkend: zoo hebben (om uit de veele exem; pelen van vroeger tyd, één, dat in zeker opzicht ■■ eenig Rapport heeft met het voorhanden zynde te i allegeeren) ü Ed. Gr. Mogenden by Hoogstderzel1 'ver Refolutie van dato den 23 July 1677 den Pro] kureur-Generaal gelast zich op de kwaade toefpreekingen en onfatfoenlyke bejeegingen door eenige Scheeveningfche en Katwykfche Vrouwlieden, den Heer van Zevender komende om de Befoignes van de Vergadering van ü Ed. Gr. Mogenden waar te neemen, over zaaken in die Befoignes verhandeld, op  8o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot op het Bin Den hof aangedaan, te informeeren, en het recht der Hooge Overheid waar te neemen, en met a/len eron te procedeeren, tegen die geneD, die van de voorfchreeven Commotie oirzaak zouden mogen zyn geweest, en zich niet hebben ontzien den voorfchreeven Heer van Zevender zelfs op het voorfchreeven Binnenhof in diervoege te rencontreerctj en bejt e^enen; met last aan den Praefi. dent en Raaden van den Hove, daarin zonder eenig tydvtrzuim , Juftitie te adminiftreeren , zoo als na exigentie van zaaken, zouden oirdeelen te behooren. Zoo hebben U Ed. Gr. Mogenden by Hoogst. , derzelver R: folutie van den 27 December 1782 den Hove aangefchreeven, om uit naam en van wege U Ed. Groot Mogetden diredtelyk en zonder tusfchenkomst van eenige delegatie, tegen den Vaandrig de Witte en tegen den Boomkwt eker van Brakel te procedeeren: gelyk U Ed. Gr. Mogenden mede by Refolutie van den oden December deszelven jaars, de cognitie over het gene den óden derzelve maand alhier was voorgevallen, aan den Hove gedemandeerd hebben. Waar van wy ons, blykens Uwer Ed. Gr. Mogenden Refolutie in dato den 16 July 1784; ten genoegen van Hoogstdezelven hebben geacquiteerd. Zoo hebben ook eindelyk U Ed. Gr. Mogenden by Hoogsrderzelver Refolutien van den 8 September en j November 1785 refpeöive getoond te begrypen, dat wy verplicht zyn by diergelyke occafien, als deze, werkzaam te zyn, tot herftelling van de rust, en confervatie van de veiligheid. En of wel in laatere tyden, het privative der ordinaris Jurisdictie den Hove in deze materie toekomende , by de Stedelyke en andere ordinaris Rechtersfomtyds bedisputeerd geworden is, doortefustineeren, dat de Burgers en Ingezetenen altyd zelfs ook in diergelyke crimina, zouden moeten te recht ftaan voor den Rechter, in derzelver reguard ordi- . naris, dagelyksen competent, uitgezonderd in cas van 1  de Gebeurtenis/en in 1787 enz* voorgevallen. 81 ivan prseventie in flagranti deliiïo, zoo kan echter .uit die fustenue van de ordinaris Rechters, geen meer recht gebooren zyn voor Gecommitteerde : Raaden, die noch ordinaris, noch dagelykfcheRechterszyn, en nietanders, dan door praeventie, competent kunnen worden. Dus zelfs in illa non concesfa hypothefi, is het zeiker, dat wanneer het Hof door prajventic in flagranti delikïo, waar toe de Prokureur-Generaal daar en i boven volgens het 19de Artikel der Inftructie jegens alle Officieren , de ordinaris Juftitie exerceerende, 1 bevoegd is, deszelfs Jurisdictie gefundeerd heeft, i'er geen cognitie of judicature van Heeren Gecommitteerde Raaden, uit hoofde van de bovengemelcde exceptie van den generaalen regel kan te pas konnen. Wy kunnen wyders ook niét af zyn te remarqueeren, dat eene prasventie, by cognitie of informati:en, hoedaanige aan de zyde van Heeren Gecommit1 teerde Raaden voorgewend word, dat ten dezen plaats zoude moeten hebbeD , in abflraiïo be» ifchouwd, diredt is inloopende tegen het Declaratoir by Uwer Ed. Groot Mogenden Publicatie van !dato den 15 September 1677 gedaan, waar by van :het recht de Ingezetenen competeerende, om nerigens anders, dan voor derzelver ordiDaris, dage. lykfchen en competenten Rechter te recht te ftaan, 1 alleen wordt geëxcipieerd het geval, wanneer dei! zei ven in flagranti deliiïo geapprehendeerd zyn. IDit is derhalven eene fuftenue van Heeren Gecomt mitteerde Raaden, welke voor een iegelyk der Ingezetenen van het gantfche Land niet genoeg te ap- Iprehendeeren is : dat naamentlyk in eene materie van zoo veel gewicht, alle Ingezetenen, zelfs ook de Heeren ter Vergadering van ü Ed. Groot Mogenden compareerende, als dienaangaande ieder in zyn particulier, geen meer recht hebbende dan de geringfte Burger, bloot zouden ftaan, om op informatien door den Advokaat-Fiskaal van GecommitI teerde Raaden genoomen, zonder refource, afgeXXXIX. Deel. F trok-  82 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut trokken te worden, niet alleen van hunnen dage- • Jykfchen Rechter, maar zelfs ook van de ordinaris .juftitie, welke nooit van de vastgeftelde wyze van procedeeren in criminalibus mag afgaan, en van allen middel van hooger beroep aan dezelve, en dus jn eene zoo akelige materie, (en wat kan daar niet al, by illatien, onder gerangeerd worden?) eenstklaps ontzet te worden van een der dierbaarfte voorVechten, welke een vry Mensch in een vry L.3nd kan competeeren; van een voorrecht, tot confer'vatie van het welk onze Voorouderen zoo veel 'ftroomen bloeds hebben geftort; van een voorrecht, dat zoo bekend is; het Privilegie de non eva- ■ cando, ja! (wy zeggen het met ontroering en fchrik 'voor de gevolgen, fomtyds van een nog dierbaarder voorrecht; van dat, om volgens de by de Wetten yasigeftelde wyze, te worden geoirdeeld, waar toe ieder Mensch een recht heeft, dat niemand mag beneemen. Wy refereeren ons, kortheidshalve, tot het gene Hcigo de Groot in zvne Verantwoording van de wet'felyke Regeering van Holland, Cap. 15. §. behoudelyk nu &c. aangaande het Privilegie.de non evocando gezegd heeft, én bidden U Ed. Groot Mogenden de dogen te flaan, op het gene die groote Man eenige volgende §. heeft ter neder gefield. Of zullen dan de RegeeriDgen en Gerechten der 'Steden en anderen, welke fomtyds, fchoon onzes bedunkens ten onrechte, dit Privilegie de non evocando tegen het Hof, aan welks Jurisdiftie, tanquam judici, fuperiori ordinario , hunne Onderhoorigen fubjeözyn, met faculteit, om verder.aan den Hoogen Raade te appelleeren, hebben geallegeerd, met onverfchilligheid kunnen aanfehouwen, dat dezelve van hunne Jurisdictie worden afgetrokken , door een Collegie van Policie, het welk fomtyds de plano en buiten form van Proces procedeert, en altyd by arrest wyst, en zulks niet alleen door praeventie, by wege van apprehenfie in flagranti; maar zelfs door praeventie by informatien? Zullen dan het Hof en de  de Gebeurtenis/en in 1787 «12. voorgevalten, 83 :de Magiftraat van 's Hage, by continuatie moeten 1 aanzien, dat een Collegie, het welk aldaar geene Jurisdictie heeft, den naam van praeventie by cog:nitie, hun hunne Gevangenen ontweldigen, tegen ids gevluchte Burgers procedeeren , in derzelver (huizen vallen, die doorzoeken, om uit de papieren der Gevluchten nieuwe ftoffen voor praeventien by cognitie tegen Edelen, Suppoosten, Burgers of Inwoonders op te fpooren, en dezelven daar door Van derzelver ordinaris , dagelykfche en competente Rechters af te trekken, ten einde te recht te ftaan voor een Collegie van Policie? Waar blyft dan de perfooneele veiligheid, welke :ieder recht heeft van de ordinaris Juftitie te vordeireD ? Waar de burgerlyke vryheid ? waar de Privilegiën der Edelen, van nergens dan voor het Hof ite recht te ftaan? waar die der Burgers, vóór deiwelken de Magiftraat zoo tegen het Hof geftreeden heeft? Wie is dan zeker in de Refidentieplaats ;van den Souverein, weleer de wellust van Nederland? : Wy zeggen een Collegie van Policie, Ed. Groot Mogende Heeren! en dit (in het afgetrokkene befchouwd) levert, onzes oirdeels, eene niet minder Igewïchtige reden op, om in dubio deszelfs Juris[dictie in zaaken , de ordinaris Juftitie betreffende, wel te reftringeeren , maar niet te extendeexeD. Want behalven dat de Leden van zulk een Collegie , door behandeling van menigvuldige zaaken , de execütive macht der Regeering betreffende, na» nuurlyk dikwyls worden verhinderd, met die bedaarde,en ongeftoorde adfiduiteit en attentie, welke in Rechters, vooral in Rechters over het Criinen \Majefkatis, vereischt word, de verfchillende om'ftandigheden en argumenten, welke in het decideeren van zulke delicaate quaestien, waar van het lee,ven of de eer en welvaart van derzelver mede-Burigers afhangt, te overweegen en decideeren; zoo is" : .caarénbóVen vöor lange door den vermaarden MonF 2 tèS-  5?4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tesquieu in deszelfs Tradtaat, de VEfprit des Loix, op meer dan eene plaats, byzonder Liv. ï'ï'. geremarqueerd, dat het eene gevaarlyke misflag is in de Conltitutie der Regeering van een Land, Wanneer ook de legislative of de executive macht, niet onderfcheiden van, en in andere handen zyd en blyven, daD de judiciaire macht j want dat hoe meer dezelven gtconfurdeerd worden, hoe minder burgerlyke vryheid de Natie behoudt. Daar wy nu zoo aanflonds van dien zoo fchrandercn Moniesquieu gewaagden , zy het ons geoirloofd, Ed Groot Mogende Heeren! nog een argument, het welk wy vertrouwen, uit het gene hy op eme andere plaats iD dat zoo nuttig Werk redeneert , te mogen afleiden , aan de overweeging van U Ed. Groot Mogenden te fuppediteeren, als ftrekkende om te toonen, dat, byzonder in eene zaak van natuur als de voorhanden zynde, wanneer naamelyk het delict, waar van iemand befchuldigd word, direct tegen den Souverein, of (in eene Republyk) tegen de Perfoonen ter Vergadering, welke den Souverein reprasfenteert, compareerende , qua talis is ingericht, en dus eene accufatie van gekwetfte Majefteit kan importeeren, de preferentie om Rechter te zyn, niet buiten noodzaakelykhcid behoort te worden gegeeven aan een Collegie, beftaande uit Peifoonen , mede Comparanten in die Vergaderirg zynde; welk argument hierin beftaat, dat dezelve als mede-Leden zynde van het. iiluftef Corps dat beleedigd is, gevaar loopen van die menfcbelyke zwakheid niet geheel te zullen kunnen af* )eggen, welke in zulk een geval ligt kan boven komen, naamelyk, om den Beleediger van het illufter Corps, waar van zy Leden zyn, niet met die bedaardheid en in zulken koelen bloede te kunnen behandelen, als in eenen neutraalen Rechter hoogst? noodzaakelyk is. Wy doelen , Ed. Groot Mogende Heeren! op het gene hy zegt Liv. i. Chap. 5. waar van de tytel is: 'dans quels Gouvernement le Souverain peut être Jugei  de Geleuttenisjin in 1787 ent, voorgevallen, 8jr j ge; fpreekende van het berechten van het Crimen i lafce Majeftatis in eene Democratie , in welke het I gantfche Volk de eenige Rechter is over eene beI leediging van deszelfs Majefteit, en overzulks ie» i der, individu van het zelve, over de beleediging ' van het Corps, waar van hy een Lid is, noodzaakel lyk moet oirdeelen, naamelyk, il fera bon de mettre : quelque lenteur dans des affaires pareilles , furtout du ' moment, que VAccufê fera prifonnier ; afin que le PëUPLE puisse se calmer ET juger de sang froid. i Waar na hy met opzicht tot de Monarchique Regeeringen laat volgen: voici d'autres reflexions. Dans iles Etats Monarchiqu.es, le Prince est la Portie, qui pourfuü les accu/és, 6? les fait punir ou abfoudre: s'il ' jugeoit lui méme, il feroit le Juge éf la Partie. ■ De applicatie van al hec welke op het cas fubjedt in eene Staats-Regeering, als de onze is, waar in : de noodzaakelykheid , in zulk eene Democratie plaats grypende, niet exteert, vermits 'er andere i ordinaris Rechters zyn, en waar in de Souverein ook de Party is der Befchuldigden, komt ons voor pal- ipabel te zyn. Wy voegen hier nog by, Ed. Groot Mogende Heeren ! een pasfaae uit Vattel, Droit des Gens T.i. Liv. 1. Ch. XIII. §. 172, waar door aan de zaak :nog meer licht word bygezet. L'execution des Loix appartient au Condu&eur de la : Societé. II est chargé de ce foin £? indispenfablement tobligé de s'en acquiter avec fagesfe. Le Prince veillera donc a faire observer les XoiX CRIMINELLES; MAIS IL N'ëNTERPRENDRA POINT ;de juger lui möme les coupables. Outre les raifons, que nous avons alleguées, en par* ilant des jugemens civils, £f qui ont plu1! de force encore ia l'egard des caufes criminelles; lf. Personnage de lJUGE CONTRE UN MlSERABLE NE CONVIENT P1INT A ;:la Majestó d'un Souverain, qui doit paroitre en i\tout le Pere de Jon Peuple. Cest une maxime trés fage 6? comntunement recue en '.Frame, que le Prince doit fe referver toutes les matter es F 3 de  85 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de gr ace, £ƒ abandonner aux Magijlrats la rigueur de la Juftice* Mais cette Jufiice doit s'exercer en Jon nom &? fous Jon autorité, un bon Prince veillera attentivement sor la conduite des Magistrats ; il les obligera a observer scrupuleusëment les for- mes etablies. Il se gardera bien lui meme d'y donner jamais atteinte. ; En eenige regels laager. Il n'y a plus libertó pour les citoyens, des qu'lls ne sont pas assurés de ne pouvoir etre i CONDAMNés QUE SUIVANT les LoiX, DANS les FOR- . mes etablies ET PAR LEUR JUGES O R DIN AI- . RES. L'ufage de donner a un Accujé des Commisjaires ; choifis au gré de la Cour, est une invention' de quelques ■ Minijtres qui abujoient du pouvoir de leur Maitre. Un i bon Prince n'y donnera jamais les mains, s'il est asfez ; éclairé pour prevoir l'horribile obus que fes Minijtres ; pourroient en faire. "Het is derhalven, zoo wy vertrouwen, gedemon-. ftreerd, dat van wat zyde men de zaak ook befchou wé, het recht, de reden, de voorrechten en het; belang der Ingezetenen, de ten dezen gefuftineer. de prseventie van Heeren Gecommitteerde Raaden i volftrekt reipueeren; en dat overzulus Hun Ed. Mo- < genden geene bevoegdheid hebben gehad, om den i door apprehenfie in flagranti, 's Hofs Gevangen i geworden Mourand, als hunnen Gevangen te confidereeren, veelmin denzelven feitelyk aan het Hof; te onttrekken. En by nadere confequentïe, dat Hun Ed. Mogenden verplicht zyn, den Gevangenen aan het Hof ■ te reftitueeren, om tegen denzelven, volgens de vastgeftelde Wetten en Ufances, te worden geprocedeerd, zoo als in goede Juftitie zal behooren, en zich voortaan te onthouden van 's Hofs Gevangenen via faEti naar zich te neemen. Hebben nu echter U Ed. Groot Mogenden, ap. parent op abufive informatien , omtrent den toedracht der voorfchreeven door den Drost van den Ho-  ie Gebeurtenisfenin 1787 enz. voorgevallen. 87 Hove in flagranti gedaane apprehenfie, zonder ons te hooren, dienaangaande zulk eene Refolutie genoomen, als in de Nieuwspapieren is vermeld, zoo verzoeken wy, dat U Ed. Groot Mogenden behaage, de voorenftaande gronden nog eens in ferieuie overweeging te neemen, en daaromtrent naar recht en billykheid, zoodaanig nader te refolveeren, als U Ed. Groot Mogenden zullen bevinden te behooren.Hier mede, Edele Groot Mogende Heeren! bidden wy God, dat HyUEdele Groot Mogendens dierbaare Perfoonen voor alle onheilen behoede, en derzelver Regeering doen voorfpoedig zyn. Gcfchreeven in den Hage, den 22 Maart i7?5. (Onder flond) U Edele Groot Mogendens gantsch Dienstwilligen, De Prcefident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland. (Lager flond) Ter Ordonnantie van dezelven. (was gat.) Adriaan Bodt. P. S. Edele Groot Mogende Heeren! na dat de bo, vengemelde Misfive by ons was gercfumeerd, hebben wy ontfangen Uwer Ed. Groot Moeenden Refolutie van dato den 18 Maart 1786; houdende: dat U Ed. Groot Mogenden hebben goedgevonden en verftaan, zonder reeuard te neemen op het verzoek, by onze Misfive van dien dag gedaan, te perfifteeren by de Refolutie, dien dag op de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht genoomen; en dat van dit gerefolveerF 4 de  S8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Extradt gezonden zoude worden aan den Praefident eD Raaden van den Hove, om zich daar naar te reguleeren. Waar op het ons gepermitteerd zy, eerbiediglyk te verzoeken, dat U Ed. Groot Mogenden de goedheid gelieven te hebben, ons kennis te doen hebben van den inhoud der daar by gementioneerde Refolutie, waar by U Ed. Groot Mogenden verklaaren te perfifteeren ; alzoo wy anders niet kunnen weeten, waar na U Ed. Groot Mogenden goedvinden , dat wy ons zouden reguieeren. Voor het overige refereeren wy ons eerbiediglyk tot onze bovenftaande Misfive, en fmeeken U Ed. Croot Mogenden by al wat dierbaar is, dezelve, ingevolge Hoogstderzelver uitdrukkelyke belofte by Refolutie van den 25 May 1735 gedaan, te willen aannee. i men als eece Remocftrantie; tegen het gene i U Ed. Gioot Mo/cnden in deze zaak, zon- • der onze zoo liquide gronden te hooren, zou- ■ den mogen hebben gerefolveerd, en ons dien. ■ aangaande die Juftitie te doen wedervaaren, , welke wy vertrouwen te hebben aangetoond, , dat op het recht, de Privilegiën en het be-■ laDgder Ingezetenen van den Lande gegrond-, vest is. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden) en verftaan, als nog te perfifteeren by de Refolutie,, voorleeden Saturdag op de Propofitie van de Hee-. ren Gedeputeerden der Stad Dord-echt, die aam den Hove zal worden toegezonden , genoomen. En zal Extradt dezer Refolutie gezonden worden] aan de PrsefideDt en Raaden van den Hove, tot der-telver informatie en naricht. Accordeert met de vocrfz. Refolutien., 1 N.  de Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. 89 IN°. 3094. ExtraB uit de Refulutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de hier by geinjereerde Remonftrantie van den Hove Provinciaal en Misfive van den Hoogen Raad* aangaande Hun Edele Groot Mogendens Refolutie en Publicatie in de zaak van den gevangen Paruikmaaker Mourand &c. In dato den 8 April 1786. Ontfangen een Misfive van de Prsfident en Raaiden van den Hove, gefchreeven alhier in den Hage iden 6den dezer, houdende een zeer uitvoerige nadere Remocftrantie, aangaande Hun Ed. Groot Mogendens Refolutie en Publicatie in de zaak van den gevangen Mourand, en de Judicature daaromtrent, ibreeder hier na geinfereerd. Edele Groot Mogende Heeren! Wy hebben op den 22ften Maart dezes jaars ontI fangen Uwer Edele Groot Mogendens Misfive en Refolutie van denzelven datum, waar by U Edele Groot Mogenden gedelibereerd hebbende op onze [ Misfive mede van dien datum, houdende eene am« I pele Adftrucfie van 's Hofs gefustineerde Judicatu1 re in de zaak van den gevangen Paruikmaaker Mou1 rand; hebben goedgevonden en verftaan, als nog ; te perfifteeren by de Refolutie den voorigen faturi dag op de propofitie van de Heeren Gedeputeerden 1 der Stad Dordrecht, ons daar by mede toegezon1 den, genoomen, alles om te ftrekken tot onze inI formatie en naricht. Wy hebben vervolgens op den 24ften der voor! fchreeven maand, 'dés avonds laat ontfangen Uwer Ed. Gr. Mogenden Misfive van dien zeiven dag, waar by U Ed. Gr. Mogenden ons hebben toegezonden Hoogstderzelver Publicatie ten voorfchreeven dage gearresteerd, concerneereude de Sententie tegen den voornoemden Mourand, by Heeren Gecommitteerde Raaden gedecerneerd, en door U F 5 Ed»  oo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ed. Gr. Mogenden naderhand, uit zeer extraordi- . naire goedertierendheid, ter inftantie van de twee i daar by genoemde, en de enorme beleediging, den i Souverein aangedaan in derzelver Periboneu onder- ■ gaan hebbende Heeren Gevaert Burgemeester, en i de Gyseeaar Penfionaris van Dordrecht, verleen», de commutatie van voorfchreeven ftraffe in een eeu« • wigduurend Confinement; met zoodaanige Vader- ■ lyke vermaaninge en waarfchouwinge aan elk en i iegelyk der Ingezetenen van deze Uwer Ed. Gr.. Mogenden Refidentieplaats bedreiginge van ftraffe,, en qualificatie op Heeren Gecommitteerde Raaden,, als breeder daar by vermeld is: met begeerte, dat: wy dezelve zoude doen publiceeren en affigeeren, , daar zulks gebruikelyk is, en behoord te gefchie-. den. Wy hebben daarop, ter obediëntie aan voorfo.. Uwer Ed. Gr. Mogenden bevel, voorfchreeven Pu- ■ blicatie en Affixie laaten doen, maar ook te gelyk: in confideratie van verfcheidene gewichtige rede- • nen, hier na te melden, ons verplicht geoirdeeld,, bm ons nader by eene ootmoedige remonftrantie, , aan U Ed. Gr. Mogenden te addresfeeren, gelyk: wy verzoeken, dat U Ed. Gr. Mogenden ons ge lieven te vergunnen, by dezen te doen. Dan alvoorens daar toe over te gaan, moeten wy • prasmitteeren het verhaal eener gebeurde omftandigheid, welke ons te meer heeft overtuigd van i de hooge noodzaakelykheid van het doen van zulk : een ander addres aan U Ed. Gr. Mogenden, en waar- ■ omtrent, als een afgezonderd poinct, wy vertrou- ■ wen, dat U Ed. Gr. Mogenden ons zoodaanig recht; zullen doen geworden, als wy meenen ons naar bil lykheid en volgens alle principes van goede trouwe, te competeeren. U Ed. Gr. Mogenden gelieven dan te zyn gein. formeerd, dat de Advokaat-Fiskaal Luyken, op den i8den Maart (kortna het afzenden onzer eerfte Misfive aan U Ed. Groot Mogenden) den Prokureur-Generaal had laaten verzoeken om Communicant !  ds Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 91 katte van de Informatien, door 's Hofs Dienam van juftitie, welke de apprehenfie van den voornoemden Moe rand gedaan of geadfifieerd hebben, voor Heeren Com. misfarisfen van den Hove gegeeven; dat de ProkureurEeheraal daar op, met onze voorkennisfe, heeft ïaaten antwoorden in fubftantie: dat dezelve InformaUien tot zynen dienst waren, indien hy ook geliefde te tommuniceeren de informatien ter zaake voorfchreeven voor Heeren Gecommitteerde Raaden ingewonnen; dat de voornoemde Advokaat-Fiskaal, die reciproque communicatie geweigerd hebbende , met by voeding, voor reden van die weigering, (in fubttantie): dat hy zoo aanftonds eene Refolutie van U hd, Gr. iMogenden verwachtede, waar by dit ganfche werk aan iHeeren Gecommitteerde Raaden zou worden gelaaten., jivervolgens ten dien einde geene verdere inftantien heeft gedaan. . Dan dat wanneer wy op den 22ften Maart onttangen hadden Uwer Ed. Gr. Mogenden bovengemelde Refolutie, wy den volgenden morgen den Prokureur-Generaalhebben gequalificeerd, om vermus {ons nu békend geworden was, dat U Ed. Gr. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden gequahniceerd hadden den voornoemden Mourand, d< plaéo, en zonder figuur van Proces, te recht te fielten, de by onze Commisfarisfen ter dier zaake ingewonnen informatien den voornoemden Advokaatj'Fiskaal aan te bieden tegen belofte van reftitutie, iiten einde het noodige gebruik daar van te maaken ; met verdere offerte, om naderhand des gerequiireerd, Copien daar van (welke de kortheid des tyds nu niet had toegelaaten te maaken) aan denzelven ,Advokaat-Fiskaal te fuppediteeren: dat de Proku* ireur-Generaal ten dien einde verzocht hebbende, den voornoemden Advokaat-Fiskaal aan het Colle» gie van Hun Ed. Mogenden te fpreeken, en tot antwoord bekomen, infubftantie, dat dezelve te zeer 'geoccupeerd was in Befoignes; vervolgens die Informatien aan den voornoemden Advokaat-Fiskaal heeft toegezonden, met een bygevoegd recepis door den voorö noem-  oa Verzameling van Stukken betrekkelyk tot noemden Advokaat-Fiskaal te teekenen , houdende ook i aanneeminge, om dezelve Informatien na gebruik daar' van te hebben gehad, aan hem Prokureur-Generaal te 2 rejlitueeren: dan dac de voornoemde Advokaac-Fis-. kaal» in plaatfe van het voorfchreeven Recepis te: teekenen, en aan Prokureur-Generaal te zenden, i des avonds van dien dag, uit naam van Heeren Ge«« committeerde Raaden den voornoemden Prokureur- ■ Generaal heeft aangezegt: dat hy Advokaat-Fiskaal l de voorfchreeven Infoimatien in het Collegie van Heeren i Gecommitteerde Raaden overgegeven hebbende, welgemelde Heeren dezelve zonder die te leezen, hadden doen i verzegelen en feponeeren, en dat hy Advokaat-Fiskaal l hem Prokureur-Generaal niets verders kondezegs.cn; by r welk laatst antwoord de voornoemde Advokaat-Fis-. kaal vervolgens op nadere door den Prokureur-Ge.. neraal gedaane inftantien, dat hy het voorfz. Rece.. pis zoude teekenen, heeft gepejfifteerd. Wy maaken geene refleclien op deze behandeling ; Edele Groot Mogende Heeren ! dewyl dezelven i zich aan ieder onbevoöroirdeeld Mensch van zelve : voordoen, maar verzoeken, dat U Ed. Groot Mo.. genden ordre gelieven teftellen, dat de voorfchree-. ven Rukken, welke nu niet meer tot het einde, , waar toe zy geoffereerd waren , gebruikt kunnen i worden, aan den Prokureur-Generaal worden gere- ■ ftitueerd. Hier mede overgaande tot onze nadere remonftrantie, neemen wy de vryheid aan dè attentie van U Edele Groot Mogenden te herinneren, dat onze MisGve in dato den 22ften Maart, wel in de eerste plaats is ingeriqht geweest, om van U Ed. Groot Mogenden te Verzoeken, dat Heeren Gecommitteerde Raaden zouden worden gelast, den Gevangen Mourand aan den Hove te reftitueeren, om by het zelve volgens Recht en Pra&yk, te recht gefield te worden; en dat voor zoo verre, door het perfifteeren van U Edele Gr. Mogenden by Hoogstderzelver dienaangaande bevocrens genoomen Refolutie, en het gene daar op is gevolgd, die zaak ; is  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 93 j gebracht buiten haar geheel, dan dat onze voorfchreeven Misfive wyders ook tendeerd, met a -en om voorziening voor het vervolg, tegen zul"e feitelyke onderneemingen yan_ Heeren Gecommitteerde Raaden, als die, welke in dat geval heeft laats gehad, maar ook in het generaal, om aan te oonen de onbeftaanbaarheid der by Heeren Gecommitteerde Raadengefustineerdeprsventie, met Sbv de Wetten vastgeftelde Rechten der ordina. is Tuftitie, en de daar aan verknochte dierbaarfte rom-rechten der Ingezetenen van dit Land, en van TeZ Uwei"Edele Groot Mogendens Refidenue- 3lpoin'cten, Edele Groot Mogende Heeren! welke wy niet kunnen gelooven, dat U Ed. Groot Molenden door Hoogstderzelver Refolutie, welke aU ?een het geval van Mourand concerneerd, ten taveure van de fustenue van Heeren Gecommitteerde Raaden zouden hebben gedecideerd, en waaromtrent wy te meer vermeenen op redres te moeEen infteeren, om dat de by Uwer Ede\e Groot Üoeendens opgevolgde bovengemelde Publicatie , pp Heeren Gecommitteerde Raaden verftrekte nadere qualificatie ons beducht doet zyn, dat daaruit aanleidinge zal-kunnen genoomen worden , om m £ zaaken welke maar eenigszins dtrtS of indireSt tot het Cri*en Majeftatis of tot fedüte betrekkelyk «ouden kunnen gemaakt worden, alle Ingezetenen '3 Hage zonder onderfcheid, Edelen, Leden en Suppoosten van de Hoven van Juftitie en ande,re Collegien, midsgaders Burgers en Inwoonde» van derzelver privative ordinaris dagelykfche en competente Rechters af te trekken, en aan Hunner i Edele Mogendens toevallige Jurisdictie iubjett te i maaken, om tegen dezelven op die ongewoone wy. ize. en tot die rigoureufe ftraffen te procedeeren, , welke U Ed. Groot Mogenden by de voorfchreel ven Publicatie bedreigd hebben, om een troep Ca, nailie (gelyk de Heeren Gedeputeerden van Dord6 recht de Daaders van het verfoeijelyk attentaat aan  94 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Koets, waar in welgemelde Heeren gezeten wa-i. ren, gepleegd, genoemd hebben,) te wederhou-,. den en af te fchrikken van diergelyke tegen de vei* ligheid van Uwer Edele Groot Mogendens illustref Perfoonen ftrekkende onderneemingen, en dus dèei rust welke daar door geftoord was, alhier te doem herfteld worden. De mooglykheid van zulke praejudiciabele gevol-! gen is alleen genoeg, om ons te noodzaaken, dit nader Addres aan U Edele Groot Mogenden te< doen, ten einde dezelven mogen worden vóorge-: komen. Dan vermids al het verdere maar gevolgen zyni van de by Uwer Edele Groot Mogendens Publica^ tie van den 23ften February dezes jaars, aan demi Advokaat-Fiskaal by Hoogstderzelver Refolutie vam den 31 January 1785 benoemd, verleende auótori4 fatie en last, om by praeventie tegens de Contra-i venteurs van die Uwer Edele Groot Mogendensi Publicatie, byzonder alhier in Uwer Edele Groot Mo* gendens Refidentie-plaats, nu en voor het vervolö bet recht van de Hooge Overigheid, voor het Colle-: gie van Uwer Ed. Groot Mogendens Gecommit-: teerde Raaden tiaar te neemen. Zoo zy het ons geoirloofd, U Ed. Gr. Mogën-i den eerbiedig te verzoeken, om by nadere over»' weeging in confideratie te neemen het bezwaar, het welk vooralle Edelen, gepriviligeerde Perfoonen, Suppoosten van den Hove, Burgers en In-i woonders van 's Hage, uit die audtorifatie proflu-i eerd, en ten dien einde te reflecïeeren , dat de Inj gezetenen van 's Hage, Edel, Gepriviligeerd em Burger, het zelfde recht hebben, om de befcher.' minge der Wetten, waar van de ordinaris Juftitie! het Bolwerk is, te genieten, als de Ingezetenen! van eenige andere Stad of Plaats in het gantfchêc Land, en dat mitsdien, zoo lang derzelver Privi-1 legien niet verbeurd zyn verklaard, geene aftrek-: kinge van derzelver ordinaris dagelykfe en competente Rechters, of van de ordinaris junkie, omtrent!  de Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. 95 trent hen mag plaats hebben, indien dezelve niet even eens plaats heeft omtrent alle andere Ingezetenen des Lands. . . Dit (beunt op de algemeenheid van het Privilegie de non evocando, het welk te bekend is, allen IngeizeteDen des Lands te competeeren, dan dat het ooodig zoude zyn, het zelve te adftrueeren, en het welk zoo fterk is, dat (volgens het gene ü Ed. Groot Mogenden zeiven gedeclareerd hebben in Hoogstderzelver Plakaat van dén 3 Odlober 1Ö56) *ƒ Lands Ingezetenen zonder verkortinge van het recht hun vermogens de Privilegiën van den Lande competee. rende, van de voorzeide Jurisdictie niet kunnen of vermogen te worden geëximeerd, om welke redenen U Edele Groot Mogenden ook by gemelde Plakaat hebben geftatueerd: dat zelfs zoodaanigen der Ingezetetenen , die in dienst van de Generaliteit binnen of buiten 's Lands zyn geëmploijeerd geweest, en ook ter zaaken ioan deliElen in dien dienst in Officio begaan, alleen in rechten aanfpreekelyk en paf baar zyn voor zoodaanigen competenten Rechter, waar onder dezelven binnen onzen Lande--woonende forteeren, of alwaar zy ten tyde van het aanneemen van haaren dienst geforteerd hebben; als mede op de algemeenheid van het gene ü Edele Groot Mogenden by Hoogstderzelver Plakaat van den 15 September 1677 hebben verklaard, een indisputabel recht te zyn, dat geene Ingezetenen van denzelven Lande , niet fu&itief wezende, nogte ook in flagranti delicto geattrapeerd wordende, geapprehen>deerd ofte te. recht gefield mogen worden, anders dan door den Officier ende voor den Rechter , beiden in haar reguard, ordinaris, dagelyks ende competent zynde. iWelk recht dus eveneens aan de refpective Ingezetenen van 's Hage, als aan die van alle andere Plaatjen toekomt. Waar uit volgd, dat zy daar van door geene andere prsevende, dan door de zoodaanige uwelkedoor apprehenfie, in flagranti gefchied, zouden mogen worden afgetrokken. Behalven dat 'er verfcheiden Perfooneü zyn, welfke altyd begreepen zyn in zaaken, de ordinaris JuJ ftitie  95 Verzameling vanSiukken betrekkelyk tot ftitie fpedteerende, zoodaanig privatief tot de Juris. . dictie van hunnen dagelykfchen Rechter te behoo.iren, dat zy 'er zelfs door geene apprehenfie infla-\\ granti van mogen worden afgetrokken; als daar zynt; de Prsefident en Raaden en de Suppoosten van deni Hoogen Raade, vermeld in het ifte Artikel van heft door de Heeren Staaten van Holland en West-Fries-;, land en van Zeeland geapproheerd, accommode.; ment tusfchen de beiden Hoven van Juftitie vaai dato den 26 JuDy «725. De Edelen van Holland en West-Friesland, wei-I ke zelfs, als zy Militairen zyn, door de by Uwer Ed. Gr. Mogenden Refolutie van den 30 Septem-i ber 1654 gewettigde preventie van de Militairen) Rechter in flagranti deliEto, wegens delicten, niet; Militair zynde, alhier in locö begaan, niet van 's Hofs? privative Jurisdictie mogen worden afgetrokken; eni zoo is het ook gelegen met deri'Heere Stadhouder^ Prajfiient, Raaden en Minister en allé verdere Sup-j poosten van den Hove, geene Burgerlyke Neering' doende, en alle andere gepriviligeerde Perfoonen, welke altyd en nog laatstelyk by Uwer Ed. Grooti Mogendens Refolutie op de differeniiaale poinclen f«W fchen het Hof en den Haag, in dato den 14 Maart 1765, aan 's Hofs privative Jurisdictie zyn toegekend. Ge^ lyk U Edele Groot _MogeDden ook by die zelfdë Refolutie, dat Privilegie immers in reguarde van den Hove, aan die van 's Hage hebben gegeeven'j omtrent Perfoonen, notoirlyk tot derzelver Jurisdic-: tie behoorende. Wry rematqueeren wyders, dat het geene onven fchillige zaak is voor de Ingezetenen, of zy vood de orüinaris Juftitie, dan voor Heeren Gecommitteerde, Raaden, te recht moeten ftaan, waaromtrent wy al.! leen maar behoeven aan de overweeging van U Ed. Gr. Mogenden voor te draagen, welk een uitneem mend voorrecht het middel van hooger beroep is vooc een Befchuldigden, die niet of niet velleedig gecon'-ii fesfeerd heeft, en welkeen groot prejudicie het ovefi: zulks voor hem is, daar van verftoken te zyn. Ei'  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ' En dit is het prcejudiciabel onderfcheid, het welk ' 'er is tusfchen de evocatie, welke gefchied door den ['hoogeren Rechter, aan wiens Jurisdictie, tanquam j judicii Juperiori ordinario, alle Ingezetenen mediate ; Onderworpen zyn, ed tusfchen zulk eene evocatie als I Heeren Gecommitteerde Raaden door middel van \ preventie zouden effe&ueeren. De vraag is derhalven, of aan Heeren Gecommitteerde Raaden, uit hoofde van derzelver Inftru&ie, : een recht Van preventie competeerd, het welk aan I dat algemeen recht, of aan die byzondere voorrech1 ten.derogeeren? Öm welke vraag te beantwoorden, zy het ons gepermitteerd U Ed Gr. Mogenden te herinneren', tdat, zoo als'reeds by 's Hofs Misfive van den 22ften [ Maart is getoond, het gene van die prteventiein Art. f 6. van de oude Inftruftie van Heeren Gecommitteerde Raadden word gewaagd, niet extenfive, maat reftriEiive, t en daar en boven (indien dezelve op Ingezetenen der Steden en Plaatfen van dit Land applïcabel gemaakt zou kunnen worden) door het indisputabel liïecht, gedeclareerd by het Plakaat van den 15 Sepitember 1677, gelimiteerd, zoude moeten verftaan rworden. , Behalven de andere gewichtige redenen daar by bygebracht, waarom de ordinaris Juftitie voor de I Judicature van Heeren Gecommitteerde Raaden -, in i hac materia behoord geprefereerd te wordeiO'G Maar wy voegen'er by, Edele Groot Mogende :Heeren! dat het voorfchreeven recht van preventie "(gelyk het zelve by de vöorige Inftruclie van Heeren .Gecommitteerde Raaden gelimiteerd was,) door de 1 voorafgegaane dispofitie van het 4de Artikel van di$ ïnftruttie. luidende: ,, De voorfchreeven Gecommitteerde Raaden , ,, zullen fpeciaalyk daar öp letten, dat des gemeene Lands Gerechtigheden, Vryheden, Privile1,, gien i Costumen, Tractaaten en Contracten wetH, den geconferveerd en onderhouden, zonder dat ,, 7X nogthands dienaangaandej ofte in eeniger-XXXIX. Deel, G „ han^  98 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ hande zaaken iets zullen mogen doen, in preju- . ,, dicie van de Gerechtigheden van eenige Kwar-„ tieren, Leden of Steden van den voorfchreeven 1 „ Lande." Ook nog duidelyker is gelimiteerd geworden by? het 14de Artikel der tegenwoordige lnftruElie vam Heeren Gecommitteerde Raaden, by U Edele Groot t Mogenden gearresteerd den 28 Augustus 1751», (welke nieuwe Inftrubïie ons, wanneer wy onze Mis-, five van den 22lten Maart aan U Edele Groot Mo-, genden hebben afgezonden, onbekend was, hett gene aanleiding gegeeven heeft, dat wy in den: haast, waar mede die Misfive is opgefteld,aanHee-ren Gecommitteerde Raaden implicite eene proeven-• tie, uit hoofde van derzelver InftruEiie , omtrentt Ingezetenen hebben toegekend, welke wy nu be-. grypen Hun Edele Mogenden niet te competeeren,) als in welk 14de Artikel, na infertie van hett eerste gedeelte van voorfz. 4de Artikel, &postqu®.. dam alia, wel is overgenoomen uit de oudelnftruc-tie de periode: „ Zullende tegens die genen, dewelke verderss bevonden zullen worden iets voor te neemen,) s, dat tot verraaderye, muiterye , feditie, oproert „ &c. zoude mogen ftrekken, de behoorlyke ftraf»> fe by preventie moeten decreteerenendoenexe-: cuteeren." Doch waar op dan inmediaatelyk 'er is bygevoegd , het laatste gedeelte van voorfz. 4de Artikel van des oude Inftrudtie: ,, Zonder dat zy nogthands dienaangaande of ine „ eenigerhande wyze iets zullen mogen doen tott ,, prejudicie van de Gerechtigheden van eenige; ,, Kwartieren, Leden of Steden van dezen Lan-„ de." Ten overtuigenden blyke, dat U Ed. Gr. Mogenden die limitatie ontwyfelbaar en fpeciaal wilden geappliceerd hebben, op de in dat Artikel vermelde; preventie, opdat door dezelve voortaan geene In-| gezetenen des Lands van derzelver ordinaris, da.* ■  de Geieurtenisfsn in 1787 enz. voorgevallen. 9S> gelykfe en competente Rechters, of vaa deordinaris Juftitie, zouden worden geëvoceerd; gelyk be« voorens wel eens was gefchied: uit welke exempelen van voorigen tyd, en de erkentenisfenj het zy van U Ed. Gr. Mogenden, het zy van den Hove* welke nu of dan, daar by zouden mogen gekomen |tyn, nopens het recht van preventie, dat aan Heeren Gecommitteerde Raaden ook omtrent Ingezetenen des Lands zoude competeeren, derhalvea, federt het arresteeren van die nieuwe Inftrutïie, geene confequentie voor het vervolg mag worden getrokken; behalven dat zoodaanige erkentenisfen, het ey met eerbied gezegt, aan het onvervreemdbaar recht itr Ingezetenen, waar voor wy dit addres aan U Eda Gr. Mogenden doen, geen prejudicie zouden hebben mogen toebrengen. Dus meenen wy te confteeren, dat als nu klaarder ion bevoorens is uitgemaakt, dat Hun Ed. Mogenden, uit hoofde van derzelver Inftructie, in casvan Muyterye &c. wel by preventie recht mogen oeffeaen, omtrent Vreemdelingen of Militairen * geen ivast domicilium hebbende; maar niet tegen Ingezetenen van de Steden of Kwartieren van dezen Lande; uitgezonderd, misfchien, wanneer die Muy teryen of Oproeren zouden mogen concerneeren de gemeene Lands Colle&ive Middelen , voor zoo [verre die preventie zou kunnen begreepen worden te behooren tot de judicature, daaromtrent aan Hun Ed. Mogenden gedemandeerd enaacbevoolen, waar Van gefbrooken word in het 15de Art. der voorfz. nieuwe InjlruBie. Waar na dan nog Art. 16 volgt , de limitatie in Art. 1 van de oude Lfïruftie vervat, en by onze voorfchreeven Misfive vermeld. Want wat zoude toch anders kunnen beteekenen het toebrengen van prejudicie diesaangaande aan dè gerechtigheden van de Kwartieren, Ledenof Steden van den Lande ? kan daar wel iets anders mede bedoeld zyn, dan het voorfchreeven generaal recht in maiterie van judicatuur* het Privilegie de nonevocanG 2 Do 5  ico Verzameling van Stukken betrekkelyk tot do? of zouden de Steden zich minder bevoegd ach- i ten, om dat recht, gegrond op derzelver Privile-. gien, tegen de preventie van Heeren Gecommitteerd • de Raaden te allegeeren . dan zy zulks tegen 's Hofs,, op het ijïe Artikel der Inftrutïie van het Hof, gefun- deerde, ordinaire competentie in die materie, ge», daan hebben? Hebben niet Schepenen der Stad Amfteldam ïül derzelver Bericht in de zaak van Pieter van Eg. I mond (te vinden in de Refolutien van U Ed. Gr. Mo.* gendenfub dato den 8 September 1756) uit hoofde vani die limitatie, hunne Stads Privilegiën geallegeerd,, zelfs tegen procedures door Heeren Gecommitteer-' de Raaden in materie van gemeene Middelen tegen ëm tegen denzelven te procedcerren. ; En dit komt ook overeen, Edele Groot Mogende rjeeren! met het gene alhier ten allen tyde, tot nu oe plaats heeft gehad; hierin beftaande, dat hoe ;eer Heeren Gecommitteerde Raaden wel hebben nede gewerkt tot de confervatie van de rust alhier, r,y echter, voor zoo veel wy hebben konnen nagaan, niet alleen nooit daar over jegens Inwoondeen van 'sHage, in zulke zaaken, als Rechters hebben gefungeerd; maar integendeel, wanneer zy tot bevordering van de rust, of voorkoming van onust, Perfoonen, tot 's Hofs Jurisdictie behoqrenle, in verzekering hebben doen neemen, de judicature daarover aan het Hof hebben moeten laaten; a den Hove niet hebben mogen hinderlyk zyn in iet neemen van de informatien van de Militairen, a welker bewaaring die Gedetineerden door order van Heeren Gecommitteerde Raaden gefield waren: *elyk zulks te zien is uit' de (op het beklag van den i^ove, te vinden in Uwer Ed. Gr. Mogenden Reifolutien fub dato den 25 September 1663) genoomen RefoluHe van U Ed. Gr. Mogen-ten van dato den 26 September 1663 (ook te vinden in de gedrukte Refo. luüen van confideratie pag. 714 en 71 j, en in het Groot Plakaat-Boek l/ll. Deel, pag. 955) waar in U Edele Groot Mogenden onder anderen zeggen (want de Refolutie is te lang om hier geheel te infereekren). ,, Waar op zynde gedelibereerd, ende gelet we», zende, dat welgemelde Heeren Gecommitteerde Raa G 3 „ den  roa Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 3, den het daar inne met den gemelden Hove ééns ioa« „ ren, dat zylieden goedgevonden hebbende, tot voor- komv.ge van feitelykheden, eenige Perfoonen behoo- • 3, rende en Jlaande onder de judicature van den Hove, , „ door Soldaaten te doen bewaaren, daar van aanjïonds : ,, kennvfe geeven aan den voorfz. Hove, ende dat ook : „ de Officieren en Soldaaten van de voorfchreeven i 3, Guarde gehouden waren in zoodaanige zaaken te i „ geeven getuigenisfe der waarheid, zonder daar' toe eenig confent van iemand noodig te hebben; i „ met ve>klaannge, van het eene altyds gepkac- tiseert ende het andere de fcrupul-.uzen geonionneert t ,a te hebben , zoo haast alzulke fcrupuie fhaarder ken-- fjisfe gekomen uoas, ook van meininge te zyn,) het een ende het ander voortaan altyds m\ diervoegen te observberen; hebben Hun Ed., „ Gr. Mogenden hun het zelve laaten welgevallen,) en voor zoo veel des noods zy, mede geordonneertt „ dat de zaake voor het toekomende in diervoegen gere.. 3, guleerd ende gepra&ifeerd werde." Hebbende U Ed. Gr. Mogenden wyders, by hett verdere gedeelte van die Refolutie, gezorgd datt 's Hofs cognitie en dispofitie over zulke PerfoaEen door geene, by Heeren Gecommitteerde Raa-.' den gevergde Ceremonieel, wierde moeijelyk ge-i maakt. Zoo hebben ook U Ed. Gr. Mogenden voor en nat die Refolutie, in zaaken van Muyterye, Seditie,: en diergelyken, zoo hier, als elders, wanneer daan over by U Ed. Gr. Mogenden deliberatien geval-, len zyn . gemeenlyk den Hove aangefchreeven , de cognitie en judicature daar over te exerceeren.i Zoo hebben ü Ed. Gr. Mogenden ook by dePla-; kaaten jegens feditieufe'Gefchriften, de executies van dezelven niet bevoolen aan Heeren Gecommit-;i teerde Raaden, als Rechters, maar aan de haagera( en laagere ordinaris Rechters. Zoo" is ook vervolgens altyd gepraöifeerd, dat! Suppoosten van den Hove en Burgers van den Ha*] ge, door de Malicaire Patrouilles of Wachten gtfjl  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 103 apprehendeerd zynde, refpect-ivelyk aan derzel. ver competente Rechters zyn uitgeleeverd gewor- deEn zoo is het vervolgens altyd gebleeven Edele Gr. Mogende Heeren! zonder dat ons iets is voorgekomen van eenige cognitie, welke Heeren Gecommitteerde Raaden in deze materie, omtrent Edelen, gepriviligeerden Suppoosten van de Hoven of andere Inwoonderen alhier, zouden hebben geëxerceerd. Zoo hebben Hun Edele Mogenden (om van geeme vroegere voorbeelden tefpreeken) nopens het voorgevallene op den 5 D-cember 1782 met 's Hofs iCommisfarisfen geconfereerd, wegens de middelen iwelke tót bevordering van de publyke rust alhier konden rtrekken, gelyk blykt uit het verflag door Heeren Gecommitteerde Raaden eedaan aan U Ed. Groot Mogenden, te vinden in U>.?r Ed. Gr. Mogenden Refolutie vandato den 18 December 1782, doch izich niet bemoeid met het oeffenen van Jurisdictie idienaangaande. . Zoo hebben ook nopens het alhier voorgevallene 1 op den a,den September des voorleedtnen jaars, Hun Ed. ! Mogenden, hoe zeer toen reeds van eenen afzoaIderly ken Advokaat-Fiskaal voorzien, niet getracht» :om door het neemen van informatien, of doen van iverbaale of reëele Citatien, eenige preventie te introduceeren. Ten klaaren blyke, dat Hun Ed. Mogenden oi vertuigd waren, dat zonder daar toe fpeciaal by U [ Ed. Gr. Mogenden te zyn geaudtorifeerd, Hun Ed. 1 Mogenden daar toe waren onbevoegd. Hoedaanige au&orifatie dan ook by meergemelde i Publicatie indato den 23 February 1785, op den voori fchreeven Advokaat-Fiskaal, in voege bovenge1 meld, door ü Ed. Groot Mogenden is verftrekt. Wy vertrouwen dus, voor bewezen te mogen houden, dat zonder de voorfchreeven auctorifatie, gemelde Advokaat-Fiskaal zoo min bevoegdheid zou hebben, om een Ingezeten van's Hage, als om een G 4 In-  n;04 Verzameling van Stukken betrekkelyk U% Ingezeten van eene der (temmende Steden, ter Vergaderinge van ü Ed. Gr. Mogenden fesfie hebbende, door middel van preventie, zelfs niet van preventie door apprehenfie in flagranti, van de ordinaris Juftitie af te trekken, en aan de judicature van. Heeren Gecommitteerde Raaden te onderwerpen: en wy geeven ootrnoediglyk aan U Ed. Gr. Mogenden in cocfideratie, of hier uit niet by nadere confequentie proflueerd, dat in de voorfchreeven auctorifatie iets ligt opgeflooten, het welk, ("het zy met eerbied gezegt) prsjudiciabel is aan het zoo notoir recht der Ingezetenen, in welker naam wy de eere hebben dit ons Addres aan U Edele Groot Mopenden te doen; aan dat dierbaar voorrecht hét Privilegie de r>en evocando; te recht by Wagenaar Vaderlandfche Hisorii, 5. Deel pag. 409, genaamd het voornaamst Privilegie, en waaromtrent de vermaarde Schryver van het leeven van Prins Willem pen I, 5 Hoek pag. 27., zich dus uitlaat: Het voorrecht van de Nederlanders, om alleen „ voor haar dagelykfche en gewoone Rechter aan„ gefprooken, en door denzelven gevonnist te kon„ nen worden , is eigentlyk het wezentlyke deel van „ de vryheid en het bolwerk, dat de geruste bezitting „ van het leeven, eer en goederen der Onderdaanen ver„ zekert en befchermt." Mogen wy dus niet ons fjatreeren, Edele Groot I Mogende Heeren! dat ü Edele Groot Mogenden naar overweeging van dit alles zullen begrypen, dat de voorfchreeven auctorifatie is van dien aart, dat de fcrupuleufiteit, waar mede U Ed. Gr. Mogenden voor de rechten der Ingezetenen, en byzonder voor dit zoo dierbaar voorrecht van dezelven, gewoon zyn te waaken , by nadere reflexie j niet permitteeren zal, dat UEd. Gr. Mogenden deZelve verder laaten fubfifieeren, zonder dat wy ten dien opzichte het 2ifte Artikel van het Groot Pri- < yilegie van Vrouwe Maria van Bourgondiebehoeven te reclameeren. Ja, wy vertrouwen zulks te meer van Uwer Ed. Gr. Mogendens bekende ssquiteit te mo-  de. Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. IC ƒ mogen verwagten, en zulks te meer inftantelyk te moeten verzoeken, om dat, indien die audtorifatia nu en in het vervolg moest hlyven werken, 'er in effedte door de voorfchreeven audtorifatie alhier eene, nieuwe Rechtbank zoude zyn opgericht, welke uic hoofde van derzelver meerdere macht, als hebbende de executive macht van den Souverein in handen , door onwederftaanbaare pras ventien, zeer fchielyk alle auctoriteit van de ordinaris Magiftraaten en Rechters zoude doen verdwynen. Wy refereeren ons, tot het gene wy by onze voorfchreeven Misfive dien aangaande hebben geremarqueerd, en voegen 'er tot opheldering nog by een pasfage van MonTesquieu, Efprit des LoixLiv. 6, Ch. 5. Le Prince ne peut juger lui mime dans les Monarchies. La Confiim tution feroit detruite, les pouvoirs intermediaires dependans, aneantis. On verroit cessfr tootes les formalitez des jugemens. En wy twyffelen niet, hoe zeer dit door den Audteur gezegd js van eene Monarchie, of doorzichtigen zullen met ons inftemmeri, dat het zelve niet minder eene waarheid zy in eene Republicainfche Conftitutie. Men zoude mooglykop dit refpedt tegen ons kunnen allegeeren, dat de zaaken, waar over die auctorifarien gaan, behooren tot de cas royaux, tot de uit de Privilegiën geëximeerde refervata principi, gelyk het Hof fustineerd; en dat overzulks de Souverein de coërcitie daar van kan demandeeren aan wien hy wil, en waar op men fchier zoude mogen conjedtureeren, dac de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht hebben gedoeld, met by derzelver. Propofitie van dato den 18 Maart 1786 te ftellen, dat de daad . door Mourand. begaan iavolveerd het Crimen Majeftatis. Dan het zy ons geoirloofd hiertegen met alleonderdaanigheid te remarqueeren, dat het wel waar is , dat het Hof fustineerd, dat de cas royaux uit de refpedtive Privilegiën zyn gereferveerd, maar alleen indien zin, dac dezelven by het 2fie Art. van de G 5  loS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Infiruclie, en dus by een Landwet aan hec Hof, tan' quam Judici fuperiari ordinario, zyn toegekend ,• waar door dus de Ingezetenen niet worden afgetrokken van de ordinaris Juftitie: doch dat het gantsch iets anders en veel minder, ja in het geheel niet, met de maximes van eene vrye Republyk overeen te brengen is, dat de Souverein de cognitie over de zaaken, proarbitrio, van dien fuperieuren Rechter zou aftrekken, en niet aan den ordinaris en dageJykfchen Rechter, maar aan een Collegie van Policie demandeeren. Wy refereeren ons, Ed, Gr. Mogende Heeren! tot het gene wy dienaangaande by onze meergemelde Misfive van den 22ften Maart hebben ter neder gefield, en remarqueeren wyders, dat de Steden, ftem in U Ed. Gr. Mogenden Vergadering hebbende, die fustenue van het Hof meest altyd ten fterkfte hebben tegengegaan, inzonderheid de Stad Dordrecht, het gene kan worden gezien niet alleen uit de Propofitie door Heeren Gedeputeerden van die Stad gedaan op den 29 July 1672, nopens het faifeeren van den Heere Cornelis de Witt; maar ook daar uit, dat zy zelfs niet onder Acte van non prazjuditie, aan den Hove hebben willen laaten volgen zekere Perfoon , door hen op requifitie van den Hove, te Dordrecht geapprehendcerd, zynde een Complice van eenige Gevangenen, wegens ongeoirloofde Correspondentie met vreemde Ministers, gelyk te zien is uic Uwer Ed. Gr. Mogenden Refolutie van den 11 Maart 1729, alwaar mede gevonden word een Declaratoir en Propofitie van Heeren Gedeputeerden der stad Leyden, raakende eene Complice in dezelfde zaak: waar by welgemelde Heeren Gedeputeerden van Leyden defendeeren, dat de Cas royaux mede behooren tot de ordinaris en dagelykfche Juftitie van Schepenen. Zeggende onder anderen: ,, De Staaten zelfs hebben geduurende de tyd „ d--r Graaffdyke Regeering zulks altoos tegen het „ Hof ftaande gehouden, en het i3 geen wonder, ,, dac  4e Gebeurtenisje in 1787 enz. voorgevallen. 107 „ dat het Hof, het geen den Graaf reprasfenteer' de, en alles aan den Graaf^zocht te trekken., het , tegendeel doorgaans zeer fterk dreef. Maar het XT vreemd zyn , dat het Hof als nu zulks wit L de fuscineeren tegen den Souverein zelfs, dat !. is: niet alleen tegens het gene de staaten onder den " Graave gefustineert hebben, maar het geen ze na het „ af heeren van de Graaven menigmaal gedeclareerd "^Byde bekende Deduüie van den 16 July des ., jaars 15*7, Art. 12zeggen ze; de Collegien van de Schepenen vaceeren ordinane tot de admini* ftratie van de Juftitie, zoo in alle crimineele „ als civile zaaken, en hebben en exerceeren alle hooge „ middelen en laage Jurisdictiën, daar in werd geen „ eenig crimen altoos geëxcipeerd. P. BoR /vj, derl. Hifi. 23 Boek fol. 83. By de bekerde Re„ foiutie van den jaare 1591 * non Appellando, in Crimineele zaaken op confesfie geterromeerd, en ' waar tegens de beide Hoven zoo zeer geftnbbeld, H hebben, is mede geen exceptie van eenig Cm2 men te vinden. En hoe men zulks kan overeen 5 bren gen met het Plakaat van den I5 September 1677» " en de daar op gevolgde Refolutie van den 1$ De, cember 1678, kan de Regeering van Leyden met ! zien , nadien daar inne mede geen exceptie van eenig Crimen te vinden, of by illatie uit te haaien is. ' Daar nu by de Steden ter Uwer Ed. Gr. Mogen, den Vergadering compareerende word g;guliere gevallen, als de evidente noodzaakelykheid zulks fchynt te vereisfchen. Dewyl zulke extraordinaire dispofitien (welke wy in medio laaten, in hoe verre die met de Privilegiën der Ingezetenen te compasfeeren zyn) altyd maar kunnen zyn temporair, maar geenszins voor nu en in het ver. vo'g, en van nu voortaan, zoo als in de auctorifatien, waar over wy klaagen, gevonden word. Be- hal-  de Gebeuriènisfn in 1787 enz. voorgevallen. 109 halven dat, zelfs in zulke finguliere gevallen, aan de hoogere ordinaris Juftitie nog altyd behoord gelaaten te worden, het oeffenen der judicature over den Geaccufeerden. Gelyk te recht word aangemerkt door den bovengemelden Aucteur van het lee». ven van Prins Willem den eersten, in het gene immediaat volgt op de hiervoor geallegeerde woorden ; als mede door Hügo de Groot verantwoord* van de voettelyke Regeering van Holland en WeiUtnesland. Cap. 15J alwaar hy zegt: In alle vrye Regeering is het haatelyk over het 'Bloed, Eer en Goed, van de Ingezetenen, an« ' dere als ordinaris Rechters te ftellen: veel meer, ,, als die Perfoonen niet zyn in dienst van de Ju,, ftitie , maar politicque Perfoonen." ' Keurende voornoemde de Groot vervolgens oolc fpeciaal af, het ftellen van extraordinaris Rechters over de zaaken van Majefteit. En hier mede ftemt overeen , het gene U Ed. Gr. Mogenden tot nu toe ookgemeenlyk in zulke extraordinaire gevallen hebben gepractifeerd gehad. . Het zy ons wyders gepermitteerd, omtrent de authorifatie, by de voorfchreeven Publicatie vervat, nog met den diepften eerbied, aan U Ed. ur. Mogenden voor te draagen, dat de benaaming van deze onze Refidentieplaats, daar by aan den Hage gegeeven, en welke benaaming, zoo veel wy weeten, nooit voor dezen tyd, in eene Publicatie van U Ed. Gr. Mogenden is gebezigt, en welke 00K vervolgens in Uwer Ed. Gr. Mogenden Publicatie van den ziften Maart is herhaald geworden, ons m twyfFel heeft gebracht, of ook daar in eenige grond voor die authorifatie zoude kunnen gefield worden gelegen te zyn3 daar in beftaande,_ dat de zorg voor de veiligheid van den Souverein in deszelfs Refidentie, zulk eene preventie door Heeren Uecommitteerde Raaden te doen, zoude noodzaakelyk maWyD"erkennen Edele Groot Mogende Heeren 1 dat het eene groote eere is voor de Ingezetenen  Iio Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van's Hage, welke ook veel tot derzelver welvaart heeft gecontribueerd, en nog contribueerd, dat het illustre Corps, het welk de perfona moralis van den Souvereih verbeeld, verkiest alhier deszelfs Hooge Vergadering te houden: eene eere, een a« vantage, waar van deze plaats nu circa twee eeuwen , (Tellier) onafgebrooken heeft gejouisfeerd: maar Edele Groot Mogende Heeren! zou die eer, dat avantage ooit in vergelyking kunnen gebracht worden met het onfehatbaar voorrecht, dat den Ingezetenen van 's Hage, zoo wel als die van deftemmende Steden en andere Plaatfen competeerd, van nergens anders dan voor derzelver privativen ©rdinaris, dagelykfehen en Competenten Rechter, ofte voor de ordinaris Juftitie, te recht te moeten ftaan! Wy gelooven niet, Edele Groot Mogende Heeren! dat eene der Hemmende Steden van UwerEd. Groot Mogenden Vergadering, ten koste van dat voorrecht, die eere zoude wenfehente geniefcen. En wat aanbelangt de zorg voor de veiligheid van den Souverein in deszelfs Refidentieplaats, zoo bidden wy U Edele Groot Mogenden ons ten goede te duiden, dat wy remarqueeren, dat dezelve wel kan aanleidinge geeven, om het Collegie, aan het welk de Souverein de executive macht heeft toevertrouwd, te qualificeeren tot het ftooren van Oproer, en tot hecfaifeeren van die op de daad te betrappen zyn, als mede van de fufpeóte Perfoonen; maar dat het Privilegie de non evocando belet, dat zulk een Collegie ook, als Rechter over dieln- fezetenen zoude mogen fungeeren. En wy bidden 1 Ed. Groot Mogenden in ferieufe overweeginge te neemen, of niet de wyze van handelen, by de Refolutie van den 26 September 166 , hiervoor gemeld, vastgefteld in turbulente tyden, wanneer de ordinaris Juftitie tot maintien der goede orde, de adfiftentie der executive macht kan noodig hebben , of wel die executive macht uit zich zelve daar toe werkzaam kan zyn, de beste en meest overeen- ko-  de Geieurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. lil romende met de Rechten en Vryheden der vrye Ingezetenen zy» en of daar door niet volkomentlyk yord gezorgt voor de veiligheid van den Souverein n deszelfs Refidentieplaats? te weeten, dat de Ingezetenen wel door de executive macht mogen worden aangetast, in derzelver oproerige onderneemm. gen verhinderd en gefecureerd; maar dat dezelven echter ter te rechtftellinge moeten worden overeelaaten aan de ordinaris Juftitie: welke voor zoo veel het berechten van zwaare misdaaden betreft, veel meer het vertrouwen van de Ingezetenen en van het publyk bezit, dan eenig politicq Collegie. Wy refereeren ons, Edele Groot Mogende Heeren, tot de redenen daar van, te vinden in onze meergemelde Misfive van den 22ften Maart, en voegen 'er deze cocfideratie nog by, of niet het gevolg daar van moet zyn, dat de geftrenge Rechtsoeffeningen, door een politicq Collegie daar gefield, wel de gemoederen met fchrik kunnen vervullen ; maar zelden uitwerken die overtuiging, welke noodigis, om de rust in eenen Burgerftaat, op den duur te conferveeren: vooral wanneer er boe bykomt, dat het openbaar bekend is, dat zulk een Collegie niet gebonden is san de by de Wet. ten en Costumen vastgeftelde wyzen van procedeeren, welke ten faveure van de verdeediging der Befchuldigden, voor de ordinaris Juftitie zyn geïntroduceerd. Deze remarque brengt ons dus als van zelve, Ed. Gr. Mogende Heeren! tot het bezwaar dat wy meenen (zoo lang de voorfchreeven authorifatie op Heeren Gecommitteerde Raaden nog zoude fubüfteeren, en Heeren Gecommitteerde Raaden daar van gebruik zouden blyven maaken) voor de Kdelen, Leden en Suppoosten van de Hoven van Juftitie, alsmede begreepen kunnende worden onder de benaaming van Ingezetenen van 's Hage, zoo wel als voor alle Burgers en Inwoonders alhier, geleoen te zyn in de Publicatie van U Edele Groot Mogenden van dato den 24 Maart, en de daar by ge- gee-  It2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot geeven authorifatie, op Heeren Gecommitteerde Raaden, om de Contraventeurs van dien de plano en zonder figuur van Proces, te recht te doen ftellen, en met de Galg of zwaarder , naar vereisch van zaaken te doen ftraffen. Wy verfoeijen in den hoogften graad de Berokkenaars en Onderaeemers van zulke oproerige faitelykheden, direct ingericht tegen Uwer Ed. Gr. Mogenden Souvereine befluiten, en tegen de in. violabiliteit, welke aan de Heeren, ter illustre Vergadering van U Edele Groot Mogenden compareerende competeerd, (dan van welke oproerige feitelykheden die Onderneemers, op de aanmaaning, hun door den Drosfaard van den Hove gedaan, allen, uitgezonderd Mourand, die daarom door den. voornoemden Drosfaard is gevat, hebben gedefifteerd)cn wy doen de vuurigfte wenfchen, datzich nimmer wederom de gelegenheid moge opdoen, om wegers zulk een gruwelyk attentaat, recht te pleegcn en ftraffe te oeffenen. Wy verwachten ook, Ed. Groot Mogende Heeren ! dat, zoo 'er nog onder de Ingezetenen van *s Hage zoodaanige Ontaarten zich mogten bevinden, welke tot de herhaalinge van zulk een gruwelftuk bekwaam mogren zyn, dezelven, door de gedreigde Wyze ven procedeeren en ftraffen, daar van zullen worden afgefchrikt, en dat dus, voor zoo veel zulke daadelykheden betreft, 'er nooit gele. genheid zal ryn, om uit krachte van deze Publica. tie, ftraffen tc icfligeeren! Maar daar uit de voorfchreeven Publicatie zelve manifestelyk blykt, dat door het procedeeren de plano en zonder figuur van Proces, verftaan wordt, zonder of zonder genoegzaame confesfie en zonder dat eenen Befchuldigden zyne defenfie in een ordinaris Proces gegund wordt; daar dezelve is ingericht, onder anderen , tegen het zich te verzetten, in welke maniere zulks zoude mogen zyn, directelyk of indirectelyk met woorden of daaden, tegen de Souvereine befluiten van U Ed. Groot Mogendens Vergadering ,  de Gehurtenisfen f» 17S7 enz. vosrgevallen 113 by de voorfchreeven Publicatie gebuteerd; daar de ininlteftraffe daar by bedreigd, (zonderonderfcheid Kan rang of qualiteit,) is de Galg; daar de dispofipie daar van is, van nu voortaan, dus eene onbepaa}. ^le voortduuring fchynt te behelzen ; daar de uitvoering van dezelve, niet is aanbevolen aan de orpinaris Juftitie, maaralleen aan Heeren Gecommitr perde Raaden by prasventie; en daar uit de, daaden jilykt, dat Heeren Gecommitteerde Raaden die Brsventie meenen te kunnen fundeeren op informa;ien, dus zonder dat de Perpetrant door de bedienien van de Juftitie op de daad, of op het uiten der yoorden bevonden zy; zoo kunnen wy ons niet onthouden , van aan de ernftige overweeginge van U Ëd. Groot Mogenden te onderwerpen, in hoe veele jnooglyke gevallen en aspecten de executie van de loorïchreeven Publicatie, nu, of voor het vervdg, tene accumulatie van hardigheden, niet te comp3S. feeren met het recht, het welk een iegelyk toetornt, om per legitimos tramites, vooral in re tam gra,i, zyne defenöe te mogen döen, zoude kunnen övolveeren; vooral in dagen van partyfchap en verjleeldheid, gelyk wy beleeven. I Het recht immers en de gezonde reden, loeren, id. Groot Mogende Heeren ! dat de defetfie der liefchuldigden in criminalibus, in een vry Land allerVolledigst behoort te zyn. Zoo zegt Montesquieu, \Jfprit des Loix, Tom. 1. Liv. 6. Chap. 2. Si vous ïocaminez les formalités de la Jufiice, par rapport a ld ieine qu'a un Ciioyen a Je faire rendre Jon Hen,.ou a wtenir Jatisfaciion de quelque outrage, vous en trouverez' *ans doute trop$ si vous les regardez dans le rap- llORT, QU'elles ONT AVEC la LIBERTÓ ET la SUREp DES ClTOYENS s VOUS EN TROUVEREZ SOUVENT" pop peu: 6? vous verrez que'les p'eines', les' depenjes', Les longeurs , les.dangers mime de la Jujiicè, sonT pt PRIX QUÈ CHAQJTJE ClTOYEN DONNE POUR sa li- bertó. En een weinig laager; mais dans les Etaü [hodéres, cu la tête du moindre Citvyen est conjiderabk', m, ne lui ote Jon honneür 6? fes Méns', órMpfcés vit XXXIX, Deel. H lon4  ii4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Long examen. On ne le privé de la vie, que lorsquti la Patrie elle mime l'attaque;&elle ne V'attaque, qo'eni LUI LAISSANT tous LES MOlENS POSSIBLES DE se DE«i fendre. Eq nog laager: on volt, que dans les Re-ï publiques il fout pour le moins autant da jormali< tez, que dans les Monarcliies. En dat ook dien conform in deze Provincie, voIJ gens de Wetten en Coftumen plaats heeft, dat meni alleen in het geval, als 'er volledige confesjie van eeni delict is, extraordinair en dus in zekeren zin, de plan no en buiten figuur van Proces, kan en mag proce*: deeren, en iemand by arrest condemneeren; maan dat wanneer een Gevangen of Geaccufeerden het de«e lift, waar mede hy belast wordt, niet, of niet voUl ledig confesfeert, hem de volfte defenfie wordt toe-: geftaan in een ordinaris Proces, of dat zoo de Rechri ter hem echter condemneert buiten volledige con^i fesfie, (al ware het zelfs op een notorium per Je f) dei weg van appél aan eenen hoogeren Rechter moep worden open gelaaten , om voor denzelven eenei volledige defenfie te hebben, is over bekend, eni (onder anderen) geconfirmeerd by U Ed. Groots Mogendens zoo bekende Refolutien van den 2j; Maart 1735 en 23 February 1745. Welk middel' van appél in dezen door het evoceeren van de ordi-i naris Juftitie, mede benoomen wordt. Wy behoeven U Ed. Groot Mogenden niet tei herinneren, welkeen gerucht 'er onlangs door ganschl Nederland is gemaakt, om dat Schepenen van eenet aanzienelyke Stad twee Burgers, welke fuftineerden geen crimen bekend te hebben, in een extraordinair;. Proces gecondemneerd hadden; dewyl over de provocabiliteit van die Condemnatien, Addresfen aanj U Ed. Groot Mogenden zyn gemaakt, dewelke alsn nog objecten van U Ed. Groot Mogenden deliberatien zyn. Wy zullen ons hier over niet breeder uitlaaten,,] maar tot confirmatie van het geavanceerde, alleeaiS "er by voegen een pasfage uit de voorfchreeven Ver~<\ antmording van H, de. G#uot, Cap. 16. „ Watï  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 115 „ Wat nu de orde of maniere van procedeeren >, belaugt, zoo hebben wy ons op hec hoogde te „ beklaagen, dat men ons niet heeft ontfangen ia j, een ordinaris Proces. 'tJswaar, dat extraordina* „ risfe Proceduren in on?e Landen gebruikdyk zyn. „ Maar in wat zaaken? in zulken . daar het feic met den naam alleen, buiten twyffel delict en de „ ftraffe medebrengt, Zulks dat, het feit zynde be,, kend, de ftraf uit de Wetten notoirlyk volgt. Maar zoo wanneer de qualiteit Van het feit is disputa. „ bel, als by exempel, als men twyffelt of een ne„ derflag is gefchied by noodweer of niet, zoo is ,, de manier, zoo by het Hof als by laage Rech- ters, dat men den Befchuldigden ontfacgc in or„ dinaris Proces." Wie ziet niet, Ed. Groot Mogende Heeren! dat dus hier te lande, dat is in Holland en West-Fries, land, als het feit of deliSt niet bekend, of de qu-d'fi» catie van het feit, dat geconfesieerd is, twyffelachtigis, geen termen zyn, om extraordinair of d& plano en zonder figuur van Proces, recht te doen; maar de zaak in ordinaris Proces behoort behandeld te worden? Het is ons niet onbekend, Ed. Groot Moger.de Heeren! dat 'er Rechtsgeleerden geweest zyn. welke meenden, dat het procedeeren de plano en zonder figuur van Proces , in materie van het crimen perduellionis, naar rechten geoirloofd zoude zyn; doch dezelven worden door Anth, Matthjeos in TraSlat. de Criminib. ad Lib. 48. Big. Tit. 2. de late Majeftate, Cap. 4. N. 2. & Cap. 3. §. 19, in welke eerstgemelde plaats die Autheur zegt (onder anderen); jam quod dicitur, quastionem Majejlatis fumvtarie &? fine figura judicii traStari posfe, quomodo id convenit cum refponJb'ÜLriAm qui teviaduntaxat crimina de plano discuti posfe refpondit L. Levia 6. D. de accufat: Igitur e Contrario, quo gravius unum quodque crimen, eo pleniorem caufae cognitionem defiderat. Gravisfimum autem omnium crimen perduellionis (en wat verder) quanto igitur violentior videbitur iu-  n6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dex, fi de tanto facinore cogniturus, Jlrepitum fcf figuram judicii non adliibeat? En hoe zeer uit het gene Matth^os op bovengemelde plaats laat volgen, en ibidem No. tl. inhasreerd: Sane fi manifesta rebellio fit, veniatque civis armatus ad patriam delendam, frufira ad judicem adfpiciemus, aut legitima ediSta publice proponi defiderabimus: nee jam accufatoris ullez, fed Imperatoris partesfunti misfehien zou kunnen worden geinfereerd, dat de Souverein echter, des goedvindende, een Per duellis zonder figuur van Proces zou mogen laaten ftraffen; zoo is echter evident, dat zulks ziet op een geval, waar in de Souverein den aanval van gewapende Burgers, niet door middel van de Juftitie, kan bedwingen en ftraffen; maar uit noodweer, dezelven als openbaare Vyanden moet te keer gaan, en door geweld van wapenen ftraffen. Süent enim leges inter arma, zegt hy; en een weinig verder: Salus igitur publica fuprema lex ent, armisque coercebitur ovi jüdicio nequit. Waar uit den a contrario volgt, dat, gelyk hy reeds gezegd had, een Perduellis niet door de wapenen geveld, maar in handen van de Juftitie gekomen zynde, (indien hy niet volleedig confesfeert,) niet de plano en zonder figuur van Proces moet terecht gefteld,maar aan denzelven de volleedigst mooglyke defenfie gelaaten worden. Waar van de reden palpabel is, vermits hy niet meer een Vyand is, wiens geweld door de wapenen afgekeerd moet worden; maar een, wegens eene zwaare misdaad, gevangen Burger, die dus in dezelfde termen is, en recht heeft tot dezelfde middelen van defenfie, als alle andere Gevangenen. Even gelyk een in den ftryd gevangen Vyand niet in koelen bloede gedood, maar als een Krygsgevangen behandeld moet worden. Het is immers zeker, dat een Burger, die gevangen wordt wegens hoog verraad , daar door zyn recht van volle deferfie niet verliest. Indien het tegendeel waar was, Ed. Groot Mogende Heeren! zoo  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 117 zoo zou daar uit volgen, dat de Burgerlyke Voorrechten juist iemand zouden begeeven op het tyd* Hip, wanneer hy derzelver werking het meest van nooden heeft, en dus ydele klanken zyn. Want zoo lang een Burger niet gepecceerd het ft, of be« fchuldigd word van gepeccecrd te hebben, is het jus de non evocando, en het recht van volle verdeedi* ging onnuc voor hem. Maar wanneer hy in die termen komt, dan eerst komen die Voorrechten hem te ftade; dan eerst is de gelegenheid gebooren, dac hy 'er zich met effect van kunne en moge bedienen. Wat zouden dan toch die Voorrechten beteekenen, indien hy begreeptn moesc worden, dezelven door die daad, welke hem io de omftandigheden brengt, om 'er gebruik van te kunnen maaken, ipfo faSto vel ipfo jure verbeurd had ? Het zyons geoirloofd, Ed. Groot Mogende Heeren! ten dezen opzichte nog te remarqueeren, dat uit het dus verre verhandelde evident is, d?.t de idéé, welke by veelen onzer Landgenooten febynt te huisvesten, als of men in cas van oproer, iemand die i72 flagranti word geattrappeerd, maar alty i, Uico, politiquement zou mogen doen ophangen, tot affchrik van andejen, abufyf is; en dat het 'er ook verre van af is, dat in de gevallen, welke daar van als exempelen worden opgegeeven , iets daar na zweemende zoude zyn gepracfifeerd geworden. Gelyk te zien is by Wagenaar Vaierl. Hifforie, 48 Boek, No. 21. en in de Nederland'fche Jaarboeken, II. Deel, pag. 512 ö5 feqq. Ja, het zy met eerbied gezegd, het zoude zelfs een Souverein niet convenieeren, iets diergelyks te praftifeeren; in confideratie, dat dezelve, zoo dra hy zich bemoeit met een Gevangen te ftraffen, de Rechterlyke fundtie op zich neemt, 'éa dus, even als alle andere Rechters, in coiifcientie, aan de vastgeftelde Wetten en regulen gebonden is. Daar dan uit het bovengemelde klaar blykt, Ed. Groot Mogende Heeren! dat het procedeeren tot condemnatie van een Gevangen of Befchuldigden , H 3 die  ïl% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ó'vsniet of niet volleedig geconfesfeerd heeft, zonder denzelven zyne volle defenfie in een ordinaris Proces te verleenen, een grief is voor de genen, die het orgeluk hebben van wegens eeDig delict befcnuldigd te worden, en dat het grief grooter word, naar maate dat het delict, en de daar op gefielde ftraffe zwaarder zyn; zoo bidden wy U Ed. Groot Mogenden te willen overweegen, — of niet dat grief nog merkelyk verzwaard word , wanneer in die by de Wet gefielde ftraffe, de anderszins gewoone proportie tusfchen misdaad en ftraffe niet is geobferveerd, en men gevaar locpt met den dood geftraft te worden, over iets, dat uit deszelfs aart en Datuur aan geene doodftraffe onderhevig is, en ip andere Landen of in andere tyden, ja by andere Rechters, (aan wien deze authorifatie niet is verleend,) en omtrent andere Perfoonen (te weeten de zulken die geene Ingezetenen van "s Hage zyn, tegen dewelken deze Publicatie niet is ingericht) veel ligrer gecorrigeerd zou moeten worden. [By voorbteld: het zich indirectelyk verzetten tegen een zeker befluit van den Souverein , in welke manier het ook zoude mogen wezen, (dat is hoe ligt of hoe zwaar die indiretle verzetting ook zoude mogen zyn) het xich daar tegen verzetten op eenigerhande manier met woorden; of met daaden\~\ — of ten dezen opzichte niet zeer dikwyls te pas Kan komen het gene Gro.» •fius /. e. wyders zegt. ,, Het is niet genoeg, dat alhier eenige weinige zeg., gen, daar in deliSb te zyn gelegen, daar duizend ,, en dwzend anderen anders oirdeelen." Of het dan billyk zoude zyn, niet te defereeren aan het gene de Groot 'er op laat volgen. ,, Dit moest rypelyk ende opentlyk , en overzulks door ordinaris Prcces , werden onderzogt, zoo ,, bad de Gemeente zelve, die ook daar aan is gelegen , ,, kennisje mogen hebben, of ons recht of te onrecht ge> „ fiJtiede." » En hoe vee! te meer grievende het zoude zyn, wanneer de Befchuidigde was iemand ftaande ter goeder  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 119 der naam en faam, tegen dewelken Grotïus verder te kennen geeft, dat niet behoord buicen ordinaris forme geprocedeerd te worden over feiten, die verfcheiden oirdeel zyn onderworpen? — Inzonderheid aok het gene Grotiüs daar op Iaat volgen: dat de 'Remonftrantien van de Staaten van ver föhnden Provin. cien (aan Keizer Karel en Koning Philips) klaarlyk ponden, dat zy die manier van Procedeeren improbeertden, ah jlrydende met de Vryheid, Costuimen en Herkomen der Landen. —■ Als mede van welk een verten uitzicht dit alles moet zyn in een fattieufen tyd , pdaar veelen eikanderen eenen doodelyken haat toefdraagen, en 'er dus gevaar is van partydigheid der Eetuigen, die (ten minste) fomtyds iemands woor:n of daaden in eene gantsch anderen zin kunnen jvatten of uitleggen, en aanbrengen, dan dezelven gemeend zyn; met dat gevolg, dat iemand op izulk eene aanklachte van de ordinaris Juftitie geëvoceerd, en van eene wettige verdediging verftoiken zynde , in eene zaak, daar het om zyn leeven ;door eene febandelyke dood te verliezen, te doen is; over woorden of daaden , die niet altyd per fe reen delict importeeren, geene gelegenheid zal hebben, om de partydigheid van de Getuigen, of anIdere wettige gronden van reproches tegèn denzei* iven, of de onwaarheid of ongepastheid van derzel'ver getuigenisfe te proponeeren en bewyzen, geeinen tyd of gelegentheid tot het inwinnen van beiwyzen tot zyne ontlastinge, geen raad van vnen! den of van bekwaame Raadslieden, om voor hem den Rechter te overtuigen, dat de woorden of daaden, waar van hy word befchuldigd, en welke hy beleeden heeft, of welke hem bewezen worden, i niet of niet noodzaakelyk vallen in de termen van de : pcenaale Wet, maar voor eene gantsch verfchillende uitlegging vatbaar zyn, dac de Getuiger\ riet 1 confonant, de bewyzen niet genoegzaam zyn ad con, demnandum, en diergelyke gronden van defenlia meer; maar zonder iets van dat alles te mogen doen of genieten, zal moeten afwagten, of de Rechter 6 H 4 donr-  ï«u Verzameling van Stukken betrekkelyk M doorzicht genoeg zal. hebben, om alles wat daarom- | trent, door of voor hem zou kunnen geallegeerd'' worden, te ontdekken , overweegen en beflisfen; , dan of dezelve dac alles, of eenig gedeelte van dien i voorby ziende, hem op die getuigenisfen, en over die woorden of daaden, ter Galg zal verwyzen? — en wy twyffelen niet, of U Ed. Gr. Mogenden zul- < len van het bezwaarende en dangereufe, dat in de i voorfz. Publicatie en authorifatie ligt opgefióoten, volkomen overtuigd worden. •■ Wy verzoeken U Ed. Gr. Mogenden wyders te i willen reflecteeren, aan hoe veele verfchillendeuit- l leggingen, vooral in eene materie als deze is, der ' Mènfchen woorden onderhevig zyn; welke veran-deringen de toon waar mede zy geuit wórden, daar 1 omtrent kan maaken, hoe het vooral aankomt op i de animus, waar mede die gefprooken worden, en i op de kennis welke de Spreeker al of niet kan heb-' ben van de befluiten , waar tegen die zyn inge-. richt. - Waaromtrent zeer nadrukkelyk en van applicatie i is het geheele 12 Cap. van het 12 Boek van 1'EfpriPdes Loix. Waar van de eerste woorden zyn: rien ne rend, encore le Crime de Leze Majefié, plus arbitraire, que 1 quand des paroles indiscrétes en deviennent la mattere. , En zullen dan zulke delicaate discusfien als daar o-. ver kunnen vallen , buiten een ordinaris Proces 1 moeten behandeld, en de Befchuldigden daar o-! ver ten minsten met de Galg geftraft kunnen wor- . den? . Eindelyk kunnen wy niet afzyn, om nog met be- • hoorlyke reverentie aan ü Ed. Gr. Mogenden te 1 remonftreeren, dat de executie van de voorfchree- > ven laatste Publicatie, hoe zeer mentioneerende: van preventie, aan Heeren Gecommitteerde Raaden . privative fchynt te zyn gedemandeerd, en dat van \ nït voortaan, dewyl daar by geen andere Officieren 1 gelast worden te ageeren , dan alleen de daar by vermelde Advokaat-Fiskaal, en geene Rechters daar in  ds. Gebeurtenis/én in 1787022. voorgevallen, ijtt- [ïrj genoemd worden, dan Heeren Gecommitteerde !Raaden; het gene wy vermeenen op zich zelve genoomen, een merkelyke grief voor de ordinaris Juftitie alhier te importeeren, dewyl het aan Heeren Gecommitteerde Raaden nog te meer voet zoude [kunnen geeven, om onder den naam van praventie% de ordinaris Juftitie van de judicature over derzelver Ingezetenen, in alle zaaken, welke tot deze materie maar eenigszins betrekkelyk kunnen worden gemaakt, voor altyd te ontzetten, tot onherftelbaareprffijudicieder Ingezetenen vandeze Plaats, welke (gelyk wy reeds hebben geremarqueerd., en ibidden nog eens te mogen herhaalen) geen minder frecht hebben, om in zulke zaaken voor de ordinajris hoogere of laagere Juftitie te recht te ftaan, dan ide Burgers en Inwoonders der ftem in Staat hebbende en andere Steden en Plaatfen van den Lande» Voor het overige verzoeken wy U Ed. Gr. Mogenden om gunftïge verfchooning, indien in deze onze Remocftrantie de yver voor het bewaaren en verdedigen van de onfchatbaare Rechten, den E-? delen, Gepriviligeerden, aanzienlyke en minaanzienlyke Ingezetenen, Burgers en Inwoonderen dezer Plaatfe, (zoo wy vertrouwen aangetoond te hebben) competeerende , ons de eene of andere iuitdrukkinge mogt hebben doen ontglippen , welke by U Ed. Gr. Mogenden niet genoeg gemefiireerd zoude mogen worden geoirdèeld. Wy protesteeren op het ferieuste, dat zoo iets diergelyks hier in mogt zyn vervat, het ons ten hoogften zoude fmerten, daar wy niets met meer hartelykheid wenfchcn, dan voorbeelden voor onze Mede-Burgeren te zyn,in hetbetoonen vanfchuldplichtige veneratie met woorden en daaden, voor onze Hooge en wettige Overigheid. Wy befluiten 'deze eerbiedige reprasfentatien, met nederig verzoek, dat vermits dezelve zyn van de uiterfte interesfahce voor zoo veele goede en getrouwe Ingezetenen van den Lande, U Ed. Gr. Mogenden dezelven en de daar by voorgedraagene H J grie-  14» Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot grieven in ernftige overweeging gelieven te nee- j men, en toe wegneeming van die bezwaaren, mits- ■ gaders tot gerustftelling der Ingezetenen van deze Plaatfe, zoodaanige fpoedige voorzieningen te doen , als U Ed. Gr. Mogenden naar Hoogstderzelver hoo» . ge wysheid en beroemde aequiteit zullen bevin- . den, overeenkomftig derzelver Rechten en Privi.. legien, en 's Lands Wetten en Costuraen te behoo- ■ ren; en dat U Ed. Gr. Mogenden ook nopens het: afzonderlyk poinct. in den aanvang dezer'gemeld,, (te weeten de reftitutie der getiooméne informati-. en) ons eene prompte voldoening zullen doen er- ■ langer, en voorts zoodaanige ordres ftellen, dat: 's Hofs Jurisdictie voor het vervolg riet wederom i aan zulke feitelykheden en verachtelyke bebande-, liüg, als dezelve van wegen Heereü Gecommitteer*. de Raaden heeft ondergaan, bioot gefteld zy. Hier mede, Edele Gróót Mogende Heeren! bidden wy God almachtig, U Edele Groot Mogen-> den in eene langduurige en voorfpoedige Regee«> ring te conferveeren. Gefchreeven in den Hage, den 6 April 1786. (Onder fiond) V Edele Groot Mogendens gantsch] Dienstwilliger, De Prcefident en Raaden oven Holland, Zeeland en Friesland.', (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven., (was g?f.) Adriaan Bodt. Als mede eene Misfive van Prafident en Raadena ran den Hooge Raade, gefchreeven in den Haag; den 7den dezer, daar by voordraagendede bezwaa- ren ,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 123 ren, die voor hun, hunne Ministers en de Suppoosten van hun Collegie zouden kunnen refultee* •en, uit de by hun ontfangene Publicatie van Hun Edele Groot Mogenden van den 24ften Maart dekes jaars, breeder inde navolgende Misfive verfat. Edele Groot Mogende Heeren 1 Wy hebben op den 24ften der gepasfeerde maand intfangen U Ed. Gr. Mogendens Misfive en Publicatie van den zeiven datum, en de laatste derzelve >p den eerstkomenden Roldag doen afkondigen, en 'ervolgens ter gewoone plaatfen affigeeren. Wy kunnen echter aan U Ed. Gr. Mogenden niet 'erbergen, dat by lecture der gemelde Publicatie imtrenc dezelve terftond eene en andere bedenkeykheid aan ons is voorgekomen, die wy niet kunsen afzyn refpedtueufelyk onder het oog van U Ed. jr. Molenden te brengen; doch Edele Groot Mogend* Heeren! wy zullen ons alleen borneeren tot lie confideratien, welke den Hoogen Raad direct :n inmediaat concerneeren, en dierhalven alleen sanü Ed. Gr. Mogenden eerbiedig voordraagen die oezwaaren, welke wy meenen dac voor ons , onze vlinisters en de Suppoosten van ons Collegie uit de voorfchreeven U Ed. Gr. Mogenden Publicatie zouien kunnen refulteeren, zullende wy het bezwaar lat voor de verdere Ingezetenen der Plaats in het generaal uit krachte van dezelve Publicatie zoude itunnen te duchten zyn, overlaaten aan de overjveeging van zoodaanige Collegien aan welkers zorg iet meer byzonder is toebetrouwd, en van welkers particulier departement het is voor derzelver welwezen en voorrechten te waaken. Het bezwaar, het welk wy meenen uit de voor'chreeven Publicatie voor ons Collegie te kunnen refulteeren, beftaat voornaamentlyk daar in, dat dezelve Publicatie voorkomt privativelyk ter executie geaddresfeerd te zyn aan de Heeren Gecom- mit-  124 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot mitteerde Raaden van U Ed. Gr. Mogenden, dewyj dezelve niet , even gelyk de voorgaande van deel S3ften February laatstleeden, en de ordinaire gel woonte mede brengt; mede aan den Prokureur-Gee neraal en den Officier van den Hage is geaddressj feerd, en dezelve nogthands tegens de Ingezetetj nen van deze Plaats in het generaal zonder eenig? reffridtie of iimït'atie is ingericht, waaruit te ducht ten ftaat, dat Heeren Gecommitteerde Raaden uil hoofde van het zelve particuliere Addres , veelj ligt eene privative machten faculteit zouden kunn nen afleiden, om dezelve Publicatie te executeeresj tegen eik een ieder Inwoonder van den Hage, ee| dus ook tegens de Leden, Ministers en Suppoosii ten van ons Collegie, by aldien iemand van huul zich aan de overtreeding van dezelve fchuldig zoui de mogen hebben gemaakc. Dan wy kunnen ons niet laaten voorftaan , da| door de verandering in het gewoon Addres derPubtj licatie, de intentie van U Edele Groot MogendeEl zoude kunnen zyn geweest, ons, en alle die get nen over welke ons eene privative Jurisdictie is ges demandeerd, aan de te rechtftelling van hunnen byj zonderen dagelykfchen en competenten Rechter u onttrekken. Wy kunnen te minder in die gedacht, ten vallen, daar ü Edele Groot M°genden by Pla;j kaat van den 3 October 1656 hebben gelieven tc verklaaren: „ Dat de Ingezetenen van dezen Lande" (Waar onder zekerlyk den Hoogen Raad metdes<| zelfs Suppoosten ook gehoord) ,, Zonder verkortinge van het recht haar vermooj „ gens de Privilegiën van den Lande competeeren-i| ,, de, van de wettige Jurisdictie " (Waar onder zy gehooren) „ Niet kunnen of vermogen te worden geëxi-ij „ meerd." Gelyk dan ook aan Heeren Gecommitteerde Raa-J den by derzelver Inftrudtie door U Edele Groot! Mogenden gearresteerd den 28 Augustus van denl jaadi  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. iay tiare 1751, en wel fpeciaal by het 14de Artikel van fcezelve, geene andere Jurisdictie over fommige deleten by preventie is toegekend, dan onder deze ütpresfe bepaaling dat welgemelde Heeren Ge» nmmitteerde Raaden in geenerhande wyze, ,,, Iets zullen mogen doen tot prejudicie van ee. : nige Kwartieren, Leden of Steden van denzelk ven Lande.*' !Boven en behalven dit geallegeerde meenen wy* n U Ed. Gr. Mogenden te overtuigen, hoe groodyks, zoodaanige door Heeren Gecommitteerde aaden mooglyk te voeren fustenue, zoude aanloom tegens on* wettig en liquide recht, niet anders oodig te hebben, dan ons eenvoudig te beroepen |) het Accomodement tusfchen de oeide Hoven jin Juftitie in het jaar 1725 nopens eenige vooraame Jurisdictie-quasstien gefiooten, en zoo by jefolutie van UEd. Gr. Mogenden in dato den siden (ay en I5den Juny, als van de Heeren Staaten van feeland, in dato den 5den junydeszelven jaars geimrobeerd, invoegen het zelve dus als een foreel Staatsbefluit moet worden aangezien; daar by 1 is in het eerfte Artikel bepaald en vastgefteld: ,,, Dat de Hoogen Raad zal exerceeren de judicature, zoo in het civile als in het crimineele over ;: deszelfs Leden, Ministers en verdere aldaar opz genoemde Perfoonen, met alle derzelver Huisf gezinnen, en dat wel in alle zaaken, waar over I dezelve geconvenieerd of geaccufeerd zouden mo! gen worden." Meer is onzes bedunkens niet noodig tot betoog, iit Heeren Gecommitteerde Raaden geene bevoegdeid zouden hebben, om eenig Lid uit het midden un den Hoogen Raad, of iemand van deszelfs Mikstcrs of Suppoosten, in wat geval het ook zoude 'jogen wezen, zelfs niet by preventie, voor hun» ibder Collegie te betrekken. Laat het ons echter iïoirlooft zyn Ëd. Gr. Mogende Heeren! hier mee 2n enkeld woord nog by te voegen , dat wy de ;r hebbende uit te maaken het hoogfte Gerechtshof  126 Verzameling van Stukken betrekkelyk M hof der beide Provinciën Holland en Zeeland, daata uit mede fchynt voort te vloeijen, dat wy in geem, geval hoegenaamd voor Heeren GecommitteerdeV Raaden, van een van beide de Provinciën zoudem verplicht zyn te recht te ftaan, nademaal zoodaa-a: nige verplichting niet zonder concurrentie van dd| Heeren Staaten van die beide Provinciën op decj Hoogen Raade zoude kunnen worden gelegt, nogj< het generaale forum van de Leden en Ministers vanj den Hoogen Raad en van deszelfs Suppoosten, mitsui gaders van alle die derzelver Huisgezinnen uitmaa-a ken, eenigzins kan worden veranderd of gereftfint geerd. Waar door dan ook zou komen tevervalleE het argument, dat Heeren Gecommitteerde Raaden mooglyk zouden kunnen trachten te elicieeren uit! de Publicatie by U Ed. Gr. Mogenden den 23fteE! February laatstleeden gearresteerd, waar by deij Advokaat-Fiskaal by U Ed. Gr. Mogenden Refolui tie van den 31 January 1785 aangefteld, isgeauthod rifeerd: ,, Om by preventie tegen de Contraventeurs van i dezelve U Ed. Gr. Mogenden Publicatie, byy zonder alhier in U Ed. Gr. Mogenden Refidenc j, tieplaats, het recht van de Hooge Overheidi „ voor het Collegie van U Edele Groot Mogeni „ dens Gecommitteerde Raaden, waar te neemen.'. Alzoo die periode notoirlyk alleen (voor zoo veen des noods) contineerd eene Renovatie of liever eeri ne bekendmaaking van het Artikel, waar by aas dezelve, gelyk wy reeds gezegt hebben, wel eeno judicature by prasventie in cas van feditie word toen gekend, doch onder deze uicdrukkelyke bepaaling:i dat zy Heeren Gecommitteerde Raaden niets zuli len mogen doen tot prejudicie van de gerechtighed den van eenige Kwartieren, Leden of Steden vaE» dezen Lande, invoegen dat de voorfchreeven Puil blicatie al mede geen fundament voor zoodaacipi een fustenue zoude kunnen opleeveren. Doch Ed. Gr. Mogende Heeren! het zoo evenn gemelde bezwaar word voor ons nog te meer grien ven >  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 127 vende, wanneer men hier by voegt, dat U Ed.Gr. Mogenden byde meergemelde Publicatie hebbende goedgevonden, weigemeleeHeeren Gecommitteerde Raaden voorzoo veel des noods te qualificeeren, om de Contraventeurs derzelve de plano, en zonder figuur van Proces te recht te doen ftellen en te ftraffen ; Wy > onze Ministers en Suppoosten daar door in gevaar zouden kunnen worden gebracht, niet alleen om voor een ander dan onzen dagelykfehen en Competenten Rechter te recht te ftaan; maar ook, om contrarie aan degewoone en vastgeftelde orde, hier te Lande vigeerende, te recht gefteld en gepunieerd te worden , zonder zelfs de opgetygde misdaaden te hebben geconfesfeerd, of zonder gelegenheid te hebben gehad om in een ordinsir Proces tegen de bewyzen, die éeu Accufator Publicus ia handen mogte hebben eene voileedige defenfie te doen, of zonder de Getuigen door hem aangevoerd te kunnen reprocheeren. Waar door wy en onze Suppoosten dus in perykel zouden kunnen worden gebracht om op de getuigenis van twee of meer Delateuren , waar aan het in meer of min bedenkelyke tyden zelden ontbreekt, eer en leeven te verliezen. En dat deze beduchting niet ongegrond is, vloeit eenigzins voort uit de meergemelde Publicatie zelve, wyl daar uit fchynt te blyken, dac de daar by gemelde Francois Moorand , reeds voor dathy nog het faiccen zynen laste ingebracht, had geconfesfeerd, ter dood is verweezen geworden. Wy maaken, Ed. Groot Mogende Heeren! deze allegatie niet, om daar door het gewysde van Hee. ren Gecommitteerde Raaden eenigzins te tauxeeren; neen, Ed. Groot Mogende Heeren! het zy verre van ons eenige Rechters, vooral de zulken die Leden zyn van een zoo aanzienlyk Collegie, als dat van Heeren Gecommitteerde Raaden , van eenig plichtverzuim te verdenken ; wy vertrouwen zelfs dat Heeren Gecommitteerde Raaden zulks hebbende gedaan, daartoe in dat geval gegronde redenen, en  128 Verzameling ten Stukken betrekkelyk 'tot en móoglyk wel de fpeciaale authorifatie van U Ed'. Grooc Mogenden zullen hebben gehad ; dan wjjr kunnen niet óncveinzen, Ed. Gröoc Mogende Heeren! dat het ons voorkomt, ten hoogften gevaarlyk te zyn voor de vryheid en veiligheid van een ieder, van wat ftaat en conditie ook, dat eenig Rechter, Wie hy ookzy, werde geauthorifeerd, om over wat misdaad het ook zoude mogen wezen, te procedeeren de plano en buiten figuur van Proces; en dit gevaar word merkelyk grooter, wanneer de doodftraf niet alleen tegen daadelykheden, die gepleegd zouden mogen worden, maar zelfs tegen woorden dié zouden mogen worden geuit, is geftatueerd. Welk een ruim veld van befchuldigingen kan daar door niet geopend worden? een ongemefureerd woord, een onbedachtelyk ontvallen raillerie, zal als een crimen capitale kunnen worden aangetygd, en welke gevolgen kunnen daar van niet te duchten zyni indien aan den Befchuldigden geene volleedige defenfie word overgelaaten, vooral daar het voornaamentlyk ten dezen opzichte aan geene Delateureo zal ontbreeken, die meestal in tyden van diffidentie en onderlinge oneenigheden tusfchen de Ingezetenen niet nalaaten zullen het uitgefprookene ten ergften over te draagen. Wy zouden Edele Groot Mogende Heeren' zekerlyk gewacht hebben deze bezwaaren onder' het oog van U Ed. Gr. Mogenden te brengen, tot zoó lang daadelyk gebleeken was, dat Heeren Gecom. mitteerde Raaden uit krachte van ü Ed. Gr. Mogenden Publicatie van eenige judicature tegens ons, onze Ministers of iemand onzer Suppoosten of derzelver Huisgezinnen kwaamen gebruik te maaken 1 dan vermits wy het geval daar zynde, mooglykgeen gelegentheid zouden hebben, om onze wettige bezwaaren, fpoedig genoeg en voor het reeds te laat zoude zyn, in den Vaderlyken fchoot van ü Edele Groot Mogenden neder te leggen, hebben wy ons genooddrongen gevonden, ter confervatie van het wettig recht, ons, onze Ministers en verdere Suppoost  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 120, poosten zoo notoirlyk competeerende, onze confideratien met behoorlyken eerbied, doch teffensmec die gepaste vrymoedigheid, welke van het hoogde Gerechtshof dezer Provincie niet onbetaamelyk kan voorkomen, aan U Edele Groot Mogenden voor te draagen; in die gegronde hoop en verwachting, dac U Edele Groot Mogenden ons zulks niet alleen niet ten kwaaden zullen duiden, maar ook zoo fpoedig dóenlyk de voorfchreeven voorgeftelde beduchtingen, geheel en al, op zoodaanige wyze als U Edele Groot Mogenden ingevolge derzelver hooge Wysheid meest gepast zullen oirdeelen, zullen ge! lieven uit den weg te ruimen, en ons en onze on1 derhóorige Suppoosten, by derzelver recht, op 1 een wettig Staatsbefluit gegrondvest, zullen gelie1 ven te naintineeren. Hier mede, Edele Groot Mogende Heeren! bidden wy God almachtig, ü Edele Groot Mogen; : den lange in eene voorfpóedige Regeering te con- Gefchreeven in den Hage, den 7 April 1786. (Onder Jlond) ü Edele Groot Mogendens Dienstwillige, ï)e Prtefident ende Raaden van den Hoogen Raade over Holland, Zeeland ende Friesland. (Lager Jlond) Ter Ordonnantie van dezelven| (was gei.) A* N. Mollerus. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevondeni eb verftaan, dat de voorfchreeven Misfives, zod 1 vap den Hove als van den Hoogen Raade, zullen XXXIX. Dm. I #°ï.  ï3o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot worden geëxamineerd door de Heeren Gecommitteerde Raaden, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advys; en is dien onverminderd daar van Copie verzocht door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Amfteldam, Rotterdam, Schiedam, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnickendam en Medenblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Aantetkening van vyf Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, , Brielle, Hoorn, Edam en Medenblik, hebben tot; de vooren ftaande Refolutie niet geconcurreerd, maar : geinhsereerd hunne Aanteekeningen in de voorlee- . den maand op dit fubjedt gedaan. Accordeerd met de voorfz. Refolutien., No. 3095. ExtraB uit de Refolutien van de Heeren 1 Staaten van Holland en West-Friesland, behelzen- ■ "de Refolutie op de hier by gevoegde Misfive van Hee. • ren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van 1 Holland en West-Friesland, op 't Addres van 't t Hof Provinciaal, betrekkelyk het voorgevallene in 1 .de zaak van Mourand. In dato den 15 Decent-« ber 1786. Ontfangen eene Misfive van de Heeren Gecom-« mitteerde Raaden, gefchreeven in den Hage deni I2den dezer, waar by zich breedvoerigverantwoor-den omtrent een Addres van het Hof aan Hun Ed.. Groot Mogenden, op het Advys van voornoemde: Heeren Gecommitteerde Raaden van den 27ftenii April laatstleeden, concerneerende de differen-. ten tusfchen gemelde Heeren Gecommitteerde ;l Raaden en den Hove , ter gelegenheid van het t ; voorgevallene, en de Judicature in de zaak van 11  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, isr F. Mourand, breeder met een Bylaag hier geinfereerd. Edele Groot Mógende Heèren! Wanneer wy geëxamineerd hebben de nadere Misfive , welke door den Prsèfident en Raaden van den Hove van Holland aan U Ed. Gr. Mogenden afgevaardigd, en vervolgens op den 22ften Juny dezes jaars in onze handen gefield is, om U Ed. Gr. Mogenden daar op van onze confideratien en belang té dienen; is het ons al aanftonds opmerkelyk voorgekomen , dat het Hof in plaatfe van deszelfs aanmerkingen op ons geadvifeerde van den 27ften April dezes jaars, tot het daaromtrent gedecerneerde befoigne te referveeren, integendeel verkooren heeft zich dienaangaande directelyk te addrésfeeren aan U Ed. Gr. Mogenden, en wel op dien grond, dat wy ons by het gemelde Advys niet hadden geborneerd tot het gene ü Ed. Gr. Mogenden ons gevraagd hadden; maar dat wy van ons hadden konnen verkrygen, om by het zelve Advys ten reguarde van het Hof alle die zaaken te bedry ven, welke in het zwart Register daar van by de introductie van Hun Edele Mogendens voorfz. nadere Misfive gemaakt, gereeenfeerd ftaan. Wy bekennen Edele Groot Mogende Heeren! dat wy ter dier tyd geprofiteerd hebben van de gelegentheid, om ons teffens te verantwoorden tegens de verregaande accufatien, waar toe 's Hofs yver zich by eene anterieure Misfive van den 22ften Maart jongstleeden ten onzen opzichte had laaten vervoeren; en wy agnofceeren al verder, dat byaldien wy dezelve onze verantwoording op zulk eene wyzé hadden ingericht, als het aan den Hove heeft goedgedacht met vry wat ophef te pofeeren, of ook dei zelve onze verantwoording gefundeerd hadden ori faiten, die wy, als boven allen twyffel zeker, en al* buiten alle contejlitie gefteld zynde, aan U Ed. Gr; Mogenden hadden opgegeeven, doch die van achI 2 teï  I32 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ter zouden kunnen blyken, in diervoege gantsch onvoorzichtig en tegen de waarheid geallegeert te zyn, het Hof in zoodaanig geval, vermits de beoirdeeling daar van op zich zelve flricT: genoomen, geen object van het gedecerneerd befoigne was, eene niet ongepaste aanleiding zoude hebben gehad , om zich daar over directelyk by U Ed. Gr. Mogenden te beklaagen. Doch, vermits wy ons verzekerd houden, dat noch van het een noch van het ander fchyn of fchaduw in ons voornoemde Advys zal worden ontdekt; ja dat het Hof, wel verre van zich in allen gevalle alleen daar toe te borneeren, ter contrarie de onaangenaamheden ons wedervaaren, over het generaal op eene fanglante manier gemultipliceerd heeft, daar toe op diverfe refpecten met de argumentatien door ons gemaakt, zoodaanig en in diervoegen handelende, als wy door het Hof, gantsch niet met de beste gratie, befchuldigd zyn gehandeld te hebben met de argumentatien van Hun Ed. Mogenden; zoo hebben wy gemeent, alvoorens ter zaake toe te treeden, niet te moeten ontveinzen, dat deze nadere demarche van 'c Hof, naar onze gedachten niet zoo zeer haare fource ontleend uit eenen billyken yver tot zelfsverdeediging, als wel aan een heftig ongenoegen, dat wy, gelyk nogthandsonze plicht was, en U Ed. Gr. Mogenden van ons als Confiliarii Principis, ongetwyifeld zullen verwacht hebben, de zaaken met relatie tot de Souvereine befluiten van U Ed. Gr. Mogenden, voor zoo verre die door het Hof, onder anderen, alsftrydigtegen de Vryheid en de Privilegiën, voor welke onze Voorvaderen zoo veele ftroomen bloeds hadden geftort, opentlyk getaxeerd waren, op eene cordaate manier in zulk een daglicht hadden geplaatst, als wy vermeenden, dat ter voldoening aan U Ed. Gr. Mogenden van ons gedaane requifitie , vereischt wierd; mitsgaders dat wy by die gelegenheid even vrymoedig tegen het Hof gehandhaaft hadden de eer en digniteit van ons Collegie, voor zoo  is Geieurtenisfen in 1787 ent, voorgevallen. 133 zoo verre het Hof van zich had kunnen verkrygen, om het zelve voor het oog der gantfche Natie op eenen vry hoogen toon te proftitueeren. Dan, welke ook de waare redenen van dit directelyk aan U Ed. Gr. Mogenden zelve gemaakte Addres moge geweest zyn, wy vertrouwen, dat het Hof bevonden zal worden in allen gevalle zeer ongelukkig geflaagt te zyn in het gene waar op heteigentlyk zoude moeten aankomen, aangezien de aanftootelykfte uitdrukkingen en allegatien , door 't Hof by hunne voorige Misfives ten regmrde van U Ed. Gr. Mogenden gebezigd, en welke wy by ons voornoemde Advys aan U Ed. Gr. Mogenden hadden doen opmerken, thands door Hun Ed. Mogenden meest al gedefendeerd worden met bloote protestatien, dat men daar mede nimmer den eerbied en het refpect aan U Ed. Gr. Mogenden verfchuldigd, had willen uit het oog verliezen, en men zich eeniglyk van dezelve bediend had, totftaaving van 't gene men bezig was in thefi te betoogen; terwyl het Hof, voor zoo veel onze verrichtingen betreft, zich voornaamlyk fchynt te hebben willen beyveren, om dezelve, fchoon doorgaans by wege van zydelingfe infimulatien,in een gantsch onaangenaam daglicht te doen voorkomen. Het zy ons gepermitteerd, Edele Groot Mogende Heeren 1 om ten betooge van dit een en ander, volgens de wederzyds gehoudene orde van zaaken, in de eerfte plaats aan U Ed. Gr. Mogenden te herinneren de alzins indecente manier, waar op het Hof zich by deszelfs Misfive van den 22ften Maart had uitgelaaten, over de van onzentwege op den I7den der gemelde maand gedaane overbrenging van Francois Moürand naar de Voorpoorte, als een Gevangen van ons Collegie; en wyders het gene wy daar op infatïo aan U Ed. Gr. Mogenden hebben voorgedraagen, tot een evident bewys, hoe weinig wy zulk eene lasfive behandeling hadden verdiend. Het Hof naamlyk had goedgevonden, ons bygel 3 ««l-  134 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot melde hunne Misfive daaromtrent te doen voorkomen als Tyrannen en Geweldenaars, die eene, fchoon van achter door het Hof gemoveerde qusstie, gedecideerd zouden hebben far le droit du plus fort; en dit deede het Hof op zulken toon, dat niets gefchikter was, om de Natie in het generaal, en de Ingezetenen van deze U Ed. Gr. Mogendens Refidentie-plaats in het byzonder, op eehe fchroomelykewyze tegens onzeRechterlyke daaden tepraeoccupeeren. En het eenig fundament waar op wy zulks van een Hof van Justitie ondervinden moesten, kwam daar op neder, dat Francois Mourand boven allen ïvoyffel, en buiten alle contestatie een Gevangen van het Hof zoude zyn geweest; naardemaal de Drosfaard van den Hove denzelven geapprehendeerd zoude hebben in Persoon ; fchoon niemand van de Dienaars van den Prokureur-Generaal zich daaromtrent met het fingulier getuigenis van denzelven Drosfaard geconformeerd had. Geen wonder derhalven, Ed. Gr. Mogende Heeren ! dat wy ons zulk eene behandeling aantrekken, en ons daar over by de eerst bekwaame gelegenheid, naar vereisch van zaaken, aan U Ed. Groot Mogenden beklaagden; vooral, daar wy van het abufiye der voorfchreeven allegatie overtuigd waten, en daar toe zulke gewichtige gronden hadden, als wy ter occafle van het uitbrengen van ons voorfchreeven Advys, bereids aan U Ed. Gr. Mogenden hebben opengelegd, en dus onnoodig oirdeelen by deze te herhaalen; hoe zeer wy de vryheid neemen, van op eene nadere lecture dierzelve by U Ed. Gr. Mogenden aan te dringen; vermits wy ons verzekerd houden, als dan, by vergelyking van 's Hofs nu nader ingeleeverd Addres, middagklaar te zullen blyken, dat Hun Ed. Mogenden zich daar medeover het generaal vry wat in de engte gebracht hebben gezien, althands de voornaamfte van de ter onzer justificatie geallëgeerde gronden onaangeroerd hebben laaten leggen. En hier mede, Ed. Gr. Mogende Heeren ! zouden  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. l$J den wy wellicht van dit geheele poinct kunnen af. flappen; doch vermits de eer van het Collegie van Uwer Ed. Gr. Mogendens Gecommitteerde Raaden, zoo wel als de gerustheid der goede Ingezetenen op de Juftitie, die wy even als het Hof, de eer hebben in naam van U Ed. Gr. Mogenden te adminiftreeren, zoo hooglyk by dit poinct geintresfeerd is, hebben wy vermeend, de meest fpecieufe remarques van den Hove ftuksgewyze te moeten opneemen, fchoon wy ons bevlytigen zullen alle moog. lyke kortheid dienaangaande te betrachten. Wy noteeren derhalven (zonder ook als nu op die bedoelingen uit te weiden, welke uit de combinatie van 's Hofs beide voorige Misfives zouden kunnen geëlicieerd worden,) dat Hun Edele Mogenden , in derzelver voorfchreeven nader Addres aan U Edele Groot Mogenden, de taal, door het Hof by de Misfive van den 22ften Maart vis a vis van ons Collegie gefprooken, en waar over wyons beklaagd hadden, wel als overeenkomftig den aart der zaake hebben zoeken te doen voorkomen, wanneer de waarheid van het gebeurde voorondersteld wierd. Maar dat wy vertrouwen, U Ed. Gr. Mogenden van het abufive van zoodaanige, op zeer losfe gronden, en gantsch onvoorzichtig gemaakte vooronderftelling, door het gene wy by onze voorige Misfive bygebracht hebben, compleetelyk te zullen hebben overtuigd ; en wy voegen 'er nog maar alleenlyk by; voor eerst: dat, hoe fterk het Hof zich over het gene wy daar toe geavanceerd hebben beklaagen moge, als over eene accufatie, die de eere en waardigheid van het Hof op eene verregaande wyze zoude beleedigen, het Hun Ed. Mogenden echter niet behaagd heeft, om een eenige van de reflexien op te losfen, welke wy hieromtrent op de ftukken, ons op den 23ften Maart van wegens het Hof toegezonden, gemaakt hadden; als hebbende Hun Ed. Mo. genden zich alleenlyk geborneerd tot eene infertie van de contenue derzelve ftukken, thands door het Hof aan U Ed. Gr. Mogenden overgezonden, en I 4 Se'  '136' Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gequoteerd met de letter A. r, 2, 3, 4, 5 en 6 tot welker ledture eenvoudiglyk gerefereerd is, even gelyk tot de depofieien van Mr. J. J. van Nispen en H. van den Brinck, gequoteerd met de letter Am 8 en 6, zonder de ook daaromtrent door ons gemaakte reflexien te folveeren; terwyl Hun Ed. Mogenden enkel verkoozen hebben, om na eene referte tot de voornoemde ftukken, aan U Ed. Gr. Mogenden en ieder onbevooroirdeeld Mensch te vraagen, of het Hof dan niet ten onrechte door ons befchuldigd was van adfumtien van tegen de waarheid geallegeerde faiten ? als mede, of niet evidente* lyk Jlrydig met de waarheid was het gene wy in onze voorige Misfive ter neder hadden gefield, naamelyk: ,, dat alle de genen, welke de omftandig9, heid (der apprehenfie) gezien hebben, daar in „ volmaakt met eikanderen overeenjiemden, datdemeer„ gemelde Moorand het eerst geapprehendeerd is door ^, een Dienaar van den Advokaat-Fiskaal, genaamd An„ dries Scheffer, mitsgaders door een Dienaar van 9, den Prokureur-Generaal, genaamd Frans SchEric„ ke? " dan op welke eerstgemelde vraag, na een herhaalde leóture onzer voorige Misfive en van de gemelde ftukken,' het antwoord, zoo wy vertrouwen, niet favorabel voor den Hove zal uitvallen; waarom wy alleen nopens de tweede der gemelde vraagen aanmerken, dat Hun Ed. Mogenden, by het voorftel derzeive, niet hadden behooren te disfimu. leeren, dat door ons in de geobjicieerde pasfagemet ronde woorden gefprooken is van Getuigen, die ten over ftaan van onze Commisfarisfen gehoord waren, waar op het woord alle, zoude dezelve pasfage eenen gezonden zin hebben, en niet tegen onze blykbaare intentie, uit deszelfs verband met het even te vooren betoogde gerukt worden, mitsdien notoirlyk relatief was. Ten anderen: dat, indien Hun Ed. Mogenden waarlyk als nog in goeden ernst vermeenden, dat wy zoo een hooggaande proftitutie gemeriteerd hadden, als Bun Ed. Mogenden by derzelver Misfive van den 22ften  ,fe Gebeurtenis/en in 1787 «*• voorgevallen. 13.7 a./im Maart hebben gelieven te voor onderfïellen* het l^ao1^ïx7^zA raoecen voorkomen, dat HunEd Eenden , onze verantwoording daar jeïensS^u gezien hebbendeparticulierlyk aldatgee^ met ftilzwygen voorby hebben gegaan, dat het SehSen gedrag van hunnen Drosfaard concerneer. en echter naar onze gedachten, zeer wel eene foeciaïle oplosfing verdietd had; als by voorbeeld: Sr rtSelve? Drosfaard niet alleen de eenige geweest f welke geSeerd heeft, dat hy mP»»°wJ« nnnrehenfie van Mourand zoude gedaan hebben, PPÏ Se 7ich in zoo verre niemand der Dienaars W toef by kort na 't gebeurde, benevens eeSJe van de wederzydfche Bediendens, in een van. «nfe vertrek-kamers fummierlyk over het geval on&raaTwierd, noch tittel, noch jotavan eenederSe asfertie heeft laaten blyken, ja zelfs met, l yhky dn voorfchreeven Mourand fconfidereerd ïoude7 hebben als S wdh^frSSb%te^ nadatdeA°dvgokaat.Fiskaal IS ot v n rvoSómene Rapport had gedaan,, en hem de opgevolgde Refolutie van ons Collegie C°S7aUerv1rmeenen wy, Ed. Gr. Mogende Hee-  138 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vaas eD Patyn) gedaane Rapport van 't gene de. zelve dienaangaande des avonds te vooren, op eene gehoudene Conferentie met Commisfarisfen van den Hove, (de Wilhem en van Minninghen) vernoo. men hadden. Wel is waar, dat Hun Ed. Mogenden zich nu tot ftaaving van het bevoorens ter nedergeftelde, nopens het gunt 'er na de apprehenfie en voor de overbrenging van Mourand is gebeurd, enkel gerefereerd hebben tot eene nadere verklaaring van voornoemde Drosfaard, welk ftuk wy bevoorens niet gezien hebben, en thands door Hun Ed. Mogenden te berde is gebrachtfub A. 1; en dat het Hun Ed. Mogenden wyders behaagd heeft, om onmiddelyk op die gedaane referte te laaten volgen: dat Hun Ed. Mogenden thands daar niet meer van zeggen 20a. den, en voorts dit geheele poinct, zonder zich in eenige byzondere details te begeeven, met dit niet weinig beduidend compliment aan U Edele Grooc Mogenden en ons tebefluiten: „ Mourand, fchoon ,, door den Drossaard van-het Hof geappre„ hendeerd, en nooit door Heeren Gecommitteerde Raa~ ,, üen gereclameerd; t'f Op authorisatie van U „ Ed. Gr. Mogenden, door het Collegie van Heertn ,, Gecommitteerde Raaden te recht gefield, de zaajt ,, is in zoo verre afgedaan; en wy wensche?. dat nimmer wederom zulk een geval exstee „ re." Dan zonder ons uit te laaten op de reflexien, die zich nopens den aart en natuur van het gemelde Compliment, als van zelve zullen opdoen, zy het ons gepermitteerd aileen kortelyk op den inhoud van 't gemelde product A, 7 te remarqueeren, dat ten dezen regarde geene qusestie is oVer het gene de Drosfaard van den Hove al of niet gezegt heeft, aan den Commandeerenden Officier van de Wacht, maar hoedaanig dezelve zich ter zeiver tyd geconduifeerd nebbe in een der vertrek-kamers van ons Collegie toen dezelve over 't gene 'er gebeurd was, fommierlyk wierd ondervraagd; welke poinct by het gemeld? ftuk  de Geheurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 139 ftuk geheel on getoucheerd is gelaaten ; uitgezonderd alleen, dac deszelfs apparicie daar ter plaatfe, aevoorens door 't Hof als toevallig opgegeeven, daar by door denzelven Drosfaard geattribueerd is kan een verzoek van den Drosfaard van ons Collegie, wiens onder ééde gegeevene verklaaring hieromtrent van den navolgenden inhoud is, „ Dat, even na dat F. Moürand invoege, alshy , Depofant te vooren verklaard heeft, was opge, bracht in de Hoofdwacht, ofeigenclyk in de Or\, ficiers kamer, waar in dezelve eersc geweesc is, „ de Drosfaard van den Hove, aldaar mede prelent , zynde, aan hem Depofanc gevraagd heeft, oj hy „ nu geen Rapport bracht aan 't Collegie of aan den | Advokaat-Fiskaal? Dit hy Depofant daarop heeft „ geantwoord: dat hy zulks terjlond doen zoude, maar „ niet wist, hoe hy het ondertusfchen ftellen zou met ,, den Gevangen; waarop de Drosfaard van den Hove heefc geantwoord, dat hy aldaar nog wat zou* „ de blyven; dat hy Depofanc zich vervolgens be„ geeven heeft naar een der vertrekken van tCol, legie, om aldaar aan den Advokaat-Fiskaal Rap, port te doen: dac een weinig tyds daar na hem , Depofanc derwaards gevolgd is de Drosfaard van '„ den Hove, mee nog eenige van de wederzydfche S Dienaars, onder welken hy Depofant meend be, paaldelyk gezien te hebben. Dries Dienaar van ', den Advokaat-Fiskaal, en Frans Dienaar van den », Prokureur-Generaal , die met hun beiden den „ voornoemden Moorand geapprehendeerd had- „, den. . t Doch welke ook de redenen mogen zyn geweest,Idie den Drosfaard van het Hof gemoveerd hebben, I óm zelfs voor dat hy aan den Prokureur-Generaal 1 Rapport had kunnen doen, zich uit eigen beweeging aan ons Collegie te vervoegen, dit is in allen |gevallen onbetwistbaar, dat deszelfs voorfz. nader Declaratoir niets behelst, dat de minfte aanleiding zoude kunnen geeven om te., vermoeden, dat hy ter dier tyd iets hoegenaamd, het zy aan iemand  J4-o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der toenmiaüge Leden van ons Collegie, het s1 aan den Advokaat-Fiskaal van ü Ed. Groot Moge»! den, zoude hebben laaten blyken van fuftenue, d Moürand een Gevangen zoude zyn geweest van h Hof. Dat gevolgelyk het voornoemde nader Deel: •ratoir al mede niets inhoud van het poinct, ten deze opzichte inquasstie; en by nader gevolg, dat het dal ten minften nu eene uitgemaakte zaak behoorde te w« zen, dat het Hof volftrektgratis geadfumeerd heefti| datwy.by het geeven van dé order tot overbrengini van Moürand , geweeten zouden hebben , dd Mourand in der daad een Gevangen van het Hof wm\ of voor zoodaanig van wegens het Hof gehouden wierq] mitsgaders dat daar van geen fchyn of blyk voorhan der , en het tegendeel van dezelve onze volftrefc! gratis geadfumeerde weetenfehap waarachtig zyp] de, wy dan ook de grootfte redenen hebben, on1 ons te beklaagen: dat een Hof van Juftitie ons oc zulk eenen losfen voet by hunne Misfive van des 22ften Maart, opentlyk by U Ed. Groot Mogende*' en het gantfche Publyk, van zulke groote gewei:' denaryen heeft gaan befchuldigen, als wy het disi: plaifier hebben gehad, ons met zoo veele bitterheid te zien toeduwen, en by onze Verantwoording met1 s Hofs eigen bewoordingen gerecenfeerd zyn gewon! den, zonder dat daar by iets hoegenaamd van dar alles uit deszelfs verband is genoomen, gelyk het! Hof zich nopens de periode ofhet. Hof'en de Magiï Jtraat ótc. (om zulks alhier in 't voorbygaan te nbY teeren) in derzelver nader Addres, heeft laaten voor-r ftaan. Want by refumtie van 's Hofs Misfive vauii den 22ften Maart, zullen U Ed. Gr. Mogenden be-e1 vinden, dat daar by, fchoon eigentlyk relatief ton < prevennen by informatie, mede is ingeweeven (*)> het door ons ontweldigen van Gevangenen aan het\ Hof en aan den Magiftraat, onder den naam vaw\ preventie by cognitie, en dat het Hof in die zelfde pe.e nattjür der zAAke in het geval van Moorand geenszin vereischte, ont de toen ingèkomene Reprcejentatie van 't Hof te brengen ter kennisje en deliberatie van de Committenten van dé Leden, maar dat in tegendeel eene zeer prompte af' doening, conform het bereids gerefolveerde op de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden det Stad Dordrecht, in te toenrriaalige omftandigheden ten hoogften nuttig en noodzaakelyk was; om nu niet te remarqueerén dat ü Ëd. Groot MogehdenS voorfchreeven Refolutie van den 25 Miy 173?# °ns in allen gevalle voorgekomen is, gantsch buiten propoost in dezen door Hün Ed. Mogenden ingeroepen te wezen; aangezien uit den famenhang van dezelve Refolutie blykt, dat die genöomen is, om aan den Hove onder 't oog te brengen U Edele Groot Mo* gendens ongenoegen, dat het Hof had kunnen goedvinden , zich nópens die zaake, met voorbygang van de Vergadering, by circulaire Misfive te ad. dresfeeren aan de particuliere Leden} en dat U Ed. Groot Mogenden alleen om die reden by dezelve Re* folutie gedeclareerd hebben : ,, dat het wel vry,, ftond aan het Hof, meenen de bezwaard te wezen ,, by eenige Refolutie van de Vergadering van Ü ,, Ed. Groot Mogenden, zich daar over, met be„ hoorlyk refpefl: en decentie, te addresfeeren aaiï dezelven, welke altyd gereed zouden wezen, XXXIX. Deel. K ,, om  146 Perzameling van Stukken betrekkelyk tot „ ombehoorlyke reflectie te maaken op de Vertoo„ gen van den Hove, en ook niet zouden manquee„ ren, die, zoo wanneer de natuur der zaake het 3, vereischte, te brengen ter kenni'sle en delibera„ tie van de Committenten van de refpective Le* den; maar dat U Ed. Groot Mogenden niet konden ,, goedkeuren, dat het Hof de Vergadering vooR,, bygaande , zich zoude addresfeeren aan de particu„ liere Leden elk afzonderiyk , £72 zulks niet aan het „ Lighaam, welk de Souvereiniteit uitmaakt, maar aan „ de Leden, welke het Lighaam van de Souver einiteit, 3, of de Souvereine Vergadering van U Ed. Groot Mo3, genden helpen compofeeren" 'Er zoude nu nog resteeren een gedeelte van de reflectie door 't Hof in deszelfs nader Addres gemaakt, doch 't is ons voorgekomen, dat wy dezelve ca al het bygebrachte nu verder zeer gemakkelyk kunnen laaten leggen; zoo om dat ze ten grootften deele gefundeerd word op bloote petitiones principii, als om dat dergelyke reflectien in allen gevalle niets decideeren kunnen van het gene, waar op het eigentlykzou aankomen; want, gefield zynde dat óp de order tot overbrenging van Moürand (nopens wien wy even min als het Hof door de apprehenfie privative competent konden wezen, vermits die apprehenfie, zoo wel als de wegleiding van denzelven naar de Hoofdwacht, door de wederzydfche Bediendens te famen was gedaan). Wy zeggen, gefield zynde, dat op de order tot overbrenging van Mourand , fchoon een gevolg zynde geweest van onze eerdere kennisneeming der zaaken, een van de conduites van 's Hofs eigen Drosfaard, ütiü. genoomen, iets te remarqueeren viel, (des echter geenszins) dan is het Hof evenwel niet bevoegd en gerechtigd geweest, om zulk eene met de beste trouwe, en op gefuftineerde goede gronden, rechterlyk gepleegde daad, zoodaanig te decrieeren, en in zulk een alleihaatelykst daglicht tl doen voorkomen, als Hun Edele Mogenden met zoo veele overyling hebben gelieven te onderneemen, en wy houden ons ook verzekerd, dat al ware 'sHofs fis-  ds ■Qcbeunèhisfsn 't% 1787 «is. véorgsvaUen. 14! fuftenue nopens de prssventietot dè klasfe van Pro* blematiccjue quÉstien ce brengen , waar van wy echter vertrouwen, dat het tegendeel allerSvidentst is, in allen gevalle zulk eene verfmaadende en vernederende behandeling, als *t Hof zich by deszelfa Misfive van den 22ften Maart ten onzen Opzichte heeft veroirloofd gehad, nimmer de ^oedkeüring van U Ed. Groot Mogenden of van eenig onbevooroirdeeld en redelyk Mensch zal kunnen wegdraai gen ; maar in tegendeel voorai ongepast zal worden bevonden in een ftuk, 't welk uit den boezem vat een Hof van Juftitie komt; en waar in dus niets minder verwacht konde worden, dan zulke fierke bly« ken van pasfie, byzonder ten reguarde van zoo een aanzienlvk Collegie, als dat van U Et Groot Mêkendens Gecommitteerde Raaden, waar van wy de eera heboen , Leden te zyn ; en waaromtrent wy^oné voor onze Succesfeuren, ja voor ü Ed. Groot Mo» genden zelve, ten hoogften verantwoordelyk zouden maaken , indien wy ons zulke behandelingen niet ferieuslyk ter harte namen , en ons daar over niet hopglyk by ü Ed. Groot Mogenden beklaagden. 1 Dit zy genoeg. Edele Groot Mogende Heerent ten opzichtte van 's Hofs Misfive van den 22tted Maart jongstleedeo. - . . . Wy gaan nu over tot 's Hofs opgevolgde Kemofr» ftrantie van den 6den April.daar aan volgende, con= cerneerende U Ed. Gr. Mogendens Refolutie van den l8den Maart, op het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht s en Hoogstderzelver opgevolgde Publicatie van dén. 24ften derzelver maand; zoo echter, dat wy vooras nog met een woord zullen moeten toucheeren de omftandigheid, welke het Hof (gelyk Hun Edele Mogenden zeiden) te meer overtuigd had van de hooge noodzaaklykheid van het doen van zulk eed nader Addres, naamelyk het provifioneel feponeeren van de papieren, welke ons op den 23ften Maart ©d eene zeer irreguliere en bcdenkslyke wyze vari  148 Verzameling van Stukken betrekkelyk m wegens het Hof ter hand zyn gekomen > én op den ii den April daar aan volgende in originali aan den Procureur-Generaal zyn genftitueerd. Hoodaanig deze omttandighcid, by wege van een pra?Hmi;air Verhaal, door het Hof aan U Ed. Gr. MogiT.den is voorgediaagen geweest, hebben wy dn- eere gehad in onze Misfive van den 27ften April jongstleeden aan U Ed. Gr Mogenden te berinnerer én wy hebben daar op wyders laaten volgen 't gene wy vermeenden dienaangaande by 't Hof zelve wichtig g; noeg bevonden te zullen worden, om Hun Édele Mogenden te overtuigen van hetowverdiende, zoo wel als van het onvriendelyke s dat by het voorfchreeven Verhaal ten onzen laste was voorgefteld; dan de ondervinding heeft ons ook in dit opzicht getoond, dat wy ons te vergeefsch daar mede gevleid hadden. De zaak zelve, zullen U Ed. Gr. Mogenden beVinden, in fubjlantie hier op nedet te komen; dat op vrydag den I7den Maart tot driemaalen toe vruchteloos van onzentwege aangehouden zynde, op dc Communicatie der Informatien van 's Hofs Dienaaren, en op het laatfte daar toe gedaan verzoek, nooit eenig antwoord van wegens het Hof gegeeven zyn de, het Hof vervolgens voortging met informeeren tot den 22fte' Maart, even of'er faturdags te voo» ren niets rer Vergadering van U Ed. Gr. Mogenden was voorgevallen; maar dat wy vervolgens op donderdag den 23ften Maart, na dat 's avonds te voorenter gelegentheid van den openbaaren Godsdienst reeds voor den by ons ter dood veroirdeelden Francois Moürand gebeden was, op eene zeer irreguliere en bedenkelyke wyze van wegens het Hof in handen hebben gekreegen, vyftien fluks verklaaringen, thands door het Hof achter Hun Ed. Mogendens nadere M >five gevoegd fub Num. Ai, 3, 4, 5, 6, 8, 9» 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16 en 17. benevens een Billet van den Prokureur-Generaal, welk Billet wy de eere hebben gehad op den 27ften April copiëlyk aan U Ed. Gr. Mogenden over te zenden, tea  de GeUurtenisJên in 1787 enz. voorgevallen. 140 ten blyke niet alleen, dat het Hof abuis had gehad met U Ed. Gr. Mogenden te informeeren. dat by de voorfchreeven ftukken mede gevoegd zoude zyn geweest een Recepis, 't welk de Prokureut-Genelaal aan den Advokaat-Fiskaal van U Ed. Gr Mogenden by die gelegentheid teronderteekeningzonde hebben aangeboden; maar ook, en wel in het byzonder, om U Ed. Gr. Mogenden door de lecture van dat Billet te overtuigen, dat het Hof niet goedgevonden had aan ons opening te geeven van de vaaare reden dezer demarche; even weinig, als aan U Ed. Gr. Mogenden daar van opening gegeeven is by de Remonftrantje van den óden April. Eene behandeling, die ons in de toermaalige fituatie van zaaken ten uiterften bedenkelyk is voorgekomen, en ons vervolgens heeft doen befluiten, om de voornoemde papieren by prorifie te doen verzegelen en feponeeren, midsgaders daarvan kennisfe te doen geeven aan den Prokureur-Generaal; in welk laatfte poinft dan pe hooge noodzaaklykheid moet worden gezocht, die 't Hof gedrongen had, zich op den voorfchreeven 6den April nader aan ü Ed. Gr. Mogenden te addresfeeren. Maar hoe hebben nu Hun Edele Mogenden dat alles opgenoomen, by derzelver nog nadere Misfi. Te van den 2den Juny daar aan volgende? Veel zoude daaromtrent naar onze gedachten te remarqueeren vallen ; doch wy verbeelden ons met dit weinige te kunnen volftaan, en zullen daarmede de beoirdeeling van dit gantfche poinct., geruscelyk aan U Ed. Gr, Mogenden overlaaten. Wy hadden naamelyk gereroarqueerd, dat ons de toezending der voorfchreeven papieren juist op het voornoemde tydftip merkelyk gefurpreneerd had, om dat vrydags te vooren tot drie maaien toe, van wegens het Hof gedifficulteerd was gewórden, in eene fïmpeie communicatie van de informatien van 's Hofs Dienaars. Dit fait beantwoord het Hof, met te advgueeren, K 3 dat  ïja VerzarneUng van Stuiken betrekkelyk U$ dat yrydags middag permisfie was gegeeven, ons >s Hofs Drosfaard en Dienaars voor Commisfarisfen uit ons Collegie te doen hooren ; doch vac< het daar op aan den Drosfaard van den Hove, die zulks eerst des avonds kwam boodfchappen, gegeeven antwoord, en van het gene dienaangaande verder' op dien zeiven avond gepasfeerd is , even gelyk als van het onbeantwoord laaten van het derde en laatste verzoek, om 'communicatie van de voorfchreeven Papieren gedaan, houd het Hof een diep ftilzwygen; en fpreekt alleen van het gene op den volgenden morgen aan Hun Ed. Mogenden was voorgedraagen, voegende daar nevens tot opheldering van het gebeurde onder de letter B. i en st locis Extracten uit Hun Ed. Mogendens Refolutien van den i-jden 's avonds, en i Men Maart dezes jaars; dan waaromtrent wy enkel zullen aanmerken, dat onzentwege op den gemelden i8den Maart, even min als daar na, geene communicatie yan de voorfchreeven informatien op nieuw gevraagt i?; en dat wat daaromtrent op den gemelden ïSden Maart, zeer apparent door toedoen van een onvolleedia- Rapport van 's Hofs Drosfaard, aan Hup Ed. Mogenden door den Prokureur-Generaal voorgedraagen moge wezen, zulks in allen gevalle geene de minste verandering zal kunnen toebrengen in de waarheid van het gebeurde; tot welks opheldering wy van onzen kant aan U Edele Groot Mogenden alleen zullen voordrsagen , het gene door de Heeren van Leeuwen en Bogaert, onze toenmaalige Commisfarisfen, ten welker overftaan dat gebeurde op vrydaz den fjden Maart is voorgevallen, daaromtrent fchriftelyk gecertificeerd is geworden, en van den volgenden inhoud is: Dat op vrydag den iiden Maart, wanneer des ,, avonds ten huize van den eerst Ondergeteeken„ den CMr. N. van Leeuwen) gecontinueerd wierd l, met het beleggen van informatien, nopens het ,, gene toen des morgens alhier op het Binnenhof gebeurd was, zich ten huize van den eerst On- „ dei-  ie Gebeurtenis/in in 1787 enz. voorgevallen. t$ï „ dergeteekenden heeft laaten aandienen de Dros„ faard van den Hove, verzoekende denAdvokaat„ Fiskaal te mogen fpreeken. „ Dat de Advokaat-Fiskaal daar op in een ander „ vertrek zynde gegaan, en aldaar met gemelden „ Drosfaard gefprooken hebbende, terftond daar „ na aan ons gerapporteerd heeft, dat gemelde ,, Drosfaard hem Advokaat-Fiskaal te kennen had gegeeven, dat, indien zulks gerequireerd wier„ de, hy Drosfaard en de Dienaars van den Proku,, reur-Generaal , die by 't gepasfeerde prsefent „ waren geweest, vryheid hadden , om zich tot „ het geeven van getuigenis der waarheid voor de „ Heeren Gecommitteerde Raaden te mogen fiftee„ ren; dan dat hy Advokaat-Fiskaal te gelyk.ver. „ noomen hebbende, dat gemelde Drosfaard en „ Dienaars reeds gehoord waren voor Heeren Gom„ misfarisfen van den Hove, daar op ten antwoord „ had gegeeven, dat het aangenaamer zoude we„ zen , als de Prokureur-Generaal de goedheid ge,, liefde te hebben huniieder Verhooren aan hem ,, Advokaat-Fiskaal te communiceeren; dat de voor„ noemde Drosfaard eenigen tyd daar na weder aan „ het huis van den eerst Ondergeteekenden geko„ men is, en binnen het vertrek, daar wy ten fi„ ne voorfchreeven vaceerden, gelaaten zynde, in onze prsfentie aan den Advokaat-Fiskaal ge„ boodfchap heeft, dat de Prokureur-Generaal zwaa,, righeid maakte, om in het voordel van hem Ad„ vokaat-Fiskaal, zonder voorkennisfe van Heeren 5, Commisfarisfen, te bewilligen; dat de Advokaat„ Fiskaal daar op aan gemelden Drosfaard in onze „ prsfentie verzocht heeft, om zynentwege nog„ maals daar op by den Prokureur-Generaal aan te „ houden , waar op dezelve Drosfaard weder is „ vertrokken, doch niet lang daar na te rug is ge• komen met eene nadere boodfchap, mede inon„ ze prsfentie gedaan , naamelyk, dat Heeren „ Commisfarisfen zwaarigheidhadden gemaakt, om „ aan het voorfiel van den Advokaat=Fiskaal, zoo K 4 « al*  15» Verzameling van Stukken betrekkelyk m „ als het zelve gedaan was, door den Prokureur-Ge„ neraal te laaten defereeren, zonder voorkennisfe „ van den Raad; maar dat de Prokureur-Generaal ,, daar toe genegen zoude zyn, onder conditie, dat de Advokaar-Fiskaal ook zyne informatien com,, municeerde aan den Prokureur-Generaal; dat de „ Advokaar-Fiskaal daar' op in onze praefentie gé„ antwoord heeft, dat hy zich op dien voet met dea ,, Prokureur-Generaal niet konde inlaaten, maar als nog yerzogt, dat de Prokureur-Generaal de „ goedheid zqude gelieven te hebben, van aan zyn „ gedaan verzoek te voldoen; waai- oo de Dros„ laard aannam daar vanaan den Proküreür-Gene,, raai rapport te zullen doen; doch dat wy opdien „ avond daaromtrent niets naders hebben vernoo„ men, noch als toen den Drosfaard weder gezién „ hebben, fchoon wy tot zeer Iaat met het neemen ,, van informatien ten huize van den eerst Onder» „ geteekenden zyt. bezig gebleevén." Ziet daar, EdHe Groot Mogende Heeren 1 het ffgibSrï Vryaagden ï7den MaarK £er dezer zaa^ Van't gene dien aangaande op faturdag demZden dtto nader zoude mogen wez^n voorgevallen, is ons niets ter werelt bekend; en wy zullen ons daarom °°k onthouden van op 's Hofs genotuleerde van den i8den Maart eenige remarques te maaken, als alleen, dat er m allen gevalle uit blyken kan de gepastheid onzer bevoorens gemaakte remarque, dat Uwer Ed. Groot Mogendens Advokaat-Fisfejal niet ver/ochr heeft om Communicatie van de Informatien door s Hofs Dienaars van Juftitie, welke de apprehenfie van Moöband gedaan of geadfifleerd hadden, voor Heeren Commisfarisfen van den Hove gegee' ven , zoo als in >s Hofs Remonffande van den 6den ApH aan U Ed. Gr. Mogenden was voorgefteld, Wv remarqueeren-echter nog roereen woord, dar ü Ed^Gr. Mogendens AdvpRaat-Fiskaal onsgermeerd heeft, dat de Prokureur-Generaal op den i8den Maart in het geheel geen nader aan-  de Gebeurtenisfen in 15787 enz. voorgevallen. t-SS aanzoek tot Communicatie der wederzyds belegde informatien by hem gedaan heeft, of door den Drosfaard van den Hove heeft laaten doen; maar dat al het daaromtrent voorgevallene des avonds te vooren is gebeurd, en wel op zoodaanige manier, als door onze Commisfarisfen in voegen voorfchreeven is gecertificeert; mitsgaders dat hy Advokaat-Fiskaal 1 op het laatfte toen des avonds gedaane verzoek, nim. ; mer eenig antwoord van den Prokureur-Generaal i heeft oDtfangen. Voor het overige refereeren wy ons, Edele Gr. I Mogende Heeren 1 tot het gene wy by onze Misfi■ ve van den 27ften April ten dezen reguarde bereids 1 aan U Ed. Gr. Mogenden hebben voorgedraagen; 1 ën wy houden ons wyders verzekerd, dat daar me1 de van zelfs beantwoord zal wezen de vraag van t het Hof, of wel ooit aan plichtmaatige daaden (gé* { ïyk het Hof dezelve heeft gelieven te noemen) eeli nige disgratieufer tournure zoude zyn gegeeven, | dan de remarque op Hun Ed. Mogenden dien aanj gaande gehoudefl, gedrag ? En wy voegen 'er nog j maar alleen by^Bat, hoe zeer Hun Ed. Mogenden li tot den 22Ïten Maart ignorantie gepretendeerd heb1 ben van de qualificatié, des faturdags te vooren aan ons verleend, (fchoon de inhoud daar van door meest alle de Nieuwspapieren aan een ieder bekend was geworden, en Hun Ed. Mogenden zeker ds eenigen niet geweest zullen zyn, welke daarvan onfl kundig waren,) Hun Edele Mogenden echter nog ï voor het afzenden hunner Misfive van dien zelfden \ datum, legaalie kennis gehad hebben, datUEd Gr. \. Mogenden.goedgevonden en verftaan hadden, zonI der reguard te neemen op den inhoud van het verzoek, by I V Hofs eerfte Misfive van'denUSdenMaart gedaan, by I ds Refolutie ten dien zeiven dage op de Propofitie van dëHeeren Gedeputeerden der Stad D " !i cht I genoomen, te perfifteeren; en dat, indienHun Kd. I Gr. Mogenden vervolgens de Communicatie van de by het Hof ingewonnen informatien als :en too , plichttaaatigt daad hebben aangemerkt, het dan eelt 5 ni-  $S4 Verzameling van Stukken bstrekkelyl Ut Dïgermaaterj verwonderingswaardigfchynt, dat Hun ! Ed. Mogenden toen niet aanftonds beflooten heb- . ben, om aan het bovengemelde verzoek, op toen i voorleeden vrydag gedaan, re defereeren; maar: dat daar mede nog tot den volgenden donderdagge- ■ wagt is geworden, en wel, gelyk wy te meermaa- . Jen hebben aangemerkt, zonder ons nopens de reden \ van de toezending derzelve ftukken de minfte elucidatie t te geeven, waar op het Hof zelfs nu nog niet direct ; heefc gelieven uit te komen; want Hun Ed. Mo-. genden zeggen eenvoudiglyk: dat het oogmerk van : 's Hofs demarche was, dat wy aan het \6fte Art. van i den ftyl van Procedeeren in Crimineele zaaken zouden ; Voldoen, door op de GESUrPEDITEERDE BESCHEIDEN ' zoodaanig regard te neemen , als wy zodden ' oirdeelen te behooren ', ook ter gelegem heid van het : advyfeeren op een verzoek 'm gratie; met by voeging: dat zulks voor ons niet problematicq konde zyn; waar ' in Hun Ed. Mogenden zich echter grovelyk abu- • feeren; vermids wy dezelve demarche met een gantsch ander oog hebben befchojjwt, en wy ook billyk vertrouwen, dat U Ed. Gr.'Mogenden het gantfche geval in concreto overweegeüde, de reden daar van, na al het nu reeds bygebrachte, ligtelyk zullen kunnen opmerken, zonder dat het noodig zy ons daaromtrent breeder te elargeeren. Wel is waar, Edele Groot Mogende Heeren! dat het Hof aan UEd.Gr. Mogenden gevraagt heeft, of het Hof evenwel niet vooronderftellen moest, dat de dispofitie van het 46fte Artikel van den ftyl van Procedeeren in Crimineele zaaken aan ons Collegie, ten minften aan den Advokaat-Fiskaal bekend was; naamelyk: ,, dat in alle Staaten van Procesfen „ en zaaken, tot de sententie en executie van ,', dien, ontfangen zal worden het gene dat tot ont,, lastinge , ende innocentie van den Geaccuseer„ pr blyken zal ; behoudelyk dat men bevind, dat hH zelfde niet verzocht en word door Calum- Me?" Maar wy hadden wel gewenscht, Edele Groot Mo-  ét Gebeurtenis/en in 1787 en*, voorgevallen. 15$ Logende Heeren! dat het Hof de applicatie wn He zoo onaangenaam vraag op het geval van den meerlu lden MoWand een weinig nader gededuceerd ad- dewyl wy vertrouwen, dat als dan in het oog ouden hebben geloopen het disgratieufe meta leen, S Sok het onvoorzichtige van zulk eene grieven. dewSom niet te fpreeken van Uwer Ed Groot tendens Advokaat-Fiskaal, dje de voorfchreeven Jukken in ons Collegie gebracht hebbende, by de 1 deliberatien, wat wf daar mede doen zoude,, „ \t zeheel niet tegenwoordig is geweest, en dus op eene zef r on verdiende manier mede in de voorfchreeven ïlleeatï is betrokken,) wy vermeer.™ op onze Si te kunnen voldaan met aan het Hof te vraa, een, of Hun Ed. Mogenden dan vermeend hebben , dat n de voorfchreeven ftukken eenig ^.rendeerde van iets dat tot ontlasting van den meerge- ■ melden Mourand zoude kunnen «rekken; ja wat Mmeer is, tot deszelfs innocent'E. ; Zoo neen, welke dan de reden geweest zy van eeUe zoo finguliere toezending van de voorfchreeven [* Erfzco ia, waarom Hun Ed. Mogenden zich hier ',omt?ent Lofficio voor denzelven Mourand hebi bende geinteresfeerd, dan teffens aan een Collegie ah M onze, dat veronderfteld fchynt te worden, zelfs van de dispofitie van het voorfchreeven 46fte , Art kei onkundig te zyn geweest, met heoben, voorf celiet met het opperen van zoodaanige Confidera. Seïf a?s Hun Ed. Mogenden naar derzei ver meer 1 dere kunde en ondervinding, begreepen zouden mogen hebben op fundament van de voorfchreeven ftukken tot ontlasting en de ™«jn™ van den ■ meergemelden Mourand te zullen moet en ftrekVen al ware het, vermits de kortheid des tyds op m eene daartoe geproponeerde Conferentie, waartoe t wy'in'datTe'al' even t^\^SJ^M ,: rnet de uiterfte bereidwilligheid oogenblikkelyK : zouden gevaceerd hebben 1 Maar,  \$8 Verzameling van Stukken Betrekkelyk m Maar, Edele Groot Mogende Heeren! het Hof! selve heeft de voorfchreeven ftukken nimmer met l ëen zoödaauig oog befchouwt; en deze indien wyj ons niet bedriegen, zal dan ook welligt eene vanc de redenen gewéest'zyn, dat het Hof zich onthouden heeft van ons nopens het waare oogmerk van dec toezending derzelve ftukken, op eenige de aller-'. minfte wyze te elucideeren. " Trouwens dat althands de innocentie van Mourand ,, op den 23ften Maart, wanneer wy de meergemeldeé ftukken omfingen, niet bv Hun Ed. Mogenden ge-, prsefumeerd is, kan middagklaar biyken uit 's Hofss Misfive van daags te vooren aan U Edele Groot t Mogenden, als waar by Hun Edele Mogenden] Toen reeds met ronde woorden gepofeerd hebben,, éat MoPEAnd , terwyl dezelve bezig was zich feite- . rYKTEOyposEBREN, tégen het doörryden van de Koets,, vaar in de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht,, vit Uwer Ed, Gr. Mogenden Vergadering komende, ge~ zeettn waren, in flagrantidelicto was geapprehen* • deerd; en even dat zelfde verbeelden wy ons téf-> fens te evinceeren 's Hofs toenmaalig begrip, dat: in de voorfchreeven ftukken al mede geen blyk te i vinden was van iets", dat dienen konde tot ontlas. . ting van den meergemelden Moürand; want zoo ras i het begaan van zulk een delict (hoe 't dan ook naar ■ Rechten zoude behooren gedefinieerd te worden) i toen reeds by Hun Ed. Mogenden zeker wierd ge- < houden, bleeven 'er immers geen termen nieer o- • ver, om teffens op verfchooning of ontlasting van den Daader te denken, die in'ipfo aëtu', of gelyk Hun Ed. Mogenden het zelfs noemen, in flagranti delicto was geapprehendeerd, en dat Hun Ed. Mogenden ook nimmer aan de obstinatie van den meergemelden Mourand hebbengetwyfield, blykt alletduidelykst uit het gene Hun Edele Mogenden daar na gepofeerd hebben by derzelver opgevolgde Retaonftrantie van den 6den Aprili naamelyk: „ dat de Qnderneemer van de oproerige feitelyk' „ heden, vtlkeop dm ïjdpt Maart dirett. ingericht wa. m ren  de Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. i$7 i ren tegen Uwer Ed. Gr. Mogenden Souvereine befluiten, en tegen dt inviolabiliteit, welke aan de tiee. [ ren. tér itlustre Vergadering van U Ed. Gr. Mo. eenden compareerende, competeerd, allen op de aan! maaning, hun door den Drosfaard van den Hove zedaan, daar vangedefilUtrd hadden, tjitgezondert , den voornoemden mourand, die daarom ge, vat was." Het blykt derhalven, zoo wy vertrouwen * allerluidelvkst, dat 'er. een andere reden möet zyn geveest, die Hun Ëd. Mogendeq daags voor dat de Executie onzer Sententie nopens Moorand voortgang lond te hebben, geanimeerd heeft hehad, om ons ',oen eerst de meergemelde ftukken in handen te doen komen; gelyk mede dat 's Hofs nu nader geallegueerdepalliatieven, naamelyk; datmen^ensdeels, toen nog geen kennis had gehad, dat U Ed. Gr. Mogenden op 's Hofs Remonftrantie van daags te vooren eeen regard hadden genoomen; en anderdeels, dac men tot dien 23lten Maart toe in de verwachtinge zoude zyn geweest, dat of wy, of de AdvokaatFiskaal, 's Hofs informatien gerequireerd zouden hebben alvoorens te vonnisfen, niet anders zyn dan uitvluchten van verlegendheid; aangezien, wathec laatfle betreft, gelykgezegt is, des vrydags tevooren tot driemaalen toe te vergeefsch op communicatie van de informatien, by den Hove ingewonnen, geïnfteerd was, en men ons of Uwer Ed. Gr. Mogenden Advokaat-Fiskaal, op het laatfte daar toe gedaane verzoek nimmer met eenig antwoord had verwaardigd; terwyl de gepretendeerde ignorantie van het fucces van 's Hofs Misfive van den liften Maart enkel en alleen berusten moet op eene captie, dac men daar van nog geene legaale kennisje gehad had; want dat alle de Leden van het Hof daar van ten eenemaale ignorant zouden zyn geweest, zoude zich gemakkelyker laaten zeggen, dan overtuigend doen voorkomen. _ . . rT Voor het overige, Edele Groot Mogende Hee- ren! zullen wy ons niet aantrekken de tournure^  15$ Verzameling vak Stukken betrekkelyk tot èie bet den Hove behaagd heeft, te geeven aan di[ Öoor ons bevoorens gedaane allegatie van eene den voornaamfte redenen, waarom wy op den zgften Maartr hebben goedgevonden de meergemelde papieren] toen niet te leezen, maar dezelve te doen verzegen! len, en provifioneel te fepöneeren, tot dat wy geledj gener tyd tot hec examen derzeive zouden gehadl hebben. Wy zullen 'er alleen op aanmerken, dat nimmer;] door ons gepofeerd is, dat wy ons niet hadden dür«Ï ven wagen, aan het geën het bovengemelde 4d| Art. van ons vorderde, gelyk het Hof, (zoo geJ reed geweest, om ons te befchuldigen van abufivei voorftellingen, van uit derzelver verband gerukte pasjai\ ges) dit poinct geheel abufivelyk, eri buiten deszelfsfl verband, aan U Ed. Gr. Mogenden heeft voorgeel fteld; maar dat wy ons r.iet behoorden te wagen AArM i)e toenmaalige demarsche van het Hof, wehlf ke ons op dien tyd zoo fufpetl moest voorkomen j| en waar van mén het waare oogmerk voor ons verborgem had gehóuden; terwyl het voor onze gemoederen-,{ aan welke Hun Ed. Mogenden nu zeggen dit onsf begrip te zullen overlaaten, eene groote gerustheid! is, dat wy het zelve niet voor Hun Ed. Mogen-:] den, maar ten geenen dage voor den Rechter vann Hemel en Aarde zullen moeten verantwoorden. Hiermede, Edele Groot Mogende Heeren! zoü-i den wy geheel van dit onaangenaame poinct kunnen» aftrappen, ware het niet, dat het Hof zich byzon-f der geftooten had aan zekere pasfage, voorkomen-f de in onze Misfive van den 27ften April, namelykif ,, dat ons ook van achter gebleeken was, dat wy| ,, van de meergemelde ftukken zeer weinig vrucht» ,, zouden gehad hebben, deWyl de informatienssi „ daar in vervat, meestal tendeerden, tot praiten-'P ,, fe juftificatie der nullo jure gefustineerde praeven-'*] „ tie aan de zyde van het Hof; over welk poinct,,! „ na dato van de qualificatie, aan ons verleend,,: „ geene contestatie meer vallen konde j en dewyll „ dezelve informatien voor het overige in het generaal r: „ vann  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 159 tg van rfiVw inhoud waren, dat wy 'er liever niets van i„ wilden zeggen, dan ons daarover op eenigerhwdewy. j,,, ze in dezelve onze Misfive by U Ed. Gr. Mogenden izeer ingratieufe wyze (gelyk Hun Ed. Mogenden dis? Binoemen).geinfinueerde verdenkingen te defendeeren. - Veoraf, Ëd. Gr. Mogende Heeren! konnen wy Ifniet nalaaten onze verwondering te betuigen, dat ;ihet Hof zich aan de voorfchreeven met zoo veel (Imcnagementgeëxtendeerde pasfagezoo zwaar heeft jikiinnen ftooten, daar eene dergelyke manier van iffebryven by Hun Ed. Mogenden zoo gemeenzaam Ij is ten onzen opzichte, waar van de preuves te vin» pden zyn in deze zelfde Misfive van het Hof, enby1 Izonder in de periode waar op Hun Ed^ Mogenden fi gemelde aanmerking en verzoek aan U Edele Groot l'Mogenden ten onzen opzichte gedaan, onmiddelyk fis gevolgt. | Maar wy moeten 'er by voegen, dat wy by onze i; Misfive van den 27ften April bereids diverfe remariJques op eenige van de meergemelde ftukken, voor o zoo veel de by het Hof geïustineerde apprehenfie ii van Moürand door den Drosfaard van Hun Edele ■ Mogenden in Persoon betrof, aan U Ed. Gr. Mogen-  io"o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genden hebben voorgedraagen , zonder dat daar op s by 's Hófs nadere afgevaardigde Misfive eenige au- • dere folutie is gevolgt, dan eene fimpele referte* tot de ftukken zelve, en dat wy dus met het zei vee recht 's Hofs voetfpoor ten dezen betreeden mo«'. gen, in ons mede te refereeren tot die zelve ftuk-. ken; welker als nu gedaane overzending en blootet letture wy ook vertrouwen, dat ons by U Ed. Gr., Mogenden van zelve dispenfeeren zal van de onaan-. genaamemoeite, waar toe het Hof verzocht heeft,, dat U Ed. Gr. Mogenden ons daaromtrent zouden t gelieven te gelasten; weshalven wy devryheidzuW len neemen. om voor als Dog het goedvinden vani U Ed. Gr. Mogenden ten dezen refpecte aftewach.i ten; fchoon wy ons over het generaal mede nogj refereeren tot de kennisfe, welke U Ed. Gr. Mo«i genden hebben van het gene door Moürand zelveni geconfesfeerd is, gelykmede tot het Request, heti gene door denzelven op den 2 8ften Maart jongstlee-: den aan ons Collegie geprefenteerd is geworden, waar van wy de eere hebben hier nevens Copie te< voegen; en laatftelyk tot,de overtuiging, die hier; boven getoond is by'tHof zelve te refideeren, dati (wat 'er ook tot zoogenaamde innocentie of ontlasting^: van gemelde Mourand in deze of gene van de voowi fchreeven, fchoon alle folemneel beéédigde ftuk< ken, zoude mogen voorkomen) dezelve Mourandü nogthands geapprehendeerd is in flagranti de-ï Licto, en gtweest is een der Onderneemers van dè oproerige feitelykheden, noelke op den 17den Maart * jongstleeaer, direEi ingericht geweest zyn tegen Uwer Ed.il Gr. Mogenden Souvereine bejluiten, en tegen de inviolaix liliteit, welke aan de Heeren ter illustre Vergadering \ van U Ed. Gr. Mogenden compareerende, competeerd f \ ja zelfs de eenige is geweest, die daar van (zoo alil het Hof 'er byvoegd) niet heeft willen defifteeren, en\ daarom gevat is. En hier mede Edele Groot Mogende Heeren i! zouden wy nu directelyk kunnen overgaan tot hed gene wy de eer gehad hebben aan U Ed. Gr. Mo<( genn  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen iffX «genden te advyfeeren nopens het gene de Prsefident ten Raaden van den Hove op den öden April jongstieeden aan U Ed. Gr. Mogenden hebben geremon. jftreerd gehad, met betrekking tot Uwer Edele Gr* Mogenden Souvereine befiuiten van den i8den en 24(ten Maart jongstieeden. Doch wy kunnen niet nalaaten vooraf nog korten Jyk aan te merken, dat wy ons in het algemeen ihooglyk hebben verwonderd, dat Hun Ed. Mogenden ons, behalven al het verdere, insgelyks als eene misfiag fchynen te hebben willen toe reekenen , dat wy by ons Advys zoo vryelyk onze gedachten hebben geuit, nopens de generaale inrichting van. de voornoemde Remonftrantie ; als waaromtrent het Hun Ed. Mogenden heeft goedgedacht, zich by de introductie van derzelver nadere Misfive van den 2den Juny dezes jaars iö dezer voege te expli« ceeren: ,, dat wy zelfs van ons hadden konnecï „, verkrygen, om U Ed. Gr. Mogenden daar by aan ,,, te raaden, tot betooning van Hoogstderzelver ongenoe* ,„ gen, over de wyze waar op het Hof zich omtrent U« ,„ wer Ed. Gr. Mogenden voorfchreeven befiuiten haduit* „, gelaaten." Wy erkennen, Ed. Gr. Mogende Heeren! dat icns Advys van den 27ften April jongstieeden in fubIftactiedaar op is uitgekomen: doch wie qualificeerd 1 het Hof, om in dietvoege Advyfen te tauxeeren s die wy niet ongevergt, maar op fpeciaale requifitie van ; ü Ed. Gr. Mogenden als Hoogstderzelver CoNsr, liarii, aan U'Ed.Gr. Mogenden fubminiftreeren? ■ wie weet, als iemand zich veroirloofde om in diev' voege te raifonneeren over zulke Advyfen van het Hef, 1 hoe Hun Ed. Mogenden dan in de weer zouden wepzen, om zich daar aan gelegen te laaten leggen? I Dan, hoe veel te vreemder is zulk eene handelwy1 ze nopens een Collegie als het onze, byzonder in 1 een geval, waar in het Hof buiten dien gelegenheid i had, om in het gedecerneerd Befoigne ten dien re-» I guarde alles te avanceeren, wat Hun Ed. Mogen* 1 den zouden oirdeelen ter dier zaake gepast te.zyn? XXXIX. Deel. L Of  i<52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Of zoude het Hof, onaangezien de zoo folcmneelel ABevan Indemniteit, de datoden 19 July 1663, waan by ook aan ons Collegie de vrymoedigheid in het at't-t brengen van Advyfen door U Ed. Gr. Mogenden zel-l ve geguarandeerd is, op dit refpect mede een on-i vervreemdbaar Privilegie hebben, om, wanneer. Hun Ed. Mogenden begrypen mogten, dat daar toen materie was, als dan met dezelve onze Advyfen c: ven en in dier voege te handelen, als met Addresfent van particulieren, zonder in het allerminfte die re-ï verende, en dat refpect te obferveeren, welke het; Hof aan het Collegie van Uwer Ed. Gr. Mogendensn Gecommitteerde Raaden, mede in derzelver betrek-: | king als Confiliarii van U Ed. Gr. Mogenden, ver-r fchuldigd is? Dit ondertusfehen is ons ten dezen van het Hofi ontmoet, en wanneer U Ed. Gr. Mogenden zullen: gelieven na te gaan, welke harde uitdrukkingen ontt pasfim met betrekking tot de gronden van ons voorfchreeven Advys door het Hof zyn toegevoegdq geworden , dan houden wy ons verzekerd, dat. Hoogstdezelven gepenetreerd zullen Iwezen van detj billykheid onzer aandoening en furprife, toen wyj vernaamen dat ons geadvifeerde aan U Edele Gr.' Mogenden in diervoege door een Hof van Jufti-i tie ten toon was gefteld. Trouwens, Edele Groot Mogende Heeren! watu kon ons onaangenaamer vallen, dan ook ten dient refpecte voor het oog van U Edele Groot Mogenden, en van dc gantfche Natie, geproftitueerd te: worden ? Toen het op fustenuen fcheen aan te komen vantf ons, als Rechten, in tegenoverftelling van fustenu-j en van het Hof, ook in derzelver Rechterlykequaliteit,,i konde 'er misfehien nog een glimp gevonden wor-i den voor 's Hofs yver, om hunne gepretendeerde:! Jurisdictie in het geval van Mourand te handhaaven, fchoon Hun Ed. Mogenden, gelykwy getoondli hebben, zich ook in zoo verre zeer merklyk doorr drift hebben laaten vervoeren. Maar:  de Gébsurmisfen in 1787 enz. voorgevallen. 163 T [aar welk palliatief kan men toch uitdenken voor Éfaë zoo verachtelyke behandeling van een Advys, iat wy gegeeven hebben in eene geheel andere rela* m, namelyk Als Raadslieden van U Ed. Gr. Moeenden zelve, en wel na dat U Ed. Gr. Mogenden goedgevonden hadden om te injungeeren, om Hoogstde* hlven daar van te dienen? • Wel is waar Edele Groot Mogende Heeren! dat hét Hof ons by de introductie van deszelfs nadere Misfive van den aden Juny, opentlyk befchuldigd neeft van verfcheide onbetaamelykheden,, die m ons voorfchreeven Advys zouden voorkomen, ea voortsin dezelve Misfive fpeciaalyk heeft begeerd, om deze en gene door ons geïndigiteerde periode i id'ie wy vermeenden niet zeer te ftrooken met betuigingen van fchuldplichtige veneratie voor de Hooge en Wettige Overheid dezer Provincie, als daar toe geheel ongepast te doen voorkomen. . < Dan wat het eerjte betreft, zyn de befchuldigin«en zoo generaal en in vagoten onzen laste opgegeeven, dat het ons niet mooglyk is die alle fpecificóuelyk te beantwoorden ; en wy zullen ons derhalo ven vergenoegen; met alleenlyk op te neemen het gene aan de zyde van het Hof tot juftificatie van de voorfchreeven periodes is bygebracht; terwyl iwy vertrouwen, als dan nader te zullen blyken, dat onze daaromtrent gemaakte refleaien, wel dege,Iyk dé byzondere opmerking van ü Ed. Gr. Mogenden had verdiend. Wy hadden naamelyk in de eerjte plaats vraagsgewyze voorgefteldi wat men, by voorbeeld, den; ken moest van de declamatien, niet tegen fustenutfi • van ons Collegie (zoo als men het zocht voor te draa■ gen) maar tegen de befiuiten van U Ed. Gr. Mogen. i dén de datis den 18 en 24 Maart 1786, dat nAamElvk alle Ingezetenen &c., mitsgaders van. dê gasfage üit VATTËt, il n'y a plus dé LiniRTê Maar deze vraag fustineerd het Hof, dat althands ! abufivelyk in het begin van het (zoogenaamd) zwart L 2 &e*  ï^4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Register der befchuldigingen, tegens Hun Ed. Mo-. genden ingebracht, zoude gefteld zyn, om dat de ; voorfchreeven pasfages voorkomen in derzelver r Misfive van den 22fien Maart, wanneer Uwer E-. dele Gr. Mogendens Refolutie van den 24ften dito 1 noch niet in de werelt was; en om dat uit dezelve 2 Misfive al mede overtuigend blyken zoude, dat de 2 pasfage daar by gemeld, was ingericht tegen eene; preventie by cognitie of informatien, en tegen de ge- • volgen van dien, vooral, indien daar by kwam, datt wy ook in zulke zaaken de plano en zonder figuur van% Proces zouden procedeeren. Doch wat het eerjte betreft, imagineeren wyonss dat de faamenhang van alle onze remarques ten dezen opzichte zal aanwyzen, dat Uwer Edele Groot t Mogendens Refolutie van den 24ften Maart, doori ons niet geallegeerd is relatief tot de voorfz. pasja- • ges in abjlraclo, maar tot de volgende Remarques; tem: minsten, dat, zonder notoire cavillatie, geene an--i dere uitlegging aan de door ons bydiegelegentheidi i gedaane aanhaaling van Uwer Edele Gr. Mogendens si Refolutie van den 24ften Maart kan gegeeven wor--! den; en ten opzichte van de evengemelde tweede; échappade, vermeenen wy te kunnen volftaan,mett U Ed. Gr. Mogenden alleenlyk te doen opmerken,, dat 's Hofs voorwendfel van het toen noch niet heb- ■ ben van Uwer Edele Gr. Mogendens Refolutie van: den i8den Maart, ons toegefcheenen is, en als'!ii nog toefchynt^ het masker te wezen, waar achten: het Hof getracfit heeft te verbergen. deszelfs weci tenfehap, niet alleen van 't gene 'erop dien i8deni: ■Maart ter Staats-Vergadering gerefolveerd was,,) maar dat ook Hun Edele Mogenden, onder pranextti van onze zoogenaamdefustenuen tegen te gaan, wel! deegelyk by hunne Misfive van den 22ften Maartt gedeclameerd hebben tegen U Ed. Gr. Mogenden: zelve; het gene, om niet alles op te haaien, naari: onze gedachten fpeciaal ook daar uit blykt, dat het!) anders niet te pasfe zoude hebben kunnen komén,,: om toen al te fpeculeeren op de gevolgen uit hef t pro- <  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 165 procedeeren de plano en zonder figuur van Proces, als waar van by de zoogenaamde boodfchap, die onzentwege aan het Hof gedaan was, geene mentie hoegenaamd had kunnen gemaakt worden, en waar toe het Hof vervolgens geene andere aanleiding gehad heeftj dan de kennis, hoe Uwer Edele Groot Mogendens Refolutie van den i8den Maart ten dienreprde genoomen was. Voor het overige, Edele Groot Mogende Heeren ! tracht het Hof als nog de aanhaaling van dergelyke pasfagien daar mede te justificeeren, dat van pezelve enkel en alleen gebruik zoude wezen gemaakt ter overtuiging van U Ed. Gr. Mogenden, dat Hoogstderzelver getrouwe Raadslieden niets hadden voortgebracht, dan het gene door geaccrediteerde Schryvers over het publyk Recht wierd geleerd, overeenkomliig te zyn met de zuiverfle gronden van recht en billykheid, welke tusfchen eenen Souverein en deszelfs Onder-, maten, in een welgeregeld Staatsbefiier behoor den plaats e grypen. Dan, gefteld dat de zaak zelve zich eenigermaa-:en zoude kunnen laaten hooren, waar toe verkiest nen dan in allen gevalle tot zoogenaamde overtuiging van UEd. Gr. Mogenden juist zoodaanige pasrages, waar van een Collegie, van zoo veel kunde sn doorzicht, als het Hof van Holland, zich moreel geperfuadeerd moeste houden, dat, byzonder ia eene epoque van tyd, als deze, zeer gereedelyk ihisbruik zoude worden gemaakt, zoo ter onteering van U Ed. Gr. Mogenden, als tot wegneeming van de gerustheid der Ingezetenen over de Rechtspleei»ingen, die by ons Collegie, in den naam van U ,Éd. Gr. Mogenden, en op Hoogstderzelver fpeciiaale qualificatie, zouden geoeffend worden? i Het Hof wist immers (fchoon quafi niet legaal}idat de Judicature in het geval van Mourand zooidaanig door U Ed. Gr. Mogenden aan ons gedeman-v deerd was, als Hoogstderzelver Refolutie van den ii8den Maart contineerde; Hun Ed. Mogendenkon:den teffens met geenerhande gratie de minfte ignoL 3 rantie  *g*6 Verzameling van Stukken betrekkelyk m ïantie praetendeeren, dat wy terftond daar na uiti krachce van de voorfchreeven Refolutie gereëntaati'ijeB ordinaris, dagelykfchen en eompetenten Rechter, ofte voor de ordinaris Juftitie, te recht te moeten ftaan ;! invoegen dat het gantfche beloop der voorfchree-! ven pasfage, gevoegt met het gene verder door denrt Hove bygebraeht is tot betoog van het eminent gt* vaar, waar aan de Ingezetenen van ss Gravenhagen aldus, tegen Recht, Privilegiën en billykheid zou-.'i den wezen blootgefteld, byaldien wy ons niet be« > driegen, eigenaartig gefchikt is, om by minkun-i digen het akelig denkbeeld te doen opkomen enr: huisvesten, dat de Ingezetenen van 's GravenhageEj (wel eer zoo als Hun Ed. Mogenden de plano ge—i decideerd hebben, de wellust van Nederland,)\ thands zoo maar eensklaps politicquement ontzetii zouden wezen van een hunner dierbaarfte Voorrech- I ten, en wel ten zoodaanigen gevolge, dat, gelykl] het Hof in de Remonflrantie van den éden April, zicbl' verzekerd hield, de Steden in Uwer Ed. Gr. Mogenden' Vergadering fesfie hebbende, zulks omtrent hunne'Sur--; gersn  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 103 : gers nimmer zouden toelaaten ; daar nogthands door ; de Ingezetenen van deze Uwer Ëd. Gr. Mogendens i Reüdentie-Plaats in de gemeene lasten, die voor 't ge. ! not van de trefcherming der Wetten door middel van 1 de ordinaris Justitie wierden opgebracht, even | veel, als door dezelve Burgers wierd betaald: wesI halven wy nogmaals gerustelyk aan het oirdeel van f U Ed. Gr. Mogenden overlaaten, of wy, als ten il dezen geconfuleerde Raadslieden van den Souve| rein, wel hebben mogen nalaaten zulke refleftien 31 fpeciaalyk aan U Ed. Gr. Mogenden te doen opmer1 ken, en of onder de klasfe derzei veniet particuherf lyk behoord de openbaare belydenis, die Hun E1] dele Mogenden behaagt heeft te doen van derzei1 ver geloof: dat, indien het gunt voorfz. is aan de In~ 1 gezetenen van 's Gravenbage te beurt mogte zyn gevali len, om dat het illuflre Corps, het welk de Perfona , Moraiis van den Souverein verbeeld, verkiest alhier des1 zelfs Hooge Vergadering te houden, als dan geene der i [temmende Steden van Uwer Ed. Gr. Mogendens Vsr\ eadering de eer zoude wenfcben te genieten, van tot zul! ken prys de Hooge Vergadering van U Ed. Gr. Mogen1 den by hun gevestigd te zien. Ten derden: hebben wy gemeent in ons meerge1 meld Advys te mogen vraagen: vat men denkenmoest ' van 's Hofs oogmerk in het buiten eenige noodzaak ' zydelings chocqueeren op uitdrukkingen, waar van I 'de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht zich by derzelver Propofitie op den liden Maart jongstieeden ter Staats-Vergadering hadden bediend? Hun Ed. Mogenden hebben te recht gegist, dat die vraag relatief was tot de woorden van een troup ; Canaille, maar betuigen geen oogmerk te hebben gehad, om of zydelings .of rechtsreeks op de voornoemde Propofitie te chocqueeren; en voegen er by (gelyk de faamenhang zoude uitwyzen) dat Hun Ed. Mogenden alleenlyk hadden willen aantoonen de incongruiteit, die 'er in zou refideeren, dat alle Ingezetenen van 's Hage, hoe edel, hoe aanzienlvk, in effeCte onderhevig zouden kunnen gemaakt * L 5 wor°  170 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot worden aan de rigeur eener dispofitie, waar toe alleen de euveldaad van een troup Canaille aanleiding gegeeven had; maar Hun Ed. Mogenden zullen ons wel ten beste gelieven te houden, dat wy de voornoemde betuiging ongetoucheerd laatende, ons nopens den faamenhang, waar in Hun Ed. Mogenden van voorfchreeven uitdrukkingen gewag hebben gemaakt, alleenlyk refereeren tot de lecture van de paslage zelve; als die, onzes bedunkens, op de bloote lectuur zal aantoonen,datde explicatie, welke men daar aan nu van achter op dit refpecf gegeeven heeft, vry ver gezocht is: behalven dat wy voor als nog niet wel penetreeren, waarom lieden van meerder klasfe, in cas dezelve zich insgelyks aan zulke fnoode en fchandelyke onderneemingen fchuldig maakten, als Francois Moor and en zyne Complices onder het oog van UEd. Gr. Mogeoden, mitsgaders ten aanzien van de Juftitie en Militie, gedaan hebben, als dan minder onder de klasfe van een troup Canaille, dan die Boosdoenders, zouden behooren gerangfchikt te worden, en waarom de zoodaanigen als dan aan de rigeur der voorfchreeven dispofitie minder dan voornoemden Mourand en zyne Complices, zouden behooren te worden onderhevig gemaakt? en dat het in allen gevalle aan Hun Ed. Mog. die zich op andere refpedten, om redenen aan Hun Ed, Mog. bekend, zoo dikwylsopal. legatien van wegens de Stad Amsteld am gedaan, hebben beroepen, vry wat beter gepast zoude hebben, zich met den domiciliairen Rechter derzelve Stad (gelyk in de zaak van P. van Egmono gedaan is, en Hun Ed. Mogenden welke getoond hebben van de ftukken, tot die zaak betrekkelyk leóture te hebben gehad, zekerlyk niet zullen ignoreeren) in hunne herhaalde ongenoegens , ten minften daar over te verheugen, dat de dispofitie over de ftraffen befloten is inde Vaderlyke hand van U Ed. Gr. Mogenden, en wyders, eene hoope te voéden, dat de Burgers en Ingezetenen bewaard zullen blyven van ooit in andere termen te vallen, in plaatfe van de dispo.  de Gtteurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 171 pofitie, daar over by Uwer Ed. Gr. Mogenden Publicatie van den suften Maart jongstieeden gedaan1, onder het oog van U Ed. Gr. Mogenden zelve, in Zekere by het Hof bedoelde gevallen, opentlyk van incongruiteit te gaan tauxeeren, en alzoo het wantrouwen, zoo wel op de "rechtvaardigheid, als op de wisheid van U Ed. Gr. Mogenden, 'meer 'en meer by zeker gedeelte van het publyk te doen toeneemen en vergrooten. Eindelyk hadden wy by ons meergemeld Advys eevraagt, wat men al verder denken moest van de zorge,; die hec Hof gebruikt had, om aan de eene zyde niet te advoueeren het gene by Uwer Ed. Gr. Mogenden Publicatie van den 24ften Maart nopens den aart en natuur van de misdaad door Mourand seperpetreerd, gezegt was?, naamelyk, dat het een direcl attentaat was geweest tegen de Souvereiniteit van U Ed- Gr. Mogenden; maar dat het Hof zich aan den anderen kant behaagd had met het zeive te befchryven, als een attenta at tegen de Koets, waar in de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht gezeten waren, poch wy bevinden nu van achter, dat in dit ons voorftel een fchry fout is ingeflopen geweest, als hebbende het Hof de voorfchreeven misdaad niet befchreeven gehad, als een attentaat tegen, maar aan de Koets; een fout die, vermits de kortheid des tyds, waar in ons voorfchreeven Advys op de Remonflrantien van beide de Hoven, de datis den 6den en iden April jongstieeden, om de toen op handen zynde verandering van ons Collegie, r,og voor het einde van dezelve maand in gereedheid moest 'gebracht worden, niet anders dan door den haast, en geheel toevallig begaan is, even gelyk anderen van foortgelyken aart, die het Hof zelve enkel als Jchryffouten heeft opgenoomen, gelyk gezien kan worden in Hun Ed. Mogendens nadere Misfive; weshalven wy ons dan ook niet zullen aantrekken de haatelyke vraag van het Hof, of publicque Befchuldigers van hunne mede-menfchen niet met de grootjte getrouwheid behoorden te zorgen, dat het  ijl Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gene zy dezelven als eene misdaad te laste leggen, niet verzwaaren? En of die vooral niet Rechters , ja Rechters die prcetendeeren okdinaris Rechters te zyn, betaamd? Trouwens, Ed.Gr. Mogende Heeren! welke verandering zal het toch in de zaak maaken , of 'er geleezen warde aan , dan tegen de Koets ? Want by die zelfde pasfage (in de voorfchreeven Remonftrantie ran den 6den April) waar in gefprooken is van de. Publicatie van den 24ften Maart, waar by U Ed. Gr. Mogenden demisdaad door Moürand gepleegd, als een direSl attentaat tegen de Sodvereiniteit geconfidereerd hebben, befchryft het Hof die zelfde misdaad als een verfoeilyk attentaat aan de Koets, waar in de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht gezeten waren, gepleegd. Weshalven het ook na die ware leezing van 's Hofs eige woorden, onzes bedunkens, vry meer dan fchyn heeft, dat het Hof door die tegenoverfteliing te kennen heeft willen geeven , die daad niet te houden voor zulk cm diredbattentaat tegen de Souvereiniteit. En men zegge niet, Ed. Gr. Mogende Heeren! dat de influiting van het een de uitfluiting van het andereniet medebrengt, en dus zulk eene refleStie meer Hyken zoude geeven van bitterheid van geest, dan van justesse van raisonnement, mitsgaders dat zulks, te meer zoude doorftraalen, als men 'er by refleéteerde dat het daar niet te pas kwam die daad te appregiëeren , en dat het Hof in deszelfs Misfive van den zijlen Maart dezelve genoemd zoude hebben een deliSt, direét tegen den Sodverein, qua talis begaan, en in de Remonftrantie van den oden April (maar drie regels laager) eene onderneeming tegen de veiligheid van Uwer Ed. Gr. Mogenden illüstre Persoonen, (of zoo als dezelve Remonflantie achter het Advys van Uwer Ed. Gr. Mogendens Gecommitteerde Raaden gedrukt ftaat, eene oproerige feitelykheid , direct ingericht tegen Uwer Ed. Gr, Mogenden Soüvereinr. besluiten, en tegen de inviolabilite1t, weute aan de heeren ter illustre verga-  de Geteurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 173 «adering van U Ed. Gr. MOGENDEN comparekrende, competeert. Want byde voorfchreeven pasfage uWs Hofs Misfive van den liften Maart, zeggen Hun Ed. Mogenden niets anders, dan dat de zaak van Moürand mn natuur was als 't geval, wanneer het delict, waar ,van iemand befchuldigt wierd, direct.tegen den Souverein, of (in eene Republyk) tegen de Perfoonen ter Vergadering, welke den Souverein reprefenteerd, compareerende, qua talis was ingericht; ien dus eene accufatie van gekwetfte Majefteit konde importeeren: en het wyst zich derhalven van zelfs, dat Hun Edele Mogenden wel verre van zich aldaar jnvoegen voorfchreeven ftellig over de qualiteit der misdaad uit te laaten, in tegendeel hun gevoelen daaromtrent in 't geheel niet hebben geuit, maar lalleen gezegt hebben, dat dezelve (namelyk voor zoo verre den Accufator Publicus aanging) eene ac« cusatie van gekwetfte Majefteit zoude kannen importeer ren: en dat Hun Edele Mogenden hieromtrent hun gevoelen mede niet geuit'hebben door in de Remorftrantie van den óden April, te zeggen: „ dat „, de ftraffen, by Uwer Ed. Gr. Mogenden Publi„, catie van den 24ften Maart gemeld, door Hoogst„, dezelven bedreigt waren geworden, om een troep • Canaille, (gelyk de Heeren Gedeputeerden van „, Dordrecht de Daaders van het verfoeilyk atten„, taat aan de Koets, waar in welgemelde Heeren ge„, zeten waren, gepleegd, genoemd hadden) te we„, derhouden en af te fchrikken, van diergelyke, ,,, tegen de veiligheid van Uwer Ed. Gr. Mogenden illus',„ tre Perfoonen ftrekkende onderneemingen, en dus de ,„ rust, welke daar door geftoord was, alhier te „ doen hersteld worden;" zalonzes bedunkens, ) genoegzaam blyken, uit de eenvoudige leöure van ;dezelve pasfage, zoo wel als by de leöure van de ; geobjicieerde periode, uit de voorfchreeven Remon- ftrantie. , , u Behalven dat van de daad, door Mourand beigaan, waar van in de voorfchreeven Remonftrantie  1^4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gefprooken word, als volgens de Jlelling van Heeren : 'Gedeputeerden der Stad Dordrecht, het Crimen Majf- ■ ftatis involveereD.de. En laatftelyk, dat zelfs by de nadere Misfive vafi i den 2den juny, de exiftentie van het zelve Crimen i nergens door het Hof is erkend; Weshalven, naar onze gedachten, alles famen- • loopt om temogen befiuiten, dat welke denkbeel- • den 'er anderszins over de justesfe ónzer raifotinemeri- ■ ten by het Hof zouden mogen huisvesten, Hun Ed. Mogenden nogthands ten dezen opzichte gemani- • festeerd hebben , hoe treffend een enkel voorftel van 1 de by ons geïndigiteerde pasfages geweest zy, om, , zonder dat wy daar op byzondere refledlien hadden ge- maakt, Hun Ed. Mogenden terftond de relevance : daar van te doen gevoelen, en tefFens hoe verlegen i Hun Ed. Mogenden zich hebben gevonden, met: daar aan een kleur te geeven; dewyl als nu getoond ! is, dat niets van het daar toe bygebrachte, den i toets kan doorftaan. Voor het overige zullen wyohswederhouden van i eene particuliere beantwoording van dat gene, 't welk ons toegefcheenen is, meer het menfchelyk: zwak van Hun Ed. Mogenden te zullen verraaden jf', dan blyken te geeven van derzelver rechtvaardig- ■ heid in het appreciëeren van de discretie, die wy r vermeenden gebruikt te hebben, met het by een en-kei voorftel van de voorfchreeven pasfages te laa» ■ ten. Doch wy vinden ons verplicht, om eindelyk nog; in het algemeen op te merken, dat het Hof federt : het emaneeren van Uwer Ed. Gr. Mogenden Publi- • catie van den 24 Maart 1780, de vrypostigheid heeft cl gebruikt, om zich in deze zaak te laaten zien, als s Confiliarii Principis, of als getroüwe Raadslieden vani. V Ed. Gr. Mogenden; maar dat Wy vertrouwen met: recht aan het Hof te mogen vraagen, waar de Pra;-.; fident en Raaden van den Hove de bevoegdheid 1 hebben bekomen, om zich in zoodaanige qualiteiti, of wel op pmtext van zoodaanige qualiteit, opently--; ke:;  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 175 ke partv te mogen ftellen tegen de Souvereine befiuiten van UEd. Gr. Mogenden zelve, en wel zoodaanig, als Hun Ed. Mogenden by derzelver Remonftrantie van den 6den April gedaan hebben, en by derzelver nader Addres van den aden Juny daar aan volgende hebben gecontinueerd te doen? Op den 22 April van den jaare 1735 fchreef het Hof aan U Ed. Gr. Mogenden, dat zy op de zaaken, die naar de orde van het Land aan de Staatsvergadering waren gekomen, de dispofitien van ü Ed Gr. Mogenden ontfingen, en compleetelyk obtem' pareerden , als Souvereine Staats-Resolutien ; uitgezonderd, wanneer het Hof bevond , dat de Staats-Vergadering door particuliere Menfchen_geiuben obripieerd wierd, en dat daar op by ü Ed. Gr. Mogenden Refolutien wierden genoomen, welke het Hof in gemoede praajudiciabel oirdeelde aan het belang van de Juftitie, als wanneer het Hof zich 1 wel gedroeg in eene abftinentie van daar jegens iets te onderneemen, maar zich niet konde abftineeren van daar jegens refpectueufe Remonftrantien te doen! r , Maar in dit geval, daar geen fchyn van lub- en obreptie, welke door particuliere Perfoonen zoude l eepleegt zyn, heeft plaats gehad; daar het gebeurde op vry dag den ^den Maart, aan de Staats-Ver■ eadering gekomen is naar de orde van het Land; ; daar ü Ed. Gr. Mogenden de Publicatie van den 34 1 Maart 1786, naar derzelver hooge wysheid, ro de ; toenmaaligeomftandigheden zeer nuttig ennoodzaa1 kelyk had geoirdeeld; en daar de Leden van U Ed. ( Groot Mogenden hoogstaanzienlyke Vergadering, ' f uitgezonderd de Heeren Gedeputeerden der bte\ den Delft en Hoorn, die reeds op den i 8den daar I bevoorens zwaarigheid hadden gevonden in het i verleenen van de qualificatie aan ons Collegie, om , de zaak van Mourand de plano en zonder form van Proces af te doen, en wyders uitgezonderd de Heeren Gedeputeerden der Steden Amfteldam > Gouda en Schoonhoven,, die, zoo als aan U Ed. Or. Mo-  S7Ö Verzameling van Stukken betrekkelyk m Molenden bekendis, om redenen van een gantsch i aüderen aart, de Reiblucie van den 24ften Maarc ; hadden aaDgezien) allen eenftemmig tot het arres- . teeren van de Publicatie, by dezelve Refolutie ge- ■ meld, hebben beflooten. Nu fteld het Hof zich daar tegens in de bresfe, , en pousfeert zulks tot zoodaanige extremiteiten, , dat men niet alleen de qualificatie, die by gemelde : Publicatie vervat is, maar zelfs de geheele werking ; van onze Inftructie, zoo wel als de aanftelling van 1 een afzonderlyk Advokaat-Fiskaal van U Ed. Gr.. Mogenden by ons Collegie, vry onbewimpeld en i ftoutmoedig voorfteld , als ten hoogften pra?judicia« ■ bel voor de Vryheid, als ftrydig tegen 's Lands Pri-vilegien, voor welker behoud (zoo als by de Mis- ■ five van den 22ften Maart aan het Hof ontvallen is)) zoo veele jlroomen bloeds door onze Voorvaderen geftort t waren; ja, als in zeker opzicht de Ingezetenen van 1 een Recht ontzettende, dat niemand hun beneemeni mogt; en waar over U Ed. Gr. Mogenden (dit toch i moest 'er noodzaakelyk uit voortvloeijen) zich'i mitsdien geenerhande dispofitie hadden mogen aanmaa" tigen. ■ En dit alles doet het Hof niet alleen geheel onge- ■ vergd, maar ook zonder door iemand der lngezetenenvanK 's Gravenhage daar toe verzocht te wezen; terwyl zelfs: de Magiftraat dezer Plaatfe zoo wel als de ordinaris,, dagelykfche en competente Rechter van de Haagfchu Burgery. eerbiediglyk in de befiuiten van U Edele: Groot Mogenden berust. Dan wy vraagen nogmaals, hoe komt het Hof! over het generaal aan zulken titul? 't is waar, wan-i neer de Souverein goedvind in deze en gene ge-J vallen 's Hofs Advys te vraagen, dat Hun Edele: Mogenden dan als Conjïliari-Principis daar op hnm\ Advys uitbrengen; maar op welken grond kunnen: Hun Edele Mogenden zich in die qualiteit aan dei) Staats-Vergadering vervoegen» als derzelver Advys.) in 't geheel niet gerequireerd is? Althands wy kunnen naauwlyks gelooven, dati het  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 177 het 8fte Art, van de Inftructie, waai1 op het Hof. quajudex befoigneerd, en welk Art. inhoud dat het Hof ook kennisse zoude mogen neemen van Privilegiën , alzoo wel onzen Onderzaaten, als Vreemden, geene On» derzaaten wezende, woonende binnen onzen voorfchree* ven Lande gegeeven, het fundament zou moeten opleeveren, waar op zulk een titul over het generaal zou moeten berusten. En wy kunnen in allen gevallen niet fupponeeren, dat Hun Edele Mogenden begrypen zouden uit dien hoofde het recht en de bevoegdheid te hebben bekomen, om zich tegen alle Staatsbefluiten van U Ed. Gr. Mogenden, wanneer Hun Ed. Mogenden waanden, dat 's Lands Privilegiën daar by lyden zouden, opzienlyk, als Confiliarii van U Ed. Gr. Mogenden, tegen U Ed. Gr. Mogenden zelve, te mogen verzetten, en zich daar toe, byzonder in een faclieuzen tyd, en waar in 's Lands Ingezetenen zelve zoo yverig op de confervatie hunner Privilegiën vigileeren, aan het Hoofd van de Ingezetenen te ftellen, fchoon niemand derzelve, het zy aan U Edele Groot Mogenden, het zy aan het Hof, klachtig gevallen ware; en zulks, gelyk ten dezen gebeurd is op eene wyze, die niet nalaaten konde om de disfidentien te vermeerderen, U Edele Gr. Mogenden van despoticque onrechtvaardigheden verdacht te maaken, en particuüerlyk by de Ingezetenen van deze Uwer Edele Groot Mogenden Refidentie-plaats,een denkbeeld te doen opkom n» als of de Recbtspleegingen by een Collegie als het onze, vooral wanneer in deze of geene zaaken de plano en zonder figuur van Proces by ons mogte geprocedeerd worden, in de gevolgen niet genoeg te redouteeren waren, en waar aan het Hof zelve (uitwyzens hunne Misfive van den eaften Maart, waar by U Edele Groot Mogenden Refolutie van den i8den daar bevoorens, onder beneficie van klachten , praEtenfelyk over ons gedaan , een vry onaangenaame cenfure ten dien regarde ondergaan heeft) niet dan met fclirik en ontroering konde' denken. XXXIX. Deel. M Ka  178 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot En men zegge niet, Edele Groot Mogende Heeren ! dat het aan de PrEefident en Raaden van den Hove nogthands tot eene groote fatisfactie zoude verftrekken, dat de Hooge Raad eene, fchoon minder uitgebreide, echter omtrent veele poinflten met , 's Hofs Misfives inftemmende Remonftrantie gedaan heeft. Want, daargelaaten, wat de Heeren van den Hoogen Raad gemoveerd moge hebben, om ten regarde van Hun Ed. Mogenden en derzelver Suppoosten , of Onderhoorigen, die met hun allen een zeer gering getal uitmaaken, met zoo veel fpoed eene 1 dergelvke Remonftrantie in de werelt te brengen, , als U Ed. Gr. Mogenden van welgemelden Hoogen Raade hebben ontfangen ; dit is tenminften zeker, , dat de Heeren van den Hoogen Raad niet hebben kunnen goedvinden, zich onder beneficie van ins- ■ gelyks Confiliarii Principis te wezen, aan het hoofd van de Ingezetenen over het generaal te ftellen, (het welk indien daar toe eenige dispofitie ware ge- ■ weest, mooglyk nog aangenaamer aan het Hof zou- 1 de geweest zyn) min nog op zulk een hoogen toon, en met zoo veele harde en bedenkelyke uitdrukkingen , als waar van het Hof heeft kunnen goedvin- 1 den zich op diverfe refpeöen te bedienen, en waar van het Hof zelve by het flot hunner Remonftrantie van den 6den April het ongemefureerde fchynt gepenetreerd te hebben. En wat betreft den geallegeerden yver voor het ; bewaaren en verdeedigen van deonfchatbaareRech- 1 ten, den Edelen , Geprivilegieerden , aanzienly- 1 ken en min aanzienlyken Ingezetenen, Burgers en Inwoonderen dezer Plaatfe competeerende, beige het Hun Ed. Mogenden niet, dat wy cordaatelyk zeggen, dat dit, naar onze gedachten, het fchild is, waar achter men zich ten dezen artificiëelyk :f verbergt; en dat, welke protestatien dienaangaan- 1 de gedaan zouden mogen wezen, 'er naar onze opi- 1 nie iets anders moet zyn, dat tot dergelyke demarchei aanleiding heeft gegeeven. ii Had-  de Gebaurtenislen in 1787 enz. voorgevallen* 179 Hadden Hun Edele Mogenden zich enkel en al1 leen bepaald tot de qualificatie, om de plano en zon* 1 der figuur van Proces te kunnen procedeeren, (welke (qualificatie nogthands, zoo als naderhand blyken izal, gantsch niet gemeriteerd had zoo grovelyk geit tauxeerd te worden,) het zou wellicht fchyn van t welvoeglykheid kunnen hebben, dat het Hof zich i dienaangaande refpeftueufelyk aan U Ed. Gn MoI genden addresfeerde. Maar dat de Privilegiën, en wel het allerdierbaar* ; fte, het Privilegium de non evocando, juist na dat de s' zaak van Moürand aan de Judicature van ons Colli legie was overgelaaren, zoo eendiepen indruk op :: de gemoederen van Hun Ed. Mogenden zoude gesr maakt hebben, dat enkel en alleen plichtshalven (: door 't Hof gerefol veerd zou wezen, om zich dienaangaande met zulk een exces van yver voor deln: | gezetenen van 's Gravenhage in de bresfe te ftel1 len; is ons voorgekomen eene adfetde in zich tebe* 1, vatten, waar van Ü Ed. Gr. Mogenden zich appar rent niet zeer gemakkelyk door het Hof zullen laa* 1 ten overtuigen; in aanmerking, zoo van de pasfie» e; waar mede ook dat poinct. door Hun Ed. Mogenden ; ■ getrakteerd is, als dat de ondervinding zoo dikwerf I; getoond heeft, hoe vooral de Magiftraat van'sHa: ge, telkens tegens het Hof voor de confei'vatievan : I die zelfde Privilegiën heeft moeten ftryden, waar- 0 omtrent, behalven diverfe andere, notabel is de r1 Memorie welke door den Magiftraat van 's Hage op i.den 19 July 1762 aan U Ed. Gr. Mogenden overgeleverd is, mede te vinden in de Nederlandfiche sf Jaarboeken van denzelven jaare, pag. 637 tot 772» i| van welke Memorie wy ook daarom gewag maaken s 4 dat dezelve veele zaaken in zich bevat, die tot opHl losfing kunnen dienen van verfcheidene refleclien, lï welke thands op nieuw aan de zyde van het Hof zyn 1 ' Verleevendigd geworden. Refereerende wy ons wyders terbeoirdeeling hoe 1 het Hof indien het hunne gefustineerde Jurisdictie concerneerd, over de nu zoo fterk tegen ons gereclaM 2 meer»  180 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot meerde Privilegiën van 's Lanls Ingezetenen van tyd tot tyd gedacht heeft, niet aileen tot hetguntdienaangaande op verfcheide plaatfen geobferveerd is door wylen den Prasudent van Bvnckershoek , ia het eerfte Boek zyner Qjiczstiones Juris Privati, maar ook in het byzonder tot de project Injtruftie voorden Hove, welke op den 28 September van d n jaare 1670, aan U Ed. Gr. Mogenden door het Hof is overgezonden ; gelyk mede tot het geheugen van meest alle de Steaen, fpeciaal ook der Stad Amsteldam, welke Stad in den jaare 1671, by gelegentheid van het maintineeren van derzelver Rechten en Privilegiën in het geval van Dirk van Harencarspel , dien- ■ aangaande zoo veele onaangenaamheden van het Hof : heeft moeten doorilaan , dat Heeren Gedeputeerden 1 derzelve Stad zich gelast hebben gevonden met klaa- • ie en duidelyke woorden ter Staats-Vergadering te i denuntieeren: „ dat de Heeren Burgemeesterenen „ Regeerders der Stad Amfteldam bevindende, dat ; „ die van den Hove voortgingen hun alle foortenvan 1 ,, kleinigheden aan te doen, en ftaande de Vergade-' ,, ring van Hun Ed. Gr. Mogenden, een Manda-• „ ment van Attentaaten hadden verleend met de 1 ,, Claufule van Edicte, in deze Provincie ten reguar- ■ „ de van de Steden ongehoord, en daar door heirefpeEt S „ van de Rechtbank van Amfteldam, by openbaare klok.. „ kengejlag en affixie van Billenen , verachtelyk voor' een ieder te proftitueeren , midlerwylen ook niet: ,, zouden nalaaten hunne R-chren en Privilegiën,, „ hun by de Graaven vac Holland in der tyd prop- ■ ,, ter bene merita gegeeven, by derzelver Succes--„ feurs bezwooren, by de fatüfacliebedongen, en 1 met goed en- bloed bewaard, naar hun uiterfte: ,, vermogen te maintineeren en defendeeren, en,i ,, niet zouden kunnen gedoogen, dat hun dezelve; „ by het Hof van Holland, of eenig Prokureur-Ge-. „ neraal, het zy in Criminalibus het zy in Civili-,, bus, onderprajtext van EdictaaleCitatie, offchym „ van infraöie van het Recht en Hoogheid van de; „ Heeren Staaten van Holland en West-Friesland,, » of f  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. t8l of dergelyke feitelykheid, afhandig wierden ge» „ maakt, of dat die van den voorfchreeven Hove „ in dat cas, zelve Rechters in eigene zaaken zou„ den wezen; vertrouwende, dat zy daar in door „ de Mede-Leden van de Vergadering zouden wor„ den geaffilieerd; zonder hun echter eenigszins ,, te willen onttrekken de Ordinaris Juftitie, of het ,, gene by Hun Ed Gr. Mogenden volgens de or. ,, de van de Regeeting, zoude worden goedgevon,, den en gerefolveerd!" al het gene nader blyken kan , uit Uwer Ed. Gr. Mogendens Refolutie van den 5 December 1671, te vinden in de Aanteekeningen van Boel op Loen. Ca/u 67. Een geval, 't gene wy, om zulks hier in 't voorbygaan op te merken, vooral ook daarom aanhaalen, dat het gelegentheid fchynt gegeeven te hebben, tot het doen emaneeren van het Plakaat van den 15 September 1677 en de Verklaaring van den i<5 December 1678, van welker bewoordingen het Hof zich thands zoo dikwyls tegen onze Judicature in materie van tumult, leditie, en wat dies meer is, bediesd heeft; refereerende wy ons dienaangaande tot bet geheele beloop der voorfchreeven zaak, onder anderen voorkomende by Boel op de zoo even aangehaalde plaats , mitsgaders by Wagenaar in het tweede Deel van Amfteldams Gefchiedenisfen, bl. 320 tot 330. Gelyk wy ons met betrekking tot de hevigheid van de differenten welke in de jaaren 1761 en 1762, op nieuw tusfchen het Hof en den Hage , fpeciaal ook over de door het Hof aan die van den Hage betwiste werking van de nu zoofterkingcroepenePn!T vilegien der Burgers en Ingezetenen, ontftaanzyn , nogmaals refereeren tot de bovengemelde Jaarboeken van 541 tot 772 incluis. En wyders, ter beoirdeeling hoedaanig UEd. Gr. Mogenden zelve gedacht hebben over deouverzettelyke contenance, welke dien aangaande door het Hof in den jaare 1763, tegen Uwer Ed. Gr. Mogen, dens fprcinale ordres en goedvinden van den qden Maar.k deszelven jaars, wierd gehouden, tot UEd.Gr.MoM 3 gen»!  182 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gen dens Refolutie van den $den Augustus daar aan volgende, en het daar in voorkomende Rapport van de Heeren Uwer Edele Groot Mogenden Gecommittetr4ens. , . ' Trouwens, Edele Groot Mogende Heeren! indien het refpeët voor de Privilegiën van 's Lands Ingezetenen, en fpedaalyk voor het zoo dierbaar Privi. JegieDK non evocando, het Hof in derzelver geadfcribeerde qualiteit van Confiliari Principis, ten dezen zoo fterk gemoveerd had; hoe is het dan te begrypen, dat de piëteit van zulk een fentiment juist werkzaam is geworden, even na den 18 Maart jongstieeden? Toen ü Ed. Gr. Mogenden onsby Hoogstderzelver Refolutie van den 31 Janu. 1785, hebben geauthorifcerd en gequaüficeerd , om een naauwkeurig onderzoek te doen op het gehouden gedrag van de refpective BailjuweD binnen deze Provincie, in alle de diftriöen, daar tumultueufe beweegingen hadden plaats gehad, en fpeciaal, of dezelve aan hunnen plicht hadden voldaan, dan in hoe verre daar in nalaatig geweest waren; mitsgaders om voorts te inquiteeren omtrent de Belhamels en Opftookers van die beweegingen, ten einde dezelven met den eerften geapprehendeerd, en herwaarts overgebracht zouden worden, om anderen ten exempel, ten rigoureusten aan den Lyve, en naar exigentie van zaaken met de dood te worden geftraft; gelyk mede om tot het voorzeide onder- | zoek en Procedures, tot onzeadfiftentie te emploijeeren den Advokaat Mr. Johannes Gerardüs Luy#en, onder den titel van Advokaat-Fiskaal , met : zoodaanige verdere Perfoonen tot Amanuenfes, als t noodig zouden mogen worden geoirdeeld ; zoude I 'er in het tegenwoordig fysthéma van den Hove ge- I raifonneerd zynde, dezelve reden zyn geweest, | om de piëteit van Hun Edele Mogendens gevoelens j nopens het ftuk der Privilegiën werkraam te doen 1 worden, als in en na het geval van Francois Moo- s Pand. , De In» en Opgezetenen van het platte Land had- 1! den E  de Gebeurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen, 183 den toch zoo wel aandeel aan 's Lands Privilegiën, als die van de eerfte ftemmende Stad in Holland; maar toen zat het Hof geheel ftil, fchoon daar uit een menigte van Procedures voor ons Collegie voortvloeide waar op openbaare ftrafoeffemngen alhier in den Hage gevolgt zyn, en waar van verfcheide anderen, naar openbaar klokkengeflag, zyn afgeloopen by Sententien, gewezen op Intendith; zoo dat het Hof niet zal kunnen voorwenden, daar van ignorant te zyn geweest. Toen U Ed. Gr. Mogenden by Hoogstderzelver Publicatien van den 23 Febr. 1785 en van den oden September daar aan volgende, fpeciaal ook aan den voornoemden Advokaat-Fiskaal hebben gelast, om dezelve Publicatie ftridelyk en pra;ciefelyk te executeeren naar derzelver form en inhoude, zonder eenige de allerminste conniventie of disömulatie, is het Hof al wederom blyven Uitzitten, fcnoon dezelve Advokaat-Fiskaal naar de tegenwoordige fustenue van 't Hof, niet kan gezegt worden ten regarde van iemand der Ingezetenen daar toe de bevoegtheid te hebben, en byzonder niet tea regarde van iemand der Ingezetenen van s Graven hage, als ten regarde van niemand hunner (wanneer het Plakaat van den 15 September 1677 de zaak decideeren moest) een ordinair, dagelyks, en competent Officier zynde. Toen U Ed. Groot Mogenden voorts op den 23 Febr. 1786 by eene nadere Publicatie een gelyken last aan gemelden Advokaat-Fiskaal gegeeven hebben, en aan denzelven teffens ons Collegie als den Rechtbank hebben aangewezen, voor welken hy het Recht der Hooge Overheid ter zaake, in dezelve Publicatie vermeld, by preventie zoude hebben te handhaaven, en teffens de Commisfie, die hem te vooren ad fpeciales aclus was opgedraagen, permanent hebben gemaakt, met verdere aan ons verleende qualificatie, om aan denzelven AdvokaatFiskaal ten koste van den Lande, zoo veele adtiftentie van Dienaars der Juftitie, en des noods, M 4 van.  ï«4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vaD een afzonderlyken Drosfaard te verleenen, als s dezelve Advokaat-Fiskaal zoude mogen noodig oir-, deelen; is het Hof wederom ff.il blyven zitten. Maar naauwlyks hadden U Ed. Gr. Mogenden op j den l8den Maart daaraan volgende goedgevonden] en verftaan, ons te qualificeeren , om den meerge-• melden Mourand door den Adv=>kaat-Fiskaae . van U Ed, Gr. Mogenden voor ons te recht doen i stfllen, en denzelven ^yders zoodaanig exemplaar te : ftraffen, als wy in Juftitie bevinden zouden te behoor en, , of ue terftond ontwaakte yver van den Hove begon i ylings zoo ftetk by Hun Ed- Mogenden te werken, j dat alles in een zeer kort beftek van tyd de onaan- ■ genaamfte Cenfures onderging. De wegleiding van Mourand (Tchoon daar over ' op den 22ften Maarc geene quajstie had behooren gemoveerd te worden, byzonder daar het Hof dien aangaande zoo miferabel geinformeerd was) wierd . geproclameerd als een daad van geweld, gepaard . met een violent misbruik van het gezag over de Mi. litie, en voor een Hof Provinciaal in den hoogften graad vernederend en fmaadelvk. En het gerefolveerde van U Ed. Gr. Mogenden, zoo wel ten reguarde van ons Collegie, als nopens de aanfteliirg van een afzonderlyker Advokaat-Fiskaal van U Ed. Gr. Mogenden by ons Collegie, was een zaak, waar aan een Hof Provinciaal zich in de toenmaaitge omftandigheden van zaaken, geheel orgevergt, plichtshalve momentelvk gelegen moest laaten leggen.; terwyl noch het adquiefcement van den Magiftraat en Schepenen var. 's Gravenhage ten regarde van hunne Burgers en Onderhoorigen, noch de eerbied en gehoorzaamheid welke het Hof aan de Souvereine befiuiten van U Ed. Gr. Mogenden verfchuldigd was, den gaanden gemaakten yver van Hun Ed. Mogenden heeft kunnen houden bianen de bornes van zoodaanige moderatie, als byzonder van een Hof van Juftitie zoude mogen verwacht worden, altoos derzelver handelingen te zullen beujeren, . . , . ' " Ei  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 185 En vraagt men het Hof naar de waare beweegreden van zulk eene onderneeming, dezelve is evenwel geene andere, dan gevoel van plicht, om als getrott' we Raadslieden van U Ed. Gr. Mogenden by Hoogstdezelve ex officio te yveren voor de behoudenis der Vryheden, Privilegiën en Rechten van de Ingezetenen, in het byzonder van deze Uwer Ed. Gr. Mogendens Re/idemie-P'laats; en, indien de yverinhet betrachten van dien plicht, aan het Hof de eene of andere uitdrukkinge mogt hebben doen ontglippen, welke by U Ed. Gr. Mogenden niet genoeg gemefureerd zoude mogen worden geoirdeeld, dan verzoekt het Hof om gunftige verfchooning; als op het ferieuste protesteerende, dat, zoo iets diergelyks in derzelver Remonftrantie mögte zyn vervat, zulks aan het Hoften hoogften zoude fmerten, daar Hun Edele Mogenden niets met meer hartelykheid wenschten, dan voorbeelden voor hunne Mede-Burgers te zyn in het betoenen van fchuldplichtigeveneratie met woorden en daaden voor hunne Hooge en wettige Overigheid! Vlei jende woorden, voorwaar! dan welker beoirdeehng wy, zonder daar iets meer van re zeggen, eenvoudiglyk zullen overlaaten aan UEd.Gr. Mogenden; terwyl wy nu nog zoo kort, als het gewicht der zaake toelaat t een weinig nader zullen moeten deduceeren, dat, welken ophef het Hof van de voorfchreeven Vryheden, Privilegiën en Rechten der Ingezetenen in het byzonder van deze Uwer Ed. Gr. Mogendens R»Jïdentie-Plaats gemaakt hebbe, Hun Ed. Mogenden nogthands zeer ver zyn te kort gefchooten iu het betoog der relevance van al het zelve in het cas fubjecf, 't zy met betrekking tot de Judicature van ons Collegie by praeventie, 'c zy ten regarde van de qualificatie, in Uwer Ed. Gr. Mogendens Publicatie van den 24 Maart 1786 vervat, om tegens de Overtreeders van dien (pojitis terminis habilibus) de plano en zonder figuur van Proces te procedeeren. Het is naamelyk, wat het eerfte betreft in confesfo, < "Mj dat  l85 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dat U Ed. Gr. Mogenden by Hoogstderzelver Refolutie van den 18 Maart 1786 ons, voor zoo veel desnoods, gequa'ificeerd nebben, om de Perf 'oa van Francois Mourand, door Uwer Ed. Gr. Mogendens Advokaat-Piskaai voor ons te recht te doen fieU len, en denzelven wyders zoodaanig te doen itraf. fen, als wy in Juftitie bevinden zouden te behoo» ren; mitsgaders dat U Edele Groot Mogenden op den 24ften daaraan volgende, ons, (onverminderd Uwer Edele Groot Mogenden Publicatie van den 23 February 1786; -oor zoo veel des noods, als nog hebben gequalificeerd, om de Contraventeurs van de Vaderlyke vermaaning en waarfchouwing, by Hoogstderzelver Publicatie van dienzelfden da. tum gedaan, door Uwer Ed. Gr. Mogendens Advo* kaat-Fiskaal voor ons by prceventie te recht te doenfieU len, en wyders in conformué van derzelver Publicatie te ftraffen. Dit poincl:, voor zoo verre den gemelden Mourand betreft, afgedaaD zynde, heeft het Hof gemeend zich tegen de voorfchreeven Publicatie by eene Remonftrantie te moeten verzetten, op fundament dat de qualificatie, daar by ten onzen opzichte vervat (zelfs in het afgetrokkene en buiten de vrylaating, om tegen de Contraventeurs de plano en huiten figuur_ van Proces te procedeeren , befchouwd zynde) ftrydig zoude wezen tegen der Ingezetenen Privilegiën de non evocandot en teffens van zeer presjudiciable gevolgen voor dezelve zyn zoude. Wy erkennen, Edele Groot Mogende Heeren! dat het Hof door fpecieufe allegatien , en raifonnementen, een zaak, die op baar zelve van de alleruiterfte klaarheid is, eenigermaaten als problematicq aan lieden van weinig doorzicht, en der waare Conftitutie van ons Collegie onkundig, hebben doen voorkomen; en wyders niet hebben nagelaaten alles by te haaien, dat eenigermaaten capabel zoude kunnen wezen , om deze en gene Leden van Uwer Edele Groot Mogenden Vergadering op haare zy- de  ie Gebeurtenis/en in 1787 **. voorgevallen. 187 j„ <■» trvorPn zelfs door raifonnementen, die geJ«i buKSi q"«U= zyn, en daa, mede Eeene de DiCh8TyCev«toCSnbrS-.t de vo.gende remar- hptoos van s Hots notoir oD^ciyjv, ^ weg ruiming van alle de daar jegens door het Hof ^rnïte^n^ÏÏin einde in de eerjte plaats, da^y^ het onbetwistbaar is, dat de volheid van Tnrisditlie notoir berust in den boezem van den Jurisdictie notul' buiten al e contestatie be« i^tl'^^^^^^toekomt Recht nfet alleen tot het doen van delegatie» Tanfete of geene zaaken aan Rechtbanken hier te Land, die anders geconfidereerd zouden worden tot d^udlcïurèover zoodaanige zaaken, of geheel Sfet3 of- liet ter eerfter inftantie competent te wezenV maar ook'ot het creieren van geheel nieuwe Se. ^'£?™At *Y»> bV voorbeeld, alle delegZl welke ü Ed. Gr. Mogenden van tyd t« jna? exerceeren, aan aie bbwhih» » tyk aan <2en Hove «e wezen aanbevoolen. L Teïwvl vooV zoo veel rfe creaïie va« gttal «my Rechtbanken betreft, niets anders bygebracht besefte worden, dan de exiftentie van zoo SeU Rechtbanken, als men buiten de Collegien, eèh SSïïSr Recht van judicacuur. ««««f^ h g te Lande heeft; by voorbeeld fof W w 1  188 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hoogen Raad, de Collegim van Dytgraaf en Hoog., heemraaden, van Houtvester en Mees'er ge; en wat dergèlyke meer zyn : alle welke Colle- • gien geene wettige exiftentie zouden hebben, in-diende Souverein geene volkomen macht had ge-had, om dezelven te creëeren, ende Rechters daarr toe benoem; , te maaken tot Judices legitimi off ordinarii, welke beide woorden door de Groot ' in zyne Apologet. Ordd. Holl. Cap. 15. gebruikt wor-■ den als Synohytoa, 't gene hier in 't voorbvgaan,s eens vooral genoteerd word, om te doen zien, hoé: weinig uit de vulgaire beteekenis van het woord! erdinaris, immers voor zoo verrede aanhaalingen uit; i>ï Groot betreft, door het Hof tegen ons heeft; konnen geraifon'neerd worden, dewyl Judices or- ■ dinarii of legitimi, naar de Groot's meening,, zyn, alle nopens deze en gene zaaken ofmaterieai wettiglyk hier te Lande geconftitueerde fedentaire : Rechtbanken, in tegenoverftelling van die genen,, welke hy noemt Judices extra ordinem lecti :: zoo als geweest zyn, de vier en twintig Gedelegeerde •■ Rechteren van wylen Johan van Oldenbarneveld , , be Groot, Högerbeets, Êfc. met welken het Hof F ons mooglyk wel gelyk zoude willen ftellen, of F jnisfehien wel met die Extraordinaire Rechters over • de zaaken van Majefteit, welke voorheen gefteld wa- . ren door den Hertog van Alba. Want anders begrypen wy niet, waarom het Hof " in de Remonftrantie van den 6den April aan U Ed., Gr. Mogenden heeft doen opmerken, dat de Groot in het 15 Cap. van de voorfz. Apoleget., na alvoorens gezegt te hebben: „ dat het in alle vrye Re„ geering haatelyk was over het bloed, eer en goed ,, van de Irgezetenen andere, als ordinaris Rech„ ters (legitimos zegt de Groot) te ftellen, veel l „ meer, als die Perfoonen niet zyn in dienst van de Juftiue, 'rum in vllo judicia.li nume/e) maar » po-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 18$ politieke Perfoonen," vervolgens ook fpeciaal had afgekmrd het ftellen van Extraordinaris Rechters in cas van Majefteit; immers op de zoo evengemelde periode volgt aanftonds : „ Inter ccetera qm Dux „ Albanus'a Legibus aliena fecit, edam in causfis „ Majeftatis Judices dedit extra ordinem lectos, é metuens ne Qjtcefitores Legitimi fupplicia exigerenollent, ufus ad ea est fpecuiatoribus, quodinvos„ tro Negotio faStum vidimus: Majores nostri conques„ ti olimfunt, hac re violari Leges, nequis in re Cn„ minum alios, quam Ordinarios Judices expenretur; „ multi etiam armorum nostrorum jus ex hac potisfij, mum Causll defenderunt." Maar, om weder ter zaake te komen, het zy men dan ons Collegie confidereeren wilde, als nu voor. de eerstemaal in materie van muiterye, /editie en diergelyke gecreëerd, bet zy als daar toe fpecialyk, even als het Hof in andere gevallen, by aanfehryving of Refolutie (het woord in eenen juridicquen en gezonden zin opgevat zynde) gedelegeert; het zal altoos blyven vastftaan, dat ü Ed. Gr. Mogenden buiten alle twyffel zulk een fedemairen Rechtbank, al ware het nu voor de eerftemaal, in zaaken van foortgelyken aart zouden hebben kunnen creëeren, en dat in cas men U Ed. Gr. Mogenden befiuiten van den i8den en 24ften Maart als delegatien wilde aanmerken, het genoeg zoude wezen, dat ons Collegie in zulk foort van zaaken by prseventie zoo wel ouder de Klasfe van Judices legitimi behoord, als het Hof; dewyl wv daar toe ab ipfis Reïpublicce Liberce incunabulis, door U Edele Groot Mogenden zyn aangefteld, zoo als in het vervolg nader zal bly- ^En deze refle&ie verzoeken wy U Edele Groot Mogenden ook daarom te willen opmerken, dat dezelve naar ons begrip, eene compleete folutie inhoud van het gene het Hof zich in de nadere Misfive van den 2den Juny, heeft laaten voorftaan met fundament tegen ons te konnen aanvoeren, uit de nadere aanteekening van de Heeren Gedeputeerden der  Ifo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der Stad Amfteldam, tegen U Ed. Or. Mogenden Relblutie van ae; d December 1784; als waar byniet fieders beweerd is, dan dat de Souverein, in buitengewoone gevallen, wel bevoegd zoude zyn, om eene cuiteDgewoone voorziening te doen, waar door een of ander Ingezeten zou moeten te redht ftaan voor eec ander Rechter, dan die anders ten zynen opzichte was dagelyks en ordinaris, doch dat de Souv rein, behoudens de Privilegiën en de gronden der R* veering, de kennis van Crimineele zaaken, in plaa.fe van aan het gewoone Gerechts-Hof dezer Provincie, niet by d legatie zoude konnen demandeeren, aa ne Staatsgewyze aan de Koninginne geremontreerd zoude worden het Privilegie en de Posfesfie ?an die van Amfteldam, en dat zy ongemolesteerdt gouden mogen blyven, om den voorfchreeven Ge» rangen den Hove van Holland te leveren, zoo vere het gemelde Vrouwsperfoon Poorteresfe was ten iyde van haare infolentie; 't is waar dat de Koninginne (zie 't voorfchreeven Register d. I. pag. 107.) iaderhand gedeclareerd heeft, dat haare, meeninge niet was de jurisdictie van de Steden en Vlekken 'an Holland te verminderen, maar dat het Crimen fsfce Majeftatis Divina ac Humane, was.gepriviiegi-erd, daar van zyne Keizerlyke Majefteit als Sou2 •ereinHeer, ofte zyn Prokureur-Generaal die keniiisfe competeerde. En dat het gemelde Vrouwsperfoon, Poorteresfe van Amfteldam, was gedaan ;»pprehendeeren om zaaken van Lutherye. - . 1 Maar uit het gemelde Register d. l.pag. 168, zal effens blyken, dat de Steden des onaapgezien niet jlebben afgelaaten hunne Jurisdictie, ook in CaJibuS legiis te blyven defendeeren; ja zelfs, dat zyne keizerlyke Majefteit zoodaanig recht van Judicatu-l re niet in het afgetrokkene aan de Steden heeft betwist; dewyl zyne Keizerlyke Majefteit, nopens net poir ét van kennisfe te hebben van alle Crimineel ie zaaken.gezegt had: ,, dst zyne meeninge niet en i XXXIX. Deel. N j, mê  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot if was die van Holland tebeneemen dekennisfeva/ „ alle zaaken, beroerende Crimen Lafct Majeftati „ Divinas et Humane; maar zoo wanneer het zelvl ,, zyne Mijefteit zoude believen ende dat 'ergeengo{ij „ de toezicht en ware, noch Juftitie gedaan en weifj „ de, volgende Plakaaten van zyne Majefteit, a< „ onlangs by eenige Wethouders gebeurd was." ' Waar by eindelyk nog komt het op den 9 Apa| 1545 ter Staats-Vergadering gemanifesteerde ongcj, noegen, over eeneclaufule, voorkomendein zek* ro Misfive van de Koninginne aan den Hove va' Holland, naamelyk: „ dat henlieden (te weeten cc „ Steden) niet betaamde kennisfe noch Judicatn: ,, re te hebben van Crimen Lcefit Majeftatis Divirii „ aut Humance, noch van anderen daar van de ord< „ naris Rechters niet en zouden behooren kenniss: ,, te neemen." Welke claufule ü Ed. Gr. MogeE! den by de Refolutie ten dien zeiven dage genoo: men , (uitwyzens't voorfchreeven Register pag. l8 als waar by met zoo veele woorIden is gepofeerd geworden: „ dat het kennelyK ij was, dat by de Raaden van den Hoogen enProf) vinciaalen Raade, verfcheide zaaken wierdengeg fustineerd, die men voor dezen eenpaariglykzoude hebt J " ben wederfpr ooien, als nadeelig zynde aan de wettelyke \ P Redering van deze Landen, als was voor eerst &c. i En ten derden, dat ieder Ingezeten van deze Landen i „ gepriyiligeerd zoude zyn, om te recht te ftaan voorde ;' , voorfchreeven Raaden, en dat zylieden gefteldIzou|| „ den zyn om zoodaanig Privilegie voor te ftaan, „ dat ook de Staaten hun committeerende tot de 1, „ adminiftratie, daar mede eenig Recht aan de Raq-. r Na s» üen  i«5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ,, den zouden hebben overgegeeven; alles contra-ij ,, rie aan 't gunt tot nog toe is verftaan, en metil confent van alle de Leden, zonder contradictie vani „iemand, verfcheidemaalen gepraüifeerd, by{ „ prsventien, evocatien en extraordinaire delega-ij tien, zelfs in zaaken niet van de meeste impor-rj 3, tantie, als zynde nieuwe Dykagien ; zynde voorj „ dezen alle de Leden van de Vergadering daar ina „ eens geweest van verftand, dat veele zaaken,in-ij ,, zonderheid lyf en leeven raakende, volgens dej ,, Rechten en Privilegiën van de Landen, aan dei „ voorfchreeven Raaden niet en mogen worden ge-3 ,, bracht; dat de Privilegiën de non evocando fpreekém „ van euiten, en niet van binnen de Provincie," Op hoedaanige eigentlyk gezegde Privilegiën de non evocando, mede geoogt is door wylen's Hofs PraM iident de Mauregnault, wanneer hy in zyne Jm rid. Obferv. pag. 305, heeft aangeteekend: ,, dat j, by de Rechtspleeging in de zaak van Oldenbaim „ nevelt, de Groot en Hogerbeets , op eene &e clatante wyze gerenverfeerd is het Privilegium dd ,, non evocando, aan de Hollanders en andere Onder-r „ daanen van de Geünieerde Provinciën van der „ Lande in der tyd, en van oudsher vergunt, er „ welk Privilegie de non evocando de Bondgenootec „ van de Unie zoodaanig ter harte hebben genooc „ men, dat by het 9de Art. van de oude Inftruftiu „ van aen Raade van Staaten, en by het 17de Artl „ der nadere InJlruElie van gemelde Raad van den iJ „ July 1651, geordonneerd is, dat in het doen in-i ,, nen van 't gene in die Inftruftie vermeld is, zaa ,, worden geprocedeerd, gelyk men voor 's Prin-i „ fen Beden gewoon is te doen; beheudelyk, dan „ niemand zal voorden geëvoceerd, buiten de Provinj ,, cie, daar hy woont, zonder confent van de Staaten ,, derzelver Provincie." Waar mede zich insgelyks conformeerd het ge^A wichtig Advys van H. de Groot, (welks refutatie i het Hof ten dezen heeft op zich genoomen,) ter-') wyl by hetzelve Advys mede betoogt is, dat, al  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. rp7 praren de voorfchreeven Privilegiën breeder luidende, (te weeten die van de Graaven geobtineerde Privilegiën de non evocando naar buiten voor den Grooten laad, waar toe het Advys van de Groot alleen berekkelyk is) dezelve echter niet gebruikt komen «orden tegen de Staaten, als by de Staaten zelve erkreegen zynde tegens den Prinse, dat is, te:en den Graaf en niet tegens de Staaten; wesalven dezelve ook met geen fchyn van grond gexpliceert kunnen worden tegen hetblykbaarbut, en e intentie, waar mede dezelve door de Staaten ten nehoeve van hunne Gnderzaaten tegen den Graa» ie zyn verzocht en verkreegen geworden: naameyk om voortaan niet meer geëvoceerd te worden uiten 's Lands; en geenszins om hunne Onderzaaen altoos en in alle gevallen, die tot de klasfe van e Cas Royaux zouden kunnen gebracht worden, er eerfter inftantie frivativelyk en alleen te •oen te recht ftaan voor den Hove van Holland, 3et seclüsie niet alleen van zoodaanige Rechtbanien hier te Lande, als ü Ed. Gr. Mogenden zouien mogen goedvinden in deze of geene fpeciaale 'evallen daar toe te committeeren, maar ook van e ordinaris dagelykfche en competente Rechters erzelver Onderzaaten; 't gene nogthaods, indien s Hofs explicatie van het Privilegie van Maximili.an en Maria fteek hield, notoirlyk uit het fysIhéma van Hun Ed. Mogenden zoude moeten voortitloeijen, en teffens ten gevolge zoude moeten hebuen, dat zelfs de creatie van alle zulke fedentaire Uollegien, welke ter eerfter inftantie overfommige Jaaken, die 's Graaven Heerlykheid raaken, de Juiücature exerceeren, geheel nul zoude wezen, als Jtrydig tegen de Privilegiën de non evocando, gelyk liet Hof die expliceerd; als by voorbeeld van de 'efpe&ive Hoog-Heemraads Collegien, en het Collegie wan Houtvester en Meester knaapen; eene fustenue die :mzes bedunkens, vooral ongepast zoude wezen in len mond van een Collegie, aan 't welk, zoo als i/an wegens de Stad Amfteldam in den jaare 1662 j\j 3 aan  to8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aan het Hof gefchreeven is: vermids het op eeneli befpigneejrt , geen origin air Recht mag' woe; d iC'ireeven, maar alleen een ge limiteer Rechtbanken van Schepenen der Steden en Piaat( „ fei|  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 199 fen in Holland en West-Friesland, zyn het oudfte. ' Collegie van Judicature in denzelven Lande, welk Collegie zekerlyk van alle oude tyden ^ geff weest in train en origineelyk en rót haar eigen zelfs I heeft gehad de Judicature van allerlei zaaken, I en exerceerd volkomene Jurisdictie, hebbende me" de dezelve Collegien allen 't zelve zorgvuldig- lykgeconferveerd, en bewaard tot np dezen hui' digen dag toe , voor zoo verre die zelve van hun I voorfchreeven oud Recht niet en hebben afgeftaan, 0} I geabdiceerd gehad, 't zy aan de Collegien van de HoI ven van Juftitie, van Dyk-Graaf en Heem-Raaden, „ van Houtvester en Meesterknaapen, of van meer anr dere Jujliciers, zoo 't zelve wel pertinentelyk * werd gededuceerd by den Heere H. de Gr; ot in ze„, kere Memorie of Schrifture, ftaande in de gedrukte „, Confultatien van de Hollandfche Rechtsgeleerdheid, 1 III. Deel, Vol. 1. Conf. 9.26. N. 18 ö» feaq. Trouwens, hoe byzonder ook in Cafibus Regus van ouds delegatien van Rechters gedaan zyn geworden, kan onder anderen blyken uit het gene in ien naare 1584 plaats heeft gehad in 't geval van BalthasarGerards, dengodloozen Moordenaar van 'Prins Willem den eersten, in welk ge val (om ;ons te bedienen van het geneop den 11 Maart 1729 'door Heeren Gedeputeerden der Stad Leyden ter 'Staats-Vergadering is voorgedraagen) „ men met „ en vind, dat het Hof zoude hebben gefustineerd " de Judicature over dat abominabel fait aan hen ['.. trivativelyk te competeeren; maar *de enormiteit , van het delict, en de ontdekking, welke men W heeft getracht uit den Moorder te trekken, de Staaten bewoogen fchynt te hebben, om tot die „ Judicature eene delegatie van RECHIKKriN ;! te doen, naamelyk van den Hoogen Raad, htt ! „ Hof, en Schepenen van Delft, im ooktefaamen h „ de Sententie hebben gewezen." En wil men voorbeelden, hoe de Staaten reeds ■ bv den aanvang van de Republyk deze en gfJlézaai tenformeelyk geëvoceerd hebben, ja tot zich zelve hebN 4  soo Verzameling van Stukken betrekkelyk tut ben getrokken, zonder dat iemand in zyne gedachten n heeft gvkreegen , en daar toe aan den Souverein zei» :, ven het vermógen te betwisten, fchoon diegebeur-r tenisfeh voorvielen in eene epöcque van tyd, waan In althands geene atteinte aan 's Lands Privilegiën) door iemand zou hebben durven worden ondernoo-i rn-n, na aat even te vooren zoo veele Jiroomen bloedst "voor ha behoud der Privilegiën geftort waren. Dar refereeren wy ons j. Tot Uwer Ed. Gr. Mogendens Refolutie van den 3 Maart 1588, fpreekende van een gevah t waar in het Hóf tot voorjïand(zoo als bydieRe-5 folutie gezegt word) van de auctoriteit van dem zeiven Hove, niettegeDftaande verfcheide prae-e fentatien, vermaaningen en verzoeken, inprizt judicie van de Piivilegien en Statuten van de Unit verfiteit te Leyden, voort-procedeerde; zoo data verklaard en gerefolveerd wierd. dat de voorfzt,\ taak by zyne Excellentie van Nassao afgedaan; zoude worden, verzoekende daarom zyne Excellent tie, dezelve zaake voor hem te willen evoceeren} om voorts by zyne Excellentie geabfolveerd tet mogen worden als naar behooren. ' Bk Tot het gerefolveerde op den 2 Odtober rj88^ - waar by de Gecommitteerde Raaden van wegen de Staaten gecommitteerd en geordonneerd heb.: ben den Advokaat-Fiskaal en Prokureur-Gene* raai van Holland, te faifeeren den Pcrfoon van zekeren Joost van Cleeff, en denzelven Joost van Cleeff te' logeeren op de Voorpootte, mitsgaders deszelfs papieren te leeveren in dé Kamer van de Staaten; 't gene ten gevolge ge-e l had heeft, dat de Ridderfchap, Edelen enGeéi deputeerden van de Steden van Hollanden WeSU: Friesland, repraefenteerende de Staaten van den.] zeiven Lande, den gemelden Joost van Cleeff by Sententie te vinden onder den datum van den\ 22 November 1588, ter zaake, dat hy tegensn! denwelftand, rust en eenisheid der Vereenicj ■A . ile Nederlanden veele en verfcheide zaaken hadï voor-il  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 201 voorgefteld, gecondemneerd hebben binnen veertien toen eerstkomende dagen te trekken int den Lande van Hollanden WestFriesland,en daar uit te blyven zyn leeveD lang, op pceoe van Exemplaarlyk aan den Iyve geftraft te worden. * 3. Tot de by U Ed. Gr. Mogenden zelve op den ' 15 Febr. 1589 uitgebrachte dispofitie tegens zekeren Vrybuiter, genaamd Hendrik Cornelisz. Verrejager, Gevangen op de Voorpoorté alhier, welke toen onder Cautie Juratoir en handtasting, uit de hechtenis ontflagen is,mits blyvende uit den Kwartiere van Haarlem, AmJieldam en de Steden en Plaat/en van Noord-Hol» •land, tot dat anders by de Staaten daar in zoude wezen voorzien en geordonneerd, oppoine van de Galg &c. En 4. Tot Uwer Ed. Gr. Mogendens Refolutie van ■ dén 15 January 1590, waar uit blykt dat zekeren Erasmus, ter zaake van Verraaderye, tot Wourkom geattenteerd, ten eeuwigen dage door de Staaten is gebannen; na dat alvoorens in October 1589 verftaan en gerefolveerd was, dat, mits de groote opfpraak en confequentie, die gecaufeerd wierd door het lang ophouden van den Gevangen, tegens denzelven by den Gecommitteerde Raaden en de Gedeputeerden van de Steden » alhier blyvende, zoude worden geprocedeerd als naar behooren. Alle welke voorbeelden, teffens kunnen dienen ter beoirdeeling van 's Hofs 13de remarque op 't voorfchreeven Advys van de Groot, als of namelyk het daar vooronderftelde Recht van U Ed Gr. Mogenden, om zaaken tot haare Vergadering te evoceeren, of ook andere Rechters daar over te committeeren, meer een gevolg zou wezen van het praïvaleerend begrip van dien tyd, dan overeenkomftig met den aart der zaake, byzonder in quizstien over gekwetfte Majefteit, waar inde Souverein belang had, of, gelyk het Hof'er by voegt, Party was; eene N 5 uit-  202 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot uitdrukking, waar van wy de beoirdeeling al mede gaarne aar. U Ed. Gr. Mogenden zelve overlaaten, wanneer met dat zoogenaamde Party wezen iets an* de>> bedoeld mogr.e zyn, dan het belang van de Hooge Qverheia, by de pumtie van alle Crimina hoe ook gen\.m >.; u> bal ven dat de applicatie van zulk eene onaange' aame r k de Raadsheer van Spaan inzyne Verlfttndel. over het Burg. Rechisgeb. pag. 25 en 26 getoond, heifc) naar het voorbeeld der Koningen en Keizers van ht-t Frankifche en Duitfche Ryk, wel eer gewoon waren, tegenwoordig zyn geweest,* zynde het ook een iïnguliere uitvinding ons indirect te willen doen voorkomen, als met betrekking tot UEd. Gr. Mogenden in dezlfde relatie ftaaüde, als voorheen des Graaven geziwilond met relatie tot denGraaye; ten einde alzoo van applicatie te kunnen maaken de gealleseerde pasfage uit de Verhandeling van den Raad-Penfionaris van de Spiegel §. 21.; want, op die wyze nnfonreerende, kunnen wy de Leden van het Hof eod*m Jure befchouwen, als behoorende tot des Graaven gezin, dewyl Hun Ed. Mogenden als nog lustineertn Raadslieden van Holland te zyn, en zich in diervoege tituleeren: behalven dat het gevolg, uit onze relatie tot U Ed. Gr. Mogenden in zaaken, die geheel politiek zyn, getrokken, te weeten, dat wy even daarom in onze Rechterlyke qualiteit niet zoo neutraal zouden wezen in zaaken van Majefteit, als andere Rechters, en byzonder als tegenwoordig het Hof van Holland, even verre gezocht en fietrisfant aan denzelven Hove zoude wezen voorgekomen, indien iets dergelyks aar het Hof te gemoet ware gevoert in de bekende gevallen vao Mr. Jacob Pesters, en den Prsfident van der Mieden. Maar wy merken, Edele Groot Mogende Heeren i eene merkelyke digresfie te hebben gemaakt van  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 203 van het gene ons but was by onze tweede remarque te betoogen, namelyk, dat, het zy men Uwer Ed. Gr. Mogendens befiuiten van den i8denen 24iten Maart jongstieeden ten onzen opzichte conflderseren mogte als eene Creatie van eenen nieuwen Rechtbank, het zy als Jpecialé delegatien, U Ed. Gr. Mogenden nogthands in geene van die beide adfpetten iets het allerminfte zouden gerefolveerd hebben, dat geconfidereerd zoude kunnen worden, ftrydig te wezen tegen 'j Lands Privilegiën, en fpecialyk tegen het zoo dierbaare Privilegium de non evocando. Wy voegen 'er, om weder ter zaake te komen, nu wyders nog by eene derde, en gelyk wy eerbiedig vertrouwen, zeer peremptoire remarque, naa. melyk, dat het zoo verre van daar is, dat U Edele Groot Mogenden by Hoogstderzelver voornoemde Souvereine befiuiten nopens het ftuk der judicature in materie vanmuiterye, feditie, oproer, ofwat dies meer is, iets nieuws ten onzen regarde zouden geftatueerd hebben, dat integendeel, van de geboorte der Republiek af, ons Collegie geconitifueerd is tot een legitiem Rechter in alle de zaaken , welke by de Inftructie, waar op wy befoigneeren, zyn opgenoemd. Reeds in den jaare 1589, en dus mede zeer kort , na dat 's Lands Ingezetenen van het Spaanfche juk bevryd waren, was 'er ter Vergadering qoasstie gevallen of tegen de Gevangenen, ter zaake dat zy den dienst van den Lande verlaaten, en zich by de Vyanden begeeven hadden, judicature by de Staaten zoude worden gebruikt, dan of de zaake de ordinaris Juftitie zoude bevoolen worden ; en men had wyders opgemerkt, dat in gelyke zaaken van exorbitante delicten, als Peradery en Muileryen, Seditien, Mishandelingen van's Lands Munitiën, rivres en andere goederen, valfche Munten en dergelyke occurrentien, geene zulke exemplaire en korte expeditie gefchiedde, als de gelegenheid der zaake en de welftand der Landen was vereisfchende. En vervolgens hebben de Staaten, na dat daar van  ao4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van een poinfl: van befchryving was gemaakt, op den n Maart 1589, verklaard en gerefolveerd: dac de judicature van al zulke en diergelyke zaaken , als vooren, aangenoomen en gebruikt zoude worden van wegens het gemeene Land 631 de Gecommitteerde Raaden van de Staaten, als daar toe gedelegeerd van de Staaten voornoemd, mits, dat dezelve ten tyde van de Vergadering van de Staaten, daar op voor het fententiêeren zouden mogen neemen het Advys van de voorfchreeven Staaten. Daar op is, na veele en langduurige deliberatien daar overgehouden, eindelyk gearresteerd de Inftructie voor ons Collegie de dato den 22 January 1590; die men niet moet doen voorkomen (gelyic het Hof doet in hunne nadere Misfive) als ingefleld in een tyd van Oorlog en verwarring, toen de Republiek, pas gebooren zynde, haare behoorlyke form en confiftentie nog niet gekreegen had, om daar mede, zoo als 's Hofs oogmerk fchynt te wezen, de dispofitie van het 5de en 6de Artikel van dezelve Inftructie te doen voorkomen, als tempo, rair, en federt dat de Republiek eene behoorlyke farm en conflitutie had gekreegen, vervallen; want het is kennelyk, dat niet alleen, gelyk wy zooaanftondszeiden , veele en langduurige deliberatien op expresfelyk daar toe gemaakte poinften van befchryving, over het maaken en arresteeren van de voorfchreeven Inftructie, die derhalven geenszins op eene praecipitante wyze in de wereld is gekomen, gehouden zyn: zoo als des noods, zoude kunnen blyken uit de Notulenfub datis 9 tot 19 April, 15 tot 24 Maart, 24 Juny tot 1 July, 26 Augustus tot 12 Odiober, alle van den jaareij86. En voorts fub datis ioMaart 1588, 7 tot 22 July, 7 tot 14 Augustus mitsgaders 4 November 1589, tot dat eindelyk op den 22 January 1590 de voorfchreeven Inftructie gearresteerd is, benevens nog een dito Inftructie voor de Gecommitteerde Raaden nevens zyn Excellentie. Maar ook, dat de voorfchreeven oude Inftructie van ons Collegie federt dien tyd geene verandering on*  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen 20$ [ondergaan heeft nopens het ftuk van de judicature, tfchoon ze in den jaare 1623 (wanneer de Republiek &ieh althands in geene verwarde omftandigheden bevond) nader gerefumeerd, en op den 28ften September van het zelve jaar gearresteerd is geworden , gelyk daar na in die zelfde eeuw nog eens gedaan is, wanneer de Artikelen, onze judicatüre concerneerende, uitwyzens de Initructde welke onder den datum van den 4 October 1670 bekend is, over het generaal al wederom dezelfde zyn gebleeven; zonder dat daar in ook by de tegenwoordige Inftrucitie van 1751 Verandering is gemaakt, zoo als hier na zal worden getoond. Trouwens Edele Groot Mogende Heeren! om U Edele Groot Mogenden, en ieder onbevooroirdeeld Mensch compleetelyk te overtuigen, dat de aan ons in de voorfchreeven gevallen by praeventiè gédefereerde judicature geen werk van overhaasting is geweest, maar na rype deliberatie, van oudsher ten dienste dezer Landen noodig is bevonden , byzonnder daar onze Inftrudt-ie alleen by prmventie konde fwerken, en derhalven niemand daar mede in zyne Ju» trisdiiïie verkort -was; vertrouwen wy niets anders noodig te hébben, dan Ü Ed. Gr. Mogenden te herlinneren, het gene 'er na het arresteeren Van de Inftructie, de datoden 22 January 1500, in de volgende maand February van dat zelve jaar ter Staatsvergadering is gepasfeerd. Onze PrEedecesfeuren naamelyk , leeverden opf 'den 16 February 1590 een vertoog in, waar by dezelve nopens Art. 5 en 6 der meergemelde Inftructie aan ü Edele Groot Mogenden te kennen gaven. ,, Dat aangaande alleexactiep en concusfien van de „ Officieren van den Oorlog en aan de GecommitZ, teerde Raaden niet verder behoorde te laste gé- !„ leid te worden, dan de opzicht v?n dien; maar dat het decreteer en en dom executeeren, de Heeren „ Raaden van Staaten competeerde: gelyk mede „ ce zaake van vals cue munt en diergelyke ' „ tot  I 2o5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ tot kennisse van den provinciaalen raade s „ van ouds altyd gestaan hebbende." Maar, ten blyke, hoe daar over by de Staaten j gedacht wierd, en particulierlyk, welke gratie het : hebbe, dat nu na verloop van circa twee eeuwen, , de werking onzer InflructJe voor het eerst met re- ■ latie tot 's Lands Ingezetenen door 't Hof getradu- • ceerd word als flrydig tegen de Vryheid, èn tegen i 'x Lands Privilegiën, tot welker behoud zoo veele jlroo" men bloeds waren gejlort; heeft men flegts te letten: ep Uwer Edele Groot Mogenden by die gelegenheid gè* daane verklaaring. „ Dat U Ed. Gr. Mogenden den ïnhoude van dein 5 en 6 Art. noodig hadden gevonden om veele goe- > 3, de redenen tot der Landen dienst. —- En dat de t „ aan ons alzoo by preventie gedemandeerde kennisfe 't „ en judicature nopende de vervalfchinge van de Munt',, „ Seditie, en andere zaaken, by experientie noodig] „ was bevonden dat tot der Landen weljiand; zulks s ,, dat het inhouden van deze artikelen, vol«< 9, gende den text van dien, met discretie ge-■ „ bruikt zynde, de landen zouden wezen ge- • diend, EN NIEMAND IN ZYNE JURISDIGV „ TIE VERKORT." Eene verklaaring, waar uit wy vermeenen, datt dan ook op het allerevidentfte blyken zal, dat zeen veele van 's Hofs argumentatien waarlyk van dieni aart zyn, dat het te verwonderen is, hoe daar van i zoo veel ophef hebbe kunnen worden gemaakt;; als by voorbeeld: „ Het geheele ppincl der Privilegiën, en particu-„ lierlyk dat van Maximiliaan en Maria ten re-„ garde van het Hof: „ Dat wy volgens onze Inftructie alleen zouden : „ uitmaaken een Collegie van Politie, en geens»< ,, zins een Collegie van Justitie. Dat'er geen Rechtbank, als de onze, totcon. „ lervatie van de veiligheid van den Souverein in; „ deszelfs Refidentie-plaats, en van de rust in den: Burgerftaat noodig zoude wezen, indien wy ten aan-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 207 „ aanzien van 't Hof flegts eene handelwyze hiel,! den, die conform was aan Uwer Ed. Gr. Mogen,, den Refolutie van den 26 September 1063. Dat wy in allen gevalle door preventie, wel de „ "accidenteele qualiteit van Rechters zouden verkrysen ; maar nooit die van ordinaris Rechters. I, (door de Groot in zyne Apologie telkens ge„ noemd Judices Legitimi). „ En dat zoo al eenig Recht van judicature door „ ons kon worden uitgeoeffend, wy dan ectiter !! zulks alleen zouden behooren te reftnngeeren ' tot Vreemdelingen en Militairen, alhier geen vast „ domicilium hebbende, maar geenzins tot anderen. Want alle foortgelyke argumentatien, even gelyk [de voorgewende incompatibiliteit van in een Politiek Collegie teffens eene Rechterlvke quahteit te hebben , en wat men al verder uit Franfche bchry-vers over het publyke Recht (waar door men in allen ■sevalle het Jus Publicum Hollands met verftaan fan) aan de zyde van het Hof heeft bygebracht, zullen aanftonds haare kracht verhezen, als men fleets in het oog gelieve te houden. Dat reeds in den jaare 1590 by experientie aan U Edele Groot Mogenden gebleekenwas de nuttigheid, dat ons Collegie, behalven de waarneeming der Politieke zaaken, mede wierd gecommitteerd, om bv prEeventie in de zaaken, by onze Inftruc'tie gemeld, Recht en Juftitie te kunnen admimffrccrcn» Dat onze Prsedecesfeuren kort na het arresteeren ider voorfchreeven oude Inftructie, wel hebben gel tracht eene excufatie te obtineeren van het daar by ; aan hun teffens opgedraagen Rechter-Ambt ; maar dac i U Edele Groot Mogenden verklaard hebben , zulks , om veele goede redenen tot der Landen welstand ■ noodig te hebben gevonden. Dat U Edele Groot Mogenden by die gelegenheid al verder hebben verklaard, dat, vermits ons Rechter-Ambt alleen zou kunnen werken by proventie, daar door, mitsdien, niemand in zyne joris»  ï©8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot risdictie veekort wierd , en dus ook byzonder- . lyk ni.ec het Hof van Holland, aan wien onze Praé- . decesfeuren de privative judicature over de delicten, , by onze inftructie vermeld, zoo het fchynt, had- • den willen toekennen, biy vende aan ons Collegie e alleen het toezicht. Dat de voorfchreeven Inftructie wyders generaal l legt, zonder distinctie te maaken tusfchen de Perfoo». nen van de Delinquanten, terwyl daar by alleenlyki geregardeerd is op den aartennatuur vandedaar i by gementioneerdeDelicten, even gelyk gedaan 1 was by Uwer Edele Groot Mogenden voorgemelde ï anterieure Refolutie, van den n Maart 1589 En dat ons Collegie derhalven reeds voor circa twee i eeuwen van den Souverein zeiven bekomen heeft,, de radicaale qualiteit, óm by preventie niet al-,. leenkennisfe van zulke delicten te neemen, maar ook c om daar over ftraffen te decreteeren, mitsgaders tedoeni executeeren: waaromtrent, gelyk wy reeds hebbenl geremarqueerd, de zaaken ook by dè nadere In.. JiruEïie van 1623 gebleeven zyn op den ouden voet;, even gelyk by de nog nadere Injtru6lie, gedateerd i 4 OBober 1670 welke posteriur is aan de geobjicieer-de Refolutie van 1663 waar van de notoire irrelevan-ce eo ipfo ten duidelykften zal moeten in het oog 5 loopen; terwyl het Hof zich ook buiten ftaat heeft c gevonden, om te toonen, dat die Refolutie rela«> tief zoude wezen toe een geval, waar in wy uitt krachte onzer InftruEtie, by praaventie competent wa-ren; en zich daarom fchynt te hebben willen de-, barasfeeren van het bewys, dat die Refolutie in de i Remonftrantie van den Oden April te recht was in-, geroepen, tot confirmatie van de algemeenheid der' Helling dat indien wy eenig Ingezeten van 's Hage,, Of van eenige andere Stad of Plaats, in flagranti dee- • den apprehendeeren, of andtrs door middel van in-formatien iets tot laste der Ingezetenen, mogten 1 hebben, wy dezelven, of aan het Hof, ofwel aan 1 den dagelykfen Rechter zouden behooren ter hand ! te ftellen, en dat wanneer wy tot bevordering van de i  'de Gebeurtenis/en in 1787 enz. Voorgevallen, 200 d> Wis't of voorkoming van onrust, Perfoonen tot *s Hofs Jurisdictie behoorende, in verzekering hadden doen neemen, de judicature daar Over doot ons zoude moeten gelaaten worden aan het Hof. 't Is waar Edele Groot Mogende Heeren! dat evenwel in 't geval van Simon van Halewyn, de informatien door onze Prsdecesfeuren aan het Hof gecommuniceerd zym '' Maar het Hof erkend in hunne nadere Misfive* dat hét Zelve geval, even gelvk dat van den Provoost-Generaal van Dalen, (welk laatfte echter van een gantsch anderen aart en natuur was) niet door Hun Ed. Mogenden geallegèerd is geworden, als een bewvs, van gehoudenheid, maar dat wy de informatien "(gelyk 'er had kunnen worden byge-5 voegd in dat geval op voordracht van zyne Koninglyk& Mai fleit van Gromt-Brittanien) in den jaare 1693 dè facto aan Hun Ed. Mogenden gefuppediteerd nadeden ; invoege dat het niet nöodig is geweesc daat van by ons Advys van den 27ften April te gewagen* en het Hof zich derhalven ook merkelyk bedreigt* met de reden van ons ftilzwygen nopens dat geval daar in te zoeken: „ dat het zelve betroffen had een Burgemeester van een Stad, ftem in Staat heb* „ bende, dewyl wy (quafi) foigneufelyk hadden ,4 geëviteerd alles wat aan de Leden van U Ed. Gr» Mogenden Vergadering aanleiding zou konnen „ geeven, om te befiuiten, dat wy in zulke ge- vallen als ordinaire Rechters, in hac materia* gelyk Recht zouden hebben met Schepenen van „ die Steden tot het berechten van derzelver Re„ genten en Burgers," en wat daar verder op volgt. Behalven dat het Hof zelve in 't geval van George Caren en Jan Cherland erkend heeft, zeer wel te konnen begrypen: „ dat tusfchen de Jurisdictie, ■i, aan het Collegie van de Gecommitteerde Raa- den by praeventie gedefereerd, en tusfchen die 2, gene welke geëxerceerd word by de ordinaris „ Juftitie, dat onderfcheid is, dat de Gecommit" „ teerde Raaden niet pracife gehouden zyn ter handea XXXIX. Deel. O » tfi  gro Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ te neemen de Crimineele zaaken, die t'haarder t „ kennisfe zouden mogen komen, gelyk de ordina- • ris Juftitie geobligeerd was te doen." En dat mitsdien, al waren 'er nog veel meer dito > exempelen by te brengen, dezelve ten dezen niets s zouden kunnen opereeren, nog eene fpeciaale fo- • jutie zouden behoeven. Maar het komt ons voor, Edele Groot Mogende ! Heeren! dat het Hof zich van dit artificium heeft: willen bedienen, om de Leden van U Ed. Gr. Mo- . genden Vergadering tegen ons voor in te neemen, , en U Ed. Gr. Mogenden, als 't doenlyk ware, te i doen gelooven, dat wy wellicht eens tegen Regen- • ten of Burgers van de Steden, ftem in Staat hebben- ■ de, zouden onderneemen, 't gene het Hof zich in i den jaaje 1672 heeft veroirlooft gehad nopens Mr. , Cornelis de Wit, Burgemeester van Dordrecht en . Ruward van Putten, die volgens de aanteekening ; van Wagen aar, in het 14 Deel der Vade?l. Hifto» > rie, pag. 142, door den FiskaalMr. Johan Roysch, welke met ten Jagt naar Dordrecht was gezonden , om den Ruward te ligten, op zondag den 24 July 1672 uit zyn huis is gehaald, zonder Burgemeesters of iemand der Wethouders te kennen, en vervolgens eer de Wethouderfchap by een konde zyn, of iets be. JJmten , terftond is overgebracht naar 's Gravenhage. Dan wy vertrouwen, Edele Gr* Mogende Heeren ! dat, dewyl wy van onze Inftructie nimmer als met discretie (gelyk in U Ed. Gr. Mogenden Refolutie van den 16 February 1590 vooronderfteld is) gebruik hebben gemaakt, Hoogstdezelven zich derhalven door middel van foortgelyke reflectien, die enkel door het haatelyke gekaracterifeerd worden, nu ook niet zullen laaten afleiden, nog het mirfte denkbeeld in zich laaten opkomen tot vermindering van het vertrouwen, waar mede ons Collegie reeds geduurende circa twee eeuwen nopens de uitoeffening onzer Judicature door Hoogstdezelve vereerd is geworden, en waar van zelfs de minfte verkleining  de G'sbeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen» 211 Ding ons ten hoogften fmertelykzoude vallen, daar wyniet, dan volftrekt ongaarne, de waarneeming on: zer plichten op het ftuk van de Judicature betrach1 ten, en niets liever zouden wenfchen, dan dat 1 eens vooral geëxcufeerd zouden kunnen blyven van de ver; plichting, waar aan U Ed. Gr. Mogenden ons ten dien ! opzichte gejubjetteerd hebben. En daar mede, Edele Groot Mogende Heeren l : zullen wy alle verdere reflectie op onze gehoudene 1 conduites, mitsgaders zoogenaamde fustenuen en be* 1 doelingen, voor beantwoord houden; terwyl wy ten I befluite onzer voorfchreeven derde reflectie nog maar alleen opmerken, dat ojize voorfchreeven Inftructien nopens hetpoinSb der Judicature in materie van Muiterye éfc», zoo als dezelve Judicature aan on* ab ipjis Reipublicce Liberce incunabulis, in voegen voorfchreeven door Ü Edele Groot Mogenden is aanbevoolen, al mede geene verandering by de Inftructievani75i» waarop wy thands befoigneeren, ont dergaan hebben, maar dat de zaaken integendeel i op dat refpeÊt ook daar by wederom gelaaten zyn 1 op den ouden voet. JiV'im . . , « Dit echter hebben Hun Ed. Mogenden by de Remonftrantie van den 6den April gelieven tegen te fpreeken, althands in twyffel te trekken ten tegard& van de Ingezetenen die binnen deze Provincie gedomicilieerd zyn. :i . . Dan wy vertrouwen ons hieromtrent gerustelyE te konnen refereeren tot ons geadvifeerde op den 27ften April, terwyl wy nopens de daar op gegeevene folutien, voorkomende in de nadere Misfive van den 2den Juny, naauwlyks begrypen kunnen, hoe 't mooglyk zy geweest, dezelve in goeden ernst als fatisfaftoir aan U Ed. Gr. Mogenden op te disfchen. , . Want men adfumeert in het generaal by aanhou. denheid, dat de periode zonder dat wy nogthands DIKS AANGAANDE OF Ift ÊENIGERHANDE WYZE, en voorkomende in het 14de Art. van onze tegenwoorO a dige  at 2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ëige Iiitructie, als inmediaat volgende op byjpra» ver.ue moeten decreteeren en doen execw.eeren, daar op of dirttl flaarj zouden, of anders niets zouden Deteekerun, en dat derhalven daar mede niets anders bedoeld zoude konnen zyn, dan het Privilegie de non evocando. Daar Hun Ed ^Mogenden echter niet kunnen ignoreeren, dat in den jaare 1751, toen onze tegenwoordige Inftructie gearresteerd is, over de Privite* gien de non evocando in 't geheel geene deliberaHérn gth ideti ff gevallen zyn; gelyk mede, dat de vepschikking van fommige Artikelen de enkel toevallige oirzaak is, waarom aan iemand, dieniet weet met wrik oogmerk onze Inftructie van 175! in de werelt is gekomen, en wtlke de hoofdpoir.ctec zyn geweest, waar in ter dier tyd deze en gene verandering noodig zyn geoirdeeld, indeneers» ten opflagin ten denkbeeld zoude kunnen vallen, al* of onze Judicature by prssventie by die gelegentheid eene (imitatie zoude hebben gekreegen, die dezelve te vooren nooit gehad had, ja waar aan de Infteüers var het Coi cept der voorfchreeven Inftructie in 't geheel niet hbben gedaiht; zoo dat de periode zonder dat dienaangaande\'er met geene mooglykbeid zulk eene applicatie, of explicatie kan dulden als 't Hof daar aan volftrekt gratis heeft geleend; maar notoirlyk (even gelyk volgens Art* 4. van de drie voorige Infïruftien) moet geconfidereerd worden van applicatie te wezen op de orde, om daar op te lenen, dar des gemeene Lanas Gerechtigheden £fc. 6fc. tuierden g'-conferveerd en onderhouden; zoo nogthands dat wy dienaangaande of in eenigérhande wyze (Politiquement naamelyk,) niets zouden mogen doen tot prejuditie van de Gerechtigheden, Leden of Steden van dezen Lande: eene explicatie, welke indien men de periode gelyk mede, tot zoude mogenJlrekken, tusfchen twee haakjes zet, zich onzes bedunkens, met nog meerdere klaarheid zal voordoen; komende bet ons wyders voor, dat de combinatie van de 4 en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 213 4 en 6 Artikelen onzer drie voorige Inftruftien alleen daar aan haare fout ge is verfchuldigd, da? nu ih Art. 14 alles gebracht is, waar in wv ftraffen zouden kunnen decreteeren, en doen e^ccuaeren 63! preventie; waar na in Arr. 15, gefpjookér word van oti/e Judica'.ure ten aanzien van de ColletJ-ive Middelen; en in Art. 16. van onze jVdicètiire wierde g*^ fchillen, tusfchen Partyen vallende ter oirzaake van alle tnkomjlen, om/lagen en Coniributten, die hy U Ed. Gr. Mogenden waren of namaal zouden wordengeconfenteerd; óp wdk alles don fin: 'vk volg • zonder zich anders (dar is, buiten de gevallen* die in Art. 14, 15 êk 16 geëxcipieerd waren, liet fait van de ordinaris Juftitie aan den Hoogen of Provinciaalen Raade , de Collegien ter Admiraliteit, of andere Rechter en cqmpeteerende, te onderwinden. Weshalven wv dan ook vermeenen, dat, wel verre dat onze Judicature in eene van de voor.'chreeven gevallen by die geiegentheid eene meerdere re. hriftie zoude hebben bekomen, dan coen dezelve by de grondlegging dezer Republyk aan ons gedemandeerd wierd ,en federt gedemandeerd is gebleven; integendeel de faamenhang van alles ten duidelykst aanwyst, dat de fan&ie welke U Ed. Gr. Mogenden by qlp'zè voorige Inftrudt-ien nopens zulke zaaken om veele goede redenen, tot der L,ande wel. ftand noodig hadden ge>ir .'eeld, en waar van de nuttigheid nopens dc materie van muiterye, sedIt tie, reeds in den jaare isoo by experientie aan U Ed. Gr. Mogenden was gebleeken, by onze tegenwoordige Inltruclie ten fterkften geinhasreerd en bevestigd is geworden. En welke zou toch anders de reden kunnen geweest zyn, van de verfchikking of combinatie der gemelde Artikelen? Het Hof,'fchoon het 'er juist niet ftelhg voor uitkomt, (waar van de reden niet moeilyk valt te gisfen) fchynt te willen ponje&ureeren, als ef dat een gevolg zou kunnen zyn geweest van het Plakaat van den 15 September K577 , contineerende O 3 h<*  «14 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot het zoo dikwyls ingeroepene Declaratoir van der In* gezetenen indisputabel recht; welk Declaratoir Hun Ed. Mogenden almede onder de klasfe van de Privilegiën de non evocando gerangeerd hebben; maar quo jure of quo colore, zulk eene gisfing door of van wegens het Hof van Holland kan geoppert worden» dar federt het emaneeren van 't voorfchreeven Plakaat zoo dikwyls tegens de Steden gefustineerd heeft, dat by het zelve Plakaat niets nieuws was geltatueerd, min nog eenige derogatie gedaan was aan hunne gefustineerde privative Judicature met betrekking tot de cas Royaux, ja op den 7 February 1729 met zoo veele woorden aar U Ed. Gr. Mogenden gefchreeven heeft „ rechtens te zyn: dat in de concesfie van alle de Privilegiën, hoe alge„ meen die óók zyn altoos voorden geoirdeeld tacite ,, uitgeftroien te zyn die zaaken, welke inmediaate„ lyk de Hoogheid van den Prinse of Geever van zoodaanige Privilegiën ra aken; waar onder de zaaken van Majefteit, althands geene van 3, de minst voornaame uitmaaken"; zullen wy liever aan U Ed. Gr. Mogendens beoirdeeling overlaaten , dan ons daar over breedvoeriger elargeeren ; fchoon wy niet kunnen afzyn Ed. Gr. Mogenden té doen opmerken, dat die zelfde fustenue Hun Ed. Mogenden insgelyks gemoveerd fchynt te hebben, om ons £e betwisten en aan zich zeiven privativelyk toe te eigenen, dc Judicature in het geval van Mourand, alhoewel dezelve was Burger en Schutter van 's Gravenhage, en om die reden, volgens het 5de Art, van de poinften welke op den r4 Maart 1765 tusfchen het Hof en den Haag door U Ed.Gr. Mogenden gearresteerd zyn, al ware dezelve (des geenfTins, zoo als wy hierboven getoond hebben) in flagranti van wegens den Hove alleen geappre* ti< i deerd, nogthands op hun gedaan wordende requlfitie, zoude hebben moeten worden overgeleeverd am den Gerechte van 's Gravenhage, zonder zich in zoodaanig geval verder met de Judicature temogen bemoeijen. Jf  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 21 y Ta maar de Conftitutie van de Regeering in 't jaar i rm zoude misfchien (zoo als Hun Edele Mogeaden ('er bvvoegen) aanleiding hebben kunnen geeven tot de limitatie van onze voorfchreeven Judicature, i en indien dit zoo ware, dan was het apparent zeer 1 voorzichtig daar niet van te roeren. En dan ftraalt 1 'er ook eene pryslyke voorzichtigheid door in de 1 verplaatüng van de voorfchreeven periode, of ge1 Ivk Uwer Ed. Gr. Mogendens Gecommitteerde Kaa1 den het noemen, in het combineeren van het *de en ! 6de Art., zoo wel als in het ftilzwygen, daar van m ' ^Darf wf 'vertrouwen billyk aan Hun Ed. Mogeni den te mogen vraagen, welken invloed de toenmalige Contlitutie der Regeering, op zulk een aanmerkelyk gedeelte van onze Judicature zoude kunnen gehad hebben? , , Hun Edele Mogenden fupponeeren daar van de mooglykheid, en raifonneeren dan wyders hypotheuce ; voort; maar waarom dan den prajfumptiven grond, 1 waarop zoodaanige vooronderftelling zoude mogen i berusten, niet opgegeeven? En is het niet een échappade van verlegenheid, als men enkel en alleen a posfe, in een zaak van zoo veel gewicht, gaat argumenteeren , of gisüngeh maaken, ad esfe; te meer, daar ook onze voorige Inftruöien, zoo wel in Stadhouderlyke als m. Stadhouderloze tyden, hieromtrent dezelfde zyngebleeven. en het erffelyk verklaaren van het Stadhouderaat op zich zelve met zulk een poinct. mets ge- ^Waaï ïoude het ook heen, Edele Groot Mogen1 de Heeren! als op zulke gronden geadfumeerdzoude worden eene ftilzwygende derogatie aan de ln« ftrutlien , waar op verfcheide Collegien befoignee- 16 Van ouds wierden alle Leenzaaken voor den Graave en zyne Leenmannen van Holland berecht; men heeft ïn deze Provincie ook een apart Leenhof gehad; dan dat Leenhof is geheel geëxltingueerdj en de Leen* O 4,  sis Verzdiïseling van Stukken betrekkelyk tot zaaken zyn by eene fpeciaale delegatie en evocatie ; gebracht aan de Hoven van Juftitie; nopens welke • materie notabel is Uwer Ed. Gr. Mogendens Refo- '. lutie van den 7 April ióo"i , onder anderen te vin- . den m de Refol. van Confid. ten tyde van den Raad- . Penjionaris de Wit/>. 526 & feqq. Zoo hebben ook de Hoven van Juftitie by derzei- . yer Inftructien de bevoegtheid bekomen, om in eas r posfesfoir te oirdeelen over zaaken, die anders no- . toirlyk behooren zouden tot de Judicature van de 1 refpcftive Gerechten in de Steden en ten platten 1 Lande. V Maar hoe zoude het Hun Ed. Mogenden fmaaken, indien er nu eens iemand opkwam, die van 1 achter, op fundament van de Privilegiën de non e- , vocando, voortaan de werking van dat gedeelte hun» lier Inftructien zoude willen betwisten? EnHunEd. Mogenden alzoo teffens met de daad bedanken voor bet beneficie, 't welk Hun Ed. Mogenden in de nadere Mislïve van den 2den Juny pofeeren, dat door zulke en andere fchikkingen aan de Ingezetenen, door den Souverein vergunt zoude wezen, doch op andere refpe&en zoude worden afgefchilderd, als geïntroduceerd tegen de onvervreemdbaar e Privilegiën der Ingezetenen? ° En men zou niet moeten zeggen, dat zulks alleen Uvile zaaken zoude raaken, even of een dergelyk argument meer gepermitteerd zoude wezen in Crimnalibus. Want zoo Jang de Souverein zelfs de Inftructien van de refpeöive Rechtbanken in zoo verre niet uit. drukkelyk reürmgeerd, of geheel affchaft, zoo dat daaromtrent ontwyffelbaar van de wille en begeerte van den Souverein zoude kunnen blyken, fpreekt het (onder reverentie) van zelfs, dat de werking van zulke Inftructien, al worden dezelve op andere refpecten, gelyk hier plaats gehad heeft, veranderd, nopens al het verdere moet blyven voortfiuuren, zonder dat daar tegens argumentatien te pas komen uit Piakaaoen of Refolutien, die geëmaneerd  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 217 neerd of genoomen zyn by gelegenheden, dat aan. zoodaanige Inftruftien in 't geheel niet gedacht is, gelyk het Hof nopens hunne eige ïnfiruftie beweerd ten aanzien van het Plakaat van den 15 September 1677. En byzonder vertrouwen wy dit te mogen urgeeren nopens eene Inftructie als de onze, particulierlyk nopens het (luk van de Judicature by pree. ventie in zaaken van Majesteit; dewyl het tegen alle evidentie van zaaken aanloopt, dat U Ed. Gr. Mogenden nopens de Ingezetenen, zonder dat daar toe de minste aanleiding op dien tyd geweest is, stilzwygende zouden hebben willen affchaffen een zoo notabel gedeelte onzer Inftructie, dat by de grondlegging dezer Republyk, om zoo veele goede redenen, daar in geinfereerd was, en vervolgens daar in was gelaaten , onaangezien de daar jegens door ouze Praedecesfeuren gedaane Remonftrantie; en wel uit hoofde zoo van de byexperientie bevondenewelftand van den Lande by zulk eene fanctie, als om dat het alleen by preventie zoude werken , en dat al? zoo volgens een Staatsgewyze geuit begrio van den Souverein Zeiven, niemand daar mede in zyne Jurisdictie verkort wierd. , Ziet daar, Edele Groot Mogende Heeren 1 gelyk wy ons eerbiedig laaten voorftaan , compleetelyk betoogt, dat Uwer Ed. Gr. Mogendens Publicatie van den 24 Maart 1786, (waar op het, vermits de zaak van Mourand reeds afgedaan is, thands voornaamelyk zou moeten aankomenden waar tegen 's Hofs Remonftrantie van den 6den April ook byzonderlvk is ingericht geweest) wel verre van no. pens de Judicature van ons Qollegie in zulke zaaken by preventie, iets nieuws te hebben geïntroduceerd, ter contrarie voikomeritlyk quadreerd, zoo met de Inftructie waar op wy thands befoigneeren, als met alle de voorige, van de geboorte der Republyk af, en dat dezelve Publicatie midsdien in zoo verre riet had behooren afgefchilderd te wqrden, als ftrydig tegen de Rechten en Privilegiën van 's Lands i gezetenen) of liever tegen die va,n deze U Ed^ Gr. Sm O 5 " gen*  ar.8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gendens Rejidentie-Plaats* daar dezelve eeniglyk ge* publiceerd is en te pas kan komen. Wy hadden 'er in ons Advys van den 27ften April, nog bygevoegd, dat het ook niet ongemakJcelyk viel te conje&ureeren, waar het van daan kwam, dat nopens zaaken van dien aart zoo wel een ordinaire Rechtbank by ons geconftitueerd was, als fey het Hof Provinciaal, naamelyk, opdat zaaken van zulke eene aangelegenheid noch van ons Collegie tüeen, noch van het Hof alleen, zouden afhangen, naar maate de Accufator Publicus by het eene of andere Collegie daar van geinformeerd was; maar van de beide Collegien met een gelyk Recht, als wanneet de emulatie alleen een genoegzaame prikkel konde worden , om altoos van weerskanten vigilant te" zyn, en yverigom eikanderen daar in te prsveni* eeren. Ja maar, zeggen Hun Edele Mogenden in hunne nadere Misfive, te vooren is 'er nooit een afzonderlyk Accufator Publicus by ons Collegie geweest, dus kon de vooronderftelde emulatie niet te pas komen; Want hoe kon de Prokureur-Generaal asmulatie tegen zich zeiven oeffenen? Doch het is palpabel, dat Hun Ed. Mogenden onze aanmerking ten dezen opzichte in een gantsch ander daglicht voorftellen, als wy dezelve gemaakt hadden: want wy hebben de emulatie, gelyk de famenhang uitwyst, niet in den Prokureur-Generaal gefield, maar in de refpeSlive Collegien zelve; en wat zal 't 'er derhalven toedoen, dat 'er buiten den Prokureur-Generaal te vooren geen afzonderlyk Accufator Publicus by ons Collegie is geweest? Wy hebben toch, zoo wel als onze Prasdeces. feuren, voor de aanftelling van den tegenwoordigen Advokaat-Fiskaal, altoos het recht en vermogen gehad, om, wanneer 'er zaaken mogten voorkomen, waar in wy, volgens onze Inftrufïien, competent waren, als dan zoo wel aan den ProkureurGeneraal te gelasten, om daar in by prasventie het Recht van de Hooge Overheid voor ons Collegie " waar  ds Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 219 rwaar te neemen, als wy nudoenaan den tegen wooriidigen Advokaat-Fiskaal; zoo dat onze amula'10 *el degelyk in zulke zaaken werkzaam heeft kunnen «wezen, fchoon 'er te vooren geen afzonderlyk Ad* vokaat-Fiskaal by ons Collegie geweest is. Om eindelyk niet te remarqoeeren, dat , al wisten wy de ware reden, voor het etabhsfement van Idns Rechter-Ambt in zulke zaaken1 niet.zoodaanig i0Pte geeven, dat het Hof van Holland zich daar door van deszelfs nuttigheid en dienst tot den weltftand van den Lande zoude laaten overtuigen, het in allen gevalle genoeg zoude wezen, dat U Bdei* Groot Mogenden vóór circa twee eeuwen ze; ve hebben gedeclareerd, veele goede redenen voor de oei*, [tie der voorfchreeven Judicature aan ons Collegie gehot \te hebben, en wyders by Hoogstderzelver befiuitea ivan den i8den en 24ften Maart jongstieeden, de Iduidelykftepreuves hebben gegeeven, van Hoogstjderzelver begrip, dat dezelve redenen nog nietten ieenenmaale ophielden, of cesfeerden. En hier mede zouden wy gemakkelyk pasfeerea 'kunnen de tegenwerping van den Hove, in de nadele Misfive van den aden Juny dat echter het oogpmerk van onze Inftruöie nimmer jou geweest -yi, dat de zaaken door middel van den Accufator Publicus, ter onzer kennisfe, als Rechters, zouden worden E gebracht; maar wel, dat, als wy daar van quons Imodo kennisfe hadden, wy dan den Fiskaal aöief 1 konden maaken , door hem de apprehenfie van zulke Perfoonen , tot wier laste eenige informatie* \ waren, tegelasten; want dit is een poinct, datb.Io°Itelyk door het Hof geadfumeerd word, terwyl dé [exempelen, waar in zulks plaats heeft gehad, enIkei fatti zyn, en daaromtrent mets kunnen deci* " deEn wat het argument betreft, dat daar toe uit dfc Inftructie zoo voor den Advokaat-Fiskaal (Hooo BB 1 Groot) als voor den Prokureur-Generaal, de a 7 Hovember 1607, te vinden in het Groet f , Boek, 11. Deel. Col, 1453 & JW-> by i  aso Verzameling van Stukken betrekkelyk tot avanceerd is, betuigen wy gaarne, niet te begry-/ pen, hoe daar in het minfte gewicht zou kunnen ge-; jteld worden tot ftaaviDg vaD de voorfchreeven te*> genwerping. Het daar uit geobjicieerde 3de Art. nopens deni Advokaat-Fiskaal ftatueerd, wel is waar; „ dat hyj ,, geene zaaken zoude mogen aanleggen, dan by „ Ordonnantie van den Hove, alzoo verre het Jujli'.' 9, tie roerde, of van die van'de" Rekeninge, alzoqc verre het roerde de Domeinen: " maar volgt daacn uit: érgo mogt de Advokaat-Fiskaal geene zaaken,j als het Muiterye, Oproer en dergelyke C- imini roer.: de, ter kennisje brengen van het Collegie van Uvoerj Edele Groot Mogenden Gecommitteerde Raaden ? Ging zoodaanig argument door, dan zqu de Ad-!. yokaat-Fiskaal zelfs op fpeciaale last van ons Colle-". gie geene zaaken voor het zelve hebben mogen aan.. leggen, vermits het Juftitie raakte, en hy daar toe3 geene Ordonnantie van den Hove had. Ja, als men de woorden van 't voorfchreeven 4^t Art. in zulk een ftricten zin wilde opvatten, darij zoude de Advokaat-Fiskaal, al had hy vermeend hett Recht van de Hooge Overheid tegen een Suppoost t van den Hoogen Raade te moeten waarneemen, zulk 1 een zaak mede niet hebben mogen aanleggen voort den Hoogen Raad,, om dat hy daar toe geene Ordon- < nantje had van' den Hove. En dit zelfde vermeen'en wy dat mede tot folu- ■ tie diend op het geallegeerde 4de Art, van de voor- ■ fchreeven Inftructie. Behalven dat het ons vreemd voorkomt; uit ee- ■ ne Inftructie voor den toenmaaligen Advokaat-Fis- ■ kaal, met relatie tot de waarneeming van zyn Ambt; ly het Hof, illatien te trekken tegen *t gene dèzel- • ve Advokaat-Fiskaal zou hebben kunnen doep by cns Collegie, waar van in de geobjicieerde Artikelen' i uit de Inftructie voor den Advokaat-Fiskaal titel I nog jota gemeld word. Wy erkennen Edele Groot Mogende Heeren 1 dac i nopens den ProkureuT-Gtneraal het geobjicieerde i ide v '~ Art. I  de Gebeurtenttfen in 1787 enz. voorgevallen. sSar Art., gelyk het door den Hove is opgegee«ea, wat nader bykomt, en nopens U Ed Gr. M'genden, of Hoogstderzelver Gecommitteerde Raaden, mitsgaders, die van de toenmaalige Kamer van Rekening, het geeven van een anterieure last aan den Prokureur-Generaal, indien dezelve actief zoude zyn, fchynt te re- ^MaYrhet is waarfchynlyk hy een louter abuis, dat het de naauwkeurigheid en attentie van den Hove geëchappeerdis by de aanhaaling van dac Artikel 00k irfertie te doen van de woorden den Hoogen en Provinciaalen Raade, en dat Hun Ed. Mogenden daar idoor ongelukkig gekomen zyn, tot het maaken van een argument uit het voorfz. tide Art., t welk daar mit anderszins niet zouie hebben kunnen gemaakt rworden. Immers het gemelde 11 de Art., nopens den Prokureur-Generaal is woordelyk van dezen inhoud: ende, indien by de Ed. Heeren Staaten, ofte Haar „ Ed. Gecommitteerde Raaden, den HooGen en Pro',!, vinciaalen Raade , ofte die van de Rekeningc, den Prokureur-Generaal iets gelast werde, het zy van apprehenfie, ontflaging, of andere exploicten te ',, doen, het zelve zalhy voor en aleer te attentee„ ren, den Fiskaal aandienen &c. &c." Dan waar toe zoude het noodig zyn de pretieule lattende van U Ed. Gr. Mogenden met een breedvoerige refutatie van de raifonnemeneen uit de voorfz. 'Inftructien door het Hof gehaald, lastig te vallen, 1 daar wy van onzen kant zeer klaar kunnen doen zien , 1 dat de Prokureu'-Generaal zoo wel de zaaken heeft ] kunnen aandienen by ons Collegie, voor zoo verre I het zelve daar in by preventie competent is, als by het Hof, fchoon de predilectie voor het Hof den Prokureur-Generaal in der tyd ongetwyffeld zal hebben doen prefereeren , om het laatfte te verkie- ïe\Vy beroepen ons daaromtrent op het gebeurde In 1 den jaare 1739. . _ . . , 'Er is naamelyk op den ioden Juny van dat jaar : ter Vergadering geëxhibeerd een Project van Inftruc-  222 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tie, waar na de Advokaat-Fiskaal en Prokureur-Ge-e toeraal over Holland, Zeeland en Friesland, zich ini de bediening van zyn Ambi zoude moeten regulee-s ren, vboi zoo veelde Provincie van Hollanden West-t Friesland belangde, waar van het 6de Art. in dezere voege gfëxtendeerd is. „ Gelyk hy ook in alle andere gevallen (waar vani „ in hcc voorige 5de Art. niet gefprooken was) zon-] „ der Ordonnantie als boven, zich extrajudiciëlykl „ zal mogen informeeren op de delicten , die of pu-i ,, bliek zyu, of hem aangebracht worden, om de.; „ zelve, of d? Autheurs van dien te ontdekken; „ maar, daak van kennisfe bekomen hebbende, zoo.) „ daanig dat hy meend materie te hebben, om te-e „ gens iemand te procedeeren, zal hy gehoudenzyni „ terftond het zelve de Gecommitteerde Raaden, ,, den Hoogen of Provinciaalen Raade, die dezaa-i ,, ke aangaat, aan te dienen, en daar op te ver-r: „ wachten, en achtervolgen derzelver last, zooomi „ judicieele pmcedente informatie te neemen , als! „ om tegens de Delinquanten te procedeeren, aan*. ,, houdende tot dat hy daar op verklaaringe kry9» ge." 't Is waar, Edele Groot Mogende Heeren.' dat! beide de Hoven van Juftitie op den 2den Jnly daan aan volgende, hunne Confideratien op het voorfz.; Projett hebben overgeleeverd, en dat particulierlykS nopens het voorfz. 6de en volgende 7de Artikel doori beide de Hovenzwaarigheid is gemaakt in het erken-, nen van de faculteit van den Prokureur-Generaal,) om extra judiciële informatien tc neemen zonder Ordonnantie van het Collegie of van de Hoven, byi voorbeeld, Notariëele of onderhandfche VerklaaringenM maar aan de faculteit van den Prokureur-Generaal,, om ook aan ons Collegie zaaken te kunnen aandie-> nen , is doo, geene van beide de Hoven getwyf-i feld. Integendeel heeft de door het Hof zoowel als door 1 \ den Hoogen Raade in 't voorfchreeven 6de Art., (in cas 'er eene nieuwe Inftructie voor denProku-- , reur-'  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 223 Uur-Generaal by U Edele Groot Mogenden noodig tarierd geoirdeeldj verlangde alteratie, enkel en alleen daar in beftaan, dat het zelve Art. geëxtendeerd zou worden op deze manier: „ en zal hy Prokureur„, Generaal ia alle andere gevallen, en ten allen ty„ de, met Ordonnantie als boven zich mogen in„ formeeren op de delicten, die of publyk zyn, of „ hem aangebracht worden, om dezelve en de Au„ theur van dien te ontdekken, en daar van kennisZ fe bekomen hebbende, zoodaanig, dat hy memd „ materie te hebben, om tegens iemand te proce„ deeren, zal hy gehouden zyn het zelve terftoncl „ de Gecommitteerde Raaden, den Hoogen of Pro„ vinciaalen Raade, die de zaake aangaat, aan tb m dienen, en daar op te verwachten derzelver last, „ om tegens de Delinquanten te procedeeren, aan» „ houdende tot dat hy daar op verklaaringe kry- *' En dit heeft ten gevolge gehad, dat op den 16 July 1739 door den Raad-Penfionaris ter Vergade. rina gerapporteerd is, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere Uwe Edele Groot Mogendens Gecommitteerden tot de zaaken van Juftitie , die met en nevens Heeren Commisfarisfen uit beide de Hoven het voorfchreeven project geëxamineerd hadden, van Advyfe waren, dat by ü Edele Gr. Moeenden gearresteerd behoorde te worden het Profeet, in Uwer Edele Groot Mogenden Refolutie van den 16 July 1739 geinfereerd; waar van het 6de Artikel in dezer voege geëxtendeerd is: „ gelyk hy 9, ook in alle andere gevallen, en ten allen tyde, „, zonder Ordonnantie als boven, op de misdaaden, ,„ excesfen, mefufen, en contraventien zal mogen !,, neemen mondelinge informatien, zoo van die ge,, nen, die hem zulks zouden mogen aanbrengen, „ als van alle anderen, die daar van eenige kennisfe ,, zouden mogen hebben, mitsgaders de voorfchree„ ven mondelinge informatien voor zyne Memorie „ opteekenen; doch dezelve bekomen hebbende, „ zoodaanig, dat by meend materie te hebben, om „ te-  S24 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot tegens iemand te procedeeren, zal hy gehoüdea i ,, zyn terftond het zelve de Gecommitteerde Raaden, „ den Hoogen of Provinciaalen Raade, diedezaa-i ,, ke aangaat, aan te dienen, zonder nogthandsi „ zyne gehoudene aanteekening, daar by te mogen i „ overgeeven, en daar op te verwachten, en ach-i „ tervolgen derzelver lastj zOo om op deinvoégeni „ voorfz. ontdekte misdaaden, eXcesfen, mefufes,3 „ en cortravectien informatie te mogen neemen i vóór den Rechter, als om tegens de Deiinqudnten tet ,, procedeeren, aanhoudende tot dat hy daar op ver-. ,, klaannge kfyge." Gb^rtusfchen vervallen hier méde teffens allef de reflectien van den Hove, tegens eene prceventie't by cognitie of informatien, of om het met andere woor«' deD >e zeggen, per modum inquifitionis; welke aan: het Hof toegefcheenen was Jynrecht te ftryden») tegens het Piakaat van den 15 September 1677, 'tt welk tot informatie en narichdng van alle Officie'' ren en gemeene Ingezetenen gepubliceerd was , en 1 waar by Hun Edele Groot Mogenden verklaard bad-, den: „ dat het een indisputabel Recht is, dat geene 1 ,, Ingezeceneo van dezen Lande, niet fugitief we- • ,, zende, nogte ook in flagr&nti delicto geattrapeerd 1 „ wordende, geapprehendetrd ofte te recht gefield: ,, mogen worden, anders dan door den Officier, en; „ voor den Rechter beiden in haar reguard ordinaris s ,, dagelyks, en competent zynde." Want, zoo ras men admitteeren moet, en meer' dan 50 jaaren na dato van de voorfchreeven Publicatie s daadelyk heeft geadmitteerd, dat de Prokureur-Ge-neraal met effect zaaken aan ons Collegie kan aandie-nen, zoo wel als aan de refpective Hoven, dan is 'tt notoir, dat men teffens op dit refpect reekenen 1 moet de volftrekte irrelevance van 't voorfchree-ven Plakaat. Behalven, dat het zelve Plakaat, gelyk hier bo- ■ ven getoond is, ten dezen zeer verkeerdelyk is in- • geroepen, als of daar door iets gederogeerd zoude: zyn aan de werking der Inftructie van ons Collegie, wel- ■ ket  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 225 : ie geene distinctie maakt tusfchen préventien door 1 middel van apprehenfie in flagranti ', en tusfchen pre* 1 ventien door middel van informatie. . Want, te willen zeggen, dat ónze Inftructie ali leen zóu fpreeken van gevallen, waar in bevonden : zou worden, dat dezen of genen iets voornaamen, 1 dat tot Verraderye en Muiterye zoude mogen ftreki ken, dat is, gelyk het Hof'er gratis by voegt, ter 1 occafie van een politiek onderzoek; zonder tüsfchenkomst : van den Accufaior Pubücus, is eene loutere petiti» iprincipii', naardemaal de extenfie der Inftructie daar : toe op zich'zelve geene de minfte aanleiding geeft; i dewyl dat bevinden immers per Je niet uitfluit de fa[QUlteit van den Accufator Publicus, óm zulke zaaketi. :ter onzer kennisfe te brengen, en ons alzoo ook i jangs zoodaanigen weg tot zulk een bevinden in ftaac l te ftellen: waar by voorts nog accedeerd; dat ook 1 voor zoodaanige distinctie, naar ons begrip, geene) ! gegronde reden te vinden zou wezen; en dat ze integendeel merkelyk te kort zoude dóen aan de be« ■ reiking van het oogmerk, 't welk de Souverein geihad heeft, met ons by preventie de Judicature o. ver de voorfchreeven zaaken zonder eenige limitatie op te draagen; naamelyk zoo als het ons toe? fchynt, om; indien bevonden wierd, (op^ welke iwyze het dan ook zoude mogen zyn) dat 'er iets : wierd voorgenoomen, 't gene van zulke pernicieuze fuittes voor den Lande zoude wezen, als de delicten zyn, waaromtrent de Rechterlyke qualiteit raan ons invoegen voorfchreeven is toegekend, wy in die gevallen daar jegens de behoorlyke ftraffe by :preventie zouden kunnen decreteeren en doen execu* leeren. 1 ■ . . . > ; . Om nu eindelyk niet te remarqueeren, dat in al* len gevalle nooit getoond zal kunnen worden, dat iwy in zulke zaaken nimmer Recht en Juftitie zou? :den konnen adminiilreeren, dan by prevee tie ddor : middel van apprehenfie in flagranti deli&o, (welke woor» :den Hun Edele Moeenden zich in hun' e meergs? :melde .nadere Mufive gtïmagineerd hebben, dat XXXIX. Deel. P wy  226 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wy in ons Advys van den 27ften April, by het : voorftel van onze eerjte remarque met ftudie zouden i hebben achtergelaaten) want op andere refpeöen , ) als 'er maar geen Accufator Publictis tusfchen beiden i kwam, die het aanbracht of aandiende, heeft men 1 ons de faculteit toegekend, om na een politicque- • ment bekomene bevinding aan den Prokureur-Ge« < neraal last te geeven, tot het doen van apprehen-. Hen, 't welk ten eenemaal renverfeerd het idéé,, dat onze Inftruftie niet anders zoude kunnen wer- • ken , dan door middel van apprehensie in fla- . cranti. Wat is trouwens ook meer abfurd, dan eene der- • gelyke ftelling ? want gaat het argument door,, dan mogen wy nooit als Rechters fungeeren, al warren de bekomene informatien zoo fterk, als mett mooglykheid vereischt zoude kunnen worden tott het verleenen van Mandamenten Crimineel. En wat moet men dan denken van de voorbeelden i ter contrarie , die wy by ons voorfchreeven Advys s aan U Edele Groot Mogenden gefubminiftreerd 1 hebben? Ja Edele Groot Mogende Heeren! als de van on- ■ zentwege gedaane apprehenfie in flagranti het eenige i middel zoude wezen , waar door wy in ftaat zouden 3 kunnen geraaken, om in zulke zaaken recht te doen,, met exclufie van alle preventie door middel van in-, formatien, zoo als het Hof byzonder in derzelvert Misfive de dato den 22ften Maart, met eene voort ons onbegrypelyke vertooning van fiducie beweertt heeft, dan zouden zelfs de voor ons litispendente: Procedures tegens den Juwelier Bauer , en deni Galanterie Kramer Hess, om dat dezelve niet ini flagranti geapprehendeerd zyn, (terwylzelfs aan] de vaü onzentwege gedaane reclame van den laatst-, gemelden door de Regeerings-Raad te Cleve nieti gedefereerd is geworden) de bornes van onze Inftructie overfchreeden , en zulks, offchoon wy; niet alleen ten regarde van beide die Perfoonen; met alle dïligentiegepravenieerd hebben, maar zelfs,l voor!  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 227 voor zoo verre wy weeten, de eenige zyn, die zich aan de apprehenfie van beide de geroeide Perfoonen, en vooral van den voornoemden Hess, tegens wien een 'gantfche menigte van informatien, ten overftaan van Commisfarisfen uit ons Collegie, be« legt zyn geworden, zoo door 't verleenen van provifien van Juflitie, als anderszins, hebben laaten ge*, legen leggen. ; • Wel is waar, Edele Groot Mogende Heeren! dat het Hof nopens de gevallen van J. P. van dei* Arend en N. Metzelaar, welke wy in ons meergemelde Advys gereclameerd hadden, geallegueerd heeft, dat dezelve gevluchte Boeren raakte, tegen welke door ons op eene fpeciaale aanfchryving van Ü Ed. Gr. Mogenden in een tyd van nood (naamelyk in den jaare 1672) gedaan, geprocedeerd was, en dat het procedeeren ten uiteinde toe, in niets anders beftaan zou hebben dan in Procedures by Editie tegen ingedaagde gevluchte Perfoonen gebruikelyk, behalven dat voornoemde J. P. van den Arend waarfchynlyk, zoo als het Hof zich uitdrukt, onze Gecommitteerden kwdlyk had bejegend. Doch het zy ons vergunt op zulk eene allegatie te refiecteeren. Voor eerst: dat, hoe zeer wy niet prsecies weeten, of voornoemde van den Arend en Metzelaar Boeren zyn geweest, het ons echter heeft gefrappeerd, dat zulk eene defcriptie van die lieden door Hun Édele Mogenden gedaan is, om dat de Refolutien van U Ed. Gr. Mogenden tot die gevallen relatief, ten klaarden aantoofien, dat Metzelaar vertrouwd wierd woonachtig te zyn te Haastrecht, mitsgaders dat van den Arend teBerkel woonde, zoo dat ten minfte één derzelver een Ingezeten van deze Provincie, en mitsdien, als de Privilegiën de non evocando in aanfchouw hadden moeten komen, daar van even zoo goed zoude hebben moe» ten gaudeeren als by voorbeeld een Burger der Stad Amfteldam ; ten minften dat wy niet begrypen konnen, welk onderfcheid bet Hof daar in zoude P 2 ge-  223 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gelieven te ftellen, hoe zeer het fchynt, als of fJun Edele Mogenden tusfchen Boeren en Burgers der Hemmende Steden, of van deze U Edele Grovt Mogenden R< /ïdentie-Plaats, waarlyk eene zekere distinctie maaken; rademaal het Hof, zoo als wy op een ander refpect hebben aangetoond, zoo veele moeite gedaan heeft, om thands de Steden, en byzonder de Stad Amfteldam, tegens onze Judicature voor in te reemen, daar het zelve Hof in het voorJeeden jaar 1785, toen voornaamelyk de Boeren by U Ed. Gr, Mogenden Refolutie van den 3iften January 1785 geconcerneerd waren, geen mond heeft open gedaan, min nog zich in diervoege geanimeerd heeft, als nu gebeurd is nopens het gerefolveerde van ü Edele Groot Mogenden op den 24ften Maart joDgstleeden, ten reguarde van de Ingezetenen van 's Gravenhage. Ten andere*: dat alr.hands ten reguarde van J. P. van den Arend niet confherde, dat dezelve reeds gevlucht was, toen U Edele Groot Mogenden ons Collegia op den 26 M;.™F C™. „ om te inquireeren op de Belhamels en Oppoken Zi de voorfchreeven beweegingen, ten einde dezelven met ten eerden gèapprehendeerden hermar» overgebracht zouden Worden, om anderen ten exempel, tén rigoureuste aan den Lyve, en naar ' SS van zalken met de dood te worden ge- ftraft." Daar het echter notoir was " i Dat de meeste, zoo niet alle de genen, welke daar in geconcerneérd waren, Ingezetenen waï-pn van deze Provincie. , 2. Dat 'er geen één van allen was geapprehen- deerd in flagranti, , o Dat alleen door middel van Informatien de zaa^'kën naar behooren ter onzer kennisfe gebracht konden «orden; zonder dat het Hof, onaange£ de publiciteit, zoo van de voorfchreeven Refolutie, als van de daar op gevolgde RechtsSeeSn , 'zich daar tegen op pretext van voor de? Ingezetenen Privilegiën te vigileeren, in het aliefminfte verzet heeft. Eindelyk moeten wv, l™™*^^ af tp ftaDÓen , nog iets zeggen van s Hots objectie uit tot Ster exempel , 't gene van ons Advys Ss ingeroepen, om daar uit argumento hoe zeer al7tn in 'r voorbvgaan te toonen, dat het ook zoo bVeed niet «kgïn wm met het gefustineerde door 'dat zelfs ex Pnvüegio aan Hun EdeleMo^  234 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genden, gelyk men 'er nu nader heeft bygevoegt, aan Hun Edele Mogenden in alle de Cafus Reg» eene privative Jurisdictie zoude toekomen; 'c gene meue d«or het Hof was aangevoert, om ons de Judicature by prasventi. te betwisten in de gevallen, waar van onze Inftructie fpreekt, voor zoo verre die mede tot de klasfe van de Cafus Regii behoo. iet. Deze rent c?t,e hebben Hun Ed. Mogenden met relatie tot zich zeiven geheel onaangeroert laaten leggen; maar het geval zelve, ofwel de Refolutie in :■ t eelv.e cas genoomen, by wege van Retorfie ingeroepen, als een voorbeeld van Uwer Ed. Gr. Mogendens attentie voor het Recht der Ingezetenen, om niet van derzelver ordinaris, dagelykfche en competente Rechters, noch ook (zelfs niet wanneer de omftandigheden eene extraordinare dispofitie vorderen,) van de ordinaris Juftitie afgetrokken te worden: dewyl U Ed. Gr. Mogenden goedgevonden „ hadden, (niet aan ons Collegie, als nooit bybui» tenlandfche Mogendheden voor ordinaris Rechters „ bekend hebbende geftaan) maar aan het Hof eene „ gewichtige vraag te doen, concerneerende no- tabele Regenten eener zeer aanzienlyke Stad, te3, gens welken door eene buitenlandfche Mogend3, heid wegens zekere daad, ftraf gevorderd wierd, „ te proponeeren, of in de overgegeevene ftuk,, ken iets wierd gevonden, het gene naar Rechten er Plakaaten dezer Landen materie zoude kunnen everen tot het isettiglyk entameeren vanCri,, mineele Procedures tegen dezelven; hoezeer U „ Ed, Gr. Mogenden 'er teffens hadden bygevoegt 3, eere verklaaring, dat in allen gevalle die Frocedu,, res, achter volgens 's Lands Privilegiën ner. 3, gens elders, dan voor de Rechtbank der gemelde Stad, ,, en zulks door den Hoofd-Officier en voor Schepenen „ aldaar, als den ordinaris, dagelvksche en com„ petenten Rechter, geinjlitueerd en gevoerd konden noorden." Een voorbeeld derhalven, 't welk Hun Ed. Mo- gen.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 235 'enden geloofden tegen onze fustenue (gelyk altoos (e zaaken artificiëelyk voorgedraagen worden) op, iet allerfterkfte te zullen militeeren. Maar wy verbeelden ons, Edele Groot Mogende leeren! dat wanneer aan het Hof ( t gene nullo jue adfutneerd toen als ordinaris Rechter gecopuleerd e wezen) eens gevraagd wierde, of Hun Ed. Marenden het gerefolveerde in datjeval aanzagen als ?ene derogatie aan hunne Inftructie, zooals die zelfs jx Privilegio, aan de zyde van het Hof met betrek, zing tot alle de CasRoyaux GEëxPLicEERD word, het antwoord dan wel ras negatief zoude wezen; en dac derhalven ook door het Hof even min aan ons op fundament van dat voorbeeld, de werking onser Inftruftie zoude kunnen betwist worden, indien tiet anders zeker ware, dat het voorfchreeven geval mede tot de zaaken behoorde, welke in onze inftruttie zyn opgenoemt, als de zoodaanige, waar in wy by preventie Recht en Juftitie zouden kunnen adminiftreeren. . Edoch wy behoeven het geenszins daar by te. • 33 ten Want voor eerst: was het ten tyde van het neemen der voorfchreeven Refolutie zeer verre van uitgemaakt te wezen, dat de voorfchreeven klachten gefundeerd waren; min nog dat in de overgegeeven ftukken iets zoude worden gevonden, het gene volgens de Conftitutiooeele Wetten en Plakaaten dezer Landen materie zoude kunnen opleveren tot het wettiglyk entameeren van Crimineele Procedures tegen de aanzienlyke Perfoonen, over welker cehouden gedrag dc van wegens zyne Groot-Brittannifche Majefteit ter Staats-Vergadering inge-ibrachte klachten rouleerden. Trouwens daar over wierd van t Hof qua consiltarii principis , een preliminair Advys gerequi;reerd; en 'er was gevolglyk op dien tyd geene aanleiding ter wereld, om te fpeculeeren op eene e.ventueele Judicature van ons Collegie, of om het anders te zéggen, om tefupponeeren, dathet voor- fchree.  230 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fchreeven geval, hoe het ook zou mogen befchouwd? worden, ooit gebracht zoude kunnen worden toe Verraudsrye, Muiterye, Sedipe, Oproer, vervalfchingi var, ae Munt, of mishandeling van 's Lands i/iyresj Munitiep van Ottrlog of ander.e Goederen; welke'cog-o thands de eenige gevallen zyn, waar in ons by praj-3 veivtie dc Ju.„;Ce.cure, zonder eenige limitatie of: reftndhe, by onte It;Jrructie is toegekend. Weshalven, naai ons begrip, dan ook niets na» , tuuflyker was, dan Je fit Hing, dat indien 'er ietsi in de pvergegeeyené ftukken zoude mogen ontdekt! worden, da rrjatèrie zrude kunnen opleeveren tot^t het wettiglyk eriameeren van Crimineele Procedur r,s de. z' i k in dat gtval niet gelyk zyne Groot-Brittan,-. mfen. Majeft.e|t fcheen te vorderen, zoo maar aan-, fi is zóadè kunnen worden afgedaan by eene po.~. liticqd£ dispositie., maar dat het judicieel aeparte.'. ment uaar ic zoude moeten tusfchen beide komen,", en wel zoodaanig, dat als dan ter dier zaake, ach.'tervolgens 's Lands Privilegiën, nergens elders dan i voor de Rtchtback der gemelde Stad Amft 1 dam, , en zulks door den Hoofd-Officier en voor Schepe- ' nen al Jaar, als den ordinaris, dagelykfehen encomperenten Rechter zoude kunnen geprocedeerd worden. Doch hier komt by in de tweede plaatfe, dat, om i de R folutie in c voorfz. geval op den 21 Decem b'er 1780 genoomen; «onder anderen voorkomende in de Jaarb. op de maand January 1781. pag. 233.) ' ppii atit te kunnen rrtea op Uwer Ed Groot Mogendens Publicatie van den ii/lèn Maart jongstlee- ' den, dooi het Hef tec rninfteq had behooren te wordéf opgegeevm , w-ar in toch beftaan zoude de. gelykheid van de gevallen, welke aanleiding gegeeven hi ben tot het neemen van de voorfz. refpe&ive béflujceh; in zoo verre naamelyk, dat, als wy in hd Idarfte competent konden zyn, wy dan cafu quo, volgens onze inftructie, ook competent zouden hebben kur nen wezen in het eerfte. Maar Edele Groot Mogende Heeren! (om geene ver. '  de Gc'aiurtènisfen in 1787 WW. voörgevaïïen. 237 Eerdere byzonderheden van dat zoo veel geruchts (zetnaakc hebbende geval ten dezen op te geeven) wie penetreert niet het merkelyk onderfcheid, dac 'er is tusfchen opentlyke Perturbatien van de g'erneene Rust, onder het oog en in deRefidentieplaats van VEd. 'Groot Mogenden, mitsgaders het ondernemen van attentaaten legen de Souvereiniteit van U Ed. Groot M'oeenden, door een troep Canaille, en tusfcnen daaden, waar over deze of gene Buitenlandfche Mogendheid klachten by U Ëd. .Groot Mogenden doed inbrengen, tegen Heeren Burgemeesteren en Regeerders van ■deze of ^gene Stad, of derzelver Ministers. Immers in het eerfte geval maaken het Recht der Hooge Overheid, en de belangens der Juftitie ihoogstnoodzaakelyk, dat met alle rigeur en prompiitude tegen dedaaders geprocedeerdwerde, ten uic einde toe; doch in het laatfte geval zou het plaats :kunnen hebben, dat 'er ten regarde van de Mogeniheid, die klager is, incidenten turfchen beiden kwa. [men, die alle verder onderzoek dienaangaande geheelzouden doen vervallen, zonder dat het Recht i der Hooge Overheid hier te Lande daar by verder eenig belang zoude hebben. En met dat ooa, naar 't ons toefchynt, heeft het Hof zelve, de opgebelde Refolutie van U Ed. Gr. 'Mogenden befchouwd na den vvandelyken aanval ,van zyne Groot-Brirtannifchen Majefteit tegen de. !zen Staat, uicwyzens de Misfive van de Prajident en i Raaden van den Hove, de daio den 27 Maart 1781, j (mede te vinden in de Jaarboeken van het zelve jaar ' pag. 839) als waar by onder anderen door't Hof aan i U Êd. Groot Mogenden is te kennen gegeeven, idat het, hunnes bedunkens, eenigszins vreemd en onge> raifomieerd zoude zyn, om, nu de Republyk met Groot, Brittannien in Oorlog was, ter contemplatie van 1 den Vyand te beoirdeelen, of men, volgens de door 1 dien Vyand zeiven niet langer gerefpeBeerd wordende . Rechten en Verbindtenisfen, Crimineele Procedures zou» , de moeten aanvangen, en of de Conjlitutioneele Wetten i zulks zouden hebben gepermitteerd. Waar  238 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar na ook in 't geheel geene qusstie meer g(j weest is over Crimineele Procedures in de voorfz. zazl ie, terwyl door den Hoofd officier der Stad Amfteï dam nimmer eenige demarches tot het entameererl derzelve gedaan zyn, even min als daar na aan d zyde van den Prokureur-Generaal by het Hof 2J hoofde van furrogatie: Behalven, dat fpeciaal ook uit het door den Hovgeallegeerde Contra-Manifest, in dato den 12 Maan 1781, (mede £e vinden in de Jaarb. d. I. pag. <5o<< è? feqq.) is gebleeken, dat Hun Hoog Mogendeni na een zeer aanmerkelyk verhaal van 't gene 'er mei betrekking tot die zaake gepasfeert was, daar b'l vry duidelyk hebben te kennen gegeeven: „ dat di „ onpartydigè werelt daar uit van zelfs , zoudi „ moeten opmaaken, wat 'er te denken ware vai; ,, het voornaam motief of liever van het praten „ waar van zyne Groot-Brittannifche Majefteit zich „/daaromtrent bediend had, om aan Hoogstdeszelfl „ vyandelyke oogmerken tegen de Republyk den „ vryen teugel te vieren." Met by voeging onder anderen: „ dat ook de uiti „ komst had geopenbaard, dat de haat over de Ac-i ,, cesfie van de Republyk tot de Conventie met dt ,, drié Noordfche Mogendheden de dryfveer den „ Raadflagen van 't Hof van Groot-Brittannien, eu „ de waare bron der vyandelyke Refolutien tegens }, dezen Staat, geweest was." Uit al het welk dan ook middagklaar is af te neei men, dat de voorfz. zaak althans hier te Lande nim. mer geconfidereerd is als natura fua gedisponeerd zynde tot een Crimineel onderzoek, min noch alsl eene voor het Recht van de Hooge Overheid binnen deze Provincie van zoo veele aangelegenheid, en presfance zynde, dat 'er eene fpeculatie zoude heb-i ben kunnen vallen over eene eventueele Judicature' van dien hy het Collegie van Uwer Ed. Groot Mogen.i -Mens Gecommitteerde Raaden; 't gene zich in datgevali van hunne zyde ook nimmer op preventie zoude heb.* ben kunnen beroepen. On.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 239 Ondertusfchen vertrouwen wy Ed. Groot Mogende Heeren! dat na al het tot hier toe gededuceerde, byna onnoodig is iets te rescontreeren van 't gene aan de zyde van het Hof geallegeert is tot betoog van het prajudiciabel onderfcheid, dat 'er in allen gevalle wezen zoude tusfchen de Judicature in zulke zaaken by een Collegie, als dat van Uwer Ed. Groot Mogendens Gecommitteerde Raaden, en tusfchen eene Judicature by een Provinciaal Gerechtshof. Want door het opperen van dergelyke reflect-ien, pretendeert het Hof in effefte waar te zyn, dat U Ed. Groot Mogenden, welke onze Judicature in zulke zaaken by preventie, zoo als hier boven getoond is, tot dienst van den Lande noodzaakelyk hebben geoirdeeld, en wel van de grondlegging der Republyk af, zoo zelfs, dat het by eene formeele Inftrudie aan ons Collegie is opgedraagen, en, onaangezien de daar jegens door onze Prcedecesfeuren gedaane Remonftrantie, opgedraagen gebleeven is tot den huidteen dag toe; een poinct, waar aan het Hof te vooren nimmer getornt heeft; dan het gene nu juist by gelegenheid van het voorgevallene in Maart jongstieeden, zoo fterk door Hun Ed. Mogenden gequereüeerd is, dat, ging het naar den zin van Hun Ed. Mogenden, de Souverein dit gedeelte onzer luftrucliie voor 't vervolg maar in't geheel zoude moeten affchaffen. Doch om de meest ferieufe refle&ien, welke daar toe zyn bygebracht, niet geheel onbeantwoord te laaten , zy het ons vergund, hoe zeer ten overvloede, daaromtrent met weinige te remarqueeren: Vooreerst: dat de befchryving van ons Collegie, als een Collegie van Politie, even of het zelve in hac materia alhier geene Jurisdictie zoude hebben, en de Leden, het zelve Collegie compofeerende, dus alleen Politieke Perfoonen zouden wezen, en geen Rechters, min noch ordinaire Rechters; (het gene de fpil is, waar op alles aan de zyde van het Hof moet draaijen) niets anders is dan eene bloote petitio principii, lynrecht aanloopende tegen de Injtrutlie, waar op wy haSbems befoigneeren , en uit krachte vaa  2"40 Verzameling van Stukken betrekkelyk tdt Van welke wy met betrekking tot de zaaken daar irj i opgenoemd, zoo wel ordinaire Rechters zyn als de ! Leden van het Hof; dat is te zeggen: Judices legi- • TiMi; wanc men fpeelt ten onzen opzichte altoos s met het wóórd ordinair; even gelyk men pasfira i gedaan heeft ten regarde van Uwer Ed. Groot Mogen- • den Advokaat-Fiskaal by ons Collegie; fchoon de Pro- > fair eür-Generaal ia den zin, waarin dac Woord telkens door 't Hof gebruikt word, met relatie tot de Ingezetenen, 'die geen Suppoosten zyn, of niet uit anderen hoofde onder de Jurisdictie van den Hove resforteeren, zoo min de ordinaire Officier, is, als de gemelde Advokaat-Fiskaal, even weinig, als derzei ver dagelyksche Officier; welke woorden nogthands veelvuldige maaien gerepeteerd zyn, om alzoo des te beter occalïe te hebben van indirectelyk tegen ons Collegie, en tegen gemelde AdvokaatFiskaal, employ te kunnen maaken van het Plakaat van den 15 September 1677, fchoon Hun Ed. Mogenden zulks, voor zoo verre hun ze'fs en den Prokureur-Generaal betreft, niet gaarne zouden admitteeren; en om wyders een koleur te geeven aan de geadfumeerde ftelling, dat, indien door ons by preventie in zulke zaaken recht word gedaan, de Beklaagdens als dan niet te recht zouden ftaan, of ge« oirdeeld worden by de ordinaris Juftitie; hoezeer het notoir is, dac de adminiftratie van de ordinaris Juftitie in zulke zaaken, zoo wel aan ons by eene fpeciaale InftruStie is opgedraagen, als aan het Hof, ten dien effedte, dat regularicer de preventie bcfiisfen moet, welke van beide de Collegien competent is. En men móet niet zeggen, Ed. Groot Mogende Heeren! dat de woorden by preventie niet gevonden worden in de Inftructie van den Hove; dewyl het van zelve fpreekt, datwy, zoo lang onze InftruStie niet is afgefchaft, door Hun Ed. Mogenden niet kunnen worden buiten gefloten, dan door preventie aan de zyde van het Hof, even gelyk wy het Hof niet zouden Kunnen buiten fluiten, dan door preventie aan de  dt Gébsurienïsfen in 1787 'tnx\ voorgeV&ïïeh. t$t I zyde van ms Collegie-; en dat 'er dus ook een de;n refpecte wel dcegelyk tusfchen ons eene concur*ntie van Jurisdictie plaats heeft, hoe zeer alleen lauwlyks, en niet in cas d'appéli om dat onze Inructie daar van zwygt, en ais dan teffens de reden tsfeert, waarom aan ons de Judicature intalibus is pgedradgen by preventie. (Alleen voegen wy 'er nog by, dat ook aan de oorden by preventie geen goeden zin kan gehechc lorden , ais men het idéé van concurrentie van Jurist lelie riet zoude willen admitteeren; aangezien by reventie Rechter te zyn, van zelfs eene concurrentie in Jurisdictie möet doen vooronderftelleni en, zoner dezelve, gehéél en al chimerkq zoude wezenï 5 dat het voor het overige een enkel fpeelen mei •oorden is , wanneer men zegt, dat evenwel heC ïée van ordinaris Rechter tözyn, ftrydig zoude ;ezen met het idéé van het alleen te zyn ry presentie: want als men door het woord ordinaris lechter, verftaat een Jud'ex LEGITimus, een Seden» nir Collegie van Juftitie, door den Souverein zeiven jettïclyk aangejleld, om in zekere zaaken by prevene recht te doen-, en teti dien einde gemunieert mee ene fpeciaale Inftructie, dan moet die geheele te* us in voce van zelfs vervallen; By voorbeeld, hoe zeer iemand zich ter pürgö an ftellen vöot zynén dagelykfehen en competentere lechter, zonder dat het Hof zulks betwisten kao, ermag echter het Hof volgens het 8fte Art. der mftruöie, waarop Hun Ed. Mogenden befoignée. en, zoodaanig iemand ter purge ontfangen 5y reventie, maar is het Hof in dat geval dan geen ordinaris Rechter, én de zaak niet by de ordinaire juftitie, in dien zin naamelyk, als die woorden op Iwerfe refpeften 'egen óns geurgeert worden aan ie zyde van het Hof? ... Dit zullen Hun Ed. Mogenden zeker niet gaarne :öeftemmen. En daar mede vervallen Ook de vraa*eo, die het Hof in derzelver nadere Misfive gedaan heeft, cm onze pranenfe verlegenheid te doen XXXIX. Deel. Q «•*  242 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gevoelen over de fustenue, dat wy in hac maten zoo wel ordinaris en competente Rechters zyn, als h! Hof: naamelyk, of 's Lands Ingezetenen dan oo gewoon Wriren geweest voor ons te recht te ftaai: Óf de voorige Advokaaten-Fiskaals of Prokureuni Generaal derzelver gewoone Aanklaagers voor o< Collegie geweest waren; dan of de thands voor i ■eerftemaal aangeftelde afzonderlyke Advokaar-Ff kaal, ooic gewoon geweest was tegen hen ie prooi deeren ? en wat dies meer is. Want (om niet te zes gen . dat mén over de Oproeren raifonneert even ze dagelyks of gewoonlyk hadden plaats gehad) a het genoeg zyn met een woord te herhaalen, d< men mede op dit refpect een lufus in voce maakt door h^t overzetten van het woord ordinaris in di van gewoon; doch dat men op die manier, gel'l doorgaans in dit opzicht, deguifeert, dat hetwuoc ordinarii zoodaanig eene beteekenis niet altoos ki adimtteeren, zelfs niet ten regarde van het Hof i den Prokureur-Generaal; dewyl'er binnen deze Pn vircie meer dan eens Oproeren zyn geweest, (t voorbeeld te Amfteldam in i6qó,) waar in wy eer ter niet gelooven dat het Hof, als de zoogenaamd gewoone Rechter, of de toenmaalige Prokureui Ge;.tr.ai, als de zoogenaamde gewoone Aanklcn 'ger, gefungeerd heeft. En wy vertrouwen derhalven, met veel beter reet het woord Ordinair, conform het hier vooren gs •melde fentiment van H de Geoot, ten dezen op zichte voor een woord van dezelfde beteekenis jtiogec houden, als het woord lecitiem of wettki lyk GEfonstitheert; Daamelyk, niet bv wege v? eere extraordinaire delegatie in zeker byzonder gevat en met relatie tot zekere byzondere Perfoonen, en dii temporair ad fpecialem Aclum, maar perpetueel, i alle gevallen van dien aart, waarover wy by pra: ■ventje zouden cognosceer en;, terwyl die judicature by eene folernneele Inftructie aan ons gedemandeerc ook niet, (zoo als het Hof de zaak wel wjlde touii ceeren) door middel van preventie by ons vekkre gen*  de Gebeurtenis/en fn 1787 enz» voor gevallen. 243 :gen, maar in tegendeel behouden en geconseriveert wordt; vermits de quaiiteit om zoodaanige Ju. Idicature te koDnen exerceeren, zoo wel in den boe» :zem van ons Collegie geradiceerd is, als in die van :het Hof; fchoon de praeventie alleen ia ftaat is, ora Idezelve by een dier beide Collegien te konnen doen werken, uitgezonderd in gevallen, waar in U Ed. Groot Mogenden zelve het anders goedvinden; zoo «Is, by voorbeeld, ten onzen regarde plaats gehad iheeft in het geval van Moukand ; en ten regarde yan ihet Hof, nopens het gebeurde op den beruchten St. Ni* colaas avond. Ja maar, Ed. Groot Mogende Heeren! zou het iBiet prsejudiciabel voor de Ingezetenen zyn, dat eeö [Collegie, als het onze, 'twclk beftaat uis. Perfoomen, die allen het Recht van compartie in Uwer Ed, 'Mogenden Vergadering hebben, zou Je oirdeelen over zaaken, waar in den Accufator Publicus, als een geiMagtigde van die Vergadering ; in den naam van :die zelfde Vergadering tot vindicle ageert van dé beleediging, welke hy fustineert die Vergadering ne zyn aangedaan; inzonderheid, om redenen van ihet in de menfchelyke Natmi' gelegen zwak, iit fi Hofs Misöve van den 22ften Maart bedoeld, eQ uit de daar by geallegeerde pasfage van Montesquieu (gelyk men het thands in de nadere Misfive ivan den 2den Juny doet voorkomen) by argumentatie geappliceerd? Dan wy antwoorden daar op, dat (déze refleöie, ivoor zoo veel ons betreft, hier vooren, en by ons (Advys van den 27ften April reeds genoegzaam ge. 1 rescontreerd zynde) het ten opzichte van Uwér Edè I Gr. Mog. Advokaat-Fiskaal by ons Collegie niet zeer 1 klaar voorkomt, wat het Hof gributeerd hebbe met 1 denzel ven te befchryven als een Gemachtigden van U Ed. Groot Mogenden Vergadering; naamelyk, of 's Hofs oogmerk geweest zy, denzelven aldus tenoe!-men in dien zelfden zin als de Prokcreur-Gené1 raal een Gemachtigde van Uwer Ed. Groot Mogendetis 1 Vergadering zoude kunnen genaamd worden, dan of fa Ü^a Hun  244 Verzameling van Stukken betrekkelyk m Hun Ed. Mogenden daar mede iets anders hebben heldoek!, en wel byzonder zoodaanig iets, datzwee- ■ men zoude naar een Mandataris, die gehouden n zoude wezen zich in de waarneeming van 'c gene e hem gedemandeert is, altoos en is alles Politiquement te reguleeren, naar de beveelen van U Ed. Groot i Mogenden als zyne Lastgeevers. Zoo Hun Ed. Mogenden het eerfte bedoeld mog-. ten hebben, betuigen wy niet te kUDnen begrypen,, waarom Hun Ed. Mogenden zich dienaangaande op> zulk eene flnguliere wyze hebben gelieven te expli— ceeren; te minder, daar het in een gezonden zin,f en ten regarde van 't Hof, en ten regarde van dena Prokureur-Generaal, mede eene waarheid zoude zyn , dat dezelve hunne Ambten en Bedieningen zoo wel: als Gemachtigden van Uwer Ed. Groot Mogenden Ver-' gadering exerceeren en waarneemen, als wy doem uit krachte van de daar toe aan ons door den Souve-: rein gegeevene Inftructie, en als de Advokaat-Fis-i kaal uit krachte der Commisfie, welke U Ed. Groot Mogenden aan denzelven verleend hebben. Maar heeft men 'er iets anders mede gemeend, eni particulierlyk het gene wy zoo even in de laatjleplaats opgaven, en met de natuurlyke beteekenis der woor>: den de meeste overeenkomst fchynt te hebben, dam is waarlyk de reflectie alleronaangenaamst en haate-; lyk; en dan zou men moeite hebben, om niet tei gelooven, dat het oogmerk al mede geweest ware, om insgelyks vooroirdeelen in te boezemen, tegens de functie van den tegenwoordigen Advokaat-Fiskaal. Eindelyk, Edele Groot Mogende Heeren! heb* ben wy by ons Advys van den 27ften April ge«; remarqueerd, dat wy ons niet zouden aantrekken! het gene verder door het Hof bygebracht was, omi te toonen, dat het zelve Hof in allen gevalle dei preferentie had behooren te hebben boven een Col-1 legie, als het onze; onder anderen, om dat hetoir-f deel van de ordinaris Juftitie, meer het vertrouwen) van de Ingezetenen en van het Fublicq zoude bezitten, en dat vooralin tyde van factie eene dergelyke Rechts-1 plee.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, «45 i pleeging , als waar toe U Ed. Groot Mogenden I goedgevonden hadden ons te qualificeeren, ten uiiterften gevaarlyk zoude zyn; mitsgaders dat wy ook :een beleediger van het illuster Corps, waar van wy ILeden waren, niet met die bedaardheid en in zulken \koelen bloede zouden kunnen behandelen, als in een '.Neutraalen Rechter hoogstnoodzaakelyk was. Wy hadden 'er bygevoegt, d«t wy van zulke al* legatien veel zouden kunnen zeggen, byzonder in. idien wy wilden uitpluizen het gene Wagenaar op ;een ander refpeö door 't Hof zelve aangehaald, aan Ide posteriteit had medegedeeld, nopens het gebeurde by het Hof in en na de gehoudene Rechtsplee!ging in de zaak van den Ruward van Putten; doch ïdat wy daar voor liever een gordyn wilden hangen, dan •ons in dhcusfien begeeven, waardoor wy welligt geacht •zouden kunnen worden, de Natie op onze beurt tegen een 'Hof Provinciaal te hebben willen pr&occupeeren ; en Idat wy ons voor het overige vleiden, dat het beste gedeelte der Natie, in onze tot dus verre gehoudene [Rechtspleegingen nimmer eenig minder vertrouwen, lals in die van het Hof gefield had, mitsgaders dat ïwy ook geen gevaar ter wereld liepen van zoodaanig vertrouwen, by het beste gedeelte der Natie ;veiininderd te zien of te verliezen. Maar, Edele Groot Mogende Heeren! hoe heeft imen dat opgenoomen aan de zyde van het Hof? Vooraf geeft men op, wat men houdt voor het beste gedeelte der Natie (met welk een oogmerk, zullen wy aan Uwer Ed. Groot Mogenden beoirdeeling overlaaten); en dan voegt men 'er by, dat het alzoo lomfchreevene beste gedeelte der Natie de periode nopens het meerder vertrouwen, het gene gewoonlyk op Rechcsoeffeningen van de ordinaris Juftitie, dan yan eenig politiek Collegie gefteld wierd, en aan welke periode wy ons, volgens het zeggen van Hun Ed. Ivlogenden, zoo geweldig geftooten hadden, zoo ihaatelyk niet gevonden zoude hebben, als wy dezelve hadden geconfidereerd; vermits uit den famenhang zoude blyken, dat die periode (quafi vero) Q 3 nies  246 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot niet was bygebracht, om ü Ed, Groot Mogendeni gerefolveerde te tauxeeren, of om op de Procedtw res, door ons in de zaak van Moorand gehouden,! te reflecteeren, maar (praetenfelyk) alleen om ül Ed. Groot Mogenden te overtuigen, dat de har.dek wyze, die tusfchen ons en her. Hof tot nu onlange (al het gene zoo in I672, als in 1785 by ons Colie< gie gebeurd is, flaat men hier voorzichtigheidshall ve over) in corformicé van Uwer Ed. Groot Moo gendens Refolutie van den 26 September 1663 gei obferveerd zoude zyn geworden, de beste en meest overeenkomende was met de Rechten en Vryheden der Ingezetenen, en dat daar door volkome lyk gee zorgd wierde voor de veiligheid van dien Souverein in deszelfs Refidentie-plaats, en voor de confervaa tie van de rust in den Burgcrftaat. Dan, welke.inoei'.e Hun Ed. Mogenden zich get geeven hebben, om al het haateiyke, ons teege< duuwd, op die manier te verbloemen; het blykt iri allen gevalle, dat alles, op zyn best genooment zich reduceert; in de eerjle plaats, tot een ingewilM Itelde reproche aan U Ed, Groot Mogenden, dat dö Publicatie van den 24ften Maart ten onzen opzichte geheel onnoodig in de wereldwas gekomen, waar van negthar Js U Ed. Groot Mogenden zelve getoono hebben het tegendeel te begrypen. En ten anderen, op de' telkens, direct tegen onze Inftrucne aan, met eene onbegrypelyke fermiteiti gefouteneerde adfumtie, dac wy in hac materia geéi ne wettiülvk Geconstitueerde Rechters zouj den zyn; en dns van eene geheel andere conditiii zouden wezen, als de Leden van het Hof, fchoöü dat Collegie zoo wel op eene If ftruftie befoigneert; als het ónze, en akhauds by dez? 'gelegenheid geei ne doorilaarde blyken gegeeven heeft van verdien: deipraference uit hoofde van die bedaardheid, ei van zulk een koel'bloedals, volgers de eige fteliing van Hun Ed. Mogenden, in eenen Neutraalen Rèch-! ter hoogstnoodzaakelyk is. En wat betreft de voorfz, aanhaaling vaa^wage* naar,  de Gebeurtenisf** in 1787 era, voorgevallen. 247 aar, is het 'er zoo verre van daan, dat wy die in ■armen bloede, op eene haatelyke wyze, zouden ebben willen tegenwerpen aan de tegenwoordige eden van het Hof, gelyk Hun Ed. Mogenden geracht hebben aan U Ed. Groot Mogenden als waar^ thynlyk te doen voorkomen, dat in tegendetd en it de bewoordingen, waar van wy o<-s daaromtrent ediend hebben, en uit den famenhang, ad oculum bo bl.yken, dat wy de gebeurtenis, welke aldaar eboekftaafd is, enkel en alleen.als met den vinger ebben aangeroerd, om te doen blyken, dat, luien het op haatelykheden aankwam, en wy op het ioetfpoor van den Hove ons daar mede onledig wU■en houden, wy de odieufe tegenwerping van net lof, dat wy vooral in tyden van factie nopens de zaa» en by onze lnibuctie opgenoemd, niet zoo neutraal •ouden kunnen denken en handelen, als het Hot van lolland; als dan zeer gemakkelyk zouden Konoen etorqueeren, door de allegatie van een enkel voorneeld, waab in, om 'er Diet meer y9n te zeggen, 7olgens de aanteekeningen van Wagenaar, by net lol van Holland op de delatie van. èéoen eerhozen Tichelaar, zonder het minfteblyk van eenig Cor■>us Delicti, cn onaangezien het Vertoog olte de Goriideratien denzelven Hove overgegeeven, geprocedeerd is ter Pyniging van een zeer aanzienlyk Man, die, zelfs'onder de hevigfte folteringen en fmerten, van zyne onlcbuld protesteerde, en, na net doorftaan van langduurige tormenten, evenwel m een Extraordinair Crimineel Proces, ter -itratt • ;s verwezen , tonder dat in de Sententie belydenis of misdaad was uitgedrukt. r-nor Eene gebeurtenis echter, welke ü .Edele G.oot Mogenden bevinden zullen, dat wy niet dan op eeine zeer befcheidene wyze geindigiteerd hebben, ■en waar van wy zekerlyk geheel zouden gezwee■gen hebben, indien het Hof ons in zeker opzicht ïiet genoodzaakc had , om Hun Edele Mogenden te herinneren, dat hunlieder Collegie zoomin lonfeilbaar is, als eenige anderen, en dat de conQ 4 üul"  !4$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot duites hunner Praederesfeuren daar van in het even-s gemeld geval zulk eclatant voorbeeld hadden opge-2 leverd, dat het althands aan den Hove van Hollandi Ïiet fraay ftond een ander Collegie van Judicature,: ët zy dan opentlyk, het zy bedektelyk, van eenei Jbortgelyke handelwyze verdacht te maaken, en' alzpo de gantfche Natie vooral in zulk eene epocqua van tyd, en op zoo eene haatelyke manier, als daot> Hun Ed. Mogenden ondernooinen was, tegen onze J^echtspleegingen te praeoccupeeren. Voor het overige moet mee niet zeggen, Ed. Gr.i Mogende Heeren! dat zooraanig exempel veel eet gefchikt is om Rechters van volgende tyden af ta fchrikken, van zulks na re volgen, dan om in eee ftuk, waarby zulk een wyze van Procedeeren gedefem deert wierd, geaüegueert te worden. Want waar toch is immers zulk eene horrible wyj ze van Procedeeren door ons gedefend-eert? "' Wy betuigen in tegendeel, dat w\ d<-ze'"e in dec heogften graad verfoei"en, en onze G->nlcicniier piet gaarné met de verantwoording derzeve belass stouden zien, al ware het fchoon, dat wy aan dd familie van den befchuldigden de ellmdige genadd hadden bewezen, om, by wege van fuggestie, by een foort van Deductie, reprocb.es te doen en bei wysftukken over te leveren. Neen, Ed. Groot Mogende Heeren! wy begry; yen met het Hof, dat het voorfz, exempel in allet ppzichte gefchikt is, om ons, en alle Rechters van volgende tyden, af te fchrikken van zulks na te vol gen.' En al ware het, dat 's Hofs animoflteit zoo verre fegaan' was,, dat men ons van iets dergelyks mer etrekking tot de zaak van Moürand verdacht zou: de hebben willen maaken, of ons verwyten, datwy zelfs de Stukken, die hét Hof aan ons invoegec voorfz. ter hand had doen toekomen, niet hadden willen inzien, (het gene de inrichting der tweedel i aanmerking van Hun Ed. Mogenden nopens de alleo kmgym 't voorfz. exempel on» voorgekomen ia' niet  tU Gebeurtenis/min 1787 enz. voorgevallen. 244 giet geheel onwaarfchynlyk te maaken) wy zouden 'er op antwoorden, dat het Hof zich daar in zeer merkelyk zoude bedriegen; wy zouden ons onder anderen mede beroepen op de kennisfe die Hun Ed. Mogenden zelve hebben, dat Moürand niet op delatte van eerlooze Tichelaars, maar in ipfo a£tu> pf, om de eige bewoordingen van het Hof te gebruiken , in flagranti Delicto geapprehendeerd is geworden.' En wy zouden eindelyk in het generaal, zonder ons aan 't oirdeel van Menfchen te ltooren, onze gerustheid ftellen in de weetenfehap vani den Opperrichter van Hemel en Aarde, dat ééi en plicht de cynofure zyn geweest van onze RechterJyke daaden. Ja maar, Ed. Groot Mogende Heeren! wy hadden ons mede gerefereerd tot het verhaalde door Wagenaar pag. 179; „ Doch indien wy, gelyk „ het fcheen, zulks gedaan hadden om aan het Hof „ te verwyten, (zoo als Hun Ëd. Mogenden zich ,, by de derde aanmerking hebben gelieven uit te „ drukken) dac 'er geheel geen onderzoek naar de „ handdaadigen aan den moord der de Witten was, „ gedaan , dm zoude dat zelfde verwyt immers vry „ meer gepast zyn tegen de Gecommitteerde Raa„ den van dien tyd, daar dezelve niet alleen de „ moord zouden hebben konnen voorkomen, maar „ ook, indien onze tegenwordige fustenue door»> g'ng > tegen de fchuldigen aau dat Oproer by „ preventie zouden hebben moeten cognosceeren ,, en procedeeren," Ziet daar. Édele Groot Mogende Heeren! wederom een Haaltje, hoe een gemaatigd Hof zich op allerhande wyze beyverd heeft, in de eenehaatelykheid op de andere te Itapelen. Dan, het zy ons vergund, daar jegens kortelyk te remarqueeren. 1. Dat voor zoo verre de reden betreft, waarom wy het verhaal van Wagenaar nopens de voorfz. gebeurteris, en de gevolgen van dien, hebben ingeroepen, door ons zoo even reeds is opgenoemt, en dat wy derhalven onnoodig oirQ J deè-  S50 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot deelen dezelve op dit rffpcdt te herbaaien. 2. Dat : het een zeer miferabel ^echüpo-froir vao een Hof van 1 jfuflitie is, weke zelfs een-: privative Jurisdiótie in 1 zulke zaaken aan zich toeëigend, aan onze Prasde- . cesfeuren by retorfie te willen verwyten, dat zy. . lieden de handdaadigen aan zoo eene ex>.crabele. • moord in allen gevallen vont zich te recht zouden 1 hebben behooren te ftellen by preventie. particulier-■ lyk in gevalle 's Hofs teg<.n zulke zaaken geene Judicature zoude konnen of" behooren te exerceren. En 3. dat voor zoo verre : de allegatie betreft, dat onze Pree de cesfeuren de voorfz., moord zouden hebben konnen voorkomen, waar toe; men zien refereert tot Wagen aar Vaderl. Hiftorie', XIV. Deel, pag. 165 tot 169, eene enkel toevallige'. imprudentie van niet meer dan twee Leden uit het: toenmaalige Collegie van Uwer Ed. Groot Mogende : Gecommitteerde Raaden, welke daar toe door val- ■ fche geruchten, zelfs door Lieden van aanzien aam de?eke verzekert, geinduceerd waren, wel is waar : ex post fa£to gebleeken is, aan 't woedend gemeen 1 ruimte te hebben gegeeven, om te doen, dat de: befaamde Joan van BAnkhem, Schepen, en nader-, hand Bailjuw van 's Gravenhage, eerdge Lieden by/ ééde had doen belooven; maar dat het zeer weinig; gratie heeft zulk eene onvoorzichtigheid aan hett gantfche toermaalige Collegie te verwyten; behal- • Ten dat het Vreemd is eene daad, waaromtrent zich 1 geene de minfte traces van bedekte redenen voordoen ,, alleen ex eventu in zulk een haatelyic daglicht te: plaatzcn; want indien zulke argumentatien fteek; hielden, zoude men eodem Jure aan U Ed. Grootc Mogenden zelve konnen verwyten, „ dat Hoogst-. „ dezelven de gelegenheid, om wegens zulk een gru-. „ welyk attentaat, als door Moürand enzyneCom-„ püces geperpetreerd is, recht te pleegsn eni „ ftraffe te o- ffenen, hadden konnen voorkomen door r zoodaanige Refolutie niet te nesmen, als die van 1 den 24ften February jongstieeden:" maar, gelyk: het;  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ihet de abfurditnt zelve zoude zyn, daar over op die imanier te raifonneeréD, zoo is 't ook even abfurd löit het gene Wagenaar ' ter plaatze vootfz. heeft taangeteekend, zulk èeri 'fanglant vcrwyt te doen laan de toeninaa!'g» Leden-van ons Collegie. : Doch, om weder ter zaake te komen, alle stiots (argumentatien, 'om nopens onze Rechtsplegingen ■Odieufe denkbeelden te doen opvatten, zyn waarlyk In- éffeae niet anders dan befchuldigingen van U LÉti. Groot Mogenden zelve, welke ors dienaangaande met Hoogstderzelver vertrouwen vereerd heb:beo; ja zoo veele tentamina, om onze Inftructie op losfe fchroeven te ftellen \ En, dit alken in 't oog wordende gehouden, zal -hetvervolgens ook onnoodig zyn, ampel tedeftruee•ren het zoo breed uitgemeeten bezwaar, t welk m de inappellabiliteit onzer Sententien voor de Ingezetenen zoude refideeren: want, zoo ras wy uit krachte van onze Inftructie bevoegt zyn in zulke zaaken by [arrest recht te doen, fpreekt het van zelve, dat ■zulke raifonnementen van geen het allerminfte alloy ;kunnen wezen, . Om nu niet te remarquepren, aat, cajuquo, net i zelve ook plaats heeft by den Hoogen Raade .ten regarde van de Leden van dat Collegie, en deszelfs i Verdere onderhoorigen ; ja dat, volgens de gronden ivan het Jus commune, het middel van appél m mater rie van Oproer geenszins zoude behooren gefavoriIfeerd te worden;'. waaromtrent behalven de L. 6. §. 1 9. in fine D. de- inj. rupt. irr. test., .en het daar op : aangeteekende door D. Gothofredus, aanmerkelyk ;is de L. 16. D. deappell, beiden geallegeert if de Juridique Obfervatien van wylen d-nPrntDEMhVregnault p. 127; gelyk tóédè het gene voorkomt by den Raadsheer Sande, Decis. Frif. Lib. 5. tit. 9. def. 12, welke aldaar zegt: Adeo Crimen SeditioL nis (qua publica Pax £? Quies mbatur, ftatusque ,", Reïpublicas in dijcrimen adducitu.') Legibus nostris „ exofum eft; ut hoc numine damnatorum appella- tiones recipi'PRohiseaktue.j' ?? Hier  452 Verzameling van Stukken betrekkelyk m Hier mede, Edele Groot Mogende HeerenI zak len wy voor beantwoord houden de voornaamfte re.< fkélien, welke het den Hove goedgedacht heeft t Bader by,te brengen met relatie tot de Judicature vam om Collegie by preventie, en tot deftructie van 'tget ne wy dienaangaande by ons Advys van den 27ftec April jongstieeden geremarqueerd hadden. 'Er fchiet dus , volgens de orde, die wy ona voorgetteld hadden, nog maar alleen over, om tec toetze te brengen de cenfure, welke ons voorfiw Advys wyders ondergaan heeft ten regnrde van het Procedeeren de plano en zonder figuur van Proces, oi> liever ten regarde van Uwer Ed. Groot Mogendens Publicatie van den ziften Maart jongstieeden, voor zooi verre daar by, des noods, eene fpeciaale qualifica^ tie, om zulks, (pofitis terminis habilibus) te kunneè en te mogen doen, vervat is. Om het gene hieromtrent in qmstione is, te kun*] nen beoirdeelen, gelieven U Ed. Groot Mogendeni in het algemeen geinformeerd te wezen. Voor eerst: dat wy nimmer beweerd hebben, datl ia alle die gevallen, waar toe Uwer Ed. Gr. Mogendens Publicatie van den 23ften February jongst* leeden betrekkelyk is, eene dergelyke wyze vani Procedeeren zoude kunnen of behooren te wordeni geadmitteerd, maar dat daar toe wel deegelyk qua-i iificatie door den Souverein heeft kunnen en mogen verleend worden, nopens zulke gevallen, waart in iemand zich in de tegenswoordige tydsomftan-digheden en onaangezien de daar jegens zoo ernftig-lyk en vaderlyk gedaanewaarfchouwing, andermaal! zoude mogen verftouten van zich te verzetten te-, gen de Souvereine befiuiten van Uwer Ed. Groot1 Mogendens Vergadering, by de Publicatie van den '\ 24lten Maart daar aan volgende, (gelyk het Hof' zich in hunne nadere Misfive heeft uitgedrukt") ge- . buteerd. J ° Ten anderen: dat het al mede zeer verre van daar is, dat volgens onze manier van denken, al het gene gcconfidereerd zoude kupnen worden in de ter- men  ét Gtbeurtenisjsn in 1787 enz. voorgevallen, 253 aen van Uwer Ed. Gr. Mogendens laatstgemelde rablicatie te vallen, altoos en in alle gevallenzonler onderfcheid, gedisponeerd zoude wezen, om « plano en zonder figuur van Proces te worden afgelaan. waar van het Hof ons opdiverferefpecfengenfimuleerd heeft. Neen , Edele Groot Mogende leeren! wy zelve zouden ons hooglyk bezwaard Inden, met zulk een fysthéma te defendeeren; en vanneer ons een exempel voorkwam, van ioortgeyken aart en natuur zynde, als dat van Mr. Heter de Groot, waar van het Hof by U Ea.Gr. Mogenten meldinge heeft gemaakt, dan zouden wy zeer ;eker mede van begrip wezen, dat de qualiticatie in de voorfchreeven Publicatie vervat, volgens de meer dan praefumptive intentie van U Ed. Gr. Moleenden zelve, niet zoude kunnen of behooren te werken, maar dat de zaak als dan onderzocht zoude behooren te worden in een ordinair Proces; ea dan zoude ons mede niets aangenaamer zyn, dan overtuigd te worden van des Geaccufeerdens onfchuld, vooral in re tam gravi, en daar de «ratte zoo rigoureus zoude moeten wezen. Eo byzonder zou het ons verheugen, wanneer wy op die manier galegentheid hadden aan de Ingezetenen van dezer Uwer 'Ed. Gr. Mogendens Refidentie-Plaats, blyken te geeven van den hoogen prys, waar op derzelver eer en leeven, zoo wel by een Collegie als het onze eefchat word, als immer gedaan zoude kunnen worden by eenig ander Collegie van Juftitie. Om kort te gaan wy beweerenalleenlyk, datwan•neer 'er termini habiles zyn, om in zulke extraordinaire gevallen, met volkomene gerustheid van des ^Rechters confcientie, de plano en zonder figuur van \Proces Recht en Juftitie te kunnen adminiftreeren, 'en het welzyn van de Republyk zelve 'er belang by theeft, dat 'er promptelyk geftatueerd werde een 1 exempel, 'er als dan niets onbillyker en onrecht■ vaardiger is, dan aan den Souverein zei ven hetver1 mogen te betwisten, om daar toe qualificatientevet» lleenen. Dit  254 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dit was, by voorbeeld, het geval van Mourand $ welke (om hier gebruik re maaken van de uicdruk-k king in de L. 16, Cod. de pcenis}fic in ipso flagitioi defrehfnsus frat, ut vix e.tiam ipfe ea, qucé obmU fero.l, negveJuffecerit. Zyne misdaad importeerde niets minder, dan een direét attentaat tegen de Hoogheid der Soevereiniteit vam U Ed. Gr. Mogeriffen. Zoo intr"pide als dezelve door hem en zyne CorrM plices otosjnoomen was, 700 boosaardig was hy in de volvoering, terwyl zyre Complices zich doot de Bedienden* van de Juftitie lieten dehorreeren} maar hy alken ha^dnekkiglyk bleef voortgaan, zoo dat hy daarom, gelyk het'Hof zelve erkend heeft .t gevat is. En dit gebeurde in eene epocque van tyd, waar in U Ed. Cr. Mogenden zelve gemanifesteerd hebben te begrypen, oat alle longeur van Procedures ter hoogften fchaadelyk zouden wezen aan het publyke welzyn. En wanneer dan in zoodaanig geval ook daarenc boven de informatien van dien sart zyn, dat dezeM ve den Rechter als 't ware noodzaaken , om allé twyffelingen ter zyde te ftellen, (gelyk indien de1 nood het vorderde» en wy onze Rechterlyke daa< den verantwoorden moesten» nopens de zaak van Mourand, ten duidelykften zoude kunnen blyken) dan vertrouwen wy aan ieder onbevooroirdeeld er redelyk Mensch serust ter overweeging te konner overlaaten, of het riet de verregaanfte dwaasheid zoude wezen, in zoodaanig geval mordieus te blyvet inhsereeren, dat al was de zaak nog zoo klaar ec evident, en de apprehenfie van de'": Daader gedaan in ipfo atlu of wel in flagranti delifto, een Rechter dan evenwel in zulk eene r ntoire en liquide zaak; en in zulk eene tydsornfrandigheid geene vryheid zoude hebben, om by oncftencenis ecner in allen? opzichte volleedige Co:ifesfie van den Delinquant, de plano en zonder figuur van Proces recht te doen, vooral indien daar toe eene qualificatie van den Sou-i Va  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 255 Verein zeiven tusfchen beide komt, die nogthands altoos vooronderfteld moet worden, indien ze zal kunnen werken, gepaste termen te fupponeeren, om daar van gebruik te maaken met eene geruste confa- 6n Deze denkbeelden, Edele Groot Mogende Heeren ! hadden wy ons geformt, niet alleen van ü Ed. Gr. Mogendens Refolutie van den l8den Maart dezes jaars, met betrekking tot den meergemelden Modrand, maar ook van Uwer Ed. Gr. Mogendens Publicatie van den 24ften daaraanvolgende; en het is derhalven ook volftrekt abulief, dat ö Ed. Gr. Mogenden volgens onze ftelling (gelyk het Hof in hunne nadere Misfive de zaak voordraagt) naar coedvinden in de forma judiciorum verandering zouden kunnen maaken, zelfs ten nadeele van de defenfie der Befchuldigden in Capitaale Delicten. Behalven dat uit eene herhaalde ledture van ons geadvyfeerde op dit refpedt, ad oculum blyken zal, dat wy de woorden naar goedvinden niet hebben gebezigt in het afgetrokkene, maar gecombineerd, met de woorden pro re nata en naar maate dat de omftandigheden zulks naar het begrip van U Ed. Gr. Mogenden, in deze of geene conjuhfture van tyden, volstrekt noodzaaklyk zouden doen worden. En dat wy 'er voorts hebben by gevoegd, dat, hoe zeer bet publyke welzyn en promptelyk ftatueeren van exempelen in eene materie, als deze, naar ons begrip ten hoogften noodzaakelyk konde maaken, het Hof zich echter merkelyk bedriegen zoude, wanneer het waande, dat U Edele Groot Mogenden, by de qualificatien aan ons verleend, zouden hebben goedgevonden ons te gelasten, om zoo maar aanftonds en in koelen bloede de Delinquanten ter galge te wyzen, zonder den aart en ^natuur van derzelver misdryf en de omjiandigheden die 't zelve Virzeld mogten hebben, te onderzoeken; en dat wy integendeel hebben begreepen, dat ons wel degelyk van de begaane misdaad op eene overtuigende wyze blyken moest, fchoon 'er geprocedeerd wierd depla-  öjö" Verzameling va?i Stukken betrekkelyk têt fto en buiten figuur van Proces , gelyk vry ook de zaak \ van Mourand, die zelfs, terwyl hy bezig was hét 4 voorfimeeven attentaat te pleegen, en dus in flagranti li delicto geapprehendeerd is geworden, niet andersdan ï op liquide blyken haddeu beoirdeeld. Men objicieere derhalven aan U Ed. Gr. Mogen-i. den, of aan ons, als Hoogstderzelver Confiliarii,, zoo veel pasfagien uit de Schryvers over het (zoogenaamde) publyke Recht, als men vinden kan,, om aan te toonen: dat elk Burger van een vry Gemeen nebest uit hoofde van het Contract, het welk de grondt flag der Maatfchappye is, recht hteft tot de volleedigjléi verdeediging van zyn leeven, eer en goederen voor det Rechtbanken, en dat daar mede zekerlyk niet wel te> compasfeeren is het Recht om hem het zelve naar goedvinden (welke woorden men volftrekt tegen onze; meeninge en intentje, uit derzelver verband heeft! gerukt) te beneemen. Men urgeere al verder, dat in een extraordinairi Crimineel Proces, op Vermeends liquide blyken (waart voor verklaaringen van Getuigen naar Rechten, niett gehouden konden worden, zoo lang dezelve niett zyn gebracht in forma probanti, en de party, dei vryheid niet heeft gehad, om de Getuigen, of getuigenisfen te reprocheeren) geene condemnaties behoord te volgen. Men vleije zich eindelyk, dat ocsargumentregel] het zoo breed uitgemeeten bezwaar van de Ingezetenen, by zulk eene manier van procedeeren, voor-al by een Collegie, als het onze, naamelyk, dati het Hof zoo niet altoos, ten minfte doorgaans.. in des-zelfs eigen boezem zouden hebben om door promptitudet en vigilantie teprcsveniëeren, en dus in allen gevalle: geene anticipeerende middelen van U Ed. Gr. Mö-gendennoodig had, onder anderen gefolveerd zou--! de konnen worden met aan U Ed. Gr. Mogenden,, geheel buiten propoost, en zonder dat iets van dien: aart door ons is bygebracht, op eene zeer fïngu-. liere wyze te vraagen : of het met de egaale wyze vani Juftitie te adminiftreeren ineen vry Land, en met dei Rech* i  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 257 1 Rechten van vrye Menfchen , te compasfeeren zoude \zyn, dat het zou afhangen van de meerdere of mindere \vigilantie van derzelver Overigheid, of zy recht tot «ene volleedige, dan tot een eenige bepaalde defenfie zou-,, den hebben ? Want indien men de zaak had gelieven voor te tflellen, gelyk ze waarlyk is, dan zouden alle zulke refledtien, waar mede wy ons over het generaal dn thefi zeer gaarne conformeeren, niet met zoo veel mphef geavanceerd zyn geworden. Over deregel immers is op zich zelve geene quasstie, maar het komt 'er op aan, of dezelve in zekere byzondere gevallen, wanneer de nood het vor-v derd, of het publyke welzyn anders daar by peribliteeren zoude, geene limitatie of reftriBie kan ondergaan? of, om het met de eige woorden van het Hof te zeggen, of de Souverein geene zulke extraordinaire voorzieningen kan doen in zeer fïnguliere gevallen, als de evidente noodzaakelykheid zulks fchynt :e vereisfchen? Dit laatfte, waar van wy de adfirmative beweeren, fchynt het Hof zelve in medio te hebben geaatcn. En dus zullen alle de generalia, die pasfijn door het Hof aangevoerd zyn, zeer weinig kunnen afdoen nopens het poinct, waar op het thands eenig>yk aankomt; terwyl de adfumptie, waarop dee/engemelde aan U Edele Groot Mogenden gedaane /raag zou moeten berusten, (naamelyk, dat de auihorifatie, in U Ed. Gr. Mogenden Publicatie van den 24ften Maart vervat, alleen aan ons Collegie gegeeven zoude zyn, met uitfluiting van de Hoven en bet Gerecht van 's Gravenhage) in ons voorfz. Advys reeds eene voldoende beantwoording, gelyk wy vertrouwen, gehad heeft, en wel zoodaanig, dac aet Hof in hunne nadere Misfive, om zich te redden, heeft moeten overgaan tot eene zeer fingulie:e uitlegging van dezelve Publicatie , naamelyk iat de woordenuv preventie daar in zouden abundeeren; daa welke vreemde manier van Wetten uitte XXXIX. Deel. R ' leg-  253 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot leggen niet alleen ftrydig is tegen de regelen, quod Leges benignius fintinterpretandce, ut voluntas earum confervetur\ &? q'iod in ambigua voce Legis ea potius : arc>piinda fit Jigmficatio, qvjp. vitio caret cum etiam i voluntas Legis ex hoe cotligo posfit; maar ook voor r zoo veel 't gevolg betreft, dat men daar uit zou i willen haaien, tegen de maxime van het Hof, zei.. ve dat (in allen gevalle) de insluiting van het ! een de uitsluiting van het ander niet mede- ■ bréngt, waar mede Hun Edele Mogenden op eeni ander refpect goedgevonden hebben de justesfe; van zeker raifonnement, aan onze zyde ■gemaakt,) op eene vry onaangenaame wyze te carpeeren. Wy erkennen ondertusfehen zeer gaarne, dac! zulke extraordinaire dispofitien, waar over alhierr quasstie is, altyd maar temporair kunnen wezen,, doch geenszins voor nu en in het vervolg , eno van nu voortaan; gelyk het Hof in de Remon-. ftrantie van den 8ften April gezegt heeft, dat teno dezen opzichte in de Auctor ifatien, waar over men] klaagde, gevonden zoude worden. Maar wy ichsereeren nogmaals, dat het niet dant ydele declamatien zyn, wanneer het Hof zich vans die uitdrukkingen prsevaleerd , om daar uit eenei prastenfe akeligheid der gevolgen te deriveeren, indien de voorfz. Auctorifatien bleeven voortwerken. Dit vertrouwen wy in ons meergemelde Advysi zeer klaar betoogd te hebben. En het is, naar onze gedachten, een bloote é« chappade, die men *er nopens de Publicatie vani den 24(len Maart op gevonden heeft, naamelykdat wy over 'c hoofd zouden hebben gezien, dat diet woorden van nu voortaan, daar in zoo wel gevonden worden, als de woorden nu en in het vervolgt in de Publicatie van den 23ften February jongst-t leeden. Want in de Publicatie van den 24ften Maart zym de woorden van fiu voortaan niet geinfereerd in dei daar by voorkomende Atjctorisatie, (zoo als het Hoi  de Gebeurtenisfen in S787 enz. voorgevallen, 259 Mof beweerd) maar in de voorafgaande periodes, contineereade: 1. het vertrouwen van U Ed. Grooc Mogenden dat elk en iegelyk dar Ingezetenen van. deze Uwer Ed. Groot Mogenden Reiidentie-Plaats zich van toen voortaan ten zorgvuldigften zoude wachten , van zich andermaal tegen de Souvereine befiuiten van Uwer Ed. Gr. Mogenden Vergadering te verzetten; en 2. de vermaaning, om zich inzonderheid als gehoorzaame Ingezetenen aan UwerEd. Gr. Mogenden Souvereine beveelen, vooral aan de zoodaanigen, die U Ed. Gr. Mogenden tdt eer èn luister van Hoogstgemelde Vergadering noodzaakelyk oirdeelden te gedraagen, zonder zich van toen voortaan op eenigerhande wyze met woorden of daaden daar tegen te verzetten. . . • Behalven dat dezelve Publicatie, gelyk 't Hof zelve gepenetreerd heefc, alleenlyk relatief is, toe de daar byfpeciaal gebut-eerde gevallen, en geenszins tot al het gene verboden is geworden by de anterieure Publicatie vanden23ften February; welke laatstgemelde Publicatie, (om zulks alhier in 't voorbygaan op te merken) of wel deaudtorifatiei daar in voorkomende, waar by de Commisfie van Uwer Ed. Gr. Mogenden Advokaat-Fiskaal by ons Collegie, die te vooren fpeciaal en temporair wasj generaal en perpetueel is gemaakt, door het Hof op verfcheide refpeóten geconfundeerd is met de auctorifatie, die gevonden word in de Publicatie van den 24ften Maart daar aan volgende, en ook zeer ten onrechte door Hun Ed. Mogenden is voorgedraagen, als veel verder geëxtendeerd te zyn* dan het Artikel van onze Inftructie medebrengt; dewyl al het daar by verbodene enkel en alleen relatief is tot de materie van Muiterye en Oproer, en het zich als van zelve wyst, dat, indien U Ed. Gr, Mogenden het einde hebben gewild, men dan ook met weinig gratie aan Hoogstdezelven de faculteit zoude betwisceh, tot het daarftellen van de media, omdat einde te bereiken; Om niet te remarqueeren, dat het zeer ronderR 2  2r5o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ling is nu ook al te gaan querelleeren dat gedeelte der Publicatie van den 23ften February jongstieeden, aangezien daarover tot dus verre geene qusestieis geweest, evenmin als over de Publicatien van den 23ft.cn February en den oden September des voorleeden jaars; en het bovendien ook naauwlyks te begrypen is, waarom men in de dispoütien van de beide laatsrgemelde Publicatien berust heeft, en nogthandszoo een merkelyk bezwaar vindt in die van den 23ften February dezes loopenden jaars, ten ware dat het Hun Ed. Mogenden onaangenaam geweest mogte zyn, dat ons Collegie daar by aan Uwer Ed. Gr. Mogenden Advokaat-Fiskaal als de Rechtbank is aangewezen, voor welken hy het Recht der Hooge Overheid by prssventie zoude hebben te handhaaven, waar van in de beide voorigen geene mentie was gemaakt; gelyk in den jaare 1673 mede het geval was van den Advokaat-Fiskaal Ruysch, uitwyzens U Edele Gr. Mogenden Refolutie van den 9 May 1673, dan het gene by Hoogstderzelver Refolutie van den I3den September daar aan volgende gerepareerd is, zonder dat het Hof, fchoon daar van in Authentica forma kennisfe gehad hebbende, zich ooit daar over beklaagd heefc, en waar toe in dit geval nog minder reden zoude zyn, als in het evengemelde geval van den Advokaat-Fiskaal Ruysch , vermits op zyne Reprssfentatie, aan denzelven wierd aangewezen eenen Judex vere delegatus, daar onze aan den Advokaat-Fiskaal by praeventie toegewezene Rechtbank, ten regarde van Muiterye, Oproer, en wat dies meer is, wettiglyk geconstitueerd is geweest van de grondlegging der Republyk af, en daar toe gemunieerd is met eene fpeciaale Inflruftie, welke van den jaare t$9oaf, tot den huldigen dag toe, hieromtrent in het wezen der zaake geene de minfte verandering ondergaan heeft, zoo als hier boven breeder is aangetoond, waar toe wy de vryheid neemen ons hier ter plaatfe te refereeren. Voor het overige (om weder te keeren tot de Publicatie van den 24ften Maart) hadden wy in ons voorfz.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 261 voorfz. Advys eenige voorbeelden opgegeeven, waar in mede op hooge ordre de plano en buiten figuur van Proces is geprocedeerd geweest, Wy zouden 'er, nopens andere materiën hebben kunnen byyoegen, behalven het 2de en 4de Art. van het Plakaat van Keizer Carel tegen de Bancqueroutiers, Hun Hoog Mogenden Plakaat van den 20 Otlober 1693 tegens de Vagebonden, Knevelaars, Rovers, Straatfchenders &c. het zy vaste woonftede hebbende, of niet, te vinden in het Groot Plakaat. Boek 4 Deel Fol. 507 en derzelver nader Plakaat van den 6 January 1707, te vinden in het Groot PlakaatBoek 5 Deel F"ol. 762 £? feqq; doch vermits dezelve minder parallel waren, aan Uwer Ed. Gr. Mogenden Publicatie van den 24ften Maart jongstieeden, hebben wy de aanhaaling derzelve achterwege gelaaten, en ons geborneerd tot exempelen, die wy vermeenden wat nader by te komen. 't Is waar, Edele Groot Mogende Heeren! dat onder die te vooren bygebrachte exempelen, te weeten die van ió"72, en 1673, (waar by nog gevoegd zoude kunnen worden eene aanfchryving van zyne Hoogheid aan schout en die van den Gerechte van Wasjenaar, de dato den 8 April 1673, waar °Y in cas van weigering om ten dienfte van den Lande naar Alphen te trekken, de ftraffe van de galg» zonder eenige genade, of figuur van Proces, bedreigd is geweest) fommige relatief zyn tot de Militairen, welker fubordinatie het Hof byna despoticq noemt en dat de meesten der overige plaats hebben gegreepen in tyden wanneer de vyand op den bodem der Republyk was; gelyk mede dat dezelve zyn faEta. welke alleen door den dringendften nood, en het bovendryven van het Politicq boven het Burgerlyk belang, in gevallen, waar in anders de gantfche Burgerftaat peiricliteerde, zyn veroirzaakt; ja, w.y erkennen 'er teffens gaarne by, dat uit zulke in zeer extraordinaire gevallen plaats hebbende exceptien van den generaalen regel, geene gevolgen tegen de generaale maximes eener vrye Staats-Regeering, R 3 en  262 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol en de daar op gebouwde vryheid van zich in den i Burgerftaat voor de Juftitie op de allervolleedig- ■ fte wyze te defendeeren, kunnen getrokken wor- • den. Maar wy vermeenen teffens dat bovengemelde >. onze aanmerkingen klaar genoeg evinceeren, dat : 'er evenwel termen kunnen zyn voor zulke extraor- < diraire-jfevaHen, en dat, wanneer de Souverein (aan w< 11 n Je beoirdeeling daar van alleen toekomt) de daaêelyke exiftentie daar van ondervind, dezelve dan ook in een tyd van Oproer en Combustie, byzonder-als de veiligheid van den Souverein zeiven diar by zoohooglyk geinteresfeerd is , wel degelyk ; het vermogen heeft, om daaromtrent zulke extra- • ordinaire dispofitien uit te brengen, als by Uwer E '. Groot Mogenden meergemelde Publicatie ten dezen opzichte, na eene zoo Vaderlyk daar by gedaane waarfchouwfng, vervat is, en dat dan alle; Rechters wel degelyk gehouden en verplicht zyn zich daar na, pofitis terminis habilibus, in Judicanjo 'te regulecren. Ondertusfchen hadden wy ons ten dezen regarde insgelyks gerefereerd tot het geval, der in 1696 te Amfteldam te recht geftelde Oproermaakers, gealJegeerd by Wagenaar in het XVI. Deel der Vaderl. Bijt., 63 B, No. 18; maar, volgens het zeg. gen van het Hof behoefde men flegts in te zien des. zelfs Befchryving van Amfteldam II. Deel, 22 Boek. pag 217 en 218 in Octavo, om uit de Nota i. (waar by tot het Confesfïe-boek van den iy Maart 1665 tot den 9 April 1696 , folio 195 , 196 en 198 verfo gerefereerd word)overtuigd te worden, dat diePer» föonen niet de plano en zonder figüdr van Pro. ces (het gene men, om dit met een woord te rele. veeren, hier en daar zeer ten onrechte als een Sy, nop.ymu.rn doet voorkomen met het woord Politic qpement) maar op derïelver Confessien te recht waren gefteld. Edoch naar ons begrip, is de voorfchreeven pasfage, zeer verkeerdelyk daar toe ingeroepen, om dat  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 263 dat de gemelde Nota i blvkbaar betrekkelyk ïs tot de drie Oproermaakers, die-gehangen zyn op vry das den proceditur de plano, ac non fervato more pro* ! ledendi ordvnario; quod licet raro,® ff ™"£ ï torffl« C#Kö. urgentibusque circumfiantiis per. " f auerZr admittum Authoris ; atqueid conttngit "iTériZe l«f* Majefiatis, in Rebelhombus, m fedüionibus exercitus,J in commotionibus populanbus, „ ac aliis repentinis Cafibus." tw.iVw r.n " Ten anderen: het gene door den ftf*™*™' niza nog voor weinige jaaren geleerd urn zyne DeUnmtfo Juris Crim. fecundam Conftit. Carol.acTheref^t^' L^ 4- Cap. 29. §• 649, 650, 653> 654, 65En 2/S^fhet geargumenteerde door den kun- Med i èi, die nog vry wat verder dan wy doen, Staan hebbende, aldaar beweerd heeft, dat 'er ieffs geïalle^ kunnen zyn , waar.in Perduelks ge* ftraft kunnen worden causfa prorfus in deh£ta, f™ naamelyk, quumexmora judicii permcies, aut ahui fnaZ magnum civitati Jpendet , et J^P""™ Principüaue raluberrimam excecutionem posfit; ea er wvS heef bygevoegd, fi qmstiopem ficforma , So p.t vir bonos, ac patrio stüdiosis, QUI terwyl wydTdelyk nog in het generaal moeten aanmerken, dat de zeer onaangenaame taxatie van onze gevoelens nopens de meergemelde door ü Ed. Gr. Mogenden aan ons gegeeven qualificatien, des te meer onverdiend van wegens den Hove aan ons weTervaaren is, daar wy by ^^H^Tv gemeld Advys het niet enkel gelaaten hebben by lene opening van onze gedachten, dat ü Ed.^ K. 5  266 Perzameling van Stukken betrekkelyk tot Mogenden eenvoudiglyk zouden behooren te perfifteeren by Hoogstderzelver befiuiten vanden i8den en 24!terj Maart dezes jaars, onder betooning van Uwer Ed, Gr, MogeDdens ongenoegen over de wy. ze, wtar op het H;if zich daaromtrent by U Edele Gr. Molenden had uitgelaaten, („ byzonder zoo „ ais wy geremarqueerd hadden, om dat het Hof „ zulks ondernoomen had in eene epocque van tyd „ al* deze, vaar in niet genoeg te apprehendeeren zyn „ de gevolgen van alles, dat de minste aanleiding zou xunven geeven, om de befiuiten van U Ed. Gr. Mo. ,, geilden parïtoulierlyk by ds ingezetenen van Hoogst„ derzelver RfJidevtie-'Piaats, te doen verdacht worden ,, yan dtsioucqrie -onrechtvaardigheden , in prejudicie ,, van Privilegiën, voor welfcr conservatie onze Voor„ vaderen zoo veele Jlroomen bloeds hadden gejiort, wel* ,, ke woordeo waar in &c. Hun Ed Mogenden by ,, het voorftel van deze onze reflectie, met ftudie ,', fchvnen te hebben achrergelaaten)". Maa: wv ook op dat ons geadvyfeerde, wyders met ioo veele woorden hebben laaten volgen: „ten „ ware U Ed. Gr. Mogenden niet oogeraaden mog. 35 ten oirdeelen, otn rot wegr.eeming van de fchroo„ pi'élykè vooroirdtt-terj, die federt het publyk wor}, den van *s Hofs Misfive de datoden 22ften Maart joDgsrleeden, by dezen en geren, byzonderook „ tegen ons College, verwekt fcheenen te wezen, „ (en die vooral niet vermindert zyn leden de Publica,, tie var de Refaónflrantiè van den óden April en de „ nadere ISi'five van aen iden Juny daar aan volgen- de,) voor eöd veel des roods nader goed te vin„ den en te verftaan, dar wy van de qualificatie, j, om de ph.no en zonder jiguur van Proces voor ons „ te doer procedeeren, conform de waare intentie „ van U Ed. Gr. Mogenden, en het begrip,'t welk „ wy ons daar van ab initio geformeerd hadden , niet „ anders gebruik zouden maaken, dan voanneerzulks „ des noods met toeflemming en approbatie van U Ed. „ Gr. Mogenden zelve, voor de cor.Jervatie van de ge„ meeneiust) of tot eclatante handhaavfng van de in- ,» vi-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 267 violable eer en digniteit van Uwer Ed. Gr. Mogen. ], dens'Hoogstaanzienlyke Vergadering, en van de il. lultre Perfoonen die dezelve compofeeren zullen t zou" de worden bevonden volstrekt noodza&kelyk te " Eene byvoeging (eenigszins coïncideerende ia Uwer Ed. Gr. Mogendens hier boven reeds aangehaalde Refolutie' van den n Maart 15895) welke ieeheel met ftilzwygen door het Hof gepasleerd is; :'doch die wy vertrouwen, by ü Ed. Gr. Mogenden ien'het onbevooroirdeeld" Publyk, ten preuve te zullen ftrekken, van de finceriteit onzer gevoelens, en aan den anderen kant van onze volkomene bereidwilligheid, om, wanneer wy tot ons innig leedwezen,'andermaal in de hoogstonaangenaame verplichting mogten geraaken, van in dergelyke zaaien de plano en zonder fi guur van Proces recht te doen , onze verrichtingen als dan prasallabel, en voor dat 'er gefetitenrieerd wierde, aan het oirdeel van U lEd. Gr. Mogenden zelve te onderwerpen. Wilden wy ons nu verder uitlaaien over de noodizaak waar in Wy geweest zyn, om onze manier van : denken en handelen ten dezen nader aan UEd.Crr. IMogenden, en aan de tegen ons zoo fterk gepra?. j by  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2tTo j by gereclameerde Privilegiën de non evocando te , hebben , dan wy tegenwoordig begreepen te , moeten hebben, nu den Hoogen Raad en het , Hof die zelfde Privilegiën allegeerden, zoo voor , derzelver refpedtive Onderhoorigen, als vooral, le de Ingezetenen des Lands." Want Hun Ed. Mogenden hebben zelfs erkend, lat onze bevoegtheid, om in dat geval Judicature :eexerceeren, enkel facultatief was, daar dezelve nu integendeel, met betrekking tot de Contravenleurs tegen de voorfz. Publicatien, is geworden ne. wfitatis. > . Behalven dat het particulierlyk nopens de zaaK van Moürand zoo vreemd niet geweest zou zyn» mindere deference aan eene verging van het Hof te toonen, als wy in 't voorfchreeven geval getoond hebben aan den Magiftraat van Woerden, vermids wy niet alleen toen reeds een en andermaal onaangenaame demarches van het Hof hadden moeten ondervinden, maar het bovendien ook vry zeker was, dat het Hof niet zeggen konde den ordinatren, dagelykfchen en Competenten Rechter te zyn van een Burger en Schutter van 's Gravenhage, gelyk Schepenen van Woerden waren ten opzichte van gemel:de ten Noever, -en gevolgelyk hunne Judicature :even als wy, (vermids geen van ons beiden door de apprehenfie op zich zelve, competent was ge1 worden,) enkel en alleen zouden hebben moeten ifundeeren op den aart en natuur van het door Mourand begaane delict, in hoedaanige gevallen, als i zynde de refervatis Principi, Hun Edele Mogenden i zelfs beweeren,' dat de Privilegiën de non evocan, co eene uitzondering lyden; zoo dat die beide geval] len in geenen deele parallel zyn, en dat van ten : Hoever althands niet had behooren te dienen tot eene aanleiding, om onr eenig disrefpeft yoor 's Lands Privilegiën de non èvocando by deze gelegentheid te gaan verwyten. Ondertusfchen verhoopen wy, Edele Groot Mogende Heeren! dat Hoogstdezelven de prolixiteit van •  27° Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van deze onze verantwoording, welke tegen onz<< Verwachting zoo merkelyk is uitgedyd, gunftigzuh len gelieven te verfchoonen, en te gelyk zorgezuh len gelieven te draagen, dat, wanneer U Ed. Gn Mogenden in 't vervolg noodig oirdeelen mogten t in materiën van dipn aart onze Advyfen te requireei ren, wy als dan niet andermaal blootgefteld zullee kunnen worden aan zulke verregaande onaangenaam! heden en proftitutien, als ons thands van de zydd van het Hof van Holland zyn wedervaaren. Terwyl wy voorts verzoeken, dat U Ed. Groot Mogenden by Hoogstderzelver dispofitie, ons we< zullen gelieven af te houden, van ons dienaangaant de met de Heeren van den Hove in eene Verderen penneftryd in te laaten; Hier mede, Edele Groot Mogende Heeren! zullen wy God Almachtig bidden, U Edele Groob Mogenden te willen houden in zyne Heilige Proj tectie. Gefchreeven in den Hage, den i2Decemb. 1786^ (Onder Jlond) Uwer Edele Groot Mogendens DiensW willigen, De Gecommitteerde Raaden ok toen ter tyd dat vooruitzicht moge geweest jiyn , zoo fchrikverwekkend en zoo ontroerend word let tafereel, waar in wy Compagnies jegenswoordige ?efteldheid, voor U Ed. Gr. Mogenden verplicht syn open te leggen. De rampipoedigé en verderf; door het decreteeren van eene vaste jaarlyk- fche oiideeliug, aan de klachten van zooveel ©ngehrkkige Ingezetenen, van zoo veele Weduwen en Weesen, welke in de actiën van die Maatfchappy geinteresfeerd zyn, zal worden te gemoct gekomen en een foutien gegeeven aan de zoo zeet behoeftige armen-kas eener Natie, welke altoos geweest is, en nog is, een voornaatne fteun van. 's Lands Commercie en Conftitutie. 3. Dat langs dien weg de Houders der Actiën en Obligatien, genoodzaakt zynde, willen zy van de uitdeelingen en aflosfingen profiteeren, in de nieuwe negotiatic deel te neemen, men zich van de reusfite, waar van de reeds genoemde Makelaars zich anderszins geen het minfte fucces belooven, met des te beter uitzicht zal mo. gen vleijen. 4. Dat anderen, ziende, dat de laatstgenoemde uit hoofde van zelfbelang, als het ware, verplicht worden de Maatfchappy in den nood by te fpringen, door den kans eener Lotery uitgelokt, des to gereeder zullen bevonden worden , om daar in mede deel re neemen. j. Dat wanneer de Maatfchappy in byzondere en bui-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 287 buitengewoone omftandigheden voor het vervolg eenige gelden zouden mogen noodig hebben, by voorbeeld in de maand December van het jaar 1791 wanceereen fomme van/4,953,000 gelicht by de negotiatie van agt Millioenen op des gemeene Lands Comptoiren zal moeten worden afgelost, de Penningen daar toe. des te facielder zouden kunnen bekomen worden , of wel de Houders dier Obligatien des te eerder gepermoveerd om die volgens de aan hun gelaatene keuze,, in gsmcene Lands Obligatien te doen converteeren. ö. Dat deze Negotiatie, in de daad, en volgens eene gedemonftreerde calculatie , minder bezwaarende is, dan eene geldleening tegen den Interest van vier ten honderd; en eindelyk, 7. Dat door haare verdeeling in Klasfen, en het negocieeren by termynen aan de Maatfchappy de faculteit gelaaten word, om naar gelang van toekomende omftandigheden, dezelve geheel of gedeeltelyk voort te zetten, in diervoegen, dat byaldien de verkoopingen eens. meerder mogten komen te rendeeren, dan dezelve bereekend waren , of door rykere retouren konden vergroot worden, alsdan da laatfte termynen of geheel of gedeeltelyk zouden kunnen achterwege blyven. Dan wy voorzien wel, dat U Ed. Gr. Mogenden zich wel licht in den eerften opflag zullen bevreemIden, dat wy deze Negotiatie op tien Millioenen gefixeerd hebben, daar 'er, gelyk bevoorens is geibleeken, voor eerst niet meer dan zeven Millioe:nen gevorderd word. Dan U Ed. Gr- Mogenden gelieven daar tegen in loverweeging te neemen, dat behalven de reeds geavanceerde redenen, welke daar voor fchynen te ipleiten, door het daarftellen van eene mooglykheid iom des noods meer dan de volftrekt benoodigde [Penningen te kunnen obtineeren, als dan naar omftandigheden van tyden en zaaken onder ons opzicht  588 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zicht en met onze kennisfe, zeef voordeclige flnan* tieele operatien fomwyien zöuden kunnen oimer- . noomen worden, welke by gebrek aan geld zouden , moeten achterwege blyven; gezwèegcn, dat het : Credit van de Maatfchappy '"iet weinig zoude ge- • ftyft worden , indien de Compagnie niet noodig ; had, alle de gevraagde Penningen op te neemen.! Om ook niet te melden, dat, offchoon ons wel is overgegeeven een calculatiye béreekening voor • de drie eerstkomende jaaren van den praïfumptiven ontfang en uitgaaf van alle de HoJlandfche Kame- . rer,. waar uit in den eersten opflag fchyfit gecon- ■ cludeerd te kunnen worden, dat de Maatfchappy geduurende dat tydvak geenen nieuwen onderftand 1 aan contanten zal van nooden hebben, men echter : in het oog dient te houden, dat die béreekening ; voornaamentiyk gebouwd is op de waardy der voor"handen zynde goederen, welke hoe zeer ook fub•ïntreerende in de plaats van geld, echter niet, en niet alroos in het moment, wanneer men het "be- ■ noodigd heeft, tot gelden kunnen" gemaakt wor. den, en dat dus de voorzichtigheid fchynt te vor- < deren, dai mé» van nu af aan bedacht is, omadem nood daar zynde, in dat gebrék van contanten te i kunnen voorzien; waar in wy te'minder zwaarig- ■ heid vinden, om dat die voorziening alleen tempo- ■ rair zynde, en in den voorraad van Waaren en Koop- • manfchappen, mitsgaders de fuccesfive inkomende retouren een genoegzaamen waarborg vindende, niet zoo zeer als een nieuw bezwaar voor de Maatfchappy kan worden gecorifidereerd. ■ Wy hebben nu, zoo veel dé* kortheid des tyds, en depresfacce van zaaken toeliet, de voornaamftè en naar ons inzien, de cenigfte middelen, waar door de Maatfchappy, in dit moment, uit de enft . barrasfante omftandigheden. waar in zy zicbaftueel I bevind, kan gered worden, aan ü Ed Gr. Mogen- . den opengelegd, wy hebben de redenen voor en tegen dezelve gewikt en gewoogen, en wy laatt n het aan de hooge wysheid van ü Ed. Gr. Mogenden  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 28? den over, om daaromtrent, eene bepaalde keuze te doen of wel anderszins dezelve zoodaanig te combineeren, als U Ed. Groot Mogenden ten meesten dienfte van de Maatfchappy zullen oirdeelen te be. hooren. Wy neemen alleen de vryheid U Ed. Gr. Mogenden te verzoeken, dat byaldien U Ed. Groot Mogenden aan het middel van Negotiatie alleen de voorkeur geeven mogten en U Ed. Groot Mogenden de Hollandfche Kameren daar toe zullen gelieven te authorifeeren, ü Ed. Groot Mogenden als dan tevens gelieven te refolveeren, dat dezelve noch voor het geheel noch voor een ged2elte zal mogen worden geopend en voortgezet, dan onder ons op. zicht en met onze toeftemming. , Want. daar wy ook bedacht zyn, om byaldien het buiten Compagnies fchaade kan gefchieden,, de Najaari verkopingen gedeeltelyk te doen vervroegen, ten einde uit het provenu, ware het mooglyk, het benoodigde te bekomen, en alzoo op die wyze de geldleening te verminderen, zoo vertrouwen wy, dat U Éd. Groot Mogenden geen zwaarigheid zullen maaken, om zulks over te laaten aan onze directie, met overleg van Bewindhebberen der refpeftive Kameren. Wy kunnen ons, Ed. Groot Mogende Heeren 1 niet verbeelden, dat by U Ed. Groot Mogenden of by een der Leden van Hoogstderzelver Vergadering i in.bedenking, veelmin in overweeging zoude, kun; nen genoomen worden, of het, daar 's Lands Fii nancien zoo zeer en fuccesfivelyk tot behoud der l Compagnie , en tot dus verre zonder de minfte 1 vrucht Qf uitwerking bezwaard, immers in de waagT fchaal gefteld ,worden , of het, zeggen wy, geen i tyd, ja meer dan tyd word,, de handen van de.Maat. ! fchappy af te trekken, en dat lighaam aan zich zeiven over te laaten. In tegendeel wy houden ons van de hooge wysheid van ü Ed. Groot Mogenden 1 ten vollen verzekerd, dat indien zulk een wanhoo» ■ pend denkbeeld by deze of gene Leden in den eer* i Hen opflag eenigen invloed zoude gehad hebbes, XXXIX. Deel. T dié  too Verzameling van Stukken betrekkelyk tot die Leden, zoo dra zy zulks in eene bedaarde en rype overweeging neemen, en in alle zyne gevolgen befchouwen, daar van al aanftonds zulien te rug keeren, en haast geconvinceerd zyn, dat de funeste gevolgen niet te bereekenen zyn , welke daar uit noodzaakelyk zullen en moeten gebooren worden. Wy zouden van de pretieufe aandacht van U Ed. Groot Mogenden misbruik maaken, en meermaals gezegde zaaken moeten herhaalen, indien wy in de verfctrillende byzonderheden aantoonden alle die nadeelen, welken zich wel haast zoo over het mercantile, als het finantie-wezen van de Republyk in het gemeen, en van deze Provincie in het byzonder zouden verfpreiden, en zich in dat geval, onder allerlei rangen en ftanden der Ingezetenen, in eene ruime maate doen gevoelen, indien wy U Ed. Groot Mjgenden deeden opmerken; hoe haast de Crediteuren der Maaifchappy zich zouden keeren tot U Ed. Groot Mogenden ten einde de onverwylde betaalingen van de door U Ed. Groot Mogenden geguarandeerde Renten en Capitaalen, waar van een voorraam gedeelte reeds in her begin van Angus'cs verf^hynt, welke tot hier toe uit Compagnies-K:s gefchieden en U Ed. Groot Mogenden als maar van verre raaken, daadelyk, en zonder uitftel te erlangen. Hoe haast U Ed. Groot Mogenden zouden genoodzaakt zyn voor de Etablisfementen en Posfesfien in het Oosten zorg te draagen, en dezelven met een krachtdaadigen onderftand van Contanten te onderft unen, wilde men die door gebrek aan nood» w> rdighed'.n en geld niet laaten te gronde gaan, of in handen van andere Mogendheden vervallen. En aan hoe veele en byna ii furmontable zwaarig. heden de daar toe te neemen maatregelen niet zouden bevonden worden onderhevig te zyn, indien de tyding van 's Compagnies aanfhanden of daadelyken ▼al die voorzieningen anticipeerde en vooruitliep; ja welk eene verbaazende en onvoorziene Revolutie zoo-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 291 zoodaanig eene tyding in dié vergelegene landen op het onverwachtst en zonder die te kunnen keeren9 niet zoude kunnen veroirzaaken; en dit in een tydsgewrigt, waar in een zekere tuimelgeest zoo veele Natiën bezield, en verdwaald heeft. Wy zwygen van de menigvuldige verwarringen en geduchte onheilen, welke hier te Lande, en vooral in die Steden, daar Kamers zyn, zoo dra Compagnies Werven en Pakhuizen zouden moeten gefloten worden, buiten twyffel zouden gebooren worden; van welke akelige vooruitzichten het niet zoude wezen, indien de Matroozen en Soldaaten der te huis komende en verwacht wordende fchepen de betaaling hunner foldy zouden moeten misfen. In een woord, Ed. Groot Mogende Heerenl wy kunnen geen denkbeeld hechten aan eene gebeurtenis, welke, zoo dra de interpofitie van UEd. Groot Mogenden guarantie niet langer tusfchen beiden kwam, binnen weinige weeken, en eerder dan U Ed. Groot Mogenden zich licht verbeelden, in de daad zoude moeten exteeien. 'Er blyft dus naar onze begrippen in dit moment gevolglyïc niets anders over, dan om te convoleeren toe de geprojecteerde geldleening, of wel het zelve met het ander door den Heer Raad-Penfionaris voorgeflagen middel te vereenigen. Langs dien weg, en langs dien weg ook alleen, kunnen Compagnies bezittingen in Afiën, (en hier op verzoeken wy dat U Ed. Groot Mogenden eene. byzondere attentie gelieven te vestigen) welker waardy het Capitaal der door U Ed. Groot Mogenden geguarandeerde Obligatien verre te bovengaat, nog voor het algemeen bewaard, het publiek creditj het welk maar al te veel gedeprimeerd is, gefoutepeerd, en 's Lands Finantien voor eenen geduchten fchok, welke anderszins voor de deur ftaat, beveiligd blyven. Langs dién weg is 'er mooglykheid, dat onder • 's Hemels zegen, en met daarftelling van gepasteen cordaaté'midaelèn, zoo dra door de verzending vjrj T 2 Con-  292 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Contanten voor de bekoming van kostbaare Retouren kan gezorgd worden, de vervallehe zaaken zich lang^aamerhand kunnen nerftellen, immers by proviüe, aan den gang gehouden, en niet buiten haat gehéél gebracht worrjVn. Eindelyk langs dien weg, zoo wanneer in het vet* volg door onvoorziene calamiteiten en buiténgewoone desastres, en niettegenftaande alle aan te wendene middelen van redres, Compagnies zaaken by continuatie zouden blyven achter uitgaan, zyn 'er mooglyk nog fchikkingen te beraamen, (doch welke eene voorzichtige Staatkunde niet toelaat voor als nog aan te toonen) waar door de geduchte gevolgen, welke wy kortelyk gefchetst hebben, nog eenigermaate zouden kunnen worden verzacht, immers in een zeker opzicht voor het Finantieele belang van deeze Provincie gezorgd. Wy hebben gemeend alle deze Confideratien aan het verlicht oirdeel van U Ed. Groot Mogenden te moeten openleggen en ü Ed. Groot Mogenden te verzoeken, om met al dien fpoed, welke het gewigt en de presfance van zaaken vorderd, hierop een vruchtbaar befluit te neemen, en dien volgende Bewindhebberen van de Oost-Indifche Compagnie te qualificeeren om onder ons opzicht volgens het hier by overgelegd Plan, eene geldleening van tien Millioenen onder guarantie van U Ed. Groot Mog. zoo van Capitaal als Interesfen, ten fpoedigften, en zonder tydverzuim te mogen openen; aan de Gecommitteerdens van U Ed, Groot Mogenden over te laaten, om naar omftandigheden van zaaken die fom, doch niet meerder, het zy geheel, het zy gedeeltelyk te kunnen doen negotieeren, en daaromtrent in het generaal zoodaanige fchikkingen te mogen maaken, als zv Heeren Gecommitteerden, met overleg van de Bewindhebberen ten meesten nutte van de Maatfchappy, en ten minften bezwaar van 's Lands Finantien zullen oirdeelen te behooren. Dat wyders tot faciliteering daar van ü Edele Groot  ie Geieuitenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 293 Grooc Mogenden zullen gelieven te verklaaren, dac Hoogstdezelven, als thands geworden zynde de voornaamfte Crediteuren van de Maatfchappy, zich niet zullen oppofeeren, dat, ten behoeven van de Houders der Actiën, welke genegen zyn, om overeenkomflig het Plan dernegociatie naar rato van derzelver Hoofdfommen daar in deel te neemen geduurende dien tyd, dat het jegenswoordig Oftroy der Maatfchappy nog zal blyven werken, zal worden gedecreteerd eene jaarlykfche uitdeeling van 12 en een tweede Per Cento onder korting van de gewoone loofte en 2oo(te Penningen ten behoeve van U Ed. Groot Mogenden. Dat al verder, onder guarantie van U Ed. Groot Mogenden zal worden geaffecteerd een jaarlykfche fom van een ten honderd van degaofcheHoofdfom, met het jaarlyks accres der afgefprongen Interesfan , om te dienen tot een fonds van jaarlykfche afiosfing by loting, over alle de Obligatien gefprooten uit de geconverteerde Recepi&fen van Anticipatie-Penningen en gefuppleerde contante Penningen, welke tot nog toe onder geene aflosfingen begreepen zyn, zoo nogthands, dat die Obligatien, op welke geene loten zullen genoomen worden, onder de voorfz. afiosfing niet zullen gebracht worden. En dat byaldien U Ed, Groot Mogenden van ge. dachten zouden wezen, dat ook gebruik zoude kunnen en moeten gemaakt worden van het Plan om de nog loopende Recepisfen van Anticipatie-Penningen, anterieur aan het jaar 1781, te doen converteeren in geguarandeerdeObligatien, als dan van het Kapitaal derzelven, invoegen als vooren, dat is, met een jaarlyks accres van de afgefprongen Interesten , gelyke fom van een ten honderd tot afiosfing zal worden geaffecteerd. Of wel eindelyk, dat U Ed. Groot Mogenden anderszins op zoodaanige andere en toereikende middelen gelieven bedacht te zyn, als U Ed., Groot Mogenden tot voorkoming der onheilen, welken, T 3 by  2P4- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot by ontftentenis van den pecuniairen onderftand, buiten twyffel voor de deur ftaan, naar Hoogstderzelver gewoone wysheid zullen oirdeelen te behooren. Waar mede, na over de Perfoonen en Regeering van U Ed. Groot Mogenden des Hemels ryke zegeningen te hebben toegewenscht, wy ons met eerbied noemen, Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) 's Hage, den Uwer Edele Groot Mogendens 8 Jul y 1790. Dien stwilligen, De Gecommitteerdens tot de zaaken van de Oost-Indifche Compagnie. (was geteekend) G. j. D. van der Does van Noordwyk , P. H. van de Wall3. J. Rendorp, Hendk. v. Straalen, Jz. Litt. A. Nota van de Subfidien en onder Guarantie van Hun Ed. Groot Mogenden en Hun Hoog Mogenden in diverfe Negotiatien by de Hollandfche Kameren der Oost-Indifche Compagnie in* gekomene gelden federt den i May 1781 tot uit. May 1790, en daar te. gens gedaane Uitgaven onder eenige voornaame refpeSten. Ontfang. 17S1. May. Subfidie van Hun Ed. Groot Mogenden om in 33 jaar te reftitueeren met drie percent. ..... ƒ 1200000-0-0 1782.  de -Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 205 1782. en verv. By Converfie van Receptsfen van Anticipatie-Pen ningen in Obligatien met guarantie van Hun Ed. Groot Mogenden is gefourneert ... ƒ 7560850- o-o 1781. Dec. Het Quota van Holland in ƒ 2294400-0-0 by den Raad van Staaten gepetitioneert 30 Ottober 1781. tot een Sublidie van de generaale Compagnie in plaats van genoegzaam Convooi van Oorlogicbepen ƒ I33785°- 6-° 1783. July. Het Quota van Hol land in ƒ 1200000-0-0 by den Raad van Staaten tot Subfidie gepetitioneert ƒ 699712"10-0 Octob. Leening van Holland om uit de eerst inkomende Penningen der verkoping in de Hoilandiche Kameren te reftitueeren ƒ 600000- 0-0 Decemb. Van bet Comp- toir generaal van de Unie onder guarantie van Hun Ed. Groot Mogenden ƒ 4000000- 0-0 UitdeNegociaue van 8 Millioenen onder guarantie van Hun Ed.Gr. Mogenden ƒ 4953000- 0-0 1785. Uit de Lotery van 1785. onder guarantie van Hun Ed. Groot Mogenden met eene jaarlykfche afiosfing ƒ 700000- 0-0 1786* Uit dito van 1786 met dito ƒ10000000- o-O 1788. r Aug. Uit de Wisfelnegociatie volgens Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden van den 1 Augustus 1788. ... ƒ 5000000- 0-0 T 4 1788  206 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 1788—1790. De Subfidie ingevolge de Refolutie'van Hun Ed. Gr. Mog. in dato 11 Augustus 1788. . . ƒ 23,62,5000-0-' Hier onder Wis- fels in den vyf en twiniigften Penning ge- furneerd. Waar op onder uit. May 1790 nog te goed was .... ƒ 437000-0-0 —-—--—ƒ23188000- 0-0 Het montant der hondertfte en twee bondertfte Penningen door Hun Ed. Groot Mogenden aan de Hol). Kameren der Oost-Indifche Compagnie afgeftaan federt A". 1784. ƒ 856172-16-0 Uit de Negóciatie onder guarantie van Hun Hoog Mogenden . ƒ 1312000-0 -o Te zamen ƒ 67707585-12-0 Uitgave. Gereftitueerde gelden aan de Provincie van Holland . . . ƒ 1800000- 0-0 5 Interesfen. . . 375000- 0-0 ——ƒ 2175000- 0-0 Duo aan de Generaliteit. . . . 4000000- 0-0 Voor de afiosfing der Wisfels op ' Hun Ed. Gr. Mog. getrokken volgens Refolutien in dato den iften Augustus . ■ , . fc 4598000- o-o Con»  it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen 297 Contanten naar Indïên gezonden van primo Juny 1781 tot uit. May 1790. Door de Kamer Amfteldam ƒ 23867486-13-8 Delft . . . 1711771-11-0 Rotterdam . 1828567-12-8 Hoorn . . 2723822 - 0-8 Enkhuizen . 17207.4-™-° — 31852432- 8-8 Wis/els op Asfignatien uit ' Indiën getrokken. By de Kamer Amfteldam ƒ18686239- 9-8 Delft . . . 2141002-12-O Rotterdam . 2098159- 1-8 Hoorn . . 2229303- 4-° Enkhuizen . 2i95™4-i9-o - ——— ■ 27350716- 6-0, 1 ƒ 70076148-14-8 Het furplus dezer Uitgaven boven den nevenftaanden Ontfang benevens de verdere importante Uitgaven van verfchillende aart, welke m dit tydvak door de Hollandfche Kameren hebben moeten worden gedaan, zyn gevonden uit hunne aaudeelen in de Verkoopingen geduurende dien tyd gehouden, gelyk gedetailleerd te zien is in de verantwoordingen der Kasfen van voornoemde Kameren over net zelfde tydperk loopende, en hier by geluppediteerd. T 5 Litt-  2P8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Litt. B. Redenen waarom het jonsfie Subjïdie door de Provinciën Holland en Zeeland aan de Campagnie toegeftaan niet voldoende is geweest, of zal zyn wanneer het geheel zal zyn genoohn. Eene eerfie reden daar van beftaat hier in, dat dit Subfidie niet is ontfangen binnen den tyd, welken men zich had voorgefteld, toen men de benoodigdheid van de Compagnie heeft opgemaakt, tot welkers vervulling dit Subfidie moest ftrekken. Het behoeft geen betoog, dat die met den dag aangroeijende benoodigdheid grooter, de nadeelen uit de groote Kwaal in Indiën, het geldgebrek, voortvloeijende, verderffelyker en dierhalven het herftel kostbaarder moest worden, naar maate dit laatfte langer wierd uitgefteld. Hier uit volgt al verder, dat daar 'er eene be. •paalde opgave der benoodigdheid wierd gevraagd, men om het daar op gevorderde bepaald antwoord te kunnen geeven, zich moest voorftellen een tydftip , binnen het welk de benoodigdheid zoude worden gefuppleerd. Die benoodigdheid wierd dan in de maand Maart 1788 door de Vergadering van XVII. bepaald op dertig Millioenen Guldens, welke refpedtivelyk moesten ftrekken, tot fuppletie van de Kas hier te Lande, tot aanvulling van het ontbreekende aan geld en goederen in Indiën om den Handel op den voorigen voet te herftellen, tot uitbreiding van dien handel, tot inwisfeling van het Papierengeld in Indiën, tot herftelling van de door den Oorlog geruineerde navale macht van de Compagnie, en Completeering der Zeevaarende, en eindelyk ter Completeering der Militairen tot het getal altyd bevoorens noodig geoirdeeld. Dan deze Calculatie was hier op gebouwd, dat men  de Gebeurtenis/en in 1787 «k. voorgevallen, 299 men deze fom in een a een en een half jaar na dat dezelve opgemaakt was, zoude ontfangen, en dac dierhalven binnen dien tyd door toereikende uitzendingen, in het geldgebrek van Indien zoude worden voorzien. . Men heeft daarom ook reeds in den aanvang der Conferentien in den jaare 1788 metde Perfooneele Commisfie van Hun Ed. Gr. Mogenden gehouden op het nadrukkelykfte aangehouden op een oogenblikkelyken onderftand, en niet verborgen, dat de Compagnie behoorde ftaat te kunnen maaken op vaste termynen, waar op dezelve de benoodigde Penningen zouden kunnen toucheeren, met provifioneele opgave van eenige» dier termynen, en de op dezelve benoodigde lommen, welke tot den iften October van dat jaar te faamen beliepen, tien Millioenen Guldens. . De Hoilandfche Kameren hebben echter in dat tydftip daadelyk niet eerder en niet meer ontfangen dan in de maand Augustus daar aan volgende tene fom van ƒ 5000000 -0-0 fpruitende uit de des tyds gearresteerde negociatie van Wisfelbrieven tot dat montant, doch waar van zy terftond aan den Ontfangen Hooft ƒ 6,87000-0-0 hebben opgefchooten ten behoeve van de Provincie, zoo dat hun alleen het genot van ƒ 4313000-0-0 overbleef. Dat ook het verder gedeelte van het bubüdie by de Compagnie niet is genooten op de tydlhppen waar op men had gecalculeerd, getuigende menig, vuldige infiantien van haarent weegen onophou.de]Yk gedaan, en de datums der Refolutien door Hun Ed. Groot Mogenden en Beeren Gecommitteerde Raaden daaromtrent fuccesfivelyk genoomen. Dit word ook vooral daar door bevestigd, dat de Kamer Zeeland eerst in het najaar 1789 is begonnen te genieten de allereerfte vruchten van de Quota dier Provincie in het generaale Subfidie tot f 4-375000-0-o en dat volgens particuliere Informatien nog daadelyk aan die Quota ontbreekt een capitalefomvan zes en twintig tonnen Gouds: daar v nog-  30o Verzameling van Stukken betrekkelyk to% nogthands uit die Quota grootendeels moest wor-J den gezuiverd bet ten achteren van de Kamer Zee- ■[ land, op de Indifche geldeisfchen van zoo een zicht- ■ baarén en onmiddelyken invloed op het herftel der t generaale Maatfchappy. Het is 'er verre van daan, dat men dit alles zou- . de willen allegueeren met een inzicht om zich als i t ware te beklaagen over hec langzaam inkomen i van het SubOdie: de uiterfte poogingen, door beide Provinciën aangewend, maaken alleen de wet. tigfte aanfpraak op eene nederige erkentenis van de zyce der Maatfchappy, maar daas zy zich getrouw moest kwyten van naar hec beste inzicht van Bewindhebberen , haare benoodigdheid niet alleen mer betrekking tot defommen maar ook tot den tyd onbewimpeld op te geeven, was het daarentegen geheel buiten haar vermogen om te doorzien, of daar aan al of niet konde worden voldaan, en al waren zy van het tegendeel verzekerd geweest, kon zulks den aart van de zaak niet veranderen, of maaken, dat die benoodigdheid daadelyk minder wierd, of in fommen of omtrent den tyd. Ais een tweede reden, en die men vertrouwt van zelfs m het oog te loopen, waarom het Subfidie niet voldoende is, moet worden aangemerkt, dat het daadelyk verminderd is met het gene aan de Compagnie gekost heeft de prsmie van asfurantie der gelden, daaruit verzonden naar Indiën, zynde die asfurantie tegens Compagnies gewoonte gefchied op fpeciaale begeerte van Hun Ed. Groot Mogenden, de onkosten der Wisfelnegociatie, en het verlies op Bankgeld en Zeeuwfche Ryksdaalders uit den ajften Penning geprovenieerd, heb. bende het een en ander bedraagen als volgt. Pramie van asfurantie. . . ƒ310,314.17.8 Onkosten der Wisfelnegociatie, verlies op Bankgeld en Zeeuwfche Ryksdaalders. , . 180,076- 2-0 ƒ 490390.19.8 Era-  de C-ebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 301 Eindelyk eene derde reden, waarom het Sublidie onvoldoende zal zyn, beftaat hier in, dat dc Retouren in de twee laatst afgeloopen jaaren j zoo Idoor verlies van Retourfchepen» als het toegtnoo:men gebrek aan den gereeden Penning in Indiën, izöodaanig zyn verminderd, en uit dien hoofde de :najaarfche verkoopingen van 1788 en 1789 zoo voorbeeldeloos weinig hebben gerendeerd, dat zulks :met geen mooglykheid heeft kunneh worden vooruitgezien, waar door het deficit in de Kas hier te Xande veel grooter is geworden, dan men had kunmen verwachten; hebbende ook de Chinafche han!del, uit hoofde van onvoorziene omftandigheden, in die beide jaaren niet afgeworpen die voordeetien , welke men had te gemoed gezien. = < De nadeelen öp Zee, welke de Compagnie in die jjaaren geleeden heeft, beftaan in het uitgaande Schip Middelwyk met het inhebbende fonds tot den [handel op het Ryk van China, de zeer importante IRetourfchepen, den Admiraal Suffren van China en ide Maria van Ceilon en de Retourlading van het iaan de Kaap de Goede Hoop verongelukt ingehuurd [Schip, het drietal Handelaars, waar van niets naa1 menswaardig heeft kunnen geborgen worden. En het enorm verfchil tusfchen het provenu der 'verkoopingen van den jaare 1788 en 1789 met die i zelfs maar van den jaare 1787 heeft met geenmoogilykheid tot dien trap kunnen worden verwacht, als I hebbende over die beide jaaren bedraagen meer dan 1 tien Millioenen Guldens. Men neemt de vryheid hier by nog aan te merken, dat van de voorfchreeven gevraagdde dertig Millioenen Guldens alleenlyk zyn toegeftaan drie en twintig Millioenen, zynde daar van afgetrokken drie en een half Millioen, opgegeeven als benoodigdtot Completeering van de Militaire macht, en gelyke drie en een half Millioen tot uitbreiding van den handel. _ « < Want of wel het geheele geaccordeerde Sublidie door beide Provinciën heeft bedraagen een- ender-.  3oj. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gelost zynde Capitaalen, welke aflo^fingen zuU len dienen te gefchieden by Loting overdeNum. mets van de zoodaanige, welke in deze Lotery in maniere als hier na volgt zullen, deel neemen. Zullende de Houders van ieder Party aèien gróót B. ƒ 3000-:- oud Capitaal, zich ten dien einde (des begeerende) moeten voorzien van twaalf Loten en de Houders van ieder Obligatie groot ƒ 1000-:- bovengemeld van vier Loten, By de Loten dienen uitgegeeven te worden Certificaaten, en wel by ieder Lot een Certificaat, om op dezelve ƒ 250: Cap. Aétie of Obligatie onder de bovenftaande uitdeeling en afiosfing te brengén, — dus zal tegens de overlevering"van twaalf Certificaaten, ieder Houder van B. f 3000;- Actiën vaü de voorn, jaarlykfche uitdeeling verzekerd worden onder bovenftaande Cosditien, en zal zulks op rekening der Actiën worden genoteerd. En zal wyders tegens intrekking van vier Certificaaten voor een Obligatie groot ƒ 1000-:-, als ybbrèp op dezelve worden genoteerd, dat dezelve in de voornoemde afiosfing zal zyn begreepen, met byvoeging van een nummer, waar op dezelve zal wqrden uitgeloot en afgelost. Dan dewyl eene operatie als deze niet weder zal kunnen worden hervat, en wy ook thands geene apparentie tot hec reusfeeren van deze zouden durven geeven, ware het niet, dat wy vertrouwden, dat de favorable Rapporten van de Ed. Mogende Staats-Commisfie op nieuw een meer gunftig idéé omtrent den ftaat der Compagnie zal doen opvatten, en wy daar door hec Publyk zullen kunnen engageeren daar in deel te .neemen, . Waarom wy de vryheid gebruiken te proponeëren, of U Ed. Mogenden op dien voet niet liever ia plaats van de gevraagde. 536 Mili. zouden kunnen refolveeren, een grooter Negociatie te doen, al ware het van 10 Mill. welke wy zouden brengen iri de form eener Lotery, verdeeld in vier Clasfen ieder van twee en een half Mill. Guldens, van welke' wy  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 30J yy pfovifioneel zouden zoeken te entrepreneeren wee Clasfen, en het werk Op dien voet inrichten n behandelen, dat het Hun Ed. Mogenden vry-* :ond in tyd en wyle ook de derde en vierde Clasfe ; doen voortgaan, om zoo doende ook des begeeende die Penningen te kunnen ligten, Zonder dat et zelve by het Publiek het voorkomen eener hiciite Negotiatie hadde; terwyl Zelfs het Credit van e Compagnie aanmerkelyk zoude worden ge;yft, wanneer deze verdere Negotiatie wel oor het Publiek wierd begeerd, maar de Compagie niet noodig hadde die Pennir gen op te neeaen; terwyl aan den arderen kant eene op nieuw terhaalde Negotiatie, >>oo dezelve al fnöoglyk was, :et reeds zoo zeer gefletrisfcerde Credit der Comagnie, waarfchynlyk den laatften doodfteek zoude teeven. Men zoude deze Negotiatie verdeelen in Loteö, edër groot fi co-: • waar vanNum. 1 tot 2500 j, ih :e eerfte Clasfe; Num. 25001 tot 50000, in de twee:e Clasfe Zoude worden uitgetrokken; en zoo verbolgens Num. 5cooi tot 75000, voor de derde Oasis; en Num. 75001 tot rooooo, inde vierdeClasfe4 — Deze Lotery zal 20 percent Pryzen eh Premi;n noodig hebben, dus voor ieder Clasfe ƒ500000'; if van ƒ2500000, Capitaal ƒ 3000000, betaalbaar n Obligatien a 3 percent Intrest, rrn t eene jaarlykche afiosfing zoodaanig gefchikt, dat dezelve ia fyftig jaaren afgelost zullen kunnen worden: het gene zal kunnen gefchieden, Wanneer de Compagnie per ieder Clasfe 's jaars : 125000, tot betaaling van Capitaal ea Intresfea geliefde te ftellen, wanfieer de Negotiatie a vis de Compagnie het zelve zoude ayn, als of die fom ijenegotieerd ware by forme van 44 jaarige Renten i 5 percent 's jaars. IWy zouden gaarne van een en ander netto b?•ekening hebben gefuppediteerd, dan de tyd is daar toe te kort geweest, gelyk ons de verdeeüügtn der Pryzen nog ontbreekt, welke wy echter liefst XXXIX. Deel. V con*.  306 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot communicatif met de Entrepreneurs wilden opmaa.a ken, bevoorens die onder het oog van U Ed. Mo..d genden te brengen. >| Voorts zal deze Negotiatie gefchieden onder gua-i rantie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heered Staaten van Holland en West-Friesland voor Capio taal en Intrest, met authorifatie op de Voogden etd Weesmeesteren, om zich by deze Negociatie tet mogen'interesfeeren, en des noods ter vetkrygingi der Certiflcaaten eene of andere Effecten te mogec verkoopen. ? De onkosten op het doen dezer Negotiatie te vali len, zullen bedraagen voor de Pra;mie aan deEntrei preneurs ter verzekering van het Effed der Negoc tiatie op den te bepaalen termyn twee percent, ec Courtage aan de Makelaars een half percent. Verzoekende van het welbehagen van Hun Ed( Groot Mogenden zoo fpoedig mooglyk te wcrdet geïnformeerd, ten einde deze Negotiatie asn dd Entrepreneurs te mogen proponeeren, om hun ta kunnen engageeren, en niet voorgegaan te wordec door een of andere binnen- of buitenlandfche Net gotiatien, waar van vooral een eerstgenoemde dii werk grootelyks zoude belemmeren, zoo niet ge< heel en al vruchteloos maaken. Litt. D. CONCEPT MEMORIE. Wy hebben de eer gehad om Hun Ed. Mogender de Heeren Gecommitteerdens tot de zaaken van d^ Oost-Indifche Compagnie in meer dan eene befoigne aan te toonen, dac 'er nu by geen mooglykheid op» eenigerlei wyze gelden voor die Maatfchappy te Negotieeren waren, dan by form eener Lotery van Obligatien , geguarandeerd voor Capitaal en ! Intrest by Hun Ed. Groot Mogenden. Dat nog alle hoop van daar in te reusfeeren freum | de, Off  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 307 Of op de grootheid der fom, tot Pryzen en Pix. mien te destineeren* om door win- en fpeelzuchc het Publyk aan te lokken , niettegenftaande den flesten prys der vroeger gedaane Negotiatien, wanneer de laagfte fchatting die wy daar van zouden durven doen, ten miuften dertig percent zyn zou en dan nog zouden wy ongaarne inftaan, om daar over een eenigszins geëxtendeerd engagement te zullen kunnen fluiten. Of wel op het uitlooven van eenige attraits aaö de Houders van fommige andere Effecten, ten laste der Oost-Indifche Compagnie; onder voorwaarde, dat zy ook eenig aandeel in deze nieuwe Negociatie neemen zouden: en wy hsefiteerden met hier by te voegen, dat dit laatfte als zuiniger voor de Compa. cnie, min bezwaarend voor Hun Ed. Groot Mogen, den, en zekerder in deszelfs reusfite was. . Wy detailleerden mondeling in het bréede, dat gemelde attraits voor de Houders dier Effecten, kön* den beftaan, , 1. In een vast divident jaarlyks aan de eigenaars der Aftien te beloven; tot het welk, zonder eenig ander motif dan de nood en toeftand van veele derzelve, de Beftïerders der Maatfchappy zeker toch wel eens verkiezen zouden middelen te be; raamen. , , ,. 24 Door een afiosfing te accordeeren van de Obligatien, gefprooten uit de Anticipatie-Penningen, van ten minflen een Percent 's jaars, augmentee^. rende met de daar door jaarlyks befpaarde Inte- resfen. . , Beide alleen op gemelde voorwaarde hunner medewerking tot deze nieuwe Negotiatie, het zy doof daadelyke deelneéming, het zy door de faciliteermg daar van aan anderen. Wy toonden verder aan, dat alzoo 'er op deze wyze geene ouastie was van de minfte fchaade of facrifiee, maar alleen de bloote last van een geringe betaaling, op rekening eener verfchuldigde fom, en de voldoening van een intrest of divident, her  308 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot welk byna onvermydelyk was, dit middel oneindig zuiniger voor de Oost-Indifche Compagnie was, dan de vergTOoting der Pryzen, met (ten allerminfte gerekend) tien Percent; het gene een waare fchaade en faCrifice was. Dat ook dit middel min bezwaarend voor Hun Ed. Groet Mogenden was, als niet alleen hunne tegen» woordig op zich te neemene guarantie voor een derde van de geheele Negociatie verminderende, maar inzonderheid , door , op eene byna ongevoelige wyze de voorige borgtocht der vier- en- dertig Millioen feu d peu te doen vervallen, en eindelyk eens geheel te eindigen. Dat ten laatften dit middel zekerder in deszelfs reusfite was, als herftellende het lyden der eigenaars van de Actiën, en de misnoegdheid van de Houders der genoemde Obligatien wegneemende, die niet dan met verdriet konden zien, dat de Bylagen hun opgelegt, niet genoeg uitwerkten, om hunne Effecten, fchoon ten vollen geguarandeerd, gelyk te houden in prys met het flechts gedeeltelyk geguarandeerd Loterygoed van 1785 en 1786 enkel, wyl aan het laatfte efene jaarlykfche afiosfing toegezegt was; de wegneeming van welke te onvredenheid altoos nut doet ter plaatzing; doch bovendien zou, hoe hoog men de fom der Pryfen ook mogt ftellen, het Publyk, waar van byna alle meer of minder gegoede reeds in foortgelyke Effecten geinteresfeerd zyn, misfehien huiverig blyven om dit hun Intrest te vergrooten; daar zy nu lichter toe zullen overgaan, wyl, met een gering bezwaar hun oud Intrest zoo veel verbeterd word, boven dat alles zyn voordeden, die het minst kostbaar voor den geldnee» mer, en even voordeelig voor den geldgeever zyn, altoos preferabel, als het Credit des Opneemers min benadeelende, en alles dus contribueerende tot faciliteering der Plaatzing en Reusfite. Wy drongen eindelyk verder aan, dat zulk een onverplichte afiosfing natuurlyk merklyk zou contribueeren tot herfteiling van het Credit der Maat- fchap»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 309 I fchappy, al was het alleen door derzelver Effecten I beter op prys te houden, en daar door de middelen 1 te prepareeren, om indien eens deze vermeerdeiring van afiosfing in een byzonder tydftip wat beizwaarlyk was (het welk de eenige objectie was die i men hier tegens maaken kon) men dezelve veel lich. tter door een kleine en zich ook peu a peu rembour» Ifeerende opneeming, gemaklyk zou kunnen maaken. Alle deze redenen U Ed. Mogenden bewoogen il hebbende om ons te gelasten met het farmeeren van i een ampel bericht der boven geprasfereerde Negotiatie, hebben wy de eere het zelve hier by te fuppediteeren. In hoope hier mede aan de intentie van U Ed. 1 Mogenden te hebben voldaan, hebben wy de eer lons met verfchuldigde hoogachting te noemen. Uwer Edele Mogendens onderi"s Hage, den daanige Dienaar en, 1 July'1790. (was geteekend,) Arend van der Werff. Pi eter Stadnitski. Sartuel en David Saporta. Ketwich en Voombergh. Edele Groot Mogende Heeren! Sedert U Ecl. Gr. Mogenden in ous hebben goedIgekeurd de keuze van zyne Doorluchtigfte Hoogiheid als Gecommitteerdens tot de zaaken der Oostfilndifche Maatfchappy, en wy op den 8ften July {laatstleeden van onze voorloopige verrichtingen ver[flag hebben gedaan, hebben wy niet opgehouden Jons te bevlyti^en pmaan het oogmerk zoo van Hun iHoog Mogenden als van U Ed. Groot Mogenden te voldoen. Wy hebben ons tot dat einde laaten onderrichten van den ftaat der Maatfchappy, en van de heil ftuuring derzeive zoo hier te Lande als, in Indiën, I V 3 «  510 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot en ons verder toegelegd op het uitvinden van middelen door welke de ingc-flopen gebreeken, welke wy van tyd tot tyd ontdekt hebben, konden worden weggenooraen, het beftuur op e;:nen beteren voet gebracht, en in het algemeen dit kwynend lighaam, zoo niet in voorigen bloei herfteld, ten minften uit haare tegenwoordige verregaande ongelegenheid ge. red worden. Wy hebben vermeent Ed. Groot Mog. Heeren! niet langer te moeten uitfiellen U Ed. Gr. Mogenden van onze bevindingen verflag te doen, terwyl wy na het afloopen van de Vergadering van Zeventienen die thands op Reces gefcheiden is, om in het begia van Maart weder by eikanderen te komen, ons daar van meer byzonder zullen trachten te ac. quiteeren. Wy achten het onnoodig om U Ed. Gr. Mogenden van nieuws te detailjeeren de omftandigheden van zaaken, waar in wy, by de aanvaarding van onze Commisfie, de Maatfchappy bevonden. Genoeg is het U Edele Groot Mogenden flechts met een enkeld woord te rememoreeren, dat toen ter tyd, tot haare provifioneele en momentaneele redding, geene andere middelen voorhanden waren, dan om dezelve, door een aanzienlyk Support van Contante Penningen, ten fpoedigften te onderfteu. nen. Ook werden de redenen, welken wy daar toe bybrachten , by U Ed. Groot Mogenden zoo dringëade gevonden, dat zelfs die Leden, welke in de geproponeerde geldiichting van tien Millioenen Guldens meenden te moeten difficulteeren, echter zwaarigheid maakten om de Conclufie, by meerderheid daar toe genoomen, te contradiceeren. Wy zouden van de pretieufe attentie van U Ed. Gr. Mogfnden misbruik maaken, indien wy'breedvoerig verflag deeden van het gelukkig Succes dier operane. — Want, daar Bewindhebberen met ons overleg, in de beginne van gedachten waren, om , hy provific, üiet meerder dan agc Millioenen Guldens  de GebeurtenisTen in 1787 enz, voorgevallen. .311 fcns ov> te neemen, d.iar was de toeloop en het ain. óek der deelnemers, tegen alle verwachting, *oo erk, dat zy het raadzaam vonden, die gumtige lelegeobeid niet te moeten laaten voorbygaan, maar | reeds bepaalde fom met de nog resteerende twee llillioenen te amplieeren. Wv voorzien wel, dat zy, welken op de wyze an Negotiatie min gunftige refleftien gemaakt heb(en, al aanftonds hieromtrent zullen remarqueeren, at a priori aan de gelukkige uitkomst daar van geenskonde worden getwyffeld, gecor'ü^jrd het «vorable, dat daar in voor de deelneemers gelee- ED?nShoe haast zal het gewigt daar van niet verwynen, zoo dra men maar m opmerking neemt, Dat deze Negotiatie in de daad voor de Comagnies financien minder onereus geweest is, dan jy• in den eerften opflag, fcheen te zyn; wylhec es duidelykfte gedemonftreerdis, dat de jaarlykfche ienten, en wel geduurende den tyd van agt- en"eertig jaaïen, nift hooger kunnen berekend worïen, als tegen merkeiyk minder dan v.er percent EelhDadte,rdal ware het zelve daar mede in dier voere geleegen, echter, in dat moment, toen de Neotiftie gearresteerd werd, de uitzichten voor de confervade van den vrede in Europa geenszins zoo Sie waren, als zy kort daar na geworden zyn; g d t het derhalve/ten uiterften ongepast zoude zvn, om, ex postfattis en van achteren, dergelyke tefleto te maaken, te meer, daar wy a le reden Ihebben om te twyffelen, of zy, die daar van het «meeste fpreeken, nu nog in ftaat zouden zyn, om E■ fn dit moment, deVnoodigde Contanten op ïeen voordeeliger voet te bezorgen. r Dan, van meer belang oirdeelen het U Ed. Gr. Mogenden buiten twyffel, om nu meer yan naby te worden geïnformeerd, of deze tien Millioenen toereikend en voldoende geweest zyn en verder zyn fzK, om daar mede niet alleen het deficit by^ze  312 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot meergenoemde Misfive opgegeeven, te zuiveren a maar zelfs te voorzien in alle debenoodigdhedenvan n de Maatfchappy. Wy hadden wel gewensebt dien aangaande een n gunftiger bericht te kunnen geeven; maar daar wy i by onze Misfive wegens die calculative berekening a reeds eenige bekommering te kennen gaven, zoo a kunnen wy, tot ons leedwezen, voor U Ed. Groot tj Mogenden niet verbergen , dat dezelve van nu af J aan ook by de nitkomst is bevestigd geworden,] — en dat reeds tegen het einde van dit jaar van ei nieuws een zeer aanmerklyk deficit exteeren zal. — > Welk deficit wy niet te min hoopen, dat ten minnet voor dit loopend jaar, uit den boezem der Maat-; fchappy zelve zal kunnen gefuppleerd worden,, waar toe wy de middelen in dit Rapport aan U Ed.: Groot Mogenden fummierlyk zullen voordraagen. Dit deficit, Edele Groot Mogende Heeren! kani nogthands voor eerst eene aanmerkelyke vermindering, het is ook waar, vermeerdering ondergaan,, naar maate 'er in het jaar 1791 meerder of minden Schepen zullen worden uitgerust, de Repatriërende! meer of min gelukkig arriveeren, ryker of minden laadingen aanbrengen; en deze by verkoop hoogen of geringer pryzen zullen afwerpen. Daar doet zich, ten anderen, uit de tydingen uitI Intiië ingekomen wegens een aanzienlyke vermeer-, dering in de Producten van Koffy, Zuiker, Pepert en Indigo, eene taamlyk welgegronde hoop op, datt de Retouren vry aanzienlyker dan de voorige jaarenj zullen zyn. U Edele Groot Mogenden gelieven daar en tegen j Diet uit het oog te verliezen, dat indien by het defi.. cit gevoegd worden de forome van ƒ4035000-:-' welken, op de gearresteerde Negociatie van agti Milüi enen, in het jaar 1783 vo^r den tyd van agti jaaren, zyn genegotieerd geworden, en, volgens! den duidehken inhoud der Obligatien, overeen, komftig de Refolutie van U Ed. Gr. Mogenden van 1 den 5 December 1783, in de maand December aan-'- ftaan* • j  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 313 ftaande door de Houders kunnen, en, buiten twyffel, ook zullen worden opgeëisctu, als dan ook daar in zal moeten voorzien worden. Want fchoon volgens den iDhoud der even gemelde Obligatien , de gehoudeuisfe by ontftentenisfe van voldoening by de Compagnie, zoude komen op ü Ed. Groot Mogenden, zoo moet gemelde Com- Êagnie doch befchouwd worden als de origineele )ebitrice. tt if'j En wy moeten tot ons leedwezen U b-d. Groot Mogenden prevenieeren, dat by ons geene mooglykheid zich heeft opgedaan, dat de Compagnie aan deze haare verplichting zal kunnen voldoen. Deze laatfte afiosfing intusfehen voor een oogenblik aan een zyde Hellende, en ons by pro^ifie, alleen bepaalende tot het aanmerkelyk deficit» het, welk aan hec einde van dit jaar prefumptivelyk zal plaats hebken, zoo proflueert daar uit natuurlyk deze vraag: op welk eene wyze en langs welke wegen , zal zulks ten minften bezwaar van Compagnies Finantien kunnen gevonden worden? Geen gereeder middel zou zekerlyk daartoe voor handen wezen, dan het gewoone middel van Negociatie, onder guarantie van U Ed. Groot Mog. — Maar daar het zeer waarfchynlyk zoude kunnen gebeuren, dat verfcheide Leden van U Ed. Groot Mogenden daar in niet gereedelyk zouden confenteeren, zoo fpreekt het van zelf, dat'er naar andere middelen moet worden uitgezien, doch die echter van dien aart zyn, dat zy daadelyk, en zonder uitftel, de plaats van eene geldleening kunnen vervangen. Wy hebben, Ed. Groot Mogende Heeren! niet nagelaaten, om over een onderwerp van zoo veel aanbelang, fintseen geruimen tyd, onze gedachten te laaten gaan; en daar het aan ons is voorgekomen , dat en eene onverwylde bezuiniging en vermindering van omflag hier te Lande, en eene daadelykc en verhaaste Introductie van buitengewoone belastingen in Indiën (door welke laatfte de verV zen-  314 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zendingen van Contanten uit hec Moederland pro. vifloneel immers voor een groot gedeelte zouden kunnen worden gemenageerd) voornaamenlyk in aanmerking behoorde te komen, zoo hebben wy bereids, den I4den October laatstleeden, van alle de refpective Kameren gerequireerd, om ons ten fpoedigften te berichten. I. Welke middelen, ingeval de Maatfchappy, geduurende den loop van het jaar 1791> zonder nieuwe foumisfementen van Penningen haare zaaken niet zal kunnen aan den gang houden, zouden behooren te worden aangewend, endoor welke wegen die buiten Confufie zoude kunnen worden gehouden ? SsOfen welke poindten van menage en verbetering van Finantie in alle gevallen, daadelyk werkende, zouden kunnen worden geintroduceert, zoo hier te Lande, als in Indiën, in de onderfcheiden Departementen , en fpeciaal in hoe ver zouden kunnen worden ingevoerd eeninige belastingen ? als daar zyn. Een Ambtgeld. Een Hoofdgeld van de Slaaven. Een Belasting op het Collateraal. Een Heffing van een 25 of 50 Penning, by wyze van don gratuit. En deze poinóten met byvoeging van eenige andere, hebben wy zoo by de Vergadering van Zeventienen als by de byzondere Kamers nog aangedrongen by onderfcheidene Misfivens. Wy hebben aanftonds van ieder der voorfchreeve Kameren wel afzonderlyke antwoorden ontfangen ; doch daar wy in de meesten derzelven niet wel hebben kunnen berusten, en dat ook verfqheiden, zoo niet alle te kennen gaven, dat deze vraagen niet zoo zeer haar ieder in het byzonder, als wel het geheele lighaam der Maatfchappy betroffen, en, naar haare gedachten, by eene Vergadering van Zeventienen zouden behooren te worden onderzocht en gediscutieerd, hebben wy by nadere  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 315 re Refolutie , de ingekomen antwoorden aan de laatstgenoemde toegezonden , en dezelve op het ernftilfte verzocht, om de voorgeftelde vraagpoincten ten fpoedigften te maaken tot een onderwerp van haare deliberatien, en ons vervolgens te dienen van derzelver Coniideratie en Advys. De Vergadering van Zeventienen hier over en over andere voornaame objecten, in de maand December laatstleeden in de Praefidiaale Kamer van Amf.eldam vergaderd zynde, hebben wy ons mede derwaards begeeven, ten einde, zoo veel moog. lvk de deliberatien te helpen befpoedigen, en over de byzondere poincten, met eenige Heeren, uit derzelver midden gecommitteerd, in Conferentie te treeden. .,,„,„„ Wv hebben doch begreepen, dat de middelen , die aangewend konden worden, niet alle te gelyk in het werk konden worden gefteld, en onderfcheid moest worden gemaakt tusfchen zoodaanige . welke daadelyk kunnen worden ingevoerd, en anderen die niet dan op tyd kunnen werken. — Wy hebben dus met genoegen gezien, dat by de Vergadering van Zeventienen gerefolveerd is, m de deliberatien te volgen de voornaamfte pointter. aan onze intentie voldoende, en welke vervat zyn in een Schema daar van by het Bewind geformeerd. Gemelde Vergadering heeft in haare Sesfien zoo extraordinaire als ordinaire, welke laatfte nu on. langs in het begin van deze maand geëindigd is, en met den iften Maart aanftaande weder een be. gin zullen neemen, op alle de poinften, die wy haar hadden voorgefteid, niet kunnen antwoorden, doch wy hebben niet genoegen gezien, dat zy met ons in de noodzaakeiykheid om voorgemelde Lasten in de Indiën.in te voeren, volkomen heeft ingeftemd, er, ook daadelyk daar toe de beveelenaan de Hooge R^geering laaten afgaan. Hoe zeer nu de vastgeftelde belastingen in Indien al aanftonds en geduurende den loop van dit jaar, aan het meergemelde deficit op eene aaomerkelyke  3i<£ Verzameling van. Stukken betrekkelyk tot wyze zullen te gemoet komen, en misfchien daar door verminderd kunnen worden met eene aanzienelyke fomme, zoo zullen ze echter naar ons inzien nog geenszins in alle opzichten fufficient wezen, om het zelve daar uit geheel te zuiveren. Wy neemen daarom de vryheid aan U Edele Gr. Mogenden te rememoreeren het geavanceerde by ons voorgemelde Rapport van den 8 July 1790 en toenmaals by Hoogstdezelve in deliberatie gehou.den middel, te weeten, de guarantie van de nog ongeconverteerde Recepisfen van Anticipatie Penningen , overeenkomftig het Plan van den Heer Baad-Penfionaris , in het voorige jaar gefuppediteerd. Want fchoon wy gaarne erkennen, dat de Introductie van het zelve een nieuw bezwaar voor *s Lands finantien zoude opleeveren, zoo gelieve V Edele Groot Mogenden daar tegen in het oog te houden. 1. Dat 'er met geen mooglykheit Penningen tegen eenen gemaatigden Intrest te bekomen zyn. 2. Dat langs dien weg eens eindelyk het zoo haatelyk middel der handfluiting zon worden opgeheven en in vergetelheid geraaken. 3. Dat het bezwaar in de daad van veel minder aanbelang zoude zyn, dan het in den eerften opflag fchynt, nademaal het niet waarfchynelyk is, dat 'er op de fom van ruim drie Millioenen, die zoude kunnen worden gefourneerd, meer dan voor de helft zal worden aangebracht, geconfidereerd veele van die ongeconverteerde Recepisfen of aan den band van fideicommis zyn onderhevig, of aan minderjaarigen en toezicht behoevende Perfoonen behooren. Maar met reden zullen U Ed. Gr. Mogenden van ons vraagen, op hoedaanig eene wyze zal dan nog het refteerende worden gezuivert? Waar uit zal zulks worden gevonden ? Wy neemen de vryheid, tot beantwoording van dit gewichtig voorftel te remarqueeren, dat byaldien  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 317 dien die middelen, welke by het Schema kortelyk zyn aangewezen, kunnen worden in trein gebracht, en van welken wy ia 't vervolg meer byzonder zullen fpreeken, als dan van zelve geduurende dit loopend jaar een importante diminutie in het deficit zal plaats hebben ; geconfidereerd, om dit eene flegts op te noemen, als dan in het najaar zouden achterwege blyven notabele debourfementen wegens den inkoop voor den Eisch van behoeftens voor Indiën, welke in de Calculative bereekeningen in uitgaaf zyn gebracht, en te faamen ettelyke tonnen Gouds zullen bedraagen. Maar waarfchynelyk zullen U Ed. Gr. Mogenden verder vraagen, indien die middelen, op tyd werkende, eens aan zoodaanige infurmontabele zwaarigheden onderhevig bevonden wierden, dat men het gevaarlyk zoude oirdeelen, de Introductie te hazardeeren, wat dan? J, '■ , Wy willen gaarne erkennen3 Ed. Gr. Mogende Heeren! dat wy ons in dat geval niet weinig zouden vinden verleegen, dan daar wy ons met beter uitzichten eenigermaaten durven vieijen, zoo wenfchen wy van harte, dat de uitkomst die flikkerende hoop niet geheel za! verydelen, maar ons dat aangenaam genoegen verfchaffen, dat onder Gods zegen de wankelende Maatfchappy, ten minften. dit jaar zonder fubfidien, zal kunnen ftaande worden gehouden. ... , Maar vraagen U Ed. Gr. Mogenden vervolgens, gelyk zy buiten twyffel doen zullen, zyn dan de zaaken voor het toekomende gered, en herfteld^ Kan dan de Maatfchappy op den duur ftaande blyven ? Kan men met eenigen grond zich daar mede vieijen? Daar zy zelfs, in dit jaar, niet dan door buitengewoone Negociatien en belastingen , op welke zy voor het vervolg geene reekening kan maaken, is te redden geweest? Dan moeten wy, willen wy ons zelve voor U Ed. Groot Mogenden, en voor de posteriteit, verantwoordelyk ftellen, daar op dit antwoord geeven. Dat,  3i8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dat, zoo wanneer 'er geene middelen van redres, zoo daadelyk als op tyd werkende, in trein te brengen zyn, zoo men genoodzaakt is af te zien van die genen, welke reeds by het meergemelde Schema zyn aangeftipt, en van anderen, welke hierna zullen worden opgegeeven; dan moeten, dan mogen Wy voor U Ed. Gr. Mogenden onze rechtmaatige bekommering langer verbergen; dan zouden wy ons genoodzaakt vinden, rondborftig aan U Edele Groot Mogenden te verklaaren, dat men op middelen bedacht zou moeren zyn, om zoo veel mooglyk voor te komen, deonbeüen, die van den val der Compagnie fchier onaffcheidelyk zyn, en wy zouden ais dan ons in de noodzaakelykheid bevhiden, om zoo veel in ons vermogen is te voldoen aan de verplichting, aie wy uit hoofde van de Se creete Refolutie van U Edele Groot Mogenden van den 23ften July op ons hebben genoomen. Hoe zeef wy nu ook de fituatie van zaaken voof een oogenblik aan de ergite zyde hebben befchouwd, hoe zeer wy onze rechtmaatige bekommering hebben aan den d3g gelegd, dat eindelyk dat geduchte tydftip daar zal y.yn, zoo moeten wy ons echter niet laaten affchrikken, om ook eens van de andere zyde te beproeven en te onderzoeken, of 'er geen middelen of wegen kunnen worden uitgedacht, van welke, zoo veel het menfchelyk vooruitzicht toelaat, gunftiger gevolgen te verwachten zyn. Wanneer wy daar op onze aandacht hebben bevestigd, zullen wy best doen, dat wy ons bcpaalen tot eene befchouwing van de gefteldheid der zaaken hier te Lande, en daar na tot die in Indien, of met andere woorden, tot het excogiteeren van zoodaanige middelen, welke in die beide betrekkingen voor het vervolg, en op tyd van vrucht zoude kunnen wezen. Belangende den ftaat van zaaken hier te Lande, zoo hebben wy gemeend ons zeiven te moeten afvraagen. ï.01  de Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 315 1. Of door eene daadelyke Introductie van eenealgemeene bezuiniging, en affnyding van al het overtollige, de lasten van de Maatfchappy der* maaten zouden kunnen worden verminderd, dat die vermindering, zonder prejudicie van haare esfentieele belangens dien trap en dat vermogen zoude kunnen bereiken, dat zy in de daad van eenen bclangryken invloed wierd op het geheele wezen der Maatfchappy? ■ 2. Of door eene verandering in de Directie en m de wyze van den handel zoodaanige notable voordeden zouden konnen worden behaald, dat de fchaadensen verliezen, welke de Maatfchappy nu jaar op jaar ondergaat, daar door zoude kunnen worden voorgekomen of gebalancccrt ? Wat het eerfte poinct betreft, wanneer wy de onderfcheidene Departementen van de gantfche Maatfchappy hier te Lande onderfcheidelyk hebben nagegaan, zoo kunnen wy niet ontveinzen, dat wy ons verbeelden daar in te hebben ontdekt zeer veele objecten, welken naar onze gedachten, met meerder fpaarzaamheid, en met minder omfiagzouden kunnen worden behandeld. Wy zeggen dit geenszins, om hier mede de Leden van het bewind van eenig plichtverzuim of onopmerkzaamheid te inflmuleeren ; dat zy verre! maar wy bedoelen, dat de jegenswoordige inrichting en behandeling van zaaken naar de jegenswoordige bekrompene gefteldheid al te omfiachtig en te kostbaar is, en dat, naar maate de Maatfchappy, van tyd tot tyd ten achteren is geraakt, ook ia die zelfde maate, eene aanzienelyke reductie m verfchillende refpeften, welken, toen zy voorwaards ging, van geringer aanbelang waren, moet worden geïntroduceerd. Dan, voor dat wy in het byzonder daar van fpreeken, oirdeelen wy het ten hoogften noodig een Preliminaire bedenking, welke, buiten twyffel, by fommigen zal gemaakt worden, uit den weg te ruimen, *e  3 2 o Verzameling van Stukken betrekkelyk tos Te weeten, dat fchoon eenige poincten van menage, waar op onze attentie gevallen is, op fcich zeiven en in abftrafto befchouwd zynde, zouden kunnen geoirdeeld worden van weinig importantie te zyn, en gevolgelyk niet voldoende, om aan het oogmerk te beantwoorden, echter die allen te famen en by den anderen gevoegt zynde, een zeer aanzienlyk objeü zullen bedraagen. Doch, om ter zaake te komen. In de eerjte plaats, is onze aandacht gevallen öp het omflachcig aantal van bediendens, in de verfchillende Departementen, en in het byzonder od dat der Garbuleurs, vaste Sjouwers, losfe Sjouwers, Arbeidslieden er Kuipers, zoo in het flachc huis, als in de Wapenkamers en Magazynen; waar van buiten twyffel 'er verfcheiden zyn, welke zouden kunnen gemist worden. In de tweede plaats, verdient het aantal der Arbeidslieden, welke op de Timmerwerven en in de Lynbaanen gemeenlyk geëmploijeerd worden, al mede eene byzondere attentie. Wy willen gaarne erkennen, dat 'er tot den aanbouw en reparatfe van Compagnies-fchepen , het laaden en ontlaaden der goederen, het flachten en inzouten van vleesch en fpek, het kuipen van vaatwerk, in een woord, tot de gantfche Oeconomie niet weinig Perfoonen in dienst vereischt worden, maar wy betwyffelen, of fommige objecten met geen minder omflag zouden kunnen behandeld worden. In de derde plaats, hebben Wy onze aandacht al mede gevestigd op het getal der Bewindhebberen, en de Bediendens van meerder of minder rang, waar van de Traktementen voor de Kamer Amfteldam voorbeeldshalve alleen opgenoemd, jaarlyks volgens opgave bedraagen ruim een honderd en veerfig duizend Guldens. Men zal niet contefteeren, dat veelen van die bediendens, zoo lang de zaaken op den jegenswoordigen voet geadminiftreerd worden, met geen mooglykheid zouden kunnen worden gemist 5 maar de  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz* voorgevallen. 32* de vraag is, of niet de Tradtementen van fommigen, by vacature, zouden kunnen worden verminderd, daar het bekend is, dat veele hunner van. zeer aanzienlyke Emolumenten jouisfeeren, ja of niet wel eenige posten, by overlyden pf defiftic van de jegenswoordige Posfesfeurs zouden kunnen worden gemortificeerd. —- Én of fpeciaal, in hec getal der jegenswoordige ttewindhebberen, bedraagende thands over alle de Kameren een aantal van 75 Perfoon en, al mede van nu af aan geene reductie-zoude kunnen worden gemaakt, Wy voorzien wel, fidele Groot Mogende Heeren! Dat al aanftonds tegen dezen voorflag gewichtige bedenkingen zullen gemoveerd wo-den, maar daar de hooge nood, waar in de Maatfchappy zich actueel bevind, buitengewoone remedien vereischt, zoo kunnen wy var, de cordaatheid en edelmoedigheid der Regeeringen yan de refpective Stéden, vooral daar Kamers gevonden worden, raaüwlyks anders verwachten, dan dat zy zich bereidwillig en genegen zullen tooneh, haare byzondere genoegens aan de belangens van het algemeen op te ofre* ren ; en wel te meer, wanneer dezelve in confidentie zullen neemen , hoe dergelyke facrifices dë Ïechte en gefchikte wegen zyn , om Compagnies )ienaareh in Indiën aan te moedigen, van de Lasten, welke men hun zal opleggen, des te gewilliger te draagen. 1 In de vierde p laats, hebben wyniet uit net oog ver^ looren de menigvuldige en kosibaare befoignes in 's Hage, mitsgaders het onderhoud van het Logement'aldaar, en wy houden ons verzekerd, dat iri« dien dezelye konden worden afgefchaft, en te gelyk daar door het genoemde Logement met al dén omflag daar aan verknocht, vernietigd, jaarlyks een Vry aanzienlyke fom zoude worden uitgefpaart. En daar wy hebben nagegaan, dat deze befoig. fies eerst met den jaare 1641 een aanvang hebbeö beginnen te neemen; en dat echter Compagnies Belangens voor dien tyd, niet minder dan daarna wie^XXXIX. DBfit. X dei*  392 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den gadegeflagen en behartigd, zoo verdiend het, naar onze gedachteD, een poinct. van onderzoek te worden, of deze befoignes, indien zy op den duur noodzaakelyk geoirdeeld wierden , Voortaan niet op eenen anderen en min kostbaaren voet zouden 'behooren gebracht te worden. En daar beéédigde Hoofd-Participanten van de Kamer Amfteldam reeds daar toe in den jaare Ï786 aan Hun Hoog Mogenden, een voorflag gedaan hebben, hebben wy te minder zwaarigheid gemaakt, om ook dit poinct in het byzonder aan te roeren. Ten vyfden, is onze attentie al mede gevallen op het getal der Jagten, welke voor de refpective Kameren worden aangehouden, en waar van het onderhoud jaarlyks een zeer aanzienlyke fom bedraagt. Daar nu de coodzaakelykheid van die aanhouding dependeerd van de meerdere of mindere quantiteit der Commisfien; zoo zoude de vraag wezen, of het uitbrengen en inhaalen der uitgaande en t'huiskomende fchepen op de Rede van Texel en Helvoet, niet zoude kunnen worden nagelaaten (extraordinaire gevallen uitgezonderd) en pf het werk, het welk aldaar door Gecommitteerde Bewindhebberen verricht word, in alle gevallen niet zoude kunnen worden gedemandeerd . aan een of twee beéédigde Moniter Commisfarisfen in loco; -— daar het toch vry algemeen bekend is, dat, welk eene attentie ook door Heeren Bewindhebberen, in het waarneemen dier Commisfie, in acht word genoomen , echter derzelver welmeenende poogingen, tot voorkoming van desordres, fraudes en contraventien, niet zelden worden geëludeerd, zoo dat zelfs, na dat de fchepen reeds buiten gaats gebracht zyn, verfcheiden ongepermitteerde goederen met lichters en kaagen worden aangevoerd en overgefcheept. — Van welke fraudes in het verzenden van ongepermitteerde goederen wy in den laatften tyd een zeer fpreekend bewys hebben gevonden, en waaromtrent wy bezig zyn, om de zoo hoognoodige verbetering te doen introduceeren. Dok  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3*3 Ook verdiend het al mede een naauwkeuriger onderzoek , of het noodzaakelyk is, dat by de Verkoopingen altoos asfifteeren Bewindhebberen uit andere en vreemde Kameren, en of dezelve voortaan niet zouden kunnen worden waargenoomen door Bewindhebberen in loco? daar het doch geenszins te prasfumeeren is, dat de laatstgenoemden, uiteen kwalyk geplaatften yver voor hunne eige Stedelyke belangens, die van het generaale lighaam der Maatfchappy, daarzy metéédeaan verbonden zyn, zouden voorby zien. Wanneer deze beiderlei Commisflen voortaan konden worden afgefchaft, houden wy ons verzekerd, dat daar door het verminderen van verfcheidene Jagten zoude worden gefaciliteerd, en hier door, en door het menageeren der daggelden en vacatiën, ettelyke duizenden jaarlyks zouden worden uitgefpaard. Ten zesden, verdienen de uitdeelingen van fpeceryen en zuiker, aan Bewindhebberen, en zoo veel andere Ambtenaaren, van meerder of minder rang, en waar onder 'er zoo veelen zyn, welke tot de Maatfchappy geen de minfte relatie hebben, al verder eene byzondere refleöie. — Het zy verre van ons, dat wy de jegenswoordige Genieters daar van zouden willen priveeren, maar wy vinden geen reden , waarom dit douceur voor de refpettivé Succesfeuren in officio op den duur behoord te continueeren , ja wy zouden het zelfs niet ongefaifonneerd vinden, dat van nu af aan niemand in meerder dan in eene qualiteit daar van jouisfeerde. Mooglyk zal dit, in den eerften opflag, als een zaak van weinig aanbelang worden aangezien, maar wy houden ons verzekerd, dat men het fpoor niet geheel zal byster wezen, wanneer men de waarde van alle die uitdeelingen berekend op ruim ƒ50000 -: - Wy hadden wel gewenscht, Edele Groot Mogende Heeren ! dat Bewindhebberen de voörgeftelde poincten.uit het zelfde oogpunt, als wy bs. X 2 fchouwd  324 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fchouwd hadden, maar wy hebben met leedwezen gezien, dat de meeste dertelve zoo door de Vergadering van Zeventienen als door de byzondere Hollandfche Kamers (die van Zeeland is afzonderlyk niet aangefchreeven.) of geheel verworpen zyn, (als by voorbeeld, de vermindering der Jagten, en der Bediendens zoo in getal als in belooning), of dat het profytvan de bezuinigingen, die uit andere door ons voorgeflagene poi bóten van menage zouden voortkomen, zoodaanig verkleind is, dat het te vreezer ?oude wezen, dat byaldien de Gccommitreeruets, onderfteund door het gezag van hunne hooge Committenten, niet deswegens zoodaanijie bepaalicgen maakten, als zy zullen oirdeelen in de hekrompene omftandigheden, in welke de Compagnie zich bevind, volftrekt noodig te wezen , htt verlangde oogmerk om deze daar door ten minsten gedeeltelyk te gemoet te komen, niet zou bereikt worden» Ten zevenden, verdient het een naauwkeurig ondfzoek, ofhetvaaren, teweeten gedeeltelyk met gf huurde fchepen, zoover zulks met de Stedelyke belangens overeen te brengen was, niet voordeeüger zoude wezen, dan met eige fchepen. —* Wv hebben daar van eene accurate béreekening gezien. by welke dit voorftel ten duidelykften gedemor ftreerd is , maar daar zich daar tegen eene gewichtige Corflderatie opdoet, te weeten dat ia dat geval de Compagnie, in tyden vaD Oorlog, altoos /.oude moeter dependeeren van de gratie der Reeders en Verhuurders der Schepen , zoo durven wy dit poinct. niet finaal decideeren, en wel te minder, caar wy beducht zyn, dat ook de Steden, daar Werven gevonden worden , 'er in de daad, niet zonder gewichtige redenen, zich daar tegen zullen oppofeeren. ~— Dit is het morif, dat! wy het vaaren van gehuurde fchepen ook daarom alie-n gedeeltelyk in Coofideratie geeven. Ten agiften, zal 'er naar onze gedachten . dienen nagegaan te worden, of in de Conftruótie en Tuig- agie  ie Gebeurtenis/en in 1787 tn%. voorgevallen, 325 agie der Schepen geen verbeteringen van aanbelang zouden kunnen gemaakt worden > ten einae dezelven met minder IvLafchappen, naar evenredigheid van die der Particulieren, te bevaaren. En of niet ten hoogften copdzaakelyk '»» dat'er voor de mlaading een naauwkeurige ovetihg of projact belaading, naar maate van de béreekening der Lasten, welke het fchip inhoud, gemaakt worde; daar 'er uit Indiën reeds meermaalen klachten gekomen zyn, dai de fchepen niet behoorlyk waren beiaaden geweest. . Ook is hetono toegefcheenen, dat 'er een egaale cynofure behoorde te worden in acht genoomen, ten aanzien yan zoodaanige noodwendigheden, welke tot de Take'lagie behooren, daar wy geremarqu^erd hebben, dat by alle de Kameren omtrent het gebruik van Equipagie Goederen , byzonder van de meestaangelegenfte, als Zeilen .Touwenöfc. niet de vereischte menage en zorgzuldigheid in acht genoomen word. Ten negenden, 'zal het de moeite waardig zyn in overweeging te neemen, of de Schepen hunne reize, in geen korter tydsbeftek dan jegenswoordig, zouden kunnen volbrengen , daar ons uit het door den kundigen Amfteldamfchen Lector Nieuwland, in zyn Examen van twee Engelfche Journaal.-n en, daar by behoorende Zeekaarten gebleekenis, dat derzelver Oost-Indifche Schepen, in dit opzicht, die van de Ntderlandfche Natie veruit den loefafjfteeken. — Mooglyk zoude daar toe, onder andere, kunnen dienen het bekoperen van de Schepen, indien daar tegen zich geene andere Confideratien komen op te doen. Ten tienden, zyn wy geïnformeerd, dat, naar de gedachten van véelen, in deP'asmiën van det'huiskomende Officieren eene notabele vermindering zoude kunnen worden geïntroduceerd, fchoon anderen wederom van oirdeel zyn, dar deze Reductie wel ligt, aan eenen anderen kart, wederom,nad.eelïgér effecten zoude te weeg brengen. 6 X3 Ten  3stcT Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ten elfden, behoord 'er voor het vervolg (als hebbende met het voorige eenonaffcheidbaar verband, op de zoogenaamde vrye Lasten, zynde zulke goederen , welken tot gebruik en behoeften mogen medegevoerd worden, mitsgaders op de branding daar van naauwkeuriger toezicht, en hieromtrent geene oogluiking, hoe ook genaamd, in acht genoomen worde. Ten twaalfden, zou het al mede geene geringe menage wezen, indien de Paquetbooten, welke federt eenige weinige jaaren zyn aangelegt, en tot tien aangegroeit, en van welke 'erin vroeger tyd geen traces te vinden zyn, grootendeels wierden verkocht, — en gebracht tot zoodaanig vermindert getal, als in het vervolg ter bevorderingen befpoediging der Correspondentie zou noodig geoir-. deeld worden. Doch in de dertiende plaats, is onze attentie voornaamlyk gevallen op het verbaazend verfchil, het welk wy in den prys van den inkoop of aanbefteeding der meeste goederen, zoo voorden eisch van behoeften* voor Indiën, als voorde noodzaaklykheden hier te Lande, by de onderfcheiden Kameren befpeurd hebben. Wy zouden van de hooge aandacht van U Edele Groot Mogenden abufeeren, indien wy U Edele Groot Mogenden daar van op zoo veele en verfchillende refpetten een byzonder detail deeden. Genoeg zal het zyn in het algemeen te zeggen, dat wy den rooster van de inkoopen en aanbefteedingen, welke voor alle de Kameren in het Boekjaar 1788 en 1789 gedaan zyn, ten dien einde met de uiterfte naauwkeurigheid hebben nagegaan, en dat daar uit, luce meridiana clarius, is gebleeken, dat dezelfde goederen en waaren in een en dezelfde maand met eene alles te boven gaande differentie van pryzen zyn ingekocht of aanbefteed geworden; zoo dat ten aanzien van fommige, een verfchil van ,tien, twintig, dertig, zestig ja meer ten honderd ibefpeurd word. Wy  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 327 Wy hebben niet nagelaaten onze uiterfte bevreemding aan Heeren Gecommitteerde Bewindhebberen daar over te kennen te geeven, en wy willen niet ontveinzen, dat de redenen, welke hier van gegeeven zyn, aan ons geenszins van dat gewigt zyn voorgekomen, dat wy daar in kunnen berusten. Gaarne ftaan wy toe, dat fommige Artikelen inde eene Stad, tegen eenen minderen prys, dan in de andere, kunnen geleverd worden, en dat hieromtrent een verfchil van tien a twintig percent nu en dan kan plaats hebben, — maar dat dit zulk een verbaazend different kan veroirzaaken, zonder dat daar in overeenkomftig de heilzaame Refolutien hier tegen genoomen, daadelyk voorzien worde, bekennen wy niet te kunnen doorgronden. Het is waar, Ed. Groot Mogende Heeren! dat zoo hieromtrent redresfen moeten plaats hebben, als dan verfcheide Leveranciers, in deze en gene Steden, van hunne leverancien zullen worden ontzet; maar wy vermeenen dat zoodaanig argument niets van de verplichting van Bewindhebberen atneemt, om te zorgen dat voortaan by de verdeeling der te verzenden Goederen, dezelven zouden worden toebedeeld aan die Kamer of Kamers, welken de bezorging op zich kunnen neemen tot den minften prys en nogthands tot de beste qualiteit. In diervoege, dat onder den inkoopprys ter plaatfe, daar de goederen voor hooger prys zullen zyn ingekogt, gerekend zullen mogen worden de vragten en andere onkosten, die men heeft moeten hefteden om de goederen te laaten komen van de plaatfe, daar de minfte prys voor dezelve belteed fs, zullende tot executie van dit important object de noodige precautien in zoodaanig geval behooren genoomen te worden, ten einde eens vooral de zoo zeer in het oog loopende Excesfen voor het vervolg worden geprevenieerd. In deze behooren alle Stedelyke belangen, voor zoo verre maat en paal te boven gaan, eenmaal aan een zyde gefield, en eene uniformiteit in trein ge' & X 4. bracht  g 28 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot bracht te worden, buiten welke de zaaken hoe langs hoe meer achteruit zullen moeten loopen, en eindelyk totaal te gronde gaan. Eindelyk en ir de laatfte plaats, kunnen wy niet voorbygaan, U Ed. Groot Mogenden te informee"ren, dat onder alle de poincten, welken misfehien den meesten aandacht verdienen, is de verzending van Goederen en Waareii naai Indën, voor reke* ning van de.Maatfchappy. Her is bekend, dat jaarlyks van daar aan het bewind hier te Lande word overgezonden een zoogenaamden Eisen, zynde een lyst of notitie van alle zoodaarjige goederen en koopmanschappen, als de Honge Regeering , zoo tot het dryven van den Har.rfel io Indiën, als tot de behoeften en nood;wendighe dén in alfe de Etablisfementen benoodigd heeft, en waar van zy dé toezending begeert, gepaard mee een opgaaf van den prys, waar voor die in het naast voorgaande jaar zyn gedebiteerd, verruild of verkogt, en met aanwyzing dier genen» welken ocverkogt of onafgegaan zyn gebleeven, en gemeerlyk restanten genaamd worden. Het behoeft geen betoog, en U Ed. Groot Mogenden gevoelen reeds van zelve, uit het gene wy zoo even, wegens het enorm verfchil der inkooppryzen hier te Lande aanmerkten, dat deze inrichting nier dan ten nadeele van de Compagnie redundet rd. Niet flechrs worden verfcheiden Aitikelen ten duurücr? en vcre boven haare waarde, ingekogt, pi lat Zelfs met verlies, immers met geringer winster , (er welke laattle, wanneer men rifico en vragt berekend, *n de daad verliezen zyn) afgezet, maar ook niet weiniger blyven in Indiën onverkogt en ja'iren achtereen in Compagnies Pakhuizen leggen, deteriöreeren en bederven, terwyl intusfehen dé or_inocmelyke gelden, wHken daar voor moeten word;n uitKefchooten, renteloos blyven, en een 6i : •'kenbaar' verlies verouzaaken. Jïcne aandachtige befchouwing 'van dit gebrek (ep  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 320 ren dit is het tweede hsofdpoint, te weeten de verandering in de directie en in de wyze van den Handel, ePlvk wv bevoorens opmerkten, hier te Lande ee> ne byzondere attentie verdiend) heeft reed» aan een der Hoofd-Participanten en Bediende van de Maatfchappy aanleiding gegeeven, om op dir be* lancryk ftak *yne gedachten te vestigen, en dienaangaande eene zeer uitvoerige en welberedeneerde Memorie op het papier te brengen, welke aan ons door beéédigde Hoofd-Participanten reeds voor een geruimen tyd is toegezonden. ,. . , ' Zoo dra wy dit ftuk hadden geëxamineerd, en van den Schryver eenige nadere e ucidatien verzocht, is het zelve aan ons zoo belanaryk en gewichtig voorgekomen, dat wy geoirdeeld nebben, zulks te moeten ftellen in handen van de Vergadering van Zeventienen, ten einde ons te dienen van derzelver confideratien en advys. Wv zouden al mede ons te ver moeten elargeeren, indien wy van den geheelen inhoud een ampel verflag gaveh. ' Het zal tot verftand van zaaken genoegzaam zyn, met een enkel woord U Ed. Gr. Mog. alleen te ïnformeeren , dat de zaakelyke contenue , en het voornaame but van den kundigen opfteller daar op neerkomt, om in de manier van de verzendingen der Goederen een geheele verandering te maaken; dezelve voor rekening van de Maatfchappy te laaten vaaren, en in het vervolg geheel en alleen over te laaten en af te ftaan aan Particulieren; in diervoegen, dat deze de benoodigde behoefcens, en het leëischte voor hunne eige rekening en rifico in Compagnies-Schepen, onder opzicht van het bewind, en onder betaaliüg van Last- of Recognitiegelden zoude vervoeren naar en uit Indien, en aan de meestbiedenden of naar zinlykheid aldaar of hier te Lande verkoopen. ' . ' .an Wy kunnen aan den eenen kant met ontveinzen, dat ons in deze Memorie verfcheiden zeer gewicht ü«e confideratien en objeaen syn voortgekomen, m x 5 wel'  33» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot welken» wanneer ze in de Executie kunnen gebracht worden, zekerlyk in veelerlei opzicht, de enorme fchaadens en verliezen, welke de Maat. fchappy thands ondergaat, zouden voorkomen, en boven al in voordcel aanbrengen, dat haare zaaken met veel minder Contanten zouden kunnen worden aan den gang gehouden. — Dan, aan de andere zyde, willen wy ook voor U Ed. Groot Mog. niet verbergen, dat daar tegen reeds geene minder gewichtige reflectien. gemaakt zyn geworden. Wy youden daarom zeer vermetel te werk gaan, indien wy de confideratien en het advys van de Vergadering van Zeventienen in dezen anticipeerden, en daar wy geinformeerd zyn, dat dit aangelegen po'mü in de maand van Maart by haar finaal zal woideo afgedaan, zoo zullen wy by provifie ons hieromtrent niet verder elargeeren, maar het refultat der deliberatien met verlangen te gemoet zien. lntnsfchen willen wy nogthands U Ed. Gr. MogeudeD niet o< kundig laaten, dat wy geen ongegronde reden hebben, om ons te vieijen, dat in die ze füe Vergadering ook verfcheidene van die poincten, waar op onze aandacht gevallen is, en welke wy in een kort tafereel gefchetst hebben, tot een nader object, van deliberatien zullen worden gefield, en daar op finaal gerefolveerd. Trouwens het Schema van de werkzaamheden dier Vergadering, waar van wy hier boven mentie maaken, neemt hier omtrent allen twyfFel weg. Daar wy nu den ftaat der Maatfchappy, zoo als die hier te Lande volgens ons inzien eenige verbeteringen vordert, kortelyk hebben overzien, en de poiridter:, waar op onze attentie byzonderlyk gevallen is, aan de hand gegeeven, zoo verlangen U Ed. Groot Mogenden buicen twyffel niet min» der, cm wegens den ftaat van zaaken in Indiën ook eenigermaate wat meer van naby te worden geinformeert. Waaneer wy op denzelven onze aandacht naauw- keu*  de Gebeurtenis/en in T.787 enz. voorgevallen, 33c keurig hebben gevestigd, zoo kunnen wy oiecont. veinzen, dat wy daar over niet de uiterfte bntroering zyn aangedaan, en niet dan met fehrik aa* ien zei ven kunnen gedenken. _ Doorwandelen wy de voornaamtte Po?S sfi ? t Etablisfementen, en geeven wy acht óp I; in -inlU que gefteldheid van den BinnenlandfchM handel i de toeneemende en hooggaande verminderinj. oer lasten, en aanhoudend gebrek van het duw raire# de nog loopende masfa van Papierengeld, de onbeteugelde fchraapzucht en trouwloosheid van veele van 's Compagnies Dienaaren, den daar uit voort» vloeijenden fmokkelhandel der vreemde Natiën, de kwaade trouw der Inlandfche Vorllen, met welken de Maatfchappy in verdrag ftaat, de zwakheid en de toegeevenheid van de Hooge Regeering, de excesfive Kostbaarheid van het Militaire departement en het gunt tot de Defenfie vereischt word; in een woord, op het geheel enfemble van dit alles, dan zouden wy het fchier hoopeloos moeten opgeeven, indien 'er geen Leden onder het bewind gevonden wierden, welken zich de moeite hebben gegeeven , om op dit alles hunne byzondere aandacht te vestigen en zoodaanige middelen voor te flaan , welke, haar hun inzien, nu nog in ftaat zyn, om den totaalen val der Maatfchappy voor te komen, ende verouderde kwaal zoo veel mooglyk te geneezen, immers voor een verdere inkankering te bewaaren. Dan, alvoorens dat wy hier van meer byzonder fpreeken, achten wy het noodzaakelyk, U Ed. Gr. Mogenden een denkbeeld te geeven van den verachterden ftaat der Indifche Comptoiren, ten einde * U Ed. Groot Mogenden daar uit, als het ware, te doen gevoelen, hoemoeilyk, ja byna onuicvoerlyk het zyn zal, het inkomen aan de lasten voor het ver. volg te doen evenaaren, en het jaarlyks meer en meer toeneemend decres te prsvenieeren. Ook is ons uit de opgaven, die uit 's Compagnies-boeken getrokken zyn, gebleeken, dat in de vyf laatste jaaren de lasten in Indiën weinig minder  33* Verzameling van Stukken betrêkketyk tot dan vyf Millioenen de fcmcen zyn te boven gegaan* Ic.dien men nu daar by in acht neemt, dat die iasten reeds yau overlapg tot zuik eene hoogte ge> klommen waren, dat de G >uverneurs-Generaa! Im. hoff, Mossel en van der Parra. reeds in hunlier tyd voorl'pelden, dat ae Maa* fcruppy onder de Indifcbe lasten eens eepma*: zoude moeten bezwyken, en dat dezen federt, en -oorai in de laatfte jaaren, in eene verba^-nde prqgesfie zyn toege. noom -i), dan behoeft men niet langer te vraagen, van waar het achterwegen der Maatfchappy ont. ftaat? ja hoe moeilyk en byna ondoenlyk net worderi *al, zulk eene verouderde kwaal in den grond aan te tasten en radicaal te geneezen? Maar gelyk wy reeds gt'zegt hebben, voornaame Leden van het bewind hebben nogthands reeds daa^ mede eenen aanvang gemaakt, en aan de Vergadering van Zevertienen meer dan eene uitvoerige Me. morie overgeleverd, waar jn verfcheiden, naar hun inzien, niet ongepaste geneesmiddelen worden aan de hand gegeeven. De eerfte Memorie betreft de Adminiftratie CU de lasten van Cabo de Goede Hoop, welke laatstgenoemde in de laatfte jaaren dermaate zyn toegerjoomen, dat daar die tusfchen de jaaren 1757 en 1777 jaarlyks niet meer beliepen dan ruim viermaal honderd duizend Guldens, dezelven in 1787 bereids, geklommen waren tot een hoogte van vyftieu tonnen Gouds. Wanneer wy dit ftuk hadden geëxamineerd met al dien aandacht, welke het gewicht van zaaken medebracht, hebben wy, na daar over met Heeren Gecommitteerde Bewindhebberen een en andermaal te hebben gebefoigneert, het genoegen gehad van te mogen zien, dat in een Extraordinaris Vergade. ring van Zeeventienen, ten dien einde op onze requifitie befchreeven, de voornaamfte voorflaagen tot een provifioneel redres, daar by opgegeeven, niet alleen zyn geamplecleerd, maar dat ook daadelyk, zoo aan de Hooge Regeering vap lndifa , als " • " aan  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 333 aan het Gouvernement van de Kaap, op eene ernftige en energicque wyze is aangefchreeven, om zonder cydverzuim daar aan te voldoen. Wy hebben, in aanfchouw neemende de veelvuldige gebreken, welken wy in de adminiftratie aldaar ontdekt hebben , mitsgaders de kostbaarheid ia profufie in alles, aan de voorfz. Vergadering in conüderatie gegeeven, om den Gouverneur in Perfoon, ter verantwoording op te ontbieden, aan welken voorflag al verder met voorkennis van zyne Doorluchtigfte Hoogheid, a!s Opperbewindhebber, zonder uitftel is voldaan geworden, zoonogthands, dat ditopontbod dusdaanig is ingericht geworden, dat daar uit nimmer zal kunnen blyken eene voorloopiee veroirdeeling van den Gouverneur; als zynde alles gefchied, ongepraejudicieerd zyne te doene verantwoording. . Vervolgens heeft de meergemelde Vergadering van Zeventienen, geduurende zyne abfentie, het beftier van zaaken opgedraagen in handen van den Secunde Rhenius , met en benevens den Raad aldaar. Wy vieijen ons, dat het voorenftaande de hooge goedkeuring van U Edi Groot Mogenden zal mogen wegdraagen, te meer, daar wy U Ed. Groot Mosenden durven verzekeren, dat, byaldien aan de geftelde ordres behoorlyk voldaan worde, daar door niet alleen al aanftonds eene confiderable reductie, bedraagende ettelyke tonnen Gouds, in de Caabfche Lasten zal worden geobtineerd, maar zelfs aan de Maatfchappy nog daar en boven een dubbeld voordeel toegebracht. :'iy." £ V Want, daar by de gedaane a^nfchryving hetCaabfche Minifterie gelast is, om het aldaar in guarnifoen zynde Regiment van Wurtemborg, fterk buiten de Artilleristen, welke a3n de Caab zouden blyven, ongeveer 1800 Man, naar Batavia en de Oost van Indiën te verzenden, zoo zullen niet alleen de onkosten van het Militaire wezen, welke in de laacfte jaaren tot de vermeerdering der jaarlykfche lasfea zeer veel hebben gecontribueerd. notabel worden ge-  334 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gereduceerd, maar te gelyk ook geëffectueerd, dac op de van hier uitvaarende Schepen van honderd veertig en honderd vyfcig voeten, geduurende die jaar, geene Militairen zullen behoeven te worden geplaatst, maar dat die zullen kunnen gebruikt wor« den, om het voorfz. Regiment aan de Kaap in te neemen, door welke inrichting dan ook die Sche« pen, voor de over te voeren Militairen, alleen voor de halve reize zullen behoeven te worden gevi&uailleert, en de foldyen van de andere van hier vertrekkende Soldaaten, al mede gemenageerr. En wat belangt de tweede Memorie waar van wy hief boven melding maakten, dezelve behelst eene opgaaf van verfcheide redresfen, welke niet alleen hier te Lande, maar voornaamelyk in Indiën, zoo in de huishouding en adminiftratie, als ten aanzien van den handel, na de gedachten van deopftellers, zoude kunnen en behooren te worden ingevoerd. >—. En welke redresfen hoofdzaakelyk daar op neerkomen. i. Om voor Compagnies rekening zich alleen te >j borneeren tot den handel in Amfioen, fyne fpeceryen, en de Peper, Japans Staafkoper, Tin en Suiker, voor zoo veel als voor Europa en Japan vereischt wordt. • S.Om den binnenlandfchen handel om de West van Indiën te abandonneeren, en aan Compagnies Dienaaren en onderhoorigen onder betaaling van Recognitie over te laaten. .3. Om aldaar verfcheide Comptoiren in te trekken, en anderen te verminderen en tot Refldentien te maaken. 4. Om de lasten en bedienden op de Malabaarfche Kust en in Bengalen, te verminderen. 5. Om Coromandel te reduceeren tot twee Comptoiren, als een om de Noord:, en een om de Zuid. • v.Om den ganfehen omfiag op Sumatraas Weeti Kust, als hebbende altoos meer nadeel dan roor1 deel -aangebracht, af te fchaften, en den Handel al-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 335 aldaar voor Compagnies Dienaaren en onderhoo- rigen open te ftellen. - 7. Om de Lasten van Ceilon door vermindering van de Militaire macht als anderszins te reduceeren, en de culture vau Ryst, mitsgaders den aanvoer daar van door particulieren ten fterkften aan te moedigen. 8. Om den Vaart en Handel op Bengalen en Coromandel voor particulieren open te ftellen, onder directie van de Compagnie en betaaling van Recognitiën. 9. Om in de Oost van Indiën en in het byzonder op Ambon en Banda de culture van Ryst, al was het met fpendatien, ten fterkften te encourageeren> — ten einde de aanvoer daar van, welke met groote Schepen gefchied, waar door gelegenheid gegeeven word, om op de Moluques en Specery-eilanden een ongeoirloofden frnokkelhandel te dry ven, langs dien wég te verminderen. 10. Om in de Oostelyke bezittingen verfcheide kleine Comptoiren, alleen wordende aangehouden, om 'er anderen uit te weeren, te abandonneeren. 11. Om een plan van Handel voor Malakka door den 'voorigen Gouverneur de Bruin opgegeeven, in trein te brengen. 12. Om de verftrekkingen, dié maandelyks aan Compagnies Ministers en Bedienden gegeeven. worden, onder den naam van Rantfoenen, 'af te fchaffen, en het équivalent te geeven in geld, met uitzondering DOgthands van Ryst op zulke Plaatfen, alwaar dezelve niet word gecultiveerd voor deGemeenen, en van Vcderiandsch Vleesch en Spek, mitsgaders fterke dranken en Kaapfche Wynen voor de Schepelingen. 13.Om verfcheide behoeften op de Sc.iryfcomptoi"ren en in de adminiftrkien af te fchaffen, en dlar voor eens in 't jaar een vast geid te geeven. iA.Om de verzendingen vhü du- belioefcens met Compagnies-Schepen, niet alleen open. te zetten voor  33<5 Perxameling van Stukken betrekkelyk tot voor de Scheeps-Officieren maar voor alle Particulieren, onder beuahng van vragt, en om aan de Compagnie alleen over te laaten de verzending van de mmufactureo voor haaren Handel in China en Japan, en tot kleediog van de Militairen benood gd, l5«Öm den ömHag in «i*? Huishouding zoo in de Hoofd-Stad a.^ elders wo veel doenlyk. te verminderen, by voorbeeld in het Zuiker-Pakhuis, door affchafBug van den Handel in Zuiker om de West, waar hoof uok g^iyk iu de Equipagie en in de Werf eene aanmerkelyke vermindering zoude worden te weeg gebracht» Iö.Öm in het zoogenaamde Arabachts-Kwartier een aanmerkelyke reductie te maaken, en 's Compa. gnics werken en benoodigdheden te laaten aanbefteeden. 17. Om te Batavia andere fchikkingen te maaken in den verkoop van Amfioen. 18. Om de inkomften aer Maatfchappy te vermeerderen door het introduceeren van een Ambtgeld , en een betaaling van het recht op de Collateraale Succesfie. 19. En eindelyk, om een extraordinaire Commisfie te zenden naar ïndiën, voorzien met behoorlyke macht, om de ingeilopea abuifen en uiefufes aldaar te redresfeeren en de hoognoodige reformes in te voeren. Deze Memorie is daar ha nog gefterkt geworden met eene nadere Memode adftruchf, voorzien met een confiderabel aantal van bylagei: pd details, oiri ' daar mede aan tetoorisn, dat de pofitiven, vervac by de eerstgenoemde alleszins berusten op zoodaanige gronden, aan welker zekerheid niet kan getwyffeld worden. Daar nu die beide opereufe ftukken al mede ge. maakt zyn tot een onderwee» van de delioeratien van de Vergadering van Zevemienen, en dezelve in de daad eene rype ovarweeging merfteeren, zoo zullen wy, alvoorens onze gedachten daar over "te cora-  de Qebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 337 communiceeren, derzelver befluit en confideratien afsv-chten. Alleen moeten wy de vryheid neemen U Ed. Gr. Mogenden te informeeren, dat het laatfte poinct-, te weeten het zenden van een Extraordioares Commisfie naar Indiën, ons van dien aart is voorgekomen, dat het zelve niet genoeg kan worden aangepreezen, en niet fpoedig genoeg ter executie gebracht , ten einde aan de reeds genoemde maatregelen en de daadelvke Introduólie van de gearresteerde belastingen,' de vereischte klem by te zetten. , En daar wy gezien hebben de gefteldheid van zaaken aan de Kaap de Goede Hoop, zoo zouden wy van gedachten zyn, dac ook derwaards een of meer Commisfarisfen zouden behooren te worden gecommitteerd, om aldaar, naamens het bewind, op het een en ander de vereischte ordres te ftellen,, en den geest van Partyfchap, welke a'daar tot eenen hoogen graad geklommen is, onder de Ingezetenen zoo veel mooglyk en op de beste wyze te beteugelen. . j TT Wanneer wy de redenen van dit alles aan de Vergadering van Zeventienen hebben onder het oog gebracht, zyn dezelve ook van die ingresfie geweest, dat daar op, met onze concurrentie, bereids, een vruchtbaar befluit is genoomen: zynde de Prsfidiaale Kamer verzocht geworden, om geduurende het Reces van de Vergadering van Zeventienen, de noodige Inftru&ien voor Commisfarisfen, welken met communicatie van zyne Doorluchtigfie Hoogheid zouden benoemd worden, te concipieereo.en in gereedheid te brengen, ten einde die in de eerstkomende Vergadering van Zeventienen zouden kunnen worden gearresteerd en de voorfz. Commisfie te gelyk benoemd en in functie gëfteld. Wy hebben, om veele redenen, het niet onge« fchikt geoirdeeld, dat aan de Commisfarisfen, welken m bat Vaderland zouden worden benoemd, te» XXXIX. Deel. Y vens  338 Perzameling van Stukken betrekkelyk tot vens behoorden te worden geadjungeerd eenige Leden van de Hooge Regeering van Indiën, en wel in het byzonder de zoodaanigen, welken door hunnen hoogeren Rang, en daar door meerderen in* ■vloed, het meest in ftaat zouden wezen, aan zulk eene Commisfie de grootfte klem en luister by te zetten. De Vergadering van Zeventienen heeft deze Confideratien niet alleen gegouteerd, maar haar aandacht reeds in het byzonder gevestigd op den jegenswoordigen Gouverneur en Directeut-Generaal, zoo nogthands, dat dit poicct echter in het aanftaande Reces eerst nader en finaal zal worden bepaald, wanneer het poinct van den rang, welke tusfchen de Commisfarisfen onderling behoort plaats te hebben , al mede zal worden gereguleerd. Maar daar naar onze gedachte een Commisfie van dat aanbelang, van hier naar Indiën niet voegzaam vertrekken kan, dan op eenen luisterryken en ho. norablen voet, zoo zou ook de noodige aanftalt belmoren te worden gemaakt, tot het in gereedheid breegen van een klein Esquadertje vanOorlogfchee- Een. — En daaromtrent zyne Doorluchtige Hoogeid de Heer Admiraal-Generaal verzocht worden de noodige ordres re ftellen; ten einde in het aanftaande voorjaar zoo fpoedig mooglyk te kunnen onder zeil gaan, en te gelyk het Esquader te vervangen dat thands in Indiën is, en in het jaar 1792 ftaat te repatrieeren. De overweeging der opgemelde Memorien, zal een aanmerkelyk deel uiimaaken fier deliberatien van de Vergadering van Zeventienen by het aanftaande Reces, en wy wenfehen, Ed. Groot Mogende Heeren! dat de Leden van het gewigt dermaaten zullen gepenetreerd wezen, dat daar uit zoodaanige befiuiten zullen mogen voortvloeijen, door welke niet alleen de Compagnie voor eenen bepaalden tyd zal kunnen worden ftaande gehouden, maar wederom in dien ftaat gebracht, dat zy tot eenen  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 339 eenen byzqnderen fteun van den bloei en welvaart der Republyk in volgende tyden, zal kunnen ver,ftrekken. En het zal ons byzonder aangenaam zyn, wannees wy by een nader Rapport na het afloopen der Ver» gadering van Zeventienen, U Edele Groot Mogenden daar van een gunftig verflag zullen kunnen geeven. Wy zouden, Ed. Groot Mogende Heeren! nu by provifie ons. Rapport kunnen befiuiten, indien wy het niet noodzaakelyk oirdeelden, nog daarenboven van eenige byzondere. verrichtingen, welke bevoorens, wilden wy geen verwarring veroirzaaken, niet voegzaam konden worden ingevlochten, en echter helangryk zyn, kortelyk verflag te doen; In de eerfte plaau, brengen wy daar toe, dat wy onze aandacht gevestigd hebbende, op de Refolutie van Hun Hoog Mogenden van den 14 May 1790 — en fpeciaal op de voldoening van de vyf eerfte Artikelen, daar over iterative reizen met Gecommitteerde JBewiodhebberen hebben geconfereerd, en met dezelven zyn overeengekomen, dat; vermits zich in de wyze van berekening aanmerkelyke difficulteiten opdeeden, welke niet gemaklyk konden worden vereffend, voor dat 'er een generaale ftaat van het onderlinge Credit en Debet der refpe&ive Kameren was opgemaakt, alle de Opperboekhouders zullen worden befchreeyen, ten einde gefamentlyk een ftaat van Liquidatie te formeeren» en die vervolgens ter examinatie en approbatie aan de Vergadering van Zeventienen over te geeven. Wy hebben voornoemde Bewindhebberen op het ernftigfte verzogt, daar van hoe eerder hoe liever een aanvang te maaken, en in bet byzonder, dat ons mag worden ter hand gefteld de waare Finantieele ftaat tusfchen de Hollandfche en Zeeuws fche Kameren, gebracht tot die klaarheid en preciesheid, dat daar over, en over het werk der Liquidatien tusfchen de beide Provinciën in her, yer* Y z volg  34ó Verzameling van Stukken betrekkelyk tot •Volg geene verfchillen meerder kunnen gebooren worden. Iü de tweede plaats, hebben wy, in pverWeeging iseemende, dat de Kamer'Zeeland zoo op het gene dezelve op de verzending van Contanten naar Indiën als anders ten achteren is, een importante föm van Penningen zoude benoodigd zyn» noodzaakelyk gevonden, dé Heeren onze Mede-Gecommitteerdetts Van wege de Provincie Zeeland on het ernftigfte daar over te oneerhouden, en zeef ferieus verzocht, om hunne devoiren te willen aanwenden, dat dit achterwezen ten fpoedigften zöudé mogen worden gezuiverd, en dat de Zeeuwfche Kamer toch iö confideratie gelieve té néemen, dat, duar dezelve by de Refolutie van Hun Hoog Mogenden van den Ï4 May laatstleeden, hier boven reeds aangehaald, Zulk een aanmerkèlyk foülaas is toegebracht, van •3e Hollandfche Kameren niets meer kan gevergd worden. Wy hebben het genoegen U Ed. Groot Mogenden bereids te mogen informeéren, dat deze corfi eratien eninftantien van eeöen'gewenschten invloed zyn geweest, en dat door de intercesfie en fnedewerking van welgemelde Heeren Gecommitteerden, de Heeren hunne refpeótive Committenten hoogst waarfchynlyk eerlang Bewiodhebberen van de Kamer Middelburg zullen authorifeeren, óm onder Hoogstderzelver guarantie eeneGeldligting van dertig avyfod-dertig tonnen Gouds by forme van Lotery, eü ^efchoeid op den voet van die voor de Hollandfche Kameren, te openen, waaruit, en uit het gene de K-.