VERZAMELING PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AÜTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWÏGTIGÈ GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXVII BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. van Elïöe Deel. Te C A M P E N, Tet Drukkerye van J. A. de CHALMOT, MDCCLXXXIX.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN in het ELFDE DEEL, • VAN DEEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. ft9. 982-. Publicatie van Èurgemeejlers en Raaden der Stad Goes, betrekkejyk lift vernietigen van de Vaderlandfcht Sociëteit en Genoodfchap binnen die Stad. In dato den 6 Januari) 1787. bladz. i. s1 -diïe van Verbindtenis van eenige Leden en Minis¬ ters der Regeering en Jujiitie in Zeeland, tot kandhaaving van de waare RepuUikeinfche Conftitutie, tegenswoordigen Regeeringsform en Surgerlyke Vryhiid. bladz. 4. 984. Propofitie ter Staatsvergadering van Zeeland op den 5 Febr. 1787 door den Raadpenjïonaris Mr. Lauhens van de SfiEGEL gedaan, betrekkelyk het Nationaal Fonds, ter bevordering van de gewigtigste belangen des Nedetlandfchen Volks. .... • . bladz. 8. 985- Misfive van den Heer Mr. Mathias Pous Raad der Stad Middelburg, aan den tietr Mr. L. van m Sfiegel, éyti deszelvs Propófitié ttr Staatsvergadering, • i ut  IV REGISTER betrekkelyk het Nationaal Fonds. In dato den n Fehr.' 1787 bladz. g. NQ. 986. Request van DireSleuren van het binnen Zeeland op' gerigt Nationaal Fonds, aan Hun Edele Mogenden de Heeren Staaten dier Provincie, betrekkelyk de Propofitie van den Heere Raadpenftomris, dienaangaande ter Staatsvergadering gedaan. bladz. 12, 1 " 987. Dank-Adres van eenige Burgers In- en Opgezetetenen der Provincie van Zeeland, aan Hun Edele Mogenden de Heer en Staaten van dat Gewest. . . . bladz. 17. 1 1 988. Dank-Adres van eenige Burgers en Ingezetenen van Vlisjingen, aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland; geprafenteerd den 12 February 1787. bladz. 22. —-— 989- Antwoord van vyf Staatsleden van Zeeland , op bovenjlaande Dank-Adresfen bladz. 26. '» 990. Extraü uit de Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, behelzende Rapport van den Heere Raadpenfiomris L. van den Spiegel, over de oirzaaken der onlusten binnen die Provincie. In dato den 12 February 1789 bladz. 27. '■ 99i- Advis der Stad Vlisjingen den 19 Fehr. 1787 ter Staatsvergadering ingeleverd, ever de tegenswoordige onlusten in Zeeland bladz. 33. —— 992. Remonjïrar.tie, van wegens de Heeren Onderteekenaars der Aüe van Verbindtenis van eenige Regenten en Ministers in Zeeland, aan de Edele Mogende Heeren Staaten gedaan, den 5 Maart 1787, en betrekkelyk tot het Advis der Stad Vlisjingen, ter Staatsvergadering ingeleverd den 19 February 1787 bladz. 45. N°.  der S TUKKEN. N°. 993. Remonftrantie aan de Edele Mogende Heeren Staaten van Zeeland, op den 19 April 1787 ingeleeverd door eenige Leden en Ministers van Collegien van Regeering in Zeeland, en woonende linnen de Stad Middelburg, betrekkelyk zekere Atte van Verbindtenis, door eenige Regenten en Ministers in de voorfchreeven Provincie geteekend, en de Remonftrantie, van wege?is dezelve Heeren Onderteekemars, op den 5 Maart 1787, ter Vergadering van Hooggemelde Heeren Staaten ingediend. . . bladz. 49. 11 994. Nadere Remonftrantie, van wegens de Heeren Onderteekemars der Aiïe van Verbindtenis van eenige Regenten en Ministers in Zeeland, aan de Ed. Mogende Heeren Staaten gedaan, den 21 May 1787; en betrekkelyk tot de Remonftrantie, op naam van eenige aüueele Leden en Ministers van Collegien, eene direSte relatie tot de Regeering hebbende, en woonende binnen de Stad Middelburg, aan Hooggemelde Heeren Staaten ingediend den 19 April 1787. bladz- 59. '■ 995- Advis van de Regeering der Stad Zierikzee, betrekkelyk de Dank-Adresfen ter Staatsvergadering van Zee.land ingeleverd. In dato den 26 Febr. 1787. bladz. 66. • 996. Extraü uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierikzee, nopens de Propofitie van den RaadpenJionaris ter Staatsvergadering van Zeeland gedaan, betrekkelyk het Nationaale Fonds. In dato den 26 February J?97 bladz. 70. — 997. Verantwoording door den Raadpenfiomris, ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland gedaan, tegen de befchuldigingen, by de Advifen der Heeren van Zierikzee, ter Hooggemelde Vergadering ingelragt, den 1 Maart 1787. . . bladz. '73. * 3 N».  VI REGISTER N°, 998. ExtraSen uit het Register van de Refohitien der Heeren Staaten van Zeeland, van den 16 April, 23 April en 3 Mey. 1787; betrekkelyk tot de verantwoording van den Raadpenjionaris, tegen de befclmldigingen der Heeren van Zierikzee. . v bladz. 82. c 999. Echte Naamlyst der Burgers van Goes, welkers Huizen geheel of gedeeltelyk 'ontramponeerd en geplunderd zyn geworden, tusjchen den 30 en zijanuary 1787. bladz. 99. — 1000. Bericht der Heeren van Goes, by Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland, den 1 February 1787 gerequireerd, ten opzicht van de oproerige beweegwgen, onlangs linnen da voorfchreeven Stad voorgevallen; met drie Bylagen. ....... . bladz- ici. " 1001. Nader Bericht der Heeren van Goes , by Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland, van den 13 Maart 1787 gerepareerd, ten opzicht van de omfiandigheden 'der oproerige bevjeegingen, Unmn die Stad; met een Bylaage. • bladz. m. ~ ■ 1002. Rapport op de Berichten der Heeren van Goes en Bylaagen, ten opzicht van de omfiandigheden der oproerige beweegingen in die Stad voorgevallen; den 21 Mey 1787 ter Vergadering der Heeren Staaten van Zeeland uitgebr.agU • . . bladz. 145. «-— 1003. Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Zierikzee ter Staatsvergadering, over de beraamde middelen van veiligheid voor de Staatsleden te Middelburg vergaderd.. ........ bladz. 154. — 1004. Propofitie door den Heer van Lynden oh den J7 May 1787 ter Staatsvergadering van Zeeland gedaan, hpekkelyk de verwarringen binnen de Provincie van Utrecln f{MK  hr STUKKEN. VII plaats vindende. . . I . , . blad». 155. N°. 1005. Publicatie van de Regeering der Stad Middelburg tot aflegging van de Partyfchappen £fc. . bladz. 158. m 1006. Bericht van de Leden der Burger Sociëteit te Middelburg , over het drukken en verfpreiden van zeker malitieus ontwerp, of Formulier van een zogenaamde Patriottifcheééd, den 28 Febr. 1787 in de Nieuwspapieren geplaatst, bl. 162. » 1007. Extraïï Refolutie van Weth en Raad der Stad Miidelburg, betrekkelyk een Bericht, uit naam van Dekens en Beleders van de Schuttery de Edele Busfe aan Hun Ed. Achtb. toegezonden. In dato den 19 May 1787. bladz. 164. ■ 1 1008. Advertentie van Mr. W. B. van den Santheu¬ vel , Oud-Burgemeester der Stad Dirdrecht, betrekkelyk het gene hem op zyne reize met het Jacht van den Heer van Dongen is bejegent. . . . bladz. 167. ■ 1 1009. Lyst der geplunderde Huizen, binnen Middelburg; op den 29, 3oJuny, 1 en 1 July 1787. . bladz. 169. "" 1010. Bekendmaaking van de Regeering der Stad Middelburg, waar by eene prcemie van 1000 Guldens word uitgeloofd aan den genen, die Dr. Lucas van Steveningiï leevend in handen van de Politie zal weeten over te keveren , . bladz. 170. » 1011. Waarfchouwing van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, betrekkelyk het Oproer, Plundering en Moord te Middelburg. . . bladz. 171. ■■ 1012. Publicatie van Burgemeesters, Schepenen en Raaden der Stad Middelburg, behelzende eene betuiging, van te zullen blyven aankleeven de Staats, Stadhouderlyke e;% Stads Regeering, met den Prins Erf-Stadhouder &c.bl. 172, * 4 M».  VIII REGISTER N°. 1013. Publicatie van Burgemeesters, Schepenen en Rasden der Stad Middelburg, betrekkelyk de vjeugdehedryvep en vrolykheid, ter gelegenheid van de voor/taande Publicatie £fc.' ... .... bladz. 173. •—. 1014. Publicatie van Burgemeesters, Schepenen en Raa-. den der Stad Middelburg, betrekkelyk verjeheidene Goederen vit de geplunderde Huizen &c. . . bladz. 175. i 1015. Ordre van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Vlisjingen aan het Guamifoen, zynde het eerjle Batailjon Zwitftrs van den Generaal Marty thands Stockar de Neuforn. In dato den 6 Febr. 1787. . bladz. 176. • 1016. Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Vlisjingen, aan de Heeren van de Weth van die zelvde Stad, betrekkelyk het bewaaren van de rust. bladz,. 177. 1017. Publicatie van Burgemeesteren en Schepenen der Stad Vlisjingen, waar by eene prcemie van 100 Zeeuwfche Ryksdaalders wordt Uftgelooft, aan de genen die de Janvoerders of Daaders van het gepleegde geweld aan een Hollandsch Jacht, zeker voornaam Heer Uebehoorende , zal weeten aan te brengen, ten dien effeüe dat dezelve in de handen der Jujiitie geraake. . . . bladz. 179. 1018. Extract uit de Refolutien ten Raade der Stad Vlis- fingen , betrekkelyk het uitmarcheeren van eenige Militie naar Middelburg, op Patent van de Gecommitteerde Raaden van Zeeland ÉPc. , . , , . bladz. 181, ■ 1019. ExtraS uit de Refolutien ten Raade der Stad Vlisjingen, betrekkelyk de bev/aaring der rust en beveiliging van de Stad &c. ....... bladz. 182. 1020. Extratc uit de Refolutien ten Raade der. Stad  Bit STUKKEN. IX Vlisjingen, betrekkelyk het aanhoudend verzoek van de Regeerders der Stad Middelburg, om Militie tot verjierking van hun Guarnifoen te mogen ontvangen &c. bladz. 183. N°- 1021. Nadere ordre van de Regeering der Stad Vlisjingen aan het Guarnifoen. In dato den 1 July 1787. bl. 184. •—1— 1022. Extraiï uit de Refolutien ten Raade der Stad Vlisjingen, betrekkelyk de middelen, om die Stad voor tumultueufe beweegingen te bewaaren. . . bladz. 185. 1 1023. IVaarfchouwing van Burgemeesters en Regeerders der Stad Vlisjingen, aan allen en ieder, van zich te onthouden van alle overlast aan de Perftonen, Huizen of Goe-, deren van eenigen der Inwoonderen van die Stad, en niemand met fcheldwoorden, verwytingen of bedreigingen te beleedigen&c. bladz. 187. '■ 1024. ExtratT: uit de Notulen van de Burger-Krygsraad der Stad Vlisjingen, behelzende verzoeken aan de Regeering van die Stad &c bladz. 188. »■ 1025. Publicatie van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Vlisfingen, betrekkelyk de verzoeken van den Burger Krygsraad. bladz. 190. » ioaö. Request van Luitenant-Collonellen en Kapiteinen van den Burger Krygsraad van Vlisfingen, aan Heeren Burgemeesteren en Regeerders van die zelvde Stad, beheU zende voorgejlagene middelen, welke naar hunnen inzien dienflig zouden wezen, mn de rust te bewaaren; gepr.afenteerd den 7 July 1787. .... bladz. 191. «n'-i ' 1027. ExtraU uit de Refolutien ten Raade der Stad Vlisfingen, behelzende dispofitie op bsvenfiaande Request yan Luitenant-Collonellen en Kapiteinen der Burger Krygs* § raai  X REGISTER raad van gemelde Stad bladz. ip5«' N". 1028. Publicatie van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Vlisjingen, waar by verklaaren: dat zy zullen blyven aankleeven de Staats-, Stadhouderlyke- en Stads Regeering, met den Prins Erf-Stadhouder, bekleedende alle die Foorrechten en Rechten, die hem by voorige Refolutien in de jaaren 1747 1766 als Erf-Stadhouder en Erf-lher van die Stad zyn opgedraagen: met aanmaaninge aan een ieder tot rust en flilte, en met aflegginge van alle verdenking; en aan eenen iederen toeftaande, die eenige befchuldiging heeft ten laste van eenen anderen, dezelve met befcheidenheid aan te geeven aan den Heer waameemende de vacante Bailluage £pc bladz. 198. ■" 1029. Advertentie van Burgemeesters en Schepenen der Stad Flisfingen, waar by wordt bekend gemaakt, dat de Publicatie van den 2§>flen Juny laastleeden, waar by eene. premie van één honderd Zeeuwfche Ryksdaalders wordt uitgelooft op de ontdekking van het voorgevallene op den 2 ijlen tevooren, is ingetrokken. . , . bladz. 200. ' 1030. Declaratoir ter onderteekening gefeponeerd ten Comptoire van den Notaris M. van Doorn Geene te Vlisfingen: blykens de Middelburgfche Courant van den 26 Juiy !787 bladz. 201. " I03i. Extract uit de Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, nopens zaaken tot de Unie betrekking hebbende. In dato den 9 July 1787. hl. 202. —— 1032. Extraiï uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, in dato den 9 July 1787; waar by het gedrag der Heeren Ordinaris Gedeputeerden van die Provincie laudeeren, over het hel-  gil STUKKEN. XI helpen neemen van eenige Refolutien, in de maand Juny jongstleeden, betrekkelyk het Militaire wezen. hl. 20c', i°33- Propofitie van den Raadpenfiomris Mr. L. van de Spiegel ter Staatsvergadering van Zeeland gedaan, betrekkelyk de beroertens in die Provincie. In dato den 9 july 1787, . , . • . f bladz. 207. ^ 1034. Propofitie der. Heeren Gedeputeerden wegens de Stad Middelburg, over het zelvde onderwerp ter Staatsvergadering gedaan. In dato den 9 July 1787. bladz. 210, ,w 1035. Propofitie der Heeren Gedeputeerden der Stad Vlisfingen, over het zelvde onderwerp ter Staatsvergadering gedaan. In dato den 9 July 1787. . , bladz. 211, _ 1336. Propofitie der Heeren Gedeputeerden van de Stad Veere, ter Staatsvergadering van Zeeland gedaan over het zelvde onderwerp. In dato den 9 July 1787- bladz. 212. _ 1037. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, waar in onder anderen word verboden, dat geene gewapende Manfchappen, 't zy Burgers of Militairen van buiten de Provincie in dezelve zullen mogen trekken, doorpasfeeren, of van de eene plaats van de Provincie naar de andere zich begeeven, zonder expresfe ordre van de gemelde Heeren Staaten of derzelver Gecommitteerden &c bladz. 213, 1038. Waarfchouwing van Heeren Gecommitteerde Randen van Zeeland, betrekkelyk veelerlei zeer verregaande disorders en oproerigheden binnen het Eiland van Zuidbeveland gepleegd bladz. 214.» 1039. Publicatie van Burgemeefiers en Raaden Regeer4m hx Stad Qoes, "yyaar by bekend maakenf dat eenige  XII REGISTER Heeren die onder verdenking waren, ah of zy over de puUyke zaaken en over de Regeering het met de andere Leden niet eens waren, in den Raade als Lieden van eer en met de plechtigfle verzekeringen voor hun gevoelen hebben verklaard, te zullen blyven aankleeven en helpen handhaaven de Staats-, Stadhouderlyke en Stads Regeering met den Prins Erf-Stadhouder tfc. . . , IMz. 216. 1040. mjive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staa- ten van Zeeland, aan den Heere Erf-Stadhouder, over het arresteeren van Haare Koninglyke Hoogheid hl. 217. ' 1041. Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, aan Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Oranje en Nasfauw, over het zelvde onderwerp iMz ^ \ -1042. ExtraS uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, waar iy deOrdinans Gedeputeerden ter Generaliteit worden gelast, te declareeren: dat Hun Ed. Mogenden van gevoelen zyn dat voor eenige Vreemde Mogendheid tot bemiddeling van de verfchillen in de Republiek plaats vindende, in te roepen, alvoorens conftituthneele middelen, die door het verhond van de Unie worden aan de hand gegeeven, moeten worden te werk gefield (Jc. In dato den 30 July I?87. * * • bladz. 220. *ft Et fgeUgi d°0r de Schme" *«" Schut, de Ed. Achtb. Magifiraat der Stad Middelburg. Bt. 223- 1044. Publicatie van Burgemeesters, Schepenen en Raa den der Stad Middelburg, over de op nieuw uitgeborflene onrustige beweegingen . . • ^ ^ N».  der STUKKEN. XIII - jo^j. publicatie van de Regeering der Stad Middelburg, waar by zodaanige Burgers, die abfent zyn geweest ly het doen van den èèd, gedagvaard worden om die te komen doen bladz. 22(5- l , 104.6. Waarfchouwing^ van Burgemeesteren en Raaien der Stad Vlisfingen, ter gelegenheid van de nieuwe beweegingen binnen de Stad Middelburg . . bladz. 226- , 1047. ExtratT: uit ie Refolutien van Weth en Raad der Stad Middelburg, betrekkelyk de demisfie van den Heer Mr. Ermerins , als Penfionaris der Stad Middelburg. In dato den 27 July 1787. . • • bladz. 227. , I048. Janfpraak van den Heer Mr. Ermerins, in de Vergadering van de Weth 'en Raad der Stad Middelburg : waar by zyn ambt als Penfionaris dier Stad neder- . legt, en van deezen gewigtigen post verzoekt te worden ontflagen, op zodaanige wyze als Hun Ed. Achttaarè, aan de waardigheid van hunne Vergadering, en aan de eer van een eerlyk Minister verfchuldigd zyn. In dato den 28 July 1787. ... . . . bladz. 229. . 1049. ExtraEt uit de Refolutien van Weth en Raad der Stad Middelburg, in dato den 28 July 1787 > ^vaar by aan den Heer Mr. Ermerins , zyne demisfie van deszelvs Bediening, als tweede Perfionaris van genoemde Stad wordt verkondt, met betuiging dat Hun Ed. Achtb. voor zich zelvs geen red^n hebben 'om gemelden Heer uit zyne Bediening te removeeren; voorts aan denzelven de jouisfance gelaaten van alle die Rechten er. Vrydommen, die aan gewezen Leden van Hun Ed. Arhtb. Vergadering gewoon zyn vergunt te worden; en eindelyk bevel, van arm denzelven 600 Ponden betaalde Recognitiepennir.geh te reftitueeren. . . . . . . . bh.dz. 23?.  XIV RÈ GlSTËR N«. 1050. Pubfcati.evanBwgemeefters, Schepen^ en Aaadén der Stad Middelburg, over de te fcudene Vreugdebedrv ven op de aanjiaande Verjaardag van Haare KvmLhké Hoogheid. t ,, , 6 " ■ bladz. 233; iesi. Placaat van Hun Edele Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, tot herjlelling van de publieke rust en eensgezindheid in die Provincie; bevattende tcffens eene generaale Amnestie, over alle en een iegelyk, die dezelve cenigzmts aangaan mag, uit krachte van welke by deezen van nu af aan worden vergeeven alle woorden, gefchriften en daaden, die federt den jaare 1778 tot heden toe zyn ■verricht, welke aanleiding tot het verwekken of voortzetten ■van onrust, verdeeldheid, misnoegen en geweld hebben gegeeven enz. . ,, , • • bladz. 2364 ~, .£cIite |*f der SeplUnderde Ruiten binnen de Stad Zierikzee, op den 24 September 1787. bladz. 240. * - I05E. Echte Lyst der geplunderde Huizen Urmen Vlisfingen, op den t9i 30 September en 1 Oclober i787i *'•••• bladz. 243. S 1054. Publicatie van de Raaderi der Stad Vlisfingen waar by aan de Gemeente bekend maaken: dat Hun Ed Achtb. zich eenftemmig hebben vereenigd om vöor hun geroeien te verkUaren, te blyven aankleeven, niet alleen de Staats- Stadhouderlyke- en Stads beflier, met den Prins Erf-Stadhouder; maar ook de Rechten die hem als ErfHeer van de Stad wettig zyn toekomende, zonder eeniié referve £pc. . , 6 * bladz. 24& i 1055. Misfive Van de Randen der Stad Vlisfwen aan den Heere Erf-Stadhouder, waar by aan HoogstdenzelVen kennis geeven van het plunderen binnen hunne Stad, en dé  bu STUKKEN. XV 2tt op fterke aa?idrang van de Gemeente, tien van derzeiver mede-Raaden, hunne Raadplaatzen hebben nedergegelegd £jV. • bladz. 248. H°. 1056. Waarfchouwing van de Raaden der Stad Vlisfingen aan een ieder, om zich verder te onthouden van alle overlast of geweld te pleegen aan Huizen-, Perfoonen cf Goederen van eenige Inwoonden dier Stad; verders dat alle Vreemdelingen zich illico buiten de Poorten zullen moeten begeeven, om alle gelegenheid tot verdere oneenighedex voor te komen &pc. ..... bladz. 250. 1 1057. Publicatie van de Raaden der Stad Vlisfingen, Waar by kennis geeven, dat de goede Burgery by folemneelen ééde heeft verklaard, dat blyven aankleeven de Staats-, Stadhouderlyke en Stads Regeeringe met den Heere ErfStadhouder; voorts dat zy alle de Burgers en Ingezetenen neemen in hunne byzondere proteilie; eindelyk, eene aanmaamng om alle de geplunderde Goederen die zyn wegge■nomen en geborgen te rug te brengen op het Raadhuis &c. . ..... bladz. 251. " ■" 1 1058. Eed, afgelegd door de Burgers en Ingezetenen , der Stad Vlisfingen, in handen van de Ed. Achtb. Raaden van die Stad, op den 1 Ottober 1787. » . bladz. 253. "■ 1059. Publicatie van Bailjuw, Bnrgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Veere, waar by kennis geeven, dat het daar na toe zullen zoeken te dirigeeren, dat den Heere Erf-Stadhouder worde verzegt, om het zy in eigener Perfoon of wel door Gecommitteerdens, orde te ftellen op de Regeering in de Provincie van, Zeeland , en fpeciaal geauthorifeerd, om zodaanige veranderingen, daar omtrent in de Steden en Plaatfen derzelve te maaken, als naar zyne vytbeü ten beste van het laad, zal nodig, redelyk en wel-  XVI REGISTER wêlvoeglyk oirdeelen. . * . . bladz. 254, N*. io6o> Publicatie van Hun Edel Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, waar by kennis geeven, dat gerefolveert hebben, den Heere Erf-Stadhouder te verzoeken, Zyne Stadhouderlyke autoriteit te willen gebruiken tot herfielling van de rust, en zich of in Perfoon naar de Provincie ie begeeven, of Gemachtigdens te zenden, ten einde het Wettig gezag der Regeering en jufiitie te handhaaven, de klachten en hezwaaren der Ingezetenen te hooren, en die gegrond bevindende te redresfeeren ; met auiïorifatie fpeciaal, om tusfchen tyds zodaanige veranderingen in de Collegien van Politie en Jufiitie, of mindere Ambtsbedieningen in de Steden en Plaatzen te maaken, als in de tegenswoordige omfiandigheden volfirekt onvermydelyk zal zyn, behoudens in alle andere gevallen, de Privilegiën derzelver Steden en Plaatzen. . . . bladz. 256. • 1061. Mirfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, aan den Heere Erf-Stadhouder, behelzende het verzoek in bovengemelde Publicatie geëxtendeerd. • • bladz. 258. " 1 1062. Misfive van Burgemeesteren en Raaden der Stad Wisfingcn, aan Gecommitteerde Raaden van de Heeren Staaten van Zeeland, waar by kennis geeven, dat het Oproer in die Stad nog al voortduurt, met verzoek, dat Run Ed. Mogenden tot herftelling der rust, zodaanige mefures * gelieven te neemen en te doen daar ftellen, als na derzelver hooge wysheid zullen nodig oirdeelen. . . bladz. 261. • 1063. Extract uit de Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, in dato den 2 Ottober 1787, betrekkelyk den Militairen ééd. . . bladz. 262. 4m  Titt STUKKEN. XVII t$*. IO64. Misfive van deJlaaden der Stad Vlisfingen aan zjne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder, behelzende een verhaal van de ongeregeltheden en Plunderingen in die Stad voorgevallen ^c. . . bladz. 263. i ■Ul- IQ65- Publicatie van Burgemeester en Schepenen der Stad Vlisfingen, waar by aan-elk en eeniegelyk word gej boden, om wanneer Goederen, zo onder als na de Plunderinge uit de geplunderde Huizen mogt hebben medegenomen, die binnen vier dagen op den Stadhuize of aan den rechten Eigenaar, wanneer die by hen volkomen bekend mogte zyn, te brengen of over te leveren, met belofte van impuniteit&c. ••••». . bladz. 269. —- 1066. Misfive van Raaden der Stad Vlisfingen aan Burgemeefteren en Schepenen van die zelvde Stad, waar by kennis geeven, dat ad interim tot Bailjuw en Prefident Burgemeefier hebben aangefield, dtn Heer Pieter Jacob Clyver. bladz. 271. 1067. Misfive van den Raad der Stad Vlisfingen aan den Heer Mr. C. Versluys Raad der Stad Vlisfingen, thands te Antwerpen, en aan den Hier Mr. A. Sandra insgelyksRaad van genoemde Stad, thands te Leyden; waar ly kennis geeven, dat zy onder het getal van die Raaden lehooren, waar van de Burgery heeft te kennen gegeeven, dat niet langer in hun vertrouwen konden deelen ••••••• . . bladz. 272- - 1068. Antwoord van den Heer Mr. A. Sandra, aan Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Vlisfingen op bovenflaande Misfive bl#dz. 274. 1069. Verbindtenis van de Burgers en Ingezetenen der Provincie van Zeeland, tot bewaaring van de rust en pu- . * * blyke  XVIII REGISTES. Myke veiligheid. • , bladz. 276/ N°. 1070. Publicatie van Bailjuw, Burgemeefter en Schepenen der Stad Vlisfingen, waar by kennis geeven, dat de federt eenigen tyd op het Raadhuis van die Stad geborgene Goederen , aan derzelver Eigenaars op den icflen November aan,-, ftaandc zullen werden afgegeeven &c. . . bladz. 278. 1071. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Regeeringsverandcring te Middelburg; gepubliceert den 26 Maart 1788. f r , . . f bladz. 279. . 1072. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, behelzende dispofitie over de lezwaaren der Landlieden op het Eiland Walcheren; gepw bliceerd den 26 Maart 1788. . • • bladz. 284- » 1 1 ■ 1073. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Regeerings- verandering te Zierikzee, gepubliceert den 1788. bladz. 289- u ,.» 1074. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf Stadhouder, behelzende dispofitie over de bezwaaren der In- en Opgezetenen van Brouwershaven, Schouwen en Duiveland, gepubliceert den 1788. . ■ . , , ', , bladz. 297. — 1075. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Rcgeeringsverandering te Vlisfingen, gepubliceert den 3 'April 1788. , , . , f . . , . bladz.' 301. ti_A." ■:- 1076. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heers Prince Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Regecjings. vet-  ïis STUKKEN. XIX verandering te Veere , gepubliceert den 3 April 1788. bladz. 311. N°- 1077- Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder,- betrekkelyk de Regeeringsverandering te Goes, gebuiliceert den 8 April 1788. bladz. 316. " ro78. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Regeeringsverandering te Tholen, gepubliceert den 12 April 1788. . . . . . . ï . bladz. 321. » 1079- Plan eener Negotiatle voor de Stad Middelburg by fortn van Obligntie-Lotery, gearresteerd door de Ed. Achtb. Regeering van die Stad, den 16 December i788# bladz. 326. ' 1080. Extraïï uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, in dato den-19 December 1788, waar by aan twee Perfoonen, met naamen Johannes de Winter en Jacobus VanKius en verderen, die zich door eenen al te groeten yver voor de wettige Conftitutie, en het Doorl. Huis van Oranje hebben laaten vervoeren tot daaden van oproer en geweld, en zich zeiven daar door ten hoogflen firafbaar hebben gefield, uit hoofde van Hun Ed. Mog. magt, en uit een zonderlinge gratie worden gecomprehendeerd, in het Plaeaatvan Amnestie van den 13 Augustus 1787. tl. 328. VER-   VERZAMELING va» ^LACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE A UT/HE NT YKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER 1787 EN VERVOLGENS, IN DE REPUBLIEK DER VEREEMGDE NEDERLANDEN VGORi GEVALLEN. N°. 982. Publicatie van Burgemeefler's en Raaden der Stad Goes, betrekkelyk het vernietigen van de Vaderlandfclie Sociëteit en Genoodfchap binnen die Stad. In dato den 6 Jan. 1787. Burgemeefters en Raaden, Regeerders der Stad Goes, doen te Weeten: Dat aan Hun Ed. Achtb. door eenige Burgers;, zeggende Leden te zyn van de Vaderlandjche Sociëteit en Genoodfchap binnen deeze Stad, mondeling is te kennen gegeeven, hoe de gezamentlyke Leden van gemelde Sociëteit en Genoodfchap in het zekere waren geïnformeerd, dat de voornaamfte XL Deel. A oir-  2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot oirzaak van de onrust, en de daar uit ten deezen dagen voortfpruitende ongeregeldheden, geatribueerd wierd aan het fubfifteeren van genoemde Sociëteit en Genoodfchap; dat de gezamentlyke Leden van die Genoodfchappen, om een blyk te geeven , welk eene prys zy ftelden in de herftelfng van de rust, en om daar toe van hunne zyde alles op te zetten, eenpaarig nog op heden gerefolveerd hadden, hunne genoemde Gezelfchappen van Societeit en Genoodfchap volkomen te disfolveeren en te vernietigen, waar van de voorfchreeven voor: Hun Ed. Achtb. verfcheenen Burgers, door derzelver mede-Leden declareerden gecommitteerd te zyn, Hun Ed. Achtb. plechtig opening te moeten geeven, in vertrouwen, dat zulks Hun Ed.Achtb. zoude aangenaam zyn, en met verzoek, dat door Hun Ed. Achtb., tot beveiliging en befcherming van hunne Perfoonen en Goederen, zo wel als van een ieder Burger, de nodige voorzieninge zoude worden gedaan. Dat Hun Ed. Achtb. niet dan met het grootfte genoegen hebben vernomen, het hefiuit der Leden om hunne Vaderlandfche Sociëteit en Genoodfchap te disfolveeren, zo als daadlyk is gefchied * dat Hun Edel Achtb. derhal ven vertrouwen, dat de rust binnen deeze Stad zal wezen herfteld, dat alle partydigheid zal ophouden, dat de Burger zynen mede-Burger zal aanzien als zynen Broeder, om gezamentlyk de belangen van ieder in het byzonder en van het algemeen, volgens de plichten der Natuur en Burgerwetten, te behartigen, op dat alzo onder den Godlyken zegen de bloei en welvaart binnen deeze Stad herleeve. Dat om dit heilzaam oogmerk nog meer te bevorderen, Hun Edel Achtb. vertrouwen, dat alle hel gene tot eenige aanftoot, ergernis of befpot■ting en benadeeling van eikanderen zouden kunnen verftrekken, by een iegelyk zal worden gemenageerd; en fpeciaal verbieden, het draagen van oranje of zwarte Cocarden en Linten, of van an- derea  de Gébèurtériisfen in 17S7 enz. voorgevallen. 3 Aderen kleur, welke eenigeonderfcheids-leuzenaanduiden, het roepen of ichreeuwen langs de ftraaten van Oranje of Patriotten boven of onder en dergelyks, veel meer het noodzaakten van een ander daar toe ; het eikanderen toeroepen Van eenige fchandnaamen; het aanplakken of uitftrooijen van Pasquillen; het fpelen of zingen langs de ftraaten Van zogenaamde Patriottifche of Oranje Liedjes; het uithangen van Borden voor of boven de deuren, en het Voeren van Vlaggen of Wimpels op de Schepen of Schuiten, welke eenige aanftoot of reden daar toe zouden kunnen geeven ; het inflaan van glazen en verdere benadeeling van elkanders Bezittingen en Goederen. Dat Hun Edel Achtb. daar laatendè en vergeetënde al het gepasfeerde en gepleegde ; een iegelyk, zonder aanzien van Perfoon, zich aan iets van het voorenftaande, van »uafaan> fchuldig maakende, kan verzekert zyn; Hun Ed. Achtb. zulks met geen onverfchilligheid te zullen aanzien, en aan de Wetten daar tegen geftatueerd zich zullen ftrafbaar maaken ; neemen'de eindelyk alle Burgers, Landlieden en Vreemde. Jingen, welke hier moeten verkeeren , in Hun Ed. Achtb. befcherming. Aftum in den Raad der Stad Goes, den 4 ën 5 January 1787. (Ónder ftaat) My prefentj '%énjlaat geïj A„ W. van Cïtter§; A 3  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 983. Afte van Verbindtenis van eenige Leden en Ministers der Regeering en Jufiitie in Zeeland, tot havdhaaving van de waare Republikainfche Confiitutie, tegenwoordige Regeeringsform en Bur. gerlyke Vryheid. Wy Ondergefchreeven, Leden en Ministers van Collegien van Regeering en Jufiitie, in of van wegens de Provincie van Zeeland, rypelyk overwoogen hebbende de tegenwoordige verwarringen in de Republiek, vërOirzaakt door de verfchülende begrippen van veelen onder de Regenten en Ingezetenen, over de waare gronden van de Conftitutie der Regeeringe, en van de aart der Burgerlyke Vryheid; en dagelyks meer en meer ziende, dat men voortgaat, met allerhande fthaadelyké denk. beelden ten dien opzichte, ook in deeze Provincie te verbreiden, en dat de Regenten, die door céd en piicht weerhouden worden van zich daar mede te vereenigen, in publyke papieren op een jchandelyke wyze worden ten toon gefteld, gehoond en gelasterd; dat door zodaanige middelen, het vertrouwen der Ingezetenen wordt afgetrokken van hunne wettige Overheden, en overge'bragt tot Menfchen, die noch kundigheid noch roeping hebben, om 's Lands zaaken naar hunne zinnelykheid te hervormen en te bellieren; dat het gevolg hier van noodwendig zal moeten zyn, dat in plaats van de Conftitutie vast te Hellen, en de Vrvheid te verzekeren, dezelve beide zullen los gemaakt en vernietigd worden; wanneer het móóglyk te laat zal zyn het Vaderland uit dit verderf ie redden; hebben onderling beflooten, door de ondertekening deczer Acte, een duidelyke en oprechte Verklaaringe te doen van onze gevrelens en oogmerken, en ons te verbinden, om dezelve mot alons vermogen, onder inwagtinge van den Goddelyken zegen, en de medewerkinge der getrouwe Ingezetenen, te maintineeren , als uitmaakende de waare gronden, waar op de Republyk in 't gemeen, en deeze  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. $ deèze Provincie in 't byzonder gevestigd is, en onder welker behoud dezelve is groot geworden; en fchoon wy reeds alle tot het handhaaven van deeze gronden, uit hoofde onzer Ambtsbedieningen, in onderfcheiden betrekkiugen, by ééde verplicht; waren, en derhalven ten onzen opzichte geene nieuwe Verbindtenis nodig ware; hebben wy echter geconfidereerd, de verkeerde explicatie die door lommigen aan onze bedoelingen gegeeven wordt, als mede de ingewikkelde [tellingen vervat in zekere Acle, in de maand Augustus des voorigen jaars in een andere Provincie geteekend; en hebben mitsdien noodzaaklyk geoirdeeld , onbewimpeld,, en zonder referve van een bedekten zin, onze meening open te leggen, ten einde aan malkanderen , en een ieder die deeze A&e leezen zala daar van iecuriteit te geeven. Wy betuigen derhalven op het plechtigfte, geen ander oogmerk te hebben, dan om de waare Republtkaipfche Regeeringsform, volgens den aart desj Conftitutie en de Prb ilegien van de byzondere Provinciën, Steden, en Leden van dit GemeenebesXj gelyk het zelve verbonden is door de Unie van Ut3echt, te helpen handhaaven, met de hooge waar, cigheden van Stadhouder,, Kapitein- en Admiraal. Ce,:eraal, erffelyk in het Huis van Oranje, en mee alle die Rechten en Prasëminentien, welke aan dezelve- waardigheden xwettig en. permanent zyn vast» gemaakt. Wy beloovea de Hoogheid, Vryheid en Onafi hankelykheid van den Staat in t gemeen, en van de Provincie Zeeland in 't byzonder te zullen helpen handhaaven, zonder eenige overheerfching, onder welken fchyn of benaaming het.zoude mogen zyn, te gedoogenr en wy verklaaren,. in het bellier vaa deeze Provincie, een afkeer te hebben van eea éénhoofdige Regeering, of van een. meerder getal van Perfoonen, uit eigendunkelyke Apistocra&ifche beginfels; wy oirdeelen ook een Volksregeering buiten de reprasfentatie van wettig verkprea Qvet-A 3 'ha-  6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot heden, even verderflyk voor het Land; en wy belooven, ons heilig te zullen houden aan de tegenwoordige Conflitutie, welke Wy erkennen voorons Land en Volk de beste te zyn, en degefcbikfteom in een vryen Staat alle inbreuk van dwinglandy af te weeren, en nogthands de Regeering met een genoegzaame magt te voorzien, welke zo wysfelyfc door de Wetten getemperd is, dat de Burgerlyke, Vryheid onder dezelve onbenadeeld kan en moet blyven. Wy betuigen ook even plechtig , den waaren Christelyken Gereformeerden Godsdienst, zo alsi dezelve in de publyke Kerken deezer Landen geleerd wordt i met alle yver en nadruk te zullen handhaaven, en nooit te gedoogen, dat iemant in zyne confcientie worde onderzogt of bedwongen; maar een ieder ongeftoord te zullen laaten genieten die vryheid van denken, en oeffening zyner Godsdienflige begrippen, welke de Wetten van het Land hebben toegeftaan. Wy zullen zo veel in ons is, de Jufiitie by haar gezag helpen maintineeren, zonder ooit toe te (temmen , dat iemant in het gebruik van dezelve verhinderd worde, of onderworpen aan hetoirdeel van gedelegeerde Perfoonen of Rechtbanken , welke hy, volgens zyne voorrechten, niet voor zyne competente of ordinaire Rechters behoeft te erkennen. Wy gevoelen , dat het zekerde kenmerk der Vryheid van ons Land is, dat de Regenten en Ambtcnaaren van den Staat, zonder onderfcheid van aanzien of rang, even als de geringde der Ingezetenen, aan dezelve Wetten onderworpen zyn: dat derhalven een Ingezeten, wie hy ook zy, of een Maatfchappy van Ingezetenen, onverhinderd het vermogen moeten hebben hunne Privilegiën voor te ftaan , in te roepen, en te verdeedigen ; terwyl wy Dogthands, in alle gevallen en altoos,uitfluiten het vermogen van zich zelv' te rechten, zo lang riet beproefd zyn alle de wegen en middelen, welke de ordinaire 'Jufiitie en de Conftitutie van iede-  te Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 7 re Provincie of van den geheelen Staat, refpettivelyk, aan de hand geeven tot vereffening der geïehilléfli - VVyders betuigen wy een waaren eerbied te hebben,'voor alle deugdelyke Volks-Rechten en Privilegiën, in welk Diflricï of Stad dezelve ook zyu, of behooren geobferveerd te worden; en wy zullen ons oprechtelyk toeleggen, om dezelve op te beuren en op een conftitutioneele wyze te ftyven en te flerken, gelyk wy ook even welmeenend de hand zuilen bieden tot hetredresfeeren van wezentlyke abuizen, welke in de uitoeffening van het publiek bellier, tegen de Wetten 0/ goede orde der Regeering, mogten zyn ingefloopen. Deeze hier bovengemelde grondbeginfels belooven wy, op den ééd aan den Lande gedaan , beftendig te zullen voorftaan, en malkanderen in het voorftaan derzelve alle mooglyke adfiftentie toe te brengen; de heimelyke of openbaare indragt, welke daar op mogt ondernomen of gepleegd worden, met al ons vermogen af te keeren; onze poogingen tot behoud van de wettige Conflitutie en BurgerJyke Vryheid te zullen vereenigen, met die van alle Regenten in andere Provinciën van deeze Republiek, welke met ons uit dezelve grondbeginfels werkzaam zyn, in den klaaren zin en meening als dezelve hier boven zyn voorgefleld; en ten dien einde met malkanderen, en met allen die zich verder met ons willen vereenigen, te zuilen omgaan » met dat vertrouwen, eendragtigheid en cordaatheid, als tot bevordering van 's Lands welzyn, en verdediging van onze Perfoonen, tegen den haat, nyd of laster van kwaalykgezinden, noodzaakelyk is. Ter nakoming deezes, verbinden wy ons, als Lieden van eer, door deeze onderteekening. A 4  . Verzameling van Stukken betrekkelyk tot: N*. 984. Propcfdie ter Staatsvergadering'van Zeeland cp aen 5 Febr. 17.8^ door den RacdppJïonarü Mr Laiirkhs van te Spiegel gedaan, betrekkelyk net Nationaal Fonds, ter bevordering van de ge. y/igiigae belangen des Neder landjehen Volks. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering voorgedraagen, dat hy met veel verwondering in een pubnek Nieuwspapier gevonden heeft : dat op den l^den der luatstvoonge maand, binnen deeze Stad Middelburg, door de Gecommitteerde Heeren Directeuren van het Nationaal Fonds, ter bevordering van de gemgiigsle belangen.des Neder land fchen Volks, uit de De. parlementen dei Steeën Middelburg, Zierikzee, Goes, en Vlï'Jïngen, is gehouden eene eerfte Provinciaale Vergadering, en aat daar in zyn aangejleld een Prefik i is. een Lid van de Regeering der eerstge¬ noemde Stad, als mede een Thejaurier en een Secretaris. Dat by Raadperfionaris by het elfde Artikel van zyne Inlb-uéhc gelasc was, te zorgen, dat geenindragt geichiede tegen de orde van de ReKeerinee noch tegen de Hoogheid en Gerechtigheid van dé *emgtigsje belangen desNederiand/chen Volks was toe' Vertrouwd aan de Hpoge Regeering; dat ócProvinciaale Vergadering, waar in die gëwigtigftè belangen behooren verhandeld te worden, voor zoveel de Provincie van Zeeland aangaat, is de Vereade. ring der Heeren Staaten, doch waar in de egaliteic der  ds Gebeurtenis/en in 1787 enz. 'voorgevallen. $> der Leden geen Preffdent admitteerd: en dat eindelyk het Nationaal Fonds tot de bevordering der gewigtigfte belangen geichikt, zyn 's Lands Financiën, door de Contiibutieu der Natie in de eenpaarig geconsenteerde belastingen, wordende uitgemaakt; en dat derhalven, indien 'er een ander Nationaal Fonds wierd gecollecteerd of een andere Provimiaale Vergadering gehouden, waar van een Lid van de Regeering zich tot Prefideot laat aanbellen, of iüdién iemant oirdeeld, dat de gewig. tigfte belangen des Volks, door andere Deli'oeracL en als die. der Staaten, moeten bevorderd worden, zulks naar het inzien van hem Raadpenfionaris, de attentie van Hun Ed. Mogenden vooral in deeze tydsomftandigheden zoude verdienen. Dat hy de beoirdeeling daar. van, met verfchuldigden eerbied aan HnnEd. Mogenden hoo^e wysheid overlaat; in vertrouwen, dat, hoedaanig de zaak ook moge hegreepen worden, Hun Ed. Mo., genden zullen overtuigd zyn, dat hy zich in deezen van zyne plicht gekweeten heeft. Accordeert &c. No. 985. Misfive van den Heer Mr. Mathias Poos Raad der Stad Middelburg, aan den Heer Mr. L. van de Spiegel over deszelvs Propofitie ter Staatsvergadering, betrekkelyk het Nationaal Fonds, In dato den 11 Fehr. 1787. Hoog Edele Gestrenge Heer! Het is Uw Hoog Ed. bekend, dat by gelegenheid .van 't laatst genomen Reces van de Commisfie tot de revifieder Quotas, is gerefolveert, dat de volle Vergadering van de Leden dier Commisfie wederurn een aanvang zoude necmen op den 19 Jen dee» sö&; gaarne zoude ik my ingevolge die bepaalinge ais nu binnen weinige dagen na 5s Hage begeeven om., te voldoen aan 'c oDgmstk; myner beA 5; ape>  zo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot öoeming tot de voorfchreeven Commisfie, indien ik bier m niet ten fterkften wierd te rug gehouden door de Propofitie, die Uw Hoog Ed. op den jden deezer ter Vergadering van de Heeren Staaten deezer Provincie hebt gelieven te doen, met opzicht tot het binnen deeze -Stad en andere Steden deezer Provincie opgericht Fonds ter bevordering van de gewigtigfte belangens des Nederlandfchen Volks, en de deswegens alhier gehouden eerfte ProvinciaaJe Vergadering van de Heeren Directeuren van 't voorfchreeven Fonds, daar Uw Hoog Ed. Geftr. 't zelve aanziet en aan den Souverein voorfteld, als een zaak, waar door tegen de orde van de Regeering en tegen de Hoogheid en Gerechtigheid van de Provincie indragt gefchied, en als iets *t gene daar tegen zoude worden getenteert of ondernomen. Uw Hoog Ed. Geftr. zult uit dat zelve Nieuwspapier, op wiens crediet de gantfche kenmsgeeving van Uw Hoog Ed, berust, en uit meer ?^Lre„iNieV-wsPaPieren' als onder anderen uit de Middelburgkhe Courant in de maand December des laatst afgeloopen jaars, hebben kunnen ontwaren, dat ik nevens nog twee Leden der Regeering van Middelburg en drie geaccrediteerde Burgers dier Stad, ben aangeftelt tot mede Directeur van 't voorfchreeven Fonds, in 'tdepartement van dezelve Stad: Uw Hoog Ed. kan dus leevendig be- frypen , hoe de voorfchreeven Propofitie van Uw [cog Ed. my op 't fterkst moet hebben getroffen: reeds zedert den jaare 1765 een Lid van Regeering geweest zynde, by ééde en volgens plicht, niec minder dan Uw Hoog Ed. verbonden tot maintien van de goede orde, voorftand en bevordering van de Rechten en Hoogheid van de Provincie, kan *t my niet onverfchillig zyn my by den Souverein van 't Land in het Register van Staat publiek te zien befchuldigd en aangeklaagt, als iets getenteert of ondernomen te hebben, tegen de orde van de Regeering en tegen de Hoogheiden Gerechtigheid van de Provincie: God bewaare my van immer iets der-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, iï dergelyksin den zin van myne gedagten te krygen, en den Almachtigen, die de zuiverheid en oprechtheid myner bedoelingen kent, zy myn getuige, dat ik nooit eenige andere oogmerken gehad heb, dan om 't waare welzyn van myn Vaderland en de wezentlyke belangens myner mede-Ingezetenen, die ik als een Lid van Regeering help reprefenteeren, op alle mooglyke wyze volgens den aart on-; zer gezegende Conftitutie en de Privilegiën van den» Lande, na myn vermogen te bevorderen. Ondertusfchen word ik door de voorfchreeven Propofitie van Uw Hoog Ed. op een gantfch onbillyke en zeer onvriendelyke wyze, gebragt in eene verdenking, van tegen myn ééden plicht te hebben aangegaan, Myn eer en goede naam, die ik in alle myne posten en betrekkingen tot nu toe altoos (Go . t>E zy dank)ongefchonden heb mogen bewaaren, is my te gewigtig en te dierbaar, dan dat ik niet op alle mooglyke wyze my zoude Iaaten gelegen leggen aan de confervatie van dezelve, en een compleete zuivering van den blaam door Uw Hoog Ed, Geftr. daar op gelegt; en zo lang de voorfchreeven verdenking ten mynen opzichte blyft voortduuren, en ik deswegens niet ten vollen ben gejustificeert, oirdeele ik my zeiven onbevoegd toe de verdere waarneeming van een Staats-Commisfie, die ik met geen 't minfte nut voor myn Provincie, nog met eenig genoegen voor myn zelvs, kan bekleeden, indien ik my nier kan verzekert houden, van een volleedig vertrouwen van myne Hooge Committenten op myne eerlykheid en goede trouw, in de nakominge van myn ééd en plicht, ter betragting van 't waare welzyn van myn Vaderland. Ik neeme derhalven de vrvheid Uw Hoog Ed. gantfch vriendelyk, doch teffens met dien ernst, welke 't gewigtder zaak van my vordert, te verzoeken, om ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden ten fpoedigften 't daar heen te d:rigeeren, dat in de Registers van Hun Ed. Mogenden op zodaa,Jüige wyze, als Uw Hoog Ed, zult goedvinden, aan my  ia Verzameling van. Stukken betrekkelyk tot my ter zaake voormeld werde gegeeven eene be-" hoorlyke en eclatante fatisfactie, of wel, indien Uw Hoog Ed. daaromtrent tegen verwagting zwaaligheid mogt maaXen, alsdan uit myne naam, mee aliegatie van de redenen hier vooren opgegeeven, aar. Hul Ed. Mogenden te verzoeken, my te willen honden voor ontflagen van de verdere "waarneeming der voorfchreeven Staats-Commisfie, en int myn plaat* een ander Heer te benoemen, die in het oog < ar Hun Ed. Mogenden Hoogstdtrzelvei! vertrouwd: met meerder grond meriteerd. Ik heb de eet met verfchuldigde achting te zyn. Hoog Edele Gejirenge Heerl Middelburg den u Uw Hoog Edele Gejtr. Febr. 1787. Ootmoec.igen Dienaar. Os get.~) B. Mathias Pous. . iN°. 98'• Request vaii Directeur en van het binnen Zeeland QpSerïgt Nnuonaal Fonds, aan Hunne Edele fifogetiden ae Heeren Staaten dier Provincie, bef tukkelyk de Propofitie van den Heere Raadpenfionaris, dienaangaande ter Staatsvergadering gedaan. Aan df Edfle Mocende Heeren Staaten van Zeeland. Geeven met verfchuldigden eerbied te kennen, de Direöeüren van het ten jaare 1786 binnen deeze Provincie öpgerigt Vaderlands Fonds , onderden titel van 't Nationaal Fonds ter bevordering van de gewigtigjle belargens des Nederland/eken Votks; dat zy Supplianten tot hun uiterfte furprife en innig leedwezen hebben verroomen , dat by zekere Propofitie door den Heer Raadpenfionaris deezer Provincie op den 5den deezer maand ter Vergadering van U Ed. Mogenden gedaan , en in een onlangs uit. gegeeven publiek Nieuwspapier geinferëero i 't voor«  . tb Gebeurtenis/en ih 1787 ent. voorgevallen. 13. voorfchreeven Fonds, nevens eene daar over doof de Supplianten gehouden Provinciaale Vergadering, waar in een Lid van de Regeering der Stad Middelburg tot Pisiïdent, als mede een Thefaurier en een Secretaris waren aangefteld , aan U Ed. Molenden is voorgedraagen als een zaak, waar door tegen de orde van de Regeering en tegen de Hoogheid en Gerechtigheid van de Provincie indragt gefchied * en als iets, 't gene tegen die gevenereerde ob''cc ten zoude werden getenteert of ondernomen. , Dat de Supplianten, die alle uit voornaame Leden van den Burgerftaat beftaan, en vooreen groot gedeelte zelvs Leden van Regeering in Verfcheiden Steden deezer Provincie zyn, en als zodaanig volgens ééd en plicht verbonden tot confervatie van de goede orde, handhaaving en bevordering van de Rechten en Hoogheid der Provincie, gemeent hebben zich omtrent de voorfchreeven gedaane aankiagte niet onverfchillig te mogen gedraagen; te meer daar nevens hun Supplianten een zeer grooc aantal van de voornaamfte In- en Opgezetenen, daar onder zeer veele Leden van Regeering in deeze Provincie, in 't voorfchreeven Fonds hebben d^el genomen, welke zich dus door den voorfchreeven voordragt op gelyke wyze zien gebragt in de verdenking, van als Regenten van 't Land tegen hunne ééd, en als Burgers tegen hunne verplichting, te hebben aangegaan. Dat ondertusfehen zy Supplianten onmoolyk Jcunnen penetreeren de redenen, die tot 't doen der voorfchreeven aankiagte aanleiding hebben kunnen geeven, daar tot heden toe, zo veelde Supplianten weeten, niets hoegenaamd is verricht of eenige daad gepleegt, die 't aller geringde kenmerk zoude draagen van eemg voorneemen of oo^rrnrk, om 't gedagte Fonds direct of indirect te Gebruiken, ofte doen dienen tot renverfement van deor. de van de Regeering, of tot vermindering van de Hoocheid en Gerechtigheid van de Provincie; dat zy Supplianten op 'e plechtigfte kunnen betuigen, en  H Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en V Ed. Mogenden ten derkden verzekeren, daê noch by hun Supplianten, noch, zo zy vertrouwen, by iemant der Deelhebberen van *t voorfzi Fonds, immer zodaanig voorneemen heeft gereiU deerd of kunnen refideeren: dat zulks van den beginne af by de erectie van 't voormelde Fonds reeds ten klaarden is gebleeken, door 't zelve in de pu> blieke .Nieuwspapieren opentlyk aan te kondigen * en voor een ieder zonder onderfcheid ter intcekemng open te dellen, met opgave van de plaats, daar de inteekening en 't fournisfement kon geichieden, al 't welk ook ten vollen aan den dag legt de goede trouw, waar mede deeze zaak alhier is begonnen en voortgezet; Dat in zeiver voegen met de beste trouw des werelds aan't publiek is bekend gemaakt, de gedaane aandelhng van Directeuren in de refpeöive Departementen van fommige Steden deezer Provincie, gclyk mede het houden der eerde Provinciaale Vergadering, en de daar in gedaane aandelling van een Prefident, Thefaurier en Secretaris, zonder dat zy Supplianten immer hadden kunnen vermoeden, dat deeze ongeveinsde en openhartige behandeling van zaaken zoude hebben gediend, of gearripieerd zouden zyn als een grond van grove be* fchuldiging tegen 't voorfchreeven Fonds en deszelvs Directeuren, in 't Register van den Souverein van 't Land; dat zy Supplianten zich ook geen fin ts kunnen voordellen, dat by een nauwkeurige enonbevooroirdeelde examinatie van zaaken, de voorfzingebragte befchuldiging eenige ingang by ü Ed° Mogenden zal vinden, of de verdenking, waaron» der de Supplianten en 't Fonds aan derzelver Directie toevertrouwd, thands gebragt zyn, eeniga prsjuditie aan dezelve zal toebrengen; Dat om niet alles aan te haaien, 't gene óp deeze materie met veel grond zoude kunnen worden bygebragtj de Supplianten alleen de vryheid moeten neernen U Ed; Mogenden te doen opmerken j dat de grond van befchüldigiDg tegen 't gedagté Fonds$  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, if Fonds, by de voorfchreeven Propofitie van den. Heer Raadpenfionaris ingebragt, niet berust op daaden of faiten, die door of van wegens de Supplianten ter zaake van 't voorfchreeven Fonds zouden zyn verricht, en die echter noodzaaklyk zouden moeten exteeren, om over een voorgewende ongeoirloofde inrichting van 't voorfchreeven Fondste kunnen oirdeelen, maar dat dezelve enkel berust op de benaaming, die aan 't voorfchreeven Fonds én de Vergadering door de Supplianten deswegens gehouden, gegeeven is, en waar uit by de meer* gedagte Propofitie illatien en confequentien worden getrokken, die de Supplianten geenfints kunnen toegeeven: dat zy wel willen erkennen, dat de bevordering van de gewigtigste belangens des Nederlandfthen Volks is toevertrouwd aan de Hooge Regeering; dat de Provinciaale Vergadering, waar ia die gewigtigfte belangens behooren verhandeld te worden, zo veel deeze Provincie aangaat, is de Vergadering van U Ed. Mogenden, en dat 't Nationaal Fonds tot de. bevordering dier gewigtigfte belangens gefchikt, zyn 's Lands Finantien: doch dat de Supplianten dien onvermindert, onder fubmisfie aan beter gevoelens, van oirdeel zyn, dat buiten de Hooge Regeering, en onverminderd haare deiiberatien, de gewigtigfte belangens des Volks wel deegelyk ook door andere middelen op een zeer geoirloofde wyze kunnen en mogen bevorderd worden, en dat tot die bevordering, behalVeu 's Lands Finantien, waar over aan den Souverein van 't LaDd alleen de beheering competeerd, ook zeer gevoeglyk kan en mag werden ingefteld een Nationaal Fonds, beftaande uit vrywillige contributien, die eenige Ingezetenen van 't Land uit liefde tot het zelve by infchryving met genoegen fourneeren, en over welk Fonds de Deelhebbers eenige uit huD midden tot Directeurs benoemen, die uit de refpe&ive Steden deezer Provincie te zaamen komende, om over de gemeenfchapDelyke iflrichting van 't Fonds en het eroplooy der Pennin* gen  S<5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót gen te fpréefeeaji met elkander Provinciaale Verga? deungen houden, dus genoemd by onderfcheidmz van die Deparcements Vergaderingen, welke zy reipectivelyk ieder in hunne Stad'goedvinden te houden; en in welke Provinciaale Vergaderingen het niet ongepast kan voorkomen, een der voornaamüe Leden onder den titel van Prsefident te benoemen, tot 't doen der omvraag en het houden van een behoorlyke directie. Dat zy Supplianten gaarne ain 'thoógwys oirdeel van U Ed. Mogenden willen overlaat^, of in allen deezen iets onbehoorlyks en tegen de orde van de Regeering, ftrydïgwprd bevonden; dan wel, of integendeel de goede pogingen van een groot aantal getrouwe Ingezetenen, die zich uit zuivere Vaderlandsliefde vereenigen, en ieder na hun vermogen iets zoeken toe te brengen ter vordering van het waare welzyn en de wezentlyke belangens van de Natie, niet veel eer den lof van alle weldenkende in den Lande verdienen; gelyk onder andere nog óver weinige jaaren is gebleeken, by de erectie in genoegzaam alle de Steden van de Republiek van den zogenaamden Oeconomifchen Tak, eene inftelling, die in veelen opzichtemet het voorfchreeven Nationaale Fonds kan werden gelyk geftelt, als medeingerigt ent)ok waarlyk gedient hebbende, en nog dienende ter bevordering van de gewigtigste belangens des Nederland/dien Volks, met behulp van een daar toe tehoorend Nationaal Fonds, beltaande uit jaarlykfche contriburien, die de Deelhebbers mede vrywillig opbrengen, en over welk Fonds insgelyks Leden van Directie gefield zvn, die te zaamen byzondere en algemeene Vergaderingen houden, zonder dat ooit gedagt is, om dezelve aan de attentie van den Souverein als onbehoorlyk voor te draagen , of eenige voorziening daar tegen te doen in 't werk Rellen. Rederen, waarom de Supplianten de vryheid neemen , zich te keeren tot U Ed. Mogenden; zeer eerbiedig verzoekende: ,, dat u Ed. Mogenden al 'é a, voo»  dè7 Gebeurtenissen'in 1787 enz. voorgevallen. 17 voorenftaande in ferieufe confideratie neemen,, de, de Supplianten in hun voorfchreeven quali„ teit gelieven vry te kennen van de verdenking, >, waar onder dezelve in Voegen voormeld zonder „ eenige reden zyn gebragt, of wel anderfints in si deezen zodaanige favorabele Refolutie te neej, men, als U Ed. Mogenden naar derzelver hoo'ïj ge wysheid zullen bevinden te behooren". 't Welk doende &c. De Directeuren van het Nationaale Fonds hier boven gemeld) en uit derzelver naam. (was get.) J. P. Bomme Secret. 1N°. 987. Dank Adres van eenige Burgers In-en Opgezetenen der Provincie van Zeeland, aan Hun Ëdele Mogenden de Heeren Staaten van dat Gewest. Edele Mogende Heeren! Het is niet dan met den diepften eerbied, en gevoelige erkentenis voor den zegen, welke wy onder het wys en voorzichtig beftuur van U Ed. Mogenden tot op den dag van heden genieten, datwy 'ondergefchreevene, Burgers, In- en Opgezetenen deezer Provincie, met dit nederig Adres, ons by U Ed. Mogenden Vervoegen, om de dankbaaregevoelens van onze harten in het zelve plechtig voor U Ed. Mogenden open te leggen. Al federt een geruimen tyd vonden veelen Van ons zich tot zo eene opentlyke dankbetuiging ten fterkften aangeprikkeld, en wy zyn alleen daar Van tot hier toe te rug gehouden, eensdeels door den fchroom vöor allen fchyn als of wy ons in zaaken van de Regeering eenigïints wilden inmengen > welke wy gerustelyk aan U Ed. Mogenden toevertrouw wen, anderdeels door de openbaare bewyzën van ü Ed. Mogenden treffelyk beftuur ten vollen blyk. XI. Deel. J3 baat  iS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot baar in de aangenaame rust en eendracht, welke'et over het algemeen in deeze Provincie blyfc heerichen. 't Is waar, dat men van tyd tot tyd uit andere Provinciën van ons Gemeenebest, in verfcheiden Couranten, voornaame Perfoonen der Hooge Regeenng of ftedelyke Magiftraaten, benevens derzei ver waardige Ministers, door allerleije infïmulatien en fnoode lasteringen heeft poogen verdacht te maaken van onkunde of kwaade trouw; maar, daar een eerlyk Man 'er zeer weinig omgeeft, wat een inoodeGuit, of eerloos Booswigt in Pasquillen en öchotichriften naamloos van hem fchryft, en daar ook zulk een loogen- en lastertaal geene de minlte uitwerking had om dëeze, by ons te wel bekende en hooggeachte Mannen in eenige verdenking te brengen, waar door alle die vergiftige pylen, uk het donkere gefchooten , geen doel ter werelt getroffen hebben; zo hebben wy geoirdeeld ons aan <üe kwaadaartigheden ook geenfints te moeten bekreunen. Doch, dewyl wy onlangs, met geen minder bevreemding dani verfoeijing, gewaar wierden, dat de Joogen en laster nu tot die hoogte van onbeschaamdheid-gek^ is, dat de zogenaamde .klollandfche Hiflorifche Courant van den 6den Jaüuary laatstleeden, quafi uit een Brief van Middelburg aan een Heer te Delft, opentlyk aanvalt op het geheel beftuur deezer Provincie, door het Publiek wys te maaken: „ dat deeze Provincie op „ het politiek Toneel van ons Vaderland eene ver„ achtelyke rol fpeeld, en dat zulk gedrag, door „ het beste gedeelte van Zeelands Ingezetenen niet 9, werd goedgekeurd, maar dat dit den grootflen „ afkeer voek over het ongelukkig beftuur, het „ gene hier plaats heeft; als waar door deeze Pro„ vincie het voorwerp der verachting van allewel„ denkenden zyn moet"; zo deed dit ("wy willen het niet ontveinzen,) de verontwaardiging over zulk een boosaardige lastering, allefints gefchikt oin  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 19 om kwaad zaad in de gemoederen te ftrooijen, by ons ten toppunt ryzen ; want aan wien kan het onbekend zyn, dat al dit gepofeerde, niet minder dan verfcheidene andere voorige berichten uit Zeeland» in die zelvde Courant, (fommigequafluitdeHoofdftad deezer Provincie gefchreeven,) tegen dè klaarblykelyke waarheid aan lasterlyk verzonnen zyn. En, dewyl de laster, hoe fnood ook, wanner men dezelve altyd zynen vryen loop laat, by onkundigen ligtelyk veld wint, hebben wy vermeend niet langer te mogen dil zwygen, maar het zelvs van onzen onvermydelyken plicht geacht, door dit eerbiedig Adres, op het voetlpoor van 't gene in andere Provinciën ter deezer tyd zo veelvuldig geichied, de waare gevoelens van onze harten voor U Ed. Mogenden naar waarheid open te leggen. Het is dan om gemelde redenen, Edele Mogende Heeren! dat wy, wel verre van toe te ftemmen, „ dat deeze Provincie tegenswoordig op het pu„ bliek Toneel van ons Vaderland, eene verachte„ lyke rol fpeelt, wel verre van den grootden af„ keer te gevoelen over het ongelukkig beftuur, „ het welk hier zoude plaatshebben, en waardoor deeze Provincie het voorwerp der verachting 3, van alle weidenkenden zyn moet "; geene de minde zwaarigheid maaken, om by deezen ons volkomen genoegen te betuigen over de wyze maatregelen en befluiten, vooral federt het begin van den oorlog tusfehen ons en Engeland, tot deezen tegenwoordigen tyd, by U Ed. Mogenden genomen; met dankbaare erkentenis van alle die moeite, zorgen arbeid, waar aan wy, boven het gene in fommige Provinciën thands plaats heeft, onder den Goddelyken zegen, onzen welvaart, rust, vryheid en veiligheid, tot op deezen dag toe, verfchuldigd zyn. — Maatregelen welke wy vertrou. wen durven, dat by een weldenkend Nagedacht de volkomende goedkeuring en bewondering zullen weg draagen. Ja zo vtrre is het 'er van af, Ed. Mogende HeeJB a ren!  2o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ren! dat wy niet ten vollen zouden inftemmen in de allefints regelmaatige handelingen van U Ed. JVIogenden, dat ons ten deezen opzichte niets meerder grieft, dan dat dezelve geen meerdere invloed gemaakt hebben by fommigen onder de Bondgenooten, waar door veelen van ons, buiten fchuld van U Ed. Mogenden, in de nadeelige gevolgen van dien zo fchaadelyken oorlog, en van de elders aangeftookteen aangekweekte verdeeldheden in de Republiek deelen moeten. De yrede- en vryheidlievende gedragingen van U Ed. Mogenden, omtrent alle de In- en Opgezetenen zonder onderfcbeid, en de maatregelen met zo veel wysheid beftuurd, by de komst van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Erf-Stadhouder, met Hoogstdeszelvs Gemalinne en Vorftelyke Familie , in deeze Provincie, in het afgeloopen jaar, waren van dien aart, dat dezelve aan niemand , hoe hy in deeze dagen van verfchillende begrippen over de omftandigheid van den tyd ook deuken mogte, eenige reden van klagten of ontevredenneid gaven, ja dat de verwondering, en zelvs de heimelyke jalouzy over ons geluk, werd gaande gemaakt by Vreemdelingen en Nabuuren uit de andere Gewesten, die by het veroirlooven van onfchuldige vryheden, de goede orde zagen, welke alhier heerschte, en op dien tyd met ons in dat genoegen deelden; zonder dat dit aangenaam bezoek de minfte aanleiding heeft gegeeven, tot eenige krenking van onze goede en grondwettige Coniïitutie, waar voor men echter in fommige Nieuwspapieren, het Volk van Nederland dwaafelyk vrees en bekommering zogc aan te jaagen. — Maatregelen , by welke U Ed. Mogenden tot op deezen dag toe , ter bewaaring van rust en vrede, en tot blydfchap van alle Weldenkenden, blyven volharden. Inzonderheid werden wy gevoelig getroffen, en onze harten vervuld met waare dankbaarheid, by het zien van die voortreffelyke Refolutie van den 16 OSlober 1786, by welke ÜEd. Mogenden derzelver ■ ' fen«  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 21 fentimenten nopens deeze onze welgevestigde Conititutie, benevens de zucht om ons by dezelve te handhaaven, zoduidelyk, en ceffens zo mannelvk, aan den dag leggen. Meer zouden wy kunnen opnoemen, Ed. Mog. Heeren J doch wy wilden alleenlyk eenige weinigebyzonderheden melden, ten bewyze dac de Ioffelyke gedraagingen van U Ed. Mogenden in deeze verwarde tyden, by ons in verlenen geheugen zyn, en in een dankbaar hart bewaard blyven, zonder dat de inerigues van een of ander kwaadwilligen, of ook de Ioogen-en lastertaal in de fchotfehriften .van onzen tyd, iets hebben kunnen uitwerken, om de hoogachting en liefde, welken wy ü Ed. Mogenden zo billykals hartelyk toedraagen, eenigfiats te kunnen krenken. ö Ontvangt dan, Ed. Mog. Heeren! dit nederigAdres van een aantal der goede In- en Opgezetenen van deeze, tot hier toe over het algemeen zo vreedzaame Provincie, tot welke zy het zich een eer en voorrecht achten te behooren, met die genegenheid, waar mede het U Ed. Mogenden werd opge. draagen, en met die goedwilligheid, weike ü Ed. Mogenden ten allen tyde aan braave en vreedzaame In- en Opgezetenen betoonen, terwyl wy opreehtelyk verklaaren voor U Ed. Mogenden , die met de daad toonen aan onze waare belangens zo zeer verbonden te zyn, altoos goed en bloed over te hebben, om dezelve in hunne goede poogingen en maatregelen, desnoods, te helpen maintineeren en onder Iteunen. Wy bidden den God van Nederland, dat Hy de aanzienlyke Perfoonen en Vergadering van U Ed Mogenden in zyne heilige befcherming neeme! ü'. we raadflaagen en befluiten bekragtige met zyné dierbaare goedkeuring! En alle uwe heilzaame poo. gingen en maatregelen tea nutte van het lieve Vaderland , en inzonderheid van deeze Provincie, wel doe gelukken! B 3, , Waar  .42 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar mede wy de eer hebben ons te onderfchryven, * Edele Mogende Heeren! 17 Ed. Mogende Gehoorzaame en Getrouwe Dienaar en, In' en Opgezetenen deezer Pro. vincie. N». 988. Dank-Adres van eenige Burgers en Ingezetenen van Vlisjingen, aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland; geprcsfenteerd den 12 February 1787. Edel Mogende Heeren , Staaten van Zeeland. Offchoon de Onderayners van Nederlands gevestigde Regeeringsvorm, in fommige Gewesten onzer Republiek, in deeze verwarde ty den ook hunne listige ontwerpen fmeeden, om, ware het hun mooglyk, ons vreedzaam Zeeland, tot medewerking en mede uitvoering hunner heillooze poogingen aan te fpooren; zo mogen wy echter ter ónzer blydfchap, door Gods wederhoudende goedheid bevinden, dat tot heden dk hun verderflyk plan is mislukt. En niet tegenftaande de hoon en lasterzucht thands }n Nederland onbeteugeld voortrend , zonder iemand, van welken Rang, Staat of Stand hy zy, te ontzien; ja zich niet fchroomt, ook ü Ed. Mogenden vreedzaame en recht Vaderlandslievende befluiten, zedert het begin des jongden oorlog tusfchen deeze Republiek en Engeland, tot heden genoomen, als fchaadelyk en verderflyk aan het publiek voor te ftellen, gelyk daar van, behalven andere lasterfchrifteD, byzonder ten betoge ftrekt, de voor U Ed. Mogenden zo zeer grievende Brief, ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 23 geinfereerd in de Hollandfche Hiftorifcke Courant, gedrukt te Delft by Wybo Fyn}e, den 6 January laatstleeden, quafi gefchreeven te Middelburg aan een Heer te Delft; in welke dien Schryver het publiek tragt wys te maaken: „ dat deeze Provin„ cie op het Politiek Toneel van ons Vaderland ,, een verachtelyke rol fpeelt; en dac zulk gedrag J door het beste gedeelte van Zeelands Ingezete„ nen niet werd goedgekeurd; maar, dat dit den „ grootften afkeer voelt over het ongelukkig beHuur, het gene hier plaacs heeft; als waar door „ deeze Provincie het voorwerp der verachting „ van alle Weidenkenden zyn moet". Boosaartige lasteringen! Lasteringen , gefchikt en uitgedagt, om kwaad zaad in de gemoederen te flrooi» jen, en Zeelands In- en Opgezetenen aan te zetten ter verydeling van U Ed. Mog. Vaderlandslievende befluiten. Niet tegenftaande alle de gemelde woelingen , lasteringen en heillooze raadflagen, mogen wy echter in onze vreedzaame en Vaderlandsgezinde gevoelens blyven volharden. En, dewyl wy ter onzer blydfchap. verneeroen ^ dat. veele braave In- en Opgezetenen deezer Provincie in deeze dagen, ter llopping van gezegde Lastermonden , hunne vergenoegde en dankbaare harten, over UEd. Mog. wyze handelingen en Vaderlandlievende befluiten, ten beste van Nederland genoomen, door een eerbiedig Dank-Adres, aan ü Ed. Mogenden liaan te ontlluiten; (welke prysly» ke Verklaaring, wy mede wel in den zin hadden» doch telkens zyn wederhouden, om geen fchyn te. geeven, als of wy ons in deeze zaaken wilden men« gen:) zo neemen wy thands mede de vryheid» en. verzoeken verlof, door dit eerbiedig Adres, onze afkeuring en verontwaardiging tegens alle gezegde betichtingen, opentlyk aan den dag te mogen leg? gen; en aan U Ed. Mogenden te kennen- te geeven» ons innig genoegen, blydfchap en dankerkeatenis., voor U- Ed., Mogenden moeite» zorg en yvies, daoi B 4, w.el>  24 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot enz. welke wy (in tegenftelling der onrust en beroeringen, die fommige Provinciën in Nederland thands krenken:) onder den Godlyken zegen tot heden onze welvaart, rust, vrede en veiligheid verïchuldigt zyn; maatregelen, welke wy vertrouwen, dat by elk weldenkend Nederlander, de volkomen goedkeuring en bewondering zullen wegdraagen. Ja, Ed. Mogende Heeren! 't is 'er zo verre van af, dat wy niet ten vollen zouden inftemmen in de voorfchreeven alflnts regelmaatige Vaderlandslievende handelingen van U Ed. Mogenden, dat ons ten deezen opzichte niets meerder grieft, dan dat dezelve geen meerder invloed hebben gemaakt by fommige der Bondgenooten ; door welke veelen onzer, buiten fchuld van U Ed. Mogenden, in de nadeelige gevolgen van dien fchaadelyken oorlog, en de van elders aangeftookte verdeeldheden, in de Republiek deelen moeten. De vrede- en vryheidlievende gedragingen van U Ed. Mogenden, omtrent alle de In-en Öpgezetenen zonder onderfcheid, en de maatregelen met zo veel wysheid beftuurd , by de komst van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Erf-Stadhouder, met Hoogscdeszelvs Koninglyke Gemalinne. en Vorftelyke Familie, in deeze Provincie, in het afgeloopen jaar, waren mede van dien aart, dat de. zelve aan niemand, hoe hy in deeze dagen van verfchillende begrippen ook mogt denken, eenige reden van klagten of ontevredenheid gaven; ja, dat de verwondering, en zelvs de heimelyke jalouzy over ons geluk, werd gaande gemaakt by Vreemdelingen en Nabuuren uit de andere Gewesten, die by het veroirlooven van onfchuldige vryheden, de goede orde zagen welke alhier heerschte, en op dien tyd met ons in dat genoegen deelden; zonder dat dit aangenaam bezoek, de minfte aanleiding heeft gegeeven tot eenige krenking van onze goede en onverbeterlyke grondwettige Conftitutie; waar voor men echter in fommige Nieuwspapieren het Volk van JNederland, niet alleen dwaasjyk vrees en  delQeheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 1$ bekommering zogt aan te jaagen, maar ook (gelyk byzonder gezegde Courantier zich daar toe heeft, verledigt) gemelde verlangde komst heeft tragten teverydelen, en dezelve met de haatlykflekleuren, tot hoon van U Ed. Mogenden, van het Vorstlyk Geflacht, en van de In- en Opgezetenen af te rnaalen. Wy werden byzonder gevoelig getroffen, en on. ze harten zyn vervuld met waare dankbaarheid, by het inzien der voortrefFelyke Refelutie van den 16 Oftober 1786, by welke Ü Ed. Mogenden derzelver fentiment, nopens onze welgevestigde Gonflitutie , benevens de zucht om ons by dezelve te handhaaven, zo duidelyk, en tefFens zo mannelyk aan den dag leggen. Wy zouden,Ed. Mogende Heeren! des aangaan» de meer kunnen opnoemen; doch oirdeelden alleen nodig, gezegde byzonderhedeD te melden, ten bewyze dat de loflyke gedragingen van U Ed. Mogenden in deeze verwarde tyden, by ons in versch geheugen zyn , en in een dankbaar hart bewaard blyven; zonder dat de intrigues der kwaadwilligen, qf de loogen- en lastertaal in de Schotfchriften van onzen tyd verfpreid, iets hebben kunnen uitwerken, om de hoogachting en liefde, welke wy U Ed, Mogenden, om gezegde redenen, zo billyk als hartlyk toedraagen, eenigfints te kunnen krenken. Ontvangt dan, Ed. Mogende Heeren! dit nede. rig Adres der ondergefchreeven Burgeren en Ingezetenen van Vlisfingen, welke het zich eene eere en voorrecht rekenen, tot de vreedzaame braave Zeeuwen, Aankleevers aan Nederlands, gevestigde, en op den éód gegronde Staats- en Stadhouderlyke Regeeringsvorm te behooren , mee die genegenheid, waar mede het aan ü Ed. Moge-den wordt opgedraagen , door hun, die de waare belangens van ons yrygevogten Vaderland voorftaau daar, voor des hoods goed en.bloed, ja hun leeven aan. bieden, en dezelve ter medewerking aau U£d, Mcv  tS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genden goede poogingen en wyze maatregelen, dienstbaar ftellen. Wy bidden den God van Nederland, dat Hy de aanzienlyke Perfoonen en Vergaderingen van U Ed. Mogenden in Zyne heilige befcherming neeme' U. we heilzaame raadflagen, befluiten en poogingen, met Zyn invloed en goedkeuring, ten nutte van hec lieve Vaderland, en inzonderheid van deeze Proyincie, wil doen gelukken! Waar mede wy de eer hebben te onderfchryven. Edel Mogende Heeren! Uw Ed. Mogenden gehoorzaame en getrouwe Dienaar en. Burgers en Ingezetenen van Vlisfingen. Onderteekend door 338 Perfoonen* •N°. 989. Antwoord van vyf Staatsleden van Zeeland, op bovengaande Dank-Adresfen. Op deeze Dank-Adresfen is door den Heere Raadpenfionaris v. d. Spiegel te kennen gegeeven, dat hy door vyf Leden van Staat, te weeten de Heeren Gedeputeerden voor den Heer Eerften Edele, ea der Steden Middelburg, Goes, Tholen en Veere, was geauclorifeerd, om voor antwoord, od naam van de voorfz. Leden, die daar toe geconcurreerd hebben, te verklaaren: Dat Hun Ed. Mogenden met welgevallen hebben aangenoomen de Adresfen, van een groot aantal Inen Opgezetenen deezer Provincie; betuigende hunne dankbaarheid en genoegen, wegens de maatregelen by Hun Ed. Mogenden genoomen , tot handhaaving der wettige Conftitutie en Regeeringsvorm, en tot bevordering van Welvaart, Rust en Vryheid: dat Hun Ed. Mogenden niet zullen nalaa- ten,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. %j ten, in het opvolgen van deeze maatregelen te volharden, en ook in het billyk vertrouwen zyn, dat de goede In- en Opgezetenen, zich in ftilheid en behoorlyke ondergeschiktheid , zullen blyven verlaaten op de zorg van hunne wettige Overheid, en dus ieder in zyne betrekking mede werken, tot bevestiging van die Voorrechten, welker genot de ftoffe van dankzegging in de voorfchreevene Adresfen heeft uitgemaakt. JSJ". 990. ExtraEt uit de ReJJjtien van Hun Ed. Mo~ genden de Heeren Staaten van Zeeland, behelzen, de Rapport van den Heere Raadpenfiomris L. van den Spiegel, over de oirzaaken der onlusten bin* die Provincie. In dato den 12 Feor, 1787. De Raadpenfionaris heeft gerapporteerd uit naam van Heeren Commisfarisfen, hebbende in gevolge Hun Ed. Mogenden Refolutie van den Hten deezer geëxamineert, welke de generaale en particuliere oirzaaken zyn van de onlusten binnen deeze Provincie, en welke de besce middelen om daar aan te remedieeren ; dat Heeren Commisfarisfen dit gewig. tig poinct, met alle mooglyke omzichtigheid en onzydigheid hebben overwoogen, en zich in dit hun Rapport ook zullen onthouden van het aanvoeren van byzondere voorvallen of omfiandigheden, welke aan Menfchen van verfchillende denkwyze aaniloot zoude kunnen geeven, en veeleer dienen tot vermeerdering van haatelykheden, dan tot bevordering van het falutair oogmerk van Hun Ed. Mogenden, 't welk alleenlyk is, de oogmerken van de onlusten zo verre na te fpeuren, als nodig is tot een aanwyzing van de middelen van redres. Dat by dit onderzoek, het aan Heeren Commisfarisfen is voorgekomen, dat de generaale oirzaaken der on« eenigheden alleen te vinden is in de partyfchappen, waar door den eenen Burger zich van den anderen onderfcheid, en die op differente wyzen word voortge-  58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot geplant en aangekweekt; terwyl het overwiet^van de eene party boven de andere, of het elcfs^n oi^ferzr1"" S^eurtenisfen, Sfbyzoodl e oirzaaken zyn, waarom de oneenigheden od fom rn ge plaatzen eerder en meerder tot daadelvkhedea Z lf eD(dan °P andere'en echter «• vreezen ftaat? dat alle plaatzen van de Provincie, vroeg of laat tin- da? ÏJ?? uiteriten^uneïhen! delen ïn L fleScseep'ge van de voornaamftemiddelen op te noemen, die tot onderhouding der nar- tltZlPelleiTeQ \Heeren Commisfaïfsfen S r tot betrekkelyk maaken de volgende: het draaien van zekere tekenen van onderfcEg; de b2 deSSS^g;,?? Partyen' deafzInderlyleSo: rS^?^^^ ^ie van ordinaire burhnll öyeenkomften onderfcheiden zvn , door iZeTt7JcPeuD Sa correspondentie;ydegewa" ?en zoSfmfvTPf^eVerzeIver bereiden ; mllz vff rin-d Vaderlands P°^s, onder de benaa* ming van te dienen ter bevordering van de «pwI» tigfte belangens des Nederlandfchen Volks • fn dn" delyk, de onvoorbeeldelyke en toomSooze heen tie van de Drukpers. Dat terwyl Teïe maateee len door de eene party genoomeJ worden ^om hun* gevoelen te doen boven dryven, de andere ook met ftu zit, maar van hunne zyde alles aanwend wat hun mooglyk is, om zich tegen overmagt « beveiligen. Dat de wortel van hef kwaad Ent! dekt zynde, Heeren Commisfarisfen oirdeelen dat de remedien te zoeken zyn in eene wegneeS van alle deeze aanleidende oirzaaken, en dat zu ks wet zoude kunnen gefchiedeo door een Pub icatie Tn gericht op een gebiedenden toon, we ke " au de Souvereiniteit eigen is in zaaken, waar vandetran! qmUteit des Lands afhangt; maar dat zy zouden prafereeren. Hun Ed, Mogenden te advifeeren om zulks re doen, by proviiie, in de manier van eene Lands-Vaderlyke vermaaning, om alzo een proef te neemen van de betaamelyke onderi* rpS? a?r.onderfcne1de partyen aan de hooge eci wettigt Ke-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2$ Regeering. Dat alzo Hun Ed. Mogenden een ieder zoude kunnen recommandeeren zich te onthouden van alle deeze en diergelyke aanleidingen tot partyfchappen, als hierboven zyn gefpecificeert, en op het ftrengfte verbieden alle famenrottingen en oproerige beweegingen, op pcene dat de Overtreeders, naar de rigeur van de Wetten en exigentie van zaaken zullen geftraft worden: dat 'er maar alleen eene bedenking is overgebleeven, op hoedaanige wyze te weeren de indrukzels, die door het kwaadaartig fchryven van Couranten en blauwe Boekjes word veroirzaakt; en dat Heeren Commisfarisfen met leedwezen moeten betuigen hunne verlegentheid, dat. dit kwaad de voorziening der Wetten fchynt ontwasfen te zyn, dewyl diergelyke gefchriften meest in andere Provinciën gedrukt en naar herwaards worden gezonden; en hoe zeer dezelve ook mogten verboden worden , nogthands onder de hand worden verfpreid, en met des te meerder graagte geleezen: dat de eenige hoope is, dat wanneer door een beraizonneerde Waarfchouwing van Hun Ed. Mogenden ,de partyfchappen in de Provincie eens zullen weg genomen zyn, en de gemoederen tot de voorige kalmte weder gekeerd, de in» drukken van zodaanige verderfelyke gefchriften ook minder gevaarlyk zullen zyn dan tegenwoordig. Dat eindelyk Heeren Commisfarisfen de uitbreiding van dit hun geadvifeerde, hebben vervat in een Concept-Publicatie, welke zy de eer hebben Devens hun Rapport over te leggen, en hier na volgende geinfereerd. De Staaten van Zeeland, allen den genen die deezen zullen zien of hooren leezen, falut; doen te weeten. Dat wy met het uiterfte ongenoegen vernomen hebben de wantrouwens en oneenigheden, onder de Burgeryen, In- en Opgezetenen deezer Provincie , welke op fommige plaatzen tot die hoogte gereezen zyn, dat ze in gevaarlykefaamenrottipgen, ja  5° V'■rzameling van Stukken betrekkelyk tot ja in oproeren zyn üitgeborften, welke in een Land van Juftitie niec kunnen gedult worden. Dat wy nagaande de oirzaaken van deeze onlusten, dezelve eeniglyk gevonden hebben in de partylchappen over politique zaaken, waar door den eenen Burger zich van den anderen onderfcheid, en in de differente wegen en middelen, die toe voortplanting en aankweeking van die partyfchappen worden gebruikt, waar onder wy voornaamenti}kbegrypen de navolgende: als het draagen van zekere teekens, door welke de partyen zich kenbaar maaken, onverfchillig van welken aart die tee■kens ook zyn: de onderfcheidene benaamingen, waar door de een zich in yver en Vaderlandsliefde boven den anderen fchynt te verheffen: de byzondere Gezelfchappen of Sociëteiten, die van ordinaire Burgerlyke byeenkomflen zyn onderfcheiden, zo door haare benaamingen als door de onderwerpen van haare werkzaamheid, en correspondentie met diergelyke Genoodfchappen in en buiten deeze Provincie: de Wapenoeffening van een gedeelte der ±Jurgers m een tyd, dat niemant zich tegen eenbuitenlandfchen Vyand behoeft te wapenen: het Collecteeren van penningen onder den titel van een Nationaal Fonds tot bevordering der gewigtigfte belangen des Nederlandfchen Volks; daar de meeste der Ingezetenen oirdeelen, dat iets anders mede beoogt word, 't welke zy als de belangen des Volks erkennen: en eindelyk de licentie der Couranten en andere gefchriften, die alle maate van betaamelyke vryheid te buiten gaat, in welke allerhande nieuwigheden onder den fchyn van Recht en Vryheid worden voorgefleld , de Ingezetenen tegen hunne wettige Overheden worden opgeflookt, ja de Souvereine Regeering van geheele Provinciën ten toon gefield, op eene wyze te fchandelyk om alhier te repeteeren. ■ Dat wanneer men met bedaardheid het oog vestigd op alle deeze zaaken, en deonvoorbeeldelyke drift, waar mede een ieder zyne gevoelens tragt door  di Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3^ door te zetten, het niet vreemd kan voorkomen dat hier uit Burgerlyke oneenigheden ontflaan, en dac de fterkfle party zich dikwils aan onrecht en geweld tegen de zwakfte heeft fchuldig gemaakt, toe dat de zwakfte op haar beurt de overhand krygende, het onrecht en geweld, uit weerwraak verdubbeid ; zo dat niemant zich meer veilig kan achten voor zyne mede-Burgers, en een ieder naar de gelegendheid zoekt, om zyn waar of vermeend on, gelyk betaald te zetten. Dat wy deeze omfiandigheden befchouwen, of fchoon dezelve al niet tot daadelykheden kwamen uit te breeken, als gefchikt tot ondermyning van de rust, die tot de veiligheid en welvaart van een Burger Maatfchappy ten hoogftennodig is, endaarom hier tegen willende voorzien, door het kwaad , in zynen wortel aan te tasten; zo is 't, dat wy ie,. der Burger, In-en Opgezeten deezer Provincie, op een Landsvaderlyke wyze vermaanen, dat hy zyn eer en roem als Burger van een vry Gemeenebesc daar in ftelle, dathy medewerke toe de eendracht, .zonder welke de vryheid van 't Gemeenebest niec .kan bewaard blyven; dat hy zyn Vaderlandsliefdedoe uitblinken, niet in bloote woorden, maar in het wegneemen van alles wat zynen mede-Burger tot aanftoot of ergernis ftrekt; dat hy zelvs zynen yver voor zyn byzonder gevoelen opoffere aan de rust en veiligheid van het Vaderland, en hart en liauden vereenige, om al wat mooglyk is toe te brengen tot bevordering van onderling genoegen en vreede. Dat wy tot deeze heilzaame oogmerken goedgevonden hebben, als onze ferieufe intentie ten dien opzichte te verklaaren, dat wy ten hoogften afkeuren alles wat aanleiding zou kunnen geeven tot partyfchappen, en in 't byzonder de differente middelen waar door dezelve worden voortgeplant en aangekweekt , welke wy zo even hebben opge. noemd, en een ieder Burger, In- en Opgezeten recommaodeeren, zich in ftilheid en behoorlyke onder-  hi Verzameling van Stukken betrekkelyk tot derwerping, na de vastgeftelde Wetten en Regeering te gedraagen, zonder daar in eenige verandering te zoeken: gelyk wy ook een ieder van wat ftand of conditie hy moge zyn, gebieden, zich te onthouden, van zodaanige gefprekken, daaden of fchriften, waar door het zaad van Ongenoegen zoude gefpreid worden, of iemant in zyh perfoon, eer of goederen worden beleedigt, op pcene dat de Daaders van zulke bedryven zullen gehóuden wor- • den voor Verftoorders der publieke rust, en andere ten affchrik, naar'exigentie van zaaken zullen worden geftraft. Dat wy na het doeh van deeze onze ernftige waarfchouwingen, niet vermoeden, dat 'er een eenige Ingezeten zal gevonden worden, die niet in zyn hart overtuigd is, van zyne verplichting, om zich daar na te fchikken, en met zyne mede-Ingezetenen' in een broederlyke eensgezindheid te leeven , inet achterlaating van alle afzonderïyke middelen, tot voortplanting van aanftootelyke nieuwigheden, doch dat, indien 'er, niet tegenftaande deeze beweegredenen, eenige Menfchen gevonden wierden, welke in hunne onderfcheiding en partyfchappen bleeven volharden, Wy de zodaanige willen gewaarfchouwd hebben, dat Wy zulks met geene onv'erfchilïigheid zouden kunnen aanzien, maar ons genoodzaakt vinden andere maatregelen teneemen, terwyl zy dan aan zich zelv* zullen hebben te wy. ten, het ongeval of fchaade, 't welk hun deswegens mogt overkomen. En op dat niemant &é.  de Gebeurtenissen in 1787 enz. voorgevallen. 33 No. oor. Advis der Stad Vlisfingen den 19 feör. 1787 ter Staatsvergadering ingeleverd, over de tegens* mordige onlusten in Zeeland. ExtracT: uit het Register der Refolutien, genomen ten Raade der Stad Vlisjingen, den 17 February 1787. Is geleczen het Rapport van de Heeren Commisfarisfen van Staat, van den I2den February deezer maand; hebbende ingevolge Hun Ed. Mogenden Refolutie van den iften bevoorens, geëxamineerd, welke de generaale en particuliere oirzaaken zyn van de onlusten binnen deeze Provincie, en welke de beste middelen om daar aan te remedieeren; en daar uit gezien zynde, dat als de voornaamfte en generaale oirzaaken tot oneenigheden daar in werden opgegeeven, te beftaan in de Partyfchappen» waar door de eene Burger zich van den anderen onderfcheid, en die op differente wyzen worden voortgeplant en aangekweekt; tot de volgende poincten: 1. Het draagen van zekere teekenen van onder- derfcheiding. 52. De byzondere benaamingen der Partyen. 3. De afzonderïyke Sociëteiten of Gezelfchappen die van andere ordinaire Burgerlyke byeenkomften onderfeneiden zyn , door haare onderwerpen en correspondentie. 4. De gewapende Genoodfchappen en derzelver Exercitiën. j. Een zogenaamd Vaderlands Fonds, onder de benaaming, van te dienen ter bevordering van de gewigtigfte belangens der Nederlandfchen Volks. 6. De onvoorbeeldelyke en tomelooze licentie der Drukpers. In al 't welk gemelde Heeren Commisfarisfen van Staat oirdeelen, dat by Hun Ed. Mogenden zoude kunnen en behooren te werden voorzien. XI. Deel, C daut  34 Verzameling vati Stukken betrekkelyk tot door een Publicatie, niet ingericht op een gebiedende toon, welke aan de Souverciniteit eigen is, 3n zaaken waar van de tratquilkeit des Lands dependeerd , maar by provifie in de manier van een Lands Vaderlyke vermaaninge, om alzo een proef te neemt n van betaamelyke onderwerping der onderfcheide Partyen aan de hooge en wettige Regeering; — van welke Publicatie een Concept by het voorfchreeven Rapport is gevoegd. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden ' en verftaan, de Heeren gaande ter Staats-Vei^aderwg te gelasten, om op het voorfchreeven Rapport enCor.o.pt Publicatienaamensdeezen Raade, te advyfeeren. Dat Hun Ed. Achtb. ten uitterften getroffen zyn over de oneenigheden die binnen deeze Provincie plaa-s hebben, en welke binnen de Stad Goes en Eilande van Zuid-Beveland tot die hoogte zyn gereezen , dat dezelve aldaar in een verregaand oproer zyn uitgeborften, waar door een groot aantal der goede In- en Opgezetenen, in ftede van door de belchi rming der wetten in hunne bezittingen gehardhaafd te zyn, in het uiterst ongelukken armoede zvn gedompeld. Dat Hun Fd. Achtb. gevoelende de verplichting die op bün ligt, om voor hunne goede en vreedzaame Burgery , en als Lid van Staat vcor alle de Inwooners deezer Provincie, zo veel in hun is daar li te voorzien, dat diergelyke desordres eindelyk eers paal en rerk gelMd worden, met dien fpoed welke de zaak vereifct te, d op zekere pcene. 2. Her injuneeren ot molesteeren van byzondere mioonen met woorden of daaden op publieke itraaten en wegen. 3- Het aan de Huizen zo in de Steden als ten platten Lande rontlloopen, tot het doen teekenen van eenige Adresfcn of Schriftuuren. 4. tiet iamenrotten en het maaken van gefchreeuw ot getier op ftraaten en wegen. 5. Het inflaan van glazen en het fpolieeren van Huizen; — zynde alle zaaken waar door ontegenzeggelyk de publieke rust en veiligheid werd geftoord. ö Dat Hun Ed Achtb. dierhalven van advys zyn? dat dit alles tot bevestiging van het onderling vertrouwen , bewaaring der harmonie, en tot weering van alle verdere rustverftoorende middelen , by een ernftige en beredeneerde Publicatie tydig behoorde te worden verboden , en de refpeclivt t fficicren en Magiftraaten, even als ten jaare 1-778 ernltig aanbevoolen, omme daar tegen te vigileeren, de Schuldigen te apprehendeercn, en volgens de Plakaaten van den Lande te ftraffen; oirdeeJen- de  ie Gebeurtenis/en m 1787 enz. voorgevallen. 43*- de Hun Ed, Achtb. dat zodaanige Publicatie, ge» volgt van een prompte executie, in de tegenwoordige tydsomltandigheden genoegzaam en voldoende zvn zal, om de rust en veiligheid van een ieder Burger, In en Opgezeten, te bewaaren, hec gene Hun Ed. Achcb. als een der eerfte en voor» uaamfte plichten van eene welgeftelde Regeering aanmerken , en van welke Publicatie te meer vruge te wagten is, indien men van waarde wil houden de onderteekening van de bewuste Dank-Adresfen % door zo veele duizenden gedaan, welke daar men hun daar by heeft doen betuigen het vertrouwen welke zy in de wysheid van Hun Edele Mogenden ftellen, zich zekerlyk als dan niet zullen onttrekken aan die gehoorzaamheid, welke zy aan de beveelen van Hun Ed. Mogenden verfchuldigd zyn. Dat eindelyk Hun Ed. Achtb. onder de oirzaaken welke aanleiding, en zelvs tot aanmoediging der Verftoorders der publieke rust ftrekken, nog moeten tellen, de ftraffeloosheid welke die genen by aanhoudenheid blyven genieten, welke hier van de Aan- en Uitvoerders binnen de Stad Goes en Eilande van Zuidbeveland zyn geweest, en dus hunne mede-Staats-Leden op het ernftigfte moeten in overweeging geeven, daar eene zodaanige ftraffeloosheid hec vuur van oproer ook binnen dit en andere Eilanden zoude kunnen doen overflaan, om in navolging van voorige exempelen, het Hof Provinciaal aan te fchryven , omme ten fpoedigften Commisfarisfen benevens den Prokureur-Generaal naar de Stad Goes te zenden, om van al het gebeurde aldaar behoorlyke informatien te neemen , ' de Schuldigen te apprehendeeren, en van alles aan Hun Ed. Mogenden rapport te doen; alles echter ongeprejudiceerd de ftedelyke Rechten en Privile-. gien j en zulks te meerder, daar HunEd. Mogenden zyn geinformeerd, dat de Regeering der Stad Goes verklaard heeft, niet in ftaat te zyn, de Jufiitie aldaar naar behQQren te handhaaven» Dat  44 • Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dat Hun Ed. Achtb. oirdeelende altoos, envoornaamentlyk in een tyd als deeze, voor hunne gevoelens rondborftig uit te moeten komen , ook nu niet gefchrowmd hebben, met die cordaatheidwelke aan Regeerings-Leden van eenvryen Staatpast, en daar en boven bewust van de zuiverheid hunner bedoelingen, deeze confiderentien aan de leïieufe overweeging hunner mede-Leden voor te draagen; verklaarende Hun Ed. Achtb. zich hier mede te houden voor gedechargeerd, en ingevalle dezelve onverhoopt van geene ingresfie mogten zyn, de gevolgen die uit het neemen van andere, niet toereikende en niet genoeg Ipoedige maatregelen, tot herftel en onderhouding der publieke rust en veiligheid binnen deeze Provincie noodwendig zullen refulteeren, zullen moeten overlaaten aan de verantwoording dier Leden, welke daar toe zullen hebben geconcurreerd, en waar aan Hun Ed. Achtb. zich dus ongehouden zullen rekenen. En worden de Heeren Gedeputeerden verder gelast, van deeze Refolutie inlertie in de Notulen van Staat te verzoeken. Accordeerd met de voorfchreeven Refolutie, (» get.) R. G. VAN POLANEN. No.  de Gebeurtenis feil in 17 87 enz. voorgevallen. 4*5 N°. 992- Remonftrantie, van wegens de Heeren Onderteekenaars der Acte van Verbindtenis van eenige Regenten en Ministers in Zeeland, aan de Edele Mogende Heeren Staaten gedaan , den 5 Maart 1787, en betrekkelyk tot het Advis der Stad Vlisfingen , ter Staatsvergadering ingeleverd den 19 February 1787. Aan de Edele Mogende Heeren 'Staaten van Zeeland. Vertoonen met fchuldigen eerbied de Ondergefchreevenen, mede-Opflellers, en onder de eerde Teekenaars van de Acte van Verbindtenis van eenige Leden en Ministers der Regeering,en Jufiitie in Zeeland, tot handhaaving van de waare Republi. keinfche Conftitutie, tegenwoordige Regeeringsvorm en Burgerlyke Vryheid; dat zy, zo wel als •de verdere Onderteekenaars deezer Adle, met leed wezen gezien hebben, uit een Advis der Stad Vlisfingen, ter Staatsvergadering ingeleverd den igden February deezes jaars, en door den druk gemeen gemaakt, dat Hun Ed. Achtb. de handelwyze met voornoemde Acte hebben gelieven aan te merken, als geen ander doel hebbende, dan alleen om eenige Regenten en Ministers, die deeze illegaale Adle niet onderteekend hebben , in den haat van 'c gemeen te brengen, en daar door, de grootfte wanorde en confufie in de Regeering te introduceeren ; dat Hun Ed. Achtb ook de reflexie maaken . dac dezelve Adle op eene heimelyke wyze is in de wereld gebragt, fchoon Hun Ed. Achtb. nogthands zeggen: in 't zekere geïnformeerd te zya, dat dezelve publiek is verkogt, en dat daar by, door deö genen die daar mede belast is, een Lyst werd vertoond van zodaanige Perfoonen die dezelve zouden onderteekend hebben. Dat zy Vertoonders, om weg te neemen den verkeerden indruk, welke dit geadvifeerde van Hun Ed.  £ nen over 'c gedrag van den Heer Raadpenfionaris, die van zich heeft kunnen verkrygen, op eene gantsch irreguliere wyze, met vyf Leden, 't antwoord op het Dank-Adres te concludeeren, en op derzelver naam, fchoon 't aan de ganfche Vergadering van Hun Ed. Mogenden is geprsefenteèrd, af te geeven en publiek te maaken, daar Hun Ed. Achtb. buiten de mooglykheid waren, om op 't zelve te advifeeren, alzo Hun Ed. Achtb. de verzogte copie van het zelve nog niet hadden bekomen, hoezeer de Heeren Gedeputeerden iterative reizen, - om dezelve hebben verzogt, en ter Vergadering gedeclareert, dat deeze de eenige oirzaak was, waarom 'c Advis hunner Committenten niet was ingekomen. —— Deeze partydigheid van den Raadpenfionaris, ftryd ten eenemaal tegen zyne Inftructie, dicleerende, dat dezelve verplicht is in alles te handelen zonder begunjtiging van eenige Stad of Steden, Landen en Perfoonen, en ieder Recht en Jufiitie te doen, 't gene zyn Wel Ed. Geftr. hier voltlrekt ten opzichte van Hun Ed. Achcb. heeft geomitteert, en Hun Ed. Achtb. des te meer grieft, nadeinaal zy niet; weeten, den Raadpenfionaris hier toe eenige reden, te hebben gegeeven , en liefst willen afleiden uit het byzonder attachement, 't gene zyn Wel Ed. Geftr. voor de Stad Goes heeft, wegens 't Ambt van Raad, dat hy in die Stad bekleed, fchoon tegen 't 10 Art. der Inftrudlie der Raadpenfionarisfen aanloopende, waar by duidelyk bepaald word, dat de Raadpenfionaris in geen dienst van andere Steden mag wezen, noch by defiftement van zyn Ambt dezelve ambieeren, zonder verlof der Staaten, die dus verre nooit door denzelven daar in zyn gekend, veelmin daar toe verlof gegeeven hebben. Zulke willekeurige handelwyzen kunnen niet anders dan alle orde der Regeering vernietigen, en loopen direct aan tegen 't 13 Art. der Inftructie van den Raadpenfionaris, die in alle zaaken, waar in naar E 3 orde  70 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot orde van Regeefin? g3conc!udeerd kan worden, de i'chtif'telyke Couclufie in de Notulen moet infereeren, en alleen de Conclufie en niet de byzondere zevodens voor Extract, zo 'er een moet gegeeven worden laaten uittrekken. — Waarom Hun Ed. Achtb. 't Protest tegen deeze allcfints irreguliere handelwyze, door de Heeren Gedeputeerdens gedaan, volkomen approbeeren, en niet kunnen nalaaten dezelve aan de verlichte attentie Hunner Ed. Mogenden nog nader te brengen. Verzekerd , dat dezelve zo wel als zy, de gevaarlyke en veruitziende gevolgen van zulke irreguliere handelwyzen volkomen zullen penetreeren, en Hun Ed. Achtb. by hun Recht, als een integreerend Staats Lid maintineeren. en van dit alles aan Hun Ed. Achtb. de eciatantfte fatisfactie verzorgen. — Verzqekende Hun Ed, Achtb van dit hun ^dvis infertie in den text der Notulen van den Staat. Accordeert met voorfz. Notulen. (was get.~) J. van den Houte. N°. 996. ExtraB uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierikzee, nopens de Propofitie van den Raadpenfionaris ter Staatsvergadering van Zeeland gedaan , betrekkelyk liet Nationmle Fonds. In dato den 26 February 1787. Gedelibereerd zynde op de communicatie, door den Heer Raadpenfionaris gedaan, nopens de eerde' Provinciaale Vergadering van de Leden van 't Nati- : ouaale Fonds, ter bevordering van de gewigtigfte belangens des Nederlandfchen Volks, als mede op de JViffive van den Heer B. Mathias Pous, als Lid van 't zelve, daar over aan den Heer Raadpenfionaris gelchreeven, en door denzelven ter Vergade ring voorgebragt, is goedgevonden en veritaan : Hee-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 71 Heeren Gedeputeerden te gelasten, hier omtrent te declareeren: dat Hun Ed. Achtb. niet dan met de uiterfte furprife hebben gezien, dat den Heer Raadpenfionaris deeze zyne Communicatie alleen heeft gedaan uit de Nieuwspapieren, en echtereen diep ftilzwygen heeft gehouden van andere niet minder gewigtige zaaken, in dezelve Nieuwspapieren vermeld. Hun Ed. Achtb. bedoelen hier mede de Acte van Verbindtenis, tusfehen eenige Regenten en Ministers deezer Provincie (en dat met uitfluiting van anderen)aangegaan,als mede de werkelooss onverfchilligheid, waar mede de Regeering der Stad Goes, het plunderen van zo veele Burgerhuizen heeft aangezien, zonder noch door de Juftitie, noch door de Militie, te hebben mede gewerkt, om dat oproer te ftuiten en de Schuldigen te ftraffen; niet tegenftaande de fpeciaale Refolutie by U Ed. Mogenden daaromtrent genomen: al welk Couranten-nieuws voor de digniteit van U Ed. Mogenden veel meer beleedigend is, en vry meerder ernftig in befoignes behoorde onderzögt te worden , dan het Nationaale Fonds, 't welk uit veel edeler principes onffta'a't, eh niet anders dan de grootfte blyken van menschlievendheid en'edelmoedige" byftand van Ongelukkigen aantoont, en gegrond is in dat loffelyk caradter van onze Natie, die om. haare mededeelzaamheid en hulpe jegens Ongelukkigen zo beroemd is ; waarom allen , die in dit Fonds hebben ingeteekend, wel verre van de indignatie van U Ed. Mogenden, in tegendeel niet anders dan Hoogstderzelver goedkeuring meriteeren; waaromHun Ed. Achtb. van oirdeel zyn, dat de Heer Raadpenfionaris behoord te worden gelast, aan gemelde Heer B. M.'Pous in antwoord op deszelvs voorgemelde Misfive te declareeren, „ dat U Ed. Mog. denzei ven, en alle verdere Leden van dit Fonds ,, volkomen vry verklaaren, van de haatelyke illatien, ,, door hem Heer Radpenfionaris in zyn gezegde ,, Communicatie aangevoerd; dat UEd. Mogenden, E 4 wel  1% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ wel verre van zulks als een Attentaat tegen de si Hoogheid en Souvereiniteit van U Ed Mog Ver„ gadering te befchf uwen , in tegendeel de edélmoe„ dige Vaderlandsliefde, door die Leden daar inbe„ toond , allefints moeten loueereu, deze've adhor- teeren,om daarin ter bevotderingVdn het welzyn „ van ons dierbaar Vaderland , met allen y ver te vol- harden "; op dat alle Soupcons niec alléén, ten opzichte van gemelde; Heer Pons, maar ook van allen de overige Leden van dat Fonds, uir de Registers van Hun Ld Mogei:den worden weggenoomen, en eerstgemelde Heer daar door werde in Haat gefield, om in de waarneeming van de hem opgedraagene Commisfie ter revifie van de öüótes te continueeren, waar toe Hun Ed Achtb. denzelven by deezen op 't allerkragng/re, doen tevens op 't minzaamfte folliciteeren en adhorteeren; verkiaarende Hun Achtb,, dat alle de voorgemelde ihatien hun in het minfte niet hebben doen wankelen in dac goed vertrouwen op zyn Perfoon, waar mede zy die Commisfie aan zyn Edele hebben helpen confereeren. Verzoekende hier van infertie &c. in den text der Notulen van Staat. Accordeert met voorfz. Notulen. Qwas get.) j. van den Hoüte.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 73 Ne. 997. Verantwoording door den Raadpenfionaris, ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland gedaan, tegen de befchuldigingen, by de Advifen der Heeren van Zierikzee, ter Hooggemelde Vergadering ingebragt y den 1 Maart 1787. Edele Mogende Heeren! Het is voor een' Minister, die zyn tyd nuttiger kan befteeden, altoos een der onaangenaamfle bezigheden , wanneer hy zich in 't geval bevindt, om zyn gedrag met woorden of in gefchrifte te moeten verdeedigen, vooral indien hy anders het voorrecht heeft, dat zyne daaden voor hem fpreeken, en zyne beste verantwoording uitmaaken. U Ed. Mogenden zullen geremarqueerd hebben, dat ik voor my zeiven, de zaak ook in dat licht befchouwd heb, dewyl ik beftendig met verachting heb ter zyde gelegd, de menigvuldige fmaaden fchimpredenen, die my federt eenigen tyd in de Kieuwspapieren en periodique Schriften van den hedendaagfchen fmaak,rykelyk zyn toegedeeld: ik kon dit met gerustheid in diervoegen behandelen , om dat ik eene genoegzaame voldoening genoot in het getuigenis van een goed geweeten voor God, in de goedkeuring van U Ed, Mogenden, en in de achting van het verftandige deel der Natie, die hier uit konde opmaaken, dac ik trouwe en ftandvastigheid genoeg bezat, om myniet te laaten medefleepen door de heerfchende denkbeelden van den tyd, 't welk anders de gereede weg zoude zyn, om mee eereen lof, door onbevoegde Rechters, overlaa. den te worden. Maar ik zoude oirdeelen, my aan een al te groote onverfchilligheid fchuldig te maaken, indien ik voor U Ed. Mogenden wilde verbergen de aandoening die de Advifen der Heeren van Zierikzee, den jften deezer ter Vergadering ingebragt, op my gemaalct hebben; waar in myne conduite in het Miaisterie deezer Provincie, en in de Directie deezer E s Ver-  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Vergadering, op zodaanig een wyze worde afgéi ichilaerd, dat ik zoude toonen weinig prys te Rellen op het vertrouwen der Leden van Staat, indien ik niet tragtte Hun Ed. Achtb. te doen wederkomen van hunne abufive Hellingen, en door een be taamelyke verdeediging te zorgen, dat myne ee. rustheid niet voor verlegendheid worde aangezien Hun Ed. Achtb. gelieven zich, by die Advifen* uit te laaten, „dat zy genoodzaakt zyn hunne flir„ pnie en indignatie te toonen over myn gedrae-» 7,dat ik my fchuldig gemaakt heb aan party,, digheid tegen myne Inftrudlie ; ■— dat ik tên opzichte van Hun Ed. Achtb, heb geomitteerd j> myn plicht, van zonder begunfliging van ic- „ mand, een ieder Recht en Junkie te doen; „ dat zulks moet afgeleid worden uit een byzonder „ attachement voor de Stad Goes, daar ik hec Ambt van Raad bekieede tegen myne Inftructie; — dat „ zulke willekeurige haudelwyzen alle orde derRe„ geering vernietigen, en wederom aanloopen te. „ gen een Artikel myner Inftructie; — dat ik wel „ aan Hun Ed. Mogenden heb gedenuntieerd de „ Vergadering van het Nationaal Fonds, maar een „ diep ftilzvvygen gehouden van andere gewigti&'è „ zaaken, bedoelende daar mede de Adle van Verbindcenis , tusfehen eenige Regenten in deeze „ Provincie opgericht, en (gelyk Hun Ed. Achtb. „ het uitdrukken) de werkelooze onverfchillig„ heid, waarmede de Regeering van Goes de plun„ dering heeft aangezien". Harde befchuldigingen, Ed. Mogende Heeren! en zo veel te gevoeliger, om dac ze voortkomen van een kant waar aan men refpedt fchuldig is, en om dat ze niet alleen by den Souverein worden'ingebragt, maar ook in de Nieuwspapieren san dege-' heele Natie voorgefteid, waar door ik des te meer, op even gelyke wyze, toe zelvs verdeediging verplicht worde. — Ik heb doch mynen arbeid wel aan de Leden van Staat verbonden, maar niet myne eer, en zo 'er iets van de Voorouderlyke Vryheid~ over.  de GebeiirtenisJe?p'inMi'i%i enz. voorgevallen. 75 overblyft, hoope ik dat hét dit moge zyn, dat de eer, zo wel als het leeven en goed der Ingezetenen, tegen de partydigheid of overyling van Poli-« tique Uitfpraaken zal beveiligd zyti. Om dan de befchuldigingen der Heeren van Zierikzee te volgen , in die orde ais ik dezelve uit de Advifen van riun Ed. Achtb. getrokken heb,'komt in de eerde plaats voor, Hun Ed.- Achtb. furpnfe en indignatie, dat ik op een gani'ch irreguliere wyze, met vyf Leden, het /hitwoord op het Bank-Adres htbgeconcludeerd &c. Tot beantwoording van deeze pofitive, heb ik niets anders nódig, dan my te beroepen op het geheugen der Leden van de Vergadering , dat ik geen Conclufie genoomen heb op dit Antwoord; en de Notulen van Staat'getuigen ook voor my, dat het zelve aldaar niet is geëxterideerd in de form van een Refolutie, maar van 'een Autlorifa~ tie door vyf Leden van Staat, ieder voor zich zelve, op my geftrekt, om iets, op hunnen naam, te declareeren ; waar van men genoeg voorbeelden zou kunnen aantoöneri, indien ik niet vreesde aan de kundigheid van Hun Ed. Achtb. te kort te doen- Wat voorts betreft, de partydigheid waar van ik befchuldïgd worde, en de qmisfie van een ieder Recht cn Juftitk te doen, zonder begunftiging van eenige S*ai vf'Steden; Landen of Ferfoonen, betuige ik niet te kunnen nagaan, in welk geval ik my ooit tegen de Heeren van Zierikzee, in dit opzicht heb vergreepen; immers daar Hun Ed. Achtb. my te last legden, dat zy iterative reizen ter Vergadering verzogt hadden, om copie van de Dank-Adresfen, en dezelve toen nog niet bekomen hadden, gelieven U Ed. Mogenden te confidereeren, dat zulks aan irry niet kan worden geimputeerd, dewyl het bezórgen der Copien niet direct tot myn Ambt behoort; behalven dat ik meer dan ééns ter Vergadering heb geremonftreerd, dat de inhoud der DankAdresfen zelve aan Hun Ed. Achtb. bekend was, en dat het moeilyk was te begrypen, welke invloed de uaamen der Onderteekenaars op de deliberatien van een  7if Pemmfag van Stukken betrekkelyk tof een Lid van .-Jtaat konden hebben, on een convenabel Antwoord te geeven; iat ook: het menigvuldig werk van 's Lanis Griffie mee toeliet, de ge. requireerde Copien van een getal van mser din a2t duizend naameo, zo fpoedig in gereedheid te breQ. gen; zo dat men eindelyk, om aan nee empresfe. ment van fommige Leden te voldoen - genoodzaakt is geweest, dezelve buicen de Griffn te laaten lciryven: voor 't overige beroep ik °m lm °pr°er in^nniSiad te Het  de Gebeurtsnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 79 Het zy my gepermitteerd (onder het welneemen 'der Heeren van Zierikzee) te avanceeren, dat zo veel aangaat myne communicatie aangaande het Nationaal Fonds, de motiven waarom ik gemeend heb zulks ter kennis van U Ed. Mogenden te moeten brengen, zyn uitgedrukt in myne Propofitie, zonder dat ik my zeiven daaromtrent eenige beoirdeeling heb aangemaatigd, dezelve aan de wysheidvan U Ed. Mogenden overlaatende: een daad, welke ik vertrouwe, dat alle de Leden van Staat zullen erkennen niet vrèemd te zyn van myn Post en Inftructie ; maar de Acte van Verbindtenis kwam my voor, van een geheel anderen aart te zyn, en zodaanige communicatie niet te requireeren, omdat de Onderteekenaars. voorneemens waren, die zelvs 'by bekwaame gelegenheid ter tafel van ü Ed. Molenden over te leggen, gelyk ook reeds gefchied is; en indien hier omtrent eenig verzuim door my gecommitteerd is, zoude het zelve reeds begonnen zyn, in het niet denuntieeren van de Acte van "Verbindtenis onder eenige Regenten in de Provincie van Holland gemaakt, in de maand Augustus des voorigen jaars, en (zo men de publieke gerugten gelooven mag) kort daar na, door de meeste Heeren van de Regeering der Stad Zieriekzee onderteekend. Betreffende nu het voorgevallene binnen de Stad Goes, was het zeer onnodig eene Propofitie als Raadpenfionaris deswegens ter Vergadering te doen, dewyl die zaak door my, uit naam van de Heeren Gecommitteerde Raaden, by de allereerfte gelegenheid, ter kennis van U Ed. Mogenden is gebragt, en aanflonds daar op, conform myn advis, wegens den Heer eerften Edelen en de Heeren van ^Tholen occupeerende, by U Ed. Mogenden is gerefolveerd: ,, de Heeren van Goes aan te fchry„ ven, gepaste maatregelen te neemen, tot her„ Rel van de rust in de Stad, en de Juftitie daar „ toe te doen werkzaam zyn, des noods met de *> fterke hand van de Militie &c. ", guyk breeder in  £o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot in de Notulen deezer Vergadering van den iften February is geëxtendeerd. Op deeze aanfehryving is door de Heeren van Goes aan U Ed. Mogenden bericht ingezonden, en aangetoond, welke maatregelen by Hun Ed. Achtb. genomen zyn, waaromtrent het oirdeel aan U Ed. Mogenden, en niet aan my ftaat, of derzelver directie verdiend als een werkelooze onverfchilligheid • getaxeerd te worden. Maar ik mag niet voorby gaan, U Edele Mogenden nog onder het oog te brengen, dat de Heeren van Zierikzee wederom niet welgeinformeerdzyn, of zich niet exact uitgedrukt hebben, wanneer Hun Edel Achtb. zeggen, dat ik van de Dank-Adresfen uit de Stad Goes en het Eiland van Zuidbeveland, „ een groot'getal van vyfhonderd Onderteekecaars j, heb uitgemonfterd, om dat zy door dwang en „ geweld, genoodzaakt waren hunne Naamen te j, zetten": de eenvoudige waarheid is, dat ik aan der. Overbrenger van die Adresfen gevraagd heb, hoe verre dezelve geteekend waren, voor dat de disordres te Goes voorgevallen zyn? welke my daar op geantwoord heeft, zulks niet precies te weeten, maar dat hy dagt, dat 'er omtrent vyfhonderd na dien tyd waren bygekomen; waar van ik V Ed. Mogenden Rapport gedaan heb, met deeze woorden: ,, dat de voornoemde Adresfen getee„ kend waren door 3492 Mansperfoonen, Ingeze- tenen van Goes en Zuidbeveland, onder welke, „ volgens informatie, waren geteld omtrent foo „ Perfoonen, die naar de bekende oproerige "be„ weegingen, in de gemelde Stad voorgevallen, ,, hunne Naamen hadden geteekend": het welk ook alzo woordelyk in de Notulen van den I2den February is geinfereerd; zonder dat ik iets hoegenaamd van uitmonfteren, van dwang en geweld, of van noodzaaken tot teekenen, heb gerept; het welk ook, in 't minfte niet, van myn departement is, te decideeren. Ik heb nu, Edele Mogende Heeren! deeze verdrie-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 8r drietige taak van zelvsverdeediging afgedaan: ik heb O Ed. Mogenden in ftaat gefteld, om, door het hooren van de tegenredenen, over de accufa. tien der Heeren van Zierikzee te delibereeren, en te oirdeelen, of myne conduite ,, van zulke gevaarlyke en veruitziende gevolgen is, dat aan s, Hun Ed. Achtb. deswegens de eclatantfre fatis„ factie competeerd". — De eerbied, welke ik aan Hun Ed. Achtb. als Lid van Staat verplicht ben toe te draagen, en, niet tegenftaande dit ongelyk te conferveeren, Verbied my een dergelyk verzoek aan U Ed. Mogenden te doen; ik zal liever voortgaan , met de getrouwe waarneeming van myn' Post, in de gevoelens welke ik voor U Edele Mogenden topen leide, toen ik de eer had denzelven te aanvaarden : ,, dat ik niemants gunst op een laffe wyze zoude bejaagen, en niemants öngunst flaaf,, achtig vreezen: dat ik niet dagt af te hangen van goedkeuring of afkeuring, en ongevoelig te zyn voor gevlei of bedreiging": met deeze gevoe= lens, welke Hun Ed. Achtb. ongetwyffeld approbeeren, zal ik het my altoos tot een voorrecht rekenen , my zo by de Heeren van Zierikzee, als by een ieder der Staatsleden te mogen veraangeuaamen, en met het diepst refpect te verblyven. Middelburg den ó U Ed. Mog-, zeer gehoorzaams Maart 1787. en getrouwe Dienaar, (was geh) L. Pi Van de Spieceis. XL DÉfet, , jfa  82 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N». 998. ExtraBen uit het Register van de Refolutien - dtr Heeren Staaten van Zeeland, van den 16 A. tril, 23 Apil en 3 Mey 1787; betrekkelyk tot de verantwoording van den Raadpenfionaris, tegen de bejchuldigingen der Heeren van Zierikzee. ExtracT; uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 16 April 1787. De Heeren Gedeputeerden van Zierikzee hebben by gelegenheid van de Refumtie, ter Vergadering v 'orgekezen en overgelegd, uit naam van de Hee.ren hunne Committenten, derzelver Advis, met betrekking tot de (unificatie van den Raadpenfionaris, den tjden Maart jongstleeden ter Hoo^geJpe^Vergadering gedaan, hier navolgende gein- Extratt uit de Notulen van den Raad Extraordinair der Stad Zierikzee. Vrydag den 13 April 1787. By Refumtie zyrde gedelibereerd op het uit gebrast Rapport van Burgemeefteren, Thefaurieren en eenige Heeren uit Weth en Raad, over de Vergadering van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland op den 9 Maart 1787 gedaan te gen de Advifen der Heeren van Zierikzee,' ter Hooggemelde Vergadering ingebragt den 1 Maart 1787; is goedgevonden en verftaan: de Heeren Gedeputeerden ter Staatsvergadering te gelasten omme daaromtrent by de eeifte gelegenheid te advifeeren. Dat, Hun Ed. Achtb. niet dan met leedwezen en tegenzin zich genoodzaakt vinden, om de pranieufe attentie van Hun Edele Mogenden voor eenige oogenblikken te occupeeren, met het voordraagen ,van een Adftructie der Remarques, die Hun Edele Achtb  is GebeiirtënnfcnZin 1787 enz. voorgevallen. ,83 Achtb. over het gedrag van den Heer Raadpenfionaris in hun Advifen, zo over de Dank-Adresfen als Nationaale Fonds hebben gemeent te moeten maaken, geperfuadeerddat Hun Ed. Mogenden het Hun Edel Achtb. nimmer ten kwaaden zullen duiden, als zy zyn Hoog Edele Geftrenge zullen trachten te doen wederkeeren, van eenige irreguliere en eigendunkelyke handelwyzen, die Hun Edele Achtb. geenfints als harde befchuldigingen, maar als waarhe.den, op de Inftructie van den Heer Raadpenfionaris rustende, ter Vergadering van Hun Edele Mogenden voor te draagen, zonder eenig oogmerk om de eer en groote kundigheden van den Fleer Raadpenfionaris te benadeelen, hoe zeer Hun Edele Achtb. gewenscht hadden, dat zy zyn Hoog Edele Geftrenge niet van andere gewigtiger cccupatien hadden behoeven af te trekken, door zyn Hoog Edele Geftrenge het onaangenaam werk te verfchaffen, tot hec opftellen van eene verdeediging, in welke zyn Hoog Edele Geftrenge voor eerst gelieft te avanceeren: ,, geene Conclufie te hebben genomen op het Ant„ woord van de Dank-Adresfen, noch dat het zel„ ve in de Notulen is geëxtendeert by forme van een Refolutie, maar van een Auctorifatie van vyf s, Leden van Staat, ieder voor zich zeiven op zyn „ Hoog Edele Geftrenge verftrekt, om iets uit hunnen naam te declareeren". Hun Ed. Achtb. zullen gerust aan het doordringend oirdeel van Hun Edele Mogenden overlaaten , of de verdeediging van den Raadpenfionaris hier niet uitkomt op een enkele woordfpeeling, en of het niet in effecte het zelvde is, of 'er iets ter Staatsvergadering beflooten word by form van Refolutie of Auctorifatie van vyf Leden. Het betwiste poinct word door de Auctorifatie van vyf Leden gedetermineerd en voor afgedaan gehouden, zonder dat Hun Edele Achtb. volgen?; orde van Regeering, hun Advis niet alleen hadden uitgebragt, maar zelvs door het dilai van het ge'jven van de verzoete Copien, buiten ftaat waren geF a Reld  §4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fteld om hun fentiment daar over ter Vergadering in te brengen, buiten welk die Auctorifatie, onder reverentie, van de Vergadering van Hun Edele Mogenden niet kan gezegt worden te kunnen itand grypen, en daar te zyn: die Auctorifatie behoord zo wel met de meerdcrheidover eenig poinct te gefchieden, als eene Conclufie, maar die meerderheid kan 'er nooit zyn, zo min tot het geeven van een Auctorifatie, als het neemen van een Conclufie, voor en al eer, alle de Leden behoorlyk hebben geadvifeerd. Naar de ideë's van Hun Edele Achtb. yorderd de goede orde en billykheid, dat den Heer Raadpenfionaris als DireBeur van de Vergadering van Hun Edele Mogenden (wanneer 'er iets te declareeren is over eenig poinct, aan de Vergadering, maar geenfints aan de byzondere Leden van dien, voorgedraagen,) verplicht is eerst de Memmen en Advifen van alle de Leden op te neemen , maar niet zulk een Declaratoir te geeven op naam van eenige Leden die de geheele Vergadering niet uitmaaken, op welkers naam den Heer Raadpenfionaris maar alleenig bevoegd is, Auctorifatien, Corclufien en Refolutien &c. te neemen, en af te geeven. Hun Edele Achtb. twyfFelen niet, of Hun Edele Mogenden zullen wel willen inftemmen, dat, als een Lid of eenige Leden iets voor zich zeiven te declareeren hebben, zulks meer met de orde der Kegeenng zoude ftrooken, dat ieder Lid zich afzonderlyk verklaarde, en zyn eigen gevoelen manifesteerde, gelyk de Heeren van Middelburg het ichynen begreepen te hebben, by het doen van de .Publicatie tegen te dugtene Combustien, die in veeJen opzichten overeenkomt, met de Concept-Publicatie, Hun Edele Mogenden voorgedraagen, over de generaale en particuliere oirzaaken van oneenigheden binnen deeze Provincie , maar bv allede Leden niet geagreëert, door welke de Heeren van Middelburg hunne fentimenten byzonderlyk niet door de mond of pen van den Heer Raadpenfionaris, maar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 85 maar uit hun eigen Vergadering en Auctoriteit heb'ben gedeclareerd, en hunne Burgery gemanifesteerd; en dat om kort te gaan, hoe men deeze behandeling van den Heer Raadpenfionaris ook mag begrypen, Hun Edele Achtb. het altyd daar voor zullen houden, dat deeze Auctorifatie v:;n de vyf Leden géürekt, iets is dat deviéérd van de gewoone orde der Regeering, en buiten twyffel iets irreguliers bevat, dat van kwaade gevolgen kan zyn, waar tegen niet, dan met de grootfle zorgvuldigheid kan gewaakt worden. Hun Edele Achtbaaren willen zeer gaarne avoueeren, dat 'er voorbeelden van zulke irreguliere zaaken in de Staats-Registers te vinden zyn, doch houden zich verzekerd, dat Hun Edele Mogenden dezelve nimmer zullen adopteeren, om tot een richtfnoer in de orde der Regeering te dienen, vermits men zeer dikwils in onze Republiek zaaken heefc zien gebeuren, welke aanleiding zoude kunnen geeven om de verkeerdfle fustenuen te verdeedigen, indien men aan dezelve door voorbeelden eenige kragt wilde byzetten. Hun Edele Achtbaaren zullen insgelyks niet disavouééren, dat den Heer Raadpenfionaris zich niet direEt behoeft te verleedigen om de Copien aan de Leden te bezorgen; dan durven wederom wel aan het oirdeel van hunne mede-Leden overlaaten, of den Heer Raadpenfionaris als Direütiur der Vergadering, en voornaamfle zaaken binnen deeze Provincie niet behoord mede te werken, om zorg te draagen dat het geeven van Copien, zo veel mooglyk verhaast worde, vooral in eene zaak die zogepresfeert fcheen, en daar een Lid van Staat ten fïerkften op infteert, gelyk Hun Edele Achtbaaren iterative reizen hebben gedaan, om fpoedig aan hee verlangen hunner mede-Leden te kunnen voldoen , en daar den Heer Raadpenfionaris volkomen bewustheid had, dat Hun Edele Achtbaaren de gerequïreerde Copien noch niet hadden bekomen; zo kunnen Hun Edele Achtbaaren niet begrypen, hoe of F 3 ' ite  80 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Heer Raadpenfionaris hunne Gedeputeerden daar óp telkens heefc kunnen fommeeren, daar dezelve meer dan eens hebben gedeclareerd , hun Advis met te kunnen uitbrengen, voordat de meergemel. de verzogte Copien hadden bekomen, en dat Hun Edele Achtb. een volkomen recht hadden, om de Copien niet alleen van de Adresfen zelve, maar ook van de naamen der Onderteekenaaren derzelve te kunnen requireeren, zal hun, zo zy vertrouwen, door niemand betwist worden. Den Heer Raadpenfionaris gelieft verder te avanceeren,,, dat meer dan eens ter Vergadering gere„ monftreerd heeft, dat den inhoud der Dank-A„ dreslen zelve Hun Edele Achtb. bekend was, en „ moeilyk te begrypen is, welken invloed de naa„ men der Onderteekenaars op de deliberatien van „ een Lid van Staat konden hebben, om een con„ venabel Antwoord te geeven ". Dan hier op moeten Hun Edele Achtb. reflecteeren, dat de inhoud der Adresfen hun niet bekend was, dan uit de Nieuwspapieren, en nict-gewoon zyn uit de veeltyds abufive berichten d. welven, maar alleen uit legaale btukken te advifeeren. En offchoon Hun Ed. Achtb. zich in geenen decle verplicht achten, om eenige redenen te geeven, waarom zy inkeerden om de naamen van de Onderteekenaars te weeten, veelmin welke invloed dezelve êp hunne deliberatien zouden hebben kunnen maaken; zo willen zy gaarne declareeren , dat zy begreepcn dat hun daar zeer veel aan gelegen lag, om te weeten van wat rang en conditie zy waren, en vooral of er Ingezetenen hunner Stad zich onder bevonden, dat volftrekt een invloed op hun Advis mogt heb! ben. Hun Edele Achtb. moeten betuigen , veel minder te kunnen begrypen, welke de redenen toch moeten geweest hebben,om dat Antwoord zofpoe dig te geeven, en waarom den Heer Raadpenfionaris niet eenige dagen heeft gelieven te wagten, om het Advis van Hun Edele Achtb. te hooren, alzo er hier, voer zo veel Hun Edele Achtb. weeten, geen  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 87 geen Peri-ulum in Mora was, en het behoud van den Lande geenfints dependeerde van eenige dagen toeyens. Dan zo 'er al eenige redenen toe kunnen gevono -n worden, moeten dezelve naar het oirdeel van dun Edele Achtb. , daar alleenlyk in beftaan , om de Heeren van Zierikzee , was het mooglyk, by de Onderteekenaaren verdagt te maaken, dat hun Adres Hun Edele Achtb niet van dac belang was voorgekomen, om daar zelvs eenig Ancwoord op te geeven, waar van Hun Edele Achcb. hec contra» rie betuigen waarheid te zyn, en ook met zouden nagelaaten hebben, omeenig Ancwoord te geeven, hadden zy niet moeten ondervinden, dac men in deeze zaak zo presfant en irregulier te werk nadde gegaan. Hun Edeie Achtb. weecen niet , den Hees Raadpenfionaris immer iets te laste te hebben gelegt over het dilayeeren van eenige ConcUun, die de Stad Zierikzee of haare Ingezetenen interesfierde, en nog veel minder over eenige vertraaging m het uitbreid pen der Stem van eenige Leden, waarom zyn Hoog Edele Geftrenge dit alleen maar lcfcym aan ce voeren, om zich zeiven in een gunftig licht te plaatzen , door het bybrengen van lofcpke Cmduues, die in deezen opzichte, door niemand betwist worden. , Hun Edele Mogenden zullen naar hun gewoon doorzicht zeer gemakkelyk penetreeren, dat de interpretatie van den Heer Raadpenfionaris, wegenaden Miniflerieelen dienst in het 10de Artikel der Inftructie, niet zo voldoende en algemeen aangenoomen is, ais zyn Hoog Edele Geftrenge ve>kie>t tot een bafis van deszeivs gedrag voor te ftellen. Hun Edele Achtb. konden zich aan de- letter vatj de Wet houden, zonder zich in eenig onderzoek over deszelvs zin in ee laaten, en van den Heer Raadpenfionaris de Probatie vorderen , dat hei m. dienst zyn van Steden zich alleen bepaald tot Ministers.. Zo Hun Edele Achtb. niet vertrouwden dat het tegendeel waar is, en door eenige weinige reftésien meenden in ftaat te zyn, den lieer Raad^eniionasis F 4 «s  S3 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te zullen overtuigen, van deszelvs erroneufe opvatting. Buiten twyffel hebben onze verfiandige en welberaadene Voorvaders gewild , dat den Heer Raadpenfionaris, als de voornaamfte Minister der Irovincie, van wiens beftuur zo veel afhangt, alleen geattacheerd zoude wezen aan de zaaken en belangen van de Provincie, en daarom in geen dienst! hoegenaamd van eenige andere Steden behoorde te zyn om met alleen door geen directie over de zaaken dier Steden van het Provinciaal belang (dat aan dac Ambt genoeg werk verfchaft,) te worden afgetrokken, maar om daar door tefFens te toonen, dat den Kaadpenfionans met alleen vry is van eenige partydigheid, maar ook om alle vermoedens weg té neemen, dac denzelven dat zoude kunnen zyn , door deszelvs naamver relatie tot eenige byzondere Stad, by de andere Leden van Staat. Alle Regenten moeten hunne zojge en kundigheden beueeden ten dienjte hunner Stad, en kunnen zo wel begreepen worden , in den dienst hunner Stad te zyn als de Ministers, waarom 'er zeer veel Ambten zyn, welker bediening niet compatibel is met een Raadsplaats, die men in meest alle de Steden permanent bekleed, maar daarom echter, zoiu der zich aan eenige misdaad fchuldig gemaakt of eenie vonnis tot zyn nadeel te hebben, moet quiceeren, zo ras men tot Zulk een Ambt word gepromoveerd, het gene volgens de gedachten van Hun Ed. Achtb? de meening der Inftructie is, ten opzichte van den Heer Raadpenfionaris, wiens grondige kennis in onze Moedertaal, derm laten in alle deszelvs Gefchrif ten doorftraald , dat zyn Hoog Edele Geftrenge geen oogenbhk zal twyfF len, dat het in dunst zm van eenige Steden, zichi tot alle Regenten uitftrekt, die de bekwaamheid hebben, om het gevvigtig Ambc ^,RaAdPKeKfi0DanS te,bLek!eeden; en ofichoonHun Edele Ach b. zeer wel bewustheid hebben van de gevallen, door den Heer Raadpenfionaris ter zyner verdeediging bygebragt, zullen zy maar alleen hies' by voegen, dat de Wet, maar geenfints Voorbeelden*  Se Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 83 den, (die naar Hun Edele Achtb. oirdeel geen navolging meriteeren,) den richtfnoer van faitea moeten uitmaaken, om niet te repeteeren, welke verkeerde fuftenuen men zoude kunnen introduceeren en defendeeren, wanneer men dezelve door Voorbeelden eenige auctoriceit en kragt wilde byzetten. Hun Edele Mogenden zullen wederom zien, dat de interpretatie van den Heer Raadpenfionaris, ten aanzien van dit poinól, niet vry is van het eigendunkelyke, en dat zyn Hoog Edele Geftrenge hier iets als aangenoomen adopteerd, het gene nog niet bewezen is, en dat den Heer Raadpenfionaris uit dit erroneus en eigendunkelyk Principe, redeneerende ia alle deszelvs daaden uit dit Principe afgeleid , en mar het zelve ingericht, willekeurig zal handelen, en niet vry zyn van vermoedens van partydigheid, zo, lang zyn Hoog Edele Geftrenge Raad der Stad Goes blyft, welke partydigheid, onder reverentie, zeer wel in dit Dank-Adres heeft kunnen plaats hebben , fchoon voor, geduurende en na het oproer in die Stad , is geteekend , nademaal zulks door veelen enkel is gefchied, uit vrees van iets diergelyks, of nog iets er gen te zullen ondergaan, als hunne ongelukkige mede-Burgeren, waar op Hun Ed. Achtb. doelen, als zy zeggen, „ dat den Heer Raadpen- fionaris aan de Vergadering van Hun Edele Mo- genden heeft gecommuniceert, dat 'er over de a, 500 der Teekenaaren, na het oproer hadden gev teekend, en dus die teekening het vertrouwen „ (als apparentelyk uit vrees gefchied,) zo zeer 3, niet konden wegdraagen, als wel van de overige „ menigte, welke zulks alles vry willig en onge°. dwongen, uit eigen motiven hadden gedaan "; st gene Han Edele Achtb. op. goede gronden bezyden de waarheid vermeenen te zyn, vermits de kennis van veele omfiandigheden, die zo in de Stad als. ten platten Lande, by gelegenheid van het teekenen van het Dank-Adres hebben plaats gehad, gCQoegzaame redenen opleveren, om te gelooven^  po Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dat deeze onderteekening gantsch niet vrywillig en ongedwongen, in 't werk is gegaan. Nergens zyn 'er by de onderteekening van de Dank-Adresfen zulke ongeregeldheden befpeurd, dan in de Stad van Goes en den Eilande van Zuidbeveland, en Hun Edele Achtbaaren twyffelen niet of de reden van de fchielyke overhaasting tot het geeven van Antwoord, by den Heer Raadpenfionaris in 't werk gefteld, heeft ten oogmerk gehad eenig vooroirdeel voor deeze Stad, waar in zyn Hoog fidele Geftrenge zelvs ook als 'Minister voorkomt, en een zeer naauwe relatie op heeft, te efFeclueeren, in prcejuditie van een ander Lid, dat nog voU firekt buiten de mooglykheid was om te kunnen advifee* ren, maar geenfints zich ongenegen of ongereed, zo als den Heer Raadpenfionaris gelieft te zeggen, betoond hadde te zyn. Hun Edele Achtbaaren kunnen alles wat de Heer Raadpenfionaris heeft gelieven te allegueeren omtrent den inhoud van het 13de Artikel van zyn Inflrudlie gemakkelyk pasfeeren, alzo het Hun EdeIe Mogenden volkomen zal confteeren, dat het Declaratoir uit naam van vyf Leden alleen in den klank der woorden, van een Conclufie of form van Refolutie verfcheeld, en in effedte het zelve is ten opzichte van het irreguliere, gelyk uit de voorige reflectien van Hun Edele Achtbaaren blykt, alzo de zaak en gevolgen van dien, op het zelve uitkomt , of iets door vyf Leden by form van Conclufie of Auftorifatie word doorgedrongen. Den Heer Raadpenfionaris gelieft verder wederom te avanceeren: ,, dat die zogenaamde Adte van „ Verbindtenis tusfchen eenige Regenten en Mi„ nisters in deeze Provincie, zyn Hoog Edele zo „ zeer geene Communicatie aan Hun Edele Mo„ genden voorkwam te meriteeren, als wel het „ houden van de Provineiaale Vergadering van het „ Nationaale Fonds, en dat wanneer hier al eenig „ verzuim plaats hadde, zulks reeds in den voor„ leeden jaare, omtrent de Acte door de meeste „ Re-  de Gebeurtenis/en in 1787 enzi voorgevallen'* of „ Regenten van Zierikzee onderteekend , zoude j, hebben geëxteerd". f Hun Edele Achtbaaren Zullen wederom gaarne avoueeren , dat verre de meeste Leden van Regee- 1 ring te Zierikzee die voorige Adte -hebben onderteekend , en dat men dus in deezen de publyke geruchien mag 'en kan gelomn, terwyl zy geene de mïnfte myüérie of geheim maaken, zich'by Acte te > hebben verbonden, zot maintien van de wettige Conftitutie en tot het helpen verbeeterên van de abui-' zen, daar in door den tyd ingefloopen ; dan zonder zich over;de materie van deeze laatfte Acle van Verbindtenis in te laaten, zullen zy alleen aan het oirdeel van Hun Edele Mogenden oVërlaateu, of de manier van behandeling in de onderteekening zelve, ' niet vooral de attentie van Hun Edele Mogenden meriteerde , want zo men insgelyks de publyke berichten mag gelooven, zo is deeze Adle aan verfchei-den Leden van Regeering die zich tot de onderteek kening bereidwillig toonden, geweigerd; en deeze weigering konde niet anders opleveren , als een bil-'lyke fuspicie, dat 'er eenige zaaken in die Acte vermeld waren , die tegen de Conftitutie en goede trouw ftrekten, alzo het altyd zeker is, dat de geheimhouding van iets dat openbaar behoorde te zyn, redenen gééft, em te gelooven, dat'er zulke zaaken in zyn, die het daglicht niet mogen zien;- waarom deeze Adte , in dat geval uit hoofde van deszelvs behandeling veel eerder een ASle van Seclufie als van Verbindtenis fcheen te zyn, waar tegen den Souve-: rein met alle nauwkeurigheid en empresfement behoorde te zorgen, en dus uit dien hoofde het vol-, ftrekt, Van het departement van den Heer Raadpenfionaris was, om zulks te brengen ter Cognitie vaa den Souverein, om tydig te kunnen prsevenieeren dat 'er geene byzondere Verbindtenis-fe onder eenige Regenten, met uüfluiting van andere in deeze Provincie Clandestin wierden bewerkt en daar- geiteld. Hun Edele Achtbaaren flaan in. het begrip, dat  *>% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot getyk het evengemelde, ook tot het departement van den Heer Raadpenfionaris behoorde, om de werke* loosheid van de Jufiitie en Militie binnen de Stad Goes, te brengen ter Cognitie van Hun Edele Mogenden; die altyd de goede adminiftratie en activiteit der Juftitie als de voornaamfte grondfteun van s Lands welvaart, rust en veiligheid der Ingezetenen hebben aangemerkt, en derzelver verwaarloozmg en inactiviteit, niet anders kunnen aanzien dan verderflyk voor het Land, en fletrifant voor het Souverein gezag van Hun Edele Mogenden, wier Wetten daar door opzettelyk worden gevilipendeerden overtreeden. De Heeren van Goes hebben wel kennis gegeeven •van de tumultueufe beweegingen binnen hunne Stad, en eyn door Hun Edele Mogenden aangefchreeven om ^aritefeu £ePaste maatregelen te neemen, dan Hun -kdele Achtbaaren achten het niet zo onnodig als den neer Raadpenfionaris hier gelieft op te geeven, dat zyn Hoog Edele Geftrenge een Propofitie ter Vergadering hadde gelieven te doen, om de werkeloosheid der Juftitie en Militie te onderzoeken , alzo dezelve nog voortduurt, en tegen de Muitelingen en Oproermakers tot nog toe geene Pourfuites noch Proceduures, binnen Goes en Zuidbeveland worden begonnen, maar dezelve flraftoos blyven, fchoon met Naamen bekend. Deeze werkeloosheid der Juftitie , is een geheel Kieuw poinil, afgefcheiden van het kennisgeeven en net ftellen van ordres tegen de oproerige beweegingen, en behoorde ongetwyffeld ter Cognitie van Hun Edele Mogenden door den Heer Raadpenfionaris gebragt te worden, om in deeze allefints fletrifante en nadeelige inactiviteit, met alle vigeur te voorzien; en het is om deeze redenen, dat Hun Edele Achtbaaren hunne verwondering hebben betoond, dat de Heer Raadpenfiomris in plaats van deeze voorgemelde zaaken, alleen het Vaderlands Fonds en houden van deszelvs Vergadering, heeft gebragt aan de attentie van Hun Edeie' Mogenden, i nade»  'dl Gebeurtenisfen in 1787 enz. Voorgevallen. 93 nademaal Hun Edele Mogenden gelyk reeds uit het Advis van eenige Leden confteerd, dat Fonds niet aDders zullen kunnen befchouwen, dan een aller, prysfelykfte zaak, om door gemeene hulp, aan Ongelukkigen in deeze nootlottige tyden, eenige onderitand te bieden, zonder nadeel van deeze Provincie. De betuigingen door den Heer Raadpenfionaris ia de Vergadering van Hun Edele Mogenden by de aanvaarding van deszelvs Ambt, en aan het flot zyner Verdeediging herhaald i ,, dat zyn Hoog E„ dele Geftrenge niemants gunst op een laffe wy. „ ze zoude bejaagen, en niemants ongust fiaafach» „ tig vreezen: niet dagt af te hangen van goedkeu» ring of afkeuring, en ongevoelig te zyn voor gevlei of bedreiging". Zyn groote en verhevene fentimenten die Hun Edele Achtbaaren in den Heer Raadpenfionaris gaarne willen erkennen, ,, nade„ maal zyn Hoog Edele Geftrenge zelvs gelieft te zeggen die te bezitten, gevoegt by eene verachting van fmaad- en lasterfchrirten , by een goed „ geweeten voor God en Hun Edele Mogenden % ,s de verkreege achting des verftandigften gedeelte „ der Natie, de trouw en ftandvastigheid, om zich niet te laaten medefleepen met de heerfchende „ denkbeelden van den tyd, en geen lof of eer te „ bejaagen by onbevoegde Rechteren", en wat meerder van diergelyke uitdrukkingen, die zyn Hoog Edele Geftrenge in zyne Verdeediging gelieft te bezigen , — verheffen deeze fentimenten buiten twyffel, de Heer Raadpenfionaris zeer naby tot den volmaakten Man Justum et Tenacem Propofiti, en meriteeren niet alleen de Approbatie van Hun Edele Achtbaaren, maar ook derzelver bewondering $ nademaal alle deeze voortreffelyke hoedaanighedenia den eerften Minister van deeze Provincie, niet anders kunnen ftrekken dan om den ouden luister» welvaart en bloei derzelVe, krachtdaadig te helpen bevorderen, zo zy met een evenreedige Vaderlands* liefde, zender eenig belang of partydigheid vergezelt gaat,  94 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gaat, dat Hun Edele Achtbaaren vertrouwen, in den Heer Raadpenfionaris en daarom zo veel in hun is, het zich een eer zullen reekenen, met zyn Hoog Edele Geftrenge tot die heilzaame eindens te mogen medewerken, zo lang men het Hun Ed. Acht. baaren niet kwaalyk zal neemen, om met eene gepaste vrymoedigheid, insgelyks „ zonder iemants „ gunst op een laffe wyze te willen bejaagen, en „ niemants ongunst flaafachtig te vreezen, zonder „ af te hangen van gevlei of bedreiging ", hunne gevoelens te manifesteeren, achtervolgens de Voorouderlyke Vryheid., het welk Hun Edele Achtbaaren gaarne zullen laaten aan de overweeging van Hun Edele Mogenden, en van dit hun geadvifeerde Infertie verzoeken in den Text der .Notulen van Staat. Accordeerd met voorfz. Notulen, (was get.) Francois Ereekpot. ExtraSt uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den ir5 April 1787. De Heer van Lynden, voor den Heer Eerften Edelen, en de Heeren Gedeputeerden van Middelburg , hebben gezegt volkomen te approbeeren de Justificatie van den Raadpenfionaris, en genoegen te neemen met zyn Ed. directie in 's Lands zaaken; verzoekende eerstgemelde Heer te gelyk, dat hy Raadpenfionaris het adftruótyf Advis der Heeren van Zierikzee niet wederom wilde beantwoorden, tot voorkoming van verdere onaangenaamheden, en de zaak te willen houden voor afgedaan. Eodem dié'. De aanwezende Heer Gedeputeerde van Goes, heeft ter Vergadering voorgeleezen en overgelegi de Refolutie van de Heeren zyne Principaalen, tof ar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 05 approbatie van het gedrag van den Raadpenfionaris in zyn Ministerie , —< breeder hier navolgende geiniereerd. Extract; uit de Notulen van Burgemeesters en Raaden, Regeerders der Stad Goes. Raad, Saturdag den 14 April 1787. In deliberatie gebragt zynde de Verantwoording door den Heer Raadpenfionaris den pden Maart laatstleeden ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden gedaan, tegen de befchuldigingen by de Advifen der Heeren van Zierikzee, den eerften te vooren ingebragt, is goedgevonden en verdaan; de Heeren Hun Ed. Achtb. Gedeputeerden ter Hooggemelde Vergadering te laaten declareeren: dat Hun Ed. Achtb. niet dan met de grootfte goedkeuring 't gedrag van den Heer Raadpenfionaris, van 't begin van deszelvs Ministerie tot op den huldigen dag befchouwen: — dat Hun Ed. Achtb. gemelden Heer volkomen vrykennende van de befchuldigingen zyn Hoog Ed. by de Advifen der Heeren van Zierikzee aangewreeven , zyne Verantwoording overbodig, maar teffens bondig ter wederlegging van die befchuldigingen achten ;' maar dat, terwyl in deeze zaak iets is, welke Hun Ed. Achtb. byzonder regardeerd, dezelve ook moeten declareeren , dat de behouding van de Post van Raad deezer Stad te gelyk met die van Raadpenfionaris , is met adveu en tot een byzonder genoegen van Hun Ed. Achtb., aangezien die Heer daardoor behoud eene betrekking op deeze Stad en Burgery, die zyn Hoog Edele zo hoog waardeerd, doch welke hem nooit kan doen afwyken van de verplichting omtrent alle de Leden van Staat in 't gemeen: dat vermits hier van voorbeelden, door den Heer van de Spiegel opgenoemd, in voorigetyden hebben geëxteerd, Hun Ed. Achtb niet voorneemens zyn meergemelden Heer te disponeeren om van zju  SiS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zyn Raadsambt te defifteeren , integendeel zyri Hoog Edele verzoeken, daar in te willen continueeren; Accordeerd met voorfz. Notulen, {was get.) A. W. van Cittèrs. ExtraSt uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 23 April 1787^ De Heeren Gedeputeerden van Veere hebben gesegt, door de Heeren hunne Committenten gelast te zyn, ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden te declareeren: dat Hun Ed. Achtb. gezien en geëxamineerd hebbende de Justificatie van den Heer Raadpenfionaris, zich verplicht oirdeelen; zyn Hoog Ed. Geftr. daar mede te moeten houden voor compleetelyk gejuftificeerd omtrent de befchuldigingen , door de Heeren van Zierikzee tegens hem ingebragt, en dienvolgende ook deszelvs gehouden gedrag volkomen te approbeeren. Dat Hun Ed. Achtb. derhalven dan ook wel gewenscht haddeni dat de Heeren van Zierikzee, indien Hun Ed. Achtb., al niet overtuigd waren geworden door de Justificatie van den Heere Raadpenfionaris, hadden kunnen goedvinden het byeen generaal desaveu te laaten, in plaats van zich opee^ ne wyze te expliceeren, welke Hün Ed. Achtb zich verzekerd houden j dat niemant der andere Staats-Leden, en vooral niet die Leden, welke zelve de oirzaak zyn van 't gene de aanleiding tot een der voornaamfte poincten van befchuldiging heefc gegeeven, met onVerfchilligheid kan aanzien. Dat daarom j zo wel als tot voorkominge van alle verdere ohaabgehaame discusfien eft verwyderingen, Hun Ed. Achtb. de Heeren Van Zierikzee op het vnchdelykfte en allerernftigfte zouden verzoeken, om derzelver laatst geadVifecrde Uit de No- tuleü  ne Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 07 fculen van Staat te willen ligten, of ten rmnften zoÜaanig te altereeren en inrichten, 'dat deeze zaak Van wederzyden gevoegzaarh buiten eenig verder vervolg kan woi den gelaaten. Terwyl Hun Edele Achtbaaren by onverhoopt refus van dit verzoek, zich, hoe ongaarne ook', genoodzaakt zullen vinden, om zó voor zich zeiven, als met overleg van die Staats-Leden, welke met hun in dezélvdie begrippen ftaan, bedagt té zyn op ïotïaanige middelen, als zy zullen Oirdeelen bodig en fufficiënt te wezen , om de eere en re*, putatie van den Heere Raadpenfionaris, zo ter deezer Staats-Vergadering, als des noods voor het Pubiyk, boven alle kwaade verdenking te Rellen» Ben 3 Mey 1787. De aanweezende Heer Gedeputeerde van Tholen heeft gedeclareerd, dat de Heeren zyne Corninittenten overwoogen hebbende de Verantwoording van den Raadpenfionaris van den 9den Maart deezes jaars, zyn Ed. houden voor compleetelyK ^eiustificeerd, ten opzichte van de befchuldigingen door de Heeren van Zierikzee, by derzelver .Advifen van even te voeren» tegen hem ingebragr, en dienvolgende ook deszelvs gehouden directie in zyn Ministerie volkomen te approbeeren 5 verzoekende hy Heer Gedeputeerde van Tholen, dat de Heeren van Zierikzee dezelve hunne Adviien uit deeze Notulen wilden ligtcn. — Waar na de Raadpenfionaris heeft gesegt, met erkentenis te hebben aangehoord, dat zyne eenvoudige Verantwoording van die uitwerking op de Jufiitie der meeste Leden van Staat geweest was, dat dezeive verklaard hadden zyne behandeling van. 's Lands zaaIcen té approbeeren i dat het hem leed deed die zelvde approbatie by de Heeren van Zierikèeenifet gevonden te hebben, eh dat de Heeren van V.hsfinp-enj tot nog toe geen Advis, hoegenaamd j üaaf öp°haddéti üitgebragtj Ui nogthafadij déwyhhet &h Difits O iaat-  98 Verzhmeling van Stukken betrekkelyk tot laatste Advis der Heeren van Zierikzee door ri™ Druk was gemeen gemaakt, hy oirdeeldeniet 2 mogen mtftellen het Publyk van den uitflae dier zaakteinformeeren, en mitsdien verzogc gfbrufk te mogen maaken van de Declaratoiren, dooi de Leden van Staat ten dien opzichte gedaan; en ver volgens daar over omvraage zyndeg gedSan, heb" ben de Heer van Lynden, voor den Heer Èerften Edelen, en de Heeren Gedeputeerden van MidHhm%> 90es' Tholen en Veere, noWaalset anfteerd, dat de Heeren van Zierikzee hunne Ad" vifenwt len ligten, dan, ingeval daar aan niet vet koozen te voldoen, permitteerden zy Heeren ?an hem Raadpenfionaris, om van hunney ven Declaratoiren hetgerequireerde gebruik te mo gen maaken; en hebben die van Vlisfingen gezeg?" dat zuiks ook wel mogten lyden, indien dl Raidpenfionaris goedvind om de nadere argumenten der Heeren van Zierikzee te rescontreeren • eï -Vy, Zkh °P de materie zelve noch'ongelast vindende , mitsdien daaromtrent refe-veer SwwtSr ddlberatie VaD deHeeren hunne Com." rfecordeerd met voorfz. Register. Na  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 99 N°. 999. Echte Naamlyst der Burgers van Goes , welkers Huizen geheel of gecleeltelyk ontramponeerd en geplunderd zyn geworden > tusfehen den 30 en 31 January 1787. Jan van Akkeren, Schilders Baas. -» n r Kornelis Hoondert, Kleermaakers L ^lleP°°rC. Baas. y ltraat' Kornelis Donk, Horologiemaaker, in de Klokftraat. Jan Noorthoeve, Metzelaars Baas. ~\ Adriaan Joosfen, Hoveniers Baas. 1 Gerard Rapholm, Kleermaakers Baas. \ Kornelis Pieterfen, Schilders Baas. { Lange Bartel Lemmers, Schoenmaakers Baas. 1 Kerkftraat, Pieter Verheulen, Kleermaakers Baas. [ Adriaan Eng. de Jonge, Schoenmaa- I kers Baas. J, Adriaan Bodingius , Zilverfmü , in ' de Papegaayftraat. Johan Baden, Lykdienaar. t Pieter van Klink, Metzelaars Knegt. j Picter Baden Jz. , Schoenmaakers 1 Baas. j Johannes Baden Jz., Koperflaagers ]> Lange Vos. \ Baas. ) Herman Bosch, Hoveniers Baas. Adriaan van denThoorn, Zilverfmü. | Samuel Fabel, Schoenmaakers Baas. J Pieter Osfewaarde, Raad der Stad. "] Groote 'W. G. van der Gryp, Predikant, j Markt. ....Papenhoven, Landpastor. ~] Korte Janus Berger, Keurslyfinaakers Baas. J Kerkftraat. .Kornelis Baxter, Tabakverkooper , I op 't Slot. Jacobus Kleinputte, op de Gort* en Chocolademolen. Pieter Engelfe, Bakkers Baas. ") WyngaardJohanna Corzel, Vroedvrouw. J ftraat. G*.2 Pie-  töó Verzameling van Slakken betrekkelyk tót Pieter Fabel, Schoenmaakers Baas. *] St. Aarnoüts* Tacob Fabel, Korti Kramers Winkel.} ftraat. jNicolaas van Stevenink, Wynkoo--] per. . . 1 op de Bees- Ezaias Zwart, Vroedmeester. > ^emarkc. j. Cominicus, Fiskaal van t Land- \ recht en Brouwer. J Andtïes Vernet, Schoenmaakers Knegt. ~\ Lange Johan Fitzner, Koopman en Organist. > Nieuwftraat. , Dingeris Ring, Hovenier. J Eleas Vertregt, Bakkers Baas. ~\ Dignus Poutens , Commisfaris van i ,g Heer jjen. Kleine Zaaken. { drikskinderea . Aqftiony Kouweüer, Mandenmaker, j ftraat. 1'èyh Dy kwel, Koopman en Notaris. | Willem Goeree, Koopman. J 3 zak Broekert, Timmermans Baas. -j Willem Kodde, Schipper. \ Z. M Remmers, Advokaat. Fredrik Zuidweg , Schoenmaakers j Baas. Kornelis Fitzner, Koopman I p de KaaJ Adam Wynrichs, in t Koffyhuis. r jDirk Kaas, Predikant. \ \Vilirm Beyaart, Ambachtsher van j Zwake. | Tacobus Kodde, Rentenier. J Abraham Staal, Memionite Predikant. J Leenderd Krekelenberg, Wynkoo--\ Pf' _ _ . ' .' .~ > by de Kaai. Jacobus Lodewyk Geleedts , Ta-1 baksvsrkooper. fan de Wind, Notaris en Procureur. -) t de Vey, Zilverfmit. j op den Apfel Tan Cuduy, Rentenier. > van de Groo- lobannes Vernet. Kleermaakers Baas. | te Markt. Ardries Strirs, Kleermaakers Baas. J Jacobus Schout, Huurkoetjïer,in de Korte Nieuwftraat, ja-  it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. lor Jacobusjoël, Koopman, in dn Voorftad. NB. 't Gewezen Accynshuis, toeiiehoorende san Joost van Sr. Annaland, Schipper, daar eenige Winkelwaaren en Meubelen inlagen, is van voorenook geheel gedemoljeerc. ÏJ0« looo. Bericht der Heeren van Gor» by Refolutie der tieeren Staaten van Zeeland, den t February 1787 gerequireerd, ten opzicht van de aproe-ige beweegingen, onlangs binnen de voorfchreeven Stai voorgevallen; met drie Kylagen* Edele. Mogende Heeren l Toen wy gepasfeerde Woensdag aan de Heere» V Ed. Mogenden Gecommitteerde Raaden afzonden onze Misfive} met verzoek, om voor twee a drie dagen eenige Militie naar herwaards te willen ordonneeren, tot renfort en foulaas van ons Guarnifoen , om in de gereezen troebles, tot de nodige, herftelling der rusc te worden geëmploieerd, was 't ons onmooglyk, wegens den grooten haast, en de omfiandigheden, welke ons omringden, eenig; narré te doen, zo van den aart der onlusten, als. van de oirzaaken derzelve, en wy hebben daarom redenen om de. Goddelyke bewaaring te danken , dat het terug houden van die gevraagde Troepes., tot heden ons in geen erger fttuatie heeft gehragt 5, maar dat wy voor tegenwoordig dezelve kunnen misfen, hoe zeer de gemoederen op verre na met bedaard zyn, indien wy maar op 't eerde opontbod, ons op 't bekomen daar van kunnen verzeke. Hoe allerakeligst en. droevig 't valt met e^n öurger-oorlog daadelyk bezogt te worden , is zulks voor ons nog des te onaangenaamer, daar wy redenen meenen te hebben, om ons te beroemen aajk G 3 thoozA  102 Verzameling van Snikken betrekkelyk tot "t hoofd te zyn van een Burgerye, welke voor verre 't groocfte gedeelte verkleefd aan de vastgeftelde Conftitutie, haare Regeering eerbiedigt, en een goed hart toedraagt, en dat hier uit juist de eerfte bronwellen van de gereezen onlusten zynen oirfprong hebben. Om U Ed. Mogenden ter voldoening van Hoogstderzelver Refolutie van den eerften deezer, naar vereisch te informeeren, moeten wy 't ftuk van 't begin ophaalen, en de zaaken by haare naamen noemen. xt Yan, dj ongelukkige verdeeldheden, welke ons a\- uT m de laatfte J'aaren zo jammerlvk gefolterd hebben, en waarin twee differente 'Partyen , meest op een tegengeftelde wyze, elk naar zyne begrippen, de belangens van 't algemeen meenden te moeten behartigen, heeft deeze Stad rykelyk zyn aandeel gehad. Van hier die menigvuldige onaangenaame deliberatien, welke meest bekend zyn, en waar m wy altyd meenen in 't oog te hebben gehouden, om, zo veel met de Conftitutie en 't welwezen der Burgerye maar konde worden overeengebragt, aan wederzydfche verlangens te gemoeü te \omen. Van hier alle die tergiverfatien en kleinigneden ons dikwils aangedaan, en dat fomtyds in twyrrel trekken van zekere graad en van magt in PoJityke zaaken, aan ons toebetrouwd, en van hier ook die openbaare en onbefchaamde recenfien over onze verrichtingen, welke wy van de Schryvers der Nieuwspapieren en Pasquillen, en hunne Correspondenten, ongeftrafc hebben moeten ondervinden. Wy hebben, hier in gelyk ftaande met veele braave en aanzienlyke Regenten en Ministers in de geheele Republyk, zulks altyd met geduld gedraagen, ons troostende met het voorrecht van een gerust geweeten; maar by 't groote deel der Burgery had t een andere uitwerking. Overreed dat wy volgens onzen plicht te werk gingen, en altyd te wree-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 103 vreede met onze befluiten, -las die telkens met het grootfle ongenoegen de haatelyke berichten en las. leringen, welke in verfcheiden, en vooral in de Historiiche Couranten, tegen ons, en die genen der Burgers, die altyd met ons inderndén, wierden uit. gebraakt. De geduurige en menigvuldige herhaalingen vermeerderden dat ongenoegen, en, gelyk 't natuurlyk en al te zeker te vreezen is geweest, het lang onder de asfche gefmeuld hebbende vuur • moest eindelyk in ligte laaije vlam uitharden; en, hoe onbevoegd, de wraak der misnoegden moest vallen op de genen, die gehouden wierden voor de Correspondenten der Courantiers, en voor de Auc..-tcurs van de allerinfaamde Schotfchriften en Prenten, welke hier rouleerden. I Dit heeft zyn eerfte uitwerking gehad de drie h . vier eerde dagen van 'tjaar, wanneer de commotie begon, na 't opzetten van een zogenaamd Vryheids-Vlaggetje op de Mast van een Vaartuig, niet tegendaande de erndigfle en vriendelykde raad en waarfchouwinge van den Heer Prasfideerénde in onze Vergadering, en toen ter tyd waarneemende de Bailliuagie,aan de Schipper van dat Vaartuig. Toen is de drift getemperd na'tinflaan van eenige glazen, na dat op verfcheiden tyden veele van ons en andere aanzienlyke Burgers, zich telkens tusfchen de troupen begaven, en dezelve door redenen tragten ter neder te zetten, en na dat de Leden van zekere zogenaamde Vaderlandfche Sociëteit en Ge-, noodfchap hadden te kennen gegeeven, dat zy in 't zekere waren geinformeerd, dat de oirzaaken der tegenwoordige onlusten alleen geattribueerd wierden aan 't fubflsteeren van hunne Gezelfchap-. pen, en dat zy daarom hadden voorgenomen de», zelve te disfolveeren, zo als daadelyk was gefchied 9. en 't welk by Publicatie bekend gemaakt zynde, een byzonder genoegen aan ons en de Burgery heeft verfchaft. Uit de omfiandigheden by die gebeurtenïsfen», G 4 heeft  ïo^ Verzameling van Stukken betrekkelyk ton heeft men, fchoon van ter zyden, evenwel zeeï zürer künnei opmaaken , aat niet flegts eenige Schippers Gasten uitvoerders waren van die excesien, maar dat behalven die een zeer groote menigte belang had in 't gene'er pasfetrde, en verzeierd was van by de eerfte roquifitie overvloedige -adfiftentie van 't platte Land te zullen bekomen, jüe Juftitie was , zo veel in haar vermogen is werkzaam, en aan de Militie wierder. de ftrikfte orders gegeeven, waardoor de feitely kheden binnen zekere paaien bleeven, en al fpoedig cesfeerden. Wy hadden ons geflatteerd de rust bevestigd te zien, 't gene ook zeer waarfchynlyk zoude gebeurd;;: zyn, waren niet de gemoederen op nieuws gaande.' femaakt dopr de Historilche Courant van den 27. I anuary, waar in 'r voorfchreeven gebeurde uiteeal; Brief uit Zierikzee van den suften te vooren word i voorgedraagen, op eene voor den Schryver onver- ■ antwoordelyke, en voor de Regeering en Burgery 1 allerhoonendfte wyze, behalven dat 'ê zelve met: ïpmftandigheden is opgefiert, welke ten eenemaaie: ■verdicht zyn, waar by nog kwam 't fpargeeren van, i zekeren ééd, welke alle de Genoodfchaps-Leden 1 zouden bezwóoren hebben, doch van welks vakseh- • heid wy en de Gemeente zyn overtuigd. Hier opent zich een ongelukkig toneel voor onze Stad en Burgery, waar van wy twyffelen ofwel een wecrgaa in de Historiën te vinden is, en waaij door veelen aan hunne totaale ruine zyn gebracht. Het leezen dier Courant veroirzaakte al ras allerhande raifonnementen, attroupementen , ongenoegens, en woede, welke eindelyk gepasfeerde Dingsdag avond ten half zesuurenop 'tonverwagtsc, los raakte,'op de Leden van de bovengemelde gevezen Gezelschappen, en andere onder de in zwang gaande naam van Patriotten bekend, welke gehouden wierdert aan hunne beloften niet te hebben voldaan, en voor Aufteurs van de genoemde Briefen verbondene aan 'voorfchreeven ééd. — Nie& ai-leen, 4$  ie Gelmricnisfen in 17S7 enz. voorgevtilhn. 105 meubüen ^erg* ë roet de Bedienden va* SïfaftTtt Tkwam fpoedig tusfchen beide, om'tgeA rè doeröphÓuden, maar, niet tegeailaande Lelgead£d wïerd dóór eenige Militairen, metf L ,r, Omr nm de woede te beletten, W% fou e liep van 't eene huis naar 't andere, en P Ï^HeeBailliuw gaf aan ons 's avoats ten half rWt wv aeen gebruik van de Militie hier in S-h-iftelvke orders aan den commandeerenden Of- ÏS korf l^enm Zv^g™gen voort alh, de huizen Sfe zv in 't oog hadden, moesten 'eraan, en e plunderen dïurde genoegzaam den geheelen W xkt \ %aarne gewenscht, dat de Jultitve Y/weto Militaire Magt van meer S hTdJe ku^n zyn, als zy beide in de daad geP l ïrrn - maar zo als wv boven zeiden, de fourUasX' gToV, dat '6 doordringen, voor al in SaSè Xaften V onmooglyk was endj^oo» «pnif te de Militaire Patrouljes, hoe fterk ook, ee^Ifyil^^ten. Hiervan souden gw  ïotf Verzameling van Stukken betrekkelyk tot om byeen gf roef en"? nT6 Ve^ering wedermaals voor orjfden^ 0nCb?den ^ ™g- aan welke wy tmm°uTce fél ^Ve tóf* ordres, om andermaal met fterke d^Sriftelyke adfiftentie te bezorgen „ l a- .detaehementen te beletten, en des JnU l alle S^eld keer te gaan' zo af ^ ^ ^ (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelvet (»» gM.) A. W. «n C.TTR».. , BYLAAGEN. A. n» m™mndeerende Officier van 't Gnarnifoea D| f,^tiem Heeren Burgemeesters en RaaZ ReSe«d¥°s verder aan iets leTsSyks fchfiT11' ZOnder zich afwogting vaa 't gene b^v dJR^i Smaaken » ^ rning van.de oirfLk^ den in 't werk gefteld. ODSenoegeH> zal wor- Acïum in den Raad der Request i geteekend door twaalf Officieren en éénen Burger, en geprefenteerd aan ons als Reprefentanten der Supplianten, tendeerende om een ieder van egaale Geweeren te voorZien, en eene algemeene Wapenoefening te intro, duceeren; welk Request toen niet gefchikt geoirdeeld wierd voor de Notulen onzer Vergadering; te meer, dewyl verfcheiden der Supplianten declareerden met te weeten, wat zy geteekend hadden; doch wierden echter eenige regulativen, overeenkomftig het gedaan verzoek gearresteerd, tot het vry willig Exerceeren onder de Schutteryen, het Verzorgen van Geweeren aan Onvermogenden, en het aanftellen van drie bekwaamePerfoonenop Stads kosten, ten ein-5.e de Burger-Compagnien in dett Wapenhandel l» oeffenen. Deezeinfehikkelykheid •Voor den fmaak van eenige Burgers, welke wy Wel hadden willen aanmoedigen, mits dezelve volgens fde aloude Conftitutie onzer Stad, Schuttersgewvze wierd geoeffend, had nogthands de bedoelde. Uitwerkinge niet, want de Schutterlyke, hoe zeef Van de eerfte byeenkomften veel ophef wierd gemaakt, hadden genoegzaam geen toeloop, maar wel ,de beide Genootfchappen. Men bekommerde zich tïiet recht toen, dat de verwyderidg hoe langer hoe  xi6 Verzameling van Stukken betrekkelyk ttr, grooter zoude worden, en dit was ook de vrees van zeer veele Burger Officieren , die daarom van tyd tot tyd hunne demisfien hebben verzogt. In naam der Leden van het Avond-Genootfchap, hetwelk tot dien tyd alleen beftaaD had uit Exerceerende Leden, zonder dat onder dezelve eenige rang plaats . had, wierd ons voorgefteld, dat zy ook voorneemens waren Officieren te verkiezen, en een Vaandel te doen maaken; echter begreepen, dat het meer met de Privilegiën der Stad overeenkwam, dat de Schutteryen in orde wierden herfteld, en deGenootfchappen te niet gedaan, waar toe zy zich wilden laaten vinden, met verzoek, indien dit niet ten effecTe konde worden gebragt, dat aan hen dezelve vryheden vergund zouden worden, dan aart het ander Exercitie-Genootfchap. Dit voorftel wierd gefteld in handen van eenige Heeren om te examineeren, en Hun Ed. Achtb. te dienen van derzelver Confideratien en Advis, en om te gelyk uit te denken, hoe deGenootfchappen hy derzelver disfolutie wegens eenige gemaakte onkosten zouden kunnen worden gededommageerd; en weinige dagen daar na wierd 'er een Rapport uitgebragt, waar by men meende dat zodaanige middelen wierden voorgeflagen, waar door de inconvenienten , aan welke voorige Reglementen op de Schutterlyke Exercitiën voorgegeeven wierden te laboreeren, en alle differenten zouden worden uit den weg geruimd, mits maar de Genootfchappen wierden gedisfolveerd, en men verkoos, datzulk9 vry willig gefchiedde; doch dit Rapport wierd tegengewerkt, en de voorgeflage Poincten, om verfcheiden redenen, infaifabel geoirdeeld; en men mag onder die wel avanceeren, dat de Leden van het eerde Genootfchap verkoozen hun Corps by één te houden, 't gene tot den einde toe hun bedoeling is gebleeven. Wy beflooten dan, om met de Conclufie van het Rapport tot een favorable gelegenheid te fuperfedeeren, en aan de Leden van het Avond-Genootfchap wierd intusfchen toege- ftaan,  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, xxj ilaan, hunne Exercitiën te verrichten op dezelve wyze, als het ander Genootfchap, dat zich nu de naam gaf van de Vryheid, onder de zinfpreuk, deeze befchermen wy, en zich fcheen te willen distingueeren door hec doen vervaardigen van kopere Trommels, een fraay en naar hun zinnelykheid befchilderd Vaandel, en verder van zodaanige Militaire ornamenten, welke de Leden tot merkelyk bezwaar verftrekte. Het Avond-Genootfchap, 't gene alleen een oogmerk had zo lang in ftand te blyven, tot dat'er een middel zoude zyn om de Schutterlyke Exercitiën aan de gang te krygen, deed geene andere onkosten, als om egaale Geweeren te hebben. In eeniI ^en tyd hoorde men toen niet fpreeken van SchutI terlyke Exercitiën, en de beide Genootfchappen | gingen voort om zich te oeffenen. Inmiddels begon men gebruik te maaken van fommige NieuwsI papieren en andere periodique Schriften, om het Avond-Genootfchap als een zogenaamd Oranje-Corps | in verdenking te brengen, en om de befluiten der | Regeering in een haatelyk daglicht voor te ftellen, | even als of dezelve voor had uit Aristoeratifchebe| ginfels, de Burgerlyke Vryheid en Voorrechten te onderdrukken ; en om de Burgers aan te maanea Jiunne verloren Privilegiën te reclameeren. Dewyl nu een ieder wist, dat de gefprekken vanfomI mige der Leden van 't Genootfchap de Vryheiddaat 1 op neder kwamen, meende men dat 'er geen twyf. fel was, of aan hun moesten de infaame Libellen worden toegefchreeven, en hier door veranderde de verwydering allengskens in een volkomen haat. | Onder de Privilegiën, welke men deed voorkomen, als een der voornaamften, waar in de Burgery moest herfteld worden, was het trekken op de Wagt, zo wel in vreede als in oorlog, en de tyd, welke wy toen beleefden , fcheen gefchikt om daar op aan te dringen. Der Mennoniten Predikant AI eraham Staal, en de Prokureur Jan de Windt, I twee Menfchen, die het meest geyverd hebben o.n H 3 d?  SjiS Verzameling van Stukken betrekkelyk tof de Plans van reforme, die men elders gefmeedhadj I hier te tragten in te voeren, verleedigden zich in i het begin van 1785 , om een Adres aan ons tot ; heritel der Burger Wagten te concipieeren , dat : voor een ieder ter teekening lag, doch welke mis- . lukte. Kort daar na kwam het zelve Adres met eenige Bylaagen, in het licht, waar uit ten duidelykften bleek, met hoe weinig refpeót de Regeering kon verwagten behandeld te zullen worden van Ingeze- > tenen, die zich voordeeden meer Vaderlandsliefde! te bezitten, meer belang te hebben by den welvaart der Stad en Burgery, en by de behouding; van de dierbaare Voorrechten van Vryheid en Gods- ' dienst, dan de Regenten, die ééds- en plichtshalven daar toe verbonden zyn, en welkers geluk onmiddelyk is verknocht aan den voorfpoed der Bur=. gery. Onder de verlooren Privilegiën wierden ook ge- . reekend die der Schutteryen, 'doch men kende de- • zelve niet, en om die dan op te fpooren, wierden wy uit naam der Schuttery de Handboog verzogt, dat aan dezelve ten haaren koste mogten worden ter hand gefteld Extracten uit de Stedelyke Archi. ven, van zodaanige Privilegiën en Refolutien, als tot de voorfchreeven Schuttery betrekking hadden ; maar de gewaande Privilegiën waren niet vindelyk, en hadden ook nooit geëxfteerd. Ten zeiven ty-. de wierd'er door het Genootfchap de Vryheid eene Commisfie benoemd, om na te gaan, welke Privilegiën de Burgery had verlooren, en een ieder die van het een of ander Privilegie iets ontdekt had , wierd verzogt zulks op te geeven, ten einde alzo op eene wettige herftellmg zoude kunnen worden gewerkt, dan deeze Commisfie fchynt ook niet gelukkiger geflaagt te zyn, en het zal nader blyken , welke Privilegiën men eigentlyk zogt. Wy kunnen hier ten blyke, hoe de Regeering op de hooner.dfte wyze wierd afgefchilderd, met een woord meiden, dat op den 30 July 1785 ons wierd  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. xi0 ter hand gefield eene verklaaring van zes Getuigen, dat zeker Leeraar in dit Eiland zich had uitgelaaten: dat 'er te Goes, en ook in Holland, ver,» vloekte Schelmen op het kusfen zaten", en dat wanneer wy denzelven Notariaal hadden doen af. vraagen, welke Perfoonen hy met die vervloekte Schelmen bedoelde, die zaak, na het prefenteeren van een Request van fubmisfie, niet is gepourfuiveerd geworden. Kort te vooren hadden de Leden van het Genootfchap de Vryheid een ftap gedaan, die een ieder de oogen opende, dat zy voor hadden zich als een Corps, afgezonderd van hunne overige mede-Burgers, op te werpen. Den xóden July gaf de Heer Voorzittende Burgemeefler kennis, dat was opgewagt geworden door eene Commisfie van Officieren ep üirecteuren uit het Genootfchap, zich noemende de Vryneid, ten zinfpreuk hebbende: deeze beJchermen wy, welke hadden voorgeleezen en overgelegt een gefchrift, gefchreeven door de Heer Mr. Z. M. Rimmers , en van den volgenden inhoud: 1 „ Omme het geheugen van den Heere Burgefi meefter niet te fatigueeren, word aan zyn Ed» door Officieren en Directeuren van het Genootfchap de Vryheid, ten zinfpreuk hebbende: deeze' befchermen wy, verzogt, Hun Ed. Achtb. in het E amiable onder het oog te houden, dat de algemeene Stem der Leden van het voornoemde Ge. „ nootfehap, by het doen hunner rekening was,„ dat Hun Ed. Achtb. op het allerferieufte midde,, len zouden gelieven te beraamen tot het weder „ in trein brengen der Schutteryen, verzeld met alle zodaanige Voorrechten, als een vry Burger fa en Schutter wel eertyds hebben genooten, uit „ welke Schutteryen proflueert de bewaaring van hunne Stad, door de zogenaamde Burger Wag-, „ ten te verrichten, op dat de goede Ingezetenen, „ by tyde van rupture, (dat God verhoede) zous» den weeten waar heen zich te wenden, onder H 4 » eoa-  ïlo Verzameling fan Stukken betrekkelyk tot 3, conditie en voorwaarde nogthands, dat de thands3, fungeerende Burger Officieren, zich fort en ffcerk 3, zouden maaken in den Wapenhandel en Comman3, do van dien; wordende aan zodaanigen die hier 33 toe niet mogten genegen of bekwaam zyn, ver33 zogt door intercesfie van Hun Ed. Achtb. hunne 33 demisfie te neemen, op dat 'er bekwaamer Per- foonen zouden kunnen worden aangefteld , tot voorkoming van alle verwarring in een opkomend' sj tumult. En ingeval Hun Ed. Achtb., die alle 33 Vaderen des Vaderlands moeten zyn, na onver33 moeide vlyt en aangewende poogingeu hier toe 3, niet konden geraaken , en in het verzoek van a, ons Edel Genootfchap ten vollen fiagen, zo bie3, den gemelde Officieren, Directeuren en verdere 3, Leden, na bekomen van onvoldoend bericht van 3, het eerfte lid van hunne propofiue, zich aan, s, om by voorvallend oproer, Hun Ed. Achtb., ,, en de goede Burgery, met hun Corps te befcher3, men en bewaaren, verzoekende in ftaat te mos, gen worden gefield, om voor den Stadhuize te ,, verfchynen, en aldaar plegtig, ingevolge den 3, waaren zin en meeninge van alle de Genootfchaps t, Leden, aan Hun Ed. Achtb. hulde en trouw te. 9, zweeren; op dat geen kwaaddenkend Mensch ,, hoegenaamd, zich zoude vermeeten om te dur-. 3, ven zeggen, dat zulks alleen by bloote klanken 3, en aanbod was gebleeven". Het is opmerkelyk, dat in dit fingulier gefchrift: reeds eene vrees voor oproer word befpeurd, even: als of men voorzien kon, dat de handelingen vanfommige Menfchen zodaanig zouden wezen ingericht, dat uit dezelve niet alleen ongenoegen en tweedragt, maar oproer te wagten zoude zyn. Daar wy nooit voorneemens waren geweest een der gewapende Genootfchappen te protegeeren , ten einde ons tegen het ongenoegen der Burgerye te befchermen, en ten dien tyde geen redenen zagen, om de Burger Wagten, die nooit in daadely3;e fuuüie zyn geweest, als in tydenvan vrees voor vy«  .Ü Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. li* j vyandelyke invallen, of van inwendige beroerten , wilden wy echter wei onderzoeken, of de inclinatie van het Genootfchap met die der Burgery over een kwam, en riepen alle de onder de zës Compagnien opgefchreeven Manfchappen op, om hun hoofd voor hoofd af te vraagen ; of zy noodzaakelyk mrdeelden tot bewaaring van de Stad, dat de Burger Wagten wederom wierden opgericht. Wat de Verzoekers bedoelden met alle zodaanige Voorrechten als een vry Burger en Schutter, konden wy niet begrypen, dewyl wy niets anders wisten, l of de Burgery genoot nog in alle volkomenheid die Vryheid en Voorrechten, welke de Wetten en de Conftitutie der Regeering aan dezelve verzekeren, en welker befcherming wy ons, fteeds onder onze dierbaarfte plichten hadden gereekend. Deezen toedragt van zaaken onder het oog van de ganfche Burgery gebragt zynde, èn de voorfchreeven afvraaging in orde zynde afgeloopen, wierden wy in ons gevoelen vverftérkt; dat'er geen ïedeneo waren om de Burger Wagten in train te brengen, alzo ruim drie vierde van de gecompareerde Manfchappen zich daar tegen verklaarden; en wy gaven op den 22 Augustus 1785 aan de Burgers en Ingezetenen by Publicatie kennis, dat zy zich gerust kon houden, van tot geen Wagthouden' geroepen te zullen worden. Dat wy echter wel mogten lyden, dat men zich bleef oeffenen in den "Wapenhandel, mits zulks gefchiede op eene conftitutioneele wyze, te-weeten onder de Schutters Compagnien , waar onder men behoorde ; doch' verwagten, dat 'er geene Genootfchappen meer zouden plaats hebben, terwyl wy.fpeciaal verklaarden, met geene onverfchillige oogen te zullen aanzien, dat eenige Ingezetenen zich onder andere Vaandels vereenigden, dan onder die der Schutters Compagnien, of eenige Veldteekens gebruikten, tot onderfcheiding van andere Burgers; al hetwelk men befchouwde van gevaarlyke gevolgen te zyn voor de mst van de Stad. Deeze Publicatie gaf H $ aa»  T22! Verzameling van Stukken:het'rekkelyk tit> aan het gróotfte gedeelte der Burgery veel genoeg gen, doch zulks kon riiet verhinderen, dat eenige dagen daar na ons wierd ter hand gefteld een Request, ingericht op naam van de Leden van het Genootfchap de Vryheid, en verdere Burgers en' Ingezetenen, waar by'verzögten: „ Dat Hun'Ed. Achtb. met intrekking van der--j zelver Pubb'catie van den 22ften Augustus, als nog favorabel zouden disponeeren op 't tweëUe „ lid van 'c verzoek van gemelde Genootfchap, den „ I6den July laatstleeden aan Hun Ed. Achtbaaren „ voorgedraagen, by 't welk *t zelve Genootfchap »» zich aanbied, om by voorvallend oproer Hun ■» Ed. Achtb. en de goede Burgery met hun Corps »» te befcherm.en, en verzogc in ftaat te worden ,, gefteld, oW voor het Stadhuis te verfchynen, m en aldaar plegtig, ingevolge den waardn zin en s, meening van alle de Genoódfchaps Leden, aan j. Hun Ed. Achtb. huideen trouw tezweeren "; terwyl *t bovengemelde Request werd beftooten met? een'Declaratoir, „ dat, indien Hun Ed.'Achtb.,■ „ tegen alle verwagting, konden goedvinden, aan,, de Vertooners (gelyk zy oirdeelen,) allerbillyk„ fte verzoeken niet te voldoen, alsdan eenige met> „ naamen genoemde Perfoonen, zich verplicht zou>. „ den vinden , hunne demisfien als Schutters te „ moeten verzoeken; als begrypende, dat die pos>t teD niet langer waargenomen kunnen worden door „ Perfoonen, die by de meerderheid van Hun Ed. „ Achtb. Worden mistrouwt; en de andere' verzoe„ ken, dat in zodaanig geval, op hun nooit eenig reguard om tot Schutters te worden verkooren, „ mag worden geflagen". Wy willen gaarne aan het oirdeel van U Ed. Mogenden overlaaten, of de handelwyze der Regeeringe niet gefchikt was , om de rust onder de Burgery, en de wederkeerige genegenheid van Regen-' ten en Ingezetenen te bewaaren, en of wy geen rede hadden ons te verwonderen, dat 'er echter Burgers gevonden wierden, die zich in de fchikkingen der  ie Geöeurtenisfen in 1787 enz. vóorgevalleit. 123 der Regeeringe niet vergenoegende , nog verder bleeven aanhouden, om als een byzonder Corps-ia een particulieren ééd genomen te worden. Wy hadden verwagt, dat de Vertooners begreepen zouden hebben, dat na de Publicatie van den 22ften Augustus, geen byzonder antwoord-op hun verzoek om den ééd af te leggen nodig was, niet te min, vermits dezelve nu daar op infteerden, verklaarden wy geene redenen gevonden te heb* ben, om deevengemelde Publicatie in te trekken, en bedankten mitsdien de Vertooners voorderzel. ver gedaane aanbiedinge, als kunnende daar van geen gebruik maaken, onder anderen, .om de vol» gende redenen. 1. Dat Hun Ed. Achtb. confidereeren als ge- heel overbodig, dat Burgers die uit hoofde van „ hunne geboorte, of perfoneel afgelegden ééd» ,, tot trouw aan de Stad en hunne wettige Over,, heid verbonden zyn, een nieuwen ééd zoude af- genomen worden, het welk veeleer zoudefchy1, nen een mistrouwen op hunne Perfoonen, dan }, wel een vertrouwen aan te duiden. . ,, 2. Dat ook de Conftitutie deeZer Stad altoost ,, heeft mede gebragt, dat de géheele Burgery is. ,, verdeeld in zes Compagnien, waar van de no„ table (uit welke ook de Burger Officieren ver„ koren worden,) zyn Leden van één der drie „ Schutteryen, zo dat *er geen feparaat Genoot „ fchap in een afzonderïyke ééd kan beftaan, zo „ lang de oude Conftitutie, waar by de Stad zich u eeuwen lang, wel bevonden heeft, niet wordt „ omgekeerd. „ 3. Dat de aanbieding, om in cas van oproer de Regeering en de Stad te befchermen, HunEd. Achtb. ook zeer overbodig was voorgekomen 9 „ vermits 'er tot heden toe, door Gods goedheid 9 „ geen5 vreeze voor oproer was, en 'ergeen vree„ ze kan zyn, zo lang ieder Burger en Ingezeten , zich gedraagt in eene betaamelyke ondergefchiktSs heid aan de beveelen van zyn wettige Overheid, » est  ï 24 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ en tragt mede te werken, tot nut en rust zvnep „ mede-Burgers. En dat eindelyk A0 'er tegen verwagcing> eenige woelzieke •i Menfchen hunnen plicht zo verre vergaten, dat " 'er,vreeze voor °Proer gebooren wierd, HunEd. „ Achtb. zo veel ftaat maaken op de getrouwheid ., en moed van 't overige gedeelte der braaveBur„ gery, dat 't niet moeilyk zoude zyn, zodaanig „ oproer te fmooren , en de Muitelingen hunne >i verdiende ftraf te doen ondergaan Hoe onberaaden en onbedagt nu 't gedeclareerde der Supplianten is geweest, blykt, datnietéénder Schutters uit de ünderteekenaars heeft bedankt, en verfcheiden van de anderen, welkeeligibel waren, zich naderhand tot Schutters hebben laaten aanltellen. Wy vonden wederom goed dit antwoord onder net oog der Gemeente te brengen, met een ernltige waarfchouwinge, dat een ieder zich onthouden zoude van alles, wat door woorden of daaden, aanleiding zoude kunnen geeven tot ftooring der publyke rust; terwyl wy nog by herhaaling verzekering gaven , wel verre te zyn van de lust tot den Wapenhandel te willen ftremmen, integendeel alle gelegenheid te zullen geeven aan ieder, zulks verkiezende, om zich te oeffenen op eene wvze, met de Conftitutie der Stad overeenkomende, en uit den weg te ruimen alle het gene daar toe hinderlyk zoude zyn. Na de Publicatie van den saften Augustus, hebben de Leden van het Avond-Genoodfchap, als eehoorzaame Burgers, het zelve gedisfolveerd, en die van het Genootfchap de Vryheid wel hunne Manoeuvres provifioneel geftaakt, doch het Genootschap zelvs op voorige contributie gecontinueerd, en van tyd tot tyd met niet weinig eclat Comoaritien gehouden. ^ Misfchien zouden onze Refolutien meer bevorderlyk zyn geweest, om de oneenigheden en woeiingen te fluiten, indien alleen eenige Burgers niet hadde»  'in Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, taf¬ hadden berust in onze fchikkingen, maar de Leden der Regeeringe toonden opentlyk gezind te zyn. tegen dezelve zich te willen verzetten. De Heeren P. Ossewaarde Pz., en de Crane, beide Officieren van het Genootfchap de Vryheid, protesteerden tegen de genomene Refolutien; en het gebeurde zelvs, dat dezelve by het doen van eene der Publicatien, onze Vergaderinge met veel drift verlieten, en met eenige Leden van het Genootfchap zich begaven naar eene naby zynde Her- Deeze conduite ergerde het beste gedeelte der Burgery, doch hoe aangenaam dezelve was aan de Leden van het Genootfchap, blykt onder anderen ook, dat by gelegenheid der vacature van het Proïintiaal Commis Ambt ter Generaliteit, eene Commisfie uit het zelve Genootfchap benoemt wierd» om den Heer Pieter Ossewaarde van de follicitatie tot dat Ambt te dehorteeren, op dat de welden' kende Burgery hier door niet gepriveerd wierd van een cordaat Regent, die hun nu zo zeer als ooit van nut kon wezen. Ook was 'er eenige dagen te vooren eene vriendelyke opwagtinge gemaakt, door eene Commisfie uit het Genootfchap aan den Heer BoreeldeMadregnault, om zyn Ed. te bedanken voor den betoonden yver voor het Genootfchap, by gelegenheid van het arresteeren der Publicatie van den 11 Augustus 1785» fchoon die Heer toen alleen heeft verzogt, dat in de Notulen mogte worden aangeteekend, dat hy om redenen met die Publicatie zich nietkonde conformeeren. Om te toonen, dat het onze waare meening was, om alle beletzelen, die de Schutterlyke Exercitiën hinderlyk konden zyn, weg te neemen, vonden wy goed, na ingenomen Advis van den Krygsraad, een nader Reglement op dezelve Exercitiën te arresteeren , om zo veel mooglyk die te begunftigen , en ook tot commandeerende Officieren aan te Hellen»  1*5 Verzameling Van Stukken betrekkelyk tol Jen Perfoonen, die in het oog van die van het Ge* nootfehap de bekwaamfte waren. 6 Omtrent deezen tyd kwam'er een periodicq ges fchnft in het licht, waar by de Natie, ter bevor. dering der goede zaak, wierdt aangepreezen, om Lees_ Sociëteiten op te richten ter verlichting °2 he Volk ; en kort daar na wierdt ons ter hand Gefield een Request van den Mennoniten Leeraard braham Staal, zich noemende Direftcur én «5 cretam- van de Burger-lees-Societeit binnen deeze' Stad, lot nut en vermaak, ve.zoekende tot: derzei! Ver Confumtie, Wyn en Bier or> rP Ano„,. uerzei" wy declareerden t dat, daar loZns ïcÏÏ W3ar,°P «pdeGemcene Middelen, oS^^S^SSR maer betaaling van Tappers Impost, vermog f^ynefl Bier m te Jlaan, zulks ook aan de voorfchreeven 7w ger-lees-Sociëteit vry ftond. vooijcnreeven Bur* Deeze Sociëteit beftond meest uit Leden van het Genootfchap de Vryheid, en al wat men had weeten faamen te brengen, zonder onderfcheid van. Staat, van Gezindheid, van Ingezetenen of Vreemden; en aan de Hoofden van dezelve wierden toe! gekend dezelve desfeinen, als die van het Genoot fchzp de Vryheid, om het herftellingswerk voort te zetten; voor al wanneer by N°. il der Bv?JL« tot den Post van den Nede?-Rfajrnde GoelS ten fterkflen wierden aangemaand, om zichte ver eemgen met de Lees Sociëteit of ?! tVT der het Genootfchap A ffif danZo^f™°^ zonder^gefchr^t/wordeS zugte Famille-Ariftocraaten, of blikken van « wapende Soldaaten , alle zwaarigh deite bovïn" komen, om zich van de heerschzègt te bevrvden en ten minften dit voorrecht hebbed, om Gecommitteerden of Geconftitueerden uit de Burgerde benoemen, ten einde deel te hebben in de aanftel! ïmg der Regeerende Repraefentanten. Ln dat dit laatfte waarlyk het doel is geweest van fommigeh, ismeer dan w.aarfchynelyk: althands dï Le»  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. vewgevallen, tif teden van de Burger-lees-Societeit toonden onge.. meen veel vreugde, over degelukkige flaaging van 4e Burgery te Ucrecht, in bet beéédigen van het nieuw Regeerings Reglement, en dit fchroomden zy niet den 27 Maart 1786 door een opentlyke ostentatie aan een ieder te laaten zien, waar op dien dag hun vertrek, dat het uitzicht op ftraat.had, geheel geillumineerd was, en pronkte met een vertooning en devies, op het gebeurde toepasfelyk: ondertusfchen was dit een zeer onvoorzichtige ftap, dewyl zy wel bewust waren, dat de meeste Ingezetenen anders over de publyke zaaken dagten; en .gaf ook zo veel ongenoegen, dat men toen reeds bedugt was, dat 'er ongeregeldheden zouden hebben plaats gehad, en tot voorkoming van dezelve, vonden wy goed ftrittelyk te verbieden het aanft.eeken van Illuminatien of Vuurwerken, tenzyopgewoone tyden en plaatzen. Tot bevordering om Gecommitteerden of Ge.conftitueerden uit de Burgery te benoemen, fchync men een plan gehad te hebben, om, gelyk als op andere Plaatfen, de. Schutteryen en Gilden daar toe werkzaam te maaken; doch zulks kon niet worden geëffectueerd, ten zy 'er verandering kwam in :de form der aanftellinge van Schutters, en Dekenen der Gildens. Sedert onheuglyke tyden is het gebruiklyk geweest, dat deSchucters verkooren wierden uit Nominatien, door Hoofdman en Dekenen geformeerd; doch in de Schutterye de Edele Voetbooge wierd een propofitie gedaan, om de Nominatien voortaan door de geheele Confrérie te formeeren, maar eene groote meerderheid declineerde die propofitie, en refolveerde, om, ingevolge het Reglement op die Schutterye, by het oude gebruik te blyvem Beter gelukte foortgelyke voorflag, ee: nigen tyd daar na, in de Schutterye.de EdeleBusfe, alwaar men zich van de gelegenheid wist te bedienen, om met eene meerderheid te refolveeren, dat de Nominatien voor nieuwe Schutters zouden, worden geformeerd door de gezamentlyke Schut-  '32S Verzameling van Stukken betrekkelyk tof ters, fpeciaal daar toe geconvoceerd; maar veelca abfente Schutters, eene dergelyke propofitie nietrt Verwagc hebbende, meenden, dat die veranderin«< ge niet was overeenkomftig het Privilegie, en dei Ordonnantie der Schutteryen", en gedachtig zynde: aan hunnen gedaanen ééd, onder anderen dictee-■ rende, om dé Ordonnantie, die op de Schutterye; gemaakt is, of namaals NB. by Burgemeesters en Raa- ■ -den gemaakt zal worden, te houden en te helpen i houden; adresfeerden zich by Requeste aan onsi met eenige Schutters, die overftemd waren, ver-.i zoekende, dat de zaaken op den voorigen voet mog-1 ten worden gelaaten, of dat wy zodaanige veranderinge in het formeeren der Nominatien ter fupple- I tie van Schuttersplaatfer , geliefden te maaken, als. nodig zoude geoirdeeld worden; waar op wygoed- i vonden de Schutters der Edele Bu^fe aan te fchryven, om, met opzicht tot het formeeren der No•minatien, te blyven by de gewoonte, die federtr' I ■lange jaaren had plaats gehad. Misfchien was het zo evengemelde gedeelte van de Schutters ééd, oirzaak, dat eenigen tyd te vooren Willem Goekee, een der verkooren Schutters in de Schutterye de Voetbooge, en een Lid van het Genootfchap de 1 Vryheid, zwaarigheid maakte den zeiven ééd af te leggen, maar deeze zonderlinge propofitie deed, om te prtesteeren een ééd, door hem of zyne Raadslieden geconcipieerd. De Gild en$, welke hier geenerhande Privilegiën I hebben om zich met het beftier der Stad te bemoei- ■ jen, worden geregeerd door Over-Dekenen uit de ; Eegeering, en Dekenen uit de Burgery, die jaar- . lyks worden veranderd of gecontinueerd, en der- • zeiver inkcmften beftaan uit eene geringe contribu- > - tie der Gilde-Broeders, die fomtyds nauwlyks toe- • reikend zyn om eene vriendelyke byeenkomst te ! hebben, of aan de Dekenen een klein douceur voor hunre moeite toe te voegen, gelyk by het Kleermaakers Gilde in gébruik is; en geen één Gilde heeft daaromtrent veranderiDge begeerd, uitgenomen  éi 'Gebeurtenis/en in 17R7 enz. voorgevallen. 123 teen die van het Kleermaakers Gilde, die van tyd tot tyd met Requesten zich by ons vervoegden , inzonderheid tendeerende, om hunne Dekenen zelvs te nomineeren, en tot andere ongewoone zaaken, die wy niet konden accordeeren. Deeze Requesten waren opgevuld met zeer teeïive uicdrukkingen, even als of wy de billykde verzoeken onzer Burgery met fmaad verwierpen. Zodaanige oneerbiedige handelwyze is ons altyd voorgekomen, minder te moeten worden toegefchreeven aan de Vertooners, als aan de Aanftookers van dat werk, die de Regeering een kwaad hart toedroegen, en dit is ons ten klaarden gebleeken uit de papieren, welke by gelegenheid der beroerten binnen deeze Stad den Heer Bailluw in handen zyn gevallen, onder welke eene quitantie gevonden word, dat de Prokureur J. de Windt, wegens hetcpilellendeezer Requesten, door A. Staal is betaald geworden. Of fchoon alle deeze poogingen tot het invoeren van nieuwigheden vrugtloos waren, wilde men eqhter een vertooning maaken, dat de Burgery zich voortaan zoude bemoeijen met de aandelling van Regenten, waar van de eerde dap zich openbaarde by 't overlyden van de Heer Mn W» van der Bilt van Cloetinge, wanneer deszelvs Zoon de Heer B. Verselewel van der Bilt wierd opgewagt door Abraham Staal, J. Fuzner en E. Swart, als Gecommitteerden van eenige Burgers, ten einde denzelven Heer vriendelyk te perfuadee'ren tot het aanvaarden der vaceerende Raadsplaatsi Die Heer, gelyk men wel wist, ook by ons als dé gefchikde tot dat Ambt geoirdeeld wordende, is Vervolgens met eenpaarigheid op de Nominatie geIbragt, en door zyn Doorluchtige Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder, verkoren geworden, enwy hebben het genoegen in zyn Ed. aan te treffen een :Cordaat eh Vaderlandslievend Regent ■, die de waare Republikeinfche Regeeringsform aankleeft, ter, wyl wy hoopen, dat die Heer ook niet te leur zal hebben gedeld de verwagting Van die Burgers , XI. Deel. j uiÉ  130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot uit welkers naam de Commisfie is afgelegd geworden. Sedert onze Publicatie van den 22 Augustus 1785» hebben 'erin eenige maanden geene gewapende lamenkomften plaats gehad, als de Schutterlyke; doch, na het houden van eene Comparitie, by die van het Genootfchap in January 1786, was het bekend, dat zy voorneemens waren, omhunneÊxercitien in het voorjaar te hervatten, maar men wist niet onder welke Jurisdictie, dewyl men al eenigen tyd gezogt had naar een Exercitie plaats buiten de Stads Jurisdictie, en die onder de Heerlykheid van Wisfekerke wel te vinden was; maar de verre afftand gaf bekommering, dat veele der Leden,die fiegts na een voorwendzel zogten, deeze gelegenheid zouden te baat genomen hebben, om het Genootfchap te quiteeren. Doch deeze verlegenheid wierd weggenomen, alzo de Heer de Crane, die tot ons leedwezen de onderneeming van het Genootfchap begunftigde, eene Weide, by hem onder de Stads Jurisdictie in pacht, ten gebruike gaf, en toen wierd 'er eene generaale Convocatie op"den 28 April 1786 gehouden, waar in men unaniem goedvond, gewapend op de voorfchreeven Weide te verfchynen, om zich in den Wapenhandel te oeffenen, en, op dat niemant excufen zoude voorbrengen, op een boete van één Gulden voor ieder die achter bleef; en voorts een Commisfie geHrekt op den Leeraar der Doopsgezinde Gemeente Abraham Staal, Esaias Swart en Adriaan Boddingius, om den Heer Burgemeefter Canisius van deeze Refolutie kennis te geeven, 't gene ook's anderendaags mondeling op ftraat gefchiedde, met overhanding eener Misfive, door voorfchreeven Perfoonen geteekend, onder anderen te kennen geevende: „ dat de Supplianten welweeten, dat 'er een Publicatie is geaffigeerd, waar by Hun Ed. ,, Achtb. zich uitdrukken: dat zy met geen onver,, fchillige oogen zullen aanzien csPc, doch dat deSup. j, plianten deeze Magiftraale bekendmaakinge niet >3 kun-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 131 fa kunnen aanzien als een verbod"; — en eenweiïiig verder: ,, dat zy om ook nog haare verfchuli, digde eerbied voor haare Regeering te toonen, en om aan het weldenkend Publyk te doen zien, y, dat zy als braave Burgers voor de vuist handel3, den, gaarne van dit hun voorneemen aan den ■3, Heer Burgemeester in fcriptis willen kennis gee33 ven". De Heer Canisius gaf daar op te kennen: dat hy zulks het Genootfchap niet zoude 33 raaden, want dat de Regeering het beletten zou* .„ de "; waar op Abraham Staal antwoordde: i, wy zullen het evenwel doen, enU laaten aan•3, zien". Het gebeurde ook nog dien zelvden dag, dat de Leden van het Genootfchap, op de voorfchreeven plaats, onder het roeren van den Trom j eenige Militaire Exercitiën verrichten; het welke wy met veel verontwaardiging vernamen, dewyl wy de uitdrukkingen in de Publicatie van den 22 Augustus Ï785 geoirdeeld hadden, duidelyk genoeg te zyn, om een ieder te doen begrypen, dat alle gewapende faamenkomften, uitgezonderd die der Schutters Compagnien, voor ongeoirloofd wierden gehouden; en het was met leedwezen, dat wy genoodzaakt wierden fterker bewoordingen te zullen moeten gebruiken voor eene Burgerye, welke altoos gewoon zynde op een Vaderlyke en zagte wyze aangefprooken te worden, ook altoos heeft medegewerkt met de oogmerken van haare Regeeringe* tiit de overtuiginge, dat dezelve niet anders bedoelde , dan de rust en welvaart van de Stad in het gemeen, en van ieder Ingezeten in het byzonder. Daar wy echter nu ondervonden, dat'er Menfchen in de Stad waren, die voor deeze wyze van handelen niet fcheenen vacbaar te zyn, en een vrien'delyke waarfchouwing van de Regeering durfden tooemen eene Magiftraale bekendmaaking j welke zy üiet aanzagen tils een verbod: waren wy Voöfneemens jftellig te verklaaren^ dat wy volftrekt verboden de I 2 ge-  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tos gewapende famenkomften van Ingezetenen binnen | deezer Stad en Jurisdictie, het zy met of zonder j •Vaandels, Trom of andere Veldteekens, behalven 1] alleenlyk de byeenkomften der Schutters-Compag- -I nien; met ernftige verzekering, dat by aldien, in 1 weerwil van dit verbod, zodaanig ongeoirloofd ver- ■ klaarde famenkomften plaats hadden, wy door del meest kragtige maatregelen daadelyk daar tegen zouden voorzien, en de Directeurs, Aanvoerders, en Leden van dezelve houden voor Ingezetenen,, die aan hunne wettige Overheid ongehoorzaam wa-. ren, en toeleiden op de verftooring der publieke rust, tegen welke, zonder aanzien van Perfoonen , , naar ftrengheid van Rechten, zoude worden ge-, procedeerd. Deeze Refolutie op het punt ftaande om gecon- 1 cludeerd te worden, declareerde de Heer Pieter Ossewaarde Pz. , dat, indien zulks niet gefchiedde, en wy wilden eenige Artikelen der Ordonnantie op de Schutterlyke Exercitiën, die niet voldoende was, altereeren en amplieeren, dat hy konde verzekeren, dat 'er geen gewapende famenkomften der Leden van het Genootfchap zouden gehouden worden, met aanbod om een verbeterd Regiement op de Exercitiën der Schutters-Compagnien, ter deliberatie van Hun Ed. Achtb., overteleggen. Dewyl wy volgens deeze voorftelling het effect van het te doene verbod, in alle volkomenheid, hadden, en ons altyd bereid hadden getoond het Reglement op de Exercitiën te verbeteren, maakten wy geen zwaarigheid in den voorflag van den Heer P. Ossewaarde Pz., te confenteeren; in hoope, dat eens eindelyk de Leden van het Genootfchap, van hunne verkeerde handelwyze terug zouden komen. Deeze toegeevenheid ondertusfchen wierdt wederom op een haatelyke wyze in de Couranten verhaald, en ook van de zyde van het Genootfchap deed men het naderhand voorkomen, even als of zy hunne exercitiën alleen geftaakt hadden, om de Heer P. Ossewaarde niet voor het hoofd te Jlooten. Die  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 Die Heer, ingevolge de affpraak, eenige dagen daar na een nader Reglement op de Exercitiën hebbende overgelegd , is het zeLve, onder eenige veranderingen, den i7Juny 1786 gearrefteerd geworden. Is hec nu, Ed. Mogende Heeren! uit deeze en voorige manier van handelen, niet ten duidelykften bewezen, dat het ons waarlyk ernst is geweest, om de liefhebbery tot den Wapenhaneel verre van te ftremmen, in tegendeel gelegenheid te geeven om zich te oeffenen, ja zelvs aan te moedigen, mits voor de Vrywilligen onder de Schutters Compagnien? Waar toe anders alle die kosten wegens het verzorgen van Geweeren aan Onvermogenden, het geeven van Tractementen aan Drilmeesters en Tamboers, het vervaardigen van nieuwe Vaandels &c., tot merkelyk bezwaar van Stads Finantien? Het was by deeze gelegenheid wel in aanmerking gekomen, om het Genootfchap by een fpecïaale Refolutie te disfolveeren , doch de Heer P. Ossewaarde Pz. , verzogt, in eene Conferentie met de Heeren Burgemeesters , daar toe niet te willen komen , want dat men verzekerd kon wezen , dat de intentie der Leden van het Genootfchap was het zelve te disfolveeren; maar naderhand hebben wy ontdekt, dat het Genootfchap , voorzichtigheidshalve, uit aanmerking van den toejland, zo wel van deeze Provincie, als byzonder van deezs Stad, zich alleen als rustend befchouwde , en das by Officieren en Directeuren van het Genootfchap op den 6 October 1786 zelvs is gerefolveerd, ,, Ad,, viste vraagen, en in Correspondentie dus te tre„ den met die alom bekende groote Vergadering ,, van Vaderlandfche Regenten, welke de Acte van |i Confcederatie geteekend hebben, en te Utrecht „ vergaderen zouden". En dat de Heer P. Ossewaarde Pz,, „minzaam is verzogt, op zich te „ neemen, om een detail by Misfive te geeven van, „ al het gebeurde betrekkelyk het Genootfchap, „ terwyl de Directeur Abraham Sta ai, , zyn Wei .» Ed. Geb. zoude munieeren met dat gene, 'twelk 1 3 * v toJ  134 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot », tot het geeven van een detail nodig was, geasfj-.| „ fteerd door den Officier Ns. van Steveninck "»j en dat, na het inkomen van het verzogte Advis der ] Vaderlandfche Regenten, conform het zelve, op, den 10 November 1785, by alle de Leden is goedgevonden, de Exercitiën leevendig te houden 9, onder het Corps, 't welk toen onlangs als quafii „ Schutterlyk had afgevuurd". Wy hadden ons geflatteerd, dat met het arres-. teeren van het verbeterd Reglement op de Schut», terlyke Exercitiën, eenmaal alles op een vasten 1 voet gereguleerd zoude zyn; maar flegts eenige: weeken daar na, wierd al wederom ons geduld op, 1 de proef gefteld , wegens ongenoegens over de: Exercitiën, wanneer de Procureur Jan de Windt, , als Luitenant, met eenige andere Burger Officieren 1 den Heer Voorzittenden Burgemeester kennis gaf,, dat de exerceerende Leden zich geftoord hadden», aan de Oranje-kwasten van het Vaandel, waar me-, de het zelve zedert onheugelyke tyden voorzien was, en welke daar op door de Officieren waren 1 afgedaan, gelyk ook dezelve eenige daar na weigerig waren met de gewoone Oranje echarpes af te: vuuren, befchouwende de oranje kleur als haate- ■ lyk, zo als gemelde de Windt by die gelegenheid I zich uitliet, zo lang Prins Willem de vyfdë zich , Biet zuiverde van den blaam, waar mede hy in de 1 publieke Nieuwspapieren befchuldigd wierdt: in een anderen tyd zouden zy misfchien deswegens de indignatie van ons hebben ondervonden, doch, dewyl het de laatfte Exercitie van het jaar was, per. mitteerden wy de Officieren voor die reis zonder Echarpes af te vuuren, offchoon wy opentlyk toonden in deeze handelwyze geen genoegen te neemen , en niemand onzer op het verzoek van Officieren by de afvuuring asfifteerde; uitgezonderd de Heeren P. Ossewaarde Pz., de Crane en Boheel de Maüregnadlt, die daar in een welgevallen fcheenen te hebben. Onder de oirzaaken der beroeriDge binnen deeze Stad^  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 135- Stad, kunnen wy ook niet verzwygen, deergerlyke taal van Jan Cudeui , by gelegenheid, dat zyne Doorluchtige Hoogheid en Vorftelyke Familie alhier zich bevonden, en eene-gepaste vrolykheid plaats hadde, welke zich onder anderen uitliet: dat ■ 'er vier Staate Bodens gekomen waren om den Prins op te ontbieden, en dat hy Cudeui zou zeggen, geen Soldaat, geen geld, en dat hy de Vent na de Donder zsu fchoppen; 'c welk bekend is, dat zo veel fenfatie op de gemoederen der Omftanders maakte, dat wy, om combustie voor te komen, denzelven ordonneerden in gyzeling zich te begeeven. Deeze voorzichtige handelwyze, die het gemor fmoorde, wierdt daar na door een onzer mede-Regenten als onrechtvaardig befchouwd, en onder de Leden der Burger Lees-Societeit als Arijtocratisch Spaanchgezind genoemd; en wy kunnen niet verzwygen, welke wegen men al heeft ingefiaagen, om ons over dit voorval, zo het mooglyk was geweest, (gelyk men zich by zekere Misfive uitdrukte) op de kneukels te kloppen, dat ons, wyze en fehr andere Heeren de lust zoude vergaan, om foortgelyke gekheid meer aan te vangen. Onder anderen had ^bUham Staal over dit geval zich geadresfeerd aaff fc;n Heer de Gyzelaar, Penfionaris der Stad Dordrecht, welke Heer daar op antwoordde: „ dat hy niet genoeg au fait was van de Conftitutie, en daarom raadde t'e confuleeren met een bekwaam en cordaat Pra&izyn „ in Zeeland, niet twyffelende of dezelve zoude, „ 't zy de accufatie bewezen zy of niet, een goe„ de en gefundeerde defenfie voor den gegyzelden ,, Perfoon kunnen doen, en van harten wenfehen„ de, dat de zaak der vryheid in deeze Stad meer , progresfen zal mogen maaken, dan tot heden toe „ had plaats gehad, waar toe voorzichtige en wel , „ overdachte maatregelen op den duur veetzouden „ moeten contribueeren, ftaande 'c in Zeeland 'er ,, niet toe gefchaapen , om de Ingezetenen haa? „ recht met wat meer nadruk te doen reclameeren: zullende misfehien de tyd daar toe gunftifer wora 1 4 u &sa*  136 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den, wanneer Gelderland eens op vrye voeten „ zal ftaan, waar toe de eerfte poogingen niet ver „ af zyn, en omtrent welke die Heer veel fidu,, cie hadt, indien men de gegeeven raad wilde „ volgen ". Het is ons onmooglyk op te tellen alle de tergiverfatien en kleinigheden , die wy zedert eenige jaaren hebben moeten ondervinden, en welke mid. delen men gebruikt heeft, om de Regeering en haare befluiten, op de onwaardigfte en eerroovendfte wyze, af te fchilderen, zo in Couranten en andere Gefchriften , als in gefprekken in particuliere en publieke Gezelfchappen, ook onder anderen in Schutterlyke Byeenkomften , en in Spotprenten, met de ysfelykfte vervloekingen over onze Perfoonen en Famüien: al het welk men onder de aanleidende oirzaaken tot de beroerten brengen kan. En wanneer men nagaat, het gene zedert eenige jaaren is voorgevallen, moet men zich dan wel verwonderen , dat het ongenoegen gevallen is op de Leden van het Genootfchap de Vryheid, die misl'chien alle tevens Leden der Burger-Lees-Societeitwaren, en getoond hadden" weinig eerbied en ontzag voor hunne Overheid tdirhebben. Wy hebben dit**met andere aanzienlyke Collegien en Ambtenaars, met die onbezorgdheid verdraagen, welke de overtuiging van naar ééd en plicht gehandeld te hebben, ons inboezemde; maar dit alles had een geheele andere uitwerking op het grootfte deel der Burgery, dat een oprecht attachement aan het Stadhouderlyk-Huis, en aan haare wettige Regeering heeft, en welker geduld geëindigd fcheen, wanneer, in het laatst van het voorgaande jaar, wierden verfpreid zekere Goefche Samenfpraaken, tot voorlichting van den Gemeenen Man, in welke niet alleen Regenten, maar ook aanzienlyke Burgers, en alle die genen, die maar in politieke begrippen met de Burger-Lees-Societek disfentieeren, zich fchandelyk aan befchimping geëxpoaeerd zagen, en waar by, in die pmftandighe- aena  èe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 137 Jen, kwam, het plaatzen van een zogenaamd Vryheids-vlaggetje op de Mast van het Schip van Joost van St. Anneland , ter onderfcheiding van andere Schepen, 't welk de woede deed uir.barft.en , en ons brengt tot het tweede poinct, dat van ons word gerequireerd, te weeten, om op te geeven de omstandigheden , die geduurende de gepleegde ongeregeldheden hebben geëxteerd. Op den qoften December des voorigen jaars , kwamen eenige Schippers Knegts den Heer Burgemeester van Dorth , toen ook waarneemende de vaceerende Bailjuwsplaats deezer Stad, het ongenoegen over hec voorfchreeven Vlaggetje te kennen geeven, verzoekende, dat Joost van St. Anneland gelast mogte worden het zelve af te nee.' men, en die vervolgens daar over door den Heer van Dorth aangefprooken zynde, deed hy zulks nog dien avond; doch den eerften January deezess jaars , in het Burger-Lees-Gezelfchap komende • wierd hem dat als een laagheid verweeten, en aangehitst om het Vlaggetje, wederom op de Mast te zetten; in dit Gezelfchap waren toen niet prajfent de Heeren Ossewaarde , de Crane , of Boreee, de Maregnault, die de conduite van Joost vanStAnneland ook gelaakt hebben. Dien zeiven morgen kwam hy den Heer van Dorth kennis geeven van zyn voorneemen, om het Vlaggetje wederom op de Mastte zetten, 't gene hem door dien Heer ernftig wierd afgeraaden, en gewaarfchouwd voor de gevolgen , die daar uit te verwagten waren; en indien wy zo veel tergifatie over de gyzeling van Jan Cddeui , Oom van Joost van St. Anneland, niet hadden moeten ondervinden , zoude zyn Perfoon misfchian in verzekering zyn genoomen, ten einde hem te beletten de Stad in beroeringe te brengen. Het Vlaggetje nu wederom op de Mast geplaatst zynde, waren de Schippers Gezellen zo gebelgd, dat zy, tegen de waarfchouwinge van den Heer Burgemeester, en zyn verzoek orn 'er zich niet I 5 aaa  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aan te ftooren, het Vlaggetje daadelyk afnamen. Korten tyd daarna, gingen twee Schippers Gezeilen den Koffyhuishouder op de Kaay, wegens het nieuw begonnen jaar geluk wenfchen , welke' hun verzogt binnen te treden, en aldaar veele Le« den der Lees-Societeit by eikanderen zynde, wierden hun verfcheide mishandelingen door dezelven aangedaan. Dit bekend geworden zynde, attroupeerde 'er een menigte Volks voor het zelve huis, drong 'er in, en wilde het Gezelfchap van de Bovenkamer haaien, hoe dit gefluit wierd, zullen wy itraks melden. Dien dag wierden in den namiddag aan eenige hui • zen van Perfoonen, verdagt van het Stadhouderlyk Huis, en de Regeering van de Stad, een kwaad hart toe te draagen, weinige glazen ingeflaagen, en by anderen drank geëischt. Deeze ongeregeldheden duurden tot den 4den January, wanneer eenige Burgers, zeggende Leden te zyn van de Vaderlandfche Sociëteit, en het Genootfchap binnen deeze Stad, en daar van gecommitteerd te zyn, verzogten gelegenheid te hebben in onze Vergaderinge te verfchynen, en hun daar toe gelegenheid gegeeven zynde, deeden dezelven een voorftel, dat zy in hec zekere geinformeerd waren, dat de tegenwoordige onlusten, en de daar uit voortfpruitende ongeregeldheden, geattribueerd wierden aan het fubfifleeren van de voorfchreeven Sociëteit en het Genootfchap ; dat zy, om een blyk te geeven, op welk een prys zy fielden de herftelling van de rust, en om daar toe van hunne zyde alles toe brengen , gerefolveerd waren hunne Gezelfchappen te disfolveeren; met verzoek, dat wy de Burgery deswegens geliefden kennis te geeven, en voorts eenige poin<3en arrefteeren tot her» Hel der rust. Dit voorftel was ons zeer aangenaam, dewyl wy ons flatteerden, dat eens eindelyk de partyfchappen zouden ophouden, en de eensgezindheid heriteld worden, ten welken einde wy, ingevolge het ver-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 130 verlangen der gecompareerde Burgers, een Publicatie arrefteerden, om een ieder aan te maanen daar toe 't zyne toe te brengen, en onder anderen ver' boden het dragen van teekenen van onderfcheiding, hoe genaamd, waar aan daadelyk door beide partyen wierd voldaan , door het afleggen der Oranje linten en zwarte Cocardes. Maar korten tyd daar na verdween de hoope van de rust beftendig te zullen zien. Het eerfte ongenoegen was, dat fommige der genen, die zwarte Cocardes gedraagen hadden, zich nü onderfchei* den met zwarte zyde Roozen op den hoed, en dat de Eigenaar van het Koffyhuis, alwaar de Lees-Societeit gehouden was, gelagen bleef zetten, ook voor de Leden van het gedisfolveerde Gezelfchap, waar toe hy onbevoegd was, en deswegens dooiden Heer Bailjuw op den 27ften January deezes jaars is gecalangeerd geworden. Daar na kwam te voor* fchyn de zogenaamde Patriottifche ééd, waar aan de Gemeente geloof floeg, en die wederom verbittering maakte, en voornaamentlyk wierden de beweegfngen gaande gemaakt, door de Hollandfche Hiftorifche Courant van den lasterzuchtigen W. Fynje van den 2?ften January , waar in een verdicht verhaal gevonden wordt van het gebeurde binnen deeze Stad in het begin des jaars, zeer hoonend voor de Regeering1 en Juftitie, en voornaamentlyk voor den Heer Burgemeester van Dorth, even als of hy de Schippers Knegts op den eerften January, met het geeven van drank had aangehitst om disordres te pleegen; waar op 's Maandags den soften January, een groot aantal van Burgers en Jnwoonders, met de gemelde Courant in de hand, voor het huis van den Heer van Dorth verfcheenen, en daadelyk fatisfaélie verzogten wegens dat; Lasterfchrift, en men zeide opentlyk, dat het tyd was voor Burgers en Ingezetenen, die hunne Re- feering eenige achting toedroegen, hun te wree. en wegens alle de fmaadelyke bejegeningen, die dezelve wierden aangedaan. De Heer va® Dorth,  140 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot by alle Weidenkenden bemind, deed zyn uiterfté devoir om de gemoederen te bedaaren, zegSe, dat een ieder verzekerd kon wezen, dat de fufthzie onderzoek zoude doen, naar den génen die dit ei! genacht.g verhaal den Courantier gefupped teerd had, en dat dezelve, ontdekt wlrdende , naar ftrenghe.d van Rechten, geftraft zoude worden! IJlt lcheen yoor eerst de gemoederen ter neer te Se"' ZV*üéerea^de gewoone mSag zynde, barfte de woede uit. Veele Landlieden, lil ES ««««enheid hebbende voor het Hui van Oranje, en de Regeering deezer Stad een bynLen tvd^T C?edr^de, waren, zedert eevïf fnmmiffPf S^rgerd over de conduiten van lommigen, als de meeste Burgers 's Avond* ten half zes uuren begaf zich een troep , beftaande uit In- en Opgezetenen uit deeze Stad en EilaSd! naar het huis van den Procureur de Windt om denzelvenaf te vraagen, of hy het bekende verhaal in de Hollandfche Hiftorifche Courant hadt doen plaatzen. Zy, hier op geen voldoenend an£ woord ontvangende, flaan de glazen in, en ruïneeren veele meubels. De Bailju# met 's Heeren Dit mars intusfchen aankomende , gaat de troep van daar naar het huis van J. L. Geleedts, alwaar hl? zelvde wordt gedaan, en toen naar het huis van den Directeur en Secretaris van het Lees-Gezelfchap, ahvaar men de Boeken en Papieren begeerde van dat Gezelfchap, en in een der Boeken d!n zogenaamden Patnottifchen ééd gevonden wordende, was de woede onbefchryveiyk, en waar aan wy niet dan met yzing gedenken kunnen. De menigte meer en meer uit verfcheide klasfen van Menfchen aangroeijende, verdeelde men z ch in verfcheide hoopen, en ging van het eene huis naar het ander, zonder dat men in ftaat was het ge. weid te keeren. a „JX? ZuIlen DU over&™ tot het derde en Iaatfte poinct, om op te geeven alle de verrichtingen tot ftUÜ  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen; 14.: fluiting der ongeregeldheden, zo door ons, als de Juftitie en Militie, alhier guarnifoen houdende. Wanneer de Leden der Lees-Societeit, op den iften January deezes jaars gedreigd wierden van hunne Kamer gehaald te worden, begaf de Heer vah Dorth en andere Regenten zich onder den woedenden hoop , die het Koffyhuis reeds waren ingedrongen , en wisten denzelven, niet zonder gevaar, van hun voorneemen te doen afzien, en uit het zelve huis te krygen; en dezelve Regenten deeden den geheelen dag alle moeite om de disordres te beletten. Ondertusfchen is deeze conduite der Regenten afgefchilderd, als of men het Gemeen had opgeruid om de Lees-Societeit en Genootfchap van Wapenhandel uit eikanderen te helpen. Behalven de ordres aan de Bedienden der Juftitie, vond de Regeering den eerften January goed, den commandeerenden Officier van het Guarnifoen te gelasten , met 3 a 4 fterke Detachementen door de Stad te patrouljeeren, alle de genen, die aan Burgers, hunne Huizen of Goederen, eenig molest wilden aandoen, te apprehendeeren, en in de Hoofdwagt op te brengen tot nadere order, en de Bedienden der Juftitie alle behoorlyke adfiftentie te doen, en geweld met geweld te keeren. Meer als ééns is de Krygsraad vergaderd geweest, om de Burger Compagnien in de wapenen te brengen, maar van de 20 Officieren waren 'er 18 van advis, dat zulks niet raadzaam was, alzo daar door de oneenige partyen lichtelyk aan eikanderen zouden raaken , en een bloedbad veroirzaakt worden. Wanneer de beweegingen den 3often January zo ontzachelyk waren, zyn wy dien avond nog vergaderd geweest, en hebben den Heer Bailjuw deezer Stad geauétorifeerd, gebruik te maaken van de Militaire magt, om alle moedwilligheid te beletten, en den commandeerenden Officier gelast, met fterke Detachementen door de Stad te patrouljeeren, alle geweld te beletten, en de Juftitie te adfilteeren, cerwyl wy vermeenen , dat het vaa het de- par-  f42 Verzameling Van Stukken betrekkelyk tot partement van een Militair Officier is, op welke wyze de gegeeven orders geëxecuteerd kunnen worden. Aan de Heeren Burgemeesters wierd van tyd tot tyd bericht , dat door de menigte van allerhande foort van Volk, zo uit de Stad, als het Eiland, het onmooglyk was de ongeregeldheden tegen te gaan, vermits door den fterken aandrang, de Militie met het Bajonet niet kon ageeren, en dat zelv, wanneer men tot fchieten overging, het te duchten zoude zyn, dat 'er veel bloed vergooten zoude worden, zonder dat men verzekeren kon, dat de combustie daar door geftild zoude worden. 's Anderen daags den 3iften January onze Verga» dennge wederom by een geroepen zynde, ontboden wy nogmaals voor ons den commandeerenden Officier, aan welken wy andermaal fchriftelyke orders gaven, door fterke Detachementen aan de Ju. ftitie adfiftentie te verleenen, alle geweld te beletten, en des noods geweld met geweld te keer te gaan. Hoe zeer die Officier dezelve orders zich fcheen te laaten welgevallen, hield hy ons voor ds zwaarigheden, die 'er zich opdeeden, om die orders te executeeren, alzo hy maar omtrent 100 Manfchappen in de wapenen kon brengen, waar van 'er nog verfcheiden door ziekte onbekwaam waren dienst te doen. Wy perfifteerden echter by de gegeeven orders, en vonden toen goed aan Heeren Gecommitteerde Raaden te verzoeken een verfterking van Guarnifoen, het welk ü Ed» Mogen* den bekend is. Ten opzichte van het verrichte door de Juftitie op Diügsdag den 3often January en volgende dagen, refereeren wy ons tot de verklaaring van den Heer Bailluw hier achter gevoegd, terwyl wy ü Edele Mogenden kunnen verzekeren, dat niet alleen wy , maar de geheele Burgery in het algemeen, zeer voldaan is geweest, over de conduite en activiteit van den Heer Bailluw, in deeze troebles gehouden. Ziedaar, Edele Mogönde Heeren j zo naauwkeu*  èt Gebeurtenis/en in 17 8 7 enz. voorgevallen» 143 tig als ons doenlyk is geweest, een eenvoudige en waarachtige opgave van 't gene U Edele Mogenden, jequireeren, alles byeengebragt uit 't geen ftaat aangeteekend, en 't geheugen ons heeft kunnen herinneren. Wy zyn in ftaat om U Ed. Mogenden al 't ter nedergeftelde met authentieke Stukken, des gerequireerd, te bevestigen. — Zo heeft een gering beginzel, een onverwagte engedugteuitkomsc voortgebragt; - zo zyn wy behandeld; - zo heeft men ons gefatigeerd; - zo heeft men onze verrigtingea getaxeerd; - zo waren de veronderftellingen, dat men na veranderingen ftond, niet ongegrond; - zo wierd de braave en welmeenendeBurgery getergd, - en zo> raakten de verhitte gemoederen aan den gang. Hebben wy reden om ons over 't gepasfeerde te bedroeven , wy hebben aan den anderen kant ftof van dankzegging, dat 'er geen bloedbad is aangeregt geworden; en ten befluite moeten wy U Edele Mogenden voorhouden, dat alle de maatregelen, toe het tegengaan der desordres, na ryp overleg en mee volkomene eenpaarigheid, zyn genomen. Wy vermeenen hier mede aan de requifitie vanU Edele Mogenden voldaan te hebben, en zullen aan het oirdeel van U Edele Mogenden overlaaten, of wy geen rede hebben ons te beklaagen over de on» aangenaame reflexien der Heeren van Zierikzee en Vlisfingen, die verdenkingen te kennen geeven, dat die Leden geloof flaan aan de lasterfchriften, die ons willen doen voorkomen, als of de gepleegde daaden met genoegen , door ons waren befchouwd, en 'er daarom een werkelooze onverfchilligheid had plaats gehad. Wy fchroomen in 't geheel niet, dat onze conduite op het nauwkeurigfte onderzogt worde, mits zulks gefchiede op eene wyze, met de achtbaarheid der Regeering overeenkomende; doch zyn als nog van gedachten, dat, indien men de Stad aan geen nieuwe onheilen exponeeren wil, een generaale Amnestie, naar het voorbeeld van voorige troeble tyden, verleend moet worden. Wy  T44- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Wy beveelen U Ed. Mogenden in Godes Heili* ge befcherming, en bly ven, Edele Mogende Heeren! (Onder ftond) U Ed. Mog. Goede Vrienden, Goes, den 21 April Burgemeefters en Raaden Re~ 1787. geerders der Stad Goes. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (was get.) Antoni Ossewaarde, B Y L A A G E. Op het verzoek van Burgemeesters en Raaden,' Regeerders der Stad Goes, verklaare ik Ondergefchreeven als Bailliuw derzelver Stede, op den ééd by den aanvang van deeze myne Bediening gedaan. Dat ik Ondergefchreeven, geduurende de onlangs op den 30 January laatstleeden en vervolgens voorgevallene tumultueufe beweegingen, alles heb aangewend, en alle middelen in 't werk gefteld, om dezelve tegen te gaan, en was het mooglyk geweest, in zynen voortgang te fluiten of te doen ophouden. Dat ik Ondergefchreeven in alle myne verrichtingen, ten dien einde communicatyf met den Heer Pra;fident Burgemeester en verdere Heeren Leden der Regeering heb te werk gegaan. Tevens verklaarende, dat ik Ondergefchreeven my zelve bereid vinde, om my ten allen tyde by die gepen te kunnen verantwoorden, die daar toe wettig zullen of mogen gefteld worden. Aclum Goes, den 20 April 1787. (was get.) Johannes Pols,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 145 &\ 1002. Rapport op de Berichten der Heeren van Goes en Bylaagen, ten opzicht van de omftandigdigheden der oproerige beweegingen in die Stad voorgevallen.; den 21 Mey 1787 ter Vergadering der Heeren Staaten van Zeeland uitgebragt. De Raadpenfionaris heefcgerapporteerd, uitnaam Van de Heeren Commisfarisfen tot de Ordinaire Befognes, hebbende, ingevolge en ter voldoeninge aan Hun Ed. Mogenden Refolutie Commisforiaal van den 23ften April deezes Jaars, geëxamineerd de fchriftelyke Berichten der Heeren van Goes, met de Bylaagen, door Hun Ed. Mogenden gere. quireerd en ingekomen den 8ften February en voornoemden 23ften April, ten opzicht van de omftan. digheden der oproerige beweegingen, binnen de voorfz. Stad voorgevallen in de maand January te vooren, alles breeder onder de voorfz. Notulen vermeld. Dat, om met de vereischte orde en klaarheid te voldoen aan het oogmerk, waar toe dit Befogna is gedecerneerd, Heeren Commisfarisfen zich hebben bepaald tot de volgende vier Hoofd-Poincten t r. Het onderzoek naar den oirfprong en de om« jftandigheden der oproerige beweegingen? 2. Uf de Regeering der Stad Goes, geduurende dezelve beweegingen, die ordres heeft gefteld, welke de omftandigheden toelieten, om het oproer te dempen? n. Of de Militie aldaar in Guarnifoen haar devoir gedaan heeft? 4. Wat in de tegenwoordige gefteldheid, door Hun Ed. Mogenden ten aanzien van deeze zaaken , zo voor het voörleedene als het toekomende, best zoude kunnen gerefolveerd worden? Tot compleet onderzoek van welke Poindlen* de Heeren van het Befogne niet alleen gebruik ges maakt hebben van het gene by de onderfchfeiden Berichten der Heeren van Goes is geallegeerd, maar ook van de mondelinge elucidatieü op ver- XI. Déél. K fehiè-  146" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fcheiden Vraagen, door de Heeren Gecommitteefden uit de Regeering dier Stad, door den Bailjuw, en door den Commandeerenden en andere Officieren, van het Guarnifoen, aan het Befogne gegeeven. Dat in 't byzonder de eerstgemelde hebben voorgedraagen, dat fchoon de voornoemde Berichten vry ampel zyn gevallen, 'er echter nog aanmerkelyke omfiandigheden waren over 't hoofd geflagen, die zeer mede gewerkt hadden om het ongenoegen onder de Burgery te foveeren, waar toe zy Heeren voornaamelyk bragten het zogenaamde Vaderlands Fonds; de nadeeligheid van het zelve in hunne Stad beweerende, uit hoofde van de fobere gefteldheid van fommige deelgenooten, die niet in ftaat zynde hunne mede-Burgers wegens rechtmaatige prastenfien te voldoen, of zelvs nauwlyks kunnende aan den kost komen, echter vry willig, of door perfuafie contribueerden tot een Fonds, 't welk gefoupgonceerd werdt te dienen, om de Burgery tot onredelyke eisfchen en adresfen by de Regeering aan te zetten: gelyk ook in het Befogne zyn geproduceerd eenige quitantien van zeer bedenkelykebetaalingen, voor rekening van het Nationaal Fonds te Goes gedaan, en onder anderen, aan de Commisfie van gewapende Burger Corp/en ter expeditie van Militaire zaaken , te Woerden refiieerende. Dat de voornoemde Heeren Gecommitteerden van Goes verder verzogt hebben, dat het Befogne geliefde in acht te neemen, fchoon by het nader Bericht wel gezegd wordt, dat het Exercitie-Genootfchap de Vryheid op den 6 Odtober 1786 refolveer- ■ de, om' in correspondentie te treeden met de groote I Vergaderinge der Vaderlandfche Regenten, welke te , Utrecht ftonden byeen te komen, het echter ge- | bleekenis, dat, reeds lang te vooren, eene corres- H pondentie was aangelegd met de algemeene Vergadering der Genootfchappen, binnen Utrecht zich verza- |< melende. En dat eindelyk tot bewys van't gene in't Bericht l wordt geallegeerd, van eerroovende Spotprenten, \ met ;  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 147 met infaame vertooningen en vervloekingen van de notabelfte Leden der Regeering, de voornoemde Heeren Gecommitteerden eenigen van dat foort ia het Befogne hebben geëxhibeerd, die of aan fom. mige huizen aangeplakt of door de Stad gefpargeerd zyn; terwyl zy Heeren zich verder refereerden tot verfcheiden gedrukte pamphletten, in welke de perfoonen en het beftuur der Regeering, op de fchandelykfte en leugenachtigfle wyze worden ten toon gefteld. Dac Heeren Commisfarisfen dit alles rypelyk heb. bende overwoogen, mee de meerderheid van advis geweesc zyn, op hec eerfte Poinct: dat zeer om. ftandig en klaar in de Berichten der Heeren van Goes is aangeweezen, en uit het mondeling gede. duceerde nog nader confteert, dat de onvoorzichtigheden (om niets meer te zeggen) van eenige Burgers ten opzichte van hunne mede-Burgers, hunne irreverentie tegen de Regeering, het verderffelyk misbruik van de Drukpers , door het fpargeeren van blaauwe Boekjes, en de concinueele leugen- en lastertaal van fommige Couranten, aanleiding gegeeven hebben om de gemoederen van het Volk zodaanig tegen malkanderen te verbitteren, dac de partyfchappen eindelyk tot eene toomelooze woede zyn uitgebarften; gelyk de gewoone oirfprong en voortgang is in alle Volks-beroerten, daar de Gemeente lang gedrukt en getergd, zich eindelyk op eene geduchte wyze wraak verfchaft. Dat de Heeren Commisfarisfen verre zyn van die te allegeeren, tot verfchooning van het bedryf der Gemeente, 't welk zy in tegendeel als ten hoogften misdaadig en flrafwaardig befchouwen; maar zich niet kunnen onthouden om deeze aanmerking te maaken, uit vreeze, dat (gelyk reeds in hec Rapport van den j2den February is gezegt) zo de oirzaaken der Partyfchappen in de Provincie niet fpoedig en kragtdaadig worden weggenomen, alleplaitfen van dezelve vroeg of laat, haar deel van zulke ongelukkige wanordens zullen krygen. K 2 Dat  r48 Verzameling van Stukken betrekkelyk lot Dat het opmerkenswaardig is, dat alle de objecten , welke Commisfarisfen in het evengemelde Rapport opgeeven als de oirzaaken der onlusten in de Provincie, in den hoogften trap en met verwerping van alle menagement voor de Regeering en mede-Burgers, te Goes hebben plaats gehad, zo dat het niet te verwonderen is, indien 'er zulke ongelukkige uitwerkzels van haat en partyfchappen uit ontftaan zyn. Dat wel is waar, men in gefprekken en gefebriften, als eene voornaame oirzaak der onlusten te Goes, heeft geallegeerd het teekenen van het bekende Dank-Adres; maar dat hier op alleen nodig is te reftecleeren, dat de beginzels der ongeregeldheden zich gemanifesteerd hebben den iften January, vóór dat het Dank-Adres in de wereld was; en dat fchoon de toenmaalige beroerte door hec ■voorzichtig beleid van de Regeering, en de uiterlyke onderwerping der Burgers, wier woorden en daaden het meest in 't oog liepen, was gedempt, het vuur nogthands met meerder woede is uitgebarJften op het leezen van een leugenachtig, en voor de Regeering zeer lsefief verhaal in de Courant, -van die zelve ongeregeldheden, welke den iften January hadden plaats gehadt. Dat ten opzichte van het tweede Hoofd-PoinóT:, dezelve Heeren Commisfarisfen in aanmerking hebben genomen, dat 'er natuurlyk in een geval als hec tegenwoordige, onderfcheiden opinien moeten zyn, omtrent het gene de Regeering tot ftillen van het oproer had kunnen doen, of gedaan heeft; maar dat het ook eene zekere waarheid is, dat men by de omfiandigheden had moeten pra^fent geweest zyn, om recht te kunnen beoirdeelen, wat in het midden der confufie best gedaan of gelaaten ware; en dat de vraag zo zeer niet is , of'er met tyd van beraad en ineen bedaarden zin, betere maatregelen hadden kunnen genomen worden; maar, of de maatregelen welke de Heeren van Goes toonen genomen te hebben, naar tydsomftandigheid gefchikt waren, en  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 149 en prompt genoeg konden werken, zo dat 'er geen nalaacigheid of verzuim van de Regeering heefc plaats gehad? en dat in zo verre, aan voornoemde Heeren Commisfarisfen volkomen gebleeken is, dat zo dra het laatfte oproer begonnen was, en vóór dat de Regeering nog by den anderen had kunnen komen, de Oailjuw der Stad, met de bedienden van de Juftitie, alle mooglyke devoiren heefc aangewend; dat hy zich heeft laaten adfisceeren door de Militie; dat de Regeering vergaderd zynde, aacftonds een ftrenge Publicatie tegen de desordres heefc laaten doen; dat zy aan de Militie fchriftelyk ftellige ordres gegeeven heefc, eerst, „ om met 3 h 4 fterke detachementen door de gan„ fche Stad te doen patrouilleeren geduurende de „ aanflaande nagt; alle Burgers, hunne Huizen of „ Goederen te defendeeren, alle geweld te belet,, ten, den Heer Bailjuw en de bedienden van de „ Juftitie des gerequireerd, te doen alle behoorlv„ ke adfistentie, en voorts zodaanige ordre te fte'l„ len, waar door de Stad, onder den Goddelyken „ zegen, tegen verdere onheilen en ongeregeldhe,, den kauworden bewaard;" en wanneer de Officieren van de Militie hadden te kennen gegeeven, door den grooten hoop Volks te worden opgedrongen, buiten de mooglykheid te zyn, om het geweld te beletten, dat de Regeering toen de voorige ordres wederom fchriftelyk heeft vernieuwd met byvoeging, van geweld met geweld te keeren. Dat de Gecommitceerdons van Goes in een de? Befognes over deeze materie gehouden, prafent, hadden doen opmerken, dat alle deeze ordres waren gefteld met eenpaarigheid van alle de Leden der Regeeringe, en dus ook van die Heeren, welke wegens hunne denkwyze zelvs'het meeste gevaar liepen van overlast te lyden, en die derhalven niet zouden nagelaacen hebben, indien de ordres mee nalaatigheid of verzuim waren gegeeven, zulks in de Vergadering van den Raad te allegeeren, of betere middelen aan de hand te geeven. K 3 Sfeft  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dat ook op de vraag san dezelve Heeren Gecommuteerden gedaan, waarom de Juftitie niet werkzaam geween is na het eerfte oproer, met deSchuldigen te apprehendeeren? door dezelve is geantwoord, dat men toen zodaanig meende verzekerd te zyn van een hartelyke verzoening tusfchen de twee" Partyen, dat de beleedigde Burgers zelvs hadden verzogt, dat de zaaken buiten vervolg mogten blyven, en overal beloofden zich zorgvuldig te zullen wagten, dat 'er niets mogt voorvallen, waar door de oude wonde wederom wierd open gefcheurd. Dat eindelyk gevraagd zynde, waarom na het tweede oproer, op de ferieufe aanfchryving van Hun Ed. Mogenden van den iflen February, de Juftitie niet gevigileerd had? de voornoemde Heeren hebben geantwoord, dat zulks wel in aanmerking was gekomen, maar onmooglyk bevonden in de executie, dewyl het getal te groot was; dat men ook moeilyk particuliere bewyzen tegen één perfoon kon krygen, of bepaa'en wie de meeste ichuld had; dat hoe zeer het te wenfchen ware, dat het gezag der Wetten en der Juftitie in dit geval kon worden gehandhaaft, zy Heeren van Goes dit echter voor als nog, befchouwden, als eene aanleiding om de woede weder op nieuw te doen beginnen. Dat belangende het derde Hoofd-Poindt, de conduite van de Militie in Guarnifoen te Goes, verfcheiden vraagen zvn voorgehouden aan den Commandant en andere Officieren, die geduurende de beroerte, de Wagt of het Piquet gehad hebben, nopens de mooglykheid om het geweld te beletten; welke vraagen alle op zulk eene voldoende wyze beantwoord zyn, dat de voornoemde Heeren Commis. farisfen zich hebben geconvinceerd, dat 'er ja wel mooglykheid geweest was, om onder den hoop te fchieten, en misfchien tien onfchuldigen, of ten minflen nog niet handdaadige aanfchouwers, tegen óénen fchuldigen te masfacreeren; maar dat, be- hal-  de Geieurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 151 halven het bedenkelyke van zulk eenen (lap, men dan nog verre zou geweest zyn, van het oproer meester te wezen, en het zelve misfchien van eraftiger aart zoude gemaakt hebben, ja in een bloedbad van Burgers en Militairen verkeerd: dat de Gommandant ook had verzogt, dat Hun Ed. Mogenden gelieven te refleóteeren, dat hy van het geheele Battaillon naauwlyks één honderd weerbaare Mannen in de wapens had kunnen brengen, dat afgetrokken zynde de Manfchap, die by de Barakken, op de Wagt, en uitgezette Posten moesten blyven, het ligtelyk te begrypen was, dat het overfchot niet lang beftand zoude geweest zyn om refistentie te bieden, wanneer het met geweld geattaqueerd wierd. Dat de voornoemde Heeren Commisfarisfen derhalven geen bedenking hadden; voor hun advis te verklaaren; dat hun geen plichtverzuim van iemand van 't Guarnifoen der Stad Goes was voorgekomen, zo veel betreft de mooglykheid van de executie der ordres tot beteugeling van het oproer; maar dat zy verder, zo aan den Bailjuw der Stad, als by de Militaire Officieren, onderzoek gedaan hebben naar de waarheid van zeker verfpreid gerucht, dat een groote quantiteit van geplunderde goederen was gezien in de handen van Militaire perfoonen, en dat wanneer de Juftitie gepoogd had recherche te doen in het geweezen oud Manhuis, zynde de Soldaaten wooningen, daar in was belemmerd geworden door de Militie, zonder dat de Commandant genoegzaam adfistentie aan de Juftitie gegeeven had, en dat het hun Commisfarisfen was voorgekomen, dat deeze zaak nader eclaircisfement nodig had, cn mitsdien aan Hun Ed. Mogenden zouden advifeeren, den Bailjuw en de Heeren van den Gerechte der Stad Goes aan tefchryven, hier op, met alle mooglyke attentie, te inquireeren, en aan HunEd. Mogenden nader van hunne bevinding te berichten. Dat overgaande tot het vierde Hoofd-Poir.ft van onderzoek, de voornoemde Heeren Commisfarisfen maar twee wegen kennen, die in deezen van gebruik K 4 z°u-  Ï52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zouden kunnen zyn , naamelyk rigueur van Jufiitie te laaten werken , of gratie te verkenen: dat ten opzichte van het eerfte middel reeds is aangemerkt, de difficplteit die de Heeren van Goes gevonden Rebben, om de Juftitie de vereischte activiteit te doen hebben, terwyl het getal der voorwerpen zo ontzagchelyk groot is; dat wel is waar, hier tegen kan worden geallcgeerd, dat de Militaire arm in de Stad en Eiland zou kunnen verfterkt worden, en alzo de juftitie in ftaat gefteld om te ageeren; maar dat de Gecommitteerden van Goes hier op hebben in confideratie gegeeven, of het wel te vermoeden is, dat een Volk, 't welk zich voor het grootfte gedeelte fchuldig voelt, en vooruitziet, datde ■vermeerdering van de Militie moet dienen, om eenige hunner Medeplichtigen tot ftraf te vorderen, wel hgtelyk zal gedoogen, dat de Stad en het Eiland genoegzaam onder een Militaire magt worden geftHd, en of zulks niet aanftonds gelegenheid zal geeven tot nieuwe combustien: en of een Regeering die wys en voorzichtig handelen wil, niet verplicht is dieaanleiding te beletten. door geene meerder Militie in te neemen ; dat de Regeering van Goes moet gecenfeerd worden hest over de gefteldheid van haare Stad te kunnen oirdeelen, en het meest by haare rust geïnteresfeerd te zvn , en dat zy Gecommitteerden in confidentie verklaarden geen ander middel daar toe open te zien , dan 't welk by het Bericht aan Hun Ed. Mogenden was geproponeerd, eene generaale Amnestie. Dat de voornoemde Heeren Commisfarisfen deeze zaak met de vereischte nauwkeurigheid in alle haare omfiandigheden, hebbende gewikt en gewoogen, voor hun advis aan Hun Ed. Mogenden moesten verklaaren; dat de voorzichtigheid in het tegenwoordige geval, den weg van gratie verre preferabel fielt, en dat zy te meer daar toe advi-, feeren, om dat in een geval in de voorige Eeuw gebeurd, Hun Ed. Mogenden tot Amnestie zyn be-, woogen juist door dezelve redenen welke in het te- gen,*.'  ie Gebéurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 153 cenwoordige geval van applicatie zyn, uitgezonderd dat 'er toen eenige notable Perfoonen in het oproer gemêleerd waren, waar van hier geen ds minde fchyn gebleeken is; terwyl alle de overige redenen, vervat in de Propofitie van den Raadpenfionaris, ter Vergadering gedaan den 10 December 1658 volkomen parallel zyn, naamelyk: „ dat de Schuldigen te veele in getal zynde, kwaalyk tegen alle eenige correctie zoude kunnen worden „ gedecerneerd, behalven, dat uit de exempelen „ van andere Natiën en Provinciën, by klaare ex. „ perientie is bevonden, dat zodaanige publyke s> ongelegenheden en zwaarigheden , met meerder 3, rusten zekerheid worden afgeeiaan, by wegevan „ een minnelyk en Burgelyk accommodement, als ,, naar rigeur van Rechten, Dat zelvs deeze redenen nog te meer dringeeren in het tegenwoordige geval, om dat in 1658 niet alleen veele Schuldigen waren bekend , maar dat zelvs crimineel tegen hen werd geprocedeerd , daar hier tot nog toe niet is aangeweezen, wie onder den grootcn hoop, de meeste draf verdient. Dat op deeze motiven de meergemelde Heeren Commisfarisfen van advis zyn, dat by een beraifonneerde Publicatie op naam van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten, aan de Ingezetenen van Goes en Zuidbeveland, voor zo veel zy aan de oproerige beweegingen fchuldig zyn, zoude kunnen onder 't oog gebragt worden het horrible en drafwaardige "van de begaane faiten, met een erndige waarfchouwing aan een ieder Burger en Ingezeten tot gehoorzaamheid aan de wettige Overheid, en vreedzaame faamenleeving met hunne mede-Ingezetenen; dat Hun Ed. Mogenden onder deeze voorwaarde , hun accordeeren een algemeene vergeevinge en vergeetelheid, onder bedreiging, dat de genen die zich in 't vervolg aan diergelyke desordres fchuldig maaken, naar drengheid van Rechten zullen worden gedraft, en op geenerhande vergiffenis zullen kunnen wagten; en voorts mutatii 9 K J VMU  '5-1 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nutandis, op zodaanige wyze als in het jaar ivod N°" l?°?'-?rVfitie Van de Heeren Gedeputeerden der i>tad Zierikzee ter Staatsvergadering, over de be. van™Mg¥d voor de Staatsleden te Middelburg vergaderd. $6 h~*~t Edele Mogende Heeren! e£el?ï5Z ^deputeerden van Zierikzee hebben geztgt gelast te zyn, om Hun Ed. Mogenden te XfaESir** *ï Heeren hunne ComSenTen! geinformeert zynde van de geruchten , als of de Leden de Vergadering van Hun Ed. Mogenden compofeerende, wegens gevreesde tumultSeufe bewegingen binnen de Stad Middelburg, in geene genoegzaame veiligheid zouden zyn, van oirdeelzyn: dat de Heeren Staaten daar tegen tydig de nodige mefures behoorden te neemen, zo door het inrol, pen van genoegzaame Militie, als andere diergelyke krachtdadige middelen, waar door de Peïfooneri en deliberatien van Hun Ed. Mogenden in vol-. leedige veiligheid zouden kunnen worden gefteld: dan daar de Gedeputeerden voornoemt, uit de communicatie van den Heer Raadpenfionaris geinfo?. SdiKyD' V3D de mefures door de Heeren van Midde burg genoomen , in het daadelyk inroepen XS^n'S* ^Au^? VJisfin^en en Veere, thand? zich zouden hebben kunnen menageeren van het doen van hun hier bovengemelde Propofitie, zvn dezelve echter vanoirdeel, dat het daarftellen van de Militaire magt niet genoegzaam is, wanneerdezelve niet is gemunieerd met die ordres, waardoor «dezelve in ftaat worde gefteld, om alle geweld met geweld te kunnen keeren en tegengaan : en offchoon zy Heeren Gecommitteerden geen oogenblik willen twyffelen, of de Heeren van Middelburg hebben  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 155 ben of zullen de gemelde Troepes voorzien met ordres, waar door deeze Stad is beveiligt voor alle combustien, zullen zy echter de vryheid gebruiken, om de meergemelde Heeren van Middelburg te verzoeken, hun en de andere Leden van Staat, die zulks mogten verkiezen , opening te geeven van die ordres, immers een volkomen zekerheid, dat zy Heeren Gedepuceerden , veilig tegen de woede van een faamgerotten hoop in de Plaats haarer reüdentie kunnen blyven, en zullen zich dus volkomen fatisfait houden, wanneer hun maar alleen word gezegt, die ordres te zyn, om geweld met geweld te keeren: declareerende wyders, dat, by ontftentenis van voldoening, aan dit hun (zo zy vertrouwen) rechtmaatig verzoek, of dat van wegens Hun Ed. Mogenden geene krachtdaadige middelen mogten worden beraamd, zy Heeren Gedeputeerden zich in de onaangenaame noodzaakelykheid zullen bevinden, om de Vergadering van Hun Edele Mogenden te moeten verlaaten, tot tyd en wyle, de nodige maatregelen zullen zyn beraamt, waar door men zich volkomen ziet veilig gefteld; en in zo een onverhoopt geval zyn zy Gedeputeerden gelast, te protesteeren tegen het neemen van alle Refolutien en Conclufien, welke geduurende hunne abfentie, en dus buiten concurrentie van de Heeren hunne Committenten, mogten worden genoomen en gearresteerd. (Onder ftond) Uit naam van de Gedeputeerden van Zierikzee. (was get.) Francois Breekpot. No.  l$ï Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N». 1004. Propofitie door den Heer van Lynden op den 17 M«3» 1787 ïer Staatsvergadering van Zee. land gedaan, betrekkelyk de verwarringen binnen de Provincie van Utrecht plaats vindende. Het is met de leevendigfte aandoening, dat ik uit de Stukken ter Vergadering geëxhibeerd, verneeme, hoe de verwarringen binnen de Provincie van Utrecht, thands niet alleen tot fchroomelyke daadelykheden, maar zelvs tot een werkelyk exfteerende civielen Oorlog zyn overgeflagen. De naauwe betrekkinge tusfchen de onderfcheidene ifondgenooten, het gemeen belang in elkanderens beftaan, en de verplichtinge, die den band 7an Unie onmiddelyk verSc> komen my voor van U Ed. Mogenden volftrektelyk te eisfchen, om mee langer aanfchouwers van deeze calamiteiten te zyn; maar ingevolge de presfante inflantien, door de Heeren Staaten van Utrecht heden vernieuwt, de meest gepaste middelen in het werk te ftellen, ten einde alle verdere daadelykheden in de voorfchreeven Provincie te helpen fluiten, en de rust aldaar onder den Goddelyken zegen, te helpen heritellen. r 'Er is doch immers niet anders te wagten, als dat het voortduuren van den hachelyken ftaat van zaaken aldaar, de allerergfte gevolgen, ten opzichte der andere, en dus ook van deeze Provincie zal hebben; en het is dan meer als tyd, om daar te. gens met den meesten fpoed te voorzien, tot voorkomicge van verdere onheilen , in dit eminente en het Bondgenootfchap met ondergang dreigende gevaar. ö Ik hebbe daarom gemeend aan U Ed. Mogenden te moeten voorflaan, het decerneeren eener plegtige Commisfie, beftaande uit een Heer uit ieder Lid van Staat, met den Heer Raadpenfionaris, wel. ke Commisfie zich ten fpoedigften zoude behooren te transporteeren na 's Hage, en aldaar in conferentie treeden met Gedeputeerdens uit de overige  de Gibèurtenisfen in 1787 enz. voor gévallen; tff ïige Provinciën, die men by circulaire Misfives zoude verzoeken, dac ten zeiven einde mogten worden gecommitteerd; voorts ter Generaliteit, en waar het verder nodig zoude wezen, te beraameö, en zo veel de nood vordert, daadelyk in 't werk te helpen ftellen die middelen en mefures, waar door de verdere daadelykheden binnen de Provincie van Utrecht worden gefluit en voorgekomen, dat niet een gedeelte der Arméé van den Staat vyandelyk tegen den anderen ageere, maar daar en tegens de Troepes wederom gebragt worden tot de flricle obfervantie van die ordres, waar aan zy by éede zyn verbonden. Terwyl deeze Commisfie al verder dient geauthorifeert te zyn, tot het neemen van maatregelen, welke tot maintien van den band der Unie, en van de tegenwoordige Conftitutie, zullen geoirdeeld worden geen uitftel te konnen lyden; in hoope, dat dit expediënt, op voorige exempelen gegrond, zal mogen wezen van zulke heilzaame uitwerkingen, dat de rust en eenigheid door de kragtdaadige medewerkinge van U Ed. Mogenden zal mogen worden herfteld, in de beroerde Provinciën ; voorts onder Gods zegen bewaard en verfterkc in die van U Ed. Mogenden; of dat by onverhoopt non reusfit deezer poogingen, U Ed. Mogenden mogen worden in ftaat gefteld, om in den haaren zodaanig te refolveeren, als van haar beftaan en belang noodwendig zal komen te vorderen. Indien U Ed. Mogenden mynen voorflag gelieven te agreëeren, zoude van deeze dispofitie dienen te worden kennis gegeeven aan Hun Hoog Mogenden en aan de overige Provinciën, gelyk aan zyne Hoogheid als Kapitein-Generaal van de Unie. En zouden de Leden al verder behooren te nomineeren, ter naastvolgende fesfie, een Heer ieder uit den haaren, tot het bywoonen der geproponeerde Commisfie; terwyl geduurende den tyd van derzelver afwezigheid de Staatsvergadering zoude konnen worden geintermitteerd. N*.  153 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°' j?f5* Fuhli™tie v™ de Regeering der Stad Mid* delburg tot aflegging van de Partyfchappen &Cm Burgemeesters, Schepenen en Raaden Middelburg, allen den genen die Sze zullenzfen of hooren leezen falut! Doen te weeten ' ™nïn TyKKet da2 ™U ^ inniSfte aandoening vernomen hebben, de menigvuldige oneenkhtden die tusfchen de Ingezetenen van andere PJaarfën binnen deeze Provincie reeds tot gevaarlyke fa menrottingen en oproer zyn uitgeblmec en tnl ons hartelyk leedwezen, binnenteeStad! to die hoogte geklommen zyn, dat, zo dezelve aïn et £^X000 verfa°ede^otgelykeuitterftenover Haan, echter niets minder, dan eenallerfchadelvkst wantrouwen en verdeeldheid tusfchen onze goede Burgery moeten ten gevolge hebben, en ftrfkken tot ftoonng van die rust en veiligheid , die aarTon ze waakzaamheid en zorg is toevertrouwd Dat wy, de oirzaaken van deeze oneenigheden nagaande , dezelve eeniglyk gevonden hebben in de verfchillendheid van begrippen, over rv.Hr; i zaaken, in de Partyfchappel,Te^aTS t^u ffi teD^T#a Bu5ger ÊD deD anderen ont^n zyn, en m de differente wegen en middelen, die tot voort planting van dezelve Partyfchappen kunnen gerei kend worden aanleiding te geeven CD &ere* Dat, zo weinig als wy aan onze'goede Bumerv de vryheid van denken zouden wiüen betwltej* wy ook even weinig gezind zyn, aan dezdve de* gelegenheid te beneemen, om hunne deEwyze langs geoirloofde middelen onderling aan den S! deren mede te deelen, dan alleen in zo verre dezelve middelen, hoe onfchuldig in haare beginzelen op den duur niet altyd even gefchikt zynf tof bevordering van de algemeene rust en veiligheid" waar onder wy voornaamelyk begrypen, het Sn neemen van 9nderfcheide benaamingen, waardoor de een zich m yver en Vaderlandsliefde bovS an-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 15? anderen fchynt te verheffen; de byzondere Genootfchappen of Sociëteiten, het zy onder den naam van Exercitie Genootfchappen of tot het collec teeren van Penningen, of tot andere foortgelyke bedoelingen, waardoor dezelve, zo door haare benaamingen, als door de onderwerpen van haare werkzaamheid en Correspondentie in en buiten deeze Provincie van ordinaire Burgerlyke byeenkomflen by die geene onzer Ingezetenen, die voorfchreeven byeenkomften in een ongunftig daglicht befchouwen, welligt argwaan en afgunst zou kunnen gebooren worden. . En eindelyk de tomelooze losbandigheid van fchryven, die alle maate van betaamelyke vryheid te boven gaac; door welke allerhande nieuwigheden onder fchyn van Recht en Vryheid worden voorgefteld, de Ingezetenen tegen hunne wettige Overheid, en onderling tegen eikanderen worden opgeftookt, ja Souvereine Regeeringen van geheele Provinciën op eene fchandelyke wyze ten toon gefteld. , . Dat, wanneer men met bedaardheid het oog vestigt op alle deeze zaaken en de onvoorbeeldelyke drift, waar mede een ieder zyn gevoelen tracht door te zetten, het niet vreemd kan voorkomen, dat hjier uit Burgerlyke oneenigheden ontflaan, en dat de fterkfte Party zich dikwils aan onrecht en geweld tegens de zwakfte fchuldig maakt; tot dat de zwakfte op haar beurt de overhand krygende, het onrecht en geweld uit weerwraak verdubbelt, wanneer niemand zich meer veilig kan achten voor zyne mede-Burgers, en een ieder maar de gelegenheid zoekt, om zyn waar of vermeend ongelyk be- £3 li cl tC ZCttCD» Dat wy deeze omfiandigheden befchouwen, of fchoon dezelve al niet tot daadelykheden kwamen uit te barsten, als gefchikt tot ondcrmyning van de rust, die tot de veiligheid en welvaart van eene BurgerMaatfchappy ten hoogften nodig is; endaarom  S.6o Verzameling van Stukken betrekkelyk lot om hier tegen willende voorzien, door het kwaad' in zyn wortel aan te tasten. Zo is 't, dar wy ieder Burger en Ingezeten deezer Stad, op eene Vaderlyke wyze vermaanen, da* hy zyn eer en roem als Burger van een Vry G •meenebest daar in ftelle, dat hy medewerke tot de eendracht, zonder welke de Vryheid niet kan bewaard blyven, dat hy hart en handen vereenige, om al wat mooglyk is, toe te brengen tot bevordering van onderling genoegen en vrede: dat hv ze genaamde Patriottifche ééd, deniKFebr. 1787 in ae Nieuwspapieren geplaatst. De Leden van de Burger Sociëteit binnen Middelburg ra Zeeland, met de uitterfte affchrik en verfoeijing vernomen hebbende, het drukken en verfpreidenvan zeker malitieus ontwerp, of Formulier van eenen zogenaamden Patriotcifchen ééd; oirdeelden het zelve zo affchuwelyk , dat 'er maar weinig redelyk verftand nodig was, om te begrypen , dat het in geene Vaderlandfche Sociëteiten of Genootichappen konde geduld veel min gebruikt worden; maar de treurige ondervinding leerende, dat men ook dit God- en Mensch-ontèerend Puk aan de eenvoudige In- en Opgezetenen wil opdringen , als het werk der Patriotten of Vaderlanders en hunne Genootfchappen , ten einde daar door een algemeenen haat en afkeer tegen dezelve in te boezemen; zo hebben de Leden van gemelde Burger Sociëteit fwaar toe ook verre de meeste Leden van het Exercitie Genootfchap alhier behooren) volftrekt noodzaaklyk geoirdeeld, om zich by hunne eenvoudige Stad- en Landgenooten van dien blaam te zuiveren, door het aanbieden van eene premie aan den genen , die met valable bewyzen zoude konnen aantoonen, dat zulk eenen affchuwelyken ééd, by eenig Lid van gemelde Sociëteit ofExercitie-Genootfchap ooit of ooit is gedaan of in gebruik  de Gebeurtenis/en in 1787 •** voorgevallen. 163 knik is geweest, welke premie tot een duizend Z-euwfche Ryksdaalders word geaugmenteerd. betuigende alle de Leden , eenpaang nimmer een föo?t"elyk verfoeilyk ftuk te hebben gekend,.veel mm gebruikt, en dat zelvs in hunne Sociëteit en ' GÏÏiootlchap' nimmer eenigerhanden ééd is geS of in gebruik is geweest. En om aan hunne g fchte Stad8- en Land'genooten hunne waare be doelingen en oogmerken open te leggen, yerklaaren zy (fchoon ongehouden en ongevergt) volkomen te approbeeren, en zich van ganfcher harte £ vereenigen met de plechtige betuigingen, vervat Tn zekere gedrukte Acfe van Verbindtenis> var1 eenige Ledenen Ministers der Regeering enJuftitie in Zeeland, tot handhaaving van de waare Republikeinfche Conftitutie , tegenswoordige , Regeeringsform en Burgerlyke Vryheid. Betuigende , datfy het zich een onfehatbaar voorrecht zullen reekenen, en zich plechtig verbinden om als geïrouwe Ingezetenen, met al hun vermogen en onder kwagting van den Goddelyken zegen, tot de be lzalml Voelingen in de voorfchreeven p^itu ge betuigingen vervat mede te werken, als yo maakt Overeenkomende met het oogmerk der inrichting vin hunne Sociëteit, en het Reglement by den aanvang derzelve gearresteerd; L 1  3 f54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tos N°. 1007. Extract Refolutie van Weth en Raad der Stad Middelburg, betrekkelyk een Bericht, uit naam van Dekens en Beleders van de Schuttery de Edele Busfe aan Hun Ed. Achtb. toegezonden. In dato den 19 May 1787. Is goedgevonden en verftaan te declareeren: Dat Hun Éd. Achtb. gezien hebbende het Bericht, uit naam van Dekens en Beleders van' de Schuttery de Edele Busfe, aan Hun Ed. Achtb. toegezonden, met het Privilegie van Keizer Karel de V. daar by gevoegd, niet kunnen nalaaten ten fterkften hunne verwondering te kennen te geeven, zo wel over de onlangs by gemelde Schuttery genomene Refolutie, om ingevolge zeker by hun op den t Juny 1785 gearrefteerd Reglement , met de Weekelykfche Exercitiën voort te gaan , en zulks niet tegenüaande hun, door de Heeren Regeerende Burgemees. teren was te kennen gegeeven, dat diergelyke Exercitiën , in de tegenswoordige tydsomitandigheden, gelegenheid tot combustie zouden kunnen geeven ; als voornaamelyk over verfcheide vreemde, en binnen deeze Stad nooit gehoorde uitdrukkingen en fustenuen, by het voorfz. Bericht aangevoerd. Als voor eerst, dat de Leden der voornoemde Schuttery hadden gerefolveerd, zich onder de Burgerwachten niet te begeeven, maar ingevolge hunne fchutterlyke verplichting, in cas van combustie of tumult, zich binnen den Schuttershove te zullen laaten vinden. Ten tweeden, dat zy den rang pretendeerden bo» ven de Burgerwachten en nimmer in dezelve hebben kunnen worden ingelyfd, maar, feparaat van dezehe, verbonden waren, om langs alle mooglyke wegen en middelen de welvaart, eere, verzekerdheid, en fortificatie der Stad te bezorgen en te handhaaven; en Ten derden, dat zy niet gezind zyn, zich in deezen aan eene Politicque Refolutie te onderwerpen, maar  ie Gebeurtenis/en in 178.7 enz. voorgevallen. iSy tnaar zich in dat geval genoodzaakt vinden, daa tegen zodaanige middelen by de hand te neemen, als zy tot rcuintien van hun recht zouden nodig oirdeelen. Dat, om met het laatfte te beginnen, Hun Ed. Achtb. liefst willen vertrouwen , dat dezelve uitdrukkingen toe te fchryven zyn, aan een al te groote vooringenomenheid voor een prsetens recht; en dat de Leden van de Sc'iuttery voornoemd, by nader inzien van deeze zaak, geen zwaarigheid zullen maaken, zich als fhlle en gehoorzaame Ingezetenen te gedraagen; althands dat Hun Ed. Achtb., zo lang het roer der Regeering aan Hun word toevertrouwd, zullen voortgaan met het neemen van zodaanige maatregelen, als zy tot bevordering van de eer, rust en welvaart hunner goede Burgery in gemoede zullen nodig achten; en waar van zy müt een ieder, ten genen dage, voor den Opperden Rechter verantwoording zullen verfchuldigd zyn. Dat Hun Ed. Achtb. op deezen grond zynde voortgegaan, met de vereischte oplettenheid hebben geëxamineerd, al het geen tot de voorfz.fustenuen eenigünts relatie had, en zich thands onbezwaard vinden, om alle dezelve te verklaaren a\& geheel onwettig en ongegrond, als zynde daar toe, noch uit de primitive Inftelling van deeze Schuttery, noch uit het Privilegie van Keizer Karel den V. noch uit de Registers van Hun Ed. Achtb., noch uit het geavanceerde by het voorengenoemd Bericht, en noch veel min uit de gezonde reden of goede orde, het allerminfte bewys by te brengen: En dat Hun Ed. Achcb. diensvolgens de Leden van de voornoemde Schuttery, zo in 't algemeen, als ieder in 't byzonder gelasten, zich ten allen tyde by wettige oproeping, nevens hunne mede-Burgeren en Ingezetenen tot de Burger Compagnien deezer Stad te vervoegen, zonder prsetenfie te maaken, van als een feparaat Corps te moeten ageeren, veel min, dat aan hun de rang boven de Burger Compagnien competeeren zoude; maar liever indachtig te zvn L 3 aa»  166 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aan hec gene, uit naam van meergemelde Leden , by zeker Bericht in den Jaare 1774 ingediend, aart. ilun Ed. Achtb. wierd onder het oog gebragt:.' Dat Hun Ed. Achtb. overcuigd moeten zyn, dat ; de oprichting dier Hoven , zo hier als elders vry „ andere gronden en oirzaaken hebben gehad, wel- ke door de veranderingen der tyden, ook mi derzelver omfiandigheden van oïrzaak en gedaan-'' „ te veranderd zyn". Dat Hun Ed. .Achtb. des niet tegenflaande, altoos volvaardig zullen zyn > om de Schuttery voor- ■ noemd, in hunne inftitutie en verkrëgene PrivilëJ gien te maintineeren, en diensvolgens ook gezind!, zyn, om de Leden derzelve te laaten voortgaan in' de Exercitiën, die by derzelver primitive Inftelling, dé voornaame bezigheid 'van vyf tig perfoonen, (tot: welk getal het meergezegd Privilegie zich bor-j reerde) fchynt te hebben uitgemaakt, en beftaan] hebben in het fchieten na de Papegaai en den Doel j'; zonder dat ergens een woord wordt gefprooken van'i Exercitiën in den Wapenhandel, of andere Militail re Evolutien. Dat derhalven deeze Exercitiën niet zynde by de. hand genoomen, of voortgezet, op grond van ee-1 Eig Privilegie of feclufif recht, het gene tot zulke,! einden zoude verleend zyn, Hun Ed. Achtb. deswegens dezelve bedenkelykheden foveeren, die.] hun hebben aangezet, om by Publicatie van den, 24ften February deezes jaars, hunne goede Burge«, ry te vermaanen, om zich in de tegenwoordige., tydsomftandigheden teonchouden van byeenkorn-' ften, die te veel door hunnen aart en werkzaamheid van ordinaire Burgerlyke Gezelfchappen on-, derfcheiden zyn, of met den naam van Exercitie.v Genootfchappen beftempeld worden; hoedaanig dev: voornoemde Schuttery, fchoon zonder dezelve be-' naaming, zoude moeten worden aangemerkt. Dat Hun Ed, Achtb. nogmaals den inhoud dea voorfz. Publicatie ten vollen inhajreerende, vertrouwen, dac de Leden der voornoemde Schuttery,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 167 uit overtuiging van het abufive van hunne (tellingen, en prsetenfien, zich ook na den inhoud van dezelve zuilen gedraagen, van hunne gewoone Militaire Exercitiën afzien, en daar door uit den weg ruimen, de menigvuldige bedenkingen, die tegen het oogmerk van dezelve Exercitiën (om afzonderiyk te kunnen ageeren) uit naam van alle de Leden van den Burger Krygsraad deezer Stad, by Kequeste aan Hun Ed. Achcb. zyn onder het oog gebragt» Terwyl Hun Ed. Achcb. by ontftentenis hier van, dezelve zullen aanzien, als Ingezetenen, die hunne wettige Overheid ongehoorzaam zyn, en zorg draagen dat tegen dezelve, als zodaanigenzal worden geprocedeerd. Referveerende Hun Ed. Achtb. wyders derzelver deliberatien over de extenfie van het voorengenoemd Privilegie, door de Leden der Schuttery eigener authoriteic, zo wel ten aanzien der vermeerdering van het getal der Leden, boven het gene by hec Privilegie was bepaald, als met opzicht tot hec maaken van nieuwe Reglementen. N°. 1008. Advertentie van Mr. W. B. van den San theuvel, Oud-Burgemeester der Stad Dordrecht, betrekkelyk het gene hem op zyne reize met het Jacht van den Heer van Dongen is bejegent* Den Ondergeteekenden, met de uiterfie bevreemding en verontwaardiging in fommige Nieuwspapieren gezien hebbende, dat men het Publiek heefc willen inftigeeren, als of het geval, dat denzelven den 29ften Juny deezes jaars, mee het Jacht van den Heer van Dongen, in Zeeland, is bejegent, een gevolg zoude zyn geweest, van eene Weddenfchap van 4000 Guldens, door denzelven meteenen ongenoemden Perfoon aangegaan, om in de Steden van Zeeland te verfchynen, met het gemelde Jacht, voerende een zogenaamde Staaten Vlag; en geinL 4  168 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot formeerd zynde, dat, hoe weinig waarfchynelyfc-' heid 'er zich opdoet, dat een Man van zyne jaaren, vergezeld van deszelvs Vrouw en Kinderen, tot zulk een dolle ftap, in ftaat zoude kunnen worden gereekent, en hy vertrouwt, dat zyne denkwyze daar omtrent al te zeer bekend en gemanifesteerd is, 'er echter eenige niet verre denkende Menfchen, byzonder in Zeeland, gevonden worden , welke aan zo een opgeraapte en verzonnea leugen geloof komen te flaan ; zo is het: dat den Ondergeceekenden, ter overtuiging van alle ligtgeloovigen, en ter wegneeming van alle bedenkelykheid, welke uit deszelvs ftilzwygen zoude kunnen refulteeren, by deezen beloofd een premie vaa duizend Guldens te zullen betaalen aan den genen, welke met valabele, en voor het Gerecht der Stad Dordrecht genoegdoende bewyzen , zal kunnen aantoonen, niet alleen, dat hy die Weddenfchap heeft aangegaan, maar zelvs wanneer in voegen als boven zal kunnen worden beweezen, dat door hem eenig discours gehouden is, waar uit men met grond zoude kunnen en mogen opmaaken, dat van het aangaan van eene diergelyke Weddenfchap, eenige fchyn of fchaduwe voor handen is geweest. Voor het overige declareert den Ondergeteekenden, dat van alle de geinfereerde verbaalen, met betrekking tot het ganfche geval met het Jacht, 'er hem geen met de waarheid meer overeenkomende is voorgekomen, dan dat, 't welk den i6den July, ia de Zuidhollandfche Courant gevonden wordt, en dus, dat al wat door hem met het opzetten vaa de zogenaamde Scaaren Vlag is gefchied , voor een toevallige en dus geenfints voor een geprsmediteerde zaak, om eenige aanftoot te geeven, moet gehouden worden. (was geteekend) Mr, Willem Bartholomeus van den Santheuvel. Oud-Burgemeester der Stad Dordrecht. tókt  dg Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 163 N°. icog. Lyst der geplunderde Huizen, binnen Mid» delbwig; op den ay, 50 Juny, I en 2 ^ty 1787. Lucas van Steveninck, JWerf. Doiïor in de Lange- Noordjïraat, geheel en al. Dirk Kuypers, Mr. Timmerman in de Langevyle} geheel. Jacobus Vinke, Schryver op de Werf, in de LangeGortjlraat, geheel. Cornelis Clement, Wynkooper op de Vlasmarkt, geheel. Juffr. de Wed. van der Poest, op deVlasmarkt, geheel. Johan Hendrik Thehoff, Kruidenier op idem, geheel. Het Groot-Schuttershof over de Langevyle brug» geheel. Ifaac Bastiaanfen, Schoenlapper op de Koufieenfendyk, geheel. Jan Rozendaal, mede aldaar, geheel. Hendrik Jan Halrfman, op de Londonfche Kaay, geheel. Johan Philipfe, Mr. Glazemaker, mede aldaar, geheel. Johannes de Fremery, Nederduitsch Predikant alhier, geheel, uitgenomen een gedeelte der kostbaa- re Bibliotheek en één Bed. Jan van Efen, Griffier van de Rekenkamer* geheel. Gerrit Slêutelenburg, Winkelier in de Brakjtraat,, alleen beneden alles vernield en van hoven de Glazen. Hendrik van Berg, Graankooper in deSchuifflotftraat, beneden geheel en van boven de Glazen ingegooid. Jan Tris, Mr. MetzelaarinhetRygerftraatje, geheel» ndries Koster, Mr. Suikerbakker in de Gistjlraat* geheel. Anthony van Maren, Theekooper in denLangendelft» geheel. Hnbertus van Maren, Kamerbehanger in den Langer*» LI Hef»  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hermanus van Loon, Mr. Metzelaar op de Wat\ byna geheel. Jacobus Romaal, Mr. Kleermaaker in de Heerejlraats geheel. Jan Sanders, Grutter in de Seysflraat, geheel. Gerardus Beljard, Notaris op Seisdam, geheel. .N0. ioio. Bekendmaaking van de Regeering der Stad Middelburg, waar by eene pramie van iooo Guldens word uitgeloofd aan den genen, die Dr. Lucas van Steveningh leevend in handen van da Politie zal vseeten over te keveren, Burgemeefters en Schepenen der Stad Middelburg, in ervaaring zynde gekomen, dat Lucas van Steveningh Anthz., Med. Doctor, woonende binnen deeze Stad, zich vehement iufpecl: heeft gemaakt, van te hebben medegewerkt tot het vermeerderen van de oproerige beweegingen, welke fe= dert gisteren in deeze Stad zyn ontftaan. Zo is 't, dat Burgemeefters en Schepenen voornoemt, by deezen belooven eene pramie van één duizend Guldens, ten behoeven van den genen, die den voornoemden Lucas van Steveningh, leevend in handen van de Politie zal weeten over te leveren, zullende des Aanbrengers naam des begeerende, worden geiëcreteerd. Adtum in de Weth binnen Middelburg, den 30 Juny deezer. (My prefent) (was get.) M. Geene. EK  de Gebeurtenis Jen 'in 1787 enz. voorgevallen. 171 |>Jo0 ion. Waarfchouwing van Hun Ed, Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, betrekkelyk het Uj>roer, Plundering en Moord te Middelburg, De Staaten van Zeeland, allen den genen die deezen zullen zien of hoorcn 'leezeu, falut! doen te weeten. Dat Hun Ed. Mogenden met de uï'terfte aandoening hebben vernoomen, dat de Stad Middelburg, de plaats daar de Hooge Vergaderingen van het L/ind zitting houden, van de gezegende rust waar door zy, tot nog toe, boven veele andere Steden van de Republyk, heeft uitgeblonken, eensklaps vervallen is tot de grootfte desorde, en geworden tot een affchuwelyk toneel van Oproer, Plundering en Moord: dat Hun Ed. Mogenden wel moeten pryzen het loffelyk gedrag der goede Burgery, welke door onvermoeiden yver en moed heeft getracht deeze ongeregeldheden tot bedaaren te brengen, dat ook ten zeiven einde eenige Militie is ingeroepen, maar niet te min het kwaad zien toeneemen, en zo wel de Jufiitie als de gewapende magt der Burgery en Militie tratfeeren; en vermits foort-_ gelyke ongereldheden in geen Land van Jufiitie," veel min onder het oog der Hooge Regeering kunnen gedoogd worden. Zo is het, dat Hun Ed. Mogenden by deezen op het nadrukkelykfle verbieden alle faamenrottingen Van gewapende of ongewapende Perfoonen , die. niet uit ordre van ons of de Regeeringen der refpeftive Plaatfen zyn opgeroepen, ordonneerende aan de Militie onder onze gehoorzaamheid (taande, en alle onze Officieren en Justicieren % dezelve te weeren en zelvs des noods in geval van tegenftands krackidaadig met geweld te beletten ; dat wy ook een ieder die het aangaat op het erniligfte waarfchouwen, dat de Plunderaars en Oproerraaakers, als. mede Opftookers en Aanvoerders van dezelve naaralle (Irengheid van Rechten zullen worden geftrafc 5 en hebben wy nog goedgevonden te beloovea eene  tta Verzameling van Stukken betrekkelyk tut prajmie yan duizend Guldens, te betaalen aan den genen dieeenen Plunderaarof Oproermiakeropheeter daad gevat, in hinden van de Juftitiezal komen over te leveren, zodaanig dat dezelve van hec feit word overtuigd. ™5D 0p, daC niemant eeQige onweetenheid zou voorwenden, zal deeze worden alomme gepubliceerd en geaffigeerd, ter plaatze daar zulks gewoon is te gefchieden. Iand1?pSiJfi?ailen gea/resteerd, in 't Hof van Zeeland te Middelburg, den i July 1787. (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van de Heeren Staaten van Zeeland. (was get.) W. Am DE Beveren. 1012. Publicatie van Burgemeefters, Schepenenen Raaden der Stad Middelburg, behelzende eene betuiging, van te zullen blyven aankleeven de Staats, Stadhouderlyke en Stads Regeering, met den Prins Erf-Stadhouder {fc, Burgemeefters, Schepenen en Raaden der Stad Middelburg, gevoelende, dat de ongelukkige be- Tn6^ Wd at ie Supplianten zedert U Ed. Achtb. hebbed gelieven te 1 aten afficheren de Publicatie by U Ed. .Achtb op den tweeden deezer maand, tot herftel en behoud der rust, zo h^t mooglykwas, afgekondigd , van ter zyden zyn ontwaar geworden, dat by" dg goede Burgery immers byde voornaamften , bezadigften, beredeneerden en weldenkenften , meteen woord, by den bloem derzei ven, van harten gewerscht en vuuriglyk verlangt word, dat U Ed. Achtb. by het derde Lid van derzelver nadere Publicatie van opgemelde tweeden deezer, by welke U Ed. Achtb. zeggen: „ dat ü Ed. Achtb. hunne „ Gedeputeerden ter Staatsvergadering zullen af„ zenden, ten einde met de Gedeputeerden van de ,, andere Leden over de zaaken van den Lande te ,,' befoigneeren " zich eenigfints nader en minder jngewikkelt hadden gelieven te expliceeren, en op den voet als Heeren Burgemeefteren, Schepenen en Raaden der Stad Middelburg, by derzelver Publicatie dien zeiven dag aldaar insgelyks gepubliceerd en verklaard hebben, „ Dat  ie .Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 193. „ Dat U Ed. Achtb. zich eenltemmig en elk Lij M van dezelve voor zich in het byzonder, hebben „ vereenigd, om voor hun gevoelen te verklaaren , „ te zullen blyven aankleeven de Staats-, Stadhoui, derlyke en Stads Regeering, met den Prins Erf„ Stadhouder, bekleedende alle die Voorrechten en „ Rechten die hem by voorige Refolutien in de .,, jaaren 1747 en 1766 als Stadhouder, Erf-Stad„ houder en Erf-Heer deezer Stad zyn opgedraa„ gen, al het welk Hun Ed. Achtb. eenpaarig ver„ klaaren bereid te zyn, ten allentydekrachtdaadig „ te handhaaven, en aan die genen die daar toe be« „ hulpzaam willen zyn de nodige adfiftentie te ver,, leenen". En dat U Ed. Achtb. hunne Gedeputeerdens ter Staatsvergadering zullen afzenden ten einde dien conform met de Gedeputeerden van de» andere Leden, de zaaken van den Lande te helpen dirigeeren. Dat U Ed. Achtb. ten blyke van die Uwer Ed. Achtb. welmeenendheid en verkleeftheid aan de belangens van den Staat, van den Heer Prins ErfStadhouder, deszelvs Doorluchtig Huis onzen ErfHeer van deeze Stad, mogten goedvinden, de refpective Kerkenraaden der Hervormde en Geconniveerde Gemeentens binnen deeze Stad, by Refolutie van U Ed. Achtb. op het ernftigfte aan t© fchryven» van zorg te draagen, dat door de refpedtive Heeren Predikanten alle omzichtigheid gebruikt worde in hunne Predikatiën en Gebeden, en dezelve zich van alle aanftootelykheden vermyden, maar vooral hunne Gebeden zodaanig by vervolg inrichten, als dezelve by de Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten deezer Provincie, onze wettige en Hoogde Overheid, in de jaaren 174.7 en 1766 zyn geordonneerd geworden, zonder zich in hunne Predikatiën en Gebeden voor* der uit te laaten omtrent de Staatsverfchillen, wel* ke elders en onverhoopt binnen deeze Provincie nog zouden mogen fubfistéeren. Dat zy Supplianten daarenboven bevroeden, dafcl* £1. DfiEt. N ed*  194- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot onder de goede, bedaarde en bestdenkende Burgery eene heimelyke vrees zich verfchuild, of niet deeze Stad te eeniger tyd van elders buiten deeze Stad overvallen en ontrust mogte worden, die Burgery met blydfchap en verlangen wenscht, dat het Ü Ed. Achtb. behaagen mogte, den Boom en Ketting aan de refpeóïive Havens deezer Stad, by den IMagt gefiooten te doen houden, zo dat van buiten geen Schip binnen de/elve kan inkoomen, zonder dat het zelve by die van de Burgerwagt alhier onder het opzicht van hunnen Kapitein of commandeerenden Officier exactelyk gevifiteerd worde, en dat de by dage inkoomende Scheepen buiten confent van den Heer Regeerenden Burgemeester, of' den genen welke U Ed. Achtb. daar toe anders zullen gelieven te qualificeeren, niet zullen vermogen te losfen, en gehouden zullen zyn, alvoorens van hunne inhebbende Laading en Pasfagiers openingen opgave te doen. Dat het ook U Ed. Achtb. goedgunftiglyk, tot confervatie van de gemeene rust en onderling vertrouwen mogte behaagen, alle de genen van deBurgery, welke meer dan ingevolge U Ed. Achtb. Refolutie, betreffende de jongfte Wapenfchouwing, gepermitteerd is, in hunne Huizen zich mogten hebben gewapend en nog gewapend houden, op het ernftigfte te vermaanen, en des noods te ordonneeren onder het ftatueeren van zodaanige ftraffen, boeten of mulóïen, als U Ed. Achtb. naar derzelver meerdere kundigheden en prudentie zullen vermeenen te behooren, zich van die meerdere Wapenen daadelyk te ontdoen, en dezelve te Hellen in handen van dien Kapitein der Burgerwacht in wiens Wyk dezelve woonen, ten einde die Wap -nen in alle ililte alhier ten Stadhuize, of daar U Ed. Adhtb. het anders zullen gelieven te bepaalen, in veilige bewaaring gebragt zouden worden. En eindelyk, dat vermits de Publicatie betrekkelyk het voorgevallene van zeker bekend Hollands Jacht, door de Ed. Achtb. Heeren Burgemeesteren ea  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ipy en Schepenen deezer Stad den 2pflen Juny is gedaan publiceeren, en ü Ed. Achtb, by derzelver voornoemde nadere Publicatie verklaaren gerefolveerd te hebben dat die Publicatie zal worden ingetrokken, en zulks ordershalven door Heeren Burgemeesteren en Schepenen met efTed kan worden gedaan, zo , zoude de meergemelde Burgery niet minder genoegen gegeeven worden, ingevalle Heeren Burgemeesteren en Schepenen deezer Stad, op aanfchry ven van U Ed. Achtb. by eene Publicatie die intrekking daa« delyk gelieven daar te ftellen, ten einde de gedaane belofte van U Ed. Achtb. daaromtrent, volko* men effect forteeren mogte. En gemerkt de Supplianten alomme verneemen, dat dit voorenftaande de vuurige wenfchen en begeertens der Burgery zyn, en zy Supplianten als geplaatst door U Ed. Achtb. aan het hoofd der Burgery, gemeend hebben in alle decentie die verlangens niet te mogen verbergen voor IJ Ed. Achtb., maar zich verplicht reekenen alle dezelve onder het oog van ÜEd.Achtb. te moeten brengen, met reverentelyk verzoek, dat het UEd. Achtb behaagen moge, der Supplianten voorfz. verzoeken in naam en van wegens de goede Burgery te bewilligen, en van al het zelve by eene nog nadere Publicatie de Burgery daar van te verwittigen. Imploreerende hier op, vermits de criticque óm> Handigheid des tyds, U Ed. Achtb* favorabledispofitie zonder refumtie. >rr welk doende &c. Luitenant-Collonellen en Kapiteinen van den Burger Krygsraad der Stad Vlisfingen. Uit naam en last van dezelve, (geteekend) P. Jk Nortier, Secretaris* i  ïqó" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 1027. Extratl uit de Refolutien ten Raade der Stad Vlisfingen , behelzende dispofitie op boven» ftaande Request van Luitenant-Collonellen en Ka* piteinen der Burger Krygsraad van gemelde Stad. Saturdag den 7 July 1787. Is geleezen de Requeste van Luitenant-Collonellen en Kapiteinen van den Burger Krygsraad binnen deeze Stad, houdende: ,, dat zy Supplianten ,, niet anders van harten wenfchende dan dat de. „ rust tot hier toe zonder bloedvergieten en rui- neeren van goederen binnen deeze &c. Waar op zynde gedelibereerd, en geconfidereerd de noodzaaklykheid dat alles 'worde aangewend, liet gene tot gerustftelling der Gemeente kan verfirekken, hoe zeer Hun Ed. Achtb, reeds by Refolutie van den I7den Eebruary deezes jaars, (naderhand door den druk gemeen gemaakt) hunne waare gevoelens aingaande het mainctien der Conftitutie en jegenswoordige Regeeringsform, hebben open gelegd en ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden op den ééd aan den Lande gedaan, zonder eenige de minfte referve of achterhouding,verklaard,zich met de betuiginge in zekere Acte van verbintenis van eenige Leden en Ministers van Regeeringe en iuftitie in Zeeland, tot handhaaving van de waare hpublikeinfche Conftitutie, te vereenigen: is paribus votis goedgevonden en verftaan, dat conform het eerfte lid van der Supplianten verzoek, voor zo veel des noods, by Publicatie de waare intentie van Hun Ed. Achtb. aan de Gemeente zal worden bekend gemaakt, naamentlyk, dat Hun Ed.; Achtb. en ieder Lid van dien in het byzonder, voor hunne gevoelens verklaaren, dat Hun Ed. Achtb. zullen blyven aankleeven, de Staats-, Stadhouderlyke en Stads Regeering, met den Prins Erf Stadhouder, bekleedende alle die Voorrechten enRechten, die hem by voorige Refolutien in den jaare 1747 en 1766 als' Erf-Stadhouder en Erf-Heer deezer  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen» 197 zer Stad zyn opgedraagen, al het welk Hun Ed. Achtb. verklaaren bereid te zyn, kragtdaadig te handhaaven, en aan die genen die daar toe behulp, zaam willen zyn, de nodige asfiftentie verleenen. Dat voorts Hun Ed, Achtb. hunne Gedeputeerden ter Staatsvergadering zullen afzenden, ten einde dien conform met de Gedeputeerden der andere Leden de zaaken van den Lande te helpen derigeeren. En is by verdere deliberatie goedgevonden, dat conform het vierde lid van der Supplianten verzoek by deZelvde Publicatien zal worden verboden, zich te wapenen of gewapend te houden, boven .het gene by Hun Ed. Achtb. Publicatie van den li Augustus 1781 is geordonneert; zynde de te doene Publicatie in het Register der Publicatien en Ordonnantiën geinfereerd. Met relatie tot het tweede lid der Supplianten ■verzoek is goedgevonden, derefpe£tivePredikanten van de Gereformeerde Nederduitfche, Walfche en Engelfche Gemeentens, mitsgaders de Lutherfche en Mennonite Predikanten, voor zo veel desnoods, aan te fchryven, zich in hunne publieke Gebeden te reguleeren naar hec voorfchrift der Heeren Staaten van Zeeland van den 19 Juny 1747 en aöOctob.. 1767 voorfz., te vermyden alle reflexien over den ftaat en behandeling der publieke zaaken, zo binnen de Republiek als binnen de Provincie, een ieder met alle voorzichtigheid en befcheidenheid op te wekken tot de betrachting van alle Christelyke deugden, en de genade en zegeningen Gods af te fmeeken over Land en Volk. Ten aanzien van het derde Lid van voorengemelde Requeste, door Heeren Burgemeesteren gerapporteerd zynde, dat reeds de nodige ordres waren gefteld tot het plaatzen der Ketting in de Haven deezer Stad, is het verrichte geapprobeerd, en zyn Heeren Burgemeesteren verzogt, deeze za3k verder met overleg van den Burger-Krygsraad ts behandelen, N 3 E4v  ip8 . Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ' Eindelyk zo veel aangaat het laatfte lid van bo-i vengemelde Requeste, naamentlyk de daadelyke intrekking der Publicatie van de Heeren van de Weth deezer Stad, raakende het voorgevallene omtrent zeker Hollands Jacht, is goedgevonden dat daar van by Misfive aan de Heeren van de Weth zal worden kennis gegeeven, zynde voorlz. Misfive in het Register der uitgaande Misfivens geinfereert. En zal extract deezes aan Luitenant-Collonellen en Kapiteinen van den Burger-Krygsraad worden gedeputeerd. Acordeert met vcorfz. Refolutie ^ (was gei.) N. C. Lambrechtsen. N°. 1028. Publicatie van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Vlisfingen, waar by verklaar en: dat zy zullen blyven aonkleeven de Staats-, Stadhouderlyke en Stads Regeering, met den Prins ErfStadhouder, bekleedende alle die Voorrechten en Rechten, die hem by voorige Refolutien in de jaaren r747—1766 als Erf-Stadhouder en Erf-Heer van die Stad zyn opgedraagen: met aanmaaninge aan een ieder tot rust en ftilte, en met aflegginge van alle verdenking; aan eenen ieder en toefidande, die eenige befchuldiging heeft ten laste van eenen anderen, dezelve met befcheidenheid aan te geeven aan den Heer waarneemende de vacante Bailluage &c. Burgemeesteren en Regeerders der Stad Vlisfingen, allen.den genen die deeze zullen zien of höoren leezen, falut! doen te weeten; Dat wy op den 2den deezer goedgevonden hebbende, by eene openbaare Waarfchouwing een ieder aan te maanen om zich ftil en vreedzaam te gedraagen, verklaarende wy het ons een plicht te rekenen de wettige Conftitutie van het Land, benevens de Staats^  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallm. 199 Staats- en Stadhouderlyke Regeering, met alle de Rechten en waardigheden daar aan verbonden voor te ftaan en te handhaaven, zo wel als de Rechten en Privilegiën van ieder onzer burgeren en Ingezetenen, ontvangen hebben een Request van Luitenant-Collonellen en. Kapiteinen van den Burger Krygsraad, waar by dezelve eene nadere uitlegging onzer meening verzoeken, en wel ingevolge hec Declaratoir der Heeren van Middelburg, by Publicatie van den 2den deezer: Zo is het, dat wy, genegen zynde alles aan te wenden wat tot wegneeming van mistrouwen, en bevordering der rust en eensgezindheid dienen kan, goedgevonden hebben, voor zo veel des noods, en hoe zeer wy reeds by onze Refolutie van den I7den February deezes jaars, onze waare gevoelens ter Staatsvergadering hebben opengelegd, met eenpaarige ftemmen en ieder Lid van ons in het byzonder, voor ons ge-» voelen te verklaaren: Dat wy zullen blyven aankleeven de Staats-, Stadhouderlyke en Stads RegeeTing, met den Prins Erf-Stadhouder, bekleedende alle die Voorrechten en Rechten, die hem by voorige Refolutien in den jaare 1747—1766 als ErfStadhouder en Erf-Heer deezer Stad zyn opgedraagen, al het welk wy eenpaarig verklaaren bereid te zyn ten allen tyde kragtdaadig te handhaaven, en aan die genen, die daar toe behulpzaam willen zyn, de nodige asfistentie te verleenen; en zullen wy onze Gedeputeerden ter Staatsvergadering de nodige Inftructie geeven, ten einde dien conform met de Gedeputeerden van de andere Leden, de zaaken van den Lande te helpen dirigeeren. Wy hebben al mede by verdere deliberatie op den voorfz. Requeste, ter gerustftelling der Supplianten en van een ieder, die zich deswegens moge bekommeren, goedgevonden te verbieden, dat niemand zich zal mogen wapenen of gewapend houden boven het gene by onze Publicatie van den 11 Augustus 1781 is geordonneerd, op peene van verlies JN 4 <*e>  2co Verzameling van Stukken betrekkelyk ut der meerdere Wapenen, en eene boete van vyf- entwintig Ponden Vis. ten behoeve van den ïN'ederduitfchen Armen deezer Stad; en gelasten wy een ieder, die van meerder Wapenen, dan ingevolge onze voorige Publicatie mogt zyn voorzien, dezelven te ftellen in handen van den Kapitein der Wyk, waar onder hy behoord, kunnende nogthands een ieder, zich behoorlyk gedraagende, van onze befeberming verzekerd zyn, Wy vermaanen voor het overige een ieder tot rust en ftilte, met aflegging van alle verdenkingen, kunnende een ieder, die eenige befchuldiging heeft ten laste van eenen anderen, dezelve met bel'cheidenbeid aangeeven aan den Heer waarneemende de val cante Badluage deezer Stad, ten einde op eene wettige wyze te worden onderzogt, en de fchuldigen naar verdienden geftraft. Aldus gedaan ten Raade der Stad Vlisfingen den 7 July 1787. (was get.~) N. C. Lambrechtsen. 1029. Advertentie van Burgemeesters en Schepepenen der Stad Vlisfingen, waar by wordt bekend gemaakt, dat de Publicatie van den igften Juny laastleden, waar by eene premie van één honderd Zeeuwfche Ryksdaalders wordt uitgelooft op de ontdekking van liet voorgevallene op den z-jften te vooren, is ingetrokken. Burgemeesters en Schepenen der Stad Vlisfingen, allen den genen die deeze zullen zien ofte hooren leezen, falut! doen te weeten: Dat wy, om redenen ons daar toe moveerende, goedgevonden hebben, onze Publicatie van den 29ften Juny laastleeden, waar by beloofd wordt eene pramfie van één honderd ZeeuwfcheRyksdaalders, wegens hec voorgevallene pp. den 27flen te. YOCr  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, scx •vooren, mits deezen in te trekken en te dellen buiten effect:. En zal deeze worden gepubliceerd en geaffi^eerd ter plaatfe daar zulks gewoon is te geleideden. Aldus gedaan en gearredeerd by Burgemeesteren Schepenen der Stad Vlisfingen den 10 July 17S7. (Onder Jlond) my prefent. (geteekend) P. G. Schorer. 1030. Declaratoir ter onderteekening gefeponeerd ten Comptoire van den Notaris M. van Doorn Geene te Vlisfi-igen: blykens de Middelburgfche Courant'van den 26 July 1787. De Ondergeteekende, Burgers . en Inwooaers der Stad Vlisfingen, met de grootde vergenoeging gezien en ondervonden hebbende, de door de Ed. Achtb. Magiftraat, op verzoek van de Wel Edele Geftrenge en Manhafte Krygsraad deezer Stad, heilzaame aangewende poogingen, ter bewaaring der rust en veiligheid binnen dezelve; waar mede, onder' 't beduur der Godlyke Voorzienigheid, de verfchriklyke gevolgen van Burgertwisten niet alleen zyn geduit, maar ook de goede enwelmeenende Burgery is verzekerd geworden, van de braave en cordaate denkenswyze der Leden van voornoen), den Krygsraad, ons ten duidelykden gebleken, door derzelver bewerking by welgemelde Hunne Edele Edele Achtbaare, dat dezelve by Publicatie van den 7den deezer hebben gedeclareerd: " dat zy zullen „ blyven aankleeven, de Staats-, Stadhouderlyke „ en Stads Regeering, met den Prins Erf-Stadhou- der, bekleedende alle die Voorrechten en Rech„ ten, die hem, by voorige Refolutien in de jaa„ ren 1747 en 176Ö, als Erf-Stadhouder en Erf,, Heer, deezer Stad zyn opgedraagen, en aan d^e Nj ?» ge/  3Ö2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ genen, die daar toe behulpzaam willen zyn, de „ nodige adfiftentie zullen verleenen"; declareeren met dit manhaftig en vaderlandlievend gedrag, te neemen volkomen genoegen, oprechtelyk verzekerende, welgemelde Heeren voor alle onverhoopte en nadeelige gevolgen, voor zo veel in ons is, ten allen tyde te zullen guarandeeren, en hunne verdere poogingen tot maintien van rust en vryheid, ingevolge den ééd, door ons als Burgers deezer Stad gedaan, op de krachtdaadigfte wyze te zullen helpen handhaaven en verdeedigen. N°. 1031. ExtraSt uit de Refolutien van Hun Ed. Mo. genden de Heeren Staaten van Zeeland, nopens zaaken tot de Unie betrekking hebbende. In dato den 9 July 1787. By refumtie en ter voldoening aan Hun Ed. Mogenden Refolutie van den 22ften July jongstleeden, gedelibereerd zynde, op het Rapport, den voorfcreeven 22ften Juny ter Vergadering uitgebragt, uit naam van Heeren Commisfarisfen tot de ordinaire Befognes, hebbende, ingevolge en tot genoegdoening aan Hun Ed. Mogenden Refolutie Commisforiaal van den28ften daar te vooren, geëxamineerd eenige ftukken, betrekkelyk tot de tegenwoordige publieke zaaken, en breeder onder de voorfchreeven Notulen gemeld; en in achting genomen zynde, dat ten opzicht van de Commisfie op naam der Staaten van Utrecht gegeeven, aan eenige Heeren, om ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden te verfchvnen, het eene zekere waarheid is, dat Hun Hoog Mogenden en de Heeren Staaten der refpective Provinciën , die van Holland niet uitgezonderd, door menigvuldige daaden hebben erkend de wettigheid en Souvereiniteit der Vergadering van de Heeren Staaten van Utrecht, welke te Amersfoort haare zittingen houd en continueerd, zonder dat 'er iets tusfchen beiden gekomen is, waar door die  de Gebeurtenissen in T787 enz. voorgevallen, aoj die Vergadering ten aanzien van de Generaliteit, of der andere Provinciën, minder wettig zoude geWorden zyn; en vermits het een abfurditeit zoudo zyn, twee Souvereine Vergaderingen, in één en dezelve Provircie te erkennen, daar uit notoir volgt, dat de Vergadering, welke onderden naam van Staaten van Utrecht befchreeven is, door Hun Hoog Mogenden en de Provinciën, die de eerstgemelde Vergadering voor wettig gehouden hebben, niet kan worden erkend, noch de Commisfie op Gedeputeerden uit dezelve kan worden aangenomen; is mitsdien, zonder te treeden in hethuishoudelyke van de Provincie van Utrecht, goedgevonden en verftaan, volkomen te approbeeren de conduite der Heeren Ordinaris Gedeputeerden deezer Provincie ter Generaliteit, in het recufeeren van de nieuwe Gedeputeerden van Utrecht, gelyk Hun Ed. Mogenden zulks approbeeren by deezen; en zullen de welgemelde Heeren Ordinaire Gedeputeerden verder worden aangefchreeven, om nevens die van de andere Provinciën alle poogingen aan te wenden, dat dezelve nieuwe Gedeputeerden uk de Vergadering van Hun Hoog Mogenden worden geweerd, op dat de verdere verwarring in het Bondgenootfchap worde geprsvenieerd; dat Hun Edele Mogenden ook volkomen approbeeren, dat zy Heeren Ordinaris Gedeputeerden, inmiddels onder pro-, testatie tegen de prefentie der onwettige Gedeputeerden van Utrecht, in verwagting van fpoedigredres, ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden wederom op de voorkomende zaaken hebben geadvifeerd, en wyders dezelve auctorifeeren, om wanneer de Conclufie by meerderheid tegen hun Advis met de ftem der voornoemde onwettige Gedeputeerden wierd opgemaakt, alle hunne poogingen aan te wenden, zo by den Raad van Staaten, als daar het verder van vrugt zal zyn, ten einde zodaanige Conclufie voor geene wettige Refolutie van Hun Hoog Mogend.en worde gehouden» li  jso4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot En is wyders, hoe zeer het niet mooglyk is, de Heeren Ordinaire Gedeputeerden op alle gebeurlyke gevallen van een' bepaalde Inftructie te voorzien, en zulks aan de prudentie van dezelve Heeren moet worden toevertrouwd, blyvende by dê intentie, door deeze Provincie op onderfcheiden gelegenheden gemanifesteerd, goedgevonden en verlban, dezelve Heeren echter nog in 't generaal aan te fchryven: dat Hun Ed. Mogenden vastelyk gez-nd zyn, de Unie te blyven behouden met alle de Bondgenooten, zo lang zulks eenigfints mooglyk is, en alle hunne vermogens zullen emploijeeren, om de wanorden en inconftitutioneele demarches, die tegenwoordig den Staat beroeren , te helpen tegen gaan en herflellen; dat nogthands, indien onverhoopt, door een der Bondgenooten, de Unie wierd verbrooken, of geweldige ftappen ondernomen regen de Vergadering van Hun Hoog Mogenaen, eenige van derzelver wettige Leden, of andere Generaliteits Collegien, de Heeren Gedeputeerden deezer Provincie alsdan zullen moeten protesteeren, tegen zulke daaden van geweld, en referveeren aan Hun Ed. Mogenden, om in gemeenfchap met de andere Provinciën, die zich aan de Unie blyven houden, zodaanige maatregelen in 't werk te Hellen , als tot afweering van alle violentie zullen dienftig geoirdeeld worden. Dat ondertusfchen zy Gedeputeerden deezer Provincie, zo veel mooglyk is, met die der andere Provinciën , die by de Unie blyven, hunne Vergaderingen op eene veilige plaats zullen gehouden zyn te continueeren, daar van kennis te geeven, daar 't behoord, r aar exigentie van omftandigheden, en met den Raad van Staaten, in de eerfte en voornaamfte plaats zorg draagen, dat het wettig gezag en dispofitie van de Generaliteit over de Troepes van den Staat, en over de Generaliteits Kas worde bewaard, en vervolgens met dezelve te overleggen, welke mefures door de Provinciën zouden behoo- ren  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 205 ren genomen te worden, om de rechten van het Bondgenootfchap, mee alle vigeur en nadruk te vindiceeren. Zullende Extract deezer Refolutie aan meergemelde Heeren Ordinaire Gedeputeerden deezer Provincie ter Generaliteit, tot hun informatie en naricht worden gezonden. * Vervolgens by refumtie zynde gedelibereerd, op de Misfive van den Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden , aan de Heeren Staaten deezer Provincie, gefchreeven den I7den Juny jongstleeden, den 22ften daar aan volgende alhier ingekomen , en houdende de redenen, waarom de Raad van Staaten, niet had gedefereerd aan de prstenfe Refolutie van Hun Hoog Mogenden van deni5den daar te vooren, met de ftem der nieuwe Utrechtfche Gedeputeerden genomen; „ om in te trekken „ alle onlangs genomen Refolutien, betrekkelyk „ tot de Troepes ter Repartitie van Holland ftaande"; is goedgevonden en verdaan, dat dezelve Misfive ten fpoedigften zal worden beantwoord, en de Raad van Staaten daar by bedankt voor deszelvs betoonden yver en ftandvastigheid, in het bewaaren der Rechten van het Bondgenootfchap, met verzoek, om daar in te continueeren, en verzekering dat deeze Provincie niet zal nalaaten de loffelyke poogingen van den Raad eenigfints zo veel in haar vermogen is, te fecondeeren. ^Accordeert met voorfz. Register*  2c6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót ^r03^^J£x/^flffi uit het Reg^r der Refolutier van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland indato den 9 July 1787; waar by het gedram der Heeren Ordinaris Gedeputeerden van die Provincie laudeeren, over het helpen neemen van eenige Refolutien, inde maand Juny jongstleeden, betrekkelyk het Militaire wezen. Is goedgevonden en verftaan te approbeeren en te laudeeren, het gedrag by de Heeren Ordinaris Gedeputeerden deezer Provincie ter Generaliteit, gehouden, in het helpen neemen van eenige Refolutien in de maand Juny jongstleeden, en fpeciaal van die van den iften en roden, betrekkelyk tot het Militaire wezen, vermits Hun Ed. Moeenden dezelve aangezien hebben, als allerheilzaamst ingericht, tot behoud van de Conftitutie, en van den band der Unie, tot bevordering van het algemeene welzyn, en tot fnuiking der kwaadwillige oogmerken, die tegen het blykbaar belang van het Bondgenootfchap, en derhalven ook van deeze Provincie, wierden in het werk gefteld; zullende hier van by toezending van Extract Refolutie aan gemelde Heeren Ordinaris Gedeputeerden worden kennis gegeeven , ten einde met des te meerder grond en gerustheid op denzelven voet, als tot nog toe gedaan hebben, te blyven voortgaan. (Onder Jlond) Accordeerd met voorfz. Register* (was get.) w. A. de Eeveren. JN»,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 207 ,N°. 1033. Propofitie van den Raadpenfionaris Mr. L, van de Spiegel ter Staatsvergadering van Zeeland gedaan, betrekkelyk de beroertens in die Provincie plaats vindende. In dato den 9 July 1787» Edele Mogende Heeren! Daar de Vergadering van U Ed. Mogenden eenigen tyd heeft moeten afgebroken worden, door de akelige omfiandigheden waar in deeze Stad zich bevonden heeft, moet het buiten twyffel aan alle de Leden van Staat tot een hartelyke blydfchap ftrekken, dat de rust en publyke veiligheid in zo verre herfteld is, dat U Ed. Mogenden en de verdere Collegien van Regeering hunne raadpleegingen wederom kunnen aanvangen, en onbelemmerd voortzetten. Ik feliciteer U Edele Mogenden met deeze uitkomst, die ik wenfch en bidde, dat door den zegen van God Almachtig, en de voorzichtige be' fluiten van U Ed. Mogenden beftendig moge gemaakt worden! de opperfte Wysheid beftuure ten dien einde de deliberatien van U Ed. Mogenden, op dat ze ter bevordering van rust en vreede, en het waarachtig welzyn van het algemeen uitloopen! Ik zal, Ed. Mogende Heeren 1 geen patheticq verhaal doen van het gene in deeze beroerde dagen gebeurd is; de omftandigheden zyn by de meeste Leden deezer Vergadering maar al te versch in geheugen, en ik wenfchte veel liever alle gedagtenis derzelve aan het Nageflacht te kunnen onttrekken; maar laat het my alleen gepermitteerd zyn, U Ed. Mogenden te herinneren, hoe de bekommering van Commisfarisfen van Staat ongelukkiglyk is bewaarheid, wanneer zy, by hun Rapport van den I2den February deezes jaars, aan UEd.Mogenden onder het oog bragten : „ dat de generaale oirzaak „ der oneenigheden in de Provincie alleen te vin„ den was in de Partyfchappen, waar door den ee- $, nen  So8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 9i nen Burger zich van den anderen onderfcheid, eö „ die op differente wyzen werden voortgeplant en ,, aangekweekt; terwyl het evenwigt van de eene ,, Party boven de andere of het exces van drift, „ of particuliere gebeurtenisfen, de byzondere oir„ zaaken zyn waarom de oneenigheden op fommi. ge Plaatfen, eer en meer, tot daadelykheden uitbarften dan op anderen , fchoon het echter te „ vreezen zy, dat alle plaatfen van de Provincie, „ vroeg of laat, haar deel in die ongelukkige uicerften zullen hebben". Het zy verre van my, dit op te haaien, met oogmerk om eenig verwyt te doen aan de genen, die in dien tyd het gevaar nog verre af rekenden; hec gefchied alleen om te vertoonen, waar de wortel van het kwaad te zoeken is; en dat zo lang deeze niet is uitgeroeid, -men zich te vergeefs metdebeftendigheid der tegenwoordige kalmte zoude vleijen : het vuur dat onder ons gewoed heeft, is wei onder de asfche gedempt, maar het fmeult nog, en het kan op het onverwagtfte , met veel grooter woede ontbranden. De oogen van het ganfche Land zyn nu op de by~ eenkomst deezer Hooge Vergadering geflagen: in derzelver hand is menfchelyker wyze de rust of onrust van de geheele Provincie, indien de nieuwigheden, die onder de fchyn van herftelling, onze oude wettige Conftitutie en Regeeringsform hebben aangevat en met omkeering gedreigd, nu nog langer worden gedoogd; indien met onverfchilligheid word aangezien, dat de grondwetten en rechten van het Bondgenoodfchap nog langer door overmagt, met voeten getreeden worden , indiende Prins Erf-Stadhouder en het Huis van Oranje nog langer by fommige het voorwerp van laster, hoon en vervolging moet zyn; dan vreeze ik, dat het ongenoegen onzer beste Ingezetenen, en de drift der Gemeente, noch op verre na niét geftild is; maar vonden U Ed. Mogenden goed, hare en handen te vereenigen j om mede te werken in die maat- ïege-  r - * • 1 de Gebeürtenisferi in 1787 enz. voorgevallen* 2ö# regelen, waar voor zo veele duizenden van Ingezö» tenen, hunne dankzegging by eerbiedige Adreslen , in het begin deezes jaars, hebben te kennen ge* geeven: geliefden U Ed. Mogenden alle de haate* lyke nieuwigheden eens vooral te verbieden er* krachtdaadig tegen te gaan; inclineerden U Edele Mogenden om Provinciaal zulk een ronde verklaa* ring omtrent het Erf-Stadhouderfchap te geeven, als door fommige Steden by deeze gelegenheid gedaan is; mogt die verklaaring daadelyk gevolgt worden, door eene Inftructie aan de Gedeputeerden ter Generaliteit, om alle hunne poogingen aan te. wenden met de Gedeputeerden der andere Provin« cien die in dezelve gevoelens ftaan, ten einde zyne Hoogheid wederom in den Haag worde geroepen, en in de uitoefening zyner wettige Voorrechten herfteld, om alzo gemeenfchappelyk te kunnen medewerken tot redding van het Vaderland ; en mogten alle de rampzalige twisten gefmoord worden door het afkondigen van een generaale vefgeetelheid en vergeeving van al het gepasfeerde tef oirzaak van Burgerlyke onlusten, van het jaar l7l°» tot heden toe, zonder uitzondering van iemand, dan alleen van dezulke, die zich buiten dien, aan misdryven hebben fchuldig gemaakt, waar door in de famenleeving niet kunnen worden geduld? dan Ed. Mogende Heeren 1 en dan alleen, heb ik lioope en verwachting, dat de onrust zalbedaarehi dat ü Ed. Mogenden zich weder als te vooren aan het hoofd zullen bevinden van een ftil en gezegend Land; dat het,wantrouwen en de verdenking uit het bellier der zaaken verbannen zynde, U Edelo Mogenden al hun zorg en yver zullen kunnen be* fteeden tot vermeerdering van alle de takken vatt >s Lands welvaart; ja dat eindelyk het gezag der Wetten en der Hooge Overheid, zonder welke gene Burgerftaat gelukkig kan zyn , eens met nadrüK zal kunnen gehandhaafd worden. Ik neem de vryheid deeze of diergelyke maatregelen aan de wysheid yan ü Ed* Mogenden. aan te * XI. Deel. O - b«?  $iq Verzameling van Stukken betrekkelyk tot beveelen; maar het is thands, daar de gemoederen zo geweldig aan 't gisten zyn, geen tyd, om langduurige deliberatien over deeze poincten te houden ; het uitflel van het befluit zou doen vermoeden, dac het fchoorvoetende was genomen ; indien derhalven myne repraefencatien als Miniscer van Staat, ooit van eenigen ingang by U Ed. Mogenden geweest zyn, verzoek en bid ik, om de liefde van ons dierbaar Vaderland, dat het thandsmo. ge blyken, en dac U Ed. Mogenden ten fpoedigften zodaanig gelieven te refolveeren, als Hoogscdezelven in de tegenwoordige omfiandigheden zullen oirdeelen tot den mees ten dienfle van den Lande te behooren. N*1. 1034. Propofitie der Heeren Gedeputeerden wegens de Stad Middelburg, over het zelvde onderwerp ter Staatsvergadering gedaan. In dato den o ïuh 1787. J 3 Edele Mogende Heeren! De Heeren Gedeputeerden van Middelburg zyn door de Heeren hunne Committenten gelast, aan U Edele Mogenden voor te draagen-, om in deeze hagchelyke tydf omfiandigheden, daar de verdeeldheid en partyfchappen, waar van de uitkomst niet te voorzien is, fteeds blyven voortduuren, daar de fources van ons beltaan geheel opdroogen, de zuilen van de Republyk aan 't waggelen zyn, en alles eengeheelen ondergang fchynt te voorfpellen, op het exempel van voorige tyden , maandelykfche Bedeftonden te houden, in de publieke Kerken binnen deeze Provincie, ten einde den Almachtigen Sn de roede te vallen, zyn flaande hand te erkenden, en op het ootmoedigst af tefmeeken, dathefc Hem goedgunfhg behaagen mogt, deeze wel eer zo gezegende Republyk en Provincie, voor alle verdere rampenen onheilen genadig ce behoeden, de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, iii de gemoederen van Overheden-en Ingezetenen toe eendracht en vreedelievendheid te neigen, en alzo" deszelvs ftrafgerichten in zegeningen veranderende, door een voorlpoedige uitkomst het lieve Vaderland wederom tot deszelvs voorigen luilter, aanzien en vastigheid te herftellem (Onder ftond) Uit naam der Heeren Gedepüteerdeii van Middelburg. (was get.) J. H. Schörer.- N . 1035. Propofitie der Heeren Gedeputeerden der Stad. Vlisjingen, over het zelvde onderwerp ter Staatsvergadering gedaan^ ln dato den 9 Juty 1787. Edele Mogende Heeren I I Daar in deeze ongelukkige tyden door 's Lands Regenten alles behoord te worden aangewend, omi alle opgevatce bekommering, hoe zeer ongegrond y tegen te gaan, en de Ingezetenen in te boezemen een volkomen gerustheid op de waakzaamheid van 't beltuur, zyn wy door de Heeren onze Committenten fpeciaal gelast, UEd.Mogenden in confidentie te geeven, of UEd. Mogenden niet zoudeö. kunnen goedvinden de nodige ordres te ftellen ,dac ten gewapend Vaartuig worde in dienst gefield, om te kruisfen rondsomme dit Eiland, en fpeciaal omtient de Stad Vlisfingen, ten einde alle landingen van gewapende Manfchappen buiten kennis van tl Edele Mogenden te verhinderen* (Onder ftond) Üit naam der Heeren Gedeputeerdefl van Vlisfingen.- Cv as geti) N. C. LambrecHXsèn'. •# O a m  312 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet JNQ. 1036. Propofitie der Heeren Gedeputeerden vattA de Stad Veere, ter Staatsvergadering van Zeeland ', gedaan over het zelvde onderwerp, in dato den 9 July 1787. Edele Mogende Heeren! In zulke omftandigheden van tyden, als men tegenwoordig ongelukkig beleeft, eischt de voorzichtigheid, dat alles wat kwaade impresfien kan veroirzaaken, of aanleidinge tot nieuwe disordres zoude kunnen geeven, worde weggenomen, of ten minden gepravenieerd. 'Er heerfcht in dit Eiland een algemeen gerugt» dat het zelve of mooglyk wel de gantfche Provincie., gevaar zoude loopen van buiten geattaqueercf te worden, door toedoen van zulke Menfchen % welker fysthéma niet overeenkomt met dat,'twelk men thands als alhier meest algemeen geadopteerd, kan en moet befchouwen. Om de vreeze, welke daar uit gebooren word, en wel eens weder kwaade gevolgen zoude kunnen voortbrengen, weg te neemen, midsgaders hier omtrent de vreesachtige Gemeente eenigfints gerust en in zekerheid te Hellen, meenen de Gedeputeerden van Veere, dat men op middelen behoorde bedagt te zyn, welke tot dat einde het beste zullen geoirdeeld worden; en het is daarom dat zy zich verplicht achten, U Ed. Mogenden incon-: fideratie te geeven, om het onderzoek van ditpoindt aan een Commisfotiaa! Befogne te renvoijeeren, en H eeren Commisfarisfen te verzoeken, om hoe eerder zo beter hunne gedagten hier op aan deeze Ver-, gadering te fuppediteeren. (Onder fond) In naam der Gedeputeerden van de Stad Veere. (was get.) D. P. Mauregnault.  %e Gebeurtenis/en in 1787 enz. veer gevallen. 213 No. 1037. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, waar in onder anderen word verboden, dat geene gewapende Manfchapptn , 't zy Burgers of Militairen van buiten dn Provincie in dezelve zuilen mogen trekken, dooi pas leer en, of van de eene plaats van de Provincie naar de andere zich begeeven, zonder expresfe ordre van gemelde Heeren Staaten of derzelver Gecommitteerden &fc - De Staaten van Zeeland, allen den genen die deezen zullen zien of hooren leezen, falutl doen te weeten. Dat wy tot gerustftelling van onze Ingezetenen, en om andere goede redenen ons daar toe moveerende, hebben goedgevonden te ftatueeren, gelyk wy ftatueeren by deezen : dat geene gewapende Manfchappen, 't zy Burgers of Militairen van buiten deeze Provincie in dezelve zullen mogen trekken, doorpasfeeren, of van de eene Plaats van de Provincie naar de andere zich begeevenzonder expresfe ordre van ons, of onze Gecommitteerde Raaden , of op Patent van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prins van Oranje, als Kapitein-Generaal deezer Provincie, met attaché van onze Gecommitteerde Raaden; op poene, dat zodaanige Manfchappen als Vyanden zullen worden behandeld, en met de magt van het Land tegengegaan. Dat wy ook verbieden het vervoeren van Kanon, Wapenen of eenige Ammunitie van Oorlog, zo binnen als naar en van buiten deeze Provincie, zonder permisfie van het Collegie ter Admiraliteit alhier refideerende, op pcene van Confiscatie. En eindelyk, dat wy goedgevonden hebben by onze Refolutie van heden, het gemelde Collegie ter Admiraliteit te auctorifeeren, om op de nakominge deezes, zo veel mooglyk, acht te geeven, cn ten dien einde eenige gewapende Vaartuigen in dienst te Hellen, tot beveiliging van de Zeegaten en StroQmen deezer Provincie, O 3 Esj  .■«14 Verzameling van Stukken betrekkelyk to$ En op dat niemand eenige onweetenheidzou voorwenden, zal deeze alomme Worden gepubliceerd ten geaftigeerd, ter plaatle daar zulks gewoon is te gefchie.icn. Aldus gedaan en gearresteerd in 't Hof van Zeeland te Middelburg, den 12 July 1787. (Onder Jtond) Ter Ordonnantie van de Staaten van Zeeland. (was get.) W. A. de Beveren. N0. T038. Waarfchouwing van Heeren Gecommitteer* de Raaden van Zeeland, betrekhtyk veelei lei zeer veires,aarde di-oders en oproerigheden binnen het Eiland van Zuidbeveland gepleegd. De Gecommitteerde Raaden van Zeeland, allen, den genen, die deeze zullen zien of hooren leezen , falut! doen te weeten. Dat alzo wy tot ons leedwezen zyn geïnformeerd, dat door eenige kwalykgezinde Lieden bin* nen het Eiland van Zuidbeveland, uit eene verkeerden yver by de tegenswoordige tydsomftandigheden, vcelerlei zeer verregaande disorders en oproer/gheden zyn gepleegd, tot aanmerkelyk nadeel der goede en vreedzaame Ingezetenen. Zo is 't, dat wy daar in willende voorzien, hebben goedgevonden, alle In-en Opgezetenen binnen het voornoemde Eiland van Zuidbeveland, op bet allerernftigfte te recommandeeren en gelasten » gelyk wy doen by deezen, om zich te onthouden van alle faamenrottingen, dreigementen en 't pleegen van daadelyk molest aan eenige Perfoonen, Huizen of Goederen, van wie of onder hotdaanig vporwendzel zulks ook zoude mogen zyn, mitsgaders om zich in het generaal te wagten van alles, ^aar door de openbaare rust in eeniger manieren zoude  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 215 aoude kunnen worden geftoord, beveeiende een ieder van wat ftaat of conditie hy zy , zich als ftilie en vreedzaame Ingezetenen te gedraagen, en niemand in zyn Perfoon of Goederen te beleedigen; alles op poene, dat die zich, na het doen van deeze onze welmeenende en emftige Waarfchouwing, aan iets van al het bovengemelde mogten fchuldig maaken, als Verftoordcrs van de openbaare rust, op het rigoureufte en zelvs naar exigentie van zaaken , met de dood zullen worden geftraft. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude voorwenden, zal deeze binnen de Stad Goes worden gepubliceerd, en aldaar, mitsgaders alomme ten platten Lande in het Eiland van Zuidbeveland, geaftigeerd ter plaatze, daar men gewoon is Publicatie cn Aftjxie te doen. Aldus gedaan en gearresteerd in 't Collegie der Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland, in 't Hof aldaar te Middelburg, den 18 July 1787. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van den welgemelden Raad. (was get.) W. A. de Beveren. O4 N«  Verzameling van Stukkên betrekkelyk tot Jï% 10^9. Publicatie van Burgemeefters en Raaden Regeerders der Stad Goes, waar by bekend maaken, dat eenige Heeren die onder verdenking wam ren, ais of zy over de publyke zaakenen over de Regeering het met de andere 'Leden niet eens war en, in den Raade als Lieden van eer en met de plech-, tigfte verzekeringen voor hun gevoelen hebben ver* klaard, te zullen blyven aankleeven en helpenhand* Jiaaven de Staats-, Stadhouderlyke en Stads Re* geering met den Prins Erf-Stadhouder &c. Burgemeesters en Raaden, Regeerders der Stad, Goes, hebben nodig geoirdeeld in deeze conjunc* ture van tyden, aan de Gemeente bekend te maaken, dat de Heeren Pieter Ossewaarde Pz., Mr, Wilhelmus Christianus de Crane, Petrus Axexander Boreel de Mauregnaultch Johan Hendrik Eversdyk, welke meenen in verdenking te zyn, als of zy over de publyke zaaken en over de denkenswys over de Regeering 't met de overige Leden van Hun Ed. Achtb. niet eens zyn; op heden in den Raad, daar toe extraordinair en op den ééd geconvoceerd, onbewimpeld, als Lieden van eer en met de plechtigfte verzekeringen voor Hun gevoelen hebben verklaard: te zullen blyven aan« kleeven, helpen handhaaven de Staats-, Stadhouderlyke en Stads Regeering met den Prins Erf-Stadhouder, bekleedende alle die Voorrechten en Rechten die zyne Hoogheid by voorige Refolutien in de jaaren 1747 en 1766 zyn opgedraagen. Vertrouwende Hun Edele Achtbaaren, dat deeze Verklaaring, met welk Hun Ed. Achtbaaren genoe^ gen hebben genomen, ook die gezegende uitwerking zal hebben, dat gemelde Heeren zullen bly^ ven ondervinden de toegenegenheid, achting en eerbied van alle Burgers en Ingezetenen zonder onderfcheid, even gelyk de overige Leden van den Raad daar van de overtuigende blyken hebben; op dat al?p de rust, eendracht en eensgezindheid bia- EC2  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 217. een deeze Stad, onder den Godlyken zegen, mag worden bevorderd en bevestigd. En op dat niemand hier van onweetenheid zoude hebben, zal deeze worden gepubliceerd, met den druk gemeen gemaakt en alomme geaffigeerd. (Onder ftaat) My prafent. (was get.) A, W. van Otters. N°. 1040. Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, aan den Heere Erf-Stadhouder, over het arresteeren van Haare Koninglyke Hoogheid &c. Doorluchtig, Hoog Gebooren Vorst env Heer! Uit eene Misfive van Uwe Doorluchtige Hoogheid , van den 29ften laatstleeden, en nader uit eene Misfive van Haare Koninglyke Hoogheid, van den 2den deezer, vernomen hebbende, dat Hoogstdezelve op haare reize van Nymegen naar 's Hage, dooreen party gewapende Manfchappen, uitnaam der Heeren Gecommitteerden van de Heeren Staaten van Holland was opgehouden, en eenigen tyd in eene nauwe detentie bewaard, zyn wy zeer gevoelig aangedaan geweest over deeze infulte; en het was ons byzonder welgevallig, dat onze Gedeputeerden ter Generaliteit , met die van Gelderland, Utrecht en Friesland hebben medegewerkt, om de krachtigfte en geïtereerde inftantien by Hooggemelde Heeren Staaten van Holland over deeze zaak te doen. Wy hebben ook by onze Refolutie van heden , welgemelde onze, Gedeputeerden aangelchreeven , om zonder ophouden te continueeren in derzelver poogingen, ten einde dit voorgevallene op eene P 5 «o«-  at8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot corjvenable wyze te doen repareeren, en aan Haare Koninglyke Hoogheid eene behoorlyke fatisfactie te doen'erlangen. Hier mede Doorluchtig, Hoog Gehoor en Vorst en Heer! zullen wy God Almachtig bidden, Uwe Hoogheid lange jaaren by gewenfchte lyfsgezondheid en vermeerdering van ailen Vorflelyken welftand en eere te willen behouden! Ju 't Hof van Zeeland te Middelburg, den 16" July 1787. Uwe Hoogheids goede Vrienden, De Staaten van Zeeland. Ter Ordonnantie van dezelve. (was get.) W. A. de Beveren. K°. 1041. Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, aan Haare Koningl. Hoogh, Mevrouwe "de Princesfe van Oranje en Nasfauw, over het zelvde onderwerp. DoORT.rcHTICSTE , KONINGLYKE PrINCESSE en Vrouwe i Uit de Misfive, welke Uwe Koninglyke Hoogheid aan ons heeft gelieven te adresfeeren, uit Nymegen den 2den deezer, omftandig geïnformeerd 1 zynde van de zo onaangenaame als onwaardige ont- 3 moeting, aan Uwe Koninglyke Hoogheid bejegend, I op Hcogstderzelver voorgenomen reize naar *s Ha- I ge, hebben wy ons niet genoeg kunnen verwonderen over deezen violenten flap, in allen opzichte I aanloopende, niet alleen tegen de égards, welke de illuflre geboorte, betrekkingen en perfonecle hoedaanigheden van Uwe Koninglyke Hoogheid recht hebben te vorderen, maar zelvs aanloopende te- I gen de onfchendbaare Rechten, aan yder particulier  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, aige lier Ingezeten competeerende, van in een vry Land een vry een veilig transport van zyn Perfoon ea Goed te moeten hebben. Wy hebben ondertusfchen met welgevallen verEoomen, dat onze Gedeputeerden ter Generaliteit aanftonds hunne poogingen hebben in 't werk gefteld, om wegens Hun Hoog Mogenden gepaste inftantien by de Heeren Staaten van Holland over dit voorval te doen, terwyl wy verder by onze Refolutie van heden, de "gemelde onze Gedeputeerden hebben aangèfchreeven, om te continueeren in derzelver efforts, ten einde deeze zaak op eene convenabele wvze te doen repareeren, en aan Uwe Koninglyke Hoogheid een behoorlyke Satisfactie te doen erlangen. Waar mede Doorkichtigfte, Koninglyke Princesfe en Vrouwe! zullen wy God Almachtig bidden, Uwe Koninglyke Hoogheid lange jaaren by gewenschte gezondheid en vermeerdering van allen Vorltelyken welftand en eerc te willen behouden! In 't Hof van Zeeland te Middelburg, den iS july 1787. Uwe Koninglyke Hoogheids dienstwillige goede Vrienden , De Staaten van Zeeland. Ter Ordonnantie van dezelve, (was get,~) W. A. de Beveren,  »2o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ■N0. 1042. Extract, uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, waar by de Ordinarii Gedeputeerden ter Generaliteit worden gelast, te declareeren: dat Hun Ed. Mogenden.van gevoelen zyn, dat voor eenige Vreemde Mogendheid tot bemiddeling van de verJchillen in de Republiek plaats vindende, in te roepen, alvoorens confiitutioneele middelen, die door het verbond van de Unie worden aan de hand gegeeven, moeten worden te werk gefield £fc. In dato den 30 July 1787. Is na deliberatie goedgevonden en verffaan, dat de Heeren Oidinaris Gedeputeerden, deezer Provincie, zullen worden aangèfchreeven en geauttorifeerd, zo als gefchiedt by deezen, om ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden te declareeren: dat Hun Ed Mogenden niet minder als de Heeren Staaten vao Holland zyn aangedaan over het gevaar van de tegenwoordige omfiandigheden, en dat zy de droevige gevolgen daar van even zeer apprehendeeren. Dat deeze Provincie altoos genegen is geweest, om niets onbeproefd te laaten, 't geen flrekkenkan tot herfhlling der zo zeer gewenschte eendracht, en tot inflandhouding der Unie, waar by zy plechtig verklaart volvaardig te willen blyven perfeveeren. Dat Hun Ed. Mogenden hartelyk wenfehen, dat de disfenfien en verwyderingen, dewelke in verfcheide Provinciën, over objecten van diverfen aart zyn ontftaan, en die tot beklaaglyke uiterflens, ten kosten van wettig verkreegene Rechten, politieke Vryheid, en perfoneele veiligheid zyn geklommen, door de Bondgenooten zelvs, en zonder tusfeheckomst van eenige vreemde Mogendheid mogen bemiddelt en vereffend worden. Waar toe het Verbond van de Unie middelen aan de hand geeft, welke nog niet met dien «f&é door de Schutters van het > Schuttershof de Busfe op den 27 July 1787, » Ss^.de M-Ackthaare Ik beloove en zweere, dat ik 's Lands aloude Conftitutie en de Hechten van den Prins Erf Stad. houder, zo als de Regeering deezer Stad, deswe gens by Publicatie van den 2den deezer maand haar gevoelen heeft geopenbaard, ten allen tvde zal handhaaven, en helpen handhaaven, zonder my ook of ooit te bemoeijen, of in te Jaaten, in cl fprekken Byeenkoml en, ongewoone WapenoeffeCingen of andere daaden, die in de bedoeling of L de gevolgen tot eenige verandering van deeze denkenswyze zouden kunnen ftrekken, en dat ik my voorts als een ft,l, vreedzaam, en myn OverS m de uitvoering van deszelvs beveelen en o £ S^ei*eh°0rZaam' Bür2er e« Inwoonde? Zo waarlyk £ff. *  ö24 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N '. 1044. Publicatie van Burgemeesters, Schepenen m I Raaden der Stad Middelburg, over de op nieuvf uitgeborfiene onrustige beweegingen &c. Burgemeesters, Schepenen en Raaden der Stad; Middelburg, in Zeeland, doen te weeten : Dat wy ten uicerften zyn aangedaan oyer de onrustige beweegingen, die wederom op nieuw zyrt uitgeborften, niet tegenftaande alle de voorzorgen » die door ons nog kortelings zyn in 't werk gefteld, en die het blykbaar genoegen van elk Ingezeten hebben weg gedraagen, gemeent hebben andermaal, te moeten nagaan de oirzaaken van dezelve bewee-' gingen, en die alleen gevonden hebben in den voort-, duurenden afkeer van die Perfoonen, die in de voorige commotie het voorwerp van haat zyngeweesc, en federt dien tyd, niet tegenftaande derzelver ontwapening tot heden gebleeven zyn, waarfchynelyic Uit een vrees, dat hunne denkenswyze over da Conftitutie van het Land, en de Rechten van den Prins Erf-Stadhouder verfchillende was van de gevoelens van alle overige Ingezetenen, en van die? genen, die wy by onze Publicatie van den 2den deezer eenpaarig verklaard hebben de onze te zynDat wy, ten einde deeze vrees weg te neemen,. allen afkeer te verwyderen, en door het onze toe» te brengen, om de denkenswyze over het voorfz„ onderwerp, by alle de Burgers en Ingezetenen deeZer Stad, zonder onderfcheid, en is 't mooglyk,, door de geheele Provincie eenftemmig te maaken* het kwaad in den wortel aan te tasten, alle de voorfz. Perfoonen voor ons hebben ontboden, het een en ander aan hun voorgehouden, en hiervan hetheug]yk en bekend gevolg hebben gehad, dat dezelve de voorfz. gevoelens, onder het aanroepen van Gods Naam, voor de hunne hebben verklaard en aangenomen, om met achterlaating van alle ongewoone Byeenkomften . WapenoefTeningen. of andere handelingen, die in de bedoeling of gevolgen, tegen de voorfz. gevoelens zouden inloopen, 8 - zich.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 225 zich als ftille en gehöorzaame Ingezetenen te gedraagen; in vertrouwen met Hun Ed. Achtb , dat Iiier door alle verwydering zoude geweerd, en zy wederom, als voor deezen, in de Burgerlyke fa'menleeving met genoegen ontvangen worden. Dat wy derhalven ook dit vau alle onze overige Burgeren en Ingezetenen verwagten, en hartelyk wen. fchen, dat hier door de rust herfteld, de eensgezindheid herbooren, en den weg gebaand zal worden , om met vereenigde harten en handen aan den opbouw van den vervallen ftaat, elk in zynen kring en roepinge werkzaam te zyn. Terwyl by onverhoopte ontftentenis hier van, en by verdere voort, duuring der beweegingen, wy vastelykgezind zyn, de Perfoonen en Goederen van alle onze Ingezetenen, welker zorg aan ons is aanbevolen, tegen alle Violentie, met de middelen, die wy in handen hebben, te befchermen; en daarom, wanneer men onverhoopt tot dezelve den tóevlugt mogt neemen, elk en een iegelyk, zo Mans, Vrouwen, als Kinderen, (voor welke laatfte de öuders aanfpreekelyk zyn) by deezen willen gewaarfchouwd hebben, om, zo hy niet als deelgenoot van zodaanige ftrafbaare beweegingen wil worden aangezien, zich van ftraat te begeeven, en daar door zich zelvs te bevrydèn voor de gevaaren, die hen anderfints, met de Schuldigen, ongelukkig te wagten ftaan; blyVende voorts onze voorgaande Publicatien tot Vei-, bod van alle famenrottingen en geweld volkomen en in haar geheel. En op dat niemand hier van eenige ignorantie ^pretendeere, zal deeze worden gepubliceerd en geaftigeerd, daar men gewoon is Publicatie en Affixie te doen. Acïum ten Raade der Stad Middelburg deezen ft7 July 1787. (Onder fiond) My Prasient. (was get.) Pl» Changoion. XI. Deel. P No.  226 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N . 1045. Publicatie van de Regeering der Stad Middelburg, waar by zodaanige Burgers, die abfent zyn geweest by het doen van den ééd, gedagvaard worden om die te komen doen. Burgemeesters, Schepenen en Raaden der Stad Middelburg in Zeeland; verneemende, dat 'er buiten de Lellen der Schuttery, die op voorleedea Vrydag den bekenden ééd hebben geprefteerd, nog eenigen zyn, die door derzelver afwezigheid buiten de Stad. het zelve niet hebben kunnen doen, hebben gemeend by deezen te moeten bekend maaken; dat den voorfz. ééd aan dezelve abfent geweest zynde Leden, insgelyks zal worden voorgehouden, en op dezelve wyze, als ten voorfchreeven dagen afgelegd; ten welken einde zy den agtften der aanitaandeu maand Augustus, des morgens ten elf uuren nu voor als dan, ten Stadhuize worden gedagvaard. Actüm ten Raade der Stad Middelburg, deezen 30 July 1787. (Onder Jlond) My Prsfent. (was get.) Pn. Changüion. Nj. 1046. Waarfchouwing van Burgemeesteren en Raaden der Stad Vlisjingen, ter gelegenheid van de nieuwe beweegingen binnen de Stad Middelburg &c. Burgemeesteren en Regeerders der Stad Vlisfingen, lydiog ontvangen hebbende van nieuwe bewegingen binnen de Stad Middelburg, waarfchouwen mits deezen eerriegelyk, dat by aldien onverhoopt (cn het geen God verhoede) eenige misleide of baatzuchtige Perfoonen mogten onderneemen eenig geweld of molest te pleegen, aan de Perfoonen, Huizen of Goederen van iemand van de In-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz.'voorgevallen. 227 Ingezetenen deezer Stad, of der Opgezetenen van het platte Land, onder de Hooge Jurisdictie deezer Stad resforteerende, niet tegengaande de waarfchouwing der Heeren Staaten van Zeeland en die van ons, wy verplicht zullen zyn ook ter voldoening aan de intentie' der Heeren Staaten van Zeeland, om zodaanige geweldaadige onderneemingen met kracht en geweld van Wapenen te doen ftuiten en tegen te gaan. En vermits fommige Perfoonen uit enkele nieuwsgierigheid, en zonder eenig verkeerd 'opzet, zich by den hoop der kwaadwilligen voegende, in merkeiyk gevaar zouden kunnen komen, zo vermaanen wy mits deezen een iegelyk, van zich nu en voortaan te onthouden van alle attroepementen en famenrottingen, voornaamentlyk wanneer door of by dezelve eenige moedwil of geweld gepleegt wierd, en zich te begeeven naar huis of naar zynen arbeid: zullende die genen die niet te.genftaande deeze Waarfchouwing in eenige ongelegenheid ter dier oirzaake geraaken, aan zich zalven alle onheilen te wyten hebben. Aldus gedaan ten Raade der Stad Vlisfingen, den 27 July 1787. (My prsfent) N. C. Lambrechtsen. No. 1047, ExtraStuit de Refolutien van Weth en Raad der 'Stad Middelburg, betrekkelyk de demisfie van den Heer Mr. Ermerins , als Penfionaris der Stad Middelburg. In dato den 27 July 1787. En is voorts by gelegenheid der Deliberatien, over de redenen der plaats hebbende beweegingèn en de middelen, die daar tegen dienen te worden aangewend, uit dc ouverture van fommige Leden der Vergadering gehoord zynde, dat, hoe zeer men zich van de herftel der rust door de zo even voorgevallene plechtige actus alles voorftelde, het echP 2 ter  aaS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ter niet te vermoeden was, dat de gemoederen toe geuoegzaame bedaardheid zouden gebragt worden, zo lang de preventie tegen eenige Leden van Hun Ed. Achtb. Vergadering bleef voortduuren, hebbende daarom in confidentie gegeeven, of zulks aan dezelven niet op eene reverente wyze diende te worden te kennen gegeeven, en voorgehouden de vreedzaame gevolgen, die uit de opoffering van derzelver particuliere belangens, door het laaten vaaren van hunne posten, voor 'c welzyn van de Stad en behoud der tranquiliteit te wagten waren. Is naar rype raade over deeze delicaats materie, en na dat den Penfionaris Ermeriks, uit de voorfz. ouverture hebbende vernomen, dat hy mede in die sa k geconcerneert was, uit de Vergadering was men gegaan, goedgevonden en verltaan, al hec rjrfz. aan gemelde Heer op 't vriendelykst onder i oog te brengen, met denunciatie, "dat by aldien „ dezelven zyn particulier belang voor de rust van de Stad en deszelvs eige veiligheid wilde facrifiZ ceeren", Hun Ed. Achtb. bereid zouden zyn, om op het voorftel ten zeiven einde te doen, favorabel te refolveeren, zonder dat Hun Ed. Achtb. hier door zouden willen verftaan worden, voor z/ch zelvs eenige reden te hebben om welgemelde Heer uit zyne bediening te removeeren, veel min eeni^ ongenoegen te hebben, over de handelwys by denzelven in de waarneeming van zyn voorfz. Bediening gehouden, waar door hy eenige correctie zoude moeten incurreeren, of zich dien pose onwaardig gemaakt hebben. En dat Hun Ed. Achtb. verder bereid zouden zyn om aan hem te laatea de jouisfance van alle die voorrechten en vrydommen, die aan gewezen Leden van Hun Ed,. Achtb. Vergadering gewoon zyn vergunt te worden, mitsgaders te dedommageeren voor de Recognitiën, ten behoeve van de Stad en Land by de aanvaarding der bovengemelde Bedie. ning opgefchooteni en dezelve van Stads wege te refïitueeren. Van al het welke de Secretaris Chan- . . . guion  ie Géheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallm. 229 goion verzogt is aan meergemelde Heer kennis te geeven, die daar aan voldaan hebbende, heeft ge-, rapporteerd, dat de Heer Ermerins zich over het een en ander nader zoude beraaden, en zyn genomen Refolutie aan Hun Ed. Achtb. by de eerfte ge. legenheid voordraagen. (Onder Jlond,) Accordeerd met voorfz. Refolutien. (was get.) M., Geene.. JNT0.. 1048. Aanfpraak van den Heer Mr. Ermerins, in de Vergadering van de Weth en Raad der Stad Middelburg: waar by zyn ambt als Penfionaris dier Stad nederlegt, en van deezen gewigtigen post verzoekt te worden ontfiagen,. op zodaanige wyze als Hun Ed. Achtbaar e, aan de waardigheid van hunne Vergadering, en aan de eer van een eerlyk Minister verfchuldigd zyn. In dato den 28 July 1787. Edele Achtbaare Heeren! Daar het algemeen welzyn als de hoogde wet ia de Burgerlyke Maatfchappyen word erkend, en. elk mede-Lid derzelve in zynen kring ter bevordering van, dat oogmerk moet medewerken, heb ik ook na. myn vermogen getracht in den Post, dien U Ed. Achtb. my hebben toevertrouwd, tot dat. einde werkzaam te zyn: ik heb,, befchou wende de veelvuldige denkbeelden, die men zich in. deeze tyden van het algemeen belang des.Lands vormde,, altyd gemeend, dat de Grondwetten van den.Staat, niet dan met het grootfte gevaar konden werden veranderd; dat de Privilegiën niet dan. met het frootfte onrecht tegen wil en dank van derzelver ezitters konden worden verminkt; dat de Regeering van ons Gewest in het Staats-en Stedelyk Bewind, met den Heere Erf-Stadhouder, moest bly-. P 3, ven  2.30 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ven bewaard; dat de waardigheden en Voorrechten van zyne Hoogheid, zo als die aan Hoogstdezelven wettig zyn opgedraagen, en vergund, moeten worden voorgedaan en bevestigd. In deeze gevoelens myn Ambt bekleedende, had ik met recht een aanfpraak op het vertrouwen van het Volk; maar de ongelukkige cydsomfiandighe. den hebben ook .in deeze Provincie het vertrouwen op Regenten, en Ministers der Regeering weg genoomen, zo dat misfchien niet een eenige zich op het algemeen Vertrouwen van de Natie zonder onderfcheid kan beroemen; terwyl de laster, in dit ariderfints zo vreedzaam Land, tot nadeel van de rust onder een groot aantal onzer goede Ingezetenen heeft weeten een vermoeden in te boezemen, als of fommige Regeerders haakten na eene verandering in onze gezegende Conftitutie, en zyne Hoogheid, den Heere Prince van ürange, in deszelvs^ Voorrechten zogten te benadeelen, offchoon (gelyk aan U Ed. Achtb. bekend is) nimmer tot hec veranderen van onze Conftitutie in dit Gewest eenige voorfiagen zyn gedaan, veel min daar toe door iemant der Leden van Uwer Ed. Achtb. Vergadering of derzelver Minifters, is geadvifeerd; terwyl ook zyne Hoogheid in deszelvs hooge waardigheden binnen deeze Provincie, niet het allerminfte is Verkort, nog eenige bedenkingen daar toe, het zy in, of (zo veel ik weet) buiten Uwer Ed. Achtb. Vergadering, door iemand der Regenten of Ministers is geopperd. Onverminderd dit alles, deeld ook myn Perfoon in de vooroirdeelen van fommigen. Ik laat de vuile oogmerken voor den Lasteraar. Ik heb met genoegen ondervonden, dat U Ed. Achtb. in my geen misdaad wisten. Ik vertrouw ook van de eerlykheid van den Heer, het Officie waarneemende, dat hy zyn plicht, indien ik fchuldig was, zou hebben betracht. Intusfchen ben ik U Ed. Achtb. ten hoogften dankbaar voor de wyze, waar op U Ed. Achcb. my  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2-31: my hebben gelieven te communiceeren, wat aan dezelve ten opzichte van myne ambtsbediening aangenaam zou zyn, en vermeenen ter bevordering, van de rust te verftrekken. Daar ik altyd het algemeen belang heb getracht te bevorderen, en de Rust voor het welzyn van deeze Provincie reeds over lang noodzaaklyk is geweest, offer ik gaarn ten nutte^van de rust een onrustig Ambt op, dat ik bereidvaardig met verzuim van myne byzondere zaaken heb waargenoomen. Ik doe dit in die hoop, dat waarlyk hier door de Rust in de gemoederen van die genen, die onrust verwekken, zal worden herfteld. Ik doe dit', des te gereeder, om de Satisfactie voor myne eer in de Refolutie van U Ed, Acntb. begreepen; hier uit blykt myne onfchuld, enUEd,. Achtb. betuigingen verdooven allen laster. Ik leg dan myn Ambt van Penfionaris deezer Stad in den fchoot van U Ed. Achcb. neder; ik verzoek van deezen gewichtigen Post te worden ontflagen op zodaanige wyze, als U Ed. Achtbaare aan de waardigheid van deeze Vergadering , en aan de eer van een eerlyk Minifter verfchuldigd syt. F 4  23 s Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°„ 1049. Extract uit de Refolutien van Weth en Raad der Stad Middelburg, in dato den 28 July 1787, vaar by aan den Heer Mr. Ermerins , zyne demisfie van deszelvs Bediening, als tweede Penfionaris van genoemde Stad wordt verleent, met betuiging dat Hun Ed. Achtb. voor zich zelvs geen reden hebben om gemelden Heer uit zyne Bediening te removeeren; voorts aan denzelven de jouisfance gelaaten van alle die Rechten en Vrydommen, die aan gewezen Leden van Hun Ed. Achtb. Vergadering ge- ■ woon zyn vergunt te werden; en eindelyk bevel, van aan denzelven 600 Ponden betaalde Recognitiepen•ningen te refiitueeren. De Penfionaris Ermerins heeft ter Vergadering voorgedraagen, dat hy door den Secretaris Changuion , kennis hebbende bekomen van de Deliberatien, die ter Vergadering van gister nadenmiddag ten zynen opzjehte hadden 'geventileerd, en alles willende aanwenden, wat in zyn vermogen was, om, met voorbygaan van zyn eige belangens, de rust en welvaart van de Stad bevorderlykte zyn, na een bedaard overleg, hy zich zelvs had voorgenomen, om van zyn post, als tweede Penfionaris deezer Stad op denzelven voet, als Hun Ed. Achtb. by Refolutie van gister zich daar toe bereid hadden getoond, afftand te doen, verzoekende dat Hup Ed. Achtb. aan hem als nu. in diervoegen zyn Demijfie geliefden te verleenen. Waar op, na dat gemelde Heer zich uit de Vergadering had geabfenteerd, is goedgevonden en verftaan, aan de üeer Ermerins te verleenen de Demisfie van deszelvs Bediening, als tweede Penfionaris deezer Stad, zonder dat Hun Ed. Achtb. hier door willen verftaan worden voor zich zelvs, eenige reden te hebben, om gemelde Heer uit zyne Bediening te removeeren, of eenig ongenoegen te hebben over de handelwyze by dezelven in de waarneeming van zyn voorfz. Bediening gehouden, waar door hy eenige correctie zouden hebben moeten VK-- i  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 233- incurreeren, of zich deezen Post onwaardig gemaakt hebben. En is wyders nog goedgevonden aan welgemelde Heer te laaten de jouisfance van alle die Rechten en Vrydommen, die aan geweezen Leden van Hun Ed. Achtb. Vergadering gewoon zyn vergunt te worden; mitsgaders aan den zeiven van Stads wege te reftitueeren de Recognitiën, die aan de Stad en Provincie, by de aanvaarding van de opgemelde > Bediening, zyn voldaan geworden; en zulks zo veel bedraagt, de Recognitie aan de Stad gefourneert, eene fomma van vier honderd en vyftig Ponden, en aan den Penfionaris Schorer, als de geheele Proviuciaale Recognitie van drie honderd Ponden hebbende voldaan, de helft van dezelve fomme, ingevolge Hun Ed. Achtb. Refolutie van den 24 July 1762; en dienvolgens te famen eene. fomme van zes honderd Ponden, tot betaaling van welke Heeren Thefauriers by deezen worden ver«t zogt en geauthorifeerd. (Onder Jlond) Accordeerd met voorfz. Refolutie. (was get.) M. Geene. •N». 1050. Publicatie van Burgemeesters, Schepenenen Raaden der Stad Middelburg, over de te houdene Vreugdebedryven op de aanftaande Verjaardag van, haare Koninglyke Hoogheid. Burgemeefters, Schepenen en Raaden der Stad Middelburg in Zeeland, doen te weeten:. Dat, nademaal wy van tyd tot tyd geinformeerd zyn geworden van het verlangen, en reeds gemaakte toebereidzelen, by verfcheide onzer Ingezetenen, om door het aanfteeken van Illuminatien hunne vreugde te betoonen over de Geboortedag van haa*re Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe P s. vaa>  >34- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van OraDje, op den 7den deezer maand invallende, en zulks echter, ingevolge onze Publicatie van den 6 Maart deezes jaars, waar by zulks wel expresfelyk is verboden, niet zouden vermogen te gefchiedén; Zo is 't, dat wy aan dit verlangen hebbende willen voldoen; by deezen aan elk en een iegelyk onzer Ingezetenen, de vryheid laaten, om door het aanfteeken van llluminatien op den avond van den voorfz. 7den Augustus, en van dien dag alleen, zyu genoegen over de voorfz. gebeurtenis te kennen te geeven , met dien verftande nogthands, dac dezelve llluminatien niet zullen mogen beltaan in, of verzeld zyn mee aangeftookene Peklonncn, Kranfen, Lepels, of andere zwaare brandende Itoffer,, waar uic gevaarlyke gevolgen cewag. ten zyn, op pceue van één honderd guldens, voor elke Pon, fek-Krans of Lepel te verbeuren, by den genen, die dezelve zal hebben aangeftooken; mitsgaders dat het een ieder zal vry ftaan zyn vreugde invoegen voorfchreeven, zo veel of weinig te doen zien, als hy na zyn eigen zinnelykheid en vermogen raadzaam zal oirdeelen; zonder dat iemand zich zal mogen verfhouten, om dezulke, die het opgenoemd vreugdebedryf, of in hec geheel niec, of na zyn begrip in een ce geringe maate mogt aanrichten, eenige de allerminile moedwilligheid, of kwaade bejegening met woorden of daaden aan te doen; veel min by dezelve of andere rondloopen om Drank teeisfehen, of eenige Penningen af te vorderen, onder voorwendzel van benodigdheid voor vreugdebedryven, of uit andere inzichten, op poene, by onze Publicatie van den 4den der voorige maand geftatueert, dat alle dezulken als Verftoorders der publieke veiligheid, zonder eenige oogluiking, andere ten affchrik ftrengelyk zullen geitraft worden. Dat wy voorts, ten einde alle ongelukken van Brand als anderfi .ts, die met reden op den voorengemelde dag zouden te dugten zyn, voor te komen, by deezen ten fterkften verbieden het fchie- ten  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 13.5* ten met Snaphaanen, Piftooien en Kanonnetjes, o? eenig ander fchiecgeweer, mitsgaders hec prsepa. reeren, maaken, fan elders g maakt ontbieden» zo wel als hei affteeken of affciiieteri var, :!le foorten van Vuurwerken hoe ook genaamd, of van wac natuur dezelve ook zouden mogen zyn, waar toe eenig Buskruid in meer of mildere nnace word vereischt, op pcene, dat de genen, die deezen contrarie zullen handelen, boven de verbeurte der vooïengenoemde Geweeren., nog voor elke fchoot mee dezelve, en voor elk Vuurwerk, (het zy Voetzoeker, Vuurpyl, of fooregelyke) dac zal wezen aangeftooken, verbeuren zullen de fomuia van twee Ponden Vlaams; welke boete, zo wel als de hier voorengemelde, zal worden geinnet, in diervoegen, als by onze Publicatie van den óden Maart deezes jaars is vastgefteld. Blyvende diensvolgens dezelve Publicatie, ten dien reguarde, mitsgaders onze nadere van den 4den July, ten aanzien van het Verbod tegen hec uitfteeken van Vlaggen en Linten aan de Huizen , woest gefchreeuw langs 's Heeren Straaten of andere ongeregeldheden, met opzicht tot de llluminatien, zo voor als na den hier vooren uitgezonderden dag, geheel en al in haar volle kracht en vigeur. En op dat niemand hier van eenige Ignorantie prsetendeere, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is Publicatie en Affixie te doen. Actum ten Raade der- Stad Middelburg, deezen 4 Augustus 1787. (Onder jlond) My prasfent. (was get,) P. L. Changdion,  2$<$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No, 1051. Placaat van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, tot hertelling van de publieke rust en eensgezindheid in die Provincie; bevattende teffens eene generaale Amnestie, over alle en een iegelyk, die dezelve eenigjins aangaan mag, uit krachte van welke by deezen van nu af aan worden vergeeven alle woorden, geftbriften en daaden, die fe; dert den jaare 1778 iot heden toe zyn verricht, welke aanleiding tot het verwekken of voortzetten van onrust , verdeeldheid, misnoegen en geweld hebben gegeeven euz. De Staaten van Zeeland, allen dengenen die deezen zullen zien of hooren leezen, falut! doen te weetcn. Dat wy met het uiterfte leedwezen hebben gezien , hoe, federt eenen geruimen tyd herwaards , deeze Provincie door veele ongenoegens en verdeeldheden is ontrust geworden, welke in fommige Plaatfen tot de fchroomelykfte daadelykheden zyn uicgebarften, waar van verfcheiden Ingezetenen in Perfoonen, Familien of Goederen, de ongelukje gevolgen ondervinden. Dat offchoon de drift niet op alle Plaatfen met dezelve hevigheid gewoed heeft, en fommige zelvs tot nog toe in uitwendige ruste zyn gebleeven, wy nogthands.met rede bedugr zyn, dat dezelve oirzaaken ook overal dezelve uitwerkfels met der tyd zouden kunnen voortbrengen. Weshalven wy nodig en dienftig geoirdeeldhebbende, voor de goede B,urgeryen, In-en Opgezetenen deezer Provincie, by deezen open te leggen onze dehkwyze en welmeeninge ten deezen opzichte: zo is 't, dat wy, op dezelve wyze, als breeder in on?e Refolutie van den 16 October 1786 is vervat, wederom by vernieuwinge enophetplechtigfte, met eenpaarige bewilliging van alle de Leden van Staat vei Klaaren, dat wy niets meerder ter harte neemen dan de bewaaring van de Conftitutie deezer Republyk, gelyk dezelve door de Unie tot onder^  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 237 derlinge defenfie vereenigd is; de handhaaving der Souvereiniteit deezer Provincie ; de befcherming der Vryheden en Voorrechten der Ingezetenen J en dat wy vastelyk gezind zyn de hooge Waardigheden van Erf-Stadhouder, Kipitein en Admiraal-Generaal te maintineeren, met alle de Rechten en Praïrogativen, zo door ons in deeze Provincie, als door de gezamentlyke Bondgenooten met betrekking tot den gemeenen Staat, in de jaaren 1747 en I7<56 wettig en erffelyk is opgedraagen. Dat wy ook in gemeenfchap met de andere Provinciën, die met ons in dezelve gevoelens ftaan, alle onze vermogens zullen aanwenden, ten einde zyne Doorluchtige Hoogheid worde in ftaat gefteld, om door de uitoeffening van deszelvs hooge Waardigheden mede te werken, tot redding en bevreediging van het lieve Vaderland. Dat wy mitsdien ten fterkften afkeuren en verbieden alle middelen en wegen , die of in haare be* doeling of in haare gevolgen zouden uitloopen tot verandering van onze wettige Conftitutie en Regeeringsform, of eenigfints aanleiding zouden kunnen geeven tot Partyfchappen, en in 't byzonder de Wapenoeffening der Ingezetenen, in byzondere Corpfen of Genoodfchappen, afgefcheiden van de ordinaire Burgerwagten; en het Collecteeren van Penningen onder den naam van een Vaderlands Fonds; mitsgaders alle zodaanige Daaden, Gefprekken en Schriften, Prenten of ïeekeningen, waar door het zaad van wantrouwen zoude geïpreid worden, of iemand in zyn Perfoon, Eere of Goederen worden beleedigd, niet willende dat iets van de voorgemelde zaaken voortaan in deeze Provincie zal plaats hebben; verzoekende mitsdien de Regeeringen der Hemmende Steden, en gelastende die der Smal Steden, mitsgaders alle onze Officieren daartegen te waaken, dezelve krachtdaadig te weeren, en de Overtreeders te doen corrigeeren en ftraffen als Verftoorders der publyke rust. Dat wy vertrouwen, dat na deeze ernftige WaarL fchou-  «33 V'.rzameling van Stukken betrekkelyk tot fchouwinge, een ieder zich in ftilheid en onderwerping aan de Wetten en Beveelcn der Hooge O. verheid en refpeótive Magiftraaten, zonder welke geene Burgerftaat beftaan kan, zal gedraagen, en met dezulke die in de Volksbeweegingen het voorwerp van haat hunner mede-Burgeren geweest zyn , wederom ais voorheen in vreede en eensgezindheid zal leeven; dat wy nogthands met droefheid hebbende gezien dat veelen onzer Ingezetenen en Vreemden in de Provincie verkeerende , zich zo verre hebben laaten vervoeren, dat zy 'zich fchuldig gemaakt hebben aan daaden van geweld, waar door de rust; en publyke veiligheid op een fchrikkeiyke wyze is geftoord geworden, en de Schuldige zeer rechtmaatige redenen hebben , om voor de vervolging der Juftitie te vreezen, hebben wy, om een blyk te geeven, hoe zeer wy genegen zyn de Burgertwisten te fmooren , en de onderlinge ee« nigheid, rust en vreede te bevorderen, goedgevonden, uit onze Souvereine Magt en zonderlinge Gratie, vast te ftellen en te doen verkondigen eene generaale Amnestie, Vergetelheid en Vergeeving, zo als wy dezelve generaalyk vastftellen by deezen , over alle en een iegelyk die dezelve eenigfins aangaan mag; uit krachte van welke generaale Amnestie, by deezen van nu af aan, worden vergeeven alle Woorden, Gefchriften en Daaden, die ten pnncipaalen of by confequentie federt den jaare 1778 tot heden toe, zyn gefprokenen verricht, en direct of indirect mogten hebben gediend tot het verwekken of voortzetten van onrust, verdeeldheid, misnoegen en geweld tegen de Perfoonen of Goederen van iemand onzer Ingezetenen, van wat ftaat of qualiteit hy zoude mogen zyn 5 verbiedende dat daar over ooit eenig nader onderzoek door de Juftitie zal mogen worden gedaan, behoudens nogthands zodaanige Civile Actie, als aan de befchaadigde Ingezetenen tot wederverkryging van hunne vermiste Goederen, in Rechten zal competeeren; wordende alleenlyk van deeze Amnes-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 239. Soesde uitgezonderd zodaanige Perfoonen, welke zich onder voorwendzel van de Burgertwisten, aan Doodflag, Roof en Dievery hebben fchuldig gemaakt, of tegen welke de Juftitie reeds gevonnist heeft. Vertrouwende wy, dat alle Perfoonen onder deeze onze gratie begreepen, en alle anderen, zich voortaan jegens ons als Hoogfle Overheid, mitsgaders omtrent de Regeeringen en Magiftraaten over hen gefield, en jegens malkanderen, zullen gedraagen als vreedelievende, getrouwe en gehoorzaams Onderzaaten, en Lpden van de Burgerlyke Maatfchappy betaamt, zonder met woorden of daaden , iaamenrottingen of woest gefchreeuw, daar tegerl aan te gaan , op poene niet alleen, van naar ftrengheid der Wetten te zullen worden geftraft, maaï ook het genot van deeze onze gratie geheel te zullen verliezen, en aanfpreekelyk te zyn over al het gene voor, en na de tegenwoordige zal zyn misdaan. Gelasten en beveelen derhalven alle onze Officieren , Prokureur-Generaal en Fiskaal van den Hove Provinciaal, Rentmeefters bewesten- en beoosr ten-Schelde, de Bailjuwen der Steden, en voorts alle Magiftraaten en Ingezetenen, tegenwoordig en toekomende , zich naar den inhoud deezes te reguleeren, en een iegelyk, buiten de voorfchreeven uitgezonderde, het effect en gevolg van deeze Amnestie, rustelyk en vreedelyk te laaten genieten ; nademaal wy verftaan, dat over alle de Burgertwisten en derzelver gevolgen hier vooren ge* meld, een altoosduurende vergeeving en vergeetelheid zal blyven ; want wy zulks ten dienfte en nutte van de Provincie van Zeeland , Steden en Leden van dien, en van alle Burgers en Inwoonders in het particulier, hebben bevonden te behooren. -En op dat niemand hier van eenige onweetenheid zoude voorwenden, zal deeze aan den ProcureurGeneraal van den Hove Provinciaal, en aan alle Of-  S40 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Officieren Crimineele Jurisdictie oeffenende, worden toegezonden , en voorts alomme gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is Publicatie en Afficiie te döerj. Aldus gedaan en gearresteerd, in 't Hof van Zeeland te Middelburg, den 13 Augustus 1787. (Onder Jlond,) Ter Ordonnantie van de Heeren Staaten van Zeeland. (was get.) W< A. de Beveren. N°. 10 jz. Echte Lyst der geplunderde Huizen binnen de Stad Zierikzee, den 24 September 1787* Op de Oude Haven. Burgemeefter van der Haar, geheel weg. De Sociëteit van *t Genootfchap, geheel weg. Juffrouw Bastaard, geheel weg. Monfr. Hugo Block, geheel weg. Monfr. Braams, Kruidenier, geheel weg* Den Roomfch Priefter, geheel weg. JVlonfr. Brouwer, geheel weg* Stoffel Kers, geheel weg. Jan Smit, niets over. Baas van Schelven, geheel weg. De Heer Smit, geheel weg. De HeerPous, ten deele, inéén onbewoond Huï^ De Heer A. Koole, van vooren de glazen. De Heer Jacob Vis, Notaris, meest alles. De Heer Zwemer, een gedeelte. De Heer van Zouten Keetlaer, geheel weg. Het Pakhuis van de Heer Smit, ten deele. De Heer van Meurs, alles vernield en weg» De Heer Jan den Boer, geheel weg. Jan Compagne, Kuipers Baas, ten deelCi Mevrouwe Boeije, de voorglazen* jan  ie Qebèurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 24.1 Van Brouwer, Kruidenier, ten deele. Een Kleermaaker, ten deele. De Heer Pieter de Kanter, meest vernield. De Heer Rentmeester van Ysfelfteini alles ver-» nield, als mede de Rytuigen. Notaris Visfer, geheel weg. De Schilder Dóesburg, de vOorglazen. A. van Setten, Boekbinder, alles weg. Een Sehoenmaaker, gedeeltelyk» Notaris van Eek, gedeeltelyk. Doétor Potter, meest al weg» Postftrdat. Monfr. Blom, twee Huizen, wég. Een Kleermaaker , geheelweg. De Vrouwe-Kleermaaker, gédèeltelyk. Burgemeefter van der Schatte, alles verniela*. jZyn aanvolgend Huis, geheel weg. Monfr. Puilen, een Chitfewinkei, geheel Weg-, Monfr. van den Thoorn , geheel weg. Naast aanvolgende, de glazen. Metfelaar Lóokriian, alles verhield. Den Horologiemaaker, alles vernield. Het Logement de Zoutkeet, meerendeels. De Heer Tromp, gedeeltelyk. Van den Hoek, Schoolmeefter en Voorzanger y meerendeels* Verre Markt. Van den Hage, Linnenwinkel, alles vernield. De Heer van Meertens, een gedeelte. Op den Dam. Monfr. van der Meer, de glazen. Den Lutherfchen Predikant, meerehdéels. ^ornoy, een Linnenwinkel, alles vernielde I)e Kok en Pasteibakker, meest alles. £hirurgyn Maatjes, de glazen. XL DKEfa ^  542 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót Schuithaven en Nobeljlraat. De Heer Commis de Kanter, geheel en al. Logement van Nasfau, gedeeltelyk. Van de Velde, Geneverwinkel, alles weg. De Sociëteit, alles vernield en weg. Cornelis van Verhoop, gedeeltelyk. Een Hoedemaakery, geheel weg. Verfpil, Metfelaar, alles vernield. De Heer Secretaris Breekpot, alles vernield. Verre Nieuwjlraat. Do. Blaauw, geheel, niets over als één Paruik. Daniël Munniks, geheel weg. De Wolf, Chirurgyn, van onderen alles weg. De Mufikant van der Pot, alles weg. Louys Dekker, Gevenerwinkel, alles weg. Ken Rotterdammer Schipper, van onderen weg. Jacob Akkerdaas , Geneverwinkel, van ondereüj weg. • De Braai, een Smit, niets over. Monfr. Kats, Zilverfmit, alles vernield. Keiler, een Grutter, alles vernield. De wed. Mol, de Voorglazen, /igatha Kroon, Galanteriewinkel, geheel weg. In de korte Sint Janjlraat. Monfr. Logger, Chitfewinkei, twee Huizen dee?« lyk vernield. , T. Smit, Paruikmaaker, alles van vooren. Nevens aan een Winkel, alles vernield. Van der Jagt, een Schilder, van onderen alles,; De Heer Eyferman, van onderen alles. Notaris van Tongeren, meest alles. Een Bakkér, alles vernield. Een Kroeg, alles vernield. Van der Hugt, Middelburgs Beurtman, alles vernield. Pieter de Vos, Dortfche Beurtman, alles vernield. Monfr, Stiphout, van onderen. Jacob Slagh, geheelweg.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 243 Ifeaas Heimig, geheel weg. P. Bot, geheel weg. Jan de Koning, geheel weg. Baas van Schelven, geheel weg. Baas Hofveger, geheel weg. Benevens nog 13 fluks gemeene Huisjes, te faamen 103 Huizen. Ook zyn by deeze omftandigheid 5 Perfoonen verongelukt. ; N°. 1053. Echte Lyst der geplunderde Huizen binnei Vlisfingen-) op den 29, 30 September en 1 O&o« ber 1787. ■Thomas Corbelyn , Boekverkooper by de Yzere Brug» geheel. Jan Evertfen, Winkelier in de korte Noordftraat, eenige glazen befchaadigt. ■Johanhes Paff, Kleermaaker in de korte Noord- ftraat, geheel. r.Johannes Bleeker, Schoenmaaker in de Kerkftraat, geheel. Jan Brunei, Chirurgyn in de Kerkftraat, geheel. Johan Coenraad Henning, Hoedemaaker in de Kerkftraat, geheel. De Vrouw van Verftep in de Kerkftraat, eenige glazen befchaadigt. 'ïGozardus Zandleeven, Suikerbakker op de OostzyI; de, geheel. Jan Baert, Apothecar op de Oostzyde, geheel en zwaar. IGilles Baert, Wynkooper op de Oostzyde, geheeU -Johan Jacob de Freytag, Ingenieur der Provincie Zeeland op de Oostzyde, geheel. „Nicolaas Baroen, Broodbakker op de Oostzyde, geheel. lAnthony de Zitter Jz., Schepen, op de Nieuwen- dyk, byna geheel, ïjohan de Vey, Suikerbakker op de Nieuwendyk, eenige glazen ingeflagen. Q 2 Cor-  £44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof Cornelis Stevens, Smit op de Nieuwendyk, bytia geheel. Bastiaan de Feyter, Winkelier op de Nieuwendyk, geheel. Hendrik Timmermans, Kleermaaker op de JNieu- wendyk, geheel. Abraham van Doorn, Raad, in de korte Walftraat, geheel. Francois Reinier Rademacher, Raad, by de Roode Brug, geheel. Willem van Duuren Junior , in de Brouwery de Meyboom, oostzyde van de Nieuwe-Haven, de glazen ingeflagen en de Goederen geruïneerd. "Louis Porte, Waalfche Predikant, in de Paling- ftraat, geheel. Gysbrecht Moelaart, Kapitein, op de droogeDok, geheel. L. C. van Sonsbeek, Raad en Provinciaale Reken- meester, op de oostzyde van de Dok, geheel. Johan Teellinck le Grand, Penfionaris Honorair, op de oostzyde van de Dok, geheel. Nicolaas Cornelis Lambrechtfen, Raad en Penfio- naris, op de oostzyde van de Dok, geheel. Cornelis Caen, Burgemeester en Raad, op de oost- zyde van de Dok, geheel. Cornelis Christiaen Bertling , Burgemeester en Raad. op de Pottekaay, geheel. Adolt Wielinx, Peperkoekbakker by de Pottekaay, geheel. Machiel Kranendonk, Schilder in de Wagenaarftraat, geheel. Eartelinus Aalbrechts, Broodbakker in de Wagenaarftraat, geheel. Abraham Louysfen, Schepen en Raad, in de Walftraat, beneden weinige glazen uic. Coenraad Aalbrechts, oude Kleerverkooper in de Scherminkelfiraat, geheel. Frederik Vogel, Sintjan, in de Scherminkelfiraat, eenige glazen ingeflagen. De  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 245 De weduwe Sufanna Leger, op de Schardynkaay, eenige glazen ingeflagen. Barend de Kater, op de Schardynkaay, weinige glazen ingeflagen. Cornelis van Ockenburg, Winkelier in de Slikftraat, eenige glazen ingeflagen. Willem van Duuren , Commis in de Slikftraat, geheel. Cornelis de Ruyter Junior, Winkelier op de Groo- te Markt, geheel. Adriaan duibrechtfen, Broodbakker in de West- ftraat, eenige glazen ingeflagen. Albert Corbelyn, Stads Drukker op de Beurs, ge* heel. Jan Booms, Paruikmaaker op de Beurs, geheel. Jan de Feyter, Peperkoekbakker in 't Beursftraatje, geheel. Cornelis Verfluis, Raad, op de Bierkaay, bynageheel. Johannes van der Ley, Broodbakker in de lange Noordftraat, eenige glazen ingeflagen. Johannes Kluit, Commis van de Schelde, op de oude Markt, geheel. Pieter Dronkerts, Kleermaaker in de Sint Jacob- ftraat, geheel. Johannes Cornelis Baerts, Doctor, in de Sint Ja- cobüraat, geheel. Gofardus Udemans, Zilverfmit in de Sint Jacob- ftraat, eenige glazen ingeflagen. Een Huis van Thomas Corbelyn op de kleine Markt, eenigè glazen ingeflagen. Jacques Antoine Bourdon, Winkelier op de kleine Markt, geheel. Hendrik Janfen, Sintjan in'tGroenewoud, eenige glazen ingeflagen. Pieter Roelofs, Boekverkooper in 'tGroenewoud, geheel. Pieter de Lange, Kleermaaker. in 't Groenewoud, geheel. Q 3 Ccus  %<[6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Cornélis Pirau, Witwerker in 't Groenewoud, ge« heel. Joüas Wens, Broodbakker in 't Dormansflop, geheel. Wouter van Ockenburg, Schipper m de NieuwEen ledig'Huis van Jan Lonke in de Nieuwftraata eenige glazen ingellagen. . . . . Maes, Luterfch Predikant, indeJNieuw-- ftraat, geheel. Francois Adriaan van Rofevelt Cateau, Schepen en Raad, in de Nieuwftraat, geheel. Nicolaas de Ryke , Landman by de Vlisfingfchen, Boom, geheel. Willem Arendfen, Schilder op oud Vlisfingen, by- na geheel. Pasfchier Fret, op oud Vlisfingen, eenige glazen uit. N. 1054. Publicatie van de Raaden der Stad Vlisfin-. gen, waar by aan de Gemeente bekend maaken: datHun Ed. Achtb. zich eenftemmig hebben vereenigd cm voor hun gevoelen te verklaaren, te blyven aankleeven, niet alleen de Staats, Stadhouderlyke en Stads bejlier, niet den Prins Erf-Stadhouder i maar ook de rechten die hem als Erf-Heer van de Stad wettig zyn toekomende zonder eenige referve cfc De Raaden der Stad Vlisfingen, tot hun uitterfte leedwezen ondervindende en gevoelende de onge-, lukkige en betreurenswaardige omfiandigheden, in welke deeze Stad en deszelvs goede Burgery zich. jegenswoordig bevind : voornaamentlyk ontftaan uit de verfchillende begrippen in de publieke zaaken, en uit het begrip dat de denkingswyze van de Regeeringe omtrent dezelve niet eens was; ondervindende reeds de facheufe gevolgen, die daaruit ontftaan zyn i en fchrikkende voor het gene.; daag  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2+7 daar uit misfchien, hoewel onverhoopt ten nadeele van de goede Burgery zoude kunnen ontftaan, ingevalle daar gene volkomen verzekering van het, tegendeel word gegeeven. Hebben eenpaang befioten en goedgevonden, by deezen aan de Gemeente bekend te maaken: dat hunne Ed. Achtb. zich eenftemmig, en elk Lid van dezelve voor zich in het byzonder hebben vereenigd, om voor hun gevoelen te verklaaren: te blyven aankleeven, niet alleen de Staats , Stadhouderlyke en Stads bettier, met den Prins Erf-Stadhouder, bekleedende alle die Voorrechten en Rechten, die aan Hooggemelde zyne Doorluchtige Hoogheid, by voorige Refolutien in de jaaren 1747 en 1766 zyn verleend; maar ook die hem als Erf-Heer deezer Stad wettig zyn toekomende, zonder eenige referve. Al het weike Hun Ed. Achtb. verklaaren eenpaang bereid te zyn, ten allen tyde, krachtdaadig te handhaaven, en aan die genen, welke daar toe behulpzaam willen zyn, de nodige adfiftentie te verleenen. Dat, om de goede Burgery en Ingezetenen ten vollen genoegen te geeven, od heden namiddag die Leden, welke door de Gemeente zyn gerequireert:, voor zo veel dezelve prefent waren, hunne Raadsplaatfen hebben gerefigneerd in onze handen; hebbende de'praefente Raaden teffens gerefolveerd, den Heer Pieter Jacob Clvver te qualiftceeren, omme de vaceerende Burgemeefters plaats ad interur, waar te neemen, tot tyd en wyle nader by zyne Doorluchtigfte Hoogheid zal zyn gedisponeerd; in dat vertrouwen, dat deeze refignatie van voorfchreeven afgegaane Heeren, en voornoemde verklaaringe van deezen Raade, by alle van hen als Lieden van eere gedaan , zal ftrekken tot genoegen der geheele Burgery, en elk Lid van dezelve. En dus al het zelve van die gezegende uitwerkinge zyn zal; dat een ieder, alle commotien, plundering, en bekommering omtrent iemands Perioon ot Goederen gewillig zal onderlaaten; en in reRendeel zich voortaan ftil en bedaard gedraagen *aJ£ Q 4 ' 9  «4§ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ja zelvs het zyne toebrengen, by die genen, die daar toe voor als noch niec gezind mogten zyn, omme dezelve insgelyks tot bedaartheid en ftïlte aan te maanen; ten einde daar door de verdere ruine onzer mede-burgeren, enden geheelen ondergang van deeze Stad; en dus ook van hun, aan wien tegenwoordig gefprooken word, te voorkomen: wel. ke dezelve anderfints onvermydelyk, en pnherftelbaar te wege brengen zoude. Aótum ten Raade deezer Stad Vlisfingen, den 30, September 1787. My prefent,, (yas get.) }. Loüyssen, 1055. Misfive van de Raaden der Stad Vlisfingen aan den Hf ere Erf-Stadhouder., waar by.aan Hoogszdenzelven kennis geeven van het plunderen binnen hunne Stad, en dat op flerke aandrang van de Gemeente , tien van derzelver mede-Raaden, hunne Raadplaatzen hebben neder gelegd '&c. doorlüchtigste vorst en heer 1 De rampfpoeden, welke, onze Stad thands ongelukkig treffen , veroirzaaken eene confufie, die pns belet Uwe Doorluchtige Hoogheid een breedvoerig verflag van het heden voorgevallene te.kunnen geeven. Eene vreeslyke plunderinge hebbenfommige onzer Ingezetenen en mede-Raaden in den fepasfeerden nacht en heden deezen dag aan hunne luizen en Goederen moeten ondervinden, veroir;zaakt door de tweefpalt, welke deeze Republiek, onze Provincie, en ook Onze Stad te jammerlyk van een heeft gefcheurd. De woede was, en is by aanhoudenheid onbegrypelyk tegens. allen, diegedagthebben eene vernieuwinge in de van ouds gefielde Conftitutie nodig te zyn geweest. De Gemeente heeft op h£t fterkfte aangedrongen, dat tien onzer mede-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voargevaïUn. 14$ Jlaaden, naamentlyk de Heeren Mr. Cornelis caen, leonardus constantyn van sonibef.lc , Cornelis Christiaan Bertling, Pf.trö< Gb'hblmusschorer, cornülis versluis , nlcolaas cornelisLambrechtsen, Abraham Sandra, Kra.vcois, Roseveld Caïeau, Jacob Wouter Bouwuns en Adriaan van Doorn, hunne Raadplaatfen zouden nederleggen, hec gene ook daadelyk door de tien prefente Heeren is gefchied ; in vertrouwen van daar door de rust binnen deeze Stad ce zullen hertellen, dan 't welke tot in dit oogenblik niet zo geluklyk is gereusfeerd, als wy wel gewenfcht hadden, als zynde de plundering federt echter blyven voortduuren. Wy hebben gemeend , in deezea confufen ftaat, niet beter te kunnen doen, dan den Heer Pieter Jacob Clyver, onzen mede-Raad, te folliciteeren, omme de vaceerende Burgemeesters., plaatfe ad interim waar te neemen, tot tyd en wyJe Uwe Doorluchtigfte Hoogheid nader daaromtrent zult gelieven te disponeeren. Wy beyeelen Uwe Doorluchtige Hoogheid inde procectie God.es, en onderfchryven ons met alle yerfchuldigde veneratie. Doórluchtigfle Vorst en Heer l Uwe Doorl. Hoogh. ootmoedige Dienaaren, Ten Raade, den 30 De Raaden der Stad Vlisr Septemb. 1787. fingen. Ter Ordonnantie van dezelvea, (was get.) J. Louxsseïi,  &5Q Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 1056. Waarfchouwing van de Raaden der Stad Vlisfingen aan een ieder, om zich verder te onthouden van alle overlast of geweld te pleegen aan Huizen, Perfoonen of Goederen van eenige Inwoonders dier Stad; verders dat alle Vreemdelingen zich illico buiten de Poorten zullen moeten begeeven, om alle gelegenheid tot verdere oneenigheden voor te komen £?c. De Raaden der Stad Vlisfingen, alle den genen die deezen zullen zien of hooren leezen , falut: doen te weeten. Dat wy met de gevoeligfte aandoening hebben zien gebeuren verfcheiden omfiandigheden, die, wanneer dezelve moeten blyven voortgaan, niet anders dan den geheelen ondergang deezer Stad en der goede Burgery ten gevolge zullen hebben. Weshalven Hunne Edele Achtbaaren midsdien beveelen aan allen en een ieder van welken ftaat of conditie hy zy, om zich verder te onthouden van allen overlast of geweld te pleegen aan Huizen, Perfoonen of Goederen van eenige der Inwoonderen deezer Stad, niemand met fcheldwoorden of kwaade bejeegeningen te ontmoeten, maar integendeel zich als een ftil en vreedzaam Burger en Ingezeten te gedraagen. Gelastende Hunne Edele Achtbaaren mits deezen, dat alle Vreemdelingen zich illico buiten de Poorten deezer Stad moeten begeeven, om alle gelegenheid tot verdere oneenigheden voor te komen. Dat Hunne Edele Achtbaaren ter bereiking van dit falutair oogmerk, hebben goedgevonden, aan het Guarnifoen deezer Stad de nodige ordres te geeven, om, met overleg van zodaanig getal Burgers, die zich onder de directie van den BurgerKrygsraad ter beveiliging en ter herftelling, der zo zeer binnen deeze Stad verbrooken rust, zullen aanbieden , werkzaam te wezen: wordende ieder wel geintentioneerd Burger en Ingezeten al verder by deezen verzogt, om by de eerfte oproeping by Trom-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 25$ Trommelflag zich te vervoegen op de gewoone aU armplaats, ten einde alsdan de voordellen en beveelen van den Edelen Manhaften Krygsraad t© hooren, en te ontvangen. Actum ten Raade deezer Stad Vlisfingen, den ï October 1787. My prefent. (was get.) J. Loüyssen. 1057. Publicatie van de Raaden der Stad Vlisjïn* gen, waar by kennis geeven, dat de goede Burgery by folemneelen écde heeft verklaard, dat blyven aankleeven de Staats, Stadhouderlyke en Stads Regeeringe met den Heere Erf-Stadhouder ; voorts dat zy alle de Burgers en Ingezetenen neemen in hunne byzonder e protectie ; eindelyk, eene aanmaaning om alle de geplunderde Goederen die zyn weggenomen en geborgen, te rug te brengen op het Raadhuis &c. De Raaden der Stad Vlisfingen, in overweeging hebbende genomen, hoe onder de middelen, welke men heeft geoirdeelt te kunnen dienen, om de fubfifteerende verdeeldheden tusfchen Burgers en Burgers weg te neemen, en de algemeene rust, zonder welke derzelver gewisfe en volflagene ondergang zou te duchten zyn; begreepen is, dat de goede Burgery by folemneelen ééde zoude verklaaren te blyven aankleeven de Staats, Stadhouderlyke en Stads Regeering met den Heere Prins ErfStadhouder, bekleedende alle die Voorrechten en Rechten, die aan Hooggemelde zyn Doorluchtige Hoogheid by voorige Refolutien in de jaaren 1747 en 1766 zyn verleend; hebben goedgevonden en verftaan, daar nu deeze folemniteit door alle de genen, die in deeze gefubfifteerd hebbende onlusten zyn betrokken geweest, verricht is, by deeze te verklaaren, dat zy vastelyk vertrouwen, dat ïder mede ajle wantrouwen onderling zal zyn wegge*  tt5* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genoomen, en elk zich bevlytigen zal, om, in vergetelheid (tellende, al het gene't welk aanleiding tot onderlinge verdeeldheid heeft gegeeven , voornaamelyk ontftaan uit de verfchillende denkenswyze over de publieke zaaken, met zyne Evennaaften en mede-Burgers in volkomen vriendfchap eu goede harmonie te verkeeren. En naardien in het byzonder eenige van onze goede Burgers en Ingezetenen, toevallig daar in betrokken, ongelukkig in een verdenken zyn geraakt, even, als of zy in 't geheel niet zouden zyn toegedaan de voornoemde Staats, Stadhouderlyke ea Stads Regeering, doch welk mistrouwen dezelve Burgers en Ingezetenen, door den plechtigen ééd op gisteren in 't openbaar gedaan, hebben getoont geenfins te meriteeren of waardig te zyn, zo verklaaren Hun Edele Achtbaaren daar in volkomen te berusten en te acquiefceeren, verklaarende by deeze alle dezelve Burgers en Ingezetenen te neemen in hunne byzondere protectie; terwyl Hun Edel Acntbaaren by deezen een iegelyk willen houden voor gewaarfchouwd, van niemand, uit hoofde van het voorgemelde en nu weggenoomen wantrouwen te molt sterren of te infulteeren, het zy met daaden, woorden of fcheldnaamen , oppeene, dat indien deswegens eenige gegronde klachten mogten voorkomen, het zelve naar bevind van zaaken ferieuslyk zal worden geftraft; geevende des noods aan alle zodaanige Burgers en Ingezetenen vryheid, om, wanneer zy op eenige wyze mogten worden geinfulteerd of gemolesteerd, zich behoorlyk deswegens te adresfeeren. En alzo verders Hun Edele Achtb. geïnformeerd zjn, dat in de ongelukkige beroeringen deezer dagen voorgevallen , verfcheidene der geplunderde Goederen zyn weggenoomen en geborgen; zo is 't dat Hun Ed. Achtb. by deezen mede ferieufelyk aan ten iegelyk, die eenige dier Goederen onder zich mogte hebben, verzoeken en recommandeeren, omme binnen den tyd van vier dagen, zonder dal  th Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. 253 dat eenige recherches in zodaanig een geval zullen plaats hebben, dezelve te rug te brengen op het Raadhuis deezer Stad, ten einde zo veel mooglyk, aan den rechten Eigenaar te kunnen worden gereftitueerd; of ingeval de eigendom derzelve niet fufficient werde beweezen, ten profyte van den Armen deezer Stad zullen worden verkogt; en byaldien by nadere huiszoeking nog eenige Goederen by Particulieren mogten worden gevonden, dezulke als zich aan Diefftal hebbende fchuldig gemaakt, zullen worden naar bevind van zaaken geftraft en gecorrigeerd. Actum ten Raade deezer Stad Vlisfingen, den I October 1787. My prsefent. Qwas get.) J. Louyssen. N°. 1058. Eed afgelegd door de Burgers enlngezetenen der Stad Vlisfingen, in handen van de Ed. Achtb. Raaden van die Stad, op den 1 October 1787. Ik beloove en zweere, dat ik 's Lands aloude Conftitutie , en de Rechten van den Prins Erf-Stadhouder, Kapitein-, Admiraal en Generaal, alsmede Erf-Heer deezer Stad; alles overeenkomftig de Refolutien van de jaaren I747> I75^ en 1766, ten allen tyde zal handhaaven en helpen handhaaven, zonder my ooit of ooit te bemoeijen, of in te laaten in gefprekken, byeenkomften of andere daaden, die, in de bedoeling, of in de gevolgen, tot eenige verandering van deeze denkwyze zouden kunnen ftrekken: en, dat ik my fteeds als een ftil, vreedzaam, in geenerhande factie inlaatend, en myn Overheid in de uitvoering van derzelver beveel* n en Ordonnantiën als een gehoorzaam Burger en Inwooner zal gedraagen. Zo waarlyk helpe my God Almachtig.  &54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 1059. Publicatie van Bailjuw, Burgemeesterent Schepenen en Raaden der Stad Veere, waar by kennis geeven, dat het daar na toe zullen zoeken te di~ vigeeren, dat den Heere Erf-Stadhouder worde ver. zogt, om het zy in eigener Perfoon ofwel door Ge. committeerdens, orde te fteüen op de Regeering in de Provincie van Zeeland, en fpeciaaVgeauthorifeerd, om zodaanige veranderingen, daar omtrent in de Steden en Plaatfen derzelve te maaken, ah naar zyne wysheid ten beste van het Land, zal nodig , redelyk en welvoeglyk oirdeelen. Bailjuw» Burgemeefters, Schepenen en Raaden der Stad Veere, allen den genen die deezen zullea zien of hooren leezen, falut: doen te weeten. Dat aangezien de middelen toe hier toe geëmploijeerd , niet genoegzaam fchynen om de rust, vreede en eensgezindheid , zonder welke geene Maatfchappy hoe klein ook kan blyven ftaan, in deeze Provincie te bewaaren, wy onze gedagten hebbende laatende gaan, over zodaanige andere fchikkingen, als tót volkomen herftel en confervatie van de algemeene tranquilliteit, ons best en nuttigst zyn voorgekomen; totzulkeheilzaameeindens, niets beter oirdeelen , en het ook allerwegen zullen tragten daar heenen te dirigeeren, dat zyne Doorl. Hoogh. den Heere Prince van Oranje, als Erf-Stadhouder, werde verzogt, om het zy in eigener Perfoon, of wel door één of meer Gemachtigdens orde te ftellen op de Regeeringe binnen deeze Provincie; en fpeciaal geauthorifeerd, om zodaanige veranderingen, daaromtrent in de Steden en Plaatfen derzelve te maaken, als Hoogstdezelve naar zyne wysheid ten beste van het Land, zal nodig, redelyk en welvoegelyk oirdeelen. Dat wy derhalven van onze zyde, wederom een doorflaand bewys geevende van onze hartelyke geneigdheid om mede te werken tot al het gene, dat ons maar eenigfints voorkomt, te kunnen firekken tot behoud van Land en Steden, en gefchikt te zyn ter  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ter genoegdoeninge aan de verlangens van de goede Burgery en Ingezetenen, fpeciaal ook van deeze Stad, van derzelver kant ook vastelyk verwagten, dat zy hier in genoegen zullen neemen, en ook gedagtig aan den plechtigen ééd, op den 2den July laatstleeden gedaan, niet alleen zullen medewerken tot behoud der rust en vreede binnen deeze Stad, maar met de Regeeringe, alhier zaamenftemmen, om daar voor te waaken, dat dezelve van buiten niet werde ontrust. Dat- gelyk wy volkomentlyk betrouwen, dat dit middel allergefchikst is, om een gewenscht effect te wege te brengen, wy ook niets anders konnen verwagten, dan dat alle Burgers, In- en Opgezetenen des Lands in deeze genömene maatregelen zullen berusten-., en derhalven met bedaardheid en tranquiliteit te g'emoet zien, de wyze dispofltien van den Heere Prince van Oranje, dat wy dan ook niet verhoopende, dat iemand wie hy zal willen onderHaan, door eenige wegen of middelen, en vooral niet door faiten, de rust binnen deeze Stad te verftooren, nog ook aanleidinge tot iets diergelyks zal geeven, ook teffens alle de zodaanigen feneufelyk willen gewaarfchouwd hebben, dat onze vaste intentie is, om alle zulke desorders en verderffelyke ongeregeltheden , op het nadrukkelykfte en met kracht tegen te gaan. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude kunnen pretendeeren, zal deeze worden gepubliceerd en geaffigeerd als ordinair, en ook by Affixie op de refpective Parochiën, daar van een iegelyk advertentie gedaan. Aldus gedaan en gearresteerd in Weten Raad der ►Stad Veere, den 1 October 1787. My prefent. (was get.) j. Ermerins:  Verzameling lan Stukken betrekkelyk 'tot N°. i'oöo. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, waar by kennis geeven # dat gerefolveert hebben, den Heere Erf-Stadhouder te verzoeken, zyne Stadhouderlyke auctorüeit te willen gebruiken tot herfteiling van de rust, en zich of in Perfoon naar de Provincie te begeeven, of Ge~ machtigdens te zenden, ten einde het wettig gezag der Regeering en Juftitie te handhaaven, de klachten en bezwaaren der Ingezetenen te hooren, en die gegrond bevindende te redresfeeren; met auéorifatie ; fpeciaal, om tusfehen tyds zodaanige veranderingen in de Collegien van Politie en Juftitie, of mindere Ambtsbedieningen in de Steden en Plaatzen te maaken, üls in de tegenswoordige omfiandigheden volftrekt onvermydelyk zal zyn, behoudens in cdle andere gevallen, de Privilegiën derzelver Steden en Plaatzen-. De Staaten van Zeeland, allen den genen die deeze zullen Zien of hooren leezen, falut: doen te weeten. Dat wy in aanmerking neemende de tegenwoordige gcfteldheid der zaaken in deeze Provincie, het onderling wantrouwen van de Ingezetenen tegen malkander, en de geduurige onrust en disorders die daaruit voorefpruiten, gdedgevonden hebben, by onze Refolutie van heden, zyne Doorluchtige Hoogheid den Heete Prince van Oranje en Nasfau, Erf-Stadhouder , Kapitein en Admiraal Generaal deezer Provincie, te verzoeken, zyne Stadhouderlyke auctoriteit te willen gebruiken tot herfteiling van de rust, én zich, of in hooge Perfoon naar déeze Provincie te begeeven, of Gemachtigden te zenden, naar de Steden en Plaatfen daar de nood het vereischt, ten einde aldaar het wettig gezag der Regéering én Juftitie te handhaaven, de klachten fen bezwaaren der Ingezeterien te hooren* en dezelve gegrond bevindende te doen redresfeeren. Dat wyders, vermits het aan zyne Doorluchtig.» Hoogheid zoude kunnen voorkomen, dat onder de Per«  ie <3-eleürtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 257 ï'erfoonen van de Regeering in fommige Steden en Plaatfen, of onder mindere Ambtenaaren, zodaanige werden gevonden, die door het wantrouwen der ingezetenen tegen hun Beftuur niet langer in de ©effening hunner Bedieningen kunnen gelaaten worden > of wier verwydering noodzaaklyk is geworden tot herftel van de rust, wy hebben goedgevonden zyne Doorluchtige Hoogheid te verzoeken en te au&orifeeren, fpeciaal om tusfchen tyds, zodaanige verandering in de Collegien van Politie en Jufticie, of mindere Ambtsbedieningen in die Sce« den en Plaatfen te maaken, als in de tegenwoordige omftandigheden volftrekt onvermydelyk Zal zyn, behoudens ia alle andere gevallen de Privilegiea derzelver Steden en Plaatfen. Dac wy deeze onze Refolutie hebben willen doen bekend maaken, op dac een ieder in deeze Provindie zich voortaan ftil houde, zonder eenige veran* deringen te vergen, tot der tyd, dat zyne Doorluchtige Hoogheid van alles kennis zal hebben ge* nomen, en naar recht en billykheid daar in voorzien; terwyl wy ons verzekerd houden, dat niets aan zyne Doorluchtige Hoogheid zo onaangenaam kan wezen, als het voortduuren der onrust, waar door de Provincie onherftelbaar word bedorven , en de poogingen van zyne Doorluchtige Hoogheid tot het wezenlyk welzyn der Ingezetenen onnut gemaakt. En op dat niemand hier van eenige önweetenheid zou voorwenden, zal deeze alomme worden gepu. bliceerd en geaftigeerd, ter plaatfe daar zulks ge« woon is te gefchieden. Aldus gedaan en gearrefteerd in *t Hof van Zee»* land te Middelburg, den 2 October 1787. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Heeren Staaten van Zeeland. (ms geu) W. A. jde Bëveren. XI. Dïh* R N*»  258 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 1061. Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, aan den Heere Erf-Stadhouder , behelzende het verzoek in bovengemelde Publi' catie geëxtendeerd. Doorluchtig, Hoog Geeooren Vorst en Heer! Offchoon alle de Steden deezer Provincie min of meer hebben gedeeld in de onheilen, welke de lang voorfpelde gevolgen zyn der nieuwigheden en partyfchappen, waar door kwaalyk beraaden, onkundige of misleide Menfchen den Staat hebben beroerd, zo zyn de ongeregeldheden echter nergens met meerder woede uitgebarften dan binnen de Stad Zierikzee, alwaar de Ingezetenen en die van het omliggende Land, het langst door ftrafheid van Publicatien der Regeering, vervolgingen op naam van de Juftitie, en ondraaglyke trotsheid van een zogenaamd Exercitie-Genootfchap waren in bedwang gehouden, om hunne zugt voor de waare Conftitutie der Regeering, en aankleeving aan het Buis van Oranje te laaten blyken. Hier uit is ontftaan, dat de misnoegde Gemeente haar geduld, te gelyk met den toom haarerdriften, verliezende, zich eindelyk op een verfchrikkelyke wyze gewroken heeft aan de Perfoonen, Huizen en Goederen van die genen, welke by haar werden gehouden voor de aanftookers of uitvoerders der gehaatte nieuwigheden; terwyl de woestheid van de menigte (volgens het relaas op naam de Regeexing van Zierikzee aan ons by Misfive gedaan) niet heeft kunnen geftuit worden, voor dat eenige Regenten, die by het Volk in haat waren, door afitand of verlaating van hunne Regeerings-ambten, van het beftuur waren verwyderd, en hunne plaatfen met andere, meer aangenaame Perfoonen vervuld. De omfiandigheden van de Stad fchynen naauwJyks iwyffeling oauient het gebruik van dit middel over-  'Èè •Gebèurtenisfen in 17S7 enz. voorgevallen. óvergelaaten te hebben, zo dac een getal van veertien reriboaed, wair onder de twee RegeerendóEu ge nt-.'iteren, en de overige Schepenen, Raadea ■en Penfionarisl'en zyn gehouden voorgedemitteerd, wier pijatfeu, voor- zo verre zy Burgemeefters» Schepeaen of Raaden waren, ook aanftonds provi. fioneei, mee toeitemming van het Volk, zyQ geifuppieer J. Wy hadden ons gevleid, dat na de verwoestingen in hec begin van-July in de Stad Middelburg ajngerigt , en de voorzorgen die wy voor de tran•q jiiue-ic in de andere Steden genomen hadden, het pilahd van «A alcheren voor 'fooregelyke disordres zuüde bewuard gebleeven zsn; maar het misnoeg- n tegen de Ferlbo^en van fommige Regencen, nog blyvende fmeulen, heefc hec voorbeeld vaa Zie. Iikzje de d oevige uicwerking gehad, dac op den potten der laascieeden maand, de Stad Vlisü'ilgeu ook een toneel van Plundering en geweld is gewor» den , en dac aldaar ook eenige Regenten uic het Beftuur zyD .eftvld, van 'c welk Uwe Doorluchtte "ioogheid waarfchynlyk, door een Misfive van de nog overgebleèven Regeering, in 'c breede zal geinformeerd Zyn Deeze todtand van Zaaken, Doorluchtig Vó'Sti Vorder t een i'poedig en or-verwyld herftel. —-—; Uwe Doorluch ige uoogheid is uit hoofde van deszelvs eminente qualiteit van Erf-Stadhouder deezer Provincie van zelvs geauctorifeerd en gerechtigd, öm hex Land, Steden en Ingezetenen te befehermen 'tegen alle overlast, disordres-, oneenigheid en fct- ia-Je-, en wy zyn geperfuadeert, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid gaarne met al desselvs invloed en vermogen hier toe zal willeu werkzaam zyn. Wy verzoeken derhalven Uwe Doorluchcigfte Hoo0heid op het presfantfte , deszelvs Stadhouderlyke ;.uc>oriteic te willen employeerenj en zich, tof in hooge Perfoon naar deeze Provincie te be- j geeven, of Gemachtigden te committeeren haar dï R 2 Stei  *6q Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Steden en Plaatzen, daar de nood het vereischt, ten einde aldaar het wettig gezag der Regeering en Juftitie te handhaaven, de klachten en bezwaaren der Ingezetenen te hooren, en dezelve gegrond bevindende, op een billyke wyze te doen redresfeeren. En wanneer het aan Uwe Doorluchtige Hoogheid mogt voorkomen, dat onder de Perfoonen van de Regeering in fommige Steden en Plaatfen, of onder mindere Ambtenaaren, zodaanige worden gevonden, die door het wantrouwen der Ingezetenen tegen hun beftuur, niet langer in de exercitie hunner Bedieningen kunnen gelaaten worden, of wier verwydering noodzaaklyk is geworden tot herftel van de rust, verzoeken en auctorifeeren wy Uwe Doorluchtige Hoogheid fpeciaal, om tusfchen tyds zodaanige verandering in de Collegien van Juftitie en Politie, of mindere Ambtsbedieningen, in die Steden en Plaatfen te maaken, als in de tegenwoordige omfiandigheden volftrekt onvermydelyk zal zyn, behoudens in alle andere gevallen de Privilegiën derzelve Steden en Plaatfen, en onder betuiging, dat wy van dit buitengewoon middel geen gebruik zouden maaken, indien 'er eenige mooglykheid was, om op eene andere wyze het vertrouwen en de rust wederom in de Provincie te herftellen. Ondertusfchen zoude het ons boven dit alles zeer aangenaam zyn, indien Uwe Doorluchtige Hoogheid gelegenheid konde vinden, om deeze Provincie van eenige Cavallery of Dragonders te voorzien , welke voornaamelyk in cas van attroupementen van dienst kunnen zyn. Hier mede Doorluchtig, Hoog Gehoor en Vorst en Heer! zullen wy God Almachtig bidden, Uwe Doorluchtige Hoogheid lange jaaren by gewenschte lyfsgezondheid, en vermeerdering van allen Vorftelyken welftand en eere te willen behouden. Ia  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 261 n In 't Hof van Zeeland te Middelburg, den 2 October 1787. Uwe Doorluchtige Hoogheids goe« de Vrienden, De Staaten van Zeeland. Ter Ordonnantie van dezelve. (en was get.) W. A. de Be veren. 1062. Misfive van Burgemeesteren en Raaden der Stad Vlisfingen, aan Gecommitteerde Raaden van de Heeren Staaten van Zeeland, waar by kennis geeven, dat het Oproer in die Stad nog al voortduurt, met verzoek, dat Hun Ed. Mogenden tot herfielling der rust, zodaanige mefures gelieven te neemen en te doen daar fielten, als na derzelver hooge wysheid zullen nodig oirdeelen. Edele Mogende Heeren! Het is met de uiterfte ontroering, en in de kom* merlykfte omfiandigheden waar in zich deeze Stad bevind, dat Hun Ed. Achtb. de vryheid neemen» aan U Ed. Mogenden te eommuniceeren, dac de Oproeren alhier, federt Saturdag avond circa ten ii uuren, tot heden morgen geweldig hebben gewoed, waar door deeze Stad een allerakeligst fchouwtoneel opleeverd, 't geen men vreest dat nog zal toeneemen, indien 'er geen gepaste middelen worden in het werk gefteld , om den gedugten voort» gang deezer geweldaadigheden tegen, te gaan. Hun Ed. Achtb. hebben reede alles gedaan en verricht wat in hun vermogen is, dan dit alles is nog te weinig, en het is uit aanmerking daar van, dat Hun Ed. Achtb. U Ed. Mogenden op het vriendelykfte by deezen verzoeken, om ten fpoedigftea zodaanige mefures te willen neemen en te doen daar ftelien, als Hun Ed. Mogenden. na derzeivst. R 3  t6i Verzameling van Stukken betrekkelyk to\ Hooge wysheid zullen nodig oirdeelen; terwyl wy aan het Guarnifoen alhier ter Stede de ftrikfte or« dres hebben gegeeven, om aan de beveelen van Hun Ed. Achtb. 'e obtemporeeren, met zelv& wanneer genoodzaakt zullen woiden, des noods geweid met geweld te keeren. Terwyl wy in afw-igting daar van U Ed. Mogenden beveelen in de protectie; Gons en ons met verfchuldigde eeibied noemen, Edele Mogende Heeren! U Ed. Mogenden goede Vrienden Ten Raade den Burgemeefter en Raaden der- 2O6l.ob.1787. Stad Vnsfir.gen. Ter Ordonnantie van dezelve. (was get.) J. Louyssen. 1063. Extract uit de Refolutien van Hun Edele. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, m data, den 2 October 1787, betrekkelyk den Militairen ééd. Is goedgevonden en verftaan, de Commandeurs, van de Steden en Plaatfen, of comman jeerende Officiers van de Guarnifoenen binnen deeze Provincie, by aanfchryvjfge te herinneren deD ééd welke zy niet alleen aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten deezer Provincie , als Souverein van het Territoir, maar oor. in de ftemmende Steden aan, de Regeering derzelve Steden hebben afgelegd), paamelyk van getiouw en gehoorzaam te zullen zyn,, en derzelver beveelen exactelyk, naar hun vermogen te zullen uitvoeren; en worden dezelve Officieren mitsdien ferieuslyk gelast, te gehoorzaamen a^n het gene hun van wegens Hun Ed. Mogenden, de Heeren derzelver Gecommitteerde Raaden, of JRtgeeringen der Steden waar in zy Guarnifoen houden, zal worden geordonneerd tot befcherming.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. $.6$ van den Lande en goede Ingezetenen, tegen alle geweld, plundering of roof, mitsgaders tot fterking en handhaaving van het wetcig gezag der Regeering en Jultitie. En zal hier van, by extract, deezes, zonder nadere refumtie, aan de voorgemelde Commandeurs of commandeerende Officieren worden kennis gegeeven, ten einde zich ftiptelyfc daar na te reguleeren. Accordeert met voorfz. Refofutie, (was get.) W. A. de Beveren. N°. 1064. Misfive van de Raaden der Stad Vlisfingen aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere ErfStadhouder , behelzende een verhaal van de ongeregeltheden en Plunderingen in die Stad voorgevallen &fc. DoorT-CCHTiGste Vorst en Heer! Gepasfeerde Zondag hadden wyde eer aan Uwe Doorluchtigfte Hoogheid kennis te geeven van h'et noodlottig geval, dat onze Stad trof, zo veel de omfiandigheden toen permitteerden. Wy neemen by deezen de vryheid, nu wy, God zy dank! eenige verademing mogen genieten, Uwe Doorluchtigfte Hoogheid een eenigfints breeder detail van het ongelukkig noodlot deezer Stad toe te fchikken. Laatstleeden Saturdag tusfchen tien en elf uuren des avonds, begon binnen onze Stad de geest van Oproer en Plunderziekte zich in daadelykheden te openbaaren. Het huis van eenen Drukker en Boekverkooper Thomas Coreelin, die, door zyne gedemefureerde zêle voor het zogenaamde Nieuwerwetfche Patriotisme, zich reeds, eenen geruimen tyd geleeden , niet alleen de liefde en achting onder de weldenkende Burgery verlooren, maar zelvs hunnen R 4 haas  a64 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot haat tegen hem verwekt had: wierd door eenen kleinen hoop uit de fmalle, doch driftig gewordere Gemeerjte, het eerst overvallen. Men begon met fteenec door de glazen te gooijen, het welke uit het huis, door de bewoonders wierd gereciproceerd. De menigte wies in weinige oogeDbhkken zo fterk aan, dat de woede niet meer te fluiten viel. Noch fchoon fpreeken vond ingang. ISaar redenen wierd niet gehoord: bedreigingen zelvs wiefden in den wind geflagen. Niets was ia ltaat het hollend gemeen ter neder te zetten > en tpt bedaaren te br ngen : zelvs het in de Wapenen gerukte Guarnifoen en Burgery konden mee geen vrugt daar toe worden geëmploijeerd; de Burgery zel»>e, door Heeren in een gering getal op het liaan van alarm opgekomen, veroirzaakce dat het begonnen Oproer niet konde worden geftilt. Van hand tot hand groeide de driftige Gemeente aan. Drie Huizen, niet verre van heteerstgemelde Huis, wierden msgelyks aangevallen, en, te gelyk mee het eerstgenoemde Huis ten eenemaale geruïneerd en gepluiiderd. Op één oogenblik floeg de woede aan de overzyde van de oude Haven, daar zekeren Jan oe Feyter, een Peperkoekbakker, insgelyks de woede trof, welke zich verder op de Beurs verfpreide: en ook het Huis van eenen anderen Drukker en Boekverkooper Albert Corbelïn , zooa van opgemelde Thomas Corbelïn, ten eenemaal ruïneerde. Wel haast nam zy ook de Oostzyde van de gemelde Haven in, verwoeste daar de Huizen van eene" Apothekar Jan Baert, die met eene Dochter van voornoemden Thomas Corbelïn gehuwd was; van zynen Vader Gillis Baert, den oudften onzer Burger-Kapiteinen en Wynkooper, gelyk ook dat van den Intendant van 's Lands Dokke alhier, de Heer Kapitein Ingenieur de Freytag. Wyders witrden de Huizen van beide onze Regeerende But-Remeesteren Mr. Cornelis Caen en Cornelis Chkistiaan Bertburgi gelyk ook die onzer verde, Xt  de Gtbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. Z6j. re mede-Regenten, den Heer Rekenmeester van Sonsbeeck, van den Penfionaris Lambrechtsen, van de Raaden Versluis, Roseveld Cateau, vam Doorn en Radermacher geheel verwoest, als mede dac van den Penfionaris Honorair le Grand, als mede dat van den oudften onzer Walfche Predikanten Louis Porte, en van die der Lutherfche Gemeente Anthony Maas, benevens noch een-entwintig andere van onze Burgery. Zo dat 'onze Stad het ongeluk heeft getroffen, van in 'c geheel een getal van vyf- en- veertig Huizen, waar onder een aantal der notabelfte en cierlykfte deezer Stad, genoegzaam in puinhoopen en onbewoonbaare ruï« nen veranderd te zien, om niet te melden van een getal van dertien andere Huizen, welke door het jnflaan van glazen, als anderfints, meer en min befchaadigd zyn geraakt, of die onder den rook onzer Stad, op oud Vlisfingen, geruineerd of ontramponeerd zyn geworden. Toe hec ruineeren van alle dewelke niet meer dan die Saturdag avond en pacht, gelyk ook des Zondags, tot omtrent in den vroegen morgen van den volgenden Maandag geemployeerd zyn geworden. Wy hoopten het genoegen te zullen hebben, van onze refpective Ingezetenen tot tranquiliteit te zullen brengen, doch de Burgery infteerde met drift, dat de Heeren Regeerende Burgemeefteren Caen, Berïling, nevens de Raaden vanSonsbeeck, Schorer, Versluis, Lambrechtsen, Sandra, van Roseveld Cateau, Bouwens en van Doorn, hun Raadsplaatzen zouden defisteeren. Aan welke in» ftancie der Burgery de voornoemde Heeren Bertling, Schorer, Lambrechtsen, van Roseveld Cateau, en van Doorn, daadelyk onder hunne refpective handteekens voldeeden. Hebbende de Heeren Caen en van Sonsbeeck insgelyks verklaard: ingevalle zy daar mede de Burgery genoegen konden geeven, hunne Raadsplaatzen wel te willen quiteeren; zynde de overigen vanopgemelde Heeren toen niet in de Stad. R S Waay.  £ bende partyfchappen en animoiiteit-en laaten vaaren, het gepasfeerde wederzyds vergeeven en ver» geeten, en, gelyk het goede Burgers en Ingezetenen betaamd, voortaan in vreede en goede harmonie faamen leeven; terwyl wy het betrachten of nalaaten van deezen plicht, van de zy de der genen , die profesfie maaken van Aankleevers te zyn van de belangens van ons Huis, zullen aanmerken als den toetfteen van de oprechtheid van derzelver gevoelens en bedoelingen. Verwagtende wy voorts, en des noods beveelende, dat alle de Burgers en Ingezetenen, en een iegelyk van hun, voortaan in het generaal zullen betrachten, al het gunt de plicht van gehoorzaamheid, en onderwerping aan hunne wettige Overheid vordert; op pcene, dat de genen, welke bevonden zullen worden, tegen deeze onze ftrieufe wil en begeerte te hebben ingegaan, en zich aan eenig wanbedryf tegen de waardigheid van de Regeering, of ongehoorzaamheid aan de beveelen van dezelve, fchuldig te maaken , als verftoorders *■ van  284 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van de gemeene rust, en verachters van onze heil* zaame oogmerken en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volgens de Wetten van den Lande, zonder eenige connivenuie, andere ten exempel, zullen worden geftrafc. Gedaan in 's Gravenhage den 20 Maart 1788. (was get.) W. Pr. van Orange. (Lager Jlond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. (was get.) W. van Otters. No. 1072. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, behelzende dispojitie over de bezwaaren der Landlieden op het Eiland Walcheren ; gepubliceert den 26 Maart 1788. Wy Willem, by de gratie Gods, Prince van Oranje en Nasfauw etc. etc. etc. Allen den genen die deeze zullen zien, ofhoorenleezen, falut! doen te weeten. Dat wy, in deeze bekommerlyke tyden niets meer ter harte neemende, dan dat alomme binnen de Provincie van Zeeland, de rust en goede orde moge worden herfteld, en het welzyn der Ingezetenen bevorderd; goedgevonden hebben, ingevolge de authorifatie, by Misfive van Hun Edele Mogende de Heeren Staaten van Zeeland, in datoden 2 October 1787, op ons verleend, (vermits wyom presfante affaires ons perfonelyk binnen de gemelde Provincie niet konden laaten vinden,) Gemachtigden van onzent wege derwaarts te'zenden; welke de klachten en bezwaaren der Burgeren en Ingezetenen van de Steden, als mede der Opgezetenen van het platte Land zouden hooren, en daar van aan ons Rapport doen; op dat wy de zodaanige*  'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 285- ge, welke wy billyk en gegrond zouden vindenè mogten doen redresfeeren. En vermits gemelde onze Gecommitteerden, met naamen Mrs. Coenraad le Leu de Wilhem, Gerard van Minninghen en Pieter Alexander Baion van Boetzelaer, Raaden in den Hove Provinciaal van Holland, Zeeland en Friesland, welke zich derwaards begeeven hadden, ons hebben serapporteert, dat aan hun, door de Opgezetenen van het platte Land van den Eilande van Walcheren, verfcheide Adresfen waaren overgegeeven, alle houdende zekere poincten en Articulen van bezwaar, waar omtrent redres wierd begeerd; zo is 't, datwy, daar inne naar billykheid willende voorzien, ingenoomen hebbende het Rapport van dezelve onze Gecommitteerden, die zich binnen den voorfchreeven Eilande op alles hadden geinformeert, goedgevonden hebben.op de voorfchreeven poindten en Articulen te disponeeren in maniere hier na volgende. ' , Eerftelyk hebben wy, met betrekkinge tot de Wachten < over het zogenamd Pond- of RangoénGeld, goedgevonden, dat, na dat de refpedtive Ambachtsheeren, ingevolge derzelver verzoek aan de Heeren Staaten daar toe gedaan, door Hoogstdezelve zullen zyn geauthorifeerd, om dit Poindt aan onze Decifie over té laaten, onze voornoemde . Gecommitteerden, welke wy nu voor als dan daar toe benoemen, het voornoemde Poindt zullen onderzoeken en decideeren , en wel op deezen voet, dat door dezelve eerst ia het generaal zal worden onderzogt en gedecideerd, of de refpedtive Ambachtsheeren gerechtigd zyn tot de invordering : van Pond- of Rancoen-Geld; en zo ja, vervolgens fpeciaal met betrekking tot ieder Ambachtsheer, hoe veel dezelve voor Pondgeld vorderen moge, en van welke Verkoopingen hy het zelve vorderen moge, zullende het aan de refpedtive Ambachtsheeren vryftaan, om binnen den tyd van vier maanden, na dat de voornoemde authorifatie door de Hee-  jfêff Verzameling van Stokken heirèkkelyk tot Heeren Staaten za! zyn.verleend, zodaanige bewr-' zen en adftrudhve Memorien onder onze voornoem, de Gecommitteerden te fourneeren, als een ieder van bun nomg zal oirdeelen, en aan de voornoemde ocze Gecommitteerden, om zodaanige elucidatien te vraageo, a!s zy zmlen meenen nodig te hebben. ° Authoiifeerende en gelastende wy verder gemelde or ze _G. committeerden, om, met opzicht tot de L. ges der S(cietaryen en Grifften ten platten Lande, on er onze approbatie te formeeren een generaal Reglement, en daar by zodaanige febikKirgen te bepaalen, als ten nutte van den Eilande var, Waichercn en van deszelvs Opgezetenen meest gefchikt zullen bevonden worden _H*t verzoek dat 'er jaarlyks Rekening, gedaan,' moge worden, achter volgens het Octrooy, van het Boomgeld, gen orderd wordende aan den Slagboom! even buiten de Lir.gevyle Poort der Stad Middel, burg, vertdaaren wv te accorieeren. i Omtrent bet afvorderen d. rHeerendieniten, voor de refpeftive Ambachtsheeren, verftaan wv dat de gemelde Ambachtsheeren zich ftiptelyk zullen Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland ïü dato den 15 ^ovember ,678; en dat het geen op een dag gefchied , hoe kort het ook zoude ml. ge duuren, voortaan gereekend zal worden voor het werk van eenen geheelen dag Wy verftaan voorts dat, by 'het formeeren van een generaal Reglement op de Leges der Secreta-■ ryen en Gnffien ten platten Lande, ook fpeciaal zal worden bepaald, hoeveel voor Aflens van Admishe tot het exerceeren van Ambachten en Nee ringen, zal mogen worden gevorderd, ten einde de Opgezetenen ten deezen opzichte aan geene wiHekcunge invorderingen mogen bloot gefteld zyn. Betreffende het verzoek, dat zorge gedraagen moge worden voor het onderhouden van den Zondag, verklaaren wy onze intentie te zyn, dat de Pla.  ie Gebeurienisfen in 1787 enz. voorgevallen. 287: Placaaten en Keuren tegen het misbruik van dea> Zondag, als mede tegen hec vloeken en zweeren en het misbruiken van Gods Heilige Naam, by vervolg ftrictelyk werden gemaincineerd en gehandhaait. Wy verklaaren wyders het verzoek, dat de Gelanden haar Item mogen kunnen geeven tot het verkiezen van de 24 Commisfarisfen, even gelyk tot het verkiezen van Breede Geërfde, niet te kunnen accordeeren, en', nopens de weder in trein brenging van het oude Stem-Billet, renvoyeeren wy de voornoemde Opgezetenen aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten deezer Provincie. Wy verdaan ook dat de prasmien, welke van wege de direct.e van Walcheren, voor hec vangen of dooden van Occers, ter zaake van derzelver fchaadelykheid voor de Sluizen en waterkeeringen, worden betaald, ra 't vervolg op de rekeninge van Walcheren zullen worden gebragt en gespecificeerd. Voorts verklaaren wy het verzoek, dac de Ordonnantiën voor den EiPnde van Walcheren met den Druk gemeen gemaakt mogen worden, te accordeeren; zullende alzo voor een ieder tegen* behoorlyke betaalinge een Exemplaar derzelve ce. bekoomen zyn. Hec verzoek, dat door de Staaten van Walcheren en de Ambachtsheeren, aan de groote Tappers de* zelve verlichting moge toegebragt worden, als in de Refolutie van de Staaten van Zeeland van 1774 is vervat, verklaaren wy niet te kunnen accordeeren ; aan de gemelde Opgezetenen echter onverlet laatende, om zich deswegens by het Collegie der Staaten van Walcheren op eene gepaste wyze nader te addresfeeren. Wyders verklaaren wy onze begeerte te zyn, dat de Ordonnantiën op de Steenen Voetpaden, onder 's Lands Vierfchaar van Vlisfingen behoorlyk zullen worden geobferveert en naargekomen: ook hebbön wy goedgevonden, dat by het Reglement op'  »88 - Verzameling van Stukken betrekkelyk tot op de Leges der ^ecretaryen en Griffien, het welk wy onze voornoemde Gecomma eerden gelast hebber te formeeren, mede geordonneerd zal worden, dat de Protocollen der Secretarisfen, by derzelver afftard "of affterven in het vervolg op de refpec. tive Parochiehuizen zullen moeten worden overgebracht. Wy hpbben insg lyks goedgevonden, dat voortaan, noch door den Schout van de's Lands Vierichaar van Vlisfingen , noch door de refpective Secret< riffen ten platten Lande, eenig geld zalmogen worden gevorderd, voor dat hef werk, waarvoor het zelve G<-ld betaa'd wordt, zal zyn afgedaan; 2ull nde gemelde Scl^out en Secretarisfen echter niet gt houden zyn zodaanig werk af te geeven, voor dat het daadelyk betaald is. £ ar belangende het verzoek, dat'er verandering moj e komeu omtrent de marier van Procedeeren in Crimineele zaaken; verklaaren wy onze ernftige meeninge te zyn, het daar heenen te dirigeeren». dat eene nieuwe Crimineele Ordonnantie voor de Provircie van Zeeland worde geformeerd, en daar inne het poinct van de Appellabiliteit der Crimineele Vorrif-fen, mitsgaders het poinct der Politicque uitzettirgen, ten meesten nutte der Ingezetenen worde gereguleerd. Voor het overige verklaaren wy op de andere of verdere verzoeken, door de voornoemde Opgezetenen aan gemelde onze Gecommitteerden gedaan, om gewichtige redenen niet te kunnen disponeeren. Terwyl wy eindelykelk en een iegelyk der voorfz. Opgezt tenen wel ernftelyk vermaanen, zich voortaan ftil en vreedzaam te gedraagen, af te zien van alle pern'cieufe drift ter onderneeming of bewerking van nieuwigheden; en in tegendeel, zo veel in hun is, elk in het zyne toe te brengen tot bevordering en bevestiging van de zo hoog nodige rust, vreede en eensgezindheid: terwyl wy verwagten , en, des noodé, beveelen, dat alle de voorfz.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 289 voorfz. Opgezetenen, en een iegelyk van hun, voortaan in het generaal zullen betrachten, al hec gene, de plicht van gehoorzaamheid en onderwerv ping aan hunne wettige Overheid vordert; zullende wy het betrachten of nalaaten vandeezen plicht, van de zyde der genen die profesfie maaken van. aankleevers te zyn van de belangens van ons Huis, aanmerken als den toetfteen van de oprechtheid van derzelver gevoelens en bedoelingen, en zullende dé zodaanige, welke zich aan eenig wanbedryf, tegen de waardigheid van de Regeering of ongehoorzaamheid-aan de beveelén Van dezelve mogten fchuldig maaken, als verhoorders van de gerheene rust, en verachters van onze heilzaame oogmerken, en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volgens de wetten van den Lande, zonder eenige conniventie, anderen ten exempel, rigoureuslyk worden geftrafc. 'Gedaan in 's Gravenhage den 20 Maart 1788. (was get.) W. Pr. v. Oranje. (Lager Jlond) Ter Ordonnantie van zynè Hoogheid. (was get.) W. van Otters. N°. Ï073. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Regeer ingsv er ander ing te Zierikzee, gepubliceert den 1788. Wy Willem, by de gratie Gons, Prince van Oranje en Nasfauw &c. &c. &c. Allen den genen die deezen zullen zién of hooren leezen, falut! doen te weeten. Dat wy, in deeze bekommerlyke tyden niets meer tér harte neemende, dan dat de refpedtive Steden van Zeeland, ónder Ons Stadhouderfchap resfóueeifende, mogen worden gebragt in Zddaanigè Orde XL Deel; T éa  2oo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en Regeering, waar door derzelver rust en voorfpoed worden bevestigd, en ons kennelyk zynde geworden, dat in de Stad Zierikzee tusfchen de Regenten en Ingezetenen, zodanige diffidentie was ontftaan, waar door ons goed oogmerk niet kan worden bereikt, zonder gebruik te maaken van de Authorifatie by Misfive van de Ed. Mogende Heeren Staaten van Zeeland, van den 2den üótober des voorleeden jaars, op ons verleend, en voorts door het Rapport van onze Gecommitteerden, Mrs. Coenraad leLeüde Wilhelm, Gerardvaw Minninghen en Pieter Alexander Baron van Boetzelaer, Raaden in den Hove van Holland, Zeeland en Friesland, welke wy, (om presfante occupatien, ons in de voornoemde Stad niet kunnende laaten vinden:) derwaarts hadden gezonden, omtrent het voorenftaande nader geinformeerd zynde, hebben goedgevonden, na alvooreus die Regenten, welke federt den 24 September 1787, ad interim hebben gefungeert, voor derzelver getrouwe dienften aan de Stad beweezen, bedankt te hebben; alle zodaanige Regenten der voornoemde Stad, en derzelver Minifters, welke niet vermeld ftaan, op de hier na geinfereerde Lyste, teontflaan, gelyk wy dezelve ontftaan by deezen van hunne voorfz. funcftien, met behoud nogthands van zodaanige voorrechten, als oude Regenten gewoon zyn te genieten; zullende de alzo door ons ontflagene Regenten en Minifters daar door niet worden gekwetst, of benadeeld in hunnen goeden naam en faam; veel min , dat dezelve daar uit zullen mogen worden gefu?picieerd, zich in de Regeering van X.and of Stad niet naar behooren gedraagen te hebben ; interdiceerende wel ftriótelyk een iegelyk, wie het zoude mogen zyn: de meergemelde door ons ontflagen Regenten daar over te betigten; veel meer, derzelver Perfoonen of Goederen eenigfints te molesteeren, befchaadigen, of incommodeeren; dezelve geweezen Regenten en Ministers, mitsgaders hunne farajlien en goederen ten dien einde nee. men-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 291 mende in onze fpeciaale protectie en fauvegardè, alles ingevolge de bovengemelde Authorifatien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Scaaten van Zeeland : gelyk wy wyders ook hebben goedgevonden de Perfoonen, op gemelde hier aanftonds volgende Lyste gefteld, welke geene Regenten der voörnoemde Stadwaren, daar toe aan teftellen, gelyk wy dezelve aanftellen by deezen. Bailjuw. Gillis van Ysfelfteyn. Burgemeesteren. Mr. Samuel de Jonge. Dr. Daniël Anthony Masfis. Schepenen. Mr. Samuel de Jonge. Dr. Jan Macquec. Hr' .'aavan Vryberghe, Heer Van Westenfchouweni Mr. Cornelis Evertfen. Leendert de Groote. Samuel Boeije. Mr. Willem Adriaan de Jonge. _ Sibertus Carolus 's Graeuwen. Mr. Bonifacius MoggePous, junior. Mr. Willem Johan Plevier. Mr. H. van Alphen van den Broeck. Cornelis van Borrendam. Jacob Jmanfe. Raaden. Ssmuel Schuurbeque. Dr. Daniël Anthony Mafis. Mr. Pieter Paul van Gelre; Mr. Jan van der Wolff. Mr. Leonardus van Ysfelfteyn: Mr. Bonifacius Mogge Pous. Mr. Marinus Imanfe. Daniël Maürks de Brauw*  292 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dr. Pieter Abraham de Jonge. Mr. Jan Jacob Bogaard. Dr. Jan Macquet. Mr. Samuel de Jonge. Jan van Ysfelfteyn. Mr. Cornelis Evertfen. Leendert de Groote. Mr. Jan van Vryberghe, Heer van Westenfchcuwen, Mr. Adriaan de Lange. Samuel Boeije. Bonifacius Cau. Mr. Willem Adriaan de Jonge. Mr. H. van Alphen van den Broeck, Cornelis van Borrendam. Jacob Imanfe. Daniël de Brauw. Thesaurikren. Mr. Jan yan der Wolff."} t t 2ff December 1788. Mr. Jan Jacob Bogaard. J Mr. Leonardusvan Ysfelftevn.") „a,.„*tw Tim Daniël Maurits de Brauw.J tot aöDec 179a. Pensionarissen Ordinair. Mr. Fran9ois Clement de Jonge. Pensionarissen Honoraie; Dr. Abraham Jacob 's Graeuwen. Mr. Marinus Jan de Jonge. Mr. H. J. Stavenisfe Pous. Mr. Jacob van den Houte. Willem Alexander Schneiders, van Greyf* fenswert. Cornelis de Jonge, Heer van Dreifchor. Francois Andries de Jonge. Secretarissen. Mr. Francois Clement de Jonge. fiïy-i  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 293 Blyvende de Gecommitteerden in de ProvinciaaIe en Generaliteits Collegien gecontinueerd. Voorbehoudende aan ons, om, ingevalle dat een of meer der voornoemde Regenten of Minifters voor de aanftelling mogt of mogten bedanken, de plaatzen, welke daar door zouden vaceeren, als mede de openftaande plaats van Penfionaris en Secretaris te vervullen. Voorts gelasten wy onze voornoemde Gecommitteerden, om alle de voornoemde Regenten plegtig te doen verklaaren: " dat zy aan de Adle van Verbindtenis, welke op den 8 Augustus 1786, tusfchen verfcheide, zich noemende Vaderlandlievende Regenten, te Amfteldam aangegaan, en ,, door dezelve, en naderhand mede door veele „ anderen geteekend is, of geenerlei deel hebben gehad, direct of indirect, of, by zo verre zy daar aan eenig deel direct of indirect gehad mogten jj hebben, daar van te refilieeren, welke zy uit „ dien hoofde mogten hebben gecontracteerd "; en om in onzen naame de voornoemde aangeftelde Regenten in derzelver refpedtive qualiteiten dengewoonen ééd af te neemen, zullende echter de aangeftelde Raad Dan. de Braüw, eerst den ééd doen in de maand September deezes jaars, wanneer hy den ou. derdom van 20 jaaren ten vollen zal bereikt hebben» Zynde het (daar by de Heeren Staaten van Zeeland, deliberatien zullen worden aangelegd, over het introduceeren van eenen nieuwen ééd:) geenfints onze intentie dat door iemand, hy zy Regent, of Particulier, inmiddels een buitengewoonen ééd zal worden afgelegd. Wyders verklaaren wy onze intentie te zyn, dac het verkiezen van de voornoemde nieuwe Regenten in maniere als vooren gedaan, in dit extraordinair geval, alleen is gefchied tot meerder rust en diensc der voornoemde Stad Zierikzee, en tot wegneeming van diffidentien en onlusten aldaar ontftaan, en zulks zonder eenige preejuditie of confequentie voor het toekoomende, ten aanzien van de PrivileT 3 giert»  294 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gien, Vry heden of Gerechtigheden de voorfz. Stad. en de goede Burgeren of Ingezetenen derzelve cornpeteerende, die wy verftaan dat in haar oude kragc en vigeur blyven zullen. Voorts hebben wy goedgevonden, onze voornoemde Gecommitteerden te gelasten, om ten aanzien van de mindere Ambcenaaren, omtrent welker herftelling in, of demisfie van hunne Bedieningen of functien aan ons of onze Gecommitteerden eenige addresfen zyn gedaan, zodaanige fchikkingen onder onze approbatie te maaken, als zy meestinec de billykheid en het nut der Stad zullen oirdeelen overeenkomftig te zyn: daar by in het oog hou. dende, dat, hoe zeer wy de oprechtinge van afzonderïyke Genootfchappen vau Wapenhandel ten Iterkften hebben afgekeurd, en als nog afkeuren, het geenfints onze intentie is, dat alle, die in de zogenaamde Jonge Schutterye geweest zyn, alleen om die reden van hunne Ambten of Bedieningen souden worden of blyven ontzet. Voor hec overige hebben wy goedgevonden, omtrent de verdere Verzoeken en Addresfen, wel. ke van wege eenige Burgers en Ingezetenen der Stad Zierikzee, aan ons, of onze voornoemde Gecommitteerden gedaan zyn; te verklaaren, gelyk wy verklaaren by deezen, onze intentie te zyn; dat het getal der Leden van de Regeering zal blyven op den ouden voet, overeenkomftig de Privilegien. Dat omtrent de begeeving der Ambten van Griffier en diergelyke, zal worden in acht genoomen, het gene meest met het nut der Stad en de billykheid zal bevonden worden overeen te komen. Dat tot Weesmeesters zullen gekooren worden vyf Perfoonen, ten minften vyf honderd Ponden Vlaams gegoed , twaalf jaaren Poorters geweest zynde, zullende in derzelver electie byzonder ook reftexie worden genoomen op notabele Perfoonen, ine de Burgery, en zorge gedraagen, dat Notarisfen en Procureurs ia die ejeftie zo. veel mooglyk wor-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 295 worden gemyd; en zal van die genen > welke uit de Burgery daar in lèsiie hebben, telkenjaare een afgaan. Dat niemand eenig Stedelyk Ambt zal mogen bekleeden, ten zy hy zes jaaren te Zierikzee gewoond hebbe. Dat alle Adminiftrateurs, welke op publieke Authorifatie eenige Boedels of Goederen adminiflreeren, gehouden zullen zyn, alle twee jaaren, ten overftaan van twee CommisfarisfenuithetGerecht., Rekening te doen, en door dezelve 'er toe gehouden zullen worden om zo fpoedig mooglyk een afkomst van zaaken te maaken; en dat alle Perfoonen, welke zonder publieke authoriteit eenige Boedels of Goederen adminiftreeren, na dat zy anderhalf jaar in de adminiftratie geweest zyn, op requifitie van Geinteresfeerden verplicht zullen zyn, aan Heeren Burgemeesteren redenen te geeven, waarom de zaaken nog niet zyn afgedaan, en doorgemelde Burgemeesteren 'er toe gehouden worden, om zulks met alle mooglyke acceleratie te effectueeren. Dat eene Commisfie uit de Regeering zal worden gedecerneerd, om met zo veel fpoed, als een werk van dien aart zal permicteeren, de Privilegiën by een te verzamelen, en dezelve met den Druk gemeen te maaken. Dat 'er befoignes zullen worden aangelegd, tot het maaken van eene nieuwe Ordonnantie, zo voor de Crimineele als Civile Juftitie, en dat inmiddels de tegenwoordige, voor zo verre dezelve door verandering van omftandigheden, of langduurig contrarie gebruik niet zyn geabrogeerd , zullen worden nagekomen, en alle nodelooze dilaijen afgefneeden. Dat omtrent de beroeping van Predikanten, en het verkiezen van andere Kerkelyke Perfoonen, de zaaken zullen biyven op den ouden voet. Dat zo veel mooglyk zal worden zorge gedraagen, dat geen te groot aantal jonge Lieden op de nominatie tot Schepenen te gelyk worden gefteld.. T 4 Dat  2pr5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot- Bat als nog (zo veel mooglyk) onderzoek zal ■worden gedaan, naar de by de Plunderingen geftoolene Goederen, en dezelve aan de Eigenaars gereftitueerd. Dat de Weduwen en Kinderen vanzulken, die by de plaats gehad hebbende Beroertens ongelukkig zyn omgekoomen, door de Armbezorgers, tot, welke dezelve behooren (des noods) zullen worden gefustenceerd, gelyk andere bchoeftigen. Pasfeerende voorts de andere of verdere verzoeken, als fpecteerende Poincten, welke voor zo verre niet reeds zyn afgedaan, of niet uitvoerlyk zyn, of tot hec Departement van de Magiftraat, of van de Juftitie, of van den Kerkenraad behooren ; laatende in het byzonder aan die genen, welke mogten vermeenen eene gegronde Actie tot vergoeding van eenige fchaade" te hebben, over, dezelve te inftitueeren, daar en zo als zy te rade zullen worden. Eindelyk vermaanen wy alle Regenten, Burgers en Ingezetenen der voorfz. Stad Zierikzee, dat zy alle, tot hier toe gefubfisteerd hebbende partyfchappen en animoiiteiten laaten vaaren, het gepasfeerde wederzyds vergeeven en vergeeten, en , gelyk het goede Burgers en Ingezetenen betaamd, voortaan in vreede en goede harmonie zamen leeven j terwyl wy het betrachten of nalaaten van deezen plicht, van de zyde der genen, die profesfie maaken van Aankleevers te zyn van de belangens van oss Huis, zullen aanmerken als den toetfteen van de oprechtheid van derzelver gevoelens en bedoelingen. Verwagtende wy voorts, en des noods beveelende, dat alle de Burgers en Ingezetenen, en een. iegelyk van hun, voortaan in het generaal zullen betrachten, al het gunt de plicht van gehoorzaamheid, en onderwerping aan hunne wettige Overheid vordert; op pcene, dat de genen, welke bevonden zullen worden, tegen deeze onze ferieufe wil en begeerte te hebben ingegaan, en zich aan eenig. wan-  ck Gebcurtenisfen in, 1787 enz. veor-gevallen, m wanbedryf tegen de waardigheid van de Regeering, of ongehoorzaamheid aan de beveelen van dezelve, fchuldig te maaken, als verftoorders van de gemeene rust, en verachters van onze heilzaams oogmerken en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volgens de Wetten van den Lande, zonder eenige conniventie, anderen ten exempel, zullen worden geftrafc. Gedaan in 's Gravenhage den 20 Maart 1788. (was get.) W. Pr. v. Oranje. (Lager flond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. (was get.) W. v. Otters. 1074. Publicatie van %yne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, behelzende dispofitie over de bezwaaren der ln- en Opgezetenen van, Brouwershaven, Schouwenden Duiveland, gepubliceerd den 1788. Wy Willem, by de gratie Gods, Prince van. Oranje en Nasfauw &c. &c. &c. Alle de genen, die deezen zullen zien of hooren leezen falut: doen te weeten. Dat wy in deeze bekommerlyke tyden niets meer ter harte neemende , dan dat alomme binnen de Provincie van Zeeland de rust en goede orde moge worden herfteld, en het welzyn der Ingezetenen bevorderd, goedgevonden hebben, ingevolge de Authorifatie by Misfive van Hunne Edele Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, in dato den 2 OGober 1787, op ons verleend, (vermits wy om, presfante affaires ons perfoonelyk binnen de gemelde Provincie niet konden laaten vinden) Mrs. Coenraad le Leu de Wilhelm , Gerard van, Minninghen en Pieter Alexander Baron van Boeizeker, Raaden in den Hove van Holland, Zeeland T 5 <$Mi  593 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en Friesland, als Gemachtigden onzentwege derwaards te zenden; welke de klachten en bezwaaren der Burgeren en Ingezetenen van de Steden als mede der Opgezetenen van het platte Land, zouden hooren, en daar van aan ons Rapport doen; op dat wy de zodaanige, welke wy billyk en gegrond zouden vinden, mogten doen redresfeeren. En vermits gemelde onze Gecommitteerden, welke zich derwaards begeeven hadden, ons hebben gerapporteerd, dat aan hun, van wegens eenige Ingezetenen van de Stede Brouwershaven, en van wegens eenige Opgezetenen van 't platte Land van Schouwen en Duiveland, verfcheide Adresfen waaren overgegeeven, waar omtrent redres wierd begeerd; zo is 't, dat wy, daar in naar billykheidwillende voorzien , goedgevonden hebben, op de voornoemden poiniften te disponeeren in maniere hierna volgende. En wel eerftelyk, met betrekking tot zekere poincten de beheering van den Landen van Schouwen betreffende. Dat niemand tot Heemraad zal mogen worden aangefteld, dan die de radicaale kwaliteit heeft van een zeker, nader door ons te bepaalen, getal van Gemeeten binnen Schouwen te bezitten. Dat, omtrent het Committeeren tot Heemraaden, zal worden gehandeld overeenkomftig het privilegie van Philips van Bourgondien, van den 13 Maart 1425. Dat omridt zal gedaan worden, zo dikwils die genen, welke daar omtrent de directie hebben, het nodig oirdeelen; wordende aan dezelven alle mooglyke menagemeut ook' ten dien opzichte gerecommandeerd. Dat een naauw toezicht zal worden gehouden, om zoveelmooglykalle abuizen in het ftuk der Leverantien, en het verdienen der Arbeidsloonen , voor te komen. Dat de Ordonnantie van het Collegie van Schouwen zal worden gerevideert, zullende wy eerlang, naar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 299. naar ingenomene informatien, in de aanftelling van een Opper-Dykgraav , ten goede voor Land en Volk trachten te voorzien. Wordende de verdere Poincten door ons gepasfeerd, als niet zullende ftrekken ten nutte van den Eilande' van Schouwen, of als geene objecten uitmaakende van de voornoemde op ons, doorde Heeren Staaten verftrekce Authorifatie, of als zodaanige, waaromtrent op andere refpedten reeds is of nog zal worden voorzien. Voorts, met betrekking tot de verzoeken, door die van de Stede Brouwershaven, hebben wy goedgevonden, hen ten aanzien van het vervoeren der Speciën impost fubject, in de Haven hunner Stad, te renvoijeeren aan de Heeren Staaten van Zee* land; zullende wy bedagt zyn,, om den fteeoen Dam ten noord-oosten van de Haven dier Stad gelegd, te laaten infpecteeren ; ten einde des aangaande naar bevind van zaaken, moge voorzien worden. Gelyk wy mede op het verzoek van een blyvend Guarnifoen, zo veel reflexie zullen Haan ais 's Lands dienst zal toelaaten. Wat eindelyk betreft de Adresfen, ten aanzien van de Remotien van Regenten en andere Ambtenaaren, in eenige Ambachts Heerlykheden van Schouwen en Duiveland, zo door de refpedtive Ambachts-Heeren, als de Ingezetenen en geremoveerde en nieuw aangeftelde Regenten, aan ons of onze voornoemde Gecommitteerden gedaan , hebben wy in conformité van de Refolutie van Hunne Edele Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, goedgevonden, alle de eigener authoriteit gedaane remotien te vernietigen, gelyk wy dezelve (voor zo veele des noods) vernietigen by deezen; en gelyk wy geenerhande praejuditie aan iemands wel verkreegene rechten willen toebrengen ; zo hebben Vy goedgevonden aan de voornoemde refpedtive Ambachts-Heeren over te laaten, om, overeenkomftig de hun competeerende rechten, zodaanige  300 "Verzameling, van Stukken betrekkelyk tot ge veranderingen in de Regeeringen en andere bedieningen van hunne refpeótive Ambachts Heerlykheden te maaken, als zy zullen oirdeelen ten meesten nutte der Ingezetenen, en tot goede harmonie, byzonder ook in deezen tyd, wel ernftelyk willen vermaand hebben, in de voornoemden Regeeringen niet te concinueeren, of op nieuws te plaatfen zodaanige Perfoonen, welke zich op een merkelyke wyze als voorftanders van de onlangs gebuteerde nieuwigheden hebben gedistingueerd; of welke opzettelyk getragt hebben mede te werken tot Renverfie van de oude Conftitutie der Regeeringe van deeze of andere Provinciën, ten waare dezelve in tyds van deeze hunne handelwyze mogten zyn te rug gekomen. Terwyl voorts onze voornoemden Gecommitteerden op de Requesten, door byzondere Opgezetenen van Schouwen en Duiveland, in derzelver particulier, aan ons of voornoemde onze Gecominitroerden gedaan, zullen disponeeren, overeenkomftig het gene wy hun in last gegeeven hebben. Voor het overige vermaanen wy elk en een iegelyk der voornoemde Ingezetenen van Brouwershaven, en der Opgezetenen van het platte Land van Schouwen en Duiveland, zich voortaan ftil en vreedzaam te gedraageu, af te zien van alle pernicieufe drift ter onderneeming of bewerking van nieuwigheden, en in tegendeel, zo veel in hun is, elk in het zyne toe te brengen, tot bevordering en bevestiging van de zo hoognodige rust, vredeen eensgezindheid; terwyl wy verwagten, en des noods beveelen, dat alle de voorfchreeven Opgezetenen en een iegelyk van hun, voortaan in het generaal zullen betrachten, al het gene de plicht van gehoorzaamheid-en onderwerping aan hunne wettige Overheid vordert; zullende wy het betrachten of naiaaten van deezen plicht, van de zyde der genen die profesfie maaken van Aankleevers te zyn, van de belangens van ons Huis aanmerken, als den toetfteen van oprechtheid van derzelver gevoelens en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen/?c t en bedoelingen, en zullende de zodaanigen welke zich aan eenig wanbedryf tegens de waardigheid van de Regeering, of ongehoorzaamheid aan de beveelen van dezelve mogten fchuldig maaken , als Verftoorders van de gemeene rust, en Verachters van onze heilzaame oogmerken en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volgens de Wetten van den Lande, zonder eenige conniventie, anderen ten exempel rigoureufelyk worden geftraft. Gedaan in 's Gravenhage, den 20 Maart 1788. (was get.) W. Pr. van Oranje. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. (was get.) W. van Otters. N°. 1075. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Regeeringsverandering te Vlisfingen, gepubliceert den 3 April 1788. Wy Willem, by de gratie Gods, Prince van Oranje en Nasfauw &c. &c. &c. Allen den genen die deezen zullen zien of hooren leezen, falut: doen te weeten. Dat wy in deeze bekommerlyke tyden, niets meer ter harte neemendë, dan dat de refpeótive Steden der Provincie van Zeeland, onder onsStadhouderfchap forteerende, mogen worden gebragt in zodaanige orde en Regeeringe, waar door derzelver rust en voorfpoed worden geftabüeert; en ons, zo door de publieke notorieteit, als door den voordracht van de Raaden der Stad Vlisfingen, by derzelver Misfive , aan ons gefchreeven , in dato den 3 October 1787, kennelyk zynde geworden, dat in dezelve Scad, tusfchen de Regenten en Ingezeten onderling zodaanige difüdentie was ontftaan, waar  5oe Verzameling van Stukken betrekkelyk tot waar door ons goed oogmerk niet kan worden "bereikt, zonder gebruik te maaken van de authorifatie, by Misfive van de Edele Mogenden Heeren Staaten van Zeeland, in dato den 2 Üétober 1787, op ons verleend; en voorts uit het Rapport van onze Commisfarisfen, Mrs. Coenraad le Leü de Wilhelm, Gerard vanMikninghen en PieterA. lexander Baron van Boetzelaer, Raaden in den Hove Provinciaal van Holland, Zeeland en Friesland, welke wy, (om presiante affaires ons perfoonelyk in de voorichreeve Stad niet kunnende laaten vinden,) derwaards hadden gezonden, van het voorenftaande nader geïnformeerd zynde, hebben goedgevonden alle zodaanige Regenten, Raaden en Minifters der voorlz. Stad, dewelke niét vermeld ftaan in de hier na geinfereerde Lyst, te ontflaan, gelyk wy dezelve ontflaan by deezen, van hunnë voorfz. fuuttien , met behcud nogthands van zodaanige voorrechten, als oude Regenten en Minifters gewoon zyn te genieten; zullende de alzo door on* ontllagen Regenten en Minifters daar door niet worden gekwetst of benadeeld in hunnen goeden naam en faam; veel min, dat dezelven daar uit zullen mogen worden gefuspicieerd, zich in de Regeering van Land of Stad met naar behooren gedraagen te hebben; interdiceerende wel ftriételyk eenen icgelyken, wie het zoude mogen zyn, de meergemelde by ons ontflagen Regenten, Raaden en Minifter* daar over te betichten, veel meer hunne Perfoonen of Goederen eenigfints te molesteeren, befchaadigen , of incommodeeren; dezelve, mitsgaders hunne famihen en goederen ten dien einde neemende m onze lpeciaale protectie en fauvegarde; alles ingevolge de bovengemelde authorifatie van Hun Ed Mogenden; onvermindert nogthands de Rechten en Gerechtigheden, aan ons, als Erf-Heer der voorlz. Stad, competeerende. En hebben wv wyders goedgevonden de Perfoonen, op gemelde hier aanftonds volgende Lyst gefteld, welken tot nu toe geene Regenten, Raaden of Minifters der voorfz; Stad  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 303 Stad zyn geweest, daar toe aan te ftellen, gelyk wy dezelve aanftellen by deezen. Bailjuw. Mr. Apollonius Jan Cornelis Lampfings. Burgemeesteren. Pieter Jacob Clyver. Mr. Johannes Maurkz. Schepenen» Dr. Abraham Muiier. Abraham Louysfen. Mr. Anthony Ewouc van Dishoek , Heer van Domburg. Willem van Bronckhorst. Mr. Adriaan Francois Lammens. Mr. Willem van Rofenthal. Anthony de Zitter, Jz. Johan Teellink le Grand. Huybert van Delden Engelfen. Raaden. Mr. Evert Clyver. Mr. Wilhem Grave van Hogendorp. Mr. Anthony Pieter Lambrechtfen, Heer van Ritthem. Mr. Johannes Mauritz. Mr. Cornelis Caen. Pieter Jacob Clyver. Adriaan KroelF. Mr. Cornelis Christiaan Bertling. Mr. Petrus Gulielmus Schorer. Dr. Abraham Muller. Mr. Anthony Ewout van Dishoek, Heer van Domburg.' Mr. Abraham Sandra. Mr Jacob van Dishoek. Mr. Abraham van Doorn. Mr. Johannes AsAjerus Schorer» Mr.  504. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Mr. Francois Reinier Radermacher. Abraham Louysfen. Mr. Nicolaas johan van Hoorn, Heer van Burglu Benjamin Catteau, junior. Mr. Willem van Bronckhorst, Mr. Adriaan Francois Lammens. Alcxander Hieronymus Wolrad Hendrik van Dopff. Jan Adriaan Moens. Jan Reers. Pensionarissen. Mr. Frederik Frans Lodewyk Pestel. Jr. Willem Zeelandus van Borsfele, Honorair, Johan Teellink le Grand, Honorair. Johannes Louysfen, Honorair. Benjamin Catteau, Honorair. Voorbehoudende aan ons, in onze qualiteit als Heer, omtrent de plaats van Secretaris, nader te disponeeren, blyvende inmiddels Mr. Petrus Git. helmus Schorer als Secretaris fungeeren; als me. de om, ingevalle dat een of meer der voorfz. Regenten, Raaden en Ministers voor de aanftelling mogt of mogten bedanken, de plaatfen, welke daar door zouden vaceeren, te vervullen. Blyvende de Gecommitteerden van wegen de gemelde Stad Vlisfingen, in de Provinciaale en Generaliteits Collegien, gecontinueerd. Authorifeerende en gelastende voorts onze voornoemde Commisfarisfen , om in onzen naam, de voorfz. nieuw aangeftelde Raaden, Schepenen en Penfionaris, in derzelver refpeclive qualiteiten, de gewoone ééden af te neemen; en om verder alle de Regenten der voornoemde Stad, en derzelver Minifters, plechtig te doen declareeren en verklaaren; ,, dat zy aan de Acte van Verbindtenis, welke op ,, den 8 Augustus 1786, tusfchen verfcheidenej, ,, zich noemende Vaderlandlievende, Regenten, te 4, Amfteldam aangegaan, en door dezelve, en na- „ der-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen* 305 ï, derhand door veele anderen, geteekend is, of geenerlei deel hebben gehad, direct of indirect, of, by zo verre zy daar aan eenig deel, direct of ,, indirect gehad mogten hebben, daar van te refi,, lieeren, en zich ontflagen te houden van alle „ verplichting, welke zy uit dien hoofde mogteix „ hebben gecontracteerd". Wydcs verklaaren wy onze intentie te zyn, dat het verkiezen van de voornoemde nieuwe Regenten en Minilter, in maniere als vooren gedaan, in dit extraordinair geval alleen is gefchied tot meerder rust en dienst der voorfz. Stad Vlisfingen, en tot wegneeming van diffidentie en onlusten aldaar ontflaan; en zulks zonder eenige prejudicie of confequentie voor het toekomende, ten aanzien van de Privilegiën , Vryheden , of Gerechtigheden , de voorfz. Stad, en de goede Burgeren of Ingezetenen derzelve competeerende, die wy verftaan, dat in haar oude kracht en vigeur blyven zullen En naardien wy een byzonder belang ftellen, in alles wat in ons is, te helpen toebrengen, om de rust, eendracht, het vertrouwen, en de daar uit fpruiteode bloei van de Provincie van Zeeland, en van de voorfz. Stad Vlisfingen te doen herleevenj hebben wy op de refpective adresfen en verzoeken, door verfcheide Burgeren en Ingezetenen der voorfz. Stad, aan onZe voornoemde Commisfaris. fen gedaan, na ingenoomen rapport van dezelve onze Commisfarisfen, die «zich binnen de voorfz. Stad opalies hadden geinformeerd, goedgevonden te disponeeren in maniere, hier na volgende. Eerftelyk, met opzicht tot het verzoek, datfomtnigen der Regenten van hunne Raadsplaatzen en Stedelyke Ambten mogen worden afgezet; refereeren wy ons tot de beftelling omtrent de Regeering, hier boven door ons gedaan; en, vermits men bedacht is op het formeeren en introduceeren van eenen algemeenen ééd, zo voor de refpedtive Regenten en Ambtenaaren, als voor de byzondere XI, Deeu V Bür-  306 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Burgers van de Steden binnen deeze Provincie; vinden wy onnodig op het verzoek, tot het vernieuwen van een particulieren ééd van getrouwheid aan ons, vooraf te disponeeren. Met betrekking tot het verzoek, dat de permanentien voor het vervolg mogen worden gecasfeert, en de nominatien en eleétien jaarlyks gefchieden, volgens het Privilegie van den 2 Maart 1574, verklaaren wy, hier by te zeer in onze eige Perfoon te zyn geconcerneerd, dan dat daar omtrent door ons by deeze geleegenheid, voorzieninge zoude kunnen worden gedaan; doch met opzicht tot het poinct der Stedelyke recognitiën, recommandeeren wy aan de Regeering der voorfz. Stad, om de deliberatien daar over leevendig te houden, en des wegens zodaanige fchikkingen te maaken, als dezelve, overeenkomftig met Stads financiën, gevoeglyk zal oirdeelen. Wy verklaaren ook onze intentie te zyn, dat in Bet vervolg, zo veel mooglyk, eene te groote na» maagfchap onder de Leden der Regeering, als mede het verkiezen van Leden der Regeering beneden den ouderdom van twintig jaaren, zal worden vermyd. Belangende het verzoek, dat de Ordonnantie op de Weeskamer moge worden veranderd en gemaakt, zo als tot meerder Interest der Weduwen en Weezen nodig zal bevonden worden, en een Reglement van falaris daar op geftatueerd; als mede, dat 'er een Ordonnantie op de defolaate en onbeheerde Boedelkamer moge worden gemaakt, benevens een lyst van Salaris; hebben wy goedgevonden het zelve te accordeeren; zullende dienvolgende onze voornoemde Commisfarisfen, met Burgemeesteren en Regeerders der Stad Vlisfingen, de nodige fchikkingen beraamen, ten einde het een en ander werde geëffectueerd. Wy verklaaren verder onze ernftige begeerte te zyn, dat, conform het verlangen der Burgery, in de  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 307 de begeeving der Stedelyke ambten, naar de kundiglte en vroomfte zal gezien worden; en verftaan, dat zodaanige ambten en officien", welke met de Regeering compatibel zyn, ook aan zulke, welke tot de Regeering niet behooren, zullen mogen be« geeven worden. Wat aangaat het verzoek, dat eene bepaaling moge gemaakt worden, om zo wel van Crimineele als Politicque vonnisfen te kunnen appelleeren, ze-» kere gevallen alleen uitgezonderd; en de politicque uitzettingen, zonder verplicht te weezen, daarvan reden te geeven, mogen worden vernietigd, verklaaren wy onze ernftige meininge te zyn, het daarheenen te dirigeeren, dat eene nieuwe Crimineele 1 rdonnantie voor de Provincie van Zeeland worde geformeerd, en daar inne het poinct van da Appellabiliteit der Crimineele vonnisfen, mitsgaders het poindt van de Politieke uitzettingen, ten meesten nutte der Ingezetenen worde gereguleerd. Wy verklaaren ook onze ernftige begeerte te zyn, dat alle de Gildens deezer Stad krachtdaadig zullen worden gehandhaafd, en gemaintineerd in hunne Wettige Rechten en Privilegiën, waar toe wy de Regenten wel ferieufelyk vermaanen by deezen; blyvende den Bailjuw verplicht tegen alle infractien op de gemelde Rechten en Privilegiën, zoveel lnooglyk, te vigileeren, doch kan heit verzoek, dat geene Overdeekens der Gildens Leden uit den Magiftraat mogen zyn, door ons niet wórden geaccordeerd. Gelyk wy oök niet kunnen accordeeren, het verzoek, dat de Bürger-Kapiteinen voortaan uit de aan dienst zynde Luitenanten zouden moeten verkoozen worden, zónder ouderdom of rang in acht te nee. men. Betreffende de Predikanten, welke zich op den Predikftoel tegen de oude Conftitutie mogten hebben uitgelaaten, of door zich te mengen in de politieke oneenigheden, zich aan plichtverzuim mogV 2 tea  308 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten hebben fchuldig gemaakt; zullen onze voornoemde Commisfarisfen, met de Regeering, zodaanige middelen beraamen, en in het werk ftellen, als genoegzaam zullen oirdeelen, om de gemeente, ten aanzien van derzelver gedrag, voor het vervolg gerust te ftellen; of indien dezelve Predikanten onverhooptelyk weigerig mogten zyn, aan hec gene ten dien einde door onze voornoemde Commisfarisfen van hun zal worden gerequireerd, te voldoen, zodaanig omtrent dezelve handelen, als be•vinden zullen met de billykheid en-het nut der Gemeenten, meest overeenkomftig te zyn. Wy verklaaren wyders onze begeerte te zyn, dat, wanneer door den Kerkenraad Collegium Oaalificatum mogte worden verzogt, zulks niet dan om gewigtigc redenen zal worden geweigerd, of uitgefteld; in vertrouwen, dat hier van nimmer eenig misbruik zal worden gemaakt. Nopens het verzoek, dat alle de genen, die den ouderdom van zestig jaaren bereikt hebben, vry mogen wezen van togt en wacht, verklaaren wy het zelve te accordeeren. Ook verklaaren wy onze begeerte te zyn, dat door de Regeering een naauw reguard zal geflagen worden op de duurte in het Confumtieele; en alle aanmoediging in hec werk gefteld cot bevordering der Visfcherye; als mede dat de Ordonnantie op de Visfcherye zal worden gerefumeerd. Gelyk wy ook hebben goedgevonden de Regeeïing der voorfz. Stad ferieufelyk te recommandeer ren, opalies, wat ftrekken kan ter bevordering van de Commercie en Navigatie, een naauw reguard te neemen. Eindelyk verklaaren wy onze begeerte te zyn, dat de Ambten tot den Krygsraad behoorende, en daar van betaald wordende, by vacature, wederom aan den Krygsraad zullen komen. Voor het overige verklaaren wy, op de anderè of verdere verzoeken, aan ons, of aan voornoemde  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voer gevallen. 309 de. onze Commisfarisfen, door Burgeren en Ingezetenen der Stad Vlisfingen gedaan, om gewigtige redenen, nier. te kuDnen disponeeren. En is wyders onze ernftige begeerte, dat niemand van de Burgers of Ingezetenen der voornoemde Stad van eenig ambt of bediening, by deeze gelegenheid, worde ontzet, of ontzet blyve, ten zy onze voornoemde Commisfarisfen geinformeerd wierden, dat dezelve zich, federt de amnestie van den i3den Augustus des voorleeden jaars, aan eenig daar by verboden misdryf hadde fchuldig gemaakt; of dat de waarneeming van dezelve bediening door denzelven, hun volftrekt onbeftaanbaar voorkwam met de behoudenis van de rust in de voornoemde Stad: gelyk wy mede niet willen, dat iemand der voornoemde Burgers en Ingezetenen , in de veilige inwooninge binnen de voornoemde Stad, ter zaake van de plaats gehad hebbende politieke oneenigheden, zal worden gehinderd, maar dat alle dezelve zullen jouisfeeren van de befcherming der Wetten en der Jufiitie, zo lange tegen dezelve om eenig misdryf, op aanklachte van den Bailjuw, geen Gerechtelyk vonnis is gedecërneerd. Hebbende wy voorts den Bailjuw der voornoemde Stad, mitsgaders Burgemeefters en Regeerders derzelve, wel ernfïelyk gerecommandeert , alles aan te wenden , en in het werk te ftellen, wat zoude kunnep dienen tot vermeerdering en bevestiging van de rust, bloei en welvaart der voorfz. 4>tad, en ter bevordering van de adminiftratiê eener onpartydige Juftitie. Terwyl wy wyders alle Regenten, Burgers en Ingezetenen der voorfz. Stad Vlisfingen, vermaanen, dat zy alle tot hier toe gefubfisteerd hebbende partyfchappen en animofiteiten laaten vaaren, het gepasfeerde wederzyds vergeeven en vergeeten; en, gelyk het goede Burgers en Ingezetenen betaamt, voortaan in vreede en goede harmonie zamen leeven; terwyl wy het betrachten of nalaaV 3 tta  31 o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten van deezen plicht, van de zyde der genen, die profesfie maaken van Aankleevers te zyn van de belangens van ons Huis, zullen aanmerken als den toetfteen van de oprechtheid van derzelver gevoelens en bedoelingen. Verwagtende wy voorts, en des noods beveelende, dat alle de Burgers en Ingezetenen, en eeu iegelyk van hun, voortaan in het generaal zullen betrachten, al het gunt de plicht van gehoorzaamheid en onderwerping aan hunne wettige Overheid vordert; oppcene, dat de genen, welke bevonden zullen worden, tegen deeze onze ferieufe wil en begeerte te hebben ingegaan, en zich aan eenig wanbedryf tegen de waardigheid van de Regeering, of ongehoorzaamheid aan de beveelen van dezelve, fchuldig te maaken, als verftoorders van de gemeene rust, en verachters van onze heilzaame pogmerken"en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volgens de Wetten van den Lande, zonder eenige conniventie, anderen ten exempel, zullen worden geftraft, Gedaan in 's Gravenhage den 20 Maart 1788. (was get.) W. Pr. v. Oranje. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. (vos git.) W. v. Otters,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 311 N°» 1076. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid dm Heere Prince Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Regeeringsverandering te Veere; gepubliceert den 2 April 1788. Wy Willem, by de gratie Gods, Prince van Oranje en JNasfauw &c. &c. &c. Allen den genen die deezen zullen zien of hooren leezen, falut! doen te weeten: Dat wy in deeze bekommerlyke tyden niets meer ter harte neemende, dan dat de refpective Steden der Provincie van Zeeland, onder ons Stadhouderfchap forteerende, mogen worden gebragt in zodaanige orde en Regeeringe, waar door derzelver rust en voorfpoed worden geftabileerd ; en tot onze kennisfe zynde gebragt, dat in de Stad Veere , door de onlusten, aldaar federt eenigen tyd ontftaan, dit ons goed oogmerk niet kan worden bereikt, zonder gebruik te maaken van de authonfatie, by Misfive van de Heeren Staaten van Zeeland in dato den 2, October 1787, op ons verleend; en voorts uit het Rapport van onze Commisfarisfen Mrs. coenraad le leu de wilhelm, gerard van Minninghen, en Pieter Alexander Baron van Boet. zelaer, Raaden in den Hove Provinciaal van Holland, Zeelanden Friesland, welke wy (om presfante affaires ons perfoonelyk in de voorlchreeven Stad niet kunnende laaten vinden,) derwaards hadden gezonden, van het voorenftaande nader geïnformeerd zynde; hebben goedgevonden de Regenten, Raaden en Ministers der voorfz. Stad, dewelke niet vermeld ftaan in de hier na geinfereerde Lyst, te ontflaan, gelyk wy dezelve ontflaan by deezen, van hunne voorfchreeven Functien ; met behoud nogthands van zodaanige voorrechten, als oude Regenten en Ministers gewoon zyn te genieten; zullende de alzo door ons ontflagen Regenten, Raa, den en Ministers, daar door niet worden gekwetst of benadeeld in hunnen goeden Naam en Faam, veel nain, dat dezelve daar uit zullen mogen worden ge- V 4 fa-  $iz Verzameling tan Stukken betrekkelyk tot fufpicieerd, zich inde Regeering van Land of Stad niet naar behooren gedraagen te hebben. Interdiceerende wel ftri&clyk eenen iegelyken, wie het zoude mogen zyn, de meergemelde by ons ontflagen Regenten en Ministers daar over te betichten , veel meer hunne Perfoonen of Goederen eenigfints te molesteeren, befchaadigen of incommodeeren; dezelve, mitsgaders hunne Familien en Goederen, ten dien einde neemende in onze fpeeiaale protectie en fauvegarde; alles ingevolge de bovengemelde authorifatie van Hunne Ed. Mogenden; onverminderd nogthands de Rechten en Gerechtigheden, aan ons, als Heer en Marquis der voorfchreeven Stad competeerende. En hebben wy wyders goedgevonden de Perfoonen, op gemelde hier aanftonds volgende Lyst gefield, welken tot nu toe geene Raaden, Regenten of Ministers der voorfchreeven Stad zyn geweest^ daar toe aan te ftellen, gelyk wy dezelve aanftel» len by deezen. Bailjuw. Mr. Quirinus Cornelis van der Boon Mesch. Burgemeesters. Dr. Jakob Johan Adriesfen. Mr. Daniël Pieter de Mauregnault. Schepenen. Mr. Manta Stephanus van der LoefL Cornelis Adrianus Reynouts. Michiel Bastiaanfe. Pieter Haak Steenhart. Johan Boddaert. Adriaan Haringman. Mr. Meynard Jan van Visvliet. Anthony de Paauw. Dr. Jacob Evera.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 313 R a a;d e n. Mr. Wilhem Schorer, Joh. Asf. Fil, 'Johannes de Vriend. Dr. Jakob Johan Andriesfen. Cornelis Adrianus Reynouts. Jr. Philip Jacob Baron van BrakeL Mr. Johannes Marinisfen. Doch zal geduurende deszelvs Commisfie in de Provinciaale Rekenkamer de deliberatien van de Regeering deezer Stad, achtervolgens de Staats-Reiblutie van den 26 Maart 1670, niet vermogen ta adfifteeren, Guilleaume Frederic Godin. Michiel Bastiaanfe. Mr. MantaStephanus van der Loeff; Mr. Daniël Pieter de Mauregnault.' Willem Marinisfen. Pieter Haak Steenhart. Mr. Quirinus Cornelis van der Boon Mesch. Johan Boddaert. i Mr. Meynard Jan van Visvliet. Adriaan Haringman. Mr. Stephanus Adriaan Verniers van der Loeff, Anthony de Paauw. - Dr. Jacob Evera. Adriaan Jacóbze. Pensionaris Ordinair, Mr. Daniël Pieter de Mauregnault. Pensionaris Honorair. Mr. Wilhem Schorer, Joh. Asf. Fil. Voorbehoudende aan ons, om, ingevalle één of meer der voorfchreeven Regenten, voor de aanftel. ling mogt, of mogten bedanken, de plaatfen welke daar door zouden vaceeren, te vervullen; als mede om in onze qualiteit van Heer en Marquis •omtient de. plaats, van Secretaris nader te dispoQee^ Y £ re.55  ?}ïA Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ren; blyvende inmiddels Tacobus Ermerins als Secretaris fungeeren. Zullende de vier bevoorens reeds vaceerende Raadsplaatfen op de ordinaire wyze, by Nominatie en Eleótie worden vervuld; blyvende de Gecommitteerden van wegen de gemelde Stad Veere, in de Provinciaale en Generaliteits Collegien, gecontinueerd. Authorifeerende en gelastende voorts onze voornoemde Commisfarisfen, om, in onzen naam, de voorfchreeven nieuw aangeftelde Regenten, in derzelver qualiceit, de gewoone ééden af te neemen; en om verder alle de Regenten der voornoemden Stad, en derzelver Ministers, plechtig te doen declareeren en verklaaren ; " dat zy aan de Adte van „ Verbindtenis, welke op den 8 Augustus 1786, ,, tusfchen verfcheidene, zich noemende Vader„ Iandlievende Regenten , te Amfteldam aange„ gaan, en door dezelve, en naderhand doorvee„ le anderen geteekend is , of geenerlei deel ,, hebben gehad, direct, of indiredt, of, by zo „ verre zy daar aan eenig deel, direct of indirect „ gehad mogten hebben, daar van te refilieeren, S) en zich ontflagen te houden van alle verplich. ,, ting, welke zy uit dien hoofde mogten hebben gecontracteerd ". Wyders verklaaren wy onze intentie te zyn, dat het verkiezen van de voornoemde nieuwe Raaden , in manier als vooren gedaan, in dit extraordinair geval, alleen is gefchied, tot meerder rust en dienst der voorfchreeven Stad Veere , en tot wegneeming van diffidentie en onlusten aldaar ontftaan; en zulks zonder eenige praejuditie of confequentie voor het toekomende, ten aanzien van de Privilegiën, Vryheden, of Gerechtigheden de voorfz. Stad, en de goede Burgeren of Ingezetenen derzelve competeerende, die wy verftaan dat in haar oude kracht en vigeur blyven zullen. En naardien wy een byzonder belang ftellen, in alles wat in ons is, te helpen toebrengen om de rust,  de Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 315 rust, eendracht, het vertrouwen, enden daar uic fpruitenden bloei van de Provincie van Zeeland, en van de voorfz. Stad Veere te doen herleeven , hebben wy, in aanmerking neemende het verzoek, door Burgeren en Ingezetenen der gemelde Scad, aan onze voornoemde Commisfarisfen gedaan , ten einde uic den Krygsraad mogten worden geremoveerd zekere met naamen genoemde Perfoonen, en in 't generaal alle zodaanigen, die zich door derzelver gedrag of gemanifesteerde denkenswyze het vertrouwen der goede Burgerye zouden hebben onwaardig gemaakt; goedgevonden onze voornoemde Commisfarisfen te authorifeeren, om daaromtrent met de Regeering zodaanige fchikkingen te beraamen, en in 't werk te ftellen, als zy onder onze approbatie, ten meesten nutte en dienst der Stad en Burgerye nodig zullen oirdeelen. Wy hebben wyders goedgevonden de Regeering der Stad Veere ferieuslyk te recommandeeren, een naauw reguard te neemen op alles, wat zoude kunnen ftrekken ter bevordering van de Commercie, Navigatie en Visfcherye; mitsgaders tot vermeerdering en bevestiging van den bloei enwelvaarcder voorfz. Stad. Voor het overige verklaaren wy, op de andere of verdere verzoeken, aan ons, of aan voornoem, de onze Commisfarisfen, door Burgeren en Ingezetenen der Stad Veere gedaan, om redenen, niette kunnen disponeeren. Voorts vermaanen wy alle Regenten, Burgers en Ingezetenen der voorfchreeven Stad Veere, dat zy alle tot hier toe gefubfifteerd hebbende parcyfehappen en animofiteicen laaten vaaren , het gepasfeerde wederzyds vergeeven en vergee» ten, en, gelyk het goede Burgers en Ingezetenen betaamd, voortaan in vreede en goede harmonie faamen leeven; terwyl wy het betrachten of nalaaten van deezen'plicht, van de zvdeder genen, die profesfie maaken van Aankleevers te zyn van de feelangens van ons Huis, zullen aanmerken als den toet.  316 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot toetfteen van de oprechtheid van derzelver gevoelens en bedoelingen. Verwagtende wy voorts, en des noods beveelende, dat alle de Burgers en Ingezetenen, en een iegelyk van hun, voortaan in het generaal zullen betrachten, al het gunt de plicht van gehoorzaamheid , en onderwerping aan hunne wettige Overheid vordert; op pcene, dat de genen, welke bevonden zullen worden, tegen deeze onze ferieufe wil en begeerte te hebben ingegaan, en zich aan eenig wanbedryf tegen de waardigheid van de Regeering, of ongehoorzaamheid aan de beveelen van dezelve, fchuldig te maaken, alsVerftoorders van de gemeene rust, en Verachters van onze heilzaame oogmerken en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volgens de Wetten van den Lande, zonder eenige conniventie, anderen ten exempel, zullen worden geftraft. Gedaan in 's Gravenhage den 20 Maart 1788. (was get.) W. Pr. van Orange. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid* (was get.) . W. van Ciïters. No. 1077. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prince Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Regeeringsverandering te Goes; gepubliceert den 8 April 1788.. Wy Willem, by de gratie Gods, Prince van Oranje en Nasfauw etc. etc. etc. Allen den genen die deeze zullen zien, of hooren leezen, falut! doen te weeten: Dat wy, in deeze bekommerlyke tyden niets meer ter harte neemende , dan dat de refpedtive Steden der Provincie van Zeeland, onder ons Stadhouderschap forteerende, mogen worden gebragt Ik  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 317 5n zodaanige orde en Regeering, waar door derzelver rust en voorfpoed worden geftabileerd; en tot onze kennisfe zynde gebragt, dat in de Stad Goes, door de onlusten aldaar federt eenigen tyd ontftaan, dit ons göed oogmerk niet kan worden bereikt, zonder gebruik te maaken van de authorifatie, by Misfive van de Heeren Staaten van Zeeland, in dató den 2 Odtober 1787, op ons verleend ; en voorts uit het Rapport van onze Commisfarisfen , Mrs. coenraad le LEU DE WlLHELM, Gerard van Minninghen en Pieter Alexander Baron van Boetzelaer, Raaden in den Hove Provinciaal van Holland , Zeeland en Friesland, welke wy, (om presfante -affaires ons perfoonelyk in de voorfchreeven Stad niet kunnende laaten vinden,) derwaards hadden gezonden, van het voorenftaande nader geïnformeerd zynde, hebben goedgevonden de Regenten of Raaden der voorfchreeven Stad, dewelke niet vermeld ftaan in de hierna geinfereerde Lyst, te ontflaan, gelyk wy dezelve ontflaan by deezen, van hunne voorfchreeven funttien, met behoud nogthands van zodaanige voorrechten, als oude Regenten gewoon zyn te genieten; zullende de alzo door ons ontflagen Regenten daar door niet worden gekwetst of benadeeld in hunnen goeden naam en faam; veel min, dat dezelve daar uit zullen mogen worden gefuspicieerd, zich in de Regeering van Land of Stad , niet naar behooren gedraagen te hebben; interdiceerende wel ftriktelyk eenen iegelyken, wie het zoude mogen zyn, de meergemelde by ons ontflagen Regenten daar over te Betigten, veel meer hunne Perfoonen of Goederen eenigfints te molesteeren, befchaadigeri, of in» commodeeren; dezelve geweeze Regenten, mitsgaders hunne Familien en Goederen ten dien einde neemende in onze fpeciaale protectie en fauvegarde; alles ingevolge de bovengemelde authorifatie van Hun Ed. Mogenden. En hebben wy wyders goedgevonden de Perfoonen, op gemelde hier aanftonds volgende Lyst gefteld, welken tot nu toe geene  3iS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot geene Raaden of Regenten der voorfchreeven Stad zyn geweest, daar toe aan te ftellen, gelyk wy •dezelve aanftellen by deezen. Bailjuw. Mr. Johannes Pols. Burgemeester si Mr. Dignus Cornelis Keetlaar. Mi. Willem Canmus. Schepenen. Zywert Diederik van der Bilt, HeervanClo*itnge. Cornelis van Citters, van Bruëlis. Daniël de Meyer. Petrus Alexander Boreel de Mauregnaulti Johannes Stokmans. Johan Hendrik Eversdyk. Laurens Jan van de SpiegeL Tan Dominicus. Martinus Slabber. Raaden. Mr. Johan Willem van Rofevelt. Mr. Dignus Cornelis Keetlaer. Mr. Johan Adriaan van Dorth. Adolf Osfewaarde. Mr. Willem Canifius. Mr. Aarnout Wilhem van Citters, Heervah'sGra* venpolder. Mr. Antoni Osfewaarde. Zywert Diederik van der Bilt, Heer van Cloe* tinge. Mr. Johan Jacob Leydekker de Bruin. Cornelis van Citters, van Bruëlis. Petrus Alexander Boreel de Mauregnault. Daniël de Meyer. Johan Hendrik Eversdyk. Cornelis Pieter Keetlaer. Laa»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voergevalltn. 319 Laurens Jan van de Spiegel. Michael Conftantyn Van Dorth. Boudewyn Verfelewel van der Bilt» Arnoldus van Tilburgh, Mz. Martinus Slabben Johannes Stokmans. Aarnout van Citters. Pensionarissen Honorair* jr. Dirk Wolter Baron van Lynden. Mr. Francois Nicolaas Keetlaer. Mr. Johan Adriaan van Dorth. Secretarissen. Mr. Aarnout Wilhem van Citters, Heer van'sGra* venpolder. Mr. Antoni Osfewaarde. Voorbehoudende aan ons, om, ingevalle een of meer der voorfchreeven Regenten of Raaden voor de aanftelling moge of mogten bedanken, de plaat* fen welke daar door zouden vaceeren, te vervullen. Blyvende de Gedeputeerden van wegen de gemelde Stad Goes, in de Provinciaale en Generaliteits Collegien in hunne refpedtive Commisfien gecontinueerd; authorifeerende en gelastende voorts onze voornoemde Commisfarisfen, om in onzen naam, de voornoemde nieuw aangeftelde Schepen en Raad Johannes Stokmans, in deszelvs voornoemde qualiteiten de gewoone ééden af te neemen, zullende den voornoemden nieuw aangeftelden Raad Aarnout van Citters, eerst in deszelvs qualiteit den gewoonen ééd doen in de maand Mey aanftaande , wanneer dezelve den ouderdom van twintig jaaren ten vollen zal bereikt hebben; en om verder alle de Regenten der voornoemde Stad en derzelver Ministers, plechtig te doen declareeren en verklaaren: „ dat zy aan de Adte van Ver„ bindtenis, welke op den 8 Augustus 1786, tus- h fchea  ï*32ü Verzameling van-Stukken betrekkelyk tót „ fchen verfcheidene zich noemende Vaderland„ lievende Regenten, te Amfteldam aangegaan,en „ door dezelven, en naderhand mede door veele „ anderen geteekend is , of geenerlei deel hebben „ gehad, direct of indirect, of, by zo verre zy „ daar aan eenig deel direct of indirect gehad mog„ ten hebben, daar van te refilieeren, en zich „ ontflagen te houden vau alle verplichting, wel„ ke zy uit dien hoofde mogten hebben gecontra6teerd"i Wyders verklaaren wy onze intentie te zyn, dat het verkiezen van de voornoemde nieuwe Raaden en Regenten, in maniere als vooren gedaan, in dit Extraordinair geval alleen is gefchied tot meerder lust en dienst der voorfchreeven Stad Goes, entot wegneeming van diffidentie en onlusten aldaar ontftaan; en zulks zonder eenige prejudicie of confequertie voor het toekomende, ten aanzien van de ' Privilegiën, Vryheden of Gerechtigheden, de voorfchreeven Stad, en de goede Burgeren of Ingeze- ■ tenen derzelve competeerende, die wy verftaan, dat in haar oude kracht en vigeur blyven zullen. En naardien wy een byzonder belang ftellen, in alles, wat in ons is, te helpen toebrengen, om de just, eendracht, het vertrouwen, en de daar uit fpruitende bloei van de Provincie van Zeeland, en van de voorzeide Stad Goes, te doen herleeven; hebben wy goedgevonden alle Regenten, Burgers en Ingezetenen der voornoemde Stad by deezen, ferieufelyk te vermaanen dat zy alle tot hier toe gefubfiiteerd hebbende partyfchappen en animofiteiten laaten vaaren, het gepasfeerde wederzydsch vergeeven en vergeeten; en, gelyk het goede Burgers en Ingezetenen betaamt, voortaan in vrede en goede harmonie zaamen leeven; terwyl wy het betrachten of nalaaten van deezen plicht, van de zyde der genen, die profesfie maaken van aankleevers te zyn van de belangens van ons Huis, zullen aanmerken als den toetfteen van de oprechtheid van derzelver gevoelens en bedoelingen. Ver*  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen- 32* Verwagtende wy voorts, en des noods beveelende, dat alle de Burgers en Ingezetenen, en een ie* gelyk van hun, voortaan in het generaal zullen betrachten al het gunt de plicht van gehoorzaamheid en onderwerping aan hunne wettige Overheid vordert; op pcene, dat de genen, welke bevonden zullen worden tegen deeze onze ferieufe wil en begeerte te hebben ingegaan, en zich aan eenig wanbedryf tegen de waardigheid van de Regeering of ongehoorzaamheid aan de beveelen van dezelve mogten fchuldig maaken, als Verftoorders van de gemeene rust, en Verachters van onze heilzaame oogmerken en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volgens de Wetten van den Lande, zonder eenige conniventie, anderen ten exempel, zullen worden geltraft. Gedaan in 's Gravenhage den 6 April 1788. (was get.) W. Pr. v. Oranje. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid* (was get.) W. van Citters. Np. 1078. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, betrekkelyk dé PLegeeringsverandering te Tholen, gepubliceert den 12 April 1788. Wy Willem, by de gratie Góds, Prince van Oranje en Nasfauw &c. &c. &c. Allen den genen die deezen zullen zien of hooren leeZen, falut! doen te weeten. Dat wy, in deeze bekommerlyke tyden niets meer ter harte neemende, dan dac de refpedtive Steden der Provincie van Zeeland > onder ons Stadhoudeffchap forteerende, mogen worden gebragt in zo- . daanige orde en Regeeringe, waar door derzelvef yoorfpoed worden geftabileerd, en het welzyn dér XI. Deel* X ïn-  322 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ingezetenen bevorderd; en tot onze kennisfe zyn; de gebragt, dat in de Stad Thoolen, uit hoofde der aldaar plaats gehad hebbende omfiandigheden, dit ons goed oogmerk niet kan worden bereikt, zonder gebruik te maaken van de authorifatie, by Misfive van de Heeren Staaten van Zeeland, in dato den 2 October 1787, op ons verleend ; en voorts gezien hebbende uit het Rapport van onze Commisfarisfen, Mrs. Coenraad le Leu de "Wilhem , Gerard van Minninghen en Pieter A. lexander Baron van Boetzelaer, Raaden in denHove Provinciaal van Holland, Zeeland en Friesland, welke wy, (om presfante affaires ons perfoonelyk ia de voorfchreeve Stad niet kunnende laaten vinden,) derwaards hadden gezonden ; hebben goedgevonden de Regenten, Raaden en Minifters der voorfchreeven Stad, dewelke niet vermeld ftaan in de hier na geinfereerde Lyst, te ontdaan, gelyk wy dezelve ontflaan by deezen, van hunne voorfz. funclien, met behoud nogthands van zodaanige voorrechten, als oude Regenten en Minifters gewoon zyn te genieten; zullende de alzo door ons ontflagen Regenten en Minifters daar doornietworden gekwetst of benadeeld in hunnen goeden naam en faam; veel min, dat dezelven daar uit zullen mogen worden gefuspicieerd, zich in de Regeering van Land of Stad niet naar behooren gedraagen te hebben; interdiceerende wel ftri&elyk eenen iegelyken, wie het zoude mogen zyn, de meergemelde by ons ontflagen Regenten en Minifters daar over te betichten, veel meer hunne Perfoonen of Goederen eenigfints te molesteeren,^befchaadigen of incommodeeren; dezelve geweezen Regenten en Ministers, mitsgaders hunne Familien en Goederen ten dien einde neemende in onze fpeciaale protectie en fauvegarde; alles ingevolge de bovengemelde authorifatie van Hun Ed. Mogenden. En heb> ben wy wyders goedgevonden de Perfoonen, op gemelde hier aanftonds volgende Lyst gefteld, welken cot nu toe geene Regenten, Raaden en Ministers  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 323 ters der voorfchreeven Stad zyn geweest, daar toe aan te ftellen, gelyk wy dezelve aanftellen by deezen. .« Bailjuw. Cornelis Reinier de Vree. Burgemeesteren. Mr. Johan van der Burcht van Lïchtenbergh. Adriaan van der Schoor. Schepenen» Adriaan van der Schoor. Diederik Vleugels. Johan Cornelis van Staapele. Marinus Anthoni Catshoek. Mr. Daniël de Bruyn. Anthoni Verryk van Bommel. Michiel Carel Joan van der Burcht van Lich. tenbergh. Mr. Willem Anthoni de Hafe Bomme. Pieter Krieger. Raaden. Diederik Vleugels. Mr. Joan van der Burcht van Lïchtenbergh. Jacob Johan van Staapele. Adriaan van der Schoor. Pensionarissen. Mr. Daniël de Bruin, Ordinair. Mr. Joan van der Burcht van Lïchtenbergh, Ho* norair. Mr. Bonaventura Johan Turcq, Honorair. Johan Cornelis van Staapele, Honorair. Mr. Casper van Citters, Honorair. Anthoni Verryk van Bommel, Honorair. ]r. Adriaan Jan Baron van Borsfelen, Honorair. Marinus Anthoni Catshoek, Honorair. X % Cor.  324 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Cornelis Reinier de Vree, Honorair. Marinus Gerard van Staapele, Honorair. Secretaris. Johan Cornelis van Staapele. Thesaurier. Michiel Carel Joan van der Burcht vanLich» tenbergh. Voorbehoudende aan ons, om, ingevalle dat een of meer d r voorfchreeven Regenten voor de aanHelling mogt of mogten bedanken, de plaatzen, welke daar door zouden vaceeren, te vervullen. Blyvende de Gecommitteerden van wegen de gemelde StadThoolen, in het Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden, gelyk mede in de Provinciaale Reekenkamer, en in de Generaliteits Collegien, gecontinueerd. Authorifeerende en gelastende voorts onze voornoemde Commisfarisfen, om, in onzen naam, de voorfchreeven nieuw aangeftelde Regenten, in derzelver qualiteit, de gewoone ééden af te neemen j en om verder alle de Regenten der voornoemde. Stad, en derzelver Ministers, plechtig te doen declareeren en verklaaren; " dat zy aan de Adte van „ Verbindtenis, welke op den 8 Augustus 1786, tusfchen verfcheidene, zich noemende Vader„ landlievende Regenten , te Amfteldam aange„ gaan, en door dezelven, en naderhand door vee„ le anderen geteekend is , of geenerlei deel „, hebben gehad, direct of indirect, of, by zo verre zy daar aan eenig deel, direct of indirect „ gehad mogten hebben, daar van te refilieeren, „ en zich ontflagen te houden van alle verplich„ ting, welke zy uit dien hoofde mogten hebben ,, gecontracteerd ". Wyders verklaaren wy onze intentie te zyn, dat het verkiezen van de voorgemelde nieuwe Regenten, in manier als vooren gedaan, in dit extraor- di-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 325 dinair geval, alleen is gefchied, tot nut en dienste der voorfchreeven Stad, en zulks zonder eenige prejudicie of confequentie voor het toekomende, ten aanzien van de Privilegiën, Vryheden, of Gerechtigheden de voorfz. Scad, en de goede Burgeren of Ingezetenen derzelve competeerende, die wy verdaan dat in haar oude kracht en vigeur blyven zullen. En naardien wy een byzonder belang ftellen, in alles wat in ons is, te helpen toebrengen om de rust, eendracht, het vertrouwen, enden daaruit fpruitendén bloei van de Provincie van Zeeland, en van de voorfz. Stad Tholen te doen herleeven of te bevorderen; zo vermaanen wy alle Regenten, Eurgers en Ingezetenen der voorfchreeven Stad, om, met verlaating van alle partyfchappen en animofiteiten, onderling, gelyk hec goede Burgers en Chriscenen becaamt, in vreede en eensgezindheid zaamen leeven; en alzo, door een getrouwe waarneeming van alle Godsdienftige en Burgerlyke plichten , elk in het zyne ailes aan te wenden, wat trekken kan ter vermeerdering en bevestiging van den welvaart der Stad en Burgery. Verwagtende wy voorts inzonderheid , en des noods beveeler.de, dat alle de voornoemde Burgers en Ingezetenen, met getrouwheid zullen betrachten, al het gunt de plicht van gehoorzaamheid, en onderwerping aan hunne wettige Overheid , vordert; zullende de genen, welke bevonden zullen worden, hier omtrent cegens onze ferieufe wil en begeerte te hebben ingegaan, en zich aan eenig wanbedryf tegen de waardigheid van de Regeering, of ongehoorzaamheid aan de beveelen van dezelve, fchuldig te maaken, als Verftoorders van de gemeene rust, en Verachters van onze heilzaame oogmerken en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volgens de Wetten van den Lande, zonder eenige conniventie, anderen ten exempel, worden geftrafc. X 3 Ge-  yi6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gedaan in 's Gravenhage den 20 Maart 1788. (was get.) W. Pr. v. Oranje. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. (was get.) W. v. Citters. N*. 1079. Plan eener Negotiatie voor de Stad Middelburg, by form van Obligatie-Lotery, gearres* teerd door de Ed. Achtb. Regeering van die Stad, den 16 December 1788. Deeze Ligting zal zyn van een Milüoen Guldens, by form van Obiigatie-Lotery, verdeeld in duizend Loten, gedateerd primo January 1789, ieder van ƒ1000 Hollands Courant-Geld, doch zullen ook Halve- en Quart-Loten, voor die zulks verkiezen, te krygen zyn, op of na den 12 January 1789, ten Comptoire van Pieter Stadnitski, op de HeereGragt, regt over de Drie-Koningsftraat, te Amfteldam. By een Trekking te Middelburg, op de gewoone wyze, in de maand van Juny eerstkomende, te doen, zullen aan deeze Loten, genommerd N°. I a 1000, vyf honderd en vier Pryzen of Prsemien, toegeweezen worden, als volgt: 1 Lot a ƒ 30000 : . . ƒ 30000 - : I — - - 20000 : . . . 20000 • : 1 —— - - 10000 : . . . 10000 - : 2 —— - - 5CC0 : . . . ' 10000 - : 5 —— - • 4000 : . . . 2c000 - : 40 —■ - ■ 2000 : ... 80000 • : 50 - * 1500 : . . . . 75000 - : 100 ——■ • * 1200 : . . . . 120000 - : 300 —- - - 1100 : . . . . 330000 - : j . . 1000 : Premie voor het eerfle  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 327 Eerfte Lot - 1000 . : 1 —— . - 1000 : dito voor het Laatfte - 1000 - : 2 — - - 1500 : voor en na de ƒ30000 : . - 3000 - : 504 ƒ 700000 - : 500 Nieten k 1000 : . - jooooo - : ƒ1200000 • : Van deeze ƒ 1,200,000 : zullen voor het einde des jaars 1789, ten Comptoire voornoemt, tegens intrekking der Loten, worden afgegeeyen Obliga. tien, ten lasten der Stad Middelburg, onder Verband van allen deszelvs inkomften, rentende 3 en een half per Cent 's jaars, betaalbaar op Coupons, ten Comptoire van de Agendarisfen der Provincie Zeeland, Johannes Menkema en Zoon ia Amftel* dam, zullende by iedere Obligatie, provifioneel gevoegt worden 10 Coupons, waar van de eerfte verfchynen zal op primo January 1790. De Regeering van Middelburg heeft 's jaarlyks gedestineert een fom van ten minften ƒ 50,000 zo ter betaaling der Intrest als ter aflosfing zo ver het telkens zal kunnen ftrekken, en, wyl de Intrest 's jaarlyks door het af te losfene vermindert, zo worden de aflosfingen hoe langer hoe grooter; zo dat alles in 54 jaaren gerembourfeert zal zyn; en zal door één Trekking in Middelburg , in de maanden van November van ieder jaar te doen, bepaald worden welke Numeros op den eerften dag des volgende jaare losbaar zullen zyn. Ieder zal zyne getrokken Pryzen gefplitst en zyne Halve of Quart Loten gecombineert kunnen kry. gen, en daar voor kunnen vorderen ordinaire ObiL gatien van zulke fommen als ieder zal verkiezen, mits niet onder de ƒ250-: en'op voorwaarden, dat men deeze Splitfing of Combinatie, ten Comp» toire daar de Loten gehaalt zyn, zal moeten opgeeX 4 _ ven  328 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ven voor primo September, na welken tyd de Ob. ligatien zullen gereed gemaakc worden van de grootte als 't bedrag der Loten of Gedeeltens van dien, met de daar op getrokken Pryzen zal zyn. Hun Ed. Achtbaare behouden de vryheid, om boven het overfchot der t 50,000 . : nog zo veel meerder af te losfen, als zy zullen te raade worden, r - No lo8oa ExtraSt uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Mogenden 'de Heeren Staaten van Zeeland, in dato den 29 December 1788, waar by aan twee Perfoonen, met naamen Johannes de Winter en Jacobüs Vannius en verderen, die zich door eenen al te grooten yver voor de wettige Conftitutie, en het Doorl. Huis van Oranje hebben laaten vervoeren tot daaden van oproer en ge. weid, en zich zeiven daar door ten hoogften ftraf. baar hebben gefield, uit hoofde van Hun Ed. Mog.