VERZAMELING ijjpC van PLACAATEN, RESÓLUTIËN ÉN ANDË; RÉ AUTHENTYKÈ STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE c& BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MbCCLXXXFlI, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DEÉ, FEREENIGDE NEDERLANDEN Dertiende Deel. te 6 A M P È tii ïef Drukkerye van j. A. de CHALMÖT, MDCCLXkiiZ.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET DERTIENDE DEEL, VAN DEEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. N«. ii37. Request van Schepenen der Stad Hoorn, aan Hun Ei. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; waar by kennis geeven, dat van tyd tot tyd linnen die Stad wanorde in de Adminijlratie der Jujlitie heeft plaats gehad; voorts verzoekende, dat daar den Hoof dOfficier zyn Ambt heeft nedergelegd, Hun Ed. Groot Mogenden ex plenitudine potestatis, dusiaanig bekwaam Perfoon tot voorfchreeven Ambt gelieven te eligeeren, als ten nutte van Stad en Staat zullen oirdeelen te bcheoren &c* . . bladz. tt »... 1138. Request van Mr. Jacob Binkhorst. Raad en Oud-Schepen der Stad Hoorn, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten vanHolland en West-Friesland; waar by verzoekt: dat door Hun Ed. Groot Mogenden uit krachte van Hoogstderzelver Souvereine macht en om reden van de Dmflandiglieid van tyden en zaaken, na Hoogstderzelver goedvinden, hy direB tot het bekleeden van het ambt van Hoofd-Officier der Stad Hoorn mag worden aangejleld &f£. ! a (te  IV REGISTER Gefourneerd met negen Bylagen; waar van die onder litt, H. eene Privilegie behelst van Johan van Beijeren Graave van Holland, op den 5 Augustus 1422 aan ds Stad Hoorn verleend; en litt. I. eene dito van Hertog Philips van Bourgondien, in dato den 25 May 1452. • • . bladz. 10» N<\ 1139. Bericht van Heeren Burgemeefleren en Vroedfchap* pen der Stad Hoorn, op de Requeste zo van Schepenen als van den Vroedfchap Binkhorst, betrekkelyk de aanfttlling van Schepenen in die Stad, by Hun Ed. Groot Mo* genden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ingediend bladz. 39. ■ ■ « 1140. Request van Willem Ris en Jan Breebaard, Burgers en Inwoonérs der Stad Hoorn, voor zich zeivent en als Gecommitteerdens van een groot aantal hunner medeBurgers , aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, waar by na een ampel vetJlag van de oproerige beweegingen in die Stad, en het gedrag daaromtrent gehouden , krachtdaadige maatregulen van Hun Ed. Groot Mogenden verzoeken, ter handhaaving der openbaare rust, en ter beveiliging hunner Perfoonen en Goederen Gefourneerd met drie Bylagen, zynde ge- geevene Kondfchappen van gepleegde exces/en. bladz. 65. 1141. Nader Request van W. Ris en J. Breebaard, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; waar by te kennen geeven, dat zo per expresfe als door diverfe Brieven geinformeert zyn geworden, dat de oproerigheden binnen Hoorn tot eene zodaanige hoogte geklommen zyn, dat het oproerig gepeupel meester is: Jmeekende aan Hun Ed. Groot Mogenden, de akelige wfland waar in de traaye Burgers van Hoorn zich  der STUKKEN. V zich bevinden, door ejficacieufe middelen provifioneel te mitigeeren ...... bladz. 79. .. - 1142. Request van Gualtherus Matthjïus, Bailjuw en Schout van Schagen en Schager-Cogge, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, waar in zich beklaagt over de behandeling door Mr. J. C. van de BlocQuery hem aangedaan; en verzoekt : dat de gedaane aa?izegginge of crdre van Burgemeesteren der Stad Hoorn aan hem Suppliant, om de voorfz. Stad te ontruimen, ten fpoedigflen worde ingetrokken en luiten effeü gefield. , . . , f bladz. 83. »' 1 1 ' 1143. Publicatie van de Regeering der Stad Hoorn, over de oproerige beweegingen en infolentien door eenige lieden binnen die Stad gepleegd, met belofte van eene prasmie van 300 Guld. aan die genen, welke de Aanleggers en Belhamels van die oproerige ieweegingen en legaane feite- lykheden weeten aan te wyzen 6ff. . . . bladz. §6, ii 1. 1144. ExtraB uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, behelzende dispofitie op de beide Requesten van W. Ris en J. Breebaard , benevens dat van G. Mattheus. . . , bladz. 87. . 1145. Extraiï uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, Jlrekkende tot voorziening in de Rust der Stad Hoorn £fc. . . bladz. 89. - 1146. Misfive van Burgemeestèren en Regeerders der Stad Hoorn, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; betrekkelyk de Requesten van W. Ris c. f. en van G. Matth^us , en teffens betuigende zich ten uiterften bezvfaard te vinden over de Refohttie, door Hun Ed. Groot Mogenden op den ijden * 3 Mwtt  VI REGISTER Maart, ten refpeBe van de middelen tot herjlel der rust linnen de Stad Hoorn, genoomen. . , bladz. 93. N°. H47- Extra® uit de Refolutien van de Heeren Staaten ' van Holland en West-Friesland, behelzende Refumtie en perftstement by de Refolutie van den 1 -jden Maan jongst, leeden, betrekkelyk de maatregulen tot herftelling der rust te Hoorn genoomen UadZt g6t «—— 1148. Mlsfive van Schepenen der Stad Hoorn aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, waar in onder anderen betuigen, dat zich alles binnen de Stad van Hoorn in eene ftaat van Regeeringloosheid bevind, de Juftitie buiten alle aüiviteit is gefield, terwyl een woest en onzinnig Gemeen, naar deszelvs goedvinden, aan hunne woede tegens alle braave, doch by hun gehaatte Ingezetenen, den vryen teugel kan vimn &e. . ' Uadz 98> — 1149- Misftve van Burgemeester en en Regeerders der der Stad Hoorn, Jlrekkende tot wederlegging van de aangevoerde f alten in de beide Requesten van W. Eis en J. Ereeeaahd, als mede dat van G. Matth/eus gV. bladz. 104. ■ 1150. ExtraS uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, waar by wordt geperfisteerd by de Refolutie ven den ijden Maart genoomen, niet tegenjlaande de Propofitie van de Gedeputeerden der Stad Hoorn, om met de executie daar van te Jupercedeeren. bladz. 114. « H5T, Refolutie op de Misftve van Heeren Gecommitteerde Raaden van het Noordtr-Kwartier, en de Magifirmt m Hoorn, aan Hun Ed, Groot Mogenden de Heeren Staa-  der STUKKEN. VII Staaten van Holland en West-Friesland, mpreliminair verJlag van hunne bevindingen en handelingen aldaar. BI. ng. N". 1152- Verklaaring van Nantje Jaspers en Iede Stoffels , Jlrekkende tot Bylage van het hier boven geplaatjle Stuk onder N°. 1151 hladz. 122. 1 1153. Extraiï uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, over het Bericht van Bw gemeesteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn, aan Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, op 't verzoek van 258 Poorters, om de Lysf der Boongangeren buiten effeSi te Jlellen, en dat de Poorters volgens de Privilegiën ter Boongang opgeroepen worden: benevens alle de Stukken daar toe betrekking hebbende en overgegeeven: en laatjlelyk, de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden, waar ly dit Bericht &c. wordt Commisforiaal gemaakt; voorts gerefolveert, dat de gewoone Tiawgmg f laats zal hcblicn, en do Nominatie ya/t Schepenen aan Hun Ed. Groot Mogenden worden gezonden. . . bladz. 127. . ii54. Remonflrantie der Gedeputeerden wegens de Stad Hoorn, ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland overgegeeven; waar in zich beklaagen ever de Refolutie van den nden Maart 1787, en de middelen ten dien gevolge by der hand genoomen, tot onderzoek van het voorgevallene in die Stad; benevens de Refolutie dosr Hun Ed. Groot Mogenden ten aanzien van die Remonflrantie genoomen. ■ ' ! »•**••. • • • bladz. 201. 1155' Provijloneel Bericht van Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het Noorder Kwartier, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, op de bovenjlaande Remonjlrantie der Gedepu* 4 teer-  VTII REGISTER teerden van de Stad Hoorn; benevens de Refolutie daar over door Hun Ed. Groot Mogenden genoomen. bladz. 215. N°. 1156. Nader Bericht van Gecommitteerde Raaden in 't Noorder-Kwartier op de Remonflrantie van de Regeering der Stad Hoorn van den 6den April, over het onderzoek op het voorgevallene aldaar, met de Extraêt Refolutie van Hun Ed.^ Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, daar over genoomen. . . bladz. 219. *■■ 1 1157- Memorie, tot nader appui van de Remonflrantie, door Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn op den 6 April 1787 ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden overgegeeven, mitsgaders tot refutatie van het daar tegen ingediend Bericht van Heeren Gecommmitteerde Raaden in West-Friesland en het Noorder-Kwartier, in dato den 13 April 1787 bladz. 248. »■ 1158- Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogenden Vergaderinge genoomen, op Donderdag den 24 May 1787, betrekkelyk de hier voorflaande Memorie. bl. 259. «»' 1159- Misfive van Gecommitteerde Raaden in het Noorder-Kwartier, om aan hunCollegie privr.tif te demandeeren het politiek onderzoek nopens de fources der tumultueufe beweegingen te Hoorn, en dat de beè'edigde Verklaaringen voor hun Collegie genoomen dezelvde kracht mogen hebben, als of die ten oyerflaan van Schepenen aldaar waren verleden £fc. met twee Bylagen. . . . bladz. 260. ■—— 1160. Extratt uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogenden Vergaderinge genoomen op Vrydag den 25 May 1787, betrekkelyk de vcorenflaande Misfive. . . bladz. 272.  Der STUKKEN. IX N9. iiör. Remonflrantie van Jacob Binkhorst, D. van Foreest, N. van Foreest en Ph. C. Boon, Raaden in de Vroedfchap der Stad Hoorn, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-FrieslandT beklaagende zich, dat de meerderheid hunner mede-Raaden zo door Berichten, circulaire Misfives £fc. Hun Ed. Groot Mogenden trachten te detourneeren, van de zo heilzaams gn hoogstnodige Refolutie tot herjlelling der rust en goede orde binnen de Stad Hoorn, genoomen. , . bladz. 2 74. r 1 1162. Bericht van Burgemeesteren der Stad Hoorn, aari Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, en West-Friesland, betrekkelyk voorftaande Remonflrantie. '*••*•••• bladz. £78. —— 1163. Extratt uit de Refolutien van de Heeren Smten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogenden Vergaderinge genoomen op Dinsdag den 5 Juny 1787, betrekkelyk de beide voorgaande Stukken, bl. 287, *'• •' " ïi<54> van de Mouwen en Naastbejlaanden van de Crimineele Gevangenen, gedetineert binnen Hoorn» aan Heeren Schepenen van genoemde Stad; houdende verZoek: dat Hun Ed. Achtb. alles gelieven aan te wenden, om aan dezelven fpoedige Expeditie ven Juflitt te bezorgen « * , ''bladz. 288. ifc-'" 1 1165- Refolutie, door Heeren Burgemeesteren van Hoorn genoomen, op dato den 9 Juny 1787, betrekkelyk het Burger Exercitie-Genoodfchap binnen die Stad, genaamd voor Vaderland en Vryheid. . . , bladz. 290. »—1 '■■ 1166. Request van Mr. Jacob Binkhorst, Raad in de Vroedfchap, mitsgaders Hoofd-Offlcier der Stad Hoorn, met verzoek, om yi de zaaken der tumultueufe beweegingen * 5 */.  X REGISTER E H z. aldaar, een Advokaat en Prohireur ten koste van den Lande, ie mogen employeeren. .... bladz. 293. N». 1167. Advis van Heeren Gecommitteerde Raaden in WestFriesland en het Noorder-Kwartier, op voorenflaande Request vaii den Hoofd- Officier der Stad Hoorn, Mr. J. B iAkhokst. . <'..... bladz. 297; 1168. Confideratien van-de Heeren Gedeputeerden det Stad Hoorn, ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden op voorenflaande Request.. ... bladz. 301. * • 1169. Extra® uit de Refolutien van de Heeren Staaten ' vm bolland 'en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogenden Vergaderinge genoomen, op Saturdag den 23 Juny 1787., behelzende dispofitie over voorflaande Request, Ad.. vis van Gecommitteerde Raaden en Confideratien der Gedeputeerden va» de Stad Hoorn. .... madz_ JÓJ> —1170. Misfive van Burgemeesteren en Schipenen van de . Stad Hoorn, tot rescontre van -een' Misfive van Gecommitteerde Raaden van West-Friesland en het Noorder-Kwartier; met een tweeledige voorflag, concernerende de tumultueufe , toegingen aldaar, benevens de .verdere Stukken daar toe behoedende, en, het Extra® uit de Refolutien van de Heeren Staaterr-an Ho'Jand et: West-Friesland, in Hun Ed. GroeB Mogenden Vergaderinge genoomen op Dingsdag den 3 Juh ■1787, daar tos betrekkelyk. . . 307, VJER-  VERZAMELING VA» PLACAATEN, RESOLÜTIEN ËN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER 1787, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. CoIle6He van Stukken betrekkelyk de Stad Hoorn, welke gevoegd by die genen welke in het 5de en 10de Deel deezer Verzameling worden gevonden, een volledig Gefchiedkundig Verhaal opleveren, van de Verregaande onlusten welke geduurende het Jaar 1787 die Stad zo hevig hebben beroerd. N°. H37- Request van Schepenen der Stad Hoorn, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; waar by kennis geeven, dat van tyd tot tyd binnen die Stad wanorXIII. Deel. A de  2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de in de Adminijlratie der Jufiitie heeft plaats ge. had; voorts verzoekende , dat daar den Hoofd-Of ficier zyn Ambt heeft neder gelegd, Hun Ed. Groot Mogenden ex plenitudine poceftatis , dusdaanig tekwaam Perjoon tot voorjchreeven Ambt gelieven te eligeeren, als ten nutte van Stad en Staat zullen eirdeelen te behooren £?c. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. Geeven met fchuldigen eerbied te kennen, Schepenen der Stad Hoorn. Hoe zy Supplianten met innig leedwezen hebben moeten ondervinden, dat van tyd tot tyd binnen deeze Stad wanorde in de Adminiftratie der Jufiitie heeft plaats gehad, en wel zo dat op den i iden October jongstleeden een zwaare Combustie is ontftaan , het welk de Magiftraat deezer Stad noodzaakte . uit vreeze voor het uiterfte , des avonds laat nog te vergaderen, en daar in te moeten voorzier : dat daar ra informatien en recherche genoomen en gedaan zynde naar de Belhamels van gemelde Oproer, het ten gevolge heeft gehad, dat eenen ArnoldusSchel in beflooten hechtenisfegebragtis, ten einde criminaltter £ƒ ex carcere tegens hem door den Hoog-Schout rat. offic. zoude kunnen worden voortgeprocedeert. Dat de Gevangene by de respeórive en iterative examina's halftarrig by de negative blyvende perfifteeren , en na gehouden Confrontatie met de Depofanten, voorkomende by de refpective ingewonnen en beéédigde judicieele informatien , het loochenen hem onmooglyk gemaakt zynde, niet verder is kunnen worden gebragt, dan tot een volkomen gepretendeerde ignorantie, ter oirzaake van een onmaatig gebruik van drank op dien tyd voor te wenden. Dat de Supplianten het afneemcn van dusdaanige examina's van den Gevangen , waar me.de men niets vorderde, moede wordende, men heeft kunnen goed-  de Gebeurtenis/en in '1787 enz. voorgevallen. 3 goedvinden, denzelven in zyn detenfie tot nog toe te laaten zitten, zonder tekens denzelven eenig verder verzoek of Conclufie te doen of te noemen. Dat eenen Andries van S'prakel, Kleermaaker binnen deeze Stad, de bardiesfe heeft gehad, opzyn naam uit te geeven en by den Boekverkooper Brouwer alhier publiek te doen debiteereD een Vaars, het welk de Supplianten de vryheid neemen ten deezen fub A. te annexeeren; en het gene, na hun inzien, Godtergende, en ü Ed Groot Mogenden hoonende is, zonder dat des aangaande iets judici'eels is gedaan of verricht geworden. Dat het al verder eene waarheid is, zonder van particuliere infultes en brutaliteiten , den goeden Burger aangedaan, niet te gewaagen, dat op den 1 January van dit ja'.r een Scheepstimmerman, direct tegens degerefpecleerde bevelen van U Ed. Gr. Mog. aan, van zich heeft kunnen verkrygen een Oranje Cocarde op zyn hoed te zetten, daar mede door de Stad te pronken, te zwaaijen, en Oranje boven te roepen; terwyl men in een publieke Herberg, tegens de zin van de Kafleleinesfe aan, Oranje boven dronk, en met execrable vloekwoorden anderen daar toe mede wilde noodzaaken; welke eüveldaaden mede tot nog toe met ftilzwygen zyn gepas, feerd geworden, zonder dat des aangaande eenige judicieele informatien belegd zyn , veelmin tegens de DeÜnquancen geprocedeert. Dat de Supplianten al verder zyn geïnformeerd, dat de EJoog-Schout deezer Stad, om middelen en ïnotivea by U Ed. Groot Mogenden genarreerd, zyn Ambt heeft neder gelegd, en dat Burgemeesteren en Vroedfchappen deezer Stad, op heden door eene Refolutie by hun genoomen, zouden hebben goedgevonden het een en ander aan U Ed. Gr. Mogenden voor te draagen. Dat het wel verre van Supplianten is, van zich 'te willen mmisceeren in de Deliberatien , hangende by U Ed. Groot Mogenden , over her recht van h"t verkiezen van eenen Schout der Stad Hoorn, nocli •A 2 zicli  I Verzameling van Stukken betrekkelyk M zich te willen inlaaten in de discusfie van de Misü*. ve van Burgemeesteren en Regeerders deezer Stad, te vinden in U Ed. Groot Mogenden Refolutien van den 14 Oftober 1728, dan dat zy Supplianten alleen de vryheid neemen te.remarqueeren, dat zo Burgemeesteren deezer Stad het recht competeerd tot een voorllag van een Perfoon tot het Schout-Ambt, de Supplianten in hunne qualiteit van het zelve voorrecht zyn gaudeerende, en dat U Ed. Groot Mogenden (het zy met allen eerbied gezegt) wel deegelyk naar de qualiteiten van den voorgeftelden Schout moeten inquireeren, gelyk zulks ten vollen is confteerende uit het Product agter voorfz. Misfive geplaatst, en aldaar overgelegt Jub Litt. C. I. loco, alwaar Graave Philips op den 10 November 1505 zegt: ter Nominatie van onze lieve en ge„ trouwe Burgemeesteren en Gerechte onzer Stede van Hoorn, gecommitteert en bevolen te hebben „ ons Schout-Ambacht derzelver Stad, Symoï* )} Thymonsz. te bedienen en te bewaaren: wyders „ de Pachtinge en Appoinctementen van het zelve Officie by de voorfz. Burgemeesteren en Gerech* „ te in naame der voorfz. Stede nog verder tot we- derzeggen van voorfz. Burgemeesteren en Ge» rechte, en laatftelyk en voorn Burgemeesteren „ en Gerechte met de Rykdommender voorfz- Ste„ de als nu wederzegt hebben den voorfz Symoh „ Thymosnz. Zoon de executie aan voorfz. Officie, „ ons ootmoediglyk biddende hem zyn eed en magt „ te verdraagen, en daar inne te willen committee„ ren en Hellen Jan Claasz. Poorter en Inwoonder j. derzelver Stede ": zonder dat hier tegens eenig-fints ir aanfehouw zoude kunnen komen, (terwyl uit gemelde fiukken aldaar geproduceerd blykt, dat, dat rechr immer den Gerechte by de Graaven of 's Lands Staaten is afgenoomen,) een Refolutie van Pureemeestt reu en Vroedfchappen, by hun op den 12 Octoher 1 532 genoomen, waar by dezelven hebben goedgevonden , in zaaken van de Stad, Schepenen niet te kennen, tiet alleen om dat dusdaanige Re-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 5 Refolutie, by twee Leden genoomen, het derde Lid niet kan pray'udiceeren, en Burgemeesteren en Vroedfchappen nimmer de faculteit hebben gehad, om over het recht van Schepenen te disponeeren of jugeeren, maar dusdaanige Refolutie daarenboven mede direct is aanloopende tegens het Privilegie van Hertog Joan van Beyeren van den 31 Augustus 1424, alwaar hy zegt: „ Voort foe mogen die Burgemeesters der Stede voorfz. tot alle tyd, als die „ Stede der behoeve zal, haar fchot, pachten uil„ zetten ende bieden, of andere faken der voorfz. 3, Stede aangaande by den meeftendele van den Ge. „ rechte ende Rykdom als Coftumier geweest is , „ zonder ons of yemants wederzeggen." Dat het mede voor het welzyn van deeze Stad en goede Ingezetenen van het uiterfte aanbelang is, dat de Schout ingevolge het Privilegie aan deeze Stad, door Joan van Beyeren in den jaare 1422 gegeeven, uit de by Keurmannen gemaakte Nominatie zeven Schepenen kieze, en niet als in den jaare 1733 verplicht word, om die door Burgemeesteren te laaten eligeeren, of zo, als in vroeger tyd gefchiedde, om by handtasting te belooven, geen Schepenen dan met goedvinden van Burgemeesteren te zullen kiezen. Dat de Prscipitance waar mede deeze zaak behandeld word, niet toelaat dit geadvanceerde in het breeds te detailleeren, en de Supplianten- daar en boven gepriveerd zyn van het recht van toegang tot Stads Archiven en Papieren. Redenen waarom de Supplianten zich keeren toe U Ed. Groot Mogenden, ootmoediglyk verzoekende : dat U Ed, Groot Mogenden op den door „ Burgemeesteren en Vroedfchappen deezer Stad. „ voorgeflaagen wordende Perfoon tot Schout der „ Stad Hoorn, naauwkeurig gelieft te inquireeren, „ of dezelve de qualiteiten daar toe benodigt, ia „ een Stad van kommer en gevaar is bezittende, en „ by ontftentenisfe van dien ex plenitudine potejtatis, A 3 „ al*  6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ als die zich by het verkiezen van een HoogSchout deezer Stad in de jaaren 1733, 1736, s> I73S) 17425 1/45» 1748, hun recht ingevolge de Rtfoluüen van den 5 May en 17 Augustus J7?8 gereferveerd hebben, dusdaanig bekwaam „ Ferf'oon te eligeeren tot voorfchreeven Ambt, als U Ed. Groot Mogenden ten nutte van Stad j, en Staat zult oirdeelen te behooren, mitsgaders „ dat U Ed. Groot Mog. aan den aan te Hellenen s, Heog-Schout, by zyne Commisfie fpeciaal ge„ litft op te draagen de Electie van Schepenen uit Js de Nominatie van een en- twintig Perfoonen , s, door de negen Keurmannen op goede Vrydag SJ wordende geformeerd; met last en bevel, om „ zich volkomen aan het bovengenoemde Privilegje te gedraagen, en geen belofte of verbindte,i hijferj, het zelve eenigfints infringeerende, aan „ te gaan." 't Welk doende &c. (Onder Jlond~) Schepenen der Stad Hoorn» (Lager Jlond) Ter Ordonn. van dezelven. (was get.~) H. Carbasius, BY.  de Geheurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 7 BYLAGE A. Aan Willem de vyfde, Prince van O. ranje en Naifau opgedraagen, ah mediaan Zyn Koninglyke Gemalin, Frede- RICA SOPHIA WlLHELMINA VAN PRUIS. sen , door Andkies van Sprakel , Hartlievend Vriend van het Doorluchtig Huis van Oranje en Nas/au, Opdracht aan Willem de vyfde, Prince van Oranje en Nas/au, enz., enz. >Is 't Barneveldfche rot, en Wittens beliche knegten, >an u geen hulde doen, maar fteelen uwe rechten, tzleigt zich myn dichtpenfeel, 6 Vorst! met al myn hart, ^il ik zyn deelgenoot, van al u bitt're fmart, t-k wensch met hart en mond, en pen u fteeds te roemen, f-mst het een fnood gefpuis, myn daarom te verdoemen, Fan  8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof ;>an 't Kruis geofferd heeft, en het voor u verpand, 'Zvl zit hy als de Borg, aan 's Vaders Rechterhand, Om dus u blanke zaak, voor 't Gods Gericht te Hellen, f«ust dan maar in u God., want al de magt der hellen, !>1 wat zich tegen u, in deeze tyd aankant, !z;iets zal u deeren, neen, geef u maar in Gods hand; jehova zy u God, die nooit van u zal wyken, «n in zyn trouw verbond, nooit wank'len of bezwyken, 9? %u dan ó dierbaar Vorst, God zy u toeverlaat, >an hem beveel ik u, in u bedrukte ftaat, wo lang den Heer-e myn, het leeven komt te fchenken c«al ik met hart en mond, en pen u fteeds gedenken,, O ja wel zou ik niet, al druist daar tegen aan, Cit haat en bitt're nyd, een zwaare Helörcaan, OP 't Goddelyk bevel, zal 't onweer wel bedaarea, !-örins Willem u zal God, hier om zyn zaak bewaaren-, Oy zyt een Pilaar van, het fierlyk Gods Gebouw, ftn dus betoond gy u, een Edele fpruit Nasfau, üaar zyn geen reden neen, dat men u zou bezwaaren, Rechtvaardig is u zaak, dit komt zich openbaaren, >ls dat gy brave Vorst, voor Kerk voor Stad en Land, Qeweest zyt en nog ben, als onze rechterhand, Wen ieder die u fmaad, mag zich met recht wel fchaamen, ■ 2!u ik beveel u God, voor tyd en eeuwig amen. A. V. S. Op.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. $ Opdracht aan Haare Koninglyke Hoogheid Frede- EICA SOPHIA WlLHELMINA VAN PrüISSEN. : •arjoilt hier myn Dichtpenfeel, wanneer ik u Vorftinne, ÏSechtmaatig merke aan, een zuchtend Gemalinne, Wen weenende Prinfes, bedroeft en zeer gebukt, öat u Doorluchtig Man, hier zo word onderdrukt, Wi neen ik loof dat ik, het wel te recht befchouwe, yaust niet een man zyn fmert, ook op een brave vrouwe, i-.k twyffel daar niet aan, dus vind ik myn verplicht, Kortbondig nu myn wensch, te melden in myn dicht, >an u Vorftin o ja, Jehova zy u leeven, o?yn blydfchap fterke u, hy leid' u op de wegen, QP welk gy u bevind, God zy u toeverlaat, •uroeft telkens zyne gunst, in u bedrukte ftaat, »3y zy u Schild op dat, geen kwaad u mag gefchieden» i-a uwe fterke Rots, u toevlugt om te vlieden, >>ls na u fchuilplaats en, u troostbron in u nood, ^erpt u bekommering, dan veilig in zyn fchoot, i-n al u druk en kruis, zal hy nooit van u wyken, faat hem maar Rechter zyn, laat hem het vonnis ftryken, Wet is zyn eigen zaak, die hier word aangetast, Rn dit merkt ook zeer klaar, zyn alziende ooge vast, {-•eg u dan met u zaak, geloovig voor zyn voeten, 'Jget blydfchap zal hy daar, u in zyn gunst ontmoeten, »-*a zo hy nog vertoef, verbeid hem maar gewis, t2!ooit feilt die trouwe God, in zyn beloftenis, >1 wierd een zuigeling, vergeeten van zyn moeder, vertrouwt nogthands op hem, als u trouwe Hoeder, >1 week den Hemel, en de Aarde uit zyn ftand, SZogthands Vorftin gy zyt, beveiligt in Gods hand, «groeft gy de bitt're vnigt, van Nesrlands. gruweldaaden, A 5 J^uist  to Verzameling van Stukken betrekkelyk tot •suist thands een Helörcaan, tast men hier onberaaden, Cit baatzucht aan u huis ja zelvs u voorgedacht, >-k geloof Vorftin, men zal, welhaast dien hclfche macht, wien vallen voor het recht, en uit ons Land verbannen, wo dat ons Neêrlands God, dees dorschvloer wel zal wannen, Wn dus dit helfche kaf, verbranden en de vree, Nederland befchikken, dit is myn zucht en bee. N". 1138. Request vanMr, Jacob Binkhorst, Raad en Oud-Schepen der Stad Hoorn, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; waar by verzoekt: dat door Hun Ed. Groot Mogenden uit krachte van Hoogstderzelver Souvereine macht en om reden van de om* Jlandigheid van tyden enzaaken, na Hoogstderzelver goedvinden, hy direSt tot het bekleeden van het ambt van Hoofd-Officier der Stad Hoorn mag worden aangefteld &c. Gefourneerd met negen Bylagen; waar van die onder litt. H. eene Privi. legie behelst van Johan van Beijeren Graave van Holland, op den 5 Augustus 1422 aan ds Stad Hoorn verleend; en litt. I. een dito van Hertog Philips van Bourgondien, in dato den 25 May 1452. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ! Geeft reverentelyk te kennen Mr. Jacob Binkhorst, Raad en Oud-Schepen der Stad Hoorn, dat aoor den vrywilligen afftand van den Schout deezer Stad,. Mr, Willem Nicolaas Crap, het Schouts-ambt zynde komen te vaceeren; daar op den 18 deezer maand January 1787, zeker Rapport van een Befogne door eene der oudfte Raaden gehouden , by meerderheid in een Vroedichaps-Refo- lutie  di Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. %ï lutie is geconverteerd, welk Rapporten Refolutie de Suppliant de eer heeft hier benevens ais Bylage genommerd A. en B. te voegen. Dat vervolgeus in die zelvde Vergadering direct daar op, van den oüdften Heer af, aan ieder na rang is afgevraagd, wie derzelve tot het ambiëeren deezer vacante post zou inclineeren, en daar toe de voordracht van deeze Regeering aan U Ed, Groot Mogenden, op gronden by 't voorfz. Rapport vermeld, zou verzoeken. Dat alle de voorfz. zittende Leden, in rang boven den Suppliant, voor die thands zeer criticque post hebben bedankt. Dat den Suppliant daar op zyn Perfo >n tot dat Ambt heeft aangeboden, ende Brieven vjn voordracht van deeze Regeering aan U Ed. Groot Mogenden daar toe, blykens de hier by gevoegde Bylage litt,. C. heeft verzogt; echter onder renuntiatie van een zo folemneel vooraf te bezweerene Conditie, omtrent de electie van Schepenen, als. by dat Rapport en Refolutie als een C-ndüio fine, qua non voorkomt, waar aan den Suppliant betuigt zich niet te kunnen onderwerpen, zo op gronden van deszelvs gedaane Aanteekening van den 27itea Juny laatstleeden, te vinden onder litt. D., waar mede zich drie der thands regeerende Heeren Burgemeesteren en 'twee Raaden hebben geconformeerd, blykens gemelde Bylage litt. D, als ook op grond van den Ondergeteekenden zyn nadere Aanteekening van den 18 January deezes jaars 1787, hier nevens gevoegd, als Bylage onder litt. E, en daar toe verder relatieve Bylagen F, G, H en I; en om reden den Suppliant zich ook met de prin-1 ctpaale gronden, waar op de meerderheid haar fustenue tracht te billyken, als of het oneigen en ftry. dende tegens het Recht zou zyn, dat een Schout zyn. Schepenen zelvs verkoor, niet kan conformeeren; begrypende hy Suppliant, dat zulks van de oudfle' tyden af, opzettelyk en wel op zeer folide en onverrnydelyke gronden, als een algemeene regel is  *• Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gearrefteerd, en zo in meest alle de Steden als-teï platten Lande plaats heeft gehad. Vooreerst, om dat den Schout geen willekeurigi Eieche doet, maar verplicht is zyn Keure te bepaalev, by de hem voorgelegde genomineerde Per» foonen. Ten anderen, op dat den Schout, in cas van plichtverzuim, geen reden zou hebben zich te beroepen op, en verontfchuldigen'wegens een, hem niet na billykheid toegevoegde Schepensbank. En ook al verder om reden, dat indien hy Schout uit de genomineerde Perfoonen, door verkeerde principes en inzichten gedreeven, al een of ander Perfoon verkoor, hy altoos, in cas van wangedrag, in de eerfte plaats, ja te meer aan verantwoording onderworpen blyft. Terwyl, met alle eer¬ bied gezegt, de Eleöie door een ander gedaan zynde, zodaanig een daar na voor geen verantwoording bloot ftaat, en wel ligtelyk, buiten weeten, den Schout zyne voiflagene vyand zou kunnen toevoegen, dan wel zodaanige Perfoon, diehy Schout om andere gegronde redenen verplicht zou zyn te pasfeeren. Uit welk een en ander dan zonneklaar blykt, dat een Nominatie door Keurmannen, als re: <*aafenteerende de gantfche Burgery, geformeerd, en de Eleöie daar uit door den Schout gedaan, de wederzydfche zwaarigheden, zo veel doenlyk, wegneemen, en beiden de Partyen gerust ftellen. Dat daar op de meerderheid enkel om rede de, door den Mipoliant hier voor gemelde exceptie, omtrent de Eiectie van Schepenen gemaakt, fchoon zy zich tot de overige by het Rapport voorkomende poinc~r.cn aan te neemen, bereid verklaard had, niet te mm heeft goedgevonden den Suppliant zyn folixitatie af te ihan; alles met dat gevolg, dat de meerderheid daar op geinfteert heeft, dat de voordacht van dit Ambt aan de, op den Ondergeteekenden zes volgende Raaden (in weerwil alle inooglyke aangewende middelen door de Prsfidee- rende  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 13 rende Heer Burgemeester van de Blocquery, ter voorkoming van een zo eclatant en Harmonie verbreekende behandeling) zou werden aangeboden, gelyk dan ook daadelyk gefchiede; —- doch al weder met dat gevolg, dat geen derzeive Raaden zich tot dien post aanbood. Dat hoe zeer men zou denken, dat de meerderheid nu eindelyk van gedachten zou zyn verandert, dezelve in tegendeel befloot, dit Ambt buiten den Raad vacant te ftellen. Dat den Suppliant' daar op gedeclareerd heeft, by zyü follicitatie te perfisteeren en tegens zodaanige handel te protefteeren; gelyk niet alleen den regeerend' Burgemeester N. van Foreest en twee Raaden tegens de genoomen Refolutie reeds hadden geprotefleerd; maar ook den Prsfïdeerenden Heer Burgemeester van de Blocquery, die reeds vooraf gedeclareerd had, tot het neemen der Refolutie op 't Rapport niet te concurreeren; nu ziende, niets op de meerderheid te kunnen effectueeren, en de tyding nog niet ontvangen hebbende, dat het pro fratmmwaarneemen vanhetSchoutsAmbt zyn Ed. Groot Achtb. door U Ed. Groot Mogenden was opgedraagen, eindelyk te kennen gaf, zich met de daar uit te voorziene qua:sties niet te willen bemoeijen en daarom dit werk aan te zullen zien. Terwyl den derden regeerenden Burgemeester van Hoolwerff, niet alleen in de eerftedaar op vol. gende Vroedfchaps-Vergadering verklaarde , ten opzichte der Electie van Schepenen zich met den Suppliant te conformeeren ; maar ook ter gelegentheid, dat den Suppliant zyn Perfoon aan zyn Ed. Groot Achtb. (die in de Vroedfchaps-Vergadering van den l8den deezer niet piasfent was geweest) tot de voordracht aan U Ed. Groot Mogenden recommandeerde, hem Suppliant betuigde, daar toe volkomen bereid te zyn, op grond van deszelvs mede gedaane aanteekening van den 27 Juny 1786, vide Bylage litt. D. —- Was het dan niet, dat de meer-  *4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot meerderheid den Suppliant door deeze behandelinggroote rede had gegeeven, om zich direct aan V üd. Uroot Mogerden te adresieeren. - Te meer, d^ar den Suppliant tot dit oogenbiik niet heeft opgehouden de ommegang en goede harmonie met Hun Ed. Gnot Achtb. te onderhouden, en zonder de geringde voordeel van Ambten te genieten, geduldig aile lastposten draagt: cn ware • hem niet drie der regeerende Burgemeesteren en tw(e Kaaden, benevens over 't algemeen de Ingezetenen zeer gunftig toegedaan; en vooral zo den Heer FijEfideerenden Burgemeester zich in de volgende Vroedfchaps-Vergadering van den 22ften deezer) by gelegenheid, dar dezelve meerderheid, voor en al eer aan U Ed, Groot Mogenden te dienen van bericht, op de Requesten en Bylagen van {schepenen aan ü Ed. Groot Mogenden geprsefenteerdj mede relatief, zo tot de voordracht van een Schout als we! vooral betreffende de Electie van {schepenen requireerde, dat den Penfionaris deezer Stad zou werden opontboden, ten einde vooraf allen de archiven na te zien) zich aan den Rnad niet had beklaagd; dat zyn Ed. Gr. Achtb.i die reeds onder andere bezigheden met het thands zeer moeijelyk Prsefidium van Burgemeefreren Kamer bezwaard zynde, en nu pro interim 't Schoutsambt door U Ed. Groot Mogenden zynde op^edraagen, door deeze lang traineerende weg nog lange met het Schouts-Ambt zou kunnen blyven belast. 1 Was het al wyders niet dat alle de Leden der meerderheid die post geweigerd hadden. Dat dezelve reeds verklaard hebbenbereid té zyn, den Suppliant de voordracht tot het SchoutsAmbt aan U Ed. Groot Mogenden te vergunnen; mits voldeed aan voormelde harden eisch met ééde te bevestigen, en dus zonder eenige billyke gronde den Suppliant dien voordracht weigeren. Daar hoe 't ook met de zaak geleegen zy, het den Raad wiens gepretendeerd Recht van voor/lag tOE  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 15 tot een Schout nog Litispendent is by U Ed. Groot Mogenden, het zeker niet competeert over'trecht der Electie van Schepenen, aau iemand wie hy ook zy, wetten voor te fchryven; maar wel dan, wanneer 't cafus exteerd, dat den Schout tegens de Rechten en Privilegiën handelt, als dan zich over den zeiven by U Ed. Gr. Mog. , te beklaagen; doch geenfints een gepretendeert recht tot het voordellen van een Schout aan U Ed. Gr. Mog., te gebruiken tot een dwangmiddel, om ieder, wie het Schouts-Ambt mogt ambiëeren, door dat Recht, onder een Conditio fine qua, de voordracht niet te zullen erlangen, vooraf te noodzaaken, op grond van Vroedfchaps Refolutien, dan ten faveure van Burgemeesteren; dan weder na welgevallen ten faveure van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer Erfstadhouder, van de Electie van Schepenen voor altoos af te zien; — was het niet dat den Praefident Burgemeester van de Blocquery pro interim hangende de deliberatien over deeze pointten van verfchil, die nog lange kunnen traineeren, buitér, een zodaanige prealabele belofte of te doene éed, het Schouts-Ambt thands waarneemt, en 'er dus geen rede is, waarom, hangende de deliberatien van U Ed. Groot Mogenden over dit verfchil van Electie, een effective Schout die post niet even zo zou kunnen werden opgedraagen; zo zou, in cas den onderfz. Suppliant niet zo veele redenen had van zich over deezen handel te beklaagen , hy veel liever prrefereeren deeze, voor hem zeer fmertelyke gebeurtenis, te pasfeeren, dan dezelve verder te vervolgen, en daar toe zo veele (lukken en bewyzen onder 't oog van U Ed. Groot Mogenden te brengen. Daar inmiddels geen bedenking hoe genaamtoverblyft, of U Ed. Groot Mogenden , vooral in deeze omftandigheid, ex plenüudine poteflatis de macht «ouden hebben, om 't Gerecht alhier terftond weder van een Schout te voorzien, en daar toe denzelven een driejaarige Commisfie te verleenen. Zo  i Burgemees-» Jacob van Hoolwerff. * teren. Ph. C. Boon. 7 D. v. Foreest. ( Raaden,  de Gebeurtenis/en in Ï787 enz. voorgevallen. 17 BYLAGE A. Extraiï uit het Refolutie-Boek van Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stal Hoorn, de Stads zaaken concerneerende. Vergadering gehouden den 16 January 1787. Prasfenten als in het Refolutie-Boek de Ge« meene Lands zaaken concerneerende. De Heeren Burgemeesteren en Ond-Burgemeesteren hebben ter Vergadering gerapporteerd, dat, ingevolge de Refolutie Commisforiaal dedatol2den January jongstleeden, in Befogne waren getreeden omtrent de manier op welke de fuppletie tot het Ambt van Hoofd-Offlcier deezer Stad, vaceerende door de vrywillige afftaüd van Mr. Willem Nico» laas Crap, zouden behooren te werden gedaan, en dat Hun Ed. Groot Achtb. in gemelde Befogne hadden gerefolveert deeze navolgende Poincten te brengen ter deliberatie van de Leden deezer Vergadering, ten einde dezelve aldaar zodaanig op zouden refolveeren als vermeenen te behooren* 1. Dat de Electie van Schepenen niet door den Schout, maar door zyn Hoogheid als Stadhouder zal werden gedaan, gelyk zulks volgens Refolutie van den 23 September 1747, aan Hoogstdezelve is opgedraagen. s. Dat den Schout drie jaaren het Schouts-Ambt zal bekleeden, en de drie jaaren geëxpireert zynde, wederom op nieuw of een ander Höer in zyn plaats aan Hun Ed. Groot Mogenden worden voorgedraagen. 3. Dat den Schout geduurende de drie jaaren niet zal mogen zyn Burgemeester, Gecommitteerde Raad, Raad ter Admiraliteit, of fesfie hebben in een der drie Generaliteits Collegien, of in de Provinciaale Rekenkamer van Holland en West-Friesland. XIII. Deel. B 4. Dat  18 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot 4. Dat den Schout, indien geduurende zyn functie tot Burgemeester deezer Stad'~geëligeert mogte worden, het Schout-Ambt of Burgemeesterfchap aanftonds voor liet doen van den ééd als Burgemeester (uitgezondert het laatfte jaar in het welke de Commisfie bp primo Mey zal expireeren en dezelve niet zal continueeren) zal afftaan en het zelve vacant verklaaren. 5. Dat den Heer'dewelke den voorfiag aan Hun Ed. Groot Mogenden tot het Schouts-Ambt zoude verzoeken, om van de Leden der Vroedfchappen te obtineeren Brieven van Voorfchryvinge, zal moeten renuntieeren van de Electie van Schepenen , en de Commisfie van Hun Ed. Groot Mogenden bekomen hebbende, in handen van Burgemeesteren den ééd afleggen , en aanneemen dat zal beëedigen de zeven Schepenen, dewelke door zyn Hoogheid den Heer Stadhouder verkooren .zullen zyn , uit de een- en-twintig Perfoonen, dewelke op goede Vrydag by de wettige Electores uifgelegt zullen worden. 6. Dat den Schout geen Proceskosten, uit wat hoofde dezelve ook zouden mogen .voortkomen, ten laste van de Stad zal mogen brengen, ten zy alvoorens door de Leden van de Vroedfchap daar toe gequnlificeert zal zyn. 7. Dat den Schout het Schouts-Ambt in perfoon zal moeten bekleeden, en geen Stedehouder mogen aanftellen. 8. Dat den Schout voor het aanvaarden van zyn functie aan de Stad zal moeten afleggen /500-o-o, behalven de een vyfde Verhooging in plaats van ƒ iooo-o-ö, waar de Schout in ue Lyst van den afleg op de Ambten gefield is. 9. Dat den Schout twee jaaren van het afloopen van zyn Commisfie zal moeten ltil zitten, en zich niet mogea aanbieden om lesfie te hebben  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 19 ben in het Collegie van Gecommitteerde Raaden, van de Raad ter Admiraliteit, in de Generaliteits Collegien, of in de Provinciaale Rekenkamer van Holland en West-Friesland. Dat verder na het trekken der Boonen, de Prefi. dent Burgemeester zich op het Raadhuis zal vervoegen en aldaar afwachten de komst van de nieuwe gekooren Burgemeesteren, om dezelven onder den gewoonen ééd te brengen, ten welken einde de negen uitgelootte Boonmannen na gedaane Eledlie van de Heeren Burgemeesteren, terftond aan een der Stads Bodens (ten dien einde voor de Kamer opwachtende) zullen uitgeeven een geflooten Billet, de naamen derzelven inhoudende, met Adres aan den Heer Praifideerenden Burgemeester voornoemt, om aan de nieuw gekooren Burgemeesteren van de gedaane Electie advertentie te doen-, ten fine dezelven aanftonds op het Raadhuis om beëedigt te worden, gelieven te verfchynen; welgemelde ééd invoegen voorfz. afgelegd zynde, zullen dezelve van de negen uitgelootte Boonmannen (welke ondertusfchen de Nominatie van een tripel getal van Schepenen hebben gemaakt) de voorfz. Nominatie op den Raadhuize in Hun Ed. Groot Achtb. Kamer ontvangen, en zullen Burgemeester ren dezelve als dan met een Bode aan den Stadhouder zenden, met verzoek, om de Electie met dezelve Bode te rug te mogen ontvangen-, van welke Refolutie aan de negen Electores op goede Vrydag Extract zal werden gegeeven. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden cn verftaan, " vermits eenige Leden difficulteer,, den op het voorenflaande Rapport te deliberee„ ren, alvoorens het zelve nader hadden geëxami. ,, neert, de Vroedfchap te continueeren tot Dons, derdag aanftaande, teneinde als dan deeze zaak af te doen, en zal hier van by Misfive aan de ,, abfente Leden, als mede aan Heeren Gedepu-' s, teerëen kennisfe worden gegeeven.'' B 2 De  20 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet De Extenfie is gerefumeert ea geapprobeert. (Onder Jlond) Accordeert &c. (was get.) C. J. van de Blocquery. BYLAGE B. Extra Et uit het Refolutie-Boek van Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn, de Stads -zaaken concerneerende. Vergadering gehouden den 18 January 1787. Prsfenten als in het Refolutie-Boek de Gemeene Lands zaaken betreffende. De Heeren Burgemeesteren hebben, ingevolge de Refolutie de dato den i6den January jongstleeden, nader in deliberatie gelegd het Rapport, betreffende de wyze op welke' het Hoofd-OfficiersAmbt deezer Stad zoude behooren te werden vervuld, breeder onder de Notulen van gemelde daturn geregiflreerd. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, " de Heeren van 't Befogne te bedan« „ ken voor haar genoomen moeite en gedaan Raps, port, en het zelve te converteeren in een finaa„ le Refolutie deezer Vergadering*" De Heer Vroedfchap Binkhorst heeft bovengemelde Rapport en Refolutie gecontradiceert, en daar tegens geprotefteerd, met referve van nader aantekening en verzoek, dat zyn Advis deswegens ter Vergadering in fcripiis geproduceert, mogt in de Notulen werden geinfereerd. De Heer Burgemeester van Foreest, en de Heeren Vroedfchappen Boon en D.van Foreest, hebben mede tegens voorenflaande Refolutie geprotefteerd i  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 21 tefteerd, met referve van nader aanteekening. De Heer Burgemeester van de Blocquery heeft gedeclareerd, tot het neemen deezer Refolutie niet te hebben geconcurreerd. De Heer Burgemeester van Straalen, en Heeren Vroedfchappen Schagen, van Bredehoff, Boreel, Jager, Berkhout, Cromhout, C. van Akerlaken, Verloren, Berckhout, Jongemaats, J. van Akerlaken en de Hart, hebben tegens voorenflaande Protest zodaanige contra-Aanteekening gereferveert, als in tyde en wylen zoude oirdeelen te behooren. De Extenfie is gerefumeerd en by meerderheid geapprobeerd. (Onder ftond") Accordeert &c. (was get.) C. J. van de Blocquery. BYLAGE C. ExtraSt uit het Refolutie-Boek van Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn, de Stads zaaken concerneerende. Vergadering gehouden den 18 January 1787. Prsfenten als in het Refolutie-Boek de Ge» meene Lands zaaken betreffende. Ingevolge de denuntiatie op den 5den January laatstleeden gedaan, geprocedeert zynde tot beDoeming van een Heer om van wegens de Regeering deezer Stad aan Hun Ed. Groot Mogenden te worden voorgedraagen, tot het Ambt van Hoofdofficier deezer Stad, vaceerende door de vrywillige afftand van Mr. Willem Nicolaas Crap. Is na deliberatie góedgevonden, vermits geen B 3 der  22 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der Leden deezer Vergadering, behalven dea Heer Binkhorst, verklaard hebben geinclineert te zyn tot die post, die dus de voorflag aan Hun Ed. Groot Mogenden bovengemeld deswegens verzogt, met byvoeging nogihands, van zich niet te fubmitteeren aan het i en 5 Art. en het gene daar uit verder proflueerde by het uitgebragte Rapport vermeld, en de Leden dewelke het Rapport ter conclufie hebben gebragt geen ander perfoon dan die zich alvoorens aan de Refolutie op voornoemde Rapport onderworp, aan Hun Ed. Groot Mogenden willende voorflaan, deeze zaak 7,al blyven in ftatu. De extenüe is gerefumeert en geapprobeert. (Onder ftond) Accordeert &c. (was get.~) C. J. van de Blocquery, BYLAGE D. Extrati uit het Refolutie-Boek van Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Hoorn, concerneerende de Gemeene hands zaaken der Stad Hoorn. Vergadering gehouden den 27 January 1787. De Ondergeteekende, in de Vroedfehaps' Vergadering van den I7den Juny deezes jaars contraAanteekening en des noods contra-Protest voor zich gereferveert hebbende, (uit hoofde eenige Leden van dezelve Raad by die gelegendheid, tegens de jongfle gedaane Electie van Schepenen door den Schout en beëediging derzelver door Heeren Burgemeesteren, niet alleen aanteekening en zes derzelve Raaden daar en boven ook Protest in de "Notulen hadden doen infereeren; maar vooral ook om  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 23 om rede, door den Geteekenden geinformeert was, dat wegens de verfchiilende gevoelens omtrent dezelve Electie en beëediging Brieven aan zyn Doorluchtige Hoogheid den Heere Prins Erf-Stadhouder waren verzonden;) doet den (uit krachte van zyne referve en om redenen vermeld, als om dat zich in tyd of wylen fomwylen ook in de omttandigheid zou kunnen bevinden, van 't gedrag door Schout en Burgemeesteren gehouden, daadelyk te moeten billyken, waar toe op heden zeker poinct ter deliberatie deezer Regeering voorkomende, een onvermydelyke gelegenheid opdoet) de volgende contra-Aanteekening. 1. Dat den Hoofd-Schout als Graaflykheids Officier in 't eligeeren van Schepenen van wegens de Graoftykheid op geen Vroedfchaps Refolutie reguard mag flaan, al was hy ook zelvs een Lid van den Raad. 2. Dat hy gehouden is zo lang hem geen contraorder van wegens den Souverein zelve na behoorlyk onderzoek is gegeeven, zich volgens 't Privilegie te gedraagen, en Schepenen voor Paasch avond te kiezen en ééden. 3. Dat de Vroedfchaps Refolutien den Schout fints het jaar 1733, te onrecht in deezen de handen hebben gebonden. 4. Dat de Refolutien zelve nu eindelyk den Schout aanleiding hebben gegeeven om zyn plicht weder te betrachten. 5. Dat in cas van verfchil over zyn Recht, 'tzelve by den Souverein, maar niet by de Regeering moet werden onderzogt. ü. En wel in de eerjie plaats, of de Electie van Schepenen (fchoon van wegens de Graaflykheid gefchiedende), wel forteerd onder zod"aa« nige Regeerings- en Magiitraatsbeflellingen, als door Hun Ed. Groot Mogenden aan wylen zyne Doorluchtige Hoogheid Prins Willem de IV, (onverminderd de Privilegiën en Gerechtigheden der Steden en Landen) erflyk B 4 zyn  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zyn opgedraagen: dat is, ander zodaanige, als de Graaven geheel aan zich gehouden hebben, en dus Hun Ed. Groot Mogenden onbepaald zyn eigen geworden, h. Dan of de Graaven, ten opzichte der Electie van'Schepenen deezer Stad, (ten einde de Ingezetenen fpoedig en behoorlyk van Schepenen te voorzien en aile inconvenienten weg te neemen, die uit het ftrict uitoeffenen van eene Souvereine macht ten deeze proflueerde) daarom derzelver macht in zo verre niet bepaald hebben, dac (fchoon de Electie wel van hunnent wege gefchiedde) zulks echter volff rekt (in aanmerking der korte tyd die by bet Privilegie word bepaald, binnen welke Paasch-avond niet alleen de Electie, maarook teffens de beëedigiog moest gefqhieden) door niemand anders kon werden verricht, dan door zodaanig die zich in loco prefent beviad* gelyk den Schout en Burgemeesteren, die ook de genomineerde Perfoonen wel kennen, ten minften de tyd hebben om zich na dezelven te informeeren, begeerende 't Privilegie tot nader bewys van dien, dat dezelvde perfoon die kiest ook zal ééden. e. Dit laatfte waar bevonden zynde, komt dan eindelyk ook ter onderzoek, of Vroedfchaps Refolutien de macht hebben al het nut uit het Privilegie, voor de Ingezetenen ten dee» zen proflueerende, weder infructueus te maakeü» O".. Dat het onderzoek van dit een en ander, noch de uitfpraak daar over noch niet gefchied zynde, veel min contrarie last van wegens den Souverein zelve aan gemelde Schout gegeeven, hy dus jongst verplicht bleef, volgens Privilegie, zeven Schepenen zelvs te kiezen en te ééden. 7, Dat daar en boven, hoe 't ook met de zaak gelegen mogt zyn, Heeren Burgemeesteren in  é Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. «35 in allen gevallen, in cas 'er Paasch-avond geen Schepenen geëligeerd waren geweest, dezelve Electie en Beëediging, doch echter volgens 't Privilegie, door Hun Ed. Groot Achtb. bezwooren , Paasch maandag zoude hebben moeten doen , zonder aan iemand verantwoording deswegens verfchuldigd te zyn; waarom 't Privilegie tot haare volkomene gerustftelling'er by voegt, zonder eenige verbeurtenis tegens ons en onze Heerlykheid. 8, Dat dus de jongst gedaane Electie van Schepenen door den Schout (hangende de deliberatie daar over) en de Beëediging derzelve na Paasch-avond, door Burgemeesteren (in allen gevalle hoe de uitfpraak daar over ook mag vallen) wettig blyft, ja oneindig wettiger dan die van veele voorige jaaren, op enkele Vroedfchaps Refolutien, dan door Burgemeesteren, met uitfluiting van den Schout, dan. weder door zyne Doorluchtige Hoogheid op dezelve gronden gedaan, waar mede Hoogstdezelve (in cas zulks van wegens de Graafiykhcid toekomt) veel reden heeft niet content te zyn, vooral niet uit krachte van zodaanige Vroedfchaps Refolutien, als ten deeze voorkomen; die zelve de klairfte bewyzen opleveren, dat den Raad in 't volkomen begrip was, geen macht te hebben om den Schout in 't eligeeren van Schepenen wetten voor te fchryven, die woordelyk zeggen , van wegens de Regeering, van niets minder fpreeken dan van erffelyk, maar vlak het tegendeel, die 't recht van Electie nog nimmer aan Prins Willem de V hebben opgedraagen, of zo al by veronderftelling dan reeds weder ingetrokken en geënerveerd. 0. Dat geen Staats-Refolutie tegens al het voormelde immer bedoeld heeft, aan de Regeering zo een willekeurige macht te verleenen, van by Vroedfchaps Refolutie over de PriviB 5 legiea  26" Verzameling van Stukken betrekkelyk tst Jegien en Gerechtigheden der Ingezetenen na welgevallen te disponeeren, hoedaanige StaatsRefolutie van haar eerfte oirfprong af ipfo jure nul zou zyn, en een Regeeringsform zou introduceeren, zo ondraaglyk voor de Ingezetenen, als naauwlyks uit te denken was. 10. Dat aan de eene zyde 't Privilegie ten deezen opzichte zeer veel nuts voor de Ingezetenen bedoeld, en in't maintineeren van 't zelve voor haar is opgefloten, terwyl aan de andere zyde niets nuttigs noch aangenaams uit het doen der Electie voor Schepenen voor zyne Doorl. Hoogheid voortvloeit, maar wel moeite, veeltyds ongenoegen, gevaar van misleid te worden, en verdere gevolgen van dien. Om alle welke en andere redenen den Ondergeteekenden niet fchroomt, deeze zyne gevoelens open te leggen, bereid zynde (op dat zou blyken, dat geen geest van Factie of eenige andere dryfveederen, maar alleen den Ondergeteekenden zyn beste Geweeten, hem deeze fustenue doet amplefteeren) dat zyn Declaratoir by een nadere Memorie op te helderen, welke hy gaarne aan 't oirdeel van Kundiger en in navolging van Heeren Burgemeesteren, aan 't wys oirdeel en decifie van den Souverein wil onderwerpen, ten dien einde dan ook nadere Aanteekening, en zo 't nodig mogt oirdeelen, ook Protest voor zich referveerende. Actum den 27 Juny 1786". (was get.) Jacob Binkhorst. (Onder Jlond) Accordeert &c. (was get.') C. J. van de Blocquery.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 27 B Y L A G E E. ExtraEt uit het Refolutie- Boek van Heeren v Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn, de Stads zaaken concerneerende. Advis van den Heer Vroedfchap JB. Binkhorst. Edele Groot Achtbaare Heeren! , Gehoort hebbende 't Rapport van een Befbigne, den ijden deezer door zeven der oudfte Leden deezer Vergadering gehouden, behelzende onder anderen voornaamentlyk zekere middelen, teD eiude den Schout deezer Stad te conffcriiigeeren, van (in weerwil der allerduidelykfte Privilegiën) nimmer zeivs in Perfoon de Electie van Scht-penen te zullen doen, maar deeze verkiezing, uit 21 daar toe genomineerde Perfoonen, voor zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer Prins Erf-Stadhouder over te laaten; op poene, dac zodaanig Regent die mogt weigeren plechtig te beloovea, zulks (iu cas hamer het Schouts-Ambt moge aanvaarden) met ééde te bekragtigen, voor altoos van de voordracht doop deeze Regeering aan Hun Ed. Groot Moge.iden, tot het obtineeren van die Post , verftooken zal zyn. Zo vinde ik my verplicht vooraf te declareeren, dat ik, door eene zodaanige Refolutie te neemea of verbindtenis aan te gaan , volgens myn gevoelens , tegens myn Confcientie zou handelen ; ea daarom, (in geval ik op die Post apparentie had en. daar toe inclineerde) eer my aan een zodaanige Conditiofine qua non te onderwerpen, verre zou prsfe> reeren, dat Ambt te misfen, dan ter bekoming van 't zelve myn plicht te verzaaken; waarom ik dan ook al wat fpeciaal by het eefte en vyfde Artikel van 't Rapport, als ook by 't flot van 't zelve deswegen voorkomt, by deezen verplicht ben te con. ïradiceeren j tcrwyl niet te min met de overige ichlk.  28 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fchikkingen by 't Rapport voorkomende, bereid ben my te conformeeren» De redenen van de zo evengemelde myne fuftenue, heb ik by myne Aanteekening, betreffende het zelvde Artikel van Electie vaD Schepenen, den 27ften Juny laatstleeden kortelyk vermeld, en door drie der nog thands regeerende Burgemeesteren en twee Raaden geconformeerd, en onder de Notulen van dien dag te vinden, dezelven by deeze inhasreerende en nog van waarde houdende, waarom ik dan nogalleenlyk, uit hoofde van de presfance der zaak, eenige korte aanmerkingen daar by zal voegen. Niemand zal ontkennen dat. het Privilegie van dea 5 Augustus 1422, op de kragtigfte wyze geconfirmeerd door dat van den 25 May 1452, beide aan deeze Stad verleend, zo duidelyk de intentie van den Geever, fpeciaal omtrent de Electie van Sche. penen aan den dag leggen, als eenig Privilegie in ons gantfche Land. — En dat wel ter wegneeming Van al zodaanige inconvenienten, die 'er abfolutelyk plaats moeten hebben, wanneer de Eleótie niet door zodaanigen verricht werd, die zich gelyk dea Schout en Burgemeesteren in loco bevinden, die de genomineerde 21 Perfoonen zelvs, maar niet by Rapport van den een of ander kennen , die de Electie en beéédiging beiden voor Paasch-Avond kunnen verrichten , ten einde de Ingezetenen weder direct van een nieuwe Rechtbank worden voorzien, 't gene den Graav in Perfoon niet konde verrichten, en daarom als eene gunst voor deeze Stads Ingezetenen, dit zyn Recht in zo verre heeft afgeftaan; —- tot viermaalen toe by 't Privilegie gelastende, dat de zelvde Perfoon die kiest ook Schepenen moest beéédigen, ten blyke, dat niet alleen de Verkiezer in loco moest zyn > maar dat ten opzichte de Privilegie van deeze Stad geen bedenking of verfchil plaats hebbe , of het Privilegie alleen de tyd der verkiezing, maar die der aanftelling bepaald zou hebben. De Electie van Schepenen is zints de jaaren 1667 tot  de'Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ^->$ tot 1672, volgens Octrooy van Hun Ed. Groot Mogeaden, op verzoek deezer Regeering, uit hoofde Hun Ed Groot Achtb. by 't Privilegie als zodaanige voorkomen, die de behoorlyke en bedoelde vereischtens daar toe bezitten , vyf jaaren lang ver. richt; — daar na nog veertien jaaren, zints de jaaren f733 tot 1747. En wel geduurende deeze laatfte gemelde jaaren, uit kragte van een Vroedfchaps Refolutie van 1733, die ieder Regent, toen Vroedfchap zynde, zo wel als de volgenden, dwong eene even gelyke Refolutie te onderteekenen en plechtig te belooven ten faveure van Burgemeesteren, als het thands uitgebragte Rapport, van dezelve ten behoeve van zyne Doorluchtige Hoog-, heid komt af te vorderen ; zonder hoedaanige verbindtenis, den Raad toen reeds begreep, geen magt te hebben den Schout als Graavelykheids Officier ten deezen de wet voor te fchryven, om reden Hun Ed. Groot Achtb. in 1672 door derzelver Gedepu. teerde by Hun Ed. Groot Mogenden van haar in I667 bekomene Octrooy hadden laaten renuntiee. ren , en toen direct daar op de Electie aan den Schout (by wien het op grond van een derdehalf Eeuw conftant gebruik, onwrikbaarder beruste) weder had overgegeeven. Doch zints het jaar 1422 tot 1747, en dus ge. duurende drie honderd en vyf- en- twintig jaaren is 'er geen voorbeeld, dat immer de Heeren Stadhouders , noch onder de Graavelykheids Regeering, noch zints den jaare 1572, de Electie van Schepenen hebben gedaan v dan alleen zyne Majefteit Willem den III, en dat wel alleen geduurende de 3 laatfte jaaren van zyn leeven, zich in Engeland bevindende; met veele onaangenaamheden aldaar overlaaden. En dus ligtelyk na te gaan, dat Hoogstdenzelven zich in dit Artikel heeft kunnen vergisfen, waar aan niet te twyffelen is, wyl zyne Majefteit volgens de Retroafte, en het daaromtrent by Vroedfchaps Refolutie van den 23 September 1747 vermelde, geduurende de 27 eerfte jaaren van I Hoogst»  3o Verzameling van Slukkén betrekkelyk tot Hoogstdeszelvs Stadhouderfchap , nimmer de Eleclie van Schepenen deezer Stad heeft gedaan. —• Kn Diet te min heeft de Regeering by even gemelde Refolutie van 1747, in weerwil der zo duidelyke Privilegiën en meer dan drie Eeuwen conftante gebruiken, zonder by die Refolutie eenige andere gronden als 't exempel van deeze 3 jaaren te ptoduceren , de Electie van Schepenen aan zyne Doorluchtige Hoogheid Prins Willem de IV aangeboden ; doch niet erffelyk, blykens Refolutie van den ir April 174S van die zelvde Ra den. daar by decareerende, zulks te hebben geoffereerd aan dien Prins; met by voeging deezer' woorden: al-: tkunde L.rf-ïUadhouder van deeze Provincie; waar toe den Raad buiten des nog veel minder gerechtigd zou zyn geweest —— • Intusfchen heeft men op dien voet tot den jaare 178% inclufive voortgegaan; zonder echter weder by Vroedfchaps Refolutie zulks in i76' den meesten ftemme van hen drieën vaa die een- entwintigh man vborfchreven, feven Schepenen kielen en eeden op den Paefchen-manendach, daar naest volgende, fonder eenig verbeurtenisfcteghen Ons ende Onfer Heerlicheid, en daer fel Onfe Schout voirfchreve, die nu is, off hier namaels wefen fel mederichten en recht vorderen , als custumelic en gewoenlic is ende mit anders niemant. £n om dat wy voor ons ende onfe nakomelingen den gemeynen Poirteren van Hoirn, die in der tydt wefen feilen, defe voirfcreven punten van Rechten volkomelic ghehouden willen hebben, tot ewighen daghen, foe hebben wy des te ghetuighe onfe Zeghel an defen brief doen hangen, Ghegeven tot Hairlem op te vyftèn dach in Augusto. Int Jaar Ons Heeren M. CCQC. XXII. B Y L A G E I. Privilegie van den 25 May 1452, >«,. leend aan de Stad Hoorn. irHixiPS, by der graden Gons Hertogen van, Bourgongien, &c. doen condt allen luden, dat Wy ontfangen hebben die oitmoedighe fupplicatie en bede onfer Stede van Hoirn, inhoudende hoadat men na privilegiën, rechten en oude cuftu-. men derfelve onfer Stede, gewoenlyk is jairlycx, drie nuwe Burghemeefters,, die welke,niet en weten, C 3 tre^  38 Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot tregiment van den Stede, nocht ontfangh, twt. gheven en andere i'aecken, die te voeren in 't jaer voerleden by ouden Burgherrneifters gebantiert ende gheploghen fyn; dair mede onfe Stede voirfz. grootelic ghehindert ende veraftert is en de noch meer fyn zoude, wair by ons dair op niet Voirzien van behoiriyke provify. Om die welke fy ons oitmoedelic hebben doen bidden. Hier ome fo ist, dat wy deien faken aanghefien en oumits minne en fonderlii ge gunfte die wy torter felver onler Stede draghen, begerende diealtydt in goede policie en regiment gheregiert en onderhouden te fynen, na goeden rypen raide en deliberatie hierop ghehad onfer voirfz. Stede van Hoirn voir ons en onfen nacomelinghen Graven en Gravinnen van Hollant, gheconfentiert, geoirloft en gheordiniert, hebben vut funderlinger ghratie mit defen onfer Brief. Dat voortain in derfelver onfer Stede wefen fullen tot ewighen dagen vier Burghermeefters, te weten een van den drien die in 't jair eerstvoirlee* den Burghermeefters gheweest hebbe en drie nieu» wen, die men kiezen, fetten en ordinieren fal in d'manieren hier na volghende. Te weten,, dat ter felver tydt en op ten fel ven dagh, als men die Burghermeefters en een-en-twintigh perfonen pleght te kiefen, daar wt wy na uytwyfen onfer voorfchreven Stede'Handt-Vesten ende Rechten feven Schepenen pleghen te fetten , dat dan diefelven negen perfonen, die de drien nuwe Burghermeeft,ers kiefen, ten felver tyd dair toe nogh fullen moghen nemen een van de drien ouden Burgermeefteren voirfchreeven, ende diefelve oude die van de negen. Perfonen ghekofen wort, fal wefen en blyven nogh een jair langh, mitte drie nuwen voirfz. en niet langer: en wairt, dat defelve oude Burghermeefter oflyvigh, wtlandigh of ontpoirtert worde, dan foe fullen die negen Perfoonen voirfz. een van de twee anderen oude Burghermeefters in fyn ftede moghen fetten en kiefen, fonder eenigh wederfegghen van ons off onfe nacomeliDgen voirfa  èe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 39 voirfz. behoudelyk, da£ met defe onfer Ordonnantie en Confent voirfz., alle handcvescen, privilegiën en ouden cuftumen die onfe voirfz. Stede van Hoirn heeft, roerende van 't voirfchreeven Gerechte aldair te kiefen in haren machte en waerden blyven zuilen. Ontbieden dairom onfen Stedehouder generail en anderen onfe Raitsluden by ons geftelt, ten faken ons voirfz. Landen van Hollant, Zeeland en Frieslant. Onfen Schout van Hoirn en alle onfen anderen richteren ampten en dienaren Onfer voirfz. Landen nu wezende off die namaels wefen fullen, wien dat aengaen magh Stedehouderen, en elcke byfondere. Dat fy Ons voirfz. Stede van Hoorn, defen onfen gratiën, confente, oirlof en Ordinantiën in der maniere als voirfchreeve is, doen en laten rustelick, vredelick en ewelick genieten ende gebruiken, fonder hun enighe hinder, Ietfel of moeyten daarinne te doen of te laten gefcien, want ons aldus ghelieft en willen dat gefciede. En des toirconde, hebben Wy onfen Zeghel hier an doen hangen. Gegeven in onfen Stad van Dendermonde in Vlaanderen, op ten 25ften dagh Mey Anno 1452. N°. 1139. Bericht van Heeren Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn, op de Requeste zo van Schepenen ah van den Vroedfchap Binkhorst, betrekkelyk de aanfielling van Schepenen in die Stad, by Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ingediend. Edele Groot Mogende Heeren! Ter voldoeninge aan U Ed. Groot Mogenden Refolutien den I7den en 26ften January deezes jaars genoomen, op de Requeste, zo ten naame van Schepenen der Stad Hoorn, als van Mr. Jacob Binkhorst, Raad in de Vroedfchap der gemelde C 4 Stad,  40 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Stad, zullen wy de eer hebben te berichten: dat, wat de aanfielling van Schepenen van onze Stad, betreft, waaromtrent die twee Kequesten hoofdzaakiyk fchynen, overeen te (temmen, men by de laatüe verandering van de Regeering met goede, Xrydag I?fc6 gedaan, op het onverwagtftc heeft gefpveert en daadelyk ter effect gebragt, een fustcnue dat den Hoofd Officier, uit hooide van oude Privilegiën bevoegd en verplicht zoude zyn, zender kennis of toeftemming van iemand, Schepenen, uit de geformeerde Nominatie te verkiezen. Die fusteruc, welke by den toen fuiigeerenden, Hoofd-Officier, geduurende de 34 jaaren dat hy. dit' post hadde waargenomen, nimmer fcheen te, zyn opgekomen, moest nu met zyne hooge jaaren, er. afpeemeDde vermogens ten naame van den Hoofdofficier worden gevoeit, en eene Electie te voorfcr^n gebragt, waar van het gevolg nu is een Adtes aan L' Ed. Groot Mogenden, over het welk. ten deszen word gehandeld. Dat deeze daad. al van den beginne af door ons • is tegengeiprooken en voor informeel verklaard, met bygevoegd Protest, getuigen de Notulen van L1 Ed. Gioot Mogenden, onder den datum van den 28 }u' y 1786, ter gelegenheid dat de drie oudüe yan dat illegaal verkoren Collegie by Hoogstde» zelve zyn geqüalificeert, om provifioneel als Sche-' penen Commisfarisfen te fungeeren, qngcpiaejudi'cieert de wcderzydfche fustenuen, en dus gèenfints gelyk de laatstgenoemde Rcqucstrant asfureert, om die Eledtie eenige voet te geevcn. De gezamentlyk'e Requtstranten beroepen"* zich op de Privilegiën en Handvesten ven onze Stad, met allegaue en exhibitie van. dat van Jpiïan van Beijeren, Graave van Holland, in dato den 5 Augustus 1422, en van Hertog Philips vanBourgonbien, in dato den 25 Mcy 14.12, om daar uit daR gepiattendeerde recht (loco prcetcris) te betogen. Wy moeten daar op rërriaiqueeren, dat in een nog ouder Privilegie van Hertog Aalbreui.t van Bei-  de Gebeurtenis/en in 1787- enz. voorgevallen. 4^ Betjeren, reeds, op den 18 Odtober 1397 aïn de Stede van Hoorn is gegund:. „ dat de Graaf of den ,, genen die hy dat'bevelen zou, van zynentwegen „ zou zetten en kiezen alle jaaren op den Pa^s,„ fchen avond, uyt fyne Poirteren van Hoorn, „ zeven Schepenen, met den welken de Schout ,, recht plegen, zou biDnen de Stede voorfz , alzo ,, als dat recht daar gelegen is." —— Dat vervolgens by het Privilegie,, door Hertog Johan van Beijeren, den 5, Augustus 1422, a,?n alle de gemeene Poorteren der Stad Hoorn gegeeven , het van'st Graaven wegen kiezen en ééden van zeven, uit een- en- twintig, op de wyze en door de perfoonen by dat Privilegie vermeld, genomineerde Perfoonen tot Schepenen, op den Paasch-avond is opgedraagen aan des Graaven Sdwut, die in der tyd is, ofte die gene dien de Graaf 't bevoeld, en by weigering van dezelven aan die drie Raaden, dat is, Eurgemeefteren. ■ Dat ook by het Privilegie van Hertog Philips van Bourgondiër, van den 2') May 1452, (waar by 't getal van Burgemeefteren van drie op vier gebragt is) nopens die 2t perfoonen gezegd word: ,, daar uit, wy des anderen daags, na inhouden van ons voorfz. Stede ,, Handvesten en Rechten, zeven Schepenen.plegen „ te zetten.'" » Waar uit. dus klaar blykt, dat het recht, om die Electie en Beëediging te laaten doen, was en bleef in den boezem van den Graaf, van wiens wege de Schout, of dien de Graaf het bevielen zou, dezelve, moest, doen, en dat overzulks nooit aan den, Schout is gegeeven het recht, veel min noch het privative recht., om. die Electie te doen, maar alleen de bevoegdheid, om als de Graaf het aan niemand anders defereerde, zulks ra 's Graaven naam te doen ; en by nadere confequentie, dat zo dra 'er iemand was die daar toe macht yan den Graave verkreeg, die bevoegdheid vaii den Schout ten eenemaal ophield. ' Kan men nu daar tegen met de minde grond ook; fus,tipeeren, dat U Ed. Groot,Mpge.nden, die met C i het  '4£ Verzameling vflta Stukken betrekkelyk tot het volfte recht den Graaf hebben vervangen, aan den Schout de minfte prejudicie hebben toegebragt, wanneer Hoogstdezelve by iterative Refolutien mede een geheel ander begrip hebben gemanifesteerd ; en onder anderen den H .December 1650 de Burgemeefteren en Vroedfchappen van alle de Steden in deeze Vergadering fesfie hebbende, geoótroyeerd en geauthorifeerd, om haarlieder Magiftraat in den haaren te mogen beftellen in zodaaniger maniere, als dezelve ten meesten dienite van de refpedhve Steden zullen oirdeelen te behooren, en ingevalle iemand van dezelve iet meerder ofte anders mogten oirdeelen nodig te hebben, daar van nader Octrooy te verzoeken, zodaanig als zy na haare gelegenheid best dienftig zouden oirdeelen. Offchoon nu onze Prasdecesfeuren uit krachte van dit Oclrooy, het volfte recht hadden verkreegen, om onder anderen ook op de Electie van Schepenen privative orde te ftellen, en die daadelyk te doen, hebben dezelve in den jaare 1667, zich nader aan U Ed. Groot Mogenden geadresfeert, en te kennen gegeeven, dat uit krachte van de Privilegiën van 1422 en 1452, (waar op deRequestranten ook nu derzelver fustenuen fchynen te willen vestigen) de Electie van Schepenen tot die tyd toe by de fuccesfive Schouten was gedaan geweest, en dat zy Supplianten om verfcheidene en pregnante redenen en motiven, zo op de Politie als op de Juftitie binnen de voornoemde Stad, oirdeelden dat de voornoemde Electie van Schepenen behoorde te gefchieden, niet door den Schout, maar door Heeren Burgemeefteren van dezelve Stad; hetwelk U Ed. Groot Mogenden in de prtemisfen van het Odtrooy, daar op aan Burgemeefteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn verleend den 9 February 1667, repeteeren, met bygevoegd adveu: „ dat „ dezelve zich uit krachte van de Refolutie van 9, den 8 December 1650 wel zouden gequalificeert „ bevinden in den haare de voorfz. orde privative „ te ftellen, maar dat zy weetende het relpect het n welk  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 43 „ welk zy aan U Ed. Gr.Mog. als hunne Hooge ett „ wettige Overheid fchuldig zyn, zich mits dee„ zen wel hadden willen adresfeeren, ootmoedig,, lyk verzoekende favorable Brieven van Octrooy „ inhoudende &c." Waar op Q Ed. Groot Mo. genden laaten volgen. ,, Zo is '1 dat wy de zaake en 't verzoek voorfz. overgemerkt hebbende en ,, de Supplianten willende believen, uit ouze rech„ te weetenfchap, Souvereine macht en authori,, teit, geordonneert en geftatueert hebben, or,, donneeren en ftatuëeren mits deezen: Dat Bur- gemeefteren onzer Stede Hoorn, dewelke na gewoonte ,, op den goeden l/rydag door de negen uitgelootte Boon3, mannen zullen werden verkoren, en zo voorts alle ,, jaaren vervolgens van de voorfz. uitgelootte Boona, mannen zullen ontvangen de Nominatie van ee'n- enat twintig Perfonen, en terftont alvorens van den Raadi, huize te gaan, daar uit kiezen zullen zeven Sche- penen, omme des anderen daags, dat is faasch3, avond door den Schout te worden beëedigt: zo nogit thands dat Vaderen Zoon, ook Broeder en Broe„ der niet te gelyk Burgemeefteren en Schepenen ,, zullen mogen wezen; als mede dat by abfentie 3, van de Nieuw gekooren Burgemeefteren, de „ Prsefenten met de verkiezinge zullen voortgaan. Authonfeer ende en Oclrooyerende de Supplianten om s, op 'ï gene voorfz- is, zodaanigen orde te ftellen, als 3, zy lieden voor den dienst van de Stad, en 't refpeSb }, van de Regeeringe zullen oirdeelen te behooren." Billyk meenen wy nu te mogen vraagen, wie zal na het zien en hooren van zulk een duidelyk fpreekend Octrooy, niet met ons moeten befluiten , dat de Schout van Hoorn door de exiftentie van het zelve, al het recht, dat hy uit de voorfz. Privilegien zoude hebben willen prastendeeren, ten eenemaal verlooren heeft, en daar mede re gelyk de bevoegdheid, om als een wettig tegenfnreeker op te komen, tegen den genen, die het zelve het zy uit hoofde eener delatie van U Ed- Groot Mogenden 3 met concurrentie van Burgemeefteren en Vj-oed-  44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Vroedfchappen der Stad Hoorn, het zy uit krach?' te eeiier overgifte van Burgemeefteren en Vroed? ichapptn voornoemt, zoude exerceeren. Wy bedoelen hier mede de hertellingen van deStadhouderlyke Regeeringen in de jaaren 1672 en 1747, waaromtrent by het Request van den Heer Binkhorst en de Bylagen tot het zelve einde geëxhibeert, eenige reflexien worden gemaakt; maar wy meenen hier over te mogen vraagen, wie zal Biet met ons moeten inflemmen, dat de zaak na rechten befchouwt, noch die hertellingen, noch het gunt ter gelegenheid uit loutere Complaifance heeft plaats gehad, aan den Schout hebben kunnen weder geeven, het gunt hem door U Ed. Groot Mogenden met het volfte recht, en om zeer gewichtige redenen, by fuccesftve Refolutien zo wel als by het Üclrooy is afgenoomen (zo hy daar op immer eenig recht mogte hebben kunnen pratendeeren.) Wy laaten daar de aanfpraak welke de Heer Stadhouder uit hoofde vaD deszelvs Commisfie op die Electie zoude kunnen maaken, maar meenen met fiducie te mogen pofeeren, dat Burgem< etteren en Vroedfchappen, het recht dat zy by het Oólrooy van den jaare 1667 wettig van U Ed. Groot Mogenden hebben verkreegen, justo litulo aan denzelven hebben kunnen en mogen defereeren, gelyk uit de bygebragte Refolutien van den 1 September 1672, en van den 23 September 1747 blykt', dat d'zelve of virtualiter of uitdrukkelyk, hebben gedaan, zonder dat aan hun omtrent de keuze, of zy dat aan den Heer Stadhouder (die zedert 1747 ™ de posfesfie is geweest) willen laaten behouden of niet, door Schout, Schepenen of Leden van de Vroedfchap in derzelver individu, eenige wettige tegcnfpraak kan worden gedaan. Men allegueert hier tegen de Refolutie van den 1 September 1672, met oogmerk om daar uit te betoogen, dat toen by Burgemeesteren en Vroedfchappen is gerefolveert, van het Octrooy van 1667 te renuntieeren, en de Electie van Sche-, penen  êe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 45" penen wederom te laaten op den ouden voet, en dat dos daar door het recht weder van zelve aan den Schout zoude zyn gelcomen. Wy willen in het minde niet ontveinzen , dat deeze Refolutie des tyds is genoomen, en attribueeren zulks aan de zonderlinge influentie, welke den toen fungeerenden Schout (die een Gunfteling van zyne Hoogheid Was, en apparent dat tydftip heeft willen in acht neemen, om daar door het gunt, hem door U Ed. Groot Mogenden was afgenoomen, gemakkelyk weder te krygen). Wy willen daar nog wel byvoegen, deeze Refolutie is niet alleen by onze Pra> decesliuren genoomen, maar ook daadelyk ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden geëfFectueert, en het Declaratoir van renuntiatie gedaan , gelyk blykt in de Notulen van U Ei. Groot Mogenden, fub dato den 24 September 1672. Maar zal daar nu uit moeten volgen, dat wy door deeze renuntiatie van onze Voorzaaten, ons wettig verkreegen recht zodaanig zouden hebben verlooren, dat wy des goedvindende, daar van niet wederom gebruik zouden kunnen maaken, en dat het zelve recht daar door op den Schout, die dat te vooren nimmer op zich zelve ftaande had gehad, is gedevolveerd? Deeze gevolgtrekking meenen wy met grond te mogen ontkennen, en ons tot dat einde te kunnen beroepen op de Refolutie, door U Ed. Groot Mogenden over dat Declaratoir genoomen , en het zelve in famenhang met het gunt verder in die dagen aldaar is voorgevallen beïchouwende, aanneemen als een bewys, dat U Ed. Groot Mogenden zich dat Declaratoir niet hebben aangetrokken , maar zulks mooglyk aan een zeker enthufiasme attribueeTeode, het als voor hunne rekening willen overlaaten, te gelyk met de vryheid om zich nader bedenkende, van het hun competecende recht weder ge. bruik te kunnen maaken ', zonder dat U Ed. Groot Mogenden het voorneemen, om de zaaken op den voorigen voet te behandelen, in het minfte hebben goed-  40 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot goedgekeurd ; immers wy vinden in de Notulenwoordelyk het volgende: „ waarop gedelibereerd „ zynde, hebben Hun Ed Groot Mogenden de gedaane ve<-klaaring aangenoomen, en gehouden voor Notificatie". Zal men daar uit nu met grond kunnen b* tooogen, Hun Ed. Groot Mogenden hebben het Octrooy als vernietigd en ingetrokken willen houden, de Regeering der Stad rloorn van het zelve vervallen verklaaren, en aan den Schout een recht geeven, dat hy nooit kan bewyzen aan zich zelve gehad te hebben, en dat, al had hy het immer gemeend te kunnen fuftineeren, hem door O Ed, Groot Mogenden zelve was benoomen geworden,, Dit te willen affhmeeren, komt ons voor de ongerymti-eid zelve te zyn, en wy durven hier by te meer ftdftaan en aandringen, om dar wy juist uit dezelve NotuleD van U Edele Groot Mogenden een duidelyk bewys ontmoeten dat Hoogstdezelven dermaaten overtuigt waren van de noodzaakelykheid, nuttigheid en billykheid . dat de Eleclien van Schepenen, zo wel als de verdere beflellinge van de Magiftraaten in de Steden, Siem in Staat hebbende, Diet in handen van de Schouten kwamen, maaraaD Burgemeesteren en Vroedfchappen van de refpeclive Steden bleeven gedemandeerd en aanbevoolen, dar. Hoogstdezelven wel verre van aan zodaanige Regeeringen , welke zelvs de vernietiging van de aan hun gegeevene Otïrooyen in dat zelve tydperk verzogten, zulks onbepaald te verleenen, dit niet anders als met die lifnitatie hebben gedaan, dat aan dezelven des niet tegengaande de vryheid wierd gelaaten, om zo ras zy het zouden goedvinden, zodaardg OEtrooy weder te krygen, en daar van gebruik te kunnen maaken. Immers wy vinden, dat op den 21 Septi mber 1672, toen door de Regeering der Stad Medenblik niet wierd gedaan eene renuntiatie voor die tyd, zo als door onze Pisedeces. feuren was gedaan , maar een bepaalt verzoek tot vernietiging vaa het Octrooy, by hun in den jaare i6ë$  de Gebeurt enisjen in 1787 enz. voorgevallen. 47 1668 over de Magiftraats-beftellinge verkreegen, deeze Refoiutie: Waar op gedelibereerd zynde,' „ hebben Hun Ed. Gr. Mogenden het voorfchreeven Octrooy van den voorfchreeven jaare i66"8 ingetrokken en vernietigd, gelyk het zelve ingetrokken en vernietigd word by deezen ; en is » voorts goedgevonden en verftaan , dat Burge» „ meesteren en Regeerders der voorfz. Stede, de „ beftellinge van de Magiftraat aldaar voortaan wederom op den ouden voet zullen doen, en zulks „ als voor dato van den voorfz. jaare 1668 in ge,, bruik is geweest dus vinden wy hier niet alleen eene geheele vernietiging van dat verleende Oclrooy, maar daar benevens nog eene daadelyke order, dat de zaaken in die Stad wederom op den ouden voet zouden worden gedirigeerd; waar van ten opzichte van onze Stad, geen fchyn of fchaduw zeïvs kan worden bygebragt; en wat voegen U Ed. Groot Mogenden daar in deDzelven adem nog by? niet minder als deeze notabele woorden: „ des zullen aan en ten behoeve van Burgemeesteren en Regeerders van Medenblik voornoemt, des be« s, geerende, nieuwe Brieven van Octrooy in gewoonlyke forme opgemaakt en gedepecheert wor* 5> den." Uit dit een en ander, meenen wy met veel fiducie te mogen befluiten, dat wy de eere hebben met U Ed. Gróót Mogenden in gedachten te convenieeren, dat geene Regeeringen, door welk middel het ook mogte zyn, de by hun bekomene Oörooyen konden overgeeven, veelmin verliezen , met zodaanig effect, datzy, of hunne Succesfeuren, des goedvindende, dieniet konden terug neemen, en daar van wederom gebruik maaken; ja zelvs, dat al was zodaanig Octrooy daadelyk door U Ed, Groot Mogenden vernietigd geworden, (gelyk by de Stad Medenblik plaats greep) die Regeering ook, als zy het begeerden, wederom een ander Octrooy konden neemen, volgens het recht by de Refolutie van den 8 December 1650 aan alle de Hemmende Steden  '4'8 'Verzameling van Stukken' betrekkelyk tot iyden^ande Bailjuwen, Schou9, ten en andere Officieren in de Kwartieren, Steden en s, Vlaaizen van Holland en West-Fi iesland voorfchreeve, alwaw dezelve Officieren participeeren in de „ h.le£lie, Nominatie ojte voorflag van de genoemde Collegien van Sihepenen , Gezwoorens en andere Rechteren uoor dewelke zy lieden hunne Aclien zo 3, m 't Civil als in 't Crimineel hebben te intenteeren , „ niet meer door dezelve zoude worden gedaan , ,, maar va* jaar tot jaar door Hun Ed. Groot Mogenden", of zo als de verdere inhoud aldaar medebrengt, ,, door zodaanige Collegien die bevonden j, mouten worden m de posf'.sjie te zyn, aan dewelke derzelver recht enpo,fe■>a->gen als naar behoortn". Uit deeze gealtegüeerde Refolutie en byzondere voorzorgen van 0 Ed, Groot Mogenden, tot exacle nakóminge van het meergenoemde Reglement van i.654; meenen wy te mogen, en te moeten bcfluijen» dat 70 'er aa dat alles nog iets van dien aart in eenige 1 re Jen of Piaavzen mogte worden geprac^ tileerd, het niet anders dan als eer.e directe overtreeding van de uitgedrukte wil van den Souverein korde worden befchouwt, en dat niemand beter zyn plicht konde betrachten, dan die zulks op alle mooglyke wyze tegenging; als mede dat U Kd. Groot Mogenden beter bevoegd om over die zaaken te oirdeelen, dan de zodaanigen die daar toe geene de minfte qualificatie bezitten, veel meer kwaad en gevaar voor het welzyn en beftaan van de goede Ingezetenen hebben geoirdeelt, zelvs daar in gelegen te zyn, dat de Officieren maar eenigfints in de Electie van hunne Rechteren zouden participeeren, Iaat ftaan dan dezelve privative bezitten , als de Requestranten zich zelve en anderen fchynen te willen opdringen, dat daar nut in zoude gelegen zyn; ja zelvs de zich noemende Scheoenen, dat als op hun crediet aan U Ed. Groot Mogenden fchynen te willen verzekeren. Wy daar en tegen, als opvolgeren van die Burgemeesteren en Vroedfchappen, welke in den jaare 1667 aan Hoogstdezelven hebben te kennen gegeevtn, dat "er veele en pregnante redenen waren, om welke de Eleöie van Schepenen niet meer jaar.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 55 ïaarlyks door den Hoofd-Officier van onze Stad moest worden gedaan, kur ïeö dat niet alleen voor den tegenwoordigen en toekom nden tyd ten tterkHen affirmeeren, maar vinden ons daar en boven ambts- en plichtshalven gedrongen , aan U Kd Gr. Mogenden rondborltig te vjrkiaaren, dat die gewichtige en pregnante redenen, wel verre van federt dien tyd te verminderen, daar en tegen zo zeer zyn toegenomen, dat nu de rust en de veiligheid van onze Stad, zo wel ah het behoud en de welvaart van deszelvs Ingezetenen daar aan ten hoogjten gelegen legt, dat de EleStie van Schepenen jaarlyks uit de Nominatie van 21 Perfoonen, niet door den Hoofd-Officier der Stad Hoorn werde geaaan. En hier mede vertrouwende de ongefundeerdheid van het gepretendeerde recht van den Hoofd* Officier op de Electie van Schepenen, en hettegengeltelde van het op bloote hersfenfchimmen berustende, en zonder bewys in de beide Requesten veronderftelde nut, dat daar in voor onze Stad en Burgery zoude gelegen zyn, zo uit de Refolutie van iöjo, als uit het Octrooy van i66"7, en verfcheidene andere Refolutien van U Ed. Groot Mogenden te hebben aangetoond, zullen wy overgaan tot deftructie van het gunt door de zich noemende Schepenen, en door den Heer Binkhorst omtrent de te doene voorflag tot de aanltelhng. van een Hoofd-Officier, by derzelver Requesten is voorgedraagen. _ Wanneer wy nu dit poinct zullen behandelen» moeten wy vooraf betuigen, dat het ons leed doet, hier in één onzer mede-Raaden te ontmoeten, welke dat privative recht aan Burgemeesteren en Vroedfchappen competeerende, als eenigermaate twyrfelachtig tracht voor te ftellen; en zonder het minfte bewys U Ed. Groot Mogenden te imbueeren , dat onze Voorzaaten zich zouden hebben kunnen misgisfen, toen zy op den uOctpber 1728, aan Hoogstdezelven by eene Misfive zo duidelyk hebben gedemonftreert, dat het rechttot voorflag van, 0 D 4 een  56 Verzameling v®n Stukken betrekkelyk tot een perfoon als Hoofdofficier der Stad Hoorn, privativelyk aan Burgemeesteren en Vroedfchappen behoort, en dat die het al van devioegite tyden af, immers federt de erectie van de Republiek, zonder tegeozeggen van iemand hebben uitgeoeffend. Wy daar en tegen, vinden den inhoud van die Misfive zo bondig, en ons wettig recht daar mede op zulke duchtige gronden geftaafd, dat wy ons met veel fi.-ucie tot dezelve, zo wel als tot de Bylagen daar benevens gefuppediteert, en in de Notulen van U Ed. Groot Mogenden fub dato den 14 October 1728 te vinden, durven refereeren; en fpeciaalyk mede tot rescontre van het by de zich noemende Schepenen geremarqueerde, (als of het woord Gerecht in de Bylage C. I. loco, achter die Misfive gevonden wordende, aan hun'eenige bevoegtheid zoude geeven, om zich met die zaak te kunnen bemoeijen, ook een voorflag te doen, of ten minften daar op een waakerid oog te houden;, appliceeren, de daar op volgende Producten fub litt. D E. F. G en H, welke inhouden Extracten uit de oude Refolutie-Boeken van onze Stad, waar mede word aangetoond en beweezen, dat het recht tot de voorflag al van zeer oude tyden herwaards, in den boezem van de Regeering, zonder concurrentie van Schepenen, of wie het ookzy, heeft berust; als mede het gunt al- (Jaar:, uit de Refolutie van U Ed. Groot Mogenpen in dato den 6 Augustus 1580, (by dewelke Burgemeesteren worden geaurho'i/eert om vermits het overlyden van den Schout, dat Ambt pro interim waar te neemen) word aangevoerd, over de diftinctie ten deezen tusfehen onze Stad en andere Steden, (daar het meest al door de Prasfident van Schepenen gefchied) by die Refolutie gefield, apparentelyk om dat U Ed. Groot Mogenden toen al ten vollen zyn overtuigd geweest, dat het recht om eenen Schout te defpicieeren en voor denzelven Commisfie ie bezorgen* pnvativelyk in den boezem van de Regeering beruste, e»  de Gebeurienisfen in 1787 enz. voorgevalhn. 57 m dat daarom ook niemand anders dan Burgemeesteren tot de pro' ifioneele waarneeming van .dat Ambt konden worden geq.ualificeert, terwyl het zelve daar mede bleef by die gene van wien het moest voortkomen. De Practiek toe op den huidigen dag toe bevestigt dit ook ten vollen, en men vind, zo veel ons bekend is, geene traces, dat immer eenig Collegie van Schepenen der Stad Hoorn, of iemand anders, het volkomen recht tot voorflag van een Schout, veel min de exercitie van het zelve aan Burgemeesteren en Vroedfchappen heeft getracht te betwisten, noch zich daar by gezogt in te dringen, of bevoegtheid gefustineert, daarover Adres* len te doen. Wy refereeren ons al verder tot de Refolutien by die Misfive Nominatim aangehaald, tot bewys dat de voorflag van een Schout deezer Stad, zo verre men heeft kunnen nagaan , altoos by Burgemeesteren en Vroedfchappen pleeg te gefchieden, zo wel als tot de Refolutien van den 13 Maart 1733 , den 15 Maart 1736, den 13 Maart 1739, den 21 Maart 1742, den 10 Maart 1745, den 15 Mey 1748, en den 14 April 1751-, (zynde het jaar der aauftellinge van den nu afgetreeden Schout) uit alle welke blykt, dat Burgemeesteren en Vroedfchappen van drie tot drie jaaren, aan U Ed. Groot Mogenden de voorflag van een Perfoon tot HoofdOfficier van onze Stad, zonder iemands tegenzegging, of bemoeijinge hebben gedaan, en dat ook die voorgeflagene Perfoonen, door U Ed. Groot Mogenden in de volkomene fiducie op ons, even gelyk op de Regeeringen van meer Steden , dat geene andere dan bevoegde en bekwaame Perfoonen worden voorgeflagen, zyn aangefteld; alleen met referve van de vrye deliberatien over het Coitit misforiaal op de Misfive. van den jaare 1728, zo wel als op die van andere Steden gedecerneerd, en geenfints met ref rve, om ex plenitudine potesta. tis in onze Stad, of in andere Steden een Hoofd. Officier aan t.e ftellen, of omtrent de voorgeflagea  5 8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tct wordende Perfoonen te inquireeren, gelyk de Re. queftraaten fchynen te willen, dat in deezen zoude moeten gefchieden; terwyl wy hieromtrent reclameeren, de onbeperkte magt tot het maaken van zodaanige fchikkingen omtrent de Maghlrature binnen onze Stad, als wy tot nut van dezelve, en tot refpect van de Regeering zullen dienltig oirdeelen, door U Ed, Groot Mogenden by de Refolutie van den 8 December 1650, en het Cctrooy van den 9 February 1667 aan ons gegeeven, ten dien effecte, dat door Hoogstdezelven, op de door de Requestranten gedaane verzoeken, geen het minfte reguard moge worden geflaagen. Wy zullen op het by de Requesten gepofeerde nog remarqueeren, da het eene bekende zaak is, dat in de oude tyden, zo wel te Hoorn als in de meeste andere Steden en Plaatzen , geen bepaald getal van Raaden of Vroedfchappen heeft geëxteerd, maar dat de erectie van die Collegien is van laateren datum, en of op Privilegiën vau de Graaven berust of ook wel hier en daar door Coftumen, in navolging van 't gene elders by Privilegiën was geintroduceerd, is ingevoerd. — Dat de Stad Hoorn in het laatstgemelde cas fchynt te verfee. ren ; immers dat 'er geen Privilegie ons bekend is, waar by de Vroedfchap alhier zou zyn opgericht, en tot een zeker getal bepaald. Dat de Cbro- nykfcbryver Velius wel op het jaar 1381 melding maakt van Keuren en Privilegiën, door den Raad te Hoorn aai het Schippers Gilde gegeeven, maar dat teffens uit het Privilegie van Hertog Aalerecht, de dato den 18 Öctober 1397 blykbaar is, dat door Raaden aldaar niet moeten worden verliaan Vroedfchappen , maar Burgemeesteren , vermits men in dat Privilegie leest: „ voort zo zal men „ drie Raden binnen onfe Stede van Hoirn elkes. „ Jaars kiefen" &c Dat naderhand de genen, welke tien ponden fchots hadden en daar boven, recht verkreegen tot het uitloten van negen Mannen , die de Nominatie van Schepenen maaken, en de  de Qebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 5$ de drie Raaden eligeeren moesten, volgens Privilegie van Hertog Jan van Beyeren, de dato den 5 Augustus 1422. Dat het waarfchynlyk is , dat deeze tien pond fchots of daar boven hebbende, in den beginne hebben uitgemaakt den Rykdom, welke met dea Schout, Schepenen en Raaden, het Lighaam deè Burgery reprsfenteerden, en over de gewigtigfte belangens der Stad raadpleegden, — Dat echter naderhand de Rykdom een afzonderlyk Lighaam fchynt te hebben uitgemaakt, en onderfcheiden te zyn geweest van de tien pond fchots en daar en boven hebbende, zo als af te leiden is uit zekere Acte van dato den 2 Miy 14 '7, welke onder de Bylagen der Misfive van Burgemeestere;] en Regeerders der Stad Hoorn, in den jaare 1728 aan U Ed. Groot Mogenden gefchreeveo, is gevoegd fub littra C. 1. loco; waar in gezegt word: „ dat men dan ,, dezelve Schout afzetten zullen tot allen tyden als. ,, 't Gerecht, Rykdom, en tien pond Schots en „ boven eisfchen en begeeren zullen van zo te doen by de meeste Hemmen." — Dat ook deeze Rykdom eene uitgebreider Vergadering dan de Vroedfchap fchynt te zyn geweest, dewyl beiden afzon» derlyk genoemd worden in tegenftelling van de Gemeente, in zeker Octrooy van Hertog Karel van: Bourgondien, de dato den 3 Juny 1471, te vinden in de Chronyk van Veliüs pag 85. ë? feqq. — Dat die Vergadering van de Rykdom derhalven fchynt te hebben beftaan uit allen de genen, welke niet tot de Gemeente wierden gerekend te behooren, en nog eene meerdere qualificatie hadden, dan die van tien pond Schots en daar boven. Dat dezelve dus uit Schout, Burgemeesteren, Schepenen, Vroedfchappen, Oud-Burgemeesteren, Oud-Schepenen, en mooglyk ook eenige van de. overige meest gegoede Ingezetenen is gecompofeerd geweest. Dat het overzulks zeer natuurlyk was, dat, zo. lang de Rykdom tot de deliberatien over Stads zaa• •"• "* ken.  tfo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ken wierd geroepen, Schepenen of 't Gerecht, al* mede-Leden van dat Ligbaam zynde, ook hunne ltemmea hadden in die Vergadering; waar in,zelvs wanneer 'er de tien pond Schots en daar en boven mede toe geroepen wierden, de meeste Hemmen moesten gelden. Volgens boven geallegueerde Bylage C. - Dat, daar zulke groote Vergaderingen met zelden meer verwarringen, dan nut veroirzaaken, in het vervolg vaD tyd te Hoorn, even als in veele andere Steden en Plaatzen, het zy dan uit krachte van eenig Privilegie, of van eene vrywillige uitdrukkelyke of flilzwygende renuntiatie der gegoedfte Ingezetenen, berustende in het wel gedirigeerd bellier van de Vroedfchap, beflaande uit twintig van de voornaamfte Ingezetenen, het te zamen roepen van den Rykdom over Stads zaaken ia onbruik is geraakt; zo dat reeds omtrent den jaare 1532, daar van geen ander overblyfzel fchynt te hebben plaats gehad, dan dat Schepenen, hoe zeer geene Leden van de Vroedfchap zynde, fomtyds nog tot het raadpleegen, met de Vroedfchap, over Stads zaaken wierden geroepen. Doch dat vermits het niet wel te compasferen was met de natuur van een permanent Collegie, en het aanleidinge kan gegeeven hebben tot veele inconvenienten, dat Perfoonen, geene Leden van het zelve zynde, en welke jaarlyks door anderen wierden geremplaceerd, deel hadden aan de deliberatien, •welke van het Departement van dat Collegie zyn, is op den 12 October 1532 by Burgemeesteren en K3aden eene Refolutie genomen, dat men voortaan geene Schepenen dan die Vroedfchappen waren, in Stads zaaken te raade zoude laaten komen, ten ware dat 'er eenige keure te leggen was, als dan en anders niet, dan te vooren gebruikelyk was, (tot welk geëxcipieerd geval, te weeten het leggen van Keuren, Schout en Gerechten vanouds, ook uit krachte van Privilegiën en Oftrooyen van den Souverein gerechtigd waren.) — Dat ingevolge van deeze Refolutie, welke nu meer dan / 25e  'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 4t 250 jaaren oud, en door een zo langduurig Acquiefcemeat van Schepenen, en van de gantfche Burgery, boven alle Conteftatie gefteld is, de Vroedfchap der Stad Hoorn, in den volden zin verfeert in de termen van de macht, welke door U Ed. Gr. Mogenden by de korte vertooning van het recht, by de Ridderfchap en Steden van Holland en West-Friesland van alle tyden gebruikt, in dato den 16 OStober 1387, gezegd is, by de refpective Collegien van, Vroedfchappen te zyn, in verbis „ by deeze Col* „ legien alleen is de macht om te advifeeren, re» „ folveeren en disponeeren van alle zaaken, con-' „ cerneerende den ftaat van den Lande en der Stede refpective". Terwyl door die zelve Refolutie te gelyk het Collegie van Schepenen is herleid binnen de natuurlyke bornes, by de gemelde korte vertooning, aan.' de Collegien van Schepenen toegekend : naamelyk; „ de Collegien van Schepenen vaceeren ordinaire tot adminiftratie van de Juftitie , zo in alle Crimineele als Civile zaaken, en hebben en. „ exerceeren alle hooge, middelbaare en laage Ju- „ risdictie". Dat uit krachte van die macht, aan de Vroedfchap van Hoorn, zo wel als aan die van de overige Steden competeerende, die Vroedfchap van de erectie der Republiek af, zonder concurrentie van Schepenen, het lighaam der Burgery heeft gerepraefenteerd, over alle Stads en Lands zaaken geadvifeerd en gedisponeerd, en fpeciaal een Perfoon tot het Schouts-Ambt gedespicieerd , en ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden, of aan de Rekenkamer van Hoogstderzelver Domeinen voorgeflagen, om met een Commisfie te worden voorzien. — Dat het derhalven zeer verre gezogt, en tegen de zo lang gevestigde Conititutie der Regeering direct ftrydende is, dat Schepenen op grond van een gebruik, het welk in eene anterieure, doch federt meer dan 250 iaaren geaboleerde gefteldheid van Regeering h^eft plaats gehad, als nu eenig deel of inzien prastendeeren te  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot- te verkrygen, in het gene dienaangaande door de Vroedfchap privative moet worden verricht. En waarom zouden wy by dit alles niet voegen, dat wy, herhaalende het gunt wy uit het Reglement by U Ed. Groot Mogenden in den jaare 1654 Over de Eh-ctie van Schepenen en andere Rechteren gearrefteerd, met alle de Refolutien daar toe ïelatief in het breede hebben geallegueerd, bedenkelyk vinden, of niet diergelyke incongruiteiten en mesufes, als aldaar gezegd worden uit de Eleftien van Schepenen en andere Rechters door de Bailjuwen en Schouten gedaan, te kunnen refulteeren, ook wederkeerig zouden kunnen plaats grypen, wanneer Schepenen of andere Rechters directie zouden hebben omtrent de te doene voor» flagen van Perfoonen tot Bailjuwen of Schouten, welke met hun het recht moeten oeffenen? Hier mede overgaande tot de klachten, op den naam van Schepenen over de inactiviteit van de Juftitie binnen onze Stad gedaan, en de gebeurtenisfen totftaaving daar van bygebragt, vertrouwen wy dat U Ed. Groot Mogenden het ons wel ten goede zullen willen houden, wanneer wy declareeren, dat vermits dat alles in faiten beftaat, waar over zeer verfchillende word geredeneert , en waar van het onderzoek tot het departement van de Juftitie behoord, wy ons over dezelve niet verder zullen inlaaten, als met deeze generaale betuiging, dat wy geene bewustheid draagen, dat onze Stad zo vol kommer en gevaar is, als de zich noemende Schepenen die fchynen te willen voordellen, en dat wy ook geene blyken hebben, dat by onze goede Burgery lust tot oproerigheden zoude •worden gevonden, maar Wel van het tegendeel; ■naamelyk dat dezelve (immers voor het grootfte gedeelte) genegen zyn, en zich verplicht oirdeelen , U Ed. Groot Mogenden, zo wel als de Regeering van onze Stad, behoorlyk te eerbiedigen, en by derzelver waard'gheden, te gelyk met de rust .én veiligheid van Stad -en Land te bewaaren; mét  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 63 met verlangen, om onder zulk eenen aangenaamen lommer en gunftige beftieringe, een ftil en gerust leeven te mogen leiden, en hunne beroepen naar be* hooren waar te neemen, zonder daar in door ie* mand, wiehyookzy, geftoord te worden, of eenige overlast te ondergaan, zich met opzicht tot dat alles, ook gerustelyk verlaatende, op de veel Vermogende protectie van U Ëd. Groot Mogenden* onder welke zy met alle de getrouwe Ingezetenen van den Lande behooren. Wy kunnen daar nog by voegen, dat wy, om zo veel mooglyk alle verwy* deringen en oneenigheden tusfehen Burger en Burger voor te komen, ons wel zorgvuldig hebben gewacht van aan den eenen meerdere Voorrechten als aan den anderen te vergunnen, of aan de zodaanigen, die zich onder den naam en zinfpreuk van een Exercitie-Genootfchap voordoen, eenige legalifatie daar over te verleenen; maar veel eer de laatstgenoemde trachten te desabufeeren van de verkeerde denkbeelden, welke zy by zich zelve fchynen te koesteren, en ook aan anderen te willen wysmaaken, als of zy uit hoofde dat zy op hun verzoek in de Refolutie van U Ed. Groot Mogenden in dato den 7 September 1786 zyn gecomprehendeert, eenige legalifatie of voorrecht in het Stedelyke zouden hebben bekomen, door aan dezelve onder het oog te brengen, dat U Ed. Groot Mogenden zich daar over, zelvs niet op Heilige gedaane verzoeken om legalifatie hebben in«elaaten, maar getoond te begrypen, dat de directie daaromtrent aan de Stedelyke Regeeringen is en blyft gedemandeert: en dat Hoogstdezelven den 24 September 1786, by forme van interpretatie van die Refolutie van den 7den daar te Vooren duidelyk hebben gemanifesteerd, dat het de intentie vai U Ed,Groot Mogenden geenfints is geweest, of eeft kunnen zyn, door de Refolutie van den 7der, September 1786 de minfte atteinte toe te brei en, aan het wettig gezag der Regeeringen, of d< Burgeren en Ingezetenen in het minfte van de gehoor- zaam-  64 Verzameling van Stukken betrekkelyk ï<* fcaamheid aan dezelve verfchuldigd, te ontilaan.—-« Laatftelyk kuDnen wy niet voorby nog deeze aanmerking te iuppediteeren, dat het ons voorkomt niet veel gratie te hebben, dat een Man van zulke hooge jaaren , als de onlangs afgetreeden HoofdOfficier heeft bereikt, na dat hy 35 jaaren die post heeft bekleed, en uit hoofde van ouderdom, en daar door afneemende vermogens, bereids deszelvs demisfie van U Ed. Groot Mogenden verzogt en bekomen heeft, nog zulk eene fletrisfure wordt toegebrage, met alleguatie van gebeurtenisfen, welke ons voorkomen, by derzelver voordracht niet te zyn verkleind» En hier mede vertrouwende aan de intentie van U Ed. Groot Mogenden te hebben voldaan, zullen wy dit ons Bericht btfluiten, in die gegronde verwachting, dat Hoogstdezelven de verzoeken, by de twee vermelde Requesten gedaan, zullen wyzen van de hand. Terwyl wy U Ed. Groot Mogenden in de befcherminge des Allerhoogften beveelende, blyven3 Edele Groot Mogende Heeren) (Onder ftond) , Hoorn, den p U Ed. Groot Mogenden DienstFebruary 1787. willigen, Burgemeesteren en Vroedfchap. pen der Stad Hoorn* (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve; (was get.) M. Merens.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 65 N*. 1140. Request van Willem Ris en Jan Breebaard, Burgers en Inwooners der Stad Hoorn, , voor zich zeiven, en als Gecommitteerdens van een groot aantal hunner mede-Burgers, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, waar by na een ampel verjlag van de oproerige beweegingen in die Stad, en het gedrag daaromtrent gehouden, krachtdaadige maat' regalen van Hun Ed. Groot Mogenden verzoeken, ter kandhaaving der cpenbaare rust, en ter beveiliging hunner Perfoonen en Goederen £ƒ<:. Gefourneerd met drie Bylagen, zynde gegeevene Kond. fchappen van gepleegde excesfen. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. Geeven met verfchuldigden eerbied te kennen, Willem Ris, Koopman, en Jan Breebaard, Boekhandelaar, Burgers en Inwooners der Stad Hoorn, voor zich zeiven en als Gecommitteerdens van een groot aantal hunner mede-Burgers. Dat de Supplianten door de gevaarlyke fituatte, waar in zy, zo wel als hunne Committenteu, en andere weldenkende Ingezetenen hunner woonplaatze zich bevinden, genoodzaakt zyn, om hunne gegronde klachten en ootmoedige imeekingen eerbiedig uit te ftorten in den fchoot van U Ed. Groot Mogenden, van wien zy, naast het Opperwezen, in dit haehelyk oogenblik eene krachtdaadige befcherminge en gerustftelling voor de veiligheid van hunne Perlbonen en Bezittingen, alleenlyk konneu te gemoete zien. Zy vertrouwen dat thands reeds ter kennis van U Ed. Groot Mogenden zullen zyn gekomen, de oproerige beweegingen, waar van de beginzelen federt een geruimen tyd binnen de Stad Hoorn zyn befpeurd, en die op laatstleeden Maandag tot zulk eene hoogte zyn geklommen, dat veele wederfpanai ge Ingezetenen zich niet alleen hebben verftotit, XIII. Deel. E om  66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot om door onbehoorlyke t'famenrottingen de rust binnen de gemelde Stad te verftooren, en de heil. zaame beveelen van U Ed, Groot Mogenden die nog zo onlangs by eene ernftige Waarfchouwinge zyn herhaald, opzettelyk te overtreeden, maar ook met een voorbeeldeloos geweld de glazen in te Haan, zo van het Huis van den regeerenden Burgemeester Nanning van Foreest, welke wegens zyne Vaderlandfche denkenswyze het voorwerp is der oprechte hoogachting van de Supplianten en hunne braave mt de-Burgers, mitsgaders hy verfcheidene Leden van een Exercitie-Genootfchap, het welk nog zo onlangs met de fpeciaale Protectie van U Ed. Groot Mogenden, is begunftigd geworden. De Supplianten, benevens hunne Committen. ten, zouden intusfchen hier mede de gewichtige deliberatien van ü Ed. Groot Mogenden niet behoeven te interrumpeeren, indien zy zich mochten ver'aaten op de activiteit van de Crimineele Juftitie binnen hunne Stad, en daar van konden verwachten die gerustftelling voor de veiligheid yan hurne Perfoonen en Bezittingen, waar op zy in de betrekking van getrouwe Burgers en Ingezetenen, in et ti vry en welbeftuurd Gemeenebest, eene zo billyke en zo gegronde aacfpraak hebben. Dan zy vinden zich tot hunne grievende fmerte genoodperst, om rondborftig te verklaaren, datzy van dien kant geene genoegzaame zekerheid konnen te gemoete zien, en dat, zonder de krachtdaadige voorziening van U Ed. Groot Mogenden , niets anders te wachten is, dan dat het reeds uitgebarften Oproer zal blyven voortduuren en aanwakkeren , ja zelvs de volftrekte ruine' van hun Supplianten. en van hunne Huisgezinnen zoude kunnen te weeg brengen, waar van de fchrikverwekkende geruchten zich reeds verfpreiden op dat zelvde oogenblik, waar in zv U Ed. Groot Mogenden adiëeren, en de Supplianten, die zich tot dat einde, met achterlaaung van alles wat hun dier-  di Gebeurtenisjen in iySy enz. voorgevallen. 6j dierbaar is, herwaards hebben begeeven, met zulke aandoeningen en ontroeringen vervullen, dat zy zich buiten ftaat vinden, om op eene gepaste wyze uit te drukken, wat zy thands in hunne narten gevoelen. tiet is intusfchen verre van de Supplianten, dat zy het Collegie van Schepenen op eenigerhande Wyze van plichtverzuim zouden befchuldigen > neen, Edele Groot Mogende Heeren! zy erkennen en eerbiedigen byna alle de Leden van dat Collegie, als braave en cordaate Vaderlanders, en als ceriyke Rechters. Gaarne wenschten de Sjpplianten, dat zy ook het zelvde getuigenis zouden konnen afleggen van den Burgemeester van de Blocq"uery, in wiens handen door U Ed. Groot Mogenden geduurende de jegenswoordige vacature der bedieninge van Hoofd-Officier, de bewaaringe van het recht det Hooge Overheid aldaar is toevertrouwd; gaarne wenschten zy in ftaat te zyn, orn naar waarheid te konnen verklaaren, dat de gemelde Burgemeester zich zedert de aanvaardinge van dien gewicbtigen post had beyverd, om met eene voorbeeldigs waakzaamheid, welke in dit hachlyk tyd flip inzonderheid word vereischt, de wyze en heilzaame Plakaaten van U Ed Groot Mogenden te mainti* peeren, de eerfte beginzelen van de tumultueufe beweegingen, zo veel mooglyk is, tegen te gaans en zonder eenig aanzien van Perfoonen , tegens de Overtreeders te prOcedeeren. Maar, Ed. Groot Mogende Fïeeren! de Supplianten konnen, noch willen niet ontveinzen, dat desaangaande eene flapheid en werkeloosheid heeft Iplaats gehad, waar van zy de redenen niet zullen onderzoeken, maar nederig overlaaten aan het hoogwys oirdeel van hunnen geêkrbiedigden Souverein. De Supplianten zouden een ruim veld hebben, indien zy voor U Ed. Groot Mogenden wilden oo. tellen alle die gebeurtenisfen, "j"!hn de oproeE 2 tige  68 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot rige beweegingen van laatstleeden Maandag zyn voorafgegaan, en als het ware hebben voorfpeld; doch zy konnen zich echter niet onthouden van eenige ftaaltjes onder het oog van U Ed. Groot Mogenden te brengen, welke niet alleen ten allen tyde volleedig konnen worden geftaafd, maar zelvs zo wereldkundig zyn, dat zy geen het minfte bewys vereisfchen. Zy bedoelen naamelyk, dat zich reeds op den eerften January van dit jaar een bekend Perfoon heeft verftout, om met eene Oranje-Cocarde verlierd, opentlyk op 's Heeren Straaten te verfchynen, met dit gevolg, dat hy wel aan Burgemeesteren om vergiffenis, wegens zyn misdryf heeft verzogt, maar zonder dat de fungeerende HoofdOfficier heeft konnen goedvinden, om, niet tegen» ftaande by de fuccesfive Plakaaten of Waarfchouwingen van U Ed. Groot Mogenden het draagen van zodaanige verbodene leufen of tekenen van partyfchap op ftrafFe van ten minften confinement was verboden, deswegens eenige Crimineele Pro» cedures te onderneemen. De Supplianten konnen al verder niet onaangeroerd laaten, dat Directeuren van een zogenaamd Exercitie-Gezelfchap, het welk onder de fchoonfchynende zinfpreuk, tot nut der Schuttery, doch in de daad met een allefints fchaadelyk oogmerk binnen de gemelde Stad is opgericht, zich ter Kamer van Burgemeesteren hebben vervoegd, met verzoek, dat aan den Boekverkooper Vermande jnogt worden verboden, het uitgeeven van zeker weekblad, onder den Titel van den Noord-Hollandfchen Patriot; met byvoeging, dat zo aan het gemelde verzoek niet mogte worden voldaan, zy Directeuren hunne onderhebbende Manfchappen niet konden wederhouden van het Huis van den gémelden Boekverkooper te plunderen, en dat men de verdere gevolgen zoude laaten voor reekening van Burgemeesteren, Wie zoude niet met red:,- hebben mogen verwachten, dat die fcoute taal, en onbefchaamde ver-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 69 verklaaring, welke door Mr. Jan Christiaan van de Blocquery, die zich als Prasfident-Burgemèester ter Kamere van Burgemeesteren bevond, is aangehoord, denzelven zoude hebbenaangeipoord, om het gekrengde onderzoek te doen naar de Leden van dat prïetens Gezelfchap, welker Beduur-' ders geene zwaarigheid maakten om aan hunne Regeerders, onbewimpeld te kennen te geeven: dat, men zwanger ging van een heilloos oogmerk, om de Bezittingen van een braaf en gezeeten Burger te f polieer en of te vernielen ? Maar neen, Ed. Groot Mogende Heeren! noch de Burgemeester van de Blocquery, noch zyne mede-Regenten zyn daar door werkzaam géworden, terwyl in tegendeel die drafwaardige bedreiging der Beduurders van een zo ondeugend complot voor hun is geweest van dit gewenscht gevolg, dat aan den gemelden Boekverkooper is gerecommandeert het uitgeeven van het voorfz. weekblad na te laaten, zonder dat tot op dit oogenblik eenig onderzoek is gedaan naar de zodaanigen, die het verfoeijelyk ontwerp fmeedden, om op de Goederen van eenen hunner mede-Burgers geweldaadig aan te vallen. — Geheel anders Ed. Groot MÖgende Heeren, handelt men met den Boekverkooper Brouwer, die zich opentlyk heeft verdout, om zulke gefchriften, welke alleenlyk drekken om het zaad van Oproer te verfpreiden, mitsgaders de wettige Conditutie om te keeren, die ook deswegens by de Plakaaten van U Ed. Groot Mogenden expresfelyk zyn verboden, zelvs met de naamen der Schryvers uit te geeven, en te verköopen (*), zonder dat men tot dus verre die onbetaamelyke handelwyze heeft tegengegaan, veel min tegens denzelven volgens den gedeclareerden wil en intentie van den Souverein geprocedeert. Zulk eene ftrafFeloosheid van ondeugende bedryven, verzeld met de zichtbaarde blyken van eene Ter- (*) Zie hier voor bladz. 7—10. E 3  7<3 Verzameltng van Stukken^ betrekkelyk tot verregaande eenzydigheid, maesten natuurlyker wyze het oproerig gemeen en dcrzelven verfoeijelyke raadgeevers aanmoedigen, om verder voort; te gaan, en op het voorbeeld van andere Plaatzen vooral aan de Leden van een gelegalifeerd Genootfchap, van welker Vaderlandïche fentimenten zy een afkeer hebben, hunnen boozen wraaklust bot te vieren. Daar van hebben drie Leden van het gemelde Genootfchap, mitsgaders deszelvs Knecht of Bode reeds op den loden Maart fmertelyke ondervinding gehad, wanneer dezelve opentlyk op 's Heeren Strsaten door drie bekende Perforne.i op eene verregaande wyze zyn geinfulteerd, zouaanig, dat zich tegens eene groote overmacht niet konnende verzetten, genoodzaakt zyn geweest, zich door de vlucht uit handen van hunne vervolgers te redden. Deeze en andere geweldaadigheden, waar van aan U Ed. Groot Mogerden uit de hier nevensgevoegde verklaaringen fub A, B en C, ten overvloede kan blyken, zyn wel door de beleedigde Leden van het Genooifchap ter kennis van den fungeerenden Hoofd-Officier gebragt, met een ernflig en gepast verzoek om protectie, en goede Juftitie. Maar Ed. Groot Mogende Heeren! wel verre, dat daar op een rigoreus onderzoek zoude zyn gevolgt, zo zyn tot op dit oogenblik die billyke klachten van geen het minfte effect geweest, en de Supplianten benevens hunne Committenten blyven geftadig blootgefteld aan de kwaadaartigheid en woede van i.ui re gedeclareerde vyanden; —<•> ja zelvs, Ed Groot Mogende Heeren! wanneer de Directeuren van dat zogenaamde Exercitie-Gezelfehap zich ter Kamer van Burgemeesteren hebben veivoegd en verzogt, dat geene zwarte Cocaro.es zouden mogen worden gedraagen, welke riet te min de erkende en geoirloofde tekenen zyn van een Gerootfchap, het welk ü Ed. Groot Mogenden niet Hoogstderzelver fpeciaale Protectie heb-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 71 hebben vereert, heeft het aan Burgemeesteren göedgedacht, om aan dit ongepast verzoek gereedeiyk te defereeren, en het draagen van zwarte Cocardes te verbieden, niet tegenftaaande de Prsefident Burgemeester uitdrukkeiyk had beloofd niet te zullen gedoogen, dat 'er op eenigerley wyze zoude worden geattenteerd tegens de voorrechten of tekenen van het gemelde Genootfchap. En of dit alles noch niet genoeg was Ed. Groot Mogende Heeren! om den geest van eenzydigheid te kenmerken, zo hebben alle weldenkende Burgers tod hun grievend leedwezen moeten ondervinden, dat, terwyl men het draagen van Oranje-Cocardes, de onbehoorlyke bedreigingen, die door den mond der Directeuren van een zogenaamd Exercitie-Corps ter kennis van Burgemeesteren zyn gebragt, het disfemineeren van oproerige gefchriften, mitsgaders het gewelddaadig aanvallen van ordentelyke Burgers, tot dus verre ongeftraft laat, ja zelvs geen behoorlyk onderzoek waardig keurt; Burgemeesteren van zich hebben kunnen verkrygen, om den Procureur Matthteos, die by een ieder als een ftil en vreedzaam Burger bekend was, alleen ter zaake van het draagen van een zwarte Cocarde, zo als hy al federt veele jaaren was gewoon geweest, zonder dat hem zulks immer is betwist, de inwooninge der Stad Hoorn te ontzeggen, en hem daar door de gelegenheid te beneemen om zyn gedrag, het welk nimmer met eenigen fchyn van grond kan worden misduid, voor zynen wettigen en competenten Rechter te verantwoorden. De Supplianten durven zich nedrig vl'eijen, dat uit het gene zy bereids de eer hebben gehad naar waarheid te avanceeren, en het gene verder ter kennis van U Ed. Groot Mogenden is gebragt, het doorzichtig oog van Hoogstdezelven niet zal kunnen echappeeren, uit welken bron de thands zo hooggaande oproerige beweegingen zyn voortgefprooten. In dit oogenblik moeten dus, zonder tydverE 4 zuim,  73 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zuim, door de meest gepaste middelen, alle verdere onheilen van de hoofden van zo veele braave Burgers worden afgekeerd, en aan eene onzydige en naauwl^eurige adminiftratie van de Juftitie de vryc en onverhinderde loop worden gegeeven. Het is verre van de Supplianten en hunne Committenten, om eenigflcts te willen paal of perk ftellen aan de wyze, cordaate en heilzaam e maatregelen, welke zy van U Ed. Groot Mogenden te gemoete zien. Zy verzoeken alleenlyk, dat Hoogstdezelven gelieven te overwcegeu, dat de nood dringende is, dat elk braaf Burger ieder oogenblik gevaar loopt om aan de woede van een toomeloos graauw te worden opgeofferd, en zy motten daar tot hun leedwezen by voegen, dat verre het grootftc gedeelte van de Vroedfchappen hunner Stad, in denkenswyze van de Supplianten en van hunne Committenten verfchilt, het Vaderlandsch Exercitie-Genootfchap met een ongunftig oog bcfchouwd, en dat zulks ook op die maatregelen, welke anderfints tot voorkominge van verdere rampen zouden kunnen worden beraamd, wellicht van eene nadeelige invloed zoude konnen zyn. De Supplianten bedoelen geenfints om door deeze rondborftige verklaaring, welke gegrond is op de ondervinding, en op die gebeurtenissen, waar van zy de vryheid hebben gebruikt eene flaauwe fchetfe te geeven, eenige van hunne Regenten te beleedigen ; maar zo het hun niet geoirloofd is voor de gevoelens hunner harten in dit tydftip uit te komen, dan, Ed. Groot Mogende Heeren! is, het lot van hun en hunne braave mede-Burgers in de daad beklagenswaardig. Dan konnen zy zich zeiven, noch hunne dierbaarfte panden in de Stad hunner inwooning niet langer veilig oirdeelen. Dan is 'er niets anders te verwachten, dan dat het verderffelyk voorbeeld van het oproerig gemeen binnen hunne Stad, in andere Plaatzen, alwaar men flegts reikhalst naar gelegenheid om los te breeken, wel dra zal worden achtervolgd, en dat ieder eer-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 73 eerlyk Man, ja zelvs dat de geheiligde Perfoonen van U Ed. Groot Mogenden de flachtoffers zullen zyn van de wraakzucht der zodaanigen, die onder den fchyn van iever voor het Huis van Oranje, het Land beroeren. In deeze omftandigheden wenden zich dan de Supplianten tot U Ed. Groot Mogenden, als Vaderen van ons lieve.Vaderland, als getrouweBefchermers van alle die braave Ingezetenen, welke voor de Vryheid en voor de wettige Conftitutie hun goed en bloed veil hebben; zy bidden UEd. Groot Mogenden om in deezen hoogen nood zulke fpoedige en zulke krachcdaadige maatregelen te willen in°het werk ftellen, als Hoogstdezelven ter handhaaving van de openbaare rust en ter beveiliging van de" Perfoonen en Goederen van de Supplianten, van hunne Committenten, en van alle hunne braave mede-Burgers, naar hunne hooge wysheid zullen nodig en raadzaam oirdeelen; en dat het U Ed. Groot Mogenden tot dat einde mede moge behaagen, om ten opzichte van de disfolutie van het voorfz. zogenaamd Exercitie-Corps, aan welks exiftentie zy de onheilen thands in hunne Stad fübfisteerende grootendeels toefchryven, zodaanige voorzieninge te doen, als naar bevind van zaaken en omftandigheden, zal worden bevonden te behooren. (Onder ftond) 't Welk doende, (was geteekend) Willem ILs. Jan Breebaard, E 5 BY-  7! Verzameling van Stukken betrekkelyk tot BYLAGE A. Op den 12 Maart des jaars 1787 compareerde roor my, Gualthercs Matth^eus, Notaris, by den Hove van Holland geadmitteerd, te Hoorn re. fideerende, in prsfentie van de nagenoemde Ge. tuigen. De Wel Edele Geftrenge'Heer M. Wouter Anthony van der Ramhorst , regeerend Schepen deezer Stad. Dewelke verklaarde ter requifitie van allen en een iegelyk, welke hier van eenig gebruik zouden wil. len of kunnen maaken, en ter bevordering van de dierbaare belangen onzes Vaderlands, hoe°waar en waarachtig is. Dat op den n Maart 1787, des avonds om en naby half tien uuren, op het Nieuwe-Noord, agter zyn Getuigens Huis zyn gekomen, vier a vyf Per* foonen, welken eenige tyd voor de venfters zyn heen en weder gegaan, zingende eenige pasquillante Oranje en ongepermitteerde liedjes. Dat dezel* ven vervolgens om half elf uuren met een groot ge. fchreeuw riepen: waar ben je nu donderfche Patriot, ten, kom 'er maar uit voor den Blixem, met diverfe fcheldwoorden en dreigementen meer; zeggende gemelde Oproermaakers tegen malkanderen: heb je wel Jteenen, zy zyn al na bed; hebbende deeze drukte en oneenigheden geduurd tot elf uuren, wanneer deeze Oproermaakers, op het aankomen der Klap. perwagt, zyn vertrokken. Doch kort daar na weder zyn gekomen, en zich wederom hebben verftout, met dreigementen om de glazen in te gooijen. Geevende hy Depofant voor redenen van weetenfchap, al het gene voorfz. ftaat, in eigen Perfoon te hebben gehoord, bygewoond en ondervonden, en voorts als in den text bereid zynde het gedepofeerde. des noods en gerequireerd wordende, nader met folemneelen ééde te bevestigen. AU  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 75 Aldus gepasfeerd te ^00 n voornoemt, ia prajfentie van Willem Nicolaas Crap Hellingman, en MiCHAëL Engelberts , als Getuigen. (was ges.) G. Matiileüs, Notaris. BYLAGE B. Op den 12 Maart des jaars 1787 compareerde voor my . Gualtheros Mat ramos, Notaris, by den Hove van Holland geadmitteerd, te Hoorn refideerende, in piaïfentje van de nagenoemde Getuigen. Jan van Crimpen , Burger en Inwoonder deezer Stad. Dewelke verklaard ter requiflrie van allen en een iegelyk, welke hier van eenig gebruik zouden willen of kunnen maaken, en ter bevoraerir.g van de dierbaare belangen onzes Vaderlands, hoe waar en waarachtig is. Dat hy Getuige op den »i Maart 178/, des morgens om en naby half r.waa'f uuren is gekomen, met Aris Korver (mede Burgeren Inwoonder deezer Stad) aan het Hoofd binnen deeze Stad, dat hem als toen zyn tegen gekomen vier Ma.;sperfoonen, onder anderen met naamen Fredrik van Sani en , Hendrik Tinkelenberg en Jan van SbNtrm, alle binnen deeze Stad woonachtig, roepende hem Getuige na: wie is dai? wie is dat? met zyn Corarde! waar op een van hun weder antwoordde: het is van Crimpens Zoon. Dat hy Getuige vervolgens wat verder komende, gemelde Fredrik van Santen tegen hem heeft gezegt, gy moogt die Cocarde niet draagen, >y moit 'er die afdoen, dat is een leus, willende hy van Santen de Cocarde van de hoed haaien , doch het gene hy Getuige is ontdooker; dat vervolgd is is komen aangaan zekere Hendrik Kat, mede al liet woon.  ~g Verzameling van Stukken betrekkelyk tot woonachtig, die insgelyks tegen hem Getuige zcide; gy moet dat ding van uw hoed doen, wy mogen geen leuzen draagen, en diensvolgens gy ook niet, maaken de insgelyks beweeging, om hem Getuige de Cocarde van de hoed te neemen, welk geweld hy Getuige door de vlugt is weeteu te omkomen. Dan verklaard dezelve Jan van Crimpen, en deszelvs Vader Jacobus van Crimpen, Apotheker binnen deeze Stad, nog, dat zy des middags van den zelvden n Maart 1787 om half drie uuren, ftaande op hun ftoep, aangekomen zyn zes k zeven Mansperfoonen, waar onder een, zo zy Depofanten zyn geinformeerd, genaamd Willem van Sel, onder welken een was, welke tegen hem Jan van Crimpen zeide: gy zult die Cocarde 'er afdoen; waar op hy Getuige Jacobus van Crimpen antwoordde:, hy zal 'er ep blyven; dat daar op gezegde Oproermaaker weder repliceerde: hy zal 'er af, gy mag zo min leuzen draagen als wy; dat gemelde Jacobus van Crimpen als toen zeide: hebt gy iets tegen die Cocarde, adresfeer u dan aan den Hoofd-Officier; het gene zy hebben aangenoomen te doen. Geevende zy Getuigen voor redenen van weeten» fchap, al het gene voorfchreeven is, in eigen Perfoon te hebben gezien, gehoord, bygewoond en ondervonden, en voorts als in den text bereid zynde, hun gedepofeerde, des noods en gerequi. reerd wordeDde, nader met folemneelen ééde te bevestigen. Aldus gepasfeerd te Hoorn voornoemt, in prasfentie van Willem Nicolaas Crap Hellingman en Sybrand Bakker, als Getuigen. (was getf) G. Matth^eus, Notaris. ■  'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 77 BYLAGE C. Op den 12 Maart des jaars 1787 compareerde voor my, Gualtherus Matth^eus, Notaris, by den Hove van Hollaud geadmitteerd, te Hoorn re. lideerende, in prasfentie van de nagenoemde Getuigen. Jan Meyer en Wouter Tuynman , Burgers en Inwoonders deezer Stad. Dewelken verklaaren, ter requifltie van allen en een iegelyk welken hier van eenig gebruik zouden willen of kunnen maaken, en ter bevordering van de dierbaare belangen* onzes Vaderlands, hoe waar en waarachtig is. Dat zy op den rr Maart 1787, des middags om en naby half vyf uuren, zyn komen aangaan op 't agter op 't Zand binnen deeze Stad, wanneer hun Getuigen tegen kwamen een groote party Volk, waar onder zich mede bevonden de Perfoonen van Willem Meurs Scheepstimmerman, Willem van der Sel Timmermans Knegt, Johannes Klaayman Metfelaars Knegt, en Jan Halfmaan mede Metfelaars Knegt, allen binnen deeze Stad woonachtig; dat als toen is gebeurd, dat voornoemde Willem Meurs hem eerfte Getuige op een zeer onzachte wys is aangevallen, zeggende: gy moet die Teerquast van uw hoed doen; trekkende hem Getuige de Cocarde van de hoed af, en trappende dezelve onder zyn voeten , waar op 'er een algemeen geroep was: m hebben wy hem, Jlaa hem hu maar dooa; trekkende hun rokken uit. Dat als toen insgelyks hy tweede Getuige Wouter Tuynman, is aangevallen geworden doorvoornoemde Jan Halfmaan, die hem mede de Cocarde van de hoed heeft gerukt, en dezelve onder zyn -voeten getrapt, zynde teffens gedreigd om deegelyk wat af te flaan; hebbende zy Getuigen hun keven en veiligheid iade vlugt mbeterj zoeken. Dat zy Gecuigen vervolgens zich over deeze jn. foleate behandeling hebben gaan adresleeren aan den  75J Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ■ den Heer Prajfident-Bu-gemeester Mr, J. C. van de Blocqufry, als door de Ed. Groot Mogende Heer n Staaten van -fo'land en West-Friesland aangefield toe Hoofd Officier deezer Stad, en aan zyn Wei Ed. Geftrenge hebben verzogt om behoorlyke fatisfactie, dan dat gemelde Heer Hoofdofficier, in plaats van huo Getuigen zulks te verfchaffeo, hun Getuigen op een allerbrutaalfie wyze heeft bejegend over het draagen hunner Cocardes, en wel in zo verre, dat zy Getuigen zeer ongetroost van daar hebben moeten vertrekken; hebbende nog tot hun leedwezen moeten ondervinden, dat het gemeen gepeupel by het it- en uitgaan van het huis van den Hoofd Officier, met het roepen van hoezéé, zeiden, dal kan ops niets -leen Dat zy Getuigen vervolgens des avonds tusfehen half zeven en zeven uuren zyn gekomen op het jNoord by de Noorder Kerk alhier, teneinde te faan naar den Vice Praefident-Burgemeester en den ïcefidenc-^chrpen, ten einde hunne klagten, wegens het hur. hier voorergemdde geval, by gemelde Heeren in te brengen, als kunnende by den HoofdOfficier daar mtrent geen verhoor krygen, hun als toen zyn on moer vyf a zes Mansperfoonen, waar van één hun Getuigen door zyn flegt gedrag en charafter bekend, genaamd Andries Galet, welke tegen hem tweede Getuige zeide: nu is evenwel de Cocarde van de hoed af; piaafenteerende hem Getuige wat flaagen te geeven, het gene hy Getuige echter is ontkomt n, doch zynde zy Getuigen hier door verhinderd geworden , om by gezegde Vi. ce-Praefident Burgemeester en Prsefideut-Schepen te gaan. Dan verklaart hy eerfie Getuige Jan Meyer nog, dat hy op den 18 Maart 1787 des middags om half drie uuren is komen langs gaan het zogenaamde Weytje voorby de Baanftraat. dat als toen uit gezegde Baanftraat is komen aangaan een groot aantal Volk, gewapend met bylen , mesfen , vlesfen en fteenen, en hem Getuige daar mede zyn nagegaan, waar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 79 waar door hy Getuige genoodzaakt is geworden , zyne veiligheid en behoud in de vlugt te zoeken. Geevende zy Getuigen voor redenen van wee. tenfchap, al het gene voorfz. is, ieder omtrent het gene hen is ontmoet, in eigener Perfoon te hebben gehoord, gezien, bygewoond en ondervonden, en voorts als in den text, bereid zynde dit hun gedepofeerde, des noods en gerequireerd wordende, nader met folemneelen ééde te bevestigen. Aldus gepasfeerd te Hoorn voornoemt, in pra:fentie van Willem Nicolaas Crap Hellingman en Syerand Bakker, als Getuigen. (was get.) G. Matthjeus, Notaris. 1141. Nader Request van W. Ris en J. Bree. baard aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; waar by te kennen geeven, dat zo per expresfe als door di» verfe Brieven geinformeert zyn geworden, dat de oproerigheden binnen Hoorn tot een zodaanige hoogte geklommen zyn, dat het oproerig gepeupel meester is: fmeekende aan Hun Ed. Groot Mogenden, de akelige toeftand waar in de braave Burgers van Hoorn zich bevinden, door efficacienfe middelen prorifioneel te mitigeeren &?c. Aan de Edele Groot Mogende HeerenStaaten van Holland en West-Friesland ! Geeven met verfchuldigde eerbied te kennen Willem Ris en Jan Breebaard , woonende te Hoorn, zo voor zich zeiven en als Gecommitteerdens van een groot aantal Burgers en Ingezetenen der gemelde Stad. Dat de Supplianten na het concipieeren van het Adres, 't gene zy de eer gehad hebben beden morgen aan den Heer Raadpenfionaris te overhandigen, ten einde het zelve te brengen ter Tafel van ü Ed. Groot  Sc Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Groot Mogenden, zo per expresfb als door diverfe Brieven geinformeert zyn geworden , dat de oproerigheden binnen die Stad tot eene zodaanige hoogte geklommen zyn, dat het oproerig gepeupel meester is, en de Regeering genecesfiteerd heeft, het Genoodfchap van Wapenhandel voor Vaderland en Vryheid, het welk onder de fpeciaale protectie van U Ed. Groot Mogenden is genoomen, benevens het zogenaamde Exercitie-Gezelfchap, onder de Zinfpréuk, tot nut van Hoorns Schuttery, te disiblveeren; als mede den Perfoon van Jan Meyer , Bode van het door U Ed Groot Mogenden gelega. lifeerd Genoodfchap , uit de Stad te bannen; en eindelyk, Ed. Groot Mogende Heeren! om eenen zekeren Baptist, Metfelaars Knegt binnen voorfz. Stad, op order van den braaven Kapitein Binkhorst geapprehendeerd, uit zyne detentie te ont* liaan, welke Baptist voor een van de voornaamite •Oproermaakers word gehouden, en ook gevat is by zich hebbende een Snaphaan, met fchroot gelaaden. Dat zulks is verricht geworden door eene groote Schaare, beftaande uit Timmerlieden, Handwerksgezellen, en allerlei gemeen, welke in gelederen van vieren op gisteren morgen naar het Stadhuis gemarcheerd zyn, om door hunne Gecommitteerdens de nodige inflantien tot de voorfz. verzoeken te laaten doen, en waar in zy dan ook geilaagd zyn, dat Burgemeesteren en Vroedfchappen na gehoudene deliberatie, geduurende welke tyd die groote menigte een kring by de huizen aan beide zyden tot aan de trappen van het Stadhuis heeft geformeerd, eene Publicatie hebben afgekondigd, waar by alle de drie voorfz. verzogte poinclen zyn geaccordeerd geworden. Dat na deeze bekomene zegenpraal een zwaar gejoel onder de menigte is ontdaan, en Baptist door het gepeupel in triumph naar de Oranje-Exercitie-' plaats is geleid. Dat de Supplianten uit de iuformatien by expres- , fe  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 81 fe bekomen, en door diverfe Brieven nader gecon* firmeerd, niec in ftaat zyn den dcplorabelen toe* ftand van hun Geboorte-Stad-, waar in het oproerig gemeen alles naar hun welgevallen onverhinderd verricht, en welke volgens de voorfz. informatiea het ftrafwaardig getier maaken van Oranjehoven, nu is het onze tyd, de Patriotten na de Blixcm, 'wy moeten eene eendrachtelyke Burgery hebben, en wat dies meer is. •Dat dit alles is voorgegaan door fterkere famen'rottingen aan het huis van den gemelden Jan Meijfr, om het zelve te plunderen en aan huine wraake, met opzicht tot den voorfz-. Meijer, den vry'en teugel te vieren,. Dat gemelde Meijer die onbezonnenheid van het 'gemeen te gemoet ziende, tot zyne adfiftentie, op recommandatie van deszeivs Kapitein Binkhorst, eenige Burgers en Ingezetenen binnen zyn huis heeft genoomen , om de te pleégenë violentien daadelyk met geweld te keer te gaan. — Dat hy na het opYoerig gemeen een en andermaal te hebben gewaar'fchouwd om zich van zyn huis te verwyderen, eindelyk zich verplicht gevonden heeft, tot befcher'ming van zyn Perfoon en Bezittingen, van die middelen gebruik te maaken, welke hem by de hand Waren. ... Dat daar op den nooit volpreezenen Kapiteia Binkhorst, zich met zyne Compagnie voor het huis van gemelde Meijer geposteerd heeft, dewvl den braaven Kapitein Boon , de allarmtrom gefhagen «yndev, naar het Stadhuis met deszelvs Compagtiiè is gemarcheerd, alwaar Burgemeesteren vergaderd waren, van wien hy tot viermaalen toe de nodige Orders heeft afgevorderd, doch geenfin'ts heeft kunnen bekomen; U Ed. Groot Mogenden zullen 'uit dit gehoudene gedrag van Burgemeesteren moeten befpeuren , dat de Burgerlyke veiligheid vöo'r Hoorns beste Ingezetenen , in onzekerheid is 'geferagu . Dat echter den Kap ken Boon gerefolveerd is zoriXIII. Deel. F der  82 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der orders naar het Huis van Meijer toe te marcheeren, alwaar hy naauwlyks gearriveerd was, of 'er wierd reeds op de Compagnie van den Kapitein Binkhorst door het graauw met fcherp en fchroot gefchooten, waar op de LedeD van het door U Ed. Groot Mogenden gelegalifeerde Genootfchap, onder de Compagnie van gemelden Kapitein Boon behoorende, zich als braave Schutters hebben gedraagen, daar de anderen zich hebben geretireerd. Dan, Ed. Groot Mogende Heeren! en dit zal U Ed. Groot Mogenden verbaazen! kort daar na ontvangt de Kapitein Boon van zekere van Zanten en Suurman twee Leden van het zogenaamde Exercitie-Gezelfchap, tot-nut van Hoorns Schuttery, uit naam en op order van Burgemeesteren eenen last, dat dezelve benevens deszelvs onderhoorige Manfchap de Snaphaan moesten nederleggen, waar aan gemelde Kapitein Boon echter niet heeft gedefeTeerd, maar in tegendeel deszelvs Manfchap met los kruid en fcherp liet laaden en ten eerften fchie-' ten, waar op echter het gepeupel afdeinsde. Dat na gemelde retraite echter van de Paardemarkt wierd gefchooten, waar op de Kapitein Boon eenige Manfchap detacheerde, om de verdere Oproerigheden zo veel mooglyk te ftillen. —— Dan kort daar na werden twee fchooten met fchroot uit de Noorder-poort gedaan, en een derzelver treft den ongelukkigen Lindeman in zyn Been, het geen vol glas zit, en voor de allernadeeligfte gevolgen doet duchten. Dat de Supplianten zo voor zich zeiven als voor1 hunne mede-Committenten het van hunnen onvermydelyken plicht geoirdeeld hebben, de bovengemelde faiten ten fpoedigften onder het oog van U Ed. Groot Mogenden te brengen, ootmoedig en eerbiedig van U Ed. Groot Mogenden affmeekende, de akelige toeftand, waar in de braave Burgers van Hoorn zich bevinden, door zodaanige efficacieufe middelen provifioneel te mitigeeren , als U Ed. Groot Mogenden naar Hoogstderzelver wys- heid  de' Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 83 heid tot confervatie van de Burgerlyke veiligheid zullen nodig oirdeelen , en dat de Refolutie, door U Ed. Groot Mogenden ten dien einde te neemen» mag worden uitgegeeven zonder refumtie. Hl*$'1tëft,,'TV "b^n* *' (Onder ftond) 't Welk doende &c. (was getekend) Willem Ris. Jan Breebaard. N3. 1142. Request van Goalthercs Mattileus j Bailjuw en Schout van Schagen en Schager-Cogge, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten , ■ van Holland en West-Friesland, waar in zich beklaagt over de behandeling door Mr. J. C. van de Blocqoery hem aangedaan; en verzoekt: dat de gedaane aanzegginge of ordre van Burgemeesteren der Stad Hoorn aan hem Suppliant, om de voorfz. Stad te ontruimen, ten fpoedigften worde ingetrokken en buiten effeSt gefield. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staa» ten van Holland en West-Friesland. Geeft met fchuldigen eerbied te kennen GualTherus Matthjeus, Bailjuw en Schout van de iStede Schagen en Schager-Cogge, mitsgaders No*, itaris en Prokureur te Hoorn. Dat hy Suppliant op dén 12 Maart 1787 tot zyne ifmert-e cd innig leedwezen heeft moeten ondervinden , dat hy geheel onkundig zynde van de akelige omftandigheden, waar in de gemelde Stad Hoorn Zich bevond, (als zynde eenigen tyd uit voornoemde Stad geweest) op het Stadhuis aldaar in zyne qualiteit als Prokureur paroisfeerende, door :de Dienaars der Juftitie, in prsefentie van diverfe Perfoonen, op eene zeer indiscreete manier is aanF 2 ge-  84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gefprooken, om op ordre van den HoofdrOfficier Mr. Jan Christiaan van de Blocquery van zynen hoed te neemen de zwarte Cocarde, welke hy Suppliant reeds federt veele jaaren herwaarts gewoon was te draagen, zonder echter daar mede immer te hebben beoogd, om zich met een Leus of Teken van Partyfchap te vertieren, dan dat by SupplianC vermeenende hier door ten hooglten te zyn beleedigt, aan gemelde Dienaars heeft te kennen gegeeven, dat hy voor als nog niet konde refolveeren de Cocarde van zyn hoed te doen, en dat, ingeval de Hoofd-Officier eenige Actie wegens heC draagen van gezegde Cocarde fustineerde te hebben , dezelve als dan moeste inflitueeren voor Schepenen van Hoorn, als zynde des Suppliants wettigen en competenten Rechter. Dat hy Suppliant vervolgens van het Stadhuis gegaan zynde, des middags ten half óón uuren door een Stads Bode eene aanzegging heefc bekomen, om op order van den Praefident-Burgemeester den voornoemden Mr. Jan Christiaan van de Blocouery des middags om twee uuren van denzelven 12'^en Maart aan het Huis van hem Ptasfident-Eurgemeester te verfchynen, en dat hy Bode naar hem Supoliant langen tyd had gezogt, vermits Burgemeesteren hem Suppliant ter hunner Kamer op het Stadhuis hadden gerequireerd, dan dat gemelde Burgemeesteren als toen reeds waren afgegaan. Dat vervolgens, den Suppliant op den bepaalden tyd ten Huize van den Prajfident-Burgemeester zynde gekomen, dezelve hem Suppliant insgelyks op eene indiscreete wyze heeft bejeegend, wegens het draagen van zyne zwarte Cocarde, hem afvraagende of hy die Cocarde wilde afdoen of niet; dat hy Suppliant, die geenfints eene zodaaeige allerongenaamfte ontmoeting en bejegening was verwachtende, daar op aan hem Prsefident-Burgemeester heeft geantwoord , dat hy zulks wei zoude hebben willen doen, ingeval hy Burgemeester hem zulks op eene vriendelyke wyze had verzogt, maar dat by  de Gebeurtenhfen in 1787 enz. voorgevallen. Z$ hy daar toe als toen niet konde refolveeren, doch dat, indien 'er uic hoofde van het draagen van gezegde Cocarde eenige Actie zoude konnen worden geinditueerd, hy Suppliant dan moest worden geroepen en te recht gefield voor Schepenen van Hoorn, als zynde zynen Compt tenten Rechter, •—— Dat hier op >hy Burgem .-ester heeft kunnen goedvinden aan den S jppliant te declareeren, dat dezelve hem Sippliant, als een publieke Commotie- en Combustiemaaker confidere'-rde, dat de go-, volgen voor rekening van den Suppliant zouden zyn, en dat voorts aan den Suppliant uit naam van Burgemeesteren de inwooning der Stad wierd ontzegt. ! Dat hy Suppliant wel tot vermvdi'ig van alle ongenaame gevolgen aan de voorfz. hem gedaane aanzegging ren fpoedigden heeft geobtempereerd , én de voorfz. Stad Hoorn verlaaten, maar niet te min eerbiedig vertrouwt, dat eene zodaanige handelwyze, waar toe geene de allerminfle fchyn van grond voor handen was, niet anders kan worden befchouwd, dan als ten hoogden wederrechtelyk en despotiek, mitsgaders drydig met de Voorrechten van de Burgers en Ingezetenen van een vry Gemeenebest, welke de-Suppliant met eerbiedige fiJucie vermeend te mogen reclameeren. Dat intusfchen voor den Suppliant in de jegenswoordige omdandigheden der zaake niets anders overig zynde, dan zyne toevlucht te neemen tot de rechtvaardigheid en tequiteit van zynen geëerbiedigden Souverein. Zo keert de Suppliant zich tot U Ed. Groot Mogenden, ootmoediglyk verzoekende, dat het Hoogstdezelven moge behaagen, zodaanige gepaste en efficacieufe voorzieninge te doen, als U Ed. Groot Mogenden naar derzelver Hooge Wysheid zullen vermeenen te behooren, ten einde de voorfchreeven aan den Suppliant gedaane aanzegginge of order van Burgemeesteren der Stad Hoorn om F 3 de ■  86" Verzameling van'Stukken betrekkelyk tot de voorfz. Stad te ontruimen, ten fpoedigften worde ingetrokken en buiten effect gefield. (Onder ftond) 't Welk doende &c. (was gef.) Adr. Harteveld. N°. 1143. Publicatie van de Regeering der Stad Hoorn, over de oproerige beweegingen en infolentien door eenige lieden binnen die Stad gepleegd, met belofte eener prozmie van 300 Guld. aan die genen, welke de Aanleggers en Belhamels van die oproerige beweegingen en begaane feitelykheden weeten aan te wyzen fcfc Schout, Burgemeesteren en Schepenen der Stad Hoorn, met de grootfle verontwaardiging vernomen hebbende, de oproerige beweegingen en infolentien door eenige lieden binnen deeze Stad gepleegd, zo door het inflaan der Glazen aan het Stadshuis, het huis van den Heer Burgemeester van Foreest, als aan anderen Burgers huizen, het geDe niet tegenflaande de herhaalde vermaaningen van Heeren Burgemeesteren nogthands is gepleegd i en de feitelykheden zyn toegenoomen, waar mede het refpect van de Regeering deezer Stad grootelyks is beleedigt, hebben omme tegen zulke verregaande infolentien en oproerige beweegingen te voorzien, en de Vrede en Rust binnen deeze Stad te conferveeren, goedgevonden,. met advis van de Vroedfchap deezer Stad, te belooven een prcemie van drie honderd Caroli-guldens, uit de Stads casfa te betaalen aan die genen. welke de Aanleggers en Belhamels van deeze oproerige beweegingen efn begaane feitelykheden weeten aan te wyzen, zö< dat dezelve in handen van de Juftitie geraaken, ert; v«n het fait worden overtuigt; zullende des Aan* bres»  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 87 brengers naam (des begeerende) worden gefecreteerc. En teffens alle en een iegelyk wie hy ookzy, op het ferieuste te vermaanen en beveelen, zich voor het toekomende van diergelyke oproerige beweegingen en infolentien het zy aan Huizen, of Perfoonen, te wachten en te onthouden, kunnende een iegelyk verzekerd zyn, dat de genen, welke zich daar aan hebben fchuldig gemaakt, of onverhooptelyk in het toekomende mogten maaken, (ontdekt zynde) zonder eenige oogluiking ten ftrengften, volgens de Wetten en Plakaaten van den Lande, als Verftoorders van de publieke rust zullen worden geftraft. Aldus gedaan en gepubliceerd, den 13 Maart 1787. Prssfenten als in 't Register. In kennisje van my, C. J. van de Blocquery. N'. T144. ExtracJ uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, behelzende dispojitie op de beide Requesten van W. Ris en j. Breebaard , benevens dat van G. MatthjEUS. Vrydag den 16 Maart 1787. Is geleezen de Requeste van Willem Ris Koopman, en Jan Breebaard Boekhandelaar, Burgers en Inwooners der Scad Hoorn, voor zich zelven en als Gecommitteerdens van een groot aantal hunner mede-Burgers, waar by na een ampel verflag, van de oproerige beweegingen en het gedrag daaromtrent gehouden, krachtdaadige maatregelen van Hun Ed.Groot Mogenden verzoeken, ter handhaaving der openbaare rust, en ter beveiliging hunF 4 ner  88, Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ner Perfoonen en Goederen , en voorts zo als bree. der by de volgende Requeste is gemeld. Fiat Infertio. (a) Als mede eeD tweede Request van dezelve Supplianten , houdende eenige faiten tot aai.d.ang der onverwylde efficacieufe voorziening, hier na ge* infereert. Fiat Infertio. (6) En nog een Request van Gualtherus MatTHmus, Bailjuw en Schout van de Stede Schagen, en Schager-Cogge, mitsgaders Notaris en Prokureur te Hoorn, ter efficacieufe voorziening, ten einde de hem gedaane aanzegging of order van Burgemeesteren der voornoemde Stad om dezelve te ontruimen , ten fnoedigften worde ingetrokken en buiten effect gefield, breeder hier na geiufe-. reert. Fiat Infertio. (c) Waar op gedelibereert zynde, is, onvermindert de verdere deliberatien, goedgevonden en Yerftaan, dat de voorfz. drie Requesten en Bylagen by de eerfte gevoegd, in originali, om de fpoed, zullen worden gezonden aan Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn, om Hun Ed. Groot Mog'-nden 'daar op ten fpoedigften, en met te rugzending van dezelve Requesten, te dienen van bericht, en dat daar benevens aan den Heer van de Blocquery, het interims BailjuwsAmbt te Hoorn waarneemende, zal worden aangefchreeven, om zorge te draagen dat de Wetten en' Plakaaten van Hun Ed. Groot Mogenden binnen ) U. 79- (0 ML 33-  di Gebeurtenisfin m.1787 enz. voorgevalhn. Si* recht, Haarlem,' Leyden , .Amiteldam , Schoonhoven, Alkmaar, Monnic-kenuam en Purmereode hebben gedeclareerd, in genen deelen veranrwoor-delyk te willen zyn voor de akelige gevolgen, die uit het niet doen eener provifioneele efficacieufe: voorziening, in eene zaak van zoveel gewicht kunnen voortvloeijen, maar dezelve over te laaten , voor rekening zo van de Heeren Gedeputeerden van Hoorn, als van andere daar mede ingeflemd hebbende Leden, die met zo veel hevigheid zich tegeu. alle dusdaanige voorziening hebben verzet; Aanteekening van de Ridderfchap, en negen Steden. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als. mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Gorinchem» Schiedam, Brielle, Enck-, huizen, Edam en Medembiik, hebben tegen 't voorfz. declaratoir een contra-declaratoir gereferyeert. Aanteekening var. den Heer van Starrensürg. De Heer van Wassenaar Heer van Starren, bqrg heeft zich by het declaratoir der voorfchreeyen agt Leden gevoegd. Accordeert met de voorfz. Refolutien. !N°. 1145. Extra°t uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en IVe^t-Friesland, Jlrekkaide tot voorziening in de Rust der Stad Hoorn Sf& Saturdag den 17 Maart 1787. Ontvangen een Misfive van Gecommitteerden uit het Collegie van Schepenen, der Stad Hoorn, houdende, dat de Adminiftratie der Juftitie-binnen die Stad niet meer-gehandhaaft wordende, en her. oproerig graa.uw binnen dezelve meester zynde, zich verplicht gevonden hadden hun herwaards te F 5 be-  90 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot begeeven, teneinde hunne billyke klagten in den fchoot van Hun Ed. Groot Mogenden uit te ftorten, en waar by, met referve tot de gemaakte Adresfen van Ris en Breebaart, adverteeren, dat zo Hun Edele Groot Mogenden geen nadrukkelyke en efficacieufe middelen van voorziening ten allerfpoedigften gelieven te neemen, het te duchten was, dat de oproerige jaaren van 1747 en 1748 door geheel Noord-Holland zouden vertoond worden. En heeft den Raadpenfionaris daar benevens ge. communiceerd, een Op 't zelve oogenblik ontvangen Misfive van twee Gecommitteerden uit het Collegie van dezelve Schepenen, houdende, dat het Gemeen geen Militie wilde hebben, zich van alle de Patriotten wilde meester maaken, en waarfchynlyk het Magazyn en Arfenaal van Hun Ed. Mogenden, tot weering van de Militie gebruiken ; zynde Schepenen gevlugt. Waar op gedelibeerd zynde, is goedgevonden en verftaan, de Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het Noorder-Kwartier by deezen te authorifeeren, om ten ten fpoedigften deno. dige voorziening te doen, tot fecuriteit van het Arfenaal, het Magazyn, de Archiven, Comptoiren, en 't gene verder den Lande toebehoord; en om voorts de Concert met de Magiftraat der Stad Hoorn zodaanige verdere efficacieufe middelen, tot herftel en confervatie van de rust in het werk te ftellen, als de gefteldheid en Conftitutie van de Stad hun zullen aan de hand geeven, onder het employ der inkomende Militie, en om de verdere reguliere Militie, die zo daar toe, als tot weering van verdere oproerigheden in het Kwartier, door voorfz. Heeren Gecommitteerde Raaden zoude worden gerequireerd, op de prompfte wyze te ontbieden, en voor dezelven de nodige Patenten te depecheeren, en dat de Generaal-Major van Ryssel zal worden aangefchreeven, om op de eerfte requifitie van de Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland eu  ie Gebeurtenis/en in. 1787 enz. voorgevallen. 01 en het Noorder-Kwartier, de vereischt wordende reguliere Militie, zo Infantery als Cavallery, te laaten volgen , en dat eindelyk de Collonel van Pabst, benevens de Commandanten van de twee Compagnien , welken door voorfz. Collonel van Pabst naar Hoorn mogten zyn gedetacheerd, zullen worden aangefchreeven, om niet verder als tot Alkmaar te marcheeren, en aldaar de nadere Orders van voorfz. Heeren Gecommitteerde Raaden af te wagten; en zal Extract deezer Refolutie gezonden worden, aan de Heereu Gecommitteerde Raadea voornoemt, als mede aan de Magiftraat der Stad Hoorn, zo veel ieder aangaat, tot derzelver respeclive informatie en naricht, Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren va;: de Ridderfchap en Edelen hebben gedeclareert in het neemen van de bovenltaan-, de Refolutie, voor zo veel de qualicatie op Heeren Gecommitteerde Raaden in het Noorder-Kwartier concerneerd, niet te hebben geconcurreerd, maar in tegendeel wel expresfelyk te hebben gecontradiceerd, en van gedachten te zyn geweest, dat (in fuppofitie, dat de zaaken binnen de Stad Hoorn, zodaanig gefteld waren, als by twee op heden ingekomen Misfives van eenige Schepenen der voornoemde Stad was voorgedraagen, fchoon de Heeren van de Ridderfchap en Edelen niet genoeg hunne verwondering konden betuigen, dat de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, als daar in zo aanmerkelyk geinteresfeerd, daar van ignorant waren) by Hun Ed. Groot Mogenden ten fpoedigften behoorde te worden genoomen eene Refolutie, en Prselident en Raaden yan den Hove aangefchreeven, om, zo dra doenlyk, eenige Leden uit het gemelde Hof daar naar toe te zenden, de Juftitie wederom in activiteit te brengen, en voorts zodaanig te handelen, als dezelve pro renata vermeenen te behooren. Aan-  pa Verzameling, van Stukken betrekkelyk tot Aanteekening van den Heer van Starrenkurg, De Heer van Wassenaar Heer van starrenburg, heeft zich met de voorfz. Refolutie geconformeerd. Aanteekening van zeven Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft , Rotterdam, Gorinchem, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben zich gevoegd by de Aanteekening van de Ridderfchap. Aanteekening van Hoorn. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, reclameeren uit naam en op fpeciaale last van de Heeren hunne Principaalen , de Refolutie op Vrydag den ióden deezer wettiglyk genoomen, en protesteeren van nulliteit tegen de bovenflaande Refolutie, op onbewezene voorgeevens van gevaar voor de Magazynen en Comptoiren van den Lande binnen Hoorn, direct ftrydig met de gereclameerde Refolutie, en met de Rechten en Privilegiën der voorfz. Stad, niet minder, dan aan eer ig ander Lid deezer Vergadering, onwederfpreekelyk competeerende, en zonder de Heeren hunne Principaalen te hooren, met zo veel hevigheid, doorgedrongen — Vertrouwende, dat, zo zy en andere Leden al eer ige hevigheid mogten hebben Janten blyken in het voorftaan van onbetwistbaare Voorrechten , zulks aan alle onzydigen, zo wel als aan de onbevooroirdeel ■ de Posteriteit, meer gepast zal voorkomen, dan in het tegengefteld geval. Referveeren wyders aan de Heeren hunne Principaalen zodaanige aanteekeninge, middelen en demarches, als dezelven zullen goedvinden daar jegens te doen en werkftcllig te maaken.  èe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 93 N"« 1145. Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Huorn, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ; betrekkelyk de Requeste van W. Ris c. f. en van G. M A'i TH mes , en teffens betuigende zich ten uiterjien bezwaard te vinden over de Refolutie, door Hun Ed. Groot Mogenden op den 17 Maart, ten refpe£le van de middelen tot herflel der rust binnen de Stad Hoorn, genoomen. Edele Groot Mogende Heeren! Wy hebben wel ontvangen U Ed. Groot Mogenden Refolutien van den i6den en I7den deezer maand Maart, als mede drie Requesten, als twee twee van Ris c. ƒ., als mede een van Mattheus, dewelke U Ed. Groot Mogenden goedgevonden hebben, aan ons om fpoedig Bericht te zenden; wy betuigen buiten ftaat te zyn, U Ed Groot Mogenden op dezelven voor als nog te kunnen berichten, ja aanmerking neemende de omftandigheden waar jn onze Stad zich in de gepasfeerde week heeft bevonden, en dierhalven tot confervatie van de rust, binnen deeze Stad raadzaam geoirdeeld hebben, de gemelde ftukken met de uitcrfte omzichtigheid te moeten behandelen, vermits dezelve met een aaneer.fchaakeling van onwaarheden zyn opgevuld, als mede om daar door voor te komen, de alhier nadeelige gevolgen die daar door in onze Stad te duchten zouden zyn, indien dezelven publiek waren; wy zullen echter niet nalaaten, U Ed. Groot Mogenden zo fpoedig als mooglyk omftandig te berichten, van het voorgevallene in deezen, en vertrouwen dat dit ons gedrag de goedkeuring van U Ed. Groot Mogenden zal wegdraagen. Wy kunnen U Ed. Groot Mogenden intusfchen verzekeren , dat het hier thands in volle rust is, en dat zulks reeds des avonds van den ijden deezer heeft plaats gehad, en dat hier geen het minfle gevaar te duchten is. Dan  94 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dan Ed. Groot Mogende Heeren! wy vinden ons ten uiterften bezwaard met de Refolutie van U Ed, Groot Mogenden van den I7den deezer, waar by het U Ed. Groot Mogenden heeft gelieven goed te vinden . Heeren Gecommitteerde Raaden van dit Kwartier te authorifeerea . om zich mer, de geicbillen binnen deeze Stad te inmisfeeren, en zo dezelve tot effect gebragt worden, willen wy wel betuigen, niet te kunnen refponfabjel zyn voor de gevolgen, die daar door voor Stad en Burgery te duchten zyn. Wy begrypen dat de klagten aan U Ed. Gr. Mog. gedaan, op het fterkftx- zyn voorgedraagen, en dat zulks in confufie en drift is gefchied, en vermits door de abfcntie van verfcheidene Heeren Schepenen, als mede een Minister van deeze Stad, dewelken zich naar de Refidentie-Plaats van U Ed. Groot Mogenden hebben begeeven, en waar door de Juftitie geen voortgang kan hebben, zo zoude het naar ons inzien noodzaakelyk zyn, dat daarin wierde voorzien, en dat U Ed. Gr. Mogenden ten dien einde een Commisfie uit den Hove geliefden te zenden, om met de Regeering deezer Stad de nodige rust te bewaaren, en de Juftitie haar voortgang te doen erlangen, en dat de Refolutie van den I7den deezer, teneinde Gecommitteerde Raaden daar toe gequalificeerd, mogt worden opgeheven ten minften gefurcheert. Hun Ed. Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden, fchynen bv hunne Misfive aan U Ed. Groot Mogenden geadresfeerd, beducht te zyn voor derzelver Comptoiren, Arzenaalen en verdere Bezit, tingen, doch wy kunnen en durven U Ed. Groot Mogenden verzekeren, dat deswegens geen de minfte gevaar geweest is, en dat zulk voorgeeven, na ons inzien, gefchied is om de zaaken alhier te vergrooten. De orders door U Ed. Groot MogendeD om 2 Compagnien reguliere Troepes hei waards te zenden, is ons zeer welgevallen, en wy kunnen U Ed. Grooc  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, pjr Groot Mogenden verzekeren, dat alle de Ingezetenen daar mede volkomen genoegen neemen, in vertrouwen dat dezelve onder den ééd van Burgemeesteren, als Gouverneurs deezer Stad, gebragt worden , en dat het verder zenden van Troepes blyve uitgefteld. Wy recommandeeren onze Stad en Burgery in de veilige protectie van U Ed. Groot Mogenden, en na derzelver Perfoonen en gewigtige Deliberatien in de befcherminge des Allerhoogften te hebben aanbevolen, hebben wy de„ eer met diep refpefl: te zyn, Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) Hoorn, den 19 U Ed. Groot Mogenden-Dienst' May 1787. willigen, Burgemeesteren en Regeerders! der Stad Hoorn. (Lager Jlond) Ter Ordonnantie van dezelve^ (was get.) C. J. vau de Blocquery. No,  96 ■-Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°i 1147- Extract'uit de Refolutien van de Heeren Staaien van Jloüanl en We^t-Frieüand. behelzende Refümtie e>, pnfiflement by de Refolutie van dm 17 Maart jongst leeden * betrekkelyk de maatregulen tot herjtelling der rust te Hoorn ge noemen. Dingsdag den 20 Maart 1787; De Refolutien op voorleedcn Saturdag genoomen zyn gerefumeerd j en na voorgaande deliberatie gehouden voor gearrefteerd; en op de inftantien van ITecren Gedeputeerden der Stad Hoorn geleezen zynde, de by hun, ftaande de Vergadering, ontvangen en ove'gegeeven Misfive van Burgemeesteren en Regeerde! s der gemelde Stad van dén todeü deezer maand, hier na geinfereerd; is goedgevonden en verdaag, by de gearrétteerde extenfie via yoorleeden --baturdag te perfifteeren; Fiat Infertio (*). tfcfa 'j .• > - 9? . ^ Aanteekening van de Ridderfchap. r De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben geïnhaleerd hunne Aanteekening op de Refolutse van vóórleedèn Saturdag gedaan, en daar by geperlifteerdi Aanteekening van den Heer vAn Starrenrurg. De Heer van Wassfnaar Heer van Starrënuurg, heeft geperfifteerd by zyne Aanteekening op de Refolutie van voorleeden Saturdag. Aanteekening van zeven Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Gorinchem, Brielle, Enkhuizen, Eriam en Medemblik, hebben geperfifteerd by hunne! Aanteekening op de Refolutie van voorleeden Sa* turdag. Aanteekening van Hoorn. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, ver- klaa* ■ |*j Zie bladz. 93' .  ie Gébeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 97 klaaren in naam en op expresfe lastman de Heeren hunne Principaalen, te inhasreeren de reclame proteftatie en referve, in de Notulen van voorleeden Saturdag geinfereerd, en nogmaals op het ernftigfte en kragcigfte te protefteeren tegen alles , wat boven, en ftrydig met de Refolutie op Vrydag, wettiglyk en m:t hunne bewilliging genoomen, is of zoude mogen worden gerefolveerd of ondernoomen; fpeciaal mede daar tegen, dat op hunne Misiive, op heden ter deezer Vergadering ingekomen> geen reguard is genoomen, hoe zeer de inhoud van dien allefiüts voldoende is , om de Leden deezer Vergadering van het abufive van het met zo veel ophef voorgewend gevaar van 's Lands Arfenaal, Magazynen en Comptoiren te overtuigen, en dus de aanleidende oirzaak van de Refolutie van Saturdag te doen verdwynen; —— verklaarende al het zelve te hóuden als ftrydig met de Rechten en Privilegiën aan hunne Stad als een integreerend Lid der Souvereiniteit, als mede aan allen en een iegelyk 'hunner Ingezetenen competeerende, en dus als nul en wederrechtelykj en aan zich te behouden alle zodaanige middelen, als zy, tot voorftand en eonfervatie van de voorfz. Rechten en Privilegiën* .«tt-llea te raade worden te employeereo. Aºt met ie voorfz. Refolutien,  98 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot WQ. 1148. Misjive van Schepenen der Stad Hoorn aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Hollanden West-Friesland, waar in onder anderen betuigen, dat zich alles binnen de Stad van Hoorn in eene ftaat van Regeringloosheid bevind, de Justitie buiten alle adiviteit is gejteld, terwyl een woest en onzinnig Gemeen, naar deszelvs goedvinden, aan hunne woede tegens alle braave, doch by hun gehaatte Ingezetenen, den vryen teugel kan vieren c?c. Edele Groot Mogende Heeren! De Gecommitteerden uit het midden van ons hebben reeds de eer gehad, van op laatstleeden Saturdag by twee onderfcheidene Misüves, zo veel de kortheid des tyds gedoogde, de gevaarlyke 11tuatie, waar iD zich onze Stad en goede Burgery in dit oogenblik bevind, aan U Ed. Gr. Mogenden naar waarheid voor te draagen. Wy neemen de vryheid ons tot de gemelde Mislives. en tot de Adresfen door onze mede-Burger» Jan Breebaart en Willem Ris , aan deeze Souvereine Vergadering gepraafenteerd, voor zo veel in het generaal het Tumult en Oproer concerneert, en zonder ons omtrent de faiten in het byzonder in te laaten, eerbiedig te referceren, maar vinden ons verplicht, om ter behartiging van de belangensvan onze Stad en Burgery, de deliberatien van U Ed. Groot Mogenden over deeze gewigtige zaak, nog Toor een oogenblik te interrumpeeren. Daar wy de eer hebben, uit naam van U Ed. Gr. Mogenden binnen de Stad Hoorn de Juftitie te adminiftreeren, en mitsdien de vereischte onzydigheid moeten bewaaren, om ter zyner tyd te vonnisfen, als wy met een gerust geweeten voor den Opperften Rechter eenmaal zullen kunnen verantwoorden, zo vinden wy ons buiten ftaat, om te treeden in een detail van veele byzonderheden, die by geruchten ter onzer kennis zyn gekomen, of out  ie Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. 99 ons op eenigerhande wyze uit te laaten over die genen , welken men in het algemeen verzekert j de üutheuren of mede-Plichtigen te zyn van die oproerige beweegingen, welken men binnen onze Stad heefc aangericht. Dan 'er zyn gebeurtenisfen van eene zodaanige publiciteit, dat derzelver waarheid en zekerheid niet in twyffel kan worden getrokken, en die op zich zeiven genoegzaam zyn, om U Ed Groot Mogenden een leevend denkbeeld te geeven van onzen ongelukkigen toeftand. Van dien aart is het inflaan der glazen, zo aan het Stadhuis, als aan de huizen van den regeerenden Burgemeester Nanning van Foreest, en van eenige goede Burgers binnen onze Stad, op Maandag den iaden Maart laatstleeden, waar aan zich een t' famengerotte hoop Volks heeft fchuldig ge. maakt, in het aanzien van de by één vergaderd» Burgery. Van dien aart zyn insgelyks de vervloekingen ea bedreigingen , welken veele braave Ingezetenen ten zeiven dage hebben moeten ondergaan , van zulken die zy nimmer hadden beleedigd. Dan dee. ee oproerige bedryven , hoe zeer allefints ftrafwaardig en verfoeijelyk, zyn als het ware alleenlyk een voorfpel geweest, van het gene op de volgende dagen binnen onze Stad is gebeurd. Immers op laatstleeden Woensdag is het Huis |van Jan Meyer, Bode of Knegt van het Genoodfchap van Wapenhandel, binnen onze Stad opgericht , en het welk met de protectie van U Ed. Groot Mogenden is begunftigd, door een hoop Volks, met fteenen gewapend, geweldaadig aangevallen, en wanneer een Compagnie Schutters, onder het Commando van Mr. Jacob Binkhorst, voor het Huis van den gemelden Meyer tot deszelvs verdeediging was aangerukt, heeft het te famen gerotte Graauw zich niet ontzien , om met fcherp en glas op de gemelde Schutters ce fchieten. G 2 Op  loo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Op den volgenden Donderdag is door een groote hoop Volks het Stadhuis bezet, en door eenigen uit het midden van hun, die ter Kamer van Burgemeesteren en Vroedfchappen waren ingedrongen, met eene voorbeeldtlooze ftoutheid geeischt, dat de Bode Jan Meyer zoude worden gebannen, en dat zeker Perfoon, welke, zo als wy geïnformeerd zyn, den voorigen nacht, by gelegenheid van den geweldaadigen aanval op het Huis van deDzehen Meyer met een Snaph an met fcherp gelaaden was geapprehendeerd , doch als toen zynde losgelaaten , in denzelven -'.acht , op last van den fungeerenden Hoofd-Officier, wederom in hechtenis was gebragt, zoude worden ontflaagen; en eindelyk , dat het gelegalifeerde Genoodfchap , zo wel als zeker pretens Corps, het welk onder de Zinfpreuk: tot nut van Hoorns Burgery, zich alhier heeft opgeworpen, zoude worden gedisfolveert; met dit gevolg, dat, zo als wy in het zekere zyr onderricht, op last van Burgemeesteren en Vroedfchappen, opentlyk van den Raadhuize is afgekondigt, dat aan die willekeurige en onbetaamlyke eisfehen zoude worden voldaan , en dat den Gevangen daadelyk in vryheid i» i gefield Vervolgens hehben onze ftraaten weergalmt van . een geftadig geroep van Hoezêé! en Oranje boven! De by één vergaderde menigte, heeft den losgelaaten Gevangen als het ware in triumph door de Srad heen geleid. En verfcheidene van het oproerig Gemeen. hebben zich niet alleen opentlyk verfiert met leuzen van Oranje, maar zich ook verftout, om fommige van onze goede Burgers rnet woorden en daaden te infulteeren, mitsgaders hun Geld, Wyn en andere Goederen af te vorderen. Inmiddels wierden wy ten zeiven dage van wegens den Burgemeester de Blocquery, als fungeerenden Hoofd-Officier gerequireert, om op den vol-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ior volgenden dag ten Stadhuize, tot het bywoonen der Vergadering van Schepenen te willen vaceeren; en wanneer hierop de Prcefident van ons Collegie, welke zonder aan de woede van het Gemeen te worden blootgefteld, zich niet opentlyk op 's Heeren Straaten konde vertoonen, aan den gemelden Heer de Blocquery by Misfive verzogt , om te mogen weeten, ten welken einde Schepenen zouden moeten vergaderen ; zo -bekwam hy daar op een fchriftelyk Antwoord, behelzende een verzoek, om met den Procureur Sant te fpreeken, ,, hoe men zonder Edictaale Cita ien Jan Meyer „ zoude kunnen bannen, dat zulks volfireKt moest 3, gefchieden, wilde men rust hebben, dewjl het j, Gemeen ( God betert) baas was." Deeze uitdrukkelyke erkentenis van den fungeerenden Hoofd-Officier, zal aan U Ed. Groot Mogenden tot een allerduidelykst en ontegenzeggelyk bewys verftrekken, van de noodlottige omftandigheden, waar in wy ons bevinden Intusfchen na dat vier Leden van ods Collegie, over het gemelde verzoek van den Hoofd-Officier» in eene byeenkomst aan het Huis van den Prsfident dien zelvden avond gehouden, met elkander rypelyk hadden gedelibereerd, vonden wy ons ten hoogften bezwaard , om zonder fchending van ééd en plicht, op eenigerhande wys mede te werken tot zulk een wederrechtelyk Vonnis tegens eenen Burger, tot wiens laste ons tot dus verre niets hoegenaamt is gebleeken, doch die naar alle waarfchynlykheid zich alleenlyk had geabfenteerd, om de woede van het Gemeen te ontvfugten, en zo wy 'weigerden aan den eisch van de oproerige menigte te voldoen, konden wy niet anders voorzien, dan dat wy wel haast de Slagtoffers zouden zyn van hunne boosaartigheid; 'er bleef derhat ven niet anders voor ons overig dan de Stad onzer inwooning, onze dierbaarfte Panden en onze Bezittingen hefmelyk te verlaaten, en ons herwaards te begeeG 3 veBï  io2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ven, om van U Ed, Gr. Mogenden in deezen hoogen nood, hulp en Protectie af te fmeeken. Dus bevind zich alles binnen de Stad Hoorn in een (laat van Regeeringloosheid; de Juftitie is buiten alle activiteit gefield, terwyl een woest en onzinnig Gemeen, naar deszelvs goedvinden aan hunne woede tegens alle braave, doch by hun gehaatte Ingezetenen, den vryen teugel kan vieren. De berichten die wy federt ons vertrek uit de gemelde Stad hebben ontvangen, vermeerderen onze bekommeringen, daar men ons Heilig verzekert, dat de meergemelde Jan Meyer reeds daadelyk door den Hoofd-Officier en twee Schepenen zoude zyn gebannen. En dat ter inftantie van het Gemeen, twee bekende Perfoonen, welken uit hoofde van de Oproerige Beweegingen van den Iiden Oclober van het voorleeden jaar, by Vonnis van Schepenen waren gebannen, zouden worden herfteld; en laatflelyk dat veelen van onze beste en braaffte mede-Burgers, die zich in de Stad hunner inwooninge niet langer veilig oirdeelden, daar zy geftadig met moord en plundering wierden bedreigd, zich al mede door de vlugt uit handen van hunne Vervolgers hebben moeten redden. In deeze treurenswaardige toefiand worden wy alleenlyk opgebeurd door de hoope en verwachting, dat wy door de executie van de wyze en cordaate Refolutie van U Ed. Groot Mogenden ten opzichte van de beweegingen binnen onze Stad, op laatstleeden Saturdag genoomen, en die onze harteD met waare dankbaarheid voor Uwer Ed. GrMogenden 's Lands Vaderlyke zorge vervult, zuLler worden in ftaat gefield, om onze bedieningen te hervatten, en volgens ééd en plicht Recht en Gerechtigheid uit te oefTenen, —— en wy durven ons dan ook verzekerd houden, dat fchoon men by het bericht van Burgemeesteren en Vroedfchappen, het welk door U Ed. Groot Mogenden  de Gebeurftnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 103 op de Requeste van Jan Breebaart en Willem Ris is gerequireerd, en waarfchynlyk ftaande deeze Vergadering ter Tafel van U Ed. Groot Mogen, den zal worden gebragt, zich uit particuliere vues en inzichten, van fommige Lieden, waar over wy in onze qualiteit niet raadzaam oirdeelen ons te expliceeren , den toeftand der zaaken in een ander daglicht mogte voordellen, U Ed. Groot Mogenden daar door zich op geenerley wyze zullen laaten detourneeren , van de kragtdaadige maatregulen , welken thands de eenigen zyn , om ons en onze goede mede-Burgers, ja zelvs het geheele Vaderland, voor een gewisfen ondergang te bewaaren. Intusfchen hebben wy de eer, na onze Perfoonen en onze goede mede-Burgers nogmaals in de protectie van U Ed. Groot Mogenden te hebben aanbevoolen, ons met den dieplten eerbied te onderfchry ven, Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) 's Hage den U Ed. Groot Mogenden Onderdaa~ 19 Maart 1787. nige Dienaaren. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (was get.) Hendrik Carbasius. € 4 Ho.  ro4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N,% 1149. Misfive van Burgemeesteren en Regeerders, der Stad hoorn, ftrekkmde tot wederlegging van de aangevoerde faüen in de beide Requesten van W. Ris en J. Breebaard, als mede dat van G. MATTHjEUS Êfc Edele Groot Mogende Heeren! Wy hebben naauwkeurig geëxamineerd de twee" Requesten van Willem Ris, Koopman, en Jan. Breebaard, Boekhandelaar, Burgers en Inwoon ders deezer Stad, voor zich zeiven en zich quali-, ficterende als Gecommitteerdens van een groot aantal hunner mede Burgers, als.mede de Requeste: van Goaltherüs Matthjïus, Bailjuw en Schout van de Stede Schagen en Schager Cogge, mitsgaders Notaris en Prokureur alhier, welke U Ed. Gr, Mogenden by Hoogstderzelver, Refolutie van den löden deezer goedgevonden hebben, met de Bylagen, by derzelve eerfte gevoegd om de fpoed, in originali, aan ons te zenden, om U Ed. Groot Mogenden daar op ten fpoedigften, en met derzelver terugzending te dienen van Bericht, en welker Receptie wyvreeds de eer gehad hebben by onze laatfte Misfive aan U Ed. Groot Mogenden van. den I9den daar aan volgende te accufeeren, met byvoeginge, dat wy ons toen nog niet in ftaat bevonden, om aan die UEd. Groot Mogenden Hoogst gerei'p. fteerde orders te kunnen voldoen, maar zulks zo dra mooglyk zouden trachten werkftellig te maaken. Ende mitsdien als nu,, ingevolge en ter gehoorzaane voldoeninge van dieD, daar toe daadelyk ovevgaande, zy het ons gepermitteerd, Ed. Groot Mogende Heeren ! met rela'ie tot het eerfte Request van voornoemde Willem Ris en Jan Breebaard, Uit mtnagement en tot voorkominge van verdere Vtrwyderingen, met een diep ftilzwygen te mogen pasfeeret. de menigvuldige generaale vague en on- fedetermineerde klachten, dewelke daar in aan tJ d. Groot Mogenden worden gedaan, over en ter zaa*  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ioj zaake van de flapheid en werkeloosheid, dewelke ten onzen opzichte, federt eeneD geruimen tyd, zo in het Politiek bellier, als in de uitoeffening van de Crimineele Juftitie binnen deeze Stad , zouden hebben plaats gehad; even gelyk wy mede verineenen ons niet te moeten elargeeren over den. lof, dewelke, by tegenoverftelling, daar in aan byna alle de Leden van het Collegie van Schepenen zo mildelyk word toegezwaaid, als moetende dat alles, naar onze gedachten, flegts worden geconfedereerd voor een bloot gevolg en daadelyk effect der verfchillende denkenswyze tusfehen onze Burgeren en Burgeren onder malkanderen, al3 mede tusfehen ons en dat gedeelte onzer Burgerye, het welk zich zèlven van ons en onze begrippen en verrichtingen , disgratieufe denkbeelden formeerd: daar wy fteeds foigneufelyk hebben getracht wel krachtdaadig, doch. teffens met de in i een Republiek allefïnts gepaste voorzichtigheid en moderatie, mitsgaders zonder inquifitie of tyrannie, voor de publieke rust en veiligheid binnen deeze Stad, voor zo veel maar immer mooglyk is geweest, behoorlyke zorge te draagen en by aanhoudendheid waakzaam te zyn, zo als wy als lieden van eer oprechtelyk, ja heiliglyk kunnen betuigen, nimmer andere vuës gehad, nochte iet an* ders gebuteerd te hebben, dan alleen, waar toe I wy ons by diergeflaafden ééde verplicht rekenen.» 1 het mainctien van de jegenswoordig nog fubfisteerende, en na eenen tagtigjaarigen Oorlog op hes goed en bloed onzer nooit.volpreezen Voorouderen gecimenteerde, en dus als geheiligde Conftitutie van ons lief en dierbaar Vaderland. Dan het grieft ons, Ed. Groot Mogende Heeren S en vooral den Burgemeester van de Blocquery, : die, hoe ongaarne ook, zich echter ter obediëntie van U Ed. Groot Mogenden Souvereine hevelen , in deeze bittere tyden, genecesfiteerd gevonden 1 heeft 1 geduurende de jegenswoordige Vacature yan de Hoofd-Offi.ciers plaats ,, dien lastigen en G 5 voor  ïo6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voor hem geheel en al nieuwen en vreemden post .te bekleeden, voor het oog van 's Lands Hooge en geëerbiedigde Overheid, befchuldigd te worden van fchandelyke plichtverzuim en doemenswaardige inactiviteit, en daar toe onder meer anderen in t byzonder te zien aanvoeren eene op den iften January van dit jaar, en dus lange voor zyne op den I7den February eerst gedateerde qualificatie reeds gepasfeerd, en uit confideratie van des anderfints onbefprooken daaders betoon van berouw en leedwezen, by politieke correctie afgedaane zaak, tot welker wederverleevendiging hy, als daar toe niet expresfelyk geauthorifeerd, en daar en boven meer gevaar als heil te gemoet ziende, zich, onder eerbiedige verbetering, geenfints heeft kunnen imagineeren verplicht noch gehouden te zyn. Geheel anders dan hy, naar zyne inzage, vermeend heeft te moeten te werk gaan omtrent den Perfoon van Arnoldus Schel, dien hy, by het aanvaarden zyner functie, in hechtenisfe heeft gevonden, en dewelke op zynen Eisch en Aanklachte, uit krachte Uwer Ed. Groot Mogenden Publicatie van den 23 February 1786, Rechterlyk is gebannen geworden. Dan waar van de Supplianten, omredenen, die misfchien niet zeer verre zouden te zoeken zyn, by hunne voorfz. Requeste geene de minfte mentie hebben gelieven te maaken. Wel is waar, Ed. Groot Mogende Heeren! dat ter Kamer van Burgemeesteren door Directeuren van het Exercitie-Gezelfchap het welk alhier onder de zinfpreuk: tot nut van Hoorns Burgery, voor zo verre ons bewust is, zonder eenig kwaad oogmerk is opgericht, is verzogt, dat aan den Boekverkooper Vermande mogt worden verboden de verdere uitgave van zeker weekblad, onder den tytel van den Noord-Hollandjchen Patriot, en dat daar op aan den gemelden Boekverkooper is gerecommandeert het uitgeeven van het voorfz. weekblad na te laaten; doch wy ontkennen ten allerfterkften, als volftrekt  de Gebeurtenisjen in 1737 ent,. voorgevalUn. 107 onwaarachtig, dat die Lieden by het doen van, voorfz. verzoek eenige de minfte bedreigende byvoeginge, min zo als by voorfz. Requeste ftaat gepofeerd, hebben gedaan: en dus begrypen U Ed. Groot Mogenden gereedelyk, dat "er, in dit geval, voor den fungeerenden Hoofd-Officier geene termini habiles voor handen waren, om naar de Leden van dat Gezelfchap uit dien hoofde ofte ter dier zaake, eenig Gerechtelyk, veel min het geftrengfte onderzoek te doen; even zo weinig als wy of gemelde fungeerende Hoofd-Officier in ftaat geweest zyn tegen te gaan of te Procedeeren tegen den Boekverkooper Brouwer, tegens wien nooit eenige klachten zyn ingebragt, en die, voor zo veel wy weeten, geene oproerige gefchriften, maar flegts eene kleine brochure, ten tytel voerende: Verdedigend Antwoord aan de Eerroovende Noord-Hollandje he Patriot, en wel byzonder tegen des1 zelvs No. 2, heeft uitgegeeven : waar door hy zich i naar onze gedachten, geenfints Crimineel noch J Culpabel maakte, maar in dezelve termen viel, als waar in Vermande, door het uitgeeven der NoordHollandfchen Patriot zeiven daadelyk verfeerde. De infultes, welke reeds op den loden Maart aan drie Leden van het Genootfchap voor Vaderland en Vryheid, mitsgaders deszelvs Knegt of Bode worden gezegd gepleegd te zyn, zyn nimmer directelyk ter kennisfe van den fungeerenden Hoofd, Officier gebragt, zo mm als de inhoud der ten Requeste gevoegde verklaaringen van den regeerenden Schepen Mr. Wouter Anthony van der Ramhorst en van Jan van Krimpen en deszelvs Vader Jacobus van Krimpen ; hoe zeer hy , Mr. Jan Christiaan van de Blocquery niet wil ontveinzen op den 11 den deezer maand, den genen, die den voornoemden Knegt of Bode de zwarte Cocari de van de Hoed hadde gehaald, zulke feitelykheden, behoudens haar recht van klaagen verboden, en dat hy denzelven Knegt of Bode en eenige andere Perfoonen den weg van klachte daar tegen ; open  ïoS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot open gefield heeft, gelyk Burgemeesteren wyders op den iïden daar aan volgende, tot confervatie van rust en vrede, zo het mooglyk ware, geoirdeeld hebben vryelyk te mogen defereeren aan het verzoek van Directeuren van het voorfz ExercitieGezelfchap, en mitsdien het draagen van zwarte Cocardes by monde te verbieden, met qualificatie op de Bodens en Dienaars van de Juftitie om dé Contraventeurs daar van uit naam van Burgemeesteren, als Gouverneurs der Stad, te adverteeren; dan met zo weinig fucces, dat zelvs een Suppoost vap den Magiftraat, zo als ftraks nader zal moeten wórden gedetailleerd, weigerde aan die heilzaame orders van zyne wettige onmiddelyke Overheid te obtempereeren ; terwyl het voor het overige eene volftrekte onwaarheid is en ook eene abfolute onmooglykheid involveerd, dat de Praïfident Burgemeester uitdrukkelyk zoude hebben beloofd of fano fenfu zoude hebben-Jkunnen belooven, niet te zullen gedoogen, dat "fÉftegens de door ons nimmer erkende tekenen v'm het voorfz. Genootfchap op eenigerley wyze zoude worden geattenteerd. Vervolgens zullen "wy de vryheid moeten neemea Ed. Groot Mogende Heeren, U Ed. Groot Mogenden te informeeren, dat meergemelde Knegt of Bode van het voorfz. Genootfchap, door zyne daar op verder gevolgde verregaande infolentien en brutaliteiten, de Principaale, zo niet de eenige Caufa movens is geweest, van de als toen, in den namiddag en des avonds van tyd tot tyd befpeurde zamenrotting, welke veroirzaakten, dat de twee op Brandwacht liggende Burger-Gompagnien wierden geordonneerd in de Wapenen te komen, en Burgemeesteren by monde van den Secretaris Carbasius, lieten afkondigen het verbod tegens het draagen van zwarte Gocardes gearrefteerd. Voor bet overige is het eene waarheid, Ed. Gr. Mogende Heeren! die wy geenfints willen ontkennen, dat 'er aan het Huis van den Burgemeester van Foreest, en by fommige particulieren, ep den  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 109 den laaten avond, eenige weinige Glasruiten, 'tzy dan door ingooijen, inflaan of krengen zyn gebrooken r aan Itukken geraakt, waar op de Regeering befloot de Compagnie, waar van een Rot de Hoofdwacht betrok, in de Wapenen te doen komen, waar door de veiligheid, zo door patroulleeren, als anderfints, herfteld is, zo dat des nachts ten 12 uuren ai les wederom volkomen in rust en ftilte was. Het welk Dingsdag den I3den, den gantfchen dag alzo heeft gecontinueerd. En hier mede aldus genaderd zynde tot Woenspag den I4den, zo heeft het zich als toen, met betrekking tot de pofitiven der tweede Requeste van voornoemde Willem Ris en Jan Breebaard, in deezer vóegen toegedraagen, dat meergemelde Knegt of Bode van het Genootfchap zich den gantfchen dag weder vertoond hebbende, des avonds ten 6 uuren, door eenige jongens, de Glazen by hem ingegooid wierden, waar tegens hy zich met het werpen van Handgranaaten begon te weer te ftellen, waar op door order van KapiteineD, die by den anderen vergaderd waren, de Trom geroerd wierd, en de Compagnien op hunne loop-plaatzen kwamen, van waar eene derzelve zonder bevel afmarcheerde. Men deelde losfe en fcherpe Patroonen uit, naar welgevallen. Men hoorde fchieten van achter de Vest. Men fchoot ook wederom, hetwelk alles ten gevolge heeft gehad, dat zekere Lindeman zeer zwaar, onzeker of door zyn tegen, of door zyn eigen Partye aan zyn Been is gekwetst geworden; gelyk ook zekere JanBabtist, buiten de Wacht gehoorende , met een wel met fcherp, doch geenfints met fchroot gelaaden, en niet afgefchooten geweest zynde Snaphaan , door het Volk van de Compagnie, mitsgaders op order van den Kapitein Binkhorst geapprehendeerd, en weder ontvlugt zynde, dien nacht door de Dienaars van de Juftitie van zyn bed geligt en dus vervolgens in verzekering gebragt is. Wor-  lio Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Wordende vervolgens de Knegt of Bode van het Genootfchap, op het verzoek van fommige Perfoonen, in Civiel Arrest gebragt, en de Bode van Beek geordonneerd hem te bewaaren tot den volgende morgen ten ii uuren, en als dan, als wanneer de Raad wederom ftond te vergaderen, met hem in Burgemeesteren Kamer te komen, en wierd wyders bdcend gemaakt, dat alle de genen die iets ten laste van denzelven of anderen had in te brengen, zulks dan in gefchrifte konden doen, waar door de rust wederom herfteld, en de Compagnien van tyd tot tyd bedankt wierden; blyvende die Compagnien, dewelke op Brandwacht lagen, tot s morgeDs om 6 uuren in de Wapenen, wanneer dezelve mede wierden afgedankt. De Vroedfchap intusfchen tegens 's morgens om li uuren weder geconvoceerd zynde, bevondmen, naar het Stadhuis gaande, den Roden Steen bezet met een groot aantal van wel tusfehen de 15 en i5 honderd Menfchen, doch alle in een gefchikte order zoDder geweeren als anderfints: welker Gecommitteerden binnen geftaan zynde, verzogten, dat aan deeze drie Hoofd-Poincten mogte worden voldaan, naamentlyk: X. Dat gemelde Bode of Knegt van het voorfz. Genootfchap, genaamt Jan Meyer, mogt worden gebannen. *. Dat de in den voorigen nacht geapprehen* deerde Jan Baptist, mogt worden Josgelaaten. 3. Dat voorfz. zo Genootfchap als Gezelfchap mogte worden vernietigd, en dus ieder onder zyne Burger-Compagnie mogt exerceeren. Wy vonden ons dus, Ed. Groot Mogende Heeren! in de grootfte verlegendheid, en wareD, tot voorkominge van meerdere onheilen, wel genoodzaakt voorfz. verzoeken te moeten accordeeren en zulks aan de vergaderde menigte bekend te maaken; waar in wy te minder zwaarigheid zagen, naardien L 1. Meer voornoemde Jan Meyer geen geboren Bur-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, irl Burger, maar van buiten ingekomen, en daar en boven een flegt kaerel is, ja gezegt word, reeds voorheen uit Medemblik te zyn uitgebannen: gelyk hy dan nu ook alhier zyn voorfz. Arrest gevioleerd heeft, en dus daarom zo wel als om het draagen zyner Cocarde , op aanklachte van den fungeerenden Hoofd-Officier, door de twee eenige alhier in loco zynde Schepenen, met voorkennisfe van Burgemeesteren en Vroedfchappen, uit deeze Stad en Jurisdictie is gebannen. 2. Om dat Jan Baptist zyn geweer was geblee» ken niet afgefchoten te zyn geweest, en 3. Vermits het voorfz. Genootfchap, fchoon ja wel in UEd.Groot Protectie genoomen, echter nimmer eenige eigentlyk zogenaamde Legalifatie van Hoogstdezelve heeft bekomen , als zynde het verleenen der Legalifatien, volgens Refolutien van den 7 en 24 September 1786, aan de refpective Regeeringen of Magiftraaten, en dus in cas fubjeót aan ons, aan wien daar toe nogthands nooit eenig verzoek is gedaan, gerenvoyeerd en overgelaaten. Dan wel verre, Ed. Groot Mogende Heeren! van, gelyk wy vertrouwden, hier door de rust ten eenemaal herfteld te zien, begon het Gemeen op de been te komen, en zodaanige excesfen te pleegen , die wel deegelyk ftrafbaar waren, doch waar in door de intempestive abfentie van vyf onzer Schepenen niet en konde worden voorzien, al het welke dus voortduurende tot 's avonds ten 11 uuren, jwanneer alles volkomen in rust en vrede was, zo als het ook federt, ja zelvs tot dit oogenblik, in [diepe ftilte gebleeven is. Eindelyk moeten wy de vryheid nog neemen U |Ed. Groot Mogenden ten opzichte der Requeste van Gualtherus Matthteus te doen remarqueeren, dat hy fchoon Notaris en Prokureur, en dus een Suppoost zynde van de Regeering en Vierfchaar, mitsgaders in de laatstgemelde qualiteit ter  112 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tol ter Rolle compareerende, zekerlyk beter aan ééctt en plicht zoude hebben voldaan, door zich met grafie te onderwerpen aan de heilzaame maatrege*' len, ten algemeene nutte, door ons» omtrent anderfints op zich zelve indifferente zaaken, beraamd: en genoomen: en dat het tegens de waarheid aan*; druischt, dat de fungeerende Hoofd-Officier hemi op eene indiscreete wyze bejeegend, of dezelve: nog wy aan hem de Stad ontzegd zouden hebben.;; dat dezelve Hoofd-Officier hem in tegendeel, tot: voorkominge van en om zich niet geëxponeerd te: zien aan ïnluites, het draagen t'ener Cocarde heeft: afgeraaden, met byvoeginge fiegts, dat hyandersi beter zoude doen de Stad te verlaaten, gelyk hy zeide voorneemens te zyn 's anderendaags toch te: zullen doen; terwyl hy naderhand den regeerenden] Burgemeester van Straalen pasfeerende, by het! groeten, aan denzelven wel deegelyk vertoonde,, dat hy de Cocarde rog op den Hoed was hebbende ti zoo dat 'er ten deezen geene aanzegginge noch or-1 der van Burgemeesteren, om onze Stad te ontruimen exteerende, noch in rerum natura zynde, de-< zelve gevolglyk ook niet kan worden ingetrokken i en buiten effect gefield, noch ten dien einde, onder reverentie geenige hoe ook genaamde voorzieninge van U Ed. Groot Mogenden kan te pasfei koomen. Gelyk wy ons mede doch tot ons innig; verdriet en hartelyk leedweezen, te vergeefsch geflatteerd hebben, dat op de voorfz, beide eerstgemelde Requesten nimmer zouden hebben kunnen volgen noch genoomen worden zodaanige fterke Refolutien, als waar van wy de kommervolle en fchrikbaarende effecten reeds daadelyk binnen onze Stad, tot onzer aller bittere ziels-fmerte, daar gefield en werkflellig gemaakt zien: terwyl wy daar tegens verklaaren op de allerflerkfle wyZe te protefteeren, niet alleen tot confervatie van onze eer en candeur, zo voor het jegenswoordig en volgende Gedachten, als voor de laatfle posteri* teit, maar ook tot mainctien van de Privilegiën en.  de Gebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 113 en Voorrechten aan onze Stad en goede Burgery, als een integreerend Lid van Staat, en de Vergadering zelve van U Ed. Groot Mogenden mede helpende compofeeren, ontegenfpreekelyk competeerende, dewelke wy ten allerkrachtigiten by deezen vermeenen te mogen, ja te moeten reclameeren, ten einde dezelve even zo gaaf en ongetancelleerd aan de Nakomelingfchap te kunnen overlaaten, als wy dezelve zuiver en ongefchonden van onze Voorzaten hebben geacquireerd en overgenoomen. Hier medé Ed. Groot Mogende Heeren! vertrouwende aan U Ed. Groot Mogenden intentie te hebben voldaan, hebben wy de eerde voorfz. Re* qüestén wederom aan U Ed. Groot Mogenden te rug te zenden, en ons, na toebiddinge eener voórfpoedige Regeèringe, met allen eerbied tè noê* men. Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) Hoorn, den 26 U Ed. Groot Mogenden DiwstMaart 1787. willigen, Burgemeesteren en Regeerders der Stad Hoorn. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven, tvas get.) C. J. van se BiocQUEK.^  iia Verzameling van Stukken betrekkelyk. tst Ei50. Extrati uit de Refolutien van de Heerert Staaten van Holland en IVest-Friesland, waar by worat geperjïsteerd by de Refolutie van den 17den Maart genoomen, niet tegenflaande de Propofitie van de Gedeputeerden der Stad Hoorn, cm met de executie daar van te fuper cedeer en. Vryclag den 23 Maart 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn heb- I ben ter Vergadering gedaan, en vervolgens in gefchrifte overgegeeven de navolgende Propofitie. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben, in den naam en op fpeciaale last van de Heeren hunne Principaalen, ter Vergadering voorgedraagen. Dat dezelve niet kunnen nalaaten met de uiterfte aandoening en empresfement nader onder het oog van U Ed. Groot Mogenden te brengen, en op het krachtigfte aan te dringen, de beklaaglyke toeftand waar in hunne Stad en Burgery, door de Refolutie van den I7den deezer by Hun Ed. Groot Mogenden genoomen, is gebragt, en den hoon en fmaad die aan hun als mede Stem in Staat hebbende, daar | door is aangedaan. Dat de Heeren hunne Principaaien niet ontkennen dat 'er tot hun leedwezen j beweegingen hebben plaats gehad, doch dat de- 1 zelve zeer zyn vergroot, en met veele onwaarhe- 1 den bezwalkt geworden, gelyk U Ed. Groot Mo- , genden uit het mondeling Rapport van de Heer Burgemeester Jager, alles dat hy heeft gezien en : bygewoond, hebben kunnen ontwaar worden, en ook de uitkomst bewyst, dat het voorgewende gevaar van 's Lands Arfenaal, Magazynen en Comptoiren, maar is bygebragt geworden, om U Ed. Groot Mogenden te permoveeren, om van de Refolutie van Vrydag den ióden deezer af te gaan; daar het toch evident is, dat federt Donderdag avond 'er niets is voorgevallen , hoe zeer ook val- •' fche belichten in de Couranten als anders gefpar- geert3  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, iij geert, getragt hebben de gantfche Natie te perluadeeren, als of'er te Hoorn een hoop Muitelingen huisveste, welke by continuatie dreigde alles te overmeesteren, en trachten de Arfenaalen, Magazynen en Comptoiren te forceeren, om zich te* gen het inkomen van Militie te verzetten. Dat de Heeren hunne Principaalen tot wegnee» minge en refutatie van verkeerde voorgeevens en nadeelige impresfien, in de aandaande week een ömdandig Bericht van al het gepasfeerde zullen inleeveren, en de zaaken in derzelver waare daglicht voordellen , Wanneer zy vertrouwen dat Ü Edele Groot Mogenden ten vollen zullen zyn geconvinceerd, dat de Refolutie van den i7den deezer niet hadde behooren genomen te worden, en dat de Protesten en Referves daar tegen döor hun gedaan op goede gronden deunen. Dat de Heeren hunne Principaalen derhalvenniec kunnen ontveinzen, dat de Regeering der Stad Hoorn Êeer is gefletrisfeerd by die Refolutie, dat Gecommitteerde Raaden, die binnen de gemelde Stad nooit de.minde Jurisdictie hebben gehad, worden gequalificeert, onderzoek te doen na zaaken. aldaar voorgevallen; maar dat hunne zielen nog daar en boven grieft met het Collegie van de Magidraat, daar aan Schepenen (althands zekerlyk niet na den jaare 1533) nooit bedellinge over eenige Staats- of Stads- Regeeringszaaken heeft gefcómpeteerd, ja daar het tegenwoordig Collegie van Schepenen , als zynde op eene onwettige wyze verkozen, nimmer door verre de meerderheid der Regeering is erkend, maar in tegendeel tegeti de cXidentie van het zelve geprotedeerd, gelyk de Notulen van UEd. Groot Mogenden uitwyzen * ett daar dit Collegie nog daar en boven door derzelver gemaakte adresfen en Voordrachten van zaaken, kenbaar heeft gemaakt, welke gedachten men Van deszelvs Neutraliteit en bevoegtheid moet vorïnen. Dat het düs ten klaarden blykt, dat door zulk H 2 een  li5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet een Collegie op dien voet binnen de Stad Hoorn te vestigen, aan de Regeering van West-Frieslands Hoofdftad, de uiterfte Isefie zoude worden aangedaan. Dat al verder de Heeren Gecommitteerde Raaden of eenige Leden van dien prstenfelyk te Alkmaar vergadert, daar de plaats tot dat einde gedestineerd binnen de Stad Hoorn gevonden word, hebben kunnen goedvinden zonder eenige de minfte kennisgeeving, Burgemeesteren aan te fchryven, dat in Guarnifoen na Hoorn zoude worden gedetacheerd vier Compagnien Cavallery en een Battaillon Infantery. Zaaken waarlyk voor de Regeering van eene Stem in ftaat hebbende Stad ten uiterfte graveerende, en ftrydig tegen de gevestigde Conftitutie deezer Landen. Dat de Heeren hunne Principaalen op die Misfive, terftond per expresfe na Alkmaar hebben gedepecheert een antwoord, om te wezen geëxcufeert van meer dan twee Compagnien Cavallery binnen hunne Stad te ontvangen; vermits men dezelve niet zoude kunnen inkwartieren; waar op door Hun Ed.Mogenden is geantwoord, daar aan niet te kunnen defereeren. Dat de Heeren hunne Principaalen zich dus door de nood gedrongen hebben gevonden, by circulaire Misfives aan de Regeeringen der Stem in Staat hebbende Steden van dit alles kennis te geeven, en daar by te voegen, dat 'er niet meer als twee Compagnien Cavallery benodigd zyn, om de rust welke federt den avond van den iïden deezer volkomen is herfteld, te bewaaren, en behoorlyk onderzoek van zaaken te doen; met inftantien, dat daar men ten opzichte van de Steden Hattem en Elburg, zo zeer heeft gecondemneerd het gebruik van de Militaire macht, het niet te compasfeeren zoude zyn, dat men de Stad Hoorn en deszelvs Burgery met den Militairen Arm zoude willen onderdrukken, de refpective Gedeputeerden ter Vergade*  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 117 gadering van Hun Ed. Grooc Mogenden door derzelver Heeren Principaalen mogen worden geauthoriieerd, deeze facheufe Refolutie in zo verre te altereeren, dat de Stad Hoorn niet met meer dan twee Compagnien Cavallery reguliere Troepes worde bezwaard, en dat het onderzoek omtrent het voorgevallene aldaar, door eene Commisfie uit den Hove mag worden gedaan, te meer, daar de Rechters van die Stad altoos tegen gedelegeerde Rechters heeft geprotedeerd, en zulks oo,\ tegen de Conditutie van deeze Republiek ftrydig is. Dat de Heeren hunne Principaalen overzulks ten fterkden reclameerende, het Recht aan de Remmende Steden binnen deeze Provintie competeerende, als mede de Refolutie van den iöden deezer; zo wel als inhasreerende derzelver gedaane Protesten en referves tegen de Refolutie van den I7den deezer, ten krachtigden infteeren, dat aan hunne zo billyke voordracht ten deezen worde voldaan, en eene zo duidelyke infractie van de Rechten der Stad Hoorn als by de Refolutie van den I7den deezer is vastgedeld, (waar uit gevolgen van het verfte uitzicht zouden kunnen refulteeren ,) voorgekomen worde, en dat ten minden zo lange de Heeren Principaalen in de refpective Steden over den inhoud der circulaire Misfives aan de Heeren derzelver Gedeputeerden geene nadere last hebben doen toekomen,. aan Gecommitteerde Raaden, zonder refumtie worden aangefchreeven, met de executie van de Refolutie van den I7den deezer, (waar tegen door de Heeren hunne Principaalen, zo uitdrukkelyk en met ampele referve is geprotedeerd,) te fupercedeeren, tot de nadere order van Hun Ed. Groot Mogenden* Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verdaan, by Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den I7den deezer maand, als wel en wettig genoomen, by deezen te perlisteeren. H 3 Aan-  Ii 8. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Aanteekening van de Ridderfchap, en zeven. Steden. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, al* mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Gorinchem, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medembiik, hebben de voorfz. Refolutie. gecontradiceert, en als nog geperfifteert by hun. advis dat de Refolutie van den i7den deezer behoorde te worden gefteld buiten effect, Aanteekening van de Heer van Starrenbürg. De Heer van Wassenaar Heer van Starrenburg heeft geperfifteerd by zyn advis, op de Refolutie van den I7den deezer. Aanteekening van Hoorn. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben derzelver gedaane reclames van de Refolutie van den löden, zo wel als de Protesten en referves tegen die van den I7den deezer, nogmaals op. het fterkfle en in naam van de Heeren hunne Principaalen geïnhaleerd. Accordeert met de voorfz. Refolutien. N". 1151. Refolw.ie op de Misfive van Heeren Gecommitteerde 'Raaden van het Noorder-Kwartier, en de Magiftraat van Hoorn, aan Hun Ed Groet Mogenden de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, tot prceliminair verjlag van hunne bevindingen en handelingen aldaar. Vrydag den 30 Maart 1787. Ontvangen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het Noorder-Kwartier, mitsgaders Schout, Burgemeesteren, en Schepenen der Stad Hoorn, compofeerende de Magiftraat derzelye Sr,ad van den 27 deezer, met Wee  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ■ 19 twee Bylagen, waar by, uit kracht van Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den ^den te vooren,een prteliminair verfiagdoen van hunne bevinding en handelingen te Hoora voornoemd, breeder hier na geinfereerd. Fiat Infertio. (*) Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en Bylagen zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Beiogne, met de Heeren Gecommitteerde Raaden te Hoorn refideerende, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis; en is dien onverminderd Copie daar van verzogt door de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen ; als mede door de Heeren Gedeputeerden der Stad Enkhuizen tot informatie. Aanteekening van de Ridderfchap, en zeven Sleden. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Gorinchem, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben geïnhaleerd hunne Aanteekening op de Refolutie van den nden deezer gedaan. Aan~ (*) Deeze Misfive van het gecombineerd Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het N oorder-Kwartier en de Magiftraat van Hoorn, is reeds geplaatst in het V. Deel deezer Verzameling, hl. 147—'i 57 en eene der Bylagen waar van in bovenftaande Refoluti melding wordt gemaakt, in het X. Deel, bladz. 60—64. daar de andere Bylage achter de hier geplaatfte Refota t volgt. H 4  I2Q Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Aanteekening van Hoorn., De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, heb> ben in naam van de Heeren hunne Principaalen ten fterkften geinhsereerd de gedaane reclames van de Refolutie van den Iöden deezer maand, zo wel als de Protesten en Referves tegen die van den volgenden dag, met verklaaring, dat zy dierhalven de Refolutie, zo ten aanzien van het ingekomen. Bericht aan hun lieder Principaalen, als ten aanzien van de voorenflaande Misfive van Heeren Gecommitteerde Raaden van het Noorder-Kwartier, gecombineert met Schout, Burgemeesteren en Schepenen der Stad Hoorn, voor zo verre die beide ftukken ook zyn Commisforiaal gemaakt met gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, Confidereeren als een onwettig en onbeftaanbaar gevolg van dezelve op den I7den Maart genoomen informeele en overylde Refolutie, en alzo tegens dat gedeelte van dezelve Commisïoriaale Refolutie mede ten fterkften protefteeren, terwyl ook de onwettigheid en onrechtmaatigheid van dezelve Commisforiaale Refolutien te meer daar. in doorftraalt,, dat, hoe zeer ook zy Heeren Gedeputeerden by hunne Propofitie van bezwaar van den 23ften Maart laatstleeden, tegens de voorengemelde Refolutie van den I7den Maart daar te vooren, ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden gedaan, ten fterkften daar op hebben geurgeert, dat welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden geene Juris,dictie althands binnen de Stad Hoorn konden of vermogten te exerceeren, en dat ook even zee™ Schepenea der Stad Hoorn, zich volgens.de geftaafde Conftitutie der gemelde Stad, waar aan ook; de Souverein deezer Provincie even heilig en onveranderlyk als zy Heeren Gedeputeerden en hunne Principaalen gebonden zyn, in geene zaaken van Politie direct of indireét mogen inmisceeren, of zich laaten employeeren, desniettemin, zonder eenig reguard hoe ook genaamt, op, o£ de min-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. t 2. Dat het gebruik, deeze Privilegiën zodaanig heeft gelimiteerd en gemodificeerd, dat reeds zedert •meer dan twee honderd jaaren, niet alle de genen ,. welke uit hoofde van deeze Privilegiën zich bevoegd konden achten, zonder onderfcheid tot den Boongang wierden toegelaaten, maar alleen de zo» daanigen, die door de Vroedfchap uit de gequalifi-» ceerdfte en meest gegoede Burgeren en Poorteren , daar toe de bekwaamfte en best gefchiktfte wierden geoirdeeld te zyn, welken op eene Lyst gefield, en volgens denzelven by naamen tot den Boongang opgeroepen pleegen te worden, en dat dit gebruik nog heden plaats grypt. ■ Met relatie tot het eerfte poicct, meenen wy mee veel fiducie aan U Ed. Groot Mogenden onder het oog te moeten ftellen, dat de intentie van deeze Pri*  dl Gébeurtenisfen in 1787 enz. 'voorgevallen. 129 Privilegiën geenllnts is geweest, of kan geweest zyn, het recht en de bevoegdheid tot den Boongang te vergunnen aan alle en een iegelyk Poorter, welke maar tot eene zeer geringe fomme gegoed zoude zyn, (gelyk de Requeftranten het in den tegenwoordigen tyd, door eene willekeurige berekening, gaarne zouden expliceeren en extendeeren tot alle zodaanige Poorteren, 'welken nu maar tot .zes 'honderd Guldens gegoed, of tegen drie Guldens in de betaaling van het Koffy- en Theegeld aangeflaagen zyn,) maar veeleer dat by die Privilegiën de vryheid, om op den goeden Vrydag ter Boon te mogen gaan, is gegeeven aan de aanzienelyke, en naar de tydsomftandigheden wel gegoede Burgeren, •en Poorteren ; — het welk wy meenen te mogen opmaaken uit de evaluatie van de waarde van het Geld tusfehen de jaaren 1422 en 1452, vergeleeken met die van de tegenswoordige tyd; terwyl daar uit blykt, dat een Burger of Poorter, welke in dat tydvak, toen, gelyk bekend is, de Stad eerst in haar opkomen en onbewalt was, de groote Kerk nog onafgebouwt, de andere Kerken nog niet in wezen, een gróót gedeelte nog onbetimmerd, en het getal, zo wel als de vermogens der ïngezete. nen, zeer gering waren, twee honderd vyftig No. beien bezat, of tien ponden Schots aan Lasten betaalde, geenfints onder de min gegoede, maar in tegendeel wel onder de aanzienelyken en meer vermogenden moest worden geftelt. —- Tot meerdere illueidatie hier van kan gevoeglyk door ons worden bygebragt, her. gunt door den Heer Veliüs in deszelvs Chronyk over onze Stad op den jaare 1464 word aangeteekend: dat hy in de Rekeningen van Burgemeesteren heeft gevonden , dat men op het „ Stadhuis had verteerd drie ftuivers , als Myn „ Heer van Chaslois," (welke de Zoon was van den toen regeerenden Souverein) te Hoorn was j en een weinig daar na op het Zelve Huis;, wan„ neer die zelve Heer daar was, twee ftuivers eh L een half. — Dat zy zestien braspenningen aan XIII. Dwx. ï i» Maal-  i3o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ Maaltyd en Bier, en tien ftuivers aan Franfchen Wyn betaald hebben, op Paasfchen Dingsdog,j, als men Kerkmeesteren, Waradyns, en andere Of,, ficieren van de Stad koos." By welk laatfte de Schryver, (welke iri den jaare 1630 overleedenis,) alvoorens nog meer dergelyken te vermelden, in ■verwondering, en als opgetoogen ftil ftaat, -en deeze.norabele woorden boekftaafd: „ fteld hier eens tegen, wat onkosten dat 'er nu by deezen tyd," (toen hy fchreef) ,, op deezen dag gemaakt wor„ den; 't verfchil zal zo groot zyn, dat men bykans fchroomachtig zal wezen het zelve uit te „ fpreeken." — Wy behoeven niet te remarqueeren , dat dit verfchil zedert dien tyd nog confiderabel is toegenoomen, dewyl zulks evident is; en trekken daar uit dit wettig gevolg, dat by aldien men in den tegenwoordigen tyd maar eenigfints in vergelyking zal brengen , de gegoedheid van een Poorter, welke in de jaaren 1422 en 1452 tot twee honderd vyftig Nobelen gegoed was, of tien ponden Schots betaalde, met de zodaanigen , welken men nu, uit hoofde van gegoedheid, een naar proportie equivalent aanzien in den Burgerftaat zoude moeten toekennen, 'er nu eene zeer veel grooter maate van gegoedheid in aanfchouw zoude moeten komen, om op het recht tot den Boongang, uit: hoofde van vermeide Privilegiën, aanfpraak te kunnen maaken En by de zodaanigen heeft men zich al van zeer oude dagen af, in de verkiezinge van de Boongangeren juist bepaalt, gelyk blykt uit het gunt de meergemelde Chronykfchryver Vklius op pagina 577 , over de geallegueerde Privilegiën handelende, aanteekend: „ Hier in is naderhaud (voor of' na de Troebles weet ik niet,) iets veranderings gefchied, alzo veele Lieden wel goeds genoeg 3, hadden, maar anders ongefchikt en onbekwaam ,, waren , dikwils ook Vyanden van de gemeene Regeeringe; dieshalven, wierd het gebragt-tot oir-■ s, deel van de Vroedfchap, wie van die genen, die g*J » noeg ■  de Gebèurténisfen in 1787 enz. voorgevallen. 131 j, noeg gegoed waren, teegelaaten zouden worden. " Men plag daar toe uit te leggen tusfehen de 80 en ) aangenaam zouden zyn 1 om tot Burgemeesteren te worden verkooren ; waaromtrent zedert den jaare 1766 meest altyd is gevolgd de rang van anciënniteit der Leden van de Vroedfchap; zonder dat iets diergelyks omtrent de vrye Nominatie van 21 Perfoonen , om daar uit Schepenen verkoozen te worden, ooit heeft plaats gehad,) weggenoomen hebben, door van het continueeren van zodaanig een Project af te zien. Als ook, dat by het laatfte Apostil op hun Request, in dato den 2 January 1787, wy ons over het gedaane verzoek niet breeder hebben uitgelaaten, om de Supplianten voor het oog hunner medeBurgeren niet te befchaamen , maar in tegendeel door deeze zachte weg onder den aandacht te brengen, dat zy dwaalden in hunne gedachten, en dat s&y zich met het te vooren geaccordeerde, op de conftante Practyk, zo als dezelve om.zeer gewigtige redenen is ingevoerd en onafgebrooken gevolgt, moesten te vrede houden. Dat nu de magt om over deeze zaaken te disponeeren, en beftellingen daar over te maaken, zo I 3 dat  134 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dat de Burgers (des noods) verplicht zyn zich daas aan te onderwerpen, aan ons privative corepeteerd, blykt uit het te vooren aangehaald en onwraakbaar getuigenis van den Chronyklchry ver Velius op pag, 577 j waar uit men terFens niet zonder goed fundament kan opmerken: dat, de ten deezen in der tyd noodzaakelyk te maakene veranderingen, apparent door het Volk zelve aan de decifie en beftellinge van de Vroedfchap zyn gebragt en gelaaten, en of dit nog niet genoegzaam ware, blyfct zulks ontegenzeggelyk uit de Verklaaring , welke U Edele Groot Mogenden zejve den 16 july 1587, aangaan, de den aart van het Collegie van Vroedfchappen iQ, de refpc&ive Steden hebben gegeeven , in deezé. woorden: ,, By deeze Coilegien alleen is de magt v om te advifeeren , refolveeren en disponeeren „ van alle zaaken, concerneerende den Staat van ,, den Lande en der Stede refpective; en wat het „ zelve Collegie advifeerd, word by de ganfche Bur» gexy gevolgd, daar tegen nooit een inbreuk of oppofitie van de Burgeren gevallen is." Men vergelyke hier mede het gedrag van deeze 258 Requeftranten, en het zal dezelven kenbaar maaken.' Dit meenen wy genoeg te zyn tot informatie van U Ed. Groot Mogenden, omtrent de wezentlyke gefieldheid der zaaken; en gaan dus over om te betoogen: dat eene zo oude, ja immcmoriaabele Cos», tume, als door de Supplianten zelve, by hun Request en overgelegde Memorie erkend en door ons beweezen is, de kragt van eene Wet heeft, ten dien erFecte, dat zelvs Privilegiën kunnen worden geëxtingueerd, en dus nog veel meer (gelyk in cas fubject) gealtereerd of gemodificeerd. Wy beroepen ons daaromtrent op de Leer van Hogo ije Groot, de Jure Belli ac Pacis L. 2. C. 4. §. 4. nunu tv; alwaar hy, handelende over de uitwerking van eene tacita derelidio, en van de prsfumtie, welke daar uit tegen den derelinquens volgt, beweerd, dat eene zodaanige dereliSlio kan worden  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 135 geintroduceerd per faSta, en daar toe deeze veel beduidende woorden gebruikt: Sic 9 fi is, qui rei adieu jus est Dominus, fciens cum altero, eam rem pos. fidenie, lamquam cum Domino, contrahat jus fuum re•mifisfe, merüo habebitur, en vervolgens in §. 5. nog aantoond, dat ook eene zodaanige derelitlio lacita kan worden geintroduceerd per non faSta, als iemand geen gebruik heeft gemaakt van zyn recht, en gedoogt, dat daar tegen wierd gehandeld , of dat het zelve by een ander wierd uitgeoefend, tot de bekoming van welk een recht per dereliStionem tacitam, hy appliceerd eene longa confuetudo, en zich daaromtrent in gezegde §. 5. N. 2. dus uitlaat: Cui fimillimum, quidin confuetudine apparet, nam htsc quoque, femotis Legibus Civüibus, qua certo tempor e ao^ modo eam introduci volunt, a populo fubdito intreduci potestex eo, quod ab imperium habente toleratur; tem* pus veto, quo Ma confuetudo effeStum Juris accipit, non est definitum, fed arbitrarium, quantum fatis est, ut concurrat'ad fignificandum confenfum. Hier vind men eene immemoriaale Collume by ons gevestigd. —• Die Leer word ook bevestigd in de L. 32. §. 1. ff. de Legibus, alwaar (in initio) gezegt word : Inveterata confuetudo pro Lege non im meriw cujtoditur. (en in fine) Qjiare reOisfime etiam illud.receptum est, ut leges non Jolum fufiragis legislatoris, fed etiam tacito confenfu omnium per defuetudinem abrogentur. — en in de L. 37. eodem.^ Si-de imerpretatione legis quceratur; imprimis infpiciemwn est, quo jute civitas retro in ejusmodi cafibus ufu fuis- fet, optima enim est legum interpres consue- JTUDo. — Wyders is hieromtrent natabel het gunt Voet ad Tit.ff. de Legibus. N. 37- aanmerkt: Nee minus ex dicïis profluit, Legem priorem, sed et per. consuetddxnem abrogari posfe, nam cum nihil mte resfet fuffragio populus fuam voluntatem declararet, an rebus ipfis & fa£tis , reEtisjivie quoqae illud receptum fuit, ut Leges non folum fuffragio Legislatoris, JeA et tacito consensu omnium per desuetudinem tollerenm aut mutarentur, ficut nee claufula in LegiI 4 ius,  336 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot bus, preecipue Municipalus haud infrequens (non ob«, stante consüetudine} id ipjum impediai, quippe quce de prceteritis tantum conjuetudinibus, non aliis in pojlerum demum introducendis accipienda est $ nam, uti priyatus nemo fibi legem dicere Tejlamento Juo potest, ut a priori voluntate ei rccedere non liceat, ita quoque cum non femper Leges pari utilitate maneant commenda- \ biles, qua primïtiVus juerant introduclce, mutatis jubindt moribus ac temparibus abs.ordum plane fueritid veile lege ca-ere, ne in melius ea novis, jive Legfbtis, fivc consuetudinibus, a recta ratione commendatus ïdjomietur. En dat zulks ook fpeciaal in materie van Privilegiën plaats heeft, leert dezelveVoet ad Tit. ff. de Conjlitutionibus Principum §. 24. als hy zich dus uitdrukt: planeJi, cum exercendi Pri> vilegiinon deesjet occajio, ex eo tempor e Privüegiatus, toto /patio prcejcriptioni Legibus aut moribus dejinito, non fuerit eo ufus , non dubitandum quin illud quoque, prafcriptione periturum Jït. Hier mede ftemt ook ten vollen in, de zeer beroemde Raadpenfionaris van Slingeeand, wanneer hy in het $de Capittel van het ijle Deel zyner Staat, kundige Gejchriften, het volgende ter neder fielt. In de derde plaats, verdiend het zyne opmer„ king, dat het van het uiterfte gevolg'zoude we,, zen, voor ufurpatien te willen doen gaan de ver- anderingen, die ongevoelig voorvallen in de for„ me van Regeeringen. — De Politieke Lighaa„ men zyn in deezen niet beftendiger als de Na„ tuurlyke. •— De tyd en eene langduurige posfesfie „ wettigen in materie van Regeering, het gene dat „ fchielyk, en met openbaar geweld gedaan wor„ dende, de naam van ufurpatie, of erger zoude verdienen: Zo men dit niet toejtaat, is 'er- 5, naauwlyks eene wettige Regeering." Wy oirdeelen het voorenflaande geallegeerde genoeg te zyn om te conftateeren, dat, wanneer zodaanige Privilegiën, als waar over ten deezen word gehandeld, door de uitgedrukte of ftilzwygende eoeftenimiDge van de Burgery, zodaanige verande»  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 13^ ring hebben ondergaan , en die vervolgen» onder het oog, en met de ftilzwygende goedkeuringe van dezelven in gebruik zyn gebragt en gebieeven, dezelve veranderingen even die zelve krag-t en werking hebben, als de eerfte geconcedeerde Privile,gien zelve, en daar aan even zeer kunnen derogeeren, zonder dat het recht, het welk anderfintb als. in perpetuum gegeeven zyude, daar uic voor de Na.koraelingfchap zoude hebben kunnen gebooren worden, door dezelve Jujto titulo zoude kunteh wof* den gereclameerd ; wanneer die veranderingen in der tyd met uitdrukkelyke of ftilzwygende goedkeuringe van de genen, aan welken die Privilegiën gegeeven waren, geintroduceerd en verder uitgeoefend zyn geworden; het welk ten deezen buiten alle tegenlpraak zeker plaats grypt. Men zoude mooglyk tegen dit zo duidelyk gededuceerde wel willen objicieeren : „ Deeze Privilegiën zyn gegee„ ven aan alle de gemeene Poorteren der Stad „ Hoorn, die in der tyd wezen zullen; dus kuntiea ook die Poorteren daar op door alle tyden heen , „ met recht aanfpraak maaken." — Maar deeze confequentie gaat niet door; want dit beteekend niet anders, dan dat deeze Privilegiën niet voor die tyd alleen, maar ook voor het vervolg, en als in perpetuum wierden gegeeven, het welk geenfints wegneemt, dat zodaanige Privilegiën in het geheel of ten deele kunnen worden veriooren of gemodificeerd, door ongebruik of contrarie Coftu. me, het gene eens plaats gegreepen hebbende, en zo wel gevestigd zynde als in cas fubjecl, van dat effect moet zyn, dat de gene, die toen zy gebooren, pf in de Burgerlyke Maatfchappygeasfocieerd wierden, de Privilegiën daar door geëxtingueerd, of gelimitteerd, zich geene bevoegtheid kunnen aanmaatigen, om dezelve wederom in train te brengen. Hier op is van byzondere applicatie, het gunt by Hugo de Groot de Jure Belli ac Pacis op byzondere refpetten Lib. 2. Cap. 4. §. 10. en 14. geI 5 leérd  f 3'3 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot leerd word, en wel §. 30. „ Sed aüa Mc & quidem per difficilis fuboritur qucestio, an nondum natis Jus s, fuum tacité tali derelictione posfit decedere ? Si non s> Posfe dicimus, nihil ad tranquillitatem Imperiorum J} ac dominiorum proficit modo dato cum pleraque talia fint , ut pofteris debeantur : Sin posfe affirmimus , s, mirum videbitur, quomodo filentium nocere posfit his , it qui loqui non potuerint, quippe cum nee exiflerent; it out quomodo aliorum fatüum aliis damno esje posfit. -— Ad hujusmodi folutionem fciendum est, ejus , tf QUI nondum natus est, nullum ESSE JUSj ficilt if nee ulia funt accidentia rei non exifientis; —r quare, fi populus, a cujus voluntate Jus regnandi prot) fiscitur voluntatem mutat, us, qui nondum naïi ft sunt UT quibus JüS QUjESITUM nondum est, nul- „ lam facit injuriam. Sicut autem populus expresfê J} mutare voluntatem potest, ita tacité credi mutasfe. „ Muiata igitur populi voluntate, neque dum exiftenPe j, eorum Jure, qui exfpectari posfunt, parentibus au- tem, equibus nafci posfunt, qui jus tempore esfint s, habituri , id ipfum jus derelinquentibus, nihil est, quod obfiat, quo minus Mud ab alio occupari po- test." Et diiïo §. 14: „ Ex his apparet, quatenus recipi „ posfit, quod ajunt nonnulli, semper licere subdi„ tis SI possint, in Libertatem; eam scilicet „ qUjE Populi est, se vindicare quia, quod vi „ partum est imperium, vi posfit disfolvi; quod autem. „ ex voluntate fit profeEtum, in eo poenitere liceat èf 3, mutare voluntatem, nam quee vi parta primum funt Imperia, posfunt ex voluntate tacita jus firmum ac„ cipere." Et voluntas aut ex initio Conjlituti imperii, aut ex post faSto , esfe potest talis, ut jus dety quod in posterum a voluntate non pendeat. Hier by voegen wy nog, het gene dezelve Gro» Tius in dat zeH'e ide Boek de Jur. Bel. ac Pac. C. 4. K. 7. zegt: „ Quia vero templis memoriam excedens „ quafi infinitüm est moraliter, ideo ejus temporis filen-. „ tium ad rei derelictig conjetluram femper fufficere vi- »> de-  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 13^ debitur." En daar .de Autheur in het vervolg van die Paragraaph de tyd , welke genoegzaam; word geoirdeeld, als .ten langde op honderd jaaren bepaald , voordeld,' yolgc daar uit pnwederfpreekelyk, dat in cas fubject meer dan twee honderd jaaren ftand gegreepen hebbende Derelictio tacita^ 6? -per facta contmria expres/afmeer dan voldoende is, om de letter vak dé Privilegiën buiten effect, en 0»berroepelyk te ftellen. , .Mier, fmede. de zaak voldongen achtende, zullen wy alleen nog, refiecte.eren, dat. byaldien'er na alles, wat wy hier vöaren. op zulke dugrige gronden 'hebben, ter nedefgedeld en brwce'zen, nog by iesmand eenige de minfte twy'fFjl mogte kunnen overblyven, (des, zo wy vertrouwen, geenfu;ts) of zodaanige Privilegiën, na dat dezelve in ongebruik geraakt zyn,.zouden kunnen worden gereclameerd, in deezen nog aan te merken zoude zyn ? dat daar die Privilegiën zyn gegeeven' aan alle de grr.icene Poorteren der .Stad Hoorn, die in der tyd weezeh zullen, dat is aan het gelieele Lighaani van de Burgery'; het dan nog geeniïnts aan het mindere gedeelte der Burgeren zoude competeeren, om in weerwil van het meerdere gedeelte, het welk begeert zich te houden aan de.Costume, waar door de Privilegiën rnet acquiescement van het gantfche L.ighaam der Burgery, door zo veel tyden heen, zyn gemodificeerd (gelyk in.cas fubject) zodaanige reclame te doen; dewyl het tegen alle regels van orde en goede Politie ftryd, dat het meerdere getal het mindere zoude moeten volgen. En dit brengt ons als van zelve tot het Request van 658 Burgeren en Poorteren van onze Stad, (waar onder niet minder aanzienelyke en gequalificeerden gevonden worden, als onder de 258 beVoorens aangeroerde, Waar by die Requestranten, om geallegeerde redenen verzoeken, dat U Ed. Groot Mogenden het verzoek door de Vermelde S58 Poorteren gedaan, gelieven te wyzen van de hand,  I4P Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hand, en aan hun te gelasten, zich te vrede ta c j \Lr de trunftiee D spofitie, by deeze ReïSog op dednC IMaart 178? op de Requeste van N HiNLcioPEN c«m>« in dato den 7 December SrV aan BurRtmeesteren en Vroedfchappen deeze?r Stadgepunteerd) door U Ed Groot Mo. lenden byApoftille in dato den 7den Maart deezes faars mede aan ons ten fine van bericht gezonden. 3 Tan welke geregeerde requifitie by deezen te eelvk voldoende, remarqueeren wy, dat (buiïen§en behalven zo veele anderen van onze Burgereï, en Poorteren als verkozen hebben, door hun ftiïzwygen te betoonen, dat zy berusten m de Randgrfpende Costume, en niet mede willen doen , met die genen, welke daar in verandering begeefel f hier nog een zeer aanzienelyk getal van onze Buriren en Pborteren voorkomt, die niet met ftil. !wyfen wiSen laaten parfeeren de fctftvcS uitdrukkineen, welke een klein getal hunner mede-Burgeren? fveele apparent zonder genoegzaame bewustheid ian het gunt zy onderteekenden,) zich met opzlch tot hunne wittige Regeering veroirjover1, maar aan ü Ed. Groot Mogenden kennelyk maaken dat het niet is de Burgery of de Volkftem der Stad Hoorn, welke iets ten nadeele van hunne Regeering voortbrengt, veel min eenige y«ande"ng hoegenaamd, in de ten deezen gevestigde Cosmme legeerd; maar dat het alleen die weinige ind» viduën zyn, welke (uit inzichten, die wy onbeHeelt laaten) de oude paaien trachten te verzetten, en na verandering ftaan, omtrent de inrichtingen welke in cas fubjeSt om zeer goede en gewichtige redenen vanouds her zyn geïntroduceerd In ftand grypen; ja zelvs in den jaare nj^oor U Ed. Groot Mogenden erkent en gevolgt zyn, zo als uit Hoogstderzelver Refolutie van den 28 February van dat jaar genoomen , coniteert. Wv pryzen den yver deezer Requestranten, en ftemtnen met dezelven en met onze verdere Burge-  de Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 141 ren en Poorteren (de weinige ten deezen op zich zelve ftaande individuen uitgezonderd) ten vollen overeen, inhaereeren alles, wat hier vooren over die materie hebben gepofeerd en beweezen; en befluiten met deeze verklaaring, dat wy, die me. de-Burgeren en Poorteren der Stad Hoorn zyn, als Reprefentanten van het geheele Lighaam der Burgery van dezelve Stad, ter voldoeninge aan de fpeciaale qualificatie, door U Ed. Groot Mogenden aan ons, als de eenige bevoegde Perfoonen, om over het werk der Magiftraats-beftellinge van onze Stad te befchikken, by Octrooy in dato den 9 February 1667 gegeeven, op het fterkftebevestigen, dat de rust en veiligheid van onze Stad, zo wel als de goede orde en bewaaring van behoorlyk refpeft voor de Regeering alhier, te famen, en ieder op zich zelve, volftrekt vereisfchen, dat de modificatien en alteratien die om zeer gewigtige* en nog wel deegelyke fubfisteerende redenen, zo, by de oprichting van deeze Republiek, als met de gezegende Reformatie en deszelvs heilryke gevolgen in de ten deezen geconcerneerde Privilegiën zyn gemaakt, en door het gebruik ftand grypen, in derzelver volle kracht en effect blyven vigeeren, en daar door aan de goede intentie van ons, en aan de gemanifesteerde inclinatie van verre het grootlle gedeelte onzer Burgeren en Poorteren worde voldaan, en geen het minfte reguard genoomen op het verzoek van die weinigen, welke zich met woorden en daaden van het gros onzer goede Burgeren en Poorteren affcheiden. ; Wy eindigen dit ons Bericht, in dat gerust vertrouwen, dat U Ed. Groot Mogenden, nu van de waare gefteldheid der zaake volkomen onderricht,, geene de allerminfte zwaarigheid zullen vinden, om in conformiteit van het verzoek by de laatstgemelde Requestranten gedaan, het verzoek van de 258 Requestranten te wyzen van de hand. Hier mede beveelen wy U Ed. Groot Mogenden in  142 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot in de Protectie des Allerhoogften, en hebben dg: eer ons te noemen, Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) Hoorn, den 29 U Ed. Groot Mogenden Diensü Maart 1787. willigen, . Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Ploorn* (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) Ci j. van de Blocquery. Aan de Édele Groot Mogende Heerën Staa« ten van Holland en West-Friesland. Geeven met alle eerbied te kennen de ondergeteekende Poorteren der Stad Hoorm Dat zy Supplianten een lange reeks van jaaren, niet alleen afgekeurt; maar geduurig met degrootlle aandoening hebben moeten ondervinden de wyze (zo aliTnts ftrydig met der Poorteren Voorrechten en Privilegiën) die in het gaan ter Boon, het kiezen van Burgemeesteren, en noemen van eenen- twintig Perfoonen; op dat daar uit zeven Schepenen, by dien het behoort, gekooren worden3 op den goeden Vrydag, plaatsgreep. Dat alles Ed. Groot Mogende Heeren ! gefchiede niet ingevolgen de Privilegiën van Joan Hertog van Beijeren, gedagteekendden 5 Augustus 1422, en dat van Philips Hertog Van Boürcongien, den 25 May 1452, — nimmer wierd een Poorter uit hoofde zyner gegoedheid; maar uit die, eener eigendunkelyke verkiezing, het zy van denStadhoU. der, of van Burgemeesteren en Raaden birïnen dee-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 143 ze Stad, ten Boongang geroepen; nimmer wierden Burgemeesteren vrylyk (offchoon Kiesmannen even te vooren zulks met een zwaaren ééd hadden bevestigd) verkooren: •— men moesteen zogenaamd Project van den Stadhouder volgen: — omtrent welkers ongegrondheid, en het recht daar en tegens den Poorters van Hoorn competeerende, de Supplianten intusfchen de vryheid neemen (om U Ed. Groot Mogenden dus doende met geen laDgwylig verhaal te verveelen) zich by een Copie Authentiek fub litt. A 1. & 2. loco, hier aan geadnexeerd, te refereeren. (*) Dat de Supplianten deeze zo verregaande on* rechtmaatigheid en het zo fchandelyk verwaarloozen hunner dierbaare Voorrechten en Privilegiën, zich meer en meer te binnen brengende, zich verplicht vonden, op den 5 December des jaars 1785, hunne klachten deswegens neder te leggen in den fchoot van Hun Ed. Groot Achtb., de Heeren Burgemeesteren en Raaden deezer Stad; waar toe de Supplianten de eer hebben zich te refereeren fub litt. B 1. loco; als mede tot de Memorie adftructive, ter elucidatie van het een en ander by dezelve Requeste aan welgemelde Hun Ed. Groot Achtb. overgegeeven, fub litt. 2. loco. Dat het zelve van dien gevolgen was, dat de Supplianten met een ten deelen gunftig Appoinctement, op den 20 Maart 1786, wierden vereerd, geflagen op gemelde Copie Authentiek der Requeste fub litt. B. ti loco in init.; dat de Supplianten tot hun zielfmerte, by de verandering der Regee.ring, op den goeden Vrydag des voorleeden jaars 1786, moesten ondervinden, dat Hun Ed. Groot Achtb. door gequalificeerde Poorteren (gelyk in h gemelde Appoinctement gefteld) verftaan hadden, dusdaanige Poorteren, die uit hoofde eener Verkiezing of Electie van Hun Ed. Groot Achtb. tot den (*) Deeze beide Stukken hier voor hl. 36—39 reeds geplaatst zynde, zal het voldoen onze Leezers daar na to.' te wyzen. "  PI4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den Boongang wierden opgeroepen. — En niet i ingevolge het Privilegie, uit hoofde hunner gegoedheid, of eigendommen. AI het welk de: Supplianten ten fterkfte (volgens hun inzien,) ver-, plichten, zich op nieuws by Requeste te Adresfee-' leeren aan Hun Ed. Groot Achtb., de Heeren Burgemeesteren en Raaden deezer Stad; gelyk con-< fleert uit het zelve fub litt. C, waar toe ten laatftem de Supplianten de vryheid neemen zich te refe-,. reeren. Dit immers Ed. Groot Mogende Heeren! binnen! deeze onze Muuren ftand grypende, zoude de Supplianten tot hun grootfte verdriet, tot hun grie-■ venftefmerte, zekerlyk moeten ondervinden, dat: de verregaandfte Ariftocratie, of liever een volko-. men Despotismus alhier zyn troon had gevestigd. Hy die tot de Burgemeesterlyke waardigheid,, of die van Schepen tracht te komen, zou de Boonganger verkiezen; —-- en deeze weder uit ver- • plichting, of nog erger, hem in die zo veel hem aangelegen leggende en aanzienlyke rang plaatfen:: *— o neen (gelyk ten duidelykften blykt,) het : Privilegie zo van Joan Hertog van Beijeren en: Philips Hertog van Boorgondien, als anderen, , dicteeren het tegendeel daar van ; den Suppliant te 1 uitdrukkelyk, als dat zy, onder zulk een Slaafsch juk , hunne knieën zouden moeten buigen. -— Dat hoe gegrond de Supplianten, op gemelde Requeste konde vertrouwen, een alfints gunftig Appoinctement te zullen erlangen , het zelve echter geweest": is van die fmertelyke gevolgen, gelyk confteerd uit het product fub litt. C, dat men heeft kunnen goedvinden, om redenen het zelve te declineer en. Dat de Supplianten vervolgens ten klaarften beBeffende om de reeds geallegueerde redenen, weM }ce fmertelyke gevolgen uit dusdaanige, door Burgemeesteren en Raaden verkorenen Boongangeïs I voor deeze Stad, en derzelve goede Ingezetenen,! zoude kunnen fpruitenj •— als mede op eene hodf verregaande wyze, den Supplianten, en verdere Bufj  de 'Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevalkn. 14 f Burgers deezer Stad dierbaarfte Panden, naament* lyk Voorrechten en Privilegiën, als 't ware met de voeten vertreeden, en op geene wyze worden gade gefiaagen. — Zo is het, dat de Supplianten volgens hunnen ééd en plicht, ter behoud derzelve Voorrechten en Privilegiën als mede tot wel* zyn, groei, en bloer hunner Stad, en mede-Burgers, zich thands genoodzaakt vinden, de gewich* tige occupatien van ü Ed. Groot Mogenden te moeten interrumpeeren, en zich te keeren tot U Ed. Groot Mogenden , allereerbiedigst verzoekende : „ dat U £d. Groot Mogenden ex plenitudine „ potestatis gelieven te effectuëeren, dat dusdaanig n eene wiliekeurige opgemaakte Lyst van Boon„-gangeren worde gefield buiten effect, en het „ wyders daar heen dirigeereu, dat op den aanfiaanden goeden Vrydag, by de verandering der „ Regeering binnen deeze Stad, en alle de vólé geade Verkiezingen, ieder Poorter, naar luid 1, der bezwoorene Privilegiën, en dus uit krachte , zyner gegoedheid, of eigendommen, en nim, mer uit die, eener eigendunkelyke Electie, op. , geroepen worden, en ter Boon of te Lote gaan , en geene anderen. (Onder fiond) *t Welk doende &c. 'was geteekend, met 258 Naamen\ Littera B, ï. Locth Burgemeesteren en Vroedfchappen dér Stad foorn, de geannexeerde Requeste hebbende geren en geëxamineerd, gelet op het gene in deeze e letten ftond, hebben na rype deliberatie goedevonden en verftaan, voortaan aan die genen oner de Supplianten, dewelke bereids tot den Boon» imgzyn gequalificeert; en alle anderen, dewelke 1 het vervolg daar toe werden verklaart gequalifi- XlII. Deel. 'K. ceert  14 (5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot cecrt te zyn, volkomen vry en onverlet te laaten, om zodaanige Perfoonen te verkiezen tot Burgemeesteren, mitsgaders te nominceren tot Schepenen, als dezelve ingevolge den ééd en der Stede Privilegiën en Costume daar toe gerechtigt zullen zyn. Actum ter Vroedfchaps-Vergadering, den 20 Maait 1786. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van dezelven, (was geu~) C. J. van de Blocquery. 1 Aan de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Raaden der Stad Hoorn ! Geeven met verfchuldigde eerbied te kennen de ondergeteekende Poorteren der Stad Hoorn: hoe zy Supplianten met innige aandoening, met het grievendfte leedweezen gezien hebben de wyze, die in het gaan ter Boon, het kiezen van Burgemeesteren, en noemen van Schepenen federt Jang heeft plaats gehad; — ja, hoe zy Supplianten onderricht zyn, dat by die gelegenheid, op den goeden Vrydag, niet alleen tegens onze duurgekogte Vryheid, tegens onze zo uitmuntende, als dierbaare Voorrechten en Privilegiën , waarvoor der Supplianten Voorvaders tonnen Schats betaald en eene Zee van bloed geltort hebben: maar zelvs tegens den eerbied, het Heilig Opperwezen verschuldigd, zo by de vermaaninge, die vooraf door den mondeenes Leeraars word uitgefprooken, als by eenen plegtigen en uitgebreiden ééd, en daar na volgende eer.ftemmige gebeden, om de ver-, lichting van Gods Geest, als het ware word aangegaan : niet dat de Supplianten de leerrede, ééd en gebed wenschten weggeruimd te zien: —I jvn, zy Myvcn! edoch het misbruik worde te niet gedaan J AI  de Gèbeurtenisfén in 1787 enz. voorgevallen. 147 , AI het welk dan, gelvk de Supplianten naauv». keurig onderzogt hebben, proflueert uit de Refolutien daar toe van tyd tot tyd genoomen, enwaarfch'ynl'yk reeds die, by de omwenteling van den jaare 1572, en in de Verwarringe en wel van den 27 Maart 1619, en weder van den 9 April 1626, en by de Verheffing van Willem de III, (Glor. gedagt.) in den jaare 1672 en 1673, gelyk mede fpsciaal van den 23 September 1747, van den ir April 1748, van den 24 May 1749, en eindelyk öie van den 24 Maart 1766, en verdere zo voor, 'tusfehen als na dien tyd door Burgemeesteren en .Raaden desaangaande bepaald. Refolutien die alle zo notoir ftrydefc tegens de Privilegiën en Voorrechten der Poorteren van Hoorn; dat de Supplianten meenen voor zich, en voor de Nakomelingfchap verplicht te zyn deeze hunne bezwaaren in den fchoot hunner Burgervaderen neder te leggen, met nedrrg aanbod, om de oedenkingen daaromtrent by ü Ed. Groot Achtb. Mtftaandej zo veel in der Supplianten vermogen s; des gerequireerd wordende) op te losfen. Waarom de Supplianten zich adresfeeren by Ü Edele Gröot Achtb., inftantelyk verzoekende: I dat het U Ed. Groot Achtb., die de Rechten , der Stad, Burgers en Poorters bezwooren heb, ben, behaage, die Rechten aan de Stad, Bur» gers en Poorters weder te doen erlangen; de , gerechtigde Poorteren volgens kracht van het „ Privilegie van den jaare 1422, doorjohan Her, tog van BetjerEn gegeeven; en geaugm-jnteert , in den jaire 1.152, door Philips Hertóg van , Bourgondien, onverhinderd te Boon te laaten i gaan, vryelyk Burgemeesteren kiezen, en ver, ders benoemen een drie dubbel getal; op dat , daar uit zeven Schepenen by dien her. behoort , gekooren worden, zonder eenig project; follici, tadej Of dreiginge van iemand ter werel't te ge, draagen; op dat, dus doende, der Süppiianfëri 1 bunne aloude Privilegiën, zonder eenige dé. K 2 „ min.  148 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot minfte inbreuk, ten vollen hunne kracht heb. „ ben." A&um Hoorn den 5 December 1785. (Onder ftond) 't Welk doende &c. •was geteekend, met 113 Naamen. Accordeert met deszelvs origineel, (My geëxhibeerd) Actum Hoorn den 12 February 1787. (was get.) Nicolaas van Beek. Notaris» Edele Groot Achtbaare Heeren! De Supplianten zeggen in hunne Requeste: dat 3 zy met innige aandoening, met het grievendfte-' „ leedweezen gezien hebben de wyze, die in het., „ gaan ter Boon, het kiezen van Burgemeesteren,% „ en noemen van Schepenen federt lang heeft plaats? „ gehad." —— Zeker is het dat niemand ontken- jj nen zal, of de gegrondfte redenen geeven daar toe, aanleiding, laat men maar eens nagaan op welke! manier het gaan ter Boon, het Kiezen van Burge-? meesteren, en Noemen van Schepenen thands ftand.1 grypt, en daar en tegen de oirzaak en waaren grond" van der Poorteren van Hoorn hunne aloude, zo. uitmuntende als onwaardeerbre Privilegiën in bea Kiezen van Burgemeesteren en Noemen van Schel penen. Wat het eerfte aanbelangt, naamentlyk: de tem genwoordige wyze van het gaan ter Boon, Kiezen, van Burgemeesteren en Noemen van Schepenen; deeze is onnodig aan te roeren, dewyl dezelve!* een ieder jaarlyks weder op nieuw in het geheu-j gen wordt gebragt; edoch de oirzaak en waare grond van onze Privilegiën van den jaare 1422 enB 1452  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 149 1452, en de Refolutie daaromtrent, in welke tyden en om welke redenen genoomen, ftaat in deezen wat breedvoerig aan te toonen. Dat de Rechten en Privilegiën van de Stad Hoorn, niet gegeeven of verkreegen zyn aan nog by de Heeren Regenten ; maar wel het Volk, zuilen U Ed. Groot Achtb. gelieven te coniideree:en: — hoe dat van de eerfte fundatie, en den beginnen van de Stad Hoorn af, de Poorters van die >tad gebruikt hebben zekere Rechten en Cos turnen, iewelken niet bevonden worden by iemand aan de:elven gegeeven of geodtroyeert te zyn; maar die lun aangebooren waren naar de Wetten van Westfriesland, zynde merktekenen van de overblyfzeen van de oude Friefen Wetten en Vryheid, die nn ongekrenkt waren overgelaaten. Ten welken tyde jaarlyks op den goede Vrydag laaden, dat is Burgemeesteren, door negen Manen, ten dien einde uit het geheele Lighaam der iurgery afgeloot, gekozen zyn. I De Graaven van Holland, die reeds door het ïoncordaat van den jaare 1288 bekomen hadden, het eftellen van het Gerecht in West-Friesland, koen mitsdien alle jaaren op den Paasch-avond uit e Poorteren deezer Stad, zeven Schepenen om [echt te pleegen, als blykt uit de Handvesten van lertog Alerecht aan deeze Stad gegeeven, in kto den 18 Oótober 1397; waar uit het gepofeerb bevestigd wordt, dat naamentlyk volgens Cosjrae by de Poorters op gezegde wyze reeds Burpmeesteren en Schepenen gekooren wierden; — pwyl aldaar uitdrukkelyk met deeze woorden geegt wordt: ,, zo zy tevooren (hoewel zonder Privilegie,) gewoon waren te doen." Weshalven het Privilegie van Graaf Johaïm ia da> den 5 Augustus 1422, aangezien moet worden s een uitlegging van het Recht der Poorteren deeit Stad, hun door Costume reeds competeerende, 1 hun by de Concordaaten van 1288 gelaaten, dus ït buiten alle twyffel is, dat zo uit de Costume K 3 alg  150 Verzameling van Stukken betrekkelyk U$ als nadere bevestiging der Piivilegien van Graaf Willem,, in dato'den 10 April 1412, van Graaf. Johan, in dato den 5 Augustus 1422, en san Phi.i lips Hertog van Bourgondien, in dato den 2j May,; 1452, beweezen wordt, dat hu Recht van Burge-: meesteren te Kiezen en Schepenen te Nomineeren,_ Poorterea deezer Stadcompeteerd, een Recht dus^ dat noch door eenige Refolutie van U Ed. Greoc Achtb. (bet zy met aile eerbied gezegd) rcclij door de Stadhouders, noch op eenigerhande w\zef het minst kan verkort worden; en wel een Recht^ dat die Poorter beezigt die voigens den letter varjij het Privilegie ?> binnen onze Stede van Hoorn, ,, woonachtig is, en de thien Pond Schots heb-.i 1, ben, of daar en boven, dats te weeten, dat zy' 3, tot derde half hoodert Nobelen gegoed zyn ofÉ „ daar en boven &c." Uit de 94 §. van de Keure deezer Stad van den jan re 145.9, contreert mede: ,, dat alle de genen, die. tor tien Pont Schots off daer en boven te Schoteo ,, ftaan : die Sellen jaerlics op den ghoeden VridaghJ ,, die Raeden Kiefen" &c. —— In het jaar 1477, had der Poorteren Recht ook nog zyn kracht, ge»: lyk biykt uit Velics Cron. van Hoorn op dat jaar pag. 105. Wanneer die onlterflyke Man ons aantoond het zo bekend Oproer ten tyde van dea Schout Velaer ontitaan, en weder op het jaar, 1482 pag, 199, waar hy ook aanwyst, hoe dierbaar-: en heilig dit Recht de Poorteren van Hoorn altoos,, is geweest, en dit was in den jaare 1527 nog on» verandert, daar die zelvde Schry ver op dat jaar pam 229 ons daar aan de hand geeft een Brief van den,! Treforier Mr. Fincfnt, waar in die aan den Schout fchryft: „ dat hy zich in die Electie toekomend^: ,, van de Wet zoude willen voegen met die Hee*, „ ren tot beter rust en vrede in de Stede." Uit dit alles is dus volkomen beweezen het Recht der Poorteren van Hoorn, en dat het zelve ook geduurig zyn effect heeft gehad, hoe Oproerig, koe hachlyk die tyden mogen, geweest zy»: —L  ie Gebeurtenisfe)i in 1787 enz. voorgevallen. ijl maar men vraagt dan: wanneer zyn 'er Infraclien gekomen op deeze zo dierbaaie Privilegiën? ■ en dit is naar men na kan gaan, geweest ledcrt den jaare 1572, by de Beroertens en Omwenteling in die dagen voorgevallen en federt dit (offchoon de Regenten daar toe het Recht niet hadden; dewyl gelyk ten vollen gededuceerd is, deeze Costumen en Privilegiën niet aan de Regenten , maar aan de Poorteren zeiven gegeeven zyn) met het beste oogmerk, met het heilzaamde doelwit, en daar na volgende uitkomst, —want in dien tyd, was zulks allernoodzaaklykst, enkel maar in aanmerking genoomen het poinct van de Religie en de aanhang die de Hertog van Alba hier had, waarom allerwaarfchynlykst, het eerst eene nodiging, en Naamlyst van gekoorenen Boongangers zal t'famen gefteld zyn; op dat dus doende de Stad Hoorn tot uitvoering van allen die zo verdetflyke ais haatelyke geichillen mede mogt verkrygen die vertegenwoordigers, die dewaare Leer van Christüs waren toegedaan, en vyanden van den Hertog van ^LBA: — had men immers ter dier tyde zulks niet te wege gebragt, zou 'er meer en meer twist, desaangaande ontdaan zyn; dewyl het eene gedeelte der Poorteren zou gekooren hebben, hun, die den voorheen heerfchenden Godsdienst beleeden, het andere die de Hervormde Leere omhelsden; — waar door de allerellendigde gevolgen, ia de bitterde onlusten tusfehen Burger en Burger, en wat meer is tusfehen Regent en Regent; zelvs mooglyk tusfehen Stad en Stad, zouden gebooren 2VU liGWGCSC» Maar heeft dit object, dat in dien tyd van het grootde uitzicht en aanbelang was, en door den nood verfchoont, en dus niet in gevolg getrokken mag worden, thands in onze dagen nog plaats? immers neen: — dit zal klaar blyken uit de twee volgende Poincten; zo fomwylen iemand om voorgemelde redenen nog gekorenen BooDgangers wilde hebben. „ K 4 *» Dan  %5% Verzameling van. Stukken betrekkelyk tot 1. Dan het is eene vaste en fundamenteele regel, dat niemand in dit ons dierbaar Vaderland, een Vertegenwoordiger des Volks kan zyn, ofzo wel den Stoel van Regeering , als die van Recht bekleeden, dan als hy, die de waare Gereformeerde Religie is toegedaan; — dit is al te bekend, dat men zulks hier nader onder 't oog zou behoeven te brengen. —— Ziet intusfchen in 't generaal Gr. R. Boek, Deel IV. Fol. 394. fjf feqq., en mede het Plac. van Hun Ed. Gr. Mog. in dato den 24 January 1755. Art. L en Refolutie. van de St. Gen. in dato den 27 January 1651 in Gr, Placaatb. Deel I. Fol. 794. 2. Kan dit geen object zyn? Laat men enkel maar eens nagaan den ééd, die een Keurman verplicht is te doen; naamentlyk hy zweert: „ te zullen kiezen vier Burgemeesteren enz., Lief. hebbèrs ouzes Vaderlands en dr,r waare Gerefor-. „ meerde Christelyke Religie, en Haaters van Paaps,, gezindheid en Pausfelyke fuperjtitien," ziet het. Eedboek deezer Stad: —"hoe is het nu mooglyk, deezen ééd in acht genoomen zynde, dat 'er iemand gekooren kan worden, dan zulk eenen, die de Gereformeerde Religie opentlyk belydt? — want offchoon vereischt wordt, dat de Reprefentanten deeze Leer van Christus toegedaan zyn; nogthands mogen en moeten, volgens onze oude Herkomen en Privilegiën., de Poorteren, welke gronden van Godsdienst hy ook omhelze, de vrye verkiezing van Burgemeesteren en Schepenen genieten; in aanmerking genoomen: dat zy de Vaderen en Rechters zyn van het gantfche Volk, van alle Poorteren binnen deeze Stad. Maar men werpe ons tegen, dat dus doende ook Godsloochenaars , Jooden, ja Heidenen zelvs, zo zy maar het Poorters.Recht en foeds genoeg bezitten, mede ter Boon kunnen ga°an. Wat dit aanbelangt, weet men, dat even zo m'.a de eerften in onze Republiek geduld, als de Jaatften 'er- gevonden worden, ten minften zeker ni.es  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 153 niet als Poorters; en wat de Jooden betreft, weec een ieder, die eenigfints in het recht der Volkeren ervaaren is, in hoe verre die aldaar, waar men het Euangelium en de Leer van den Zaligmaaker openbaart en verkondigt, onder de Volkftern, dat is onder de Christenen kunnen erkend worden; zie H. Grotius de J. B. ac P. Lib. II. Cap. XV, §. 10, 11 en 12. ibid. Comm.; en daarom als Boongangers ook niet zouden verfchynen; ■—. daar en tegen is ons wel bewust, het gene Bynkershoek in Qucest. Juris Publ. Lib II. Cap. 21, in fine zegt: — maar zulks objiceert niets, als men nagaat, dat de Praefident enkel daar expliceert de §. 4. der Munjleifche Vrede van den 30 January 1648, en dus aantoond, in hoe verre een Jood als Onderzaat en Inwooader moet befchermd, maar niet, in hoe verre als Stemhebbende, onder het Volk, moet erkend worden. Zeer weinig vind men verders tot den jaare 1618 en 1619, belangende der Poorteren Recht om ter Boon te gaan, dus men veronderdellen mig, dat 'er zedert den jaare 1572, in den begianne jaarlyks zekere Burgers geroepen zyn om ter Boon te gaan, en dat daar na gerefolveerd is, om daar toe een vaste Lyst of Boon-Cedulle te maaken, daar wy reeds vinden, dat in den jaare I6l3den 3 April de Boon-Cedullegerejecteert is, en in plaats van de derden, anderen gekooren, zie Refolutie der Vroedfchap. Onderwyl viud men ook nog by Velius Roornfche Chron. ad Ao. 1607. pag. 531. dat in gezegde jaar 1607, op een ,, dag tweemaal ter Bcon geg ssn wierd, uit hoof- de dat alle Luiden getrokken hebbende, dié ,, daar toe geroepen waren, evenwel een deel van „ de zwarte Boonen in de zak bleeven, waar- om des namiddags op nieuw omgegaan werd, om het getal van de zwarte Boonen te vervul„ len." —•' Thands gaan wy over tot den jaare 1618; een tyd, die ons meer zal aantoonen, op welk eene K 5 wyz©  154 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wyze, de zo aloude Privilegiën der Poorteren van .1 Hoorn zyn onderdrukt geworden. — Wie fchrikt : niet? — zo men indenkt, wat 'er al in die dagen i in ons lieve Vaderland , ja ook byzonder in onze : Stad is voorgevallen. Wie is 'er die niet ten i fterkfteD aangedaan is, zo hy de Hiftorien van dien i tyd raadpleegt, die niet met het groQtfte afgryzen i verfoeit, het géne de zo roemwaardige Velius in| zyn Hoornfche Chron. op dat jaar aan teekend. ■— Maar laat ons (om in deezen zo veel mooglykr: kort te zyn, ons verzekerd houdende, dat ieder'' het voorgevallene van die dagen bekend is) terftondI aan het daglicht ftellen, op welk eene wyze men i mede met de Coftumen en Privilegiën van Hoorn i handelde, Prins Maurits in de maand van September in Zuid- en Noord-Holland naar de meeste Steden zich . begeeven hebbende, om de Magiftraaten te veranderen, of gelyk men toen fprak, om de hekken om te hangen; kwam in de maand van October binnen onze Stad, en na drie dagen vertoevens, toen hy, door het vergaderen van een menigte Krygsvolk, de overmagt tegens de Burgers bezat, bedankte hy de Magiftraat van hunne dienst, ontfloeg hun te famen van hunnen ééd: —- dn oirzaak daar van, gaf ' hy voor: dat de rust van het Land zulks vereischte; daar na ontbood hy een nieuwe Raad; ftelde zelve tegens alle orde, tegens alle recht, tegens Coftumen, Privilegiën en verdere goede Wetten, vier Burgemeesteren aan. — De Prins naar Enkhuizen vertrokken zynde, nam de nieuwe Regeering een aanvang, en wel terftond ontzetten zy den braaven Secretaris Kies van zyn Ambt. — Het volgende jaar i6rs>, de dag van de verandering der Regeering naderende, fchreef Maurits den 25 Maart 1619, aan Burgemeesteren en Raaden deeze volgende Misfive, in fubftantie dus ' luidende: Eer<.  Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 155 Eerzame, Wyze ende Discrete, Lieve Byzondere! „ Alzo Uluiden genoegzaam bekend is, met wat „ moeite ende arbeid Wy Ons in den voorleed© „ Jare in verfcheiden Steden van Holland en West., Vriesland hadden begeven, ende namentlyk me. de binnen Uluider Stede, om allen factiën die „ fommigen waren dryvende, te weren, ende al ,, zulken Plaatiën wederom in haar voorgaande rust jj en orde te brengen, ende dat wy nu verftaan, ,, dat het refumeren van de Boonluiden binnen U- luider Stede voor handen is, vinden wy daarom. „ nodig (omme niet wederom in vorige zwarighe„ den en inconvenienten te vallen) dat dezelve Boonluiden mogen gefteld, en dienvolgens alzul„ ken Magiftraten voordaan gekofen worden, waar „ meede de ware Gereformeerde Religie worde gs„ maintineerd, ende goede Ingezetenen van Ului- der Stede in een goede ruste en eenheid gehou- den worde; — zo is hier mede ons ernjtig begee~ ,, rsn, dat tot Boonmannen van Uluider Sieede gejtcli worden die gene, die wy in den by gaande Lysie ge,, nomineert hebben." —■ Haare naamen vind men in de Refolutie van den 27 Maart 1619, dat volgens inhoudende Last en Orde van zyne Excellentie, na rype examinatie en deliberatie van de voorfz. BooaCedulle , en ook reguard genoomen zynde op de getrouwe zorge, die zyne Excellentie altyd voor de rust en eenheid deezer Stede is draagende, dezelve Boon-CeduMe is geapprobeert en van waarde erkend enz. Deeze Boongangers opgeroepen en de BoongaDg geëindigt zynde, wierd aan de Keurmannen eenaa-< dere Brief van Prins Maurits op nieuw voorgeleezen, waar in belast wierd, dat zy in het kiezen van de Burgemeesteren voor dit maal niet zouden treden buiten de Vroedfchap, om dat de gemeene rust zulks vereischte; met belofte daar by, NB. dat het zelve namaals niet zoude getrokken worden in gevolg tot na*  ts.0 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nadeel van Stads Privilegiën: hoedaaoig een Brief nogthands de Krygshaftige Maurits jaarlyks, tot zyn dood toe, heeft afgezonden. Uit het bovengemelde conüeert, dat in dien tyd, der Burgeren zo duurgekogte en dierbaare Privilegiën, als 't ware, met de voeten zyn vertreden. In 't jaar 1618 liet men toe, dat een Perfoon op een gantsch ongehoorden tyd, de geheele Regeering veranderde, geen Burgers- veelmin PoortersRecht erkennende: en in den jaare 1619 tegens, en op den tyd der verandering onzer Regeering, ging men (gelyk wy gezien hebben) nog verder: wel is waar, dat 'er zedert den jaare 1572 zekere bepaalde Poorteren, het gene al ftreed tegens de Privilegiën, ten Boon geroepen waren, dat 'er naderhand een Boon-Cedulle door de Vroedfchap was gemaakt, het gene van jaar tot jaar door gewoonte had ftand gegreepen; edoch nimmer zo verre was gegaan, als in gezegde jaar; wanneer Prins Maukits onbevoegd, die genen tot Boonlieden noemde, waar door hy verzekert mogt zyn, dat de zulken het Roer van deeze Stad in handen zouden hebben, die het met hen eens waren; — zelvs immers vertrouwde hy nog niet genoeg zyn Aanhang, zyne gekozene Boonlieden: ■— neen: — dit blykt uit den naderen Brief: waar in zyne Excellentie geen vrye keuze aan die Boongangeren overlaat; maar hun gelast, geen Burgemeesteren buiten de Vroedfchap te kiezen: — iets, Ed, Groot Achtb. Heeren! dat zyne Excellentie (gelyk blykt uit de zo even aangehaalde Misfive,) zelve bekende ftrydig te zyn, tegens de Privilegiën van deeze Stad. Verder is volgens Refolutie van den 9 April 1626, de Boon-Cedulle gerefumeerd, en zes Perfoonen op nieuw geëligeerd, in plaats van de Overleedenen, en de Electores ook weder aangezegt, geen Burgemeesteren buiten de Vroedfchap te kiezen. Den 1 April 1627 gerefolveert , eenen Glaas Claasz. Lastdraager, om zyne notoire infolventie, niet ten  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 157 ten Boongang te nodigen ; en niemand toe te laaten, dan by fpeciaale Nominatie van Hun Ed. Gr. Achtb. •— Dus toen ter tyd na den dood van Prins Maürits, (den 23 April 1625) de Verkiezing weder by de Vroedfchap fchynt aangenoomen te zyn; by die zelvde Refolutie ook verftaan: dat de Schout de Keurmannen zou verzoeken, in het kiezen van Burgemeesteren volgens voorgaande last van den Prince, geene buiten de Vroedfchap te kiezen; ——— welk verzoek echter na die tyd geene plaatze meer fchynt gehad te hebben; en dus Keurmannen hun Recht volgens inhoud der Privilegiën genoten. —1 Vervolgens den 19 April 1628 de Boon-Cedulle wederom nagegaan zyude, is gerefolveerd by het oude getal van negen- en- zestig gekooren Boonlieden te blyven. Dezelve wierd weder gerefumeerd den 12 April 1629, en gelaaten by het getal van zeven- en- zes. tig Perfoonen. Na den dood van Prins Maurits volgde hem zyn Broeder Fredrik Hendrik, eenige Erfgenaam van de Heerlykheden en Goederen van het Huis van Oranje, in de meeste Waardigheden op: — na dat deeze met allen fpoed het Kapitein- en Admiraalfehap opgedraagen was, benoemden de Staaten van Holland ook dien Vorst, over hun Gewest, tot het Stadhouderfchap. — Deeze Prins het gefchil tusfehen de Remonftranten en Contra-Remonftranten meer en meer tragtende te ftillen, begon de rust ook gedeeltelyk in ons lieve Vaderland te herleeven, ook mede in onze Stad; men herdacht nogthands met leedwezen het, zedert den jaare 1619, vertreden onzer Privilegiën. Waar door men vind onder de Refolutien van den 28 Maart 1630, dat 'er door Prins Fredrik Hendrik een Misfive aan den Officier gefchreeven is, over het Request geprefenteerd by eenige Burgers, dat zedert het jaar 1619, in het verkiezen van de Boonlieden niet wierden opgevolgt de Privilegiën van de Stad, en daar orde op mogte gefteld worden;  i)3 Verzameling van Stukken betrekkelyk iet den; ■— waarop gerefblveerd is, terwyl het Request van veele onwaarheden was, het zelve te beantwoorden op de zagtfte manier; by welke Vergadering te gelyk verftaan wierd, de Booncedullë te fuppleeren, vermits het afrterven met negeü Perfoonen. Wat de inhoud van dat Request geweest is, kan men met alle zekerheid niet bepaalen, dewyl men geen Request van Burgeren in het jaar 1630 vindt: mm maar wel eene in het jaar 1632 gefchreeven san zyne Prinfelyke Excellentie door de oude verlaatene Boonlieden, Burgeren der Stad Hoornj v/aar in zy lieden zich beklaagen over het gedrag van de nieuwe gekooren Magiftraaten , dat die zonder redenen, ja zonder voorgaande Communicatie van de Vroedfchappen, alles naar hunnen zinfehikken; dat wyders de Privilegiën op eene verregaande wyze niet wierden in acht genoomen, dat zy lieden dus zyn Excellentie verzogten, volgens hunne Privilegiën wederom te Boon te mogen gaan j dat de Privilegiën ten vollen hunne kragt erlangden ; en dat de Vroedfchap met agt Perfoonen gefuppleerd wierd; (dit laatfte was reeds het verlangen van verfcheidene Leden der Vroedfchap by het verblyf van Prins Maurits in deeze Stad, ziet Veiius Hoornfche Cron. ad A. 1618. pag. 565 é? 566 Jeqq. — (waar na op den 11 Maart 1632, door elf van de Voornaamlte Burgers deezer Stad een Adres gemaakt wierd aan Hun Ed. Groot Achtb. waar in zy mede als oudeBoonlieden binnen de Stede Hoorn verklaarden, dat hun lieden lief en aangenaam was, het geen door hunne Medebroederen j belangende het bovengemelde Request, aan zyne Doorluchtige Hoogheid gepi'Eefenreerd, was verzögt, en er, dat zy overzulks goed, en van waarde hielden $ het geen by dezelve (baamentiyk de Requestranten) daar in {taande, was gedaan j en als'nog gedaan mogte worden: het geen de zaaklyke inhoud vpa de Requesten is geweest; <**-. Gelyk breedef üii Refolutien daaromtrent kaa blyken, welke1 kort-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 159 kortheidshalven niet woordelyk in deeze hebben Dedergeheld. Of dit Request van 163*2 een ander is, dan waar van in de Refolutie van den 28 Maart iösogefprooken wordt, kan men niet vast bepaalen; edoch mooglyk, dat die oude verlaatene Boonlieden (gelyk zy zich noemen) zich op nieuws in den jaare 1632 hebben geaddresfeerd, daar zy bemerkten, dat hunne poogingen van den jaare 1630 geen het minfte effect erlangden: te meer wordt dit gevoelen gcfterkt, daar men niet vindt dat zelvs de Booncedulle in het jaar 1631 cn i632isgerefumeerd, jus veronderfteld kan worden, dat men in dien tyd Uever het werk flaapende hield, dan dat mooglyk op nieuws verandering, en verdere beweegingen r.ouiien veroirzaakt worden; daar en boven is den 24 Maart 1633 de Booncedulle wel gerefumeerd; edoch zyn geene nieuwe Boongangers verkoren: —- wat den inhoud van het Request zelve belangt, kan 'er in deezen van ons niet geëischt worden het zelve te beoirdeelen: en als men enkel, maar nagaat de verwarringen van dien tyd, en den haat die 'er zeker nog tusfehen de Remonftranten en contra-Remonftranten was, en welk een invloed, by zyn leeven Maurits gehad heeft, die gelyk allerbekendst is den contra-Remonftranten was toegedaan; verders dat voorheen Fredrik Hendrik. ragter gevoelens omhelsde; en dat zyne Doorluchtige Hoogheid, na dat Hem het Stadhouderschap opgedraagen was, in dien toeftand het raadzaam oirdeelde, de heerfchende Godsdienst-belydenisfe, en die Party te onderfchraagen , ziet Hijlorien van ons Vaderland. Indien men dit nagaat, vergeleken met de macht, welke ten dien donkere dagen by het Pluis van Oranje wierd gebruikt, zal men licht kunnen begrypen, waarom aelve die oude verlaatene Boonlieden een Request aan zyne Doorluchtige Hoogheid prasfenteerden; en verders de rede, dat men begeerde het getal der Vroedfchappen vermeerdert te zien, zal mede daar in  ifjo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ih beftaan hebben, naamentlyk in de hoop, dat ! daar door de Stem der Remonftranten zou zege* praaien. Na gezegde jaar is de Booncedulle verfcheiden* -. maaien gerefumeert en dezelve vergroot; gelyk zy volgens Refolutie van den 13 April 1634, met vier Perfoonen is gefuppleerd; in den jaare 1641 is Mr. Nicolaas Raadt, geen Vroedfchap zvnde, tot Burgemeester gekooren: — den 29 Maart 1657 wierd na refumptie de Booncedulle dus gelaaten, en wel op het oude getal van vier- en- zestig Perfoo-1 nen : - den 1 April 1659 begreep men geen nieuwe aan te ftellen, zynde 62 Perfoonen fterk: — den 25 Maart 1660 gerefumeerd en vergroot tot eenen- tachtig nieuwe Boonlieden: — den 14 April 1661 gerefolveerd, als vooren te laaten: — den <5 April 16CT2 dezelve met tien Perfoonen vermeerderd : — den 22 Maart 1663 met zeven Perfoonen vernieuwd: — den 10 April 1664 gerefolveerd' by het voori^e getal te blyven, en verdere &c. Jn den jaare t<56"7; Mr, Adriaan van BredenBoff, Schout deezer Stad, gedifficulteerd hebbende omtrent de manier, die in het doen van den ééd, en het kiezen var Schepenen plaats had, zyn de Gedeputeerdens ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. den 29 Januarv 1667 geauthorifeerd, om op voet van de Refolutie van de Staaten van Holland en West-Friesland, in dato den 8 December 1650 uit te werken, dat de Electie van Schepenen in het toekomende aan de Stad, dat is, aan Burgemeesteren mogt blyven; zo als zy dan ook op den 9 February 1667 zodaanig Octrooy hebben geobtineerd ; ziet Refolutie van U Ed. Groot Achtb.in dato den 7 April 1667, en Groot Placaatb. Deel IV. Fol. 428 en 429, zynde by het zelve Octrooy , mede geftatuëerd: ,, dat Broeder en Broeder, Va-: ,, der en Zoon niet te gelyk Burgemeesteren ende „ Schepenen zouden mogen weezen:" — waar na door Hun Ed Groot Achtb. den 26 February 1668 is gerefolveerd, dat iemand Penfionaris o£ Secre*  dg Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 161 Secretaris zynde, en door Keurmannen geëligeerd wordende tot Burgemeester, zich als dan van zyn Penlionariaat, of Secretariaat zoude moeten ontliaan; waar uit blykt, dat men toen ter tyd weder eene vrye verkiezing genoot, daar wy reeds gezien hebben, dat in het jaar 104.1, Mr Nicolaas Raadt, geen Vroedfchap zynde, tot Burgemeester verkooren wierd: — en daar en boven in den jaare 1669, wierd Mr. Bruno Broinvis, regeerend Schepen zynde, alhoewel geen Raad in de Vroedfchap, in plaats van Mr. Jacob van Schonen (welke in dat jaar overleed) Burgemeester; — en by Refolutie van den 24 Maart 1670 wierd geftatueerd, riat iemand Burgemeester zynde en geen Vroedfchap, niet zoude mogen voteeren in het fuppleeren van eene vacante Vroedfchaps-plaats; dat echter tegen de grond-Conftitutie onzer Stad ftryd: J— waar uit middagklaar confteert, dat Keurmannen in die jaaren weder in het bezit waren om eenen Burgemeester buiten de Vroedfchap te Eligeeren. — Vervolgens by eene Refolutie in dato den 15 January 1670 begreep men, dat de Praefldeerende Burgemeester het recht zou hebben, zonder toeitaan. van zyn Confrateren, de Electores of Keurmannen te convoceeren, om de plaats van eenen overleedenen Burgemeester te fuppleeren , en om alle dispuiten voor te komen, dat men desaangaande Octrooy zou verzoeken. In dien tyd, wanneer ons blykt, dat 'er on deide Regenten zelve groote dispuiten daaglyks ontstonden: vindt men mede het zo bekend, als pryslyk en manmoedig Request, geprsfenteerd door |Mr. Willem van Neck Prasf. Burgemeester en de «es volgende Vroedfchappen, Mr. Claes Raedt, Cornelis Olpherts, M. Sonk, Jacob Siehwtz, W. Minnes, en M. Merens, aan Hun Ed. Gront Mogenden-— waar van wy ook geen zwaarigheid gemaakt hebben de woorden in het begin van dit geadrefeerde, gedeeltelyk de onze te maaken; — wanneer met alle eerbied aangetoond hebben, op XIII. Deel. L wel  t6"a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot welke gronden den Poorteren, en niet den Regenten als Regenten, onze Costumen en Privilegiën verleend en gegeeven zyn; waarom de Regenten ook geen de minfte macht kunnen hebben die ter verkorting van der Ingezetenen Voorrechten , door eenige Refolutie te veranderen, veel min dezelve ten eenemaal buiten effect te ftellen: — het gezegde Request woordelyk hier in te plaatzen, zou vooreerst buiten ons beftek zyn, en ten tweeden houden wy ons verzekerd, dat niet alleen ieder Regent, maar ook allen, die eenigfints liefde hebben voor het geen wel in vroeger jaaren in deeze Stad van Hoorn omgegaan is, dat fraaije en zo uitmuntend wel gefundeerd ftuk, onder zich zullen hebben. Énkel willen wy evenwel de pofitiven van het Request achterlaatende, alleen in deezen maar ter nederftellen het flot van dien , of het verzoek zelve, naamentlyk: ,, dat de ondergeteekende Praaft- deerende Burgemeester en Leden van de Vroed,, fchap ambts- en éédshalven, tot voorkoming en I s, weering van alle vuile kuiperyen, en andere fi., nistre gedachten, als mede om niet te pertur,, beeren de gemeene rust van de Ingezetenen, en „ hun te conferveeren by hun aangebooren en toe„ gekomen recht, niet konden nalaaten Hun Ed. ., Groot Mogenden als Vaders des Vaderlands en „ des Volks, gedienftig te verzoeken en te bid„ den, dat de Stad en de Ingezetenen van dien, by haare Privilegiën, dewelken werden gecon,, fidereerd, te wezen JlriStis Jicut Juris, mogen ., werden gepatrocineerd en gemaintineerd. En dat de Heeren Remonftranten hun verzoek, tot het breeken van des Volks Privilegiën, werden afgeflagen en ontzegd; — op dat Godes oirdeel s, van ons nog mag geweerd worden, gelyk wy ï, het zelve hebben zien gaan over die genen, die ons hebben willen fcheuren en breeken: •— en „ dat dienvolgens onder Godes heiligen en gena- digen Zegen, den Lande en de Kerk mogen „ troeijen en bloeijen." Vol-i  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, iöj Volgens Refolutie van den 31 January 1671 zien wy, dat voorgeflagen is, Octrooy te verzoeken omtrent verfcheiden Artikelen: onder anderen. Eene Burgemeester overleeden zynde, den derden Vrydag by loting van nieuwe zwarte Boonea 'een ander te eligeeren. Altyd zeven- en- zestig Boonlieden, en geen Va-' der en Zoon, noch Broeder te gelyk. Niemand ter Boon te laaten gaan, als een Capitalist en Gereformeerd zynde. Niemand buiten de Vroedfchap Burgemeester zal worden, en Burgemeester afgaande, op zyn rang lu de Vroedfchap te zitten,~ als gekooren is. Geen Vader en Zoon, twee Broeders, Oom en Neef te gelyk in de Vroedfchap te zitten. De Elecrores van dat jaar geen Burgemeester of Schepen te worden. Wat de gedachten omtrent die Refolutie van den 31 January 1671 zyn, is wezentlyk beter te zwygen, dan als dat men zich daar over uitliet; — de waarheid immers .belydende, zou het niet dan tot een' fchandelyk indenken en tot een verontwaardiging van dien tyd kunnen verftrekken. Thands zyn wy weder genaderd tot dien tyd, op welks indenken ons (de Jaarboeken op die dagen nagaande) met de fterkfte fchrik bevangt. Door veeier kwaaddenkende gedrag, is onze ganr>' fche Natie als toen door geheel Europa voor eeu,wig gebrandmerkt; — men hoore enkel maar de naamen van Jan en Cornelis de Wit, — dit zy genoeg, — een ieder* dunkt ons, weet den tyd, .dag en uur, welken wy bedoelen, en wel den 20 Augustus 1672. ■— Maar om tot ons voorneemen te geraaken, zien wy eerst, dat by eene Refolutie van den 14 April 1672, de Booncedulle vergroot wierd met twee- en- veertig Perfoonen; — Wanneer in dat zelvde jaar den 4 July Willem Hendrik, Prince van Oranje en Nasfau tot Stadhouder j Kapitein.en Admiraal Generaal van Holland L 2 wierd  16*4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wierd aangefteld, en na dpn dood van de zo braa» ve, als Vaderlandslievende Gebroeders, gemachtigd door de Staaten, om in alle Steden, tot voorkoming van Oproer en andere kwaade gevolgen, uit eigen beweeging, waar zyn Hoogheid zulks goedvond, de Regeering te mogen veranderen. Ondertusfchen wierd den i September 1672 gerefolveerd, de Gedeputeerden by Hun Ed. Groot Mogenden te authorifeeren, om zyne Hoogheid te denuncieeren, dat Hun Ed. Groot Achtb. afftand deeden van het Octrooy van den 9 February 1677, wegens de Electie van Schepenen aan Burgemeesteren, en befloten hadden, onder goedvinden van zyne Doorluchtige Hoogheid, zulks op den ouden voet te laaten; naamentiyk: dat den Schout weder het recht zou hebben om Schepenen te Kiezen. —* Daar na den 8 September 1672 is verftaan, Burgemeesteren en eenige Vroedfchappen naar zyne Hoogheid te committeeren, op hun eigen kosten, om te verzoeken volgens gemelde Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden, de Regeering te veranderen , en in goede orde te ftellen, tot dienst en eenigheid van de Burgery, en zyne Hoogheid alhier te willen komen; ook aan te zeggen, dat de Regeering en Burgery den ééd aan den Stadhouder al hadden gedaan, en dat een a twee mede naar zyne Hoogheid zouden mogen trekken, om hun belang te zeggen: waar na op den 14 September 1672 Rapport, door dienaar zyn Hoogheid ten voorfz. zaaken waren geweest, is gedaan, hebbende Groot, Wyntjes, Sonck, W. van Neck enHovius, voor• fdireeven Commisfie bekleed, het welk dan ook ten gevolge had, dat op den 2iften September des zeiven jaars, de verandering in de Regeering door den Prince van Oranje Willem de III. gefchiedde; als regeerend Burgemeester Mr. Jan Wyntjes afgezet, en Jacob Rosekrans, die toen ter tyd Pra> fident-Schepen was, als jongfie Burgemeester aangefteld wierd, wordende als Schepen geëligeert Mr. Olphert de Vry: — de Vroedfchap wierd door  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 165 door Prins Willem de III. mede op eene gantsch andere leest gefchoeid; fommigen der oude Vroedfchappen naderhand weder aangefteld, eenigen volkomen geëxcufeerd &c. — ziet Refolutien op dien tyd. Volgens Refolutie van den 30 Maart 1673 blykt weder, dat men de Boon-Cedulle van zyne Hoogheid ontving, dewyl die op gezegden dag in allen deele is geapprobeert, en de daar op geftelde Perfoonen voor .aangenaam gehouden zyn; — het gene daar na op dien voet ook lange alzo gebleeven is. Willem de III. Prince van Oranje met Maria getrouwd zynde, is Hunlieder den 23 February 1689, de Kroon van Engeland aangeboden, en zyn ten zelvden dage, onder de Naame van Willem en Maria voor Koning en Koningin van Engeland uitgeroepen. Welke Vorst of Koning in den jaare 1701, onder voorgeeven, dat telkens questien ontftonden tusfehen den Schout en de Regeering over de Electie van Schepenen, als Stad* houder heeft kunnen goedvinden uit een overgezondene Nominatie van een drie dubbeld getal", zeven Schepenen voor dit jaar te verkiezen. Zulks heeft echter toen ter tyd niet lang geduurd; — dewyl door het overlyden van den Stadhouder Willem de III. volgens Privilegiën deezer Stad, de Schepenen in het volgende jaar 1702 door den Schout wèderom geëligeert zyn. Wyders is den 24 February 1733 by gelegend* heid, dat men aangaande de Commisfien uit de Regeering alles op een vasten voet ftelde, gelyk ampel uit gezegde Refolutie hlykt, mede met eenpaarigheid bepaald; dat de Electie van Schepenen niet aan den Schout, maar aan Burgemeesteren zoude zyn, en by eene Refolutie van den 2 Juny 1742, dat de Vendumeester en Wynroeijer geen Burgemeester of Vroedfchap zou worden. In den jaare 1747, den Prince Willem Karel Hendrik Friso het Stadhouderschap opgedraagen L 3 zyu«  s(j£ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zynde, het welk den 4den May van dat zelvde jaar den Volkt binnen deeze >tad van de Puye van 't Stadhuis aangekondigd wierd, naderen wy in deezen omtrent de"Privilegiën, belangende het kieï.en onzer Regccring ook weder tot eene tyd, en tot derzelver Refolutiéh, wier uitwerking is dat ten huid'gen dage de Burgers deezer Stad BoOt'rl van hunne zo uitftetkende Voorrechten geduurig verftoken blyven. Den 23 September 1747 vond men goed, dat de "Nominatie van Schepenen ter Electie gèprtefenteerd moest worden aan den Heere Stadhouder, als medé in cas van vacature van het Schepenen-ambt die Suppletie door hem te doen : - iets, dat waarlyk te vooren aan geenen Stadhouder opgedraagen was, hoe dikwils men ook omtrent de Electie van Schepenen veranderingen had gemaakt. — Wel dat Maurits, en gelyk wy zo even gezien hebben, Willem de III. de Electie aan zich getrokken hadden, maat nimmer (dat wy weeten) buiten Willem de IV» volgens evengernelde Refolutie aan eenig Stadhouder geprafenteerd^ Da-ar na refolveerde men den 11 April 1748, op wat wyze de Nominatie aan zyne Doorluchtige Hoogheid te prsefenreeren. —• Ook hoe de Nominatie door de Electores aan den Officier over te geeven; als mede de wyze op welke nieuw verkorene Burgemeesteren te beëedigen. — Waar na zyne Doorluchtige Hoogheid den 29 Maart 1749, eene Lyste der Boonlieden aan dé Regeering zond. .— Ja, — den 21 April 1749 zyn (mogen wy zeggen) Burgemeesteren en Vroedfchappen genoodzaakt geweest Hunne emploien neder te leggen: —- en het behaagde den Prince eénigen te licentieeren, en zelvs andere Burgemeesteren tegens pnze wettige Privilegiën aan te ftellen. —• Alles dus ftond ter dispofitie van Willem Karel Hendrik Friso, gelyk woordelyk uit die Refolutie blykt. Verders begreep men den 24 May 1749, op voor. ■ ■ &sk  ie Gebeurtenis/en in ^87 enz. voorgevallen. 16.7 «tel van Commisfarisfen, dat het zyne Doorluchtig Hoogheid aangenaam zou zyn, omvoortaan<, jaar hts aan den Prins de Boon-Ceduüe ter hand te llellen ; op dat door zyne Doorluchtige Hoogheid daar op 10. daanige fchikkingen zouden konnen worden gemaakt , als aïn zyne Doorluchtige Hoogheid zoude wezen wel. geDul was de Burger al zyn recht kwyt, hoe zeer de Privilegiën bezwooren worden: en itond alles 'aan de willekeur van den Stadhouder. „nTV. Den 22 Oftober 1751 Willem Karel Hendrik Friso overleeden zynde, heeft ^en nogthands goedgevonden, jaarlyks de Boon-Cedulle aan de Vrouwe Gouvernantey over te laaten, gelyk ons blykt uit derzelver Misfive, te vinden onder cc Refolutien van den 30 Maart 1752; en weder van d^In9f5PJauIu7arri759 de Regeering by Misfive kennis gekreegen hebbende, van het overlyden vap de Vrouwe Gouvernante, ontving men kort da«jr na, gelyk confteert uit de Refolutien van den 20 January; item 2 February 1750, aanfcbryvmg; vaa ÜSS Ed. Groot Mogenden, ten volgens Lyste ter Secretary van den Erf-Stadhoude rbe ustende, en by Huh Ed. Groot Mogenden Ingekomen, als exerceerende de Vopgdye over den Minderjaarigen Erf-Stadhouder, de Boon-Ce dulle iaarlyks over te zenden; — men b^gre.p echter, da? de Refolutie van den 24 May i74Q niet kon geconfidereerd worden als eene Nominatie (wat dit zv, ha men over aan de interpretatie van de LedeV der Vroedfchap dies tyd.) waarom men rj folveerde het zelve tegen te gaan,, en daa en baven eenen Brief in civile termen te fehryven aap Hun Ed. Groot Mogenden, en daar en boven in aanmerking genoomen vjntei ^P^lgggS zondeneLyst,Kaprteinen van de ^Qf^Wf wierden gevonden, niet tegenftaande die Nominatie aan den Stadhouder (op zyn verklaannge, dac zyne Doorluchtige Hoogheid dat aangenaam |od  168 Verzameling van Slakken betrekkelyk tot wezen) volgens Refolutie van den 5 February 1749 was geoffereerd, vond men goed, dat die Electie voortaan zou gefchieden, als van ouds, by Burgemeesteren : — en volgens eene nadere Refolutie van den 29 Maart 1759 is de aanftelling der Boongangers, van den Schout deezer Stad, en de Electie der Kapiteinen van de Burgery, ongeprcejudicieert het Recht van den Stadhouder, geduurende de Minderjaarigheid vandezelve, gelaaten aan de Regee» ring deezer St-id Hoorn. Vervolgens heeft men den 22 April van dat zelvde jaar begreepeh, eenen Klaas Tromp, Boonganger zynde; edoch gebeneficieerd , als Provenier in't Gasthuis, uitdien hoofde te exeufeeren als Boonganger; en wyders op de Boon-Cedulle te brengen de Perfoonen, bevoorens door den Heere Stadhouder van denzelven gelaaten &c. Wyders vindt men onder de Refolutien van den 23 February 1761, (*) de inftantie by de Regeering deezer Stad, dat de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden by den andere is, ten tyde, dat de Nominatie van Schepenen deezer Stad geformeert wordt (den 23 Maart 1762, en den 26.fr.en dito toegegeeven) en dat in den gepasfeerden jaare r?6i deswegens niets is gedaan, daar de Vergadering doenmaals ook niet by den anderen was. De verdere Refolutien ontrent de Verkiezing onzer Regeering nagaande, zyn wy thands gevorderd tot dien van den 24 January 1766; wanneer (op Propofitie van het oudfle Lid der Vroedfchap) goedgevodden is, den Heer Erf-Stadhouder te feJiciteeren door eene Commisfie van de Vroedfchap , met de aanvaarding zyner Regeering, en Hoogstdenzelven te verzoeken, de Directie omtrent de Regeering deezer Stad te willen neemen, even in dier voegen, als zyne Doorluchtige Hoogheids Heer Vader (Glor. Ged.) heeft gehad. Waar- (*) Dit h woordelyk overgenoomen wat echter dfe Refolutie te kennen geeft, betuigen wy niet te verftaan.  de Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. zoy . Waarlyk, Ed. Groot Achtb. Heeren:!, eene Refolutie, die mee een woord, zo wei der Regenten, als Poorceren en Burgeren deezer Sia l fl lom Voor-, rechten en Privilegiën, ten vollen der. bodem heefq getracht.in te Haan; — nogthans . offchoon het fchandelyk is geweest.., in dien tyd het juV zich pp den hals te laadeu3"des te pryslyker, ja voormeerder eer ftrekt het dus, zo wel Regenten ais Burgers, dit juk tegenswoordig van hunne Schbuder-en te werpen, hunne Voorrechten te.doen herleeven, en der Burgeren onfeha-tbaare Privilegiën Weder ten vollen hunnen kracht te doen hebben. Dit zyn ook in deeze de-grootlle poogingeo van: de Requestranten; —• dit is al hun verlangen ; —-> dit is hun begeerte. Volgens gemelde Refolutie wierd dus den2t5 November 1760", gedecerneerteene Commisfie van dee-, ze Regeering aan den Stadhouder., nopens de aaiK [taande verandering der Regeering-en fuppletie va.i bene Vroedfchaps-plaats..; en hebben Heeren G«sbommitteerden den 23 December 1766.ampel ge» l'apporteerd, welke Audiëntie zy by zyne Hoogheid hebben gehad, nopens de verandering der-, Regeering en de fuppletie van eene' Vroedfohapsiplaats, hebbende omtrent het laatfte geen finaal mtwoord van zyne Hoogheid kunnen doen , d-.n, lat alleen ter dier zaake eene beflootene Misfive ge pdresfeert aan Burgemeesteren, hadden ontvangen. Die Refolutie dus geduurig in acht genoomen wordende, is den 2/ January 1768 geproponeerd, )m met en benevens de ordinaire Stads-Commisfics log eenen Heer te committeerèn, om zyne Hoog.» leid over de aanfiaande Stads Regeering te comfiimenteeren: welke Propofitie mede wierd geamjlefteerd, — en vervolgens ook geduurig zyn •ffect heeft geforteerd, als mede dè continuatie der Boon-Cedulle. — Ziet Refolutien van jaar tot jaar daaromtrent genoomen. Zjë daar, Ed. Groot Achtb. Heeren! zo wel len nexus, als het meest, voorgevallene van den L 5 Boon-  170 Verzameling van Stukken betrekkelyk m gang, en het kiezen voornaamentlyk van den Magiftraat, reeds van de fundatie onzer Stad Hoorn ter neder gefteld. Het verdere federt dien tyd aan te toonen, begrypt men onnoodzaaklyk te zyn. 1. Daar zulks een ieder nog zonneklaar voor zich kan haaien, en 2. Om niet braave Regenten, door een kwellende rampzalige gewoonte mede gefleept, en als 't ware gedwongen, te doen bloozen. Uit het verhandelde blykt genoeg, dat 'er van tyd tot tyd Refolutien na tyds-omftandigheden onbevoegd, en tegens de wettige Rechten en Privilegiën der Burgeren genoomen zyn, die meer en meer elkander contradiceeren; waarom met den meesten grond, met het grootfte recht dezelve alle kunnen worden te niet gedaan; op dat dusdoende, volgens ons wel gefundeerde Privilegiën, de Poorter den Boongang kan adfisteeren, hunne Bur^ gemeesteren kiezen, en een- en- twintig Lieden noemen, op dat daar uit door den Schout het zeven getal worde geëligeerd. Wat verders aanbelangt het gezegde in ons Request: „ dat op den goeden Vrydag, zelvs tegens ., den eerbied, het heilig Opperwezen verfchul9) digd, zo by de vermaaninge die vooraf door den 9, mond eenes Leeraars word uitgefprooken, als by 3, eenen plechtigen en uitgebreiden ééd, en daar na g;, volgende eenftemmige gebede, om de verlich„ ting van Gods Geest, als het ware word aange}i gaan." — Dit ftemmen U Ed. Groot Achtb. zekerlyk met ons toe, gelyk ons confteeertuit de Refolutien van den 26 February 1773 , wanneer goed. gevonden wierd, den Praefideerenden Burgemeester met de Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart, te quaJificeren, om zyne Hoogheid te aboucheeren, ea denzelven een project tot de aanftaande verandering der Regeering voor te flaan, en zyne Hoogheid ii bedenking te geeven, vermits veele Boongangerer zich abfeflteerden, en waar door ligtelyk gebeur de, dat de geprojecteerde Heeren een zwarte Boot trok-  êe Gebeurtenis/en iri Ï7S7 enz, voorgevallen. Xï$ trokken, om de Boon-Cedullen te ve:meer*?feg, met eene Lyst van Peribouen der meest gequ'.i:i> ceerde Burgers, en welke Lysc de Heeren ueue-, üuteeerdens wierd- mede gegeeven; edoch oir. redeneade Vergadering moveerende, met in het j&ei sister-of Refoiutieboekis geïnfereerdv,en nader voilens Refolutie van den 8 Maart 1773, naamentlyk eene Misüve van de Heeren Gedeputeerdéhs, gefchreeven in 's Hage, waar by met Commumcaue. van zyne Hoogheid in bedenking geeven, cj aeti èU der nepen Keurmannen niet wat zoude kunnen wor. 'den gealtereerdi waa' door volgens gedachten va» hun Heeren Gedeputeerden, meerder Boongangersf op goeden Vrydag ter Boon zouden komen , te* zaake zy zich uit de ai te naauwe betaling in het M*m muiier Van den ééd, daar van abfeweeidm, verzoekende mits dien een Concept-Alteratie van den cêd te mogen ontvangen, ten einde daar over met zyne Hoogheid te confereeren ; waar op is goedgevonden , ao Heeren Gedeputeerden Copy van het Formulier var* 1 den voorfz. ééd toe te zenden, en dezelven te quailificeeren, om met het Advis van zyne Hoogheicj daar in zodaanige- verandering te maaken , als zuLengoedvinden; — ja zelvs den gantfeben eed te annuiiseren, en dat de Eleftores zullen kunnen volfiaan mei handtastinge; waar by belooven, zich in het verkiezen, van Burgemeesteren, naar het te formeeren iormiMt* te zullen gedraagen-, mits echter, dat hetzelve gj£ , fchiedde conform de Privilegiën deezer Stad en as Placaaten van den Lande. _ Verders ftaat hier te noteeren, dat in den ttriet ten geleide van de bovenftaande Refolutie aaöde Heeren Gedeputeerdens, deeze periode gevonden word: — „ Wy kunnen niet afzyn, U Eq. Groot „ Achtb. op het verzoek van onze Vroedfchap te * oualificeeren, om zyne Hoogheid in de te hou!, dene Conferentie in bedenking te geeven , of het „ niet hoog nodig zoude zyn, dat de Ledeu der ,, Vroedfchap verplicht wierden, om den Boon„ gang te adfifteeren, en dat zy zich daar van met.  172 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ dan om gegronde redenen zullen mogen excufee„ ren "; — waarop den ijden Maart van dat zelvde jaar ingekomen is, eene Misfive van den Stadhouder, waar by het project der verandering van de Jiegeering, ingevolge de Refolutie van den 26 February 1773 geformeerd, approbeert, en nopens den Boongang, ofwel toucneerende den ééd derzelve, fub den 8 Maart 1773 breeder gemeld, declareert best te zyn, om het by provifie voor één jaar te laaten op den ouden voet. Onderwyl is in dat jaar 1773 ook voorgevallen het zo gedenkwaardig, als bekend geval van den Burgemeester Schellinger , welke Keurman geworden zynde, voor het eligeeren der Burgemees-, teren, en hetformeeren van de Nominatie tot Schepenen, door eene apoplexie overvallen wierd. Eindelyk ziet men dan ook onder de Refolutie van den 25 Maart 1774, het Rapport van Heeren Gecommitteerden, welken met zyne Hoogheid o ver de verandering der toen aanftaande Magiftracuuie hadden gefprooken, item over den ééd der Boongangers en het Gebed, item om alle Regenten te conftringeeren, den Boongang by te woonen. Zynde het refultat, om het provifioneel te laaten op den ouden voet, en dat zyne Hoogheid diffitulteert om den ééd te annulleeren, maar dat men inmiddels zyne gedachten zoude kunnen laaten gaan, op welk eene wyze, en in hoe verre men den ééd der negen EleStores, als ook het Gebed zoude kunnen altereeren. Dit kort voorftel heeft dan aangetoond, het gepasfeerde omtrent hec ter Boon gaan der Poorteren van Hoorn, welke Refolutien fuccesfivelyk van tyd tot tyd deswegens zyn genoomen, als mede de overtuiging van U Ed. Groot Achtb der zwaarighe. den, die 'er gevonden worden in de wyze, waar op men thands de Magiftraat eligeert; - dan moog. lyk zal 'er eenige bedenking by U Ed. Gr. Achtb. omtrent het zwaare, het groote object in deezen opryzen, hoedaaoig die abuizen (offchoon al eens alle  dt Geleurtenisfeti in 1787 enz. voorgevallen* 173 alle die Refolutien des aangaande genoomen, ingetrokken en geannuüeerd zyn,) te remedieeren: —> het zy ons derhalven gepermitteerd, als nu toe te .treeden , tot het gene wy by onze Request hadden aangenoomen , naamentlyk : om de bedenki >gen daaromtrent by UEd. Groot Achtb. ontftaande, zo veel in der Supplianten vermogen, (des gerequireerd wordende) te zullen oplosfen &c. Om aan welk oogmerk te voldoen. Edele Groot Achtb. Heeren! dunkt ons best te zyn, na te gaan, welke objectien 'er in de tegenswoordige dagen zouden kunnen zyn, indien het Privilegie van dea jaare 1422, zowel, als dat van 1452, ten vollen zyn effect forteerde; en waarlyk, Ed. Gr. Achtb. Heeren! zo 'er zyn, zyn die zo gering, dat hetbyna niet noemens waardig is, ten minften dezelven kunnen zeer ligt gefolveerd worden; — laat ons eerst inzien het Privilegie , gegeeven door Joan Hertog van Beyeren, in dato den 5 Augustus 1422, te vinden by Velids Chron. van Hoorn met de Nooten van Sebast. Centen ad A. 1422. Pag. 38. — „ Dit ,, Privilegie zegt, dat Joh^n &c. Dats te weeten, |, dat alle de Poorters, die binnen onzer Stede van „ Hoorn woonachtig zyn, ende thien pond Schots „ hebben, of daar en boven: dats te weeten, dat „ zy tot derde half hondert Nobelen gegoet zyn, „ ofte daar boven, die feilen te Loten gaan, op den ,, Heiligen Goeden Vrydag ende niemand anders " &c. . Ziet hier de woorden, die, gelyk men in 't algemeen hoort, het grootfte object uitleveren ; men zegt, wie is dus bevoegt ten Boon te gaan? wie heeft tien ponden Schots? wie is tot derdehalf honderd Nobelen gegoed? — Ja vraagt men in het generaal, wat beteekenen die woorden? — Zelvs wat zin levert het my uit? — Maar laat ons eens 'inzien de Aanteekening van S. Centen N. 54., met wien wy in het zelvde denkbeeld (taan, naamentlyk: dat de ponden Schots zekere belastin• gen waren, die ieder Poorter opbra^t in de lasten van de Stad; zo dat dusdaanig eenen, kon hy ten Boon-  Ï7'4 Verzameling van 'Stakken'-betrekkelyk tot» Boong 'ng toegelaaten worden, tien ponden Schots moest hebben , dat is volgens belastingen opbrengen tien ponden Schots, of daar op getaxeerd zyn; in dien tyd immers moest elk Burger in ieder Stad, eene zekere fom, tot in ftandhouding en aanwas zy» oer woonplaats, contribueeren, gelyk zulks uit alJe oude Nederlandfche Hiflorien bekend is; en hec gepofeerde word ten huidigen dage nog bevestigd; waar fpruit anders uit voort de naam van Schot gaarden? —"• zo bekend by ons! nergens dan uit die vroegere tyden, wanneer ieder zo veel ponds Schots contribueerde; — hoe algemeen is heden nog het fpreekwoord: zyn Schot en Lot betaalen? Dit komt immers mede voort uit het gezegde, dat in vroe-. gere jaaren plaats greep. — "Centen d. I. bewyst dit ook uit zekere Schepenen kennisfen, gepasfeerd in Blokker den 31 January 1555. ,, Als Ingezetenen „ in het betaalen gebrekig waren, zou men het in„ panden, als pond Schot." En daar en boven men gaat maar na, hoe zulks ten huidigen dage actueel plaats grypt,in ons nabuurigeSteedje Schagen, daar men nog Schotponden noemt de belastingen, die een Ingezeten moet opbrengen: — ligtelyk is na te gaan, dat die belastingen of ponden Schots, na tyds omftandigheden , dan meerder dan minder walen; edoch wilde een Poorter te Hoorn by den Boongang adfifteeren, moest hy dat jaar volgens belastingen opbrengen tien ponden Schots; zo dat hy altyd in eigendom tien ponden Schots had, dus gelyk Centen mede zegt, die pond Schot gen zeker 'Geld, maar eene belasting was, die ibmwylen hoog en weder merkelyk laager waren; — ja zelvs veel verfchilden in de een of andere Plaats, gelyk het aangehaalde by voorfz. Autheur genoeg aanduid. — Edoch men vraage, hoe veel die belasting van«en pond Schot, wel in dien tyd geweest is? en zo wy naauwkeurig nagegaan hebben $ is het de waardy geweest van eehen Schelling, die mede dan hooger, dan laager in prys was; edoch door den anderen gerekend zes ftuivers, — Waar van daan hec moog-  .de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 175 mooglvk nog heden zyn oirfprong heeft, dat de kykdom of Raad in de Vroedfchap , by abfentie twee Schellingen tot boete betaald; fchoon ons wel bekend is, dat daaromtrent Refolutien door Hun Ed. Groot Achtb. zyn genoomen. Verders zegt het Privilegie, zulk een Poorter moet gegoed zyn tot derdehalf honderd Nobelen. Dus wil een Poorter ter Boon gaan, moet hy tien ponden Schots volgens belasting opbrengen, of hy moetin waardy bezitten, derdehalf honderd Nobelen ; weshalven men rekende, dat die genen, welken in lasten contribueerden tien ponden Schots, en het zelve dus bezat, ook gegoed was tot derdehalf honderd Nobelen ; het Privilegie expliceert zich zelve immers, want zegt: ,, dat te weeten, dat zy tot derdehalf „ honderd Nobelen gegoed zyn." — Ziet ook §. 01. van de Keuren van 1429 boven aangehaald; waarom wy dan, zo veel in ons is, maar moeten aantoonen, welk een Nobel hier bedoeld word, wat een Nobel is, en hoe veel deszelvs waardy is geweest. Centen leert ons hieromtrent weinig in zyn Nom. 55, enkel zegt hy maar: „ door Nobelen worden „ hier niet verftaan Henricus-Nobelen, noch j?o„ ze-Nobelen, maar een zeker foort van munt, ter waarde van twee Guldens," enz. En ieder is bekend, dat in die dagen meer dan een foort van Nobelen in gebruik waren, naamentlyk , Henrikus-Nobelen, Nobelen mitten Rofen of RoJen-Nobelen. Deeze twee waren Engelfche of Franfche munten, het welk ons blykt uit de Infcriptien om dezelven geplaatst; om de laatfte, naamentlyk de Rofen-Nobel, leest men aan de eene zyde: EDVARD: DEI: GRA. REX: ANG: ET. FRANC: DNS: IBER; aan de andere zyde: IESUS: AUTEM: TRANSIENS: PER: MEDIUM. ILLO. RUM: IBAT. Om de eerfte, naamentlyk de Henricus-Nobel , leest men aan de eene zyde: HENRICUS. DEI. GRA: REX. ANG. ET. FRAN. DNS. HIB. en aan de andere zyde mede: IESUS-: AU-  1^5 ■ Verzameling van. Stukken'betrekkelyk M AUTEM:: TRANSIENS: PER. MEDIUM: ILLORUM: IB4T. Zie de Ordonnantie Statuit in de per*. mnfie van K. M. van de .Goude en Zilvere Penningen &c. in het jaar 1548 den 17 July. waar dezelven al* le zyn afgeteekent, en de waardy 'er by geplaatst; — daar na vmd men ook de Vlaamfche Nobelen, welken wy voor zeker Hellen, dat in ons Privilegie bedoeld worden; dewyl wanneer een Vorst in '1 generaal melding maakt in een Privilegie, Ordonnantie, Placaat of dier^elyk, het altoos zeker is, dat dezelve van zyn eigen Munt fpreekt; dus bedoeld Joan in Beyeren, die mede het beftier in Vlaanderen had, de V'laamlche Nobelen, welker infcriptie was, die der oude- PHS DEI. GRA. DUX. BURG. COMES. ET DNS. FE AND. en aan de andere zyder IHS. AUTEM. TRANSIENS. PER. MEDIUM. 1LLORUM. IBAT. en die der nieuwen: MOxM. AUREA. RESTAUR. METROPOLI. GAND: FLAND; en aan de andere zyde: NISI. DNS. CUSTOD. CIVITAT FRUSTRA. VIGILANT. 1582." Ziet Groot Placaatboek, D. I. FoL 28;j2. feqq. Aangetoond hebbende, welke Nobel in het Privilegie bedoelt word, en wat een Nobel is; blyft ons voornaamentlyk nog over te bewyzen, hoe veel deszelvs waardy is geweest. — Die eenigflnts in onze Oudheden ervaaren is, weet met ons, dat de Graaven naar hun goedvinden dikwils, wanneer zy veel of weinig geld van noden hadden, tot groot nadeel den meesten tyd voor de Ingezetenen, de waardy van het geld vermeerderden of verminderden: — zeker dus ook dat de Nobelen altoos niet even hoog in prys zyn geweest: —■ laat ons kort eens zien derzelver waardy van tyd tot tyd. — In de eerde plaats beroepen wy ons cp de Keuren deezer Stad van den jaare 1525 of l$ï6; waar men vind de zetting der gelden, en wel die me de van een Henricus■ Nobel, die van een Vlaam* fche-Nobel; ook op het onfehatbaar Lexicon van Klliaan , by wien een Nobel is Jemiauteus, dus %a ftui-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 177 Huivers; — maar laat ons eenige aanwyzing doeü Van vroeger tyd uiteen zeer authentiek Stuk, getyteld by ons: Dit zyn die Handvesten der Stede Enk* huizen; waar agter men de waardy der Nobelen Vind, en wel: 14 November 1474» De Nobel metten Rofen, 68 ftuivers, dus/ 3 : 8:6 De Henritus-Nobel, 58 ft.. dus . . - 2 : 18 : cS De Vlaamfche-Nobel, 56 ft., dus . - 2 : 16 : o 24 Oiïöber 1478. Die Rofen-Nobël, 77'ftuivers, dus . ƒ 3 : 17 i 0 Die Henricus-Nobel, 67 ft., dus . . - 3 : 7:0 Die Vlaamfche-Nobel, 64 ft., dus . - 3 : 4:0 28 July 1482^ Die Rofen-Nobel, 84 ftuivers, dus . ƒ4: 450 Die Henricus-Nobel, 74 ft., dus . . - 3 : 14 : o Die Vlaamfche-Nobel, 72 ft., dus . .3:12:0 27 April 1485; Die Nobel met de Rofen, 15 Schell. 6 Groot, de Schelling gerekend a 6 ftuivers. Ziet Groot Placaatb., Deel ■ I. Fol. 2628, dus . * . . . . ƒ 4 : 13> • o Die Henricus-Nobel, 14 Schell., de Schelling als vooren, dus . . . . 4 : 45a Die Vlaamfche-Nobel, 13 Schell. 6 Groot, de Schelling gerekend als Vooren, dus 4: t:0 Nader in den jaare 1485". Die Nobel met de Rofen, 14 Schel]., de Schelling als boven, dus . . . ƒ4: 450 Die Henricus-Nobel, 11 Schellingen 4 Groot, de Schelling als vooren, dus - 3 : 14 i Q Die Vlaamfche-Nobel, 12 Schell., de Schelling als vooren, dus . . . - 3 : Li i o XIII. Deel. M tfi  / S7§ Verzameling van Stukken betrekkkelyk tot In den jaare 1486. De Rofen-Nobel, 96 ftuivers, dus . ƒ 4 : 16 : o De Henricus-Nobel, 80 ft., dus . . - 4 : 0:0 De Vlaamfche-Nobel, 78 ft., dus . .3:18:0 ira den jaare 1488. De Nobel met de Rofen, 9 Schell. 4 Gr., de Schelling gerekend a 6 ft., dus ƒ2:16:0 De Henricus-Nobel, 8 Schell. 4 Groot, de Schelling als vooren, dus . . « 2 : 10 : o De Vlaamfche-Nobel, 8 Schell., de Schell. als vooren, dus ..... 2 : 8:0 In den jaare 1489. Ziet het Placaat van den 14 December 1483, in het Groot Placaatboek, Deel I. Fol. 2579, omtrent het Stuk van de minjte Muntjlag £fc. 19 April zynde Witte Donderdag 1491. De Rofen-Nobel, 68 ftuivers, dus .f3- 8:0 De Henricus-Nebel, 60 ft., dus . . . 3 : 0:0 De Vlaamfche-Nobel, 58 ft., dus . ■ 2 : 18 : o . 4 February 1520. Ziet thands het Groot Placaatboek, Deel I. FoU 2625. £ƒ feqq. Art. II. De Rofen-Nobel, van 32 in het Mark* 14 Schell. 3 Gr., de Schelling a 6 ftuivers, dus ƒ 4 : 5 : 8 De Henricus-Nobel, van 36 in het Mark, 12 Schell. 7 Gr., de Schel- ling als vooren, dus 3 : 15 : 8 I De Vlaamfche-Nobel, van 36 in het Mark, 12 Schell. 1 Gr., de Schel- ling als vooren, dus 3 : 12 : 81 19 November 1525. De Rofen-Nobel, 15 Schell. 9 Gr., de Schell. als vooren, dus , . , ƒ 4 .- 14. : 8 De  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 179 De Henricus-Nobel, 14 Schell. 2 Gr., de Schell. als vooren, dus . . ƒ 4 : 5:0 De Vlaamfche-Nobel, 13 Schell.4Gr., de Schell. als vooren , dus ...4:0:0 Thans zyn wy gevorderd tot de Ordonnantie, en de permisfie van K. M. van de gouden en zilveren Penningen in dato H July 1548. De Rofen-Nobel van 32 in het Mark, woog 5 Eng., dat is, Penn. 90 Stuiv., dus . . ƒ 4 : 10 : 0 De Henricus-Nobel, van 36 in 'tMark, woog 4 Eng., 14 Azen ftyf, dat is, 5 Penn. 8 Grynen, 80 Stuiv., dus • 4 : o .- o De Vlaamfche, van 36 in het Mark, woog 4 Engelsch 14 Azen ftyf, dat is , 5 Penn. 8 Grynen, 86 Stuiv., dus 4:6:0 4 Augustus ij86. Ziet op nieuw Groot Placaatboek D. I. Fol. 262 ï 3- feqq> /olgens Nederlandfchen Troyfchen Mark, de Rofen-Nobelvsa Gelderland en Utrecht van 32 Mark . . .ƒ7: 9:0 De Vlaamfche-Nobel, van 36 in 't Mark, zo wel de oude als de nieu- we, geduurende die oorlog; in Zee. land en Gelderland geflagen . . . - 6 : 7 : c 15 September 1594. Ziet Groot Placaatboek d. I. Fol. 2657. )e Rofen-Nobel ƒ7:17:0 )e Vlaamfche-Nobel 6:13:0 10 November 1594. Ziet Groot Placaatboek d. I. De Rofen-Nobel . ƒ 7 • 11 : o Ma J 1 J  i83 Verzamel ing van Stukken betrekkelyk tot De Vlaamfche-Nobel ƒ 6 : 10 : o io January 1595. Ziet Groot Placaatboek d. I. De Rofen-Nobel ƒ 7 : 9 : ° De Vlaamfche-Nobel -6:7:° Ziet verders het Groot Placaatboek D. I. in fine. Genoeg hoopen wy, zyn deeze Aanteekeningen om aan te duiden, hoe dikwils de waardy van het Geld veranderd wierd: ja zelfs tweemaal in een en fcct zelve jaar; edoch, thands vraagt men, welken tyd moet omtrent ons Privilegie dus iu acht genomen worden ? eu buiten allen twyffel dien tyd, wanaeer ons Privilegie gegeeven is , naamentlyk Ao. I422: — maar misfchien zal men ons tegenwerpen ; deeze blykt nog niet uit de gemelde Adnota- tien, daar die beginnen met 14 November 1474, Dus al het geltelde van nul en geener waarde is; maar, Edele Groot Achtb. Heeren! hoe zeer wy dat gevolg ontkennen, vermeenen de Requestranten echter hier aan in deezen ook accuraat, ja volleedig te zullen voldoen. Men flaa eens op Recherches fur le Commer- ce: ou idéés relatives aux intéréts des differens Peuples de ïEurope —— uitgegeeven te Amfteldam ZryMARCMichel Rey, in het jaar 1778. Tom. L Première Partie, Chap. 5. Pag. nz.feqq. (waar men leest:) Le 1 Aout,& le 26 Septembre 1421. on vit paroitre de nouvelles Ürdonnances du Duc Joan de Baviere, fur le cours de Var gent, dcnt la valeur fut alors de nouveau augmentée, car le florin, fchilden, ou écu de France, qui avoit êté évalué en 1414. a 52 Gros, fut mis (par i'Ordonnance du 7 Aoui) a 5 efcalins, 3 deniers; on ne fait pas mentibn du ducat; mais vraifemblablement il aura êté hauffé d proportion. On ordonna aujfila fabrü cation d'un denier de fort bas alloi. Dat is: „ den 7 Augustus en den 26 September iA2i zag men te voorfchyn komen nieuwe Or" ^ 0 s, dan-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 181 „ donnantien van den Hertog Jan van Beyeren , omtrent de cours van het geld, waar van de „ waardy toen op nieuw is vermeerderd ; want ,, de Gulden , dat is Schilden , of de Franfche „ Schild, die in het jaar 1414 waardig was geweest „ 52 Groot, dat is ƒ 1:6, is (door de Ordonnatie „ van den 7 Augustus) gefield op vyf Schellingen „ en drie Penningen; men maakt daar geen melding „ van de Ducaat ; doch waarfchynlyk is die ook „ na proportie verhoogd ; men beval ook om „ eenen Penning te flaan van zeer laag alloy." Wat kan men thans meer begeeren, daar wy tegenwoordig een Ordonnantie van den zeiven Hertog, van het zelve jaar (gelyk nader blyken zal) te berde brengen; als ons eerfte Privilegie van 1422 is: Ja zelfs zullen wy nu fpecifiek aantoonen die waardy van een Nobel in dat zelfde jaar van 1422. —— Dezelve Autheurgaat dan voort: Le 23 Juillet 1422 {\voyez Time 4. des Chartres de M. van Mieris , pag. 646) on fit encore fabriquer trois Deniers d? ar gent, fcavoir ,&c.le Mare d'ar gent fin valloit donc alors 6 Florins, 10 Sols, 8 Deniers, le Mare d'ür 76f; dat is: den 23 July 1422. (zie „ Tome 4 van de Charters van F. van Mieris , pag. 646) „ liet men nog drie zilveren Penningen 'flaan, te „ weeten &c. de Mark van het ZilverliepopöGul„ dens, 10 Stuivers en 8 Penningen, en de Mark ,, Goud op 76J: " alwaar wy verders indeiofte Aantekening dit allermerkwaardigfte vinden,dat volledig ons bewys opleverd; daar word dan gezegd: Par cette Ordonnance du 23 Juillet 1422, Jean Duc de Baviere , ordonna a fes Maitres de la Monnoye de Dordrecht, de fabriquer trois Deniers d'ar gent , fcavoir" £fe.— Dat is : „ door deeze Ordonnantie „ van den 23 July 1422 , beval Joan , Hertog „ in Beyeren, zyne Muntmeesters te Dordrecht, „ om drie foorten van zilveren Penningen te flaan , te weeten" &c. En wat verder op het einde van de Aantekening gaat hy dus voort: Le Noble d'Or évalué, en 1388, 74 Gres, £? le Mare d'ar M 3 fin  182 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ,, fin volant 58, 15 ou environ 59 Florins, établit en I421 oa 1422; — Le Noble ayant cours pour 5)6 Gros; le Mare d'Or fin d 70* Florins, & la pro* portion de l'Or a l'argent comme de 1 a ii'j. — Dat is : », de Goude Nobel was in het jaar 1388 waardig 74 Groot, dus ƒ 1:17:- en de Mark van het j, Goud was 58 en 15, of omtrent 56 Gulden: —- ingefteld in het jaar 1421 en 1422:-— De Nobei,' „ had de koers van 96 groot, dat is ƒ2:8:- s, .— De Mark Goud a 76* Gulden, en de pro„ portie van het Goud tot het Zilver gelyk 1 tot „ n?;." 1—- Ziet den zeiven Schryver ook pag. 112. No. 18. Ziet daar dan, Ed. Groot Achtb. Heeren! niet alleen middagklaar aangeweezen de waardy van het geld zelve in dien tyd, maar die ook van het Goud en Zilver. — Wat is 'er dan, dat in deezen tegens ots kan werken? wel is waar, dat Centen ö^Velium ad Ao. 1422.pag. 49. No. 55. zegt, dat een Nobel zou geweest zyn twee Gulden; — edoch deeze heeft zulks op losfe gronden denkelyk gefield, als wy hier hebben nagegaan, en mooglyk zyn aandacht meer gevestigd op een ander jaar;— wanneer een Vlaamfche Nobel waardig is geweest twee Gulden, als wel op de fundatie van het Privilegie zelve, naamentlyk op het jaar 1422: — misfehien zal men zeggen, het is een ander foort van Nobelen geweest,— maar behalven dat deeze objectie niets in den grond zegt, maar alleen tegenfpreekt; wat is 'er klaarder? dan als, daar. 'er zo wel in de Ordonnantie, als in het Privilegie niet gefpecificeerd word, welke Nobelen het geweest zyn, en daar het dezelfde Hertog Johan, in Beyeren is, die in de Ordonnantie, en in het Privilegie in het generaal gewag maakt van Nobelen, en wel in het zelfde jaar; dat het de Nobel is, waar van by by de Ordonnantie de waarde word bepaald: —• en dus is 'er niemant (ons bedunkens) die kan twyffelen, of| men moet hier ftellen, dat het dezelfde Nobelen, CD wel zo reeds te vooren gezegd hebben, Vlaam- fchs I  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 183 fche Nobelen zyn geweest:— dus dan iemand Poorter deezer Stad zynde, en willende te Boon gaan, in belastingen moet opbrengen thien pondt Schots, gerekend ieder pond op 6 ftuivers, is ƒ3 : : • dat is , zegt het Privilegie, gegoed zyn tot derdehalf honderd Nobelen; naamentlyk, of hy moet bezitten 250 Nobelen, zo gezien hebben, groot ieder 96 Groot, is dus een fomma van f600: -: - ... Laat ons nu eens nagaan de grond van dit Privilegie, en dezelve is geene andere, dan dat dezulken hunne Regeering zullen kiezen, die wezentlyk het meeste aanbelang hebben in hunne Stad, en in het beltier derzeive: — verre zy het van ons, dat wy de minder gegoede Poorteren niet zouden achten ; neen, de armen ftrekt dikwils, ja veelmaalen zo veel tot Stads welzyn , als de gegoeden; edoch in deezen ftaat het niet vry van het Privilegie af te wyken; waarom dan maar de zulken alleen kunnen opkomen, die zo verre gegoed zyn, of daar en boven , als ook die gene, welke ƒ3:»:- lasten, of daar en boven tot pondt Schot opbrengt, gelyk wy aangetoond hebben. Maar 'er word weder een groote zwaarigheid gebooren, hoe men weet, wie zo verre gegoed is, of zulk eene belasting opbrengt? wie moet men dus ten Boongang toelaaten, wie niet? en volgens welke orde enz.? maar deeze objectie vermeenen wy ook te kunnen oplosfen; — wel bekennen wy, dat waar is, dat ieder Inwoonder, buiten de Gealimenteerden, hoe gering hy ook mag zyn, thands zeker meer dan ƒ 3:-: - in het jaar,in de Stads lasten contribueerd , maar de gevolgtrekking van dien ontkennen wy, dat hy dus ook ter Boon zou kunnen gaan; — dit zou immers ftryden ( gelyk gezien hebben) tegens den grond van het Privilegie; want de woorden van het Privilegie , thien pond Scbots \hebben, zien op een tauxatie van iemand, dat een perfoon, zyn huisgezin of goed, of diergelyke gettauxeerd is, om volgens belastingen op te moeten brengen ƒ 3:-:- en dus tot ƒ 600:.:• gegoed te M 4 zyn.;  Ï84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zyn; ■— want die zo gegoed waren , brachten thien pond Schots op:— dus deeze zwaarigheid ook weder uit den weg geruimd is. ■—■ Edoch men vraagt: hoe kunnen wy iemind tauxeeren ? — en, Ed Groot Achtb. Heeren! veele, (gelyk U Ed. Groot Achtts mede kunnen nagaan) ja zeer veele wyzen komeh een ieder hier te binnen; ééne, die zeker niet de ongefchiktfle zou kunnen gerekend worden, willen wy alleen hier maar plaats geeven; naamentlyk, men gaat na de zeven Clasfen onzer Koffy- en Thee-Cedullen; wanneer men direct kan weetcn voor hoe veel ieder in belasting getauxeerd is ; dus iemand geen de minfte verteeringen van Domeftiquen, Dienstboden, van Koeijen of zwaare verkoopihgen in Thee enz. m^akende, zich moet aangeeven, dat hy op de Koffy- en Thee-Cedul, volgens de zevende Clasfe, op vyf honderd Guldens aangeflagen is, en het zelve jaarlyks tot inkomfle heeft, en dus ƒ 3:-:-in belastingen oplevert; of indien zulks niet, dat hy dan bewyst, wezentlyk aan Capitaal te bezitten 250 Nobelen; dat is, ƒ 600: -: - het zy intusfchen verre van ons, dat wyin eenige de minfte fchikkingen willen komen ; —sileen hebben wy zuiks maar geplaatst om hen te toonen , dat 'er gelegenheid genoeg is, dat de Boongang , en de verkiezing van onze Regeering ten vollen zyn effect kan forteeren. Verders onze Privilegiën, zo die gegeeven door Johan, Hertoge van Beiieren, als geaugmenteert door Philips, Hertoge in Bourgondien, nagaande, vinden de Requestranten in dezelve niets meer,dat eenigfints tot een hinderhaal kan verftrekken, 1 waarom alle daar toe gerechtigde Poorteren van Hoorn onverhinderd niet zouden kunnen ter Boon gaan, Burgemeesteren kiezen, en Schepenen noemen; op dat daar door den Schout, en indien deeze géén Schepenen kiezen noch ééden wilde, door Burgemeesteren,die op goeden Vrydag doorKeurïpannen daar toe gekooren waren , by de meeste Sternmen uit de genomineerde si Perfoonen , j Sche»'  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 185 Schepenen geëligeerd en beéédigd worden ; alles volgens de woorden van het Privilegie zelve. Als nu vermeenen de Requestranten aan het gepofeerde in hunne Requeste voldaan te hebben; ja in zo verre, dat, na hun gedachten, 'er geen de minite zwaarigheid meer overig is, oAun verzoek kan ten vollen door U Edele Groot Achtb. worden toegeftaan: —> maar gefield eens, hoe ongegrond dit echter zou zyn; dat iemand vermeende, dat 'er niet genoeg voldaan was, omtrent de Explicatie (zo zonneklaar gegeeven) der woorden van let Privilegie : ,, die tien pond Schots hebben, of daar en boven; dats te weeten, datzy tot derdehalf hondert Nobelen gegoed zyn, ofte daarenboven 3, enz,"-— Zo gebruiken de Requestranten met allen eerbied de vryheid, aan te toonen,dat dit zelvs nog geen object kan opleveren; want zo zulk een zwaarigheid, welke die ook zyn mogte, niet uit den weg te ruimen was , is het zekerlyk, dat alle oude Voorrechten en Privilegiën van dien aart nul en van geener waarde zouden zyn; en dat 'er niets dan een fchaduwe over zoude blyven, en daar en boven, waar toe dan nodig zo wel den ééd der Regenten, als die der Keurmannen? — zo dat als dan het wezentlyk Confent, Handvest, Privilegie in zulk een geval, anders ten eeuwigen dage gegeeven, op geenerlei wyze zyn kracht zoude hebben. Maar, Edele Groot Achtb. Heeren! dan immers ■word ons door alle Doétoren in hetgemeene Recht, als Grotius en andere voornaameMannen, geleerd; dat, indien om duisterhedens, of idiergelyke hindernissen een Privilegie zyn effect niet konde hebben, de weg altoos open ftaat, om van hem, die zulk een voorrecht gegeeven heeft, Explicatie, Interpretatie, of Elucidatie te verzoeken; op dat, dus doende , het zelve van zyn kracht en recht niet gepriveert worde. Ziet alle voornaamfte Staatkundige Schryvers over de Privilegiën handelende. > Het Privilegie dan, is de Poorteren gegeeven door Tohanvan Beyeren en Philips van Bourgondienj M 5 —na  i86 Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot 71 Da vettige afzweering van Philips de II, (den 26 July 1581) zal niemand ontkennen, of dei Staaten van Holland en West-Friesland, hebben alünts het Jummum imperium, dat is, het Oppergezag aan zich verkreegen; — dat dus de Staafen van deeze onze Provincie mede het Recht om Oc~ trooyen ce vergunnen toekomt, kan door geen' btervelmg tegengefprooken worden; veel eerder: dan noch dat die mede de macht hebben, de Privilegiën, te vooren gefchonken, te expliceeren, te' interpreteeren of elucideeren : — waarom dus se- '. noomen, dat men geen de minfte aanwyzing kom doen, wat een pond Schots, en wat de waarde van een Nobel was geweest, Hun Ed. Groot Achtb.! ais Representanten van hunne Poorteren en Burge- . ren der Stad Hoorn, hunne Gedeputeerdens ter' Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden konden gelasten, om zulks ter Tafel van Hun Ed. Groot Mogenden te brengen, met verzoek om omtrent de duisternisfen en zwaarigheden, die 'er in het Privilegie te vinden waren, elucidatie, interpretatie en explicatie te erlangen, op dat daar door der Foorteren Recht niet gekrenkt, maar daar en tegen op de wettigfte wyze in zyn volle kracht herireld wierd. Edoch, Ed. Groot Achtb. Heeren! deeze wes en algemeene regels zyn al te bekend, dan dac het nodig zou zyn vooral U Ed. Gr. Achtb., als Vaderen van onze Stad, zulks nader onder het 002 te brengen ; waarom wy liever ten laatflen een opgave willen doen, welke naar ons geringe inzigt met de ongefchikfte wyze zou zyn om onze Boongang wettig te reguleeren, en in orde te brengen— naamentlyk, gelyk voorheen gefield hebben de tsuxatie, dan waar de Koffy- en Thee-Cedul ingericht zynde, zou men weeten, welke Poorter tien PondSchots, dat is ƒ3.0.0 volgens tauxatie opbragt in de Koffy- en Thee-Cedul, die zekerlyk mede tot derde-half-honderd Nobelen of daar en boven dat is ƒ 600-0-0 of daar en boven gegoed is:  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 187 js: — dat verders op den goeden Vrydag voormiddag heiliglyk door monde van eenen Leeraar de daar toe gefielde Texte wierd verklaard, en aan een ieder voorgehouden, wat deszelvs plicht was op dien zo plechtigen dag; dat daar na alle die gene welke bekend waren van ƒ3-0-0 in belasting te betaalen, door de Bodens uitgeroepen, en daar na geteld, hoe veele dezelve in getal waren, negen zwarte en verdere witte Boonen in een zak gedaan wierden: dat dus de trekking gefchiedende, de negen Keurmannen op het plechtigst onder den ééd gebragt zynde, en na met eenftemmige Gebeden zich tot het Opperwezen gekeerd hebbende, de Privilegie van 1422 en 1452 van Burgemeesteren aan dezelve wierd overgelaaten; — dat dus een Nominatie van een- en twintig Perfoonen tot Schepenen gemaakt, en aan den Schout overgeleverd zynde, door dezelve, of by weigering van dien, door Burgemeesteren uit gezegde Nominatie zeven Schepenen wierden gekooren; — alles volgens de woorden van het Privilegie zelve. Zie daar dan Ed. Groot Achtbaare Heeren! op welk eene wyze ligtelyk alles in een vereischte orde kan gebragt worden, hoe dus doende onze duurgekogte allerdierbaarfte Voorrechten op de volmaakfte wyze hunne kracht weder kunnen verkrygen; en eindelyk hoe de verplichting, en waare liefde tusfehen Regenten, tusfehen Poorters, en Burgers meer en meer kan aangekweekt worden; — dit moet immers geduurig onafgefcheiden het waare oogmerk, hetvoornaamftedoelwit zyn in deeze zo heilzaame Conftitutie en Regeering van ons lieve Vaderland, en in het byzonder van onze Stad, zo van Regent, als Poorter, Burger en zelvs ieder Inwoonder. — Wel aan danl zo wy dit alles ons te binnen brengen, zien wy de waare Vryheid herleeven; niemand zal behoeven befchroomd te zyn de Loting by te woonen; — veelen haatelyke gefprekken zullen mede te niet gedaan worden: — ja! — wat eindelyk  188 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet delyk het voornaamfte is, ieder van U Ed. Groot Achtb. zal die waare achting en eer; ieder Regeerder die liefde, hoe langs hoe meer verkrygen welke wy alle op het hoogfte aan braave en waare kundige Vaderlandslievende Regenten verfchuldigd zyn. Eindelyk dan Ed. Groot Achtb. Heeren! hoopen en bidden wy, dat U Ed. Groot Achtb. dit geadnexeerde geenfints willen aanzien, als of wy de deliberatien van U Ed. Groot Achtb. wilden anticipeeren, of daar aan een Regel voorfchryven, neen dit zy verre; — omtrent de fchikkingen laaten wy ons op geene wyze in: — genoeg: — ja! •— allerverheugst zullen wy zyn; indien dit geluk, dit voorrecht voor de Poorteren van Hoorn , en hunne nakomelingfchap maar weder daar is; dat de gerechtigde Poorters volgens kracht van 3, het Privilegie van den jaare 1422} door Johan Hertoge van Beijeren gegeeven, en geaugmen„ teert in den jaare 1452 door Philips Hertoge in „ Bourgondien, onverhindert te Boon kunnen gaan, ,, vryelyk Burgemeesteren kiefen, en verders be„ noemen een driedubbeld getal; op dat daaruit 3, zeven Schepenen, by dien het behoort gekoren „ worden. „ Enkel zal dit alles maar voldoen aan het by ,, ons gepofeerde in de Requeste; naamentlyk: de bedenkingen daaromtrent, by U Ed. Groot ' 3, Achtbaare ontftaande, zoveel in der Supplianten 3, vermogen is (des gerequireerd wordende) op te s, losfen." Appoinftement op het hier volgende Request. Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn; gezien en geëxamineert de geannexeerde Requeste by eenige Poorteren aan dezelve geprsefenteerd, verzoekende dat de Boon-Lyst moge worden gefteld buiten effecT:, en by de aanftaande en  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 180 en volgende veranderinge der Regeering deezer Stad, eene vrye Boc-Dgang volgens het Privilegie van 1422 aan de Supplianten gelaaten. Hebben na voorgaande deliberatie goedgevonden en verftaan, dat verzoek om redenen te declineeren. Actum den 2 January 1787. (Onder ftond) In kennisfe van my, (was get.) M. Meërens. Aan de Edele Groot- Achtbaare Hëeren Burgemeesteren en Raaden der. Stad Hoorn! Geeven met verfchuldigde eerbied te kennen de ondergeteekende Poorteren van Hoorn. Dat zy Supplianten met vergenoegen en alle dankbaarheid zyn ontwaar geworden, hoe door het Appoinctement door Hun Ed. Groot Achtb. op een yoorig geprefenteerd Request geflagen , de vrye verkiezinge van Burgemeesteren zonder eenig project, of follicitatie, als mede de benoeming van een driedubbeld getal,, op dat daar uit zeven Schepenen, by dien het behoort, gekooren worden, aan den Keurmannen is gelaaten. Dat zy Supplianten nogthands met .het grootfte leedwezen by de laatfte verandering der Regeering binnen deeze Stad, op den goeden Vrydag ook hebben moeten ondervindendat Hun Ed. Groot Achtb. door gequalificeerde Poorteren (gelyk in 't Appoinótement op het voorig Request gefteld) verftaan hebben dusdaanige Perfoonen, die uit hoofde eener Verkiezing of Electie van Hun Ed. Groot Achtb. tot den Boongang worden verzogt. Dat dit dus enkel en alleen van de willekeur yan Hun Ed. Groot Achtb. zou afhangen; iets, waar voor de Supplianten geen den minften grond we.eten Vol-  190 Verzameling van Stukten betrekkelyk tot Volgens onze duurgekogte Privilegiën, moet immers ieder Poorter uit hoofde zyn er gegoedheid dit recht genieten: — uitdrukkelyk brengen dit mede de woorden van het Privilegie van Johan van Beijeren, gedagteekend den 5 Augustus 1422. . „ Dat alle de Poorters, die binnen onzer Stede „van Hoorn woonachtig zyn, ende tien pont „ Schots hebben, of daar en boven: — dats te „ weeten, dat zy tot derdehalf hondert Nobelen „ gegoet zyn, ofte daar en boven, die zullen te „ loten gaan op den heiligen Goeden Vrydag en« „ de niemant anders <5cc." Daar dan dit voorrecht der Poorteren van Hoorn het eenig nchtfnoer is, het by Burgemeesteren en ieder Lid van de Vroedfchap zo heilig bezwooren nchtfnoer, waar na ieder Burger, zo gegoed, tot den Boongang opgeroepen moet worden, is het; Tr^j^ SuPPllanten zich op nieuws keeren tot UEd. Groot Achtb., met allen gepasten eerbiedigen ernst verzoekende; dat U Ed. Groot Achtb. eindelyk die zo willekeurige opgemaakte Boonlyst Rellen buiten effect; — en het wyders daar heen dingeeren, dat ieder Poorter by de eerstkomende verandering der Regeering, en alle de volgende verkiezingen op den Goeden Vrydag naar luid der bezwoorene Privilegiën; en dus uit kragt zy- ner eigendommen, en nimmer uit die eener eigendunkelyke Electie, opgeroepen worde, en te lote gaan, en geene anderen. (Onder ftond) 't Welk doende &c. was geteekend, met 210 Naamtn. Accordeert met deszelvs origineel, (My geëxhibeerd) Adtum Hoorn den 12 February 1787. (was get.) Nicolaas va» Beek, Notaris. Aaw  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen."19. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staa* ten van Holland en West-Friesland. Geeven met fchuldige eerbied te kennen de onlergeteekende Burgers en Inwoonders der Stad 3oorn. Dat zy, zedert een geruimen tyd, niet alleen fgekeurd, maar geduurig met de grootfte aandoeling hebben moeten ondervinden, dat eenige van ïaare mede-Burgers van zich hebben kunnen vercrygen, om onder het voorgeeven van misbruiken, iie in de Regeeringsbeftel-ing deezer Stad zouden jyn ingeiloopen, te willen verbeteren, en de mde Privilegiën in vollen kracht te herllellen; :ich door Requesten ten dien einde aan de Regeeing te vervoegen, en zich wyders ook te bemoeien met zodaanige zaaken, die volgens 's Lands Donftitutie, alleen aan de wettige Regeering belooren toevertrouwd te worden. Dat dit aanleiding gegeeven heeft, dat een veel prooter aantal van Burgers deezer Stad deeze hanlelwyze hunner mede-burgeren afkeurende, zich rerplicht geoirdeelt hebben, om zich ook aan hunïe Regeering te moeten adresfeeren , en hunne jevoelens, voor dezelve open te leggen, gelyk :y dan ook gedaan hebben, by een Adres en De;laratoir, op den i8den November en 3iften December jongstleeden, aan de Regeering deezer Stad geprajfenteerd, van het welke de Supplianten le vryheid neemen Copie Authentiek fub litt. A en 3, benevens het Appoinciement daar op gevallen fub litt. C, aan deeze Requeste te annexeeren, en kich dezelven en de gevoelens daar in open gelegd te refereeren, confteerende het te gelyk, uit het groote aantal der teekenaaren dier Stukken, (het gene de Supplianten niet kunnen nalaaten, hier als fn 't voorbygaan, aan te merken,) dat indien'er, n deeze, een Volkftem zou moeten gelden, depelve dan aan de zyde der Supplianten zoude te pinden zyn j waarom de Supplianten ook vermeend had-  i92 Verzameling van Stukken betrekkelyk toi hadden, dat hunne mede-Burgers, aan welke zulks, Diet onbekend is, in hun onregelmaatige handel-1 wyze niet verder zoude voortgegaan hebben, doch waarin de Supplianten zich te leur gefteld vinden, hebbende zy zich onlangs weder by Requeste aan U Ed. Groot Mogenden vervoegd, verzoekendeJ „ dat U Ed. Groot Mogenden ex plenitudine potes,, tatis gelieven te effectueeren; dat de Lyst vag 9, Boongangeren worde gefteld buiten effect; en „ het wyders daar henen te dirigeeren, dat op de „ aanflaande Goede Vrydag by de verandering del „ Regeering binnen dfeze Stad, en alle de voU 3, gende verkiezingen, ieder Poorter, na luid der „ bezwooren Privilegiën, en dus uit kracht zynes „ gegoedheid of eigendommen, en nimmer uiti „ die eener eigendunkelykej electie, opgeroepen „ worden en ten Boon af te laaten gaan, en geen ,, anderen." Het zoude aan de Supplianten] niet moeijelyk vallen, de gronden waar op dit ver»' zoek rust, te ontzenuwen, indien de eerbied, dia zy voor hunne Regenten hebben, van welken Ü Ed. Groot Mogenden op voornoemde Requesten: bericht gevordert hebben, hun hier van niet wederhield, betrouwende zy het voorftaan van hunne belangens en het welzyn van deeze Stad, gerustelyk aan Hun Ed. Groot Achtb., niet vreezende, dat door hunne handelingen een verregaandjle, Ariftocratie of een volkomen Despptismus (zo als de: Requestranten met weinig gratie zeggen te vree-! zen) alhier hunnen Throon zullen vestigen, —I alleenlyk remarqueeren de Supplianten, dat het' gebruik van een Boon-Cedulle, voor meer dan twee honderd jaaren, en wel by de erectie van de Republiek, om redenen van noodzaaklykheid is ingevoert, dat die redenen even nog als by de introdudtie van dezelve fubfifleeren, en nimmer die nadeelige uitwerking heeft gehad, welke de Reques-I tranten daar aan attribueeren of vreezen verder ten gevolge te zullen hebben, in tegendeel houden de Supplianten dezelve noodzaaklyk en nuttig vooif dee-  de Geheurïênisjén in 1787 enz. voorgevallen. 193 deeze Stad, en tellen die onder die zaaken, waar van de fchrandere Raadpenfionaris van Slingeland , in zyn Staatkundige Gefchriftsn in het I. Deel, pag. 6] op het einde zegt: ,, dat het van het uiterfte ge« volg zoude zyn, voor ufurpatien te willen doen, ,, gaan de veranderingen, die ongevoelig voorval- len in de formen van de Regeeringen. De Poli. „ tieke lighaamen zyn in deezen deelen. niet beE» ftendiger, als de natuurlyke. De tyd en een „ langduurige Posfesfie, wettigen in materiën van ,„ Regeering» het gene dat fchielyk en met open„ baar geweld gedaan wordende, de naam van ,, ufurpatie of erger zoude verdienen." Redenen, waarom de Supplianten zich met alle eerbied wenden tot U Ed. Groot Mogenden, verzoekende dat U Ed. Groot Mogenden der Requestranten verzoek gelieven te wyzen van de hand, en hun te gelasten zich te vreden te houden met de gunftige dispolitie, by de Regeering deezer Stad, den 20 Maart 1736 verleend op de Requeste van N. Hinloopen, cum fuis, in dato den 5 December 1785 aan Burgemeesteren en Vroedfchap. pen deezer Stad gepraefenteert. (Onder ftond) 't Welk doende &c. was geteekend, niet 666 Naamen». BYLAGE A> Aan de Edele Groot Achtbaaue Heeren Burgemeesteren en Raaden in de Vroedschap der Stad Hoorn! Geeven met verfchuldigde eerbied té kennen * de ondergeteekende alle Burgers en Inwoonders der Stad Hoorn. Dat zy een geruimen tyd de oneenigheden en XÜl. Dbbl» N Ver-1  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut verwarringen die tusfehen de Regenten en Burgers i in verfcheidene Steden en Plaatzen deezer Repu- ■ bliek, byzonder ook in deeze Provincie zynont-. ftaan, met een rechtmaatige bekommering en vree-> ze dat dezelve ook alhier mogten plaats grypen,, hebben aangezien. Dat hoewel wy daar van lange zyn bevryd ge-bleeven, echter die vry algemeene geest tot hett invoeren van nieuwigheden ook alhier is doorge-drongen, onder den fchyn en voorgeeven de mis-bruiken die in de beftellinge der Regeeringe tegens! der Burgeren of Poorteren Vryheid en Recht zou-den plaats hebben, grondwettig te willen herftel-len en verbeteren, en dat wel, door het'in volle: gebruik brengen van Handvesten en Privilegiën: aan deeze Stad weleer gefchonken. — Voorrechten die allerdierbaarst voor deeze Stad enderzei-' ver Ingezetenen moeten zyn en gehouden worden,, doch die in alle hunne uitgeftrektheid en kracht thands s te willen.herjtellen . tot niets minder ftrekken zoude dan; tot een geheele omkeering onzer Republiek ; eigene woor* • den van de Schryvers van de Grondwettige Hertelling: van Nederlands Staatswezen, op het Art. van Hoorn * in het 11. Deel pag. 251 te vinden: waar uit dan ten: vollen blykt, dat zelvs by de yverigfte Voorltan-ders van eene Volksregeering by reprefentatie, zo: als men veelal nu beoogt, de oude Handvesten: tegens een laater gewettigd gebruik, niet met ef-. fecl kunnen ingeroepen worden. De wyze, van befchikking in deeze Regeering,, die volgens de Handvesten en Privilegiën aan deeze Stad verleend, en die na Conftitutie van tyden] .en zaaken, door gevestigde en wel herbragte ge-> woontens van onheuglyke tyden heeft plaats ge-' had , en waar aan deeze Stad, naast den zegen van] God Almachtig, haar opkomst, bloei en welftandl verfchuldigd is ; deeze gelukkige en gezegende! Regeeringswyze voor de Stad en Volk van Hoorn,! zoekt men thands door het invoeren van nieuwigl heden te veranderen, en dezelve na de denk wyze: van:  dé Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. i.95 van eenige weinigen, die zich doen voorkómen als ipreekende voor hec gantfche, althands principaaliie en voornaamfte gedeelte van Hoorns Burgery, te fchikken, dewelke zich in een Lighaam vereenigd hebbende, eene meerderheid in de be.langens van de Regeering deezer Stad, boven andere ftille Burgers, die haar wettige Overigheden •eerbiedigen, en aan haar Burger-en Schutters-ééd getrouw zyn, toeeigenen en aanmaatigen, enwien het al verder niet genoeg is, dat aan hunlieden by eene nadere verklaaring van U Ed. Groot Achtb. gedaan, vry en onverlet is gelaaten, zonder eenige bepaalinge om Burgemeesteren te kiezen en Schepenen te noemen, volgens ééd en der Stede Privilegie en Costume; maar die hooger eisfchen en vorderingen, alles volgens en na eigene en willekeurige uitleggingen van Handvesten en Privilegiën, fchynen in het oog te hebben. — Vorderingen, die niet zo zeer verzoekender, als wel op eene aandringende wyze tot inftemming worden voorgedraagen; en nog daar en boven kunnen goedvinden , om niet alleen in zaaken deeze Stad be* treffende, maar zelvs ook die den Staat of het Land aangaan, door Adresfen en Requesten, de wyze hoe daar op te refolveeren, zoeken voor te komen en te bepaalen; door al het welke, zo dit verder plaats moet hebben, het te duchten is, dat de Vergaderingen van U Ed. Groot Achtb. niet alleen onvry en bepaald in derzelver Deliberatien en Refolutien, die ten beste van de Republiek en het welzyn van deeze Stad en derzelver Ingezete. nen dienen uitgebragt te worden, maar tevens geheel noodeloos worden zullen, waar door deeze ganfche Stad en derzelver Ingezetenen inhetgrootïle gevaar gebragt word, om geheel Regeeringloos en in een onherftelbaare verwarring en verval te geraaken; behalven dat het voor de ondergeteekenden en hunne mede-Burgers niet dan alleronaangenaamst zoude zyn, dat zy langs dien weg niet onder het Vaderlyk en geeerbiedigst bellier van Na Ü  196" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot U Ed. Groot Achtb., maar in effecte onder de Regeeringe van eenige weinige hunner mede-Burgeren ( van wien U Ed. Groot Achtb. niet dan bloote werktuigen ter uitvoering van hun wil zouden zyn,) zouden moeten leeven. En vermits alle deeze vorderingen en eisfchen op den naam van het Volk, Burgers of Poorters van Hoorn, aan U Ed. Groot Achtb. worden voorgedraagen, en de ondergeteekenden, die tot dus verre hebben ftil gezeten, in hoope dat al dat werk van zelvs zoude ophouden , dan waar in zy zich te leur gefteld zien; zoo achten zich de ondergeteekenden verplicht, om zich aan U Ed Gr. Achtb. door deeze te adresfeeren, te kennen te geeven en te verzekeren, dat het 'er wel verre van af is, dat alle de Burgers en Poorters, of wel hec voornaamfte en notabelfte gedeelte van dien, zulke eisfchen, vorderingen en bemoeijingen met en in zaaken die wettiglyk, en na de Conftitutie deezer Landen alleen aan U Ed. Gr. Achtb wyze directie zyn toevertrouwd, te willen inmengen of indringen, en re betuigen, van geen deel gehad, of te willen hebben aan alle die nieuwigheden en vorderingen , die aan U Ed. Groot Achtb. zyn gedaan , of verantwnordelyk gehouden worden, voor de gevolgen daar uit te duchten, en dat de ondergeteekenden ongaarne zouden zien , dat ten opzichte van de wyzt der beftellinge der Regeeringe deezer Stad, verdere meerdere ofte andere veranderingen wierden ingevoert en gemaakt, dewyl na het inzien van de ondergeteekenden met reden anders te duchten is, dat zulks zal uitloopen tot een ganfche omkeering in deeze Regeeringe, die op Handvesten, Voorrechten en gewettigde Gebruiken gegrond en gevestigd is; en waar by deeze Stad van bnheuglyke tyden gelukkig, voorfpoedig en gezegend is geweest, en door deeze nieuwigheden en veranderingen, geheel verward, en vervallen zoude geraaken. Voor hec overige verzoeken de ondergeteekenden  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 197 den dat U Ed. Groot Achtb. dit hun Adres rnet geen ander oogmerk opgefteid, dan ter bevordering van de vrede, rust, eendracht, en het welvaaren van deeze Stad, en als een blyk van vertrouwen en eerbied voor hunne wettige Regeeringe, zullen gelieven aan te merken, terwyl zy den Goedertieren God, die zo dikwils deeze Stad en onze Republiek uit een dreigend verderf beefc gered, op het nedrigfte bidden, dat die over de raadflagen van U Ed. Groot Achtb. zyne byzondere genade en zegen verleenen wil. (Onder ftond) 't Welk doende, &c. was geteekend, met 383 Naamen. (Onder ftond) Na gedaane Collatie is deeze bevonden te accordeer en met deszelvs Origineel, aan my Notaris geëxhibeerd. Actum Hoorn den 3 Maart 1787. (was get.) Jan Schuurman, Junior. Notaris. BYLAGE B. Declaratoir aan de Ed. Groot Achtbaare Heeren, Burgemeeneren en Vroedfchappen der Stad Hoorn. Gedaan en Over gegeeven den 30 December 1786. Declareeren de ondergefchreevenen, alle Burgers en Inwoonders der Stad Hoorn, datzy geinformeert zyn geworden, dat 'er op den i8den der voorleeden maand een Adres door een aantal van hunne N 3 me-  198 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot. mede-Burgeren geteekend, houdende gevoelens,' volkomen flrookende met de denkbeelden van de Ondergeteekenden, omtrent de onderwerpen in 't zelve vervat, aan U Ed. Groot Achtb. is aangeboden, doch het welk te laat tot hunne keunisfe is gekomen om het zelve mede te kunnen onderteekenen: alwaarom zy ondergeteekenden de vryheid neemen, dit hun Declaratoir en geannexeerd Copie Adres, met welkers inhoud zy zich volkomen conformeeren, en waar toe zy zich refereeren, aan U Ed. Groot Achtb. aan te bieden. was geteekend, met 98 Naamen. (Onder ftond) Na gedaane Collatie ten deeze bevonden te., accordeeren, met het Origineele geteekeiide Declaratoir, aan my Notaris geëxhibeert. Actum Hoorn den 3 Maart 1787. (was get.) Jan Schuurman, Junior. Notaris. BYLAGE C. De Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn gezien en geëxamineert, het aan deeze geannexeerde Adres en Declaratoir daar toe relatief, door een aantal Burgeren en Ingezetenen deezer Stad aan Hun Ed. Groot Achtb. geprsfenteerd, waar by dezelve aan den dag leggen derzelver refpedb vóór, en zugt tót maintien van de-Kegeering deezer Stad, en hunne afkeer van verandering in de beftelling van dezelve; hebben daar op. goedgevonden en verftaan, de Heeren Burgemeesteren te verzoeken aan de Commisfië dewelke dit. Adres en Declaratoir heeft geprsefenteerd, te de» cla.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 199 clareeren; dat de Vroedfchap deezer Stad zeer ge. voelie is over de fentimenten van eerbied, vóór en aankleevinge aan, de wettige Regeeringe van deeze Stad, en daar over met goedkeuring derzel. ver dankbaarheid aan de Teekenaaren van dat Adres en bygevoegd Declaratoir, te betuigen. Actum den 2 January 1787- In kennisje van my, (was get.) M. Merens. Na gedaane Collatie is deezs bevonden te accordeeren me. deszelvs origineel, aan my Notaris geëxhibeert. Actum Hoorn den 3 Maart 1787. (was set") J- Schuurman, Junior. v 6 Notaris. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat voornoemde Bericht en Requeste zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verders Hun Ed. Groot Moeenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis; en is, dien onvermindert goedgevonden en verftaan, dat de gewoone Boonlang plaats zal hebben, en dat, uit hoofde der ïaueele fituatie te Hoorn de Nominatie tot Scheoenen der gemelde Stad , aan Hun Ed. Groot Mogenden ter Electie zal worden toegezonden , en Extract deezes gezonden worden aan Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het Noorder-Kwartier; mitsgaders aan Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Hoorn tot derzelver Naricht. N 4 Aan*  2O0 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Aanteekening van de Ridderfchap , en ze 'en Steden. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, JRotterdam, Gorinchem, Brielle, Eukhuizen, Edam en Medemblik hebben geinhereert hunne Aanteekening op de Refolutie van den i7den deezer gedaan, Aanteekening van Hoorn. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, de-> clareeren, dat zy tot de voorenftaaude Refolutie, in zo verre dezelve behelst dat de Nominatie van Schtpenen dit jaar aan Hun Ed. Groot Mogenden ter Elt öi? zal worden gc-prasfenteerd, niet hebben geconcurreerd; maar daaromtrent van Advifezyn geweest, dat de Electie van Schepenen na gewoonte door den Heer Erf-Stadhouder behoordete gefchieden. Protefteeren derhalven tegen alle corf-quentien en illatien welke uit deeze Refolutie voor het vervolg zoude kunnen of mogen worden geëlicieert. Accordeert met voorfz. Refolutie.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 201 1154. Remonflrantie der Gedeputeerden wegens de Stad Hoorn , ter Vergadering van Hun Ed. GrooH Mogenden de Heeren Staaten van Hollanden WestFriesland overgegeeven ; waar in zich beklaagen over de Refolutie van den 17 Maart 1787, en de. middelen ten dien 'gevolge by der hand genoomen * tot onderzoek van het voo; gevallene in die Stad; benevens de Refolutie door Hun Ed. Groot Mogenden ten aanzien van die Remonflrantie genomen. Vrydag den 6 April 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben ter Vergadering gedaan en vervolgens overgegeeven de Remonflrantie, hier ua geïnfereerd.. Edele Groot Mogende Heeren! Het was niet dan met de uiterfte aandoening, en onder het voorgevoel van de fchroomelyke gevolgen, welke wy ons van het effect van de executie van U Ed. Groot Mogenden, zo inconftitutioneelyk genomen, en met de meerderheid van flecb.es ééne Stem aan onze Stad opgedrongen Refolutie van den 17 der maand Maart 1787 moesten voorftellen, dat wy, uit kragte en ten gevolge van dezelve, binnen de muuren onzer Stad, op den 23(1^0 dier maand, zagen binnen komen het Collegie van de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van West-Friesland en het Noorder-Kwartir, verzeld van een Bataillon Infantery en twee Compagnien Cavallery, en voorzien van twee ftukken Kanon, en daar toe gehoorende train, meer in den uiterlyken fchyn, als ware het dat onze Stad, en als toert geheele ftille Burgery, voor de Troupes van een overwinnend Vyand hadde moeten bukken ; dan onder die houding, welke men anderfints van een Collegie zoude mogen verwachten, het weik gewoon haare fesfie binnen dezelve Stad te houden, althands niet nodig had, eene zo ftaat^lyke en niet. N 5 min  202 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot min fchrikverwekkende intrede in derzelver muuren ie doen, en fteeds den Burger, door de krygszuchtigc vertooning van twee Hukken Kanon voor hunne Vergadering, welke, zo wy geïnformeerd worden, gertadig gelaaden blyven, in eene geduu. rige confternatie te houden. En deeze onze aandoening is dan ook niet weinig vermeerderd, wanneer wy reeds daadelyk na de intreede van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, door dezelve de concert met den Magiftraat deezer Stad, hebben zien gebeuren zaaken, welke maar al te zeer hebben bevestigd de zo gegronde vrees, welke wy by onze mondelinge Propofitie ter Vergadering van Uw Edele Groot Mogenden op den 23 Maart 1787 gedaan, reeds toen hebben gemanifesteerd, dat naamentlyk onze goede Burgery door den Militairen Arm ftond te worden verdrukt, en hunne wettige en wel verkreegen Voorrechten, als het waare, met den voet ftonden te worden getreeden. Trouwens! het kan aan Uw Edele Groot Mogen, den niet onbewust zyn ; daar toch welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden zelve, benevens Schout, Burgemeesteren en Schepenen onzer Stad, by hunne Misfive, laatstleeden Saturdag ter Vergadering van Uw Edele Groot Mogenden, ter hunner naamen, offchoon ook alleen door den Secretaris Carbasius onderteekent, ingekomen, zulks opentlyk u-kennen, dat fommige onzer Burgers en Ingezetenen reeds weinige uuren na deeze hunne intreedt bmnen onze Stad, zonder te mogen weeten ter welker zaake, en zonder eenige gelegenheid te hebben zich alvoorens met iemand wie hy zy, te mogen beraaden, voor de zogenaamde gecombineerde Vergadering van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden en den Magiftraat onzer Stad zyn gerequireerd, en vervolgens als de grootfte misdaadigers onder Militaire escortes, en alzo armata manu, op hunnen order, onder Militaire bewaaking en bewaaring, en buiten allen acces gefteld. Eene  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 203 Eene handelwyze, welke welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden en onze Magiftraat met hun, onder de opgefmukte en verbloemde benaaming van eene Politieke Qustodie aan Uw Edele Groot Mogen,-, den als niet bezwaarend voor onze Ingezetenen . als. overeenkomftig met den geest hunner Commisfie,, en als ten hoogften welbehaaglyk aan Uw Edele. Groot Mogenden zeiven, trachten te doen voorkomen; doch welke wy, in een Land van Vryheid en Juftitie, met haaren wel verdienden en rechtgeaarten naam van ongeoirloofde Inquifitie, en geweldaadige Overheerfching, beftempelen, en welke wy alzo, aanmerken, als volmaakt ftrydig met het recht, het welk ieder Burger en Ingezeten van dit vrye Gemeenebest in het algemeen, en onze goede Burgery in het byzonder, eigen is; als wederftreevig aan, alle gefchikte rechtspleeging, en als eenen vruchtbaaren bron , om,onder de veelhoofdige benaaming van Politieke Voorziening, zo gevaarlyk voor de Juftitie, de Rechten en Privilegiën der Burgers, en Ingezetenen van den Lande te verkrachten, en een bloedig tooneel van voorige beroertens, aan welke ons de eerfte beginzelen deezer Republiek nog met fchrik doen herdenken, daar in te doen herleeven. Immers! vermeenen wy, dat, byaldien al eens aan welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, gecombineert met den Magiftraat onzer Stad, zoude kunnen worden toegekend de faculteit, om een Politiek onderzoek te mogen doen naar de oirzaak en Autheurs van de ongeregeldheden, welke binnen onze Stad hebben plaats gehad, hoedaanige bevoegdheid wy echter ten fterkften aan hun betwisten en tegenfpreeken, daar U Ed. Groot Mogenden, by meergemelde hunne Refolutie van den 17 Maart laatstleeden,welgemelde Gecommitteerde Raaden, buiten eene particuliereauthorifatie op dezelve, tot het doen van eene fpoedige en nodige voorziening, tot fecuriteit van het Arfenaal, het Magazyn, de. Archiven, Comptoiren, en het gene verder den Lande toebehoord,alleenlyk hebbengeauthorifeert, fj • om  204 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot om de con fert met den Magiftraat onzer Stad zodaanige verdere efficacieufe middelen tot herftel en confervatie van de rust, in het werk te ftellen, als de gejteldheid en Conftitutie onzer Stad zouden aan de hand geeven, en daar mitsdien dezelve authorifatie, welke in weerwil en tegens de uitdrukkelykfte protestatien van de Regeering onzer Stad zynde verleend, nimmer eenige extenfive en willekeurige interpretatie van de zodaanigen , welke da:ir mede op eene extraoidinaiie wy*e zyn bekleed, kan admitteeren , geene authoriteit, hoe ook genaamd, tot het doen van eenig Politiek onderzoek aan hun gegeeven heeft, nogthands een zodaanig politiek onderzoek nimmer diergelyke violente en wederrechtelyke demarches omcrent onze Burgers en Ingezetenen wettigen kan. En waarlyk, Edele Groot Mogende Heeren! wanneer wy het oog vestigen op de /iefolutie, den 10 Augustus 1784, met betrekking tot de onlusten, ter dier tyd binnen de Stad Rotterdam on titaan , door U Ed. Groot Mogenden daar by als toen hebben verklaard, dat Hoogstderzelver intentie, door het adjungeeren van de daar benoemde Commisla. risfen aan den Magiftraat der gemelde Stad geene andere was, als om zich alleenlyk op eene politieke wyze omtrent de fubfifteerende oneenigheden te doen informeeren, om vervolgens daar op nader te kunnen delibereeren, en zodaanige orders te ftellen en voorzieninge te doen , als naar gelegenheid der zaake zoude geoirdeeld worden te belmoren, zonder daar mede in het oog te hebben, om hier door eenige kleinigheid aan de Regeering der Stad Rotterdam toe te brengeD, of zich in eenige hunner huishoudelyke zaaken of beftuur te willen immisceeren, veel min, om door het neemen van de voorfchreeven Refolutie, aan de welherbragte Privilegiën, Vry- en Gerechtigheden van de refpeStive Steden en Leden van U Ed* Groot Mogenden Vergadering, en in het byzonder van de Stad Rotterdam, eenige atttinte of prejudicie toe te hengen. Dan  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 205 Dan immers durven wy mee eene gepaste vrymoedigheid aan U Ed. Groot Mogenden, aan elk onbevooroirdeeld Mensen vraagen, of diergelyke politieke Cuftodien, of diergelyke gewelddaadige flappen omtrent gezeten Burgers van eene Stad, welke de eer heeft een integreerend Lid van deeze U Ed. Groot Mogenden Vergadering te zyn, met die zo uitdrukkelyke verklaaring van U Ed. Groot Mogenden zelve, welke doch in gelyke omftandigheden , zal men eene confequente handel- en denkenswyze van den Souverein verwagten, altyd zich zeiven gelyk moeten zyn, kunnen worden overeen gebragt; en of wy dierhalven niet met de uiterfte billykaeid, de openbaare afkeuring van foortgelyke handelwyze van de squiteit van U Ed. Groot Mogenden imploreeren, ja! als getrouwe Regenten vorderen mogen. Wy vertrouwen doch, Ed. Groot Mogende Heeren! dat het eene bekende zaak is, dat tegens gezeten Burgers, welken ftaan ter goeder naam en faam, en die niet fufpect zyn van voortvlugtigheid, niet dan in de zwaarfte dilicien by directe Apprehenfie kan en vermag te worden geprocedeerd, en dat althands zulks volgens het privilegium de non evocando, het welk voor ieder Ingezeten, zo wel als voor U Ed. Groot Mogenden, ieder in hun indivü du, het heiligfte Plecht-Anker zyner Burgerlyke Vryheid is, en het kenmerk, waar door den Burger en Ingezeten, van het flegtfte fchuim van overgegeeven Booswichten en verdervende Landloopers, in deezen Lande, in cas van misdryf word onderfcheiden, nimmer anders mag gefchieden dan op decreet van zynen dagelykfehen en competenten Rechter, en naar dat de be wyzen daar toe door den Accufator Publicus ingewonnen , behoorlyk zyn onderzogt en overwoogen , en tot het doen van een ftap van dien aart over voldoende zyn bevonden, Wy vertrouwen teffens ,, Ed. Groot Mogende Heeren! dat het effect van eenen zo vernederenden  2o6 Verzameling van Stukken ktrekkelyk iet den fiap voor een welgezeten Burger, als is het verleenen van een decreet van corporeele appre'henfie tegens hem, nimmer uit eene Politieke voorziening kan geboren Worden; daar, byaldien men de bewaaring der* gemelde Perfoonen zoude willen aanmerken als te moeten dienen tot voorkooming dat dezelve niet zouden aufugeeren, deeze bewaaTing buiten acces van Vrienden of Practifyns, in de daad, onder eene verbloemde benaaming, niet anders is dan eene daadelyke Apprehenfie Corporeel, en eene detentie van dezelve Burgers, met inzicht, om daar in de Juftitie voor uit te loopen, en de accufatien, welke men , tegens hen zoude mogen hebben, op eene indirecte wyze te verfterken. i Terwyl, voor'zo verre men deeze zogenaamde Politieke Custodie zoude willen doen voorkomen, -als nöodzaaklyk om te effectueeren, dat deeze Perfoonen ten allen tyde by de hand zouden zyn, omals Getuigen te kunnen worden gehoord, en, dat -alzo deezé Politieke Custodie zoude moeten fubintreeten in de plaats van eene Civile Gyzeling, ze* kerlyk hunne bewaaring niet buiten acces van Vrienden en goede raadgeeving zoude kunnen zyn, en zylieden, zich genegen toonende, der waarheid getuigenis te geeven, niet daar toe verder door eene willekeurige Gyzeling zouden behooren te worden geconftringeerd. - Dan, wel verre, dat deeze zogenaamde Politieke Custodie van fommige onzer Burgers en Ingezetenen, welke immers, indien zy de prafentiè van gemelde Heeren hadden gefchroomd, zich in tyds aan de mooglykheid hunner requilitie zouden hebben kunnen onttrekken , zoude ftrekken, bmuit den mond der gemelde Perfoonen eene behoorlyke informatie van het voorgevallene te bekomen, zo vertrouwen wy, en wy durven met de uiterfte fiducie welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden en den Magiftraat onzer Stad, op de folemneelfte Wyze daar op fommeeren, dat de Politieke Custodie vad  de Gebeurtenis/en in 1787 mz. voorgevallen. 207 van dezelve onze Burgers en Ingezetenen tot geen ander oogmerk dient, dan om hen, niet als Getuigen, maar als befchuldigde Perfoonen tegens henzelven te ondervraagen, hen door middel van een directe detentie, waaromtrent het voorwendzel, dat zy quafi in de Civile Gyzelkamer worden bewaard, niets in het weezen der zaak verandert, te intimideeren, en langs dien weg, zo zy al aan de eene of andere ongeregeldheden fchuldig zouden mogen zyn, van hun te bekomen zodaanige Confesfie, waar op vervolgens tegens hen het nodig decreet van Apprehenfie zal kunnen worden verzogt, en even faciel verleend, ten dien efteóte, dat de aantasting hunner Perfoonen welke daar van zoude moeten zyn het gevolg reeds gefchied zyn* de, dat decreet niet anders zyn zal dan eene Continuatie van die Politieke bewaaring, in welke dezelve Perfoonen als nu reeds zyn gefteld. Maar wanneer nu dit is het eenige, het waarë ontmaskerde oogmerk van deeze zogenaamde Politieke Custodie, zo als het zelve in de daad is, en ook zo even is getoond, niet anders te kunnen zyn, dan immers verbeelden wy ons, dat U Ed* Groot Mogenden zeiven zullen moeten erkennen * dat eene diergelyke. handelwyze de Rechten der Burgeren en Ingezetenen deezer Landen, en byzonder van onze Stad, volkomen ondermynd, en dat dezelve een direct attentaat importeerd op den ordinairen en gefchikten loop der Juftitie, zo als dezelve binnen deeze Lande behoort te worden geëxerceert, en aan welkers maindien en protectie een ieder Regent met folemneelen ééde gebonden is, zonder daar in eenige Politieke vermengingen of verbasteringen te mogen gedoogen, en dat ook deeze demarche van Gecommitteerde Raaden, zo wel als van den Magiftraat onzer Stad, is eene willekeurige en indirecte uitbreiding van de macht, aan hun door U Ed. Groot Mogenden verleend, welke alzo weder binnen zyne daadelyke bornes behoort gebragt te worden. Jal  208 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ja! wy vertrouwen, dat U Ed. Groot Mogen* den zullen moeten erkennen, dat de Proteflatien , welke welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, en dezelve onze Magiftraat by gemelde hun-ne Misfive doen, als of zy geen voorneemen hadden zich met de befchuldigingen der geaccusfeerde (men zegge liever, door een gedeelte dier Magiftraat zelve gedenuntieerde) Perfoonen, eenigfincs te bemoeijen of in te laaten, zyn ten uiterften geaftecteert, en aan hunne eige daaden en gedraagin* gen ten hoogften wederfpreekende; daar ook de verklaaringen nevens hunne Misfive gevoegd, en gedeeltelyk voor hun ingewonnen, en ook zelvs ■door hunnen Minister, hoe zeer daar in perfoneel ge<:oncerneerd, geteekend, en ligtelyk wel gecou* cheerd, zekerlyk niet de edelmoedigfte kenmerken .yan die fcrupuleuze en naauwgezette onzydig* heid aan den. dag leggen, maar in tegendeel de waare bedoelingen van dat zogenaamd gecombineerd Collegie maar al te klaar manifesteeren , in zo verre, dat het zelve niet alleen zyn oog op de Ingezetenen van Onze Stad, maar ook op die van het geheel Noorder-Kwartier fchynt gevestigd te hebben; terwyl wy het verre beneden ons achten om de lasterlyke infimulatien, welke dit Collegie ten aanzien van fommigen onzer waardige Regenten uit voorzeide verklaaringen, by derzelver ongevergde en antidotaale Misfive en voorloopige verantwoording, tracht te elicieeren, althands voor het jegenswoordige, te wederleggen; daar het immers doch de heerfchende fmaak fchynt te zyn, ora de eerlykfte en welmeenendfte Regenten atefuspeSte 'Perfoonen aan het publiek, en ook dikwils aan U Ed. Groot Mogenden zeiven voor te draagen, ten einde langs dien weg tot zodaanige oogmerken te geraaken, welke nimmer anders zouden kunnen worden bereikt; en deeze onze bedoelde en gecalumnieerde Regenten zich getroosten, daar in met andere eerlyke en onfchuldige lieden gelyk te ftaan J alleenlyk ons flatteerende, dat U Ed. Groot Mogen»  dv Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. $è$' genden daar door zullen zyn geconvoceerd j wao 'er zy geweest van de waarheid en realiteit van dié fchriïcverwekkende voorgeevens, welke aanleiding tot U Ed. Gr. Mogenden Refolutie van den I7den Maart laatstleeden, gegeeven hebben, wanneer' deeze bewyzen, welkers partialiteic zo ten aanziert van de Perfoonen, welke daar in voorkomen, als ten reguarde van den gene, welke aan een derzei* ve de authenticiteit gegeeven heeft, hebben moe» ten dienen, om doch Ü Ed. Groot Mogenden vad de intrekking van dezelve Refolutie tè dehorteeren; dat U Ed. Groot Mogenden een attent oog vestigende op de faiten, welke daar by, zelvs op de verkeerde overbrengingen van verachtelyke delateurs, als misdaaden aan waardige Leden onzer Regeering worden geimputeerd, eindelyk eens zullen gelieven të penetreeren, hoe gevaarlyk heê is, om de eer,-het aanzien en de welvaart van braave Burgers en Regenten afhankelyk te maakefl jvan de zulke, welke reeds politicquement/ vooti misdryven aanmerken omftandigheden, waar vaö Ide beoirdeeling naderhand een object van hunne Rechterlyke cognitie zoude moeten uitleeveren j> wanneer daar tegens niet in tyds mag worden voor* zien; en dat UEd. Gr. Mogenden alzo de zaaken id hun waare daglicht befchouwende, als nu even be-i reid zyn zullen, om dezelve Refolutie, als op on» waare voorgevens, op eene alfints indirecte Wyze» en by loutere furprife van de Religie van U Ed. Groot Mogenden geobtineert, wederom buiten effect te ftellen. En daar deeze onze reprsefentatie vöornaamenf|]yk tot dat einde is ingericht, en om verders, als gegronde redenen voor dat ons rechtmaatig verzoek, aan U Ed. Groot Mogenden onder het oog te brengen, hoe. derzelver Refolutie, direct tejgens de Conltitutie onzer Stedelyke RechteDj, eö tegens de Privilegiën van onze Burgers en Ingezetenen, wordt geëxtendeert verre buiten de lettèf ; XIIL Drèu O vuil  aio Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van de Authorifatie daar in verleend, zo kunnen en mogen wy nier, nalaaten , als nog ten fterkften op de intrekking van dezelve Refolutie te urgeeren. Wy vermeenen te meer daar op te moeten aandringen, daar, byaldien aan welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden en de Magiftraat onzer Stad, zoude kunnen wofden toegekend eene zo onbepaalde macht van Politiek onderzoek, offchoon ook nimmer by de letter der Refolutie zelve aan hun gegeeven, ook daar uit niet dan de hoonendfte en vernederendfte gevolgen zelve voor de notabelfte Leden van de Regeenng onzer Stad te voorzien , en volgens de ingewikkelde bedreigingen ten hunnen aanziene in de gemelde Misfive van Heeren Gecommitteerde Raaden vervat, daadelyk te verwachten zyn. Terwyl dezelve U Ed. Groot Mogenden Refolutie welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, en onze Magiftraat tot geene verantwoording hoe ook genaamt verplichtende, min noch dat U Ed. Groot Mogenden even gelyk by de hier vooren gemelde Refolutie in dato den 10 Augustus 1784, ter gelegenheid van de binnen de Stad Rotterdam ontftaane onlusten genoomen, is gefchied, zelve de beoirdeeling der nodige voorziening aan zich zouden hebben gereferveert; het zelve zogenaamde gecombineerde Collegie binnen onze Stad, alzo een macht zoude kunnen oeffenen , zelvs boven den Souverein, wanneer daar aan in tyds geen paal of perk wierd gefield. Immers, Ed. Groot Mogende Heeren! vermeenen wy, dat aan het eerfte en voornaame oogmerk van de voorzeide Refolutie, naamentlyk de herftelling van de rust binnen onze Stad, complcetelyk is voldaan, terwyl de fuspenfie van dezelve vooral is toe te fchryven geweest aan de ontydige en onverantwoordelyke vlugt dier genen , welkers plicht het ware geweest, de Juftitie in behoorlyké activiteit  de Gebeurtenis/en in 1787 en%. voorgevallen. 211 viteit te houden, en voor de bewaaring van da rust, ter gepaster tyd, ééd- en ambtshal ven, de nodige zorge te draagen. En even zo vertrouwen wy, en durven daar voor perfoneel de zekerfte waarborging belooven, dat ook deeze herftelde rust voor het vervolg niet weder zal worden geftoord,' daar wy door twee Compagnien Cavallery, en des noods ook door de twee andere Compagnien Cavallery , welke rondsom onze Stad zyn gecantonneerc, genoegzaam gedekt en beveiligd zyn, vooralle nieuwe verftooringen van dezelve; terwyl wy te meermaalen hebben gedeclareert, en als nog gaarne declareeren, dat wy geenfints genegen zyn, den loop der Justitie, wanneer wy verzekerd zyn, dat die neutraal zal worden geadminiflreert, in het minfte of het geringfle te ftremmen , of een gepast onderzoek naar de eerfte oirzaak, beleiders en aanvoerders van de beweegingen, welke binnen onze Stad hebben plaats gehad, tegen te gaan; en het is dan ook,ten einde van dat ons gevoelen eenopentlyke blyk te geeven, dat wy te meermaalen aan U Ed. Groot Mogenden hebben gedeclareert, en wy inhasreeren deeze onze geneigdheid als nog ten fterkften, dat wy bereid waren eene Commisfie uit het Hof van Holland, als het Provinciaal Hof van Justitie, binnen onze Stad te accepteeren, om naar dat alles een geregeld en behoorlyk onderzoek te doen. Wy verbeelden ons doch, dat U Ed. Gr. Mogenden met ons zullen moeten inftemmen, dat in zaaken van dien aart, welke de ftooring of het behoud van de algemeene rust betreffen, en waar over de Souverein zelve vermeend een behoorlyk onderzoek te moeten doen, de Conftitutie deezer Provincie abfoluit medebrengt, dat een zodaanig onderzoek gefchiedde door dien Rechter, aan wel'ken de befcherming van de Hoogheid van den Landt ;is gedemandeert, en welke, door eenen folemneeO 2 len  212 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot len ééd aan zyne plicht gebonden, althands niet vatbaar zyn kan voor Politieke inzichten in zaaken , alwaar het alleen aankomt op de uitoeffening van eene onzydige, onbevoor oir deelde en ongeinteresfeerde Juftitie; daar in tegendeel alle delegatien, vooral van Politieke Collegien, welke aan geene In (tractie, min noch aan eenige/olemneele éédsverbintenis ter dier zaake onderfchikt zyn, en welke dikwils uit verkeerde principes van Policie zich bevoegd oirdeelen, van de ftrikfte regulen van eene welgeordende Rechtspleeging, en van de juiste denkbeelden van Juftitie af te wyken, niet dan ten uiterften haatelyk, en met de Conftitutie van een vry Gemeenebest volftrekt onbeftaanbaar, aan den Burger en Ingezeten moeten voorkomen, en deeze ook alzo door de beroemde Mannen van Staat, in voorige Eeuwen reeds, ten hoogften zyn verfoeid, en zelve met den Raad van den Hertog van Alba zyn gelyk gefteld. Wy vertrouwen verder, Ed. Groot Mog. Heeren! dat onze Burgers en Ingezetenen daar door niet zullen worden afgetrokken van eenen Rechter, welke in dat geval van wegens den Souverein zei ven de Juftitie uitoeffenende, ook ter dier zaake hunnen competenten Rechter zyn kan, wanneer zy'lieden zich onverhooptelyk aan eenig misdryf van dien aart mogten hebben fchuldig gemaakt, en van wiens integriteit en ongeinteresfeertheid in de zaak zelve, onze Burgers en Ingezetenen zullen kunnen verwachten, een equaalonderzoek, zonder aanzien van Perfoonen en zonder eenige voorafgaande veronderftelling van hoogftraffelyke misdaaden ïn den een, en den blankften onfchuld in den anderen, en van welkers gemaatigdheid en aankleevendheid aan eene onpartydige Juftitie, zy althands geene Politieke Custodien zouden te vreezen hebben. Wy eindigen dierhalven deeze onze eerbiedige, doch teftens allerferieuste remonflrantie aan U Ed. Groot  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 213 Groot Mogenden, in die gegronde hoop en verwachting, dat Hoogstdezelven, eindelyk, doos de ftem der waarheid overreed, gehoor zullen gelieven te geeven aan de billyke en herhaalde doleantien, welke wy reeds tegens de meergemelde Refolutie van den I7den Maart laatstleeden, met zo veel nadruk, hoewel tot dus verre vrugteloos voor U Ed. Groot Mogenden hebben uitgeflort, en dat Hoogstdezelven alzo zullen gelieven cp te heffen en daadelyk buiten effect te hellen, eene Refolutie, welke onze goede Burgers en Ingezetenen met fchrik heeft vervuld, en onze Stad in haare gevolgen met eene totaale ruine bedreigd, daar ook niemand der Opgezetenen zich binnen dezelve veilig zal achten en alle Markten en van buiten inkomende Vertieringen geheel zullen ftilftaan; eene Refolutie, welke op de despotiekfte wyze word uitgevoerd, en verre buiten de letter van dezelve; en alzo tegen de intentie van U Ed. Groot Mogenden zei ven word uitgebreid, en op de wille. keurigfte wyze tot onderdrukking van onze Burgery geufurpeert, en waar van de gevolgen, zo die, onverhooptelyk moet blyven beftaan, niet dan allerrampfpoedigst voor het welvaaren van onz^ Stad zyn kunnen; dan waar van wy ons ten plegtigften voor het oog van de gantfche Natie onfchuldig houden, en die overlaaten ter verantwoording van dezulken, welke door heimelyke raaderen gedreeven, in hunne verdichte voorgeevens de eerfte oirzaak van dezelve zyn geweest. Terwyl wy, die aan het behoud van onze Stad, en aan de Protectie van onze onderdrukte Burgery, onze eigene welvaart zo naauw verknogt oirdeelen, in dien gevalle niet zullen mogen nalaaten , ons recours tot de Hooge Leden van het Bontgenootfchap te neemen, teneinde door Hoogstderzelver ofHcieelen tusfchenkomst, voor alle verdere oppresfie te worden beveiligd. 03 Waas  si4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar mede wy de eer hebben, met de meeste •erbied te zyn: Edele Groot'Mogende Heeren! (Onder ftond) U Edele Groot Mogenden zeer gehoorzaame Dienaaren, De Gedeputeerden der Stad Hoorn, zo voor zich als in naam van de Vroedfchap der gemelde Stad. (was geteekend) J. V. Breedehoff. Herm. de Hart. M. Meerens , als Penjionaris. Waar op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfteldam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnickendam en Purmerende, Copie van de voorfz. Remonflrantie verzogt, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen; en is, dien onverminderd goedgevonden en verftaan, dat dezelve zal worden gefteld in handen van de Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het Noorder-Kwartier, om Hun Ed. Groot Mogenden daar op ten fpoedigften te dienen van Bericht. Accordeert met de voorfz. Refolutien.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 215 N0. 1155. Provifioneel ■ Bericht van Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het Noorder-Kwartier t aan Hun Edele Gr tot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, op de bo. venftaande Remonflrantie der Gedeputeerden van de Stad Hoorn; benevens de Refolutie daar over door Hun Ed. Groot Mogenden genoomen. Woensdag den 11 April 1^87. Ontvangen eene Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het Noorder-Kwartier, gefchreeven te Hoorn den loden deezer, waar by, tot provifioneele voldoening aan Hun Ëd. Groot Mogenden aanfchryving van den 6den te vooren , berichten op de Remonflrantie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, onder de Notulen van gemelden 6den gebragt, welk provifioneel Bericht hier na volgt geinfereeri. Edele Groot Mogende Heeren! Wy hebben ons vereerd gevonden met U Ed Gf. Mogenden geëerbiedigde aanfchryving van den 6 deezer maand April, tendeerende om U Ed. Groot Mogenden ten fpoedigflen te dienen van Bericht op de Remonflrantie van de Heeren Gedeputeerdens der Stad Hoorn, in de Refolutie van dien dag geinfereerd, en zouden geenfints in gebreken zyn gebleeven daaraan compleetelyk te voldoen, zo wy niet by de eerde lecture hadden geremarqueert, dat -by die Remondrantie diverfe zaaken in een gantsc'h verkeerd adfpect worden voorgefteld , en dat dezelven over het geheel niet anders is, dah een faimenweefzel van ongegronde, haatelyke en valfche infimulatien ten onzen, reguarde , aangevuld met een aantal onwaarheden, die hoe verachtelyk ook, nogthands naar behooren moeten worden gerescontreerc. Terwyl de Romanesque aanvang of eerde O 4 Pa-  2id Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Paragraaf dier Remonflrantie aanftonds al doetziea, wat van de verdere inhoud te wagten zy, fchoon ook tevens in die eerfte Paragraaf de woorden van Schrikverwekkende intrede, en den Burger in geduurige Conjternatie te houden, klaarlyk doen zien, waar de Regeering de fchoen ten deezen wringt; dewyl het ser zo verre van af is, dat die zogenoemde Jtaatelyke intrede voor Hoorns Burgery fchrikverwekkende zoude zyn geweest, dat in tegendeel zich eene ^ichtbaare bivdfchap, op de aangezichten van verre het beste gedeelte dier Burgery kwam te vertoo. nen, en nog zoude blyven, zo niet de vrees, dat de Regeering deezer Stad eenmaal middel zoude vinden , door verkeerde intrigues, de Refolutie van ü Ed. Groot Mogenden van den I7den Maart jongstleeden te doen intrekken, deeze hunne blydfchap pierkelyk kwam te benevelen: fchoon wy aan de andere zyde geenfints aliëen zyn van te gelooven, dat de zulken, dewelken zich tot Uitvoerders van de heillooze oogmerken van Grooteren hebben laaten employeeren , en bovenal ook die eerfte oirzaaken zelve met fchrik befchouwen al dat gene, het welke hun eene condigne ftraffe, fchoon nog in *t verfchiet, fchynt te yoorfpellen. " Wy vertrouwen, Ed. Groot Mogende Heeren 1 dat UEd. Groot Mogenden alle de aangeroerde motiven by voorfz. Remonflrantie , zullen befchou-wen als voortkomende van eene Regeeringe, dewelke zekerlyk ten deezen niet neutraal is noch zyn kan, en welke vooral zeer byzonder luiden in de mond en pen van den Heer van Bredenhoff, onzen mede-Broeder in Raade, omtrent welkers conduites wy ons by vervolg nader zullen elargeeren: terwyl wy in tegendeel met dezelve fiducie vertrouwen, dat U Éd. Groot Mogenden aan hunne Gecommitteerde Raaden wel de Juftitie zullen willen doen - van te gelooven, dat dezelven, volgens hunpen ééd en plicht, geen valsch noch onwaarachtig ' Rapport doen zujlen» maar in tegendeel tragten ta  de Gebeurtenis len in 1.787 enz. voorgevallen. 217 beantwoorden aan dat vertrouwen, het welk U Ed. Groot Mogenden altoos, en vooral in deeze zaake, in hun hebben getoont te ftellen. Dan daar dus door ons niet zo gereedelyk als wy wel zouden hebben gewenscht, aan de begeerte van U Ed. Gr. Mogenden zal kunnen worden voldaan, neemen wy de vryheid U Ed. Groot Mogenden inmiddels te refcribeeren, dat wy ten fpoedigften mooglyk een gedetailleerd Bericht aan U Ed. Groot Mogenden zullen inleveren , waar door dé voorfz, Remonftrantie ten eenemaale zal worden ontzenuwt, onze handelingen gejustificeerd , ea wy van alle verkeerde idéés en aantygingen zullen worden vrygefprooken. En onder des, Ed. Groot Mogende Heeren! beveelen wy U Ed. Groot Mogenden in de befcherming des Allerhoogften, dien wy bidden, U Ed. Groot Mogenden Regeering te willen zegenen, ten beste van ons lieve Vaderland, Gefchreeven binnen Hoorn den io April 1787. (Onder ftond) U Ed. Groot Mogenden gantsch Dienstwilligen, De Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het Noorder-Kwartier, (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) B° Blok. Waar op gedelibereert zynde is goedgevonden en verftaan, dat in afwagting van het gedetailleerd Bericht ter zaake voorfchreeven, van de voorfz. Heeren Gecommitteerde Raaden gerequireerd, inmiddels Copie van het gemelde provifioneel Bericht aan de Leden zal worden gegeeven • om by de deliberatien op de overgenoomen Remonftrantie voor0 5 fchreo»  $18 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fchreeven, daaromtrent het nodige reguard te neemen, en is dien onverminderd Copie van het voorfchreeven provifioneel Bericht verzogt, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Aanteekening van Hoorn. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben met inhasfie van derzelver gedaane Declaratoir, Protesten en Referves, en zonder daar van eenigfints af te gaan, of de wettigheid der extenfie van de Refolutie, op de ingeleverde Remonftrantie te advoueeren, de ingekomen e Misfive met provifioneel Bericht van Heeren Gecommitteerde Raaden overgenoomen, om dezelven te brengen ter kennisfe van de Heeren hunne Principaalen. Aanteekening van de Ridderfchap, en agt Steden. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Gorinchem, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben geperfifteerd by hun Declaratoir onder de Notulen van heden. Accordeert met de voorfz. Refolutien»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 219. NQ. 1156, Nader Bericht van Gecommitteerde Raaden, in 't Noorder-Kwartier op de Remonftrantie van de Regeering der Stad Hoorn van den 6 April, over het onderzoek op het voorgevallene aldaar, met de Ex-, traèt Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden d» Heeren Staaten van Holland en West-Frieeland % daar over genoomen. Donderdag den 19 April 1787. Ontvangen eene Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en 't NoorderKwartier , gefchreeven te Hoorn den I3den deezer, met eene Bylage; houdende derzelver Bericht uit ïcragte der Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden , van den 6den te vooren, op de Remonftrantie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn , ten laatstgemelden dage ter Vergadering igedaan, over het onderzoek op het voorgevallene ialdaar; welk Bericht hier na volgt geinfereert. Edele Groot Mogende Heeren! Zedert het oogenblik, waar op het U Ed. Groot Mogenden heeft goedgedacht, ons op te draagen den gewigtigen last, in Hoogstderzelver Refolutie van den I7den Maart laatstleeden vervat, hebben wy ons niet anders voorgefteld, dan geduurige teIgenftribbelingen te ontmoeten, van de zyde der meerderheid eener Regeeringe, welke de uitvoering van een wettig Staatsbelluit met een ongunftig oog pefchouwt. [ De uitkomfte heeft ook volkomen aan onze verWagting beantwoord, en wy hebben reeds de eer gehad, van by het Adres op den 3often Maart laatstleeden , uit naam van ons en van de Magiftraat der Stad Hoorn, ter Tafel van U Ed. Groot Mogenden overgebragt, breedvoerig te detailleeren, wel. ke middelen men van de zyde van de gemelde meer* derheid heefc in het werk gefteld, om de inlogee- ring  ï2o Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut ling van het nodig Guarnifoen binnen de Stad Hoorn, zo lang mooglylc, te beletten, en vervolgens een onderzoek te belemmeren, waar aan wy durven zeggen, dat het behoud van deeze Stad en derzelver goede Burgery, in dit hachelyk tydftip grootendeels afhangt; wy hebben tevens by dat A. dres onze gevoelens, nopens den waaren zin en mee. ning van u Ed. Groot Mogenden voorfz. Refolutie, breedvoerig opengelegd en op het plechtigst betuigd, dat wy ten hoogften afkeerig waren van ons eenig rechterlyk gezag aan te maatigen, of de Burgers en Ingezetenen van deeze Stad, van hunnen dagelykfchen en eompetenten Rechter te evoeeeren. Na eene zo ernftige en rondborftige verklaaring van onze denkenswyze , hadden wy gaarne ge. wenscht, onze deliberatien en befoignes onverhinderd te kunnen continueeren, tot tyd en wylen, dat wy in ftaat zouden zyn, om U Ed. Groot Mogenden van onze handelingen en bevinding, een volledig verflag te doen. Maar tot ons leedwezen worden wy , eer gelegentheid van de Remonftrantie, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn op den <5den April laatstleeden ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden gedaan, en waar op U Ed. Groot Mogen, den, by Hoogstderzelver Refolutie ten zeiven dage genoomen, ons Bericht hebben gelieven te requireeren , wederom in de noodzaakelykheid gebragt, van over dat zelvde onderwerp in discusfie te treden- Ter voldoeninge aan de geëerbiedigde intentie van U Ed. Groot Mogenden, dienvolgende onze Confideratien en Remarques op dat zo finguliere Adres, aan deeze Vergadering zullende fuppediteeren, moeten wy al aanftonds met die overtuiging, ■welke de kragt der waarheid ons doet gevoelen, en met die rondborftigheid, welke ons betaamt, voor u Ed. Groot Mogenden betuigen, dat het zelve is. opgevuld met verfcheidene volftrekt abufive infor- raa«  £e Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 221 marien, en met eene verkeerde voordracht of tournure van onze bedoelingen en verrichtingen. Het zal ons zeer weinig moeite kosten, om U Ed. Groot Mogenden daar van volkoirien te convinceeren: ja dit moet al aanftonds in het oog loopen, wanneer men by den aanvang der Remonftrantie, de aankomst van ons Collegie binnen de Stad Hoorn, verzeld door de Militie, welke wy ingevolge de aan ons verleende qualificatie herwaards hebben doen marcheeren, aan U Ed. Groot Mog. heeft doen voorkomen als eene intrede, die meer den fchyn had, als of deeze Stad, en toen geheel ftille Burgery, voor de Troepes van een overwinnend Vyand zoude hebben moeten bukken, dan overeenkomftig was, met de houding die men anderfints zoude hebben mogen verwagten van een Collegie, het welk gewoon zynde hunne Sesfien binnen dezelve Stad te houden, althands niet nodig had, eene zo ftaatelyke, en niet min fchrikverwekkendê intrede, binnen deeze muuren te doen. Wy hebben de eer gehad, by óns provifioneel .Rapport, ter Tafel van deeze Vergadering overgebragt, U Ed. Groot Mogenden reeds naar waarheid te informeeren, dat wy binnen de Stad Hoorn zyn terug gekeerd, op zodaanige wyze als wy oirdeelden overeenkomftig te zyn met de aanzienlyke Commisfie , waar mede wy door U Ed. Groot Mogenden waren vereert, en fchoon wy gevolgt wier* den door de Troepes van deezen Staat, die wy toe onze eigene veiligheid hoogst noodzaaklyk oirdeelden, is het zo verre daar van daan geweest, dat deeze intrede by de weldenkende en waarlyk vreedzaame Burgery, zoude zyn befchouwd, als die vaa eenen overwinnenden en zegenpraalcnden Vyand, dac in tegendeel alle braave Ingezetenen een wezentlyk genoegen hebben gefmaakt, dat de Juftitie wederom was gefteld in activiteit, en dat met adfiftentie van het ingekomen Guarnifoen, de woede van een muitzuchtig Graauw, het welk niets dan Moord en Plundering dreigde, zoude worden geftuic.' Trouwen 6  222 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wens daar het oogmerk van ónze CommisGe en van de inlogeering der Militie, geen ander was, dan de rust en goede orde binnen deeze Muuren te herftellen, zo konde ons arrivement by niemand anders eenige confternatie verwekken, dan by dezulken, die in hun gewi „ de zyn dan eene continuatie van de politieke be„ waaring, al het wtlk zoude importeeren een di„ red Attentaat op de Rechten der Burgeren en. „ Ingezetenen deezer Lande, en byzonder van „ deeze Stad, en op den ordinairen en gefchikten, ,, loop der Juftitie; mitsgaders eene willekeurige „ uitbreiding van de magt , aan ons'door U Edele Groot Mogenden verleend, welke alzo wederom „ binnen de behoorlyke bornes zoude moeten wors, den gebragt." Wy maaken intusfeben geen zwaarigheid , om voor U Ed. Groot Mogenden rondborftig te verklaaren, dat geene yan de in bewaaring geftelde  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voer gevallen. 231 Perfoonen, noch als Befchuldigden, noch als Getuigen in onze gecombineerde Vergadering zyn ondervraagt, uitgezonderd de twee ontflaagene Perfoonen Johannes Wolfrat en Jacques Henuy , welken wy nodig hebben geoirdeeld , op de tecuurflre wyze te examineeren, met opzichte tot eej ne notabele gebeurtenis, waar in zy hadden deel gehad, en die ter zyner tyd nader onder het oog van U Ed. Groot Mogenden zal worden gebragt, doch zo dra de gemelde Perfoonen, welken mee manu Militari zyn geapprehendeerd, maar door een onzer Bodens aan ons Collegie gerequireerd, en aldaar vrywillig verfcheenen , overeenkomftig met de aan ons gefuppediteerde informatien hadden ge. antwoord, zyn dezelven de fafto ontflaagen, zodat zelvs de bewaaring van den eerften niet langer heeft geduurd , dan van Zondag den 25ft.cn Maart des avonds omtrenc tien uuren, tot den volgenden dag des namiddags circa twee uuren; terwyl aan alle de verdere Perfoonen wegens ons Collegie en de Magiftraat niet anders is aangezegt, dan dat wy hadden nodig geoirdeeld, dezelven in zodaanig vertrek, als voor een ieder van hun was gedeftineerd , in bewaaringe te doen ftellen, en verder alleenlyk van den thands gedetineerden Hendrik Bieman, Knegt van het Genoodfchap agter de Vest, de nodige informatien nopens de directie en Leden van voorfz. Genoodfchap gerequireerd hebben. Wy zullen derhalven aan het verlicht en ajquitabel oirdeel van ü Ed. Groot Mogenden zeiven overlaaten, of de Gedeputeerden der Stad Hoorn, by hunne Remonftrantie niet van het fpoor der waarheid zyn afgeweeken, en ter bereiking van hec door hun bedoelde oogmerk, zich daar op hebben toegelegt, om onze verrichtingen in een zodaanig daglicht voor te ftellen, als best gefchikt was, om de Leden van U Edele Groot Mogenden Vergadering, ware het mooglyk, te brengen in een denkbeeld, dat wy de dierbaarfte Voorrechten yan vrye Ingezetenen met den voet zouden willen treeden, P 4 en  »32 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet en ons zeiven opwerpen als gedelegeerde Rech« ters, oyer de Burgers van eene Hemmende Stad binnen deeze Provincie. 'Irouwens, Ed. Groot Mogende Heeren, dat men zich niet heeft ontzien, om ons en den Magiftraat der Stad Hoorn, de calumnieuste beschuldigingen, voor het oog van deeze Souvereine Vergaoenng aan te wryven, zullen U Ed. Groot Mogenden noch nader kunnen ontwaren, uit het vervo.g van de gemelde Remonftrantie; waar by men zich zeiver zo vergeet, om zonder fchyn of fchaduw van bewys, een gedeelte van den Magiftraat te doen voorkomen, als delateurs van de gea codeerde en thands gedetineerde Perfoonen, mitsgaders voor te wenden: „ dat wy en de gemelde Magiftraat, „ door de Verklaarmgen nevens onze Misfive ge„ voegd en gedceltelyk van ons ingewonnen, en „ ook zelvs door onzen Minister (hoe zeer daar in „ Berloneel geconcerneert) geteekerd en licbte„ lyk we gecoucheerd, zekerlyk met de edelmoe„ digfte kenmerken van eene fcrupuleufe en naauw„ gezette eenzydigheid zouden hebben aan dendae ,, gelegd, maar in tegendeel door ons zouden zvn „ gemanifesteerd, de waare bedoelingen van ons „ gecombineerd Collegie, het welk zyn oog niet „ alleen op de Ingezetenen van deeze Stad, maar „ ook op die van het geheele Noorder-Kwartier „ zoude gevestigd hebben." Wy kunnen inrmfchen U Ed. Groot Mogenden naar waarheid informeeren, dat geen Lid van den Magiftraat van onze gecombineerde Vergaderine eemge informatien hoegenaamt ten lasten van de befchuldigde Perfoonen heeft gefuppediteert, als mede dat de verklaaring van Nantje Jaspers en Jde Stoffels noch door den Secretaris Carbasios, noch door onzen Secretaris, maar door den Advo' kaat Holthuyzen is gecoucheerd geworden; terwvl ri\r%r et w"'^ ons verz<*erd houden, dat UEd. Groot Mogenden niet minder dan wy met eene billyke verontwaardiging zullen zyn aangedaan,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 233 daan, dat men die genen, welken de eer hebben» in naam van den Souverein de Juftitie te adminiftreeren by eene fcbriftuure, die reeds by de publieke Couranten alomme is gedivulgeert, opentlyk proftitueert; als Menfchen, die den laagen rol van verklikkers fpeelen, en zich nogthands verftouten tot het doen van een Judicieel en Politiek onderzoek, waar toe voorzeker de ftrikfteonzydigheid wordt vereischt; en dat men ons, die door U Ed. Groot Mogenden in een gewichtigen en aanzienelyken Post zyn gefteld, openlyk infimuleert vaneen verachtelykenheerschzucht, ja zelvs, dat wy ten kosten van de goede Ingezetenen van deeze Stad en van dit geheele Kwartier, onze ongeoirloofde bedoelingen zouden trachten te bereiken. Wy zullen ter zyner tyd alle onze handelingen en verrichtingen voor het oog van U Ed. Groot Mogenden en van de geheele Natie, bloot leggen; en zo zulks mogt vereischt worden, altoos op het volleedigfte kunnen justificeeren: terwyl wy nimmer hebben begreepen , dat de intentie van U Ed. Groot Mogenden zoude zyn geweest, dat wy benevens den Magiftraat tot geene verantwoordinge hoe genaamt zyn verplicht, en alzo (gelyk men zich by de Remonftrantie uitdrukt), boven den Souverein zeiven te zyn verheven; maar dat zulks in tegendeel, offchoon niet met even zo veele woorden in Uwer Ed. Groot Mogenden Refolutie uitgedrukt, uit den aart en natuur van de ons toevertrouwde Commisfie van zelvs voortvloeide; van welk begrip wy reeds een fpreekend bewys hebben gegeeven, door het overbrengen van ons provifioneel Rapport, ter Tafel van deeze Souvereine Vergadering: daar door zullen Hoogstdezelven dan ook ter zyner tyd worden in ftaat gefteld, omonzydig en onbevooroirdeeld te kunnen beflisfen, of men de eerlykften en welmeenendfte Regenten als fuspecte Perfoonen heeft voorgedraagen, ten einde langs dien weg tot zulke oogmerken tegeraaken, P 5 wel-  234 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot welken anders nimmer zouden kunnen worden be-1 reikt, en of men faiten welke alleenlyk rusten op: verkeerde overbrengingen, van valfche Delateuren, aan waardige Leden der Regeering als misdaaden heeft geimputeert. Wy oirdeelen het ongepast te zyn, ons by dit bericht daar over verder te ex- Êliceeren, maar zullen ons vergenoegen, met U d. Groot Mogenden te verzekeren, dateerlang onder het oog van Hoogstdezelven zullen gebragt worden, zaaken en omftandigheden, die deeze Souvereine Vergadering en het Publiek zullen doen verbaasd flaan. Wy kunnen echter voor ü Ed. Groot Mogenden by deeze gelegendheid niet ontveinzen, daar over ten hoogften gevoelig te zyn, dat zich onder de leekenaaren, van eene voor ons zo Isfive Remonftrantie, mede bevind, de Heer van Bredehoff, onzen Medebroeder in Raade; doch zullen liefst aan het oirdeel van U Ed. Groot Mogenden overlaaten, in hoe verre zulks met zyne plicht en de betrekkmge waar in hy ftaat tot ons Collegie, kan worden overeen gebragt. Trouwens Ed. Groot Mogende Heeren, wy zyn tot ons leedwezen genoodzaakt, opentlyk te moeten verklaaren, dat het zelve gedrag door den gemelden Heer in deeze tydsomftandigheden gehouden, meer dan eens onze byzondere attentie naar zich heeft getrokken. U Ed. Groot Mogenden gelieven tot dat einde te zyn geinformeert, dat wanneer door ons was gerefolveert, om van U Ed. Groot Mogenden te verzoeken, dat de nodige patenten mogten worden verleend voor vier Compagnien Cavallery, om alhier Guarnifoen te houden, ten einde wanneer de nood zulks vereischte, dezelven te kunnen detacheeren naar zodaanige plaatzen, alwaar die Militaire arm tot het ftillen der oproerige beweegingen in dit Kwartier, tot executie van de door U Ed. Groot Mogenden en door ons toen reeds genoomene en noch verder te neemene Refolutien mogte worden gerequireert, de Heer  de Gebeiifienisfsn in 17-87 enz. voorgevallen. 235- Heer van Bredehoff na dat hy eerst had verzogt, om dat poinct over te neemen, doch vermits daar in door ous niet konde wórden bewilligd, als ftrydig zynde met de'orde van onze Vergadering, eindelyk heeft goedgevonden tegens de gemelde Refolutie te protefleeren; en te verklaaren: dat niet wilde refponfabel zyn, voor de gevolgen, welke daar uit mogten refulteeren. Vervolgens heeft hy van zich kunnen verkrygen, pm die Refolutie te brengen ter kennis van de Vroedfchap der Stad Hoorn, met dit gevolg, dat hy dezelve is gerefolveerd de Gedeputeerdens van de gemelde Stad ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden te gelasten, om van wegens deeze Stad te infteeren, dat de Deliberatien van Hoogstdezelven over ons verzoek zouden worden gefurcheert, tot dat wy wederom zouden zyn vergaderd geweest, ten einde by ons Collegie (vermits by de voorgemelde Refolutie twee Leden waren abfent geweest) daar over nader zoude kunnen worden irerefolveert, als mede om de Steden Enkhuizen, Ëdam en Medemblik by Misfive te exhorteeren, pm met de Vroedfchap van Hoorn in deezen te willen coöpereeren, en hunne Gedeputeerdens ter Staatsvergadering te qualifkeeren tot het neemen fan eene gelyke Refolutie, zo als vervolgens ook Is gefchied. Eene zodaanige demarche die voorzeker was ingericht, om onze wettig genoomene Refolutie op Een indirecte wyze te ondermynen, en ware het mooglyk buiten effect te ftellen, vermeenen wy biet alleen, dat ten hoogften disrefpecrueus en fleirifant is voor ons Collegie, vooral wanneer men het oog vestigt op de fituatie, waar in hy zich ten bnzen opzichte bevind; maar wy moeten tevens anderftellen, dat hy de Vroedfchap der Stad Hoorn biet heeft geinformeert, dat onze gemelde Refolutie was uitgebragt ter pra:fentie van vyf Leden, '?n zonder dat iemand van hun, uitgezondert dezelve Heer van Bredehoff had gedisfentieert, veelmin;  536 Verzameling van Stukken betrekkkelyk tot min daar tegen geprotefteert, en dat derhal vet offchoon de twee abfente Leden daar by waren té* genwoordig geweest, of naderhand daar overmog; ten hebben gedelibereert, hier in geene verander ringe zoude zyn te wege gebragt: — dat of die verrichtinge (zo zy in de daad heeft plaats gehad) met de principes van candeur en goede trouw zou-: de zyn beftaanbaar geweest, zullen wy liefst niet beflisfen en verder aan het onzydig oirdeel van U Ed. Groot Mogenden overlaaten, van achteren op te fpeuren de redenen door welke de Heer vani Bredehoff op den 9den Maart en de meerderheid van de Vroedfchap deezer Stad op den I2den daar aan volgende, en dus weinige dagen voor het ge-: weldig Oproer, zyn gepermoveerd geworden, zich zo fterk tegen ons voorfz. verzoek te verzet-: ten. Het is al verder zeer opmerklyk, dat de gemelde Heer van Bredehoff in de eerfte Sesfie van onzei gecombineerde Vergadering, heeft kunnen goedvinden te declareeren, zich in zyn geweeten of ini zyn gemoed bezwaard te vinden, om met gedelegeerde Rechters zitting te neemen; en dat hy zich ook federt dien tyd van onze Vergadering heeft geabfentetrd, offchoon hem reeds by die gelegendheid op eene nadrukkelyke en overtuigende wyze was onder het oog gebragt, dat hy niet wierd geroepen tot een Jufticieel, maar tot een Politiek onderzoek, ter voldoening van U Ed. Groot Mogenden Refolutie van den I7den Maart. Wy zullen ons onthouden van alle verdere rePëctien over die llnguliere contenance van onzen i mede-Broeder in Raade, en liever voortgaan met onze confideratien ten opzichte van het gene verder by de voorfz. Remonftrantie is geavanceert, kortelyk te fuppediteeren. Tor dat einde moeten wy de vryheid neemen van aan U Ed. Groot Mogenden te doen opmerken, dat het zeer verre daar van daan is, dat aan het eerst en voornaame oogmerk van Uwer Ed. Groot  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. s-37 Groot Mogenden Refolutie, naamentlyk de her* Helling van de rust binnen deeze Stad, reedszoudi zyn voldaan, — daar dezelve nimmer kan gezegt worden op een duurzaamen voet te zyn gevestigd, zo lange wy niet na dat eerst het hoogstnodig onderzoek, waar mede wy ons onophoudelyk bezig houden, zou zyn afgeloopen; met den Magiftraat der Stad Hoorn, zullen hebben daar gefteld, zulke efficacieufe middelen, als de gefteldheid en Conftitutie van deeze Stad ons aan de hand geeft» terwyl zodaanige maatregelen (gelyk wy reeds op een ander refpecl hebben geremarqueert) met de meesten vrugt kunnen worden beraamt, wanneer wy eene volledige kennis zullen hebben bekomen van den oirfprong en waare toedracht der tumultueufe beweegingen, die binnen deeze Muuren hebben plaats gehad; en wy moeten hier by voegen, met reden beducht te zyn, dat de rust ia deeze Stad en in dit Kwartier niet volkomen zal worden herfteld, voor en aleer de voornaame aanvoerders van het muitzuchtig Graauw, hunne welverdiende ftraffen zullen hebben weggedraagen» en langs dien weg anderen van foortgelyke euveldaaden, worden afgefchrikt. Wy laaten zulks gaarne over aan den competenten Rechter, terwyl wy echter aan U Ed. Gr. Mogenden kunnen verzekeren, dat by het tot dus verre gedaane onderzoek, ons informatien en bewyzen zyn voorgekomen, waar uit wy volkomen zyn overtuigd geworden, dat de alhier voorgevallene Combustien, de verfchrikkelykfte gevolgen voor deeze Stad, en voor dit Kwartier zouden hebben naar zich gefleept, zynde ook het getal van die genen, welken daar in hebben getrem-. peerd. zo aanmerkelyk, dat de Hoofd-Officier genoegzaame grond zoude hebben, om nog tegens een groot aantal van Perfoonen eene provifie van Corporeele Apprehenfie te verzoeken, indien 'er gelegenheid was om dezelven binnen deeze Stad in eene fecuure bewaaring te ftellen. Doch wy zullen  £>38 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót lea geenfints met de Gedeputeerden derStad Hoörh cn de Heeren derzelver Principaalen toeftemmenj dat de fuspenfie van de rust zoude zyn toe tefchry-': ven, aan de ontydige en onverantwoordelyke vlucht' yan de genen, welker plicht het ware geweest, de Juftitie in behoorlyke activiteit te houden, en voor de bewaaring der rust ter gepaster tyd ééden ambtshalven de gepaste zorge te draagen; daar' aan ons ten vollen is gebleeken, dat het meerder getal van Schepenen, Welken hier mede eigentlyk worden bedoeld, zich niet eerder uit deeze Stad heeft geretireerd, dan toen, volgens de erkentenis van hem, aan wien de bewaaring der Hooge Overheid is toevertrouwd , het Graauw meester was, 'toen zy wierden geconvoceert om eenen afweezigen Burger, zonder voorafgaande Ediftaale Citatien, en dus zonder eenige figuur van Proces uit deeze Stad en jurisdictie van dien te bannen; hoedaamg vonnis geen cordaat Rechter immer zoude mogen inftemmen of onderfchryven, en toen zy eindelyk zich niet konden begeeven naar hunne gewoone Vergaderplaats, zonder zich aan verregaande infultes van een oproerig Gemeen te exponeeren, en hunne perfoneele veiligheid in de waagfchaal te ftellen. Voor het overige kunnen wy niet bezeffen, op Welke gronden eigentlyk zoude zyn gevestigd het vertrouwen van de meerderheid der Vroedfchap, dat de rust voor het vervolg alhier niet zal worden geftoórd, daar zy door twee Compagnien Cavallery, en des noods ook door de twee andere Compagnien Cavallery die rondsom deeze Stad zyn gecantonneerd, genoegzaam zouden zyn gedekt eU beveiligd, voor alle nieuwe verftooringe van dezelve, in zo verre dat men geene zwaarigheid maakt, om daar voor perfoneel de zekerfte waarborging te beloven; en wy zyn hier toe te minder irt ftaat, dewyl men niet heeft goedgevonden om de geheime Motivens van dat vertrouwen voor Ü Ed; Groot Mogenden open te leggen; zo lange dat niet  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 239 is gefchied, maaken wy geene zwaarigheid om aan deeze Vergadering te declareeren, dat voor en al eer de rust op een duurzaamen voet zal zyn herfteld, de twee Compagnien Cavallery, die alhier Guarnifoen houden, (terwyl de twee Compagnien die buiten deeze Stad zyn gecantonneerd niet zo fpoedig als in den dringenden nood zouden mogen worden vereischt, herwaards zouden kunnen overkomen) naar ons inzien niet toereikende zyn, om het oproerig Graauw, het welk in de voorgevallene Combustien is gebleeken binnen deeze Stad zo talryk te zyn, en geen gebrek te hebben aan listige aanvoerders, te beteugelen, en by onverhoopte voorvallen den vereischten wederftand te bieden. Daar en boven kunnen wy niet penetreeren, waarom doch door de meerderheid der Vroedfchap by aanhoudenheid op de vermindering van het Guarnifoen wordt aangedrongen; — zo het des Vroedfchaps ernst was, om der waarheid hulde te doen, konden zy nimmer voorgeeven dat de Militaire Arm door ons, of door het gecombineerd Collegie zoude worden gebruikt, tot oppresfie van braave en vreedzaame Ingezetenen ; men durft hun op het plechtigfte fommeeren, om daar van zelvs een ïchyn of fchaduw van bewys te berde te brengen, terwyl boven dien door de Mili* tie by hun arrivement binnen deeze Stad in handen van Burgemeesteren de gewoonlyke ééd is afgelegd, en daar de Soldaaten by geene Burgeren en Ingezetenen zyn geinkwartierd, kan mett look niet voorwenden, dat zy van hun eenige de minfte hinder of letzel te duchten hebben; maar in tegendeel, word door het Guarnifoen eene meerdere confumtie en vertier zo van leevensmiddelen als anderfints veroirzaakt, waar van veele Burgers »n hun pecunieel beftaan, een wezentlyk voordeel konnen genieten : doch wat ook hier van zyn mag, baar onze gedachten zoude nimmer door U Ed. Groot Mogenden tot vermindering van Guarnifoen kunnen gerefolveert worden, zonder eene directe at-  z$o Verzameling van Stukken betrekkelyk tet atteinte toe te brengen aan Hoogstderzelver Refrj-J lutie van den i7den Maart, waar by U Ed. Grooti Mügenden ons hebben gequalificetrd, om de con» eert met den Magiftraat de efficacieuste middelen: daar te ftellen, tot herftel en confervatie van dei rust binnen deeze Stad, onder het employ van die< Militie, welke wy oirdeelen tot bereiking van het falutaire oogmerk by dezelve Refolutie gemanifesteerd hoogstnoodzaaklyk, ja zelvs onontbeerlyki te zyn. Wyders moeten wy vOor U Ed. Groot Mogenden onze verwonderinge betuigen, dat de meerderheid der Vroedfchap van deeze Stad, by aan-, boudenheid blyft prsefereeren, om eene Commisfie: uit het Hof van Holland binnen deeze Muurem te ontvangen, dan aan het onderzoek waar mede: wy ons de concert met den Magiftraat onledig; houden, mitsgaders aan het gewoone Judicieel onderzoek van Schepenen zonder tusfehenkomst van: eenigen anderen Rechter, den onverhinderden: loop te laaten. Ja wy kunnen dit niet overeenbrengen met het gedeclareerde Systema van de: meerderheid der Vroedfchap, het welk wy ook! gaarne het onze maaken, dat naamelyk de Ingezetenen zo veel mooglyk is, moeten gehandhaaft worden by hun welverkregen Voorrecht, om alleenlyk te worden te recht gefteld voor den Rechter, en door den Officier ten hunnen reguarde dagelyks en competent. Immers daar men voorzeker een Judicieel onderzoek van het Hof bedoelt, en daar het Hof niet kan worden geconfidereert als de dagelykfche en competenten Rechter der Ingezetenen in cas Crimineel, ten minften niet in een extraordinair Proces, het welk altoos moet.; voorafgaan, noch ook in een ordicaris Proces in de i eerfte inftantie, en daar door in de daad van de gewoone Rechtbank worden afgetrokken, en alzo geenfints de vrugten plukken van een Privilegie,het welk men te recht befchouwd als een derSteunpilaaren der Burgerlyke Vryheid van ieder Ingezet ten.  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 241 ten. Maar aan dat Voorrecht is door het onüK-rzoek van het gecombineerd Collegie geenfints te kort gedaan, daar de ingewonnen? informatien worden gefteld in handen van deu Officier om voor he>. Collegie van Schepenen, zelvs zonder onzetusfelienkomst, te Procedeeren, zo als naar de Styl ■en Prddtyk in deezen Lande gèrecipieert behoort. Dus -wordeü' de Üelinquanten in den voltten zin te recht gefteld voor den OffLier, en door den Rechter ten bunnen reguarde J -.zelyks en compe» tent ; en die zich de wjare coedr-icht der zaake op .deeze wyze voor telt, zal nimmer itaande houden, dat U Ed. Gr >o: Mhgendcn de eens met recht gevloekte Vierfchaar van gedelegeerde Rechters zou. de willen opwerpen; 'er is o ik geien wezentlyk •bezwaar voor . de befchuldigde Perfoonen daar in gelegen, dat Schepenen als Leden van de Magi» Straat tevens tot h=c Politiek onderzoek bevoegd izyn, want door het gecombineerd Collegie word igeen Vonnis noch Co .iemnatie uitgebragt, maar alleen die waarheid onderzogt, die door een eerlyk iRechter niet te naauwikeurig kan worden nageivorscht: de ondervraagingen of de examina van den gevangen, welke by in het Crimineel Proces Imoet ondergaan , br-hooren immers alleenlyk te (berusten op de Info'marien en Bewyzen, die onder het oog van den Officier, en van den Rechter worden gebragt. Deeze zyn hem in het Polkiek Onderzoek voorgekomen, en te onderftellen, dat ihy daar door buiten zyn geheel word gebragt, om lonbevooroirdeeld zyne Rechterlyke Funöien te verrichten, is eenp aifümtie, waar van de abfurditeic te uoorfleekender is, dan dat wy dezelve lemftig z:>uden behoeven te wederleggen; wy verirneenen daar en tegen, dat hy langs dien weg i|des te beter tot het Justicieel onderzoek word ia (ftaat gefield, daar men om zulks met die exactitude, welke altoos, en vooial ia zaaken van een zo ■groot aanbelang, als hier voorhanden zyn, onjctwvffrfld word vereischt, te konnen verrichten, XIII. Deel. Q naar  »42 . Verzameling van Stukken betrekkelyk tot naar ons inzien niet te wel geinformeert en niet te veel verlicht kan zyn. Hier rrtede vertrouwen wy den taak, die ons by de Refolutie van tl Ed. Groot Mogenden van den 6deu April laatstleeden is opgelegd, te hebben afgehandelt. Wy vleijen ons, U Ed. Groot Mogenden te heb* ben geconvinceert, dat wyonze verrichtingen niet hebben geëxtendeéït verre buiten den. letter der authorifatie aan ons by Uwer Ed. Groot Mogenden Refolutie van den I7den Maart laatstleeden verleend, maar in tegendeel, ons te hebben gedraagen overeenkomftig met de daar by gemanifesteerde intentie van deeze Souvereine Vergadering. Wy houden ons tevens verzekerd, dat U Ed. Groor Mogenden zullen zyn gepcrfuadeert, dat wy nietiop eene indirecte wyze of by loutere fur> pnie, min noch op onwaare of geëxaggtreerde fa:ten van de Religie van U Ed. Groot Mogenden trachten teobtineeren, dat Hoogstderzelver voorfz> Refolutie blyve ftand houden, en verder naar behooren werde ter executie gelegt , maar dat wy in tegendeel met het hoogde recht mogen avanceeren , dat de Remonftrantie van de Gedeputeerden der Stad Hoorn alleenlyk is ingericht geweest, om op zodaanige wyze ten nadeele van de gemeene zank, en tot fubverfie van alle goede orde in de Souvereine Vergadering van U Ed. Groot Mogender , eene intrekking van derzelver Refolutie, ware het mooglyk te erlangen. Trouwens wy moeten nogmaals herhaalen, dat de meerderheid der Vroedfchap even weinig in deeze Remonftmuie, als in voorige Adresfen de miafte zwaarigheid fchynt te maaken, om door eene verkeerde voordracht van onze gevoelens en verrichtingen, de piëteit van U Ed. Groot Mogenden te fub- en obripieeren: daar van is onder anderen een fpreekend bewys voor handen, in derzelver Misfive op den ioden Maart laatstleeden aan deeze Souvereine Vergadering; eeadresfeett, waar by me.n  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 243 men aan U Ed. Groot Mogenden heeft te kennen gegeeven, dat wy eene Misfive aan Hoogstdezelven zoude hebben afgezonden, waar by wy beducht fcheenen te zyn voor de Comptoiren, Arfenaalen en verdere bezittingen van het gemeene Land binnen deeze Stad, vermits eene bri^f van dien inhoud, het welk daar toe eenige de minfte aanleiding geeft, geenfints voor handen en nimmer door ons gedepecnecrd is geworden; en offchoon wy het abufive van dat voorgeeven reeds in de eerfte, Sesfie van het gecombineerde Collegie aan Heeren Burgemeesteren hebben voor oogen gefteld, met verzoek, dat zulks mogte worden geredresfeert» heeft men tot dus verre niet kunnen goedvinden, aan onze ernftige en billyke inftantien te voldoen. Voor het overige moeten wy voor U Ed. Groot Mogenden oprechtelyk betuigen, dat het verre van ons is, dat wy op de voldoeninge aan Hoogstderzelver Refolutie blyven infteeren, om dat wy in de aan ons toevertrouwde executie van dezelve een perfoneel genoegen vinden, of eenige particuliere vues en bedoelingen hebben, om ons gezag verder uit te breiden; neen Ed. Groot Mogende Heeren! de uitvoeringe van den last, wa'.r mede wy door deeze Verga lering zyn verëerd, is met zo veele perfoneele disagrem mten verzdd, en de Ons opgelegde taak zo moeijVdyk en hachlyk, dat wy naar het oo^efbük reikhalzen, waar op wy aan U Ed. Gr Mogenden zullen kunnen verflag doen, dat onze Commisfie is ten einde gebragt. — Ja wy zouden, wat ons betreft, dezelve zeer gaarne van ftonden aan, wederom nederleggen in <^en fchoot \ an U Ed. Groot Mogenden , en daar is niets dat ons de voonduuring van dezelve, noch ook het langer verblyf van bet Guarnifoen, het welk zich thands binnen deeze Muuren bevindt, doet begeeren, dan alleen onze zucht voor het algemeen belang, het welk eene onzydige nafpeuringe van de fources en toedracht van een allergevaarlykst oproer, vooralïn dit.tydftip, ongetwvfQ_ 2 féld  ?44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot feld vereischt, en het deel dat wy neemen in het welvaaren van deeze Stad en derzelve goede Burgery; terwyl het zo verre daar van daan is, dat dë executie van U Ed. Groot Mogenden Refolu- • de de ruïne der Ingezetenen zoude te weeg brengen , dat zulks in tegendeel naar alle Menfchelyke apparentie door de fufpenfie of vernietiging van dezelve zoude worden veroirzaakt; daar wy, in het zekere zyn onderricht, dat veelen der no-' tabelfte Burgers hebben gedeclareert, in dat geval deeze Muuren te zullen verlaaten, alwaar zy hunne Perfoonen, hunne dierbaarfte panden en hunne bezittingen niet genoegzaam beveiligd oirdeelen tegens de woede van een muitziek Graauw, dat wegens derzelver gedaane klachten nu nog te meerder tegens hun is verbitterd; en het welk helaas! maar al te veel openbaare en heimelyke aanitooIcers vindt. Wy achten, Ed. Groot Mogende Heeren, het verre beneden ons te zyn, om de hoonende en laeflve uitdrukkingen tegens de meeste Leden van ons Collegie, waar mede de meergenoemde Remonftrantie is opgevuld, naar verdlenlten te beantwoorden : U Ed. Groot Mogenden behoeven fiegts het oog te flaan op het Hot van dat Vertoog, waar by men deeze Souvereine Vergaderingdurf bedreigen, om in geval aan derzelver inftantie niet word gedefereert, recours te neemen' tot de Hooge Leden van het Bondgenoodfchap, en alzo in-de daad de fubflsteerende oneenigheden en verwarringen vermeerderen; om overtuigd re worden, dat de meerderheid der Vroedfchap' a'le middelen geoirloofd rekent, die maar eenigermaate zouden kunnen {trekken, om tot het bedoelde einde te geraaken. Eindelyk neemen wy de vryheid U Ed. Groot Mogenden te informeeren, dat wy op zynen tyd hebben ontvangen U Ed. Groot Mogenden Refolutie van den .poften Maart laastleeden, waar by TT 17' Groot Molenden h'ebb"n dieven goed te viö.*  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 245 vinden, dat het Bericht van Burgemeesteren van Hoorn, op de Requeste van Willem Ris en Jan Breebaart, als mede Gualtherus Matth/eös, raakende het voorgevallene Oproer binnen deeze Stad, mitsgaders de bovengemelde Requesten met ons zullen worden geëxaniineerd, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere U Ed. Groot Mogenden Gecommitteerdens tot het groot Befoigne; en vinden ons verplicht, U Ed. Groot Mogenden by deezen te moeten declareeren, dat wy by de ledlure van dat Bericht ten uiterften gefurpreneerd zyn geweest over het onwrikbaar voorneemen en de verregaande impudentie van de meerderheid deezer Regeering, om door het daarftellen van onwaarheden, de juiste toedracht der zaaken voor U Ed. Groot Mogenden in deezen te verbergen, waarom wy zeer verlangende zyn, dat aau ons binnen kort de gelegenheid zal worden geprocureeri, om U Ed. Groot Mogenden in het Befoigne van dit ons gepofeerde volkomen te overtuigen. Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren! beveelen wy U Edele Groot Mogenden in de befcherminge des Allerhoogften, die wy bidden de Regeeringe van U Ed. Groot Mogenden te willen zegenen, ten besten van ons lieve Vaderland. Gefchreeven binnen Hoorn den 12 April 1787. (Onder ftond) U Ed. Groot Mogenden gantsch Dienstwilligen, De Gecommitteerde Raaden ia West Friesland en het Noorder-Kwartier. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) B. Blocb. Q 3 Ik  i4<5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ik ondergefchreevene D. Rutten, Bombardiez jn de Compagnie van den Luitenant-Collonel Geelink in hec derde Battaillon van den Colloiel du Pont, chands binnen de Stad Hoorn Guarnifoen houdende; verklaare: dat de twee Stukken Metaal Kanon, fchietende driepond bals, welke op den 23 Maart 1787 van Alkmar.r zyn vervoerd, en te gelyk of achter de Ed. Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland, in West-Friesland en den Noorder-K wartiere, en de twee Compagnien Cavallery en het Battaillon Infantery binnen de Stad Hoorn zyn gekomen, en vervolgens geplaatst voor het Collegie van welgemelde Hun Ed. Mogenden ; noch binnen voornoemde Stad Alkmaar, noch onder weg zyn gelaaden geworden, en dus ongelaaden binnen de gemelde Stad Hoorn zyn gekomen, en tot heden niet zyn gelaaden geweest, en alzo voor bovengemelde Collegie op derzelver affuyten leggen. Aftum Hoorn den 10 April 1787. (was get.) David Rotten. Bombardier. Waar op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfteldam , Gouda, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Hoorn, Monnickendam en Purmerende, Copie van 't voorfz. Bericht verzogt, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen: en is, dien onvermindert, goedgevonden en verftaan, dat het zelve zal worden gcëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gtcommitteerden tot het groot Befoigne, met de Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en 't Noorder-Kwartier, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis. Aan-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 247. Aanteekening van de Ridderfchap, en zeven Steden. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Ueitt, Rotterdam, Gorinchem, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben geperfisteert by hun voorig Declaratoir. Aanteekening van de Heer van Starrenbdrg. De Heer van Wassenaar Heer van Starrenburg , heeft voor de voorfz. Refolutie Commisio? riaal geadvileert. Aanteekening van Hoorn. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben geinfteerd dat de ConcluGe op het Conionant geadvifeerde door tien Leden deezer Vergadering by de deliberatien over de ingeleverde Remonftrantie zoude worden gearrefteerd, en hebben voorts geinhsreerd hunne iterativelyk gedaane'Protesten, Referves en Aanteekemngen, en zonder van dezelve af te gaan dit Bericht overgenoomen, om het zelve ter kennisfe en deliberatie van de Heeren hunne Principaalen te brengen. ■Accordeert met de voorfz. Refolutien. Q 4 No,  248 Verzameling van, Stukken betrekkelyk 'tot N"". II57. Memorie, tot nader appui van de Remonftrantie , door Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn 'op den 6 April 1787 ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden overgegeven, mitsgaders tot rejutatie van bet daar tègeri ingediend Btricht van Heeren Gecommitteerd'; 'Raaden in Wes'-Frie'land en het Noorder-Kwartier, in dato den 13 April 1787. Uit de enkele lecture van de voorfz. Remonftrantie blykt daadelyk, dat het voornaame but en oogmerk van dezelve daar ih heeft beftaan, dat de Regeering deezer Stad vermeende zich te moeten beklaagen over de excesfen, welke door het gecombineerd Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden en de Magiftraat deezer Stad hegaaan werden in de executie van Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 17 Maart 1787. Te recht is by 't voorfz. Bericht aangemerkt, dat de voornaame grond van die klachten beftaat in de (zogenaamde) Politieke Custodie, waar in fommige Perfoonen door de gecombineerde Vergadering van Herren Gecommitteerde Raaden en den Magiftraat deezer Stad zyn gefteld geworden. , üm het onbehoorlyke van dit gedrag tot een compleete demonftratie te brengen, heeft men flegts nodig te' 'refleöéeren: dat een van deeze twee zaaken noodwendig waar moet zyn, te weeten , dat deeze gecustedieerde Perfoonen gerequireerd zyn om gehoord te worden. Of als Getuigen, om informatie te geeven. Of als Medeplichtigen aan het gepleegd Oproer, om zich over hunne daaden te verantwoorden. Deeze refhxie is, fchoon meer ingewikkeld, reeds by de Remonftrantie gemaakt. En by het Bericht heeft men daar op niets anders gedaan, dan zulks eenvoudig te ontkennen. Dan deeze ontkentenis kan niets ter werelt opereeren, daar men buiten ftaat geweest is, en ook volftrekt ocmooglyk is  ie Gebeurtenissen in 1787 enz. voorgevallen. 249 is om eene derde relatie, in welke die Perfoonen gerequireerd zoude^ zyn, te Kunnen, aan de hand geeven. Ondertusfchen is betzetcer, dat, welke van de twee opgegeevene relatien men aan deeze Perfoonen toekend, de voorfz. Custodie tegen de eerfte gronden van het Recht, en fpeciaal - tegen de Rechten en Privilegiën deezer Landen ftiydig is. Confldereert men dezelve als Getuigen, dan is 't zeker * «0 Dat zo lang eene Getuige niet onwillig is om getuigenis der waarheid te geeven, geene aanhouding van deszelvs Perfoon tegen hem gedecerneerd kan worden. £.) Dat zo al, vermitsdoor deszelvs onwilligheid termen exftt-eten tot tusaaanige aanhouding, dan noch Dimmer te defendeeren is eene Custodie buiten acces, die alleen in cas Crimineel te pas koomt. ..y.) :En dat eindelyk onmoogjyk gefteld kan worden , dat deeze Perfoonen fimp !yk ais Getuigen gerequireerd zouden zyn, om reden, dat zy zyn gehoord geworden over hunne eigen dmden, en tegen zvh zeiven, hoedaanigt wyze van ondervraaging, ten opzichte-van een Getuige, volftrekt ongeoirloofd is. 'Er resteerd dus alleen te ftellen, dit ze zyn gerequireerd en gehoord als Medeplichtigen, doch. dan is,wederom die Custodie een notoir exces in de uitvoering van voorfz. Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 17' Maart 1787. Om leden, Dat 'er in de woorden der Refolutie niets van ftaat, en dat 't in de iotentie met is, ja niet kan zyn opgefloot-o. Wat de woorden betreft, de OuiHfïcatie vaa JHunEd. Groot Molenden teadeerd'alleen, „ Om tea fpoedigften de nodige voorziening re „ doen, tot f.curiteit van het Arfenaal, het :VT*. gazyn, de Archiven: Coirotr.iren, en 't geoe 1, verder den Lande toebehoord: Q J „ E1  550 Verzameling van Stukken betrekkelyk tsi ,, En om voorts de Concert met de Magiftraat ,, der Stad Hoorn, zodaanige verdere efficacieufe „ middelen, tot herjlel en confervatie van de rusc in „ het werk te ftellen, als de gefteldheid en Con„ ftitutie van de Stad hun zoudèn aan de hand gee„ ven, onder het emp'oy der inkomende Militie." Geen enkele letter dus ftaat 'er in deeze Refolutie, waar uit men zoude kunnen haaien eenige authorifatie op het. gecombineerd Coilegie, tot het doen van Politieke Custodien. ' En 't is teffens zeker, dat deeze authorifatie is ftriclisfimis interpretationis, als houdende eene qualificatie op een Collegie, dat nimmer bevoegd geweest is, om zich met eenige Politieke directie binnen de Stad Hoorn, temogen bemoeijen, veelmin daaden uit te oeffeDen, die den minften fchyn zouden hebben van judicieete verrichtingen Heeren Gecommitteerde Raaden advoueeren ook pasfim by hun Bericht, dat de woorden der Refolutie hun deeze faculteit niet geeven, maar zy trag. ten dezelven te deriveeren uit de daar iD begreepene intentie van Hun Ed. Groot Mogenden. Doch het abufive van deeze vooronderftelling is niet minder overtuigend te bewyzen. Niet alleen, word deezerzyds ten fterkften ontkend, dat een Politiek gezag, het zy vi Magijlratus, het zy ex fpeciali delegatione competeerende , immer uit zyn aart en natuur het vermogen involveerd, om gezetene Burgers van hunne vryheid te berooven. Maar *t tegengeftelde zelvs is allefints handtastelyk. a. Uit den aart der zaake. b. Uit het te meermaalen gedeclareerd begrip van den Souverein. c. Uit de leer der voornaamfte Rechts-Doctoren. A. Wat betreft den aart der zaake. Deeze politieke aanhoudingen van gezetene Burgers , involveeren naar de gefteldheid van ons Land een denkbeeld, dat en in zyn oirfprong on- ge-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 251 gerymd, en in zyne gevolgen een uiterften gevaar- lyk is. . * Immers hec is in deeze Landen nimmer geoirloofd, eenen Burger van zy :e Vryheid te berooven, dan door eene Rechcerlyke dispofine , tot welke altoos deeze drie vereischten moeten coneur- Vooreerst, moet die aanhouding gedecerneerd worden door iemand, die met de Rechterlyke qualiteit bekleed is, en wel door dien Rechter, welke ten opzichte van den te custodieeren Perfoon dage» lyksch en competent is. Ten tweeden, mag dezelve nimmer wordan gedecerneerd , dan na een behoorlyk examen van pracedente informatien, die volgens het voorfchnrc der Wet belegd zyn. . En ten derden, vereischt dezelve een wettig Decreet , waar by aan den Accufacor-Publicus verleend word de magc van apprehenfie. Zo men zonder een volkomen famenloop van alle deeze vereischtens , aan perfoneele apprehenfien plaats vergunt, dan impiëceert men op de herfiglte Rechten der Burgeren j Jan brengt men derzelver veiligheid en zekerheid in het uiterfte gevaar Zonder wettig belegde en met de vereischte attentie onderzogte prascedente informatien , een Burger van zyne Vryheid te ontzetten, is altoos gevaarlyk, en by zonder gehazardeerd in tumultueufe tyden , in welken men helaas maar al te dikwils ziet, dat naar de verfcnillende manier van denken, driftige vooroirdeelcn de plaats van folide argumenten vervullen; ja allergevaarlykst is 't, om deeze magt te ftellen in handen van iemand, die geen Rechterlyke qualiteit bezit. De orderfcheiden oogpoiocten, waar uit een politiek Collegie dikwerf de zaaken befchouwd, zyn zo zeer verfchillende van de 1 gronden, waar uit een Rechter raifonneerd, dat, zo men het vermogen om aoprehenfien te decerneeren, niet onaffcheidelyk ftelt van de Rechcerlyfs hoe-  Verzameling van Stukken betrekkelyk t-, door eenige Schepenen aan Hun Ed> Groot Mogesden geadresfeerd, de toeftand der zaaken merkelyk is geëxagereerd geworden. Doch 'er zy van dit alles wat 'er wil, wanneer men op die aliegatien van Heeren Gecommitteerde Raaden de vereischte.aandacht vestigd, blykt duidelyk, dat dezelven zonder de minfte applicatie gemaakt worden. Want om te wettigen het gedrag door Heeren Gecommitteerde Raaden gehouden, moet men niet argumenteeren uit de fituatie van de Stad, toen de .beweegingen plaats hadden, of toen eenige Schepenen eerst door een onverantwoordelyke inactiviteit, en naderhand door 't verlaaten van de Stad, zich aan de waarneeming van hunnen plicht onttrokken: maar men moet confidereeren de fituatie vaa  de Gebeurtenis/en in ï787 enz. voorgevallen. »jr| van de Stad, op dat tydftip, toen NB. de Politieke Custodien gedecerneerd zyn. En gelyk men van deeze Époque niet kan zeggen', dat t Gemeen toen meester was, maar dat te dier tyd die gevluchte Schepenen weder waren geretourneerd, en de Stad door de iDgetrokkene Militie genoegzaam beveiligd was; zo is 'er geen ge> noegzaame reden , ja zelvs geen plaufibel prffitext aan de hand te geeven, waarom het in dit tydftip nodig geweest zou zyn, dat 't decerneeren der apprehennen, van de gewoone cognitie van den com* petenten Rechter wierd afgetrokken. Ja het gehouden gedrag van 't gecombineerd Col»' legie , kan des te minder gejuftificeerd worden, wanneer men gade (laat, hoedaanig met deeze ge» custodieerde Perfoonen, gehandeld is geworden. Men pofeert zelvs by 't Bericht, dat de Perfoon van eenen Jacoj'ks Hejnry, geduurende veertien a vyftien dagen in politieke Custodie gehouden is, alvoorens hy is ontflaagen; en de overige Perfoonen zyr in de Cus'odie geweest tien dagen, eer tegen hen t-en Decreet van apprehenfie is verleend geworden. •Hoe r,U zodaanig een gedrag immer te wettigen is, kan deezerzyds niet wel worden gepenetreerd. Terwyl eindelyk in de tegenwoordige fituatie van zaaken, nog minder Teden dan ooit, exteerd, voor zulke extraordinaire en irreguliere middelen, aan-, gezien thands de Juftitie is in de volkomenfte actU viteit, en zo 'er Decreeteo nodig waren, deswegens by het competent Collegie van Schepenen, gedisponeerd kan worden. En hier mede is dan ook genoegzaam geënerveerd, het Systema , dat door Heeren Gecommicteerde Raaden by hun voorfchreeven Bericht gevoerd Word: Want daar aan de eene zyde de letter der Reïblutie van den 17 Maart 1787 niets inhoud, waar uit deeze magt van politieke Custodie gehaald zou kunnen worden , en daar aan den anderen kant hiet boven betoogd is, dat het oeffenen deezer magt, XIIL Deeu R met  -253 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot met de eerfte gronden van ons Crimineele Recht é diametro ftrydig is, zo is het ook eene zeer abfurde vooronderfteiüng, om aan de wysheid eivprudentie van den Souverein, eene zo vreemde'intentie te willen toefchryven. Daar ondertusfchen den hoofdzaaklyken inhoud van 't voorichreeven Bericht op niets anders nederkomt, dan op eene giatis gedaane asfumptie van dusdaanige intentie, is het onnodig, daar tegen iets meerder re aliegeeren. Het overige gedeelte van 't Bericht behelst, of zaaken van minder aanbelang, of zeer declameerende voorgeevens. Zofpreekr.men op Pagina S,van notabele gebeurtenis fen, die ter zyner tyd onder 't oog van Hun Edele Groot. M'#g. gebragt zouden worden (*), i—- en Pagina- io, van zaaken en omftandigheden, die deeze Souve. reine Vergadering en het Publiek zouden doen verbaast flaan (f). Doch wat kan tegen deeze klanken worden geallegeerd ? Beter is het af te wagten het tydftip , wanneer men zal goedvinden, het gordyn, waar agter zich dezelven verfchuilen, op te haaien,'en nader te ontvouwen, wat men by dit alles gebuteerd heeft. Niets resteerd nu nog, dan te fpreeken van eene reflexie, in 't voorfch'ëeven Bericht voorkomende, en waar by men als zeer gehazardeerd decrieert, het pofitief van de Remonftrantie, dat de; twee ftukken Kanon, die voorde Vergadering geplaatst zyn, geftadig gelaaden blyven. Men vond dit poinct van dat aanbelang, dat eene. verklaaring van den Bombardier het tegendeel daar van bewyzen , en eene Bylage agter het Bericht (fchoon men die op' geene andere refpeccen verkozen heeft) opleveren moest. Het is het oogmerk niet, om by deeze Memorie te tréeden in eene discusfie, wat 'er van de waarheid of onwaarheid deezer allegatie zy. Maar om • ■ i.arJ sh «ai b§ooj3d *>té (*) Zie bh 231. van dit Deel. (f) U. 234.  dè Gebeurtenis fin in 1787 enz. voorgevallen. 259 te tooDerj, dat dezelve geenfints zo gehazardeerd is, behoeft men flegts te reflecteeren, dat die gegrond is geweest op publieke geruchten, die zekerlyk niet onwaarfchynlyk konden voorkomen , uit hoofde dat een zeer geruimen tyd lang, ja zelvs nog tegenwoordig, om en by die Stukken zich vertoond heeft een Militair Perfoon , met eene Lont in de hand; hoedaanige vertooning de verdenking van een gelaaden Oorlogs-Stuk , zeer waarfchynlyk maakt. N°. 1158. ExtraEt uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed: Groot Mogenden Vergaderinge genoomen, op Donderdag den 24 May 1787, en betrekkelyk de hier voorbaande Memorie. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben uit naam en van wegens de Heeren hunne Principaalen ter Vergadering ingeleverd, eene Memorie tot nader appuy van hunne Remonftrantie in dató den 6 April 1787, en tot refutatie van het Bericht Van Heeren Gecommitteerde Raaden in dato den 13 April 1787, hier na van woorde tot woorde geinfereerd; met infiantie, dat dezelve by de verdere Stukken gevoegd, en tot een mede-object der deliberatien gemaakt worde. Fiat Infertio der Memorie. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan , dat de Voorfz. Memorie by de verderé Stukken tot deeze Materie zal worden gevoegd. Accordeert met voorfz. Refolutien. * * No,  26o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 1159- Misfive van Gecommitteerde Raaden in het Noorder-K.vartier, om aan hun Collegie privatif te demandeeren het politiek onderzoek nopens de fources der tumuhueufe beweegingen te Boom, en dat de beeedigde Verhaat ineen voor hun Collegie genoomen dezelvde kracht mogen hebben, als of die ten overftaan van Schepenen aldaar waren verleden Êfc. met twee Bylaagen. Edele Groot Mogende Heeren ! Na dat, ingevolge U Ed. Groot Mogende Refolutie van den 4den April laatstleeden , Burgemees-, teren en Schepenen, te famen uitmaakende de Magiftraat der Stad Hoorn, voor den jaare 1787, tot Paasch-avond 1788. op den gewoonen jaarlykfchen vott, waren geëligeert; hebben wy vermeend ten eerften onze Befoignes, ter verdere voldoeninge van U Ed. Gr. Mogenden Refolude van den I7den Maart laatstleeden, met de nieuwe Magiftraat te moeien reëntameeren, en daar toe alle de Leden op Vrydag den i'jden April te convoceeren; dan niemand ter gecombineerde Vergadering compareerende, behalven den afgegaanen Prasfident-Burgemeester van de Blocquery, pro interim HoofdOffic er der Srad Hoorn, ontvingen wy echter, na eenen geruimen tyd toevens , eene Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Hoorn, houdende kennisgeeving, dat de door U Ed. Groot Mogenden aangeftelde Schepenen beëedigd en geinrtalleert waren, als mede dat Burgemeesteren, met hunne Raaden, op het gedeclareerde van Mr. Tan Christiaan van de Blocquery, dat hy by Requeste zich aan ü Ed. Groot Mogenden had eeadresfeerd, om deszelvs ontfiag als Hoofd-Officier der Stad Hoorn, eerbiedig te imploreeren; gerefolveerd waren, ingevalle dat verzoek door U Ed. Groot Mogenden mogte worden geaccordeert, wegens de voorfz. Stad Hoorn, tot vervulling van dien post voor te flaan Mr. Jacob Bink. horst; met verdere communicatie dat zy, alvoo- rens  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 261 rens hunne Perfoonen in de gecombineerde Verga, dering by ons te doen fisteeren, de dispofitie van ü Ed. Groot Mogenden omtrent dit laatfte poinct oirdeelden te moeten afwachten. Wy hebben, na deliberatie over de voorfz. Misfive, goedgevonden, het houden der gecombineerde Vergadering uit te ftellen, tot dat by U Ed. Groot Mogenden nopens het door den voornoemden Heer van de Blocquery verzogte ontflag, als Hoofd-Officier pro interim der Stad Hoorn, en de voorflag van den Heer Mr. Jacob Binkhorst, tot de vervulling van de voorfz. post, gerefolveert, en door Heeren Burgemeesteren daar van aan ons kennis zoude zyn gegeeven. Den Heer Mr. Jacob Binkhorst, op de voorflag der Stad Hoorn , kort daar op door ü Ed Gr. Mogenden tot Hoofd-Officier van de voorfz. Stad geëligeerd zynde, wierden wy daar van by Misfive van Burgemeesteren en Regeerders van voorfz. Stad ten eerften verwittigd, als mede dat de Leden van de Magiftraat thands genegen waren, ter voldoeninge van U Ed. Groot Mogenden Refolutie i van den I7den Maart laatstleeden, op onze eerfte requifkie, de gecombineerde Vergadering met ons te componeeren. En ingevolge deeze kennisgeeving, convoceer* I de wy de Magiftraat der Stad Hoorn tegen Satur- j dag den 5 May jongstleeden, na het houden van onze ordinaire Vergadering, en hadden het genoe- | gen niet alleen de ganfche Magiftraat, vergezeld met de twee Stads Secretarisfen, Carbasius en van de Blocquery, en corps, maar ook, benevens hun, onzen Medebroeder in Raade, van Bredenhoff, dewelke zich zedert de eerfte Sesfie geduurig van het houden onzer deliberatien, op dit refpeót had geabfenteerd, in onze gewoone Raadkamer te zien verfchynen. Welke gecombineerde Vergadering door den Secretaris Blok, na dat de Magiftraat Sesfie genomen had, geopend, en door denzelven de voorfz. R 3 Ma*  2ó2 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut Magiftraat met derzelver verkreegene digniteiten gecomplimenteerd zynde; declareerden wy, dat Wy naar ons inzien aan het eerfte Lid van ö Ed. Groot Mogenden bekende Refolutie van den I7den Maart, en in zo verre met de afgegaane Magiftraat aan het tweede Lid by voorfz. Refolutie hadden voldaan, dat door het inkomen en aanhoudend verblyf van de Militie binnen de Stad Hoorn, als mede de aangevangene Befoignes met de afgegaane Magiftraat, de rust provifioneel was herfteld geworden , maar dat tot nog toe, uit hoofde van de kortheid des tyds, geenfints aan het falutair oogmerk en but van U Ed. Groot Mogenden in het onderzoeken van de waare fources van de ontftaane oproerige beweegingen te Hoorn, had kunnen beantwoord worden, en dat wy daarom ter bereiking van de voorfz. eindens, by U Ed. Groot Mogenden Refolutie van den I7den Maart laatstleeden geëxpresfeert, en tot vermyding van alle disfentien, dewelke uit eene diverfiteit van begrippen zouden refulteeren , alvoorens de Befoignes te hervatten , de Leden met ons deeze gecombineerde Vergadering uitmaakende, moesten communiceeren, dat wy geenfints van de wyze en cynofure met de voorige Magiftraat gehouden vermeenden te kunnen afgaan, en dat ons toe fatisfactie zoude verftrekken, byaldien wy dezelvde gevoe-. lens, waar mede de voorige Magiftraat bezield was geweest, en dewelke met de onze volmaakt overeenkwamen, by de tegenwoordige Magiftraat mogte befpeuren. Dan Ed. Groot Mogende Heeren! de uitkomst heeft niet beantwoord aan deeze onze verwachting, vermits de Heer Prsefident-Burgemeester van Hoolwerff het Declaratoir, hiernevens copiëlyk (fub No. i) gevoegd, door alle de Heeren Burgemeesteren en Schepenen geteekent, heeft voorgeleezen en aan ons overgeleverd; welk Declaratoir door ons is overgenoomen, en de Vergadering tot onze nadere Befchryving gefcheiden: hebbende niette min  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 163 mih de Hoofd-Officier verklaard, bereid te zyn*. op den door ons gepropuneerden voet,, tot de voorfz. eindens, te willen medewerken. Alhoewel wy, Ed. Gr.Mogende Heeren! opent* lyk durven declareeren, dat ons doelwit nimmer geweest zy tegen de Voorrechten en Privilegiën •van vrye Ingezetenen, en dus van de Burgerye der Stad Hoorn te ageeren, en deeze onze den•kenswyze reeds by ons Bericht op de Remonftrantie van de Regeering der Stad Hoorn hebben gemanifesteerd , zo vinden wy ons echter in de noodzaaklykheid om aan ü Ed. Groot Mogenden rondborftig te moeten betuigen; dat: zo wy by continuatie de concert met den tegenwoordigen Magiftraat zullen moeten te werk gaan, wy als dan buiten de mooglykheid zullen gefteld worden, om ten vollen aan het oogmerk van U Ed. Gr. Mogenden te voldoen, Ja wy vertrouwen zelvs, Edele Groot Mogende Heeren! buiten alle contradictie te zyn* dat de Leden van de Magiftraat der Stad Hoorn, welken hunine denkens wyze nog nader by het voorfz. Declaratoir hebben aan den dag gelegd, zelvs naar hun eigen Systema, nimmer de concert met ons Collegie de meest gefchikte middelen tot herftelling of coa-fervatie van de rust binnen deeze Stad, kunnen beraamen, en daadelyk in het werk ftellen. Immers kan men eene zo hoogstnodige medewerking, met geene de minfte grond verwagten van ;Burgemeesteren, welken behooren tot de meerderheid der Vroedfchap, die by het neemen van ö Ed. Groot Mogenden Refolutie van den r^den Maart, niet alleenlyk daar tegen heeft geprotefteerd van nullitieit, en welk finguiicr Protest, offchoon in ide daad zynde ingericht, om alle goede orde (ware het mooglyk) te renverfeeren, en een wettig befluit van deeze Souvereine Vergadering infructueus te maaken, des onaangezien, uitdrukkelyk is herhaald, zo by de bekende Propofitie, naamens deeze Stad, op den 2jften Maart daar aan volgende R 4 Se-  254 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gedaan, als by de Rernopftrantie door- dezelve Gedeputeerdens ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden, in naam van de Vroedfchap, op den 6den April laatstleeden ingelevert; terwyl men inzonderheid by het laatstgemelde Adres zich niet heeft pntzien, om van UEd. Groot Mogenden te begeeren , dat Hoogstdezelven zouden gelieven op te heffeD en daadelyk buiten effect te ftellen de meergemelde Refolutie van den i7den Maart, welke hunne goede Burgers en Ingezetenen met fchrik zoude hebben vervuld , en hunne Stad met eene totaale ruïne en ondergang zoude bedreigen. En wat Schepenen aanbelangt, dat dezelven het met het gedeclareerd gevoelen van Burgemeesteren inftemmen, is niet alleen manifest uit het Declaratoir , het welk zy gezarnentlyk met de laatstgenoemden aan ons Collegie hebben overgelevert, maar ook uit hun afzonderlyk Declaratoir van den 27 April 1787, het welk insgelyks hiernevens is gevoegd, (fub No. 2) waar by dezelven protefteeren aan de eene zyde geene de allerminfte atteinte of prajjudicie te willen toebrengen aan de fuftenuen , welken door de Heeren Gedeputeerden van deeze Stad , ter cognitie van ü Edele Groot MogeDden zyn gebragt, fchoon die fufienue Schepenen in derzelver qualiteitin geenen deele concerneert; en aan den anderen kant in twyffel trekken, de wettigheid van de manier, waar op de Crimineele Zaaken door hunne Prajdecesfeuren in officia zyn behandeld geworden; niet tegenftaande wy by ons voorfz. Bericht tegens de meergemelde Remonftrantie vaD de Gedeputeer* dens deezer Stad, zo wy vertrouwen, op folide en onwederlegbaare gronden hebben betoogd, dat door ons en de Leden van de toenmaalige Magiftraat, in alle opzichten is gehandeld, conform de gedeclareerde intentie van U Ed. Groot Mogenden, by de voorfz. Refolutie van den i7den Maart , en zonder dar eenige de minfte atteinte is toegebragt aan de Rechten en Privilegiën van de goede Burgers en. Ingezetenen der Stad Hoorn. - En,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. a5jr En wy kunnen met relatie tot de conduites van Schepenen voor U Ed. Groot Mogenden niet verbergen, hoe wy in het zekere zyn geïnformeert, dat verfcheidene omftandigheden , en wel inzonderheid de ongehoorde prascipitances, waar mede do Crimineele Procedures worden behandeld, en de weinige aandrang, die door dezelve worden in het werk gefteld, om de Gevangenen tot confesüe te brengen, veel min om te appuieeren die vraagen , welke by hunne respeclive verhooren gedaan zyn» om hun te overtuigen van de blykbaarfte onwaarheid van die voorgeevens, van welke dezelve zich op fommige respecten hebben bediend, om de door hun geconfesieerde fatten als onftrafbaar te doen befchouwen, gegronde redenen van beduchtheid opleverd, dat de geëntameerde Procedures, tot groote ondienst der Juftitie, en tot merkelyké prasjudicie voor de rust en veiligheid der Ingezetenen van de Stad Hoorn, het bedoelde effect zulled misien. Wanneer wy dit alles in overweeging neemen,, Ed. Groot Mogende Heeren! zo fchynt het ons buiten alle bedenking te zyn, dat indien wy verder de concert met de tegenwoordige Magiftraat der Stad Hoorn, tot de hier voorgemelde eindens, moeten delibereeren en refolveeren, wy in die gevallen tot dat onaangenaam prsedicament zouden worden gebracht, om te mogten befoigneeren met Leden, die na hunne manier van denken, welke zy zo folemneel hebben aan den dag gelegd, niet kunnen begreepen worden met eenig ander oogmerk te willen adfifteeren by onze deliberatien , en met ons eene gecombineerde Vergadering uit te maaken, dan om te renverfèeren en elufoir te maa. ken, U Ed. Groot Mogenden wyze en cordaate, Refolutie van den I7den Maart laatstleeden; en inzonderheid, door allerlei hinderpaalen, het hoogstnodig onderzoek naar de fources van de oproerigheden , die de Stad Hoorn hebben ontrust,,zo veel hun mooglyk is, te dwarsboomen; ea gelyk wek R 5. een  &66 Verzameling van Stukten betrekkelyk tot eer in een foortgelyk geval , door de even eens jdenkende Magiftraat eener aanzienlyke Stad,is gefchied, ons, om zo te fpreeken, voet voor voet ,'jhet terrein te betwisten. Wy oirdeelen derhaiven, dat wy ons zouden onwaardig maaken, het vertrouwen het welk U Edele Groot Mogenden in ons gelieven te ftellen, in. ^h'en wy een zodaanig gedrag van de tegenwoordige Magiftraat met een onverlchillig oog aanzagen, zonder het ons voorgekomene ter kennisfe van U Edele Groot Mogenden te brengen; ten einde eene zodaanige voorzieninge te doen, als Hoogstdezelven naar hunne wysheid , tot maintien van een wettig Staatsbefluit, en ten beste van deeze goede Stad, zullen oirdeelen te behooren. Wy kunnen echter met geen ftilzwygen pasfeeren , dat naar ons inzien beter zoude zyn alle verdere befoignes te ftaaken, dan dezelve te continueeren met de Leden van den tegenwoordigen Magiftraat, daar wy niet anders kunnen voorzien, dan ieder oogenblik met allerlei fustenuen en exceptien te worden bejegend, en dus geftadig onze toevlugt te zullen moeten neemen tot de intercesfie of voorziening van U Ed. Groot Mogenden.; terwyl ondertusfehen het belang van het lieve Vaderland niet gedoogd, dat wy Hoogtderzelver deliberatien, in dit hachlyk tydftip, zouden iDterrumpeeren, met de fataale questien, die door de gemelde Magiftraat of deszelfs Raadslieden, zoude kunnen worden gemoveert. Maar wy willen echter aan den anderen kant niet ontveinzen, dat wanneer wy onze befoignes zou^ den moeten afbreeken, alvoorens aan de intentie van U Ed. Groot Mogenden, by de meergemelde Refolutie van den I7den Maart gemanifesteerd, te hebben voldaan , als dan niet alleen de Leden van de tegenwoordige Magiftraat, het door hun bedoelde oogmerk, tot onherftelbaar nadeel van de gemeene zaak en yan de Stad Hoorn, in de daad zoude bereiken, maar ook een wettig Staatsbefluit,immers  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 267 mers ten grooten deele, op eene alleronbetaamelykfte wyze, zoude worden buiten effect gefteld. Wy hebben deswegens vermeend, U Ed. Groot Mogenden eerbiedig in confideratie te moeten geeven, of dezelve, in aanmerkinge van alle de hier boven geallegueerde redenen en motiven, in de tegenwoordige omftandigheden ; niet zouden gelieven goed te vinden: om aan ons Collegie privativelyk, zonder tusfchenkomst of concurrentie van de tegenwoordige Magiftraat der Stad Hoorn , te demandeeren het politiek onderzoek nopens de fources van de tumultueufe beweegingen binnen die Stad voorgevallen, ter voldoening van het voornaame en wezentlyke oogmerk van U Ed. Groot Mogenden Refolutie van den I7den Maart laatstleeden ; en, of vérder U Ed. Groot Mogenden , ten einde zodaanig politiek onderzoek in alle opzichten tot een wezentlyk nut zoude kunnen ftrekken, niet zouden gelieven tebepaalen, dat de verklaaringen voor ons Collegie gepasfeerd en beëedigd, van dezelvde valeur en kracht zullen zyn, als of dezelve waren verleeden ten overftaan van Schepenen der Stad Hoorn; ten dien effecte: dat dezelven gefteld zynde in handen van den Hoofd-Officier, welke ook (indien zulks het welbehaagen van U Ed. Groot Mogenden mocht zyn) by onze befoignes, deezen aangaande, zoude kunnen adfisteeren, daar op, voor zo verre de materie hier toe zoude mogen gedisponeerd zyn,de vereischte pro.yifie van Justitie, zullen verleend worden, en verder in judicando, behoorlyk reguard zal moeten Worden genomen. Daar mede, Edele Groot Mogende Heeren! zullen wy God Almachtig bidden, U Edele Groot Mogenden te willen houden in. zyn Heilige Proteccie. Ge  s68 Verzameling van Stukken betrekkkelyk tot Gefchreeven den 24 Mey 1787. (Onder ftond) V Ed. Groot Mog. Dienstwilligen, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West - Friesland , in West-Friesland en dea Noorder. Kwartiere, (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven, (was geteekent) B. Blok. N°. I. Edele Mogende Heeren! Dewyl, zo als U Ed. Mogenden bekend is, fe« dert de laatstgehoudene byeenkomst van deeze gecombineerde Vergadering, in de Perfoonen welke de Magiftraat deezer Stad uitmaaken, en in die qualiteit Leden van deeze Vergadering zyn, door de op nieuw gedaane benoeming en electie van Burgemeesteren en Schepenen , eene geheele verandering gekomen is, hebben wy Burgemeesteren en Schepenen noodwendig vooraf moeten delibereeren, over den voet en manier, op welke wy deeze Vergadering zoude adfisteeren. Deeze deliberatien hebben gehad het gevolg, dat wy eenpaarig beflooten hebben, vooraf te moeten doen, het volgende Declaratoir, by ons gearresteerd, het welk wy de eer hebben hier by aan U Ed. Mogenden voor te draagen. Voor etvst: meenen wy dat de intrede van zoveel nieu,-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 169 nieuwe Leden, die van het tot dus verre verhandelde geene, immers geene legaale kennis, hebben, noodzaakelyk vorderd, dat aan dezelven, ten micften in een kort bellek, behoorlyke ouverture gegeeven worde, van het gene tot dus verre by deeze Vergadering is verricht geworden. Na het bekomen van deeze opening van zaaken» zyn wy bereid, om, ingevolge en in conformité van de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden, in dato den 17 Maart 1787, met U Ed. Mogenden de concert te handelen, nopens het beraamen en in 't werk Hellen van de nodige middelen, tot confervatie van de rust binnen deeze Stad, zodaanig als de gefteldheid en conftitutie der Scad, ons zullen aan de hand geeven. Tot dit einde willen wy gaarne van U Ed, Mogenden hooren, op welk eene voet en manier, de | uitvoering hier van na de gedachten van U Ed. 1 Mog zoude kunnen en behooren te gefchieden. Van onze zyde is niets minder ons doelwit, dan i dat wy deeze uitvoering, wanneer zy blyfe binnen de paaien van Hun Edele Groot Mogenden Refo! lutie, zoude willen moeijelyk maaken; maar in tegendeel, zyn wy allefints genegen dezelve zo veel l ons aangaat, te accellereeren en te faciliteeren; 1 doch echter, gelyk aan U Ed. Mogenden bekend i zyn, de verfcheide Protesten en Adresfen, welke j de Regeering deezer Stad tot confervatie haarer gefustineerde Rechten, ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden fuccesfivelyk gedaan heeft, en die noch op dit oogenblik het voorwerp zyn van Hoogstderzelver deliberatien, hebben wy Burgemeesteren gemeend uitdrukkelyk en vooraf te I moeten verklaaren,dat wy door onze concurrentie ! tot de deliberatien van deeze Gecombineerde Ver- fadering, geenfints willen verftaan worden van die rotesten en Adresfen af te gaan, maar dat wy in tegendeel dezelven blyvende inha?reeren , voorts , allen gezamentlyk, de dispofitie van HunEd. Groot Mogenden deswegens zullen afwachten.  2<5 ó Verzameling van Stukken betrekkelyk tót In 'c byzonder ook is ons eenpaarig begrip, dat zonder te kort te doen aan de Voorrechten en Privilegiën van onze Burgeryen, wy geenfints kunnen gedoogen of medewerken, dat door of op last van deeze gecombineerde Vergadering, de Perfoonen van eenige onzer gezeten Burgers, zoude worden gefaifeert. Het gene door onze Preedecesfeurs ten dien opzichte zoude mogen verricht zyn, kunnen wy niet avouëeren, maar laaten dat tot hunne verantwoording. Wy fchoon aan de eene zyde ons niet willende onttrekken van het helpen beraamen van zodaanige middelen , als tot executie van de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden nodig zyn; vermeenen echter aan den anderen kant, dat wanneer het 'er op aankomt, om zich van de Perfoonen van gezeten Burgers deezer Stad, te moeten verzekerenv daar toe eene Politieke Commisfie onbevoegd is, maar dat zulks dan behoort te gefchieden , door het daar toe eeniglyk competent Collegie van Schepenen, wanneer dezelven na het examineeren van behoorlyke pracedente informatien, oirdeelen térmen te zyn, tot het verleenen van een Decreet van Apprehenfie, om dan verder uit kragten van dien geprocedeert te worden, als conform eene wel geordende Crimineele ftyl enPractyk, in deeze Landen gebmikelyk is. Eindelyk is ons begeeren, dat dit ons Declaratoir in de Notulen deezer gecombineerde Vergadering worde geinfereert &c. AÉtum Hoorn den 5 May 1787. Was geteekent door alle Burgemeesteren en Schepenen.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 271 No. 2. ExtraEt uit het Schepenen Register der Stad Hoorn. Refolutie en Declaratoir, genoomen by Schepenen in de Vergadering den 27 April 1787. Door den Prafident-Schepen in deliberatie gélegd aynde , een aan hem voorgekomen mondelmg».Adres van den Heer Hoofd-Officier deezer Stad, ten einde met het examirieeren van dë Perfoonen-,1 zicii thands alhier in Crimineele Gevangenisfe bevindende , met naamen: Jan van Benthem, Arend Kuyper ^ Herman Suürman , Herman Beek, Hendrik Tinkelenberg, Fredrik van Zanten, Hendrik Biman en Andries Galet , ten fpoedigftea mogt -worden voorrgegaan. i 1 ) ls daar op gerefolveert, dat, om. zo vee! mbog* lyk den loop der. juftitie in de zaaken vanrde> gemelde Gevangenen te accelieeren, met het vjetvölgen •van die examina daadlyk zal worden voorégegaanï zonder dat nogthands Schepenen daar.door; aan de •eene zyde de Kllerminfte atteinte of prsjndicie wilden toebrengen aan de duftenuen, welken door HeeTen Gedeputeerden deezer Stad, ter cognitie van Hun Ed. Groot Mogenden gebragt zyn; noch ook ■aan de andere zyde verftaan te willen worden ,• zich eenigfints te hebben willen bepaalen in de vryheid hunner deliberatien , over deeze of geene bedenkingen, welken zouden «urmen ontftaan nopens dé •wettigheid of de onwettigheid van de manier, waar op de voorfz. zaaken door hunne-Prtedecesfeuren in officio zyn behandeld geworden, als zullende in tegendeel op alles, wat daaromtrwil »buds mogen moveeren, in het decideereu der $tatoelde:.'zaaken wanneer dezelven tot die maturiteifgfekpmen zullen zyn ,uzodaanig reguard genoomen. worden , als in goede  27 2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot goede Juftitie zal bevonden worden te behooren. J£n zal deeze Refolutie en Declaratoir in Schepenen Register of iVotulen deezer Vergadering, naar behooren geinfereert moeten worden. (Onder ftond') Accordeert. (was get.) Hendrik Carbasiüs. N°» lïtfO. ExtraSt' uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland,, in Hun Edele Groot Mogende Vergaderinge genoomen op ! Vrydag den. 25 May 1787 ï betrekkelyk de vooren. ftaande Misfive. Ontvangen eene Misfive van de Heeren Geconu mitreerde Raaden in West Friesland en het Noor* der-Kwartier, gefchreeven den 24ften deezer, rriet twee Bylagen daar tod betrekkelyk, en by welke Misfive in confidentie geeven. of Hun Ed. Groot Mogenden, in aanmerking van de daar by geallegueerde redenen en rnotiven , in de tegenwoordige omftandigheden niet zouden gelieven goed te vinden, om aan hun Collegie privativelyk, zonder tusfchenkomst of concurrentie van de tegenswoordige Magiftraat der Stad Hoorn , te demandeeren het politiek onderzoek, nopens de fources van de tumult ueufe beweegingen binnen die Stad voorgevallen, ter voldoening van hèt voornaame en wezentlyke oogmerk van Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den i7den Maart laatstleeden; en of verder Hun Ed. Groot Mogenden, ten einde zodaanig politiek Onderzoek in alle opzichten tot een wezent]yk nut zoude Jwenen ftrekken, niet zouden gelieven te bepaateti, dat de Verklaaringen, voor hun Collegie gepasfeert en beéédigd, van dezelve valeur en kragt aullen zyn, als of dezelve waren ver» leè-  dè üèbeurUnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 273 3'eeden, ten overftaan Van Schepenen der Stad Hoorn j'ten dien effecte, dat dezelve gefteld zynde in handen van den Hoofd-Officier, welkte ook (indien zulks het welfaehaagen van Hun Ed. Groot Mogenden mocht zyn) by hunne befoignes desaangaande Zoude kunnen adlisteeren, daar op, voor zo verre de materie hier toezóude mogen gedisponeerd zyn , de vereischte proville van justitie zullen verleend worden , en verder in judicando behoorlyk reguard zal moeten worden genomen, breeëer hier na geïnfereerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive en Bylagen zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot befoigne, mèt de Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het Noorder-Kwartier, en de Vergadering daar op gediend van derzelver Confideratien en Advis. En is dien onverminderd Copie van defcelve verzocht door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen , om dezelve in orde nader te examineeren; en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle en Hoorn, om daar op te verftaan 4e intentie van de Heeren Principaalen. dotordeen mtt worfz. Refolutien. Xlll. Deee» ft N»4  274- Verzameling van- Stulke$ 'betrekkelyk tot ■ N'. ii 61. Bj^wJ^ntó^siAj^^^iggpoRST, D. van f oreest , JM. van FOREEs'F- «W PH., C. Boon , Raaden in de Vroedfhap der Stad Hoorn, 'tjfö Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en- West-Friesland, beklaqgende zich, 'dat de ■ meet der heid hunner] Mede - Raaden, zo door Berichten, lirculcire Misf.ves &c. Hun Ed. Groot Mig. trachten te-deiourne&ren, van de zoheilzaame en hoogst nodige - Refolutie ter-herfteliing der rust en goede orde binnen de Stad Hoorn, genoomen. Aan de Edele Groot Mogende Hefren Staaten van Holland en West-Friesland. Venoonen re veren telyk de Ondergeteekenden, allen Raaden ih de Vroedfchap der Stóa, Hoorn, Hoe zy Vertoöndcrs, 'met innerlyke'.fmerte, dagelvks móeten', ocdervinden£, dat de. meerderheid hunner Mede - Raaden','zo dóór.Berichte)}, R^moeitrahtitn,. chcülane'Mi>fivos en andere middelen, TJ Ed. Gröor' Mogenden trachten te détourneeren 'van de zo heilzaanfe én "hoogst nodige Refolutie ter herfteliing der rust en goede orde binnen dèeïe Stad,, zynde de. eenigfte troost en beveiliging van trouwe, welmecr.étde, v.'arT alle akelige tooneelen af keen'ge, en ten onrecht iri dt'haat dc volks gebrachte, ïgoedti Inge zetencn deezer Si ad.: Dat zy Vertoondc'rs dan ook verfch.eidèn. Refolutien, door hunne Mede - Raaden "óp" die fubjèctca genomen, wel hebben-,aangezien, of daar tegens geprotesteerd; dóch echter altoos tot culture der harmonie, en was het mooglyk dezelve hun medeRaaden door zachtzinnigheid van hun verkeerde^ fentimenten te dehorteeren, geen gebruik hebben I gemaakt van die middelen, dewelke zy tegenwoordig in den hoogen nood, ter tafel van UEd.Groot Mogenden moeten adhibeeren. Het is dan , Ed. Groot Mogende Heeren ! onze I ééd en plicht, die in de akelige fituatie, waar in onze Stad en goede Burgery zich zou bevinden, ; ■ ons,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 275 mé zonder eenigen haat, of andere aftectien tejeos-onze Medebroederen in den Ruade te voeden , 'eel min de geringde wraakzucht tegens eenige >nzer mede-Burgers, thands noodzaakt, U Ed. Gr. Zogenden op het eerbiedigst, maar tevens allernarukkelykst te betuigen, dat zo, en by aldien de tefolutie van U Ed. Groot Mogenden den i7den tfaart jongstleeden genomen,mochte worden gepareerd of ingetrokken, het met de welvaart deeer Stad , en de veiligheid derzelver goede Burgery m eenemaal gedaan zal zyn. Dit zyn mede de redenen, Ed. Groot Mogende [eeren ! ten einde niet verantwoordelvk te zyn □or de gevolgen , dewelke (dezelve Relolutie inetrokken of gealtereerd wordende, naar de fepü> lentec onzer mede-Raaden) daar uit noodwendig loeten redundeeren, dat wy U Ed. Groot Mogenen-met deeze onze korte Remonftrantie naderen, b daar by betuigen, dat de Remonftrantie , op mm der Regeering deezer Stad, door de Gedepuerdens derzelve ter tafel van U Ed. Groot. Mopnden ingeleverd, en welke uit fommige hersfe:n in de Refidentieplaats van U Ed. Groot Molmden gebooren is, nimmer de refumtie in de Verkering.van Burgemeesteren en Vroedfchappen lezer Stad heeft gepasfeerd , of aldaar geürreserd geworden; het welk te meer tegens alle goe- orde en billykheid ftrydig is, dewyl by de retatie van het Bericht der meerderheid, betrekkel de akelige gebeurtenisfen in deeze Stad, door. ee der Ondergeteekenden , als de eenige toen sfent geweest zynde Leden der minderheid, tens dat Bericht reeds was geprotesteerd geworb. Wy zullen ons kortheidshalve by deeze in de ma", rie yan gemelde Berichten, Misflves en Remonantie niet immisceeren , nadien het ons voormt, dat U Ed. Groot Mogenden des aangaande erder verlichting van het gecombineerd> >Iie, alhier door ü Ed. Groot Mogenden geêkab,ljs-: S 2 féërd,'  27<5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot feerd, en dewelke zich des aangaande au fait heerH gemaakt, by bericht zult kunnen erlangen; echterj bereid en genegen zyode om , ter requifitie van U Ed. Groot Mogenden, allen die bovengemelde (tukken te ontledigen, waar door als dan,de onwaarach-J tige voorgeevens en verkeerde infimulatien van on.] ze mede - Raaden, zullen worden gemanifesteerd, eaj de waarheid in een helder daglicht zal worden ge-| ^Wanneer ras blyken zal, dat wel verre, dat dej goede Burgers en Ingezetenen deezer Stad door] den Militairen arm, zouden worden onderdrukt,zyj zich thands binnen deeze muuren veilig achten, erri dat by aldien de Militie ofte aen groot gedeelte van] dien, zich van hier moest abfenteeren, ofte verand deringen in de ordres daar gefteld worden, dat als dan het grootfte gedeelte der gegoedfte Ingezete nen zich van hier zullen moeten retireeren, en huri woonplaats elders zoeken , als zynde de rust, vre-j de en veiligheid binnen deeze Stad in de gemoedel ren geenfints herfteld,' gelyk na 't vertrek of veri mindering van Militie helaas te laat zou blyken. Wyders, Ed. Groot Mogende Heeren! het ovel se der Remonftrantie daar laatende, en van weH Iers inhoude wy volkomen zyn aliëen; kunnen vri niet nalaaten te remarqueeren : dat de beduchtheid j dewelke 'er by onze mede-Raaden, ofte fommig] Leden van dien , ofte de Gedeputeerden deeze Stad,moet refideeren tot ontdekking der waarheid] wanneer zy zeggen : „ dat uit een politiek onderj ., zoek, niet dan de hoonendfte en vernederendltfl , gevolgen, zelve voor de notabelfte Leden vaj ', de Regeering onzer Stad, te voorzien, en voM gens de ingewikkelde bedreigingen ten hunnel aanzien in de gemelde Misfive van Heeren Gel „ committeerde Raaden vervat, dagelyks te veri „ wachten zyn." — Dat , zeggen wy , die bd duchtheid in geen aanmerking kan nog mag komen] (hoe zeer de Ondergeteekenden vooral ten deeze] vööf de zachtfte weg inclineeren) wanneer de ve: m ha  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 277 ligheid van onfchuldige Burgers, daar aan opgeofferd of gerifiqueerd zou moeten worden; — want de verzekering die de meerderheid der Regeering by haar Remonftrantie omtrent de veiligheid voor 't vervelg in zo verre daar fteld, dat zy voor dezelve in durven ftaan en caveeren, zulks fteld de goede Ingezetenen in 't minst niet gerust;— wyl, indien dat van de macht van de meerderheid afhangt, het dan den I4den of ijden Maart laatstleeden had moeten blyken; en waar op doch zou den goeden Burger op durven vertrouwen, daar 'er thands geen Schuttery alhier ter Stede zich bevind, 3an zodanige, die in twee geoppofeerdepartyen be» [laat; ep dus, indien de Militie van hier vertrekt, de Juftitie, even als op den I5den laatstleeden geheel werkeloos, en buiten kracht zich zou bevinden. Al waarom de Vertoonders zich keeren tot U Ed. Groot Mogenden, ten fterkften infteerende,dat U Ed. Groot Mogenden, tot behoud deezer Stad, ierzei ver goede Burgerye, en ten einde de laatstjemelde niet bloot te ftellen aan de vervolgzucht aunner vyanden, en ter voorkoming van de akeigfte te voer uit te ziene gevolgen; dat U Ed. jroot Mogenden alle Inftantien of Remonftranien, van de Gedeputeerden deezer Stad, tot ener/atie U Ed. Groot Mogenden Refolutie van den I7den Maart jongstleeden , gelieven te reje&aeren, m wel duidelyk by Hoogstgedachte Refolutie te 5erlisteeren. (Onder ftond) 't Welk doende, &c. (was geteekent) Jacob Binkhorst. D. van Foreest. N. van Foreest. Ph. C. Boon. S 3 N°.  278 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N . ïi62 Bericht van Burgemeesteren der Stad Hoorn* aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West- Friesland, betrekkelyk voorJïaande Remonftrantie. Edele Groot Mogende Heeren! Ter voldoening aan den inhoud van U Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 19 April 1787, waar by Ü Ed. Groot Mogenden hebben goedgevonden en verftaan \ aan ons ten fine van bericht toe te zen. den zekere Remonftrantie, door N. van Foreest, Jacob Binkhorst, Fh. C. Boon en D. van Foreest, Raaden in de Vroedfchap deezer Stad, aan U Ed. Groot Mogenden gedaan , hebben wy thands de eer, het zelve Bericht aan U Ed. Groot Mogenden te doen toekomen. : Wy kunnen noch mogen niet ontveinzen, Edele 'Groot Mogende Heeren! dat deeze taak een der onaangenaamfte is, welke ons immer zoude kunnen te beurt vallen. Wanneer eene Regeering zich genoodzaakt ziet, om de Rechten en Privilegiën haarer Steden en Burgerye te handhaaven, tegen den indracht die daar op door anderen yan buiten word gemaakt, hoe penibel ook dikwerf die arbeid wezen moge, de moeijelykheid daar van word altoos overwonnen door het ftreelend genoegen, dat men der Burgerye eenen wezentlyken dienst gedaan heeft. Hetpasfeert ook ligtelyk, dat men in de uitvoering van diergelyke defenfiën, nu en dan difftculteiten en tegenkantingen ontmoet van lieden, die, of door eene verkeerde dryfveer aangezet, of het gewicht der zaake niet genoeg penetreerende, tot het handhaaven deezer Rechten, niet medewerken met dien yver welke daar toe nodig is. Maar 't is ten uiterften onaangenaam, en het kan by welmeenende Regenten niet anders dan een innerlyke fmart veroirzaaken , wanneer zy moeten ondervinden, dat eenige hunner mede-Broederen in Raade, hunne tegenkantingen zelvs in zo verre pous.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 279 pousfeeren, dat men (om de fpreekwys, door gemelde vier Raaden tegen ons gebezigd, te reciprocecrenj uit derzelver hersfenen ziet gebooren worden eene Remonftrantie , welke geene mindere blyken draagt, dan van die gemaangdheid, welke men ten opzichte zyner mede-Leden voorwend te adJiibeeren. Gelukkig is het ondertusfchen, dat wy ons in ftaat bevinden , om door eene waare ontvouwing van 't gebeurde, aan U 'Ed. Groot Mogenden ten duidelykften te manifesteeren, dat de voorgewen-' de klachten van gemelde vier Raaden even zo ongepast en gedeplaceerd , als ten eenemaal ongegrond zyn. M'.-n heeft zich by de gemelde Remonftrantie der vier Raaden voorgefteld , om niet te treeden in de materie, door ons behandeld in de Remonftrantie , den 6 April 1787 ter Tafel van U Ed. Groot Mogenden gebracht, en wy zullen ons ook dus om die reden kunnen dispenfeeren, daar van by dit Bericht eenige justificatie te doen. Eene meer gepaste occafie zal zich daar toe opdoen by de ontlediging van 't Bericht, door Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en 't Noorder-Kwartier aan U Ed. Groot Mogenden ingeleverd, of noch verder in te leveren. Alleenlyk kunnen wy niet voorby, om U Ed. Groot Mogenden te doen opmerken, dat wanneer men flechts met een vluchtig oog onze voorfchreevcn Remonftrantie inziet, daadelyk blykt, ons voornaame büt en oogmerk daar in te hebben beftaan, dat wy hebben gemeend met de Grondwetten en Privilegiën van dit vrye Gemeenebest ten eenemaal ftrydig te zyn, wanneer wy hebben moeten ondervinden,dat de Heeren Gecommitteerde Raaden , gecombineerd met de Magiftraat deezer Stad , fchoon eenig en alleen door U Ed. Groot Mogenden gequalificeerd, om de nodige middelen tot herftel en confervatie van de rust ,overeenkomftig de gefteldheid en Conftitutie van de Stad, in 'c werk te ftellen, die borS 4 nes  a8o Verzameling van Stukken betrekkelyk taf nes van deeze huDne buitengewoone Commisfie. haarblykelyk excedeeren, door verfeheiden geze. ten Burgers, voor hun gerequireerd zynde, daadelyk te ftellen in Militaire bewaaring zonder acces, en vervolgens tegen hun zeiven te hooren, zonder dat vooraf waren ingewonnen en geëxamineert de nodige prascedente informatien, veel min, een decreet van apprehenfie was verleend. Eene handelwyze, die, fchoon men ze met den naam van politiek onderzoek en politieke Custodie bewimpeld, echter in de daad niets anders is , dan de Juftitie voor uit te loopen, en op eene gantsch ongeregelde manier, zich aan te maatigen de exercitie van die Rechten, welke, zo de gerustheid en veiligheid der goede Ingezetenen niet op losfe fchroeven worden gefteld, aan niemand, dan aan den ordinairen,dagelykfchen en Comp.etenten Rechter, behoord vry te ftaan. Dit alles heeft uitgemaakt het grootfte poinct, waar o.ver wy, als Regenten, wien het niet onverfchillig zyn konde, op de Privilegiën hunner Burgeren zo grovelyk geïmpicteerd te zien, ons ver. plicht vonden, by onze voorfchreeven Remonftrantie, onz.e rechtmaatige klachten in den fchoot van Ü Edele Groot Mogenden neer te leggen. Doch niets van dit alles word by de Remonftrantie van onze voorfchreeven vier mede-Raaden aangeroerd, en wy meenen du.s, daar uit veiüglylc te mogen trekken dit gevolg, dat o.ok deeze vier Raaden met ons inftemmen, dat wy over deeze gepleegde excesfen op de wettigde gronden doleeren. Dit alles derhalven daa,r laatende, bepaalen zich de gemelde vier Raaden , om. tot eene prartenfe grond van hunne Remonftrantie te leggen; aan de eene zyde: de manier op welke onze voorfchreeven Remonftrantie zou zyn in de werelt gekomen, en onder het oog van U Edele Groot Mogenden gebracht; en aan den anderen kant: eene voorgewende beduchtheid, dat 't vertrek of vermindering der Militie, het vuur van onrust wederom zoude doea ont-  ie Gebeurtenis/en in 1787 «12. voorgevallen. 28.t ontbranden. Dit een en ander, zal nu noch kortelyk by dit Bericht, moeten worden gedeveloppeerd. Wat 't eerfte betreft, wy kunnen zeer gemakkelyk pasfeeren de onvriendelyke infimulatien, waar mede de gemelde vier Raaden hunne Remonftrantie aanvangen. Gaarne verlangden wy, dat 'er geene Berichten, Remonftrantien, circulaire Misiives en andere middelen nodig waren, om de gerustheid en veiligheid onzer Ingezetenen te bewaaren, tegen excesfen, waar door wy zien, dat dezelve in de waagfchaal gefteld worden; en wy wenfchen niets vuuriger,dan dat wy onder de uitoeffening van eene geregelde Juftitie, die zeer wel in ftaat is, om de veiligheid der Ingezetenen te befchermen, mogten beleeven die tranquiliteit van tyden, welke dea post van Regenten zo zoet en aangenaam maakt, als dezelve thans bitter en ten uiterften penibel is. Wy hebben ook niet nodig, ons voor U Ed. Groot Mogenden te disculpeeren , hoe afkeerig wy zyn van alle akelige tooneelen, of om goede Ingezetenen in den haat des volks te brengen. Wy gevoelen in ons zelv' het zuiverst geweeten, dat geene andere bedoelingen kent, dan om, volgen* onzen plicht, welks volvoering wy met duurea ééde bezwooren hebben, de Rechten en Privilegiën onzer Burgeren voor te ftaan; en ware het, i dat zulks ook by onze mede-Raaden werd uitgeoeffend met die zelvde onzydigheid , wy zouden thands niet nodig hebben, het getal onzer Mernorien met dit Bericht te vergrooten. Wy zouden ons gedrag in het inleveren van onze Remonftrantie, voor U Ed. Groot MogendenJ niet behoeven te verdeedigen. Niets echter is gemakkelyker dan deeze verdeediging, wanneer men Hechts confldereert, wat 'er is gebeurd. In dc Vergadering van Burgemeesteren en Vroedfchappen, gehouden den 26 Maart 1787,brachten Burgemeesteren in deliberatie : ,, of de critieke „ omftandigheid, waar in onze Stad en Burgerye „ zich bevond , (het zyn de eigen woorden vaa S s dp  282 Verzameling-van Stukken betrekkelyk tot ,, de toen genoomene Refolutie,) niet vorderde, ,, dat 'er twee Heeren ten fpoedigften haar 's Hage „ werden gecommitteerd, om by U Ed. Groot „ Mogenden te effeCtueeren, dat de Refolutie van den I7denMaart, in zo verre mogte werden ge,. altereerd, dat dusdaanige Proceduures mogten „ werden gefurcheerd , en eene Commisfie van den ,, Hove werden verzogt." Hier op wierd gedelibereerd, en goedgevonden: ,,de Heeren vanBre,, df.nhoff en dÈ Hart te committeeren, met de Heeren in 's Hage, om zodaanige middelen in 't we k te ftellen en aan te wenden, wat tot nut en wel,, zyn van onze Stad en Burgerye zoude kunnen Jtrek- ken." Deeze Refolutie is genomen in prafentie van dertien Raaden, onder welke zich ook bevonden de Heeren Binkhorst en Boon, fchoon nu mede Tekenaars van de voorfz. Remonftrantie zynde. Doch niemand der toen prefent zynde Raaden heeft deeze Refolutie gecontradiceert, of daar tegen geproterteerd. Zy lieden zyn het dus zelve, die met én benevens ons op de voorgenoemde Heeren hebben uitgebragt die generaale qualificatie, ingevolge en ter voldoening van welke onze Remonftrantie by U Ed. GroOt Mogenden is ingeleverd. En vy laaten dus gaarne aan een ieders oirdeel over, hoe notoir tcgènftrydig het roet elkander is, dat deeze zich ma oppofeerende Raaden, of ten minften 'wee van hun (want de twee andère waren abfent) op den 26fteE Maart, zeivenconcurreeren tot het uitbrengen eener qua'ificatie, om NB. eene al érsftie ia V Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 17'ltr Maart te effectuteren, en dat deeze, zelvde Perfoonen op den loden April aan U Ed. Groot Mogenden eene Remonftrantie inleeveren, ten è'indê by Üe voörfz. Refolutie duidelyk werde geperfisteerd.. Deeze manier van handelen is zo contradictoir, als het, na het hier vooren verhaalde , m.;i d prtpos moet voorkomen, wanneer de gemelde vier Raaden tot een prascext van klachten arri-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 283 arripiëeren, dat; onze Remonftrantie irï de Vergadering van Burgemeesteren en Vroedfchappen deezer Stad, niet gerefumeerd of gearrefteerd is geWorden. Immers men behoeft flegts de letter der qualiflcatie op de Heeren van Bredehoff en de Hart in te zien, om overtuigd te w.vden, dat 't geenfints 't Oogmerk was, om door deeze Heeren een Concept of Plan eencr Memorie of Remonftrantie te doen vervaardigen, die a'voorens overgegeeven te worden, eerst de refumtie zoude moeten pasfeeren, maar die Heeren werden gecommitteerd, om rfiiO tk mede-GedeptU^c-lcn in *s Hage, de nodige middelen in 't verk tefielten en aan te wenden, wat tot nut en welzyn van Stad en Burgerye konde flrekken; tot een overtuigend bly-k, dat men aan hunne zórg en directie volkomen heeft overgelaaten, her. nodige fnetdedaad te verrichten, en in naam van Burgemeesteren en Vroedfchappen dat gunt te doen, het wélk zonder die quaiific ït'e door 't volle Collegie zou hebben moeten verricht worden", doch waar in nu die beide Heeren, benevens de Heeren Gedeputeerden in 's Hage de verdere Raaden volgens die qualiflcatie, en alzo op hun eigen overgifte als 't ware, hebben gereprefenteerd. - Hier mede vertrouwen wy de gehoudene conduites van voornoemde door de Vroedfchap gecommitteerde Heeren, volkomen gejustificeerd te hebben. Thands resteerd nog te zien, wat 'er zy, yan den tweeden grond der klachten van gemelde vier Raaden:, naamelyk de voorgewende vrees voor de herleeving der onlusten by abfentie der Militie. Indien het, Ed. Groot Mogende Heeren! genoegzaam ware, om met eene onvoorbeeldelyke declamatie, een tafereel te fingeeren van akelige fituatie voor de Stad en goede Burgerye, als of het met derzelver welvaart en veiligheid ten eenemaalen gedaan zou zyn, en als of met de Militie ook teffens de gegoedfte Ingezetenen vertrekken zouden: -— Indien (zeggen wy) alle deeze hooge toonen by  a$4 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut by U Ed. Groot Mogenden de plaats vervullen konden, van folide argumentatien,die op Hoogstderzelver deliberatien van invloed waren; dan was het te begrypen, dat die Remonftrantie der vier Raaden, eenigen ingang zoude kunnen vinden.Maar zyn in tegendeel die ydele klanken, niet in ftaat om U Ed.' Groot Mogenden te moveeren; wy vermeenen, dat ook daar voor ten deezen te minder grond exfteerd, om dat ons in de tegenwoordige fituatie deezer Stad, geene reden hoe genaamd is voorgekomen, waarom wy zouden moeten twyiFelen, of alles binnen onze Stad thands weder in rust is; wy, die in vergelyking der oppofeerende Raaden, een getal uitmaaken, dat het hunne omtrent viermaal furpasfeerd ! wy , die op de plechtigfte wyze betuigen kunnen, dat ons niets meer ter harte gaat, dan de confervatie der rust binnen onze Stad, en die dus met verontwaardiging befchouwen de zo haatelyke infimulatie, als of wy de veiligheid van onfchuldige Burgers, aan denkbeeldige begrippen van onze eigen eer zouden willen opofferen of rifiqueeren! wy hadden, reeds ten tyde van 't inleveren onzer Remonftrantie, geene reden van twyflèling aan de geduurzaamheid van de herftelde rust; en thands is 'er nog te minder reden, om voor het vernieuwen der onlusten beducht te zyn; aangezien de voornaame grond, waar aan wy meenen te moeten toefchryven, dat fommige onrustige lieden zich hebben durven verftouten, de bornes hunner verfcbuldigde onderwerping te buiten te gaan, nergen? anders in te zoeken is, dan dat zy, aan wien de bewaaring der rust door de activiteit der Juftitie was toebetrouwd, zich in de eerfte oogenblikken aan eene onverantwoordelyke flapheid en inactiviteit, en naderhand door eene ontydige abfenne, aan eene volkomene verwaarloozing hunner plicht, fchuldig gemaakt hebben. Dit verbrak noodwendig alle teugels, waar door een cuhezonnen Gemeen, niet flegts hier maar overal, moet en kan worden in toom gehouden; maar  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ii$ maar deeze fource der onrust cesfeert nu geheel; Schepenen beyveren zich dagelyks, om met alle asfiduiteit Recht en Juftitie te oeffenen; en 'er gebeurt niets hoegenaamd, waar uit, ten ware men eene ydele verbeelding met gegronde vrees wild© gelyk ftellen, die voorgewende beduchtheid onzer gemelde vier mede-Raaden zelvs eenigermatea plaufibe!, zoude kunnen gemaakt worden. Ondertusfchen, Ed. Groot Mogende Heeren! mogen wy niet nalaaten U Ed. Groot Mogenden te doen opmerken, dat het nimmer ons doelwic was, om door een vertrek van de Militie, onze goede Burgerye aan het minfte gevaar van eenige toomlooze ontrustingen,te willen bloot ftellen. Om hec tegendeel te evinceeren, hebben wy flegts nodig te reclameeren, die periode van onze Remonftrantie, waar by wy met zo veele woorden zeggen: „ wy vertrouwen, dat de. herftelde rust voor het s, vervolg niet weder zal,worden geftoord, daar „ wy door twee Compagnien Cavallery, eh des noods ook door de twee andere Compagnien Cavallery, welke rondsom onze Stad zyn gecan» tonneerd,genoegzaam gedekt en beveiligd zyn, 9, voor alle nieuwe verftooringen van dezelve." Wy toonden dus door deeze woorden, dat wy zelv' niet begeerden het gemis van adüftentie,zo lang die ter beveiliging nodig was, maar ons oogmerk tendeerde duidelyk daar toe, dat wanneer onze Stad na de herfteliing der rust eene genoegzaame veiligheid voor zich konde vinden,in eene ongekreukte en- fteeds waakende beoeffening der Justitie, dezelve dan ook den fteun haarer veiligheid niet behoorde te zoeken in den Militairen arm; een middel zo ftrydig met de vryheid der Ingezetenen van dit Land, dat daar van nimmer, dan ia den dringendften nood, tegen dezelve employ behoord gemaakt te worden. En vooral was ons doelwit, om met alle mooglyken yver, eene yver die in Regenten, wien de handhaaving der Privilegiën tst harte gaat, alflnts pryswaardig is, tegen te gaas  i$6 • Verzameling van Stukken betrekkelyk tot St gaan, de excesfen naamentlyk van.een nieuwopgekomen gezag, dat onder den naam van Politie daaden oefferd, waar toe zich noch de woorden , noch zelvs de geest van hunne Commisfie, zich extendéerd. „ rJDit waren-de twee-Hoofd-poincten» welkers redres "wy door het ovdrgeeven onzer voorfz. Remonflrantie, van; U Ed; Gr. Mogenden imploreerden, en het weik wy eerbiediglyk als noch verwachten. Terwyl wy, gerustelyk vertrouwende, dat door *t bevoorens gededuceerde, alle buivering, die de vreemde derhaich'e onzer vier mede-Raaden by U Ed. Groot Mogenden zoude mogen verwekt hebben , ^volkomen is.wegger.oomen. Hier mede, willeD wy die ons Bericht befluiten, God Almachtig biddende, jdac-Hy U Ed. Groot Mogenden in-eetie Sange en voorfpoedige Regeering bewaare, en ons met alle eerbied noemende. . fidele.Groot Mogende Heeren! (Onder ftond,) Hoorn, den U Edele Groot Mogenden DienstsVMay 1787. ■ willigen, Burgemdesteren en Regeerders deï Stad Hoorn. (Lager ftond) • Ter Ordonnantie van dezelven» (was get.) C. J. van de Blocquery. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 287. jN°. 1163. ExtratJ -uit de Refolutien van de Heeren ■ Staaten van Holland en IVest-Frieslarid, in Hun Edele Groot Mogenden Vergaderinge genomen op. Dingsdag den 5 Juny 1787 , betrekkelyk de beide voorgaande Stukken. Ontvangen eene Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Hoorn, gefchreeven aldaar den 2iften der voorleeden maand, houdende, tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den I9den April te vooren, derzelver bericht op de Remonftrantie door H. van Foreest, Jacob Binkhorst, Ph. C. Boon en D. van Fo'reest, Raaden in de Vroedfchap derzeive Stad, aan tlun Ed. Groot Mogenden. gedaan; waar'by geinfteert hebben: dat Hun Ed. Groot Mogendeii r£Ut.behoud derzelve Stad en..goede Burgery, en om de laatstgemelde niet bloot te ftellen aan de vervolgzugr hunner vyanden, en ter'voorkoming der akeliglle voor uit te-ziene gevolgen, .alle iadtahtien of remonftrantien van Gedeputeerden dët .gemelde Stad, tot enervatie Hunner Ed% Groot Mogenden Refolutie van den I7déri' Maart jongstleden, gelieven te rejecleeren, en duidelyk by Hoogstgedachte Refolutie te perfisteeren: welk bericht hier na volgt geinfereert. f ^ ' ' '." Fiat Infertio. (*) - .K Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat het vo.orfz. Bericht en Remon. "ftrantie1, by de anterieure (tukken tqi deeze zaak, zal worden geëxamineerd door de Heeren'var de .Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden' tot het groot Befoigne, .met de I Heeren Gecommitteerde Raaden in . West-Friesrland en het Noorder-Kwartier, cn de Vergadering I daar op gediend van derzei vei- -Confideratien' en f Advis. Lj .. .' 1 Aan. .{*) Zie hier voor "bladz. 274 en verv.  488 Verzameling vdn Stukken betrekkelyk M Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, hebben geïnhasreert hunne voorige Protesten op deeze materie. Aanteekening van zes Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gorinchem, Brielle, Enkhuizen, Edam en Medemblik, hebben geperfisteert by hun voorig Declaratoir. Aanteekening van Hoorn. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn heb*, ben geinhasreerd hunne voorige Protesten, ReferVes en Aanteekeningen op deeze materie. Accordeert met voorfz. Refolutien. JN°. 1164. Request van de Vrouwen in Naastbefiaan* den van de Crimineele Gevangenen >gedetineert binnen Hoorn, aan Heeren Schepenen van genoemde Stad; houdende verzoek: dat Hun Ed. Achtb. alles gelieven aan te wenden, omaandezelven fpoedig* Espeditie van Juftitie te bezorgen. Aan de Edele Achtbaare Heeren SchepI» ken der Stad Hoorn 1 Geeven met fchuldlge eerbied te kennen,de onHergeteekende Huisvrouwen en verdere Naastbèftaanden van de Crimineele Gevangenen binnen deeze Stad. Dat zy Supplianten hartelyk en fnedelydend aangedaan zynde, over het deerniswaardig en bekorhmerlyk Lot, het welk hunne Echtgenooten en Bloedverwanten fihts een geruimen tyd is wedervaaren; nadien dezelvéh èefst Politic quevient% en vervolgens als Crimineele Gevangenen, niet alleen van hunne zo dierbaare, maar zelvs van de ge-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 289 geheele Menfchelyke zamenleeving, als 't ware* zyn afgetrokken, waar door zy Supplianten, hunne Kinderen, en allen, die daar eenige betrekking en relatie op hebben, zich in de aller'fmertelykfté en troostlooze omftandigheden gebragt zien, nademaal hun brood- en kostwinningen of geheel ililftaan, of ten minften grootelyks verachteren, zonder dat men tot nog toe gegronde hoope fchynt te vinden, dat 'er wel haast een gunftige uitkomst voor die ongelukkigen te wachten is; en daar en boven tot hunne innerlyke zielsfmerte daaglyks. Verneemende, op welk een rampzalige wyze diè Lieden in hunne detenficn worden behandeld, daar het maar al te zeker is, dat zy naauwlyks dat gene genieten, het welk tot onderhoud en welzyn van l hunne lighaamen noodwendig vereischt wordt; te meer, (en het zy de Supplianten gepermitteerd deeze bittere klachten op eene eerbiedige wyze in den fchoot van U Ed. Achtb. aan wien de handhaai-ving en uitoeffening van Recht en billykheid ten vollen is toevertrouwd, uit te boezemen) daar zy Supplianten zyn onderricht, dat de gevangenisTen, waar. in hunne Echtgenooten en Bloedverwanten allerftrengst bewaard worden, zodaanig zyn gefituëert, dat hun ter naauwer nood in de; zeiven word vergund het zoet genot van de verkwikkende Ademhaaling, zonder welke immers geen Schepzel op Aarde kan beftaan, waarom het 1 geenfints te verwonderen, maar wel grootelyks te duchten is,, dat hier uit 't avond of morgen voor hun Supplianten de allerfmertelykfte gevolgen ftaan gebooren te worden. 1 Redenen, waarom de Supplianten (zonder zich alvoorens te zullen aanmaatigen de faculteit, om te onderzoeken, of en in hoe verre zodaanig een -manier van Rechtspleeging, en daar uit voorr.vloeijende incarceratie; overeenkomftig is met de Wetten en Plakaaten deezer Lande, dierbaard Voorrechten van een vry Burger, en adminiftratië van een welgeördende Juftitie) zich keeren tot Ü j XIII, Dikt. T Éd.  2po Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ed. Achtb., op het allereerbiedigfte, allerootmoei digfte, doch teffens aliernadruklvkfte verzoekende , ja fmeekende; dat U Ed. Achtb. het daar heen gelieven te dirigeeren: dat de voornoemde Perfoonen, hunne dierbaare Naastbeftaanden, cpeene behoorlyke en betaamlyke wyze in hunne detenfier worden behandeld; en voorts, datU Ed. Achtb. toch alles gelieven aan te wenden en in 't werk te ft-lien wat tot expeditie van Juftitie, en het fpoedig termineeren van de Proceduures nodig en dienftig zyn moge. 't Welk doende &c. (geteekend) Door de Vrouwen en Nwstbeftaanden van H. Süurman, H. Beek, H. Riman, A. Kdyper, H. Tinkëlenberg, en A. Gallet. N°. 1I65. Refolutie, door Heeren Burgemeesteren van Hoorn genoomen op dato den 9 Juny 17 87, betrekkelyk het Burger Exercitie-Genoodfchap binnen die Stad, genaamd voor Vaderland en Vryheid. Ter Vergadering van Heeren Burgemeesteren gedelibereert zynde op het voorgekomene aan dezelve Vergadering, daar in beftaande, dat op eergisteren ter Kamer van Hun Ed. Groot Achtb waren binnen geftaan Mr. J. H. van Straalen, Hessel Slyper en Jan Breebaart, als Gecommitteerdens van zeker Genoodfchap alhier, gich verder nog zouden mogen fchuldig' maaken, ordmurio modo zoude moeten worden voortgeprocedeert, als dan in die ordinaire Procedures zich insgeiyks van eeneu Prokureur, ten koste van don Lande, te mogeu bedienen; hebben de eer te remarqueereii, dat hoe zeer uit hoofde van de generaale verplichting van alle Officieren van de Juftitie binnen deeze Provincie, om de kosten van alle crimineele Procedures, zo ordinaire als exrraordin.ire , by hun gevoerd wordende, zelve te fupporteeren, foortgelyke verzoeken, als dat van den voornoemden Suppliant, niet dan met veel menagement behooren geaccordeert te worden; nogthands iD het geval tot 't welk het voorfz. verzoek zich bepaald, verfchetde omftandigheden te famen loopen , welke , gelyk het aan Gecommitteerde Raaden voorkomt, U Ed. Groot Mogenden zouden kunnen permoveeren, om op 't zelve favorabel reguard te neemen. Dat onder zodaanige omftandigheden alhier in aanfchouw kunnen komen , de extraordinaire aart van het gene onlangs te Hoorn is voorgevallen, en waar uit de aanleiding tot de crimineele Procedures, by des Suppliants Request gemeld, is gebooren, 't welk zeker niet behoord onder de dagelyks voorvallende Oimina, tot beteugeling van welke, een Hoofd-Officier tegen het genot der aan zyn ambt geattacheerde Emolumenten moet waaken, mitsgaders het getal der Perfoonen, tegen wien de Suppliant R. O. ter voorfz. zaake, daadelyk Criminaliter extraordinair procedeert, welk getal reeds in agt Perfoonen beftaat, en binnen kort nog grooter moet worden, als mede het montant der proces-kosten aan de zyde van den Suppliant notoirlyk kan doen klimmen zeer verre boven het gene een Hoofd-Officier van Hoorn , by de behoorlyke waarneeming van zyn ambt, ordinair genoodz'aakt is, wegens dergelyke kosten te draagen:  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 299 gen: vooral wanneer de tegenwoordige extraordinaire Procedures, in 't v-rv>!g door ordinaire Procedures vervangen mochten worden. Dat mede uit deezen hoofde des Suppliants allegatie by deszelvs Requovt, geenfints van fundament gedestitueerd is; te weeten: dat zyue vigilantie „ in het tegengaan van alle turnufcüetffe en rustver3, ftoorende bedfy veu binnen doorn. tot zyn par- ticulier nadeel en importante fchaade zoude re3, dundeeren , indien alle de buitengewoon* kos- ten , welke door de voorfz. gebeurtenis veroir„ zaakt worden ; inzonderheid , zo wanneer daar „ uit ordinaire crimineel? Procedures mochten re-. „ fulteeren, door h-m Suppliant uit zyn privé beurs 3 „ gedraagen zouden moeten wordeu." Dat wyders hier by in aanmerking moet komen, dat de omftanaigheden der Stad Hoorn, noodzaaklyk vorderen, dat het recht van de Hooge Overheid behoorlyk word waargenomen , en dat de Hoofd• Officier dier S'.ad, daar in, uit vrees voor importante particuliere fchaade, niet worde te rug gehouden; maar in tegendeel, tot voorfz einde, op eene gepaste wyze aangemoedigd, en vooral dat U Ed. Groot Mogenden, met opzicht tot d_j tumultueufe beweegingen te Rotterdam, in hetjiür 17S4 ootltaan, welke met de onlangs te Hoorn gefubfirteerd hebbende oproerigheden volftrekt para* lel zyn, by derzelver Refolutien van den 22 December 1784 en den 25 Augustus 1785, ''fchoon onder eene erroneufe datum) by des Suppliants Request is gereclameerd, aan deu Hoofd-Officier te Rotterdam hebben toegedaan diergelyke gunftige voorzieningen, als waar toe des Suppliants verzoek tendeerd. Waarom Gecommitteerde Raaden, U Ed. Groot Mogenden zullende dienen van derzelver Cpnfigëratien en Advis, onder het welduiden van U Ed. Groot Mogenden van gedachten zouden zyn : dat U Ed. Groot Mogenden den Suppliant rat. cffic.zoaden behooren te authorifeeren en te qualificeeren, om  300 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot om voor zo ver dezelve het recht van de Hooge Overheid zoude moeten waarneemen in zaaken , raakende de in zyn Request gemelde tumultueufe beweegingen , die binnen de Stad Hoorn hebben plaats gehad, of uit hoofde vaD de bedryven, (trekkende tot ftooringe van de publieke rust, die binnen dezelve Stad, na dato van de gemelde tumultueufe beweegingen zouden mogen zyn ondernomen, of onverhooptelyk nog verder zouden mogen worden ondernomen ; ten kosten van den Lande, tot zyne adflftentie een kundig Advokaat te mogen employeeren , waar toe U Ed. Groot Mogenden, den door den Suppliant voorgeflagenen Mr. Johan Arnold Holthuyzen, Advokaat voor de respeclive Hoven van Juftitie in Holland, woonende te Rotterdam, zouden kunnen benoemen; en dat wyders U Ed. Groot Mogenden aan den Suppliant zouden behooren te permitteeren, om de kosten, tot dat einde bereids door den Suppliant geimpendeert, te mogen brengen ten laste van den Lande; gelyk mede om, wanneer in het vervolg tegens eenige Perfoonen, die ter occafie van de bovengemelde tumultueufe beweegingen, of na dato van dezelve, zich aan feditie, moedwil of andere foortgelyke bedryven , {trekkende tot verftooringe van de publieke rust, binnen de voorfz. Stad fchuldig gemaakt hebben, of zich verder nog zouden mogen fchuldig maaken, ordinario modo zoude moeten worden voortgeprocedeerd, als dan in die ordinaire Procedures zich insgelyks van eenen Prokureur, ten koste van den Lande, te mogen bedienen. Edoch refereeren de Gecommitteerde Raaden bovengemeld, hun desaangaande niet te min , tot de nadere en wyze dispofitien van U Ed. Groot Mogenden. En onder des , Edele Groot Mogende Heeren! beveelen wy U Edele Groot Mogenden in de befcherminge des Allerhoogften; die wy bidden, U Ed.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 301 Ed. Groot Mogenden regeeringe te willen zegenen ten beste van ons lieve Vaderland. Gefchreeven binnen Hoorn den 20 Juny 1787. (Onder ftond) V Ed. Groot Mog. Dienstwilligen, De Gecommitteerde Raadeü in West-Friesland en het Noorder - Kwartier. (Lager ftond") Ter Ordonnantie van dezelven, (was geteekent) B. Blok. Np. 1168. Confideratien van de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden op voorenflaande Request. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben op last van de Heeren Hunne Principaalen voor.gedraagen de navolgende Confideratien op het verzoek van den Hoofd-Officier der Stad Hoorn, om een Advokaat en Prokureur, ten koste van den Lande, te mogen employeeren. Dit verzoek van den Hoofd-Officier, is in deszelvs aart en gevolgen geenfints zo favorabel, als het zelve misfchien in den eerften opflag wel zoude kunnen fchynen, 1. In 't generaal is het in onze Landen, om zeer wyze redenen ingevoerd,dat deGraavlykheids Officiers niet procedeeren ten kosten van den Lande , maar op hunne eigen kosten. Ieder die het Ambt van Hoofd-Officier ambiëerd, weet dit van te vooren, en inzonderheid toen de Heer Binkhorst deezen post aanvaarde, waren reeds de beweegingen, by het Request ge-