VERZAMELING PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXVII, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Agttiende Deel. Te C A M P E N» Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, MD C C X C.   N O O D I G VOORBERICHT. jjjj T |en aanzien van het Deel dat wy thands onze Lezers aanbieden, zyn wy genoodzaakt geweest eene uitflap te doen, door het plaatzen van Stukken, welke tot het laatfte tydvak van 1786 behooren: wy konden niet anders handelen, wilden wy van merkwaardige Stukken welke op de genoemden ui den Jaare 1787 gevolgd zyn > gebruik maaken : Stukken die volftrekt tot deze Coile&ie behooren, Behalven dat dit Werk hier door met eenige meerdere belangryke Stukken verfïert * & Word»  IV NOO.DIG VOORBERICHT. word , ontleent het teffens daar uit het nut,' dat men hier door met een aanmerkelyk tyd, vak der gefchiedenis heeft kunnen beginnen, naamenlyk dat tydftip, waarin de Hooge Bondgenooten hunne verfchillende gedachten over het emplooi der Militie in Burgergefchillen, hebben aan den dag gelegt. Ook zal men hier door des te meer beantwoorden aan de verwagting der oirdeelkundige Schryvers van de Vaderl, Biblioth. II. D. hl. 128. » dat deze onze Verzameling voor „ de onpartydige nakomelingfchap een on„ waardeerbaaren fchat zal opleveren en een „ volledig Magazyn van alle die bouwftoffen, „ welken zy noodig zal hebben, om een werk „ te vervaardigen , waar op men in dezen }, tyd , om verfcheidene redenen , die wy „ thands niet breeder behoeven op te geven, te vergeesch zou hopen; eene echte en on„ partydige gefchiedenis naamelyk van onze „ jongfte onlusten; van de bronnen waar uit „ zy ontftaan zyn; en van de middelen, die „ hebben medegewerkt, om, aan dezelve een „ ein-  JNOODIG VOORBERICHT. V „ einde te geven , dat buiten twyfel gantsch „ Europa met ontzetting en verbaasdheid heeft „ vervuld , uitgezonderd misfchien alleen die „ genen , die het geheim beweegrad van de „ Staatkunde der Kabinetten kenden, en zei. „ ven medewerkten , om het zelve in bewe* „ ging te brengen. Met nog eenige weinige Deelen met zeer belangryke Stukken opgevuld, waaropeennaauwkeurig uitgevoerd Regif ter ftaac te volgen , daar men met een opflag van 't oog in zal kunnen vinden al wat deze gantfche ColleéHe behelst, zal dit importante Werk door ons gefloten worden. Verder is ons voornemen, om eene gelykfoortige Verzameling als deze, onder den Tytel van Nieuwe Verzameling van Stukken enz, met het jaar 1790 beginnende aan onze Landgenooten mede te deelen. Dan hier toe heeft men hulp noodig. Doch men twyfelt niet of alle die genen, welke tot bevordering van dit Werk behulpzaam zyn geweest, zullen ons in de bedoelde onderneming ook wel van dienst * 3 wil-  VI NOODIG VOORBERICHT. willen zyn, en gereedelyk aan den Drukker en Uitgever van dit werk, de Stukken die onder zich mogten hebben of bekomen, aan denzelven overzenden; waar toe een ieder op het vriendelykfte wordt uitgenodigt; met de dierbaarfte verzekering , dat 'er met alle discretie gebruik van zal gemaakt worden; en teffens aanbod , om de kosten die men verplicht mogte worden, voorCopy-geldofSchryfloon te impendeeren, met gulle dankbaarheid te zullen reftitueeren. CHRQ.  CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET AGTTIENDE DEEL, VAN DEEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. N". I39I- Request van een groot aantal Burgers en Inwooners der Stad Amfteldam, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, ten einde door Hun Ed. Grooot Mogenden ieiet werde, dat geene Militie, ter repartitie dezer Provincie Jiaande, ter overweldiging van eenigen der mede-Bondgenooten gebruikt werde enz., geprcefenteerd den . . Aug. 1786 hladz' u , , 1392. Rtfolutie van de Heeren Staaten van Holland en West Friesland, op de voorenjlaande Requeste genomen, in dato den 25 Augustus 1787- • • • 4« 1393. Request var. Geconftitueerden Van meer dan 800 der notabeljle Burgers en Ingezetenen der Stad Rmerdam, aan de Heeren Staaten va» Hollanden West-Friesland, ten einde de Troepes, op Holland gerepanitieerd, niet alleen niet te doen dietien tegen Burgers van eenige Stad of Plaats in onze Republiek, maar ook niet tot remplacement van die Troepes, welke daar toe onverhooptelyk geëmployeerd, en * 1 uit  VIII ftEGISTEfc uit humt Guarnifoenen getrokken zouden mogen- worden^, enz. Geprcefenteerd dtn . . Augustus 1786. - lladz. 6. N". 1394. Refolutie by de Heeren Staaten van Holland en West - Friesland , op de voorenftaande Requeste genomen, waar by befloten is, een exhortatoire Misfive aan de Bondgevooten te addre.feeren, tot voorzieninge, dat geen Trog. pes in of huite;i Gelderland guarnifoen houdende, naar Hattem of Eiburg werden afgezonden enz. In dato den 1 September 1786. ..... bladz. 12. ■*—1— 13 95- Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, waar by gearresteerd worden circulaire Misjïves aan de Heeren Staaten der andere Provinciën. In dat» den 4 September 1786. . • . bladz. 13. — 1396. Misfive van de Heeren Staaten van Holland en Wtst-Friesland, aan die van. Gelderland en Utrecht afgezonden, den . . September 1786. . . . bladz 15. ,_ T397. Misfive van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, aan die van Zeeland, Friesland, Overysfel en Stad en Lande, afgezonden den . . Septemb. 1786. ...... . bladz. 19. „ 1398. Misfive van negen Gelderfclie Edelen , aan de .Heeren Staaten van Holland en West-Frieslanil, gefchreven uit Zutplien den 2 September 1786, en Refolutie Commis. foriaal by Hun Ed. Groot Mogenden daar op genomen den 4 September 1786. .... bladz. 21. „ 1399. Extraü uit het Refolutie-loek der Stad Eiburg, behelzende den last aan de Gedeputeerden dier Stad gegeven, voor den Extraordinairen Landdag, den 28 Augustus t 1786 te Zutphen befchreven. In dato den 26 Augustus > J786. • • . » • • . Hadz. 31.  »n STUKKEN IX Ne. 1400. Misfive van Magiflraat en Gezworen Gemeente der Stad Eiburg, aan de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland , met verzoek om daadelyke adfistentie tegen de geweldige ondernemingen hunner mede-Staatsleden, enz.. In dato den 1 September 1786, en Refolutie Commisforiaal by Hun Ed. Groet Mogenden daar op genomen den 4 September 1786 bladz. 35. » 1401. Misfive van Magijlraat en Gezworen Gemeente der Stad Hattem, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, met verzoek om proteBie &c., in dato den 2 September 1786, en Refolutie Commisforiaal by Hun Ed. Groot Mogenden daar opgenomen den 4 September 17 8 ff. bladz. 41. «—— 1402. Misfive van Burgemeesteren, Schepenen en Raad der Stad Harderwyk, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; met verzoek: om Hun Ed. Groot Molenden intercesfie tot voorkoming van een Burger-Oorlog, in dato den 4 September 1786, en Refolutie Commisforiaal daar op by Hun Ed. Groot Mogenden genomen den 5 September 1786. bladz 43. ... 1403. Circulaire Misfive van Directeuren van Wapenhandel , tot nut der Schuttery, en Commisfurisfen der Burger-Sociëteit te Amfteldam, aan de Schutteryen, VryCorpfen, Genootfchappen en Sociëteiten ., tot het doen van Addresfen, ten einde alle geweldige maatregelen tegen Hattem en Eiburg werden gepravenieerd of te keer gegaan, in dato den 2 September 1786. . • . bladz. 45. —— 1404. Request van een aantal Burgers en Inwooners der Stad Amfteldam, aan de Heeren Staaten van Holland en vWest-Friesland, ten einde belet werde, dat tegen Hattem, * 5 Jfy  X REGISTER Eiburg en andere Leden van het Bmdgenootfchap, niet gewapenderhand geageerd werde. . . bladz. 47. N*. 1405. Circulaire Misfive van de Geconftitueerden te Rot' terdam, aan die der andere Hollandfche Steden, teneinde, ieder by zyne Regeeringen, dezelve ivftavtien te doen, over het employ der Militaire Macht in de Burger-gefchillm enz. In dato den 2 September 1786. . . . bladz. 5°- , 1 1406. Extraü uit de Rfolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, op een voordragt van de Geconftitueerden van eer. aantal der notabelfte Burgers aldaar, ten einde van Stads wege ter Vergadering van Holland zoude werden geëffectueerd eene Refolutie, om de Militie, ter repartitie van Holland Jlaande, des noods te employeeren, om de geweldige maatregelen, in Gelderland ondernomen , te keer te gaan enz. In dato den 4 en 10 Sept. 1786. bladz. 52. „ 1407. Misfive van de Vroedfchap der Stad Utrecht, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; met verzoek: om een behoorlyk getal Troepes, op Holland gerepartitietrd, in alleryl te doen marcheeren en plaatfen op de Utrechtfche Confinien enz. In dato den ^September 1786. bladz. 6J. ^ 1408. Refolutie op de voo-enftaande Misfive genomen, tot aanfehryving aan alle de Commandanten van Regimenten , op Hollandfche repartitie Jlaande, om zich marsclivaardig te houden, enz. In dato den 5 Sept. 1786. bladz. 69. 1405. Misfive van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, aan den He ere Princc van Orange en Nasfau, behelzende requifitie van een pmciefe en openhartige opening van zyn Hoogheids perfooneele denkwyze over de geweldige maatregelen tegen Hattem, Eiburg &c. beraamd en  du STUKKEN. 38 en in 't werk gefteld. In dato den 6 September 1786. bladz. 72. N°. 1410. Misfive van de Heeren Staaten van Holland, Zeeland en West - Friesland, aan de Heeren Burgemeester en en Regeerders der Steden Deventer, Campen en Zwolle; met verzoek: om informatien van het effeB der Commisfie, door Gedeputeerden dier drie Steden, op het Loo afgelegd, enz. In dato den 7 September 1786. . . bladz. 74' .. 1411. Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, aan die van Holland en West - Friesland, over de ordres van Hun Ed. Groot Mogenden tegen het gebruiken van Troe■pes, op Hollandfche repartitie jlaande, tot bedwang der Steden Hattem en Eiburg, in dato den 4 September 1786. bladz. 75. L 1412. Bylage tot de voorfz. Misfive, zynde een Misfive van Magifiraat en Gezworen Gemeente der Stad Eiburg, aan de Heeren Staaten van Gelderland, tot protest tegen de geweldige maatregelen tegen die Stad voorgenomen, in dato den 1 September 1786 bladz. 79. L 1413. Refolutie Commisforiaal van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, op de voorenftaande Misfive N°. 1411. genomen den 7 September 1786. . . bl. &z. - 1414. Request van Gecommitteerden ter Vergadering van < Schutteryen en gewapende Corpfen binnen Halland, aan de Heeren Staaten dier Provincie, in dato den 6 September 1786, tot aanbod van hun dienst &c. . . bladz 86. ■ 1415. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, op 'de voorfz- Requeste en diergelyke genomen, den 1 September 1786, waar by alle die Schutteryen en  XII REGISTER en Corpfen in Hun Ed. Groot Mogenden proteÜie genomen •worden. . • , bladz. 91. N'. 1416. Request van Gecommitteerden van het Exercitie-Ggnootfehap in 's Hage, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, met declaratoir en aanbod als boven. In datoden 7 September 178?. . . . bladz. 03. ■ . 1417. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland op 't zelve Request, waar by der Supplianten Genootfchap mede wordt gecomprehendeerd in de voorfz» Refolutie. N°. 1415. In dato den 7 September 1787. bladz. 95. •m 1418. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, op eene daar in geinfereerde refcriptie van den Heere Prince van Orange en Na 1448. Nadere Misfive van den Heere Prinfe van Orangi en Nasfau, aan de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, op Hun Ed. Groot Mogenden voorenftaande Refolutie , N°. 1447* In dato den . . September 1786. ,»»»•• • bladz. 191* j 1449» Aüe van ratificatie van voorenftaande Addres, N°« 1444' door Gemeentslieden en een aantal Burgeren van Eiburg geteekendi In dato den 30 Sept. 1786. . bl. 195» _ ■ ■ 1450. Declaratie van Gemeentslieden en veele Burgeren van Eiburg, aan den Hove Provinciaal Van Gelderland ingeleverd, in dato den 10 Otlob. 1786. . . bladz. 197» y 145I' Atte van ratificatie van bovenftaand Addres N". 1444. door Gemeentslieden en veele Burgeren van Hattem geteekend. In dato den 12 Oclober 1786. . . bl. 199' Ul -1 ■ ■ 1452. Declaratie van Gemeentslieden en veel: Burgeren ** nn  XVIil REGISTER van Hattem , aan den Have Proviiciail van Gelderland ingeleverd. In daho den 11 Ottob. 178Ö. . . bl. 201. N°. 1453. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, tot toezegging van daadil-jke bfcherming {des noods) aan de Stad Utrecht, In dato den 6 Oclober 1/86 , bladz. 203, •» 1454- Misfive van de Heeren Staaten van Holland en West-priesland, aan die van Utrecht, tot communicatie der voorenfiaande Refolutie, N°. 1453." In dato den 6 Oclober 1786, bladz.. 205. = 14<;5. Refcriptie van de Heeren Staaten van Utrecht, aap die van Holland en West-Friesland, op de bovenffaande Misfive, N°. 1454. Ia dato den 12 Otlob. 1786. bl. 209. — 1456. Niiere aanteckenhig vm de R'dderfchap van Holland ter Staatsvergadering, tegen Hun Ei. Groot Mogenden Refolutie van den 22 September 1786, tot fushenfie van den Kipitein-Gjueraal dhr Provincie, in dato den 6 Oclober I7c6. , , *, > ) . Uadzf 212. «■ 1457- Misfive van den Heere Prinfe van OrMgè enNasfau, aan de Heeren Staaten Generaal der Vereeni^'.: N derlanden , tot beklag over de bnvenjlaande Refolutie van de Heeren Staaten van Holland, Nn. 1447. In dato den 10 Oclober 1786. , . , , . bladz- 214, 1 >•••>■■•': ■ ■ »•*•» , ' •• ■ '.* »■'« 111458. Circulaire,Misfive van-den Heere Prhfe vamOran, ge en Nasfau , aan de Heeren Staaten van alle de Provinciën , tot Communicatie van zyner Hoogheids voorenfiaande Misfive aan Hun Hoog Mogenden, N°. 1457, In dato den 12 Oüober 178S. . , . bladzt 231, wv?:.M f4.59» Contra-amteekening van twaalf Steden, ter Staay-  » e * STUKKEN. XIX r vergadering van Holland , tegen ■ de voorenftaande aanteekening der Ridderfchap, N°. 1456. In dato den 26 October 1786. bladz. 232. N'. 1450. Nadere Aanteekening van de Ridderfchap van Holland,, tegen de voorenftaande Contra-Aanteekening der twaalf Steden N°. 1459. In dato den 29 Nov. 1786. bl. 244, ■ 1461. Contra - Aanteekening van elf Steden ter Staatsvergadering van Holland, tegen de voorenftaande nadere Aanteekening der Ridderfchap, N°. 1460. In dato den 12 May 1787. ...... bladz, 255. • 1462. Nader gedetailleerd Addres van ecnige Burgemeesteren , Schepenen en Raaden, nevens de groote meerderheid der Gezworene Gemeentens, en uitgeweken Burgers van Hattem en Eiburg, ten getale van 250, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, In dato den 2 November 1786. ...... bladz. 283. ■ 1463. Extract uit de Refolutien der Heeren Staaten Generaal , behelzende Rapport van Hun Hoog Mogendens Gedeputeerden, op de klagten der Heeren Staaten van Utrecht , over de ordres door die van Holland gegeven aan den Officier, commandeerende de Hollandfche Troepes tusfchen de "Luidcr-7.ee en de Maas. In dato den 8 December 1786. ....... bladz. 291. i. ' 1464. Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, aan de Heeren Staaten Generaal, om Hun Hoog Mogendens nadere voorziening tegen de ordres door die van Holland gegeven, om hunne Troepes na Utrecht te doen marcheeren. In dato den 3 May 1787. . bladz. 304. «1. 1465. Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, §an die van Holland en West-Friesland ? tot intrekking der  XX REGISTER e w z. naders ordres door Hun Edele Groot Mogenden aan den Generaal-Major van Ryssel gegeven, In dato den 3 May 1787» bladz. 306"* N°. 1466. Extratï uit het Reces des Landdags van de Heeren Staaten van Gelderland, behelzende Hun Ed. Mogenden Rejolutie over de inconjlitutioneele ordres door die van Holland aan den Generaal-Major van Ryssel gegeven. In dato den 3 May 1787. . . . bladz. 312. ■» i' 1467. Misfive van de Heeren Staaten van Utrecht, aan ie Heeren Staaten Generaal, ten einde de Generaal-Major van Ryssel belet werde zyne ordres ter uitvoer te brengen. In dato den 3 May 1787. . . blad». 316. VKK-  VERZAMELING V A S PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDËRB AÜTHËNTYKË STUKKEN enz. BETREKKING HEBBElNDETOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER 1787, BÊVOORËN EN VERVOLGENS, IN DE REPUBLIËK DER VEREE.NIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN* Stukken betrekkelyk tot hét employeeren van 's Lands Militie in verfehilleri tusfchen Burgers en Burger?, of Burgers en Regenten, in de Republiek. K°» tgjrti Request van een gróót aantal Burgers eft Irïwoimrs der Stad Amfteldam aan de Heeren Staaten van Hol'anden IVest-Friêslhd, 'ten einde doof Hun Ed. Gmot M'og. belet, werde ± dat geene Militie , ter refartVie dezer Provincie Waande, ter overweldiging van eenitzen der Med'-Bondgenooten gi± bruikt werde enz. geprcefenteerd den . . Aug. 1785. Geven zeer réspedluenrelyk te kennen dé Onder* ceteekende alle Burgers en tnfrooners dezer Stad : XVIII. Deeu A Dit  2 Verzameling van Stukken betrekkelyl tot Pat hun heden op het onverwachtfte, by zooi daaaigen famenloop van éénftemmende geruchten» ais welke aar, dezelve ontrusteude tydingen, welke zy anders voor ongeloof baar zouden houden, eene maar al te groote maate van zkerheid byzet, ter ooren gekomen is, dat de Heeren Staaten van Geidt rland hebben kunnen befluiten om een aanmerkelyk Detachement Carabiniers in dienite dezer Landen, thans guarnifocn houdende te Doesburg, pofitive ordres te geven om zich ter daadelyktr inrukking in de Steden Hattem ofte wel Elburg, of'miüfchien, zoo wel in de eene a{s andere, marschvaardig te houden. üat de Ondergeteekenden zoo klaar, als het licht: op den midaag , voorzien, dac eene zoo geweldige 'demarche on'vermydeh k zoude uitwerken, dat uiet alleen bintien en voor de muuren van voorzeide Steden, welke een onverwrikbaar voornemen fenyeen t.e hebben , om ter maintien haarer Rechten alle;, te. beproeven , het kostelyk en onfehatbaar bloed van vrye'Nederlanders zoude ftroomeh, maar hoogst wdarlchynlyk door de geheeld Republiek, welks Ingezetenen, thans meer dan ooit, het ge« brink hunner Befoldelingen tegens hunne mede-Ingezetenen verfoeijen, eene zoo geweldige 1'entatie veroirzaaken , dac daar uit maar al té zeer eene algemeene Burger-Oorlog, welke ten totaalen bederve van dit Gemeenebest zoude uitlopen, te voorzien is. Dat hier omrae de Ondergeteekenden aan het eerbiedig vertrouwen op de Vaderlyke zorge van U Ed. Groot Mogenden te kort zouden doen , indien zy zich niec ten vollen verzekerd hielden, dat U Ed. Groot Mogenden niets onbeproefd zullen Laten, om door efficacieufe middelen deze anders .zoo zeer te duchttne rampen in den beginne nog tydig af te keeren. Dat de Ondergeteekenden met te meer grond kunnen verwachten v dat ?.oodaanige Vaderlandlievende principes in U Ed. Groot Molenden Verga- de-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 3 I'dering zuilen prevaleeren, daar reeds U Ed. Groot Molenden,op voorigéaan Hoogstdezetven een zelf- den^einde ingediende addresfen , efficacieusfelyle ivoor het oog der Natie gecoond hebben, hoezeer LU Ed. Grooc Mogenden avers zyn om te gedoogen, 6 dat die wapenen, welke ter beveiliging van hec Heïve Vaderland, en ter befcherming van deszelfs Infgezetenen, onderhouden , en daar toe gewillig door £ dezelve betaald worden, zouden dienen ter gewel.ldaadige bevechring van Burgers, welke, in hunne 'Rechten vermeenende verkort te zyn , op eene cor- daace wyze ter herkryging derzelver werkzaam 'zyn. Dat al verder de Ondergeteekenden met des te 1 ] meer aandrang in dezen eene kracht Jaadige cusfehenLkomfte van O Ed. Grooc Mogenden moeten inroe[■pen, daar bun al mede ter ooreo gekom ;n is, dae ï\ voorzeide Militie , welke ter uitvoering dezer geiweldaadige onderneming zoude gedestineerd zyn, lis ftaande ter repartitie dezer Provincie, en alzoo jl door de Ondergeteekenden, als mede-Ingezetenen, |a?ecaald worden, daar, alzoo de Ondergeteekenden | zich alleszins onwrancwoordelyk zouden dellen, in| dien zy iets onbeproefd lieten, om voor te komen, | dat hunne mede-Bondgenooten, ter fterkingen fty| ving van welker Rechcen zy door de plechtiglte | Grondwetten der Unie gehouden zyn, door die zeU | ve wapenen, welke zy ter ftaaving dier Wetten ! mede betaalen, onderdrukten geweldaadig overval3: len wierden. y-i. . Redenqn, waar omme de Ondergeteekenden met I; allen eerbied, en te gelyk met zoo veel nadruk, als I het gewicht en presfance der zaake vordert, zich. 1 keeren tot U Ed. Groot Mogenden, respecïueusfej lyk verzoekende: dat het U Ed, Groot Mogenden I naar derzelver hooge wysheid behaagen moge J „ zoodaanige efficacieufe Refolutie te nemen, waar „ door belet worde, dat geene Militie, ter repar„ tie dezer Provincie llaande, ter overweldiging „ van eenigen der mede-Bondgenooten dezer Pro* A a »> vin*  4. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ vircie gebruikt worden, en verder, ingevolge de gronden der Unie, op zoodaanige wyze, als U Edele Groot Mogenden daar toe hec meesc gefchikt zullen vinden, te bewerken, dat geene ,, Burgeryen binnen ons Vaderland door geweld» ,, daadige inrukkingen van Militie van dezen Staac „ overvallen worden". 't Welk doende, fcfc. ü°. 1392. Refolutie van de Heeren Staaten van Hol-land en West-Fnesland, op de voorenflnande Re-queue genomen, in dato den 2j Augustus 1787. Zyn gelezen drie Requesten van een groot aantal! Burgers en Inwooners der Stad Amfteldam, alle: tendeerende, dac geene Militie ter repartitie vam deze Provincie naar de Steden Hitcem en Eiburg; worden afgezonden; breeder hier na geinfereeri. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevondene en verdaan, dat de voorfz. Requescen zullen woeden geëxamineerd door de Heeren van de Ridder-, fchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecom-mitteerden tot het groot Befoigne, eo de Vergade-ring daar op gediend van derzelver confideratieni en ad vis; en dat dien onverminderd, by wege vani provifioneele dispofitie, aan zyne Hoogheid als Ka-, pitein Generaal van deze Provincie van wegens Hum Ed. Groot Mogenden zal worden aangefchreven:: dat Hun Ed. Groot Mogenden geadieerd zynde doorr eeo groot aantal Burgers en Ingezetenen der Stadi Amdeldam, om voorziening, ten einde geen Militie; van den Staat, ter repartitie van deze Provincie; ftaande, naar de Steden Hattem of Eiburg werde; afgezonden, deze zaak, zoo op zich zelve, als in 1 haare gevolgen gepondereerd hebbende, vermeendI hebben» niets padeeliger en minder óvereenkomdig; met de belangeas vaa den Staat te kunnen wezen 1 als    ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 5 als het gebruik van de Militaire macht omtrent differenten tusfchen de Regenten en Burgeryen van de Steden dezer Republiek; en vervolgens geoirdeeld hebben zyne Hoogheid, by provifie en tot nadere dispofitie van Hun Ed. Groot Mogenden, te moeten aanfchryven, om geen Troepes op de reipartitie van deze Provincie ftaande, en in de Provincie van Gelderland of buiten dezelve Guarnifoen houdende, naar de Steden Hattem en Eiburg af te y.enden, of eenige ordres aan de bovengemelde MiJitie te geven, dewelke zouden in volveeren, om zich in eenige verfchillen tusfchen Burgers en Burgers, of Burgers en Regenten, waar dezelve binnen deze Republiek mogten ontftaan, te immisceeren ofte ^fcemoeijen. En dat voorts de Commandanten van de Regimenten op deze Provincie gerepartitieerd, van wegeus Hun Ed. Groot Mogenden, met kennisgeving van de voorfz. Aanfchryving aan zyn Hoogheid, zullen worden gelast, om geen ordres, welke, contrarie aan de voorfz. Aanfchryving aan zyn Hoogheid, hun mogten worden gegeven, by provifie en tot nadere dispofitie van Hun Ed Groot Mogenden , op eenigerhande wyze te pareeren, of daar aan diredr. of indiredt. te gehoorzaamen, op poene vrn de hoogfte indignatie van Hun Ed. Groot Mogenden en oogenblikkelyke privatie van hunne foldyen; met verdere last aan dezelve, omjdaar van aan de respeclive Officieren van hunne Regimenten de noodige kennis te doen hebben. Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen heb. ben tot het tweede lid der voorfz. Refolutie niet geconcurreerd.. Aanteekening van Delft, Brielle en Enkhuiztn. De Heeren Gedeputeerden der Sseden Delft, A 3 Briel-  Verza meling van Stukken betrekkelyk tot Brielle en Enkhuizen hebben gedeclareerd van ge-dachten te zyn, dat deze zaak zoude behooren teï weraen getraöeerd op dezelve voet en wyze, alss vervat is in de Refolutie van Hun Ed. Groot Mo-4 genden, van den löden Maart jongstleden, geno-;. men op de Propofitie van de Heeren Gedepuceer»'! den der Steden Leyden en Gouda, regens het af--| zenden van Militie na Utrecht, en dat de verdere; vooiflagen behoorden te werden gemaakt commis-foriaal. Accordeert met de voorfz. Refolutien., H*. f393. Request van Geconftitueerden van meer dam 800 der r.otabelfte Burgers en Ingezetenen der Stadi Beotier dam, aan de Heeren Staaten van Hollandi en West-Friesland, ten einde de Troepes, op Hol-land gerepartitieerd, niet alken niet te doen dienem tegen Burgei s, van eenige Stad of Plaats in onze: Republiek, maar ook niet tot remplacement van diei Troepes, welke daar toe onverlwoptelyk geïmplo-* yeerd, en uit hunne Guarnifcenen getrokken zoudeni mogen worden, enz. Gept af enteer d den . , Au— gusiüi 1786., Geven met zoo veel eerbied als ernst te kecceni ï«aac HtlBÉRT, Mr. PlFTFR de MoNCHT, OudSche-» penen dfr Stad Rotterdam, Mr. Nicolaas Mar-. t1nus BoGAERT VAN AlBT.ASSERDAM , DANIËL de! JnNGH, CoRNELIS VAN DEN BOSCH, GERRIT van 'I der Pot, hei r van Groeneveld, Jacob E. de Vogel, Pieter de Koker, Thomas Theodore Cremer, ; Gfrard van JNymegen, Cornelis van der Hoevi-N, Jan Vikuly, en Arnoud van Beefting, als Geconftitueerden van meer dan agt honderd der; Botabelfte Burgers en Ingezetenen van de Stad Rotterdam: Dat zy in de gepasfeerde week reeds overleg fecbbende gemaakt tot het doen. van een Addres aan j u I  ie Gebewtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 7 Tj Fd. Groot Mogenden, zich daar inne geprrevpnieerd en teffens op de aangcraamfte wyze verrast hebben gevonden door het Request, op den 25den dezer mïand by een aantal Burgers en Ingezetenen Sr Stad Amfteldam aan ü Ed. Groot Mogenden seprsfenteerd, en de zoo prompte Refolutie daar Sp by Ü Ed. Groot Mogenden ten zclven dage genomen, omme aan zyne Hoogheid, als KapiteinGeneraal van deze Provincie, by wege van provifioneele dispofitie, aan te fchryven, dat U üd. Groot Mogenden die zaak, zoo op zich zelve, als ih haare gevolgen, gepondereerd hebbende, ver. meend hadden, niets nadeeliger, en minder overeen. kom',tis> met de belangens van den Staat te-kunnen wezen, als'het gebruik van de Militaire Magt omftnt d;ffe. renten tusfchen de Regenten en Burgeryen van de ste.cn dezer Republiek; en vervolgens geoirdeeld hadden zvne Hoogheid by provifie, en tot nadere dispoutie van U Ed. Groot Mogenden, te moeten aanichryven, om geene Troepes, op de repartitie van deze Provincie ftaande , en in de Provincie van Gelderland, of buiten dezelve, Guarnifoen houdende, naar de Steden van Hattem of Eiburg af te zenden, of eenige ordres aan de bovengemelde Militie te geven, dewelke zouden involveeren om zich in lenige verfchillen tusfchen Burgers en Burgers, of Burgers en Regenten, waar dezelve binnen deze Republiek mogten ontdaan, te immisceeren ot tè bemoeijen; met zoodaanige verdere ordres aan de Commandanten van de Regimenten, on d «e Provincie gerepartitïeerd, als by dezelve Reioiutie mede zyn gearrefteerd. . . Dat de voornoemde Geconftitueerden zich niet anders konden voorftellen, dan dat eene zoo cordaate Refolutie van den Hoogen Souveyein der maatigfte Provincie van deze Republiek zoude zvn geweest van het allerzekerfte effeCt, zoo, dat 'er niéts meer zoude noodig zyn om de gevreesde onderneming, van de Stem der Burgerlyke Vryheid door Militaire Overmagt te fmooren, bui-  6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten alle gevolg te ftellen en geheel te doen eesfee, ren. Doch dat zy, in die gerustheid zynde, met des te meer verbaazing hebben vernomen de van alle Jcanten inkomende en geen den minften grond van twyffel qverlaatende tydirgen, dat een voornaam gedeelte onzer Armée in beweging is zynde diverfe Regimenten , als vanDouglas, d'Knvie, van Meren, Hes/en-Darmftad enz., met der daad uit hunne Guaruifoenplaatzen uitgetogen, en wel, ingevolge zeer fubiete en pracies bekomene ordres, zoomen wel geïnformeerd is, zonder Bagagie of Vrouwen te mogen mede nemen, en zonder dat (ie onderhoonge Manfchap mogt weten werwaards zy moesten marcheeren. Dat zulks by de voornoemde Geconftitueerden, en veele van derzelver Committenten, allerlei denkbeelden heeft doen opryzen, wat toch het oogmerk zoude mogen zyn van zulke ongewoone, en, in de tegenwoordige tydsomftandigheden, met reden verdachte prdres, en dat zy, alles in famen, hang bcfchouwende, maar al te veel grond hebben gevonden om te vermoeden of (e vreezen, dat er een geformeerd Plan is, om wel aan de Letter, maar geenszins aan de intentie, van U Ed. Groot Mogendens. evengemelde Refolutie te vojdoen, door namenlyk de Burgers, die hunne Rechten en Privilegiën reclameeren, ia de Provincie van Ut. recht en Gelderland, en elders, re bedwingen door" T O- pes van den Staat, wel niet op Holland gere. partitieerd, maar welker dienst in de Frontierfteden , waar dezelve thans geplaatst zyn, door HoliaDdlche iroepes zoude wordep vervuld en welke laarstgemelde, fcboon niet dirtól, dan echter per indirettuvt werkzaam, zouden zyn, om maatresulen te doen ter uitvoer brengen, welke door U Ed. Groot Mogenden ten bopgften worden afgekeurd, en alzo-) de heilzaame en vaderlyke intentie van. U Ed. Grooc Mpaenden voltrekt, te eludieren. " Da*  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 9 Dat zy Gecon(citu°erden zich wel verzekerd houden, dat U Ed. Groot Mogenden niet onverfchillig zullen kunnen aanzien, dat op die wyze hunne ordres werden te leur gefield; en het uic dien hoofde dan ook geheel onnoodig zouden hebben g-oirdeeld, de gewigtige occupacien van ü Ed. Grooc Mogenden met een nieuw Adres over dat onderwerp te interrumpeeren was het niet, dac zy de fchroomlykfte gevolgen te gemoec zagen, indien niet alles, wat maar eenigzios m~>o.*lyk is, met Hen groo< den fpoed werde in 't werk gefb-ld , om te effjctueereo, dat, t^n minften by provifie, alle employ van 's Lands M:!itie, evenveel waar gelegen, en door wie betadi werdende, in Steden of Plaaczen. waar eenig different tusfchen de Regenten en Burgers fiibfi (teert , algemeen werde »eprohibeerd en belet, ten einde door andere nïeer voegzaame middelen de adf)piitie, of, des noods, deciöe van die difF-ren-en v,-rde b -proefd Zy weten niet, EJ. G oot Mogende Heeren, welke of hoe veele middelen de Souverein der magtigfte Provincie van onze Republiek daar roe in handen heeft, en zullen dieshal ven menageeren zich in 't minfle daar over u>c te laaten, veel min eenig fpeciaal verziek te doen; — miar zy vinden zich ind spenfabel verplich' , om rnst die rondheid, welke van ouds het kenrheri van een vry Nederlander geweest is, ain U Ed. Groot Mogenden, als de gerefptrdteerde Vaderen van hun geliefde Vaderland, open te leggen, wat zy aan de eene zyde vreezen, en aan de andere zyde verwachten. Zy vreezen en voorzien, Ei. G^oot Mogende Heeren — dat de Vryheiilievende Burgers en Ingezetenen , z >o wel van deze a's andere Provinciën, en fpeciaal, die tor de Schutteryen en andere gewapende Corporatien behooren, bemerkende, dat de goede voorzorgen en ordres van hunnen Souverein dnor all rlei eludeerende middelen buiten tik et gefteld worden, in het begrip zullen *5 ' val.  io Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vallen van niet langer te moeten ftil zitten, maar hunne ptrfoneele adfiftentie aan te bieden, en met der daad te praefteeren aan die hunner mede-Landgenooten, welke zy zien, dat men door 's Lands Militie tracht te belemmeren in het doen gelden hunner wettige Rechten en Privilegiën , en ten dien einde zich gewapenderhand naar Utrecht, Wyk, Amersfoort, Hittem, Eiburg en andere Plaatzen zullen begevén, werwaards zy reeds zyn of nog zullen worden genoodigd. Zy voorzien Ed. Groot Mogende Heeren, dat daar op wel ligt zou kunnen volgen een beklag over het opbrengen van lasten, dienende tot betaaling van Troepes, weike, 't zy direct., 't zy indirect, tegen de gemanifesteerde wil en intentie van derzelver Betaafsheeren worden geëmployeerd; daar dezelven integendeel moesten dienen juist tot dat einde, waar toe nu de gewapende Burgers zeiven zouden meenen te moeten uittrekken, namentlyk, om de vryheid hunner Bondgenoocen tegen alle oppresfie te verdedigen. Voor zoo veel Ellende, by alle de reeds geledene rampen, wenfchen zy dat onze Natie worde behoed door die Voorzienigheid, welke alcydten onzen beste op de gunitigfte wyze is werkzaam geweest; en het is op dien grond, dat zy vertrouwen, dat het Opperwezen U Ed. Groot Mogenden als middelen in zyDe hand voorzien heefc van genoegzaame macht, om alle machinatien eener verdervende hand efficacieufelyk te keer te gaan, — en fpecialyk voor te komen, dat geene Militie, hoegenaamd, tot voorfz. eindens werde misbruikt, en alzoo aan het Volk van Nederland met der daad te toonen, dat de Conftitutie van deze Republiek niet zoo defectueus is, dat de Regenten van eene Provincie, zonder zich verantwoordelyk by de geheele Natie te ftellen, paslief kunnen aanzien en dulden, dat men in eene andere Provincie den Burger van zyne vryheid, of het reclameeren zyner Rechten, beroove, of des-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. ïT deszelfs Bloed doe ftroomen door eene macht, welke door het gezamenlyke Bondgenootfchap wordt onderhóuden, om de algemeeue vryheid en veiligheid tegen alle overheerfching en geweld te verzekeren. T „, Daar toe bidden en verwachten zy, dat U kd. Groot Mogenden met die Expeditie, welke het eewicht der zaake vordert, alle krachten zullen gelieven in te fpannen, het zy door nader Aanfchryven aan zyne Hoogheid, ten einde de xroepes, op Holland gerepartineeru, niet alleeri met te doen dienen tegen B'irgers an eenige brad ot Plaats in onze RepüMiel-, ma?r ooft nier rot rem« placement van die Troepes, welken daar toe onverhooptelyk geëmployeerd en uit hunne Guarnifoenen getrokken zouden mogen worden. —•tiet zy door de emftiglte reprsfentatien aan de relpective Staaten der andere Provinciën te doen, .en einde alle dezelven met ü Ed. Groot Mogenden daar omtrent egaale Ordres ftellen, — het zy door zoodaanige andere maatregulen te nemen, als U Ed. Groot Mogenden naar derzelver hooge wys* heid raadzaam en gefchikt zullen vinden, om alle de gevreesde evenementen te prsevenieeren. (Onder ftond,) 't Welk doende &fc. Uit naam en last van de voornoem, de Geconftitueerden. (was geteekend) Hk. Arnd. Kreet.  Verzameling van' Stukken betrekkelyk tot 1394. Refolutie by de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland op de voorenftaande Requeste genomen, waar by beftoten is, een eot&>rtatoire Misfive aan de Bondgenooten ie addresfeeren tot voorzieninge, dat geen Troepes, in of buiten Gelderland guarnifoen houdende, naar Hattem of Eiburg wer. den afgezonden enz. In dato den 1 September 1785. Is gelezen de Requeste van Isaac Hubert cum fuis, als Geconftitueerden van meer dan acht honderd der notabelfte Burgers en Ingezetenen van de Stad Rotterdam, waar by voordragen het gene zy, met tegenftaande Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 25ften Augustus laatstleden op de Requeste van een aantal Burgers en Ingezetenen van Amfteldam , vreezen en voorzien; en om de redeBen by derzelver Requeste, hiernavolgende, gedetailleerd, bidden en verwachten, dat Hun Ed. Groot Mogenden met die expeditie, welke het gewicht der zaake vordert, alle krachten zullen gelieven in te fpannen, het zy door nadere aaDichryzing aan zyn Hoogheid, ten einde de Troepes op Holland gerepartitieerd niet alleen niet te doen dienen tegens Burgers van eenige Stad of Plaats van deze Republiek, maar ook niet tot remplacement van die Troepes, welke daar toe onverhoopteiyk geëmployeerd, en uit hunne Guarnifoenen getrokJcen zouden mogen worden, het zy door de ernftig. ile reprsefentatien aan de respe&ive Staaten der andere Provinciën te doen , ten einde alle dezelve met Hun Ee. Groot Mogenden daaromtrent eguale ordres ftellen, het zy door zoodaanige andere maat. regelen als Hun Ed. Groot Mogenden noodig en gefchikt zullen oirdeelen, om alle de gevreesde evenementen te prsvenieeren. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat een exhortatoire circulaire Misfive aan de Bondgenooten zal worden geaddresfeerd, tea  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. r# ten einde dezelve, op het voorbeeld van Hun Ed. Groot Mogenden, zoo veel een ieders repartitie aangaat., zoodaanige voorzieninge gelieven te doen, dat geen Troepes, in de Provincie van Gelderland of buicen dezelve Guarnifoen houdende , naar de Steden Hattem of Eiburg werden afgezonden, of eenige ordres aan de bovengemelde Militie gegeven, dewelke zouden involveeren, om zich in eenige verfchillen tusfchen Burgers en Burgers, of Burgers en Regenten, waar dezelve binnenIdeze Republiek mogten ontdaan, te immisceeren of te bemoeijen; en dat tot het arresteeren van dezelve Misfive een groot Befoigne op Maandag zal worden gehouden door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Grooc Mogenden Gecommitteerden , en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratiea en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien* N°. 1395* Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, waar by gearrefieerd worden circulaire Misfives aan de Heeren Staa~ ten der andere Prsvincien. In dato den 4 September 1786. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteerd de confideratien en het advis van de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogende Gecommitteerden tot het Groot Befogne, hebbende, ingevolge en tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie Commisforiaal van den iften dezer, geëxamineerd twee Concept-Misfives, die uit kragt van de voorfz. Refolutie door den Raadpenfionaris waren geformeerd , om geaddresfeerd te worden aan de Bondgenooten op de verzogte voorziening, dat geen Militie, tegen Burgers wierde geëmployeerd; zynde een Misfive tot dat einde aan de Heeren Staaten van Gelderland,  £4 .. ..Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ja'nd, ën mutatis mutandis aan de Heeren Staaten van Utrecht, als mede een Misfive aan de Heeren Staaten van Zeeland, Friesland, Overysfel en Stad en Lande, te adaiesfeeren, hier na geinfereerd. Fiat lnfertio, a, b. "io , <;■:. < rtijj tfi 09 , ■ . : KWjll , Bfö Waar op gedelibereerd,zynde, is goedgevonden en verfiaan, de voorfz. Corcept-Ivlisfives by deze te arrefteerco, en dat dezeive in diervoegen aan. de Heeren Staaten der voorfz. Provinciën zullen worden afgezonden. Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben de conclufie van de voorfz. Misfives aangezien. ■-■ — Aanteekening van vyftien Steden. De Heeren Gedeputeerdens der Steden DordTecht , Haariem , Leiden , Amfteldam , Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnickendam en-P-iirmérende, hebben in de Notulen doen infereeren, dat de Heeren van de Ridderfchap door de meeste Leden, zoo in het Befogne als in de Vergadering, zeer inftantelyk verzógt en geëx. -horteerd zynde, óm zich by het eenpaarig begrip der verdere Leden, ten aanzien van debovenftaande Misfives, aan de Heeren Staaten van Gelderland en Utrecht gearrefteerd, te voegen , en te willen afzien van hunne voorgeftagen veranderingen in dezelven, alleen ftrekkende, om gemelde Misfives'geheel en-al te enerveeren; doch dat deze inftantién en herhaalde exhortatien, zonder de minfte, allegatie van gronden of redenen, methetgewoone" antwoord der Ridderfchap, van namentlyk te blyven perfijïeeren, gereciproceerd zynde, zy Heeren Gedeputeerden voornoemd zich als nu in dit gewig-  ie Gebsurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 1$ tig tydftip verplicht vinden, om gemelde Ridderfchap thans voor het oog van de geheele Natie en voor de pofteriteit te fonmeeren, van eens eindelyk op te geven hun geadopteerd Systhéma, en in hec byzonder opentlyk uit te komen voor de heimelyke redenen en oogmerken , waarom dezelve van het bovengemelde eenparig begrip mordicus bly ven devieeren. Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren van de Ridderfchap hebben aan zich gereferveerd , om, met Opgave der redenen en gronden van hun gevoelen in dezen , zoodaanig nader declaratoir te doen als te raade zullen worden. Accordeert met de voorfz. Refolutien. |a JÖd£*ib si >&sa 10 joj h • "• 5 pat 1 ' —— N°. 1306.1 Misfive van de Heeren Staaten van Holland en JVest-F iesland , .aan die van Gelderland en Utrecht afgezonden, den . . September 178Ö. , •^w rrvrrTtov . rtofvjH ab- • 1 •,',. ■] , ■ < iT Edele Mogende Heeren! Het is niet zonder aandoening, dat wy in ern* flige overweeging nemende den aard en gefteldheid der verfchillen en onlusten, tusfchen de Regenten en Ingezetenen in fommige Provinciën, en byzonder in die van U-Ed. Mogenden, federt ee« nigen tyd ontftaan , genoodzaakt zyn geworden „ onzen aandagt te vestigen op het akelig vooruitzicht der fchroomlyke gevolgen, welke onvermydelyk te dugten zouden zyn , zoo wanneer het mogt gebeuren, dat, ter beflisfing van die verfchillen, de weg der Wapenen, met voor by gaan en ter zyde Helling van andere gepaste en welgeregelde middelen , wierd ingeflagen , en tot het gebruik van de Militaire magt de toevlugt genomen: Hec  15 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot was even daarom, en met dat inzicht, dat wy (+) by on?e Refolutie van den 25ften der afgelopen maand (*) goedgevonden hebben , den Heer Kapitein-Generaal onzer Provincie aan te fchryveni Om , by provifie en tot onze nadere dispofitie, ■Wen Troupes, op onze repartitie ftaande, en in 'de Provincie Van Gelderland of buiten dezelve Guarnizoen houdende, raar de Steden Hattem of El* burg af te 'enden, of eenige ordres aan de bovengemelde Militie te gever, dewelke zouden in vol. Veeren , om zich in eenige verlchillen tusfchen Eurgers en Burgers of Burgers en Regenten, waar dezelve binnen deze Republiek mogten ontflaan, te ihnmisceeren ofte bemotijer; met aanfchryving teffens aan de Commandanten der Regimenten op onze repartitie, om p eene Ordres, contrarie voorfz. aanfchryving aan zyn Hoogheid hun gegeven wordende , by provifie en tot onze Dadere dispofitie, •direct of indirect , te gehrorzaamen , op pcene van or.ze hoogfte indignane en oogenblikkelykeprivatie .hunner Soldyen ; met last , om daar van aan de Officieren hunner Regimentin de noodige kennisfe te doen hebben. Thans, Fdele Mogende Heeren, vernemen wy niet zonder bewondering , dat het voorgenomen befluit van V Fd. Mogenden reeds dadelyk ter uitvoer (*) is gebragt. Hoe zeer wy gantsch afkeert? zyn ons in zaaken , het afzonöerlyk en privatif beffuur der Provinciale Regeerirg van U Ed. Mogenden betreffende , op eenigerlei wyze in te laaten . moeten wy egter niet verbergen, dat wy dit befluit, als vaa (*) (Aan de Staaten van Utrecht) onverminderd onze te Toóren op den iódeh Maart dezes jaars reeds gedaane Aanfchryving aan den Kapitein-Generaal mét betrekking taf den aanrharsch van Troepes na U Ed* Mogeriden Provincie. (*) verder. . (+) (Aan de Staaten van Utrecht) ftaat gebragt worden.  dè Geleitrienisfcn in 1787 'int. vocrgevcdlau ■•"17 Van een generale invloed zynde op de wezenlyke belangens van een Bondgenootfcbap, waar van wy tot hier toe geen gering nog onnut Lid hebben uitgemaakt , met geen onverlchillig oog jkunnen aanzien , daar wy dit befluit en de dadelyke uitvoering van het zelve uit geen ander ge• zigtpunt kunnen befchouwen, dan als een onderneming , weinig beftaanbaar met het waare belang van U Ed. Mogenden eige Provincie, eri regtsftreeks aanlopende tegens de onveranderlyJ nog tydig, ce verhoeden, en van het geJ ijk uier middelen af te zien, welke niet anders n >ot de verderfelykfte eindecs kunnen uiiloo- :n; maar om, in tegendeel, by nader en welbe>.-iaden overleg, met aflegging van alle vooringenomen denkbeelden , en met verzaaking van alle lerlooneele bedoeÜDgen, zoodaanige maatregulen by de hand te nemen , waar door het hoognoodig \ertrouwen tusfchen Overheden en Ingezetenen in t) Ed. Mogenden Provincie herfteld, en op vaste en duurzaame gronden gevestigd ; alle ingeflopene misbruiken geweerd, en de ontflaane verfchillen, langs den weg van minnelyke Conciliatie, vereff nd en afgedaan mogen werden; Tot welke zoo ru"ige en heilzaame oogmerken wy(*) onze Med!;t:*', gepaard met alle meest kragtige, goede, tn bondgenootfchappelyke officien , aan U Ed. vlry enden volvaardig aanbieden , bereid zynde, „die, op derzelver eerde aanzoek, dadelyk te praj■lieeren en in het werk te Hellen. Waar mede, &c. (*) Als nog en by herhaaling.  ét Gibeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 19 2N°. i"97. Misfive van dé Heeren Staaten van Holland ' en West-Friesland, aan die van Zeeland, Friesland , Overysfel en Stad en Lande; afgezonden deri . . September 1785. Edele Mogende Heeren! &c. 1 De gefteldheid der ziaken in de Provincie van Gelderland, en het befluit, by de Heeren Staaten van gemelde Provincie, met betrekking tot de Steden Eiburg en Hattem, genomen, zyn ons van dien aart en van dat gewicht voorgekomen, dat wy geoirdeeid hebben , ons ter dier zaake by Misfive aan •welgemelde Heeren Staaten te moeten addresfeeren, van welke Misfive wy niet hebben willen afzyn een affchrifc aan U Ed. Mogenden by dezen te doen geworden. Gelyk wy by onze Refolutie van den 25flen der voorleden maand noodig hebben gevonden ; zoodaanige voorzieningen te doen , en die order te Hellen , dat geene Troepes van onze repartitie en binnen de Provincie van Gelderland, of buiten dezelve, Guarnifoen houdende, na de voorfz Steden afgezonden of aan dezelve eenige bevelen wieri den gegeven, dewelke zouden involveereh, om zich in eenige verfchillen tusfchen Burgers enBüri gersi of Burgers en Regenten, waar dezelve bin* nen deze Republiek mogten ontftaan, te immiscee. ren of té bemoeijen. Zoo fbekt het ons tot een byzonder genoegen * dat door deze ónze voorzorge nog tydig geëffectueerd is, dat geen Militie, ter onzer bezolding ftaande, ter uitvoering van het befluit van welgemelde Heeren Staaten van Gelderland gebruikt heefc kunnen Worden. VVy zouden het geheel overbodig rekenen, de gegrondheid en noodzaakelykneid van deze onze voorzorge door een ampel detail van zaaken te* fiëtoogenj daar wy van fi:c verlioht döörzichci zdd B 2 we  20 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wel als van de cordaate denkwyze van U Ed. Mo. genden vastelyk vertrouwen, dat de gewichtige redenenen motiven,die ons toe het nemen der voorfz. Refolutie hebben bewogen, door U Ed. Mogenden ten vollen gepenetreerd, en ten overvloede gewettigd 7ullen worden; zoo als wy dan oofc in dat vertrouwen niet hebben willen nalaaten. ö Ed. Mogenden van de voorfz. onze Refojure by dezen ken. nis te geven, met gedienftig en vriend-nabuurlyk verzoek , dat door U Ed. Mogenden, met opzicht tot de Militie ter haarer repartitie ftaande, op ons voorbeeld, die zelfde voorziening gedaan, en gelyke ordres in den haaren gefield mogen worden. ■Daar wy dit verzoek ook aan de Heeren Staaten van Friislnni , O'erysfel en Stad en Lande (*) afzenden, nadien wy gaarne, het zelfde in hec werk gefield omtrent de Heeren Staaten van Utrecht, dan de aan ons gefupoediteerde informatien, wegens de genomen maatregelen aldaar, hebben ons hier van moeren do-n afzien, en in tegendeel gepernoveerd, om liever aan de/elve He-ren Staaten af te vaardigen eene Misfive in fubflantie met die van de Heeren S'aaten van Gelderland overeen komende; waar van wy U Ed. Mogenden ook niet onkundig hebben willen laacen. Waar mede &c (*) Dit onderhaalde mutatis mutandis,  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 21 Np. 1^98. Misfive van negen Gelde'fche Edelen, aan de Heeren Staaten van Hollanden We^t-Fn-sland , gefrhreven uit Zntphen den 1 >eptem er J7K6, en Refolutie C ommhj'wiaal b-v H"r ha. Gr» ' Mog. daar op genomen dm 4 Septembe> 1786. Edele Groot Mogende Pe ren! Het is voornam'ntlyk fedeu byra drie jaaren , dat wy, m^r er benevens her fifcndigfh! en besté gedeelte or zer mede Fungeren en mede-lrj>cz' tener>, werk? ?m zyr geworden, om . zoo >n d' I.andelyke aH Quarrierlyke Vergaderinger dezer Provir cie , de meerderheid érrizeï mede-1.eden van Staat te overtuigen, dat de d'U^kende en me' hef webvn van deze Provincie tTrydende en alfeVzti s orwettig ingevoerde , forme van Pegeering eene revifie en een corftiturioneel redres kwam re vereisfehen, overeenkomflig die gelukkige rirfprongelyke wyze van beitier, welke, off< hoon by herhaalde reizen openlyk aangerand en behendig onde-mynd, alleen 's Lands en der Ingezetenen welzyn kan bevorderen. Zulk een herftel, naar den aart onzer Grondwetten ingericht, oirdeelden wy ten hoogden noodzaakelyk, daar wy het zelve houden voor het eenigfie middel, om op eene bedaarde en geregelde wyze by tyds voor te komen , dat deze Provircie, door eene toenemende verwydering tusfchen de Regenten onderling, en tusfen Ingezetenen en Regenten, terwyl de afhankelykheid van beiden dagelyks vermeerdert, niet alleen voor haar zelve op den duur ten eenemaale bedorven en verloten raakt, maar ook in het byzonder,nadien dit Gewest,zonder eene volledige inwendige herftelling. welke voorzeker nimmer kan gehengen, dat een Stadhouderlyke invloed alles naar willekeur beftiert, voor het geheele Bondgenootschap ten hoogden fchadelyk, en in den uitgeftrektiten zin meer en meer gevaarlyk ftaat te worden. B 3 Het  S2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Het valt ons intnsfchen fmertelyk, wanneer wy pns herinneren, hoe dat de menigvuldige pogingen, door ons aangewend, dermaaten vruchteloos en te vergeefsch zyn geweest, dat wy geen het mirfte gehoor hebben kunnen verwerven; maar daar enboven gevoelen wy ons ten fterkften eangedaan, U Ed. Groot Mogenden te moeten informeeren, dac door te werk geitel Je maatregulen, waar over gehed Nederland verfteld ftaat, het voor ons hoopeloos is geworden, om de meerderheid der Vergadering, welke met ons ondergeteekende Leden van Sent, uitmaaken Ridderfchap en Steden, repraïfenceerende de Staaten des Furftendoms Ge're en Graaffcpajrjj Zutphen, te permoweeren, om by en door ors zeiven, met onderlinge ^oede trouw en met een cordaat verzaaken van alle eigenbelang,de waardigheid en onafhanglvfcheid van deze Provincie te herllellen, en tevens te helpen bevorderen, dat de banden van een Bondgenootfcbap, door onze Voorvaders, ten koste van zoo veel ftroomen bloeds, opgericht, door een onderling handhaaven en befchermen van een i< ders Rechten, Privilegiën, loffelyke en wel hergebrachte Cosrumen, jegens alle en een iegelyk die daar tegen inbreuk komt te doen, wederom zoodaanig mogten worden toegehaald, dat het Volk van Nederland aan het welmeenend voor-, ftaan en volyverig daarftellen dier middelen, welke de zuilen van denalgemeenen voorfpoed uitmaaken, voorraan niet meer zou behoeven te wanhopen. Dit alles maakte intuafchen op ons zulk eenen diepen indruk, Ed. Groot Mogende Heeren! daar' wy enkel door liefde voor een Vaderland, dat ons, zoo naauw aap h< t harre ligt., gedreven worden, dat wy van ons. zeiven niet nebben kunnen verkrygen, om in dezen onverfchillige aanfxhouwers teblyven. -— De duure ééden, waar mede wy ons aan den Lande en aan de goede Ingezetenen verhoeden hebben, noodzaaken ons daarom, naar den aart en ipiichting van het Bondgenootfchap, onzen toevlucht tot U Ed. Groot Mogenden en de Heeren §taa.«  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 23 Staaten der andere Provinciën te nemen, met eene nadrukkelyke en tevens ootmoedige bede, dat U Ed. Grooc Mogenden het aan ons ten besten geneven te nemen, dat wy, zoo voor or-s zeiven , als uit naam van zoo veele duizeuder van mede-t ur,"1 >, welke niet zonder reden in deze dagen door geheel Nederland met een angstvallig medelydes aangezien worden, onze beklemde harten, met dien eerbied, welken wy U Ed. Groot Mogenden fchuldig zvn, voor Hoogstdezelven openleggen. Het zy ons dan vergund , Ed Groot Mogende Heeren ! vooraf met weinigen te rememoreeren, hoe dat de Provinciën van Gelderland , Utrecht en Overysfel in 1673 , na een tyd larg in 's Vyands handen geweest te zyn, wel van eene uuheemlche overheerfching bevryd raakten, maar te gelyker tyd in K74 en 1675, door eenen alleszins noodlottigen famenloop van zaaken, onder eene ïnheemfche vervielen, welkers jammerlyke gevolgen (leeds op het geheele Bondgenootfchap den gevaarlykilen invloed blyven behouden. Het is aan U Ed. Groot Mogenden te wel bekend, dan dat het noodig zyn zou alhier in het breede uic te wyden, op welk eene onwettige en harde wyze in 1675, by aanvang, en in 1750 by eenen niet minder onregelmaatigen voortgang, aan deze Provincie is opgedrongen een Reglement van Regeering, waar door de Regenten afhangelingen van den Stadhouder, en de Ingezetenen van hunne aloude en in onze gelukkige Conftitutie als geradiceerde voorrechten beroofd, zyn geworden , en misfchien door ftrenge thans by de meerderheid der Heeren Staaten dezer Provincie genomene maatregelen , waar door eenen Burger-Oorlog onvermydelyk fchynt, aan de treurigfte gevolgen (laan geëxponeerd te worden. _ Steeds indachtig aan onze duure verplichting, om voor het behoud en herflel van Rechten en Voorrechten, welke aan geene prasfcripcie onderhevig konden gemaakt worden, tewaaken, yverden wy B 4 on-  24- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot pnophoudelyk op eene billyke uic den weg ruiming van 's Volks gegronde bezwaaren; wy rekenden het gevolglyk onzen plicht te zyn, om de eerbiedige poogingen van getrouwe mede-Burgers, die te recht van alle flaaffche banden afkeerig zyn, door kracht van redenen by alle gelegenheden te onderfleunen ; doch alles te vergeefsch! wy hebben ons afgemat en uitgeput om het dringende voor een conftitutioneel herftel, daar zoo veel wederrechtclyks in deze dagen kwam te gebeuren, aan on/e mede-Leden, met de nadrukkelykfte inftantien en fmeekingen, voor oogen te houden; onze herflellings-begrippen by herhaalde reizen onbewimpeld aan den dag gelegd, waar door wy tevens alle verwytingen, als of wy naar nieuwigheden haakten, hebben ontzemiwd, vonden al mede geenen ingang. En daar de oprechtheid en rondbor- fljgheid. de richtfnoeren onzer daaden zyn geweest , en fteeds moeten bly ven; zullen wy ons deze gelegenheid ten ïïutte maaken, om voor U El. Groot Mogenden onze waare grondbeginfelen van Regeering , tot wegneming van alle vooroirdeelen, te ontvouwen. Wy herhaalen dan,Ed. Groot Mogende Heeren! dat wy ten eenemaale afkeerig zyn van eene volftr.ekte Vols-Regeering; en dezelve voor gevaariyfc en. ftrydig met onze Conftitutie houden. Dat wy volflrekt geene begrippen voeden , die in het minfte de hoogheid en het aanzien van 's Lands Regeering kunnen verdonkeren, maar wel volmaakt het tegendeel; namentlyk wy bedoelen enkel en.alleen zulk eene naauwe onderlinge betrekking tusfchen de Regenten en het beltierd wordende Volk, volgens welke de Regenten niet willekeurig kunnen' ïegeeren, en volgens welke den Volke alle vermoe. den van willekeurige Regeering ontnomen wordt. ' Wy befchouwen den Erf-Stadhouder wel als het Hoofd der Uitvoerende, doch in allen opzichte afhaneelyk van de Wetgevende, Macht; door deze, lielling bedoelen wy geenszinss als of de Stadhou-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2$ der geen invloed zoude moeten hebben opdeWeti. gevende Macht, of óp der Staateq Vergaderingen ; wy erkennen eensdeels de heilzaamheid van hec St§dh*ouder,fchap , overeenkonvligeener vrye StaacsRegeering ingerichc; en wy ge>oven anderdeels, dat de S adh.uJjr eenen zeer f£dzaaraerj invloed op de Je Machc kan hebben r.e wecea eenen adviieerendeii ea raadgevender! invloed , m!argeel^e, fpaèefèpden invloed; wan- door, u>cwyz;iis het ;„-ene h leze Prov:-icie plaits h-J-ift» de vrye deliberatien der Staats L;den, zoo op n tkeiyk, en door z )o veele middelen en wegeo , ku i* nen belemmerd worden; —— daar ia cegmi jl zulk een aivifeerende en raadgevende invlo;!, naar onze begrippen, mee vrichc kan plaatsh"ra 1 op eene wyze, Jat de Advyzeo of Pro.pofi'ien des Scadhouders niec uic complaifance, uic vrees of hoop van ScaJhou Jerlyke guust of onganse, maar eikel en alleen uic hoofde van derzelver heilzaams oogmerken, gelden moeten. Deze grondbeginzelen, Ed. Groot Mogende Heeren! koefteren wy met alle oprechtheid en welmoenendheid in onze harten; wy vermeeaen, dit Je. zelve aan die gronden, waar op de waare belangen' van het lieve Vaderland moeten berusten, veilig mogen getoetst worden: ! wy onderwerpen dezelve daarom met alle gerustheid aan UEd. Groot Mogenden hoogwyze beoirdeeling. En daar Hoogstdezelven, gelyk wy durven vertrouwen, bereids uit het gene wy de vryheid genomen hebben voor te dragen, zullen hebben kunnen opmaaken , dat deze Provincie zonder eene. fpoedige inwendige verbetering voor haar zelve, als bedorven en verloren mag gehouden worden; zullen wy thans overgaan om te betoogen, dac eene volledige herftelling en daarftelling onzer oir. fprongelyke Regeeringsform in het byzonder noodzaakelyk is voor het welzyn en het behoud van hec gantfche Bondgenootfchap; en wel om rede. nen , welke aan U Edele Grooc Mogenden door. B 5/ ' zicht  26 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zicht niet zullen ontglipt zyn; in die Provinciën, welke met Gelderland in het zelfde ongelukkig noodlot deelden , worden reeds maatregelen tot verbetering van zaaken werkftellig gemaakt: gelyk al mede in de voornaamfte der andere Gewesten reeds aanmerkelyke vorderingen voor eene grondwettige herftelling daargefteld zyn. Wanneer nu hier mede vergeleken wordt de tegenwoordige Regeerings gefteldheid van Gelderland, zoo zal bevonden worden, dat dezelve, door de menigvuldige verouderde en nieuwere afwykingén van de oirfprongelyke Republikeinfche Conftitutie en goede orde van Regeering, zeer verfchillend is van die der meest vermogende Gewesten. En in de daad, Ed. Groot Mogende Heeren! wie is niet overtuigd van het gene wy hier ter nedej Hellen; en wie zal durven loochenen, dat al het conftiturioneele, dat als het bolwerk- onzer onaf. hanglykheid moet gehouden worden, niet ten eenemaal vervallen is, doordien alles afhanglyk is geworden van den Stadhouder, die niet alleen da Regenten der Steden na goedvinden af- en aanftelt, zonder al zeer dikwils te hebben in acht geBomen, zoo als echter by het Reglement van Regeering bepaald was, of de aangeftelde Perfoonen gequalificeerd waren dan niec; maar die tevens over alle de Ambten, Binnen- en Buitenlandfehe Commi<üen enz. naar willekeur befchikt; waar door wy vreezen, dat Gelderland weinig nut aan het Bondgenootschap, en in het byzonder aan de Commercie en Navigatie, op den duur zal kunnen toebrengen, welkers welvaart en luister, gelyk die van het geheele Bondgenoorfchap, zoo naauw aan dezelve verbonden , intusfehen eenig en alleenig van de Comnercie en Navigatie afhangen. Al het gebeurde even voor en geduurende den jongften Oorlog metEngelaöd, zoo ten opzichte der onbepaalde Convoijen, als met betrekking tot de gewapende neutraliteit, is by U Ed. Groot Mogenden nog in een versch geheugen. Deze  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 27 Deze by ons beoogde herfMlmg en daardelling der waare en oirfpronkelyké Condirucie in Gelderland, wordt inzonderheid thans meer dan noic raoodzaakelvk, Ed Groot Mogende Heeren! meC opzicht'Orde veteischte hooge confi lera'ie - w-lke de Republiek by alle Mogendheden van Europa wenscht te hebben en te benouden. .Gelderland, de eerde Provincie in rang zynde,. na dat onze Republ.kvinfche oirfnronkelvke Rey.eeringsform meer dan ooit in Europa bekend is geworden, kan het met de digniteit van bet Bmdgenootfchap niet drooken, en de eer en waardigheid der Gelderfche Regenten zeiven word te veel vernederd, in val eene Provincie, die den eerden rang onder de anderen bekleed, de allerminde in de daad den naam van Kepublikeinsch Souverein kan voeren ; da3r het immers door niemand kan geloochend worden, dat tegenwoordig, door arllè de verregaande afwykingen der Conditutie, de Hoeren Staaten dezer Provincie wel in naam Souv^rr in zyn, maar in de daad en wezentlyk onderfchikt aan Hoogstderzelver Stadhouder. Ook zullen U Ed. Groot Mogenden met ons inftemmen, dat zulk eene herdelling nog al verder inzonderheid thans dient plaats te hebben, uithoofde der tegenwoordige zoo heilzaame Sraatkundige betrekkingen der Republiek met de Kroou van Frankryk. Daar die zoo gelukkige Alliantie haaren oirfprong heeft uit den Republikeinfchen herdellingsgeest der JVatie, gelyk zy meest door de Republikeinfche Regenten op den algemeenen wensch der Natie na veele vertragingen tot dand gebragt zynde, vror zeker gevaar zal loopen om verzwakt en verydeld te worden, of tot nadeel te verdrekken , doorregcnftrevingeD van minder Republikeinschgezinde Provincien, wanneer onze Hooge Bondgenoot gewis minder vertrouwen 'op de duurzaamheid van de tegenwoordige Staatsmaximes zou moeten dellen. " Het gevaar van zulk een wantrouwen word voorzeker  23 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zeker door U Ed. Groot Mogenden en door de ge. heele Natie befeft; wy zullen het zelve daarom mee verder ontwikkelen: daar hït immers eene etkende waarheid is, dat door een ommekeer van zaaken, ten dezen opzichte, de Republiek aan onyermydelyke Oorlogen, zeer zekere verliezen, waar tegen wy andermaal niet zouden beftand zyn, ja zelfs aan eenen onfcilbaaren ondergang, geëxponeerd zou worden. En ten einde aan de tegenwoordige gelukkig geetabüsfeerde Staatsmaximes, gebouwd op de Alliantie met Frankryk, by welke de Republiek alleen kan ftand houden en in luister en aanzien toenemen, meer vastigheid te geven, oirdeelen wy Ed. Groot Mogende HeereD! de herftelling eener vrye Staats Regeering in de Provincie van Gelderland voor bet gantfche Bondgenootfchap al mede van bet grootfte gewikt te zyn, als kunnende alleen hier door onze Provincie meer uniformiteit van Staatsbelangen met de vermogendfte Provinciën, in het byzonder met die van Holland, verkrygen dan tot heden heeft mogeD plaats hebben; dat e. venwel voor het algemeen belang van het Bondgenootfehap allernoodzaakelykst mag gerekend worden. ; Uit al het gene wy de vryheid genomen hebben U Ed. Groot Mogenden thans voor te dragen, ver- I trouwen wy, dat de drangredenen van ons geheel gedrag omtrent een zóo,: algemeen gewenscht redres, in onze Provincie, ten vollen by U Ed. Gr. Mogenden gepenetreerd zullen worden. Wv geven daarom al het voorengemelde geheel aan U Ed. Groot Mogenden rechtmaatig oirdeel over. Overtuigd van de zuiverheid onzer oogmerken zouden wy ons reekenen kunnen recht te hebben op alle mooglyke onderfteuning en befcherming van U Ed. Groot Mogenden; en als getrouwe Vaderlanders, wier heil en welvaart in den bloei des gantfehen Vaderlands gelegen is; als Leden des Nederlandfchen Burgerftaats, zouden wy. overeen-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. mr gevallen. 2$ , eenkomftig de Unie volkomen -recht hebben uw© onderfteuning en hefcherming te eisfchen; maar neen Ed. Groot Mogende Heeren! wy tisfchen niet; als raadelooze Leden van Staat brengen wy-, wyl ons volflrekt geen nader middel overig is, onze bekommeringen, onzen nu zoo geheel verlaatenen toeftand, het grievende en het drukkende, dat ons en alle onze welmeenende Medeburgers bedreigt, indien het aangenomen fysthema in onze Provincie blyft voortduuren, in uwen fchoot. Wy verzoeken derhalven, dat het U Ed. GrootMogenden behaagen moge., het gewigt van al het voorfchreve rypelvk te overwegen en te 'onderzoeken ; en vinden U Ed. Groot Magenden, gelyk wy vertrouwen, een .en ander billyk en gegrond; dat U Ed. Groot Mogenden dan op zulk eene wyze, als naar Hoogstderzelver wysheid het gevoeglykfte zullen oirdeelen, met allen nadruk gelieven te bewerken, dat toch het gewigt der voorfz. redenen en motiven voor de dringende noodzaakelykheid van redres, en tot herftel van de zoo onontbeerlyke rust, eendracht en onderlinee harmonie, èindelyk eens onpartydig en met gewen'cht gevolg by de meerderheid der Leden van Sra.it in deze Provincie zoodaanig befefc worden, dat Hun Ed. Groot Mogenden met den onfterffelyken Gr >tjus, omtrent de ongelukkige gefteldheid van zaaken , 'door en van wegen het onwettig en gevaarlyk Reglement van' Regeering in deze Provincie, erkennen, :fi quo cafu contratïus incipiat veigere, non cd dnmm,m modo aliquody [ed ad perniciem puhliram , ita ut ab initio contraEtui, in extenfione ad Mum Cafum, cenf ndus fuisfet injustus & illicitus, twc rwitam re»ocari eum contraStum posfe, quam declarari eum non ultro obligari, auafi fa£tum fub conditione, fine qua jute fieii non potuit. (*) En (*) Grotius de jure belli ac Fac's L. 1. C, 14. j 12. .N. 4' Dat indien, door eenig toeval, eene vcrbindtenis begint 1 .. n »  £o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot . ' En hiér mede eindende, bevelen wy U Édele Groot Mogenden in Godes heilige befc hermin ge, ■f n htbbi-n de eer ons met alle hoogachting te roe zoo 'te ftrekken niet Jtegts tot eenig nadeel maar tot verderf van den Staat, zoo dat men van den beginne die verbindtenh, met" applh cot'e tot dat geval, onbillyk en ongeoirloft zoude hebben moeten pefeftouwen, men als dan die verbindtenis niet zoo zeer kan hertnrpen. als ivel verklaaren,' dat men aan dezelve niet langer geJiouden is, als gemaakt zyr.de onder-eene voorwaarde, zonder ■ welkt het onrechtmaatig zoude geweest zyn dezelve te maken.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3.t 200 orjODtbeerlyJce rust, eendracht en onderlinge harmonie, èindelyk eens onpartydig en met gewenscht gevolg by de meerderheid der Leden van Staat in dezelve Provincie befefc worden; breeder in de navolgende Misfive gedetailleerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering •daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. 1399. ExtraEt uit het Refolutieboek der Stad Elburg, behelzende den last aan de Gedeputeerden dier Stad gegeven, voor den Extraordinair en Landdag, den 28 Augustus 1786 te Zutphen bejchreven. In dato den 26 Augustus 1786. bBiS'^sah 3ft-;Mhfii3T? un té t bccilóH ^nKV 'v/ri.' Ingekomen en ter Vergadering van Raad en Gemeente zynde gelezen zekere Misfive van den Hove, gefchreven te Arnhem den 21 Augustus 1786, houdende uitfchryving van eenen extraordinairen Landdag regenden 28 dezer binnen Zutphen, over zeker Point, raakende de West-Indifche Compagnie dezer Landen, by die Misfive vermeld: Is gerefolveerd en gearrefteerd de eventueele Gecommitteerden ten Landdage te gelasten, ge» lyk gefchied by deze, om voor de Stads Item uic te brengen, dat 1. De Gecommitteerden ter Generaliteit dienden te worden geauthorifeerd en gelast, om zich ten aanzien der negotiatie ten behoeve van de West-Indifche Compagnie dezer Landen te eonformeeren met de Provincie van Holland als-  32 Verzameling Van Stukken betrekkelyk tót als in dezen de meest geinteresfeerde: mies echter namens deze Provincie ten allerfterkften worde geinfteerd, dat eens doar een gerüstfteljénd onderzoek aan de menigvuldige ën herhaalde klachten der Ingezetenen inde WestIndifcheCoionien van den Staat, over de Schreeuwende grieven zoo in zaaken van Politie als vooral in de adminiftratie der Juftitie, zoodaanig gehoor worde verleend, dat zonder uitftel een wezenlyk en efficacieus redres daar gefield worde, ter voorkoming van den totaalen on- , dergang dier Volkplantingen. 2. Ter Staatsvergadering te declareeren, dat, nadien men met de uitterffe bevreemding uit publieke papieren heeft gezien, dat de Gecommitteerden dezer Provincie ter Generaliteit van zich hebben kunnen verkrygen, om zonder de minfte voorkennis van hunne Principaalen te concipieeren, en zoo het doenlyk ware geweest tearrefteeren, Concept-Misfives tot refcriptien aan zyn Groot Brirtannifche en Pruisfifche Majefteir, en dat in een zaak van dat gewigt, met uitfluiting en in weerwil van de Provincie van Holland; al nu naamens deze Stad dezelve Concept-Misfive te defavoueereri en nul te verklaren , en niet te treden in eenige beantwoording derzelven, zonderde concurrentie van' Holland , nog voor en al eer de concepten alhier ter tafel zullen zyn geëxamineerd. Als mede om naamens deze Stad te infteéren op het benoemen eener Commbfie, ten fine van revifie der Inflructie der Gedeputeerden ter Generaliteit van den jaare 17^0 > ten einde voor te komen, dat de vöorfz. Gecommitteerden in het vervólg zaaken van weinig belang ter tafel van Hun Ed. Mogenden brengen , en met de gewigtigflen , gelyk deze, zonder de minfte voorkennis hunner Committenten doorflaan.' 3. Zich  'dg Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 33 3. Zich niet io te laaten met het domeftique van. de Stad of Steden der Provincie van Uirecht, veel min toe te ftaan dat Troepes van den Staat, fpeciaal ter repartitie dezer Provincie ftaande, in de Burger gefchillen aldaar zouden gebruikt worden. 4. Zich voor als nog niet in te laaten inbefoigne» rakende het different van den Magiftraat en Gemeente te Zutphen , maar dezelven te referveeren tot den ordinajren najaars Landdag. 5. Niet te treden in eenige belemmering der vrye Drukpers, een der bolwerken onzer Vryheid. f5. Zoo veel mogelyk te favorifeeren de Wapening in de Steden en ten platten Lande. 7. De rapporten en ftukken betrekkelyk tot de Militaire Jurisdictie binnen deze Provincie over te nemen. 8. Niet te permitteeren dat men eenig geweld door Militie of politieke momboirs actiën intenteere in de domeftique differenten die te Hattem mogten fubfifteeren , nog te treden in eenige bezetting met Guarnizoen in die Stad, of in eenige andere, welker Regeering of Burgery niet genegen mogt zyn die te ontvangen. 9. Niet te gedoogen dat men ter Staatsvergadering zich immisceere in eenige zaaken het domefticq of politicq beftuur dezer Stad conccrneerende, en naamens dezelve te declareeren, dat men alle zoodaanige Refolutien, door welken men inbreuk mogt zoekeD te doen op onze Stedelyke Rechten, voor nul en niet verplichtend houd. ic. Worden de eventueele Gecommitteerden fpeciaal en expresfelyk gelast, op alle mooglyke wyze te yveren tegen alle aanmarsch of bezetting dezer Stad met Militaire magt, en in val onverhoopt daar toe mogt worden gcconcluXV11I. Deel. C deerd,  34 Verzameling van Stukken betrekkelyk iöt deerd, te protefreeren van nulliteit en geweïd , en ce declaretren dat (te meer, wyl zood3ane befeetting de rust, trauquiliteit engoedeordre we:ke hier thans zoo geJukkig plaats heeft zou kunnen ftooren, en Magiflraat' Gemeente en Burgerye by. refpecfive Refolutien en addreslen zich hier tegens hebben gedeclareerd,) rcodaanige demarche zal worden befchouwd als een daad van geweld, die men desnoods met geweid zal moeten keeren, terwyl men alle die ongelukkige gevolgen, welken uit den aanvang van een rampzaligen Burger kryg zouden kunnen voortvloeijen, laat voor rekening van die Léden, welken zonder eenige reden of noodzaak,(wyl men ieder durft fommeeren,of zy eenig bewys van gebrek aan orde of wetteloosheid- binnen deze Stad kunnen produceeren,) en dus ter doordryving van hun aangenomen arbitraire handelwys, hier toe befloten hebben , daar toch het te ftorten Burgerbloed gewisfelyk eenmaal van hunne handen zal te rug geeischt worden. S^"1 r rwimGUtj j • ; ' : : ,• , .-| En èindelyk als nog op het ernftigte teinftëcren, •dat aan onze Stad mogen worden'ingezonden de Poinclen welken ten Landdage of Quartiersdage ftaan voor te-kómen, ingevolge de Propoiitie ten • Kwartierdage te Arnhem den ijden Mey dezes ' jaars door onze Gecommitteerden op onzen fpecia. «len latt gedaan in den recesfe geiniereerd, waartoe wyor.s al nog refereeren,met verderen last om aan ot ze Stad te rtferveeren zoodaanige middelen, als 2y ten dezen opzichte ter verkrygiDg van het voorfz. zullen noodig vinden. En zal hier van extract aan de eventueele Gecommitteerden worden ter hand gefteld, om zich hier ra üiptelyk te reguleeren ; cn, inval onverhoopt ft Ga ■ Tra  3<5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de belangen der Bondgenooten, waar van Holland een zoo overwegend, zoo voornaam, Lid uitmaakt; zoo zeer bettokken, by al wat hetzelve betreft, dat wy U Ed. Groot Mogenden moeten adieeren, en , uit hoofde der presfauce van zaaken, onze ficuatie open leggen. Het is doch, in aanmerking der publiciteit onzer handelingen, ook aan U Ed. Groot Mogenden bekend , dat wy uit hoofde der duure verplichting tot confervatie of herftel van de onvervreemdbaare Rechten onzer Stad en Burgery, als integreerend Lid der Souvereiniceit dezer Provincie, van tyd tot tyd het onze gezogt hebben toe te brengen , met achterftelling van vuig eigenbelang en verachting der trotfche heerschzucht , om deze Provincie van de kwellende banden, waar aan dezelve geketend lag, te bevryden, met de heilig, fte in acht neming echter der goede orde, en zonder de Staaten dezer Provincie in het hun competeerend gezach in het allerminfte te benadeelen, (waar omtrent wy ons gaarne aan het onparcydigst onderzoek willen fubmitteeren,) en dus alleen tot haudhaaving onzer conftitutioneele wetten , zonder welke toch geene Maatfchappy, geen Stad noch Land, beftaan kan, om zoo dit Gewest, ware het mooglyk, in het bezit der Burgerlyke Vryheid, waar op zy zoo een gewettigd recht had, eens te herdellen. Dan deze onze plichtmaatige handelwyze beviel de meerderheid onzer Staatsleden niet, men kon * de hartelyke doch befcheideh taal der Republikei. pen in ons Hoofsch Gewest niet dulden, terwyl dezelve geen maat meer kende, toen wy de eenige Stad dezer Provincie waren, (welker meerderheid der beide Regeerings-Cöllegien, die alhier onaf ge. broken, zelfs na het noodlottig jaar van 1748, gecombineevd vergaderd zynde,over Land- en Quartiers-uitfchryvingen gekend zyn en gedelibereerd hebben) die zich openlyk durfde verzetten tegen de zoo bekende publicatie, door welke, wy'kunnen  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 37 een het niet zwygen, de rechten der Menschheid onteerd worden, die in de Gedenkboeken der een wen geen voorbeeld heeft, en nergens toe is ingericht, dan om vrye Nederlanders, die liever alles opofferen dan van de Rechien der Burgerlyke Vryheid af te ftaan , aan onverbreekbre ketenen te leggen, om in deze Provincie het middenpunt en den zetel van overheerfching te vestigen, en met medehulp van dezelven de overige Gewesten, immers de Land-Provincien, onder den yzeren Scep ■ ter van dwang en geweld langfaamerhand weder te brengen. Wy roeren alle deze oogmerken maar even aan, om dat U Ed. Groot Mogenden, wier doorknede Staatkunde derzelver uitmuntende befluiten kenmerkt, alle deze vooruitzichten onzer meerderheid overvloedig doorzien , trouwens , dezelve heeft zich in zoo een oneindig aantal gevallen, fpeciaal die het Bondgenootfchap raaken, (welker onaangenaamheid ü Ed. Groot Mogenden by ondervinding kennen,) zoo duidelyk gemanifesteerd, dat men aan derzelver beweeggronden naauwlyks meer twyffjlen kan. Om alle deze redenen dan vond men goed eenen extraordinairen Landdag tegen den 28ften dezer binnen Zutphen uit te fchryven, en in de uitfehryvings-Brief alleen melding te maaken van eene negotiatie der West-Indifche Compagnie. Terwyl men gepremediteerd de gewichtigepoincten van befchryvingeden Staatsleden verborg, ten einde zy, onbeflagen ten ys komende, engeauthorifeerd om pro renata en pro lubitu, gelyk de gewoonte onzer Staats-Vergaderingen is, te handelen , des te gemakkelyker in de geprojecteerde en geapplaneerde Refolutien, zonder om te zien, treden zouden. Dan, Ed. Groot Mogende Heeren! wy oirdeclden in alle die handelwyzen niet te kunnen noch te mogen (til zitten, maar onze Gecommitteerden fpeciaal te moeten inftrueeren op zekere Poincten, C 3 waar  38 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot waar by, oczes erachtens, het welzyn des Lands. oneindig geinreresfeerd wa«. Deze Infhuótie , waar van Hun Ed- Mogenden zeer waarfchynlyk reeds te vooren geïnformeerd waren, kwam dezelve zoo bedenkelyk voor, dat men eerst zwaarigheid maakte de Commisfie otzer Gecommitteerden te resptcleeren, op fun. damer.t dat dezelve geborneerd was tot de ter hand geftelde Inftruöien , en niet quadreerde met de Ccmmiffie der andere Steden, die meestal gequali. Jiceerd waren om pro re nata en pro lubiiu te nUf. delen. Terwyl men zelfs begeerde over die Inftruftie te dehbereeren, en 'er vervolgers een Poinct van deliberatie van maakte, cn niet dan onder allerlei restriótien dezelve admitteerde, in weerwil van het cadrukkelyk Protest van onzen Gecommitteerden. Daar wy, ten blyke dat in dezelve niets onrechtmaatigs, veel min iets misdaadigs, of onze macht te bovcr gaande, gevonden wierd, de vryheid nemen dezelve order het oog van onze Bondgenooten, fpeciaal mede van U Ed. Groot Mogenden, te brengen, en dezelve hier by voegen. De Staatsbtfluiten der meerderheid, fpeciaal ten Opzichte der PoirctenU Ed. Groot Mogendenmeer byzorder raakende, zullen eerlang beflisfen, wat de reden zy geweest, dat men willekeurig de Commiffie van onzen Gecommitteerden aan deze deli^eratien onderworpen heeft. Zoo veel, Ed. Groot Mogende Heeren! hebben wy geoirdeeld de vryheid te moeten nemen van de fltuatie onzer zaaken vooraf te laaten gaan. Terwyl wy voorts ors in de rjoodzaakelykheid bevipden, U Ed. Groot Mogenden de fchroomlyke emftacdigheden, in welke wy pns bevinden, met Weinigen open te leggen. Cogecblikkelyk dan zy wy geïnformeerd , dat }iet Quattier van Nymegen heeft gerefolveerd ("terwyl qe andere Quartieren zich hkr reeds mtdeheb-  ii Gsbeurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen, 39 ben geconformeerd in weerwil der Protesten van de meerderheid der Steden dezes Quartiers , en ,u zoo veele notabele Ridders, die geep zwaan,*,k ,4 maakten openlyk te declareeren » ter Staats-Vergadering , dat aan onze zyde geene dan conuitutior neele Happen zyn gedaan; daar, terwyl het geweid zoo ver gebracht wordt, onze Gecommitteerden zich in de Staats-Vergadering niet langer veilig rekende, en dezelve verlaaten heeft) een detachement Militie van den Staat naar deze Stad en naar Hattem te laaten trekkea, en met geweld in te dringen, daar men vervolgens Gecommitteerden uit hec tlot of andere gedelegeerde Richcers zenden zal, om tegen ons te ageeren. Onze Burgery, verontwaardigd over deze handelwyze, heeft alle noodige aanftalte gemaakt, om met behulp van onze Gebuuren en trouwe Bondgenooten , (ten welken einde de Vaderlandlievende Burgery van Amfteldam ons reeds van allen noodigen voorraad ten dezen einde voorzien heeft, en reeds een aantal der brave Burgery van Campen enHar-Jer; wvk cn anderen zich binnen onze muuren bevind ,) liever het uiterftetewaagen ,dan dac het de heerschzugt en het geweld gelukken zou, den troon der overheerfching over vry geboren Nederlanders op te richten. . ,. Niet te min hebben wy ten uitterften noodig gevonden, ons aan de Bondgenooten, lpeci-.al mede aan U Ed. Gr. Mogenden, eerbiedig te vervoegen, (daar de meerderheid onzer Staatsleden gereed zyn met geweld tegen ons te ageeren ,) en ü Ed. Grooc Mogenden uit hoofde der Unie van Utrecht, welker onderlinge geftipuleerde befchermiug wy ernftig ia roepen, te verzoeken en te fmeeken, zoodaamge gepaste efficacieufe maatregulen te beraamen, en aan. bezien ons presfanc gevaar , zoodaanige hulp en noodige adfiftencie dadelyk daar te ftellen, om pog by tyds, eer het te laatzy, voor te komen, dat een integreerend Lid derSouvereiniteit van dicGewef c, tegen ordre en conftitutie aan, en dus alleen door & C 4 Se"  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot geweld en overmage, ten prooi worde van de willekeurige handelingen van onze met ons gelyk ftaande Staatsleden, die nimmer het recht verkregea hebben, onze Stedelyke Rechten van hunnen willekeur afhanglyk te maaken. Terwyl wy eerbiedig aan het hoog verlicht oirdeel van U Ed. Groot Mogenden de middelen en wegen daar toe overlaaten, Wy bidden den Albeftuurder dat Hy UEd. Grooc Mogenden luiflerlyke Regeering ten nutte des Land» fleeds doe voort duuren. Terwyl wy met de zuiverfle gevoelens van hoogachting altoos blyven. Edel Groot Mogende Heeren, Byfondere goede vrinden Nabuuren en Bondgenooten. (Onder fiond} U Ed. Groot Mogenden goede Vrinden, Gefchreven te De Magiftraat en Gezwv- Elburgden i Septem- rene Gemeente der Stad ber 1786. Eiburg. (lager Jlondt) Ter Ordonnantie derzelver, (was get.) Herm. Henr. Vitringa. Ontvangen een Misfive van Magiftraat en Gezworen Gemeente der Stad Eiburg, gefchreven aldaar den iften dezer, waar by voordragen de fituatie hunner zaaken, en de fchroomeïyke omftandigheden waar in zich bevonden, met verzoek van daa. delyke adfiflentic in hun presfant gevaar, breeder hier na geinfereerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevondea en verftaan , dat de voorfz. Misfive en de daar nevens gevoegde Bylaage zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 4T dere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot hec groot Befoigne , en de Vergadering daar op gediend van derzelver conüderatien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. N°. 1401. Misfive van Magiftraat 'en Gezworen Gemeente der Stad Hattem, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, met verzoek om protetïie £?c tri dato den 2 September 1786, en Refolutie Commiforiaal by Hun Ed, Groot Mogenden daar op genomen den 4 September 1786. Edele Groot Mogende Heeren! Het was met de levendigfte gevoelens van vreugde, dat wy vernamen, hoe U Ed. Groot Mogenden, op de rechtmaatige begeerte van een notabel aantal Ingezetenen der Stad Amfteldam, op den 25(ten Augustus laatstleden gerefolveerd hadden, de Troepes, op de repartitie van de Provincie van Holland Ilaande, te ordonneeren om zich niet te bemoeijen met gefchillen tusfchen Burgers en Regenten ontflaan; eene Refolutie, die ons in de tegenswoordige fituatie van zaaken, als het eerst aan Militair geweld geëxponeerd, des te flerker bemoedigt, om met een bezadigde heldhaftigheid de wezenlyke Rechten en Voorrechten van deze Stad te verdedigen; eene Refolutie, welke ten duideJykften kenmerkt de rechtgeaarte denkwyze en Landsvaderlyke zorg van U Ed. Groot Mogenden, en Hoogstderzelver verknogtheid, om, ingevolge het eerfte Articul van de Unie van Utrecht, alle de Leden, Steden en Ingezetenen van dien by derzelver Rechten, Voorrechten en Privilegiën, tebewaaren, en daar toe de noodige adfiftentie te verleeBen. — Wy zouden dus vermeenen aan onze verplichting te kort te doen, indien wy niet by dezen epenlyk onze plechtige dank aan U Ed. Groot MoC 5 gen-  44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot , genden betuigden voor dit doorflaande blyk vaa U Ed. Groot Mogenderj . Menschlievenheid, en HoogstderzeJver volftrekte afkeerigheid om vrye Burgers door een gewapenden Arm te dwingen. Neen .Edele Groot Mogende Heeren, het is een van onze geliefdkoosde plichten, waar van wy ons thans acquiteeren, om aan U Ed. Groot Mogenden op de nadrukkelykfle wyze onze gevoelige erkentenisfe, voor het goede in deze aan onze Stad en Burgerye gedaan, uit te boezemen. Wy bevelen verder onze Stad en Burgery in de veelvermogende protectie van U Ed. Grooc Mogenden, en hebben de eer, na U Ed. Groot Mogenden eene voorfpoedïge eh luisterryke Regeering gewenscht te hebben, met alle veneratie te zyn, Edele Groot Mogende Heeren ! (Onder Jlond) U Edele Groot Mogenden ootmoedige Dienaaren, Burgemeesteren, Schepenen en Raad der Stad Hattem. (lager fiondt) Ter ordonnantie van dezelven, (was get.~) M. G. Brouwer, Secret. (Nog lager Jlondi) Ter ordonnantie van de Gezworen Gemeente, Hattem den (was geteekend) % Sept. i786. j. H.vanDyk, Scriba, Ontvangen een Misfive van Burgemeesteren, Schepenen en Raad der Stad Hattem, gefchreven aldaar den 2den dezer, tot dankbetuiging voor Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 2j Augustus laatstleden, dat geen Troepes op deze repartitie zich met gefchillen tusfchen Burger en Regenten zouden mogen bemoeijen, bevelende verder hun.!*  de Gebsiirtsnhfèn ïn T7S7- enz. voorgevallen. 4$ hur-ne Stad Bargery in Hun Si. Groot Mogeaden protectie, hier na geinfereeru. • Bat Injhiio. vVaat m gedelibereerd zynde is goedgevonden en verffaid, dat de voerft. Mi»five zal wordeo geexa ten einde alle geweldige maatregelen tegen Hattem en Eiburg werden geprozvenieerd ofte keer gegaan, in dato den 2 September 1786. Wel Edele Gestrenge ManHAFTE heeren? Waarde Medebroeders! Wy hadden gehoopt, dat de jongfte Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, den ^ften dezer ukgebragt, op de gemoederen der GelderlcheRegenten, die voor hadden op den huidigen, toen aanftaanden , Landdag, zoo wy onderrigt wierden, geweldige maatregelen te nemen tegen zoodaanige Burgeryen, als haare deugdelyke Rechten, gelyk die van Hattem en Eiburg, trachten te reclameeren en te herrtellen, die gewenschte uitwerking zoude gehad hebben, dat zy van het afgryzelyk fysthéma, om Militairen tegen den Burger aan ce voereni afzagen. Dan daar wy, tot onze uiterlte ontroering, ontwaar worden, dat, wel verre vaa die geweldige flappen terug te komen, in tegendeel is befloten , tegen de Vaderlandlievende1 intentie van Hun Ed. Groot Mogenden, dat-zoo verregaande fysthéma met alle macht door te dryven, èn ten dien einde.reeds Militie geordoneerd is, tegen Hatrim en Eiburg aan te rukken; en daar ö eea  45 Verzameling van Stpkken betrekkelyk M een zoo violente onderneming rm niet anders ka& «en gevolge hebben, dan een Bujgeikr>g en bloedbad, feebhen wy het \an onzen o.rjveriT.ydejyken föicfcl gcr..r; gew ipenderhand overweldigd 3 en de aldaar (uböstëeréth „ de gefehiüen door Militair geweld beflist worden, 't Welk doende, enz. xviii. deeé. d ï*9  5> Verzameling van Stukken betrekkelyk tot W. 1405. Circulaire Misfive van de Geconftitueerden te Rotterdam, aan die der andere Hollandfche Steden, ten einde, ieder by zyne Regeeringen,dezelfde mjtantien te doen, over het employ der Militaire Macht in de Burger-gefchillen enz. In dato den 2 September 1786. Wy hébben alleszins noodig geoirdeeld U Wel Ed. te comrnuniceeren , dat op het Request, door de Rotterdamfche Geconftitueerden geprsfenteerd by Hun Ed. Groot Mogenden alleen is gerefolveerd eene ofHcieele Misfive aan de Staaten der andere Provinciën te fchryven, om dezelve af te maanen van het employeeren van 's Lands Troepen tegens Burgers, welke Misfive in een Befoigne op Woensdag den 6den dezer eerst kan worden gerefumeerd en gearresteerd. Wy begrypen , dat de Heeren Gedeputeerden ter dagvaard geoirdeeld zullen hebben niet verder te kunnen gaan , of prompter en fterker maatregelen te kunnen vastftellen en ter uit. voer te brengen, zonder expresfe last van derz-I. ver Principaalen, en hebben dieshalven allernoodzaakelykst geoirdeeld, dat de welmeenende Vaderland- en Vryheid-hevende Burgers en Ingezetenen van elke Stad,zich ten fpoedigften,cn wel,om hunnen ernst en iever te meer te doen blyken, allen in eigen Perfoon,zich vervoegen aan het Collegie van de Vroedfchap in elke Stad, om op 't fterkfte te verzoeken en aan te dringen, dat aan derzelver Gedeputeerden ter dagvaart werde gegeven eene preciele en volledige last,om daadelyk te nemen,zonder refumtie te arresteeren, en met alle mooglyke fpoed ter uitvoer te brengen, eene Refolutie, om pan de Heeren Staaten van Gelderland en Utrecht, in de crnftigfte en nadrukkelykfte bewoordingen, niet alleen af te raaden het employ van 's Lands Militie , evenveel op welke Provincie gerepartitieerd , tegen de Burgeryen , die met Regenten over het reclameeren of conferveeren hunner Rechten en Privilegiën het niet eens zyn, maar boven dien  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. Voorgevallen. §t dien aan dezelven te commüniceeren , dat Hun Ëd. Groot Mogenden niec kunnen nalaaten te avoüee^ ren de algemeene Stem, welke zich door welmeönende Repraïfentanten van veele en notable Ingezetenen uit het midden des Volks verheft s dat haamenlyk de Unie is eene vereeniging en Tradtaat van defenfie, tusfchen of ten behoeven van het Vdlk j en geenszins van de Regenten op hen zelveh ëö iö abf.raÏÏo befchouwd , en dat dierhalven Hun. Éét Groot Mogenden, uit den aart hunner reprsefentative macht of qualiteit , zich verbonden tekenen om te zorgen, dat, wanneer eenige van 's Lands Troepen tegen het Volk werden gebruikt, zulks daadelyk,al was het door overmacht van een ander" en fterker gedeelte, door dezelve Troepen wetdd te keer gegaan; een middel, 't welk zekerlyk van zeer akelige gevolgen zal moeten zyn, doch het welk echter nog verre verkieslyk is, boven dat, waar toe het te voorzien is dat anders het Volk zelve wel ras befluiten zal, naamenlyk om peffdneelyk de wapenen op te vatten, en de Militie* welke tegen hunne mede-Burgeren wordt aange. voerd, te verjaagen. Dat voörds mede by Hun Ed. Mogenden wërdé gerefolveerd * van de voorfz. Refolutie kennisfe te* geven aan de Staaten van de vier overige Provinciën, en dezelve te exhorteeren, om zich op dezelfde wys te expliceeren , en dat tevens werde" vastgefteld de noodige préparatoire, maatregelen, om den inhoud der eerstgemelde Misfive * indien aaö dezelve onvermoedelyk niet ten fpoedigflen wierdei gedefereerd, zonder tydverzuim en met alle kracht te realifeeren, en met de daad ter uitvoer te brengen- „ , Wy hoopen, dat dit ons Project, by U Wel Ed. gegouteerd, en in de allereerfte Vroedfchaps-Vergadering uwer Stad geëffectueerd,zal worden,z"oö als door ons op aanftaanden Maandag den aden dezer' ftaat te gefchieden * en eindigen dëzejin de afWadh- jd 2 tigg  52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ting van 't gewenschte fucces, ons met veel iever noemende, U Ed. Dienstwillige Dienaar en, Rotterdam den De Geconftitueerden der Re2 Sept. 1780". questranten. Uit naam derzelver, Pieter de Koker, Secret. No. 1406. ExtratT; uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, op een voordragt van de Geconfiüueerden van een aantal der notabdfte Burgers aldaa', ten einde v in Stads wege ter Vergadering van Holland zoude werden geiffeilueerd eene Refolutie, om de Militie ter repartitie van Holland Jlaande des noods te employeeren, om de geweldige maatregelen, in Gelderland ondernomen, te keer te gaan enz. In dato den 4 era 10 September 1786. Maandag den 4 September 1785. Is gelezen een Misfive van de Heeren Gecommitteerde Raaden &c. En hebben Burgemeesteren daar benevens aan deze Vergadering voorgedragen, dat heden, voor het aangaan van de Vroed fchaps Vergadering, inde Kamer van Heeren Burgemeesteren op hun verzoek: waaren binnen geftaan, IsaacHubert, Mr. Pieter. de Monchy, oud Schepenen dezer Stad, Mr. Nrcolaas Martinds Boogaart van Alblasserdam, DAlNIEL de JoNGH , cornelis van den bosch, Gerrit van der Pot Heer van Groenereld, Jacob E. de Vogel, Pieter de Koker, Thomas Theo- dore CREMER, GeRARD van NYMEGEN, CoRNELIS van der Hoeven , Jan Viruly en Arnout van Beeftingh , als Gecorjftitueerden van meer dan agt honderd Burgers en Ingezetenen dezer Stad, en door monde van den Advocaat HendrikArnold Kreet, hadden te kennen gegeven, dat de Verga*  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 53 gadering van Hun Ed. Groot Mogenden door Heeren Gecommitteerde Raaden geconvoceerd zynde, tegen heden ten een uur, over een object van de alleruiterfte aangelegenheid , zy van Heeren Burgemeesteren verzogten , dat aan Hun Geconftitueerden, voor dat over het poir.cï waar toe de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden was befegd , wierde gedelibereerd , acces mogt worden vergund in de Vergadering van de Vroedfchap, ten einde aldaar een mondeling voorftel uit den nasm hunner Conftituanten te doen, en dat Heeren Burgemeesteren dit hun verzoek wel zouden gelieven te appuyeeren. Dat Heeren Burgemeesteren aan de voornoemde Geconftitueerden hebbende herinnerd, dat alle verzoeken of Requesten , welke aan de Vergadering van de Vroedfchap wierden gedaan of geprefen teerd, gewoonlyk voor af in Burgemeesters kamer wierden gedaan of overgegeven, en als dan door Heeren Burgemeesteren gebragt ter kennis en dehberatie van de Vergadering van de Vroedfchap, de gemelde Geconftitueerden wel hadden gedeclareerd van die gewoonte niet onkundig te zyn, en dat zy zoodaanig verzoek om accés in de Vergadering van de Vroedfchap, wanneer geverfeerd wierd in een ordinair geval, ook niet zouden hebben gedaan, maar dat de importantie en het gewigt der zaake en de kortheid des tyds niec hadden toegelaaten, daar van een behoorlyk precies in gefchrifte te brengen; infteerende mits dien alsnog, dat aan hun mogt worden gepermitteerd, om, eer dat over het voorfz. poinft van befchryving werde gerlelibereerd, in de Vergadering van de Vroedfchap te mogen geadmitteerd worden: en dat daar op door Heeren Burgemeesteren was aangenomen, om het voorfz. verzoek te brengen ter kennis van deze Vergadering. . Waar op gedelibereerd, en door lommige Leden dezer Vergadering zynde geinfteerd, dat het voorfz. geproponeerde mogt worden gemaakt ComJ3 3 mis-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. .55 gevonden en verdaan, dat het voorfz, geproponeerde zal worden geëxamineerd door Heeren Burgemeesteren, Gedeputeerden ter dagvaart, Rekenmeesteren en de vyf oudfte Leden dezer Vergadering, en daar op nog ftaande dezelve gediend van derzelver confideratien en advis. Is gehoord het Rapport van Heeren Burgemeesteren en verdere Gecommitteerden, hebbendeingevolge en ter voldoeniage van de bovenflaan Je j Refolutie Commisforiaal, geëxamineerd de Misfive van Heeren Gecommitteerde Raaden van den 2den dezer, als mede de voordragt door de Geconfti? tueerden van een groot aantal van Burgers en In* gezetenen dezer Stad in deze Vergadering gedaan; ,1 houdende het voorfz. Rapport, dat de meerderheid ] van de Leden van het gehouden Befoigne van advife waren geweest, dac de Gedeputeerden ter dagvaart zouden behooren te worden geauthorifeerd en gequalificeerd, om met de Leden van HunEd. Groot ' Mogenden Vergadering te helpen nemen zoodaani| ge Refolutie als in dezen noodig zal bevonden \ worden, en om des noods met de andere Leden te i helpen refolveeren, dat ook van de Militie, ftaande ter, ,1 repartitie van deze Provincie, gebruik werde gemaakt 4 tot voorkoming van het ftorten van Burgerbloed. Dan dat de minderheid in het voorfz. Befoigne zich « wel had geconformeerd met het eerfte lid van het ) voorfz. advis der meerderheid, doch niet met het a laatfte lid, en dus vau gedachten was geweest, dat; 3 de Gedeputeerden ter dagvaart zouden behooren ] te worden geauthorifeerd en gequalificeerd, om rd met de Leden van Hun Ed. Groot Mogenden Ver\ gadering te helpen nemen zoodaanige Refolutie, 3 als in dezen noodig zal bevonden worden, zeodita-. 1 nig nogthans, dat, war.neer men zonder eenpaarigheid j zoude mogen willen refolveeren tot het daadelyk employ van zoodaanige middelen, welke ten gevolge zouden hebben het vergieten van bloed, of het verbreken van de', l Unie, de Gedepiteerdm het zelve zullen moe1 en overI nemen, en vooraf brengen ter kennis van deze V»rga•\ dering. Waar  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk m misforiaal, is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz. Misfive van Heeren Gecommitteerde Raaden, mitsgaders het voorfz, geproponeerde zal worden geëxamineerd door Heeren Burgemeesteren , Kekenmeesteren en de vyf oudfte Leden dezer Vergadering, om daar op nog (taande Vergadering dezelve te dienen van hunne confideratien en advis De Heeren Bogaart van Alblasserdam, Vingerhoed , van Aephen en Gevers, hebben tot devoorfz. Refolutie Commisforiaal niet geconcurreerd, maar zyn van advife geweest, dat de voorfz. Geconftitueerden van de Burgery en Ingezetenen dezer Stad direct en zonderdilay in deze Vergadering, tot het doen van het verzogt voordel, behoorden te worden toegelaaten. Is gehoord het Rapport van Heeren Burgemeesteren en verdere Gecommitteerden, hebbende, ingevolge en ter voldoening van de bovenftaande Refolutie Commisforiaal, (taande Vergadering geëxamineerd het geproponeerde door Heeren Burgemeesteren, aangaande het verzoek door de Geconftitueerden van eenige Burgers en Ingezetenen dezer Stad, om in deze Vergadering toe het doen van een mondeling voorftel te worden geadmitteerd. Waar op gedelibereerd en in achting genomen zynde, dat door de voornoemde Geconftitueerden reeds voor af eenige fummiere opening van hun te doene yoorftel in de kamer van Heeren Burgemees. teren is gedaan , en daar mede ook is genoeg gedaan aan de Refolutie dezer Vergadering van den &6 April i<5?7. Js goedgevonden en verftaan, het voorfz. verzoek van Geconftitueerden, om acjés in de Vroedichap tot het doen eener mondelinge voordragt te accordeeren, zoo als het zelve geaccordeert word by dezen. En is daarop, na dat de voornoemde Geconftku. eerden in deze Vergadering waren geadmitteerd, 4n derzelver naam door monde van den voornoemge Advocaat Xseet, in fubftantie voorgedraagen: Dat  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 55 Dat een diergelyk verzoek, als door Geccrftitueerden was gedaan, om in perfoon in deze Vergadering te worden geadmitteerd tot het deen eener mondelinge voordragt, niet zeer gewoon was, maar dat ongewoone voorvallen ook eischten orge« woone middelen, betuigende mits dien hurne erkentenis dat men hun in deze Vergadering had geadmitteerd. Dat aan Hun Ed. Groot Achtb. bekend was het Addres, 't geen door de voornoemde Geconftitu. eerden s' vrydags te vooren aan Hun Ed. Groot Mogenden was gedaan, en dat het zelve was gemaakt Commisforiaal, mitsgaders welke provifioneele Refolutie op het zelve was genomen. Dat 'er toen ter tyd niet wel eenige andere dispofitie op het gemelde Addres had kunnen vallen, om dat 'er zulk een periculum in mora nog niet was, en Heeren Gedeputeerden als toen met reden zwaarigheid hadden gemaakt, om zonder last van deze Vergadering verder te gaan. Dan dat 'er federt zeer veele zaaken waren gepasfeerd, waar over ook de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden tegen heden middag ten één uur was befchreven; en dat zy Geconftitueerden daarom hadden gemeend verplicht te zyn, om aan Hun Ed. Groot Achtb. kennis te moeten geven van hunne bekomen informatien: onder anderen daar in beftaande , dat het zeker en buiten twyfel was, dat de Regimenten van den Erf-Prins, vanSommerlatte, van Baden. Barlach , Plettenberg, Fff er en en van Brakel, mitsgaders een Compagnie Switzers, gedekt door eenige Cavallerie en voorzien van een train van Artillerie , in vollen marsch waren; dat de verzamelplaats van dit Corps was op het Loo in Gelderland, en dat het oogmerk dat men daar mede had, zich verder uitftrekte als Eiburg en Hattum : want dat 'er te Amersfoort door die genen, welke zich noemden de Staaten van Utrecht, gevraagd waren patenten van zyn Hoogheid naar de Stad Utrecht ; en dat daarom die verzamelD 4 plaat*  56 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot plaats was genomen op het Loo, als het Centrum. Dat op die informatien volkomen ftaat gemaakt kon worden» en dat de Heeren Gedeputeerden ter dagvaart dit in de Vergadering van Holland bevestigd zouden vinden. Dat Geconftitueerden by hun Request aan de Staaten van deze Provincie geene middelen hadden aan de "hand gegeven, en dezelve aan Hun Ed. Groot Mogenden overgelaten, dan dac zy hadden gezien, dat de Leden daaromtrent difficulteerden, en waren blyven hangen aan het Ccnjlitutioneele of jnconftitutioneele , aan welke woorden het te wenfchen ware, dat een bepaalde beteekenis, wat men eigentlyk door het Conjlitutioneele te verftaan hadde, konde gegeven worden. En dat dit de waare reden was, om welke zy Geconftitueerden deze voordragt aan de Vergadering van de Vroedfchap kwamen te doen, die in alle de agttien Hemmende Steden dezer Provincie zoude zyn gedaan, indien de byeenkomst der Vergadering van Hun Ed Groot Mogenden niet was Vervroegd. Dat Geconftitueerden gaarne wilden toeftemmen, dat 'er waren .zeven van dt n anderen onafhangelyke Pmvincien ; maar dat de Unie niet was eene asfociatie tu'fchen Regenten onderling , maar van het "Volk, en dat deCollegien, die hunne Gecommitteerden hadden afgevaardigd tot het aangaan van dit Traöaat in dien tyd, nietzoodaanig waren geconftitueerd als dezelve nu zyr. Dat de Provinciën in dien tyd hadden een Souverein, ten minden die nog nier afgezworen was, en dat die Collegien het voorfz. Tradtaat hadden gemaakt in qua'iteit van Grmeentsmannen en als Representanten van het Volk: Dat men moest vragen of dit was Conflitutioneel pf niet ? Zoo nem , dat dan wy en onze Voorouders nog Pproermaakers waren. Dan zoo ia, en dat die handel wyze toen Confti. tu-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 57 tutioneel was, zulks dan nu ook Conftitutioneel moest zyn. Dat twee Provinciën zich thans in die zelfde omftandigheden van dien tyd bevonden. Dat de onwettige Reprsefentanten des Volks aldaar het zelfde deden, en den eigen weg infloegen, als de Souverein in dien tyd had gedaan. Dat de Ingezetenen aan dezelve decente reprasfentatie'n hadden gedaan, Requesten geprsfenteerd , eerbiedige remonftrantien gedaan, zonder iets anders te vergen, dan 't geen Conftitutioneel is. Maar dat alles word gedeclineerd, geen gehoor gegeven , en de Burgeryen met kleinagting geflagen; Dat dezelve wel hadden gehoopt op beter uitllag, dog dat het tegendeel plaats had: en dat het lighaam, dat door den Burger word betaald om het zelve te befchermen tegens alle oppresfien, zelfs tegens hun wierd gebruikt. Dat het gevolg daar van zoude zyn eene Unie van andere Ingezetenen: Dat fommigen reeds tot ontzet hunner Bondgenooten waren uitgetrokken , en anderen nog zouden uittrekken, en dat Geconftitueerdenteeds gisteren aanzegging hadden gehad, dat eenige van de Burgers dezer Stad , namentlyk van het Genootfchap tot de Wapenoefening, gereed waren om ook derwaarts te convoleeren : En of derhalven eenige Vroedfchap konde aan. zien, dat hunne Burgers ter flagrbank werden gebragt ? en zoo neen , dat men dan ook Diet konde verwagten dat de Staaten dezer Provincie zich zouden borneeren tot enkelde exhorcatoiren aan de andere Provinciën te doen, maar dar dezelve zouden begrypen , dat zy niet Inconfiitutioneel handelen, wanneer zy zich tegen zoodaanige behandelingen kwamen te verzetten : *e minder , daar zy zelfs meenigmalen voor anderen by vreemden hadden geintercedeerd en zelfs bedreigt. .Qat Geconftitueerden en hunne Conftituanten P 5 der-  J8 Verzameling van Stukken betrekkelyk iet derhalven verlangden, dat de Heeren Gedeputeerden ten dagvaart mogten worden gelast en gequalificeerd, om het ter Vergadering van HunEd. Groot Mogenden daar heenen te dirigeeren, dat de Militie , (taande ter repartitie van deze Provincie, (des noods) moge worden gebruikt tegen de andere Militie, en het ftorten van Burgerbloed voorgekomen. En dat hier van aanfchryvinge moge worden gedaan aan de Staaten van de andere Provinciën (zynde daar toe by de Staaten van Overysfel reeds gerefolveerd) en voorts de noodige pra;paratoire ordres beraamd en gegeven, om dit (des noods) ter executie te (tellen. Dat dit was het verlangen van de Natie: Dat zy het middel, hoe dit ten uitvoer te brengen, moesten overlaaten aan den Souverein. Dat zy niet fpraken van Patenten, noch van hooge of laage Ambtenaaren, en ook niemand befchuldigden: maar verzogten dat deze zaak met aflegging van alle vooroirdeelen mogt'worden overwogen. Dat zy de prefente Leden dezer Vergadering allen daar Voor hielden en van dezelve verwagtten, dat zy in dit geval allen even (terk ten beste van het Vaderland zouden zyn aangedaan, en begrypen dat het ftorten van Burgerbloed moest worden voorgekomen , en dus ook niet aan die kleinigheden van Conflitutioneel of Inconftitutioneel blyven hangen. Voegende daar verder by, dat zy in 't zekere waren geinformeerd, dat aan de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht was gegeven een last cum plena, tot het nemen van de allerfterkfte maatregelen , om het ftorten van Burgerbloed voor te komen. Waar op, na dat de voornoemde Geconftitueerden zich uit de Vroedfchapskamer hadden geretireerd, met verzoek dat aan hun kennis mogt worden gegeven van 't gunt hier op by deze Vergadering zoude mogen worden gerefolveerd; Is goed-  io Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan de Gedeputeerden ter dagvaart te authorifeeren en te quaiificeeren, om met de Leden van Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering te helpen nemen zoodaanige Refolutie, als in dezen noodig zal bevonden worden, zoodaanig nogthans, dat wanneer men zonder eenpaarigheid zoude mogen willen refolveeren tot het daadelyk employ van zoodaanige middelen, welke ten gevolge zou. den hebben het vergieten van bloed, of het verbreken van de Unie, de Gedeputeerden het zelve zullen moeten overnemen, en vooraf brengen ter kennis van deze Vergadering. De Heer Bichon heeft gedeclareerd zich teconformeeren met het Advis van de meerderheid van de Leden van het Befoigne. De Heeren Boogaart van Altjlasserdam, Vingerhoed, van AtPHEN, van DER GoES, GEVERS , Reepmaker en van Hoogstraten hebben gedeclareerd als nog te perfifteeren by het eerfte lid van het voorfz. Rapport, behelzende het advis van de meerderheid der Leden van het Befoigne, en zich mitsdien met de voorenftaande Conclufie niet te hebben geconformeerd, maar dezelve te hebben gecontradiceerd. Van welk gerefolveerde, na dat Geconftitueerden in deze Vergadering weder waren geadmitteerd, door den Penlionaris aan dezelve kennis gegeven zynde, is aan de gemelde Geconftitueerden door den Heere Vingerhoed aangezegd, dat Hy en de andere hier voorengenoemde Leden dezer Vergadering, tot die Refolutie niet hadden geconcurreerd, maar van advife waren geweest, dat de Gedeputeerden ter dagvaart conform het advis van de meerderheid der Leden van het Befoigne, behoorden te worden gelast: En hebben de voornoemde Geconftitueerden daar op, door monde van den Advokaat Kreet, betuigd: dat het hun leed deed, dat zy met zoodaanige Refolutie, als aan hun zoo even was ge- Qon>«  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6t communiceerd, geen genoegen konden nemen, ea derhalven als nog by deze Vergadering moesten indeeren, en dezelve baden en zelfs vergden, dat de deliberatien over hun gedaane voordel als nog mogten worden hervat, en dat by deze Vergadering mogt worden genomen een Refolutie niet geaccrocheerd aan een eenpaarigheid, maar dat de Gedeputeerden finaal mogten worden gelast om geen Soldaatenbloed te fpaaren, om het vergieten van Burgerbloed voor te komen; daar by voegende, dat zy en hunne Condituanten, die zich in aanmerkelyken getale op het Raadhuis bevonden, tot een blyk, dat zy het gedrag hunner Geconftitueerden approbeerden, het Raadhuis niet zouden verhaten , voor dat daar op nader zoude zyn gerefolveerd, en dat, hoe zeer de tyd daar mede zoude verloopen, het dan nog beter was, dat de Stoel van Rotterdam in de Vergadering van Holland bleef ledig daan, dan dat de Gedeputeerden dezer Stad zonder Verandering in de voorfz. last derwaards kwamen te vertrekken, met byvoeging, dat de Vroedfchap uitmaakte de Reprsfentanten van het Volk, dat de Vroedfchap was om het Volk, en dat de Leden van de Vroedfchap, wanneer zy van het Stadhuis waren, allen egaal waren met de Confti* tuanten, en voorts de gemelde voordragt met meer andere redenen ten derkden aandringende. Waar op , na dat de voornoemde Geconftitueerden zich uit de Vroedfchaps kamer hadden begeven, nader op het voorfz. Voordel zynde gedelibereerd, is goedgevonden en verdaan, dat aan de voornoemde Geconditueerden zoude worden aaazegd en kennis gegeven: Dat deze Vergadering nader over derzelver gedaane voordragt hebbende gedelibereerd , de meerderheid van de. Leden als nog bleef perfisteeren by hunne gedachten, dat aan de Gedeputeerden ter dagvaart zoodaanige last behoorde te worden gegeven, als aan de Geconditueerden reeds was ge- com-  6 2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot comraUDi'ceerd geworden: doch reguard nemende'! op de fterke inftantien van de Geconftitueerden i en de Hunne, en om genoegen te geven aan derzelver verlangen, wel mogten lyden, dat de Ge-deputeerden ter dagvaart werden gelast èn gequa- ■ Hficeerd,zoo als dezelve dan ookgelast engequali-ftceérd worden by dezen, om met de Leden van i Hun Ed. Grooc Mogenden Vergadering te helpen . nemen zoodaanige Refolutie als in dezen noodigzali bevonden worden, en om (des noods) met de an-■ dere- Leden te helpen refolveeren, dat ook van de ! Militie, rer' repartitie dezer Provincie ftaande, ge- ■ bruik worde gemaakt tot voorkoming van het ftor-. ten van Burgerbloed. En is dit gérefolveerde ftaande Vergadering gerefumee'rd, en na voorgaande deliberatie gearresteerd; hebbende de Heer van HogenDorp verklaard tot de voorfz. Refolutie niet te kunnen concurreeren. En is, na dat de voorfz. aanzegging door den Penfionaris aan de voornoemde Geconftitueerden , in deze Vergaderi'ngbinnen geftaan zynde, was gedaan, daar op door den AdvokaatKreet' in naam der voornoemde Geconftitueerden in fubftantie geantwoord. Dat zy zeer dankbaar waren, dat de Vroedfchap eenmaal had gelieven te voldoen aan het verlangen van het aanzienelykfte gedeelte Van de Burgery ; Dat zy ligtelyk konden begrypen, dat in een zaak van zoo veel gewigt en ddicatesfe de Leden juist allen niet van een eehpaarig 'gevoelen waren geweest, maar dat bet hun zeer aangenaam was te 2ien, dat men wel had willen defereeren aan de lumieres of doorzicht van zoo veele kundigen onder hun. Dat zy deze genomen Refolutie met blydfchap aan hunne Prmcipaalen zouden communiceeren, en van harte wensehten, dat God zynen zegen daar op wilde verleercn. En is voorts door den voornoemden Advokaat Kreet overgegeven een Prë  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 63 Pro Memoria, vervattende het fummier zyner gedaace voordragt. Accordeert met de voorfz. Refolutie, By my als Secretaris, (geteekend) W. W. van Berckel. Zondag den 10 September 1786. Burgemeesteren hebben aan deze Vergadering gecommuniceerd, dat zy zoo aanftonds hadden ontvangen een Billiet aan Hun geaddresfeerd, met verzoek om ten eerften te openen, gedateerd op heden den 10 September 1786 en onderteekend door Cornelis van den Bosch, van der Pot van Groeneveld, Jacob de Vogel, Pieter de Koker , Cor. nelis van der Hoeven, Hend. Arn. Kreet, j. Hubert, Pieter de Monchy, N. M. Boogaart van Alblasserdam , Daniël de Jongh en J. Viruly, houdende „ datzy, by toeval een oogenblik 3, na het aangaan der Vroedfchap, boven gekomen 3, zynde, meenden in het Collegie van Hun Ed. 33 Groot Achtb. te verzoeken, dat zy in de Vroed- fchap mogten binnen ftaan , om een kort com}, pliment van dankzegging af te leggen, over het s, gevolg van den last in de voorige fesfie aan de Si Heeren Gedeputeerden gegeven , en een ver3, zoek te doen, tot dat gewigtige onderwerp re3, latif." „ Dat zy derhalven de vryheid namen te follici„ teeren , dat dit Billiet ten zeiven einde mogte 3, dienen, ten ware Hun Ed. Groot Achtb. hen s, daar toe nog een oogenblik audiëntie in de kas, mer van Hun Ed. Groot Achtb. geliefden te ver. M gunnen voor het fcheiden van de Vroedfchap." Dat de voornoemde Geconltitueerden vervol, gens, op goedvinden van deze Vergadering, in Burgemeesters kamer zynde gerequireerd, het voorfz. verzoek aldaar mondeling door den Advokaat Kreet was  ö4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot was herhaald, aan wien vervolgens door den Heer Prasfideerende, Burgemeester was gevraagd, of het gunt zy in de Vroedfchap hadden voor te dragen niet in gefchrifte zoude kunnen worden overgegeven aan Burgemeesteren? dan dat daar op door den Advocaat Kreet was gerepliceerd, dat zy hetzelve niet in fcriptis hadden vervat, enalleenlykzoude beftaan , in een compliment van dankzegging voor den last , door de Vroedfchap in de voorige fesfie aan Heeren Gedeputeerden ter dagvaard gegeven, en om te folliciteeren, dat diergelyke last aan Gedeputeerden mogte worden gecontinueerd, als waar van men de goede gevolgen nu reeds had gezien. Dat Heeren Burgemeesteren daar over in den haaren hebbende gedelibereerd, vervolgens aan voornoemde Geconftitueerden hadden aangezegd , dat de Vroedfchap belegd zynde , omme te hooren het Rapport van het voorgevallene in de voorgaande week in de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden , Hun Ed. Groot Achtb. hun gemelde verzoek, na dat het voorfz Rapport aan de Vroedfchap zoude zyn gedaan, zouden brengen ter kennis van deze Vergaderingt Waar op gedelibereerd en fpecialyk gelet zynde op de voorfz. prealabele gegeven opening aan Heeren Burgemeesteren, is goedgevonden en verftaan , dat aan de voornoemde Geconftitueerden A na dat het Rapport van het voorgevallene in de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden zal. zyn gedaan , ten einde als vooren gemeld in deze Vergadering accres zal worden vergund. En dat aan dezelve, na dat het voorfz. compliment van dankzegging en verzoek zal zyn gedaan , door den Penfionaris tot antwoord zal worden toegevoegd, dat by deze Vergadering gedelibereerd zynde over het gerapporteerde van het voorgevallene in de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden , geene verandering in den reeds gegeven last aan Heeren Gedeputeerden was gevallen. Ed  Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 65 En is voorts, na dat het voorfz. Rapport was gedaan, en daar op gedelibereerd, en het zelve was aangenomen voor notificatie , aan de voornoemde Geconftitueerden in deze Vergadering acces vergund, en door monde van den Advokaat Kreet in fubftantie voorgedragen: Dat de reden, om welke de voornoemde Geconftitueerden hadden gerefolveerd om te verzoeken, van eene korte opwachting in de Vergadering van de Vroedfchap te mogen maken, veel aangenaamec was dan die van de voorige fesfie, toen zy had. den moeten verzoeken en aandringen op 't geven van zoodaanigen last aan de Heeren Gedeputeerden ter dagvaard, als door hun op dien tyd was voorgedragen : want dat de reden, waarom zy nu hadden verzocht om acces te hebben in deze Vergadering, was, om aan dezelve hunne dankzegging voor dien gegeven last, en de loffelyke uitvoering en nako* ming van denzelven, te betuigen. Dat zy daar toe geen woorden, welke hunne gevoelens van dankbaarheid fterk genoeg uitdrukten, konden gebruiken. Dat het voorfz. gedrag van Hun Ed. Groot Achtb., en van de Gedeputeerden in de Vergadering van Holland, niet alleen door hun en hunne Conftituen« ten was gebillykt , maar ook de kenmerken , da. zulks ook elders wierd goedgekeurd, hadden ontvangen ; en dat daar aan ook gedeelcelyk moesten worden geattribueerd de cordaate befluiten, in de voorleden week door Hun Ed. Groot Mogenden genomen , waar aan, naar hun begrip , het behoud van 't lieve Vaderland zoude kunnen worden geac tribucerd. Dat zy dan ook vertrouwden, dat die Leden van de Vroedfchap , welke te vooren nog eenigszics fcrupuleus mogten zyn geweest, nu, by overdenking van al het gepasfeerde , en de ingekomene Rapporten van het gebeurde, van die fcrupule zouden zyn te rug gekomen , en dat zy zich mic*dien XVIII. Deel. E vlei-  66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vleiden, dac dezelve de genomen Refolutien en Me- • fures zouden approbeeren , en laaten voortduuren \ en concinueeren dien zeiven last, welke als toen aam Heeren Gedeputeerden was gegeven, op dat deze3 Stad dus zoude mogen blyven jouisfeeren van dienj roem, welke dezelve nu verkregen had, het ver-trouwen tusfchen de Regeering en Burgery geves-. tigd , en al hec bevoorens gepasfeerde vergeten: mogt worden. Verzoekende èindelyk, dat aan hun, voor heet fcheiden dezer Vergadering, maar zoo veelmogtt worden gezegd, dac zy hunne Committenten daart door eenige gerustheid konden geven. En is daar op aan de voornoemde Geconftitueer-. den, ingevolge het gerefolveerde hier boven ge-:, meld, door den Penfionaris tot antwoord gegeven:: „ Dat by deze Vergadering gedelibereerd zycdef over het gerapporteerde van het gepasfeerde int „ de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden,, ,, geene verandering in den reeds gegeven lasc aanc Heeren Gedeputeerden gevallen was." Accordeert met de voorfz, Refolutien,, By my als Secretaris. (geteeker.d) W. W. van Berckel. N9,.  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 67 N°. 1407. Misfive van de Vroedfchap der Stad Ut. recht aan de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, met verzoek om een behoorlyk getal Troepes, op Holland gerepartitieerd, in aller yl te doen marcheeren en plaat/en op de Utrechtfche Confinien enz. In dato den 4 September 1786". Edele Groot Mogende Heeren! De Vroedfchap der Stad Utrecht in ferieufe overweging genomen hebbende het continueeren der prsetenfe Vergadering van twee voorftemmende Leden binnen Amersfoort; het niet beancwoorden der Misfive, door Hun Edele Groot Achtbaare aan Hun Edele Mogenden Gedeputeerden afgezonden , ten einde van Stads fentiment omtrent de illegaliteit en het informeele van die Vergadering, en het verzoek, om geene meerdere Troepen binnen deze Provincie te doen trekken, zoude kunnen blyken; het fecreteeren der Refolutien, by gemelde voorftemmende Leden , welke zich welligt den prastenfen naam van Staaten zullen goedvinden te attribueeren, en de geruchten, wel* ke niet zonder grond worden verfpreid, dat de meerderheid van gemelde Vergadering zoude heb* ben kunnen goedvinden, een aanmerkelyk aantal Troepen herwaards, immers en ten mwften op het Territoir dezer Provincie, te doen marcheeren; gevoegd by de tydingen, dat men van zins zoude zyn, om op eene bepaalde Plaats in eene nabuurige Provincie een groot aantal Militie, zelfs met eenige (tukken Kanon , en een Corps Artilleristen voorzien, byeentedoen komen; voorziet uit die machinatien niets anders, dan dat men van zins is" deze Provincie met Militaire macht te invadeeren, en tegens deze Stad ongeoirloofde, ja vyandelyke, aanvallen ter executie te brengen; en vind zich, om gemelde redenen, in de onvermydelyke uoodZaak zich by dezen te addresfeeren aan 0 Ed. Gr. Mogenden, als welke de volledigfte blyken hebben E a aan  63 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aan den dag gelegd, dac ü Ed. Gróót Mogenden i niet alleen warsch zyn van Militair geweld tegens ; de goede, en haare Rechten en Privilegiën recla-• meerende, Burgeryen te gebruiken; maar boven i dien , vo'gens derzelver Vaderlyke zorge, met geeni oi'verfchillig oog zouden kunnen aanzien, dat fom-mige Hollanderen zich voor onze Burgeren in de: bresfe zouden ftellen; maar het gevaar, waar aam die braave en welmeenende Vaderlanders met ons : zouden worden bloot gefteld, zoo veel mooglykr. prevenieeren; alwaaromme de Vroedfchap de vry-» heid neemt, op U Ed. Groot Mogenden, als hun-, nen welmeenecdtteo Bondgenoot volkomen vertrou-. wende, voor te dragen, of hec U Ed. Groot Mo-genden, in de tegenwoordige omftandigheden, terr voorkoming dat het tooneel van een Burger-Oorlog; alhier niet geopend worde, niet zoude kunnen be-. fluiren , mee dien fpoed, dien de nood. vordert, eem behoorlyk aantal Troepes, op U Ed, Groot Mo-genden Provincie gerepartitieerd , in aller yl tej doen roarcheeren, en dezelve provifioneel te plaatzen op de cor.finien dezer Provincie, met last aani de respiclive Commandanten, om op den eerftem wenk van den tegenwoordigen Raad der Stad Ut-, recht, tot dekking en beveiliging van deze onze; Stad, aan te rukken, zonder nadere ordres van UI Ed, Groot Mogenden daar omtrent te moeten af-. W3chreu; als befchouwerde de Vroedfchap, „ hoei „ zeer niet twyffelende aan de Vaderlandsliefde van i „ U Ed, Groot Mogenden, en van derzelver ge-. zindbeid , om het plengen van Burger-bloed,, ,, zelfs met de daad, te keer te gaan, volkomeni ,, overtuigd zynde", zoodaanigen Jasc in de praïfen-■ te omftandigheden van zaaken, daar het gevaar: mooglyk zeer naby is, hoogst noodig. , Wy "bevelen ons en de goede Burgery dezer Scad . in de byzondere protectie van U Ed. Groot Mogen- ■ d^n, naast den God der Vryheid, op U Ed. Groot: Molenden ons verlaacende, en onze verplichting; betuigende voor de zoo heiizaame Refolutien, door ' U  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 69 UEd.: Groot Mogenden, ter voorkoming van een allerverdervelykften Burger-Oorlog, genomen, be. ■velen wy U Éd. Groot Mogenden in de befcherminge des Allerhoogften, en hebben de eer ous met ' byzondere veneracie te noemen, Edele. Groot Mogmde Heeren! (Onder ftond) U Ed. Groot Mogenden dienstwillige goede Vrienden, De Vroedfchap der Stad Utrecht. (lager fiondi) Ter Ordonnantie van dezelve. j de?? Sehpt. (was geteekena) I786' Izaak Falck. N°. 1408. Refolutie op de voorenftaande Mi five getto', men, tot aanfchryving aan alle de Commandanten van de Regimenten, op Hollandfche repartitieJiaan. de, om zich marschvaardig te houden, enz. In dato den 5 September 1786. Ontvangen een Misfive van de Vroedfchap der Stad Utrecht , gefchreven aldaar den4den dezer, waar by, in den prafenten nood, verzoeken, de noodige voorziening van Hun Ed Groot Mogenden tot dekking en beveiliging derzelve Stad, breeder in de navolgende Misfive vervat. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan dat de voorfchreve Misfive zal worden 'geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommic teerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering E 3 daar  7Q Verzameling vm Stukken betrekkelyk tst daar op gediend van derzelver confideratien en ad. . vis ; en is dien onverminderd goedgevonden en i verftaan , dat, conform het tweede LidderPropo» . llcie door de Heeren Gedeputeerden der StadDord- ■ recht op gisteren gedaan, alle de Commandanten i van de Regimenten op deze Provincie gereparti- • tieerd, van wegens Hun Ed. Groot Mogenden zul* • len worden aangefchreven en gelast om zich marsen- • vaardig te houden, ten einde op Hoogstderzelver 1 eerfte ordres te kunnen trekken naar de hun byHun i Ed. Groot Mogenden voor te fchryvene plaatzen; j met verderen last aan dezelve, om geene ordres i toe het veranderen van hun tegenwoordig Guarnifoen te obtempereeren, ten zy dezelve ordres door 1 Hun Fd. Groot Mogenden waren geapprobeerd ea gecor firmeerd; en is verder goedgevonden,deHee- . ren Gecommitteerde Raaden by dezen te gelasten om geen befcheiden van Scheepsvrachten, veroir- . zaakt uit hoofde van Guarnifoens changementen, of' het transport van Ammunitie van Oorlog, federt Hun Ed, Groot Mogenden Refolutien van den 25ften Augustus laatstleden, te voldoen; midsgaders Burgemeesteren en Regeerders van de respective Ste. . den binnen deze Provincie aan te fehryven en te gelasten , om geen Schepen tot transport van Ammunitie van Oorlog, of Militie, te laaien employee. ten, ten zy de ordres, daar toe dienende, door Bun Ed. Groot Mogenden, of, by derzelver abfectie, door Heeren Gecommitteerde Raaden mog. ten zyn geaggreëerd:en voorts, in achting genomen zynde de informatien ter Vergadering gefuppedi. teerd, dat het Regiment Guardes-Dragonders zich j"n het geheel of ten deele zoude hebbm laaten era. ployeeren tot het dekken van het transport van Amrr unitie van Oorlog, geriestineerd tot het uitvoeren van ordres, direét aanlopende tegen Hun Ed. Groot Mogecden Refolutie van den 2j!len Augustus laatstluien, en dat het zelve Regiment ook thans was gtcantonneerd om of by het Loo, waar door op ftn dirtöe wyze dcqr het zelve Regiment, tegen' de  èt Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 71 i ie ordres van Hun Ed. Groot Mogenden, op den (25flen Augustus voorfz. gearresteerd, is aange. I gaan, is goedgevonden, de Heeren Gecommitteerde Raaden by dezen te qualificeeren en te gelasten, zich omtrent de voorfz, gehoudene conduii tes van het zelve Regiment punctueel en naauw. keurig te informeeren, en van derzelver bekomen •berichten aan Hun Ed. Groot Mogenden een pre1 cies verflag te doen, met verderen last aan voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden, om proivifioneel, en hangende de aanftaande deliberauen ivan Ed. Groot Mogenden over het voornoemde 1 te doene Rapport, geen foldy aan het zelve ReI giment, met den oden dezer maand zullende ver' vallen, te laaten voldoen; midsgaders om aan den ! Solliciteur of de Solliciteurs het zelve Regiment ï bedienende ftiptelyk te interdiceeren , om op de l voorfz. foldyen geene de minfte avances te mogen l doen;wordende de gemelde Heeren Gecommirteer. ;< de Raaden verder gelast, om buiten communicatie i ' van Hun Ed. Groot Mogenden geen attachés te veri leenen op Patenten tot het uittrekken van Militie 3 binnen deze Provincie thans in Guarnifoen zynde, l of tot het doortrekken van Troepes binnen andere \ Provinciën of in de Generaliteits Landen, gelegen; I en mede nog in achting genomen zynde , dat uit de I Generaliteits Magazynen naar de Steden van Gelder! land, en mooglyk ook elders, Ammunitie van Oorlog § zoude zyn gezonden en vervoerd, tot het executee9 ren der hostile projecten, door de Staaten van Gel9 detland en op naam van die van Utrecht gemaakt, I is èindelyk goedgevonden en verftaan, dat vanwe| gens deze Provincie by den Raad van Staate zal I wordeD geïnformeerd, of zulks met hun medeweten | en toeftemming is gefchied, ten einde Hun Edele I Groot Mogenden van de directie, in deze zoo ver uit| ziende zaak gehouden, behoorlyk zouden mogen l worden onderricht. E 4 Aan-  72 . Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Aanteekening van de Ridderfchap. De meerderheid van de Heeren van de Riddervj fchap heeft tot de voorfz. Refolutie niet geconcur.i reerd maar dezelve aangezien, Aanteekening van vyftien Steden. De Heeren Gedeputeerdens der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfteldam , Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven,, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnickendam en Purmerende, hebben ten aanzien van heet begrip der meerderheid van de Ridderfchap geinhae-. reerd de fommatie onder de Notulen van den 4deni dezer gedaan, en dezelve by dezengerenoveerd. Accordeert met voorfz. Refolutie. N°. r4oo. Misfive van de Heeren Staaten van Holland en Wat-Friesland aan den Heere Prime vanOran. ge en Nasfau, behelzende requijltie van.een prcecie» Je en openhartige opening van zyn Hoogheids perjooneele denkwyze over de geweldige maatregelen tegen Hattem, Eiburg fifa beraamd en in 't werk gefield. In dato den 6 Septemb, 1786. Doorluchtige Fübst en Heer! In gevolge van ons gerefolveerde van heden, hebben wy goedgevonden Uwe Hoogheid, als Kapitein-Generaal dezer Provincie, by dezen aan te ïchryven, dat wy met het uiterfte ongenoegen en teffens fenfibelst leedwezen vernomen hebbende de demarches, tot welke de Heeren Staaten van Gel» dcrland hadden kunren goedvinden, ten opzichte van de Steden Hattem en Eiburg, te komen; als mede hec gunt op naam Yan de Heeren Staaten van Uc  f 'de Gebeurtenisfeh in' 1787 enz. voorgevallen. 1$ Utrecht, tot het doen inrukken van eenige Militie binnen dezelve Provincie, was ondernomen," vo!ftrekt dienftig en noodig s hebben geoirdeeld om van Uwe Hoogheid te requireeren eene prseciéfe en openhartige opening van deszelfs perfooneeledenk» wys over de geweldige maatregelen , tegens dezelve Steden en Provincie beraamd en in het 'werk gefield, terwyl wy verwachten, dat wy, door eene ■voldoende ouverture van de gevoelens van Uwe Hoogheid (binnen vier- en- twintig/uuren na den ontvangst dezer aanfchryvinge) aan ons bekend te doen wórden, zullen worden gefield en gehouden buiten de onaangenaame noodzaakelykheid tot het Eemen van zoodaanige maatregelen, die voor den Ferfoon en 't Huis van Uwe Hoogheid niet anders dan van nadeelige gevolgen zouden kunnen zyn. Daar mede, Doorluchtige Furst en Heer! zullen wy God bidden, dat Hy Uwe Hoogheid be-1 lieve te houden ïn zyne genadige befcherming. Gefchreven in den Hage den 6 Sept. 1786. Uwe Hoogheids dienstwillige goede Vrienden, : 1 ■ De Staaten van Holland en WestFriesland. Ter Ordonnantie van dezelve. (was get.) C. Clotterbooke, E 5  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 1410. Misfive van de Heeren Staaten van HoL land., Zeeland en West-Friesland aan de Heeren Burgemeesteren en Regeerders der Steden Dsventer Campen en Zwolle, met verzoek om informatie van het effeEt der Commisfie, door Gedeputeerden dier drie Steden, op het Loo afgelegd, enz. In dat» den 7 September 1.786. Edele, Erntfeste, Hoog-geleerde, Wyze., Voorzichtige Heeren I Op het gene ter onzer Vergadering op heden is geproponeerd, hebben wy goedgevonden U Ed. by dezen te verzoeken, zoo als wy insgelyks aan Burgemeesteren en Regeerders der Sceden Campen en. Zwolle(*) geïyktydig zyndoende, om ons wel 'te wil. len informeeren van het effect der Commis,(ie3. onlangs door dezelven op het Loo by den KapiteinGeneraal , tot afweeringe der voorgenomene , en thans gepleegde, hostiliteiten in de Provincie van Gelderland, afgelegd; midsgaders van alle de bvzondëre omftandigheden, welke dezelve Commisfie hebben vergezeld. Waar mede, Edele, Erntfeste, Hoog.geleerde, Wyze, Voorzichtige Heeren! bevelen wy U Ed. in de befcherminge Godes. Gefchreven in den Hage den 7 September 1786. U Ed. goede Vrienden, 'v - ' • De Staaten van Holland en WestFriesland. Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) C. Clotterbooke.' (*) In den tweeden brief ftondt, Deventer en Zwolle, en in den derden, Deventer en Campen.  & Gebturtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 7? N° 1411. Misfive van de Heeren Staaten van Gelder'land aan die van Holland en West - Friesland, over de ordres van Hun Ed. Groot Mogenden tegen het gebruiken van Troepes, op Hollandfiche repartitie Jlaande, tot bedwang der Steden Hattem en Eiburg, in dato den 4 September 1 /8S. Edele Mogende Heeren, Byzonderë goede Vrienden, JSagebüuren en Bondgenooten ! Wy mogen voor U Ed. Mogenden niet verbergen de zeer groote furprife, waar mede wy uit eene Misfive van zyne Hoogheid, gefchreven op hec Loo den zotten Augustus laatstleden, en uit het Rapport van den Generaal-Majoor van Heeckeren, Commandeur der Stad Zutphen, aan onzen Burggraaf gedaan, en door zyn Ed. in onze Vergaderinge gebragt, hebben vernomen, dat U Ed. Mogenden, zonder daar van aan ons eenige directe kennis te laaten toekomen , goedgedagc heeft, niet alleen aan Hooggemelde zyne Hoogheid aan te fchryven, van geene Troepes, op ü Ed» Mogenden repartitie ftaande, tegens de Steden fcdburg of Hattem te laaten marcheeren, maar om tevens aan de Commandeerende Officieren van zoodaanige Regimenten, welke binnen deze Provincie werkelyk Guarnifoen houden, op poene van ü Ed. Mogenden hoogfte indignatie en oogenblikkelyke privatievan hunne Soldyen, tegelasten, om geene ordres,welke,contrair aan de voorfz. aanfchryving aan zyn Hoogheid, hun mogten worden gegeven, bv provifie, en tot U Ed. Mogenden nadere dispoficie, op eenigerhande wyze te pareeren, of daar aan direct of indirect gehoor te geven, en zulks alles op de voorgevens van eenige private Burgers en Inwooners van U Ed. Mogenden Provincie. Wy zouden geoirdeeld moeten worden aan de volftrekte notoriteit der zaak atteinte toe te brengen, en voor UEd,Mogendengewoone doorzicht t. ■\mt  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zelfs omtrent de eerfte grqndbeginfelen der Unie, vernederende gevoelens ce foveeren, zoo wy het mintte wilden aanvoeren, om te bewyzen U Ed Mogenden volledige bribevoegdheid toe zoodaanig •eene vporbeeldelooze demarche , waar in niets minder opgrfloten zou liggen, dan dat U Ed. Mogenden zich zouden veroirloven, om en den Heer Jppiteitv-Generaal dezer Provincie, en de wemelde lroepes, welke, binnen dezelve Guarnifoen houdende, daardoor, boven den ééd aan den Lande gedaan, nog in onzen byzonderen ééd getreden zyn, refpechve van hunne aan ons gedaane-ééden te ontilaan, en toe ongehoorzaamheid aan ons, van weke zy echter met öitfluiting "van alle anderen , wie zulks ook zyn mogten, alleen dispoficien en orders, 'binnen ons Souverein Territoir, onevan. ■gen konnen, te verplichten, daar door met de daad ons nooit wederfproken gezag aan te tasten, en door m onze Provincie een gewapend Corps te onderhouden, dat van U Ed. Mogenden bevelen, en niet van de onze, afhangen zoude, aan ons force en geweld te doen, zonder dat wy ehans roodig oirdeelen , eenige van de verdere onvermvoelyke gevolgen op ee noemen. ■Dan daar wy aan den eenen kant nooit iets van dien aart kunDCn gedóogen, zonder ons, wegens den ééd aan den Lande gedaan, en aan ons zei ven, en aan dé- postenteir verantwoordelyk ce (tellen dac wv ons ook nooit hebben geimmifceerd, wanneer U Ed. Mogenden nu nog zoo onlangs, ook m astizienelyke Steden van ü Ed. Mogenden Pro' vincie, van 's Lands 'Militie, waar op wy echter, als Troepes var>deünie, en niet van de bvzon•dere Provinciën gymle, met UEd. MogeDden een eyengelyk recht -hebben, tot^nievoering of dekJrmg. van U Ed. Mogenden Souvereine bevelen, employ gemaakt hebben, en dat wv aan de anderë zyde ook zullen weten daar te (tellen de toereikende middelen, dewelke wy naar ryp beraad, om désteden Hattem en Eiburg, waar geene qusstie is  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 7^' is tusfchen Regenten en Burgers, maar. die zich aan onze wettige Souvereiniteit met de daad onttrekken, tot reden en gehoorzaamheid te breu» gen, noodig zullen vinden. En waar toe wy vertrouwen, dat U Ed. Mogenden ons alleszins gerechtigd en verplicht zullen moeten oirdeelen, wanneer nog in aanmerking gelieven te nemen het refraótaire gedrag van de twee gemelde Steden, welke niet tegeuftaande de aanmaaning , welke wy hun by onze Misfive van den siften Augustus laatstleden hebben gedaan, om zich naar onze bevelen te fchikken, en hunne Burgers en Ingezetenen, tot rust en vrede te vermaanen, van zich hebben kunnen vérkrygen, om niet alleen in hunne halfterrige ongehoorzaamheid, en tegenkanting tegen onze-bevelen, te volharden, maar zelfs in 't byzonder namens die van •Eiburg aan ons na die tyd eene denunciatie is gedaan , waar van wy naauwlyks kunnen geloven dac eenige voorbeelden, van wegens Ingezetenen tegens hunnen wettigen Souverein, zullen te vinden zyn, gelyk.U Ed. Mogenden daar van zullen overtuigd worden door den inhoud van de Misfi/eop den riaanrvab de Magiftraat en Gezworen Gemeente der Stad Eiburg aan ons gefchreven, waar van wy hier nevens een Affchrift voegen. Daar willen wy deze U Ed. Mogenden aanfehryvingen, immers voor als nog, liever aan eene te vet re getrokken voort vaarendheid, dan aan een opzet, om inbreuk op onze incontestable rechten te doen, toefchryven, in die verwachting, dat U Ed. Mogenden deze onze vriendnabuurlyke doch tevens inevitable herinnering wel zullen willen aanzien, als eene waarborg van onze welmeenende gezindheid, om alles, wat den reeds zoo verre verzwakten band der Unie nog verder zou moeren los. maaken, voor te komen, (waar toe wy ook, met inzending van Copie, hier van aan de overige Bondgenooten kennis geven,) en dat U Ed. Mogenden aüoo die gewisfe voorziening wel zullen willen doen,  78* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot doen , dat voorgemelde U Ed. Mogenden dispofitie daadelyk buiten alle effect, gefield worde; terwyl wy ondertusfchen ten krachtigften protefteeren tegens alle prejudicie voor ons, en alle de nadeelige gevolgen voor den Lande, welke hier uit nu of immer zouden mogen voortfpruiten. Waar mede eindigende, Edele Mogende Heeren, goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten! zullen wy God bidden U Ed. Mogenden te houden in zyne heilige befcherminge. Gefchreven te Zutphen den 4 September 1786. (Onder jlond) ü Ed. Mogenden goede Vrienden, De Staaten des Furjlendoms Gein en Graaffchaps Zutphen. (lager jlondt) Ter Ordonnantie van dezelven» (was get.) B, Gutb. Fiegheiu  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. N°. 1412. Bylage tot de voorfz. Misfive, zynde een Müfive van Magiftraat en Gezworen Gemeente der Stad Eiburg aan de Heeren Staaten van Gelderland, tot protest tegen de geweldige maatregelen tegen die Stad voorgenomen, in dato den 1 September 17 80. Onze Gecommitteerde heeft ons oogenbliklyfc geinformeerd, dat by U Ed. Mogenden of wel by de drie Kwartieren gerefolveerd is, onze Stad metgeweld van Militie te dwingen, en dat in weerwil der Protesten van de meeste Steden onzes Kwartiers, en van zoo veele Ridders, welken openlyk ter Staatsvergadering hebben gedeclareerd z dat onze Stad niet dan Conftitutioneele en bedaarde ftappen hebbe gedaan. ■ Onze Burgery is genoegzaam als een eenig Mart' gerefolveerd geweld met geweld te keeren, en liever het uiterfte te waagen dan toe teftaan, dat men hunne Stedelyke Rechten door Refolutien, die de Wereld zal doen verbaasd ftaan, den bodera» inflaat. . Wy betuigen niets te hebben gezogt, metst» hebben verrigt, dan waar toe wy ons verplicht vin. den tot foutien onzer Conftitutte, en van de met het bloed onzer Vaderen gekogte Rechten, maar nimmer hebben wy geimpieteerd op het wettig gezag van U Ed. Mogenden. Wy protefteeren voor God, en de Wereld, tegen het geweld, dat ons mogt worden aangedaan. Terwyl de gevolgen van den rampzaligen Burgerkryg, welke U Ed. Mogenden beiloten hebben in ons Gewest te openen, zeer zekerlyk op de gemoederen der Staats-Leden, die daartoe hebben geconcurreerd, eens gevoelig wegen zal. Wy referveeren aan ons alle middelen, die God en de Natuur ons aan de hand geven. Wy zullen, nu de Staaten onzer Provincie, die onze Befchermers moesten zyn, onze Vervolgers zyn geworden, onze verdere Bondgenooten op gron-  $o * Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gronden der Unie van Utrecht inroepen, terwyl reeds een geducht aantal derzelven, uit alle Plaatzen, zich binnen onze Muuren bevindt, en de rechtvaardige Voorzienigheid tusfchen UEd. Mogenden en ons richten zal. Inmiddels nu onze Gecommitteerde zich na deze geweldige befluiten niet langer veilig oirdeelde ter Staatsvergadering, en dus niet heeft kunnen uitbrengen de Stem onzer Stad, vervat by de Inltrucfie, noch ons Stads Protest (*) hier by gaan- - (*) Dit Profest, 't welk mede ten Landdags Recesfe is geinfereerd, luidde als volgt: EdeLe Mogende Heeren! Namens de Stad Eiburg, uit hoofde en in gevolge de referve van derzelver Gecommitteerden, ter dezer Vergadering zullende xvorden geè'-Xhibeerd hun Protest en Aanteekening tegen de Publicatie, welke do meerderheid der Staats-Leden op den Landdag, binnen Zutphen den iften May dezes jaars en volgende dagen gehouden, heeft kunnen goedvinden te arrefteeren; Moet men voor af laaten gaan, dat zy dit allerzonderlingst ituk, 't welk in de gedenkboeken der eeuwen naauwlyks voorbeeld heeft, niet kunnen befchouwen als een Staatsbefluit. Het draagt, ja, wel den eerbiedwaardigen naam der Staaten-aan 't Hoofd; 'er ontbreekt niets aan den uitwendige» vorm. . Doch, Ed, Mogende Heeren! dit alles voldoet onzes er-' achtens niet: . . eene VLands Ingezetenen verligtende Staats-Wet moet hun heil, hun geluk, en dat alleen, ten dogmerke hebben, moet op de onveranderlyke Natuur-Wet, op de eeuwige gronden van billykheid, rusten. En zou wel dit piEctenfe Staatsbefluit den toets aan deze gelegde gronden kunnen doorftaan? daar echter (dit ontkenc niemand van U Ed. Mogenden, dit wraakt geen eerlyk Re-• gent,) elke verplichtende Staats-Refolutie dien onpartydigen, naauwkeurigen en beredeneerden, proef moet kunnen • lyden. . . _. 'tls  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 8ï Igaande overgeven, declareeren wyhetgerefolveerde in onze abfentie nul en niet verplichtend te houden. Terwyl wy zyn* Edele Mogende Heereni (Onder flond) ü Edele Mogenden goede Vrienden, t Gefchreven te Eiburg De Magiftraat en Gezwoden 1 Sept. 17801. ren Gemeente der Stad Eiburg. (lager fiondt) Ter Ordonnantie derzelven, (was gef.) Herm. Henr. Vitrinca. 't ïs doch eene ontwyffelbaare zekerheid, eqne Staatsitnaxime dezer Republiek, dat de Regenten de onmiddeiyke .Vertegenwoordigers des Volks zyn, terwyl men de waaribeid van dezen ftelregel wel gezogt heeft te ondermynenj door allerlei Sophistifche, vergezogte en fyn gefponnen iargumenten, (en die behoeft de waarheid nooit,) meest al gehaald uit het gedrogtlyk Leen Systema der Middel-Ecu, wen , 't welk maar al te veel fpooren in ons Vry Gewest heeft overgelaten, 2onder dat men echter dien regel immer regtftreeks heeft durven aantasten. En geen wonder! daar tevoren de hooge, de waardiga .'Volksbeftuufdeis het zich eene eer rekenden, deze waar* ,heid te erkennen, en wel in de eerfletyden der Republiek, iioen men nog 't naast aan de bronnen der Conttitutie was-, tïoen heerschzucht en weelde de Vaderen des LanJs nog niet ifee'ettede, zich als mede-Burgeren alleen door de op hun ljggende zorg en verplichting onderfcheiden te befchoüwen 5 ;toen noemdenze zich niet enkel de Staaten des iuirftendoms :Gelre en Graaffchaps Zutphen, maar,Ridderfchap en Steden, repraferiteerende de Staaten des Lands, en dat zelfs Op ihet zelfde tydftip, op 't welk zy de wetgevende macht uit' loeffendeh. Ten getuige kan 't Landrecht van Zutpheii, Velawëj feft Verdere ftukk en van die tyden flrekken. XVUl. Deel, F m  iz Verzameling van Stukken betrekkelyk tot H°. 1413. Refolutie Commisforiaal van de Heeren Staa*. ten'van Holland en West-Friesland, op de vooren- . Jlaande Misfive N°. 1411 genomen den 7 Septem- ■ ber 1786. Ontvangen een Misfive van de Heeren Staaten ïl van Gelderland, gefchreven te Zutphen den 4den il de-4 Dit nu zoo zynde,- wat zal men dan van eene Publicaties zeggen , by welke deze zelfde Volkvertegenwoordigers,, onder wy weten niet welke vreemde bepaalingen en wille-« keurige reitrictieii, en op allerlei itraffen en bedreigingen] der wraak van hunne hoogheid, den Volke verbieden, zichi eerbiedig te addresfeeren over de gewigtigfte belangen dess Lands, (dit toch erkent de Publicatie zelve,) en dus oven hunne eige bezondere belangen. En hier, Ed. Mogende Heeren! wenschten wy de pen.11 tc kunnen nederleggen; doch de taak is ons opgelegd ; Wyy moeten, uithoofde van onzen éé.i en plicht, fpreken voori de dierbaare belangen van onze Stad en Burgery, en uitt hoofde van deze onze verplichting moeten wy openlyk de-: clareeren, deze Publicatie en Refolutie van den beginne af f aan befchouwd te hebben, en te biyven befchouwen, alsi inbreuk doende op de onbetwistbaare Rechten van onzeBurgeren, en daarom ten aanzien vaa dezelven als niet geno-i menj terwyl toch zekerlyk eene zoodaanige Refolutie,, door de meerderheid doorgedrongen, niet kan verplichten] mede integrecrende Leden van Staat, die daar in niet heb-i. ben geftemd, en welken daar tegen hebben geprotefteerd;; wyl men nimmer zou durven fouteneeren, dat cioor de Unie! der Ridderfchap en Steden refpeétivelyk het eene Lid der* zelver Rechten aan 't goeddunken van 't andere heeft opgeofferd of kon opofferen, of in haare Stedelyke zaakeni de oppermagt der meerderheid erkennen; waarom wy de-: zelve ook hebben gecontradiceerd, en daarom binnen onzef /jurisdictie niet gepubliceerd noch geaffigeerd, involveerende die een point van notoir bezwaar, en dus volgens de: ordre van Regeering niet fubjecT: aan overftemming; en op) de grievendfte wyze beledigend voor de Requestranten. Eni op de hoedaanigheid van dezen oirdeelen wy eenige oogen-4 blikken te moeten ftüftaan. Onder die zyn, ja, misfehien minvermogenden, minJ ■ kun-; 4  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 83 ! dezer, over de aanfchryving van Hun Ed. GróoE ! Mogenden aan zyn Hoogheid, van geen Troepes, op Hun Ed.Grooc Mogenden repartitie, tegens de ; Steden Eiburg en Hattem te laaten marcheeren, en Hoogst- I kun iigcn, doch, zoo 'er eenige ftaat op de eeftpaarige beJ richten van alle zyden te maken is, zoo moet men ver 't groot* f fte aantal van die duizenden van Teekenaaren onder de noJitabelfte Burgers rangfchikken; jramers onder 't getal der |byna drie honderd Ingezetenen dezer Stad, Teekenaaren van f't laatst bedoelde Addres aan U Ed. Mogenden, is 'er zulk f een overwegend aantal van byna alle onze meestkundige jen notabel gegoede Burgeren, dat de overigen, wat 't getal |betreft, in geene aanmerking ter weereld komt. I- Zoo dat men naauwlyks befeffen kan, welke klem 't ar» f gument tot verbod der Addresfen, voornaamelyk uit da ffchamelbeid en onkunde der Teekenaaren gehaald, zal kun» ilnen hebben. Ook kunnen wy niet begrypen, welke gedreigde politique Uaftien en vervolgingen U Ed. Mogenden bevoegd zouden jlkunnen zyn in 't werk te (lellen tegen Burgers, die, GodJlyke en menschlyke Wetten eerbiedigende, doch hunne 'fcwaardc en die der Burgerlyke Vryheid kennende, zich op 'l eene eerbiedige en befcheiden wyze tot hunne Hooge Re'iprasfentanten keeren , de ingeflopene misbruiken cordaaC faanwyzen, en op herftel amdringen. | Staat en valt met hun welvaart, met hun geluk, niet 't geiluk van 't Land, bekleeden U Ed. Mogenden anders, dan ftot hun heil en in hunnen naam, de Stoelen van eer? f Is onze Vaderlandfche grond, als 't ware, niet nog doorfweekt van 't bloed, 't geen veelen hunner Voorvaderen, '|zoo wel als de onzen, ook voor hunne Vryheid plengden? 'lihebben zy geen aanfpraak, geen eisch, op gehoor, op onliderzoek? 1 Mag men hun dit willekeurig ontzeggen? Ja, en wat erjiger is, hunne Item, de ftem des Volks, werkdaadig fmoo'3>ren ? 1 ,'t Is echter ver van ons, Ed. Mogende Heeren! dat wy Idoor cordaat en plichtmaatig uitkomen voor de gevoelens Ivan ons hart (dit toch, zoo lang 'er eene fchaduw van een leen Gemeenebest in ons midden is overgebleven, ftaat ons F a 00*  84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hoogstderzelver last aan de commandeerende OfB eieren van de Regimenten op Hun Ed. Groot Mat eenden repartitie m Guamifoen in Gelderland, od geen orders, die aanfchryving contrarieerendei orbelemmerd vry',) dat wy inbreuk zouden willen mak« op de wettige Rechten van den Heere Erf-Siadhoudet welker onbepaalde uitgebreidheid , vooral ten aanzierje dd RegeèringsbéiléilihÈ;, die maar al te veel met ongequall ceerde Perfoonen gefchiedt, en de maet van willekeuri: ontzetttóg binnen deze Provincie , eene der vooinaamli bèzwaaren van dé Requestranten oplevert. Wy betuigen in tegendeel rondelyk, niets bartelyker, ■ wenfehen , mets vuuriger te verlangen, dan dat e.us fcali'ge eendracht in ons Gemeenebest herleve, en *t conL tiuioneele Stadhouderlyk bewind, rot 's Lands heil, i billvke en Republikeinfche gronden, eens onwrikbaar wüi de herftejd. Mogt Neêrlands Erf-Stadhouder, onderfebeidende ondi den kring der genen, welken hem omringen, wie zyn t lang behartigen, dan wel alleen zich zclven zoeken, hl toe eens gulhartig medewerken ! Moeten wy allen, alle bezondere bedoelingenaan'sLati welvaart, en die is toch de onze, opofferen, dan ook, , dan alleen, zal eens het onderling mistrouwen in deze zs gelyke tyden geweerd, en de rust herfteld worden. Dan zal bet huis van Oranje zich mog-m befchouwen, , het voorwerp der hoogachting en der beredeneerde liet van een vry Volk, dat toch nimmer meesters heeft kunn eerbiedigen, en tot op dit oogenblik even zeer het D'. potique of Familie dwinglandy verfoeit, als eene onmtdly' Votksrègeëntig'; en hier aan, wat de kwaadaartigheid I laster ui-fbooije, denkt geen redelyk Mensen. Dan ee z:l waare Vryheid, en de eerbied voor billyke en za; u-ten, in ons zoo gezegend Gemeenebest, zich als i itryd ve'eenipen. Dit, Ed. Mogende Heeren ! op deze zorgelyke Pubh'i ' tie re doéh aanteèkëïïëV; hebben wy gemeend aan onienééi plicht en Burgcrye vérfcnüldigd te zyn. Ter vyl wy nog hoopen, dat U Ed. Mogenden by radd ' overweginge van deae gronden, gepaard met de mann  de Gelenrtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 85 by provifie te pareeren; breeder hier na geinfer reerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden I en verftaan, dat de voorfz. Misfive en de daar ne\ vens gevoegde Bylage zuilen worden geëxamineerd !door de Heeren van de Ridderfchap en verdere :Hun Ed, Groot Mogenden Gecommitteerden tot bet groot Befoigne, en de Vergadering daar op geidiend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. N'. ,Iyke verfoogen van zoo veele eerbiedwaardige Staats-Leden van de Quartieren Nytnegen, Zif'phen, en in '1 byzonder look van 't onze, alle welker naamen de danKbaare Nazaat imet een gevoelig hart in de Staats:Registers fpellen zal, deze Publicatie zullen intrekken, en buiten effect Hellen, en aldus nog by tyds zullen voorkomen dien reeks van akelige 1 ;gevolgen, welken wy met fchrik voorzien; wanneer 'c geil irekt geduld van een gerergd Vry Volk, 't welk men in de óiuitoefFening van hun natuurlyk aangeboren voorrecht ftrem. aimen wil, eens ten einde liep; gevolgen die God verhoede, lldoch voor welken wy ons voor 't tegenwoordig en toekojjiinend Geflagt onverantwoordlyk kennen. Terwyl wy van deze onze Aanteekening, na infertie in It't Quartier-Reces, Extract ter onzer decharge verzoeken. (verder Jlond) I Aldus gedaan en gearrefteerd den 26 van Augustus 1786. (onder Jlond) In kennisfe van my, (was get.) Herman Hehrik Vitring-, Secretaris, r 3  85 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof N°. 1414. Request van Gecommitteerden ter Verga.il dering van Schutteryen en gewapende Corpfen bind nen Holland, aan de Heeren Staaten dier jPiovin.il cie, in dato den 6 September 1786, tot aanbodt van hun dienst fifc. Geven met fcbuldigen eerbied te kennen de Ge.j committeerden ter Vergadering van SchutteryenJ en gewapende Corpfen binnen deze Provincie, dats zy, met de levendigfte gevoelens van hartelyket erkentenis en zuivere hoogachting, in degenomem befluitcn van U Ed. Groot Mogenden de Edele eni Burgcilievende poogingen en werkzaamheden vam rechtaarte Volksbeuuurders ten duidelykften onrx waar worden , en , door het hoogstloflyk gedragj van U Ed. Groot Mogenden zich gefterkt vinden, om overeenkomüig hunne duure verplichting deni luister van hun Vaderland, de Vryheid, de Privi-i legien en de Voorrechten, zoo van zich zelfs, als1 van huDne Medegenooten , voor te ftaan entehand-i haaven, zy te minder kunnen afzyn, om de ge.: voelerjs hunner harten onbewimpeld voor U EdJ Groot Mogenden open te leggen. Dat de Ondergeteekenden niet zullen treden im een uitvoerig verhaal van gebeurtenisfen, die tei versch in het geheugen zyn, en waar in het ge-e heel weldenkend Nederland maar al te gevoeligf gedeeld heeft, om met veel woorden aan U EdJ Groot Mogenden te worden voorgedragen; koru lyk zullen zy flegts de bronnen aanwyzen, waai uit, huns bedunkens, de onheilen, die Nederland thans drukken, zyn voortgevloeid. Het gehouden gedrag van den Heer Stadhouder in den jongden Engelfchen Oorlog, het welk zocx veel ftcffe van klachten heeft opgeleverd voor alle die genen, wien het waar belang des Vaderlands' recht ter harte ging; de poogingen die men byj aanhoudendheid heeft zien aanwenden, door hen,, die betuigden het Stadhouderlyk Huis te zyn toe-' ge-  de Geleurtenisfen in 1787 enz* voorgevallen. 87 gedaan, om niet alleen werkloos en weerloos onze Bezittingen aan de roofzucht van een verraaderlyken Bondgenoot over te laten, maar om ook, door Binnenlandfche twisten aan te ftooken en oproeren te verwekken, de Burgerlyke Vryheid den zekeren doodfteek toe te brengen, en om willekeur en overheerfching op den troon te plaatzen; de tegenwoordige gebeurtenisfen, die een volftagen toeleg van de Stadhouderlyke party aan den dag leggen, om èindelyk door geweld dat gene te verkrygen, waar toe list en oproer te kort fchoot, dit alles ontdekt middagklaar dat het de Heer Stadhouder zelve is, aan wien vooral deze rampen te wyten zyn, en tegen welke de Ondergeteekenden voornaamlyk vermeenen op hunne hoede te moeten wezen. De affchaffing der Recommandatien, het bepaalen van het Commando over het Guarnifoen van U Ed. Groot Mogenden Refidentie-Plaats, en, om niet alles op te noemen, dejongfte befluiten ter Staatsvergadering van U Ed. Groot Mogen1 den genomen , met betrekking tot den Heer Stadhouder, zyn fuffifante bewyzen, dat de Ondergeteekenden niet misgetast hebben, in den voornaamen bron van Nederlands rampen, in den Perfoon van Willem den vyfden te hebben aangewezen. TT , Utrecht, Wyk, Eiburg en Hattem , gevoelen de geduchte uitwerkfels eener wrokkende heerschzugt, fchoon men niets anders ten laste der Burgers van deze Steden heeft ingebragt, dan dat zy rechten handhaafden, die, voor het bloed hunner Vaderen gekogt, nimmer volgens de grilligheid of heerschzugt van den Heer Stadhouder of zyne begunftigden mogen afgeftaan of weggeTmeten worden; dan dat zy hunne bezwaaren, die by eenigen zelf zyn ingeroepen , hebbende ingeleverd, ook deswegens herftel gevorderd hebben, of, daar de dwang en willekeur hen die weigerde, zelf F 4 de  88 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de hand ter hoogstnoodige herftelling hebben uiti gefteken ! De Heer Stadhouder voor dezen zoo traaglyk of nalaatig in het uitvoeren der gepaste middelen ter afweering van buitenlands geweld, ontdekt naauwlyks de neiging, om den Burger in zyne wettige en verfchuldigde werkfaamheid te verhinderen en met geweld te ftremmen, of zyn yver om den Soldaat tegen 's Lands Ingezetenen aan te voeren , en den vrygeboren , met het moorddaadig ftaal op de borst, in een verachtlyken flaaf te herfcheppen , ontfteekt derwyzen, dat geheel N ederland met verbaazing erkennen moet, dat de Heer Stadhouder, (indien men een wettig gevolg uit zyne werkzaamheid in dit geval mag trekken,) den Burger, die zyn bezworen Rechten handhaaft, voor een ongelyk grooter Vyand houdc, dan den uitheemfchen verbondbreker , die niets minder bedoelde dan de geheele welvaart van '.Nederland den bodem in te flaan! U Ed. Groot Mogenden toonen zelf ditop te merken, daarin den jongden Oorlog, in (Tede van aanfpooring tot meerdere activiteit, gelyk toen het geval was, U Ed. Groot Mogenden thans het befluit nemen, om den Heer Stadhouder in zyn vaart, om den vryen Burger door geweld van Wapenen te dwingen, zoo veel mooglyk is te fluiten i Even zoo min als U Ed. Groot Mogenden deze geweldige flappen van den Heeren Stadhouder, die, als het beweegrad zyner afhangelingen, hier vooral in aanmerking kemt , onverfchillig of werkloos aanzien, even zoo min befchouwen de gewapende Eurger-Corpfen, uit wier naam de Ondergeteekenden de eer hebben te fpreken, deze aanvallen op de Burger-,Vryheid met een onverfchillig flilzitten !• Nederlands Burgerftaat mag, in de voorleden Eeuwen , de verkleumde Adders in haaren boezem geborgen en een nieuw leven gefchonken hebben , thans is zy te zeer verlicht, te zeer met eigen belangecs bekend, prn:, door de inge* flamp.  de Geletirtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 8o ftampte volks vooroirdeelen verblind, den Vorstelyken dolk te kusfchen, die haar toe den veragtlykIten rang vernedert, of haar het hart doorboordt! Nederlands Burgerftaat erkent de verplichtingen, die zy aan het Stadhouderlyk Huis heeft, doch wanneer 'er uit dat Huis een AIva te voorfchyn komt, dan gaat zy met haar onaf hanglykheid en grootheid te raade, en verzet zich tegen den Vyand der Burgers, om het even welk een naam hy voert, of wie ayne voorouders waren! Uit dit alles kunnen U Ed. Groot Mogenden duidlyk op maaken , dat wy den Heer Stadhouder als de bron aanmerken, waar uit alle die gewelddadige handelingen, tegen de reeds gemelde Steden, voortvloeien, en om wiens wil, eerlang, zoo het God Almachtig niet verhoede , Nederland in een verfchriklyk bloedbad zal veranderd worden! De getrapte Burger is wakker geworden! zyn geduld is geëindigd ! alles noopt hem tot zelf-verdediging.' de Unie van Utrecht, door de geweldige flappen van den Stadhouderlyken aanhang openlykgefchonden, noodzaakt hem ter handhaving van dat plechtig verbond, dat door Burgerbloed zaluitgewischt worden! Openlyk derhalven leggen de Ondergeteekenden by dezen een bewys af van hunne levendige dankerkentenis voor de vaderlyke voorzorg en dekragtdadige middelen door U Ed. Groot Mogenden gebezigd , en de beteugeling der gevaarlyke ondernemingen van den Heer Stadhouder , die men te recht aanmerken kan, als de gevolgen eener ingewikkelde bedreiging, in hoogst deszelfs brief aan U Ed. Groot Mogenden betrekkelyk het bovengemelde commando, en gedagteekendophetLoo den 13 Augustus 1786", gedaan, als niet kunnende berusten in U Ed. Groot Mogenden wettig genomen Refolutie. De Ondergeteekenden, door zoo veel Iterk fprekende blyken van Uwer Ed. Groot Mogende Vaderland en Burgerliefde in hun vertrouwen op het vyys en loflyk b'eftuur van U Ed. Groot F 5 Ma-  po Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot Mogenden volkomen bevestigd, voelen zich gedrongen , en vooral in deze hachlyke tydftippen, om U Ed. Groot Mogenden plechtig van dat vertrouwen niet alleen te verzekeren, maar om ook met daaden daar van zulke blyken te geven, als U Ed. Groot Mogenden ten nutte van Vaderland en Vryheid zouden komen te eisfchen ! zy befchouwen zich als Contractanten van dat grooteverbond, dat de zeven Provinciën niet blootelyk vereenigt, maar ook der Burgeren Vryheden en Privilegiën verzekert ; volgens deze heilige verbindtenis zyn zy gereed om alle inbreuken op dezelve met alle rrïagt te weeren, om het ftiptelyk te onderhouden, en de Schenders van het zelve ter wel verdiender frraffe te vorderen! Insgelyks vertrouwen de Ondergeteekenden, dat U Ed. Groot Mogenden onbezweken zullen voortgaan in de vaderlyke bezorgdheid over de Ingezetenen dezer Provincie , dat zy niet zullen ophouden met efficacieufe middelen teberaamen, om den Heer Stadhouder by zynen plicht te houden , en dat U Ed. Groot Mogenden nooit zullen gedoogen, dat hy immer ongeftraft een geweldigen aanval doe op de Rechten en Vryheden van Burgers, die by de Unie van Utrecht hen verzekerd zyn geworden.' èindelyk nog vertrouwen de Ondergeteekenden, dat U Ed. Groot Mogenden de geweldige ondernemingen op Utrecht , Wyk, Eiburg , Hactem, en op alle andere Plaatfen die in het vervolg daar mede zouden mogen worden bedreigt, mee alle magt zullen te keer gaan, dezelve aanmerkende als een fchennis der Unie, en een flrafbaaren aanval op het Souverein gezach dezer Landen. Toe welke gewichtige en heilzaame einden de Ondergeteekenden U Ed. Groot Mogenden den kragtigen byftand van Neêrlands God, en zyn duurbaarftea zegen, hartgrondig toewenfehen. (Onder ftond) De Gecommitteerden van Schutte- ryea  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 91 ryen en Gewapende Corpfen binnen deze Provincie, thans teLeyden Vergaderd op heden den 6 September 1786. (lager Jlond) En uit naam derzelver, (get.~) Pieter Vreede , Secretaris. N°. 1415. Refolutie van de Heeren Stokten van Holland en West-Friesland op de voorfz. Requeste en diergelyke genomen, den 7 September 1786, waar by alle die Schuiteryen en Corpfen in Hun Ed. Gr. Mog- protectie genomen worden. Gedelibereerd zynde op de aan Hun Ed. Groot Mogenden gemaakte addresfen, door een groot aantal gewapende Schutteryen en gewapende Genootfchippen in deze Provincie, inhoudende niet alleen hunne gevoelens van hoogachting en attachement aan Hun Ed. Groot Mogenden, maar ook eene betooning van hunne bereidvaardigheid, tot prestatie, in de tegenwoordige bekommerlyke geftéld. heid der zaaken, van alle zulke dienden en Officierr, als voor het Vaderland en tot behoud der Vryheid noodig zouden mogen wezen; hebben Hun Ed. Gr. Mogenden, op het derkst getroffen door den Vaderlandfchen iever.in de voorfz. gedaane addresfen doordraaiende, en overtuigd, dac in de liefde van een vry Volk, en in de wapenen, die hec zeive tot befcherming der Vryheid en van zyneo wettigen Souverein gereed is aan te gorden, billyk hetgrootfte vercrouwen, tot confervatie der algemeene veiligheid en afweering vanallegeweld, kan worden gefield , goedgevonden en verdaan, hun hoogde genoegen by dezen aan den dag te leggen over de gedaane aanbiedingen en verzekeringen, en dezelven, als zoo  $2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zoo veele blyken van verknochtheid aan de dierbaarfte algemeene belangen,met gevoelige erkentenis te accepteeren; declareerende wyders alle de gewapende Scbutteryen en gelegalifeerde of thans iublisceerende Genootfchappen van WapenoefFening binnen deze Provincie, die met de voorfz.fentimenten zyn bezield; midsgaders in het byzonder alle de Leden uit dezelven , die. in geval van nood, het gene God genadig verhoede, tot afweering van .geweld, hetzy aan den Lande, het zy aan de Hooge Regeering of Leden van dien, aangedaan wordende, zieh zouden willen laaten employeeren, te nemen in hunne fpeciaale befcherming en protectie. En zal Copie dezer Refolutie aan die genen, welken m voege voornoemd zich aan Hun Ed. Gr. Mogenden geaddresfeerd hebben, worden uitgegeven, om voor hen en aan allen, die, op grond van gelyke principes, daar in het zelfde belang zouden mogen Rellen, te {trekken tot informatie, en verder daar en zoo het behoort. Aanteekening van de Ridderfchap. De meerderheid van de Ridderfchap is van advis geweest, dat behoorde te worden gedef reerd aan de intentie van die Leden, welke voor een overneming waren. Aanteekening van twee Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Hoorn en Medemblik hebben gedeclareerd, dat zy in de Refolutien, op de Requesten van de Gecommitteerden van de Schutteryen en gewapende Corpfen te Leyden vergaderd, en van Gecommitteerden van het Exrrcitie-Genootfchap alhier in 's Hage genomen , niet hebben geconcurreerd ; terwyl zy oirdeelden, dat zy zich over den inhoud van dezelve, zon-  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 93 zonder kennisfe van de Heeren hunne Principaalen, niet mogcen inlaten. Accordeert met de voorfz, Refolutien, No. 1416. Request van Gecommitteerden van het Exercitie- Genootfchap in 's Hage, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, met declaratoir en aanbod als boven. In dato den 7 September Geven reverentelyk te kennen de Ondergeteekenden , als Gecommitteerden van het Exercitie* Genootfchap alhier in 's Hage. Dat de Supplianten, ten hoögften aangedaan over de ontroerende geruchten , dat door de Staaten van Gelderland, en mooglyk ook door die van Utrecht, de Ri-folutien zouden zyn genomen, om de Burger-Item door geweld van Militie tefmooren, en zulks onder aanvoering en beleid van den Kapitein-Generaal van die Provinciën , en dat in de eerstgemelde Provincie dezelve Refolutien daadelyk zyn begonnen ten effect- gebragt te worden, zoodaanigj dat de Ingezetenen der Stad Eiburg reeds genoodzaakt zyn geweest, om zich door de overmacht niet biootgefleld te zien aan de allerysfelykÜe rampen, hunne Stad en de Provincie te moe* ten verlaten. Dat de Supplianten zich verzekerd houden en ook reeds vernomen hebben,dat U Ed. Groot Mogenden bezig zyn met het nemen van cordaate Refolutien, om voor te komen et>n abfolute te vreezene Burger-Oorlog en het ftroomen van BurgerBloed , het gene natuurlyk daar van het ysfelyk gevolg" zoude moeten zyn ; dan dat de Supplianten hebben vermeend in deze criticqje omflandigheden van tyden, waar in te vreezen is, dat de verdervende hand niets onbeproefd zal laten, om het gebuteerde oogmerk te bereiken, en dus ook het  94 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot «het gemeecfre ioort van Volk tot oproerigheid zou. de kronen aangezet worden; waar van reeds, alhier in deze Refidencieplaats van U £d. Groot Mogen» den zoo veele daadelyke blyken hebben plaats ge. had, Dan U Ed. Groot Mogenden mee verfchuldigden eerbied te moeten declareeren, dac zy met de 'grootfle dankbaarheid erkennen den yver waar mede U Ed- Grooc Mogenden alles wac mooglyk isinfpannen om de gedreigde onheilen van ons lieve Va» derland af te wenden, en dus ook dat zy, voor zoo veel in hun is, alcoos bereid zyn, om zich, tot beveiliging van bet wettig gezach van U Ed. Groot Mogencen,waar hun dienst door TJ Ed. Groot Mogend-en mogte noodig geoirdeeld worden, te laaten em. ployeeren. Dat hun getal wel niet groot is, als tegenswoordig nog maar befraande in honderd zestig werkende Leden, doch dat zy vermeenen , dat zeer veele Perfoonen, met denzelven yver als de Supplianten bezield, alleen huiverig zyn zich in der Supplianten Gerootfehap te begeven, omdat hec zelve door U Ed. Gr. Mogenden nog niec is gelegalifeerd, welke legalifacie de Supplianten de vryheid nemen aan U Ed. Grooc Mogenden in overweging te laten, of niet in deze omftandigheden van zaaken ten hoogften nuttig zoude zyn, om daar door het getal van der Supplianten Genootfchap te vergrooten, en tevens zonder gevaar voor de Supplianten en met effect van dienst te kunnen zyn;doch dat, welke Refolutie U Ed. Groot Mogenden ook op dat poinc mogten goedvinden te nemen, de Supplianten echter niet miDder betuigen zich aan hun hier voorgemelde Declaratoir te houden,en te betuigen hunnen yver, om in alles, wat van hun dependeert , het zelve te willen geftand doen, en daar voor hunne Perfoonen ten dienfte van U Ed. Groot Mogenden aan te bieden. Weshalven de Supplianten zich keeren tot U Ed. Groot Mogenden; ootmoediglyk verzoekende: dac U Ed, Groot Mogenden hun voorfz. met hart en ziel  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 95 Eiel gedaane Declaratoir voor aangenaam zullen houden, en wyders de Supplianten met derzelver al. toos gevenereerde ordres ten fpoedigften te zullen gelieven te vereeren. (Onder Jlond) 't Welk doende &c. (was geteekend) ■ C. Plaat. H. H. van Drecht. D. de Wit. D. van Laer. Johs. Ebbe. G. van Diest. j." Vroeg. j. Bisschop. Abm- Husson. T. BARRlëL. - 0 W. I4-I7- Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland op 't zelve Request, waar by der Supplianten Genootfchap mede wordt gecomprehendeerd in de voorfz. Refolutie 8°. H*5- fa dato den 7 September 17S9. Is gelezen de Requeste van C. Plaat, cumfuis, ais Gecommitteerden van het Exercitie-Genootfchap alhier in 's Hage, om de redenen in de navolgende Requeste geallegueerd, verzoekende, dat Hun Ed. Groot Mogenden voor aangenaam gelieven te houden hun Declaratoir, daar in vervat, van bereid te zyn, om zich tot beveiliging van het ■wettig gezach van Hun Ed. Groot Mogenden, waar hun dienst door Hoogstdezelven mogt noodig geoirdeeld worden te laaten employeeren ; en daar toe met de ordres van Hun Ed. Gtoot Mogenden ten fpoedigften te mogen worden vereerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd en gelet zynde, zoo op de gemanifesteerde loffelyke gevoelens van der Supplianten Genootfchap, als op het belang, dat Hun Ed. Groot Mogenden in een ongelukkig tydsge- wricht,  06 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot wncht, gelyk thans plaats heeft, met betrekking tot hunne Refidendeplaacs, biliyk daar in mogen ftellen; is goedgevonden en verftaan, het voorfz. Genoocfchap alhier in den H.age by deze ipeciaale dispofitie mede te comprehendeeren in de Refolune , op heden by Hun Ed. Groot Mogenden, ten aanzien der gewapende Schutteryen en gelegalifeer* de of thans fubfisteerende Genootfchappen van Wapenoeffening binnen deze Provincie, genomen; van welke tot dac einde ook Copie aan de Supplianten uitgegeven zal worden , om benevens deze Refolutie hun te (trekken tot informatie, en zoo het verder behoort. Accordeert met de voorfz. Refolutien. N°. 1418. Refolutie van de Heeren Staaten van Hol. land en West-Friesland, op eene daar in geinfe. reerde refcriptie van den Heere Prince van Oran. ge en Nasfau, op Hun Ed. Gr. Mog. bovenfiaande Misfive. No. 1409. In dato den 8 September 178?* Ontvangen een Misfive van zyn Hoogheid den Heere Prince van Oranje en Nasfau, gefchreven op bet Loo op heden, tot refcriptie op Hun Ed. Gr. Mogenden Misfive vandenöden dezer, breeder hier na geinfereerd. Edele Groot Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden! Uwer Ed. Groot Mogenden Misfive van den rJden dezer, waar by het U Ed. Groot Mogenden behaagd heeft van ons te requireeren praiciefe ett openhartige opening van onze perfooneele denkwyze over de maatregelen tegens de Steden Hattem en Eiburg, in de Provincie van Gelderland, als mede tegens de Provincie van Utrecht beraamd, ea wel binnen vier- en-, twintig na den ontvangst dezer aanfchryving, aan U Ed. Groot Mogenden be. kend  dé Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 97 leend té doen worden, heeft ons niet weinig getroffen, doordien daar in ten klaarden doordraaide eene verdenking, ais of wv in dezen niet zouden gehandeld hebben in gevolge de exacte regels van onzen ééd en plicht; eene verdenking, Ed. Groot Mogende Heeren! voor ons te vreemder, doordien het U Ed. Groot Mogenden, uit de eigen Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, aan U Ed. Groot Mogenden geaddresfeerd, én by dewelke, na wy vermeenen, een zeer ampel detail van de geheele toedracht dezer zaak vervat is, moet gebleken zyn, dat door ons niets is gedaan of verricht, dan op fpeciaal verzoek en requifitie van gemelde Heeren Staaten, waar aan wy, in qualiteit als Stadhouder en Kapitein-Generaal van dezelve Provincie, verplicht zyn te obtempereeren, even als met relatie tot de Provincie van Utrecht, buiten het eerde Batailjon van het Regiment van den Heere Prince van Hesfen-Darmdad,het welk naar Amersfoort is gemarcheerd, geen verzoek door de Heeren Staaten van Utrecht, tot het zenden van eenige Troepes naar die Provincie, aan ons is gedaan, noch eenige Patenten daar toe door ons zyn afgevaardigd. Onderiusfehen drekt het ons tot eea zonderling genoegen, dat diverfe approbatoire Refolutien van de Heeren Staaten van Gelderland ten klaarden aanduiden, dat wy aan Hun Ed. Mogenden intentie en requifitie volkomen voldaan hebben, het welk tot onze justificatie, indien dezelve hier te pas kwam, alleszins voldoende zoude zyn; en offchoon wy vermeenen van niet te veel te vorderen, wanneer wy met alle In- én Ópgezetenen een vrye denkenswyze reclameerden, zoo maakén wy echter geene zwaarigheid om ons als nog te gedragen tot die fentimenten, welke wy méermialen„ zoo aan U Ed. Groot Mogenden als aan de overige Bondgenooten, hebben opengelegt, en het is op grond van die principes dat wy U Ed. Groot Mogenden verzekeren kunnen, dat wy, zoo zeer als iemand afkeerig zynde van alle gewelddadige middeXVIII. Deel. O lei»  o 8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot len, niets vuuriger gewenscht hadden , dan dat 's Lands hooge gerechtigheid,en de wettige authoriteit van den Souverein, overal door het aanwenden van zagte middelen had kunnen bewaard of wel her* field worden, daar ze gekrenkt was, dan daar de ondervinding in U Ed. Groot Mogenden eigen Pro. vincie mcermaalen geleerd heeft, dat, tot bewaaring derzelve, de Militaire arm noodig geoirdeeld is, zoo zal het U Ed. Groot Mogenden, wanneer Hoogstdenzelven hier by een oogenblik wilden ftil ftaan,niet kunnen verwonderen, dat de Heeren Staaten van Gelderland daar insgelyks ten zei ven einde gebruik van hebben gemaakt, niet om de gefchillen tusfchen hunne Ed. Mogenden en hunne Ingezetenen te beflisien, maar om de gelegenheid te verfcbafFen, dat die klachten en gefchillen op een bedaarde en recbtelyke wyze konden onderzochc en afgedaan worden. Ondertusfchen is het ons ten uitterften aangenaam hier nog by te kunnen voegen, dat by de Expeditie, welke in het byzonder Uwe Ed. Gr.Mogenden attentie fchynt na zich getrokken te hebben, geen Burgerbloed geftort is. Wy vleyen ons dat deze ouverture van onze perfooneele gevoelens en verplichtingen by Uwe Ed. Groot Mogenden volkomen voldoende zal bevonden worden , dus wy ons in dezen zullen moeten vergenoegen met de aangenaame en ftreelende overtui- . ging, van niets gedaan of verricht te hebben dan het geen onze. óéd en plicht van ons vorderen. . Waar mede, Ed. Gr. Mog. Heeren, byzondere goede Vrienden! wy U Ed Groot Mogenden bevelen in Godes heilige protectie. (Onder jlond) U Ed. Groot Mogenden dienstwillige Dienaar, Op't Loo " (™s geteekend) den 8 Sept. W. Pr. van Orange. 178CT. (Jager  'ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 90 (lager Jlondt) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. By abfentie van den Geheim-Secretaris. ' (was get.) J- CE RlEMER- Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan/ dat de voorfz. Misfive zal worder.geëxamineerd door de Heerenjan de R>dderfchap, en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergade. Hng daar op gediend van derzelver confideratien en advis. ' Aanteekening van Dordrecht, Gouda> Schoonhovend Alkmaar en Monnickendam. De Heeren Gedeputeerden van Dordrecht, Gouda, Schoonhoven, Alkmaar en Monnickendam* hebben gedeclareerd van advife te zyn, dat de Heer Kapitein-Generaal, uit hoofde van het voljlrckt pnvoldoende antwoord op de gerequireerde exphcatie van deszelfs byzondereen perfooneelefentimenten over de geweldige maatregelen, tegens de Steden Hattem en Eiburg genomen, proviGoneel van nu af aan behoorde te worden gefuspendeerd ia deszelfs voorfz. functie: en dat voorts in een groot Befoigne zou behooren te worden onderzogt, welke maatregelen verder in dezen, ten zyn en opzichte, tot confervatie van de Hoogheid en Söuvereiniteit dezer Provincie, mitsgaders van de vryheid der Ingezetenen, en tot het behoud van hec gantfche Vaderland, noodzaaklyk zouden worden geoirdeeld* Accordeert met de voorfz. Refdutietu G ï  ioo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot jN°. 1419. Refcriptie van de Heeren Staaten van Utrecht , aan die van Holland en West-Friesland, op de Misfive van Hun Ed. Groot Mogenden No. i396, in dato den 9 September 1786, en Refolutie Commisforiaal den 11 den September daar op genomen. Edele Groot Mogende Hrerekt, Byzon- dere goede vrienden, NaGEBUÜREN ïn Bondgenooten! Wy hebben wel ontvangen, en in onze Vergadering binnen Amersfoort op heden gelezen, U Ed. Groot Mogenden Misfive van den 4den dezer, waar by U Ed. Groot Mogenden ons te kennen geven de aandoening, waar mede Hoogstdezelve betuigen in ernflige overweging te hebben genomen de gefteldheid der verfchillen tusfchen Regenten en Ingezetenen in fommige Provinciën, en onder anderen ook in die van Utrecht, plaatze vindende , en konnen wy mede niet ontveinzen de groote aandoeningen , welke deze U Ed. Groot Mogenden Misfive in ons hebbe verwekt, overmits wy uit den inhoude derzelve klaarlyk hebben befpeurt, dat U Ed. Groot Mogenden in dat denkbeeld ftaan , dat wy geheel alieen zouden zyn om de gerezene oneenigheden in het minnelyke te fchikken, en uit den weg te ruimen, ja dat wy veel liever zouden prsfereeren om die oneenigheden met macht en geweld een einde te doen nemen, dan aan eenige minnelyke terminatie te willen denken ; wy begrypen niet hoe U Ed. Groot Mogenden in zoodaanig een begrip immer hebben konnen vallen, daar het aan de gantfcheweereld bekend is , immers heeft konnen zyn , hoe wy , federc eenen geruimen tyd, alle mooglyke middelen hebben in 't werk gefield en alle wegen van gematigdheid ingeflagen, om indien mooglyk deze zoo ver. deiffelyke onrusten uit den weg te ruimen , met openlyke verzekering, dat wy daar toe ferieufe dclts  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 101 deliberaticn waren aanleggende ; deliberatien , in welke op alle ingebragte bezwaaren zoude worden gelet, en dezelve op eene conftitutioneele wyze, zoo veel mooglyk, weggenomen; en het is met dat inzicht, dat de conferentien tusfchen onze Heeren Gecommitteerden, en die van zyne Doorluchtige Hoogheid, bereids een aanvang hadden genomen, dan de daadelykheden, tot welke men binnen Utrecht heeft kunnen goedvinden over te gaan, en de afzettinge van de wettige Regenten binnen die Stad, zyn oirzaak geweest, dat deze Conferentien hebben moeten worden gefurcheerd, ja de infinuatien , welke, op den naam der Burgery, op eene nimmer gehoorde wyze, aan de Staats-Leden, mitsgaders die van het Collegie onzer ordinaris Gedeputeerden, zyn gedaan, hebben ons in de onvermydelyke noodzaakelykheid gebragt, om alhier te vergaderen , en 's Lands zaaken bedaardelyk te overwegen, en het is wel verre, dat in die Vergadering de praeferance zoude zyn gegeven tot employ van geweldige middelen, in tegendeel is by ons overwogen , op welk eene wyze men een afkomst van zaaken zoude konnen verkrygen, zonder tot zoodaanige middelen te komen , alfchoon het teffens zeker is, dat aan ons, zullen wy by aanhoudendheid . blyven bezitten die Rechten, welke aan een Souveraine Provincie toekomen, behoord te worden overgelaaten het employ van alle die middelen, welke na onze beste kennisfe, en zoo als wy 't eenigen dage voor den Opperften Regeerder zullen vermeenen te konnen verantwoorden, in ftaat zyn om de rust, vreede en veiligheid binnen onze Provincie te bewaaren of weder te brengen, fchoon wy teffens geene zwaarigheid maken by herhalinge te betuigen, nimmer zoodaanige middelen te zullen doen dienen, tot verkorting der burgerlyke Voorrechten, verhindering van billyke repraefentatien van 'sLands klagende Ingezetenen, of fmoringe eener wettige en eerbiedige Volks-ftemme; en , Ed. Groot Mogende Heeren ! wy konnen voor U Ed. G 3 Groot  102 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Groot Mogenden niet verbergen , hoe leed het ons doet, in U Ed. Groot Mogenden Misfive (als gezegd) zoodaanige infinuatie te hebben moeten ontwaren , welke, gevoegd by de ordres totmarschvaardig houden aan de Regimenten ter repartitie "van .Holland ftaande, en andere zaaken meer, ons in ongerustheid brengen, of U Ed. Groot Mogenden, door een verkeerde voordragt van zaaken, fomtyds met die bedaardheid de gefteldheid van onze Provincie en de naauwe band der Unie niet confidereerende, als wel in deze tydsomftandigheid behoorde, tot flappen zich zouden laaten vervoeren, die gefchapen fchenen dezen naauwen band te breken , en aanleiding te geven tot zoodaanige disfentien, als U Ed. Groot Mogenden by Hoogstderzelver Misfive nogthans verklaaren gaarne te willen voorkomen: wy althans, Ed. Groot Mogende Heeren! moeten betuigen met alle cordaatheid by die vereeniging te willen blyven, dan teffens ons verplicht te rekenen, voor de vryheid en onafhangelykheid van deze Provincie te moeten zorgen, dat, daar men te Utrecht niet alleen heeft kunnen goedvinden gewapende Manfchappen uitUEd. Groot Mogenden Provincie te ontvangen, 'sLands Comptoiren te verhinderen aan ons beftier dienstbaar te zyn, vreemde aanfchryvingen aan de Provinciaale Militie te doen , 's Lands .Ammunitiehuis te foi ceeren, èn een merkelyk getal Geweeren daar uit na elders te vervoeren, maar ook het Platte Land dezer Provincie door differente Schutteren en Genootfchappen by aanvang ziet onveilig maken, en geen zwaarigheid maakt openlyk, ook by de publieke Nieuwspapieren binnen U Ed. Grooc Mogenden Provincie, welke cu, federt zulk een geruimen tyd , gelust hebben de wettige daaden der Hooge Overheid als tyrannie aan de Natie voor te dragen, en te gelyker tyd de, cffchoon dispotique en alle vryheid verkrachtende, daaden van fommige heethoofdige Menfchen als Vaderlandlievende ten Hemel te verheffen, aan te kondigen hec voor-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 103 voornemen van verfcheiden Ingezetenen binnen de Provincie van Holland, om zich met geweid tegens het herftel der wettige authoriteit a'hier te kanten, hebben wy gedacht aan onzen ééd en plicht te kort te zullen fchieten, by aldien wy langer uitfielden voor onze veiligheid, en die onzer Ingezetenen, te zorgen, en alzulks den Heer Kapitein-Generaal van onze Provincie gelast ten fpoedigften eenige Militie na herwaards af te zenden, omme binnen deze Provincie gelegd te worden, zoo als wy aan U Ed. Groot Mogenden , en de verdere Hooge Bondgenooten, vermeend hebben kennisfe te moeten geven, deels om voor te komen eenige verdichte verhaalen, die men zekerlyk niet nalaaten zal daar van aan Hoogstdezelven te fuppediteeren , deels ook om dezelve te verzoeken haare Bondgenootfchappelyke officie en adfistentie, conform de Unie, tot bylegginge der gerezene verfchillen , en herftel der wettige authoriteit en Regeeringe binnen onze Provincie, en omme alzulks met ons daar toe middelen te beraamen, en, dit doende, voor te komen alle verdere onheilen; en gelyk de Heeren Regeerders van Amfteldam ook aan ons haare goede Officien hebben geofforeerd, en teffens ons verzogt geene fterke middelen te willen employeeren, a'zoo Hun Ed, Groot Achtb. den 8ften dezer voornemens waren ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden eenige poogingen, toe voorkoming van alle funeste gevolgen , te doen, hebben wy teffens gerefolveerd, het employ van efficacieufe middelen te furcheeren, en het eff ót dier vriendnabuurlyke declaratie af te wachten, in die vaste perfuafle, dat men binnen Utrecht niet zal voortgaan de goede Ingezetenen in haare Natuurlvke of Burgerlyke Vryheid te geneeren , ea daar 'door ons tot den een of anderen flap te noodzaaken, en. gelyk wy gaarne de mediatie van de respeftive Bondgenooten aannemen, en zelfs (als gezegd) verzoeken, zal ons ook niets aangenaamer zyn, dan te vernemen die middelen,als byHoogstG 4 de'  io4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dezelven, tot fpoedige bylegging der oneenighe." den, mogten uitgedacht zyn, en van employ gemaakt zouden kunnen worden. Dan verwachten wy, dat daar mede, in deeerfte plaatze, de wettige authoriteit en regeeringe binnen Utrecht en verder herfteld , en voorts het bellier der Provinciaalezaaken aldaar den gewoonen loop wederom gegeven worden, hebbende wy bereids dat verrichte aldaar gecasfeerd en geannulleerd, de afgezette Regenten genomen in onze protectie, met beloften, die, en alle anderen, welke om de waarneming hunner Ambten eenig nadeel mogten overkomen, te willen guarandeeren, en zulks wederom teverhaalen, en aan de Provincie, zoo veel mooglyk, goed te doen, uit de goederen der gener, welke de üirzaak,Aanllokers, of ook Uitvoerders, daar van zouden zyn geweest, en twyffelen wy ook geenszins, of de Hooge Bondgenooten zullen begrypen, dat dit, zal niet eenige vrucht tot applaneericg der verfchillen gearbeid kunnen worden , buiten tegenfpraak behoort te zyn. Wy zouden hier kunnen eindigen; dan, Ed. Groot Mogende Heeren! het hier voor geallegeerde brengt ons in de onaangenaa'me noodzaakelykheid, om van U Ed. Groot Mogenden te verzoeken een rondborftige verklaring, of Hoogst•deztlven voornemens en gezind zyn een gedeelte der Ingezetenen onzer Provincie, welke zich, onder voorwendzel van ingeroepene bezwaaren tegens deszelfs wettige Regenten, als ook tegens den Souverein zeiven dezer Provincie, verzet, en deszelfs mede-Ingezetenen met openbaare geweldenaaryen plaagt en drukt, met den fterken arm te willen onderfteunen tegen den Souverein dezer Provincie, en der zeiven dus feitelyk te verhinderen, om de goede orde, rust en veiligheid, en waare vryheid op deszelfs eigen grondgebied te herftellen, op dac wy zouden mogen weten, of wy U Ed. Groot Mogenden verder als onze oude Bondgenooten zulleq kunnen befchouwen, dan, welke maatregelen wy in de onvumydelyke verplichting zouden zyn te moe»  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ioj i r moeten nemen, tot handhaaving van de onafhangei lykbeid en rechten, tot welker bewaaring wy ons 1 met duuren ééde verplicht hebben, en van welke E wy niet mogen afgaan. Wy hoopen kortelyk door een rondborftige verj] klaaringe van U Ed, Groot Mogenden gerust gefield l te zullen worden, en het onuicfprekelyk genoegen te zullen hebben daar uit te zien, dat U Ed. Gr. Mogenden fteeds perfevereeren in haarenyver, om de band der Unie gebonden te houden,en zich daar van niet te laten aftrekken, maar door het verhinderen der Ingezetenen uwer Provincie, gewapend, I tegens de Unie, op ons grondgebied, onverzogt ,en tegens onze wille, te komen, en het verder over. i leggen met ons en de andere Bondgenooten van j zoodaanige middelen, als dienen zullen tot herftel ; der gefchondenauthoriteit, regeeringe, rustenvre» i de binnen de Stad en Provincie van Utrecht, en i, ons te doen gewaar worden het heilzaam effect, van j U Ed. Groot Mogenden aangebodene mediatie en 1 de aan te wendene poogingen van de Regeerders der Stad Amfteldam/ Hier mede, Ed. Groot Mogende Heeren, byzondere gotda Vrunden, Nagebuuren en Bondgenooten! \ bevelen wy U Ed. Groot Mogenden in de protecl tie van God Almachtig, dien wy bidden dezelve te conferveeren in goede en voorfpoedige regeeringe. Gefchreven te Amersfoort den 9 Sept. 4786. {was geparapheerd) J. Pesters, vé. (Onder Jlond) U Ed, Groot Mogenden zeer goede Vrunden, 3e Staaten van den Lande van Utrecht. (lager ftondt) Ter Ordonnantie van dezelven, (was gtt.) H. A. Laan. G 5 Maan*  Ic6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol . Maandag den n September 1786". i Ontvangen een Misfive op naam van de Heerem Staaten van Utrecht , gefchreven te Amersfoort, den oden dezer, tot refcriptie op Hun Ed. Croon Mogenden Misfive van den 4den, over de gefield-! heid der verfchillen tusfchen Regenten en Ingezet tenen in fommige Provinciën , en onder anderenj ■ ook in die van Utrecht, breeder hier na geinfe-f. reerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden] en verftaan , dat de voorfz. Misfive zal worden ge-ëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap em verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteer-. den tot het groot Befoigne, en de Vergadering; daar op gediend van derzelver confideratien en! advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien., N>. 1420. Misfive ven de Vroedfchap der Stad Utrecht aan de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, behelzende verzoek cm Hun Ed. Groot Mogenden protectie tegen de gevreesde ondernemingen van de Staats-Leden te Amersfoort vergaderd. In dato den 10 September 1786, en Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden , waar by dat verzoek ah nog in deliberatie gehouden wordt. In dato den 11 September 1786 Edele Groot Mogende Heeren! • Na dat wy voor weinige dagen bericht hadden ontvangen , dat de Heer Stadhouder zich had gedeclareerd , dat door de Staaten dezer Provincie nog geene Troepes gevraagd waren , buiten het Battaillon dat onlangs binnen Amersfoort is ingerukt ,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 107 rukt, hebben wy heden berichten ontvangen, van zoodaanige hand op dewelke wy meenen genoegzaam ftaat te kunnen maaken ; dac de twee voorftemmende Leden , benevens twee der kleine Steden, zich noemende de Staaten dezer Provincie, op gisteren in hunne Vergadering binnen Amersfoort finaal hebben gerefolveerd, een genoegzaam aantal Troepes te doen komen binnen'het Territoir van dit Gewest, en zulks met zoo veel fpoed, dat i dezelve reeds aanftaanden Dingsdag, wanneer men aldaar op nieuw zal byeenkomen, binnen of omn trent Amersfoort zullen worden gebragt: wy hebiifben deze zaak van zoodaanige aangelegenheid ge!' vonden; wy apprehendeeren zoo zeer de gedugte 11 gevolgen van alle deze en andere willekeurige han> > delwyzen der voorftemmende Leden , ten aanzien 6- van deze Stad; dat wy geoirdeeld hebben dezelve ö • met allen fpoed ter kennisfe van U Ed. Groot Mogenden te moeten brengen, gelyk wy de vryheid II neemen te doen by deze; uit al het gebeurde, uic jl meenigvuldigebyzondere omftandigheden, te veel |i om den pretieufen aandagt van U Ed. Groot Mo- * gende met dezelve bezig te houden, hebben wy E maar al te veel redenen om te vermoeden, dat 1 men allengskens deze Provincie zal tragten te obrueei' ren met Militie, om vervolgends, zoo dra men zal ï meenen genoegzaam voorzien te zyn, deze Stad, des noods, door geweld, gelyk men omtrent twee Steden in het Nabuurig Gelderland heeft te werk gegaan , te overheerfchen , waar uit notoir niets t anders dan eene onderdrukking der eerbiedige Volksl Hem, een verlies der opdagende vryheid, immeTS 1 in dit Gewest, eene vervolging tegen cordate en f voor Vaderland en Vryheid alles veil hebbende Re« t genten en Burgers, eene verhuizing der beste en eerlykfte Ingezetenen , en èindelyk eene totale ruine der Provincie moet geboren worden; U Ed. Groot Mogenden zyn zoo zeer overreed van deze • gezegden, dat wy dezelve niet nader zullen behoeven aan te dringen; het zy ons derhalvea alleenlyk  io8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gepermitteerd, by vernieuwing op het nadruklyM fte te infteeren op eenen onverwylden byftand val zoo veel Krygsvolk, op U Ed. Groot Mogende! Provincie gerepartitieerd , als Hoogstdezelve gel noegzaam zullen oirdeelen, om deze Stad te dek! ken tegen allen geweldigen aanval; en aangeziea het gevaar nu meer en meer fchynt te naderen} daar onze mede Staats-Leden zich niet ontzieca naar willekeur en buiten onze kennisfe te dispo] neeren over het Provinciaal Territoir; en vermiij wy daar door in de onvermydelyke noodzakelyfrj heid worden gebragt, om op onze eigen beveilig! ging bedagt te zyn , meenen wy ook alle vryher.1 te hebben om daar toe niets te ontzien; en net ;| om die reden, dat wy geene zwarigheid zullen maal ken die Hollandfche Troepes, welke U Ed. Grool Mogenden ons zullen gelieven toe te fchikkenij dadelyk te ontvangen binnen onze vryheid, alwaaj dezelve provifloneel postvattende in onze Vooriti den , en zoo veel mooglyk een Cordon trekkendt aan dien kant, van welken wy waarfchynlykde eeï fte Attacque te wagten hebben, volgens onze ge; dagten, alleszins gefchikt zouden kunnen zyn or alle Vyandelyke maatregulei te verydelen: wyfub! mitteeren dezen onzen voordragt aan U Ed. Grooi Mogenden gunftjge beoirdeeling, en kunnen niet afzyn Hoogstdezelven wyders in confidentie tit geven , dat wy meer dan eens overdagt hebbem of eene Inundatie, te effectueeren door eene doori fnyding van den Dyk langs de Rivier de Lek, mee eenige waarfchynlykheid zoude kunnen dienen, on; zoo wel U Ed. Groot Mogenden Provincie als deze Stad te verzekeren tegen gewelddadige onderneming gen , waar omtrent wy nogthans, immers buitet den hoogften nood, niets zullen doen, zonder te weten dat zulks U Ed. Groot Mogenden niet omi gevallig zoude zyn. Wy bevelen onze Stad en goede Burgery nog| maals in U Ed. Groot Mogenden protectie, terwyll wy, biddende dat God Hoogstderzelver Regeeringfl alle-  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. to9 illeszins gezegend en voorfpoedig make, on» raet ille veneratie Doemen: Edele Groot Mogende Heerenl (Onder ftond) V Ed. Groot Mogende zeer dienstwil* Uge goede Vrienden, De Vroedfchap der Stad Utrecht. (lager ftondt) Ter Ordonnantie van dezelve» Utrecht Iden 10 Sept. (was geteekend) I786, Izaak^Falck. 'Maandag den 11 September 1786. | Ontvangen een Misfive van de Vroedfchap der ! Stad Utrecht, gefchreven aldaar den 10dezer, om ( de redenen daar by , hier na, breeder gedetailI leerd , op het nadruklykst infteerende op den on- verwylden byftand van genoegzaam Krygsvolk toe i dekking derzelve Stad tegen alle geweld, om daa, delyk binnen hunne vryheid te worden ontvangen* en wyders in confideratie gevende het eflèct.ueereri eener Inundatie door een doorfnyding vandenDyfc langs de Lek. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan, de voorfz. Misfive als nog te houden in deliberatie. Accordeert met de voorfz, Refolutien;  tin Verzameling van. Stukken betrekkelyk tot N". 1421. Refcriptie van Burgemeesteren, Schepenei en Raaden der Stad Deventer, aan de Heeren Stam ten van Holland en West-Friesland, op Hun £& Groot Mogenden Misfive, N°. 1410. In dat dm 9 September 178(5. Edele Groot Mogende Heeren! Ter voldoeninge aan U Ed, Groot MogendeE Verzoek, vervat by derzelver fchryvens, gedateerc in den Hage den 7den dezer, zynde op gisterer; by ons ontvangen, dient. . Dat, zoo dra wy geïnformeerd wierden tot onze groote furprife, dat de Staaten van Gelderland ge< refolveerd hadden, de Militaire magt te gebruikeE tegen de Steden Hattem en Eiburg, wygeoirdeelci hebben , gemelde Staaten by Misfive te moeter adieeren, van inhoud als per Qopiam fub A. te ven nemen, en bok'te gelyktydig over die materie aac D,tl doch ook op deze mogten wy geen antwoord ge* worden. Des niet tegenftaande, om van onzent x we-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ut wege niets onbeproefd te laaten , of het ftorten van Burgerbloed te verhoeden ware, meenden wy niet te moeten ftilzitten; vonden des goed uit onze drie Hoofdlieden eenige Heeren te committeeren na het Loo , om hier over zyne Hoogheid op te wagten,en nader te beproeven, of zoude kunnen worden gepermoveerd zyne intercesfie te employeeren by de Staaten van Gelderland, om , zoo doenlyk, te effectueeren, dat de voor die van Hattem i en Eiburg zoo fatale genomen Refolutie geen voortgang mogte hebben, of ten minften furcheance van gedagte Refolutie te bewerken, en hec bekomen van ordre tot het doen' te rug trekken of halte houden der Troepes, welke de Steden Hattem en Eiburg vast naderden, en,zoo fcheenen, vyandelyker wyze te zullen aandoen , immers tot zoo lange de onmogelykheid bleek daar te zyn , dat de errezene verfchillen, of redenen van opgevat misnoegen, uit den weg geruimd, en in het vriendelyke bygelegd konden worden ; onder aanbieding van der Steden wege, dat by Ridderfchap en Steden dezer Provincie, dezer zaaken halven eerstdaags zullende vergaderen, zouden tragten te bewerken , en, zoo als vast vertrouwden, zouden ef. feclueeren kunnen aanbieding van haare mediatie in dezen , waar toe die van de Steden zeiven bereids gerefolveerd waren zich te offereeren. Op dezen voet dan ook was de converfatie door de refpective Gecommitteerden der Steden , den 4den dezer met den Kapitein-Generaal gehouden, terwyl tevens Hoogstdenzelven communiceerden, en per copiam extradeerden Misfive dien zeiven daüiarn door gemelde Gecommitteerden gefchreven, en van het Loo geëxpedieerd, aan de Heeren Staaten van Gelderland, en Copye eener Misfive daar by gevoegd, zynde van Raad en Meente der Stad Hattem, gefchreven aan den Raad en Meente van Zwolle, leggende hier by de eerfte fub E. en de laatfte onder de Letter F. Het is voor ons een grievende fmerte, Ed. Groot Mo-  lift Verzameling van Stukkên betrekkelyk tot Mogende Heeren! dat alle deze onze poogingen het 6 zoo zeer gewenschte einde niet hebben mogen be- ■ reiken. Het antwoord doch van zynë Hoogheid l op alle Vertoogen van onzer Steden Gecommitteer- ■ «den liep Diet anders als zaakelyk daar op uit, dat: niemand meer dan hy vervreemd ware van het ge- ■ bruik van alle geweld, dat ook niet moest aange- • zien worden voor den Autheur van dit werk, dat: alleen exëcuteerde de ftriftfte bevelen der Staakten van Gelderland, dat echter verzekeren kon-, de, dat aan niemand eenig geweld in zyn recht,, goed of vryheden gefchiedeh zoude, zullende het; alleen aan die van Hattem en Eiburg liaan, zich te: bevryden van alle Militaire geweld, onder voldoe- • ning aan de ordres van den wettigen Souvereiné. Dat de intentie van Guarnifoen te zenden na die: zelve Steden geene andere was, dan om aan de Re-geeringen van die Steden, het Hof en de Staaten i van Gelderland, gelegenheid te geven, om op eene: bedaarde en Conftitutioneele wyze te onderzoeken i de oirzaaken der onlusten, zonder geëxponeerd te; zyn aan feditieufe bewegingen van onrustige Per- ï foonen. Dat zyne Hoogheid de brieven, van onze Ste-f den ontvangen, gezonden hadde aan de Heeren Staa-. ten van Gelderland, van welken hy meende dat heden i een antwoord aan de drie Steden zoude inkomen. Dat de Magiftraat der Steden van Overysfel be-* ter zoude gedaan hebben derzelver eigen Burge-jen te rug te houden, en te beletten het Territoir: van eene andere Provincie, tegen alle order aan, in i te trekken en te violeeren. Dat, vermits zyne: Hoogheid geen credit meer had, het ridiculzym zoude, van hem te vorderen employ of interces-fie. Dat het zenden van Militie ra eene of andere ! Stad niets ongemeens was, hebbende Zyn Hoog-■ beid in den voorigen jaare daar toe kennelyk een gelyke order geëxecuteerd, zonder dat eenige an- i dere Provincie of Stad daar tegen is opgekomen, en èindelyk, dat niets meer doen konde, als paree- i ren de ordres zynér Heeren Principaalen, 2iet  II de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 113 Ziet hier, Ed. Groot Mogende Heeren! hetgeen i ïn dezen door onze Steden gedaan is, met ook den lïiitflag van onze vrugtelooze pogingen. Wy den;lken hier mede voldaan te zullen hebben aan het jjgeen U Ed. Groot Mogenden by derzelver fchryVven van ons hebben gelieven te verzoeken. Waar mede wy U Ed. Groot Mogenden bevelïefl in de befcherminge Godes, terwyl verblyven». Edele Groot Mogende Heerenï (Onder ftond) V Ed. Groot Mogenden goedé Vrienden, Burgemeesteren, Schepenen en Raa» den der Stad Deventer. (lager Jlondt) tf er Ordonnantie van dezelve. Deventer ,rwas peteekend) léea 9 Sept. v 5 „ . 1 A. van Stjchtelen, Secret. [ft®. 1422. Bylage A. tot N». 1421, zynde een Misfive van Burgemeesteren Schepenen en Raaden der Stad Deventer, aan de Heeren Staaten van Gelderland, tot aanbod van Mediatie der verfchillen met Hattem en Eiburg. In dato den 1 September -1786-. Edele Mogende Heeren! Alzoo wy geïnformeerd zyn , eh veele 'reden l|i hebben o'n) die informatie niet in twyffel te trekjiken, dat door U Ed. Mogenden is gerefolveerd , I een groot aantal Troepen naar Hattem en El burg I te doen marcheefen , en, in cas van oppofitie, 1 geweld te gebruiken, en het gerugt van deze XVIII. Deek H »aak  114 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zaak, zoo hier als in de andere Steden dezer Pro- ■ vinHe, een groote fenfatie en gisting veroirzaaktt heeft, waar uit een Burgerlyke Oorlog zal te dug.. ten zyn , en alzoo reeds melures genomen zya}J om ten fpoedigften een extraordinaris Landdag al-hier te doen uitfchryven , waar op wy ons voor-fielien te coöpereeren, om de Mediatie van Rid-. derfchap en Steden aan te bieden, om door min-nelyke fchikkingen de verfchillen , tusfchen U Ed.. Mogenden en gemelde Steden Hattem en Eiburg' fubfÏÏleerende, te vereffenen; zoo hebben wy niet! willen afzyn, U Ed. Mogenden daar van ten fpoe-. digften kennis te geven, met zeer gedienftig ent inflantelyk verzoek, dat U Ed. Mogenden, uitt confideratie van de noodlottige gevolgen, met heet gebruiken van den Militairen arm tegens voorfz.: twee Steden zullen gelieven te fuperfedeeren, en: zoodaanige ordres, als daar toe reeds mogten ge-; geven zyn, in te trekken; wy twyffelen geens-i. zins , of U Ed. Mogenden zullen- prys genoeg' Hellen op het Bfirger-bloed, om aan dit ons Vriend4 nabuurlyke voorftel zonder bedenking te voldoen , en verbiyven , ra U Ed. Mogenden int Godes Heilige protectie bevolen te hebben, Edele Mogende Heerenl (Onder Hond) 17 Ed, Mogenden goede Vrieni dtn, Burgemeesteren, Schepenen en Raa« den Stad Deventer. (lager JJondt) Ter Ordonnantie van dezelvei deDnTsept. O* gekend) ,1786. Geeh. Dcmbar, Secretaris 17860" NV  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 115 1423' Eylage B, tot N°. 1421, zynde een Mis. Jive van Burgemeesteren Schepenen en Raa ten dzr \ S'.ad Deventer, aan den Heere Prinje van Orange en Nasjau, ten einde als vooren. In dato den 1 September 1786. doorluchtigste hooggeboren fcrst en Heere! Wy zenden hier nevens aan Uwe Hoogheid Copie 1 Van een Misfive, welke wy op heden aan de Heeuren Staaten van Gelderland hebben doen depecheetflren, met gedienftig en inftantelyk verzoek, dac ïüwe Hoogheid Hoogstdeszelfs goede officien zal ij gelieven aan te wenden, ten einde door hoogstgei melde Heeren Staaten daar aan moge worden gedetifereerd, ten einde alzoo een Burger-Oorlog, die jdhs, indien de by dezelve Staaten genomen mefu« sres effect, forteeren, onvermydelyk toefchynt, wori de voorgekomen. ; In vuurige hoop, dat deze onze welmeenendere* 5 prasfentatie by Uwe Hoogheid, uit aanmerking van dé ngedugte gevolgen, die het ftorten van Burgerbloed, J voor de ganfche Republiek en tevens Uwer Hoog: heids eigen Huis, zoude kunnen na zich fteepen, den ' gewenschten ingang zal vinden, bevelen wy Uwé qHoogheid in Godes Heilige protectie en blyven, Doorluchtig fte Hooggeboren Furst en Heere! (Onder ftond) Uwer Hoogheids zeer dienstwillige Vi ien* den en ootmoedige Dienaaren, Deventer Burgemeesteren, Schepenen tien ï Sept. en Raaden der Stad Deven- 1786* ter. (lager ftcnlt) Ter Oidöanantïé van dezelven, {was get) Gerh. Dombas. Seeret. 1786* H * N*  ii 6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 1 N°. Bylage C. tot N°. 1421 , zynde eenè Mi jive van Gecommitteerden der drie Steden De-i venter, C'impen en Zwol, aan de Heeren Staateivï van Gelderland, tot waarfchouwing tegen de ge-j volgen van een Burger'Oorlog. In dato den 2 Sep-\ tember 1786". Edele Mogende Heeren! Wy Gecommitteerden van de drie Steden Deventer, Campen en Zwolle, thans te Wyhe vergaderd, om zoodaanige maatregelen te beraamen,, als het gefchiktlte kunnen geacht worden, om d« fchroomelyke gevolgen , die men met zoo veet grond vreest, dat uit U Ed. Mogenden Refolutie,, tegen de Steden Hattem en Eiburg genomen, nood-, zaakelyk zullen moeten volgen, onder den Goddely. ken zegen voor te komen, hebben ons indispenfa-, bel verplicht geacht, U Ed, Mogenden te infor.' meeren, dat hy onze Steden gerefolveerd is ten al4 lerfpoedigften eenen Landdag te houden, het welk! wy vertrouwen op Donderdag of Vrydag aanftaann de te zullen kunnen gefchieden, ten einde als daat zoodaanig te delibereeren, als U Ed- Mogendeat reeds uit de afzonderlyke Misfives van onze Stedeni nebben kunnen vernemen , en, gelyk van zelfsi fpreekt, om alle zoodaanige maatregelen te nemen, als zullen kunnen ftrekken om eenen volflagen Burger-Kryg, die wy verzekerd zyn dat uit het voortzetten van U Ed. Mogenden thans genomen mefures zal moeten refulteeren, te verhoeden; fpeciaal ook om zoo mooglyk zulke voorflagen te doen, als! voor de Provincie van Gelderland in het byzonder! oirbaarst zullen gehouden worden. Wy zeggen, verzekerd te zyn, dat een volflagen Burger-Kryg het gevolg van U Ed Mogendem maatregelen zyn Eal, en, ten eindeUEd. Mogenden: hier van te meer overtuigen , dient, dat wy zeken onderricht zyn dat groote Partyen van onze Burgers, en daar onder veelen van de eerfte Familien,, zich  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 117 l zich naar Hattem en Eiburg hebben begeven, zoo men zegt met het vaste voornemen, en wy hebben geen reden om aan de waarheid van die inforJimatie te twyffelen, om die Steden met al hun verf mogen, en tot den laatften droppel bloed, te heljfc pen defendeeren: en wy verzoeken en infteeren derjilialven nogmaals, dat U Ed. Mogenden de executie Wan derzelver ordres ten eerden zullen gelieven te ifurcheeren of in te trekken , uit confideratie van lide ysfelyke gevolgen, die anders te duchten zyn, èen van den haat, ja wy zeggen niet te veel, in« jidien wy 'er by voegen van de woede, welke daar uit zoude kunnen refulteeren. Wy moeten 'er byvoegen, want veinzen kan I thans niet meer te pas komen, te meer, daar wy in het zekere denken geïnformeerd te zyn, dat on|;ze eerfte Misfiven den gewenschten indruk niet : «eweldigfte middelen, te kunnen zien uit den weg leruimd. Wy bidden dus U Ed. Mogenden, by tl wat dierbaar is, by de zucht en yver tot welzyn van het Vaderland en de herftelling van de inwendige rust, ook in Ü Ed. Mogenden Provincie, op allen dezen nog ernftig het oog te vestigen,om mee al dien fpoed, dien het gewicht der zaak vereiscnt, en in het welke een allergrootst en eminentst gevaar in de vertraaging van een voldoend befluit in dezen eeleaen is, op onze voorige en deze herhaalde yertoogen gelieven acht te geven, en order te Hellen, dat alle mefures van nadruk mogen worden gefara cheerd, de aanmarsch der Troepes, daar ze zyn < gelaakt, en ten minften beproefd, of en welke middelen tot accommodement zouden kunnen worden geadhibeerd, welke te verwerpen,wy voorzien dat de geheele Republiek in de fchroomelykfte yerbic terina zal zetten, waar van wy, zoo naby gelegen, reeds het fmertelyk gevoel hebben ,door een vuurt gen driften onwederftaanbaaren yver, diea U üd. Mogenden demarche en refolutie aireede onder on ze Burgeryen veroirzaakt heefc, en welke U Ed. Mogenden, zoo wel als wy, reeds weten, dat ra  124 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot alle andere Provinciën plaats heeft, ten gevolge hebbende, dat van alle kanten gewapende Burgers en Ingezetenen toefchieten, en de energiq fte addres. fen over dit onderwerp gedaan worden. Wy herhalen ons ernftig verzoek, en betuigen voor U Ed. Mogenden ons, by onverhoopte ontftentenis van hier aan te defereeren, onfchuldig te zyn aan de jammerlykfte gevolgen, die hier uit onfeilbaar zullen ontftaan. Wy bidden God Almachtig, dat Hy U Ed. Mogenden harten daar toe genadig wil bewegen en beilieren, dezelve voorts houdende in zyne Heilige befcherming. Edele Mogende Heeren! (Onder ftond) UEd. Mogenden goede Vrienden, Op't Loo De Gecommitteerden uit de den 4 Sept. Steden Deventer, Campen 1786. en Zwolle. (lager Jlondt) Ter Ordonnantie van dezelve, (was geteekend) A. van SüCHTELEN. J. A. de MlST. R. EEKHOUT. Secrets. Secrets. Secrets. 1786. 1786, I786. N°. 1427. Bylage F. tot N<\ 1421, zynde een Mis. five van Burgemeesteren, Schepenen, Raad en Gezworen Gemeente der Stad Hattem, aan de Regeering der Stad Deventer, lot aanneming der aangebodene mediatie. In dato .... Wel Ed. Hoog Achtb. Heeren, en Wel Ed. Eerbaare Heeren! Wy hebben uit de bekomen Refcriptie aan onze Gezworene Gemeente met veel genoegen gezien, de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 12J de door U Ed. Hoog Achtb. en Wel Eerbaare al. reeds genomen maatregulen, ten einde het gebruiken van de Militaire arm tegens deze Stad voor te komen, waar voor wy onze hartgrondige dankbaarheid by de/e betuigen , met allervriendelykscverzoek, dat U Wel Ed. Hoog Achtb. en Eerbaare daar in gelieven voort te gaan, en geene middelent onbeproefd te laten, om het geweld tegen onze Stad voor te komen, zullende ons ten hoogften aangenaam zyn, dat door de Heeren Staaten van Overysfel Hoogstderzelver mediatie in dezen wierd aangeboden, welke wy gaarn met dankbaarheid van onze zyde zuilen aannemen; verklaarende niets meerder te wenfchen, dan dat de rust eneenigheid in deze Provincie word herfteld op redelyke voorwaarden, waar aan wy altyd gaarn zullen deferee» ren, zoo veel ons maar eenigszins mooglyk en met onze rechten en vryheden beftaanbaar zyn zal. Waar mede U Wel Ed. Hoog Achtb. en Wel Ed. Eerbaare in Godes heilige befchermingeaanbevelende verblyven, U Wel Ei. Hoog Achtb. en Wel Edele Eerbaarheden! goede Vrienden en Nabuuren. (Onder ftond) Burgemeesteren, Schepenen en Raad neffens de Gezworen Gemeente der. Stad Hattem. (lager ftondt) Ter Ordonnantie van dezelve, (was get.) M. G. Brouwer , Secret: (nog lager ftondt) Ter Ordonnantie van de Gezworen Gemeente, (was get.) J. H. van Dyk.  rïfj Verzameling van Stukken letrekkelyk tot 1428. Refcriptie van Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Campen. aan de Heeren Staaten van Aolland en West-Friesland, op Hun Ed. Groot Mogenden Misfive SS9' 1410. In dato den 9 September 1785. Edele Groot Mogende Heeren! Wy hebber) vel ontvangen, en in onze Vergzdering gelezen,Uwer Ed. Groot Mogenden Misfive, gefchreven in den Hage den 7den dezer lopende maand, houdende verzoek aan ons, gelyk U Ed. Groot Mogenden insgelyks aan de Regeeringen der Steden Deventer en Zwol gelyktydig gedaan haddeDJ Om U Ed. Groot Mogenden te willen informeeren van het effect der Commisfie, onlangs mede namens ons, by den Kapitein-Generaal afgelegd , tot afweeringe der voorgenomene en ■ thans gepleegde hostiliteiten in de Provincie van Gelderland, en van de omftandigheden, welken dezelve Commisfie hebben vergezeld. Wy hebben gemeend U Ed. Groot Mogenden geen beter blyk te kunnen geven van onze volveerdigheid om aan dat verzoek te voldoen, en van het belang het geen wy ftellen in Hoogstderzelver lioogwicbtige deliberatien indezekommerlykeconjunöuuren van tyden, dan door dit ons antwoord zonder eenig verwyl aan U Ed. Groot Mogenden toe te zenden met denzelven Bode, die ons Uwer Ed. Groot Mogenden opgedagte Misfive heeft ter hande gefield, Wy gelooven ons te kunnen dispenfeeren, Vaa de opgave der redenen die ons, neffens de Regeeringen der Steden Deventer en Zwol, rot het afleggen dezer Commisfie aan den Heere Kapitein-Generaal hebben doen befluitcn. De publiciteit van 't gerefolveerde by Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Gelderland, en de daadeljke beginfelen, om het zelve ter executie  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 1*7 Itie te Hellen; de nabyheid der bedreigde Stedea Hattem en Eiburg aan onze Stad en Provincie; onze welmeenende zucht om niets onbeproefd te laten, \ hetgeen het yslyk oogenblik eenes Burger-Krygs fi kon tegenhouden; de drift en gisting onder onze . 1 Burgeren en alle 's Lands Ingezetenen , die van i rondomme ter verdediginge dier Steden aanfnél1 den, en hun dierbaar bloed en leven exponeerden; li dit alles, gevoegd by het onbeantwoord laten der Ij herhaalde én allerinftantelykfte verzoeken en MisIj fiven , door ons en de beide andere Hoofdlieden de\: zer Provincie , zoo afzonderlyk als te famen, aan r: zyne Doorluchtige Hoogheid en aan Hooggedachte Heeren Staaten van Gelderland afgezonden, om immers de executie dier ordres maar eenige weinige dagen te furcheeren of te retardeeren, ten einde de door ons gebuteerde en voorloopig aangebodene ftaatelyke offerte van Mediatie en intercesfie, op de reeds uitgefchrevene , en zelfs met den ' meesten fpoed vervroegde, extraordinaris Vergadet ring van Ridderfchap en Steden kon worden geëf: fettueerd; dit alles, Ed, Groot Mogende Heeren I deedt ons, neffens de beide andere Steden, befluii ten, om elk uit onzer midden te committeeren twee 3 onzer Raades-Vrienden , neffens een onzer Secretarisfen, om op Maandag laatstleden den 4den dezer lopende maand zich en Corps te begeven 3. naar het Loo , en aldaar by zyne Doorluchtige 1 Hoogheid, mondeling, op de meest krachtigfle • wyze te appuyeeren alle de gronden en motiven, I by alle onze, en der Steden gezamenlyke,opge\ dagte Misfiven geallegeerd. Het Rapport van onze Heeren Gecommitteerden, nog dien zeiven < dag na hun retour aan ons gedaan, en van derzelver afgelegde Commisfie, heeft fubïtantieelyk hier : in bellaan: Dat zy Heeren, neffens de Heere- Gecommitteerden der andere Steden , op nurnen weg naar het Loo, in Perfoon hebbende moeten ontwaaren, dat de gevreesde, en door ona af-  ïa8. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot afgebeden aanmarsch van Troepes reeds wer»> kelyk daar, en hunne diftantie van de Steden Hattem en Eiburg maar van eenige weinige? uuren was, zy in die perplexie van zaaken hadden goedgevonden, om nog voor het afleggen hunner Commisfie te concipieeren, en per Expresfe van het Loo af te zenden, eene nadere Misfive aan de Heeren Staaten van Gelderland, toen te Zutphen vergaderd, met de meest krachtigfte, en, naar evenredigheid der vermeerderde bekommeringe, meer aandringende verzoeken en inftantien tot furcheance van Hoogstderzelver Refolutie en Ordres. Dat zy zich daar op en Corps, ter aflegginge van hunne Commisfie, by zyne Hoogheid aangemeld hebbende, na een yvyl vertoevens zyn binnen verzogt, en door zyne Hoogheid gerecipieerd, en geplaatst zyn op zoo veele Stoelen, als hunne Commisfie beftond uit Leden , tegen welken over zyne Hoogheid zich mede geplaatst had. Dat door den ouditen Heer van Deventer aan zyne Hoogheid, met eene gepaste introductie en aandringend verzoek, was opening gedaan van de redenen dezer Commisfie enhetinftantelykst verzoek van de gezamenlyke Heeren Committenten, met overgifte, en voorlezinge door een der Secretarisfen» van eene Copie der nadere even te vooren afgezondene Misfive aan de Heeren Staaten van Gelderland, als mede van eene daar by gementioneerde, daags te vooren by de Regeeringe der Stad Zwol ontvangene Misfive der Stad Hattem, waar by de Regeering dier Plaatfe, onder imploratie van goede Officien, verklaarde niet ongenegen te zyn, op redelyke voorwaarden te willen accordeeren. Dat na de Prajleclure en overgifte dezer beide Misfiven, zyne Doorluchtige Hoogheid in fubftan- " tie hadde geantwoord: Dat niemand meer vervreemd was van het gebruik van alle geweld als zyne Hoogheid - . jselve. Dat  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 129 Dat men zyne Hoogheid ook gantsch ten onrecht aanzag voor den Autheur van dit werk, daar hy als Kapitein-Generaal van Gelderland alleen executeerde de ftriclfte bevelen der Heeren Staaten dier Provincie. ■ Dat zyne Hoogheid echter kon verzekeren, dat aan niemand in die Steden eenig geweld of nadeel in zyn Recht, Goed of Vryheden ge« fchieden zou. Dat het aan de Steden Hattem en Eiburg zelve Rondt, om onder voldoening aan de bevelen van den wetcigen Souverein, van allen Militairen dwang bevryd te zyn. Dat de intentie der Heeren Staaten met het zenden van dit Guarnifoen geen ander was, dan om aan de Regeeringen dier Steden, het Hof van Gelderland , en de Heeren Staaten zelve gelegenheid te geven, om op eene bedaarde en Co flitutioneele wyze te onderzoeken de oirzaaken cier onlusten en ongeregeldheden in die Steden, zonder geëxponeerd^ te zyn aan feditieufe bewegingen van onrustige f er (bonen» Dat de Magiftraatcn der Steden van Overysfel beter hadden gedaan hunne eigene Burgeren'te rug te houden, van, tegen alle ordre •aan, het Territoir van eene andere Provincie gewapend in te trekken en te violeeren. Dat by gepaste tusfchenpoozingen, dan de een, dan de ander dier Heeren Gecommitteerden aan zyne Hoogheid had willen doen refiecteeren in fub* ftantie: .. . . . ^ . Dat de violatie van het Territoir van Gelderland door Burgeren onzer Steden, geheel buiten eenige legaale kennis, veel min met eenig confent of authorifatie, der Regeeringen gefchied was, maar dat de drift der geheele Natie, en fpeciaalyk onzer Burgerye, ter hulpe dier benaauwde Steden, onweerltaanbaar,was: Dat de Natie vertrouwde, dat wanneer zyne XVHÏ. Deel» 1 Door*  13° Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Doorluchtige Hoogheid zyn veelvermogend [ Crediet, invloed en tusfchenfpreken, by de: Heeren Staaten van Gelderland geliefde te: interponeeren, de genomene befluiten tegens s die beide Steden daadlyk zouden worden ge-furcheerd. pat men wel overtuigd was, dat zyne Hoog-, heid, in zyne qualiteit als Kapitein-Generaal,, gehouden was aan de pofitive Ordres van dem Souverein , zonder eenige twyffeling, te moe-, ten gehoorzaamen: Dan, dat Heeren Gecom-' muteerden zyne Hoogheid thans meerder en fpeciaallyk adieerden in zyne qualiteit als Stadhouder, welke aan hem fuppediteerdeden noo- • digen invloed en verplichting om de rust van het Vaderland, en de harmonie tusfcben de byzondere Provinciën, Leden en Steden van het Bondgenootfchap, op alle wyzen te trachten te conferveeren of te herftellen. Op alle het welk door zyne Hoogheid fuccesfi?elyk was weder geantwoord in fubftantie: Dat het ridicul was van hem te vergen het employ van zyn Crediet, het geen men wel wist dat hy niet meer had. Dat hy alle onze Brieven gezonden had aan de Staaten van Gelderland, die daar op, denkelyk, nog dien dag zouden rescribeeren; doch welk antwoord zyne Hoogheid niet wist. Dat, zoo zyne Hoogheid geene andere Ordres van Hun Ed. Mogenden ontving, hy in de genomene Refolutie en uitvoering derzelve geene verandering kon maaken. Dat het zenden van Militie naar eene of andere Stad niets vreemds of ongewoons was. Dat nog in den voorleden jaare zyne Hoogheid diergelyke Ordres van Ü Ed. Groot Mogenden ontvangen en geëxecuteerd had, zonder dat eenige andere Provincie of Stad daar tegen was opgekomen. Dat het eene pure domesticque zaak was, waar  èe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 131 wair in de Staaten van Gelderland even Sou. verein en by magte waren in hunne. Provincie te kunnen handelen, als de Heeren Staaten der andere Provinciën, een yder in de zyne. Dat, voor zoo verre het marcheeren dezer Troepes ombrage kon geven aan de Provincie van Overysfel, zyne Hoogheid verzekeren kon akyd gedagtig te zullen zyn aan zynen Eed, dienhy als Kapitein-Generaal van onze, zoowel als van alle andere Provireien, gezworen hadde, en dus nimmer Patent of eenige Ordres tot marcheeren van Troepes naar deze Provincie zou geven , als op requifitie of met confent der Heeren Staaten van Overysfel. Dat zyne Hoogheid zeer wel wist eti geleerd had wat hem in zyne qualiteit als Stadhouder te doen ftondt, zonder deswegehs eenige herinnering noodig te hebben. Dat hy in deze zaaken niets meer kon doen, als hy gedaan had, en de gegevene ordres hunnen gang moesten gaan. Dat zy Heeren Gecommitteerden ziende daÊ geene inftantien konden helpen, örh Zyne Hoogheid toen, tot eenige flappen, het zy van retardement in het doen executeeren van het befluit def Staaten van Gelderland, het zy in het doen werken van Hoogstdeszelfs invloed by Hun Ed. Mogenden, te permoveeren, waren opgeflaan, en doof zyne Hoogheid tot aan de deur van het AudiëntieVertrek gereconduifeerd» Dat zy terfiond door een der SeCretarisfen hadden doen te blade brengen de fubflantie Van allé de antwoorden door zyne Hoogheid gegeven, zoö als die, met het gene uit hun geheugen daar by gevoegd is, hier boven aan U Ed. Groot Mogenden wordt opgegeven $ zonder pertinentlyk aan eenige woorden, of de order van tyd in welke dé byzondere Perioden zyn uitgefproVen, te willed gehouden zyn, dewyl wy voorts U Ed. Groot Molenden moeten verzoeken, dat Hoogstdezelveri X % het  132 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot het boven (taan de» aan ons daor Heeren Gecommitteerden gerapporteerde, zullen gelieven te confrcueeren met de refcriptien der Regeeringen der beide andere Steden, om uit vergelyking van dezelve één geheel te formeeren, ter volledige informatie van U Ed. Groot Mogenden. Wy houden hier mede aan het verzoek vanUEd. Groot Mogenden voldaan te zyn: dan kunnen deze gelegenheid niet doen echappeeren, zonder U Ed. Groot Mogenden ter wégneminge van allen twyffvl, en tot voorkominge of uitwisfing van de verkeerde impreslien, die de onzekere en meenigvuldig varieerende publieke geruchten foms by U Ed. Groot Mogenden zouden mogen hebben gemaakt', op het plechtigfte verzekering te geven, dat de uitmarsch onzer Burgeren naar het Geldersch Territoir, en fpeciaalyk naar de Stad Elburg, gefchied is zonder eenige de minfte onze legaale kennis, confent of aveu, maar alleen moet en mag geattribueerd worden aan de alomme uitgebarftene misnoegdheid, begeerte naar redres, en herftel van zaaken, en eene onweerftaanbaare Vaderlandsliefde, die in zulk een oogenblik niet altyd toelaat op de gevolgen te denken, en die ons, al ware zulks ter onzer kennisfe en deliberatie gebragt, in dat moment onmooglyk zou geweest zyn te doen ftilleftaan, of te maatigen. De bekommerlyke fituatie van ons lieve Vaderland, de nood en raadelooze toeftand der hier en elders gevlugte Inwooneren uit veele Gelderfche Plaatfen, de dagelyks toenemende gisting onder de Ingezetenen, en de ontrustende nabyheid van verhitte Troepes in onze nabuurfchap; dit alles nemen wy de vryheid aan de hoogwyze, fpoedige en efficacieufe mede voorziening van U Ed. Groot Mogerden aan te bevelen. Terwyl wy God Almachtig bidden, daar toe de deliberatien van U Ed.Groot Mogenden te willen zegenen, en U Ed. Groot Mogenden te willen bewaaren by eene lang.' duurige en voorfpoèdige Regeering. Ge-  de Gelevrtenisfenjn 1787 enz. voorgevallen. 133 . Gefchreven in Campen den 9 September 1786. Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) Uwer Ed. Groot Mogenden goede Vrienden, Burgemeesteren , Schepenen en Raaden der Stad Campen. (lager fiondt) Ter Ordonnantie van dezelve, (was get.~) J- -A. de Mist, Secret. 'N<\ 1429. Refcriptie van Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Zwolle, aan de Heeren Staaten van Hólland en West-Friesland, op Hun Ed. Groot Mogenden Misfive No. 1410. In dato dm 10 September 1786. Edele Groot Mogende Heeren! Ter voldoening aan het verzoek, vervat by hun. eer Ed. Groot Mogenden Misfive van den 7den dezer, hebben wy van onze Gedeputeerden in Commisfie geweest zynde na het Loo, ten einde als in TJ Ed. Groot Mogenden Misfive vervat, gerequireerd den fubftantieelen inhoud van het gene aldaar is verhandeld. Zy hebben ons vervolgers gerapporteerd dat, na by monde van den eerfte Heer der Commisfie uit de drie Steden de reden hunner komst was geopend, en teffens by prasletture kennis gegeven, zoo van de derde Misfive, door de Gecommitteerden der drie Steden aan de Heeren Staaten vaa Gelderland gefchreven, als van die, welke de Regeering van Hattem aan ons hadde geaddresfeerd, en welke wy vernemen, dat door den Magi£ 3 ftraat  134 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ftraat der Stad Deventer, benevens de andere Misfiv cs, zoo aan de Heeren Staaten van Gelderland, als zyne Hoogheid, copielyk aan U Ed. Groot Mo. genden zyn toegezonden, waarom wv ons daar van kunnen cM'spenfeeren , zy Heeren Gedeputeerden daar op ernftig verzocht en geretireerde inftantien hebben gedaan, ten einde zyne Hoogheid deszelf» goede OfBcien zoude willen aanwenden , om deHeeren Staattn van Gelderland te bewegen van derzelver genomen befluiten, om de Steden Hattem en Eiburg door Militaire macht te bedwingen, af te zien, immers te furcheeren, tot de Staaten de «er Provincie hunne mediatie zouden hebben kunnen aanbieden, waar op zyne Hoogheid in fuhftantie te kennen gaf, dat alieen was van het gebruik van geweld; dat ook niet moest aangezien worden voor den Autheur van dat werk;maar dat alleen de ftrikfte bevelen van de Heeren Staaten van Gelderland uitvoerde; dat echter kon verzekeren, dat niemand geweld in zyn Recht, Goed of Vryheid zougefchieden; dat het aan de Steden van Hattem en Eiburg ftondt, om, onder voldoening aan de ordres van den wettigen Souverein, van Militair geweld bevryd te blyven ; dat de intentie van het zenden van het Guarnifoen was, om, op een conftitutioneele wyze, onderzoek te doen na de oirzaak der onlusten, zonder geëxponeerd te zyn aan feditieufe bewegingen van onrustige Perfoonen; dat de Magiftraaten van de Steden van Overysfel beter gedaan hadden hunne Burgeren te rug te houden van hec Territoir van eene andere Provincie gewapend in te trekken; dat ook het zenden van Militie na eene of andere Stad niets ongewoons was; dat men in Overysfel zich hier over niet behoefde te ontrusten, dewyl zyne Hoogheid wel kende zyn plicht en ééd aan de Staaten van Overysfel gedaan, en geen Troepes derwaards zou zenden, zonder derzelver requifirie en ordre ; waar op aan zyne Hoogheid in fubftantie wierd geantwoord: dat, dewyl de Steden, waar tegen Militie gericht was, althans Hattem, gene-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 135 gen was om in het vriendelyke zich tevergelyken, men dus verhoopte dat zyne Hoogheid zou ihtercedeeren, dat inmiddels geen Militair geweld gepleegd wierd; dat het de Regeeringen der drie Steden ondoenlyk was hunne Burgeryen te rug te houden; dat ook van alle Oorden Burgeren en Ingezetenen kwamen toefchieten , en een gemeene zaak maakten, en dat dus een Burger-Oorlog te duchten was, zoo de Militie niet belet wierd om voort te gaan; dat al vorder, daar 'er tusfchen Leden en Steden van eene Provincie different was, het zelve na den eerflen Artikel van de Unie, by wege van Juftitie, arbiters of accoord, op aan te bieden Mediatie behoorde beflist te worden; en dat daar op zyne Hoogheid herhaalende zyn plicht om als Kapitein-Generaal flipt de ordres der Staaten te obedieeren; voorts wierd aangemerkt, dat men zyn Hoogheid niet in qualiteit als KapiteinGeneraal, maar als Stadhouder, zoo wel van onze Provincie als van Gelderland adieerde, en dat het een der wezenlykfte Rechten en Prffiëminentiec, zoowel als de plicht van een Stadhouder is, om te zorgen dat de eenigheid zoo veel mooglyk geconferveerd, en conform de Conftitutie te werk worde gegaan; dat zy Heeren dus verhoopten, dat zyne Hoogheid doch zou gelieven te intercedeeren, dat inmiddels geen geweld gepleegd, maar een geduchte Burger-Oorlog voorgekomen wierd, ter confervatie van het liere Vaderland, en ten wezenlyken diende van zyne Hoogheid en Hoogstdeszelfs Doorluchtig Huis; waar op zyne Hoogheid zeide: dat zyn plicht wel kende, doch 'er verder niet aan doen kon, zoo als nog èindelyk zyne Hoogheid, verzogt zynde tot emploi van Hoogstdeszelfs Credic, antwoorde: dat geen Credit meer hadde, en dat het dus befpottelyk zoude wezen om van hem te vergen het employ van het zelve. Waar op de Conferentie gefcheiden is. Dit is, Ed. Groot Mogende Heeren! de fubflantieele inhoud dier conferentie met zyne Hoogheid, I 4 voor,  136 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voor zoo verre onze Heeren Gecommitteerden 1 zich kunnen te binnen brengen, zonder aan de: juiste woorden of order, waar in die zyn voorge- ■ dragens gehouden te kunnen zyn; zullende U Ed.. Groot Mogenden uit confrontatie der Misfiven van 1 de Steden Deventer en Campen met deze hierc omtrent vollediger geiuformeerd kunnen worden. Waar mede deze eindigen, en ü Ed. Groot: Mogenden in de protectie Godes bevelende, ves— blyven, Edele Groot Mogende Heeren! (Onder Jlond) U Edele Mogenden goede Vrienden, Zwolle den10 Burgemeesteren, Schepenen en\ öept. 178Ö. Raaden der Stad Zwolle. (lager ftondt) Ter Ordonnantie van dezelven , (was get.) Georg Royer, Secret. N°. 14,30. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Weit-Friesland op de voorenjlaande drie Misfives N9. 1421, N°. 1428, en JNK 1429. In dato den 11 September 1786. Ontvangen een Misfive van Burgemeesteren , Schepenen en Raaden der Stad Campen, gefchreven aldaar den 9uen dezer, waar by, tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mogenden Misfive van den 7den , Hoo,7scdezelve informeieren van het effect der Commi-fie, onlangs mede namens hun by den Knpiteir-Generaal afgelegd, tot afweering der voorgenomene eu thans gepleegde hostiliteiten in de Provincie van Gelderland, en van de oraftan- djgi  ie Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevatten. I37 digheden welke dezelve Commisfie hebben vergezeld; breeder hier na geinfereerd. Fiat Infertio, Als mede een Misfive van Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Deventer , den oden dezer aldaar gefchreven, tot voldoening aan het voorfz. verzoek van Hun Ed. Groot Mogenden voor zoo veel hunne Stad betreft, met zes Bylagen van A tot F, daar toe relatief; breeder hier na vermeld. Fiat Infertio» En nog een Misfive van Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Zwolle, gefchreven aldaar den ioden dezer, ten fine bovengemeld, de verzogte informatien contineerende; breeder hier na gedetailleerd. Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Gouda, Schoon• hoven, Alkmaar en Monnickenlam geïnhaleerd zynde derzelver Advys onder de Notulen van den Sften dezer geinfereerd, tot provifioneele fuspenfie van den Kapitein-Generaal, is goedgevonden en verftaan, dat de vootfs. Misfives en de Bylagen tot de tweede behoorende, zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed, Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, en de Vergadering daar op ten fpoedigften gediend van derzelver confideratien en advis. En is dien onverminderd, op de inftantie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht , goedgevonden en verftaan, dat aan alle de Chefs of Commandanten van de Regimenten op de repartitie van deze Provincie, zoo binnen als buiten dezelve thans in Guarnifoen gelegen» van wegens Hun Ed. Groot Mogenden zal l $ wor-  138 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot worden aangefchreven, om by provifie en tot na*, dere dispofitie van Hun Ed. Groot Mogenden gee-. ne Rapporten of Lysten van hunne onderhebben»» de Regimenten of Compagnien hoegenaamd aam den Heer Kapitein-Generaal dezer Provincie te: zenden; maar dezelve aan de Heeren Gecommit-. teerde Raaden te doen toekomen; als mede omi de Commandeerende Officieren te gelasten, vani deze Hun Ed. Groot Mogenden Ordres aan alle; hunne onderhebbende Officieren kennis te geven,, met last, elk voor zoo veel hem in het byzonder: zoude mogen aangaan, om zich daar na te regu-" leeren. En dat ook zullen worden aangefchreven alle; Gouverneurs en Commandeurs van de Steden of f Forten dezer Provincie, om by provifie en tot; de nadere dispofitie van Hun Ed. Groot Mogenden 1 geene Rapporten hoegenaamd, hun Departement; raakende, te zenden aan den Heer Kapitein-Ge- ■ neraal dezer Provincie, maar direct in ordinaire ge. vallen aan de Heeren Gecommitteerde Raaden, en in extraordinaire omftandigheden aan Hun Ed. 1 Groot Mogenden zeiven. Accordeert met de voorfz. Refolutien,, N.. ,  dé~Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 13$ ] N"# 1431. Propojïtie van de Hoog Wel rreb. Geflrenge Heeren Baron vak Palland, totZuithem, Ihost van Tifelmuiden. Barofl de Vos van Steenwyk, tot den Hogenhof. Ba'oenen te doen retourneeren ; zullende de Commandanten der Regimenten, op dezer Provincie repartitie ftaande, worden aangefchreven en gelast, zich met de Burgerverfchillen niet te meieeren : en voorts de Heeren Staaten van Gelde' iand op het vriendelykfte geëxhorteerd, geene Militairemagt tekens hunne Burgeren en Ingezetenen te gebruiken, maar allemogelyke en gepaste middelen te adhibeeren , ten einde de zwevende Burgergefchillen, zoo veel mogelyk, in der minne vereffend en bygelegt wierden ; offereerende de Heeren Staaten dezer Provincie daar toe kunne goede officien en jöcdiade,  C4o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zen Staat kan wezen, dan het gebruik van Militaire» magt omtrent differenteu tusfchen Regentenen Re-genten , of tusfchen Regenten en Burgeryen vani de Steden dezer Republiek, daaromnunogonlangss den HeerKapitein-Generaalgelast, omgeeneTroe-. pen, ftaande.ter repartitie hunner refpedtive Provinciën, na de Steden Hattein pf Eiburg af te zenden , met zoodaanige orders aan de Commandanten der Regimenten , ,)ils by dezelve Refolutie gearresteerd zyn; is ook reeds in den gepasfeqrdem "jaare door U ËdvMogenden een tot dat einde ten— deerende Refolutie genomen en "békend gemaakt;; met reden moest dan de Natie verwachten, datnietss meer noodig zó'ude zyn, öm de gedreigde en ge-, vreesde onderneming , ,van de Mem der Burgerlykes Vryheid dpe^j^mt^rè overmachc te fmoren, voort te komen en te doen ophouden. Daar het echter nu helaas .' maar al te klaar gebleken is, dat alle die heilzame poogingen en vader— ]yke voorzorgen van diverfe Provinciën (waar on-. der zelfs de.magtigfte dezer Republiek is,)op eene: indirecte wyze geëludé'erd en vrugteloos gemaakt t zyn , zoo vinden zich de Ondergeteekenden bevoegd, ja indispenfabel verplicht, om met die rond— borftigheid, welke van oudsher hetcaracter van eeni vry Nederlander en ééd en plicht betrachtend Re- • gent kenfehetst, aan U Ed. Mogenden open te legleg, het geen zy van de tegenwoordige hachgelyke lituatie van deze waggelende Republiek denken en in de omftandigheden van zaaken niet duifter: opgefloten legt.- Het is toch U Ed. Mogenden bekend, dat, toeni de jongfte Refolutie der Heeren Staaten van Gelderland, waar by de Meerderheid goedgevonden en i verftaan heeft, om in de eerfte plaats zyne Hoog-heid, als Kapitein-Generaal dier Provincie, teverzoe-ken, om zoo Spoedig mogelyk een bekwaam aantal Mi-litie , met al het noodige voorzien; onder beleid en i Commando van een bekwaam Officier, te zenden naar • 4e Steden tfattem en Eiburg, om aldaar Guarnifoen i te:  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 141 Ut houden, en tof nader order te blyven, met fpeciale • last aan den Commanderenden Officier -, om des noods1 ,zoo onvermoedeiyk eenige weder Jlond, van wie het ook 'wezen' mogte , het zy om in de voorfz. Steden te koimen het zy om daar binnen geplaatst te worden, moTt ontmoeten, geweld met geweld, tot maintien van. \Hun Ed. Mogenden Hoogheid en Oppergezach in dit I Furllendom en Graaffchap, te heeren enz., openbaar , wierde , de ganfche Natie , en inzonderheid die tvan deze nabuurige Provincie, die zaak de haare 1 maakte, waar toe zy ook volgens de gronden der i Unie en het Bondgenootfchap verplicht was. Dat dien ten gevolge mede binnen deze Provincie , als op welker Grenzen de Burgerkryg in volle woede i'cheen te zullen ontbranden ,. alle i mooglyke, zoo eerbiedige als ferieufe en met het gewigt en presfance der zaak overeenkomende, efforts by voornoemde Heeren Staaten van Gelderland, en den Kapitein-Generaal, zyn in het werk gefield; om den te duchtenen Burgerlyken Oorlog; ■te prse'venieeren, in zoo verre, dat de Raaden en Gezworene Gemeenten der drie Hoofdlieden , op den eenpaarigen aandrang van derzelver Burgeryen, eerst ieder afzonderlyk, en daar na nog tweemaalen sezamenlyk, aan de Heeren Staaten van Gelderland, en den Heer Erf-Stadhouder, denadrukkelykfte brieven hebben doen afgaan, ja zelfs op gepasfeerden' Maandag eene plechtige bezending uit de drie Steden aan den Stadhouder gedaan hebben:dat vervolgens op Dingsdag door U Ed. Mogende Heeren ordinaris Gedeputeerden mede een Commisfie aan denzelven is afgevaardigd, om zyne Hoogheidte overreeden, van welgemelde Heeren Staaten te permoveeren, om toch van deze gewelddaadige middelen af te zien, ofteimmers, totdat U Ed.Moeenden, die reeds verfchreven waren, vergaderd zouden zyn, en hunne mediatie, ter vereffening der verfchillen, zouden hebben kunnen aanbieden, terwyl die herhaalde inflantien by den Heer ErfStadhouder ftrekten, om hem te vermaanen dezen aan-  142 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aandrang by de Heeren Staaten van Gelderland te< appuieeren, en de ordres, zoo die gegeven mog-. ten zyn , tot den aanmarsch der Troepen op t©c fchorten: dan, op alle welke brieven geen de min-, fte antwoord is gegeven, en alleen aan de Heereno Gecommitteerden der drie Steden door zyne Boog., heid mordelu'g ir esfentie zoude zyn geantwoord:: dat hy alleen executeerde de firikjle bevelen der Staatenn van (Gelderland; dat echter verzekeren kon, dat aan niermand eenig geweld in zyn recht, goed of vryheden ge* * Jchieden zoude; dat het aan de Steden Hattem en Eiburg] zelve Jlond, om, onder voldoening aan de ordres van dem Souverein, van alle Milimir geweld bevryd te zyn; datt hy geen credit men hadde, en het riêicul zoude zyn, van t hem te vorderen het Emploi van iets dat men wel wist,, dat hy nvt en hadde; dat het zenden van Mi itie na eene', of andere Stad niets ongemeens is, hebbende in den vso- • rigen jaare een gelyke order van de Heeren Staaten van i Heiland geëxecuteerd, zonder dat eenige andere Provin- • cie of Stad daar tegen is opgekomen; dat hy niets meer ' doen kan, en alleen afwachten de ordres zyner Prifi > cipaalen, enz. i Wanneer U Fd. Mogenden nu dit gedrag van den i Stadhouder met deszelfs federt eenigen tyd gehoudene conduite en directie gelieven te vergelyken, en men zich erinnert den kennelyken invloed en 't overwegend gezach van den zeiven op 't grootfte getal der Regenten in Gelderland; zullen Hoogst, dezelve middagklaar moeten ontdekken, dat daar in niets minder dan een collufie met een groot aantal van dezelve Regenten, en een oogmerk om de heil. zaame intentien der respective Bondgenooten illufoir te maken, de ftemme van het beste gedeelte des Volks te fmooren, en alzoo deszelfs grootheid te zoeken in de puinhoopen van dit Gemeenebest, met het gevaar zelve van daar toe Burgerbloed te plengen, refideert. Welke andere redenen kunnen 'er toch geweest zyn, dat de Troepen van den Staat, na de gementioneerde Refolutie der Staaten van Holland, welke niet  II di Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 1431 ] riiet op die Provincie gerepartitleerd zyn , zulke ftibite en p'recife ordres bekomen hebben om op te marcheeren, en dat derzelver dienst in de Frontier* lieden door Troepen van de Hollandfche repartitie geremplaceerd is? Welke andere reden kan 'er geweest zyn, dat de Artillerye Compagnie van den Kapitein Wildrik, op repartitie van deze Provincie ftaande , zonder reguard te Haan op de Refolutie by U Ed. Mogen* [ den in den gepasfeerden jaare genomen, mede ia i aanmarsch geweest is ? ten onwederfprekelyken blyi ke, dat de Stadhouder zich niet kan verantwoorden t met een voorwendfel, dat hy aan de ordres van de i Staaten van Gelderland moest pareeren, daar hy immers even zoo wel Kapitein-Generaal van deze i Provincie is, en gevolgelyk niet minder aan HoogstI derzelver ordres daadelyk moeste geobedieerdhebI ben. Wyders is de invloed van den Kapitein-Gene• raai, als Stadhouder, op de Meerderheid der Staaten van Gelderland te zeer bekend, dan dat deszelft» 1 antwoord, aan de bovengemelde Commisfie derStei den afgegeven , van naamelyk geen appui of credit f meerder in de Republiek te hebben, ten dien opzichte eenige reflectie zoude meriteeren. Daar in tegendeel de Ondergeteekenden vermee( nen , dat uit hoofde van voorfz. invloed het ge] pleegde geweld tegen de Steden Eiburg en Hattetn j aan den Stadhouder direcïelyk kan en moet geimpuj teerd worden. In allen gevalle ook Kapitein-Generaal en StadI houder der Provinciën van Holland en Stad en LanI de zynde, en van de intentie derzelver Souverei[ nen, zoo wel als van het gantfche Volk van Neder» ij land, verwittigd, moeste hy zyn plicht, en de berj trekking, waar in hy ten aanzien van het gantfche 3 Bondgenootfchap ftaat, gekend hebben. Hy moeste weten, dat de gronden van Verbintelj nis van alle Bondgenooten mede brengen , dat de. i zelve, zonder weering van alle feitelyke handelingen,  144 Verzameling van Snikken betrekkelyk tot gen, nimmer van duur kan zyn; maar dat de ver-• fchillen onder Staacs-Leden van eene Provincie on- ■ gelukkig gerezen, volgens den teneur van de Unie, oe eene andere wyze moeten worden beflist. Hy moeste weten, dat zyn plicht als Stadhouder mede bracht: den Staat zoo in balance te houden, dat ■ de eene Bondgenoot over de andere niet heerfche, te.' bevorderen en te bewaren 'ie. Prce'e'minentien, Gerechtigheid , Privilegiën en Welvaar en van den Lande, Leden, Steden en Ingezetenen van dien, dezelve te conJerveeren voor allen overlast, afbreuk en fchaade. Hoe kunnen hier nu mede ürooken de door hem op requifitie van eene,. zoo men onderricht wordt, , niet groote mperdeiheid der Regenten van Gel-. derland,aan een formidabel aar tal Militairen, ("voor- . zien met Bomben, Houwitzers, en allerlei Moord- ■ geweeren , tot binnen deze Provincie geworpen,, en waar van de overblyfeelen alhier ook nog te : vinden zyn) gegevene ordres, ter inrukking in i Steden van het Bondgenootfchap en ftorting van i Burger-bloed, daar en het Volk en derzelver wet-. tige Reprsefentanten, onder gepasten eerbied, der- > zeiver ongezindheid tot hec innemen van Troepen, als dezelve niet noodig ook niet gevraagd hebben- < de, te vooren gedeclareerd hadden, en alle moog- . lyke poogingen van zoo veele Collegien, ja van het beste gedeelte van Neêrlands Volk, ter weeringen i voorkoming daar van, waren aangewend? Het welk alles ten gevolge gehad heeft, dat uit: de Steden van Hattem en Eiburg de meeste Ingeze- ■ aenen, flerker dan voor een uitheemfchen Vyand, met Vrouwen en Kinderen gevlucht, vervolgens hec tooneel van een Burger-Oorlog binnen Neêrlands Wallen, en wel in het nabuurig^Gelderland en deze Provincie, fcheen te zullen ontbranden, en mooglyk reeds Burger-bloed,en dat van 's Lands Krygslieden , geplengd is, en aan veelen reeds het leven of de'gezondheid en welvaard zal gekost hebben» alle welke onheilen ten jongften dage tegen de bewerkers van dezelve zullen moeten getuigen. Dit  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 145' Dit alles had dóór eeri piicfitbëtrachtenden eb | Vredelievenden Stadhouder kunnen worden voorjj gekomen; en het ware zyne Hoogheid gemakkelyk «geweest, het gantfche Volk van Nederland te tod; li hen, dat hy de oirzaak niet was van al dat onheil. Mén zwyge van het gewelddaadig fpolieereri ed truineeren der achtergeblevene Goederen en Effectten van de ongelukkige Ingezetenen, en diergelykë texfecrabele handelingen, door de Troepen van défl ;Staat al nog binnen de muuren van Hattem, en el.ders op de Veluwe, gepleegd wordende. Welk alles de Ondergeteekenden permoveërt ëri iindispenfabel verplicht, tot voörkomig van meet IdieYgelyke violente demarches, aan U Ed. MogeriIden voor te Hellen, zoodaanige fpoedige en effica1» fcieufe maatregelen te nemen, tot provifioneelë be; tpaaling van het gezach van den Heer Kapitein-Geiheraal over de, Militie van dezen Staat, met de ande^ re Bondgenooten te beraamen, als Hoogstdezelvë I in dezen hoogen en presfanten nood van 't lieve Vaiderland, en al wat daar in dierbaar is, zullen meest Idienftig en krachtig oirdeelen, op dat de algemeerie i Burger-Oorlog, de geduchtfte van alle onheilen j honder den zegen van God Almachtig, nog mag woi> jlden voorgekomen; referveerende zich de Ondefge.. teekenden, om daar omtrent in dezen hachelyked | tyd zoodaanige nadere en byzondere voorftellingëa te doen, als zullen mëenen te behooren. Verzoekende dat deze Propolitie in dé Notulen imoge worden geinfereerd, ten einde dezelve, zöd ffpoedig mooglyk, tot het objeét der deliberatien tyan deze Staats-Vergadering worde. (was geteekend) !A. W. van Palland, tot Zuithem. R.H.deVoS van Steenwyk , tot Rogenhof. A. C. W. van Haér*" solte , tot den Doorn. ]. A. de Vos van Stee^ wyk, tot Nyer-wak RiWiSLOET, tot Marhveldt XVÏIL Dsii» & B*;  I4<5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 14.32. ExtraSt uit de Notulen van den Raad Ordi- • nair der i>tad Zieiinzee, over den buicengewoonen 1 en verhaasten marsch van veele Regimenten cjfc..1 In dato den 4 September 1786. Is goedgevonden en verftaan, Heeren Gedepu-.| teerden ter Staatsvergadering dezer Provincie te: gelasten, om ter tafel van Hun Ed. Mogenden te» declareeren: Dat Hun Ed. Achtb. niet dan met de uiterfle be«. vreemding en furprife, zoo uit de publieke als par«. ticuliere berichten, zyn geinformeerd van.de fin., guliere, buitengewooneen overhaastende, marfchen] van veele Regimenten, en wel fpeciaal van die,] welke op de repartitie van deze Provincie ftaan»; zelfs zoo, dat de ordres zyn gegeven, om te mar-, cheeren met achterlaating van Huisgezinnen en] de ordinaire Bagagie. — En daar Hun Ed. Achtb»), de motiven en redenen van diergelyke ordres geens-. zins kunnen penctreeren, alzoo, voor zoo veel Hum Ed. Achtb. bekend is, thans geen vrees voor bui" tenlandsch geweld is te duchten , en het marchee-. ren van Troepes, op zoo een inconvenablen tydc en wyze, niet anders kan uitlopen, als tot mer-< kelyk nadeel en grief van de meergemelde Troepes, en excesfive kosten voor den Lande, en dus! piets overig blyft, of de redenen daar van moetent te vinden zyn, in dezelve te gebruiken tegen hun*, tie Medeburgeren, en wel tegen zoodaanige, dief hunne wettige Rechten tegen de allergeduchtfte Over«j. heerjching tragten te verdedigen; — En daar Huw Ed. Achtb. als nog hunne gevoelens willen manifes» teeren, dac zy nimmer zuilen gedoogen, dat Troe-' pes, die in hec zweec van Burgeren hun beftaani vinden, cegen dezelve werden gebruikt, om hun tot\ onderdrukken, en desnoods van het leven ce berooven; — zullen Hun Ed. Achcb. aan 't oirdeel vani hunne mede-Leden van Staat overlaaten de beoir«' deeling van die evenementen, die daar uit nood wen- , digj  de Geheurtenis/en in T787 ent. voorgevallen. 147 1 dig moeten voortfpruiten, en niets anders kunnen : zyn als een openbaare Burger-Oorlog; waar van he. ' 'einde de gantfche en onherftelbaare val van die ' wel eer zoo bloeijend Gemeenebest zal zyn; —: En terwyl Hun Ed. Achtb. op goede grönden verfnieenen,' dat het gewicht van hunne reeds gedaanê 1 en herhaalde Propofitie (tot het aanfehry ven aan dert iHeer KapiteiniGeneraal, van geene ordres te geven aan Troepes ter dezer repartitie, tot het maf( cheeren na die Plaatfen, daar Burgertwisten over ( domestique voorrechten zyn ontdaan , en voornaaimelyk naar de Provincie en Stad van Utrecht,) i uit het hier vooren geavanceerde genoegzaam zal : zyn af te leiden; zo zullen dezelve als nu voor' l het laatfte op het krachtigfté infleeten * op hec 1 purgeeren van 'c Befoigne , ten dezen opzichte i reeds by Hun Ed. Mogenden gedecerneerd; eri i teffenss dat de meergemelde aanfchryving op dezé ! Sesfie ter Conclufie werde gebragt, en aan dert ,Heer Kapitein-Generaal zonder Refumptie werdë ; afgezonden; ten einde niet alleen dat, hangendë 1 de Deliberatien over dit poin£t, deze Troepes niét. naar die Plaatfen werden gezonden, maar zelfs niet toerden geëmployeerd tot remplacement van andérè Troepes, die "ten dien einde naar bovengemelde Plaatfen reeds zyn of zullen werden gedepecheerd, ■— als mede 1 aan de Chefs van de Regimenten, om geenszins të 1 obferveeren die ordres, die tot het ageeren, op» hoedaanige wyze het wezen mögr, tegen Burgfefen, zoo binnen de Provincie van Gelderland als Utrecht, mogten ftrekken, of dat dezelven, in era's van disobedientie, Hun Ed. Mogenden nadere dispofitie te verwachten zullen hebben. En, ingevalle dit geadvifeerde wederom van geëhe ingresfie mogte zyn; en daar aan niet daadelyfé werde voldaan; —- werden Hun Gedeputeerden" gelast te declareeren : , Dat Hun Ed. Achtb. zich voor als nü houden gepurgeerd van hunnen ééd en plicht j met överljai ting van allé dié gevolgen > die uit het- ophö'udëS  14$ Verzameling v&n Stukken betrekkelyk tot en langer traineeren van deze meergemelde aan- , fchryving zullen proflueeren, voor diegenen, die: oirzaak zyn, dat het te dugtene vergieten van Bur-. geibloed eerlang, zoo nog niet alreeds, gefchie-. de. — En dat èindelyk Hun Ed. Achtb. op hecc ferieuste by dezen dcclareeren, dat, ingeval deze: hunne laatlte inltantie onverhoopt geen ingang by hunne mede-Leden mogt vinden, geenszins meer-, der zullen confenteeren in het betaalen van zoo-, daanige Troepes, die (trekken tot verderf en ondergang van 's Lands braave Ingezetenen. En werden Hun Gedepu'eerden gelast, na ge«" daane praeleóture, de infertie dezer declaratie ini den Text der Notulen van Staat te verzoeken. Accordeert met voorfz. Notulen,, (»f get.~) Francois Breekpot. N"'. 1433. Adres van Burgers en Ingezetenen der Stadl Zierikzee, aan Burgemeeeteren. Schepenen en Raa-, den van die Stad, ten einde met Holland commu., tiicatyf moge werden gehandeld, en zoodaanige; maatregelen en befluiten gtnomen worden, die de', vryheid en veiligheid, zoo wel van Regenten als: Burgers, op duurzaame gronden vesten kunnen, In 1 dato den . . September 1786. Geven eerbiediglyk te kennen de Ondergetee- < kenden, alle Burgers en Inwoonders dezer Stad. Dat zy Supplianten met innige fmerte federt een 1 geruimen tyd hebben gezien, de verfoeilyke en 1 doemwaardige maatregelen , door overheerfching ; en geweld, in veele Plaatfen van dit hun dierbaar ' Vaderland, genomen, om de Item des Burgers, tot reclame van verloren of gefchonden Rechten. en Privilegiën, te fmooren of vrugteloos te maa- J ken. Dat  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 149 Dat, wanneer zy Supplianten hier by vergelyken ; de ivden der roemrugtige Voorvaderen, die, om j bei fchei den der Privilegiën en Voorrechten, eene ma^uge Gra&flyke Regeering (fia het vergeefs be;proeven van fmeekfehriften,) zich hebben van ;'den hals geworpen, en aan dezen Staat, onder I Gods ?,egen , bezorgd die wel ingerichte en repra> Bentative Regeeringsform, welke de hcerschzucht 1 en grootsheid federt lang afgunftig was geworden; dat, zulks overwegende, met een overmaat van ;afkeer en afgryzen moeten belchouwen die aterlingen, welker heillooze oogmerken en beginfels die van dén dwingeland Philips en den wreeden \J)vc d'Alva, verre overtretfen. Dat zy Supplianten des, federt den rampzaligen jongden Engelfchen Oorlog, van tyd tot tyd, met :gevoe!ige dankerkentenis hebben vernomen, de :menigvuldige cordaate en welmeenende beiluiten en poogingen van ü Ed, Achtb., om alle de ingeHopen misbruiken en abuifen in de onderfcheiden Departementen van het beftuur en regeering van het Land te redresfeeren en herftellen; dan dat zy tot hier toe zich hebben onthouden, met de daadelyke verklaaring van deze hunne fenfible dankbaarheid in de Vergadering van U Ed. Achtbaarhedens te verfchynen; echter nu niet langer kunnen nalaaten, deze (zoo zy Supplianten nederig vertrouwen) betaamelyke gevoelens aan U Ed, ;Achtb. open te leggen, daar zy Supplianten hebben vernomen, dat U Ed. Achtb. dezer dagen-wederom eene welmeenende en cordaate Refolutie hebben genomen, en ter tegenwoordige Staatsvergadering dezer Provincie doen inbrengen, tegen iecht teem. ployteren. In dato den .... Doorluchtige Vorst en FIeer! Uit ondeifcheiden Misfives en andere Stukken aan orze Vergadering geaddresfeerd, in ervaaring zynde gekomen van de genomen Refolutien in de Provincie van Gelderland, en mooglyk ook in die van Utrecht, om de Burgerlyke verdeeldheden in de voornoemde Provinciën door den Militairen arm te keer te gaan, en daar bv vernomen hebbende, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid Patent had gegeven aan de drie Regimenten Infantery, op onze repartitie ftaande , om te march< eren naar de JSlabuurfchap van Gelderland, hebben wy deze zaak in ernfiige deliberatie genomen; en wanneer wy letten op de tegenwoordige gefteldheid der zaa» ken m de Republiek, en de fchroomelyke gevolgen, welke zoodaanige fterke maatregelen zouden kun*  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 157 jcunnen na zich ileepen, moeten wy onze afkeerigheid betoonen van alles, wat aanleiding zou kunnnen geven tot een Burgerlyken Oorlog, en vooral, findien de Troepes, op onze betaaling ftaande, me. Ide daar toe wierden geëmployeerd. j i Wy hadden, om dit efficacieus voor te komen* «kunnen refolveeren, om de voornoemde Regimeniten op te ontbieden, ten einde dezelve op hetTerïritoir dezer Provincie te doen Guarnifoen houden; rmaar vermids dezelve onlangs wederom kostbaare irmarfchen hadden moeten doen, hebben wy dezelnve tegen het aannaderend winterfaifoen niec willen idbezwaaren, en liever verkooren, Uwe Doorluchjttige Hoogheid, als Kapitein-Generaal dezer Pro|vincie, aan te fchryven en te verzoeken, gelyk bwy doen en van Uwe Doorluchtige Hoogheid verjt wachten by dezen, om by provifie en tot onze li nadere dispofitie geen Troepes, ter repartitie de];zer Provincie ftaande, te employeeren in eenige Ji der tegenwoordige Burgerlyke gefchillen in de ProI' vincien van Gelderland en Utrecht. Wy vertrouwen , dat deze onze goede intentie i des te minder obftakel zal ontmoeten , om dat, \ voor zoo veel ons bewust is, geene van onze Troe- i pes, ter onzer repartitie, binnen de tweeopgemel. j de Provinciën Guarnifoen houden , en derhalven l onze Refolutie als Betaalsheeren niet kan inlopen j tegen het territoriaale recht der Provinciaale of l Stedelyke Overheden in dezelve Provinciën. Waar mede, &c.  158 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 14.36. Refolutie van de Heeren Staaten van Over- ;| ysfel tot verbod aan de Militie, op die Provincie ; gerepartitieerd, om zich niet te laaten gebruiken yyl de verfchillen tusfchen Regenten en Regenten, öf n Regenten en Burgers, in Gelderland, Utrecht of ft elders ontflaan. In dato den 13 September 1786. Is na deliberatie goedgevonden, dé Commati- J deerende Officieren van de Militie, ter repartitie j dezer Provincie, aan ce fchryven: om onder in-« haïfie van onze Refolutie van den voorrgen jaare,* zich diredtelyk of indiredtelyk in eenige verfchil-. len tusfchen Regenten en Regenten, of Regenten, 1 en Burgeren, zoo als in Gelderland en Utrecht of? elders ontdaan zyn, of zouden kunnen ontdaan, , te immifceeren, of eenige daaromtrent reeds ge-, gevene of noch te gevene Ordre te pareeren, op 1 poene Van daadelyk verdek van hun So'dye, en de': hoogde indignatie van Ridderfchap en Steden, en 1 dat voorts cegen de Overcreders zoodaanig zal . worden geprocedeerd, als naar exigencie van zaa-■ leen, tot maintien van Hun Ed. Mogenden Hooge 1 authoriteit, zal bevonden worden te behooren. Accordeert met voorfz. Register, &c. N°. 14.37. Misfive van de Heeren Staaten van Overysfel aan den Heere Prinfe van Orange en Nasfau, tot communicatie en executie van de voottnflaande Refolutie £J°. 1434. In dato den 14 September 1786. doorluchtigste hoóg geboren vorst en Heere ! Wy hebben goedgevonden deCommandeerende Officieren van de Militie, ter repartitie dezer Provincie, aan te fchryven: om,onder inhsefie van onïe Refolutie van den voorigen jaare, zich diredtelyk  ie Gtbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. ijs> I lyk noch indirettelyk in eenige verfchillen tusfchen | Regenten en Regenten, of Regenten en Burgeren, 1 zoo als in Gelderland en Utrecht of elders ontl ftaan zyn, of zouden kunnen ontdaan, te immisceeten, of eenige daaromtrent reeds gegeven 1 of nog te geven orders te pareeren, op pcene van 1 daadelyk verdek van hunne Soldye en de hoogde indignatie van Ridderfchap en Steden, en dat voorts tegen de Overtreders zoodaanig zal worden geprocedeerd, als naar exigentie van zaaken, tot maintien van Hun Ed. Mogenden Hooge authoriteit,zal bevonden worden te behooren, waar van wy gemeind hebben Uwe Hoogheid by dezen kennisfe te moeten geven, als mede dat voorts hebben goedgevonden Uwe Hoogheid aan te fchryven, lelvk wy doen by dezen, om geene Patenten te verleenen aan Militie ter dezer repartitie ftaande, naar Provinciën, Steden of Plaatfen, waar in eenige verfchillen tusfchen Regenten en Regenten, of Regenten en Burgeren plaats hebben, en te verhinderen dat tegens dezelve ageeren, het zy directelyk of indirettelyk, of door dezelve als obfervations Corpfen of tot aanbrenginge of dekking van eenig Canon of Ammunitie te gebruiken, of ook tot dekking van eenige Militie daar toe gebruikt wordende te employeeren. Waar mede Doorluchtigfte Hooggeboren Vorst en Heere! wy Uwe Hoogheid bevelen in Godes Heilige Protectie. Uwe Vorjlelyke Doorluchtigheids: Deventer byzondere goede Vrienden, deD I4a5epf* Ridderfchap en Steden de ï78o. Staaten van Overysfel. Ter Ordonnantie van Dezelve, &c. No.  I6Ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 1438. Refcriptie van de Heeren Staaten van Stad en Lande, aan die van Holland en WestFriesland, op ae voorenftaande Misfive NJ. 1397» In dato den f4 September 1786* Édele Groot Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden, Nageeüuren en Bondgenooten! Het is niet alleen uit den inhoud der Misfive van Ü Ed. Groot Mogenden, in dato1 den 4den dezer maand, en bygevoegde Copiële Misfive ten zei ven dage aan de Heeren Staaten van Gelderland afgezonden , om, zoo mooglyk, voor te komen, dat de Troep es op U Ed. Groot Mogenden Provincie gerepartitieerd en in Gelderland, of elders buiten dezelve Provincie , in Guarnizoen , tegen de Steden Hattem en Eiburg niet worden gebruikt, om zich in eenige verfchillen tusfchen Burgers en Burgers , of tusfchen Burgers en Regenten, waar dezelven binnen deze Republiek mogen ontftaan, te immisceeren of bemoeien ; maar ook uit de Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland van| den 4den dezer aan ons geaddresfeerd, waar by zich ten hoogden beklagen, over de voorzieningen door U Ed. Groot Mogenden by derzelver Refolutie van den 25ften Augustus laatstleden gedaan 5 — en boven dien noch uit eene Misfive der Heeren Staaten van den Lande van Utrecht, gefchreven te Amersfoort, in dato den 8ften September jongstleden , waar by, na een kort detail van het gebeurde, met betrekking tot de Steden eh Regeeringen , zoo van Wyk by Duurftede als van Utrecht, aan ons kennis geven , dat zy den Heer Kapitein-Generaal hunner Provincie hadden' verzogt en aangefchreven, om de Regimenten ter repartitie van de Provincie Utrecht, ten fpoedigften ; in gemelde Provincie te doen intrekken, teö einde aldaar te worden geïnquartierd, en zich verders mede beklagende over de maatregelen dóór  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. I6£ U Ed. Groot Mogenden , op den 25den Augustus :boven gemeld , betreklyk de Militie ter bezolding hunner Provincie, genomen; als mede nog uit eene Mislive van de Heeren B. van Nyvenheim , yanDorth, R. J. van der Capellen:, totdenMarsch, en G. W. van Zuylen, vanNievelt, en mede als •Gevolmagtigden van noch acht Heeren, waar by zy openleggen hun gehouden gedrag en oogmerken , als ook de vrugtelooze poogingen omtrent de herftelling van het bellier van 's Lands zaaken, zoo in het gemeen als in de Provincie van Gelderland in het byzonder, federt eenige jaaren aangewend; !— en eindlyk noch uit de aanfchryving door U Ed. Groot Mogenden gedaan aan den Kolonel Kempe, als commandeerende de twee Esquadrons Kavallery van den Luitenant Generaal Stavenisfe Bpuf$ thans in deze Stad in Guarnifoen, om zich met zyn Regiment marschvaardig te houden, ten einde op de eerde order van U Ed. Groot Mogenden uit té trekken, na de door Hoogstdezelven voor te fchryven plaatzen. Dat wy , uit alle deze Stukken-, met de gevoeligde aandoening, zyn ontwaar geworden , den hoog* gaanden trap , tot welken de verfchillende fentimenten over de waarachtige belangens van het lieve Vaderland, zoo ongelukkig, zyn geklommen , daar de gezonde Staatkunde , gevoegd by de gronden van onzen gezuiverden Godsdienst, zoo wel Overheden als Ingezetenen , tot welk een rang of daat hy ook verheven is , al lang had behooren te overtuigen en aan te zetten, om zulke middelen en wegen in te flaan, waar door alle die rampen en onheilen >, die ons Vaderland, zoo God het niet genadiglyk verhoedt, gewisfelyk met een totalen ondergang dreigen , hadden kunnen en behooren te worden voorgekomen, en welke alleen, onder Gods ■zegen, als nog in ftaat zullen kunnen zyn, om, in dit hachlyk tydllip , de Republiek in het gemeen en de Provinciën Gelderland en Utrecht in het byXVIIÏ. DEEfc. t. "zon-  162 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zonder, voor hun aannaderend bederf te redden 1 en behoeden. Het is derbalven uit overweging van den hoogen i nood , waar in ons Vaderland thans gekomen is ,, dat wy, bezield met de oprechtfte zucht en yver • ter bewaaring, of, daar het noodig zal bevonden i worden, tot herftel van de rusten eensgezindheid, , zoo wel als tot daadige handhaving van 's Lands en der Ingezetenen Rechten en Vryheden, voor als rog niet zullen treden in de byzondere merites van de redenen en monven, waar door de Heeren Scaaten van Gelderland, zoo wel als de Heeren Staaten van Utrecht, zich zouden hebben kunnen ver. oirlooven , om, in de prefentegefteldheid vanzaaken ', waar in de eerftezich, met betrekking toe de Steden Hattem en Eiburg, en de laatstgemelde omtrent Wyk by Duurftede en Utrecht, zich bevinden, gebruik te maken van 's Lands Troepen; maar dat wy, in aanmerking van de fchroomlyke gevolgen, welke by den verderen voortgang van zoodaanige roefures , voor de Provinciën Gelderland en Utrecht , en daar door mede voor de geheele Republiek, gewisfelyk tedugtenzyn, ons op het duurfte verplicht hebben gevonden, in die hachlyk tydftip, geen oogenblik te verzuimen , om nog , met alle kragt en nadruk, zoodaanige poogingen aan te wenden , waar door de rust en eendragt in de Provinciën Gelderland en Utrecht, langs Conftitutioneele middelen en wegen , waar toe een yder der Bondgenooten , by het aangaan der Unie, zich zoo plechtig verbonden heeft, zoo monglvk rog zoude kunnen worden herfteld. En het is ten gevolge van dien, dat wy gemeend hebben aan de Heeren Staaten van Gelderland, zoo wel als aan de Heeren Scaaten van Utrecht, by onze Misfiven van heden, voor te ftellen en aan te maanen , om , naar aanleiding van het gene de Ueeren Staaten van Utrecht, by derzelver Misfive vin den gften dezer, hebben te kennen gegeven,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 153 ven, de ontftaane gefchillen in die beide Provin. cien, door Heeren Gecommitteerden uit de overige Provinciën , op de gefchiktlte wyze ce laaten vereffenen en uit den weg ruimen; terwyl wy de overige Bondgenooten , op het vriendelykst en ern. ïtigst, hebben verzogt vier Heeren uit iedere Provincie te willen committeereu, ten einde, na on» derünge overweging dier middelen, welke ter as. fopiatie der zweevende gefchillen. zoo in de Pro» vincie van Gelderland als van Utrecht, zouden kunnen worden geadfnbeerd, een gedeelte dier Heeren zich zoude hegeven naar ieder der gemelde twee Provinciën, om hunne goede officien aan te wenden , dat de cxteerende gefchillen, het zy door minnelyk accoord , of wel door gemelde Heeren als Arbiters, worden afgedaan, en langs dien weg de rust en éêndracht herfteld. Wy hebben gemeeDd dit expedienc in het byzonder aan de fcrieuste attentie van U Ed. Groot Mogenden voor te dragen en aan te bevelen, met vriendnabuurlyk en inltantelyk verzoek: dat Ü Ed. Groot Mogenden,door derzelver gewichtigen invloed ten zei ven einde, hoe eerder zoo beter, op hec efficacieuste gelieven mede te werken , en over zulks van nu af aan te furcheeren alle zoodaanige deliberatien , welke tot het marschvaardig (tellen van Troepen, op Hoogstderzelver Provincie gereparcitieerd, eenige becrekking kunnen hebben, geiyk wy dan ook, zoo om redenen van deze aangeboden mediatie als anderszins , U Ed Groot Mogenden verzoeken van de gedaane aanfchryving aan den Collonel Kempe af te zien, en daar op geene Patenten te laaten volgen, op dac wy niet in de onaangenaame fituatie worden gebracht, om de attaché daar op, hoe ongaam ook, te moecen weigeren en den uitmarsch te beletten, ten ware U Ed. Groot Mogenden zich verplicht zouden vinden zoodaanige nadere redenen en motiven aan ons te fuppediceeren, waar door wy zouden kunnen worden gepermoveerd aan meergemelde aanfchryving van Ü Ed. Gr. L 2 Md-  l6\. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot) Molenden , in zoodaanig byzonder geval, zonder dar "het zelve immer in conléquentie zal kunnen worden getrokken, te defereeren. Voorts geven wy by dezen aan U Ed. Groot Mogenden kennis, dat wy zyne Hoogheid, als Kapi-em-Gener :al> hebben verzogt geene verdere Pa. tenten te willen afgeven aan eenige Troepes, om te marcheeren maf de Provincie Gelderland of Utrecht, maar in tegendeel, om de op marsch zynde of reeds ingekomene te gelasten naar hunne voorige of andere gefchikte Guarnifoenen te retourneeren. Waar mede, &c. Np. 14-39. Refcriptie van de Heeren Staaten vanFriesland, aan die van Holland en West-Friesland, op derzelver voorenftaande Misfive. No. 139?. In dato den . . September 17 86. Edele Mogende Heeren, Byzonde. re Goede Vrienden, Nabuurenen Bondgenooten! Wy hebben, door de hand van onze Heeren Gedeputeerden , op de tegenwoordige Staats-Vergadering ontvangen Uwer Ed. Mogenden Misfive aan ons gefchreven den 4den dezer, verzeld van een Copy Misfive van den zelfden datum , houdende aar de Heeren Staaten van Gelderland, in welke Uwer Ed. Mogenden Misfive aan ons kennis wordt gegeven , dat U Ed. Mogenden , uit aanmerking van de gefteldheid der zaaken in de Provincie van Gelderland , en de befluiten der Staaten van dat Ge. west i'oopens de Steden Eiburg en Hattem genomen, noodia: geoirdeeld hadden, ons van Uwer Ed. Mogenden fchryvens aan die Provincie by copieele overzending opening te moeten geven. Tendeerende wyders Uwer Ed. Mogenden Misfive. om ons over te haaien tot het nemen van een Re-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 16$ Kefolutie, conform die van U Ed. Mogenden, om r.aamentlyk ordre te geven en af te zenden aan de Troepen , ter onzer repartitie Jlaande, en binnen Gelderland of daar buiten Guarnifoen houdende , van geene bevelen te pareeren , dewelke zouden involveer en, om zich in eenige verfchillen tusfchen Burgen en Burgers, of Burgers en Regenten, waar dezelve binnen oeze Repu• bliek mogten ontftaan, te immiscee^en of te bemoeien; gelyk zulks alles breeder in meergedachte Misfive is voorkomende. Wy hebben, na aandachtige leéture en herhaalde deliberatkn over den inhoud dezer Misfive. en de redenen, daar by hervoort gebr^ehc. bevonden, (en willen ook deswegens onze gevoelens voor U Ed. Mogenden niet verbergen ) dar 'er zich eenruirai veld opende voor discusfie van verfcheiden importante materiën,zoo met opzicht tot het Staatsrecht dezer Republiek, vergeleken met derzelver tegenwoordigen toeftand, als de verrichtingen van ÜEd. Mogerden, en de vriendcabuurlyke Soliicitatien, om daar toe van onzen kant te coöpereeren. Want confidereeren wy de Souvereiniteit, ieder der zeven Vereenigde Gewenen in den haaren competeerende;— befchouwen wy den aart en het beftaan van het Militaire Wezen in deze Republiek; '— herdenken wy byzonder den ééd, dien her Krygsvolk dezer Landen aan de Generaliteit, aan hunne Betaalsheeren , aan hunnen tydelyken territoriaalen Souverein , doet; — onderzoeken wy de mooglykheid, om met effect, bevelen af te vaardigen tot het doen of laten op eens anders Souverein Gebied; — toetzen wy vervolgens daar aan de verrichtingen van U Ed. Mogenden; r-— fchilderen wy ons de veelvuldige confequentien, daar uit, zoo wel voor de Republiek in 't gemeen, al* voof ieder der Bondgenooten in het byzonder, kunnende p'crlueeren ; — befeffen wy hier by den tegenwoordigen toeftand van het Vaderland; —vestigen wy ons oog op het gene aldaar gedaan, aldaar geduld wordt; — en trekken wy eicdcljk L 3 dit  166 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dit alles tot een middenpunt faamen; — dan, Ed. Mogende Heeren! dan worden wy ten diepften getroffen over den wankelenden ftaat van ons Gemeenebest , dan yzen wy over het vooruitzicht van het fchroomelyke , dat het lieve Vaderland kan overkomen! Verwacht niet van ons, Ed, Mogende Heeren! dat wy thans over de gewichtige zaaken, hier boven opgegeven, en detail handelen, of ons in een onderlcheiden beantwoordinge der redenen enmotiven, in Uwer Ed. Mogenden Misfive en derzei. ver Bylage voorkomende, inlaten zullen. Wy zyn van denkbeeld, dat de regenswoordige tyden geheel niet gefaifonneerd zyn. om dit te disrutieeren; hier toe behoort tranquüiceit en een onbevooroirdeeld geestgeftel. Evenwel willen wy niet onrveinzen , maar met weinige woorden, en eene cordaatheid ons eigen, ter Uwer Ed. Mogenden kennisfe brengen, dat de redenen van perfuafie, door U Ed. Mogenden aangevoerd, om ons tot derzelver Refolutie, hou. dende de gegeven ordres ain derzelver Militie, over te haaien , by ons die kracht van overtuiging niet bezitten, om ons daar mede te kunnen conformeeren. Intusfcherj is onze vuurige wensch, en zyn wy van onzen kant volkomen gereed, en met eenen bedaarden yver, wat ons betreft, fleeds onledig, om te effeótueeren en mede te werken, dat 's Lands Conftitutie bewaard en het dierbaar Vaderland voor haar verderf behoed blyve. Waar mede, enz.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 167 N°. 1440. Misfive van de Heeren Staaten van Stad * en Linde aan de Heeren Statten van Gelderland, ten einde de ontllaam gefchillen aan het onpartydis-onderzoek en de bemiddeling der t:oog: Bondgenooten over te geven öfa ln dato den 5-^i*er 1786. Edele Mogende Heeren , Byzondere goe. de Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten ! Daar de gezegende Unie, het veiligfte ptegtanker voor het beftaan, de zekerheid en onafhancelvkheid, van dit Gemeenebest, derzelver Provinciën , Steden en Leden van dien, de duurde verplichting, zoo wel op Overheden als Ingezeteoen pelegd heeft, eensdeels, om met vereende krachten 't faam te fpannen ter bevorderinge van al dat «ene, het welk de duurzaame voorfpoed, de be. ltendige luister, en de waare grootheid van Neêrlands Volk kan vermeerderen en bevestigen, en anderdeels, om by onverhoopt misverdand, of onderling gefchil, door gepaste en Conftitutioneele middelen, alles af te wenden, wat daar aan hinderlyk of nadeelig zyn kan; hadden wy ons billyk mogen vleien, dat de poogingen, welke wy, en andere Bondgenooten , zoo ernftig als welmeenend, by U Ed. Mogenden reeds hebben aangewend, om de zweevende gefchillen, zoo wel in U Ed. Mogenden Provincie, als in die van Utrecht, door de goede Offkien der Bondgenooten te doen bemiddelen , en uit den weg ruimen, van die uitwerkinge zouden zyn geweest, dat wy, ten dezen opzichte, in de refcriptie van UEd. Mogenden zouden hebben kunnen berusten. Dan, uit den inhoud van UEd. Mogenden Misfive, in dato den i7den September jongstleden, ontwaar zynde geworden, dat, na de gedachten van U Ed. Mo. genden, de gefchillen met die van Hattem en rUburg geenszins voor eene Mediatie, en nog mm.  163 Verzameling van Stukken betrekkelyk tos der voor een minnelyk accoord, of afdoeninge door arbiters, maar veel eerder voor intercesfie in faveur van disobediente Ingezetenen, gefchikt zouden kunnen geoirdeeld worden, kunnen ja mogen wy voor U Ed. Mogenden niet verbergen onze regtmaatige vrees en bekommeringe voor de fchroomelyke en veruitziende gevolgen, welke veel ligt hier uit, ten nadeele van het lieve Vaderland, en van U Ed. Mogenden Provincie in het byzonder, hoe langs hoe meer te duchten zyn. Het is geenszins ons oogmerk, in eenige discusfie te treden van de redenen en motiven, welke U Ed.Mogenden hebben kunnen bewegen, met betrekkinge tot de Steden Hattem en Eiburg, eenig employ van Troepes te maken, om, na inhoud van het Manifest, op den iöden September jongstleden door U Ed. Mogenden gearrefteerd, en uit derzelver naam aan ons medegedeeld, het wettig gezag van U Ed. Mogenden te handhaaven ; noch ons in te laten in eenig onderzoek, of, en in hoe verre, men, aan de andere zyde, te rechte gemeend heeft, omtrent deze of gene zaaken, waar van met opzichte tot de Stad Eiburg meer in het byzonder by het voorfz. Manifest melding is gemaakt, zich tegens de uitoeffening van dat gezag te kunnen of te mogen verzetten, ofte dat wy ons zouden begeeren te elargeeren, over de zoo zeer g'. ëclateerde geruchten van plundcrirge en ongeregeldheden, als door de Troepes van den Staat in de Stad Hattem zouden zyn aanlengt, en die niet zouden kunnen nalaaten de hoojïüe indignatie, en de rigoureuste Itraffe, te verdiehen; sis vertrouwende, dat, na gedaan onderzoek, de waarheid daar van komende te geblyken, daar in door U Ed. Mogenden ten fpoedigften zal worden voorzien, en de geledene fchaadens na behoorér vergoed; maar daar de nood van het geheele Land om een fpoedige redding en uitkomst roept, hebben wy, uit aanmerking van de BurgerIj ke óncenighedèn, die waarlyk in U Ed. Mogende -j  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 169 Leien Provincie, zoo door de gefchiUea tusfchen kdiverfe Leden van Staat, als met Burgeryen, fchy. pnen plaats te vinden,en gëhoègzaarri blykbrardoor ( diverfe Addresfeu van notabele Stants-Leden aan «de refpettive Bondgenooten geciaan , gemeend, 1 eer en alvoorens wy ons zullen kuofneti houden in s 1 dezen opzichte te nebben gedefu' geerd, U Ed. v! Mogenden nogmaals by alles wat lief en dierbaar ai is, en op het plegtigfte, te moe1 en verzoeken nen exhorteeren , ten einde, in deze noodlottige h omftandigheden, onze voorige inftantien, gevoegd I by die van andere Bondgenooten, ter bemiddei ling der zweevende gefchillen in U Ed. Mogenden c Provincie gehoor te willen geven, dezelve met 1 alle bedaardheid te overwegen, en ter harten net men met al den ernst, die de rust van U Ed. Moi genden Provincie, en de behoudenis van dit gefoli terd Gemeenebest, hoe zeer ook anderszins door i den Hemel begunfligd met al dat gene, het welke, c by een redelyk en betaamelyk gebruik, haar van t buiten ontzachlyk, en van binnen waarlyk zoo 1 groot, als immer een Voik op den Aardbodem,, 1 maaken kan, billyk komen te vorderen. Laat daar toe, in de eerfle plaats, de beklaaglyke ; toeftand van U Ed. Mogenden Provincie, op zich i zelfs en in het afgetrokken befchouwd, U Ed. Mogenden aanzetten en overhaalen: ligtelyk kan de minfte vertraginge gevolgen na zich fleepen, die de breuk onherftelbaar maken, en alles aan een totaale verwoestinge en vernielinge blooc ftellen. Is het veelligt mooglyk, dat de overweginge van zulke en diergelyke droevige uitzichten Ü Ed. Mogenden hebben doen beiluiten , hunne b^middelinge ter vereffeninge der gefchillen in de Provincie van Utrecht voor te ftaan , en daar van by derzelver Misfive van den 2den September jongstleden aan ons communicatie te geven ? Wat kan 'er dan redelyker, wat met den aart en toeftand der zaaken meer overeenkomftig, en bilïyker-, gevonden worden, dan dat U Ed. Mogen» L 5 dena  i7=> Verzameling van Stukken betrekkelyk tot óew, die, volgens hun eigen voordrage by-het Ma-i nifest gedaan, de bekommerlyke gefteldheid vana zaaken in den haren van zoo veel aanbelang en» nadenken voor de rust van derzelver Provincies befchouwen, gebruik maken vau die middelen,] welke U Ed. Mogenden met zo veel ernst en na-1 druk aan hunnen ongelukkigen Bondgenoot ge-J meend hebben te moeten aanbieden. Het zyn daar en boven, Ed. Mogende Heerenül de veelvuldige buitengewoone demarches, niet al-J leen met betrekkinge rot het employ der Troepestsl van den Scaat, maar fpeciaal ook, tot het openeni •der Generaliteits Magazynen in fommige Pro vin-, cien, en het gebruiken der Ammunitie in dezelve,,, zonder voorkennis en auchorilatie van den Raadl van Staaten; hoedaanige demarches by veelen alsi notoire gevolgen der bekende gefchillen, en daar1 op gevolgde Militaire Expeditien tegens de Steden i Hattem en Eiburg gevestigd worden , en die in de- ■ ze buitengewoone omftandigheden en bewegingen , , zoo niet de jure, ten minften de faclo, niet weinig ; justificatie hebben gevonden. Het zyn, Ed. Mogende Heeren! al verders de: verfchrikkelykfte disorders, confufie, en ongeluk-' Jdge collifle, waar door niet zelden onfchuldige■• Perfponen de fataale flagtoffers worden gemaakt van kwalyk beftuurde maatregelen, men zwyge van opzettelyke boosheden, waar toe de onbezonnen drift den Mensch, in tyden van binnenlrmdfche Onlusten en Beroeringen, maar al te veel verleid en aanzet. Alle deze en meer akelige, doch niet te min allergewichtigfte, redenen en bedenkingen zyn het, die U Ed. Mogenden ons wel zullen gelieven te vergunnen, dat wy, om ons voor de Nakomelingfchap, als een getrouwBondgenoot, ten dezen opzichte onaanfpraakbaar te Hellen, aan de bedaarde en ernttigfte overweginge van U Ed. Mogenden by dezen komen voor te dragen, en op het flerkfie aandringen. En is het onverhooptelyk, dat in dit alles bg  de Geleurtenisfen in 17 87 enz. voorgevallen. 171 U Ed. Mogenden niet mogte gevonden worden die kracht cn nadruk, die wy meenen d-.ar in gelegen te zyn, dan verzoeken wy, dan bidden wy ü Ed. Mogenden op het vuurigfte, dat die bekommerlyke invloed, die opgevatte argwaan, en dat wantrouwen tegens ü Ed. Mogenden en derzelver denkenswyze, aan de goede In- en Opgezetenen van dit Gemeenebest ingeboezemd, en uie een byna algemeene gisting en ontrusting door het gant. fche Land ten gevolge hebben, waar tegens U Ld. Mogenden gemeend hebben door het emaneeren van een Manifest te moeten voorzien, alleen by U Ed. Mogenden voldoende zal geoirdeeld worden, om de ontftaane gefchillen, aan het onpartydig onderzoek en de bemiddeling der Hooge Bondgenooten over te geven. Hier door is het toch, Ed. Mogende Heeren ! dat de eer, en waardigheid van UEd. Mogenden Perfoonen en Regeeringe m het helderst daglicht kunnen worden geplaatst, alle kwaade verdenkingen, die 'er anderszins_tegens de wettigheid van U Ed. Mogenden verrichtingen nog hier of daar zouden kunnen fchynen overig te blyven, geheel en al worden weggenomen en uitgeroeid; en alzoo openlyk, en met de daad, aan den dag gelegd die edelmoedige en Vaderlandlievende denkenswyze, waar van U Ed. Mogenden door het meergemelde Manifest elk en een ieder zoo zeer zoeken te overtuigen; en dat op die gronden U Ed. Mogenden mede zul en worden gepermoveerd, de Procedures, die tegens den een of ander ter zaake van deze gefchillen reeds mogten zyn begonnen, of voorgenomen zyn verders te ondernemen, als het gereedfte bewys van U Ed. Mogenden indulgentie, waar toe wy onze intercesfie niet genoeg kunnen aandringen, by provifie buiten verdere pourfuite te laten verblyven; terwyl wy U Ed, Mogenden als een welmeenend en trouwhartig Bondgenoot kunnen verzekeren, dat wy even zoo bereid als genegen zullen bevonden worden, om U Ed. Mogenden, en elk en een lege-  172 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot iegelyk, by zyn wettig Gezach, Rechten, Vryheef den en Privilegieu , op een biilyke en rechtmaaugd wy?e, te helpen tnaintineereu. Voorts kunnen wy niet afzyn ü Ed. Mogendec by deze gelegenheid kennis ce geven, dat wy dei Misfive van U Ed. Mo^eiden, in datoden <6deE| September laatstleden , met derzelver Bylagenn betrekkelyk het misverftand tusfchen U Ed Mot genden, en de Heeren Staaten van Holland ee West-Friesland, gefield hebbende in handen van Hee'en onze Gecommitteerden, derzelver rapport ten fine van nadere delibeiatie blyven inwachten! Waar mede, enz. De Stat ten van Stad en Lande. Ter Ordonnantie van dezelvei Groningen, den 5 October 1780". N°. 144T. Rejolutie van Raad en Gemeent» der Staa Eiburg, cm zich van daar na Campen te retireet ren. In dato den 4 September.. Post alia. Raad en Gemeente in overweging genomen hebo bende de zorgelyke ficuatie , in welke zich deze Stad en Burgery, uit aanmerking van de tegens ons aannaderende Militaire Macht, met allerlei ven fchrikkelyk Oorlogstuig gewapend, vind bloot ge< field, hebben gerefolveerd en gearresteerd, dat de Collegien van Raad en Gemeente, waar onder de Stads Secretaris , nevens Burger-Rrygsraad eni Burgery, by provifie voor 't naderend geweld wy*' ken, en deze Stad en Jurisdictie zullen verlaten, en zich binnen Campen retireereu, om vervolgens: verder te refolveeren en voor te nemen, 't gene< ten nutte van onze ongelukkige Stad en Burgery zat noodig en dienflig geoirdeeld en bevonden wordenJ Alll  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 173 Aldus gerefolveerd ter Vergadering ten Raadhui«e binnen Eiburg, dato ut fupra. Prafmtibus de Ondergeteekenden nevens de Gemeentslieden, 1 Arend Wynen. Hendrichs Hoefhamer. Teunis Vos Evertszoon. Hendrik Vos. Johannis Stuurman. <ïohs. Bunskerken. Hendrik Michielsen. Geruit Hengeveld. Wouter Philips. (geteekeni) J. H. Rauwenhoef, regeer end Bun gemeester. M. Sels, Scheten en Raad van bt* vengemelde Stad. (Onder ftond} My prcefent, (get.) Herm. Henr. Vitringa, Secret. 1186, 1 - 1 1 11 ' 1 ir-i 1 1 -in 1 1 1 1 1 1 ïï°. 1442. Addres en Protest van de prcefente Leden ■ van Raad en Gemeente der Stad Elburg, aan da Heeren Staaten van Gelderland ingezonden, Ijs dato den 11 September 1786. Edele Mogende Heeren \ Nadien wy, volgens Refolutie van Raad en Gemeente , welke wy hier nevens voegen , op hec aannaderend Militair Geweld, uit onze Stad hebben moeten retireeren, om ons niet aan de allerakeligfte iam-  174 'Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ramren te exponeeren, hebben wy geoirdeeld I Ed. Mogenden daar van by dezen te moeten infonj meeren; met expresfe declaratie: dat wy al wat iii onze abfentie of tot prejudicie van onze Stad, vaia ons en van onze Burgeren, het zy door den Hovea of acdere e< delegeerde Richters, binnen or.ze Staia en Jurisdictie verricht mogt worden, houden vooiq nul en niet gedaan, al/oo wy ors niet anders daial om voorfz. redenen hebben geabfenteerd, en onij onze Collegien en Burgers niet aan allerlei infultesl en mishandelingen der Militairen bloot te Hellena f> Ook moeten wy declareeren: dat onze Collegieej hunne posjen niet wederóm zullen kunnen aanvaar.1 den, voor en aleer onze Stad van de Militie zal zyrri en blyven geëvacueerd, en wy dus in ftaat gefteldi tot het houden van vrye Vergaderingen en Delibe^ */&tïen', en wy allen ten dezen einde nu, en voor 't1 vervolg, in allen opzichte behoorlyk zullen zynge-3 ■guaïanueerd; terwyl wy alnog zoo veel noodig ter gen alle geweld vóór God en de Weereld protesteer ren; en alle welrherbrachte Privilegiën, Rechtem en Defecfien voor ons, onze Stad en Burgery plech* tig reclameeren; en alle zoodaane verdere midden len van itd.es, fchaêvergoeding en herftel onzen zwaare grieven, als' wy te rande zullen worden, ons! vrel exrresfelyk referveeren. Aldus gedaan by de prasfente Leden van Raad eni Gezworen Gemeente der Stad Eiburg , op den irt September 1786. (geteekend) J. H. Rauwenhoff, regeer end Burge.. meester en Raad der Stad Eiburg. Maurits Sels, Schepen en Raad vani ópgemelde Stad. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (geteekend) Herm. Henr. Vitringa, Secr.. NA  de Gebeurtenis Jen in 1787 enz. voorgevallen. 17J ïN('. 1443. Refdutie van de Heeren Staaten van Gel. derland, op de voorenjiaande Refolutie, Addres, en Protest van Raad en Gemeente der Stad Elburg. In dato den 18 September 1786. Ontvangen en gelezen een Misfive, gefchreven cop naam van de praifente Leden van den Raad en (Gezworen Gemeente der Stad Eiburg, den uden (dezer maand, zonder expresfie van de plaats waar tuit die Misfive ls gefchreven, houdende, met een 1 daar toe relatif Extract uit de Refolutien van Raad 1 en Gemeente van gemelde Stad van den 4den daar ite vooren, kennisgeving , dat op het aannaderend J Militair geweld uit voorfz. Stad hadden moeten re1 tireeren, ten einde niet aan de allerakeligfté ram» ipen te worden blootgefteld, met expresle declara1 tie van alles, wat in hunne abfentie, of tot pra;ju» (dicie van hun en hunne Burgeren, het zy door den 1 Hove of andere gedelegeerde Rechters , in voorfz. ! Stad of Jurisdictie mogte worden verricht, te hou1 den voor nul en niet gedaan. Met verdere verklaaring, dat voornoemde Collegien hunne posten niet wederom zouden kunnen ; aanvaarden, voor dat voorfz. Stad van de Militie ■ zou zyn en blyven geëvacueerd; en zy in ftaat gefteld cot het houden van vrye Vergaderingen en Deliberatien, en ten dien einde nu en in het vervolg in allen opzichte behoorlyk zouden zyn geguarandeerd, enz. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden 1 èn verftaan deze Misfive en Bylage te {lellen inhan» - den van den Hove Provinciaal, om te ftrekken toe deszelfs narieht, ten welken einde Extract dezes aan voorfz. Hove zal worden ingezonden. NA  i?5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót N'. 1141. Addres van de gevluchte Regenten, Ledent der Gezworen Gemeenten, en verdere Burgers dert Steden Hattem en Eiburg, aan de Heeren Staatem vu.- .■iel'and en West-Friesland. In dato den 10 September 17 £6. Edele Groot Mogende Heeren! De twee Ondergeteekenden zoo voprhun.zel als naamens de 'bezworen Gemeente en gevlugte Bur*. gerye der Stad Hattem, rmdsgaders de verdere On-rjergeteekenden naamens de Meerderheid zynde dej gevluchte Leden , van den Raad en GeTworena Gemeente der Stad F'burg en verre het grootftee gedeelte der Burgerye van dezelve Srrd, vindena zich genooddrongen deze illuftte Vergadering tes adieeren. . Zy, hunne bests, hunne meeste Burgers, hunne: duurfte Panden, hunne Echtgenooten en Kinderen» zyn gevlucht uit Steden, welker rechten gerefol-! veerd was geweest tot het laatfte te verdedigen,) maar die wy verlaren hebben alleen op den wyzenn raad van onze eerfte.onze beste Lands vaderen, diee in het criticque , in het laatfte,oogenblik het yslykk plan onzer vervolgers ontdekt hadden, om namen* fyk den bloem der Burgeryen, van zes, waar ondert zeer voornaame, Steden, binnen onze niet genoegs gefterkte muuten te vernielen, door het fchrikkelyki Oorlogstuig, en dat op zoodaanigen afftand,daton« ze dappere en gerefolveerde Landsgenooten geeréi gelegenheid zouden hebben gehad, hun leven ent vryheid ten duurften te verkopen, terwyl de voor ons nog waakende voorzienigheid 't plan van Re< traite, 't welk wy = nevens de verdere Hoofden,1 met de grootfte moeite , ja met levensgevaar, int aanmerking der gerefolveerdheid onzer Burgeren,, die van geene retraite hooren wilden, moesten werk-, ïlellig maaken, indien wy beredeneerden moed met! voorzichtigheid paaren wilden, zichtbaar begun* ftigde. Wy,  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, f'77 Wy» en met ons de bloem van Deventer, Cam>pen, Zwol, Harderwyk, Hattem en Ëlbü>gs Sur;gerye,nevens zoo veele andere braaven uit Amfrelidam, nevens andere Steden en Dorpen Van ons VaIderland, zyn dan eene gewisfe vernieling ontkou jimen; die Braaven zyn nog dezelfde, allen nog gei ireed en verbondens om de Vryheid en het VaderJ:]and overal te verdedigen , en liever hun laacftea i Idroppel bloeds te plengen, dan tot de ketenen der ;l!flaavernye weder te keerenj Dan het zyn ook deze zelfde Burgers, Ed. Groot bMogende Heeren! die hunne Huizen, hunne Bezit* 1 tingen, hunnen Welvaard verlaaten hebben, en als Iballingen omzwerven, gefcheiden van hunne teer-i file Panden, die meestal door de liefdaadige Inge. jlzetencn dezer Provincie onderfteund en gevoed Iwordtn, die zyn het, die om hulp fmeeken, en wy ivoor hun. 't Zy ons dan vergund,Ed. Groot MogendeHee. iten ! de bronnen onzer rampen met weinige U Wel i*Ed. Groot Mogenden voor te (lellen. 't Is toch de Provincie van Gelderland, alwaaf ftnen federt lang, vooral zints zeven of agt jaaren» ■leen fysthéma heeft doorgedreven, zoo in oorlog llals vrede, 't welk, naar 't inzien der kundigften* ïder braafftert van onze Lands-Vaderen, vooral naaf |-*t inzien van U Ed. Groot Mogenden, den wisfeü Aval van ons dierbaar Vaderland moest met zietl ïfleepen. De zonderlinge maatregelen aldaar genomen, zoö |zeer afwykende van die van onze braave Landge* Icooten, zyn de weereld bekend* Doch zints korten tyd hebben eenige Staats-Lö* |den, met den Stadhouder aan het hoofd, door bürJ «fataal crediet, het dispotisme in dit Gewest tot die Ihoogte gevoerd, dat de uitwerkzelen thans de ReIpubliek doen verdommen. Wy, als integreerende ILeden van Staat, nevens veele anderen , weikef I eerbiedwaardige naamen het laatst Geflacbt meÊ I traanen van dankbaarheid noemen za], oirdeelden» XVIII. Deei,. M ïiocfe  178 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot noch voor 't Opperwezen, noch voor 't Vaderland M vooral ook niet voor onze Steden en Burgeryen al rekenkhap te zullen kunnen afleggen, zoo wy deEl ftroom welke alles mee zich fleepte, zoo veel iril ons vermogen was, geen perk (leiden. De legaallle middelen, welken wy van tyd toö tyd, met opoffering van allen eigenbelang, ja /elfsf van de ons cotnpeteerende voordeden der Regeet ring, en op dit oogenblik met hazard van alle onze bezittingen , ten dezen einde in 't werk fielden, ven bitterde die Staatsleden dermaaten, dat van dat ooo genblik onze-ondergang bepaald fchynt. Waarfchynlyk nam men ten voorwendzel een ge« meen verfchil tusfchen de Burgery van Hattem ec den Stadhouder, betrekkelyk de aanltelling vanzet keren Dincgreve, tot Schepen en Raad van die Stad 1 (die zyn octflag van Guarde du Corps des Stadhoui ders, toen hy in ééd flond genomen te worden, niet eens kon produceeren , en nog daar en boven ouget posfesfioneerd en zonder middel van bellaan was,, of die was de besie, de rykfle,de vroedfle, zont der dat dit different judiciecl of Politicq immer waa uitgemaakt. De ongelukkige Srad van Eiburg was tot verniet ling gefchikt, uit hoofde van een verfchil, of mee namenlyk een allerverfchrikkelykst Plakaat, waae by vry geboren Burgers,met bedreiging derflerkfté flraffen, verboden wierd over hunne dierbaarfle be* langen zich ter Staatsvergadering te addresfeeren i of zoodaanige Publicatie, waar tegen de Stad ziet ten Landdage met veele van de Notabelfle Staatse leden onder protest had verzet, en het zelve als eer; pointe van notoir bezwaar, en dus, volgens een ex< presl'e Staats - Refolutie, aan overflemming niet fubjeét, als raakende de Privilegiën, of onze Stad verplicht ware zoodaanige Publicatie in haare Juj risdictie te prbmulgeeren, terwyl van foöugelv a] gevailen de voorbeelden van weigering van Bomaiea en Harderwyk voorhanden zyn, zonder dat dit zool criticq, zoogecontesteerd, poin&nirnmer van de zyj de  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz* voorgevallen. 179 de van de Staats Leden is aangedrongen, veel min bewezen. ... Dan dit alles zögt men niet, men had anderszins ■ehoor gegeven aan de nadrukkeiyke Misfives der Dveryfelïche Hoofdftedén zoo aan den Stadhouier als aan de Stapten van Gelderland , met uit[rukkelyk aanbod van mediatie der gerezene ver' ehilten , opgevolgd door eene Perfooneele ftaatelyI Commisfie, by den Stadhouder ten dezen ein* E afgelegd, mea wilde liever rriiar de eerfte gele'enheid de beste . hoe gedrongen ook , aangryJen, om het Scadhouderlyk gezach en het iysthêi ha van despotisme, al was het ten koste van ftroonen bloeds, al was het ten kosten van het gantfche Vaderland, door te zeiten, of oas voorakoos »ot zwygen te brengen; en hier toe, terwyl men isich perfoonlyk veilig ftelde, den avm der Militie, ».»voed met het bloed en zweet ook van onze Bur«eren, gëfchikt ter bewaaring en behoud van Vryaeid en Vaderland, oogenbiikkelyk zonder.eemgè minnelyke wegen te hebben beproefd, te gebruiker!* Om deze redenen voerde men uit hoofde van eeae zoogenoemde Staats-Refolutie, die zoo klaar als de dag, immers in ons quartier , op de fchreeuwendfte illegaalfte wys genomen is , terwyl de meerderheid der Steden , en ondsrfcheiden Ridders1, daar tegen pröt< steerden , en dus ten mmften de Hemmen kaakten, eene Refolutie, om welke meef Idan twintig Staats-Leden, declareerenae dat mea tegens geweld geen redenen moest gebruiken s de Staats-Vergadering verlaten hebben. Om deze redenen voerde men eene meemgte? ■Krypsvolk tëgens ons aan, niet naar gewoonte gewapend , maar voorzien met het gruwzaamst Oorlogstüig , als tegens de wreedfle buitenlandich.e iVyanden, Bomben, Mortieren, Hauhitfers en allerlei zwaar Gefchut, waren de middelen , door Cehige Staats-Leden gezonden j niet Om otts te overtuigen, maar dm orze ritoüen te verpletteren * onI ie Bezittingen te veroiek-, 4 óüs:} onze Eêhtgenoda  I8a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten en Kinderen te doen omkomen, of onze Vjfi heid en Voorrechten voor eeuwig aan willekeuriij banden te leggen; niet volgens het gewoone Ooi logs gebruik zouden wy, en vooral ook niet onr| Bondgenooten, behandeld worden, maar volge.c een Staats Manifest, of door het Oorlogstuig fnee velen , of op andere wyze zonder uitftel geftrai worden; en wie zogt men op zoo eene fchrikveï wekkende wyze te vernielen? de beste, de voci naamfte, de meest gegoedde Burgers van Stedd] van een vry Gemeenebest, die niet door oproea door omkeering van goede orde, door verachtirij van billyke wetten, (van dit alles betuigen wy vooj het oog van dien God, die ons allen kent, die om binnenüe doorziet, den fterkflen afkeer te hebben ij die niet door geweld, maar door eerbiedige fmes kingen, den nood des Lands en de noodzaakelyy heid der verbeteringen tot hun eigen behoud aaa wezen, dezen eischt men vyandelykop, men ot cupeert eene Hemmende Stad naar ze beïchoten i hebben, men waagt de Burgery aan de woede vj dolle Krygsknechten, met dat gevolg reeds, daa volgens verklaring van Ooggetuigen binnen Hattem de verlate Huizen open geflagen, de goederen vei meld en geroofd, de kostbaarfle effecten en papi.i ren verfcheurd en verftrooid zyn, zonder zelfs ei Huizen der Predikanten, van 's Lands Ontvangen minderjaarigen, noch die daar de Armenkas bewaar, wierd, te ontzien, ja dat de algemeene plunderir zoo ver gebrachc is, dat naauwlyks befcha;fde Ni tien tegen haare ergfte Vyanden, in deze eeuw, daa van in vollen Oorlog een voorbeeld opleveren. — Eene oude arme Weduwe, niemand beledigende1 is zelfs door deze Moetwilligen, enkel om dat haa Uithangl>ord de Vryheid was, deerlyk mishandel; cn beroofd. En de Godheid alleen weet, welk droevig noooi lot 't rampzalig Eiburg in deze oogenblikken reedl treft; wat was 'er dan voor ons overig, Ed. Groei Mogende Heeren I in deze tyden, in welke mei geel  ie Gebeurtenis/en in 17 87 enz. voorgevallen. 1S1 teen recht kerjt, geen wetten meer volgt, geen jgendommen meer eerbiedigt , en Burgerlyke echten en Voorrechten als harsfenfchimmen oebhouwd worden, daar 't recht van den fterkiten deen prevaleert? wat was 'er voor ons dan over jan ons Vaderland te verlaten, onze Bezittingen op II offeren, en andere ftreeken, daar hy, die God :reest, de wetten eerbiedigt, en zyn Naasten geen IPgelyk doet, voor Politicq geweld veilig is; terwyl iy provifioneel dekking tegen perfooneel geweld, [ 1 befcherming by de nooit volprezen Overysfel1 bhe Regenten, onze herbergzaame en menschlielendeNabuuren, vinden? wat anders, dan ons ver* Iers tot onze Bondgenooten, vooral ook nu tot U lid. Groot Mogenden, te wenden, en eerbiedigst, Joch tevens nadrukkelykst, de gezegende Unie van lltrecht in te roepen , met hartelyke dankhetuiging (foor de reeds door U Ed. Groot Mogenden tot ons ïehoud aangewende poogingen? ons bederf doch éehoort mede waarfchynlyk tot het gefmeede plan ipgen de Burgerlyke Vryheid , een plan zoo fchrik» Jelyk als uitgebreid,'t welk op dit oogenblik moog\k misfchien word voordgezet, i Wy bezweeren U Ed. Groot Mogenden , tot welkers rechtvaardigheid , liefde tot het VaderIind , bekende trouw en machtigen arm wy toe« |]ucht nemen. Wy bezweeren U Ed. Groot Mo. Jenden by het bloed van U Ed, Groot Mogenden n onze Vaderen , by het koud gebeente der Stichjeren van ons Gemeenebest, der Dwingeren van fniLiPs en Alba, tot onze hulp tydig toe te fchie» Jen, ons, onze Echtgenooten, onze Kinderen, onte Bezitiingen, in U Ed. Groot Mogenden byzonfcere uitdrukkelyke en efficacieufe befcherming re nemen, — terwyl wy alhier plechtig betuigen alle pnze handelingen aan 't Itrengfle onpartydig onder» Koek gaarne te willen onderwerpen. I De God onzer Vaderen , U Edele Groot Mogen|den, ja gantsch Nederland, kent roch onze zaak. IWy bidden den grooten Beflisfer aller uitkomM 3 Hen,  ?8a Verzameling van Stukken betrekkelyk M ften, U Ed. Groot Mogenden dierbaare PerfoonJ en Genachten onder zyne befchermmg te nemeil :— Hy doe dezelve nimmer in foortgelyke ongeluhl ken üeeien, — Hy behoude door de macht U Ei Groot Mogenden in zyne voorzienigheid toebl trouwd, het fel gefchokie Vaderland, en het V' derland is zonder ry dige, zonder krachtdaadijl hulp van U Ed. Groot Mogenden , voor eeuwv verloren. Maar hoe zouden wy aan de verlichte Staatkum van U Ed. Groot Mogenden iets herinneren ,1 gere deaelnefl teu vollen , oneindig klaarer di V?y, doorzien. Wy, ohze Burgers, hunne Echtgenoot en, hu ne Kinderen, ae duizenden onzer Landgeroocet willen U Ed. Groot Mogenden gurftige befluiteni orswaards zegene-n ; buitengewoone ongelukkl toch roepen om buitengevoone hulpmiddelen ; ; laatfte Mageflacht onzer dankende Nakomelinge zuilen, rnet betraande wangen, in de JaarboeM des Lands uwe gedachtenis zegenen, — zy zulll daDkufferen op uwe Graven brengen , op welk* men den edelen naam van Redders van 'c lieve V» derland lezen zal. Wv bidden den Alregeerer, U Ed. Groot M, genden Vaderlyke poogingen , tot behoud vani zuchtend Vaderland, met dei! besten zegen te bl krooren, Uwer Ed. Groot Mogendens luisterryt Regeering fteeds voorfpoedig te maaken , terwï w\ de eer hebben, met gevoelens van de zuiverf hoogachting en eerbied, te blyven, Edele Groot Mogende Heeren! 's Hage den U Ed. Groot Mogende ooi jpSeptemb. 1786. ^moedige Diecaaren, (was geteekend) p. van Westerveld ? Schepen en Raad der St', MWem, J° -  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. veer gevallen. 183 J H. van Dyk , Lid der Gezworen Gemeente van Hattem. J. H. Raüwenhoff, regeerend Burgemeester, qq. M. Sels , Schepen en Raad, qq. G. Henggeveld, Wz., Lid der Gezworen Gemeente. qq. Allen van Eiburg. Ter Ordonnantie van dezelve, (was get.~) Herm. Hendr. Vitringa. N°, 1445. Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, op het voorenftaande Aidres M°. 1444- met een daar in geinfer eerde Misfive aan die van Gelderland , behelzende verzoek van ouverture wegens den inhoud van 't zelve Addres, en toezegging (cafu quo) van Hun Ed. Mogenden proteëtie , aan de Requestranten. In dato den ii September 178Ö. Is gelezen het Addres van J. W. Raüwenhoff, regeerend Burgemeester C. S. voor hun en in naam dér Gezworene Gemeente en gevlugte Burgery der Stad Hattem, en in naam der gevlugte Leden van den Raad en Gezworene Gemeente der Stad Eiburg, en voor 't grootst gedeelte der Burgery, gefchreven jn den Hage den ioden dezer, waar by op het nadruklykst en aandoenlykst voorftellen den defola» ten toeftand, waar in dezelve Steden en Ingezetenen van dien, door den Militairen arm, zich bevonden, en, om de redenen daar by hier na breeder gedetailleerd , imploreerende de zoo noodzakelyke adfistentie. . Fiat Infertio. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan , dat het voorfz. Addres by de navolgende Misfive aan de Heeren Staaten van Gelderland zal worden toegezonden. U 4 Ed*  ? P4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot . Edele Mogende Heeren I Wy hebben d' eer hier nevens te doen geworden J een Addres ,aan ons op gisteren geprefenteerd door t J. W. Rauwenhoff regeerend Burgemeester C. S. . voor Hun, en in naam der Gezworene Gemeenteen i gevlugte Burgery der Stad Hattem, en in naam der r gevlugte Leden van den Raad en Gezworene Ge» . meente der Stad Eiburg, en voor 't grootst gedeel- . te der Burgery, gefchreven in den Hage den loden i dezet'. Indien wy na de lecture van dit ftuk, en by de i herinnering der zaaken daar inne vervat, en die meestal gehouden worden te zyn van publieke noioriteit, alleenlyk gevolgd hadden deeerfteaandoeningen van ons hart, en ingewilligd die item van mededoogen met ongelukkige Landzaaten, die altyd in Menfchen, maar byzonder in Souvereinen, ipreken moet; indien wy met een woord deze Lieden, als van have en erf beroofd, en op ons territoir dadelyk gevlugt, terftond hadden genomen in onze directe protectie, wy zouden gewisfelykdoor niemand te culpeertn geweest zyn; dan Ed. Mogende Heeren wy hebben geprefereerd een anderen weg ten dezen in te Haan ; wy hebben vermeend zelfs alle foupcons van partydigheid of van een geprecipiteerd raifonnement te moeten eviteeren; èn 't is uit dien hoofde, datwy het bovengemelde ftuk, alvorens iets verders ten deze te doen, U Ed. Mogenden doen geworden , met Vriendnabuurlyk verzoek , omme , daar deze zaak de rust van het gemeene Bondgenootfchap ten allernauwften importeert, ons ten fpoedigften te ouvertureeren , wat 'er zy van de polkiven nopens de geweldige maatregelen , die op last van U Ed. Mogenden en den Kapitein-Generaal, omtrent de ongelukkige Steden Hattem en Eiburg, zouden genomen en ter effect gebragt zyn, maatregelen van welke wy abhorreeren, en tot welke U Ed. Mogenden zelvennim. per zyn geconvoleerd , pok piet toen in 't begin va.r4  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. i$f van deze Eeuw oproerige oneenigheden, en dus van een geheel anderen aarc dan de tegenwoor. dige in U Ed. Mogenden Provincie, tot den hoogften top geftegen waren. Wy betuigen , dat het ons ten hoogften aangenaam zoude zyn, door opgemelde onverture, de zaak, ten opzichte van U Ed. Mogenden infavorabeler licht te zien gefield , als mede (waar op wy mits deze ten fterkfte urgeeren) dat U Ed. Mogenden de balddadigheden , welke by dit yslyk ichouwfpel door den Militairen arm mogten zyn gepleegd, op de rigoureuste wyze zullen doen ftraffen, waar omtrent wy ons anders ten hoogften gevoelig zouden toonen ; maar vinden ons echter verplicht, mee die cordaatheid van welke wy ten allen tyde openlyk profesfie doen, U Ed. Mogenden te moeten declareeren, dat, indien wy in tegendeel door U Ed. Mogenden refcriptie, de pofitiven der geweldenarijen in Hattem en Eiburg gepleegd, mogten vinden geverifieerd; wy in dat geval, en nu voor als dan de flagtoffers van zodaanige inconftitutioneele en dispotieke handelwyze, en fpeciaal de tegenswoordige Requestranten, zullen nemen in onze Lands Vaderlyke hoede en protectie , en haar in alle deelen zullen doen ondervinden het effect van die Unie, die wy met al het vermogen , 't geen God Almagtig ons verleend heeft, tegen allen en een iegelyk tot den laatften adem toe zullen tragten te maintineeren. Waar mede &c. Accordeert met 't voorfz. Register. C. Clotterboqke, M'j N%  l86 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 14 4 6. Refcriptie van de Heeren Staaten van GeU . dtrland, aan die van Holland en Wen-Friesland, , op de voorenjlaande Misfive N?. 1445. ira dato 1 toonen, geen de minfte reflexie op onze zoo bil- ■ Jyke als ernftige reprasfencatien, welke met een diep ftilzwygen worden gepasfeerd, te hebben ge- • maakt, maar waar by ook U Ed. Mogenden zelfs nog ten ftap verder gaan, en ondernemen, om on« • ze handelingen en befiuicen te veroirdeelen, en ons deswegens rekenfehap af te vorderen. Wy ftaón waarlyk in twyffel Ed. Mogende Hee» ■ ren! 'of wy meer verontwaardigd moeten zyn over ' het Addres, door en van wegens eenige van onze ■ Ingezetenen aan U Ed. Mogenden gemaakt, dan 1 verbaasd over den inhoud van U Ed. Mogenden 1 Mi^ve, waar by dat Addres aan ons hebben toe- ■ gezonden. Wy zyn billyk met indigcatie aangedaan, dat: onze Ingezetenen, waar onder zelfs Leden der Re» ■ gee» •  is Gebeurtenis/en in 1787 «w. voorgevallen. Ï87 geering worden gevonden, zich hebben durven te onderdaan, om zich over ons, hunnen wettigen Souverein, by U Ed, Mogenden te beklagen, en aan ons toe te fchryven en te verwyten oogmerken en maatregelen , van dewelke wy zoo zee. alleen zyn, en die wy zoo zeer verfoeien, als een eenige van onze Bondgenooten. U Ed, Mogenden zullen niet van ons verwasten, en wy zyn ook niet voornemens om ons in te laten in, eene wederlegging van yoorgevens en■ »eilm. gen, die op eene fchandelyke wyze verdraaid, en in een allerhatelykst daglicht voorgeleerd worden. Onze handelwyze en befluiten, van den beginne af der ongelukkig gerezene onlusten en verdeeldheden, in deze voor heen zoo bloeiende maar thans zoo zeer vervallen Staat, zyn al te weereldkundig, dan dat die eenige Justificatie zouden vor- dEMaar wy moeten verftreld ftaan, dat ü Ed. Moeenden hebben kunnen van zich verkrygcn , om zoo een ongehoord, en alle de paaien van eerbied aan ons verfchuldigd te buiten gaande, Addres van eenige Ingezetenen dezer Provincie, en waar van het bloote voorftel, meerendeels in fchrikverwekkende exclamatien beftaande, voor ü Ed. Mogenden fufficient hadde behooren te zyn, om van ds ongegrondheid der pofitiven overtuigd te worden, aan te nemen en daar aan gehoor te verleenen, en dat het U Ed. Mogenden daar benevens heeft kunnen behaagen, om zich by derzelver Misfive, met befekving tot ons, uit te laten op eene wyze, met de discretie en vriendnabuurlykheid tusfchen twee mee eikanderen verbondene Leden van een Bondgenootfehap, en met de digniteit van een Souvereine Provincie, zoo weinig bellaanbaar, en zulks no» wel te verzeilen met een Comminatoir, voor pnsSouverein gezag en independentie ten hoog, ften beledigende. D , Wv hebben,zoo min als een der andereBondgeopeten, pns aangetrokken of gemêleerd, wanneer  188 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot UEd.Mogenden in voorige jaaren, als geduurende de tegenwoordige binnenlandfcoe troebles en beroeringen, in gevallen mitfchien van vry minder aanbelang, employ van de Militie in U Ed. Mogenden Provincie hebben gemaakt, en wy hadden dus ook nimmer kunnen vermoeden, dat U Ed. Mogenden zich thans in het bellier van onze Provinciaale zaaken van gelyken aart, als die, zouden willen inmisceeren. Wy beichouwen derhalven dezen ftap van UEd. Mogenden van die natuur, en verre uitziende gevolgen, dat wy ons aan de eene kant verplicht hebben gevonden, om die tot kennis van onze Mede» Bondgenooten te moeten brengen , ten einde U Ed. Mogenden door hurme medewerkinge mogen worden overreed, om van derzelver irreguliere handelwyze te rug te komen, terwyl wy moeten verklaaren, dat geene politie voor ons min verkieslyk zoude wezen, dan die, om door zyn Mede-Bondgenoot de Wetten te werden voorgefchreven. En aan de andere zyde ons niet kunnen dispenfeeren, om U Ed. Mogenden eene nadere en duidelyke explicatie te vraagen, omrrent den waaren zin van het Comminatoir, in 't (lot van U Ed. Mogenden Misfive vervat, en wat het oogmerk en intentie van U Ed. Mogenden daar mede zoude mogen wezen, ten eipde wy daar na ocze verdere maatregelen zullen kunnen nemen. Ondertusfchen verhoopen wy dat de inflantien, welke wy voornemens zyn by onze overige MedeBondgenooten ten einde voorfchreven te doen, de gewenschte uitwerkinge en invloed op U Ed. Mogenden zullen mogen hebben, vermits wy anders rot ons leedwezen moeten te gemoet zien het noodlottig tydftip, van het verval en den totaalen ondergang van het Bondgenootfchap, en met hec zelve van het dierbaar Vaderland, waar aan wy niet dan met fchrik kurnen eedenken, en 't gene God verhoeden wil, doch waaromtrent nogthans, in zoo een onverhoopt en geducht geval, altyd die ver*  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 189 vertroostende gerustheid van een zuiver en blank eeweeten, van daar toe geene de miafte gegronde aanleidinge te hebben gegeven, voor ons zal overbiyven. Waar mede eindigende, zullen wy Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrien* den, Nagebuuren en Bondgenooten! God bidden U Ed. Mogenden te houden in zyne genadige hoede, en te nemen in zyne heilige beicherminge. Uwer Ed. Mogenden goede Vrienden, De Staaten des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. Gefchreven Ter Ordonnantie van dezelven, te Zutphen rwas geteekend) den 16 Sept. v * ' !^86. B. Gutb. Plegher. K°. 1447. Nadere Refolutie van de Heeren Staaten ' van Holland en West-Friesland, op de bovenftaanie Refcriptie van den Heere Pnnfe van Orange en Nasfau, N°. 1418. In dato den aa September 1786. Bv refumtie, en tot finaale afkomst, op heden, volgens Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den i6den dezer, gedelibereerd zynde op het Rap. port, ten zeiven dage uitgebragt door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed, Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Beioig. ne, hebbende tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mogenden Refolutien commisforiaal van den 8Ren en-nden te vooren, geëxamineerd eene Misfive van zyne Hoogheid, den gemelden Sften opgiet  i9ó Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Loo gefchreven, tot refcriptie op de door HunÈd.Groot Mogenden by Misfive van den 6den dezer maand gevraagde explicatie van deszelfs byzondere en perlbneele fentimenten, oy( r de geweldige maatregelen tegens de Steden Hattem en Eiburg genomen; als mede de Misfives der drie Hoofdlieden van OverysfelCampen, Deventer en Zwol* daar toe relatief, breeder onder de Notulen van voorfz. Sften en nden dezer. Is goedgevonden en verltaan, by provifie en onverminderd de verdere deliberatien van Hun Ed. Groot Mogenden, te perfisteeren by de differente gefielde orders, ten aanzien der Militie van den Staat j waar by dezelve tot nader bevel is ontfiagen van het Articul in den ééd j uit laagte van hetwelk zy aan den Kapitein-Generaal dezer Provincie gehoorzaamheid verfchuldigd was, en waar by ook fcog andere noodige voorzieningen zyn gedaan» om provifioneel voor te komen den invloed van den Kapitein-Generaal op, en deszelfs directie over» de gemelde Militie, als in dit oogenblik onbeftaanbaar geoirdeeld zynde met de zekerheid dezer Provincie, en de maatregelen tót dat einde genomen wordende ; en verder by provifie op te fchorten het effect van Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 8 Maart 1766, waar by aan zyne Hoogheid j als Kapitein-Generaal dezer Provincie, by fpeciaale delatie is opgedragen de collatie en begeving van alle Charges over de Militie, {taande! ter repartitie dezer Provincie, van Vaandrig tot Collonel incluis; mitsgaders dat dien conform aan de Chefs der Militie zal worden aangefchreven, om by provifie, en tot nadere ordre van Hun Ed. Groot Mogenden, van de voorvallende vacatures bv bun Regiment of Corps aan Hun Ed. Crooé Mogenden aanfionds kennisfe te geven, ten einde by Hoogstdezelven in de vervullingdaar van te werden voorzien; blyvende riet te min in zyn geheel, het geen ten opzichte van Militaire Charges ónder de Zwitfers of andere overgenomen Troepes $ by  ét Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 19 e by gemaakte Trattaaten of Capitulatien, aan anderen is geaccordeerd; met verdere last aan Gei committeer Je Raaden, om, by het in ééd nemen der Officieren , de Claufut , concerneerende de gehoorzaamheid aan den Kapitein- Generaal, uit den ééd te laten. . En zal Copie van deze Refolutie worden gezonden aan zyne Hoogheid tot deszelfs naricht, en ook keunis van dezelve gegeven aan den Kaad van .Staaten, voor zoo veel het poincl der dispofitie over de Militaire Charges aangaat. (Onder Jlond') Accordeert met de voorfz. Refolutie. (was ge£.) C. Clotterbooke. No 1448 Nadere Müjive van den Heere Prinfe van ' Orange en Nasfau aan de Heeren Staaten van Holland en West-Ftiedand, op Hun Ed. Groot Mogenden voprenjlaande Refolutie N». 1447» *tt dato den 2 6 September 1786. Edele Groot Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden! Wy hebben met zeer veel leedwezen uit U Ed. Groot Mogenden Misfive en Refolutie van den 22fien dezer lopende maand gezien, dat het U Ed Groot Mogenden behaagd heeft, by provifie en onverminderd de verdere dehberatien van U Ed. Groot Mogenden, te perfisteeren bv de differente gefielde ordres ten aanzien der Militie van den Staat, waar by dezelve tot nader bevel is ontflapen van het Arcicul in den ééd, uit krachte van het welke zy aan ons, als Kapitein - Generaal van Holland en West-Friesland, gehoorzaamheid verfchuldigd was, dan van welke ordres U Ed. Groot Molenden aan ons in onze voorfz. qualiteit nim0 mer  192 ' Verzameling van Stukken betrekkelyk tot iner hebben gelieven eenige kènnisfe te geven | verder, om by provifie op te fchorcen hec effect Uwer Ed. Grooc Mogenden Refolutie van den 8 Maart 1766, waar hy aan ons, als Kapitein-Generaal Uwer Ed» Grooc Mogenden Provincie , by fpeciaale delatie is opgedragen de collatie en begeving van alle Charges over de Militie, ftaande ter Uwer Ed. Groot Mogenden. repartitie, van Vaandrig tot Collonel incluis. Wy kunnen over deze U Ed. Groot Mogenden Refolutie niet ongevoelig zyn, als waar door wy met de daad verftoken worden van het recht, ons met volkomen eenpaarigheid van alle de Leden Van Staat, in onze qualiteit van Erf-Kapitein Generaal van Holland en West-Friesland, opgedragen en gedefereerd. Wy zouden dus met recht kunnen reclameeren het effecl; dezer Uwer Ed. Groot Mogenden met eenpaarigheid genomene Refolutie, die, zoo dezelve zoude kunnen en mogen gealtereerd of ingetrokken worden, ten minften volgens de grondwetten niet zoude mogen veranderd en opgefchort worden, dan met gelyke eenpaarigheid. Maar het gene óns boven al gevoelig aandoet, en waar in wy met ons ftilzwygen niet kunnen berusten, is het motief, dat Ü Ed. Groot Mogenden gelieven te allegueeren tot het nemen dezer Refolutie, om namelyk voor te komen onzen invloed, als Kapitein-Generaal op, en onze directie over, de gemelde Militie, als in dit oogenblik onbeftaanbaar met de zekerheid Uwer Ed. Groot Mogenden Provincie, en de maatregelen tot dac einde genomen wordende. Wy zouden, behoudens het geen wy aan U Ed* Groot Mogenden verfchuldigd zyn, van U Ed. Groot Mogenden kunnen verzoeken, en wel met dien ernst, die een zaak van dat aanbelang, als is de confervatie van onze eer en goeden naam vordert, om aan ons te willen mededeelen de redenen van mistrouwen, die U Ed. Grooc Mogenden tegens onzen invloed op, of direöie over, de Mi- litji  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 193 ! Jitïe hebben opgevat, warneer wy volkomen ia ) ftaat zouden zyn, om aan U Ed. Groot Mogenden i te kunnen bewyzen de ongegrondheid van derzelver mistrouwen , en van de infimulatien, die eenige, voor het Vaderland en voor ons kwalyk gein* 1 tentioneerde, Perfoonen aan U Ed. Groot Mogen. den hebben ingebragt. Dan wy zyn ten vollen gerust, dat niets, met eenigen grond, van ons zal kunnen werden geallegueerd, het welk ons met recht het vertrouwen van U Ed. Groot Mogenden zoude hebben kunnen doen verliezen x en wy kunnen voor God, voor U Ed. Groot Mogenden, voor het gantfche Volk van Nederland , en zelfs voor de geheele weereld, betuigen, dat wv ten dien opzichte een blank geweten hebben; UEd. Groot Mogenden zullen het ons ten goeden houden, wyl onze eer ons dierbaarder is dan het leven, en wy met dien blaam en fletrisfure niet kunnen blyven, dien alle de blyken van mistrouwen van U Ed. Groot Mogenden, en byzonder de bovengemelde periode uit Uwer Ed. Gr. Mogenden meergemelde Refolutie, op ons hebben geworpen; en wy, zoo aan het Huis, waar uit wy gefproten zyn, als aan die, aan welke wy de eer hebben van geallieerd of geparenteerd te zyn, aan Hun Hoog Mogenden, en aan de refpective Provinciën, aan welker dienst wy, door de waardigheden op ons eiflyk gedevolveerd, zyn verbonden, en aan ons zeiven verfchuldigd zyn, om ons van dien blaam te zuiveren; dat wy, ons zeiven onfchuldig kennende aan het verbreken van die trouwe, waar toe wy ons, zoo aan U Ed. Groot Mo* genden, als aan den Lande van Holland en WestFriesland, door den ééd, dienwy, als Stadhouder, Erf-Gouverneur. Erf-Kapitein-Generaal en Admiraal van Uwer Ed* Groot Mogenden Provincie j ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden, by het aanvaarden der bovengemelde waardigheden * hebben afgelegd, het daar voor moeten houden, dat niets wezenlyks ten onzen lasten isj en dat alXVIII. 'Deel. N le  194 Verzameling, van Stukken betrekkelyk tot le de maatregelen, ten onzen nadeele genomen,: alleen daar uit zyn refukeerende, dat fommige;( Leden Uwer Ed. Groot Mogenden Vergadering hefi oor hebben gelieven te leenen aan Lieden, diéi derzelver vertrouwen onwaardig zyn, en die geem ander oogmerk hebben, dan om de wettige Voor-r rechten aan ons, en aan ons Huis, door U EdJ Groot Mogenden verleend , en door de voorigei Heeren Stadhouderen en Kapiteins-Generaal ge»:exerceerd, te verminderen, of zelfs,.om een ge»:, heele verandering in de wettig vastgeftelde Confti»* tune dezer Landen te maaken, en^het Stadhouder», fchap, of geheel te vernietigen, o'f wel uit te wer»1. ken, dat het zelve van geen nut voor het lieve Vaderland of voor de goede Ingezetenen zyn kan. Terwyl wy verder aan ons referveeren, om tert onzer volkomene justificatie zoodaanige verderes maatregelen te nemen, als wy raadzaam zullen oir»deelen. Hier mede zouden wy kunnen eindigen, ware? het niet, dat wy noodig cirdeelien, om nogmaalss te betuigen, dat nimmer by ons iets is gedaan off getenteerd", het geen wy oirdeelen , niet overeen-komftig te zyn met de waare belangens van den 1 algemeenen Staat der Vereenigde Nederlanden , en 1 bvzonder van den Lande van Holland en West-,Friesland; en dat wy niets meer verlangen, dan om. i in ftaat gefield te worden, om met 'er daad bly-• ken te kunnen geven van de waare Vaderlands- ■ liefde, waar mede wy bezield zyn; en dat ons, niets meer ter harte gaat, dan het welvaaren van de Vereenigde Nederlanden, en byzonder van U- . wer Ed. Groot Mogenden Provincie, waar wy in zyn geboren en opgevoed, en dat onze grootfte zugt is, om in Gods Hand een nuttig werktuig te zvn tot bevordering van het welwezen van den Lande. Waar mede &c.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 195 No. 1449. AcJe van ratificatie van voorenftaande Ad. dres, N°. . . . door Gemeentslieden en een aantal Burgeren van Eiburg geteekend. In dato den 30 September 1786". Wy Ondergeteekende Leden der Gezworene Gemeente der Stad Eiburg, benevens de gevlugte Burgeren van dezelve Stad, allen in gevolge Refolutie van Raad en Meente der Stad Eiburg, in dato den 4 Steptember 1786 , ten Raadhuize derzelve Stad genomen, geretireerd binnen Campen , verklaaren döor en kragte dezes, volledig Rapport te hebben ontvangen van zekere Commisfie, door de Heeren Raüwenhoff enSELS, nevens Gerrit Hengeveld- Wz. namens de Gezworene Gemeente, geadfifteerd met den Stads Secretaris Mr. Herman Henrik Vitringa, by de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland op den roden dezer afgelegd , ten fine by het geprefenteerd Addres aan Hun Ed. Groot Mogenden vervat, waar toe wy ons gedragen; approbeeren ten vollen en in allen deelen en poincten al het geene dooronze gemelde Gecommitteerden op den I3den dezer aan de Staaten onzer Provincie is ingezonden. Alle welke (tukken aan ons woordelyk zyn gecommuniceerd i en welken wy willen gehouden worden , als hadden wy dezelven perfoonlyk mee teekeningen ónzer handen bekragtigd. Guarandeerende wy onze voorfchreven Gecom. mitteerden allen halven ter zake voorfchreven met allen aankleeven en gevolgen van dien; ,a Ten teeken van waarheid deze by ons Onderge. teekende Gemeentslieden, fampt Burgeren en Ingezetenen , binnen Campen geteekend öp den 30 September 1786 en andere dagen. N 1  jq6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot (geteekend) ~A. Wynne. J Hendrik Vos. Leden der Gezworene (.Hendrik Hoef hamer. Gemeente der Stad | Joh. Steurman. Eiburg. cjohannes Bunskerke. s Hendrik Michielfen, *■ Wolter Filips. Joh. van Diermen , Pre- Willem Fidder. dikant. Hendrik Fidder. G. tl. Hein, Predikant. H. Top, Gz. Jaob Coops. B. Vinke. Genit Jan Deetman. Hendrik Gerritzelh W. J. -Ramaker. J. Lansbergen, Arnoldus Mouw. J. Jansfen. H. A. Windhouwer. H, Top, Az. a. van Gelder, Wz. C. Corfiens. Gerrit Hoef hamer. E. H. van Koot, R. Gaukes de Vries. G. Daalenoord. D. Hoef hamer. J. Hoeve, Jz. E. van Diermen. Timen Gerrits. J. van Doesburg. J. Lipke, Senior. Jan Munnik. Joh. Martiennes Steen* J. de Ruiter. G. Aartzen van Trys. J. van Diermen. W. Brouwer. W. van Duuren. Jan Vildhoen. J. Gefelfchap. ; Hendrik den Heer. Hendrik Ruys. | Jan Ruys. Beert Trip. E. Bos. G. Oldenhoff. Aart Gerrits. J. Wygman, H. van Hulfen. Joh. Hengeveld. C. Jacobs. 'W. David Feüh. Wycher ten Haafe. Jacnb Peters. Achilles Bunskerke. S. Cordemont. A. Huisman. Steven Croefe. Jan Lipke Jurriensz, G. Voereman. C. Straatman. A. van Diermen. J. ten Haare. G. deni  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 197 G. den Doden. Theunis Mos. P. Cremers. J. Olofzen. Jan Harmfen. Eibert Hoen, Gz. Willem Straatman. D. Deenecamp. Jacob Bos. Jan van Es/en. Hendrik van beek. Wigman Brouwer, joh. van Sasfenberg. Lubbertus Top. N. van der Kamp. Gerard Rykert Wynne. Steven Deetman. Augustyn Eymers. Willem Deetman. Hendrik van Koot. C. van Huif en. B. G. Rofèboom. J. G. Busweiler. jV. Trouz. D. G. van Hoiclum. A. van Meurs. B. A. van Tries. Klaas van Hulfen. A. Hendrikfen. B. van Esfen. W. Torfius. G. van Hulfen. _ M. van der Heide. (Onder Jlond) Deze met het Orinineele gecollationeerd accoord bevonden, by my Ongergefchreven Secretaris der Stad Campen, den 10 0£tober 1786. (was get.) F- L- Rambohhet. wo tko. Declaratie van Gemeentslieden en vee.e ' Burgeren van Eiburg aan den Hove Provinciaal van Gelderland, ingeleverd, in dato den 10 Otlober 1786. Edele Mogende Heeren! Geven met verfchuldigd refpect. te kennen de Ondergeteekende Leden der Gezworene Gemeente, mitsgaders de gevlugte Burgery, der Stad Eiburg, datzv met de uiterfte verwondering vernomen hebbende , dat zeker aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland en de verdere Bondgenoo^ 2 ten  ïo8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót] ten op gronden derUnie van Utrecht geprefenteerd Addres, in dato den roden September dezes jaars, aan de Teekenaaren van 't zelve zou worden geimputeerd als eene zwaare misdaad, vinden zich verplicht aan U Ed. Mogenden by dezen te declareeren en te kennen te geven: Dat het voorfz. Addres cp hunnen fpeciaalen last en Commisfie niet alleen is gedaan aan Hooggemel, de Efeeren Staaten van Holland en verdere Provinciën , maar zelfs , dat zy rapport van deze hunne voorfz. Gecommitteerden bekomen hebbende, by eene expresfe acte van guarantie en approbatie, het zelve in alle deszelfs deelea en leden hebben geapprobeerd en verklaard gehouden te willen wor,den , als hadden zy dat met de teekening hunner handen Perfoonlyk bekragtigd. Al het welke U Ed. Mogenden gelieven te vernemen uit de per copiam authenticam, hier nevens gaande acte van approbatie en guarantie, fub A. Ook vinden zy zich verplicht, met voorig refpeót , te declareeren, dat vermids zy zich niets kwaads bewust zyn , en zonder iemand in zyne Rechten aan te vallen , hunne aangeborene Burgerlyke en Stedely-ke Vryheid , zoo veel in hun was, op eene wettige wyze hebben getragt te befchermen , zy Ondergeteekenden gereed en bereid zyn , en niets meer verlangen dan gelegenheid te hebben, alle hunne daaden en zuivere oogmerken in dezen, niet alleen aan hunnen Opperfren Richter, maar ook voor elk onpartydige Rechtbank,\ te verantwoorden. Verzoekende verder dat U Ed. Mogenden deze hunne Declaratie en Bylage gelieven te brengen, daar en zoo het behoort. Dit doende enz. 4flum Campen den 10 Oclober 178(5. Onderteekend met dezelfde naamen als het voor' gaande, N°, I449-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 199 ] N'. 1451. Afte van ratificatie van bovenftaand Addres ' No. . . door Gemeentslieden en veele Burgeren van Hattem geteekend. In dato den li Oclober 1786. Wy Ondergeteekenden zoo Leden der Gezworen Gemeente als verdere Burgers en Ingeze-enen der Stad Hattem, welke zich op den 5 September 1786, in de noodzaakelykheid hebben gevonden, om ter verzekering van hun leven, of om hier door de woede van bezoldigde Krygsknechten niet mishandeld te worden, voorfz. Stad provifioneel te veriaten,en binnen Zwolle te retireeren rwelke gevreesde onheilen van achteren maar al te zeer zyn bevestigd geworden) verklaaren door en kracht dezes, volledig Rapport te hebben ontvangen, van zekere Commisfie door de Heeren H. van Westerveld en T. H. van Dyk, by de Heeren Staatea van Holland en West-Friesland op den loden der laatst afgelopene Maand afgelegd, ten fine by het geprasfenteerde Addres aan Hun Ed Groot Mogenden vervat, waar toe wy ons gedragen; approbeeren ten vollen, en in allen deelen en poinóten, al het gene door onze voorgenoemde Gecommitteerden in 's Ha< ge en elders verricht en woordelyk aan ons gecommuniceerd is; waar omtrent wy willen gehouden worden, als ware het zelve perfoonlyk met de teekeningen onzer handen bevestigd. Guarandeerende wy onze voorfz. Gecommitteerden allenthalve ter zaake voorfz. met allen aankleeven cn gevolgen van dien. Ten teeken van waarheid is deze by ons Ondergeteekende Gemeentslieden ,fampt Burgeren en !nge?ecenen, geteekend binnen Zwolle, den 12 October 1786 en volgende dagen.. (was geteekend') H. J. Tydtman. - L. van Laar. N 4 Jan  aoo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Jan Hogers. Jan Aarts. H F. Souman. Jochem Jochems. Jacobus Muller. Lambertus Roefink. Arend van Marle. H. Meylink. B. Engelenberg, en Gerrit Jan Weilburg- Alle bovenitaande Gemeentslieden.H. W. Daandels. G. W. van Barneveld. J. Barneveld. Jan Gerrit Jochems. Hendrik' Fedder Breunis. Sieze Schutte. Pieter Retb. Dirk Daniël Tydeman. Hendrik Aarts. JLrnoldus Willem Breunis. G. W. Frelink. Lubbert Jan Wynen. Hendrik van Brummen. E. A. Daandels. C. J. Vinkenbrink. Derkjansfen. Dries van der Horst. Engelbertus Hogers. Pieter Hogers. Evert Schuurman. Jan Spanhaan. H, Lodew-yk. J.' van Wagcningen, Jolt Vroelink. Lubbert Vreelink. Jan van Tellingen. Willem van 't Erve. Hendrik van % Erifa Evert Huisman. H. van Langen. B. Thysfen. J. H. Appelius , Predi. kant te Hattem, appro beerende het Addres aan Hun Ed. Gr. Mogenden, als uit zynen naame mede ingeleverd , als ook aan de verdere Bondgenooten. J. Santinck, Organist en Schoolmeester. Gerrit Jochems. Berent Alberts. Evert Slykman. Berent de Haan. Jan Muller. Jan van de Waa. Hendrik van der Horst. Jan Menfink.' Lambert Beumer. Jan Gerrits. Derk Kelder, Gz. Steven van der Hulst* Jan Roozeboom. Jan van der Linde. N. Aukes. Jan Verbeek. Egbert van der Linde. Eymert Fran . H. Goudjleen. E. Muller. Jurrien van Mekeren. E. L. Muller. F. H. Partis. Lulos NyhcJt. Gerrit van Brummen. Jan Frans. "Klaas Menfinh,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 201 N°. 1452. Declaratie van Gemeentslieden en veele Burgeren van Hattem, aan den Hove Provinciaal van Gelderland ingeleverd. In dato den 12 Oclober 1786. Edele Mogende Heeren! Geven met verfchuldigd respect te kennen de ondergeteekende Leden der Gezworene Gemeente, midsgaders de gevluchte Burgery der Stad Hattem: dat zy met de uiterfte verwondering vernomen hebben , dat zeker aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, en de verdere Bondgenoo. ten op gronden der Unie van Utrecht, geprsfenteerd Addres, in dato den ioden September dezes jaars, aan de Teekenaaren van het zelve zoude worden geimputeerd als een zwaare misdïad,en vinden zich verplicht aan U Ed. Mogenden by dezen te declareeren en te kennen te geven. Dat het voorfz. Addres op hunnen fpeciaalen last en Commisfie niet alleen is gedaan, aan hooggemelde Heeren Staaten van Holland en verdere Provinciën, maar zelfs, dat zy Rapport van deze hunne voorfz. Gecommitteerden bekomen hebbende, by eene expresfe Adte van Guarantie en Approbatie, het zelve in alle deszelfs deelen en lecjen hebN 5 beo. ffacobus Winkelaar. 'Roelof Wildeman, fucas Drieman. J. D. Partis. jJerk Hulsbergen. Hendrik Meyer. Berend Meyer. R. Schutte. Jan Wildeman. Hendrik Jochems. Gerrit Jan van 't Erve. Gerrit Jan de Haan. Derk van de Linde, Pieter l'Arnon. Berend Alberts, Jacob Jager. L. J. Souman. F. Kreder. H. Joost':?na. Klaas Elberts, en Dries van Mark.  S02 Verzameling van Stukken betrekkelyk m ben geapprobeerd, en verklaard gehouden te willen worden: als hadden zy dat mei teekening hunner handen perfoonlyk bekrachtigd. AI 't welke U Ed. Mogenden geheven te vernemen uit de per Copiam Au* thenticam hier nevensgaande Acte van Approbatie en Guarantie fub A. Ook vinden zy zich verplicht met voorig respect, te declareeren, dat vermids zy zich niets kwaads bewust zyn, en zonder iemand in zyne Rechten aan te vallen, hunne aangeborene Burgerlyke en Stedejyke Vryheid, zoo veel in hun was, op eene wettige wyze hebben getracht te befchermen, zy Ondergeteekenden gereed en bereid zyn,en niets meer verlangen dan gelegenheid te hebben, alle hunne daaden en zuivere oogmerken in dezen, niet alleen aan hunne opperften Rechter, maar ook voor elke onpartydige Rechtbank, te verantwoorden. Verzoekende verder, dat U Ed. Mogenden deze hunne Declaratie en Bylage gelieve te brengen daar en zoo het behoort. Dit doende, &?c Adtum Zwolle den 12 Oclober 1785. Onderteekend met de zelfde naamen als het voorgaande, N°. 1451.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 203 N°. 1453. Refolutie van de Heeren Staaten van HoU land en West-Friesland, tot toezegging van daadelyke befcherming (des noods) aan de Stad Utrecht. In dato den 6 Oclober 1786. De Heer van Wassenaar, Heer vanStarrenburg, en verdere Heeren, by Hun Ed. Grooc Mogenden Refolutie van den 6 September 1786gecommitteerd tot het perfooneel Befoigne, hebben ter Vergadering voorgedragen: Dat aan het gemelde Befoigne van meer dan eene zyde, en byzonder door eene Misfive van de Vroedfchap der Stad Utrecht, tydingen waren ingekomen van een toeftel in de Provincie van Gelderland ge* maakt wordende, om door het employ van een grooc aantal der Troepen van den Staat, thans in die Provincie zich bevindende, eerstdaags een vyandelyke onderneming tegen de Stad Utrecht ten uitvoer te brengen, om dezelve , ware het mooglyk, voor Overmacht te doen bukken , welke tydingen zoo gecircumftantieerd, en met een detail van de beraamde ordres,nopens den tyd en wyzevandenaanmarsch en het getal der hier toe beflemde Troepen, waren opgegeven, dat zy Heeren Gecommitteerden, uit hoofde van het gewigt der zaak, zwarigheid hadden moecen maaken, om daar van aan Hun Ed. Groot Mogenden geenerier communicatie te doen: Dac zy voor zich evenwel niet ontveinzen konden, geen genoegzaamen grond voor de realiteit van dat alles te hebben aangetroffen: immers dat, voor zoo veel eene diergelyke onderneming gefchieden zou met kennis en concurrentie der Heeren Staaten van Utrecht, dit genoegzaam wierd wedersproken door de demarches van die Heeren, endoor dezelve, zoo openlyk als onder de hand, gedaare verzekeringen, van niets vyandelyks tegen Ütrechc te zullen aanvangen , maar een vollen genegen te zyn, om den weg in te flaan tot eene minnelyke Schikking; verzekeringen dus, welken, indien men  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de existentie van eenige goede trouw iupponeeren i wil, alle geloof verdienen moeten: terwyl, wat be- ■ treft het doen van een vyandelykcn aanval buiten i kennis en medewerking der Heeren Staaten van Ut- . recht, (iets het gene, naar het fchyrt, wel het: meest gevreesd wierd,) dit zoo extravagant was! voorgekomen, dat ook daar in geen de minfte waar- ■ fchynlykheid gefield kan worden. Dan dat, wat van die alles ook zoude mogen we« > zen, zy Heeren Gecommitteerden echter niet kon- • den verbergen de nadeelige uitwerkfelen, die zy ' befpeurden, dat door de ingekomen tydingen bin-. nen Utrecht wierden te weeg gebracht, naardien i hier door weder was ontflaan de grootfte agitatie in i de gemoederen, welke natuurlyk tot gevolg moesc ; hebben, eene meer toenemende verwydering, en i dus eene dispofitie, geheel en al flrydig met die,, welke den meest gefchikten grond zoude dienen te : leggen voor het goed fucces der aan te wenden poo- • gingen tot eene gepaste minnelyke fchikking: en 1 dat zy daarom vermeenden, dat het van het aller— uiterfle belang zoude zyn, dat 'er ten fpoedigften i middelen wierden aangewend , om de opgevatte ! vrees en bekommering te doen verminderen, en de i zoo hoog noodige kalmte in de gemoederen te Ut- . recht te doen herleven: tot welk einde hun niets i gefchikter was voorgekomen, dan het doen eener 1 geruststellende verzekering van wegens Hun Ed. Groot Mogenden, gepaard met zulke maatregelen, die den ernst daar van genoegzaam zouden kunnen aan den dag leggen. Waar op gedelibereerd zynde, is, conform het gene door de voorfz. Heeren Gecommitteerden op, de gemelde gronden in bedenking is gegeven, goedgevonden en verftaan , dezelve Heeren by dezen te qualificeeren, om uit den naam van Hun Ed. Groot Mogenden aan de Vroedfchap van Utrecht, tot haare meerdere verzekerdheid, voor zoo veel des noods, toe te zeggen, dat, in geval een vyan- ■ de- ■  de Gebeurtenisfen in 1787 ent. voorgevallen. 205 Idelyke gewelddaadige aanval, of wel een aanmarsch van Troepen uit Gelderland,tegen de gemeldeStad iwierd ondernomen , Hun Ed. Groot Mogenden aan'ftonds met hunne voor handen zynde macht dezelve iizullen befchermen, en van allen violenten overlast naar vermogen beveiligen. En is wyders, in conformiteit hier van, goedge\ vonden , den Generaal-Major van Ryssel aan te li fchryven, om, in gevalle de Stad van Utrecht vyn; andelyk mogt aangevallen, of, door aanmarsch van "'Troepen uit Gelderland, in gevaar gebracht mogt v worden, als dan met de Troepen, onder het comli mando van hem Generaal-Major ftaande, voor zoo , ver die daar toe gefchikt by één te brengen zyn, I en zulks met eenige hoop van fucces ondernomen I zal kunnen worden, dezelve Stad naar vermogen i te helpen defendeeren, en alle violente aanflagen I daartegen, zoo veel doenlyk, te verydelen. En dat èindelyk aan de Heeren Staaten van UtI recht van het voorfz. befluit een gepaste communicatie zal worden gegeven, en daar toe aan dezelv ven geaddresfeerd de navolgende Misfive. Nn. T454. Misfive van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland aan die van Utrecht, tot communicatie der voorenftaande Refolutie No. 1453. In daio den 6 Oclober 1786. Edele Mogende Heeren, Byzondere goe^ de Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten ! Ter onzer kennisfe gekomen zynde, dat binnen de Stad Utrecht, federt weinige dagen, eene meerdere bekommering is ontftaan voor eenen violenten aanval, welke die Stad eerlang zoude te wachten 'hebben, welk alles gefundeerd wierd op zeer gecircumftantieerde tydingen uit Gelderland, houdende  2c6" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de eene opgave, niet alleen van het aantal Troëvi pen , die uit de aldaar zynde Militie hier toe zou- .1 den worden geëmployeerd, maar ook van de ordres s| en bepaaling van tyd, die tot derzelver aanmarsch 1 zouden zyn beftemd, en de verdere arrangementten dien aangaande beraamd; zoo hebben wy onsü verplicht geoirdeeld, daar op onzen ernftigen aan- ■ dscht te vestigen. Wy houden ons wel geperfuadeerd, dat de voorfz.. bekommering, hoe fterk ook aangedrongen , op gèéöe genoegzaame gronden kan berusten, dewyl 1 de verzekeringen van het tegendeel, door U Ed. , Mogenden by meer dan eene gelegenheid, en nog ; onlangs, by Misfive van den oden September laatst- I leden, aan ons gedaan; midsgaders door die, wel-, ke heden by ons ontvangen is, nader bevestigd» ons als voldoende waarborgen voorkomen, dat de weg van minnelyke fchikking door Ü Ed. Mogen- . den in dezen is geprefereerd, en dat 'er geenerlei Intentie by U Ed. Mogenden gevonden wordt, orri dezelve door geweldige maatregelen elufoir te maaken. Dan, hoe gerust wy ook voor ons meenen hier op ons te kunnen verlaten, zoo wel als op U Ed. Mogenden goede gezindheid, om met ons faam te werken tot herftel van de ongelukkig plaats hebbende verwarringen; zoo zien wy echter met leedwezen de agitatie, welke de opgevatte bekommering in de gemoederen, binnen de Stad Utrecht, verwekt, en het voedzel, dat daar aan door verscheiden elkander afwisfelende tydingen, die, uit hoofde der bygebrachte omftandigheden en particulariteiten, de grootfte impresfie maaken moeten, wordt toegebracht. Wy befchouwen toch al dac fchrikbaarende, als het grootfte impediment voor het fucces der aan te wenden poogingen tot eene minnelyke vereffening van zaaken, en als een alleszins verderflyk zaad van verdere verwydering, 'c, welk dus, naar onze gedachten» radicaal behoort te worden uitgeroeid, zal anders die rust en kalmte in  ■ de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 207 in de gemoederen kunnen worden te weeg gebragt, zonder welk zeker niets met de gewecschte vrucht zal kunnen worden ondernomen. Wanneer wy nu, by deze gefteldheid, het oog gevestigd hebben op UEd. Mogenden gedeclareerd verlangen, naar een gepast herftel van zaaken: zoo hebben wy gemeend, als een getrouw Bondgenoot, hier toe niet beter te kunnen medewerken, dan door, by provifie, en onverminderd de nadere poogingen, die wy, tot dat einde, gaarne met U Ed. Mogenden zouden willen beraamen , te beproeven, of wy de ontbrekende gerustheid in de gemoederen, binnen de Stad Utrecht, bok eenigermaate, docr eene gepaste verzekering van onzen kant, konden doen herleven. Tot dat einde hebben wy geconfidereerd, dat de ald?ar ontfiaane bekommering, vergeleken met de byzonderheden j waar uit dezelve word afgeleid, gebouwd wordt op eene vrees voor ondernemingen, die niet alleen met concurrentie van UEd. Mogenden, maar ook buiten Hoogstderzelver medewerking, zouden kunnen worden geëntameerd. Het eerfte wierd wel compleetelyk by ons weer» fproken, door ons volledig vertrouwen op UEd. Mogenden verzekeringen : terwyl ook het laatfte by ons als geheel onwaarfchynlyk word aangemerkt. —— Doch in dé fituatie, waar in de zaaken zich bevinden, hebben wy echter gemeend, dat tegen beiden de gezegde gevallen, en wel vooral tegen het laatfte, als, naar 't ons voorgekomen is, het m este gevreesd wordende, de te geven gerustftelling zoude moeten dienen. Met dat inzicht alleen hebben wy dan ook befloten, om de Stad van Utrecht, tot haare meerdere verzekerdheid, voor zoo veel des noods, te doen toezeggen: dat, ingevalle een vyandelyke gewelddaadige aanval, of wel een aanmarsch van Troepen uit Gelderland, tegen dezelve mogt worden ondernomen, wy aanftonds met de macht, die wy voor handen hebben', haar zouden befchermen, en van al-  208 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot allen violenten overlast, naar ons vermogen, beveiligen. Van die ons befluit, 't welk wy niet verwachten$ dat immer zal behoeven te worden gerealifeerd , hebben wy gemeend eene cordaate opening aan Ü Ed- Mogenden te moeten geven; eensdeels om alle verkeerde inpresfien, nopens deszelfs waar motief, voor te komen: en anderdeels, om U Ed. Mogen* den te overtuigen van onze oprechte genegenheid tot eene gemeenfehappelyke behandeling van zaaken , en tot eene daadelyke bevordering van die heilzaame intentie , welke U Ed. Mogenden zoo duidelyk aan ons hebben gemanifesteerd. Wy vermeenen zelfs, daar wy, op grond van U Ed. Mogenden gedaane verzekeringen, moeten vast* Hellen, dat een violente aanval op de Stad van Utrecht nimmer, op begeerte of met concurrentie van U Ed. Mogenden, zal gefchieden, gerustelyk te kunnen en te moeten vertrouwen, dat, indien evenwel eene zaak van die natuur (gefupponeerd voor een oogenblik haare mooglykheid) daadelyk plaats had of ondernomen wierd, U Ed. Mogen, den als dan niet alleen onze poogingen, tot afweering van zulke ondernemingen, niet zouden wraaken, maar zelfs met al hun vermogen ons daar in fecondeeren. Wy vertrouwen, dat U Ed. Mogenden deze onze demarche zullen aanzien als een bewys van onze oprechte zucht tot hehoud der Unie, en van onze welmeenende genegenheid, tot aanhoudende prestatie van alle Bondgenootfchappelyke Officien, die van ons kunnen worden verwacht of gevorderd. Waar mede, &c.  de Gebeurtenüfen in 1787 enz. voorgevallen. 209 ; Sic. 1455. Refcriptie van de Heeren Staaten van Utrecht aan die van Holland en West - Friesland, op de bovengaande Misfive N Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, zit de kunnen worden geimprobeerd, zo hebben wy echter tot ons leedwezen ondervonden, dat de Heeren Staaten van fommige Provinciën, in twyffeling gebragt, door alle de op eene vergrootende wyze en voorbedagtelyk verfpreide geruchten van, gewelddaadige middelen en geduchten BurgerOorlog, deze gebeurtenisfen hebben gelieven te befchouwen in een geheel ander daglicht, en als van allergevaarlykfte gevolgen. De Heeren Staaten van Zeeland, en Stad etï Lande, gaven by hunne onderfcheiden Misfives, aan ons hunne gevoelens daaromtrent te kennen, en geliefden ons aan te fchryven en te verzoeken, om geene Troepes, ter hunner refpecfive repartitien ftaande, naar de Provinciën van Gelderland of Utrecht te laaten marcheeren , of tegens de Steden Hattem en Eiburg, of elders, te employeeren in eenige der tegenwoordige Burgerlyke gefchillen in voorfz. Provinciën. De Heeren Staaten van Overysfel gaven hun on- f;enoegen over deze gebeurtenisfen ten allerduideykften niet alleen te kennen, maar vorderden van ons, dat wy ons rondborftig zouden gelieven te verklaaren , welke intentien daaromtrent by ons huisvesteden, op dat daar door de opgevatte vrees mogte kunnen worden verminderd, en de gemoederen tot bedaaren gebragt, waar toe als het prompst en toereikendst middel wierd voorgeflagen, het te rug trekken van alle de Troepes. Wy ontvingen ook allerernftigfte Brieven zod van de drie Hoofdfteden van gemelde Provincie van Overysfel, als van derzelver Gecommitteerden te Wyhe vergaderd; als mede eene deputatie van dezelve Steden, alle tendeerende, ten einde geene Troepes tegens de Steden Hattem en Elburg mogten worden gebruikt. De Heeren Staaten van Holland en West-Friesland gaven aan ons, by Misfive van den 25 Augustus laatstleden , te kennen, hoe Hoogstdezelve niew  22& Verzameling van Stukken betrekkelyk tót niets nadeeliger en minder overeenkomftig met dé belangen van den Staat oirdeelende te wezen, dan liet gebruik van de Militaire irngt omtrent differenten tusfchen de Regenten en Burgeryen van de Steden dezer Republiek, daarom noodig geoirdeeld hadden, ods by provifie, en tot Hun Ed. Groot Mogenden nadere dispofitie, aan te fchryven, om geene Troepes, op de repartitie van Hun Ed. Gr. Mogenden Provincie ftaande, en in de Provincie van Gelderland of buiten dezelve Guarnifoen houdende, naar de Steden Hattem of Eiburg af te zenden, of eenige ordres aan bovengemelde Militie te geven, dewelke zouden involveeren om zich in. eenige verfchillen tusfchen Burgers en Burgers, of Burgers en Regenten, waar dezelve binnen deze Republiek mogten ontftaan, te immisceeren of te bemoeien. Wy vonden ons door alle deze onderfchelden ar3nfchry vingen, van de Heeren Staaten van vier Provinciën, in geene geringe verlegenheid; wy gaven van al het zelve aan de Heeren Staaten van Gelderland telkens kennis,• en, naar maate wy van de intentie der Heeren Scaaten der vier bovengemelde Provinciën fuccesfivelyk wierden geinformeerd * droegen wy zorg, dat geene Troepes, op de repartie van de voorfz. vier Provinciën ftaande, na dé Provinciën van Gelderland of Utrecht marcheerden, en tragteden, zoo veel van ons afhing, voor te komen, dat dezulke die reeds in de Provincie imn Gelderland Guarnifoen hielden, offchoon in den ééd van de Heeren Staaten van laatstgemelde Provincie ftaande, niet wierden geëmployeerd tot voorfz. einden. Wy voldeeden dus , zoo veel van ons konde werden gevergd, aan de intentie van gemelde Heeren Staaten van de voorfz. vier Provinciën, en behoudens dat geen, het welk wy aan-de Heeren Scaaten van Gelderland en Utrecht verfchuldigd waren, en wy konden dus geenszins verwagtenj dat daar uit zulke onaangenaame j en voor onze eer Ü  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 223 en goeden naam fletrisfante, Refolutien zouden hebben kunnen proflueéren. Wy ontvingen op den 7den der voorige maand September eene Misfive van de Heeren Staaten van Holland, waar van wy de Copie hier nevens (*) byvoegen , waar uit U Hoog Mogenden zullen kunnen zien, dat Hooggemelde Heeren Staaten daar by declareeren hun uitterst ongenoegen, en teffens fenfibelst leedwezen, over de demarches» tot welke.de Heeren Staaten van Gelderland hadden kunnen goedvinden, ten opzichte van de Steden Hattem en Eiburg,1 te komen, als mede het gunt op naam van de Heeren Scaaten van Utrecht, tot het doen inrukken van eenige Militie binnen dezelve Provincie, was ondernomen, en van ons requireeren eene prscife en openhartige opening van onze perfooneele de'nkenswyze over de geweldige maatregelen, tegen dezelve Steden en Provinciën beraamd en in het werk gefield, met verdere by voeging, dat Hun Ed. Groot Mogenden verwagtende waren, datHoogstdezelven door eene voldoende ouverture van onze gevoelens, (binnen: vier- en- twintig uuren na den ontvangst dezer aanfchryving,) aan Hun Ed. Groot Mogenden bekend te doen worden zullen worden gefield en gehouden buiten de onaangenaame noodzaakelykheid, tot het nemen van zoodaanige maatregelen, die voor..onzen Perfoon en Huis niet anders dan van rjadeelige gevolgen zouden kunnen zyn. ' Het zoude ons niet kwalyk hebben kunnen genomen worden , indien wy, gevoelig getroffen over,het vernederende, dat in deze Misfive voor ons was opgefloten, dezelve voor eenigen tyd hadden onbeantwoord gelaaten, immers zwaarigheid gemaakt, om onze gevoelens, hoe zeer wy voor ons zeiven van de oprechtheid derzelve overtuigd zyn, voor Hooggemelde Heeren Staaten open .te leggen, binnen eenen korten en .bepaal- den (*) Zie hier vooren N°. i4°9- bladz. 7%,  224. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den tyd van vier- en- twintig uuren, die niet ge-.' noégzaam was, om een edelmoedig en weldenkend i hart, getroffen over de blykbaare preuves van i wantrouwen van een Souvereine Vergadering, waar ; van men zelfs Lid is, tót behoorlyke kalmte te; brengen, en dus zich zelfs in ftaat te vinden, om i met bedaardheid , betaamlyken eerbied, enteffens; gepaste vrymoedigheid te kunnen antwoorden. Wy hebben niet te min aan dat gerequireerde voldaan, voor zoo veel de kortheid des tyds heeft toegelaten , zoo als aan U Hoog Mogenden uit de Copie van deze onze refcriptie, hier by gevoegd, zal kernen te cónfteeren. (*) Wy hebben niet te min tot ons fenfibel leedwezen moeten ondervinden, dat deze onze refcriptie aan hooggemelde Heeren Staaten niet voldoendé is voorgekomen, zoo als wy al kort daar aan hebben moeten zien, uit eene Misfive van hooggemelde Heeren Staaten van den iöden van dezelve maand September, by dewelke ons, als KapiteinGeneraal van Holland, gelieven aan te fchryven, om geene Vacatures van Militaire Offlcien, in dé Regimenten ter hunner repartitie ftaande, te vervullen, maar dezelve provifioneel, en tot Hoogstderzelver nadere dispofitie, vacant te houden; en èindelyk ten allerduidelykften uit de Misfive en Refolutie van hooggemelde Heeren Staaten van den 22ften derzelve maand, waarby, tiadelibératie óp ónze Misfive van den 8ften te vooren, concerneerende onze byzöndere en perfooneelefentimen* ten over de maatregelen tegens de Steden Hattem en Eiburg genomen, verklaaren by provifie, en onverminderd de verdere deliberatien van Hun Ed. Groot Mogenden, te perfisteeren by de differente gefielde ordres, ten aanzien der Militie van den Staat, waar by dezelve tot nader bevel is ontflagen.' van het Articul in den ééd, uit krachte van welke zy aan den Kapitein • Generaal der Provincie gehoorzaÈmheid verfchuldigd was, én waar by nogf nade-» (*) Zie hier voor N°. 1418. bladz. 95.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz' vootgevallen. 22$ •iadere voorzieningen zyn gedaan, omprovifioneel voor te komen den invloed van den Kapitein-Generaal op, en deszelfs directie over, de gemelde Militie, ais in dit oogenblik onbeftaanbaar geoirdeeld zynde met de zekerheid der Provincie, ed de maatregelen tot dat einde genomen wordende, en verder by provifie op te fchorten het effe£t hunner £d. Groot Mogenden Refolutie van den 8Maaré J766, waar by aan ons, als Erf-Kapitein Generaal der Provincie, by fpeciaale delatie is opgedragen de collatie en begeving van alle Charges over dé Militie ter repartitie van de Provincie, van Collonel tot Vaandrig incluis. Wy refereeren ons tot den verderen inhoud van voornoemde Refolutie, waar van.wy insgelyks de eere hebben Copie hier by te voegen. (*_) Gemelde Pleeren Staaten vonden wyders góedj nog diverfe Refolutien te nemen j alle relatief toe de Militie, op haare Provicie gerepartitieerd* eri ■^aar in wy voor onzën Perfoon niet minder geeoncerncerd zyn, als onder anderen het geordonneerde aan de Commandanten van de refpeclive, Regimenten, om geene Rapporten of Lysten, hoegenaamd, aan ons te zenden, dan van welke Refolutien wy geene directe en legaale kennisfe van de Heeren Staaten ontvangen hebben. Eene Refolutie zoo vernederend voor ons, koii fiiet dan eene zeer gevoelige aandoening op ons verwekken, wy dachten het van onzen indispenfabelen plicht te wezen, om ons daar over aan hooggemelde Heeren Staaten te addresfeeren, en ons bezwaar over zoo eene onverdiende en fletrisfantei Refolutie aan. hooggemelde Heeren Staaten voof te fiellen, in hoop dat een bedaarde overweging' van ons regtmaatig bezwaar by Hun Ed.. Groot Mogenden eenigen ingang zoude vinden, en Hoogst* dezelven zoude doen te rug komen van die voóf- W* (*) Zie hier voor N°. 1447. bladz. 180. xViii. Dïél. £  226 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot oirdeelen tegens onzen Perfoon en directie opgevat, en gepermoveerd zouden zyn geworden, om, in aanmerking van de facheufe gevolgen, die uit eene demarche van zoo een bedenkelyken aart te duchten zyn, voorfz. Refolutie in te trekken. Wy refereeren ons tot de voorfz. Misfive, hier nevens mede Copielyk bygevoegd (*), en laten geerne aan het oirdeel van U Hoog Mogenden en van de refpeftive Bondgenooten, ja van de geheele Natie, over, om te beoirdeelen of wy in deze voor ons zoo fietrisfante Refolutie kunnen blyven berusten, behoudens dat gene, 't welk wy aan ons zei ven, aan ons Huis, ja aan de gantfche Republiek verfchuldigd zyn. Wy reclamecren die Rechten, die Prasëminentien, die ons als Erf-Kapitein-Generaal competeeren, en wy hoopen dat het ons niet ten kwaaden zal opgenomen worden, indien wy eene Refolutie, zoo vernederend voor de trouwe van het Huis waar uit wy gefproten zyn, en wiens voetftappen wy altoos getragt hebben na te volgen, (zooalswyby eene andere gelegenheid, van foortgelyke natuur als deze, oris geuit hebben,) moeten blyven aanmerken, als of dezelve ten onzen opzichte nooit genomen of «geroepen ware. Daar wy dan tot ons innig leedwezen wederom ondervinden moeten , dat onze rechtmaatigr klachten in den fchoot van Hun Edele Groot Mogenden uitgeftort, over de verregaande verdenkingen tegens ons beftuur en handelingen federt een geruimen tyd opgevat, en dagelyks meer en meer aangeftookt, van geen den minfien invloed zyn. Daar- wy dezelve klachten by meer dan eene gelegenheid, en nog laatftelyk by onze Misfive van den T3den Augustus laatstleden, met opzicht tot het Commando over het Guarnifoen van den Haag, te vergeefs hebben gerepeteerd, zo hebben wy niet langer kunnen afzyn, om ons tot U Hoog Mogen- (*) Zie hier voor K°. 144$ bladz. 191.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 227 .genden, zoo als ook tot de Heeren Staaten van de jefpeüive Provinciën, te wenden, in die verwach- ; ting, dat eene bedaarde overweging van al het ge- i beurde, zoo met opzicht tot onzen Perfoon, als tor zoo veele contrarieerende gefielde ordres en ; I Refolutien , betrekkelyk tot de Militie van den 3:Staat, by fommige Provinciën genomen, ■—mics>tgaders de verregaande twisten en verdeeldheden, | thans in de Republiek fubfifleerende, dien indruk ]top de deliberatien, zoo van U Hoog Mogenden linU van de Heeren Staaten van de refpedtive Provincien, zullen maaken, als een zaak van dat aanil belang, waarvan het flaan of vallen der Republiek liafhangt, meriteert. Befchouwen wy de refpedlive relatien, waar in E\wy uit hoofde van onze waardigheden van Erf-Stadijl houder, Erf-Gouverneur en Erf-Kapitein-Generaal nen Admiraal, van alle de Provinciën, als mede van 1 Erf-Kapitein-Generaal en Admiraal van de Unie, igefield zyn, en uit kragt van welke wy aan alle de ijl Proviccien egalyk verbonden zyn ; confidereeren fcwy, dat de erfelyke delatien van alle deze eminen* te Charges, door de gezamenlyke Provinciën, op «onzen Perfoon voornamelyk tot oogmerk moeten Lgehad hebben, om daar door de banden van de i^Unie des te naauwer toe te haaien, en vervolgens I aan het gebouw van den Staat, meer eer, aanzien, 3;(en vermogen toe te brengen, zoo kan het geensR*ins aan Uwe Hoog Mogenden, zoo min als aan de II Het ren Staaten van de refpedlive Provinciën, onKyérfjchillig zyn, wanneer door deeze of geene ProIvincien tentamens worden gedaan, en met 'erdaad 1 Refolutien worden genomen, flrydig tegens de weejji tige, en met eenpaarige bewilliging van alle de LeMi den van het Bondgenootfchap vastgeflelde, Confli1 tutie en Regeeringsform , en tegens de op ons •-erflyk gedevolveerde Rechten en Pra;ëmineotien. I En het is niet anders dan Conflitutioneel conform I den aart vai het Bondgenootfchap, wanneer wy ons I aan Uwe Hoog Mogenden en de Heeren Staaten der P 2 re-  128 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot refpect-ive Provinciën addresfeeren , aan dezelve! onze rechtmatige bezwaaren onder het oog brengen , en derzelver veel vermogenden invloed en krag-;tige hulp verzoeken , ten einde wy in het genott van orze wettig verkregen Voorrechten werdena herfleld. . v. ' ... R Wy herhaalen hier, 't geen wy in onze Misfives van den i3den Augustus jongstleden aan de Heeren Sraaten van Holland hebben voorgedragen, dat,, indien het onder de mogelyke gevallen ware, dact een Erf-Stadhouder, Erf-Gouverneur en KapiteinGeneraal, zich zoo verre vergeten kon, van de authoriteit , waar mede Hy door den Souverein iss bekleed, te misbruiken tot benadeeling van'sLandss waare belangens, en dus tegens de intentie van dern Souverein , wy ontwyffelbaar zeker fielden, datt Hoogstdezelve, het recht en de magt zouden hebben , om voor hunne eigen Hoogheid en veiligheid op eene efficacieufe wyzeordres te (tellen; wy/ voegden 'er te gelyk by , en die betuiging hernieuwen wy hier, dat wy ons dit eerbiedig denkbeeld van de rechtvaardigheid van den Souvereim vormden, dat zulks nooit gefchieden kan , of mag,, zonder zeer gewigtige redenen, waar door ten klaar.. Iten confteert van het misbruik der toevertrouwde? authoriteit. . Dan zulke redenen zyn ten onzen opzichte nooitt voorgedragen, en kunnen ook in waarheid nooit voorgedragen worden, om dat wy het ons altoos tot eeni plicht en genoegen voorgefteld hebben, deoogmerKen van den Souverein, in onze betrekking tot elket Provincie, met al ons vermogen te bevorderen. Wy wenfehen niets vuuriger , dan een einde tec zien van alle de onaangenaame verdeeldheden, die; thans in de Republiek, reedsfedert eenige jaarenontftaan, nog plaats hebben; wy verlangen dit des te: meer om dat wy voor onzen Perfoon en Huis daan jn bvzonder geconcerncerd zyn; wy verzoeken hien toe óo hec alïernadrukkelykfte, dac Uwe Hoog Moeenden en de Heeren Staaten van de refpeótivePro* . vin-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 229 vincien, elk infden haaren, dasr toe de hard gelieven te bieden, en Uwe Hoog Mogecden zullen ons altoos volvaardig vinden , om al wat in ons vermogen is aan te wenden tot bereiking van diegewensch1 te eindens Wy kennen onze verplichtingen, wy weten waar in onze waare grootheid en geluk gelegen is; niet daar in , dat wy zouden tragttn, niet verkering van's Lands Hoogheid en Privilegiën, te empieteeren op de rechten der Souveremiteit; n aar in de achting , vertrouwen , en genegenheid van Regenten en Ingezetenen tot ons; wy herinneren ons de verdienften dier Helden en groote Mannen, onze Doorluchtige Voorvaders uit den Huize van Orange en Nasfauw. — Onze grootfte ambitie fiellen wy daar in, om hunne beroemde voetftappen en daaden, ten beste van het lieve Vaderland aangewend, te drukken en na te volgen. Wy zyn bereid ons leven, ons goed en bloed, op te offeren tot welzyn en behoud van het lieve Vaderland, ter handhaving van vryheid en onafhangelykheid in Godsdienst en Burgerftaat. In die gevoelens ftaan wy , en zulleu wy altoos tot het laatfte ogenblik onzes levens blyven, in die gevoelens wer.fchen en hoopen wy onze Kinderen , met Gods hulp , onder het opzicht van eene waardige en verftandige Moeder, onze Kooinglyke Ge. malinne, op te leiden. Veel konden wy hier nog bybrengen, om aan te toonfn alle de fchreeuwende en tergende laster- en leugen-taal, die ongéftrafc onder het cog van den Souverein in fommige Provinciën, en zelfs, zoo het fchynt, met adven van derzclven, word uitaeboezerrid. — Wy willerr liever alle deze akeligheden met ons ftilzwygen voor by gaan. Wy zyn by plegtigen ééd verbonden voor te ftaan en te vorderen de Hoogheid, Gerechtigheid, Privilegiën en welvaaren van dezen Lande , Leden , Steden en Ingezetenen van dien; wy mogen dan ook met dat zelfde recht vorderen, datwyinonzeRechP 3 ten  230 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten en Privilegiën niet werden verkort, maar daar by alleszins mogen blyven gemaintineerd, voor al, terwyl dezelve op eene wettige wyze op ons erffelyk zyn gedevolveerd, en een voornaam deel uitmaaken , van de tegenwoordige Confhtutie en Regeerings. form, die by den Souverein zelfs meer dan eens voor de heilzaamfte en beste is erkend. Wv zouden hier nog meer kunnen by voegen, betrekkelyk tot alle de bedenkelyke Refolutien en Orders , by de Heeren Staaten van deze en geene Provinciën genomen en gefield, raakende de Militie, én de magt en de authoriteit, die daar over by deZelve geoffend worden, en waar uit veele confuflen te verwagten zyn; dan, alzoo de Raad van Staaten by haar Misfive van den 29 September jongstleden 3an Uwe Hoog Mogenden dit poinil aan de ernflige overweging van de refpeótive Provinciën heeft voorgedragen , zo kunnen wy voor het tegenwoordige daar in berusten, in afwagting dat Uwe Hoog Mogenden, en de refpeótive hooge Bondgenooten, daar op fpoedig en vrugtbaar zullen gelieven te refolveereD. Waar mede Boog Mogende Heeren! wy Uwe Hoog Mogenden bevelen in Gods heilige Protectie. (Onder Jlond) de^ioO^tober Uwer HooS MoSende° g* 1786. hoorzaamen Dienaar. {was geteekend) W. Pa. van Okange.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 231 N". 1458' Circulaire Misfive van den Heere Prinfe * van Orange en Nasfau, aan de Heeren Staaten van alle de Provinciën , tot Communicatie van zyver Hoogheids voorenjiaande Misfive aan Hun Hoog Mogenden, N". 1457. In dato den 12 Oclober 1786. Edele Mogende Heeren, Byzondere goe. de Vrienden! Wanneer wy in ernftige overweging nemen, de tegenwoordige gevaarlyke tyds omftandigheden, waar in de Republiek zich thans bevind, door de verregaande oneenigheden die in dezelve plaats hebben, en vooral door de maatregelen , dieinfommige Provinciën ten onzen opzichte genomen zyn, waar door wy in de exercitie en uitoeffemng van de waardigheden op ons erffelykgedevolveerd buiten activiteit gefield worden, zoo hebben wy gemeend niet langer te kunnen fuperfedeeren, om deze zaaken, die van zoo een gevaarlyken natuur, en van de aller fchroomelykfte gevolgen, zoo voor den ftaat in het algemeen, als voor ieder Provincie in het byzonder, zyn moeten, onder het oog van de gezamenlyke Bondgenoten te brengen , ten einde daar tegens nog in tyds zoude kunnen worden voorzien. Wy hebben ten dien einde eene Misfive aan Hunne Hoog Mogenden afgezonden, waar van wy de eer hebben een affchrift hier nevens te voegen, waar in wy onze bezwaaren omtrent het gepasfeerde hebben voorgefteld, en verzogt dat de refpective Bondgenooten deze onze bezwaaren in ernftige overweging geliefde te nemen, en metallenernsc geinfteerd , dat wy in onze Rechten en Prffiëmi. nentiën herfteld mogen worden. Wy refereeren ons tot den inhoud van voorfz. Misfive, en vertrouwen dat U Ed. Mogenden daar op zoodaanige efficacieufe Refolutien zullen helpen nemen, als tot herftel zoo van de harmonie tusfchen P 4 de  332 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de refpecïve Provinciën, als van het vertrouwen, tusfchen de Regenten en ons, en tot redres en rnaintien onzer wettige verkregen Rechten en Prseëminentien , en bewaringe van de Conftitutie en Rege erin gsform , meest oirbaar zal geoirdeeld worden.Waar mede. Edele Mogende Heeren Byxondere goede Vriendenl wy U Ed. Mogenden bevelen in Gods heilige Protectie. Uwer Ed. Mogenden Dienstwillige Dienaar. (was get.) W. Pr. van Orange. Ter Ordonnantie van zyn Hoogheid. By abfentie van den geheim Secie, °P 'cLoo tariSm den 12 Octob. 1786. (was geteekend) J. de RlEMER. Jjo. 1459. Contra-aanteekening van twaalf Steden, ter Staats-Vergadering van Holland, tegen de vooren* Jlaande aanteekening der Ridderfchap, N0. 145Ö. ïn dato den 26 Oclober 1786. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfteldam, Gouda, Rotr terdam, Gorinchem,Schiedam,Schoonhoven,Alk, maar, Monnikendam, en Purmerende, hebben, uit krachte hunner referve tegen de nadere Aanteekening.op naam van de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, den 6den Oótober laatstleden in de Registers van Hun Ed. Groot Mogenden geinfereerd, nader doen aanteekeaen en infereeren.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 233 Dat, hoe zeer de principes en handelwyze van de Heeren van de Ridderfchap , of eigenlyk van de meerderheid uit dezelven, welke doorgaans by deze Aanteekening bedoeld wordt, van tyd tot tyd, in diverfe dchberatien van het hoogfte aanbelang, aan Hun Heeren Gedeputeerden genoegzaam zyn bekend geworden, zy nogthans zich nimmer hadden voorgefteld, dat dezelven het tot dat uiterfte zouden gepousfeerd hebben, om in de Registers van Hun Ed. Groot Mog. eene houding aan te nemen, als of zy, by de deliberatien over de proviiioneele fuspenfie van zyne Hoogheid, als Kapitein-Generaal dezer Provincie, geene de minfte, zelfs geene waarfchynlyke, gronden voor zoodaaanige fuspenfie hadden hooren bybrengen, daar het tegendeel van dien ten vollen bekend moet zyn aan alle de Leden, welken die deliberatien, en fpeciaal het befoigne den ióden September laatstleden op dat respect gehouden, hebben bygewoond; zynde by die gelegenheid de gronden van wantrouwen, omtrent de dire&ie van zyne Hoogheid, met zoo veel klaarheid en kracht van convictie voorgedragen, dat de Heeren van de Ridderfchap daar voor hebben moeten verftommen, en, niet tegenftaande de herhaalde verzoeken, en de allernadrukkelykfte fommatien van verfcheiden Leden , zich buiten ftaat gevonden hebben, om iets, hoegenaamd, tot destructie of rescontre van de voorgedragene gronden van wantrouwen te allegeeren, maar alles met een diep ftilzwygen hebben beantwoord, offchoon hun zelfs toen reeds het onverantwoordelyke van zulk een ftilzwygen met allen ernst is onder het oog gebracht. Doch dat daar en boven de Refolutie van den 22ften September laatstleden, waar tegen de Heeren van de Ridderfchap nu hunne Aanteekening hebben doen infereeren, niet anders genomen is, dan confequent aan zoodaanige voorige Refolutie, tot welker conclufie zy zelveu, zonder eenige contradictie 1 geconcurreerd hebben. Dat trou- P 5 ^ens,  234 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wens, uit hoofde van het opgevatte wantrouwen tegen den Kapitein-Generaal, en om voor te ko» men deszelfs invloed op, en directie over,deTroepen, by Refolutie van den 6den September reeds goedgevonden is, de Militie, ftaande ter repartitie dezer Provincie, te dispenfeeren van dat gedeelte van den Provinciaalen ééd, 't welk betrekkelyk is tot het gehoorzaamen aan de ordres van den Kapitein-Generaal; terwyl tevens door Hun Ed. Grooc Mogenden onmiddelyk, zonder eenige tusfchenJcomst van hec bevel van gemelden Kapitein-Generaal te permitteeren, diverfe ordres aan de Troepen gegeven, en eenige andere ^Militaire arrangementen gemaakt zyn; zoo als mede de Heer Raadpenfionaris gedispenfeerd is van het 7de Artikel zyner Inftrucfie, nopens het houden van communicatie of correspondentie met zyn Hoogheid; en dac zulks alles gefchied is met concurrentie van de Heeren van de Ridderfchap; ten dien elfecte zelfs, dat zy uit het midden van hun Corps een Heer benoemd hebben voor het perfooneel Befoigne, het welk by die zeifde Refolutie, tot het beraamen van de noo dlge Militaire arrangementen, gedecerneerd is, en ook vervolgens de hand hebben geleend tot hec arresteeren van verfcheidene uit het zelfde principe afgeleide maatregelen, op voorftel van het gemelde Befoigne van tyd tot tyd beraamd. — Zynde het dus boven alle tegenfpraak , dat de provifioneele furchcance van zyner Hoogheids functie, als Kapitein-Generaal dezer Provincie, welke door de bovengemelde Refolutie van den 6den September eigenlyk haare eerfte existentie bekomen heeft, met bewilliging van de Heeren van de Ridderfchap, is ge. arresteerd ; gelyk vervolgens ook diverfe radere ordres, en fpeciaal die van den 11 den September, nopens het overzenden der Militaire Rapporten, zonder eenige tegenfpraak van de Ridderfchap. vastgefteld en geëmaneerd zyn. Derhalven zy Heeren Gedeputeerden aan de pos. teriteit overlaten te beoirdeelen, wat men te denken  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 235 ken heeft van de Heeren van de Ridderfchap, als of zy tot nog toe geene de minfte bewyzen, ja zelfs waarfchynlyk gemaakte poinfcn , van bejchu'diging tegen zyne Hoogheid zouden vernomen hebben; vermids het, indien dit overeenkomftig de waarheid ware, dan ook zou moeten vastftaan, dat zy Heeren van de Ridderfchap, zonder eenige hun bekende reden , den Kapitein-Generaal in het bevel over de Militie dezer Provincie, op den 6den September, hebben helpen fuspendeeren.— Terwyl, aan den anderen kaDt, voor zoo verre de Ridderfchap het gewaagd heeft, om by deszelfs Aanteekening de Leden°te fommeeren tot opgave van alle die poincten van befchuldiging tegen zyne Hoogheid, uit hoofde van welke dezelve de hem aangedaane behandeling zou hebben gemeriteerd; zy Heeren Gedeputeerden, ter overbodige voldoening aan die fommatie^ flechts zouden behoeven te declareeren: dat zy zich ten dezen opzichte gefundeerd hebben op die zelfde gronden en motiven, welke op den fidenSeptem- • ber aan de Heeren van de Ridderfchap zoofolide en convincant zyn voorgekomen, dat zy zeiven Jer de kracht van gevoeld, en'er zich aan onderworpen hebben. Doch dat, offchoon zy Heeren Gedeputeerden zouden kunnen fchynen hier mede te mogen volftaan, zy nogthans in geenen deele verkiezen de gedragingen van de Ridderfchap tot hun richtfnoer te Hellen, of daar mede hunne apologie by de Nakomelingfchap te maaken; maar in tegendeel bereid zyn, en des niet fchroomen , om die zelfde gronden en motiven, welke te vooren by monde breeder gededuceerd zyn,als nog rondeiyk cn klaar voor te dragen, en in deze Registers te vereeuwigen, — Moetende niet te min,ten dezen respecfe, in het oog gehóuden worden , dat het geenszins hunne intentie is, om deze opgave als eene befchuldiging , zich zèlven als Befchuldigers, den Heere Stadhouder als Befchuldigden te doen voorkomen, ea over deze materie een foort van Pleitgeding aan t@  ?3ó Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 1 te leggen, het gene de bedoeling fchynt te wezen van de Heeren van de Ridderfchap, welker Meer» derheid een geruimen tyd, in de gewichtigfte deli. beratien van den Staat, eene contenance heeft gehouden , waar uit men fchier zoude moeten opmaaken,dat zy meerde Voorfpraaken van den Heer Stad. houder, en deszelfs Raadgevers, dan de Handha* vers van de Souvereiniteit begeeren te zyn. Dat zy Heeren Gedeputeerden met 'er daad altops getoond hebbende, de Administratie eener goe. de Jujiitie en Politie, zoo wel als de Grondwetten dezer Landen, vooral niet minder dan de Heeren van de Ridderfchap, (die 'er by hunne Aanteekening een zoo geaffecteerden ophef van maaken,) mee yver te hebben voorgeftaan , en zich ook verzekerd houdende, dat de onpartydige Nakomeling, fchap, in alle de maatregelen, door Hun Ed. Gr. Mogenden omtrent hunnen Stadhouder, als Kapitein-Generaal, genomen, niet alleen rechtmaatigheid en tzquiteit, maar boven al ook langmoedigheii en moderatie bewonderen zal; niet te min ook thans, als eene onwankelbaare maxime van Staat, vasthouden,en by deze gelegenheid wel expresfelyk inhsereeren moeten, dat onderwerpen, het beftuur van 's Lands zaaken concerneerende, en in het byzonder de redenen voor het al of niet continuecren van den dienst van dien genen,die door denSouve. rein geoirdeeld wordt, daar in te moeten worden gefuspendeerd, niet wel aan eenig justitieel onderzoek kan onderworpen worden; maar dat het ter contrarie, in alle gevallen , privativelyk van het Departement van den Souverein is, te beoirdeelen, wat tot het beleid van de gemeene zaak, en tot behoud van den Lande tegen gevaarlyke ondernemingen, in het werk behoord te worden gefteld. Dat op deze gronden, zy Heeren Gedeputeerden, zonder van vroegere gevallen tegewaagen, maar zich alleenlyk tot deze laatfte tyden bepaalende. ten behoeve van de Posteriteit moeten verklaaren : dat de tegenwoordige Heer Stadhouder zich het recht-  di Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 237. rechtmaatis misnoegen en wantrouwen van HunEd. Gr. M Jenden en van de gantfche Natie heeft geatttreerd, door de Militie van den Staat, als tot eenen vyandelyken aanval met grof Gefchut gemunieerd, tegen Hattem en Eiburg aan te voeren, el deze Steden daadelyk, met. zoo veel overhaasting als geweld, in weerwil haarer Kegeering en Burgery, te doen occuperen. • Dat zy Heeren Gedeputeerden wel hebben opgemerkt; dat zyne Hoogheid zich hieromtrent tracht te verfchoonen, door zich te beroepen op de ordr-s van de Heeren Staaten van Gelderland; doch dat, behalven het alzins vreemde en onvoldoende van zoodaanige verl'chooning ten opzichte eener Provincie, waar in zyne Hoogheid ter goeder trouw niet ontkennen kan, de allerfterkfteinfluentie op het meerderdeel der Regenten te hebben ; daar en hoven by den Heer Stadhouder, in het uitvoeren van die zoogenaamde ordres , onwederipreeklyK betoond heeft, dat het ook zyn wil en begeerte wa| heid en moderatie zal bewonderen. ' Dap dat de Heeren van de Ridderfchap, zich door | '"' 11 eenen J  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 247 eenen ten dezen zoo grooten ophef vaD de langmoedigheid en moderatie van voorfz. Heeren Uedeputeerden, geenszins hebbende laten aftrekken van de hoofdzaak, waar op het in dezen eeniglyk aan> komt, te vergeefs gezogt hebben na die bezwaaien tegens den Heere Kapitein-Generaal, welker fpecifique opgaaf en bewys by hun was gevorderd, en in tegendeel niets anders hebben kunnen ontwaar worden, dan eenige zeer algerneene en vague taxatiën, welke federt eenigen tyd degewoo. ne taal van fommige driftige en misnoegde Menfchen geworden is; zonder eenige, veel min behoorlyke en byzondere, aanduiding en bewys, en dus geheel ongenoegzaam, om op dezelve eene befchuldiging, veel min fchuldig verklaaring, te gronden: en zulks vooral niet in een zaak van dat uiterfte belang: waar by een Vorst van een zoo hooge Geboorte, en gefproten uit een Huis 't welk de grondflagen dezer Republiek heeft helpen leggen, en aan welker iever en trouw dezelve haar opbouwiug en befcherming grootelyks verfchuldigd is, tegens zyne Erftyke Rechten, alleen by Politique voorziening en by overftemming, in eene zoo aanzienlyke waardigheid werd gefuspendeerd; en zulks alles op zoodaanige motiven en gronden, die zyn eer en goede naam zoo aanmerkelyk compromitteeren, en waarom de Heeren van de Ridderfchap dan ook, zoo lang alle deze onbewezene en ongedetermineerde taxatiën niet nader zullen wezen gefpecificeerd, en, na gehoorde defenfie van zyne Hoogheid, gejustificeerd, dezelve als geheel ongepast en onvoldoende met een diep ftilzwygen moeten en zullen pasfeeren. Dat het wel waar is, dat de voornoemde Heeren Gedeputeerden tot eene byzondere boofdbeichuldiging, en als den voornaamen pretenfen grond der voorfz. fuspenfie, hebben geallegueerd het gedrag van zyne Hoogheid in de zoo zeer bekende zaak van Hattem en Eiburg, en dat men daar in niets, wac de taal van vergrooting en gewaagde gevolgen 4 trek-  248 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot trekking kan opgeven, heeft achtergelaten, om dat zelve gedrag in een ongunftig, haatelyk enr fchmdverwekkend, daglicht te fiellen, maar met een verbaazende moeite en omflag gearbeid, omi oeze inboezemingen eenigen fchvn te geven Dat de Heeren van de Ridderfchap niet v'oorbvv ieS'a°m °ok als cu' mct affnyding van zeert veele Refltxien, die zy zouden kunnen maaken, opj alle de daar by ingevlogtene declamatien en illa.. tien, ter hunner decharge, zoo wel sis tot eeni openlyk betoog, welke hunne grondbeginzels eni inzichten zyn, op dit fubjedt in 't byzonder te' doen aanteekenen, dat het voorfz. geval zeer verkeerdelyk en zeer geforceerd door de Heeren Ge- ■ deputeerden wordt voorgedragen als een geweldi- ■ ge dwang van een ftemhebbende Stad en Bureerv, welke haare Privilegiën en Voorrechten op een wettige wyze zoude hebben gereclameerd; daar bet zelve gebleken en duidelyk gedemonftreerd is mets anders te wezen, dan een feitelyke opitand van eenige weinige Regenten, dewelke, door eene party hunner Ingezetenen gefterkt, de meerderheid hunner mede-Regenten door het inroepen van Perfoonen, geheel onbevoegd tot het behandelen van de zaaken van Regeering, overheerschten, zich met die Ingezetenen tegens de waarfchouwin. gen en bevelen van hunnen Souverein verzetteden, en dezelven niet alleen openlvk vilipendecrden, maar zich zeiven tegens hen'wanenden, en tot die Wapening vreemde hulp inriepen, en dus in den volften zin en op de fterkfte wyS tegen de Hooge Overheid rebelleerden, en dat, zoo lang het naar de zekerfte en algemeen aangenomen gronden van het Recht niet alleen geen misdaad is, zoodaanige Regenten en Ingezetenen na de allerernftig, fte, doch vergeeffche en verfmaadde, waarfchouWingen tot hunnen plicht weder te brengen, niet door eene vyandelyke overweldiging, maar door de tusfchenkomst van de ordinaris Juftitie naar de omstandigheden yan liet geval, met eene genoegzaa- " me  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 243 me Militaire magt voorzien, en gedekt tegens alle verachting en mishandeling, en des noods in ftaat gefteld, om aan het oogmerk der Souvereine bevelen te voldoen , en zuiks alles daar toe, om aan dezelve Regenten en revolteerende Ingezetenen gelegenheid te geven, om derzelver bezwaaren en belangens van welken aart ook, en mitsdien ook dezulke, welke het effect en genot hunner waare of gepretendeerde Privilegiën concerneerden, voor te dragen, en hun dienaangaande recht te doen wedervaren, maar dat, zoo lang in tegendeel deze handelwys en Souvereine voorziening (die den waren ftaat van dit ganfche beruchte geval conftitueert) n^ar dezelve wetten en ontegenfprekelyke maximes eener gezonde Staatkunde geoirloofd, betaamelyk, en voorden Souverein zeiven fchuldplichtig is, ja zoo lang de eer en trouw van de Oppermacht die voorzorg in zulke buitengewoone omftandigheden vordert, ter bewaaring van haar eigen Hoogheid en Gezag, ter befcherming van haare ftille en gehoorzaame Ingezetenen , en om geene eigendunkelyke aanmatiging van overheerfching, maar het Recht en de Wetten door de beflisling van het Hoogst Gerechts» Hof te doen fpreken, de Heeren van de Ridderfchap , noch in de mefures en befluiten van de Heeren Staaten van Gelderland , noch in derzelver volvoering door den Heer Kapitein-Generaal van hunne Provincie eenige de minfte bedenking, veel min fchuldigheid, vinden kunnen, maar wel dat zyne Hoogheid, integendeel, door eene disobediëntie aan die ordre, naar het oirdeel der Heeren van de Ridderfchap, zich zei ven aan de zorgelykfte verantwoording , en de Provincie van Gelderland aan de treurigfte verwarringen en gevolgen, zoude hebben bloot gefteld. Dat al wyders de Heeren van de Ridderfchap, zich eene eer rekenen , deze grondbeginfelen van Recht en Staatkunde openlyk voor te ftaan en de hunne te maaken, echter met dezen vuurigep wensch, Q 5 folutien van den 22ften en 28ftenSeptember, 6"den, ï8den en 26ften Oétober laatstleden gedaan. Be  ds Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 255 De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn hebben geinhsereerd het advis van de Heeren hunne Principaalen, en derzelver Aanteekening op de Refolutien van den 22ften en 28ften September, öden, l8den en 26ften Oótober laatstleden gedaan. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Np. 1461. Contra-Aanteekening van elf Steden ter Staats-Vergadering van Holland, tegen de voorenftaande nadere Aanteekening der Ridderfchap No. 1459. In dato den 12 Mey 1787* De Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht Haarlem, Leyden, Amfteldam, Gouda,Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar,Monnikendam, en Purmerende, hebben ingevolge hunne referve tegen de nadere Aanteekening van de Heeren van de Ridderfchap van den 29 November 1786, doendeclareeren en Aanteekenen. I Dat zy Heeren Gedeputeerden alsnogwelexpresfelyk inhfereeren de Contra. Aanteekening van de 12 Steden, op den 26ften Ocfober te vooren in deze Registers geinfereerd,als wel verzekerd zynde, dac de posteriteit.door derzelver eenvoudige herlezing geconvinceerd zal worden, dat de Heeren van de Ridderfchap zich niet in ftaat bevonden hebben de geconneéteerde voordracht der 12 Steden, in haar geheel aan te tasten, veel min te ontzenuwen, maar zich alleenlyk hebben moeten vergenoegen, om aan deze en gene daar toe uitgekozene poincten zoodaanige tournure te geven, als best met hun oogmerk overéénkwam,en om voorts de toevlucht te nemen tot het opentlyk voorftaan van een fystema van Overheerfching en geweld,'t welk door onze Voorvaderen , ten koste van hun b!oed. bedreden is, waar tegens zich het tegenwoordige Gedacht gewapend heeft,en 't welk door den vryen Nazaat in volgende eeuwen gedetesteerd zal worden. Dat  èjö" Verzameling van "Stukken betrekkelyk tot Dat zy Heeren Gedeputeerden geheel afkeerig van de vermenigvuldiging van Aanteekeningen en Contra-Aanteekeningen , gaarne zich zouden hebben geabfTineerd van deze nadere Infertie; doch dat zy niet onverfchillig genoeg zyn omtrent het teder poindt. van waarheid, om frilzwygend te gedoogen,dat de nakomelingfchap door abufive voor» ftellingen misleid zoude worden; gelyk zy het ook verre beneden hunne digniteit, als Vertegenwoor. digers eener vrye en braave Natie (op welken titel zy Heeren Gedeputeerden den hoogften roem dra» gen,) zouden rekenen, indien zy geoirdeeld wierden door hun ftilzwygen zich ongevoelig te toonen omtrent zoodaanige fentimenten, als door de Meerderheid van de Ridderfchap met opzicht tot 's Lands hoogheiden der Ingezetenen vryheid, van tyd toe tyd zyn gekoesterd , en thans breeder gedeveloppeerd. Dat nogthans zy Heeren Gedeputeerden alles hebbende willen opofferen aan hunne oprechte zucht, om in de Provincie Gelderland de harmonie tusfchen de respedtive Staats-Leden , midsgaders de vryheid en veiligheid der Ingezetenen herfteld cn geconferveerd te zien, het doen dezer nadere AanteekeniDg, waar toe men reeds voor eenen geruimen tyd is gereed geweest, tot hier toe hebben ultgefteld, in die hoope, dat de door Hun Ed» Groot Mogenden aangebodene mediatie door de Heeren Staaten van Gelderland zou zyn geaccepteerd.— Doch dat het uit de Misfive, gisteren in» gekomen, gebleken zynde, dat hooggemelde Heeren Staaten aan dit vriendnabuurlyk aanbod niet ge. lieven te defereeren , zy Heeren Gedeputeerden hun weder-antwoord op de bovengemelde nadere Aanteekening van de Ridderfchap niet langer verfchuiven kunnen, maar zich gedrongen vinden tot een nader detail van zaaken toe te treden Dat ?y derhalven hier toe overgaande, niet kunnen nalaten, ter voorkoming van alle misvatting, Welke uit de eerfte lecturè van den aanhef der laatst.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 257 gedaane Aanteekening van de Ridderfchap mogt ge< boren worden, distinctelyk te remarqueren. Dat zy Heeren Gedeputeerden bydeContra-Aan1 teekening der 12 Steden niet hebben ontkend, of in twyffel getrokken, dac de meerderheid van de Ridf derfchap geprotegeerd heefc tegen de Refolutie van S den 22ften September laatstleden, relatief de nadere i voorziening omtrent den Heer Kapiten - Generaal l dezer Provincie; noch ook, dat die zelve i meerderheid op den 6den Oófober, by haare Aan- teekening, getracht heeft eenige redenen van die l haar Protest te geven. Dat zy Heeren Gedeputeerden by de gemelde ) Contra-Aanteekening der 12 Steden, niet te min 0 naar waarheid hebben gepofeerd, en als nog ten f fterkften affirmeeren ; in de eerfle plaats: dat de fj Heeren van de Ridderfchap tot de Refolutie van h den 6den September , waar by de fuspenfie van Ei den Heer Kapitein-Generaal, notoirlyk haare eerde 1 existentie bekomen heeft, daadelyk hebben gecon3 curreerd; zynde tot een fprekend bewys daar van, a het welk geen wederlegging ontmoet heeft, gealJ legeerd, het benoemen van een Heer door de Ridj derfchap zelf, tot het perfooneel Befoigne, 'cwelk 1 by die zelve Refolutie van den 6den September gedecerneerd is; gelyk zy ook tot andere maatregelen, ingevolge van dien genomen, fpeciaal op den 8ften en nden September, hebben geconcur1 reerd. En, in de tweede plaats: dat zy Heeren van de Ridderfchap niet alleen op die tyden, toen zy in gemelde Refolutien bewilligden,geen de minfte te. genredenen geallegeerd hebben, en dus toonden, door de voorgedragene gronden van wantrouwen, ten vollen geconvinceerd te wezen; maar dac zy ook, toen zy betonden ce disfentieeren in het befoigne op den iöden September, en by het nemen der Refolutie op den 22ften daar aan volgende, door dc bondige redenen der Heeren Gedeputeerden, zoodaanig zyn verftomi geworden, dac zy XVIII. Deel. R toen  258 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot toen ter tyd, fchoon daar toe verzocht en gefommeerd, geen de minfte poogingen hebben gedaan, om dezelve te wederleggen, gelyk zy, indien zy voor hun fentiment voldoende gronden wisten, daar toe verplicht waren geweest; doch dat zy gewacht hebben tot op den Gden Odtober, wanneer zy voor het eerst hunne prsetenfe redenen by hunne aanteekening hebben te berde gebracht, en toen tevens eer.e houding aangenomen, als of zy geene, zelfs geene waarfchynclyke gronden, ook voor die bovengemelde Refolutien, tot welken zy geconcurreerd hebben , hadden hooren allegeeren, Dac deze coutenance zekerlyk ieder weldenken. den heeft, moeten furpreneeren; doch dat de ftap, dien de Meerderheid van de Ridderfchap by haare laacstgedaane aanteekening gedaan heeft, noch meer verwondering moet baaren; als men aanmerkt: dat zy daar by beftaan heeft de concurrentie van de Ridderfchap tot de bovengemelde Refolutie van den 6den September te ontkennen, immers te bewimpelen, en voor te geven, dat zy het nemen van die Refolutie eenvoudig heeft aangezien. Want, offchoon zy Heeren Gedeputeerden in geenen deele aan de Ridderfchap, hunnes ondanks, willen obtrudeeren de eer van te hebben geconcurreerd tot die maatregelen, waar door het dierbaar Vaderland tegen de gevaarlyke ondernemingen , welke men machineerde, tot hier toe beveiligd is; zynde hei al te zeer bekend, dat de meerderheid van de Ridderfchap gewoon is in zoodaanige gevallen flechts Aanfchouwers van de gewichtigfte raadflagen te zyn; dat zy Heeren Gedeputeerden nogthans, zoo lang zy het zich tot één der heiligfte plichten rekenen, der waarheid hulde te doen,niet kunnen toeftemmen, dat de Ridderfchap de meergemelde Refolutie van den öden September flechts zou hebben aangezien; dewyl zy Heeren Gedeputeerden van het tegendeel ten vollen verzekerd zyn; en ook de Registers van Hun Ed. Groot Mogenden, zoo heg als de meerderheid van de Ridderfchap  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 259 fchap zal goedvinden derzelver echtheid te erkennen , tot befchaamende getuigen tegen haar vertrekken zullen; vermids deze Refolutie gelyk ook andere foortgelyken, op den 8ftenen 1 idenSeptember genomen, als met concurrentie van al de Leden gearresteerd zynde, gaaf, en zonder eenigerhande Aanteekening gecoucheerd zyn; een bewys, het welk vooral tegen de Heeren van de Ridderfchap ten fterkften ftringeert, om dat de Registers voor 't overige zwart zyn van hunne aanteekeningen, en byzonder van zulken, waar by zy declareeren , dat zy tot een genomen Refolutie niet hebben geconcurreerd, of, zoo als men zich dikwils uitdrukt, dat zy de Conclusie hebben aangezien; gelyk de voorbeelden van het één en ander onder eene ontelbaare menigte, ook te vindea zyn op de Refolutien van den 25ften Augustus en I9den' September des zeiven jaars, en dus weinige dagen voor en Da de qucestieufe Refolutie; — kunnende 'er midsd'en geene andere reden gegeven worden, waarom foortgelyke aanteekening op den 6den September niet geinfereerd is, dan deze eenvoudige en onwederfprekelyke,dat de Ridderfchap zich toen zoo inaclief niet gedragen, maar tot de Conclufie daadelyk geconcurreerd heeft. ■Dat voorts de Heeren van de Ridderfchap een tweede zeer abullve allegatie maaken , wanneer zy willen voorgeven , als of de Refolutie van den 6den September kon aangemerkt worden als een gevolg van die, nopens bet commando alhier in den Haag; en als of zy de Refolutien, die als zoodaanige gevolgen konden aangemerkt worden, eenvoudig hadden aangezien', terwyl het in tegendeel zeker is, dac de fuspenfie van den Heer Kapitein-Generaal geen de minfte connexie heeft met de dispofitie over het commando en uit geheel onderfcheidene principes is afgeleid; gelyk dan ook die Steden, welke zich niet geconformeerd hebben met de Refolutie nopens het commando, gereedeiyk tot die van den óden September geconcurreerd hebR 2 ben;  2f5o Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot ; — doch dat daar en boven de meerderheid van de Ridderfchap zich grovelyk vergist, door te alc^eeren , dat zy zoodaanige Refolutien flechts zou hebben aangezien, daar zy ter contrarie tegen de Refolutie van den ioden Oclober, nopens de o Verwerping der Guardes du Corps aan de ordres v / Heeren Gecommitteerde Raaden, heeft gepro« testeerd, en zulks doen aanteekenen, met eene byvoéging , welke aantoont, dat zy die Refolutie (we'ke ook de eenigfte is, die in dat aspect, zou kunnen voorkomen) aanmerkten als een gevolg van die over het commando; vermids de Heeren van de Ri iderfchap bydie aanteekening, inhcereeren, derzelver protest en aanteekening op de Refolutien van den zeilen July 'en i iden Augustus laatstleden, relatief het comnvndo. — Ten bewyze wederom, dat zy Heeren van de Ridderfchap zich zeer verre van de waarheid vtrwyderen; voor eerst: als zy voorgeven, dat zy de fu'penlle van den Kapitein-Generaal op den 6den September hebben aangemerkt, als een gevo!:{ van de Refolutie nopens het commando; vermids zy dan daar tegen, met inha;fie van hun voorig protest, zouden hebben geprotesteerd. —En ten tweeden: dat zy zich niet minder abufeeren, wanneer zy voorgeven, dat zy de gevolgen van de Refolutie over het commando eenvoudig hebben aan* gezien; vermids zy tegen de zoodaanigen expresfelyk hebben geprotesteerd. Dat wyders, voor zoo verre de meerderheid van de Ridde rfchap nu ook by haare laatstgedaane Aanteekening tracht te kennen te geven, dat, alhoe* we! zy zich niet verzet hadden tegen de maatregel als hebbende een jus perfeSte ac* quifitum, zich zeiven, en anderen trachten te ani« meeren tegen een fuspenfie by politicqüe voor?.jefing, en even daar door, zonder het te durven noemen, toonen, dat zy de redenen voor en tegen zoodaanige fuspenfie aan een Justitieel onderzoek souden willen onderworpen hebben. —- Doch dat evenwel de Heeren van de Ridderfchap niets hebben  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voor gevallen. 263 ben kunnen te voorfchyn brengen, tot wederleg, ging of rescontre van die onwrikbaare Staats-maxime, welke by de Contra-Aanteekening der 12 Steden op dit respect, is ingeroepen, en welke als niet wederfproken, by dezen wordt geïnha;reerd; zynde zoo gefundeerd in het wezen der Souvereiniteit, dat men, door dezelve in twyffel te trekken, alle denkbeelden van Oppergezag wegneemt. Dat trouwens, zoo dra Hun Ed. Groot Mogenden meenden, of foupeoT,neerden, dat de Heer Kapitein-Generaal tegen de Hoogheid van de Provincie, en tegen de Vryheid van de Ingezetenen gevaarlyke ondernemingen mediteerde, (het geen juist de grond der Suspenfle geweest is, en zonder uitftel een prompte voorziening vereischte) Hun Ed. Groot Mogenden zelve, alleen, en niet eenig Collegie van Juftitie bevoegd en verplicht waren te beoirdeelen, wat daar tegen behoorde in 't werk te worden gefteld, als zynde daar in het Opperbeftier en het beleid der gemeenezaak, 't welk ten eenemaal onvervreemdbaar van de Souvereiniteit is, zoo esfentieel gelegen, dat men openlyk toont aan Hun Ed. Groot Mogenden alleenlyk den naara van Hooge Overheid te willen laten, maar in der daad Hoogstderzelver Gezag beneden dat van den geringften Souverein des aardbodems te vernederen, en geheel te willen vernietigen, wanneer men durft vergen, dat in gevalle daar het aankomt op de befcherming van het Land tegen ondernemingen van geweld, Hun Ed. Groot Mogenden zich, als de party van Hunnen Stadhouder, zouden moeten onderwerpen aan de Juftitieele uitfpraak van een Rechtbank, aan wiens oirdeel langs dien weg zou verbleeven worden de bepaaling, wat 'er tot beveiliging van de gemeene zaak, en tot behoud van het Land al of niet konde en mogte gedaan worden, en aan welken Rechtbank, dus even daar door het beleid van 's Lands zaaken, 't welk pnvativelyk van het departement van den Souverein is, gefubjecteerd zou worden. —. Een fysthéma, ' & R 4 't welk  264 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot *t welk de Heeren van de Ridderfchap ingewikkeld voorft ian, doch het welk zoo ftrydig is met den aart van alle Regeering, en zoo gevaarlyk voor *s JL?nds veiligheid, dat het alle Leden van Staaf met irdignatie, en de Ingezetenen met fchrik vervullen moet. Dat het verder niet minder hoonende voor den Scu^erein is, wanneer de meerderheid van de Ridderfchap de fuspenfie van zyn Hoogheids Militaire functie zoek verdacht te maaken, door dezelve te doen voorkomen, als inlopende tegen zyne erfïelyke rechten. Iets, het geen men vooral niet ftilzwvgend pasfeeren kan, om dat by de Refolutie van den 22 September laatstleden, tegen welke alleen de Ridderfchap geprotefteerd heeft, geene andere furcheance is in de weereld gekomen, dan die van de begeving der Militaire Charges; doch welke niet als eene erffelyke collatie kan worden aangemerkt, vermits dezelve in geenen deele behoort tot het smbt van Kapitein-Generaal, maar als een perfooneel faveur, by eene fpeciaale Refolutie, afgefcheiden van zyn Hoogheids Commisfie. aan hem is gedefereerd, en nimmer erffelyk verklaard. ■ Terwyl de fuspenfie der eigently- ke furctic van Kapitein-Generaal niet by de meergemelde Refolutie van den 22 September is geintroduceerd, maar geinbaereerd, en reeds te vooren was gearrefteerd by de voorzieningen, welke op den 6den September en eenige volgende dagen genomen zyn, en tot welke de Heeren van de Ridderfchap nevens alle de Leden van HunEd. Groot Mogenden eenpaarig hebben geconcurreerd; zoo dat het bezwaar wegens het furcheeren dezer erffelyke bediening ("indien het zelve tegen eenig Lid geallegeerd kon worden, des geenszins) zoo wc? zou redundeeren ten laste van de Ridderfchap, als van de Steden. Doch dat daar en boven het erffelyk recht omtrent dit ambt, gelyk ook omtrent hetStadhouderfchap, wel een faveur is voor zyn Hoogheids Defcenden- CCQ «  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 264 ten, als hebbende daar door de expeótance, om hem in die Charges te fuccedeeren, maar dat het geenszins aan den Kapitein-Generaal of Stadhouder voor zich zeiven, eenig meerder recht of gezag geeft, veel min hem in zyne functie independent maakt van de Heeren Staaten, zyne Committenten, en zynen wettigen Souverein, by wiens goed. dunken hy daar in fungeeren, en werkzaam zyn moet; terwyl het van een zeer gevaarlyk uitzicht zoude zyn, indien de Kapitein-Generaal, om dat men zyn Huis met gunften overladen, en zelfs de fuccesfie in zyne Charges aan zyne Nakomelingen toegezegd heeft, oirdeelen mogt, door die zelve overmaat van weldaadigheid, gefteld te zyn buiten het bereik van 't Oppergezach, in zoo verre, dat hy, wanneer hy eenige gevaarlyke ondernemingen entameerde, of prepareerde, daar in niet zon mogen tegengegaan en bedwongen worden door den Souverein, van wiens goeddunken hy dependeert, en die als Hooge Overheid bevoegd en verplicht is de Bediening, waar toe zy hem ten nutte van den Lande gecommitteerd heeft, te furcheeren, en te doen ftilftaan; zoo dra zy oirdeelt, dat de Exercitie daar van, voor 's Lands Hoogheid en der Ingezetenen Vryheid, gevaarlyk zoude zyn: zynde dit prasciefelyk het geval, waar in Hun Ed. Groot Mogenden dezer dagen hebben geverfeerd, en genoodzaakt zyn geweest, van dit hun Oppergezach gebruik te maaken; ten dien effecte, dac niet alleen het beste gedeelte der Natie, en inzonderheid van de Ingezetenen dezer Provincie, de genomene maatregelen heeft gebillykt en toegejuicht , maar ook getoond, ten vollen gecon vinceerd te zyn van de rechtmaatigheid van het wantrouwen omtrent den Heer Stadhouder, 't welk zoodanige voorzieningen heeft noodzaaklyk gemaakt. Dat wel de Heeren van de Ridderfchap thans ftaande houden, dat zy die kracht van convictie in de voorgedragene gronden van wantrouwen niec kunnen vinden, voorgevende, dat, fchoon zy in R 5 het  9.66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot het eerfte zich tegen de raadflagen van Hun Ed. Groot Mogenden niet verzet hadden, om voor de gevolgen niet aanipraakelyk te zyn, zynogthans naderhand de onfchuld van den Heer Stadhouder blykbaar hadden zien opdagen; doch dat zy Heeren Gedeputeerden niet hebben kunnen ontdekken3 welke de middelen zyn geweest, waar door deze justificatie van zyn Hoogheid zoo blykbaar geëclatteerd heeft: moetende uit de laatstgcdaane Aanteekening van de Ridderfchap worden opgemaakt, dat de meerderheid van dat Corps, in het begin der maand September, vernemende, wat 'er in Gelderland pasfeerde, en hoe daar uit eene algemeene vrees geboren wierd, dat de Heer Stadhouder in zulke geweldige ondernemingen zou voortgaan, en ook deze Provincie trachten te invadeeren, zy Heeren van de Ridderfchap wel geconvinceerd zyn geweest, dat hy daaromtrent geheel onfchuldig was, maar niet te min (het geen nogthans met eene Compleete convictie van onfchuld by sequitable en cordaate Staats-Leden bezwaarlyk zou zyn overeen te brengen) hem in zyne directie en bevel over de Armée hebben helpen fuspendeeren, of (zoo als zy zich uitdrukken) zich tegen zoodaanige fuspenfie niet verzet; en wel, omdat het mooglyk was, dat zyne Hoogheid zulke geweldige plans tegen deze Provincie formeerde , en dat zy wegens die mooglyke gevolgen niet aanfpraakelyk wilden zyn; doch dat naderhand het kwaad, 't welk men gevreesd had, naamelyk de daadelyke voortgang van het Militair geweld tot in deze Provincie, niet hebbende plaats gegrepen; zy Heeren van de Ridderfchap daar door de onfchuld van den Heer Stadhouder, ten klaarften hadden gedemonftreerd gevonden. Dat nogthans zy Heeren Gedeputeerden niet kunnen penetreeren, hoe men uit het niet voortgaan van het begonnen geweld befiuiten kan, dat de opgevatte vrees ongegrond zoude zyn geweest, vermits men de afwending van het dreigende gevaar  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 2G7 vaar veel eer, onder den zegen van God Almachtig , aan het gewenscht.effect der maatregelen van Hun Ed. Groot Mogenden moet toekennen, dan de existentie der veriedelde ontwerpen daarom in twyffel trekken. Dat zy Heeren Gedeputeerden by de ContraAanteekening der 12Steden, breeder gedetailleerd hebbende, de bronnen waar uit het opgevatte wantrouwen omtrent zyne Hoogheid laatstmaal gefproten is, zich daar toe by dezen wel expres, felyk refereeren, en al hetzelveinhaereerende, als noch geen zwaarigheid maaken aan de posteriteit te laaten beoirdeelen. Of zyne Hoogheid, door de Provincie Gelderland, op eenen tyd, dat de andere Provinciën van Militie byna geheel ontbloot waren, met een groot gedeelte der Armée van dezen Staat op te vullen, en zich dus te {tellen aan het Hoofd van een goed aantal Troepes, om en by zich opzettelyk verzameld, niet even daardoor veel ombrage heeft moeten verwekken, en alle cordaate en getrouwe StaatsLeden noodzaaken, om op zyne gedragingen en desfeinen nauwkeurig acht te flaan, en daar tegen op hunne hoede te zyn ? Of wyders de Heer Stadhouder op dien zeiven tyd, goedvindende, zyne gevoeligheid tebetoonen nopens de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden relatief het Commando over 't Guarnifoen van den Haag, en zich boven den Souverein verheffende, Hoogstdeszelfs befluit voor niet genomen te verklaaren , zich ook daar door niet heeft doen kennen, als iemand , die geen zwarigheid maakte tegen de Hoogheid van den Souverein te attenteeren, van wien men dus allerlei gevaarlyke ondernemingen verwachten kon, en tegen wien men zich derhal. ven wapenen moest P Of daar en boven het dadelyk misbruik van die Militie, welke hy gezorgd had by de hand te hebben , en waar mede hy op zulk eene ongehoorde wyze, tegen alle aanmaningen en inftantien aan, dc  268 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Item in Staat hebbende Steden Hattem en Elburg heeft doen occupeeren, geen bewys van des Stadhouders inclinatie tot gewelddadige ondernemingen en tot bedwang van der Ingezetenen vryheid heeft opgeleverd, en Hun Ed. Groot Mogenden genoodzaakt, om deze Provincie en den vryen landzaat in dezelve, by tyds tegen foortgelyke entreprifes van geweld te beveiligen, enden Heer Stadhouder het misbruik der Hollandfche Militie te belecten? En of om dit alles de fuspenfie van den Heer Kapitein-Generaal, als een middel ter beveiliging dezer Provincie, niet even zoo wettig als noodzakelyk gekeurd moet worden ? Dat, hoe zeer de beantwoording dezer eenvoudige voordragt, notoirlyk tenderen moet tot Jufiificatie van het door Hun Ed. Groot Mogenden opgevatte wantrouwen , en de daar op gefundeerde maatregelen , en hoe zeer zulks ook op het ogenblik , toen die gebeurtenisfen, welke het gehele Land beroerd hebben, zich in haare eigentlykegedaante vertoonden,en de waarheid noch door geen kunst bezwalkt was, by de meesten geene de minfte hsefitaue ontmoet heeft, de Heeren van de Ridderfchap evenwel thans zich tegen de kracht der convictie fchynen gewapend te hebben, daar zy niet alleen het gepleegde geweld omtrent de Steden Hattem en Eiburg zelf, maar ook zyn Hoog. heids gedrag daaromtrent, trachten te defendeeren en te roemen. Dat trouwens de Meerderheid van de Ridderfchap met empresfement verzekert , dat het duidelyk gebleken en gedemonflreert zoude zyn, dat het geval van die Steden niet anders dan een feitelyke opftand en rebellie is geweest, en dat het occupeeren van dezelve door Militaire macht, wel verre van naar dwinglandy te zwemen, in tegendeel als een faveur voor dezelven moet worden aangemerkt. Dat nogthans zy Heeren Gedeputeerden naar die voorgewende demonftratie eener rebellie gezocht heb-  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 269 hebbende, erkennen moesten , dat zy dezelve nergens, noch in het Manifest van de Heeren Staaten van Gelderland van den 16 September 1786. noch in het aldaar gepubliceerde Plakaat van Amnestie van den I7den derzelver maand daar aan vol« gende , noch in de laatstgedane aantekening van de Ridderfchap hebben kunnen ontdekken , maar alleenlyk bevonden , dat alles wat ten laste der Stad Eiburg afzonderlyk geallegeerd is, beftaat ia het weigeren der Publicatie van zeker verbod tegen het prsfenteeren van Addresfen aan den Souverein, concernerende zaken van Regeering. üat zy Heeren Gedeputeerden by dezen niet zullen decideeren, noch aan den eenen kant, dac deze weigering van die van Eiburg aan de Stedelyke Rechten van gemelde Stad conform is geweest; voch aan den anderen kant (zoo als de Ridderfchap zich vermeet) dat het eene Rebellie tegen den Souverein heeft geinvolveerd-— Oirdeelende zy Heeren Gedeputeerden , dat de beflisfing van dit gefchil tusfchen Staatsleden onderling, een object had kunnen zyn van die Mediatie, welke door diverfe Bondgenooten aan de Heeren Staaten van Gelderland vruchteloos is aangeboden. Doch dat niet te min uit het Protest der Stad Harderwyk, relatief het geval dezer twee Steden, ten Kwartiersrecesfe van Veluwe gedaan, en aldaar geinfereerd, en vervolgens door den druk publiek gemaakt, ten vollen blykt, dat de Gelderfche Steden (het zy wel het zy kwalyk) fusrineeren het recht te hebben, en ook mee 'er daad dikwyls hebben gepractifeerd, om het doen van Staats-Publicatien, waar toe zy niet geconcurreerd hebben, op haar Territoir te weigeren , op fundament van zeker aan haar competeerend Privilegie. —■ En dat zy Heeren Gedeputeerden uit dit gedeclareerde van één der Gelderfche Staatsleden zelf, ziende coniferen, dat de weigering van het doen der bovengemelde Publicatie te Eiburg, gefundeerd is geweest op een ge/ï coc nu onlangs, toen de Stad geoccupeerd is, met'er daad hebben plaats gehad; gelyk deze affirmatie voorkomt in de Misfive door den Magiftraat en Gezworen Gemeente aan Hun Ed. Groot Mogenden gefchreven uit Eiburg den iften September laatstleden, en te vinden in deze Registers op den 4den September daar aan volgende. — Zynde het wyders ook publiek bekend geworden, dat zelfs die Leden van den Magiftraat, die van hunne twee me. de-Raaden, en van de Gezworene Gemeente disfentieeren, by zekere Refolutie in de maand Maart van 't voorige jaar de wettigheid van die Gecombineerde Vergadering allervolledigst erkend, engedeclareerd hebben: geene andere dan zulke Gecombineerde Vergaderingen van Raad en Gemeente te kennen, maar in dezelve 'de Gemeente aan te merken, als één Ligha-.m met den Magiftraat uitmakende. ■—■ Terwyl ook door openlyke daaden, de wettigheid en het gezag van die Gecombineerde Vergaderingen, fpeciaal in deze materie erkend is, wanneer meer dan één van die Magiftraats-Leden, welke anderszins van de Meerderheid van Raad en Gemeente disfentieerden, nogthans uit krachte van den last door Raad en Gemeente hun daar toe gegeven, tegen het arrefteeren der bovengemelde Staats-Publicatie ten Landdage, namens de Stad Eiburg geprotefteerd hebben. — En, offchoon men naderhand getracht heeft, het Conftitutioneele Recht van de Gezworenen in dezen te betwisten, dat nogthans zy Heeren Gedeputeerden, zonder de quasstie over dit point by dezen te beflisfen, geen zwaarigheid maaken, te declareeren: dat zy niet de minfte reden kunnen  272 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nen vinden , waarom het houden van zulke Gecombineerde Vergaderingen, 't welk faSto zoo veel jaaren ongeftoord heeft plaats gehad, juist in dezen tyd eene rebellie zou geworden zyn, of waarom men de handelingen van de Meerderheid van Raad en Gemeente, gecombineerd vergaderd, niet zou mogen Hellen op naam van de Regeering der Stad E'burg, daar de Magiftraat van die zelve Stad met woorden en daaden de wettigheid van die Gecombineerde Vergaderingen erkend, en het gezach van derzelver Refolutien, tot dien tyd toe, gerespecteerd heeft. — Dat zy Heeren Gedeputeerden, in tegendeel, uit dit alles meenen te moeten opmaaken, dat, zoo lang dusdaanige Gecombineerde Vergaderingen niet op eene wettige wyze afgefchaft en vernietigd waren, derzelver handelingen niet konden of mogen befchouwd worden, als feitelykheden van refractaire en rebelleerende Ingezetenen, maar als maatregelen van een integreerend Staats-Lid, 'twelk zyne Privilegiën reclameert en handhaaft, en 't welk men, zoo het zich daar in mochte vergisfen , wel door middel van mediatie of arbitragie mogt trachten te overreden en te recht te brengen, maar geenszins door Militair geweld te doen zwygen en bukken. Dat voorts ten laste der Stad Hattem afzonderlyk niets hoegenaamd gefpecificeerd zynde, zy Heeren Gedeputeerden hebben moeten vastftellen, dat 'er geene byzondere misdaad van dezelve heeft kunnen geallegeerd worden. Dat wel de gevluchte Regenten en Ingezetenen van die Stad als eene waarfchynelvke reden van het tegen hun gepleegde geweld, hebben opgegeven zeker different met den Heer Stadhouder, over de aanflelling van één van deszelfs Guardes du Corps tot ScheDen en Raad aldaar, welke geoirdeeld wierd niet tot den ééd geadmitteerd te kunnen worden, uit hoofde van de omftandigheden, waar in dezelve zich bevond; — dat ook die opvatting wel eenige confirmatie fcheen bekomen te hebben door de daadely- ke  it Gebeurtcnisjen in 1787 enz. voorgevallen. 273 ke inflallatie van gemelde Guarde du Corps, zoo dra de Stad doof de Militie geoccupeerd was, en alle fustenuen omtrent Rechten en Privilegiën door de wapenen overwonnen waren. •— Doch dac het nauwelyks te gelooven was, dat in de existentie van dit different de misdaad dezer Stad gelegen zou geweest zyn; vermits het aan een ieder in het oog moet loopen, dat zulks als een object, waaromtrent Rechten en Privilegiën geconfuleerd moeten worden, wel eenig nader onderzoek meriteerde, maar geenszins gefchikt was, om door den ^Militairen Arm gedecideerd te worden. Dat nog wel als een generaale befchuldiging tegen beide de Steden geallegeerd wordt, dat zy zich gewapend, en tot die wapening vreemde hulp, ingeroepen hebben. —- Doch dat hier tegens in aanmerking behoort te komen; eensdeels; dat deze Wapening niet anders gefchied zynde dan op last van de Regeering der refpeótive Steden, geenszins geconfidereerd kan worden als eenen feitelyken opftand van muitzuchtige Ingezetenen, maar als maatregelen van integreerende Leden van Staat, die bevoegd zyn voor hunne veiligheid te zorgen l en anderdeels: dat de beflisfing van het misdaadige dezer wapening, ten eenemaal afhangt van de beoirdeeling der wettigheid van het gebruik der Militaire macht tegen dezelve; vermits geenerhande Oppofitie van gewapende Manfchap te pas zoude zyn gekomen, "indien !er geen geweld tegen heö gebruikt was, en de Oppofitie nimmer misdaadig konde zyn, indien dezelve was ingericht tegen onrechtvaardig geweld. Dat derhal ven, wanneer men dit alles nagaat, en geene andere befchuldiging tegen deze ongelukkige Steden hoort te berde brengen, hier uit geredelyk is op te maaken, dat de misdaad van dezelven 'tot hier toe geene andere blykt geweest te zyn, dan die van onze Voorvaderen, welke in het voorftaan hunner Vryheden en Voorrechten ook door Militair geweld wierden tegengegaan j maar XVIII. DeëL, S öiet  274 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot met veréénde krachten de dwinglandy gefnuikt, en tot coofervatie der gemeene Vryheid, eikanderen mee goed en bloed hulrj geboden hebben. Dat wel de Meerderheid van de Ridderfchap aan het gepasfeerde omtrent Hattem en Eiburg die tournure zoekt te geven, als of de Heeren Staaten van Gelderland niets anders gebuteerd hadden,dan Guarnifoen in de bovengemelde Steden te leggen, ten einde de Juftitie aldaar ongeftoord zoude kunnen ageeren. — Doch dat by het meergemelde Protest der Stad Harderwyk, als één der gewich. tigfte Privilegiën ook van de Gelderfche Steden, in het breede gedetailleerd is, dat zy niet verplicht zyn tegen wil en dank Guarnifoen in te nemen; en dat midsdien dit voorwendfel, wel verre dat hec zelve zoude ftrekken, om het gebruik der Militie te verontfchuldigen, in tegendeel eene nieuwe indracht op het recht van die Steden involveert. En offchoon de Heeren Staaten van Gelderland zelf de kracht dezer allegatie gevoelende,zich daar van trachten te disculpeeren, door by eene expresfelyk daar toe ingerichte Misfive Hun Ed. Groot Mogenden te verzekeren: dat het niet zoude gefchied zyn, in weerwil van de Regeering, maar Jlichts van twee Leden van dezelve , die ondanks de overige zes Magifiraats-Leden zich, met behulp van eenige opgeruide Burgers, van het bewind hadden meester gemaakt. Dat nogthans zy Heeren Gedeputeerden niet kunnen nalaten hier tegen te remarqueeren:—dat men door deze allegatie, welke alleenlyk relatief kan zyn tot de Stad Eiburg, en in geenendeeleapplicabelis op Hattem , in effedte confesfeert, ten aanzien van de laatstgemelde Stad geenerhande defenfie te hebben. — Dat voorts, met opzicht tot de Stad Eiburg in het byzonder, de Regeering niet heefc beftaan uit acht Magiftraats-Leden, maar uit den Magiftraat of Raad met en benevens de Gezworene Gemeente, ten dien effedte, dat (gelyk te vooren getoond is) Raad en Gemeente gezamenlyk de Regeering der Stad uitmaakten, en dat midsdien daar  is Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 27 y daar de Meerderheid van Raad en Gemeente, gecotnbineerd vergaderd,zich tegen het innemen van Guarnifoen geoppofeerd heeft; de bezetting van de Stad notoirlvk in weerwil van de Regeering gefchied is. —• Dat oök de Regeeringen der beide Steden, zo wel Eiburg als Hattem, weinig dagen voor dat dezelven door de Militie zyn ingenomen, hun tegenzin tegen 't ontvangen van Guarnifoen getoond hebben in twee onderfcheidene Misflves, uit naam van de Regeeringen,op eene legaale wy. ze, door de respe&ive Stads Secretarisfen onderteekend, en by Hun Ed. Groot Mogenden op den 4den September laatstleden ingekomen. —- Dat daar en boven de Protesten, van wege de beide Steden ten Landdage tegen het zenden van Militie gedaan, den tegenftand der Regeering daar tegen op het allerduidelykst en folemneelst manifesteejen. —■ Maar vooral dat dit poinct, fpeciaal omtrent de Regeering van Eiburg, tot eene compleece demonftratie gebracht wordt, door het Extradt uit kei Resolutie-Boek der StAd Elburg , 't welk by de bovengemelde Misfive aan Hun Ed. Groot Mogenden toegezonden, en in deze Registers op den4den September laatstleden te vinden is, waar uicblykt, dat by het 10de poincl: der Refolutie vanden26ftèri Augustus, de Gecommitteerden van gemelde Stad ten Landdage gelast zyn: tegen alle bezetting van dezelve met Militie te protesteeren, en te declareer en, dat«, Wyl Magiftraat, Gemeente èn Burgery, by respeftive Refolutien en Addrssfen zich daar tegen gedeclareerd hadden, zoodaanige demarche zou worden befchouwd als eene daad van geweld. En èindelyk, dat op den 28ften Augustus, wsn= neer 'er drie Leden van den Magiftraat in de gecombineerde Vergadering prarfent waren, met unai nimiteit van ftemmen, by Raad en Gemeente gerefolveerd is, dat de Stadssecretaris, metadfisten. tie van twee Bodens, op het einde der Stads Jurisdictie , den evehtueelen Commandant der gezöndenë Militie interdieeeren zbu, op het Stads Territoir S s ié  276" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te trekken, wyl Raad, Gemeente en Burgery ongel Zind waren Militie ie ontvangen. Dat het na dit alles onbegrypelyk moet voorkomen hoe men nog ter goeder trouw kan ontkennen, dat deze twee Steden, in weerwil haarer Reeeering, met Militie bezet zyn, en hoe men zulk eene ge<* ldige bezetting als regelmaatig en billyk durfr voorfpreken. Dat trouwens het onverdedigbaars hier van aan een ieder moet in 't oog lopen, als men nagaat: op wat wyze de Troepes tot deze expeditie zyn toegerust geweest? wat dezelve in die Steden hebben ingericht? en wat het motief van dit alles geweest is? zynde het bekend en builen tegenfpraak, dat de Troepes, tegen deze Steden afgezonden, eemunieerd zyn geweest met grof Gefchut en Houwitzers, en dus in ftaat gefteld om dezelve te bombardeeren en vyandelyk te overweldigen. -— Dac vervolgens , na de daadelyke overweldiging , en de vlucht van Regenten en Ingezetenen, de Militie aldaai , even als op Vyands bodem, de verfchrikkeivkfte plundering en verwoesting heeft aangericht , zonder dat tot hier toe wegens dien euvelmoed eenigerhande exemplaare en eclatante ftraf aeinfligeerd is; weshalven zy Heeren Gedeputeerden , zoo lang Bevelhebbers en Gemeenen deswe. eens' niet rigoureufelyk geftraft zyn, het daar voor moeten houden , dat de Militie aan den last, immers aan het oogmerk van haare Zenders , voldaan heeft , en midsdien g' ëmployeerd is , om twee ftem in Staar hebbende Steden met geweld te overmeesteren eu te ftraffen; en zulks alles (want men heefc hi~r vooren bewezen, dat geene andere motiven daar toe geallegeerd zyn) uit hoofde dat die Steden haare gefustineerde Privilegiën en Rechten hadden durven voorftaan, en de vryheden haarer Ingezet ei en zoeker te verdedigen. Dit zv Heeren Gedeputeerden, langer dan hun aangenaam is geweest, 'zich by het geval van Hattem" en Eiburg hebben moeten ophouden, om door ee-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 277 eene eenvoudige ontwikkeling der waarheid, de posteriteit te convinceeren. In de eerfte plaats: dat de onderneming tegen de gemelde Steden niet op een legaal Addres van derzelver Regetring, noch op een fpeciaal en gedetailleerd verzoek van het notabelfte gedeelre der Burgery, ingericht is geweest, om een hoop oproerig Graauw aldaar te beteugelen; maar in tegendeel, om, in weerwil van Regeering en Burgery, deae twee Steden, als disfentieerehde Sta-ies-Leden, in bet voorftaan hunner gefustineerde Privilegiën tegen te gaan en te bedwingen; en dat derhalven dit geval iu geenen deele is gelyk te Rellen met het onberoemde , maar nogthans bedoelde geval der Stad Rotterdam, werwaards tot herftelliug van de rust, die door het opgeftookte Graauw geduurig geftoord wierd. op de herhaalde klachten der vermogendfte Ingezetenen , een Staats-Commisfie is afgevaardigd, en tevens zyn Hoogheid verzocht: om NB met overleg van Burgemeesteren aUair, een convenabel getal Troepes derwaards te doen marcheeren, ten duidelyken bewyze , dat zulks niet gefchied is in weerwil noch van de Regeering, noch van de Burgery; en dat midsdien de Heeren van de Ridderfchap, dit geval bedoelende, het zelve hier zoo kwalyk geplaatst als malgratieus te pasfe brengen. Moetende het voorts hier boven geallegeerde omtrent Hattem en Eiburg ftrekken; inde tweede plaats: ten einde te demonftreeren, dat de Heer KapiteinGeneraal de Militie van den Staat heeft misbruikt, om tegen twee disfentieerende Staats-Leden een ongehoord geweld te plegen» Tegen welke allegatie de Heeren van de Ridderfchap zich wel beroepen op de ordres van de Heeren Staaten van Gelderland, aan welke zyne Hoogheid moest obedieeren, en welke hem mitsdien van alle verantwoording deswegens excufeeren. Dan dat, hoe zeer zy Heeren Gedeputeerden ten fterkften ftaande houden, dat zyne Hoogheid S 3 als  2?8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot al? Kapitein- en Admiraal• Generaal gehouden en verpiicht is de ordres} die hy ontvangt om tegen 's Lards gemeenen Vyand te ageeren, met alle activireit te executeeren, en te doen executeeren, en ook wanneer de nood zulks vordert, ter beteugeling van muitzuchtige Jcgezetenen, met promptitude en goed beleid de ontvangen bevelen moet obferveeren en nakomen ; nogthans deze verplichting op het tegenwoordige geval zeer on« gelukkig gereclameerd en geappliceerd wordt, vermits de Heer Kapitein-Generaal, de twee Gelderfche Steden niet heeft kunnen aanmerken als vyarden van den Staat, noch als muitzuchtige Ingezetenen, maar (gelyk getoond is) als disfentieerende Staats-Leden; en het daar en boven ter goeder trouwe niet ontkend kan worden, dat gemelde zyne Hoogheid in de Provincie Gelderland zulk eene influentie heeft, dat zonder zyne inftigatie of goedkeuring, nimmer zoodaanige ordres in de weereld konden gekomen zyn: moetende zy Heeren Gedeputeerden, zonder op te tellen de relatien, waar door veelen der Gelderfche Staats-Leden aan de gunst en aan *t Hof van zyne H°°gheid geattacheerd zyn, zich ten dezen opzichte alleenlyk beroepen , op het getuigenis van den Heere van Broncshorst en diverfe andere Regenten in de gemelde Provincie; welke als van naby der zaaken kundig, de meestbevoegde getuigen zyn, en welke by derzelver Misfive, gefchreven uit Zutphen den 2den September des voorigen jaars, aan Hun Ed. Groot Mogenden, onder anderen declareeren: dat het door niemand kan geloochend wer dm, dat tegenvoordig, door alle de verregaande afwykingen der ConJlüutie, de Heeren Staaten van Gelderland wel in naam Souverein zyn, maar in der daad en wezenlyk ondergeJchiki aan Hoogstderzelver Stadhouder. ■' Eu, al ware het, dat deze Stadhouderlyke invloed in Gelderland ter goeder trouwe, en zonder bloozen ontkend konde worden, dat nogthans zy Peeren Gedeputeerden menen, clat ten aanzien van het  de Gebeurtenisfen in 1787 «12. voorgevallen. 279 het gepasfeerde omtrent Hattem en Eiburg, zyne Hoogheid notoirlyk al de verantwoording voor zyne rekening heeft genomen , door aan de Heeren Gecommitteerden van dedrieOverysfelfche HoofdReden zyne Stadbouderlyke intercesfie te refufeeren, en geen het minfte uitftel in de onderneming tegen de Steden Hattem en Eiburg te willenadmitteeren; niet tegenftaande uit eene Misfive van de Regeering der eerstgemelde Stad, aan de Regeering van Zwol gefchreven, en aan zyn Hoogheid gecommuniceerd, ten duidelykfte bleek: dat zy genegen waren de aangebodene Mediatie te accepteeren, en aan alle redeiyke voorwaarden te defereeren; terwyl de onverzettelyke weigering van zyn Hoogheid, om daar toe zyne goede Officien toen ter tyd aan te wenden , des te meer , de attentie moet na zich trekken, vermits uit de pramisfen van het Plaicaat van Amnestie op den ^den September deszei ven iaars te Zutphen gearrefteerd, blyken kan, dac gemelde zyn Hoogheid, toen de Steden overweldigd , de Ingezetenen verdreven, en hunne bezittingen door roof en plundering verwoest waren, het van zyn plicht gerekend heeft , voor deze overwonnen Staats-Leden by hunne mede-Leden te interce» deeren, . , Dat zoodaanige handelwys omtrent integreerende Leden van Staat, nimmer de goedkeuring van Hun Ed. Groot Mogenden heeft kunnen wegdraagen, en alleenlyk plaufibel heeft kunnen voorkomen aan de Heeren van de Ridderfchap, op een tydftip, toen zy zoo ingenomen waren met de gedragingen van den Heer Stadhouder, dat zy zelfs zyne Voorfpraaken worden, wanneer hy zich boven den Souverein verheft, en deszelfs Refolutie declareert, ten zynen opzichte te houden voor niet genomen. — Dan dat zy Heeren Gedeputeerden zich niet zullen ophouden met het onbehoorlyke van zoodaanige uitdrukking nader te deduceeren, als wel verzekerd zynde, dat al wie ongevoelig is voor den hoon S 4 bier  a8o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot bier door Hun Ed. Groot Mogenden aarjgedaanj voor alle convictie moet onvatbaar zyn. Dat èindelyk de Heeren van de Ridderfchap by hunne nadere Aanteekening noch wel hebben geurgeerd , dat in eene zaak van natuur als de fuspenfie van den Heer Kapitein-Generaal, niet anders dan met éénparigheid had mogen geconcludeerd worden; — doch dat zy Heeren Gedeputeerden op al het gene de Ridderfchap deswegers voorgeeft, moeten aanmerken, ten dezen van geen de minfte applicatie te zyn, vermits die Refolutien, waar by eigenlyk de exercitie van den Post van Kapitein-Generaal dezer Provincie gefurcheerd is, met éénparigheid van al de Leden genomen zyn; terwyl de fuspenfie der begeving van de Militaire Charges nier anders is dan een confequentie van de voorigen ; behalven dat ook in een tyd, wanneer de Provincie aan gevaarlyke ondernemingen geëxponeerd is , geen provifioneele beveiliging der Hoogheid van het Land, en der Vryheid van de Ingezetenen door de disfenfie van het een of ander Lid kan of mag tegengehouden worden ; daar in zoodaanig geval allerbyzorderst, het behoud van de. gemeene zaak de hoog fte wet moet wezen. — En dat, gelyk Hun Ed. Groot Mogenden reden hadden om te vrezen, dat een Kapitein-Generaal, die in ftaat was, om, op naam van eenige Staats-Leden, hunne disfentiërende mede-Leden met Militaire ma»t te overweldigen , ook in ftaat zoude zyn, om", op naam van eenige Bondgenooten , een disfentiërende Provincie aan te tasten; zoo ook zy Heeren Gedeputeerden vertrouwen, dat deposteriteitgeconvoceerd zal zyn, dat de Meerderheid der Leden van Hnn Ed. Groot Mogenden, bevoegd en verplicht was, om met al het vermogen dezer Provincie zondaarige ondernemingen af te weeren, en door eene prov;ftoneele en efficacieufe voorziening den Heer Kapitein • Generaal te verhinderen, om Jjetfysthéjrna, in Gelderland geadopteerd, in deze Pro»  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. s8t Provincie voort te zetten» en denzelven buiten de faculteit te Rellen, om zyn gezach over de Militie op gelyke wys te exerceeren tegen de Provincie Holland , als tegen de Steden Hattem en Elburg. Dat zy Heeren Gedeputeerden hier mede alle de Hoofdpoindten, welke in de laatstgedane Aanceekening van de Heeren van de Ridderfchap voorkomen , gerescontreerd hebbende , dit twistgeding zullen befluiten met dien oprechten wensch, dat alle de refpeótive Staats-Leden , en ook de Heeren van de Ridderfchap, op het voetfpoor hunner Ed. Voorvaderen, welke by de grondvesting dezer Republiek zich zoo verdiend gemaakt hebben, ten allen tyde tot die maatregelen , die ter beveiliging van deze Provincie , en derzelver Hoogheid en Vryheid ftrekken kunnen, en vooral in dit tydsgewricht zoo noodzakelyk zyn, cordaat en volvaardig zullen concurreren. Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen heb. ben met inhfefie van derzelver Contradictie enProtest, op de Refolutien van den 22iten en 28(ten September en 18 Öótober 1786, als mede van derzelver nader aanteekening van den 29 ovember 1786, op de voorfz. Contra-Aanteekening derzelver nader Infertie gereferveerd. Aanteekening van Delft. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft hebben geinhsereerd derzelver Declaratoir op de Refolutien van den 2?ften en 2ft(len September, den «Jden, i8den en 2óften October en den 29ften November laatstleden gedaan. Aanteekening van Gorinchem. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem hebben gedeclareerd , dat, offchoon wel zy Ge. S 5 de-  282 Verzameling van Stukken betrekkelyk m deputeerden op den 2often November laatstleden» ter gelegenheid van de nadere aanteekening van de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, met en benevens de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht , Haarlem, Leiden, Amfteldam, Gouda, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnickendam en Purmerende, ten kragtigften hebben geinhsereerd , de Contra Aanteekening op den aóften Oclober te vooren gedaan, en tegen de voorfz. nadere Aanteekening van de Heeren van de Ridderfchap zoodaanige nadere Contra-Aanteekening hebben gereferveerd , als geoirdeeld zou worden te behooren; zy echter zwarigheid maakten, om met de bovengemelde Steden te concurreeren, tot het doen infereeren van de bovenfiaande nadere Contra-Aanteekening , zonder daaromtrent vooraf van de intentie van de Heeren hunne Principaalen geinformeerd te zyn. Aanteekening van Brielle. De Heeren Gedeputeerden der Stad Brielle hebben geinhsereerd derzelver Aanteekening op de Re» folutien van den 22flen en 28flen September, 6den i8den en 26ften Oólober en 2sften November laastleden gedaan, Aanteekening van Hoorn. De Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, hebben geinhsereerd het Advis van de Heeren hun. ne Principaalen, en derzelver Aanteekening op de Refolutien van den 22ften en 28ften September, 6den, iSden en 26flen Oclober en 2often November laatstleden gedaan. Accordeert met voorfz. Refolutie.  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 283 1452. Nader gedetailleerd Addres van eenige Bur' gemeesttten, Schepenen en Raaden, nevens de groote meerderheid der Gezworene Gemeentens, en uitgeweken Burgen van tiatum, en Eiburg, ten getale van 25c, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Frienand. In dato den 2 Njvember 1786. Edele Groot Mogende Heeren. De ondergeteekende Burgemeesteren, Schepenen en Raaden respeciive, nevens de groote meerderheid der Gezworene Gemeentens, en de gevluchte en vervolgens uitgewekene Burgeryen der Steden Hattem en Eiburg, vinden zich al weder genoodzaakt de gewichtige deliberatien van U Ed, Groot Mogenden eenige oogenblikken tot onze fituatie te moeten bepaalen, en zich als Leden der Unie tot U Ed, Groot Mogenden te moeten wen- ^Zy zouden aan nunucu duuren plicht te kort kamen, wen ze niet vooraf UEd. Groot Mogenden hunnen hartelyken dank en gevoelige verplichting betuigden, voor derzelver cordaate en bondgenootfchappelyke poogingen, tot behoud van onze Steden en Burgeryen; doch die, helaas! van 't gewenscht effect, ten onzen opzichte tot nog toe niet geweest zyn. . Wy moeten dan al weder onzen noodlottigen toeftand met weinigen U Ed. Groot Mogenden herinneren. , , UL Wy doen 't zelfs in 't zeker vertrouwen, dat U Ed. Groot Mogenden, die zoo grootmoedig onze zaak aannamen, en, 't zy met eerbied gezegd, als Bondgenooten, als Leden der Unie, als onderlinge Guarandeurs en Contractanten der daar by geflipuleerde hulp en befcherming, geene ledigeaanfchouwers van de infractie onzer Conftitutie zyn zullen j maar het zoo edel begonnen werk zeer zeker ten einde willen en zullen brengen. Dan 3  S84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dan, Ed. Groot Mogerrie Heeren! onze nood is drukkende, ons gevaar is dr igend! Wy zyn uit onze wooringen verdreven door 's Lands Militi' ; binnen onze verlatene Steden regeereo niet de wetten maat 'c geweid, riet de recht, vaardigheid maar de Militaire overmacht ; en een groot aantd onzer Burperen zyn, uit eenen tedelyien ja bloeienden, weivaart., in de uiterfte armoede gedompeld, vobirekt buiten ftaat gebracht om door hun eerlyk zweet hunne Echtgenooten en Kinderen te voeden, en van nuttige Leden der Burger-Maatfchappy tot voorwerpen van ellende geworden ; aan welken helaas geen andere toevlucht , dan de liefdaadigheid hunner mede-Burgeren, is overgebleven: een denkbeeld, een toevlucht, die ieder welgeplaatst hart gevoelig grieven moet. En hoe kan 't anders, daar vooral en voornaaünelyk binnen Hattem (fchoon de beide Steden in veele opzichten een gelyk ongelukkig lot getroffen hebben) de aangehitfte Soldaat erger dan in een vyands Land gewoed heeft, veelen onzer bezittingen hebben ze «eruineerd , onze goederen geroofd, en die ze niet rooven konden zyn vernield geworden, zord. r zelfs 't gene men onder 't Menschdom 't heiligst houd, te ontzien, en dat op zoodaanige wyze, dat men by de barbaarfche Volkeren , in de eeuwen van onrrenfchelykheid en onkunde, tegen hunne wreedfle vyanden, van eene diergely3ce algemeene Militaire woede , roof en plundering , caauwlyks voorbeelden zal kunnen aanvoeren; en dat, wy fchrikken het te zeggen, onder *t oog hunner Chefs en Officieren. Wy verzwaaren de zaaken niet, Ed. Groot Mogende Heeren, wy zyn zelfs niet in fiaar de aange. richte gruwelen uit te drukken, terwyl U Ed. Gr. Mogenden dat begeerende, dit ter flaaving uit een aantal beéédigde getuigenisfen,^er copias authentica, hier by fub N. 5. &c., zullen kunnen vernemen, of  de Gebeurtenisfen in 1787 «12. voorgevallen. 285 of wel oneindig fterker uit die, welken door den Magiftraat van Zwol zyn ingewonnen, en aan den Raad van Staaten op derzelver requifitie gezonden zyn waar toe wy ons gedragen. En dit alles is gefchied door de Mili'ie van den Staat, waar on« der in de eerfte plaats 't Regiment van den Erfprins en anderen, ja zelfs 't Regiment geleid door den Col'onel van Plkttenberg , gezonden door de meerderheid der Gelderfche Staatsleden, op fchriftelyk bevel, en met 't meest mooglyk actief over* leg van den Stadhouder, door Troepes, die Nostitz genoemd , nog zoo onlangs de nitmuntendfte blyken van liefde en genegenheid der N-derlanderen in de grootfte maat ondervonden hadden; blyken, die elke gevoelige ziel onder hun lieden in 't aangezicht vliegen,en tegen hen getuigen moeten; gruwelen, die men op alle mooglyke wyze zoekc te verkleinen en te bewimpelen, en misfchien,Gon weet het, wel voor altoos wenschtè te fmooren. En ach! of deze de eindpaal onzer rampen wareJ Men gaat nog al binnen onze verlaatenen Steden, binnen onze ongelukkige muuren met dedespotiekfte willekeur te werk. Vooral te Eiburg leeft men op Militaire discretie als op vyandelyken bodem , de Huizen van veele gevlugte Ingezetenen zyn, ja zelfs op last van een enkel Schepen opengebroken , en door de Militie betrokken; hunne goederen werden nog zelfs onlangs, door diefftal en huisbraak geroofd, hunne fchaadens wordenonbegrootbaar , men belet de Burgery op de ongehoordfte wys met geweld hun Have en Vee, hunne Bedden, ja zelfs de noodige levensmiddelen te vervoeren ; men dwingt hen om ze aan 't geval of ten prooije over te laten ; en dat, hoe zal 't de Nakomeling gelooven, in 't vrye Nederland! En dit alles gebeurd onder h oog van eep viertal Schepenen en vier Gemeenslieden, die zich Raad en Gemeente noemen ; die van zich hebben kunnen verkrygen zoo veel immer mogelyk mede te werken , om de fprekende Privilegiën der Stad te ver-  sSÖ Verzameling van Stukken letrekkelyk tot vertrappen , onze civile en crimineele jurisdictie goeds moeds af te ftaan * de Stedelyke en Burgerlyke Vryheid aan de onbepaalde heerschzucht met vermaak op te offeren, om zoo ook óp hun beurc gelegenheid te hebben, tegen hunne gehaatte Ambtgenooten en mede-Burgers immers een tyd lang te kunnen ageeren , en dan eerbiedig aan 't Hof des Stadhouders, belooning te gaan vragen; zoo werkt ieder in zyn kring, om de maat onzer ongelukken tot överloopens toe vol te meeten, terwyl het in veelen opzichte te Hattem nog erger gefteld is, alwaar men twel eene vertooning gemaakt heeft, tot oproeping van fchade, doch geene vergoeding beloofd is. En waarlyk Ëd. Groot Mogende Heeren, hoe zou men verraders van 't lieve Vaderland, ömkeerers der göede orde, verbrekers derwetten, vyanden der algemeene rust, fioorers der publieke veiligheid anders behandelen kuiinen, dan wy gehandelt worden. En hebben de meerderheid der Gelderfche StaatsLeden wel iets meer , hoe ze de zaak ook tourneeren tegen Eiburg (want tegen Hatten word niets bepaalds ingebracht') kunDen inbrengen.; dan dat Üaad en Meente zwarigheid maakten in 't promulgeeren binnen Stads jurisdictie van eene Publicatie, die hunne Stad eh Burgery praejudiceerde, en tegen welke de Stad ten Landdage had geprotesteerd. Of verdiende deze nooic weerlegde fustenue eenen vyandelyken aanval, doch hier zat *t niet$ immers niet voornaamelyk. Beide Steden durfden haare Gecommitteerden ten Landdage fpeciaal gelasten , tegen het by fommigen geconcipieerd plan der Militaire Jurisdictie te advifeeren; Eiburg zelfs, om de beantwoording der Ëngelfche en Pruisflfche brieven, zoo als die door den Heer van Spaen ontworpen waren, te des-avoueeren, en aan te dringen, dat men zonder Holland hier in ter Generaliteit niet doorfloeg. Men  de Gebeurtenisfen in 178"? enz. voorgevallen. 287 Men durfde de Burgeryen herftellen in de vervulling der vacante Leden der Gezworen Gemeente, die den Stadhouder zelfs by 'c Reglement van 1750 niet waren afgedaan , doch echter door hem vervult wierden; deze waren hunne waare misdaden , zy moesten zonder om te zien zich met de meerderheid blindelings geconformeerd hebben, zonder dikwerf 't poinct in questie te kennen, gelyk by onze Staatsvergaderingen de gewoonte is. Zoo behandelt men ons, die, God weet het# — onze gewisfens, —gansch Neêrland weet het, op eene bedaarde conftitutioneele wyze de Rechten onzer Steden , onze eigen aangeboren Voorrechten, zonder iemand te beleedigen, befcheidenlyk, naar ééd en plicht getracht hebben te verdedigen. . Wy eerbiedigen het rechtmaatig Souverein Gezach, wy betuigen heilig geenen den minften toeleg te hebben gehad . om op de Rechten der Heeren Staaten te empiëteren ; maar, hoe men ook met den naam van lan^sVurstelyke wraak en hoogheid fchictere, wy hebben ook onze Rech- tC Wy erkennen gaarne 't behoorlyk oppergezach der Staaten in provinciaale zaaken; maar nimmer hadden zy 't recht, hunne met hun gelyk ftaande Medeleden geweldadig te overheerfchen of dezelven , die zich op hunne fprekende Privilegiën beriepen, in plaats van ze te hooren of te wederleggen , door den Militairen arm te overtuigen, en quovis modo, tot het Systhéaia door de meerderheid aangenomen te dwingen , of anders de Steden en Burgeryen aan eene totale vernielinge te exponeeren. , Wy behoeven aan het hoog verlicht oirdeel van U Ed. Groot Mogenden , die , zoo cordaat voor 't oog der ganfche Natie, aan de meerderheid onzer Staatsleden hebben gedeclareerd een afgryzert van hunne maatregelen te hebben, niet te herinneren, dat, zoo dit Systhéma doorgaat, 't gedaan is met on-  28b Verzameling van Stukken betrekkelyk tot onze Burgerlyke Vryheid ; dat dan onze welherbragte Privilegiën, iedele naamen zyn; dat de onderlinge hulp en beloofde befcherming van de Geünieerde Bondgenoten (van welke toch duidelyk de Steden en Burgeryen , zoo wel als de Provinciën individueele Leden zyn), een harfenfchimis geworden. Dan is 't gedaan met de veiligheid van onzen Burgerftaat! , Dan hebben onze brave Vaderen te vergeefs hun bloed geplengd ! zoo zou het gezach van Philips gereprefenteerd worden ! dan kan de Militaire arm, dan kan 't geweld de zaak beflisfen! dan hebbeü we geen verkregen rechc meer op onzen Vaderlyken geboorte grond, op onze Voorouderlyke Vryheden ! — Midlerwyl daar Ü Ed. Groot Mogenden deernis met onzen toeftand kregen, daar 't Volk van Neêrland als een eenig man hun ftem begon te verheffen , en met meer en meer kragt verheft, daar al wat gevoel bezat icgeu tle bewerkers van onze rampen zich deed hooren , en 't getal onzer onderdrukkers zekerlyk zal verminderen . (hoezeer 't ons waarlyk fmerte, den Stadhouder als 't hoofd derzelven te moeten befcbouwen , om dat hy de ziel en 't middenpunt der Gelderfche Staatsvergaderingen is) want veelen zyn medegefleept door 't credit van anderen , zonder de zaak door te denken, veelen komen te rug, de cordaate Harderwyker Regeering heeft zelfs haar protest tegen't gepleegd geweld en haar disfent tegen 't berugt Geldersch Manifest en opgevolgde zoogenaamde amnestie, openlyü en by Publicatie aan de Burgery hekend gemaakt. Hierom wendde men 't op eenen anderen boeg, 'er wierd aan veelen onzer eene amnestie of pardon , een door niemand begeerd pardon ! dat ons te gelyk aan de grootfte euveldaaden fchuldig verklaarde, aangeboden, terwyl men 'er om ons, was 'tmogelyk te verdeelen, fommigen onzer waardigfte mede-Burgeren even willekeurig van uitzonderde. En waren die van misdaaden overtuigt, dit geloofd  dè Gébeürtenisfen in 178? ent. vóór gévallen. 289 lóofd, niemand * zelfs de meerderheid der Staats* Leden niet , want 'er was tegen dezelven geene aanklagtej veel min bewys; en hoe kon ook de Sou* Verein tevens Richter zyn ? Neen Ed. Groot Mogende Heeren ! met zacfi geen kans die tot onderwerping te dwingen, fommigen derzelven hadden zich op fpeciaalen last en met Volkofnene approbatie van de Leden van Raad j Gemeente en Burgery, f gelyk UEd. Groot Mogenden dit uit de annexen fub N°. 1 tot 4 kaü blyken) aan U Ed. Groot Mogenden en aan de! Hooge Bondgenooten Vervoegd, des niet tegen* ftaande, fluit men 'er even willekeurig de gehaa* te Teekenaaren van dat Addres, die men als hard* Eekkige verdeedigers der Volksrechten befchouwde, buiten; en niet tegenftaande UEd.Gf.Mogenden als getrouwe Bondgenooten, deze Zei vdeTee* kenaaren zoo uitdrükkelyk zoo Landsvaderlyk onder derzelver hoede en protectie genomen hebben s neemt men hunne Goederen in bejlag, en decerneem civil arrest op hunne Perföonen, om zich tegen huü en anderen , welken men van te vooren fzohdef onderzoek) bepaalt en gewilt had, dat de fchuldi* gen moesten zyn , te kunnen wreeken. Dan , 't is verre van iemand onzer, Ed. Grööt Mogende Heeren , eenig gebruik te willen maaken , van een- elk eerlyk Mensch zöo beledigend aangeboden pardon , daar echter te vreezen is dat de nóód en wanhoop, fommigen derzelven tot ake» lige uiterften zou kunnen brengen Wy dragen toch de bewustheid van ónzen onfchuld in önZett boezem ; wy hebben niets begeerd dan gehoord * onpartydig gehoord te worden , en hebben ons' plechtig voorgenomen, 't gaa hoe't gaa, lievef alles te wagen, dan immer te gedogen, dat ohZë aangeboorene natuurlyke en Burgerlyke Vrvhedenöan willekeur en dwang onderworpen worden. Onze zaak, is toch de zaak van't Volk van Neef* jand ; het beste gedeelte van 't zelvej hééft zich XVllI. Deel. T file*  290 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot met luider ftemme voor ons verklaard, zal nimmer Ril/keende ons bederf zien voltooijen , ons verderf toch zal dat des ganfchen Vaderlands flegts weinige ogenblikken voorgaan. U Ed. Groot Mogenden zoo zeer betrokken by 't weizyn der Unie, de verdere Hooge Bondgenooten, zullen toch zekerlyk ter onzer hulpe eenmaal toefchieten ! Dan Ed. Groot Mogende Heeren, de nood dringt ons! wy zyn geicheiden van onze bezittingen, veelal beroofd van alle middelen van beftaan, men houd met geweld onze wettige eigendommen aan: de Soldaat leeft op discretie in onze Huizen, teert onzen hoognodigen winter voorraad op , zelfs zonder noemenswaardige betaaling , en die, namens ons, by de overgeblevene Regenten inftantien doen, om eens èindelyk van die fchadelyke gasten onrflagen te worden, worden verachtelyk weggezonden ; en dus brengt men veelen onzer, onze Echtgenooten en Kinderen, in de fchroomelykfte omftandigheden! Wy wenden ons daarom by herhaaling op 't eerbiedigst tot U Ed. Groot Mogenden, onze getrouwe, onze beproefde Bondgenooten , zoo volvaardig gereed , zoo volyverig , wen 't gemeen belang , 't belang van het Bondgenootfchap_, (en waarom ook niet van Steden en Leden, die in hunnen kring de gemeene zaak hebben getragt nuttig te zyn , doch 'er de noodlottige Slagtoffers van wierden ;) om hulpe roept: wy wenden ons tot U Ed. Groot Mogenden, die ons zoo grootmoedig in derzelver befcherming naamen, en fmeeken, met dien aandrang, die 't gewigt der zaake vordert: dat U Ed. Groot Mogenden al nu in dezen presfanten nood , zoodaanige efficacieufe middelen gelieven daar te ftellen, als naar derzelver Hooge Wysheid en bekende Vaderlandsliefde best gefchikt zullen bevonden worden , om ons daadelyk de toegezegde protecJie en 't effeft der Unie, welke UEd. Groot Mogenden zoo edelmoedig verklaard hebben tot der-  de Gebeurtenisfen in 1737 enz. voorgevallen. 291 derzelver laatflen adem toe, ook ten onzen opzichte, te' zullen mainteneer en, werkelyk te doen genieten. Dit doende. Onderteektnd met dezelfde naamen als het voof*] gaande, N°. 1449- enz' f 1 1 "' 1 IN0. 1463. Extracluit de Refolutien der Heeren Staaten Generaal, behelzende Rapport van Hun Hoog Mogendens Gedep-iteerden, op de klagten der Heeren Staaten van Utrecht, over de ordres door dié van Holland gegeven aan den Officier, commandeer rende de Hollandfche Troepes tusfchen de Zuider» Zee en de Maas In dato den 8 Decemb. 1786. De Heeren vanSpAanvaN hardesteiïï , eri an^ dere Hün Hoog Mogenden Gedeputeerden tot dei Militaire zaaken, hebben ingevolge en ter voldoe, ning van Hun Hoog Mogenden Refolutie eorrimisforiaal van den 3often Oclober laatstleden, meÉ en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, nader geëxamineerd eene Misfivé van de Provincie van Utrecht, gefchreven te Amersfoort den 27ften daar te vooren, houdende: daé niet zonder verwondering vernomen hadden j dat door den Collonel van Pabst, commandeerende dé Troepes te Naarden en Districten van dien, ingevolgd de aanfchryving van denGeneraal-Major van Ryssel^ commandeerende het Cordon Troepes, tusfchen dé Maas en Zuider-Zee, ordres waren gegeven aan,dé Commandanten van eenige Regimenten, in de Provincie van Holland gecwonneerd, om' op de eerfte twee feinfehooten hunne Ri gimenten marschvadrdig te doen maaken , órh als die fignaalfchoöted door zes diergelyke gevolgd wierden , aanftonlö langs de kortfte en gemakkelykfte wég naar de Plaat-1 zen hunner Rëndèz vous in de Provincie van Utrecht, »oader Territoir te ontzien, te marsheeren, Ta eü  292 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en aldaar de ordres van den voornoemden Generaal» Major van Ryssel af te wachten. Dat hooggemelde Heeren Scaaten deze zaak in haar natuur en gevolg, van dien aart en van die confequentie voor het geheele Bondgenootfchap rekenden, dat zy hun verplichc oirdeelden, die ter kennisfe van Hun Hoog Mogenden te brengen; kunnende hooggemelde Heeren Staaten niet denken , dat diergelyke ordres op last van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland zouden gegeven zyn, als hebbende Hoogstdezelven, op grond van geeircumftantieerde berichten, van meer dan eene kant, aan Hoogstdezelven toegekomen, even als of in eenige nabuurige Provincie eenen geweldigen aanflag op de Stad Utrecht gefmeed zoude zyn, wel eene toezegging aan dezelve Stad gedaan, van byftand en befcherming, (waar over hooggemelde Heeren Staaten van Utrecht, als buiten derzelver prsealabele voorkennisfe gefchied , gemeend hadden zich by Hoogstdezelven ten ïteikften te moeten beklagen) doch dat, nadien hooggemelde Heeren Staaten van Holland en West • Friesland, van dezelve hunne genomene Refolutie, aanftonds aan hooggemelde Heeren Staaten kennis gegeven , en by derzelver Misfive verklaard hadden, gemeenfchap. pelyk met hun te willen handelen, zy Heeren Staaten hun verzekerd hielden, dat dergelyke ordres, tot infractie van de Unie en violatie van het Souverein Territoir der gemelde Provincie, van Hoogstdezelven niet konden voortgekomen zyn. Dat, offchoon gemelde Heeren Staaten medevastelyk ver-trouwden, dat de Commandanten der Resimenten , aan welken die ordres gegeven waren, zich herinnerende derzelver ééd aan de Generaliteit gedaan, zich bezwaard zouden geoirdeeld hebben op het Territoir van eene andere Provincie te marcheeren, zonder daar toe alvoorens Patent,met behoorlyke attaché van den Souverein derzelve Provincie, bekomen te hebben; Hoogstdezelven niet te mia het geven van diergelyke ordres door Offi- cie-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 293 eieren van den Lande, fchoon niet ter uitvoer gebragt, niet anders befchouwden , dan als een attentaat op de hoogheid der gemelde Provincie , en daar en boven ftrydende met den ééd, door die Officieren aan de Generaliteit gedaan; verzoekende hooggemelde Heeren Staaten derhalven : dat dezelven daar op gehoord en ter verantwoording geroepen mogten worden; als mede dat Hun Hoog Mogenden zoodaanige voorzieninge geliefden te doen, als Hoogstdezelven, ter bewaaring van de Unie. en tot voorkoming van diergelyke inbreuken door Militaire Corpfen op de Souverainiteit der refpe&iye Provinciën , noodig en dienftig zouden oirdeeleri. Hebben ter Vergadering gerapporteerd: dat de Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, in de voorfz» Conferentie, uit naam en wegens welgemelde Raad hadden voorgedragen, dat, wanneer Hun Hoog Mogenden Refolutie Commisforiaal van den ooften Oclober laatstleden, met de daar bygevoegde Misfive van de Heeren Staaten van Utrecht op den ifien der volgende maand November aan den Raad was ter hand gekomen , de zaak daar inne gemeld, was geconfidereerd van tweederlei natuur; in de eerfte plaats: het geen behoorde tegefchieden om voor te komen, dat geene Troepes van de Generaliteit kwamen op hetTerritoir van eenen der respec tive Bondgenooten,zonder deszelfs Confent en Attaché; en in de tweede plaats: het onderzoek nopens de ordres, dewelke door de Officieren van den Staat dien contrarie mogten zyn gegeven. Dat ten refpefte van het eerfte en voomaamfie poir.ct, reeds op den 6den November ineeneConfe» rentie met de Heeren Gedepueeerden van Hun Hoog Mogenden, voor des Raads advis was uitgebracht: het doen van eene generaale Aanfchryving aan de Militie van den Staat, tot herinnering, dat zy zich foigneufelyk moesten wachten, om met hunne onderhebbende Manfchappen te marcheeren binnen het Territoir van eene der Provinciën, zonder het confent van de Heeren Staaten dier Provincie; doch T 3 dat  294 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dat geheel buiten toedoen van den Raad dit haar Advis, hoe zeer naderhand in een Rapport gecon. ■verteerd, ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden was overgenomen, en tot nog toe buiten conclufie gebleven. En dat, wat het tweede pointt aanging, den Raad op den dagz-lve van den ontvangst van voorgemelde Idun Hoog Mogenden Refolutie, van de daar in genoemde twee Officieren, den Collonel van Pabst naamelyk, en den Generaal-Major van Ryssel, hadde gerequireerd bericht: of, dusdaanige ordres en AanJchryving door hunrespeStelyk waren gegeven en gedaan, en zo ja, op wat grond ? Dac de Collonel van Pabst daar op den oden November hadde geantwoord, in fubftantie : dat de voorfz, ordres door hem aan de Commandanten van drie Regimenten waren gegeven, en zulks op grond van eene Aanfchryving van den Generaal-Major van Ryssel, die het geheele Cordon en Chef commandeerde. Dat den voornoemden Collonel vervolgens gelast zynde nader te berichten , welke antwoorden hem door de voornoemde drie Commandanten op de gemelde ordre waren gegeven; weder hadde gefchreven: dat de Collonel CommandantGraave van Rech^ teken, op de voorfz. ordre fchriftelyk had gedeclareerd, dat hy zich ingevolge deszelfs ééd aan da Unie gedaan, buiten ftaat vond om daar aan te voldoen, vo.or zoo verre betrof het intrekken mee deszelfs Regiment in eene andere Provincie, zonder alvoorens daar toe te hebben bekomen debehoorlyke attaché van den Souveraia van de Provincie, waar in hy geordonneerd zoude worden te marcheeren, doch dat de twee andere Commandanten die ordre hadden aangenomen; en dat de Generaal-Major van Ryssel hadde gerescribeerd, dat hy zich verplicht had gevonden over des Raads voorfz. requifitie 3 zich te addresfeeren aan de Heeren Staaten van Holland, en dat Hoogstdezelven daar op aan Ijïiem. hadden doen toekomen eene Refolutie, waar  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 295 by hy uitdrukkelyk wierd gelast om zich in geenerlei verantwoording omtrent de ordres door hem gegeven, anders dan aan hooggemelde Heeren Staaten van Holland zelve in te laten, met qualiflcatie om van dat Declaratoir van hooggemelde Heeren Staaten , aan den Raad kennis te geven. Dat de Raad daar op noodig hadde geoirdeeld, gemelden Generaal Major nader te gelasten, om met de retourneerende Bode, over te zenden Copie van de zoo evengemelde door hem^ealleuueerde Refolutie, omme daar uit te doen confteeren, of de intentie van welgemelde Heeren Staaten in der daad wel ware, dat hy Generaal Major aan den Raad ook zelfs niet zoude berichten wat 'er in fafto ware van de voornoemde by hem gefielde ordres; dan dat hoe zeer de Raad zich niet hadde kunnen verbeelden, dat in de voorfz. gerequireerde Copie eenige de minfte mysterie voor haar zoude gelegen zyn , door de Heeren Staaten van Holland hem Generaal-Major volgens zyn fchryven, zelfs hadden geauthorifeerd om van het gemelde Declaratoir aan den Raad kennisfe te geven,dezelve Generaal-Major echter hadde goedgevonden die Copie niet over te zenden, maar in tegendeel den Bode te laten vertrekken, zonder zelfs te fchryven, dat en waarom hy aan gemelde ordre niet ftond te obtempereeren. Dat hier op best was geoirdeeld, nopens deze zaak direct te fchryven aan de Heeren Staaten van Holland, en dat daar toe ook in gereedheid was gebracht een Concept-Misfive ; doch dat op den 2often der gepasfeerde maand November, wanneer over het arresteeren van dezelve ftond te worden gedelibereerd, was ingekomen eene nadere Misfive van meergemelden Generaal-Major; houdende: dat hy door voorkomende omftandigheden belet zynde, om aan den inhoud van des Raads Refolutie van den loden dier maand, zoo fpoedig te voldoen, hy als nu de eere had te berichten, dat hy zich onbevoegd bevond Copie van de meergemelde Refolutie aan den Raad te kunnen toezenden. ï 4 Dat  ao5 Verzameling van Stuklen betrekkelyk tot Dat hangende de verdere deliberatien van den Raad over deze zaak, ter gelegenheid van het honden eener Conferentie met Heeren Gedeputeerden van Hun Hoog Mogenden en Gecommitteerden van den Raad , en na dat de zaaken, waar toe die Conferentie was aangelegd, waren afgelopen, de aanwezende Heer Gedeputeerde van Ütrecht had geinfteerd, en ten fterkftcn geurgeerd, ten einde de Raad ten allerfpoedigflen een finaal advis over deze zaak zoude uitbrengen. Dat by deze inftantien de Heeren Gedeputeerden van vyf Provinciën zich hebbende gevoegd, de Raad dien conform, daar toe by ftcreete Refolutie is verzocht geworden. Dat de Raad als nu haare gedachten over deze zaak zullende uiten, en tot eer en grondflag leggende, den onwrikbaaren en tot neg toe nimmer in twyffel getrokken ftelregel, dat geen Militie op het Territoir van eene der Provinciën kan noch mag komen ponder confent van den Territoriaalen Souverein, zonder hafitatie meent, het in het generaal daar voor te moeten houden, dat het met de gronden der Conftitutie van deze Republiek met de relatie waar in de Militie van den Staat tot de Provircien gezameclyk is ftaande , en met de verplichtingen uit die relatie voortvloeiende, geenszins kan overeen gebracht worden, dat door een Generaals Perfoon, ordres zouden kunnen gegeven werden, om, zotder Territoir te ontzien; dat is: zonder toeRemming van den Territoriaalen Souverein, Troepes binnen eenige Provincie te doen trekken ; of dat ook Officieren van minderen rang, order het corr-mar do van zoodaanig Generaals Perfoon gefteld, aan die ordres zouden kunnen of mogen voldoen. f at deze verplichting op de Militie van der Staat leggende, uit hoofde van hunne betrekking tot het gemeere Lighaam van den Staat , en een gevolg spyrde der Conftitutie door de gezamenlyke Bond, genppten yastgefteld^ het even zeker is, dat geen Ge»  de Gebeurtmüfen in 1787 enz. voorgevallen. 297 Generaals Perfoon of mindere Officieren, van die verplichting kunaen worden ontflagen door eene afzouderlyke Provincie, Dat het eene zaak van de nadeeligfte confequentien en van de gevaarlyklte vooruitzicht zoude zyn, wanneer tot het losmaaken van de voorfz. banden, voet gegeven zoude worden, dat ordres, welke van dat principe afwyken, door eenen commandeerenden Officier gefteld wordende, van de nadeelig. fte uitwerking moeten zyn voor de fubordinatie, zonder welke geen Armée beftaan kan, noch beantwoorden aan het oogmerk waar toe zy is gefchikt, want dat natuurlyk de executie dier ordres, veel af zoude hangen van het verfchiüend begrip , het welk Officieren van ondergeschikten rang, zjchmeenen te moeten vormen van de meerdere of mindere verplichting, onder welke zy zich gebracht hebben , door den ééd dien zy in hunne eerfte en primitive relatie aan de Generaliteit hebben gedaan , ten gevolge, dat dezelve noodwendig worden gebracht in de grootfte anxieteit, en in hun begrip omtrent de fubordinatie en den ééd mistastende, gevaar zouden kunnen lopen, om wegens manquement aan hunnen plicht, in eene dier beide opzichten, geaétioneerd te worden. Dat wanneer aan deze klaare en eenvoudige gronden, in abftraiïo getoetst worden, de ordres welke door den Generaal Major van Ryssel, volgens de Misfive der Heeren Staaten van Utrecht gefteld zyn, en waar van de exiftentie in het bericht van den Collonel van Pabst geavoueerd word, het zoo zeker fchynt, dat dezelve als alleszins inconftitutioneel moeten befchouwd worden, en dat geen last van eene particuliere Provincie denzelven daar toe heeft kunnen bevoegd maaken; dat de Raad mede zoude zyn gevallen in een begrip, dat de gemelde Ordres niet uit last der Heeren Staaten van Holland en West-Friesland konden gefteld zyn, indien niet de Raad uit het bericht van gemeldep Generaal Major gezien hebbende, dat T 5 4*  2o8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dezelve zich beroept op eene Refolutie van hooggemelde Heeren Staaten, waar by hem gelast was, om zich in geenerlei verantwoording omtrent de door hem gegeven Ordres,anders, dan aan Hoogstdezelven in te laten, had gemeend, daar uit te moeten opmaken, dat de grond van dezelve ordres was te vinden in de Refolutie van dezelve Heeren Staaten van den 6den Odtober laatstleden, waar by Hoogstdezelven hem Generaal Major hebben aangefchreven, om ingevalle de Stad Utrecht vymdelyk mogt aangevallen , of door aanmarsch van Troepes uit Gelderland in gevaar gebragt worden, als dr,n met de Troepes, onder zyn Commando ftaande, dezelve Stad naar vermogen te helpen dcfendeeren , en alle violente aanflagen daar tegens, 200 veel doenlyk, te verydelen. Dat de Raad in dat denkbeeld is bevestigd geworden, wanneer zy uit de Misfive van meergedachte Heeren Staaten van Holland aan die van Utrecht op den zelfden 6den October gefchreven, (en van welke Misfive laastgemelde Heeren Staaten in derzelver fchryven van Hun Hoog Mogenden mentie maaken) is ontwaar geworden, de ken nisgeving, door de Heeren Staaten van Holland aan de Heeren Staaten van Utrecht gedaan, van Hoogstderzelver aan de Stad Utrecht toegevoegde byftand en befcherming, en zulks, zoo als daar by gezegd wordt, tot gerustftelling der geagiteerde gemoederen en tot beter bevordering van eene minnelyke vereffening van zaaken, en alleen in een geval, het welk zy Heeren Staaten van Holland vastftellen , dat nimmer zoude kunnen exftèeren , immers niet, zonder dat als dan zoodaanigen byftand door de Heeren Staaten van Utrecht zelve voor aangenaam zoude worden gehouden, en met alle vermogen gefecondeerd. Dat wanneer dus de Raad deze zaak niet in het afgetrokkene, maar in alle haare omftandigheden heeft befchouwd, zy wel aan de eene zyde in de fuppofitie, waar in de Heeren Staaten van Hol-  de Gebeurtenisfen in 1787 mk voorgevallen. 290 Bolland gelyktvdig met het nemen van voorfz. Refolutie,aan dé Heeren Staaten van Utrecht heb. ben gefchreven, geverfeerd te hsbben. met opzicht tot Hoogstderzelver concurrentie in de mid. delen , welke cafu quo ter befcherming der Stad Utrecht zouden worden aangewend, heeft gemeend te vinden een bewys van het conftant begrip der Heeren Staaten van Holland zelve, dac geen Militie op het Territoir eener Provincie kan komen , zonder confent der Heeren Staaten dier Provincie, en dus daar uit overeenkomftig Hoogstderzelver te meermaalen gemanifesteerde ernst, om de wettige Conftitutie te handhaaven, heeft gemeend te mogen elicieeren, dat geen intentie hebben gehad, Bat ordres zouden worden gefteld, waar door het Territoir der Provincie van Utrecht zoude kunnen geacht worden gevioleerd te zyn, doch dat echter aan de andere kant, ook dan zelfs, wanneer men de zaak in de voorfz. fuppofitie befchouwd, niet ]can worden gejustificeerd; dat de meergemelde Ordres door den Generaal Major van Ryssel daadelyk, en zonder dat de veronderftelde concurrentie der Heeren Staaten van Utrecht effettivelyle gevolgd was, zyn gefteld geworden, en dat mitsdien de Raad vertrouwde, dat van de cordaatheid en yver voor het gemeene welzyn van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland mag worden verwacht, dat Hoogstdezelve niet zullen hsfiteeren, om zoo ten verzoeke van de Heeren Staaten van Utrecht, als ter contemplatie van het gantfche Bondgenootschap, daar te Hellen zoodaanige middelen van gerust Helling en voldoening, dat aile jmpresfien, welke de geftelde Ordres hebben veroirzaakt, werden uitgewischt, en geprsvenieerd de nadeelige gevolgen, welke daar uit zouden kunnen refukeeren. Dat mitsdien de Raad van advife zoude zyn , dat de generaale Aanfchryving aan de Commandeerende Officieren der Regimenten in dienst van den Staat, by het Rapport van den 6den November 4fót$t-  3co Verzameling van Stukken betrekkelyk tot laatstleden voorgefiagen, zoude behooren ter Con» clufie te worden gebragt. En dat voorts Hun Hoog Mogenden by Refcriptie op de bovengemelde Misfive van de Heeren Staaten van Utrecht, aan Hoogstdezelven zouden behooren kennis te geven van de hier voorengemelde informatien by den Raad van Staaten genomen; met by voeging: dar Hun Hoog Mogenden de verplichting van de Militie om niet dan met confent van den Territoriaalen Souverein, in deze of gene Provincie te marcheeren, houden voor eene zoodaanig klaare en ontwyffelbaare zaak, dat Hoogstdezelven zich niet anders kunnen voordellen , dan dat wanneer zy Heeren Staaten van Utrecht zich wegens de Ordres door de Generaal Major van Ryssel gegeven, direct aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland hadden geaddresfeerd, en de verlangde gerustftelling en voorziening daar tegens gevraagd, (waar toe de omftandigheden dezer zaak en de Correspondentie tusfchen Hoogstdezelven, en de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland over het by laatstgemelde Heeren Staaten gerefolveerde op den 6ien Octob-r plaats gehad hebbende, geen ongefchikte aanleiding fcheen te geven) als dan alle billyke redenen van klachten zouden zyn uit den weg geruimd; en dat Hun Hoog Mogenden aan Hoogstgemelde Heeren Staaten van Utrecht in bedenking gaven, of het niet tot eene harmonieufe afkomst in dezen zoude kunrjen dienen, wanneer als nog dien Weg wierd ingeflagen; terwyl Hun Hoog Mogenden intusfchen niet hebben willen nalaaten, om tot appuy van het verzoek van hun Heeren Staaten van Utrecht, ook haare goede Officien by hooggemelde Heeren Staaten van Holland aan te wendei Dat ten dien einde door Hun Hoog Mc [enden wyders by Misfive aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland zoude behooren te wo- en kennis gegeven, zoo wel van het voorfz- beklag door de Heeren Staaten van Utrecht gedaan, als yaq I  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, solvan de voornoemde informatien, door den Raad van Staaten genomen, en aan Hun Hoog Mogenden gecommuniceerd; mitsgaders van de Confideratien door welgemelde Raaden op deze materie, zoo in het generaal, als met betrekking tot hec voor handen zynde geval gefuppediteerd; en voorts met by voeging: dat wanneer Hun Hoog Mogenden in aanmerking genomen, zoo de byzondere omftandigheden dezer zaake, als de te meermaaleü door de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland betoonde blyken, van derzelver zorg voor de bewaaring der Conftitutie, en wanneer Hun Hoog Mogenden zich vooral herinnerd hebben de energiciue bewoordingen, waar mede hoogstgemelde Heeren Staaten zich geëxpliceerd hebben in derzelver Provinciaal Advis van den 2 Mey 1663, door te zeggen: dat volgens het gerefolveerde van den jaar e 1651, geene Militie in eenige der geünieerde Provinciën kan. of vermag gezonden ofte gebragt te worden, noch ook ten aanzien van de Militie zelfs, de gemelde Provinciën in te trekken, zonder voorgaande Patent van de Beer en Staaten derzelver Provincie, Hun Hoog Moeenden wel niet konden of mogen lupponeeren, dat dezelve Heeren Staaten van dat principe zouden hebben willen afwyken, of eene Deur zouden willen open zetten, voor de gevaarlyke gevolgen waar toe de losmaaking van zoodaanig fundamenteel Poinct der Conftitutie en Vryheid aanleiding zoude geven, Hun Hoog Mogenden echter zich niet mogen dispenfeeren, om aan Hoogstdezelven onder het oog te brengen, de fenfatie welke hec daadelyk ftellen van meergemelde Ordres veroirzaakt heeft, en de verkeerde impresfien en effecten, welke dezelve by de Militie, ook met opzicht tot de Subordinatie niet alleen natuurlyk hebben moeten, maar ook in dit geval uit hoofde van het verfchillend begrip der Officieren omtrent hunnen ééd en plicht reeds gehad heeft , dat Hun Hoog Molenden meenen te kort te doen aan de wysheid en penetratie van hooggemelde Heeren Staaten,  302 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot indien zy deze materie dieper wilden intreeden, en mitsdien zich zouden vergenoegen, om met al den ernsc, welke het gewicht der zaake rr.eriteerd, Hoogstdezelven te verzoeken, om dit alles in nadere overweging te willen nemen, als wanneer Hun Hoog Mogenden niet anders mogen verwachten dan datHoogstdezelven niet zullen hsefiteeren, om zoo ten verzoeke en contemplatie van de Heeren Staaten van Ucrecht, als tot wegneming van alle verdere ombrage en voorkoming van nadeelige confequentien, uit een diergelyk exempel, zoodaanige getustftelling en explicatie omtfent derzelver waare intentie met opzicht tot den last aan meergemelde Generaal Major te geven, als tot welzyn van het lieve Vaderland, en confervatie van den zoo hoog noodzakelyken band der Unie, meest gefcbikr kan zyn- Dat eindelvk Hun Hoog Mogenden vertrouwen, d->t het aan de attentie van hoogstgemelde Heeren Staaten by het nagaan der hier boven gemelde doot den Raad van Staate gegevene informatien, niet zal Prhanpeeren, dat het gedrag van gemelde GeneraalMaior van Ryssel, ten reguarde van welgemelden Raad gehouden, door het niet obtempereeren aan de gedaane requifitien, en het weigeren zelfs van ^.en eenvoudig bericht en Copie eener Refolutie, waar óp hy die weigering fundeerde, niet is overTen te brengen, met de relatie, in welke dezelve r èneraals Perfoon tot de Generaliteit en gedachten fcaad i« ftaande; en dat Hoogstdezelven mitsdien *Pde onbezwaard zullen zvn, om conform derzelver te meermaalen gemanifesteerd begrip, te con'"ree-en tot maintien van eene wettige en met de #v!wft?Mitie overeen komende authoriteit, den Raad Snatrn over de Officieren en Militie van den graat door de ?efamenlyke Bondgenooten opgedratrpn en ropverrronwd. _ :. 6 n»t eindelvk Hun Hoog Mogenden by Misfive gJ Ao Hee^n Staaten der vyf overige Provinciën !n.,den behooren kennis te geven, van de boven. wfi*  de Gebeurtenisfen in 1787 ent. voorgevallen. 303 gemelde zaak, eüde deswegens door den Raad gefuppediteerde informatien en confideraiien, mitsgaders van het antwoord door Hun Hoog Mogenden aan de Heeren Staaten van Utrecht, op derzelver voorfz. Misfive gegeven, en van de devoiren, welke Hun Hoog Mogenden by de Heeren Staaten van Holland tot bevordering van eene geichikte afkomst van deze zaak hebben aangewend. Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden zich met het voorfz. geadvifeerde van wegens den Raad conformeerende, van gedachrea zouden zyn, dat dien conform by Hun Hoog Mogenden zoude behooren te worden gerefolveerd. Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Gelder» land zich met het voorfz. Rapport geconformeerd. Aanteekening van de Provincie- van Holland en West - Friesland. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en West-Friesland hebben zich hier op niet ingelaaten, als begrypende, dat die zaak niet van het Resfort van de Tafel van Hun Hoog Mogenden was. Aanteekening van de Provinciën van Zeeland, Friesland, en Stad en Lande. De Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van ZeelaDd, Friesland en van Stad en Lande, hebben het voorfz. Rapport Copielyk overgenomen, om in den haaren breeder gecommuniceerd te worden. Aanteekening van de Provinciën van Utrecht en van Overysfel. De Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Utrecht en Overysfel, hebben aangenomen zich hier op nader te zullen verklaaren. Accordeert met het voorfz. Register. N9.  304 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof 1464. Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, aan de Heeren Staaten Generaal, om Hun Hoog Mogendens nadere voorziening tegen de ordres door die van Holland gegeven, om hunne Troepes na Utrecht te doen marcheeren. In dato den 3 Mey 1787. Hoog Mogende Heeren! Door onze in 'sHage aanwezende Gecommitteerde ter Generaliteit, iuccesfivelyk zynde onderricht geworden van het gene zoo ter Vergadering van U Hoog Mogenden als in de Befognes met Gecommitteerden uit den Raad van Staate behandelt en voorgevallen is, betrekkelyk de ingekomene tydingen, naderhand door zekere informatien bevestil e» van de door den Generaal Major van Ryssel gerenouvelleerde ordres aan eenige Commandeerende Officieren van Regimenten, in de Provincie van Holland gecantonneerd leggende , ten einde op zekere gefixeerde Seynfchooten zich marschvaardig te maaken , en vervolgens na Utrecht te trekken; hebben wy aan den eenen kant met een waar genoegen, daar uit mogen vernemen, de zoozeer gepaste directie en nodige maatregelen, door U Hoog Mogenden en de Raad van Staate refpedive gehouden en genomen, doch zyn aan den anderen kant, omtrent de zaak zelve, over deze herhaalde illegale en alle gronden renverfeerende ondernemingen van gemelden Generaal Major, waarover zich de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht reeds Van den beginne af aan zoo nadrukkelyk als rechtmatig beklaagd hebben, zeer gevoelig aangedaan geweest, en vinden geene woorden genoeg, omde Ver uitziende gevolgen, die wy daar vahapprehendeeren, uit te drukken. Wy hebben ons niet kunnen dispehfeereh, öirt ónze fenrimenten deswesrens aan de Heeren Snaren Van Holland en West-Friesland by eene Misfive Open te leggen , waar van wy de vryheid gebruiken  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 30J ken hier nevens aan U Hoog Mogenden een affchrift te doen toekomen., ons kortheidshalven tot deszelfs inhoud refereerende , gelyk wy ook teffens gemeend hebben, by circulaire Misfives, gelyke communicatie aan de overige Bondgenooten te moeten doen. Wy houden ons verzekert, dat U Hoog Mogenden de door ons in dezen gedane demarche wel zullen gelieven te billyken, terwyl wy vorders hoo» pen en vertrouwen, dat U Hoog Mogenden by continuatie niet zullen ophouden in den yver, welke tï Hoog Mogenden tot hier toe bezield heeft, ora de heilzaame , maar thans zoo dikwyls aangerande gronden der conftitutie van het Bondgenootfchap* door Hoogstderzelver gezag op alle mogelyke wyee, tegens allen verderen inbreuk en ondernemingé te conferveeren. Voor het overige voegen wy hier nög by het genotuleerde van het gene ter dezer gelegentheid tusfchen onze Gecommitteerdens en de Gecommitteerdens 's Lands van Utrecht, in een Conferentie alhier is verhandelt, en van het gunt daar op door ons is gerefolveerd. Waar mede eindigende, blyven wy, na ÜHoög Mogenden inGoDEs heilige befcherminge bevolen te hebben. Gefchreven te Arnhem den 3 May 1787. Hoog Mogende Heeren! (Onder ftond) U Hoog Mogende goede Vrien* den, De Staaten des Furftendoms Geïre en Graaffchaps Zutphen. (lager flondt) Ter Ordonnantie van dezelven* (was ger.) Bern. Joh» Hoep. XVIIL DeeL V Kö»  Sof5 Verzameling van Stukken betrekkelyk. tot N°. 146V. Misfive van de Heeren Staaten van GeU derland, aan die van Holland en West-Friesland, tol intrekking der nadere ordres door Hun Ed. Gr. Mogenden aan den Generaal-Major van RyssEL gegeven. In dato den 3 May 17^7. Edele Mogenee Heeren, Byzondere goede Vrienden , Nagebuuren en Bondgenooten ! Het was ciet zonder gevoelige aan doening, dat wy op gbterendoor legaale communicatie verftendigd wierden van de ordres, welke den GeneraalJVIajor van Ryssel nu ten tweedenmaale aan eenige Mili'ie tot het Cordon in U Ed. Mogenden Provin. cie gehoorende,en door denzelvengecommandeerd wordende , afgevaardigd had , om zich marschvaardig te houden, ten einde op zekere llgnaalen, terftond na een opgegevene rendez-vous in de Provincie van Utrecht te marcheeren: en zoo zeer als het zelve by ons een rechtmaatige fenlatie verwekt heeft, zoo zeer en nog meerder hebben wy moeten billyken, de apprasaenfie, die zulks by de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, met welker Gecommitteerden eenige Leden uit ons midden op heden alhier in conferentie zyn geweest, uitwyzens het nevensgaande Extract omtrent het genotuleerde van die Befoigne, en het gene des. wegens by ons is gerefolveerd, het gene wy vermeend hebben aan de kennis van U Ed. Gtoot Moeerden niet te mogen onttrekken, gebaard heeft. Wy bevinden deze zaaken, Ed. Mogende Heeien! al te ernftig, dan dat wy daar over niet duidelyk i of met bewimpelingzoudenfpreken; neen, wy gevoelen ons tè zeer door oprechte zucht voor het lieve Vaderland, door zuivere begeerte voor het behoud van den band der Unie, door een plichtmaa» tigen iever voor de bewaaring van vryheid, veiligheid en onafhangelykheid van ons eigen Gewest, en die van onze mede-Bondgenooten, en, met óén woord,  de Geleurtenisfen in 1787 ««2. voorgevallen. 307 woord, door de volmaaktfte overreediog. van ons sewisfe, en met een leevendig befef, dat wy alle eens ten geenen dage niet alleen van onze daaden en bedoelingen, maar ook van onze nalaatigheid in de betrekkingen , waar in ons de Voorzienigheid geplaatst heeft, vooral wanneer het op het behoud Of den ondergang van het weleer gezegend, doch thans zoo zeer gefolterd en wankelend Gemeenejbest aankomt, aangedaan, dan, dat wy een oogenjblik zouden aarfelen, om cordaatelyk onze gevoe» lens in dezen hachelyken toeftand, aan ü Ed. Mogenden open te leggen. , En dan moeten wy aanmerken , dat het in jacto zeker en geavereerd is, dat de Generaal-Major vaïï Ryssel, de Perfoon die uit U Ed Mogenden Provincie de cantonneerende Troepes commandeert,in de maand van Odtober des gepasfeerden jaars een ordre gegeven heeft aan de Commandanten van eenige Regimenten, tot het zelvegehoorende, óniori het eerfte gedeiïgneerde fein zich marschvaardig te maaken, en op het tweede fein, aanftónds langs de kortfte en gemakkelykfte weg naar de Plaatfe hunner rendez-vous in de Provincie van Utrecht, zonder Territoir te ontzien, te marcheeren, en,aldaar de ordres van den voornoemden Generaal af te wach- tG En volgens de narichten, welke wy al nu bekomen hebben, en aan welkers echtheid wy geen odgenblik mogen twyffelen, heeft denzelven weder foortgelyke ordres afgevaardigd. Een van beide is zeker, of zulks is door denzeU Ven verricht uit eigene hoofde, of hy heeft daar toe vaD U Ed Mogenden, of van.die genen, welké door UEd. Mogenden zyngequalificeerd, eenepréas lable last bekomen. , , t k Is het eerfte waar, zoo moet het onbegrypelyK Voorkomen, dat U Ed. Mog. ten aanzien van de door hem in Oöober 1786 gegevene Ordres niet tot de billyké, en gedeclareerde intentie van den Raad *an Staatei waar mede zich eenige Prövineien gsV voefcd  3o8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voegd hebben , hebben gelieven toe te fchieteff^ dat dezen Officier, aan welke U Ed. Mogenden zoo een gewichtige post hadden toevertrouwd, deswegens ter verantwoording geroepen wierd door welgemelden Raad; doch indien U Ed. Mogenden al in begrip mogten ftaan, dat hy dieswegens alleen voor U Ed. Mogenden responfabel zoude wezen, dan blyft het even onbegrypelyk, dat U Ed. Mogen den, tot wegneming van de door deze pas zoo noodwendig veroirzaakte ombrage, zoo by de Heeren Staaten van Utrecht als andere Bondgenooten , hem zelve dieswegens niet hebben doen corrigeeren , maar in tegendeel het commando hebben laaten behouden, en zelfs zich weigerachtig getoond hebben, om ten dien opzichte eenige gerustheid aan derzelver mede-Bondgenooten te geeven Maar is het tweede waar, dat naamelyk deze ordres door U Ed. Mogenden zelve, of op U Ed. Mogenden authorifatie zyn verleend geworden , dan blyft allee*, de vraag over, of U Ed. Mogenden daar toe bevoegd geweest zyn ; en van deszelfs negative zyn wy zoodaanig overtuigd, dat wy U Ed. Mogenden zelfs Richters laatende, het daar voor houden, dat U Ed Mogenden het recht daar toe niet zouden willen foutineeren, en nog minder met reden zouden kunnen ftaande houden. De gronden ten dezen opzichte by het Generaliteits Rapport van den 8 December 1786 aange. haald . en uit de waare Conftitutie van het BondgeDootfchap gederiveerd,zyn zoodaanig overtuigend, dat ra ks aldaar met het grootfte recht als een klaare e> m wyffelbaare zaak word voorgefteld, en men ?an U Rd Mogenden penetra'ie te kort zoude doen, 'indien men 'verondei ftellen wilde, dat, en dieswegens by U Kd, Mogenden, zelfs eenige fchacuwe van bedenkinge zoude mogen plaats hebben. Immers, dan was de Souvereiniteit van ieder Provii cie op zich zelve,eene loutere chimère geworden ( Dan moest den ééd, die de Militie van den Staat in  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 309 in haare eerfte en primitive relatie aan de Generaliteit komt te doen, voor een niets beduidende ceremonie worden befchouwd. Ja dan zoude het Verbond van Unie in plaats van de. grondzuil voor Vryheid en Onafhankelykheid der Provinciën, veeleer de Klip waar op die beiden moesten ftranden, komen op te leveren, inzonderheid voor de minvermogende Provinciën, die zich dan ras konden voordellen Wingewesten van de meest vermogenden te zullen worden. Trouwens wy kunnen naauwelyks, ten ware men moest onderfte!len,dat het op eene totaale vernietiging van den band der Unie gemunt was, van U Ed. Mogenden vermoeden, dat zoo een gehazardeerd fysthéma zouden willen omhelzen, en dermaate degenereeren van derzelver_Voorzaten , die zich hier over meer dan eens, en inzonderheid by derzelver Provinciaal Advis van den 2 Mey 1663, in deze energique bewoordingen geëxpliceerd hebben. Dat volgens het gerejolveerde van den jaar e 1651, geene Militie in eenige der geünieerde Provinciën kan of vermag gezonden of geb'agt worden, noch ook ten aanzien van de Militie zelfs, de gemelde Provincie in te trekken zonder voorgaande Patent van de Staaten derzeb'er Provincie. En zyn het die zelfde gronden, welke op U Ed. Mogenden volgens Hoogstderzelver Misfive van den 6den laatstleden aan de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht gefchreven, noch haaren invloedfchynen gehad te hebben, als waar by ter gelegenheid van de impresfie, welke de door U Ed. Mogenden aan de Stad Utrecht toegezeide byftand en befcherming, op Hooggemelde Heeren Staaten gemaakt hadden, zich hebben gelieven te expliceeren, van daar toe nimmer te zullen hebben overgegaan , zonder dat zoodaanige byftand door de Heeren Staaten van Utrecht zelve voor aangenaam zoude zyn gehouden. Ondertusfchen onaangezien dit alles, x'.i. MoV 3 gen-  gio Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gende Heeren ï de zaaken zyn gebeurd, de veruit» ziende Ordres tot het marcheeren na de Provincie var; Utrecht, zonderaanzien van Territoir, zynverleend , — zyn ten tweedenmaale verleend^ en wel pp dien tyd, toen de gelardeerde Provincie over de eet Itemaal nog vrugteloos klagende was, in een tjd van aanmerkelyke verkoelinge tusfchen, en O'-rust en verwarrlnge in verfcheide Provinciën, ^ie het onderling vertrouwen op elkander grootendeels verlooren hebben, en door zoodaane demarches, het geen 'er nog van overig was, geheel en al verliezen zuilen. En wat is nu het befluit dat hier uit valt opgemaakt te worden. Wy konnen onze rechrmaatige, en maar al te Waarfchynelyke bekommering niet verbergen, dat eerlang (wy zeggen het met innigst gevoel van fmerte over het lieve Vaderland) die noodlottige dag zal aanbreken, op welke de reeds zoo zeer verzwakte band der Unie, geheel van elkander ftaat gereeten te worden. En het is in dat fchroomelyk vooruitzicht, dat wy nog eene uiterfte poginge hazardeeren, doorU Ed. Mog. by al wat dierbaar is, en met al dien ernst, welke het groot gewigt der zaak ons inboezemt , zoo vriendnabuurlyk als welmeenend verzoeken, ja ten allerkrachtigften by U Ed, Mogenden aanhouden, om doch de zaaken niet verder uit zyn geheel te brengen, maar met die edelmoedigheid en cordaatheid, welke aan het Souverein gezag geen geringen luister byzet, werkzaam, te willen zyn, tot opruiming van de rechtmaatige bekommeringen, welke door de zoo vreemde demarches van den Generaal Major van Ryssel, zoo b,y de Heeren Staaten van Utrecht, als daar in principaal geconcerneerd, als by ons en de overige Bondgenooten, die in de confervatie van de ynie en van de onafhankelykheid van ieder Lid van dezelve een gemeen belang hebben, en onderlag plegtig verbonden zyn elkanderea daar by . i •'J' ' Ér  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 311 te handhaaven, gebooren zyn, en Hoogstdezelven diesweeens de noodige gerustheid te willen geven. Voorts derzelver beste, en veel vermogende poogingen (welke wy zoo veel in ons zal wezen, Saarne met allen yver zullen fecondeeren) te willen aanwenden, ten einde het voorig vertrouwen tusfchen de Bondgenooten eens weder moge opwakkeren en herleven, en de gezegende Conltuutie geconferveerd tot in het laatlte der dagen. Waar mede eindigende, zullen wy Edele Mogende Heeren. byzondere goede Vrien. den, Nugebuuren en Bondgenooten! V Ed. Mogenden bevelen in Godes genadige beïcherminge. Gefchreven te Arnhem den 3 May 1787. (Onder ftond) U Ed. Mogenden goede Vrienden, De Staaten des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. (lager ftondt) Ter Ordonnantie van dezelven , (waf geteekend) Bern. Joh. Hoff. V4  jiz Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N0« 1466. Extratt uit het Reces des Landdags van de Heeren Staaten van Gelderland, behelzende Hun Ed. Mogenden Refolutie over de inconjritutioneele ordres door die van Holland aan den Generaal Major van Ryssel gegeven. In dato den 3 May 1787. Jan Elias van Lynden, extraordinaris Raad, en andere Hun Ed. Mogenden Gecommitteerden by Kdolutie van den aden dezes benoemd, om met Heeren Gecommitteerden van de Gedeputeerde Staaten s Lands van Utrecht. W. E. de Perfoncher tot mipherdyk, en T. S. R. van Reeds Meer van Amenngen, welke op gisteren alhier waren aangeKomen, te confereeren over zoodaanevoornag, als by welgemelde Gecommitteerden zoude worden gedaan, en by derzelver Misfive van den 2den dezes reeds was vervat; voorts over bet gunt by 's Landfchaps Refolutien van den yden en ijderi September 1786 Dader was gementioncerd; h-hh** tP, V.r^derins geapporteerd : Dat Zy Gecommitteerden ingevolge en ter voldoeninge van bovengemelde Hun Ed. Mogenden Refolutie met welgemelde Heeren Gecommitteerden s Lands yan Utrecht op heden in conferentie getreden zynde, door dezelven was te kennen gegeven,, u &c Dat by Refolutie van den iften dezes, by Heeren Gedeputeerden 's Lands van Utrecbc was goedgevonden, de Heeren of wel eenige van dezelven, •elke den Sfien September 1786* by de Heeren Staaten s Lands van Utrecht waren benoemd geweest tot conferentien roet de Provincie van Gel. derland, te verzoeken, van zich op de geheimfie en Bfn,« otnflagtigfte manier te begeven naar die Provincie, en aldaar op zoodaanige wyze, als ter bereiking van de intentie van welgedachte Heeren Gedeputeerden in dezen het beste zoude voorko. men,, te kennen te geven, de ongelukkige fituatie waar in de Provncie van Utrecht zich bevind, by?f£4ö Pok door de iflQQafti^Uoneeh? ftaopen, ÜQQic  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 313 door de gegevene ordres van den Generaal Major van Ryssel. Dac de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, aanftaande Saturdag deswegeus zullende delibereeren» apparent als dan in coufideratie zoude komen , wat tot veiligheid.en befcherming in de Provincie van Utrecht by de hand zoude moeten worden genomen. Dat daar toe als dan mede by hooggemelde Heeren Staaten in overweginge zou Je kunnen genomen worden, niet alleen om de hulp en adfiflentie van hunne Bondgenooten te verzoeken, maar ook in het byzonder, vermits het geringe aantal van Troepes in hunne Provincie ais de Nabuurigfte, te infteeren tot hei laaten uitvolgen van eenige Troepes als anderszins, tot defenfie van welgemelde rrsvincie. Hebben zy Gecommitteerden 's Lands van Ucrecht, tot nadere elucidatie daar verder bygevoegd: • dat Heeren Gedeputeerde Staaten van voornnemaca Lande voonjcineus w zal worden gedepe- cheerd,  ie Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 5ï$ cheerd, en het illegale van voorfz. ordres door alle blkwaame en gekste redenen daat; by ungedrongen worden , mitsgaders daar van kenmslewordenfegeven, zoo aan Hun Hoog Mogenden, en dentód vm Scaaten, als aan de verdere Hooge Bondgenooten, met toezending van Copie der Misfive aan de Staaten van Holland gefchreven, Authorifeeu-nde Hun Ed. Mogenden dien onver» minderd, welgemelde Gecommitteerden dezer Landfchappe , tot het houden der Conferentien, met Gecommitteerden 's Lands van Utrecht, en met laatst, gemelde Gecommitteerden te concerteeren , en nes noods werkftellig te maaken, wat tot defenfie zoude konnen ftrekken en tot afweering van alle zoodaane invafien, als op de Provincie van Utrecht zouden konnen worden ondernomen, en van de waaricnynelykheid van dien aan welgemelde Gecommitteerden genoegzaam komen te confteeren, en dus onder uitdrukkelyke voorwaarden, dat de » welke in zoodaanig onvernoopt geval van wegens. deÏÏ Provfncie nagde Provincie van Utrecht mogtln worden afgezonden, tot geen andere eindens, als tot eene eigenlyk gezegde defenfie zullen worden eeëmployeerd. Voorts zoodaanig, dat in cas van het laten marcheeren van Troepes uit deze Provincie na die van Utrecht, dezelve door de Heeren Staaten van Utrecht zullen worden te rug gezonden op de eerfte requifitie, wanneer die binnen deze Provincie noo, dig zullen bevonden worden. (Onder ftond) Pro v^ro Extrattu. (was grt.) Joh, Hof?. No.  $16 Verzameling van Stukken betrekkelyk'tot N°. 1457. Misfive van de Heeren Staaten van Utrecht, aan de Heeren Staaten Generaal, ten einde de Generaal Major van Ryssel belet werde zyne ordres ter uitvoer te brengen. In dato den 3 May 1787, Hoog Mogende Heeren! De Misfive door U Hoog Mogenden aan ons en de verdere Provinciën den 24ften April jongstleden gefchreven, hebbende tot Bylage eene Misfive van den Raade van Staate aan U Hoog Mogenden, is by ons ontvangen en op heden gelezen, de vertooninge door den Raad van Staate daar inne gedaan van den Staat van ons Gemeenebest en de respeüive Leden daar van, is alleszins conform de waarheid, en wy wenschten harcelyk, dat zoodaanig tafereel niet kon.worden gefchetst, immers gedeeltelyk oanoodig was; wy con venieeren gaarne zoo met U Hoog Zogenden als den Raad, dat het hoog tyd word, ora een einde vau miv uc .v,™,i,6i>0^, «»«on.niruüoneele pasfen te maaken ; dit, en de wederbrenginge van de goede order en harmonie tusfchen de respeöive Provinciën zelve, is alleen gefchikt om hec welvaaren der Provinciën (zoo het zelfs daar toe tog tyd is) onder den Goddelyken zegen weder te brengen; dan het is ü Hoog Mogenden bekend, dat zulks aan ons niet konde worden geweeten ;bin« nen onze Provincie, en inzonderheid binnen de Steden Utrecht en Wyk zyn de verwarringen we,l groot; verwarringen , welke op de geheele Provincie van eenen merkelyken aangelegenheid zyn, en waar door wy verhinderd worden de algemeene Befoigne van het Bondgenootfchap ter harte te nemen;doch U Hoog Mogenden weeten, dat de Heeren Staaten der zes Provinciën aan ons haare tusfchenkomsE hebben geoffereerd, en teffens ons op het vriendelykfte verzogt, om deze tusfchenkomst af te wachten, alvoorens eenige andere middelen tot wederbrenginge van de authoriteit te employeeren;enhet is  'ét Gebeurtenis/en in 1787 enz. vowgevaltm. 317 rè dit verzoek, waar aan wy aanitonds gedefereerd hebbende, voor ons ook weinig anders overig bleef als het effeét in de daadelyke praïstatie door tusfchenkomst af te wachten. U Hoog Mogenden weeten ook, dat,niet tegenflaande wy by alle bekwaame gelegentheden op de prasstatie van dat aanbod hebben geinfteerd, echter na verloop van zoo veele maanden, by de gezamenlyke Bondgenooten nog niets in onze zaaken is verricht, en dat, alhoewel fommige Provinciën al vroeg Gecommitteerden hebben benoemd, echter tot hier toe deze benoeming nog niet algemeen gedaan, veel min een begin der kennisneminge van zaaken gemaakt is; intusfchen heeft men hangende deze deliberatien der Bondgenooten,zich te Utrecht toegelegd,om continueele daaden van geweld te doen,de Provinciaale Gelden gediverteerd , of wel belet tot die eindens, waar toe gefchikt zyn, te employeeren; ja, in één woord, zich omtrent het beftier van die Stad ZOO gedraejcn, aio of moo Couraaiu vauüegehee- le Provincie was, met dat onderfcheid nogthans, dat de wettige Souverein, zoo in het Juflitieele als anderszins, veele daaden daar gepleegd, gerekend zoude hebben tegens zyn plicht te flryden, en buiten zyn macht gefield, alle welke men nogthans daar heeft goedgevonden te doen, en of zulks nog niet genoeg was, hebben Ingezetenen van een andere Provincie geen zwarigheid gemaakt aldaar quafi, als Auxiliairen te dienen, en de Stad helpen xuïneeren, zonder dat daar tegen iets van de zyde der Bondgenooten, welke ons van alle extraordinaire middelen afgemaand hebben, tot heden is in het werk gefield; U Hoog Mogenden begrypen hier uit klaarlyk, dat wy geen oirzaak zyn, dat deze verwarringen voortduuren, en de Stad van Utrecht en Provincie bedorven wordt, en dat het alzulks ons onmooglyk is tot de gemeene belangens te contribueeren, na die maate als anderszins zoude hebben konnen gefchieden, terwyl wy voor  Si8 Verzameling van Stukken Betrekkelyk tot voor bet vervólg mede onkundig zyn op welkeené weg de önnoodig en verkeerdelyk verkwiste Gelden 5 zullen konnen worden gerecouvreerd, om de Generaliteits Petitiën, waartoe zy gefchikt waren, daaruit te voldoen, en konnen U Hoog Mogenden ligtelyk begrypen, dat wy buiten de mooglykheid gefteld zyn, in eenige Petitiën met effect confent te draagen, zoolange het geweld niet cesfeert, en de authoriteit herfteld is, waar toe wy zonder ophouden de beloofde tusfchenkomfte der Höogé Bondgenooten verwagt hebben, en niets ons aangecaamer geweest zoude zyn* dan te vernemen, dat dezelven daar mede een begin hadden gelieven te maaken. Verder, Hoog Mogende Heeren i konnen wy by deze gelegenheid niet verbergen onze verwondering, dat in een tyd, in welken wy deze tusfchenkomst verwachteden, door den Generaal Major van Ryssel een flap js gedaan, welke, zoo ter executie »ro*-*i ^«ïopcj^ aa gp^gpio Unïe verbroken, onze Provincie onherftelbaar bedorven, eii de Verwydering tusfchen de Bondgenooten, by noodzaaklyk gevolg Vermeerderen zal moeten. Vvy hoopen en infteeren op het nadruklykt, dat dien Generaal gepourfuiveerd en belet wordt, o£ xelfs, of door andere Commandanten het Territoir dezer Provincie te fchenden, aangezien, wy dit niet anders als een daad van openbaare Vyandelykheid zouden konnen confidereeren, en ons daar tegens met de hulpe van die Bondgenooten, welke genegen zouden zyn ons te helpen, en voorts met alle middelen j die ons mogten voorkomen, moeten verzetten; wy appröbeeren zeer het provifid. neel verrichte van tl Hoog Mogenden en den Raad van Staate, en infteeren dat de nadrukkelykfte aanfchryving nog nader ten fpoedigften mag Wordeö gedaan aan alle Commandanten of Bevelhebbers van Troepes, in dienst van dezen Staat, ten einde zich te wagten, zoodaanige ordres van wie ook te pi»  4e Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 313» nareeren, op poene als Vyandeti van het Vaderland en Verbrekers van ééd, eer en plicht, gehandeld en geftraft te worden; en verzoeKen dat ü Hoog Mogenden met den Raad ten fpoedigften zoodaanige maatregelen gelieven te nemen, als noodig en toereikende zyn, om den Generaal Major vak Ryssel buiten employ te ftellen, tot tyd hy zich wegens deze ordres behoorlyk zal hebben verantwoord en gezuiverd; verder Hoog Mogende Heeren! zoo betuigen wy onverantwoordelyk te zyn» en alle de gevolgen die zoodaanige ordres onverhooptelyk, door wie ook geëxecuteerd, zullen na zich fleepen, terwyl wy ü Hoog Mogenden. kennisfe geven dat wy tot onze eigene veiligheid zoodaanige voorzieninge zullen moeten doen, als dèrgelyke bedreigingen noodzaaklyk maaken, zonder dat wy nogthans iemand, wie ook, daar mede eenigszins bedoelen te benadeelen, of ook verhinderd worden, alles met U Hoog Mogenden aan te wenden , — h«.-«~' ?~ y -« c.c^' zindheid binnen deze Provincie, zal geoirdeeld worden te behooren. Wy eindigen deze onder de oprechtfte betuising, dat ons niets aangenaamer zal zyn dan de verwarringen in onze Provincie, hoe eerder zoo beter voor de rust en goede orde te zien plaats maaken, ten einde de oude loop der zaaken te hervatten, en hier door na ons vermogen als een Lid van het Bondgenootfchap tot deszelfs waare belangens in alles te helpen contribueeren. En hier mede, Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goedt Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten! bevelen wy Ü Ed. Groot Mogenden in de protectie van God Almachtig, dien wy bidden dezelven te conferveeren in goede en voorfpoedige Regeeringe. Ge_  gao Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en*,' Gefchreven te Utrecht den 5 May 1787. was geparapheerd, W. E. DE Perponcher. Vt. (Onder Rond) Uwer Ed. Groot Mogenden zeer goede Vrienden, De Staaten van den Lande van Utrecht. (lager ftondt) Ter Ordonnantie van dezelven» (was get.) Abf. Secrt. Ph. Ram,