VERZAMELING PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GE' BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER • MDCCLXXXVII, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DEJt VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Te C A M P E Ns Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, MD C C XC. Een- en- Twintigste Deel.   CHRONOLOGISCH RËGISTÊÜ VAN ALLE DË STUKKEN IN HET XXlfc DEEL, Van deze verzameling voorkomende; }$. 164.3. Request der Gsconjiitueerdens van meer dan twaalf honderd hunner notabelfte Mede-Burgers en Ingezetenen zoo uit de voornaame Kooplieden als andere Jlanden binnen de Stad Rotterdam, aan Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk de Rejolutie, ó§ den 30 Januarj 1787, ter Staats-Vergadering genomen, over 's Volks invloed &c. ; 1 i * Madz. ï. ss ■ • ■ 1644. Request vxn eenige Burgers eh Ingezetenen vati Rotterdam, aan de Ed. Groot Achtbaare Heeren Raadeti dier Stadj. waar by derzelver Perfoonen én Goederen aanHeden tot maintien van goede Orde, Rust, 's hands gevestigde Conftitutie en Stads Privilegiën &c. 1 . blads, 4» r~' •'1 1645. Request van Oud-Schepenen en Gectmfthüeerdens, aan de Ed. Groot Achtbaare Burgemeesteten en Vroedfchap■pen der Stad Retterdatnj tot appui van 't voorehftadnde Rejuést t . • 1 t Hads. §t * i S */  IV R~E GISTER N°. 1646. ExtraSt uit de Rsfolutien van den grooten Krygsraad der Scpüttery te Rotterdam, gehouden op Zondag den 22 April 1787 , waar by eene aanzienlyke Commisfic werd bepaald, om eene voordracht in de Kamer van de Vroedfchap der genoemde Stad te doen, waar by, om aangevoerde redenen , op de remotie van zeven Regenten word aangedrongen ; en verklaart: dezelve» van nu af aan niet meer tezyn Raaden in de Vroedfchap van die Stad enz. . . bladz. 7. —— 1647. Aavfpraak, gedaan door den Heer Cornelis van den lïoscn, inde Vaderlandfche Sociëteit te Rotterdam, op den 23 April 1787, betrekkelyk het zelvde onderwerp bladz. 20. » 1648- Aanfpraak uit naar» van den Krygsraad en Gecon- Jlitueerdens van een notabel aantal Burgers en Inwooners van Schiedam aan Heeren Burgemeesters van die Stad, waar by word aangedrongen cm de Remotien te Amfteldam en Rotterdam, ter Staats-Vergadering van Holland ah pure doniesticq buiten alle deliberatie te doen houden, benevens de daar op gevallene antwoorden en befluiten. In dato den 24 April 1787 bladz. 23. j_ ■■■ 1649. Pretest van de Commisfie uit den Krygsraad benevens Gequal'ficeerdtn van een aanzienlyk getal Burgers te Gouda, tegens het bejluit der meerderheid van de Regeering dier Stad, betrekkelyk de vermeerdering der Vroedfchappen te Rotterdam. Ia dato den 24 April 1787. bl. 30. ■■ 1650. ZoogenaamdAntidotaal Request vanfommige Burgers en Ingezetenen van Dordrecht, aan de Edele Grout Achib Heeren Leden van den Oudraad van die Stad, verdoekende: op geene Verzoeken of Addresfen, hoe ook genaamd , concerneerende zoo het lighaam der Regeering aL der Bwgery, en op den nam der Burgery gedaan worden-  bi* STUKKEN. V ie, eenig het mhijle reguard worde genomen, voor der Supplianten denkwyze hier over gehoord te hebben, bl. 31. N". 1651. Request der Leden van de Gecombineerde Vergadering , reprafenteerende de Belenen der t'faamverbondene. Gilden, de drie Schutterden en Officieren der Burgerwachten, alle binnen Dordrecht, over de handelingen van fom> mige hunner Regenten Uadz. 32. —— 1652. ExtraB uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogendeus Vergaderinge genomen op Woensdag den 25 April 1787, betrekkelyk het Credentiaal mn Rotterdam, en Misfive van Burgemeesteren dier Stad aan den Raad Penfonaris op 't fubjett der gerenoveerde en nieuw aangeftelda Vroedfchappen 3§> —— 1653- Extraü uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogendens Vergaderinge genomen op Woensdag den 25 April 1787 » betrekkelyk eene Misfive van J. Bichon c. f. te Rotterdam, met een narrè van 't voorgevallene in de Vroedfchap aldaar: en de Requtste der Oud-SJiepenen JohanNes Hoog c. f., om redres in het gebeurde aldaar. Overgenomen lladz% • ExtraB uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogendens Vergaderinge genomen op Woensdag den 27 April 1787, betrekkelyk de Propofnie van Rotterdam, concermerende de Magiftraatsbefielling £j>c. . . bladz. 56. <—— 1655- ExtraSt uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogenisns Vergaderinge gemmen op Donderdag den 3 May 1787, * 3 * ig.  VI REGISTER betrekkelyk eene Mirfive van Burgemeester en van Rottep* dam, over de Vroedfchaps-Vergaderingen. . . bladz. 6o, 1(556. Misfive van den Burger-Kapitein J. Boi'roourt en den Vaandrik O. A. Duym , waar by om redenen in de Misfive gedetailleerd, affcheid van den Krygsraad te Am • Jleidam nemen. In dato den 27 April 1787. bladz. 62. te—;— 1657. Injinuatie en Protestatie door den Notaris D. Geniets , uit naam van de L'.den der groote KnSsra^ en de Geconjiitueerdens van de Burgery te AmftelJam. aan de negen geremoveerde Raaden in de Vroedjchap gedaan. In dato den 27 April I7S7- . • . . bladz. 64. te- 1658. Request 'van Burgers en Ingezetenen der Stad Go- rinchem , aan de Ed. Groot Achih. Heeren van de Vroedfchap dier Stad, waar by verzoeken: dat 'er geen remotia van Regenten mag gefchieden fjfc. In dato den 1 May 1787. . . . , ... , bladz 71. . 1659. Addres en Declaratoir van de Burgers, Liwooners en Schutters der Stad Brielle, aan de Ed. Groot Achtb. Regeering van die Stad, waar by verklaaren, dit zy flandvastig en getrouw zullen blyven aan de vangeftelde Conjli. tutte, en niet dulden dat daaromtrent in hunne Stad iets tegens tegens ondernomen worde . a bladz. 73, 1660. ExtraÜ uit de Refolutien van de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroe'dfchappen der Stad Brielle, genomen op den 2 May 1787, behelzende befluit op het Addres en Declaratoir, hier boven onder N°. 1659. . f . . . . , , bladz. .75. o^.— 1661. Misfive van ecnige Raaden in de Vroedfchap der Stad Amfteldam, aan het Col'egle van Burgemeesteren en zss- en- dertig Raaden, waar by zy de redenen opgeven.  o i r STUKKEN.' VII waarom in de aan/iaande Vroedfchaps-Vergadering niet zullen kunnen verfchynen Uadz. 78. N°. 1662. Contra-Aanteekening door de Heer Burgemeester Hooft , benevens tien Raaden uit de Vroedfchap der Stad, Amjieldam gedaan , tegens de Aanteekening van de drit Raaden Muilman, Munter en v. d. Goes. In dato den 3 May 1787. ..... bladz. 80. "■- 1 '■ 1663. Contra-Aanteekening door de Heer Burgemeester Hooft, benevens twaalf Raaden uit de Vroedfchap te Amfleldam, gedaan tegens de Aanteekening van de Heeren Burgemeesteren Dedel en Beels , benevens de Raaden Elias, Faas, F. Alewyn, Graafland, v. d. Poll, Calkoen en P. Elias. In dato den 3 May 1787. ........ bladz. 95. - 1664. Aanteekening van Burgemeester Dedel en nog eenige Raaden in dt Vroedfchap der Stad Amjieldam, op den 3 May 1787 in de Notulen doen infereeren, tegen de> Refolutie van den liften April jongstleden, by meerderheid der aanwezende Leden in de Vroedfchaps-Vergadering genomen. . . ..... bladz. 102. —— 1665. Aanfpraak door den Heer Mr. F. G. Blok, Veertig Raad en regeerend Schepen te Leiden, aan de Leden van het Genootfchap van Wapenhandel Pro Pallade & Libertate, by het evergeven van het Vaandel, op den 5 May 1787. ..... bladz. 106. » 1666. Misfive van zeven Raaden in de Vroedfchap der Stad Amjieldam, aan het Collegie van Heeren Burgen meesteren en zes- en- dertig Raaden, waar by verklaarenz dat de gedaane remotie van de negen Raaden niet anders kunnende houden, dan voor inconftitutioneel, onwettig, * 4  VIE REGISTER nm, mvan onwaarae, overzuiks met kunnen concurreeren tot ie eleUie van nieuwe Raaden, maar daar tegens ex. presfelyk te protesteeren &c. . , bladz. 1667. Misfive van agt der uitgezette Raaden in de Vroedfchap der Stad Amlieldam, aan het Cnllegie van Heeren Burgemeesteren en zes- en- dertig Ra,den, waar bj protesteeren tegens de te doene elegie van Raaien, ter vervulling van de plaatzen der Geremoveetden. bladz. 115. 1668. Misfive van vyf Leden uit de Vroedfchap der Stad Rotterdam, aan het ColL'gie van genoemde Vroedfchap; waar by declareeren: dat zy al het gene wat 'er in die Vergadering word bejloten, houden voor nul en geener waarde, en dat zy daar niet in kunnen compareeren £? 1692. Plan eener Hollandfche Negotiatie, by we ge van Loterye in Obligatien , bejlaande uit 10000 Loten, tot 500 guldens het Lot, maakende vyf millioenen guldens; door Hun Ed. Groot Mogenden gearrefleerd den 24 May 1787- • • • i . • bladz. 199.. ■ 1693. Misfive van veertien Leden inde Vroedfchap der Stad Rotterdam, aan de Edele Groot Achtbaare Heeren, Schout, Burgemeesteren en Schepenen van die Stad, betrekkelyk  der STUKKEN. XIII kelyk de remotie van zeven Leden uit dat Collegie op den 2.3/len April laatstleden gefchied. In dato den 25 May 1787. ........ bladz. 202. N°. 1694. Request van elf Oud-Schepenen der Stad Rotterdam aan de Ed. Groot Achtbaare Heeren, Schout, Burgemeesteren en Schepenen van die Stad, betrekkelyk de remotie op den 23/fefl April laatstleden gefchied. In dato den 25 May 1787» • ♦ bladz. 204. ■ 1695. Request van de algemetne Vergadering der gewapende Burger-Corps1, van de Steden en het platte Land in Holland, binnen Dordrecht vergaderd, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, verzoekende: 1. Dat 'er wegens Holland niets ter Generaliteits-kas meer mag worden betaald. 2. Om de vyanden des Vaderlands met de vereenigde Burger- en Militaire magt der Provincie te keer te gaan. 3. Om zyne Hoogheid provifioneel te fuspendeeren in 't Stadhouderen Admiraal-Gene'raalfchap van Holland &?c. Ingeleverd ter Staats Vergadering den 25 May 1787. bladz. 207. - 1 1696. Request van Burgers en Inwooners der Stad Amfteldam, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West^Friesland, waar by betuigen te vrede zyn met de Staats- en Erf-Stadhouderlyke Regeerii^g, zog cds die laatflelyk in den jaare 1766 is gevestigd. In dato den 29 May 1787 bladz. 2ir. r— 1697. ExtraU uit het Register der Refolutien van de Ed. Groot Achtbaare Heeren van de Weth der Stad Rotter* dam, behelzende dispofitie op de Misfive onder N». 1693 geplaatst. In dato den 29 May 1787. . . bladz, 215. j—— 1098. Request van de Leden der Oranje-Sociëteit te Ley- den,  XIV RËGIÖTÉR den, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren StaattH van Holland en West-Friesland, behelzende onier anderen verzoek: dat de Refolutie, waar by het Commando in 's Hage aan zyne Hoogheid is benomen, en, die wan door Hoogstdezelve in zyne qualiteit als Kapitein-Generaal is gé' fuspendeerd, mag worden ingetrokken. . . bladz. 216» N°. 1699. Lyst van de geplunderde Huizen binnen AmfteU dam, op een 29 en 30 May 178-7. t . bladz. 221. t ■ i 700. Addres door een- groot aantal Burgers en Inwoo* ners der Stad Haarlem en derzelver Jurisdiffie onderteekend, aan Hun Ed. Groot-Mogenden de Haren Staaten van Holland, op. den 30 May 1787 geprafenteerd, betrekkelyk de toejland waar in zich het Gemeenebest bevind, bl. 223. ~.— 1701. Misfive van Burgemeeseeren en Vroedfchappen der Stad Schiedam, aan Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, tot aandrang van hun Recht, en verzoek van rnaintenue by de uitoeffening eener vryé Magiflraats-befelling. In dato den 30 May 1787. f < 4 4' t i 4 i * bladz. 230* » 1702. Request van eenige Burgers en Ingezetenen uit de provincie van Holland, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, waar by verzoeken, dat by de oude Covftitutie mag worden verbleven In date den 3: May 1787. • i - . bladz-* 240, . 1703. Request van Burgers en Ingezetenen van 's Gravet.hage, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staa* ten van Heiland, ten zeiven einde als het bovenftaaande. In dato den . . May 1787. t 1 . bladz. 258» « 1704. Eed op requfiiie van de Heeren Staaten van Hol- (and, in handen van Commisfarisfen van Hun Ed. Groot  dek STUKKEN. XV Mogenden, door het Guarnifoen in 's Hage afgelegd. bladz. 263. N#. 1705. Sententie van den Ed.Hoye des Furflendoms Geks en de Graaffchap Zutphen, gepronuntieerd tegen Jan Rabo van Keppel tot de Woolbeke , gewezen Commandant van 't Burger Guarnifoen der Stad Hattem. In dato den 7 Maart 1789. . . . bladz* 263. i 1 1 1706. Publicatie der Heeren Staaten van Stad en Lande van den 31 December 1784, ter aanbeveeling van de IVapenoeffening ten platten Lande. . . . bladz* 266. ■• I7°7- Request der Ingezetenen van 't Ho gezand aan heb Gerechte aldaar, om zich in den Wapenhandel te oeffenen, met de dispoftie daar op van den 5 Jan. 1785. bl. 269. ?- ■ 1708. Plakaat van Burgemeesteren en Raai in Groningen, van den 14 January 1785, tegen dt oproerige bewe- I g'ngen in den Oldambte, 't belet aan de vrywillige Wapen, handel, 't dragen van Leufen, enz. . . bladz. 270. ? < 1709- Plakaat der Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 24 January 1785, voor den vryen Wapenhandel, en tegens alle rustverjiooringen, het dragen van alle onderfcheidings-teekenen, enz. < , bladz. 273. W ■ • 1710. Plakaat van de Heeren Gedeputeerde Staaten van Stad en Lande van den 31 January 1785, verbiedende heb werven van Militairen door Regimenten niet op deze re* fartitie Jlaande of in deze Provincie Guarnifoen houdende. ' • ■ . • ... bladz. 275. ê——» 1711. Crimineel Vonnis by den Drost der beide Oldambten, den 27 May 1785 geveld, tegens Gerrit Essiuïts Pikkers ttadz. 277.  XVI REGISTER Ï\T». 1712. Request van Jan Hendrik Dikkers, den 13 Ju. ny 1785 aan zyne Doorluchtige Hoogheid geprafenteerd, om voor zyn Broeder G. E. Dikkers, te mogen erlangen Brieven van abolitie bladz. 280. —— 1713. Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid, aan Luitenant en Hoofdmannen, van den 27 Juny 1785 , waar by requireert covfideratien en advis op 't Request van J. H. Dikkers. . ... bladz. 282. - 1 1714. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen, aan de Heeren Staaten van Stad en Lande , van den 4 July 1785, om derzelver verklaaring, of boyoegt zyn, zyne Doorluchtige Hoogheid van advis te dienen op 't Request van J. H. Dikkres bladz. 283. »" 1715. Misfive van de Heeren Staaten, aan Luitenant en Hoofdmannen, van den 12 July 1785, requireerende confideratien en advis, omtmit het verzoek tot abolitie van zyne Doorluchtige Hoogheid, inde zaak van G. E. Dikkers bladz. 2 85- —— 1716. Confideratien en Advis van Luitenant en Hoofdmannen, den 19 July 1785, by Misfive aan de Heeren Staaten gezonden, omtrent het recht van abolitie van zyne Doorluchtige Hoogheid, in de zaak van G. E. Dikkers. . bladz. 287. 1 I7H- Misfive der Heeren Staaten, aan Luitenant en Hoofdmannen, met derzelver Refolutie, van den 21 July 1785; waar by verkharen, dat aan zyne Doorluchtige Hoogheid in 't geval van G. E. Dikkers , niet competeert het recht van abolitie. .... bladz. 292. ■' 1718. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen, aan zyne  be* S T ü TT ir t> ' 4 4 * bladz* 194, zi:°: t vot * *J3E*i£ foonen aan zyne Doorluchtige Hoosheid a-i • * * 4> IN DE MAAND •SEPTEMBER 1787» BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. 1643. Request der Ge,conftitueerdens van meer dan twaalf honderd hunner notabel/Ie mede-Burgers en Ingezetenen, zoo uit de voornaame,Kooplieden ah andere Standen binnen de Stad Rotterdam , aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk de Refolutie, op den poften January jongstleden ter Staats-Vergadering genomen» over 's Volks invloed êfc. Geven met fchuldige eerbied te kennen IsAAS Hubert en Mr. Pieter de MonchY, Oud-Schepenen, Mr. Nicolaas Martinus Bogaert van Alelasserdam , Collonel , en Thomas Theodorë Cremer , Kapitein der Schuttery, Daniël, t>e Jongh , Cornelis van den Bosch, Gerrit van der PoT XXI. Deeu A van  2 Ferzameling van Stukken betrekkelyk tot van Groeneveld) Jacob E. de Vogel, Pieter dB Koker. Cornelis van der Hoeven, Jan Viruxy, Aernout van Beefting en Jan Theodore Frescarode , voor hun zeiven en als Geconftitueerden van meer dan twaalf honderd hunner notabelfte ïïH--ae-Burgers en Ingezetenen, zoo uit de vooröaame Kooplieden, als andere ftanden binnen de Stad Rotterdam. Dat gelyk zylieden Supplianten, niet dan met het uiterfte leedwezen hebben vernomen, dat door het votum by Heeren Gedeputeerden der Stad Amfteldam, op den soften Maart jongstleden, zonder daar toe van de Heeren hunne Principaalen te zyn gelast, ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden U!ts>cbragts een zeiven dage in de Vergadering van U Ed. Groot Mogenden met meerderheid van ééne Stem, is benoemd eene Commisfie tot onderzoek van het tweede Lid der Propofitie door de Stad Haarlem, op den 30 January 1787, ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden gedaan, en (trekkende om de zoo algemeen aangevoerd wordende bedenkingen omtrent degeneraalereprsfentatie van het geheele Volk, welke volgens de gefteldheid van dit Gemeenebest, alhier zou behooren plaats te hebben, te examineeren en teffens na te gaan en te onderzoeken, op hoedaanige wyze, ingevolge de Conftitutie en 's Lands waare belangen, eenige generaale maximes omtrent dea invloed, welke uit hoofde der Regeeringsform by reprsefectatie notoirlyk aan 't Volk toekomt, zouden behooren te worden gearrefteerd; mitsgaders» aan welke billyke bepaalingen, die alle twyfreling en rechtmaatige argwaan affnyden kunnen , die een en ander onderhevig gemaakt zoude kunnen worden. Door welke Commisfie de Supplianten eerbiedig vermeenen, dat aan het falutaire oogmerk van het voorfchreven tweede Lid der bovengemelde Propofitie niet kan worden voldaan, en dus met geen moglykheid in deze Provincie herboren de tust en eensgezindheid, welke niet dan door het ver-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, -g vertrouwen tusfchen Regenten en Ingezetenen i op vaste gronden te vestigen, kan worden herfteld, Zylieden ook niet dan met het grootfte genoegen in 't zekere berigt zyn geworden, dat het hier bovengemelde buiten last uitgebragte Votum» door den Raad der Stad Amfteldam is gedesadvoueerd, en daar door het effect van dien en dus ook de qua» Jificatie op de Leden der bovengemelde benoemde Commisfie is vervallen, waar omme en ook vermits verfcheiden derzelven zich van de aan hun opgedragen last hebben geëxcufeerd; zylieden Supplianten zich zyn keerende tot U Ed. Groot Mogenden, eerbiediglyk verzoekende: datde aanllelling van eene Commisfie, ter bereiking van het oogmerk van het voor ter nedergeftelde tweede Lid der bovengemelde loflyke en heilzaame Pro. politie der Stad Haarlem, andermaal ter tafel en in deliberatie van U Ed. Groot Mogenden worde gebragt, en tot dezelve benoemd die Perfóonen, welke daar toe door de Gedeputeerden der Stad .Dordrecht, op den voorfchreven 3often Maart zyn geproponeerd geworden, ten einde alle verdeeld, heden, door welke ons Vaderland op den oever van deszelvs ondergang isgebragt, geheellyk mogen ophouden, het zoo onontbeerlyk vertrouwen tusfchen Regenten en Ingezetenen volkomelyk en op onwrikbaare gronden voor altoos herfteld, en daar door aan de Conftitutie en Régeerings'form dezer Provincie,worde gegeven die krachten begaanbaarheid, zonder welke haaren bloei en luster nooit beftendig kan zyn» 'c Welk doende ao, Aft  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tst JN°. 1644. Request van eenige Burgers en Ingezetenen van Rotterdam, aan de Ed, Groot Achtbaare Heeren Raadtn dier Stad, waar by derzelver Perfoonen en Goederen aanbieden tot maintien van goede Orde, Rust, 's Lands gevestigde Confiitutie en Stads Privilegiën &c. Geven met alle fchuldigen eerbied te kennen de Ondergeteekenden, alle Burgers dezer Stad en Leden van deszelfs Scbuttery, mitsgaders ten alle zulke eindens, kortlings door een aantal van etlyke honderden hunner mede - Schutteren , nog dagelyks aangroeijende, behoorlyk gf qualificeerd. Dat zy Supplianten, door publieke gerugten, ontwaar zyn geworden, dat thans ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden in deliberatie is hangende, of de aanftaande verandering van Stads Burgemeesters Kamer, en Schepenen Rechtbank op den gewoonen voet, dan wel zoo als by de jongstgeledene vernieuwing of eene diergelyke maniere zal behooren te gefchieden, mitsgaders ©f het getal van Raaden dezer Stad met 16 nieuwe Leden, by eene directe aanftelling van Hun Ed. Groot Mogenden, zouden moeten worden vermeerderd. Dat de Supplianten zich een gelyk recht met hunne mede-Schutters toekennende, en verzekerd dat een nog grooter aantal Schutters, welke, uit zekere confideratien, of geheel zwygen , of anders denken als zy fpreken, eensluidende met de Supplianten en derzelver Committenten denkt, niet zullen aarzelen aan U Ed. Groot Achtb. rondlyk te verklaaren, zoo voor hun zélven, als voor hunne gezegde Committenten, geen deel te willen hebben aan eenige verzoeken, gedaan of nog te doen, tendeerende om eenige verandering in of afwyking van de thans in gebruik zynde wyze van Regeeringsbeftelling van D Ed. Groot Achtb Vergadering) maar in tegendeel niets vuuriger wenfehen, dan dat ten dien opzichte alles moge b'yven op den ouden voet. — Dat de Supplianten, die by dis  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 5 die gevestigde Confiitutie en dezer Stads Regeeringsform, hunne dagen in rust en met genoegen hebben doorgebragt, hun goed en bloed tot behoud derzelver veil hebben, en overzulks ü Ed. Groot Achtb., onder des Souvereins wettige au. thoriteit, derzelver Perfoonen en goederen aanbieden, tot maintien van goede orde, rust, 's Lands gevestigde Conftiturie en dezer Stads Privilegiën. Weshalven de Supplianten, zoo voor hun zei ven als in den name als boven, zich tot U Ed Groot Achtb. zyn keerende, ootmoediglyk doch ttffens ernftig verzoekende: dat U Ed. Groot Achtb., door alle zulke middelen, als dezelve het convenabèlst zullen oirdeelen, gelieven te effeftueeren, dat by de op handen zynde verandering, zoo van het Collegie van Burgemeesteren, als van Schepenen dezer Stad, niet afgegaan worde van de aloude wyze zoo van Nominatie als van Electie, mitsga. ders dat het Collegie van U Ed. Groot Achtb bly. ve op het thans in wezen zynde getal van XXIV. 't Welk doende &c. (was geteekend) S. A. Walsteen. Cornelis Brouwer, Hugo's Zoon. J. P. Rocques. Steven van Wageningen. Jacobus Burgerhout:, C. Zoon. NQ. 1645. Request van oud-Schepenen en Geconflüneerdens, aan de Ed. Groot Achtbaare Bur'gemee'teren en Vroedfchappen der Stad Rotterdam, tot appui van 't voorenjlaande Request &c. Geven reverentelyk te kennen, Johannes Hoog, Mr. Dirk Lodewyk van Cattenburch, Abraham Verstolk, Mr. Jan Cornets de Groot, Mr, Daniël de Loches, Mr. Cornelis van Heusde, Ewout van Son, Johan Philip de Montó, AdriaA 3 pus  § VtrzamKng van Stukken betrekkelyk tot wus Havart, Willem Sdurmond en Mr. Marino* Boog, allen oud-Schepenen dezer Stad, zoo voor hun zeiven en als Geconftitueerdens van een aan» tnerkelyk grooter getal van niet minder notabelt Burgers en Ingezetenen als Conftituanten zyn» van den oud Schepen Isaac Hübert c. f. Dat de Ondergeteekenden op gisteren zeer onverwagt hebben ontvangen de Copie van een Addres, het welk op heden door Gequalificeerdens van een groot aantal Schutters aan U Èd. Groot Achtb. ftond ingeleverd te worden, en welk Ad¬dres Copielyk hier aan is geannexeerd; met een bygevoegd verzoek aan ons als Geftitueerden, om het voornoemde Addres op de convenabelfte wyze Dy U Ed. Groot Achtb. te appuyeeren. Dat zy Ondergeteekenden den inhoud van het opgemelde Addres, bevonden hebben voor hetgroot;ite gedeelte zaakelyk overeen te komen met die gevoelens, welke zylieden meer dan eens openlyk en nog onlangs by Requeste, zoo aan Hun Ed. Groot Mogenden als U Ed. Groot Achtb., op den suften en aöften Maart dezes jaars, hadden aan den dag gelegd, en waar toe zy de vryheid nemen a zich kortheidshalve, by dezen wederom te refeteeren , niét alleen geene zwaarigheid hebben gemaakt aan dat verzoek gehoor te geven, maar zich tevens op nieuw verplicht hebben gevonden, deze Requeste, zoo voor hun zelve als io naam hunner Confrituanten, op de allerkrachtigfte wyze te appuieerenj weshalven de Ondergeteekenden zich Jceeren tót Ü Ed. Groot Achtb., met ootmoedig verzoek: dat het U Ed. Groot Achtb. behaage* niet alleen op. de voornoemde Requeste, van zulk een aanzienlyk getal dezer Stads Schuttery, favorabel reguard te flaan, maar het verzoek, daar by gedaan, te gelyk te confidereerén als volkomen hiftemmende met de denkwyze van het grootfte gedeelte van de Burgery dezer Stad, die niet minder als deze. Schuttery aan hunne wettige Regenten zyn verkleef* en, wieq niet* te dierbaar is,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 7 em voor het behond en de bewaaring hunner wel» herbrachtePrivilegiën en Voorrechten, op te zetten ; en dat U Ed. Groot Achtb. overzulks, door aile gepaste wegen en middelen, efficacieuslyk zullen felieven voor te komen alle inbreuk op deze Stads rivilegien en Voorrechten, en fpeciaal in het ftuk der Magiftraatsbeftelling, thans op handen» $J°. 1645. Extract uit de Refolutien van den grooten Krygsraad der Schuttery te Rotterdam, gehouden op Zondag den 22 April 1787, waar by eene aanzienlyke Commisfie word bepaald, om eene voordracht in de Kamer van de Vroedfchap der genoemde Stad te doen, waar by, om aangevoerde redenen, ep de remotie van zeven Regenten word aangedrongen i en verklaart: dezelven van nu af aan niet meer te zyn Raaden in de Vroedfchap van die Stad enz* Is na ampele deliberatie goedgevonden en gerefolveerd: dat eene aanzienlyke Commisfie van dezen Krygsraad, beftaande in alle de prsfente Heeren Kapiteinen en Vaandrigs met den Secretaris, zich op morgen , verzeld met de Heer Isaac Hubert c. f., zal vervoegen in de Kamer van de' Vroedfchap dezer Stad, en aldaar by monde van den Secretaris, de volgende voordracht doen, als waar toe dezelve by deze word geauthorifeerd en gelast* Edele Groot Achtbaare Heeren ! Het is m myne qualiteit als Secretaris van den grooten Krygsraad dezer Stad en op expresfe last van het zelve Collegie, waar van eene aanzienlyk en talryke Commisfie , geadfifteerd met de Geconftitueerden van een aantal andere, waar onder veele der notakelfte Kooplieden en Burgers of Ingezetenen deA 4 zer  8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tdt zer Stad, op eene folemneele wyze alhier vertellenen is. dat ik op my heb moeten nemen aan dit Collegie, uit ons aller naam, het volgende voor te dragen. Alles wat binnen deze Republyk, binnen deze Provincie, jï binnen deze Stad, federt eenigen tyd, gefchied, gefchreven en openlyk gezegc is, en fpeciaal de gewichtige gebeurcenis, onlangs te Amfteldam voorgevallen,moet ö Ed. Groot Achtb. en 3Ue auuere jL,eueu uer Jvegeeriügovcriuit;u iieuDcu» dat de blinddoek van de oogen der Natie nu geheel is afgevallen, en dat het tydflip geboren is, waar in niemand zich vleien kan langer te kunnen tegenhouden zoodaanige hervormde of nieuwe inrichtingen, als dienflig geoirdeeld worden, niet om de oude Conflicutie te veranderen,maar om dezelve tè zuiveren van de gebreken, door non-obferwavtie van de Confiitutie in de Regeeringsform ingefloopen. De Confiitutie der Regeering van deze Stad en Provincie heeft al tyd beflaan in een Souverein, die de Collegien en Ambtenaars van Magiftratuur en Juftitie aauflelde of deed aanflellen , en de verdere Rechten der Oppermacht uitoeffende, doch gebonden was aan het in acht nemen van alle Rechten en Privilegiën , welke de Ingezetenen van elke Stad, Plaats of District, de eene boven de andere, van tyd tot tyd, by Handvesten als anders, had. den verkregen. Eene zoo geborneerde Oppermacht vereischte noodzaaklyk, en deed van tyd tot tyd, naar maate door het aangroeiend vermogen des Volks,ook die byzondere voorrechten gewichtiger wierden,en te gelyk de onmooglykheid toenam van dezelve hoofd voor hoofd te bewaaren, —— fterker worden eene tweede Macht, het andere gedeelte onzer Confiitutie,— naamelyk een reprajfentatief van het Volk, geconfidereerd als Onderzaten, om te letten, dat de bekleeders der Souvereine Macht niet empieveerden op de wettige Volksrechten, Voor  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 5 Voor het jaar 1581 was de evengemelde Souvereine Macht in handen der Graaven, Hertogen, of zoogenaamde Landsheeren, die, wanneer zy buiten 's Lands waren, dezelve lieten bekleeden door Landvoogden, Gouverneurs of Stadhouders, wier laatfte hier in Holland was Prins Willem van Orange, die wy doorgaans noemen Phds Willem den eersten, en tot dien zelfden tyd (wanneer de laatfle Graaf wierd afgezwooren) bezaten de Vr >edfchaps-Collegien in de Steden, alieenlyk die tweede Macht, waar van ik zoo even fprak, van naamlyk te (trekken tot een contrepoids tegen de Opper» Heeren, of derzelver Ambtenaars, die de Volksrechten veronachtzaamden. Na of door de afzweering van den Tyran , keerde deszelvs Souverein gezach terug aan het Volk, — het welk dus geheel vry was, om het zelve geheel vernietigd te laten, — en een nieuwe Confiitutie of Regeeringsform vast te Hellen, even als in onzen tvd de verdrukte Amerikaanen, die zich van de Britfche Oppermacht hebben vrygevochten, is gefchied. Maar, — de verplichting, waar onder men zich by vroegere overeenkomflen, en fpeciaal by de Unie van Utrecht,door de Reprasfentanten derG-jmeentens van de byzondere Steden aangegaan, had gelegd, om elkanders Privilegiën; waar mede de eene Plaats boven de andere bevoorrecht was , in hun geheel te laten, — zonder welk beding te maaken en na te komen, men het nooit zou hebben kunnen eens worden, noch blyven,om tegen den Overheerfcher pal te liaan.— Die verplichting, zeg ik, maakte het noodzaakelyk om de oude Confiitutie in wezen te houden, en zich alleen, zoo veel mooglyk, zeker te ftellen t»gen het misbruik, dat by vervolg op nieuw van de Souvereine Macht gemaakt zou kunnen worden. —• Dit dacht men eerst te bereiken door een nieuwen Graav of Heer. op zekere bepaalde conditiën, aan te nemen.— Doch toen die gevaarlyke proef, door den dood van A 5 Prins  xo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Prins Willem verviel, en andere getendeerde opdrachten van dien aart mede niet reusieerden, — was het gereedfle middel om de adminiftratie en mtoeffening der Soevereine macht te demandeeren aan een Collegie, het welk de geheele onverdeelde masfa des Volks, als Bezitter van alle de wettige Rechten der afgezworen Graaven, zoude reptaïfenteeren en alzoo gebieden over dat zelvde Volk, geconfidereerd als Ingezetenen van de onderscheidene Steden en Plaatzen, en als Bezitters van de onderfcheide, meerdere of mindere Voorrechten , welke zy van voorige Souvereinen hadden verkregen, in debetrekking van Onderzaten en ais zoodaanige behouden wilden. Tot zulk een Souverein— of den Souverein verbeeldend Collegie, was natuurlyk het gefchiktfte, de Vergadering der Staaten van elke Provincie, —• •dat is die afgezondenen uit de voornaamfte Steden en Plaatzen, welke tot dien tyd toe de diverfe ftaaten of rangen des Volks hadden gereprefenteerd, om deszelfs Rechten tegen de Graaven of Graav. lyke Ambtenaars re handhaaven. Deze toch hadden de meeste kundigheid der zaaken, welke zy te behandelen hadden,en bezaten het welverdiend vertrouwen der Gemeentens. Dit raakte dus ongevoelig, per tacitum confenfum en zonder een expresfe opdracht van de zyde des Volks, alzoo in trein, en de langduurigheid van den Spaanfchen Oorlog en daar uit volgende onzekerheid, of en wanneer de gedaane afzweering van den Graav het volkomenfte effect forteeren zoude, — was oirzaak,dat men niet tydiggenoegbedacht was, (ten minflen in deze Provincie) om, daar men de Oude Confiitutie in ftand hield, en het Graavlyk gezag alleen van Perfoon veranderende, door het op de Ridderfchap en Vroedfchaps-Collegien of derzelver Gedeputeerden ter dagvaart, over te brengen,— de macht en last,welke die Collegien tot hier toe bezeten hadden, om de Rechten des Volks tegen die van den Souverein te handhaa- vea  ie Oeteurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, tï ven, en te conferveeren, nu voortaan uit die han» 4en, welke van toen af daar toe niet neutraal genoeg meer waren, te nemen, en nieuwe Gemeentslieden te creëeren, om dat gene te verrichten, het welk de Vroedfchappen bevoorens tegen den Graav, of deszelfs Ambtenaars, gewoon en verplicht waren, doch nu tegen hen zeiven, als integreerende Leden van dat Collegie , het welk 's Graaven Perfoon en Rechten reprefenteert en uitoeffent, niet meer konden in het werk Hellen. Dan,— myne Heeren! — dat uitftel, hoe lang ook begroeid, is geenszins eene derogatie van dat gedeelte der oude Confiitutie, welke vordert, dat het Volk zulke Gemeentslieden moet hebben tot toezienders tegen het misbruik, het welk door alle eeuwen gemaakt is en gemaakt zal worden,van het Oppergezag , in welke menfchelyke handen het zelve ook gefield zoude mogen zyn. Uit het verwaarloozen van dat gedeelte onzer Confiitutie, zyn alle de Volksberoeringen gefproten, welke onze Republiek altyd in onrust gehouden hebben en nog houden. Die bewegingen ontftonden altyd, en ontflaan nog, uit de voorkeuze, welke de eene Party gaf aan het Stadhouderlyk bewind, en de andere aan eene Staaten-Regeering, zonder Stadhouder; —» als men een Stadhouder had, voelde men het juk van hem en deszelvs Hovelingen, — als men 'er geen had, voelde men het juk van eenige weinige Familien, die alles met zoo veel onbefcheid beheerschten, dat veelen, die anders wel verder zouden gezien hebben, zich haasteden, om heul en troost te vinden in de herftelling van het Stadhouderschap, Maar, — wat was het gevolg [niet enkel een verandering, maar een verdubbeling van het kwaad, dat men gehoopt had te ontgaan. — Niet enkel de Stadhouder, of deszelvs dienaars,deden van tyd tot tyd nieuwe ingrepen op de Rechten des Volks, — inaar ook veele dier Regenten , die tegen, het misbruik  14 Verzameling van Stukken hetrekkelyk M bruik zyner macht hadden behooren te waaken, waren hem daar in behulpzaam, om op hunne beurt ook door hem te worden in ftaat gefteld, om dezelvde haatlyke Ariftocratie over hunne minderen, en over allen, die door zulk eene laage ambitie niet bezield wierden , ten top te voeren, even als in de voorige Stadhouderlooze tyden. _ Dit alles zou niet hebben kunnen gebeuren, indien men altyd voorzien was geweest van VolksReprsefentauten, welke, den eerften misftap te keer gaande, daar door den tweeden belet, en alzoo verhoed zouden hebben, dat 'er reden gegeven wierde om ongewoone omwentelingen te verlangen. Hadden zoodaanige waardige Volksvrienden, die onwaardige Regenten, die, om hun hof by den Stadhouder te maaken, alles aan hem overgaven, en zulks uit zelvsbehoud moesten doen, daar in te keer kunnen gaan: hadden zy de eerfte recommandatie, welke door den een of anderen Hoveling, op 's Prinfen naam, geharfardeerd is, doen feponeeren, de tweede was waarfchynlyk nimmer gefchied! — Men zou zich wederzydsch van alle inkruipingen gewagt hebben; — de hooge bekleeders der Souvereiniteit zouden die macht ongefchonden behouden hebben, en de Stadhouder zou hebben blyven genieten die perfooneele liefde, welke de onveilbaare belooning is van elk verheven Standsperfoon, die het algemeen boven zyn byzonder belang bevordert. Hy kan geen eerlyk Man zyn, myn Heeren! die met ons niet wenscht de zaaken in die gunftige lituatie herfteld, en alle de tegenwoordige oneenigheden weggenomen te zien! Om dat heilzaam einde te bereiken, is door de Heeren oud-Schepenen Hubert en de Moncht c. f., ▼erzogt, door den grooten Krygsraad dezer Stad aangedrongen, en door een aanzienlyk gedeelte van dit Collegie, benevens alle de Heeren Schepenen , te famen uitmaakende de meerderheid van dip  is Gebeurtenis/en in 1787 e«z. voorgevallen, 13 die drie Collegien, welke van ouds tot het vragen van nieuwe Privilegiën of verandering der oude geconcurreerd hebben, aan den Souverein favorabel voorgedragen, een verzoek om augmentatie van dit Collegie tot het primitive getal van XL, — waar door wy bedoelden te verbreken het fchadelyk effect van die in het oog loopende verkleefdheid, welke de Meerderheid aan elkanders fentimenten, of wel aan die van derzelver hoofden , betoond. Tenzelven einde heeft ook geftrekt de loflyke poging van negen Leden van dit Collegie, om de Magiftraats-beftelling niet meer aan des Stadhouders keuze, maar aan het Opperwezen zelve, over %e laten, door zulk eene Loting, als by het laatite Oclroy is gepraafcribeerd, — en om de vacante Vroedfchaps-plaatzen mede te vervullen, zonder tusfehenkomst van den Stadhouder. Maar dewyl een goed Regent van niets dan van zyn ééd en plicht afhanglyk moet zyn, en zyne verheffing alleen te danken moet hébben aan het credit, dat hy door zyne talenten en het wel aanleggen van dezelven, en zyn eigen gedrag, verworven heeft, ftrekte al mede tot dat zelvde goed oogmerk de beroemde Propofitie, door de Stad Haarlem, ter Souvereine Vergadering gedaan, om naamlyk een betaamlyken en voorzichtig bepaalden Volks-invloed, in de keuze der RegeeringsPerfoonen, op een eenpaarigen voet, vastteflellen. Maar, — hoe zyn alle die belangryke Objecten "by de meerderheid van dit Collegie behandeld! — -met hoe veel verachting heeft dezelve neergezien op dat notabel gedeelte van hunne Mede-Burgers, het welk gemeend heeft zich voor dezelven temoeten interesfeeren? — tot welk eene hoogte heeft men die verachting niet gepousfeerd, met het laat. He Request door de reeds genoemde Heeren oudSchepenen c. f. aan den Souverein geprsefenteerd^ ten einde de deliberatien over de Commisfie, ter uitvoering vaa de evengemelde Haarlemfche Propo-  14 Verzameling van Stukken lêtrekkelyk tot pofitie, mogten worden gereêntameerd, alleen doof de Stem van deze Stad te doen feponeeren ; — daar men immers niets verloren en ten mirjfr.en eenig eguard voor ruim twaalf honderd uwer Burgers getoond zou hebben, (met daar toch negen andere Steden het zelve overnamen) dat voorzichtig voorbeeld te volgen , zoo als de Schiedamfcha Deputatie, meteen evengelyk Request van hunne Burgery, mede heeft gedaan. De Krygsraad, uit alle deze en veele andere gedragingen van de Meerderheid dezer Vroedlcaap . klaarlyk ziende, dat die Meerderheid haar origineel injlitut vergeten heeft of voorby ziet, en zich niet meer aanmerkt als Reprafentanten van een vry Volk, maar als eigendunkelyke Beheerfchers van het zelve, heeft begrepen zulks niet langer met ililzwygen te mogen aanzien, maar het meest gefchikte en bevoegde lighaam in deze Stad te zyn» om als het tweede Reprasfentatief der geheele Burgery, zoo lang de Haarlemfehe Propofitie nog buiten effect gehouden wordt, te ageeren,en de noodige adfistentie en medewerking te verleenen aan de redelyke Volksflem van alle die notabele medeBurgers en Ingezetenen, die reeds in January dezes jaars, by een Request aan den Souverein zei» ven, hebben doen declareeren: „ dat zy en hunne Committenten in dat denkbeeld verfeeren, dat 9> verfcheiden thans fungeerende Raaden in de 3, Vroedfchap, zich hebben fchuldig gemaakt aan zoodaanig wangedrag en verzuim, en daar door 9, het vertrouwen der voornaamfte Burgery in zoo „ verre Verbeurd hebben, dat het bellier der Stest delyke zaaken , noch de Item der Stad over s, 's Lands belangens, niet meer kan worden over» gelaten aan een Collegie, waar in zulke Raaden „ met hunne afhangelingen en blinde navolgers de „ Meerderheid uitmaaken, en alle cordaate poo- 4, gingen hunner braave mede Leden op de hard,, nekkigfte wyze dwarsboomen". Op welk Addres, men weet. dat de Meerder* held  de Gebsurienisfen in 1787 enz, voorgevallen, if Jieid der neutraale Leden van het groot Befogn© ftvorabel heeft geadvifeerd, en dat dus geen Declinatoir Rapport zou zyn uitgebracht, indien al weder dezelvde Heeren geen middel gevonden hadden, om hunn'eigen ftem, in hunne eigene zaak» te doen computeeren, en de ftemmen der cordaate Amfteldamfche Penfionarisfen te doen zwygen» door de overmacht van drie gedeclareerde Volksvyanden, die toen in den Raad der Stad Amfteldam dezelfde verdervlyke rol fpeelden, als de Leden , welke in dit Collegie alles dwingen naar hunnen wil, of eigenlyk naar den wil van den Meester , aan wiens begeertens zy zich op de laagfte wys verflaaven. Die Volks-vyanden hebben te Amfteldam het loon hunner fchandelyke werken ontvangen, door den Krygsraad en de notabele Burgery dier Stad. welke, op laatstleden Saturdag, zich openlykvoor de rechten des Volks in de bresfe gefteld, en aan hunne Regenten getoond heeft, het onderfcheid te kennen tusfchen de Conftitutie of Regeeringeform van onze Republiek en dié van Venetien» met naamelyk aan den Raad van Amfteldam deze voordracht te doen (*). Dezelfde redenen, doen de Krygsraad en de met haar inftemmende Burgery, ook heden in deze Kamer dezelfde woorden gebruiken. Zy houden voor ten uiterften nadeelig het langer aanblyven van de Heeren, Mr. Jacob van der Heim , Mr. Johan Adriaan van der Hoeven, Jr. Johan Martek Baron Collot d'Escury, Mr. Isaac van Teylingen, Johan Francois van Hogendorp, Mr, Reiuier Frederik van Staveren, en Mr. Anhtone Wilhelmus Senn van Basel, en verklaaren dezelven van nu af niet meer te zyn Raaden in deze Vroedfchap, en dieshalven te begeeren en te verwachten, dat zy zich van dit oogenblik van de waarneming van alles, wat cot die posten behoort, of (*) Zie dit Addres hier voor XX. Deel? bladz. 305.  15 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot- of waar toe die qualiteit vereischt wordt, (waafr onder de Krygsraad en Geconlticueerden niet rangeeren de ambten van JBailjuw en Dykgraaf van Schicland, als tot welke de radicaale qualiteit van Vroedfchap niet word gerequireerd») zullen onthouden,-zonder zich op eenige wyze tegen deze verlatinge, waar door zy ook ipfofaSto van hunnen gedaaren ééd ontflagen zyn, te verzetten, direct noch indirect; in welk geval de Krygsraad by dezen hun toezegt te zullen zorgen voorde volkomenfte veiligheid van derzelver Perfoonen , Huisge» zinnen en Goederen, en niet te zullen toelaten, maar met alle de macht hunner Schuttery en verdere weldenkende mede-Burgers te keer gaan, alle geweld en overlast of hindernis, welke hun, fchoon onvermoedelyk, door fommige onbezonnen of te driftige y veraars, of ook door kwaadwilligen, die daar mede onze goede zaak zouden trachten te benadeelen, aangedaan of bedreigd zouden mogen worden. Het recht tot de vervulling der vaceerende Vroedfchaps-Plaatzen competeert, uit den aart der zaa« ke, en uit krachte der primitive inltellinge van dat Collegie, aan de Burgery, doch is by volgende Handvesten, en fpeciaal ook by het laatfte Octroy van Anno 161?, gedemandeerd aan de overige Leden van dit Collegie zelve; dit Octroy is door de wederzydfche Partyen nog onlangs gereclameerd , en erkend te moeten in obfervantie blyven, zoo lang 'er op eene legale wyze geene verandering in gemaakt word. De Krygsraad en Burgery verzoekt dieshalve de niet verlatene, en thans prsfente Leden dezer wettig geconvoceerde Vroedfchaps Vergadering, om voor het fcheiden derzelven zeven nieuwe Raaden aan te ftellen en tebeéédigen,eninfteertdaaroptenfterk« lten en ernltigften, dewyl dit Collegie thans, vooral in de critique omftandigheden onzer Republyk, te zwak is, om het gewoone tydsverloop, of het ftellen van dagen tot de vervulling , te kunnen ly- dea»  ie Gebeurtenisfén in 1787 int. voorgevallen, 'den, welke, volgens de Privilegiën j wel binnen zes weeken moet, doch ten allen tyde en dus ook ilico mag gefchieden, terwyl 'er thans ook te nri« -der reden van uititel is, om dat de Krygsraad en Burgery U Ed. Achtb-, hoofd voor hoofd, op den ééd,by de aanvaarding uwer Posten , toe nakoming van Stads Privilegiën, gedaan, fommeert om zich in de te doene fubpletie te gedragen conform de letter van het evengemelde Octroy van I615, en dus geene Electie aan den Heer Stadhouder dezer Provincie over te laten, - waar toe zyne Hoog. heid zelf, door het geven eener zoogenaamde Acte van non prtzjuditie, by de Electie van den jongttea Raad, de Heer van YzenOoorn , getoond heeft geen recht te hebben, — zynde de Krygsraad en Burgery het in dit opzicht volkomen eens met dè woorden, in eene Misfive van dezen Raad a3n Hua Ed. Groot Mogenden, van dato den 2den April de. zes jaars voorkomende. „ De minfte inbreuk op de Privilegiën, in weer„ wil van de Geprivilegéerden, (dat Is in dezen de „ Burgery , voor of in wier naam dat Octroy is ge„ vraagd) al was het onder de claüfule van non „ prxjuditie, hoogstfchaadelyk en Veroirzaakt ver,, warring— door dezelve in haare werking te her,, (tellen, loopt een Souverein, en even min eea „ Vroedfchaps-Collegie, geen het minfte gevaar, „ om zich te compromitteeren —- zich daar aan „ ftiptelyk te houden , is de eenige middelweg, „ om, zoo wel hen die dezelve réclameerèn als „ hen die daar van verfchlllen, tot rust te brengen. Die rust, op algemeene ééndiacht en vertrcawen gevestigd. wenfeheo en bidden Wy , dac d'ê God onzer Vaderen éénmaal aan dit goede, doch thans ongelukkig Lmd, zal herfchenken. Daar toe bezweeren wy allé de aanblyvendè Léden van dezen Raad het hunne aan te wenden: dé tegenswoordige gebeurtenis en het volgende gedrag van Uheden, van de nieuw aan té (tellen R.ia. ^V^r v^a ons aIIen* zaI zeer veel kuanes toé; XXI. Deee* jfj jjreè4  18 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot brengen om het fubfisteerend wantrouwen en ongenoegen weg te nemen, en de van ons in meening verfchillenae Mede-Burgers met ons weder te verééoig^n, en in de oude vriendfchap en gemeenzaamheid te doen verkeeren. Laten wy allen, myne Heeren! hen door fprekende daaden overtuigen: dat wy tot den tegenwoordigen (tap niet gekomen zyn uit eigenbelang, noch uit perfooneele haat tegen de verlaten Heeren, of iemand hunner, maar alleen uit een oprecht befef van de volftrekte noodzaaklykheid, en gevolglyke plicht, om dit voor ons zeer onaangenaame middel te gebruiken, als het eenige, waar door te keer gegaan konden worden die machinatien, waar mede onze Partyen op het punt (tonden aan onze Vryheid, een laatfte en onherftelbaare wonde toe te brengen. Wy, Ed. Groot Achtb. Heeren! betuigen hier ten aanhooren van het alwetend Opperwezen, het welk onze harten, onze innigfte gedachten, kent, dat wy geene nieuwigheden bedoelen, noch naar eenige verandering (taan, dan alleen in het herftel van bevoorens wettig bezetene doch verwaarloosde Rechten:— dat wy het Stadhouders-ambt niet vernietigd , noch op een ander Perfoon overgebracht, noch ook tot een ydelen eertytel, zonder macht of invloed , gemaakt willen hebben; dat wy de heerfchende Kerk mede niet benadeeld, maar in tegendeel gehandhaafd willen hebben by de openlyke Godsdienst-oeffening en Leere in het laatfte Nationaale Synode te Dordrecht vastgefteld, behoudens de Christelyke verdraagzaamheid jegens de andere Gezintens, welke by den Souverein zyn toegelaten of geconniveerd;— maar dat onze voornaamen verlangen tendeert, om eene Regeering te hebben, beftaande uit Perfoonen, die hunne aanftelling niet aan een Stadhouder of eenig ander individu, aan wien zy uit dien hoofde verplicht en dus afhanglyk zyn, £e danken hebben, maar alleen aan de achting en genegenheid, welke zy, door hun-  ie Gebeurtenis/en in 1787 Sfadhpud^erfchap,; voor zop veel Zulks met de,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voetgevallen. %% waare gronden van 's Lands en der Ingezetenen ,, onafhangelykheid, en met het welzyn van ons „ dierbaar Vaderland, niet ftryden zal". En deze herftelling van zaaken is 't, waar voor wy ook nu alles wangen zullen. — Dan daar wy, Ed. Groot Achtb. Heeren! buiten den dringenften nood, ook als no? op dit oogenblik de gematigdheid ter bereiking van dit groot en gewichtig oogmerk ons hebben voorgefteld, vinden wy ons gelast, een bewys van U Ed, Groot Achtb. cordaatheid, en den eerften ftap van U Ed.. Groot Achtb. bereidvaardigheid, tot redding van Nederland, en ten genoegen van het beste deel der Naiie, eerbiedig te vorderen. En 't is tot die hoogstnoodige. eindens, dat wy U Ed. Groot Achtb. (met erkentenis voor de ten onzen genoegen geconvoceerde Raads-Vergadering-) plegtftatig verzoeken, om het ter zeiver Vergadering van den Achtb. Raad daar heen te dirigeeren: dat, ingevalle onverhooptelyn door een nf ander Lid van Staat eenige voor/lellen tot onderzoek door Gerechtelyke Hoven, of tot gebruik vm Militaire Macht, tegen de twee voornoemde Steden mogten w->r, den gedaan, de Gedeputeerden van deze Stad ter Hooge Staats- Vergaderinge in voorraad, en nu voor als dan, mogen worden ge'a^t, alle zoodaanige of dergelyke voorJlagen rondborfielyk te declineeren, en deze Gebeurtenis. Jen, ah pure Domefticq , buiten alle deliberatie te helpen houden. En het zyn, Ed. Groot Achtb. Heeren! deze onze ernftige inftantien, die wy gezamenlvk, namens ons en onze Committenten, aan U EJ. Gr. Achtb. verzoeken, om ten fpoedigften ter kennis van den Achtb. Raad te brengen. Wy hoopen en vertrouwen, Ed. Groot Achtb, Heeren, dat aan onze fmeekbede voldaan, en wy zonder 't emploi van verdere en meer dringende inftantien, na den afloop der deliberatien, die wy geduldig en eerbiedig op het Raadhuis zuüen afwachten, blyken zullen mogen ontwaaren van Hun Ed. GjrQQt Achtb, cordaatheid ten dezen opzichte. B 5 Ter-  2 6 Verzameling van1 Stukken Ittrekkelyl tot Terwyl wy eindelyk verzoeken en verwachten, dat U Ed. Groot Achtb. de Vergaderinge van de k roedfchap niet zullen gelieven van den anderen te doen Jtheiden, voor en aleer aan ons kennis der te nemene Refolutie gegeven is, en wy daar op in ltaat zullen gcfteld zyn, om, na eene behoorlyke en bedaarde overweging, U Ed. Groot Achtb. onze gevoelens te doen kennelyk worden, ofwel dat, by eene voikomene en cordaate inwilliging van onze eerbiedige inftantien, Copie Authenticq daar van aan ons zal zyn ter hand gefield. Gaat nu, Ed. Groot Achtb. Heeren! ter Staatelyke Raad-Zaal in! — pleit voor de belangens van eene vrye Natie! — beteugelt de gevoelens van heerschzucht! —— helpt onze verlangens voldoen! — en geeft den Achtb. Raad, in dat gezegend geval* de plegtigfte verzekering, dat Hun Ed. Gr. Achtb. in de Leden van den Ed. Manhaften Krygsraad, in die der notabelfte Burger-fchaar, en die der Manhafte Sergeanten, en eindelyk in die van de weldenkende der Schuttery, hunne Vrienden en getrouwe Befchermers vinden zullen. Hier op werd namens Burgemeesteren, door den 1 Prsfident-Burgemeester, na dat de Commisfie eenige oogenblikken buiten geflaan en weder binnen gekomen was, het navolgende geantwoord. Wel Edele Manhafte en Wel Edele Heeren ! Burgemeesteren zyn ten uiterfle gevoelig aangedaan over het Addres, dat ü Wel Ed. Manhafte en Wel Ed. gedaan hebben. Zy vinden het zelve alleszins decent, gepast en voorzichtig, waar voor zy U Wel Ed. Manhafte en Wel Ed. vriendelyk bedanken. Dan, daar de geallegeerde gronden in het verzoek te geëxtendeerd zy n, om die aan de Ed. Achtb. Vroedfchap alzoo voor te dragen, verzoeken dezelve».dat-Copie daar van aan hun mag worden  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 27- den ter hand gefield , om het in de Vergadering voor te dragen. En zyn, voor zoo veel hun aangaat, met U Wel Ed. Manhafte Heeren en WelEd. van dezelvde gedachten, dat het gebruik van eenige geweldige middelen of Militaire micht allergevaarlykst is in dezen hachlyken tyd, en de droevige omflandighed'en, waar in het lieve Vaderland'zich thans bevindt; en kunnen de Pleeren communiceeren, dat zy het zelve zullen brengen ter Ed. Groot Achtb. Vroedfchaps-VergaderiDg, en het zelve aldaar door hun prse-advis zullen appuyeeren, en het daar heen trachten te dirigeeren, dat aan het verzoek voldaan, en Gedeputeerden conform gelast worden, om in allen deele met Dordrecht en Haarlem eenftemmig te advifeeren. Terwyl wy bidden, dat God Almachtig U Wel Ed, Manhaften en Wel Ed. Heeren, zegene met de dierbaarfle zegeningen in dezen tyd en in de eeuwigheid. Gevoelig aangedaan over deze aangenaame taal, bedankte de Commisfie Heeren Burgemeesteren hartelyk voor derzelver gunftige dispofitie, en, na 't gemelde verzoek in fcriptis overgegeven te hebben, retireerden zy zich uit de kamer. Burgemeesteren begaven zich toen ter Vroedfchaps-Vergadering; en na eenigen tyd vertoevens, kwamen Hun Ed. Groot Achtb. te rug, en gaven de Commisfie kennis van het navolgend genomen befluit: ExtraB uit de Refolutien van de Ed. Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vr oedfchappen der Stad Schiedam. „ Heeren Burgemeesters hebben ter Vergadering kennisfe gegeven, dat eene plegtige Commisfie ',, uit het midden van den Krygsraad, uit de zich „ noemende Geconflitueerden, en uit het lighaam „ van Sergeanten, aan Hun Ed. Groot Achtb. hady den voorgedragen de navolgende Memorie: Fiat Infertio. u Waar  ê8 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tut „ Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, by dezen te verklaaren: dat „ Hun Ed. Groot Achtb. inhajreeren en adoptee,, ren, de principes van moderatie, by het Addres „ van de Supplianten ter nedergefield; mitsgaders ten hoogften afkeerig zyn van alle middelen van „ violentie of Militair geweld, en mitsdien de Ge,, deputeerden ter Dagvaart te gelasten, om ter „ Staats-Vergadering conform het verzoek der Sup„ plianten een rechtelyk onderzoek, en het gebruik „ van den Militairen arm, op eene cordaate wyze „ te declineeren. ,, En om, by gelegenheid van eenige Addresfen over de Gebeurtenisfen te Amfteldam en te Rotterdam voorgevallen, tot geene Refolutie te ,, concurreeren, dan die met overleg en communicatie van de Heeren Gedeputeerden der Ste,, den Dordrecht en Haarlem zullen worden voor„ gedragen. ,, En is deze Refolutie, na voorgaande delibe3, ratie, gehouden voor gearrefteerd". Accordeert met de voorfz. Refolutie. (was getf) B. J. Pielat van Bulderen. Dan, hoe zeer de Commisfie over de genomene Refolutie zelve ten uiterften voldaan was , vond dezelve nogthans de woorden zich noemende Geconftitueerden, niet naar genoegen, en verzogt daarom buiten te ftaan, om hunne gedachten over de Refolutie te laten gaan, gevende daar op vervolgens het navolgende antwoord: Edele Groot Achtbaare Heeren! Het kan ons niet anders dan een gevoelig ge„ noegen verfchaffen, den Ed. Achtb. Raad dezer Stad met zoo veel notabele Burgers eenftemmig ten besten en behoud van Vaderland en Vryheid „ te zien denken en werkzaam zyn. Het  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 29 Het is een plicht, om zulke waardige Regenten te onderfteunen. „ Dan, Ed. Groot Achtb. Heeren! hoe zeer wy „ nu het genoegen hebben, de gunftige Refolutie „ van de Ed. Groot Acbtb. Vroedfchaps-Vergade. „ ring te vernemen, zoude het echter alle de Ge* „ committeerden hoogst aangenaam zyn, wanneer 5, alle wantrouwen eenmaal moge worden wegge,, ruimd; en dus moeten zy betuigen met leedwe„ zen te vernemen, dat men de qualiteit van Ge„ conftitueerden in twyffel fchynt te trekken, door ,, de woorden zich noemende. n^.Y <5emenAdu yryheid> dit op hetdecentfte „ U Ed. Groot Achtb. onder het oog te brengen, „ m dat vertrouwen, dat deze dag ons meer en „ meer aan U Ed. Groot Achtb. zal verbinden „ en wy daadelyk erkend worden, ten welken ein„ de wy de vryheid nemen, eene Copie authenticq „ der qualificatie aan U Ed. Groot Achtb. over te u ie/ererj; dan, daar dezelve reeds den 26ften „ Maart laatstleden gemaakt is, ontbreekt 'er een „ getal van ruim 80 der notabelfle Burgers aan, „ welke wy, des begeerende bereid zyn aan ü „ üd. Groot Achtb. nader op te geven". Hier op gaf de Heer Prsfi Jent-Burgemeester in fubftanue ten antwoord: „ Dat die woorden van „ weinig aanbelang waren, alzoo men in Proces„ len dergelyke woorden gewoonlyk gebruikte. „ Hy voor zich zelv dacht, dat men daar overgee„ ne reflectie moest maaken, en zoo hy in n^t ge. „ val van Geconflitueerden was, daar in geen „ zwarigheid maaken zoude" Dan hier op werd door Gecommitteerden gerepliceerd: dat, „ dewyl Heeren Burgemeesteren het van zulk ge„ nng belang oirdeelden, het dies te gemakkelv ker kon worden veranderd". — Deze nadere inltantien wederom in de Vergadering der Vroedfchap gebragt.zynde, werden de woorden zich noemende doorgefchrapt, en in derzelver plaats gefield:  :Sö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot field: de Geconflitueerden van een notabel aantal Bttrgers en Inwooners dezer Stad. Waar op de Gecommitteerden andermaal Heeren Burgemeesteren bedankten, en verzogten: ,, d;ft [ „ zy den Ed. Achtb. Vroedfchap namens hun eh „ hunne Committenten zouden verzekeren, dat „ zy al dat gene zouden trachten toe te brengen, „ wat flrekken konde tot nut en welzyn van het lieve Vaderland, deze Stad en goede Burgery". Na welken gunftigen uitllag de Gecommitteerden Vertrokken naar de Burger - Sociëteit, en die van den Krygsraad en de Sergeanten ieder hunne Committenten afhaalden, om met dezelve en Corps naar de Sociëteit te gaan, en aldaar aan het Rapport aan te hooren, 't welk tot byzonder genoegen der geheele Vergadering zynde, Gecommitteerden bedankt wierden, en elk een zich terftond in ftiltë naar huis begaf. T.649. Protest van de Commisfie uit den Krygsraad. benevens Gequalificeerden van een aanzienlyk getal Burgers te Gouda, tegens het bejluit der meerderheid van de Regeering dier Stad, betrekkelyk de vermeerdering der Vroedfchappen te Rotterdam, In dato den 24 April 1787. De Commisfie uit den Krygsraad der Stad Gouda t Sergeanten, en de zich by hen voegende, Gequalificeerden van een aanzienlyk getal Burgers, vinden zich verplicht, om, daar ongeacht alle hunne Remonftrantien, de Meerderheid der Vroedfchap van deze Stad, heeftkunnen goedvinden, het StaatsRapport van den 17 Maart 1787 betrekkelyk de vermeerdering der Vroedfchap te Rotterdam, te declineeren, tegen dezelve Refolutie te proteSteeren en die te houden als firydende tegen het Privilegie, ten eeuwigen dage aan de Burgery Van RoU terdam gegeven, by de Unie van Utrecht gegüa- ran-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 31 randeerd, en thans door een aanzienlyk getal Burgers dier Stad gereclameerd; declareeren : dat zy, ingevolge de verplichting, by het eerfle Artikel derzelver Unie van Utrecht op hen gelegd, en om redenen, by hunne Remonflrantien breeder vermeld, des goedvindende, zoodaanige flappen tegen dezelve Refolutie in 'r werk zullen fielten, als zy ter voldoening aan hunnen plicht, verraeaea zullen te behooren. N". 1650. Zoogenaamd Antidotaal Request van foirimge Burgers en Ingezetenen van Dordrecht, aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Leden van de Oudraad van die Stad, verzoekende: op geene verzoeken of Addresfen, hoe ook genaamd, concerneerende zoo het Hghaam der Regeering als der Burgery» en op den mam der Burgery gedaan wordende, eenig het minfle reguard worde genomen , voor der Supplianten denkwyze hier over gehoord te hebben. De ondergeteekende Burgers en Inwooners der Stad Dordrecht, vernomen hebbende, dat in verfcheiden Steden binnen deze Provincie, op naam der Burgeryen, verzoeken werden gedaan, welke met de generaale gedachten van allen geenszins overéénflemmen, en niet wetende of ook mooglyk binnen deze Stad zulks zoude kunnen plaats hebben, nemen devryheid, zich te keeren tot U Wel Ed. Gr.Achtb., inflanteJyk verzoekende, dat door U Wel Ed. Gr. Achtb. op geene Addresfen of Verzoeken , hoe ook geraamd , concerneerende zoo hec Lighaam der Regeering als der Burgery, en op den naam der Burgery gedaan wordende , eenige het minfle reguard genomen, of aan dezelve gedefereerd moge werden, alvoorens de ondergeteekenden, als Mede Burgers en Inwooners, aan wien het belang der Stad, zoo wel als het welzyn van hunne Regenten en Mede-JBurgers, ten hoogften ter  34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ter harren gaat, daar op gehoord werden, ên dus iéder voor zich zeiven hunne manier van denken zoude kunnen te kennen geven; Verzoekende midsdien, dat deze moge worden aangenomen voor antidotaal of tegenwerkend verzoek» 't WelK doende &C. N°. 1651. Request der Leden van ie Gecombineerde Vergadering, repefentetr-nde de Dekenen der t'faamverbondene Gilden, de diie Sckutteryen en Officie, ren der Burgerwachten, alle binnen Dordrecht, over de handelingen van fommige hunner Regenten, Edele Groot Achtbaare Heeren! Is het eene onbetwistbaare waarheid,dat 'er tus■fchen alle lighaamen en derzelver deelen zulk een juist verband plaats heeft, dat g.ene van de laatstgenoemden befchaadigd of beledigd kunnen worden, of het geheel ondergaat daar van het levendigst gevoel, ja ontvangen dikwils zulk een fterke fchok , dat het door dezelve niet alleen aan het kwynen flaat, maar zelvs geheel dreigt in te ftor- ten; even zoo is het met eene Burger-Maat- fchappy gelegen; -—- de Leden van dezelve te fa. men , in zoo veele groote of kleine lighaamen veréénigd, ftaan met eikanderen in de caauwfte betrekking, elk is een onmisbaar deel, en allen moeten dienstbaar zyn tot in ftandhoudirg van het geheel; de minfte afwyking hier van verfpreid haaren tadeeligen invloed, en kan by verderen voortgang, niet anders dan eene gantfche omkeering der Burger-Maatfchappy ten gevolge hebben. Indien ergens ter weereld, Voorzeker zal de waarheid hier van ten opzichte van ons Gemeenebest volkomen moeten erkend worden. Met U Ed. Groot Achtb. geboren of opgevoed op eenen beperkten grond, die met het Vryheids- bloed  êt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. g£ bloed ónzer Voorvaderen als doortrokken is, alwaar de algemeene Wetten aan elk en een iegelyk da. «elfde voorrechten en plichten voorfchryven , is het ook onbetwistbaar, dat wy onderling her hoogi ile belang hebben op des anderen gemeenfcbappe. lyke en byzoodere onafhanglykheid , eer, rust, voorfpoed en welvaaren , en daar en boven teè duurllen verplicht zyn,. om die elk in zyn post ea ftand ie bevorderen en te handhaaven , als welker* de eenigite gronden uitmaaken van het Verbond der ]Unie,;en waar op ook nog de ééd van den eerden, .Regeqt tot den mir.ften Burger nederkomt. Waren deze beginfelen niet door toegevenheid en weelde verduisterd, ;0f door misbruikt gezach. verkracht geworden, onze Natie ind den hoogden trap van Maatfchappelyk geluk bereikt; en zeker niet behoeven te kampen tegen eigenbaat en trotschi heid; door welken beiden, zonder tusfchenkomsc der Godlyke Voorzienigheid, die onzen verdervlyken .fiaap als in een nieuw leven van werkzaamheid herschapen heef', wy veelligt in den diepen afgrond van verderf nedergezonken , met onze Kinderen reeds de Onderdaanen van een willekeurig gezach zoo niet in naam althans zeker in de daad, zouden geworden zyn. Maar zal dat nieuwe leven zyn volkomen werking; Geitenen, en zynen gelukkigen invloed door alle langen der Maatfchappy verfpreiden , dan moet de fchaadelvke tweedracht gefluit, het blind vooroirdeel gebannen, en alle eigenbelang ter zyde gefield wori den-. ^Vooral die tweedracht, welke tot nog toe in dè Raadzaal, alwaar de ééndracht haaren zetel mOpsc gevestigd hebben, de gewichtigfle belangins van Stad en Vaderland, ongelukkig doec vertraagen; i vooral dat vooroirdeel , het welk blindelings niet dan haat en afkeer voedende de heilzaamfte befluiten tegenhoud ; —- vooral dat eigenbelang, waar door veelal opofferingen gefchiedèn aan Hem, wiens bnve£?rk£ verni0SeQ niet dan aUeraadeeligfb gei  54 VtrztmtUng ra» Stakhttt htnkkelyk kt volgen kan te weeg brengen voor een volk, dat niet ontaart van de deugd zyner Voorvaderen, de Vryheid, als het beste gefchenk,en de waare Conftitutie des Lands, als de edelfte bezitting, hoog waardeert. Op deze beginzelen alleen rust de werkzaamheid van den verlichten, den weldenkeoden Burger, den eerlyken Vaderlander. Hierom verfoeit hy alles wat fchaade zoude kunnen aanbrengen; en wel verre van zich het belang des Vaderlands niet aan te trekken, gaat hy in tegendeel alle aanflagen tegen het zelve krachtdaadig te keer, terwyl hy tevens alle uiterften vermyd en tegenwerkt. — Hy getroost zich ook daarom alle valfche aanteigingen van zynen misleiden Mede-Burger, en alle listige tegenwroetingen van een meer ervaaren gedeelte, ja hy verduurt tot in den hoogften nood de fmaadelyke te leurftelling van hem en hun, die volgens ambt en plicht, zoo al niet de eerften moesten zyn, om hen voor te gaan , althans zeker zyne aangewende poogingen met al hun vermogen behoorden te onderfteunen. Dit zyn de gevoelens, Ed. Groot Achtb Heeren! met welken onze harten doortrokken zyn , ea die wy vertrouwen dat door geen eerlyk Nederlan• der kunnen gewraakt worden. Daar wy nu zoo wel onze eige verplichting alsdie van onze Vertegenwoordigers kennen, en de braafheid en trouw in den eenen, zoo wel weten te eerbiedigen, als wy het tegenover gefielde in den anderen afkeuren en verachten, zoo erkennen wy met blvdfchap reden te hebben, om, boven andere van onze Zusterlyke Steden, op veele weldenkende Vaderlandfche Regenten te mogen roem dragen, terwyl wy aan den anderen kanc tevens met leedwezen moeten belyden, geen minder reden te vinden ons te bedroeven, dat 'er onder het midden van onze Regenten ook zulken gevonden worden, die gantsch verfchillende gevoelens koesterende, zich ala* het waare fchynen verbonden te hebben, omfteeds te- gen  de Gibeumnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 3 ƒ gen de begeerte des Volks, en die der beste Regenten aan te druisfchen, en derzelver billyke poogingen te vertraagen, waar uit niet anders dan onheilen voortvloeien , die de fchroomelykde gevolgen zouden kunnen na zich fleepen, dewyl de Burgers éénmaal afgeflooft door zorg en waakzaamheid, naar het uicoefFenen van het taaide geduld, zich in het einde veellicht wraak zouden kunnen verfchaffen- Wy behoeven niet lang naar bewyzen te zoeken , om de waarheid van onze billyke klachten te ftaaven. Want, om niet eens te fpreken van hetgemanifesteerd gevoelen, het welk die bedoelde Regenten niet alleen aankleven , maar by alle voorkomende gelegenheden zelve openlyk aan den dag leggen; behoeven wy ons Hechts te herinneren alle de middelen, die men heeft in het werk gefteld, om onze rechtvaardige poogingen, tot herdtel der verloren Vryheid te verydelen , om onze billyke begeerte te vertraagen, onzen arbeid moeieiyk te maaken, en waar het mooglyk daar door uit te werken, dat wy, even als in vroegere dagen, van onze Vryheid niets dan den blooten naam overhielden. Getuigen hier van onder anderen is de herdel» ling van byna alle de Privilegiën onzer Stad; —■*> een ieder weet, met hoe veel zorg en moeice dezelven herkregen zyn, uit de handen van hun, die dezelven, overeen kom (lig hunne duure verplichting, handhaaven en befchermen moesten, niet tegenftaande het blykbaar was, dat de duchtigheid van onze billyke vorderingen, den genen het best bekend waren, die dezelven het meest betwistede. Getuigen hier van is de jongde Misfive, aangaande de verkiezing van Burgemeesteren aan Hun Ed» Groot Mogenden, door zeven Leden uit het mid. den van ü Ed. Groot Achtb» gefchreven, waar in niet alleen de bolwerken der Vryheid, onze Privilegien en Accoorden geheel tegen onze belangen verklaard en uitgelegd worden, maar ook de poogingen ter verkryging van de by ons en de gant« C 2 fche  36 Verzameling van,Stukken betrekkelyk Ut fche Natie zoo zeer gewenschte Grondwettige Her* fttlling, ais een bron van verwarringen befchouwd ; en aldus aan 's Volks hooge Vertegenwoordigers word voorgedragen. Getuigen hier van, zyn de meenigvuldige tegenkantingen en protesten federt de jongstverlopen jaaren» aangeteekend in de Notulen van U Ed. Gr. Achtb. Vergadering, waar uit volkomen blykbaar is,dat die der bedoelde Regenten meestallen rechtsreeks aanlopen tegen het hartelyk verlangen des Volks s en het gemanifesteerd gevoelen der braaffté Regenten. <— Protesten, die alleen fchynen ingericht te wezen, om de heerschzuchtigen onder deKakomelingfchap,de middelen in de hand te geven , om de herdelde Voorrechten by eene vroegere of latere gelegenheid, weder te verdrukken en ten onder te brengen. De herdenking, Ed. Groot Achtb. Heeren! van deze bezwaaren, om geen giooter aantal op te haaien, heeft het billyk ongenoegen van de welden, kende Burgery onzer Stad dermaaten ontftoken,dat het zelve, gevoegd by onze vuurige verlangens, om de hoogde noodzaakelyke ééndracht in de Raadzaal , en het vertrouwen tusfchen het Volk en zyn Vertegenwoordigers eens eindelyk herfteld te zien, ons reden genoeg geven zoude, om de jongfte flappen van onze nabuurige Steden na te volgen. Dan, Ed. Groot Achtb. Heeren! hoe zeer wy ook de bedoelde verrichtingen van onze Amfteldamfche en Rotter damfvhe Mede-Burgers goedkeuren, gelyk wy onze gevoelens daaromtrent openlyk aan den dag hebber gelegd, betuigen wy echter, dat wy in deze Stad, even als zy, niet dan ongaarne, en in den hoogden nood , daar toe zouden befluiten. Op hoe veele redenen onze bekommering op die fommige Leden dezer Vergadering ook gegrondzy, wy kunnen echter nog niet vermoeden, dat zy nu, daar zy het lieve Vaderland in eenen byna veegen itaat, voor hunne oogen zien nederleggen, niet metfe zouden toefchieten om het zelve te redden; —« rjeen,  'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 37 joeen, wy vleien ons, dat het eindelyk ook hun medelyden zal gaande maaken , en dit belet ons te vreezen, dat wy immer tot dien altoos noodiottigen, maar dan noodzaakelyken ±tap, gebracht zullen worden. Wy verwachten, 6 Achtbaare Vaderen! dat eenmaal het gewenscht tydftip daar zal wezen, waar in de algemeene belangen des Volks, door elk van V Ed. Groot Achtb. als om ftryd zullen ter harte genomen worden, en in die hoope is het, dat wy wenfchen, dat ons verlangen den behoorlyken in. druk zal maaken op de harten van U Ed. Groot Achtb,, en vooral op die genen, die zich tot nog toe tegen de poogingen des Volks en der beste Regenten, verzet hebben. En zoo 'er onverhoopt onder ü Ed. Gr. Achtb cog mogten gevonden worden, welken zouden kunnen weigeren gehoor te geven aan onze begeerfens, verzoeken wy de zoodaanigen, met allen ernst, liever den hun toevertrouwden post van .Regent uit eigen beweging te willen nederleggen, dan dat zy door hunne halflarrigheid het Volk doen befluiten, om hen tot den kring te doen wederkeeren, waar uit zy tot den eeren-Post van Regent verkoren zyn. 5 Terwyl wy daar en tegen, ten aanhooren van een alwetend God, welmenend beloven, dat wy die genen van U Ed. Groot Achtb., die zich met de daad Voorltanders betoonen van 's Volks dierbaare Voorrechten, als onze Vaders befchouwen zuilen, met een^oprechte toegenegenheid achtervolgen,en hen (is 't nood) met de wapenen in de vuisten, a!s Mannen van eer, tegen allen aanval verdedigen, ja dat wy liever ons leven gewillig voor hun zullen opofferen, dan dat wy gedoogen zouden, dat zy in hunne Perfoonen of goederen, van wie het ook zyn mogt, immer benadeeld wierden. Waar mede wy eindigende, U Ed- Groot Achtb. aanbevelen in de hefcherming des Allerhoogften, mens vpprtduurenden zegen wy over deze VergaC 3 de-  38 Verzameling van Stukken betrekkelyk trt dering en allen derzelver Vaderlandfche befluiten eerbiedig affmeeken, en de eer hebben ons te noemen» Edele Groot Achtbaare Heeren! U Ed. Groot Achtb. onderdaanige Dieaaaren, De Leden der gecombineerde Vergadering, reprmfenteer ende de Dekenen der i'Jaamverbondene Gilden* benevens de drie Schuttery en en Officieren der Burgerwachten, alle binnen deze Stad. Dordrecht den A. Lamme, Prefident. 30 April 1787. CF. Duffer Cz., Secret. H°» 1652. Extraft uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Edele Groot Mogendens Vergaderinge genomen op Woensdag den 25 April 1787, betrekkelyk het Credentiaal van Rotterdam, en Misfive van Burgemeesteren dier Stad aan den Raad-Penfionaris op 't fubjeSt der geremoveerde en nieuw aangebelde Vroedfchappen. Is gelezen het navolgend Credentiaal, door da Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam ter Vergadering geëxhibeerd. ExtraSt uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, genomen in Hun Ed. Groot Achtb. Vergadering «p Maandag den 23 April 1787. Ter Vergadering van Hun Ed, Groot Mogenden zyn na voorgaande deliberatie gedeputeerd, zoo als gedeputeerd worden by dezen, voor de nog ove*  is Geleurtenisftn in 1787 enz, vporgtyalltn* 39 overige dagen van deze lopende maand federt den 23 tot den 30 April 1787, beide ingefioten: de Heeren Mr Regeerende Burgemeesteren, ...... alle Raaden in de Vroedfchap, midsgaders Mr Raad en Penfionaris dezer Stad; met last om op alle voorvallende zaakin ter hooggemelde Vergade» ring zoodaanig te advifeerea, als ten meesten dienite van den Lande zullen bevinden te behooren; zullende voor goed , vast en van waarde worden gehouden , alle 't gene door welgemelde Heeren Gedeputeerden ter hooggemelde Vergadering zal worden gedaan en verricht: en wordende door deze ingetrokken de deputatie ter meergemelde Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden op den ió January .1787, by de Vroedfchap dezer Stad gearresteerd. Accordeert met voorfz. Refolutie. (Onder flond) By my als Secretaris , (was gef.) W. W. van' Berckei» En heeft de Raad-Penfionaris, ter gelegenheid der le&ure van 't voorfz. Credentiaal, gecommuniceerd een Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der gemelde Stad van den 23ften dezer aan hem gefchreven, op 't fubjeft der remotie van zeven Vroedfchappen, en de fuppletie van derzelver plaatzen, en het gebeurde by die gelegenheid j in de navolgende Misfive vervat. Hoog Edele Gestrenge Heer! Heden morgen, op derzelver verzoek, ter Vergadering van de Vroedfchap dezer Stad , acces zynde verleend aan een aantal Opper- en OnderOfficieren van dezer Stads Schuttery als Gecommitteerden van den Krygsraad, mitsgaders aan de Geconflitueerden van meer dan twaalf honderd Burgers en Ingezetenen dezer Stad ; hebben dezelve gezamenlyk, by monde van Mr. H.A. Kreet C 4 als  ft-o Verzamtling van Stukken betrekkelyk tot «ls Secretaris van den Krygsraad, aan de Vergader ring van de Vroedfcuap voorge ira^n: dat zy ds ten uiterften nadeeli^ voor de we'vare en belan- fens dezer Stad en Rargerv nielien tiet taoger aanlyven in de Vroedfchap dezer Stal, van de, als toen mede aanwezende Heeren M'. Jacob van oer Heim; Mr. Adriaan van des Hoevkx; Jr Johan Marten Biroo c)Cr.or d.'Ksjou&ï^ M-. Isaac van Teylingen; Johan F. uitgebracht, was gefeponeerd. De V-oedichap -vervolgens gedelibereerd i heb* bende , over dit.gecommuniceerde van Heeren Bur* gemep^ter'm, is, met genoegzaame eenpaarigheid van a'le de PrEefente Leden, goedgevonden, de voorfr,. Commisfie in de Vroedfchap te admitteeren, mits deszelvs mondelirge voordracht alzoo^ doende, dat dezelve door den Secretaris behoprlyk; konde p orden get otuleeu. Waarop de meer_enelde Commisfie, ten getale van circa 40, binnen gi (taan, en de voorfz. Refo. lutie aan hun aangezet" zvnae, is daar op by monde van den A tvnkaat Mr. Hendrik Arnold Kreet geantwoord, dat die v onrzorge overbodig was, aangezien de Copie var, zyn Voordracht aan de Vergadering zoude worden gelaaten. Waar rade voorfz. Advokaat Krf.et, zeggende in qualiteit van Secretaris der Krygsraad te fprekenj beeft gedaan eene uitluftige redenvoering, diebefloten wierd met de aanzegging: 1. Dar zy de Heeren Raaden Mr. Jacoe van der Heim Mr. Johan Adriaan van der Hoeven j Jr. Johan Martkn Baroc Collot d'Escury j Mr. Isaac van Teylifgen; Johan Franscois van Hogendorp; Mr. Kf.inier Frederik van Staveren en Mr. Antpony W ilhelmus .Senn van Basel removeerden en verklaarden van hunne Raadsplaatfen verlaaten te zyn. 2. Begeerende voorts dat door de overblyvende 14 prasfente Vroedfchappen, direfteiyk-zoude worden voortgeprocedeerd zonder dagftel- . ling, veel min by wyze van Nominatie, tot een aanftelling van zeven andere Raaden, teffens inmediatelyk in ééd te nemen en in functie te (tellen. 3. Dat eindelyk het Credentiaal van Gedeputeerdens ter dagvaart, mede zoude worden gero- l voceerdj en andere Gedeputeerdehs benoemd*  de Gebeurtenis/en th r?8? enz. voorgevallen* 0 Al het Welk zy 'Gécommitteérdens by monde Mi vooren requ.reerden te moeten gefchieder?° alïcS i-ens van uen anderen te fcheiden Na deze denunciatie, requireerden wyders dè voorfz. Gecommitteerdens, in maniere alsvooren dat de zeven door hun alzoo van hunne Vroedfchans* ? St?nrem° WrdeRaade^ de ^dzaTl clariS hT7 T tegeD. dez^ven hebben gedeclareerd, dat zy de voorfz. Schutters of Burger* onbevoegd hielden tot een diergelvke daad d?t *Y, wettig aangeilelde VroedfchapSzvnde * niet ZklT^l™hUDDe Pjaa^enPtPe veSaa'ten ."S 5ipoSf3e«JS.door memand zouden doeQ °f laaCe* Welke inftantien de Heer Prsfident-Bürgemeester .... de Heer Burgemeester . . en de verdere meerderheid der Vroedfchan óok niogten doen, ten einde hun de V oedfchaps Ka. mer mogt vry en onbelemmerd gelaaten worden deze alle waren té vereeefs - nl „JT r u * Ven Advokaat XREET,eTeTdeTerêre?edeft£ ders in dezen, begrepen even zeer ter■ Vroed ffiï Kamer te mogen en te moeten verblyven, a s de 2 ^0ride°nbevoegde wyze byhun^eremoveert de Raaden, die zy, even als zich zelf!, als private Perfoonen wilden aangemerkt hebben" —En wanneer, na een en andere altercatien, de PraSi dent Burgemeester de Vergadering icheidde men Zich vervolgens meende te"efireSSwieïd fehkSalf der,geaffe6lee,rde P'ötestatfSdat men feich alzoo aan ongemak Zoude eXponee?en , feiS Jyk belet, posteerende zich voórfz- Gécómmïttêer dens Voor den ingang der kamerdeure. I Inmiddels vond den tweeden Burgemeester Mr ibemen, of fchoon den Praefident Burgemeester Mr jv v t>. HM zyn plaats bleef behoudenTen voor S faet den Heer Burgemeester Mr. J. H. V ngèiIhoed i ks. sa: c injïetea t de  50 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wettigheid der remotie) tot de Electie van zeven andere Raaden, by den voorfz. Advokaat Kreet, op een daar toe op dat moment, zoo het fcheen, geformeert lystje opgegeven, mede onder protestatie dat zy daar op niet bedacht waren geweest. Alle de overige Raaden, met naame deHecrprsfident Burgemeester , de Heer Burgemeester , de Heeren ........ protesteerden van nulliteit, illegaliteit, geweld en overheerfching, en deeden nog de Requesten uit naam van een groot deel Schutters, en van Geconftitueerden van een niet min notabel gedeelte der Burgery, voorleezen, waar uit evidentelyk confteerde, hoe weinig deze zich met deze conduites hunner Mede-Burgers conformeerden. — Doch alles was te vergeefs. — Na de bekende regei filmt inter arma leges, gingen de voorfz. agt Raaden voort, met deze prsetenfe Electie. De Advokaat Kreet depecheerde eenige Officieren van de Schuttery, om de alzoo onwettig geëligeerde Raaden , beltaande in de Perfoonen van Mr. Jan Wynand Ram, Heer van Ameyde en Herlaar, J. D. HUICHFXBOS van LlENDER, MlCHIFL MARI- HüsdeMonchy, W. A. C Top, PieterEllinckhüisen, Aarnout*van Beeftingh en Daniël Jakob Erberveldt te ontbieden; de tweede en derde Burgemeesteren Mr. Paulus Bogaard en Mr. Jacob Herman Vingerhoed alsmede de Hoofd-Officier Mr. Paulüs Gevers gingen voort, niet te. genltaande de interdictie van de Meerderheid der Vroedfchap aan den Heer Hoofd-Officier gedaan, met het pratenfelyk in ééd te nemen der geëiigeerdens, — en deze, onder het voorleezen van ze. kere protestatie, houdende, zoo veel men begrepen heeft, dat zy de wettigheid van hunne Aanltelling voor rekeningen ter verantwoording lieten van die dezelve deeden of gedaan hadden, namen vervolgens fesfie. Waar na men al verder even wederrechtelyk, en op gelyke ufurpeerende wyze, met deze alzoo on- wet-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 51 Wettig aangeftelde Raaden, is voortgeprocedeerd tot de revocatie van het Credentiaal en het benoemen van andere Gedeputeerdens, alles ten overftaan , en genoegzaam onder directie van den meergemelden Advokaat Kreet met deszelvs Commisïie, en onder procestane van de bovengemelde dertien Raaden, en dus de Meerderheid der wettige Vroedfchap, zoo voor als na, vannulliteit, illega. liteit, geweld, overheerfching, alsmede van niet virant woordelyk te willen zyn voor de gevolgen ' I— het welk laatfte door den Advokaat Kreet en zyne Medeftanders voor eene bedreiging zynde opgenomen, door hun is gerescontreerd, met aanzegging, dat zy alle combustie, als gevolgen van deze conduites, aan de zeven geremoveerde Hee. ren (zoo zy zeiden) zouden attribueeren, en de. zelve op hun zouden vernaaien. Dit is in het kort, zoo veel de gelegenheid van tyd heeft roegehcen, een fubftantieel Verhaal van het gebeurde in de Vroedfchaps-Vergadering, terwyl men verder zich referveert, daar van omftandiger relaas te geven', met de noodige elucidatien. Thans continueeren nog de Burgerwachten, en voor het Stadhuis zyn twee ftukken Gefchut geplaatst, zoo dat men de Stad nier. anders kan aanmerken, dan door een gedeelte der Burgery op hee veel grooter, en op de wettige Regeering, overweldigd. En is daar benevens gelezen de Requeste van Mr. Johannes Hoog c. f., oud-Schepenen der Stad Rotterdam, verzoekende Hun Ed. Groot Mógendens prompte en efficacieufe voorziening tot redres van al het gebeurde daar by vervat, bréeder hier nk jeinfereerd. Aan de Edele Groot Mogende Hëpren Staaten Van Holüand én West-Frieseand. Gèvëa reet ilcM'digen eerbied 'te hmm Joi  52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot bannes Hoog , Mr. Dirk LodewYk van Gatten." borch. Abraham Verstolk, Mr. Jan Cornets de Groot, Mr. Jan Daniël de Loches, Mr. CorUEtis vanHeusde, Ewout van Son, Johani Philip de MoNTé, AdrianusHavart, Willem Suermond en Mr. Martinus Hoog, allen oud-Schepenei. der Stad Rotterdam. Dit, offchoon zy Supplianten Geconftitueerden xvn van een zeer groot aantal Burgers en Ingezeter.en dezer Stad, die niets vuuri^er verlangen en begeren, als, onder het ftit genot hunner Burfferlvke Vryheden en Voorrechten, door die Regenten welken door eene wettige aanftelling over hen pefteld zyn. geregeerd tebiyven, waar toe hunne Ierbiedige Addresfen, die zy, ter afkeering van «He zorlelyke nieuwigheden, nu en dan genoodrïkt zyn geweest, zoo aan U Ed. Groot Mogena-n als aan hunne Stedelyke Regeering, te maaIVn' enkel en alleen geftrekt hebben, en welk getal verre furpasfrerende is dat der Conftituanten van den oud-Schepen Isaac Hubkrt c. f., door hunne veelvuldige verzoeken, over zaaken van hee Kliek bewind, aan ü Ed. Groot Mogenden gelo^zaam bekend; het nogthans aan laatstgemelden heeft goedgedacht, op voorleden Maandag den Sen April dezes jaars , nevens diverfe hunner ronftituaiuen tot 240 ™ getale> onder escorte van p"r>e Compagnie of divifie Schutters, zich van hun Ineieteitshuis op de Wynhaven en Corps te begeven naar het Raadhuis dezer Stad, en op eene perfonede audiëntie in bet Collegie van de Vroedfchap, des tyds vergaderd, te infteeren. Dar de voorfz. Geconftitueerden, aldaar binnen eelaten zynde, (zoo zy Supplianten vernomen hebfiert > bv monde van den Advokaat Mr. Hendrik AaNOLD'Kreet, na deductie yan redenen, uit naam a^Scbüttery, als het tweede reprsfentatief ColU^quafi van de geheele Burgery, en van de: voorfc Geconftitueerden Isaac Hübert c. f. en feune Conftituanten, hebben verklaard de Raaden  'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 53 van der FTeim, van der Hoeven, d'Escury, van Teylingen, van Hogendorp, van Staveren en van Basel van hunne Raadsplaatfen te houden voor vervallen5 met inftantie dat de overige Raaden als nu, zittens Vergadering, wilden voortprocedee». ren tot directe aanftelling van zeven andere Perfoo» nen, om vervolgens, door den Hoofd-Officier de» zer Stad, direftelyk als Vroedfchappen in ééd genomen te worden, en alzoo daadelyk in functie te treden; en om voorts het Credentiaal van de tegenwoordige Gedeputeerden ter Staats-Vergadering te revoceeren, en andere in derzelver plaatzen ee benoemen , met dat gevolg, dat agt van de vier- entwintig Raaden, in weerwil der Protestatien van illegaliteit en nulliteit van dertien prasfente mcdeRaaden, drie Leden abfent zynde, zyn voortgegaan met het nomineeren en aanftellen van * —— • —— tot Vroedfchappen dezer Stad; en dat den Hoofd-Officier ■ ——, van zich heeft kunnen verkrygen, om de voorfz. door agt Raaden gekoren Perfoonen, ten overftaau van twee Heeren Burgemeesteren, die zich mede in weerwil van de wederhelft van dat Collegie daar toe hebben willen leenen, te beéédigen», en in functie te doen treden. Dat de invoegen voorfz. pretenfelyk geremoveerde Raaden, geweigerd hebbende hunne zitting' in den Raad te verlaten, de alzoo gekoren en be. éédigde Raaden, op ftoelen daar toe in de Vroedfchaps-kamer geplaatst, fesfie hebben genomen, terwyl de Geconltkueerden, Hühert en zyne Medeftanders, hebben geweigerd de Raadzaal te verlaten, voordat de door hun geremo veerde Raaden, die zy zeiden niet meer anders dan als particuliere Perfoonen te befchouwen, mede zouden opftaan en vertrekken, en nog daar en boven, by monde als vooren, aan dezelven hebben gederjuncieerd, dat byaldien uit deze gebeurtenis eenige commotie of combustie mogt proflueeren, zulks ais dan op de D 3 voorfz.  54 ~ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voorfz. zeven door hun geremoveerde Raaden tc zullen verhaalen en wreeken. Dat, dit alles gebeurd zynde onder dekking van de vier- en- twintig Compagnien Schuiters, die des morgens op ordre van den Magiftra t in de Wapenen waren gekomen, en het Raadhuis, mitsgaders Stads Poorten bezet hielden, zoo dat het ac- en.recestot het eerstgemelde, geduurende de deliberatien, via faêli is verhinderd geworden, en welke Schut, terye nog gedeeltelyk in de Wapenen word gehouden, terwyl men zelv' heeft kunnen goedvinden, om twee Stukken Gefchut voor het Raadhuis te planten, dit voorgevallene by verre het grootfte gedeelte der Burgery aan hunne wettige Regenten verkleefd, niet anders dan als eene daad van de verregaandfte violentie word befchouwd, en den Supplianten is voorgekomen zoo ongehoord wederrechtelyk, en van zulke veruitziende gevolgen te zyn, dat zy het der Godlyke Voorzienigheid alleen te danken houden, dat deze Stad nier. in een akelig bloedbad is verkeerd geworden. Dat de gisting, in de gemoederen van het grootere gedeelte der braave Burgery, hoe zeer door der Supplianten onophoudelyke raadgevingen, en, Vermaaningen tot ftilheid en bedaardheid, tot nog toe gelukkiglyk niet uitgebarften, echter niet geheellyk is gedempt, maar veellicht in feller woede ftaat'te ontbranden, zoo wanneer, door de Souvereine ru^fcaenkomst van U Ed Groot Mogenden, daar in niet ten fpoedigften word voorzien , en een billyk uitzicht op een rechterlyk onderzoek van al het gebeurde behouden. Wesnalven de Supplianten de vryheid nemen, zich te keeren tot V Ed. Groot Mogenden, met ootmoedig, doch niet min allerernftigst, verzoek; dat hpt U Ed. Groot Mogenden behage aan deze Stad en Burgery ten fpoedigften redres van al het gebeurde te verzorgen, door al zulke prompte en efficacjeufe voorzieningen, als U Ed, Groot Mo-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 5$ genden, na derzelver booge wysheid, in dit finguliere geval, noodig ïullen oirdeelen, en dat inmiddels de voorfz. pra^tenfelyk aangeftelde en onwettig beéédigde Raaden, ter Vergadering van U Ed. Oroot Mogenden niet zullen worden geadmitteerd. (Onder ftond) 't Welk doende, enz. (was geteekend) Johannes Hoog. Mr. Dirk Lodewyk van Cattenbürch. Abraham Verstolk. Mr. Jan Cornets de Groot. Mr. Jan Daniël de Loches. Mr. Cornelis van Heusde. Ewoüt van Son. Johan Philip de MonTé. Adrianus Havart. Willem Suermond en Mr. Martinus Hoog. Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Heeren van de Ridderfchap en Edelen Copie van de Misfive en Requeste verzogt, om dezelve in de Orden nader te examineeren, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gouda, Gorinchem, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medemblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen; terwyl de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Lei. den, Amfteldam, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikkendam en Purmerende, van advis zyn geweest, dat den inhoud der voorfz. Misfive en Requeste, als mere domesticq, geen object van deliberatie konde uitleveren. Accordeert met de voorfz» Refolutien. p 4 m  j6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°, 1554. Extratl uit de Refolutien van de Heeren, 'Staaten van Holland en WesuFritsiand, in Hun Ed. Groot Mogende Vergaderinge genomen op Vrydag den 27 Aprü 1787, betrekkelyn de Propofitie van Rotterdam» concerneerende de MagiflraaUbeftelling rjfc. De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam< hebben ter Vergadering gedaan, en vervolgens m Geichrifte overgegeven, de navolgende Propofitie. De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam hebben in naam, en op expresfe last der Heeren hunne Principaalen, in de Vergaderinge voorgedragen, dat in de Vroedfchap aldaar gedelibereerd, zynde op de provifioneele Dispofitie over de aanftaande Magiftraats verandering der voorfz. Stad, vervat by Hun Ed. Grooc Mogende Refolutie den sollen dezer genomen , en by refumptie den 24ften gearrefteerd; —- de Vroedfchap zich verlegen had gevonden met de executie van evengenoemde Refolutie, dewyl de redenen welke door eenige Raaden , toen uitmaakende de Minderheid derzelver Vroedfchap, by hunne fuccesfive Misfives van den 5 April 1786 en den 22 Maart 1787, aan Hun Ed. Croot Mogenden zyn geadduceerd, en om welke door Hoogstdezelve tot de voorfz. provifioneele Dispofir.ie is overgegaan , thans niet meer exteeren, naardien XVI Leden, en dus de Meerderheid der Vroedfchap, nu in dat zelvde gevoelen ftaan, 't welk te vooren door de evengemelde Minderheid wïerd gefoveerd; namelyk, dat de MagiftraatsbeHelling te Rotterdam niet anders kan noch mag ge. fcheiden dan conform het Oftrooy van den 13 December 1650, en dat dieshalven op den 29 April by vyf Leden van de Vroedfchap, door Boontrekkinge ukteloten, moet worden geformeerd eene Nominatie van vier Leden der Vroedfchap , om daar. uit twee Burgemeeteren, en van vier andere Perfoonenom daar uit twee Schepenen voor den tyd,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, van tweejaaren, in de plaatzen der Heeren die twee jaaren gefungeerd hebben, by het Lot te worden geëligeerd, door middel eener tweede Boontreic. kinge. Dat wyders, op dezelvde manier, behoort te worden vervuld de vacante plaats van den gewezen Burgemeester v. d. HEiM,die, op den 23 dezer maand van de Radicaale qualiteit van Vroedfchap. geremoveerd zynde, volgens Stads Privilegiën het Burgemeester Ambt niet meer kan bekleeden , en wel al mede volgens Stads Privilegiën op denzeivden dag der gewoone Magiflraats-verand^ring.. Dat voorts de Schepen van Oort, die maar één jaar heeft gefungeerd, liefst van dien post zoude zyn ontflagen, waaromtrent de Vroedfchap, hoe zeer ongaarne, thans meer faciliteit zou kunnen betoonen, in aanmerking nemende, dat daardoor het getal der aanblyverjde Schepenen weder opvier» en dat der afgaande op drie gebracht zoude worden, en dus voldaan aan het zelfde Octrooy de Anno 1650, 't welk prsefcribeert, dat in 't eene jaar drie% en in 't andere W«r nieuwe Schepenen, uit een dub* bel tal aangefleld moeten worden. Dat de Heeren hunne Principaalen zich over zulks indispenfabel verplicht hebben gevonden, dit alles te brengen tot kennis van Hun Ed. Groot Mogenden", en teffens te declareeren, dat zy vertrouwen,. dat Hoogstdezelven thans wel aan de Vroedfchap der Stad Rotterdam zullen gelieven over te laaten, om het voorfz. Octrooy in alles, op te volgen, en dus den Burgemeester Bichon, nevens de vier overige Schepenen, die met den Heer van Oort m3ar een jaar gefungeerd hebben , noch, voor een jaar te continueeren, en voorts op den 2Qtten dezer te procedeeren, tot de gewoone Boontrekkinge, ter Nominatie en Electie van drie Burgemeesteren en. drie Schepenen, en dat Hun Ed. Groot Mogenden zulks pra?fereerende boven een provifioneele dispor fitie^ waarby alle en uit volftrekte noodzaaklykheid (welke nu niet meer exteert) de werking van Stads D 5; £ri=;  ^ 8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Privilegiën wierdt opgefchort, daar mede Hoogstderzelver Refolutie van den öoflen dezer wel zullen gelieven te houden voor vervallen. En hebben de voornoemde Gedeputeerden voorts gedeclareerd, dat hunne Principaalers, nu in dezelvde termen verfeerend'.-, als de Meerderheid der Vroedfchap van de Steden Dordrecht, Schoonhoven, Alkmaar en Purmerende, zich wt! kunnenlaa. ten welgevallen, dat Hun Ed, Groot Mogenden tot confervatie van het vermeend Rechc van den Heere Erf-Stadhouder, tot het doen der Electie van Burgemeesteren en Schepenen uit de Nominatie door Boonheeren geformeerd, die Electie voor deze maal zeiven verrichten, even als in de voorfz. vier Steden is gepractifeerd, edoch nier anders dan onder de ernfligfte inflantien, dat de prircioaale qusestie over dat Rechc ten fpoedigften , immers binnen dit lopende jaar, werden getermineerd, ten welken einde de Vroedfchap thans verklaart zich tot de Memorie van negen Heeren uit hun Collegie, op den loden April laatstleden ter dezer Vergadering ingekomen, te refereeren , en met den inhoud van dien volkomen te conformeeren, Laatstelyk hebbende meergemeiden Gedeputeerden noch gedeclareerd, dat, ingevalle Hun Ed. Groot Mogenden onverhooptelyk mogten goedvinden de voorfz. Kefolutie van den 2oflen dezer noch effect te doen forteeren, de Vroedfchap van Rotterdam dan op den 2oflen dezer zal procedeeren, om door boontrekkinge te vervullen de vacante plaats van den gewezen Burgemeester . . . ., ten ware Hun Ed. Gr. Mogenden mogten goedvinden, omme op morgen te maaken eene Nominatie van zes Raaden uit hun Collegie, ten einde daar uit drie nieuwe Burgemeesteren gekozen , en op den iften Meydag in functie gefield te worden. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan: te perfifleeren by Hun Ed.Groot Mogenden Refolutie van den aoften dezer, en dat dien conform de Nominatien van Burgemeesteren en Sche-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 59 Schepenen der Stad Rotterdam op morgen door Hun Ed. Groot Mogenden zullen worden geformeerd; zullende het laatfte Lid derzeive Propofitie, over het vervullen der vacante plaats .van den gewezen Burgemeester . . . ., als concemeerende de ftukken op den 25ft«n dezer maand by negen Leden overgenomen, Cooielyk n handen van die Leden worden gefield; en Burgemeesteren en Vroedfchappen van Rotterdam daar van kennis gegeven, nut aimfchryving, dat Hun Ed. Groot Mogenden. verwachten, dat welgemelde Burgemeesteren en Vroedfchappen, in Confideratie hier van, hun gedeclareerd voornemen , om op den 2often April,1 door middel van boontrekking een Burgemeester in plaats van den Heer .... te verkiezen, niet. zullen werkftellig maaken. Aanteekening der Ridderfchap en zeven Steden^ De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als, mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gorinchem, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medenblik hebben geperfifleerd by hun protest en aanteekening van den 2 ften dezer, en tot de yoorfz. Refolutie niet geconcurreerd. Aanteekening der Stad Rotterdam. De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam hebben, met inhaefie der gedaane Propoficie, tot " de voorfz, Refolutie, zoo als dezelve is leggende, piet geconcurreerd» . Accordeert met voorfz. Refolutie,  öo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot K°, 1655'. Extract uit de Rofolutien van de Heeren Staaten van Holland en WesUEriesland, in Hun Ed. Groot Megendens Vergaderinge genomen op Donderdag den 3 Mey 1787, betrekkelyk eene Mis. Jive van Burgemeesteren van Rotterdam» over de Vroedfchaps- Vergaderingen, Ontvangen een Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Rotterdam, gefchreven aldaar den 2den dezer, houdende, dat zy in de gefield» heid van zaaken, by die Misfive omfchreven, raadzaamst hadden geoirdeeld , de convocatie eener Vroeds-Vergadering te moeten dilayeeren, tot dac zy met zoodaanige ordres van Hun Ed. Groot Mo. genden zouden worden voorzien, waardoor zy in ltaat gefield wierden een zoodaanige Vergadering te kunnen convoceeren, breeder hier na geinfexeerd. Edele Groot Mogende Heeren f Daar het convoceeren , of doen beleggen van Vroedfchaps-Vergaderingen van het departement van Burgemeesters.kamer is, kunnen wy, indien de Meerderheid van onze kamer, (de Heeren Bichon en van Beeftingh (*) ) confequent aan zich zeivs zal biyven, daar toe niet convoceeren,, zoodaanige Perfoonen, welkeop den 23ften April laatstleden , door acht onzer mede Raaden prsetenfelyk; zyn aangefteld, en tegen welke aanftellingen dezelve Meerderheid onzer kamer van nulliteit, en illegaliteit heeft geprotefteerd. Van de andere zy., de vinden wy ons belemmerd daartoe te convoceeren (*) Om deze Misfive met de voorlge N°. 1652. bl. 33. te kunnen overeenbrengen, dient men te letten, dat te Rotterdam jaarlyks de helft van het Collegie van Heeren Burgemeesteren afgaat en door andere Leden der Vroedfchap wordt opgevolgd, en dat dien volgends een der bovengenoemde Heeren, op den iften Mey dezss jaars, was; aangekomen.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, et ren die onzer mede Raaden, welke de voorfz. Meerderheid onzer kamer als wettige Vroedfchaps Leden confidtreert, om dat wy ons bekommeren, dat aan dezelven geen vry acces tot het bywoonen dier vergaderingen , buiten interventie van U Ed. Groot Mogenden, zal worden gelaaten. In die gefteldheid van zaaken hebben wy raadzaamst geoirdeeld, de con vocatie eener VroedfchapsVeigadering te moeten dilayeeren, tot dat wy met zoodaanige ordres van U Ed. Groot Mogenden zullen worden voorzien, waar door wy in ftaat gefteld worden eene zoodaanige Vergadering te kuanen convoceeren. In afwagting van zoodaanige ordre, bevelen wy ü Ed. Groot Mogenden in de protectie Godeï, ea blyven. Edele Groot Mogende Heeren! (Onder Hond) U Edele Groot Mogendens onderdaan 11 , nige Dienaar en, Rotterdam 6 den 2 May Burgemeesteren en Regeer- 1787. ders der Stad Rotterdam. (Lager ftondt) Ter Ordonnantie van dezelven, (was g wegens het welvaaren dezer Stad,. Bur«.  tfe Oébmtmirpn in 1787 enz. voörgevaïïeii. 77 Burgery en Inwoonders derzelver, onder de beftiering van hunne Regenten, als Bu-gervaderen, mee declaratien van eene volilandige gehouw en getrouwigheiJ aan de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten den Souverein dezer Provincie, aan zyn Doorluchtige Hoogheid , den Heere Etf-Stadhouder, in alle zyne digniteiten en waardigheden, zoo als dezelve aan gemelde zyne Doorluchtige Hoogheid als ErfStadhouder door den Souverein dezer Lande, in op-' volging van Hoogstdeszelvs Heer Vader onfterffelyke memorie, by deszelvs meerderjaarigheid zyn gedefereerd en opgedragen geworden, als ook aan £ Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedlchappen, en Magiftraat dezer Stad; met verdere declaratie en verzoek, ter continuatie daar van, achtervolgens de Handvesten, Octroyen en Privilegiën dezer Stad, en zoo als zulks tot heden door Burgemeesteren en Vroedfchappen is geobferveerd en onderhouden, infteerende voorts eerbiedig od hunne declaratoiren en verzoekende Hun Ed. Groot Achtb. approbatie, met toezegging van voortduurend appui te erlangen: hebben na deliberatie, goedgevonden en verftaan, zoo als Hun Ed. Groot Achtb * goedvinden en verftaan by dezen, onder betuiging der aangenaamfte gevoelens van aandoeninge over het aanhoudend weldenken,en de ronde declaratien der Officieren, Onder-Officieren uit de respedlive Krygsraaden , en Rotgezellen van de Burgerv of Schuttery dezer Stad Brielle, benevens verdere Burgers en Ingezetenen der gemelde Stad, ten petalie van meer dan twee derde derzeive gementioneerde Perfoonen en Gnialiteiten zich binnen deze Stad bevindende, en door derzelver onderteekenin» hoofd voor hoofd volkomen aan den da» gelegd" zoo met opzicht tot de hooge Regeering des Souvereins , zyner Doorl. Hoogheid den Heere ErfStadhouder, als ook van Burgemeesteren en Vroedfchappen dezer Stad, (derzelver Regeering en Burgervaderen,) houdende, en onveranderlyk zullende houden, met gepaste erkentenis het bovenge- mei-  78 ' Verz&ineling van Stukken betrekkelyk tot melde gedeclareerde te approbeeren, en al het zet--' ve te accepteeren, met volkomen gereciproceerde toezegging aan de Ondergeteekenden , en alle welgezinde Burgers, Inwooners, en Schutters dezer Stad, dat Hun Ed. Groot Achtb. daar by zullen continueeren s en daar aan de hand houden, zónder te dulden dat daar omtrent eenige alteratie werde gemaakt! en is deze Refolutie, zonder nadere refumtie, gehouden voor gearresteerd, en zal van het bovengemelde Declaratoir en Refolutie gegeven worden Copie Authenticq aan die Burgers, welke gemelde Declarateir aan handen van den Heer Preefïdent-Burgemeester Dr. Cornelis van Dam vak Aerden hebben overgebracht, blyvende het origineele Declaratoir (onvermindert infertie in de ÏNotuleD) als naar gewoonte ter Secretary gecusto* dieerd. (Onder ftondt) Accordeert met voorfz. Refolutie.' (»ss getf) C. W. Hoger waard. ï$°. 1661. Misfive van eenige Raaden in de Vroedfchap der 6tad Amfteldam, aan het Collegie van Burgemeesteren en zes- en- dertig Raaden, waar by zy de redenen opgeven, waarom in de aanflaande Vroedfchaps. Vergadering niet zullen kunnen yerfchynen. Edele Groot Achtbaare Heeren! Gelyk eenige der Ondergeteekenden op deó eerften Maart laatstleden, ter kennisfe van den Achtb. Raad gebragt hebben de redenen, welke hun wederhouden hebben op den 26ften February ter Vergadering van dien avond te verichyuen» met bygevoegd declaratoir, dat, zöo Wanneer ip het vervolg onverhooptelyk roede eenige dergely^ Jci  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 7jt ke omftandigheden mogten exteeren, waar door aan de vryheid van gaan en komen, of delibereeren, de minfle atteinte zoude kunnen toegebragt worden, in die gevallen zich ten Raadhuize niec te zullen fisteeren, en als toen voor als dan gepro. tefteerd hebben tegens alles, wat in zoodaanige onvrye Vergadering befloten zoude mogen worden , en voor de gevolgen van dien geenszins aanfprake]yk te willen gehouden zyn. Zoo hebben de Ondergeteekenden, in aanfchouvc nemende, wat 'er federt, en fpeciaal op den2iftert April laatstleden, is voorgevallen, en daar uit moetende opmaaken, dat 'er in de tegenwoordige tyden voor de vryheid van delibereeren, gaan en ko. men, geen behoorlyke zorg gedragen word of karr worden, gemeend, in de Vergadering, waar toe zy door 17 Ed. Groot Achtb. tegen morgen geconvoceerd zyn, niet te moeten verfchynen, en vervolgens zoo lang zich te moeten abfenteeren, tot dat zy volkomen zekerheid bekomen zulien hebben , dat 'er genoegzaame middelen in het werk gefteld zyn, om aan de deliberatien van den Raad, mitsgaders aan het acces en reces eene behoorlyke vryheid te bezorgen, bereid zynde zich als dam ten allen tyden te fisteeren. En hebben de Ondergeteekenden geoirdeeld hier van aan U Ed. Groot Achtb. en den Achtb. Raad kennis te moeten geven, terwyl die genen, welke het hier voorgemelde Declaratoir op den iflea Maart laatstleden gedaan hebben, het zelve by dezen houden voor herhaald, inhEereerende het daar by gedaane hier boven gemelde Protest: tot | welk Protest ook de overige Ondergeteekenden zich refereeren, houdende het zelve voor alhier geinfereerd. Amfteldam den 2 May 1787. (was geteekend) Hüydecoper van Maarsfeveen. W. G, Dbjdel Salomonsz. C. Munter. Jacob Elias Ar-  Sfo Verzameling van Stukken ietrekkelyk t»t Amoudsz. N. Calkoen. H. Muilman. P* Elias. N. Faas. J. Graafland Pietersz» Herman van de Poll. De Ondergefchrevene, voor zoo verre hy ïn fiaat moge wezen, niettegenftaande deoverblyfzels van zyne ongefteldheid, in den Raad te compareeren, verklaart zich met het voorenftaande ten vollen te conformeeren. (was get.) Z. H. Alewyn. N°. 1662. Contra-Aanteekening door de Heer Burgemeester Hooft , tyerevens tien Raaden uit de Vroedjclmp der Stad Amfteldam gedaan , tegens de Aanteekening van de drie Raaden Muilman* Munter en van der Goes (*_). In dato den 3 May 178?' De Burgemeester Hooft, mitsgaders de Raaden D. Hooft Gerritsz., de Graaff, Boreel, van Leyden, Abbema, Hovy, Bicker, vanLennep, van Weede, de Witt en D* Hooft, uit krachte van hunne referve van Contra-aanteekening en demarche , tegens de aanteekening door de Heeren Muilman,Munter en van der Goes, in de Notulen van dezen Achtbaaren Raad, op den I5den April geinfereerd, hebben doen aanteekenen. Dat zy betuigen, hoe leed en onaangenaam het is, zich in de noodzaaklykheid gebragt te zien, het gedrag der Heeren Muieman, Munter en vancer Goes in een ongunftig daglicht te fteilen. Echter uit confideratie, dat die Heeren door derzelver aanteekening hen daar toe noodzaaken, en om de in die aanteekening getaxeerde wettig genomene Refolutie van den <3den April 1787 te vindiceeren, en dus de achtbaarheid van die RegeeriDg, van welke zy Leden zyn, te handhaaven, — kun- (*) Zie XX. Deel, N°. 1635. bl 266,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 8r X-unnen zy niet afzyn, die aanteekening op eenè wyze, welke, en met de egards, die men elkanderenfchuldig is, en met het maintien van de eer der Vroedfchap van Amfteldam, als mede dezelve genomen wordende Refolutien> zoo veel moodvki overeenkomftig is, te wederleggen, Dit oogmerk zal bereikt zyn, wanneer mén deze_twee ftelhngen zal bewezen hebben, naamlyk: I. Dat de Heeren Motxman, Monter en van der Ooes, op den 3often Maart laatstleden, bv gele., genheid van de benoeming der Leden tot de Com. misfie van het tweede lid der bekende Haarlemfché propofitie, aan den waren zin en de intentie van hunne Principaalen niet hebben voldaan. II. Dat de Refolutie, by de Vroedfchap van ArrHfleldam op den 3den April genomen, alleszins wettig en gegrond is, en aan geene dier defecten I» boreert, welke bovengemelde drieHeerén in hünné aanteekening aan dezelve trachten toe tefchryven. Om de eerfte ftelling te bewyzen, Zal het 'er al. leen op aankomen, dat men aantoone, dat de drié üeeren op den 3óften Maart laatstleden, zich bv Dordreeht en Haarlem, en de verdere Leden vaft Holland, welken met die Steden van één gevoelen waren, en niet by de Heeren van de Ridderlchap en de overige Steden, hadden behooren të voegeü. Hier tóe zal het noodig zyn, dat men alles, het gene tot deze zaak relatief vooraf, Zoo wel ter Vergadering van Hun Edele Groot Mógen» den als binnen deze Stad is voorgevallen * körtelvk recapituleèrë. 3 De Heeren óedeputëerdeh der Scad Haarlerrt doen op den 30 January 1787 ter Vergadering van bolland eene tweeledige Propofitie, van welke het eerfte lid aandrong, op het effectüeeren van heÈ vierde lid van de Propofitie door de Stad AmftelI dam op den 25 Oüöber 1786 ter hoogstgeitielde Vergadering gedaan, en het tweede lid tendeerde eene tamnusfie tö benoëmefii Otó te Öepanlco iVAx. XJEEJEi, P  82 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den invloed, welke het Volk toekwam in zaakea van Regcering, enz. ' Dit tweede lid, onder anderen ook door de Lredeputeerden van wegens deze Stad overgenomen zynde, en ter kennisfe en deliberatie van den Achtb. Raad gebragt wordende, wierd vervolgens op den 14 February 1787 by denzelven Raad gerefolveerdsom in het benoemen van zoodaanige Commisfie te coufenteeren, en tot het ftellen van een dag tot benoeming van Leden tot dezelve, te con- curreeren. ... 1 n„„,i Op den aoften Maart wordt by denzelven Raad goedgevonden, die benoeming te laten aan Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart. En eindelyk worden gemelde Heeren, by Misfive van Heeren Burgemeesteren van den zaften Maart, verzogt, van wegens deze Stad daar toe voor te dragen den Heere Abbema. Dus verre befchouwd hebbende, wat binnen de%q Stad hier toe betrekkelyk is voorgevallen, zal men overgaan tot het onderzoek, wat ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden hieromtrent is gepasfeerd. ... ' Op den 23ften Maart laatstleden, zynde de dag, welke tot afkomst van het tweede lid der Prqpofi. tie van Haarlem gefteld was, word by Hun Ed. Groot Mogenden goedgevonden en verftaan, dat ten einde voorfz. en conform het gemelde lid derzelve Propofitie, waar mede Hun Ed. Groot Mogenden -zich by dezen conformeeren, op heden en agt dagen , den 3often dezer maand, zal worden geprocedeerd tót het benoemen eener Commisfie van eenige Leden van de Regeering dezer Provincie. Dan, by die gelegenheid doen de Heeren van de Ridderfchap, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, Gormchem, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medemblik aanteekenen, dat zy tot die Refolutie, zoo, of xoodaanig als dezelve is Uggende, niet hebben geconcurreerd, Waar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 83 Waar op vervolgens op deD 3often Maart laatstleden ter Vergadering van Holland, de benoeming der Leden tot bovengemelde Commisfie heeft plaats gehad; en wel zoodaanig, dat door de Heeren van de Ridderfchap en de evengenoemde agt Steden , tot dezelve benoemd worden negentien Heeren, terwyl de Steden Dordrecht, Haarlem, Leiden, Gouda, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikkendam en Purmerende, daar toe agt Heeren, van welke agt ïlegts twee ook door de Heeren van Ridderfchap c. f. waren benoemd en voorgedragen, nomineeren. ISu is de vraag, al het voorgaande bekend zynde, aan welke zyde de Heeren Gedeputeerden van Amfteldam zich hadden moeten voegen ; of liever, welk gevoelen, dat van de Heeren van de Ridderfchap en de agt Steden, welke met dezelve inljemden, of dat van Dordrecht, Haarlem en de overi* ge Steden, het meeste ftrookte met het fysthéma in deze zaak door de Stad Amfteldam geamplecteerd. Oppervlakkig zoude het wel fchynen, gelyk de Heeren Muilman , Munter en van der Goes , dit ook zoo trachten te doen voorkomen, dat van we- igens deze Stad geen bepaalde last zynde gegeven, omtrent het getal der Leden tot de bewuste Com- i misfie te benoemen, en de Heeren dezer Stads wege ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden gedeputeerd, alieenlyk verzogt zvnie, daar toe vaa wegens deze Stad den Heer Abbema voor te dra- igen, welgemelde Heeren dan ook insgelyks daar in vermogten pro arbitrio* en naar hun beste inzien te handelen, en dus aan de intentie vau hunne Principaalen hebben voldaan. Maar als men de zaak wat nader inziet en overweegt, dat op het oogenblik van de benoeming der Heeren tot de Commisfie in de Vergadering ;van Hun Ed. Groot Mogenden , deftemmen der o- iverige Leden volmaakt neiyk tegen elkander ftondefl» «*• dat juist alle die Leden» welke* even ge* )? a ivk  84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot lvk deze Stad, de Propofitie der Stad Haarlem pure, en zonder eenige referve hadden geamplecteerd, omtrent de benoeming van flegts agt Heeren, en m derzelver Perfoonen overeenftemden, dat die Leden onder die agt Heeren den Heer Abbema ook hadden voorgeslagen, — en dat de Heeren van de Ridderfchap en alle de verdere Leden, welke toe die bewuste Propofitie niet hadden geconcurreerd dan onder zekere bepaalingen, en dezelve hadden befchouwd, te zyn van veroitziende gevolge» en tot welker onderzoek en behandeling zy vervolgen: vermeenen niet anders dan met schroom en eene byzon. dere voorzichtigheid te kunnen worden overgegaan, zonder zich in te laten, veel minder te advoueeren de gronden by dezelve gelegd (eene bedenking welke by den Achtbaaren Raad nimmer was opgekomen,; mede eenftemmig negentien Heeren, waar onder nogthans, het geen opmerkelyk is, de Heer Abbema mede genoemd wierd, tot die Commisfie voordroegen: dan vraagt men, welk van die twee verfchillende fentimenten, met den waaren zin en de intentie van de Refolutie dezer Stad het meest overeenkwam? en dan zal ieder onpartydige moeten toeftemmen, dat het advis dier Stad, welke zelve de Propofitie had gedaan, en dier Staats-Leden, die even als Amfteldam dezelve gereedelyk en zonder die reftrictien als de Ridderfchap en fommige andere Leden, geamplecteerd hadden, ten dezen de voorkeur verdiende boven het votum van die Staats-Leden, die in dezelve Propofitie, zoo ais die was leggende, niet hadden geconcurreerd Dit zal nog klaarder blyken uit de ongegrondheid der redenen, welke de Heeren Muilman, Munter en van der Goes tot hunne verfchooning bybrengen. Want, wat betreft hun eerfte argument, uit het tverexoot gewigt der zaake zelve ontleend, zoude, indien het zelve doorging, daar uit volgen, dat in de Commisfien van de Quotes en van het DefenGe-wezen, welke mede van geen klein belangvoor Neer-  ie Gtdeurtenisfai in 1787 enz. voorgevallen. 85 Neèrlands Volk zyn, en aan welke veel meerder omflag vast is; als mede dat in het groot Befogne, daar insgelyks, fchoon llegt-s praeparatoir, even felyk in de Commisfie wegens het tweede Lid der ropofitie van Haarlem beoogd wierd, zaaken van de allergrootfle aangelegenheid verhandeld worden, op gelyke wyze, één Heer uit ieder Stad benoemd zoude moeten worden. By hunne tweede en derde bygebragte redenen, beroepen zy zich op den aart der onderwerpen, welke in de gemelde Commisfie onderzogt moeten worden. Maar, behalven dat men, den daar geftelden re* gel vasthoudende , tot de ongerymdheid zoude vervallen van op denzelfden grond te beweeren, dat als dan uit ieder Diflridt, Bailluagie, Heerlykbeid, uit elk Dorp, uit elk Gehugt, een Lid had behooren genomineerd te worden, zoo blykt uit deze aangevoerde redenen, dat meergemelde Heeren en de andere Leden van Holland, met welken zy geftemd hebben, van den waarea zin en intentie der Haarlemfche Propofitie zyn afgeweken, als welke, blykens Staats-Refolutie van den 30 January Ï787, beoogde, dat zouden worden gearreiteerd, geen particuliere fchikkingen, het domesticq bellier der byzondere Steden betreffende-, imaar eenige generaale maximes omtrent den invloed; brelken uit hoofde der Regeeringsformby Reprcefentatie, motoirlyk aan 't Volk toekomt; en welke eigendom ivan het Volk de Ridderfchap en Steden, by welke onze drie Gedeputeerden zich gevoegd hebben, in de gantfche behandeling dezer zaake, nooit erkend hebben. I Op het 4de Argument, zynde een loutere petitie principii, zal men kunnen volflaan de volgende aanimerkingen te maaken. I 7'jPat» °P d€n daar voorkomenden regel: Oui fultJinem, vult media, men moet vragen, of hTer tóe finis dan is bereikt geworden, door in te ftemBjsn in de benoeming door de Ridderfchap voor. ^ 3 ge.  Se» Verzameling van Stukken betrekkelyk t&t eeflagen ? of 't zelve Corps omftandig onderricht was of konde zyn van de Leden, die in elke Stad f de exafltfte kennis der Conftitutie hadden ? of het zelve Corps daar na behoorlyke recherches gedaan, daar over naar vereisch der zaak omzichtig in den haare gedelibereerd had? lodien men wel geïnformeerd is, was zelvs het oudfte Lid der Ridderfchap, de Heer van Starrenbürg, 'er niet eens over gefproken, en men zoude uit de cordaate* weigering van den Heer van Boetzelaar, om eene Commisfie, waar in zyn Ed. niet had geconcurreerd, aan te nemen, het zelfde befluit kunnen °P8?aDatn'het herhaalde fchryven van Penfionarisfen, om gemunieerd te worden met ordres ter benoeming van een Heer van wegens deze Stad, eeniglyk verftaan moest worden, en men durft wel Zeggen by den Raad verftaan is, cafu quo dat er ter Vergadering van Holland begrepen wterd een Heer uit deze Stad te committeeren, en wel om redenen, dat mm in het decerneeren van bykans alle perfooneele Commisfien die deference voor* onze Stad heeft, hebbende dezelve ter gelegenheid van hunne Propofitie van den 25 October 1786 hunne Gedeputeerden wel uitdrukkelyk gelast, zorge te dragen, dat in de Commisfie van de mediatie tusfchen de Stad Utrecht en de met haar disfentieerendeStaats-Leden, als mede in de Commisfie over de bornes van de uitvoerende macht, mede een Heer uit Amfteldam benoemd zoude worden. ■ , . , 3. Dat de Vroedfchap dezer Stad zich niet verder konde uiten, dan wegens de benoeming van dien Heer, die cafu quo uit haar zou geëligeerd worden, en de benoeming der verdere Leden van de Commisfie wel aan Gedeputeerden moest overla* ten, om dat het een zonderling famenmengzel en alleszins verward Plan zoude zyn geweest, als ie' der Stad 19, onderfcheideae Perfoonen ha.d willen benoemen* ^  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 87 Het 5de Argument, fielt te onrecht deze Commisfie van gelyke extenfie als de Commisfie tot onderzoek der Bornes van de uitvoerende Macht, naardien het veel uitgebreider is de bepaalicgen der uitvoerende Macht in alle haare onderfcheide deelen op te geven, dan eenige generaale maximes uit den aart van onze Reprajfentative Regeeringsform te dtriveeren; en gefteld eens, dat de Heeren Muilman, Munter en van der Goes, ter goeder trouwe, gemeend hadden, dat het met de intentie van den Achtbaaren Raad beter ftrookte, dat 'er uit ieder Staats-Lid een Heer benoemd wierd, (van welke gratis gefupponeerde intentie nogthans geen het allergeringfte blyk is,) dan hadden zy, naar hun eigen fysthéma, zich evenwel niet in alles by de Ridderfchap c. f. behooren te voegen, welke, tegen den uitdrukkelyken last en wil der Steden Haarlem, Leiden, Schoonhoven en Alkmaar, tot de bewuste Commisfie, de Heeren van Dam, Gael, Scheltus en Binkhorst voordroegen, fchoon het klaar en duidelyk was, dat die Steden zelve daar toe liever andere Heeren genomineerd zagen, en met 'er daad ook genomineerd hebben. Het ifte poin£t derhalven bewezen zynde, zal men nu overgaan tot een betoog, dat de op den3den April laatstleden genomene Refolutie, alleszins wettig en gegrond is, en aan geen dier defeöen laboreert, welken de drie Heeren Gedeputeerden daar aan trachten toe te fchryven. Zy zeggen dan in hunne aanteekening op dit onderwerp. L Dat hun gedrag door de Vroedfchap zonder behoorlyk onderzoek van zaaken, zoude veroirdeeld zyn. II. Dat hun de weg tot behoorlyke verdediging geheel en al zoude afgefneden zyn. III. Dat deze zaak met eene precipitance, zondervoorbeeld, is behandeld. IV. Dat de Refolutie van de Vroedfchap van den F 4 3den  $8 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot gden April laatstleden,met een «er geringe meerderheid genomen is , zonder eerst Commisforiaal te zyn gemaakt; en eindelyk: V. Dat hun gèehe legaale kennis noch copie van de Requesten, en de daar in tegen hen voorkomende befchuldigingen, is gegeven, en zy dus zei ven tot dit oogenblik buiten ftaat gefteld zyn, om zich op eene oehoorlyke, wettige en legaa. Ie, wyze te kunnen verantwoordea.; Op de eerfte, derde en vierde befchuldiging zal men aanmerken: dat wanneer ooit eenige zaak gefchikt konde zyn om de plano afgedaan te moeten worden, het deze is. Immers was alles, wat omtrent de bewuste Propofitie van Haarlem, zoo wel ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden als by den Achtbaaren Raad» was voorgevallen, nog in verfche geheugenisfe by alle de Leden der Vroedfchap. Het kwam !er blootelyk op aan, zich, eene Refolutie, nog geene twee maanden te vooren hy den Raad genomen, te herinneren, en te onderzoeken en te bepaalen, welk oogmerk mea zich als toen had voorgefteld. Het waren allen facïa, waar over men konde en moest oirdeelen, zonder dat het noodig was, vooraf in eene wydlopige discusfie van redenen voor en tegen te treden, en daar en boven fatïa, welke de drie Heeren zei ven moesten erkennen, en die dus in confesfo waren. De Refolutie van den I4den February was éénpaarrg, geöomen, en het fysthéma van den Achtbaaren Raad dus bekend. De confervatie van de rust in deze groote en volkryke Stad vorderdp volftrekt, dat men een befluit, en wel een fpoedig befluit, nam,, daar het gerisgfte uitftel de ontruste gemoederea nog meerder ontfteld zoude hebben. De zaak was daar en boven klaar en duidelykr. De Heerea Muilman, Mpnter en van der Goe& hadden in dezen het vertrouwen van hunne Corri»ictenteu,: en van een zeer aaaajenjyk gedeelte van. 4a  ie Gebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 89 de Burgery dezer Stad verboren. Zy waren doe in deze omftandigheden van tyden nietgefchikt,om •dezelve ter Vergadering van Holland te vertegenwoordigen, en men was in de noodzaaklykheid hen te rappelleeren, zonder dat het noodig was alvoo. rens Commisforiaal te maaken , of men dit al of niet zoude doen; te meerder, daar men hun aiec wel konde vergen , om zelve ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden te declareeren: dat zy hunnen last kwalyk begrepen, immers uitgevoerd hadden. En wat betreft de objectie, dat de Refö» lutie van den 3den April met eene zeer geringe meerderheid zoude genomen zyn; dit doet weinig ter zaake, en althans niets tegen de wettigheid der genomene conclufie. Even weinig gronds is 'er voorde tweede en vyfde befchuldiging. Nimmer heeft men de Heeren Muilman, Munter en van der Goes, den weg ter behoorlyke verdediging eenigszins, veel min geheel en al, willen affnyden. Verfcheidene Leden van den Achtbaaren Raad, welken tot de Refolutie van dien dag geconcurreerd hebben, hebben uitdruk- ; kelyk, en met zoo veel woorden, betuigd: dat het hun ten uiterften aangenaam zoude zyn, byaldien gemelde Heeren zich naderhand konden justiflceeren. Men heeft niet alleen een Commisforiaal tot i dat einde niet geweigerd, maar men heeft hun zelve gevraagd, of zy dit begeerden, Alleenlyk be- | greep men, dat het geheel onnoodig was de tegen hen ingeleverde Requeeten Commisforiaal te maa- 1 ken, omredenen hier boven reeds aangehaaldj en 1 wat aangaat hunne legaale kennis van dezelve Requesten, 'er kan niet wel legaaler kennis ergens van i gegeven worden; dan, waDneer iets voorgelezen < wordt, en ter deliberatie gebracht, in een Collegie, waar in de belanghebbende Perfoonen zelve tegenwoordig zyn en fesfle hebben. Men heeft hun, wel is waar, geen Copie van de gemelde Re» tjuesien gegeven; maar waar uit blykt, dat die CoF 5 pjft  #o Verzanding van Stukken betrekkelyk tot pie ooit door hun is gerequireerd, veel minder aan hun geweigerd? J j> En hier mede het tweede pomcr. voor voldongen cn afgedaan houdende , zoude men deze contraaanteekening kunnen eindigen, byaldien eene expresfie in de Misfive der drie Heeren, aan Hun Ed. Groot Mogenden voorkomende, niet eene allergefchiktfte gelegenheid opleverde, om ten befluite het door hun op den 3often Maart laatstleden gehouden gedrag in een waar, en, gelyk men durft vertrouwen, enpartydig daglicht voor te ftellen. De Heeren Muilman, Munter en van dek Goes, in dezelve Misfive zich beklagende over de ten hunnen opzichte genomene Refolutie van den sden April, maaken daar in gebruik, van de woorden improbeeren en improbatie, welken nogthans in die geheele Refolutie niet gevonden worden, die, ten opzichte van hun gedrag, alleen tendeerde om het zelve te desavoueeren, en met recht. Eene improbatie of desapprobatie zoude plaats behooren te hebben, byaldien zy hunnen last niet hadden volbracht, en dit konde men hun in den eigenlyken en letterlyken zin niet te laste leggen ; maar wel, dat zy naar de explicatie , welke de Vroedfchap dezer Stad aan haare eigen te vooren cenomene Refolutie bevoegd is te geven, den hun gegeven last, niet conform den waaren zin en de inlende van hunne Principaalen, dat is kwalyk, hadden uitgevoerd; en dit was hier juist het geval, en de waare reden, waarom men hunne conduite niet improbeeren maar desavoueeren moest , en hier van ter Vergadering van Holland doen confteeren, ten einde aldaar, ware dit nog conftitutioneel mooglyk, de benoeming der Leden tot de Commisfie in de Propofitie van Haarlem voorgeflagen, naar de intentie der genoemde Stad, met welke deze zich had geconformeerd, te doen uitvallen. En een blyk, datmen met de Refolutie van den 3den April geen ander» veel laintefief, oogmerk voor de drie Hee* ren  ie Gebeurtenis/en in 1787 «22 voorgevallen, pi ren gehad heeft ,• kan hier uit ontleend worden, dat in eene volgende Vroedfchaps-Vergadering, op nieuw verfcheidene zaaken , welken by die gelegenheid Comm sforiaal wierden gemaakt, ook met volkomene toeltemming van zoodaanige Leden van den Achtbaaren Raad, welken tot de Refolutie van den 3den April hadden geconcurreerd, in hunne handen zyn gefteld, om, volgens gewoonte, den Raad daar op vervolgens te dienen van huone confideratien ei; advis. Referveerende de in het hoofd dezer Contra-Aanteekening genoemde Burgemeester en Raaden,zich de faculteit, om van dezelve Contra-Aanteekening zoodaanig verder gebruik te maaken, als zy zullen oirdeelen te behooren. By voorgemelde Tegen-Aanteekening heeft zich de Vroedfchap Mr. M. Temminck aldus gevoegd: De Raad Mr. Matthias Temminck, gezien hebbende de Aanteekeningen, die de Raaden Henrick Müilman, Cornelis Monter en Franc van der Goes, hebben kunnen goedvinden, niet alleen in de Vroedfchaps-Notulen dezer Stad te doen infereeren, maar ook door den druk gemeen te maaken, tegens de Refolutie by de meerderheid der Vroedfchap dezer Stad , op den 3den April dezes jaars genomen, heeft zich verplicht gevonden, om, offchoon welgemelde Refolutie niet in a.len deele is gevallen volgens zyn Advis, ec;ner voor zoo verre gemelde Aanteekeningen ook tegens zyn Advis fchyoen te militeeren , en ingericht te zyn, zich daar tegens in zyn particulier eene Contra Aanteekening te referveeren; te meer, alzoo van de byzoudere Advifen der Leden van dezen Raad, geene Aanteekeningen in de Vroedfchaps Notulea 1 worden gehouden. En het is uit kracht van deze referve, dat hy vooraf vermeent zyne Mederaaden te moeten herinneren.: HQ9  §z Verzameling va» Stukken betrekkelyk tot Hoe hy Ondergeteekende, wanneer by den Achtb.' j Raad in deliberatie was gelegd een Request, door een talryk gedeelte van den Krygsraad dezer Stad aan denzelven geprefenteerd , ten einde de Raaden H. Müilman, C. Munter, en F. van der Goes, als Gedeputeerden ter Dagvaart van wegens deze Stad, mogten worden gerappelleerd, ende gedesavou°erd, in het gene door hun,met betrekking tot de benoeming der Leden, tot de Propofitie, onlangs door de Stad Haarlem gedaan, ter Vergadering van Holland was gedaan en verricht, als flrydig met de zin en intentie van de Refolutie van dezen Achtb. Raad, verva»- by derzelver Refolutie van den i4dea February laatstleden. Hy Ondergeteekende als toen in fubftantie voor zyn advis had uitgebracht. ,, Dat voor zoo verre al,s nog aan hem van het ,, gedrag dier Heeren, met betrekking tot de zaak „ in questie gehouden, niets dan by algemeene ge„ ruchten bekend was, hy ook voor als nog zich in „ die zaak niet kon inlaten, tot dat die Heeren in hunne defenfie zouden zyn gehoord ; dan dat hy echter wel kon zeggen, dat indien hun gedrag „ zulks ware geweest, als hem by pubiicque ge„ ruchten was voorgekomen, hst zelve geenszins van onvoorzichtigheid was vry te pleiten: dat hy „ over zulks ook wel mogt lyden, dat die zaak wierd gemaakt Commisforiaal, en dat inmiddels, „ en by provifie , die Heeren niet ter Dagvaart „ wierden gezonder; te meer, alzoo de Burgery 3, al een en andermaal hun misnoegen openlyk over „ de tegerjswoordige deputatie kad betoond". Vergelvkt men nu hier mede het gene, waar over gemelde Heeren by hunne Aanteekeningen zich beklagen, dan durft hy gerust vertrouwen: dat in dit zyn Advis niets zal gevonden worden, het geBe met reden aanleiding tojt de klachten van die Heeren , ook met betrekking tot hem, heeft kunnen geven, al het welke nog nader zal blyken, als men een weinig nader zal hebben gelet, op het gene die Hee-  ie Geoeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 93 Heeren by hunne Aanteekeningen hebben gelieven te avanceeren, en het gene hoofdzaakelyk hier op uitkomt: i'. In een beklag, dat zy Heeren in hunne defenfie niet zyn gehoord, en dat het Request door den Krygsraad gepraïfenteerd, niet in hunne handen is gefteld. 2°. In eene verdediging van huö gedrag, in de zaak in quïestie, door hun ter Vergadering van Holland gehouden. Wat dan het eerfte betreft, zoo is het immers lcenlyk aan den gantfchen Raad, dat aan die Heeren nooit geweigerd is, en altoos niet 'door hem Ondergeteekende, om hun gedrag by een Commisfie uit den Raad te laten onderzoeken; maar zou dit gefchieden, dan was 'er immers niets natuurlyker, als dat die Heeren, om in hunne defenfie te kunnen worden gehoord, immers by provifie, niet weder ter Dagvaart gingeD. En betuigd de Ondergeteekende Ook voor als nog niet te kunnen zien, daar al het zelve in twee of drie dagen had kunnen aflopen, wat lajfie daar in voor die Heeren zoo veel lag ingefloten, die hun kon doen befluiten, om het Commisforiaal op dien voet te declineeren. En wat betreft het niet in hünne handen ftellen van het Request van den Krygsraad, kan de Ondergeteekende zich niet te binnen brengen,dat het zelve by iemand van den Raad is geopperd, veel min nog, dat die Heeren daar op zouden hebben geinfteerd. Maar met betrekking tot het tweede poinct , daar het hier voornaamenlyk op aan komt, het gedrag naamenlyk by hun in de benoeming der leden tot de Haarlemfche Propofitie gehouden , hier omtrent moet de Ondergeteekende temarqueeren, dat het al mede kenlyk is,dat niemand der Raaden nog ookde Ondergeteekende by hunne Advifen hebben gefustineerd, dat Heeren Gedeputeerdens hunnen last waren te buiten gegaan, of tegens denzelven zouden  94 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot den hebben gehandelt, als aan wïen zy wisten dat de benoeming der Leden tot de bekende Commisfie by Refolutie van dezen Raad was overgelaten, maar heeft de Ondergeteekende alleen gemeend , dat Heeren Gedeputeerden, vooronderfteldzynde,dat zy zich by het benoemen der Leden tot de Propofitie van Haarlem hadden gevoegd by de Ridderfchap, onvoorzichtig hadden gehandeld, en geers. zins overeenkomfiig den zin en intentie van dezen Achtb. Raad , vervat by derzelver Refolutie van den 14 Maart 1787; niet om dat zy hadden gecoacurreerd tot de benoen ing van een getal van 19 Heeren , gelyk zy zulks by hunne Aanteekenicg fchynen te willen doen voorkomen, en het gene, indien die Leden een ieder door zyne Stad waren benoemd geweest, mooglyk niet onvoeglyk zou zyn geweest, ook niet, om dat zy zich niet prs. cies by de benoeming, door Dordt en Haarlem gedaan, hadden gevoegd; maar om dat zy ir1 het benoemen dier individueele Leden juist hadden gevolgd, en zich gevoegd by de Ridderfchap, en die Staatsleden , die tot de Propofitie van Haarlem, immers zoo als die lag , niet hadden geconcurreerd en over zulks de prefumtie tegens zich hadden , van daar toe meestal zoodaanige Leden te willen benoemen, die, met hun in gelyk fysthéma ftaande, de Propofitie , zoo als die door Haarlem was gedaan, tegens de zin dezer Stad, ligtelvk zoude kunnen infrudtueus maaken, of wel geheel doen vallen. Al het welke zy Heeren Gedeputeerden ligtelyk hadden kunnen voorkomen, en te gelyk voldoen aan de intentie en meening van hunne Principaalen, ware dit hun oogmerk geweest , indien zy hadden blyven perfisteeren, ten einde een ieder der Staatsleden zyn eigen lid tot die Commisfie benoemde, zonder dat zy zich daarom behoefden te voegen by de Ridderfchap. Buiten en behalven dat zy Gedeputeerden hadden moeten confirfereeren, dat het de uiterfte onbiilykheid involveerde, dat men in een Comrnis-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 05 fie, daar uir ieder Staadslid een Heer zou worden benoemd, aan fommige hunner Mede-Leden tegens hunne gemanifesteerde istentie zou opdringen, wie uit, of van wegens hun lid, of Stad, zou worden benoemd. En hier mede zal de Ondergeteekende deze Contra-Aanteekening befluiten; met verzoek: dat de. zelve ter zyner decharge in de Notulen van dezen Raad mag worden geinfereerd; met verder referve, om daar van zoodaanig gebruik te maaken, als by ter zyner decharge zal noodig oirdeelen. Matthias Temminck. N°. I663. Contra-Aanteekening door de Heer Burgemeester Hooft , benevens twaalf Raaden uit de Vroedfchap te Amfteldam, gedaan tegens de Aanteekening van de Heeren Burgemeesteren Dedel, en Beels, benevens de Raaden Elias, Faas, F. Alewyn , Graafland , v. d. Poll , Calkoem en P. Elias (*> In dato den 3 May 1787. . De Burgemeester Hooft, midsgaders de Raaden D. Hooft Gz, de Graaff, Boreel, van Leyden, Abbema, Hovy, Bicker, van Lennep, van der Hoop, van Weede , de Witt en Dl. Hqoft, hebben uit kracht van hunne referve van ContraAanteekening ccc. in de Notulen van dezen Achtb. Raad, doen infereeren. Dat het hun Burgemeester en Raaden, na behoorjjyke lecïurg en examen van de redenen en gronden, vervat in de Aanteekening op denióden April laatst. Jeden door de Heeren Burgemeesteren Dedel en Beels, nevens de Raaden J Elias Arnoudsz., F. Alewyn, Faas, Graafland, van de Poll, Calfflr.0en en P. Elias (waar by zich op den 2iftenderzelver maand de Raad d'Orvilm: heeft gevoegd en geconformeerd) voorgekomen is, daar op te <*) Zie in het XX. Deelt N». 11536. il. afi.  p4> VerumeHng van Stukken betrekkelyk m kunnen en te moeten aanmerken en refleOeerenC Dat gemelde Heeren, in het hoofd van die Aanteekening hebbende gedeclareerd: „dat zy tegens S) den (op den 3den April) by de meerderheid ge» „ nomen Refolutie, en wettigheid van denzelven, hebben geprotesteerd, zoo ten opxichte van de pracïpitante wyze, waar op dezelve Refolutie zou. de genomen zyn, als met betrekking tot den (n* ,, houd vin dezelve"; zy Burgemeester en Raaden, dan ook by deze Contra-Aanteekening,de bovenge. melde Refolutie van den derden April van alle reproches willende zuiveren en vindicèeren, zich voornaamenlyk tot de twee voornoemde poinóten moeten bepaalen. Dat zy Burgemeester en Raaden, met betrekking tot het eerfte poindt, om herhaalingen te vermyden, hier met ftilzwygen Zullen Vöörby gaan de argumenten, welke insgelyks in de Aanteekeuing van de Heeren Muilman, Munter en van der Goes Toorkomende, by die gelegenheid gerescontreerd zyn geworden, en dienvolgende hier omtrent alleenlyk aanmerken: dat de Vroedfchaps-Refoluti» van den i Aug. 1685, waar by Heeren Burgemeesteren in der tyd geauthorifeerd worden, om de Credentiaalen te doen depecheeren voor en op zoodaanige Perfoonen, als zy zullen oirdeelen dat ten meesten dienfte van de Stad ter dagvaart worden gecommitteerd, aan den geheelen Raad bekend, de inhoud noch duister, noch dubbelzinnig , en de werkende kracht derzelve buiten contestatie zynde, 'er dan geen red>e* ren waren, om ook dien aangaande eenig Commisi foriaal te decerneeren: te minder, daar zulks noch door Heeren Burgemeesteren geproponeerd, noch door iemand der Raaden, die tot het nemen der Refolutie van den 3den April niet hebben geconcurreerd, is gevraagd geworden. En daar de Achtb. Raad dan ook nopens dit gedeelte der genomene Refolutie onbillyk, en met het gróótfte onrecht, Van prsecipitance word befchuldigd, zal men (tot het 2de poin.0: overgaande) dóen zien, dat door de-  "ée~GebeürtenisJen in Ï787 enz. Voorgevallen, gf ^e-Refolutie aan die van den 1 Aug. 1585, en het recht van Heeren Burgemeesteren, daar uit voortvloeiende, geene atteinte is toegebracht geworden. Tot betoog hier vap remarqueert men:. i. Dat de.Refolutie van den 1 Aug. 1685, bïyè kens de prsmisfen in dezelve voorkomende, genoï men is geworden, om dezen Achtb. Rand niet telkens lastig te vallen met hit verkenen van Credewiaalen, , 2. Dat de Vroedfchap haar. recht om, als reprjc* fenteerende de Bnrgery, Gedeputeerden ter Dagvaart te benoemen, niet heeft mogen abdiceeren', en de authorifatie op Heeren Burgemeesteren, rnids'dien eenigKk moet aangemerkt worden, als eene delegatie tot het uitoeffenen van dat recht, waar varj de privative eigeqdom in den boezem van den Raad bleev, en moest blyven, berusten... , , . , 3\ Dat dit gedeelte der. op den^den Aprilgenci mene Refolutie,eeniglyk is provifioneel, blykende zulks, zoo uit. de woorden tot dat dienaangaande idoqr Burgemeesteren en den Raad nader zal zyngedispo\neerd, als uit den inhoud zei ven, naardien het niet [noodig zyn zal met bewyzea te ftaaven, dat demeejnjng van den Raad toen geenszins kan geweest zyn 9 dat.de Dagvaart by, aan houden heid e^altyd alleen tóoor de Heeren Penfionarisfen van Berckee en Visscher, met Uitiluiting van alle anderen t moest iwprden waargenomen.., , . . I . 4. Dat zy Burgemeesteren en Raaden uit alle deze voorafgelegde gronden, vermeenen te mogen deIduceeren, dat, offchoon de Vroedfchap aan Heeiren Burgemeesteren de ordinaire beflelliog over de ;Credeutiaalen, om, recjenen by de prèmisfen. rler iRefolutie van den 1 Aug. 1685 bygebrachtj gédejlegeerd heeft 4 dezelve daar door geenszins heeft jiafgeftaan 't vermogen om, zelvs vergaderd zynde 1 ihaare primitive rechten te doen gelden en byzpp» derlykj waar op het,ten dezen aan kpmtï; indien.fe? «qjjffistie is, niet, over het benoemi^km nieiiwre Géideg'uteerden (waar toe, (ie iauthorifatie, bp.Héerea Éü^meesteren zich eiger^yk bëgaiiajH dtèai ive-c  93 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 't rappdleeren van de zoodaanige, die den last der Vroedfchap kwalyk hebben uitgevoerd. Dat ook het desadveu van hun gedrag derzelver rappel , en dit wel by eene daar toe te nemene Vroedfchaps-kefolutie noodzaakelyk maakte , nadien de Vroedfchap , behoudens al de deference' voor Heeren Burgemeesteren, niet by wege vanverzoek aan Hun Ed. Croot Achtb., maar eigener • authoriteit moest zorge dragen, d:it deze Gedepu. teerdea haar niet weder ter Vergadering van Holland konden vertegenswoordigea , alvoorens zich, behoorlyk, en teu genoegen van den Raad, verant-' woord te hebben. En eindelyk, dat het Prs-advis van de meerderheid van Heeren Burgemeesteren, en de Advyfen' van fommi^e Vroedfchaps-Leden, 't gehouden gedrag der Heeren Müilman, Munter en van eer Goes bülykence, dit dan ook den Raad konde enmoest permoveeren, om zoodaanig eene provifionee- ■ ie Refolutie te nemen , waar door de principaala zaak in haar geheel bleev, en aan wederzyde gelegenheid gegeven wierd, tot het innemen der inforniatien, welke noodig waren, om demotiven van het gedrag van meergemelde Gedeputeerden te beoirdeelen. Dat zy Burgemeester en Raaden hier mede deze objectie volkomen wederlegd houdende, noch byecrige andere pasfages in deze Aanteekening voorkomende, zullen fhlftaan; te meer, daar dezelve gedrukt, en op eene tot nu toe geheel ongewoone wyze overal rondgezonden en gedisfemineerd zynde, het des te noodzaak' lyker en onvermydelyker is, alle aanftootclyke reflectien , ook zelvs zoodaanige, welke men anders met ftilzwygen, ten einde de ongelukkige verdeeldheden niec te vermeerderen, zoude voorby gaan , en welke niet reeds in hunne Contra-Aanteekening tegen de Aanteekening der drie Heeren wederlegt zyn, zoo kort mooglyk te beantwoorden, en te wederleggen. Op pag. 4. boven aan van het. gedrukte ft.uk word-' ée  de Oebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 0.9 de Refolutie van den 3den"April ten onrecht g^jf t^uxecd, en zy, die tot het nemen van dezeh é geconcurreerd hebben, geinfimuleerd als afwykeo* ie van d* eerfle gronden van recht, reden en billykheid. Hier op zal men, zich voorts refereerende aan hst jene hier toe betrekkelyk in de Coocra-Aanceeke. ling cegen de drie Heeren reeds gemeld is , kortey,k remarqueeren: du het wel waar is , dat lom. nige Léden van den Achtbaarsn Raad, en daar on. er ooiv zoodaanige, welke tot de bewuste Refolu. ie van den ^den April geconcurreerd hebben, van en Commisforiaal hebben gefproken; maar, dat men ich twee kan herinneren, dat een eenig Lid daar P -gein/ieejd heeft; kt du zoo zynde, het onmoogi rk was r°i>uurd of geefl reguard te nemen op infianen, weke niet eens plaats hebben gehad.' Even ïns vervalt de objectie, .lat een der drie Heeren laamenlykde Heer Munter) hfint,vrasj wjant daar K nier aankwam op facïa, welke notoir en evident aren, en door twee Heere 1, welke in de Vroedhap prajfem zynde', daaromtrent, indien dezelve twyffelachtig i*eweest waren, tegengefproken of :ëlucideerd hadden kunnen worden, erkend wieren, was de praefentie van den deraen Heer, in dezen 't geheel niet noodzaakelyk. Men zegge niet, t hier geen periculum in mora was; want indien de cftitutie van 's Lands Regeering in dit geval kontoelaten in de Refolutie on den 3often Maart ter ïrgadering van Hun Ed. Groot Mogenden geno* . ,;n, noch eenige verandering te maaken, moesc : zekerlyk ten allerfpoedigtten getenteerd worn; en al had men op voordracht van eenige Leden, t gedrag der drie Heeren willen Commisforiaal laken en onderzoeken,dan noch zouden dezelve-» re het al niet expresfis verbis, immers in der daid Igens het adveu van de Heeren Dedel, Beels, ias, en verdere Heeren zelve, terug ontboden, : is, met andere woorden, gerappelleerd heb, 1 moeten worden. Men vergelyke Hechts dé G a laat»  i©o Verzameling van Stukken betrekkelyk tof laatfte woorden van deze paragraaph van hunne i Asrteekening. Op pag. 4 in fine en elders word gefproken van i de gemanifesteerde intentie van den Achtb. Raad.—■■! Dit woord word in de geheele Refolutie van den J 3den April niet gevonden , alwaar alleen van denj waaren zin en intentie gefproken wórd. Hadden de j drie Heeren tegen den gemaniftsteerden zin van hun-j ne last aangegaan, dan had men hun gedrag im^ro-j heeren, en een desadveu had niet genoeg geweest: dan had 'er in hun gedrag een culpa latisfima, zoo: niet een volkomen dolus plaats gehad. Pag. 5 in medio,maaken de Heeren in hunne Aanteekening geen zwaarigheid, te verklaaren: dat zy, gedeputeerd geweest zynde ter Vergadering vam Hun Ed. Groot Mogenden, mede gedeclareerd zouden hebben van begrip te zyn, dat uit ieder Stad een Heer, door ieder harer te benoemen, gecommitteerd had brhooren te worden. Dan men vraagt hun, of zy dan in dit geval tegen de gedeclareerde intentie van de Steden Dordrecht,Schiedam, Mon-i fiikkendam en Pmmerende, tot die Commisfie een Heer uit ieder dier Steden zouden benoemd hebbtr? of zy met de Ridderfchap insgelyks zouden gtftemd hebben, in de benoeming der Heeren van Dam, Gael, Scheltus en Binkhorst, daar de Steden zelve,tot welker Regeering die Heerenres^ ptöivelyk behoorden , tot de Commisfie andere Heeren uit den baaren ftemden eD benoemden ? of zy eicdelyk, volgens hun eigen principes, zich by de Heeren van de Ridderfchap per omnia zouden gevoegd hebben, en gehandeld even eens als doof de drie Heeren is gedaan? en zoo neen, of zy dan het gedrag dier Heeren volkomentlyk kunnen ap. probeeren of vryfpreken? En de aangenaaide pasfage uit de prajmisfen van de Refolutie van den Achtb. Raad van den I4den February laatstleden, als mede de confequentien era argumenten daar uit getrokken , te vinderj pag. ö vaal  de Gebeurtenis/en in 17&7 enz. voorgevallen. 101 van de Aanteekening. doen weinig af tot bewys der ftelling, dat uit ieder Staatslid een Heer had behooren benoemd te worden; want voor eerst (gelyk dit reeds in de Contra-Aanteekening tegen de Aanteekening der drie Heeren volledig betoogd is), zouden dezelve als dan te veel bewyzen; en ten ai. deren, byaldien men uit die woorden wilde elicieeren, dat de Achtb. Raad op dien dag nog yerdee had willen gaan,dan de Heeren van Haarlem by het doen hunner Propofitie zelve beoogd hadden, dan. zoude het in dit geval des te ongerymder geweest, hebben, dat de Heeren dezer Stads Gedeputeerden zich , by gelegenheid der benoeming van Leden [tot de Commisfie daar by voorgeflagen, gevoegd Ihadden by zoodaanige Leden van Hun Ed. Grooc Mogenden, welke de gronden, by dezelve gelegd, niet eens hadden geadvoueerd, en dus nog verder van het begrip, waar in deze Stad verfeerde, dewieerden. Burgemeester en Raaden in het hoofd dezer Con|tra-Aanteekening gemeld , hadden wel gewenschc dezelve hier te kunnen befluiten, en dat zy in deze kommerlyke dagen niet in de indispenfabele ppódzaakelykheid gebracht waren,zulke verregaande en lsfive expresfien, als in het flot der Aanteeflcening gevonden worden, te moeten rescontreepen. Dan, zy willen de fleeds toenemende ver(wydering en ongelukkige verdeeldheid, door geen ihaatelykheden vermeerderen. Zy zullen daarom die onvriendelyke expresfien niet her.haaleo, maar [vertrouwen, dat het tegenswoordige zoo wel als ihet toekomende geflacht, dezelve na rype en onpartydige beoirdeeling der zaake,als van alle grond ontbloot,zal-aanzien. Liefst willen zy dieuitdrukikin gen alleenlyk toefchry ven, aan de turbulentieder ityden en de hitte der gemoederen,. gelyk zy oolï eeniglyk daar aan moeten en mogen attribueeren,. het Declaratoir van vier Leden van dezen Achtb. 5Raad achter de Aanteekening geplaatst, welke vier Heeren alle op den, 3den April laatstleden ab£e.nt O 3 ge--  102 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot. -. feweest zynde, dus niet wel in ftaat geoirdeeld , unnen worden, om over de motiven en gronden, door de prsefente Leden tot ftaaving van hun ge-, voelen mondeling bygebracht, te kunnen oirdee- ■ Jen; en welke nochthans dooreen eigentlyke^ro». vocniio adpopulum, van zich hebben kunnen'verkry- ■ gen, de Refolutie op dien dag by den Achtb. Raad' genomen, in een allerhaadykst daglicht te ftellen,, en a".rj de goede Burgery dezer Stad af te fchflde-. ren. »Zy betuigen het zelve Declaratoir ook niet: zonder de grievendfte aandoening en gevoeligheid 1 gelezen te hebben, en zullen 'er niét meerder vani zeggen, dan dat het zelve al wederom een béVys oplevert, dat de kundigfte en verftandigfte liêdéni ook vatbaar zyn voor die menfchelyke zwakheid, van zelve juisr dien misflag re begaan, van weiken zy andere trachten en befchuldigen, naamentlyk, met provipitance en onverhoord hunne Mede'Leden te veroirdeelen. Referveerende zich voorts Burgemeestér en Raaden voornoemd, zoodaanige middelen en demar-? ches, als in ryd en wyle te raade zullen worden. De Raad Mr M. Temminck heeft verklaard 1 zich rnet bovenffaande Contra-Aanteekening voor, zoo verre die ook zyn byzonder advis betreft, te hebben geconformeerd. fs°. 166;. Aanteekening van Burgemeester Dedel en nos eenige Raaden in de Vroedfchap der Stad Amjieldam, op den 3 Mty 17^7 in dé Notulen doen inf reeren, tegen de Refdntie van den zijlen April jongstleden, by meerderheid der aanwezende Le. den in de Vroedfchaps-Vergade: ing genomen (*). De Burgemeester Dedel, neffeps dé Raaden Huyopkoper van Mamsfeveen , Elias Arnoudsz., F. Alewyn, Faas, Graafiand, van de Poll en Calkoen, hebben uit krachte van hunne referve te- (*) Zie deze Refolutie in het M. Deel, Ke. 164. li. 305*'  de Gébeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 103 tegens de genomene Refolutie op den orfïen April laatstleden, op zeker Addres van eenige Compa. ranten, nader in de Notulen van den Raad doen infereeren. Dat zy van begrip zyn geweest en als nog zyn, dat gemelde Addres, óp die tyd geen object van deliberatie konde uitmaaken, en dat zy derhalven daar toe direct nog indirect konden noch mogten •concurreeren , om de volgende redenen. 1. Dat de wettig by een geroepen en gehoudene .Vroedfchaps-Vergadering reeds gefcheiden, Burgemeesteren in hun Kamer, en diverfe Leden mede uitgegaan zynde, derhalven geen andere of nieuwe Vergadering, zonder voorafgaand overleg en convocatie van Heeren Burgemeesteren, gehouden konde worden. 2. Ten anderen, om dat het Addres op eene zoo ongeregelde als onbetaamelyke en illegaale wyze, „ter kennisfe van den Raad was gebragt, als zynde door eenige Perfoonen,..in de Raadkamer, alwaar dezelve waren ingedrongen, niet by het uitgaan -van den Raad (zoo als zeer abufivelyk in de Refolutie wordt gepofeerd) maar by het wederkomen Van Heeren Burgemeesteren, door een Bode daar toe verzogt, aan den Burgemeester Hooft is overhandigd; zoo dat Burgemeesteren van den inhoud geheel onbewust waren, en dus niet hadden kunnen examineeren en beoirdeelen, of en wanneer het zelve ter kennisfe van den Raad behoorde gebragt te werden. e 3. En wel voornaamelyk in de derde plaats, om dat zy uit de ontmoeting van fommige hunner, dewelke wel onverhinderd de deur der Juftitie-kamer, tusfchen twee aldaar posthoudende Burgers, onder het prefenteeren van hun Geweer, waren uitgegaan, maar op de Zaal by de groote Trap waren tegen gehouden, en genoodzaakt, te rug te keeren naar de Raadkamer: moesten befluiten, dat deze Vergadering volflrekt gedwongen was, en jde deli.beratien dus geheel onvry zouden wezen, G 4 de*  (.o^ Verzameling van Stukken befrekkelykjtoi dewyl de Officieren der gewapende Burgery op het Stadhuis prefent, en aldaar op expresfe last van Heeren Burgemeesteren en fchriftelyke order van Collonellen met hunne onderhebbende Compagnien gekomen , 'ten einde om aan de Vroedfchap de noödige vryheid van deliberatien en van gaan én komen te bezorgen, niet hadden belet of kunnen beletten, dat de voornoemde Leden van den Raad , in hunne prefentie of onder hun oog wierden tegen gehouden. Op deze gronden als toen gefustineerd hebbende, 'dat geen wettige deliberatien OVer het voorfz. iluk op dien tyd konden gehouden worden, zyn zy in dit hun begrip ten krachtigften'verfterkt geworden, zoo door het hooren lezen van een Addres op naam van eenige Comparanten, doch in geen behoorlyke órde gefchrevea, en door niemand onderteekend, waarom alleen het de attentie van deD Raad niet verdiende, als döor de advïfpn Zel ve van de meeste Heeren, die tot de ledbure gevoteerd hadden; als welke van de onbehoorlykheid ea illegaliteit der gedaane demarches, en van het Huk op zich zelve, zoodaanig overtuigt waren, dat zy'openlyk hadden verklaard, dat indien daardmtrent na rechten onderzogt en gehandeld wierd, de Peifoonen, welke daar toe geconcurreerd hadden, 'en in geconcerneerd waren', ongelukkig zoui den werden, en daarom verklaarden, dat men in turbulente tyden als deze, zoodaanige zaaken rnöest trachten te pallieeren, en óp de zagtftd wyze "behandelenzónder te onderzoeken of te conftateeren, wat ser was gefchied óf gedaan.' ':Zpllendé zy zich thans ovèr den inhoud zelve van h,et meergemelde Addres of Declaratoir, even weinig inlaten, als zulks by de gehóudene delibe-i latien gedaan hebben, en dé genomene Refolutien met.de gevolgen van dien, ter verantwoording ovetlajen van die hunner mede-Raadén, welke dezelve' goedgevonden hebben te nemen. 'ABeealyk, hier. nogmoetend* by*oege#, dat da  üe Gebeurtenis/tri in 1787 enz. voorgevallen. ia$ uitkomst hunne onderftelling en apprehenöe, ten aanzien van'de onvryheid dezer Vergadering, ten vollen heeft bevestigd, daar Heeren, Burgemees. teren naar het fcheiden der Vergadering, aan de commandeerende Officieren der Burgerye geordonneerd hebbende, om aan de Leden van d,e.n Raad een' volkomen vry reces te doen "geworden, hadden moeten ondervinden, en aan de Leden doeu weten, dat gemelde Officieren hun geantwoord hadden, die orders wel te kunnen geven, maar, niec verzekerd te zyn, dat dezelve zouden worden geëxecuteerd, waar van daa ook het gevolg is geweest, dat alle'de Heeren Burgemeesteren en Raa^ den nog eènige uuren na het afloopen der Vergadering, op het Stadhuis zyn opgehouden geworden; tot dat eindelyk aan de Comparanten en Officieren, der Burgery behaagde, om,' nadat zonder eenige forméele deliberatien', twee Byvoegzels achter de Refolutie, door de Leden, welke dezelve hadden genomen, waren gefteld, èn een Extract of Copie derzelve aan de Comparanten"was gegeven, aan dé Heeren Burgemeesteren te doen adverteeren, dat als toen, dezelve en de, Raaden alje gerust en veilig konden af, en na hunne huizen gaan. De Burgemeester en Raaden lp het hoofd, dezes, gemeld, achten hier mede hun gedrag, en gefustiDeerde, als mede hun gedaane protest tegens dé voorfz. pretenfe Vroedfchaps-Vergadering, en het daar in verhandelde en daaromtrent voorgevallene, ter hunner decharge, én ter. informatie.van. de posteriteit, kortelyk, doch genoegzaam, gejustificeerd te hebben, en wenfchén van harten, dat de gevolgen'van eene zoo irreguliere handelwyze voor de«i ?e goede Stad en de Burgerye, minder funest mogen bevonden worden, dan zy ziqh voordellen,  i(v>; Verzameling van Stukken betrekkelyk t$% NQ. 1665. Amforaak door.den Heer Mr. F. G. Blok^ Veertig Raad en regeérend Sehepen te Leiden, aan de Leden van het Geaoo'fchap van Wapenhandel Pro Paliade & Libertaie, by ha overgeven van het Vaandel, op den 5 May 1787. Wel Edele Heeren, Leden van het Genootschap van Wapenhandel Pr» Pallade &f Libertate. Indien 'er aan het innerlyk genoegen, waar mede gylieden dezen dag zaagt aanlichten, indien "er aan de levendige gevoelens, die thans myn hare vervullen, iets ontbreken konde, het zoude voorzeker daar in moeten gelegen zyn, dat het my niet vry ftaat U te melden, van welke aanzienlyke, en waardige Perfoonen, ik den aangenomen last bekomen hebbc, om thans het zegel te zetten op Uwe bclangryke oeffeningen in den Wapenhandel, of liever, dat gylieden de zoo welverdiende eer mist, om thans aan uwe fpitfe te zien hun , welker goedkeuring op Uwe Ed. 'bedoelingen ü, nevens de bewustheid van wel te doen, ongetwyffeld voor de beste belooning verftrekt. Overtuigd van het onfeheidbaar verband tusfchen de waare Burgeriy. ke Vryheid en den Wapenhandel, geneigd om de eene zoo wel als de andere met al myn vermo. gen voor te flaan, en dus niet minder aoor hartelyke toegenegenheid ter handhaaving Uwer roemwaardige oogmerken, dan door plicht, geroepen om U (waar onder ik ook myne Vrienden, en de Zoonen myner Vrienden tellen mag,) die Voorrechten te helpen vergunen, en verzekeren, welken niet dan met het grootfte onrecht aan der Burger Wapenoeffeningen ergens mogen geweigerd worden, kenne ik geen Voorrecht, edeler uit zynen aard, hoofdbedoelingen en gevolgen, maar vooral aangenaamer, door eene befchouwing der geëerbiedigde naamen, welken ik de eer heb thans te verbeelden, dan, in eenen famenloop van zoo vee»  ie■■ Gebeurtenis/en £«1787 enz. voorgevallen, yeele gewenschte omdandigheden»- te, mogen aan> (preken, eenen fjoet van edele, yrygeboren, eri yr'yheidlievende Jongelingen, uit alle oorden vaa ons weleer vrygevochren Gemeenébest binnen de muuren der aloude Stad Leiden te farnun gevJoeil-, om zich door eene onvermoeide beoeffening in de befchaavende wetenfcbappen , die don nuttigen Burger, den braai/en Voorftander van 's Lands Rechten, enden waaren Christen vormen, moeten, waardig te gedragen aan de zorgen, der beste Ouderen, en eerlang het cieraad, en den luister van hun Vaderland te helpen uitmaaken. Meermaalen had ik gelegenheid om in fommige Uwer, van nader by te bewonderen die rechtgeaarde gevoelens., naar welken ik veilig durve afmeeten die van U allen; meermaalen hoorde men den lof van veelen Uwer vermelden op eene wvze, die ik niet ondernemen zal hier openlyk aan te kondigen: maar, nimmer, konde het ;beste gedeelte van dezer Stads Burgerye heuchlyker aandoeningen , gevoelen , of zich meer vereerd vinden] door U yerblyf binnen hunne Stad, dan toen zy ook U zag deel nemen in haare hartelyke begeerte , om met de. geheele weldenkende Natie, de dwingelandy moedjg hec'hoofd te bieden, het Vaderland met den gewapenden arm te verdedigen, en eenmaal van alle heerschzucht yry te ftryden. Maar, welk een genoegen Owq waardige Ouderen, en duizenden Uwer Mede-Burgeren ook fcheppen moeten, in deze Uwe onvolprezen hoedaanigheden ! welke, toejuichingen gylieden over Uwe verrichtingenaflerwege bekomen! welke opuicdruklyke blydfchap Uwe welgeplaatfte harten zeiven deswegens vervullen! en welke achtbaarheid eindelykj de openlyke goedkeuring van dezer Stads Regeering, door .het verleenen van buitengewoone fchoon welverdiende gunstbewyzen, aan Uwe Wapenoeffeningen mogt byzetten! rogthans ontbrak 'er iets, niet aan de waardigheid Uwer handelingen, maar aan de aanfpraak, die Gy had op de erkentenis van anderen, zoo lang Gy  ïo& Verzameling van Stukken betrekkelyk t$t Gy verftoken waart van een Veld- Teken, waar on> der Gy die ocfFeningen kondt voortzetten, en dat,, van overoude tyden af, zoo onaffcheidelyk fcheeh van den plechtigen optocht eener Heldenfchaar, als de vtye Hoed en Speer van de Hollandfché Maagd, en het Schild van Minerva's beeldtenis. En hoe zoude zulk een Veld-Teken U aangenaamer £efchonken worden, dan uit den naam van zulke f armen, welker aanzien, verdienden, en zucht voor de eer en onafhanglykheid van ons Vaderland, de laatfte Nakomelingschap bewonderen zal, terwyl hunne zedigheid, die hun niet toegelaten heeft, hier openlyk te verfchynen, U, en deze aanzieneryke vergadering van Aanfchouwers, tot de zekerfte waarborg verftrekt van hunne waare grootheid, die, fchoon my het ftilzwygen hieromtrent aanbevolen is, echter tot aller harten fpreekt, en U verhinderd lang in twyffel te ftaan, wie zy wezen mogen. Ontvang dan, uit zulke edele handen, voortreflyke Jongelingfchap !■ dis heerlyk bewys hunner hooge, en by U voorzeker hooggeschatte goedkeuring van Uwe Vaderlandfche trouw. Aanvaard, Heer Bevelhebber! uit myne hand, aan het hoofd van Uwe jeugdige Heldenrei dit aanzienlyk Vaandel, het welk U door het puik Uwer Landgesooten gefchonken wordt. Gevoelt! gevoelt op dit oogenblik met my, en alle deze Omftanders, en prent diep in Uw geheugen, de aangenaame gewaarwordingen, die Uwe braafheid door anderen» aan Uwe veredelde zielen verfchaft, in onderscheiding van die verbasterde hartstochten, die flaaffche Mede-Burgers voeden, en aan hun zeiven, in het midden hunner woelingen, ten geesfel verftrekken: en vergund my dat ik U, en in ü alle Uwe waardige Opvolgers, die in het toekomende Uw voetfpoor mogten willen drukken, in den naam van Uwe Achtbaare Begunftigers, verzoeke, om onder het zelve Uwe manhaftige wa- i>enoeffeningen te willen voortzetten. Indien de nrichting van Uw loflyk Genootfchap toeliet, or? as-  £e Gebeurtenis/ut in 1787 enz. voer gevallen. 10$ anderszins de dienst van het Vaderland, en het belang van deze Stad vorderde, dat ook Gy in deze Uwe hoedaanigheid de muitzucht moest helpen beteugelen, of den Vyand van deze muuren verjaagen; het zoude voor Uwen moed en wakkerheid beledigend zyn, met zelvs maar voor een oogenblik te twyffelen, of Gy zöud' Uwe edeléartige Voorzaten, die, in de laatst voorgaande eeuw,hee blinkend ftaal ter verdediging van deze Stad in hunne vuisten klemmende, met een gelykfoortig Veld-Teken op hunne wallen verfchenen,' en waar onder fommigen Uwer wel licht hunne Voorouderen tellen mogen, in onbezweken dapperheid, ea blaakende vaderlandsliefde evenaaren, en voor hün, die immer daar aan twyffelen mogten, verflrekte Uw roemryk gedrag in het laatfte Oproer} binnen deze Stad, ter onwederfbrekelyke overtuiging. Dan, daar de Hulk dér vereenigde Gevesten, herwaards en derwaards gejchupt van de wortelende vinden, eindelyk, uit zoo grouwzaam een Zee in deze Haven van tydelyke zaligheid, in dit tydftip andermaal niet zoo zeer gevoerd, als geworpen fchynt; en het Vaderland en deze Stad door zulk een overgroot aantal van wel gewapende Schutteren verdedigd wordt, behoeft het gevaar van eenen geweldigen aanval onzer Burgerlyke Voorrechten de hoofden van den bloem onzer Nederlandfche Jongelingfchap, aan de Letteroeffeningen toegewyd, niet te dreigen. Gy begrypt Zeiven, dat ook de fchrik voor Uwe Wapenen, het muitziek Graauw tot eenen genoegzaamen breidel verftrekt, zonder dat Gy daar aan Uwe krachten behoefd te beproeven. En, rees de nood immer zoo hoog, dat ook Uwe hulp tot dienst van het Vaderland, of deze Stad gevorderd wierd, ook dan zouden ahders befaamde fchikkingen, die hulp zonder merkelyk gevaar kunnen nuttig maaken. Thans kunt Gy, ter voldoening aan het heilzaam oogmerk van dit Gelfchenk, onder het zelve Uwe wapenoeffeningeri rustig voortzetten, en U bekwaamen, om, een- maal  ito Verzameling van Stukken betrekkelyk tot maal tot de Uwen wedergekeerd, in Uwen Kring als Burgers het Vaderland, Uwe geboorte- of andere Steden, daar Uwe bekwaamheden U roepen mogen, van alle overhecrfching en geweld, te helpen beveiliger. Voorts zoude ik meenen te kort te doen aan de grootmoedigheid der gevoelens, waar in Gy van Uwe eerfte jeugd af zyt opgekweekt, en die de uitoeffeningen, en het voorbeeld Uwer geëerde Meesteren in U gevestigd hebben, aan het beleid en voorzichtigheid, waar mede Gy, ook in het oprechten van U Genootfehap , ver boven Uwe jaaren U gekweeter hebt, en aan de onberispelyke zeden , waar door Gy de hoogachting der Burgery van deze Stad verworven hebt, indien ik U by deze gelegenheid Uwe verplichtingen wilde voorhouden, om den bere ids verkregen roem, door onderlinge eendracht, .oor bedaardheid, door omzichtigheid, door bt fenë idenheid omtrent de overige Leden der Hooge School, ook omtrent zulken, die van U merkelyk in denkwyze verfchillen mogten, indien mooglyk, nog te vermeerderen. Eene énkele herinnering, uit naam Uwer edelmoedige Begunftigers, dat het denkbeeld van eenen waaren liefhebber der Vryheid , onaffcheidelyk is van dat van eenen nuttigen Burgeren deugdzaamen Mensch, zal, vertrouwe ik, by U de eerfte aanritzingen van drift, vooroirdeel en menfehelykheid, indien die ooit by U konden opkomen, ten eenemaalen verdoven. Mogt deze Stad en Hooge School, zich iïeeds heroemen op zulke edele Vryheids-Zoonen , als op U die thans dezen Standaard der onafhanglykheid Stadswaards geleiden, en door dezelve zegepralend zult omvoeren; mogten onder deze Bardere de van tyd tot tyd herwaards toevloeiende Leden der beroemde Hooge School, den Wapenhandel, als de verhevenfte uitfpanning voor Bataaffche Jongelingen, oeffenen; mogt het Vaderlandr lang de vruchten plukken, van Uwen loflyken ar-, beid; eh mögt Gy zelve, met alle de Inwooners van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, irr van Nederland, hst gefólterd Gemeenebest eenmaal van alle aanvallen bevryd zien! Ik houde my verzekerd, dat daar door even zeer voldaan zoude worden, aan de vuurigfte wenfchen van Uwe uitmuntende harten, als aan die van hun, uit welker naam ik de eer heb gehad deze heuchlyke plechtig, heid te verrichten, terwyl ik my deze gelegenheid gereedelyk ten nutte maak, om U mynen geïingen raad, en medehulp aan te bieden, wanneer Gy denzelven onverwacht in eene of andere betrekking mogt van nooden hebben, en, het my altyd tot een voorrecht zal reekenen, weleer een Kweekeling geweest te zyn van die Hooge School, waar van Gy den luister, en het aanzien door Uwe voorbeeldige hoedaanigheden, zoo zeer helpt fchraagen. Deze Aanfpraak wierd door den Heer Peter Scholl, als eerden Commandant, op de vol^eadé wyze beantwoord. Aan de Onbekende Gevers. Zoo ooit een gefchenk verdiend, met het dienst gevoel van dankbaarheid ottvangen te worden het is voorzeker dit; het welk van de zuiverft© belangloosheid getuigd; de welverdiende eer te ontwyken, en zich alleen te vergenoegen de belangens van het Vaderland, en de Vryheid, od den troon door edele daaden in ftilte te helpen bevorderen, veronderfteld, eene groothefd, waar Zielen van den eerften rang alleen vatbaar voor kunnea wezen; fchoon die edelmoedige Gevers ons onbekend zyn, echter bewonderen en eerbiedigen wy hunne Vaderlandsliefde, en wy zouden den naam van Nederlanders niet verdienen, indien onze Harten, in onze Borst niet van de oprechtfte dankbaarheid klopten, en wy dit luisterryk Gefchenk ons onwaardig maakte, en de verwachting welke die edele Mannen van ons vormen, teleur te de. ün wanneer ons het onuitfpreekbaar geluk gebeuren mag, (terwyl wy dit banier volgen; dat  Verzameling van Stukken betrekkelyk fat wy de Vryheids-Zon» die thans, van achter dè donkere Wolken, aan den Kirri verryst, haare hoogte te zien beklimmen, dan zullen wy het voornaamenlyk, hun te danken hebben, dat wy in Neèrlands algemeen genoegen deelen, iets ter bevestiging, der onwaarde; rbaare Vryheid toegebracht te hebben; daar dit Gefchenk ons en onze Nakomelingfchap niet weinig zal aanfpooren, die braave Vryheid-Minnaars van verre na te volgen; dan zal de laate Naneef, de gedachtenisfe van hun, dié zoo veel luister aan dit gewapend Lighaam hebben bygezet,, zegenen, en hunne Graven (waren,dé JSIaamen hem bekend) met dankbaare traanen befproeijen. Aan den Vaandrig. Ik beveel het .aan Uwe dapperheid, ilaataltoo^ met het zelve den weg der eere in; Aan het Corps. Het zy Uwe Vaderlandslievende harten allen geheiligd , laten Uwe fpitzen gefcherpt zyn ter verdediging van dit kleinood, duldt nooit, dat de heerschzucht het Uwe .vuist ontwringe, noch verlaat het niet, ten zy Uw bloed geplengd, en gy den laatften zucht uit den geprangden boezem om het Vaderland zult geloosd hebben; en laten de welgepaste woorden, die uit den welbefpraakten mond van dezen anderen van der Werf zyn voortgevlöeit , diepe indrukzelen in Uwe harten nalaten. De Heer Otto Molengraaf Juyn, Vaandrig van het Corps, nam het Vaandel aani onder het uiten dezer woorden. . . ., a Tot in myn Ziel getroffen door de eer, die dit ons Corps, word aangedaan, door van zulke Edele Vryheids Palinuuren dit kostelyk Veld-Teken aan het zelve te zien ten gefchepke geven s .getroffen Wel Ed; Geftr. en Wel Ed. Mank Heer! door U- n»  de 'Gebeurienisfih ih 1787 ihz. vóbrgevaïlen. t ïf £lreStaarhteiaS%Vo>eI 'ik Vaderlands Bloed hier, meer hevigheid door niyhe Aderen vlieten: ja wat meer is , deze banier aan myne zorg te zien vertroüweü} dit alles hoopt my öm ook dezelve té aanvaarden, met deze myne h&ndi alléén aan der Burgeren Vryheid eh Voorrechten toegewyd; ik mTv P&, ManJhafte HeereD Mefe-Leden* Mede-Vaderlanders, dat ik, zoo lang ze aan myn zorg is toevertrouwd, dezelve zal bewaaren en befchermen*, eó, toept ons de Vryhéid, oni, (even als onze Voorvaderen, wier geheiligde asch ook SeKyk \a L£iden bewaafd wordt) voor haaren Waggelenden Troön in dé bresfe te lP^gRin'^°, ,w-ees verzekerd, dat ik ÜeVet ttiya Vrye Bloed Zal laten Ilroomen, als Voor het geweld Van eenen , Veel min van veelen inïrher te bikken ï len my nooit deze baniér zal laten ontweldigen' jdan met het begeven mynér krachten; wat Zeg ik? ïnet eer Vóór dat ik mytièn adem aan rhyn Scheó. per Weder geef. 1 r I • 'f65* Misfive van. zeven Raaden in de Vroed, -jchap der Stad Amfteldam, aan het Collegie van Heeren, Burgemeesteren en zes- en- dertig Raaien ; waar by verklaaren: dat de geSadne rémctïe van dé negen Raaden niet anders kunnende houden, > waarde, overzulks niet kunnen concurreerén tot de electie van nieuwe Raaden, ïhaar daar tégehi expresfelyk te .protesteeren &c. Edele Achtbaars Heeren 5 bet Ondergeteekenden Ontvangen hebbendé èSi fuljeti waarby zy geconvoceerd worden * om,™/. rens Refolutie van de Vroedfchap in dato den 3den May W1,teverfchynen in de Raadkamer, alwaar de Vfosdchap zal vergaderen den-jden May dezes faarsh om te - aaIi Dfi£t< H tri.  H4- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot treden tot de elettie van Raaden; en vernomen hebbende, dat de gementioneerde Refolutie van den oden May genomen is, om de electie te doen, ter vervulling der plaatzen van de pretenfelyk geremoveerde negen Raaden: zoo hebben zy gemeend, den Achtb. Raad kennis te moeten geven, dat zy in de Vergadering van den 21 (ten April laatstleden, voor zoo veele zy toen prefent geweest zyn, zich in de roeomaalige deliberatien over het ingeleverde ftuk , tendeerende tot remotie van negen hunner Mede-Raaden, niet ingelaten, maar tegen de Refolutie, daar op genomen, geprotesteerd hebbende; en alzo de Ondergeteekenden de remotie van negen Raaden niet anders kunnende houden, dan, inconftitutioneel , onwettig, nul, en van onwaarde, over zulks niet kunnen concurreeren tot de electie van nieuwe Raaden, maar daar tegen wel expresfelyk protesteeren by dezen : inhEêreerende wyders de tweede, derde, vyfde en zesde Onderteekenaars hunne Misfive, den éden May laatstleden aan Burgemeesteren en den Raad gefchreven: begeerende de Ondergeteekenden, dat deze in de Notulen van den Achtb. Raad worde geinfereerd. Hier medé hebben wy de eer te blyven met behooriyk respect, Edele Achtbaare Heeren! A&um den Uwer Edel Achtb. dienstwil- 6 May 1787. lige Dienaars, (was gsteekend) P. Clifford. N. Faas. Z H. Alewyn. Johan Fredrik dOrville. Harmen van de Poll. P. Elias. J. Witsen. NB. De Raaden HuydecopeR van Maarsfeveen en " Jacob Elias Arnoudsz., niet in de Stad zynde , hebben elk een Brief, zaakelyk van den zelvden inhoud gefchreven , en te gelyk met den voo-, recftaanden aan den Achtb. Raad doen toekomen.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, irj N°i 1667. Misfive van agt der uitgezette Raaden in de Vroedfchap der Stad Amfteldam, aan het Collegie van Heeren Burgemeesteren én zes- en- dertig Raaden, waar by protesteeren tegens Je te doene eleEtie van Raaden , ter vervulling van de plaatzen der Geremoveerdtn. Edele Achtbaare Heeren! De ondergeteekende Raaden vernomen hebbende, dat op laatstleden Donderdag by de als tóen prefent geweest zynde Leden, van den Achtb. Raad gerefolveerd is, om op den 7den dezer.tóe te treden tot electie van Raaden, ter vervulling vaD de plaatzen der pretenfelyk geremoveerde, en dat ten dien einde aan de overige Raaden biljetten van convocatie zyn afgezonden , verklaaren by dézen ten fterkften daar tegenè te protesteeren, als triede tegens 't gunt ingevolge, van .dien zil wórden verricht, en al het zelve te houden, vóór nul 'èn vaü geeher waarde; verzoekende hier van infertie in de Registers. ... Attuni den 6 May 1787. (was geteekend) Fredrik Alewyn. W. G. Dedel Sz. Mar- ten Adriaan Beels., j.. GrAAflAnd' Pz0 H. Müilman. C. Montér. N. Caleoen; F; van der Goes.  116 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot] N° i<5<58. Misfive van vyf Leden uit de Vroedfchap \ ' der Stad Rotterdam, aan het Collegie vangenoem- . de Vroedfchap; waar by declareeren: datzyal,\ het gene wat 'er in die Vergadering word bejlo- j ten , houden voor nul en geener waarde, en dat,\ zy daar niet in kunnen compareer en &c. lnda..\ toden 6 May 1787, benevens het Declaratoir, door • drieHeeren Burgemeesteren den iden daar op gegeven., Edele Groot Achtb. Heeren! Reeds een en andermaal geconvoceerd zynde tot Vroedfchaps-Vergadering, waar toe wy geïnformeerd zvn.dat onze Mede Raaden van der HeimJ ^tTderHoeven, d' Escüry,van Tevlingen,va^ Hcfgendor??vAN Staveren en van Basel nietzyni ?econvocee d , maar waar by in tegendeel 7 andere Perfoonen, quafie als Vroedfchappen, geconvoceerd ev"; hebben wy niet langer willen afzyn U Ed. ■Soot Achtb. te declareeren, dat wy, houdende aW S dezeT Vergaderingen voor onwettig, en al wat daar in rnogt be floten worden voor nul en van onïaarde, daar in niet kunnen compareeren; gereed S èn blyvende om by de Befognes en Vergadlrincen van de Vroedfchappen te adfifteeren, wam ï^r daar toe alleen wettige Leden en geene anderefzuïen geconvoceerd worden, protesteerende teveïs van file de verwarringen en nadeehge ge, S , die door het niet convoceeren der wetti. de befcherming Godes eD blyven, HUle Groot Achtb. Heeren! R^trerd Uw Ed. Groot Achtb. dienstj J 0x Mav williSe en gehoorzaameDie d€D,^ 7 naaren en Mede-Broederei; 17 ö<* in Raade. (wa\  ie Gébemttnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 117 (was geteekend) C. van der Staal. C. Groenink van Zoe. len van Ridderkerk. j. Mossel. j, G,.van MlEROP. P. van YzENDOORN.. Den 7den May hebben zich drie Burgemeesteen met voornoemden brief aldus vereenigd: De ondergeteekende regeerende Burgemeesteren ;n Mede - Vroedfchappen der Stad Rotterdam, geien hebbende de Misfive van vyf hunner Mede. laaden aan Heeren Burgemeesteren gefchreven in lato den 6 May 1787, verklaaren zich daar mede a hunne qualiteit van Vroedfchappen, volkomen b conformeeren en vervolgens, in hunne qualiteit an Burgemeesteren, niet te kunnen concurreeren »t de convocatie van eene Vergadering van Vroed|;happen gecomponeerd, als waar by de voorfchrepn vyf Heeren zeggen, en zelve verklaaren ge. ped te zyn te compareerenlatende alle contrarie indelingen, zoo van convocatie als deliberatie van f in Vergaderingen , die zy voor geen wettige roedfchaps-Vergaderingen , kunnen houden, voor Ikening en ter verantwoording van die daar toe [tegenheid geven of daar by adfifteeren. |Rotterdamden7 May 1787. (was geteekend) J. Bichon. H. van Beeftingh. j. a, va» der Hoeven.  n8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot H° 1669, Request van Burgers en Ingezetenen der 'Stad'Amjieldam, aan de Ed. Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Raaden van die Stad; waar by,\ verklaaren: dat de gédaane remotie van eenige \ Vroedfchappen'is illegaal en onwettig; met ver- j zoek, dat 'er niet mag worden geprocedeerd tot het\ aanjtellen van nieuwe Êfc In dato den 7 May 1787.. Geven met verfchuldigde eerbied te kennen,, de ondergeteekende Burgers en Inwooners den Stad Amfteldam: dat zy Ondergeteekenden altoos"; met de uiterfte aandoening en leedwezen gezier| hebbende, de'bewegingen en onrust, welke zo* in nabuurige Provinciën , als in deze Provincie zelve, van tyd tot tyd' hebben plaats gehad, en voor zoo verre hun' aangaat , 'alleszins genegen zynde, om volkomenlyk te berusten in de Staats en Erf-Stadhbuderlyke Regeering, zoo als dezeW ven "door 's Lands Oftroyen, Privilegiën en Wet-; ten,ven wel laatftelyk in den jaare 1766 is gevestigd, 'vervolgens nog hebben moeten onderving den,'dat eenige van hunne Mede-Burgers en Inwooners dezer Stad, van zich hebben kunnen yer-i krygenvan U Ed. Groot Achtb. op eene geheel illegaale wyze af te dwingen Refolutien, en te Verzoeken zaaken , waar in de Ondergeteekenden nimmer'hebben ingeftemd, of aan welke verzoe. ken zy nimmer eenig deel hebben gehad. JJat.de Ondergeteekenden tot nog toe aan de wyze beltie4 ring van■ hun geëerbiedigde Regeenng hebben} overgelaten, om, tot beteugeling van zoodaanige} onbehoorlyke en oproerige demarches, de gepastd maatregelen van gebruik te maken," dan dat meri èihdelyk tot die hoogte van geweldoeifening geko.j mep zynde," dat men op eene wyze, die tot dit noodlottig'tydftip toe, geen voorbeeld heeft m onze Republiek, eenige Leden der Regeenng van] derzelver bediening heeft geremoveerd, en thans} op dezelvde illegaale wyze zou. trachten anderd Perfoonen in derzelver plaatzen aan te ftellen, de» . 1 ■ .......  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, iiq Ondergeteekenden zich verplicht oirdeelen , ten einde uit hun ftilzwygen niet zou worden afgeleid feenige toeftemming van het gene men door eenige , tot reprsefentatie van de Stemme des Volks on~ twyffelbaar onbevoegde Perfoonen, heeft kunnen goedvinden te doen, en te verrichten, openlyk te betuigen, dat de begeerte van dezelve hunne Mede-Burgeren niet kan, noch moet gehouden worden vóór de Stemme des Volks, alzoo zy Ondergeteekenden,. die hoofd voor hoofd het zelvde recht hebben als elk ander Burger, niets liever verlangen, als dat de welgevestigde Conftitutie van ons lieve Vaderland moge blyven geconferveerd, de wettige Regeering van deze Stad haare Deliberatien en Refolutien te laten behouden, alle veran. deringen, en fchaadelyke nieuwigheden geweerd, en alle andere geweldoeifeningen, door de efficacieuste middelen tegengegaan worden; dat de Ondergeteekenden , (welker gering getal alleen aan de bekrompenheid van tyd, als zynde op laatstleden Saturdag ayond gerefolveerd, om, dit Addres te maaken, hoe zeer de Ondergeteekenden altoos in dezelvde denkbeelden geverfeerd hebben, moet toegefchreven worden, zynde de Ondergeteekende verzekerd, dat ingevalle flegts eenige meerdere tusfchenruimte van tyd overgelaten was geweest, het getal van hun Onderteekenaaren oneindig fuperieur geweest zou zyn, aan die genen, die men heeft weten te induceeren, de Qjialificatie te teekenen,) inzonderheid op het ernftigst infteeren. ten einde de gedaane onwettige Remotie van eenige Heeren Vroedfchappen, als door een zeer klein gedeelte van de Burgeren en Inwooners dezer Stad, (naar het geheel gerekend,) aan de Ed. Achtb. Vroedfchap afgedwongen, worde verklaard illegaal en onwettig, en dat by U Ed. Gr. Achtb. niet worde4 geprocedeerd tot het aanftellen van eenige nieuwe.Vroedfchappen ;.declareerende de Ondergeteekenden, dat zy de tegerswoordige Vergaderingen van den Raad dezer Stad, als waar toe H 4 fai-  fae^ Verzamlitigvati Stukken betrekkelyk tot feitelyk de toegang aan een groot gedeelte van wettige Leden van dezelve wprd belet, niet kunnen» noch willen honden , voor eene wettige Vroedfchap, noch ook eenige, óp eene onwettige wyze aan te flelièn prjEtenfe nieuwe Raaden , zullen coufidereexen voor 'wettige Reprsefentanten van de goede ïurgery en Inwooners; dezer Stad; overzulks verzoeken en infteeren, dat by U Ed. Qroot Achtbf 'niets worde gerefolveerd, het gene in prejuduie 'van der Ondergeteekendens declaratoir zoude kunnen ftrekken, ten minften alvoorens alle de Burgeren en inwooners dezer Stad op de meest convenabelfte wjze daaromtrent, ieder voor zich zelve jzullen zyn gehoord. , J3.eï welk doende c^c. N°. L670. Request van dezelven, over het zelvdeonw dèrwerp, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Hollanden West-Friesland. Geven eerbiediglyk te kennen de Ondesgeteelscnde Burgers en Inwooners der Stad Amfteldam. ' Dat zy Ondergeteekenden fedett een geruimen tyd met leedwezen gezien hebbende de bewegingen, welke zoo ig nabuurige Provinciën, als in deze Provincie zelve x by aanhoudenheid plaats hebben, en welker allernadeeligfte gevolgen, zoo de Ondergeteekenden vertrouwen, meer dan te wel by V Ed, Groot Mogenden worden gepenetreerd, en wat hun aangaat alleszics genegen zynde , orri volkornenlyk te berusten in de Staats- en &f-Stadh\ouderlyke Regeering, zop als. dezelve dooia *sLands O/iroyen, Privilegiën en Wetten, en welc laatftelyk in den jaare 176^5,gevestigd is geworden ^ verypjgeas} tot, hun uiterfte fmacte hebben moeten, pndervjndeB, dat eenige van hunne Mede«,Burgeren en Ingezetenen., zonder eenige, qualificatie, en, gegQnftdereerd de volkrykheid der Stad, alleen ^^erinjg' gqfcdjtg. van 4erze^qr Jujgei? e^  ie Oebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. i%\ Inwooners uitmaakende, van zich hebben kunnen verkrygen, aan Burgemeesteren en Raaden derzelr ve Stad Amfteldam,, over zaaken. van het publiek bewind, verichei.de verzoeken te doen, waar aan zy Ondergeteekenden nimmer eenig deel hebben gehad, en waar in dezelve das veel minder hebben ingefternd. Dat men zich hebbende onderftaan dezelve verzoeken door de verfchyning en adfistentie van gewapende Manfchappen te appuieeren,. de Leden der Vergadering het vry acces en reces tot dezelve te beletten, en dus de vrye deliberatien van den Raad te belemmeren, op eene wyze,. die zoo weinig overeen te brengen is. met de eer en waardigheid van derzelver Vergadering, als met de goede orde , die in eene geregelde Miat. fchappy vereischt wordt, men echter daar door | heeft weten te weeg brengen Refolu-tien, welke | zekerlyk zonder zoodaanige gewelddaadigheden, nimmer plaats gehad zouden hebben. Dat de ÖnI dergeteekenden met genoegen hebbende onder1 vonden, dat het grootfte gedeelte der Regenten van hunne Stad zich afkeeFig betoonden,om mede ! te werken tot de omkeering van 's Lands Confti1 tutie, die men aan de andere zyde op het oog i fchynt te hebben, men ook al wederom.ten einde den invloed, welke de Stem van deze Stad in de 1 Vergadering van ü Ed. Groot Mogenden heeft, i te veranderen, en volgens zyn oogmerk te doen werken, tot die hoogte van geweldoelïening geklommen is., dat men met gelyke adfistentie en on1 der even zoodaanige tumultueufe bewegingen op den 2iften. April dezes jaars, onaangezien alle pron testatien van nulliteit en illegaliteit, negen Raai den uit de Vroedfchap dezer Stad pretenfelyk genemoveerd. heeft. Dat dezelve zoogenaamde re« 1 motie de Ondergeteekenden, en, zoo zy vertrouwen, met hun het grootfte gedeelte van de I-nwoo,uers dezer Stad , zynde voorgekomen ongehoord ^ IWederrechtelyk, en van de verregaandfte ukzich-' ken, de Ondergeteekenden dan ook hadden ver*, H | w,aqhrs  12,2, Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wacht, dat by de Regeering dezer Stede zelve maatregelen zouden hebben kunnen genomen worden tot herftel van dezen onwettigen itap, en beteugeling van diergelyke geweldenaaryen; maar dat de Ondergeteekeeden in tegendeel hadden moeten ondervinden, dat een Committé van den Krygsraad, en eenige zoogenaamde Geconftitueerdens, die, zoo zy voorwenden, door 15 a 16000 Perfoonen< zouden zyn gequalificeerd, zich op den 4den May laatstleden de gelegenheid waarnemende, dat de Kamer vsn Burgemeesteren alleen door een der régeerende Heeren wierd waargenomen , by monde van denzelven hadden verzogt, dat de Raad de Vacant verklaarde Raadsplaatzen geliefde te vervullen. Dat niet tegenftaande de Vergadering der Vroedfchappen toen alleen uit agttien Leden belfond, en men aan de pretenfelyk geremoveerde Heeren door een gedaane Infinuatie en verregaande bedreiging, het acces tot de Vroedfchaps-kamer hadde geweigerd, hetzelve verzoek gereedelyk geaccordeerd, en de pretenfe aanfteiling van nieuwe Raaden op den 7den May jongstleden bepaald was geworden. Dat een groot aantal Burgers en Inwooners der Stad Amfteldam daar van kennis bekomende, zich verplicht geoirdeeld hadden, ten einde uit hun ftilzwygen niet zou worden afgeleid eenige toeftemming van het gene onder den fchyn van de Stemme des Volks verricht wierd, zich by Requeste aan Burgemeesteren en Raaden der Stad Amfteldam te addresfeeren, daar by te betuigen, dat de begeerte van deze hunne Mede-Burgeren niet kon noch moest gehouden worden voor de Stemme des Volks, alzoo zy Ondergeteekenden niets liever verlangden, als dat de wettige Confiitutie van het Vaderland bleve geconferveerd, de wettige Regeering van-hunnen Stad haare vryedeliberatien én Refolutien mogte behouden, en alle andere geweldoeffeningen en fchaadelyke nieuwigheden door de efficacieuste middelen tegengegaan wierden; met verder ernftig verzoek, dat de gedaane on-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 123 onwettige remotie van eenige Vroedfchappen, wierde verklaard illegaal en onwettigdat by de. vergaderde Vroedfchappen niet rnogte worden, geprocedeerd tot het aanftellen van'eenige nieuwe Vroedfchappen, en dat verder niets mogte worden gerefolveerd, het gene in prejudicie van der Ondergeteekendens declaratoir zouden kunnen ftrekken, ten minften alvoorens de Burgers en Inwooners alle op de meest convenabelfte wyze daaromtrent ieder voor zich zelve zouden zyn gehoord. Dat hetzelve Request door een vry aanzienlyk 'aantal Burgers en Inwooners,' (het geen echter by meerder ruimte van tyd vry aanzienlyker zoude geweest zyn) op den 7den May, by het aangaan der Vroedfchaps-Vergadering door twee der Onderteekenaars aan een der Bodens, de Vroedfchaps-kamer bedienende, overgegeven zynde, de Onderteekenaars hadden moeten ondervinden, dat na omtrent tien minuten tyds, het zelve aan die genen, die zich met deszelvs. overlevering belast hadden, is te rug gegeven, met een mondeling en in der daad, (geconfidereerd het vervolgens gebeurde ,) befpottend antwoord , dat men van hetzelve des anderendaags by Burgemeesteren moeste dienen, terwyl men ondertusfchen , zonder op hetzelve verzoek eenigen verderen acht te flaan, direct is toegetreden tot het. pretenfelyk aanftellen en in den ééd nemen van negen andere Perfoonen, qua.fi, als Raaden in de Vroedfchap. Dat de Ondergeteekenden geen zweem van eenige reden kunnen vinden, waarom de vergaderd zynde. Vroedfchap, anders, zoo gereed om aan de Volksftem„ te voldoen » de Stemme van de Onderteekenaars van hetzelve Request en Declaratoir hebben geweigerd te hooren. Dat daar toe geene aanleiding kon. geven, het Addres van het zelve Request aan Burgemeesteren en Vroed, fchappen, dewyl. zulks niet alleen is het gewoon Addres, om dat byna altoos Burgemeesteren,' de. Vroedfchappen. adfifteeren, maar "ook geen byzonder Collegie binnen deze Stad gevonden worden-  124 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet de, dat onder de benaaming van Burgemeesterenen Vroedfchappen bekend,, en van 't Collegie der Vroedfchap onderfcheiden is, gevolgelyk, daar het Addres tweeledig hg, zelvs in abfentie van Burgemeesteren het Request buiten bedenkelyk» heid aan de Vroedfchap was houdende. Dat de Ondergeteekendens gepenetreerd van de akelige gevolgen, welke diergelyke handelwyzen, die by zeer veele Inwooners dezer volkryke Stad als daaden van violentie befehouwd worden, zouden kunnen hebben, zich haasten om hun reehtmaatig bezwaar te brengen in de fchoot van U Ed. Groot Mogenden, van welke, als hunne Vertegenwoordigers zy de handhaaving van de gevestigde cn duurbezworene Confiitutie dezer Stad met redenverwachten mogen. Dat de Ondergeteekendens onnoodig achten te treden in een detail van alle de ongehoorde gevolgen, die daar uit zouden proflueeren, zoo een gering getal van Menfchen (gering in aanzien van het getal der Bewooners dezer Stad,) zullen gehouden worden eene Volksflem uit te maaken, en daar door de wettige Regeering op een geheel wankelbaaren voet zoude worden gefteld, daar het immers de oogerymdheid zelve zoude zyn, dat de Ondergeteekendens, zoo ras hun aantal evenredig was aan dat van die Perfoonen, welke de qualificatie zouden geteekend hebben, of hetzelve overtrof, bevoegd zouden wezen, om op hunnen beurt nieuwe Raaden aan te Hellen, of de aanwezenden te removeeren; welke faculteit echter uit het abfurd fysthéma van hunne Mede-Burgers , noodwendig zoude voortvloeien. Weshalven de Ondergeteekendens de vryheid. gebruiken zich te keeren tot U Ed. Groot Mogenden, met ooemoedig verzoek: dat het UEd.Groot Mogenden behaagen moge, al het gene op den 27flen February gerefolveerd is, mitsgaders de op den ziften April dezes jaars pretenfe gedaane remotie van negen Leden der Vroedfchap, éh den 7den May pre6enfè aanftelling van negen Perfoo- nec  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz voor gevallen» izy ren tot Raaden in de Vroedfchap, gelieven te verklaaren nul en illegaal, en wyders deze Stad en Burgers het fpoedigst redres van al het gebeurde te bezorgen, door al zulke prompte en efficacieüfe voorziening, als U Ed. Grooc Mogenden naar derzelver meerdere wysheid zullen bevinden te behooren, en inmiddels de voornoemde pretenfelyk aangeftelde en beéédigde Leden ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden niet zullen gelieven te admitteeren. 't Welk doende &c. N". 1671. Misfive van de Gecombineerde Vergadering, uitmaakende de vereenigde Gilden, Schutte' ryen en Burger-Officieren te Dordrecht, aan de Krygsraad der Stad Amjieldam, betrekkelyk de gedaane remotie op den ziften April laatstleden» In dato den 24. April 1787. Wel Ed. Gestr, Manh,, Heeren! Onder de blyde gedenkdagen van Neèrlands heil,' zal den 21 (ten van Grasmaand voortaan gefteld, en van eiken rechtaarten Belg, ter dankbre gezegende nagedachtenis, aan zyn kroost aanbevolen blyven. Dat een Vreemdeling nu nog zegge, de Afftammelingen der Afzweerders van eenen Filips, zyn geheel verbasterd! — zy hebben alle beginzelé van,Eer — van Vryheid, verloren! — hun Goud is hun God! — of dac de Heerschzucht en Eigenbaat zich nog verheugen, en verbeelden aireede haaren yzeren fchepter, over een hoop verneêrde Slaaven, te zwaaien! — Neen I — veel meer dat de eerften van fchaamte bloozen, en de laatften zich verbergen in de donkerfte fchuilhoeken der boosheid, en voor altoos Bato's Erf ontvluchten! De God onzer Vaderen zy geloofd! — nimmer doet hy het onrecht zegevieren op het recht; nimmer  Ï2ö* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tact laat hy toe dat de willekeur en de trotschheid zich verheffen , en ongeftraft bezoedele met de fchennis der heiligde plichten! hy weet op zyn tyd alle hunne raadflagen tot zotheid te maaken , en hunne.verwachting te doen vergaan. Vaak heeft ons Leeuwendaal de heillooste aanflagen op haare Vryheid en Voorrechten moeten verduwen.— Het bloed van Burgers, geduurende 80 jaaren, langs flraaten en velden geflroomd, was niet genoegzaam om onze Voorvaders van derzelver ongfftoord genot te verzekeren. —- Dan eens werden dezen door de willekeur der Stadhouders, 'dan weder door den waan der Aristocraaten, ofwel door de veréénigde macht van beiden, als niet geacht en met voeten getreden. . Het gene ons na dat al was overig gebleven, ftak echter der woédende Heerschlust nog te flerk in 't oog; om ook niet te dorften naar de berooving Van het zelve,— wy heettéden nog Republikeinen; hadden nog veele goederen: en eenen üitgebreiden handel. — Een eerlyk Vertegenwoordiger waagde het ook nu of dan, zyne zwakke ftem in de Raadzaal te verheffen. , Welk beter middel dan, als ons, die weerloos gehouden wierden, .in eenen oorlog met het altoos afgunftig Engeland té fleenen, en door deze ons van onze kóstelykfte fchatten 'en bezittingen te doen berooven, om vervolgens 't volflrekt gebied over een arm en vernederend Volk te voeren? Maar juist deze eerlooze pooging moest dienen, om de Natie te doen zien tot welk eene laagte zy gezonken was, en in welke trouwlboze handen zy de uitvoering haarer gewfehtigfte belangen en bevelen, had toevertrouwd. Toen vereenigde zich de klaagftem van Regent en Burgeri — Toen fcheen alles een Man, om het kwaad te fluiten, en het ongelyk te leenigen.—• Dan zóó dra begreep dë brüave, de doorzichtige, Bureer niet, dat dit middel alleen tè zoekfen Was in dë herftelling Syner öirfprbnglyké Voorrechten in  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. Ï27 70 den betaamlyken invloed op zynen Vertegen* woordiger, of zie daar, de belang zoekende, da zich zelv lievende, de oneerlyke Regent eerst ftille ftaan, en daar na zich geheellyk werpen in de armen van hem, wien hy zelve eerst aangeklaagd had. Naar maate zulk een' eervergeten gedrag , den braaven in den Lande, in de edelfte verontwaardiging ontftak , en niet deed te rugge deinzen op hunnen tred, ia dezelve evenredigheid zagen wy het vloekgefpan zich veréénigen , en vermeerderen, terwyl het de toorts der tweedracht alomme aanftak, en zich met het mom der huiehelar.ry bedekte. Te vergeefs was nu de ftem der reden, der plicht, der Vryheid des Vaderlands, ja des GodsIdienst en des ééds!— dezen moesten allen geifmoord, cn daar toe eene meerderheid van ftemjmen in de meeste Steden van ons Gewest gewonnen worden; in 't kort, de beminnelyke Vryheid en haare fiere Zoonen , onbezweken Regent en Burgers, moesten op zyn minst als Balling 's Lands weggejaagd worden. Helaas! wie zou het konnen gelooven? maar al te veelen van Amftels Raaden leenden ook aan de Hooffche Sireenen-zangen een gretig oor, en het iftond gefchaapen,dat zy met haaren eigen val,den ival van uwe beroemde vest, ja die van't geheele Vaderland, zouden medegefleept hebben, p Maar gedankt zy eenen Vader Hooft, en zyne eerlyke Mede-Raaden! gedankt zy der waakzaame bplettenheid van U Ed. Manhafte en braave Burgery, die het heifche Monfter onder de oogen zagen, en de werking van haar vergiftig geblaas ftuitte. ! Voor U Ed. Manhafte en Burgery, was de eer bewaard, om in Holland het eerst te toonen, dat bene Burgery zich wel voor eenen tyd laat fmaaden en kleinachten, maar dat zy ook, is 't nood, naar tiet oeffenen van het taaist geduld een gepast ge- bruik  ïï8 VerzameUng van Stukken Ittrekkelyk tot brufk weet te maaken van die waarde en kracht^ die zy in haar eigen boezem bezit. Niet gelyk aan een opgeruide menigte, of door loogen en goud opgezetten hoop , welke niet als moord en plundering ademt , dragen uwe daaden het merk der kloekmoedigheid en gemaatigdheid tevens. Gy hebt u vergenoegd, negen van uwe Raaden, die den naam van Handhavers uwer Rechten en Vryheden verbeurd had Jen, onwaardig te verklaaren, om immer uw Kapitool te betreden, én dus belet, om, onder dien waardigen naam , in ftaat te zyn uwe belangens te verraden. Zouden U Ed. Manhaften zulk eenen edelen,zulk eenen navolgingswaardigen ftap doen , en zouden wy zwygen? neen, Ed. Manh. Heeren! het Vai derland is ons te lief, — de Vryheid is ons een te kostelyken pand, en wy gevoelen te zeer onze ver» plichting, dat wy ons niet zouden haasten de gevoelens onzer goedkeuring en dankzegging aan U Ed. Manh. te openbaaren. Ja, Ed. Manh. Heeren! gy hebt ons en der geheele weldenkende Natie oneindig verplicht, en in onze harten de diepfte indrukken van hoogachting en verknochtheid voor en aan uwe Perfoonen ve* grift, en geen wonder, gy hebt het veelhoofuig Monfter met eenen flag verplet; —<• gy hebt dé vertreden Burgerlyke eer der Natie herfteld. *—s-» Cy hebt der valschhartige, der huichelachtige, der zich in alle bochten wringende, Aristocratie op het diepfte vernedert, en even daar door het Vaderland van eenen gaapenden afgrond, van geheellyk verderf en ondergang, gered. — In eens, myne Heeren! gy hebt meer beftaan en gedaan, als alles Burgeryen te famen in Holland finus twee eeuwen hebben kunnen uitrichten. Dat wy ons echter niet vleien , dat met dezen ftap den eerftén Staatsdienaar, metzynen aanhang* geheellyk zullen vernedert zyn;—neen,het kwaad heeft  is Gebeurtenis/en in 1787 «22. voorgevallen, 129 heeft in hunne boezems te diepe wortelen gefchoten, dan dat wy ons dit zouden mogen verbeelden ; maar geen nood! — uw y ver zal niet verfhauwen, en uw moed, by het ontmoeten van meerder tegenflands, des te fterker ontvonken, terwyl wy, zoo voor ons zeiven ais ook uit naam van Onze Committenten, ons op het allerplechtigst verbinden, dat wy, zoo gy onverhoopt, uit hoofde van deze uwe verrichting, door Vryheid-haatende Dwingelanden mogt worden achtervolgd , of benadeeld, zulks rekenen zullen, als of het daadelyk aan ons zeiven gefchiedde ; belovende wyders , overeenkomftig het verbond der Unie, om u in zoodaanig geval, met alle behoor lyke en mooglyke middelen met lyf en goed, is 't nood, te zullen helpen handhoudm, ftyven enJierken, befchutten en ook befchermen, tegens al* len en een iegelyk , wie en hoedaanig die zoude mogen wezen, die u in deze eenige daadelyke in* breuke zoude willen doen. Verzekerende wy u verders: dat wy liever fieé door ons bloed befprengde Vaderland getuigen zullen döenzyn, van onze volbrachte belofte-, dan dat onze Amfteldamfche Mede-Burgers hunne verdrukking aan ons zouden te wyten hebben. Voorts bidden wy, dat de Opperbeftuurdèr der weereld, het kennëlyk zegel zyner Godlyke goedkeuring op uwe moedige en loffelyke bedryven drukken, en de ledig geworden ftoelen der eere, roet de beste Voorwerpen, vervullen zal, op dac wy eerlang, met het gantfche Volk van Nederland> ons oVer de gelukkige herftelling van alle gewensch-t te dingen, hartelyk verbiyden mogen. Waar mede wy de eer hebben U Ed. Manfi. in d's ipróte&ie des Allerhoogften aan te bevelen> en on§ met alle waare hoogachting te noemen. Wel Ed. Geftr. Manh Heoren! Uw Ed. Géftr. MahH. dienstwillige Diecaareh en Mede. Vaderlanders; SXt DEEfc» I h#  E30 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot De Gecombineerde Vergadering, Dordrecht u'.tmaakende de veréénigde Gil' den 24 April den , Schuttery en en Burger- 1707, Officieren binnen deze Stad. Uit naam en last derzelven. (was getf) A. Lamme, Pr&ftdent. F. Ddffer Cz., Secretaris., De Leden van het Genootfchap 1 tot behoud der Vryheid. Uit naam derzelve, (was gef.) P- Crans, Secretaris s v abfent. Ho Ifj72. Misfive van de Gecombineerde Vergadering,. ' uitmaakende de Vereenigde Gilden, Schutteryen en< Burger-Officieren te Dordrecht, aan den Krygsraad: en Geconftitueerden der Stad Rotterdam, betrekke, lyk de remotie van eenige Regenten in die Stad ge. fchied. In dato den 24 ^PrU Wel Ed. Gestr. Manh. en Wel Edele; Heeren ! Za«en wy met zoo veel genoegen de wakkere! Amftellaaren, naar het oeffenen van het taaist geduld zich bedienen van de kracht, die een vryi Volk met recht bezit, toen zy op den 2iften dezer o hunner Raaden den ftoel der eere onwaardig verklaarden, — om dien langer te bekleeden. Met even zoo veel genoegen wierden wy ont» waar, dat de nabuurige Rotterdammers naaryvrig' od hunne Rechten en Voorrechten in de Raadzaal] zich hadden doen hooren, en aldaar hunne waarde] en macht hadden doen gelden. ! Ts, Wel Ed. Geftr. Manh. en Wel Ed. Heeren!' i~t " het  de Gebeurtenis/en £«'1787 enz. voorgevallen. 131 liet leedwezen, dat ons fiats zoo veele jaaren griefde, terwyl en willekeur en heerschzucfit het vrye Nederland als folterde, in zoo verre zelvs , dat op den wenk van eenen Staatsdienaar het Vaderland reeds op den rand van zyn verderf gebracht, —■ wel haast voor altoos moest verloren gaan , zoo verwisfelde onze fmarten in het edelst zielsgenoegen, op het hooren, dat Uwe Raadzaal by het ge. tal uwer braaven thans mede pryken mag met zeven Perfoonen, die de plaats bekleeden van hun, —die zich dezelve hadden onwaardig gemaakt. Welke verplichting is de gantfche Natie Ü Wel Ed. Geftr. Manh. en Wel Ed. Heeren en getrouwe Bu-rgery verfchuldigd ? wat dankbetuiging kunnen wy uitboezemen? dan waar toe dit al? fpreken wy mannetaal, in een tydftip waar in wy op eikanderen moeten bouwen, waar in den móed vereischt onderling te worden aangekweekt : wat zeggen wy aangekweekt! die der braave en weldenkende Na;ie zal meer ontvonken. Terwyl wy, zoo voor ons zei ven als ook voor mze Committenten, ons op het allerplechtigst verjiaden, (gelyk wy zulks ook aan die van Amfteliam op het plechtigst hebben verzekerd,) dat wy roo gy onverhoopt, uit hoofde van deze Uwe verichting , door Vryheidhaatende Dwingelanden* nogt worden achtervolgd , of benadeeld , zulks ekenen zullen als of het daadelyk aan ons zelve refchiedde, beloovende wyders, overeenkomftig iet verbond der Unie, om U in zoodaanig geval net alle mooglyke middelen, met lyfén goeds is 'tnoodi :e zullen helpen handhouden, Jlyven, jlerken, befchut^ en en ook befchermen, tegens allen en eeniegelykj vie en hoedaanig die ook zoude mogen wezen, lie U in deze eenige daadelyke inbreuken söude villen doen.- Verzekerende wy U verders, dat wy liever het bof bloed faefprengde Vaderland getuigen zullen loen zyn Van ónze volbrachte beloften* dan dat i 2 o.o.p'i  13a Verzameling van Stukken letrekkelyü tot' on?e Potterdamfche Mede Burgers hunne verdruk* king aan ons zouden te wyten hebben. Voorts bidden wy, dat de Opperbeftuurder der weereld, het kennëlyk zegel zyner Godlyke goedkeuring op uwe moedige en loffelyke bedryven drukkenen daar gy de lediggeworden ftoelen der eere met de b<. ste Voorwerpen hebt vervuld , hoopeti wy, dat wy eerlang met het gantfche Volk van Nederland, ons over die gelukkige herftelling van alle gewenschte dingen, hartelyk verblyden mogen. Waar mede wy de eer hebben U Ed. Manh. en . Wel Ed. in de protectie des Allerhoogften aan te beveelen , en ons met alle waare hoogachting te 1 noemen, Wel Ed. Geftr. Manh. en Wel Ed. Heeren! Uw Ed. Geftr. Manh. en Wel Ed., dienstwillige Dienaaren en Me« ■ de-Vaderlanders. De Gecombineerde Vergadering ,, Dordrecht uitmaakendede vereenigde Gil- den 26 April den, Schutteryen en Burger" 1787. Officieren binnen deze Stad. Uit naam en last derzelve, (was get ) -A. Lamme , Pmfident. F. Duffer Cz. , Secret, De Leden van het Genootfchap tot behoud der Vryheid. Uit naam derzelve, (was geï.) D. Crans, Secretari). abjent.  ie Gebeurtenis (en in 1787 enz. voorgevallen. 133 N°. 1673. Pro MemoHa door het Collegie van Geconftitueerden te Leiden, aan Heeren Burgemeescersit van die Stad overgegeven; met verzoek, om dezelve voor het begin der deliberatien van de grnote Vroed* fchap, ter zeiver Vergadering in te leveren. In dato den 8 May 1787. Edele Groot Achtbaare Heeren!' Zoozeer wy, Ed. Groot Achtb. Heeren! te midden der diepfte bekommeringen, welke nog korts onze zielen beknelden, hy de treurige befchouwing van den hachelyken toeftand onzes lieven Vaderlands, zoo zeer wy, met dankbaare ainloeningen, de gunstryke hand der aanbiddelyke Voorzienigheid geëerbiedigd hebben, en de gewichtige gebeurtenisfen, te Amfteldam en Rotterdam voorgevallen! Gebeurtenisiea, welke, uit hetnypend gevaar der algemeene goede zaak gebooren. dier zaake op het onverwachtst eene nieuwe kracht bygezet, en als *tware, het licht uit de duisternisfe hebben doen voorkomen; zoo zeer ook, Ed. Groot Achth Feeren! hebben wy met volle harten deel genomen in alles, wat ter bevestiging of vernietiging dier zelvde gebeurtenisfen medewerken,, en de hoop, door het weldenkende, het besre deel der Natie, uit dezelven opgevat, bevestigen of verydelen kan. 't Is op dien grond byzonderlyk, dat wy, als met angst, hebben gade geflagen den loop der gewichtige deliberatien, van tyd tot tyd op dit allergewichtigst ftuk ter Staats-Vergadering gehouden, en by die deliberatien met de hartelyke dankbaarheid hebben toegejuicht, de cordaate denk- en haadelwyze der waardige Gedeputeerde» dezer aanzie, nelyke Stad, in dat hachelyk tydftip , toen haar ftem in het voorftaan der hardnekkig betwiste admisfie van Rotterdams eenige wettige Afgevaardigden , als beflisfen moest over de aanwinst of het volftrekt verlies dier machtige Stad voor de onfehatbre belangen van Vryheid.en Vaderland,. 1 3 Dan9f  U34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dan, Ed. Groot Achtb. Heeren! hoe zeer wer. den niet die blyde aandoeningen gedreind , wanneer ons op het onverwachtst ter ooren kwam, d»t die zelvde cordaate denk- en handelwyze onzer Stads Gedeputeerden ter naauwer nood, onder eene^angduurige weifeling, door de goedkeuring der Edele Groot Achtb. Vroedfchap bekrachtigd is;ja, t gene meer is, toen wy vernamen, dat, waarfchynlyk : in gevolge van zoodaanig eene, als 't waare af^e-. oerite , goedkeuring , de demme dezer Stad ter : jongde Vergadering eenige uuren, (fchoon, Goni dank! flechts weinigen) geftaan heeft na .st die der i Ridderfchap, en dus de roem, zoo lang door Ley-. den, onder het beduur van deszelvs Vryheidmmeenden Raad, ter Staats-Vergadering gehandhaafd,, gevaar liep op éénmaal in een noodlottigen aivali verloren te gaan. Wy fidderen , Ed. Groot Achtb. Heeren ! wy; fidderen op het vooruitzicht der rampzalige gevolgen , welke eene zoo ongelukkige verandering m let, tot hier toe zoo algemeen toegejuicht, fysthê* ma van Leyden's Achtbaare Regeering , als toen Teeds daadelyk op de belangen van het Vaderland konde gehad hebben, en, indien zy, 't gene Gon verhoede! mogte Hand grypen, eerlang gewisfelyk hebben zal, en het is, by het levendig, het ontKrtrend befef dier gevolgen, dat wy, van ter zydc verwittigd, hoe mooglyk deze dag ten dien aanzien meer of min beüisfende zou kunnen zvn, ons op de krachtigde wyze gedrongen voelen U Edele Groöf Achtb te adieeren, en door U Ed. Groot Achtb, de aanzienelyke Vroedfchnp dezer Stadten einde* des onverhoopt noodig zynde, den akeligen dag at te wenden, waarmede, misfehien dit uur, de goei de zaak bedreigd wordt. Het is ons, uit hoofde van de kortheid des tydsj voldrekt onmooglyk geweest, om in dezen den ex< presfen last onzer Condituanten in te winnen, et wy mogen ons dus ook niet direclelyk op zulk eet last beroepen; dan, Ed. Groot Achtb, Heeren! wj zyn,  ie Gebeurtenisje1* in 1787 enz. voorgevallen. 135 zyn, door het grootfte zoo wel als notabelfte ge* deelte van hun, reeds te dikwerf, byzonderlyk op dit onderwerp, tot eene krachtdaadige werkzaamheid aangefpoord; wy kennen uit die aanmaaningen te wel hunner aller denkwyze en gevoeligheid, dan dat wy één oogenbiik 'mogen aarfelen, hunne begrippen, als volmaakt overeenkomftig met de onzen, voor te dragen, wy fpreken dus niet flechts voor ons zei ven , maar ook voor hun ; en, by onze gemeene belangen, de belangen Uwer getrouwe Burgers en Ingezetenen, ja by de dierbaare belangen van onze geheele lieve Vaderland, fmeeken wy U Ed, Groot Achtb. de vreeze, die onze harten bekneld, iedel te maaken, en het vertrouwen, het zoo teder, het zoo hoogstnoodig vertrouwen der goede Burgery te bevestigen, door niet flechts in het algemeen, by alle voorkomende gelegenheden, de gewichtige ftemme dezer Stad cordaatelyk ter Staats-Vergadering te doen medewerken tot alles, wat de heilzaame gebeurtenisfen te Amfteldam en Rotterdam, als volftrektelyk op het algemeen welzyn gegrond, en door dc dringendfte noodzaakelykheid gewettigd, kracht geven, en derzelver verydeling kunnen voorkomen, maar ook fpeciaal, en wel voornaamelyk, door eene approbatoire bekrachtiging van het gedrag onzer Stads Gedeputeerden, ter jongfte Vergadering, voor zoo verre Hun Ed., met afzien van eene voorgaande overneming, het loffelyk Advis van eene voorige week geinhereerd, en daar door by het vestigen der Meerderheid, andermaal der gcede zaak eenen gewichtigen dienst gedaan hebben. 14  I3.  138 Verzameling van Stukken betrekkelyk iet verdere maatregelen en demarches, als zy op eene wettige en conftitutioneele wyze in tyden en wyïen raadzaam en gepast zullen oirdeelen. Amfteldam, den 10 May 1787. (was geteekend) P. Clifford. Huydecoper van Maarsfeveen*, Jacob Elias , Arnoudsz. N. Faas. Z. H. Alewyn. j. Witsen. Joan Fredrikd'Orville. Herman van de Poll. P. Elias. ]N<». 1675. Waarfchouwing van den Gerechte der Stad Amfteldam tot handhaaving van de rust en veilig' heid. . ïn dato den 10 May 1787. Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amfteldam, willende zorgen voor de handhaaving van de rust en veiligheid in deze volkryke Stad, waar aan alle goede Burgeren en Ingezetenen ten hoogften gelegen ligt, vinden goed allen en een iege]yk, van wat ftaat en conditie hy zoude mogen zyn, by deze wel ernftig te vermaanen en te waarfchouwen, zich zorgvuldig te wachten, by of op 't Raadhuis dezer Stad, ter gelegenheid van 't opgaan , of afgaan der Regeering , of van eenige byzondere Leden derzelve, eenige buitengewoone aandrang, of ongeregeldheid te veroirzaaken, als mede gefchreeuw op te heffen , of iets diergelyks te pleegen, 't welk tot disrefpe£i van de Regeering, of tot opfchudding onder de goede Gemeente zoude ttrekken, als mede zich te onthouden van, 't zy op 's Heeren ftraaten, 't zy aan de huizen, eenig molest of ander geweld te pleegen, ofte byzondere Perfoonen te dwingen tot het doen van 't een of ander, 't welk zoude kunnen ftrek» ken tot ftooring van de publieke rust, of particuliere veiligheid, onder wat prstext zulks zoude mogen gefchieden, op poene, dat die gene welken ** con»  ie Gebeurtenis/en in it#7 enz. voorgevallen. X39 Contrarie dezes zullen bevonden worden gedaan te hebben, volgens Plakaaten dezer Landen, als verhoorders der publieke rust, naar exigentie van zaaken, zelvs aan den lyve zullen worden geftraft; zullende zoodaanigen, die, offchoon zy zeiven de voorfchreven daaden niet hebben helpen plegen, maar andere door belofte, bedreigingen, t geven van geld, of op eenige andere wyze daar toe zouden mogen hebben aangezet, even ftrafbaar, als de daaders zelve gehouden worden. N°. 1675. Extracl uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland, behelzende een Antwoord op de Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, van den ^den laatstleden (*}. In dato den 10 May 1787. De Heer van Wassenaar Heer van Starrenburg en verdere Heeren by Hun Ed. Groot Mogendens Refolutie van den 6den September laatstleden gecommitteerd tot het Perfooneel Befoigne, tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mogendens Refolutie Commisforiaal van gisteren, geëxamineerd hebbende een Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland, gefchreven te Arnhem den 3den dezer, met een Extract van het ten zeiven dage by hen gerefolveerde, over de herhaalde orders door den Generaal-Major van Ryssel aan de Militie tot het Cordon, in Hun Ed. Groot Mogendens Provincie onder zyn Commando behoorende; en contineerende die Misfive verders de gevoelens van gemek de Heeren Staaten op datfubjefl:, hebben gerapporteerd: dat zy Heeren Gecommitteerden geconfidereerd hebbende, dat de voorfchreven Misfive van gemelde Heeren Staaten van Gelderland was gecoucheerd op eene wyze, en gefchreven met eenen zoo hoogen toon, die weinig overeenkom- ftig (*) Zie in het XVIII. Beel dezer Wwzmtimg, U. 3i>.  i4o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ftig is aan de decentie en de egards, welke Bondgenooten de een aan den anderen verichuldigd zyn J en ten tweeden, dat dezelve geheel en al is opgevuld met verregaande verdenkingen tegens deze Provincie, en tot doelwit heeft het gedrag van Hun Ed. Groot Mogenden in een gansch verkeerd daglicht te doen voorkomen, en aan Hoogstdezelven ten laste te leggen, of de gegevene orders aaa dan Generaal-Major van Ryssel het oogmerk: zouden hebben gehad en nog hebben, om de Band der Unie te breken, door het doen van eene invafie in de eene of andere Provincie; daar in tegendeel de gegevene orders alleen het but hebben, om voor te komen, dat één Lid van Staat den anderen niet met geweld en gewapende Manfchap zoude overrompelen, tegenftfydig met de duidelyke letter van dat zelvde Verbond der Unie, welk Hun Ed. Groot Mogenden verplichc zyn met alle macht te maintineeren, en tot welken einde hun gedrag alleenlyk ftrektej dewyl 'er ook maar van wegens Hun Ed. Groot Mogenden een toezegging aan de Stad van Utrecht is gedaan in het onverhoopt ge» val, dat zoude worden geattacqueerd, dien volgende var Advife zouden zyn, dat de navolgende Misfive aan de Heeren Staaten van Gelderland zoude behooren te werden gearrefteerd en afgezonden; en dat daar van mede by Copie aan de verdere Bondgenooten zoude behooren te werden kennis gegeven. Edele Mogende Heeren! Wy hebben met de uiterfte aandoening gelezen de Misfive van U Ed. Mogenden van den 3den May laatstleden, waar in wy een zoo hooogen taal en verregaande verdenkingen hebben ontmoea, dat wy dezelve geenszins met die decentie en egards, die de Hooge Bondgenooten aan den anderen verfchuldigd zyn, overeen hebben kunnen brengen; wy meenen nogthans aan deze onze ge- yoe»  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, i^t voeligheid, by deze onze refcriptie, den teugel zoo verre niet te vieren, dat wy zouden te buiten gaan de moderatie, die wy ten aanzien van onze Bondgenooten altoos hebben gemeend plaats te moeten geven; .maar wy hebben teffens geoirdeeld die zelvde Bondgenooten, tot wier kennisfe wy deze Misfive, op het voorbeeld van U Ed.Mogenden, ook zullen brengen, ja zelvs de geheele Weereld, door middel van eene onbewimpelde voorftelling van de waarheid, te prasferveeren voor de verkeerde indrukzelen, die U Ed. Mogendens gemelde Misfive op alle dezelven zoude moeten maaken, ingevalle dienaangaande een volftrekt ftil« zwygen aan onze zyde plaats had. De eerfte aanval van U Ed. Mogenden is gericht op den GeBeraal-Major van Ryssel, het Cordon binnen onze Provincie commandeerende, den welken U Ed. Mogenden gelieven voor te ftellen al» een Officier, die, wegens zyne verrichtingen in gemelde zyne qualiteit, responfabel zoude zyn aan den Raad van Staaten, of ten minften, byaldien hy tot die verrichtingen door ons, niet geauthorifeerd ware geweest, wy kwalyk zouden hebben gedaan, denzelven deswegens niet te hebben doen corrigeeren, en in tegendeel het Commando te hebben Iaten behouden; ja zelvs ons weigerachtig getoond zouden hebben, om ten dien opzichte eenige gerustheid aan onze Mede-Bondgenooten te geven. Maar, Ed Mogende Heeren! wy zouden op dit geavanceerde in het generaal kunnen antwoorden, dat het zelve rog wel met eenige houding door de Heeren Staaten van Utrecht, byaldien daar toe eenige grond ware geweest, aan ons gereprsfenteerd zoude hebben kunnen werden, als betrekking hebbende tot Hoogstderzelver Territoir; dan wy hadden van UEd. Mogerden niet kunnen verwachten, dat Hoogstdezelven,op zoo een meesterlyke toon, onze daaden zouden hebben kunnen goedvinden te tauxeeren; daar het Territoir van U Ed. Mogenden m allen gevalle niet is geconcerneerd in de ordres dooï  142 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot door den Geceraal-Majör van Ryssel gegeven j wy kunnen derhalven niet wel anders begrypen,als dat U Ed. Mogenden thans een fysthóma zouden willen etablisfeeren, het welk wy nimmer zullen kuunen admitteeren; naamenïyk dat de Bondgenooten, het zy gezamenlyk, het zy ieder afzonderlyk, of ook wel de Raad van Staaten, verantwoording zouden kunnen vorderen van Militaire Officieren, wegens ordres door dezelven op ons fouverein Territoir van onzentwege gegeven; dan, wy ftaan onVeranderlyk in het contrarie begrip, en zullen niet toelaten, dat gemelde Officieren van onze repartitie, en zich op ons fouverein Territoir bevindende, aan iemand anders, wie hy ook zy,dan alleenlyk aan ons, zoodaanige verantwoordinge doen;wy hebben dit aan dezelve Officieren expresfelyk verboden, op pbsne van onze indignatie; wy hebben daar en tegen den meergemelden Generaal-Major van Ryssel, die als een man van eer zich van zyn plicht in onzen dienst acquiteerd; en alle de verdefe Officieren, die het zelve doen, in onze particuliere proteflie genomen, en doen zulks als nog teeen allen, die dezelven ter dier zaake Zouden trachten te perfecuteeren ; dit ons begrip is op den aart Van de Jouvereiniteit, midsgaders zelvsverdediPins, en dus op den aart der zaake zelve, gevestigd ;wy hebben by U Ed. Mogenden Misfive niets tót deftruftie van dien gevonden; en het is 'er zeer verre van daan, dat wy ons met U Ed. Mogenden over het Generaliteits-Rapport, van den 8ften December laatstleden, zouden inlaten; daar wy, met relatie tot de Rechten van Souvereiniteit, aan ieder onzer Bondgenooten, zoo wel als aan ons, competeerende, nimmer dezelve zullen fubmitteeren aan delibemtien van de Generaliteit; — men doetwaarlyk immers ten onzen opzichte telkens vergeeffche moeite, met aan de Vergadering van Hun Hoog Mogenden eend incompetente authoriteit over de byzondere Provinciën te willen toekennen; en aldaar zaaken te brengen, die^ volgens den aart va* iseE  is Gehurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 143 liet Bondgenootfcbap , geen objecten van delibera» tie van die Vergadering kunnen zyn. De tweede aanval by meergemelde U Ed. Mogenden Misfive is tegen ons direclelyk ingericht, en leid ons dan ook tot onderzoek van de ordres, door den Generaal-Major van Ryssel gegeven, waar over U Ed. Mogenden zich zoo zeer beklagen. — Wy hebben zeer wel geremarqueerd: dat U Ed, Mogenden dezelve ordres trachten te doen voorkomen als flrydig tegen het Verbond van linie, met deze haatelykc daar by gevoegde infimulatie, als of wy daar mede dien geheiligden band Zouden verbreken, een vyandlyken aanval op heÊ Territoir der Heeren Staaten van Utrecht in den zin zouden hebben, en U Edele Mogenden alzoo zouden noodzaaken, zich met Hoogstdezelven, tot 'onderlinge defenfie tegen ons , te verbinden, —• gevende wyders te kennen het gantfche Bondgenootfchap, doormiddel van zoodaanige infinuatie, 'tegen ons in het harnas te willen jagen. Maar, Ed. Mogende Heeren! wy zullen ons volkomen onfchuldig houden aan alle de verwarringen, die U Ed. Mogenden in deze dagen in de Republiek, langs dezen weg, op nieuws zullen veroirzaaken. — Het is 'er zoo verre van daan, dat wy de banden van de Unie zouden willen verbreken j dat wy in tegendeel dezelven op de fterkfte wyze trachten toe te haaien; — de geheele weereld 'weet, dat wy de Stad van Utrecht adfistentie hebben toegezegt, alleenlyk, in gevalle eene vyandelyke aanval op dezelve ondernomen mogte worden,. — De ordres, tot executie van deze toezegging cafu quo gegeven, zyn een noodzaaklyk gevolg van die toezegging zelve: zonder dewelke, zoo als van zelvs fpreekt, deze toezegging niets beduiden zoude; maar die ordres kunnen geen uitwerking hebben, dan alleen in het gemelde geval; —* de Heeren'Staaten van Utrecht hebben eene volkomen zekerheid, dat Hoogstdezelven van ons niet te wachten hebben, dat wy onze Troepen, anders ai»  i44 Verzameling van Stukken betrekkelyk m als in het voorgefchreve geval, op hun Territoir zuï» len doen verfchynen: de toezegging van de voorlchreven adfistentie is, naar onze overtuiging, een plicht, waar toe wy ons by de Unie van Utrecht in alle zoodaanige gevallen verbonden hebben. — De Stad van Utrecht is een notabel Staatslid van de Provincie van Utrecht, en dus gerechtigd om tegen vyandelyke aanvallen , van wien zulks ook zoude zyn mogen, de beloofde hulp van de Bondgenooten te reclameeren: — wy zyn verder gegaan; wy hebben, om de differenten te vereffenen , die in de Provincie van Utrecht fubfisteeren, en om alle daadelykheden voor te komen, onze mediatie aan de Staats-Leden van gemelde Provincie op de krachtigfie wyze aangeboden;—« ja wy hebben reeds Gecommitteerden tot dat einde by ons benoemd:— maar de Staatsleden, te Amersfoort vergaderende, houden dit heilzaam werk, door het moveeren van difficulteiten, telkens op. — Zie daar, Ed. Mogende Heeren! da waare gefteldheid der zaake; zy is weereldkundig. , Én de geheele weereld oirdeele nu, of in dit ons gedrag eenig vyandelyk voornemen tegen een der Bondgenooten gelegen zy ? of zel vs een fchyn van verbreking van den band der Unie? Men fchermt véeltyds in het wilde met het Ut' rechtfche Verbond van Unie, om de eene of andere Provincie verdagt te maaken van inbreuk op het zelve te willen doen: en wy moeten met leedwezen zeggen, dat U Ed. Mogenden by derzelver voorfchreven Misfive ons ook in zoodaanig verdenken fchynen te willen brengen, en de geheele Republieic alzoo tegen ons aanhitzen. — Het kan zyn dat U Ed. Mogenden de voorfchreven Unie anders als wy interpreteereh, en fustineeren, dat, volgens dat Verbond, het eene Lid van Staat ih eene en dezelvde Provincie, het andere aldaar Zoude kunnen aanvallen, en voorgeven, dat regu* lariter, dat is te zeggen zoo lange de respe&ive Leden van Staat zich conform hunne verplichtingen*  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 145 gen, uit dat zelvde Veibond refulteerende , gedragen, geen Troepes ven den Staat van het Territoir van de eene Provincie op dat vao eene andere mogen trekken, zonder Patenten van de laatstgemelde; dat, zeggen wy, zoodaanig een Lid van Maat door weigering van Patenten zoude kunnen beletten het fecours, 't welk anderszins alle de Le. den-, Steden en Ingezetenen van den Staat, volgens de Waare letter van de Unie, mogen reclameéren. —- Maar voor ons, Ed. Mogende Heeren! wy hebben een afgryzen van eene zoodaanige 'interpretatie , die met de klaare letter en uitgedrukte intentie van het zelve Verbond, zoo diametraal, itrydig is; midsgaders de deur voor de akeligfte tooneelen in deze Republiek zoude open ftellen. HF UaD' ^f.zy zo° nec wiI' en genomen al eens dat onze ftelhng in dezen erronneus mogte zvn, dan zouden wy nog ter goeder trouwe dwaalen omtrent eene fustenue, die wy verzekerd zyn ten minften zoo veel Voorftanders te zullen vinden, als 'er daar en tegen zyn zouden, die de gemelde zoo zeer bedenkelyke ftelling van U Ed. Mogenden zouden omhelzen; en dan moeten wy U Ed. Mogenden zelve vraagen, of Hoogstdezelve ons niet het grootfte ongelyk aandoen, met ons gefustineerde en de ordres, dien conform gegeven, by het geheelè liondgenootfchap te doen voorkomen, als geheime, \gevaarlyke oogmerken, waar tegen defenfivé verbindtenisfcn zouden behooren te werden aangegaan. | Het Bondgenootfchap heeft waarlyk geen reden", brn van ons zoodaanige oogmerken te foupeonneeten; daar wy in tegendeel, tot fteun der gemeenè kaaken, buiten verplichting zoo zwaare lasten van het zelve torsfchen, dat wy ons telkens beklagen boeten over de defecten in de contributien der andere Provinciën; en dat wel inzaaken, waarin dé |ewichtigfte belangen van den Staat geconcerneerd |yn.— Maar dat wy de mooglykheid daar fteljen, Bat de Stad van Utrecht zoude kunnen bloot ftaad r0S-rweren geweldigen aanval van haare M/ede-£e3èa | .-XXL Deel. & Van  146 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van Stait in haare Provincie, alwaar de verdeeldheden en animoficeiten tot zoo hoogen top geflegen zyn, kan immers, en vooral na eene nadere vereeoiging van UEd. Mog. met eenige Staats-Leden van de Piovincie van Utrecht, zoo vreemd niet voorkomen, in een tyd, waarin, zoo als wederom de weereld weet, de" Steden van Hattem en Elburg eene zoodaanige verwoesting onlangs hebben moeten ondergaan ; en waaromtrent U Ed. Mog. onzen tusfchenkomsr tot vereeniging, op eene voor ons zoo vertchielvke wyze, tot hier toe, van de hand hehben gewezen. In de daad, Ed. Mogende HeereD! byaldien wy het voorbeeld van U Ed. Mogenden in dezen zouden willen volgen, zouden wy dan met geen meerder grond foup§ons by de Bondgenrofen kunnen verwekken, aangaande de zoogenaim.de defmjive engagementen met eerAge der Utrecht. Jche Staats-Leden, by meergemelde U Ed. Mogenden Misfive aan ons gecommuniceerd?daar de Stad van Utrecht by U Ed. Mogenden waarfchynlyk met geer a; der oog, als die van Hattem en Elburg, werd beichouwd. Wy meenen, Ed. Mogende Heeren 1 aldus ons fysthéma klaar en duidelyk voor U Ed. Mogenden met alle mooglyke moderatie, niet tegenftaande de bovengemelde haatelvke infimulatien , te hebben opengelegd; een fysthéma, het welk U Ed. Mogenden , en alle de Leden van het Bondgenootfchap, die zeiven geene verbrekinge van het meergemelde Verbond van Unie in den zin hebben, noch het zelve door vyandelyke aanvallen op Leden van dat Verbond voor zich zeiven buiten alle werking zouden brengen, volkomen gerust moet ftellen, en welk fysthéma laatftelyk alle voorwendfelen affnyd, om daar tegen defenfive engagementen aan te gaan; midsgaders Troepes uit U Ed. Mogenden Provincie ir die van Utrecht te doen trekken: het welk zekerlyk nadenker by ons zoude moeten veroirzaakcc. Waar mede &c,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 147 Waar op gedelibereerd en Copie van het voorfchreven gerapporteerde verzocht zynde, door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om het zeive in de orde nader te examineeren, en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gorinchem, Brielle, Hoorn, Enkhuyzen, Edam en Me. demblik, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. -N°. 1677. Aanfpraak door den Heer Ameyden, S«cretaris van het (ienootfchap voor Vryheid en Vaderland te Leyden, op den 10 May 1787 aan een Detachement van dat Corps gedaan, 't welk ge* reed jtond naar Utrecht te marcheeren. Waarde Mede-Leden, Braave Helden in het verdedigen van ons dierbaar Vaderland! Thans is het oogenblik aanwezig, dat gy Lieden Haat uit te trekken, omme uwe verdrukte Bondgenooten te helpen bevryden van een van alle kanten haar dreigend gevaar; de verdelgers onzer dierbaare Vryheid , hebben het zwaard uitgetoogen om het zelve in den boezem van ieder braaf Vaderlander te drukken, en ons op eenmaal te ontroven van die dierbaare Vryheid, voor welke onze braave 'Voorvaderen hun goed en bloed hebben opgeofferd, en waar van deze tot nog toe vrye grond de kenteekenen draagt; wat moeten wy ons van uwen heldenmoed niet voordellen, daar gy Lieden reeds byna alle aan Utrecht, ja, wat zeggen wy,voor het oog van gantsch Nederland de blyken hebt opgeleverd, dat gy uw hart en arm het Vaderland hebt toegewyd, en gereed zyt om uw bloed ter behoud van uwe en onzer aller Vryheid op te offeren. Trekt Cm heenen, myne Broeders! ia de mogendheid  i48 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van Hem, welk zoo zichtbaar toond Neèrlands en dS vfyheids God te zyn; van Hem welke reeds nwe U techdche Bondgenooten, en waar onder-tarook zoo veele uwer Medebroeder, moogt tel en , de overwinning op haare Burger-Tirannen, de Scuenders en Aanranders van onze dierbaare Vrvheidl gefchonken heeft; ja myne Vrienden, reeds by uJe aankomst in Utrechts gryze wallen, lonen de teekenen van overwinning u hiei: var, de ïichtbaarfte bewyzen opleveren, gedraagt u dan ook alfHelden, en keert niet weder, voor dat gy « - Sier Vvanden hebt overwonnen, en wy uw dezen uwen voorgeftelden taak,, en keer: wea Ü ,hedond end geweld van uw Cartouwen ondoor het donderen * f Heldenbloed in uw dervmden, dat het d ^ zy vryh ld vS diVt, dan zelvs'wanneer hy zyn laatftenadem veru<.<~ o ' boezem uitblaast. 'I ^gïïï ïï^uSrniet mede ten ftryde trek-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 140 ken, zyt echter verzekerd, dat dit Hart, en deze mynen Hand, aan het Vaderland en de Vryheid, tot aan mynen laatften levensfnik blyft toegewyd. ï$a, 1678. Remarques van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, betrekkelyk eenige posten gebracht op den extraordinaris Staat van Oorlog, over den jaare 1787. In dato den 11 May 1787. De Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, den nden dezer, raadplegende over het confent in den Extraordinaris Staat van Oorlog voor dit jaar, en voor ömaanden in de continuatie van den ordinaris Staat, befloten om alvorens daar op te re. folveeren, door de Heeren Gedeputeerden ter Ge. ineraliteit eenige remarques te doen openleggen, betreklyk eenige Posten, welke op dien Extraor. | dinaris Staat gebracht waren en een byzonderenaanidacht verdienden, en tevens daar by te doen verjklaren: ,, dat Hunne Ed. Groot Mogenden derzel„ ver gevoelige aandoening niet mogten verber,, gen, by de herinnering van het noodlottig tyd. „ ftip,waar aan deze Extraordinaris Staat van Oor. „ log zyn geboorte is verfchuldigd. —■ Een tyd„ ftip, waar in dit Gemeenebest, met een vyand„ lyken aanval gedreigd, de Legers van een mach,, tig Nabuur tot op haare Grenzen zag genaderd, voorzien met eene talryke menigte ligte en irre,, guliere Troepes,hoedaaoige,naar detegenwoor„ dige manier van oorlogen, volftrekt noodig en „ onontbeerlyk zyn, dan van welk foort van Troe„ pes de Armée van den Staat geheel ontbloot was. », —Een tydftip waar in deze Provincie, door eene_ voor haare Finantien veel te drukkende on„ dervinding, heeft moeten ontwaar worden, hoe „ zy den last der kostbaare Oorlogstoebereidfelen, i, verre buiten en boven alle evenredigheid, heeft K 3. s> moe*  150 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ moeten torsfen; —— hoe andere Bondgenooten, „ deels door verweigerde Confenten , en deels door gebrekkige Fournisfementen, d; belangens „ van de gemeene defenfie in de waagfchaal heb« ,, ben gefteld; en hoe verfcheiden dier Bondgenoo„ ten, door een tegen de gronden van het Bond„ genootfchap aandruisfchende handelwys, hun„ ne beurfen voor de allernoodigfte voorzienin„ gen, tot het voeren van den Oorlog, gefloten ,, gehouden hebbende, al verder, zoo dra de „ hoop , tot afwending eener voor het Vaderland ,, allerverderffelykften Oorlog, en ter behoud van ,, een gewenschttn Vrede, gelukkiglyk kwam op. „ dagen, als toen, door een niet minder vreemd „ en onbeftaanbaar gedrag, niet dan te zichtbaar getoond hebben, zich aan de middelen, ter be„ reiking van die heilzaame eindens, almede te „ willen onttrekken. ,, Dat Hun Ed. Groot Mogenden zich dan ook niet kunnen vergenoegen met ten fterkften te ,, it:fteeren, ten einde, hoe eerder zoo beter ee- ne behoorlyke Liquidatie van de Gelden op den tweeden en derden extraordinairen Staat van „ Oorlog van den jaare 1785 geformeerd, en de ,r pedaane uitfchotten, door de respe&ive Provin,, cien onderling vereffend worden; maar dat „ Hoogstdezelven, door het gewigtig aanbelang ,, van al het gunt voorfchreven is, zich genood„ zaakt en gedrongen vinden, om zoo ernftig als ,, nadruklyk te denuncieeren, dat, in het geval, „ dat de andere Bondgenooten , vergetende de „ plichten, by het Verbond der Unie, aan de Le,, den opgelegd, zich zoo verre zouden laten ver„ voeren . van de last der voldoening aan de hoofd„ objecten der meergemelde extraordinaris Staat „ van hunne fchouderen af tefchuiven, Hun Ed» „ Groot Mogenden zich van hunne zyde niet lan,, ger zullen kunnen weerhouden van zoodaanige „ gepaste maatregelen daar te ftellen, als, in dat „ geval, onvermydlyk zyn zullen, om het voorheen zoo  ie Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. 151 j, zoo beilryk en vrugtbaar, dan thans van de pri„ mitive inrichting geheel afgeweken verbond, niet verder tot een grievend bezwaar en eene on- verdraaglyke last voor Hoogstderzelver Provin. „ cie te doen /trekken. ,, Dat Hun Ed. Groot Mogenden wyders met „ betrekking tot de continuatie van den ordina„ ris Staat van Oorlog niet zonder de hoogfte ge. „ voehgheid ontwaar werden, dat, daar de Con5, ier ten van deze Provincie in de fuccesfive Ordi,, naris Staaten van Oorlog, al federt een gerui- men fyd, telkens gepaard zyn geworden met de „ ernltigfte reprefentarien , over de verregaande ,, traagheid en fchreeuwende agterheid der andere „ Bondgenooten in het ftuk der Contriburien, tot „ de zoonoodige inftandhouding van 'sLand- Zee„ macht, die herhaalde repiasfentatien echter tot ,, dus verre van zoo weinig ingang zyn geweest, dat daar en tegen de zaaken thans tot dit uiterke ,, zyn gekomen, dat verre de meeste Provinciën, », afleggende alle zorg voor 'sLand* NavaleMagt, „ met welke nogthans de gantfche.Republiek moet „ ltaan of vallen, door hun gedrag niet onduidlyk „ het aanhoudend voornemen aan den dag leggen, q om alle betaalingen, tot een, met de gewigtig1, fte belangen van het dierbaar Vaderland zoo „ naauw verknogt onderwerp, op alle wyze te ont. M duiken, en het bezwaard Financie-wezen dezer ,, Provincie, door welke, alleen in het gepasfeer1, de jaar een fom van over de twee- en- veertig Tonnen Gouds tot de Marine is opgebragt, oni der die last gefladig te doen bukken. „ Dat, gelyk eene handelwys van dien aart geen ;, geringe invloed moet voortbrengen op de Con„ tnbutie dezer Provincie, met opzicht tot de „ Landmacht, Hun Ed. Groot Mogenden mitsdien „ zwaangheid moeten maaken, om, zoolang aan „ de voorfchreven zoo dikwerf herhaalde inftan„ tien, by hunne Mede-Bondgenooten niet zal „ wezen voldaan, en zoo lang het effe<3 van de K 4 „ na-  at Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nadruklyke denunciatie, by de nu onlangs uit» 3> gebragte Refolutie, omtrent de Ordinaris Equi„ pagie, niet zal wezen gezien, zich tot een on„ bepaald Confent in de continuatie van den Or„ dinaris Staat te determineeren; maar goedge„ vonden hebben, om by provifie niet langer dan „ voor den tyd van zes maanden in de continuatie ,, van den Ordinaris Staat te confenteeren, zoo „ als Hun Ed, Groot Mogenden doen by dezen, „ en zulks onder deze limitatie en expresfe cou» ,, ditie: dat voor alle de Troepes op de repartitie ,, dezer Provincie Jlaande, in de Gelderfche Steden „ en Plaatzen Guarnifoen houdende, de noodige „ Patenten zullen worden gedepecheerd, om van „ daar naar de Steden in de Generaliteit te mar„ cheeren; met verdere denunciatie, dat, byal. „ dien aan dit verlangen van Hun Ed. Groot Mo» „ genden niet met 'er daad mogt zyn voldaan, ,, uiterlyk by het vervallen van de Heerenmaand ,, van Juny, alle dezelve Troepes als dan by Hun „ Ed. Groot Mogenden zullen werden gehouden ,\ voor gelicentieerd, en dienvolgens ook daadlyk buiten foldy sullen werden gefield." Jtf". IÖ79. Waarfchowwing van Reclor en Senaat van 's Lands Univerjiteit te Leiden, aan de Studeer ende Jeugd, om niet naar Utrecht te, trekken. In dato den 12 May 1787. ' Rector en Senaat vernomen hebbende, dat fom* mige uit de Studeerende Jeugd, welke voor het grootfte deel minderjaarig, en aan het gezag vaa Ouders of Voogden onderworpen is, in deie onftuimige dagen ter Stad uitgetogen zyn, om gewapenderhand de zaak der Utrechtfche Burgeren te helpen verdedigen ; vinden zich verplicht, de overige Studenten, voor zoo veelen zy het zelvde voornemen.hebben mogten, openlyk te verma*. • * J • nen,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ?$$ Ben, en by hunne Studiën, om welker wille zy hier gekomen zyn, by alle gevoel van Deugd en, Ouderliefde, ernflig te betuigen, dat zy dit voornemen niet uitvoerea, noch zich aan het uiterfte gevaar bloptftellen, zonder vooraf te raadpleegen met hunne Ouders of Voogden; welker gezag te verbnachtzaamen in eene zaak van zoo veel belang, ten uiterften ongeoirloofd is, Weshalven de Rector Magnificus openlyk verklaard, 'zich. der handhaaving van dat gezag, door Ouders of Voogden daar toe verzogt zynde, niet te zullen onttrekken. Rector en Senaat houden zich verzekerd, dat deze hunne vermaaning gaarne zal opgevolgd worden van allen, die door Rede en Godsdienst overtuigd zyn, dat, zonder eerbied voor Ouders, het den Vaderlande niet wel kan gaan. Uit last van Recler en Senaat, (was gef.) F. J. Voltelen,, Secretaris*, N°. I680. Aanfpraak eener Commisfie uit de Vaderlandfche Sociëteit te Rotterdam, op den 11 May 1787 aan de Geconftitueerden en Gecommitteerden' van den Krygsraad, en derzelver Secretaris, £fr. De plechtige gebeurtenis van den 23tlen April, binnen deze Stad voorgevallen, heeft alle derzelver Inwooners met verfchillende aandoeningen vervuld. Ieder welmeenend en nadenkend Ingezeten heeft te dier gelegenheid hartgrondig moeten bejammeren de droevige onlusten en party, fchappén, door welke het dierbaar Vaderland gefchokt en gefolterd wordt, en waar door Gylieden, myne Heeren! in de voor U onaangenaame noodzaakelykheid gedrongen zyt geworden, om, na voorgang der machtigfte Stad onzer Provincie, in saam van het achtbaar Lighaam deaer Stads Schut» K 5 ts.ry.o,  X54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tery j en van een zeer aanzienlyk gedeelte der goede Burgery, dewelke Gylieden ontegenzeggelyk repra;fenteert, een' flap te doen , zekerlyk zoo fletk en gewichtig, dat het wenfchelyk ware dat dezelve nimmer had behoeven te gefchieden. De Conftituenten hebben al het gewicht en de gevolgen van denzelven gevoeld, en begrepen, hoe veel arbeid, zorg en moeite, deszelvs beraaming, voortgang en uitvoering, aan Ulieden allen heeft moeten veroirzaaken. Van een gedeelte derzelven zyn de meesten hunner oog- en oorgetuigen geweest, —— en herinneren zich nog met eerbied en or.tzag, de blyken Uwer zuivere Vaderlandsliefde, voorbeeldige bedaardheid, onverfchrokkene ftandvastigheid, — en alle de verdere fïatelyie plegtigheden van dezen altoos gedenkwaardigen dag. Aan de wyze maatregelen, door Ulieden gemeenzaamerhand genomen en ter uitvoer gebragt, erkennen zy het, Daast den zegen van het Opper, wezen, en het goed beleid dezer Stads Magiftraat, verfchuldigd te zyn, dat alles, zonder fchyn of fchaduw van geweld aan iemands Perfoon of Bezittingen, en met vermydirg van alle de ysfelykheden, welke zoo dikwerf Burgertwisten verzeilen, ■— is afgelopen: zoodaanig zelvs, dat zulken onder de geremoveerde Raaden, die zich naar de oogenblikken des tyds verftandig wisten te fchikken, by hunnen aftocht van het Raadhuis; _ een uitgeleide hebben aangetroffen, dewelke, zoo iets, behoorde in ftaat geweest te zyn, om hun betere denkbeelden van hunne aldaar vergaderde MedeBurgers, en de zaak, die zy handhaafden, in te boezemen. Aan dezelvde oirzaaken, en vooral aan den boven onzen lof verhevenen yver en getrouwheid der gewapende Schutterye, danken zy het, dat geduurende en na dien tyd, tot op dit tegenwoordig oogenblik , de rust op de allervolkomenfte wyze , in deze Stad is bewaard gebleven, in weerwil van  ie Gebeurtenis/en in f787 enz. voorgevallen. 155 van veele gewichtige omftandigheden, dewelke, iatusfcheh in dezelve, by de gewoone jaarlyk-^ fche veranderinge der Regeering, hebben moeten gebeuren. De overweging van een en ander heeft henlieden dan ook aangefpoord en bewogen, om, by deze zeer byzondere gelegenheid, eenige Perfoonen uit hun midden te committeeren, ten einde U, Wel Ed. Manhafte Heeren Gecommitteerdens uit den Krygsraad dezer Stad, en U, Wel Edele Heeren, derzelver Geconftitucerdens in derzelver naam, op een plechtige wyze, daar voor hunne gevoelens van dankbaarheid en erkentenis te betuigen. Wy, de hier toe benoemden, rekenen het thans ans zeiven tot eer en genoegen, dien last met alle aprechtheid en welmeenenheid aan Ulieden, myne Heeren! te mogen uitvoeren. Hoe groot, hoe gdel is het vergenoegen, aan het weldoen verbonlen! Hoe vergroot, hoe veredeld nog dat vergeloegen, wanneer men, na welgedaan te hebben,, sich met de goedkeuring van God en Mentenen vereerd en begunftigd vindt! De Almachtige fpreie voor zich zei ven tot Ulieden allen in zegening! Maar wy verheugen ons, op :dit oogenblik, de mond te mogen zyn, die U van de volkomenfle goedkeuring Uwer waardfte Mede-Burgeren, over Dw gehouden gedrag by deze gebeurtenis, op de illerfterkfte wyze verzekert. Smaakt dit genoegen ;hans in alle deszelvs uitgeftrektheid, en laat het' Dlieden allen ten fpoorflage verflrekken, om met ieen minder yver en hartelykheid, en met de volcomenfte eensgezindheid, in de tegenwoordige aog hachelyke omftandigheden der gemeene zaaIcen, het heil onzer Burgerlyke Maatfchappy te helpen bevorderen, en op goede gronden bevestigen. Zoo zullen wy en onze Committenten, poedaanig dan ook den eindelyken uitflag Uwer poogingen zyn moge, U altoos toejuichen als de edelmoedige Voorftanders onzer Rechten en Vryfecid; en onze Kinderen met eerbied Uwe naamen lee*  l$6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot leeren kennen, terwyl wy hun Uwe roemryke daaden vertellen. Zoo zal zelvs, wanneer Uwe poogingen naar onzen wensch gelukken, het Nagellacht dier Mede-Burgeren, dewelke tegenwoordig, uit onkunde of dwaaling ("want de menfchenliefde verbied ons by de meesten hunner nog haatelyker oirzaaken te onderftellen) Uwen arbeid verachten en tegenwerken, — Uwe nagedachtenis zegenen, en in eere houden voor de veiligheid en het geluk, welke zy als dan in de Burgerlyke famenleving genieten zullen. Ook nog een enkel woord tot U, Wel Edel Heer! (hier rigtte de Spreker zich tot den Secretaris van den Krygsraad) die in dit geval, gelyk in menigvuldige anderen, zoo overtuigende blyken gegeven hebt van Uwe verknogtheid aan onze algemeene en Stedelyke belangens, dewelke Gy by veele gelegenheden door Uwen raad en medewerking hebt helpen fchraagen. Onze Committenten hebben ons gelast, ook aan U te zeggen, dat zy Uwe ongemeene kundigheden en vermogens hoog waardeeren, maar nog meer in U vereeren den loffelyken yver, om dezelve ten algemeenen nutte aan te leggen; dat zy aan U gedenken, en vuurig wenfchen fteeds onveranderlyk aan U te zullen kunnen blyven gedenken, als aan den degelyken Man, — den rechtfchapen Burger, — denweldoener zyner Tydgenooten.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 157 N°» I681. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hollanden West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogenden Vergaderinge genomen op Vry dag den 11 May 1787; waar by word ver- klaaid: dat de zaak by de Misfive van c. f., en by de Requeste der Oud-Schepenen c. f., als mede by de Misfives van Burgemeesteren van Rotterdam, over het gebeurde, noopens de remotie van zeven Raaden en derzelver plaatsvervulling, midsgaders omtrent de Vroedfchaps- Vergaderingen , als mere domesticq, geen objeSt van Hun Edele Groot Mogendens deliberatie kan zyn. By refumtie gedelibereerd zynde op de Misfive van s "» gefchreven te Rotterdam, den 24ften der voorleden maand, houdende een narré van het voorgevallene daags te vooren in de Vroedfchap aldaar, raakende de remotie van zeven Raaden en derzelver plaatsvervulling door anderen; als mede op de Requeste vau Oud-Schepenen der Stad Rotterdam, verzoekende Hun Ed. Groot Mogenden prompte en efficacieufe voorziening tot redres van al het gebeurde ter zaake voorfz.; en nog op een Misfive van den gemel- den ■ c f. van den 2den dezer, met een nader expofé van hun bovengemelde narré; voorts op een Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der voorfz. Stad van den 2?ften April, op 't fubject der remotie van zeven Vroedfchappen en de fuppletie van derzelver plaatzen, midsgaders het gebeurde by die gelegenheid; en op eene nadere Misfive van dezelve van den 2den dezer, houdende, dat zy, in de gefteldheid van zaaken by die Misfive omfchreven, raadzaamst hadden geoirdeeld, de convocatie eener VroedfchapsVergadering te moeten dilaieeren , tot dat zy met zoodaanige ordres van Hun Ed. Groot Mogenden zouden worden voorzien, waar door zy in fiaat gefteld wierden eene zoodaanige Vergadering te kunnen  158 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nen convoceeren; alles breeder onder de Notulen: van den sjften der voorlede en 3den dezer maand: geinfereerd. Is goedgevonden en verftaan, by deze te verklaa». ren : dat de zaak by de voorfz. Misfives en Requeste vermeld, als mere domesticq zynde, geen object voor de deliberatien van Hun Ed. Grooci Mogenden kan uitleveren, en dat dienvolgende de: voorfz. Addresfen moeten worden gehouden voori vervallen. En zal Extract dezer Refolutie gezonden wor-. 'den aan Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad I Rotterdam, tot derzelver informatie en naricht. Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tegen de conclufie van de voorfz. Refolutie geprotesteerd, en ten krachtigflen geurgeerd , dat: van wegens Hun Edele Groot Mogenden al het: voorgevallene, op en na den 231!en April dezes jaars , noopens de prstenfe remotie van eenige Vroedfchaps-Leden der Stad Rotterdam, en de prstenfe aanftelling van eenige nieuwe in derzelver: plaats , zoude behooren te worden vernietigd en 1 buiten effect gefteld, en alles aldaar weder gebracht op den voet als het zelve is geweest, voor den voorfz. 23ften April. Aanteekening van den Heer van Starrenburg. De Heer van Wassenaar, Heere van Starrenburg, heeft zich met de voorfz. Refolutie geconformeerd. Aanteekening van zes Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medemblik, heb-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 150 hebben geinba?reerd derzelver Declaratoir op den 3den dezer maand, by gelegenheid van de delibe. ratien over de a!s toen ingekomen Misfive van Burgemeesteren er Regeerders der Stad Rotterdam ge.daan, en als toen in de Notulen geinfereerd, en midsdien in het nemen van de bovengemelde R fo. lutie niet gecot curreerd, daar tegens geprotesteerd, en gereferveerd zoodaanige Aanteekening, als zy te raaden zouden worden. Aanteekening van Gorinchem. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem hebben gedeclareerd: dat de Heeren hunne Principaalen van gedachten zynde geweest,d it Hun Ed. Groot Mogenden zich het gebeurde te Rotterdam wel degelyk zouden behooren aan te trekken, en daar in de vereischte voorziening doen, ten einde alles wederom werde herfteld in den voorigen ftaat, onverminderd als dan Hoogstderzelver deli. beratien over de aldaar fubfisteerende verfchillen zy midsdien de bovenftaande Refolutie hebben ge' contradiceerd, de nadeelige gevolgen, welke daar uit kunnen voortvloeien, voor rekening en ter verantwoording gelaten van die Leden , welke tot dezelve hebben geconcurreerd , en eindelyk aan de Heeren hunne Principaalen zoodaanige nadere Aanteekening gereferveerd, als die zouden mogen noodig vinden. 8 A.,~~4~rt mtt de voorfz, Refolutien.  ï6o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 1682. ExtraSt uit het Register der Refolutien Van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, in dato den 13 May 1787 , betrekkelyk de flryd'ge ordres, door Hun Hoog Mogenden en de Staaten van Hol* land aan de commandeerende Officieren der Militie gegeven £fc. Is gerezen het Rapport van de Heeren Torck van Roozendaal en anderen Hun Hoog Mogenden Gédeputeerden in de Militaire zaaken, hebbende inge- ■ volgen en ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commisforiaal, van heden morgen, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerdens van den Raad vaa Staaten geëxamineerd een Misilve van D. Macdo^ ■ NAi/r, Major van 't Regiment van den Generaal-1 Major Stuart, als een Misfive van des Barynes, , Luitenant Collonel van 't Regiment van den Rhyn-1 graav van Salm, mids de Requeste van eenige Officieren van het Regiment Infantery van den Generaal-Major Paixardy, de Requeste van Raasfeld, Luitenant-Collonel en commandeerende het eerfte Battailjon van hst Regiment Infantery van den 1 Generaal-Major Dundas, en eindelyk de Requeste. van des Villattes, Coftonel Titulair-Major efFeétief en Kapitein van een Compagnie in 't Regiment van den Generaal-Major Pallardy, alle tendeerende de ftrydige ordres, door Hun Hoog Mogenden en de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland aan hun gegeven, waar door zy in de uiterfte verlegenheid worden gebracht ;breeder in de Notulen van heden morgen en dezen avond vermeld. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat ten allerfpoedigften aan de Heere.n Staaten van Holland en West-Friesland by Misfi. ve zal worden aangefchreven, dat Hun Hooog Mogenden met innigfte aandoening zyn ontwaar geworden , dat de Remonftrantien, welke HoogStdezelVe by gelegendheid der provifioneele dispenfatié Van dienst van eenige Officieren, uit hoofde van gé-  it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. iSi gegevene opening der by hun ontvangène ordres van den Generaal Major van Ryssel/ op zekere feinfehootsn zonder territoir te ontzien, naar Utrecht te marcheeren, by gemelde Heeren Staaten hebben aangevoerd, geenerhande ingang hebben gevonden, maar dat in tegendeel dezelven met ftilzwygen zynde beantwoord, Hoogstdezelven zvn overgegaan tot die ftap, van de Officieren, wel. ke zich niet bereidwillig hadden getoond, om te verklaaren , dat /.y de gemelde ordres van voornoemde Generaal Majoor van Ryssel zouden opvolgen, daadelyk te fuspecdeeren. Dat Hun Hoog Mogenden midsdien wel haast dé moed z' uden verloren geven om op dit poinét nader by hoogstgemelde Heeren Staaten met eenige hoop van fucces te argeeren, dan dat het criticq moment, en het befef van de gevolgen welke de verdere executie vaD de voorfchreven Refolutie*, én de vervj ling der plaatzen van de gemelde Officieren welke volgers informatie by Hoogstdezelve mede (lond te gefchieden , noodwendig zouden moeten hebben, Hun Hoog Mogenden dringt, om nog deze uiterfte pooging te doen, en voornoemde Heeren Staaten met alle mogelyke ernst en by al wat dierbaar is te obtesteeren, van nog deze zaak ia nadere en bedaarde overweging te nemen; dat wanneer dezelve word ingezien-, van de Zyde det Militairen, men niet kan disconvenieeren, dat, ja wel dezelve zich bé' inden in de facheufe omftandigheden van te moeten kiezen»tusfchen de narde al« ternative van een hun voorgefteld verlies van hun fortuin en beftaan, aan de eene; en aan deandere zy de vaö |eene verzaaking van de verplichting, waar in zy mee de gezamertlyke Bondgenooten ftaan. en eene On*. gehoorzaamheid aan alle uitdrukkelykeOrdres welke hun uit naam van dezelve, overeenkomftig dié* origineeie verplichting, gegeven zyn| doch daÉ echtêr voor hun, Zullen zy als braave en eeriyke lieden handelen, geen andere keuze te doen is»dad Bieb ftiprelvk te houden aan die ortirei, welks XXI. Deel, l b«t  t6i Verzameling van Stukken betrekkelyk tot het intrekken van eene Provincie, zonder confent van de territonaafe Souverein, verbieden, terwyl zy tot dat einde zich zeiven geen anderen vraag behoeven te doen, dan of zy van dien hunne verplichting, aan de gezamentlyke Bondgenooten en van het nakomen der ordres, hun uit derzelver gezamentlyke naam gegeven, kunnen worden ontflagen, door een der Bondgenooten afzonderlyk? van 'welke vtaag, de negative buiten alle bedenkelyk- rDa^wanrjeer de voorfchreven Refolutie der Heeren Staaten van Holland, en de gemediteerde vervuiling der plaatzing van gemelde Officieren, word befchouwd, met betrekking tot andere Bondgenooten, Hun Hoog Mogenden vergeefs, werk zouden doen, indien zy wilden betoogen, dat immer kan, worden goedgemaakt » dat of het recht van Betaal&j. heer, of dat van territoriaale Souverein, de bevoegdheid zoude geven, om aan de Troepen van de Unie, hoe zeer op derzelver repartitie ftaande, of zich op het territoir bevindende, ordres te doen: toekomen, weiken zouden moeten opereeren of geëxecuteerd worden op het territoir van eene andere Provincie, en om die Troepen of derzelver Officieren, welken zich niet bereidwillig verklaa. ren tot het naarkomen van die ordres, tefuspendeeren, ca^feereD en anderen in de plaats te Hellen; dat die zaak by meer dan eene gelegenheid tot demonftratie is gebracht, en op zich zeiven zoo klaar en etrvoudig is, dat Hun Hoog Mogenden zich niet kunnen voordellen, dat wanneer men dat recht of di bevoegdheid aan den Betaalsheer of territoriaale Souverein zoudewülen toekennen, als dan een emig wezendlyk merkteeken van onderfcheid, tusfchen Provicciaale Militie, en Militie van de gezamentlyke Bondgenooten, zal kunnen aan de hand gegeven worden. Dat na dit weinige geallegeerde Hun Hoog Mo-genden de Heeren Staaten van Holland zeiven tot. Rechters maaken, of het gerefolveerde van Hoogste 4e-  de Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen. 163 dezelve, aan de eene zyde de Militie niet brengt in de uiterfte anxieteit, en of aan den anderen kant Hun Hoog Mogenden en de Raad van Staaten, hec voor de gezamentlyke Bondgenooten zouden kunnen verantwoorden, wanneer zy zich de voorfz* zaak niet met allen ernst aantrokken, en ferieufelyk bedacht waren, om het maintien, zoo wel van de rechten der Unie als van die der Militairen, welke door de getrouwigheid aan hunnen plicht, zich. in zoodaanige ongelukkige omftandigheden gebracht vinden. Dat Hm Hoog Mogenden, öp de frïiddelen daar toe dienende, niet kunnen denken, zonder zich te verliezen in een zee van verwarringen , welken daaruit óntftaan moeten, zonder te apprehendeeren de verregaande verwyderingeni welke daar uic liaan geboren te worden, ja zonder dit te confldereeren als de voorboden, van eene zoo aanftonds voor de deur (taande totaale verbreking van den band der Unie Dat dit denkbeeld aan Hun Hoog Mogenden al te fchrikbaarend voorkomt, dan dat Hoogstdezelven zouden verliezen alle hoop , dat de Heeren Staaten van Holland wel zullen gelieven af te zien, van door eene vervulling der plaatzen van de bé. wuste Officieren, de zaaken onherftelbaar buitéri haar geheel te brengen , maar in tegendeel dis Voorziening zullen doen , dat de gediscerneefdü fuspenfle geen verder effecT: forteere, ten minfteri dat Hun Hoog Mogenden zich niet zullen berouwen, van daar toe tót op dit laatfte oogenblik,tlüa Heeren Staaten, met alle. welnieenendheid tö2 Verzocht, en op het vuurigfte gebeden te hebben. Er is vóórts, in afwachting van het fucces der voo>fz. reprefentatien, nog goedgëvondeti en verftaan , den Raad van Staate te Verzoeken, om aal : de voorfzi Officieren , welke reeds hebben verklaard, en aan diegenen, welke nog verder mog; ten Verklaaren, zich te hebben of te zullen ge* I dragen naar de ordres van Hun Hoog Mogenden ed  164 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van den Raad van Staate, van den 3den der gepasfeerde en bften dezer maand, aan te fchryven, dat Hun Hoog Mogenden derzelver conduites, ten dezen opzichte gehouden, volkomen laudeeren en approbeeren, en vastelyk vertrouwen, dat zy daar in, conform hunnen plicht, zullen perfevereeren, in welk geval zy buiten twyffel van Hud Hoog Mogenden , en de respective hooge Bondgenooten, kunnen en mogen verwachten de protectie en fchadeloosftelling , wegens het gene hun ter vcorfz. zaake mogt overkomen. Fn zal Extract van deze Refolutie gezonden wordeD aan zyne Hoogheid, als Kapitein-Generaal van de Unie,"tot Hoogstdeszelvs informatie. N°. 1683. Declaratoir van eenige Heeren. betrekke-, lyk de AEte van Verbindttnis, op den 8 Augustus 1 1786, tusjchen eenige Regenten gefloten enz. Gelyk de eenige bedoeling der orderfchcidene: Leden van Regeering uit de zeven Vereenigde Provinciën, die te meermaalen alterneer e byetnkcmften te Amfteldam, en elders, gehouden hebben, met het omwerpen, vastftellen, teekenen, en door den druk bekend maaken, der onderti>ge ABevan Verbindtenis van den 8 Augustus 1786, geweest is , om aan elk eerlyk Inwooner van deze Republiek, hoedaanig ook deszelvs denkwyze over den politicquen toeftand des Vaderlands zyn mogt, met de meeste openhartigheid in een kort famenftel te vertoonen, welke hunne gevoelens en oog. merken al, en welke dezelve niet waren ; zoo hebben de Ondergeteekenden niet dan met te meerdere verwondering en verontwaardiging kunnen vernemen, dat onlangs, zonder naam des uitgevers,, afzonderlyk in druk verfpreid is, zekere Acïe van Verbindtenis, welke in eeD voorbericht aan den lezer word opgegeven, als de vruchten der deliberatien  » ie Gebeurtenüfen in 1787 em. voorgevallen. 165 van die zoogenaamde vergadering van Regenten, in den Toren van Ko daan, en in den Doelen, te Amfteldam gehouden. Indien de Ondergeteekenden, welke die onderscheidene Vergaderingen hebben bygewoond, alleen geraadpleegd hadden met den inhoud van dac ftuk, en met de innerlyke bewustheid hunner handelingen, als Regenten, en als Leden van die Vergaderingen, en vooral met de beproefde braafheid van veele andere Leden der respe&ive Regeeringen, die deelgenooten der gemelde Vergaderingen geweest zyn, en die de eerstgemelde Afte geteekend hebben , en waar van fommigen vry algemeen bekend zyn, zy zouden by hun voornemen van een diep ftilzwygen omtrent die laatfte Afte, door hun by het eerfte kennis krygen daar van genomen, onverzettelyk gebleven zyn, om dat zy oirdeelden, dat men een aantal van onbefproken Regenten met geene de minfte billykheid verdenken konde van het verfoeilyk oogmerk, om een ontwerp te fmeeden, zoo roekeloos, verderflyk en onuitvoerlyk, als de inhoud der laatfte Ac*exi. engt* en te Selyker tyd eene andere ' Acte, zoo regelrecht ftrydig met hunne waare inzichten, publicq te maaken, en aan een groot aantal hunner-Mede-Regenten, die tot dus verre geen deel aan hunne byeenkomften gehad hebben, ter Jezing, overweging en teekening, aan te bieden. Jüan, iedert vernomen hebbende, hoe de laatst door den druk gemeen gemaakte Aóte aan fommigen aanleiding gegeven heeft, om met dezelve op de gemoederen van lichtgeloovige, en min doorzichtige menfchen, dieper indrukzels te maaken; dan men zich uit den aart der zaake immer van vooren had kunnen verbeelden, en te gelyk overwogen1 hebbende , dat foortgelyke (tukken, ter misleiding en opruijing van onkundige Ingezetegen, met de fchandelykfte bedoelingen tegen eige overtuiging verzonnen, elders zeer nadeelige gevolgen voor de Voorftanders der waare belangen van het Vaderland gehad hebben; hebben de L 3 On-  ïSö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ondergeteekenden gemeend, niet langer temogen ftilzitten, maar in tegendeel by deze openlyk aan alle Ingezetenen der Republiek te moeten verze- ■ keren: dat de AEle van Ver bindt enis, die in het 469 Nummer van de Post van den Ntder-Rhyn, met goed- ■ vinden der gemelde byeenkomst, geplaatst is, dei echte, en eenige is, die in die, of eenige andere : foortgelyke byeenkomst is voorgHtrld, in overweging genomen, en bepaald, zonder eenige com-. snunicatie met, of mededeelneming der gewapen— de Burger-Corpfen , of van iemand anders , wie: het ook zoude mogen zyn, en dat derhalven de: meergemelde ASte van Verbindtenis, federt onlangs: afzonderlyk uitgegeven, is volftrekt valsch , en: ten eenenmaal verdicht» En, op dat by niemand eenige de minfle rcdelyke twyffeling zoude kunnen overblyven, omtrent de echtheid der eerstgemelde^fïe van Verbindt enis, hebben de Ondergeteekenden voorts gemeend tei snoeten beloven, gelyk zy beloven by deze, eene' premie van één duizend goude Ryders, aan den genen, die met genoegzaame gronden mogt kunnen: bewyzen: dat in de gemelde Vergadering van den 8! Augustus i"iï6 te Amjieldam inden Doelen, of in ,, eenige andere voor , of na dien tyd te Amfteldam, of elders, door hun gehouden, door iemand der Le3, den van Regeering of Ministers, of wie andera „ het ook zyn moge, eenig voorftel van de ge< a, melde verdichte AEle van P'erbindtenis, of van iets: ,, diergelyks, gedaan, eenige deliberatien daar oveï| ,, aldaar, gevalien, of eenig befluit daar op geno-j „ men is, of ook, dat ooit door hun eene dierge* ,, lyke Aóle van Verbindtenis, van inhoud als dq 3, verdichte, aan eenig Regent der zeven Vereenig„ de Provinciën ter lezing, overweging, of onsx derteekening is aangeboden;" zullende in daft| geval, de voornoemde praemie daadelyk worden uit-: gekeerd door eenen der Ondergeteekenden, ter keuze van den genen, die tot dezelve gerechtigd zal bevonden worden, terwyl de OndergeteekendeKI voortij  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 167 voorts elk en een iegelyk Regent, of wie het ook anders zyn mogt, by deze volkomen vryheid geven, en zelvs uitnoodigen, om, met melding van zynen naam, de Ondergeteekenden openlyk te overtuigen , indien hem immer met eenige voldoende zekerheid, of zelvs met eenigen fchyn van waarfchynlykheid van iemand der Regenten, die gemelde Vergaderingen immer hebbed bygewoond, iets diergelyks, als in de gemelde valfche A&e gemeld is, is voorgehouden of voorgefïeld. (was geteekend) R. J. van der Capellen tot den Marsch. I. Cau. F: G. Blok. J. van Haef. ten. A. W. B. van paleandt. Kp. 1684. Misfive van den Raad N. Geelvinck, wegens Amjieldam zitting hebbende in het Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden. aan Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen, betrekkelyk de remotie en het aanjlelltn van nieuwe Raaden. In dato den 14 May 1787. Edele Groot Achtb. Heeren! Het is niet als met de gevoeligite aandoening, dat de ondergeteekende Raad in de Vroedfchap, en van wegens dezelve gecommitteerd in het Collegie van Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerde Raaden , en dus om wettige redenen, et Rei Publiccs caufa abfent, heeft vernomen, het gebeurde ia de Vroedfchap op den 2ïfhen April laatstleden, we?ens de remotie van 0 zyner Mede-Raaden, zoo wel als het gene daar op is gevolgd den 3denMay, en eindelyk de Eleclie van 9 Perfoonen, in eene Vergadering op den 7den daar aan volgende; dan tot welk laatfte hy zelvs geene Misfive van Stads wegen, zoo als anders altoos in diergelyke gelegendheden3 't gene uit Stads Misfiven-Boeken, L 4. eer  IS8 VevtamUng van Stukken betrekkelyit tod %ex Secretarie berustende, van de oudlt? tyden af, blyken kan , aan de Heeren Gedeputeerd ?ns van Stads wegen in de Staats-Collegien, te gefchied*;n gebruikelyk is, wanneer maar eenig? Eleétfen vaa nieuwe Regenten moet werden gedaan. heeft ontvangen , waarom hy dan ook dit voornemen heeft geigDoreerd, immers Diets daar van geloofd, en om die redenen dan ook niets, ten dien opzichten heeft geëntameerd, ondernomen, gedaan, pf gedeclareerd. En vermids deze violente en onvoorbeeldelvke behandeling ten opzichte van 9 Tyner 'Vlede-R.aa. deu gepleegd» na. zyne gedachten abfoiuir is ftry. dende met h,et Privilegie van Vrouwe Maria van BoURGONDiEN, van Maart 1476, volgens net welke de Vroedfchappen hun leven of Pooi terfchapgegeduurende, moetet? fungeereD. Als. mede direct aanloopt, tegens de Refolutie yan Hun Ed. Groot Mogendep in dato den 0 Augustus 1658., by welke uitdrukkelyk is geftatueer', dat aan de. Vroedfchapp' n geenszins competeerd het jecht, of de dispoötie tot uitzetting of fuspenfie van hunne Mede Leden, uit dezelve Vroedfchap. pen, Zoo als hy ook nergens eeüige voerftappen heeft gevonden, dat immer zelvs aan de geheele Volkitem, of a.l het Volk in het generaal, hoe zeer hy anders betuigd de wettige Volksflem te eerbiedigen, ea derzelver belang altoos gaarne zal hooren en innemen, en na zyn vermogen, behoudens é6d en plicht, opvolgen, en dus zekerlyk nog minder ?an een gedeelte van dat Volk, by eenig Privilegie, Wet, Handvest of Costume, dat recht is toegekend, om hunne wettig verkoren Vroedfchappen of Regenten, zoo maarzo lubitu, en zonder forra van proces., te mogen of te kunnen removeeren, 't welk hy meent vaa de uiterfle gevolgen te wezen. en op dien voet alle oogenblikken te kunnen \oorvalleo. Eu hy mooglyk door- zyn ftilzwygen aouie kutv  'de Gebeurtenis/en in 178-7 enz. voorgevallen, t6$ oen werden gehouden daar in te hebben gehomologeerd, of geconfenteerd, zoo neemt hy door dezen de vryheid U Ed, Groot Achtbaarhedens eerbiedig voor te dragen, dat hy, indachtig aan zyn éèd er plicht, ter mede bewarring en handhaaving der Rechten, Privilegiën, Handvesten en Costumen dezer Stad, moet verklaaren dezen, tot zyn innig leedwezen verkeerd gedane handel «vyzen, niet anders te kunnen confidereeren, dm illegaal en informeel, direct, ftrydende tegens de oudfte en heiligde Privilegiën, die hy en zyne Voorzaten, tot op den huidigea dag, hebben bezwoeren, en om die redenen zich genoodzaakt vind:, op het plechtigfte by dezen te moeten protesteeren, zoo tegens de prasteofe remotie van de 9 Heeren , zyne Mede-Raaden, ah tegens de gantfche incoüftitutioneele aanftelling van andere Perfoonen, in aerzel» ver plaatzen ; verklaarende du« alle*, wat dien aangaande reeds is gefchied, of nog zou Je rnogeri werden ondernomen , te moeten houden voor nul, krachteloos, en van onwaarde. Biddende,, dat U Edele Groot Achtb. , en de conftitutioneele Raaden dezer Stad, doch ernftig gelieven te overwegen en nare d»?nkeó, de ongelukkige en jammerlyke poel van rampen, waar" in de * Republiek in het generaal, en deze vöèrmaals zoo aanzienlyke Stad in het byzonder, werd ter neder geftort, zoo de ongelukkige disfi ientien verders werden uirgebreid, "t welk niet anders dan eens totaale ruine van de Commercie, de voornaamfle, zoo niet de eenige fource van het welvaaren de*er voortyds zoo floreerende Stad, moet naar zich fleepen; en vermids 'ulks by de Ondergeteekende ten allerfterkften weegt, en hy de fchroomelyke gevolgen daar van vermeent niet fterk genoeg te kunnen aandrijven, zoo heeft hy het van zyn plicht geacht, om deze zyne wyze van denken aan U Ed. Groot Achrb. te moeten voordragen j met verzoek: dat het zelve tot decharge van zyn gemoed, en ten «inde daar van altoos aan zyne Medeburgers, ea L $ voor;  f */0i Verzameling van St&kkéé betrekkelyk M voor de Posteriteit ten eeuwigen dage zal kunneff blyken, in zoodaauig Register mag werden genoteerd, als U Ed» Groot Achtb. zullen goedvindenen vermeenen te behobren, referveerende aan zich? wyders , om deze zyne fentimenten zoo publiek Hiooglyk te maaken. Betuigende echter altoos bereid te zyn, en te blyven, om, ten welzyn van het lieve Vaderlandin het generaal, en van zyne Geboorteftad in het byzonder , alles wat in zyn gering vermogen zal wezen, te willen helpen medewerken en aanwenden, om de zoo hoog noodige rust en eendracht, ten voordeele van de Commercie en zyne MedeBurgers, wederom te doen opluiken en herboren worden. In welke Principes hy betuigd met alle Confideratie te zyn, en onveranderlyk te blyven. Ed. Groot Achtb. Heeren'- Van U Edele Groot Achtbaarheden den zeer onderdaanigen ea. zeer gehoorzaamen Dienaar, (was gei.) N. Geelvinck. 'sHage den 14 May 1787. 1685. Bericht door Mr.]. C. Hespe, nopens een onderfchepten Brief aan den Heer Vreede geaddresfeerd, op den 16 May 1787 in de dagpapieren geplaatst. Daar de Baron Torck van Rozendaae, wegens de Provincie Gelderland ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, zitting hebbende, en ter dezer tyd prffifideerende, heeft weten in handen te krygen eene Misfive, die door den Heer Theocorus van Leeuwen, als Prsfident van het Com- txdtt  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 17* jmtté by 't Genootfchap van Wapenhandel, onder de Zinfpreuk, tot nut der Schutteryy binnen dezè Stad benoemd, betrekkelyk het helpen bevorde. ten van defenfive middelen voor de veiligheid en befcherming der Burgerlyke Vryheid, door eene verdervende factie zoo geweldig als wrcedaarcig aangevallen wordende, aan den Heer.PiETER Vreede , onder Couvert van den Heer Burgemeester Costeros te Woerden, weinig dagen geleden, gezegd wordt gefchreven te zyn, en daar de onderfchepping, van zoodaanige Brief, niet alléén op de trouwlooste en ten eenemaale ongeoirloofde wyze kan zyn gedaan, maar ook door zoodaanige onderfchepping, de Briefwisfeling en Correspondentie, welke ten allen tyde moet heilig en onfchendbaar zyn, ten hoogden onveilig zoude gemaakt en gefchonden worden, waar aan elk, en,in het byzotfder de Commercie, alleszins aan gelegen legt dat daar in voorzien worde, zoo. vind de Ondergeteekende zich verplicht, zyne welmeenende M deBurgers en Landgenooten hier van ten fpoedigften kennis te geven, en hetzelve aan derzelver ferieufe attentie aan te bevelen, ten einde zoo veel mooglyk tegen zoodaanige ongepermitteerde handelwyze, op hunne hoede te zyn; terwyl hy vertrouwd3 dat by den Souverein dezer Provincie, met allen fpoéd, de noodige enqueste zal worden gedaan ter nafpooring en ontdekking, hoedaanig die onder/chipping is gefchied, en door gepaste maatregelen dë Burgeryen en Ingezetenen, byzonder in Holland, zullen gerust gefteld worden, om aan dergelyke fchennis, by .vervolg niet te kunnpn blootgefteld worden, en dat van wegens deze Stad door de Heeren Gedeputeerdens ter Vergadering van Holland, 'ten dien einde zal aangedrongen worden, met reclame van den origineelen Brief om denzelven aan de wettige Eigenaars, het Committé, van het opgemeld Genootfchap weder ter hand te ftellen, en met referve van alle zoodaanig Recht en Actie als hetzelve Genootfchap, -500, ten opzichte van den voor-  17* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voornoemden Torck van Roosendaal, als de genen, welke verder daar in by een behoorlyk onderzoek mogten bevonden worden, betrokken te zyn, in tyd en wylen zoude vermeenen te kunnen doen gelden en intenteeren. Amlteldam den 16 May 1787. (was get.) }, G. Hespe. N°. Ifi86. Request van de Kooplieden ter Beurfe, en verdere Inwooners der Stad Amfteldam, aan den Ed. Groot Achtbaaren Raad van die Stad, over het bovenftaande onderwerp, in N°. I68j. Geven met behoorlyk respect te kennen, de Ondergeteekenden , Kooplieden ter Beurfe , en verdere Inwooners derzelve Stad;, dat Hunlieden ter ooren gekomen zynde, dat de Baron Torqk van Roosendaal, wegena de PrDvincie Gelderland , zitting hebbende ter Vergadering van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, nu onlangs ter Tafel.Hunner Hoog Mogenden zoude hebben gebragt eene Misfive,, gefchreven door eenen van Leeuwen alhier, en onder het Couvert van den Burgemeester Costerus te Woerden, van hier verzonden aan Pie» ter V reede(*), en welke Misfive hy Torck van Roosendaal zoude hebben gezegd, dat hem was toegezonden onder een Couvert, waar van hy zich ontdaan zoude hebben; zy Ondergeteekenden het van hunnen pücht hebben gerekend>t zich naar de waarheid of onwaarheid van dat evenement te informeeren; met dat gevolg, dat hun in het zekere is bericht geworden, dat aan de waarheid daar van geenszins te twyffelen ware. nademaal die Misfive, op requifitie van de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten dezer Provincie, aan Heeren Burgemeesteïen dezer Stad is toegezqpden a. ten einde zich daarorntrent te icformeeren. Dal (*) Zie dezelve in het XIX. Deel, 11. 5.  (te Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 17$ Dat zy Ondergeteekenden, begrypende dat de. zelve Misfive niet anders dan op eene gantsch on. behoorlyke wyze van de Post, het zy dan van het Post-Comptoir zelve binnen deze Stad, het zy dan onderweg door die gene, welke in dienst der Posteryen zyn, of aan wien de verzending, overbrenging of beftelling der Brieven is toevertrouwd, en toevertrouwd moet worden, kan zyn geligt, en alzoo gekomen in handen van den voornoemden Torck van Roosendaal, dan ook vermeend hebben ten dezen niet te kunnen noch te mogen fi.il zitten, zoo, om dat zoodaanige handelwyze niet heeft kunnen plaats grypen, dan met eene daadelyke fchending van de goede trouw, als om dat, wanneer zoodaanige gepleegde falciteiten en verregaande malverfatien, niet worden onderzogt, tegengegaan , en ten affchrik van anderen op eene exemplaare wyze geftraft, als dan zeer ras een open weg zal worden gebaand tot het pleegen van allerleye fchelI meryen, welke te gevaarlyker zyn in een Land en ! Stad van Commercie als deze; nademaal men zich | op die wyze niet alleen zeer ligtelyk zal kunnen Meester maaken van de ontdekking der Correspondent tien, welke tusfchen Kooplieden en 'Kooplieden noodzaakj lyk moeten plaats hebben, en hen alzoo bloot jieden aan onderkruipingen en andere foorten van bedriegeryen; maar daar men ook langs dien weg, wanneer de Poste\ ryen niet worden beveiligd, maar in tegendeel aan het ! perpetreeren van dergelyke fieltery inpunement overgela! ten, zich zeer faciel kan flellen in het bezit van zoo. I daanige Documenten, Quitantien, Wisselbrie.. ven, en andere dergelyke Papieren, door welkers ge. | mis de,Commercie dezer Stad niet flegts ten uiterjlen kan worden benadeeld, maar ook de byzondere Huizen van Negotie en handeldryvende Ingezets, ken des Lands, aan eene totaale ruïne zouden kun. nen worden blootgejleld, buiten en behalven de mefian. ce, die daar door buiten 's Lands, 200 ten opzicht van de Regeering, als van de particuliere Inwooneren dezer Republiek cn Provincie,net«irlyk moet werden ver. oir-  174 Verzameling vaa Stukken betrekkelyk tot nrzaakt; inzonderheid, daar de publieke trouw" door zoodaanige fchendinge der Posttryen, op de allerbrucaalfte wyze word gevioleerd. En vermits de gevolgen , die daar uit noodzaaklyk moeten proflueeren, niet anders dan voor het algemeen ten uitenten pernicieus, en voor de Commercie idlernadeeligst zyn kunnen, en 'er niet minder aan gelegen legt, dat de daader of daaders van het voornoemde fait worden ontdekt, en naar verdiensten geltraft, op dat die euveldaaden in het vervolg worden voorgekomen; zoo keeren zich de ©ndergeteekenden tot dezen Achtbaaren Raad, met eerbiedig, doch teffens allerernftigst verzoek: s, dat U Ed. Achtbaare al derzelver vermogen ge3, lieven aan te wenden öm te zorgen, dat voort3, aan de Posteryen, zoo hier als elders, onge3, fchonden worden bewaard en gemaintineerd, 3, zoodaanig en ten dien effirCïe, dat de Corres3, .pondentie er Briefwisfelmg door middel van de„zelve, zonder eenig belet, hinder of empeches, ment ongeftoord en inviolabel mogen worden „ gehouden en voortgezet, en dat U Ed, Achtb. 3, daar toe alle zoodaanige middelen mogen beraa9, men, en in het werk ftellen, welken ÜEd. Achtb. a, daar toe zullen nuttig en dienitig oirdeelen, en 3, dat U Ed. Achtb. teffens het daar heen gelieven te dirigeeren , dat 'er behoorlyke recherches s, gedaan worden, naar die gene, of den genen, s, die den voorfz. Brief (gefchreven door den s, voornoemden van Leeuwen, en onder Couvert 3, van den Burgemeester Costerds te Woerden 5, verzonden aan Pieter Vreede, en welke Brief X door den meer voornoemden Torck van RoO* „ sendaal, ter Tafel van Hun Hoog Mogenden is „ gebragt geworden) van de Post, het zy dan bin„ nen deze Stad of elders, heeft of hebben geligt, en aan den voornoemden Torck van Roosen„ daal heeft of hebben doen toekomen, als me„ de naar alle die genen, Welke daar toe de hand „ hebben geleend, of daar aan zyn medeplichtig  ie Gebeurwiisfen «'«1787 enz. voorgevallen, tfö s, geweest; en zulks ten einde dezelve van we. „ gens de Juftitie mogen worden vervolgt en naar „ exigentie van zaaken, anderen ten affchrik, exemplaarlyk worden geftraft." N*. 1687. Misfive van zestien Raaden uit de Vroed, fchap der Stad Amfteldam, aan Bun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en Wesu Friesland, over het uitzetten van negen, en het verkiezen van andere negen Raaden in gemelde Vree&m fchap. In dato den 18 May 1787. i*1^, 1 " ' iwMW^f 't'i'JU onrjflotin:*"} >;.'*>vqo Edele Groot Mogende Heeren! De ééd, welke een ieder der Leden van UEcf. Groot Mogendens Vergadering verbind, om 's Lands Privilegiën, Handvesten, Gerechtigheden en de oude hffelyke Costumen voor te ftaan en te defendeeren, doch, niet anders dan met ,deze expresfe bepaaling: voor zoo veel dezelven niet zyn prtzjudiciabel, de Privilegiën en Gerechtigheden van de Steden in het particulier , welke dus direófcelyk en in de allereerfte plaats» de hefcherming van Ü Ed. Groot Mogenden behoo;ren te genieten; zal genoegzaam billyken, de ftap» welke zeventien Leden van de Vroedfchap dezer Stad, en dus, behalven de Gecommitteerde Raad ; Geelvinck , in 's Hage relldeerende, doch welke [zyne denkenswyze by Misfive van den 4dendezer, aan Heeren Burgemeesteren ten klaarften heeft gemanifesteerd, en vermits de continueele indispofitie van den Heer D. Hooft Willemsz., en de uitlandigheid van den Heere Lampsins , hunne Mede-Raaden, meer als de helft van dezelve uitmaakende, en onder deze alle de Burgemee*teren, welke tevens Raaden zyn, zich genoodzaakt oirdeelen te doen, om door een eenvoudig verhaal en, daar by gevoegde gepaste reflexien ter kennisfe van U Ed. Groot Mogenden te brengen, de gebeurtenisfen, welke geduurende de laatfte weeken alhier  Ï7tf Verzameling van Stukken betrekkelyk M hier hebben plaats gehad, en waar de algemeene rust én veiligheid in deze aanzienlyke Stad, anders, zins een voorbeeld van goede orde en politie, niet weinig zyn geftoord, en aan deszelvs Koophandel en het publiek Crediet, mooglyk een onherftelbaare krak is toegebragt. Zy reekenen zich hier ook toe verplicht, om dat zy alle met duuren ééde zich verbonden hebbende, tot voorftand èn befcherming van der Stede Privilegiën, Gerechtigheden en Ordonnantiën, en dezelven door de gansch willekeurige ondernemingen van een gedeelte hunner Mede-Ingezetenen, openlyk gefchonden ziende, voor God, voor hunne Mede-Burgeren en voor hun eigen geweeten, niet zouden kunnen verantwoorden, indien zy naliéten aan U Ed. Groot Mogenden, aan alle hunne Stad- en Landgenooren, ja aan de gantfche weereld te doen zien, dat zy niet alleen tot zoodaanige violente handelingen en onderdrukkingen der Burgerlyke Vryheid en Voorrechten, niet medegewerkt, maar dat zy ook alle rnooglyke en wettige middelen aangewend hebben, om dezelve af te raaden en tegen te gaan. Nadat op den 2iften der afgelopene maand de Vroedfchap behoorlvk vergaderd was geweest, en over verfcheidene onderwerpen hebbende gedelibereerd, na gewoonte was gefcheiden, en Heeren Burgemeesteren Weder na hunne Kamer waren gegaan, wierden dezelven dooreen Stads Bode verzogt om in den Raadzaal te rug te keeren. Hun Ed. Groot Achtb aan dat verzoek defereerende, wierd aan den Heer Burgemeester Hooft, door eenige Perfoonen ter Raadkamer ingedrongen, overhandigd een ongeteekend Addres. De eerfte vraag hieromtrent was, of men het* zelve lezen en in overweging behoorde te nemen, of niet. De Ondergeteekenden, voor zoo verre zy inden Raad prefent waren, oirdeelden zulks niet te I moeten doen. ., Foor"  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 177 Vooreerst, om dar de wettig byeengeroepene en gehoudene Vroedfchaps-Vergadering, reeds gefcheiden, Burgemeesteren in hunne Kamer, en diverfe Leden mede uitgegaan zynde, derhalven geene andere of nieuwe Vergadering , zonder voorafgaand overleg en convocatie door Heeren Burgemeesteren, gehouden konde worden. Ten anderen, om dat het Addres, op eene zoo ongeregelde als onbetaamelyke en ülegaale wyze ter kennisfe van den Raad was gebragt. En wel voornaamelyk in de derde plaats, om dat zy uit de ontmoeting van fommige hunner, dewelke wel onverhinderd de deur der Tuflritie-karner, door welke men uit de Raad-kamer in de Zaal gaat » tusfchen twee aldaar posthoudendeBurgers, onder het prefentee'ren van hun geweer, waren uitgegaan, maar op de Zaal by de groote Trap waren tegengehouden, en genoodzaakt, te rug te keeren naar de Raadkamer, moesten befluiten, dat deze Vergadering volftrekt gedwongen was, en de deliberatien dus geheel onvry zouden wezen , gelyk de Officieren der gewapende Burgery op het Stadhuis prefent, en aldaar op expresfe last van Hee-. ren Burgemeesteren en fchriftelyke order van Colonellen met hunne onderhebbeo.de Compagnien getomen, ten einde aan de Vroedfchap de noodigè byheid van deliberatien en van gaan en komen te bezorgen, niet hadden belet of kunnen beletten, lat.de voornoemde Leden van den Raad, in hunne |>refentie of onder hun oog wierdeh 'tegengehou* len. Doch deze bygebragte redenen vonden geeD injjang: men refolveerde by meerderheid, het Ajlres te lezen, en daar na Heeren Burgemeesteren e verzoeken, aan de Behandigers van het zelve te intwoorden : dat het geen poinct van deliberatiè L Van dezen Achtbaaren Raad konde uitmaakèn, L als zynde de Vroedfchap niet gequalificeerd, om , haare Mede-Leden van derzelver Raadplaatzen . te deposfideeren, ïtr.ydénde zulks tegens de Rêi' XXL Deee., M ^  i)2 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot „ foTutië van Hun Ed. Groot Mogenden van den 9 Augustus 165?." De Ondergeteekenden, voor zoo verre zy prefent warén, referveerden tegens het in deliberatie brengen van dat Request eene Aanteekening, welke door eene referve van Contra-Aanteekening der overige veertien Leden wierd beantwoord, zynde deze gemelde Aanteekening den 3den dezer gedaan. ' 1 . Hier na fcheidde andermaal de Vroedfchap, indien-men deze tweede Vergadering al eens voor wettiu; had moeten erkennen, des neen, en van deze Refolutie wi'erd door Heeren Burgemeesteren aan de overhandigers van het ftuk kennis gegeven, doch dezelve daar mede geen genoegen nemende, hebben eenige van de voorfz. 14 Leden aan den Secretaris Huychens, uit naam van alle de Leden, die tot de Refolutie geconcurreerd hadden , opgegeven, de twee byvoegzelen in de Refolutie gemeld. . , , , En daar mede eindigde dezen dag, en de zaaken Bleven eenigen tyd iu dënzelvden Haat, bëhalven dat op den 27ilen April aan ieder der Raaden, wiens plaatzen pretenfelyk vacant waren verklaard, door den Notaris Geniets en twee Getuigen, uit naam van Isaac van Goudoever Collonel, 39 Kapiteins1, 48 Luitenants en 38 Vaandrigs, voor zich, en uit rftam van een aantal hunner Officieren, Onder-Offieieren én waakende Manfchappen, benevens negen Perfoonen, voor zich, en zich noemende Gequalificeerdens van veele duizenden Burgers en Inwooners dezer Stad, gedaan is eene Infinuatie, by welke, na voorafgegaane aanzegging van het gene vervat is, in het ftuk op Saturdag den 2iften April by den Achtbaaren Raad ingeleverd, infinueeren: „ dat zich zal hebben te wachten, om na dien tyd , „ wederom als Raad in de Vroedfchap te verfchy* JS nen, of aldaar als zoodaanig eenige zitting te „ nemen, veel min nog, het zy binnen deze Stad, „ het zy elders fn eenige Vergadering of Vergade* 'ii  de Ggbeurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 172 s, ringen , welke dezelve ook zyn mogen, als R2ad dezer Stad te fungeeren, of direct of'mdi. 3, recl waar te nemen, of te verrichten zoodaanige 3. posten of daaden, welke door den Raad of Raa3, den dezer Stad, gewoon zyn waargenomen of verricht te worden; en.zulks alles, teu einde ,, daar door de waare belangens, rust en Veilig. ,, heid dezer Stad, in allen opzichten wierde be33 vorderd en bewaard;" zynde daar by gevoegd een protest: „ van niet aanfprakelyk te willen zyn s, voor eenig perfooneel ongeval, dewelke uit de s, verwydering dezes voor de Geinfinueerdens mog. 3, ten voortfpruitenmet een referve „ toi het ,, employ maaken van zoodaanige middelen, als 3, hun Infinuanten in ftaat kunnen (tellen, om hen 3, en hunnePrincipaalen het wezenlyk en daadelyk „ effect van de alzoo gedaane en in voege voord. „ goedgekeurde remotie van de Geinfinueerdens, „ nu en voor altoos te doen genieten," Doch inmiddels was in de respective Wyken dezer Stad, ter teekening gelegt eene Adte van Qua» lificatie, en deze teekening aan de. Inwoonderen by gedrukte biljetten bekend gemaakt, waar uit blykt, dat dezelve in den beginne (legts op weinige dagen bepaald is geweest, doch welke van tyd tot tyd is gecontinueerd, zoo dat het getal der Teekenaaren volgens de opgaave by het Request op den 3den May ingeleverd, over de 10000 zoude bedragen hebben. De alzoo Gequalificeerdens en eenige HoofdOfficieren van de Schuttery, hebben op den 3den dezer in Burgemeesters Kamer overgegeven eed nader Addres, houdende verzoek: om de negen Raadplaatzen op den 2ï(len April door hun vacant verklaard, in de Vroedfchaps- vergadering , op dien dag zullende gehouden worden , te vervullen j Of zoo zulks op dien dag niet konde gelchieden, een dag te bepaalen om die vervulling ten fpoedigften, en uiterlyk Maandag te doen, met eene bygevoegde lyst van de Perfoonen die de Burgery j M 2 sua  ito Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ™r> men voorgaf, aangenaam zouden zyn, zonder dm «2 den Raad pr.cifelyk te willen beSaalen of hunne vrye keuze.te verhinderen. P De Ondergeteekenden meenden in de Vroedfc^DS-Vergadettog op dien dag gehouden, n et te icnaps-vc.^ £ waar van en van de redenen Eoe dffende eènig^hunner aan Heeren Bur^meest^en by Misfive^ennisfe hebben gegeven. 6 nrveroitzilkte, dat deze Vergadering, flegts ,m één de Heeren Burgemeesteren en vyft.en Vroedfchappen beftond, by welke gerefolveerd ro oicnapp fUppietie op den 7den dezer hol zee? daar toe, volgens inforgfe" alle de prefente Leden niet hebben gecon- CT)eeOndergeteekenden, zoo verre zy onder de „pten ledenniet behooren, ten voorfz. einde een Convocatie-biljet bekomen hebbende, en de verS nnalraeteekerden, aan welke de Praüdent- Klforatie-biliet te overhandigen, daar van geinWm?"w3S hebben iD die Vergadering door &Se«etaSdoen inleveren hunne Protesten en PDoctwartepKMt 'er? eenige Lieden geheel andete gevoelen» koesterende, als fie genen die op den%ffter April een ongeteekend Addres hadden SiESfli onderricht van de evengeme de Zv^hrV^Muue ter aandaande verkiezing 1 euwe Raaden, oirdeelden van die hunne Tevo^ rTten fpoed.gften , en op eene wetuge wyfeT moeten doen confieeren, ontwerpen een Penues? leggen het zelve den 6den ter teekening, en ïoen hef op Maandag den 7dep dezer by het ÏS vaï den Raad, hoewel toen uit hoofde van h t,Vtheid des tyds Log maar door iiooPerfoo£t}£wbX $™ een der Bodens inleveren; hgde Vroedfchap vond niet goed daar over te Slht eren 'et hPet een oogenbük daar na door een Bode te'rug geven, met aanzegging, d«de  de Geleurteniafen in 1787 enz. voorgevallen. iSr Supplianten zich den volgenden dag by Burgemeesteren moesten addresfeeren. Op dit gedrag van de Leden van d trent een ondergeteekend Addres gehouden. Zy zullen'er by voegen, dat hei begrip, dat in 't generaal alle Addresfen aan Heeren Burgemeesteren moeten worden overgeleverd, om door dezelven na prealabel examen, ter kennisfe van den Raad gebragt te worden, ook hun advis op den 2lften April is geweest. Doch de Ondergeteekenden kunnen echter niet af, om met opzicht tot dit fpeciaal gevai ;e doen opmerken , dat deeze Vergadering quafi belegd zynde, om nieuwe Raaden aan te ftellen, en by dit Request, verzoek tegens zoodaanige aanftelling wordende gedaan, dit eene zaak was geheel buuen .Burgemeesteren, als welke in deze hunne qualiteit , by zoodaanige Vergadering niet mogen adflsteeren. Maar, wanneer men al eens had begrepen, dat des niettegenflaande ook dit Addres aan Burgemeesteren had behooren te gefchieden, dan had de Vroedfchap met de aanftelling immers zoo lange behooren te fuperfedeeren, tot dat de Supplianten tyd gehad hadden te voldoen aan het antwoord, door de Vroedfchap gegeven, naamenlyk om zich by Burgemeesteren te addresfeeren? Doch ook dit vonden de Leden van de Vroedfchap niet goed, zy gingen voort, om de Heeren Mr. Johan Pieter Farret, Mr. Nicolaas Asschenberg, pleter constantyn nobel, ïean Philippe du Qcesne, Johannes Goll van Franxhsteyn, Balthazar Ortt, Mr, Jacob Anthony de Roth, Mr. Leonard Rutgers junior, en Mr. H. WeeveriNgh, en dus negen Perfoonen, quafi als Raaden aan te ftellen, en met 'er daad te beééM 3 digen,  182 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot digen, en (lelden dus de verwachting der Requestranten, dat hun Addres, aan Burgemeesteren over ' te geven, en door dezelve in den Raad te brengen, van eenige vrugt zoude kunnen zyn, geheel te leur. Zie daar, Ed. Groot Mogende Heeren! een voordel van zaaken, welke de Ondergeteekenden nimmer hadden kunnen verwachten, dat exteeren konden. Zy fchroomen niet te verklaaren, dat zy het geenszins daarvoor kunnen houden, dat die negen Leden waarlyk het vertrouwen der Burgery en Ingezetenen zouden verloren hebben. Hier van zoude tot bewys kunnen (trekken het empresfement, waar mede eene grooce menigte Burgers en Ingezetenen hunne contrarie gevoelens hebben gemanifesteerd, en zulks, niet'tegenftaande alles aangewend is, om hunne teekening daar toe tendeerende, moeyelyk te maaken. Hier toe zouden de Ondergeteekenden ook mogen allegueeren, dat men de nietteckenende Ingezetenen in geenen deele moet confidereeren als de verzoeken tot de remotie goed te keuren, maar veel eer aanmerken als vreedzaame Ingezetenen, welke, naar geene verandering haakende, met hunre Regeering re vrede zyn, offchoon niet verkiezende zich aan de onaangenaamheden bloot te ilt ll 'n, met weke de laatstgenoemde bedreigd en vennoeielykt ryn, in het manifesteeren hunner gevoelens op voorgemelde wyze. Kwam in dit geval de Volksftem te pas, men zoude van dezelve op eene behoorlyke wyze hebben moeten doen condeeren, maar niet daar voor doen doorgaan een verzoek van eenige Perfoonen, welke by het eerde Addres, waar by zy de Raaden van hunne posten vervallen verklaaren, geene bepaalde fchriftelyke qualificatie hebben kunnen overleggen , en alleenlyk voorgegeven, dit verzoek of declaratoir te doen op de derkde aandrang van eeaige duizenden hunner MedeJSurgeren en Stadge- noo-  ie Gebeurtenis fen ir. 1787 enz. vocrgevailen. 183 nooten, en welke by het tweede Addres, waar by zy verzogten , dat de vacant verklaarde plaatzea weder mogten werden vervuld (na dat ondertusfchen de Acte van Qualifkatie ter teekening was gelegt) verklaaren , dit verzoek tot vervulling te doen uit naam van 10000 Lieden, zonder dat als toen, of na de Perfoonen der Teekenaaren zelvs, .of na de wyze, waar op de teekening is gefchied, behoorlyk is geinquircerd. En hoe zoude zelvs, Ed. Groot Mogende Heeren! een getal van 16000-Menfchen (gefteld al eens deRequestranten door zoodaanig getal in allen opzichte behoorlyk waren gequalificeerd) in het volkryk Amfteldam voor de Volksftem kunnen gehouden, en alle de overige voor niets gerekend worden. Immers zoude, indien 'er eepe Volksftem had moeten worden uitgemaakt, aan alle en een ieder mede gelegenheid hebbe behooren te worden gegeven, om hunne gevoelens en begeerte vryelyk te uitten, en te manjfesteeren. De Ondergeteekenden moeten hier nog byvoegen, dat het gedrag van die Leden, die tot de pretenfe aanftelling hebben geconcurreerd, hun te -onbegrypelyker heeft moeten voorkomen , daar diezelvde Leden op den 2iften April plegtig en eenpaarig hadden gedeclareerd: dai de Vroedfchap niet gequalificeerd was om hunne Mede-Leden van derzeiver Raadplaatzen te deposfideeren» Jlrydende zulks tegens de Refolutie van U Ed. Groot Mogenden van den 9 Augustus 1658. En daar zy zich dus nog minder bevoegd behoorden te rekenen, om daaden te pleegen, welke niet dan gevolgen zoude hebben xkunnen zyn van eene wettige remotie, en het mits,dien buiten alle bedenking behoort te zyn, dat, • daar U Ed. Groot Mogenden die macht aan de .Vroedfchap hadden ontzegt, dat vermogen nog •veel minder door dezelve heeft kunnen worden toegekend aan de Overhandigers van zoodaanig Addres en Declaratoir} als op den 2iften April laatstleden - 1 M 4 ter  184 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot: ter Vroedfchap is ingeleverd, of hunne pretenfe Conflituanten, behalven dat zoo lange, ingevolge de belangryke Propofitie der Stad Haarlem, niet by formeele Refolutie zal zyn gedefinieerd en bepaald, het Recht, het welk aan het Volk toegekend cf gedefereerd zoude kunnen of behooren te worden, geen daadelyke remotie van Regenten door een meer of minder getal van Ingezetenen, op hoedaanige wyze ook ondernomen, door de Vroedfchap op eenigerlei wyze heeft mogen worden gerefpeóteerd, min nog eene daadelyke vervulling van derzelvtr plaatzen, ipfofaSto, gewettigd en gehomologeerd. Dat, welke kracht ook aan eenige Volksftem immer zoude mogen worden toegekend, en veronderfteld zelvs, dat die tot remotie van Regenten moge geoirdeeld worden zich te kunnen uitftrekken , dt?eKe dan nog altoos de billykheid tot richtfr.oer, zal moeten hebben, welke nimmer zal kunnen gednogen, dat het Volk, het Recht, welke het zelve daar toe mogte bekomen, arbitrair exerceere, en de Raaden, welke volgens Privilegie van Vrouwe Maria van Bourgondien, van den jaare J476 hun leven lang dienen, pro lubitu en zonder eenige bepaalde befchuldiging, in welk opzicht zylieden tegen de waare belangens van 't Vaderland zouden hebben gehandeld, in te brengen, veel min met eenig bewys te fiaaven, en zonder dat zoodaanige befchuldiging en bewyzen behoorlyk en op. eene legaale wyze zouden zyn onderzogt, van hunne posten verlaten zouden kunnen verklaaren. En is dit zeker, hoe zyn dan eenige weinige Leden, van den Raad der Stad Amfteldam bevoegd geweest, om door voornoemde pretenfe aanftelling, als 't ware te wettigen en te homologeeren eene dae domesHcq zynde, geen obje& voor de de„ lineratien van U Ed. Groot Mogenden kan uitle,, veret ." . Hebben wy dan ook gemeend, ingevolge van 't Oétroy van defi 19 November 1658, aan deze Stad verleend, als nu ten fpoedigften te moeten procedeeren tot de fuppletie van'de thans nog vaceerende Burgemeesters-plaats dezer Stad, in plaa's vaa den fleer van der Heim, vobr de nog mahqueeréa* de tyd, en dus tot den i May 17P8. Achtervolgen* van kt welke , op héden (na dal daar toe alvoorens behoorlyk is dag gefield; door vyf Boonheeren uit dé Leden onzer Vergadering by loting verkoren, eene Nominatie geformeerd, en daar op gebracht zynde de Heer «— — én de'Heer —■ -— — —. Zoo nerriW"Wy dé vryheid , 'om U Ëd. Groot Mog. by dezen te verzoeken, dat door Hoogr-tdei Zelve, in cor-fideratie van de deliberatien, dewd^en als nog zyn hacgende over het gefu*'tineêrde XXL DSEt. ïechi  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot recht van zyn Hoogheid tot het doen der Electie» en ten einde daar aan geen atteinte werde toege« bracht, voor deze reize eD in dit fingulier geval, by wege van provifioneele voorzieninge, één uit de voorenftaande Nominatie moge worden geëligeerd, om in de voorfz. vaceerende plaats, voor de nog manqueerende tyd als Burgemeester, ten dienfte dezer Stad en den Lande, tot den I May 1788 geemployeerd te worden. Waar mede wy U Ed. Groot Mogenden bevelen in de befcherminge Godes, en blyven, Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) U Ed. Groot Mogenden onderdaanige Dienaaren, Rotterdam Burgemeesteren en Vroed- den 21 May fchappen der Stad Rot- 1787. terdam. (lager Jlondt) Ter Ordonnantie van dezelven, (was gei.) W. W. van Berckel. En is daar benevens gelezen de Requeste van Mr. J v. d. Heim , als uit krachte en ingevolge Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 21 April 1786, wettig aangefteld als Burgemeester der Stad Rotterdam voor den tyd van twee jaaren , en zulks van May 1786 tot May 1788, om de daar by hier na breeder geallegueerde redenen verzoekende, dat uit de onwettig genomineerde Nomina» tie, geen Ekétie tot het Burgemeesterfchap in des Suppliants plaats mogte worden gedaan. 'Aan  êt Gebeurttnisjèn in 1787 !iant, en nog zes Raideo uit de gemelde Vroed, chap , verklaard hebben: dut die zaak, als mere) lornesticq zynde. geen object voor de deliberatien vat y Ed. Groot Mogenden kan uitleveren, hy Suppliant ïllyk had mogen verwachten , dat zyne Mede. aaden zich zouden hebben geabftineerd van alle bogingen, om by fub- en obreptie van U Ed» G--, logenden te obtineeren dispofitien, welke, onder bverentie, met Hoogstderzelver opgemelde Re. •lutie-Declaratoir niet te compasfeeren zouden Dan alzoo eenigen zyner Mede-Raaden echtef in zich hebben kunnen verkrygen, om eene Noinatie te formeeren, tot fuppletie van de pra?tenvacature in het Burgemeesterfchap, waar toe de ippliant, ingevolge opgemelde Refolutie van U d. Groot Mogenden van den 21 April 17815, voor 50 tyd van twee jaaren, en over zulks tot May ?88 is aangefteld geworden, en de gemelde zyne ede-Raaden , door het prsefenteeren van die Nojinatie en het verzoeken van Ele&ie uit dezelve» elké niet flechts zou involveeren de daadelyke ho %o* eatie van een zaak, Welker wettigheid ófonwet* ikheid ü Ed. Groot Mogenden hebben gdedge. W 4 ven*  ip6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voeden riet te decideeren , maar waar door die zaak . welke volgens f-ioogstderzelver opgemelde "Refolutie merë domesticq verklaard is, zoude worden gebracht buiten h>ar geheel, en buiten het bereik, of mooelykheid- etv.cr dcmesiuque behandeling; zoo is b\ Suppdanr te raade geworden , zich te ketren tot U Ed. Groot Mogenden ; onderdaniglyk verzoekende: dat het U Ed. Grcor. Mogenden beha&ge, trt öp vrrriz. rrwetng geformeerde ISominatie geer Ele&ie tot het Burgemeesterschap in de plaatze van den Suppliant te doet.. (Onder fond) "";§ 't Welk doende &c. (was get.) J. v. d. Heim. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Hun Ed.! Grcot Mogenden, onverminderd en ongeprtejudi-> cieerd het wederzyds geiustineerde, zoo van zyn Hoogh- id als van Burgemeesteren en Vroedfchap-;. pen der Stad Rotterdam, ten opzichte der Elec-*. tie, en zonder daar aa« de minde atteinte te ge-.; ven, in het voor handen zvnde geval, by deze,", uit de voorfz. Nominatie tot Burgemeester der Stad j Rotterdsm. tot den i May 178B, in plaats vat. den ] voorn. Mr. J, v. d. Heim geëligeerd 1 En zal van de voorfz. Electie aan den Hoofde Officier d«r Stad Rotterdam kennis worden gege. 1 ver., om den geëlip» er den Burgemeester te beéédi-1 ger, tn ir zyne furfiie te k ftalieeren, als medeg ExirsQ dezer worden gegeven aan Burgemeesteren* en Vroedfchappen der Stad Rotterdam, tot derzel«t ver naricht. Aanteekening van de Ridderfchap. De Heeren van de Riddfrfchap en Edeler heb£ ben gedeclareerd: dat daai de Heer J. v. d. Heim,; ia*  ie Gebeurtenis/en in 17-87 ent. voorgevallen. iQ1 Jngevolge Hun Edele Groot Mogenden Refolutie van den 12 April 17*5, door zyn Doori. H00S den Heere Erf-Stadhouder voor den tyd vanVwee 'J aren is geeligeerd, 'twelk door Hun Ed. Groot -Mogenden, op denaren April dezes jaa.s, door 't maaken van een Nominatie van vier Personen ter Eleftie alleen van twee Burgemeesteren is ge. cotfirmeerd , en dus dien Heer wettig dóór Htm Ed. Groot Molenden gecontinueerd zv Heeren van de Ridderfchap in geeoen deernen proce. deeren tot het nemen van eenige Refolutie ten fiüe ÏÏ™ SS de £l?aDS ^orlene Nomina S a!s begrypende dat aanloopt tegens de aangehaalde Re. folutien van Hun Ed. kroot Mogendfn Aanteekening van zes Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dplfr ï'bhLn' ItokWn. Edamen MeSemb ï; ïoegd. 21 7 voorfchreveQ Aanteekening. ge. Aanteekening van Gorinchem. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem hebben zich, ingevolge de last van de Heeren hunne Principaalen , in de voorfz. deliberatie niet ingelaten. Accordeert met de voorfz. Refolutien. NK 160 r. ExtraSb uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Frie.land, in Hm M broot Mogendens Vergadering genomen, behelzende een Declaratoir van de Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem, waar by zich voegen by de Contra-Aanteekening do,.r ètf Steden op eene Aanteekening van de Heeren van de Ridderfchap gedaan. In dato den 22 M,iy 178;. | De Heeren Gedeputeerden der S.ad Gorinchem, ■N 3 tes  \Sfi Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ter kennisfe van de Heeren hunne Principaalen gebragt hebbende de nadere Contra-AanceekeningC*)» door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden , Amfteldam, Gouda, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar,1 Monnikendam en Purmerende, op den i2den May laatstleden in de Registers van Hun Ed. Groot Mo. i genden gedaan infereeren, tegen de nadere Aantee- • kening van de Heeren van de Ridderfchap en Ede-1 len van den 2often November des voorleden jaars,, betreffende de fuspenüe van den Heer Kapitein-Ge- ■ neraal dezer Provincie, moeten als nu, ingevolge: eene uitdrukkelyke last van de Heeren hunne Prin- ■ cipaalen, nader declareeren, en in de Registers i van Hun Ed. Groot Mogenden doen infereeren,, dat de Heeren hunne Principaalen zich in allen deelen met de bovengemelde nadere Contra-Aantee*' kening van de Heeren Gedeputeerden der voornoemde elf Stedtn conformeeren, en het daan voor willen gehouden hebben, als of dezelve ooki ten hunnen naame in de Notulen van Hun Ed. Gr,, Mogenden ware geinfereerd geweest. — De Hee-' ren van de Ridderfchap en Edelen hebben geinheejeerd hun Aanteekening over deze zaak, nog laat-, ftelyk op den I2den dezer gedaan. — De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle en Hoorn: hebben geinhgjreerd hun Aanteekening over deze: zaak, nog laaiftelyk op den X2den dezer gedaan. Accordeert met voorfz. Refolutien.', (*) Zie deze Contra-Aanteekening in het XVIII. J3ee\, Van deze. Verzameling, bh 255.. IK  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 199 K°. 169a. Plan eener Hollandfcke Negotiatie, by vege van Loterye in Obligatien, bejtaande uit 10000 Loten, tol ^co guldens het Lot, maaken. de vyf millioenen guldens; door Hun Ed. Groot Molenden gearrejleerd den 24 May 1787. De Heeren Gecommitteerde Raaden van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland , als daar toe door welgemelde Heeren Staaten geauthorifeerd, hebben gearrefteerd de navolgende Lotery. Artikel r. Deze Lotery zal beftaan uit 10000 Loten, tot 500 guldens ieder Lot, te fourneeren in contante Penningen, uitmaakende eene fomma van vyf milcioenen guldens, waar voor getrokken zul. len worden 10000 Pryzen, te famen bedragende [eene fomma van vyf millioenen vyfmaal honderd duU \zend guldens in Obligatien. 2. Zullende aan die gene, die het niet mogte ponvenieeren geheele Loten te nemen, en echter deel in deze Lotery begeerende, tot hunlieder gerief werden uitgegeven halve Loten tot 230 guldens. i 3. De Pryzen zullen zyn als volgt: iPrysvan. . I. . iodooo?o|o 1 . . — ! - - 50000' oio 2 Pryzen van . 25000 o o 50000' o So 3 TT • 10000 o o 30000'Oio 5 — • 7000 i o o 35000 0 0. 8 — • 5000! o ü 40000' o (o jo —-—. — . 3000 o o 3000j oio 20 — • 20001 o o 40000; o [o 200 — —— . 1000 io o 200000 o o 250 —■ . óoo'o o 150000 o o 500 . 550,0 o 275000 o o 9000 — . 500 o o 4300000 o o 10000 I j 5500000'o o I 4. ue 10000 JNommerbnefjes van N°.i tot 10000 tacluis, zullen werden gedaan in een Bus, waarN 4. £e-  8QO. Verzameling- \van Stukken betrekkelyk tot tegen, getrokken zuüen worden uit een andere Bus de voorgemelde ioooo Pryzen. •5. Jaarlyks zal van hn Kapitaal der Pryzen, zoo van de heete als halv; Loten, na proportie der Pryzen welke op zondiaoige Loten getrokken zyn, intrest worden betaald iegerls 4 per Cent,tot den tyd der iflosfinge toe, onder üortinge vanzoodaanige honderdfte en tweehonjerdfte Penningen, als alle andere Obligatien tea laaten van den Lande loopende, welke Intresten zullen ingaan met den 1 Juny '787. 6. Alle de Pryzen, zoo op de heelt als halve Loten,"welke daar op getrokken mogten'zyn, zullen mogen werden gefplist of gecombineerd na ieders welgevallen, mits in geene klemdere Obligatien ais tot 250 guldens. 7. Op dat een iegelyk, die in deze Lotery beT ; geert deel te nemen, daar toe even na en verzekerd! mag wezen, dat, die het eerst komt, het eerst; daar in geholpen zal wordeD, zal zulks gedaan wer-> den by infchryving in een Boek, daar toe by de,; respective Ontvangers te houden, waarin een ie-, der, het zy voor zich zelve of voor een ander, mits daar toe met eene fchriftlyke order (welke op geen zegel behoeft te wezen) voorzien zynde, daar nevens overleverende , zal infchryven hoe, veel heele of halve Loten hy begeert , en daar by uitdrukkende den datum wanneer de infchryving is gedaan en bet zelve met zyn naam ondertekenen; en zullen de respective Ontvangers gehouden, zyn, op den ééd aan den Lande gedaan, volgens: die Infchryving de Loten te distribueren , na rato i en tot zoo verre aan hun door Fïeeren Gecommitteerde Raaden Loten zyn gegeven, zullen komen te ftrekken.. En zal de voorfchreven Infchryving eene aan vang nemen, op Maandag d^n ii Juny 1787. 8. De collecte of ontvang der gelden zal aanvang" nemen den IH Junv 1787, ten Comptoire van den' Ontvanger-Generaal van Holland en West.-Friesland, en op de respective Comptoirea van de geJ jnee-  tlt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, aut. meene Lands Middelen ia de Steden van het ZinV' der- en Moorder-K vartier, en daar. mede werden gecontinueerd tot ulti no July 17{,7. 9. Deze Lotery zai gecroojen worden alhier in den 'ïiag, te beginnen op Maandag Jen 13 Augustus 178 ', of zoo veel eerder als men gereed^zal zyn, op de wvze hier vo iren gemeld, en verder zoo als in Ho lanJfc ie Loteryej g^bruikelyk is, zullende op iedere dag (Z >nJags ufgezonierd) des voor- en namiddags telkens getro'v/cen w jrdea 850 Loten, en overzulks aile de Nommers met haare getrokkene Pryzen op 40 byzondere Lysten qitkomen. 10. Va het trekken der voorfchreven Lotery, en wel op den 17 Septemb.r 178 , zullen de Ont. vangers-Generaal, zoo in 's Hige als te Hoorn, ieder van hun aandeel beginnen te vaceeren tot het verwisfelen van all • de Lotbriefjes, zoo heele als halve, zonder onderfcheid der Comptoiren waar dezelve mogten zyn uitgegeven , tegens behoorlyke Ree pi>fen onder hunne handteekeninge, en dezelve te Hellen op. zoodaanige naam^n of letter* als de Houders zullen begeeren welke voorfz. Recefisfen daar na tegen Obligatien, ten lakten van de gemelde Comptoiren Geniaals , onder verband van des gemeene Lands Middelen, zujlen werden geconverteerd, en- de jiarlykfche intresfen ten gemeld . Comptoiren werd n betaal i. 11. Het zal aan Voogden en A miniflrateurs vry ftaan de kapitaalen van minde; jjangi en' andere, gelyk mede aan Regenten va- Weeskameren en alle andere Sociëteiten, onder haare adminiftratie, zoo wel in deze Lotery, als in gewooniyke Lands Obligatien, temogen beleggen. ■ N ƒ m,  lea Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N". 1693. Misfive van veertien Leden in de Vrord* fchap der Stad Rotterdam, aan de Edele Groot Achtbaare Heet en , Schvut, Burgemeester en en Schepenen van die Stad, betrekkelyk de remotie van zeven Leden uit dat Collegie op den lallen April laatstleden gefchied. In dato den 25 May 1787. Edele Groot Achtbaare Heeren ! Het is U Ed. Groot Achtbaarheden bekend, hoe de Ondergeteekenden, allen met en benevens de verdere wettige Leden der Vroedfchap, op Maandag den 23ften April laatstleden, wettig ter Vroedfchap geconvoceerd en alzoo vergaderd zynde, hebben moeten ondervinden, dat zekere Commisfie van den Burger Krygsraad, en van eenige andere Burgeren, hebbende verzogt en geobtineerd, om ter Vroedfchaps-Vergadering binnen te ftaan, ten einde, zoo zy aan Heeren Burgemeesteren hadden te verftaan gegeven, een voorftel te doen , raakende eene gedecerneerde Commisfie by Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, aangaande de Volks-reprefentatie, van die gelegenheid, in zoo verre hebben geabufeerd, dat zy, by monde van den Advokaat Kreet , zeven der Ondergeteekenden van hunne Raadsplaatfen pretenfelyk vervallen verklaard hebben, en dezelven, met behulp van agt andere Raaden , tegen de Protesten der dertien overige aanwezende Raaden, pretenfelyk hebben doen fuppleeren, alles onder dekking der Schuttery, destyds op eene finguliere wyze, waaromtrent men zich liefst niet wil uitlaten, in de wapenen gebragt. Het is U Ed. Groot Achtbaaren al verder bekend, dat de Ondergeteekenden vervolgens zich deswegens, zoo gezamenlyk, als Heeren Burgemeesteren afzonderlyk, hebbende geaddresfeerd aan Hun Ed. Groot Mof enden, by Hoogstdezelven begrepen is, dat deze zaak mere domesticq zynde,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 203 de, geen object van deliberatie voor Hoogstdezelven konden uitleveren. De Ondergeteekenden hebben dierhalven geoirdeeld, zich te moeten addresfeeren aan U Ed. Gr, Achtbaaren, vertrouwende, dat U Ed. Gr. Achtbaaren de Protesten der wettige Meerderheid van de Vroedfchap, op den ^ften April laatstleden, zoo tegen de pretenfe remotie en fuppletie, als tegens alle de verrichtingen van den Advokaat Kreet c. f,, en van de Minderheid der toenmaalige wettig vergaderde Vroedfchap , van gelyke waarde zullen gelieven te houden, als alle wettige Refolutien der wettige Vroedfchap, volgens de Advifen der groote Meerderheid genomen, en verZoekende mitsdien, dat U Ed. Groot Achtbaaren geene zwaarigheid zullen gelieven te maaken, door derzelver gezag, de wettige Vroedfchap te helpen maintineeren, en overzulks te effeótueeren, dat dezelve met effect kan worden geconvoceerd, zoodaanig als dezelve op den 23ften April laatstleden is geconvoceerd geweest, en aan de Leden vrye Deliberatien, mitsgaders vry Acces en Reces tot bet Raadhuis gelaten. Waar mede wy ü Ed. Groot Achtb. bevelen in de befcherming Codes, en blyven, Edele Groot Achtbaare Heeren! ü Wel Ed. Groot Achtb. Dienstwilligen, J, Bichon van Ysfelmonde. ƒ, A. van der Hoeven. C. van der Staal. J. M. Collot d'Escury. J. Mossel, ƒ. G. van Mierop. A. W. Senn van Basee. Henbrik van Beeftingh, J. van der Heim. C, Groeninx van Zoelen van Ridderkerk. Is. van Teylincen. J. F. van Hogendorp. R. van Staveren. P. van Yzen- doorn. Rotterdam den 25 May 1787.  2©4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N®. 1694. Request van elf Oud-Schepenen der Stad Rofterd.m aan de Eu. Groot Achtbaare Heeren, Schout. Burgemeesteren en Schepenen vandie üad, b ifekLti.ya de remotie op den lyfen Apnl laatst, leden gejihied. In dato den 25 lilay 1787. Geven reverentelyk te kennen, de Ondergereeken en, allen Oud-Schepenen dezer Stad, en Geconftitueerden van een groot aantal hunner MedeBurgeren en Ingezetenen: dat de Ondergeteekenden zich by Requeste hebbende geaddresfeerd aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West.Friesland, en daar by, na eene korte cxpofiue van het voorgevallene in de Vroedfchap dezer Stad, op Maandag den agftén Aoril laatstleden, raakende de preter.fe remotie van zeven Vroedfchappen, aan Hun Ed. Groor Mogenden hebben verzogt, eene prompie en efBcacieufe voorziening, tot redres van al het gebeurde rerzaake voorfchreven, het gevolg aaar van-is geweesty dat hooggemelde Heeren Staatm , by Refolutie in dato den 11 den dezer maand May, hebben gedeclareerd: ,, dat de zaak, by de voornoemde „ Requeste vermeld, als mere domesticq zynde, ,, geen object voor de deliberatien van Hun Ed« ,, Groot Mogenden kan uitleveren, cn dat dienst volgende de deswegens gedaane Addresfen moe» ,, ten worden gehouden voor vervallen." Dat, zoo min als door dit Declaratoir en Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden, de daad van den Advokaat Kreet c. f., beftaande in het feitelyk removeeren van zeven wettige VroedfchapsLeden, en in het opdringen van eene onmiddelyk daar op gevolgde pretenfe furrogatie , verftaan kan worden gewettigd te zyn, — even zoo weinig uit hoofde van welgedachte Refolutie, dezelve kan worden gehouden voor eene afgt-daane zaak, waar tegen geene Conftirutioneele middelen meer met vrugt zouden kunnen worden geadhibeerd, — maar dat in tegendeel, den Ondergeteekenden daar 03  tfo Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 205. by onverlet worden gelaten, in'.het employeeren van zoodaanige middelen, als het recht en de billykheidaan.de hand geven. Dat, om hier van gebruik te maaken, en de onwettigheid der voorfchreven pretenfe remotie in het licht te ftellen , de Ondergeteekenden niet noodig hebben eene opzetlyke refutatie van hef fysthéma, t welk men by het doen der gemelde remotie heeft trachten te introduceeren, vermits dat fysthéma, hoe onbeftaanbaar ook, des niette-, genftaande geadopteerd zynde, dan nog geenszins jjjsnficeert die daaden, welke men op die gronden heeft trachten te bouwen, zoo weinig als hetmoog. lyk zy om daar door te conflateeren, dat het recht» het welk aan de ganfche Burgery zou toekomen, zonder uitdruklyke en volkomen bewezene, — ja zelvs zonder ftilzwygende overgift, zou mogen worden uitgeoeffend door eenige private Perfoo- nen, gefterkt door de gewapende Schuttery; en nog weiniger, dat de Krygsraad, welke men, in tegenftelhng van de Vroedfchap, als het tweede reprasfentatief wil doen voorkomen, de macht zou hebben, om het eerfte Corps naar willekeur te vernietigen, of in eenige van deszelvs Leden te verzwakken. Dat de Ondergeteekenden ook onnoodig achten de dangereufe gevolgen aan te wyzen , wanneer • men (ze v in theji admitteerende eene reprafentative Volks-Regeering) zou moeten ondervinden, dat de bevoegdheid of onbevoegdheid om den invloed der Volksftem te doen gelden, zou afhangen van het oirdeel van hen die dezelve in het werk ftellen, en om dat ze waanen de macht in handen te hebben, die bevoegdheid alleen aan zich zelv* tóewyzen. Dat de Ondergeteekenden genoeg achten, deze poinüen even getoucheerd hebbende, daar uit af te leiden , dat de daaden door den Advokaat Kreet c. f. gepleegd, naar hunne eigene gronden, niet dan als voor onwettig kunnen worden gehouden, voor»  ïo6" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vooral, wanneer die flegts door een genoegzaam getal Burgers uitdruklyk worden gedesadvoueerd. En dewyl het met de zaak zoodaanig gelegen is, dat het getal van hun, by welken dit desaveu plaats heeft, dat der eerften niet flegts egalifeerd, maar zelvs furpasfeerd, en dewyl het 'er zeer verre af is, dat aan de laastgenoemden zou kunnen worden betwist zoodaanige bevoegdheid, als naar de gronden van den Advokaat Kreet c. f*, in den boezem der Burgery zouden rtfideeren; zoo zyn de Ondergeteekenden te raade geworden, naar aanleiding der welgedachte Refolutie en Declaratoir van Hun Ed. Groot Mogenden, waar by deze zaak als domesticq word verklaard, dezelve allereerst te brengen aan het Collegie van U Ed. Gr. Achtb. en openlyk te declareeren: dat zy Ondergeteekenden, benevens derzelver Conftituanten, zoo als ten vollen kan worden bewezen, dezelve remotie ten hoogden afkeuren en voor onwettig houden, — en vuurig verlangen, dat U Ed. Gr. Achtb. gelieven daar tegen de noodige middelen van redres in het werk te ftellen, en te effeöueeren, dat de pretenfe geremoveerde Raaden,nevens de overige wettige Vroedfchaps-Leden, in ftaat gefteld worden, die hunne funöien daadlyk te hervatten en zonder belemmering of ftoornis te exerceeren. 't Welk doende &c. (was geteekend) Johannes Hoog. Abraham Verstolk. Ja» Daniël de Loches, Ewodd van Son. Adrianus Havart. Dirk Lodewyk van Cattenbürch. Jan Cornets de Groot. Cornelis van Heüsde. Johan Philip MoNTé. Willem Suermondt, voor hem zelve, en voor Mr. M. Hoog.  is Gebeurtenissen in 1787 enz. voorgevallen. 207 N#. 1695. Request van de algemeene Vergadering der gewapende Burger-Corps, vande Steden en het platte Land in Holland, binnen Dordrecht vergaderd, aan Run Kd. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Hjllund en West - Friesland, verzoekende: l. Dat 'er wegens Holland niets ter Generaliteitskas meer mag worden betaald. 2. Om de vyanden des Vaderlands met de vereenigde Burger- en Militaire magi aer Provincie te keer te gaan. 3. Om zyne Hoogheid provi/ioneel te fuspendeeren in 'C Stadhouder- en Admiraal-Generaalfchap van Holland &fc. Ingeleverd ter Staats-vergaderinge den 25 May 1787. Geeft met behoorlyken eerbied, en gepaste ernst te kermen, de algemeene Vergadering der gewapende Burger-Corps van de Steden en het platte Land in Holland, thans binnen Dordrecht vergaderd. Dat, zoo iemand binnen deze Provincie het recht heeft om te vertrouwen, dat 'er op zyne ernftige verzoeken een behoorlyk reguard zal worden geflagen, het de Suppliante is, die (zonder verwaandheid gefproken) zich verbeeld in de eerfte plaats de bevoegdheid te hebben, om zich met hoop op den besten uitflag tot U Ed- Groot Mo<*. te keeren, als zynde haare Vergadering famengefteld uit die Burger-Corps, die niet alleen door Ü ; Ed. Gr. Mog. zelvs onder Hoogstderzelver protec; teelde zyn genomen, maar die ook door hunne open| lyke gedragingen toonen, dat zy hunne bezittingen, ja zelvs hun leven voor het algemeen belang jen de vryheid van hun Vaderland veil hebben, I en met de daad opofferen; uit die Burger-Corps, die zich t'allen tyde hebben aangeboden en nog i aanbieden, ter befcherming en beveiliging van de Perfoonen en Vergadering van hunne Opperfte Vertegenwoordigers, van die Vergadering, waar in de Hoogheid en Majefteit dezer Provincie word ten toon gefpreid; cindelyk uit die BurgerCorpfen, die uit hoofde van al het voorenftaande, bui-  SoS Verzameling van Stukken letrekkelyk tot buiten contestatie, de'eerfte flachtofFers zyn zouden van de woede en moordzucht van die heenchzuchtige Dwingelanden, die door hunnen vyandelyken aanvd reed* daar toe her toonetl hebben geopend, en niet eerder-zullen rusten, dan na dat hunne' gewelddaadige poogin^en door de meest' c-fEcacieufe middelen , die -U Kdele Groot Mogenden op dit tyriftip nos; volkomen in handen hebben, worden te leur gefteld. Dat de SuppHame vermeend, met grónd te kunnen vooruitzien, dat, indien de uiterfte poogingen door U F.d. Groot Mokerden thans riet worden daar geftWd, 'er te- e verwarring zal geboren worden, welke riet alleen den totaalen ondergang der Provinciën Gelderland r-n Utrecht, maar ook die van deze machtige Provincie, ja van het geheele Bondgenoorfchap zal naar zich fleepen. Dat de 5uppliante vertrouwt, dat U Ed. Groot Mogenden in deze tydsomftandigheden te minder zwaarigheid hier omrent zu"en maaken daar 'er v?n eenen , 7yne allerhei'igfte ééden en püchtèn verbroken hebber-de Stadhouder \ aan het hoofd van flechts eenige weinige Gelde-fche en Utrechtfche Dwingelanden , eenen Burger-Oorlóg daadelyk is aangevangen , door de irfiüiting der Stad Utrecht en de verraWelyke attaque op Stads wettig territoir aan de Vaart , met dat noodlottig gevolg, dat het g' ftorte Burgerbloed reeds een droevige kreet heeft doen op..aan, en voor den'throon van den Rechter van jBemel en Aarde om wraake fmeekt; ja de eer vaö het Volk van Nederland vorderd, dat het zr lve ter ftrenpften gewroken wor-' de, vooral, daar de gantfche w'denkende Natie zoodaanig met dit denkbeeld is vervuld, dat, wan-' neer de zaaken wederom op de lange baan g'efchooven wrrd«*  210 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot behandeld; eene hoon, Ed. Gr. Mogende Heeren! dies te fterker en onverdraagelyker, daar het deze Provincie het alleen is, die meer dan de helft der Penningen, ter Generaliteit benoodigd, fourneert; en dus meer dan de andere zes Provinciën te faamen, in het Bondgenootschap hasredeert; ja zonder wiens hulp, alle de overige Provinciën reeds lang, in de uiterfte armoede en ellende zouden zyn gedompeld geweest. Het is dan om alle deze redenen, dat de Suppliante de eer heeft, zich te keeren tot UEd. Groot Mogenden, en met den meest gepasten eerbied, maar ook met het fterkst vertrouwen op de betaamelykheid en gegrondheid haarer vorderingen, verzoekt. ..: " , 1. Dat U Ed. Groot Mogenden door Hoogstderzelver Gedeputeerden ter Generaliteit, gelieven te doen declareeren: dat zy, geduurende de fataale directie ter Generaliteit, hun contingent, 't zy in de reeds geconfenteerde lasten, 't zy in dezulken, waar toe als nog zoude mogen befloten worden, zullen inhouden, en ter Generaliteit* Casfa geene Penningen meer zullen inbrengen, dan alleen zoo veelen als benoodigd zyn, tot het betaalen der Infesfen van de Obligatien, ten lasten der Genera, liteit thans reeds lopende. 2. Dat ü Ed. Groot Mogenden die Vyanden des V. d'erlands. met de veréénigde Burger en Militaire Macht der Provincie tot reden brengen, en derzelver hostiliteiten afkeeren zullen. 3. Dat U Ed. Groot Mogenden, op het voorbeeld der fuspenfie van het Kapitein-Generail» fchap, den tegenwoordigen Stadhouder, Willem den Vyfden, ook provifioneel zullen fuspendee. ren in 't Stadhouse- en Admiraal - Generaatfchap dezer Provincie, met inhouding van alle de Tractementen en Emolumenten, tot die Bedieningen ten lasten dezer Provincie ftaande. 't Welk doende enz, (was gef.) A. H. Brouwer, Secret. m ft  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 211 1696. Request van Burgers en Inwooners der Stad Amjieldam. aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Hollanden West-Friesland, waar by betuigen te vrede te zyn met de Staats- en Erf. Stadhouderlyke Regeering, zoo als die laatjielyk in den jaare 1766 is gevestigd, h dato den 29 May 1787. Geven met verfchuldigde eerbied te kennen, de Ondergeteekende Burgers en Inwooners der Stad Amfteldam, zoo voor zich als voor een zeer aanzienlyk aantal van hunne Mede-Burgers en Inwooners, welke gedeclareerd hebben te vrede ts zyn met de Staats- en Êrf-Stadhouderlyke Regeering, zoo als die laatftelyk in den jaare 1766 gevestigd is, gecommitteerd, gelast en gequaliHceerd, om de tot de confervatie van dezelve, noódige en gefchikte demarches te doen* Dat de Ondergeteekenden voorgekomen zynde, dat by de Vroedfchap hunner Stad j in overweging zouden genomen worden, de bekende Frooofltie der Stad Haarlem, over de bepaaling van d'en invloed des Volks, en in dat welgegrond begrip ftaande, dat de invoering van zoodaanigen Confti. tutioneelen invloed van dien aart, en zoodaanige ivoor de gevestigde Regeeringsform dezer Landen bedenkelyke gevolgen was, dat daaromtrent niet alleen niet met Geconftitueerdens van een gering [gedeelte hunner Mede-Burgers gedelibereerd ,• maar in tegendeel volgens zekere en welbegrepe. toe gronden van het Staatsrecht, het geheele Volk* en dus, zoö verre hunne Stad betrof, alle Inwoopers derzelver, daar op behoorden gehoord tc iworden , overzulks te raade waren geworden, zich |by Requeste aan Burgemeesteren en de wettige Vroedfchap hunner Stad te addresfeeren, en aldaar óp zoodaanige gronden3 als in het zelve Request, het welk de Ondergeteekendens de eer heb jben aan dezen te annexeeren j kortelyk zyn aangë« Ivoerdj te verzoeken, dat voor zoo verre welge0 s méïè  212 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot meld Collegie,de meergemelde Propofitie tot een object van derzelver deliberatien zouden nemen, dezelve tevens geliefde goed te vinden, daaromtrent mede te requireeren de confideratien zoo van de Ondergeteekendens en van hunne uomtituanten, als van de verdere Burgers en Inwooners der Stad Amfteldam. Dat de Ondergeteekendens het Adres van het zelve Request hadden ^gericht aan Hendrik Hooft Danielsz., Mr. Pieter Clifford Mr. Willem Herrit Dedel Salomonsz. en Mr. Makten Adriaan Beels regeerende Burgerreesteren en Regeerders , mitsgiders de Leden van Tn Raad, uitmakende de derzelver Stad. Dat de Ondergeteekendens mee kunnen noch willen ontveinzen, dat zy deze ex terfie van hun Addres geprefereerd hebberom daar door in het midden te laten he omerzoek, in hoe verre het tegenwoordig Collegie van ae VroedfchaTder Stad Imfieldam, ter.zaake, van eene remotieP van eenige Leden, en de ajnftellmg van eenige andere Perfoonen , welke beide daaden zv Ondergeteekendens, als wederrechtelyk, illeelal , en mconftitutioneel befchouwen , als een we t R rep efentatief van de Burgers en Inwooneri Lrzelver Stad, kan worden geconfidereerd. Dat de Ondergeteekendens zich omtrent dit zelve noindt de eer gehad hebbende aan U Ed. Gr. Molenden te addVesfeeren, en daaromtrent Hoogstiefzelver voorziening te verzoeken , om even die zelve Uden hadden gemeend, Hoogstderze ver deliberatien, en op dat fujet te nemene Refolutie eer biedig te moeten afwachten, en dus verkozen hébben, het Addres van hun Request in die termen in te richten, dat daar gelaten wordende de Stige Vroedfchap, zelvs de nieuw gecreëerde Raaden over de voldoenenheid van dit gemaakt Adtfres.nietl^fiteeren konden,ten zy ter gelyker fvdI zelve wilden te kennen geven, dat zy zelve over de legaliteit hunner aanftelling twyfFelden,!n hetzelvl voor volledig moesten houden, zoo zy  de Gebeurtenis/en 'in 1787 enz. voorgevallen. 213 zy zich zelve als wettige Vroedfchappen befchouwden. Dan dat de Ondergeteekendens ondercus» fchen tot hunne grootfte verwondering, hebben moeten ondervinden, dat aan den eerften Onderteekenaar hetzelve Request te rug was gegeverf zonder eenige dispofitie, maar met by voeging van een Extraft uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Amfteldam, in dato den 24ften May dezes jaars, medebrengende: „ dat by welgemelde 5, Vroedfchap de tituiature van hetzelve Request ,, gelezen zynde, goedgevonden <-n verftaan was, „ het Request zelve, vermits NB. ciet in gewoo„ ne en behoorlyke form aan Burgemeesteren en „ zes- en- dertig Raaden geaddresfeerd was, niet te lezen, en aan de eerfte Teekenaar terug te „ doen toekomen, met kennisgeving van dezelve Refolutie". Dat de Ondergeteekendens onkundig zynde, dat ergens is bepaald eene titulatuur, jwelke met uitfluiting van andere decente distinótive en genoegzaam defigneerende Addresfen, aan het Collegie der Vroedfchap by Verzoekfchriften zoude moeten worden gebezigd; en in het byponder verzekerd zynde, dat de by de evengedachte Refolutie van de Vroedfchap befchrevene keer verre is van altoos te worden gebruikt, dan pok niet hadden kunnen verwachten, dat men E>nder een voorwendzel van dien aart, dat op zyn best genomen in eene niets beduidende Etiquette poude uitloopen, de ftemme van een zoo aanzienyk aantal Burgers en Inwooners in een zaak van pat gewicht, zoude hebben geweigerd te hooren. Dat zulks de Ondergeteekendens te meer moet urpreneeren, om dat nog zoo onlangs in de maand \pril, wanneer eenige Leden van den grooten r3urger Krvgsraad dezer Stad, konden goedvinden,, ïen zeer fingulier en zelvs ten aanzien der form. reheel ongefchikt Addres aan een der Heeren purgemeesteren, by het uitgaan en fchsiden der ^roedfchap over te geven, tendeerende tot de pretenfe remotie van negen Raaden, men geen O 3 zwaa-  2'ï4 Verzameling van Stukken betrekkelyk iet zwaarigheid gemaakt heeft, het verzoek niet ajleen,. te lezen, maar ook in deliberatie te brengen, en daar op te refolveeren , niettegenftaande men by de intentie der Refolutie zelve erkend, dat hetzelve verzoek niet op de ordinaire en legaale wyze, ter kennisje van de Vroedfchap was gebragt. — Dat de Ondergeteekendens niet kunnen penetreeren, de redenen, waarom men in het eene geval, daar het op eene odieufe remotie van Regenten aankomt, alle irregulariteitcn en illegaliteiten, die men zelve erkend, met zoo veel indulgentie pasfeert, en een zoo fcrupuleus attachement aan een niet alleen ocbewezcne, maar zelvs niet existeerende Etiquette betoond, in een geval, waar in zich de ftem yan een aanzienlyk aantal Burgers en Inwooners, tot bewaaring en inftandhouding van 'sLands Confiitutie verheft; te meerder, daar by hun niet wel kan opkomen het denkbeeld, dat men door het willen doen veranderen van der Ondergeteekendens Addres, zoude getracht hebben ingewikkeld te doen advoueeren, de wettigheid en legaliteit van eene aanftelling, waaromtrent in allen gevalle , de deliberatien van ü Ed» Groot Mogenden nog hangende syn, en waaromtrent de extenfie van het Addres, op zyn fterkfte genomen, alles in het midden gelaten heeft. Dat de Ondergeteekendens voor zich en hunne Conftituanten, te raade zyn geworden,het voorcnftaande onder het oog van ü Ed. Groot Mogen, den te brengen, met ootmoedig verzoek: dat voor zoo verre, ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden door de Gedeputeerdens der Stad Amfteldam omtrent de voornoemde Propofitie raakende den invloed des Volks, eenig Advis mogte werden uitgehragt, als conform aan de intentie der Burgeren en inwooners derzelver Stad, U Ed. Grooc, Mogenden zullen gelieven in conflderatie te nemen," dat het grootfte gedeelte der Burgery ea fpeciaal de Conftituanten van hun Ondergeteekendens, tot nog toe daaromtrent niet gehoord zyn*  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2x5 en dat de laatstgemelde volftrektelyk rjiet, als hunre daaden of gevoelens kunnen adopteeren dat gene, het welk by de Geconftkueerdens van eenige hunner Mede-Burgeren mogte worden verricht of geavanceerd, 'c Welk doende &c. N°. 1697. ExtraSt uit het Register der Refolutien van de Ed. Groot Achtbaare Heeren van de Wtth der Stad Rotterdam, behelzende dispofitie op de Misfive onder N'. 1693 geplaatst. In dato den 29 May 1787. Op heden gedelibereerd zynde, over de Misfive den 26ften dezer aan deze Vergadering gepra> fenteerd, en waar over, vermits de incompleetheid derzelve, de Deliberatien tot heden waren uitgefteld, en in achtinge genomen zynde, dat by deze Vergadering op de Misfives aan dezelve gefchreven door een of meer privaate Perfoonen, 't zy dat dezelve geweest zyn, of nog zyn, Leden van eenig Collegie binnen deze Stad, of elders, niet wel Deliberatien noch Refcriptien kunnen vallen, naardien alle verzoeken door dusdaanige aan deze Vergadering behooren te worden gedaan by Request, gemunieerd met behoorlyk zegel, is echter uit aanmerking dat onder de Teekenaars van voorfz. Misfive zich bevinden de Heeren en regeerende Burgemeesteren dezer Stad, en dienvolgens Mede-Leden van deze Vergadering goedgevonden en verftaan, de voorfz. Misfive niet te rug te geven, noch geheel te houden buiten deliberatie, gelyk anderszins gevoeglykst zoude hebben behooren te gefchieden, maar namens deze Vergadering aan voorgemelde Heeren en ——— te declareeren, dat deze Vergadering van begrip is, dat het voorgevallene binnen deze Stad op den 23/ïe» April laatstleden O 4 niet  ti6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot niet meer kan worden veranderd, en dat dienvolgens, al was het verzoek in meergemelde Misfive vervat, by Requeste aan deze Vergadering gedaan, door dezelve daar in niets meer zoude kunnen worden gedaan; zynde voorts gerefolveerd deze Refolutie te hoeden voor gerei'umeerd, en dat daar van aan de voorfz. Heeren ■ - en -— zal worden gegeven Extract, ter hunner naricht. Accordeert met de voorfz. Refolutie. N". 1698. Request van de Leden der Oranje-Societyte te Leiden, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, behelzende onder anderen verzoek: dat de Refolutie, waar by het Commando in 's Hage aan zyne Hoog. heid is benomen, en die waar door Hoogstdezelvein zyne qualiteit als Kapitein-Generaal is gefuspendeerd, mag worden ingetrokken. Geven zeer eerbiediglyk te kennen de Ondergeieekeoden. Dat de Ondergeteekenden met het allergrievendst leedwezen, voor U Ed, Groot Mogenden moeten epeuleggen, hunne gegronde bekorameringe, wegens den ongelukkigen en akeligen toeftand, waar inne deze, eertyds zoo gezegende Republiek, in 't gemeen,en deze Provincie in het byzor-der, door binnenlandfche verdeeldheden is gebracht, zoodaanig , dat, indien daar in niet promptelyk werde voorzien, de totaale ondergang van de Republiek het oovermydelyk gevolg daar van zyn zal. Dat de Ondergeteekenden zich by dezen niet zul. \ len, begeven x in een breedvoerige voordracht van den okfprong vaa dit onheil, dan, dat zy lieden zich gehouden en verplicht oirdeelen, om , met alle reverentie , onder het oog van U Ed. Groot Mogenden te moeten brengen,dat zy al den twist» ^weefpalt* 6Q.onjeJ.opzen. dwang en. wedersechtelyki he»  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2i"£ lieden, benevens de omkeeringen m de Regeeringe van fornmige Steden , en de feitelyke ftremmiag der vrye deliberatien in anderen , met de daadelyke ontzetting van zyne Hoogheid, van een gedeelte der Exercitie zyner erffelyke waardigheden; m )eten toekennen, aan den haat en drift van fommigënj die eene zamenfpanning fchynen gemaakt te hebben, omme, met de wapenen in de hand, alles om te keeren , en de zoo gelukkige Confiitutie, waar by de Republiek in 't algemeen, en deze Pro» vincie in 't byzonder, zoo zeer in voorfpoed, aan» zien en vermogen is toegenomen, te vernietigen, ofte derzelver kracht en esfentie weg te nemen, en die tot bereiking dezer oogmerken, onderden bedriegelyken naam van liefde en yver voor 't Vaderland, van tyd tot tyd zich, of in Troepen veréó, nigd, of in wetgevende Genootfchappen en Verbindtenisfen zamengevoegd hebbende, de trouwe van U Ed. Gr. Mogenden hebben verrast, en vervolgers by aanhoudenheid niet alleen zich hebben opgeworpen tot Regeerdets in de Regeering , en toe bevoorrechte onderdrukkers van hunne flille MedeBurgers, en Ingezetenen; maar welke zich eindelyk ook, tot die ondragelyke laatdunkendheid hebben laten vervoeren, dat zy zich overal, als de majeHeit des Lands, en als uitbrengers van de ftem des geheelen Volks, hebben aangemaatigd, om boven en behalven de voorfz. flremming der vrye deliberatien der Regeeringen, en de voorfz, remotie der' aanzienlykfte en eerbiedenswaardigfte Regenteu , overal, met eene gewelddaadige drift, hunne Mede-Ingezetenen te overheeyfehen; de onwettiglte voorftellingen by alle gelegenheden te doen; den Stadhouder openlyk en onvoorbeeldelyk te hoonen en te lasteren; en eindelyk, zich aan te gorden, om, met verbreking der heiligfte banden van de Unie, het territoir van andere Provinciën, in meer dan eene gelegenheid, tefchenden, en daadelyk, met verbreking der Unie, eene Burgerlyke Oorlog aan »c vennen,, O $ Dat  ft'ST Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dat de Ondergeteekenden fchrikken, om alle de treurige en akelige gevolgen en rampen, hier uit reeds voortgevloeid en nog te verwachten, op te vTaalen- zy vertrouwen , dat dezelve overvloedig eïïoeg aan U Ed. Groot Mogenden zullen zyn bekend en dat dezelven hun wettigen, om eindelyk hunne klachten, bekommeringen en mftantien in derzelver fchoot uit te ftorten, en met alle nadruk nan U Ed. Groot Mogenden voor te dragen, dat Smmer of ooit de Voorftellingen, Requesten, DeSSÏolren, of wat het verder zyn mogt, van de voorfz. door drift vervoerde of misleide MedeBurgers en Ingezetenen,voor de ftemme des Volks Svven of behooren gehouden te worden: dat een nrSe grooter getal van 's Lands Ingezetenen, die hoofd voor hoofd, t zelve recht hebben als de gequalificeerdfte onder hun, den levendigften afkeer gevoelt, van alle de voorfz onwettige en alfes vfrwoestènde flappen, en volmaakt te vreden is mee de Confiitutie van Regeering. zoo als die met hetErf-Stadhouderfchapuit het Huis van Orante veréénigd, en in 't byzonder in den jaare i765 Cetti» , unaniem en plechtig is vastgefleld en beééSed; en die vervolgens ,'t zy met eerbied gezegt, zonder de grootfte onrechtvaardigheid voor dat verdienftelyk Huis, en zonder 't aanmetkelykst.nadeel voor de Republiek, niet kan of mag veranderd W°ndatnde Ondergeteekenden vertrouwen, dat geen eeJig bedaard, verftandig en vaderlandsch IngezeteS daar aan twyffelen kan, of die regeeringsform, Se verordeningen, die zamengeftelde of indiv dueèle departementen, welke zoo wys en zoo geluktig naar den aart van dit Gemeenebest, ter regeeSne van alle de deelen van de Wetgevende en Uitvoerende Macht zyn beraamd , en met eenen h S ééd en plechtm fanctie èènVfng vastgefleld moéten door Ü Ed. Groot Mogenden, die de wet^e en (onder rev.) aan die verordeningen door pUfaiw iidi verbondene Reprsfentanten der Ng  de Gebeurtenis fen in 1787 enz. voorgevallen, ar«j tïe zyn, heilig worden bewaard en befchermd, ten dien effe&e, dat geene kleinere gedeeltens van 'c Volk, hier en daar door valfche inductie opgeruid, en door weinige heerschzuchtige iieden onderfteud en aangevoerd, ja door eenen vreemden invloed maar al te jammerlyic misleid, daar tegens mogen gehoord worden, en dat naar dezelve Grondwetten van dezen Staat, ia een tyd van Cabaale en Burgertwisten, naar der Ondergeteekendens eerbiedige ge Jachten» aan eene kleine temporede meerderheid van ftemmen,te minder het vermogen behoord te worden toegekend, om die hoofdinrichtingen en grondzuilen te veranderen, welke met eenpaarige toefl ^raming en op een algemeene inroep der geheele Nitie, voor altoos zyn vastgefleld en bezworen, en waar by het geheele fighaam der 1 gereprefenteerde Natie, zoo wei a's den Heer Stad! houder , aan wien een wettig erf»rechx door geene politicque dispofitien, naar die zelvde Grondwetten, kan ontnomen worden, ten hoofden zyn geinteresfeerd, en die in allen gevallen daar over resipetiivelyk zoude moeten gehoord en geraadpleegd Iworden/ Dat de Ondergeteekenden alleen de vryheid nemen, verder op té merken, dat, in gevalle door een prompte herftelling van zyne Hoogheid in het Comjmando van het Guarnifoen van den Hage, en opheffing van de (onder rev.) zoo illegaal gedecerneerde üispenfie van het Kapitein - Generaalfchap, van Holland, geene gelegendheid gegeven worde, dat Hoogstdezeive zich ten fpoedigften kan laten vinden in deze Provincie, om op eene conftitutioneele wyze, gezamentlyk met U Ed. Groot ïvlogenden, en verdere Leden van Regeering, mede te werken aan de herftelling van de rust en 'c vertrouwen, zoo tusfchen Regenten en Ingezetenen, als tusfchen deze laatften.onderling, ter verdere fluiting van alle geweld en overheerfching; ter reparatie van de feitelyke beroeringen, bedrei. gingen en reraptien van Regeeringen j ter befcher- ajing  ï20 Verzameling van Stukken betrekkelyk tst mirjg van de Privilegiën en Voorrechten der Inge-r zetenen, en vooral van het Privilegie de non evocando; en eindelyk, tot krachtige handhaaving van de Juftitie; de Republieken deze Provincie noodzaaicelyk moeten verloren gaan, en een tooneel ftaac geopend te worden van de ysfeiykfte aller oorlogen en verwoestingen , die der Burgeren namentlyk» en der Broederen onder eikanderen. Dat zy dus verwachten, dat U Ed. Groot Mo» genden deze eerbiedigeen nadrukkelyke inftantien, door de nood des Vaderlands afgeperst, inferieufe overweging nemen zullen, zoo uit hoofde van de rechtvaardige aanfpraak, die zyn Hoogheid, volgens een incontestabel Erf-reche op de daadelyke exercitie van de voorfz. Rechten, aan zyne wettige Prseëminentien verknocht, heeft, als uit kracht van den wensch en begeerte der geheele weldenkende Natie, die de herftelling van dit Erf-recht, als de heiligfte befcherming van 's Volks waare Viyheid cn Rechten aanmerkt en reclameert; terwyl niet alleen geen ander middel, hoegenaamd, toereikende is, om op Conftitutioneele gronden, de zoo noodige rust te herftellen; maar ook, om dat de Ondergeteekenden vertrouwen, dat de zaaken tot die klaarheid en dat uiterfte gekomen zyn, dat het niet meer twyffelachtig by U Ed. Groot Mogenden zal kunnen wezen, dat alle de rampen , die ons drukken, eikanderen gevolgd zyn, van 't oogenblikaf, dat de voorfz. onvoorbeeldige drift, tweefpalt en dwang zyne Hoogheid genoodzaakt hebben, deze Provincie voor een tyd te verlaten; en dat, zonder zyne wederkomst en weder-aanvaarding zyner voorfz. hooge funttien, de rust niet kan worden herfteld, en de Republiek voor haare geheele ondergang bewaard, gelyk alle deze gewichtige objecten breeder en duidelyker in het openlyk Declaratoir van zyne Hoogheid van den 2óften May laatstleden, zyn voorgedragen. Weshalven de Ondergeteekenden, eerbiedig verzoeken en infteeren: dat U Ed. Groot Mogenden eerst  ie Géeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, aii eerst en vooral, en wel ten fpoedigflen tot de opheffing der voorfz, Refolutie, waar by het Commando over 't Guarnifoen van 's Hage aan zyn Hoogheid is ontnomen, en Hoogstdezelve in zyne qualiteit als Kapitein-Generaal van deze Provincie is gefuspendeerd, gelieven te refolveeren, 't Welk doende, &c. JNK 1699. Lyst van de geplunderde Huizen binnen Amjieldam, op den 29 en 30 May 1787. By Jacob van Zwieten, op de Werf de Hoop op Kattenburg. De Apothecar Martinus Steffens, op Kattenburg, naast de Oranje-Kroeg hit Onvolmaakte Schip. By Hoenebeek in de Wittenburgerftraat. By V. Schuurman op Wittenburg. By Willem Rodermond , KofFykoper in de groote Kattenburger Dwarsftraat. Üe Schilder Vos, op Kattenburg , doch niet veel. De Horologiemaaker Kurkules, op dito, niet veel. De bovenflaanden zyn alle Huizen van Patriotten. By den Oud-Burgemeester Rendorp, op de Cingel, over de Brouwery de Zwaan. By den regeerenden Burgemeester Beels, op de Keizersgragt, tusfchen de Leydfchegragt en dito Straat. By de Boekverkoper Arenos , op het Cingel. By den Kantverkoper Arends, in de Halvemaanfteeg. By Pieter Scholtz , in de bekende Oranje-Kroeg 's Lands Wdvaaren op de Reguliersgragt , by de Amftel Kerk, By A. Wynants , Leerkoper by de Lombartsbrug. By Trop , Boekverkoper op de Zeedyk. By Harms Brasz, Theekoper op Regtboomfloot. By Jan Eydam, Yker van Vaten en Maaten, op de Roozegragt. By Pyfers, Bakker in de groote Kattenburgerftraat, By Jan Engelsman.  224 Verzameling vim Stukken betrekkelyk tèt man, Stuurman op het Admiraliteits Jagt, in dito ftraat By Meyer , in de voornaamfte Oranje-kroeg, eenaamd het Onvolmaakte Schip, op Kattenburg. By Eyserman, in de Kroeg de Oranjeboom, in de Wittenburgerftraat. By Pothart, ln de Kroeg de Ramenos, op de hoek van Oostenburg. By Claas Booy, Mastemaaker op de hoogte van de Kadyk. Bv W Coertse , Boekverkoper in de Barneiteeg. By Ary Baas , Turfkoper op Wittenburg, in 'f Vosfe Krot. Deze Huizen zyn het ergst geplunderd, en iel de meeste geheel ledig en ontramponeerd: doch de volgende meest de glazen ingeslagen, en eemgeneen mini geplunderd, als by Visbeèk, in t Wynhuis op de hoek van de Haarlemmerdyk en Vismarkt. By iEN Kaaten , Herbergier in de Oudenbrugfteee. By de Wed. Ploeg, in de Chitfe Winkel daar naast. By de Kaaskoper daar tegen over. By de Zilverfmid op de hoek van de JNieuwendyk en Nieuwftraat. By Scheepens , in de Nieuwftraac. Bv Cyffers, een Wynhuis in de Roozeitraat. by Swart, Grutter op de Heilige Weg. % Piephof, Banquetbakker op de Heilige Weg. By van Harpen, Makelaar in deKoningflraat- Boven hec Wynhuis de Morgenzon, op de hoek van de groote Kattenburgerftraat. In een Kouzen-Winkel in dito ftraat. By Hendrik de Waal, op een Kamer op Kattenburg. By Jacob Gtrardyn, Zilverflnid in de Hoogftraat. By Barend Jonker , Kaarsfemaa. ker in de Dirk van Hasfel-fteeg. In het Joods Pakhuis zyn eenige glaien ingeflagen; door het geven van eenige flesfen wyn, was de meemgte vertrokken.  ie Gebeurtenis/en in 1787 «22. voorgevallen. 223 N°. 1700. Addres door een groot aantal Burgers en Inwooners der Stad Haarlem en derzelver Jurisdic tie onderteekend, aan Hunne Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Ho'land, op den 30 May 1787 geprefemeerd, betrekkelyk de toejiand waar in zich het Gemeenebest bevind. De Ondergeteekenden, zynde allen Burgers en Ingezetenen der Stad Haarlem en derzelver Jurisdictie, geven met verfchuldigden eerbied te kennen: Dat zy Ondergeteekenden , op de treffendlïe wyze zyn aangedaan over den tegenwoordigen toeftand van ons lieve Vaderland, en het ichroomlyk vooruitzicht, dat deze eertyds zoo bloeiende Landen, de zetel van rusten overvloed, welhaast tooneelen van een alles verwoestenden Burger-Oorlog zullen opleveren. Dat zy Ondergeteekenden wel aan den eenen kant niets liever zouden verlangen, dan dat 'er een weg konde gevondeD worden, om de zoo gewenschte ééndracht, de grondzuil dezer Republiek, wederom te herftellen , en dat zy daarom niets anders kunnen doen, dan het gedrag van U Edele Groot Mogenden,.om niet, dan in den hoogden nood, over te gaan tot zoodaanige middelen , waar van 1 anders deze zachtaartiae Natie eenen afkeer heeft, met hunne dankbaare goedkeuring te bekrachtigen, als voortvloeiende uit dezelve vredelievende grondbeginfelen, en alleszins gefchikt, om de gehoude. :ne conduite van deze Provincie, voor de oogen i van geheel Europa, ja van de gar.tfche Weereld, te justificeeren, en aan het laitile Nageflacht een blyk te geven, dat het airhars niet a^n eene goede dispoötie van de zyde van U EJ. Groot Mogenden heeft ontbroken, om alle de jammeren van een verderfiyken Burger-Oorlog voor te komen. Doch dat zy Ondergeteekenden aan den anderen kant niet konnen ontveinzen , dat de gemanifesteerde denkwyze van onze wederparryen, welke thans, om hunne fnoode heerschzucht te bevor- de-  224 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet deren, de geheele Republiek op den rand des veN derfs brengen; geen het minfte vooruitzicht op een goeden uitilag overlaat, en dat midsdien terftond by hun eene gegronde vrees gerezen is , dat de conferentie, althans door den Raad van Staaten aan U Ed. Groot Mogenden voorgeflagen, indien dezelve zoude ftrekken om eenigszins de zoo hoognoodige maatregelen , tot onderlinge defenfie en protectie onzer verdrukte Landgenooten te vertraagen, nergens anders op zullen uitlopen, dan op het nadeel van de gemeene zaak, de verflaauwing van den yver der welmeenenden,enverdoovingvan den moed der ftrydbaaren in den Lande. De Ondergeteekenden zyn verre af van het denkbeeld, dat U Ed. Groot Mogenden in zoodaanige handelingen iets zouden toegeven, dat de Burgerlyke Vryheid, of het algemeen belang, zou kunnen fchaaden , daar een volkomen vertrouwen op hee doorzicht van U Ed. Groot Mogenden, van zich niet door eenigerhande voorwendfelen van derzelver cordaate en vaderlandlievende befluiten te zullen laten aftrekken, hun alle vrees beneemt en tea eenemaale gerust ftelt. Ja zy houden zich zelvs daar en boven verzekerd, dat deze corferentie, uit hoofde van de bekende fentimenten der tegenpartyen, fchielyk en geheel vruchteloos zal aflopen ; doch zy vreezen» en de ondervinding geeft hun reden tot deze vrees» dat men telkens foortgelyke zal trachten te herhaalen , uit te rekken, en door het doen van onaannemelyke voorflngen, alle de maatregelen van U Ed. Groot Mogenden te dilayeeren, en zoo veel mooglyk buiten effect te ftellen. Zy moeten met het hartgrondigst leedwezen betuigen , dat het gedrag van de meerderheid der Staaten van Gelderland en Utrecht, niet dan al te veel ftof geeft aan de Natie, om aaa dezelven alle vertrouwen te weigeren. Met opzicht tot de Staaten van Gelderland zyn maar al te veel blyken voorhanden, die ten over-f vloe.  it {kbeurtenisfen in ï^^eht. voorgevallen. '225 vloedigen bewyze hier van verflrekken. Het ge■ beurde te Hattem en Elburg, blyft nog te diep ia het gevoel der Natie ingeprent, dan dat wy het zelve, met alle die akelige omftandigheden , op nieuw zouden opnaaien. Ondermyning van de Privilegiën hunner vrye Ingezetenen; daaden van geweld en onderdrukking ; roof en plundering van Steden* die hunne mede-integreerende Staatsleden zyn, leveren de kenfehetfen van hun gedrag op. En onder alle deze flechte en gewelddaadige handelwyzen fpeelt men den rol van Burgerlievenden 's Lands Magazynen violeerende, fchryfe m-a aan den Raad van Staaten , als of men voor een Burger-Oorlog bevreesd was; terwyl fomrnige dryvers van onrecht, zich te vooren niet ontzien hebben, om zich te laten ontvallen: "er moet Burgerbloed g'flort worden. De Staaten van Utrecht,kunnen althans in geen gunftiger daglicht geplaatst worden; in tegendeel, hun trouwloos gedrag verdiend nog meerder de verontwaardiging van een vry Volk. Te vooren , op het tydftip dat de Natie algemeen geindigneerd was over den Admiraal Gene» raai, uit hoofde van den fchandelyk ge voerden Engelfchen Oorlog, namen zy deze dispofide hunner Ingezetenen waar, om het juk van den Stadhouder zich van den hals te fchuiven. Zy vertoonden zich toen als vrienden des Volks, Zetteden het zelve aan tot het prefenteeren van Addresfen, om van een drukkend Regeerings- Reglement ontheven te wori den, zy moedigden de wapenoeffening aan, als een middel om aan deze Addresfen kracht te geven zy misleidden het door hen plechtig opgeroepen Volk,door vriendelykheid en beloften,en dat alles met geen ander oogmerk, dan óm eene haatelyke ' Aristocratie, de ondraaglykfte van alle Regeerings. formen, in de plaats te ftellen. Doch wanneer Utrechts Ingezetenen, en Vooral de Bürgery hunner. «Hoofdftad , hunne oogmerken ontwaar gewordeöl! teynde, de Rechten hun toekomende wilden doeü XXI. Deel. p gej.  226 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gelden veranderde men van toon, floeg alle welen en middelen in om het Volk te doen bukken, er foaarde daar toe, noch beloften noch bedreiginÊeht Wanneer eitdelyk het geduld van Utrechts Burgery was afgemat , en dezelve zich van een eroot aandeel van hunne orwaardige S-ads Regenter had ontlast, verleidden de overige Staatsleden hui.ne Vergadering naar Amersfoort, en gaven aldaar de dntdelykfte biyken vaa wraak en ontrouw. Onder het voorwcndfel van voor hunne perfooneeleveiligheid te zorgen , trekt men de Provinciaale Re. eimetiten byéén, echter onder de herhaalde betuieiwren, van niets vvandelvks tegens de Stad Utrecht te zullen ondernemen ; betuigingen, waar van men de waardy nu onlangs zoo fprekend heeft leeren kennen, toen ons gantsch Vaderland de ontrusterde tyding hoorde, dat gemelde Staatsleden zich niet ontzagen, om, ongeacht alle yreidzaame toezeegingen, de Stad Utrecht van alle kanten in te fluiten en vermeerdering van Krygsvolk uit Gelderland in te roepen;met geen ander oogmerk, dan cm een fysthéma van louter geweld in te voeren. Gelvk zulks ook met 'er daad gebleken is in hec v;okeren vsn Stads-Territoir, in herbezetten van bet Dorp Vreeswyk, anders de Vaart , en allerfterkst in den moorddaadigen,en niet geprovoceerden aanval op een detachement der Burgery van gemelde Stad, en het vergieten van dierbaar Bur- SeZie°daar, Ed. Groot Mogende fleer en! de partyen , met welken men in onderhandeling zoude moeten treden. En wat het Collegie van den Raad van Straten, 't welk zich hier in als bemiddelaar heeft aangeboden , betreft, ^even de Ondergeteekenden het U Ed. Groot Mogenden in bedenking, of dat Collegie hier toe neutraal genoeg mag gerekend worden; blykens de crimineele pn ceduren, dcor dien Raad tegens den Gereraal van Ryssel cn andere Officieren, welke de ordres van U Edelej Grcot Mogenden hebben gtobedieerd, bedreigd,; en,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 227 'en, wat meer is,b!ykens de permisfie van den zelvden Raad, om voor de Gelderfche en Utrechcfche Staaten de Magazynen te openen, welke, zoo de geruchten zweeveo, verleend zou zyn. : De Ondergeteekenden ftellen het met U Edele Groot Mogenden en de geheele Natie, buiten al]en twyffel, dat de geweldige oogmerken van ge. melde Staaten, zich geenszins borneeren. om enkel de Ingezetenen hunner Provinciën, aan welken U Ed. Groot Mogenden derzelver protectie hadden, toegezegd, onder het juk te brengen, nrar dac zich het plan van geweiddaadige overheerfching ea vyandelyk geweld, ook daadelyk tot deze Provincie uitftrekt; zoo als in de bondige Aanteekening der elf Steden , van den isden May d :zes jaars, genoegzaam is betoogd, en in de Misfive der Staatsleden van Utrecht den 23ften May by U Ed. Groot Mogenden ingekomen, niet weinig is bevestigd* als waar in gemelde Staatsleden van zich hebbed kunnen Verkrygen, om U Ed. Groot Mogenden» tegen de waarheid aan, de Aggresfeurs ea oirzaaken van den ter;enwoordigen Burger-Oorlog te noe"men, en daar door zonneklaar foonen, enkel een voorwendfl te verlangen, om tegens U Ed.Groot Mogenden 'en de vrye Landzaten dezer Provincie) vyandelyk te ageeren. De, Ondergeteekenden 'vertrouwen , dat U Ed. 'Gr. Mogenden j door de onpartydige Weereïd VoU komen zullen gejustificeerd worden, over deze ten tonrechte aangetygde befchuldigings en dat in tegendeel U Ed. Groot Mogenden altoos den lof êuIden wegdragen, van alle moo'glyke toegeven hel 4 'te hebben gebruikttegens deze overweldigers hunner Vrygeborene Ingezetenen, van welke toegevenheld öu zoo onlangs een fprekend misbruik is gemaaktj toen zy, fleurende op de ordres wan U Ed. Gröot Mogetiden aan het Guarnifoen van Otrech gegeven, zich hebben Verftout, orrt onder het bereik van het gefchüt van gemeldeStads, vvaa» Idelyke ftrooperyen aan te rechtens. H P % Teii  228 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Terwyl dan de Ondergeteekenden vast Hellen» dat een cordaat doorftaan in dezen nood, het eenigtfh middel van redding voor het lieve Vaderland kan zyn, nemen zy de vryheid, aan U Ed. Groot. Mogenden op het eerbiedigde, en teffens op het ernlligtte te verzoeken, tot geene onderhandelingen toe te treden, dan op zulke grondflagen, en onder zoodaanige precautien, dat men een waarlyk goeden ukflag van dezelve zoude kunnen verwachten. En dat. deze althans geene de minfte vertraaojng mogen veroirzaaken, in de zoo voiftrekt noodlaakelyke middelen van defenfie, en dat met_ allen fpoed voortgang werde gemaakt, om de Militie van deze Provincie in dien fiaat te brengen, dat zy tot wezentlyk nut kan geëmployeerd worden. De Ondergeteekenden penetreereu wel de moeilykheid, die de tegenwoordige gefteldheid der Militie veroirzaakt, maar zy verwachten niet, dat dit TJ Ed. Gioot Mogenden zal kunnen terug houden. , f)e zoo algemeen betoonde bereidwilligheid en gedaane betuigingen van het beste gedeelte van Hodands Ingezetenen, verzekeren U Edele Groot Mogenden van derzelver hartelyke en krachtdaad}. ee onderfteunirg ; het zoo onlangs voorgevallene fe Woerden en Oudewater toont, wat eene welgezinde en cordaate Burger-Militie vermag; dat onze Landgenooten ,niet ontaard van hunne helfhaftiee Voorvaderen, ook in dezen tyd blyken zullen leven van hur.ee zucht voor Vryheid en Vaderland, en zich met alle macht verzetten tegen de heerschzuchtipe Geweldenaars, die de vrygeboren Ingezetenen van dit Gewest, trachten te vernederen tot de !?a(Tte van zulke Volken , welke van den wil van éir.en afhangen, of aan de verdrukking van ee. nige wetriigin onderworpen zyn. De Ondergeteekenden vertrouwen volkomen vaa de wysheid van U Ed. Gr. Mogenden. dat Hoogstdezelven in dezen kommervollen toeftand van zaa. ken. van alle zoodaanige middelen zullen gebruik maaken, welke God en de Natuur hun aan da hand  de Gebeurtenis/en'in 1787 enz. voorgevallen. 229 hand geeft, tot redding van het lieve Vaderland. En, daar zy Ondergeteekenden geconvoceerd zyn, dat het thans en vooral na de onwederlegbaare argumenten, ra de zoo evengemelde ContraAanteekening van elf Steden bygebracht, buiten alle bedenking is gefield, dat de tegenwoordige fleer Stadhouder aangemerkt moet worden, als de bron en oirzaafc der heillooze verwarringen en gewelddaadige poogingen, tot omkeering van 's Lands Vryheid en ondergang van 't Vaderland; zy hec den Ondergeteekenden geoirloofd, te gelyker tyde aan U Ed. Groot Mogenden onder 't oog te brengen, dat de Ingezetenen dezer Provincie, altoos zoo ge. Willig om 's Lands lasten te dragen, echter alleroobaarnst de Penningen, door hun zweet en arbeid den Lande opgebracht, langer zouden zien employeeren tot onderhoud en grootmaaking van een Staats-Minister, wiens vyandelyke oogmerken ten aadeele der Vryheid, en ten verderve van deze Provincie, zoo zichtbaarlyk doordraaien ; en dat zy midsdien U Ed. Groot Mogenden verzoeken: om bok ten dezen opzichte, daar het welmeenendsc gedeelte der Burgeryen zich door vrywillige Oonaien, ten voordeele der algemeene zaake uitput, ioodaanige cordaate maatregelen gelieven te nenen, als U Ed. Groot Mogenden voor het welsyn van het lieve Vaderland , naar derzelver wysieid en rechtvaardigheid, noodig en heilzaam zulen oirdeelen. j En voor het overige betuigen de Ondergeteekenden, dat ingevalle die verdervers van hun Vaflerland en belaagers van hunne Vryheid, door eehen ongelukkigen keer vanzaaken, over alle hunne tsrelmeenende poogingen mogten zegtfèraalen, zy, |ils waardige Burgers bereid zyn, het loc van hunne retrouwe Vertegenwoordigers , die tot het einde >al fionden, te ondergaan, en het zich een eerzulen rekenen, met dezelve alle de rampen van een «gelukkig, maar te gelyk groot Volk, gemeen.chappelyk te deelen. P 3 De  ijo. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot De Almachtige keere eene zoo ongelukkige om», wenteling, en zegene ten dien einde uwe Lands. Vaderlyke befluiten! 't Welk doende, &c. N°. 1701. Misfive van Burgemeesteren en Vroedfchap. 'pen der Stad Schieaam, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, tot aan. drang van hun Recht, en verzoek van mainienue by de uitoefening eener vrye Magiftraats-btflelling. In dato der. 30 May 1787. Edele Groot Mogende Heeren! Wy hadden wel gewenscht, ons te hebben kun- 1 pen dispenfeeren, de veelcrhande gewichtige deli- . beraden van U Ed. Groot Molenden te vermenigvuldigen, met een Addres, door ons aan Hoogstdezelven'te doen. Dan, de bezeffing van onze: verplichting, om de Privilegiën, aan ons, als re-. praefenteerende de Burgerye der Stad Schiedam,, zoo door de Graaven in der tyd, als door U Ed., Groot Mogenden gefchonken, te handhaaven, en i yverzuchtig om dezelve gaaf en ongefchonden opi onze Nakomelingen te brengen, voert ons in de'^ onvermydelyke noodzaakelykeid, U Ed. GrooCl Mogenden eerbiedigst te adieeren, ' De Privilegiën, welkers handhaaving wy bedoelen, Ed. Groot Mogende Heeren! zyn betrekkelyk tot de jaarlykfche Magiftraats-beftelling bin-t nen onze Stad, en tot de vervulling der Vroedfchaps Bedieningen; waar van het geval thans daa-'i de:\! "door de vrywillige afftand van Mr. Arend, Vink knior, voor handen is. Wy' willen niet ontveinzen, dat wy, na de we.; deriayoèring van het Stadhouderfchap in het jaarj 1,747, onze Nominatien van Burgemeesteren, ScheJ penen en der vaceerende Vroedfchaps-Bediening * gen,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 231 gen , jaarlyks ter Electie hebben gepra^fenteerd aan den Vader van den tegenwoordigen Heer Stadhouder, in die qualiteit. Wy erkennen ook te gelyk, dat wy, geduurende de minderjaarigheid van den Heer Erf-Scadhouder, eerst aan deszelvs Vrouwe Moeder, en na haar overlyden de voorfz. onze Notninatien aan ü Ed. Groot Mogenden, als exerceerende de Voog. dy over denzelven, ingevolge ü Ed. Groot Mogendens aanfchryving van den 16 January 1759» fuccesfivelyk ter Electie hebben toegezonden; ja, wy erkennen daar en boven, ook daar na te hebben gedefereerd aan U Ed. Groot Mogendens Refolutie van den 8 Maart 1766 tot op den 30 April van het laatst afgelopen jaar 1786, zynde den gewoonen dag tot de Magiftraats-beftelling, by. U Ed. Groot Mogendens Octroyen bepaald. Dan, niettegenftaande die openhartige erkentenis van gepleegde daaden, zoo vermeenen wy met de volkomenfte gerustheid, dat, als de verplichting derzelve zal moeten werden onderzogt en beflist, wy nimmer tot de continuatie zullen kunnen werden veroirdeeld. Wy ftellen vast, Ed. Groot Mogende Heeren! dat als men in den jaare 1747 sn 1766 met die zelve rondborftigheid, als men ;hans, God dank! vermag te doen, had durven preken; en dat wy, of onze Prsdecesfeuren, met ïene gepaste fermiteit, het maintien der Octroyen :h Privilegiën, die wy thans zullen reclameeren, ïadden durven inroepen, en zich van de uitoeffeïing der aanfchryvingen, door U Ed. Groot Morenden gedaan, hadden geëxcufeerd, U Ed. Gr. vlogenden, toen zoo min als nu , dezelve als eene ibfolute verplichting zouden hebben geobtrudeerd. A^y vermeenen, die aanfchryving van den 8Maart :~t66, in geen anderen zin te moeten opvatcen, lan als eene daad, waar by UEd. Groot Mogenden lebben verklaard, aan ons te hebben geremitteerd, ie jaarlykfche toezending der Nominatien, — velke Hoogstdezelve, in quaijtsic als Voogden, P 4 over  93* Verzameling van Stukken betrekkelyk ut over den toenmaals Minderjaarigen Heer Erf-Stad, hOÜ-CI' .7" 60 ln die betrekkinge alleen, hadden geoirdeeld te moeten vorderen f tot confervS voor «oo veel des noods, van het recht van hun , nen toenmaaligen Pupil, in tyd en wyle des goed. vindende te iustineeren. En wy ftellen vast, dat daar uit geenerhande verdere verplicht^tegens ons kan werden geëlicieerd, zoo lang zyfe Hoog. heid in gebreke zal blyven, om aliunde zyn rechf, V Jrfr h der. MaP^ats.beftelling en der Vroedfchaps-Bediemngen, uit de Nominatien doof g geformeerd, tot eene demonftratie te betoo- üZLffiu cver,IanS bsdacht geweest, Ed.Groot gfvenheïd betreden, af te wyken; en te volgen l££5£X' d0%Ge^ L^ van UEd.GrS SS r& V(-'^deung aangewezen. Veele "t ; vjrb.Jeden ons, om langer toegevende te zyn, p de mfpraak vaa ons geweten gebied ons, veda-ennd%*™F'™»Y}* het oude gebruik té verladen. En die irfpraak gevoelen wy tot de hoogite graad van Overtuiging gebragt, door d« Bue5erVï epenDTn0tabeI aantaI ™«* aanzienelykftl kraS 5 aangevoerd dooï de ft Si dnèh Zl b0Rd,^e ^'gumenten, by een ernitig, doch tefièns decent Addres, aan onze Ver. gadenng binnen weinige dagen ingeleverd. wy maaken geene zwaarigheid, om eenke van die argumenten te adopteeren; en nemln de vry. Tf &3 n \fn het wvs en doorzichtig oog van U Ed. Groot Mogenden voor te dragen, en mits. ; dien te doen opmerken. 6 ' Dat, wanneer wy het oog vestigen op de Hand- cf,Z\ÏTkgie-ü eD Oflwyen.welkS onder de Graaflyke Regeeringen van Bourgondifn en van Oostenryk zyn verleend geworden, uit dezelJe ten klaarften kan confteeren, dat Hertog Pml™ van Bocrgondïen, reeds op 'den 8 Augusfus rïXJ feeeft vergund, en geconfereerd.; een. m- s, twin»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 235 «, twintig Perfoonen, Poorteren en Inwoonderen „ onzer Stad, jaarlyks, op den dag by zyn 0£troy „ bepaald, uk het midden van hun, of uit demin„ dere Poorteren en Iawooneren, met de meeste „ (temmen zouden mogen kiezen tweeBurgemees„ teren en twee Thelauriers; en dat wyders uit die genen, vaa de voorfz, een- en- twintig Per1 fooneu, welke niet toe Burgemeesteren of The. „ fauriers waren gekoren, de Baiïjuw zeven Sche* „ penen zoude zetten, en ééden; en dat, zoo „ eenige van die voorfz, een- en- twintig Perfoo„ nen mogten aflyvig worden, of met zyn woon„ ftad uit de Stad vaarea, dezelve een- en- twintig ,, Perfoonen, aldaar blyvende, by de meeste ftem- men van Hunlieden, in die ftede van die aflyvige „ of wegvarende, by haaren ééde, anderen zou„ den mogen kiezen van de Poorteren, de nutlte „ daar toe wezende". Dat, hoe zeer die vergunning eigenlyk is geweest een gevolg van eene o vereer komsc of ac« coord, tusfchen den toenmaaligen Bailjuw en den iGerechte, mitsgaders de Vroedfchap onzer Stad, met advis en goeddunken van den Stadhouder en Raaden van Holland gefloten, en zich alleenlyk heeft bepaald tot de leeftyd van denzelven Bail» juw; — zoo heefc vervolgens Vrouw Maria van [Bourgondien> by een nader Qótroy van den Maart 1476, geconfenteerd en geaccordeerd voor 'jaar en voor haare Nakomelingen; dat van toen voortaan tot den eeuwigen dagen geduurende, die IVroedfchap en Rykdom van onze Stad kiezen en brdonneeren zouden: „ een-en-twintig Perfoonen, , dewelke alle jaar, op den derden van de maand November, kiezen en ordonneeren zouden, i" t,wee,,Burgemeesteren» en twee Thefauriers, en , die ééden, gelyk dat behoort; als ook dat de „ Bailjuw zeven Schepenen zoude zetten en óéU den; in alle manieren, als door den Hertog |„ Philips, by het voorige Octroy, was vergund P 5 „en  £34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ en geconfenteerd: en in het byzonder ook, dst die Vroedfchap of Rykdom de vacante plaatzen hunner Mede-Leden daadelyk zouden mogen blyven vervullen". Dat die voornoemde Privilegie van V.ouw Marï,\ van Boorgondien, ook by Hertog MaximiLiaan van Oostenryk, op den 2 is confirmeerd. Doch dat d'et te min, voor of omtrent het jaar 1527, Keizer Karel, toenmaals Graaf van Holland, an weerwil van de gemelde Octroyen, en de aanhoudende rustige posfesfie, en 't vreedzaam genot derzelve, ja niettegenftaande zyne dmdeiyke erkentenis van de wettigheid der Privilegiën, door zyne Voorzaten vergund, heeft durven beftaan te ïnterdiceeren, om voortaan overeenkomftig dezelve Burgemeesteren, Schepenen eu ïhefauriers te Dat, hoe zeer de Vroedfchappen onzer Stad hier over by den Keizer wel zyn klachtig gevallen, en de inbreuk op hunne rechten en gerechtigheden, by een bondig vertoog, hebben aangetoond; —— zy toen ter tyd geen verder fucces dieswegens hebben kunnen verwerven, dan dat gemelde Keizer Karel het getal van 21 Raaden od 24 heeft vermeerd, en dezelve quafi heeft geoetroyeerd en geconfenteerd: „ om alle jaaren, ten gewoonlyke /, dage, uit hun midden, of uit andere Poorters, „ te kiezen vier Perfoonen tot Burgemeesteren, „ en veertien tot Schepenen; die zy gehouden zouden wezen, om over te zenden aan den Kei„ zer, ofte zynen Stadhouder van Holland, om „ daar uit te nemen en te ordonneeren , twee Bur„ gemeesteren en zeven Schepenen , mitsgaders „ om by het overlyden van één der 24 Vroedfchap„ pen, binnen den tyd van zes weeken, drie anderen, nutte en bekwaame Perfoonen, aan ge„ melde zyne Keizerlyke Majefteit, of zynen Stadhouder van Holland, ter eleftie aan te pre- „ fen-  4e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 駣 }, fenteeren, —• alles tot zyner Keizerlyke M.ijefteit, of deszelvs Erfgenaamen en Nakomehngen, kenneiyk wederzeggea toe". Wy vermeenen derhalven, Ed, Groot Mogende Heeren! dat de twee eerstgenoemde Privilegiën ons gerechtigd verklaaren tot eene vrye Magiflraats-beflelling jaarlyks; om dat het in allen gevallen zeker moet zyn, dat, wat recht of invloed de Graaven, ais toenmaahge Souvereiuen, op de Magiftraats beftelling zouden hebben kunnen of willen fustineeren, dezelve openlyk en plechtig van dat alles hebben gerenuntieerd en afftand gedaan ; en daar en boven op de duidelykfte wyze aan de Vroedfchap hebben toegekend net recht, om de plaatzen hunner Mede-Leden by vacature te. fuppleerem Terwyl wy vertrouwen, dat het heerschzuchug bedryf en de willekeurige last van Keizer Karel, die als geweldenaar en onderdrukker van 's Lands en Volks Voorrechten , in de Historiën bekend ftaat, geene de minfle krenking zal kunnen toebrengen op de rechten, door ons by de eerfte Privilegiën, reeds verkregen: en wat men ook immers uit 's Keizers praïïens Octroy tegen ons zal willen aanvoeren, nimmer zal men uit hetzelve, noch uic eenig ander, kunnen aantaonen, da: wy in het geval, waar in wy thans verfeeren, onbeviegd zouden geweest zyn, om de plaats van een onzer Mede-Raaden, die door eene vrywillige afftand is komen te vaceeren, daadelyk te vervullen. Maar wy oirdeelen daar en boven, Ed. Groot Mogende Heeren! dat, hoe zeer het voorfchrift van Keizer Karel als nul en onbeftaanbaar moet worden befchouwd, dewyl het afwykt van de Concesfien der voorige Graaven en Graavinnen, en dat het aan onze Prsedecesfeuren , tegens derzelver protestatien aan, door overheerfching is geobtrudeerd, U Ed. Groot Mogenden daar en bGven al de kracht daar van, door derzelver latere Octroyen, hebben gecasfeerd en vernietigd.  b$6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Wy bedoelen vooral U Ed. Groot Mogendens Octroy van den 22 December 1650, in het welk de geest der twee eerstgemelde Privilegiën middagklaar zich manifesteert, en ten duidelykften wordt geconfirmeerd. Alzoo U Ed. Groot Mogenden by hetzelve, aan ons, en aan de goede en gemeene Burgery onzer Stad, hebben vergund en toegedaan : ,, dat van toen „ voordaan de 24 Raaden en Vroedfchappen der3, zelve abfolutelyk zou mogen eligeeren en zetten, ,, in plaats van twee, drie Burgemeesteren, zeven „ Schepenen, en fuppleeren de vacante plaatzen „ in de Vroedfchap dezer Stede, en dat tot dien „ einde de gemelde Vroedfchappen jaarlyks voor ,, den eerden May, op haaren óéd, ieder zouden „ inbrengen een toegevouwen en befloten Biljet, ,, inhoudende zes Perfoonen tot Burgemeesteren, „ en een gelyk Biljet van veertien Perfoonen tot ,, Schepenen, als mede een van drie Perfoonen, „ tot iedere vacante plaats in de Vroedfchap, die ,, zy in goeden gemoede zouden achten te wezen „ van de rechtvaardigde, rykde, verdandigfte, ,, de deugdelykfte en vreedzaamfte Poorteren der» ,, zeiver Stede, liefhebbers van het Vaderland, ,, mitsgaders van de waare Christelyke Gerefor- meerde Religie, en dat die gene, dewelke be3y vonden zouden werden, onder de voorfz. zes, veertien en drie Perfoonen respective, te heb* ,, ben de meeste flemmen, daar mede respective. ,, lyk zouden wezen gekoren en geëligeerd tot ,, Burgemeesteren, Schepenen en Vroedfchappen 3, der voorfz. Stede; als mede dat die, ten zeiven ,, dagen, in prefentie van de Vroedfchappen, in har.den van den Bailjuw dezer Stede, of bydes,, zelvs abfrntie in handen van den oudden pras3, fent zynde Vroedfchap, en tot dien tyd, tot ,, gene dtr voorfz. ambten geëligeerd zynde, res,, pectivelyk zouden doen den gewoonlyken ééd, en daar mede daadelyk gehouden worden, in haar ,, voorfz. respective ambten te wezen gezet en be„ vestigd". Dat  ie Gebeur ienisfln in 1787 enz. voorgevallen. 23 ? Dat Odtroy hebben U Ed. Groot Mogenden ia het jaar 16^2, na voorgaande repraïfentatie, goedgevonden in zoo verre ce amplieeren, dat door U Ed. Groot Mogenden is bepaald en vastgefleld: s, dat voortaan de Nominatie van zes, veertien en „ drie Perfoonen, tot Ejectie van Burgemeeste„ ren, Schepenen en Vroedfchappen, in manie„ ren voorfz. zynde geformeerd, zy lieden, ftaan„ de haare Vergadering, uit den genen, dewelken „ bevonden zullen worden onder de voorfz. zes , „ veertien en drie Perfoonen respective te heb„ ben de meeste flemmen, met gelyke beflotene " 5 •JetDen amiftonds zouden geëligeerd worden drie Perfoonen tot Burgemeesteren, zeven tot „ Schepenen en een tot Vroedfchap, in elke plaatze, die zoude komen te vaceeren." Terwyl U Ed. Groot Mogenden dien onverminderd, het Octroy van het jaar 1650, daar by hebben geconfirmeerd , en gelaten in zvn volle kracht en waarde. Wyders hebben U Ed. Groot Mogenden op den 19 Maart 1704, aarj ons gegund en geconfenteerd: „ dat, na aflyvigheid van ring één van de toecmaa„ lige Raaden m de Vroedfchap, op dien tyd nog „ maar beflaande uitéén- en- twintig Perfoonen * » het 8e;a' van dezelve zoude zyn en blyven op „ 20 Perfoonen, dewelke zouden reprsefenteeren „ het Lighaam der voorfz. Stede, en dat vervolgens de voorfz. 20 Raaden en Vroedfchappen ah. „ folutelyk zouden zetten, en eligeeren drie Burge„ meesteren , midsgaders zeven Schepenen , en „ fuppleeren de vacante plaats of plaatzen in de „ Vroedfchap ; en dat zy lieden toe dien einde 33 jaarlyks, daags voor den eerflen May, zonder „ om eenige redenen dien dag te mogen anticipee„ ren of verfchuiven, op den Raadhuize daar toe „ zouden procedeeren, in dier voege als by het " I ï?7^-an den jaare ï65°> en' ten reguarde van ,, de Klectie by dat van den jaare 1662 is <*eftatu„ eerd; met dien verflande, dat de voorfz respective Nominauen, niet te gelyk en teffens, maar •> den  ie5s ?rtrKxntïltig van Stukken betrekkelyk tot 9, den een na dcc anderen, als eerst, drie tot Burgemeesreren, daar na van de zeven Schepenen, „, en laatftelyk van den Raad in de Vroedfchap „ zouden mogen gefchieden, en dat een Burges, meester, of eeh Schepen in zyn dienst, voor e, den ï November j dat is binnen het half jaar na „ den voo-dz. eerften May komende teoverlyden, 3, de voorfz. Vroedfchap binnen veertien dagen, „ na deszelvs overlyden , een ander Burgemeester ,, of Schepen, in des overledenen plaatze, in alle ,, manieren als voorfchreven is, zouden nominee„ ren en eligeeren." Dit laatfte Privilegie, Ed. Groot Mogende Heeren ! beeft in zyne esfentie geene de minfte verandering ondergaan, maar alleen in het getal der Raa. den, daar by bepaald; alzoo het eene bekende zaak is, dat in 't jaar 1747 op het verzoek van de Burgery onzer Stad, hetzelve wederom, als van ouds, is herfteld op 24 Perfoonen, en uit welk ge. tal, fedendieü tyd, ons Collegie altoos heeft blyven fubfifteeren. . Wy temen de vryheid, de Copien authenticq van alle de Privilegiën en Ö&royen, by deze Misfive ingeroepen, achter dezelve te voegen, en U Ed. Groot Mogenden daar toe verder te renvöyeeren, ons refereerende tot het Odlroy van 't jaar 1704., zoo als het zelve onder UEd. Groot Mogendens Notulen van den ioden Maart, ftaat geregistreerd. Wy Vertrouwen mitsdien eerbiedig j dat het bereids geallegeerde U Ed. Groot Mogenden zal hebben geconvinceerd , van ons deugdelyk recht, tot eene vrye Magiftraats-beftelling; mitsgaders tot de vervulling der vacante Vroedfchapsbediem'nee. In dat vertrouwen verfeeren Wy* om dat de Ocïroyen, door alle tyden heen, aan ons gegeven, ons wettig recht bevestigen, en dat U Ed. Groot Mogenden ook nimmer, niettegehfiaande de wederinvoering vah het Stadhouderfchap» Hoogstderzelver Oclroyèh hebben ingetrokken, of ons daar van hebben vervallen verklaardé En'  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 235 En wanneer UEd. Groot Mogenden op de argumenten , door ons aangevoerd, Hoogstderzelver gewoone attentie zullen hebben gevestigd, vertrouwen wy, dat U Ed. Groot Mogendeu zullen justifkceren, ons befluit, op voorleden Maandag, zynde den gewoonen dag voor onze Magifïraacsbeftelling, genomen, en waar by wy, als handhaavers der Privilegiën, aan ons en de goede Burgery gegeven, ons in gemoede hebben verplicht geoirdeeld, om voordaan de verzending onzer NomiDatien, zoo voor de jaarlykfche Magiftraats-be* ftelling, als tot fuppletie der Vroedfchaps-bedieriingen, aan zyne Hoogheid den Heer Erf-Stadhouder, te dis-continueeren, en het gebruik dieswegens op te heffen. Daar, God dank! die lafhartige tyden, waar ia de welfprekendfte tong tot ftamelen, en het eerlykst hart", uit menfchenvrees , tot het vernederendst zwygen wierd gebragt, zyn verftreeken; hebben wy geoirdeeld, van deze vrye en gelukkiger oogenblikken gebruik te moeten maaken; hoe zeer wy, daar het recht aan onze zyde f preekt, hadden vermeend te kunnen overgaan tot uitoeifening van de Voorrechten aan ons gegeven, hebben wy nogihans, uit byzondere eerbied en hoogachting voor U Ed. Groot Mogenden, vol vaardig geprefereerd, U Ed. Groot Mogenden,als de kundigfte en rechtvaardigfte Vertolkers, zoo van de eerfte als laatfte Privilegiën en Octroyen, aan ons gegeven, te respetteeien, en des noods in te roepen. Wy verzoeken derhalven respectueusfelyk , dat U Edele Groot Mogenden by eene finaale uitfpraak,ons zullen gelieven te maintineeren, by de uitoeffening eener vrye Magiftraats-beftelling van Burgemeesteren en Schepenen onzer Stad; midsgaders tot de vervulling der Vroedfchaps bedieningen, welke in het vervolg zullen komen te vaceeren, ende zulks jaarlyks op den dag, door U Ed. Groot Mogenden by Hoogstderzelver fuccesllve Octroyen bepaald; terwyl wy wyders voor eene provifioneele voorzie-  240 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ziening, hangende TJ Ed. Groot Mogenden deliberatien ten principaale, de vryheid nemen onze geformeerde Nominatien, waar toe wy op den30ltea der voorleden maand hebben gevaceerd , en die hier nevens copielyk zyn bygevoegd, aan U Ed. Groot Mogenden ter electie aan te bieden. Wy vleien ons, dat U Ed. Groot Mogenden deze offerte zullen gelieven aan te merken, als een blyk van onze aankleving, attachement en respect voor U Ed. Groot Mogenden; midsgaders als een bewys, dat wy geen voornemen hebben, om ietwes, hangende U Ed. Groot Mogenden deliberatien, te willen innoveeren. Wy verlaten ons derhalven op eene fpoedige Electie, door Hun Ed. Groot Mogenden uit de hier nevensgaande Nominatien te doen ; op dat onze Stad aan geen Regeeringloos beftuur worde geëxponeerd, dewyl verfcheiden der Leden van onze Magiltraat, die hunnen tyd hebben uitgediend, na het tydftip van een volkomen ontflag verlangen en reikhalzen. En het is in dat vooruitzicht, dat wy, na de zichtbaarfie goedkeuring van den Allerhoogiten, over U Ed. Groot Mogenden poogingen en befluiten, in deze hachelyke en zorgelyke tydsomltandigheden, te hebben afgefmeekt,ons met de fchuldigfte veneratie en de eerbiedigfte aankleving noemen, enz. enz. N°. 1702. Request van eenige Burgers en Ingezetenen uit de Provincie van Holland, aan Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland, waar by ver* zoehn, dat by de oude Confiitutie mag worden verbleven 6fc. In dato den 31 May 1787. Geven met verfchuldigden eerbied te kennen de Ondergeteekenden, allen In-en Opgezetenen vaa deze Provincie:  4i Gebeurtenis/en in 1787 tttz. voorgevallen. 241 'Dat de Ondergeteekenden, niet dan mét bet uilerfte leedwezen én gevoeligheid kunnen aangedaan zyn, over den akeligen toeïland, waar in zich, ons dierbaar Vaderland door binnenlandfche verdeeldheden gebragt ziet: een toeftand, welke nog oneindig veel droeviger vooruitzichten opleverd, ingevalle daar tegens niet eindelyk eens voorzien wordt. Dat de Ondergeteekenden onnoodig achten, breedvoerig te betooge'n,denoirfprongVandic de Republiek met derzelver Volflagen ondergang dreigend onheil, daar ieder onbevooroordeeld Ingezetenen van ons Land, in gemoede overtuigd is* dat men het zelve alleen te wyten heeft aan eenige faclieufe en heerschzuchtige Perfoonen, die onder den fchoon'fchynenden naam van Vryheid en Vaderlandsliefde zich een aanhang hebben Weten te verwerven, öm eene blinde en onkundige meenigtê te misleiden; dat de invloed, welke dezelve Perfoonen zich op U Ed. Groot Mogenden Vergadering verworven hebben, (zóo als de Ondergeteekenden zulks met fmart ondervinden) zoo groot fs, dat men van tyd tot tyd demarches heeft zien doén en refolutien nemen, welke (het zy met allen eer* bied gezegd) tót verbaazing van oprechte eö getrouwe Vaderlanders geflrekt hebben ; dat men Weinig doorzicht behoefd,om te gevoelen, dat het doelwit van deze party geen ander is, dan om de gevestigde en duurbezwofen Cdnftitutie van de Rèpubliek geheel omver te werpen > en met vertrèding van "s Lands waare Vryheid, en dé Privilegiën der Ingezetehen van het zelve* eene öVerfceérfching in te voeren, welker juk nog ohdraaglykèr 'zou zyn, dan dat der Spaanfche dwingelandy. het welk Onze Voorouders, onder het beleid der Printen van Oranje, ten koste van hun goed én bloed, zoo kloekmoedig Verbroken hebben* Dat bóven ïilles het voornaam oogmerk van dezén geheele* aanhang, fchynt te zyn, den Heere Prinfe Erf-Stadhouder van zyné hooge waardigheden, aaö dèzétVen door zyne geboorte gedevolveerdj 'ea èteo'è ' X.X1. DEfcfe Q ^  242 Verzameling van Stukten betrekkelyk tot uit hoofde der gevestigde Confiitutie, aan Hem en deszelvs Huis, als een wettig eigendom toebehoo. rende, met geweld te ontzetten, ten minflen dezelve-zoodaanig te verkorten en te verminderen, dat daar van niets dan eene blootefchaduw overblyve en dus dit voor de vryheid der Ingezetenen . en veiligheid van het Land geheiligd bolwerk, ge-. heel gefloopt zoude worden, terwyl men op denzelven voet de beste en verdienftigfte Regenten i van ons Land, wanneer zy de oude Confiitutie aan- ■ kleven, en zich niet bündeling door den ftroom. willen laten wegfleepen , van den floel der eere: tracht te werpen, om zich zelve en zyne aanhangers daar op te plaatzen. Dat de Ondergeteekenden, zich niet dan met verontwaardiging kunnen: herinneren, de menigvuldige kunstgreepen , die: men tot bereiking van dit oogmerk gebruikt heeft,, en de geheime intrigues , waar door men zyne: Doorluchtige Hoogheid, de liefde en achting der Natie heeft «achten te onttrekken, gelyk zy ookl bet 002 van U Ed. Groot Mogenden niet willen: bezoedelen, met eene herhaaling van de verregaande lasteringen en ongegronde beschuldigingen, waar mede men den naam en perfoon van dien Doorluchtiaen Prins, bezwalkt en aangerand heeft. Dat men, om deze gevaarlyke dweepery te flerker te doen aangroeien, daar toe aan de eene zyde gebezigd heeft, de oprichting van gewapende en ongewapende Genootschappen, die onder den glimpisen naam van Vaderlandfche en diergelyke Societeiten, tot niets anders gefchikt zyn,, dan om1 de overheerfching, die de zoogenaamde Voorftanders der Vryheid, tegens het beste gedeelte der Natie op het oog hebben , te rugfleunen, en de voor een Ger eenebest altoos zoogevaarlykepartyfchappen, aan te kweeken en te bevorderen; terwyl men aan de andere zyde, door den teugel te vieren, aan de toomeiooste licentie der drukpers , en het doen , vermeel igvuldigen van de vuilaartiafte fchotfcMj Iten en nieuwspapieren,waar in ltraffeloos het Mad-  êé Gebeurtenis/en tri 1787 enz. voorgevallen. 243 houderlyke Huis, de eerwaardigere Regenten, ea zelvs de Souvereinen van andere Provinciën, gehoond en gelasterd worden, het doodelyk veraif der tweedracht met eene milde hand verfpreid. Dat men eindelyk, gebruik maakende van deze en gee. ne gebeurtenisfen,"welker beginfelen eens naauwkeurig opgefpoord wordende, mooglyk tot zeer onvermoede ontdekkingen aanleiding zouden kunnen geven, het daar toe heeft weten te brengen, dat zyne Doorluchtige Hoogheid van een gedeelte der uitoeifening van die macht, die aan deszeivs eminente digniteiten onaffcheidelyk verknocht is, en behoorde te blyven, ontzet, of ten minften daar in gefuspendeerd is geworden; daar men tevens in die zelve tyd, waar in men van niets anders fpreekt, dan van de bewaaring en het herftel van 's Volks Vryheden en Privilegiën, die zelve voorwendfels gebruikt heeft, om de Ingezetenen van hun ordinairen en dagelykfchen Rechter af te trekken , en voor een gedelegeerden Rechter te recht te doen ftaan, en dus het dierbaar Privilegie de non evocando de Ingezetenen deZer Staat competeerende, en welks fchending een van de voornaamfle beweegredenen heeft opgeleverd, waarom onze Voorouderen zich tegen Spanje verzet hebben, zoo dikwils een ftaatkundig oogmerk zulks vorderd, geheel en al elufoir te maaken; een voorbeeld te ge. vaarlyker, naar maate het zelve al feitelyk en op een nog veel ongeregelder wyzë door anderen, die een geufurpeérde macht in handen hebben of zich aanmaatigen, gevolgd zal worden, en dus té duchten Haat (gelyk men reeds daar van beginfelen gezien heeft), dat Burger-Krygsraadén en zoogenaamde DefeDiie-Wezens zich in ordinaire ge;. Vallen, met de Schuttery niets gemeen hebbende, omtrent Burgers en Poorters, een foört van judicature trachten te arrogeeren. Dat de Ondergeteekenden eindelyk nog hebben moeten zien, datmeri om dit werk te voltooien, en om dé fiemrheu in ü JÊdi Gr» Mogenden fouvereine Vergadertóg itieester Q2 te  a 34 Verzameling van Stukten betrekkelyk ttt te worden, en dus alle Staatsbefluiten naar zyne einlvkheid te doen uitvallen, door een opgeruide en gewapende hoop volks, de Vroedfchappen der Sleden beiluiten afperst, die nimmer uit hun eigen boezem zouden zyn voorgekomen; en eerwaardige i Regenten, welker waare Vaderlandsliefde hun be- . lette in die maatregelen te treden, met geweld van i hunne plaatzen te ontzetten, om die te vervullen mee zoodaanige Perfoonen, waar van men verzekerd! is , dat zy, of uit hoofde van hun onafhangelykbeid, of uit blinden yver, of by gebrek van door-, zichten kunde, gefchikee werktuigen in de handeni dezer geweldenaars zullen zyn; terwyl men verder,, omtrent die keuze zelve, zoodaanig onvoorzichtig! te werk gaat, dat men al dikwils met voorbygang! der oude Costumen en Privilegiën, voorwerpen ver-, kiest, die uit hoofde van hun geboorte, gezindheid, of door in dienst van andere Mogendheden te ftaan, in geene-lei opzichten daar toe kunnen geconfedereerd worden , gequalificeerd te zyn. — T)e Ondergeteekenden vertrouwen , dat daar al het hnvenftaande alleen eene flaauwe fchetfeopleverd, van het hartbrekend tafereel des beklaaglyken toeftands, waar in zich de Republiek gebracht ziet,, ieder Ingezeten , wien derzelver behoud ter harte: naat. en nv wien nog maar een enkele vonk van: «aa-e Vaderlandsliefde overig blyft , in gemoede veTo'ichtis, tot ftuiting van dit toenemend kwaad, het *vne toe te brengen: dan wel verre van zulks: od het voetfpoor van hun misleidde Ingezetenen XTpr geweld , en gewapender hand te onderneS,8eT du7(hoe zeer het getal der Confiitutie beminnende Vaderlanders, zoo de Ondergeteekenden vertrouwen , verre dat van de zoogenaamde: vveraars voor de gedrochtelyke Grondwettige Her(lellinü, overtreft,) door het doen ontblaaken van een binnenlandse* oorlogsvuur,den laatflenflagaani den kwynenden Staat toe te brengen, hebben zy eeoirdeeid als getrouwe Burgers hunne klaenten, bezwaaren en verzotken, op eene eerbiedige, hoe  de Gehurtenufen'in f787 enz. voorgevallen. 245 zeer teffens ook cordaate wyze, onder het oog van *sLands Vaderen te moeten brengen, en Hoogstderzelver prompte en krachtdaadige voorzieninsre , op heternftigfte te imploreeren. De Ondergetekenden zyn verzekerd, dat het grootfte getal hunnergeëerbiedigde Vertegenwoordigers , ja dat het beste gedeelte der Natie overtuigd is, dac deverdpre vooVcgang dezer rampzalige verd-.-eld heden, niets minder met zich zal ileepen,dan de volledige ondergang van een eertyds zoo bloeiend Gemeenebest, de onh' tri ftelbaare fcheuting van den band der Unie, zonder welke het zelve niet beftaan kan, en het g«hee> verval der waare Chrisrelyke Gereformeerde Religie, zoodaanig als die by publieke authoriteK geleerd worde, en Welke openbaare en geheime vvandea, deels andere Gezindheden toegedaan , deeis met den fchyn van tolerantie hun baat tegens de hervormde Godsdienst bedekkende, de driftigfte aanïookers van deze fataale combustie zyn. 's Lands ïnantien , (en dit behoeft by U Ed. Groot Mogenien geen nader betoog) worden uitgeput, door de tanzienelyke fommen, welke men tot behoud der /rede heeft moeten facrifieeren, door extraordinaire fpendatien aan buitenlandfche Ministers, door veinig uitgewerkt hebbende kostbaare Commisïen, en niet min onereufe recherches na gewaands oproeren. De verminderde pryzen van 's Lands ïffeften toonen de vermindering van deszelvs creliet ten duidelykfte aan: het verval der Zeevaart, koophandel, Fabriquen, Handwerken en Ambachen, doet zich reeds op het fmertelykst gevoelen, :n derzelver geheele verloop, word zoodaanig on vernydelyk, dat men, zonder het nemen van vigoueufe befluiten tegen deze voortfluipende kwaal, naar al te fpoedig dien geheelen en eenigen bron ran den bloei, de luister en het vermogen der Re. )ubliek voor altoos geftopt zal zien, om nu niet te rewagen van alle de andere fchadelyke en nadeeli;e uitwerkfelen, die geboren worden uit het fpee. a met den Burger en ny vrea Ambachtsman, het Q. 3 mis,-  246 Verzameling van Stukken betrekkelyk tat misbruiken van derzelver onkunde tot het pleegen van geweldenaaryen , om hun Mede-Burgers te dwingen en ongelukkig te maaken; de haat en partvzucht, die tusfchen de Ingezetenen plaats grynende. den Burger van den Burger verwyderd, de rust de? huisgezinnen en de éénsgezindheid der ba.. ■ milien ftuord; het noodwendig verzuim van kostwinning, neering en huishouding, waar door net; middeiloo'-t van Burgers, eerst tot Soldaaten en na-, derhand tot bedelaars word gemaakt, en de zoo.' gevaarlyke zucht tot lediggang, welke by veele: Ambachtslieden, en vooral by de Jeugd daar dpor: geboren wordt, en hun welhaast tot onnuttere., den van de Maatfchappy, en onbruikbaare.werktuigen voor de vlyr en nyverheid, die de d*yfveer: des Koophandels is, maaken zal. En wie zyn het,, durven de Ondergeteekenden met een gerust ge-, moed vraaaen, die dus ons dierbaar Vaderland op > den oever van zyn geheel verderf gebracht heb-, ben^ immers alleen die genen, die onder het voor-, geven van een Grondwettige Herftelling te zoeken de fundamenten van het tot nog toe zoo onwrikbaar en wel geregeld Staatsgebouw ondermynen, en het zelve het onderfte boven trachten te keeren. En, zoo men zelvs al eens naar waarheid verondertellen konde, dat in deze en gene zaaken, misbruiken en abuizen mogten zyn ingefloopen, welker verbetering ten beste van de Republiek ftrekken kocden, vertrouwen de Ondergeteekenden, dat dezelve eensdeels niet door geweldige middelen getenteerd, maar by welvoeglyke en eerbiedige Re-, prefentatien aan het oirdeel en de wysheid van 's Lands, Vaderen moesten worden aanbevolen; en dat ook anderdeels, dezelve geenszins aan de zyde des Stadhouders of de aanwezenheid van die emirente."digniteit, welker vernietiging of befnoeijing alleen beoogd word by hun, die beducht zyn, dati dezelve tot een hinderpaal aan hun byzondere of: heerschzuchtige oogmerken zouden ftrekken, maar; veel meer gesoqht moeten worden in de maar al te  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 247 veel plaats hebbende gewoonte, om in de beftelling der Regeering, zich aan byzondere FamilieD te , verbinden, of zich door gemaakte Conventien, tot zekere Perfoonen te bepaalen. Dat de Ondergeteekendens niet willen ontkennen, dat men in de daaromtrent te doene keuze, billyk na de aanzienlykfte omziet, dat het ook niet meer dan redelyk ïs, dat alles gelyk ftaande, de voorkeuze gegeven werd aan hun, wier Voorouders in den dienst grys geworden zynde, een recht op 's Volks dankbaarheid verkregen hebben, maar dat zulks zoo verre niet behoorde te worden getrokken, dat men uit hoofde van bloedverwancfchap, relatien, of byzondere conventien, dikwils voorwerpen van beproefde trouw, kunde, eerlykheid en bekwaamheid, aan minder gefchikte voorwerpen postponeerd. Dan dat de Ondergeteekendens eerbiedig van oirdeel zyn, dat men onder voorwendzel van die verbeteringen in te voeren, door den weg van openlyke geweldenaary, 's Lands Conftnutie zelve aantastende, zulks by de Natie in het gemeen de rechtmaatigfte apprehenfie zoude doen gebooren worden, en de gevaarlykfte gevolgen zoude kunnen na zich ileepen, dewyl de Ondergeteekendens en met hun het beste en onbevooroirdeeldfte gedeelte daar van , die zelve Conftitutie met alle grond van reden befchouwen, als het eenig fundament van de behoudenis der wezentlyke Vryheid, en befcherming van dezelve, tegens In-en Buitenlandsch geweld, zoodaanig, dat zonder dezelve, de Stedelyke Voorrechten, Vryheden en Privilegiën ydele naamen zyn, of ten minften op een wankelbaaren voet gebragt worden, en geen ze* ker beftaan hebben. Dat de Ondergeteekendens geen oogenblik twyffelen, dat volgens de gezonde begrippen van Staatkunde, en het publiek recht van dit Gemeenebest, de Souvereiniteit van het zelve by de Ridderfchap en Vroedfchappen der Steden berust, welke laatfte de Gedeputeerden ter Vergadering van U Ed. Groot Q 4 Mo-  248 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot Mogenden verfchynen, zoodaanig, dat Hoogstdezei ven de Perfoonen en het Recht hunner gepreienteerden verbeeldden,en de gebiedende magt meent over dezelve uicoeffenen; maar welk aanzienlyk caraóter dit ook aan U Ed. Groot Mogenden geven moge, vermeenen echter de Ondergeteekenden., het tevens eene ontegecfpreeklyke waarheid te zyn,dat U Ed. Groot Mogenden zich zeiven in de bekleeding dier hooge waardigheid, niets anders gewoon zyn aan te merken, dan als de bewaarders , befchermers en uitvoerders van 's Lands Conftitutie, op welke alle dc wetten en reglementen daar in vigeerende, zyn gegrond, en waar op telkens by het aanvaarden van eeniget? pont van de Regeering dezer Landen, en de ee;fte verfchyning ter Vergadering, plechtiglyk de ééd word afgelegd. Daar nu deze Conftitutie zoodaanig vastgehegt is aan onze Vsyheid, en de onwrikbaare grond oplevert, van alle onze Rechten en Privilegiën, zoo wel binnen de Stad Amfteldam als alle andere Steden en Plaatzen binnen deze Provincie, welke, ieder ten haaren respedte, volgens hunne Stedeïyke Co&tumen en Voorrechten geregeerd, en daar by onichendbaar gehandhaafd en befchermd moeten worden, daar deze door alle wettige Regenten bezweren, en door een gebruik van twee eeuwen bevestigd is, moet daar uit van zelve voortvloeiden, dat die gevestigde Conftitutie van onze Republiek, zoo wel een richtfnoer voor de hooge Reprsfentantcn van het Volk oplevert, als voor het Volk zelve, en dat dus de Souverein geen vermogen heeft, om die Conftitutie te veranderen, zonder tusfeheckomst van alle zyne Gereprefenteerdens, en d.uj? van het Volk hoofd voor hoofd opgeroepen,, dewyl ieder Lid van de Maatfchappy een ondeelbaar recht heeft, zo op de fchikking dier Conftitutie zelve ,, als op de Rechten en Privilegiën } dewélke door derzelver bewaaring gehandhaafd worden:; dat deze zelve Conftitutie, ook de eenige waarborg vanj.de eigendommen en rechten T *'' ' J "  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 24# van ieder Lid van de Maatfchappy opleverende, daar aan om die zelve reden en uit dien zelven hoofde, geen inbreuk kan worden toegebragt; dat de Regeeringsform dezer Landen, onbetwistbaar zoodaanig beftaande, het van zelve fpreekt, dat zoo las daar aan (zelvs by den Souverein),zonder toeftemming van de geheele Natie, eenige verandering word toegebragt; dezelve niet meer als Reprefentanten van de Perfoonen, en het recht van de gezamenlyke Leden der Maatfchappy, maar als willekeurige Landsheeren, zouden moeten worden aangemerkt, en zulks dus een daad zoude opleveren, wel. ke met 's Lands Vryheid, zoo dier gekogt als heilig bewaard, nimmer beftaanbaar zoude kunnen geoirdeeld worden te zyn; het is bekend, dat in vroegere tyden,onze Voorouders zich tegens de meer onbepaalde macht der Graaven juist daarom hebben verzet, om dat dezen onder het voorwendzel van verbeteringen in te voeren, die naar hun denkbeelden plaats moesten hebben, op 's Lands Regeeringsform en de Vryheid, Rechten en Privilegiën der Ingezetenen, een inbreuk zogten te maaken. De Ondergeteekendens, deze algemeene en nooit betwiste waarheden, dus de vryheid gebruikt heb. bende, alleen kortelyk aan te flippen, en overtuigd zynde, dat derzelver duidelyke evidentie zich aan het meerder verlicht oirdeel van U Ed. Groot Mo» genden in een veel grooter uitgeftrektheid zal opdoen, moeten nu verder de eere hebben aan te merken: hoe zeer met deze algemeene beginzelen van ons publiek Recht ftrydig zyn, de thans gedaan wordende poogingen, om de waardigheid van den Stadhouder zoo al niet te vernietigen, ten minften dezelve te bepaalen en te verminderen, nlettegenflaande by meer dan eene gelegenheid, zoo door U Ed. Groot Mogenden, als door Hoogstderzelver Bondgenooten de Heeren Staaten der andere Pro. vinden, is verklaard geworden, dat de exiftentie van, het Stadhouderschap met alle de waardigheQ 3 «ien*  Verzameling van Stukken letrekkelyk tot den , prerogativen en prxëminentien , zoodaanig als die op den tegenswoordigen Heere Stadhouder Prins Willem den vyfden, in den jaare 1766, uic hoofde van dtszelvs erflyk recht zyn gedevolveerd, tot de Conftitutie behoort, en als een onaffcbeidelyk gedeelte daar van, moet aangemerkt worden, waar op gevolgelyk dan ook, geenerlei inbreuk kan toegebragt worden, zonder die Conftitutie zelve in gevaar te ftellen. . Daar ook in den jaare 1747» by eenpaange ftem. me van alle de Bondgenooten, het Stadhouderlchap eifhk verklaard is, met alle de Hoogheden, Phe. emK-entien, Prerogativen enz. welke de voorige Prirfen van Oranje hebben geëxerceerd, en uit dien hoofde, de tegenswoordige Heere Stadhouder, by zyne geboorte reeds het recht bekomen heeft, om na dë dood van zynen Doorluchtigen Heere Vader, glorieufer gedachtenisfe, by zyne meerderjarigheid direöelyk te aanvaarden de exercitie van al dat gunt, het welk hem uit hoofde van dat erfrecht competeerde, zoo volgt daar uit al wederom dat men by den eerften opdracht van die hoo2e waardigheid aan zyne Doorluchtige Hoogheids Heere Vader gedaan, zoodaanige bepaalingen en fchikkingen kon maaken, als men goed oirdeelde, en wylen zyne Doorluchtige Hoogheid in der tyd zoude hebben gelieven te accepteeren; maar dat die opdracht eenmaal gedaan, en de erflyk verklaaring onbepaald gefchied zynde, dus het recht van te jouisfeeren van alle de Rechten en Prerogativen aan die waardigheid geaccrocheerd, is geworden een eigendom van zyne Doorl. Hoogheid, bv welker posfesfiemen gehouden is, Hoogstdezelve te1 maictineeren, en waaromtrent men even min eenige verandering of vermindering kan tenteeren, als omtrent de byzondere eigendommen en bezittingen, van een ander Lid der Maatfchappy. Het is eene bekende zaak, dat zelvs in die Landen, waar in eene compleete Monarchie plaats heeft, de Souverein zich onbevoegd acht, de rechten of eigen-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 251 gendommen van een zyner Onderdaanen, zonder tusfchenkomst van eenrechterlyken uitfpraak, verbeurd te verklaaren, en het zoude allerongehoordst zyn, dat iets diergelyks in een vry Land plaats zoude vinden, tegens een Afftammeling van dat Huis, waar aan hetzelve zyne vryheid te danken heeft. Dat de Ondergeteekenden dus vertrouwen, als eene bewezene waarheid temogen adopteeren, dat die erfrechten aan zyne Doorluchtige Hoogheid gedevolveerd, gaaf en in hun geheel moeten blyven geconferveerd, en dat dezelve volgens onze LandsConftitutie, noch vernietigd, noch verminderd en bepaald, noch de Bezitter in derzelver gebruik gefchort kan worden: uit welk alles vérder al mede confteert, hoe weinig ten dezen te pas komt, het onderzoek omtrent de noodzaakelykheid of nuttigheid van het aanwezen dier hooge digniteit, op dien voet, als dezelve aan zyne Doorluchtige Hoogheid is competeerende: hoe zeer echter, zoo men ook deze raadpleegen wilde, de ondervinding van byna twee eeuwen heeft doen ?ien, dat het welvaaren van de Republiek, de befcherrnjng en handhaaving van onzer Land en Steden Conftiiutie, aan niets fterker verknogt is, dan aan het gezag en de voorrechten van den Stadhouder. Zoo men hier van een bewys vorderen wilde, heeft, men aL leen het oog te flaan op die tyden, waar in men de Stadhouderlyke waardigheid tegens de oirfprongelyke Regeeringsform onbezet heeft gelaten, en deze zullen ieder leeren, dat men dan telkens den Staat in de kommerlykfte omftandigheden, en het uiterfte gevaar heeft zien gebragt; dat men door een aanwas van verregaande Ariftocratie, en overheerfching van den eenen Burger op den anderen, de Natie en vervolgens ook derzelver Reprafentanten, in de noodzaaklykheid heeft gebragt, om dg Stadhouderlyke waardigheid te herftellen, en de gevestigde Conftitutie te re-integreeren. ytfel is waar, de Ondergeteekendens erkennen 4§  $$2 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut de zekerheid van dat grondbeginzel, dat alle Regeeringen en Regeeringsformen, ten doel hebben het welzyn van het Volk, en dat overzulks, wanneer dit bedoeld oogmerk geheel kwam op'te houden, dezelve vernietigd of veranderd kunnen worden. Maar vraagen te rechte de Ondergeteekendens, wie zulks beoirdeelen moet? Niet (het zy met eerbied gezegd) in eene Regeeringsform als de onze, U Ed. Groot Mogenden, als welker Regeeringe, hoe uitgeftrekt ook, echter uit den boezem van het geheel Volk ontleend, alleen een reprasfentatif gezag, en dus gefubotdonneerd is aan de Conftitutie, de Wetten en Privilegiën, waar van ü Ed. Groot Mogenden de loffelyke befchermers en edele handhaavers zyn; waar uit dan volgt, dat even dat zelvde vertrouwen, het welk het geheele Volk in hunne geëerbiedigde Vertegenwoordigers heeft gefteld , om hem by het genot van alle die Voorrechten, die de gevestigde Conftitutie hun geven kan, te maintineeren, het denkbeeld uitfluit, om daar van in hun weerwil, door hunne Reprsefentanten, geheel of tendeele te worden ontzet. Want hoe zeer de Ondergeteekendens zeer verre afzyn, varfhet thans door veele geadopteerd fysthéma, waar mede men de menigte tracht te beguichelen, als of Regenten alleen als bloote lasthebbers, welker Commisfie men naar goedvinden herroepen kan , moesten worden geconfidereerd, en de Ondergeteekendens in tegendeel, aan de repi-sfenteerende authoriteit, die de Perfoonen en Rechten van het Volk verbeeld, de gebiedende macht volledig toekend, blyft het echter altoos zeker, dat het Volk volgens de Conftitutie, en niet tegens dezelve moet worden geregeerd. Veel minder kan dit oirdeel toekomen, aan een naar het geheel genomen gering gedeelte, woelzieke Menfchen; meerendeels onkundig in 's Lands zaaken, door vooroirdeel ingenomen, of door byzonder belang voor zich zelve, of anderen aangezet , en die maar alleen van de hand vliegen van eeni».  ie Gebeurtenisjèn in 1787 enz. voorgevallen. 253 eenige weinige Perfoonen , wier byzondere inzichten , de rust van den Staat verftooren, en dezelve door het koesteren van tweedracht en party, fchap, in vollen vlam trachten te zetten. Zal men by eenige weinige duizenden, daar zoo veel andere of ftilzwygen, of hunne handelwyze met verfoeijing aanzien, de Stemme des Volks zoeken, en aan hun woest gefchreeuw, of noch ftrafwaardiger geweldenaaryen den teugel vieren, tot het ont. zetten en aanftellen van Regenten, dan zyn de banden der geheele Maatfchappy geflaakt, dan is de zoo plechtig bezworene en zoo lang gevestigde Conftitutie in het uiterfte gevaar, en ieder party, die zich durft opwerpen, heeft het recht, eene Regeering naar haare zinlykheid te verkiezen, waar uit niet dan verwarring en volftrekte Regeeringloosheid, met alle derzelver fchroomelyke en mooglyk bloedige gevolgen, te verwachten is. Dat de Conftitutie van onze Republiek zoodaanig zynde, dat geene andere wettige Vertegenwoordigers van het Volk kunnen vooroDderfteld worden, dan de Ridderfchap en respective Vroedfchappen der Steden, welk de eerfte perfooneel, de laatfte door hunne Gedeputeerden? in 's Lands Vergadering het geheele Volk , in wiens boezem na het afzweeren der Graaven, de geheele Souve» reiniteit is te rug gekeerd, reprefenteeren, dus zekerlyk zoodaanige reprefentatie, zich alleszins onwettig en verkeerdelyk word aangemaatigd by den Krygsraad en Hoofden der Schuaeryen in de Steden, als zynde aan dezen, die zelvs door Poorter- en Schutter-eed aan de Regeering verbonden zyn, nimmer of ooit by derzelver oprichting zoodaanige macht en invloed op het politica bewind is toegekend, gelyk hetzelve ook de monftreuste gevolgen zou hebben, en eene Regeering in eene Regeering, (een zaak die altoos onbeftaanbaar is) te wege brengen zou. Dat nog veel minder die Volksftem, kan gezogt worden by penige opge«'orpene Sociëteiten van onbevoegde Perfoonen, waar aan  854 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aarj noch authoriteit noch eenige last gegeven is» noch eindelyk, by pretenfe Geconftitueerdens, die alleen hunne misleidde Conftituanten reprefenteeren, zoo laüg dezelve hunnen last niet intrekken, maar nooit het geheel lighaam des Volks verbeelden kunnen. Dat om alle deze redenen de Ondergeteekendens, altoos geftaan hebben, en als nog Haan in dat begrip, dat niet dan door een eenpaarig befluit van het geheele Volk, hoofd voor hoofd opgeroepen , eenige verandering in een Regeeringsform als die van onze Republiek, gemaakt ot ondernomen kan worden, en dat zoo ras het geheele lighaam der Natie, welker Leden, ieder een ondeelbaar recht hebben op de grondwetten en rechten , waar op die form gevestigd is, in de voorgeflagene veranderingen niet inftemmen, maar in tegendeel derzelver grootfte gedeelte die gebuteerde veranderingen voor het welzyn des Volks hoogstfchaadelyk vind, als dan het invoeren van dezelve, eene overhcerfching en dwingelandy zoude zyn, waar tegens hetzelve zich met recht ver- ZeDat dtTóndergeteekendens hier mede de eer gehad hebbende, te betoogen, de onbillykheid en onwettigheid van het fysthéma, thans met zoo veel iever byfommigen gekoesterd en doorgedreven wordende, mittgaders de gevaarlyke en ruïneufe uitwerkzelen, die het langer voortzetten van deze ongelukkige verdeeldheden, voor het welvaaren en behoud van het lieve Vaderland noodwendig moe* ten veroirzaaken, aan dezelve dan niets anders overblvft, dan U Ed. Groot Mogenden op het onderdaanigst, maar tevens ernftiglyk te verzoeken: dat het Ü Ed- Groot Mogenden behaagen moge, zoodaanige middelen en fchikkingen te beraamen, waar door de gemeene rust weder herfteld , de Vrvheid der Ingezetenen tegens alle geweld en overheerfching van hunne Mede-Burgers, beveiligd, en de kwynende Koophandel, Zeevaart, Fabrieken en Neeringeü, weder een nieuw leven gefchon-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 27$ ken worde; waar toe de Ondergeteekendens, als allernoodigite poincten de vryheid gebruiken, met verfchuldigde eerbied voor te ftellen, en van U Ed. Groot Mogenden te verzoeken, dat het UEd» Groot Mogenden behaagen moge., In de eerfte plaats: zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe van Orar.je , te herftellen in Hoogstderzelver hooge en eminente digniteiten, als Erf-Gouverneur, Erf-Stadhouder, Kapitein-en Admiraal-Generaal, met alle zoodaanige verdere hoogheden, Prasëminentien en Prarogativen , als waar mede dezelve aan welgemelde zyne Hoog* heid gedevolveerd, en by denzelven in den jaare 176(5 werkelyk aanvaard zyn geworden, met te nietdoening van de fuspenfie , zoo omtrent het Commando, als andere onderfcheiden takken van de exercitie derzelver hooge waardigheid ondernomen. In de tweede plaats: mede in de uitoeffening hunner waardigheid te herftellen , de waardige en wettige Stads Regenten, welke men zich onderftaan heeft, op eene zoo onwettige als gewelddaadige wyze, in eenige Steden van hunne Vrocdfchapsplaatzen te ontzetten, en de pranenfelyk aangefteldeVroedfchappen, van de aan hun onwettig gedefereerde posten, en daar op by hun gedaauen ééd, te ontilaan. In de derde plaats: op gelyke wyze in hunnen rang en qualiteit te herftellen, de Collonellen en 'Kapiteinen der Schutterye binnen de Stad Amfteldam, welke mede op een onwettige wyze zyn geremoveerd, en de pretenfelyk in hunne plaatze "aangeftelde Perfoonen, van dezelve aan hun nvlliter gegeven Commisfien, te ontzei ten, en van de by hun mede informeellyk gedaauen ééd, te omilaan. Ten vierden: de goede Burgeis en Inwooners der Steden, gelyk mede de I - en Opgezetenen ten platten Lande, te mairr neeren en handhaaven by de Vryheden, Voorrechten en Privilegiën, ieder ten respefte van de plaacs waar in zy woo- nen,  256 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol nen, competeerende, alle inbreuken daaromtrent plaats gehad hebbende, af te doen en te herftellen , en dezelven alzoo te doen geworden, alle die rechten , waar toe de gevestigde Confiitutie hun qualificeerd. Dat het inzonderheid U Ëd. Groot Mogenden behaagen moge, in de vyf de plaats: de Ingezetenen dezer Landen, te maintineeren by het Privilegie de non evocando, en overzulks voorziening te doen, dat voortaan dezelve onder geen voorwendzei, hoe ook genaamd, van hunnen dagelykfchen en ordinaris Rechter, worden geëvoceerd. Dat wyders, in de zesde plaats: de efficacieuste maatregelen mogen worden genomen, om de buitenfpoorige licentie der Drukpers binnen de behoorlyke paaien te brengen, en dus eenmaal te doen ophouden,den ftroom van alle leugen en lasterfchriften, waar door de hooge Overheid, de aanzienlykften der Regeering , en zoo veel andere braave Lieden, worden gehoond, gelasterd en getergd. Dat wyders, in de zevende plaats: alle zooge■naamde Vrycorpfen en Exercitie-Genootfchappen, afgezonderd van de geregelde Schutteryen, onder welke benaaming die ook mogen exfteeren, als de fchuilplaats waar uit de tweedrachts appel by aanlioudenheid geworpen wordt, en in allen Opzichte nadeelig voor den Burgerftaat, mogen worden te niet gedaan en geabrogeerd. Dat in de agtfle plaats: gelyke voorziening moge gedaan worden, tegens het misbruik der Schutteryen, het veileenen van patenten, en het in de wapenen brengen van dezelve, zonder voorkennis en mede overleg van Burgemeesteren en Regeerders der Steden. —— En dat eindelyk, in de ne. gende plaats: U Ed. Groot Mogenden gelieven tö jnterdiceeren,het inzamelen van Penningen, tot betaaling van vreemde en irreguliere Troepen , als zynde met alle goede orde flrydig, en van de gevaarlykfte uitzichten » dat Soldaaten ia dienst en fol-  is Gebemtenisfen in 1787 enz. voorgevallen* 257 foldy van particuliere Perfoonen ftaan, terwyl daar by ook in eerbiedige conflderatie gegeven worden of de daaromtrent bereids gemaakte engagementen -en gedaane infchryvingen, niet zouden behooren te worden verklaard nul en van onwaarde, met interdictie van aan dezelve te voldoen, cf op de voldoening daar van te infteeren. De Ondergeteekenden nemen de vryheid, deze hunne confideratien met allen eerbied onder hec oog van U Ed. Groot Mogenden te brengen, zich vleiende , dat de voldoening aan deze hunne inftantien de eerfte grond zal leggen, tot bereiking dier groote en heilzaame oogmerken, welker nood. zaakelykheid by U Ed. Groot Mogenden buiten allen twyffel ten fterkften word gepenetreerd, en befiuiten dus, in de eerbiedige verwachting, dat U Ed. Groot Mogenden niet difficulteeren zullen, ten fpoedigften aan der Ondergeteekenden verzoek te voldoen, of wel andersfins daaromtrent zoodaa. nige equivalente maatregelen te nemen, en ook provifioneele voorzieningen te doen, als U Ed. Groot Mogenden naar derzelver meerdere wysheid, ten besten van den Staat en deszelvs Ingez.etenen, zullen jbevinden te behooren. Terwyl de Ondergeteekenden ook verder nog infteeren, dat in allen gevalleen hangende U Ed.Groot Mogendens deliberatien, over des Ondergeteekendens verzoek, de fuspenfie van het Kapitein-Generaalfchap daadelyk opgeheven, en zyne Doorluchtige Hoogheid het commando van het Guarnifoen in 's Hage, zonder diiai we. der gegeven worde. 't Welk doende, &c. XXI. Deel* % g$*t  258 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 1-03. Request van Burgers en Ingezetenen van ''s'Gravenhage , avn Hun Edele Groot Mogeneen de Heeren Staaten van Holland, ten zeiven einde als het bovengaande. In dato den . . May 1787. Geveo zeer eerbiediglyk te kennen de Ondergeteekenden Dat de Ondergeteekenden met allergrievendst leedwezen voor U Ed. Groot Mogenden moeten openleggen hunne gegronde bekommeringe , wegens den ongelukkigcn en akeligen toefland, waar jnne deze, eertyds zoo gezegende Republyk, in *t gemeen, en deze Provincie in het byzonder, door bincenlandfche verdeeldheden is gebracht, zoodaanig , dat indien daar in niet promptelyk werde voorzien, de totaale ondergang van de Republyk, het onvermydelyk gevolg daar van zyn zal. Dat de Ondergeteekenden zich by dezen niet zullen begeven in een breedvoerige voordracht, van den oiriprong van dit onheil, dan dat zy lieden zich gehouden en verplicht oirdeelen, om, met alle reverentie, onder het oog van U Ed. Groot Mogenden te moeten brengen, dat zy al den twist, tweefpak, toomeloozen dwang en wederrechtelykheden, betevens de omkeeringen in de Rcgeeringe van forrmige Steden , en de feitelyke ftremming der vtye deliberatien in andere, met de daadelyke ontzetting van zyne Hoogheid, van een gedeelte der exercitie zyner erffelyke waardigheden , moeten toekennen aan den haat en drift van fommigen, die eene famenfpannirg fchynen gemaakt te hebben, omme, met de wapenen in de hand alles om te keeren, en de zoo gelukkige Conftitutie, waar by de Republiek in 't algemeen, en deze Provincie in 't byzonder, zoo zeer in voorfpoed , aanzien en vermogen zyn toegenomen, te vernietigen, ofte haare kracht en esfentie weg te nemen, en die tot bereiking dezer oogmerken, onder een bedriegely-1 keu naam van liefde en yver voor 't Vaderland, van  êe Gebeurtenisfin in 1787 ent. voorgevallen. 253 tyd tot tyd zich, of in Troepen veréénlgd, of* ia Wetgevende Genootfchappen erj Verbindtenisfen fa. mengevoegd hebbende, de trouwe van U Ed. Gr* ■Mogenden hebben verrast, en vervolgens by aanhoudenbeid, niet alleen zich opgeworpen tot Re. geerders in de Regeering, en tot bevoorrechte onderdrukkers van hunne ftille Mede-Burgers en In. gezetenen; maar, welke zich eindelyk ook tot die ondragely ke laatdunken heid hebben laten vervoeren , dat zy zich overal, als de Majefteit des Lands en als uitbrengers Van de ftem des geheelen Volks, hebben aangematigd, om boven en behalven de voorfz. ftremming der vrye deiiberatien der Regee|ringen, en de voorfz. remotie der aanzienlykfte en leerbiedenswaafdigfte Regenten, overal, niet eeoe Igeweiddaadige drift, hunne Mede-Ingezetenen te bverheerfchen £ de onwettigfte voorftellingen by alle gelegenheden te doen ; den Stadhouder open*, ilyk en onvoorbeeldelyk te hoonen en te lasteren t bn eindelyk zich aan te gorden, om , met verbrefcing der heiligfte banden van de Unie, het terri* loir van andere Provinciën, in meer dan eene gele* iehheid, te fchenden, en daadelyk, met verbrejing der Unie, eenen Burgerlyken Oorlog aan te angen. I Dat de Ondergeteekenden fchrikken, orn alle dé teurïge en akelige gevolgen en rampen, hier Uit beds voortgevloeid en nog te verwachten, op te aaien: zy vertrouwen , dat dezelve overvloedig enoeg aan U Ed. Groot Mogenden Zülleh £yn be> bnd, en dat dezelven hun wettigen, om eindelyft knne klachten, bekommeringen en inftantièn, iü ferzelver ichoot uit tc ftorten, en met alle nadruk ra U Ed. Groot Mogenden voor te dragen 1 dat Immer of ooit de Voorftellingen, Requesten, De» laratoiren, of wat het verder zyn mogt, vaö de borfz. door drift vervoerde of misleide Mede* iurgers of Ingezetenen, voor de ftemme des Volks unnen of behooren gehouden te Worden i dat feeö kefndig grocter getal van 's Lande Ibgezetecfen» K 3 die  263 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot die hoofd voor hoofd, 't zelve recht hebben als de gequalificeerdfle onder hun, den leevendigften afkeer gevoeld heeft, van alle de voorfz. onwettige en alles verwoestende flappen, en volmaakt te vreden is met de Conditutie van Regeering, zoo als die met het Erf-Stadhouderfchap uit hef Fuis van Oranje veréénigd, en in 't byzonder in dtn jaare 1766 wettig, unaniem en plechtig is vasteeiteld en beeódigd; en die vervolgens, 't zy met eerbied gezegd, zonder de grootfte onrechtvaardigheid voor dat verdiecftelyk Huis, en zonder 't aanmerkelykst nadeel voor de Republiek, niet kan of mag veranderd worden. Dat de Ondergeteekenden vertrouwen, dat geen een'g bedaard , verftandig en vaderUndsch Ingeze'en daar aan rwyffHen kan, of die Regeerings- . form, die verordeningen , die famengeftelde of in- • dividueele departementen, welke zoo wys ec zoo 1 ee'ukkig naar dei aart van dit Gemeenebest, ter: Regeering van alle de deelen van de wetgevende: en uitvoerende' macht, zyn beraamd , en met eenen : fieiliem ééd en plechtige [auctie , eenpaarig vastgefleld, moeten door U Èd. Groot Mogeneen, die: de wettipe en (onder rev.) aan die verordeningen,' deer plechtigtn ééde verbondene Repiadentanten den Natie ?yn , heilig word< n bewaard, en befchermd, ten dier effede, dat geene kleinere gedeeltens vaa? 'r Volk, hier en daar door valfche induöie opge-; ruid. en door weinige heerscinuchtige lieden onJ deifteund en aargevoerd, ja door eenen vreemderj jrvlred maar al te jammeriyk misleid, daar tegens] moetn gehoord worden, en dat naar dezelve Grond,} wetten van dezen Staat, in een tyd van Cabaale er* Burgertwisten, naar der Ondergeteekenden eerbie-j dige gedachten , aan eene kleine temporede meer-f derheid van ftemmen , te minder het vermogen be^ boord te worden toegekend, om die hoofd-inricn* tingen en grondzuilen te veranderen, welke meC eenpaarige toeftemming , en op een algemeene inj roep der geheele Natie voor altoos zyn vastgefteldj  ie Gtèeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 2ó"i ; en bezw.ooren; en waar by het geheele lighaam der gereprefenteerde Natie, zoo wei als deu Heer Stadhouder, aan wien eeri wettig Erfrecht, u or geene poluicque dispofitien» naar die zei-de Grondwetten, kaD ontnomen worden, een hoogfreo zyn ge. interesfeerd, en die in ailen gevafen daar eer r;-!speciivelyk zoude moeten gehoord en geraadpleegd worden. Dat de Ondergeteekenden alleen de vryheid nemen, verder op te merken, dat, in gevalle door een prompte herftellii.g van zyne Hoogheid in nee Commando van het Guarnifoen van den ' lage, en opheffing van de (onder rev.) zoo illegaal gedecerneerde fuspenfie van het Kapitein - Generaalkhap van Holland, geene gelegenheid gegeven worde, dat Hoogstdezelve zich ten fpoedigften kan laien vinden in deze Provincie, om op eene Comtitucioliaeele wyze, gezamenlyk met U Ed. Groot Mogenjden, en verdere Leden van Regeeribg , mede te werken aan de herftelling van de rust en 't vertrouwen, zoo tusfchen Regenten en Ingezetenen, als tusfchen deze laatfte onderling, ter verdere ltuiting van alle geweld en overheerfching; ter repa-. katie van de feitelyke beroeringen,, bedreigingen en remotien van Regeeringen, ter befchermmg van de Privilegiën en Voorrechten der Ingezetenen, en vooral van het Privilegie de non evocanap;, en einde, lyk tot krachtige handhaaving van de Juftitie, de Republiek en deze Provincje noodzaakeiyk moeten rerloren gaan, en een tooneel ftaat te worden van de ysfelykfte aller oorlogep en verwoestingen, die der Burgeren namentlyk, en der Broederen onder sikanderen. Dat zy dus verwachten, dat ,U Wel Ed, Groot Mogenden deze eerbiedige en nadrukkelyke inftantien, door de nood des Vaderlands afgeperst, in ferieufe overweging nemen zullen, zoo uic hoofde van de rechtvaardige aanfpraak, die zyn Hoogheid, kolgens een incontestabel Erfrecht op de daadelyke exercitie van de voorfz. Rechten,aan zyne werft 3 tige  %&% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tige Prajëminentien verknocht,heeft,als uit kracht van deö wenden en begeerte der geheele weldenkende Natie, die de herftelling van dit Erfrecht, als de heiügfte befcherming van 's Volks waare Vryheid en Rechten aanmerkt, en reclameert, terwyl niet alleen geen ander middel, hoegenaamd, toereikend is, om op Conftitutioneele gronden de zoo noodige rust te herftellen; maar oo!c, om dat d;e Ondergeteekenden vertrouwen , dat de zaaken tot die klaarheid, en dat uiterfte gekomen zyn, dafi het niet meer twyffelachtig by U Ed, Groot Mogenden zal kunnen wezen, dat alle de rampen, die ons drjkken,elkandeten gevolgd zyn, van 'toogenblik af, dat de voorfz, onvoorbeeldige drift, tweefpaït en dwang, zyne Hoogheid genoodzaakt hebben, deze Provincie voor een tyd te verlaten, ea datx zonder zyne wederkomst en wedëraanvaarding zyner voorfz. hooge funttien , de rust niet kan worden herfte'-d; en de Republiek voor zynen geheelen ondergang bewaard, gelyk alle deze gewichtige objeclen breeder en duidelyker in het openlyk Declaratoir- van zyne Hoogheid , van den aóften May la. tstleden zyn voorgedragen. {*) Wtshilveo de Ondergeteekenden eerbiedig verdoeken en infteeren: dat U Ed. Groot Mogenden teist en vooral, en wel ten fpoedigften, tot de opheffing der voorfz. Refolutie, waar by het Commando oves- \ Guarnifoen van 's Hage aan zyn Hoogheid is ontnomen, en Hoogstdezelve in zyn© qualiteit als Kapitein-Generaal van deze Provincie' \s gefuspendeerd, gelieven te refolveeren. 't Vyelk doende, &c. m £ Deel, W. tfi,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 253 N". 1704. Eed op requifitit van de Heeren Staiten van Holland, in handen van Commisfarife^ van' Hun Ed. Groot Mogenden, door het Guarnifoen in 's üage afgelegd. Wy alle hooge, middelbaare en laage Officieren, mitsgaders gemeene Soldaaten van de Coupd^oien hier prefent, beloven en zweeren Hun Ed. G-ooc Mogenden de Heeren Staaten vaa Holiand en WescFriesland en Hun Ed. Mogenden Hoogstderze ver Gecommitteerde Raaden, a's Gouverneurs van deze Hun Edele Groot Mogendens Reudentiaplaats, gehouw en getrouw te zullen z;ti, alle dezelve getrouwelyk te zullen dienen en te gehcorzaamen , byzonder in al het gene Hun Ed. Mogenden ten dienjle en nutte van deze Rftdemieplaats, en wel voornaamlyk tegens alle oproer en fedi! tie zullen komen te bevelen; en wyders, in alles ; ftiptelyk te zullen nakomen en ob-ferveeren, de orI ders door Hun Ed. Mogenden reeds gefield of mg te ftellen, onverminderd nogthans die orders, welke de ! voornoemde Heeren Staaten aan ons zouden mogen nomen ! te geven, zonder eenige bevelen dienaangaande van ieI mand anders, hoe genaamd, behalvtn van dezelve Heeren Staaten en Hoogstderzelver Gecommitteerde Raaden, te ebedieeren. Zoo waarlyk helpe ons God Almachtig. N". 170?. Sententie van den Ed. Hove des Furftendoms Gelre en de Graaf fchap Zutphen, geprmuntieerd tegen Jan Rabo van Keppfl tot de Woolbeke, gewezen Commandant van 't Burger Guarnifoen der Stad Hattem. In dato den 7 Maart 1789. Gezien by den Hove des Furflendoms Gelre en Graaffchap Zutphen, het Intendith, overgegeven uit Rv 4 den  2$4H Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den naam en van wegens de Docioren Joh. Schras» &ert en Joh. Conr. van Hasselt, respe&ive Mom» bo;c en Subft. Mi mboir dezer Landfchap, als fpeciaal ten deze by Refolutie van den Hove in dato den -9 December 1787 geauthorifeerd, Rat. Offic. Lupetpaateti en Klateren, ter eenre; op ende eegen Jan Rabo van Keppel tot de Wooibeke, Ge• ii P tfoon,,èn Beklaagde, ter andere zyde; » ien die citatie, relatie, fanpt acte van tj alle de bygevoegde informatien, fchyn " ; waai ui; is gebleken : )aj i'- Gedaagde en Beklaagde, gewoond hebq • Ie op den Huife Woolbeke, in den Schokamb. te van Lochein, in plaatse van zich geduurende . j oerige bewegingen, welke in. den jaare 1 S , birjnen de Steden Hattem en Elburg hebben plaats gehad, en de gewelddaadige oppofitie tegens de bevelen van den Souverein, zich als een IK1 en gehoorzaam O'iderd.ian te gedrauen, ünè't veele andere Perfjonen na de eerstgemelde Stad is getrokken, en daar door niec alleen de. $urge'ry en Ingezetenen in hunne ongeoirloofde hand dingen, tegens de orders van hunne wettige en hooge Overheid geftyfd , maar zelvs Ja.acen gelustei. , van zich op den 3 September 1780 niet alleen door de Magifhaat en Gezworene Gemeente der Stad Hattem, maar ook m,et concurrentie van den grooten Krygsraad aldaar> provifioned, en tot dat het gevaat van aanmarsch, na, en inrukken van Troept in gemelde Stad, zoude zyn gecesfeerd, tot Commandant van 't Burger Guarnifoen te laten aantt-eüen-, 't welk niet alleen door ,hem is aangenorr;cn, maar is hy-Gedaagde en Beklaagde, ook daar op in de Vergaderinge van de Magifiraat en Gezworene Gemeente verfcheenen , en heeft by har/jtafünge in éédes plaatze beloofd, in dienzy. nen post ali een eerlyk en braaf Man , de Magifiraat, Stad en Buigery gehvuw en getrouv te zullen zyn. Dat de Gedaagde door 's op zich nemen van dat opperbevel, daadelyk heeft geconcurreerd tpa . '% be>  de Gebeurtenisje», in 1787 enz. voorgevallen. 26$ Tt beraamen van maatregelen, en 't pleegen van daaden , direct tendeerende , om 't effecf van 's Landfchaps Refolutie van den 3iften Augustus daar te vooren, waar by mede was goedgevonden gemelde Stad van Hattem met Guarnifoen te bezetten, te verydelen, en zich werkelyk daar tegens verzet. ■ Dat de Gedaagde en Beklaagde, Jan Rabo van Këppel tot de Woolbeke, na dat hy gemelde Stad op 't aannaderen der Militie door de Heeren Staaten dezer Provincie, ter bezetting derwaards gezonden, met en benevens een groot gedeelte der Regeeringe en Burgery, voorts anderen tot hulp ingeroepene gewapende Vreemdelingen, door de vlugt verlaten, en op een vreemd Territoir geretireerd hadde, niet alleen in zyn ftrafwaardig gedrag tegen deze Provir.cie gecontinueerd, maar zelvs geduurende den verderen loop der in deze' Republiek gefubfisteerd hebbende troebles , zich in vreemden dienst heeft laten employeeren, en binnen de Stad vau Deventer een Corps Dragonders of Husfaaren opgeworven, waar mede hy oa den 31 Augustus 1787 van Deventer naar Zwolleis gemarcheerd, alwaar 't zelve voorts is iagefcheept geworden. Dat deze handelinge van den Gedaagden en Be. klaagden, Jan Rabo van Kfppel tot 'de Woolbeke, is ftrydig tegeps de gemanifesteerde bevelen vaa zynen Souverein, de Heeren Staaten dezer Provincie, by Publicatie van den ö July 1787 vervar, terwyl ook de Gedaagde door den Scholtus van Lochem by Gerichtelyke infiouatie, aan deszeivywoonftede geëxploiteerd, vermaand zynde dien dienst te verlaten, daar in echter is blyven Volharden. Uit al 'e welk dan ten genoegen rechtens is blykende, dat de Gedaagde en Beklaagde zich aan de misdaad van gekwetfte Majefteit, feditie en oproer heeft fchuldig gemaakt, hoedaane grove misd«aden in een Land van orde en Juftitie niet be^ R 5 feoa«  26"ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hooren te worden geleden, maar anderen tenexem» pel ten hoogden ftrafbaar zyn. Het voorfchreven Hof doende recht: verklaart Jan Rab) van Keppel tot de Woolbeke, Gedaagde in Perfoon en Beklaagde, contumax en verdoken van alle exceptien declinatoir, dilatoir en peremptoir, midsgaders van alle wheren en defenfien van rechten. En ten principaalen: condemneert denzelven Jan Rabo van Keppel tot de Woolbeke, om wanneer in handen der Juditie mogte geraaken, gebragt te worden ter plaatze alwaar men gewoon is Crimineele executie te doen, om aldaar door den Scherprechter met het zwaard over 't hoofd te worden gedraft; denzelven daar en boven voor al zyn leven bannende buiten dezen geheelen Fur* ftendom ende Graaffchap, by posne van zwaarder ftraffe, inval ooit daar in weder gevonden mogte worden; den Gedaagden in Perfoon, Beklaagden en Defaillant, mede condemneerende in de kosten dezer Procedure, ter tauxatie en moderatie van den Hove. Gedaan en uitgefproken in den Raade van Gelderland, te Arnhem den 7 Maart 1789. Accordeert met voorfchreven Crimineel Sententie-Boek , (was gef.) C. G. Hultman. 1789. N9. 1706, Publicatie der Heeren Staaten van Stad en Lande van d?n 31 December 1784, ter aanbeveeling van de Wapenotffening ten platten Lande, De Staaten van Stad Groningen en Ommelanden doen te weten. Alzoo ons lieve Vaderland door een machtig Vorst eene onrechtvaardige Oorlog word aangedaan, en deszelvs Krygsvolk reeds naar de grenzen  ie Gebeurtenis/en in 1787 ««2. voorgevallen, «frjt zen begint te naderen , terwyl het onzeker is, welk gedeelte van het zelve zal worden aangetasc, zoo eisqht de voorzichtigheid, dat men zich op alle plaatzen zoo veel mooglyk, voorzie van die middelen, welke voorhanden zyn, en onder's Hemels zegen kunnen dienen, om onze Godsdienfti. ge en Burgerlyke Voorrechten , en de dierbaara panden van Vrouw en Kinderen, tegens allen geweld en inval, vooral van een flropend Vyand, te befchermc;n: dat elk en een ieder van zelvs zal begrypen, dat 's Lands Militie niet op alle plaatzen , en in een genoegzaam getal daar toe kan tegenswoordig zyn, vooral niet, om dat het grootlte gedeelte moet worden gebruikt, alwaar de grootfte macht des Vyands byeen is, en dus het meeste te vreezen is: dat 's Lands Ingezetenen, welke by de bewaaring van hun leven, en die van de hunne, en by de zekerheid hunner goederen 1 en bezittingen het eerfte en 't meeste belang hebben, in ftaat zouden kunnen zyn, een goed gedeelte Vyanden, vooral van ftropende partyen , (voor wier wreedheid en zucht tot plunderen het meeste te vreezen is) te kunnen afweeren, en» hunne ftandvastigheid en goede orde ziende, af» gefchrikt worden, dezelve aan te tasten; dan alzoo daar toe allernoodigst is, dat de Ingezetenen in het behandelen van de Wapens worden geoeffend, dat dezelve de bevelen van hunne Officieren achtervolgen, en alle disordres en ongebondenheid uit hunner midden geweerd, en elk bezield zy met de oprechte gedachten • om zulks alleen tè verrichten uit liefde om 't Vaderland, hun eigen leven, en dat van hunne Vrouwen en Kinderen, 1 tot behoud van hunne'goederen, en die van hunne Mede-Ingezetenen tè befchermen. • Z.00 is 't, dat wy door dezen allen Ingezetenen ten platten Lande, welke zich in ftaat bevinden » de Wapenen te behandelen, op het vriendelykfte verzoeken, zich ten fpoedigften en met allen iever Jffi willen bekwaam maaken 9 om een behoorlyk en  ï6S Verzameling van Stuiken betrekkelyk m nuttig gebruik der Wapenen tegens den inval van den Vyand te kunnen maaken, en zich ten dien eindt Officieren uit het midien van. hun, en wel uit de gefchiktfte en meest begoedigde, (als welke h^t meeste belang by het behoud van 't Vaderland hebben) te verkazen: dat gemelde Officieren een, ordre opflelk-n, waar na deze wapenoefening zal worden ingerigt, en door welke dezelve van nut voor 't lieve Vaderland zal kunnen zyn, en alle ongeregeldheden geweerd; praïfenteerende dezelve aan de respective Gerechten, om door dezelve aan ons met dei zei ver confideratien te worden toegezonden, ten fine van goedkeuring. . . En verbieden wy door dezen op het emftigfte, om iemacd tot deze oeffening door eenigerhae.de middelen te dwingen, of deswegens eenige verwytingen te doen, alzoo zulks de eendracht, die tusfchen de goede Ingezetenen zoo hoogstnoodig is, zoude weg nemen. En alzoo alle Ingezetenen niet in (laat zyn, zich van 't noodige geweer te voorzien, 100 worden de begoedigde Ingezetenen verzogt, dezelve niet alleen voor zich zeiven, maar ook voor de onvermogende te willen aanfehaffen, of onderling fchikkingen daar over te maaken, (zullende wy ook daar toe een gedeelte aan de respeclive Gerechten ter hand (lellen) en zullen na het einde des Oorlogs die Wapenen, Staaten geweer zynde, van die gene die dezelve als dan begeeren tc misfen, door ons worden overgenomen, en de waarde daar voor betaald. Voorts verzoeken wy de respeclive Predikanten, om by alle gelegenheden de Ingezetenen te willen voordragen, hunne verplichtingen tot dezen Wapenhandel, zoo.uit hoofde,van hun eigen belang, als van 't lieve Vaderland, en dezelve te vermaanen, dat zulks geen aanleiding geve, tot zondige, ongeregelde, en fchaadelyke bedryven, waardoor te vreezen zoude zyn, dat niet alleen deze goede joogmerken verydeld, maar de toorn van God over , OW  de Geheurtènisfen in 1787 enz. voorgevallen. Ons lieve Vaderland zelvs vermeerderd zonde worden; den Hemel biddende, dar. Hy de harten der Vorften neige tot vrede, dat, ingevalle van verdere Oorlog, het lieve Vaderland door Hem worde befchermd, en de Wapenen van den Staat em der goede Ingezetenen gezegend mogen worden. Aldus gedaan in onze Vergadering in Groningen,' op Vry dag den 31 December 1784. De Staaten van Stad en Landei, Ter Ordonnantie van dezelven, {was get.) R. B. Gockinga, Seereti N°. 1707. Request der Ingezetenen van 't Hogezand aan het Gerechte aldaar, om hun in den Wapen* handel te oeffenen, met de dispojitie daar op yan den 5 January 1785. Op de ingediende Requeste van de Ingezetenen van het Hogezand, hoe overdenkende de hagcbelyke omftandigheden, waar in het lieve Vaderland gedompeld is, door een geweldigen V^and aangevallen, waar uit niet dan de gevaarlykfte gf-volgen voor het behoud van Vryheid en Privilegiën te vreezen zyn, voor al het welke onze Voorvaderen en Voorzaaten goed en bloed hebben opgeofferd; zy zich ook verplicht rekenen , ingevolge het 8fte Art. der Unie van Utrecht, zich in den thans in bloei komende Wapenhandel te oeffenen; en ingeval de nood het kwame te lorderen, ter befcherming van die onfchatbaare Vryheid, dierbaar Vaderland, wettige Overheid en duur verkregen Rechten, in ftaat te zyn, zoo veel mooglyk zich voor God, Overheid en Nakomelingen te kunnen rechtvaardigen, alwaarom zich tot U Wel Edele Geftr. wenden, met erbiedig verzoek: om ons in dit  sqo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dit ons welmeenend voornemen, met raad en daad te adfisteeren. Q. F. (Onder ftond) S. H. Bürs Trip. A. Maag». J. L. Trip, Evkrt Cornelis Borst. RoeLf Bartels. ( E. Metelerkamp. B. tfr Spille. A. Ja¬ cobs Ldining. Writser Bartels. J. Huising. Cornelis W. Bylholt. (was geapostilleera") 't Ed. Gerechte den loffelyken iever en bereidwilligheid der Ingezetenen van 't Hogezand &c* om zich by onverhoopte inval van vyandelyke partyen onderling te vereenigen, om alle geweld en beroovinge met gemeene macht en moed af te wen? den, cn zich tot dien einde by voorraad in den Wapenhandel te oeffeneD, adgreëerende, accordeert denzelven het gedaane verzoek, vaardig hun ten allen tyden met de noodige raad en hulpe te fdfisteeren. Aftum Groningen den 5 JaDnary 1785. (was get.) S. Gockinga, Ambt* man en Richter te Sappemeer cum ann. N". 1708. Plakaat van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 14 January 1785, tegen de oproerige bewegingen in den Oldambte, 't belet aan de vry willige Wapenhandel, 't dragen van Leufent 1 enz. Burgemeesteren en Raad in Groningen, doen te Weten: Hoe wy tot onze innige fmerte, in het zekere zyn onderricht, dat eenige onbedachtzaame en de  ie Gebeurtenis/en in 17.87 enz. voorgevallen. 271: gevolgen niet overdenkende Perfoonen, in een of ander Kerfpel van den Oldambte.zich hebben durven onderltaan, federt eenige dagen met hoope» langs de publieke wegen te zwerven, en te zoeken om de ftille Opgezetenen tot buitengewoone bewegingen aan te zetten, welke het onderling vertrouwen en goede verftandhoudinge , ten eenenmaale zouden komen weg te nemen, gebruikende daar toe teekenen van onderfcbeiding, door het dragen van gekouleurde Linten en Cocardes; ja zelvs hebben zoeken te keer te gaan de Vergaderingen, op Gerichts verlof verfchreven, om te overleggen de beste middelen , tot afwendinge van eenen aannaderenden vyand, om door het oeffenen in den W.i. peuhandel in ftaat te worden gefteld, van zich voor ftroopende partyen , die in eene groote meenigte door den Vyand worden medegevoerd, zon veel | mooglyk, te dekken, en daar toe onderling die S maatregelen te beraamen, die de Ingezetenen, met l goedkeuringe der Heeren Sraaten dezer P.ovincie, nuttigst zouden oirdeelen , waar door alle Opgese| tenen te Lande door de gemelde Heeren Staaten i hy Plakaat van den jden January jongst zyn opgewekt , zonder dat iemand daar toe door eenigerharde middelen zal mogen worder; gedwongen, of deswegens eenige verwytingen gedaan, eukel met dat heilzaamst vooruitzicht, om, wanneer (het gel ne God Almachtig verhoede) de Vyand mochteaan1 doen deze Gewesten, dewelke alle nie£ door den Militairen macht van den Staar, genoegzaam kunnen | worden befchermd, zich met vrucht, op eene geregelde wyze daar tegens te verzetten, en alzoo een ieder in ftaat te ftellen, met behulp van het Krygsvolk, zyn eigen,-zyner vrouw eo kinderen leven, bezittingen, en 't gen? hem dierbaar is, t© befchermen; al 't welk ten eenenmaale onnut, jg onmooglyk moet geacht worden, wanneer fommige woelzieke Perfoonen-tweedracht, oneeH>neden en verfchiiiende parcyen zoeken aan te kwèeken> ea  47* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en zich met dat oogmerk met onderscheidene Iea«i zen van linten, als anders, voorzien. Zoo is 't, dat wy, deze bewegingen niet anders beichouwende, als voortfpruitende uit een verkeerd verftand der jongstgedaane Publicatie der Heeren Staaten dezer Provincie van den 5den dezer; en verzekerd, dat een ieder, wien het behoud van hei lieve Vaderland, en de daar aan verknochte Vryheid en Godsdierst aan het harte ligt, alle zoodaar.e bewegingen met ons zullen aanzien, als het beste middel, om den Vyand voet te geven en in de hand te werken, hebben goedgevonden, de goede Opgezetenen, die zich aan voorgemelde bewegingen hebben fchuldig gnmaakt, ende voorts een iegelyk, op het nadrukkelykst by dezen te vejmaacen en gelasten, om van ftonden aan zich onderling gerust en ftille te gedragen; verbiedende tevens, om met hoopen te famen te komen, en eenig gefchreeuw, welke ook, aan te richten, ofte iemand, die zich in den Wapenhandel wil oeftenen, ofte reeds oeffent, ofte het zelve Diet begeert te doen, met eenige woorden of daaden , het zy aan hunne Perfoonen of Goederen , eenig hinder toe te brengen, noch eenige linten, cocardes, of eenig ander teeken van onderfcheiding, van welke kouleur ook, te dragen en aan zich te hebben, veel weiniger andere daar toe te noodzaaken, maar in tegendeel zich, als ftille en geruste Opgezetenen, wien het te doen is het Vaderland te behoeden, te gedragen; zullende de gene, die tegens deze onze welroeeninge mochte komen aan te gaan , naar inhoud der Plakaateu van den Lande, zonder eenige uitzonderinge ten ftrengften worden geftraft. En, op dat niemand hier van eenige onwetenheid moge voorwenden, zal deze van de Predikftoelen in den Oldambte worden afgelezen , ea voorts aangeflagen ter plaatze, alwaar men gewoon is zulks tfi doen. Ac*  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 273 A&um Groningen, Veneris den 14 Januarii 178J. J. van Hoorn, vt. Ter Ordonnantie der Heeren voorfz, (was get.) C. H. Gockinga, Secret. N°. 1700. Plakaat der Heeren Staaten vah Stad en Lande, van den 24 January 1785, voor den vryen Wapenhandel, en tegens alle rustverjlocrin* gen, het dragen van alle onderfcheidïngs-teeke« nen, enz. De Staaten van Stad Groningen en Ommelanden doen te weten: Naardien wy,, gelyk ten allen tyde vérplicht zyh, nu federt eenen geruimen tyd, mét eene buitenge, woonezorge en iever ons nebben benaarftigd, om niet alleen, 'nevens onze Bondgenooten, ons geheele Vaderland tegens eenen gevreesden en machtigen Vyand in ftaat van tegenweer te ftellen; maar ook byzonder alles by de hand te nemen, èn alle middelen in het werk te ftellen en uit te voeren, waar door, onder den zegen des Heeren, de goede Ingezetenen van deze Provincie tegens den aanval van vyandelyke ligte Troepes én ftroopende Benden van dezelve, voor hun leven, vrouwen'en kinderen, en het vérlies van alle hunne Burgerlyke en Godsdienftige Voorrechten zouden kunnen worden beveiligd; zoo hebben wy aan de eene kante met een byzonder genoegen, en als een zegen van God op alle onze poogingen, aangemerkt de gewenschte gevolgen , Welke onze opwekkinge tot den vrywilligen Wapenhandel, by de gefchiktfte , beste en yermdgendfte Ingezetenen van deze Provincie heeft gehad, en verheugen ons over de ééndrachtige en ieverige poogingen, welkè op veelè plaatzen worden befpeurd, om zich ten hunnen eiv genen nutte en befcherminge van hunne eigéné XXL Dëèe. 8 Haard-  274 Verzameling van Siïikken hetrekkelyk tot Haardfteden en AltaareD in den Wapenhandel bekwaam te maaken, of zich op eene andere wyze 1 als vreedzaame in den Lande te gedragen: doch tef- j fers aan den anderen kant, hebben wy tot ons in- • nig leedwezen en grievende fmerte , ondervonden, , dat fommigen door een kwaad begrip van onze laatfte Publicatie, zich tegens den Wapenhandel verzetten, fommige met booze oogmerken verdeeld-, heden zoeken te verwekken, en tot morren en iamenrotten aanleidinge geven , en ten dien einde; zoogeraamde leuzen of onderfcheids-teekenen aan-, fchaffen en vertoonen, en andere tot het dragem van dezelve noodzaaken ; ja nog een Hechter em laaser gedeelte , zich fchaamteloos verftout, die teekeren te misbruiken, om oproer te verwekken, dreigementen te doen, geweld te gebruiken, en roofgierig hunne naasten, zoo mooglyk, te De< ""Zoo"; het, dat wy de eerstgemelde goede Ingezetenen van deze Provincie, het zy dat ze zich ie den Wapenhandel oeffenen, dan met, eensdeeU door dezen ten hoogften verheffen, pryzen en roe* men voor hunne betoonde Vaderlandsliefde en ftiN le orderwerwerpinge aan onze welmeenende op. wekkinsen tot ruste, vrede en ééndracht, welke mag\ mcakt, en zonder welke alle onze poogingen zou* den worden te leure gefteld: maar ook anderdeels^ od het rrrftigfte vermaanen en opwekken, daar ïr te volharden, de kwaade, zoo veel mooglyk il teeen te gaan, zich voor hunne verleidingen I wachten, dezelven te vermaanen, en, naar geene* raad hoerende, daar van aan hunne gewoone Ricnl ters kennisfe te geven, op dat dezelve nadrukke. lyk mogen worden geftraft. En aan den anderen kante vermaanen wy , alle weinig doorzicht hebbende en eenvoudige Ingeze. teren, hunne vooroirdeelen af te leggen, en zicb od onze welmeenende opwekkingen volkomen te verlaten En wy waarfchouwen alle onrustige en verdeeldheid zoekende Ingezetenen van deze Pr»  ie (Ubearienisjén in 1787 enz. vóórgevaiïeni iff VinCie, Om een ieder in het ftuk van de Wapen. Oeffeninge zyne vryheid te laten, geene zamenrottingen of verdeeldheden te verwekken, en verbie* den door dezen op het ernftigfte, het dragen van alle teekenen van onderfcheidinge , hoe ook genaamd, of van wat kleur dezelve ook mdgenzyn, Veel meer nog, om anderen daar toe te noodzaaken, of door dreigementen te dwingen; onder bedreiginge,dat die genen, Zoo zich, niet tegenfhan* de dit ons verbod, onderdaan, dicrgelyke leuzen pf teekenen van onderfcheidinge in deze Provincie te dragen^ aanftonds zullen worden ingetrokken * :n als ongehoorzaame Ingezetenen zullen worden 'cflraft, en dat die genen, die anderen daar töè mee woorden, bedreigingen of andere middelen noodtaaken, als verftoorders van de gemeene rüste aan ien lyve, en, de omftandigheden zulks vorderenie, Zelvs aan het leven geftrafe zullen worden-, gelyk dit het rechtvaardig lot is van allen, die geweld jan hunne naasten, of aan hunne have en goederen jleegende, in handen van het Gerichte vervallen* Doordien ons nu, in deze verre uitziende dagërj> neer dan ooit, 3er aan gelegen is, dat deze onze* srnftige welmeeninge, om alle verdere verwarring re en boozen handel uit deze Provincie te keerën * :n voor te komen, dat de gewapende macht nietj jehoeve gebruikt te worden, om het kwaade te lempen en oproer te weeren, op het naauwkeü■igfte worde uitgevoerd; zoo gelasten wy wel uit. Irukkelyk alle Richters en Gerichten , in deze Provincie aangefteldt om een ieder in zyne betrekkinge het recht te handhavenen, hier op naaüw^ keurig toe te zien, en hunne Suppoosten en Bedienden wel ernftig te gelasten , de overtreders iüaadelyk in te trekken 4 en in Gerichts handen op te brengen , op dat, Zónder eenige oogluikinge 3 paar de ordres van den Lande, en den inhoud de«* fees mogen wordén geftraft, en andere uit die yöoribeelden mogen leeren, aan hunne wettige Ö.yèfS 2 heifS  276 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot . I heid alle fchuldige onderwerpinge, eerbied en gfei: hoorzaamhcid te bewyzen. En, op dat niemand hier van eenige onweten-j heid moge voorwenden, zal deze alomme in deze Provincie van alle de Predikftoelen worden afgele.i zen , en voorts worden aangeüagen ter plaatze, waar men gewoon is zulks te doen. Aldus gedaan in onze Vergad«ringe, op Maandag, den 24 Januarius 1785. Ter Ordonnantie van dezelve, (was get.~) R* B. Gockinga, Secreu Ntt. 1710. Plakaat van de Heeren Gedeputeerde Staa< ten van den 31 January 1785 > verbiedende het. werven van Militairen door Regimtnten niet op dei ze repartitie ftaande of in deze Provincie Guarnifoen houdende. Wy Willem, by der gratie Gods, Prinfe van Orange en Nasfau , &c &c. &c. ; mitsgaders dd Gedeputeerde Staaten van Stad Groningen en Om* melanden, doen te weten.. . Naardien de Heeren Staaten van Stad en Lande,1 by derzelver Refolutie van den 27ft.cn Janua< rius jongst, ons hebben geauthorifeerd, de ordres, by voorige Refolutien tegens de vreemde Wervers gefteld, en federt eenige jaaren in onbruik geraakt, wederom te vernieuwen, door den druk gemeen te maaken, en te doen publiceeren. Zoo is het, dat wy, de voorige Refolutien en Plakaaten omtrent dit ftuk genomen, byzonder dat van den 31 January 1743 vernieuwende, op het; rigoureuste verbieden alle vreemde Wervingen; waar door wy verftaan alle zoodaane Wervinge van Ruiters , Soldaaten, Dragonders , Artilleristen, of andere Militaire Perfoonen, welke gefchied door  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 277 f op last van Officieren, die niet ftaan ter reparitie yan deze Provincie, of die in deze Provincie iet in Guarnifoen liggen: aan welke beide alleen ryftaat, in deze Provincie te mogen Werven, en an geene andere, zonder daar coe bevoorens ons onfent te hebben verworven, en daar toe te heben aangetoond, dat in hunne Provinciën de Weringe aan de Officieren van deze Provincie toegeaan is: by poene dat alle engagementen, of weringen, hier tegens gedaan , voor nul en nietig illen worden gehouden, en de Overtreders dade'k zullen worden ingetrokken en naar vereisch m zaaken zullen worden geftraft, met verbeurte in het gegevene aanritsgeld. En op dat dit tot een ieders kennisfe kome, zal eze worden aangeflagen ter plaatze , waar men jwoon is zulks te doen. Aldus gedaan in onze Vergaderinge te Groningen ) Maandag den 31 January 1785. F. F. B. van In en Kniphuisen, vt. Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz. R. B. Gockinga, Secret. °. 1711. Crimineel Vonnis by den Drost der beide Oldambten, den 47 May 1.785 geveld jegens Gerrit Egberts Dikkers. Alzoo met de ingenomen informatien, beéèdig! verklaaringen van Getuigen, gehouden conmtatien en eigene bekentenis van den gevangen errit Egberts Dikkers, oud 48 jaaren, ge« iortelyk te Bysfum in Overysfel, en laatst gejond hebbende in de Scheemda , genoegzaam' chtens is gebleken, dat hy Gevangen by de openge bewegingen in 't midden van de maandnuaay dezes jaars, in de Scheemda en andere katzen in den Oldambte voorgevallen s. die odIus. S 3. ten ■  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten met veel genoegen heeft zien groeien, en dezel-1 veook naar vermogen door discourfen aangezet, en aldus getracht 't Volk mede op den been te bren-i een , ten einde 'er verandering in de Regeering of i beftier dezer Landen mogte komen.— Dat hy Ge-*> vangen in die dagen, zoo voor als onder het uit-, barften dier onlusten en oproer, zich in fmaadely» ]r.e gefprekken over de Regeering dezer Landen: heeft uitgelaten , door hoofdzaaklyk te zeggen; dat 't Land kwalyk geregeerd wierd, dat de Heeren te' veel geld trokken, en dat 's Lands geld nutteloos door dezelve wierd hefteed. Dat hy Gevangen, zoo voor als ten tyde van 't ontftaane oproer, eenige ingezetenen in den Oldambte heeft opgenoemd* welke in hunne Perfoonen of Huizen ongelukkig jouden worden gemaakt, aan fommige van wdké huizen vervolgens ook geweldige Glasinilageryen ?yn gefchied, en daar door zyne voorwetenfehap. en verlangen van Jt gene 'er bedreven zoude worden, aan den dag gelegd. —- Dat hy Gevangen nader op Zondag den ióden January jongst, het Plakaat van de H. Heeren Burgemeesteren en Raad in Groningen , verbiedende: ,, om met hoopen „ te faam te komen, en eenig gefchreeuw welke ook aan te rechten, noch eenige linten, COC3.T; „ des, of eenig ander teken van onderfcheidinge, „ van welke koleur ook te dragen , en aan zich te „ hebben, veel weiniger anderen daar toe te nood-: 3, zaaken, maar in tegendeel, zich als dille en geruste Ingezeteren te gedragen", was afgei kondigd, en by den Gevangene bekend, zich niet alleen onderdaan heeft, om door het dragen vat; Oranje lint, en geroep van vivat Orarje, de Fn'sj loven, het zelve rp dien Zondag en daar na opzefc telyk te vertreden, maar ook andere Ptrfoonenj tot het dragen van zoodaanige gekoleurde lintei aan te zetten. —■ Dat hy Gevangen de Vergada jing in de Herberg van C. Kuipers in de Eextjf, pp Maand3g den i^den January jongst, ongedwongen* e,ö ?elv' wet goedkeuring heeft bygewpontty  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 279 ea ter dier tyde en plaats mede de orders gegeven, om de Predikanten van de Scheemda en Eexta, de Kerkvoogd van de Scheemda, en meerandere Ingezetenen, uit derzelver wooningen af te haaien, en naar de gemelde Herberg te brengen, welke orders ook daar op door andere Perfoonen zyn uitgevoerd, in welke Vergadering verders voorgemelde Plakaat zoo door den Gevangen als andere,door woorden en daaden opentlyk en moedwillig wierde vertreden en opzettelyk gevilipendeerd. -—— Dat hy Gevangen, dien zeiven Maandag 's avonds na dat de Perfoon van Coert Jans, naar Zuidbroek was afgezonden, om kondfchap te brengen of de Militie uit Groningen naar den Oldambte, ter afweeringe van verdere onheilen, in aantogt was, en daar by van zyne terugkomst in de Herberg van Kuipers in de Eexta aan den Gevangen en anderen hadde verllag gedaan, denzelven Coert Jans daar op mede naar Midwolde heeft afgezonden , om aldaar den aankomst en aantal der Troepes bekend te maaken. — Dat hy Gevangen vervolgens op dienzelven tyd en plaats, mede heeft aangeraaden den klok te luiden, en daar door 't Volk op den been te brengen, om de Militie die in aantocht was, te keeren, en ook ten dien einde met den Koperflager Bos uit het Huis van Kuipers naar de Scheemderhorn is gegaan, alwaar hy Gevangen de Jongens, aldaar prajfent, tot het luiden mede heeft aangezet, 't welk echter door andere Perfoonen is belet geworden.— Vermits nu door 't geen voorfz. is, de Gevangen getoond heeft, het boosaardige te begunftigen, de algemeene rust te verftooren , en daar door aan de Ingezetenen dezer Jurisdictie de grootfte onheilen te berokken, en zich fchuldig gemaakt heeft aan moedwillige ongehoorzaamheid, en opzettelyke overtredingen van de Plakaaten der Hooge Overheid, nog in diezelve dagen ter uitdrukkelykfte vermaaning, tot onderlinge rust gepubliceerd , mitsgaders dus van dien aart, dat dezelve in een Land van Juftitie en S 4 gas-  a8  302 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot merkt, voorts voor den tyd van tien jaa-en eerst* komeDde geconfineerd in 't Provincie- Tuchthuis binnen Groningen, en na expiratie van dien tyd, voor al zyn leven gebannen te worden uit de Frovincie van Stad en Lande, mitsgaders de Heer'.ykheid Wedde en Westerwoldingerland, aan ons ter btkoming van brieven van abolitie, favorabel aan te bevelen. _, , . 7oo is 't, dat wy in confidentie van den gemelden voordracht . willende praefereeren gratie boven rigeur van Juftitie, hebben goedgevonden te aboleeren en te niete re doen by dezen, al het gene de voornoemde Jacoeus Alberts Questius , ter zaake voorfz. zoude mogen hebben misdaan en mis. dreven, Hellende midsdien het voorfz. vocms buiten verder effed, en herftellende denzelven in eere en rechten , even als of hy de voorfz. excesfen niet had geperpetreerd, zulks het aan hem overgekomen ongeluk hem nimmer zal mogen verweten worden ; def rf« <*«cIve Jacobus Alberts Qoes. ™s Zal gehouden zyn, deze onze brieven van abolitie ter Secretary van de hooge Juftitie-Kamer van Stad en Lande te laten registreeren; 't welk gedaan zvnde, ontbieden en bevelen wy Luitenant en Hoofdmannen van dezelve hooge Juftitie-Kamer, midseaders den Procureur-Generaal, en alle andere Rechteren, Jufticieren, Officieren en Onderzaten tegenwoordige en toekomende , die dit aangaan en roeren zal mogen,dat zy den meergenoemden ïacobus Alberts Questius, deze onze brieven van Abolitie, en alle deszelvs inhoude , rusteIvk vreedelyk en volkomenlyk laten genieten en eeb'ruiken, zonder hem, ter zaake voorfz., eenig hinder, belet of moeienjsfe te doen , of te laten eCEnhitenDéinde dit goed vast en beftendig blyve ter?allen tyde, zoo hebben wy onzen grooten ZeSe het welke wy in gelyke Itaaken gebruiken, ha dezen doen hangen. Q^  de Gebeurtenissen in 1787 enz. voorgevallen. 303, Gegeven in *s Gravenhsge, den loden dach der maand May, een duizend zeven hondert neeen tachtig. ° (wasget.) W.Pr. van Oranje. (Onder Jlond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. O" g«0 T. J. de Larrey. De overige brieven van Abolitie, ten voordeel© van Eltjë Harms Oest , Elso Harms , Gerrit Egberts Dikkers enz., waren mutatis mutandis* noofdzaakelyk van den zelvdcn inhoud.' N • 1723. Notificatie van ie hooge Juftitie-Kamer van Stad en Lande, aan de Poorten van de Stad Groningen geaffigeerd, waar hy hekend word getnaukt, dat de Brieven van Abo.itie door den Heer Erf-Stadhouder aan negen Perfoonen verleend, ter Secretary van den Hove zyn geregistreerd, en dat de Geir.tr-esI"eerden die kunnen af haaien, van den 3 Juny 1789. Zie Verzameling van Stukken, XV. Deel. N«. f282, bl. 274. N°. 1724. Refolutie der Henen Staaten van Stad en Lande, van den 15 Otïober 1 89, waar by de Misfive van zyne Doorl. Hoogheid, van den loden May dezes jaars, gefteld word aan de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie Finances. By refumtie wederom gedelibereerd zynde on de Misfive van zyne Hoogheid den Hece Prins Erf-Stadhouder, in dato den leden May dezes jaars,  Verzameling van Stukken betrekkelyk ïöt jaars , kennis gevende van het depecheeren de* brieven van Abolitie , ten voordeele van eenige Gefententieerden, midsgaders eenige verdere confideratien; Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande het eerfte lid der voorfz. Misfive voor notificatie aangenomen ; en het tweede lid gefteld ter nader examen, in handen der Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie Finances op Rapport. NQ. 1725. Sententie van den Hove van Friesland, gepronuntieerd tegen Lolke Lolkes Hommema, Mede-Richter van.Leeuwarderadeel, Gedetineerde, " cp het Blokhuis te Leeuwarden. In dato den 2 Ju. ly 1790* Gezien by ó»" w«ve van Friesland de Procedures voor den zeiven Hove hangende, tusfchen den Procureur-Generaal dezer Landfchappe, rat. offic.„ Klager ter eenre, op ende tegens Dr. Reinardüs Hessel van Altena, geoccupeerd hebbende voor Lolke Lolkes Hommema, Mpde-Rechter van Leeuwarderadeel, woonende te Hyum, Gevangen efl Beklaagde ter andere zyde- Het voorfz. Hof, op alles rypelyk gelet en ge1confidereerd hebbende , het gene men in dezen behoorde te confidereeren, in den naame ende van wegens de Heerlykheid der Landfchappe van Friesland , verklaart den Gevangen, ter zaake dat hy js geweest Gecommitteerde van het Vrycorps van Hyum, Finküm en de Leye, en in die qualiteit is blyven fungeeren, na dat de Publicatie van den 4 September 1787, waar by de Exercitie-Genootfchappen en Vrycorpfen in deze Provincie zytt vernietigd, in Leeuwarderadeel, en fpeciaal mede te Hyum, naar gewoonte was geaffigeerd geweest,; — dat den Gevangen in die zelvde qualiceiti op»  / ie ' Gebeurtenisje* in 1787 enz. voorgevallen, 305 aanzegging den 14 September 1787 , is gegaan naar het hiem van Harmen Pieters te Finkum, en vervolgens benevens de overige Gecommitteerden , en eenige gewapende Leden van het Vry'corps, zich van daar naar het hnis van Hendrik Ruardi , Schoolmeester en Dorp-Rechter te Finkum, heeft begeven, en dezelve uit naam van de 'gewapende Mannen, heeft verzocht om een Plakaat van de Heeren van Franeker (daar dóór verftaande de Prstenfe Staaten) aan den Toren te willen aanplakken, het gene gedachte Dorp-Rechtér ook in hun tegenwoordigheid heeft moeten verrichten, — dat den Gevangen daar na, benevens zyn byhebbende Manfchappen, weder te rug naar het hiém van Harmen Pieters is gekeerd, van waar zy naar Hyum zyn. gegaan, by zich hebbende een Plakaat van Franeker, dat den Gevangen en de andere Gecommitteerden (blyvende de gewapenden pndertusfchen op het Kerkepad) zich toen naar het huis van JohannisFreerks Hoornstra, DorpRéchter te Hyum, hebben begeven,/ en dezelve hebben verzocht, om een Plakaat van Franeker aan te plakken"; doch deze daar in gröote zwaarigheid maakende,.aan dezelve.hebben.gezegt: „ dat als ,, hy daar in Zpo veel zwaarigheid maakte, hy 'er „ dan ook vry van konde, en dat zy dan de PlaV» kaaten Wel zouden aanplakken".— Dat dén Gevangen, en de overige Gecommitteerden, daar op weder naar de gewapende Manfchap op bet Kerkepad zyn gegaan, en met dezelve naar het Kerkhof te Hyum Zyn gemarcheerd, alwaar toen een Plakaat van de Pranenfe Staaten, des tyds te Franeker vergaderende, aan den Toren is aangeplakt geworden.— Dat den Gevangen op den 19 Sep.; tember 1787 des avonds, zynde 's daags voor den dag, op welke de gewapende Vrycorporisfen do,o'r de Militairen, ónder commando van den Prins van Waldeck, zyn verdreven, mede te Stiens by de Battery en doorgravingen der Dyken. is tegen woordig geweest; — dat den Gevangen eindelyk; XXL Deel. V den  306 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den volgenden dag, toen het gévecht tusfchen de Militairen en Vrycorporisten is voorgevallen, zich wederom te Stiens heeft bevonden, en van daar met de gewapende Manfchappen naar het Bild is gevlucht, alles breeder ten Procesfe gemeld; vervallen te zyn van zyn post, als Mede-Rechter van Leeuwarderadeel, en inhabil den Lande ooit weder in eenige qualiteit te kunnen dienen. Bant den Gevangen uit Friesland den tyd van zeven jaaren, te ruimen de Stad Leeuwarden binnen 's daags zonncfchyn, en het Land binnen den derden dage, zonder in middeler tyde daar weder in te komen, by poene van arbitraire corre&ie. Condemneert hem mede in de kosten en mifen van de luftitie,en kosten van den Procesfe, tot 's Hofs tauxatie ; en verklaard den Klager tot zyn verdere genomen eisch en conclufie niet ontvangbaar. Aftum den 2 July 1790. Ter Ordonnantie van den Hove, (was geQ S- Faber. N0. 1726. Sententie van den Hove van Friesland, ge' pronuntieerd tegen Dirk van der Velde, Keep. man te Bolsward. In dato den 13 July 1790. Gezien by den Hove van Friesland de Procedu* ren voor denzelven Hove hangende,tusfchen den Procureur-Generaal dezer Landfchappe, rat. offic., Klager ten eenre, op ende tegens Dr. Thomas Wietand geoccupeerd hebbende voor Dirk van der Velde, Koopman te Bolsward, Beklaagde ter andere zyde. . . Het voorfz. Pof op alles rypelyk gelet, en ge. cerfidereerd hebbende het gene men in dezen behoorde te cciifidereeren, en byzonder m acht ge. remen, het gene de Beklaagde ten zynen voordeele heeft bewezen , in naam ende van wegens de Heer-  ie Gcbeurtsnisfcti in 1737 enz. vcorgïvftttcn, 30? Heerlykheid der Landfchappe van Friesland, ~— coademoeert den Beklaagden, ter zaake dat hy Be. klaagdeD zich qualificeerende als Mede-Gelastigde, of Geconftitueerde uit een notabel aantal Burgers en Ingezetenen van Bolsward, benevens meer andere, in de maand September 1787, een Request aan de Magiftraat en Vroedfchap der Stad Bolsward heeft gepraïfenteerd, waar in de Beklaagde en zyne Mede-Gelastigden, zich niet hebben ontzien te zeggen: dat zy Gecommitteerden en Geconftitueerden in die qualiteit in aanmerkinge neroen„ de, de federt langen tyd ontftaane onlusten in s, deze Republiek niet alleen, maar zelvs in deze „ Ptovincie, welke thans zoo verre zyn gegaan, „ dat het beste gedeelte der Staatsvergaderinge „ dezer Provincie, uit hoofde van eene verregaan,, de heerschzucht, welke het ander gedeelte der „ Staatsvergaderinge by continuatie over hun , en 3, hunne Ingezetenen dezer Provincie, niet alleen „ trachten, maar rede werkelyk uitoeffenden- zich 3, tot fauveringe van hun lyf genoodzaakt vonden, „ die Staatsvergaderinge te verlaten, en naar Fra„ neker over te brengen, vermids gemelde Verga3, deringe, naar hun en hunner Committenten öira, deel, niets, dan het beste dezer Provincie en „ goede Ingezetenen beoogen , en werkelyk hun s, uiterfte poogingen, ten beste derzelver aanwen» a, den, —• niet kunnen afzyn, voor hun "zelvs, 3, en uit naam hunner Committenten, rondborftig a, te verklaaren, niemand anders dan de Staaten „ van Franeker te erkennen,— en hun alleen vöor 3, hun Souverein aan te merken." — Verder inftantelyk uit aller naam verzoekende: dat hun Achtbaarheden cordaat geliefden toe te treden, In dé goede oogmerken hunner Burgers en Ingezetenen; te weten, om niemand, dan de Staaten te Franer Jcer des tyds vergaderd , als de eenige wettige Overheid dezer Provincie aan te mferken 1 en te estimeeren; en dit Request eindigende, iriet te zrg* jgen; dat iy vreezen , dat ingeval hüij AbfitbilarV ü li:  <$c8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ heden aan dit hun billyk verzoek niet geliefden , te voldoen, veel moeïlykheden daar uit zouden kunnen voortvloeien." Dat gedachte Addres door de Magiftiaat en Vroedfchap tot den volgenden dag in advis is gehouden, en aan de Commisfie daar van kennisfe gegeven; met verzoek: dat de Gecommitteerden en Geconftitueerden , als dan hunne qualificatie voor de Regeeringe wilden open legen, het welk dan ook door dezelve, na vertooninge van .eene zoodaanige qualificatie, is uitgegeven, met appoinclement: „ in dezen kan voor als nog niet worden getreden". — Dat, in plaats van daar in te berusten, de Beklaagde en zyne Mede-Gelastigden wederom een nieuw Addres of Declaratoir, hebben onderteekend, en het zelve in de Vergaderinge van de Magiftraat en Vroedfchap te Bolsward hebben ingegeven , daar in zeggende:dat zy , uit befef van het gewicht en presfance der teeenswoordige tydsomftandigheden, en uit de vcrplichtinge , die zy aan hunne Committenten verschuldigd zyn, zich gedrongen vinden, andermaal aan Hun Achtbaarheden te kennen te geven,— dat zy Ondergeteekenken niet kunnen afzyn, om Hun Achtbaarheden, nog éénmaal, ten fterkften te verzoeken en teinfteeren, om volmondig te declareeren, de Edele Mogende Heeren Staaten te Franeker vergaderd, te zullen houden voor den eeni£en en waaren Souverein dezer Provincie ; mede daar in declareerende, daar toe gelastigd te zyn van de Schuttery, en een zeer notabel aantal Burgers en Ingezetenen van Bolsward, te famen uitmaakende verre de meerderheid der daar toe gerechtigde Burgers en Ingezetenen, en dus als de waare en r-speüable Volksftem van Bolsward, niet twyffelende, of Hun Achtbaarheden zullen daar aan wel willen defereeren; dat zy in tegendeel verklaaren, zoo onverhooptelyk Hunne Achtbaarheden du hun 1 ernftig verzoeken declaratoir mogten wyzen van de hand, aan hun en hunne Committenten te referveeren, zoodaanige maatregelen te nemen, en midde-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 309 len te beraamen, als zy noodig en gefchikt zullen oirdeelen, om hunne en hunner Competenten natuurlyk en billyk recht te handhaaven ; verklaarende wyders , niet verantwoordelyk te willen zyn voor de funeste gevolgen, welke in zulken gevalle, voor Hun Achtbaarheden, daa? uit mogten proflueeren , met opgave der redenen , dewelke hun gepermoveerd hebben, om de Staaten te Franeker vergaderd, voor de eenige wetcige Souverein dezer Provincie te erkennen, in tegenftellinge van de Staatsleden, welke te Leeuwarden hunne Vergaderinge houden; dat naamelyk men maar behoefde, flechts met een vluchtig oog, gade te flaan, de drukkende Publicatien van den 25 September 1786, waar by aan de Ingezetenen dezer Provincie het tauxeeren , laaken en pryzen enz., onder zwaare bedreigingen word verboden , en teffens aan dezelve zeer bezwaarlyk, zoo niet ondoenlyk gemaakt word, zich aan de hooge Overheid by Requeste te addresfeeren, en daar mede te vergelyken de Vryheidademende Publicatien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten, thans te Franeker vergaderd ; haaiende tot dien einde tot getuigen aan de laatfte Publicatien van den 15 en 16 September 1787,tot innigst genoegen der weldenkende Burgery gepubliceerd. Dat vervolgens de Waarfchouwinge van den 3 September, en Publicatie van den 4 September 1787, van de Edele Mog. Heeren Staaten dezer Provincie, in gedachte Request, op eene oproerige wyze wordt getauxeerd, door te zeggen, dat de fchoonfchynende taal van de Waarfchouwinge niet is overéén te brengen met gedachte Publicatie van den volgenden dag, by welke Hun Ed. Mogenden onder anderen goedvinden, aan de Steden te ordonneeren, om de van ouds gefubfisteerd hebbende Schutteryen te blyven houden, zonder het getal der Schutters te mogen vermeerderen of te verminderen, en de andere te vernietigen; met byvoeginge, dat zulks is een inbreuk op de Scedelyke Rechten; eindigende met V 3 de-  gi© Verzameling van Stukken betrekkelyk tot deze woorden: dat het bovengemelde zyn de mo. tiven hunner handelingen, en dat zy nogmaals zeer inftantelyk hun Achtbaarheden driDgen, om de Staaten van Friesland te Franeker vergaderd, voor den wettigen en eenige Souverein te erkennen, en te respecteeren; alles breeder ten Procesfe gemeld, —=» aan het Comptoir der Domeinen, ten profyte van de Heerlykheid, te betaalen een fomma van duizend Goudguldens, en zulks binnen veertien dagen eerstkomende, by gebreke dies, fiat authorifatie óp den Deurwaarder van het Kwartier, om dezelven met middelen van executie in te vorderen ; —■ condemneert den Beklaagden mede in de kosten en mifen van de Juftitie, en kosten van den ProcesIe, tot 's Hofs tauxatie, en verklaard den Klager tot zyne verdere genomene eisch en conclufie niet ontvangbaar. Actum den 13 July 1790. Ter Ordonnantie van den Hove. (wasget.") S. Faber. W*. 1717. Naamlyst van alle de Gefententieerden,mst melding van hunne opgelegde Jlraffen, door den Hove van Friesland, ter zaake van de beroertens, inzonderheid in September van den jaare 1787, in die Provivxie voorgevallen. 1788. 15 April. Hoite Peizil , van St. Anne, uit de * Grietenye van hetBild, gegeesfeld , voorts drie jaaren in het Tucht- en Werkhuis gebannen , en na verloop van dien tyd, zeven jaaren buiten de Provincie. Verzam. VI. Deel, bh 221. \l July. Matthys Ankringa , oud Burger-Vaandrig te Sneek, voor vyf jaaren gebannen in 's Lands Tucht, en Werkhuis, X. Deel, H. 250,, 4 ==» Sjoerd HïsseeinwA , van Beetgum, in de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 311 Grietenye van Menaldumadeel, voor vier jaaren buicen de Provincie gebannen» en in de kosten en mifen van de juftitie en in de kosten van den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 253. 10 July. Beernt Mülder, van Franeker, zonder ftraf of boete uit zyne detentie ontflagen, en de kosten van den Procesfe gecompenfeerd. X. Deel, tl. 254. ia — Pieter Wolters , op het Vliet, onder Leeuwarden, gegeesfeld, gebrandteekend, en voor zeven jaaren in het Tucht- en Werkhuis gebannen. VII. Deel, bl. 213. 4 Decemb. Johannes Haytsma, Jenever-Stooker en Luitenant onder de Schutterye te Franeker, 500 Goud-Guldens boete, by onvermogen twee jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en in de kosten van den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 255. ti —— Aggeus Ennema , Jenever-Stooker en Vaandrig onder de Schutterye te Franeker, één honderd gouden Ftiesfche Ryders boe. te, by onvermogen twee jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de koscen en mifen van de Juftitie en in de kosten van den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 256. 19 —— Nicolaas Everts Scheltema, Mr. Wolkammer en Kapitein-Luitenant onder de Schutterye te Franeker, zeshonderd GoudGuldens, by onvermogen drie jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en in de kosten van den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 257. 10 — Wybe Lolkema, Koopman te Franeker, duizend Goud-Guldens boete, by onvermoY 4 gea  312 Verzamling van Stukken betrekkelyk tot gen vier jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en in de kosten van den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 258. 30 Decemb. Jan Scheltema, Raad in de Vroed, fchap te Franeker, duizend Ducatons boei te , tien jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en in de kosten van den Procesfe , gecondemneerd. IX. Deel, bl. 330. s^p Gerrit Boonstra, van Sexbicrum,in de 5 Grietenye van Barradeel, binnen die Grietenye den tyd van drie jaaren gebannen, voorts in de kosten en mifen van de juftitie en in de kosten van den Procesfe, gecondemneerd,' X. Deel, bl. 250. I?8p. 5 Maart. Petrus IIerkst, Mr. Bakker en Luite" nant onder de Schutterye te Franeker, ijo, gouden Friefche Ryders boete, by onvermogen, vier jaaren buiten de Provincie gei bannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en in de kosten van den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 260. 21 -—— Johannes van der Werff , Mr. Tim* ' "' merman en Vaandrig onder de Schutterye te Franeker, 150 goude Friefche Ryders boete, by onvermogen, voor vier ja3ren buiten de Provincie gebannen, en voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en kosten van den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bU 261. M «■—!-: Qers: Waardenborg , Wolkammer te ' Franeker, gebannen binnen de Stad Franeker en Jurisdictie van dien , de tyd van vier jaaren, voorts in de kosten en mifen van dè - "• *' J«-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3^3 Juftitie en tosten yan den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 262. Xj3 Maart. Pieter Waardenburg , Koopman te Franeker, voor den tyd van vier jaaren in 's Landfchaps Tucht- en Werkhuis gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en kosten van den Procesfe, gecon» demneerd. X, Deel, bl. 163, Egbertus Tollenaar , Mr. Bakker te Berlicum in de Grietehye van Menaldumadeel, voor den tyd van vyf jaaren ih 's Landfchaps Tucht-en Werkhuis gebannen , voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe, gecondemneerd. X. Üeel, bl. 264% sp hmi Benjamin Muttelman, Mr. Zadelmaaker en Burger-Vaandrig te Franeker, honderd gouden Friefche Ryders böete, in cas yan onvermogen twee jaaren buiten de Provincie gebannén, en verder in de kosten en mifen van de Juftitiè en den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 166. 20, Johannes Fokkema, Burgemeester van de Stad Dokkum , vervallen verklaart van zyn post van Burgemeester en Raad in de Vroedfchap, voorts inhabiel tot Lands Officien en Stads Kegeering, en verder gecondemneerd in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe. X. Deel, bl. 267. 93. Tjeerd Banga, vervallen verklaart van zyn post als Raad in de Vroedfchap te Franeker, voorts inhabiel den Lande in eenige qualiteit te kunnen dienen} gecondemneerd iti eene boete'van 10,000 Guldens , benevens de kosten eh mifen van de Juftitie en den Procesfe. X. Deel, bU 268, 94 —— Lieuwe Hessels , van Oosterbierum iq de Grietenye van Barradeel , 1000 GoudGuldens boete, in cas van onvermogen vier V | iaa.  314 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot jaaren buiten de Provincie gebannen , en voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe, gecondemneerd. X.DeelJL 270. Sf5 Maart. Jacob J ans , van Oosterbierum, zyne langduurige detentie voor ftraf gerekend, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie, en den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel,bl. 271. «7 —— Jolius Spyxma, Wagenmaaker en SousLuitenant onder de Schutterye te Franeker, 150 gouden Friefche Ryders boete, in cas van onvermogen vier jaaren buiten de Pro. vincie gebannen , voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe, ge condemneerd. X. Deel, bh 272- «7 Meindert Paulus Andela , Sergeant onder 't Vrycorps te Franeker, isogoude Friefche Ryders , in cas van onvermogen een jaar buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Jult 1tie en van den Procesfe, gecondemneerd. X, Deel, bl. 273. ... Andele Lolkes, Entenier te Berlicum, in de Grietenye van Menaldumadeel, 700 zilveren Ducatons boete, in cas van onvermogen voor zes jaaren buiten de Provincie gebannen , voorts in de kosten en mifen vau de Juftitie en van den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 274. a, Johannes Scheltens , van Dronryp, in de Grietenye van Menaldumadeel, 150 GoudGuldens , in cas van onvermogen zes jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en van denProcesfe, gecondemneerd. X Dce^.275. „o - Klaas Klaasses de Jong , Mr-Bakker te 3 Franeker, ijo gouden Friefche Ryders, in cas van onvermogen, vier jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz', voorgevallen. 31; mifea van de Juftitie en den Procesfe,gecondemneerd. X. Deel, bl. 277. sss April. Johannes Ennema , oud-Burgemeester te Franeker, vervallen verklaart van zyn post als Raad in de Vroedfchap te Franeker, en inhabiel den Lande in eenige qualiteit te die. nen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe, gecondemneerd. Ki Deel, bl. 278. £4.— Nys Sneluos, Burger-Hopman te Franeker, 150 gouden Friefche Ryders, in cas van onvermogen, vier jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 279. 28 — Paulus Willinga , Mr. Koperflager te Bolsward, 1000 Goud-Guldens boete, in cas van onvermogen , zes jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en miien van de Juftitie en den Procesfe gecondemneerd. X. Deel, bl. 280. 30 — Hendrik Lauwerman, Mr. Boendermaaker te Bolsward, 1000 Goud-Guldens boete, in cas van onvermogen,zes jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe, gecondemneerd. X. Deel, bl. 281. 30 — Cornelis Staal, Mr. Weever te Bolsward, 1000 Goud-Guldens boete, in cas van onvermogen , zes jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe, gecondemneert. X. Deel, bl. 282. r May. Jan de Hoop, Koopman te Workum, 10,000 Goud-Guldens, in cas van onvermogen tien jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts ïn de kosten ten mifen van de Juftitie en den Procesfe, gecondemneerd. XIV. Deel, Z^.283. 5,3 May-  316" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 15 May. Cornelis van Rees, Apotheeker te Fra- ' neker, 1000 Goud-Guldens , in cas van onvermogen, vier jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen vaa de Juftitie en den Procesfe, gecondemneerd. XIV. Deel, bl. 285. 16 — Cornelis van den Burg, regeerend Bur¬ gemeester te Bolsward , met het zwaard over 't hoofd geftraft, midsgaders twintig jaaren buiten de Provincie gebannen, en verders in de kosten en mifen van de luftitie en den Procesfe, gecondemneerd. XIV. Deel, bl. 286. I July. Fqkke Steensma, Koopman te Bolsward, 300 gouden Friefche Ryders, in cas van onvermogen , vier jaaren buiten de Provincie ge* bannen, en verder in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe, gecondemneerd. XIV. Deel, bl. 202. ^ Wtm,em Vlot, Raad in de Vroedfchap te Hindelopen, inhabiel verklaart, den Lande ooit weder in eenige qualiteit te kunnen dienen, buiten de Provincie gebannen voor tien jaaren, en verders in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe, gecondemneerd. XIV. Deel, bl. 293. a Adrianus van Loon , Secretaris der Stad Hindelopen, inhabiel verklaart den Lande in eenige qualiteit te dienen, voor vyf™ en-twintig jaaren buiten de Provincie gebannen, voorts in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe, gecondemneerd. XIV. Deel, bl. 296. * . Tjeerd Gerbrands, Burgemeester te Hin» « delopen, inhabiel verklaart den Lande ooit in eenige qualiteit te kunnen dienen, vyftien jaaren btiiten de Provincie gebannen , voort» in de kosten en mifen van de Juftitie en den Pro-  de Geleurt'enisfen in 1787 enz. voorgevallen. 3U7 Procesfe, gecondemneerd.'' XIV. Deel, tl. 302. 8 July. Marten Saaices TjaprcEMA, te Dronryp, 10,000 Goud-Guldens boete , benevens de kosten en mifen van de Juftitie en van den , Procesfe. XIV. Deel, bl. 303. 11 Sept. Wopke Knoop , Koopman te BolswardV voor tien jaaren gebannen buiten de Provincie, voorts in de kosten en mifen van de Ju. ftitie en den Procesfe, gecondemneerd.XIVÏ Deel, bl. 303. 30.—• Philippüs Meinsma, te Leeuwarden, ge-' condemneerd oni te blyven geconfineerd on net gedemolieerde Blokhuis, den tyd van drie jaaren, na expiratie van dien tyd, tien jaaren buiten de Provincie gebannen, en verders* in de kosten en mifen van de Juftitie en den Procesfe. XIV. Deel, bl. 308. fi Oétob. HendrikChristiaan AohpnbACH