VERZAMELING l%0\ van PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GE^ BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXVII, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Vier- en- Twintigste Deel. Te C A M P E N, Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, MDCCXC   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET XXIVfte DEEL, VAN DEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. K". 1920. Publicatie van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, waar by ingevolge de op hem verleende authorifitie van ds Heeren Staaten van Holland, de Regeering te Anfteldar»veranderd. In dato den 30 November 1787. bladz. ï. 1921. Publicatie van den Heere Prinfe Er/'Stadhouder, waar by de Regeering van Schoonhoven veranderd. In da' to den 14 December 1787 bladz. 7. 192a. Publicatie van den Heere Prinfe Erfstadhouder, behelzende Reglement tot oprichting van eene Schuttery en Burger-Krygsraad te Schoonhoven. In dato aen 14 Decent' ter 1787 17. §• 1923. Waarfchouwing van de Bailjuw van Amftelland, mitsgaders Schout en Schepenen vanDiemen, over het on» dtr de waarde koopen van ontvreemde Goederen In dat» den 15 Dtcembem%7. . . . . bladz. 33. 1924. Memoritf door Geconflitueerdens van een aanzien' * 2 ijk  IV REGISTER lyk aantal Lèdetnaate» der Luterfche Gemeente te Rotter' dam, aan de Heeren Gecommitteerden van zyne Dcorluchtige Hoogheid, zich beklaagende over hunnen Predikant S;CHferfER,s> benevens neg e:ne Nota hiertoe behoorende. In dato den 25 December 1787. . . . bladz. 34. N°. 192?. Amfpraak, mondeling gedaan aan de Heeren Gecommittcerdens van Zyne Doorluchtige Hoogheid, uit naam en in de tegenwoordigheid van de Ccconjlitueerdens van een aanzienlyk aantal Ledemaatèn der Luterfche Gemeente te Rotterdam, by de overgifte van de hier bovenjlaande Memorie, door Corhelis Veümya'e, Az. . . bladz. 37. —— 1925. Publicatie op naam van Heeren Commisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid te Delft afgekondigd, tot herflelling van rust in die Stad. In dato den 31 December 1787 bladz. 38.' ■ 1927- ExtraÏÏ uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Edele Groot Mogeniën Vergadering genomen op Dingsdag den 10 January 1788, betrekkelyk de geivfireerde Misfive van Schepenen van Oudewater, om excufatie van judicature over zekere Jlukken aan den Bailjuw gezonden, en delegatie daar van aan den Hove Provinciaal: benevens nader Addres, endaar op genomene Refolutie. In dato den 17 April 1788. bl. 4 o. » 1928. ExtraB uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogenden Vergadering genomen op Saturdag den 19 April 1788» betrekkelyk het Nader Addres van Schepenen van Oudewater , tot Renvoi van de Judicature, tmtrent zekere zaaken aan 't Hof, of andere voorzieninge. . . bladz, 43. —— 1929. Notificatie van Schout en Schepenen van de Am* bachts-  der STUKKEN. V bachtsheerlykheid Diemen, betrekkelyk de zoodaanigen, die door Militare Troepen eenige fchaaden of nadoelen geleden hebben. In dato den 12 January 1788. . . bladz. 49. jjg». 1930. Refolutie van Hun Ed Groot Mogenden de Heeren ' Staaten van Holland en West Friesland, war by ha hier lygaande advis van het Hof Provinciaal op de geproponeerde amnestie van zyne Doorluchtige Hoogheid, word commisforiaal gemaakt. In dato den 17 January 1788. . . bladz. 50. | I93i. Waarfchouwing van Ptaftdent en Raaden over Holland , Zeeland en Friesland, betrekkelyk de Predikant van de Gereformeerde Gemeente te Hazerswoude fcfr. In dato den 25 Jv-uary 1788. \\ ?;. bladz. 66. ip32. Tweede Memorie door Gewfthueerdens van een aanzienlyk aantal Ledemaaten ■ der Luthcrfche Gemeente te Rotterdam, op den 30 January i?83 am Heeren Gecommitteerden van zyne Doorluchtige Hoogheid overge-^ geeven. ... • • • • bladz' 6* _ , I933. Amfpraak ter gelegenheid van het overgeeven van bovenftamde Tweede Memorie door Cornelis Vermyne , aan de Heeren Gecommitteerden gedaan , op den 30 January 1788. .... bladz. 71. % I934. Publicatie van Hun El. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, naar by word verboden , het clandestyn buiten 's Lands vervoeren van Pypgereedfchappen. In dato den 7 February 1788. bladz. 72. 1935. Extraü uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk de Sa* 3 luit'  VVI REGISTER luitfchooten. In datt den 15 February 1788... bladz, 744 NQ. 1936. Byvoegzel tot de Refolutie van Hun Ed. Groott Mogenden de Staaten van Holland en West-Friesland vani den 15 February 1788, aangaande den ééd op de ConjHi tutie fcpt in het IV. Deel deezer Verzameling, bl. 303 geplaatst Uadz. ?6> \ — 1927- Request van Mr. Jacobus van Heusden Adv*. laat te Breda, aan Hoeren Preeftdent en Schepenen van die Stad ; behelzende verzoek : dat de Crimineele AUie tegens • hem geirflituecrd , mag verklaait worden civiel en compofibel met den Dros/aart te zyn; benevens de Appointemm. ten daar op gevallen. In datis den 25 en 28 February 1788. ..... . . bladz. 77. ■ 1918. ExtrsB uit het Register der Refolutien van Hu~n Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland, nopens de Soldyen van 'i Krygsvolk. In dato den 15 Maart 1788. . . bladz. 89. 1939' Request voor Lambertus Vrien?, woonende te Vlaardmgen , aan de Heeren Staaten van Holland, cm in de Amnestie begreepeu te worden, en om provijioneele fureheance van Procedures; gepr af enteer d den 26 Maart 17 88. bladz 91. — I94°- Publicatie , waar by alle de Goederen van CosKELis van der Pot , onder Hondsholredyk gelegen, ter requfitie van Apraham Douglas, ten einde om jurisdictie te fundeeren, in arrest worden genomen. In dato den 2.9 Maart I 88 bladz 92. ■ 194 1. Publicatie op naam van Heeren Commufarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid , te Dordrecht, waar by ttn iede? tot ha draagen van eenig Oranjètekenen en eens.  DJI, STUKKEN. VII gezindheid wordt aangemaand. In dato den 29 Maart 1788. • • Uadz. 94. N». 1942- Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder , waar by de Regeering in dm Wiel wordt veranderd. In dato den 5 April 17 Zi. bladz. 96. Z I943. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden, waar by Mr. G. Q- Persyn , oudfle Commis van de Generaliteit! Financie - Kamer, van zyne post wordt gedimitteerd. In dato den 23 April 1788. . . bladz. ior. IP44. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk het redres der zaaken van de West - Indifche Compagnie. In dato den 16 May 1788. . • • Uadz. 102. 1945. Publicatie van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, waar by de Regeering te Punnerende wordt veranderd. In dato den 2^ May 1788. • • • Stór II8, I946. Publicatie behelzende Reglement voor de Krygs- raad en Schutterye der Stad Purmerende. In dato den ,-qq . . . bladz. 123. 24 May 1788. • I947. Programma tot de oprechting van een Nationaal Fonds, door de Vergadering bekend geweest onder de naam van Byeenkomst van Vaderlandslievende Re. genten ; benevens het Declaratoir door zes der Leden, geteekend in derzelver Vergadering den 16 Jnny 1786 binnen 's Hage gehouden Uadz' *«• , I948. Refolutie der Heeren ran de Ommelanden van den 18 November 1785 , nopens de beftelling der AmbtenoverdejaarennZó en 1787. • • • Uadz. 13%* A N".  VI11 R E G i S T E R N°, 1949- Oualificatie door eenige Landsdags Comparanten uit het Hunfingo Kwartier afgegeeven , om te klaagen over de illegaale Conclufte in 't fluk 'van Approbatie en Recommandatie van den 18 November 1785. .. bladz. 147. 1 195°. Oualificatie door eenige Landdags Comparanten uit het Fiveliugo Kwartier afgegeeven , om te klaagen over de illegaale Conclufte in 't fluk van Approbatie en Recommandatie van den 18 November 1785, .. bladz. 148 ~ 195*, Misfive van eenige Comparanten uit het Hunfingo Kwartier aan zyne Doorluchtige Hoogheid. van den 19 November ,1785 , klaagende over de Recommandatie, brieven , over de Approbatie van de Gecommitteerde Raaden, en over de illegaale wyze van 0vgrfieniming, met verzoek van voorzieninge daar tegen. . . . blad- IJ0 I9S2- Misfive van eenige Comparanten uit het Fivelin- go Kwartier aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 19 November 1785, betrekkelyk het zelfde onderwerp. bladz. 153. 1953- Molutie der Heeren van de Ommelanden van den 22 November 1785 , om alle Protesten in de Notulen te infereeren. ,, ■ J olaaz. 156. 1954- Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 6 December 1785, om de aanteekeningen tegens de Protesten, in de Notulen ce infereeren blo-h l63 1955- Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid, aan de Comparanten uit 't Ilunfingo Kwartier, van den 21 December i78S, op derzeiver Misfive van den „ No. VMi6rl78S> • • • • bladz. 16,. I95Ö- Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid, aan de  ser STUKKEN. IX de Comparanten uit 't Fivelingo Kwartier, mede van den 21 December 1785 , op derzelver Misfive van den 19 No* vember 178S ilaiz- N°. 1957- Misfive van eenige Comparanten uit Hunfingo en Fivelingo Kwartier aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 3 January 1786, tot nadere adftru&ie van het geavanceerde .in hunne Misfiven van den 19 November 1785. bladz, 173. •—'195 8. Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid aan de Heeren van de Ommelanden van den 23 December 1785» met de Lyst der Ambten door zyne Doorluchtige Hoogheid bepaald,, den 10 January 1786 ter Ommelander Vergadering ingekoomen bladz. 181. —— 1959 Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 10 January 1786, om de Contra-aanteekeningen, tegen de Aanteekeningen van den 6 December 1785 in de Notulen te infereeren. .... bladz. 186. —— 1960 Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 10 January 1786, waar by de Misfive van zyne Doorlucktïsre Hoogheid van den 23 December 1785 met de Lyst der begeevene Ambten, voor notificatie word aangenomen. bladz. 196. . 1961. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 27 January 1786, waar by het Protest van fommige Leden tegen de Dispofitie van zyne Doorluchtige Hoogheid, opzkhtelyk de beftelling der Ambten en Commisfien over de jaaren 1786 en 1787 in de Notulen word geinfereerd. bladz. 197. - 1962. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 27 January 178Ö, waar by het Debat der Contra-aantee* 5 ke.  S REGISTER kentnge- din loden dezer in de Notulen ginfereerd, word geregistreerd. ..... ffa&> ^ N". 1963. #1 van èemge Comparanten uit Hunfmgv en Fivclmgo Kwartier aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 3 February 1786, over de befielling der Ambten en Commisfien , by zyne Doorluchtige Hoogheid volgens MisJive van den 23 December 1785 gedaan bladz. 209. • 1964. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den ■ib February 1786 , waar by verftaan de Contra-amteeketmg den ziften January jongst geregiftreerd, in de No. tulen te infereeren bMZt 2J2< — 1965. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 21 February 1786,' waar by gerefolveerd een antwoord op het Deba^ dén ziften January jongst geregistreerd, indé Notulen te infereeren bladz. 213. ■ 1966. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 23 February 1786 , houdende de éédftaaving van de Hee- ' ren Gecommitteerde Raaden, en Protest daar tegen. ' ' bladz. 218. ■ — I5ö7. Refolutie van Taalmannen en GezwooreneGemeente te Groningen van den 29 December 1785, ter Reclame van hunne'Rechten. . . ' . . '. Wfl(fe# 22Q> 1958. Refolutie, zoo by den Breden Raad als Taalmannen en Gezwoorene Meente afzonderlyk, den 7 January 1186 dam' op gevallen blttd& 222> • 1969. Lyst der door de Keurheren op den 8 January 1786 verkor ene Raadsheren, tegens- St. Petri 1786. * . . bladz. 223. 3 97G. Refolutie van den Breeden Rcad van den lAja- TiU*  beu STUKKEN. KI tmary 1786 , over de extenfie der Refolutie van den iden deezer . • . • ... bladz. 223. N°. 197r. Lyst der Gezwoerens door de Keurheeren ingekozen den 15 January 1786, om op Petri 1786 te fungeeren. bladz. 224. , 1072. Refoluth van den Breeden Riad van den 23 ƒ*• nuan T786, doch op den jden dito gedagteekeni, waarby de Reclame'der Rechten doo'r de Gezwoorene Meente is geagreèerd engeëxtendeerd, conform rapport van den r oden dito. bladz 224. . I97-5. Lyst van den aangaanden Ring van den Raad in Groningen , den 6 February 1 786 zyne Hoogheid geapprobeerd, voor den jaare 1786. . . • bladz. 216. ■■] 1974- Addres der Burgery van Groningen ,■ den 7 Fe- hniary 1786 gedaan aan het Collegie van Taalmannen en ■Gezw.oorene Gemeente , over de Keure door Hun Ed Achtb. tpzichtelyk den Rxad gefchied, en door zyne Doorluchtigs Hoogheid gedisapproheerd , met fubftitutie van anderen. bladz. 226. 1975. Refolutie van den Breeden Raad van den 8 February i"?86, waar by op voornoemde Addres de heéédiging van de beide door zyne. Hoogheid gefulfiitueer.de Raadsheeren, word gefunheerd. . . • bladz. 228- ■ 1976. Misfive van den zittenden Raad, aan zyne Door¬ luchtige Hoogheid, van den 9 February 178Ö makende de Keur van Burgemeesteren, . • • bladz. 229. , 1977. Ly t van den aangaanden Rang van Gezwoorene Gemeente, den 1-, February 1786 ly zyne Hoogheid gearresteerd voor den jaare ingaande met den liften dezer. . ■• . . Had*. 231.  XII REGISTER N°. 1978. Addres der Burgery van de Stad Groningen aan Taalmannen en Gezwoorene Meente. van den 16 February 1780 over de- keuze van 12 Gezwoorens by hun gedaan, by zyne Hoogheid geimprobeerd, met Jn plaatsflelling van andere, zonder redengeevinge. . , , Bladz 2"i — 1979. Antwoord van zyne Hoogheid aan Burgemeesteren en Raad van den 18 February 1786 op de Misfive van den gden dito bM^ ^ • 1980. Memorie door 800 Burgers den 13 Maart 1786 by den Breeden Raad ingediend, tot nader betoog van hunne Addresfen den Sften en lóden February jongst aan Taalmannen en Gezwoorene Gemeente gedaan. ... blad. 235. —— 1981. Refolutie van den Breeden Raad der Stad Groningen van den 17 Maart 1786, wam- by de gronden in voorflaande Memorie vervat worden geadopteerd. ..bl.251. • 1582. Misfive van den Breeden Raad der Stad Gro- ningen aan zyne Doorluchtige Hoogheid van den 23 Maart 1786, waar by van voorgemelde Refolutie kennis word gegeeven. . • . • . • , . . ^ 2^ 19^ 3- Antwoord van zyne Hoogheid aan den Breeden Raad der Stad Groningen, van den 13 April 1786 daar by infleerende behoorlyk tyd te mogen hebben , om zyne confideratien op de Memorie der Burgers, en de daar op gevallene Refolutie te formeeren, en "de Üdflaaving te fwcheeren ifcfc 25  j) j I STUKKEN. ^ N». 198S- Misfive van den Breeden Raad der Stad Grovin' gen aan zyne Doorluchtige Hoogheid van den 24 April I786, mar by van voorgemelde Refolutie van den iifien dezer kennis word gegeeven.. . • • bladz. aöa. , . I9(!6. Misfive van zyne Hooheid aan den Breeden Raad ■ der Stad Groningen van den 15 Moy 1786, waar ly ver' klaart niet te kunnen berusten in de gronden der Refolutie ■ van den 17*11 Maart jongst, dan dat voor ditmaal om rede- nen de gedaane keus der Gezwooren approbeert onder protest * ï.ixsï;, . • bladz- 261. van prejuaitie. • • I987.~ Refolutie van den Breeden Raad der Stad Groningen van den 23 May 1786, om, daar' by Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid van den i$den dezer, geene redenen van bezwaar' zyn by gebracht, de gekoezene Raadsheeren en Gezwooren te beéédigen, en de zaak voor afgedaan te houden bladz. 265. , I988. Misfive en Memorie van zyne Doorluchtige Hoogheid aan den Breeden Raad der Stad Groningen van den 27 May 178,6 , tot betoog van het recht van approbatie en intprabatie der keuze van Raadsheren en Gezwoorens zyne Hoogheid als.Erf-Stadhuder. comppteer?nde, zonder het geeven van de redenen van dien, tegen de Memorie van 800 • Burgers, en Raads Refolutie daar op van den 17 Maart • I7gö> . . bladz. 06Ó. . I989. Refolutie van den Breeden Raad der Stad Groningen van den 2 Juny i7?6, genoomen op de Memorie van zyne Doorluchtige Hoogheid, waar by verklaaren te perfifteeren by de Refolutie van den 17den Maart jongst, die zaak votr afgedaan te houden, en daar in geene verandering : te kunnen mtutken, ntch gedoogen. . . • tladz. 2&5. ■ - ' No.  XIV REGISTER No. lopo. Misfive van den Breeden Raad der Stad Groningen' aan zyne Doorluchtige HooghAd van den 3 JU!,y 7g6 Waar by kennis w.ori g^geeven van de Refolutie op Hoogstdeszelfs Memorie gevallen. . . . bladz_ ^ _ - 1991. Refolutie van den Breeden Raad der Stad Groningen van den 1 September 1786, op de M'sfive van zynl Doorluchtige Hooghnd van den i7den Augustus jongst, alhier geinferemd, waar by Hoogstdezelve protesteerd tl gen de Refolutie van den iden Juny jongst met diens gevol. ^Sn' " ■ bladz. 289. — 1992. Refolutie van Taalmannen en Gezwoorene Gemeente der Stad Groningen van den 30 OBober 1786. op het Rapport hunner Heeren Gecomnvtteerden over de befog. nes met de Heeren Gecommitteerden van B.rgemeeshren en Raad, nopens de Reclame van dei zeiver Rechten • • • t bladz. 291. " 1993. Refolutie van den Oud en ZHtenden Raad der Stad Groningen, van den 2 November 1786, rankende de ad. misfie van de Gemeente tot de Befoignes van den Provinciaalen Landsdag ^ ^ -i— T994. Refolutie van Burgemeesteren en Raad van den 7z November 17F6, pp welken,voet Taalmannen en Gezwoorene Meente de Landsdags deliberatien zullen bywoonen e,t de Propofitien Hun Ed. Achtb. bezorgt. . . bladz. 301. ; 1995. Request van 934 Burgeren en Ingezetenen der Stad Groningen, den 11 December 1786 aan den Breeden Raad geprafenteerd , cm tot duidelyker verfland van 't Reglement Reformatoir, te erlangen een generaale oproeping van 't Folk, en dat daar toe Gecommitteerden mogen worden benoemt*  der STUKKE N.- XV neemd. bladz. 3°* N°. 1996. Refolutie van den Breeden Raad der Stad Gr.pnin* gen van den 15 December 1786, op hst Addres van- 934. Perfoonen den ïiden dito ingediend', waar b% dat.verzoek word geaccordeerd en Gecommitteerden benoemt, bladz. 305. . 1997. Refolutie van den Breeden Raad der Stad Groniii' ningen van den 5 January 1787, op het Addres van 745 Burgers en Ingezetenen dier Stad, tot furcheance van de Raads en Gezwoorens Keuren, en der bejlellinge van de jaariykfche Stads Commisjlen. . . bladz. 306. - 1998. Breede Raads, Refolutie der Stad Groningen van den 31 January 1787, dat de Raad en Gezwoorene Meen» te zal gehouden worden op den voorigen voet te zyn gecon. tinueerd. bladz. 30$. , 1999- Raads Refolutie der Stad Groningen van den 18 Oc tober 1787, waar by alle Refolutien omtrent de oproeping van het Volk, furcheance van de Raads en Gezwoorens Keuren, continuatie op de oude éèden, interpretatien van het Reglement Reformatoir , met alle derzelver gevolgen worm den vernietigd en ingetrokken. . . bladz. 309. ., 2000. Adidem van den Oud en Zittenden Raad, eodem dato, zich met die van den Raad conformeerende. bl. 309. ■ 2001. Adidem van den Breeden Raad van den 19 October 1787, waar by op gemelde Refolutie word gecorroboreerd. . . . . • bladz. 309. ; 2002. Misfive van Burgemeesteren en Raad der Stad Groningen aan zyne Doorluchtige Hoogheid van den 20 0c tober 1787, waar by van het intrekken van opgenoemde Re. Jblutien kennis word gegeeven. . . . bladz, 309.  XVI REGISTER E „ z. N°. 2003. Antwoord van zyne Doorluchtige Hoogheid aan Burgemeesteren en Raad der Stad Groningen van den 17 November 1787, waar by Hoogstdezelve zyn genoegen o* ver het verrichte betuigt, en zich het zelve laat weggevalUn bladz. 310. VER.  VERZAMELING VAN PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERS AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER 1787, BEVOOREN EN VERVOLGENS, INDE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. No. 1920. Publicatie van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder , waar by ingevolge de op hem verleende authorifatie van de Heeren Staaten van Holland, de Regeering te Amfteldam veranderd. In dato den 30 November 1787 (*). Wy Willem, by der gratie Gods, Prinfe van Orauje en Nasfau &c. &c. &c, allen dengenen, die (*) Zie ook ïll. Deel, bl. ïo8, alwaar éeri verhaal word medegedeeld, van de plechtigheid die by deze gebeurtenis plaats vond, als mede eene Ndamlyst van de nieuw aange» ftelde Regenten, om welke reden die hier wordt achter* gelaaten. XXIV. Deel, A  2 Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot die dezen zullen zien of hooren Ieezen, fjlut, doen te weeten. Dat wy, in deze ' bekommerlyke tyden, niets meer ter harte neemende, dan dat de respect! ve Steden dezer Provincie , onder ons Scadhouderfchap refforteerende , mogen worden gebragt in zoodaacige orde en regeeringe, waar door derzelver rust en voorfpoed wer ;e geftabileerd ; en toe onze kennisfe zyrjde gekom-n, dat iu de Siad AmHeidom, tuïfchen de Regenten en Ingezetenen zoodanige onlusten waren ontftaan, dat ons goed oogmerk niet kan worden bereikt, dan door gebruik te maaken van de authorilatic by Refolutie van de Edele Groot Mogende Heereu Staaten van JHollard en West-Friesland, van den 3iften Odtobcr dezes jaars op ons verleend , en voorts uic het Rapport van onze Commisfarisfen Willem GüsTAfiF Freofrick, Graave van Bentinck, Heere vjn Rhofin éh Ptndrecht, befchreeven in de orden van d: Ricderlchap van Holland en West Friesland, Bai juw en Schout van 's Gravenhage , en Mr. Tirk Meerens, Raad in den Hove van Holland, Z «land en Friesland, dewelke wy (om presfante affaires ons Perfoonlyk in de voorfz. Stad Liet ]?un« rende laaten vinden,) derwaards hadden gezonden, van al het voorfz. nader geïnformeerd zynde, hebben goedgevonden, zcodaanige Regenten, teweeren regcerend Burgemeester en Schepenen, Vroedfchappen , Gecommitteerde Raad, Üud-Burgemeesteren en Oud-Schepenen , dewelke niet verrneld (laan op de hier na geirfereerde Lyst, te op-flaan, gelyk wy dezelve oniflaan by dezen van hunne vooriz. respeöive Fur-cti< n; zoodaanignog. thans, dat de alzoo ontflagen Regenten daardoor ni< t rullen worden gekwetst of benadeeld ir, hunnen goeden naam en faam, veel min, dat dezeive daar uit zullen mojen worden gefuspicieerd, zich in de Rfgeeringe van Stad of Land niet naar behooren gedragen te hebben: interdiceereude wel firictelyk eecen iegdyk, wie het zoude mogen zyn, de  i?< Geleurtefiisfen 1^1787 tnz.f,vóorgevalkn. 3 de meergemelde bydeze, door ons ontfragen Reg»n en, daar over te argueeren, veel min hunne Perfoonen of Goederen eenigzins te molesteeren, befchaadigen of incommodeeren; dezelve gewezen Regenten, mitsgaders hunne F.imilien en Goedeten, ten dien einde neemende in onze fpeciaale protectie en fauvegarde , alles ingevolge van de bovengemelde Refolutie van Hun Ed Groot Mogenden ; gelyk wy wyders ook hebben goedgevonden de Perfoonen, welke op de gemelde, en zoo aanftonds nader op te geevene Lyst zyn gefteld, in eenige Funftien, welke bevoorens by dezelven niet zyn bekleed geweest, tot die Funftien respec-tivelyk aan te ftellen, gelyk wy dezelve daar toe fianftellen by dezen: BüRGEMEESTEREN, SCHEPENEN, RAADÉN &C. Voorbehoudende aan óns, om, in het geval, dat een of meer der voornoemde Burgemeestetet of Raaden voor derzelver aan (tellingen moaten bedanken, in derzelver plaats zoodaa. nige anderen te committeeren, als wy daar toe de nuttigfte en bekwaamde zullen oirdeelen. Gelastende onze voornoemde Commisfarisfen , om in onsen naam, de voorzeide nieuw aangebelde Regenten in derzelver resp-'CÏive qnaliteiteo, den gewoonen éêd af te neemen, en voorts alle de Perfoonen, mede op de voorzeiie Lyst als regee- , rende Burgemeesteren en als Raaden voorkomende, mitsgaders derzelver Minister mede af te neettien den ééd, by Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden van dato den Billen November laatstleden gearrefteerd, en waar by zy zullen moeten/ zweeren: ,, dat zy belooven de Souvereiniteit van ,| „ de Staaten en haare tegenswoordige Regeerings»|U ,, forrri, en zulks mede in het particulier, Hun i, Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 16 No„ vember 1747» op het Ërf-Stadhouder-, Kapitein- / Ai „en  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut „ en Admiraalfcbap Generaal genomen, in alle haa„ re deekn te helpen conferveeren en maintinee,, ren; en ingevalle tot hunne kennisfe mogt ko« men, dat eenige ligues of zamenfpanningen, „ (trekkende tot ondermyning cf omverwerping ,, daar van, mogten worden geformeerd, zy daar ,, van aan Hun Ed. Groot Mogenden, aan den „ Heere Ei f-Stadhouder in der tyd , of de Vrouwe ,, Gouvernante in der tyd, ten eerften kennis zul,, lep geeven." En om eindelyk mede nog aan alle Burgcmeeste» ren en Vroedfchappen, welke reeds in de Regeering waren voor de tegenwoordige verandering, en daar in volgens de voorzeide Lyst zyn gebleéven, benevens derzelver Ministers te doen prssteeren den ééd, insgelyks by de voorzeide Hun Edele Groot Mogenden Refolutie van den suften laatstleden, geordonneerd, en houdende eene Verïclaaring: „ dat zy aan de Acte van Verbindtenis , ,, welke op den 8 Augustus 1786, tusfehen ver- fcheiden zich noemende Vaderlandslievende Re,, genten te Amfteldam aangegaan, en door dezel„ ve en naderhand mede door veele anderen getee„ kend is, of geenerlei deel hebben gehad, direct „ of irdiieft, of by zoo ver zy daar aan eenig deel „ direct of indirecl: gehad mogten hebben , daar „ van te refilieeren, en zich ontflagen te houden ,, v:n alle uit dien hoofde gecontracteerde ver. „ plichting." Wyders verklaaren wy onze intentie te wezen, dat het verkiezen van de voorgenoemde nieuwe Regenten, in maniere als vooren gedaan, alleen is pefchied tot meerder rust en dienst der voorzeide Stad Amfteldam, en tot wegneemirg van difEdentie en onlusten, aldaar ontftaan, en zulks zonder eenige prasjuditie of confequentie voor het toeko» mende, ten aanzien van de Privilegiën, Vryheden of Gerechtigheden, de voorzeide Stad en de goede Burgeren of Ingezetenen derzelver competeennde, die wy verftaan, dat in haar oude kracht en vigeur bly ven zullen. Ea  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen» 5 En dewyl wy een byzonder belang dellen in alles, zoo veel ons mooglyk is, te helpen toebrengen , om de rust, ééndragt, en het vertrouwen, en de daar uit voortfpruitende bloei van dit gezegend Gewest, en van de voorzeide Stad van Amfteldam te doen h.'rleeven, hebben wy mede nog goedgevonden, aan Burgemeesteren en Regeerders van dezelve Stad te demaadeeren, om met comrnu. cicatie en overleg van ons, tot verdere herftelüog en bevordering van de evengemelde rust en eendracht al laar, alle zulke middelen te beraamec en in 't werk te dellen, als tot dat falutair eind.- noJ'g geoirdeeld-zullen worden, en ten dien gevolge behoorlyk reguard te flaaj of te doen flaan, op de gedragingen van de zoodaanigen, welker voo'ige handelingen en conduites eenige opmerking verdienen, of welker daaden en bedryf, uit hoofde van de omftandigheden, waar in zy zich geplaatst zien, van eenen meerderen of minderen invloed zyn of zyn kunnen op de rust der Maacfchappye. Vermaanende vervolgens alle Regenten, Burgers en Ingezetenen der voorfz Stad Amdeldim, dat zy alle tot hier toe gefubfisteerd hebbende partyfchappen en animofiteiten laaten vaaren, het gepasfeerde wederzyds vergeeven en vergeeten, en ge]yk het goede Burgers en Ingezetenen betaamd, voortaan in vreede en goede harmonie famen leeven; terwyl wy het betrachten of nalatten van dezen plicht van de zyde der genen, die profesfie maaien van aankleevers te zyn van de belangens van ons Huis, zullen aanmerken ah den toetjleen van derzelver gevoelens en bedoelingen. Verwachtende wy voorts van de Burgery en lagezetenen, en hen, des noods, wel expresfelyk beveelende, dat zy allen en een iegelyk van hua,zich voortaan , als gehoorzaame Burgers en Ingezete. nen betaamd, zullen gedraagen, en in het generaal betrachten al 't gunt de plicht en onderwerping aan hunne wettige Overheid vorderd, op pceie, dat de genen, welke bevonden zullen worden tegens A 3 de*  6 ( Verzameling van Stukken betrekkelyk t$f deze onze ferieufe wil en begeerte te hebben inge, §,VhpirfD z,ch,aaDDeeD,'g.^'-bedryf tekens de waar. aan deszelfs bevelen fchuldig te maaket, als ver. Sn.°J h™. V3D dC Sen,eeDe «> verachters varj onze bedzaame oogmerken en bevalen , naar exigenne van zaaken. en volgens de wetten van den pvp^', z°,r,der eeülge c°«">i^ntie, anderen tea exempel zullen worden geftraft be^ i^g??edMD iD 'S CravenhaSe> den 27 Novem, (»« ««0 Willem, Pr. v*n Oranje. Tfr Ordonnantie van zyn Hoogheid, (was get.) W. van Citters. ^ hp*AC,VANwFWYck' hteff voor de electie bedankt. Voorts zyn abfept geweest, de Heeren Mr P. Clifford , \r. GeelI * ITciï' .to* wlt*en, f'. van der GOES, AJr. A. D. Valckenier en A. C. Schuit. vo^endeD^6 de Re8eeriDS ware*> de Henrijt Hooft Z)a»iWf», regeerend Burgemeester; Qdiryn Willem van Hoorn, Oud-Bureemeester; Mr Willem Backer, Oud-Schepen en ScVuMf' 1°,*» GLELV^CK> H?er ™* Omriem, Oud Schepen (*); Mr D. Hooft Gemte , HeeJ v«72 Vreeland, als Oud-Schepen en Raad; Mr. Geb. sit de Graaf, Oud Schepen en Raad; Mr D «ooft H'zlletïisz, (federt langen tyd onoasfelvfe)* Matthys Ooster', Oud.SchVnrMr.PCoRNELiS van (*) De Heer Adrianus Pompejus van Leyden was reeds door de gtëiscbte fatisfactie van Mevrpuw de P-infes uk de Regeering gelyk ook de Heeren Mt. Balthazar Alias Abbema Lodewyic Hovy en Mr. Jan Bern. Bic Kfa. Zie 11. Deel, hl. 6.  de Geteurtmisjen in 1787 tnx. voorgevallen. 7 van der Hoop Gysbrechtsz., regeerend PrsefidentSchepen en Raad ; Mr. Cornklis van I ennep, Oud Schepen en Raad; M. Matthtas Iemminck, Raad' Mr Diderik Johan van Hogendorp, van Hofwegen, regeerend Vice - Prasfidert Scneppn ; Hendrik Mauritz van Wef.de, Raad ; Mr Jan de Witt, Oud-Sch pen en Raad; Mr. Jac bAn. thony de Roth , Oud-Schepen; Mr. DanilL Hooft, Oud Sch°p"n en Raad; Mr. Pietbb Con. stantvn v' bel Oud-Sch' pen;Mr- Reinier Leenbert BorwENS, Raad. De Heer M'. Appoloniüs Lamp ins, was op zyn verzoek als Oud-Schepen ea Raad reeds orthVgen, ais zynde tot Bailjuw vaa VJisfingen aangefteld. N°. IP2I. Publicatie van den Heere Prinfe Erf-Stad. 'houder > waar by de Regeering van Schoonhoven veranderd. In dato den 14 December 1787. Wy Willem by der gratie Gods Prince van Oranie en Nasfau,&c. &c. &c; allen den genen, die dezen zullen zien of hooren leezen, falut; doen te ^DaTwy in deze bekommerlyke tyden, niets meer ter harte neemende dan dat de respettiv? Steden dezer Provincie, onder ons Stadhouderfchap resiorteerende, mogen worden gebracht, in zoodaamge orde en regeeringe, waar door derzelver rust ea voorfpoed worde geftabilecrd; en ons door Gederjuteerden der Stad Schoonhoven voorgedragen zvnde, dat in dezelve Stad ruafchen de Regenten en Ingezetenen zoodaanige ^iffidentie was onMtaan, waar door ons goed oogmerk niet kan worden bereikt , dan door gebruik te maaken van de authorifatie , bv Refolutie van de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West Friesland, van dato den oden October dezes jaars op ons verleend, en voorts uic het Rapport van onze LomA 4 mls*  8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nrisftrisfeo Willem Gustaaf Fredrik r»»,» van Bentinck, Heere van Rhoon en pfnf^Jn^ Jchreeveri in de orde van de Ridderfchanen RA? Jen van Hol and en West-FrieslandLZwïn waards hadden ge.onden/„e£«ï3K^^de, van al het voorenftaande, midseaderS 72' dries vrn Oosterhout, reeeerendffif An" Vroedfchap en Eleftear KETBT^eSter, Zevender en Cabau», Vr^kbu?^^™™ cos Aogostinds aoNDom BrTin T FREoerï, Diepmx, VroedfchappTen EyeaeUreIHIrnLfHMAI1 ders nog Anthony Cahnier, Mr oSö Cornelis Roels yWfe , Heere ™ at? ajt' Jan Berkman, Danikl Willem Rn,Z ^«ar*r» niel SLINGELANo,E)eaeuTén der oTffhï den gedeclareerd, ter bevordering^v n oL ^orfz' goed oogmerk, geneigd te zyn hunne voori> r2' pedhve bedieningen ter onzer dispofitie° neder M leggen, he'.ben goedgevonden de voorfz S>in ge en intentie der voornoemde Reeenten ™, ze approbatie te fecondeeren, dien vSdT hoT den wy mids dezen de voornoemde Re^lll ontlast van hunne voorfz fineden hfS° Tr dankende voor den dienst aan Je Stad ïh ° k6" ven tot nu toe gepresteerd. Scnoonho. Gelyk wy mede hebben goedgevonden aH« ^ verdere Regenten der voorfz Star1*1V 6 d-& daar onder begreepen te: onrfLn t» a Secretaris respedtive funftie?, zoo nogtnan^^ noemde, zoo ontlaste als Sageo Regel? door geenszins zullen worden scque^rf^Sf in  de Gebeurtenis/en in 1.787 «12. voorgevallen. 9 ïn hunnen goeden Naam en faam, veel min,dat dezelve daar uit zullen mogen worden gefuspicieetd, zich in de Regeering van Stad of Land niet naar behooren gedraagen te hebben. Interdiceerende wel ftriktelyk een iegëlyk, wie het zoude mogen wezen, meergemelde Regenten daar over te argueeren, veel meer hunne Perfoonen of Goederen eenigszins te molesteeren, befchaadigen of incommodeeren, dezelve Regenten mitsga* ders hunne Familien en Goederen tot dien einde neemende in onze fpeciaale protectie en fauvegarde, allen ingevolge van de bovengemelde Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden. Wyders hebben wy goedgevonden te ftellen, ge» lyk wy ftellen mids dezen; Tot Burgemees teren. Willem van Solinge. j Mr? Dirk Hoola van Nooten. f Tot Schepenen. Dr. Carolus Carnier. Mr. Stephanus Jacobus Scheltus. Mr. Jan van Bosveld. Cornelis Roels, Heere van Waarder. Dr. Ignatius van Zeider. Pieter Vergeer. Anthony Carnier. Tot Schepenen Commissarissen. Mr. Stephanus Jacobus Scheltus. Mr. Jan van Bosveld. Cornelis Roels, Heere van Waarden Tot Vroedschappen. Jan Braet, Vryheer van Zevender en Cabauw. Willem van Solinge. A 5 Ger-  10 Verzameling van Stukken betrekkelyk. tot Gerardus Jacobus van deD Bosch. Dr. Christiaan de Jonge, Heere van Peurfum, Dr. Carolus Carnier. Johanoes van der Cloefe Sickinga. Mr. Cornelis Parker de jonge. Cornelis van den Bosch. Mr. Dirk Hoola van Noocen. Mr. Stephanus Jacobus Scheltus. Mr. fan van Bosveld. Mr Otto Braet. l Cornelis Koels, Heere vin Waarden Sebastiaan van Noot en Adriuansz. Hendrik Slingeland. Dr. Ignatius van Zeider. Pieter Vergeer. Abraham Eduart Hoeks. En wel met ODzicht tot Dr. Chrtsttaan dv. Jonge, Heere van Peurfum, Johaisnfs van per Cloese Sickinga en Mr, Cornelis Parker de Jomce, /oo verre zy genegen mogten zyn, om zich te enga. geeren . om biDnen den tyd van één jaar na dato der aarftellinge naar Schoonhoven te rug te kee. ren, en aldaar, conform het OÉfcroy hunne woonplaats ie ölyven behouden. Tot Electeuren. Jan Braet, Vryheer van Zevender en Cabauw* Anthony Carnier. Willem van Solinge. Dr. Christiaan de Jonge, Heere van Peurfum, Gerardus Jacobus van den Bosch. Dr. Carolus Carnier. Johannes van der Cloefe Sickinga. Mr. Cornelis Parker de Jonge. Cornelis van den Bosch. Mr. Dirk Hoola van Nooten. Mr. Stephanus Jacobus Scheltus. Mr. Jan van Bosveld. Mr.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. x£ Mr. Otto Braet. Cornelis Roels, Heere va» Wvardtr. Sebastiaan van Nooten Adriaansz. Hendrik Slingeland. Dr. Ignatius van Zeider. Pieter Vergeer. Abraham Eduart Hoeks. Ary Starrenburg. Jan Hoog winkel. Johannes Lethman. Johannes Verfteen. Jan Klein. Tot Secretaris. Mr. Henricus Christiaan van der Kop. Voorbehoudende aan ons, om tot de nog onvervulde plaatzeo, midsgaders tot de plaatzea der genen , welke voor derzelver aanftellingen mogten bedanken, zoodaanige anderen te committeereo, als wy daar toe de nuttigften en bekwaamden zullen oirdeelen. . . Gelastende onze voornoemde Commisfansfen, om in onzen naam, de voorfz. aangeftelde Burgemeesteren, Vroedfchappen , Schepenen -Commlsfarisfen en Secretaris, in derzelver respective qualiteiten af te neemen den gewoonen èëi, als mede de voorfz aangeftelde EletT^uren den ééd. welke wy ter voldoening van het verlangen der Electeuren, by derzelver Refolutie van dato den 31.ft.ett O&ober laatstleden aan ons gemanifesteerd, hebben goedgevonden, voor dezelven in maniere als volgt te arresteeren: ,° Dat zwe? ren wy Eledteuren der Stad Schoonhoven te zullen zvn, en dat wy alle jaaren op den „ 4den November zullen formeeren een nominatie „ van vier Perfoonen tot Burgemcesteren, en veer„ tien tot Schepenen , van de gequalificeerdfte L Poorteren van deze Stad, en voldoende aan alle .» d©  f». Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ,, de qualiteiten, welke volgens de Privilegiën van „ den Lande in het algemeen, en van deze vStad „ in 't byzonder, in Burgemeesteren en Scbepe„ een worden vcreischr, en dat wy de alzoo ge„ formeerde nominatie aanftonds zullen doen over„ brengen door den Hoofd-Officier, of by ?bfentie van dien door een der regeerende Burgf mees. „ teren dezer Stad, aan den Heere Prinfe JErf-Scad., houder of Vrouwe Gouvernante in der tvd, ten „ einde daar uit door Hoogstdenzelven éenc elec,, tie van twee Burgemeesteren, en zeven Schepels ren worde gedaan." Terwyl wy wyders hebben goedgevonden, dat door alle de Perfoonen, mede op de voorfc lyue als regeerende Burgemeestertn en als Raaden voorkomende, midsgaders derzelver Minister den Se» cretans, gelyk mede door alle die «enen, welke in 't vervolg tot de voorfz. resptftive posten 7ullen worden aangefteld, zal worden gedaan den ééd, by Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden , van dato den 23«ten November laatstlceden gearresteerd, en waar by zy zullen moeten zwetren- „ Dat zy belooven , de Souvereiniteit van de „ Staaten en haare tegenwoordige Regeeringsform „ en zulks mede in 't particulier, Hunner Edele „ Groot Mogendens Refolutie van den 16 Vovern„ ber 1747, op het Erf-Stadhouder-, Kapitein, en „ Admiraalfchap Generaal genomen, in alle haare „ declen , te helpen conferveeren en maintinee„ ren, en 10 gevalle tot hunne kennisfe mogte ko„ men , dat eenige ligues of famenfpanningen, „ ftrekkende tot ondermyning of omverwerping „ daar van mogten worden geformeerd , zy daar „ van aan Hun Ed. Groot Mogenden, aan den Heer „ Erf-Stadhouder in der tyd, of de Vrouwe Gou„ vernante in der tyd, ten eerften kennisfe zullen „ geeven.' Gelyk eindelyk mede door alle Burgemeesteren en Vroedfchappen, welke reeds in de Regeeringe waren voor de tegenwoordige verandering, en by ons  ie Gelmttnisfen in T787 enz. vóór gévallen, rj ons op heden wederom zyn aangefteld zal worden gepresteerd den ééd, insgelyks by de voorfz. Hun Kd. Groot Mogenden Refolutie van den^den J\overóber laatstleden geordonneerd, en houdende eeEe verklaaring, „ dat zy aan de Afte van Verbindtenis, welke op den 8 Augustus 178$ tusfchen " verfcheide zich'noemende Vaderlandlievende Ref genten te Amfteldam aangegaan, en door dezelve, " en naderhand mede door veele andere geteekend is, ' of geenerlei deel hebben gehad direct of indirect, of voor zoo verre zy daar aan eenig deel direct of " indirect gehad mogten hebben, daar van te re'! filiëeren en zich ontiliagen te houden van alle uit dien hoofde gecontracteerde verplichtingen.' Wyders verklaaren wy onze intentie te wezen, dat het verkiezen der voorfz. Regenten, in maniere als boven gedaan, alleen is gefchied tot meerder rust en dienst der voorfz. Stad Schoonhoven, ea tot wegneeming van de diffidentie en murmuratie onder de Ingezetenen aldaar ontdaan, en zulks zonder eenige prajjuditie of confequentie voor het toekomende, ten aanzien van de Privilegiën, Vryheden of Gerechtigheden der voorfz. Stad, de goede Burgeren of Ingezetenen derzelver competeerende, die wy verftaan, dat in haar oude kracht en vigeur zullen blyven. En dewyl wy een byzonder belang ftellen in alles, zoo veel ons mooglyk is te helpen toebrengen, om de rust, eendracht, en het vertrouwen en de daar uit voortfpruitende bloei van dit gezegend Gewest en van de voorfz. Stad van Schoonhoven te doen herleeven, hebben wy mede nog goedgevonden, op het verzoek van oud en nieuw Hoofdlieden van het Goud- en Zilverfmids-Gilde, (welke ingevolge de Refolutie van de Vroedfchap der voornoemde Stad, in dato den 26 November 1787, zich aan on. ze Commisfarisfen hadden geaddresfeerd) de prsetenfe Gildewet, by Refolutie van de Vroedfchap op den 24 November 1786 gearresteerd, te vernietigen cn buiten tffect te ftellen, en daar en teten  Ï4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Srtj00"'^ GiId.ewet' ^ dato deü 13 Octö. xxr 7 74, f eder te in troduceeren. 3 Wyders hebben wy, zoo ten oözichte van d* SruwH3dP'7elkedoor de voor*-rkenraads-Leden als zy zullen poedvinden. welke zich niet mochten hebben orrzien, door 't onderteekenen vSD Requesten als anderszins, deel te bobben aan hoonerde en onÊetamelyVp uitdrukkingen mitsgaders laster'yke en onwpsrach'ige aantygirgen tec 'lasten van ons , af te verger bef doen. er onderteekeren v?r het hier »a f melder Declaratoir, met dien gevolge dat de AmbteD, Stedelyke of Kerkelyke bedieningen * * De-  ie Gebeurtenisjen in 1787 ent. voorgevallen, tf Deken- of Hoofdmanfchappen van Gilden, der genen welkezulks uilen weigeren of nalaaten, Wordea gehoud.n voor vacant, en impetrabei zyn. Het voorfz. Declaratoir luidt als volgt. „ Ik ondergeteekende declareer by dezen, varj „ alle zamenfpanningen, hoon en laster tegen zyne Hoogheid Prins Willem den vyfden. ErfStadhouder, Erf-Gouverneur, Ërf Kapitein GeI, neraal en Adm raal der zeven Vereenigde Nederlandfche Provinciën, voor zoo verre ik daar aan » „ 't zy door hrt tekenen van eenig Request, Ad* », dres, of op welke maniefe zulks ook zoude mo» gen zyn met woorden of daaden heb deel gehad» berouw te hebben, en overzulks zyne Hoogheid om vergiffenis daar van te verzoeken, terwylik ,, de gelegenhèid, welke my daar toe gradeufelyk word aangeboden, met dankzegging aan Hoog„ gemelde Vorst omhelze. Weshalven ik plegtig „ beloove , voortaan in allen opzichte aan Hoogst» », denzelven en het Vorftelyk Huis van Oranje en ,, Nasfau dien eerbied, en die gehoorzaamheid té zullen betoonen en bewyzen, welke ieder goed li en getrouw Ingezeten van den Lande, aan ee,, nen Vorst, wien door de Heeren Staaten vad „ Holland en West-Friesland, (den eenigen Sou. „ verein van deze Provincie) de voorgemelde hoo» ,, ge waardigheden in deze Provincie erflyk zyn U opgedragen, en aan Hoogstdeszelfs Doorluchtig a Huis verfchuldigd is; dat ik afzie van alle voor„ gaande zamenfpanningen , en beloove nimmer ,, wederom, met wien zulks ook zoude mogen ,, zyn, te zullen zamenfpannen, of in eenigerhan» 9, de manieren de hand leenen tot iets, dat tot „ hoon of nadeel van voornoemde zyne Hoogheid, »» van Hoogstdeszelfs Huis, of van de daar aan », opgedraagen erflyke Rechten direct of indirect zoude (trekken." Vermaanende vervolgens alle Regenten» Burgers en  Xffï Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en Ingezetenen der voorfz. Stad Schoonhoven, dat zy alle tot hier toe gefubfisteerd hebbende partvlchappen, en ammofiteiten laaten vaaren, het gepasfeerde wederzyds vergeeven en vergeeten, eh gelyk het goede Burgers en Ingezetenen betaamd, voortaan in vreede en goede harmonie zamen leeVen, terwyl wy het betrachten of nalaaten van dezen plicht van de ?yde der genen, die profesfie maaken van Aankleevers te zyn van de belangens van ons Huis, zullen aanmerken, als den toetfteen van de oprechtheid van derzelver gevoelens en bedodingen. Verwachtende wy voorts van de Burgerye en Ingezetenen, en hen des noods wel expresfelyk beveelende,dat zy allen en een iegelykvan hun , zich voortaan als gehoorzaame Burgers en Ingezetenen fcetaamt, zullen gedraagen , en in 't generaal betrachten, al het gunt de plicht en onderwerping aan hunne wettige Overheid vordert, op pcene, dat de genen, welke bevonden zullen worden tegens deze onze ferieufe wil en begeerte te hebben ingegaan, en zich aan eenig wanbedryf tegen de waardigheid van de Regeering, of ongehoorzaamheid aan deszelfs beveelen fchuldig temaaken, als verftoorders van de gemeene rust en verachters van onze heilzaame oogmerken en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volgens de Wetten van den Lande, zonder eenige conniventie, anderen ten exempel zullen worden geflraft. Aldus gedaan in 's Gravenhage den 14 December 1787. (was get.) W. Pr. van Oranje. (Onder Jlond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, (was get.) T. J. de Larrey.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 17 N°. 1922. Publicatie van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, behelzende Reglement tot oprichting van eene Schuttery en Burger -Krygsraad te Schoonhoven. In dato den 14. December 1787. Wy Willem , by de gratie Gods , Prinfe van Oranje en Nasfau &c. &c. &c, doen te weeten. Alzoo ons door. Willem Gdstaaf Frederick, Graave van Bentinck, Heere van Rhoon en Pendrecht, befchreven in de orden van de Ridderfchap en Edelen van Holland en West-Friesland, Bailjuw en Schout van 's Gravenhage, en Dirk Meerens, Raad in den Hove van Holland, Zeeland en Friesland; welke wy, ingevolge de Authorifatie, door de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, van dato den 9 Oftober 1787 aan ons verleend, hebben gecommitceerd, om in de Stad Schoonhoven de rust te herftellen, is gerapporteerd, dat zy Gecommitteerden bevón.den hebbende, dat de omftandigheden niet toelieten, dat de voorige Schuttery aldaar wederom in activiteit wierde gebragt, bedacht waren geweest om, met overleg van Regenten der voorzeide Stad en van de Gecommitteerden van een aantal Burgers, een nieuwe Schuttery aldaar op te richten, en een Reglement voor dezelve te doen formeeren. Dat zy dit hadden geëffectueerd, en ten einde te voldoen aan het verlangen, zoo van die Regenten als van de voornoemde Gecommitteerden en andere Burgers, de eer hadden, het geformeerd Regiement aan ons te prsfenteeren, ten einde hetzelve by ons mogte worden geapprobeerd, en door onze authorifatie in train gebragt en beéédigd. Luidende het voorfz. Reglement als volgjv XXIV. Deel. B Re-  18 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Reglement, geformeerd tot oprichting \ van een Schuttery en Burger Krygsraad binnen de Stad Schoonhoven, Art. ï. Het Collegie van den Krygsraad zal beftaan uit één Collonel, drie Kapiteins, drie Kapitein-Luite- 4 nants, drie Luitenants, drie Vaandrigs en eenen a Secretaris. II. Die een Lid van den Krygsraad word, zal ver- ] plicht zyn, ten minften zes jaaren, als Lid van denzei ven Krygsraad te fungeeren, ten ware Orn gewichtige redenen het Collegie van de Magiftraat, met communicatie van den Krygsraad, iemand van t dezelve Leden, hieromtrent eenige dispenfatie ge» I liefde te verleenen. III. Ingevolge de Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid Willem de vierde, van dato den 19 November 17481 zullen by vacatuure van een Kapiteins-plaats, by den Krygsraad werden genomineerd twee Perfoonen uit de Schuttery, om daar Li j_ n : _ i * , uil uy uc rvegecrJüg ecu lui. x\.dyneiu ie worden ge» ëligeèrd, doch zullen de verdere Leden des Krygsraads by vacature door het Collegie van de Magiitraat direcielyk worden aangefteld, except een Secretaris, waar van de aanflelling als van ouds zal ftaan aan het Collegie van^den Krygsraad. Het Collegie van den Krygsraad zal bediend worden door eenen Bode, waar van de aanflelling zal ftaan aan Heeren Burgemeesteren, en welken Bode voor alle zyne dienden jaarlyks uic de Kas van den Doelen zal genieten eens twaalf guldens, ingaande met primo January. Tot geen Schutters zullen mogen werden aangefteld dan Poorters cn Burgers van 18 tot 60 jaareo oud, en zullen daar onder niet mogen genomen wor»  de G'eleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 19 worden, dezulke, die uit eenige Arme-kasfe werden gealimenteerd: zullende voorts van alleSchuiterlyke dienden vry zyn de Regenten van Godshuizen, en zulke Stads Ambtenaaren, weike zulks 1 als een emolument is toegevoegd. VI. Alvoorens tot Officieren, Onder-Officieren of ! Schutters te worden geadmitteerd, zullen dezelve i in handen van Heeren Burgemeesteren moeten afJ leggen den gewoonen Schutterlyken ééd, conform 1 het Formulier aan den voet van dit Reglement ter 1 neder gedeld. VII. En word by dezen expresfelyk verklaard , dat ; alle die genen welke gewillig den bovengemelden i ééd verklaaren te zullen willen afleggen en nako: men, dan ook daadelyk als Schutters, door den 1 Krygsraad zullen kunnen worden geadmitteerd, i met confent van Heeren Burgemeesteren. VUL Die geen Schutter is, zal in 't vervolg noch tot : Stads Regeering, noch tot eenige Stads bedienin! ge, noch in geene Gildens worden geadmitteerd. IX. En zal aan ieder Officier, en Onder-Officier een I Exemplaar van dit Reglement worden ter hand geI flreld. X. De Boetens wegens abfentie by 't doen van gei woon e Exercitiën zullen zyn, voor de Officieren ƒ1:4:0, voor de Onder-Officieren 18 duivers, :en voor de Schutters 12 duivers, doch by tyden , van Brand alles dubbeld, en zullen de boetens van I de Officieren komen ten behoeve van den Krygsraad, die van de Sergeanten voor de gezamentlyke : Sergeanten, en die van de Corporaals en Schut. 1 ters, voor 't Vaandel waar in dezelve zullen vaU I len. XI. De verdeeling der Vaandels zal blyven al.; van ë a dü  20 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ouds, en zal de rang daar van zyn, eerst het Oranje Vaandel, ten tweern het Witte Vaandel er\ten derden het Blaauwe Vaandel, doch zullen de Omcieren ieder in zyn qualiteit in den Krygsraad rang hebben, volgens de tyd van hunne aanftelling. XII. Den Krygsraad zal, als van ouds, viermaalen des jaats ordinaris vergaderen, te weeten op den 2odaanige alteratien, ampüatien als anderszins, te maaken als naar omftandigheden van tyden en zaaken zal noodig geoirdeeld worden, doch niet anders dan met concurrentie en toeftemming van den Heer Erf-Stadhouder , en zal het altoos aan den Krygsraad vryftaan, om in gevalle van te maaken alteratie, ampliatie &c. van dit Reglement, door de Heeren van de Magiftraat, eeDe Commisfie uit den haaren te decerneeren aan zyne Hoogheid, om derzelver intentie deswegens aan Hoogstdezelve bekend te maaken. XVII. De Collonel zal zyn een Lid van de Vroedfchap, waar van de aanftelling zal gefchieden direct na dat de nieuwe Regeering zal zyn geinftalleerd en beéédigd. NB. Op den 17 December 1787, is na de aanftelling der Regeering, door Hun Ed. Mogenden Commisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoog. heid, naamecs Hoogstdezelve tot Collonel, benoemd Mr. Dirk Hoola van Nooten, en in die qualiteit beéédigd. XVIII. Tot Kapiteinen en verdere Officieren dezer Schuttery, worden aangefteld de Perfoonen, in de B 3 hier  22 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hier aan geannexeerde oprichting van eene nieuwe Schuttery genoemd. XIX. De verdeeling dezer Schuttery word gereguleerd, zoo als dezelve in de voorzeide oprichting is ter neder gefield. Oprichting van een nieuwe Schuttery, ter approbatie en infiellatie van Hun Edele Mogenden de Commisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Willem de vyfde, Prince van Oranje en Nas/au , Erf - Stadhouder der Vereenigde Nederlanden &c &?c &c. op te richten binnen de Stad Schoonhoven, op den i-j December 1787 , en ingericht na een overgeleverd Concept-Plan, aan Hun Ed. Mogenden de welgemelde respective Commisfie, Wordende tot Officieren en Onder-Officieren van die byzondere Vaandels genomineerd, te weeten? Tot het Oranje Vaandel. Gerrit Lafonder, Kapitein, Johannes Lethman, Kapitein-Luitenant, Johannes de Bruin, Luitenant. Jan Klein, Vaandrig, Sergeanten buiten den Krygsraaé. Jacobus Bronkhorst. Wouter Littel, Corporaah*, Marinus Vervat. Jan Mankor, Tot  de Gtbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 23 Tot het Wïtte Vaandel, Cornelis Roels , Kapitein ; tot disp-nfatie van de Publicatie vaa den 19 November 1787. George Lots, Kapitein-Luitenant. Godefridus Lafonder, Luitenant. Willem van Solingen junior, Vaandrig. Sergeanten buiten den Krygsraad. Cerrit Hotzé. Aris van Wachem. Corporaals. Carel Verfpuy. Bastiaan Klerks. Tot het Blaauwe Vaandel. Abraham van Aartryk, Kapitein. Louis Lafonder, Kapitein.Luitenantlvlichiel Hellegers, Luitenant. Pieter Waterland junior, Vaandrig. Sergeanten buiten den Krygsraad. Abraham Corbyn. Cornelis den Blommert. Corporaals. Willem Vervat. Gysbert Lameer. Secretaris van den Krygsraad. Thomas de Moor. Drilmeester en Bode. Fredrik van Ipenburg. B 4 Rt-  24 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Reglement, voorde Burger Wach» ten in Schoonhoven, inge^allevan vertrek van de Militie &c. Art. I. Ingevalle, en zoo lange de S'ad zich In het geval bevind van geen Militaire Guarnifoen te hebben , of anderszins wanneer de Regeering jizulks mogte goedvinden, zullen de Schutters vei plicht zyn des nachts de wacdt te houden, en zullen daar omtrent in acht genomen worden de volgende orde en fchikkingen. II- Dat des avonds ten nesen uuren de Vergadering zal worden geflagen, door het- Vaandel dar de wacht heeft tot aan het Stadhuis, zullende dc routes welke de~ Tamboers in 't flaan van de Vergadering zuilen nrmen, door de respecïive Heeren Ka. piteins, ieder in hun Vaandel als dan nader gereguleerd worden. III. Dat de Schutters die de wacht hebben, op het flaan van de trom zich direct zullen moeten begeeven naar het Stadhuis, en in de wacht maaken te wezen , voor dat de groote Kerkklok half tien uuren geflagen heeft, op de boete van twaalf fïuivers voor de te laat komende, ten behoeve van de wacht en zal, zoo haast de Klok half tien geflagen heeft de wachthebbende Schutters in 't geweer gecommandeerd, de naamrol opgeleezen en de posten van de Schildwachten, volgens loting, midsgaders de ronde, verdeeld en vastgefteld worden , zonder dst zoo na mooglyk , den eenen Schutter boven den anderen word bezwaard. IV. Zoo wie buiten ziekte van de wacht blyfe, wanneer by gecommandeerd is, zal verbeuren 24 ftuiversten behoeven van den Krygsraad; des zal het een ieder vryftaan een ander bekwaam Perfoon, met  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, sy met voorkennis en toeftemming van zyn Kapitein, in zyn phits te dellen, mids ten eerden betaalende twaalf duivers ten behoeve van de Wacht. V. Die van de Wacht gaat voor dat dezelve is bedankt, zonder perfflisfle v:n den Officier van de Wacht, (en welke permisüe niet dan om dringende redenen zal worden verleend) zal verbeuren 30 iluivers ten behoeve van de Wacht. VI. : Drie posten zullen door vier Schildwachten worden bezet , te weeten één voor 't Stadhuis , één voor 's Lands Arfenaal, en twee by 's Lands Kruidtooren , te beginnen des avonds met tien tmien, en te eindigen des morgens met het ophouden van de Poortklok, als wanneer de wachthebbende Schutters, na dat zy alle weder in de Wacht zyn, en de rol andermaal is opgeleezen, zullen worden bedankt, blyvende niet te min het rot of de diviefie, welke des nachts de wacht heeft gehad, den volgenden dag tot 's avonds ten half tien uuren het picquet houden. VII. Zoo meenigmaal het den Officier van de Wacht noodig oirdeeld, zal een Ronde gaan, bedaande uit den Corporaal van de wacht en drie man. VIII. De Schutters, wiens wacht het zal weezen, zullen 24 uuren te vooren daar van geadverteerd worden , door den Onder-Officier die met hun de wacht zal hebben. IX. Omme,zoo veel mooglyk het werk van de wachten voor de Schuttery faciel te maaken, zullen de Compagnien verdeeld worden ieder in vier divi. fien, waar by altoos een Officier en Onder-Officier met een Tamboer zullen prasfent zyn. X. De Schutters buiten de Stads Poorten woonende, B 5 v zul-  z6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tst zullen van het waarneemen der wachten zyn geëxcufeerd. XI. Ieder Schutter is gehouden de Heeren Collonel, Kapiteins en verdere Officieren van hun Vaandel te respf óteeren en gehoor?-namen , in alle het gene hen ten diende van dc- Stad , in 'c fluk der wachten en 't gene daar aan behoord zal worden bevolen , zonder daar tegen eenige onbefcheiden of injurieufe woorden te gebruiken, op de boete van drie Cu'dens en arbitraire correctie van de Heeren van de Magiftraat. XII. IeJer Schutter zal van zoodaanigeo geweer en wapenen voorzien wezen, wanneer hy ter wacht trekt, als rader gereguleerd en bepaald zal worden, en in 't behandelen en bewaaren derzelver geweeren en wapenen, met alles wat daar toe behoord, zich fïiptelyk moeten gedraagen naar de ordres welke daar omtrent geflatueerd zullen worden. XIII. Die de Schildwacht hebben zullen niet van hunne post mogen gaan daar zy geordonneerd zyn te flaan, noch ook op hunnen post mogen flaapen, ma?r in tegendeel gehouden zyn, op alles goede acht te geeven , en in'taanroepen, ftaande houden, afvraagen van 't Parool als anderszins, zich gedraagen naar krygsgebruik, mitsgaders naar de ordres van hunne Officieren, op de boete van zes Guldens, en arbitrage van den Krygsraad; ook zullen zy die de Ronde doen, mede naar Krygsgebruik, en ingevolge van de ordres van hunne Officieren verplicht zyn te handelen, mede op arbitraire correctie van den Krygsraad. XIV. Die by den Kruittoren de wacht hebben, zullen niemand, wie hy ook wezen mag, over de wal laaten pasfeeren, ten ware hy het contra-parool opgaf. * XV.  de Gebeurtenis/en in f787 enz. voergevallen. 27 XV. De Schildwachten hunnen behoorlyken tyd uitgelïaan hebbende, zullen zy door anderen weder afgelost worden, zullende de genen, welke daar in weigerig mogten zyn, verbeuren 30 duivers ten behoeve van de Wacht, en de naastvolgeade in zyne plaats worden geiteld. XVI. Niemand zal op de wacht eenige onordentelykheden, of irfolentien pleegen, met banken, deuren of iets anders te breeken of befchaadigen; nog in 't doen van Ronden eenige floepen mogen fchenden, of eenig onbehoorlyk kioppen aan deuren of vengfters doea,ook niet met fteenen of iets anders werpen, nog in eenige Herbergen of elders gaan drinken ; maar ais goede Schutters gezamentlylc met den anderen wederom keercn, op de verbeurte van 3 Guldens, met vergoeding van fchaade ter discretie van de Heeren van de' Magiftraat. XVII. Niemand zal dronken op de wacht mogen komen, waar van het oirdeel zal ftaan nan den Officier van de wacht, gelyk niemand op de wacht zal mogen dobbelen of fpeelen dan met confent van 't hoofd van de wacht, en niet hooger dan 2 ftuive.-s elk fpel; ook zal niemand eenig rumoer mogen maa» ken met roepen, zingen of diergelyken, alles op de boete van 20 ftuivers te behoeve van de wacht. XVIII. Niemand zal op de wacht een ander met woorden mogen injurieeren of provoceeren, op de verbeurte van 3 Guldens boven arbitraire correctie van de Magiftraat naar exigentie van zaaken. XIX. Zoo iemand een ander met de vuist Haat, of met de voet fchopt, zal verbeuren zes Guldens, boven arbitraire correctie. XX. Zoo iemand eenig geweer op de wacht op een ander trekt, zal verbeuren acht Guldens s en op  2B Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zyn Officier trekkende zestien Guldens ; boven correctie en ftraffe van de Heeren van de Magiflraat. XXI. En byaldien iemand een ander met zyn geweer kwetst, zal verbeuren vyf. en- twintig Guldens, boven correctie en ftraffe als boven; ailes behoudens 't recht van den Heer Bailjuw. XXII. Alle de boeten in deze Ordonnantie vervat, zul. len komen ten profyte van den Krygsraad , ten waare hier voor fpeciaal anders ware geordonneerd, zullende die boeten , welke ten behoeve van de Wacht vervallen, ook door dezelve verteerd worden. XXIII. Dit Reglement zal door den Secretaris t'elkens by 't uitmarcheeren van de Militie, zoo lang aan de wachtdoende divifien worden voorgeleezen, om zich daar na te kunnen gedraagen , tot dat de Vaandels geheel de wacht zullen hebben gehad. Belangende de Officieren. Den Officier die de wacht heeft, zal moeten zyn gemunieerd met dit Reglement, midsgaders mee net Reglement op den brand binnen deze Stad, op de boete vaD 24 ftuivers, ten behoeve van den Krygsraad. Den Officier die de wacht zal hebben, zal des voordemiddags voor 11 uuren het woord by den Prasfident Burgemeester haaien, en by den Collonel brengen, en voorts, het zy mondeling, het zy by verzegelde biljetten aan den Kapitein en Kapi* tein Luitenant van zyn Vaandel, en voorts des avonds het zelve woord geeven aan de prEefente Officieren van zyn Vaandel, als mede aan de wachthebbende Onder-Officieren, zonder het zelve aan iemand anders hoe genaairH bekend te maaken, op de verbeurte voor een Officier van drie Ducaaten ten  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2£ teh behoeve van den Krygsraad, en voor een Oader-Officier omme gecasfeerd te worden. Het contra parool zal door den Collonel worden gegeeven , aan den Officier die de wacht heeft,en zal den Onder Officier die de ronde doet, zoo dra hy het woord aan den Officier geeft, van den zeiven vraagen het contra parool. Den Officier die de wacht heeft, zal des morgens een fchriftelylc rapport van 't voorgevallene op zyn wacht aan den Collonel doen toekomen. De Officieren der Schuttery, welke in de wacht mogcen willen komen, zullen van behoorlyk Zyd. geweer moeten zyn voorzien , op de boete van 34 Huivers» Formulier van den Schutters ééd. Dat zweeren wy Schutters der Stad Schoon„ hoven te zullen wezen , de Souvereiniteit van ,, de Heeren Staaten dezer Provincie en haare ,, tegenswoordige Regeeringsform, en in het by,, zonder het Erf Stadhouder- , Kapicein- en Ad„ mitaalfchap Generaal, in den Huize van.Oran„ je en Nasfau , op den in den jaare 1747 en ,, 1766 vastgeftelden voet, te zullen helpen maiu„ tineeren en handhaaven, zonder dat wy ons zul„ lcn onderwinden , direct of indirect ietwes , „ tot ondermyning of verandering van die Re,, geeringsform te onderneemen; beloovende wy ,, wyders, wanneer ons iets mogte voorkomen, „ het gene tot ondermyning van de voorfz. Re„ geeringsform zoude ftrekken, daar van direct „ kennis te zullen geeven aan de Heeren regee„ rende Burgemeesteren:dat wy zullen wezen der „ Stede houw en getrouw, alle aanflagen tegen ,, het gemeene welvaaren voorgenomen, tot onze 5, kennisfe komende, mede te zullen openhaaren, ,, de Heeren Burgemeesteren en de Magiftraat ge„ hoorzaamen onderdaaoig te zyn , der S:ads R^chien en Privilegiën tc handhaaven en voor te ftaan,  SO Verzameling van Stukken betrekkelyk tot « 5ain» alIe bevelen ons door den Collonel of „ Officieren gegeeven getrouwelyk te zullen uit„ voeren, en voorts alles te doen, dat een goeden „ getrouw Schutter fchuldig is , en behoord te n doen." Zoo waarlyk helpe ons God Almachtig. lnjlruëtie en Reglement voer de Sergeanten der Burgerye der Stad Schoonhoven. _ „ Art. I. T*fV Se.rSt?nten zuIleD de ordres, hen door den Wel Ed. Geftrengen Heer Collonel, of hunne respechve Kapiteinen , uit naam van den Krygsraad gegeeven, ftiptelyk obferveeren en nakomen , 6n van hunne verrichtingen rapport doen aan den genen van wien zy de ordres hebben ontvangen. II. S Zy zullen tweemaalen in 't jaar, te weeten in de maanden van May en November , mitsgaders op zoodaanige andere tyden, als het den Krygsraad zal noodig oirdeelen, elk in hunne Wyk de Ronde doen, en naauwkeurig opfchryven alle Perfoonen boven de 18 en beneden de 60 jaaren, ook die genen welke aan de Brandfpuiten gefield zyn, voor welker naamen zy de letter B. zullen ftellen ; doch zullen daar onder niet mogen genomen •worden dezulke die uit eenige arme Kasfen worden gealimenteerd, zullende voorts van alle Schutterlyke dienften vry zyn de Regenten van Gods. huizen, en zulke Stads Ambtenaaren, welke zulks als^een emolument is toegevoegd. III. In het doen der Ronde, en by de opfchryving ïn het voorige Artikel gemeld , zullen de Sergeanten van het Vaandel dat het Picquet heeft of ftaat te krygen, de vreemdelingen, en diegenen welke uit een ander Vaandel in het hunne zyn ko«  it Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 31 komet» irooneft waarfchouwen , dat zy zich ten fpoedigfte* tan behoorlyk geweer en wapenen zullen hebben te voorzien, en zich altoos gereed te houden om op trommelÜag of aanzegging te compareeren , daar en zoo als het den Wel Ld. Geftr. Burger-Krygsraad zal komen goed te vinden, od de boete daar toe (taande. ' IV. De opfchryving gefchied zynde, zullen de Sergeanten binnen acht dagen aan den Wel Ed. Geftrengen Heer Collonel, mitsgaders aan hunne res. pective Kapiteinen moeten overgeeven een dubbeld van de Naamlyst by hen geformeerd, om nader geëxamineerd te worden, en zullen Sergeanten jaarlyks aan Heeren Burgemeesteren moeten overgeeven een exacte lyst van de nieuw aangekomen Schutters, ten einde aan Hun Ed. Gr. Achtb. den gewoonen Schutterlyken ééd te doen, en zal niemand mogen eenige Schutterlyke dienst doen» zoo lang hy denzelven ééd niet heeft gedaan. De Sergeanten zullen zich in het handelen der Hellebaard, mitsgaders met de Snaphaan verplicht zyn te oeffenen , ten einde de Schutters by tyden van Exercitie als anderszins mede behoorlyk te kunnen onderrichten. VI. By tyden van Wapenfchouw of Exercitie, zullen de Sergeanten zich elk by huu Vaandel tot waarneeming van hunnen dienst in den St. Joris Doele moeten laaten vinden, met behoorlyk Zydgeweer en Hellebaard en voorts in zoodaanige Uniforme, als by den Wel Ed. Geftrenge Kvygsraadis vastgelteld. VIL Ten tyde van zoodaanige Wapenfchouw of Exercitie, zullen de Sergeanten de Naamen deropgëfchreevene Schutters van hun Vaandel, voor zoo verre zy gecommandeerd en opgeroepen zyn moeten opleezen, en de abfente cf te laat kome'ide tel*  3Z Verzameling van Stukken betrekkelyk tot telkens aanteekenen , van welke attente en te Iaat tomende, zy aan den Heer Kapitein van hun Vaanae , ter eeriter aanmaaninge eene pertinente Lyst zullen overgeeven, met de redenen van dien (zoo er redenen voor mogten zyn) daar by genoteerd. VIII. Eindelyk zullen de Sergeanten zich, ten opzichte van het invorderen van Aüens van indemniteit SPeit??Jr??u,ecreD» naar de ordres, hen door de VVel Ed. Groot Achtb. Magiftraat dezer Stad airede gegeeven of nog te geeven, en voorts van alzulke zaaken, waar van de kennisgeeving den Wel üd. Oeftr. Burger»Krygsraad competeerd, aan hunne respeüive Kapiteinen getrouwelyk verflag doen. Zo is 't, dat wy het voorenftaande in overweeging neemende, hebben goedgevonden, met verklaaring van ons genoegen over de ten dezen aangewende moeiten van de voornoemde Regenten en Burger-Gecommitteerden ("van welke Commisfie wy verwachten, dat zy laatstgemelde zich van nu af aan zullen houden voor ontflagen) de oprichting van den gemelden nieuwen Krygsraad en Schuttery, als mede het voorfz. Reglement, in alle deszelfs deelen te approbeeren, en onze voornoemde Gecommitteerden te qualificeeren, om de daar by aangeftelde Officieren, Onder-Officieren en Schutteren, in onzen naam den behoorlyken ééd met ampliatie van dien, zoo als dezelve by het nu door ons geapprobeerd Reglement is vastgefteld af te neemen, en hen in posfesfie van derzelver respective charges en funüien te ftellen. Bedankende wy by dezen den ouden Krygsraad en de oude Schuttery , dewelke wy van hunne furctien en Schutterlyke ééden, ontflaan. Eindelyk hebben wy nog goedgevondenJ dat het Oranje Vaandel van nu af aan tot Hernelvaardsdag aanftaande , de Picquet Wacht zal hebben, waar van wy overzulks ontflaan het Vaandel, het welk dezelve tot nu toe heeft gehad. Ge-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, f33 Gedaan in 's Gravenhage, den 14 Decemb. 1787. (was get.) Willem, Pr. van Oranjs. (Onder Jlond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, (was get.) P. J. de Larrey. N°. 1923- Waarfchouwing van de Bailjuw van AmJielland, mitsgaders Schout en Schepenen van Die. men, over het onder de waardekoopen van ontvreem* de Goederen. In dato den 15 December 1787. Alzoo de Wel Ed. Geftrenge Heer Bailjuw vari Amftelland , mitsgaders Schout en Schepenen van de Ambachtsheerlykheid Diemen, in ervaaring zyn eKomen, dal geduurenae aen aoortocnt«en t verlvf van onderfcheidenTroepes alhier, veele Inge¬ zetenen dezer Ambachte zich niet hebben ontzien, om eenige Goederen aan hunne Mede-Ingezetenen itoebehoorende en van hun ontvreemd, dikwils be. meden de waarde, ja dezelve tot zeer geringe waar. Ide in te koopen, of ook op eenige andere wyze ;zich daar van meester te maaken, en dat zylieden ■weigerig zyn pf in gebreke blyven, de gemelde ^Goederen aan de respeüive Eigenaars te reftitueeoren, alleszins fhekkende tot merkelyk nadeel van ie Ingezetenen, welke alzoo hunne Goederen zyn wvt geraakt. Zo is 't, dat Bailjuw, Schout en Schepenen voornoemd, allen en een iegelyk, die eenige Goedeiren op die wyze mogten hebben, gekogt of beko» fïhen, wel ernftig willen gewaarfchoüwd hebben, ipm dezelve Goederen binnen den tyd van vee'rtierj lidagen, aan de Eigenaars te geeven, en dat wel het igekogte tegen den prys, waar voor zy KooperS :zouden kunnen aantoonen, of wel onder iblemueelè lééde declareerea hetzelve gekogt te hebbem, . XXIV. Deel. G Werfe  3 j. §S Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Werdende voorts een ieder, welke zoodaanigeGoederen mogten gekogt of bekomen hebben, en i niet mogten weeten w;e daar van den rechten Eige-. naar is, geordonneerd, ten fpoedigften en wel ui- . terlyk binnen den voorfchreeven tyd van veertien i dagen daar van kennis te geeven aan den Gerechts- ' bode dezer Ambachte. Aldus gesrrefleerd den 15 December 1787, prse- > fentibus de Wel Ed. Geftren Elias, Bailjuw en Dykgraaf van Amitelland, Mr. J. Beeld5Nyder, Schout, en alle de Heeren Schepenen , dempto de Heer Jan Groen, en gepubliceerd den 22 Ocember 1787, pr«fentibus de Heeren Willem Nagel en Jan Berkhout. Scheoe. oen. r In kennisje van my Secretaris, j. Beeldsnyder. N°. 1924. Memorie, door Geconftinieerdens van een aanzienlyk aantal Ledemauten der Lutherfche Gemeente te Rotterdam, aan de- Heeren Gecommitteerden van zyne Doorluchtige Hoogheid, zich beklaagende over hunnen Predikant Schefficrs , be. nevtns nog eene Nota hier toe behoorende. In dato den 2J December 1787. Geeven met verfchuldigden eerbied te kennen, de Ondergeteekenden, alle Ledemaaten der Hervormde Gemeente, toegedaan der OnveranderlykeAugs. rjurgfche Geloofsbelydenis, of behoorende tot dezelve, mitsgadeis Burgers en Ingezetenen dezer Stad. Dat het hun geduurende de laatst ontflaane onlus. ten, die onzen Staat gefchokt, en, als een natuurlyk gevolg daar van, deze Stad mede hebben verdeeld, ten hoogften fmertelyk en grievende heeft gevallen, niec alleen, maar zelfs van een ruïneus ge-  de Geleuïtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 35 ; gevolg voor de Armen hunner Gemeente is ge1 weesr; dat zich één hunner Predikanten, met naa» 1 me Do. Scheffers, niet heeft ontzien, tot groote 1 oneer en disreputatie, zich te buiten te gaan in zul. ! ke itappen, welke niet anders dan allen eerbied en : achting, uit de harten der Ledemaaten en anderen tot de Gemeente behoorende Perfoonen, moesten i verbannen, en hen met afkeer voor het bywoonen , van den openbaaren Godsdienst en de Bediening der Heilige Bond-Zegelen, door zynen mond en ! hand bediend, bezielen. Dat hy, alle deze gevolgen, ten anderen, toe ; hunne bittere fmarte zich niet heeft ontzien te ver. fterken, door niet alleen zich te vervoegen by zul; ke Exercitie-Genootfchappen, wier haatelyke oogi merken, de Ondergeteekeuden hier noodeloos ach. ten op te haaien; maar zich op verfchillende p'aac:zen en onderfcheidene gelegenheden, flappen te 'Veroirlooven, onbetaamelyk en volftrektelyk ftrydig met het Eerwaardig Ambt, zoo onwaardiglyk idoor hem bekleed, als daar is, onder anderen zich als Lid te hebben begeeven in de bekende (zoogenoemde) Vaderlandfche Sociëteit, en het gene het fterklïe van allen fpreekt, te hebben durven adfisteeren terRemotie der weldenkende Heeren Vroedfchappen dezer Stad, 'sLands wettige Coniïitutie loegedaan. Ea gevolgelyk, dat het voor hun Ondergeteekenden eene zedelyk onmooglyke zaakzy, onder den dienst van zulk eenen Leeraar, die zich dergelyke ftappen, even muiczuchtend, ontftichtend, als on. geoirloofd, heeft veroirloofd , tot de bediening i/an Woord of Sacramenten, op te komen, als zich ieder oogenblik, de bovengemelde bedryven, by aet bioote gezicht zyn's Perfoons moetende herinleren: verkiezende de Ondergeteekeuden niet eens, onder den aandacht van U Ed. Mogenden te bren *en die menigvuldige haatelyke, lasterende en oploerige uitdrukkingen, van dewelken hy zich, zoo nzync Leerredenen, a's openbaare Gebeden, zoo G 2 te-  36 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tegens 's Lands gevestigde Conftitutie, het hooge Erf-Stadbouderlyk Bewind, en den Dóorluchtigen Stadhouder, als tegens die Regenten en Inwooneren, die Voorftanderen en Beminnaaren dier dierbaare Voorwerpen waren, heeft bediend, fchoon hun niet minder ergerlyk wezende; als het boveniraande op zich zeiven voldoenende keurende, en niet twyffelende, of's Mans gedrukte Schriften zullen U Édel Mogenden zeer wel bekend zyn. Weshalven zy Ondergeteekenden, zoo tot voorkoming van alle ergernis, als tot handhaaving der byna geruïneerde Armen hunner Gemeente, en verdere gevaarlyke en fchandelyke gevolgen, die 'er zouden kunnen ontdaan; niet kunnen nalaaten, zich ootmoediglyk tot U Ed. Mogenden te keeren , wier loffelyke eb roemwaarde denkwyze in dezen, uit het betrouwen, door zyne Doorluchtige Hoog. heid in U Edel Mogenden gefteld, hun bekend is, en hunne harten met de ftreelendite hoope en het "egrondfte betrouwen vervuld, ootmoediglyk verzoekende, dat het U Edel Mogenden moge gelieven een gunftig oog op de nederigfte bede der Ondergeteekenden te flaan, en volgens derzelver beproefde wysheid , die middelen beraamen , waar door de Ónderteekenaaren dezes het genoegen mogen hebben, om zulk een voorwerp, als den opgenoemden Do. Scheffers, om het gene door hem js verricht geworden , van deszelfs Leeraar-ambt ontzet te zien. Ten einde de Ondergeteekenden, tot ftichting en nut hunner Zielen, ongeërgerd tot de bediening van Woord en Sacramenten mogen opkomen, gelyk in vroeger dagen, en de geleedene fchaaden der zuchtende Armen herfteld, en alle verdere gevaarlyke gevolgen, mogen worden geweerd. (Was geteekend door Geconjtitueerdens, en overgegeeven door) Cornelis Vermyne, Az. uit Naam en in 't byzyn van de Geconjtitueerdens, Rotterdam, den 25 December 1787. Aan  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 37 Aan de Edel Mogende Heeren Gecommitteerden van zyne Doorluchtige Hoogheid enz. enz. enz. Neemen de Ondergeteekenden eerbiedig de vryheid, plichtfchuldig te kennen te geeven, dat, dewyl 'er in hun gefchrift, alleen melding is gemaakt geworden van Do. Scheffers, zulks niet wegneemt, dat Do. Boon deszelf's Ambtgenoot, zich niet mede op eene allerlakenswaardigfte wyze, zoo omtrent de gevestigde Staatsgefteldheid van ons Nederland, als omtrent het Stadhouderlyk Bewind en Huis, heeft gedragen, en dat de geheele tegenswoordige Kerkearaad, is te famen gefteld uit Perfoonen, welkers denkwyze, met die der bovengemelde Predikanten is overeenftemmende, ea waar van eenigen zich, zelfs zeer inconftitütioneele flappen, hebben veroirloofd: vermeenende dit byvoegzel aan derzelver gefchrift te moeten toe-, voegen, zoo als het mondeling hannentwegen Uwer Edele Mogenden is voorgedragen geworden. Cornelis Vermyne, Az. (voor Geconjtitueerdens.') N°. 192.J. Aanfpraak, mondeling gedaan aan de Heeren Gecommitteerdens van zyne Doorluchtige Hoogheid, uit naam en in de tegenwoordigheid van de Geconjtitueerdens van een aanzienlyk aantal Ledemaaten der Lutherfche Gemeente te Rotterdam, by de over gif te van de hier bovenjlaande Memorie , deer Cornelis Vermyne , Az. Edele Mogende Heeren! Dewyl de Lutherfche Gemeente in den jaare 1747, zyne Doorluchtige Hoogheid Wiilem de vierde glor. ged., by Hoogstdeszelfs komfte alhier, heeft geluk gewenscht, en daar zy in den C 3 , jaa-  S8 Verzameling van Stukken betrekkelyk ut • jaare 1766, NeerJands geliefden tegenswoordigen S( ad houder, heeft welkom geheeten; ja, de onlangs door Hun Hoog Mogenden afgevaardigde Commune, binnen deze Stad, heeft verwelkomt, er. van dezelve met dankbetuiging affcheid genomen, doch zulks, by de plechtige gelegenheid van UEd. Mogenders komfte dezer plaatze, thans heeft verzu md, kunnen de weldenkende Ledemaaten dier Gemeente, niet nalaaten U Ed. Mogenden door derzelver Geconftitueerdens te doen begroeten, en wer.fchen, dat God den Almachfigen, de raadflagen van U Ed. Mogenden derwyze gelieve te zegenen, dat Uwer Ed. Mogenden poogingen, volgens den last van zyne Doorluchtige Hoogheid, Ï^&j", ;e,cen tot herftelIiDg der Burger! vke rust, U Kdel Mogenden eerbiedig derzelver belangens fchtiftelyk overgeevende, fchoon riet alleen éénen Predikant, maar met hem Do. Boon en byna de geheele Kerkenraad, met zulke haatelyke gevoelens zyn bezield geweest, dat 'er oogenfchynlyk geen recht voor hun te bekomen was, en zy zich gedrongen zien, hunne belangens aan het appui van U Ed. Mogenden aan te beveelen. N°. 1926. Publicatie op naam van Heeren Commisfarisfen van zyne Doorluchtige Hooglhid te Delft afgekondigd , tot herftelling van rust in die Stad. In dato den 31 December 1787. Wy Willem Gustaaf Frederick, Graave van Bentinck , Heere van Rhcon en Pendrecht, befchreven in de orden van de Ridderfchap en Edelen van Holland en West Friesland, Hoog Heemraad van Rhynland, Bailjuw en Schout van 's Gravenhage; en DibkMeerens, Raad inden Hove van Holland, ,Zeeland en Friesland , als fpecialvk door zyne Hoogheid den Heere Prinfe Erfstadhouder, uit krachte van de Authorifatie op Hoogstdenzelven verftrtkt, by Refolutie van Hun Ed. Groot Mogen-  it GtleufhrAsfen in 1787 inz. mtgmOmfg F39 eenden van den 9 Oöober 1787 gequalificeerd en gecommitteerd, om de rust en vertrouwen onder de Regenten en Burgers binnen deze Stad te her. Rellen; allen die dezen zullen zien of hooren Jeezen falut, doen te weeten. Alzoo wy ontwaar zyn geworden, dat lommige woelzieke en onrustige lieden, en moedwillige ver achters en overtreeders der herhaalde Publicaticn van de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Hollanden West-Friesland, en der Waarfchouwingen, Declaratoiren en Publicatien van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, tegens het pleegen van infoltntien en geweld, aan de Perfoonen, Huizen of Goederen van hu-me Mede Burgeren, zich by aanhoudenhëid verüouten, om binnen deze Stad Delf:, door het inflaan van Glafen, en pleegen van geweld aan de Huizen van Inwoonderen, akelige vertooningen van verwoesting aan te rechten, welke men niet dan met afgryzen en verontwaardiging kan befchouwen, en welke tot fchande en verwvt der Natie, zoo by Uitlanders als by het Nagedacht zullen verflrekken; en het ons bekend is, hoe haatelyk zyne Dooiluchtige Hoogheid zulke euveldaaden afKeurd ea verfoeid, zoodaanig zelfs, dat hy deDaaders van dien aanziet als vyanden van zyn Hooge Perfoon, en van zyn Vorltelyk Huis: behalven dat dezelve ook: ftrydig zyn met de oogmerken, waar toe Hoogstder.zelven ons heeft gecommitteerd. Zo is *t, dat wy by dezen, uit naam van de Ka. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West Friesland, en van Hoogstgemelde zyne Doorluchtige Hoogheid, een ieder wel expresfelyk ver maanen, zich zorgvuldig te onthouden van binnen deze Stad of Jurisdictie van dien, eenig geweld aan Perfoonen of Huizen, van wie het ook zoude mogf-n zyn, het zy door het inflaan van Glazen, of op eenigerhande andere wyze te pleegen , op pceae van als Verftoorders van de publieke rust en openbaare vyanden van zyne Doorluchtige Hoogheid en C 4 van  40 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van het Vaderland, op het allerttrengfle volgens da Publ.cat.en van Hun Ed. Groot Molenden f ande! ren ten exempel , het zy met de dood, aan den fcv4e£ïr"'naar exigencie va° ««^ Verzoekende wy voorts alle.de zoodaanigen, wel. ke profesfie maaken van beminnaars en voorftanS van het Doorluchtig Huis van Oranje eS deszeifï belangen te zyn, daar van biyken te geeven, door daaden, mede te werken tot het doen 0nün van zulke fchandelyke euveldaaden °PhoudeD, Gelastende wy voorts in den naam als boven, den Hoofd-Officier dezer Stad, aan de executie van dezen ernftiglyk de hand te houden; e .denCom jnandane van het Guarnifoen , om daar in debe" bulpzaame hand aan de Juftitie te leenen/ en des" noods geweld met geweld te keeren " W. G. F. Bentinck. Dirk Meerkns. N». 1927. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Edele Groot Mogenden Vergadering genomen l Dingsdag denjo January 1788, betrekkelyk de geinjereerde Misfive van Schepenen van Oudev/a ter, om excufatie van judicature over zekere (luk ken aan den Boiijuw gezonden, en delegatie daar van aan den Hove Provinciaal, Benevens nader 17 Aprili%0P gSMmne MolMie in dato den Ontvangen eene Misfive van Schepenen der «!mA Ondewater, gefchreven aldair. den ,dendezer houdende, dat de Bailjuw, Mr. Aart van oer Ooes, aan hun gecommuniceerd hebbende twee by  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 4r by hem ontvangene Extracten uit de Refolutien der Magiftraat derzelver Stede, midsgaders een verKlaaring door vier Inwooners aldaar, voor hun Schepenen gepasfeerd en beéédigd, en voorts nog een origineel Addres, ten naarne van een BurgerSociëteit aldaar, aan Hun Ed. Groot Mogenden geprasfenteerd, ten einde hy Bailjuw, ter zaake by dezelve Stukken vervat, het Uechr der Hooge Overheid tegens Ingezetenen, daar inne geconcerceerd, voor hun Schepenen, als derzelver competenten Rechter zoude waarneemen, zy, om redenen breeder in de volgende Misfive vermeld, zich van het exerceeren van eenige judicature in de voorfz zaaken hadden mo; ten excufeeren; verzoekende derhal ven, de goedkeuring van Hun Ed Groot Mogenden op dit hun gedrag, en dat de judicature met betrekking tot die zaaken, aan het Hof moge werden gedem3ndeerd, of daaromtrent andere voor- „ ziening, naar het oirdeel van Huu Ed. Groot Mogenden worde gedaan. Edele Groot Mogende Heeren! Mr. Aert van der Goes, Bailjuw dezer Stad, heeft aan ons als Schepenen, kennisfe gegeeven, dat het aan U Ed. Groot Mogenden behaagd heeft, aan hem Bailjuw toe te zenden twee Extracten uic het Register der Refolutien van den Magiftraat dezer Stede, midsgaders eene verkjaaringe door vier Inwooners van deze Stad voor Schepenen gepas.feerd en beéédigd, en voorts nog een origineel Re. quest of Addres, ten naame van een Burger-Societeit alhier aan U Ed. Groot Mogenden geprsfenteerd, allen ten einde door hem Bailjuw, ter zaa» ken by dezelve Stukken vervat, het Recht vaadq Hooge Overheid tegen eenige Ingezetenen van dezö Stad daar by gecoacerneerd, voor ons, als derzelver competenten Rechter waargenomen te worden; doch, hoe zeer wy bereid zyn om in alle zaakea' tot pnze cognitie lpecteerende, een onpartydige C 5 eo,  4£ Verzameling van Stukken letrskkel^k tot en exidte Juflkie te adminiftreereo, zoo vermse» nen wy nogthans zwaarigheid te moeten maaken, omme in de voorfz. zaaken als Rechters te fungeeren; aangezien de feitelykbedcn by de drie eerst» gemelde Stukken voorkomende, directelyk zyn gepleegd tegen den Magiftraat dezer Srad, waar V3n wy Ledeïi zyn, en alzoo mede directelyk tegen ons, als Schepenen, gelyk dan ook de feitelykheden op den 19 May 1787 gepleegd, door den Ma- fiftraat dezer Stad, en alzoo ook door ons. ter ennisfe van de Heeren U Ed. Groot Mogenden Gecommitteerde Raaden gebragt zyn, en dienaangaande voorzieninge is verzogt geworden. Wy vermeenen vervolgens gelyke zwaarigheid te moeten maaken, ten opzichte tot de zaaken, by het voorfz. Request en Addres vervat, uit aanmerkinge dat onder de Perfoonen , tot de voorfz. Burger-Societeit behoorende, ook zyn dezelfde Perfoonen, door welke de voorfz. feitelykheden ten opzichte van den Magiftraat dezer Stad gepleegd zyn geworden. Wy vertrouwen, Ed. Groot Mogende Heeren! dat het voorgemelde alleszins fufEcient is, omme ons van het exerceeren van eenige judicature in de voorfz. zaaken te excufeeren, en verzoeken derhalven allereerbiedigst, dat U Ed. Groot Mogenden ons gedrag in dezen zullen gelieven goed te keuren, cn de judicature, met betrekking tot de voorfz. zaaken, aan U Ed. Groot Mogenden Hof van Juftitie demandeeren, oftewel dienaangaande zoodaai i>;e andere voorzieninge te doen, als U Ed. Groot Mogenden naar derzelver hooge wysheid zullen oirdeelen te behooren ; terwyl wy fteeds biddende voor den voorfpoed van de Regeeringe van U Ed. Groot Mogenden, en Hoogstdezelven jn de befcherminge des Allerhoogften aanbeveelende, met het diepfte ontzag blyven, Edele Groot Mogende Heeren! (On  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 43 (Onder ftond) U Ed. Groot Mogenden zeer onderdaanige Dïenaaren, Schepenen der Stad Oudewater. (lager ftondt) Ter Ordonnantie van dezelven, (was g«t.) J- W. van Noort, loco Secretarii. Oudewater den 3 January 1788. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befogne, met Commisfarisfen van den Hove, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met voorfz. Refolutien. N». 1928. Extract uit de Refolutien van de Heeren ' Staaten van Holland en West-Friesland, in Han Ed Groot Mogenden Vergadering genomen ot> Sa turdagden 19 April 1788, be'rekkelyk het Nader Addres van Schepenen van Oudewater, tot Renvoi van d'. Judicature, omtrent zekere zaaken aan 't Hf, of andere voorzieninge. Ontvangen een Misfive van Schepenen der Stad Oudewater, gefchreeven aldaar den I7den dezer, tot nadere adftruótie van hun Addres van den 3den January laatstleden over het Renvoi der judicature omtrent zekere zaaken, aan den Hove Provinciaal, of om dienaagaande op een andere wyze te voorzien; breeder hier na geinfereerd.  ^4 Verzameling van 'Stuiken betrekkelyk ffl Edele Groot Mogende Heeren! By onze Misfive van den sden January jongstleden , hebben wy de vryheid genomen van aan O Ed. Groot Mogenden eerbiedigst te kennen te geeven, dat wy om redenen by dezelve vervat, zwaarigheid maaken, om in de zaaken by de voorfz. onze Misfive vermeld, als Rechters te fungeeren, en dienvolgende verzogten, dat U Ed. Groot Mogenden ons gedrag dienaangaande geliefden goed te keuren, en de judicature in die zaaken te demandeeren aan U Ed. Groot Mogenden Hof van Juftitie, ofwel dienaangaande zoodaanige andere voorzieninge te doen, als U Ed. Groot Mogenden naar derzelver hooge wysheid zouden oirdeelen te behooren. Wy hebben vervolgens vernomen, dat de voorfz. onze MisGve, ingevolge de Refolutie van U Ed. Groot Mogenden van den iaden January daar aan volgende, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere U Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befogne, met Commisfarisfen van den Hove, was geëxamineerd, en dat in het zelve groot Befogne eenige bedenkelykneden, zoo met ' betrekking tot den grond, waar op wy gemeend hebben ons van de judicature in de voorfz. zaaken te kunnen en te moeten excufeeren, als ten opzichte van ons verzoek, omme de voorfz. judicature te mogen demandeeren aan U Ed. Groot Mogenden Hof van Juftitie; en dat het voorfz. groot Befogne was gecontinueerd, tot dat aangaande het een en ander nadere informatien ingekomen zouden zyn. Wy vinden ons dienvolgende genoodzaakt, om ons nader aan U Ed. Groot Mogenden te addresfeeren, en met den meesten eerbied te kennen te geeven, dat, offchoon drie Leden van ons Collegie voor zich zelfs byzondere redenen hadden om zich van het exerceeren van eenige judicature in de •voorfz. zaaken te excufeeren, wycogthansgemeend heb-  & Gelsurtenisfen in 1787 enz. voor gevallen. 4y hebben ons by de voorfz. Misfive te kunnen en te moeten bepaalen toteenen grond, die applicabel is op ons allen, en welke naar onze gedagten, allesfins fufficient is, omme ons van het exerceeren van eenige judicature in de voorfz. zaaken, te kunnen en te moeten excufeeren; te weeten: dat de feitelykheden, over welke wy als Rechters zouden moeten jugeeren, directelyk zyn gepleegd tegen ons als Schepenen. Wy lieten ons voorftaan dat gene gewichtiger reden, om zich van het exerceeren van eenige judicature, in diergelyke zaaken te excufeeren, konde worden geimagineerd, dan, wanneer men zoude moeten jugeeren over feitelykheden, die tegens onze Perfoonen, het zy in ons privé, het zy in onze qualiteit, zouden mogen zyn gepleegt. Feitelykheden, waar over wy onze klagten uitgebragt en waaromtrent wy voorzieninge hebben verzogt. Feitelykheden, welken aaDgaande wy Extracten uit ons Register, vervattende een detail van het gunt in de Vergaderingen van den Magiftraat dezer Stad is gepasfeerd; en midsdien in efFeóte een getuignisfe hebben overgezonden. Indien wy dan ook wegens die feitelykheden als Rechters zouden moeten jugeeren, zouden wy te gelyk Aanklagers, Getuigen en Rechters in die zaaken worden , het welk naar onze gedagten, het zy met diepfte eerbied gezegt, niet alleen zoude ftryden met het recht, maar ook met de gezonde reden. Wy hebben ons dan ook by onze voorgemelde ' Misfive, by den voorfz. grond bepaald, niet alleen om dat wy ons verzekerd hielden, dat dezelve op zich zelfs en alleen befchouwd , aliesfins fufficient was, om ons van het exerceeren van eenigeju«: dicature in de voorgemelde zaaken te kunnen en te' moeten excufeeren ; maar ook, om dat wy ons alzoo konden dispenfeeren, van ons in te laaten in zaaken , welke voor dezen of genen van de Leden van . - ■ ., ons  46* ' Verzameling van Stukken betrekkelyk tot otk Collegie wel ligt onaangenaam zouden kunnen Dan, terwyl in het voorfz. Eefoigne voorgekomen of geallegeerd zyn zaaken, welke tot drie Leden van ons Collegie- in het byzonder, en voorts tot de tegenwoordige geftelterisfe dezer Stad, mee opzicht tot de Poorteren en Ingezetenen van dezelve betrekking hebben, en dat dien aangaande nadere informatie vereischt wordt, zoo zyn wy in de noodzaaklykheid gebragt om daar aan te volopen. u Ld. Mog. gelieven dienvolgende te zyn geïnformeerd, dat de Prudent van ons Collegie, aan twee van die genen, tegens welken door den ■BaiJjuw dezer Stad, ingevolge de bevelen van U üd. Groot Mogenden het recht van de Hooge Overheid voor ons Collegie zoude moeten waargenomen worden, in den vyfden graad, te weelende eene van confanguiniteit, en de andere van affiniteit is betraande; dat voorts de Schepen van PameeD zwager is van een der gemelde Perfoonen, en dat de Schepen van der Stek lid geweest is van het Genootfchap, het welk zich des nagts tusfchen den 15 en 16 September des voorleden jaars 1787, meester heeft gemaakt van de Poorten en ileutels van deze Stad. Dat voorts de Secretaris dezer Stad die de penne voeren moet, niet alleen een Medelid van het vooricnreven Genootfchap is geweest, maar ook in den voorfz. nagt heeft medegewerkt tot de byeenkomst der Leden van het zelve Genootfchap , en zelfs nog gedeeltelyk die Vergadering heeft bygewoont. Met betrekking wyders tot de jegenwoordigege. ueltenisfe dezer Stad, ten opzichte van derzelver Poorteren en Ingezetenen, gelieven U Ed. Groot Mogenden te zyn geinformeerd : dat de weinige gequalificeerde Familien binnen deze Stad woonachtig, zoodaanig zyn uitgebreid, dat men zich djkwyls_in de uiterfte verlegenheid bevind, om tot de Nominatie van Schepenen het getal van veertien Perfoonen, volgens de Privilegiën en Octrooijeu de-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 47 dezer Stad vereischt, te vinden, die aan elkander niet in de graaden van confansuiniteit of affiniteit, by de voorfz. Privilegiën en Ottroijen bepaald, zyn beftaande. . . Voor zoo veel eindelyk het voorgemelde Privilegie betreft, kannen wy U Ed. Groot Mogenden: verzekeren, dat wy bet zelve veel te hoog fchatten, om dit, immer of ooit uit het oog te kunnen verliezen; en wy hebben dien aangaande altyd gefraan in het vaste denkbeeld, dat uit hoofde van het zelve geen Poorter of Ingezeten van deze" S;ad, ter eerfter inftantie s door een ander Officier, dan door den Bailjuw dezer Stad, noch voor eenen,. anderen Rechter dan voor Schepenen dezer Stadj, te recht konde worden gefield. Dat ook een Poorter of Ingezeten dezer Stad, in Rechten betrokken zynde, om redenen in Rechten gefundeerd een of meer, ja zelfs alle de Leden van ons Collegie mogt recufeeren, dezelve daarom evenwel den Rechtbank of Forum dezer Stad niet zoude kunnen declineeren; mitsgaders dat, offchoon. alle de Leden van dien Rechtbank zich om redenen,.' in Rechten gefundeerd van de judicature van ea over hunne Poorters en derzelver zaaken mogten excufeeren, dezelve hunne Poorters daar door niet konden worden ontzet van het recht en de' faculteit, om hun voorfz. Privilegie te reclameeren; terwyl wy van opinie zyn, dat in de voorgemelde gevallen de Leden van ons Collegie, welke wettig atouden mogen zyn gerecufesrd , of die zich wettig van de judicature zouden mogen hebben geëxcufeerd, door andere Poorters dezer Stad zouden behooren te worden geremplaceerd. Doch, Ed. Groot Mogende Heeren! in het tegenwoordige geval zyn wv in twyffeHihg geraakt, of'er, ingevalle geene gequalificeerde Perfoonen, ter vervulling van de Rechtbank mogten kunnen worden gevonden, wel eenige andere weg zoude open (laan, om zoodaanige Poorters en Ingezetenen te recht te Söen ftellen, dan om de judicature over  48 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot over der Poorteren Perfoonen in zaaken, in zoo» daanig fingulier geval, en ongeprsejudicieerd voor het overige de Privilegiën aan Poorteren en Ingezetenen dezer Sr-ad verleend, re demandeeren aan U Ed. Groot Mogenden Hof van Juftitie ; en terwyl wy ons dien aangaande niet konden bepaalen, hebben wy begrepen voorzigtigst te zullen zyn, wel re verzoeken dat het U Ed. Groot Mogenden goede geliefte zyn mogte, de judicature in de bedoelde zaaken te demandeeren aan het Hof van U Ed. Groot Mogenden, doch met by voeging van de volgende alternative: of wel ter voorfz. zaake zoodaanige andere voorzieninge te doen , als U Ed. Groot Mogenden naar derzelver Hooge Wysheid gouden mogen oirdeelen te behooren. Wv inhasreeren als nog met allen eerbied ons voorfz. alternatief verzoek, en vertrouwen niet minder eerbiedig dat U Ed. Groot Mogenden onze excufatie zullen gelieven te wettigen; terwyl wy bv continuatie biddende voor den voorfpoed van UEd. Groot MogeDden Regeering, en Hoogstdezelve in de befcherming des Allerhoogften aanbeveelende, de eere hebben van met het diepfte ontzag te zyn Edele Groot Mogende Heeren l (Onder ftond) U Ed. Gr. Mog. dienstwillige T>ienaaren't . c Schepenen der Stad Oudewater. (lager Jlondt) Ter Ordonnantie van dezelve r' (was gei.) J. W. van Noort, loco Secr» Oudewater, den 17 April 1788. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden cn verftaan, dat de voorfz. Misfive by het voorig Com-  ie Gebeurtenis/en inTffi enz. voer gevallen. 49 Commisforiaal, op de eerfte Misfive onder de Notulen van den loden January dezes jaars, zal worden geëxamineerd, door de Heeren van de Ridder, fchap en verdere Hun Ed. Groot Mogenden Gecommitteerden tot het groot 'Befoigne, met Commisfarisfen van den Hove, en de Vergadering daarop gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met voorfz. Refolutien. N". 1929- Notificatie van Schout en Schepenen van de Ambachtsheerlykheid Diemen, betrekkelyk de zoodaatiigen, die door Militahe Troepen eenige fchaaden of nadeelen geleden hebben. In dato den 12 January 1788. Schout en Schepenen van de Ambachtsheerlykheid Diemen, hebben met communicatie en fpeciaale toeftemming van den Wel Ed. Groot Achtbaaren Heer Mr. Joachim Rendorp, Heere van Marquette, Burgemeester der Stad Amfteldam, reprefenteerende Hun Ed. Groot Achtb de Heeren Burgemeesterenen Regeerders derzelve Stad, als Ambachts-Heeren van Diemen, goedgevonden en verftaan, alle en een ieder te ad verteeren , gelyk Hun Ed. Achtb. adverteeren by dezen, dat alle de genen, die ter gelegentheid van de invafie der onderfcheide Militaire Troepen en derzelver verblyf binnen deezen Ambachte, eenige fchaaden of nadeelen geleden hebben aan hunne Bezittingen, hetzy aan vaste of losfe Goederen, daar van kunnen opgaaf doen ten Comptoire van den Schout en Secre. taris dezer Ambachte te Amfteldam, en zulks voor 't einde der maand February 1788, ten einde de voornoemde opgaaven gedaan zynde, Schout en Gerechte ten nutte der alzo geleden hebbende, daar van gebruik kunnen maaken ter plaatze daar zulks behoort. A'dus gearrefteerd den 5 January 1788, prefenXXIV. Deel, D ti-  5 J Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tibus Mr. J. Beeldsnyder , Schout, en alle de Heeren Schepenen , dempto Jan Groen, en gepubliceert den ïi January 178», prefentibus Willem Nagel en Jan Bekkhout, Schepenen. In kennisfe van my Secretarus, J. Beeldsnyder. No. 1930. Refolutie van Hun Ed. Groot^Mogenden de Heeren Staaten van Hollan i en West-Friesland, waar by hei hier bygaande advis van het Hof Provinciaal op de geproponeerde amnestie van zyne Doorluchtige Hoogheid, word commisforiaal gemaakt. In dato den 17 January 1788. Ontvangen eece Misfive van den Prsefident en Raaden van den Hove, gefchreven alhier in den Hage den I4den dezers houdende, tot voldoening aan Hun Edele Groot Mogenden Refolutie van den 2lften November laatstleden , de Confideratien en het Advis van gemelden Hove, op de ten laatstgemelden dage geproponeerde Amnestie door zyne Hoogheid (*)', zynde in het gemeld Advis vervat een Piacaat of Publicatie , zoo als het Hof vermeert, dat door Hun Edele Groot Mogenden zoude kunnen of behooren te worden gearresteerd Edele Groot Mogende Heeren! De menigvuldige en zwaarwigtige occupatien, waar mede de Raad federt eenigen tyd zich bezwaard vind ; de zwakheid van den Raad ; maar voor al het moeijelyke, het welk ons by onZe deliberatien over de delicate zaak der by zyne Doorluchtige Hoogheid geproponeerde Amnestie, waar omtrent U Edele Groot Mogende by Hoogstder- zei- (*) Zie III. Peel, 11. 17-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 51 zeiver Refolutie van den 2iften November laatst, leden» onze Confideratien en Advis gereqjireert hebben, is voorgekomen, zyn, (gelyk wy by onze voorige reeds hebben gemeld) de oirzaaken geweest, om welke wy tot hier toe aan Uw Edele Groot Mogenden requifide, ten dien opzichte niet hebben kunnen voldoen; dan, offchoon dezelve, immers grootendeels als nog fubfifteeren, hebben wy echter met zyne Doorluchtige Hoogheid, om de redenen by Hoogstdeszelfs Propofitie geallegeert, begrypende , dat deze zaak alle fpoed is vereisfchende, vermeend niet langer te mogen fuperfedeeren, om, zoo ver ons vermogen dan ia dezen (trekt, Uw Edele Groot Mogenden van onze confideratien en advis te dienen. Wy moeten dan, Edele Groot Mogende Heeren! betuigen, volkomen in te (temmen met het geavanceerde door zvne Doorluchtige Hoogheid by Hoogstdeszelfs Propofitie, dat de gezonde Staatkunde, zoo wel als de handhaaving der Juftitie, noodzaakelyk vordert, dat tegen die genen, welke de voornaamfte aanleggers en autheurs geweest zyn van de rampfpoedige verdeeltheden , waar door de Republiek zoo aanmerkelyk is beroerd, en de welvaart van den Staat, of aan hunne byzonderen haat of aan ftrafwaardige inzichten van eigen belang en heerschzugt, of aan beide te gelyk inodelyk opgeoffert, na de geftrengheid der wetten worde geprocedeert. Wy zyn insgelyks aan de andere zyde met zyne Doorluchtige Hoogheid overtuigt, dat onder die genen, welke zich in die ruïneufe troubles hebben vermengt, zich zeer veele Perfoonen bevinden, welke uit onkunde, onvoorzigtigheid en misleiding van anderen, aan die verdervende factie zich hebben overgegeeven; en by hunne inftemmirgen onderteekening van de daar by gemelde Addresfen, Declaratoiren, Requesten en andere Rukken , niet genoegzaam begreepen hebben den inhoud , en veel min het ftraffchuldig but 3 het welk hunne D % ver»  52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verleiders en aanvoerders daar mede gehad hebben ; en wy gevoelen ook zeer wel het gewicht y var het geavanceerde door zyne Doorluchtige Hoog- f| heid, dat namelvk door de vlugt van een aantal particuliere Perfoonen, welke zich op die wyze fchul- j, dig gemaakt hebben , de ruïne en armoede van vee- f| le huisgezinnen tot groot nadeel van de Provincie ( moeten veroorzaakt worden, en teffens eene aan- p merkelyke ontvolking , zoo fchaadelyk voor een [; Land van Commercie , waar in de arbeid en industrie van een groot aantal van Inwoonders onont- j beerlyk is, ftaat te proflueeren, en waar ommewy dan ook volkomen gouteeren het door zyne Doorluchtige Hoogheid op die gronden geproponeerde, nopens het verleenen van eene Amnestie voor dat p gedeelte der genen, die zich in de voorgemelde ■ feditieufe beweegingen hebben geimmisceert. Doch, wy hebben ons verlegen gevonden met opzicht tot eene finaale bepaaling der van eene Amnestie uit tezondere Perfoonen; zoo als zyne Doorluchtige Hoogheid by Hoogstdeszelfs Propofitie , (hoewel met prstermisfie van die genen, welke zvn Hoogheid zelve, en HoogstdeszelfsKoningly- ■ ! ké Gemalin en Vorftelyk Huis zoo zwaarlyk geiniurieert en beleedigt hebben) daar van mede heeft . gelieven meldinge te maaken , voornamelyk om reden , dat, by aldien Perfoonen nominatim zouden . moeten worden uitgezonderd, van derzelver meer- 1 dere of mindere fchuld, en die van anderen, en vervolgens van de bepaaling, welke vandezelven, als min fchuldige, mede onder de Amnestie gecomprehtndeert, en welke daar van uitgezonderd I »: zouden behooren te worden, veel ligt eerst na een s behoorlyk onderzoek in de reeds geëntameerde, of nog te entameerene Crimineele Procedures, en mogelyk ook wel eerst na het afloopen der Commisfien van Heeren Commisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid in de refpective Steden, na be- " hoorcn zal kunnen confteeren. Dan, om de fpoed en acceleratie, vrelke deze : " zaak  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 53 zaak is vereisfchende, zullen wy aan voorfz. bedenkingen uiet blyven hangen, en dus, na alvoorens hierop gehad hebbende de confiderauen van den Procureur-Generaal, dienende van Advis, zouden wv onder verbetering (waar aan wy ons byzonder jn deze moeijelyke en deiicaate zaak, zeer gaarne fubmitteeren) van gedagten zyn, dat Uw Üdele Groot Mog. op volgende, of diergelyke wyze het Plakaat of de Publicatie van Amnestie indezen zouden kunnen inrichten of extendeeren. De Staaten &c. Alzoo zyne Hoogheid, op den ziften November laatstleden , ter onzer Vergadering yerfcheenen zynde, aan ons heeft gedaan de navolgende Pro- politie: Edele Groot Mogende Heeren! Daar wy federt de gelukkige omwending van zaaken in welkers beloop de aanbiddenswaardige vinger des Allerhoogften zoo duidelyk is op te merken, eenigentyd met zeer veelegewigtigezaaken, die alle den grootften fpoed en de ernftigfte deliberaden ge vordert hebben, zyn geoccupeert.geweest, en verfcheide andere presfante objecten, die de hoogstnoodige herftelling van de rust en het vertrouwen in deze Provincie concerneeren , ons nog dagelyks blyven bezig houden, hebben wy echter onder dit alles gemeend te kort te zullen doen aan onze plicht en aan de belangens van het dierbaar Vaderland, indien wy in de aangelegene omftandigheden, waar in de Provincie wegens de treurige en rampfpoedige gevolgen van de machicatien van eene verdervende Factie zich nog bevind, teffens niet toonden bedacht te zyn op alle mooglyke middelen ter heeling van den gefcheurden band van Burgervriendfchap en vereeniging, en onze gevoelens zoo van afkeer van wraakzugt fc D 3 en  54- ' Verzanding van Stukken betrekkelyk tot en geftrengheid omtrent alle Ingezetenen, die eemee aanfpraak op verfchooning en gratie kunnen maaken , ais vat eenen plichtelyken yver voor hec mamtien van de eer en hoogheid dezer Provincie, voor zoo verre dezelven zonder den tusfehenkomst der Jujlihe niet kunnen of mogen werden gecompromitteerd , met die openhartigheid en trouwe voor het Vaderland openleiden, welke Uw Edele Groot Mogenden billyk van ons mogen verwag- Wy zyn volkomen overtuigd, dat de gezonde b/aatJcunde zoo wel, als de handhaaving der Juflitie noodzaaklyk vordert, dat tegens die eenen, wtlke de voornaamite Aanleggers en Autheurs geweest zyn van de voorgemelde rampfpoedige verdeeldheden, waar door de Republiek zoo aanmer. Kelyk rs beroerd, en de welvaart van den Staat of aan burne byzondere haat of aan firafwaardige inzichten van eigenbelang en heerschzuebt, of aan beide te gelyk fnoodelyk opgeoffm, naar de geltrengneid der wetten worde geprocedeert. VA y kunnen insgelyks niet ontveinzen, datdeTufjitie ongekrenkt behoord werkzaam te zyn en te blyven, tegens de zoodaarigen, welke als devoornaame Volksverleiders moeten worden aangemerkt, en zich niet ontzien hebben, door het opftellen en in de wereld brengen van hoogst injurieufe, en voor den Souvercin en de wettige Regecringen en Ridderichap en Steden even beleedigende Deelaratoiren, Rcquesten, Mtmorien, Infinuatien en allerky andere (lukken, mitsgaders door hetfehryven, drukken en disfimineeren van oproerige en feditieule Gefchriften en door het aangaan van zulke be. dreigende verbindtenisfen, welke niets minder bedoelen, dan om met vilipendie van de Jujlitie zich zelve eenen orgepermitteerden wraak te verfchafjbn, het vuur der tweedracht te fomertei ren, en burne mede Ingezetenen met fchrik te vervullen er met moord te bedreigen, en even daardoor zich aan alle banden van gehoorzaamheid te omtrekken, en  de Geleurienisfen in 1787 enz. voorgevallen. 55 e.n 's Lands wettige CoDltitutie aan te tasten en om Terwyl wy teffens vcrmeenen, dat het. in deze omftandigbeden van tyden voor den Lande al-ergevaarlykst zoude wezen, eene volkomeneimpuniteit. te vergunnen aan alle die genen, dewelke zich aan doodflag en gewelddaadige mishandeling hunner mede-Burgeren , of andere zwaare excesfeu nebben fchuldig gemaakt. Danl met hoe veel leedwezen en aandoening wy nok overweegen moeten de onrekenbaare en onherftelbaare rampen, ongelukken, fchreeuwecde onrechtvaardigheden en desotdres, welke de gevolgen geweest zyn van de onderneercinge cn geweldige onderdrukking door de bovengemelde Bactie en deszelfs voornaamfte Aanhangers, onder allerley klasfen van Menfchen veroirzaakt, en hoe zeer wy uit dien hoofde genoodzaakt zyn te erkennen, dat op de even gemelde gronden de gefteldheid der zaaken en het gevaarlyk voorbeeld, het welk eene al te groote toegeevenheid omtrent zulke hooggaande beroertens voor het vervolg zoude kunnen geeven , niet toelaaten, dat in ent ty issewricht zonder eenig onderfcheid aan de clementie een onbepaald gehoor gegeeven wierd ; houden wv ons echter verzekert, dat onder die genen, welke zich in deze troubles he'iben vermengt, het zv door zich te asfocieeren in gewapende or ongewapende Genootfchappen, het zy door het teekenet1 van Addresfen, Declaratoiren, Requesten en andere Rukken, tendeerende tot bevordering van het heilloos oogmerk ter omkeering van s Lands gevestigde Conftitutie, zich zeer veele Perfoonen bevinden, welke uit onkunde, onvoorzichtigheid en misleiding van anderen , aan dezelve Factie zich hebben overgegeeven, en by hunne inltemming en ocderteekening niet genoegzaam begreepen hebben den inhoud, en veel min het (traffchuldigbut, het welk hunne Verleiders en Aanvoerders daar mede gehad hebben. D 4 En  56" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ed vermits wy geinformeert worden dat een aantal pamcuhcre Perfoonen, welke zich op die wvse fcnuldig hebben gemaakt aan deze feditieufe en gevaarlyke beweegingen, uit bewustheid van fchuld en vreeze voor de vervolging der Juftitie, of toe hunne huizingen en beroep niet durven weeder keerenofhun Vaderland reeds verlaaten hebben waar door de ruïne en armoede yan veele huisgezinnen tot groot nadeel van de Provincie moeten veroorzaakt worden, en tefFenseeneaanmerkelykeontvolking zoo fchadelyk voor éen land van Commercie, waar in de arbeid en industrie van een groot aantal van Inwoonders onontbeerlykis, ftaattenroflueeren; zoo vinden wy ons uit liefde tot het Va derland, en een waare commiferatie met de ongelukkige verbystenng van zoo veele Ingezetenen mitsgaders uit een verlangen om zoo veel mogelvk! behoudens de bovengemelde hoofdgronden van eene volftrekte noodzaakelyke handhaaving van recht, vaardigheid, en van eene even onontbeerlyke Staat, kunde, de zwaare breuke onder 's Lands Ingezetenen te helpen heelen ; verplichtaan Uwe Ed.Groot Mogenden in confideratie te geeven: of Uwe Ede. Ie Groot Mogenden niet zouden konnen goedvinden, voor dit laatfre en zeer verre het grootfte gedeelte der genen, die zich in de voorgemelde feditieufe beweegingen zonder een opzettelvk en kwaadaardig oogmerk, door inductie, dwang of voorbeeld van anderen hebben geimmisceert den weg van gratie re openen, en over zulks het gunt ter zaake voorfz. door hun is gedaan en gecommit, teerd, te vergeeven en te vergeeten; en ten dien einde, voor alle de zoodaanigen en een iegelyk hunner, te vcrleenen eene generaale Amnestie én vergiffenis, onder alle zulke voorwaarden, en bepaalingen, als Uwe Edele Groot Mogenden raadzaam en ten nutte van den Lande dienstig zullen oirdeelen; dan dat daar van alleenlyk zouden worden uitgezondert de eerste Voorgangers, Aanleggers en Bewerkers van de meergedachte beroertens, on. der  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 57 der welke titel , het zy van Geconltitueerdens, het zy van Gecommitceerdens of Gequalifkeerdens, het zy van eenige andere, zy ook mogten bekend zyn, benevens de Ontwerpers, Inftigateurs en Aanvoerders van de remotien der wettige Regeeringen in de Steden, met die genen welke daar toe andere door geld of beloften mogen hebben gefeduceert, of tot zulke eindens eenige zamenfpanningen of corporatien aangegaan. —— Voorts de Autheurs van zoodaanige Addresfen, Memoden, Declaratoiren en andere Gefchriften, waar by het hoog gezag van den Souverein, de eer en authoriteit van de wettige Regeeringen en derzelver Leden, benevens die van de Juftitie, opdeindecentfte en hoonendfte wyze zyn aangetasc; gelyk mede de Stelders, Maakers en Teekenaars van alle foort van Aólens van Verbintenisfen tot dwang van Regenten, tot omkeering der Regeeringsform en tot bedreiging van eigendunkelyke wraakneeming hunner Regenten of mede Ingezetenen, en vooral die daar toe eenige feitelyke onderneemingen gedaan hebben, voorts de Schryvers, Drukkers, en Verfpreiders van de feditieufe papieren, en nog de zoodaanige welke zich aan doodflag, geweldaadige mishandeling hunner Medeburgers of andere zwaare excesfen van dien aart mogen hebben fchuldig gemaakt; gelyk eindelyk alle vreemden , welke hunne vrye inkomst en verblyf in deze Landen hebben misbruikt, om alle de voorfz. misdaadigheden te bevorderen en te helpen uitvoeren. 's Hage den 21 November 1787. (was geteekend) W. Pr. van Oranje. Zoo is't, datwy, na daar op ingenomen te hebben de confideratien van onzen Hove; ons corformeerende met den hoofdzaakelyken inhoud van welgemelde Propofitie, als ten hoogden bïllyk en gefundeerd! doch teffens daar by in aanmerking D 5 ge-  yS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genomen hebbende, dat zyne Hoogheids by de geproponeerde uitzonderingen van de Perfoonen, •welke in de Amnestie niet zouden behooren begreepen te worden, met praetermisfie van die geene, welke zyn Hoogheid zelve, en hoogstdeszelfs Koninglyke Gemalin, zoo zwaarlyk geïojurieerd en beleedigt hebben, alleen op het oog gehad heeft de injurien en beleedigingen aan Ons, en aan de refpedtive Regenten der Steden, en aan de Juflitie aangedaan, bydeezen, uit onze rechte weetenfchap, en Souveraine macht aan alle degenen, welke zich in de voorgemelde fedirieufe beweegingen hebben geimmifceert, verkenen eene volkomene Amnestie en vergiffenis van het gunt ter zaake voorfz door hun is gedaan en gecommitteerd; uitgenomen voor die genen, welke meteen opzcttelyk en kwaadaartig oogmerk zulks gedaan, hebben, hoedaanige door hun gedrag notoirlyk hebben getoond te zyn: 1. De lnfiellers en Ontwerpersder, Acte van Verbintenis, in Augustus 1786 te Amfteldam begonnen te teekenen, en die zich hebben laa-« ten committeeren om de teekening van de voorfz. Acte te bevorderen. 2. Zoodaanige Regenten en Ministers der Steden en Leden en Minifters van Hooge Collegien des Lands, welke, na dat men de voorfz. Acte heeft begonnen te teekenen, andere Perfoonen door belofte, bedreiging, geld of geldswaarde, zouden mogen hebben gefeduceert, om, het zy door gefchriften, het zy door woorden, het zy door daaden, mede te werken ter uitvoering van bet Plan, waar toe de voorfz. Verbintenis wierd aangegaan; gelyk mede de zoodaanigen, welke door medewerking ofte correspondentie met Vreemden zouden mogen hebben geintrigueerd, om vreemd Krygsvólk in het Land te brengen. 3. De Hoofden der genen, welke zich als Mede* helpers van Regenten, die het Plan, in de voorfz.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 59 voorfz. Afte van Vcrbindtenis vervat, zyn toegedaan geweest, vrywillig hebben laaten ge. bruiken, als Inftigateurs en Aanvoerders (onder welken ritst, het zy van Geconftitueerdens, het zy van Gecommitteerden, of van Gequaïifkeerden, het zy van eenige andere) van de Remotien der wettige Regenten in de Steden , ofte ook van het fakelyk aanhouden en arrefteeren van eenige der Ger'emoveerden , met die genen, welke daar toe anderen door beloften, bedreigingen, geld of geldswaarde zouden mogen hebben gefeduceert , of tot voorfz. eindens eenige zamenfpanningen of corporatien aangegaan. 4. De Opftellers van en die den eerften voorflag gedaan hebben tot het doen der Declaratoiren , houdende bedreigingen van eigendunkelyke wraakoeffeningeu tegen Regenten, of MedeIngezetenen, gelyk mede de Opftellers van, en die den eerlten voorflag gedaan hebben tot het in de weereld brengen van Propoficien , Memoden, Declaratoiren, Requesten, Addresfen of andere gefchriften, waar by ons hoog gezach op eene indecente wyze is aangetast, of waar byzyne Doorluchtige Hoogheid, deszelfs Gemalinne, of het Vorftelyk Huis zyn gefeholden of gelasterd. 5. De Inventeurs en doleufe verfpreiders van de onwaarachtige gerugten, welke aanleiding gegeeven hebben om zyne Hoogheid als KapiteinGeneraal te fuspendeeren, en het Land in dien noodeloozen Staat van Defenfie te brengen, waar in het zedert die gerugten geraakt is. 6. De Commandanten over de zogenaamde Burger-Legertjes, en die daar in de Opperdirectie gehad hebben. 7. DeHiftorjfche, beide Nederlandfche en Zuidhollandfche Courantiers, benevens den Schryver van den Politicquen Kruyer. 2. Alle zoodaanige Predikanten en Geestelyken, van  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van welke Gezinte dezelve ook zyn mogen, welke hunnen invloed op derzelver Gemeente misbruikt hebben, door zich te beyvi-ren dezelvrvan de gevestigde Conftitutie en hetVorftelyk Huis van Oranje afkeerig te maaken, en op te wekken , om ter verandering van de Conftitutie mede te werken. 0. Die genen, welke de eerfte ordre hebben ge. geeven tot het ophouden en arrefteeren van haare Koninglyke Hoogheid, in haare reizevan Nymegen herwaards. io. Die eigener authoriteit 's Lands Magazynen hebben beroofd, of doen berooven. 31. De gewezene Leden en Minifters van het Amfteldamsch zogenaamd Defenfie-wezen, welke, na dat de Pruisllfche'1 roepen in deeze Provincie waren gearriveerd, nog hebben getracht het Land te inundeeren. 12. De Aanleggers en Uitfchryvers van de laatfte zoogenaamde Volks- of Genoodlchappen-Vergadering te Leyden en Amfteldam gehouden. 13. Alle Vreemden, welke hunne vrye inkomst en verblyf in deze Landen hebben misbruikt, om alle de bovengemelde beroertens te bevorderen; en eindelyk: Alle die genen, welke zich aan doodflag, geweldaadige mishandeling hunner Medeburgeren, of andere zwaare excesfen van dien aart, hebben fchuldig gemaakt. Alle welke Perfoonen wy uitdrukkelyk willen en begeeren, dat van deze onze Amnestie zullen zyn en blyven uitgefloten ; dan het zal aan een ieder die mogt baeflteeren, of hy ook onder deeze uitgezonderde klasfen zoude kunnen geacht worden te behooren, vryftaan zich binnen den tyd van drie maanden, na de Publicatie dezes, aan Ons te ad. dresfeeren, met fpeciaal verzoek, óm mede in de Amnestie begreepen te worden: waar op wy als dan zullen difponeeeen, gelyk wy, naar bevind van zaaken, zullen oirdeelen te behooren. En  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6i En ten einde door het uitoeffenen van eene prompte en voorbeeldige Juftitie, geëvenredigt aan het 'eewigtder wanbedryven, waar aan de uitgezonderden by deze Amnestie zich hebben fchuldig gemaakt , ons als Hooge Overheid genoegdoening gefchiede. Zo is het, dat wy aan die genen , welke zouden kunnen fuppediteeren zoodaanige bewyzen, op of uit kragt van welke de voorfz. door ons uitgezonderde Perfoonen by onze refpective Officieren crimineel geactioneert en ter condigne ftraffe zouden kunnen worden gevorderd , belooven eene Pra*- mie van met toezegging daar en boven aan dezelve Opgeevers dusdaanige bewyzen (of fchoon zy zich als Medeftanders dier delicten mogten fchuldig kennen) van volkomene impuniteit of bevrydingvan alle ftraffen, welke zy lieden deswegens zouden mogen verdiend hebben. . En op dat wyders deze onze Amnestie geene atteinte moge toebrengen aan het zo hoognoodiglosmaaken en vernietigen der verderffelyke Factie en Cabaal, waar door dit Gemeenebest op den oever van deszelfs ondergang gebracht is; en dewyl dezelve Amnestie ook gefchikt is, en tot haar gevolg behoord te hebben dat de gemoederen der Ingezetenen tot bedaartheid gebracht, ea de zoo gewenschte rust herfteld werde, zoo willen en begeeren wy voorts, dat ingevolge onze Refolutie van den 3 November des voorleden jaars 1787, waar by is goedgevonden, dat alle Burger-Societeiten , Genootfchappen of andere Corporatien, en byéénkomften , welke deel gehad hebben in dc onwettige zoogenaamde Volks-Vergaderingen, daadelyk zouden worden gedisfolvecrt en vernietigt; onze Procureur-Generaal en refpective Officieren ten fterkften zullen vigileeren tegen het weder oprichten van al zulke Sociëteiten en Genootfchappen , waar in zaaken van Politie, of Staats-, Stadhouderlyk- en Stedelykbeftuur, tot 011.  62, Verzameling van Stukken betrekkelyk tot onderwerpen van deliberatie of befchikking zouden worden gemaakt , mitsgaders tegen die genen, welke, tot voorfz. eindens bereids heimelyk weder opgericht zouden mogen zyn. Interdiceeren nogmaals op het nadrukkelykst allen Predikanten en Geestelyken van allerlei Gezindheid , zich voortaan met zaaken van Staat te bemneijen, veel min die te verhandelen op den Predikftotl en hunne ii fluentie op de Gemeente ten dien einde te misbruiken; gelyk wy mede ernftiglyk verbieden het maaken, drukken, debiteeren en disfemineeren van Pasquillen en Spotprinten, mitsgaders het infereeren van fpotachtigie, hekelende of tergende periodens het zy by forme van Brieven als anders, in Couranten of periodique gefchriften; als zaaken, alle nergens anders toe irrekkende, dan om de animofiteit en onderlinge verbittering in de gemoederen te blyven aankweekeD. Verbieden mede wel expresfelyk allen en een iegelyk, om de Lieden, welke by deze onze gratie hebben geobtineert, op eenigerhande wyze fmaadelyk te bejegenen, of in Perfoon of Goederen te beledigen, terwyl wy teffens verwagten, dat dezelve aan hunne zyde zich mede zorgvuldig zullen onthouden van al dat gene, het welk billyk aanftoot of nieuwe oirzaak tot verbittering zoude kunnen geeven: zullende dezelve, ingevalle zich op nieuw aan eenig misdryf van gelyken aart, als waar van zy by dezen vergiffenis bekomen, mogten fchuldig maaken, als dan niet alleen ter oirzaak van dit hun nieuw, maar ook om de vooripe wanbedryven , naar exigentie van zaaken geitraf t worden: gelyk mede onze hoogde indignatie zullen iccurreeren, en naar rigeur van Recht en Wetten dezer Landen zullen worden gefiraft, de zoodaanigen, welke dit ons Plakaat zullen komen te overtreden of tegen te gaan. Gelasten en bevelen derhalven onzen ProkureurGeneraal en Officieren, zoo in de Steden als ten plat-  de 'Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 63 platten Lande, en generalyk alle Magiftraaten, Gerechten enOnderzaaten, tegenwoordige en toekomende, zich naar den inhoud dezer te reguleerea en een iegelyk (buiten de voorfz. uitgezonderden) het effect en gevolg van deze onze Amraestie rustelyk en vredelyk te laaten genieten; hun verbiedende tegen iemant, ter oirzaak, of over iet dat daar toe betrekkelyk is, eenige de minfie recherche, veel meer eenige befchuldiging of actie aau te ftellen, of bereids begonnen zynde verder te vervolgen, nademaal wy verftaan, dat alle dezelve, uit kragt van deze onze Amnestie kwytgefcholden en ontoegerekend blyven, mitsgaders in eeuwige vergeetenheid zullen" worden gefield; behoudens nogthands zoodaaDige civiele actiën aan die onzer beïchadigde Onderzaaten , als tot herftelling van de toegebrachte fchaadens hun in Rechten zullen competeeren. Des zal een iegelyk, die van deze onze gratie zal willen profiteeren, gehouden zyn, binnen den tyd van drie maanden, na het publiceeren van dezelve, ter Secretary van zyne woonplaats, te onderteekenen een aldaar in gereedheid te houden Declaratoir van volgenden inhoud: „ Verklaare ik Öndergeteekende, te refilieeren 1 j, van alle Verbintenisfen, Sociëteiten of Genoot1 ,, fchappen van Wapenhandel, welke eenig deel , „ gehad hebben in de jongstledene beroerten; en j „ beloove my nimmer in zoodaanige te zullen be, „ geeven, maar gehouw en getrouw te zulien zyn ; „ aan de tegenwoordige Coufliturie, beflaande in | ,, de Vrye en Souvereine Regeering van Hun E| „ dele Groot Mogenden de. Heeren Staaten van ', Holland en West-Friesland, gelyk dezelve fe', ,, dert de oprichting van deze Republiek heeft ,, plaats gehad, met het Erf-Stadhouder-, Kioi„ tein-en Admiraalfchap-Generaal» erff-lyk in het „ Doorluchtig Huis van Oranje, zpodianig als hep „ zelve in Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van „ den 16 November 1747 is opgedragen, en by » den  tendeere, zoo lasten en begeeren wy dat deze alcmme zal worden gepubliceert en geafBgeert, daar zulks behoord en te gefchieden gebruikelyk is, &c. Wy  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 65 Wy verhoopen met het fuppediteeren van deze onze confideratien en advis, aan de requifitie en intentie van Uw Edele Groot Mog. te mogen hebben voldaan; ons niet te min daaromtrent refereerende, aan Uwer Edele Gr. Mog, wyzere bevattingen. Hier mede, Edele Groot Mogende Heeren'. bidden wy God Almachtig Uw Edele Gr. Mog. in eene langduurige en voorfpoedige Regeering te conlerveeren. Gefchreeven in den Hage den 14 January 1788. (Onder fitnd,) Uw Edele Groot Mogende ganscb Dienstwillige. De Prcefident en Raaden over HoU land, Zeeland en Friesland. (lager Rondt,) Ter Ordonnantie van dezelven* (was get.) Adriaan Bodt. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat het voorfz. Advis ten fpoedigften zal worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot het Groot Befogne, met Commisfarisfen van den Hove, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met voorfz. Refolutien. XXIV. Deel. E K».  66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 1531. Waarfchouwing van Prcefident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland, betrekkelyk de Predikant van de Gereformeerde Gemeente te Hazerswoude £?c. In dato den 25 January 1788. De Prsefident en Raaden over Hollaud, Zeeland en Friesland; ingevolge de Refolutie Hun Ed Gr. Mogenden , de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, van dito den 18 October 1787, waar by het Hof was geauthorifeerd de noodige voorziening te doen tot herftelling van de rust binnen Hazerswoude, allen den genen die deze zullen zien of hcoren leezen, falut; doen te weten. Dat, eenigen tyd geleden, door den Predikant van de Gereformeerde Gemeente te Hazcrswoude, van den Hove is verzogt de noodige voorzieninge, ten einde dezelve in zyne Bedieninge als Predikant in de voorfz. Gemeente mogte worden gemaintineerd, en daar. in niet langer door ongeoirloofde bedreigingen verhinderd worden : ende alzoo geduurende den tyd, dat de voorfz. Predikant den Predikdienst niet heeft waargenomen, aan den Hove geene bewyzen tot deszelfs bezwaar ftrekkende zyn voorgekomen, en dezelve ten overftaan en ten genoegen van den Hove heeft gedaan en onderteekend een Declaratoir, waar by dezelve onder anderen heeft gedeclareerd: „ by aanhoudendheid aan 3, zyne Doorluchtige Hoogheid en het Vorftelyk Huis van Oranje en Nasfau dien eerbied toe te J} zullen draagen, welke ieder goed en getrouw In. 3, gezeten des Lands aan een Vorst, wien door Hun „ Ed. Groot Mogende de Heeren Staaten van Hol„ land en West - Friesland , (deneenigen Souverein „ dezer Provincie) de hooge waardigheid, welke „ HoogstdenzelvenindezeProvinciebekleed, erf5, lyk zyn opgedraagen, en aan deszelfs Huis ver„ fchuldigd is." Zoo is 't, dat het Hof, vermeenende niet Ian- . ger te mogen nog te moeten uitfteilen, omme aan de ernftige begeerten van gemelden Predikant te vol- doen,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevalkn. 67 do°n, by dezen-alle en een iegelyk op het allerernftïgtte vermaand en waarfchouwd, zich te wachten van den gemelde Predikant in het waarneemen van zyn Predik- of ander Dienstwerk op etnigerhande wyze direct of indirect te verhinderen, ofte eenige belemmeringen, hoe ook genaamd, of onder waC pranext zu'ks ook zoude mogen zyn, toe te bren« gen, op pcene, dat die gene, welke zülks, niet; tegenftaande deze onze ernftige waarfcbouwingtf Op eenigerlei wyze, het zy met woorden, het zy met daaden, zoude mogen onderdaan te doen, als Verftoorders der publieke rust, en Overtreders van dePlakaaten en Ordonnantiën van Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten dezer Provincie fuccesfivelyk geëmaneerd, en in het byzondèr ook van de fuccesfive Döclaratoiren en Waarfchouwingen van zyne Doorluchtige Hoogheid, mitsgaders van de laatst geëmaneerde Publicatie van Hun Ed» Groot Mogenden van den i2den December laatstleden, aan den lyve, ja zelfs naar exigentie van zaaken, met den dood zullen worden geftraft. Zynde en blyvende het aan alle en een iegelyk Lidmaat der Gereformeerde Gemeente te Hazerswoude, ten allen tyde vry en onverlet, om, zoo wanneer dezelve mogten vermeenen eenige bezwaaren ten laste van den gemelden Predikant te hebben of te kunnen inbrengen, zich deswegens, met onthouding van alle eigendunkelyke onbehoorlyke feitelykheden, op eene wettige wyze, ter behoorlyker plaatze te addresfeeren, zullende het Hof altyd bereid bevonden worden, zoodaanige voorzie* ninge te doen, als dezelve naar gelaDg der zaake, zal oirdeelen te behooren. En nademaal ter kennisfe van den Hove mede is gekomen, dat, offchoon de Regeering te Hazerswoude voornoemd, nu naar het genoegen der Iagezetenen was veranderd, echter als nog eenigë weinige Kwaadwilligen de rust, welke aldaar nu was begonnen herfteld te worden, weder hadden getracht te ftooren, en fpeciaalyk dat ds Gerechts. E 2 Ba-  t58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Bode Jacob Breeroo, mitsgaders Hendrik Dem. per. Dienaar van den Bailjuw, waren gemolesteerd, en verhinderd in het behoorlyk waarneemen van derzelver respettive posten en bedieningen. Zo is 't, dat het Hof, ten einde te voldoen aan de ordres, by welgemelde Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden aan den Hove gegeeven, by de. zen, op gelyke pcene tegen de Overtreders als boven, alle en een iegelyk ten allerernitigfte waarfchouwd, zich te wachten van alles, wat eenigzins tot veiftooring der publieke rust kan ftrekken, of daar toe aanleiding geeven; en fpeciaalyk, van mee woorden of daaden den voorfz. Gerechts-Bode en Dienaar van den Bailjuw, binnen Hazerswcude voornoemd, te molesteeren en in het waarneemen hun» ner refpective Bedieningen,eenige hinder of empechement te veroirzaaken. Gelastende den voorfz. Bailjuw, om tegen de Overtreders dezer onzer Waarfchouwing, ten promp. ften voor het Recht van de Hooge Overheid te vigileeren. En op dat niemand van deze eenige ignoraBtie prastendeere, gelasten wy den eerften Deurwaarder van den Hove, deze binnen Hazerswoude voornoemd te pubheeeren en doen affigeeren, daar zulks te gefchieden gebruikelyk is. Gedaan in den Raade den 25 January 1788. (Onder Jiond) My prsefent, (was get.) Adriaan Bodt.  de Gebeurtenisje*, in 1787 enz. voorgevallen. 60 N°. 1932. Tweede Memorie door Geconfiitueerdens van een aanzienlyk aantal Ledemaaten der Lutherfche Gemeente te Rotterdam, op d,n 30 January 1788 aan Heeren Gecommitteerden; van zyne Doorlach, tige Hoogheid overgegeeven (*J. .Geeven met plichtfchuldigen eerbied te kennen, de Ondergeteekenden, alle Ledemaaten der Hervormde Gemeente , toegedaan de onderanderlyke Augsburgfche Geloofsbelydenis, of behoorende tot dezelve, mitsgaders Burgers en Ingezetenen dezer Stad. Dat zy na het inleveren van derzelver bezwaaren in fchrift, op den 25ften December laatstleden, van ter zyde vernomen hebbende, dat de door hun aangeklaagde Perfoonen, niets nalaaten ♦ wat in derzelver vermogen is, om, zoo de oogmerken als de befchuldigingen van hun Ondergeteekenden te vervalfchen en te ontzenuwen. Niet kunnen nalaaten, zich, tot meerderen aandrang, tot U Ed. Mogenden te keeren, met de fterklle betuiging, dac het eenig doelwit waar mede zy hunne Onderteekening hebben ondernomen , alleenlyk is, ongeërgerd tot de bediening van Woord en Sacramenten te kunnen opkomen, en langs en door dien weg, het zuchtend belang van de Armen dezer Gemeente, te herltellen. In de hoope en het vooruitzicht, dat U Ed. Mogenden doof voor de vleitaal en de vertoogen van derzelver party, alles wat in U Ed. Mogenden vermogen is, zult aanwenden, om der Gemeente te ontdoen van Voorwerpen, aan wien het de Ondergeteekenden ondoeulyk is, eenigen eerbied te be. wyzen, of onder derzelver dienst, tot de bedie. ning van Woord en Bond-Zegelen op te komen, als zich telkens te binnen moetende brengen: 1. Dat de beide Predikanten Boon en Scheffer, en meer anderen , Leden der zoogenaamde groo- (*) Zia de eerfte Memorie hier voor W. 34. E 3  7j? Verzameling van Stukken betrekkelyk tot groote Vaderlandfche Sociëteit, op de Wyn* haven zyn geweest. 2. Als zoodaanige Leden deAcle van Oualifieaiie, op hun, die zelfs het hoog gezag"der Regeering, met voeten hebben getrapt, hebben onderteckend , en gevolgelyk moeten worden gehouden, als hebbende alle de flappen, die door hun zyn gedaan, in Perfoon ondernomen. 3. Dat zelfs verfcheidene van den Kerkenraad, van zich hebben kunnen verkrygen, Gefchriften, zoo verzoeken als anders te teekenen, en daar door de party der Tegen-Coï;ftitutiegezinden, kracht en klem by te zetten; ja 4. Zelfs de voornaamfle bedieningen, in de nu geremoveerde Schuttery , ten dien einde te aanvaarden. Om nu niet eens nog in aanmerking te neemen, die menigvuldige uitdrukkingen, welke wellicht by nader onderzoek zoo door de opgenoemde Predikanten, op den Kahfel en in de Huisbezoekingen, als door geen gering gedeelte van den Kerkenraad in den Burgerlyken omgang, by verfchiilende gelegenheden , zullen bevonden worden, gebezigd te zyn. Het welk alles hen tot voorwerpen maakt, die de billyke verontwaardiging van ieder weldenkenden verdienen, en onder wiecs dienst de door hun gedrag geërgerde Ledemaaten, by geene mooglykheid, tot nut en (lichting hunner zielen, tot de bediening van Woord en Sacramenten kunnen opkomen, en die hun, indien zy in derzelver waardigheden bleven, volflrektelyk zouden aandringen, tot het reemen van maatregelen, tot gansch geen gering nadeel der Gemeente, en in tegendeel tot een volflagen ruïneus gevolg van dezelve, over te gaan. Betrouwende de Ondergeteekenden, van de wyze zorgvuldigheid van U Ed. Mogenden, dat U Ed. MogendeD alles zullen aanwenden wat in derzelver vermogen is, om hunne Gemeente te brengen onder  de Gebeurtenis/en in 1787 enz' voorgevallen. 71 der het beftuur van Lieden, die by een godvruchtig, geregeld en minzaam gedrag, zich hebben betoond getrouwe Voorftanderen en Aankleeveren van *s Lands gevestigde Staatsgefteldheid, en het Stadhouderlyk Bewind en Huis te zyn. 't Welk doende, enz. (Was geteekend door Geconjtitueerdens, en over gegeeven doof) Cornelis Vermyne, Az. uit naam en in 't byzyn van de Geconjtitueerdens. K°- 1933' Aanfpraak ter gelegenheid van het overgeeven van bovenjlaande Tweede Memorie door Cornelis Vermyne , aan de Heeren Gecommitteerden gedaan, op den 30 January 1788. Edele Mogende Heeren! Hebben de Geconftitueerdens van de weldenkende Ledemaaten der Lutherfche Gemeente, by de eerfte komfte van ü Ed. Mogenden te dezer plaatze, door den nood gedrongen, de vryheid gebruikt, zich ootmoedig tot U Ed. Mogenden te keeren, en derzelver belangens fchriftelyk over te geeven, endaar by twee hunner Predikanten, met naamen Do. Boon en Do. Scheffer, en het meerder gedeelte der Kerkenraad befchuldigende, en hebben zy zints vernomen, dat 'er van de kant der door hun genoemde voorwerpen, ftappen ter tegenkanting, zoo ter bezoedeling van de oogmerken, als ontzenuwing der befchuldigingen, zyn ondernomen geworden; kunnen zy Geconflitueerdens niet nalaaten, andermaal voor U Ed. Mogenden te verfchynen, en aan dezelve een gedetailleerd, doch kort verflag van derzelver oogmerken en befchuldigingen in fchrift, en, zoo ter nadere inlichting van U Ed. Mogenden, als ter billyking van derzelver oogmerk en aanklacht, over te geeven. E 4 N°,  72 • Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Nv 1934. Publicatie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland waar by word verboden, het clandestyn buiten 's Lands vervoeren van Pypgereedfchappen. In dato den 7 Februaiy 1788. De Staaten van Holland en West-Friesland, allen den genen, die deze zullen zien of hooren leezen , falut, doen te weeten. Alzoo wy in ervaaringe gekomen zyn, dat, federt eemgen tyd, verfcheide Pypgereedfchappen, welke tot het formeeren van Pypen in deze Provincie worden gebruikt, vanhier, clandeftinelyk naar buuen s Lands worden vervoerd; waar door nietallen de Pypfabrieken in vreemde Landen worden bevorderd, en overgebragt, maar tenens ook het grootfle nadeel word toegebragt aan de Pypmaake. ryen, welken federt lange jaaren, in deze Provincie zyn geëxerceerd en gevestigd, en aldaar een voornaamen tak van het welvaaren der Ingezetenen uirmaaken, 0 Zo is 't, dat wy daar tegen, met allen ernst en nadruk willende voorzien, goedgevonden hebben, te verbieden en icterdiceeren, gelyk wy verbieden en irterdiceeren by dezen, aan alle Pynfabrieken in Pypen bovengemeld, en wie het anders binnen deze Provincie zoude mogen zyn, zonder ocdeifcheid van ftaat of conditie, niemand uit-e. zonderd, naar buiten deze Provincie te vervoeren, of doen vervoeren eenige Inftrumenten ofPyp2e. reedlchappen, tot het maaken en formeeren van Pypen 10 de Pypfabrieken gebruikt wordende, midsgaders van al gene daar toe eenigzics is behoorende, en gerequireerd wordt; als daar zyn Vormen, Pyppotten, Stolpen of Kappen, Glasfteenen, Trompetten, en wat dies meer is, ofte onder welke benaaming dezelve Pypgereedfchappen ook mogen bekend zyn, en het zy dezelven bereids zyn «egecomponeerd, ofte gebragt in ftaat, om aadeAn een gevoegd te worden. Dat  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 73 Dat ook geene Ingezetenen of Vreemden, binnen deze Provincie zich onthoudende, zich zullen mogen laaten e.nployeeren toe den inkoop van de voorichreeve Pypgereedfchappen, om naar buiten de» zelve, of voor rekening van Uitlanders, verzonden te worden, of eenige Commisfie daar toe execuceeren, direct of indirect, in eeniger maniere. Dat ook niemand der Ingezetenen dezer Provincie, zich zelfs, of door Bediendens of Gefubditueerdens, zal mogen laaten gebruiken, om eenige Gereedschappen van Pypmakeryen, buiten 'sLands ofte ook hier te Lande te maaken, of doen maaken, repareeren, of doen repareeren, om dezelve naar buiten 's Lands te brengen, of doen brengen, noch ook eenige Perfoonen in deze Provincie zal hebben te debaucheeren, om zich in dienst van buitenlandfche Pypfabrieken te engageeren, directelyk of indire&elyk, op eenige wyze, hoe ook genaamd. Alles op pcene, dat niet alleen de alzoo tegens onzen wil verzondene, ingekogte, of in deze Provincie, ten diende van Buitenlanders gefabriceerde of gerepareerde Pypgereedfchappen, zullen zyn verbeurd, ten behoeven van het PypmaakersGilde der Stad of Plaats, waar in dezelven worden gemaakt, ofte, indien dezelven zyn gefabriceerd op zoodaanigen Plaats, daar geen Pypmaakeryen gevonden worden, in dat geval, ten behoeve van het Gilde der naastbygelegene Stad; maar dat ook boven dien de Contraventeur van deze onze Publicatie, zal vervallen in eene boete voor de eerde reize van 500 guldens, voor de tweede reize van 1000 guldens, en voor de derde reize, als mede telkens by onvermogen van betaaling, op pceue van arbitraire correctie; welke boetens zullen komen voor een derde, ten profyte van den Officier die de calange doen zal, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor den Armen der Plaats alwaar de aanhaaling is gefchied. Auchorifeeren wy mede fpeciaalyk alle diegenen, die tot de oeering der Pypmaakers. in deze PrqE 5 vin«  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vincie eenigzins behooren, om de aanhaalingen te doen van het gene tegens de ordres, by deze onze Publicatie gefield, zoude mogen worden onderno« men, Statueerende wy nog eindelyk, dat, indien het gebeurde, dat eenig Ingezeten dezer Provincie, zich voor eenigen tyd naar buiten 's Lands mogten begeeven, tot het maaken of doen maaken van een Pypmaakery, of eenige Materiaalen daar toe behoorende, dezelve voor alsoos zal vervallen zyn van alle Rechten, Privilegiën en Voorrechten, den Ingezetenen dezer Provincie competeerende, zonder ooit weder als Ingezeten van dezelve aangenomen, of geadmitteerd te worden. En op dat niemand hier van eenige ignorantie pretendeere, zoo lasten en begeeren wy, dat deze alomme zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar zulks behoort en te gefchieden gebruikelyk is. Gedaan in den Hage onder het Klein Zegel van den Lande den 7 February 1788. (Onder Jlona") Ter Ordonnantie van de Staaten, (was get.) C. Clotterbooke. N°. 1935. ExtraEt uit het Register der Refolutien van BunEd. Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Fries' ■ land, betrekkelyk de Saluitfchooten. In dato den 15 February 1788. Is ontvangen en geleezen eene Misfive van J. A. Thierens, Commis van 's Lands Magazyn te gaarden, gefchreven den ijlden dezer,waar by hy, öp verzoek van den Generaal-Major van Spanbroek, Commandeur der Stede Naarden voornoemd, Hun 1 Ed. Mogenden order verzoekt, hoe zich te gedra. een omtrent het uitgeven vanPulver, tot het doen ** van 1  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. omgevallen. 77 van Saluitfchooten op den aanftaande Geboortedag van zyne Hoogheid. Waar op gedelibereerd en in achting genomen zynde, dat wel op den 17 Augustus 1749 order is gefteld tot het doen van Saluitfchooten op den Geboortend.ig van den Heere Prinfe Erf-Sta Ihouder, gelyk mede by aanfchryving van den 24 May 1758 tot het doen van Saluitfchooten by de pasfagie van zyne Hoogheid, en haare Koninglyke Hoogheid de Vrouwe Gouvernante, te dier tyd door de respeótive Frontierplaatzen; doch Jat de voorfchreven order, uit hoofde van Hun Ed. Mogenden nadere aanfchryving van den j Maart 1785, zoude kunnen worden geconfidereerd als nog te zyn ingetrokken; te meer, dewyl in Hun Ed. Mogenden Misfive van den I2den July deszelven jaars, geene melding woidt gemaakt, van het doen van Saluitfchooten op den Geboortendag van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder; is, tot nadere verklaaring van Hun Ed. Mogenden intentie daaromtrent, goedgevonden en verftaan , alle de Commifen vaa de respective Magazynen in de beide Departementen van de groote en kleine Fortificatiën „ by dezen te authorifeeren en gelasten, voor zoo verre deSte'den en Forten nu en in vervolg van tyd, met Guarcifoen van den Staat zyn bezet, of eenig Kanon op zyne Aifuiten op de Wallen word gevonden, op requifitie van den Commandeerenden Officier, het noodige Pulver uit te geeven, ten einde het gewoone Saluit van drie Salvoos, ieder van elf fchoojten, of daar het getal der Stukken die quantiteit niet toelaat, zoo veel minder als gevoegiykst zal kunnen gefchieden, werde gegeeven op den aanftaanden Geboortedag van zyne Hoogheid , den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, invallende den 8ften Maart, en vervolgens jaarlyks; als mede by het pasfeeren of repasfecr^n van zyne Hoogheid, of haare Koninglyke Hoogheid, Hoogstdesze'fs Getnaalinne, en de jonge Prinfen en Prinfesfe, mitsga Iers by de komfte of pasfagie van de Heeren Hun  16 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hun Ed, Groot Mogenden, als mede der Hecrea Commisfarisfen uit Hun Ed. Mogenden Collegie; met verdere last, om van deze Hun Ed. Mogenden order, kennis te geeven aanden Gouverneur, Commandeur of Commandeerende Officier in hunne Plaatze, en Hun Ed. Mogenden telkens kennis te geeven van de quactiteit Pulver, die tot de voorfz. eindens door hun uitgegeeven zal zyn. En zal Extract dezer gegeeven worden aan den Piovicciaalen Rekenkamer en de Commifen van de Finamie, tot naricht, als mede aan de refpective Commifen van de Magazynen in de beide Departementen der Fortificatiën, om zich daar naar prascifeiyk te regu.leeren. Accordeert met voorfz. Register. ÏJ°. tc36. Byvoegzel tot de Refolutie van Hun Ed. Gr. Mog. de óiaaten van Holland en West-Frieslar.d von den 15 Febr. 1788, aangaande den ééd op de tïmftÏMie isfe. in het IV. Deel de-er Vuzauielicg ». bl. 303 geplaatst. En zal hier van Extract worden gezonden aan de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, alsmede aan Burgemeesteren en Regeerders van de groote en kieine Steden, den Haage daar onder begrepen; met last", om jaarlyks in de maand January, van de richtige ofcferv: ntie derzelve te gelyker tyd met de Misfive omtrent de obfervantie der poin&en vervat in Hun Edele Groot Mog. Refolutien van den 11 November 1747 en 23 January 1748, rakende de begeeving der Ambten en Bedieningen in de Steden, kennis te geeven. Voorts aan de Heeren Gecommitteerde Raaden, in den Haage en te Hoorn refideerende ; midsgaders aan Pra;fiderten en Raaden van den Hoogen en Pro. viuciaalec Raade, de Gecommitteerden in den Pro. vinciaalen Rekenkamer, en in de Sociëteit van den Haa-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 77 Haage, het Hof van Juftïtie te Vianen» als mede aan de Dyk-Collegien en Hoog Heem-Raadfchappen binnen deze Provincie; en eindelyk, aan de refpective Hoofd- en mindere Officieren, om alomme ten platten Lande onder derzelver Resfort, tot de Exfecucie der voorfz, Refolutie de nodige voorzieninge te doen, ten einde dezelve alom op een eenpaarigen voet en naar de letter, punctueelyk worde geobferveerd. Na. 1937. Request van Mr. Jacobus van Heus. pen Adyokaat te Breda, aan Heeren Prefident en Schepenen van die Stad; behelzende verzoek: dat de Crimineele Actie tegens hem geinjlitueert, mag verklaart worden civiel en compofibel met den Dros/aart te zyn; benevens de Appointementen daar ep gevallen. In datis den 25 en 28 Febn 1788. Geeft met verfchuldigden eerbied te kennen»Mr. Jacobus van Heusden, woonende alhier te Breda. Dat hy Suppliant uit hoofde, dat Hun Wel Edele Achtb. die van de Magiftraat van Breda voornoemt, op den 7 January 1780 eene Refolutie hadden genomen, waar by de aan hem Suppliant verleende admisfie, om voor de refpective Rechtbanken alhier, als Advocaat te mogen prattifeeren, wierd ingetrokken, om reden hy Suppliant byPleydooy, voor zekeren op den hals gevangen zittende Simon Baks, in de maand November van den jaare 1785, in de onen Vierfchaare alhier gedaan, zich tegens Heeren Prefident en Schepenen , irreverent, en indiscreet had gedraagen; doordrift, alsmede door fmerte en aandoening over voorfz. Refolutie, en daar door ontflaane zwaare melancholie, zich zoo verre heeft lanten vervoeren, dat hy Suppliant jn den jaare 17^6, aan de Wed. Anthony de Klopper en Zoon, Courantiers te LHden, heeft toegezonden zekeren brief, door hem Suppliant eigen-  78 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genhandig gefchreeven en onderteekend, ten eiq* de in derzelver Courant geplaatst te worden; wel-, ke brief dan ook door voornoemde Courantiers in. de Leidfche Courant van den i Maart 1787, 20". is geinfereerd (*). Dat hy Suppliant ais nu ia eene (*) Zie hier den inhoud van dezen Brief, benevens ds Calange op den 5 February i?87, door Mr. Jacobus vaïT Heusden, aan de Regeering van Breda en Drosfaart vaa die Stad, doen infinueeren. M y n 'Heer! Is 'er iemant, die verlangt, dat het different tusfchen de Provinciën mag zyn vereffent, wegens de aanftelling van den Fiskaal van. Braband, zq ben ik het: de fchreeuwende injurtitie, die my in deze Stad Bieda onlangs bejegent is, doet rny na deze deqifie' verlangen. 'Onlangs, en' wel op" den ai November 1785, heb ik gepleit voor eene gevangene Simon Bacx, die, dooreen onvoorzichtig daadelyk verleent decreet van apprehenfie door den Rechter, op den hals gevangen zat, en om dat ik tot defenfie van'dien ongelukkigen , die ik ook ten eenemaal heb vry gepleit, gelyk uit het Vonnis van den Recnrer, op Advys van Rechtsgeleerden op den 10 January 1786 uitgefproken, blyken kan, my als Advokaat hebbe aangebooden, heeft de Rechter my, op voorwendzel dat ik my by die Pleidooy irreverent en indiscreet zoude hebben gedragen, myn admisile als Advokaat, niet voor een tyd, maar zelfs voor altoos, ingetrokken, uit vindicte dat ik hun derzelver onkunde in crimineele zaaken, tot defenfie van den gevangenen, heb aan den dag gelegd: eene \erregaande pas van eenen Rechter, die de Juftitie gehouden is hulde te doen, en die zich vee! eer diend te verblyden, dat een Advokaat hem voorlicht, vooral in crimineele zaaken, waar van na Privilegiën van Braband, alhier geen appél valt. De menigte van Toehoorderen , die my de eer hebben aangedaan te hooren pleiten, hebben ook niet weinig zich over die Refolutie verwonderd, en de verklaaring van hun, dat ik niets minder dan zoo eene Refolutie, van dusdaanige onkundige Rechters in crimineele zaaken, verdiend, maar veel  de Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 79 eene bedaarde gemoedsgefleldheid, by nadere, nerleezinge, gemelde brief bevind in zich te bevatten poiitives en expresfien, door welke hy Suppliant den Edelen Schepensbank dezer Stad, op eeie fletrisfante wyze heeft gelasdeert, en welke ex. presteel eer lof daar door'behaald heb, is ook niet vertezoe-, sen ; men bied my zelfs aan, om voor my verzoek tot hertelling van myne gefchonde eer te doen; ja ik durf den hechter zelfs opentlyk provoceeren, dat men my bewyze, lat ik my indiscreete en irreverent zoude by die Pleidooi ?edraagen hebben; zoo dat waar was, men zoude wel daadelyk, en niet twee maanden daar na, met die Refolutie yoor den dag gekomen zyn; ook is die Refolutie nietuit de jen van mynen Rechter voortgevloeid, zy is hun door eenen anderen hand toegezonden; de banden van den Advokaat van Heusden moeten gebonden zyn, hy mag geen voorfpraak zyn van recht en gerechtigheid; eene aangeftetde onkundige Rechtbank moet zoo lang verborgen blyven als het m»ar zyn kan, en de daaromtrent in wezen zynde Pri. vilegien, en het fpreekende Politique Reformatie Reglement van Hun Hoog Mogenden, mag alhier in geen helder daglicht door hem gefield worden; men is bewust, dat hy te veel ooren heeft na de onderdrukking van zyn Burgers, by moet hun geen Juftitie doen erlangen; hy moetaanaien, dat hy lieden ter Crimineele Rol ziet daagen, waaromtrent geene Crimineele Actie te pas komt; dat hyzooklaar als het licht des Hemels kan bewyzen, dat nog nu onlangs is gebeurd aan een Man en Vrouw van het Dorp Chaam, welke Vrouw door haare zwangere ftaat zynde-, een toeval igekreegen beeft; niet te min houd men niet op met zyne tcrimineele Procedures: ik meende gepasfeerde donderdag, mondeling met de Man den Rechter daar over te onderhouden, dan de Recbtér geliefde my zelfs maar geen gehoor :te verleenen, men lietmy door den Griffier aanzeggen , dat ik myn verzoeken by Request moest doen; ik heb dan ook zulks daadelyk gedaan, dan ik vreeze, om dat men my als 'Advokaat de admisfie beeft ingetrokken, dat ik voor die iongelukkige Menfchen geen gehoor zal verwerven, dus :2al den Burger alhier zyne onderdrukking met my geduldig ■ moeten draagen, tot dat de quaestie over het Fiskaals Ampt ifry Hun Hoog Mogenden zal wezen getermineerd, en wy on«  So Verzameling van Stukken betrekkelyk tot presfien aan Jonkheer Benjamin Baron van der ( Borch, Drosfaard dezer Stad5 van dien aart waren i voorgekomen, dat Zyn Hoog Edelheid zich in de ; noodzaaklykheid bevond, om hem Suppliant in [ Per- onze rechtinaatige klagten daar by zullen kunnen inbren- ■ gen. Ik heb de eer met een verfchuldigt refpecl te verblyve. Mvn Heer! U Wel Ed. Dienstw. Dienaar; | (was get.) J. van Heusden. Breda den 25 February 1780". t Den Deurwaarder of Gerechtsbode van de Generaliteit j; i zal uit naame en van wegens my Ondergefchrevene Mr.. ]i Jacobus van Heusden, Oud Schepen, en geadmitteerd! r Advokaat voor den Raade en Leenhove van Braband, en 1 t. Landen van Overmaze, zich vervoegen aan de Collegie-ka.. 11 nier van Drosfaard, Prtefident-Burgemeester en Schepenen 1 ,» dezer Stad, wanneer die ten Stadhuize vergaderd zullen 1 t zyn; en zult gy Gerechtsbode of Deurwaarder zich mett , behoorlyk refpecl doen aandienen door een der Stadbodens •> 1 van deze Stad, en verzoeken, om in 't Collegie van Hun: L Wel Ed. Achtbaare te mogen binnen ftaan; en zulks aan UJ ü Gerechtsbode toegeftaan zynde, of zoo niet doende, alss n dan uw Exploift aan een der Stads Bodens, diegy ten Stads-> i huize zult ontmoeten; en zult gy Gerechtsbode behoorlyk: (e geadfifteerd, met refpecl en veneratie in naame en van 1 S wegens my Ondergefchrevene, als ingevolge het 47 Art. ,1 k van de Ordonnantie van de Heeren Staaten Generaal, den 1 11 ■wettigen Souverein van de Generaliteits Steden, en dus ; t, ook van deze Stad en Baronnie, in dato den 2 November •< J6P5 geautborifeerd, om by preventie te mogen doen ca- ( langeeren de overtreders van bet Klein Zegel, van de ge- < melde Generaliteits Ordonnantie; uw in myne naame ver- ■ I voegen, eerftelyk aan den Hoog Edele Gebooren Heer 1 0 Benjamin Baron vanderBorch, als Drosfaard dezer Stad, r en denzei ven gerechtelyk calangeeren, ter zaake dat het r aan zyn Hoog Edelheid had kunnen gelusten, fine tillojure, fa en ftrydig tegens Stads keuren, tegens my Ondergefchrevene  de Gebewtenisjen ii 1787 enz. voorgevallen. 81 ! Perfoon te doen dagvaarden, tegens den 3 Fe: bruary 1787. t. Dat hy Suppliant alle die befchuldigingen en Iss» ifive uitdrukkingen, ten opzichte van het Wel Ed. ! Achtbaare Collegie van Schepenen , of eenige Lelden van dien, in voorgemelde Misfive vervat, als zynde ne aan Hun Edele Wel Achtbaare Praafident-Burgemeester en Schepenen, en dus van een Collegie van de Politie, en 1 niet van Juftitie, als alleen beftaandeuitPrasfidentenScheipenen, te doen propofitie van decreet van dagvaarding in 'Perfoon wegens en ter zaaken, ik Ondergefchrevene my iquafi zoude hebben fchuldig gemaakt aan bet ftellen, fchryven en doen of laaten drukken, van zeker voorgewend ifchandaleus bericht of brief, in de Leydfche Courant van den eerften Maart 1786, en welke brief (fchoon den in!,houd daar van maar al te waar, en met meer Haaltjes te be'wyzen zoude zyn) quafi de eer, het aanzien, en crediet 1 van de Schepenbank dezer Stad op eene allerverregaanfte, :en fletrisfante wyze door my Ondergefchrevene zoude geattaqueert, en beledigd geworden zyn, zonder die gedaane Propofitie op een behoorlyk Zegel aan Hun Wel Ed. 1 Achtb. ter deliberatie te hebben overgegeeven, van welk iZegel hy Heere Drosfaard geenfints by Refolutie van Hun Hoog Mogenden kan aantoonen geëximeerd te zyn, maar 1 alle indragte daar tegens gedaan, niet anders kan aangemerkt ; worden, dan eene onbeftaanbaare corruptele tegens het uiti-drukkelyk 46 Art. van gem. Ordonnantie op het Generaliteits Zegel, (en tot vilipendie van het wettiggezag van den LSouvereiri, wiens Plakaaten en Ordonnantiën by Heer Drossaard eerder verplicht is temaintineeren, en tedoen refpec» !. teeren) direft aanloopende: dat by daar over ingevolge het ï ifte Art. van de gemelde Ordonnantie, is vervallen in eei.ne boete van honderd' Guldens, als mede nog van honderd ! Guldens wegens het gebruik maaken in Judicia van het daar op gevolgde ongezegelde verleende Decreet van Hun Edele Wel Achtbaare Prsfident-Burgemeester en Schepenen, ( om welke boete binnen den tyd van veertien dagen op posi ne van parate executie te doen ftellen, en te betaalen in 1.handen van den Parapheur van 't Zegel dezer Stad, of wel 1 des goedvindende in handen van den Heer Commisfaris van . XXIV. Deel. F 't Web  82 Verzameling van Stukken betrekkelyk tel zynde ten eenemaaïe ongegrond , herroept , ea deswegrgs zyn oprecht leedwezen betuigd. Pat hy Suppliant by deze welgemelde Heeren Prefident en Schepenen op het aller eerbiedigde verzoekt, dat Hun Wel Edele Achtbaare hem Sup, pliant 't Klein Zegel in 's Hage, om die door hem Drosfaard ver. beurde boete te appliceeren, volgens het 47 Art. van de gemelde Ordonnantie, dan dat by Ondergefchrevene het een derde boete (hem daar in competeerende) by deze ce« deerd en overgeeft, ten profyte van de Nederduitfche Ge» reformeerde Diaconie Armen dezer Stad. En, voorts zult gy Deurwaarder of Gerechtsbode U ver* voegen tot de perfoonen van Hun Wel Ed. Achtbaare Praj. ■ fident-Burgemeester en Schepenen dezer Stad , en dezelven ieder afzorderlyk geréchtelyk calangeeren, ter zaake dat dezelve Recht gedaan hebben op de voorgemelde Propofi- > tie van den Heer Drosfaard zonder Zegel gedaan, waar door zy al mede ieder infolidum zyn vervallen in eene boete van vyftig Guldens, en poene van nulliteit van bet daar op ge- j ilagene decreet van dagvaarding in Perfoon, als mede nog van gelyKe vyftig Guldens ieder in folichm, te betaalen mede in conformité van het 50 Art. der Ordonnantie van het Klein Zegel van de Generaliteit, dat dezelve op den 3 February 1787 op de ongezegelde afte van dagvaarding aan de Gedaagde in Perfoon den Ondergefchrevenen in deze gedaan hebben gedefereerd, zich verleedigd hebben daar op ter crimineele Rolle te zitten, gepermitteerd den Procureur ' Roelands in naame van bem Drosfaard ter zaake van die nulle en wederrechtelyke dagvaarding tegens den Ondergefchreveren in Perfoon, alleen ter obediëntie van de Ju(titié compareerende, en op fundament van die ongezegelde acle van dagvaarding in Perfoon, nog ten overvloedeter Rolle had geproponeerd, daadelyk zyne' exceptie te admirteeren van kwalvk gedaane, en ongezegefde dagvaarding; en ter dier zaake had gefuftineerd, dat uit krachte van die nulle en ongezegelde afte van dagvaarding, geene notulen mogten gehouden worden, maar diedaadelyk behoordenuit de rol te worden geroijeerd; zy Prefident en Schepenen, echter in bun erroneus begrip ftaande, niet alleen hadden gedoogt, den Procureur Roelands in naame van hem Drosfaard 1  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 83 I pliant alle die offenfien en beleedigingen, goed1 gunstiglyk gelieven teremitteeren en kwvttefchel. < den ; verklaarende hy Suppliant U Wel Ed. Achtb. 1 te houden voor Rechters van een onbefproókene 1 eerlykheid en integriteit, met belofte, om nu en in ' faard te laaten voort notuleeren, maar zelfs tot die onvooN i zichtigepas al verder waren gekomen, om ter Rolle appoincl tement te flaan, waar by zy echter tegens het uitdrukkelyk ! geftatueerde van het ifte Art. der gemelde Ordonnantie^ i dat op geene ongezegeldeaftens nochexploicten, geenerleï p recht mag worden gedaan, hadden kunnen goedvinden die : zaak in advis te houden , en fine ullojurc den Ondergefchreeve1 nen als Gedaagde in Perfoon, (die zy hadden behooren tö 1 abfolveeren van de inftantie,) echter te gelasten, nietteI genftaande zyne reeds te vooren geproponeerde wel geI fundeerde exceptie of requifitie van hun Prasfident en l Schepenen, nader re compareeren; en dat niettegenftaande I hy Ondergefchreevene, als Gedaagde in Perfoon tegens dat 1 wederrechtelyk, abufief en nul appoin&ement bad ver: zogt om in aUis daar tegens te mogen di&eeren en pro1 tefteeren , zulks aan hem Ondergefchreevene fine uil» :jure door den Prasfident Schepen was geweigerd , veel min op zyn verzoek hebben gelieven gehoor te geeven, :om zyne welgefundeerde exceptie van nulliteit van dag> ' vaarding nader by monde, en na rechten te mogen ad[ftrueeren, daar nogthans in cas crimineel de defenfie vatl ieene pretenfe geaccufeerde, naar rechten altoos is favoraI bel. En zult gy Gerechtsbode mitsdien aan Prsefident ert [Schepenen mede ieder in folidum aanzeggen , dat Hun 1 Ed. Wel Achtb. zullen hebben zorg te draagen, dat ieder ivan hun in handen van den Parapheur van het Klein ZeI gel dezer Stad, of wel des goedvindende, in handen van i den Heer Comraisfaris van 't Klein Zegel van de GeneraI Jiteit in 's Hage, de gemelde fomme van honderd gulden» i ieder, ingevolge het softe Art. der Ordonnantie, binnen ' veertien dagen op poene van parate executie komen vol1 doen, om die door Hun Ed. Wel Achtbaare verbeurde boetens te doen appliceeren, volgens het 47fte Art. van gemelde Ordonnantie, dan dat hy Ondergefchreevene het •en derde der boete hem daar in competeerende, by Je* F 8 **  84 Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot ia 't vervolg, TJ Wel Ed. Achtbaare Collegie alle verfchuldigde achting te zullen bewyzen, en zich, voortaan als een ftil en vreedzaam Burger en Inge. zeten, te zullen gedraagen. ^ 2e mede cedeert, en overgeeft ten profyte van de Neder, duitfche Gereformeerde Diaconie Armen dezer Stad. Wyders zult gy Gerechtsbode of Deurwaarder uw exDloift van calange mede doen, aan den Heer Griffier Reigersman, en denzelven calangeeren, dat hy Heer Griffier al mede uit hoofde van het ifte Art. der Ordonnantie van het Klein Zegel, vervallen is in eene boete van honderd Guldens, om dat hy het decreet van dagvaarding in perfoon op hem Ondergefchrevene fine ullo jnre door Prajfident:, Burgemeester en Schepenen aan hem Drosfaard verleend, heeft kunnen goedvinden uit te geeven, en teekenen zonder b°hoorlyk Generaliteits Zegel, als mede nog eene selvke boete van vyftig Guldens, dat by heeft gedoogd od de ongezegelde afte van dagvaarding, ter Griffie in de rol te doen ftellen de Notuldoor den Procureur Roelands , om die op den 3 February 1787 te doen dienen, en daat op te notuleeren, als mede van gelyke vyftig Guldens van te hebben geaccepteerd de nulle en ongezegelde ade van dagvaarding, decreet en vraag-artikelen, door den Procureur Roelands in naam van den Heer Drosfaard tegens hem Ondergefchrevenen, als Gedaagde in Perfoon ter rolle overgelegt, en die niet daadelyk ingevolge bet 49 en aan 1 dezelve gezamenlyke Heeren, van de door my uitgebragte acte van calange copie overgeleverd hebbende, my On1 i jrgefchrevenen daar van leveren behoorlyk relaas in fchnt' tè, om te voegen aan deze acte van calange. En zich als dan wydërs vervoegen ten huize en woon. ftede van den Heer Notaris en Procureur Roelands, en - denzelven mede gerechtelyk calangeeren, uit hoofde van het eerde Art. der Ordonnantie op . het Klein Zegel der Generaliteit in dato den a November 1695. terfomme van honderd Guldens, ter zaake dat hy aan myn perfoon heeft laaten doen exploicteeren een ongezegelde afte van dagvaarding in perfoon, die door hem den 9 January 1787 1S onderteekend, item nog van honderd Guldens voor ieder der actens, zoo voor het ongezegelde decreet als dagvaarding en artikelen, die hy injudiciotet rolle van Hun Ed. Wel Achtbaare heeft gedaan indienen, en overleeveren, om daar op tegens my Ondergefchrevene voort te proce' deeren, en my te doen hooren op de overgeleverde onge. ' zegelde Artikelen; uitmaakende met den andereB te zamen eene fomme van vier honderd Guldems, en pcene van nulliteit van al dat gene, dat uit krachte van het ongezecelde decreet, en opgevolgde ongezegelde acte van dag' vaarding door hem Procureur ter rolle is gedaan notuleeren , of wel door hem zoo judicieel als extrajudicieei, uit krachte van het ongezegelde decreet, en opgevolgde ongezegelde gemelde actens, door hem Procureur mogt : gedaan en verricht zyn, ingevolge het gemelde Art. der Ordonnantie. , ,, _ En zult gy Gerechtsbode of Deurwaarder gemelde Procureur, aanzeggen gerechtelyk, dat hy binnen den tyd van veertien dagen de gemelde boetens zal hebben te ftellen m handen van den Heer Commisfaris van 't Klein Zegel der generaliteit in 'sHage, of aan den Parapheur van bet Klem F 3 Ze'  85 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zoo zeer grievende en fletrisfeérende procedures, gecoupeert en gemortificeerd te zien. Weshalven de Suppliant zich is keerende tot U Wel Ed. Achtb., verzoekende, dat U Wel Ed. Achtb. Zegel van deze Stad, op poene van parate executie, om geappliceerd te worden, als ingevolge het 47de Art.der gemelde Ordonnantie, dan waar van het een derde der boete den Ondergefchrevenen daar in competeerende, den Ondergefchre venen remitteert, en cedeert ten profyte van de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie Armen van deze Stad; ï-lateerende voorts aan my uw relaas daar van ia fcript\s.s I Voorts zult gy Deurwaarder of Gerechtsbode U nog vervoegen ter woonftede van J. Grootenboer, en hem mede gerechtelyk calangeeren, uit hoofde van het itte Art. der gemelde Ordonnantie van het Klein Zegel van de Generaiiteit in dato den 2 November 1695, in eene boete van honderd Guldens, ter zaake dat hy aan my Ondergefchrevene heeft geëxploiteerd zekere ongezegelde a£te van dagvaarding in Perfoon, in naame en van wegens Jonkheer Benjamin van der Borch, als Drosfaard dezer Stad, en door den Procureur Roelands den 9 January 1787 aan hem geordonneerd te exploifteeren, en daar van aan my een ongezegelde copie beeft afgegeeven , met verdere denuntiatie, dat ik Ondergefchrevene door myn relaas op de gegeevene afte van dagvaarding de nulliteit van het gedaane exploiét hebbe genoegzaam te kennen gegee- ' ven , door daar op te relateeren : ik heb de ongezegelde aüe van dagvaarding ontvangen; echter niet te min als nu nog nader uit krachte van het jfte Art. der gemelde Oidon- 1 nantie, die door hem aan my geëxploiteerde ongezegelde. ] acre van dagvaarding en aan my gedaane exploiót, houde j voor nul, krachteloos en van onwaarde. En zult gy Deurwaarder of Gerechtsbode aan hem overleveren Copie van deze acï.e van calange. Eindelyk zult gy Deurwaarder, zoo tegens den Heeren Drosfaard, Prajfident-Burgemeester, Schepenen en Griffier, mitsgaders voorts ook tegens den Heer Notaris en Procureur Roelands, als aan den Gerechtsbode J. Grootenboer, protefieeren van kosten, fcbaaden en intresfen, uit krachte van-die op my nulle £ffine ullojure uitgebragte de-  ie Gelmttnisfen in 1787 thx. voorgevallen, '87 Achtb. de actie door den Heere Drosfaard, tegens hem Suppliant, ter zaake voorfchreeven, ter Crimineele Rolle geinflitueerd, gelieven te verkharen civiel en compofibel met den Hoog Gebooren Heer Benjamin Baron van der Borch , Drosfaard dezer Stad, (Onder ftond) 't Welk doende. m (was get.) J- VAN Heusden. Het voorenftaande Request is, na gedaane praleöure door den Suppliant vry willig onderteekend, in bywezen van ons. (waren onderteekend) Jacob van Houten. Joh. Th. Nieuwbnhuisen. Hier decreet van dagvaarding in perfoon, en opgevolgde afte van dagvaarding zelve, en het daar op tegen my genotuleerde ter rolle in perfoon aangedaan, en de daar enboven nog aan myn perfoon, vrouw, kinderen en bloedverwanten toegebragte fletrifure, daar nogthans geen aftie crimineel te entameeren tegens den Ondergefchrevene met mooglvkheid kan te pas komen , en ingevalle zy Praefident Burgemeester en Schepenen daar over, als met neutraal, kunnen nog mogen jugeeren, ter dier zaake waar van da Ondergefchrevene pretenfelyk word geaccufeerd, protesteert nog van kosten nopens deze acte van calange gedaan, en verders te doen, hebben of te lyden; alles na ftyle. Aftum Breda den 5 February 1787. (was get.) j- VAN Heusden. Gecollationeerd deze copie tegen zyn principaal, en daar mede bevonden te accordeeren by my ondergefchreevene Notaris, binnen Breda refideerende, den 6 February 1787- Quod Aitestor. {was gif.) ]• I- D- Laab» n<*- F 4  88 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hier op wicrdt den 25 February 1788, dit ap. poinctement by voorraad genoomen. „ Zy deze gefield in handen van zyn Hoog Edel,, heid, Jonkheer Benjamin Baron van der Borch, „ Drosfaard dezer Stad, ten fine van Examinatie ,, en fchriftelyk bericht." AQ:um in Collegio den 25 February 1788. (Onder Jlond) My prEefent, (was get.) C. L. Reigersman, Griffier. En vervolgens aldus: Haar Wel Edele Achtbaare gezien, gelezen „ en geëxamineerd hebbende het gerequireerde „ fchriftelyk bericht van zyn Hoog Edelheid den ,, Heere Drosfaard dezer Stad, en daar over we* „ zende gedelibereerd , werd het verzoek, ter „ Requeste gedaan geaccordeert, en dienvolgens „ de zaake daar inne gemeld, verklaart civiel en ,, compofibel; onder deze mits nogthans, dat het ,, origineel en by den Suppliant eigenhandig on,, derteekent Request met den origineelen brief ,, daar inne gemeld, ter Griffie alhier zal moeten „ blyven berusten; doch dat copie authentiek van ,, dat Request met de daar opgeflagene Appoinöe„ menten, aan den Suppliant ten zynen kosten zal „ worden uitgelevert," Actum in Collegio den 28 February 1788. (Onder ftond) My prEefent, (was get.) C. L. Reigersman, Griffier. N°.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. .$s !N°. 1938. ExtraEt uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Mogenden Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland y nopens de Soldyen van 't Krygsvolk. In dato den 15 Maart 1788. In achting genomen zynde, dat Hun Ed. Groot | Mogenden by derzelver Refolutie van den agHen 1 der voorledene maand goedgevonden hebben, aan, 1 de Militie ter repartitie van deze Provincie, en in 1 dezelve Guarnifoen houdende, provifioneel en ge1 duurende de tegenwoordige omftandigheid der 1 Guarnifoenen, toe te leggen een douceur van twaalf : Huivers per Man *s weeks, van de tyd af dat dezel\ ven 'in deze Provincie zyn gekomen; als mede aan 1 de Troepes ter repartitie dezer Provincie, in an« dere Provinciën en in het Diftrict van de Genera. liteit liggende, mede provifioneel een douceur van ! zes ftuivers per Man 's weeks. En voorts met betrekking tot de Militie op ande; re Provinciën gerepartitieerd, en binnen deze Pro■ vincie Guarnifoen houdende, met naame te Gorinchem, en de Artillerie te Delft en Amfteldam in Guarnifoen, mede het douceur van twaalf ftuivers per Man 's weeks zal worden betaald, mits niet langer dan geduurende den tyd van vier weeken, en by ampliatie van de voorfchreeven Refolutie op den nden dezer, nog hebben gerefolveerd, om aan alle de Ritmeesters en Kapiteinen van de Militie, ftaande ter repartitie van deze Provincie, zonI der onderfcheid of hunne Guarnifoenen zich binnen of buiten dezelve bevinden, te rembourfeeren het montant der douceuren op den voet van de voorheen genoten twaalf ftuivers, aan de Manfchap» pen der Compagnien gegeeven, voor zoo verre dezelven aan Gecommitteerde Raaden op dén ééd aan den Lande gedaan, zullen kunnen aantoonen, de voorfz. twaalf ftuivers efFedtivelyk te hebben betaald, en dat zulks plaats zal hebben tot den bóften dezer maand. F 5 Is  £0 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Is na voorgaande deliberatie ter executie van de i vooriz. dun Ed. uroot Mogen ie Keuiutien, goea. gevonden en verdaan, de Commifeo van de Firun» ■ cien by dezen te authorifeeren . tot het depech-e. ren van de Ordonnantiën van betaalinge der toegelegde douceuren, namentlyk: Voor de Troepen ter repartitie dezer Pmvircie en in dezelve Guarnifoen houdende, promfione l tot twaalf ftuivers per Man 's weeks, van de tyd af, dat dezelve in deze Provincie zvn gekim?n. Voor de Troepes ter repartitie dezer Provincie, in andere Provinciën en Diftrict van de Generaliteit Guarnifoen houdende, mede provifioneel tot ze» . Huivers per Man 's weeks. leem voor de Militie op andere Provinciën gere. , partitieerd, en in deze Provincie Lruarmloen houdende, met naame te Gorinchem, en de Artillerie i te Delft en Amfteldam in Guarnifoen, twaalf ftui- . vers per Man 's weeks, mits niet langer dan geduurende den tyd van vier weeken. En laatftelyk voor de Ritmeesters en Kapiteinen, , ftaande ter repartitie dezer Provincie, zonder on derfcheid of hunne Guarnifoenen zich binnen of ' buiten dezelve bevinden , mede Ordonnantiën te i depecheeren, tot rembourfement van het montant der douceuren, op den voet van de voorheen ge., notene twaalf ftuivers, aan de Manfchappen van hunne Compagnien gegeeven, voorzoo verre dezelve aan Hun Ed. Mogenden kunnen aantoonen, de voorfz. twaalf ftuivers efFe&ivelyk te hebben betaald, en dat zulks plaats zal hebben tot de maand, ingaande den 25 Maart 1788, zoo als insgelyks by behoorlyke Lysten op den ééd aan den Lande gedaan , van de effective fterkte der Manfchappen, de tyd dat dezelve in deze Provincie zyn gekomen, en verdere voorgemelde bepaalingen, zal moeten confteeren. En zal Extradt dezer gegeeven werien aan de Commifen van de financiën, mitsgaders aan de Sol- lici> 1  ie Geieurtentsfen in 1787 ent. voorgevallen. yt liciteurs Militair, zoo om te dienen tot derzelver naricht, als om zich daar na te reguleeren. Accordeert met het voorfz. Register. 'N°. 1939' Ruinest voor Lambertos Vriens, woo- ' nende te Vlaardingen, aan de Kieren Staaten van Holland, om in de Amnestie begreepen te worden, en om provifioneele furcheance van Procedures'; gepraïfenteerd den 26 Maart 1788. Geeft reverentelyk te kennen Lambertus Vriens, iwoonende te Vlaardingen. Dat de Suppliant , die ter evengemelde plaats Tedert veele jaaren herwaards, heeft gedaan eene Izeer geëxtendeerde Negotie in Haring, in verfche len in zoute Visch, door de Burger- en VaderlandIfche Sociëteit aldaar, verkooren is geworden tot [ Mede-Geconftitueerde van een notabel aantal Bur: gers en Ingezetenen der voorfz. Stede Vlaardingen ; i vervolgens in die relatie op den 15 September 1787 is praefent geweest, toen op het voorbeeld in ver1 fcheide groote Steden dezer Provincie, eenige Lei den der Regeering te Vlaardingen zyn geremoveerd 1 en anderen aangefteld geworden. Dat hoe zeer niemand, veel min een eenig der t geremoveerde Leden van de Regeering, of toen, ! of daar na feitelyk is aangehouden, gearrefteerd, ■ veel min enormelyk bedreigd is geworden, de Supj pliant echter zich in twyfFel bevind, of hy zoude ' vallen in de termen der exceptie, van de Amnestie 1 door U Ed. Groot Mogenden Plakaat van den 1$ \ February 1788 aan derzelver Ingezetenen, welke i in de plaats gehad hebbende beroertens zyn gemelI leerd geweest, verleend. Dat de Suppliant, die zich uit dit Land heeft geretireerd , zeer verlangt na zyn vaderland en woonplaats , mitsgaders by zyn Vrouw en vier Kinderen te retourneeren, waar in de Suppliant zich  &i Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zich ook durft verbeelden, dat zeer veele Ree ders en Kooplieden zoo te Vlaardingen als Maas. huis, uierKciyK ucmug iieucu , eu iimsuieu eeruie» ijjj dig vertrouwd, dat U Ed. Groot Mogenden geene s;:vi zwaarigheid zullen maaken hem mede in de voorfz. ,| Amnestie te comprehendeeren, daar de Suppliant t[is| -piegcig Kan Decuigen , gene zyner verricntingeo, , ooit te hebben gedaan met een opzet, omdaadenJ te doen, die hy begreep ftraffchuldig te zyn. Weshalven zoo keert de Suppliant zich tot UEd.!j Groot Mogenden, ootmoediglyk verzoekende, data U Ed. Groot Mogenden goedgunftïg moge behaa. J gen. om den Suppliant mede te comprehendeeren a in Hoogstderzelver Plakaat van Amnestie van dennj 15 Feoruary 170H, en dat by proviüe alle Crimineele Procedures tegens den Suppliant, hangende U Ed. Groot Mogenden deliberatien, moge werdend gefurcheerd. 't Welk doende, enz. N<\ 1940. Publicatie, waar by alle de Goederen vam: Ct-r^ELis van der Pot, onder Hondsholrédyklï gelegen, ter requifitie van Abraham Dodclas, ten eirde om jurisdictie te fundeer en, in arrest worden genomen. In dato den 29 Maart 1788. (*) Uit krachte van een Authorifatie op my Gerechts., bode van Hondsholredyk, Laürens van der Arend , ver- ' (*) Tot illucidatie voegen wy bier bet volgende by,/ zoodaanig gevonden .wordt in de Nieuwe Nederl. Jaarb. vamt 2787, bi 404a, uit de Delftfche Courant overgenomen'. Hondsholredyk den 30 Augustus. Heden namiddag ifl -het Burger-Leger, van Delft komende, alhier gearriveerd.il Deszelfs verfchyning verwekte zoo veel vreugd by de wel-■ denkerden, als verfiagenhe-'d by den Oranje aanhang: inzonderheid, toen onze gewapende Vaderlanders, door de:! tegenwoordigheid van dit Leger geruggefteund, den alomi be- •  de Ggbeurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 93 lerleend door Abraham Douglas, woonende op lordshol'-edyk voornoemd. Zoo ben ik, na voortfgaande mv gebleken is, van het bekomen confenc -an den Gerechte van deze Heerlykheid, in arrest jeemende, alle zoodaanige Goederen en Effecten, Sa den voortvluchtigen en gebannen Cornelis van ser Pot onder deze Rechtbank heeft leggen: ten Mnde de Jurisdictie van deze Heerlykheid te firnieeren; roepende voorts uit krachte van dezelve irreste, by Edicte op , U CorneXis van der Pot, mitsgaders alle anderen, die zich-party zoude wilen ftellen, Omme op Saturddg, zullende zyn den sden May aanftaande, des morgens ten elf uuren , Prokureur Gemachtigde te zenden voor den Ed. ftchtb Gerechte voorfz., ten einde te aanhooren ^oodaacige Eisch en-Concluflei of Eïsfchen en Conclufien, als ten dage voorfz. van wegens den Eisfcher ftaan gedaan en genomerl te worden, zoo in cas van verdere Decretatie van de voorgemelde cedaane Arreste, om ftand te.moeten grypen tot den uiteinde van den Procesfe toe, dan wel tegens lalle anderen^- die zich party zouden willen ftellen.».. om het zelve te gehengen en te gedoogen; wyders bv Rauwaótie të zien dienen van Eisch in cas vaa kosten, fchaaden .en intresfen, door U Gedaagde : aan den Eisfcher toégebragt. Met denzelven Eifcher te hebben aangedaanfceer 1 veele aanhoudende bittere beledigingen, verfmaa1 dingen, verachtinge en mishandelingen, zoo op als na den ^ofien Augustus laatstleden, en tot op den I9den fceruchten en gehaatten Bailjuw en Prinfelyken Rentmees. tèr, Abraham Douglas, in verzekering namen, en tasfchen een Commando naar het Kamp voerden. Alomme, ■waar hy pasfeerde, werden hem de bitterfte verwytingen van al het kwaad, door hem gepleegd, toegeduuwd, .doch voor het overige, is hem buiten den fchrik en het befpatten zyner zindelyke klèeding door het gaan langs eenen ilyke» rigen weg, geen het minde letzel toégebragt. Hy werd tervolgens in goede bewaaring geftèld,. en men is zeer verlangende, wat nu verder van hem worden zal.  54 " Vemmtling van Stukken betrekkelyk tot loden September daar aanvolgende ten Uwen huize, op een zolderkamertje en zoo te zeggen onder hec dak, in itrikte gevangenisfe te houden en hem al. Ie acces en correspondentie af te fnyden, voorts onder een aantal gewapende Manfchap te laaten bewaarf-n, gelyk ook van mede te hebben helpen be» raadflagen en overleggen in de verdere gevangelyke vervoering, vat) alhier naar het zoogedoopte Burger-Legertje, om denzei ven aldus gevanglyk achter aan het zelve Legertje te doen mede voeren. Op alles te antwoorden. en verder hier by voort te procedeeren als na Rechten. En is deze by my, ra voorafgaande Publicatie, geaffïgeerd ter plaatze daar zulks gebruikelyk is en behoort te gefchie•den. Aflum Hondsholredyk, den 29 Maart 1788. (was geteekend) Latpfns van dfr Arend, Gerechtsbode van Hondsholredyk, l^o. 1941. Publicatie op naam van Heeren Commisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid, te Dordrecht . waar by een ieder tot het draagen van eenig Orarijetekenen en eensgezindheid wordt aangemaand, ln dato den 29 Maart 1788. Wy WtLtPM Gcstaaf Fredrtk, GraavevanBen. tinck, Heere van Rhcon en Pendrecht, befchreevea in de orden'van de Ridderfchap en Edelen van Holland en West-Friesland , Bailjuw en Schout van *s Graverhage , Hoog Heemraad van Rhynland , cn Dirk Mefrfns . Raad in den Hove van Holland, Zeeland en Friesland; als fppcialyk door zyueHropheid, den Heere Prirfe Erf Sradhouder, uit krachte van de authorifatie op Hoogsrdenzelven verftrekr, by Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden van dato 31 October 1787, gequalificeerd en ge.  ie Gtbturtemsfin In 1787 ent. voorgevallen, gecommitteerd, omme de rust en het vertrouwen onder de Regenten en Burgers binnen deze Stad *e herftellen; ailen die dezen zullen zien of hooren lezen, ƒ lut: doen te weeten. Alzoo wy geinformeerd zyn geworden, dat aan Je zoo welmeenende en vriendelykfte aanmaaning ;n verzoek van den Gerechte dezer Stad, van den ïo December des voorleden jaars 1787, aan de Burgery en Ingezetenen: dat zy zich in hetdraa„ gen van eenig Oranjevercierfel, naar het denk| beeld van de meerderheid der fiurgerye zouden I fchikken, en alzoo de eensgezinheid bevorde„ ren;" niet zoo algemeen wordt voldaan en be« mtwoord , als men van de rustbeminnende Bur« jgers en Ingezetenen zouden hebben mogen verwagten, en dat by zommigen wordt voorgegeeven, dat men zulks eerstdaags geheel zoude nalaalen; en alzoo daar door zoude kunnen kunnen worden veroirzaakt, dat de rust, welke thans binnen deze Stad zoo gelukkig plaats heeft, wierde ge[toord, waar door de goede oogmerken van Hun» me Edele Groot Mogenden en van zyne Hoogheid i(tot welker uitvoering onze Commisfie is ingericht) zouden kunnen verhinderd, zoo niet geheel veryrjeld worden. Zo is *t, dat wy, na ingenoomen advis van Heeren Burgemeesteren en Regeerders, alle Burgers i en Ingezetenen dezer Stad en derzelver Jurisdictie, iiwelke de rust beminnen, en blyken willen geeven pvan hunne oprechte geneigtheid, om, uit eerbied 'ivoor den Souverein, Hoogstdeszelfs goede oogimerken te helpen bevorderen, vermaaanen, om [zich zorgvuldig te wagten, van het geeven van aanI floot aan hunne Medeburgeren, inzonderheid door [zich (eer znlks algemeen zal worden nagelaaten) ivan dezelve te onderfcheiden met het niet draagen ! van een Oranjeteken, het welk met toeftemming \ van den Souverein, thans overal wordt gebruikt, als Ieen blyk van zucht tot eensgezindheid en rust, en dus aanleiding te geeven tot nadeelige gevolgen , toe  9ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tot gevoelige fmerte en hoogst ongenoegen van zyne Hoogheid, wien niets meer ter harte gaat, dan de algemeene welwillendheid, vrede en bloei der Ingezetenen ; terwyl door Hoogstdenzelven alle drift, en de noodlottige uitwerkzels daar van, als' ftrydig met 's Lands Wetten, en niets minder zyn-, de dan kenmerken van zyne waare Vrienden, ten! fterkften worden afgekeurd. Aldus gedaan te Dordrecht den 29 Maart 1788. (was get,) W. G. F. v. Bentinck. Dirk Meerens. No. 1942. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prir>fe Erf-Stadhouder, waar by de Re. geering in den Uriel wordt veranderd. In dato den 5 April 1788. Wy Willem, by de Gratie Gods, Prinfe van Oranje en Nasfau, &c. &c. &c. Allen den genen, die dezen zullen zien of hooren lezen Jalut: doen te weeten. Dat wy in deze bekommerlyke tyden niets meer ter harten neemende, dan dat de refpedtive Steden dezer Provincie, onder ons Stadhouderfchap forteerende, mogen worden gebragt in zoodaanige orde en regeeringe waar door derzelver rust en voorfpoed worden geftabileert, en ons zoo door de publieke notoriteit, als door den voordracht van Gedeputeerden der Stad Brielle, kennelyk zynde geworden, dat in dezelve Stad, tusfchen de Regen* ten en Ingezetenen onderling, zoodaanige diffiden-tie was ontflaan, waar door ons goed oogmerk niet kan worden bereikt, zonder gebruik te maaken van de authorifatie by Refolutie van de Edele Groot Mogenden Heeren Staaten van Holland en WestFriesland van dato 31 Odtober 1787 op ons verleend , en voorts uit 't Rapport van onze Commisfarisfen, Jonkheer Willem Gustaaf Frederick , Graa-  f ■ de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 07 [ Graave van Bentinck , Heere van Rhoon en Penïdrecht, beichreven in de orden vaD de Ridderfchap :en Edelen van Holland en West Friesland , Bailjuw en Schout van 's Gravenhage, Hoog-Heemraad van Rhynland, en Mr. DirkMeekens, Raad lin den Hove van Holland, Zeeland en Friesland , .welken wy (om presfante affaires ons perfoonelyk in de voorfz. Stad niet kunnende laaten vinden) Iderwaards hadden gezonden, van al het voorenftaaa:de nader ingeformeerd zynde, mitsgaders dat ze« 1 ventien van de twintig in funüie zynde Vroepfchappen, als mede den Penfionaris, Secretaris en Sub[ ftituut-Secretaris der voorfchreven Stad, hebben 1 verklaard, ter bevordering van ons voorfz. goed : oogmerk geneigd te zyn, hunne refpective posten ; ter onzer dispoficie te ftellen, hebben goedgevontden de voorfz. meeninge en intentie der voornoem 1 de zeventien Vroedfchappen en Ministers met 00ize approbatie te fecondeeren; dien volgends hout den wy mits dezen dezelven voor ontlast van hun. : ne voorfz. posten, henlieden bedankende voor den ; dienst aan de Stad Briel/e tot nu toe geprsedeerd, i zoo als wy mede hebben goedgevonden de drieove1 rige Vroedfchappen der Voorfz. Stad te ontflaan, Igelyk wy dezelve ontflaan by dezen van hunne 1 voorfz. funttien , zoodaanig nogthans, dat alle de 1 voornoemde, zoo ontlaste als ontflaagen Regenten, 1 daar door niet zullen worden gekwetst of benadeeld i,in hunnen goeden naam en faam, veel min dat dei zelve daar uit zullen mogen worden gefufpicieert, i zich in de Regeering van Land of Stad niet naarbe- 11] hooren gedragen te hebben; interdiceerende wel l ftriktelyk eenen iegelyken wie het zoude mogen : zyn, de meergemelde by dezen door ons ontflaj gen Regenten daar over te betichten , veel min hunne perfoonen of goederen eenigfints te m^lesteeren, befchaadigen of incommodeeren , dezelve geweztne Regenten mitsgaders hunne familien eo goederen ten dien einde neemende in onze fpecitale protectie en fauvegarde : alles ingevolge de XXIV. Deel. 6 G do-  ?)8 Verzameling van Stukken betrekkelyk 'tot boveDgemelde Refolutie van Hun Edele Groot Mo. . genden. Wyders hebben wy goedgevonden aan te ftellen, , gelyk wy aanftellen by dezen &c. NB.,Zz'e in het VI. Veel bl. 75 en 76, de «aa«. men dir nieuw aangebelde en gecontinueerde Regen-■ ten, dus overbodig die hier ter plaaue weder te her- < haaien. Voorbehoudende aan ons, om, in gevalle van won 1 acceptatie van een of meer der voorfz. aangeflelde! Regenten, de daar door openblyvende plaatzen te; vervullen. Voorts gelasten wy onze voornoemde Commïs- . farisfen, om in onzen naam de voorfz. Vroedfchap.. pen en Ministers in derzelver refpeöivequaliteiten 1 de gewoone ééden af te neemen, als mede den ééd, , by Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden vatn dato 15 February 1788 gearresteerd, luidende als ; volgt: „ Wy belooven en zweeren gehouw en getrouw ,, te zullen zyn aan de Conflitutie en Regeerings-. „ form van den Lande van Holland en West-Fries-„ land, beflaande in de Hoogde en SouvereineO-■ „ verheid van Hun Ed. Groot Mogenden de Staa-■ „ ten van denzelven Lande, met het Erf-Stadhou-. der-, uouverneur-, rvapueiti- en .aamiraancnap- • '„ Generaal, erffelyk in het Doorluchtig Huis van 1 „ Urarje, zoodaamg ais net zeive in nun 11a. ur. Mogenden Refolutie van den jaare 1747 is op9, gedraagt n , en by den tegenwoordigen Heere „ Erf-Stadhouder in den jaare 1766 aanvaard." En eindelyk nog om alle de Vroedfchappen en Ministers, welke die Ambten op den 23 Novem¬ ber 1787 hefcleed hebben, en Dy dezen wederom zyn aangefteld, te doen presteeren den ééd by Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 23 November 1787 geordonneerd, houdende: Dat zy verklaaren , dat zy aan de Afte van Ver„ bindtenis, welke op den. 8 Augustus 1787 .^8. „ fenea /  de Gebeurtenis/en in 1787, enz. voorgevallen. f #9 ,, fchen verfcheiden zich noemende Vaderlandlievende Regenten, te Amfteldam aangegaan,, ea a, door dezelve en naderhand mede door veele an5, dere geteekend is , of geenerlei deel hebben ge„ had, direct of indirect,.of, by zoo verre zy daar „ aan eenig deel direct of indirect gehad mogten „ hebben, daar van te reöliëeren en zich ontfla„ gen te houden van alle uit dien hoofde gecon» „ tracteerde verplichting." Wyders verklaaren wy onze intentie te zyn, dat het verkiezen van de voornoemde nieuwe Regenden , (ook van den zoodaanigen onder hen, aan welkers tyd van Poorterfchap ietwes ontbreekt) in maniere als vooren gedaan, in dit extraordinair geval, alleen is gefchied tot meerder rust en .dienst der voorfz. Stad Brielle, en tot wegneeming van diffidentie en onlusten aldaar ontflaan , en .zulks zonder eenige prsejuditie of confequentie voor het toekomende, ten aanzien van de Privilegiën, Vryaeden of Gerechtigheden der voorfz. Stad, en de goede Burgeren of Ingezetenen derzelve compe:eerende; die wy verftaan, dat in haar oude kracht sn vigeur blyVen zullen. En dewyl.wy een byzonder belang ftellen in al» ies wat in ops is te helpen toebrengen, om de rust, sendracht, .het vertrouwen, en den daar uit fpruilenden' bloei van dit gezegend Gewest, en van de uroorfz. Stad Brielle te doen herleeven, referveeren sry aan -qns (om zoo. fpoedig mooglyk) op de refpective Addresfen^ welke daar toe zouden mogen [trekken , aan onze voornoemde Commisfarisfen gedaan, te disponeeren, en zoodaanige verdere ordres te ftellen, als wy ten meesten nutte zullen oirdeelen te behooren. Eindelyk vermaanen wy alle RegenteD, Burgers en Ingezetenen der voorfz. Stad Brielle, dat zy alle tot hier toe gefubfifteerd hebbende Partyfchappen en Animofiteiten laaten vaaren, het gepasfeerde wederzyds vergeeven en vergeeten, en gelyk Jbet goede Burgers en Ingezetenen betaamd, voorG 2 taaa  ioq Verzameling- vm Stukken betrekkelyk tot taan in vrede en goede harmonie zamenleeven: ter- , wyl wy het betrachten of nalaaten van dezen plicht t van de zyde der genen, die profesfie maaken yanj aankleevers te zyn van de belangens van ons Huis», zullen aanmerken als den toetsfteen van de oprecht-, heid van derzelver gevoelens en bedoelingen. Verwagtende wy voorts, en des noods bevee-' lende, dat alle Burgers en Ingezetenen, en een ie-■ gelyk van hun, voortaan in het generaal zullen be-:, trachten, al het gunt de plicht van gehoorzaamheid en onderwerping aan hunne wettige Overheid vor«'. dert, op poene dat de genen , welke bevondenzulJ len worden tegen deze onze ferieufe wil en begeerte te hebben ingegaan, en zich aan eenig wanbe-f dryf tegen de waardigheid van de Regeering of on-t gehoorzaamheid aan de beveelen van dezelve fchul-l dig te maaken, als verftoorders van de gemeenei rust en verachters van onze heilzaame oogmerken! en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volJ gens de wetten van den Lande, zonder eenige con«i niventie, anderenten exempel zullen worden ge-; Gedaan in 's Gravenhage, den 5 April 1788. (was geteekeni) Willem, Pr. van Oranju (lager Jlond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid,1 (was get.) W. tan Citters. N*v  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, lot IN'. 1943* Extradt uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden, waar by Mr. C q. Per. syn oudjte Commis van de Generaliteits Fmancie. Kamer, van zyne post wordt gedimitteerd. In da* to den 23 April 1788. Is gehoorc het Rapport van de Heeren Torck van Rozendaal, en andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Plakaaten en Reglementen, ingevolge en ter voldoening van Hun Hoog Mog. Refolutie Commisforiaal van den iften (dezer loopende maand , geëxamineerd hebbende eene Memorie van Mr. M. van der Pot, waarneemende het Officie-Fiskaal van de Generaliteit, diemende tot antwoord op Hun Hoog Mog. Refolutie van den 6den February dezes jaars, waar by hy geJast word, zich te informeeren op het gedrag van 'Mr. Pieter Padlus , als mede op dat van alle aa!dere Officianten en Bediendens van de Generaliteit, m-welke zich op dezelve of diergelyke wyze mogten iihebben misgreepen, en door een in het oog looipend gedrag zich tegens fommige Provinciën had[den geëmancipeerd: rapporteerende by de voornoemde Memorie, het gene hem provifioneel was 11 voorgekomen ten opzichte van de conduites van 'izoodaanige Officianten en Bediendens, welke ïm: mediaat aan de Vergadering van Hun Hoog Mog. I: of aan de overige Generaliteits Collegien in s Ha|;ce, zyn geattacheerd. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden I en verftaan» dat onverminderd de verdere delibe1 ratien over den inhoud van voornoemde Memorie, : in achting genomen zynde, dat de conduites van i Mr. Gaspar Qdiryn van Persyn, oudfte Commis i van de Generaliteits Financie-Kamer, geduurende 1 de onlangs geleedene beroertens zoodaanig zyn ge1 weest, dat hy alle recht en aanfpraak op het ver1 trouwen van Hun Hoog Mogenden heeft verloo! ren; dat dezelve ook zyn post daadelyk heeft verhaten, zonder na den 7den February op hetCompG 3 toir  102 Verzameling van Stukken betrekkelyk'tSt ton* te verfchynen, niet tegenflaande hy geen per- . misue aaar toe naa geootineera, noen gevraagd, noch eenige orde op de waarneeming van zyn post : had gefield: de Commisfie van gemelde Mr. G Q\ . van Persyn, als Commis van de Generaliteits Fi- ■ nancie-Kamer zal worden ingetrokken, en buiten i effect gefield, zoo als by deze gefchied ; worden-, de dezelve dienvolgens van die kwaliteit gedemit-. teerd en van den ééd aan den Lande in voornoem», de kwaliteit gedaan, gehouden voor óntflagen , en i dat daar van aan de Commisfie van de Generaliteits! Einancie-Kamer kennis zal,worden gegeeven. Dat de verdere inhoud van de voornoemde Me-rnorie, gefield zal worden in handen van welgemel-■ de Heeren ïorck van Rozendaal, en andere Hun i Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van . de Plakaaten en Reglementen, om nader te vifi-, ic?ren, examineeren, en van alles ter Vergadering ; rapport te aoen. Dat voorts Copie van de voornoemde Memorie van Mr. van der pot gezonden zal worden aan den Raad van Staate, om voor zoo veel aangaat de Officianten aan hun geattacheerd, daar op zoodaanig te disponeeren, als zullen vinden te behooïerj. Accordeert met voorfz. Register. J$o. T944. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk het redres der zaaken van de West-In* dijche Compagnie. In dato den 16 May 1788. By<-refumptie gedelibereerd zynde op het Rapport ter Vergadering uitgebracht den itjden April laatstleeden, door de Heeren van de Ridderfcnap en verdere Hun Edel Groöt Mogenden Gecommitteerden tot het groot Befoigne, ingevolge en ter voldoening van Hun Ed. Groot Mogenden nadere Re-  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 103 Refolutie Commisforiaal van den 17 January laatstfeeden , hebbende geëxamineerd het Rapport den 10 Maart 1787 ter Generaliteit uitgebracht door óï H-eren Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden, Z Refolutie van den 27 Oöober 1780 ieerd, om met de Gecommitteerde Btwindhebberen uit de Vergadering van Tienen te confereeJe?, over zaaken de West-Indifche Compagniebe- '"^goedgevonden en verftaan , ter Generaliteit te dofn declareeren, dat Hun Ed. Groot Mogenden het met de gemelde Heeren Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden volmaakt ééns zyn, dat de handel od de VVest-Indiën van het uiterfte belang is voor Se Republiek, en een van de aanzienlykfte takken van beftaan voor de Ingezetenen ; dat dezelve, niet ■ alleen vruchtbaar is voor de Provinciën van Holland en Zeeland, door de jaarlykfche circulatie van een CaDitaal, op veele Milioenen begroot, maar dat deszeï? voordeden zich verfpreiden door de geheele Republiek, het zy door vertier van Produo. ïe van den Landbouw en Veeweidery, Fabrieken , en Trafiken, het zy door de kost te bezorgen aan duizende huisgezinnen, door den aanbouw en rem "ie van Schepen met alle haare benood.gdheden; dat dezelve handel vatbaar is voor een merkdvken toewas , en evenredige voordeden voor den S?aat in het gemeen, en inzonderheid voor de Commercie en lnduftrie; dat 'er niet. yveng genoS kan gezorgd worden voor het behoud van Colonien, die altyd een zekere markt voor goederen nk alle de weerelddeelen aanbieden, en van waar de ko tbaarfte Producten naar alle Oorden der bekende weereld kunnen vervoerd worden ; dat deze gelegenheid voor den Koophandel van des te meer lewichtis geworden, naar maate de geest van Koophandel meer is opgewakkerd by de meeste Europ fche Mogendheden, en dezelve een groot gedeele van den zeevaart en handel aan zich getrokken hebben, diewy in voorige tyden met zooveel voor- ttr.'ffende. , ... - n^ralirek  104 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot deel gewoon waren te doen; dat Hun Ed. Groot Mogenden derhal ven geen y ver genoeg kunnen too. nen, om dezen handel voor te flaan, noch te veel fpoed, om de noodige middelen daar toe by de hand te neemen ; en mitsdien van advis zyn: dat als een vasten grond en onwrikbaar beginzel diende aan. genomen te worden, dat de handel van de Colonien geheel in handen van de Ingezetenen van den Staat behoort te blyven, met zoo weiniguitzonderingen, al? de natuur van de zaak toelaat, zoo dat de Producten van de Colonien geene markt hebben dan het Moederland, en alle de benoodigheden van de Coloristen, hun door de Ingezetenen moeten worden aangebragt, dat de adminidratie van de Colonien zoo hier te landen, als in dezelven naar deze regel behoort ingericht te zyn , en dat deauthoriteit en activiteit der adminiflratie zoadaanig behoort te wezen, dat aan dien regel geen atteinte kan worden toégebragt; dan, dat in aanmerking neemende, dat de Heeren Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden niet alken twyffelachtig flel'en, of het beduur der Compagnie, , waar, even als in andere „ zaamgeflelde lighaamen , gebreeken zyn inge,, floepen, als natuurlyke gevolgen van haareCon„ flitutie, bt flaande uit vyf Kameren, tusfchen „ welke geene genoegzaame Correspondentie is, „ uit hoofde van derzelver zeldzaame byeenkotns,. ten, en by zo-nmigen van welken fleers defcha„ duw van beduur is overgebleven. " Of die Compagnie wel in daat zy, om volgens het gedelde principe de zaaken te adminideeren, maar dat zy Heen n Gedeputeerden zelfs volmondig erkennen , „ dat het voor het èlgemeen belang voordeeliger „ zyn zoude , by aldien alle de Colonien in de „ West Indiën onder eeneen dezelfde directie kon,, den gebragt worden." Hun Ed. Groot Mogenden het dienvolgens ook bedenkelyk hebben ge« vonden , of het wel raadzaam zoude zyn, permanente fchikkingen te arresteeren zoo kort voor de expiratie van het Octrooy der Compagnie, en of de-  ie Gebeurtenis/en in r787voorgevallen, ioj [dezelve niet behoorden provifioneel gemaakt te worden, in zoo verre zy betrekking hebben tot de tegenwoordige directie, op dat de Souverein de han. Iden moge vry houden , om naderhand de Regeering van de Colonien en den handel op dezelven :beter in te richten, en dat Hun Ed. Groot Mojgenden zich tot het laatfte hebben bepaald, maar inogthans oirdeelen , dat deze provifioneele fchikkingen met de meeste fpoed met aandrangen kracht imoeten worden ingevoerd , uit hoofde van den nood ider Compagnie, reeds meer dan een jaar geleeden :door de H ereL Hun Hoog Mogenden Gedeputeëriden voorfpeld, icdien men langer naliet de noodi>.gi* hulpmiddelen aan te wenden, zoo dat de con* fufie thans tot de uiterfte hoogte is geklommen; 1 dat de Compagnie noch geld, noch credit heeft, !de Regeeringe in de Colonien, om ver geworpen :zyn, en de ƒ 'tuitje onwerkzaam gehouden word, :uit al het welk is voongevloeid een opentlykgetolereerde handel met Vreemdelingen , welken de ivoordeelen genieten die voor de Ingezetenen van Iden Staat alleen behoorden bewaard te worden, * : en dat het Moederland, indien de zaaken langer op » idien voet voortgaan, beter zoude doen de Coloni! en geheel te laaten vaaren, en alle de onafmeet! baare voordeden derzelve te misfen , dan langer ! kosten aan dezelve te belteeden , waar van de vruchl ten door anderen worden geplukt. Dat Hun Ed. Groot Mogenden, na deze voori afgaande confideratien, overgaande tot de talryke : pointen van het meergemelden Rapport, op het i eerlte Hoofddeel zullen remarqueeren, dataangaan; de het eerlte point van het zelve, een accommo: dement tusfchen de Provinciën van Holland en Zee; land minder noodzaakelyk word, als men de fchiki kingen flegts provifioneel, wil maaken , en dat men ! zich eenvoudig aan het Reglement van 1772 zoude : behooren te houden, ten welken opzichte HunEd. [Groot Mogenden wel mogen lyden, dat een ge; paste aanfchryving worde gedaan tot Itricte opferG j van-  jgfSr FerzameKng van Stukken betrekkelyk tot , vantie van'het Zelve; op htt tweede poiot, aaa« gaande de Fortificatiën, dat het daar heenen zoude behooren gedirigeerd te worden, dat dezelvendoor de Generaliteit worden gemaakt, onder heb opzicht van Perfoonen, by Hun Hoog Mogenden te dispiciëeren en te committeeren; alzoo het eenvoudiger is, en meer aan het oogmerk zal voldoen , dat de Staat zelf de noodige kosten aan die Fortifi. catien belteede, dan dat de Penningen, door denzeiven opgefchooten , eerst door middel van de Compagnie tot dit einde worden gebruikt. * - Op het derde point, dat, hoewel het Plan eener Regeering voor Demerary en Esfequebo niet geheel vry te fpreeken is van gebreeken, het zelve, uit hoofde van den dringenden nood om eene Regeering, hoedaanig dezelve ook zy, in te Hellen, mede provifioneel zoude kunöen aangenomen worden, met deze by voeging, dat de Colonie Raaden mede gehouden zullen zyn, de politique beveelen van de Wtst-IndifcheCompagnie, geduurendederf tyd van haar Octroy , naar te komen; terwyl aan de Planters en aan een iegelyk Ingezeten derColoEie word vrygelaaten , hunne bezwaaren aan de West-Indifche Compagnie voor tedraagen, en, indien dezelve aldaar niet wierden afgedaan, als dan dezelve bezwaaren in den boezem van Hun Hoog IVlogenden over te brengen, en dat uit aanmerking1 van de verregaande ongeregeldheden, ophet voetfpoor van het gebeurde hier te lande ook in de Colonien verwekt, zyne Doorluchtige Hoogheid, als Opperbewindhebber , zoude behooren verzocht en gequalificeerd te worden, om voor ditmaal, en zonder confequentie voor het vervolg, de Regeering diredt aan te ftellen, en des noods met de fier» ke hand te maintineeren en te doen refpecteeren,! alsmede, dat de ééd, in het Rapport voorgedragen, zal worden geamplieerd met de getrouwheid aan Hoogstgemelde zyne Doorluchtige Hoogheid, als Opperbewindhebber. Dat op het vierde point, aangaande de Hoofdgelden voor de Compagnie in de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz,.voorgevallen, iQj, dé Colonien te heffen, Hun Ed. Groot Mogenden van oirdeel zyn, dat de agterflallen moeten ingevorderd worden, op den voet in het Rapport, pag. 2,7, voorgedraagen, namelyk, die van I784. met 1788, van 1785 met 1789, van 178S met 1790 en van 1787 met 1791, dat dezelve Hoofdgelden, zoo wel als de achterftalien , behoorden gefield te worden op 2 gulden 10 ftuivers voor de Compagnie, dat het Akker en Zegelrecht behoorden afgefchafc !te blyven, en in de plaats één gulden Hoofdgeld meer geheven worden, te beginnen met het jaar 1792 , wanneer de achterftalien zullen afbetaald zyn. Dat op het vyfde point het aldaar gemelde bericht, aangaande de communicatie tusfchen De. rmerary en Esfequebo , zal worden gerequireerd. Op het zesde Point, dat de voorflagen van de Heeren Hun Hoog Mogendtm Gedeputeerden tot het 'wegneemen van eenige misbruiken in de Regeerin>gen van Curacao en St. Euftatius provifioneel woriiden aangenomen, op dezelve wyze als het Plan van iRegeering voor Demerary en Esfequebo, doch [dat de InflruSien van de Eiskaals van Curakao'en St. Euftatius behooren nagezien te worden; eneinIdelyk op het zevende point, dat voor en al eer het 'Advis van de Nederlandfche Hoven van Juftitie, op een Wetboek voor de Colonien in te neemen, kundige lieden in de Colonien, ervaaren in den aart ivan het land en deszelfs Inwoonders, aangemoedigd zouden moeten worden, om zoodaanige Conicepten aan de hand te geeven, welken vervolgens door de gemelde Hoven zouden kunnen worden ge: examineerd en gerectificeerd. Dat Hun Ed. Groot Mogenden, met opzicht tot het tweede en derde Hoofddeel,aangaande den Ne■ eerhandel, en de Kust van Guinea,in het algemeen : remarqueeren, dat 'er niets kan bygevoegd worden : by het gene de Heeren Hun Ed. Mogende Gedepu1 teerden, over het gewicht van deze materie ter nei derftellen , dat de voorfpoed der Colonien buiten ; allen twyffel van den overvloedigen aanvoer van Ne. gers  105 Verzameling van Stukken tetrekkelyk tot gers afhangt; dat gevolgelyk alle middelen by de hand moeten genomen worden, om dien aanvoer evenredig met de benoodigdheden der Colonien te doen zyn, dan dat Hun Ed. Groot Mogenden het mede als eene grondwaarheid aanzien, dat de Negerhandel enkel en alleen door Ingezetenen behoort gedreven te worden, en dat het niet alleen gevaar» Fyk maar allerverderflykst zoude zyn, denzei ven aan Vreemdelingen toe te laaten; dat uit hoofde van den dringenden nood der Planters, om een genoegzaam aantal Negers voor den Landbouw te bezitten, de genen die hun dezelve aanvoert, doorgaans meester is van den handel der Colonien, en wil hy Producten in betaaling hebben, zoo als zekerlyk zyn belang medebrengt, denzelven hem niet kunnen ge. weigerd, maar in weerwil van de zwaarfte pcenaliteiten zullen geleverd worden; dat derhalven ten allerftrergfUn behoord gewaakt te worden tegen den invoer van vreemde Negers, en jaar uit, jaar 1 in, gewapende Vaartuigen in de Rivierenen lang» de Kusten van de Colonien geftationeerd te zyn, om den Sluikhandel voor te komen; doch dat Hun Ed. Groot Mogenden aan den anderen kant wel overtuigd zyn , dat het gemis van Negers een doodflag voor de Planters is; dat de Nederlandfche Vaart op de Kust van-Africa thans lang niet voldoende is, om de benoodigdheden van de Colonien op verre na te voldoen, zoo dat de Planters om die rede als genooddrongen zyn, om de Negers, onder vreemde vlaggen aangebragt, heimelyk te koopen, en eene flritte obfervantie der prohibitive wetten de Plantagien waarfchynlyk, alreeds voor een gedeelte jd woestenyen zoude veranderd hebben; dat Hun Ed. Groot Mogenden derhalven dit zeo hoognoodig verbod van invoer van Slaaven in vreemde ichepen niet aanpryzen, zonder te gelyk krachtdaadige middelen aan de hand te geeven, waar door de Nederlandfche Vaart wel ras wederom tot dien bloei zal kunnen gebragt worden, welke vereischt wordt om de Colonien naar behooren met Negers te voorzien»  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, tof zien, en welke de flipte naarkoming van het verbod van den handel met vreemde Neger-fchepen, niet langer zal doen zyn eene ondraaglyke hardigheid voorde Planters, die buiten het belang, dat het Moederland in derzelver behoud heeft, nog daar boven, als Onderdaanen van Staat, eene rechtmaatige aanfpraak op de befcherming van denzelven hebben; maar dit verbod veel meer, gelyk als hetzelve by deszelfs oirfprong geweest is, toteene wyze en billyke wet zullen doen flrekken, door welke de onderlinge handel van de Colonien met het Moederland aan de Ingezetenen van den Staat verzekerd blyft, en de Planters niet belet worden om tot eene redelyke prys hunne benoodigdheden aan te koopen , en zich van hunnen overvloed te ontlasten, maar alleen belet, om alle de voordeelen van den Handel, uit den boezem van het Moederland , in den handel van Vreemdelingen over te brengen. Dat de Negerhandel ook niet kan aangezien worden als een object daar provifioneele middelen te pas komen, omdat, hoedaanig ook de Adminiflratie der Colonien en van den geheelen handel op de West lndiën, in het vervolg moge worden ingericht, de Colonien, altyd znllen beflaan, en derzelver voorfpoed altyd zal afhangen van den meer of minderen toevoer van Negers, gelyk de voordeden van denzelven voor het Moederland wederom altyd grooter of geringer zullen zyn, naar maate de Negerhandel uitfluitender wyze zal gedreven worden door Ingezetenen van den Staat; dat, wanneer men nagaat de omftandigheden, welken dien Handel federt een geruimen tyd ter neder drukken» en in fommige Steden, waar dezelve met vrucht gedreven wierd, tot niets hebben gebragt; deze drukkende omftandigheden gevoeglyk kunnen worden verdeeld in vier clasfen; I. wat betreft de Rhederyen; 2. de lasten door de Compagnie opgelegd; 3. de handelwyze op de Kust van Guinea; 4. het beftuur in de Colonien; dat 1. onze Rhede. ryen  iio Verzameling van Stukken betrekkelyk toi\ ( ryen veel hebben geleden door een ingeflopen misbruik, volgens welk de Schipper een gedeelte van de laading voor deszelfs leékening nam, de Boekhouders, zoo men zegt, zich met hem verdonden, en de Rheders vervolgens alle de verliezen moesten draagen, terwyl de winden voor de Schipper en den Boekhouder waren; dat onze Rhederyen vervolgens ook niet oaderneemend genoeg waren, en maar één of twee Scheepjes uitrusteden, hoe zeer het voorbeeld der Engelfchen , welke zoo aanmerkelyke vorderingen in den Negerhandel gemaakt hebben, hen behoorde te overtuigen, dat het ongelyk meer voordeel aanbrengt, vier of vyf Schepen te gelyk in Zee te houden, welken elkander op de K-ust aflosfen, en dep handel jaar uit, jaar in, doen voortduuren, zoo dat 'er altyd ten behoeve van de Schepen een behoorlyke toevoer ,van Negers naar Strand is, en voor de Rhederyen i zei ven het- verlies van één Schip door de winden van een ander rykelyk vergoed wordt; dat de gelukkige of ongelukkige uitflag eener reis ook veelal afhangt van de bekwaamheid van het Scheepsvolk, en voornaamelyk van den Schipper, vermits 'er geen handel is, die zooveel kunde en ondervinding vereischt, om met voordeel gedaan te worden, als de Negerhandel, en dat inmiddels het getal van bekwaame Handelaars, door hetafneemen der Vaart, overhand vermindert; dat 2. de Compagnie, belast met zwaare kosten van onderhoud der Posfesfien op de Kust van Guinea, is genooddrongen geweest om denzelven goed te maaken door even zwaare belastingen op de Schepen, derwaards onder zeil gaande, als mede op de Bedienden, aan welken zy den Handel toelaat; dat toen de Compagnie in haaren oirfprong de eenige Handelaar in Negers is geweest, zy toen uit de voordeden van dien Handel de kosten van onderhoud heeft gevonden, dan dat zy naderhand gedéeltelyk, en federt het jaar 1734. geheel hebbende moetende afzien van alle Vaart hoegenaamd, uit onvermogen om dezelve voort te zetten., .zy den  dl Gébeurtenisfen tri 1787, enz* voorgevallen, «ï den Negerhandel heeft moeten- opénftellen, ondeï beding van zekere, Recognitiën, door haar bepaald tiaar evenredighei i van de noodige kosten met welken zy belast bleef; dat die Recognitiën echter zoodaam'g waren, dat een Schip van hier uitzeilende vier of vyf duizend guldens moet betaalen, eenderde contant, en voor twee derden moetBorgftellen op dat dezelven dan zelfs achtervolgen , wanneer detyding komt dat het Schip vérgaands, al >was het op de t'buis reis met Produften van de Codomen , of wanneer naar het gebruik hier te Lande ■een Schip gerekend word verloren te zyn, dit zoo (drukkende een belasting de Rheders affchrikt van ■eene onderneeming, die altyd op zich zelve gevaarlyk, en in alle geval van langen duur is, en die zwaare Kapitaalen vereischt, van welken eerst na *ree!e maanden iets te recht komt;, dat de Compa- CBie op denzelven grond, 8 Engels of 20 Guldens, loet betaalen aan haare Bedienden op de Kust voor iieder Neger, dien zy verhandelen; dat dezelve Bedienden de. Negers, gelyk als-ligt te begrypen is, zoo veel duurder verkopen; dat die belasting alzdo l-wederom uit de Beurs van de Rheders word: opge- ■b agt, of zoo men wil uit de Beurs, van de Planters, ■aan wie de Neger eindelyk blyft , wora gedraagen , doch in allen geval, door de meerdere duurte van de i-Negers-, dien handel drukt, èn meer aanleiding tot den Smokkelhandel geeft; dat 3. op de Kust van ( Africa de toevoer van Negers naar Strand veelal i word tegengegaan door Compagnies Bedienden-, 1 Welken een Mor opolie van den Handel maaken,; dat de meerderen onder dezelven dikwerf den Handel i van de minderen, uit het zelfde beginzel, tlrem- rnen; dat de Vrylieden geen deel aan denzelven ; mogen neemen, en alle handel met Inboorlingen ; omflreeks de Nederlandfche Etablisfementen geI beel verboden is, van alle welke prohibitien en o> -verheerfchingen het natuurlyk gevolg is, dat de 1 -concurrentie van de Verkoopers, welke de ziel van 1 eenen overvloedigen markt is, geheel word weg-  tlï Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genomen; dat 'er niet alleen weinige Negers zyni , en de Schepen zich langen tyd moeten ophouden 1 eer zy eene lading binnen hebben, maar ook date die weinige Negers nog ten aller iuurften betaald! moeten worden; dat vervolgens tot een aanmerke» ■ lyk bezwaar voor onze Handelaars (trekt de vry. • heid aan Compagnies bedienden vergund, om hun» • ne Negers ook aan vreemde Schepen te verhande.. len, zoo dat die Schepen of in concurrentie komen i met de onzen, of gelyk als dikwerf gebeurd is,, eene volle lading mede fleepen, kort voor de aan», komst van een Nederlandsch Schip. Dat eindelyk ten 4. In de Colonien zélven,wan- ■ neer de Negers 'er met zoo veel moeite, en in weer» ■ wil van zoo zwaare beletfelen gebracht zyn, debe-taaling niet altyd zeker is, en de Rheders, na dat: hun Capitaal een zoo geruimen tyd heeft uitge-> Haan, en zy in de wisfels van den Planter ofAgen-. daris, die Negers van hen gekocht hebben, dere-ititutie hunner vetfehoten Penningen, met eene: redelyker winst, meenden te vinden, veeltyds», door een protest van den Wisfelbrief, in lange en 1 kostbaare Procedures worden ingewikkeld, of op 1 zyn best gelyk ftaan met andere Crediteuren van de ! Plantagie, en eerst na lange jaaren eene aflosfing ; Van de fchuld kunnen te gemoet zien; dat Hun Ed. , Groot Mogenden, uit aanmerking van zoo menig- ■ vuldige bezwaaren, aan welken de Negerhandel on- i derworpen is, van de mismoedigheid der Rhederi 1 uit dezelven gefproten, en van het diep verval van . de Vaart op de Kust van Guinea, eenigermaate had- i den getwyffeld, of het gebrek van Negers in Ne., derlandfche Schepen aangebracht niet zoude nood- • zaakelyk maaken, dat de invoer van Negers onder ' vreemde Vlaggen voor eenen korten tyd in de Co- ■ lonien werd toegelaaten, dan dat zy nader inziende : het gevaar van dien invoer, hoe kort ook, en on-• der hoedaanige bepaalingen, te wettigen, vernee-, mende den afkeer van onze Guineavaardeis om iets : ter weereld in dat geval te onderneemen, en uit: aan* ■  de Gebeurtenis/en in 1787 enz.'voorgevallen* 113 aanmerking eindelyk van de natuurlyke voorrecb.» ten van den Negerhandel hier te Lande, waar dé voornaïmfte goederen, tot denzelven vereischt, door a;.dere Naiien zelfs worden opgekocht; van oirdeel zyn, dit 'er genoe^zaame middelen overbleven, om de Nederlandlcne Vaart wel ras wederom in ftaat te ftellen de Colonien naar behooren te voorzien, en dat zy mitsdien wenfchen, de zaak daar heen gedirigeerd te zien, dat alle invoer van Negers met vre mde Schepen verboden blyve; dat het eenige middel om dit verbod kracht by te zetten, behoorde by de hand genomen te worden, naamelyk, het zenden van gewapende Vaartuigeu, ge. commandeerd door bekwaame Officieren, en af te iosfen van tyd tot tyd door nieuwe -Schepen; dat teffens alles worde aangewend, om den legerbandel fchielyk uit te breiden . naar evenredigheid van de bei.oodigdheden der Planters; dat deze benoodigdheden kunnen begroot worden op circa 800O Negers 's jaars; dat een Schip-door de hank 300 Negers aanbrengt, en gemeenlyk kan gerekend worÜen binnen vyftien maanden uit en t'huis te vaaren; dat 'er gevolgelyk ruim 30 Schepen op de Kust noeten vaaren, om het. behoorlyk aantal ,\Tegers a;eduurig aan te voeren; dat men derhalven noch lidyt, noch kosten, behoort te fpaaren, tot dat neu het gemelde getal van ruim 30 Schepen in Zee nad doen brengen; en dat de zaaken, uit dit oogount befchouwd zynde, Hun Ed. Groot Mogenden ,n dezelfde orde, als zy de bezwaaren van dien Handel badden voorgefleld, de middelen van redres ook zullen voordraaien, dat: t. Aangaande de Rhederyen, dezelve behooren te zyn een objeóc van de attentie van den Souverein, en eenige regels te worden voorgefchreven, naar welken de Rheders zich behoorden te gedraagen, als dat de geheele laading van het Schip voor rekening van dè gezamentlyke Rheders moet zyn; dat, met naame, noen de Schipper, noch het verdere Scheepsvolk, geen Handel voor eigen rekening mogen doea, ea XXIV. Deel. H «elft  H4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zelfs ter requifltie van den Boekhouder, of van 3 eenen, of meer Rheders daar van verklaaring zul-, len moeten doen; dat een zwaare pcenaliteit daar f tegen gefield worde; dat de Boekhouder, des ge-.1 requiieerd zynde, zal moeten verifieeren de Fac-.j tuur der medegegeeven Goederen; dat de Schip. | per en verdere Equipagie een geëvenredigd deelfl aan de zuivere winst zullen hebben, het zy dezel..| ven Maandgelden genieten, het zy gelyk in Zeel land, voor een tantum percent wierd geaccordeerd, ! zynde deze deelneeming een van de fcherpfle prik.:d kelen voor de Handelaars, om zich wel te kwyten, en zoodaanig eene aanfpooring zeer nuttig by eenem Handel, waar zoo veel aankomt op de bekwaamheide der genen, dien dtnzelven dry ven, dat: 2. Aan-i, gaande de Lastgelden, door de Compagnie opge-ü U^dj zoo by het uitzeilen van een Schip naar ded Kust, als by het verhandelen derNegersdoorComji pagnies Bediendens, dezelve provifioneel voor denu tyd van zes jaaren behoorden vrygegeeven te wor-:: den, om cezelve Lastgelden door den Boekhouder of de Boekhouders der Schepen, onder zyne oi< hurne Rhederyen te verdeelen, zoo dat geene an«i: dete Lasten of Recognitiën geduurende dien tyd^ I dan de gewoone 3 per Cent uitgaande Rechten opi! de Guineavaarders zullen geheven worden, en data) warneer die Vaart wederom zal bloeyen , men ech>H tet, met het opleggen van nieuwe Belastingen^ jargzaameihand, en naar redelykheid zal voorwl gaan. Dat ook, om den lust op te wekken, om zicfel; tot de Vaart op de Kust van Guinea toe te legeert en bekwaam te maaken, Prsemien of Penfioenen beei dei volkomen inftemmen mtt de noodzaaklvkhetd, e te.  ie Geieurtenisfen ini^l enz.'voorgevallen. 11-7 en allerderkftrn moeten infleeren, dat zoo lang al» e Compagrïe beftaat, en de important Colomen an den Staat van dezelve afh.ngen, zy ook moet «derfteund worden in Admirdftratie van zaaken, ,n byeefp'ODgen met gercede penningen, w,nre< r aareKa-ï net toereikt tot het on 'e houd der Overeefche Bezit ingen ; dat de Compagnie voora ~h adeloos moet geftdd worden, voor het ge.ms ,"an de belastingen door dezelve tot goedmaaking an haare onvermydelyke uitgaven, op de Com. «ercie gelegd, cn naderhand door den Souverein eimirderdfoV zelfs provifioneel vermengd; dat Kien Hun Ei. Groot Mogenden z portante uitgaven. Accordeert met voorfz. Refolutien. , N°. 1945. Publica'ie van den Heere Prinfe EtfiStam houder, waar by de Regeering te Purmerende wordt t ver ar der d. In dato den 24. May 1788. Wy Witxkm, by de Gratie Gods, Prinfe van 1 O-anje en NasfaUj, &c. &c. &C. Allen den genen, , die dezen zullen zien of hooren lezen falut: doen 1 te wee'^n. Da wv in deze bekommerlyke tyden niets meer f ter harten neem^nde , dan dat de refnedtive Sce- ■ den dezer Provincie, onder ons S adhouderfchap i forteerende, mogen worden gebragt in zoodaanige orde en regerringe waar door derzelver rust en voorfpned worden geftabileert, en ons zoo door de publieke notori'eit, als door den voordracht van Gedeputeerden derStad Purmerend, kennelykzynde geworden, dat in dezelve Stad, tusfchen de Regenten en Ingezetenen onderling, zoodaanige dirfidentie was oniftaan, waar door ons goed oogmerk niet kan worden bereikt, zonder gebruik te maaken van de authon'fatie by Refolutie van de Edele Groot Mogenden Heeren Staaten van Holland eü West- \ > Fries-  ie GeleuTtenlsJen in 1787 enz. voorgevallen. 119 jriesland van dato 31 Oftober 1787 op ons ver»end: en voorts uit 't Rapport van onze Co-mus|&eri, Jonkheer Willem Gostaaf Frbderick. •fraave van Beminck, Heere van Rhoonen Padree*., efchreeven in de orden van de Ridderfchap en hielen van Holland en West-Friesland Bailjuw en thout van 's Gravenhage , Hóóg-Heemraad van bvnland, en Mr. DirkMeerens, Raad mden Hoevan Holland, Zeeland en West-Friesland; weite wy fora presfante redenen ons perioonely* in I voorfchreeve Stad niet kunnende laaten vinden) erwaards hadden gezonden, van al het voorentaande nader geinformeerd zynde; als mede, dat Ar. Laürens Peereboom, Wigboldus Rï»"»k, >. Anthony Jan Menger, Adam Logttg, Her. *anus Tamboer, Jan Peert, Jacob Wormer, *lbert Louwen, en Mr. Jan van Goor Hinloopen, Vroedfchappen, mitsgaders Mr. Martin Co» pius Peereboom en Nicolaas Peerkboom, aecretarisfen der voorfchreeven Stad, hadden gedeclareerd, ter bevordering van ons voorfchreeven goed oogmerk, geneigd te zyn hunne voorfz, refpeclive Bedieningen ter onzer dispofitie neer te leggen, hebben goedgevonden, de voorfz. meeninge en intentie der voornoemde negen Vroedfchappen en tweeSecretarisfen, met onze approbatie te ieconIdeeren; dienvolgends houden wy mits dezen dezeiven ontlast van hunne voorfz. funQien1, hen Helden bedankende voor den dienst aan de Stad Pur•merendetot nu toe gepresteerd; gelyk wy mede hebben goedgevonden alle de verdere Vroedichappen der voorzeide Stad te ontflaan, gelyk wy dei zelve ontflaan by dezen van hunne voorfz. tuncti. , en, zoodaanig nogthans, dat de voórnoemde zoo ( ontlaste als ontflagen Regenten, daar door niet zul! lèn worden gekwetst, of benadeeld in hunnen goe, den naam en faam, veel min, dat dezelven daarmt ■ zullen mogen worden gefufpecteerl, zich indeKeneering van Land of Stad niet naar behooren ge! draagen te hebben: interdiceerende wel ftriktelyK H 4  120 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eenen iegelyk, wie hy zoude mogen zyn , de meergemeldegewezene Regenten daar over te betichten, veel min hunne Perfoonen of Goederen eenij fints te molesteeren, befchaadigen of incommodeeren, dezelven mitsgaders hunne Familien en Goederen, ten dien einde neemende in onze fpeciaale Protectie en Sauvegarde; alles ingevolge de bovengemeld de Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden. Gelyk wy wyders hebben goedgevonden aan te ftellen, gelyk wy aanftellen bv dezen: tor Vroedfchappen, &c. NB.Ziein het Vil Deel van deze VerZameling, bl. 55 en 56. de naamen der nieuw aangeftelde en van hunne posten verlaatene Regenten. Voorbehoudende aan ons, om de nog onvervulde, als mede de door het niet,accepteeren van een of meer der voornoemde aangeftelde Regenten, 0penblyvende plaatfen te vervullen. Voorts gelasten wy onze voornoemde Commisfarisfen, om, in onzen naame, de voorfz aangeftelde Regenten, en de Ministers in derzelver re. fpeclive qualiteiten de gewoonc éé ten af te neemen , als mede den ééd hy de Refolutie Van Hun Edele Groot Mogenden van dato 15 February 1788 gearresteerd, luidende als volgt: ,, Wy belooven en zweeren ge-houw en getrouw „ te zullen zyn aan de Conftitutie cn Regeerings„ form van den Lande van Holland en West-Fries„ land, beftaande in de Hoogfte en Souvereine O,, verheid van Hun Edele Groot Mogenden, de j, Staaten van den zeiven Lande, met hetErf-Srad- houder-, Gouverneur-, Kapitein- en fldmiraal„ fchap Generaal, erflvk in het Doorluchtig Huis iy van Oranje, zoodaanig als het zelve in Hunne E„ dele Groot Mogenden Refolutie van den jaare „ 1747 is ongedraagen, en by den tegenwoordi- gen Heer Erf-Stadhouder in 176.1 is aanvaard," En ein ielyk nog alle Vroedfchappen en Ministers, welke die Ambten op den 23November 1787 be kleed hebben, en by dezen wederom zyn aangebeld, te doen prsesteeren den ééd by Hunner Edele  de Gebeurtenis/en in 1787 *nz. voorgevallen. ïii ie Groot Mogenden Refolutie van den 23 Novemiber 1787 geordonneerd, houdende: „ Dat zy verklaaren, dat'zy aan de Acte van i Verhindtenis, welke op den 8 Augustus 1785 tu^fchen verfcheidene zich noemende Vaderlandlievendc Regenten te Amfteldam aangegaan, en f, door dezelve, en naderhand mede door veele an' dere geteekend is, of geenérlei deel hebben ge1, had direct of indireft, of by zoo verre zy daar ' aan eenig deel direct of indireft gehad mogten „ hebben, daar van te refiïiëeren, en zich ontflagen te houden van alle uit dien hoofde gecon' trafteerde verplichting." , Wyders verklaaren wy onze intentie te zyn, dat ;het verkiezen van de voornoemde Regenten (ook ;van de zoodaanigen onder hen, welken niet zyn gebooren binnen de voorfz. Stad) in maniere als ivooren gedaan, in dit extraordinair geval alleen is gefchied tot meerder rust en dienst der voorfz. Stad Purmerende, en tot wegneeming van difïidentie en onlusten aldaar ontflaan, en zulks zonder eenige prsjuditie of confequentie voor het toekomende, ten aanzien van de Privilegiën, Vryheden, of Gerechtigheden der voorfz. Stad, en de goede Burgeren en Ingezetenen derzelver competeerende, die wy verftaan, dat in haar oude kracht en vigeur bly* «ven zullen. _ ' . En dewyl wy een byzonder belang ftellen in alles, wat in ons is, te helpen toebrengen, om de rust, eendracht, het vertrouwen, en de daar uit fpruitende bloei van dit gezegend Gewest en van de voorfz. Stad Purmerende te doen herleeven, reIferveeren wv aan ons, om (zoo fpoedig mooglyk) iop de refpective Addresfer en Verzoeken, aan oni ze voornoemde Commisfarisfen gedaan, te dispomeeren, en verder zoodaanige orders te ftellen , als 1 wy tot de voorfz. Stad in 't byzonder, zullen oiruxleelen te behooren. Eindelyk vermaanen wv alle Regenten , Burgers êq Ingezetenen der voorfz. Stad Purmerende; dat h 5 *y  ia» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zy alle tot hier toe gefublifteerd hebbende partyfchappen en anirnofheiten laaten vaaren, het gepas, feerde wederzydsch vergeeven en vergeeten, gelyk het goede Burgers en Ingezetenen betaamt, voortaan in vrede en goede harmonie zamen leeven ; terwyl wy het betrachten of nalaaten van dezen plicht, van de genen, die profesfiemaaken van Aan^leevers te zyn van de belangens van ons Huis, zullen aanmerken als den toetsfteen van de oprechtheid van derzelver gevoelens en bedoelingen. Verwagtende wy voorts, en des noods beveelende» dat alle de Burgers en Ingezetenen, en een iegelyk van hun, voortaan in het generaal zullen betrachten al het gunt de plicht van gehoorzaamheid en onderwerping aan hunne wettige Overheid vordert, op poene, dat de genen, welke bevonden zullen worden tegen deze onze ferieufe wil en begeerte te hebben ingegaan, en zich aan wanbedryf tegen de waardigheid van de Regeering of ongehoorzaamheid aan de beveelen van dezelve fchuldig te maaken, als Verftoorders van de gemeene lust en Verachters van onze heilzaame oogmerken en beveelen, naar exigentie van zaaken, en volgens de Wetten van den Lande, zonder eenige conniventie, anderen ten exempel zullen worden geftraft. Aldus gedaan in's Gravenhage, den 24 May 1788. (var geteekend) Willem, Pr. van Oranje. (lager Jlond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, (was get.~) T. J. de Larrey. N*4  ie Gebeurtenis fan in 1787 enz. voorgevallen, N*. 1946. Püblicane behelzende Reglement voor de Krygsraad en Schutterye der Stad Purmerende. In dato den 24 May 1788. Wy Willem by de gratie Gods Prinfe van Oranje en Nasfau, &c. &c. &c.5 doen te weeten: Alzoo ons door Jonkheer Willem GustaafFrederick, Graave van Bentmck Heere van Rh/on en Pendiecht, befchreeven in de orden van de Ridder» fchap en Edelen van Holland en West-Friesland, Baiijuw en Schout van's Gravenhage, Hoog-Heemraad van Rhynland, en Mr. Dirk Meerens, Raad inden Hove van Holland > Zeeland en Friesland; welke wy, ingevolge de aan ons verleende authorifatie van de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland van dato 3-t Odtober 17^7, naar de Stad Purmerende gecommitteerd hadden, ter voldoening aan den inhoud en het oogmerk der voorfchreeve authorifatie is gerapporteert, dat zy geinformeerd waren , dat de Krygraad en Schuttery der vooifchreeve Stad, reeds ingevolge de Refolutie van Hun Édele Groot Mogenden van den 3 November 1787, genoegzaam waren gezuiverd van zoodaanige Officieren en Schutters, welke tot het Genoo fchap van Wapenhandel, of tot eenig Burger'egertje behoord hadden ; dat daarenboven de jegenswoordige Leden van den Krygsraad hun Commisfarisfen hadden verklaard, bereid te zyn, ter bevordering van Ons goed oogmerk, derzelver refpective Krygsraads Funélien te ftellen tot onze dispofitie, en te gelyk gepraïfenteerd een Concept Reglement voor de Krygsraad en Schutterye der voorfz. Stad, met verzoek, dat het zelve door ons mogt werden geapprobeerd, en door onze authoriteit in train gebracht, en beéédigd. Zois't, datwy, al het voorenftaandé in overweeging.neemende, met advis van welgemelde on?e Commiafarisfen, hebben goedgevonden de voorfchreeven meening en intentie der voornoemde Erygsraads Leden met onze approbatie te fecondee- ren,  r*4 Verzameling van Stukken betrekkelyk ut ren, diensvolgens houden wv mïr« dezen dezMven voor ontlast van hunne voorf* refpecti ve functien , hun lieden bedankende voor den dienst daar ii tot DU toe aan de voorfz Stad gedaan . zonder dat noa:thans iemand van hun daar door in deszelfs eer'of goeden naam zal zyn verko't . of b.-nadeeb; en aan te ftellen, geiyk wy aaoftel'en by dezen: Tot Kapiteins n. Mr. Jan van Goor Hinloopen. N'colaas Peereboom. Hendrick van Slype. Tot Luitenants. Jan Breek. Bernardus Arnoldus van Balen. Hendricus van der Kolk. Tot Vaandrigs. Jan Veis. Adam van der Kolk. Dirk Schotsman. Tot Adjudanten. Jurriaan Beers. Arie van Harlingen. Maarten Koning. Tot Sergeanten. Jan Gerard Peereboom. Jochem van 't Sant. ( Gerrit Verweel. Pieter Looman. Cornelis Kort. Michiel de Graaf. Tot Corporaals. Pieter Prins. Adrianus de Graaff. Dirk Veis. Hen»  de Gebeurtenis/en in 1787 era. voorgevallen. 123 Hendrik van Daalen. Jan Brugman. Jan Schotsman. Tot Secretaris. Pieter Pet. Gelyk wy mede hebben goedgevonden hetvoorC fchreeven Reglement in alle deszelfs leden en dee» len te approbeeren, gelyk wy het zelve approbeeren by dezen, en is het zelve Reglement van del volgenden inhoud: RegUmei. t voor de Krygsraad en Schuttery» ven  ja8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ven te helpen maintineeren in haare Vryheden en „ Gerechtigheden, en van myne Mede-Burgeren af te weeren alle tyrannye, moord en brand, die dezelve te eeniger tyd mogte overkomen. „ Zoo waarlyk. helpe my God Almachtig." De verdere Onder Officieren en Schutters zulle n gehouden zyn, by hunne aanftelling, om te doen den navolgenden ,ééd: Ik beloove en zweere de Heeren Staaten van „ Holland en West Friesland, zynde onze Hooge ,, en Souvereine Overigheid, zyne Hoogheid den B, Heerr Prinfe van Oranje en Nasfau', &c. &c &c. s, als Stadhouder, Kapitein Generaal en Admiraal, „ de Stad Purmerende, de Magiftraaten, en Re„ geerders van dien, onder het beleid van mynen „ Kapitein cn verdere Bevelhebberen , gehoor„ zaam , gehouw en getr ouw te zyn tegens alle hun„ ne Vyanden; dat waar denzelven, .ofte eenige „ van bun, my voortreeden, ik volgen zal; voorts „ dat ik Hooggemelde Heeren Staaten van Holland ,, en West-Friesland, zyne Hoogheid, den Heere Prinfe van Oranje en \asfau, &c. &c. &c. als „ Stadhouder, Kapitein Generaalen Admiiaal; de „ goede Stad Purmerende, en de Magiftraat van „ dien zal helpen, naar myn uiterfte vermogen,- maintineeren in hunne Vryheden en Gerechtig3, heden, en van myne Mede-Burgers afweeren al. j, le geweld en overlast, mitsgaders hun tegens al« le Vyanden des gemeenen Lands, met lyf en goed ,, befchermen zal. „ Zoo waarlyk helpe my God Almachtig, 'ƒ Mitsgaders den ééd by Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden in dato 15 February 1788 gearresteerd, by alle Opper- en Onder-Officieren en Schutters te doen, luidende als volgt: ' „ Ik beloove en zweere gehouw en getrouw te SJ zullen zyn aan de Conftitutie en Regeeringsform „ van den Lande van Holland en West-Friesland, „ be-  is Gebeuttenisfati in E787 mz. voorgevallen. 120 >, beftaande in de Hoogde en Souvereine Overheid van Hunne Edeie Groot Mogenden de Scaaten ,, van den zei ven Lande met het Erf-Stadhouder-, 0 Kapitein- en Admiraalfchap-Generaal, erffelyk ,, in het Doorluchtig Huis van Oranje, zoodaanig , als het zelve in Hunne Edele Groot Mogenden , Refolutie van den jaare 1747 is opgedraagen, en , by den tegenwoordigen Heer Erf-Stadhouder in ,, het jaar 1766 aanvaard. „ Zoo waarlyk helpe my God Almachtig. XII. Die tot Schutters worden aangefteld, en ongenegen of weigerachtig zyn den bovengemelden ééd daadelyk af te leggen, zullen 's jaarlyks moeten betaalen eene contributie van 6 tot 10Guldens, na goedvinden van den Krygsraad, en ten behoeven van gemelde Kas. XIII. Indien by Burgemeesteren en Vroedfchappen dezer Stad noodig mogt worden geoirdeeld een Dagof Nagtwagt te houden, zoo zullen de Officieren ien Onder-Officieren en ieder Schutter, op den |:ééd by hen gedaan, zich daar in behoorlyk moeiten kwyten, en zyne beurten in het waaken en op È Schildwagt ftaan, zonder tegen zeggen , waarbneemen, en zich van de Wagt niet mogen ver[iwyderen , op eene boete ter discretie van den Krygsraad. XIV. By Brand als anderfints , zullen de Schutters , iiwelken niet aan de Brandfpuit zyn, zich oogenjiblikkelyk op Trommelflag in volle wapenrusting hlaaten vinden, ter plaatfe waar hunne Kapiteinen j zulks zullen vorderen. Doch zal geen Lid van den KKrygsraad of Schuttery, verplicht zyn uic te trek:ken buiten de Jurisdictie dezer Stad, dan on:der geleiden van een Regeerend of Oud-Burge: meester. -XXIV. Deel. j XV.  130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot XV. Alle die genen welke tot de Schuttery behooren, i zullen tweemaal in ieder jaar, ten dage en uuten i door den Krygsraad vooraf bepaald , en veertien i dagen te vooreu aangezegt, ter generaale Wapen* ■ fchouw moeten opkomen in volle Wapenrusting,, op een boeten van twee Guldens voor de Kapitei-nen, Luitenants, Vaandrigs en Adjudanten, die! niet prefent zyn; voorde Onder-Officieren dertig; ftuivers, voor de Adelborsten twaalf ftuivers, en i voorde Schutters zes ftuivers, ten behoeven van t de Krygsraads Kasfe, ten ware wettige redenen,, by ziekten, of ongelegenheden hier in mogen ver-h'rderen. Wyders gelasten wy onze voornoemde Commis-farisfen, om het zelve in train te brengen, en de! door ons nieuw aangeftelde Krygsraad, benevens i de Schutters, de daar by vermelden ééden af te: reemen, en hun dus in derzelver refpective func-• tien te ftellen Aldus gedaan in'sGravenhage, den 24 May 1788., (was petetkend) Willem, Pr. van Oranje. (lager jlond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid,, (was get.) T. J. de Larrey.  de Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. 131 I N°. 1947- Programma tot de oprechting van een Na. lionaal Fonds, door de Vergadering, bekend ge. veest onder de naam van Byeenkomsc van Vaderlandslievende Regenten; benevens hel Declaratoir door zes der Leden, geteekend in derzelver Vergadering den 16 Juny 1706" binnen 's Hage gehouden. (*) ■ Welmeenende Landgenooten! Niet flegts de een of ander waardig Vaderlander» :d, maar verfcheiden Uwer oprechtfte en kundigite ui, Vertegenwoordigers met veelen Uwer Draafde en deftigfte Mede-Burgeren, zyn na lange en rype »(. overwegingen, en uit overtuiging, dat de reeds (tl 200 gelukkig gevorderde hoop tot eene volledige ■ui grondwettige berfteiling, op alle mooglyke wy/.ea te verder tot volmaaking behoort te worden aangelc. moedigd en onderfteund, te raade geworden eene zeer gewichtige en dringende zaak aan alle welden$i kenden in den Lande voor te draagen. Al, wie eenig bezef heeft van's Lands goede zaak, ; erkent, dat derzelver beveiliging, voortgang, voltooijing en grondvesting onder Gods goedertierere i zegen, inzonderheid van de twee volgende Artikels ! iafhangen. g ' Vooreerst: Daarvan, dat alle weldenkende Regenten volgens een generaal Plan van Lands verbetering en ten dien einde communicatief met elkan: 1 der te werk gaan. Ten tweeden: Daar van, dat door ouderlingen ; 1 byftand alle zoodaanige middelen altyd geree 1 en ;l by de hand zyn, als ter beveiliging, voortzetting, < voltooijing en grondvesting van 's Lands goede ; zaak, volllrekc vereischc worden. Ge. (*) Van deze Stukken wordt zoo dikwerf in dit Werk i géwag gemaakt, dat wy aan onze Leezers geen ondieust denken te doen, met die hier eene plaats te geeven. I 2  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gelyk het zeker is, dat eene Hartelyke vereenU g ng en eene Communie alive werkzaamheid van alles welmeenende Regei ten , vooral noodzaakelyk is„ zoo is het ook aan den anderen kant niet minden zeker, dat het poinct van nvoiïge en vereischte midi celen, den eenigen vasten grondflag kan uiimaaken, op welken alle braave en onderling vereende Regen-i ten en verdere Medeburgers met vrucht werkzaarai kunnen zyn. En dit is dereden, waarom wy hier toe eere üukswyze opgave moeten komen van zaa-i ken, die Uwe welmeecendile Vertegenwoordigers en Uwe meest werkzaame Medeburgers, Iedere eenigen tyd hinderlyk zyn , en den gelukkigen! voortgang van 's Lands opdaagende Vryheid telkens (tri mmen, te weeten: Uwe welmeerendfte Vertegenwoordigers onder-: vinden er elk opmerkzaam Vaderlander, van wat lland hy ook zy, kan lchier aan alle Plaatzen, ten platt n Lande, zoo wel ais in de Steden, gewaas worden. i. Hoe een merigte braave Burgers en Land! ., lieden onder den minderen (land veel ieveriger en algemeener in 's Lands goede zaak zouden deel' j, neemen, indien zy op eenen vastgeftelden Naa tionaalebyfland, tegen alle verdrukking desnoodd vei trouwen konden. ?. „ Hoe onder den middenfland verfcheidebraa- volmaakte bereiking van de uitgeftrektfte en heilrykue Vaderlandfche oogmerken. Dit middel zal beltaan in eenen Nationaalen onc srltand, te verzamelen uit de geringe jaarlykfche Cortubutie van eenen Gulden', voor den minvermogenden Vaderlander, dien het niet gelegen komt. meer te geeven ; en de hoogde Contributie van meer vermogenden zal bepaald zyn tot vyf Guldens, terwyl niet te min zoodaanige Perfoonen, welken het zy in eens, het zy jaarlyks, dit Plan boven de gemelde fomme van vyf Guldens zouden willen beguï ftigen, de vryheid zullen hebben met of zonder teekenjng van hunrenaamen, onderden tytel van Donateurs of Donatrices, zulks te werk te ftellen. ,, Her vermeerderen van Vaderlandfchen iever, ,, cordaatheid en moed onder de duizenden , door al. ,, lei lei vrees onder hun weg te neemen van in we,., derwaardigbeden voor de goede zaak ooit verlaa,. ten te zullen 2yn; — het verfchaffen van aanmoediging overal waar dezelve noodig bevonden worden; — het verydelen van al het kwaad, ,, dat 's Lands inwendige vyanden door hunne verdetfiyke aanflagen aan de goede zaak berokke,, ren; — het vervaardigen en in het werk ftellen ,, van alle zulke byzondere zaaken, als tot verdere verlichting , verbetering en verheffing der ge,, heele Natie volftrekt noodig zyn , en zonder i, welke de verlichte waare Vaderlandsliefde nooit „ of  de Gebeurtenisfen in 1787 «*• voorgevallen. 135 nf nimmer van eene algemeene Nationaale Natuur " kan wTden; in een woord het volkomen herflel li des gantfchen Vaderlands , en deszelfs voor " duuring "an geflagte totgefiagte, ziet daar! welk 5 rech Staart Nederlander, hy zy »ie hy zy, zou " voor deze reeks van allergewichtigfte znken " Taadvk^niec eenen enk'hn Gulden overig hebben? " Met algemeene hulp, kan niet alleen alles behouden en fpoedig voltooit, maar tevens kan door eeJe aSmeenegdeelneeming in de herttell.ogen, v. ; {effing des Vaderlands, de geheele Natie al een ii; -ïi ' man1 veréénd worden, en dus meer dan ooit op "en geregZe,bedaarde en mwederfi-.anbaare ****** braavrpoogingen van haare trouwhartigfte Verte iSenwooffira8 allerwege onderfteunen. En nutt WaniZerfook gefchikter of alle Lands en Stads Vrgadenngen het getal van Valer \nmdhhe Resenten fpoedig te vermeerderen: — zoo lanf wv geen Vaderlandsch Fonds hebben, om overal de Jolde zaak te onderfteunen en te behoeden, i gaan de inwendige Vyanden van 's Lands herflelhng ! foort in hunne verraderlyke onderneemingen, daar , in tegended enkel en alleen de aanwezigheid vaneen, door Contributie aanzienlyk en onuitputbaar, Vader' iZscl vermogen, den wedergeren alle hoop enutt; zicht zal ontnemen , van ooit of immer over s Lan,s oldagende Vrykeid en herring te triomferen Indien 'er eenige twyffeling kon zyn, of zulk eene Nationaale Beurs met de zorgvuld.gfte getrouw, neid g bruikt zal worden , immers «If. dan noch ïoude elk Vaderlander wel eens eenen enkelen Gul- 5pn waiïen Maar alles is hier volmaakt zeker ifvdliS. — Volk van Vederland!.,, Het zyn Wei uwe trouwhertigffe, edelmoed.gfte en cor' Sa (te Regenten en bWfte Medeburgers zeiven, ' die U tot het fpoedig oprichten van zulk een Na. " Tonaalf Fonds uitnomen. - Zy «Weo «ulto. met eene ruime deelneeming overal door het ge^ " Se Vaderland U voorgaan , zy ze ven zu en 5; in elke Stad of Diftria de zorg van mzamel.ng  156* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ en van heilzaam gebruik, met verzaaking van al„ le eigenbelang , op zich neemen. Elk Contri„ buant, hy zy wie hy zy, de geringde zoo wet „ als de aanzienelykfte Vaderlander kan hen zien. „ en kennen, en verder alle die nadere toeligtin„ gen en verzekeringen vinden, welke ooit een re„ delyk Mensch in eene gewichtige zaak van deze „ natuur zou kunnen wenfchen of begeeren. Ea ,, om U lieden eene volkomen zekerheid te geeven „ zyn door de bekende Vaderlandfche byeenkomst ,, te Amfteldam, eenige van derzei verLeden verzogt „ eene provifioneele Diredtie in dezen te houden, welke Leden daadelyk ieder in zyne Provincie, „ eenige hunner Medeburgers zullen bekend maa. „ ken, by wien een ieder zich tot deelneeming in deze oprichting zal kunnen vervoegen. Welmeenende Landcknooten f Daar wy aan de eene zyde, met genoegen, vernomen hebben, dat het Programma, tot oprichting van een Nationaal Fonds in N°. 144 van de Post van den Neder-Rhyn geplaatst, niet ongunftig bv het weldenkende gedeelte der Natie ontvangen is. zyn wy echter aan de andere zyde ontwaar gewor' den, dat by fommige onzer Medeburgeren een en andere bedenkelykheden ten aanzien van hetzelve Plan gereezen zyn, daar in beftaande: dat het zelve Prop.ran.ma naamloos in de weereld gekomen is; -welke de oogmerken zyn, waar toe het te verzameler.e Fonds dienen zoude; en eindelyk, welke die Medeburgers zyn, waar van in het meergemelde Programma gefproèken wordt? ojr Om deze bedenkelykheden, voor zoo veel in ons is, in eens op te Josfen, en dus het gemelde heilzaam Plan in allen deelen te bevorderen, heb» ben wy Ondergeteekenden, met overleg van verfcheidece ardere Vryheidlievende Regenten, geece zwaarigheid gemaakt by dezen openlyk te verklaar en, dat het voorgemelde Programma door ons, vol-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 137 ülgens, befluit van de bekende Vergadering te Amleldam , opgefteld, en alzoo aan her. Publiek mesgedeeld'is geworden. — Ten tweeden: dat het Dgmerk, waarom de ioftitutie van zoodaanig eene iationaale kasfe door ons is voorgeflagen, ten duiblykiten in het Programma zelve is uitgedrukt, n, namenlyk door ouderlingen byfland alle zoodaanige tiddelen altyd gereed en by de hand te hebben, als ter tveiliging, voortzetting, voltooijing en grondvesting nn' 's Lands goede zaak vereischt wordt. — En dit unnen wy, als Lieden van eer betuigen, dat ons enig en waare doelwit met de oprechting van het emelde Fonds is, zonder dat immer eenig eigenelang, veel min hetftyven van vuige heerschzucht 1 dezen ons bezield heeft. — Ten derden: dat 10e zeer wel geene Medeburgers, by het inftellen lan het gemelde Plan, tegenwoordig zyn geweest, :chter het zelve zyn oirfprong voornaamenlyk verchuldigd is aan de rechtmaatige begeerte van zoo :eele welmeenende Ingezetenen, die reeds federt senigen tyd geleeden, dezulke van hunne Vertegenwoordigers, welke zy met hun vertrouwen ver;erden, tot het in ftand brengen van eene Natioaaale Beurs aangefpoord hadden. — Terwyl wy vertrouwen, dat niets meerden gelukkigen uitflag /an deze inftirutie zal bevorderen, dan dat de directie van dit Fonds in alle Steden en Diftricten niet alleen aan Regenten, maar ook aan de vertrouwdlte Medeburgers, opgedraagen worde. (was geteekend) R. J. van der Capellen tot de Marsch. F. J. Blok. Iman Cau. J. P. de Ridder. H. H. van Haersma. A. W. B. v. Pallandt van Zuithem. 't Hage den 16 Juny 1786. I $ Stuk.  f38 Verzameling van Stukken betrekkelyk ttt Stukken betrekkelyk de beftellingj der Commisfien in de Ommelatw den van 1785 en 1786, de Re-; commandantien en Approbatient der Gecommitteerde Raaden; I00-1 pende van N. 1948 tot N >. I9f56: ingefloten. N°. 1048. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 18 November 1785, nopens de beftelling* der Ambten over de jaar en 1786 en 1787. De Syndicus en Secretaris van de Ommelanden 1 hebben ter Vergadering gedaan navolgend Rapport. Edele Mogende Heeren f De Syndicus en Secretaris van dè Ommelanden», ten gevolge de daar toe gedaane uitfchryvinge», door Hunfingo Kwartier, den ióden by hetFive-. lingo , endeneden by het Wester Kwartier, heb-, bende geadfifieerd by de befiellinge van de Gene-> raliteits, Provinciaale en Ommelander Commisfi-n», voor de jaaren 1786 en 1787 volgens de geappro-. beerde verdeeling van zyne Doorluchtige Hoog-, heid glor. gedagt., op de refpeöive Kwartieren 1 van de Ommelanden vallende, hebben de eere! daaromtrent U Ed. Mogenden te rapporteeren , dat; op den Ijden dezer, Jonkeren, Hovelingen, Ei- • generfden, en Volmachten van Hunfingo hebben 1 gtëligeerd tot Staat Generaal. De Heer E. J. T. van Starkenborgh van Dunningen. Generaliteits Rekenkamer. De Heer Lewe van Middelftum. Ge-  de Geleurtmisfen in 1787 enz. voorgevallen. 130 Gedeputeerde Staat. "De Heer F, F. Baron van In- en Kniphuifen van Ulrum. ' _ , Rekenmeester Provinciaal. De Heer J. Jarges. ijle Ordinaris Gecommitteerde Raai. De Heer F. O. Sytfama van Bellingeweer. ide Ordinaris Gecommitteerde Raai. De E. Garbrand Wyrzema. 3de Ordinaris Gecommitteerde Raad. IDe E. Euwke Blink. ijle Extraordinaris Gecommitteerde Raad. IDe E. Roelf Beerents. ide Extraordinaris Gecommitteerde Raad. . De Heer J. D. Mignon. 2de Extraordinaris Gecommitteerde Raad. ; De E. K. T. Westerwyk. ' En dat op den i6den dezer Jonkeren, Hovelin-en Eigenerfden , en Volmachten van Fivelingo twartier in het Ommelander Huis vergadert, en :e uitfchryving* brief gelezen zynde, door de Heer ) Alberda aan den Heer Syndicus is ter hand geÉeld, een Misfive by zyn HWGeb. ontvangen, *efchreven in 's Hage den 4den dezer, en getee"end by den Heer de Larrey, („ houdende, dat " zyne Hoogheid hem had gelast zyn HWGeb. , kennisfe te geeven, dat het zyne Hoogheid aan, genaam zoude zyn, dat het daar heene wierde , gedirigeerd dat de Commisfien voor de jaaren , 1786 en 1787 in dat Kwartier volgens eene by , die Misfive gevoegde lyste wierden beftelt") verzoekende dat die Misfive en lyste mogten worien gelezen; waarop door de Heer H. de Sandra /eldtman, Heer van Slochteren is verzogt, dat die brief,  ïdo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot brief, en lyste niet mogten worden gelezen, eni hierop voorgelezen, en vervolgens overgegeeveni deze propofitie: Edele Mogende Heeren! „ Alzoo federt een geruimen tyd, de conftantet praclyk is geweest, van wegens zyne Doorluch. „ lige Hoogheid, den Heere Prinfe Erf-Scadhou.' „ der, ter befiellinge der twee jaarige Commisfi. »> en, tydelyks Recommandatie brieven te zenden, J ,, en ontvangen, en conform voorig gebruik, des „ Heer D. Alberda, weder met een dergelyke iss „ by or,i gekomen, met aanbod ons derzelver in» „ houd te willen communiceeren , hoewel eervpaarig; „ van de hand geweezen; zoo is het echter, datt de Ondergeteekende, in aanmerkinge neemen.. „ de de fchaadelykheid van dien, ter belemmerin-. „ ge der vrye keuze, als mede de firydigheid te.. „ gens de vcrmaaninge aan de Collateuren van Offi. • „ cien in het 14 Art. van hetOmmel. Regl. van den i jaare 1659 vermeld; zich ééd- en plichtshalven 1 3, genoopt vind, ter verhoedinge van de gevaarly,, ke gevolgen van dien, zyne Mede-Comparanten ,, van het Kwartier te proponeeren , om by het : „ Kwartier te nfolveeren en vast te Rellen, dat; van nu voortaan geene Rccomnfandatiebrieven ; „ hoegenaamd, op wat maniere ook ingericht, in „ deze Kwartiers Vergaderingen of byeenkomften ,, zullen worden voorgelezen, veel min eeniger„, maaten gerefpecteerd." (was get.) H. de S. Veldtman. v. 1785. Met verzoek dat zulks by het Kwartier in deliberatie mogte word- n gebracht , doch waar tegens door de Heer D.. Alberda en andere Heeren wierde gefustineerd, dat in deze Kwartiers-Vergadering, als alleen uitgefchreeven ter beirellinge van ie Commisfien, geene propofitien konden worden ge-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 14» i*dMn, of daar over gevoteerd,' en dit echter door Jen Heer van Slochteren en andere Leden zynde laneedroneen; is vervolgens verzogt door dezelve deer, dat het 14 Art. van het Ommel. Regl. door den Heer Syndicus mogt worden geleezen, waar na dan ook dat Art. en de Misfive van Recommandatie en Lyste zyn geleezen; en hier op getreeden zynde tot de ftemminge, zyn met eenpaarJg. oeid geëligeerd tot Slaat Generaal. De Heer E. J. Lewe. Raad van Staate. De Heer Alberda van Ekenftein. En tot Gedeputeerde Staat. De Heer D. Alberda. :ec per plurima tot Rekenmeester Provinciaal. De Heer Gerlacius van Stedum.. ijle Ordinaris Gecommitteerde Raad. De Heer H. de Sandra Veldtman van Slochteren. 2de Ordinaris Gecommitteerde Raad. De Heer J. Mestingh. 3de Ordinaris Gecommitteerde Raad. De E. Lambartus Tonkens. ijle Extraordinaris Gecommitteerde Raai. De E. Ailke Abels. 2de Extraordinaris Gecommitteerde Raad. De E- Pieter Willems Tichelaar. 3eftellinge der Ordinaris en Extraordinaris Gecom^ hitteerde Raadplaatzen, en het niet ontvangen of tommuniceeren van Recommandatien tot begeei/inge van Commisfien, ter dispofitie van de Ommelanden (taande, en daar voor, dat deze twee ooincten niet tot de volle Vergaderinge behoorden, imaar by 't Kwartier konden worden afgedaan, zeven en twintig (temmen, en voor hettegenoverge[telde fentiment, agtien (temmen bevonden : waar van aan de volle Vergadering rapport zynde gedaan , zyn hier na de Heeren van het Wester Kwartier afgetreeden, en is by dat Kwartier, na gedaane itemminge over ieder der drie poincten afzoni derly k met eenpaarigheid van (temmen gearresteerd , dat de bedellinge van de Generaliteits en Provin: ciaale Commisfien , en voorts met een en dertig tekens twee (temmen befloten, dat de gedaane beftellinge van de Ordinaris en Extraordinaris Ge: committeerde Raaden ter Approbatie aan zyne Hoog■beid gezonden zal worden, dat de RecommandatiXXIV. Deel. K en,  145 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en, wanneer mogten inkomen, zullen mogen worJ den aangenomen en gecommuniceerd, en dat voortst geene Refolutien daaromtrent by één Kwartier afcfl zonderlyk kan worden genomen, maar dat zulks bed hoort toe de voile Vergadering der drie Kwartieren A en hier van mede aan de Ommelander Vergaderingl zvnde gerapporteerd, heeft.de eene helfte van heel Hunfingo mee de meerderheid van Fivelingo, en dei twee disfendeerendeuit het Wester-Kwartier, weljj ke voor het niet ter approbatie zer den van de Or< dinaris en Extraordinaris Gecommitteerde Raaden, het niet ontvangen en communiceeren van Recomn mandatien, en dat die twee poincten niet tot de de-! liberatie en decifie van de volle Ommelander Verlf gaderinge behoorden, hadden geftemt, geprotes* tet rd, en hurne aantec-kei ing gereferveerd, wan* neer me t de conchfie mogt worden voortgevaaren J en heeft de andere helfte van het Hunfingo Kwa*l tier met de minderheid van het Fivelingo, zicht met het Advys van het Wester-Kwartier gecor for*' merrd, (exempr de twee disfemieerende) op de conclufte geiiftecrd, met r d'. Geer monteerde Raaden, en over de illegaale! wyze van Overftemming, met verzoek van voorzieninge daar tegen. DORLUCHTIGSTE VORST EN HëERE.' Daar niets ons meer ter harten gaat, dan de b».. rwoorene Wetten en Regiementen tot welzyn vana den Lande na onze vermogens te achtervolgen en 1 helpen bevorderen, hadden wy billyk mogen verwachten, dat de poogingen dezer dagen tot wee-i reenrnge van ingeflopene misbruiken, aangewend,» het gewensclue gevolg hadden mogeu erlangen. Dan \\  de Gtleurttnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 151 Dan tot onze uiterfte fmerte vinden wy ons verplicht, zoo voor nns zelfs, als uit kracht van onze lOualificatie in ongiwi hier air.tx, ons in de eer'fte plaats te addresfeeren aan Uwe Doorlucht! e Boogheid, en H-.ogstdezelve onder het dog te brengen, de gansch onwettige banaelwyze, waar door men tracht ons te ontzetten van die Rechten en Vryheden, die by her Ommelander Reglement vervat in de Decffe van Hun Hoog M >gecden van dén 16 April 1*59, waar in huitm Hoogst dezetye, geene verander in ge, alteratie of ampliatie gemaükt k-n worden, aan de Ommelander Comparanten zyn toeeckent, terwyl het bovendien uic het Reglement Reformatoir van den jaare 1749, ten klaarflen geblyken kan, van welk een aanbelang het zyne Hoog- . heid Prins Willem de vierde glor. Mem. geoirideeld heeft, om de vrye Scemminge, die door een al te greoten invloed van fornmige Grooten, veeltyds belemmerd wierde, te herftcllen en handhaa-ven, houdende zelfs, volgens het 15 Art. deneerJihnppy van weinige ah zoo nadeelig voor de wtttigt CorMtutie, om derhalven Uwe Doorluchtige Hoogheid niet noodeloos op te houden, neemen wy de Ivryheid, ons kortheidshalven te refereeren tot ne vensgaande Protest, door ons od gisteren in lub. ftantie mondeling gedaan, en vervolgens iennttelyk overgegeeven, gelyk wy ons hadden gerelerveerd. De drie Poinöen, waaromtrent wy vermeenen uverongelvkt te worden , zyn deze. Ten eerfien, de Recommandatiebrieven, die wy niet alleen in geen Wet gegrond vinden, maar zelfs •iaanloopen tegens het recht van vrye ftemminge by de voorfchrevere DecifiV aan deOmmela-der Comr parariten toegekend, en boven dien, blykbaar uit het 8, 9, 15 en 16 Art. van het Reglement Refor: matoir van den jaare 1749. Ten, tweeden, het overzenden van de aanltelhnge 1 der Ordinaris en Extraordinaris Gecommitteerde Raaden der Ommelanden aan den Heere Erf StadK 4 noU'  152 Perzi'niUnv van Stukken betrekkelyk tot houder ia der tyd ten fiae van Approbatie of Dis. approbatie, waaromtrent wy vermeenen de fiiaale dispoficie aan de Stemgerechtigden te compeceeren, zoo als van ouds by het meergemelde Ommelander Reglement en Decifie aan dezelve is toegekend terwy! het al mede uit het Reglement Reform itoir van 1749 niet blykbaar is, dac zyne Hoogheid Prins Willem de vierde glor. Mem zich heeft voorberioujen de Approbatie of Disapprobatie van de . Ambten of Commisfien die puurelyk Ommelander zyn, hoedaamge buiten tegenipraak alleen zyn , de Ordinaris en Extraordinaris Gecommitteerde Raaden der Ommelanden, maar volgens het 33 Art. al. leen va» de Provinciaale zoo Binnen- als Buitenland. jLiie LommUfien. Ten derden, zoo omtrent de onwettige manier van Overftemminge op zich zelfs befchouwd, als nopens de twee poincten, die men houd voor objecten over dewelke by Overftemminge verma* ge. decideerd te worden, alzoo opzichtelyk het eerlte in cas van ftjdkinge der Stemmen, zoo als in het ttuniingo Kwartier met 21 Stemmen tegens 21, heeft p aats gehad , e 1 de beide andere Kwartieren van ditt rente advjfen zyn geweest, en des met te mm is geconcludeerd om de aanftellinge der Ordiraris en Extraordinaris Gecommitteerde Raaden aan ü«e Doorlucfnigfte Hoogheid ter Approbatie over c zenden, nimmer geconcludeerd kan of mag worden, conform ingeflopene misbruiken en onwet. tig ingevoerde praöylten, maar, na alle Rechten, voiureift Conchifie genomen moet worden conform dac gene hec welke in de Wet gegrond, en daar mede beftaanbaar is; en omtrent het laatfte of de objecten zelve, die onder de Overftemminge vallen Jsunnen, het 17 Art. van hec meergemelde OmmeJander Reglement al te klaar is, dan dat de twee in verichil zynde poincten met eenige fchyn van re. den, daar onder zouden kunnen of behooren te worden begreepen. Om alle welke redenen de Ondergefchreevene op hun-  ^ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 153 lunneo gedaanen ééd concludeerende, Uwe Doorfuchcigfre Hoogheid op het ernitigtte verzoeken eQ Imploreeren, om ter wegneeminge van alle fchaaflelyk misverftand, die maar al te dilcwils hec bitier gevolg is van ingeflopene abuifen en verwaaroozinge van de vasigeftelde Wetten en Reglemen:en, in dezen zoodaanig te willen voorzien, en melewerken, dat de Stemgerechtigden in hunne beiw-porene Rechten en Vryheden door niemand weieröm worden gecurbeerd, maar ten allen tyde tot srelzyn van den Lande, daar by gemaintineerd. Wy hebben de eere met verlchuldigde eerbied as te ooderteekeoen. Doorluchtigjle Vorst en Heere l Uwe Doorluchtigfte Hoogheids onderdaanige Dienaaren, (was geteekend) F. F. Baron van In- en Kniphuisen. E. J. Tjarda van Starkenborgh. E. Metelerkamp. Groningen den 19 November 1785. 1°. I9T2. Misfive van eenige Comparanten uit het Fivelingo Kwartier aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 19 November 1785 , betrekkelyk liet zelfde onderwerp. Doorlüchtigste Vorst en Heer! [ Daar de Commisfien vallende op het Fivelingo ;wartier door de Stemgerechtigde Landdags Comaranten by eene meerderheid van 33 Stemmen teEns 20» reeds op den ióden dezer waren benoemd a befteld, en op gisteren by de Refumtie der drie wartieren (wegens de abfentie van eenige) met K £ eene  IJ4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eene meerderheid van 17 tegens 18 Stemmen, de op' den ifiden November gedaane Propofitien, betrekkelyk: bet ophouden der Recomm/rndartiebr'everj,. en het niet overzenden van de Qodipiris e Extra-', ordinaris Gecommitteerde R-iaden der Ommelanden' ter Approbatie van den Heere Erf-Sra4h uder in. der tyd, reeds waren aangenomen , of zoo men wil, ■ geconcludeerd. En , t'aar men door het fteeken vans 21 Stemmen tegens 21. in het Hunfingo K-vutier: biliyk had m.u>en verwachten, dat deze twee ge-< d ane Propofitien of geheel zonder dezelve tot ob-.' jeclen van ftemminge veel minder van overftemminge te maaken terftond by de drie Kwartieren alge-; meen zt.uden zyn aangenomen, immers en in allen gevalle by het Hunfingo en Fivelingo Kwartier, daar voor gehouden worden, alzoo men nimmer konde vermoeden , dat de meergemelde twee poincten konden begreepen worden tegens de uitdrukkelyke letter van het 17 Art. van het Ommelander Regie* n.ent van 1659, te-behooren onder die objecten, over dewelke by Overftemminge zouden kunnen of' vermogen te worden gedecideerd of geconcludeerd, alzoo het hier alleen aankomt op de Rechten en Vryheden van alle de Comparanten , die nimmer belemmert noch verkort kunnen worden , al ware het zelfs dat een eenige Lid van hun dezelve reclameert; Veer weit iger nog , dat in het geval van'c Hunfingo Kwartier met 21 Stemmen tegens 21 door den fleer Pras-" fideerende der Ommelanden zonde hebben kunnen worden geconcludeerd, ovetemkomftig ingeflopere ahuifen en onwettig ingevoerde praclyken , hebben wy echter moeten ondervinden, dat men met het Westèr Kwartier en 21 Stemmen in het Huniingo Kwartier, offchoon regens een gelyk getal van 21 Stemmen (tekende, heeft kunnen goedvinden te concludeeren, conform zoodaane misbruiken en onwettige praclyken, in plaats van met derechteb en vryheden by 's l ands Wetten en Reglementen zoo düidelyk erkend en aehandhaifd. En daar het gewis van geen gering aanbelang kan * wor-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. i$£ rworden geconfedereerd, of zulke onwettige han»„ delingen moeten plaats maaken voor da bezwoore>ne Rechten en Vryheden. van den Lande, dan of de laatfte boven de eerfte moeten prsvaleeren, hebben wy, op den ééd aan den Lande gedaan» niet kunnen afzym, zoo voor.ons'ZeJfs ,als uit kracht van de nevensgaande origineel© qualificatie, ons in de eerfte plaats te keeren tot Uwe Doorluchtige iHoogheid, met ootmoedigst verzoek en nadrukketjy-kfte iaftmtié, ten einde na een nauwkeurig oniderzoek, zoo van de byleggende ftukken, als van ihét gene verders by dezen in aanmerkinge zoudebunnen en behooren genomen te worden, zoodaanig in dezen te voorzien, en mede te werken,' waar door aan de eene kant alle misbruiken en oniwettige ingevoerde praclyken zoo veel mooglykwerden geweerd, en aan de andere kant de bezwo. rene Wetten en Reglementen.tot welzyn van den Lande, en tot confervatie van de onderlinge rusteri harmonie, die altoos .de waare vruchten zyn van de obfervantie van 's Lands Wetten, op het krachitigfte gehandhaafd, en tegens allen inbreuk beveiligd. Wy hebben de eer met veifchuldigde eerbied :ons te onderteekenen. Doorluchtigfie Vont en Heere! Uwe Doorluchtigfie Hoogheids onderdaanige Dienaaren, ki5rt 90(3 ïiz nob^cnl^1 j'/ ^# ffabïj^ov n^bT>.l ut^m-tb (was geteekend) H. de S. Veldtman. v. 1785. T. Mestingh. S. J. JNlEHOFF. Groningen den 19 November 1785.  t]6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol N". j0tq. Refolutie der Heeren vin de Ommelanden. van dm 22 November 1785, om alle Protesten in ae ivotuien te i'j^reeren. Door de Syndicus en Secretaris van de Ommelanden ter Vergadering kennisfe zynde gegeeven, dat op den igden d'zer hadden ontvangen een Protest. wegens het voorgevallene by de Refumtie van daags bevo'orens, verteekent door de Heeren F.; F. B iron van In- en Kniphuisen , E. J. Tjarda van Stakkenrorgh , en E. Metelerkamp, en waarmede such de overige 18 van Hunfingo Kwartier hadden geconformeerd, met verzoek, dat het zelve in de rculen mogte worden eeinfereerd. als mede toüem (iati een foortgelyk, verteekent door H. de Ö. VELDTMAN, J, JVIESTINGH en t» J. JNlEHOFF, waar mede zich Dog vier en twintig van Fivelingo hadden geconformeerd, en op gisteren avond nog een foortgelyk, gedateerd den 18 November 1785, en verteekent door den Heer J. G. Geertsema;, doch hy Syndicus en Secretaris zich niet bevoegt hadden bevonden, om zonder Refolutie van Hun Ed'le Mogenden, dezelve in de notulen van den Jf8den te infereeren, waarom verzogten dien aangaande de welmeeninge van de Heeren van de Ommelanden te mogen verneemen, waar op de ge» melde Heeren , die de voorfchreeven Protesten verteekent hadden, (exemt de Heer Geertsema, als ter Vergadering niet praefent,) waarby zich diverfe andere Leden voegden, verklaarden als nog gemelde Protesten te inhaereeren. Hebben de Heeren van de Ommelanden verdaan, dat dezelve in de notulen zullen worden geicfereerd; luidende het eerf tgenoemde Protest : „ Ter gelegenheid van de Refumtie van heden „ van de beftellinge der Commisfien in het Five„ lingo Kwartier, gebleeken zynde, dat door de Stemgerechtigde Comparanten van gemelde „ Kwartier, de onwettig ingevoerde Recommanda„ tie brieven, nu en voortaan niet wederom zullen »> wor-  ie Geleurtenisfen in 1787 tnx. voorgevallen. 157 worden aangenomen veel min gerefpeöeerd; als „ mede, dat de Ordinaris en Extraordinaris Ge„ committeerde Raaden der Ommelanden voortaan „, nimmer zullen worden overgezonden ter appro,„ batie van den Heere Erf-Stadhouder in der tyd, ,„ hebben wy ten getalle van 21 ftemmen zoojon,,, keren , Eigenerfden al* Volmachten in onze ,,, Kwartiers-Vergadering van heden, met deStem„, gerechtigden van Fivelingo Kwartier ons gecon:,, formeerd, alzoo wy vermeenen, uit hoofde van „ de bezwoorene Rechten en Vryheden van de Om„ melanden , die zoo duidelyk bepaalt zyn by het „ Ommelander Reglement , of decifie van Hun ,, Hoog Mogenden van den jaare 1656 en boven:,, dien met het Reglement Reformatoir van. den ,„ jaare 1749 volkomen ftrooken, ons allefiriïs tot herftel en handhaavinge van dezelve verplicht ,, houden: dan tot onze uiterfte fmerte hebbende ,j moeten ondervinden, dat, onaangezien de zoo plechtig gereclameerde Rechten en Vryheden, ,, aan de Stemgerechtigde competeerende, een ge•„ lyk getal van een en twintig ftemmen van zich 1,, hebben kunnen verkrygen, de voorfz. twee on,„ wettig ingevoerde articulen als nog te laaten con,'„ tinueeren, ja zelfs hunne ftellinge zoodaanig te h, pousfeeren, dat de Heer Prtefideerende der Om1 „ melanden op herhaalde inductie van den Heer Al1,, eerda van Renscma heeft kunnen goedvinden ,, met het Wesrer-Kwartier, enzoodaane 21 ftem.„ men conform het onwettig ingevoerde gebruik ,, te concludeeren, en het Fivelingo Kwartier geheel te pasfeeren : daar nu niemant, by wien de „ wet voor heilig word gehouden, zal durven ftel„ len, dat, in cas van ftaakinge der ftemmen , moet ,, worden geconcludeerd, met een notoir misbruik„ en inbreuk op 'sLands wetten en Reglementen, „ maar in tegendeel moet worden geconcludeerd, ,, conform de U'tdrukkelyke wetten en Reglemen» ,, ten van den Lande ; zoo vinden wy ons verplicht, tegens zoodaane onwettige handelwyze M Op  rj8 Verzameling van Stukken letnkkelyk tob op hettfterkfte te 'prdtesteeren, en inzonderheid ,, uaM tcgv-ua, udL nieu uB vooricnree ven twee ^. rvninfun lionff „ï- i IS f.w„^u j^v»^ ui-iviiuuni ai» zuuuaaiiige, waar ' „ over by overftemminge door twee Kwartieren V kan woi"den gedecideerd, daar het zeker is, dat „ dezelve behooren onder die objecten, waar o„ ver volgens het 17 Art. van het voorfcbeeven „ Ommelander Reglement geen overftemminge „ plaats kan hebben, boven en behalven, datzoo0 daane Rechten en Vryheden nimmer aan een en„ keld ftemhebbend Lid, veel weiniger aan zulk „ een notabel getal van een en twintig na rechten kunnen worden betwist , voorbehoudens ons ,, recht, om tot herftel en handhaavinge van onze bezwoorene Rechten en Vryheden ons tevervoe„ gej, en onze belangens in te brengen, daar, ea zulks wy te raade zullen vinden." (Onder Jlond) F. F. Bar. van In-en Kniphuisen. E. J. TjARDA van STARKENBORGH. E. Metelerkamp. Waar mede zich de overige 18 hebben geconformeerd, met verzoek dat deze in de notulen moge Werden geinfereerd. Het tweede Protest was van dezen inhoud: Na dat het Fivelingo Kwartier zich hadgeconj, formeerd met de twee gedaane propofitien, zoo ' „ wel ter affchsffinge van de bewuste Recomraan- datie-brieven , als óm de aanftellinge van de Or„ dinaris en Extraordinaris Gecommitteerde Raa- den der Ommelanden, nu ncch in 't vervolg niet -„ wederom te prsefênteeren ter approbatie of dis. approbatie van den Heere Erf-Stadhouder in der tyd, en dat gemelde twee poinóten niet alleen „ door ieder Kwartier afzonderlyk, maar zelfs door ,, ieder ftemhebbend Lid kunnen worden gerecla„ meerd, zonder daar over eenige ftemminge, veel „ min  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ifg r„ min overftemminge te gedongen ; cn inhetfïunfin g< -Kwartier zich 21 ftemmen voor, e'neenge,,, iyk getal van 91 ftemmen tegens dezelve hadden ,,, verklaard, .hadden wy niet kunnen verwagten, dat de Heer Prsfideerende der Ommelanden konde goedvinden, onaangezien de ftemmen tegens „, eikanderen ftaakten, met het Wester-Kwartier ,,, en 21 ftemmen van het Hunfingo Kwartier, te :,, concludeeren; daar het nu onbetwistbaar zeker „ is, dat de R< commandatie-brieven, zoo wel al» ,, het overzenden van den Ordinaris en Extraordi5, naris Gecommitteerde Raaden der Ommelanden ter approbatie of disapprobatie van den Heere .,, Erf-Stadhouder in der tyd, niet alleen in geen ,, Wet of Reglement zyn gegrond, maar dat de„, zelve direct ftrydigzyn, zoo tegens het 14 Art. „, van het Ommelander Reglement of decifie van „ Hun Hoog Mogenden, waar in wy niet verniO' ,, gen eenige alteratie, ampliatie, of veranderinge te ,, maaken, en bovendien aanloopt tegens het8,o, „, 15 en 16 Art. van Regl. Reform, van den jaare a, 1749, -waarby niet alleen'alle inbreuken diedes„, tyds bevonden wierden op de vryheid van ftem. a, minge gemaakt te zyn, zyn geweerd endeStem,, gerechtigde in hun aloud en wettig recht her,, fielt, maar dat inzonderheid wylen zyn Hoogheid gl. mem. %y het 33de Art. zich alleen heeft f, voorbehouden de approbatie en disapprobatie van i, alle Provincia'ale zoo binnen- als buitenlandfche „ Commisfien , zonder eenige mende te maaken van zoodaane Ambten of Commisfien , die zui,, ver Ommelander zyn, zoo als buiten tegenfpraak zyn de Ordinaris en Extraordinaris Gecommitteerde Raaden der Ommelanden; en nadien het '„ ten vollen kennelyk is, dat de Rechten en Vry„ heden van den Lande, en deszelfsftemhebbende ,, Leden, nimmer behooren onder die objecten» •„ waar over eenige ftemminge veel min overftem,, minge plaats zoude kunnen hebben, en boveniVi dien nog de meergemelde twee poincten volftrekt j» be-  160 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot begreepen zouden zyn onder zoodaaneobjecten, ,, over dewelke volgens het 17 Art. van het Ommelan,, der Reglement niet by oveiftemminge zal vermogen te worden gedecideerd of geconcludeerd, Datoverzulks ,, de Ondergeteekende reclameerende de handhaa. ,, vinge der bezwoorene Wetten en Reglementen „ achtervolgens hunnen gedaanen ééd, gemeend „ hebben tegens zoodaane onwettige conclullenop „ het iterkfre te protesteeren, als genoomen con,, form ingefloopene misbruiken, en onwettig in- gevoerde practycquen, zonder het minste acht te „ flaan op de wettigheid, waar mede deal fiern„ men in het Hunfingo Kwartier, by het agreëe- ren der twee Propofitien van het Fivelingo Kwar- tier hunne advyfen hebben geltaaft, voorbehou» „ dens ons recht, om ons te addresfeeren, en on- ze belangens in te brengen, daar wy ter hand„ haavinge der bezwoorene Wetten en Reglemen„ ten zullen noodig oirdeelen te behooren, met j, verzoek, dat dit Protest in de notulen werdege» „ infereerd. " Aldus overgegeeven den 19 November 1785. (Onder ftond,) H. de S. Veldtman. v. 1785. J. Mestingh. S. J. NlEHOFF. Waar mede zich de overige 24 hebben gecon* formeerd. Het laatstgemelde Protest luide aldus: De Ondergefchreevene is ten vollen overreed, dat door het onwettig invoeren van de bekende 3, Recommandatie-brieven van wegens den Heere „ Erf-Stadhouder, en door het overzenden van de J} Ordinaris en Extraordinaris Gecommitteerde Raa3, den der Ommelanden, een inbreuk gemaakt is op „ het Ommelander Reglement, en zulks medeftry-,, dig is tegens het 33 Art. van het Regiem. Reform. „ van  ! ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. i6t \\ van 1740» vind zich op zyn gedaanen ééd verI plicht, tegens zoodaane onwettige handelwyze, waar door de vryheid van itemminge in het Wes. ter-Kwartier zoo zeer geftremt wordt, te protesteeren, vermeenende dat een ieder Stemgerechtigde verplicht is, de bezwoorene Rechten en ' Vryheden der Ommelanden te handhaaven en bert fchermen, kunnende dus niet gedoogen , dat de , gekozene Ordinaris en Extraordinaris Gecommitteerde Raaden nu nog na dezen ter approbatie van den Heere Erf-Stadhouder in der tyd, worden verzonden." 1 Groningen, den 18 November 1785. (was get.) J. G. Geertsema. ' Tegens welke Protesten de Heeren Alberda van (ensoma, E. J. Lewe en J. Jarges, nevens veriSheidene andere Heeren Leden verklaarden hunne : anteekeningen te referveeren, zyn de Heeren van üet Hunfingo Kwartier afgetreeden, om od te nee- nen welke Leden zich met het Protest conformeeren, en welke Leden hunne aanteekening tegens et zelve referveerden, wanneer de volgende leeren Leden t de Heeren E. J. Baron van In1 Kniphuifen , F. F. Baron van ïn- en Knipkuifen, i„. j. 1. van oiarnenöorgn, de b. L.ippe Me as, tiarm nammerts, Hindrik Hanfen, Pieter Hindriks, de Heer I » Metelerkamp, Pieter Symons, JanJans, Claas Men* 1 ss, Pieter Hayes, Harm Derks, I. D. van der Tuuk, tindrik Derks, Jan Wybrands, Cornelis Jans, Miniél Hayes, Mindelt Reïnders en Tjark Derks, Geert i '.uitjes, Arys Eb els, Harmannus Wibbens, het Pro- ést inhaireerden, en de volgende Heeren Leden, ! e Heeren F. O. van Sytfama, J. Jarges, J. D. Mii non* de E. Claas Jans, Garbrdnd Wyrfema, J Stegyerus, C, T. Westerwyk, Cornellis Wyrfema, Euwke ! Hink, Menke Jans, Willem Pieters , Derk Uilersma, ii: van der Tuuk, Roelf Berends, Wybe Derks, Wil- vm Bettes, Cornellis Broeils, Pieter Jans, Symon Lues, V. van der Tuuk, JacobEckes, Sicke Pieters, Fynon XXIV. Deel. L Vuls  152 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ubels, daar tegens hunne aanteekening referveeiv den'; en hier van ter Vergadering rapport zynde ge-» daan, zoo zyn de Heeren van Fivelineo afgetree» cien, en hebben toen de Eleeren J. Mestingh, B.\\ H. Vinkers, Ailke Abels, de HeerH. de Sandra Veldt-* man, de E. Geert Willems Kuiper, Jan Alderts, Jam Koenes, Lambeitus Tonkens, de Heer S. J. Niehofff, Jurrien Reinders, Beene Hindriks, JanFreriks, Pieter] Jacobs, Jaceb Claasfen Aikema, Pieter Willems Tichem, laar, Cornellis Lubbert s, Pieter Sywerts, Claas Jans ,\ Jan hindriks, Jan Geerts Bosker, Jan Willems, Jarii Roelfs , Derk Tjasfes, Tennis Pieters , Harmannus). Bruins, Claas Jacobs, Derk Claasfen, Focke Jelmenf. Jan Jacobs Bo'ld, EppePieters, het Protest geinha» reerd, en daar en tegen de Heeren E. J. Lewe, Oj R. Alberda, J. A. J. Gruys, G. Lewe, j. H. L. Picê cardt, T. A. Gerlacius van Stedum, Nienink Roelj's,, en J. Smit, hunne aanteekening gereferveerd ; waar van ter Vergadering mede gerapporteerd, en: vervolgens de Heeren van het Wester-Kwartier zyn-! de afgetreeden, heeft de Heer J. Fruytier het Pro»< test van den Heer J. G. Geertfema geinhsreerd, en: hebben de Heeren Alberda van Renfuma, Clant v'am Hankema, Alberda van Byma, H. Lewe, Lewe van) Aduard, de Herioghe van Ferhiga, de E. Ar ent Fop-' pes Staal, Symon Rienjes, de Heeren P. R. van ld-, dekingè, M. W. de Raadt, de E. Duurt Jacobs, Bar* telt Tonnis, en Jacob Cornellis, hunne aanteekenin-* ge gereferveerd; en hier van insgelyks aan de Ver., gaderinge rapport zynde gedaan, zoo declareerde: de Heei J. A. J. Gruys, dat zich, fpeciaal in zyni qualiteit als Prsefident, zyne aanteekening tegens s voorfz. Protesten referveerde. C$11* Acccrd. F. J. Güichart, Secret. ,1  de Gebeurtenis/en in r'787 enz. voorgevallen. IC3 19*4. Refolutie der Heeren van de Omm'lar.den van den 6 December j 7 B5, om de aanUeken*ngen tegens de Protesten, in de Notulen te infereeren. Ter Vergaderinge zynde geëxhibeerd en gelezen le aanteekening, welke verfcheiden Heeren uit ie drie Kwartieren zich hadden gereferveerd, tegens je Protesten in de notulen van den 22llen Novem» er j'ing«:t geinfereerd. Hebben de Heeren van de Ommelanden verdaan,, at voorfz aanreekeningen in de Notulen dezer Ver. adering zal worden geinfereerd. . Luidende als volgt. Aanteekeningen tegens de Protesten in de notulen van de Ommelander Vergadering van den 22 NovenU ber i;8j geinfereerd. De Ondergefchree venen met de uiterfte bevreemringe hebbende ondervonden, dat een gedeelte ler Leden uic het Hunfingo. en Fivelingo-K waii er, en één Lid uit het Wester-Kwartier, op de iigeleverde fchriftelyke Propofitien van den Heer L/de Sandra Veldtman, hebben kunnen goedinden , op de jongde Ommelander Vergadering an den 22Üen der verlopene maand, in te dienen He fchriftelyke Procesten, in de notulen van dié [ergadering woordelyk geinfereerd, laaien thans» racht derzelver referve, mede in voorfchreeven peulen vervat, teekenen, dat zy, wel verre van et prasfenteeren ter approbatie "of düapprobatie, er Ordinaris en Extraordinaris Gecommitteerde laaden aan den Heere Erf-Stadhouder in der tyd, ante merken als een ingefloopen misbruik, inbreuk p 's Lands Wetten en Reglementen, of onwet* ig ingevoerde praclycquen, het in tegendeel daar ioor houden , dat zulks notoir aan den Heer Erfstadhouder in der tyd, indien men niet willens en reetens Hoogstdeszelfs Rechten trachtte fchenL 2 den.  16\ Verzameling van Stukken betrekkelyk tet den, zonder eenige tegenfpraak competeerd. AIn .zynde vooreerst, gefundeerd in eene Staats Refolutie s v, ■ den 29 Augustus 1748, by welke dit ter voor» « kominge van onbeboorlyke kuiperyen en andere a» . tizen, aan den Heere Erf-Stadhouder, ten ver»« • kc der Ingezetenen is gedefereerd. Militeeren». k ten tweeden voor dit fentiment, ten fterkften, , naVogie van het Reglement Reformatoir, als na a < ks vyfde Art. de verkorene Burgemeesteren en ij Raad van Groningen, en dus het eerfte Lid van ij Staat, aan den Heere Erf Stadhouder in der tyd ter t approbatie toegezonden moeten worden, laaiende; het dus «een fchyn van prasfumtie of bedenkelyk- > heid over, dat 't gene in dezen met opzicht totl Burgemeesteren en Raad plaats moeste hebben,, ook met opdicht tot die van de Ommelanden in de-> ze ve betrekking ftaande, gepraétifeerd moet wor-< den, tot corroboratie van evengenoemde Staats-Re- ■ fe.lude. Maar ten derden, zoo is dit poinfl; geheel 1 en al voldonf.n en afgedaan, door de interpiaeta-■ tie aui beni ica van wy len ï-yne Doorluchtigfie Hoog- ■ heid Willem de vierde, gier. gedagtenisfe aam Hoogstdenzelvëh camelyk by Staats-Refolutie van 1 den 29 Augustus 1748, zynde gedefereerd : „ de vol- . le maaie en macht om de Regeeritigs-Conftitutie3 vat, dt-ze Provincie op vaste gronden te ftellen,) ,, en bet gearrefteerde ter uitvoer te brengen", re-> ftrveen hy aan zich by het 5T« Misfive van zyn* Doorlwhtig* Hoogheid, aan de Comparanten u t 't Hmfingo Kwartier, van den n Dtcember 1785, op derzelver Misfive van den 19 November 1785. Hoog Wel Geeoore Heer! Ik htbbe op zyn tyd wel ontvangen, de Misfive iin den i9ien November, gereekend door U Fïoog /el Geb. en de Heeren E. ƒ. van Tjarda van f arkfneorgh en E. Metrlerkamp , en neobe et willen afzyn U Hoog Wél Get» daar op te antoorien, dit ik niets meer yëriange, dan d c alle isbruiken en pnwét'ig ingevoerde practyken worin geweerd e" dat de bezwoorene Wetten en eglementen tot welzyn van ien La^ie , en tot Ünfervarie van Ondërlii ust,e ?n harmonie op fa krachtigfte gehandhaafd, e tegens afe inbreuk bveiligd wotJer, en dat ik om deze redenen gee. : zwaarigheid hebbe geiruakt, om tie poincten vtq •:rfchil met her pene vopr en tegeo eenigzins in rmerking zoude kunnen komen, ten nauwkeurig2n te onderzoeken en tc po: dereeren; doch dac n my niet is voorgekomen, dat aap ö Hoog Wel eb. en de verd re Leden van de Kegeerirge, die in zyne gedachten zyn geweest, eenige redenen pgeeven zyn om zich over infra Jie van 's La >ds /etten te kunnen beklaagen; wanneer U Hoog Wel eb. en de bovengemelde Heeren, in overwegin: zullen hebben genomen, dat het Reglement vm ;n 19 April 1659, met de nadere Correctie en impliatie van den 22 February 1663, by hec Re. ement op de Regeeringe van den 27 November ?49 gedeeltelyk is vernietigd, en thans maar alen effecT: kan forteeren voor zoo verre niet ftrydig 1 met het laatstgemelde Reglement; en dat hec )inct der Approbatie wegens gedaane beftelüngen !r Ordinaris en Extraordinaris Gecommitteerde aaden, niet dependeert van de dispofitie der Heen van de Ommelanden , als zynde reeds, zoo aor vrywilligen afftand, eenpaarig en Staatsgewyl* 5 ze  r?o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ze gefchied, als het daar op gevolgde RegeeringsJ Reglement, en nadere verzogce en bekomene In.i terpretatoirien van wylen myn Heer Vader afge.: daan, hou.de ik my verzekerd, dat dezelve over-1 tuigd zullen zyn, dat door hunne mede-Leden, ian dezen conform de Fundamenteele Wet gehandeld, en dat dezelve niets verricht hebben, waar oven hunne mede-Leden zich met reden kunnen bezwaa«I ren. Het is niet zonder aandoening, dat ik dezei Nieuwigheden hebbe vernomen, welke ik befchou-i we als kunnende (trekken, niet alleen tot krenking van het wettig aan my, als Erf-Stadhouder opge* draagen gezag, maar wel voornaamenlyk om te on-i dermynen, en zelfs totaal omverre te werpen, defli thans fubfisteerenden Regeeringsform, en o;n eenei allergevaarlykfte tweefpalt te doen gebooren wor< den. Ik vertrouwe dat zulks geenszins de in^i tentie zoude zyn van U Hoog Wel Geb. en van dei verdere Leden der Regeeringe, die van de genoo mene conciufie gedisfentieerd hebben; maar wyy men niet genoeg beducht kan zyn, voor de gevoU gen, wanneer de banden der Maatfchappy zyn los gemaakt, en het vuur der tweedraeht ontdooken, zoo achte ik my verplicht, om U Hoog Wel Geby en de bovengemelde Heeren, op het ernftigite te verzoeken, om van hunne gedaane inftantien af te zien, zich aan de fubfisteerende Conftitutie en het Reglement, welke daar van de Fundamenteele Wet is, te houden, en de goede harmonie met derzeli ver mede-Leden te onderhouden. Waar mede blyve met achting, Hoog Wel Gehoor e Heer! TJ Hoog Wel Geb. DW. Dienaar3' (was get.) Willem , Pr. van Okanje. , Loo den 21 December 1785. (Het Opfchrift was) Aan den Hoog Wel Geb. Heer van In- tot Knithuisen van Ulrum, Gedeputeerde Staat van de Pro» vhacie van Groningen. te Groningen. Ne  ie Gebeurtenis [en in 1787 enz. voorgevallen, 171 W. 1956. Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid, aan de Comparanten uit't Fivelingo Kvartier, mede van den i\ December 1785, ap derzelver Misfive van den 19 November 1785. Wel Edele Gestrenge Heer! i Ik hebbe op zyn tyd wel ontvingen de Misfive raD den igden November, a^teekeni door U Wel £d. Geftr en de Heeren }. Mestingh en S. j Mieioff, en hebbe niet wi [ea afzvn U AM Ed Giftr* iaar op te antwoorden, dat ik niets meer verlange, Ian dat alle misbruiken , en onwettig ingevoerde ira&yken worden jcweerd, en dat de bezwoorene A/etten en Reglementen tot we'zyn van den Linie, en tot cónfervafie van onderlinge rust en harr oonie op het krachtigfte gehandnarfd, en tegens-, llle inbreuk beveiligd worden; en dac ik om deze •edenen geene zwaarheid hebbe gemaakt, om ie poincten van verfchil, met het gene voor ea egen eengzins in aanmerking zoude kunnen komen, en nauwkeurigften te onderzoeken en te pond ;ree•en; doch dat aan my niet is voorgekomen, dat aan J Wel Ed. Geftr. en de verdere Leden van de Re;eeringe, die van zyne gedachten zyn geweest, ;enige redenen gegeeven zyn, om zich over iQfractie van 's Lands Wetten te kunnen beklaagen, vanneer U Wel Ed. Geftr. en de bovengemelde ieeren in overweeginge zullen hebb'm gtnomen, dat het Reglement van den 19 April 1639, met de aadere Correctie en Ampliatie van den 22 February ÏC61} 1 by hec Reglemenc op de Regeeting van den ï7 November 1749 gedeeltelyk is vernietigd, en thans maar alleen effect kan forteeren, voor zoo yerre riet ftrydig is met laatstgemelde Reglement; En dat het poir.ct der Approbatie, wegens gedaane beftellingen der Ordinaris en Extraordinaris Gecommitteerde Raaden , niet dependeert van de iispofitie van de Heeren van de Ommelanden, ala fynde reeds, zoo door vry willigen affijand, een- paa.  *72 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot » paarig en Staatsgewyze gefchied, als het daar op 3., gevolgde Regeerings-Reglement, en nadere ver--r zogte en bekomen Interprsetatorien van wylen 3 myn Heer Vader afgedaan, houde ik my verzekerd, , I dat dezelve overtuigd zullen zyn, dat door hunne : mede-Leden in dezen conform de Fundamenteele 3. Wet gehandeid, en dat dezelve niets verricht heb- ■ ben, waar over hunne mede-Leden zich met reden ) kunnen bezwaaren. — Het is niet zonder aandoe-.: ninge dat ik deze Nieuwigheden heb vernomen,, „ welke ik befchouwe als kunnende ftrekken, niettP alleen tot krenking van het wettig aan my, als Erf-. h Stadhouder opgedraagen gezag, maar wel voornaa--lc menlyk om te ondermynen, en zelfs totaal omver- - K re te werpen, de thands fubfifteerende Regee-.1' ringsform, en om eene allergevaarlykfte tweefpalt tflf te doen gebooren worden; ik vertrouwe dat zulkss 51 geenszins de intentie zoude zyn van U Wel Ed.. fl Geftr. en van de verdere Leden der Regeeringe,,^ die van de genomene Conclufie gedisfentieerd heb- -et ben; maar wyl men niet genoeg beducht kan zyni * voor de gevolgen, wanneer de banden der Maat-.Ij* fchappy zyn los gemaakt, en het vuur der twee* > dracht ontdoken, zoo achte ik my verplicht, om 1 li Wel Ed. Geftr. en de bovengemelde Heeren op 1 jjf' 't eruftigfte te verzoeken, om van hunne gedaane: Jf inftantien af te zien , zich aan de fubfisteerende ; ™ Corftitutie en het Reglement welke daar van de :Js Fundamenteele Wet is, te houden, en de goede!"1 harmonie met derzelver mede-Leden te onderhou.. n' den. R Waar mede blvve met achting, Wel Edele Gefbenge Heer! ü Wel Ed. Geftr. DW. Dienaar, t (was get.) Willem, Pr. van Oranje. ct Loo den 21 December 1785. (Hit Opfchrift was) v Aan den Wel Ed. Geftr. Heere Samdra Veldtman van Slochteren te Groningen»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen* i73 ^o. 1957. Misfive van eenige Comparanten uit Hun' fingo en Fivelingo Kwartier aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 3 January 1786, tot nadere adjlruèie van het geavanceerde in hunne Misfiven van den 19 November 1785. DOORLDCHTIGSTE VORST EN HEEREi Wy hebben zeer wel ontvangen beide Uwe Doorl. Soogheids Misfiven van den 2iften Decenuer laatstleden, aan twee van de Ondergeteekenden geaddresfeerd. Wy vinden ons verplicht op den in« aoud van dezelve,aan Uwe Doorluchtige Hoogheid ï€ repnelenteeren, dat wy hartelyk gewenscht hadden, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid by deszelfs aanwezen alhier had gelieven goed te vinden met ien een of ander van ons, over de op handen zynde begeevinge der Commisfien te fpreken, alzoo wyett een ieder der Comparanten het zich tot een byzondere eere en genoegen zouden hebben gerekend, daar in aan de billyke verlangens van Uwe Doorl. Hoogheid te voldoen. Sedert reeds vier jaaren hebben wy onze poogm;gen aangewend, en gansch ongeinteresfeerde aanbiedingen tot onderlinge harmonie gefchikt, laaten Idoen, die, wilde men niet geheel onbillyk zyn, en kis independent van een ieder regeeren, niet van de band hadden moeten zyn gewezen; dan in de plaats van ons met antwoord te verwaardigen, heeft men zyn best gedaan om de meerderheid der Stemmen te bekomen. De confervatie van vrede en eendracht, die het Uwe Doorluchtige Hoogheid ibehaagt heeft aan twee der Verteekenaarea te recommandeeren, gaf echter aan hun en de hunnen eene ;gegronde hoop, dat het zelve ook aan anderen zullleude zyn aanbevoolen,de voorhanden zyndebegeeivinge op eene billyke wyze zoude zyn gereguleerd. .—. Doch nauwlyks had Uwe Doorluchtige Hoogiheid deze Provincie verlaaten, of wy wierden van tter zyde geinformeerd, dat alle onze goede Vrienden  174 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den in de achtergelatene Recommandatien van Uwé't Doorluchtige Hoogheid , wederom geheel waren ge.: pasfeerd — Dit frappeerde de Comparanten tent allerlterkiten , cerwyl het hun teifers indicbtige maakte , dat zy federt de tyd van h t Gruverne.Ü ment van Uwe üoorluchcige Hoogheids Vrouwe ; Moeder gl. ged. en dat var Uwe Doorl Hoogheid, ; fuccesfivelyk door drie Broeders zyn behe^rschcge. • Worden. Dat de geheele Ommelander Regeeringe van die ï tyd of aan, en van tyd tot tyd meer en meer is ge worden, eene Familie Regeering, aan dewelke byna i ciemard anders deel konde krygen, dan door een 1 blinde fubmisfle aan dezelve; dat de Leden derzei», ve, van tyd tot tyd in alle Kwartieren, na ornftan. . digheid van zaaken, zyn ingeplant geworden, om i gelegetheid te hebben, dezelve ten kosten van ou- • de Comparanten met ambten te voorzien. Dat onder die Familie Regeeringe met haare an» , kleevers , niet alleen onbekwaan.e maar zelfs onwaar- > dige Perfoonen, met Ambten van tyd tot tyd zyn voorzien geworden, zoo dat de geheele intentie van het Reglement van Uwe Doorluchtige Hoogheids Heer Vader gl. ged. niet alleen is ver ietigd geworden, maar de Ommelander Regeeringe geheel is ge. worden de Regeeringe van éénen Aristocraat, hoe teer ook by het Reglement van i6)S» verboden is, dat iemand zich mee de zaaken van een ander Kwartier mag bemoeijen, en Hoogstdezelve boven dien de Ariftocratie vanve f.heiaene, zoo duidelyk by het Reglement Refoimatoir heeft trachten te beletten. Dat de hoogmoed dier begunftigde Heep n, een volIcomene kleinachtirge, ja zelfs zoodaanige verachtinge voor de Conpararten beetr te wege gebragt, dat de recornmandatien van Uwe Doorluchtige Hoogheid niet dan kort voor de Verkiezinge zyn voorgelezen geworden en derzelver gunst flegts aan fommigen is verzogt, het welk in in het Fivelingo Kwartier zoo verre is gegaan, dat niemand dierjHeeren van dat Kwartier, de Comparanten des avonds  ie Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. 17T ïonds bevorens met hunne prsfentie heeft willen ïrwaardigen: eene handelwyze, die de gemoeden dcstyds zoodaanig heeft verbitterd, dat een ap hebben gedaan, die dezelve gevolgen als thans Mide hebben gehad, indien het niet met moeite as geweerd. ■■— Uwe Doorluchtige Hoogheid zal is ligtelyk bezeffen, hoe hard, ja ondraaglyk het , voor vrye Regenten, dewelke meenden door het eglement van 1749 rondsom in hunne oude vryheid zyn herfteld, en alle als even veel deel aan de? egeeringe te hebben, thands en federt zooveel aten door een enkel Perfoon van hun's gelyken 50 hard als onbillyk en onwettig te moeten wor;D geregeerd, en van alle deel in de Regeeringe "tgefloten: een juk dat onszoo ondraaglyk is geworen, dat het beter zoude geweest zyn, dat de di* icte dispofitie van alles aan Uwe Doorluchtige 'oogheid gellaan hadde. Het is intusfchen, Doorjchtig Vorst! verre van ons, dat wy Uwe Doorscluige Hoogheid zouden verdenken, door deszelfs ecommandatien daar aan deel te hebben; in teendeel weeten wy, dat weinige dier begunfligden an naby by Uwe Doorluchtige Hoogheid bekend yn, althans niemand der particuliere Comparanen van tyd tot tyd tot Gecommitteerde Raaden lerecommandeerd; maar het is alleen het vertrouwen , het welk Uwe Doorluchtige Hoogheid op én Perfoon heeft gefield, en het misbruik dat daar an is gemaakt. Het is 'er even zoo ver van daan, dat wy billyke lonfideraden van Uwe Doorluchtige Hoogheid zou:en gering achten, in tegendeel hebben wy by de aatfle electie alle Perfoonen exempt één, om reien by ons voldoende, gekoozen, die Uwe Dooruchtige Hoogheid tot de Generaliteits en Provin:iaale Commisfien had gedefpicieerd: en wy verirouwen, dat alle zwaarigheden inkomflig, lichteyk zullen kunnen worden voorgekomen , indien Jwe Doorluchtige Hoogheid niet met één enkeld iPerfoon over onzer aller rechten handelende en daar  176" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot daaraan alleen defereerende, billyke arrangemen.'if ten zal gelieven plaats te geeven. Wat nu het rechti betreft en wel in het byzonder omtrent de appro.) batie der Gecommitteerde Raaden, het 33 Art.vani het Reglement Reformatoir van 1740 fpreekt 'en met alleen niet van, maar noemt expres de Gene-: rahteits en Provinciaale Commisfien, dit kan o| mooglyk eene omisfie zyn, daar 'er van dit ftukl omtrent de Stads Regenten bevoorens zoofterkgefprooken was, en het vastftellen der approbatie vani de andere Commisfien van zelfs gelegendheid ver*' fchafte, om ook van deze te moeten fpreeken; in-, ■dien men verkoozen had daar over te willen dispo-i neeren. Dit poinct konde de attentie der Heerem Gecommitteerden van wylen Uwe Doorluchtige! Hoogheids Heer Vader, die hier zoo lange ge-* weest zyn, en met allerlei foort van Menfchen hebben geconfereerd, met ontgaan, nog aan wylenr zyne Hoogheid zelve niet kunnen echapeeren, diei van de Regeeringe der Ommelanden zulke eene! grondige en nauwkeurige kennis bezat: maar dei waare redenen van onderfcheid, beftaat hierin,datt Uwe Doorluchtige Hoogheids Heer Vader by heïf Reglement getoond heeft; afkeerig te zyn van alle; magt en gezag, die niet tot grondflag had het algemeene welzyn, en daarom deze vrye keuze dert Ambtenaaren heeft gelaaten aan de Comparanten,, doch de approbatie der Generaliteits en Provinciaal le Ambten of Commisfien aan zich heeft behouden,, op dat wanneer etn ongefchikt of onbekwaam Per-, foon tot zekere post gekoozen, na gehoord decon-fiderauen van den Heere Stadhouder, konde worden verwisfeit, of de nood zulks vorderende ge-heel gedifapprobeerd, het zy dat zulk een Perfoon 1 in een ander Ambt nuttiger zoudekunnenzyn, heü: zy dat hy te veel invloed in de Regeering zoude; kunnen hebben, of wel om zulk een Perfoon we-gens zyn caracter of gedrag geheel buiten de Ambten te fluiten; maar de Gecommitteerde Raaden 1 geen invloed hebbende, op de Generaliteits off Prol]  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 177 jl'rovinciaale Regeering, en alleen de Domeinen n het Finantie-wezen van hun Lid, verzorgende, lionden dezelve geen nadeel aan 'sLands Regeering oebrengen , en dus aan Hoogstdezelve onverphillig zynde door wien die post wierde bekleed, eefc te rechte geoirdeeld, daar van geen approlatie noodig te hebben. Zoo men, niet tegenslaande het reeds geavanceerde , nog eens wilde I ellen dat het eene omisfie was, dan nog was zulks nn niemand te imputeeren, dan aan den genen die aaarder had kunnen en moeten ipreeken: en dat fel in fundamenteele Regeerings wtten, waarby epaalt is, dat alles wat niet is verandert, op denoufen voet zal blyven: ja in een poinct, het welk de puvereiniteit der Ommelanden raakt: dit als een pisfie te willen reguardeeren, of de Misfiven van we Doorluchtige Hoogheids Heer Vader van den are 1751, in dezen voor eene explicatie te houen , zyn zaaken die ieder weldenkend Mensch ïllen verbaasd doen ftaan. Al was het zelfs dat we Doorluchtige Hoogheids Heer Vader, die infltntie by deszelfs refcriptien had gehad, wat zou. ï; zulks baaten, daar nooit de explicatie of interflrffitatie van dat Art. gevraagd is, noch ook gegeecn: maar de zaak beftond hier in, dat zyneHoogeid glor. ged- op den 27 November 1749 deComilsfien had benoemt om te continueeren tot St. Etri 1752 , in welke tusfchentyd de vacatures lorvallen. Hier op vraagt men Hoogstdeszelfs inmtie over de manier van vervullinge, namentlyk ' zyne Doorluchtige Hoogheid verkiest, dezelve ' vervullen en de Perfoonen te benoemen, gelyk : overleedene door Hoogstdezelve waren benoemt n te fungeeren zoo lange, als die in leeven geteestzynde, zouden hebben in bedieninge geweest; i zal het op een andere wyze gefchieden? Waar. 5 door zyne Hoogheid geantwoord is, dat dezelï zullen gekoozen worden door die genen welke lar toe zyn bevoegt en competent, en aan hem r approbatie gezonden , waar door dus minder XXIV. Deel. M n»gt  178 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot magt heeft geoeffersd, als in dat tyd (lip of voort»:] duuringe van dezelfde tour, zoude hebben kunnen-f doen ; doch om daar uit af te leiden, dat hetmeer^ gemelde 33 Art. daar door in diervoegen gelyk gel fustineerd word, zoude geïnterpreteerd en geëx»1. pliceerd zyn, zoude eene abfurditeit weten zoo;j) groot, dat het Reglement naar welgevallen zoude.? kunnen worden veranderd en geamplieerd; ja des geheele fundamenteele Wet al ras geheel zondera: fundament zoude worden» Een ieder die met ge»» zond verfland begaaft is, is bekend, welk onder-fcheid 'er is, tusfehen expliceeren, interprasreeren*. en amplieeren; de beide eerde poin&en had Uwes Doorluchtige Hoogheids Heer Vader gereferveerd »> maar geenfins het laatfte- Wy (lappen bier vanaf,, om de attentie van Uwe Doorl. Hoogheid, niet onnut hier mede lastig te vallen. Uwe Doorl. Hoog», heid vergun ons nog een derde poinct te onderzoe». ken: of naamelyk de digniteit, magt, en gezag, , van den Heer Stadhcuder zoude worden bena» • deeld, byaldien Hoogstdenzelven niet had de Ap... probatie van de Gecommitteerde Raaden ? Wy oir-,, deelen van neen. Dat Collegie geen relatie tot de? Regeeringe der Generaliteit, Provincie, of Omme- landen meer hebbende dan ieder Comparant, hun* werk bellaande in het bellieren v^n der Ommelan» ■ der Domeinen, en hunne handelingen nooit onder i het oog, of ter deliberatie van Hoogstdenzelven kun»'' nende komen, hoe is het dan te bcgrypen, dat de ■ Stadhouderlyke digniteit door de Approbatie ver-, meerderd, of door die niet te hebben, verminderd 1 zoude kunnen worden. Welk een belang zou Uwe Doorluchtige Hoogheid kunnen hebben, of uit het getal der Eigenerfde 1 Boeren, by voorbeeld eenen Jan Pieters of Geert, Harms, dien post bekleeden, als alleen om diens ; perfoons wille, door wien dezelve aan Hoogstdenzel-1 ven word gerecommandeerd. Indien iemand durft , pofe^ren, dat het Art. alzoo moet worden geinterprétéerd ter haüdhaavinge van het Stadhouderlyke ge-  ele Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 179 gezag. Dan zal hetoolc al verder geïnterpreteerd inoefen, worden, dat aan Uwe Doorluchtige Hoog. aeid competéerd de aan ft, llinge van Scheppers, lerzelver Secretarien en Ontvangers door de geeele Provincie, en men zoude zich niet behoeien te verwonderen, dat de laagheid van dez°n of enen wel zoo verre zoude kunnen gaan, om zulks 1 gelang van tyden te fouteneeren. En wat de Kxaordinans Gecommitteerde Raaden betreft, wier erk eenig en alleen beftaat in het inneemen van is Rentmeesters rekening, en bevoorens een in. amen van 12 Guldens hebben genooten, hetwelk >or korte jaaren tot 200 Guldens is verhoogt, idien iemand durfc ftellen, dat Uwe Doorluchtige oogheid daar by is geinteréffeerd, dan blyft 'er en Ambt of Commisfie by de Provincie of der. Iver Leden meer overig, waar van aan Uwe Door. bhtige Hoogheid de beftellinge niet zoude comteeren. Eindelyk moeten wy de vryheid neemeh Uwè jorluchtige Hoogheid in bedenking te geeven, nneer in eenig Articul van het Reglement eenice :isfie waarlyk plaats heeft, ofte eenige woorden :eten geïnterpreteerd worden, of niet in zulke /allen het recht, de billykheid en eene gezonde atkunde vereïsfchen , dat zulks altoos zoo dienre gefchieden, als het meest met het natuurlyk chc der Natie en deszelfs voorige Vryheden, overi komt. Dat aan Uwe Doorluchtige Hoogheids er Vader alles opgedraagen zynde, dezelve moet -den veronderfteld niets meer te hebben gewilt, !"het gene met volle woorden in het Reglement rft bepaald, dat dus alle uitleggingen tegens den en moet gefchieden, die klaarder en duidelyïhad kunnen en moeten fpreeken. i>at Uwe Doorluchtige Hoogheid even zeer aan bbfervantie van hec Reglement gebonden zyn1 en in zyn eigen zaak, tot zyn eigen voordeel ideerende, niet zoude kunnen ontgaan zoo veel angenaamé'reflexien, als daar over by menigte'' M 2 ge.  180 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet gemaakt zouden kunnen worden, daarin tegendeel! Uwe Doorluchtige Hoogheid in dezen naar rechtend billykbeid disponeerende, de algemeene goedkeu.i rir ge zoude wegdraagen: en het welk Uwe Door-: luchtige Hoogheid zelfs in dubio te eerder zoude* dienen te doen, om dat de Stadhouderlyke waar-r digheid, magt of gezag, daar by niet zyn gemtc: \Vy "verzoeken derhalven Uwe Doorluchtige! Hoogheid op het inftantelykfte, deze onze gron-i den crnftig en onbevooroirdeeld te willen overweeg gen, of door onpartydigen te laaten onderzoeken* Wv infteeren Uwe Doorluchtige Hoogheid ten fterkften, zulks niet alleen te doen om onzenthaU ven maar vooral ook om Hoogstdeszelfs eigen be< lang en reputatie, die hier door te zeer worden ge< compromitteerd. Wy fommeeren Uwe Doorlucht tiae Hoogheid hier op te fterker, om dat wyuitdd Mi'-fiven van Uwe Doorluchtige Hoogheid ontwaaK worden , hoe zeer Uwe Doorluchtige Hoogheid reeds is vooringenomen, en teffens, daar wy onss en de onzen thands zoover in dezen hebbende inge laaten, ons befpottelyk ja verachtelyk by deNatn zouden maaken, indien wy nalaatig bleeven om ab le nrze poogingen aan te wenden, en zoodaane mid deleD by de hand te neemen, waar toe wy ons te bereikinge van onze zuivere oogmerken gerechtigj zullen oirdeelen, terwyl wy teffens Uwe Doorluch i tige Hoogheid hartgrondig en oprecht verzekereni: zulks met gevoelen van fmert en leedwezen te zui: len doen. Wy wenfchen niets vuuriger, dan dat d< vrede en eendracht onder alle de Comparanten mee en meer aangekweekt, en beflendig bewaard mog worden, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid werd bemind, hoog geacht en geëerbiedigd, datdeStaa houderlyke waardigheid tot in het laate Nageflachf moge worden bevonden, de zucht der Natie, di^ pilaar hur ner Vryheid, en het middel hunner voot fpoed, tot alle het welke onze Perfoonen , alle od| ze poogingen, ja alle het onze aanbieden, metdï  ie Gebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 181 cordaatbeid, fincericeït, en oprechte genegentheiJ, waar mede wy de eer hebben ons te teekenen. Doorluchtigfie Forst en Heer l Uwe Doorluchtigfte Hoogheids Onderdaanige Dienaaren, (was geteekend) F. F. Baron van In- in Kniphuizen. E. J. TjARDA van STARKENBORGH. E. Metelercamp. H. de S. Veldtman. v. 1786. J. Mestingh. S. J. NlEHOFF. 'N9. 1958. Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid aan de Heeren van de Ommelanden van den 23 December 1785, met de Lyst der Ambten door zyne Doorluchtige Hoogheid bepaald, den 10 January 1786 ter Ommelander Vergadering ingekoomen. Edele Mogende Heeren, byzondere goe. de Vrienden! Wy hebben wel ontvangen Uwer Ed. Mogenden Misfive, met de daar bygevoegde Lyste der Perfoonen, door Uwe Ed. Mogenden geëligeerd, tot de refpective Ommelander en Provinciaale, zoo binnen als buitenlandfche Commisfien , voordejaaren 1786 ea 1787, ten einde daar op te bekomen onze Approbatie. Waar op wy goedgevonden hebben, Uwe Edele Mogenden te refcribeeren, dat wy de gemaakte verdeelinge der voorfz. Commisfien , volgens de hier nevensgaande Lyste approbeeren. Wy voegen hier verder by de verkiezinge en iauftellinge door ons gedaan, var. Monster-HeeM 3 ren,  I 182 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot. ren, en Arbiters, mede voor de jaaren 1786 ea 1787. Waar mede . Edele Mogende Heeren, byzonder e goede Vrienden! wy U Edele Mogenden beveelen in Gods Heilige Protectie. Uwer Edele Mogenden Dienstwillige Goede Vriend, (was get.) W. Pr. v. Oranje. Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, (was get.) T. J. de Larrey. , Coll. 'Accord. F. J. Gochart, Secret. Op het Loo, den 23 December 1785. (In margine Jltmd) Exhibitum ter Vergadering den io January 1786. (was get.) F. J. Guichart, Secret. (Het Opfchrift was) Aan Jonkeren, Hovelingen , Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, tusfchen de Eg ras en de Lauwers. Lyste  dt Celeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 183 Lyste van de Perfoonen tot het bekleeden van de Ommelander en Provinciaale, zoo binnen als buU tenlardfche Commisfien voor de jaar en 1786 ««1787, volgens de geapprvbserde verdeding van wylen zyne Hoogheid glorieufer fdagtenisfe > op de refpeëiive wartieren der Ommelandenvallende be'.oemt. Uit Hunsingo. Staat Generaal. De Heer Lewe van Middelftum. Generaliteits Rekenkamer. De Heer J. Jarges. Gedeputeerde Staat. De Heer F. F. Baron van In- en Kniphuifen van Ulrum. Rekenmeester Provinciaal. De Heer J. D. Mignon. ijle Ordinaris Gecommitteerde Raad. De Heer F. O. Sytfama van Bellingeweer. iT titïebrief te treedeD, dat men goedgevonden heeft, [leen met opzicht tot de Ordinaris en Extraordina-. s Gecommitteerde Raaden, andere Perfoonen, /en zoo gefchikt als gerechtigd, te verkiezen; met :en gevolge, dat dezelve al wederom uit enkele eference voor den Heere Erf-Stadhouder, ter Aprobatie overgezonden, niet alleen niet zyn.geaprobeerd, maar, met voorbygaan van denwel, en, ettig gekozene, de gerecommandeerde Perfooen door zyn Hoogheid wederom in plaats zyn ge:eld ; in welke dispofitie de Stemgerechtigden , sstyds wel hebben berust, niet, omdat zy meen-»; en, dat dezelve na rechte wasergsan, maar o;;i at men destyds liever verkozen heeft onaange--, len het voorgevallene, als nog langs vriendelyke-, regen, zoo veele van hun mede-Leden, was het, looglyk, te overtuigen van hunnen:welmeenenden :nst en oprecht verlangen, om door onderlinge, armonie en eensgezindheid de belangens van heteve Vaderland, waaraan, vooral in de laatfte jaa. :n, zulke zwaare flagen zyn toégebragt, met en evens hun te behartigen, de bepaalde Wetten en leglementen, niet willekeurig, maar conform derelver inhoud en uitdrukkelyke ietter te handhaaven, en alzoo te voldoen aan den ééd, die zy ne-«ns alle Regenten, volgens het 48 Art. van het, Reglement Reformatoir by het aanvaarden van hun- mbt, gedaan hebben, ter handhaavinge van aue ,! Lands Wetten en Reglementen, in zoo verre door ;et Reglement Reformatoir niet zyn veranderd, in wel in het byzonder dit Reglement ftritt te ioen obferveeren. Door alle welke redenen en motiven dan ook te fzeae is gebragt, dat de Ondergeteekenden ten vel¬ en geconvinceerd, dat de bewuste twee Propoli. ien uit bezef van ééd en plicht, voor het weizyn ?an de Ommelanden zyn voortgevloeid, dezelve ;onder aanzien van Perfoon met het grootfte ge. loegen hebben aangenomen, en na hunne vermo. ^ens hebben helpen onderfteunen; teiwyl in hec by.  192 Verzameling van Stuklen betrekkelyk tot byzonder die genen der Ondergeteekenden, d,'= men verkozen heeft, als een nieaweling az^ 'c fikree, ken, by dezen verklaart, dat hy wegens de xortetyd zyner admisfie ten Landsdage van ruim anderhalf jaar ,, als nog, gelyk men zegt, in de onmooglykheid is, genoegzaame kennis en weten,, fchap in de Ommelander Regeeringe te hebben, ,, en om die kortheid des tyds, ook geen Ambten ,, of Officien aldaar, voor alsnog" (dat is voor St. Petri aanftaande) zoude kunnen bekleeden; maar dat hy teffeBS moet betuigen, in die korte tyd, zoo veel by ondervindinge te hebben geleerd, dat hy, na het licht 't welk hy van den Hemel heeft ontvangen, liever verkozen heeft, in zyne vroegere jaaren, met zoo veele van zyne mede-Comparanten totbewaaringe of herftel van derzelver Rechten en Vryheden uit te komen en mede te werken, dan in zyne laatere dagen, by continuatie door ambten verrykt, met reden befchuldigd te kunnen worden, dezelve aan eigenbelang of heerschzucht te hebben opgeofferd. r> Wat nu betreft het fluk der Recommandatiebrie. ven, waar van de gronden van bezwaar, door onze mede-Leden by hunne gedaane aanteekening van zoo weinig aanbelang worden befchouwd, ,, dat „ het nauwlyks eenige refutatie zoude verdienen"; zouden de Ondergeteekenden een ruim veld hebben, indien zy wilden uitweiden, zoo wel in de onbevoegdheid en ongepastheid van derzelver invoericge, als in de verkeerde en fchaadelyke directie, welke daar in geduurende den tyd van byna 20 jaaren, ten nadeele van zoo veele Comparanten gehouden is, die even bevoegd waren, en fomtyds tot het bekleeden van fommige Commisfien veel gefch'kter. UpEen bellier, het welk vooral in de laatfte jaaren zoodaanig is in het oog geloopen, dat de Ondergeteekenden hier van liever zullen affiappen, dan een zwart register op te haaien van zoo veele willekeurige handelingen, als onder het fraaije prse- texc,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 103 rc, om daar door de kuiperyen, als zoo nadeeüg verderflyk voor het welzyn der Ommelanden iweeren, hebben plaats gevonden; cerwyl de üdergeteekenden , aangezet door de onlochenbaawaarheid, openlyk verklaaren, dac zy met geen nder leedwezen als verontwaardiging uit de gejne aanteekening gezien hebben, de onbedwonae toon, waar op men durft pofeeren: „ dit, door de Recommandatien niemand bezwaard word of de minfte faculteit benomen, om vry en onbedwongen zyne keuze te doen", daar her. oeurde in den jaare 1781 in bet Fivelingo Kwarr, en in 1785 in Hunfingo, hun van het onwaaIklaar had behooren te overtuigen: en zich al rder uit te laaten in deze openbaare fpoctaal: Jdat het ook aan de eene zyde niet te denken is, 3dat de Recommandatien zouden vallen, op fubjjedten min gefchikt tot die Charges, of aan de landere zyde, byaldien zulks ter goeder trouwe (als of alles vooraf niet genoeg overlegt was) iimogte gebeuren, dat het zoude mangelen aan de xordaatheid der Kiezeren, om ééd en plicht inIdachtig, het welzyn van hec algemeen, en dac !der Ommelanden in het byzonder, na hun vermogen te behartigen"; daar met betrekkinge t het eerfte, deondervindinge van zoo veele jaa3 een ieder te zeer moet overtuigen, in hoe verhet ter nedergeftelde, met het gene daadelyk gebeurd, ftrookt, dan niet; en in het laatfte ge1, het aan zoodaane cordaatheid in deD ja ïre 1781 [het Fivelingo, en in het voorige jaar in Hunfio■ Kwartier ook niet heeft gemangeld, doch dié :beide gevallen aan de billyke verwachting ganseh et heeft beantwoord, en even daarom ons te fter•r heeft aangezet, om onze poogingen door alle :paste middelen en wegen te verdubbelen; zoo dac 1 zyn best genomen, zoodaane voorgeevens moein worden gehouden voor bloote gezegdens, dia ieen uit het zwakke voortkomen, daar het ont:eekt aan bondige bewyzen, SXXIV. Dm. N Hoe  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hoe afkeerig nu ook de Ondergeteekenden zya van alle kuiperyen , die zy befchouwen als een fluk, waar in alle boosheden t'zamenloopen, is bet niet te min door de ondervindinge van zoo veel jaaren beweezen, dat de Recommandatiebrieven op zulk eenen voet befchouwd, als ftrydig tegens de oirfprongelyke vryheid van ftemminge, waar uit toch alleen alle heil voor den Lande moet voortvloeien, een zeer ongefchikt middel is, om eea plan van Regeeringe te behouden; maar volftrekc heeft gediend, om daar door eene Familie Regeering in te voeren, waar van meest alle, die dezelve niet geliefden aan te klee^en, zóo wel als van de Commistien zelve zyn uitgefloten, invoegen dat het aan alle kanten blykbaar en bekend is, welk een fchaadelyken invloed zoodaane willekeurige Recommandatien, op de vryheid van ftemminge ge. maakt hebben, en welke allerdroevigfle gevolgen voor het lieve Vaeerland daar door reeds zyn te wege ge bragt. Daar nu langs zulke verkeer e wegen, offchooö wel zondtr kuipeiyen, de geheele klem van Regéeringe in handen van e< n enkel Perfoon is overgebragt, zoo vraagen de Ondergeteekenden? of dan niet de Recommandatien met zoo veel te meet recht gerekend moeten worden te behooren onder die middelen, die by het 14 Art. van het Ommelander Reglement, als ongeoirloofd, zoo duidelyk zyn verboden, naar maate van het grouwelyk misbruik, het welk daar van ten nadeele van den Lande is gemaakt; te meer, daar by het 15 en 16 Art. van het Reglement Reformatoir van 1749 ma zoo veel woorden de ,, Heerfchappye van weihige als zoo „ ncdeelig voor de wettige Conjlitutie, is verklaard." Dat boven en behalven het reeds geavanceerde, het een notoire waarheid is, dat by het y Art. van het Reglement Reformatoir bepaald zynde, dat de fubdivifien in Onder-Kwartieren zullen ophouden, en het Ommelander Reglement van 1659, met dë Ac plu tie van 1663, alleen in zoo verre is ver- kie-  de Gebeurtenis/en in 1787 ««2. voorgevallen, 195 nietigd, diensvolgens zonder de minde contradio tie alle de poindten, over dewelke volgeos hec 17 Art. van hec Reglement van 1659, geene overftem* ming kan vallen, noch veranderinge, alteratie, ofam. pliatie gemaakt worden, zyn verbleevea onder dezelve bepaalinge en reftrictie, waar onder die vóór hec ëmaneeren van het Reglement Reformatoir van 1749 zyn geweest. — Het is derhaivèn uit overweeginge van alle deze gronden en moei ven, dat de Ondergeteekenden, als nog reclameerende de bezwooren Wetten en Reglementen van den Lande, vermeenen, dat door de HeerPrasfideerende had behooren te worden geconcludeerd, conform dat gene het welk by de Wet is bepaald, ver- . klaarende diensvolgens de Conclufie, invoegen genomen, als nog onwettig en onbeftaanbaar, en . tegen alle de gevolgen van dien mits dezen te protefteeren. Verzoekende voorts dat dezen in de J Notulen van de Ommelanden werde geiuiereerd. , Aldus overgegeeven den 10 January 1786. (was geteekend) F. F. Baron van In- en Kniphüisen. E. J. Tjarda van Starkenborgh. E. Metelerkamp, en mede voor die in Hunfingo hunne aanteekeninge hebben gereferveerd. H. de S. Veldtman. v. 1786. J. Mestingh. S. J. Nikhoff, en mede voor die in Fivelingo hunne aanteekeninge hebben gereferveerd. J. G. Geertsema. - Hebben de Heeren van de Ommelanden verftaan, dat dezelve in de Notulen van deze Vergadering zal worden geinfereerd, en hebben de Hee- . ren, die voorfchreeven aanteekeninge op de Proresten in de Notulen van den 22ften November N 2 laatst-  196 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot laatstleden vervat, hadden ingeleverd, uit deze! Contra-aanteekening Copie verzogt, met referve i van hunne weder aanteekening tegens dezelve. Coll. Accord. F. J. Guichart, SecreU, N° 1960. Refolftie der Heeren van de Ommelanden^ 'van den 10 January 178fi, waar by de Mvfivet van zyne Doorluchtige Hoogheid van den 23 December 1785 met de Lyst der begeevene Ambten» voor notificatie word aangenomen. Geleezen zynde de Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erfstadhouder gefchreeven op 't Loo den 23 December 1785, houw dende de approbatie der gemaakte verdeeiinge vanr de Ommelander en Provinciaale, zoo binnen- alsi buitenlandfche Commisfien, voor de jaaren 1786 ent 1787, volgens de daar by gevoegde Lyste, mits* gpders de verkie/inge en aanftellinge der Moniterv Heeren en Arbittr«, mede voor dezelve jaaren,) Hebben eenige Heeren Leden verklaard, van AdJ vis te z^ , dat de Misfive en de gemsakte dispofitie mm zyn Hoogheid, als na ouder gewoonte voornoo tificatie behoorde te worden aangenomen en gere^ eifireerd. Eenigen dat zyne Hoogheid wel de apj mobatie van Provinciaale en Generaliteits Commis^ fien competeerde, doch iemand improbeerendej riet bevcegt was een ander in deszelfs plaats aan te ftellen, maar dat in zulken gevalle een nieuwe uit! fchryvirge van het Kwartier moeste gefchieden,er door de Stemgerechtigden een aEder in des geimi mobeerdes plaatze geëiigeerd. Eenigen dat hy het 33 Art, van het Reglement Reformatoir, dier aangaande geen genoegzaame ben raaling gevonden wierd , en dieswegens conform he£ ie van zyne Doorluchtige Hoogheid , omtrent de redaane beftellmg der Ommelander Provinciaale en ijeoeraliteics Commisfien, mitsgaders van de Monier-Heeren en Arbiters, voor notificatie zal poriën aangenomen en geregiflreerd. Waar op de Jeerefj, welke voor een nieuwe Stemming wegens ie Generaliteits en Provinciaale Commisfien, in cas van improbatie hadden geftemd hun Protest en Aanteekeninge, zoo wegens deze beflellinge, als net relatie tot de Ordinaris en Extraordinaris Ge:ommitteerde Raads Commisfien hebben gereferi/eerd, en tegens de Conclufie op voorige by hun ajeallegueerde gronden geprocedeerd. Coll. Accord. F. J. Goichart, Secreu N°. 1961. Refolutie der Heeren van de Ommelanden van den 27 January 1786, waar by het Protest van fommige Leden tegen de Dispofitie van zyne Doorluchtige Hoogheid, opzichtelyk dn bejlelling der Ambten en Commisfien over de jaaren 1/85 en 1787 in de Notulen word geinfereerd. Ter Vergaderinge zynde geëxhibeerd en geleezen, een Protest, 't welk fommige Heeren Ledei zich in de Vergaderinge van den ioden dezer had* Iden gereferveerd, tegens de gemaakte dispofitie ivan zyne Hoogheid, opzichtelyk de beflellinge v m :de Generaliteits , Provinciaale , en Ommelander [Commisfien, voor de jaaren 1786 en 1787: luiden. Ide als volgt. N 3 De  lo8 Verzameling vm Stukken betrekkelyk tot De Ondergeteekenden op den Landsdag van den loden jongstleden, zich hebbende gerei'.rveerd hun Protest en Aanteekeninge, tegens de di.cpofirie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Qenerali. teits, Provinciaale, en Ommelander Commisfien, vervat in Hoogstdeszelfs Misfive van den 23 December 1785;, en daar by geannexeerde Lyste, verklaaren mits dezen, dat zy om redenen en op gronden by voorige Aanteekeningen door hun breedvoerig gededuceerd, welke by dezen in alles inhsereeren , gemelde dispofitie van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, (in zoo verre daar by omtrent de Generaliteits en Provinciaale Commisfien verfebikkingen zyn gemaakt, en de Commisfien van Ordinaris en Extraordinaris Gecommitteerde Raaden zyn geapprobeerd of gedisapprobeerd, en andere in plaats gefteld,) befchouwen als niet gefundeerd in het Reglement Reformatoir van den jaare 1749, en ftrydig tegens het Ommelander Reglement van den jaare 1659, en uit dien hoofde dezelve houden voor informeel, nul en van geener waarde, en dus als niet gefchied. Terwyl de Ondergeteekenden wel expresfelyk tevens referveeren, om over alle het gene ten dezen opzichte, door hunne disfentieerende mede-Leden, en door den Heere Prinfe Erf-Stadhouder is verricht, zich te addresfeeren en te beklaagen ter plaatze, daar zy zulten vermeenen te behooren , verzoekende dat dit hun Protest in de JNotulen dezer Vergaderinge werde geinfereerd. Aldus overgegeeven den 27 January 1785. (was geteekend) F. F. Baron van In- en Kniphtjisen. E. J. TjARDA van Starkenborch. mede uit naam van de Heer Metelerkamp, en die verders hun Protest in Hunfingo Kwartier hebben gereferveerd. H.  it Gtlmttnisfen in 1787 enz. voorgevallen, 199 H. de S. Veldtman. v. 1786. J. Mest^ch S. J. JNiehoff, en die verders hun Protest in Fivelingo Kwartier hebbeD gereferveerd. J. G. Geertsema. Hebben de Heeren van de Ommelanden verdaan, dat voorfz. Protest in de Notulen zal worden LhiJd W illemden vierden bv StaatsRefo!u:,e van den 39 Augustus 1748 is opgedraï ge^ de volle maate en magt, om de Regeerinzt Confl.tutfe-op vaste gronden te ftellen, ef h "t gge ?e /rr^taeZC,Ve g°ed m°«te vicden daaromrrfnc re arresteeren, ter uitvoer te brengen; en dacdaar van het gevolg is geweest de emanatie van h£ glement Reformatoir: maar zy kunnen zich aan £ andere zyde niet begrypen, waarom deZe Satle lnJl?Re mr3Le ? magt' » a,!eenlyk gezegt word /aSogefchied te zyn ;.wy! de Ondergefchïef venen niet kunnen noch durven denken fat hv fl van hun disfentieerende Leden eenige'de miLÏ twyf-  de Gebeurtenis/en in f787 enz. voorgevallen, sof' : twyffel gemaakt word, of deze opdracht ook de ju. r re gefchied is. Immers dit is na alle principes van l rechten zeker, en lyd geene de minste bedenking, ji dat een Souverein (en wat nog meer is, ten verzoeke der Ingezetenen) het recht en de authoriteit heeft, om zyne legislative magt voor een tyd aan t een ander te defereeren, met dat effect, dat de yerkorene Wetgeever de plaats van den Souverein in dat derde vervangt, en de Wetten door hem gepromulgeerdjdaadelyk eene werkende en verbini dende kracht op de onderhoorigen verkrygen. I Daar nu deze maate en magt aan wylen zyne i Hoogheid Willem den vierden door den Souverein« zelve, en wel op verzoekderlngezetenen, adtem-' t pus is opgedraagen, is Hoogstdeteive destyds niet; alleen defaSto, maar ook de jure de'verkorene Wett geever geweest. En, wanneer dit niet de onloochenbaare waaröheid was, dan zou het geheele Reglement Reforp matoir tot nu toe ten onrechte gewerkt, en alle 0 Regenten, Richters en Justicieren , die van dest zelfs eerfte promulgatie af tot nu toe, tot dien» P plechtige bezweeringe en onderhoudinge opgeroe| pen zyn, en nog dagelyks worden, eene vruchtef looze en ongeoirloofde verplichtinge op zich ge« | laaden hebben. Wie yst niet van zulk eene gedach» «te, en welke zouden de fchromelyke ge volgen zyn, 1 byaldien men aan die fnaar durfde roeren 1 Dit Reglement dus daar zynde, is gefteld tot k een altoosduurende en onverbreekelyke Wet, en i in zoo verre had de verkooren Wetgeever gedefunIgeerd, uitgenoomen nogthans, dat Hoogstdezelve G by het 50 Art. uitdrukkelyk aan zich had gereferhveerd de explicatie en interpretatie daar van, inkdien by opkomende gevallen eenige elucidatie noo» idig mogte wezen; en in zoo verre moeste wylen Idie Vorst gehouden worden, indegedefereerdelekgislative magt te continueeren, en Hoogstdeszelfs Iwelmeeninge omtrent het verftand van het geheele I Reglement in toto complexu, of van het één of anN 5 der  902 Verzameling van Stukken betrekkelyk VA der Articul gevraigt zynde , geconfidereerd wor-, den. als in het Reglement van woorde tot woprde ingelyft. Zoodaantg was nu hef geval in den jaare 1751 by de eerlte vacatures in de Ommelanden naar het Reglement. Het was namelyk zeker, dat wylen zyne Hoogheid door beide Leden van Staat was ingeroepen als Wetgeever, tot redres van deabuize n, de Regeeringe ingcflopen. Deze Regeeringe bleef volgens het ifte Art. van 't Reglement, beftaan uit twee Leden, de Stad en Ommelanden , en, had dus een allernauwst verband en zamenhang, zoo dat, 't gene tot het hoofdoogmerk, te weeten het redres der ingeflopen abuizen, dienstbaar was, op het ééne Lid zoo wel als het andere toepasfelyk moeste zyn. Behaagde het nu de verkoorene Wetgeever by het 5de Articul te ftatueeren, dat de gedaane Keur van Burgemeesteren en Raad, aan den Heer ErfStadhouder in der tyd ter approbatie zoude worden gezonden, zekerlyk met de heilzaamfte intentie, en om te voldoen aan de oogmerken van de aan hem gedefereerde macht, zoomoeste dit ook, op de aangevoerde gronden, met opzicht tot de Regeeringe van de Ommelanden, in dezelfde betrekkinge ftaande, per analogiam legis, voor geflatueerd gehouden worden. Schoon nu dit weinig, of geen de minde bedenkinge overliet, begreepen echter de Heeren van de Ommelanden by dit eerde voorval, en terwyl zy cOg mogten profiteeren van het dierbaar leeven van wylen zyne Hoogheid, en zich dus, en hunne nakomelingen voor altoos van den waaren zin, en welmeenicge van den Wetgever verzekeren, om Hoogstdeszelfs authentyke interpretatie te vraagen; waar op dc bevoorens geallegueerde refcriptie van den I6den February gevolgd is. Wanneer men nu deze zaaken, in haar verband en afloop, nagaat, zal het vooreerst weinig, ja niets afdoen, 't gene men by de Contra-aanteekening tegens deze blykbaare analogie inbrengt , caa-  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 003 inaamelyk, zulk een voorgewend aanmerkelyk on* derfcheid, tusfchen de functie van de gekoorene burgemeesteren en Raad van Groningen, en die tier Gecommitteerde Raaden van de Ommelanden. Wel is waar, dac ieder in de zyne heeft zyn particuliere huishouding cn befticring, maar het is leven zeker, datzyin dit amzienlyk derde overeenr ïkomen, en gelyk (laan, van te wezen Leden van \de Staats Vergaderinge, aan wien dus alle de zaaken, het welzyn van de Provincie concerneerende, mede zyn toevertrouwt, voor wien gezamentlyk alle rap» porten, uit de Provinciaale befoignes proflueeren,^ Ide, moeten worden gebragt: maar bovendien zyn Ide Gecommitteerde R.iaden uit hoofde van het i± Art. van hunne bezwooten ïnflructie, „ geholden L op alle Landsdagen te erfchynen , en niet te „ fcheiden, aleer de Landsdag geëindigd, en d? „ refumtie van 'c genegepasfeerdis, gefchiedzy. Ja, hun is het opgelegd, om volgens het 5de Art. van die zelve Inftruótie ,, vlytig re letten, dat Ce ,„ Refolutien by de Stad cn Ommelanden, in t gemeen tot welftand van de geheele Provincie genoomen, ter effefle gefield, en agtervolgdwor- ** Zelfs zoo verre, dat zy by het volgende6de Articul de magt verkrygen, om „ ten dien einde de Heeren Gedeputeerden van beide Leden, .fampt „, Rekenmeesteren en andere, in dienst van de m Stad en Ommelanden te zamen zynde, hunner „, Officie refpedlive, ernftelyk te vermaanen ïn9, dien daar inne eenig gebrek bevonden worde. V Waar uit de Ondergefchreevenenvermeenen, dat Idit voorgewende aanmerkelyk onderfcheid, betrekkelyk het beftier in Staats zaaken , ten eenemaal ivervalt, en 'er ten dien opzichte geene dispariteit ;overblyft: kunnende ook de oefFening van Jurisdictie geen reden zyn van toezending van de gekoorene Raad ter approbatie; voor eerst, om dat dit een mindergedeelte van derzelver Ambtsverrichtingen op.  204 Verzameling van Stukken letrèkkélyk tet oplevert, en onderfcheiden is van het Departe. ment, 't welk eigenlyk de Stads Regeeringe uitmaakt, om over alle zaaken, het welzyn van de Stad en Provincie betreffende, tedeconcerteeren; maar ook ten tweeden, wyt dan de toezendinge van de Gezwoorens Keur ter approbatie, in dit 5de Art. van 't Reglement bepaalt, niet te pasfe kwam, als aan welke by het 2de Art. verboden word, zicbdireet, nog indirect- met zaaken, raakende de Crimineele of Civile Juftitie , te mogen bemoeijen. Belangende nu de interpratatoire Misfiven van wylen zyne Hoogheid van den jaare 1751 , als of dezelve maar alleenlyk hunne betrekkinge hadden op dit fpeciaal geval, dat de Perfoonen voor de expiratie hunrer Commisfien, waar mede zy door den verkooren Wetgever waren gehonoreerd, zyn overleeden, en dus in de voortduuringe van dezelve tour, zulks is niet alleen ftrydig met het principe, in de contra-aanteekening geadopteerd, by welke men wylen zyne Hoogheid houd voor gede-i fungeerd, na de Regeerings Conflitutie op vaste gronden gefield, en het gearresteerde ter uitvoer gebracht te hebben, maar ook ftrydig met de intentie van wylen die Vorst, zoo duidelyk in de Misfive van den 16 February 1751 ter neder gefield, houdende, dat de vaceerende Ambten niet door zyne Hoogheid, maar door die genen, welke daar toe zyn bevoegt, en competent, zullen worden begeeven, en vervolgens aan Hoogstdezelve ter approbatie toegezonden. Dat nu deze, zoo wel als de Misfive van den a September 1751 niet anders zyn, dan authentique jmerpraetatien van 't Reglement Reformatoir, is by de aanteekening beweezen , en breeder gedetailleerd; 't gene nog te klaarder word, wanneer wy nagaan, dat de Heeren van de Ommelanden een zoorrgelyke interpretatie van deze verkooren Wetgever noodig hebbende, zich van dezelve bewoordingen bedienen. Want op de Ommelander Vergadering van den tg  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 20$ jo November 1749, gedelibereerd zynde over de intentie en zin van het 9 Art. van het Reglement ieformatoir, hebben de Heeren van de Ommelanden den Syndicus Venhuisen verzogt en gecommitteerd, om zich dieswegens by zyne Hoogheid te vervoegen, en Hoogstdeszelfs welmeeninge te ver* zoeken, met dat gevolg , dat op de Vergadering van den 1 December 1749 de Syndicus rapporteede, dat zyne Doorluchtige Hoogheid gedeclareerd had, zyne hooge welmeeninge te zyn, dat de ftemminge by Kwartieren by Hoofden, en niet by OnderKwartieren zoude zyn: overzulks, dat de Heeren van de Ommelanden door de woorden, 's Prinfen welmeeninge te verzoeken, indigiteeren, eeneautheniique interpraetatie te verlangen; en welke woorden zoo in de Misfive van de Ommelanden van den 29 January 1751, als by het refcriptum Principisvsty den ïöden February daaraanvolgende, tot geen ander einde gebeezigd worden. Wat nu belangt de acluum frequentia, die in dezen heeft plaats gehad, kunnen de Ondergefchreeivenen zich niet begrypen, hoede disfentieerende JLeden zulks hebben durven doopen, als een vryrwillige affiaitid, en telkens eene nieuwe delatie; daar nmen immers dezelve veilig mag fommeeren, of'er : van het refcriptum Principis af, tot op deze tyd van protesten toe, ooit by de overzendinge der Amb» ten , eenige deliberatie in de Ommelander Vergadeiringe gehouden is, dat men van zyn recht zoude af' (ftaan, en de approbatie van Ordinaris en Extraordinaris [ Gecommitteerde Raaden op nieuw aan den Stadhouder 1 defereeren: daar in tegendeel altoos de brieven met 1 een bygevoegdenotul van de Generaliteits, Provin1 ciaale, en Ommelander Commisfien ten fine van ;'approbatie, op denzelven voet gefchoeit, en ge« 1 depecheerd zyn geworden. Integendeel, dat men niet dit als een tydelyke delatie, maar als een gedefereerd recht aan den Heer Erf-Stadhouder in der tyd heeft gecorfide: reerd, is daar uit blykbaar, dat na doode van Haare \ Ko-  zW Verzameling 'van Stukken betrekkelyk tot TfnnïfiDrlvkp T-Tnnp'hpid . dit recht wedprkeprdp. pr? I geduurende de miDderjaarigheid van den Heere Erf- ■: ^ Stadhouder fliep in den boezem van dé Heeren van i \ l< dè Ommelanden, doch de meerderjaarigheid daar ' {l zynde, rivivisfeerde hec zelve terftond, en ging : e wederom over op die genen, welk daar op een ver- • P kreegen rechc ontfangen had; en die gebleek wet I ras, ja zelfs maar weinige maanden na 's Prinfen ' meerderjaarigheid; want in plaacs van den overlee- ' den Heer Jan Aldershof , toe Extraordinaris Ge- f committeerde Raad, door de Heeren van 't Hunfi- . ' go Kwartier verkooren zynde de E. Jan Harms, ! prstfenteerden de Heeren van de Ommelanden den- . 1 zélven by Misfive van den 16 Augustus 1766 ter ' approbatie aan zyn Hoogheid, welke ook by refcriptie van dien Vorst van den i8dén dier maand, " ierftond gevolgd is, gelyk men ook dit alzoo by £ de eerfte Ordinaire begeeving voor de jaaren 1768 i 17,69, en zoo vervolgens by alle vacatures, ftipte- | lyk aan de zyde van de Ommelanden heeft nagekomen. < En hoe is het dan haast mooglyk te begrypen, dat het meerendeel der Contra-aanteekenaars dit zoo ( veele jaaren hebben by gewoond, mede toegeftemt, i ja zelfs, gelyk men in zyn fchriftuur zegt, zulks 1 uit enkele deference Voor den Stadhouder geconti- \ nueerd, en, fchoon men een verregaand misbruik zag, nog evenwel ftil gezeten, en berust, en echter nu zoo hard te durven roepen, als of men daar i door niet voldeed aan zynen gedaahen ééd, maar ! in tegendeel de bepaalde Wetten en Reglementen willekeurig opnam, en niet conform derzelver inhoud, en uitdrukkelyke letter handhaafde. Waarlyk, by aldien alle deze gemoedelyke bé- t tuigingen alzoo in waarheid beftonden, was'ernie- | mant onder de Contra-aanteekenaars gelukkiger , dan het jongfte Lid der Ondergeteekenden, die in I anderhalf jaar tyds zoo veel licht en doorzicht in 1 de Ommelander Regeeringe, gepaart met bezef van ééd en plicht, verkreégen heeft, dan menig ander i t in twintig en meer jaaren. Even  ie Getmienisfen in 1787 enz. voor gévallen. 2of Even zoo is het ook gelegen met de tegenswoordige Protesten tegens de Recommandatie-brieven i zoo lang men zelve, van tyd tot tyd, de één meer, en de ander minder, daar in genoemt wierd, en zich "meteen Commisfie vond voorzien, waren de recommandatien zeer goed en aanneemelyk, eh men, hield ze niet voor ongeoirloofde middelen: maar» zins men zich andere plans heeft ge vormt, waar in men door dit middel niet kan flaag< n , impugneerd men hetten allerfterkften, en welopzulkeenen toon, waar in zelfs belang tn vooringëhomenheid meteigene begrippen eenen meesterlyken rol fpeelen, want al het klaagen, ai het protesteeren over het nadeelige van de Recommandatien, als of zy de vrye Stemminge benamen, word te huis gebracht op het gebeurde in den jaare 1781 in het Fivelingo-, en in den jaare 1785 in het Hunfingo-Kwartier, en dus op gevallen, waar in trien óf zelve is gepasfeerd, 'of zich zelve zoo veel meerdere wysheid toekend, van de besten gekozen te hebben, die men niet had moeten pasfeeren. En hoe past toch zulke taal in de mónd van de Contra-aanteekenaars? daar zy immers met fpreerkende daaden bewyzen, dat zy, door tegens de recommandatien aan te ftemmen, en andere Perfoonen te nomineeren, van dit hun recht daar door ia het minfte niet verftooken zyn. Wel verre overzuiks' dat de Ondergefchreevenen het door hun, by hunne aanteekeningen ten dezen opzichte bygebrachte en beredeneerde, Willen gehouden hebben voor bloote gezegdeós,, of open. baare fpottaal, verklaaren zy in tegendeel met al •dien ernst, welk het gewicht der zaak vordert, in die zelve fentimenten , en op die zelvé gronden te perfifteeren. Eindelyk fundeerd zich de conclufie van de Heer Prasiideerende al te klaar in het 9 Art. van *t Reglement Reformatoir , dan dat zulks verder eenige adftru&ie meriteerd, als fteunende de geheele contradictie van de disfentieerende Léden, zörider ee- nig  foB Verzameling van Stukken betrekkelyk tot rug fondament of bewys, op een hypothefe, dat zaaken van dezen aart geene overftemminge kan plaats hebben. En hier mede houden de Ongefchreevenen de argumenten, in de Contra-aanteekening bygebracht, voor gedebatteerd, perfifteerende als nog by het Eene zy bevoorens tegens de Protesten in de notu^ Jen hebben doen teekenen, houdende zich hiermede voor gedefungeerd , in verwagtinge van met geen verdere fchriftuuren of Contra-fchriftuuren» te zullen worden gefatigueert. Aldus overgegeeven om in de Notulen van deze Ommelander Vergaderinge te worden geinfereerd4 op den 27 January 1786. (was geteekent) F. O. van Sytzama. J. Jarges, en mede voor die welke hunne weder-aanteekeniDge in Hunfingo hebben gereferveerd. E. J. Lewe. G. Lewe. T. A. Gerlacius. J. H. L. Piccardt, en mede voor die hunne weder-aanteekeninge in Fivelingo heb. ben gereferveerd. Clant. E. U. D. Hertoghe. E J. Lewe. M. W. de Raadt. P. R. van Iddekinge. W. Alberda, mede voor die genen welke hunne weder-aanteekeningen in het Wester-Kwartier hebben gereferveerd. (Supra in margine) Exhibitum den 27 Jan. 1786. (Onder ftond) F. J. Güichart, Secret. Heb;  te Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 209 Hebben de Heeren van de Ommelanden verflaan, dat hetzelve aldus in de Notulen dezer Vergadering zal worden geinfereerd. Waar op de Heeren van In- en Kniphihsen van Uluom, H. de S. Veldïman en J. G, Geertsema copie uit het zelve hebben verzogt, met referve van hunne contra-aanteekeninge daar tegen. Coll. Accord. F. J. Gwchart, Secret. N°. 1963. Misfit van eenige Comparanten uit Hun. fingo en Fivelingo Kwartier aan z ,ne Doorluchtige Hoogheid, van den 3 February 1786, over de beftelling der Ambten en Commisfien, by zyne Doorl. Hoogheid volgens Misfive van den 23 December 1785 gedaan. DooRLUCHTIGSTE PRINS en HeERe! ' Wy vinden ons verplicht aan üwe Doorluchtige Hoogheid ons leedwezen, en te gelyk onze ver1 wonderinge te kennen te geeven, dac Uwe Doorl» Hoogheid (zoo als wy vertrouwen overgehaald dojr 1 eigenbelang zoekende cn heerschzuchtige Raadslieiden,) heeft kunnen goedvinden, by Misfive v3q 1 den 23 December 178? aan Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten der Ommelanden gead1 dresfeerd, en in derzelver Vergaderinge van den iodeu lanuary jongstleden gecommuniceerd, zoö- daane dispoficien te maaken betrekkelyk de G-me. raliteirs, Provinciaale én-Ommelander Commisfien, dewelke onzes bedunkens, niet zyn gefund.-t-rl iu het Reglement Reformitoir van den jaare 1749, ea ftrydig tegens het Ommelander Reglement van den . jaare lóyg. niec teg^nltaanJe wy by onze Mistivea ; van den r9 November r 78?\ de medewerkin g van U^V?™r^cht'Se Hoogheid hadden verzogt rot XXIV. Deel. O hand-  2IO Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut, handhaavinge der bezwoorene Wetten, Reg tementen en Vnheden der Ommelanden, (op welke wy a's nog vermeereo, dat door onze disfentieerende mede-Leden inbreuk is gedaan, zoo als wy by onZ" Misfive van den sden January jongst aan Uwe Doorluchtige Hoogheid hebben open gelegd,) en Uwe Doorluchtige Hoogheid zich als Stadnouder dezer Provincie by foiemneelen ééde verbonden heefc, dezelve drift te obferveeren en te doen obferveerens terwvl wy teffens niet kunnen nalaaten, aan Uwe Doorluchtige Hoogheid kennisfe te geeven , dat wy om de aangehaalde redenen, de bovengemelde dispofitie van Uwe Doorluchtige Hoogheid vervat in Hoogstdeszelfs Misfive van den 2q December 1785, houden voor informeel, nul, en van geener waarde, en dus als niet gefchied; _. ;„ ri» Dmmplander Verffiderintre ook heb¬ ben gedeclareerd, en op den 27tlen January jongst; diar tegens nevensgaande aanteekeninge hebben ; overuegeeven, verklaarende teffens, dat wy door; u„. „;„r„^M^»r, van linie Doorluchtige Hoogheid 1 /aan wien wy vermeend hebben ons in de eerfte :l nli;ats te neooen moeten d 'un.M^n.u; ...... . Ivk en rechtmaatig verlangen , en door Hoogstdes- ■ _',f. „^^-,^1-i.pn rf>uens de vastttelteide ! ZCllS, ea ui --n -- |I  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2ir ie te verzoeken, met al dien ernst, die het geinchc der zaake vordert, of niet hoe eerder zoo :eter, een of ander gefchikt middel door Hoogst:ezelve zoude kunnen worden uitgedacht, en aan ms vóór St. Petri aanftaande, wanneer de nieuwe Releeringe onder ééde word gebragt, gefuppediteerd rorde, waar door op een gefchikte wyze, aan one billyke verlangens zoude kunnen worden te gejoec gekomeD, en de onderlinge rust en eensgeindheid onder de Comparanten herfte'd en bevessgd. Wy yleijen ons, dat Uwe Doorluchtige Joogheid hier toe te eerder zal gelieven mede te merken, wanneer gelieft te overweegen de hareligeid, die door het benoemen van negen Monfterleeren die alle behooren onder de van ons disfen:eerende Leden, ons word aangedaan, van wier irdeel wy nauwlyks mogen verwachten, die onlartydigheid, welk een ieder die in den Gerichte ets te doen heeft, met recht van een Richter kan n mag verwachten. Wy hebben de eer met de oprechtfte gevoelens an eerbied ons te onderteekenen. Doorluchtigfie Prins en Heere! Uwe Doorluchtigfie Hoogheids Onderdaanige Dienaaren, (was geteekend) F. F. Baron van In- en Kniphuisen. E. J. Tj'arda van starkenborgh. En mede voor de Heer E. Metelerkamp, en die verder hunne aanteekeuingen in Hunfingo hebben gereferveerd. H. de s. Veldtman. v. 1786. J. Mestjngh. S. J. Niehoff, en mede voor die in Fivelingo hunne aanteekeningen hebben gere ferveerdé- O 2 N°  212 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 1961. Refolutie der Heeren van de Ommelandent va* den 10 Fehuary 1786, vaar by ver ftaan dei Contra-aanteekening, tegen het Protest en Aanteeg kining den January jongst geregijïreerd, in\ de Notulen te infereeren. Ter Vergaderinge zynde geëxhibeerd en gelee-i zen de Contra-aanteekening tegens het Pro'est ene Aanteekening in de Notulen van de Ommelanden Vergaderinge van den 27ften January jongst geinfe-i reerd. Luidende als volgt. Contra-Aanteekening tegens het Pro' test en Aanteekening in de Notu>\ len van de Ommelander Vergadel 1 ing, van den liften January jor.gs^ geinfereerd. De Ondergefchreevenen, ten vollen overtuigc van de echtheid der gronden, waar op zy de Rech,! ten van den Heere Erf-Stadhouder in der tyd, by derzelver voorige Aanteekeninge en Debat, heb! ben betoogd en ftaande gehouden, verklaaren by dezen, als'nog daar by volkomen te perfisteerem en gevolglyk de dispofitie van zyne Doorluchtige Koogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, be trekkeh'k de Generaliteits, Provinciaale, en Om melandër Commisfien , vervat in Hoogstdeszelfl Misfive van den 23 December 1785, en daar bi eeannedteerde Lyste, te houden voor wel, wettig] en v( lkomen gefundeerd in het Reglement Refon rrstoir van den jaare 1749» en zich éédshalven vere pbcht, deze dispofitie na te komen, en allezin; effect te doen hebben. . , ' , , _ Aldus overgegeeven om in de Notulen van de Ommelander Vergaderinge van heden den loden Fe bruary 1786 te wordt n geinfereerd. ( Onder flond) J. Jaeges, en mede voor die in Hunfingo hunne Contra-aanteekening hebben gere' ferveerd. El  'de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 213 E. J. Lewe, J. H. L. Piccardt, en mede voor die in Fivelingo hunne Contra-aanteekeninge hebben gereferveerd. W. Alberda, en mede voor die in 't Wester-Kwartier hunne aanteekeninge hebben gerelerveerd. iupra in margine Jfend) bibitum tei Vergadering len 10 February 1786. (was get.) F. J. Guichart, Secret. Hebben de Heeren van de Ommelanden verdaan, t dezelve in de Notulen dezer Vergadering zal orden geinfereerd. Waar op de Heeren van In. Kniphüisen van Ulrom, H. de S. Veldtman, J. G. Geertsema Copie uit dezelve hebben verJgc, met referve van hunne weder-aanteekenlnge ar tegens. Coll. Accord. F. J. Guichart, Secret. ,°. 1955. Refolutie der Heeren van de Ommelanden ' van den 21 February 1786, waar by gerefoheerd een antwoord op het Debat den 27 January jongst geregistreerd, in de Notulen te infereeren. !Ter Vergaderinge zynde geëxhibeerd en geleezen en antwoord op hef Oebat, in de Notulen van de unmelander Vergaderinge van den 27ften January mgst geinfereerd. Luidende als volgt. Coll. Accord. F. J. Goichart, Secret. Ant-  214 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Antwoord op hst Debat in de Notulen^ van de Ommelander Vergaderinge; van den liften January 1786 ge.j irftereerd. Alzoo de Ondergeteekenden na een nauwkeurig j orde zoek van het overgegeeven Debat hunner: disfentieetende mede-Leden, niet heboen aange.: troffen, evea zoo weinig als in de bevoorens ge-: daane eanteekerin^e, een éénige Wet of Reglement, waar uit immer ofooit zal kunnen worden aangetoond»! Ten eerjlen, de werigheid der Recommandatien.) Ten twééden, het recht van approbatie der Ge.; committeerde Raaden van de Ommelauden; noch, om daadelyk aan te ftellen andere Perfoonen in dei Piovinciaale en Generaliteits Commisfien in plaats, der gedisapprobecrdeu, zonder voorgaande wettigei convocatie, en nieuwe verkiezinge der Comparan-i ten. En Ten derden, dat over de poincten in de twee voo»i rige Artikelen vervat» kan en mag woiden gedeci-i deerd by ovciftemminge, noch in ieder Kwartier' afzonderlyk, veel weim'ger met twee Kwartiereni tegens een. Maar, dat in tegendeel de onwettigheid enonbe-: ftaanbaarheid daar van, met de bezwoorene Wetteni cn Reglementen, ten eencmaül is daargedaan eni voldongen, zoo wel by de bevoorens ingeleverde! Pretesten, als inzonderheid by de Contra-aantee-: k pinge op den loden January jongst, door de On-i dergeteekenden ingeleverd; zoo verklaarendezelvet uit kracht turner gedaane referve by dezen, dat! zy tot hun leedwezen ordervinden, dat hunne disfemieerende mede-Leden, in plaats van gehoor te: geeven aan de bondigfte bewyzen, die alleen ge* baald zyn uit de vastgeftelde Wetten en Reglemen-; ten, welke zonder onderfcheid door alle de Ledenji ven Staat met plechtigen ééde bezwooren zyn; en3 daa:om ook het eetigfte richtfnoer behoorden uitl te keveren, waar na men zich van beide kanten! ftip..  ie Gebeurtenis/en in ï?87 enz. voorgevallen. 215 ftiptelyk behoorde te gedraagen, des niet tegen(taande fcnynen verkozen te hebben, om, zoo fcjooglyk de Ondergeteekenden door all jrbande redenen1 gen, verkeerde gevolgtrekking n, ep verIdenkitigen van.de waare ft vt des gefi hits af te leiIden; en te bepaalen by zaaken, of die mén van inieuws begeert te discutieeren, of dewelke meer Idienen tot daavinge van een aa genomen plm *m coüvenientie, dan wel tot ontdekkinge en betoog van zu'ke gronden en waarheden, die, offchoofl 'door fommigen betwist, echter onpartyd'g oefchouwd, zoo overtuigend worden bevonden, dat flegts by een enkelde letture van het gene aan zyde i van de Ondergeteekenden is bygebragt, aan een iieder van zelfs in de oogen moeten vallen, wat met 1 'et daad omtrent de voorfchreeven drie poincten I by de uitdrukkelyke Wetten en gearrefteerde R2i elementen is bepaald. Dat om die redenen, de Ondergeteekenden, aan , den eenen kant de wederrechtelyke (tellingen en 1 fustenues van hunne disfentieerende mede-Leden vólgens alle gronden van rechte zoo bondig mee] nen wederlegd, en van alle kracht ontbloot te hebben, dat zy zich daar toe veilig kunnen gedragen ; en aan de andere zyde te wel bezefFen, van hoe weinig fucces hunne verdere poogingen zouden zyn, indien zy omtrent deze of gene gemoveerde poinc1 ten, die betrekkelyk de zaaken in verichil wel met ■ veel afdoen, nog al eenige bedenkingen mogten ! hebben; als Vooreerst, omtrent de voorgewende Interpretatie van het 9 Art. van het Reglement Reformatoir, waaromtrent uit het rapport door de Syndicus Venhuisen op den 1 December 1749 ter Vergaderinge van de Ommelanden gedaaa, ten klaarden geblyüt, dat aan wylen zyne Hoogheid gl. ged. de woorden van dat Artikel, al te duidelyk zyn voorgekomen, dan dat dezelve een ander of klaarder explicatie noodig zouden hebben, zoo als uit het Antwoord zei" ve te zien is. O 4 Sn  ai6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot En ten onderen, met betrekkinge tot de Gecom» rrutteerde Raaden, aan wien, naar de gedagten van de Ondergeteekenden, als aan een byzonder Comm;,tó, zeer wyslyk is aanbevoolen, om op de goede Executie van het bejlier ner Provinciaale zaaken te letten, alzoo het van zelfs fpreekt dat de Staatsleden uit het Lid der Ommelarden, overal te Lande gedomitilieerd zynde, en geene vaste Vergaderingen houdende, maar by voorkomende gclegendheden van Landsdagen of ander Ommelander Vergaderingen telkens moeten verfchreeven worden, nier wel geoirdeeld kunnen worden, zoodaane nauwkeurige toeverzicht op de executie hunner Refolutien zelfs te kunnen beheeren ; ja dat om die reden aan meer* gemelde Gecommitteerde Raaden zelfs de magt is verleend, om des noods de Heeren Gedeputeerden van beide Leden, en anderen in dienst van de Provincie zynde, het gene wel ftaat te letten, levermaanen; ten klaaren bewyze, dat de Gecommitteerde Raaden in derzelver qualiteiten, als zoodaanige, daar toe, en verder niet meer fpeciaal, dan wel de Leden van S'.aat zelve, door ééde zyn verbonden; invoegen dat zy van alle zaaken, die niet expresfelyk aan hun zyn gedemandeerd, verplicht zyn kennisfe te geeven aan de volle Ommelander Vergaderinge, ten minsten daar in niets van belang mogen verrichten, eer cn bevoorens daar omtrent by de gemelde Vergadering is gedelibereerd en gerefolveerd; terwyl het voor 't overige al zeer opmerkelyk moet voorkomen, dat by het Debat geheel niet gerept word van het 3de Art, der Inilructie, volgens welke de Gecommitteerde Raaden verplicht zyn „ de behul„ pelyke hand en authoriteit van Hun Hoog Mogenden te imploreeren, ten einde Hoogstderzelver decifien en determinatien in alle hunne poin,, ter) wel en oprechtelyk onderhouden worden"; aan welke verplichtinge nogthans men federt zoo veele jaaren, niet zeer oplettend fdhynt geweest te zyn. Om alle welke en andere moveerende redenen, de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 217 t Ondergeteekenden het meergemelde Debat hier 2de zulien houden voor beantwoord, en teffens »or gerepeteerd alle de gronden en argumenten, ;voorensdoor hun bygebrachten voldongen; veraarende diens volgens als nog de'conclufien, inlegen genoomen voor informeel, nul, en vao geer waarde, en als niet gefchied, met alle de ge/lgen van dien, met verzoek dat deze in de Nolen werde geinfereerd. Aldus overgegeeven den 21 February 178CT. (was gete ' end) .**« F. F. B. van In- en Kniphuisen. E. J. TjARDA van starkenborgh. E. Metelercamp, en mede voor die in Hunfingo hunne aanteekeninge hebben gereferveerd. H. de S. Veldtman. v. 178Ö. J. Mestingh. S. J. Niehoff, en mede voor die in Fivelingo hunne aanteekening hebben gereferveerd. J. G. Geertsema. Hebben de Heeren van de Ommelanden verftaan, t dezelve in de Notulen dezer Vergadering zal >rden geinfereerd. Waar op de Heeren ƒ. Jars, D. Alberda en Alberda van Rensuma, Co. : uit het zelve verzogten , referveerende daar gens hun wederantwoord, indien zulks dienstig Jgten oirdeelen. Coll. Accord. F. J. Guichart, Secret. O 5 N9„  e 1969. Lyst der door de Keurheertn op den 8 Jamiiry 178Ó verkorene Raadsheeren, tegens St. Petril?*6. B. van Iddekinge. J. D. QülNTüS. D» G. Reng- rs. O. T. Alberda. T. WlCHERS. V. B. Trip. A. W. Hovingh. L B. Lohjman. Coll. Accord. •J0. 1970. Refolutie van den Breeden Raad van den 14 January 1786 , over de excenfie der Refolutie van den iden dezer. 1 Op heden ter Vergadering van de Heeren Burgeueesteren en Raad, Oud en Nieuw, fampt Taal¬ man-  «24 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot mannen en Gezwoorene Gemeente, zynde by re.fumtie gedelibereerd over de extenfie der Refolti! tie, den 7den dezer byden Ouden Raad genomen,! en daar over eene verfchillenheid van gedachten plaats hebbende, is goedgevonden dezelve te ftek len in handen der Heeren Gecommitteerden uiü Burgemeesteren en Raad en Gezwoorene Gemeen'.i te, op den 7den January jongst benoemd, om dei extenfie vin gemelde Refolutie te arrangeeren op rapport. 1971. Lyst der Gezwoorens door de Kern keert ingekozen den 15 January 1786, om op Petri 178' te fungeeren. J. Büining. T. S. VAN SwiNDEREN. J. A. Meors. P. WoORTMAN. J. R. WotDENDORP. A. Bertling. A. Falconer. j, J. C. WlNSEMIÜS. R. Arnqldi» J. S. H. Hovingh. Jozkph Trip. C. JVl. van Bi.LHUIS. No. 1972. Refolutie van den Breeden Ra'd van den 23 January 1786, doch op den iden dito gedagi teekend, wtar by de Reclame der Rechten door dn Gezwoorene Meente is geagreeerd en geëxtendeerdi conform rapport van den ïQden dito. Burgemeesteren en Raad, Oud en Nieuw, fampt Taalmannen en Gezwooren Gemeuite, op hedet vergaderd zynde, is door den oudïlen prtefentec Taalman Altinch, uit aller naam voorgedraagen: dat Hun Ed. Achtb. eenige bedenkingen waren voor gekomen over de non obfervantie van het tweedd Art. van het Reglement Reformatoir, infleerendt in de volle exercitie te worden gefield der Rechten: welke cocform de origineele Regeerings Conftitui 1 tie:  de .Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 11$ e, naauwkeurig in het gemelde tweede Art. uitedrukt aan Taalmannen en Gezwooren Gemeente oekom-n, zoo dat dezelve mede geroepen moesen worden over alle zaaken, het welzyn van de lad en Provincie betreffende, en dat overzulks ene Commisfie wierde gedecerneerd, om na te aan en te onderzoeken, op welke gevoeglyke wy. e 't zelve-zoude kunnen worden geëffectueerd. Waar op zynde gedelibereerd, hebben de Pleeen Burgemeesteren en Raad Oud en Nieuw, fampt Taalmannen en Gezwooren Gemeente de propofitie eaggreëerd, eu diens conform de Ed. Heer Prcefieerende Burgemeester van Berchuys en zyn E:elh. Heeren Adfesfooren, benevens den Sindicus fiDDENS verzogc en gecommitteerd, om met de feeren Taalman Altingh, Gezwoorene BosCh, Jntrup en Driëssen (by Hun Ed. Achtb. zelve ge* omineerd) in commisfie te befoigneeren, op weire wyze zulks het voeglykfte zoude kunnen worien geëffectueerd, doende daar van ter vergaderinge rapport. , Aldus gedaan in Commisfie in Groningen den 19 'anuaty 1786. Tj. van Berchuys. M. H. Altingh. H. WoLTHERS. J. BüSCH. H. L. Wichers. W. Entrup. S. Trip. A. P. Driessen. C. H. Gockinga. Hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad Oüd •n Nieuw, fampt Taalmannen en Gezwooren Geimeente, na gehoudene deliberatie, de Heeren Gecommitteerden voor hunne genomene moeite bidankende, zich met het rapport geconformeerd. Coll. Accord. XXtV. Deel. t N\  225 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N". 1073. Lyst van den aangaanden Rang van den' Raad in Groningen, den 6 February I7F6 by zyne 1 Hoogheid geapproieerd, voor den jaare 1786. Hendrik Gockinga. Befrend van Iddekinge. Jhstus vScato Qointus. Duco Gerold Rengers. Onno Tamminga van Alberda. Jan Wichers. Vincent B. Trip. L. Venhuizen. Gedaan op 't Loo deD 5 February 1786. (was get.) Willem, Pr. van Oranje. (lager Jlondt) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, by abfentie van den Geheim-Secretaris j. de Ribmer. N°. 1974. Addres der Burgery van Groningen, den 7 February 1786 gedaan aan het Collegie van Taaimannen en Gezwoorene Gemeente , over de Keure door Hun Ed. Achtb. .opzichtelyk den Raai gefchied, en door zyne Doorluchtige Hoogheid ge* disapprobeerd, met Jubjlitutie van anderen. De ondergeteekende Burgers en Ingezetenen de. zer Stad, neemen de vryheid, U Ed. Achtb. door dezen te kennen te geeven, dat zy met aandoening en leedwezen hebhen vernomen, dat zyne Doorluchtige Hoogheid heeft goedgevonden, de Keur van 3gt nieuwe Raadsheeren, den aangaanden rang der Heeren Burgemeesteren en Raad voor dit jaar uitmaakende, voor een gedeelte tedisapprobeeren, en daar voor andere Perfoonen in plaats te ftellen. Eene  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 227 Eene Keur, Ed. Achtb. Heeren! door vyf Uwer, pp de Godsdienftigfte en plegtltatigfte wyze door 't lot beftemd, gedaan; gedaan conform de Keurwetten en Ordonnantiën: gedaan zonder voorinneemende Recommandatien, Ligues, ofCabaalen, gedaan dierhalven, zoo zuiver en onbevlekt als naar de grond en geest van onze Conflitutie kan en moet gefchieden: eene Keur derhalven, welke wy by dezen betuigen ten vollen goed te keuren, en onsby. zonder aangenaam te zyn, en daarom ook geenfints iflilzwygend kunnen aanzien, dat daar in door ?yne JHooghéid verandering is gemaakt. Wy leezen wel is waar in 't 5de Art. Reformatoir, dat aan zyne Hoogheid een recht van improbatie is opgedraagen, doch kunnen met geen gezond verftand zamenbrengen, dat zulk by zyne Hoogheid na willekeur, of zonder redengeeviog*. kan of mag gefchieden; immers Ed. Achtb. Heeren! wat is dan onze Burgerlyke of Staatkundige Vryheid anders dan een fchaduw? wat zyn alle die aan het Opperwezen, met alle Godsdienflige eerbied opgedraagene plechtigheden, welke uwe verrichtingen in dezen voorgaan en verzeilen? wy (iideren in het uitbreiden dezer denkbeelden: is niet om de rand der Keurhoed, uit welke vyf Uwer de zwarte Keurboonen getrokken hebben , ge. fchreeven: dat het grootfte beivys der Vryheid is, na \xigen v/etten te leeven? is het niet uit hoofde van die eigen wetten, dat uwen vryen Keurvan de vroegfte tyden af gerekend is een der beste plegtankers ea iwaarborgen onzer Vryheid? en zullen wy daar aan zien tornen, en ftilie zyn? neen, Ed. Achtb. Heeiren! een rechtgeaard Burger dezer vrye Scad kan :en magniet onverfchillig zyn, omtrenczyngeheibg1de zoo duur verkreegene en onvervreembaare voorrechten, en daarom is het dat wy de vryheid nesCmen, ons aan U Ed. Achtb. als onze byzondere vertegenwoordigers, aan wien onze belangens voor al ;zyn vertrouwd, te wenden; met ernliig verzoek idat U Ed. Achtb. deze onze Remonftrance met darP 2 zei-  228 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot l zeiver gronden overweegende in zulke gewichtige r gevallen , dusdaane maatregelen gelieven te neemen, t dut de vryheid der Keur nimmer zonder redeseevingwor- la ftt veranderd, en in dit prefente geval de beéêdiiing der k gejubftiiueerde Raadsheer en by provifie worde opgefchort. 4i —__ t! C No. 1971. Refolutie van den Breeden Raad van den p 8 February 1786, waar by op voornoemde Addres| de bi éédijir g van de beide door zyne Hoogheid ge- « fulllitueerde Raadsheeren, word gefurcheerd. Ter Vergaderinge van den Breeden Raad door g den Taalman Altinch zynde voorgedraagen, dat, 1 uit de gcgeevene Communicatie van Burgemeesce» (. 1, ren en Raad op gisteren avond , vernomen hadden, dat zyne Doorluchtige Hoogheid hadde goedge vonden, de Keur van de agt nieuwe Raad;*heeren 1 voor den aangaanden Rarg, den 8 January gedaan,, in zoo verre te irrprobeeien , dat twee Heeren 1 ■ ■hadde gefubftitueerd; dat zy, daar op gisteren a» ■ vond vergaderende, met verre de meerderheid be-> I floten hadden, daar over den Breeden Raad te ver-. zo< ken en hunne bezwaaren in te brengen, nadien 1 Hun Ed. Achtb. van meening waren, dat wel aam zyne Doorluchtige Hoogheid competeerde het reebtt van approbatie of disapprobntie uit hoofde van het! Reglement Reformatoir, edoch niet arbitrair, na-, dien zulks tegers de oude Conftitutie zoude ftry-. ■ den, welkers herftelling zyne Doorluchtige Hoogheids Heer Vader in üe daarftellinge van het Re-. j glement Reformatoir zegt beoogd te hebben, als: 1 zynde het recht der vrye Keur, het eerfte en voor- 1 Eaamfte fteun en vastigheid hunner Conftitutie ge- > Tekend: het zelve zoude mede ftryden tegens de: 1 Keurwetten, die geene andere improbatie, dan die: tegens de Keur-Ordocnantie was inlooperde, veron.-erftelde ; en doordien, het contraire ftellendef!' der Ingezetenen vryheid verlooren wasj weshalvem Hum  £e Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 229 Hun Ed. Achtb. proponeerden, de éédflaavingeder twee gefubftitueerde Heeren by provïfïe te iurfcheeren: dat mede op gisteren avond ontvangen hadden eene Memorie van eenige honderden der motabelfte Burgers en Ingezetenen dezer Stad, luidende (*). , . Dat Hun Ed. Achtb als de byzondere Reprssfen itanten der Burgery, in wi r boezem refideerd- de lorigineele rechcen; dit veizoek niet hadden kunnen weigei en. . , ,. . TT Waar over zynde gedelibereerd, hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, Oud en Nieuw, Tampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente goedgevonden en verdaan; dat de beéédiging d.r twee gefubftitueerde Heeren, zynde de Heeren H-Gockinga en L. Venhuizen, op heden provifioneel zal worden gefurcheerd. Coll. Accord. C. H. Gockinga, Secret. N°. 1976. Misfive van den zittenden Raad, aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 9 February i786 raakende de Keur van Burgemeesteren. Doorluchtigste Prins en Heere! De nieuwe Raad na aloude obfervantie op heden vergaderd, heeft uit het midden van hun, onder het hooge welbehaagen van Uwe Doorluchtigfie Hoogheid tot Burgemeesteren gekooren, de twee oudften uit den continueerenden, en een uit de oudfte Raadsheeren, uit den aangaanden Rang, ingevolge de provifioneele Refolutie hier nttvens ge- Wy kunnen niet voorby, Uwe Doorlu;htig(le * Hoog(*) Zie hier voor, bl. 226. P3  230 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hoogheid hier by te moeten melden, deredenen, waarom uit den aangaanden Rang maar een tot Burgemeester is gekozen, wy hebben ons daar toe verplicht geoirdeeld, doordien op gisteren morgen, by Breeden Raads Refolutie, op voordracht en begeerte van veele Burgeren en Ingezetenen dezer Stad, aan Taalmannen en Gezwooren Gemeente gedaan , en door denzelven in den Breeden Raad ge. b'agt, de éédftaavinge van de Heeren H. Gockinga en L. Venhuizen provifioneel was gefurcheerd, en wy vermeenden, dat de Heer Gockinga, de oudfte van dien geheele Rang zynde, en volgens het aloud gebruik, tot Burgemeester wordende gekooren , wie hangecge die furcheeringe daar in niets korde noch mogte worden gedaan, waar door zoude fchynen even of de zaak buiten zyn geheel wierde gebragt, die post provifioneel ook onbegeeven moest laaten. Wy hebben thans de eere, Uwe Doorluchtigfie Hoogheid gemelde Keure ten fine van approbatie, conform het 5de Artikel van het Reglement op de Regeering beraamd te prasfenteeren, en zullen daar op Uwe Doorluchtige Hoogheids welmeening eerbiedig blyven inwachten, alleen de vryheid neemende Uwe Doorluchtige Hoogheid te rememoreeren, dat de dag van éédftaavinge der refpeétive Burgemeesteren is op den 2often dezer maand, ingevolge de Keur-Ordonnantie. Waar mede blyven, Uwe Doorluchtigfte Hoogheid in Godes dierbaare protectie beveelende, Doerluchtigjle Prins en Heere! U Doorl. Hoogheids goede Vrienden, Burgemeesteren en Raad in Gro» ningen. (Onder ftond) H. v. Sysen, vt. "Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz. • C. H. Gockinga, Secret. . JS°.  de Geteurtenisfen in 1787 mz. voorgevallen. 231 No. 1077. Lyst van den aangaanden Rang van Gezwoorene Gemeente, den 13 Febr- 1786 by zyne Hoogheid gearresteerd voor den jaare ingaande met den 2zjten dezer. Hindrik Willem Hoving. Jacobos Buining. WlCHER VAN SwINDEREN. johan adriaan meurs. Pieter Woortman. Jan Rigters Woldendorp. Adriaan Bertling. Alexander Falconer. Johan Casper Winsemius. rodolph arnoldi. Jozeph Trip. Copius Metting van Bolhuis. Gedaan op 't Loo, den 13 February 1786. (was get.) Willem, Pr. van Oranje. Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, by abfentie van den Geheim Secretaris, (was get.) J- D. Riemer. N° 1978 Addres der Burgery van de Stad Groningen ' aan Taalmannen en Gezwoorene Meente van den 16 February 1786 over de keuze van 12 Gezwoorens by hun gedaan, by zyne Hoogheid geimprobeerd, met inplaatsjlelling van andere, zonder redengeevinge. Aan de Ed. Achtb. Heeren Taalmannen en Gezwoorene Gemeente der Stad Groningen ! Het is met het uiterfte leedwezen dat de ondergeteekende Burgers en Ingezetenen dezer Stad^n  232 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot oótroaat geworden, dat zyne Doorluchtige Hoogh< ! heeft goedgevonden de-keus van b Gszwook i s, welke voor dn jaar in den ééd moeten treeden, voor een gedeelte kwalyk te keuren en een ander in deszelfs plaats te ftellen: daar nu deze inkiezing der Gezwoorens door de Keurheeren uit U Ed. Achtbaare, even zoo wel conform de Keurwetten etr Ordonnantiën zonder eenige voorinneemende recommandatien, ligues of cabaalen, als die der Raadsheeren is gefchied, en dus even zuiver en onbevlekt, als na den geest der wet, endegronden onzer Conftitutie kan en moet gedaan wor- i den , verricht is , moeten de Ondergeteekenden ' U Ed. Achtb. op het plechtige betuigen, dat dezelve hun byzonder aangenaam is, en hun oprechte goeukeuring volkomen wegdraagt; enevendaar* om is het, dat de Ondergeteekenden, omtrent deze tweede ftap van zyne Doorluchtige Hoogheid nets weiniger onverfcnillig kunnen noch moeten zyn, noch deze andere inbreuk, op hunne edelfte Rechten, op de Vryheid van hunne aan God gewyde Keuren ftilzwygend kunnen aanzien, maar op even dezelve onwederfprekelyke gronden, met alle eerbied:ge befcheidenheid , püchtmaatig moeten tegenfpreeken, en van U Ed. Achtb. als hunne byzondere vertegenwoordigers ten dien einde wederom vrymoedig moeten vorderen , dat in dit geval, mede zoe>daane maatregulen werde genoomen: Dai dn Vryheid dier K' ur, tammer zonder reder.geevingwer. de veranderd, en in dit tegenswcordige geval de bt'êediging der gefubflitueerde Gezwoorens mede by provifis, leerde 'rpgejihort, 't Welk doende, zult gy wel doen.  i de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 233- |»o 1979. Antwoord van zyne Hoogheid aan Bu ge. miesteren en Ruad van den l i February 1785 op de Mislive van den kgheid maaken, om de voorfz. keuze derdrieBurilfemeesteren te approbeeren, met byvoeging echijer j dat wy niet zonder verwondering hebben gelien, dat den Breeden Raad heeft goedgevonden le verleenen eene furcheance op den voet alsby Ul^er £d< Mogenden Misfive is ter nqder gefteld, P t hoe  '334 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hoe zeer wy niet twyffelen dat het verleenen van i de voorfz. furcheance uit een goed inzicht is voort- ■ gevloeid, meenen wy echter te mogen vertrouwen, , dat na een nader overleg van den Breeden Raad op i voordracht van den nieuwen Zoetenden Raad, de- ■ Zelve geene zwaarigheid zal maaken, om de meer- gemelde furcheance in te trekken, en den nieuwen c Zittenden Raad , om de beide Heeren Gockinga t en L. Venhuizen, den ééd als Raadsheeren te ftaa- j ven, en vervolgens den Heer Gockinga tot Burge. . meester te kiezen en in ééd te neemen , welke keu,., ze wy dan ook van nu voor als dan by dezen ap-> probeeren. Voor het overige kunnen wy niet afzien aan U. Ed Mogenden bv dezen te verzoeken, om zoodaa., nige bezwaaren welke U Ed. Mogenden ofwel deht Breeden Raad, of een gedeelte van denzelven te-: gecs onze handelwys in het maaken van verande*: ringen omtrent de aan ons voor dit jaar toegezon*. dene keuze van Raadsheeren der Stad Groningen! zouden mogen vermeenen te hebben, aan ons tei willen doen toekoomen, zullende wy alsdan dezel-1 ve, met alle mooglyke attentie examineeren, eni daaromtrent zoodaanig handelen, als wy in goedem gemoede conform het Reglement op de Regeerin»i ge beraamt, ten besten der Stad Groningen zullen! oirdeelen te behooren. Waar mede Edele Mogende Heeren, byzondere goedel Vrienden 1 Uwe Edele Mogenden beveelen in Gods Heilige< Prote&ie. Uwer Edele Mogenden Dienstwillige', goede Vriend, (was get.) W. Pr. van Oranje. I Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, by atjentie van den Geheim Secretaris, (was get.) I. DE R.1EMER. NV  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 23y $*, 1980. Memorie door 800 Burgers den 13 Maart 1786 by den Breeden Raad ingediend, tot nader betoog van hunne Addresfen den Bften en lóden Febr. jongst aan Taalmannen en Gezwoorene Gemeente gedaan. Edele Mogende Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, sampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, uitmaakende den breeden raad der stad Groningen 1 Daar U Ed. Mogenden op het billyke verzoek 'j&n een alleraanzienlykst getal der Burgeren en Ingezetenen dezer Stad, de éédftaaving, van de ia blaats der wettig gekorene Regenten, door zyne Doorluchtige Hoogheid gefielde Perfoonen, hebjen gefchort, en dus op eene verplichtende wyze aan hunne rechtmaatige begeerte hebben voldaan; ioo achten de Ondergeteekenden het hunnen plicht, ö Ed. Mogenden en het algemeen, zoo fpoodig doenlyk, de gronden, waarop zy de gedaane Keur, door de Keur-Heeren gefchied, wettig, en de improbatien van den Erf-Stadhouder in dezen wederrechtelyk fchatten, op eene eerbiedige, bedaarde En beredeneerde wyze, voor te draagen. Dat van de wyze der beflelling der Regeering, de inwendige Vryheid van eenen Burgerftaat groo. telyks afhangt, doorzagen reeds onze Voorvaderen, in de duisterde en afgelegenfte tyden, die de jgefchiedenis dezer Stad heugt. Wat lot hun ook door overweldiging van vreemIde Vorften overkwam, altoos bedong, en genoot zy eene vryeKeur en aanftelling der Overheid, door ;*s Volks Repraefentanten; tot dat eindelyk de Spaan'fche Landvoogd, door het onwederftaanbaar overiwigt van de macht zynes Meesters, de eerfte het 'waagen dorst, aan de, op deze voorrechten zoo jaloerfe Burgerye, het gebruik der Keur^Boonen .te ontneemen. t«et  2_ol Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Het bezef van de menigte der Spaanfche Aanhaa» « gelingen, ra de R ductie in den jaare I594-? ver- • mits het overlydtn, ofin balling fchap zyn der perfoonen i van ce Kserew*meerae s^eapie, en gevoigeiyh van aen gevaarlyken invloed, die deze, door het benoemen i der Kegeenng, zouden Krygen; deed de staaten Generaal befluiten , dat bv p ovifie de uttdeelinp- van de Km-boonen zoude gefield wotden in hanlen van den t Heere Stadhouder Giaaf Willem'rara Na fau. Doch nauwjyks was het oogerfchynlyke van dit : gevaar voorbv, of in het jaar 1621 ïtont ze Prins s jviaurtts \r\ willig af, gelyk ook vervolgens nochii Graaf Ernst, noch Henorik, zich met de Keur- • boonen hebben bemoeit. Dan verder in den jaare if?4i deeden de Staaten 1 Generaal zelve dezen afiland noch veel plechtiger, , in een open verzegelden brief of Acle. Zedert die tyden van verdrukkinge of voogdy, , genoot de Stad ongefloord, de uiterlyke uicoeffe. . ning v.ao dit rt ent. Dan wierd de Vryheid in dezen, niet dan ééns■; door uiterlyk geweld aangegreepen, en overmees- . terd, (leeds wierd dezelve door inwendige heersch'.. zugt beiaagt en ondermynt. Hier tegens dachten onze Vaderen eene reeks van . behoedmiddelen uit, die niet min hunnefchrander. . heid vereeren, als het uiterfte belang en het heiii- ■ ge, dat zy in de zaak' fielden, aantoonen. Van hiernamenMyk dieplechcige Godsdienst oef- ■ fening, waar by Burgemeesteren en Raad, mitsga- ■ ders Gezwooren Gemeente op hunnen ééd gedaagd I worden. — van nier die ouure eeaen, die de Keuren onmiddelyk voorgaan en verzeilen. — Van hier, datzy, afgezonden van de overige 19, eerst worden geplaatst, en vervolgens met de aan hun overgegeevcre Keur-Ordonnantien , in eene byzondere- lamer worden gebracht; om dat zy zich met niemant mogen noch kunnen beraaden. —» Van hier, dat hun aldaar, na het uitfpreeken van een plechtig voorgefchreeven gebed, door den oudften Keur Heer  ét Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 237 «leer te doen, 'de gedaar.e ééd, door denzelven, Lp nieuws woordelyk word voorgelezen. —- Van der eindelyk, die even doorgedachte omzichtigleid, om zelf noch, na de gedaane Keur, door :en ander Collegie, namentlyk Burgemeesteren en Jaad, de burgerlyke qualificatien ten tweedenmaal e doen onderzoeken. Met die alles echter leerde de ondervinding, ge»' duurende eenen afloop van ruim een eeuw, dat de birfpronkelvke Conflitutie door interpratatoire Re'olutien, ingekroopene gebruiken, zoogenaamde Recommndatier. en lig'-es, als mede verleeringen by SollicitaSm zoodaanig bedurven konde worden, dat 'er niets * dan een uiterlyke fchyn van overbleef, en alles ten prooi van familie-cabaalen en kuiperyen geraakte: zoo verre, dat wanneer de Perfoonen der Kiezeren , door het lot aangeduid waren , men vooraf reeds het effect, naar maate de meerderheid der Keur-Heeren, aan de eene of andere cabaal overhelde, genoegzaam zeker wist. Iets, dat de nauwgezette en Godsdienftige burger dezer Stad met ziels droefheid vervulde, en vuuriglyk naar veranidering in dezen deed reikhalzen. In dezen fmertelyken toeftacd, klaagde eerst een laandeel der Burgery, door een bedaard Request in :de maand May 1748, waar inzy, omtrent dit Art., ;het geen zy naast dat van den Godsdienst, het gei'wichtigst ftellen, eenvoudig vraagen: dat de Heetten Ta.lmannen en Gezwooren Meente mogten werden 1 gehandhaafd by derzelver voorrechten en vrye verkiezing j volgens de aloude Keur-wetun. Maar, toen naderhand door een famenloop van omftandigheden , het alles aan het gisten raakte, vervoegde zich eene verwarde, woelende hoop, op de alleronbedaardfte wyze , met eisch en vordering, om den Stadhouder een recht van disapprobatie te doen geeven. Verre zy het van ons, eenig het minfte gezag toe te kennen aan dit en andere zoogenaamde verzoekfchriften, met geweld, onder het pleegen vanpoo- gin-  338 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gingen, tot moord en roof doorgedrongen, en de 3 je; Overheid afgeperst. — Neen! Wy haaien zulks \k alleen aan, om aan te toonen, dat, hoe zeer des jus tyds de woest-woelende hoop zich ter bereiking tier eener reformatie, in de middelen vergreep , zy t, ti echter met dit recht aan den Stadhouder te doeu 1 ie geworden, Diets anders wilde, dan Hem een naat ; te vastgeftelde wetten, werkend recht, aan tebevee- ■ iei len; ten einde de vrye keur nooit weder verbaster- •»& de. — Hoe konden zy anders in dit zelfde Art, , ^ Hoogheid aan 't belang dezer Siad en Provincie, ;, & aan het zoo plechtig bezwooren Regeenngs Regie- J{, ment, en eige plichten, en eiffelyke digniteit ver. . 'fe fchuldigd was: dan, dewyl de kortheid des tyds i( en de menigvuldigheid van andere zeer presfante fl, bezigheden zyne Doorluchtige Hoogheid niet hadden kunnen toelaaten, om, overeenkomstig het oewicht der zaake, Hoogstdeszelfs confideratien en belangen aan Hun Ed. Mogenden te doen toeko- | men, was zyne Doorluchtige Hoogheid genoodzaakt Hun Ed. Mogenden te verzoeken , om Hoogstdenzelven den noodigen tyd daar toe vry te laaten,; en inmiddels niets te willen refolveeren of vernchten, waar door deze zaak eenigfints buiten zyn' geheel zoude kunnen gebracht worden, en,particu.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 25) llierlyk, om provifioneel en hangende Hoogstdeseelfs deliberatien , niet voort te gaan met êédftaalinnge van de dnnr de Keur-Heeren ingekoozene [Heeren, zoo tot Riadsheeren als Gezwoorens, doch Welkers keuze door Hoogstdezelve niet was geapDrobeerd. Vertrouwende dat Hun Ed. Mogenden aan dit sillyk verzoek, uit hoofde van het belang, 'twelk Hoogstdezelve als Erf-Stadhouder van de Provin* i:ie daar byhad, gaarne zouden defereeren, voprlil, daar hier mede provifioneel aan niemant eenigö rreparabele prsjuditie wierde toegebracht, met yerzekeringe tevens, dat zyne Doorluchtige Hoog* aeid onderwyl Hoogstdeszelfs hoofdwerk daar van loude maaken, om, zoo fpoedig doenlyk, nadere refctiptie aan Hun Ed. Mogenden te doen toekoinen. Waar op zynde gedelibereerd, hebben de Heef en burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, by de Breede Raads Refolutie, op voordracht der Burgerye genoomen den 17 Maart 1786, geperfifteerd\ 'voorts verdaan, dat in afwagtinge van zyne Doorluchtige Hoogheids redenen van bezwaar omtrent de wettigheid der hier gedaane Keure, of der qualiteiten van de gekozene Raadsheeren en Gezwoo» ren, nog vier weeken met de éédftaaving der ge. kozene Heeren zal worden gefuperfedeerd: zullende hier van by refcriptie aan zyne Doorluchtige Hoogheid worden kennis gegeeven. Coll. Accbrdt C. H. Gockinga, Secret, E 2  2tTo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. «985. Misfive van den Breeden Raad der Stad i Groningen aan zyne Doorluchtige Hoogheid van 1 den 24 April 1786, waar by van voorgemelde Re. ■ felutie van den ujten dezer kennis word gegeeven. , DOORLUCHTIGSTE PRINS EN HEER! Wy hebben wel ontvangen UDoorluchtige Hoog- • heids Misfive van den i^den dezer maand, by de- • welke U Doorluchtige Hoogheid van ons verzoekt, , den noodigen tyd vry te laaten, ten einde by U' Doorluchtige Hoogheid met de meerite opletten. • heid en bedaardheid konden werden onderzogt en 1 gepondereerd, de gronden by onze Refolutie van 1 den I7den Maart jongstleden gelegd, en waarom. • trent en in alle de omftandigheden, welke tot deze zaak betrekkelyk zyn, zeer veele bedenkelykheden van het uiterfte gewicht waren voorgekomen , ten 1 einde te kunnen voldoen aan 't gene U Doorluch- . tige Hoogheid aan 't belang van deze Stad en Provincie , aan het zoo plechtig bezwooren Regee- • rings Reglement, en eige plichten en erftelykedig- j niteit verfchuldigd was, en waar toe de kortheid des tyds en de menigvuldigheid van andere zeer presfante bezigheden, U Doorluchtige Hoogheid niet hadden kunnen toelaaten, om, overeenkom- < ftig het gewicht der zaake, de confideratien en belangen aan ons te doen toekomen. Zoo hebben wy ook nietgehsfiteerd in onze Vergadering van den 2iften dezer daar op te refolveeren, datwy, perfifteerende by de genomene Refolutie van den I7den Maart laatstleden , in afwagtinge van Uwe Doorluchtige Hoogheids redenen van bezwaar, omtrent de wettigheid der hier ge. daane Keure of der qualiteiten van de gekozene Raadsheeren en Gezwooren, inmiddels van U Doorluchtige Hoogheid te mogen ontvangen , met de éédftaavinge der gekozene Heeren nog vier weeken zullen fuperfedeeren. Waar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 261 Waar mede blyven, U Doorluchtige Hoogheid in Godes Heilige Proteöie beveelende. Doorluchtigfie Prins en Heer! Uwe Doorluchtige Hoogheids goede Vrienden, Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente. (was get.) H. v. Sysen, vt. Ter Ordonnantie der Heeren voorfz. C. H. Gockinga, Secret. Coll. Accord. C. H. Gockinga, Secret, Groningen, den 24 April 1786. (Het Opfchrift was) Aan zyne Doorluchtige Hoog. aeid den Heere Willem , Prinze van Oranje en Nasfauw , Srf-Stadhouder enz. No. 1985. Misfive van zyne Hoogheid aan den Breeden Raad der Stad Groningen van den 15 May 1786, waar by verklaart niet te kunnen berusten in de gronden der Refolutie van den 17den Maart jongst, dan dat voor ditmaal cm redenen de gedaane keus der Gezwooren approbeert onder protest vanprejudilie. Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden! Ingevolge de toezegging by onze voorige Misifive van den I3den April laatstleden aan Uw Ed. K 3 Mo.  %62 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Mogenden gedaan, zyn de eerfte oogenblikkendie " ivy hebben kunnen vinden om de Refolutie van den n I7den Maart jongstleeden en de daar van aan ons iffl gegeevene Communicatie by derzelver Misfive van K den I3den daar aan volgende te examineeren, ook Jf daar toe door ons befieed, en wy vinden ons ver- ir plicht na eene herhaalde en zeer bedagtzaame over- te weeging van de zaaken daar by voorkomende, U oi Ed. Mogenden als nu nader te moeten refcribee- o' ren, dat wy niet kunnen inftemmen in de redenen n en allegatien, waar van men goed gevonden heeft if zich by de Addresfen en opgevolgde Memorie van v een aantal van Burgers en Ingezetenen der Stad d Groningen te bedienen , en welke wy by U Ed. di Mogenden voorfz. Refolutie en Misfive tot ons d leedwezen vinden geadopteerd en gehomologeerd, h; wy vermeenen in tegendeel, dat zoo wel volgens di de duidelyke letter van het Reglement Reformatoir, M als volgens deszelfs ontw\ ffelbaare zin en meening ei het aanons, als Erf-Stadhouder der Provincie ftaat, d om de gedaane keuze te aggreëeren of niet, enge- lil volglyk niet te kunnen zyn verbonden aan zoodaa- di cige verantwoordelykheid daar omtrent als by de tl voorfz. Memorie word gefusticeerd, en wyders dat i in alle gevallen het r.eemen van Refolutien, waar e by het voorfz. Reglement Reformatoir als eenfun- U damenteele Staatswet van U Ed. Mogenden Pro- ! i vincie met eenig effect 2oude kunnen worden gein. i terpreteerd niet is vac de afzonderlyke bevoegtheid I t van IJ Ed. Mogenden. — Op deze gronden oir- 1 deelen wy ons niet alleen bevoegt, maar ook op i de allerllerkfte wyze verplicht, ons voorfz. recht Ij tot de verarde ring der Keuze, zoo van Raadshee- i ren als Gezwoorens te blyven inhaereeren, zonder ( genoodzaakt te kunnen worden, om daar van die j redenen te geeven , en die verantwoording te doen, f welke U Ed. Mogenden hebben goedgevonden op- i de gronden der voorfz. Memorie, daar aan als nu i te accrocheerer ; en mits dien ook in het voorhanden zynde geval, de door ons gedaane fubftitutie, ij < voor  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 263 ivoor eenige wettige uitoefening van ons Recht te imoeten houden ; of fchoon wy geene zwaarigheid maaken, hoe ongehouden ook, rond uit ie erkennen, nimmer geneigd te wezen, of eenig oogmerk igehad te hebben in zoodaanige gevallen enkel avbi. trair en zonder voldoende redenen voor ons zeken te handelen, maar dat wy daar in altoos, onder het ioog gehouden hebben, en befcendig willen blyven lobferveeren, 't gunt na bedagtzaame overweeging izonder partialiteit omtrent de gekoozene Perfoonen, ons toefchynt het belang van de Stad, de bevordering van het algemeene welzyn , en een eenIdrachtige en onderling tusfchen alle de Leden van ide Regeering aangenaame behandeling der zaaken, die in overweeging worden gebracht, ééds en plichtshalven van ons te vorderen. Dan dewyl wy na de ;door ons gemaakte verandering in de keuze vanRaadsiheeren en Gezwoorens, zyn ontwaar geworden, :en 't federt nader bericht ontvangen hebben, dat de Heer H. Gockinga wel genegen zoude zyn, om i in plaatze van als Raadsheer , van eenig reidelyk dedomagement, als een gunftigen verplichtend blyk, van de te vreedenheid over zyne lang1 duurige diensten in 't Stads bellier te jouisfeeren, ien in de verzekering dat de Heer Venhoren voor 1 deze reis deiifteert van de keuze tot Raadsheer; en daar wy boven dien, gaarne een opentlyk bewys i willen geeven, hoe zeer de goede verflandhouding i met ü Ed. Mogenden en de rust en harmonie m 1 hunne Stad ons ter harten gaat, ook dat geene petfo1 neele misnoegen , jegens de by de keuze totRaads; heerenen GezwooreningekoozenePerfoonen, veel min eenig eigendunkelyk befluit de dryfveeren van onze handelwvze geweest zyn; zyn wy te raade geworden, U Ëd. Mogenden door dezen kennis te geeven, dat wy, onder expresfe inhaefie van het recht ons volgens het voorfz. Reglement Reformatoir zoo notoirlyk competeerende, en onder ernstige protestatie tegens alle onwettige en onbevoegde interpretatien, daar aan gegeeven, alleen uit R 4 e^  afJ4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot een waare deference voor U Ed. Mogenden en ter Contemplatie van de begeerte van eenige der Burgeren en Ingezetenen uwer Stad, in dit fingulier geval wel willen afzien, van de by ons gedaane fubftitutie, en dat wy genegen zyn de Heeren H. W, Hoving en L. B. Lohman als Raadsheeren, en W, H. Hoving als Gezwooren te approbeeren, gelyk wy verklaaren dezelve refpeclivelyk te approbeeren by dezen; zonder echter hier mede toe te geeren, dat wy van onze Rechten, en wel gefundeerde bevoegtheid, in het geringde zouden hebben geglisfeerd, ofte dat dezelve daar door opeenigerhande wyze zouden kunnen worden gehouden te Wezen verkort; veel min dat deze onze deference, in eenige confequentie yoor het vervolgzoudekunnen worden getrokken, als waar tegens wy insgelyks wel expresfelyk protesteeren by dezen ; en zulks alles in die hoop en vaste verwachtinge, dat de interpretatie die U Ed. Mogenden aan het Reglement hebben gegeeven zal worden ingetrokken, waar toewyaanUEd. Mogenden de gelegenheid zullen faciliteeren, door het toezenden van eene Memorie, welke wy hebben doen formeeren, en welke tot de groot de klaarheid brengt de twee hier boven gelegde gronden, op welke wy oirdeelen dat ons recht en bevoegtheid gefundeerd is. Inmiddels vleien wy ons, dat de deference, die wy in dezen betoonen , een middel zal mogen wezen , om de tranquiliteit en het vertrouwen in U Ed. Mogenden Mad te herdellen, en dat eindelyk zoo zeer als wy vervreemd zyn van al het gunt waartoe wv niet op ontwyffelbaare gronden gerechtigd zyn, TJ Ed. Mogenden zich ook gaarn bereid zullen toonen om ons in de ongedoorde beoeffening van die zelfde gerechtigheden die wy by erftelyke delatien bekomen hebben, en voor onze wettige Succesfeuren verplicht zyn te bewaaren, ten nutte en diende van hunne Stad te laaten Continueeren, enalledaar tegens aanloopende poogiagen of opkomende beletzelen, zoo veel mooglyk af te fpyden. Waar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 265 Waar mede Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vriendenl. wy U Edele Mogenden beveelen in Gods Heilige Protectie. "* (was get.) Willem, Pr. van Oranje. Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, (lager fiond) (was get.) T. j. de Larrey. Loo, den 15 May 1785. Coll. Accord. Aótum GroniDgen, den 24 May 1786. C, H. Gockinga, Secret. (Het Opfchrift was) Edele Mogende Heeren by. zondere goede Vrienden, de Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente te Groningen. N3. 1987. Refolutie van den Breeden Raad der Stad Groningen van den 23 May 1786, om, daar by Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid van den 15den dezer, geene redenen van bezwaar zyn byge* bracht, de gekoozene Raadsheeren en Geiwooren te beéédigen, en de zaak voor afgedaan te houden. Ter Vergadering van den Breeden Raad zynde geleezen eene ingekomene Misfive van zyne Door. luchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erfstadhouder gefchreeven op het Loo den ijden dezer, dienende tot antwoord op de Misfiven door den Breeden Raad den 23ften Maart en 24ften Apiil jongstR S le-  265 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot leden afgezonden; hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad Oud.en Nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente verdaan, dat, aangezien by voorfchreeven Misfive door zyne Doorluchtige Hoogheid geene redenen van bezwaar omtrent de wettigheid der hier gedaane keuze ofce de qualiteiten van de gekoozene twee Raadsheeren en Gezwooren zyn voorgebracht, de Zittende Raad zal worden verzogt, gelyk gefchied by dezen, om, conform Breede Raads Refolutie van den I7den Maart jongst, de Heeren Hendrik Willem Hoving en Louis Botheniüs Lohman als Raadsheeren, en den Heer Willem Hendrik Hoving als Gezwooren, de ééden, daar toe ftaande, te ftaaven: houdende alzoo de zaak, conform gemelde Refolucie, voor afgedaan. Coll. Accord. C. H. Gockinga, Secret. N°. 1988, Misfive en Memorie van zyne Doorluchtige Hoogheid aan den Breeden Raad der Stad Groningen van den 27 May 1786, tot betoog van het recht van approbatie en improbatie der keuze van Raadsheeren en Gezwoorens zyne Hoogheid als Erf-Stadhouder Competeerende, zonder het geeven van de redenen van dien. legen de Memorie van 800 Burgers, en Raads Refolutie daar op vanden 17 Maart 1786. Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden! Wy doen hier nevens aan Uwe Ed. Mogenden toekomen eene Memorie, die wy hebben doen formeeren tot een nader betoog van de gronden by onze Misfive van den I5den dezer gelegd. Wy vertrouwen, dat de duidelykheid en kracht va»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 267 ▼an de redenen by deze onze Memorie gededuceerd, geen plaats voor eenige twyffeling , omtrent de voorfz twee hoofdpoincten zullen overlaaten , ea Verzoeken dus Uwe Ed, Mogenden aandacatige ea ferieufe overweeginge dien aangaande. Waar mede Edele Mogende Heeren, byzondere goedé Vrienden! wy Uwe Edele Mogenden beveelen in Gods Heilige Protectie. IJver Edele Mogendm Dienstwillige goede Vriend, (was get.) W. Pr. van Oranje. Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, by abfentie van den Geheim Secretaris, (was get.) J. de Riemer. Op 't Loo, den 27 May 1785. Coll. Accord. Adtum Groningen, den 8 Juny 1786. C. H. Gockinga, Secret. (Het Opfckrift was) Aan de Ed. Mog. Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taal. mannen en Gezwoorene Ge« meente te Groningen. MEMORIE. Tot betoog van het recht van approbitie en im> probatie der keuz:1 van Raadsheeren en Gezwoorens der Stad Groningen aan zyne Hoogheid als ErfStadhouder van de Provincie van Stad en Lande com-  a<58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot competeerende, zonder het geeven van de redeDen van dien, en dat mitsdien, de interpretatie by zekere Memorie van een aantal van Burgers en Ingezetenen den voorfz. Stad in Maart 1786 aan den Breeden Raad overgegeeven, en by de meerderheid van denzelven Breeden Raad geadopteerd en gehomologeerd, by Refolutie van den I7den Maart, en derzelver Misfive van den 23ften daar aan volgende aan zyne Hoogheid gefchreeven, is, onge» fundeerd en onbeftaanbaar. Twee hoofdpoinóten komen hier in aanmerking, 1. Dat volgens de klaare en duidelyke letter van het Reglement Reformatoir, zoo wel als volgens den zin en het oogmerk van het zelve Reglement, het voorfz. recht van approbatie en improbatie aan zyne Hoogheid den Heere Prins Erf-Stadhouder gaaf competeerd, en dat de prsetenfe interpretatie by de voorfz. Memorie van eenige Burgers en Ingezetenen aan het Reglement gegeeven, mitsdien daar mede onbeftaanbaar is. 2. Dat de Breede Raad op zich zelfs onbevoegd is tot het neemen van Refolutien, waar by het Reglement Reformatoir legaal en met effect zoude kunnen worden geinterpreteerd. Ad I. Alvoorens toe te treeden tot een betoog van de duidelyke dispofitie van het voorfz. Reglement, nopens het evengemelde recht van approbatie of improbatie, zoncier fubmisfie van de redenen v?n dien aan de beoirdeeling van den Breeden Raad , ofte van iemand anders, oirdeeld zyne Hoogheid Doodzaakelyk eenige omftandigheden en confideratien te moeten prasmitteeren, ter wegneemiDg van die allegatien en n flexien, waar door men getracht heeft by de middelen van de voorfz. Memorie aan de geboorte, aan het oogmerk en aan de verbindende kracht van het zelve Reglement, niet alleen een zeer ontydig en ingratieus voorkomen te geeven, maar zelfs (onder correctie) diverfe abufive irfiruatien in te boezemen,en wel de zoodaanigen, welke eens gedeftrueerd en duidelyk gerescontreerd zyn-  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 269 zynde, de daar op gebouwde raifonnementen met opzicht tot het tegenswoordige poinft in quasstie, van zelve doen vervallen. r Te weeten: men' heeft de zaak by de voorlz. Memorie zoodaanig voorgedraagen, als of wylen zyn Hoogheids Heer Vader Prins Willem de vierde de macht en het recht by 't voorfz. Reglement aan hem opgcdraagen, eeniglyk aan omltandighe. den van dwang en geweld, en aan den ftroom van eene oproerige gemeente, verfchuldigd was, en men heeft zulks trachten in te vlechten als een reden, om zich met het inroepen van de grondwettige Conftitutie der Regeering, het bezwoorenStads Boek en aloude onverbreekelyke Keurwetten, tegens deszelfs wettige werking en kracht, onder behulp van eene zeer arbitraire explicatie van dien te kunnen bezig houden. Zyne Hoogheid eerbiedigd te veel de grondwettige Conftitutie der Regeering, en ftelt te hoogen prys op alle de Wetten en Rechten, welke tot die zelve Conftitutie behooren, en deszelfs werking bepaalen en expliceeren, dan dat hy aan één eenige van dezelve de minfte kracht of waarde, welke daar in overeenftemming met het voorfz- bezwooren Reglement Reformatoir van den 17 November 1749 kan gegeeven worden, zoude wenfchen te ontneemen of zelfs te betwisten; en hy meend hierom het voorfz. voetfpoor niet te moeten volgen, met in eene discusfie van het voorgevallene in den jaare 1748, in de Stad en Ommelanden te treeden. Het komt 'er doch niet op aan of ter dier tyd alles wat dit Reglement is vooraf gegaan, zonder of met eenige ongeregeldheden heeft gepaard gegaan; alzoo men dan teffens zou behooren te onderzoeken , tot welk eene ftaat van onderdrukking door partyfcbappen, cabaales en Aristocratifchen dwang van fommigen, de Stad en Ommelanden voor de jaaren 1747 en 1748 waren gebragt; dan welk tafereel men liefst nimmer, en vooral niet in dezen tyd,  270 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tyd, wil ophangen; het is na het oogmerk van zyne Hoogheid genoeg, dat, hoe onderfcheidentlyk de gebeurtenisfen van dien tyd ook mogen worden beoirdeeld ; de troebles uit vroegere cabaales en onderdrukking van veele Ingezetenen in 1747 en 1748 gf proflueerd, aan het bedaaren geraakt zynde, zeer veele ernffke beraadene en langduurige Befoignes en Commisfien veroirzaakt hebben, welke eind'lvk de existentie en behoorlyke fanctie aan dit Reglement hebben toégebragt, en dat de algemeene wensch en zamenltemmende poogingen, niet van een deel der geringde, maar van hot geheele lighaam der Ingezetenen, zoo van de Stad als van de Ommelardon ter dier tyd niet heeft kunnen .worden te vreede gedeld , zonder zich doof toereikende wetten en voorzieningen tegens gelyke cabaales en onderdrukkingen voor 't vervolg beveiligd te zien; men rappelleere zich flegts hoe op den tl May 1 74^, vier-en vyftig Officieren van het Burgetlyke Regiment wegens het geheele lig. haam der Burgery, onder hunne 18 Vaandels gerepartitieerd, zich .reeds tot dat einie met byvoe. ging van zekere "Artikelen van redres, aan Burgemeesteren en Raad der Stad hadden geaddresfeerd, en dat op den 2often Augustus van dat zelve jaar, de Burgers en Ingezetenen onder de Vaandelen der Stad resforteerei de, zich andermaal, aan evengemelde Burgemeesteren en Raad hadden vervoegd, met eene nadere explicatie van de voorfz. Artikelen, en onder anderen ook daar toe. ,, Dat zyne Hoogheid, zonder infractie aan dei Stads Hoogheid, aan wie de befielling der Re„ geering gelaaten wierd, volgers de oude wet- ter, jaarlyks voor St. Pieter zoude hebben de 4, approbatie van den geheelen nieuw gekozen „ Raad en Gezwoorene Gemeente, mede in cas ,, van Electie van een Raadsheer door het Raad„ huis, zonder eenige redenen van dis approbatie te be„ hoeven te geevtn: (we'ke laatfle petiode de Stelders der onlangs geprsefenteerde Memorie j>ag. 5.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 271 ;by cle allegacie van deze gebeurtenisfe hebben goedgevonden achter te houden:) „ maar dat in cas »V van disapprobatie dezelve Keurheeren een ander „ in zyn plaats zullen moeten kiezen, of indien „ in den ééd zynde overleedsn is, de Raad &c. Deze poincten ten voorü. dage by een eeapaarige S aats-Refolutie gefield zynde ter nadere approbatie en ratificatie van den Heere Erfstadhouder, om daar af of by te doen na zyntn hoog verlichten raad en welmeininge, en Hoogstdezelve vervolgens by het Reglement Reformatoir deswegens werkelyk zoodaanige veranderingen gemaakt hebbende, als noodig en dienflig oirdeelde, en daar onder ook deze, dat de Erf-Stadhouder, in cas van improbatie, direct een ander zoude vermogen te nomineeren, zyn alle dezelve poinéten en veranderingen na rype deliberatie, en, zoo als reeds is opgemerkt, na dat alles eenen geruimen tyd in volle rust gebragt was, door de Heeren Staaten overgenomen, geapprobeerd, Staatsgewys gearrefteerd en plechtig bezwoaren, terwyl dac zelve Regie, ment waar by dit alles is vervat, by eenpaarigheid en by herhaaling in den jaare 176Ö, 't welk oncwyfFelbaar een lang vooruitgeziene epoque van belang en teffens een tyd van volkomen rust was, op nieuw is gehomologeerd en plechtig bevestigd, en even daar door nader gewettigd tegens alle critiques, die daar tegens uic hoofde van de onderfcheidene beoirdeeling van voonge gebeurtenisfen, zouden hebben mogen worden geobmoveerd. Men verkiest hier by niets te toucheeren, omtrent de wyze en bedoelingen waar op en waar mede de onlangs geprefenteerde Memorie van byna: agt honderd Burgers en Ingezetenen is in de wereld gebragt, noch van de qualificatie van een groot deel der Onderteekenaars, maar uit een waare aucht om alle aanleiding tot verwydering of mis« Boegen af te fnyden, zulks alles daar laaiende, ver-  272 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vertrouwd men eenvoudig deze twee zaaken nog alleen te mogen en te moeten aanmerken: 1. Dat het voorfz. Reglement op de inftantie, niet van een klein gedeelte Inwooners van de Stad, maar op de algemeene en ernfhge (tem van genoegzaam aüe Ingezetenen van de geheele Provin. cie, Burgers, Regenten, en al wat vermo^erd en aanzienlyk was , verzogt, bedaard overwogen , Staatelyk beéédigd, wettig geintroduceerd., hy de aankomst van zyne Hoogheid tot het Stadhouderfchap in een tyd van rust bevestigd, en feuert al den voorfz. tyd onafgebroken geobferveerd zynde, zeer te onrecht by de voorfz. Memorie ais een opgedronge wet word getaxeerd. En 2. dat de op. houding der cabaleeringen , de protedie tegens alle onderdrukking in de toeneeming van welvaard, voorfpoed en handel, federt de introductie van dit zelfde Reglement, eene daadelyke apologie voor deszelfs nuttigheid en noodzaakelykheid daarfteilen. En hier mede overgaande tot de behandeling van het eerfte hoofdpoinct zehe, komt aacftonds in aanmerking, dat reeds zoo fttaks uit de explicatie der voorgemelde Artikelen op den 29 Augustus I748 ter Staatsvergadering geëxhibeerd, en aldaar eerpaarig gt.approbeerd en gearrelUerd, is geb'eken, dat 'er van het begin van de bedoelde en begeerde reforme af aan, een heerfchend begrip nopens de roodzaakelykheid van een te verleenen recht en macht van approbatie en improbatie aan den Erfstadhouder, zonder het geeven van ee ige redenen heeft plaats gehad. Men voege hier by de klaare woorden van het 5 Art. van het voorfz. Reglement, waar by gezegd word: ,,dat de approbatie van de verkoreneBurge„ meesters ftaan zal aan den Heer Erf-Stadhouder, „ en dat zoo wanneer hooggem. Heer Erf-Stadhouder „ niet zou mogen goedvinden, de voorfz. keuze her zy van Burgemeesteren en Raad, het zy van Gezwoo. „ ren  de Gebeurtenis/en in 17-87 enz. voorgevallen. 273 „ ren in het geheel of ten deeleïs aggreeeren en met „ deszelfs conjent te bekrachtigen, dat Hoogstdezelve ,, in zulk een geval, die zelf zal mogen fapplee'renmet 3i bekwaame Perfoonen uit het geheele lighaam der Bur>■> gerye"; als waar by, zonder eenige de minste bepaaling of accrochement, het recht van approbatie 't gene hier per jé dat van improbatie influit, abfolute aan den Erf-Stadhouder word toegekend; wordende, ten einde zulks duidelyk blyken zou, deze notabele explicatoire claufule daar by gevoegd, dat den Erf-Stadhouder in geval van impro*hatie, de afgekeurde zal mogen fuppleeren uit het geheele lighaam der Êurgerye: en dat zulks eeniglyk aan het oirdeel van den Stadhouder, zonder onderwerping van de redenen en motiven dezer daad aan iemand anders, is gedefereerd, blykt hier uit, dat die improbatie enkel en alleen aan het goedvinden vatt den Heere Erf-Stadhouder word overgelaaten, en dat het aggreeeren of niét aggreeeren der daar by gemelde keure, dus niet afhangelyk is van een onderzoek der wettigheid van de Keur, en nog minder van een voorafgaande decifie van den Breeden Raad, dat de redenen die den Stadhouder tot eenige improbatie bewoogen hebben, by denzelven Raad voldoende zyn geoirdeeld; maar alleen van deszelfs goeddunken, als zynde het krachtigfte woord waar mede in de nederduitfche taal het facultatif en vry beduiten en bepaalen van iemands wil kan worden uitgedrukt; al 't Welk nog te klaarder en duidelyket word, wanneer hier mede Word geconfronteerd hec 33fte Art. van dit zelfde Reglement, waarby, met een geiyke analogie aan den Erf-Stadhouder de ap* probatie van alle Provinciaale , zoo binnen als buitenlandfcheCommisfien, wordöpgedraagen, (even als in Art. 5. die van de Keure van Burgemeesters Raaden en Gezwoorens) en wyders tot een nadere aanduiding van de volkomenheid en vryheid dezer approbatie, daar by gevoegd, zonder eenigé reden Van disapprobatie te geeven, als zynde dit volmaakt het zelfde met het gezegde Art. 5. dat indien deStidXXIV. Deel. S hei*  274 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot heuder niet zoude mogen goedvinden &c, Hoogst* dezelve de Keur zal mogen iuppleeren, 't welk zonder eene improbatie (hier naar goedvinding gefchicdende) geen plaats hebben kan. Het zou ten eenemaal overbodig wezen, deze zoo duidelyke dispofitie van het Reglement uit de gronden van het recht nog nader te adftrueeren, en men meent op deze materie genoeg te zullen ge. daan hebben, wanneer men by de overweeging van de geaccrocneerde toekenning van het voorfz. iccht van approbatie en van improbatie, de aandacht nog een oopenblik vestigt op het 48 eh 4t,fte Art. van 't Reglement, waar by deszelfs stricte oblervantie met veel byzondering en onder de allernadrukkelykfie voorzorgen en poenaliteiten word aan* bevolen, en even da3r door alle eigendunkelyke en aan het voo'fz. geconcedeeid recht direét contrarieercnde explicatien, ten firengften geprohibeerd. Twee poincten zal men alhier nog even toucheeren , om de ongefundeerdheid en het voiftrekt inadm'sfible van de pretenfe interpretatie, zoo als die by de voorfz. Memorie der Burgers en Ingezetenen voorkomt, nog wat nader te doen doorftraalen. , , , Het eerfie is, dat welk eene grond men oo* daar voor in het voorfchrift van het recht zoude willen zoeken, dezelve niet te vinden is, en dat boven^ dien de minfte aandachtige overweeginge van de bedoeling en van de connexie van 't Regkment zelfs, de voorfz. interpretatie voiftrekt recufcert, en daar mede incompatibel maakt. De tweede, dat de evengemelde interpretatie noodwendig uitloopt op een notoire contradictie en de uiterfte abfurditeit. Met opzicht tot het eerfte poinct, remarqueert men, dat 'er driederley Interpretatien erkend en gewoonlyk door de benoemingen vaü Bocirinalis, Ufualis en Authenlica ondeilcheiden worden, door de eerst benoemde meest te ftade komt in ordinaire Wetten, Ordonnantiën en Statuiec , die de regels van decifie tnsfchen htigeerende Par-  de Geheurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. 275 Partyen in jwficio ContradiStorio uitmaaken, en dat [dezelve hier dus ook, ff.hoon anderszins volgens Ide reeds gcallegeerde gronden ten uitenten deciïbir voor 't recht van den Stadhouder, aan wien onder de opgedraagene approbatie zonder bygeivoegde bepaaling per fé, de improbatie toekomt, rvan mindere applicatie is, doch dat in het Staats, recht en tot het verbrand van zulke Reglementen; !die het diplomaticq deel der Jurisprudentie betreffen , de twee laatfle foorten van uitlegginge de meeste aandacht verdienen. Maar wanneer men nu vraagt; hoe is het voorfz. ;Reg!emeiH met opzichr tot het recht van eene vrye :en orrgeaccrocheerde ap- en improbatie tot het hier ;toe ujü en exemplis geëxpliceerd? heeft men al* ;toos van den Heer Erf-Stadhouder opgave van zy: :ne redenen van ap- en improbatie gevraagd? zyn [die gegeeven? zyn die onderzogt? door wie? en iwat is daar van het gevolg geweest? is 'er ooit een :eenig geval geweesc waar in dit gefustineerd is? izoo zal me" moeten convenieeren, dat er van dit ralles nimmer of ooit iets heeft geëxceerd, en in Itegendeel verplicht zyn te advoueeren, dat het fVoorfz. Reglement federt het jaar 1749, tyde van (deszelfs oprichting, en folemneele fa:idtie; tot hier itoc nooit anders is begreepen, als in dien zin, zoo :als zyne Hoogheid het zelve heeft opgenomen, 1 en dat zoo dikmaals 'er gevallen hebben geëxceerd 1 dat het voorfr.. recht van improbatie of fubllitutie : is uitgebeffend, 't zelve in diervoegen onbepaald : met genoegen en ongf querelleerde homologatien van de beide Léden van Staat in de Provincie door den Et f Sta lhouder of zyn recht waarneemende, is geëxerceerd en gemaintineerd geworden , en geVólgTyk militeert ook deze erkende grond van uitlegkunde, ten allerduidelykften voor den Heer Erf-Stadhouder. De derde foort van interpretatie die men duthen tica noemt., ixteerc in dit geval niet, nooit hébben de Hoeren Staaten, 't zy alleen en Buiten cdm S 2 End-  276 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot muricatle van don Heer Erf-Stadhouder: ('t gene zyne Hoogheid onder reverentie ook nimmer van de Eequiteit van Hun Ed, Mogenden heeft mogen verwachten,) 't zy met Hoogstdeszelfs kennis, eere byzondere en legaale explicatie van de wet op dit fubject gemanifesteerd; zy is nooit gevraagd; cn zy wierd nimmer noodig geoiideeld, ja, zoo weinig, dat in het cas van voorige exempelen waar by dezelve zoude hebben kunnen te pas komen, geene bedenkelykheid geweest is, nog eenige de. hberatie aangelegd, om die te verzoeken, en dat vervolgers de verklaaring, ter dezer gelegenheid door een aantal van Burgers en Ingezetenen aan de voornoemde Staats-wet gegeeven, en door de pluraliteit van den Breeden Raad geadopteerd en geinhsreerd, wel verre van een interpretatie authentica uit te maaken: (onder verbetering) geheel en al invalide is, zal zoo flraks by de verhandeling van bet tweede hoofdpoinct gelyk men vertrouwt, bui. ten alle contestatie gefield worden. iVaar men voegt hier wyders by, dat de tournure die men by de meermaals geallegeerde Memorie aan het 3de, 4de en jde Art. van het Reglement getragt heeft te geeven, als of dezelve maar één gelmi uitmaakt, en 'er by eene afzonderlyke be ft hou winge van het 3de en 5de een foort van te. genfhydigheid zoude plaats hebben , niet anders dan een gratieufe adfumptie is , eeniglyk uitge- ; dacht om de waare zin en beflisfendc dispofitie van die wet te eludeeren. Want, in het 3de Ariikelf word door het woord blyvtn, bepaald dat de origi- I neele Confiitutie tot zoo verre ftand zal grypen,;, dat de keuze der Raadsheeren en Gezwooren zaK gefchieden door Taalmannen en Gezwooren Ge- • meer.te, by hitlootir.g van vyf zwarte boonen; tcrwyl-j • vervolgens alle de permcieufe ligues, cabaalen, in- I gekropen abuizen van bukenlpoorige en ruineuM verteeringen, zoogenaamde recommandatien, ea 1 fpeciaal ook alle interpretatoire refolutien : (alsI veeltyds aan byzondeie doeleicdens dienstbaar ge- ■ Held) f  ie Gebeurtenis/en in 1787 m. voorgevallen. 277 Ifteld) ten eenemaal worden vernietigd; en daar ivervolgens hier door de Keur van Taaimannen en IGezwooren Gemeente weder word gebragt tot zy :ne oirfpronkelyke inrichting, beftaat die Artikel motoirlyk op zich zelfs. . Het vierde Artikel kent volgens de origineele IConftitutie aan den Zittenden Raad toe, de cognitie izoo over de behoorlyke qualificarien der persoonen ma de wet, en wanneer de Zittende Raad daar in f eenig defect bevind, is dezelve bevoegd de Keure Ite disapprobeeren, — men weet doch dat dit laatfte I geval exteerende, de Keur-Heeren zich andermaal iabfenteeren, en in plaats van den gedisapprobeeriden eene nieuwe keuze doen, zonder intusfchen van Ihet Raadhuis af te gaan, of met iemand ruggeIfpraak te houden, blyvende de Raad vergaderd itot dat de Keur-Heeren gereed zyn. Dit doet duidelyk zien, dat het van het Depar 1 tement van den Zittenden Raad alleen, en van nie 1 mand andets is, om te cognosceeren, en te beoir. ideelen, of door de Keur-Heeren by het formeeren ider Keure tegens de Keurwetten en het Reglement ; Reformatoir is aangegaan, en dat tot zoo lange de 1 voorfz. Keure niet door denzelven Raad onderzogt , I gezuiverd en volgens de prsecautien van het 3de Art. jgearrefteerd is, de Heer Erf-Stadhouder geen in i zien van en geene beoirdeeling over de gedaane ] Keure verkrygt, en gevolglyk dat vooraf door de folemneele praestatien van den ééd en alle de overige voorzorgen voor de meergemelde Keur-Heeren i bepaald, die keuze moet wezen geapplaneerd wettig en goed, waar door dan ook alle de abufive reflexien pag. 10. van de voorfz. gedrukte Memorie, in medio voorkomende, vervallen. Maar wanneer men boven dien, let, dat de Burgery in 1748 by de voorfz. gementioneerde Artikelen deze cognitie aan den Zittenden Raad willende 1 ontneemen, en dezelve direct aan den Heere ErfStadhouder willende overbrengen, waar van daan de bevoorens geallegeerde periode oirfpronkelyk S 3 i8>  278 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot is, ,, dac zyn Hoogheid de keuze improbeerende de K ur-Heere i nieuwen zouden he;>ben te verkiezen"; als toen niet fchync gedacht te aebben, dat de Keur-Heeren nitt mogten fcheiien voor das zy voor zoo ver hun betrof, de keuze hadden vol» bragt, en dat zy geheel e ■ al haddengedefungeerd, zoo dri zy het Raadhuis waren afgetreeden, waar door het voorfz voorttel der Burgerye onuitvoerlyk wierd, zoo dra de Erf-Stadhouder op de Keurdagen niet perfoonlyk in loco was , zoo als door wylen zyne Hoogheids Heer Vader uit krachce van de aan Hoogstdenzelven verkende bsvoe;-.!iit"'d, cm van de voorfz. Artikelen af en toe te doen , hec veefz. onderzoek over de wettigheid der voorfz. qualificatien &c. aan den Zittenden Raad, owrgelaater, en by dat \ Are. aan deczelvec .oegek°nd, op deze wyze is dit 4 Art. hier injevioei i, ea het continueert dus mede zoodaanige zaaken, we'ke wel analogicé op de voorgaarde Volgen, m^ar teffens volkomen op zich zei ven beftaai . Edoch 'er blyft nog iets anders over waar aan mede voldaan moeu worden; de Burgerye altoos be* vreest voor de gevaaren van eene al te groots in* vlo^d van fommige Families, kon niet Bcfluiten, om eenen weg open te laaten waar door tegens hunnen wensen , tegens het algemeen nut van de Stad , en tegens het genoegen van den Etf-Stadhouder, Regenten, al hadden xy de nood'ge qualificatie, aan' fciun "ds opgedrongen zoude worden, en hit-r om is in bet volgende 5 Art. (behalvcn het wel gearresteerde in Art. 3 en 4, volgens de origineele conftitu'.ie, nog geflatueerd, dat de verkiezing invo gen yoorfz. door des Raads goedkeuring voltrokken zyn* de, de approbatie van den Heere Erf Stadhouder »oüdo worden verzogt, niet zoo als de voorfz. Memorie zulks tracht te doen voorkomen, om te inÓaireerérj of de keur goed was, of de quaüficatien wel waren onderzogt, en of'er geoee ligues waren ipgeflppeij &e, dit zoo foigneui voorgefchteeven en aan zoo veel ernfbge voorbehoedzels gefubjec- teerd  ie Gebeurtenis/en in 1787 «*• voorhallen, 279 teerd werk, was volgens Art. 3 en 4 reeds afgelcopen , zulks'was van^et Departement en voor de Verantwoording van den Zittenden Raad, die heeft vo0)S van de afzending van de Keur aan de» Ler Erf-Stadhouder, dat alles onderzogt, en door zyne approbatie alle bedenkingen dien aangaande weg ^GeToïgelyk ontvangt de Erf-Stadhoudei■ eene reeds gehuiverde en geapprobeerde Keur: en het is van die Keur, waar van by dit 5de Art. de approbatie of inpróbatie aan Hoogstdenzelven word Svergelaaten, net onderzoek van den Stadhouder moet dus niet gaan over de reeds onderzogte verSschtensvan de wet, maar daar blyven nog verfcheiden andere redenen van voorziening over, waarom de Stadhouder ten nutte van het algemeen, ter voorkoming van moeijelykheden en dwcrepances, ter bevordering van rust tot vermeerdering van 't vertrouwen der Ingezetenen , en om veele andere byzondere Confideratien van belang, dat recht van approbatie of inpróbatie ter voldoening aan het Teman festeerd oogmerk van de aan hem gedaane delatien, kan en behoord uit te oeffer.er.: redenen', die wel nooit moeten dienen om enkel eene aibi„5tê behandeling van den pStadhoude^enieQ. iel te vieren, maar die echter aan zyn folemneel feftaafden ééd en Commisfie, aan zyn eigen ;gewisfe, cn aan zyne liefde tot rechtvaardigheid en deugd , zoo wel als aan zyn inzien in het algemeen belang, 't gene Hoogstdenzelven meer ais dat van byzondere Perfoonen en Famiüen aangaat, moeten worden overgelaaten, en die vervolgens uit hun aart en mmèr een object van onderzoek van den Breeden Raad worden kunnen : zoodaanige redenen eindelyk, welke nimmer voor den Zittenden Raad voldoende zouden kunnen zyn om eenen wettig gekoozenen te improbeeren , om dat de Raad de ver-eischtens van de wet gehouden is onder het oog te houden, maar die echter in fommige gevallen veeS 4  stSo Verzameling van Stukhen betrekkelyk tot lerlei en zelfs de allergewichtigfte en de aller pe«" remtoirflse gronden tot eene fubftitutiezoude kunnen uitleeveren en waar aan echter zonder de voorziening van dit 5 Art. nimmer zou hebben kunnen voldaan worden, dit Artikel is vervolgens fuppletoir aan de dispofitie van het 3de en 4de Art. om dat hier by in alle die gevallen, waar in wel geene beletzels of zwaarigheden by de wet bepaald zich op deeden, maar waar in echter zoodaanige andere inconvenienten of wezentlyke defecten zoo wegens de omftandigheden des tyds als anderfints exteerden , en aan welkers defectueusheid vervolgens behoorde te worden te gemoed gekomen, nog iets meer aan den Stadhouder moest worden overgelaaten, zoo als dit uit de eige woorden van dit Artikel de verkiezing in zoo verre voltrokken zynde, zal de Raad daar op &c., duidelyk blykt. Dit is de natuurlyke en analogifche explicatie en dispofitie van dit Artikel, alle anderen maaken de wet duister» defeclueus en verwart; en daar deze uitlegging volmaakt ftrookt met het groot motief van het Reglement, om, vooral zoo veel mooglyk Perfoonen te doen komen tot de Regeering die aan den Erf-Stadhouder als de natuurlyke bewaarder der Rechten van de Ingezetenen en de onpartydige waarborg tegen alle Cabaalen, aangenaam zouden zyn, gelyk daarom gefprooken word van het agreëeren der keuze , en het bekrachtigen van dezelve, met Hoogstdeszelfs confent, zoo beftaat wederom dit 5de Art. volkomen op zich zelve zonder eenige de allergeringfte contradictie met de voorgaande , daar in tegendeel wanneer men de fustenue by de Memorie voorgedraagen, en het daar op gebouwd gevoelen van den Breeden Raad, geadopteerd, dit geheel Art. overtollig zoude wezen, en van alle bepaalde zin zou wezen ontbloot, zonder zich de b'ehoorlyke omftandigheden en bepaalingente kunnen voorfterlen, op en binnen welke hetzelve van eenige applicatie zoude kunnen wezen, Maar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 381 Maar men heeft wyders nog in de tweede plaats ge:obferveerd, dat de pretenfe interpretatie by de meergemelde Memorie aan dit recht van ap- en improbatie gegeeven, boven dien uitloopt op eene :notoire contradictie en de uiterfte abfurditeie. Hoe doch kan het met mooglykheid zamengaan, !dat de Raad, de met alle de te obferveerene voorizorgen gemaakte, en aan denzelven geprefenteeride Keur, daadelyk geapprobeerd hebbende, dezelve aan den Erf-Stadhouder zoude zenden om te :oirdeelen, of den Raad dien aangaande wel of kwa« lyk heeft gehandeld, en dat de Stadhouder daar op zich hebbende gedecideerd en de Regeeringsbeftelling 't zy approbatoir, 't zy by fubftitutie gereguleerd , die zelve zaak in het laatfte geval nog eens izoude moeten retourneeren aan dien zei ven Raad, :om het verrichte van den Erf-Stadhouder over dat :eigen onderwerp waaromtrent zy reeds na de wet :hebben gedefungeerd, op nieuw te beoirdeelen? Daar en boven volgt uit de voorfchreeven fuste:nue al verder, dat de Keur eens wel en wettig geimaakt zynde, nooit eenige verandering van den Heer Erf-Stadhouder dien aangaande zoude kunnen 'worden toegelaaten, maar dan moet ook teffens die ;zeker wezen, zoo als reeds in een ander opzicht is igeobferveerd, dat nooit het geval in het 5de Art. (bepaald kan exteeren, dat het zelve als geheel onnut, zonder kracht of beteekenis uit deze fundamenteele wet, die met zoo veel omzichtigheid, ien onder het oog van zoo veele kundige Leden van iStaat is in de weereld gebracht, zou behooren te «worden geroijeerd, om dat de Stadhouder nooit anIders ontvangt, dan een Keur die met de wet overeenkomt, die daar aan bevoorens door den Zitten1de Raad heeft moeten worden getoetst, en die al:zoo door denzelven Raad is geapprobeerd. En eindelyk, tot welk een verregaande abfurdïteit zal de pretenfe noodzaakelykheid van het gee. iveq van redenen in cas van improbatie geen aanleiS 5 ding  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ding geeven ? voor al na de gronden by de Memo ■ lïe gelegd, volgens welke men wil, dat de impro- . batie en fubftitutie niet anders plaats zal hebben, ( als in cas van ligues, en dat zulks dan ook gealle- ■ geerd en getoond zoude moeten worden; maar hoe : zal de Stadhouder van deze defecten en gronden i van recufatie der keuze kennis krygen ? hoe zal hy j dezelve bewyzen? en wel zoo legaal bewyzen, dat ; zy als billyke redenen eener improbatie, en veel- • tyds als misdaadige daaden zullen kunnen en mo. • gen beoirdeelt en gejustificeerd worden ? zal' de : Zittende Raad daar over worden gehoord of niet?! zullen die Rechters zyn in een zaak waar over zy | reeds hebben gecognofceerd, door eene keuze voor r goed te houden die de Stadhouder naderhand meent: als onwettig en vitieus te moeten vernietigen? of[ zal dit beweezen zynde, de Zittende Raad als deel l hebbende aan de ligues of als fchuldig aan plicht t verzuim, reprochabel en corrigibel moeten gehou-. den worden; waar zal de cognitie over dit laatfte3 moeten plaats hebben, en welke zullen de oneindi-. ge, de haatelyke en de inextricabele gevolgen vani dit alles zyn ? En eindelyk zal de Stadhouder het inftrumenct moeten worden, om een zoodaanige befchuldigingj die niets minder behelst dan overtreeding van ééd. 1 cn plicht tegens de Keur-Heeren in te brengen, eni in plaats van te zyn en zich te gedraagen als de Mo-derator- Provincies en de bevorderaar van harmonieën: rust, zich verlaagen om in effeét te worden eeni Publicus Accufator ? Alle deze vraagen volgen immediaat en noodzaa-' kelyk uit het aangenomen fysthéma by de Memo-, rie, en zyne Hoogheid moet vervolgens daar op: met alle ernst de ferieufe attentie van Hun Ed. Mo-genden verzoeken, ten einde uit den famenloop: der tegenftrydighedenenwanvoeglykheden die zich: hier opdoen , het ongegronde en onbedagtzaame: der pretenze nieuwe interpretatie van de wet tedui- de-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 283 delyker op te merken. Dan, hief van aftrappende» zal mm nog korteiyk doen zien*, dar. Hun Ed.Mogenden uitmaakends den Breeden Raad, (onder vet* beeteriog) ten eentrnaal onbevoegd zyn cothetneemen van Relclutien, waar by het voorfz. Reglement Reformatoir legaal en met èflfeft zoude kunrien worden geinterpruteerd, het welk het tweede hoofdpoinct dezer Memorie uitmaakt. Men heeft tor hier toe vertrouwt, en vind zich verplicht in die zelve meening te moeten volharden, dat het meergedachte Reglement Reformatoir, gebouwd op de Staats Refolutie vjn den 29 Augustus 1748, na voorafgegaane inftantien en algemeene begeerte der gezamentlyke Ingezetenen van Stad en Ommelanden, en in den jaare 1766 eenpaarig door de Heeren Staaten gehomologeerd en geconfirmeerd, volgens deszelfs opfchrift en inhoud is geworden een fundamenteele en overbreekelyke wet, waar na alle zaaken van Policie en justitie daar in vervat, voortaan in de Stad en in de Ommelanden moeten behandelt worden, men kan zich ook niet verbeelden dac iemand in de Stad of Provincie zulks zoude willen of kunnen contesteeren, alzoo het zelve Reglement door de beide Leden van Staat aangenoomen , gearresteerd en bezwooren zynde, geworden is de hoofdzuil der Rechten op deRgeering, en het rigtfnoer vau het gezag en bellier van den Erf-Stadhouder in der tyd; en dit zoo zyDde, fpreekt het na alle de gronden zoo wel van een goede Staatkunde als van rechtvaardigheid en billykheid van zelve, dat dat zelve Reglement niet is een afzonderlvke wet of ftatuit Van de Hooge Regeering der Stad of van die der Ommelanden, en dus ook niet kan of mag onderworpen worden aan de interpretatie van een der Leden, die het zelve hebben aangenoomen, zonder concurrentie van hun Mede-Lid, en voor al niet, daar die interpretatie ftrekkeD zou tot een notoire prejudicie van het gunt daar by wettig en voor altoos is toegekend,  284 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kend . aan den genen uit wiens hand zy beiden , 't zelve, ten nutten van hun Stad en Provincie hebben ontvangen en aangenoomen. Het zou overboodig zyn hier in het breede te willen herinneren, dat Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, als het ander Lid van den Staat der Provincie, met de Hooge Regeering der Stad tot het daar ftellen van hetzelve Reglement Staatsgewys enconjunclim hebben geconcurreerd, dat dezelven eene even nauwe en even volkome betrekking tot het zelve hebben als het Lid van de Stad, en gevolglyk dat het zoo wel de gemeene onveibreekelyke wet, van het eene als van het ander dezer Leden geworden is, en dat beide dezelve mitsdien even zoo zeer als de Erf-Stadhouder in zyne Hooge waardigheid aan deszelfs nakoming en obfervantie zonder eenige afzonderlyke bepaalingen, reftrictien of eigendünkelyke interpretatien, verbonden zyn. Maar welke zouden ook niet de gevolgen zyn» indien dit Reglement dooreen dezer Leden afzonderlyk naar zyne begrippen en vermeende convenientie, zoude kunnen worden geadopteerd, en dat en ander Lid insgelyks goedvindende tot een feparaate interpretatie te refolveeren, een direct, tegenftrydig begrip en explicatie dien aangaande manifesteerd. Doch de onwettige en prejudiciabele confequentie hier van is te doorfteekend, om verder te mogen worden geurgeerd. Men vertrouwt dus, dat de Breede Raad bedacht zal willen zyn, om door zoodaanige inhasfie, zich zeiven, hunne Ingezetenen en hunne mede Staats-Leden niet te exponeeren,zonder ook deze laatste, wanneer de Erf-Stadhouder onverbooptelyk in zoodaanig geval genoodzaakt wierd Hun Ed. Mogenden tot geftanddoening vaa hunnen ééd, en tot mainctien van het in fait Reglement, interoepen. Ja! zou de Erf-Stadhouderzelfs voor zich en zyne wettige Erfopvolgers verant- woor»  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 285 woordelyk kunnen gefteld worden? indien de nadrukkelyke pcenaliteit waar mede de plechtige fanctie dezer wee is gemunieerd en bekrachtigd, tot derzelver refpective decharge voor de posteriteic aan een zyde gefteld en onopgemerkt veronachtzaamt wierde. Dan zyne Hoogheid heeft by deszelfs laatst atgezondene Misfive eenen anderen weg ingeflagen, hy verwasït dat zyne blykbaare deference voor den Breeden Raad en het verlangen van veele Ingezetenen, voortvloeiende uit eene waare bedoeling tot rust, eensgezindheid en wederzyds vertrouwen, den weg mag baanen tot eene bedaarde overweeginge der hier by gelegde gronden , en tot haar gevolg zal hebben, dat men duidelyk zal inzien het ongepaste en het nadeelige, 't welk in eene geprecipiteerde, en zoo als te vreezen is, by veelen eene onzuivere en op zich zelfs altoos geyaarlyke adfumptie van de meergemelde Memorie is opgeflooten, en dat men vervolgens niet zal hffifiteeren, om aan de voorftelling by zyne evengemelde Misfive gedaan, gereedelyk te defereeren. Coll. Accord. Aftum Groningen, den 8 Juny 1786. C. H. Gockinga, Secret. N\ 1989. Refolutie van den Breeden Raad der Stad Groningen van den 2 Juny 1786, genomen op de Memorie van zyne Doorluchtige Hoogheid, waar by verklaaren te perfifleeren by de Refolutie van den i"]den Maart jongst, die zaak voor afgedaan te houden, en daar in geene verandering te kunnen maaken, noch gedoogen. Ter Vergadering van den Breeden Raad zynde gelezen eene ingekomene Misfive van zyne Door- luch-  $BÖ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot luchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, gefchreeven op het Loo den 27ften May jongst, als mede eene Memorie tot betoog van het recht. (Fiat infertio) Hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalvarren en Gezwoorene Gémeerite, als nog pertifteerende by hunne genomene Refolutie van den I7dtn Maart jongstleeden, en die zaak als afgedaan fouderde, verklaard, dat Hun Ed. Mogenden al* repra-fente^rende de van ouds erkende, onbetwistbare en nimmer afgeftaane, gelyk ook geerszins by de corifociatie met dé Ommelanden tor eene Provircie, in het minste gederogeerde Hoogheid en Souvereir iieit dezer Stad en Burgerye, op herhaalde èfi inftantelyke begeerte fen fterken aandraag van verre het gröotfte en EorabeRre hunner Meeu-Burgeren ,'de voorfz Refolutie van den 17den Maart, na rype deliberatie hebbende geroomen, gc-arrefteerd, en van dezelve de Burgerye in antwoord op hunne Addresfen, kennis gegeeven, daar in als nu geene alteratie kunnen maaken, noch gedoogen. En zal van deze Refolutie in ci vile termen aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder kennis worden gegeeven. Coll. Accord. C. H. Gockinga, Secret.  ie Geirnrtenisfen in ï.787 enz. voorgevallen. 487 T990. 'Misfive van den Breeden Raad der Stad ° Groningen aan zyne Doorluchtige Hoogheid van den 3 Juny 1786, waar by kennis word gegeeven van de Refolutie op Hoogstdeszelfs Memorie gevallen, Doorlüchtigste Prins en Heer! Wy hebben wel ontvangen Uwe Doorluchtige Hoogheids Mkfive van den 27ften May jongst, met 1de daar nevens gevoegde Memorie, tot betoog van het recht van Approbatie der Keure van Raadsiheeren en Gezwoorens der Stad Groningen, aanU■we Doorluchtige Hoogheid als Erf-Stadhouder van 'de Provincie van Stad en Lande, competeerende* izohder het geeven Van redenen van dien; en dat, :mitsdien de interpretatie by zekere Memorie van een aantal van Burgers en Ingezetenen dezer Stad lin Maart 1786 aan den Breeden Raad overgegeeiven, en by de meerderheid van denzelven Breeden IRaad geadopteerd, en: gehomologeerd, by Refoluitie dier maand in derzelver Misfive van den 23ften 1 daar aan volgende aan Uw Doorluchtige Hoogheid igefchreeven, is, ongefundeerd en onbeftaanbaar. En wy hebben dezelve op gisteren ter deliberatie genoomen, en gemeend, dat wy by de wettig gei Doomene Refolutie van ,den I7den Maart jongs tie e. 1 den, als nog moesten perfifteeren; en dat wy, als repraefenteerende de van ouds erkende, onbetwistbaare, en nimmer afgeftaane, gelyk ook geenfints by de confociatie met de Ommelanden tot een Provincie , in het minst gederogeerde Hoogheid en Souvcreiniteit dezer Stad en Burgerye, de vooriz. ■ Refolutie van den nden Maart op herhaalde en inftantelyke begeerte, en flerken aandrang van verre het grootfte en notabelfte gedeelte onzer MedeBurgeren , na rype deliberatie hebbende genoomen, gearresteerd, en van dezelve de Burgerye in antwoord op derzelver Addresfen kennisfe gegeeven, daar in als nu geene alteratie konden maaken jio<:h gedoogen. W y  s88 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Wy hebben geóirdéeld Uw Doorluchtige Hoog* heid Van deze onze Refolutie kennis te moeten geeven , terwyl wy Uw Doorluchtige Hoogheid in Gods Heilige Protectie beveelende, blyven Doorluchtigfie Prins en Heere! U Doorl uchtigfte Hoogheids goede Vrienden, Groningen, Burgemeesteren en Raad, oud en den 3 Juny 1786. nieuw , fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente. (Onder Rond) H. v. Sysen, vt. Ter Ordonnantie der Heeren voorfchreeven, (was get.) C. H. Goceinga, Secret. Coll. Accord. Actum Groningen, den 8 Juny 1785. C. H. Gockinga, Secret, (Het Opfchrift was) Aan zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Heere Willem, Prinfe van Oranje en Nasfau, ErfStadhouder , Erf-Kapitein-Gene* raai en Admiraal der zeven Vereenigde Nederlanden &c. &c. &c.'  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 280 !N*. 1991. Refolutie van den Breeden Raad der Stad Groningen van den 1 September '1786, op de Misfive Van zyne Doorluchtige Hoogheid van den 1 iden Augustus jongst, alhier geinfereerd, waar by Hoogstdezelve protesteerd tegen de Refolutie van den iden Juny jongst met duns gevolgen. By de Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en inieuw , fampt Taalmannen en Gezwoorene Gefeneente, zynde gedelibereerd over de ingekomen Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prins Erf-Stadhouder, gefchreeven op het Loo den 17 Augustus 1786, dienende tot refcriptie op de 'Misfive van den sden Juny jongst, ter geleide van Ides Breeden Raads Refolutie van den 2den dief :maand, nopens het recht van approbatie en inpro:batie van Raadsheeren en Gezwooren der Stad Groningen,'zonder gehouden te zyn daar van eenige ■reden of motiven open te leggen. Luidende: Uwer Edele Mogenden Misfive van den Jdén July laatstleeden by ons ontvangen zynde, hebben ;wy daar uit niet zonder verwonderinge gezien, het igebruik dat U Ed. Mogenden van onze refcriptie ivan den 27ften May jongstleeden hebben gemaakt, :en de weinige égards die dezelve hebben genoo:men op onze daar op gevolgde Memorie , contineerende naar ons begrip, een duidejyk en overtuigend betoog van ap- en inpróbatie; van Raadshee;ren en Gezwoorens der Stad Groningen, zonder ügehouden te zyn daar van eenige redenen of motiiven open te leggen; wy willen niet ontveinzen Ed* IMogende Heeren, dat het ons gefurpreneerd heeft tte verneemen, dat U Ed. Mogenden op die Meimorie geene de minste reflectie hebben genoomen, 'vooral daar wy onze gevoelens zoo duidelyk ge* imanifesteerd hadden van alles tot rust, vrede en 'welvaart der Stad en derzelver goede Burgeren en ]Ingezetenen te willen toebrengen, wat men eemigfins van ons, behoudens onze ééd en plicht XXIV. Deel. T kon*  2qo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot konde vorderen of verwagten. Ja wy willen niet ontveinzen te gelooven, dat het een ieder onbegrypelyk zal voorkomen, dat U Ed. Mogenden in een zaak van zoo veel belang, de confideratien van den Erf-Stadhouder der Provincie vraagende, op dezelve ingekomen zynde, geen reflectie hebben gelieven te neemen, veel min die tot een object, van nader onderzoek of communicatie te maaken; wy zouden gaarne wenfchen van alle verdere discusfie over deze materie bevryd te zyn, ja op den inhoud van U Ed. Mogenden Misfive van den 3den Juny laatstleeden te mogen zwygen, maar de herdenkinge van onze duur bezwooren plicht en gehouden'heid aan het Reglement van Regeering, gevoegd by de overtuiging in de aan U Ed. Mogenden gezonden Memorie vervat, coodzaaken ons te moeten verklaaren en by dezen te refchribeeren , datwy voor ons zelve onverantwoordelyk willen zyn voor alle evenementen en nadeelen, dewelke uit zoodaanige handelwyze mogce komen te fpruren, en dat wy voor ons Recht en dat van ors Huis ongeprejudicieerd willen zyn, tegens alle gevolgen, welke men by tyd en wyle zoude kunnen goedvinden sf te leiden , uit alle zoodaane Refolutien als door U Ed Mogenden tegens de gronden in onze Memorie vervat, op dat fubject zyn genoomen. Hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, de zaak voor afgedaan gehouden. No,  de Gebeurtenis/en ik 1787 enz. voorgevallen. 29 r N°. 1992. Refolutie van Taalmannen en Gezwoorene Gemeente der Stad Groningen van den 30 Odtouer 1786, op het Rapport hunner Heeren Gecommit. teerden over de befoignes met de Heeren Gecommit» teerden van Burgemeesteren en Raad, nopens de Re. dame van derzelver Rechten. Ter Vergadering-geleezen zynde navolgend Rapoort. Luidende: Edel Achtbaare Heeren! De Ondergeteekenden ingevolge Breede Raads Refolutie van den 7den January jongst, door U Ed. Achtb. verëerd zynde met de Commisfie, om mee Heeren Gecommitteerden uit Hun EJ, Mogenden de Heeren Burgemeesteren en Raad te befoigneeren, op welke wyze het voeglykst zoude kuoDen worden geëffectueerd, dat de Taalmannen en Gezwoorene Gemeente gefteld werde in de volle exercitie der Rechten, welke conform de origineele Regeerings Conftitutie nauwkeurig in hec 2de Art. yan het Reglement Reformatoir uitgedrukt, aan Taalmannen en Gezwoorene Gemeente toekomen, noo dat dezelve mede geroepen moeten worden, over Idle zaaken het welzyn van de Stad en Provincie betreffende ; hebben niet kunnen nalaaten U Edel 4.chtb. by dezen van het beloop dezer Commisfie trerflag te doen, om daar door te voldoen aan het •echtmaatig verlangen, waar mede U Ed, Achtb. ;n dezen niet alleen voor Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, maar wel byzonderlyk voor de geaeele Burgerye dezer Stad, als welke UEd. Achtb. ie eer hebben fpeciaal te vertegenwoordigen, zoo belangryke zaake zyn bezielt, om nopens de reus(ite dezer zoo gewichtige Commisfie aan de Ondergeteekenden gedemandeerd, te worden geinformeerd; een verlangen het welke in deze Vergadering meermaalen hartelyk is te kennen gegeeven ; een verlangen 'c welke uit hoofde van den langen Ta ryd  29» Verzameling van Stukken letrekkelyk tot tyd dewelke 'er federt de benoeminge van deze Commisfie is verloopen, niet weinig is aangewak- . kero ; des te minder hebben de Ondergeteekenden i zich kunnen dispetfeeren van U Ed. Achtb. ten i fpoedigften van hunne verrichtingen en Commisfie ! Rapport te doen, nadien hen (en dit kunnen zy niet : zonder grievend leedwezen betuigen) eenige on- . aangenaame omftandigheden zyn voorgekomen, , welke hen van den eenen kant doen vreezen, niet : zoo fpoedig en gelukkig in hunne poogingen tezulJen fiagen, als de eenpaatige agreatie van U Ed. . Achtb. propofi'ie van Reclame in den Breeden Raad 1 fcheen te voorfpellen ; en van den anderen kant, in i de tegenswoordige tydsgefteldheid onvermydelyk C verplichren, om zullen dezelve na behooren tot heil 1 der Ingezetenen dezer Stad en Provincie werkzaam i zyn , hunne genoomene maatregelen onder het oog > van U Ed. Achtb. te brengen. Het was dan Edel Achtb. Heeren! na dat 'er bej ■ voote ns eenige Commisfien waren gehouden , en 'er r mee r dan een half jaar federt de fubftitutie van drie ; van Uwer Edel Achtb. Gecommitteerden, in ftede: der geper dewelke met Sint Pieter dezes jaars uit i den ééd waren gegaan, was verloopen, eindelyk< in de maand September jongst, dat de Ondergetee.; kenden Da dat ze veelmaalen etnstig doch vruchte-' loos op het exerceeren der Commisfie hadden aan-' gehouden, als wordendede zelfde uit hoofde den abfertie der Raadsheer Rengers een der Heereni G< committeerden uit den Raad, telkens gedeclineerd, voor de eerste maal met de Gecommitteer-' den uit den Ratd hebben gebefoigneerd, in welke< en volgende Commisfien zoo met Hun Edelhedem alle, aN met de Heeren Raadsheer Rengers enSyn-i dicus Tiddens afzonderlyk gehouden, oe Onder-: gefehreevenen hebben ondervonden, dat men rem eenemaale uit het oog verliezende het gene door het aveu der propofitie van R>. ciame in den Bree-e deo Raad was geagreëerd, infifteerende de princi-i 5 es dewelke de voorige Gecommitteerden uit dem  de Gebeurtenis/en in f787 enz. voorgevallen. 293 Raad zoo mondelyk als door één derzelver fchrifceklyk hadden voorgedraagen, zich daar op voornaa» fcnelyk heeft toegelegd, om aan het woord imperum ihet welk in het 2de Art. van het Reglement Reformatoir voorkomt, eene llnguliere hsterogeene extenfive, om zoo met den zin deweke dit woord met ihet woord JunsdiEtio faamen gevoegd, en van Re'geering onderfcheiden hoedaanig het hier ook voorkomt, behoord te hebben , als met de uitleg dewelke aan de woorden imperum en Jurisditïio in het zelfde 2de Art. gegeeven word, ten eenemaalen ftryidige interpretatie te doen toekomen, welke interpretatie aan de Ondergeteekenden is voorgekomen met geene moogiykheid daar aan te kunnen worden igeatttibueerd, en welke ook door hun meer dan eens mondeling, ja zelf door een der Ondergetee» ikenden fchriftelyk is gedistrueerd. Daar men het hier op niet eens konde worden • :onaangezien verfcheidene emftige debatten, heeft tmen het aan de zyde van den Raad, daarheen zoeIken te tourneeren, dat U Ed. Achtb. Gecommit1 teerden mogten opgeeven, die zaaken tot welke zy 'vermeenen, te moeten worden geroepen, om dan ■vervolgens, byaldien men daar omtrent niet kan1 de overeenkomen, het Recht der Gemeente ten 1 dien opzichte uit de Regeerings Conftitutie te be1 toogen , zonder dat in dezen de uitdrukkelyke \ woorden in het Reglement hoe klaar en vatbaar • voor een ieder ook ter neder gefteld , als Hun Ed. Mogenden onduidelyk toefchynende , in aanmerkinge zoude kunnen komen; U Ed Achtb.Gecommitteerden vermeenden integendeel, tot een grond van de befoignes in Commisfie te moeten leggen, de Refolutie van den 7den January jongst, meermaalen gemeld, oirdeelende dat daar het by den Breeden Raad was geagreöerd dat de Meente behoorde te worden geroepen tot alle zaaken het welzyn van de Stad en Provincie betreffende, Juris. iidione a imperio exeptis , zoo en in voegen die woorden in het Regiem 'nt worden uitgelegt, chands T 3 en-  89 * Verzameling van Stukken betrekkelyk m enkel de wyze behoorde beraamd te worden, op welke de Gemeente in de exercitie der hun toebehoorendeen eecpaarig toegekende Rechten behoorde te worden gefteld, dat de Gemeente overzulks een geperaale regel voor zich hebbende, het den indispenfabelen post van de Gecommitteerden uit den Kaad was. die poincten op te geeven, welke zy vermeenden dat alleen aan den Raad behoorden, hoe weinig toch U Ed. Achtb. Gecommitteerden fchroomden, om de overeenkomst van het 2de Art. des Reglements met de origineele Regeerings Conftitutie ftuksgewyze te toonen, dachten zy echter geene vryheid te hebben, om thands daar men het op eens was dat de Regeerings Conftitutie in het Art. des Reglements was uitgedrukt, zich in een wydloopig detail der origineele Regeerings Conftitutie te verdiepen. Met hoe veel grond dan de Ondergeteekenden overeenkomftig de gezonde reden, en alle beginfelen van het Recht vermeenden te kunnen verwagten, dat de Gecommitteerden uit den Raad, waarin ze dachten de Gezwoorene Meenteniet behoorde te worden gekend, en welke zy oirdeelden onder de van de algemeene bepaaling uitgezonderde gevallen begreepen tezyn , zouden opgeeven , heeft men echter van de zyde van den Raad daar toe niet kunnen befluiten ; daar echter intusfehen zulks voiftrekt niet gevorderd word, hebben echter ü Ed. Achrb.om zoo veel mooglyk hunnen yver tot voortze'ting dezer gewichtige zaaken en confervatie der zoonoodige harmonie aan den dagteleggen, niet gehanteerd, onvervanglyk eenige der hun Competee» rende Jura Majeftatica op te noemen, onder de uitdrukkelyke bedingst, dat van dezyde van den Raad, vervolgens de particularia dewelke Hun Edel Mopenden vermeenden onder de executie gecompreebendeerd te zyn, mede zoude worden voorgefteld , op dat men dus eens een begin der befoignes konde maaken. Dan ook dit eeniglyk tot faciliteering der zaak be.  Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 29$ beproefde middel heefc niets uitgewerkt, en men heeft aan de andere zyde aan het vertrouwen der Ondergeteekenden niet voldaan ; alwaarom U fc.d. Achtb, Gecommitteerden ziende, dat men aaD ^e zyde van den Raad onverzette^k op de eensgelQ^ veerde en met des Breeden Raads Refolutie zoo zeer ftrydige fustenue in dezen met konde re.a«heeren, gedacht hebben zich in geen verdere discus- fie der door hun opgenoemde pom^cu,uw»... *v~*:*senumeratie hunner Rechten te moeten mlaaten, maar zich eenvoudig aan hunne boven opgegeevene en onwederfpreekelyke ftellinge, te moeten houden. Dit gedetailleerde is het onderwerp geweest üd. Achtb. Heeren, van eenige op elkander gevolgde Commisfien, waarvan de eenige uitflag is geweest, dat men in dat gene 't welk de grond van de befoignes behoorde te zyn, en opzichtelyk de voet welke men uit relatie van de byzondere voorkomende poinóïen, behoorde te volgen, verfchillende, tot nog toe niet het allerminste in deze gewichtige zaaken heeft kunnen vorderen. n„.nm ' Met leedwezen zagen dus U Ei. Achtb. Gecommitteerden, dat alle hun poogingen om aan de intentie van den Breeden Raad, en aan de rechtmaatige verlangens der Burgerye als in dezen zoo merkelyk geintresfeerd, te voldoen, tot hier toe ge. heel vrugteloos afliepen; zy dachten met een angstvallige bezorgtheid, aan de tegenwoordige tydseefteldheid, welke meer en meer cntiker word voor let lieve Vaderland, zy dachten aan hunnen door dieren ééd, aan hunnen op zich genoomenen plicht, waar door ze gehouden zyn zoo bezonder yk voor de belangens der Stad en Burgerye te waaken. cn in naame van de Burgerye welke zy de eer hebben bezonderlyk te repraefenteeren , voor de behoudeniife van derzelver Rechten te zorgen, en in derzelver plaatze mede ten nutte van Staat en 1 rovincie, na vermogen werkzaam te zyn. Het kon U Ed. Achtb. Gecommitteerden ook geenszins onvetfchillig^yn , welke gedachte^ de  295 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Burgerye zoo van UEd. Achtb. als van deOndergeteekenden, dewelke zich met eene even zoo aanzieBelyke als allergewichtigfte Commisfie verëerd vonden, in het byzonder voedden, daar alle de Ingezetenen in deze Stad, in deze voor het Vaderland zoo hagchelyke tyden, op de Gezwoorene Meente het oog meer dan ooit gevestigd houden. Dit alles, en vooral de inftantie vanUEd. Achtb. op het eenpaarig befluit door den mond van den Taalman onlangs in den Breeden Raad gedaan, om tot de Landdags Befognes te worden geroepen, dewelke geen ander uitwerkzel fcheen te hebben gehad, dan de voortzettinge eener lang vertraagde Commisfie; hoopten de Ondergeteekenden, ziende dat TJ Ed. Achtb. hunne Gecommitteerden intusfchen buiten de exercitie hunner vocrnaamlte Rechten wierden gehouden, zelfs van die genen, dewelke buiten eenige contestatie zyn, om met ter zydeftelling van alle dispuiten, dewelke tot hier toe niets dan eene grootere vertraaginge aan het voor deze Stad zoo heilzaam werk aan des wederzydfehes Gecommitteerden zorge bevolen, (bekkendehunne poogingen zoo ernftig als vriendelyk in het werk te ftellen, om hangende deze Commisfie, eerst en vooral de Landsdags Befognes by te woonen; ten ■welken einde de Ondergeteekenden eene fchriftelyke Propofitie aan de Raads Gecommitteerden hebben overgegeeven van inhoud: ,, dat de Taalmannen en „ Gezwoorene Meeote hangende deze Commisfie, „ dewelke tengevolge reclame gehouden word, tot „ de Landsdags Befognes mogten worden geroepen, „ om over alle zaaken als dan voorvallende, te vo„ teeren en te corcludeeren, onverkort echter die ,,, poincten, dewelke na plenair gehoudene Commis„ (ie en gedaan rapport mogten bevonden worden, „ privative aan den Zittenden Raad te behooren." Eene Propofitie, welke de Ondergeteekenden toefebeen, dat niemand daar door in zyne Rechten wordende verkort, alleszins overeenkomitig te zyn met het welzyn van Stad en Staat, het welke zoo Hun  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 297 IHünEd. Mogenden als U Ed. Achtbaare, dewelke ; alle gezach eeniglyk uit den boezem des Volks ontI leenen, en enkel uit diens naam en tot diens heil Ibehoorden werkzaam te zyn, en alzoo aangang te moeren hebben, zoo men zich niet ten eenetnaale 1 ouverantwoordelyk wilde ftellen, daar de tegensiwoordige omftandigheden waar in deze Provincie, ;ja de geheele Republiek zich bevinden, van dien !aart zyn, dat het achterblyven van Taalmannen en (Gezwooren Gemeente van den Landsdag, ligtelyk .een irreparabale fchaade en praejudicie niet alleen ;aan deze Provincie, maar ook zelfs aan de geheele 1 Republiek zoude kunnen toebrengen ; tegen deze Propofitie maakte men voornaamentlyk deze zwaairigheid, dat dan de Gemeente geen haast zoude 1 maaken met het houden van deze Commisfie, en 1 daar van dus in lange tyd geen einde zoude te W3gten zyn, alwaarom'er noodzaaklyk eene tydsbepaaling by diende gevoegd te worden. Edoch dit ac\ crochement van tyd, hebben U Ed. Achtb. Gecom• mitteerden aangemerkt, als vernederende voor hunne 1 Committenten te zyn, te mter, daar het tegendeel van het gevreesde tot hier toe hadde plaats gehad, en men dit geavanceerde zoo gemakkelyk zoude ] kunnen retorqueeren. Hoe zeer nu ü Ed. Achtb. Gecommitteerden uit hoofde der woordewisfelingen hier over gehouden, i vermeenden zich te kunnen fiatteeren, dat zoo Hun Ed. Mogenden al niet in de admisfie ten Landsdage overeenkomftig de Propolirie mogten condescendeeren, echter geene zwaarigheid zouden niaaken, om hen provifioueel tot alle Landsdags Befognes toe te laaten, nadien men byzonder op de tydsbepaaling fcheen gezet te zyn, en meer de claufule van non prcsjudicie invoegen door U Ed. Achtb. Gecommitteerden geannecteerd was, dan wel de admisfie zelve als nadeelig voor den Zitteuden Raad fcheen aan te merken. Met te meer grond meenden de Ondergeteekenden dit te moeten denken, nadien de Propofitie d/ T £ Hun  298 Verzameling van Stuiten betrekkelyk tot Hun Ed. Mogenden wierde overgenomen, en men een tyd bepaalde om weder te famen te komen, als wanneer de Heer Syndicus Tiddens eene geclaufuleerde Propofitie zoude overgeeven, volgens welke ü Ed. Achtb. hangende de Commisfie tot de Landsdags Befoignes, zoude kunnen worden toegelaaten, zonder dat de Zittende Raad in haare lustenue eenige atreinte leed. Met boe veel recht nu de Ofidergeteekenden, uithoofde van de continueele alïergewichtigfte Landsdags Vergaderingen konden verwachten, dat zy fpoedig door eene Ichrif. telvke Propofitie van de incentie van Hun Üd. Mogenden nopens de admisfie ten Landsdage zouden worden geïnformeerd, verliepen 'cr echter meer dan veertien dagen, en meer dan een inftartie was 'er noodig, eer de Ondergeteekenden by Hun Ld. Mogenden wierden geconvoceerd. Dan hoe groot was hunne verwondering, toen zy nu verwagtende, dat Hun Ed.'Mogenden die te vooren niet zoo zeer de admisfie van U Ed. Achtb. ten Landsdage fcheenen te declineeren, dan wel het daar op toe te leggen, dat zulks, zonder eenige p^judicie gefchiedde, eene propoficie nopens de admisfie van hunnen kant zouden doen, om daar over te befoigr.eeren, vernamen, dat HunEd. Mogenden, wel verre van eenige propofitie dienaangaande voor re ftellen, declareerde, dat zy zon-, der zich te prtejudiceeren, geen Propofiuen ten dien opzichte konden opgeeven. Infteerende Hun Ed. Mogenden verders, daarop, dat de Ondergetee-, kenden die poinften moesten opgeeven, waar over zy dachten geroepen te moeten worden, voegende Hun Ed. Mogenden eindelyk 'er by, dat zy zoo favorabel in den Raad zouden rapporteeren , dat U Ed. Achtb. over zaaken van gewigt, doch waarvan het oirdeel den Zittende Raad zoude competeeren , tot deLardsdags Befoignes zouden worden geroe- Peï)it in diervoegen zynde gedeclareerd, koDden de Ondergeteekenden zich daar geenszins mede  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 9.qo contenteeren, alwaarom deze Befogne geëindigd wierde , zynde echter de Commisfie op zich zei ven niet afgebroken, 't welke by de Gecommitteerden uit den Raad by anticipatie, voor dat de Ondergefchreevene zulks moneerden, is te kennen gegeeven. Daar dan de Ondergeteekenden in gene hunner poogingen hebben kunnen flaagen, hebben dezelve riet anders bedoelende dan 'c welzyn van Stad en Provincie te bevorderen, en de Rechten derBurgery, dewelke door U Ed. Achtb. uit naam van dezelve eeniglyk moeten worden uitgeoefFend, te conferveeren, van welke confervatie zy de admisfie van U Ed. Achtb. tot de Landsdags Befoignes thands na de geaggreëerde reclame als ooaffcheidelyk befchouwen, zich niet kunnen dispenfeeren, U Ed. Achtb. dit alles onder hec oog te brengen, op dat U Ed. Achtb in dezen zoodaanige gepaste maatregelen zullen kunnen neemen, als UEd, Achtb. zullen vermeenen met het heil dezer Stad, de aan U Ed. Achtb. toebetrouwde belangens der Burge. rye, en de behoudenis der Rechten ter executie aan LT Ed. Achtb. toebetrouwd, overeenkomftig te zyn. (was geteekend) J. Blïinting. H. J. Jollens. W. Entrup. J. A. ten Berge. Hebben Hun Ed. Achtb. de Heeren Gecommitteerden voor de genomene moeite bedankende, uit hoofde van 't gewigt der zaake en extenfive poincten daar in vervat, alvoorens daar over ten principaale te voteeren, gerefolveerd, den Secretaris te authorifeeren, van dit rapport drie exemplaaren te doen affchryven, ten einde aan de refpective Le. den der Gemeente te worden rond gezonden, en overzulks de Vergadering tot eerstkomende Saturdag te adjourneeren, wordende inmiddels de Heeren Gecommitteerden verzogt, Hun Ed. Achtb. als dan te dienen van prasadvis. Op  <\ryo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Op dit bovenftaande Rapport is uit aanmerking der volgende Refolutie Vdu Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, van den 2 November 1786, geen verdere deliberatie gevaüen. N°. 1993. Refolutie van den Oud en Zittenden Raai der Stad Groningen, van den 1 November 1786, vaakenie de admisfie van de Gemeente tot de Befognes van den Provinciaalen Landsdag. Ter Vergadering van de Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, in deliberatie zynde gelegd, de aldaar gedaane en fchriftelyk overgegeevene Propofitie van den Heer Raadsheer Siccama. ,, Om hangende de Commisfie, Taalmannen en „ Gezwoorene Gemeente te roepen by de Land„ dags Befognes tot alle zaaken, mits dat zulks op „ geenerhande wyze zal ftrekken tot eem'ge pra> juditie aan de eeDe of andere, met opzicht toe „ Burgemeesteren en Raad, noch Taalmannen en „ Gezwooren Gemeente, noch ook van de reeds „ gedecreteerde Commisfie daar omtrent, welke „ in zyn geheel zal verblyven , by continuatie „ worden vervolgd, en zoo fpoedig mooglyk, „ worden ter effect gebragt." Hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad. oud en nieuw , zich met de voorfchreeven Propofitie geconformeerd. Coll. Accord. C. H. Gockinga, Secret.  ie Ckbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 30* N°. 1994. Refolutie van Burgemeesteren en Raad van den 22 Nivember 17^6, op wekere voet Taalmannen en Gezwoorene Meente de Landsdags deliberatien zul'en bywoonen, en de Propofitien Hun Ed. Achtb. bezorgt. Op heden zynde gedelibereerd over de op gisteren door Taalmannen en Gezwoorene Gemeente fchriftelyk gedaane Propofitie. Luidende Edele Mogende Heeren! Dewyl Taalmarnen en Gezwoorene Gemeente zich thands in de omftandigheden bevinden dat dezelve ten gevolge van de Breede Raads Refolutie van den 7den January jongst, geroepen zyn om de Landsdags Befognes by te woonen, zonder vooraf communicatie van de Propoficien te hebben ontvangen , zoo verzoeken dezelve dac die hun in 't vervolg bevoorens, even als de overige Leden dezer Vergadering, mogen worden medegedeeld, teneinde zich behoorlyk in ftaat te ftellen, om over zaa. ken van dac aanbelang, naar vereisch te kunnen oir. deelen. . t Hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, m achringe neemende, dat Taalmannen en Gezwooren Gemeente onkundig was van den voet op welke Hun Ed. Achtb. . door den Raad tot de Landsdags Befognes geroepen waren, naardien zulks niet was uit kracht van de Refolutie van den 7den January jongst, doordien by dezelve die zaak was gemaakt commisforiaal in handen van Heeren Gecommitteerden van den Breeden Raad, waar van tot heden geen rapport was gedaan, maar dat Hun Ed. Achtb. waren geroepen uit kracht van eene Refolutie, by den Zittenden en oud-Raad op den 2den November jongst genomen, by dewelke op gedaane Propofitie was verftaan, om hangende de gezeide Commisfie de Gemeente te roepen, zonder dat zulks op eenigerhaade wyze zoude ftrekken tot eenige piaejudi ■  302 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tie van een of ander zyde, noch van de reeds gedecreteerde Commisfie, welke in tegendeel by continuatie zoude worden vervolgd, en zoo fpoedig mooglyk ter effect gebragt, goedgevonden en verftaan, den Secretaris prtefent te committeeren , om aan den oudften Heer Taalman te overhandigen, Extract van de provifioneele Refolutie van den 2den November jongst, als mede van deze, en tevens zyn Ed. te kennen te geeven dat door den Raad gezorgd zoude worden, des daags voor den Landsdag aan den oudften Heer Taalman eene Propofitie van de poinóten van de Landsdags Befoignes te doen toekomen, zonder dat uit het een of ander eenige con« fequentie zal kunnen worden getrokken. N°- 1995- Request van 934 Burgeren en Ingezetenen der Stad Groningen, den n December 1786 aan den Breeden Raad geprcefenteerd, om tot duidelyker verjiand van 't Reglement Reformatoir, te erlangen een gtneraale oproeping van 't Volk, en dat daar toe Gecommitteerden mogen worden benoemd. Ter Vergadering van Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, zynde geleezen het Addres aan den Breeden Raad geaddresieerd; luidende in dezer voegen. Edele Mogende Heeren Burcemeesteren en Raad, oud en nieuw, sampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, uit[maakende den Breeden Raad der Stad Groningen ! Vertoor-en U Ed. Mogenden met allen vereischten eerbied, de ondergeteekende Burgers en Ingezetenen dezer Stad, hoe zy ter gelegenheid van tene eigendunkelyke afkeuringe van twee wettig ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 303 gekozene Raadsheeren, en een Gezwooren in hec begin d zes jaars door zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Etf-Stadhouder gedaan , en het daar uit gevolgde, ten duidelykften hebben moeeen befpeuren , dac het zoogenaamde Reglement Reformatoir anders door zyne Doorluchtige Hoogheid, dan ÜEd. Mogenden, wierde verftaan en uitgelegd. Wanc offchoon de gevoelens daaromtrent door omtrent 800 Burgers en Ingezetenen by Addresfen :en beredeneerde Memorie aan U Ed. Mogenden opengelegd, door U Ed. Mogenden als de hunne zyn overgenomen, en door die interpretatie die zaak by U Ed. Mogendens Refolutien van den 17 'Maart en 23 May 1786 voor afgedaan is verklaard, en voor het welke zy by dezen hunne oprechte dankerkentenis betuigen, mee verklaaring, ü Ed. Mogenden daar in des noods te zullen ftyven; hebben de Ondergeceekenden echter met de grootfte ongerustheid gezien, dat zyne Doorluchtige Hoogheid tegens alles niet alleen ten ernftigften protesteert, maar zelfs de uitlegging van 'c Reglement :of eenige Artikelen, hoe wel zuiver Stedelyk, wil iftellen alleen ter bevoegdheid der Heeren Staaten idezer Provincie, met concurrentie van Hoogstde. :zelve, en dus de van ouds erkende onbetwistbaare :en nimmer afgeiïaane of in hec minsc gederogeerde Hoogheid en Souvereiniceic dezer Stad enBurgery, :onderwerpelyk ce maaken aan een Provinciaal Staats :belluit. Dat wyders door Taalmannen en Gezwoorene [Gemeente zynde gereclameerd hunne roepinge ia lalle zaaken, het welzyn dezer Stad en Provincie :raakende, een verfchil iserreezen, en thands nog :hangende, tusfehen de Heeren Burgemeesteren en IRaad oud en nieuw, en gemelde Collegie, over 1 welke zaaken laastgemelde al dan niet geroepen moeiten worden, uit welke twee aangehaalde Acten , I fchoon de Ondergeteekenden betuigen de reeds j gedaane roepinge der Gezwoorene Gemeènte ter Lands-  304 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Landsdag befoignes, hun aangenaam te zyn, reeds ten overvloede dat het zoogenaamd Reglement Re* formatoir, in plaats van een duidelyk richtfnoer, in alle zaaken van Regeeringe dezer Stad te zyn, en een vast ftelzel voor het grootfte welzyn der Burger Maatfchappy uit te keveren, thands wer» kelyk de fpeelbal is van onderfcheidene begrippen en belangens, om te gebruiken na een byzondere Convenientie, en te zyner tyd een werktuig zoude kunnen worden, om de waare Burgerlyke Vryheid en Nationaale belangens den bodem in te flaan. Eene toeftand van zaaken welke de Ondergeteekenden met zulke angstvallige vreeze heeft vervuld, dat zy om hunnen duuren plicht het algemeen welzyn boven alles te behartigen, vermeenen ten hoogften noodig te zyn. Dat in deze dagen en wel vooral by het naderen der aanftaande Keuren, opdat de zaaken niet uit hun geheel mogen komen, en om de goede Ingezetenen van hunne gegronde vreeze te ontheffen, eene herzieninge over alle deelen van de Regeerings Conftitutie dezer Stad in deszelfs onderfcheiden wyzen van reprsefentatien, op eene wettige wyze gefchiede, 't welk na des Ondergeteekendens begrip niet wel anders kan,en mag werkftellig worden gemaakt, dan door een oproepinge van het Volk, om zyne Geconftitueerdens uit den Breeden Raad gequalificeerd te worden, de bezwaaren dewelke een iegelyk der goede Ingezetenen omtrent alles, in 't welk zy herzieninge der Conftitutie vermeenen noodig te zyn te ontvangen en in te neemen, op dat na gehoord Rapport dier ingebrachte of voorkomende bezwaaren, die zelve Commisfie of een andere by het Volk zoo verre hunne Gemachtigden aangaat, kan worden benoemt, om een Plan ter verbeteringe der Conftitutie met die van U Ed. Mogenden te formeeren, om door goedkeuringe der Natie gearresteerd te kunnen worden; dan om tot die oproepinge gevoeglyk en zonder verbreekiDge der goede orde te geraaken, verzoeken de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen,, 305 Ondergeteekenden van U Ed. Mogenden, om : Ü Ed. Mogenden midden eene Commisfie te be:emen, die met een con venabel getal der Onderteekenden door U Ed. Mogenden te verkiezen, ;>gen leggen en opmaaken een gefchikt Plan dier ■•roeping, op dat na gehoord Rapport en op geMgde goedkeuring van U Ed. Mogenden aan het Wk wierde gebracht. was geteekend door 934 Perfoonen. Hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, ld en nieuw fampt Taalmannen en Gezwoorene emeente, de deliberatien omtrent voorfchreeven Idres gediffereerd coc aanftaande vrydag. 10. 1996. Refolutie van den Breeden Raad der Stad G,oning(n van den 15 December 1786 op het Addres van 934 Perfoonen den ndm dito ingediend waar by dat verzoek word geaccordeerd en Gecom. milteerden benoemt. I Gedelibereerd zynde over het Addres van een root aantal Burgers en Ingezetenen dezer Stad den iden dezer ingediend, hebben de Heeren iiurgeaeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmanen en Gezwoorene Gemeente het gedaane veroek geaccordeerd, en diensvolgens tot overleging en opmaakinge van een Plan ter oproepinge .an het Volk invoegen daar in vermeld, verzogt m gecommitteerd den Ë. E. Heer Burgemeester panSysen, Raadsheeren SicCAMA en Fockens, den jeer Taalman Botning , en de Heeren Gezwoo;ens Entrup en ten Berge, benevens den Syndicus Tiddens, en by diens indispofitie of andere noodwendige abfenrie den Secretaris Gockinga , en uit de Onderteekenaars van voorfz. Addres de Heeren Dr. R. H. Eysoniüs, T. Modderman , ür XXIV. Deel. V do  3C6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ■ do RlNGELS, S. T. SlCKENS , A. Pootholt, ea Herm. Kyff, op Rapport. N°. 1997- Refolutie van den Breedw Raad der Stai < Grtnngen van den 5 J^uary 1787, op het Aidres van 745 Burgers tri Ingezetenen dier Stad,, tot furcheance van de Raads en Gezwoorens Keure, • en der befttllinge van de jaar lykfche Stads Commis-1 fien. Ter Vergadering zynde geleezen het Addres door 1 745 Burgers en Ingezetenen dezer Stad getee-i *ppd, aan den Breeden Raad geaddresfeerd. Luw dende. ■ Edele Mogende Heeren Burgemeester» en Raad, oud en nieuw, sampt Iaaw mannfn en gezwoorene gemeente , uit-1 maakende den Breeden Raad der Star Groningen ! Daar het U Ed. Mogenden behaagt heeft met de denkbeelden van 934 Burgers « Ingezetenen dj, zer Stad, nopens de noodzaaklykheid «nerher^ nlnee over alle deelen der Regeerings Confntutu dezer Stad, en deszelfs orderfcheiden wyzen.va* ïeprsftntatien, zoo Vaderlandslievende in te ftera men, eene daar toe wettigeoproeping van het Vel Ter aanftelling hunner G-conftuueerders enz ü accordeeren. en by die zelve ^*%^EÊ van den 15 December 17*6 eene Commisfie uit l Ed Mogenden en de 934 Remouftranrcn te. benoe rner ter overlegging er, opmaakmg van een Planée oproeping van het Volk, invoegen in het gezegd R quest vermeld, zoo heeft dit alles niet alleen d Ondergeteekenden maar zoo men veilig mag verte kéren fhet geheele Volk met zulk een blydeaandoe  de Gébeuttefdsfen in 1787 enz. voorgevallen. 307 üing vervuld , dat zyin 't zekere vooruitzicht<, dat door deze eensgezindheid der Vertegenwoordigers en het Volk, de waareBnrgerlyke Vryheid eens eindelyk op hegte grondvesten zal worden gefield, U Ed. Mogenden by dezen hunne hartelyke dankerkentenis ten plichtigften moeten betuigen. Dan dewyl het zeker is, dat de aangeflelde Commisfie, deze voor de Natie zoo belangryke zaak voor de aanftaande Keuren, niet zullen kunnen afdoen, en de Remonftranten by hun Addres reeds hunne gezonde vreeze hebben te kennen gegeöven, dat de aannaderende Keuren van den Raad en -Gezwoorene Meente zoo dezelve op den gewoo-nen tyd ftand greepen, zekerlyk het heilzaam Plan van U Ed. Mogenden en het Volk met diens zoo gewichtige gevolgen voor het algemeene welzyn, "Zoo niet by hun geheel zouden kunnen brengen, ten minsten hoe ongefundeerd ook eene nadeelige Vertraaginge daar in veroirzaaken. Een vooruitzicht Edel Mogende Heerèn! in \viens gevolgen de Ondergeteekenden zich niet verder zullen inlaateh, als ten vóllen overtuigd, dat het .gewicht dezer-zaak en de gevreesde gevolgen, geen minder indruk by U Ed. Mogenden dan by hun zal ,te wege brengen. Hierom vinden zy zich onvermydelyk verplicht, tl Ed. Mogenden door dezen eerbiedig te Verzoeken t om de aanftaande Raads- en Gezwoorens Keuren j ' als mede de beftelling der jaarlykfche Stads Commisfien , zoo Provinciaal als Generaliteics , op te fchorten, en in hunne onderfcheidane Reprefenfcatien te doen voortgaan, heen ter tyd de oproeping van het Volk^ de aanftelling hunner GécpnftitU» eerdens, het inkomen der bezwaaren, de herziening der Conftitutie, en het gene daar uit mogté Volgen, volkomen zyn afgeloopen. was geteekend door 745 Perfoonen: Hebben de Heeren Burgenieëstëren én Raad. V % Oud  308 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, na gehoudene deliberatie, het gedaane verzoek van de Remonftranten accordeerende, de aanftaande Raads- en Gezwoorens Keuren, ais mede de beftellinge der jaarlykfche Commisfien, zoo Provinciaal als Generaliteits, opgefchort, en in hunne onderfcheidene Reprefentatien doen voortgaan, heen ter tyd de oproeping van het Volk , de aanftelling hunner Geconftitueerdens, het inkomen der bezwaaren, de herziening der Conftitutie, en het gene daar uit mogt volgen, volkomen zyn afgeloopen; en voorts den Zittenden Raad verzogt, van deze Refolutie op aanftaande dingsdag aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe ErfStadhouder kennisfe te geeven. N°. 1098. Breede Raads Refolutie der Stad Groningen van den 31 January 178Ï, dat de Raad en Gezwoorene Meente zal gehouden worden op den voorigen voet te zyn gecontinueerd. Op het geproponeerde ter Vergadering door den Heer Prasfident, hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en ■ Gezwoorene Gemeente, goedgevonden, dat zoo de Raad als Gezwoorene Gemeente ten gevolge Refolutie van furcheance van den 5den January jongst, zullen worden gehouden op den voorigen ééd te zyn gecontinueerd, heen ter tyd de herzieninge der Regeerings Conftiturie met den aankleeve van dién, volkomen zal zyn in order gebracht. UK  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 300 N». 1999. Raads Refolutie der Stad Groningen van den 18 Oftober 1787, waar by alle Refolutien om. trent de oproeping van het Volk, furcheance van de Raads en Gezwoorens Keuren, continuatie op de oude ééden, interpretatien van het Reglement Reformatoir. met alle derzelver gevolgen worden vernietigd en ingetrokken. Zie het IX. Deel dezer Verzameling, N°. 808. bl. 138. N°. 2000. Adidem van den Oud en Zittenden Raad, ee-dem dato, zich met die van den Raad conformeerende. Ut fupra, IX. Deel, N°. 809. bl. 141. NB. 2001. Adidem van den Breeden Raad van den 19 Ottober 1787, waar by opgemelde Refolutie word gecorroboreerd. Ut fupra, IX. Deel, N*. 810. bl. 142» N°. 2002. Misfive van Burgemeesteren en Raad der Stad Groningen aan zyne Doorluchtige Hoogheid van den 20 OEtober 1787, waar by van het intrekken van opgenoemde Refolutien kennis word gegeeven. Ut fupra, IX. Deel, N°. 811. bl. 143. V 3 N?'  Sio Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot enz. N°. 2003. Antwoord van zyne Doorluchtige Hoogheid aan Burgemeesteren en Raad der Stad Groningen van den 17 November 1787, waar by Hoogstdezelve zyn genoegen over het verrichte betuigt, en zich het zelve laat welgevallen. Zie het IX. Deel dezer Verzameling, N°. 812. bl. 144* By  3» 3 By den Drukker dezes is onder anderen : ook van de Pers gekomen, en alomme verzonden. nrrvmoediee Bedenkingen over het Christendom, uit het Hoop.uitsch vertaald en met Aanmerkingen verrykt door W GOEDE, Predikant in de Lutherfche Gemeente te Campen. Eerfte Deel in groot 8vo. de prys is 32. ftmv. Ingevolge gunftige Refolutie van Hun Ed. Hoog Achtb de H%renran de Magiftraat der Stad Campen, waar by het proviRoneele verbod, om het II. Deel voor als nog niet art te geeven door aankiachte der Heeren Predikanten te wege gebragt, opgeheven is, ftaat dit ff. Deel eerstdaags tot completeering van dit belangryke Werk, het licht te zien. Volkomen Neerlandsch KOOKKUNDIG WOORDENBOEK voorgefteld in de Frv-jche Keukenmeid en veritandiae Huishoudfter, leerende op een' eenvoudige, duide. Ivke en teffens faaakelyke wyze, het bereiden van allerlei fpyzen zo wel in de Vasten als op andere tyden. - Het braaden, ftoov.-n en kooken van de verfcheidene foorten van Vleesch, Gevogelte, Visch en Groenten, Soepen, Metlfmzm, Pofteyen, Taarten en ander Gebak; voorts Confituuren, Banket enz. Wat 'er in de Slagwyd moet gedaan werden; het zouten, pekelen en rocken van ' Vleesch èn Spek; het maaken van Rolpens en allerlei foort van Wanten; het droogen en inleggen van veelerleiGroenrens en Vrugten voor den Winter. Nog om eene menigte aangenaame Dranken en Liqueurs te vervaardigen. Beproefde Voorfchriften om Aalbefienwyn Cyder ot Appddlank, Meede, enz. te bereiden. M.ddelen om Bier aneen tyd goed te bewaaren, en het zuurgewordene en vuilfmaakende te verhelpen. De Boter 's W.nters faeuUt te hebben, en de fterkfmaakende te verbeteren. EidHel uk een beproefd middel, om roode Wyn en andere Vlakken met weinig moeite uit het Tafelgoed ie krygen. APes uit meer dan eene derdgjaarigeondervinding, byeen - versmelt, door Mejuffrouw CATHARINA Z1ER1KHOVEN. Twee Deelen in 8vo. 1 Guld. 8 lt. EM1LE, of Verhandeling over^de Opvoeding, van JAN  3U REGISTER van BOEKEN. TOQUES ROUSSEAU Burger van Geneve , uit bet F ansch, met a 'ntee-Keningen van Resewitz, Ehlers, Villaume, Trspp, Campe, Stuve en Heusinger uit her Hoogduitsch vertaald. Eerfte Stuk, in groot Oftayo. De piys is 30 ft. Staat van Segeering, Godsdienst, Geleerdheid en Konden in Groot-B,itanje, omtient het einJe van de agttiende eeuw, door Dr. GF«. FRIED AUG. WKNDEBORN, Heogduttsch Predikant te Londen, 2 Deelen in groot 8vo. Uit bet Höbgduftscti vertnnld, en met kundige Aanmerkingen dósr den fleer V:'taaier vermeerderd. De prys van teder Deel is 2 Guld. NB.,D't. Werk , ('oor de meeste zo» Hoogduitfche als Engelfche Tydfchtiftei aangeprezen, als het beste dat 'er van dien aart h t licht ziet, bevat eene zeer mauw keurif e en t-ff-'-s trnr wiarlieid ingerichte befchry. ving'van al het merkwaardige, dit Engeland, in de op den Tyfel genoemde Vakken betreft.. Twee Proeven., eene over de Regeerings-formen en de .fusten der Souvereinen, door Frederik den II, Koning van Pruisfen ; bevattende belang yke Anecdoten. • De tweede over den Aart, en de Grenspaalen der Miliaire fu^ordinaiie, onder de fpr- uk: qw, qw Jcelesti rujtü ? Deze belangryke Proeve; handelt !• In 't algemeen over den aart en de bepaalingen der Krygfmans gehoorzaamheid — 2. Van de Rechten en Plichten der Krygsraacht, ten opzichte der uitvoerende Macht. . 3. Van de Krygsbendqn der Burgers of Stedelingen, en onderzoek, rot welk eenen rap die 'jienftig en van nut kun'n.én zyn. Dit vernuftig Werkjs , het welk niemant, welk eene denkwyze hy ook mag zyn toegedaan, zich zal beklaagen geleezen te hebben, is in t groot 8vo. gediukt, en de prys daar van is 18 ft. Vertoog over de algemeene grondregels, welken by 'tinvoeren van Lands Schattingen zyn in acht te nemen; met eene meer byzondere toepasfing op de gemeene Middelen in Overysfel. Door Mr. G. DUMBAR, In gr. 8vo, de Prysis u ft, REI-  REGISTER vas BOEKEN. 3*3L REISE LANGS DEN NEDER-RHYN over het Loo, EUen, Emmerik, Wezel, Duisburg, Keizere aart, Dusfeldorp, Keulen tot Bon, en voorn over Krevelt, Gelder, K-velaar, Kleef, Nvmegin, Arnhem, RoifenOi.il en Dieren te rug. In Oogstmaand d;s, jaars 1784. door een Gezellcbip uit eene d«t NeaeiUnJrcii'e Stedfi gedaan. In XXIV Brieven aan.eenen Vriend melegeddelJ, en met Gelengd- en Oad aeiakuudige Aanineikingen doormengd, in gr. 8'o. 22 tt. Natuur en Zedekundige Refchouwinz -'er A.->rde en haare Bewoonderen. Gevolgd naar het timgM-.'ch, van J. F. Zolder en J. S. Lange, d-ic titelen, in gr. 8vo. 8 Guld. 8 ft. Verklaaring over het Nieuwe Testament, door C. A. HF.UJV1AN, in dozevs leeven Hojgleeraar dér Godgeleerdheid, W/sguerte, en Geleer He Gefchiedkunde, op de Hooge School te Gottingen, XI- Deden; uit het Hoogduitscb vertaald , en met Aanteekeningen verrykt door A. STERK, Leeraar der Ge.neente tot gedaan de onveranderde Augsburgfche Gelonfsbelydenisfe te Aaiiteldam, in gr. octavo, 25 Guld. 16 ff. Algemeen Huishoudelyk-, Natuur-, Zedekundi-» en KonstWOORDENBQEK. Dit Werk omfebryft veele middelen om zyn Goed te vermeerderen, en zyne Gezondheid te bfehou'en. Met verfcke'dem v/isfe en beproefde Mi ideien voor een groot getal van Ziektens;_ en fhoone G»heimen, om tot een hoogen en gelukkigen ouderdom te geraiken. Eene rneenigte van manieren, om Lammeren, Scbaapen, Koeijen, Paarden, Muil-Ezels, Hoenderen, Duiven, HonigByen, Zyde-Wormen te kweeken, voeden, ceneezen, en winst te doen met die Dieren Eene Natuurkundige Befchryving van Huishoudelyk- en Wf d Gedierte, Vogelen en Visfchen, en de middelen om dezelve te jaagen en te vangen. Een groot aantal van geheimen in den Tuinbouw , Kruidkunde , Akkerbouw, Landbouw-, Wyngaard- en Boomgaardbouw , gelyk ook de kennisfe van vreemde Gewasfen, en ha^re ei. ^enaartige Krachten, enz. Met de voordeelen van V 5 het  ifgg R E © I S T E R -tav BOEK E.N. let Dlttilleeren, Verwen , Zeepzieden, Styfzëlmaaken, Schilderen met Water- en Olie-verf; het maaken van Brijen en Stoffen voor deze en andere Landen; van Turf, Steen, enz. Al het gene eene bekwaaine Huishoudfter dient te weeten; als het bereiden van alleileie foört van Spyzen, Dranken, Gebakken, Confi uuren; het inmaaken van Groentens voor den Winter, enz. Wat 'er in den Slagttyd moet verricht worden. Het bereiden van Meed, Cyder, Aalbefienwyn, Ratafia, veelerleie foorten van Liqueurs, enz. Da middelen, waar van zich Kooplieden bedienen, om grooten Handel te dryven. Eene korte fchets van de meeste Kunffen, Weetenfcliappen en Handwerken. Voorts alles, wat Handwerkslieden, Tuiniers, Wyngaaidenier*, Kooplieden, Bankiers, Commisfarisfen, Overheden, Officiers van 't Gerecht, Edellieden, Geestelyken en andere Lieden van aanzien, in de eerfte Bedieningen doen moeten, om zich welvaareude te maaken. Door M. NOEL CHOMEL. Tweede Druk, geheel verbeterd, en meer als de helfte vermeerderd door j. A. de CHALMOT, enz. 7 Deelen in groot Quarto. Nog maar eenige weinige Exemplaaren te bekomen voor 05 Guldens contant. Vervolg van M- NOEL CHOMEL Algemeen Huishoudelyk-, Natuur-, Zedekundig- en Konst-WOORDENBOEK, vervattende veele middelen om zyn Goed te vermeerderen, en zyne Gezondheid te behouden, met verfcheidene wisfe en beproefde Middelen voor een groot getal van Ziektens, en fchoone Geheimen, om tot een hoogen en gelukkigen ouderdom te geraaken; behelzende dit Vervolg, een groot aantal Zaaken, inzonderheid de Natuurkunde , zoo in het algemeen als derzelver drie Ryken in het byzonder, betreffende. De Zedekunde. De Leere en de Gevoelens der oude en laatere Wysgeeren. " De Godsdienftige Gezintheden en Ketteryen van alle Tyden. De Rechtsgeleerdheid. Vaderlandfche Oudheden, Gebruiken, Ambten en Ambtenaaren. En ten laatften, veeIe en tot verfcheiderleye Takken van Weetenfchappen betrekkelyke Kunstwoorden enz. X Stukken in groot Quarto, 50 Guld. J.  REGISTER, van BOEKEN. 31e t ANDERSON, Verhandeling over den LevendigenKalk, J'waar in derzelver verfchillende foorten werden befcnre- ven den aart en hoedaanigbeden daar van onderzogt; en aangetoond, op wat wyze dezelve het best zo wel tot IMetzelweik als Bemesten van Lanueryen, te bereiden en te werk te ftellen, in groot Octavo, i Guld. T W RACER , Overysfelfche Gedénkftukken. Bevattende'onder anderen de Opkomsten Samenftelling van de Provincie Óverysfel. nevens verfcheidene merkwaardigheden tot nabuurige Gewesten bet tkkelyk. De voornaamfte Landbrieven en oude Landrechten van Uverysteu Aangaande de Dienstbaarheid der vrye en Hoonge Ingezetenen van Óverysfel. Alles door een menigte echte Stukken der Oudheid opgehelderd. 6 Deelen in groot 8vo. de prys is n Guld. 6 ft. Het zevende Deel is op de Pers. •f. W. RACER, Almelofche Oudheden, 3 Stukken in gr. 8vo. De prys is 4 Guld. 16 ft. Dit Werk behelst verfcheidene merkwaardigheden omtrent de Heerlykheid Almelo; onder anderen: haaien oirfprong, als ook den oirfprong van het Stedeken Almelo en de gefteldheid van derzelver Stadrecht; dea oud-eigendom der Heeren van Almelo van den grond dezer Heerlykheid; het recht dezer Heeren omtrent de wateren dezer Heerlykheid; bet bewind derzei ven over de wapening in het Land en Stedeken aldaar; de dien, ften der Ingezetenen van het Landgericht van Almelo ten behoeve van den Huize Almelo; en de Patnmonieele vryheid zo wel van de Ingezetenen dezer Heerlykheid als van den Heer ten opzichte van de Provincie van Óverysfel, waar aan de Heerlykheid Almelo is Verknocht." Met Bylagen, nevens een byvoegzel van eenige Stukken, als naamlyk eene Refolutie van de Heeren Staaten van Óverysfel, van den 25 Oftober i78s een Protest tegens dezelve Refolutie door de Vryvrouwe van Almelo, en eene aanfpraak daar over aan Burgemeesteren en Gemeentslieden van Almelo. PAULI G. F. P. N. MERULiE J. C. Manier van Pro, ccdeeren, in de Provintien van Hollandt, Zeelan* w  jïff REGISTER vak BOEKEN; West-Frieslandt, belangende Civile zaaken r getrowe." lyk en met neerftigheid by een vergaderd uit alle Or. donnantien , Privilegiën, InfiruSien, Misfiven , Aütn, ulpostillen, enz. tot dien einde in de honderd jaaren herwaards by de Hooge Overheid, of van wegen dezelve uitgegeven: alles met Civile en Canonyke Rechten, nevens der Rechtsgeleerden zoo nieuwe als oude meerlingen bevestigd: eerst in den jaare 1705 met veele Aanmerkingen van voornaame geoefFende PraÉtizyns ; ert vervolgens met Aanteekeningen , de hedendaagfche Praétyk betreffende, vermeerdert door Mr, GERARD be HAAS. Mitsgaders nu op nieuw overgezien, verbeterd, en confiderabel vermeerderd, door Mrs. DIDERICUS LULIUS en JOANNES van der LINDEN, Advocaatcn voor de refpe&ive Hoven van Juftitie in Holland, 2 Deelen in gr. 4to. 12 Guld. 4 ft. Oude Friesfche Wetten met eene Nederduitfche vertaaling en ophelderende Aanteekeningen voorzien. Twee Stuk-ken in gr. 4to. 4 Guld. 16 ft. / Landrecht van Auerisfel tho famen gebracht vnde vthtgeiecht, doer MELCHIOR WINHOFF. Tweede druk. Met veele Taal-, Gefchied-, Oudheidkundige en Rechtsgeleerde Aanteekeningen, benevens Registers, zoo van Zaaken als van Woorden, vermeerderd, door T. A. de CHAMOT. In gr. Ivo. 3 Guld. Nederlands Advysboek, inhoudende verfcheidene Confultatien en Advyfen van voornaame Rechtsgeleerden in Nederland. By een verzamelt, met korte Hoofdftukken van de Materie voor ieder Advys, en met wydloopige Registers voorzien, door Mr. ISAAK van den BERG, Rechtsgeleerde. Tweede druk. Geheel verbeterd, van veelvuldige Drukveilen gezuiverd, en met notabele Advyfen vermeerdert, door J. A. D. C. 4 Deelen, in 4to. a 18 Guld. Overysfelfch Advysboek, behelzende merkwaardige, zoo Corifultatoire als Decifoire Advyfen en Sententien, van veele voornaame Rechtsgeleerden in Óverysfel. By een verzamelt en met de noodige Registers voorzien door  REGISTER rW BOEREN; Hf • door Mr. L. C. H. STRÜBBERG, 3 Deelen in Atoi de prys is 10 Guld. 16 ft. Register der Refolutien en Placaaten van Hun Edel Mo.' gehden de Heeren Staaten van. Friesland. Beginnende met het jaar 1570 en eindigende met 1780 ingefloten. Volgens orde van het Alphabeth. 2 Deelen ■ in 4*0.' 6 Guld. 12 ftuiv. Deduftie voor de Heeren van de Ridderfchap van Óverysfel , nopens de zaak van den Heer j. D. van der CAPELLEN tot den POT. en de Drosten Dienften. Gedrukt ingevolge Refolutie Hunner Edel Mogenden van den 2 September 1783» in groot Oftavo. de prys is 2 Guld. Huisraans Handboek, voorgefteld in den Friefchen STAL» MEESTER en KOEYEN DOKTOR. Hier in worden de onderfcheiden Rasfen der Paarden befchreven, en de hoedaanigheden aangetoond die in een goed Paard vereischt worden. Hoe deVeulens te behandelen en op te pasfen, enHengften tot Ruinen te maaken. Van den leeftyd der Paarden, en derzelver ouderdom te leferen kennen, en wat men by 't koopen van Paarden dier/, in acht te neemen om niet bedroogen te worden. Van den Dektyd der Paarden en derzelver Stoeteryen. Van het Voederen, Onderhouden, Schoonmaaken en Beflaan der Paarden. Eene naauwkeurige befchryving van de Ziektens der Paarden, benevens de beste hulpmiddelen daar voor; waar by gevoegd is, eene uitmuntende Verhandeling over het Krebbebyten, benevens de oirfprong van dit ongemak, en de middelen om het tegeneezen; insgelyks over den Droes. Van den Gang, Stap, Draf, Galop en Telgang enz. der Paarden. Van het Paardryden der Dames, en over den invloed van herPaardryden op de Gezondheid. Van bet nut en gebruik der Paarden en derzelver deelen enz. Nog eene volkomene befchryving van de ziektens en ongemakken van het Rundvee, en de beste middelen om die te helpen en te verbeteren. Eindelyk, eene volledige Verhandeling van de Dolle Hondsziekte, benevens onfeilbaare mid»  REGISTER viti BOEK E U. jniddelen om die te geneezen, Tot nut en gebruik van alle Landlieden die Rundvee en Paarden houden, paardekopers , Koetziérs , Stalmeesters , Pikeurs, Hehgftehouders, Voerlieden, en alle de zoodaanige die eenige betrekking tot Paarden en Rundvee hebben, uit eene veeljaarige ondervindinge famengefteld door J» W. In 8vo. de prys is 14 ft.