VERZAMELING PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDE. RE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEJVIGTIGE GS* BEURTENISSEN, IN DE MAAND 'SEPTEMBER MDCCLXXXVII, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Te C AM? E JST, Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, M D C C X C L van Zeven- en- Twintigste Deel»   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET XXVIIfte DEEL, VAN DEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. N°. 2139. Misjive van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht aan den Heere Prince Erf-Stadhouder, waar ly kennis geeven, dat de vaceerende Raadsplaats door den vrywilligen afjland van Mr. Jan Hinlopen, door de Vroedfchap is vervuld geworden. In dato den 19 January 1784 Wa(fe. i. , 2140. Misfive van de Magijlraat der Stad Wyi by Duurflede, den 6 February 1784 aan zyne Doorl. Hoogheid gefchreeven; inhoudende: kennisgeeving van de verkiezing van de Perfoonen van Christiaan Haantjes en Tieleman Cornelis Bekkering, tot Raadtn in de Vroedfchap, in plaatze van de Heeren A. de Jonckheere en Mr. P. J. Curtius Uadz 7. _ 2141. Request van den Heer Arnoud de Jonckhee re, Raad en Oud-Burgemeester der Stad Wyk by Duurfie ' de, den 11 February 1784 aan de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht geprcefenteerd, en relatief tot de Notulen van, * a wh  IV REGISTER welgemelde Heeren Staaten, van den denelvde maand. . ,, , 4 Uadz. ii. N9. 2142. Remonjlrantie wegens Decanen en Kapitujairen der vyf Ecclefieri binnen Utrecht, overgegeeven aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten dier Provincie, op den 11 Feiruary 1784. Tot betoog, dat het Recht tot de vrye exercitie van de Jagt, binnen de Provincie van Utrecht, den Kapittelen van ouds heeft geiompeteerd, en nog cömpeteerd, zoo by hun als hunne.dienaars; met verzoek: dat Hun Ed. Mogenden gelieven te verflaan, dat 4e Vertoonders, volgens huüne oude Rechten, als van ouds tot 'de vrye exercitie van de Jagt zyn gequalificeerd en gerechtigd. Met twee ■ fylaSen fub A en B MadZi ao> r* 2143. R-efolutie van de Heeren Staaten 's Landt van Ut- recht, geneomen den 25 February 1 784, met infertie van de Misfive^van zyne Hoogheid den aften daar te vooren, aan welgemelde Heeren Staaten gefchreeven , en daar op gedecerneerde Commisfie van negen Heeren tot het oproepen der Bezwaaren._ Wafe# ^ — 2144. Misfive van zyne Hoegheid aan de Heeren Staa. ten 's Lands van Utreeht, gefchreeven den 16Maan 1784 , ever de Wykfe zaak, en relatief tot de Staaten Notulen van den- 17den dito. ..... Uadz. 56. h—— 2145. Publicatie van de Regeerders der Stad Utrecht, tot het oproepen der bezwaaren wegens de bcfiellinge van de Staats- en Stads Regeeringe. Ju dato den 13 April 1784. • • * • • . ' . Uadz. 72. 2146. Publicatie van de Regeerders der Stad Amersfoort tot het zelfde einde. In dato den 19 April 1784. hl. 74. — 2147. Publicatie van de Regeerders der Stad Rheemn, m  D i r STUKKEN. V tot liet zelfde einde. In date den 8 Maart 17841 U. 75. N°. 2148- Publicatie van de Regeerders der Stad Wyk by Duurftede, tot het zelfde einde. In dato den 26 April 1784. ...... . Uadz. 75. . 2149. Publicatie van de Regeerders der Stad Mo?itfoort, 1 tot het zelfde einde. In-dato den 3 May 1784. U. 76. — 2150 Misfive van den Heere Prinfe Erf-Stadhoudër aan de Vroedfchap der Stad Utrecht, over het 'verkiezen van een ; Raad, in plaatze van den overledenen Mr. Hendr van Asch van Wyck. In dato den 24 April 1784. M. 78. , 2151. Antwoord van de Vroedfchap der Stad Utrecht, op de bovenjldande Misfive van den Heere Erf-Stadhouden In dato den 27 April 1784. • • - . Uadz. 79., —— 2152. Addres van Burgers en Inwoonden der Stad Amersfoort aan Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen van die Stad, betrekkelyk liet onderzoek der Bezwaaven', die overgegeeven z'yn den 24 May 1784. . - Uadz'. 82, . 2153. Refolutien van de Vroedfchap der Stad Utrecht,' behelzende het Rapport van het ontvangen en overneemen der Bezwaaren. In datis den 24 en 27 May 1784. bl. 88. . 2154. Misfive van Heeren Dicanen en Kapittulairen der vyf Kapittelen te Utrecht, geaddresfeerd aan de Ed. Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, den 2 Juny 1784 Mad'Z- 93. . Extraiï uit de Refolutien van de Ed. Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, van den 21 July 1784, behelzende het Rapport van de Negen Heeren , over de bezwaaren van de Jagt en 't Jagt-Gericht, ook over dat van .Goo^lani Uadz. iiï. * 3 W».  VI REGISTER Na. 2156. Rapport van de extraordinaris Commisfie van negen Heeren, om te onderzoeken welke middelen zouden bekooren by de hand te worden genoomen tot wegneeming van de wettige bezwaaren der Ingezetenen &c, benevens Concept van een Reglement Reformatoir, waar na de Regeering in de Provincie van Utrecht in het toekomende zal worden bem leid en beflierd, ter Vergadering van Heeren Staaten 's Lands van Utrecht op den 1 September 1784. gedaan* bladz. 122. —- 2157. Me van Qualificatie op agt Officieren en agt Onder-Officieren van de agt Compagnien Burgers, benevens agt Burgers van de Stad Utrecht, tot Gecommitt.pPr. den tfc. In dato den . . September 1784. . bl. 159. 2158. Rapport van de Heeren van Dykvelt en van den Boogaard , behelzende het gebefoigneerde met de Staats-Commisfte ter uitbreiding van 't Staats Rapport van den 1 September 1784, in de Vroedfchap der Stad Ut. ■ recht uitgebracht den 13 September 1784. . bl. 165. —— 2159. Voor/iel van den Heer Oud-Burgemeestsr van den Boogaard, den 13 September 1784 in de Vergadering van de Vroedfchap der Stad Utrecht gedaan, ten einde by de Staaten op de furcheance der verandering van de Regeering tegen den 12 O&ober 1784 te urgeeren, uit aanmerking van de extraordinaris befchryving, welke op den 6den OQober eerst bepaald was. lol. 172. 2160. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, den 20 September 1784 op het voorfchreeven voorjlel genoomen. bladz. 175. — üui. uxiTaa uit at xiejcmien van den td. ^cfitb. Gerechte der Stad Utrecht, randen 1S September 1784, over de  bik STUKKEN. VII de bezwaaren tegens het Jagt-Gericht en over de Jagt. bladz. 179. N*« 2162. Regueste door een notabel aantal Burgers en Inwoonden der Stad en Vryheid van Utrecht, den 20 September 1784 aan de Vroedfchap derzelver Stad geprafenteerd, dienende, om te hebben prolongatie van tyd tot het overleveren van hunne conjideratien op het Staats Rapport van den I September 1784 > en tot Jlateering der anderzins gewoons jaarlykfche verandering van de Vroedfchap; benevens de Re* fotutie van de Vroedfchap ten zeiven dage daar op genoomen. bladz. 189. . 2163. Misfive van zyne Hoogheid gefchreeven aan de Ed. Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, den 20 September 1784, in antwoord op den ontfangst van het Staats-Rapport den ijlen September daar te voeren uit gebracht, bladz. 194. " 2164. Misfive van de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht aan den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, waar by kennis geeven, dat de Raaden van de Vroedfchappen in de Steden voor het eerstkomende jaar zullen worden gehouden voor gecontinueerd, en het Reglement van 1674 ten dien opzichte gefurcheerd. In dato den 21 'September 1784. • bl. 196, ■» 21Ö5 Refolutie van de Ed. Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, Staatsgewyze op de furcheance genoomen, den 21 September 1784. . . bladz, 198. —— 2T6ó. Misfive van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, ■ aan ds Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, tot antwoord op de voorftaande Misfive. In dato den 5 OQober 1784. bladz. 200. ——— 216 7. Misfive van de Regeerders der Stad IVyk by * 4 Duur-  VIII REGI STER , Kl Duurftede, aan de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, betrekkelyk de a&nisfie van. den burgemeester Haantjes ter Staatsvergadering. I„ dato den 8 November 1784. * ' • 2 bladz. 203. N«. 2168. ExtraS uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Regeerders der Stad Amersfoort , letrekkelyk de ingeleverde bezwaaren door de Burgery. In dato den 27 November 1784 ■ • bladz. 209. 2169. Tweede Misfive van Heeren Decanen en Kapitu- lairen der vyf Kapittelen te Utrecht, aan de Ed. Mogen, de Heeren Staaten "s Lands van Utrecht, ter elucidatie van der Kapittelen Rechten en bezwaaren nopens de infractie op dezelve, gefchreeven den 15 December 1784.fi/. 223. VER-  VERZAMELÏNÖ van | FLACAATEN, R SOLUTIÉN Ë,N ANDEÈ.È AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DEGEWIGTÏGE GEBEURTENISSEN , ÏN DE MAAND SEPTEMBER 1787, BEVÖÖRÉN EN VERVOLGENS, IN OE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. $$0. 21*59. Misfive van Burgemeestefen én Vróeéfchap der Stad Utrecht aan den Heere Prince Erf-Stadhouder, waar by kennis geeven, dat,de vaceerehds Raadplaats door den vrywüligen afjlan'd van Mr» )&n Hinlopen, door de Froedfchap is vervitld geworden. In dato den 19 January 1784. Doorluchtig'ste Hoo'ggëboo&en VöéUst 'Èft Heere! Wy hebben de eer gehad, den aofïen Öeöefeber laatstleeden. Uwe Doorluchtige Hooghei ! tecornmuniceeren het verzoek, aan ons door een f;rooc aan al aaiuierlvke Burgers, ten zeiven dage» py Rcqucste ped.'ian , ten einde wy de Ra l Up.aaïs*s that ds vaceerende door den vry'willigeu aftcand vaa XXVII. Deel. A &è  2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den Heer Mr. Jan Hinloopen, en by vervolg alle Kaadsplaaticn, komende open te vallen tusfchen de tyden der jaarlykfche verzetting der Repecring, zei. ve zouden begeeven, alzoo aangaande het vervulien van zoodaanige vaceerende Raadsplaatfen, bv net Kegeenngs-Reglement van den jaare 1674 niec was bepaald, en dat dezelve aan de dispoficie van de Vroedfchap was gelaaten, naardien alles, waar over by voornoemde Reglement niet is befchikt, notoir moet worden verftaan, te zyn gebleeven op dien voet, waar op het zelve was ten tyde der invoering van 't zelve Reglement, waaromme zV dit recht der begeeving van Raadsplaatfen, als nog in hunnen boezem verbleeven zynde, reclameerden, om door ons, hunne Reprefentanten, voortaan te worden uitgeoefend; gelyk wy dan ook tevens eene Lopye dezes Requcst, met de redenen en monven, op welke de Burgery dezer Stad dit verzoek iundeert, aan Uwe Doorluchtige Hoogheid hebben doen toekomen ; gelyktydig daar by aan Uwe DoorJucntige Hoogheid kennis geevejpde, dat de Vroedicnap het voornoemde Request, met de Bylage, had gefield in Commisfie van Heeren Burgemeesceren en Oud-Burgemeesteren, om dit alles te examiDeeren, en de Vroedfchap, zoo fpoedig mooglyk. dieswegens te dienen van derzelver Coniïderatien en Advys. Welkers Rapport ingekomen, en daar Over by ons gedelibereerd en gerefolveerd zynde, wy geen oogenblik zouden manqueeren, Uwe Doorluchtige Hoogheid daar van kennisfe te geeven; genoodzaakt zynde intusfchen, *t geen betreffende de Raaösplaats van den Heer Mr. Jan Hineoopen was voorgevallen buiten kennisgeeving, en dus alles injïatu en opgefchort te houden. Uwe Doorluchtige Hoogheid heeft vervolgens aan ons doen toekomen Uwe Doorluchtige Hoogheids zeer geëerde Misfive van den 3iften December laatstleeden, daar by te kennen geevende, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid vertrouwde, dat wy met zouden zyn vergeeten, op welken voet en wy- ze  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 3 ze wylen Uwe Doorluchtige Hoogheids Heer Vaderj de aan hem aangeboodeneStadhouderlyke waardigheid van de Provincie van Utrecht heeft aangenoomen, en dat deze waardigheid, vervolgens erf*. ]yk zynde verklaart, op Uwe Doorluchtige Hoog. heid was gedevolveerd, met dezelfde Voorrechten en Praïëminentien , en Uwe Doorluchtige Hoogheid derhalven verwagte, dat wy aan Uwe Doorluchtige Hoogheid binnen korte dagen , volgens de onafgebrooken ufancie, federt het Reglement van 1674, kennis zouden geeven van deze open-, ftaande Raadsplaatfe, om door Uwe Doorluchtige Hoogheid daar over te worden gedisponeerd, zoo als Uwe Doorluchtige Hoogheid conform de Conjflitutie en orde der Regeering, zoude oirdeelen te behooren. Weke Misfive wy dan insgelyks hebben gefteld in dezelve Commisfie van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, na allen mooglyken fpoed gemaakt, en dus reeds, op den iaden January laatstleeden, een Rapport uitgebracht zynde, by 't welk te kennen geeven, dat, alzoo ia de Befoigne de Hemmen hadden geftaakt, geen finaal Advys van wegens de Commisfie konden uitbrengen, maar dat de verfchillende Leden van de Commisfie hunne Advyzen zouden inbrengen, ten eiude de Vroedfchap over de merite der zaak zou. de kunnen oirdeelen: hebben wy daar op gerefol. veerd, dat eene extraordinaire befchryving op maandag den iodan January zoude worden uitgefchreeven, om op dezelve, over de refpettive Advyzen, en 't verzoek, by voorengenoemde Requeste gedaan, te delibereeren en reiblveeren, en dat inmiddels gemelde Advyzen, na dat in de Vergadering van de Vroedfchap waren voorgeleezen, ter Secretarye van de Politie zouden blyven berusten, om door de Raaden nader te kunnen worden geëxamineerd ; op welke extraordinaire befchryving» heden morgen gehouden, op de refpeftive Advyzen van Heeren Burgemeesteren en Oud-BurgeA 2 rfleei.  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot meesteren, midsgaders op verzoek onzer Burgery, a's medé over Uwe Doorluchtige Hoogheids Misfive, rypelyk is gedelibereerd, en nagewooneomvraag gerefolveerd, dat de Vroedfchap zoude defereeren aan het verzoek, door een groot aantal aanzienlyke Burgers dezer Stad gedaan, en diensvolgens, conform" hetzelve verzotk, over de thands tusfchen beide tyden der ordinaire verzettingc van de Regeering, vacant geworden Raadspïaats, door den vrjwilligen afftand van den Heer Mr. JanHin. roopEN, als ook in vervolg over alle Raadsplaatzèn , welke insgelyks tusfchen tyds zullen komen vaceeren, zdve zal disponeeren en die be. geeven. Wy hebben, Doorluchtige Hooggeboren Vorst en Heer! alvorens ons omtrent deze zaak te bepaalen , alles wat maar èenigzks in aanmerkinge dunde te worden genomen, foigneus en naauwkeurig nagegaan, overwogen en beoirdeeld, met dien gezetten aandacht, en die onzydigheid, welke onzen geaaanen ééd, waar by wy ors zoo duur verbonden hebben, om de rechten van Uwe Doorluchtige Hoogheid, en de rechten onzer Burgery te mninticeeren en conferveeren, van ons vorderde, en by de uitkomst van zoodaar.ig een onderzoek bevonden, dat het gereclameerde recht, rn het daar op gebouwde verzoek van onze goede Burgery, volkomen gefundeerd en rechtmjaatig is; en dat derhal ven wy, als derzei ver Reprefentanten, en Bewaarders van derzelver Rechten, Vryhedrn en Privilegiën, ambts- en éédshalven verplicht waren, dit derzelver aan ons zoo kiaar gebieeken recht, te maintineeren. Naardien wy overtuigende bevonden hebben, dat m het Regeerirgs-Reglement van den jaare 1674 , geheel niet befchikt is over de begeeving der tusfchen tyds openvallende Raaösplaatzen , en dat diensvolgens het recht, cm dezelve te begeeven, in den boezem aer Burgery is blyven refideeren, en  de Geheurtenisjen in 1787 enz, voorgevallen. $ en alzoo door de Vroedfchap, als dezelve reprefen» teerende moet worden ukgeoeffend, in diervoegen als zulks ten tyde der invoering van gemalde Reglement aan de Vroedfchap ftoad, en door dezelve is gefchied; gelyk het ook uit den inhoud van den ééd, ten tyde der invoering vsn 'tzelve Reglement overgelegd, gearresteerd, en door de Raaien gepresteerd, klaarblykelyk is, dat die begeevingaan de Vroedfchap is gelaaten. Dat ook het recht tot de begeeving dezer Raadsplaatzen , nimmer door de Vroedfchap aao de Heeren Stadhouders in d^r tyd, formeel is overgegeeven, of alzoo met effect heeft kunnen overgegeeven worden, zonder toeftemming der Burgery, van welk niets gevonden word. Dat derhalven hier een jwtus titulus ontbreekende, geene het minste recht op een langduurig gebruik kan worden gefundeerd; inzonderheid hebben wy ook niet vergeeten, de twee poincten waar van Uwe Doorluchtige Hoogheids Misfive van den 3 iften December laatstleèden, eenige mentie maakt, maar bevonden, dat de onafgebrookene ufantie geen recht kan opleveren, ten opzichte van een Privilegie of recht der Burgery, door Stadhouder en Regenten bezwooren te conferveeren, en dus onder afneeming van eenen ééd aan hun verboden, van 't Lighaam der Vroedfchap, als bewaarders van dit recht der Burgery te vervreemden; zoo dat, om zoodaanige Uïantien te wettigen, een tacitus confenfus der Burgery niet fufficient zoude zyn , maar een confenfus expresfus zoude vereischt worden, om een onder éède gedaan expres verbod van alienatie in te trekken. Dat wy ook, betreffende den voet en de wyze waar op Uwe Doorluchtige Hoogheids Heer Vader glprieufer gedachtenis, het Stadhouderfchap dezer Provincie heeft aanvaard, bevonden hebben uit de Afte van aanftellinge, dat het zelve Stadhouderfchap aan Uwe Doorluchtige Hoogheids Heer VaA 3 der  6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der is opgedraagen op den voet, en in diervoegen, als het zelve by wylen zyne Koninglyke Majefleit van Groot* Brittannien hoogloffelyker Memorie, ingevolge het Reglement op de Regeering, in dato den 16 April 1647 is bekleed en geëxerceerd geweest, en overzulks aan Uwe Doorluchtige Hoogheids Heer Vader glorieufer gedachtenis, by de opdracht der Stadhouderlyke waardigheid, nochte aan Uwe Doorluchtige Hoogheid by fuccesfie, eenig meerder recht, betreffende het beftuur der Regeeringe is aangekomen, dan uitdrukkelyk en met ronde woorden by 't Reglement van 't jaar 1674, & bepaald. Het zy nogthands verre van ons, dat wy methet gene wy thands genoodzaakt zyn geweest zoo rondelyk alhier ter neder te Hellen, iets in het minste zouden willen te kennen geeven, als of wy Uwe Doorluchtige Hoogheid foupfonneerden, eenige intentie gehad te hebben, om met de gedaane begeeving der tusfchentydsopengevallene Raadsplaatie, eenige atteinte aan het recht der Burgery in dezen te hebben willen toebrenger; integendeel, wy declareeren vastelyk te vertrouwen, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid wel verre van daar, geheel ter goeder trouwe hierin heeft ge verfeerd, als zynde door 't conftant gebruik, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid by 't aanvaarden van hetStadhouderfchap heeft gevonden , in die dwaalende perfuafie gebracht, dat zulks aan Uwe Doorluchtige Hoogheid effectivelyk volgens het Regeerings, Reglement competeerde : even gelyk wy zeiven betuigen , door t zelve conftant gebruik, in dat erroneus denkbeeld te zyn gebracht, dat wy ter goeder trouwe hebben gemeend, dat zulks, conform het Reglement gcfchiedde, tot dat wy by gekgcntheid van publieke, contrarie van die»n , meldende geichriften, en vooral door 't Request van onze Burgery, aanleiding gekreegen hebben, om 't Regeenngs-Reglement van 1674, opzettelyk, ten dezen opzichte na te gaan, het tegendeel daar van zyn ontwaar geworden, jjief  de 'Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 7 Hier mede Uwe Doorluchtige Hoogheid beveelende in de befcherming van God Almachtig, ver* blyven wy met allen eerbied en hoogachting. Doorluchtigjle Hooggeboren Forst en Heer! Uwe Doorluchtige Hoogheids onderdaanigfte en gehoorzaamfte Dienaaren, Burgemeester en en Regeerders der Stad Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelven» (was get.) J- W. de Reuver. Utrecht, den 19 January 1784. Na 9.140. Misfive van de Magifiraat der Stad Wyk by Duürftede, de* 6 February 1784 aan zyne Doorl. Hoogheid gefchreeven; inhoudende: kennisgeeving van de verkiezing van de Perfoonen van Christiaan Haawtjes en TieleMan Cornelis Bekkering, totRaadenin de Froedjchap, in plaatze van de Heeren A. de Joncheere en Mr. P. J. Curtius. Doorluchtig Hoogceboqrsn Vorst en Heer! Wy hebben de eer gehad, Uwe Doorluchtige Hoogheid, zoo door eene Commisfie, als per Misfive, kennis te geeven van onze Refolutien van den 2-jften September, als ook van den öOctober 1783» door welke wy, op de fterke en rechtmaatige klachten onzer braave Burgeren en Ingezetenen, hebben bepaald, dat zoodaanige Regenten, welke zich met 'er woon mogten buiten deze Stad bevinden, zoo als de Heeren A. de Joncheere en Mr. P. J. Curtius, zich alhier ter woon zouden vervoegen, ot A 4 ver*  I Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verftooken zyn van hunne Raadsplaatfen. Wy verzogten metgepasten eerbied, dat ü,we Doorluchtige Hoogheid hier op gunftig zoude reflectie liaan,, en zopdaanige Regenten, welken hier aannietmog. ten voldoen, niet langer als Raadenzouden worden gecontinueerd; wy hoopten, dat Uwe Doorluchti. ge Hoogheid aan dit ons verzoek zoude hebben voldaan, daar deze onze Refolutie niets dan billykheid en plicht ademde. Dan in deze onze hoop en verwachting te leur zynde gr Held, hebben wy, op de nadere billyke itltantie onzer Burgeren en Ingezetenen, op den s9 Ocrober 1783, beflooten, aan de Heeren de Joncheere en Gurtiüs te doen aanfchry ven, om voor primo December eerstkomende, zich met'er vaste woon binnen deze Stad te ffabileeren, en dat by gebreke van dien, wy zoodaanige maatregelen zouden neerpen, als wy tot genoegen onzer Burgery en coLiervatie der rust, zouden oirdeelen te bo hooren. " 1 ,W'oV D°?ri:'chti3Vorst! koa op zoodaanige billyke Reioiutien en aanfchry vinganders verwachten, dan da< meer»eme!de Heerer de Jonchekreen Cur« tips, zoo tot vervulling van hunnen plicht, als tot voldoening aan het reikhalzend veilargen der braave Burgery, en de cOnfervatié der openbaare rust, welke zv hebben bezwooren, zich terflond hier zouden hebben ter wood bêgeeveo; teu minden voor dien door ons bepaalden tyd, ruim genoeg, om hunne zaaken daar na gevoeglyk te kunnen fchikken. Dan wel verre van dien,'hebben gemelde Heeren zich daar aan doorpretenfe en niets om het lyf hebbende Declaratien en aanbiedingen onttrokk< n. Daar dit gedrag zoo zeer ftryd-ig is met den plicht van eenen Bürger, en veel meer met dien van een braaf Regenten Burgervader, 700 zeer ltrydig is sr.et de gehoorzaamheid aan de Rf folutien der Magiftraat verfchuldigd, en niet anders dan de hoop. Ite verontwaardiging, zoo van Uwe Doörluchtife Hoog.  de Gebeurtenis/en in 1787 e?iz, voorgevalieth. &> Hoogheid, ais van ons en onze weldenkende Burgeren en Ingezetenen verdiend, was het geenszins te verwonderen, dat onze Burgery door een Request, van het welkewy de eer hebben gehad-Uwe Doorluchtige Hoogheid eene Copie authentiecq coe tezenrten, by ons nader en fterker aandrong, om aan onz-e plechrelyke Refolutie, en aan hunne billyke verwachting ten fpoedigften te voldoen. Wy appuieerden dit hun verzoek, mee on^e bede, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid, omverfcheidene daar by geidftrueerde redenen, deposf.eo van Raaden in de Vroedfchap, door meergemelde Heeren de Joncheere en Curtius bekleed, geliefde ten fpoedigiten vacant te verklaaren: wy hebben daar by onder het oog van Uwe Doorluchtige Hoogheid gebracht, de groote en dreigende onheilen, welke van de gramfchap eener te recht vertoornde Burgery te wagten waren, onheilen die den ondergang van de gantfche Provincie, zoo niet die van de geheele Republiek, kon ien naar zich fleepen. Wy verzogten te gelyk, dat Uwe Doorluchrige Hoogheid ons met eenige refcripcie dien aangaande geliefde te honoreeren, gelyk Hoogstdezel ve oofe, op den 24ften December daar aan volgende, heeft gedaan. Dan uit deze recriptie hebben wy te recht moeten befluiten, dat dezelve was eene comDieete toeftemmiüg van de Souvereiuiteie onzer ftegeeringé^ om in dezen ons naar onze genoomene Refolutie te gedraagen , en die door onze eigene en wettige macht, in Onzen boezem berustende, te doen uitvoeren. Immers het zoude Uwe Doorluchtige Hoogheid ten hoogden beleedigd zyn, indien men zoodaanige explicatie aan deze refcriptie van Uwe Doorluchtige Hoogheid weigerde; dewyl men dan zou» demoeten befluiten, dat Uwe Doorluchrige Hoogheid het voor zich te laag of te gering achtede, om zich, het zy als gezag voerende, het zy als raadgeevende, in te laaten met de duurfte belangenstn A 5 vet-  ïo .Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verzoeken van eene gantfche Stedelyke Regeering, Rem hebbende in Staat; en te gelyk, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid, door het declineeren van een plichtmaatig en op alle gronden van billykheid en rechtfteunend verzoek der Burgeren, eenige aanleiding en aanprikkeling zoude willen geeven tot landverdervende onheilen, welke van de woedeeener getergde Burgery te duchten zyn; onheilen die voor ruim dertig jaar'en onze geheele Republiek jammerlyk gefchud, en op den oever van derzelver ondergang gebracht hebben. Daar wy nu de gramfchap der anders goede en Rille Burgery, door het uitgerekt dilay van hun plichteiyk en eerbiedig aan ons gedaan verzoek, van dag tot dag zagen toeneemen , en op het po. inct van door eene langere vertraaging in de fchrikkelykde woede uit te barden, hebben wy het van onzen onvermydelyken plicht geoirdeeld, geenoogenblik langer met het toeftaan van hun, te meermaalen en geduurig herhaald verzoek, (waar van de Copie authentiecq hier nevens gaande, ten be. wyze verdrektj in deze te moeten aarfelen, en niets te moeten fpaaren, wat tot behoudenis dier rust, welke wyzoo plechtig en duur hebben bezwooren , als ook tot handhaaving van ons wettig gezag, kon verdekken. Waarom wy, op den 4den February jongstleeden , hebben beflooten, een gundig appoinótement te vcrleenen op de meergemelde Requeste onzer Burgeren en Ingezetenen, en diens volgens deRaadplaatfen van opgemelde Heeren A, de Joncheere cn Mr. P. J. CiiRTius, vermids hunne disobedientie aan een wettig genoomen Magidraats-Refolutie, en hunne verachting van het allerbillykst en plichtmaatig verzoek dier Burgeren, welker Reprefentanten zy zyn , vacant te verklaaren. Edoch, daar het allergevaarlykst is, vooral in deze conjun&uure van tyden, dat die Bedieningen van' Politie en Juditie, door vacatures in de Magidraatsposten, zouden worden verhinderd of vertraagd, heb-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 11 hebben wy, op een Rcquest onzer Burgeren, van het welk wy de eer hebben een Copie authentiecq aan Uwe Doorluchtige Hoogheid toe te zenden, den volgenden dag beflooten, de openjlaande Raadsplaatfen, volgens onze wettige macht, en conform het .Regeerings-Reglement dezer Provincie. te vervullen met de Perfoonen van Christiaan Haanïjens en Tieleman Cornelis Bekkering. Wy hebben geoirdeeld, Uwe Doorluchtige Hoogheid hier van kennis te moeten geeven, ea wy twyffelen niet of Hoogstdezelve zal deze onze poogin. gen, aangewend tot behoud en confervatic van de rust dezer Stad , het welzyn en het belang der Burgeren en het wettig gezag der Regeering, bil. Jyken. In welk vertrouwen wy &c. N°. 2141. Requtst van den Heer Arnoud de Joncheere , Raad en Oud-Burgemeester der .Stad JVyk by Duurjlede, den 11 February 1784 aan de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, gepmfenteerd, en relatief tot de Notulen van welgemelde Heeren Staaten, van den zullen derzelve maand. Edele Mogende Heeren! Geeft reverentelyk te kennen, Arnoud de Joncheere, Raad en Oud.Burgemeester der Stad VVyk by Duurftede, dat de Suppliant federt veele jaaren de eer gehad heeft, te zyn Raad in de Vroedfchap der gemelde Stad, en ook meermaalen de post van Burgemeester derzelver Stad heeft bekleed; dat de Suppliant federt zyne aanfteliingals Raad, binnen de Stad Wyk zyn wooning gehad en gehouden heeft, zoo in een gehuurde huifinge als op kamers, na maate de omftandigheden van den Suppliant zulks vorderden of permitteerden; dat de Suppliant dienvol.  ifc Verzameling van Stukken betrekkelyk tot volgens altoos zyn vaste woonplaats binnen die Stad gehad beeft, offchoon hy veel naaien op een buitenverbiyf, Siemjesweerd genaamd, onder Cothen gelegen, niet yerre van de meergemelde Stad, zyn verblyf met alleen des Somers, maar ook des Wintees gehouden heeft; dat de Suppliant deS-ad Wvk als zyne waare woonplaats, en Steenrjesweerd als zyn buiten verblyf confidereerende, dienvolgens binnen Wy* heeft gedragen alle die lasten, die hv als Burger en Iowoonder van Wylc moeste draaien, en dus aldaar betaald heeft Drens tbolegeld, Paar! degeld, de zetting van KofFy- en Theegel J, en verdere lasten van Cönfumtiè op de Wynen, die de Suppliant kwam in te Üaan; dat de Suppliant ook met vertrouwen durft zeggen, dat hy, als Regent der meergemelde Stad, zien, zoo veel hemdoenlvk was, van zyn plicht heeft gekweecen, en tot heden door niemand van malverfatien in dezen is b, fchuL digdj dat de Supphaat hierom nier had kunnen verwachten , dat de drift en haat van een gedeelte der ' Woonderen der Stad Wyk» zoude hebben'kunnen gaande zyn gemaakt tegen den SuDpIiant; dan neeft de Suppliant tot zyn ffner'te fedêrt eenige tyd ondervonden, dat eenige Perfoonen door'byzondere principes, van zich hebben kunnen verkrygen om den Supphaoc door veigezogte calumr.ien te brengen n den haat van een gedeelte der Burgers en Inwoonderen, van meergemelde Stad , om daar door aan den Suppliant zyn oost als Regent onaangenaam te maaken, en was 't doenlyk, voör altoos te Ontzetten van de voordeden aan de Magiftr.ture gehfgt; dat die lieden nogrhands tot laste van den Suppliant niet anders hebben weeten by te brengen, als dat hy veeltyds op zyn buitenverblyf Steennes. weerd zich onthield, en geen huishouding binnen Wyfc, maar alleen kamers hield; dat de Suppliant altoos begreepen heeft, dat hy Regent van de Stad VV-yk zynde, daarom niet verplicht was een huishouding binnen dezelve Stad te hebben, en dat het huuren en hoadea van kamers, waar in hy des noo- dig  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 13 dig zyn intrek konde neemcn, en ook genomen heeft, of wel het hebben eener huishouding, een zaak: was, die aan het goedvinden der Regenten, na maate van hun omfiandigheden, moesc worden ovcrgelaaten, byzonder ook, om dat in deze Provincie nergens het hebben eener huishouding, als een guaüficatie van een Regent gevorderd wordt; dat iommige afgunftige lieden zich van de gezegcfe omftandigheden van het buitenverblyf van den Suppliant nogthands bediend hebben, om den Suppliant tedecriëeren als iemand, die buiten de Stad woonde, en daarom geen Regent derzelver Stad behoorde te zyn; dat die lieden door allerley aanhitzingen eö oorblaazingen het zoo verre hebben weeteh te brengen, dat in het gepasfeerde jaar 1783, door eenige JBurgers en Inwoonders aan'de Magiftraat derzelver Stad, een Request wierd gepréefenteerd; met verzoek: dat zoodaanige Regenten, welke zich met der woon buiten de Stad mogten bevinden, en fpeciaal de Suppliant, zich aldaar ter woon zouden moeten vervoegen, of verftooken zyn vaa hunne Raadsplaatzen; dat dit verzoek, met welke fpecieufe redenen ook bekleed, voor zoo ver het ftrekte om iemand der Regenten, of voor een te bepaalene tyd, of voor altoos te conüringeeren tot een perfooneel verblyf, voor zich en zyn huishouding in de Stad Wyk, nogthands geheel onredelyk was om zich zelfs, immer zoo lang zulk eenen Regent de zaaken der Stad, of de hem opgedragene Commisfien door zyn Buitengoed niet verzuimde; dat dit byzonder thands het geval was van den Suppliant, die met Oftober 1783, geheel buiten Commisfie zynde, niet als de zeldzaame Vergaderingen van den Raad had waar te neemen, welke hy door de kleine af Rand van zyn verblyf binnen de Stad Wyk zeer gemakkelyk konde waarneemen, en ook nevens anderen waargenomen heeft; dat boven dien het neemen van een' Refolutie, waar by aan een Regent een zekere tyd van refidentie binnen de Stad wierd geimponeerd, verre gaat boven de macht van deLe den  14 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den der Magidraat, als die niet gerechtigd zyn, meerder qualificatie van hun Mede-Regenten af te vorderen, als van ouds gerequircerd is, immers en ten minden de authoriteit van de Hooge Overheid zouden moeten imploreeren om de by hun zoo zy vermeenden , ten nutte hunner Stad beraamde bepaalingen j door derzelver gezag kracht van verplichting by te zetten; dat niettegendaande dit alles, de Magidraat op den 29 Odtober 1783 hebben befloten, om aan den Suppliant aan teYchryven, om voor primo December 1787 zich met 'er vaste woon binnen de Stad Wyk te ftabileeren, en dat by gebreke van dien, de Magidraat zoodaanige maatregelen zoude neemen, als tot genoegen der Burgery en confervatie der rust zouden oirdeelen te behooren; dat de Suppliant offchoon ongehouden, om zich aan de willekeurige bepaalingen zyner Mede-Regenten te onderwerpen, nogthands tot confervatie van vrede, by Misfive aan de Vroedfchap wel heeft willen declareeren, dat hy met May aandaaude, perfoonlyk in Wyk zonde komen woonen, jn vertrouwen, dat men hier mede genoegen zoude neemen, als wel begrypende, dat het alleronwaarfchynlykst was, dat de Suppliant voor de ordinaire vervaartyd van May een huis zoude kunnen magtig worden, en dat de Suppliant boven dien reeds zyn vaste woonplaats in Wyk had, op de door hem federt eenige jaaren gehuurde, en van tyd tot tyd gebruikte kamers, ten huize van den Heer Adjunct-Secretaris van Schaik; dat de Suppliant zich ook wel verzekerd houd, dat de meerderheid van de Vroedfchap genoegen genomen zoude hebben, met de gedaane declaratie van den Suppliant, maar vermits dit niet overeenkwam met de oogmerken van fommige lieden, die voorneemens waren den Suppliant buiten Regeering te dellen, wierden wederom eenige Burgers en Inwoonders der Stad Wyk opgehitst en aangezet, om by een nader Request te verzoeken, dat de Suppliant als Regent zoude worden ontllagen, en terwyl men niet  de Gibeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, ry niet naliet den Suppliant op alle plaatzen de haate. lykfte benaamingen te geeven, en hem als de belangens van hec Vaderland in de tegenwoordige ge. wigtige omftandigheden niet ter harte neemende, voorftelde, (in welkers afdoening de item der Stad Wyk, zoo als U Ed. Mogenden bekend is, een zeer geringe, of om naauwkeuriger te zyn, geen ds minfte invloed heeft, en waar in de Suppliant dus ook niets kan uitwerken) wierd gezegde Request rond gedraagen, en veele van de Burgers en Inwoonders door dry vers en heethoofdigen gedwongen , om het zelve te teekenen; tot zoo verre» dat geen middelen van dwang, list, en geweld nageiaaten zyn, om een meerder getal van onderteekeaaars te krygen; dat de Suppliant van alle deze woelin. gen onderricht wordende, en van 2yn kant alles willende in 't werk ftellen, wat tot bewaaring vaji rust konde dienen, verzogt heeft aan den Ontvanger der Annaten, als adminiftreerende zekere huizinge in Wyk, behoorende aan het Fonds in dat Comptoir opgelegd wordende, dat huis in huur te mogen gebruiken, dat dit aan den Suppliaut geaccordeerd zynde, de Suppliant op den 31 January dezes jaars 1784 metter woon dat huis betrokken heeft, en daar van aan de Regeering op den 2den February heeft doen kennis geeven; dat des niettegenftaande, op den 2den February het evengemelde JRequest is ingeleverd, doch met dit gevolg, dat de meerderheid der Leden van de Vroedfchap het verzoek op die dag heeft afgeflagen, dat de menigte van lieden, waar onder veele voorzien van hunné zydgeweeren, die zich reeds vroegtydig in en voor het Stadhuis geplaatst hadden, op het verftaan van die Refolutie, veele baldaadigheden gepleegd hebben, dat byzonder de Heer Vroedfchap Frykenius, die, als het Secretariaat hebbende waargenomen, met de boeken onder den arm van 'tStadhuis kwam, van de trappen geftooten en gefchopt, en voorts buiten met lteenen en fneeuwballengefmeten wierd, dat die Heer hier door zeer ontfteld, en naauwlyks kun*.  xp~en , hebben kondé , Zeggende onder meer andere redenen tegen den Suppliant, dat'hy een bloedbad'yco-zag, en dat de huizen van Mierloo en vanvBE*n, i'conden omgehaald ce worden, èp de Stad totaal geruine'erd; voegende daar by$ denk eens aan die oude blinde Vrouw, en kunt gy dat op uw confeientie hebben, verzoekende tevens^, dat de Suppliant zyn' demisfie wilde vraagen; dat de Suppliant alles wijlende contribueeren wat in zyn vermogen was om de rust te herftellon, en ftiet medelyden aangedaan over de ongeIükkigèns éri in vertrouwen dat fpoedig op nieuws zoude kennen worden aangefteld, aan denzelven Héér Burgemeester de Brdyn een briefje mede gaf, om voor den Suppliant zyn' demisfie by den Mugiftraat te vraagen; dat de Vroedfchap des morgens, als de voórige dag extraordinair vergaderende-, een groots menigte wederom zich in en om het Stadhuis hervond, en de Leden, die zy meer of min hun.begrippen toegedaan oirdeeldea, met lof öf fpot ontving; dat zelfs by het aankomen ryden van Zeyst van den Heer Schepen van Mierloó, de wsgeti omvallende, fommige Perfoonen, die de wagen op wilden helpen, verboden wierden dit te dóen; c;j fmeet men mee ftukken %an wynflesfen, om dat men wist, dat hy op Maas.dag tegen de afzetting geweest was; dat onder deze oproerige handelingen j de Vergadering van de Vroedfchap gehouden i&i wanneer verfcheide Leden uit vrees voor mishandeling, zich by de op den 2den February de minderheid uitmaakende Leden gevoegd hebbenj en èenf ReïbXXVII. Deel. g linie  18 Verzameling van Stukken ietrekkelyk Ut lutie hebben genomen, om de Raadspla3tzen vaa den Supplnnt en den Heer Mr. P. J, Curtius vacant te verkiaaren, zonder met de door den Heer Burgemeester de Bruyn te verzoeken demisfie van den Suppliant zich op te houden, of dezelve te accepu-eren; dat deze Refolutie, genomen onder b«-drejgiDg van mishandeling en geweld, uit dien hoofde allezins nul en van onwaarde is, maar boven diec , wanneer dezelve uit eigen beweeging by den Magiftraat genomen was , geheel onwettig zoude zyn, om dat de Leden van den Magiftraat niet gerechtigd zyn een hunner Mede-Leden, die op den 20 OQober 1783 voor een jaar door wettig gezsg was aargefteld te casfeeren, of zyn plaats vacant te verkiaaren; dat dit niet als door authoriteit van den Rechter by fententie, na een verleende de.fenfie, of door de Hooge Overheid kon gefchieden, en niet by den Magiftraat, die de Rechten van de Hooge Overheid, zonder kwetzing van dezelve, zich niet mag aanmaatigen of zelfs toefchryven; dat du6 eene gepretendeerde Souvereiniteit in de Regeering niet dienen kan, om zulke daaden van geweld goed te maaken, noch ook een ydele accufatie van disobedientie aan beveelen, die onwettig waren, den Suppliant fchuldig kunnen doen erkennen, en vei vallen kunnen doen verkiaaren van een pest, die; hy nier van zyne Mede-Raaden ontvangen hrid; dat de Suppliant van de hier vooren in futto genarreerde oroftandigheden, vermeend wel ondernch' te zyn , en dat Ü Ed. Mogenden daar op doende irformeereu, van dat alles de volleedigfte prcuves zullen erlangen; en te gelyk vtrftaan, dat de baidaadigheden van vcelen na het reu; feeree in hun gemaakt plan, rog verder gegaan zyn; want een groote menigte heeft het kunnen geïusten, des avonds een ttrooiicn Man, die zy naar den Suppliant noemden, by flambouwen door de Staa te draagen, en na eenige quafi mishandelingen , op de Rivier te brengen en aldaar op 't ys te verbranden, en de vergaderae asch op een vulnis vak te begraaven, ter-  ie Geieurtenisjen ïn Ï787 enz. voorgevallen. 19 fcerwyl men tot blyken van vreugde over de behaal, de triumpn, zonder eenige authoriteit, by dag een groote vlag van de Kerk doen waaijen, en des aVonds geïllumineerd heeft, dwingende daar toe elk die niet gewillig was; dat de Suppliant met vertrouwen befluit, dat U Ed. Mogenden overvloedig zulJen overtuigd zyn, dat de Refolutie van de Magiftraat van de Stad Wyk van den 4den dezer maand February, waar by des Suppliants Raadsplaats is vacant verklaard, een gevolg is van de oproerLe handelingen van fommi;;e Heden in dezelve Stad, een attentaat op U Ed Mogenden Souverein gezag, en een in allen opzichce onwett'g en nul hefljit, waar door de Suppliant van zyn Raadsplaats niet heeft kunnen worden ontzet; en keert de Suppliant zich hieromme tot U Ed. Mogenden, reverenrelyk verzoekende: dat U Ed. Mogenden aan de Magiftraat der Stad Wyk gelieven aan te fchryven en te ordonneeren, om aan den Suppliant zyn post als Raad derzelver Stad, ongeftoord te laaten hou len en genieten, afdoende de daar tegen ftrydende Refolutie van den 4den February dezes jaars. 't Welk doende &c. (was get.~) Arnoud de Joncheerë» Accordeert met het Origineel. (was gef.) 4, H. Laar.  s o Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot jN°. 2^2. Remonflruntie wegens Decanen en Kapita-. lair deeld, en in dit hun aloud recht zya gemaintineerd geworden. Zoo als de Vertoonders al verder vermeinen, dat de Heeren Staaten by derzelver Ordonnantie van den 13 December 1667, hen ook in geenen deele van hun wettig recht hebben willen priveeren, terwyl gemelde Hun Ed. Mog. by het eerfte Art. van dezelve Ordonnantie, uitdrukkelyk hebben verklaard: „ dat niemand zal mogen jagen, dan die daar toe „ behoorlykis gequalificeerd, volgens de oude en „ welherbrachte Rechten, Costumenen Privilegiën ,, van deze Provincie".. En daar nu bevoorens in 't breede is betoogd, dat zy Vertoonaeis al van ouds her, hebben behoord onder de Gequalificeerdens tot de Jagt, en by alle gelegenheden door de Heeren Staaten zelvtn in dat hun recht zyn bevestigd geworden , zonder voor dato van die Ordonnantie daar inne immer te zyn belet geworden; is het buiten alle tegenfpraak zeker, dat de Kanonniken der vyf Ecclefien ook in dat eerfte Art. als G( qualificeerden tot de Jagt, volgens hunne aloude wel herbrachte Rechten en Costumen, zyn begreepe» geworden, en mitsdien door geen volgend Art.,van dezelve Ordonnantie, van dat hun recht kunnen worden gepriveert, of daar inne benadeeld zyn. Nadien men nu evenwel mede aan den eenen kant niet  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 27 niet gevoeglyk veronderftellen, en nog minder mee de gewoone Prudentie van Hun Ed. Mogenden overeenbrengen mag, dat met het inlasfchen van de woorden of Canonifey in het 33 Art. van deze Ordonnantie, de attentie van Hun Ed. Mogenden verkloekt zoude zyn; terwyl men aan den anderen kant, noch wegens de cordaate verzetting van de Heeren Staaten tegens het willekeurig befluit van Keizer Karei., ook ten dezen opzichte, noch wegens de Conftitutie van een vrv Gemeénebest» wjike tot herkryging van Privilegiën en aloude Rechten met zoo veele druppelen bloeds onzer Voorvaderen ge. vestigd is, noch eindelyk wegens de asquitabele fentimenten, waar mede wy met volle fiducie gelooven, dat de Ed. Mogende Heeren Staaten ten tyde van het emaneeren der Ordonnantie zyn bezield, geweest, ons kunnen opdringenx dat men door dit 33 Art. de Vertoonders allengskens van dit hun aloude recht zoude hebben zoeken te priveeren; alzoo het toch te voorzien was, dat binnen korten tyd de Prsbendens (toen reeds in commercio gebracht zynde) door geene anderen zouden bezeten worden, dan door die genen welken door koop dezei ven bekomen hadden. Zoo worden wy tot een meer gunftige en met de jequitabele fentimenten van Hun Ed. Mogenden overeenkomende explicatie van het voorgemelde 33 Art. geleid, daar het aan onze Proosten, ook toen ter tyd en vervolgens, nominatiru toegekend recht tot de exercitie van de Jagt , by Plakaaten van 1749 en volgende, alzoo de Proostdyen ook al in commercio gekomen zyn, ons bevestigd in de gedachten, dat het 33 Art. van de Ordonnantie van 1667, vergeleeken met het ifte Art van dezelve Ordonnantie, geene andere interpretatie kanlydi.n, dan dat Hun Ed. Mogenden daar by hebben willen te kennen geeven: dat iemand, door het aankoopen alleen van een Kanonnifey, niet gerechtigd tot de exercitie van de Jagt zoude zyn, maar dat dezelve,  i8 Verzameling van Stukken betrekkeïyk tot bevoorens daar van te gaudeeren, eerst in het volle genot van alle de rechten, aan de Kanonnifey annex, zoude moeten getreeden zyn, en dat dus door dit 33 Art. de Koopers van Kanonnifeyen, zoo lange zy non Capitulares zouden zyn, van dit reche uitgeïlooten waren , het gene dan ook als met fommige Rechten en Costumen van de Vertoonders wel quadreerende, kan zyn geconfidereerd. Gelyk ook de Vertoonders, na dato van die Ordonnantie, in de geruste posfesfie van dat hun recht zyn verbleeven, en daar van blyven jouisfeeren ; als onder anderen hier van zichtbaar blyken kan in zekere, deze ook annexe Misfive, by Decanen en Kapittularien van de vyf Kapittelen, op den 3 De» cember 1678 aan de Heeren Staaten dezer Provincie gefchreeven, waar by der Vertoonders Prsedecesfeuren in dien tyd zoo uitdrukkelyk verklaard hebben: „ buiten eenige contradictie, gerustelyk „ van hun recht tot de Jagt te hebben gejouis- feerd." En dewelke door Decanen en Kapitularien van de vyf Kapittelen, maar elf jaaren na dato van bovengemelde Ordonnantie, gefchreeven, zy Vertoonders eerbiedig vertrouwen, dat almede tot eea geloofbaar getuigenis kan verftrekken, datzy, na dato van bovengemelde Ordonnantie , gerustelyk van dit hun recht zyn blyven jouisfeeren, zelfs toe in den jaare 168c. • Wanneer met opzicht tot de Gequalificeerdens tot de Jagt, eene merkelyke verandering niet alleen in prsjudice van de Vertoonders, maar zelfs van veele anderen, naar alle oude Rechten Gequalificeerden, is voorgevallen, en de Vertoonders ook niet kunnen ontveinzen in hun recht, by de als toen gemaakte Ordonnantie van den 25ften Maart deszelven jaars, voor eenigen tyd merkelyktezynbeEadeeld geworden; en wanneer de Ordonnantie op de Jagt van dien jaare, midsgaders de inftelling van een Hoog-Adelyk Jagtgericht, bereids in den jaare 167?  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. aj> ie.77 aan de Staatsleden voorgedragen waren,doch wegens de daar by voorkomende prsjudiciabele en b( «warende omftandigheden, veele obftaculenonc moet hadden; zoo hebben der Vertoonders Frsdecesfeuren, hier van geïnformeerd, mede goedgevonden , zich by de hier voorgemelde Misfive op den 3 December 1678 aan deEd. Mogende Heeren. Staaten, ter herinnering van hun aloud recht, te addresfeeren; welke Misfive, en Inftrudtie voor heü Hoog-Adelyk Jagtgericht en Jagtreglement, op den i Gelyk dan by het eerfte Art. van die Ordonnantie, is vastgefteld: ,, dat niemand fal mogen Jagen, ,, dan die daar toe behoorlykisgequabficeerden ge„ pn'viligeerd, volgens d'oude en wel hergebrach„ teRegten, Costumen en Privilegiën dezer Pro. „ vincie." Welke oude hergebrachte Rechten van de Kanonicken ten opfigtvan de Jagt noit zyn gederogeerd, ook zelfs niet by het voorfz. 33fte Artl. Weshalven vertrouwd word, dat by Hun Ed. Mog. fal worden verftaan, dat de Vertoonders als vanouds, zyn gerechtigd tot d'exercitie van de Jagt. (Deze geannexeerde fummiere Memorie wat gefchreven op een Zegel van 6 Sts. en had aun 't einde:) Na gedaane Collatie accordeerd deze met zyn principaal, gevonden wordende onder de Refolutien van de vyf Kapittelen te Utrecht, berustende ter Secretary van het Kapittel ten Dom, aldaar by my Secretaris van dezelve Kapittele. Attum Utrecht, den 9 February 1784. (was gef.) J. L. Kien. C3  38 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N*. 2143. Refolutie van de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, genoomen den 25 February 1784, met infertie van de Misfive van zyne Hoogheid den 24jlendaar te vooren, aanwelgemelde Heeren Staaten gefchreeven, en daar op gedecerneerde Commisfie van negen Heeren tot het oproepen der Bezwaa* ren. Ontvangen en geleezen eene Misfive van zyne Hoogheid den Heer Erf-Stadhouder, gefchreeven *s Graver;hage den 24(ten dezer Joopende maand, houdende doleantie over het gerefolveerde by de Vroedfchap der Stad Utrecht, raakende de begeeying van alle tusfchentyds openvallende Raadsplaatfen , verzoekende deswegens Hunner Ed. Mogenden vooizieninge als breeder by voornoemde Misfive met de Bylage volgende, hier na geinfereerd- Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden! Het is reeds meer dan een eeuw geleeden, dat, met volkomene eenpaarigheid van de gezamer,tlyke Staastb.din 's Lands van Utrecht, op de voorftelling van den toenmaaligen Heer Stadhouder, Prins Willem den derden, is gearresteerd eene volleedige en perpttuetl'e orde op het Jluk. van. Regeering, zoo voor de beide Leden, uit de Geëligeerde Raaden, en uit de E leien en Ridderfchap, als voordat van de Stad van Utrecht, en van de overige Steden van Uwer Edele Mogenden Provincie; bekend onder den naam van het Rrgtert>gs-Reglement van den 16 April (674 cudejr.yl. De Rechten, daar by voor den Stadhouder vastgefteld, zyn federt dien tyd, tot Hoogst» deszelfs dood, en naderhand federt de herftelling en eiflykverklaaring van het Stadhouderfchap, in den jaare I747 en 1748, tot nu toe, beftendig eTkend geworden, zoo als wy ook, in het byzonder, by onze meerderjaarigheid, na dat alles, wat, zoo tot diezeive Rechten en Pree'minentien, als tot de Ge- rech-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 39 •rechtigheden der refpe&ive Leden en Departementen van den Staat, eenigszins behoorde, in een tyd van algemeene rust, onverhaast, en met rype de Jiberatie, was overwoogen en doordacht, meteene algemeene inftemming, uit kracht der voorU. erffelyke deiatie, tot het genot van alle deze Rechten daadelyk zyn toegelaaten en geinftalleerd; en het is vervolgens ook derzelver wettige exercitie, welke aan onze Prsdecesfeuren en aan ons, conform het voorfz. Reglement, niet alleen met relatie tot de jaarlykfche aanftelling en vernieuwing of verandering der Regeering van de Stad van Utrecht; maar ook met opzicht tot de vervulling der tusfchen beiden openvallende Vacaturen van Vioedfchapsplaaiftn aldaar, zoo ongeinterrumpeert is over gelaatea, dat wy nimmer hadden kunnen of mogen verwachten, dat de meerderheid der Leden van de Vroedfchap van dezelve Stad, zulks, in opzicht tot het laatite geval, aan ons zouden hebben gecontesteerd, en in ti. gendeel zouden hebben kunnen goedvinden, via facit en eigener authoriteit, dat recht op zich zelfs over te bren gen en toe te eigenen; zoo als Uwe Edele -Mogenden nogthands dit een en ander zullen vinden ia de Refolutie van de Vroedfchap der voorfz. Stad, van den I9den January laatstleeden, by eene Misfive van dien zeiven datum aan ons toegezonden; en in de beide daar op gevolgde Refolutien van den vol genden dag, de eene des voor-en de andere deS namiddags genoomen, en waar by men, meteenen aanmerkelyken fpoed, tot de daadelyke aanftelling van Mr. Paul Engelbert Voet van Winssen toe Mede-Vroedfchap heeft beflooten, en daadelyk geprocedeerd; en zulks , niettegenftaande wy, op de eerfte kennisgeeving, door de voorfz. Vroedfchap, by Misfive van den 2often December bevoorensaan ons gedaan, van de Requeste van een notabel aantal Burgers en Ingezetenen hunner Stad, tendeerende daar toe, dat de Regeering het recht om de begeevingteexerceerenvan zoodaanige Raadsplaatfen, welke binnens tyd mogten komen te vaceeren, C 4 als  4^ Verzameling van. Stukken betrekkelyk m f/t pretenfelyk, in naam en van wegens de gemeeneGiU dens, aan huncampeteerende,zouden gelieven te handbaaven; by onze refcriptie van den siften van die zelve maand, welgemelde Vroedfchapdaar van, als van eene onbeilaanbaave nieuwigheid, in ferieufe termen , hadden gedehorteerd, zoo als zulks alles uit de Copien van die refpeftive ftukken, hier nevens gevoegd, nader aan Uwe Ed. Mogenden zal kunnen blyken. Het zyn deze Refolutien en de daar op, gebouwde de. tnarchesvan de Vroedfchap van Utrecht, waar tegen wy niet alleea, als informeel, onwettig en met de or, de van Regeering onbegaanbaar, moeten protesteeren; maar waaromtrent wy ook, ééd- en plichtshal ven , genoodzaakt zyn , deefficacieufte voorzienigheid en hertelling van Uwe Ed. Mogenden » met allen na. druk, se. verzoeken. Wy> zouden niet getrouw zyn aan de Hoogheden, Rech, ten en Heerlykheden van de Provincie, welker bewaaring zoo duur aaa ons is aanbevoolen, noch aan de hooge Digniteiten, die ons en onze wettige Nakomelingen, bye>ffelyke delatie, zyn opgedraagen, en die w% ongekrenkt, voor d,n Lande, voor ons, en voor hun moeten custodimen; indien wy de herfleUing den voorfz. grieven.niet eruftig ten harte naamen; daar het gedrag van meergemelde Vroedfchap, na-ar onze gedachten, involveert, zoo wel eene daadely. o 1DtrfrT* Qp de Hoogheid en Gerechtigheid van ^we.Kd^Mogendea, als eene verregaande verkorWrS dfu Rechten en Praëminentien, aan ons, ajs üïirSradhouder van Hoogstderzelver Provincie, «jompeteerende. Om dit duidelyk te doen zien, moeten wy de vryheid neemen., de aandacht van Uwe Ed. Mogenden te be paaien, by het zoo evengemelde Reglement van den 16 Apni 1674, als een der sewigtigjieenplühtigfle Staatsbejlutten, die immer in Uwer Edele Mogenden Provincie zyn geëmaneerd. Het is als zoodaanig door onze hooge Prsdecesfeuren, en door ons, en particuIisrlylc ook door de Stad van Utrecht, daar voor, ten  éi Geheurtmisfen in 1787 enz. voorgevallen. 4? ten allen tyde, erkent. — „ Het is eene Staats* „ wet, die tot welzyn en zekerheid van den Lande , „ en tot bevordering eener bedendige rust, enter j, onderhouding eener gelukkige communicatie tus-. ■ „ fchen de refpedtive Staatsleden en den Scadhou.» „ der, op voordelling van den laatden, na een „ voorafgegaan onderzoek, wat 'erinvoorigeStad„ houderlyke tyden, omtrent het ftuk der Regee- ringform was geobferveerd , door de Heeren „ Staaten van de Provincie, als de hoogde Over„ heid, is geïntroduceerd en vascgedeld; voorts „ wederzyds plechtig beëedigd," en in alle de, Stadhouderlyke tydperken , zonder eenige interruptie, bedendiggeconfidereerd, als een regel voor het Stadhouderlyk bedier» en als een grondQag van de werking van zyu gezag, en van zyne refpective relatien tot de gezamentlyke Leden van de Regeering van Uwer Ed. Mogenden Provincie; en zy is. dus , zoo wel met opzicht tot haare intrifique wettigheid, als met relatie tot haare folemneele fanc-v tie, even vast en onwrikbaar. Het is nu by deze Wet en Conditutie, datU.. „ we Ed. Mogenden, ten behoeve van den Stad„ houder , als , in zoo. verre , Hoogstderzelver. plaatsvervangende, eene volleedige delatie tot, ,, het oeflenen van di verfe Jura MajestaPica hebben „ gereguleerd, en dat die delade formeel doorhem, „ is geaccepteerd; waar door dezelve dan ookj», ,, naar de gronden van het recht, geworden is van M dien aart en natuur, dat zy de kracht en het efy, feö: van een wederzydsch Contract heeft geac-, quireerd, 't welk zonder eene mutueeleovereen„ komst, of andere asquipollente en in het rechc „ geflaafde gronden, niet kan worden geinfrin„ geerd;"terwyl laatdelyk, de refpe&ive éédsprae,ftatien (conform de daar van vastgedelde formulieren) van allen, die, uit krachte van dit Reglement, tot eenig aandeel in de Regeering, tot hier toe, zyn gecommitteerd geweest, en in het byzonderook van de. Yroedfchappen der Stad Utiechj;, hnane C | ve*.  42 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verbindende kracht, zoo we] met opzicht tot ieder van hun in het byzonder, als in de wederzydfche relatien van U Ed. Mogenden tot den Stadhouder, en vau den Stadhouder tot U Ed. Mogenden, nog. nader bevestigen. By het aldus gearrefteerde Reglement, is aan ons, in hooggemelde qualiteit, onder anderen gedefereerd: „ het recht om alle jaaren den Raad ofte de Vroedfchap der voorfz. Stad van Utrecht „ te cominueeren ofte te veranderen, 't zy ge„ heel, 't zy ten deelen; ofte om uit het geheele „ lighaam der Burgeren en ingezetenen, andere nieu„ we Raaden ofte Vroedfchappen te verkiezen; „ mitsgaders, op het overlyden van iemand, die „ tot Burgemeester of Schepen zoude mogen zyn „ geëiigeerd, zoo als wy in der tyd zullen mogen „ oirdeelen best en bekwaamst te wezen "; ,, alles „• zoodaanig en in diervoegen, dat by het voorfz. „ geheel Reglement geen een eenig geval is uitge„ zonderd gebleeven, waar in de aanftelling ofelec„ tie van eenen Raad in de voorfz. Stads Regeering, „ buiten ons, door iemand anders, zoude kunnen „ of vermogen te gefchieden. Eene dela- „ tie vervolgens, waaraan niemand, wie hy ook „ zyn mag, buiten U Ed. Mogenden, en zonder „ Hoogstderzelver Staatsgewys gemanifesteerd be„ fluit, eenige de minde atteinte vermag toe te brengen. „ En daar het inmiddels, uit de voorfz. Refoltj. „ tie, en de opgevolgde daadelyke aanftelling van „ Mr. Pacl Encelbert Voet van Winssen, tot „ Mede-Raad in de Vroedfchap der Stad Utrecht, ,, manifest is, dat dezelve geheel en al is gefchied, ,, zonder onze concurrentie, en tegens het duide. ,, lyk voorfchrift van 't voorfz. Reglement"; en daar het wyders eene volkomen zekerheid heeft, dat de Vroedfchap nooit daar toe eenige macht noch bevoegdheid van U Ed. Mogenden bekomen heeft, en (onder reverentie) tegens ons wettig geacquireerd recht, ook niet bekomen kon; fpreekt het van zelfs,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallm. 43 zelfs, dat de meergemelde Vroedfchip de Hoog. heid en Gerechtigheid van den Lande, eigener authoriteit, heeft geufurpeerd. Dit is te duidelyker, wanneer ü Ed. Molenden zich zullen gelieven te herinneren, dat van de allereerfte tyden va.i de oprichting van de Republiek af aan, (en dtsze tyden alleen moeten, naar onze gedachten, in aanmerking komen) deze twee zaaken omcr-'iit de Regeeriugs,beftelling binnen Utrecht hebben te fimen getoopen. Foor eerst: dat de voornaamfte beftellingen dienaangaande, in de S-.ad van Utceclit, niet zyp. geweest van de byzondere competentie der Magiitraaten of andere Corporatien, maar dat alle dezelven by de Heeren Staaten der Provincie zyn ge. reguleerd, zoo als onder andereu uit het 7 Artikel van de Satisfactie of het Accoord tusfchen de Provincie van Holland, Zeeland en Utrecht, den qOctober 1477 gefloten; uit de Inftruclie voor den Graave van Villers, van den ir September 1584; en uit die voor den Graave van Nyenaar, van den 10 November 1585; als mede uit de Refolutie van de Heeren Staaten van Utrecht, van den 31 Augustus 1598, en veele andere posterieuren te zien is; zonder dat het ergens blykt, dat, federt de voorfz. erectie, geduurende de dilferente epoques, de Burgerye en Ingezetenen eenig deel aan de Magiftraatsbeftelling zouden gehad hebben. Tm tweeden: dat de Vroedfchapsbeftelling aldaar altoos meer of min, naar de byzondere omftandigheden, van den Stadhouder niet alleen heeft afgehangen, maar dat van den jaare 1618 af en vervolgens, zoo lang de Provincie een Stadhouder gehad heeft tot 1651 toe, de Raadsplaatzen, die tusfchen beiden zyn vacant geworden, ook door den Stadhouder uit eene Nominatie van een dubbeld getal zyn gefuppleerd, volgens de Artikelen welke op den 24. July 1618 Staatsgewys zyn geatrefteerd geworden; en daar dan reeds het voorfz. recht omtrent de tusfchen beiden openvallende Vroedfchapsplaatzen, op den evengemelden voet, aan wylen Prins Mau- kits 3  44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Aïts, hoogloffelyker gedachtenis, als Stadhouder* en aan zyne Succesfeuren heeft gecompeteerd ; en daar het ongetwyffeid zeker is, dat in 1674 wel meerder, maar geen mindere gerechtigheden en gezag aan wylen Prins Willem den derden, by bet voorfz. Reglement, zyn opgedraagen; kunnen wy met geene mooglykheid, ons voordellen, op welk eenen grond nogthands de Vroedfchap van Utrecht zoude kunnen fustineeren, datzy, als reprsfenteerende de gemeene Gildens en Burgerye, zouden hebben behouden een recht, dat van de eerfte beginzelen van dit Gemeenebest af, nooit by deze GerepiEefenteerdens gefustineerd of geoeffend, maar in den boezem der Staaten originair ge» refideerd heeft; en dat, in het voorige Stadhouderlyk bewind, reeds duidelyk, op de bovengemelde wyze, aan den Stadhouder was toegekendJ terwyl de Refolutien van den 20, 22, 24 en 25 May 1051, als tot eene gansch andere Regeeringsform bchoorende, van geenerlei applicatie wezen kun. nen; offchoon het uit het reeds- geallegueerde, en uit de ganfche Inftrudtie voor den bovengemelden Graave van Villers, van den jaare 1584, geroeg is af te neemen, dat "er tusfchen de Regeeringsbefteliing in dezen laatstgemclden tyd, en tusfchen die, welke van 1651 tot 1073 heeft plaats gehad, een aanmerkeJyk onderfcheid exteert. Wy vertrouwen, dat deze gronden te duidelyk en te onwederfpreekelyk zyn, dan dat wy dezel. ven, door eenig nader betoog, zouden behoeven te justificeeren; alleenlyk hebben wy gemeend, hier by te moeten aanmerken, dat de tusfchenkomsc van een Addres van een, op zich zelfs aanmerkiyk aantal Burgers en Ingezetenen, waar door de Vroedfchap der voorfz. Stad tot de Refolutien en daadelyke aanftelling aanleiding mogte ontvangen hebben, noch het voorwenden van een daardoor bekomen beter bt grip van het voorfz. Reglement, geene verandering in dezen heeft kunnen maaken. De duidelyke en algemeene dispofitie van het voorfz;.  de Gebeurtenis/en in Ti%y enz, voorgevallen. 4f iveorfz. Reglement, bevestigd, niet door eene tot ihier toe geobferveerde deference voor den Heere (Stadhouder in der tyd, maar door de begrippen Van 'U Ed. Mogenden en van de Regeering van Utrecht zelfs, by verfcheide zeer plechtige omftandighe;den, laat niet alleen geen plaats over voor het alleigeeren van eene nieuwe en betere bevatting; maar iboven dien, is het geene wet van de Vroedfchap of. van eenig gedeelte der Inwoonders van Utrecht; maar zy behelst eene beraamde orde op de Regeeiring, met volle eenpaarigheid, door de gezamentlyke Leden van den Staat, gearrefteerd, en wel gebouwt op voorige Reglementen en Obfervantien, in Stadhouderlyke tyden, doch om veele redenen, eerder tot een grooter, dan tot een bepaalder invloeden gezag van den Heere Stadhouder ingericht; en gevolgelyk, zoo men dienaangaande, als nu, na honderd en tien jaaren, evenwel eenige duisterheid daar in zoude willen voorwenden, competeert het izekerlyk niet aan een gedeelte van een Lid van dien iStaat, en minder nog aan de meerderheid van dat [gedeelte, buiten eenige communicatie van alle de overige Leden, door wien het Reglement is geformeerd, 't zelve, naar eigen goeddunken, te interpreteeren: „ de Vroedfchap van Utrecht kan daar,„ enboven geen Rechter en Party in dezen te ge» „, lyk wezen, maar het zyn eeniglyk U Ed. Mo„, genden zeiven, die in allen gevalle bevoegden „, getechtigd zouden wezen, om zoodaanige duister„, heid of te elucideeren of weg te neemen"; edoch wy vertrouwen tefFens, dat Hoogstdezelven nimmer, zonder onze communicatie, en zonder het hooren ionzer belangen, zulks zouden wilien doen, met alliteratie of verkorting van die Prasëminentien, die zoo plechtig daar by aan onze Digniteit van Erfstadhouder hunner Provincie, zyn vastgemaakt. Wy zullen ons inmiddels niet uitlaaien over de iifustenue, als of het recht der Regeeriogsbeltelling, lin het voorhanden zynde geval van vacatuure, by de Vroedfchap, als reprasfenteerende de gemeene Gil-  45 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gildens en Burgerye van de Stad, zoude hebben i blyven refideeren, volgens de oude Rechten en Costumen, en dat dezelse Rechten (vooral zonder een expresfus confenfus van «dezelve Burgery) on. vervreemdbaar zouden zyn: want beha!ven dat wy deze generaale ftelling, met alle de daar uit van zelfs voortvloeiende gevolgen, „ noch met de ge„ fchiedenisfen van dit Land, federt de oprechting „ van de Republiek, in het gemeen, noch met die, zoo als wy reeds opgemerkt hebben, vao Uwer „ Ed. Mogenden Provincie in het byzoDder, en» ,, even zoo weinig met de gronden van de Unie, „ en het Staatsrecht dezer Lauden, als met de een„ maal vastgeftelde Conftitutie en orde van zaa„ ken", benevers de Hoogheid en Onafhangelykheid van U Ed. Mogenden kunnen overeenbrengen, en dat dezelve eeniglyk zoude kunnen rusten op die bedenkelyke asfumptie, dat alle Regeeringsbe. ■ Helling en authoritek, waar van de voorfz. bevoegdheid tot het vervullen der vacante Vroedfchapsplaatzen, toch altoos maar een gedeelte uitmaakt, even zoo zeer als dit gedeelte zelfs, zonder onderfcheid, in den boezem van de voorfz. , Gildens en Ingezetenen originair refldeerende, even onvervreemdbaar zoude moeten wezen; waar van het notoir gevolg wederom zyn moet, dat alle deladen van de voorfz. Rechten, omtrent het een en ander, als nooit anders dan met eenige bepaaling en vermindering van een zoodaanig originair Recht kunnende gefchieden, geheel of ten üeele, door de Staaten van den Lande, met of zonder concurrentie van de Regeering, als Reprsefentanten van dezelve Gildens en Ingezetenen, hoe plechtig ook gedecerneerd, voor onbeftaanbaar en van onwaarde zouden moeten gehouden worden; te meer, daar 'er, zoo als wy reeds gezegt hebben, ,, van het „ begin van de Republiek af, geene blvken voor„ handen zyn, van één éénig conferfus expresfus van „ de voorfz. Gildens en Burgery, waar door U Ed. „ Mogenden tot eenigerlei beftelling van het recht „ van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 47 ., van Magiftratuur zouden zyn gequalificeerd"; zoo fpreekt het, in allen gevalle, onzes erachtens, van zelfs, dat het geenszins van een gedeelte van de Iügezetenen van eene Stad, noch van de meerderheid van eene Stads Regeering, welke alle haare. bevoegdheid alleen uit den boezem van U Ed. Mo-. genden, en van de door Hoogstdezelven op ons gedefereerde macht en authoriteit, en niet van haare Ingezetenen , ontkenen, wezen kan * om op zoodaanige onderftelling, eene geheele fubverfie van de gronden der fubfifteerendeRegeeringsbeftelling. viafaëti, in te voeren, buiten kennis en goedvinden van U Ed. Mogenden, en zonder eenig voorafgegaan Staatsgewys onderzoek van eene zoo aangelegene zaak. Dan wy gaan met een opzettelyk Jlilzwygen voorby, alle verdere reflexien die wy over de tusfchenkomst van het voorfz. Addres, en de daar op alzoo gebouwde gronden zouden kunnen maaken; en wy voegen hier alleen by, dat onze onveranderlyke zucht en poogingen, zoo tot herftelling van de rust van het dierbaar Vaderland, waar in wy meer dan iemand anders geinteresfeerd zyn, als tot het geluk van zoo veele Mede-Ingezetenen, waar xmder wy gebooren zyn, ons altoos zeer gaarne eene byzondere oplettendheid zat doen vestigen op hunne belangen, op de befcherming hunner vryheid en veiligheid, en ook op alle hunne billyke en gegronde voordellen; maar wanneer deze laatften mogten wezen voortgefprooten uit overyling, of uit gebrek van genoegzaame kennis van zaaken; wanneer zy mogten ftrekken tot eenige verkorting of indrachtop de incontestabele Rechten van de Staaten van den Lande, van onze wettige en erflyke Prxseminentien, of van het Recht van een eenig Lid of Ingezeten van de Provincie, wie het ook wezen mogt, oirdeelen wy ons niet bevoegd uoch gerechtigd, om aan dezelve te defereeren. Wy verkiezen ook, ons te onthouden van een „ breed betoog der gevolgen, welke de zoo ftraks « ge-  48 Verzameling vm Stukken letrekkelyk tot „ genoemde onderftelling zoude kunnen naar zicb ,, fleepen, en die Uwe Ed, Mogenden gemakkelyk ,, zullen kunnen begrypen, dat zich ongelukkig ., zouden kunnen uitftrekken tot eene bedenkelyke indracht op het, tot hier toe, gerefpedteerde „ Oppergebied van Uwe Ed. Mogenden, tot de i, losmaaking van al het gene, federt de oprichting „ van de Republiek, voor wettig, geheiligd en „ verbindend gehouden is," en tot eenemerkelyke benadeeling van de Rechten van het Stadhouderfchap; „ en voorts, van alle-Staats^-relatien enDe„ partementen, en even daar door van die Regee„ ringsform zelve, welke Uwe Ed. Mogenden zoo „ plechtig, en by herhaaling, betuigd hebben, ,, boven alles te willen en te zullen conferveeren» ,, en, als de vastigheid voor onze waare Vryheid, „ Godsdienst en Independentie , befchermen; " en laatftelyk, tot de jammerlykfte onzekerheden en combustien, die niet anders dan 's Lands zekeren oudergang kunnen naar zich fleepen. 3, Inmiddels involveert de voorfz. Refolutie en ,5 handelwyze van de Vroedfchap van Utrecht, gee,, ne mindere verkorting van onze hooge Rechten „ en Prffiëminentien, als Erf-Stadhouder van de ,, Provincie, dan van de Hoogheiden het gezag ,, van Uwe Ed. Mogenden". Het is toch bevoorens nooit door iemand intwyf. fel getrokken, dat de aanftelling der Vroedfchappen niet generaallyk, en in alle exteerende gevah> len, aan ons zoude wezen opgedraagen en toegekent. — Het meergedachte Reglement fpreekt duidelyk „ vanBurgemeesteren, Schepenenen Raad, ,, by den Stadhouder, als nu aangefleld en nog aan ,, te stellen, binnen de voorfz. Stad;" en deze aanftelling word daar by abfolure, en zonder eenige de minfte reftrictie, vastgefteld, zoo als wy hier vooren reeds met een woord hebben opgemerkt $ en noch in dit geheele ftuk, noch in eene eenige andere Refolutie, Wet of Reglement, word eenig titel of jota van een enkel geval gevonden, waar ia  ie Xjeieurienisfen in 1787 enz. voorgevallen. 49 in die êanftelting 'door iemand anders', veel min door de Mede-Vroedfchappen van Utrecht, zoude kunnen en behooren te gefchieden, terwyl b/:t hier. voor reeds is gebleeken, dat, wel verre daar van daan, dat in voorige Stadhouderlyke tydperkeri dié Recht aan de Vroedfchap zou hebben behoord.» ia tegendeel het zelve, by eleótie, uit een. dn.bbeld getal, 'onder anderen reeds aan Prinfe Maorits is toegekend, endoor Hoogstdenzelven geoeffend., • , 'Deze faculteit om telken jaare de Vroedfchap j, het zy geheel, het zy ten deele, te continueerenj, of andere nieuwe Leden te verkiezen, .word vervolgens in de duidelykfte bewoordingen aan deri Stadhouder geconcedeerd, en de ganfche analogie of fchakel van Uwer Edel Mogenden deliberètien en befluiteu, als mede van alle de handelingen en gedraagingen van de Regeering van Utrecht, zelfs j> bevestigen deze algemeene aanftelling s op. eene wyze, die, naar onze gedachten, geene twyffeling behoort over te laaten. Niet alleen hebben U Ed. Mogenden in wier boezem de begeeving der Vroedfchapsplaatzen, ;in Qas van vacature, als een jus Majejlaticum,'.na. de opr richting van de Republiek, heeft gerefideerds en waar in dezelve, indien zy niet mede aan .ons was opgedraagen, nog zoude hebben moeten overblyven, dat Recht nimmer gereclameerd: maar wjr hebben het zelve, onder hun oog, en met hunne goedkeuring, ja met goedkeuring van alle Overlie» den en Ingezetenen, uitkrachte van dit Reglement i beftendig geoeffebd: en wanneer wy dan hierbyw) aanmerking neemen, hoe U Ed. Mogenden zich ei» filiceeren, by eene nadere Staats-Refolune, na vee» e ferieufe deliberatien en discusfien, mede in eeü tyd van diepe rust, met eenpaarigheid genomeni over eene materie, welke de aüernaauwfte betrekking tot h,et waare verftand van het voorfz. Reglement hebben moest, en waar van dit zelve Reglement den.'grondflag uitmaakt, zoo blyft het niet meer by een wel gegrond raifonneraent èn 6 XXVII. Deel. Ö  50 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nopens het begrip en de inftemming, zoo van U Ed. Mogenden in het gemeen, als in het byzonder van de Vroedfchap van Utrecht, met wier concurrentie dezelve is genomen, omtrent de gereraale werking van het meergedachte Reglement van den 16 April 1674, zoo wei in de evengemelde gevallen van vacatures, als anderszins; maar dan vinden wy eene allerduidelyklle en onwederfpreekelykfte decifie voor ons. ■** Wy bedoelen Uwer Ed. Mogenden Rffolntie van den 17 April 1754, en hebben de eer» dienaangaande met weinigen te obferveeren; dat, na het overlyden van wylen onzen H"er Vader, by U Ed. Mogenden goedgevonden zynde de noodige voorzicninge te doen, nopens onze opvoeding, en fpeciaal nopens de werking en waarnecming van de hooge Digniteiten van het ErfStadhouderfchap, inhetcas, datwy, geduurende onze minderjaarigheid, onze Vrouwe Moeder, ter dier tyd Gouvernante, mogten komen te verliezen, zulks alles in het breede daar by is gearrefteerd; en dat, onder anderen, in de befchikkingen, by die Refoiutie of Reglement vastgefteld, worden opgeDoemd de poinöen, waar in de exercitie van het Erf-Stadhouder-, Kapitein- en Admiraalfchap Generaal hoofdzajkelyk beftaat; met deze fpeciaale by voeging: „ alles conform de Inftru&ie en Commhfie van voorige Stadhouders, en die van zyne ,) Hoogheid, glor. gtd., daar toe relatief, mitsga„ ders hei Reglement van 1074, en de Refolutien dien„ aangaande van tyd tot tyd genomen": — dat, vervolgens, onder meer andere poinclen, in de vyf de plaats, word gefpecifkeerd: ,, het beftellen van de „ Regeering dezer Pro-wcie, mei het gene daar toe ,, behoort, benevens het disponeeren over de Gees,, telyke beneficiën en inkomften"; alles, het gene U Ed. Mo£.euden gelieven op te merken, conform aan het Reglement van den 16 April 1674, dienaangaande geëmaneerd: en dat wyders wordende geftatueerd, hoe het bepaaldelyk, met opzicht tot de waarneeming dezer algemeene Regeeringsbeftel. ling,  'de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 51 ling, conform aan het evengemelde Reglement, in het daar toe exteerend geval, gaan zoude, weder niet zoo veele woorden gezegt wordt: ,, belangen„ de het voorfz. vyf de poinct, raakende het beftel3i len van de Regeering dezer Provincie, met het ,, gene daar toe behóórd, hebben Hun Ed. Mogen- den goedgevonden en verftaan, dat van gelyke ,, (met opzicht tot de Stad Utrecht en de overige Steden; in cas van Vacature vaneen Raadsplaats, 3, de refpeclive Magiftraaten, tot vervulling van „ dezelve, mede binnen den tyd van drie weeken ,3 een ander Perfoon aan Hun Ed. Mogenden in qüA- LiTé voorsz. zullen voordraageo en prsfenteey, ren, welke insgelyks door Hun Ed. Mogendenals „ exerceerende de meergemelde Voogdye, binnen drie ,, weeken na de gedaane prsefentatie, zonder eeni„ ge verandering, tot de vaceerende Raadsplaats ,, zal Worden aangefteld." Daar nu U Ed. Mogenden by eene dbo plechtige gelegenheid, na vooraf gegaane bedaarde en vaü alle zyden wel beraadepe overwegingen! eerst opgeven, welke de Rechten van het Erf-Stadhoüderfchap, omtrent het ftuk van de Regeeringsbeftel* ling, ook in de .Stad van Utrecht, zyn, vólgens het bovengemelde Reglemen^. mitsgaders Refolutien dienaangaande genoomen 1 en dat Hoogstdezelven, op dien grond, vervolgens de noodige befte)ling maakcnde, voor de tyden eener exteerende tninderjaarigheid, uitdrukkelyk obder de Rechten van het Stadhoüderfchap opnoemen -de vervulling der tusfchen beiden openvallende ,, Vroedfchapsplaat- zen;" — en wyders, op dat zelfde indispptabel fundament, die vervulling toekennen aan 2-xh zei ven, als exerceerende de Voogdye over .den minder' jaarigen Erf-Stadhouder, en gevólgelyk,..als zyne hooge digniteiten en gerechtigheeden waarneevïcnde, hoe kan het dan nog een oogenblik dubieus wezen,,,dat die zelve Heeren Staaten, welke dat Regiernenc hebben dóen emaneeren, en aan wiep ook eeoiglyk de interpretatie, indien dezelve hoodig niogne weD 2 zen,  52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zen, zoude competeeren, niet reeds daadelyk hebben gedecideerd en nader verklaart, dat, ook in dezen gevalle van Vacatures, de aanftelling, volgens het meergemelde Reglement, aan niemand anders dan aan ons altoos heeft behoort en nog toekomt? Hier omtrent te allegeeren, dat dit prefenteeren van een Perfoon aan U Ed. Mogenden, in Hoogstderzelver voorfz. qualiteit, Hechts zoude behelst hebben een formulier, om dat teffèns wierd gereguleerd, dat de electie conform die voorftelling zoude gefchieden; en dat dus dit geftatueerde in effecte niets meer zoude involveeren, dan 't gene reeds voor 1674. plaats had, fchynt ons in dezen geen convinquant argument uit te leveren; om dat, in dien gevalle, de geheele tusfehenkomst van U Ed. Mogenden, als waameemende de rechten van het Erf-Stadhouderfchap, zeer te onpas, en met weinig gracie zoude zyn ingevoerd; en om datwy, in dien zin, geene redenen voor den plicht en noodzaake van de te doene voorftelling (die, als een recht, aan den Stadhouder verfchuldigd , in haar geheel blyven moest, zonder dat.de keuze of weigering van den Perfoon iets daar in veranderde) kunnen vinnen, even weinig als van de gronden, in deze Refolutie daar by gevoegd , dat namentlyk deze fchikkingen zyn gebouwd op de Commisfie van den Hf er Erf Stadhouder, op de Refolutien daar toe betrekkelyk en volgens het Reglement van \6i\, welke alJen zekerlyk geene plaats hadden voor dat zelve jaar 1674. Hier komt by, dat, op fundament van de duidelykheid van 't voorfz. Reglement, indiftinclelyk en ten allen tyde, by de kenrisge'eving der refpeclive Vacatures, door de Vroedfchap van Utrecht, fpeciaa! is erkerd, dat derzelver begeeving, volgens het voorfz. Reglement, aan ons toekwam, zoo als dezelve Vroedfchap geene zwaarigheid maaken kan of zal, om zulks, zonder eenige htefit.me, toe te Remmen, en, des noods, door de exhibitie van derzelver Brieven, by alle zoodaanige gelegenheden ,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 53 den, tot nog onlangs op den 4den van de maand Sepcember des voorleeden jaars toe, zoude kunnen bevestigd worden; hebbende welgemelde Vroed», fchap, by derzelver Addres, ter vervulling van eene opengevallen Raadsptoats, gewoonlyk zich van deze of gelykfoortige woorden , bediend: ,, dat ,, dezelve het van hun fchuldigen plicht achten.» ons het voorgevallen fterfgeval bekend te maa,, ken, alzoo aan ons het doen der verkiezing-, vol„ gens het Reglement, toekwam." En dat deze toekenning, benevens de. by voeging der woorden: volgens 't Reglement, niet erroneus is, maar gebouwd op de beftendige en uniforme begrippen van U Ed. Mogenden, ais infttllers van 't^Rtgiement, op die van onze hooge Pradecesfeursen op die van de Regeeriog van Utrecht zelve, als daar by een contrarie belang hebbende, en dus door eene ongeinterrumpeerde obfervactie , die, naar de gronden van het recht, de zekerfte'explicatie eener wet is, voor een der duchtigde preuvea van de algemeene dispofitie van 't Reglement te houden zy, zou waarlyk overtollig wezen, nader aan te duiden. En wanneer wy nu hier by nog voegen, dat het uit Uwer Ed. Mogenden fecreete Notulen van den 18 May 1747 confteert, dat wylen onze Heer Vader gedeclineerd heeft het Stadhouderfchap van Hoogstderzelver Provincie, op eeüigen anderen voet, aan te neemen, dan zoo a!s Prins Willem de derde daar mede, tolgens het Reglement van dm 16 April 1674, is bekleed geweest, en zulks door hem is gecxerceerd geworden; en dat het zelve ook alzoo aan hem is opgedraagen, en voorts erfFelyk voor ons verklaard;, als mede, dat die exercitie,volgens dat Reglement, zich ook beftendig heeft geëxtendeerd tot de begeeving van alle vacante Vroedichapsplaaifeo ; en dat eindeïykae getrouwe naurkoming van het aldus onbepaald en genbf. tveerd mee.)gemelde Regiement, by folemneelen ééde, zoo als wy te vooren reeds hebben opgemerkt, door ieder Lid D 3 van  $^ Verzameling van Stukken hetrehkelyk tot van de voorfchreeven Vroedfchap is bezwooren, en dat ten tyde dezer beéédiging, tot voor nog weinige maanden, alle de Leden van de Vroedfchap, uiet één uitgezonderd, volgens hunne eigen erkentenis, dat Reglement die* conform hebben aange. meikt en verftaan, en dus incontestabel in dier.zelven'algemeenen zin en meening, daar op den ééd. gedaan ; moeten wy rondborftig voor U Ed. Mogenden openleggen onze verwondering, dat de voorfz. Vioedfchap tot eene zoo informeele demarche heeft kunnen beluiken, en even daardoor, op bet onverwagtst, met eene aanmerkelyke prscipitance, en zonder eenige voorkennis en goedvinding van U Ed. Mogenden, ons in onze allerwettigfte en gétituleerde posfesfie teturbeeren, en dus niet alleen, met opzicht tot de merites van ons deugdelyk recht, maar ook met relatie tot ons daadeiyk bezit, geheel en al te renverfeeren die gronden vanhet. recht,'welke tot hier toe, in dit Gemeenebest, als de hoofdzuilen van Vryheid en Zekerheid, Voor een ieder, zelfs voor den geringften Burger, zyn geëerbiedigd en gehandhaafd geworden. * Uit dit alles zullen U Ed. Mogenden, gelyk wy vertrouwen, duidelyk zien, dat wy ons, zoo als wy in 't begin aanmerkten, in de onvermydelyke, fchoon uffens onaangenaame noodzaakelykheid gevonden hebben.'om met'allen nadruk te infteeren, dat U Ed. Mogenden deze confideratien, met de uitt rRe opl-ttenheid, gelieven te pondereeren, en naar. Hoogstderzelver wysheid en squiteit, zoodaanige prompte en efficacieufe voorzieninge te doen, als het important gewigt der zaak vordert. Dan hier van kunnen wy teffens U Ed. Mogenden. verzekeren, dat, zoo zeer als wy ten allen tyde, Volgens onzen jplicht, zullen trachten te waaken, Voor de Hoog heid én de eere van U Ed. Mogenden, en voor de bewaaring der Digniteiten, die ons, voor ons en voor onze Nakomelingen, zyn toebetrouwd; wy altoos even gereed zullen wezen, om met al ons vermogen, mede te werken tot herftel\ ' •■' • > > ling  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 5? ling van de rust in Hunne Provincie, eh van de eensgezindheid en het vertrouwen tusfchen de refpeclive Leden der Regeering; als mede, om onze onveranderlyke zucht en liefde voor den weldaad Hunner Ingezetenen te doen blyken, en door de oprechtfte en erndigde poogingen, derzelver Rechten en Privilegiën voor te ftaan, en hunnen algemeenen voorfpoed te helpen bevorderen; gelyk wy dan ook, met een byzonder genoegen, alle zoodaanige gelegenheden zullen arripieeren , welke ons tot het een en ander zullen mogen gegeeven worden. Waarmede, Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden! wy U Ed. Mogenden beveelen ia Gods heilige prottctie. Uwer Ed. Mogenden dienstwïlligen Dienaar, (was get.) Willem, Pr. van Oranje. (Onder jlond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. By indispofilie van den GeheimSecretaris , (was get.) G. C. Blanken. 's Gravenhage, den 24 February 1784. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden, zoo deze Misfive, als de Requeste van uen Heere de Jonchkere (*) te Rellen in handen van de Heeren (*) Men gelieve te weeten, dat de Heeren Arnoud de Joncheere, Raad en Oud-Burgemeester der Stad Wyk by Duurltede en Mr. R. J. Curtius als een gevolg van hunne wooning buiten voornoemde Stad, ter inftantie san de D 4 Bur-  jtf Verzameling van Stukken betrekkelyk m ren van. Sterkf.nbdrg, van Wolphaarsdyk, Pes. ters, van LocflORST, van natewisch, van Lühbnbd3gh, van dvkvelt, van den boogaard, en esk.stkn Burgemeester van Amersfoort, om dezelve teexamineeren, en HunEd. Mogenden hier op te dienen van confideratien, midsgaders te onderdeken, en Hun Ed. Mogenden vervolgens te advileeren, welke middelen zouden behooren by de band genoomen te worden, om met wegneemirige van aile wettige bezwaaren der Ingezetenen, de harmonie en goede orde binnen deze Provincie en onder derzelver Ingezetenen te herftellen en conferveeren, ■ . iV,. 2144- Misfive van zyne Hoogheid aan de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, gefchreeven den irj Maart 1784 over de Wykfe zaak, en relatief tot de btaaten Notulen van den i-jden dito. Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden! Daar wy als Erf-Stadhouder van de Provincie vaa Utrecht, op.de plechtigfte wyze, en volgens dc eige woorden van onze Commisfie zyn verbonden Qm te bewaren de Rechten, Hoogheden en Heer! lyftheden van denzelven Lande; als' mede om de ingezetenen van dien, van allekragt, fprsfes, gewelden, overdaad en oppresfie, zoo van hunne vV3«nden, als van anderen te helpen bevryden; en wv bovendien aan ons , en onze Nakomelingen ten duurden zyn verplicht, hun en ons zei ven te mam-" ' ' ' trnee- Burgers door de Magiftraat van gemelde Stad, op den 2 ^üo.r.ary 1784 zyn verlasten van hunne Raadsplaatzerr en ' dezelve vacant verklaard., waar tegens de Heer de Tonc.' ueerïï. ter zyner beklag, op den n 5'ebruary dezes iaars hl® voor N<\ 2141. bl. 11, a Cf  de Gebeurtenis/en. in 1787 enz. voorgevallen. 57; dneeren, by de hooge Rechten en Prsëminentièa^ door de Staaten van denzelvén Lande, eenpaarigVen ten eeuwigen dage, onveranderjyk. aan die hooge waardigheid verknocht; zoo mogen wy niet af-, zyn, om ter kennisfe van U Ed. Molenden te bren-, gen, eene gebeurtenis., waar by die hooge Reen.-' ten en Heerlykheden van denzelvén Lande , ten hoogften zoo wy vermeenen, zyn, geiedeerd en, geufurpeerd, en door welke teffens eene daadelyke inbreuk is gefchied, op die Rechten, en Prffiëminentien der Stadhouderlyke digniteit;, en waaromtrent wy alzoo billyk van Uwe ,Ed. Mogenden mo-gen vertrouwen, dat de noodige, zoo prompte als, effkacieufe voorziening tot maiptien van de Hoogheid der Provincie, en tot Protectie van ons wet* tig verkregen recht, en. ontegenfpreekelyke posfesfie, zal worden gedaan en te werkgefteld. Het heeft namentlyk kunnen gelustea, aan Eurgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk byDuurftede, om, conform zekere daar toe aan hun by eenige Burgeren en Ingezetenen derzeive Stad, geprefenteerde Requeste, op den 23 September desi voorleeden jaars 1783, te refolveeren, dat zoodaa-. nige Regenten aldaar, welke zich met 'er woon buiten de Stad mogten bevinden, en in st byzonder Aernouï de JoNCtjEERE , en Mr. Pieter Jacoö Cdrtil'3, beide te dier tyd.Raaden, en de eerste als töen Regeerend Burgemeester, zich aldaar tetf woon zouden moeten vervoegen, of verftoken zou. den zyn van hunne Raadsplaatfen; van welke Refplutie voornoemde Burgemeesteren en Regeerders * ons by Misfive van den 6den Oclober daar aan vol, gende, kennisfe hebben gegeeven, teffens vanons, verzoekende, dat wy da?r op eene gunflige reflectie zouden flaan, en dat tot Raaden in de Vroedfchap dier Stad, door ons in onze qualiteit als ErfStadhouder geene andere Perfoonen gecontinueerd, of op nieuws geöligeerd zouden worden, dan alleen dezulken, welke ejective Burgers ea Ingezetenen, en Poorters derzelver Stad, waren, D S ' ' ' " Eoe,  5* Verzameling van Stukken betrekkslyk m Hoe genegen wy ook ten allen tyden zyn, om aan alle redelyke en behoorlyke verzoeken van een ieder, en byzonder aan de zoodaanigen, wclkeons van wegens, of door Burgemeesteren en Regeerders van eenige Stad gefchieden, te defereeren; hebben wy echter vermeend, ons na het voorfz. verzoek van voornoemde Burgemeesteren en Regeerders, van Wyk by Duurftede niet te kunnen gedraagen, aangezien wy, zulks doende, indirectelyk zouden hebben erkend hunne bevoegtheid tot het neemen der voornoemde Refolutien , en het maakenvan beftellmg, of Reglementen omtrent de reqmfiten tot de Regeering, 't gunt wy, om redenen, welke wy de eer zullen hebben hier na breeder aan U Ed. Mogenden voor te draagen, niet ver» meenen te kunren doen , zonder verkorting der hooge Rechten en van het hoog Gebied van U Ed. Mogenden, als de Staaten der Provincie van Ut» recht ; boven en behaKen dat het ons voorgekomen is, dat het daadelyk executeeren der gemelde Refolutie niet van eene verregaande onredelykheid, en eene ongehoorde hardigheid, voor al in confidentie van de byzondere omfiandigheden , welken na het neemen dier Refolutie hebben plaats gehad, vry te fpfeeken zouden zyn, als waar door twee Regenten derzelve Stad, welke reeds in de Kegeering aldaar, verfcheiden jaaren geadm'tteerd waren , eensklaps daar uit zouden worden geteeld , en zulks op fundament van de vastftelling en de invoering van een nieuw requifiet, 't welk nimmer bevoorens, om behoorlyk tot de Regeering te zyn gequahficeerd, was gevorderd, of had plants gehad. Fn wyl regens de voornoemde twee Raaden ee Joncheere en Curtjxs, by de voornoemde Mislive geene andere bezwaaren wierden geallegueerd, of aan ons immer zyn voorgekomen ; hebben wy geene zwaarigheid gemaakt, om, ter gelegenheid van de gewoone veranderinge der Regiftrature van gemelde Stad Wyk by Duurftede, in den voorleeden jaare 1783, dezelve ARNOUr de Joncheere en Mr.  de Gebeurtenis/en ¥ H37 re de gemelde Declaratoiren naar het genoegen Js der Burgery waren." Terwyl eindelyk gemelde Burgemeesteren en Regeerders, immers (zoo als in dezelve Misfive gezegt word) de meerderheid derzelven, daar by van onsjnftantelyk verzogten: „ dat wy de posten van3, Kaaden in de Vroedfchap, door opgemelde dk Joncheere en CüRTius bekleed, geliefden var -., cant te verkiaaren, en voorts die vacatures naar 3, ons welbehaagen te vervullen met Perfoonen, twee achter éénvolgende jaarenhun Burgerfchap, en etfethve inwooning aldaar ter Stede gehad ,, hebbende , ingevolge het verzoek in fine van op. ,, gemelde Request aan hun gedaan; met verdere ,, by voeging: dat zy 't zelve.verzoek hadden geaccor„ deerd; (even als ware de voornoemde vacant, verklaaring, die zy als nog van ons begeerden, reeds daadelyk gefchied:) „ waaromme zyookver,, zogten, dat wy de goedheid geliefden te heb,, ben daar op te reflecteeren." Wy kunnen voor Uw Ed. Mogenden niet ontveinzen, datwy op't ontvangen dezer Misfive ten hoog. iten verwonderd zyn geweest, over üe handelwvze, door meergemelee Magiftraat in deze zaak gehouden, en die wy, om meer dan eene reden, niet anders konden confidereeren, dan als ten ukerften wederrechtelyk en onbeftaanbaar', doch waaromtrent, wy onnoodig achteden in een meer fpeciaal detail te treeden, daar in allengevallen bet verzoek hy de voorfz. Misfive aan ons gedaan, van zulkeen aart was , dat wy aan 't zelve geenszins konden defereeren, en wy hebben, dus ons Vergenoegd, by ons antwoord van den 24 der voorfz. maand December 1783, aangemelde Burgemeesteren en Regeerders te fqhryven: „ datwy vermeenende het voor„ noemde verzoek volkomen ftrydig te zyn met „ het Reglement op de Regeering, waar by aan 33 ons, welis.gegeeven de faculteit om jaarlyks op „ den 2often O&ober, de Raaden dier Stad voor „ een  ie Gsieartenisfen in 1787 enz, voorgevallen; Si een jaar te continueeren, of anderen iö derzelver , plaatfen aan te ftellen, maar niet, om iemand buiten tyds van zynen Post te ontzetten, dier\ halven in geenen deelen aan een diergelyk verzoek konden noch mogten defereeren; terwyl ' wy ons geenszins bevoegd achteden, om ietwes te doen dat ftrydig zoude zyn, met het door ons en hun bezwooren Reglement, 't welk wy verplicht zyn te maintineeren, en een ieder te conferveeren by de rechten, hem wettig competee, rende". Tot welke onze Misfive wy dus vertouwen middagklaar door te ftraalen ons begrip, dat de voornoemde vacantverklaaring der twee blaatfen van Raaden der Stad Wyk by DuurRede, geheel wederrechtelyk zoude zyn, en dat ook om die reden wy, aan wien als Erf-Stadhouder dezer Provincie, de vervulling der vaceerende Raads of Vroedfchapsplaatzen, door den Souverein is gedemandeerd, niet bevoegd zynde om in dit geval de twee plaatfen voor vacant te houden, en als zoodaanig weder te vervullen; het midsdienookingeeleen deelen aan de Magiftraat der gemelde Stad , vry ftaat, die vacantverklaaring zelfs te doen , en tot eene nieuwe electie daadelyk over te gaan; dan [des niet te min, hebben gemelde Burgemeesteren en Regeerders by eene nadere Misfive aan ons op kien 6Jen February dezes jaars gefchreeven, mee zoo veele woorden voorgeevende: ,, dat zy uit die ,,, onze refcriptie terechc hadden moeten befluiten, dat dezelve was een cörhphaete toeftemming van „ Souvereiniteit hunner Regeeringe, om hun in de„ zen na hun génomene Refolutie. te gedraagen, en die door hunne eigene en wettige macht* in hunli nen boezem berustende, te doen uitvoeren ". Uitdrukkingen die wy ons voordellen, dat by U Ed. [Mogenden zullen worden geoirdeeld, geheel o'nbeIftaanbaarmet de Conftitutie van de Regeering der |[ Steden binnen de gemelde Provincie te zyn, enee1 ne diadelyke atteinte toe te brengen aan de Souve- rei-  ■6'H Verzameling van Stukken betrekhlyk tot reiniteic van U Ed. Mogenden, als de Staaten van dezelve Doch gemelde Burgemeesteren en Regeerders,, die zoo erroneufe ftellïnge, als waare dezelve eene onwedenpreekelyke waarheid, tot een richtfnoeiv yan hün gedrag aanneemende, hebben dienvolgende, eelvkzv ons hv rf^piw Mur,„a — ren, (na dat al wederom een Request tot dit ein- W- r spreienceera, en nevens die hun. ne Misfive copiëlyk gevoegd) kunnen goedvinden i de (zoo zy zeggen; openftaande Raadsplaatfen, volgens hunne (vermeende) wetttige macht, en conform bet Regeerïngs Reglement dezer Provincie, te vervullen, met de Perfoonen van Christi. aan Haantjens en Tieleman Cornelis Bekse- S1NG. Wy zyn wel geïnformeerd, dat de voornoemde Arnoüt de Jokcheere zich nu onlangs aan U Ed. Mogenden heeft geaddresfeerd, teneinde aan den voornoemden Magiftraat aangefchreeven en geordonneerd moge worden, hem zyn Post als Raad der gemelde Stad ongeftoord te laaten houden en genieten, afdoende hunne daar tegen ftrydende Refoluiu\iat üuWe,?d- Manden, daar opgerequireerd hebben het Bericht van denzelvén Magiflraat. Jidoch wy hebben des niet tegenftaande geoirdeeld, dat vooral de laatstgemelde demarche van de Maaiftraat van Wyk, ons onvermydelyk verplichtede, al het voorgevallene ter kennisfe van Uw Ed. Mogenden te brengen, en onze welgegronde bezwaavoorTdraScnr11'11311^' Mn ^tdezelven Immers het is'zeker, en uit den aart der zaakezel. tvdt™e]y\' daLC de £cmelde Magiftraat der btad Wyk door het by hun genoomen befluit, dat de Kaaden de Jonchèere en Cürtids , zich aldaar ter woon zouden moeten vervoegen, op pecne van verfteeken te zyn van hunne Raadsplaatfen , ft gunt van dezelve bevoorens niet was gevorderd) wy-  4e Gebeurtenis/en in 1787 Voorgevallen; 63 rwvders door het daar op vacantverklaaren van gemelde plaatfen, en eindelyk door 't daadelyk aanbellen van twee andere Raaden in derzelver plaatfen, zich volftrekt hebben aangemaatigd de macht len faculteit, om direct- en eigener auctonteit te ftateeeren over de qualificatien, welken er gerequiIreerd worden, om in de Regeering aldaar te kunnen geadmitteerd worden, ja zelfs, om volgens een ïrneuwelings geïntroduceerd wordend Reglement, [daar in te kunnen blyven, als ook het vermogen, •om, reeds wel en wettiglyk aangeftelde Regenten wan die hunne Ambten te deposfedeeren, en anderen naar hun goeddunken in derzelver plaats te Hellen; al 't welk notoirlyk niet anders aan dezelven 'zouden konnen toekomen, dan, na dat aan hun, fop eene wettige wyze, zoude wezen toegekend eene volkomen vrye en onafhangelyke dispofide over :de forma der Regeeringe van dezelve Stad, en de :beftieringe van dien. En dewyl het al verder naar de eerfte grondbe'ginfelen van 't publiek Recht, en volgens den aart 'en natuur der zaake, in geen twyffel behoord getrokken te worden, dat de gemelde dispofide over de Regeering, in onderfcheide deelen van een Gemeenebest, oitfpronkelyk aan de Staaten van den JLande alleen toekomt, eu een wezentlyk deel van Ihaar opperfte macht uitmaakt, kunnende door nieimand anders, ouafhangelyk van dezelve, en zonder ÜHoogstderzelver concesüe, geëxerceerd worden, ! het geen ook de Magiftraat van Wyk niet onduide- lyk erkend by hunne voornoemde Misfive van den (6den February; zoo moet daar uit ook by eene alzins 1 wettige en noodzaakelykeconfequentie volgen, dat izoo lang vast ftaat, of dat de Magiftraat der voor1 noemde Stad is volkomen vryen onafhangelykSou« 'verein, of dat door de Heeren Staaten dezer Pro ll'vke Leden van Uw Ed. Mogenden Hooge Verg?idering, maar niet door de Magiftraaten, .ieder ia iden haaren zyn gemaakt; terwyl de.fuccesflye1 Heeren Stadhouderen in der tyd, uit kfaChr'e van de dellatie, by Uw Ed.. Mogenden Staaos^ewyze aan d£«elve gedaan, de refpeftive M^iftraaten in debceden hebben verkooren, zpo als wy dit nü orlabgs by onze Misfive van den 24.fr.en Feb-uaYy aan Uw Ed. Mogenden nader hebben aangetoond e'ö gedeimonftreerd , uit het evengemelde Reglement der Regeering op den 16 April I674 SraatstgeWyze gearresteerd en bezwooren, en 't welk altoos aangezien is, en moet worden,.. als de fundamenteele Wet, waar naar al 't gene de. Magiftraats hertellingen, in Uwer Ed. Mogenden Provincie betreft, eeniglyk en alleen kan en moet worden beoirdeeld en beflist; en wv zullen derhal ven, ons tot de. gemelde onze Misïlve refere.erende,, verder kunnen menageeren, al het zelve nader aan Uw Ed. Mogenden voor te draagen; maar ter contrarie, uit hoofde van al het daar by .gededuceerde, geruste^ iyk mogen befluhen, dat Uw Ed. Mogendefizekerlyk met ons begrypen zullen, dat de Magiftraat van Wyk door zich aan te maatigen ;de macht? 'en Wt\ eene Souvereine en, (quafi) .i>eigen boeiem berustende macht, om eigener aü'oriteit en zonder lüsichenkomst van Uwe Ed. Mogenden .nieuwe Reelemepteo te maaken , omtrent de qualiflcatieni die in de Raaden dier Stad noodzaakelyk vereischt Éou= den worden, al? mede, door die macht deadelyk werkftellig te maaken, en dien conform, Lederj van denzelvén Raad.(jegens welken nietshctmiDftE buiten dien is ingebracht), feitelyk van hünne bedieningen te weeren , en anderen in derzel ver plaatfen aan te Keilen, met 'er daad hebben Begaan eene d'ïre&e indracht op de Rechten, Hoogheden en ISouvereiniteit van .Uwe Edel Moaenden, eh dat imidsdien, zonder krenkinge van alle dezelve, de gemelde ouderneemingen nimmer by öw Ed. Mo» XXVII. Dtót. E g<-n-  65 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genden kunnen worden geleeden, noch daar inne, door Hoogstdezelve eenvoudig berust; maar dat ter contrarie, volftrekt noodzaakelyk is, dat tot mamtien van her Recht van den Lande en de Souvereiniteit van U Ed. Mogenden, deswegens voorzien worde. En hier mede noch met weinigen overgaande tot een voordracht , van de grieven en verkorting , ons, in onze Rechten en Prffiëminentienals Erf-Stadhouder d ezer Provincie toegebracht, meenen wy dezelve ten uiterften manifest te zyn, zoo dra vast Raat , gelyk zulks nimmer tegengefprooken kan worden , dat aan ons , in die hooge waardigheid door de Heeren Staaten dezer Provincie is opgedraagen de macht, om in de Stad en Steden van dezelve, niet alleen jaarlyks te eligeeren en te verkiezen de Burgemeesteren en Schepenen uit de nominatien van een dubbeld getal, by Burgemeesteren Schepenen en Raaden aldaar gedaan, maar ook om jaarlyks den Raad of Vroedfchap van de voornoemde Stad of Steden, 't zy in 't geheel , 't zy ten deelen , te continueeren ofte uit het geheel lighaam der Burgeren en de Ingezetenen, andere nieuwe Raaden of Vroedfchappen te verkiezen zoo als wy oirdeelen beft en bekwaamst te wezen, zonder eenige nominatie of contradictie van iemand, en dus de generaale aanftelling der Raaden; hoedaanige macht aan den Stadhouder in der tyd, en dus aan ons in die betrekking met zoo veele woorden is gedeinandeerd by de evengemelde Ordonnantie en Re. glementen der Regeerirge ven den 16 April 1674 en rader toegekend, zoo by tTwe Ed. Mogenden Reglement qp het ftuk der tutcele geduurende onze mioderjaarigheid, van den 17 April 1754, als by onze daa'clyke aanvaa;ding van't Erf-Stadhouderfchap, op den voet van de voorroemdé orde en beraaming, en zoo a,ls het Stadhoudejfchap door wy. len onzen Heer Vader was geëxerceerd, gelyk dat een en ander nader is aangedrongen hy onze gemelde Misfive op den 24ften February laatstleeden, aan ü '  de Geieürtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 67 ;U Ed. Mogenden gefchreeven,; waarom wy, al 'c izelve alhier niet wederom zullen herhaalen, en 't leunt ook te minder noodzaakelyk is, in ditigeval, daar de meergemelde Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk, njmmer, ook niet by hüpne ihier vooren ingeroepene Misfives, aan ons de macht in eenigermaate hebben betwist, of dezelve eenigE.ins in twyffel getrokken, maar ter contrarie volkomen hebben erkend en geadvoueerd. . 1 ' Dat nu met, deze onze erkende macht en faeul£eit, betrekkelyk tot de aanftelling der. Raadei} ih de voornoemde Stad, dire& ftrydig is, de onderneeming van Burgemeesteren en Regeerders aldaar » om twee, alzoo door ons aangeftelde, en.^by hun uit dien hoofde daadelyk geadmitteerde Raaden , eigener authoriteit, van die hunne Bedieningen te ontzetten, en derzelver plaatfen vacant te verkiaaren, en om verders zelve buiten ons. die phvnf-a door de aanftelling van twee andere Perfoonen tot Raaden te vervullen, is.naar ons begrip eene zaak, welkers evidentie, van zelve fpreekt, en waar van (dg voordracht alleen, het volkomen en overtuigend bewys met zich draagt. , . ... ,& 4 Immers is het wat 't.eerfte betreft, manifestl idat, indien aan eenige Magiftraat word toegekendi ihet vermogen, om* by politicque dispofitie». en, fop fundament van nieuwe by hun beraamd wordenIde Reglementen, Raaden inde Vroedfchap, by ons iwel en wettig aangefteld, en door hun uit d,ien ihoofde geadmitteerd, van derzelver Ambten te'cnE:zetten, aan ons in effect het gemelde Recht i, Soo ;niet direct ontnomen, immers geheel illufoir gemaakt, en van olie kracht en werking beroofd zou* ide worden; alzoo het als dan, wat het wezen der ;zaake betreft, öp even en 't zelfde, neerkomt,.als lof die aanftelling by ons niet was geichiedj of niet jgerefpecteerd behoorde te worden; hoedaariig,iets te ftellen, van de üiterfte ongerymdheid niet is vry tefpreeken, en waar tegens Uwe Ed., Mogenden iwel üitdrukkeiyk hebben willen waaken, wanneer È 2 Hoogst-  68 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hoogstdezelven by 't evengemelde Reglement Van den jaare i6,4» üebben geftatueerd: „ dat de „ Stadhouder jaarlyks de Raaden of Vroedfchap. „ pen in de Stad en Sreden zoude continueeren, , ofte op nieuws verkiezen-^ zoo als hy oirdeelen zoude best en bezwaamst tê wezen, zonder eenige ,, cnntradiEtie van iemand". Dan het is al verder, indien mooglyk, noch handtastelyker, dat de voornoemde door den Magiftraat van Wyk, direct gedaane verklaaring of aai Helling van twee andere Raaden, rechtsdraads aanloopt tegens onze Rechten en Prsëminentienals Erf-Stadhouder, want dewyl dieaanftellingaanons, en aan ons alleen by 't gemelde Reglement is gedefereerd, zonder dat daar by in eenig geval hoegenaamd, eene gelyke macht aan de Magiftraaten in de Steden is toegekend, is het notoir, dat door de gemelde daad van den Magiftraat van Wyk, ipfo facïo aan ons is ontnomen de exercitie van die onze macht, en deze door hun gansch onbevoeglyk geoefftnd; kunnende hier aan geene de minfte verandering toebrengen, dat wy, op het verzoek # daar toe aan ons door gemelde Magiftraat gedaan, gedeclareerd hadden , de meergemelde twee Raadsplaatfen vacant te verkiaaren, en met andere Perfoonen te vervullen, doordien onze weigering, (welkers rechtmaatige gronden wy bevoorens met weinige hebben doen zien, en ons verzekerd houden, by Uwe Ed. Mogenden volkomen te zullen worden goedgekeurd), aan den voornoemden Magiftraat nimmer eerig Recht konde geeven, om te doen , dat gene, waar toe dezelve bevoorensonbevoegd waren, veelmin, om, in deeanflelling van twee nieuwe Raaden tot vervullinge der door Hunne Ed. vacant verklaarde Raadsplaatfen, als ware her, ons te vervanger , en te exerceeren een macht hun nooit aanbevoolen , en eeniglyk aan ons als Erf-Stadhouder, wanneer daar toe behoorlyke termen wierden gevonden, wettig opgedraagen, dan welke wy difficulteerden daadelyk te weik te leg- gen,  de Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen. 69 f gen, uit dien hoofde alleen, dat 'er naar onze gei dagten tot de oeffening daar van geen plaats of re; den exteerde. Deze eenvoudige, doch alfints palpabele en oni wederleggelyke redej>c*n , zyn het dan pok Ed. Mo[ gende Heeren! welke ons overtuigen, beide van i de ufurpatie van Uwe Ed. Mog. hooge Gerechtig» I heden en Oppergebied, en van de grieven aan on!2e Rechten cn FrEeëminentien als Erf-Stadhouder 1 dezer Provincie toegebracht, en die ons genood: zaakt hebben, dat alles ter kennisfe en aan de fe. : rieufte overweeging van U Ed, Mogenden te moe1 ten voordraagen , zonder dat wy 3t noodzaaklyk ; achten, ons thands in te laaten in de nadeelige ge' volgen van zoodaanige onderneeming, als door den ', Magiftraat der Stad Wyk in dezen is gehazardeerd; I gevolgen, welke tot ruine van den Lande, totom' wenteling der ganfche form van Regeering en tot 1 deftructie van'alle goede orde, eei sgeziodheid en 1 welzyn der Ingezetenen, zouden ftrekken. Gelyk wy ook alhier geenszinrs zullen treeden in : eenig onderzoek, of de gemelde reqmfiten die de ' voornoemde Magiftraat voortaan zoude willen vor\ deren van alle deszelfs jegenswoordige Leden, en van die genen, welke by vervolg van tyden in hun. ne plaatfen mogten opvolgen, van die uiterfteaangelegenheid en noodzaakelykheid zyn, als de Ma, giftraat van VVyk fchynt te begrypen, noch ook 1 ('t welk wy echter vermeenen dat in dezen wel ee: nige coniideratie had gemeriteerd,) of de meerge: melde Raaden de Jokckheere en Cürtius , door hunne refpective gedaane Declaratoiren , ten mins» ten niet zoo veel hebben gedaan, dat de Magiftraat van Wyk by provifie daar mede genoegen hadden i kunnen en behooren te neemen, zonder aacftonds 1 tot zulke feitelyke en violente middelen over te jgaan, als zekerlyk is, (de bevoegtbeid van den . Magiftraat daar toe voor een oogenblik eens veronderfteld zynde,) het daadelyk deftitueeren hunner Mede-Raaden van derzelver Bedieningen, zonE 3 der  lo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der emige andere redenen; hoe zeer zy dezelve a!4 tóos wel en behoorlyk hadden waargenomen , daan: omtrent jegens'hun geene klachten hoegenaamd wa4 ren ingebracht, alzoo dit-alles naar onze gedagten. Kier omtrent in geene deTbinste aanmerking kam komen, maar alleen de bevoegtheid of onbevoegt-; heid van denzelvén Magiftraat om diergelyke Re* glementen te maaken , en (niet tegenftaandedebe* noeming der Raaden aan ons alleen als Erf-StadhöiK der by den Souverein is gedemandeerd,) debyonsi dien. conform aangeftelde Raaden eigener authori-i reit te deporceeren, om zelfs anderen buiten ons, direct te verkiezen en aan te ftellen. Eindelyk zullen wy ook voor als nog mede niets gewagen van de violente middelen, welke zoo als wy geïnformeerd worden , door verfcheiden Per^ foocen zouden zyn gebruikt, om den Magiftraat van Wyk te brengen of liever daadelyk en feitelyK te noodzaaken tot het doen van alle de gemelde de* matches, en waar over volgens onze informatieni de voornoemde Arnout de Joncheere,, by zynei aan Uw Ed. Mogenden geprefenteerde Requesteni verfcheiden klachten heeft ingebracht, en een aan-i tal omftandigheden voorgedraagen; want hoe zeer de uitdrukkingen zelve, by de gemelde Magiftraat, in hunne refpe£tive aan ons gefchreeven Misfive, gebruikt, zulks'alles waarfchynelyk maakt, en 't welk dan ook wel eenigszins tot verontfchuldigingj der gemelde Magiftraat zoude verftrckken, ^ynwy echter niet volkomen of genoegzaam onderricht. Alleen 'kunnen wy niét afzyn Uw Ed. Mogendeni te doen opmerken, dat dit alleszaaken zyn vanzulki een aanbelang voor het welzyn der ingezetenen, Voor het behoud van de achtbaarheid en waardigheid de;, refpective Magiftraaten, ja zelfs voor het hooge gezag en oppergebied Van Uwe Ed Mogenden , dat wy geenszins hebben kunnen twyffelen: of Hoogs'tdezelven zouden zeèr nadrukkelyk oirdeelen, nauwkeurige informatien daaromtrent tedoen neemen, en de gemelde klachten gegrond vinden-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 71 BV? b& •? Vak xw*.&v--\Ji »*i tm »t!iuatóa 1 V 1 , , 'dende, zoodaanige voorzieninge te doen, tot voorjkominge van diergelyke desordres, en herftel van 'al het punt door dezelve mogte zyn yeroirzaakt, als Uwe Ed. Mogenden naar derzelver hooge wysheid zullen oirdeelen te behooren. ' Dit alles dethalven thands aan eene zyde Hellende, zullen wy dan ook deze onze Misfive beflui'ten, met alleen van U Ed. Mogenden op 'c iuftan'telykfte te verzoeken, dat dezelve tot maintien van derzelver hoogheid en gezag, en tot behouu Rechten en Prseëminentien, ons en onze Nakomelingen als Erf-Stadhouder gedefereerd, zoodaanige voorzieninge zullen gelieven te doen tegens de ge^ melde onderneeminge van Burgemeesteren en Ke geerders der Stad Wyk by Duurftede, als Uw Ed. Mogenden naar overweeging van al 't hier vooren gemelde zullen oirdeelen te behooren. Waar mede, Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden! wy U Ed. Mogenden beveelen in Gods heilige protectie. Uwer Ed. Mogenden dienstwilligen Dienaar, (was get.~) Willem, Pr. van Oranje. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. By indispofitie van den GeheimSecretaris , (was gecontrafign.) G. C. Blanken. In 's Gravenhage, den 16 Maart 1784. E 4 No  X*. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot jne. 2!4ï. Publicatie van de Regeerders der Stad Ut. recht, tot hei oproepen der bezwiaren wegens de bejiellinge von de Staats- en Stads Regeeiinge. In dato den 13 April 17,84. Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad. Utgecht, zoo door openbaar gehouden ^-ordende discourfen, als door veelvuldige gefchriften, ontwaar geworden zynde de bezwaaren, en het daar uit voortkomend misnoegen , welk tegenwoordig plaats Heeft en van dag; tot dag toeneemt, wegens de beftellin^e der Staats- en Stads Regeeringen; hebben tot voorkominge van ongelegentheden en confufien, welken tot merkelyk achterdeel vau ss Lands en Stads welzyn, daar uit zoude kunnen gebóoren worden , noodig geoirdeeld mede te concurreeren tot de !Refo)ut:e, op den 2jlten February dezes jaars ter Vérgaderinge van de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie genoomen , tot het dece.rrjeeren van eene Staats.-Commisfie van negen Leden, om door dezelve te doen onderzoeken en vervolgens te advLfeeren, op welke wyze alle wettige bezwaaren der In- en Öpgezeténcn dezer Pro. vincie zouden kunnen worden weggenoomen, ten einde de eensgezindheid en goede orde onder de gezamentlyke Inwoonderen'des Lands mag blyven geqor.ier veerd en bevestigd. — Op dat dan Hun Ed. Groot /\ch'b mogen geïnformeerd wórden van alle zoodaanige w? ttige bezwaaren , als derzelver Burgeren en Inwponders, zoo binnen deze Stad, a'1 in de Vrvheid van die, vermeinen te hebben, én op dat aan dezelve gelegenheid gegeeven word , nm hunne bezwaaren zonder overhaasting te kerken opgeeven: zoo hebben Kurgemeesteren en Vroi'ofchap goedged;xhf - om aan een iegelyk Burger en f.yoonder, van wat ftaat ofcoadirie hyzy, alleen u;'^.ezonde'd Vreemdelingen, Dienstboden, Bed. elden en die alhier geen vast verblyf hebben, té bepaalen dén tjd van de eers'komende vyf wee-' ken na cf&ondiging dezer, om hunne wettige be- awaa-  de Gebeurtenisj'en in 1787 enz. voorgevallen» 73 izwaaren in gefchrifte te (tellen, en, Voor 't verdoop van gezegde vyf weeken ter Sectetarye van IStads Poliïie, ónderteekend en gezegeld, over te [brengen; om welke te ontvangen de laatfle week tter gemelde Secretarv zulten vaceeren twee Riaiden uit de Vroedfchap dezer Stad, nevens één der $ecretarisfen van de Politie, alle dagen des nanoens van drie tot vyf uuren, alles teneinde Burgemeesteren en Vroedfchap na expiratie van den gefteïden tyd, uit examinatie van 't overgebrachte, in ftaat wedden gefteld eene juiste opgave der bezwaaren, overeenkomfiig Stads Rechten en met bewaaring van dezelve, ter voldoening aan het gerequireerde van Hun Ed. Mogenden uit te brengen, pp dat genoegzaame middelen mogen werden uitgedacht, en aan de hand gegeeven, waar door. alie die be« jzwaaren, en daar uit opgereezen misnoegdheden, werden weggenoomen, de eensgezindheid en het onderling vertrouwen tusfchen de refpective Staaten Regeerings-Leden, met de Burgers en Inwoonders herleevendigd, bevestigd, en beftendig gemaakt worden. En op dat hier van niemand onkundig blyve, zal Ideze worden gedrukt, afgekondigd.en aangeplakt, zoo als behoord. Aldus gearresteerd den 13 April 1784, en van den Stadhuize (morefolito) gepubliceerd op den 17 üaar aan volgende'. (*«. get.} In kenniffe van my, J. W. DE RüEVER. I  74 Verzameling van Stukken betrekkêlyk tot N°. i\a,6. Publicatie van de Regeerders der Stad JA mersfoort tot het zelfde einde. In da:o den Iy JA pril 1784. De Regeerders der Stad Amersfoort in overweèj ginge genoomen hebbende, hoe de Ed. Mogend! Heeren Staaten dezer Provincie by Refolutie val den 25ft.cn February jongstleeden, hebben gedij cerneerd eene Commisfie om door dezelve te doe< onderzoeken, en vervolgens te advifeeren op wëia ke wyze alle wettige bezwaaren der In- en Opge,i zetenen dezer Provincie zouden kunnen worda weggenoomen , ten einde de eensgezindheid et goede orde onder de gezamentlyke Inwoondera des Lands blyve geconférveerd en bevestigd, es begeérende aan dit goede oogmerk zoo veel mo'ogj ]yk bevorder!yk te zyn ; hebben goedgevondéï daar van by Publicatie kennisfe te geeven, en tl bepaalen den tyd van vyf weeken, naar de afkom diginge dezer 5 op dat een iegelyk Burger en lm Woonder van competenten ouderdom, mits alhiet zyn vast verblyf houdende, niet dienstbaar zyndd of bedeeld wordende, binnen dezelve tyd, zoo; - daanigewettigs bezwaaren, als hy vermeinen zou. de wegens de beftellinge der Staats- en Stads Re< geeringe te hebben, in gefchrifte Rellen, getee: kend en verzegeld in handen van den St cretariii der Politie dezer Stad overgeeVén zoude mogen 1 ten einde de Magiftraat uit examinatie van het o: vergebr«chte in Raat werde gefteld , eene juiste opgave der bezwaaren, overeenkómftig Stads recta ten en met bcwaaringe van dezelve, ter voldoening ge aan het gerequireerde van Hun Ed. Mogender uit te brengen, op dat genoegzaame middelen mo-i gen worden uitgedacht, en aan de hand gegeeven 3 waar door alle die bezwaaren werden weggenoo-i men, de eensgezindheid, en het onderling ver-1 trouwen tusfchen de refpective Staats- en Regeer rings-Leden met de Burgers en Inwoonders be-i waard, bevestigd en beftendig gemaakt werden. Em  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, -is En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deze worden gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, zoo als behoord. Aldus gearresteerd den ip April ^784, en mar&, Jolito gepubliceerd den 20 dito. (Onder flond') In kennis van rny, (was get.~) Jan Both Henduiksen. IN°. 2147. Publicatie van de Regeerders der Stad Rheenen, tot het zelfde einde. In dato den a Maart 1784. feWSr :1" " "X * ' ' "SOX, De Vroedfchap der Stad Rheenen, doet by deïzen aan een ieder bekend maaken, dat alle In- en 1 Opgezetenen dezer Stad en Vryheid van dien , wélIke vermeenen bezwaard te zyn, het zelve binnen tden tyd van agt dagen, te rekenen van dato dezes, 3 aan Hun Ed.Achtb. kunnen aanbrengen, alzoo dei'zelve na die tyd niet zullen worden aangenoomea, Acturn, den 8 Maart 1784. (Onder Jiond) Ter Ordonnantie van dezelven9 (was get.) W. A. Buddingh, I N°. 2148. Publicatie van.de Regeerders der Stad Wyk by Duurfted*, tot het zelfde einde. In dato den 26 April 1784. Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by 1 Duurftede, in overweeginge genomen hebbende, ! hoe de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie by Refolutie van den 25fteu February jongstleden, hebben gedecerneerd. een Cqrrintfsfie OIB ' \*) Zie hier boven het flot van N». 2143. bl. 55»  ? Ma-iï 1784. J J] Burgemeesteren en Raaden der Stad MoptfoortJ in-overweeging genomen hebbende, hoe de EdJ Mo-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 77, jfogende Heeren Staaten dezer Provincie, by Ré» olutie van den 25ften February jongscleeden, heb. ien gedecerneerd eene Commisfie, om door dezeie te doen onderzoeken en vervolgens te advifeé;n, op welke wyze alle wettige Bezwaaren der ]-en Opgezetenen dezer Provincie zouden kunnea lorden weggenomen, teneinde de eensgezindheid ï goede orde onder de gezamentlyke Inwoonderea es Lands blyve geconfsrveerd en bevestigd, en sgeerende aan dit goede oogmerk zoo veel möogk bevorderlyk te zyn, hebben goedgevonden, jar van by Publicatie kennis te geeven, en te belalen den tyd van drie weeken na de afkondiging ;zes, op dat een iegelyk Burger enlnwoonder van »mpetenten ouderdom, mits alhier zyn vast veryf houdende, niet dienstbaar zynde, öf bedeélt Drdende, binnen denzelvén tyd zoodaanige wettiI Bezwaaren als hy vermeenen zoude wegens de iftelling der Staats-en Stads Regeering te hebben, igefchrifte dellen, geteekend en verzegeld inhann van de Heeren regeerende Burgemeesteren de. r Stad overgeeven zoude, ten einde de Magi. aat uit examinatie van het overgebrachte in Raat urde gefield, eene juiste opgaave der Bezwaaren ereenkomftig Stads rechten en bewaaring derzelter voldoening aan het gerequireerde van Hun I. Mogenden uit te brengen, op dat genoegzaa: middelen mogen worden uitgedagt en aan de od gegeeven, waar door alle die Bezwaaren word weggenomen , en eensgezindheid en onderling rtrouwen tusfchen de refpettive Staats-, Stads;Regeerings Leden met de Burgers en Inwoonders waard, bevestigt en beftendig gemaakt worden. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal ze worden afgekondigd en aangeplakt zoo als be. ord, Aldus gearrefteerd den 3 May 1784. In kennisfe van my, (was get.) QoiRiisus HaVick.  *-3 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 2150. Misfive van den Heere Prinfe Erf-Stadhou\ der aan de Vroedfchap der Stad Utretht, over hei verkiezen van e-.n Raad, inplaatze van den overleg denen Mr. Hkndr. van Asch van V/yck. li dato den 24 April 1784. Erentfeste , Voorzienige , Discreete: onze lieve byzondere! Verbomen hebbende, dat door het overlydec van Mr. Hendrik van Asch vanWyck, eenRaadss plaats in de Vroedfchap van U Ed. Stad, reedsl Voor eenige dagen is komen te vaceren, hadden wy billyk verwagt, dat U Ed., volgens het ouc'i en conftant gebiuik, ons daar van kennis zouden gfgeeven hebben, met verzoek, om conform het Reglement op het fluk der Regeerirge, inplaatze van den overledenen, een ander nut en bekwaam Perfoon tot Raad in de Vroedfchap van U Ed. Stadi te commitreeren en aan te ftellen. Dan uit U Ed. ftilzwygen op dit fujet, en uit de geruchten, welke omtrent U Ed. voorneemen tot ons gekomen zyn, moeten wy befluiten, dat U EdJ intentie is, om, direct ftrydig aan het voorfz. Re-; glement, en tegen ons wettig verkreegen Recht; Zonder communicatie, zelfs over te gaan tot heb verkiezen en aanftellen van een nieuw Lid in dèi Vroedfchap van U Ed. Stad; en daar wy oirdeeleni de notoire gefundeerdheid van onze privative be* voegdheid tot de Vervulling der openvallende! Vroedfchap'plaatzcn, op eene onwrikbaare wyzé te hebben aangetoond, by onze Misfive aan de EdJ Mogende Heeren Staaten van U Ed. Provincie, vadi den 2 k der' Bezwaaren, die over gegeevenzyn den 24May 1784», Edele Achtbaare Heeren! Het zy ons ondergefchreevene geohiofd, UEd., Achtb- met deze eerbiedig doch vrymoedig, als; Burgers, te naderen. — Hadden wy op den 24[ May T784 het geluk, om ingevolge de Publicatie; van ü Ed. Achtb., in dato den 2often April jongst-. leeden, onze bezwaaren, dewelke door een groote 1 menigte der Burgery mede geteekend en dus over- • genomen zyn, in banden van UEd. Achtbaare tei Rellen, en by de overgave derzelve, een en ande-. re poinclen aan U Ed. Achtb. voor te draagen,, welke wy ter bewaaring en tot inftandkoming on- • zer onvervrecmdbaare rechten , meenden noodig ; te zyn; zoo was het ook, dat wy betuigden, dit; alles met die hartelyke begeerte, en zulk eenen . weimeenenden ernst aan U Ed. Achtb. voor te draa- ■ gen, en eerbiedig op dezelve aan te dringen, als het zichtbaar belang der Stads zaaken, en de hand- ■ h'iavirg der Souvereiniteit onzer hoogst geëerbiedigde Stads Regeering , beurtelings vorderde en wil. — Hier mede, Ed. Achtb. Heeren! meenden wy nu eerige tyd te moeten blyven afwachten na de allergunftigfte uitflag, welke wy meenden, dat niet wel konde misfen, op onze bezwaaren te zullen volgen, daar dezelve op de Rechten, Privilegiën en welhergebrachte Costumen , mitsgaders lofFelyke Refolutien van deze Raad gegrond zyn, airhands wat het Stedelyke by Hoofddeel 3 en 4, en ook de twee eerfte Artikilen van Hoofddeel S berrof, terwyl wy ook veronderftellcn, dat het recht dezer Stad, ende bewyzen daar toe dienende, wegens bet Provinciaale, genoeg by Hun Ed. en Achtb. voorhanden zyn. En, Ed. Achtb. Hee- j ren! waarom zouden wy'niet met zulk een alltrgun- Rig  de Gcisurtemsfen in 1787 enz. voorgevallen. 83 ftig vooruitzicht bezield geweest zyn ? de bovengemelde Publicatie van den ioften April jongstlee. 5den, wasr bv de Burger wierd uitgenoodigd , zyne (Bezwaaren op te geeven, veronderltelde immers iniet alleen, dat 'er dezelve waren, maar ook, dat zoo die gegrond waren, 'er redres op zoude volgen: in deze yerwagting waren wy, Ed» Achtb. Heeren! te vooren al verfterkt door dezes Eaads Refolutie van den ijden Maart jongstleedehj, aan de Supplianten dies tyds gegeeven , waar. by Htm Ed, Achtb. ons geliefden te verzekeren, gaarne alles te zullqn contribüeeren, wat tot bewaaring Van de Rechten, Privilegiën en welherbragteHerkomen dezer Stad en Burgery Zal kunnen ftrekken. Dus, 3d. Achtb. Heeren! gingen.wy in een blya* Voorlitzicht op een' goeden uitflag onzer zaakeüs die Stads rechten zyn, voort, tot dat wy bemerkten, dat 'er eene Commisfie door U Ed. Achtb. betiièemd vasj ten einde te doen onderzoeken, .of alle dé féeicenaars volgens Publicatie gerechtigd waren. Dan, Ed- Achtb. Heeren! deze Commisfie is het, ivelke ons doet vreezen, dat wel ligt onze biliyke :erzoeken, hoe gegrond ook, zoo veel mooglyk iülfen worden tegengegaan, trouwens het komt )ns, en veele Burgeren alzoo voor, om navolgeaie.redenen: Eerftelyk: om dat deze Commisfie beiiaat liit zoo. iaanige Heeren, van welke (en dit kan Hün,,Ed. ichtb.. niet onbekend zyn) onder den Burgerftaat 'etwyffeld word, of dezelven wel Bu'gers zyij t en aus, of dezelven als zoodaanig tot de zitting in eieren Raad bevoegd zyn, veel min gere'cEtigd tot :et bekleeden van zoodaanige Commisfie ter otlderioek der naamteekening als zoo even gez'egt is, aar het zeker is, dat zoo lange dit Hun Ed. Burgerrecht niet blykt, Hun Ed. als party in dezen noeteh aangemerkt worden, en dus tot de Comhisfie onbevoegd, wordende deze Heeren, welke it raakt, publiek genoeg genoemd te zyn, den teer'e Oud-Burgemeester Kluppel, den Heere F 2 K.olff,  84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Kolff, waar by ook gevoegd word, als zittende in den Raad, den Heere Sas, zynde de overige Heeren in die Commisfie alle zoodaanig zelfs daar by geintresfeerd, dat zy na rechten geen fesfie in deze Commisfie kunnen hebben, uitgezonderd twee derzelver Heeren, met naamen de Heer Oud Burgemeester Anthony Mfthorst en de Heer Vroedfchap Pieter Jacoeus Visschers, terwyl mede als in dezen volftrekt onbevoegd is de Heer Suyck, uit hoofde dat dezelve onder andere redenen, als de jorgfte van drie te gelyk zittende Zwagers in den Raad fesfie heeft, tegens de wettige Refolutie dezer Stad, en byzonder die van den 31 December 1668. Ten tweeden: om dat Cen dit meenen wy verfchuldigd te zyn aan U Wel Ed. Achtb. te moeten ontdekken) de gemelde Commisfie eene handelwyze wegens het onderzoek der naamteekening houd, waar cor-r de goede trouw der Burgery word in verdenkirg gebracht, en welijgt tot zulke oneenigheden onderling zoude konnen overflaan, waar door de nadeeligfte gevolgen zouden konnen geboren worden. En dit beftaat hier in, dat de Heeren in deze Commisfie ver(c?ieider;e Lieden, die hoewel gemeene Lieden, nogthands nevens anderen Burgers zyn, voor zich ontbieden, en aan dezelven onderzoeken , of zy de bezwaaren gereekend hebben ; zoo ja, of zy wel weeten, wat dezelve behelzen, er, andere redenen meer, welke van die uitwerking althsnos zyn, dat die, of eenige van die Perfoonen, door vrees bekroopen, hunne naam, zoo gezegc word, verkiezen door te haaien; en dat anderen, aic eenvoudig deze of die poincten, welke zy daar uit on'houden hebben, opgeeven, en zich de overigen niet meer weeten te herinneren , althands zoo gezfgt wo'd, gevraagd worden, of zy wel onder ééde zouden willen verkiaaren, daar voor en niet anders gereekend te hebben; terwyl ondertusfehen van ter zyde verhaalt word, dat die Heeren Gecommitteerdens zitten, om te onderzoeken, of iemand  de Gebeurtenis/en in 1787 e«z, voorgevallen, 85 1 'maod geteekend heeft, om den Schout uit deze l'Stad te bannen; terwyl een ander opgeeft, dat de genen, welke de Bezwaaren hebben doen teekener , de Gemeente heeft misleid, en aan hun heeft wys gemaakt, dat 'er verlichtinge in de algemeene las ten verzogt word, en dat zulks onwaarheden zyn, :en men hun alzoo heeft bedrogen. Alle zaaken, :Ed. Achtb. Heeren! die wy geoirdeeld hebben vaa Idie natuur te zyn, dat dezelve niets anders als verIdeeldheden onder den Burgerftaat moeten ten ge'volge hebben, en dus van fchaadelyke vooruitzichten worden; en welke dingen alle uit het ontbieden der onnozelen uit de Burgery voor. die Commisfie veroirzaakt, en alzoo voortgaat,, en van den een laan den ander, ieder na zvne vatbaarheid, word voortverteld. Daar het immers zeker is, Edele Achtb. Heeren! dat, dewyl eenigen nog deze of !die zaak onthouden hebben, zy het bewys medebrengen, dat hun ten minften eenige opening der zaaken van het Reglement is gedaan, waaruitblykt, dat dezelve niet zyn misleid; terwyl denzulken, welke voor hun teekening gevraagd hebben, ofzy :'er ook kwaad aan deeden, vryelyk konde worden toegevoegd, neen;, trouwens men wierd daar toe uitgenoodigd, fchoon men begrypt, dat al was zulks niet gefchied, Hun Ed. Arhtbaare nimmer voor den Burger den weg van billyk beklag konnen (luiten; en dat men wyders aan zulke Vraagers, welke onderzogt hebben, of 'er ook vermindering wao lasten uit zouden konnen ontltaan, vryelyk Oeeft konnen zeggen, ja; immers, het voorbericht ivan het overgegeevene Concept-Reglement, wyst lier toe een billyken weg aan. Uit alle dit gepofeerde blykt genoegzaam, zoo Onderteekenaars vertrouwen; vooreerst, de onwet;igheid van fommige Heeren in de Commisfie; en \en tweeden, dat het uit het gebeurde genoegzaam «f te leiden zyn zou ie, indien men zich niet con:rarie verzekerde, als of het groot aantal Onderreeseraaren niet zeer aangenaam is. Immers, Edele F 3 Achtb,  $<£ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Achtb. Heeren!. deze Liedep geeven zich zeiven i ïjjet aan als berouw hebbende over hunne teekening,, óf komen zich niet beklaagen over misleiding, maar; worden ontboden voor de Commisfie, waar na de: gemelde uitwerking by dje Menfchen befpeurdj word; waar uit dus genoegzaam is op te maaken,, tor.' wat einde die ontbieding gefchied. Terwyll ondertusfchen, het zy dan waar, het zy dan valsch,, ''er een geruchte in de Stad is, als of 'er uit dee Commisfie der Heeren afkomftig is, dar men heeft'l doen teekenen, om den Schout ujt de Stad te bannen, zoo als zoo even in het algemeen gezegd isj; en dit is immers, Ed. Achtb. Heeren.'. een valfchei befchu'diging; de Bezwaaren behelzen omtrent dem Heere Schout niets, als dat men omtrent dat ambti het inconftitutioreele en tegen Stads Rechten em Privilegiën ïtrydende verzoekt te redresfeeren, ent geheel weg, te doen, en hierin zyn wy, behalveni uit fommige Refolutien van dezen Raad, ook voor..' geligt geweest door de Remonftrantie, welke U EdJ Achtb. op den . . July 1750, tegens deze infractje, aan zyae Hoogheid destyds hebben opengelegd, even z.00 als ook destyds in den Raad der Stad Ut-: reelat heeft' plaats gehad, welke laatfte ook gehoord zyn.,' doch die van onze Regeerders niet veel effecï fchynt gehad te hebben; ahhahds het heeft ten ge* volge gehad dat zoo zeer by ieder weldenkend Bur? ger gehaat Reglement van den 12 December 1750, het welk dan nu ook verzogt word, dat vernietigd 'gorde. Het is. om deze, en des noods nog verdere rei densri, dat de Ortdeneekenaars verzoeken, dac heel .Hun, Edele Achtbaare behaage , geene Commis< % de Bezwaaren aangaande te decerneeren, waar in. zoodaanige Heeren benoemd worden ,. welkee uit hoofde van hunne Burgerfchap of Namaagy. 1 fchap in' eigen perfoon konnen aangemerkt wor-': den,'daar, in becrokken te zyn, en dus als paw tyen ip de Bezwiaren moeten worden geconfide^ reerd. En dat dus de gemelde Heeren, welke hier bo-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 87 iboven genoemd zyn, tot gerustftellmg der Burigery provifioneel , en tot zoo lange derzelver wettige Burgerrecht blykt, in die thands fubfiftee:rende Commisfie mogen vervangen worden door izoodaanige Heeren, omtrent welke daaromtrent nog geen bedenking valt; als mede dat ookdieHeeiren, welke op andere wyze by gemelde Bezwaaren [geintresfeerd zyn, mede mogen geremplaceerd worIden door die, welke dit in eige perfoon niet aangaat. ITerwyl vervolgens ten lterkfien vczogt word, dat zoodaanige ontbieding van de Burgers en Ingezetenen, welke geteekend hebben , niet verder mag plaats ihebben, wyl zulks aanloopt tegens de goedetrouw, en in de gemoederen der gemeente verwekt eene ;gedachte, als of men kwalyk gehandeld heeft met te Reekenen; iets, Ed. Achtb. Heeren, het welk aanloopt tegen het goed geloof, welke de Burgery gehegt heeft aan de bovengenoemde Publicatie van den ao April 1784, en op eene indirecte wyze zouIde ftryden tegen de zoo nadrukkelyke Refolutie van U Ed. Achtb. van den I5den Maart jongstleden, op iwelke Refolutie en de toezegginge daar by gedaan, lieder Burger zich immers veilig alle goede voormitzichten mag beloven, terwyl de Onderteekenaars izich dienswegens verkiaaren, dat zy alle de Burgeiren, welke alzoo tot het uitfchrappen hunrer naairoen als anders gebracht worden, houden, als door ivrees daar toe gekomen, en dus hun als MedeTeekenaars van het Concept-Reglement blyven aanmerken; omredenen, dat de poinclen van Bezwaaren niet alleen gedrukt zyn, maar ook lang genoeg ter kennisfe van het Publiek zyn gebracht, om iniet misleid te worden. Voor het overige verklaaïren de Ondergeteekendens, dat U Ed. Achtb. dit ihun eerbiedig Addres niet gelieven aan te merken, : als vooruitlopende de nadere dispofitien, welke U ] Ed. Achtb. hieromtrent zullen gelieven te neemen, i maar als een gevolg van de handelwyze dier Com: misfie, welke zich , zoo zy vertrouwen, en wel meenen onderricht te zyn, boven de macht en auF 4 tho- é  88, Verzameling van Stukken betrekkelyk tot thoriteit van hunne, qualificatie gedraagen, en du^ ( oirzaak zouden kunnen geeven tor. zoodaanige onrus.. t.ige ea nadeelige gevolgen binnen deze Stad, tot: welkers voorziening door een nader befluit van Ü' Ed. Achtb. omtrent genoemde Commisfie, de Sup.. plianten op alle mooglyke favorabele dispofitien iol. fteeren. Het welk doende enz. 215.-5. Refolutien van de Vroedfchap der Stad Ut- , recht, behelzende het Rapport van het ontvangen , en overneemen der Bezwaaren, In daiis dm 24 eu 1 27^^1784» Boor de Heeren Gecomm'tteerdens in dezen, zyn» ■ de ingebracht en gedaan kzea 't navolgende fchrif-' telyk Rapport. Rapporteerden de Heeren by Vroedfchaps Refolutje van d n I3den April dezes jaais gecommit- , teer.d, t.ot het ontvangen er, overneemen der Bezwaren, welke ingevolge U Wel Ed. Achtb Pu. bJicatie Honden te worden ingebracht, door de Burgeren, ea. icwoondercn dezer Stad eg Vryheid, no. pens de beftellinge der Staats* en Stads Kegeeringen, dat zy in de. voorleeden weeke daar toe gevaceetd hebbende, in de eerfte drie dagen, camelyk des Maandags, Dingsdags en Woensdags, geer.e Bezwaaren ontvangen hebben, maar aan hun'Heg.' ïigrj des Vrydags den 2lften dezer zyn overhandigd. Eefielyk: een verzegeld Papier, waar van de ft*, ger-fcripne is: „ aan de Ed, Achtb. Heeren Gecomt\ lauteerdens uit de Ed. Groot Achtbaare Vroed3, fehyjp der Stad Utrecht, door de Bode van het 5, Maiixh.hraamm Gild ingediend"; ea geouoteerd Jn°. t. Tm iweeden: een verzegeld Papier overhandigd j en gereekend door Gysbert de Kock en Johanngs | SïeUï^cvYEREF, als Officieren van de Copipagüie I dz.zmite Knegun; gequoteerd N°, 2, Ten ''  ■ ie GebewUnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 8$* Ten derden: is door eenige Officieren en Onder^ I Officieren van de refpedtive Burger-Co.mpagnieq k (benevens eenige Burgeren en Ingezetenen dezer iScad overgegeeven een dnor htm geteekend Aidrest benevens een verzegeld Paket, contioeerende Bezwaaren der voorgemelde Heeren Officieren en Bar* geren; gequoteerd N°. 3. Ten vierden: is door den Notaris Dirk Wernarq van Vloten overgegeeven een door hem verzegeljl 'Papier, waar van de fup^rfcriptie is: ,, Aan daEd. „, Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren ea ,,, Vroedfchap. der Stad Utrecht" ; gequoteerd INe. 4. Dat vervolgens des Saturdags den 2,2fr,en May, aan Hun Ed. zyn ter hand gelteld. Een verzegeld Papier met twee roode cachetten , door den Advokaac Willem van der Pauw, ea gefuperfcriheerd: ,, Aan de Ed. Groot Achtbaare ,, Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad? „, Utrecht"; alhier gequoteerd mee N°. j. Als mede een verzegeld Papier :Iun Ed. overge. geeven door Jacobös van Beest, uit naam van den Heere Willem Drieling , zonder eenige fuperïcriptie; genurnmereerdN?. 6". Zynde wyders door den Heere Arent Rotcers ingediend een verzegeld Papier., waar van de fuperfcriptie is: ,, Aan de Ed. Achtbaare Heeren Barge», meesteren en Vroedfchap der Sua Utrecht, af» „ hier"; genummerd 7. ! -Dat vervolgens zyn gecompareerd de Heer Ondaatje, J. des Tomqe en Willem van Anraad, exhibeerende eene Memorie duor denzelvén Heere J. Ondaatje en S.ergea: ten van de BnrgerCompagnie de zwarte Knellen, onderteekend, ve?zoekende: ,, dat dezelve roogte gevoegd worden „ by het Addres. en verzegeld P^ket,, door eenige „, Officieren en Onder-Officieren der refpxttve „, Burger - Compagnjen , benevens eenige Burgers „ en Ingezetenen op gisteren ingeleverd, ea go3^ teekehd N°. 3." Aan welk verzoek' zy Heeren -F 5 Ge.  po Verzameling tan Stukken betrekkelyk tot Gecommitteerden» gedefereerd hebbende, de vry, , Jieid genomen hebben het zelve in te voegen by Dat al wyders door Abraham Lankhout uit naam i en van wegens Pieter Geerlii\g , Burger dezer: Stad overgegeeven is een Papier met verfcheiden i cachetten verzegeld, zonder eene ftiperfcriptie, eni is aan denzelvén op zyn verzoek een bewys van deni ontvangst by Heeren Gecommitteerden uitgele-. verd; en het ingediend Papier genummerd N°. 8. Dat Nicolaas Wilheimüs BuDDiNG, Kamerbe-. waarder. van Hun Edele Mogenden, binnen geftaani zynde, aan hun Heeren Gecommitteerdens heeftt ter hand gefield een gecachctteerd Papier, gefu-. perfcribeerd: ,, Aan de Ed. Groot Achtbaare Hee-a, ren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Ut-« 3, recht, alhier"; genummerd W»J 9. Dat de Heer Mr. Otto Willem Falck, gecom-. pareerd zynde, insgelyks geëxtradeerd heeft eeni gecachetteerd Papier, met navolgende fuperfcrip-tie: „ Aan de Ed. Groot Achtbaare Heeren Burge3, meesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht";; gequoteerd N°. 10» Dat de Heer Advokaat Willem Horn mede overhandigd heeft een verzegeld Papier, geaddresfeerd: ,, Aan de Edi Groot Achtbaare Heeren Bur3, gemeesteren en Vroedfchap der Stad Uirecht";; genummerd met N°. ii. Dat eindelyk door Roelof Achtf.rbergh, Havenmeester binnen deze Stad, is ingediend en overgeleverd een rapier met een oor gevouwen en ge., cachetteerd zonder eene fuperfcriptie; en by Heeren Gecommitteerden geteekend met N°. 14. Heeren Gecommitteerdens verhoopen met deze: hurre verrichtingen en rapport, aan hunne Commisfie ten genoegen van U We! Ed. Achtbaare te: hebben gedefungeerd, en hebben de eer, alle de: voorfz. Papieren en Documenten, zoo als die by; Hun Ed. ontvangen en overgenomen zyn, ter tafel I van U Wel Ed. Achtbaare over te brengen, en ten de«'  d& Gebevttmsftn in 178.7 enz. voorgevallen. I deliberatie en dispofitie van den Raad voor tedraa- ; gen- Ed wyders alle de Rukken in voorfz. Rapport, ge: rpentioDeerd, geproduceerd en overgegeeven zyn= ide, heeft de Vroedfchap dezelve overgenoomen , : en de Heeren Gecommitteerdens voor hunne moei» , ten bedankt. En is wydërs goedgevonden en gerefolveerd, aïlle de voorgemelde en opgegeeven Rukken in den iRaad te leezen, en zoo veel niet gedrukt zyn, te llaaten copieeren en authentifeeren. omidezelve co? : pyen benevens de origineele Rukken te Rellen ia handen van de Heeren Burgemeesteren van. Beek Heer van Dykvelt, en Oud-Burgemeester van den i Boogaard, als Mede-Leden van de groote StaatsI Commisöe, ten einde de origineele Rukken in voor1 zeide Commisfie vertoond, en de Copyen overge: geeven worden. En zyn voorts geleezen de Rukken, gequoteerd i No. 1 en No. 2., als mede het Addres behoorende 1 tot het Paket N° 3, en gerefolveerd op morgen. [ ochtend op het ordinaire uur weder te vergaderena 1 om de volgende Hukken te leezen; zynde intus: fchen door Heeren Burgemeesteren de fecretesfe gerecommandeerd, en by alle de Leden en Secre- tarisfen aangenoom'en. Dingsdag den 25 May 17.84 zyn, geleezen No. J, i en 4, en gerefolveerd op donderdag op 't ordinair 1; re uur over de overigen te vergaderen. Donderdag den. 27 May 1784. De Vroedfchap extraordinair op den ééd vergaderd zynde, zyn geleezen de resteerende bezwaaren door dé Burgeren en Ingezetenen overgegeeven van No. 5. tot No, 12. incluis, na welkers lec» tuure is goedgevonden en verftaan, alle de ingeko: men bezwaaren en ftukken, ab oorens die overtegee. ven aan de Heeren Burgemeesteren van Dïkvbld en  92 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van den Boogaard, te (lellen in handen van dee Heeren Eyk, van Bronkhorst , Eoddens, vans Westrenen, van der Does, van Romond, van< Senden, Godin, tot Cockengen Heer van Vuylcop Daünis en Craayvangek, ten einde Hun Ed. beter in ftaat gefield worden, de Propofitie laatstleeden maandag door Heer Oud-Burgemeester vandeni Boogaard infcriptis overgegeeven,. te kunnen examinteren en daar van te rapporteeren.. Wederom zynde voortgebracht en geleezen beet Rapport van de Heeren Eyk en verdere Gecommitteerdens, by Refolutie van den 24lten May laatstleeden verzogt tot het examineerèn van de PropoCtie door den Heere Oud-Burgemeester van deni Boogaard ten zeiven dage in Jcriptis voorgedraa-gen, en welk Rapport ter examinatie van de Ledeni van den Raad, veertien dagen onder de bewaaring; der Heeren Secretarisfen was gefield; heeft de: Vroedfchap voornoemde Heeren Gecommitteer-dens voor derzelver Rapport bedankt, en zich met: gedagte Rapport conformeerende, de Heeren Bur-- femeester van Beek Heere van Dykveld, en Oud- • urgemeester van den Boogaard verzogt en gean- . thorifeerd, overeenkomflig de teneur van voorfz., Rapport, de Befoignes van de negen Heeren Hun- • ner Ed. Mogenden Qccommitteerdens, in deze zaak : te adfifleeren, ten fine van Rapport ter Vergadering der Heeren Staaten, zonder dat echter de Vroedfchap door deze authorifatie wil verfiaan worden, eenige alteratie te maaken of prsejuditie aan te brengen, aan de conventie tusfchen de drie Leden van Staar, den 13 February 1587 gemaakt, houdende dezelve in zyne volle kracht en waarde, zonder daar van te willen afgaan.  de Gebewtenisjen in 1787 enz, voorgevallen, 93 Np. 2154. Misfive van Heeren Decanen en Kapittu* lairén der vyf Kapittelen te Utrecht, geaddres. feerd aan de Ed. Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, den 2 Juny 1784* Edele Mogende Heeren ! Daar Decanen en Kapittulairen der Vyf Ècclefïéó e Utrecht, zoo doör publieke geruchten, als wel tyzonder door eene Publicatie van de Ed. Groot ichtb. Magiftraat dezer Stad van den i"3den April ongstleeden, zyn ontwaar geworden, dat 'er by Surgeren, In-en Opgezetenen dezer Provincie veeï bezwaaren over de abuizen, dieindeRegeeringsrde zouden zyn ingefloopen , zyn ontftaan ; in 00 verre zelfs, dat Hun Ed. Groot Achtb. verklaaen, om die redenea te hebben geconcurreerd tot e Refolutie, op den 25flen February dezes jaars er Vergadering van de Ed. Mogende Heeren Staaen dezer Provincie genoomen, tot het decerneem eener Staats-Commislïe van negen Leden, om oor dezelven te doen onderzoeken , en vervolgens dvyfeeren, op welke wyze alle wettige bezwaacn der In-en Opgezetenen dezer Provincie zouden onnen worden weggenoomen, en Hun Ed Groot :chtb. daar by eenen tyd van vyf weeken hebben epaald, om der Burgeren wettige bezwaaren in efchrift te Rellen, en ter Secretary van Stads PoMe over te geeven, ten einde Heeren Burgemees;ren en Vroedfchap in Raat gefield werden, eene miste opgave der bezwaaren, overeenkomfligStads echten en met bewaaring van dezelven, ter volaening aan het gerequireerde van Hun Ed. Mogen» ?n uit te brengen. ', Zoo hebben Decanen en Kapittulairen geoirdeeld aar uit te moeten vast Rellen, dat de zorg van U ld, Mogenden thands byzonder daar heenen is flrekende, om aan de Ingezetenen dezer Provincie, ie evenredigheid van Rechten te doen genieten, Cie  ^4 Penantelfag vm Stukken betrekhlyk m die hunne aloude Privilegiën, vóór den tyd dat op > dezelven eenigen indracht mogte zyn gefchied,! Wdebrachten> en dat dus de aanzienlyke betrek.. Itirg, welke de vyf Eccleflen binnen deze Stad Ut- i irecht, van óuds tot de Regeering dezer Provincie: Jhebben gehad, en de duure verplichting, welke ori i jheti,, als Leden dier Collegien ligt, om alle dezel- ■ Ve Rechten en Gerechtigheden met al hun vermo-,. gen 'voor te ftaan, hun niet toelaaten in dezen ïtille te zitten, maar in tegendeel van hun vorderen, dat;; zy hunne belangens mede onder het oog brengen Van U Ed. Mogenden; in dar billyk vertrouwen, dat daar het doelwit van U Ed. Mogenden in het; voorRaan der Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden, als de voornaamfte grondwet eener Na-. tie, welke de Vryheid voor hunne Waare Conftitu- . tie houd, zich zoo zeer manifesteerd; Hoogstdezelven wel zoo veel reguard op voorfz. belangen zullen willen Haan, als het aandeel, 't welk de Col- . legien in die Voorrechten voorheen gehad hebben, meriteerd. Het zy dan Decanen en Kapittulairen vergunt, aan ÜËdel Mogenden ovet weeging voor te draagen: dat, gelyk (a) de vyf Capittelen binnen de Stad Utrecht öudtyds, eer nog de Edelen en Steden deel ,, aan de Hooge Regeering hadden, het opperbes „ wind van 't Sticht nevens den Bisfchop waarna-. „ men ; niet alleen als 's Bisfchops-Byzitters en „ Raadtn, maar zelfs als voorname Leden dierKer„ ken, aan welken de goederen gefchonken wa„ ren, over welken de Bisfchoppen wereldlyk ge,i bied voerden "; en het . hun naderhand altoos heeft gecompeteerd, om 's Lands zaaken in hunne Collegien te verhandelen, en uit het midden van elk hunner ter Staats Vergadering dezer Provincie te committeeren (b)i gelykzulks ten zonneklaarder! blykt, (a) Tegenwoordige Raai: van Utrecht, I. Deel pag. i64, (i) Geotius L. VIL Hiftor. p. m. 312.  de Gtbewrtenisfc.: in 1787 enz. voorgevallen; '§5 "llïykt, uit alle de Staats-Refolutien en Ordonnantiën •ilpt den jaarei 582(0, waar degewichtigfteaccoórden i n plechtigfte Verbonden door de vyf Kapittelen 'i:'!|yn geteekend, en bezegeld; het zy in hunne Vercicade ringen, het zy door die, welke uit de réfpec: Pij ve Kapittelen daar toe waren gecommitteerd en geei'iast; kunnende byna elke bladzyde der Staats-Re» p»|plutien, van die vroege tyden, daarvan zulke elefiidente bewyzen opleveren, dat Decanen en KaSdtikttulairen het wel voor overbodigen arbeid mogen Mifouden , zulks fpeciaalder te willen demonftreeren: cC)|n gelyk by die zoo zeer plechtige en allergewich'M IgRe handelingen; nominatim by de Overdracht Ci-jpr Temporaliteit op Keizer Karel den vyfden ; &Jfy deszelfs geftaafden ééd, en die van zynenZoon »1 n opvolger Philips den tweeden ; by de Pacifiie-ptie van Gent; de fatisfactie tusfchen Holland, wfeeeland en Utrecht; de Utrechtfche Unie, en na» ]oli|[er vereeniging; de vyf Ecclefien altoos zyn beajestigd in de handhaaving hunner aloude Rechten, jrivilegien, wettige gebruiken en herkomen, en aajezelven hun lieden zyn beloofd en 'toegezegd ; it \oo hebben zy ook altyd de belaögens dér Vryheid ,:• In des Vaderlands , naar hun uiterfté vermogen» :.igetracht te bevorderen, en zelfs niet gefchroomd» «.jpanneer , door willekeurige beveeleri der Lands tEï'jkeeren, 's Lands Rechten gekrenkt wierden, zich ea Iran der Vorlten ongenade, door het manmoedig :i. )oorftaan dier Rechten, bloot te Rellen; wordenwjii e 'er onder de hunnen gevonden, die, zonder zich pi oor de bebloede voetftappen van de te vooren afjosïcezonden Edellieden te laaten affchrikken , wel ■tej aar Spanjen durfden reizen, om het appél der Staa. vit en dezer Provincie tegen de Sententie, door den icitkecht en Vryheid vertredenden Hertog van Alba, ÜejIpgens deze Provincie geveld, met enorme kosten iiJpoor de Kapittelen te vervolgen (, dan aan velken, de uitfpraak door anderen gefteld was, van birdeel: „ dat 'er zekere fchikkingen omtrent de , Comparitie der vyf Kapittelen in de Staats Verga, deringep mpesten plaats grypen'': toonendeöiet :e min de bepaaling dier decifie als alleenprovifioneel lynde, erj de huiverigheid met welke 's,Lands Vaiet, Willem den eersten, in deze .maatregelen jetréeden is; genoegzaam aap,.dat zy meer getracht !iebben,,aan de inwendige onlusten te gerrioet te lomén, op dat 's Lands, welzyn, in een tyd daar ieendracht en rust zoo noodzaakelyk,waren,,géén chipbreuk mogt lyden, dan om een beflisfend vónlis, naar ftrikte regels van recht en billykheid, te rillen vellen, ' ,, , , .? , . Hier by echter, Ed. Mogende Heeren! bleefhec tiet, en was men des wrytens tegens de vyf Eccle;ien nóg niet moede; maar daar de redenen, die :chyn tot achterdögt kodden geeven, verminderi;en, daar verjcheidt Leden der vyf Kapittelen denÈet-, ormden Godsdienst omhelsd hadden, en anderen, die Her Religie haat en der Spaan/ede Regeering génjtè tbe* wét* , (g) Hooft, ïliftorienB. 1,9. p;.p, 757, Qi) Utrechts Plakaatboek, I. Deel pag. 71.' XXVII. Deel, O  98 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot di oegtn, van zelfs geweeken waren (j), floeg 'er ïetwes! anders toe, het welk de veinzende beloerders van] Necrlands Vryheid gebruik deed maaken van dienn invloed , dien zy door eenen fchynheiligen yven voor den Hervormden Godsdienst, waar mede zyj de Gemeente mompten, verkreegen hadden: meni\ benydde namentlyk de Geestelyken om hunne goederen (&) enzy die der Gemeente inboezemden, dat het beste voor Staat en Godsdienst ware, zich zonder eenige bepaaling aan eene, in ftaatkunde doorfleepe-' ne KoniDginvan Engeland, ennogftaatzugtigerEn-. gelfchen Gouverneur-Generaal te onderwerpen CO 1 brachten zoo hollend oproer teweeg: ,, dat de roep: j, daar van, en 't opzet om den eerden Staat uitt ,, het bewind te fchuppen, allen luiden wonder: wyde ooren maakten, doende, na wat "eraf wor„ den wilde 5 de vroomën met vreeze, defnoodeni ,, met hoope, haaken; terwyl de algemeine em ,, byzondere Staaten, de Raaden van Staate, enel-- ken Leden der Regeeringe, gruwde, in't be-> grypen dat dit het zelffte fpoor was, waar langs i ,, men Gent, Niemeghe, en andere plaatfen, hadI ,, zien veriooren gaan " (wO. Dan de Heeren Edelen , herdenkende der vyf Eccle- • fien dier firn den Lande en der Vryheid bewezen (n), en i voor zich zeiven omzienden, weigerden Randvas-■ tig aan het berooven der Rechten en Goederen van . de vyf Ecclefien de hand teleenen (o), deedenopen- ■ lyke aantuiging der nietigheid en onwaarde van het: gene hier in mogte gedaan worden, verbonden zich met; j 0') van Reid, Nederl. Hifi. B. 5. p. m. 157. (k) van Reid, /. c. (1) Bor, Nederl. Hifi. B. 21. fol. 31. en van Meterek, , | Nederl. Oorl. B. 14. fol. 247. (m) Hooft, Hiflorien B. 25. p. m. 212. (n) van Reid l. c. '«) Hooft, Hiftorien B. 25. pag. 203 £f 212.  de Geheurteriüjen in 1787 enz. voorgevallen* 99 ! met de Geëligeèrden (p) ; en de Heer Stadhouder, ï Graave van Nieuenaar, ontzag zich nietopenlyk ; te verkiaaren , dat hier in te treeden . ftrydigzoude i zyn tegens de nadere Unie»'Contracten, zyne in«j Rruétie, en ééd als1 Stadhouder gedaan (?)•',' Gelyk het niet blykt dat in de gefchillen hier o• ver, tusfchen de Ridderfchap en de gedrorge Reigeering dezer Stad, ontitaan, de vyf Ecclefien eens ;rzyn gekend of gehoord, zoo moesten zy, hoezeer benadeeld, gedoogen, dat, buiten hun medewéei ten en veel meer toeftemming, over hunne Rechi ten bepaalingeo wierden gemaakt, en ,'zco;t?zich I'liet aanzien, verheugd zyn, dat hun, nsveel Krib» i belings , nog eene flauwe reprsefentatie in:het Lid ;der Heeren Geëligeèrden'wierd overgelaateri.'^ 'f En fchoon de vyf Ecclefien fomtyds oveir zaaken ' van belasting befchreeven wierden (r), en by die geilegenheid poogingen aanwenden, om hunne,R^eti» ; ten te doen gelden, was zulks echter tevergeefs5 i geduurig had . men het op nieuw op de ilapitteJea : en derzelver Goederen gelaadèn (0; en toen véryql;gens, in den jaare 1610, de onlusten binnen'"détfe iStad tot zoodaanig eene hoogte fteegen/'dat,' hèk I gefchapen fcheen, dat de wapenendenBondgecori1 ten zouden gebruikt worden, tegens' die Stadv zel' ve, waar in hun Bondgehootfchap geflooten ei: be 'Vestigdwas(ï), werd na byster'Veel twistsj dé uifl. I fpraak over de zweevende gefchillen gefield aan :den Kaad van Staaten, wel op naam der Scaaten eri iBurgeren , maar zonder dat de Ecclefien,'welkéfe 1 zelfs door die Heeren, die hen reprEefenteerdenb 1 van 't gene ter Staatsvergadering omging niet mogf» sea (p) Bor , Nederl. lift. B. 22. fol. 3 &? (^) Utrechts Plakaatboök, ï. D. pag. 1 \ . !K jfo. (r) Tegenwoordige ftaat,van Utrecht,^ IyD. psg. 189. (x) van Meteren, M. 19. pag. ,372 verft. (*) van Metereiï, B. $1. pag. 95G» G 2  ico Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten werden onderricht ("v), daar in eenigzins zyn gekend ; en wyl het in dat geval alleen fcheen aan te komen om dat eerfte Lid, hoe informeel ook 't zelve de vyf Ecclefien verbeeldde, inftand te houden, zoo is de uitfpraak des Raads van Staaten niet anders geweest, dan: als nog by provijie in conformiteit van de uitfpraak by de Regeeringe van den Landraad in 1582 gedaan(x). De droevige verdeeldheden in den jaare I en gerechtigheden behoorde te genieten „ als Cv) Utrechts Plakaatboek, I. D. pag. 185. (x) lVul. I. D. pag. 191. (j) Vaderlandfche Historie, B. XXXVIII. (z) Verbaal ende Rapport van 't gebefoigneerde ende gepasfeerde by zyn Excellentie als de Hseren Gecommitteerden van de Hoge Mogende Heeren Staten Generaal binnen Utrecht van den xxvlie July totten xiue Aujusti 1618. ft. novo. Mfs.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 10 r » als het andere, zonder dat die eene over die , andere mpchte domineeren", bleeven Hun Ed. •3root Achtb. nogthands fustineeren, dat de Noninatie hun, volgens de fchikking in den jaare 1582 ;n 1610 gemaakt, was competeerende; en hoewel Je Heeren Edelen hier tegens avanceerden: „ dat , andere conjuncture van tyden plaatst hadde, ook » mede dat zulke traótaaten en uitfpraak maar pro. , yifioneel waren, welke proviöe by deze veran. dering genoegfaam kwam te cesfeeren "; zoobaaen deze anderszins zoo tequitabele gevoelens den yf Ecclefien niet, en dè Heeren Geëligeèrden oen prafent, zekerlyk zonder kennis of Authoriïtieder Kapittelen die zy reprsfenteerden, achtn het nog wel voordeelig te zyn, omme de con» :rvatie van hunne Rechten en Goederen van weens deze Stad te bedingen, op dien toen gebrui. elyken voet, en onder die verbindtenis, hunne >eftemming te geeven tot het oprichten van eenen ?rmanenten Raad alhier. En het was de ontzetting der Heeren Edelen van :n eerften Roel der Burgemeesteren , die tot de :en geventileerde gefchillen oirzaak fchynt gegee. en te hebben; alzoo de Heeren Edelen vermeinm, dat het evenwigt in den invloed terStaacsverndenngen, tusfchen de Ridderfchap en Stad Utebt, daar door verbrooken was, doordien de Hee* n Edelen daar door ook ontzet waren van den inoed op de Nominaties tot Geëligeèrden, fustii erende, dat de Edelen buiten de posfesfie van n eerlten Burgemeesterlyken Roel geflootenzyn, ook de Vroedfchap geen recht meer had tot voorfz. Nominatien; maar dat dezelve behoor, m gelaaten te worden aan het Lid zelve, op dat :t zelve niet ten eenenmaale van de Vroedfchap ■aankelyk zoude worden; waar tegen dezelve .loedfchap vermeende een wel gegrond recht tot l; Nominatien te hebben, en dat het te dusten ! re,aat ,zoode voorflag van de Heeren Edelen sei jpteerd wierd, het voorfz. Lid van Heeren GeG 3 ëli-  los Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eiigeerden geheel dependent zoude worden van dé\ Rjdderfchap; waarom dan ook zyne Excellentie! Prins M&orïts by zyne uitfpraak» uit zoodaanigef' meere poljtiekeinzichten, en fchoon onder Kanonnifcen-, qua tales, nooit geen.onderfcheid tusfchenc Edelman of Burger heeft plaats gehad > fchyotgoedgevonden te hebben, wel de Nominatie in questies te laaten aan de Vroedfchap, en de Electie aan des Kidderfchap en kleine Steden, maar te gelyk te be* paaien, dat de Heeren Geëligeèrden in °t vervolg? souden moeten zyn van een gelyk aantal, zoo Edellieden als Burgers («). Op dezen voet, Edele: Mogende Heeren! daar de vy£ Ecclefien zich buiter, uaat bevonden, om zich in hunne aloude Rechten té handhaaven en de befluiten flegts moesten: afwagten, bleeven de zaaken een geruimen tyd,, to: dat men, hoe zeer het ook tegen de gezonde reden Tchynt aan te druifchen, dat men tot Reprffifëntahten.van Collegien, zoodaanige Perfoonen zall kiezen» die zelve daar van niet ten vollen LedeQ] ayn en daar in geene fesfie hebben, fcheen te begtypen, dat de naam van Kanonnik genoeg ware,, om onder het getal der Heeren Geëligeèrden gene-'" jnjneerd èn daar toe geëligeerd te worden; wel iss waar , dat op de vertoogen aan de Ed. Groot Achtb». Vroedfchap dezer Stad, in den jaare lóHo gedaan,> ea waar by wierd gedemonftreerd, dat zulks tegens,; de.üatutaire Rechten der Kapittelen en uitdrukke-. Jvke Refolutien van den 21 Oclober 1580 en 27(teni December «leszelven jaars (£>),-ftrydig ware, eencs günftige Refolutie en Nominatie van gequalifleeer-de .Perfoonen, ten vollen Kapitulair zynde, is ge-,v<5>lgt (c); maar zyn nogthands in laater tyd de Ka-pittelen weder genoodzaakt geworden , nader tel , , ,., . ,, % ■ de-- (..) ütr. Plakaalb., I. D. pag. 193. (/;) V.' Refol. ap. Liesveld in Disférl. de Canonkatïbus. UI- • traj.pag. 31. _ , . , (... ; } , f (c) deductie aan ds Ed. Gioot Achtb. Vroedfchap, Mfï. . ex Arm. Cipit. I 1  dl Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, io} deduceeren, dat wat veranderingen 'er ook ai omzrent de reprsfentatie van het eerfte Lid waren voorgevallen , echter daar by altoos bepaii .1 Ie itvas gefprooken , van wel gequalificeerde Perfso» len (<0> dat is, volgens het couftuunoneele der Kapittelen, ten vollen Kapitulairen, gelyk tea eridentfte kan blyken uit de ftitutaire Réfofutïen by Je gemeene Kapittelen in 1671 genoomen (e); wa»r by (d) Plakaatboek, /. D. pag. 97, 98. (e) Welke ftatutaire Refolutie dus luid: 671. 16 Dec. Statuit der vyf Capittelen, wegens de qualificatie tof de nominatie in 't eerfte Lith. De Ed. Eerweerdige Heeren Decanen ende Capittularen i'er vyff Collegien bionen Utrecht, geilen hebbende de inonveniemen ende fchadelycke confequentien, die door Sifraftie van de Cipitulare Statuyten, ende voornament7ck door Promotie van nón Capitularen tot admisfie der, 'apituiare rechten, wierden veroorfaeckt, waer door niet Ueenich de luylïer derfelver Collegien, maar oock de raücale qualiteyt van dien wierde gerenverfeert ende te niet :edaen, ende dienvolgende een wech geopent waer door 1 weynich tyt een qualificatie wierde vercregen, die ariërs niet als door expeftantie van verfcheyde jaren konde lorden geacquireert; Tot amputatie van het welcke en ireeringe van diergelycke nieuwiche.len, de welgeiireïte leren ijch eer- en éédtshalven vinden verplicht; hebben ïaer voorgaende indiélie in ider der refpe&ive Capittelén aet expresfie van faecken gefchiet, en na verfcheyde tteative recesfen en ferieufe deliberatie!) collégialiter fynde ergadert, verftaen, goetgevonden ende gearrefteert, ge7ck haer Ed. verftaen, goetvinden ende arrefteren by de 2n: dat tot confervatie van hunne gerechticheden, befwosn privilegiën, en prerogativen, voortaen niemant der bfpedtive Canonicken, by gem. vyff Collegien Capituleer emaeckt, ofte tot de rechten van dien geadmitteert fal ïogen worden, ten fy hy alvorens de tyt in ieder derfelver G 4 Col.  104 Verzameling van Stukken hetrekkelyk ipt by die misbruiken, waar voor de voorgemelde ar>4 wyking in de Nominatien de deur geopend hadden ij volftrektelyk zyn afgefcbaft; dan vonden 'de Ec-M cleüen hier in ook altoos geen gunftig oor, maart bleeven in tegendeel hunne Collegien onderhevig; aan zoodaanige prohibitoire uitsonderingen , waarr doon Collegien daer toe geftatueert, en van outs gebruyckelyck,, fal hebben uytgewacbt ende voldaen, fonder dat een der1: welgemelte Collegien, in wiens faveur het o'ock ware,, daer Inne fal mogen difpenCeren, fo.o fulck confent ende; difpenfatie van dien de vyff Collegien alleen ende famen-telyck wort gereferveert, d'welcKo oock in defo by contra-di&ie van een der refpeftive Capithlaren der gèmelte vyfïrl Coriègien, geen 'veranderinge fullen connen ofte vermogen i tè maecken, op pcene van nulliteyt en dat het felve geen'i effeft terwereLt fal hebben te forteeren; welck? refolutie: hier voren Verhaelt, de welgemelte Heren Decanen enden Capitularen vóórnt,'willen ende begeren o'nverbrekelyck": ende als'een perpetueel ftatuyt en eeuwelick duerende Weth i fall worden naegecomen, önde geobferveert, fonder dat : eenige exceptien, nader interpretatie, moderatie,'of wat : naam. diergelycks uitvluchten mochten hebben,' daer jegens fullen worden g'eobicieert, ofte ten eeuwigen dage op 'i tapyt gebracht ende ' geal legeert,' waervan fy Heren De-*canerj ende Capitularen expresfelyck voor'haer ende hare i Succêsfeuren by deferf fyn renunchierende, ende op dat' d'ielve refolutie ende perpetueel Statuyt tot voordeel ende redres vari goede gewoonte en aloude gerechticheden der" vyf, CpHegiqn genomen , te crachtiger ende van taeer ef-~ fect (oude fyn, verbinden gemelte Heref) Decanen en Capitularen van djen een ider van hen fuyden in 't byfonder, nialcander voor nu ende akyt tot obfervantie van defelve'.' cp den eédt folemrielyck by haer in 't aenvaerden van hare Captyulare digniteyt gëdaen ende geprèfteert, even ende!' alleens oif in defel ve defe foo falutaire refolutie van woor-7 de tot woorde waer geinfereert, ende by haer Èd. als voorin béfwoaren ende gecohfirmeert. Aldus gèdaen in aeh cleynen Capittelhuyfe ten Dor^ ('Utrecht op den XVIen December XVJc een eri 'tfeven-' •' tich. Des f eenen oircbnde hebben wy dit Statuyt met dé : ' " ' "' ** ' - • 2e-; I  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 10.5 door derzelver Leden, den toegang tot de overige, £èden van Staat wierd toegeflooten, even als of üunne Reprse.fentatie door Heeren Geëligeèrden, i'og gefchiede op den voet hunner oude voorreenen. 1 Gelyk nu de Ecclefien geen gering aandeel droe.♦en in de zoo rampvolle gebeurtenisfen va^. denjaae löji en vervolgens, zoo deelden zy.ook ten op. lichte hunner Rechten in die verbaazendeverandéingen, die, na den heuchelyken aftocht des Vynds, de Regeeringsform dezer Provincie byna ge» 'eel van gedaante deedt veranderen ; yerre echèr, Ed. Mogende Heeren!, was die verandering van, erbetering; de temporaire aanftelling van Heeren Jeëligeerden, en derzelver ontflag naar enkele wilekeur, heeft der Kapittelen Repraafehtanten meer ih meer afhankelyk gemaakt; rneermaalen is op de équalificeerdheid der Perfoonen geen acht geilien; wilden zy iets, in vergelyking hunner oude :.echten, kleinigheden behouden, zy waren ge-, podzaakt van den uterque turnus by accoord af te ;aan, eh wel ras wierden zy ook ontzet van de uiteffening van hun recht tot de Jagt, een recht welkers egelen van de refpeclive vyff Capittelen doen bezegelen, ade door derfelver Secretaris teeckenen. (Onder ftondf) Willem van Weede. (Buiten op den Brief, ftond met een andere hand). 'Sckende de qualificatie, die een Canunnick moet hebben arn momineert te worden in H Eerfte Lith. \Jit den originelen perkamenten Brief ge. fterkt met vyf uithangende Zegelen in, rood wafch, en ervintelyk in de Archiyén van 't Dom Kapittel te Utrecht ia. tade iy. raim, 2.  io6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kers gefundeerdheid Decanen en Kapitnlairen vertrouwen nog zoo onlangs, in hunne, am ü Ed. Mogenden op den Iiden February dezes jaarsovcrgegeevene Remonftrantie, duidelyk bewezen ie hebben, en waaromtrent zy ook by deze gelegenheid U Ed. Mogenden gunftige attentie, ten fine van favorable en fpoedige Refolutie, zyn imploreerende. Schoon nu, Ed. Mogende Heeren! de uitfpraaken, waar op de eerstgenoemde veranderingen waren gefundeerd, provifioneel waren; fchoon de Ecclefien, die, zonder misdaad, zonder volledige en rechtftreekfche tceftemming, hunner Rechten cn Privilegiën niet behoorden weerloos gemaakt te zyn, daar toe nooit hadden geconfenteerd; fchoon de redenen, die voor een tyd een glimp konden geeven aan de Provifioneel gemaakte fchikkingen, langs hoe meer en voorts geheel en al waren gecesfeerd. Nooit zyn Decanen en Kapitulairen, wat Contéfratien,_wat veranderingen, 'er ook zyn voorgevallen, in hunne oude en we! herbrachte Rechten en Voorrechten herfield; en fchoon zv daar in geen beter lot troffen dan de goede Burgery dezer Stad Utrecht, dien het mede niet gebeuren mogt tot haare oude Voorrechten , alzoo vroeg door Keizer Karft. ten vyfden, maar even na dat hy tot 's Lards Hter was aangenoomen, zoo aarmerkeJyk verkort, tegeraaken, zoo konnen devvf Ecclefier, du ren hunnen opzichten aan niets anders voornamenlyk toefehryven, dan aan eene kwalyk begrecpene en te ver getrokkece yverzugt omtrent den Gciifdierst, listig aangeitookt door heb- en Baatzuchtige Perfoonen, die, tuk op roof en gezag, hier van gebruik maakten, om de langduurige' inwtrdige twisten en verwarringen aan te fiooken, of op re haaien ; in de beroertens daar uit ontdaan , de goede orde ook in ardere gevallen wel eer?'ast gebeden hebbende; voorts in langduurige cn felle Oerlogen, tot dat men de oude Voorrechten bye» Diet  de Gebeurtenis/en in f787 enz, voorgevallen, lóf aïet dan by overleevering wist, en men de fucces* ivelyk gemaakte fchikkingen, fchoon niet zonder :ndracht op Privilegiën en Handvesten gemiakt, reeds op eenen al te vasten voet vermeinde gevestigd te zyn, dan dat de gewoone loop der zaaken» ;onder tusfchenkomst van eenige buitengewoons? voorvallen , eenige aanleiding konde geeven tot iet zoeken van herftelin dezelven. Dan, Ed. Mogende Heeren! daar Decanen eet £apitulairen thands uit de gemanifesteerde latentie ran U Ed. Mogenden eene omftaudigheid gabooren iien, waar in hunne Prsdecesfeuren in geene tyden ebben geverfeerd, en-zy zich dus bevoegd achen, om nevens andere Ingezetenen op hunne alou» e Voorrechten terug te zien, en zich even zeer ils eenig Lid der Maatfchappy gerechtigd houden, im te participeeren' in de herinnering van dien , :ebben zy gemeend hier toe te moeten komen, met lie fiducie, die hunne aloude Rechten, de aart en mftandigheden der zaaken, en het betrachten an hunnen duur bezwooren plicht, hun afvorde2n. 1 En hoe zeer, Ed. Mogende Heeren! moet het ertrouwen op dc zoo blykbaare en alfins Eequita» le Intentie van U Ed. Mogenden by hun niet aaniroeijen? als zy remarqueeren; welk eene gunftige ispofitie, om aan alle hunne, billyk bevonden wordende verlangens te voldoen , zy verwagten pogen van eene Vergadering als die van UEd, Molenden. Daar het eerfte Lid van dien word uitgemaakt door hunne Reprtsfentanten zeiven, kundig an hunne Rechten, en door een zeiven band en êd a:ls zy zeiven tot handhaaving en recuperatie an dien, voor zoo veel recht en billykheid vereis». :hen, verbonden. . Daar zy in het tweede Lid van dien de Nakomengen of Opvolgers zien van die Edelen, die, te iel pondereerende wat zwaarigheden het Gemee:ebest te wagton zyn, als men zich van het radiale eener Conftitutie verwydert, in de turbulent- fte  fe8 Verzameling van Stukken bet?ekkelyk m fte tyden de Rechten der Kapittelen, ten minftenr eenigermaaten, hebben zoeken ftaande te houden,, en zelfs op het herftel der befnoeide Voorrechten! aangedrongen; waar by zy ook mogen opmerken,, dat de Ed. Groot Achtb. Vroedfchap dezer Stad Utrecht zoo duidelyk eene gunftige dispofide tot her-, ftel van alle billyke bezwaaren aan den dag legt,-, dat het meer dan te vermoeden is, dat Hun Ed.. Groot Achtb. ook op hunne bezwaaren wel zullen i willen refledbeeren, en niet alieen bevonden zullen i worden, van zoodaanige onder Hun Ed. Gr. Achtb., Prsdecesfeuren, die in voorgaande tyden zelfs heb- j ben geoirdeeld: „ dat die vyf Capitulen waren het „ esfentieelfte Ornament dezer Provintie, ende ,, dat aan de Confervatie van dezelven ten hoog. „ Ren was gelegen, ende dat men dezelven niet ,i als met de ruine van de Stad en Confumptie van „ dien, in hare digniteiten en oude gereetieheid „ verkorten kon (ƒ)". & & & Verre echter dat Decanen en Kapituïairen, met de voordracht hunner oude Rechten, juist de volledige uitoeffening van dien in het Staat^beftuur zouden op het oog hebben; neen, Ed. Mogende Heeren! zy zyn te wel overreed dat alle groote veranderingen in de adminiltratie van 't Lands zaaken, veelal tot achterdeel derzelven kunnen verfirekken, en daar by hun falus publica fuprema lex est, oirdeelen zy dat de verplichting, die uit dezelve voortvloeit hen moet doen nafpeuren, in hoe verre het verloop der tyden den ftand van zaaken heeft doen veranderen, en de uitoeffening van oude Voorrechten kan toelaaten; maar ook in die hefchouwlr.g, en onder die reftrictie, vermeenen Decanen I en Kapituïairen , (onder eerbiedige verbetering^) [ dat een aandeel inde benoeming, of een voordracht j van een zeker getal hunner gequalificeerde Leden, ! waar uit die Perfoonen, die hunnen Staat ter Staats- ver* (/) Deduftiaaan de Ed. Groot Achtb. Vroedfchap Mfs. I ex Archwis Cap.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 105 ïrgaderingreprasfenteeren, konden gekooreh wor;h; als ook een billyke fchikking Omtrent andere tiDner bezwaaren, van dien aart zyn, dat zy aan \ Lands welzyn verre zouden zyn van nadeel toe b brengen. Integendeel vertrouwen. Decanen en Kapitulai» n, dat wanneer de aan te ftellen of te nomineem Perfoonen moesten zyn ten vollen Kapitulair, i de Vergaderingen, daar döor zy zouden worden ngefteld of genomineerd, frequenteerende, en is in dezelven welbekend, daar uit van zeiven mde moeten proflueeren, dat met te meerder grönd nweetenfchap, dekundigften engefchikftenzonen konnen aangefteld, of genomineerd worden; e dus geduurig geoeftend in 's Lands zaaken , mder ergens door verhindert te worden, en aan t algemeen nut, en aan de Rechten der Ecclefitevens, best zouden kunnen geacht worden te pen voldoen. Dan, Ed. Mogende Heeren! Decanen en Kapiiairen vermeenende genoegzaam aangetoond te ibben, hoezeer, op welke abuflve gronden, en welke best te vergeeten gelegenheden, zy in inne Rechten zyn verkort, en van de uitoeffepgen hunner aloude Privilegiën zyn ontzet, wilï zich niet laaten voorftaan, dat zy Ü Ed. Monden zouden kunnen voorlichten in hetberaamen 3 al zoodaanige redresfen als hierin, met het ver. >p van tyden, ftand der zaaken, en der Ecclefl lykheid van zoodaanige fchikkingen, die aan ü E Mogenden, na foigneus beraad, als voor's Lano welzyn meest bevorderlyk zullen voorkomen. Waar mede, U Ed. Mogenden Regeeringe en Péi foonen beveelende in de Protecïïe van God Ai «jachtig, wy met verfchuldjgden eerbied verbl ven, Edele Mogende Heeren! U Ed. Mogendens onderdaaniji Dienaaren, Decanen en Kapituïairen van de % Kapittelen. . (was geparapheerd) H. swellengreèel, Vt»,i Ter Ordonnantie van dezelyec (was get.) J. L. Kien.. Gefchreeven binnen Utrecht, den i Juny ijdi m  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ut ï». 2155. ExtraSt uit de Refolutien van de Ed. Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, van den i\ July 1784, behelzende het Rapport van de Negen Heeren, over de bezwaaren van de Jagt en 't Jagt-Gericht, ook over dat van Gooyland. Door de Heeren van Sterrenburg en andere lunner Ed. Mogenden Gecoramitteerdens tot het nderzoek van de redenen van bezwaar en misnoeen der In- en Opgezetenen van deze Provincie, is er Vergadering uitgebracht en in fcriptis overgesgd het ampel Rapport nopens het by Réqueste an veel Ingezetenen voorgedraagen bezwaar op [ ftuk van de Jagt, zoo met relatie tot de Ordonantie als de Judicature van dezelve, met Advys p 'c einde van voorfz. Rapport, om van de niet mgegronde redenen van bezwaar en ongenoegen, 1 't byzonder over de Judicature van 't Jagt Gecht van Gooyland, zyne Hoogheid den Heer xinfe Erf-Stadhouder te informeeren, ten fine als reeder by het zelve Rapport, volgende hier «a efinfereerd. Fiat Inferiio. 'Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Hes:n van de twee vooritemmende Leden het voorfz. apport gehouden in Advys, en Heeren Gecomlirteerden van Stad en Steden het zelve overge.» }men. Doch nopens het Iaatfte poineï by Rapport voor:draagen, met betrekking tot de Judicature van ït Jagc-Gericht van Gooyland, verkiaaren de Heein Edele en Ridderfchap met het Advys der Heein Gecommitteerden in dezen te conformeerea. Infertio. Edele Mogende Heeren! !Het heeft U Ed. Mogenden behaagd by derzelver Bloluue van den 2jften February laatstleeden, in han-  i ia Verzameling van Stukken betrekkeljk m handen van de Heeren van Sterrenburg en andere tJwEd. Mogenden Gecommitteerden tot het onden zoek van de redenen van bezwaar én misnoegen det In- en Opgezerenen dezer Provincie, icsgelyks tc Rellen zeker Request door eene menigte van Ino en öpgezetenen ten getalle van 1476 geteekend! welker geta! nog vermeerderd is door meer andere Onderteekenaars, en welk Request inhoudt veehl klachten, g'oncérneerende de Jacht en de Judicature van dién, waaromtrent dezelve de noodige redréss len van U Ed. Mogenden komen te verzoeken, eE welke klachten Gecommitteerden vermeend hebben.) als een zaak op zich zeiven, welke geene directe relatie heeft tot andere meer esfentieele bezwaaren 1 afzonderlyk in overweging te kunnen neemen, U Ed. Mogenden daar op te dienen van derzelveE Confideratien en Advys. Omme waai- aan te voldoen, hebben Gecommiti teerden vermeind zich te kunnen dispenfeeren vap een fcrupuleus onderzoek na de wyze, op welke men vooral ten platten Lande te werk gegaan iss bm dezen Requeste te laaten ohderteekenen, teri wyl het doch in de examinatie van deze en alle ari-i dere Bezwaaren, niet alleen op het getal van Ono derteekenaaren, maar voornamentlyk op de wettig^ heid der Bezwaaren zal moeten aankomen, fen Ge-: committeerden verzekerd zyn, dat niet alleen heè eerftfe, maar vooral het Iaatfte by ü Ed Mogendeni in aanmerking komen, en Hoogstderzelver deliblflj ratien bellieren zal. De Gecommitteerden dan aanftönds ter zaake 0*; vergaande, hebben by examinatie van de voorfZï Requeste gezien, dat de Supplianten zich ten hoog.;, ften gegraveerd achtende, niet alleen over liet Jacht** Gericht deier Provincie,■ deszelfs Judicature, èh dè Iaatfte geëmaneerde Ordonnantie op de Jacht, maart ook over de Judicature, welke het Jacht-Gerichtj) van Gooyland zich over Ingezetenen dezer ProvirH cie heeft aangemaatigd, daaromtrent van U EdJ) Mogenden verzoeken. I; Dat  de ü-ebeurtenisfèn ik 1787 enz. voorgevallen, ir^ 1 i. Dat het Jacht-Gericht dezer Provincie afgefchaft en vernietigd worde, met alle den aarr. 'kleevèn van dien, en dat de Judicature over de Jagt'wederóm rhag worden overgebracht . aan het Coüégie van U Ed. Mogenden Ordinaris Gedeputeerden, 'óm dezelve als van ouds tè exerceeren, of dat U Ed. Mogenden het Hof Provinciaal daar toe gelieven te'quahffceeren.ra. Dat hét alleen aarj het Collegie van H Edi Mogenden- Ordinaris Gedeputeerden fraaa mr* ge, om* de Actens van permisfie tot de Jagt aan ongëqualiëceerdens, na goedvinden te ver■ leenen. 1 . " ■ . Dat de laarst geëmaneerde 'Ordonnantie op het ftuk van de Jagt van den tS July 178-1, gerefuW meerd, gealtereerd en >verbeterd,- of een ge» heele niéuwe Ordonnantie gemaakt worde. ]4'v Dat aan alle Ingezetenen , welke een Keker aantal mergen Lands, of Bosfchenin desePro.. vincfè bezitten, of gebruiken; öfte'aan hem die eene behaalde fomma in de ordincfoen ex* traordirtaris ongelden verfchuldigen, de vrye Jagtoeffening vergund worden, • ». Dat het Jagt-Gericht van Gooyland verklaard worde, onbevoegd tezyn, om eenige Judicatu* re uit te oeffenen over Ingezetenen van deze ' Provincie,'. • < • \ ' ' De Heeren Gecommitteerden zullen ten aanzien n het eerfte poinB, U Ed. Mogenden niet ophnu* in niet eene uitvoerige herinnering, Soo aan de Ugtelóoz'e póógingen reeds in den jaare 1620 ea aj in 't Werk, gefield j tot hef aanflellen _ Van : eesterknapencp gelyke voet als in de Provincie n Holland tóen reeds in train was, als van al gene by- 'gelegenheid van de oprichting van het ajenwoordige jagt-Gericht dezer Provincie in den ire 1676 tot; iö-8i, en by deszelfs hernieuwir-^ Iden jaare 1749 is voorgevallen, alzoo dat laatfié ,zelfs hooge Heerlykheden, hier voor geroerd met die bepaaling: dat, ingevolge het 3de Artik* Van die Irftructie, het zelve Gerichc eenmaal 's jaai in die voornoemde Heerlykheden moest worden gehouden) èn volgens het ede Artikel, in alle Crimineele zaakt met opzicht tot de Ingezetenen dezer Provincie, gepra cedeerd " moet worden na de Plakaaten in deze Provincii op het, ftuk van de Jogt geëmaneerd. Door welke be paalingen, men zoude mogen denken, dat Hoogst deszelfs, intentie geweest is. (hoewel zulks by he opg< meld. Reglement en Inftruciie niet duidelyk ge exprimeerd word) dat de Ingezetenen dezer Proi Y-incie wegens excesfen in her ftuk van de Jagt, li de hooge. Heerlykheden van zyne Hoogheid gei pleegd, voor het zelve Jagt-Gericht, zoo dikwyf het, zelve in de hooge Heerlykheden gehoudet Word, zouden worden terecht gefteld, als wanneet dit, Collegie, niet als het Jagt-Gericht van de hoo< ge Heerlykheden geconfidereerdmoetendewordenj der Supplianten, klachten, even als of dezelve te< gen wil en dank, naar ëenen vreemden Rechter ge< fleept, en van hunnen domiciliaren Rechter afge< trokken wierden, grootelyks zouden fchynen te vew  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 119 2rvallen; waar by nog accedeert, dat U Ed. Mo> énden na den ontvangst eener Misfive van wylen aare Koninglyke Hoogheid de Vrouwe Gouvernan• , den 6 July 1757 ter Vergadering van ü Ed. logenden ingekomen, raakende hetverleenen vaa ïthorifatie door het Jagt-Gericht van Gooyland op ;n Prokureur-Generaal dezer Provincie, om in cas rimineel, het recht van den Lande waar te neeen, en de zwaarigheid, welke het Hof Provinlaal een en andermaal gemaakt hadde, om op zoolanige authorifatie commisfaris ad informandum te ïrleenen: als daar toe door U Ed. Mogenden niet ïlast zynde: vervolgens op den 2often July daar in volgende gerefolveerd hebben: ,, het Hof Pro. ' vinciaal kennisfe te geeven, van het aanftellen van het Jagt-Gericht van Gooyland, en dezelve te authorifeeren en te gelasten, om aan de authorifatie van gemelde Jagt Gericht op den Prokureur-Generaal verleend, of nog te verleenen, 1 om ter zaake van Crimineele excesfen in de hool ge Heerlykheden binnen de privative Jagt aldaar I begaan, het recht van den Lande waar te neemen, te defereeren, en tegens de Delinquanten ten kosten van den Lande, zoo dezelve van de Gecondemneerdens niet te bekomen zyn, doen procdeeren na de Plakaaten, by ons op 't ftuk van de Jigt geëmaneerd, of nog te emaneeren, tot zoo lange dat op de adminiftratie van de Crimineele Juftitie in de hooge Heerlykheden door ons in deze Provincie aan den Heer Erf-Stadhou. der gedefereerd, en het vinden van de kosten, daar over te vallen, nadere ordres zullen zyn gefteld". Uit welke Refolutie komt te blyken, at immers in den jaare 1757 U Ed. Mogenden kerisfe bekomen hebben van de qualificatie door zyre ïoogheid in den jaare 1750 verleend op het Jagtiericht van Gooyland, ook tot de Judicature over aaken van de Jagt in voornoemde hooge Heerlyk:edeD, en dat U Ed. Mogenden toen niet raadzaam H 4 Êe'  Sao Verzameling van Stukken betrekkeïyk m geoirdeeld hebben, zich daar tegen te verzetten.,) het welk eenige legaliteit aan het zelve Cóllegiei icnynt te kunnen geeven. - • Evenwel alzoo de hier voorengeraelde Refolutiei van den 7 February 1693 > het récht van Judicatuq re over zaaken concerneerende de Jagt, aan alle! de hooge Heerlykheden alhier in de Provincie ge< legen, zonder eenige, ujtzondering ontzegt, en U Ed. Mogenden daar door ten duidelykften.getoond< hebben, deze Judicature van de hooge, middelbaaa re en laüge Jurisdictie, aan dezelve hoofe Heer* lykheden gedefereerd, te éxcipieeren en aan zichl te reitrveeren; dat ook naar het oirdeel van Hum Heeren Gecommitteerden, het twee ónderfcheiderli zaaien zyn: Ora? teftelkn tot confervatie van de Jast, en de Centraventeurs van de gefielde orJe te corrigeereiii fn te Jtrafien; wélke Iaatfte niet kan gefchieden, dan door zoodaanig eene Rechtbank, aan deweikö zulks met kennis en toeftemmipg, of octrooy vad: den Souverein dezer Provincie expresfelyk gede-i piardeerd 13, het welk aan Gecommitteerden niëc js gebleekeo, met opzicht tot het Jagt-Gericht van: Gooyland, immermeer oj> eene behoorlyke wyzdf gelchied, te zyn; moetende de hier voorgemeld» aanfchry ving aan het Hof Provinciaal (naar der Gei committeerden inzien) meer als eene provifioneelef toelaating, dan als eene expresfe delatie van Jurisöiche aangemerkt worden. Dat" ook eindelyk, dB! Houtvester van Gooyland een Hollandsch Officier j en de Meesterknapen (uitgezonderd twee, die doof zyne Hoogheid uit deze Provincie in het Collegia gecommitteerd zyn) Hollandfche , . en overzulksi ten aanzien van de Ingezetenen dezer Provincie vreemde Rechters zyn, voor dewelke dezelve oolf! met zeiden op Hollandsch territoir gedagvaard, em gevonmsd. worden; zouden.Gecommitteerden onv alle de voorverhaalde redenen van advys zyn: dati if Eó' Mogenden op eene convenabie wyze, den' .deer Erf-Stadhouder zouden behooren te informeel * ' ■ • ■ • — - 1 M • 1 ren». 5'  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgev.aUen. iat ,3j van de niet ongegronde redenen van bezwaa^ 1 ongenoegen, by veele Ingezetenen dezer Pro.' ücie, over de Judicature van het Jagt-Geriche in Gooyland ingebracht; in verwachting , dat' Dogstdezelve alle de hief voren bygebrachtêgronn in ferieufe ovërweeging ncemende, geene narigheid maaken zal, het Jagt-Gericht van x>yland van alle Jurisdictie op het territoir dezer ovincie voortaan te willen excufeeren; voorts dat t Hoögstdenzelven behaage, den Lt. Houtvester zer Provincie , ofte zoodaanige ander Perfoon Hoogstdezelve tot Jagermeester of Houtvester ; deszelfs hooge Heerlykheden zal gelieven te inmitteeren, te ordonneerën, om, alle excesfen 't ftuk van de Jagt, in de meergemelde hooge ïerlykheden en verdere privativé Jagt gepleegd', ior het Jagt-Gericht dezer Provincie, ofte zooanig ander Collegie, aan het welk U Ed. Monden de Judicature over de Jagt gedemandeerd Hen hebben, te laatën corrigeeren èri ftraifen, dat alle billyke klachten van 'sLapds Ingezeten dezen aangaande weggenomen, en teffens de oogheid en Sonvëréiniteit dezer Provincie ongeaonden geconferveerd mag blyven, waar toe Ge« immitteerden zich vleijen , dat Hoogstgedachte :ne Hoogheid genegen zal zyn, op alle mooglyk^ /ze mede te werken. H 5  122 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°» 2156. Rapport van de extraordinaris Commisfi van negen Heeren, om te onderzoeken welke mui delen zouden behooren by de hand te worden genotc men tot wegneeming van de wettige bezwaaren dé Ingezetenen £fc., benevens Concept van een Regltl ment Reformutoir , waar na de Regeering in t Provincie van Utrecht in het toekomende zal won den beleid en beftierd, ter Vergadering van Heit ren Staaten 's Lands van Utrecht op den 1 Septem her 1784 gedaan. Edele Mogende Heeren! Na dat U Ed. Mogenden by derzelver Refcluti: van den 25ften February dezes jaars, goedgevoni den hadden, eene extraordinaire Commisfie van ne gen Heeren uit Uwer Ed. Mogenden Vergaderint te decerneeren, onder anderen ook, om te ondtrzoei ken en U Ed. Mogenden vervolgens te advifeeren, wek ke middelen zouden behooren by de hand genoomen tewor den, om met wegneeming van alle wettige bezwaaren der Ingezetenen, de harmonie en goede orde binnen de1, ze Provincie, en onder derzelver lngezetentn te herjtel'. len en conferveeren. Hebben Gecommitteerden, ten einde aan dezt Uwer Ed. Mogenden falutaire intentie te kunneE voldoen, in derzelver eerfte byeenkomst gezament lyk overlegd, op welke meest gevoeglyke wyze dezelve tot eene legaale kennisfe van derlngezete< tenen bezwaaren zouden kunnen gcraaken, en heb! ben alstoen beflooten de Heeren wegens de StedeE Utrecht en Amersfoort, tot deze Commisfiebehooc rende , mondeling , en de Regeerders der StedeE Rhenen , Wyk en Montfoort by Misfive te verzoet ken,, elk in den haaren, zich exactelyk te infoM meeren op de ,redenen van bezwaar en misnoegen * die de Ingezetenen van derzelver Steden refpecti-: velyk mogten vermeinen te hebben, en vervolgen»! daar van aan deze Commisfie kennisfe te geeven. 1 't Welk door gemelde Heeren en Regeerders ge-i daan  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 123 (aan zynde, zoo zyn een geruimen tyd daar na door |e Heeren 'Gecommitteerden wegens Utrecht en ixmersfoort, in de Commisfie overgebracht twee terzegelde pacquetten, inhoudende de geauthentigerde Copien Van differente Memorien van be« waaren , zoo als die'ter Vergaderingen hunner rroedfchappen waren ingeleverd , met exhibitie ;ffens van de origineele Memorien en Addresfen, jn einde dezelven. met de Copièn te kunnen verlelyken; gelyk dan ook de Regeerders van Wyk q Montfoort by derzelver Misfives van den 13 Jut en ig'Juny 1784, aan Gecommitteerden heb. en toegezonden de bezwaaren hunner Ingezeteen: hebbende alleenlyk de Regeerders van Rheeh by Misfive gerefcribeerd, 'dat dezelve, na een aauwkeurig onderzoek, niet hadden kunnen ontaren, dat 'er by de Burgeryeen Ingezetenen hun-, er Stad eenige redenen van bezwaar en misnoegen iaats hadden, I De Gecommitteerden hier door in Raat gefteld ynde, derzelver Befoignes over deze gewichtige iaterie te kunnen voortzetten, ipeciaalyk ook, na it U Ed. Mogenden by derzelver Reiblutie van en jden. May dezes jaars, mede in hunne handen ïfteld hadden eene circulaire Misfive van zyne :oogheid den Heere Prinfe van Oranje c\c. <%c, dato den 2óften April daar te vooren, waar by :oogstdezelve, na voorafgaande betuiging van des:lfs leedwezen over de tegenwoordige g;efteldheid in zaaken in het Vaderland, onder anderen verjaard: ,, met genoegen te zullen zien, dat alles, wat tot de Conftitutie van de Regeering dezer Landen eenigszins relatief is, met eendracht en onderlinge harmonie zoodaanig mogt worden ge1 definieerd , dat alle gelegenheid tot verwyde1 ring, daar uit yoortfpruitende, eens vooral wier1 de voorgekomen ende geprevenieerd : met eene welmeenende aanbieding teffens van alles, wat in deszelfs vermogen is, om te concurreeren tqt t» de  124 Verzameling van Stukken betrekkelyl tot „ de revifie en examinatie van alles, wat betrekke'! lyk is tot den inwendigen ftaat van de zaaken deic ,, Regeeringe dezer Landen, en tot verbetering „ van den innerlyken Raat van de geheele Repm1 „ bliek." Hebben dezelve, na eene nauwkeurige examina;' tie van alle de ingeleverde Memorien en Addresil fen, bevonden, dat de klachten en bezwaaren deE In- en Opgezetenen van deze Provincie,, zoo alil dezelve daar by opgegeeven zyn, en waaromtrent de noodige redreslen verzogt worden, van eenet verfchillenden aart zyn; als waar van fommige het gemee'ne Bondgenootschap, andere de particuliere huis* houding dezer Provincie concerneeren; onder wél\ ke Iaatfte die, welke relatie hebben tot de Regeee ring en het Regeerings-Reglement van den jaare 1674, aan Heeren Gecommitteerden voorgekomen zyn van de meeste aangelegenheid te wezen, ët ter bewaaring van de rust en goede orde binnen de* ze Provincie, eene prompte voorziening te vel eisfchen: en het is om die reden, dat Gecommitt teerden, die op eenige van de andere poindten aan U Ed. Mogenden reeds.gerapporteerd hebben, ei op anderen nog rappofteeren zullen, vermeindhebo ben, by dit hun Rapport zich alleen tot de laatst! genoemde te moeten bepaalen. Dan, Edele Mogende Heeren ! de Gecommitt teerden kunnen noch willen voor U Ed. MogenderJ niet verbergen, dat zy tot de examinatie van deze bezwaaren , voor zoo veel dezelve betrekking hebben tot het Regeerings-Reglement van den jaare 1674, niet zonder veel fchroom en kommer zyn overgegaan,' wanneer zy in aanmerking namen de groote aangek legenheid der zaaken , en de confequentien , die daar uit zouden kunnen gebooren worden, en voor* al wanneer zy zich herinnerden de diere verplich.i tiog waar onder elk hunner zich by plechtigen én de tot de obfervantie van dit Reglement verbondetj hadden, en welke verbindtenisfe by hen zeer na* tUUÉ  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, izy uurlyk eenige fcrupule moeste veroirzaaken , of y zich in goeden gemoede over deze materie wel kon;en en mogten uitlaateo. s i Evenwel, wanneer zy daar en tegenoverwoogeü ten last door U Ed. Mogenden, als Souverein dezer trovincie, aan hen gegeeven, om onderzoek te dóen aar de wettige bezwaaren van 's Lands Ingezeteen , zonder eenige uitzondering van het Regiement van en jaare 1674, en daar benévens zich te binnen irachten, hoe zy by dien zelfden ééd, welke hen ot de obfervantie van dit Reglement verbond, in e allereerfte plaats gezwooren hadden: ,, alIePrij vilegien , Handvesten en Gerechtigheden van , den Lande van Utrecht en de drie Leden van dien, als ook de oude, wettige ën wel herbrachte Costumen te zullen voorftaan ende helpen defendeeren ende handhaaven; " en dat de klachen en bezwaaren van 's Lands Ingezetenen juist unne betrekking hadden, tot zoo veele inbreuken, Is dezelven vermeinden by dit Reglement op de 'rivilegien, Handvesten en Gerechtigheden van den >,ande van Utrecht, ende de drie Leden van dien toeébracht te zyn; hebben zy vermeind zich hier in niet te kunnen noch te mogen onttrekken; te tinder, wanneer zy boven dit alles nog in aanmeringe namen, de edelmoedige betuigingen en aanaedingen van zyne Hoogheid, den Heere Erf-Stadouder dezer Provincie, by Hoogstdeszelfs hier ooren gemelde circulaire Misfive gedaan, waar oor Gecommitteerden gaarne erkennen willen, 1 dit werk niet weinig aangemoedigd en gefterkc : zyn geworden. 1 En het is om alle de hier Voörverhaalde redenen, at Gecommitteerden gedacht hebben niet langer : mogen of te moeten hefiteeren, om handen aan et werk te Haan; en daar zy zich zeiven bewust yn, in dezen niets anders te bedoelen dan hetwelyn van hun dierbaar Vaderland en Provincie, midsaders de confervatie en bevestiging van de tegen:oordige Conftitutie, zoo wel als net herlïel van een.  126 Verzameling van Stukken betrekkelyk ie. eendracht en vertrouwen, en eene behoorlyke vohjds doerjing aan der Ingezetenen billyke en rechtmaauvM ge klachten en bezwaaren, zullen zy, de zaakecgi uit die gecombineerde oogpunten befchouwendeddi m dezen trachten te handelen met die vrymoedigddf heid, welke U Ed. Mogenden, welke de'gantfehhf Natie van hun te recht verwagten mag; en zulleE» aangaande de middelen van redres aan ü Ed. Mat % genden trachten te advifeeren, op zoodaanig eeno ei wyze, als zy voor God en voor Menfchen hier cc il hier namaals, hoopen te zullen kunnen verant lil 'woorden. U Dan alvoorens ter zaake over te gaan, achter 'm Gecommitteerden zich verplicht ü Ed. Mogender uf te betuigen, dat, zoo zeer zy voor zich zelvei )] geconvinceerd zyn, dat naar de gefteldheid deze? fo Landen het Stadhouderfchap van de grootïte nuttige n heid en noodzaakelykheid is, en daarom ten allee» tyde door de meest gepaste en wettige middeler \a geconferveerd en bewaard moet worden; het hun ? bok tot geen gering genoegen verflrekt heeft, uil ïk alle de ingeleverde Memorien en Addresfennietano w ders te hebben kunnen verneemen, of de Doleanoin ten, hoe verfchillende ook in begrippen omtrentk de uitoeffening van het Stadhouderlyk gezag, Raar ïl ten dezen opzichte met hun in het zelfde gevoeg i ei len:.zulks dat ten aanzien van éiifundamenteele poif, inEt onzerConftitutie, geenverfchilfchynt plaats teiV hebben. iK Edoch ten aanzien van het Regeerings-Reglement $ van den jaare 1674, is het geheel anders gelegen: N daaromtrent zyn de klachten en bezwaaren menig; k yuldig, en Gecommitteerden kunnen ook niet ontf k kennen, dat 'er veele gegronde refleclien tegens vil het zelve, zoo ten aanzien van den tyd en de wyze ~v van deszelfs invoering in de voorgaande, tn vernieuwingi Bi in de tegenwoordige eeuw, als met opzicht tot den we* »if zenlyken inhoud van dat Reglement, gemaakt kunnend' worden. L Omtrent welke eerstgenoemde tyds omftandighe., «z dcn,;  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 127/ !n, Gecommitteerden alleenlyk zullen remarquean, dac het zeer te wenfchen ware, dat 's Lands :fchiedenisfen geene bewyzen opleverden van srgelyke fchreeuwende onrechtvaardigheden, ais n drie (zoogenaamde) overheerde Provinciën , 1 allerbyzonderstdeze Provincie, in dien tyd zyn ugedaan, door hen, aanwienzulks het allerminst egde, door Vrienden, NagebuurenenBondgenooten •ex dan door den Vyand zeiven: deze doch maak1 alleenlyk gebruik van het Oorlogs recht, en iks nog niet eens op de allerftrengfte wyze; hy eft, ja, deze Provincie deerlyk geteisterd, uitmergeld, uitgeput, zoo dat 's Lands Staaten in ae Misfive aan Prins Willem den derden den Juny 1674 gefchreeven, de fchaadens door denven in anderhalf jaar tyds binnen deze Pro vin- veroirzaakt, op meer dan 125 tonnen gouds kwam te begrooten : de Vyand heeft daar door de avincie, en deszelfs Ingezetenen van hun geld I goed beroofd ; maar de Bondgenooten , met ilke deze Provincie, van de eerfte tyden af, ten iwften vereenigd , goed en bloed hadde geofferd» ; affchudding van het ondraagelyk juk der Spaan1e Dwingelandye, en om deze Landen tot eene re Republiek te helpen formeeren: tot c'onferva- en befcherming van welke zoo duurgekochte yheid zy ten allen tyde zoo veel, ja zelfs, naar ppörtie van haar vermogen, meer dan eenige der lere Bondgenooten hadde gecontribueerd; met Ike zy op de aannadering van den Vyand zich :h bereid getoond hadde, goed en bloed ter veriiiging van het lieve Vaderland op te zetten : die ve Bondgenooten, niet te vreëden, met deze wincie, niettegenftaande de ernftigfte inftantien :proteftatien van 's Lands Staaten, geabandonïrd, en aan de genade en ongenade van den nade» ïden Vyand overgelaaten te hebben , konden ar en boven van zich verkrygen, na dat de Proicie maar even van denzelvén verlaaten was, 5 zwaardere ongelukken tot alle haare ongelukken  laS Verzameling van Stukken betrekkeïy'k iot ^centoete doen, haar in den hartader aan te tasten en tegens alle regelen Van recht 'en billykheidc 'contrarie derzelver diere verplichtinge , uit hoor de van het ïfte Art,. der.Upie binnen deze Stad gt» Rooten, haar te óntneemen Öje, Privilegiën , Reet ten en Gerechtigheden, in welker bezitting deVV :and zelf haar ongeftoord gelasten had: tot dien eiii de moestop eene gantschwederreèhtelyke, enrrn de gronden dier Unie ftrydende authorifatie y| Hun Hoog Mogenden of liever van de Gedeputeet den van maar vier Provinciën', alle Regeeringe, losgemaakt, eh geene nieuwe Regenten üangefteE Worden,, 'dan op zoodaanige conditiën, als me 'goedvond aan dezelven voor te fchfyven. En ho is aan deze fatale órhftandigheden van dien tyc "dat dit Reglement zyne waare origine verfchüldig 3s, eh dewelke te gelyk op de nieuw aangebeld Regenten zoo Veel invloed hadden, dat zy niet a leen zich daar tegen niet durfden verzetten, ma; pok weldra zoodaanig daar aan gewenden, dat de< keiver taal, uitwyzens de Registers van dien tl (de Gecommitteerden fchaamen zich byna orn hte zeggen)meer overeenkomst had met die van Öi derdaanen onder eene dispotieke. Regeeringe,( a dezelve paste in den'mond van vrye Nederlander» 'men ZwygevEn 's Lands Souverein zelve's. — Di> Gecommitteerden willen hier niet verder intreedeï maar de gordyaen van vergeteldheid voor dit fehaa 'delyk en akelig tafereel toefchuivende,, liever hoo pen en wenfeheb', dat de Jaarboeken dezer Landd nimmer weder eenige floffe tot diergelyke verha; ïen ontvangen zullen, daar zy zich ten vollen vei zekerd houden, dat de Bondgenooten deze, fiat delwyze hunner Voorzaate,n, niet minder dan Ed. Mogenden verfoéijen en veroirdeelen. Od achten Gecommitteerden niet noqdig te zyn, i attentie van U Ed. Mogenden op te houden, mi 'al het gene by de vernieuwing van dit Regiemet in den jaare 1747 is voorgevallen, daar het doe óver bekend is, eü fommige Leden van Uwer ES M  de Gebéurteni'fen in Ï787 enz. voorgevallen. t?(J [ogenden Vergadering zelve nog zouden kunnen etuigen, hoe ook in dien tyd, nietteg^nftaande 3 poogingen van 's Lands Staaten, om het Stad» ouderfchap Ce herftelien op eenen voec meer overi?nkomflig met deszeifs orimitive inftitutie in deze rovincie, de reintroduttie van dit Reglement, op me geweldsadige wyze, is doorgedrongen, en tngenoomen heeft moeten worden. Liever zullen Gecommitteerden overgaan toteö: aandachtige befchouwing van die bezwaaren , elke relatief zyn tot den wpzenlyken inhoud van dit eglement, Waar op het doch in dezen voorname;k zal moeten aankomen, terwyl de voorengemele omffondigbeden , met opzicht tót den tyd en wy•. van deszeifs invoering en vernieuwing, voornamelyk oester dienen, om am tewyzen de fource, waar t deze Regeeringsform, tegens welke de ftemme t Ingezetenen zich thands zoo zeer verheft, is lortgekoraen, en feffèns te doen gevoelen (het ïne anders óngelooflyk zoude hebben kunnen voor>men, hoe het mooglyk geweest is, dat de Vooraten zich hebben laaten perfuadeeren, om tot een ndament van Regeering in deze Provincie aan te ;errien een Reglement, waar in zoo veele gebreem gevonden worden , als Gecommitteerden de yheid zullen neemen aan U Ed. Mogenden voor ■draagen: want Gecommitteerden maaken geen vaarigheid opentlyk te verkiaaren, dat 'er (hun:r erachtens) in dit Reglement vier voornaame gereeken gevonden worden, die te weeg brengen, it het zelve voor de Provincie fcha^delyk, en voor : RegeeringedraMenie is; onder de ingezetenen, j den minflen tegenloopvan zaaken, veel argwaan 1 misnoegen verwekken, ook zelfs voornamelyk gen den Perfoon des Stadhouders , en daar door n denzelvén niet dan eene precaire macht geeven in. De eerftedezer gebreeken is , dat dit Reglement, fel verre van naast en meest overeentekomm met de eReeriv.fr van de Provincie, gelyk die vanouds geweest 1XXVII. Dkbj,. X _ was  I jp Verzameling van Stukken betrekkelyk tot was (zoo als men Prins Willem den derden, Éi gevolge Hoogstdeszelfs betuiging, by de prefeE ratie van dit Reglement, fchynt diets gemaakt t hebben) integendeel daar mede ten eenemaal cod trarieerende, en ook zelfs in veele opzichten ftrt digis met de Privilegiën, Handvesten en Gered: tigheden van den Lande: aangezien In de tweede plaats daar by te veel willekeurig' wordt overgelaaten in de uitoeffening van het ge; zag, het welk daar by aan den Stadhouder gegee ven wordt: terwyl Ah een derde gebrek mag aangemerkt worder: dat het zelve in trouble tyden met overhaasting gt; maakt, vernieuwd, en als met geweld opgedron gen zynde , even daar door den grond van het recb des Stadhouders op losfe fchroeven en in een g duurig gevaar van wankelen fielt: En als een vierde, dat by het zelve aan de Pre vïncie ontnoomen wordt een gedeelte van deszelil Eigendom , die nimmer door tydelyke Regentei weggefchonken konden of mogten worden. De Gecommitteerden achten niet noodig re zym alle deze gebreeken m 't Reglement by de flukkei san te wyzen , ofte in eene langwylige en onaafi genaame discusfie te tretden over de willekeurig at.njkllina.en, centinuatien en discontinUatien van Ri genten, en de vrye en libere dispofitie over de geestelyk Goederen, zoo als alle hetzelve by dit ReglemeE gereguleerd is, en waar door deze Provincie, mee dan eenige van de andere geünieerde Landen, oot zelfs meer dan die Provinciën, welke met hun i dezelfde rampfpoeden van dien tyd gedeeld hac den , is gedrukt geworden; maar willen liever, me opzicht tot alle dezelven, in het generaal reflec teeren, dat, zoo zeer het aan den eenen kant alle1 zins billyk en wenfchelyk is, dat deze gebreekeni zoo veel mooglyk, herfteld, en de Regeering te gens alle willekeurige macht gedekt worde, al door welker daadelyke uitoeffening de vryheid vl Remmen weggenoomen, en overzulks de aart on  dl Geheurtenisfen in Ï787 enz. voorgevallen. 131 r Conftitütie omver, geworpen zoude worden; 1 zoo ook aan den anderen kant voor de waire bebdige belangens. van het Stadhouderlyke Huis vorderlyk is , indien het zelve met eene min wilteurige macht bekleed, maar ook deze macht als 1 op beter, wettiger en befiendiger gronden geitigd zy. ii 3ao, Ëd. Mogende Heeren, oifchoon Geccm.teerden zich verplicht geoirdeeld hebben,, alle se gebreeken, zoo als die waarlyk in het,Regieat van 1674 te vinden zyn, met alle vrymoedigdop te geeven, zy het nogthands verre van hun 9 • zy daar door eenige aanleidinge zouden .willen >ven, om den tegenwoordigen Heer Erf-StadIder te befchuldigen, als of Hy zelfvan de aan i gedefereerde macht zoodaanig een willekeurig iruik, ter ftremminge van der Regenten vïyheia \flemmen, immermeer, zoude hebben willen maai: neen! Edele Mogende Heeren, de Gecomtteerden zouden Hoogstdenzelven onrecht aan in, indien zy niet openlyk erkenden, 'dat', alods 'federt de meerderjaarigheid .van den tegenjrdigen Heer Erf-Stadhouder, die de zaaken op :tegenwoordigen voet gevonden heeft', geene eüetnen van willekeurige discontinuaiien van Regenten eeren, of lichtelyk te vreezen zyn, aangezien t alleen Hoogstdeszelfs caraÖer van diergelyke den eene natuurlyke afkeer fchynt te hebben, ,r ook Hoogstdeszelfs betuigingen.cn aanbiedin- , by de meergemelde circulaire Misfive aan de seöive, Bondgenooten gedaan, geheel, andere loelens tën duidelykfte manifesteeren i inzoo verDok dat Gecommitteerden niet zouden durven ^ffeleni of Hoogstdezelve zal gaarne met U Edö gendeh cóncurreeren tot het daarftellen van aL , wat tot verbetering van den innerlykeh Raak : Regeering dezer Provincie, en tot verzekering de vryheid in de Regeering, na ehin volgende ik, eenigzins zal kunnen verftrekken. .lthands het is in deze verwachting dat GecomI % mit-  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot mitteerderj, na eene naauwkeurige examinatie va-; alle de ingeleverde bezwaaren , voor zoo veel dezehl relatie hebben tot het Reglement van den jaare Iöff J en na confrontatie van dit Reglement met het gen in voorige Stadhouderlyke tyden, van de erectit! dezer Republiek af, tot den jaare 1651 toe, heet plaats gehad, gehazardeerd hebben te formeere een Concept van een Reglement Reformatoir, zoo a; aan Gecommitteerden gebleekeu is, naast en meen overeen te komen met de jorme van Regeering, zoo at die van cuds in deze Provincie geweest is, het welk zy de eer hebben hier nevens ter deliberatie van ' Ed. Mogenden over te brengen.; en met welk Cod cept, zoo wanneer het zelve door U Ed. MogeE den, met corcurrer.tie van den Heer Erf-Stadboudd dezer Provincie, geapprobeerd cn in eene Staatit Wet geconverteerd mogte worden, Gecommitteen den zich vleijen 5 dat alle wettige bezwaaren van ') Lands Ingezetenen weggenoomen, de form onze tegenwoordige Regeerings-Conftitutie innerlyk vet beterd , en zoo wel de vryheid der Regenten e< Ingezetenen verzekerd, als de Stadhoudcrlykl waardigheid op vaster en onwankelbaarder gron den , dan ooit te vooren, gevestigd zoude woc den. En zouden Gecommitteerden van advyfe zyni dat U Ed. Mogenden Copie van dit Reglement Rt formatoir en Rapport, hoe eer zoo beter, behorj ren toe te zenden aan den Heer Erf-Stadhouder dé] zer Provincie, met verzoek om ü Ed. Mogende*! daar op te willen dienen van deszelfs confideratiet: en Advys, als mede dat U Ed. Mogenden de Hee ren derzelver Ordinaris Gedeputeerden zouden bei hooren te authorifeeren , om tegens zekeren be I kwaamen tyd de Heeren Staaten extraordinarie r] befchryven , om over deze zaak te delibereeret'j en refolveeren, zoo als ten besten dezer Provincie geoirdeeld zal worden te behooren; met verdërrj authorifatie, om van deze befchryvinge mede kenii aisfe te geeven aan zyne Hoogheid en Hoogstdem1 zei;  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 ivente verzoeken, deszelfs confideratien en Ads voor dien Lyd, aan U Ed. Mogenden te willen iten toekomen. Zynde Gecommitteerden wyders van gedachten, hsngende üwer Ed, Mogenden deliberatien ér deze gewichtige materie, en tpt dat een nieuw glement op de Regeericg dezer Provincie by Ü 1 Mogenden, op eene wettige wyze, gearresteerd : zyn, het tegenwoordige Reglement van volle icht en waarde blyven, endoor alle de Regenten bbfer.veerd en gemaintineerd moet worden, het Uk, hoe zeer uit den aart der zaake van zelve eekende, Gecommitteerden nogthands vermeend bben hier te moeten by voegen, om te prsveni:en alle bedenkingen, welke by fommigen mog1 kunne 1 r-pkomen, als of door dit Rapport vooe verbintenisfen eenigzins ios gemaakt, en aandinge gegeeven zoude kunnen worden, tot eene yaarlyke Regeeringloosheid , waar van de confetentien van een veel fchromelyker uitzicht zou- , 0 zyn, dan die, welke immermeer uit het tever;ten Reglement zouden hebb.en kunnen voortkon. En hier mede zouden Gecommitteerden dit hun ipport kunnen eindigen , zoo zy zich niet vercht achteden, alvoorens aan U Ed. Mogenden tg rekenfchap te moeten geeven van de gronden ! motiven dier veranderingen en redres/en, welke 1 by het op nieuw geconcipieerd Reglement Rematoir, de vryheid neemen aan U Ed. Mogenden :proponeeren. Ten welken opzichte Gecommitteerden vermeend bben tot een grondfljg hunner deliberatien , im« :rs zoo veel betreft de Stadhouderlyke waardigheid , imoeten leggen die form van Regeeringe, welke ■ n den beginne dezer Republiek af, tot den dood n Prins Willem den tweeden toe, heeft plaats had, om daar uit te kunnen opmaaken , welke Rechten en Prsrogativen der fuccesfive Heeren adhouders in die tyden geweest zyn, die, als in I 3 de  134 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot de p imièive Conjlitutie der Regeering dezer Provincui zelve gegrond zynde, voor de wettige Rechten en Prseroga.'ven, aan de Stadhouderlyke waardigheid al,l\ hier v.rknocht, gehouden, en daarom in allen ge«i Vallen nimmer betwist ofte in twyffelgetrokken bee. hooren te werden. En dit hebben Gecommitteerden by het formee< ren van die Concept-Reglement beftendig in het oog gehouden, en zorge gedraagen , dat die Rechl Ze», daar by niet verminderd, maar veel eer eenigsj zins meer gefchikt zyn geworden, naar het gent tegenwoordig plaats heeft, zoo veel die zelfde grondbegin%Ien van Regeering komen te gedooi gen. Dan met dit alles zullen U Ed. Mogenden rasbe r^erkén, dat op dien voet verfcheiden notabele ver afidèringfen in dit Reglement, vergeleeken met dal van den jaare 1671, hebben moeten gemaakt wop den, er. wel byzonderlyk met op^icht toe de direc. ie a 'jlelling van alle de Leden van Staaten , dt •iiiltkairige continuatie of discontinuatie van hei grootfte gedeelte derzelver op vast bepaalde ty den, en de dispojï'ie over de Geeitelyke Goederen) drie poincben, welke (zooveel Gecommitteerde!: weeten) in geene der Geünieerde Provinciën 01 zoodaanig eene wyze gereguleerd zyn, en thandi docr, 's Lands Ingezetenen zoo inconstitutioneel et Jlrydénde met de Privilegiën van den Lande befcheuw* worden, dat Gecommitteerden geen oogenbükdun ven twyifelen, of de Heer Erf-Stadhouder zal gaan ne met U Ed. Mogenden concurreeren, tot het ftelÜDgvar deze gebreken , te meer wanneer Hoogsc dezelve geinformeerd zal zyn, dat het juist dez! zelfde'poincten zyn, waar tegens de Voorouders! ook zelfs in de allerbenauwfte tyden zooyverigge waakt hebben, dat zy nimmer konden gedoogem dat ten dezen opzichte de minste inbreuk gefchiedi de op de Privilegiën van den Lande. Men leezt deStaats-Registers van de jaaren 1586 tot 1588 , en men zal overvloedige bewyzen vinden, hoe zeéi "' dit  de Gebewtentsfen in 1787 tnz. voorgevallen. 135 S Staaten dezer Provincie, oo!< zelfs in die beirde tydsomflandigheden, zich tegens eene aanmaatisde dveSlie over de Geestelyke Goederen ; zno el als over eene diretle aanjtellinge van fomnttge imb'enaaren, zonder voorafgaande Nomimtie van de mten, door den Graave van Leicester , als Gnuerneur-Generaal dezer Landen, gedaan, aangeint en het zelve aangemerkt hebben als eene dia Me inbreuk op de Vryheden, Rechten en Priviiegi '1 van den Lande, waar inne zy eer- en éédshahen niet mden noch vermogten te confenteeren : in zoo verre elfs, dat in een enkel geval, waar in zy Zyne Exbllentie wilden accommodeeren, zy nogthands daar je niet befluiten konden , dan onder deze fpcciaa. i conditie, dat zyne Excellentie by AEle, onder zyfi and en zegel, belooven en verklaarm zou, dat zulks iet meer zoude gefchieden: 't welk Gecommitteerden lleenlyk allegueeren ten bewvze, dat het vanouds 1 deze Provincie daar voor gehouden is: dat vol. tns Rechten, Privilegiën en Costumen, tot de princi■aalfte Officien van den Lande, de Nominatie aan de ■taaien , en de Eleftie aan den Stadhouder competeere. En het is om die rede , dat Gecommitteerden ■ermeind hebben, de herftelling van deze voorou■erlyke Privilegiën en Costumen aan U Ed. Moge! ■én eh aan den Heer Erf-Stadhouder te mogert pro>oneeren, op zoodaanig eene wyze'en met zooaanige extenfie , als by het nevensgaande Coneot Reglement is ter neder gefield. Want offchoon, ten aanzien van de twee voortemmende Leden, in voorgaande Stadhouderlyke yden, eenen anderen voet gehouden' moge zyn*' 511 d<* Electie uit een dubbel getal alleen in het der" le Lid plaatfe had, kunnen Gecommitteerden geene redenen vinden, waarom het zelve niet over ale de Departementen van Regeering in deze Provincie op eene gelyke wyze zoude mogen, en, aangezien de groote veranderinge, daar inne federt gemaakt, zoude behooien vastgefteld te worden. I 4 Het  l%6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Het is wel zoo, dat, met opzicht tot het Lid dets Heeren Geëligeerde Raaden, by drie fuccesfivej uitfpraaken. en fpeciaalyJc by die van Prins Mau^i rits van den 12 Augustus 1018, di Nominatie vam een dubbel getal aan Burgemeesteren en Vroedfchap vam Vtrecht, de Electie aan de Ridüerfchap en kleine Ste*\ den, en de approbatie aan den Stadhouder toegekendi is, 't welk ook alzoo gcoblërveerd is geweest tol den jaare 1674, en wederom van den jaare 1702106 1747 toe, op welker redintegratie de Gucommitl teerden der Stad Utrecht ook nu wederom ter, Iterki Ren geurgeerd hebben, en zyn blyven irfleerenJ zoo nogthands, dat zy het alhier geproponeerde web als een alternatief konden adrnkteeren, in afwacbn ting of zulks aan derzelver Principaalen zoude kumi nen bthaagen: dan'jaangi zien de vyf Kapittelen binnen deze Stad zich daar over ten allen tyde, en ook nu wederom by derzelver Remonfirantie, den 2den Juny laatstleeden aan U Ed. Mogenden over* gegeeven, (en door UEd. Mogenden mede gefield; jn handen van Heeren Gecommitteerden) tenhoog* Ren beklaagd hebben, en de redenen, welkevoor< heen aanleidinge konden geeven, om dezelve vaqi alle aandeel in de aanfielünge hunner Reprtefeniam ten ter Staats Vergaderinge, uit te fluiten, thandsl zoo zeer geen plaatfe meer hebben, dat ook de re<: delykheid en billykheid fchynen te vorderen, ini een tyd, waar in men zoo algemeen op herflel vaai Rechten en Privilegiën aandringt, die van zulkeera jiotabel en aanzienlyk lighaam, als is dat vaudevyf Ecclefien binnen deze Stad, in behoorlyke aanmer-' kinge te neemen , en aan derzelver billyke iriftanti§ en, zoo veel de tegenwoordige Cbnfiitutie permifl teeren kan, te voldoen; waar heeuen zich ook het •verlangen der Ingezetenen, zoo veel men uit der,i Selver Memorien en Addresfen heeft kunnen opmaaken, fchynt heenen te firekken, en dat oofcl boven dit alks de aart der Regeciings-Conftiiutie;: i in deze Provincie vereischt , dac de refpectivei Staatsleden, zop veel mooglyk, independent van e'H  de Gebeurtenis/en in 17&7 enz. voorgevallen. 137 alkanderen zyn en blyven, het gene men van debovengemelde wyze van Nominatie en Electie zoo zeer niet zeggen kan; zoo hebben Gecommitteerden, om alle die redenen, by het 3de Artikel van het Concept Reglement zoodaanige fchikkingen ge. proponeerd, waardoor aan der Kapittelen verzoek» eoo veel mooglyk voldaan, enteffens aan de StaatsLeden, daar by geinteresfeerd, aangaande de qualificatie der genomineerde Perfoonen, eene genoegzaamegerustheid gegeeven zal kunnen worden, terwyl voorts byde2, 4, 5» 6 en 7de Artikelen de vereischtens tot dit Lid wat nader bepaald, en ook in de gevallen, wanneer gebrek van gequaliflceerde Perfoonen mogteplaats hebben, zoo veelmoogJyk, voorzien worde: zynde ook derzelver getal, ter confervatie van deszelfs wettige Conftitutie, als moetende bejtaan de helfte uit Edellieden en de helfte uit éurgers, dewelke door het aanflellen van een fupernumcrair Lid telkens verbrooken wierd, ingevolge de eenpaarige begeerte van 's Lands Ingezetenen , op tien gefixeerd, en de verwantfchap der Leden voor het toekomende een weinig nader bepaald, zoo als, uit aanmerking van het kleine getal der Edelen en Burgers in dit Lid, en om eene Familie'■Regeering in het zelve voor te komen, noodig en idienfbig i's geoirdeeld geworden. Voorts belangende de dispofide over de Geestelyke Goederen en Beneficiën, hebben Gecommit. teerden, vermeind» en by het 9de Artikel voorgeslagen, dat, zoo wanneer dezelve aan de Provincie retourneeren zullen , waar op in 't algemeen , en met alle recht ten fterkften geinfteerd word, de '.Canonifyen in de zoogenaamde 's Lands of Staaten maanden openvallende , zoo wel als alle andere Geestelyke beneficiën, "welke voorheen door de refpeftive Leden genooteu wierden, voortaan nevens :;de Prapofiiuren of Proondyen, ten profyte van de I Provincie zullen worden verkogt: en Gecommit. M teerden willen gaarne erkennen niet te kunnen beigrypcn, hoe ten dezen refpe&e zoodaanige fchikI 5 kin.  i?8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Mngen in het Reglement van 161% gemaakt hebbes kunnen worden, in een tyd, dat het met de Provinciaale financiën zoo jammerlyk gefield was, dat men nauwlyks middelen wist uit te denken, om de noodzaakelyke Domesn'cque Uitgaven goed te maaken, veel min om de Lasten der Generaliteit, waar in men geene de minfle verüchtinge obtineerenkonde, en, ten aanzien van dewelke, de quota dezer Provincie naar de veelheid der Geestelyke Goederen in vroegere tyden berekend en verhoogd was, te kunnen fburneeren. Offchoon nu Gecommitteerden gaarne erkennen , dat nimmer, federt dien tyd, vaü. dezelve Irkomflcn zulk een genereus gebruik gemaakt if. als üe tegenwoordige Heer Erf-Stadhoudei', al ras ca dczelfs meerderjaarigheid, gewild heeft, dnr. geduurende zyn leeven gefchieden zoude, blyks ns Hoogstdeszelfs Misfive van den 20 July I773s aan UEd. Mogenden gefchreeven, zoo is nogthands zeker, dat dit emplooy dier Goederea meer ten t utte van bet gemeene Bondgenoodfchap, da- van deze Provincie zal komen te verfïrekken: terwyl nu de zoo zeer bezwaarde Financien dezer Provincie i'oor dezelve aanmerkelyk zouden worden gebenefkeerd, twyfFelen Gecommitteerden ook niet, of zyne Hoogheid zal ten dezen opzichte aan het verlangen der Jrgezetenen wel willen voldoen, en die Goederen, welke nimmer van de Provinciaale Domeinen gefepareerd hadden moeten worden, en door geene tydelyke Regenten wegge fchonken kon- j den wol den, ofte ook weggefchonken zyn , aan de- 1 zelve laaten retourneeren: terwyl Gecommitteerden, ingevolge van het 10 Artikel, gedacht heb. | ben, dat de dispofide ever de Inkomflen van de aldaar genoemde Vicaryen, aan den Heer Stadhouder behoord te worden oVergelaaten. Aangaande het Lid der Heeren Edelen en Ridderfchappe, waar toe relatief zyn Art. ir, 12 en 13 j van het Concept Reglement, hebben Gecommitteerdën by het gene hier vooren reeds is aargernerkt, | niets anders by te voegen, dan dat de bepaaling vr>n der-  de Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen. 139 derzelver getal, op niet minder dan agt, en niet imeer dan twaalf, geoirdeeld is redelyk en billyk te. zyn, en volmaakt te fubintreeren, in plaatze van het gene in voorgaande tyden, by de augmen' van dit Lid pleeg geobferveerd te wordeu, en ■■»» ven het zelve nog dit voordeel heeft, dat het aan, :de gezamentlyke Leden van Staat eene gre :rustheid verfchaft, omtrent de duUrzaame cortïstentie van dit Lid, uit een genoegzaam annta! van, iEdelen; terwyl Gecommitteerden voorts, üt'etd' :ipinatie Van eene Renovatie en Ampliatie van U Ed. 'iMogendens Refolutie van den 23 July 1667, hogende 'een Reglement op de Augmentaiie van het voorfz. Lid, namens het zelve in de Commisfie overgelegd, en' hier nevens gevoegd, geene zwaarigheiu maaken U iEd, Mogenden te advyfeeren, om het zelve teap . iprobeeren en te arrelleeren, als alleenlyk firekkcnide tot confervatie van de Rechten van den AdeL idezes Geftichts, en om voor te komen, dat dezel» >ve niet door Vreemden worden gefuppianteerd. En hier mede komende tot de Collegien van de i Vroedfcbappen van Stad en Steden, waar toe relatief zyn Artikel 14 en 15, hebben de Gecommitteerden geoirdeeld aan dezelve , als uitmaakende. ; het derde Lid van Staaten, in dit Reglement den, •voorrang te moeten geeven, boven de Collegien ' van de Wet in dezelve Stad en Steden, het welk in ] het Reglement van 1.674 alzoo niet is.geobferveerd: 1 en offchoon het waar is, dat de Vroedfchap dezer i Stad onlangs geoirdeeld, en in den haaren verftaan. heeft, dat het recht tot devervullingedertusfchentydfche Vacatures,' als nimmer, ook zelfs niet by hes. Reglement van den jaare 1674, afgedaan zynde» : -maar als nog in den boezem der Burgerye berusten1 de, door hen, als derzelver Representanten * moesten uitgeoefFend worden; ingevolge waar van, de Gecommitteerden dier Stad ook nu, ter gelegenheid, van deze Artikelen, in de Commisfie geinfteerd. hebben, dat de Electie door de Vroedfchap, en alleen de Approbatie door den Stadhouder zoude  i4-o Verzameling van Stukken betrekkelyk M gefchieden, en waarop dezelve a! mede zyn blyven inftee;en zoo nogthands, dat zy het alhier geproponeerde wel als een alternatief wilden admitteeren, in afwachting, of zulks aan derfelver Principaalen zoude kuonen behaagen; hebben nogthands Gecommitteerden geoirdeeld , dat, zonder deze quasstie eenigzins te willen intreeden, het in allen gevalle buiten alle bedenkinge fchynt te zyn, zoo wanneer de permanentie van alle de Leden, waar uit die Collegien thands gecempofeerd zyn, en in 't vervolg gecompofeerd zullen wordei j wederom vastgefteld wordt, conform het eerde Artikel van de Poinëten en Artikelen, aoor de Vroedfchap van Utrecht op den 24 July i6r8, met Prins Maurits be. raamd, door de Staaten dezer Provincie geapprobeerd, en tot den jaare 1651 nagekomen, dat als dan in cas van Vacature ook het 6de Artikel revivisceeren, en , icgevolge van dien , de Eleöie door den Stadhouder uit eene Nominatie van een dubbeld getal, door dezelve Vroedfchappen aan zyne Hoogheid toe te zenden, gefchiedeo moet: dan ten aanzien van welke Nominatien, zoo wel als van die van Burgfmeesteren, in 't volgende Artikel vermeld, Gecommitteerden, (hoe zeer dezelve anders aüeen zyn, om U Ed. Mogenden eenige nieuwigheden aan te raaden, dewelkemiddelyk ofonmiddelyk invloed zouden kunnen hebben op het Provinciaal bellier, zoo dat zy in dien gevalle veel liever alle verande. riDg zouden afraaden, dan eenige aanleiding geeven tot zaaken, waar door de Cobftitutie, in plaatze van verbeterd, veel eer verergerd zoude kunnen worden) nogthands niet onredelyk noch onbiliyk zouden oirdeelen, dat aan de Burgerye alhier en elders, alwaar zulks zonder incoavenienten gefchier den kan, eenig aandeel gegeeven werde in de aanftelling hunner Regenten, op zoodaanig eene wy. ze, als ter voorkoming van kuiperven, ca^ailen, en andere disordres, meest gefchikt zal geoirdeeld worden. Edoeh, geconlidereerd dat dit een werk is van grooten omflag, waar toe veele arrangemen. ten  de Gsleurtenhfen in 1787 enz. vcorgevallen. Hf ten en precautien vereischt worden, dewelke veel gevoeglyker door de Stedelyke Regeeringen met derzelver Burgeryen gereguleerd en geapplaneerd kunnen worden, hebben Gecommitteerden gedacht, dit aan dezelve Regeerders te moeten overlaaten, zonder in het Reglement daar van te mentioneeren. ■ Voorts de Nominatie en Electie tot Burgemeesteren en Schepenen op den voorigen voet blyvende, en, in cas van Vacatures, op denzelfden voet geDracht zynde by de Artikelen i<5, 17, 18, 19 en 10, kunren Gecommitteerden niet nalaaten, ter kennisfe van U Ed. Mogenden te brengen, dat ook door notabele Burgers en Ingezetenen geinfteerd is op een permanente Schepensbank , buiten de Vroedfchap alhier: dan hoe zeer Gecommitteerden niet willen ontkennen, dat eene feparatie van de Wetgeevende en Judicieele Macht, zoo als door dusdaanig eene permanente Schepensbank in Stad En Steden geëffectueerd zoude worden, van groote nuttigheid z.iade kunnen zyn, ter beveiliging en verzekering van de Burgerlyke Vryheid, en daarom veele redenen dezelve zoude fchynen aan tepryzen, echter, vermits dc nieuwigheid der zaake, nimmer ihier, zoo weinig als in de andere Steden van het iVaderland in gebruik geweest, en andere inconvemienten, die zich vooral in de kleine Steden zouden lopdoen, hebben Gecommitteerden zwaarigheid gemaakt zich in eenige deliberatien daar over in te Jaaten, en zulks te minder, om dat noch by het iReglement van den jaare 1674, noch by dit Regierment Reformatoir, de Nominatie en Electie van 'Schepenen, buiten de Collegien van de Vroedfchap. pen, indien zulks noodig en dienftig geoirdeeld ;wordt, verbodenis. Ey het 2ifle Artikel is geflatueerd, dat geene Of. ificüren van den Lande, zoo weinig als Militaire Op- eieren in de refpective Leden geadmitteerd zullen :mogen worden: waaromtrent Gecommitteerden reimarqueeren, dat, wat aangaat de Militaire Officietren, zulks van ouds in deze Provincie is gefla- tueerd  142 Verzameling van Stukken beirekkelyk tot meerd geweest: doch met de Officieren van denLan* de, is het eenigzins anders gelegen ; deze zyn (zoo Veel men weet) tot hier toe nooit door eene formeele Staats-Refolutie g ëxcludeerd geworden: st is wel zoo, dat by Refolutie van de Stad Utrecht van den 3 July 1605, met welke zich de kleine Steden geconformeerd hebben, dit alzoo verftaan is, en dat dezelve Vroedfchap, Vervolgens op ver. fcheide.tyden, zich ten fterkften daar tegens heeft geoppofeerd, en in geene admisfien van zoodaanige Officieren heeft willen confenteeren, dan na dat zy zich Van hunne bedieningen hadden ontdaan; doch 't is ook tevens waar, dat de voorftemmende Leden nooit daar inne geconfenteerd, maar ter contrarie gedacht hebben, dat zulks alhier, even gelyk in de andere Provinciën, behoorde gepermitteerd te blyven, gelyk het zelve dan ook nu nog, ten aarzien van de Hoofd-Schouten plaats heeft: nogthands, alzoo federt langen tyd geene Maarfchalken meer in de Leden van Staat geadmitteerd geweest zyn, en de redenen, welke dezelven daarvan uit-, fluiten, groótendeels ook van applicatie zyn op de Hoofd-Schouten, die zich mede, in de bedieninge hunner posten, naar de ordres en voorfchriften van Hun Ed. Mogenden, de Staaten dezer Provincie, moeten gedraagen, en ook aan dezelven refponfabel en comptabel zyn; hebben Gecommitteerden gedacht U Ed. Mogenden te mogen aanraaden, om ten dezen opzichte aan het algemeen verlangen te voldoen; en daar toe is het 21 Artikel alzoo ingericht, waarin Gecommitteerden ook te minder zwaarigheid gemaakt hebben, aangezien het by de Ingezetenen van Stad en Land een grooter vertrouwen cp de adminiflratie eener onzydige Juliitie, in die gevallen, in welke de Leden van Staat, of col. legialiter, cf elk in 't particulier geconcerneerd mogten zyn, geeven, en ook de Burgerlyke Vryheid meerder beveiligen kan, indien de Officieren geene Leden dier Collegien zyn. Edoch, alzoo alle VVettea en Statuten geen te rug  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 143 ug werkende kracht kunnen hebben, maar alleen roor het toekomende dienen moeten, zog fpreekt ;et ook van zelve, dat deze bepaaling, zoo min Is eenige andere, die by dit Reglement gemaakt nogten worden, van geene applicatie zyn op dié Officieren, welke thands in de Leden geadmitteerd 10 ter Staatsvergaderinge befchreeven worden, en laarom twyffelen Gecommitteerden ook geenszins, f U Ed. Mogenden zullen als dan dezelve, geduuende den tyd hunner Commisfien of Bedieningen, taar van excipieeren. By het 22 Artikel worden alle Ontvangers en an:ere comptabele Perfoonen uit de Vergadering van :e Staaten uitgefloten, tot dat dezelve hunne repedtive Comptoiren volkomen gezuiverd, en het tot hunner Iaatfte of appendix Rekening ten vollen oldaan zullen hebben, het welk is conform U Ed. /logenden Refolutien van den 25 Oöober 1633, 19 April 1668 en 8 January 1679; Heugende het :elve op zoodaanige redenen van billykheid en van ene goede Policie, dat het verwondering baaren joet , dat een zoo heilzaam Statuit in volgende yden zoodaanig veronachtzaamd heeft kunnen woren, dat zelfs op den 19 Oclober 1746, Hun Ed. [/logenden verklaard hebben: dat alle de Heeren, ie na den afgelopen tyd van hunne Covimisfitn, als Ontvangers, in de Vergaderinge van Hun $d. Mogenen compareerden, aldaar voor aangenaam zouden wor> m gehouden; niettegenftaande door hec agterftal an's Lands ongelden, derzelver comptabiliteit toen erst in der daai een aanvang nam, vermits dezelve :eduurende de drie, immers geduurende de twee :erfte jaaren van hunne Commisfie weinig kwamen e ontvangen, en niet eerder dan drie jaaren na het lindigen hunner Commisfie, en fomtyds langer, in iaat geraakten hunne Iaatfte of appendix Rekeaia. ;en te doen, en hunne Comptoiren te zuiveren, ngevolge van dit Declaratoir heef: men d;n ook aeoigvuidigmaalen zoodaanige gewezen 0"-v,in. ;ers gezien compareeren, niet alleen ia de Vei i; de-  144 Verzameling van Stikken betrekkelyk tot deringen van Staaten en van de Ordinaris Gedeptf. P teerden, maar ook zyn dezelve wel gecommitteerd 1 geweest ter Kamere van Financie en Rekeningen,, geduurende denzelfden tyd, dat aldaar hunneReke-. ftingen gehoord en gefloten moesten worden: eOfl dit hebben Gecommitteerden gedacht, dat by die ; Artikel eens voor altoos afgedaan, en op den voetl van de hier bovengemelde UEd, Mogenden Refolu-j. tien herfteld behoorde te worden: en geconfide-| reerd, dat deze bepaalingen, zoo wel als die in hett voorgaande Artikel vermeld, eene directe relatie! hebben tot de form van de Regeering dezer Pro-J> vircie, hebben Gecommitteerden geoirdeeld, aanh dezelve eene plaatZe in dit Reglement te moetent geeven, offchoon dezelve in het Reglement van: den jaare 1674 niet gevonden worden, By het -23 Artikel wordt geftatueerd, dat de'e Hoofd-Schout van Utrecht alleen voor drie jaaren, , en de Hoofd-Schouten der acdere Steden voor huni leeven zullen worden aangefteld, zoo als van dei eerfte, federt lange jaaren, en van de anderen altooss gebruiktlyk geweest is. Ook was aangaande denp Hoofd-Schout van Utrecht verzogt, dat dezelve dei drie naastvolgende jaaren niet zou mogen worden gecon^ tinueerd, maar daar na weder eliginel zyn; doch ditl hebben Gecommitteerden achtergeiaaten, om datl dezelve niet gelooven kunnen, dat daar uit eenigj; voordeel voor de Juftïtie, maar wel groot nadeell zoude kunnen geboren worden; het is doch zekerX dat om zich van dien post wel er naar behooren tea kwyten, vooral in eene groote en aanzienlyke Stad,, gelyk deze is, veel kennis en ervarenheid, zoowel'] als eene uitgeftrekte correspondentie vereischtl wordt, 't welk men alles bezwaarlyk veronderftel-i len kan mooglyk te zyn, voor een Officier, wiens-i bediening van zulk een korten duur is; (gelyk ook: die bepaalinge in voorgaande tyd om geheel andere ! redenen heeft plaats gehad) en daarom hebben Ge-jcommitteerden in allen gevalle beter geoirdeeld J, dezelve alhier te omitteeren, en de continuatie of 1 dis» •  da Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 145 scondnuatic over te laaten aan de keuze van die -nen, die het recht van Nominatie en Electie zul* li hebben. In het 24 Artikel wordt de wyze van aanftelling» 0 van Hoofd-Schouten van Stad en Steden, als van Maarfchalken der refpeftive Kwartieren, geregu;rd op denzelfden voet, als tot den jaare i65i ;, is geobferveerd geworden; waaromtrent Ge. mmitteerden niet anders te remarqueeren hebben, 1 dat by de Gecommitteerden der Stad Utrecht, :t opzicht tot dit Artikel, ten fterkfte gerecla:erd is het recht, 't welk dezelve fustineerde aan Stad te competeeren, tot de prefentatie van de rfoonen tot dit Officie, uit hoofde van de Siaatsifoluticn van den 2 February 1659 en 24 Juny 02; doch waar aan Gecommitteerden gedacht hebI, zonder benadeeling van het recht der Heeren ïaten, niet te kunnen, en daarom ook niet te mo~ tdefereeren, aangezien dezelve Refolutien, aanmerkt als een onderlinge fchikking of contract, ar by in de toenmaalige Regeeringsform, wederÜlche en gelyke voordeelen befproken en toebeïld waren, op welke reciprociteit het Contract: eenlyk gegrond was, by de verandering van Reeringsform in den jaare 1747 j waar by alle die ordeelen, zoo van den een' als anderen kant aan ü Stadhouder overgegeeven zyn, zyn komen te rvalien, en niet weder herfteld kunnen worden, j onder eene reciproque prestatie van dezelve ordeelen, 't welk nu niet mooglyk is: en om dia ien hebben Gecommitteerden gedacht, in dit Arti. I geen verandering te moeten maaken; te minder» , dat zulks geheel onnoodig is voorgekomen, al re het, dat eenige andere arrangementen konden rden uitgedacht, waar door, behoudens het recht 3 Hun Ed. Mogenden en van de refpe&ive Le0, in dezen aan de Stad genoegen zoude kunnen geeven worden; vermits doch in allen gevalle, or wien ook de prefentatie der Perfoonen gefchiei moge, de Staaten de Nominatie dier gepriefen» XXVII. Deel. K teer-  146 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot teerde Perfoonen maaken, en aan den Stadhoudete overzenden moeten, waaromtrent Gecommitteerd den dan ook de eer zullen hebben U Ed. Mogendete nader te advyfeeren. By het 25 Artikel wordt de wyze van aanftelling van den Secretaris van de Staaten op denzelfdeij voetj als die van andere Ambtenaaren, voorgefteldj En by het 16 Artikel de dispofide over alle del Militaire Charges aan den Stadhouder en Kapiteins Generaal dezer Provincie, op den voorigen voetf overgelaaten ; aileeclyk met die byvoeging, dal Hoogstdenzelven zich daar inne zal gedraagen naap de Refolutien en Reglementen, ten dien opzichte by U Ed Mogenden reeds gemaakt of nog te maa| ken: welke byvoeging Gecommitteerden gedacht hebben, hoe zeer de zaak anders van zelve fpreektj: hier te moeten plaatzeu, om weg te neemen allé verdenkingen, als of U Ed. Mogenden door dez? generaa'e en onbepaalde delan'e een gedeelte der Souvereiniteit geabdiceerd, en zich zeiven de fa* culteit ontnomen zouden hebben, om, met corrw municaiie van den Stadhouder en Kapitein-Generaaj; dezer Provincie, zoodaanige fchikkingen te beraaf men en vast te ftellen, als ten meesten welzyn vaa het Militaire-wezen geoirdeeld zoude kunnen wow den te behooren. In het 27 Artikel wordt de dispofide over alle dal zesjaaiige Commisfien, zoo buiten als binnen dei Provincie, geconfirmeerd op den voet, die federtt den jaare 1033 en vervolgens heefc plaats geh id. En in het 28 Artikel de vervullinge van de Vaca^ tures in den Hove Provinciaal op den voorigen voet? gecontinueerd, met byvoeging van de quaiiteiteq der Ordinaris Raaden, in conformiteit van de Staats Refolutie var den 20 January 1669. By het 29 Artikel wordt de aanfiellinge in eau van i'rjcaiurc van de Rentmeesters, zoo van de Ge.: ber.eficeer.it Goederen, als ven de L.>;;ve. ten van Oostnrotk, Sc. Pauls, Sr. Catharine en de Canhul zers gereguleerd, by electie van den Stad' uiti  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 147 : een dubbeld getal geqtialificeerde Perfoonen, lar van de prefentatie als dan zoude kunnen gelieden, op den voet van de Refolutie van den Juny 17020 Hebbende Gecommitteerden geoireld, de Rentambten van Gebeneficeerde Goede1 en vandeCarthuizers., hier mede te moeten uïtikken, offchoon dezelve in het. Reglement, van 14 niet gevonden worden., om vóor te korrierj^al. twyffelingen en moeijelykheden, die daar over eniger tyd zouden kunnen gemaakt worden,. en tyde van Koning Willem den derden ook daaÉ. yk gemaakt zyn, warneer de Heeren Staaten, by folutie van den 24 July 1688, het Rentambt van beneficeerde Goederen wederom naar zich genóti hebben. Eindelyk wordt by het 30 Artikel bepaald} dewy. op welke de verfchillen tusfchen de Leden deProvincie, die ongelukkig zouden mogen koa te ontRaan, te termineeren, 't zy door d ;o dhouder dezer Provincie in der tyd, het zy door ere Rechters of Arbiters, zoo als Partyen onder» ; convenieeren zullen. , , la hier mede hebben Gecommitteerden allé de neten van het Concept-Reglement Reformatoir rgelopen, en hunne confideratien op elk demi, zoo veel tot beter verftand van dezelve ööo'was, U Ed. Mogenden voorgedraagen., ,„. -,r. ., I Ed. Mogenden zullen daar uit opgemerkt heb,, dat de voorgeflagen veranderingen groot ea ligvuldig zyn, gelyk dezelve ook grooter. én ingvuldiger moesten zyn, naar maate de.afwy; van de oude Regeeringsform in Stadhouderlytyden, door het Reglement van I674, grooter :eest is in deze Provincie, dan in eenige van dë eren, ... r fogt hands liaan Gecommitteerden in die. vaste ifuafie, dat, indien dezelve door U Ed. Mogeri I, nu t concurrentie van den Heer Erf-StadhouI:dezer Provincie, gearrefteerd mogten worden, i' door de innerlyke ftaat der RegeeriDg van deze K % Pro-  148 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Provincie verbeterd, de eendracht en het vcrtrotöi wen herfteld, en de tegenwoordige Regeeringse Conftitutie op vastere gronden, dan ooit te vooi ren, gevestigd zal kunnen worden; terwyl ook tefe fens daar door de hoogstnoodzaakelyke invloe« van de Stadhouderlyke directie, tot eene gelukkié behandeling van zaaken, ten besten van het lievn Vaderland en van deze Provincie, geen nadeel lt den kan; aangezien dezelve, zal zy van eene bi ïlendig gelukkige en vruchtbaare uifwerkinge zyni op de lief ie en het vertrouwen der .Matie gegroai moet wezen; terwyl de droevige óndervinding ii den tegenw >o.rdigen tyd maar al te overtuigen* bewyzen oplevert, dat dezelve door geen gezag] hoe groot ook, bewaard kan worden. Hier mede hoopen Gecommitteerden voldaan t hebben aan den last, welke ü Ed, Mogenden 01 hunne fchouderen gelegd hadden, en zullen daaroic dit hun Rspport befluirende , oprechtelyk wet fchen: dat het den Allerhoogften behaage, de de liberatien van U Ed. MogenJen over alle de gewij tige objecten, in dit Rapport vervat, en waar va' het toekomende lot dezer Provincie zal afhangen; zoodaanig te beltieren, dat derzelver Refolutiei hier op te neemen, verftrekken mogen toe bewai: ring cn vermeerdering van rust, vrede en welvaaii binnen deze Provincie, zoo wel als tot heritel vil eendracht en vertrouwen tusfchen de goede In- e Opgezetenen, en tot bevordering van derzelv» wezenlyk geluk en voorfpoed, tot in lengte va/ dagen. Concept van een Reglement Reformato* waar na de Regeering in de Provinm van Utrecht in het toekomende z> ■worden btfield en beleid. I. De Regeering van de Hooggemelde Provincie n Utrecht, zal blyven beltaan als van ouds, in d'ri Lt  f tde Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 149 deD, te weeten: Geëligeerde Raaden; Edelen [Ridderfchappe; Stad en Steden. II. 3e Geëligeerde Raaden. die 'er nu zyn, en ver* gens wezen zullen, zullen hunne functien en be» □ingen blyven bekleeden, hun leeven lang ge. irende, en zullen, zoo ras 'er gequalifkeerde •foonen in de gezamentlyke Kapittelen gevonden rden, gebragt worden op het getal van tien, en vervolgens moeten beftaan uit vyf Stichtfche felheden, en vyf Stichtfche Burgers, die alzoo joren, of tien jaaren Burgers geweest en in deze jvincie gewoond zullen hebbes. III. ;5y vacature ofte aflyvigheid van een Geëligeerde ad, zal binnen den tyd van drie weeken, by de F Kapittelen binnen deze Stad, door Gecommitrden uit ieder derzelver, by het lot te verkie1, in het groot Kapittel-Huis van den Dom, rden gemaakt eene Nominatie van vier gequalifierde Perfoonen, 'tzy Edellieden, 't zy Burgers; izal dezelve Nominatie, in cas van Edellieden, : de Ridderfchar» en kleine Steden: en in cas vaa «rgers, aan de Vroedfchap der Stad Utrecht wor1 geprasfenteerd, om door dezelve Ridderfchap ikleine Steden, ofte Vroedfchap refpectivelyk, men den tyd van veertien dagen daar na, op de Ifte gereduceerd, en vervolgens toegezonden te rden aan den Stadhouder in der tyd, om dooi azelven eene Electie daar uit gedaan te worden. IV. Geen Proost zal tot Lid genomineerd ofte verko 1 mogen worden, dan na dat hy de Proostdye :r jaaren zal hebben bezeten. V. Cndien het mogte gebeuren, dat in de gezamentK 3 lyke  X jq Verzameling van Stukken betrekkelyk tot lyke Kapittelen geen genoegzaam aantal gequaR'i ceerde Edellieden ofte Burgers gevonden wierr tot het formeeren der Nominatie, hier vooren ge meld,' zal dezelve aangevuld worden met zoodaan ge Edellieden of Burgers, die wel eene Prebeno hebben , maar niet vol capitulair zyn; en by gebri l?e ook van deze, met erkende Stichtfche Êdellïi denhet zy dezelve in st Lid der Heeren EdeM en Rjdderfchap befchreeven zyn of niet, of mt gequalificeerde Burgers , die adtueele Leden de Regeeringe binnen deze Provincie zyn; in welk* laatstgemelden gevalle het voldaan zal, dat zooda; nige genomineerde, voor deszelfs electie of aanRt ling met eens Prebende voorzien zy» VI. Niemand zal tot Geëligeerde Raad genomineef ofte geëligeerd mogen worden, dan na dat hy bl reikt zaf hebben den vollen ouderdom van 24 ja ren, en profesfie doe van de waare Christelyke G reformeerde Rengie. VII. En zullen geen Vader en Zoon, heele en hall Broeders, ofte een Oom met meer dan twee Nei yen, te gelyk in dit Lid fesfie mogen hebben. VIJL Het oudfie prsefent zynde Lid der Gcgligeert Raaden zal altoos ter Vergaderinge der Heen Staatèn prsfideeren. IX, Alle Prspofituren of Proostdyen, zoo dikwy dezelve komen te vaceeren; als mede de Kanor fyën ofte Prebendens, inde zoogenaamde 'sLan: of Staaten maanden openvallende, zoo wel als at andere geesrelyke Beneficiën, zullen worden vei kogt teij profyte van de Provincie.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 151 X. ' Doch de Stadhouder dezer P ovincie in der tyd, al hebben de dispofide over de inkoroften van al'e 'icaryen, dependeerende van de voorfz. Prajpofi■jren of Proostdyen, geene uitgezonderd; behoulelyk, dat dezelve inkomften zullen moeten woren bekeerd tot het onderhoud van arme Predikan;n, derzelver Weduwen, ofte andere gelyke pieus zaaken binnen deze Provincie. XI. IHet Lid der Heeren Edelen en Ridderfchappe al beftaan uit niet minder dan agt, en niet meer an twaalf Leden, waar van de oudlte Heer altoos rsfideeren zal, en dewelke daar inne, hun leeven mg geduurende, zullen perpetueeren. XII. i Indien een ofte meer der Heeren Edelen, in de lidderfchap befchreeven , dezer wereld komt te iverlyden, ofte anderzics het Lid te verlaaten, en oor de Ridderfchap noodig geoirdeeld wierde, erzelver plaats ofte piaatfeD aanftonds weder te ervullen; ofte dat het Lid der Ridderfchappe tot eneden het getal van agt uitgefiorven ware, zal oor de Ridderfchap worden gemaakt eene Nomiade van een dubbeld getal gequalificeërde Edelen, m daar uit by den Stadhouder dezer Provincie in er tyd, de helfte gtëligeerd ende befchreeven te lorden. XIII. Geene Edelen zullen invoegen voorfz. genormeerd ofte geëligcerd en befchreeven mogen woren, dan dezulken, die ten aanzien van hunne geoorte, jaaren en goederen zyn gequalificeerd, olgens het Reglement dienaangaande, zoo wel als mtrent de qualificatie van de Ridderhoffteden, p heden gearrefteerd; en zullen moeten doen prossfie van de waare Christelyke Gereformeerde Re- '&ie' K4 XIV.  152 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot XIV. De Raaden of Vroedfchappen van de Stad en St3eo den, zullen voortaan permanent zyn, en alle dess zelfs Leden hun leeven lang geduurende daar innei continueeren. XV. , .. Wanneer een Lid van de Vroedfchap van Stad od Steden mogte komen te overlyden, ofte anderzina zyne Raadsplaatfe mogte komen te verlaaten, zaï door de Vroedfchap derzelver Stad ofte Steden i binnen den tyd van drie weeken aan den Stadhouder dezer Provincie in der tyd , worden toegezondee eene Nominatie van een dubbeld getal gequaüfaceeri de Perfoonen, omme daar uit by den welgemeidee Stadhouder een geëligeerd, endé tot Vroedfchap gefield te worden. Behoudelyk dat geene andere Perfoonen tot Raa; den in de Vroedfchap van Stad of Steden genomi neerd ofte verkoren zullen mogen worden , dan did profesfie doen van den waaren Christelyken Gerei formeerden Godsdienst, en daar toe verders gequa; lificeerd zyn, volgens der Stad en Steden Privilei gien, XVI. In ieder jaar, drie weeken voor de veranderirif der Wet van de Stad of Steden, zal door Burge< meesteren, Schepenen en Raaden van de voorfz; Stad en Steden, aan den Stadhouder dezer Provinci in der tyd, worden toegezonden eene Nominati van een dubbeld getal Burgemeesteren, omme daa; uit, agt dagen voor de verandering van de Wet! twee Burgemeesteren te eligeeren. XVIL Zullende ten zeiven tyde door de Vroedfchappet van Stad en Steden refpettivelyk, geformeerd wor den eene Nominatie van een dubbel getal Schep» nen, en mede aan den Stadhouder dezer Proyincir  de Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. 153. ! der tyd toegezonden, om daar uit de Schepenen; : kiezen. XVIII. [Indien een Burgemeester ofte Schepen komt te -erlyden, ofte anders zyn Ambt komt te verlaa-. n, zal ter vervulling van deszelfs plaats voorden steerenden tyd, een dubbel getal; invoegevoor? hreeven, genomineerd en aan den Stadhouder ter eclie toegezonden worden. XIX. Die genen, die tot Burgemeester en Schepenen momineerd en geëiigeerd worden, zullen moen doen profesfie van de waare Christelyke Gereirmeerde Religie, en gequalificeerd zyn volgens : Privilegieu van Stad en Steden refpe&ivelyk, XX. . ; 'Niemant zal langer dan twee jaaren Burgemeesr ofte Schepen mogen zyn, en als dan een vol ar buiten de voorfz. fundtien blyven, waar na we* :rom nominabel ende eligibel zullen zyn. XXI. IGeene Officieren van den Lande zullen voortaan 00 min, als eenige Militaire Perfoonen, in de rejcctjve Leden van Staat geëligeerd ofte geadmiterd mogen worden, nochte ook geene Perfoo» en, die zich in den ééd of dienst van een ander ouden mogen bevinden, den Leenééd en den ééd m de Generaliteit, wegens eenig Ambt of Gom* isfie gedaan, alleen uitgezonderd. XXII. ( Ook zullen geene Ontfangers ofte andere compïble Perfoonen in de Vergaderinge van de Staaten, fte derzelver Ordinaris Gedeputeerden voortaan leer mogen worden geadmitteerd, ofte aldaar verlogen te compareeren, dan na dat dezelve hun tomptoir volkomen gezuiverd en het flot hunner K 5 laat- é  i J4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Iaatfte of appendix rekening, ten vollen voldaaa zullen hebben. XXIII. De Hoofdfchout der Stad Utrecht zal allcenlyj voor den tyd van drie jaaren worden aangefteld: doch de Hoofdfchouten der Steden Amersfoorti Rhenen en Wyk, zullen hun leeven lang continui eeren, gelyk tot hier toe heeft plaats gehad. XXIV. Tot de begeevingvan hetHoofdfchout-Ambt dd Stad Utrecht, zal alle drie jaaren, en tot de Hoofc fchouts-Ambten van de andere Steden, mitsgadet tot de Maarfchalks-Ambten van derefpecliveKwas tieren, by vacature, door de Staaten gemaaktwod den een Nominatie van een tripel getal Perfoonen! waar uit door den Stadhouder dezer Provincie i der tyd zal worden gedaan eene electie van Hoofc" fchout of Maarfchalk refpedtive, aan welken alzot geëligeerde Perfoon of Perfoonen, de Staaten Conr misfie zullen verleenen; mids zoo Hoofdfchoutei als Maarlchalken doende profesfie van de waan Christelyke Gereformeerde Religie , en daar toi gequalificeerd zynde volgens de Privilegiën. XXV. By vacature van het Ambt van Secretaris van 6 Staaten, zal door de drie Leden van Staaten gt; maakt worden eene Nominatie van een tripel g^ tal, welke Nominatie zal worden toegezonden aa den Stadhouder dezer Provincie in der tyd , od da'ar uit te doen de eleöie; mids dat niemant tc Secretaris zal mogen worden genomineerd ofte ge; ëligecrd, dan na dat dezelve zal hebben geadirn pleerd den ouderdom van 25 jaaren; en mids, di dezelve doe profesfie van de waare Christelyke Gé reformeerde Religie, en gequalificeerd zy volger: de Privilegiën. XXV,  ia Gebeurtenis/en ««1787 enz, voorgevallen, 15 j XXVI. Dat Stadhouder en Kapitein-Genen al dezer Pro» dncie in der tyd, zal zonder eenige Nominatie of :ontradictde van iemant, hebben de begeving van .11e de Militaire Charges, geene uitgezonderd, 't ty die in het veld, of daar buiten, komen vacant e vallen; mids achtervolgende de Refolutien en ieglementen daar op gemaakt of nog te maaken. XXVII. Wat aanbelangt de Deputatien in de Vergadering, 'an de Heeren Staaten Generaal, Raad van Staate, Jollegien ter Admiraliteit, Generaliteits Rekenkamer ofte andere Collegien of Sociëteiten van de Geeraliteit, als mede alle andere Provinciaale Comiiisfien; daar omtrent zullen , by continuatie woren geobferveerd de tourbeurten , daar inne tot og toe geufeerd; mids dat de Commisfie daar toe j geeven, alleen zullen zyn voor zes jaaren. XXVIII, I Ende zoo wanneer eenige plaats of plaatfen van hdinaris Raaden, Prokureur-Generaal ofte Grifer van den Hove dezer Provincie, zoude mogen, omen vacant te vallen, ofte anderszins begeeven loeten worden, zullen de Staaten dezer. Provipcie s dan, zonder onderfcheid van Leden, en buiten jurbeurte, maaken eene Nominatie van een tripel Etal van Perfoonen tot de voorfchreeven vacante fte te begeevene plaats ofte plaatfen, ende zullen e voorfchreeven Nominatie van een tripel getaj refenteeren aan den Stadhouder dezer Provincie 1 der tyd, omme daar uit een Perfoon tot de vacerende plaats of plaatfen verkooren te worden; dds dat de voorfchreeven te nomineeren en te e* geeren Perfoon of Perfoonen zullen doen profesB van de waare ChristeJyke Gereformeerde Reliie, geadimpleerd hebbende den ouderdom van 25 laren, ende een gerenommeerd of gepraclifeerd Ad»  I5Ö* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Advokaat of Rechtsgeleerde- zynde, ten minflec 4 jaaren gepromoveerd geweest, als mede in deze Provincie gebooren, of aldaar 10 jaaren gewoonai hebbende. XXIX. In cas van vacatuure van de Rentmeester-ambter van de Gebeneficeerde Goederen, alsmede vandd Conventen van Oostbroek, St. Pauls, Sc. Catha: ryne en van de Carthuifers, zal door de Staatet gemaakt worden eene Nominatie van éen dubbef getal gequalificeerde Perfoonen , en zal dezelve 'ïfominatie toegezonden worden aan den Stadhoui der dezer Provincie in der tyd, omme daar uit eee ne electie te doen. XXX. Zoo wanneer het zoude mogen komen te gebeui ren i dat tusfchen de Leden dezer Provincie eenigt verfchillen of discrepantien zouden mogen komeE te ontflaan, en dat de zaake daaromtrent naar haai ren aarten natuur, ende volgens de orde in de Re geering geobferveerd, tot geene conclufie zoude kunnen worden gebracht, zullen ais dan de poinct ten different;aal, behoorlyk in gefchrifte gefield: na voorafgaande fubrnisfie, of aan den Stadhoude< dezer Provincie in der tyd, ofte aan zoodaanige ani dere Rechters 'of Arbiteis, als Partyen onderlinji convenieeren zullen, binnen zekeren te bepaalet tyd moeten worden voorgedraagen , om daar op uitfpraak te doen, volgens de fubfifleerende Privi legien, Wetten, Rechten en welhergebrachte Cos turnen dezer Provincie; en zullen de Leden van Hooggemelde Provincie verplicht zyn na te kornet en te volbrengen , het gene invoegen voorfchreevet by welgemelde Stadhouder, of andere Rechters o; Arbiters , is gedefinieerd en uitgefprooken, zondef eenige contradictie of oppofitie van iemand. Reni  de Geteurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 157 Renovatie en Ampliatie van Hun Ed, Mog. Refolutie van den 23 July 1667, houdende een nader Regiement op de augmmtatie van hst Lid der Heeren Edelen. I. Dat de Heeren Edelen, die in 't Lid derRidderbhap befchreeven zullen worden, moeten wezen an de waare Christelyke Gereformeerde Religie. II. i Dat dezelve zullen moeten wezen van Riddermatige geboorte, ende daar voor by degezament» yke drie Leden van Staaten eenpaarig erkend. III. . Dat ook zullen moeten bezitten eene Ridderhofede, by de gemelde Staaten , mede als vooren, aar voor gehouden en erkend. IV. ! Dat de te befchryven Heeren Edelen zullen moe;n hebben geadimpleerd den ouderdom van vier q twintig jaaren. V. i Dat dezelve zullen moeten bezitten aan vaste ioederen in deze Provincie gelegen, de fomma an 25000 : - : Guldens. VI. IDat ook geen Vader ende Zoon, heele ende hale Broeders, te gelyk in het Lid der Heeren Ede:n zullen worden befchreeven. VII. !Dat by augmentatie van het Lid der Heeren Ede:n, altoos zal moeten worden geprefereerd die Per)on ofte Perfoonen, welker Vader of Voorouders in  Ï58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ïd het Lid der Heeren Edelen ende RidderfchappJl dezer Provincie hebben gezeten, boven ende vool die Perfoon ofte Perfoonen , welker Vader oftï Voorouders in 't Hooggemelde Lid der Heeren E delen nooit zyn b' fchreeven , ende dien volgeti by de gezamentlyke drie Leden van Staat, noou voor Stichtfchen Adel zyn erkend geweest. vni, Ende in geval t'eeniger tyd, bygebrek van Sticht fcbe Edelen, noodig mogte zyn , mede te befchry ven Edelen uit eenige var de andere geünieerde Prei vincien, ïn dewelke de Ridderfchap insgelyks ees integreerend Lid van Staat uitmaakt, ende dezei ve Edelen niet zyh van de Stïchtfe Familien, zoo ze men jegens dezelve obferveeren het gene by di zoodaanige in ieders refpective Provincie word gei praöifeerd jegens Edellieden dezes Geftichts, omi me met dezelve in dien deele gelyk te ftaan, endd aldaar te profiteeren, het gene zy alhier zoudel willen gaudeeren. ix. Dat in den voorfz. gevalle, een Edelman, ges ?ualificeerd als boven, komende uit eene ander* rovincie, ende door huwelyk met eene Erfdochter bekomen hebbende eene Riddermaatige Hoffte< de, dezelve zal moeten hebben bezeten, en in det ze Provincie gewoond, zoo van gene Stichtfche Familie is, den tyd van vier volle jaaren, en zoc van eene Stichtfche Familie is , dewelke in het Lid der Heeren Edelen is befchreeven geweest ofte noch bei fchreeven, den tyd van twee volle jaaren, alvoorens in het Lid van de Heeren Edelen en Ridderfchap te mogen worden befchreeven. X. f- Dat, in denzelvén gevalle, ëen Edelman, ge quahficeerd als vooren, komende u't eene andere Provincie, ende bekomende eene Riddethofftedei door  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 159 door erffenisfe ofte fuccesfie, dezelve zal moeteri hebben bezeten en in deze Provincie gewoond, van gene Stichtfche Familie zynde, volle agt jaaren, :en van eene Stichtfche Familie zynde, vier ach. f ereen volgende jaaren. XI. Dat mede in den voorfz. gevalle, een Edelman gequalificeerd als vooren , komende uit eene andere Provincie, en door koop verkreegen hebbende eene Ridmaatige Hofftede, dezelve bezeten, en in deze Provincie gewoond zal moeten hebben, zoo van geene Stichtfche Familie is, volle twaalf iaaren, en van eene Stichtfche Familie zynde, zes kchtereen volgende jaaren. XII. I Dat ook alle Edelen, alvoorens te worden befchreeven, of ter Vergadering van de Staaten toe;elaaten, met der daad zullen moeten gequiteerd nde afgelegd hebben hunne Militaire ofte Politiciue charges, met dewelke dezelve, uit krachte van e Refolutien van Hun Ed. Mogenden, aldaar niet ermogen te compareeren. K 2157. Acie van Qualificatie op agt Officieren en agt Onder-Ojficieren, van de agt Compagnien Burgers, benevens agt Burgers van de Stad Utrecht tot Gecommitteerden &c. In datoden .. Set), ternber 1784. rDe Ondergeteekenden alle Burgers en Inwoonders er Stad Utrecht en Vryheid van dien, te kennen gevende, dat zy Comparanten, ingevolge de Publinie van den 13 April dezes jaars 1784, aan H>e:n Commisfarisfen uit de Vroedfchap dezer Stad ccommitteerd, hadden overgegeeven endoen o. ergeeven zoodaanige Poinóten en Confideratien 1 en fine  tdó Verzanding van Sïukken hétrekkelyk tbt fine van redres der bezwaaren, zoo op het Regeei rings-Reglement van den jaare 1674, als ten aam zien van andere ingefloopene abuizen en misbruii ken, in het beftel en beftier van de ProvinciaalI en dezer Stads-Regeering, mitsgaders de refpecti ve Commisfien en Bedieningen daar van dependeei rende, niet alleen, maar ook zoodaanige generaa; le Poincten tot redres, als in verfcheide opzicht ten, zoo tot dienst van den Lande, deze Pro vim Cie en Stad geoirdeeid is , ter voldoeninge aa; de voorfz. oproepinge te kunnen verftrekken; at mede tot wegneeminge van de fubfifteerende op] gereezen misnoegdheden, en tot herftel van de eens: gezindheid, en het onderling vertrouwen tusfche: de refpective Staats en Regeerings Leden, met d: Burgers en Inwoonders dezer Stad en Provincies bevestigd en beftendig gemaakt, zoude . konne: ftrékken; alles, ten einde Burgemeesteren en Vroed fchap dezer Stad, uit examinatie van de voorfz. oi vergebrachte Poincten en Confideratien, eene juis' te opgave der daar by voorgedraagene bezwaareni overeenkomftig Stads Rechten, en met bewaarin] van dezelve, zouden kunnen uitbrengen, daar e: zoo 'c zelve conform Stads Rechten en Privilegie: geoirdeeld mogte werden te behooren; zoo als da: ook vervolgens door de Ed. Groot Achtb. Heere: Burgemeesteren en Vroedfchap dezer Stad, na overleveren der voorfz. Poincten en Confideratie: tot redres der bezwaaren, begreepen is, dezelvi by Copia authentiek met het doen van vifie en ex hibitie van de origineelen, te Rellen in handen va; de negen Heeren Gecommitteerdens van Hunni Ed. Mogenden, met dit gevolg, dat welgemeld. Hunne Ed. Mogenden Heeren Gecommitteerdens: op den 1 Ren September dezes jaars, ter Vergade ring van de Ed. Mogende Heeren Staaten dezei Provincie, hebben uitgebracht een zeerampel Rap| port, behelzende, om in gevolge van de Commis fie van dezelve Heeren, Hunne Ed. Mogenden | advifeeren, welke middelen zouden behooren byd; hani  eo,,.,i.u het aan het zei va RaaRÓr't gcarh icx :ejrde Concept van een Reglement-Reformatoir', vaar. na de ^ageer/ng in de Provincie van Utrecht;, 3 het toekomende .zal worden beftel i jen oeïeid, ifc zu'ks op de.grondeq,. by 't. zelve, Rapport en idv-.s gedetailleerd^ van welk Rapport, Advv en ^oncept■van een Roglement-Refor/natoir,.de tien iev rtfj Geqampiitceerdens dezer Stad., tot o'nderi o, k van .'t.zeivejop vrydag den ioden.dezer maan'3 eptembLr,..aan de twee.eerde Onderre'ekenaarep lan de orij^fchcidene overgeleverde Poincten en uoiifidetatieo yan bezwaaren, hadden övergege© eD ¥P ^eclrukt Hx^mplaar van bet zelve,, om aa mn Mede-Üpderteekenaaren voor te hóudeq ', ep aar op hunne belangen en aanmerkingen voor den 2ften dezer maand September, over te brengen, 1 handen van-de laatstgenoemde tien Heeren, en W doo<" die van dep P-sfiJent, zvnde de Meer l roe i fchap E yk, • Dat aan de Comparanten al vercr is te v.óoïca gekomen; dac.de. Èi ,M.)géede letren Gedeputeerden van.de Scharen dez'ir Pr-v ingevolge de authorifaue aan Hun Ed.Mo' enden verleend óp den 1 ften, dezer maand Septeiri :er, hadden bepaald, eene extraordinaris bofc'iryiiog_vap de Ed. Mogende Heeren Stagen, drzer 'rovincio tegens den óden Qctober eerstkomende 'f aitsgaders de brieven daar toe doen afvaardigen', ;n einde op't voorfz. uitgebraclire Rapport der ne :en Heeren tot bovengemelde S\aats-Comir.isfie ] W rac.desop het geannexeerde.Concept van, eenR..ilement Reformatpir,, om daa~ na.voortaan de i<« eering dezer provincie en Stal .in.',c .to'-kom^n,^ e beftelleo en beieggen, daadelyk te belluiten ah' :eJ^rrdschte.va,stll:elIragen te maaken. Dit gèco, XXvil. Deel, E • Ri - ê  IÖ2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fidereerd het groot aanbelang en het gewicht dezei zaaken volftrekt vordert, dat 'er eene Commisfli uit de Burgery dezer Stad worde benoemd, vood zien met macht en authorifatie, om by die geleget heid en hangende de deliberatien over 5t zelve, e< dus tot dat op alle de voorgebrachte Poincten va; bezwaar zoo Provinciaal, als by de Stad zullen zy gere folveerd en dezelve daadelyk zullen zyn afgq daan en gereguleerd, het interesfe en belang vai de Burgery dezer Stad waar te neemen, en daar it ne na vereisch te konnen ageeren. Wienvolgend de Comparanten als Burgers en Inwoonders deze Stad, by deze verkiaaren in de beste en beftendij fle forme rechtens by dezen te Committeeren, aa te (lellen en volmachtig te maaken, de Wel Et Geftrenge en Manhafte Heeren Gerard Bentinki Luitenant van de Compagnie Turkyen; Mr. Jacoi Hendrik de Ridder van Almkerk, Luitenant va de Compagnie 't Papenvaandel; Jacob de Joncheï re, Luitenant van de Compagnie 't Fortuin; Ml Willem van Dam, Heer van Isfelt, Kapitein Lui tenant van de Compagnie de Blóedkuil; PieterPhlip Jdrriaan Ond/i antje , Vaandrig van deCompa? rde de zwarte Knechten ; Mr. Anthony Jan vAJ Mansveld, Luitenant van de Compagnie de Oran jeliam; Mr. PhilipKuivel, Luitenant van de Conr pagnie de Pekftokken; en Otto Dirk Gordon, Ks. pitein-Luitenant van de Compagnie de tiandvoei loog; nevens de volgende Heeren Sergeanten va; dezelve Compagnien, Nicolaas van Oostveem Tobnelis Koppendrayer , Anthony Windzant Petros Blaische, Johannes Kreylkamp, Ferd3 kand Wetjsman, Jacobus de Visser Jz. en Gee rit Westhuyzen; als mede de Heeren Albert Wei PELMAN, ADRIANÜS HOEVENAAR, GeRAKDUS BET tink, Johannes van Schalkwyk, Mr. Jan Care PRONKERT , BoGISLAÜS FrEDRIK van LlEBEHERRS Gerrit Harmsen en Jacob van Manen Az., all Burgers dezer Stad, ïpeciaalyk omme in naam ei van wegens de Comparanten als Ondcrtetkenaaré  de Geleurtinisfen 1787 enz. voorgevallen. 163 Ier Poincten tot redres der bezwaaren zoo volgens :en overgeleverd gedrukt Plan, als anders, der üomparanten Rechten en Voorrechten als Burgeren n Inwoonderen dezer Stad, daar en zoo 't zelve be ,oord te fustineeren, Voorftaan en helpen mainti:eeren; ten dien einde over dezelve Poincten tot edres der bezwaaren, zoo st zelve zal worden geevideerd , met Staats-Leden dezer Provincie in Beoigne en-Conferentie te komen, zoo wel. als met fecommitteerden uit de Magiftraat dezer Stad , ot het reguleeren en vastftellen van die huishoudet'ke Poincten, welke tot de Stads Regeerings-becRellinge alleen behooren, en het object van...een icaatswyze deliberatie en conclufie niet konden rorden ; daaromtrent met dezelve Heeren s ..zoo aakende het Staats- als Stadsbeftierj die zaaken tot ene conclufie en afdoeninge te brengen, en daar oe des gerequireerd, in naam van de Comparanten is Burgeren en ïnwoonders dezer Stad en Provin ie, derzelver Confent en inftemminge tedraagen j f wel by onverhoopte ontRentenis die voordrachm, waar toe de Comparanten niet zouden konnen f behooren te komen, te decliheeren.; én daar oe, mitsgaders by alle vereischt wordende geleenheden der Comparanten Recht als Burgeren en nwoonders dezer Stad, zoo by Requesten, Adresfen , Betoogfchriften , Confideratien ,en Deuctien, voor te draagen, voor te Rellen .en te founeeren; en onverhooptelyk tot. Conferyétie. van cads- en Burger rechten de vereischte,Procesten te oen, zoo aan de Ed. Mogende Heeren .Staaten ?zer Provincie, derzelver Heeren Ordinaris Geeputeerdèn, en de byzondere Commisflen. van Hun ld. Mogenden tot het reguleeren van de. voorfz.. aaken benoemd of te benoemen , als aan,.de*.Edele Iroot Achtb. Heeren Burgemeesteren én Vroed:hap detèr Stad, en de Heeren Hun Ed. Achtb. :ecomfnitteerdens, in de byzondere Commisfie tot sze zaaken mede benoemd en gecommitteerd; en oorts in dezen alles tè doen en verlichten wat nooL % dig i  164 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot dig is, en tot wegneeminge der overgeleverde bl zwaaren ec redres van dezelve, eenigzins zal kc< nen en mogen gefchieden. Geevende de Comp ranten aan voornoemde hunne Gemachtigdens, macht en faculteit om alle vereischt wordende ovy eenkomften en vastftellingen, welke tot conclui gtbracht zyn, in naamen van de Comparanten i\ te gaan, te teekenen , approbeeren, goed te kc ren, ratihabeeren en daaromtrent de noodige l lofte van guarantie en van waardehoudinge tedoef alles met macht om ter uitvoeringe van't gene voo fchreeven is , zoo der Geconftitueerdens goed raad oirdeelen zal te behooren, een of meer of zj veel Perfoonen als zy zullen vereisfchen, het uit de Comparanten , of wel anderen des kundif nevens hen te asfuroeeren , fubftitueeren, fun geeren en by abfentie in hunne plaatfe te doen fif geeren. Zynde der Comparanten fpeciaale intt tie, dat hunne Geconflitueerders zoo veelmoogc, te faamen in de voorfz. zaake zullen gelieven tei geeren, en in gevalle van onverhoopte disfem van fentimenten, geen ander prsevaleeren , dapwn voor twee derde der meerderheid der Geconfti: eerdens heeft gefïemd. En, ingevallen het mop gebeuren , dat by verdeeldheid van de flemnr geen conclufie konde opgemaakt worden, zulleni Geconftitueerdens twaalf uit de Comparanten zich benoemen, en met dezelven alsdan op gely wyze een conclufie uitbrengen. Beloovende de Ca paranten voor goed, vast en van waarde te houo en doen houden, alle het gene door de Gecom tueerdens, derzelver geasfumeerden , gefubfti eerden en gefurrogeerdens uit krachte dezer v macht zal worden gedaan en verricht, onder f band en fubmisfie als naar Rechten , en ingevolge ( aart en nabuur van deze volmacht, ten aanzien ' het onherroepelyk recht, dat uit krachte dezen moeren w rken , mogte werden gerequireerd, pl;l ie te moeten hebben; tot welk verbard te pre fif ren-, en de Comiaranten in dezen op de beste;  .de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 165 iendigfte forme rechtens te verbinden, zy dan : haar voornoemde Geconftitueerdens by deze iciaalyk verkiaaren volmacht en Procuratie in rem n gegeevente hebben, verkiaaren de Compaten, dat deze authorifatie en volmacht, zalwor. verftaan, geen ander effect te hebben, en ook delyk zal cesfeeren , zoo ras het Reglement rbrmatoir der Regeering, de Stads Domeftieke 'waaren, en de opgegeevene generaale poincten redres , zullen zyn afgedaan. Verzoekende ■ van Acte in forma om te dienen daar en zoo ; behoord. Die deze is aldus gepasfeert enz. , ?r58. Rapport van de Heeren van Dykvelt en 1 van dem Boogaard, behelzende het gebefoigneer1 de met de Staats. Commisfie ter uitbreiding van 't , Staats Rapport van den 1 September 1784, in de , Vreedfchap der Stad Utrecht uitgebracht den 13 ! September 1784. t)oor den Heere Oud-Burgemeester van den >gaard zynde overgelegd een gedetailleerde •iftelyke ouverture wegens de verrichtingen , r zyn Ed. en den Heer eerfte Burgemeester van ik van Dykvelt, gedaan in de Scaats-Commisvan Degen Heeren Gecommitteerdens tot het erzoek van en advys aan Hun Ed. Mogenden, r de wettige bezwaaren der Ingezetenen, lui. de dezelve als volgt: Edele Groot Achtbaare Heeren! ïe Burgemeester van Dykvelt en Oud-Burgester van den Boogaard , wegens deze Stad ommitteerd zynde geweest, in de Staats Com5e van negen Heeren, ter onderzoek van, en advyfeering aan Hun Ed. Mogenden over dewet[bezwaaren der Ingezetenen; hebben om verfcheiL 3 den É  156 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den redenen geoirdeeld, aan Uw Ed.Groot Achtlt ouverture te moeten doen van hunne verrichüii gen in die Commisfie, ten blyke dat zy hadden bc antwoord aan het goedvinden van Uw Ed. Groo Actfth.' by Refolutie van den I4den Juny en de oden Augustus dezes jaars, ten dezen opzichte gg Boomen. Ten dien einde hebben zy de eer Uw Ed. Groo Achtb. te communiceeren, dat zy in de eerfte plaat gemeend hebben, volgens de regels van de meet mbóglyke befcheidenheid en voorzichtigheid, alle Commisfien door Heeren der rtfpeótive Ledd van Staat bekleed wordende, hoogstnoodzaaklyi docli"vooral in eene Staats Commisfie van dat aaa belang, als is die, met wélke zy zich vereerd viii den, tot confervatie van harmonie 'eh vriendfcha te moeten werkzaam zyn, en daaróm gedacht het ben op de byzonderheden, concerneerende de i richting van 't Rapport niet te moeten capteeret voor Éöo verre dezelve de zaaken ten principa ÉietdireS aargaan, maar veelal te kunnen glisfet ren over "zoodaanige ingrediënten, welke st geni pal beloop van 't opftel betreffen. : Dan dat zy daar tegen geoirdeeld hebben, hu ne meeste oplettendheid en zorgen te moeten aaj werden , en alle mooglykemiddelen emploijeerer ten einde in deze Commisfie geene zaaken wierdd behandelt by Uw Ed. Groot Achtb. voor geheel dt mftiek gehouden, en dat ook niets wierde gea? vyfeerd, Rrydende tegen het recht der Stad en Bui QatZy;daD ook dit alles in 'toog houdende, zie hadden'gedeclareerd, tegeD het invlechten van twe pasfages, in het Rapport dezen betreffende : 1 poiriB van aandeel der Burgery tot de Nominatien t nvnv aan te ftellene Raaden in de Vroedfchap, enho rei'de afzondering van het Gerecht der Stad vv 'f Collegie der Politie. Welk eerfte Hun Ed. Mt genden by 't Rapport wel overlaaten aan de Vroec fchap, doch hiet, dan na dat eenigemaaten te kei M  de Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen. 167 71 geeven, van gedachten te zyn, dat deze zaak ook thoord tot de Befoignes van deze Commisfie; 't welk cads Gecommitteerdens wel hebben gecorjrradi:erd, doch niet hebben kunnen effettueeren, dat e pasfage uit het Rapport gelaaten wierd; alzoo ; Heeren Gecommitteerdens uit de voorftemmen; Leden bleeven fustineeren, dat ook dit poinct f een ingrediënt van de Regeeringsform uitmaakende, t hunne deliberatien behoorden, gelyk 't zich in ook op gelyke wyze heeft toegedraagen oment het tweede poincT:. IDoch vermids, gelyk deze poincten by 't Raport aan de Vroedfchap, daar dezelve als domejliek hoor en, gelaaten wierden, hebben de Ondergeteesnden niet noodig geoirdeeld te infleeren, dat van nn fentiment, by 't Rapport melding gemaakt zou: worden. [Geheel anders hebben zy echter gedacht, ten azichte van drie voornaame poinBen, omtrent welke j van de Heeren Gecommitteerden, uit de vooremmende Leden het meesten verfchilden, en die :t recht van de Stad betroffen, naamlyk de aanilling van een Lid in het Collegie der Heeren Ge'êli'erden; de aanftelling van een Lid in de Ridderfchap; de begeeving van het Hoofd-Officiers-ambt van deze 'ad. Hebbende met relatie tot het eerfte, ten Herken blyven inReeren, dat wegens de Commisfie oude worden geadvifeerd, conform het Recht dieningaande aan de. Vroedfchap by drie onderfcheidene Htfpraaken by wyze van decifie, eerst provifioneel, en ndelyk finaal toegekend; alsfe: by de uitfpraak van en Landraad van den 4 April 1582, by de arbitrale itfpraak van den Raad van S'aaten van den 8 Juny S10, en by de arbitrale uitfpraak van Prins V[au« its van den 12 Augustus 1618. Gelyk dit dan ok conform dezen tot den jaare 1674 , en vervolens wederom van den jaare 1702, tot den jaare 748, in viridi obfervantia is geweest, en wel dus: i)at (namentlyk; by vervullinge van eene Vacature, 1 het Lid der HeerenGeëligeerden, de Stad zoude maaL 4 ken  lót Verzameling van Stukken betrekkeïyk tot ken eene Nominatie van een dubbeld gfital gequalificeerd ' de Perfoonen, uii welke de Ridder fchtp, en de Sleden, . de'Bièêie zoude hebben, en dat de QeUigbèrité Perfoon'} gtprefe%ieerd zoude worden aan der -Stadhouder in der1 tyd ter approbni».; waar by do Ortdergéteekendeö'l nog 'hébben gevoegd, ove'eer.kqmi'tig hót géne hy-} onderfchei ie irgcdier.de bezwaaren opgeg-.-even ia5.1 zullende d'zelve in caVj van ifnprobare de rede-* néé daar van opgeev'en, ovèr wHkers gegrond-I heid óf óng> //rondheid, Hun Ed Mogende» 5, St^atsgewyzc zullen jogeerenHebbend: ech-H ter zy 'Stads Gecommitteerdens geavoueerd, datJj indien 'er e?r.e fchKkhve omtrent 'de bnderfchei-j. dene" preterfe Réchtep zouderr moeten plaats heb-j ben, het voorfkl by 't Cón\ept-Règlemtni Reforma-l toir gedaan', hunner 'bedunkens wel'in aanmerking ; zoi:de mogen k^mer; dat zy hof wel wilder, admit-4te ren als eenalterpati'f, in afwachti g of hetzelve: aan' hürre Prircipaalen zoude kunnen behaagèöi ' Dat aang^'nde het tweede pointï, de vervulling van) zen Raadsplantfe in 'dei Vroedfchap dèkhr Stak, in cas \ van vacature, 'Stads Gecommitteerdens'fterk haddeni aangedrongen, dat daar de Stad, ter occafie van'i 't be^èeven dèr tu<.fch"ntyds openvallende Raads-'. plaatfen3 in de Vroedfcfnp, ra een raauwkeurig; o'nde'zoek der zaake bevonden Had, dat het Recht! ter bégeevinj* vrfn openvallende Raadsplaatfen , re-. f'dkerd. in den boezem DER gfheele BüRGERY,', eh do-<- ds Vrcèdfchfp, 'als derzelver RlprV.sf.n-tan'ium, 'ttit derzelver naam, meet wOtdinuitgeoeffendX Ëti d-r 'die' uitoeffening1, door de Vroedfchap aanï niémand''anders km of mag overgegeeven wor-. den's.'zondgr bewilliging van de Burgery, derhatven wegéns de commisfie'zoude wórde-! gead-Vifeerd: "L dar wanneer een Lid van de Vroedf-hap» 5, der Stad mogte komen te'overlyden, of adder-si zifis zyne "Raadsplaatfe mogte komen te verlaa-. ten, de Vroedfchap uit een voorafgaande Norni-. ,t natie, eerjèjj arideren Raad zal eligeeren", waar-.! by nog hadden gevoegd: „ én aan den Stadhouder^! „ de-  de Gebeurtenisje* in 1787 enz. voorgevallen» I5a (dezer Provincie ter approbatie prefeni-eeren; zulk 1 lende in cas van improbatie, redenen daar van. .worden gegeeven, óver welkers gegröndnei d uf lorgeg'ondheid de Vroedfcnap za! bjügeereh"; ■ zoo zulks, gelyk gezegd is, ten opzicnte van het -ftd Lid, alzoo was geproponeerd, en dus ook er voeglyk voorkwam; daar by ook confidereeode, dat ook' dit geadvyfeer.de, by overnee* ing, ter deliberatie van de Vroedfchap zouëe ko*b ?n. Doch daar het de Ondergeteekenden voorkwam, ( ft de Burgery, dn recht van eligeeren, vaneen Raad, innende doen uitoefenen door eeri ander in baatte astze, gelyk zulks thands door de Vroedfchap/ 'tfchied, zy dar ook, indien zy daar in toeftemd, • id' laaten uitoeffenen door een ander , door den < adhouder; hebben zy 't voorgeft-elde by het Conbt-Reghmènt Reforma'oir, wel willen a.imitteeren, » \ een alternatief, in afwachting of zulks aan hunne > rincipaalen zoud-. kunnen behi gen. i Dat belangende hét derde pointl, de aanftelling iin een Hoofd-Officier dezer Stad: zy Gecommit-'; erdens hebben geinfteerd, dat zoude worden ge-j ivyfeerd: ,, dat in cas van vacature, de Stad een (gequalificeerd Perfoon zoude prasfenteeren; op.". • welke prefentatie de Staaten Commisfie zoude ■ verkenen'*» Alzoo de prefentatie tot het Hoofd-Schouts ambt. :zer.Scad, volgens accoord of f-hikkingen, tushen de voorftemmende Leden, en de Stad, van : m jaare I6j8 en 1659, voor altoos aan de Stad is geftaan; en de overgifce daar van, aan den StadDUder, by het Reglement van 167. gedaan, gee| verandering in 't accoord dienaangaande had geaakt. ;Zoo dat de begeeving van 't zelve ambt van den : .adhouder retourneerende , d^ prefeir.atie daar ïë, natuurlyk en notoir aan de Stad moecen revereren. 't Welk alles door de Stads Gecommitteerdens, L 5 met  170 - Verzameling van Stukken betrekkelyk, tot met redenen is geadftrueerd, te lange om alhier in net breede te enarreëeren. Doch dat oe Heeren Gecommitteerdens, uit de voorftemmende Leden, ter contrarie hebben gefustineerd, dat dit contract of deze fchikking vaD den jaare 1658 en 1659, door de gezamenderhandfche overgifte van de aanftellinge van den Schout; aan den Stadhouder, by het Reglement van 1674. ge. daan, was verbrooken; en ook behalven dat, geen lland konde houden, dan onder wederzyds bezit en genot van 't gene door partyen aan elkander was afgeftaan. 't Welk alles ten gevolge heeft gehad, dat me^ wederzyds blyvende fustineeren; de een, dat het; Contract geen kracht meer houd; de ander ter contrarie, is gevallen op de gedachten, van hier van 1 bv rapport communicatie te geeven, en by een na - < der rapport eepige arrangementen, op te geeven, i waar door mooglyk dezen tot genoegen van weder- •! zyden zouden Konnen worden getermmeera. Stads Gecommitteerdens achten wyders niet noo-. dig U Ed. Groot Achtb. attentie op te houden, met: een narré van 't gene, waaromtrent men eerst van 1 apntrarie opinie was, doch eindelyk is overeenge- • komen. Dan zullen maar met een woord aanftippen, dat: zy hebben geftemd, om teadvyfeeren, dat het Rap-• port en Concept-Reglement Reformatoir eenvoudig»! aan den Stadhouder zoude worden overgezonden, gelyk: zv ook niet dienftig geoirdeeld hebben de pasfage,, raakende het in vollen kracht en waarde blyven, vani het tegenswoordige Reglement, geiuurende de deliberaA tien, van Hun Ed. Mogenden. En dan eindelyk nog3 vermeiden, dat btads (jecommitteerdens wel zyn 1 bedacht geweest, op het gene by deingekomenebezwaaren is opgegeeven, betreffende het aandeel dat: tant dat de te verkoopene Froostdyen en Canonifyeni ten behoeve van het gemeene Land zoude opbren-. gen; doch dat Stads Gecommitteerdens, by onder--! zock;;  de Gebeurtenis/en in 1787 m- voorgevallen. 171 [zoek van het Recht, dat de Stad hier toe mogte hebben, bevonden hadden, dat korc na de R-'fbr-^ Itnatie verdaan was, dat de inkomften san die te verkoofiène goederen, zoude komen ten voordeele van hetgemee* ne Land; dat ook de quote der Provincie in de geaeene lasten der Bondgenooten, na die inkomen was gecalculeerd geworden: zoo dat de fchi:y Refolutie der Staaten van den 5 May17° 2» W4it oy verftaan wierd, dat dé Kooppenningen zouden... worden verdeeld onder de drie Leden van Staat, joo dat de Regenten in de drie Leden van Staat, deeelve onder elkander tot eige privé behoef verdeelden en incasfeerden, is voorgekomen van die natuur te zyn, dat, in cas van redres van ingeflopene abuizen,'de zaaken niet dienen te worden herfteld Eonform zoodaanige Refolutien; maar in tegendeel, conform de originaire primitive, en billyke fchikIring, waar by alle deze inkomften, ten voordeele van 'tgemeene Land, zyn gedestineerd geweest. Waaromme zy dan niet van zich hebbeu kunnen verkrygen, een pretentie ten behoeve van Stadsrhefaurie te fsrmeeren,. uit hoofde van 't gene aan dezelve voor de verdeeling door de Regenten te doen, is toegelegd geweest, by Vroedfcbaps Refolutie van den 30 January en 17 February 1706, , klzoo die fchikking mede fteuntop, en een gevolg is, van het gene Rond gerefumcerd te worden by evengemelde Refolutie der Staaten van den 5 Miy 1707. Stads Gecommitteerden flatteeren zich door deze communicatie, van hunne verrichtingen in de Staats-Commisfie, U Ed. Groot Achtb. te hebbea onder het oog gebracht dat zy aan de intentie van U Ed. Groot Achtb., vervat by de Vroedfchaps Refolutie van den i4den Juny en den gden Augustus dezes jaars, dezen aangaande genomen, naar behooren hebben voldaan. En daar over gedelibereerd zynde , heeft de IVroedfchap de Heeren Burgemeester van Beek wan Dykveld, en den Oud-Burgemeester van den Boo-  i7" Verzameling van Stukken letrekkelyk tot E03GAARD voor derzelver attentie én veelvuldige moeiten ér rapport bedankt. Zvnde wyders goedgevonden , dat voorfchreeven Rapport by proville zal blyven onder de Heeren Secretarisfen van dezer Stads Poücie. N°. 2159. Voor/lel van den Heer 'Oud-Burgemeester van den Boogaard, den 13 September 17^4 27i de Vergadering van 'de Vroedfchap der Stad Utrecht gedaan, ten einde by de Staaten op de Air. cheance dn verandering van de Regeering tegen den 12 Oclober 1784 te urgeeren, uit aanmerking van de extraordinaris befckryving, w.elke op den 6den OÜober eerst bepaald was. Edele Groot Achtbaare Heeren! Door het rapport van Heeren Burgemeesteren, wegens het voorgevallene ter VergaderiDg van Hun Ed. Mogenden Ordinaris Gedeputeerden he. den morgen gedaan, geconfirmeerd zynde, dat gemelde Heeren Gedeputeerden hebben gerefolveerd, den tyd van de extraordinaris befchtyving der S-taateb, ter deliberatie over het wigtig poindt van redres van 't Regeerings-Reglement van 't jaar ic 74, te bepaalen op den 6den Oöober aanftaande, als wanneer flegts uiterlyk vyf dagen overblyven voor zulk een important werk, waar in zeer veele en diverfe poincten, denkelyk oe>k diverfe fentimenten zullen moeten worden afgehandeld, geapplaneerd, beflist en geconcludeerd, zal men die gewiguge zaak zien ten einde gebracht voor den i'den Oöo-^ ber, ordinairen tyd der verzetting van de Regeerins; 1 dezer Stad, 't welk my om verfcheide redenen vol- : ftrekt ondoenlyk voorkomt ; zoo hec ondertusfchen mogte gebeuren, dat die verzetting der Re. ' geering op gemelden i2denOctober voortgang had, en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ,173 1 en dat de'Regenten door den Heer Stadhouder whr> iden gecontinueerd, zoude zulks geleideden, mits idoende den thands fubfifteerenden ééd, onder cUderen inhoudende: „ het punctueel obferveeren ,,, en nakomen van het Regeerings-Reglemjn: van ,,, den jaare ICÏ74, welkers onwettigheid zoo ten |ïr). „ zien der wyze, waar op het zelve is ingevoerd en vernieuwd, als ten aanzien der infradtien, te„ gens 's Lands en Stads Privilegiën, Rechten en „ welherbrachte Costumen, daar by gedaan, ia ,, deze dagt n zoo klaar is betoogd en aangetoond, „, dat gee^ Regent kin worden gevergd, hetzelve fc, thands p6 ut facet op nieuw ce bezvyeeren; ge,„ lyk dan ook de fiemme des Volks hunne Rechten ,„ reclameerende, zich thands ten fterkften daar tegen verheft". Waar by nog komt» dat indien :zyne Hoogheid, buiten alle verwachting, zich eens mogte laaten induceeren, om niet'tcgenltaande, de ISouverein, op de ^erequireetde en ingeleverde bezwaaren, van de Burgeryen en In.'tv.eteneD dezer :Provincie tegen het gemelde Reglement, thands is : delibereereude, over het onwettige dat-daar by re!ïideerd, nogthands op den iaden October aanitaitri;de gebruik te maaken van de discontir.uatie, van lalle of eenige Regenten, by 't zelve Reglement ■aan Hoogstdenpelven overgelaaten, daar door gee:ne geringe coafufie binnen deze Stad en Vryheïi :zoude te duchten zyn. Madien tegen deze dispofitie van het Reglement, :betreffende het jaarlyks los zyn der aangéR$Tie ÏRegenten, de Jtemme des Volks, zich wel met d^n [grootften ernst verzet; en dat ook de hartelyke affet:itie der goede Burgeren en Ingezetenen jegens de tegenwoordige Stads Regenten, zoo groot is, dat :niets in ftaat zoude zyn, dezelve meerder te grieven, 1 ontroeren en doen. desefpereeren, dan wanneer iu de thands lubfifceerende omftandigheden des tyds, de ;een of ander derzelve wierde gediscóntinueerd, ihec welk daar by geconlidereerd, -il wat 'er in (deze dagen vry uitgefprokeu, gefchreeven en woor»  174 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voorgevallen is, en wat 'er in voorgaande tyden,} in opfchuddingen onder de refpedtive Burgeryen iss. Ondervonden, en dat het gene voorheen gefchiedi is, weder voorvallen kan, de billykfle reden tot ont-l roerende bekommernis/en, en een akelig vooruitzieht,l van mooglyk'by zoodaanig een gelegenheid, hoe zeen ook der menfehen gemoederen thands meer gemaatigd en', verzagt zyn dan voormaals, natuurlyk oplevert. —!■ Daar het nu den plicht van een welmeenènd Re- gent is, de kalmte, rust en vreedzaamheid onden „ de Burgers en Ingezetenen te onderhouden, her-' „ Rellen en te bevorderen, en alle te duchten on.. heilen van onrust en verwerring, en opfchud-. „ ding, met alle mooglyke middelen voor te ko»i men", neeme ik de vtyheid, aan U Ed. Grootl üchib. te proponeeren, ter naaster Staaten Verga-i dering wegens deze Stad in te brengen eene Refo-i Iutie, inhoudende, voorgemelde middelen en mo«» tiven, en waar by op gronden van dezelve, gepro«> poneerd en verzogt word, Staatswyze te refolveeren, dat aangezien de werkelyke deliberatien vam Hun Èa. Mogenden over het noodige redres vant het Reglement van 1674, geduurende en hangende! de deliberatie, het zelve Reglement, zoo niet ge-: heel, teil mir.flen met betrekking tot de annueele continuatie of discontinuatie, der Stadsen Stedelyke Regee»: tinge dezer Provincie worde gefurcheeid, en buiten f/-" fe£i gefield, zoodaanig, dat'alleenlyk tegen den ge-: woonen tyd van de verzetting der'wet, aan deai Heer Erf-Stadhouder worde toegezonden derefpec-: tivé Nominatien, van Burgemeesteren en Schepe»: nen, om daar uit door Hóógstdenzelven, Burgen meesteren en Schepenen, vöor den aanltaanden jaare te worden gekoren; dat ter gerustjlelling der ont> ruste gemoederen, deze Refolutie zittensvergadering{ moge worden genomen, eh dat de Heeren Hun Ed.1 MogeDden Ordinaris Gedeputeerden worden verzogt en geaüthorifeerd, om van die gerèfolveerdei fuuheance, aan den Heer Erf-Stadhouder de noodi«i ge communicatie te geeven.  is Gebeurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 17? En daar over gedelibereerd zynde , heeft de froedfcfiap den Heer Oud-Burgemeester voor des» ielfs attentie en wel ingelteld voordel en Concept, iefolutie bedankt, dezelve geapprobeerd en pro. ïifioneel gearresteerd, referveerende niet te min >p aanftaande maandag by Refumptie daarinne zoo. [aanige veranderingen te maaken, als by voorko. bende omftandigheden zullen oirdeelen te behod» en. 1°. 2160. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, den 20 September 1784 op het voorfchreeven voorftel genoomen. Op het geproponeerde dezen aangaande, heeft :e Vroedfchap na rype deliberatie, de HeerenBur;emeesteren en verdere Gecommitteerdens ter be" bhryvinge verzogt, en geauthorifeerd , om ter erstkomende Staaten Vergadering van Stads wége roor te draagen. Dat de Vroedfchap uit het Rapport van Burgeneesteren niet tonder verwondering heeft vernoolen, dat de Heeren Hun Ed. Mogenden Ordinais Gedeputeerden, op den 6den dezer hebben bè» ■reepen en verftaan, dat de extraordinaire befchry. dng, tot welke ter Staatsvergadering van den iften :ezer is gerefolveerd: „ om geduurende dezelve , te delibereeren en te refolveeren, op het gerap, porteerde door den Heer van Sterrenburg cn , verdere Gecommitteerden, concefneerendc een , Reformatoir Reglement van Regeeringe dezer , Provincie", niet eer dan tegen den 6den Octo)er aanftaande behoorde plaats te hebben. Dat de t/roedfchap voorziende, hoe een zaak van zoo veel :angelegenheid voor de geheele Provincie , en ?ooral van zoo veel aanbelang voor de Stad in 't by:onder, met geene waarfchynlykheid binnen den smtrek van die weinige dagen, welke den i2den Oc  .ïffó Verzameling van,. Stukken betrekkelyk tot .Odtober voorafgaan, zal kunnen worden afgedaan ii en gëtermlnéérdï wel gewenscht had, dat de HeeJ ren Gedeputeerden daar op g< nfkcteerd , en aljl 200 die extraordinaire beïchry'^ing voor het uiül tude dezer Icopende maand September bepaald! hadden. t Dac onderniffchen deze befchryving zoo korte! dagen voor den 12den. Octo.ber, zynue de gewoiffi Èe dag van Ue verancTeriDg vah' Stads 'ftegëeringeï Cn op welke den Heer Erf-Staahouder dezer Pfdï yirde achtervolgens het Regeerings R( glement val den jaare 1674, gewooh is té disponeeren wégen* de GontinÜQtje van de L^den van üe Vroedfchap, dé jsorgel^kft't bi oenkiuein en bekommeringen het-ff veroirzaal t , by allé welmeenende én rustbemin.] nerée Burgers en Inwconders dezer Stad: „ de^ .„ welkt Diet minder,-dan eenen geheimenen na«3 „ deeligen toeleg..vérmeineh te befpëureni in helt „ zoo lang dilaijeeren der deliberatien van HunEd; „ Mogenden over opgemelde Rapport en Concept* „ Reglement van Regeeringe," gelyk zulks alont door de opentlyk gehouden wordende gefprekkeri blykbaar en niet minder kennelyk is, te verftaan gegeeven, by publieke uitkomende gefchriften. j Dat de Vroedfchap wel niet willende geloovenjj " dat de Heer Erf-Stadhouder in deze zeer gevaarly* ke corjuLÖure van tyd, van zich zoude verkrygeni om zich te laaten induceeren, tot het gebruik maa*i ken van de dispcfitie aan Hoogstdenzelve by 't Re-e geerings Reglement toegekend, om èénoïn.eer det aöueele Leden van de Vroedfchap tegen derzelvëi begeerte te discontinueeren, en alzoo deze Stad tl rifiqueeren en over te laaten, aan de gevolgen: „ van onrustige beweegingen, welke na de gefteldjl „ heid der zaaken en de verkleefdheid der Burgel „ ren aan derzelver Regeerings-Ledeh by een zooi „ daanige discontinuane waarfchynlyk zouden ta „ voorzien zyn;" nogthands begrypt, datookzeU ve by eene continuatie van alle de Leden van Stad! Regeeringe, zoude konnen gevorderd worden, hel presi  de Gelewtenisjeh in Ï7S7 enz* voorgevallen. (77 irefteeren, van den thands fubfifteërenden éëd 5 oner anderen inhoudende, de obfervantie van 't Reeerings Reglement van den jaare 1674, welkers mwettigheid zoo ten aanzien van deszelfs invoeinge en vernieuwing, ,, als ten aanzien van de vee» Ie i"b,.euken daar door toegebracht aan 'sLaiuis en Stads Privilegiën, en wel herbrachte Ccistumen," zoo klaar is betoogd en brwee.zen, en 3k de Volkstem zich daar tegen zoodaanig fterkvereft, dat van geen Regent kar. wo>-den gevergd of erwagt, dat hy het zelve Regeerings-Reglérrient, nme-r op nieuw pro ütjacet bezweere. Dat hoe zeer de Vroedfchap zich geperfüadeerd oud van de goede geaartheid en zagtmoedige in° orst van den jegenwoordigen Heer Erf-Stadriouer, nogthands ten hoogften noodzaaklykoi'rdeeld» at tegen alle verdenking der goede Burgery • Ütt er Ingezetenen dezer Stad, welke door onzekerheid 1 ongeduld, ten fterkften zouden kunnen toenee" sen i vooral ten tyde wanneer de refpeMvc 9tadtsltu> tn geduu ende de extraordinaite befchryvingezüllenve^ iderd zyn, in welke dagen nogthands de ritst en k= tardheid der Ingezetenen .bovenal behoort,té fllyf en geconfü veerd, ten fpoedigfteo op dé best .ooglyke wyze worde voorzien; gelyk de Vroed* :hap mede ten hoogftennoodzaakelykdirdeeld , dat e Leden van Regeering gehouden worden büicëri 2 onaangenaams fituatie. dat van dezelyê jépifde. tinnen worden afgevergd, een vernieuwing^! tfan ïd, op een Reüeering» Reglement, het welk hief 'aders als onwettig, en direct flrydig tegen 'l Lyhn% \ Stads Rechten en Privilegiën, kan befchöüwd #0'?= Dat het de Vroedfchap is toegefcheehed 9 ier besminge van het gunt voorfch eeven en ter berei» ing van zoodaanig falutair oogmerk , geen erncaieufer hulpmiddel, het welk fpoediger en ieker er aan de gewenschte eindens voldoen zal* kaii (orden uitgedacht, dm , dar tot gerüstjtellinge >ier Uruste gemoederen, en tot voorkoming van otigeligent. XXVIL Dsel, M hei  178 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot heden, by Hun Ed. Mogenden gerefolveerd worde: | „ dat hangende de deliberatien van de Leden vand „ Staat, omtrent het Concept-Reglement Refor-j matoir van Regeeringe, het Reglement van deni „ jaare 1671, het welk anderzins by de Staats*?! „ Commisfie fchynt begreepen te zyn, in alle des-sl ze'fs deelen te moeten ftand houden, tot zoq< „ lange een nieuw Reglement zal zyn gearrefteerdj „ zooniet geheel, ten minften met betrekking to} ,, de annueele continuatie of discontinuatie det " „ Stad en Stedelyke Regeeringen dezer Provincie] „ worde gefurcheerd, en by provifie buiten effe$ „ gefteld; zoodaanig, dat alleenlyk tegens den ge£ woonen tyd van de verzetting der wet, aan der} j, Heer Erf-Stadhouder dezer Provincie, worde toe^ gezonden de refpeöive nominatien tot Burgemees«5 teren en Schepenen, om daar uit door Hoogsw denzelvén Burgemeesters en Schepenen, voot „ den aanftoandtn jaare te worden gekoren". Dat de Vroedfchap ?'ch verzekerd houdendeï dat de voorftemmende Leden, aan wien de reit, tranquiliteit en veiligheid van 's Lands Ingezetenen^ niét min dan aan Stads Regeering ter harten gaan^ riet zullen hsefiteeren , om zittensvergidering ti corcurreeren. tot het neemen van zoodaanige falutair? Refolutie. Zy het noodig en zich ten fterklten ver» plicht heeft geacht, hier van ter Vergadering van Staaten ouverture en propofitie te moeten doeD, ep daar toe de prompte inftemming van de voorftemij merde Leden, ten krachtigften en op het ernftigj ft< . te moeten folliciteeren. Dat de Vroedfchap wyders van gedachten is, da* by het neemen van dusdaanige heiizaame Refolutie! de Heeren Ordinaris Gedeputeerden zuilen behoa ren te worden verzogt en geauthorifrera. om1 vat die gerefolveerde furcheance, aan den Heer Erf-Stad) houder de noodige kennis en communicatie t(i geeven. N i  di Gebeurtenis/en ik 1787 enz. voorgevaïlm. t79 lot 1161. 'Ext*nel; uk d» Rofolutienvan den Ed. A :1nb. Gerecht" dei Stat Uc-e ht. van nen ig Sifikmbef iftiA-i over de bezwaaren tegens het J:gt-Gericht en óver de Jagt. He Gerecht verzoekt den Heer Oud Burgemees. r VRRËr'Rïc, als vóofeilfttfdc Schepen, te* \jerWering van de Bfl. G oot AcVb. Heeren Bu-ge. eesreren en W>edfcn.ap re r pro-teer.^, dat iet ildcvninge aan dér Vrpedfctiaps RefbJtKlé van den I Jucy ÏWïl by HM Ed. AchrK rypeh/ïc was ge» amineerd en d^«Wvóg;én, 't Rapp ïrt van de He-e0 Huneer Ed. Mogenden Gecommitteerden rot derzoek van rfe redenen van misnoegen en be. ftaar der In- en Opge/erenen dezer Provinci? om?nt het ftuk van d^ Ja^t, hreeder by voorfz. Re!utie vérmeid, en waaromtrent het-den li eren rgemees{'>»pn en Vrovdfchap de crinflderatien des Gerechts behaagd had te verzoeken. . Waar toti de Heeren van den Gerechte zullende ergaan, nood'g achten de Heeren van de Vroej. jap te herinneren de vyf poincten, tot wélke geilde Heeren Gecommitteerden de voornoemde zwaaren hebben gelieven rè bepaalen. Namentlyk. .. Dar. 'c Jagt-Gericht dezer Provincie afgefchaft worde, m^t allen den aankleeve van dien, en dat de Judicature over de Jigr wedero.th msg worden overgebracht in 't Collegie van Hun Ed. MogendeD Ordinaris Gedeputeerden, om dezelve als va - ouds te eserceeren, of dat Hun Ed. Mogenden het Hof Provinciaal daar toe ge liefden te qu.d>ficeeren. i. Dat 't alleen aan, "i Collegie van Hun Ed Mo. genden Ordinar:s Gedeputeerden ftaan moge, ( om de .Acten van permisfie tot de J;gt aan on : gequalijSceerdens naar goedvinden te verfeèöeo, j. Dat de laatst geëmaneerde Ordonnantie op 't uuk van de Jagt vjm den 18 July 1781 gere? fumeerd, gealtereerd en verbeterd, of'eene ; geheele nieuwe Ordonnantie gemaakt worde. Ma 4. Dat é  iSo Verzameling van Stukken betreklelyk tot 4. Dat aarj alle Ingezetenen, welke een zeke* aantal Mo*gen Lands of Bosfchen in deze Pro< vircie bezitten of gebruiken, of aan hun di(i eene bepaalde fomme in de ordinaris en extra.; ordinaris opgelden verfchuldigen, de vrye Jagt; otffening vergund worde. 5. Dat 't Jagt-Gericht van Gooyland verklaare worde, onbevoegd te zyn om eenige Judicatura uit te oeffenen over Ingezetenen dezer Prot vincie. . t Wat betreft het Rapport omtrent het eerltepointtl zullen Hun Fd. Achtb. alleen omtrent 't Iaatfte gei de' Ue deszelfs remarqueeren, dat de Heeren Gei committeerden zich verplicht oirdeelen over de coodi zaakelykhèid en nuttigheid van een apart Collegii; tot de zaaken van de Jagt, en de gefustineerde in fractie, welke door de oprichting van 't zelve 1 toegebracht op de wettige Jurisdictie, gelyk d< Heeren Gecommitteerden zeggen, van de Heeren Ordiraris Gedeputeerden, en op der Ingezetenen Rechten en Voorrechten, zich riet te konnen uiti laaten; als achtende zéh verplicht, aangezien d( continuatie of discontinuatie van dit Collegie, reed by Hun Ed. Mogenden in deliberatie was, 't een en ander aan 't hoogwys oirdeel van Hun Ed. Mogec den te moeten overlaaten, en derzelver Refolutt afwehten. Dat de Heeren van den Gerechte, geene genoeg zaame kundigheid hebbende, hoe verre de dehbe ratien van Hun F.d. Mogenden, waar van de Heere Gecommitteerden by derzelver rapport gtwaageoi oevo'derd zyn. vermeiren echter „ zonder eeng zins Hun Ed. Mogenden te willen vooruit loopen en behouders allen eerbied voor Hoo^stdczelven aan de Heeren van de Vroedfchap te mogen en t moeten advyfeeren, dat Hun Ed. achtb. van begri' zyn, dat by de Heeren van de Stad, op de fpoedi ge afdoening van dit ftuk, en wel tot eene vernici tigirg van het Jagl Gericht zelve, ten krachtigfte te worden gewfteerd. 1  ie Gebeurtenis/en in i787 enz. voorgevallen. 18t Ter adftructie van welk begrip, de Heeren van m Gerechte niet noodig oirdeelen, de Heeren n de Vroedfchap met een omflagtig betoog van [ redenen op te houJen, maar zich voornaamelyk illen bepaalen, tot het bekend Privilegie de non xando, in den jaare 1252 door den Roomfchen aning Willem, aan de Burgers en I gezetenen :zer Stad gelchonken, ( zie Pki, tEM oe:; derden, in deti jaare I67Ö en 1603 gèw daan hebbel , dezelve irfr-aande voor alle gevolgéll van hu r,e non comparitie, (zie J Schras^ert I Bff- hryving van Hardcnry , U. Deel, b..l$] 164..)! 700 is h.-t echter volkomen aeker, dat Oe Vroedi feh D'der Stad Utiech; by acrzelver Misflvr aan gf melden Heeie Stadhouder van der 12 Jut v 16771 in de Vroedfehaps Notulen van dien datum geinl fereerd, eD te vinden by Matth^shs de Jure Gla< dii Cav. ;-3- pt 3^«•, de onwe ughejd van eer Jagti Gericht, nen opzichte der Burgery en Ingezetene^ dezer Stad, en .effens de nadeèliaa gevolgen var} dien, met klem v;m redenen heeft aa getoond, ec dus riet ander* dan fhoowoetende of liever ge< kluisierd door een fLaffche onderwerping , welk« andeizins braave Reget ten < an dien ongelukkigst tvrl in 't algemeen te iammerlyk beknelde, de opf richting van die ongi-wenschte R chtbank, in het einde of mede toegeilemd, of immers aange?ie^ heeft; a-n thaDds niet te gtwaagea van zoodaanig^ zw«rgheden, als toermaals door de Heeren Gat eliueenien ec Regeerders der Stad Amorsfoort M gen ó't introductie van het Jagt. Gericht zyn geavani teeid geworden, zie Matth^eus de Jure Gladii} dun Capiteyy. p. 529, 531. *. ■ Niet onvoeglyk zoude 't misfehien zyn, hier bj san te merken^ de onbevoegdheid van Leden vaf Staat tot het invoeren van nieuwigheden, direö éegen der Burgeren en Ingezetenen Privilegiën aam Jonnende, tot welker handhaaving een ieder doqtl eenen plegtigen ééd, by deszelfs arimisfie zich vei? bonden heeft; gelyk het al mede hier te pasfe zou de komen, de nietigheid in zich zeiven van fooré gelyke onwettige bedryven rader te deduceeren) dan willen de Heeren van den Gerechte de attentit van de Heeren van de Vroedfchap thands niet bezif ho»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 183 Duden met een onderwerp, 't gene in menigvuldb 2 gefchriften van dezen tyd, zoo overvloedig be urjdeld is; oirdeelende dat de hier boven kortelyk édeducterde adftruttie van hun geadvifeerde omlent dit eerfte poin£t, als mede het aveu van Heein Gecommitteerdens zelve, dat de kiachten by tt bekende Request aan Hun Ed. Mogenden we;ns de bezwaaren tegen 't Jagt-Gericht enz. geraefenteerd, veeltyds gegrond zyn, zullen genoeg rn; kunnende Hun Ed. Achtb. echter, alvoorens t een tweede poin£t over te gaan, niet afzyn te imarqueereD, het gene by het gemelde eerfte poinSl in H'-eren Gecommitteerdens door dezelve Relestranten word gezegd te zyn voorgedraagen; it naamentlyk, in plaatze van aan 't af te fchaffen jgt-Gericht de Judicature over de wanbedryven •gen de Jagt-Reglementen wedtrom aan de Hee:n Hunner Ed. Mogenden Ordinaris Gedeputeer?n mogten worden overgebracht, of wel dat het of Provinciaal daar toe door Hun Ed. Mogenden iogte worden gequalificeerd, 't welk na het inzien in de Heeren van den Gerechte zoo niet behoord i zyn; in tegendeel vermeenen Hun Ed. Achtb. ït de Vroedfchap voor Stads opinie, te gelegener ;'d, behooren te declareeren: dat de Burgers en jgezetenen dezer Stad en Vryheid, wegens deliften mtrent de Jagt, ook alleen voor hunnen dagelyk:hen Rechter, dat is de Schepenbank dezer S'ad , ehooren te worden gecalangeerd en te recht gefield. (Want of het al eens waar mogte zyn, dat met tlatie tot die van Amersfoort, van alle immemoriua1 tyden ('t welk nogthands met geene mooglykheid srder kan gaan dan van de Erectie van 't Collegie er Heeren Gedeputeerden zelf in den jaare 1593) l Judicature over de contraventien van de Plakaattn > het ftuk van de Jagt en de Wildbaanen geëmaneerd, 'ivativelyk was competeerevde de Heeren Geamputeerde taaten dezer Provincie, gelyk de Heeren Regeerders ier Stad zich uitdrukken by derzelver Refolutie an den 19 Maart 1677, (zie MatïHjeus de Jure M 4 G/fl-  ^84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gladii Cap. 33. p. 531.) en fchoon de Heeren vaarj den Gerechte ook riet willen tegenfpreeken , datii inzorderheid in laarere tyder foortgeJyke actiën re-: gens de Burgers en Ingezetenen dezer Stad, veeltydi voorde Heeren Gedeputeerden en mor g>, k nu em dar ook voor *t Hof Pjovinciiai zyn geinftitueerd* zoo is en blyft het echter v Ikömen Beker . da: hetf een en ander \s direct aanloope'de geweest, tegerii h t opk^pde en hier Hrw< n b^eedc-r geroerde Privi* legie van den Rocmfchen Koning Willem; verl trouwer.de Hun Ed. Achtb. tevens, dat men geendi folide redenen zal konnen avanceeren , om welke dè(< Burgers en Ingezetenen alleen in 't geval van zooi gena:mde Excesfen tegensde Jagt, van hunnedon» ciliaire Rechtbank n. ken zonder onderfcheid, en by^evoige ook o^er de 1 voorfz. mimfes (nament'yk van de Jagt), van alle 1 onbedenkelyke tyden privativelyic volgens mei nigvuldige confirmatoirePrivilegiën, was g^ëxer1 ceerd by de Regenten van voorfz. Stad , als 1 f NB.) zynds hunnen wettigen ende dpmieifiai' ea Rechter". En mag men hi°r het getuigetis - au men doorkurdigen Rechtsgeleerden Matth.ï 13 ilve namentlyk (difto Cap. 33, p. 53?.) byvbegéo: wd ad cives TrajeSlinos, extra omnem idcontrove d im s wd non nlius ab onvd cbvo etiam quintum ad rem venati',m quam Schabtni ipforum judex. Zoo meenen de Heem van den Gerechte hier van te konnen afftappen, 1 ov rgaan tot het tweede poinct van het R jpnort, etreffende het recht tot het verleenep van acte van srmisfie, om te mogen jaagen. Ten aanzien van t pobót, zouden de Heeren vian den Gerechte ïn advys zyn, dat het verleenen van Acte van persisfie om te mogen jaagen, voortaan zoude behootn te cesfeeren, en niemand door eenige byzon Ere quilificatie, tot de'Jagt bevoegd geoirdeeld M 5 kun-  t ?.6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kunnen worden, dan aan wien zulks volgens de Ordonnantie, by Hun Ed. Mogenden op het ftuk vani de Jagt te arresteeren , als daar toe gerechtigd,, zoude worden geoirdeeld te competeeren; aange-lzien zoodaanige buitengewoone qualificatien, 'c zyy dezelve door 't Collegie van Hun Ed. Mogendenji Ordinaris Gedeputeerden, aan 't welke als verte* genwoordigende den Souverein van den Lande, byjf afwezigheid der Heeren Staaten, dit Recht na 'til begrip van Hun Edel Achtb. even gelyk het recht jj om in cas van verfchil, over de bevoegtheid ofon»j' bevoegtheid tot de Jagt te oirdeelen, eigenlyk com^ peteerd, het zy door den Heer Stadhouder dezeri Provincie, als aan wien 't zelve, gelyk Hun Edel Mogendeus Gecommitteerden zich uitdrukken, by| de fuccesfive Ja^r-Ordonnantien Staatsgewyze ge*», arresteerd, is toegekend, verleend worden; niet: alleen aityd een onbillykheid involveeren, ten op* zichte van die genen, welke op hun goed recht vermogen te Jaagen, maar tevens eene ongelyk^ maatigheid, ten aanzien van de uitvoering der be»; fluiten van den Souverein veroirzaaken , en aani onbevoegzaame prajferentien of haatelyke onder* fcheidingen, veelligt voet geeven kunnen. Wat verders aangaat het derde poinSt van 't Rap4 port, concerneerende 't refumeeren, altereeren ent verbeteren van de laatst geëmaneerde Ordonnantie^ op 't ftuk van de Jagt, of wel het formeeren vani eene geheel nieuwe Ordonnantie ; begrypen dejf Heeren van den Gerechte, dat uit het hier voorerit geadftrueerde nopens de noodzaakiykheid der af* fc heffing van het Jagtgcricht dezer Provincie reeds,! genoegzaam gebleeken is, welke aanmerkelyke verj anderingen de laatst geëmaneerde Jagt-Ordonnantiei van dato den 18 July 1781, naar Hun Ed. Achtbi inzien moet ondergaan: en zouden de Heeren vant den Gerechte, zoo uit dien hoofde als uit aanmer»; king van alle de menigvuldige bekende gebreken) dier Ordonnantie, met welker optellinge men liefst de>  de Gebeurtenis/en in I787 enz. voorgevallen. t8? s attentie van Hun Ed. Gr. Achtb. niet zal lastig" lillen ; van advys zyn : dat dezelve in confotmitè un het gerapporteerde by de Heeren Hun Ed» Mo» enden Gecommitteerdens noodzaaklyk diend? ge» evideerd, gecorrigeerd eh geamplieerd Ce worden» tn einde op dit gewichtig poincr by Hao Ed. Moenden door zoodaanige Commlsfi", als Hoi^tde» blven zullen noodig oirdeelen ie behooren v '«io joedig mooalyk voorzien , et eene Ja u-Ordornane in deze Provincie g-jarresreerd worde, waar by 2 Voorrechter) en Privilegiën der Burgeren dezer tad, zoo we' als een ieders goed recht, orgefchon» en gehandhaafd, en eindelyk aan de rechtmaarige lachten vac 's Lands Ingezetenen worde voldaan. ' Terwyl de H* eren van den Geree ce 1 an advys yn, dat de Heeren van de Vroerifchao omtrent het ierde poinSt van het Rapport, betreffende eenige jeerdere exemptie der vrye Jautoeffeiiin^ . ten aan» ien van E'genaars of Bruikers van Lattd n en *'osbhen, of van hun, die eene zekere fomma jaar» l/ksch in de ordinaris en 1 xtnordina'>s Usten ea ngelden verfchuldigcn, zieh nok ten deken opichte met dé H'-eren Gecommitteerden zouden lunnen conformeeren. en b'grypen, dat h,rt zelve ,y de refumprie der Jagt Ordonnantie in ferii ufe iverweegirg zoude behooren genoomen te wor» :en; wanneer de Heeren van den Gererhte oirdeeen het eerst de tyd te zu'len zvn, om bader omrent de bepaaling van zoodaitiigc q.alificatien te elibereeren; waarom Hun Ed. Gr. «chtb. tKards er verdere voldoening aan de intentie .van de Heeen van de Vroedfchap , zullen «vergaan tot het aatfle of vyf de pointt var. 'c Rapport, concernee» ::ende het Jagt-Gerichr van Gooy)>'d. '. De Heeren van den Gerechte kunnen de Judicaure van 't Jagt-Gericht vanTrooyland, ten opzich» ' e van de Ingezetenen dezer Provincie, aan de Heeren van de Vroedfchap in geen gunfliger licht vooriiraagen, dan die van 't Jagt-Gericht dezer Provhv ci*  c$S Verzameling van Stukken betrekkelyk tot cie zelve; daar door deze Rechtbank, aan welkêf even weinig, ja veel minder dan aan 't Provinciaali Jagt-Gericht, eenige jurisdictie op het territoir de-zer Provincie heeft kunnen gedefereerd worden», en nimmer legaal gedefereerd 's; niet alleen de In--, en OpgezeteneD dezer Provincie, met verkorting^ hunner wettige verkreegen voorrechten en vryhe#> den, van hunnen competenter domiciliairen Rech4 ter worden geëvnceerd, m^ar ook bovendien de4 zelve tegen alle gronden van recht en hii'ykheidl op een vreemd Territoir, voor vreemde R-chtersp worden gedagvaard en terecht gefield ; waarom Hunl Ed. Gr. Achtb. begrypen, dat de Heet en van dej= Vroedfchap ten aanzien van de onwettigheid en oh bevoegtheid dezer wanflaltige en wederrechtelykii .aangemaatigde judicature van 't gemelde Jagt Ge,*, richt, over de In- en Opgezetenen dezer Provin-, cie, zoo uit aanmerkinge van het dienaangaande uitvoerig gedetailleerde by het Rapport van Heeren j Gecommitteerdens, als uit hoofde der redenen,; met welke hier vooren de onwettigheid van 't Pro- ■ vinciaal Jagt-Gericht is geadft'Ueerd; ten fterkftenj dienden teinfteeren: dat het Jagt-Gericht van Gooy- l Jand, met relatie tot de uitoeffening van eenige ju-i dicature over Burgeren van Stad of Steden of In-l gezetenen dezer Provincie, door Hun Ed. Mogenden worde verklaard te zyn ongerechtigd en onbe-f .voegd; en hier van aan den Heere Erf-Stadhouder de vereischte kennisfe gegeeven, ten einde Hoogst-1 denzelvén het Jagt-Gericht van Gooyland, van alle j verdere uitoeffening van eenige judicature op het] Territoir dezer Provincie gelieve te excufeeren,} en den Heer Luitenant Houtvester dezer Provin-1 cie, of welk ander Perfoon Hoogstdeszelfs Hooge Heerlykheden en privative Jagt daar toe zal gelie-II ven te verkiezen, te committeeren, om allecontra- ij ventien in het Ruk van de Jagt in meergemelde ;l .Hooge Heerlykheden en verdere privative Jagt be- iï gaan, door zoodaanig Collegie, als aan het welk f Hun i  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 180 iud Ed. Mogenden in der tyd de judicature ovet. ; Jagt in deze Provincie zullen gedemandeerdheben, te laaten corrigeeren en ftraffen. Accordeerd met voorfz. Refolutiei In kennisfe van my, (was grt.) J- Hinlopen. ,o. 2162. Requeste door een notabel aantal Burgers en Inwoonders der Stad en Vryheid van Utrecht, den 20 September 1784 aan de Vroedfchap derzelver Stad g<-pref enteer d, dienende, om te hebben-prolongatie, van tyd tot het overleveren van hunne confideratien op het Stants Rapport van den 1 September J784, en tot Jlateering der anderszins gemonejaarlykfche verandering van de Vroedfchap; benevens de Refolutie van de Vroedfchap ten zeiven dage daar op genoomen. 1 Geeven met verfchuldigden eerbied te kennen ♦ 2 ondergeteekende Burgers en Inwoonders der tad Utrechten Vryheid van dien, dat zySupplian-i :n zyn geinformeerd geworden, dat door denegen leeren van de Staats-Commisfie dezer Provincie, 9t de poincten van bezwaaren benoemd, op deu Ren September dezes jaars, ter Vergadering van ;e Ed Mogende Heeren Staaten dezer Provincie, ras uitgebracht een zeer ampel Rapport; waar by nderzogt en geadvifeerd word: ,, welke middelen , zouden behooren by de hand genoomen te wor, den, om, met wegneeming van alle wettige be, zwaaren, de harmonie en goede orde binnen de, ze Provincie, en onder de Ingezetenen te her, Rellen en conferveeren". De uitvoeringe van srelk zoo zeer heilzaam voorneemen ,\ welgemelde rleeren Gecommitteerdens van Hun Ed. Mogenden rermeenen daar gefield te hebben, door het uitBrengen van „ een Concept van een Reglement , Reformatoir, waar na de Regeering in de P o- M VIC 1  Ipö Verzameling van Stukken betrekkeljk tot ,\ vincie van Utrecht in 't toekomende zal worder) bedelden beleid," gegrond op het betoog, ec dè redenen by het Advys der gemelde negen Heat ren, daar toe in het br/.-ede epg< apeven* dat na'V Uitbrec^n van i vo )tfz. Rapport ea Concept-Re^ glemem K'.rcrmaioir, hik zelve ingevolge van Hui Ed. Mo i: tenoomen Refoiaue, voordeStaatjt eu Stadt K.i geerirgs L.den, was gedrukt, en aai dezelve- ift^géevc. , tevens rUft eerige Exemplaa-i ren, .welke ;an de twte eerJU Onuateekenaaren vaj de refpective overgtleverde bezwaar-poincten , zyr ter haed gjjsfb ld ;oor de tien Heeren Gecommit.1 teerden dezer Stad., met last, om daar, op voor der 22ilen n.zer maeifd September de Confideratien van de reipectjvt * ■(:dt rteekenaaren aan den Heer Eyk.' als de oucifte Heer in die Commisfie, over te breno gen ; dan waar toe-, wegens de hoogfte aangelegen-I heid dezer zaake, zoo wel als de uitgebreidheid van dezelve, in zoo kort tydsbefiek geene mooglykheic zynde, was, om het zelve bekwaamelyk te kon-i Een dóen, van U Ed. Achtb. verzogt, eeneverleni ging van dien tyd, ten minften tot den Jaatften dee zer maand September. De Ondergeteekenden hadï den wel gewenscht, dat de Heeren Gecommitteer* dens tot de Staats-Commisfie, in dezen derzelver Rapport zoo veel eerder hadden konnen ingebracht hebben, dat alles na vereischte voor den i2deai October dezes jaars konde afgedaan zyn geweest, ten einde daar door de rust en tranquiliteit van dei Stad en Burgery zoude konnen verzekert zyn ge* weeSt; dan daar het met deze hoogst aangelegens* zaake in dezer voegen gelegen is, dar op den 6debi October aanftsande eerft die befchryving bepaald": is geworden, wóar op het Staa sgewys onderzoek! en afdoening vhv de rcfeective bezwaar Poincten: Raat ondernomen te worden , er dus in een tyd, dat ingevolge van het Regeerings-Reglement van: den jaare IP74, al bevoor'ens aan den Heer Stadhouder zoude moeten overgebracht zyn de Nominatien ter verkiezingevan Burgemeesterenen Sche-h pe.i  de Gebeurtenis/en in 1:787 enz. voorgevallen. i&% men, als mede eene lyst van de Naamen der Raa;n in de Vroedfchap dezer Stad, om jegens den iden October eerstkomende , op derzelver aanyven of afRellen, te dispopeeren. Dat sangeerkt het fustenue van den Heer Stadhouder, tens het verzoek van de Burgery dezer Stad, aan un Ed. Mogenden voorgedraagen , nopens het cht, dat de Burgery dezer Stad heeft, tothec aandien der tusfchentyds opengevallen Raadsplaatn, door de Magiftraat dezer Stad, als de Reprs» atanten van de gemeene Gilden en Burgery te Tvullen, en de daadelyke vervuliinge van twee er opengevallen plaatfen, conform aan 't zelve irzoek der Burgery dezer Stad; men met alle renen beducht is, dat het zoo lang uitftellen der liberatien van Hun Ed. Mogenden over hetvoorareeven ingebrachte Rapport en Conc.pt-Regle. mt Reformatoir van Regeering, de alleronaangeamfte gevolgen, zoo ten aanzien van den Raad zer Stad als van het Recht dezer Burgers, na :h zoude konnen fleepeo;- vooral, als het Regie, mt van den jaare I67+ zoude moeten verftaan irden van kracht en werking te blyven, zoo lar> 1 over het gemelde Concept.Reglement Reformatoir et is gedisponeerd, en dat de poincten van lx>raar ook niet daadelyk waren afgedaan; en in geile den Heer Stadhouder eens ongelukkig geindu» erd wierde, tot het gebruik maaken van zoodaaa;e verfchikkingen, als waar toe Hoogstdenzelven gevolge van dac Reglement zoude gelieven te beypen gerechtigd te zyn, en dus misfchien zooanige Regeering-Leden uit derzelver posten te rlaaten , omtrent welkers Perfoonen de Burgery/ iheel en al niet zoude konnen onverfchilli;.; zyn, io min, als derzelver plaatfen met anderenaanaeild te zien, als welke zy, om hunne Rep.re.feinten te zyn, geheel en al niet zouden konnon beeren; of de plaatfen van anderen te vervuilen, blke verkiezen mogen niet langer te continueeren, st de zoodaanigen die de Burgery dezer Stad niet «-1 ',i aar.-  tol Verzameling van Stukken leirekkelyk tot aangenaam konnen zyn. Dat de Burgery, aangek merkt deze tegenwoordige gefteldheid , waar irj] hunre zaaken met betrekking tot de overgeleverde bezwaaf-poindten ftaan, vermeenén, dat niets uil zyn geheel behoort gebracht te worden, en dmi dat hangende de deliberatien, zoo van U Ed. AchtbJ als van de Staats-Leden dezer Provincie, omtrenj het Concept-Reglement Reformatoir, alles ten aani zien van de Regeering dezer Stad, immers tenaanji zien van de jaarlykfche Continuatie j in deszelfji geheel behoord te blyven, en dat daar toe de ver] eischte furcheance, daar en zoo 't behoord, wen de verleent Het is dan tot voorkominge van allj onaangenaamheden en gevolgen, welke door 'tver; traagen en uitftellen der afdoeningen deringeleveM de bezwaar-poiccten niet den I2den October, te^t nadeele van het recht, zoo van deze Stad, Burgè; ry , als van U Ed. Groot Achtb., zoude kunnen ontltaan, dat de Ondergefchreevenen vermeind heb ben zich aau U Ed. Groot Achtb. te hebben moe ten addresfeeren, en by ö Ed. Groot Achtb. (ii ■vertrouwen, dat U Ed. Groot Achtb. met de On; dt rteekenaaren in dezen tot Stads en Burgers wel; zyn zullen concurreerenj met de vemschteeerbiee teinfteeren, dat U Ed. Groot Achtb. daar en zot zulks behoord, zullen gelieven teeffectueeren, daj ten aanzien van de anderszins gewoone jaarlykfchr veranderinge van de Regeering dezer Stad, het zelf ve hangende de deliberatien over het voorgebrachjl te Concept Reglement Reformatoir, worde gehoudeE in ftaate en gefurcheerd; tot tyd en wylen, dat dj bezwaar-poincten dies betreffende, volleedigengeii heel en al zullen afgedaan «yn, en dat van die furi cheance aan den Heer Stadhouder de vereischtii Communicatie werde gedaan. 't Welk doende &c. Hier op hebben Hun Ed. Gr. Achtb., ten zelveÉl dage de volgende Refolutie genoomen. Maahl  tie Gebéürtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 1^3 Maandag den 20 September 1784» i3ehoord de lecture van drie onderfcheide Reesten, door een notabel aantal Burgers en Tniqnderen dezer Stad en Vryheid heden geprefeh van de rust en tot welzyn van deze Provincie van oirel waren, dat voor deze enkele reize zulks be»orde te gefchieden, en het. Reglement van 1674. id dien opzichte door Hun Edt Mogenden worden t/urcheerd. En is alzulks op de hitlanden der twee ;;den van Staat goedgevonden: dat de veranderinge ! r Regeering binnen de Stad Utrecht en verdere Sten, opzichtelyk het aanjfellen, continueeren of disuinueeren der Raaden in de Regeering, aldaar op ( eerfte dagen der veranderinge moetende gefchiem, werde gefurcheerd ; behoudens nogthands de rdere poinSlen van het Reglement van den jaare 1674 N 3 in  io8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot in haar geheel, tot dat daaromtrent by Hun Ed.Mogq den nader zal zyn vastgefteld; en dat van deze dd Ed. Mogenden dispoiitie aan zyne Doorïuchtii Hoogheid zal worden kennisfe gegeeven, waart! de Heeren Ordinaris Gedeputeerden worden geai thorifeerd. Zeggende de Heeren Geëligeerde Raaden van a; vys te zyn , dat hier inne geene overfcemmin,] plaats kan hebben,'terwyl het onderhoud van hl zelve Reglement van 1074 by de diie Leden ee< paarig is aangenoomen; verzoekende Hun Ed.Ml genden dat dit advys werde geinfereerd, met n ferve van hunne Dadere aanteekening deswegenss N°. 2165. Misfive van de Heeren Staaten 's Lands v\ Utrecht aan den Heere Prinfe Erf-Stadhoudeu vaar by kennis geeven, dat de Raaden van de Vroa fchappen in de Steden voor het eerstkomende jdi zullen wotden gehouden voor gecontinueerd, en t Reglement van 1674 ten dien opzichte gefurcheer. In dato den 21 September 1784. doorluchtigste hooggebooren vorst 1 Heere i Ooor de Heeren Gecommitteerdens van Stad t Steden ter onzer Vergaderinge voorgedraagen zy? de, hoe het niet wel te verwagten was, dat dedc liberatien over een Reformatoir Reglement van R^ geering binnen deze Provincie, door ons met Al vys van Üwe Doorluchtige Hoogheid vast te fle len, tot een voorfpoedig einde zoude kunnen wo: den gebracht, voor den aanilaanden isden en 2oflc October, op welke tyd de jjaarlykfcl e veranderiii gen der Regeering binnen Utrecht en WykbyDuui Rede moesten plaatfe hebben, en hierom in bedet king geevende, of niet tot voorkoming van all verdere verwydering in dezen , het gevoeglyks ware, in de dienende Raaden binnen voorfchreeve Sta  itfe Geteurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 199 id en Steden, by gelegenheid der aanftaande ver'uwinge der RegeeriDg, op de dagen, in elk deriver Stad en Steden, daar toe gefchikt, geene randering te maaken, maar alle dezelve Raaden or het eerstkomende jaar te houden voor geconueerd, en het Reglement van den jaare 1674, 1 dien opzichte te furcheeren. — Hebben wy edgevonden ons met deze Propoütie te conforeren, en het Reglement voorfchreeven met be:kking tot het aanflellen, continueeren, of disotinueeren der Raaden binnen de Stad en Steden, i nu in bediening zynde, voor deze enkele reize 'furcheeren, verftaande dien volgende, dat alle zelve op de eerstkomende dagen derMagiftraatsrandering gehouden worden, te zyn gecontinurd, en voor nog een jaar in hunne bedieninge te rblyven; laaiende nogthands al het verdere by : gemelde Reglement vervat, in zyn geheel, tot ; by ons nader deswegens zal zyn gerefolveerd; hebben wy noodig geoirdeeld Uwe Doorluchtig [Hoogheid hier van by dezen de vereischte kenfe te geeven, niet twyffelende, of Hoogstdeive zal, in achting neemende de prefente tyds. ïftandigheden , mede volkomen overtuigd zyn n de noodzaaklykheid, welke ons heeft verplicht 1 zoodaanige Refolutie in dezen te neemen, ten ade, hangende onze Deliberatien, om ware het joglyk, de rust en eendracht binnen deze Pro. aciete conferveeren, en weder te brengen, de- poogingen door het doen van nieuwe aanltellinn niet difficielder, zoo niet geheel onnut, te doen cvallen. Hier mede enz. N 4 N'.  2C hebben wy ver trouwd, darmen het Formulier van dien ééd niei contradictoir aan deszelfs inhoud te begrypen hebl be; te weeten, dat het Reglementbegreepenmoes;1 te worden, geene sndere kracht of werking te kom nen of te mogen hebben, dan voor zoo verre heil zelve bevonden werd, ,, met alle de voorfchree j ,, ven Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden „ van dezen Lande, de drie Leden van Staat, air „ ook de oude wettige en welherbrachte Costumen; ,, in te Hemmen:" in welke gedachten wy nog II meet:'  de Geiwtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 205 eerder verfterkt worden, als de Heeren Gecomtitteerden van U Ed. Mogenden toe de bezwaaren an de refpective Ingezetenen dezer Provincie, by ïrzelver uitgebracht Rapport ('t welk U Ed. Mo. enden, ten fiae van onze Confideratien, aan ons ïbben doen toekomen) alle het fcrupuleufe, dac ;m anderzins, ingevolge van den door hemgedaa:n plechtigen ééd tot obfervantie van dit Regieent, kwam te verbinden, van Hun Ed. wierd wegruimd, „ als zy zich te binnen brachten, hoe izy by die zelfden ééd, welke hen tot de obferivantie van dat Reglement verbond, in de allereerfte plaats gezwooren hadden: alle Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden van den Lande van Utrecht, en de drie Leden van dien, als ook ide oude wettige en welherbrachte Costumen te :zullen voorftaan ende helpen defendeeren en, handhaaven"; voegende U Ed. Mogenden Gèmmitteerden hier by: ,, en dat de klachten en ibezwaaren van 's Lands Ingezetenen juist haare betrekking hadden tot zoo veele inbreuken, a!» dezelve vermeinde by dit Reglement op de Privilegiën , Handvesten en Gerechtigheden van Iden Lande van Utrecht, en de drie Leden van Idien, toegebragt te zyn; hebben zy vermeind, zich hier aan niet te kunnen of te mogen onttrekken"; alles na den inhoude van het voorfz. Raprt, ter cotfïrmatie dat de voorgemelde ééd, ca ire waare fardtie, niet anders kan begreepen wor1, op het Reglement te konnen en mogen ge. deden, dan ,, voor zoo verre het zelve met de voorfz. bezwooren Privilegiën , Handvesten,, Gerechtigheden enz. inRemt. iVaarom wy niet anders hebben konnen oirdee, als dat het hier bovengemeld Declaratoir van 1 Heer Haantjes volkomen conform was aan 1 eenige oogmerk, waar toe de voorfz. ééd word ievorderd; want, daar wy by het aan ons toezeiden Rapport van voornoemde U Ed. Mogend eb committeerden, ten aanzien van de tyd en wv. < 'der  2o6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der invoeringe van het voorfz. Reglement gerema4 queerd vinden: „ dat het zeer te wenfchen ware): „ dat 's Lands gefchiedenisfen geene bewyzen op „ leverden van diergelyke fchreeuwende onrecht vaardigheden, als de drie (zoogenaamde) ove:i „ heerde Provinciën, en allerbyzonderst deze Pro „ vincie, in dien tyd zyn aangedaan door hen, aa 9, wien zulks het allerminst voegde door Vrienderj s, Nagehuuren en Bondgenooten, meer dan doo „ den vyand zelve". Zeggende vervolgens: ,,dt 3, die zelfde Bondgenooten, niet te vreden wareE „ met deze Provincie, niettegenftaande de emftiji Re inftantien en proteftatien van 's Lands Staatt „ geabandonneerd, en aan de genade en ongenae 4, van den naderenden vyand overgelaaten te hek „ ben, zy daar en boven van zich konden verkn ,, gen, na dat de Provincie maar even van dezelve „ was verlaaten, nog zwaardere ongelukken tj „ alle haare ongelukken toe te doen, haar in dd hartader aan te tasten, en tegens alle regelel van recht en billykheid, contrarie derzelver dut „ re verplichtinge, uit hoofde van het eerfte Al „ tikel der Unie binnen Utrecht gefloten, haart „ ontneemen die Privilegiën, Rechten en Gerecb ., tigheden, in welker bezitting de vyand zelf hai; ,, ongeftoord gelaaren had"; pofeerende al verdet tot dien einde moest op eene gantsch wederlep gelyke, en met de gronden dier Unie ftrydenc „ authorifatie van Hun Hoog Mogenden, of iievv s, van de Gedeputeerden van maar vier Provinciën „ alle Regenten los gemaakt, en geene nieuw „ Regenten aangefteld worden, dan op zoodaanig' „ conditiën, als men goedvond aan dezelve voc „ te fchryven; en het is aan deze fataale omflan digheden van dien tyd (zeggen U Ed. MogeEl „ den Gecommitteerdens) dat dit Reglement zyn1 „ waare origine verfchuldigd is, en dewelke te gc „ lyk op de nieuw aangeftelde Regenten zoo ve«i invloed hadden, dat zy niet alleen zich daar tm het Stadhouderfchap te herftellen, op eenen roet overeenkomftig met deszelfs primitive inftiutie in deze Provincie, de reïntroductie van dit ieglement, op eene gewelddaadige wyze is doorgedrongen en aangenomen heeft moeten worlen"; daar met relatie tot de wezenlyke inhoud 1 dit Reglement, Gecommitteerdens van U Ed. genden geen zwaarigheid maaken, opentlyk te Idaaren: ,, dat 'er (hunner erachtens) in het ;elve vier voornaame gebreken gevonden worden, iie te weeg brengen, dat het zelve voor de Proincie fchaadelyk, en voor de Regeering druk:ende is"; en dat als een eerfte hoofdgebrek is, iat dit Reglement, wel verre van naast en meest »vereen te komen met de Regeering van de Provincie, gelyk die van ouds was, in tegendeel , aar mede te eenemaal contrarieerende, en ook lelfs in veele opzichten Rrydig is met de Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden van den jf^ande". Aangezien inde tweede plaats, ,, daar m te veel willekeurigs word overgelaaten in de iiitoeffening van het gezag, 't welk daar by aan 1 en Stadhouder gegeeven word"; terwyl als een \de daar by voorkomt: ,, dat by het zelve aan ie Provincie ontnomen word een gedeelte van iieszelfs eigendom, die nimmer door tydelyke i^egen ten weggefchonkeo konde of mogte woriien". Daar 1  èöS Verzameling van Stukten letrekkelyk tèt Daar het, ingevolge 'van het bovengemelde ftap« po,-c, in diervoegen met het Reglement van dent jasre 1674. afeoo naar waarheid gelegen is, en Ed Mogenden Gecommitteerdens geen zwaarighei; den gemaakt hebben, daar van aan UEd. Mogen-i der die ouvertures eh voordrachten te doen, zulleni U Ed Mogenden ons niet kwalyk moeten neemen, dat wy U Ed, Mogenden rondborftelyk verkiaaren;: fijéf té b. erypén, welke de redenen konnen üitmaa.'t ken, om 'op dë admisfie van ónze Gecommitteerde* te difficulteere'n; want offchoon de Heeren GeconM mitiecden tot het meergemelde Rapport, U Ed.i Mogenden wel pdvifeeren: „ dat, hangende U Edil „ Mogenden deliberatien over de bezwaaren, eöi „ tot dat een tiieuw Reglemetat op de Rëgeeringj „ dezer Provincie by ü Ed Mogenden op eenei „ wettige wyze gearresteerd zal zyn, het tegen-i „ woordige Reglement van volle kracht en waardei „ blyven, en door alle de Regenten geobl'erveerdi „ en gemaintineerd moet wórden"; konnen wy niefc anders begrypen, dan dat U Ed. Mogenden Gecom-i mitteerdens door dè obiervantie en maintien varji dat Reglement (zullen Hun Eds. zich als hier boverj: gelyk zyn) geene andere zullen verftaan hebben, als die, welke na den aart en het oogmerk van het zelve met de Privilegiën, Handvesten en Gerectu tigheden van dezen Lande en de drie Leden vam Staat, als mede de oude, wettige en welherbrachtei Costumen, inftemmen, en dus beantwoorden aap dat Declaratoir, waar onder onze voorfz. Geconfti-i tueerde bereidvaardig is geweest, den ééd op het zelve Reglement te prsêfteerea. Het is ofn alle deze redenen, dat wy U Ed. Mo« genden verzoeken,-zich óp dezelve te recapituleer ren, wanneer wy vertrouwen, dat 'er by U EdJ Mogenden geene difficulteiten zullen konnen over» blyven, om den Heer Haantjens op zyn Declara-: toir niet alleen tot den ééd toe te laaten, maar on-i der het zelve ter Vergadering van U Ed. Mogendeni van wegens deze Stad de verzogte fesfie te accrir-r deed  de Gebeurtenisfin ik '1787 enz. voorgevallen. 209 eeren, en waar tpe wy op het, vriehdelykfte ir% :eeren, dat dit een en aqder by U Ed. Mogenden ] deliberatie werde genomen;; en daar wy op goe» e gronden vertrouwen, dat U Ed. Mogendeq by en flilliaan op het gunt voorfchreeven ,'zullen evinden, dat het meergemelde Declaratoir van en Heer HAantjens van dien aart is, dat hetzelve olkomen inittme, niet alleen met het betoogde;vatt ï Ed. Vtogendén bovengemelde Gecommitteerden „ laar met de waare fanctfe van den te prsfleerené èd; zoó is het, dat wy'U Ed, Mogenden al verder erzoekeii, voornoemden onze Gecommitteerde-li ader het zelve ter dezer Vergadering tot den .ééd ue te laaten, en hem van wegens onzer Stads fese te accordeeren, het welk wy van Ü Ed. Mogen*, en hoogfte sequiteit, tot maintien yan.onze Stads echten en Voorrechten, vertrouwen en verwacli= flf; terwyl wy, na U Ed. Mogenden in.Goöc fieige protectie bevolen te hebben, ons tekenen enz0 '°. 2t68. Extraèt uit de Refolutien van de Ed. Achtb.' Regeerders der Stad Amersfoort, betrekkelyk 'M ingeleverde bezwaaren door de Burgefy, in dato den 27 November 1784. Is gerefolveerd op den Requeste by S. Claii er; jderen,' jongstleden maandag ter dezer Vergadei nge geprceferiteerd, tendeerende tot revocatie yén e Refolutien des Raads, van den i6den Aügustué 3 Joden .Qdtober jongstleden, mitsgaders tot cn° erzoek van .de qualificatie van fommige.i.Ledeci es Magiftraats, beyoorens o.ver de bezwaaren der lurgery, eh fpeciaai over de fesfie van den Sbhbiit 1 den Raad, zoude worden gehandeld, als breeder y dezelven Requeste, in plaatze. van appoinclelent, by Refolutie aan de Supplianten te kennen 2 geeveo; j A, ... , . . ,., Dat de Refolutie, nakende de fesfie,van dert XXVII. Deel. . Q Hè®  21© Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Heere Hoofd-Officier in den Raad der Policie vaa deze Stad, door den Raad op den loden Augustui dezes jaars genomen, ea op den i oden October jongstleden geinhsreerd, was gefundeerd op bet recht, de biliykheid en het waare belang van de Burgery dezer Stad, zoo veel de Raad zulks had kunnen wys worden; gelyk dit mede by de laatst, gemelde Refolutie aan de Supplianten was gedeclafeerd, en gevolglyk, dat de Raad, mettegenRaan. de zv alles had trachten in overweeging te neemen, 'A. jj - « otoc onntYfiunprH. niet met de SUD« nlianten kunnende inftemmen, dat de fesfie van deni teeenwooraigeu xiccil. w*^ — --- brengen eenen notoiren inbreuk op de voorrechten! dezer Stad, ook daarom, gelyk de Supplianten on-i getwyffeld zeiven zouden moeten begrypen, opj hunliéder verzoek niet en konde of mogte afgaan van de Refolutien hier boven gemeld, maar ver* i- u. o u„ Ata U/»f"n!iifipn tp nerfisteeren. mee herhaalinge van voong gedaan verzoek, van dien-i aangaande geene nadere inltantien te doen , int mers niet, ten zy de Supplianten nader mogten komen te ontdekken, en aus wisten up tc ëuC»wUf eerige Privilegie of bezwooren Staatswet, bevoOJ rens wel geallegeerd, doch die de Raad niet had , .„j„tc»n rinaHivi- tp hefl-aan. en omtrent Kuuneu uuwtivn.li - — ----—-» , welker beftaan dezelve alzoo oirdeelen moet, data de Supplianten ofte anderen, aie anegeercuuc, kwalyk zyn geinformeerd geweest. . En zoo veel aangaat der Supplianten allegatie, ai«l of tot de voorverhaalde Relblutien niet wettig zou-: — „Q„„„,»inrWi-H nm d,ir daar toe medd zouden hebben geltemd zoodaanige Leden van dezei Vergadering, welken uit hoofde van non qualincaJ tie, als zynde geen Burgers dezer ataa, or om huu lieder affiniteit onderling tot de Regeering niet zou-, den wezen gewettigd, omtrent het laattte zich tun<: deerende op de Refolutie van den 31. Decembet -^o ^ «Irrlpplpnrlp. Har dit vooraf diende te worden onderzogt en gedecideerd, voor dat oveij  di Gebsurtenhfen in 17C7 enz. voorgevallen, zit der Burgeren bezwaaren, en vooral ook over het pader vertoog omtrent den Hoofd-Schout, zoude mogen worden gebundeld. Dat de, Ra3d niet erkent eepige Rechten oFVy*eU ten, waar op al dit zoude wezen gefundeerd 5 want: eensdetls, dat de Supplianten zich nog .wel Zullen weeten te herinneren, hoezy, benevens anderenj zoo by derzelver Rcquesten, als mondling, bevoorens op eene daadlyke afdoening van derzelver Ver-r zoek, tot weering van de fesfie van den Schout in den Raad derPolicie, hebben geinfteerds en .alzoo voor dat iets anders, en dus ook de betwiste qualificatie konde worden onderzocht: terwyl de ,Supplianten thands wederom klaagende, dat.aan hunjieder voorig verzoek dus is voldaan,,het alzoo van zelve fpreekc, dat het den Raad oqmoögiyk is, in zulke ftrydige verzoeken aan de Supplianten genöe- fen te geeven; behalyen dat omtrent.de wettigeid van de voorige Refolutie, niet zekerder is, dan dat de qualificatie van alle de Leden, dezer Vergaderinge moeten worden erkend, zoo lange Van het contrarie niet en blykt, zonder dat daar tégerj doét, of doen kan, dat de Supplianten of iemand anders goedvinden kunnen, daar over eehigö twyffelingen op te werpen, en te verfpreiden^ ën. de fesfie van den Schout in den Raad ook geen de hiin* Re betrekking heeft tot de qualificatie. der Regen, ten, zulks 'er geene reden zoude zyn, waaromfommigen van dezelve, wegens de fufpicie nopeqs die qualificatieook partydig in derzelver oirdeel, nopens dë,/esfie van den Schout, Zouden moeten worden aangemerkt. , Boven dien, dat de Supplianten en anderen, die zy neggen met hunlieden in derzelver klachten in te ftemmeo, a|s of de Raadplaatfen dezer Stad door ongequalifleeerden zouden worden bezeten, als mede in dit Ruk,.zoo wel omtrent de gronden waar op zy die.klachten fundeeren, als omtrent de Perloonen, by zeker Request, waar op zich de Sup> plianten beroepen, zoo veel aangaat derzelver ver O 3 meen-  2', 2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot meende qualificatie, zich zeer merkelyk abufeeren, het welke ook zoo, zonder behoorlyk onderzoek, der de Burgery, of door onkundigen, of door k.-Mykgezinden, het zy dan in byzondere gefprekkefe. of meer in het openbaar verfpreid, ligtlyk zobda'atlig ongenoegen heeft kunnen doen gebooren worden, als de Supplianten zeggen, dat wegens bet niet afdoen dezer vermeende bezwaaren zoude irebooren zyn, en van welker gevolgen, zoo die radeelig waren, de Raad ook de zoodaanigen aan. ] lpreeKdyk en verantwoordelyk zouden moeten houden. Wact wat aangaat de gronden van klachten, by de Supplianten en anderen aangevoerd, als of naamlykdt Refolutie van den 31 December ï668, fommige Leden dezer Vergaderinge ongequaüficeerd zoude maaken , om in den Raad dezer Stad zitting te mogen hebben; terwyl de anderen, als geene Burgers geweest zynde, daar toe zouden wezen onbevoegd: dat het wc 1 waar is, dat in den jaare 16Ti en vervolgens, by den Raad dezer Stad, toen dezelve het recht tot de verkiezinge en aanftt llir.ge der Regenren zelve uitoeffende, zyn genoomen eenigé Refolutien , wdken zy zich tot een richtfnoer voorftelde om de verkiezing en aanllelling van Regenten naar te doen, en die zy ook voor het doen van die verkiezing by ééde beloofde te zullen volgen, zulks dat zy geene anderen mogt verkiezen, dan zy had gerefolveerd daar toe verkiezelyk te zullen houden. En dat ook alzoo den 31 December 1668, was gerefolveerd, dat niet meer dan één Zwager in den Raad zoude admisfibel zyn, ofte gekoren mogen1 worden. . Gelyk ook op den 11 December 1654, dat me-, mar.d dan gebooren Burgers, of die een bepaald getal jaaren Burgers geweest waren, zoo als ook: niet die in den éed of dienst van andere Heeren of; Vrouwen waren, tot den Raad zouden mogen worden verkoren. "L1 Eb 5  de Gelieurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 213 En dat mitsdien ingevolge van die Refolutien by den Raad, zoo Iarge die verkiezinge aar haarftoiid, tgecn meer dan éénen Zwager, geene ai oeren&iarj alzo 3equadficeerde Burgers, ende geene Schoften van het platte Land, mogten worden verkop Dan dat txffers waar is, dat van zelve die J fomtien, welke de Raad zich in de verkiezinge vaa aaare Leden voorgefchreeven had, moésten ophouden haare kracht of werkinge te behouden , zoo ira die verkiezinge eD aanRellinge aan een anaer np?edraagen en niet uitdrukkelyk uitbedoogen was, iat zich ook deze na die voorfchrifen re^eiea noest, welk de Raad, zoo lang die aanltellinge aan aun Rond, zich tot een richtfnoer voorgefchree ren had; en welke Refolutien geenszins onder de 'rivilegien konden worden gerangfchikt, waaraan ie Stadhouder verbonden was, terwyl nog daar en ioven alle de Leden des Magiftraats , vandeverbinenisfe aan die Refolutien : toenmaals onder de aam van retroatla bekend, zoo veel die met het tadhouderlyk bellier niet beftaanbaar waren, en y dezelve nogthands bezworen hadden, plechtig yn ontflagen. Dat wegers eene vroegere Keure des Raads, van en jaare 1438, zulke die een Schoutambacht binen den Gedichte aannam of voerde, reeds onge. lualificeerd konde worden gehouden; dan dat de .aad zelve meermaalen van die wet afgegaan was, n ook de redenen voor fommige Keuren van dien 7d, zoo als by eene voorige gelegenheid reeds opgemerkt is. thands geene plaats meer hebben: zoo p de Supplianten ook wel zullen'toeftaan, dat die ;:eur ook thands voor de Stad nadeelig zoude zyn, 3 de Schouten ten platten Lande in hunne difb-ic m niet woonende, meer beweegen zou, derzelver loonplaats in Utrecht te kiezen, waarom zy ook l;lve de fesfie der Schouten en Secretarisfen -en latten Lande in den Raad, by hunlieder en anderer :equest,van bezwaar, hebben goedgekeurd. .Dat voorts naar de oude voorrechten en geO 3 woon-  414 Verzameling van Stukken oetrèititeeyk M woantens van deze Landen, wel geene vreemdelingen tot de Regeering konden of mogten worden toegeiaaten; dan dat nimmer voor vreemdelingen ineen' Stad zyn gehouden,'zulken, welken daar in gebooren of elders na de Unie in deze Landen gebooren, jaaren lang in die Stad hadden gewoond .fchoon zy niét by fpeda'ale Refolutie, of door eene Costume onder'zoogenaamde Burgers, naar de zin zoodaanig dit 'woord by de Supplianten wordt genomen, aangenomen en erkend waren; zulks dat van ouds, ook zelfs toen de aanftelling der Regeering by lootinge gèfchiedde, Wel eens iemand is gekóoren, die-, na dat hy reeds jaaren lang in de Regeering was geweest, eerst tot het Burgérfchap in den laatRen zin; op drszelfs verzoek werd toegelaaten. Terwyl de wet raakende het Zwagerfchap, wel is te houden voor zeer nuttig, edoch niét van dien aart , dat geene pofitive wet daaromtrent plaats hebbende, van zelve zoude moeten worden begreepen, dat niet'meer dau éénen Zwager in den Raad zoude mogen worden verkoren ; alzoo de Supplianten wel zullen toeflaan, dat de daar by veronderftelde onderlinge genegenheid niet altyd , 'en dus noodzaakelyk, plaats grypr. — Behalven dat die wei, zoq als die vastgefteld was, als flraks blyken Zal, enkel op de verkiezinge ziende, haare reden in den Perfoon, van den Stadhouder van zelve verliest. Waar uit dan volgt, dat der Supplianten klachten in dezen op verkeerde gronden zyn berustende , en geene wetten voorhanden zyn , vólgens »«elke oen Raad zoude mogen oirdeelen, dat eenige Leden van deze Vergadering, om zoodaanige redenen . als by de thands krachtelooze Refolutien van den jaare Mji en volgende, zyn opgegeeven, voor ongequaliflceerd zouden mogen houden; indien dac gene omtrent fommige Leden van deze Vergaderinge al plaats had, het gene de Supplianten fchynen te vermoeden, en 'er dus geene reden is tot eenig voorafgaande onderzoek naar de qualificatie van de Leden dezer Vergadering. En  de Gebeurttriijfen in 1787 snz. voorgevallen. 215 i En bovendien bet fustenue van den Supplianten Dorgaande, als of geene Leden des Magifhaats ver hunne bezwaaren mogten oirdeelen, dan die blgens de geallegeerde, doch thands krachtelooze iéfolutien, tot.de Magiftrature bevoegd waren, 3 over die bevoegdheid zelve ook niemand oirdeen mogt, die een naastbeftaaude van zoodaanige ras: dat dan niet meer dan vyf Leden van de geeele Magiftraat zouden over blyven, en alzoo een ogenoegzaam getal om iets af te doen. 1 Want dat als dan de Heeren W. Methorst, van rinkestein , Harderwyk , van Goudoever , entfrinck, E. methorst, WynAND pannekoek ilardsz. en F. van Bemmel, wegens namaagfchap et de navolgende Heeren, en de Heeren Kolff, :. J. Methorst en Berghuis, mitsgaders de Heein C. Pannekoek , Both Henderiksen en ter :oRsr, zoo als ook de Heeren Trouillart, G. an Bemmel en Suyck , wegens Zwagerfchap de leeren Kluppel, Sas en Kolff, om dat men derelver Burgerfchap zegt onbewezen te zyn; en de ;eeren van Veerssen, C. Pannekoek, G. van emmel en Berghuis, als in den ééd van andere i'eeren zynde, zich van de gezegde deliberatien 5uden moeten onthouden, het gene niet anders oude zyn, dan de gantfche Regeering nutloos te naaken, en verwarringe uit verwarringe te doen geporen worden , het welke de allerfchaadelykfte ie volgen voor de goede Burgery zoude medebrenen, dat de Raad veronderftellen moet tegen het (ogmerk van de Supplianten te ftryden, en zy ook lei meent op alle wyze te moeten voorkomen: zulks N niet en vermag aan de Supplianten in dezen verer genoegen te geeven, dan by een te formceren teglement, aan te dringen op zoodaanige fchikkinen en voorfchriffen, waar by de voorgeallegeerde tLefolutien, die den Supplianten fcbynen te hebben termcend, ook voor het tegenwoordige van wer: inge te zyn, voor het toekomende vastgefteld, f, by zoo ver dit van haar afhangen zal, daadeO 4 lyk  %iG Verzameling van Stukken betrekkelyk toi Jyk erkend mogeD worden; even als zulks indenil voorleedén jaare 1783 by de Vroedfchap der StadVa Leiden is gefchied, omtrent foortgelyke Refoluti-Q er , die federt den jaare 1748'hadden opgehouden) te werken 3 niettegenftaande de befielling der Re-', gèering aldaar aan de Vroedfchap vérbleeven was:; edoch < zónder a;.n dezelve eene terug werkenden krachj toe té kennen: dewyl om de aangehaaldere-^ den en , de Magiftraat dezer Stad, by de aanftelling^ van Regesten door den Stadhouder, met voorby-* ziep van de meergedachteRefolutien, waaraan hy'' ongehouden was, niet bevoegd geweest zynde on^i dfe den tyd zyner uitwooninie, op de gewoone wyze openlyk afgekondigd Ten tweeden, dat by expresfe Refolutie of appoïtement van den Raad dezer Stad, de dato 24 Juy 1765, op den Requeste van Dns. L. Kolff, ifader van den Heer Mr. N. C. Kolff is verklaard, at de Raad de drie toenmaalige Predikanten der' lierefornieerde Gemeente, hield voor Burgers de» er Stad, van den tyd hunner beroepinge ter deer plaatfe af, en 'alzoo de Heer Mr. N. C. Kolff, ihier, na dato van die beroepinge gebooren, is én gebooren Burger dezer Stad. Dat wel is waar , niet en blykt , dat gemelde !>ns. Kolff, immer ééd als Burger heeft gedaan, . .... j33 a „0 . 1 ■•• ,daQ  Sï8 Ferzameïïng van Stuiken tetrekkelyï tot dan dat teffêns uit deze Refolutie blykt, dat de ; Predikanten zonder het doen van ééd zyn erkend, zoo als ook nader uit eene Refolutie denzelvén dag genoomen» blykt; waar by verRaan word, dat de' volgende Predikanten hunlieder Burgerfchap eerst, zoude ingaan met den tyd, dat zy daadlyk ééd ' zouden hebben geprtefteerd: duidelyk medebren- ' gende, dat men de voorige Predikanten van dien ' ééd hield ontflagen, het gene men in geen twyf- ' fel trekken kan, of Rond dit aan den Raad, dien ééd te vorderen of niet te vorderen, alzoo deze * ééd ten haaren faveure gefchied, en.'er verfchei-' de voorbeelden zyn, van lieden zonder dien ééd ' als Burgers geadmitteerd, waarom de Raad in ande» j re gevallen gewoon is, het Burgerfchap aan decon-:L ditie van het doen van ééd vast te maaken, ten' blyke, dat zy dit niet begrypt van zel ve te worden vereischt; gelyk ook zeker is, dat de ééd op zich ] zelve geene verbindtenis aanbrengt, maar eene I reeds aanwezende verbindtenis bekrachtigd, en die " ook daarom wel van vreemden, maar niet van ge*' booren Burgers gevorderd word, en ook op zich zelve niet tot het Burgerfchap in het gemeen nood-' zaakelyk is. En ten derden. met opzicht van den Heere Kltjp- ! pel, dat deszelfs Vader al vroeger hier mede is ge» ' weest Predikant van de Gereformeerde Gemeente: ' terwyl men dezelve Predikanten, en de Rectoren ' der Latynfche Schcolen alhier, altyd voor Burgers heeft gehouden, met den tyd van den aanvanghun-' rer Bedieninge; het welke omtrent dé Predikanten, by Refolutie van den 24 J.uny 1765, in voege voor geallegeerd, is veranderd; zoo dat voortaan geene \ Predikanten noch hunne Kinderen, voor Burgers zouden worden gehouden, dan van den tyd dat zyden ééd zouden hebben gedaan: ten blyke dat de " Regeering niet in twyffel trok, ofte vooren was I dit anders begreepen; gelyk zy die oude gewoonten ook van kracht laaten, en 'er alleen den last van ééd te doen aanhegten; zoo dat met het doen van ! ééd,  £e Qeheurtenisfen in $787 enz. voorgevallen. a** Ji, voortaan het Burgerfchap der Predikanten e1 zoo compleet is, ais die bevooren zonder dien I was; en werd teffens gerefolveerd, van dis Reatie aan den Kerkenraad extract te zendeas totnait. " ■ " ' )it zoude immers dienen om de Predikanten tq vervolg te misleiden, indien zy daar uit niet gten betluiten'i dat men hen, als van buds, van ven hield voor Burgers, den eéd alleen uitgezon!d. Trouwens, dacookde voorbeelden dit fteeds toonden , alzoo wylen de Heeren Crinius en dtekbup.g en Reclor LENTFaiNCrc, de beide laan* 1 'buiten de Stadhouderlyke tyden s in de Reiring zyn verkooren, zonder dat blykt, datzy, der beider eerfter Vaders ooit Burger-ééd dee1 of expresfe admisfie verzogt hebben; zulks dac Heer Kluppel, alhier, naar vaste Costumea ir Burger moec worden gehouden , en alzoo al1 erkend is," ' ierwyl eindelyk de Heer Süyck, niet meer dan. en Zwager in de Magiftraat zittende heeft, den ere C. van Bemmel naamlyk en by Advys v'ao.'1 Ed. Hove van Utrecht, ter requifitie* van der^' ïd dezer Stad, öp den 24. December 1706is verird; dat iemand die maar éénen Zwager in den Raad it door deRtDïutie van den 31 December i6<58, in van kracht, niet buiten ftaat was, om in dén 1 id geadmitteerd of gekooren te worden. '/Vaar uit dan ook volgen moet, dat al mede, telt het gene in de daad waar is, veronderlteldzyn1, dat de geallegeerde Refolutie nog van kracht u, de Magiftraat nieten'w'as bevoegd, deadmisIvan den Heer Suyck in den Raad, ten tyde zy] aanftellinge, tegen te fpreeken ; veel min, om. uzelven thands op dat fundament van zynenpost te czetten, ofce van eenige deliberatien uit te flui1 : want dat wel waar is, dat behalven deszelfs irager , de Heer G. van Bemmel ook in den ad zit, de Heer Trouillart, wiens Huisvrouw, ildie van den Heere Süyck , Zusters zyn; dan dat, ' ' • ' ■' '• naar..  6 m Verzameling van Stukken betrekkelyk tot raar, den bekenden en alom aangenoomen regel vaa-s rechten, geen Zwagerfchap verder gaat, dan de,e Perfoon van den Echtgenoot, en alzoo twee Mans1, die aan twee Zusters trouwen, daar door geen Zwa.a gers worden, hoewel zy zich onderling alzoo ge-woon zyn te noemen; gelyk dit ontelbaare reizen»., en nog laatst, op den 20 November 1783, by Hun

even zeer, zoo niet meer, moesten zyn, alzooli gete dè èèrfien voor weinige maanden verloore de laatllen voor altyd winnen moesten 5 zulkè ( dergelyke bezwaaren, al mede dienen moeten 1 alles om verre te werpen, en de wettigeRefclutil des Magiftraats krachtloos te doen worden. Dat voor het overige, de Supplianten uit eenep noeg bekende Refolutie des Magiftraats ligtlyk ( maaken konden , dat. het óógmerk van deze.f geenszins was, de afdoening van zoodaanige opt geevene bezwaaren, welken zy als volkomen SI delyk konden befchouwen, tot dat de Provinci: le zaaken afgedaan waren, te verfchuiven 5 mi ook aan de andere zyde, zoo van de .Suppliante als van anderen, vermeenden te moeten, ea te m gen verwachten, in derzelver vrye deliberatien) geenerhande wyze te zullen worden belet, noo te tot overhaasting te, zullen worden gedronge, daar zy dezelve teffens verzekeren kunnen, m vermogen te arbeiden aan de bevordering van ze daanige belangens van de Stad, welken zy oirdt len moeten, voor dezelve van het meeste gewit te zyn. Terwyl voor het overige, de Supplianten van zi ve wel zullen begrypen, dat de Magiftraat, dc deze zoo ampele Refolutie, hebbende geacht he lieden en ae gantfche goede Gemeente te disah feeren omtrent zoodaanige uitftrooifelen, als Supplianten zeggen, ongenoegen te verwekke niet kan worden verftaan daar door ten oogmet te hebben, om in eeoea pennenftryd te treed m  de Geleurtemsfen in 1787 enz. voorgevallen. 223 a,et den een of anderen, die, of op eigen naam, >f onder pretext van zulks te doen op dcc naam yad :ene menigte, goedvinden zoude daar tëgéa bei leokingen in te brengen, als houdende zich in de;en te hebben gedefungeerd. Verklaarende teffens zoodaanige convocatie vaa ie Burgers en Ingezetenen, als zonder voorgaaqie last van de Regeering, en zelfs met bedreigin?e van boete als anders, gefchieden mogte, niec dleen af te keuren, maar ook dezulke die daar aaa nogten deel hebben , voor alle de gevolgen» welre daar uit mogten voortfpruiten, verantwoordelyk ;.e zullen houden. Ende is voorts gerefolveerd, de voorenRaandeReblutie door den druk gemeen te maaken, om dezelve alzoo ter kennisfe van de goede Burgery te jrengen, en dat Extract van deze, zonder refump3e, aan de Supplianten zal worden ter hand geteld. (Onder Jlond) Accordeerd met voorfz. Refolutie. (was get.) Jan Both Hendriksen. No. 2169. Tweede Misfive van Heeren Decanen en Ka. pitulairen der vyf Kapittelen te Utrecht, aan de Ed. Mogende Heeren Staaien's Lands van Utrecht, ter elucidatie van der Kapittelen Rechten, en bezwaaren nopens de infraStie op dezelve, gefchreeven den 15 December 1784. Edele Mogende Heeren! Hadden Decanen en Kapituïairen der vyf Kapittelen binnen deze Stad Utrecht, by hunne op den iaden Juny dezes jaars overgeleverde Misfive (*), de eer, om aan U Ed. Mogenden hunne bezwaaren no- (*YZie hier voor No. 2154. bladz. 93 enz.  mm Verzameling van Stukken betrekkelyk tót Éopéns de zoó 'langduurige verkorting van, en be- J ïhoeijing in de uitoeffening hunner aloude en wel- J hergebrachte Rechten en Voorrechten , voor tea draagen ; mogten zy vervolgens verneemen , dat t ook dezen door U Ed. Mogenden ter overweeging' 'aan de Heeren, door Hoogstdezelven ter beraamingj> der middelen om in de bezwaaren aller ïn- en Op* gezetenen dezer Provincie te voorzien, gecommit* teerd, waren overgegeeven, en dat daar over byï die Heeren ook ferieufelyk is gedelibereerd: zyu vinden zich thands, daar zy in verfcheiden poiuc-. ten met meergemelde Heeren niet kunnen ihftern* men, door hunnen indispeqj'abelen plicht weder?!' om geno'odzaakt, om UEd. Mogendens attentie an* dermaal te verzoeken, op eene nadere adftruótie: van der Kapittelen Rechten, en demonftratie van: het manifest ongelyk, hun in verfchillende tyden; ên by onderfcheiden gelegenheden aangedaan. Te meer toch, Ed. Mogende Heeren ! wordtl deze plicht voor Decanen en Kapituïairen noodzaaV kelyk, daar zy, die,gehouden zyn hunne Rechten; en Privilegiën voor te ftaan, en die nooit eenigenj ééd of belofte, den teneur dier Rechten eenigs* zins contrariecrende, hebben gedaan (methetwejkji te meenen of te gisfen, men zich wel grovelykbe4 driegen zoude) uit verfcheide door den druk gé* meen gemaakte ffukken en brochures zyn ontwaar: geworden, dat by fommige Perfoonen Zeer erroneufe begrippen den Stand, Staat, Rechten en Privilegiën der Kapittelen en hunne betrekking op de< Regeering dezer Provincie concerneerende, plaats; vinden; en aan" anderen, niet zonder ophef van) woorden, maar wel zonder allegatie van genoeg*; zaam duchtige bewyzen, worden ingeboezemd. Decanen en Kapituïairen zien zich derhalven' ge-: necesöteerd, om by U Ed. Mogenden, en dus ookl by ieder Lid van Hoogstdezelven, op het voorzien in hunne bezwaaren nader, ,en door duidelykerio 't licht Helling hunner Rechten, nadruklyker fchoon tevens eerbiedig, aan te houden, en zulJ leït  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 225 En te gelyk trachten, om, als in 't voorby gaan, tit den weg te ruimen alle zulke erroneufe gevoepns en verkeerde fuggillatien, welke eenigermaate 1 den loop van U Ed. Mogenden befoignes over (oodaanige gewigtige onderwerpen, als de ftand (er zaaken en aart der tyden aan de hand geeven, ian nadeeligen invloed zouden kunnen zyn op hec rezenlyk belang van het algemeen, en van Deca. en en Kapituïairen , en de goede Burgery dezer ;tad in het byzonder, by wiens welzyn en bloei decanen en Kapituïairen zich zeer achten geintessfeerd, als verre de meesten in hun privé Medeburgers en Ingezetenen derzelve zynde, en zoo oor het bezit van goederen in dezelve, als door et draagen in deszelfs lasten, en bevordering van e neering en het vertier der Ingezetenen, geea aconfiderabel nog infructueus gedeelte daar van uit. iaakende. Ter zaake dan toetreedende, willen Decanen en ïapitulairen niet herhaalen, het gene zy reeds beloorens aan U Ed. Mogenden hebben geremonireerd, maar al het zelve, voor zoo verre het naer gededuceerd en aangedrongen, in de verhande» mg der zaaken niet als van zelve mogte voorkouen, houdende, als ware het hier in geinfereerd; ioo neemen zy de vryheid aan LT Ed. Mogenden e vertoonen: Dat dit Gewest, door de Frankifche Vbrften op e Heidenfche Friefen veroverd zynde, alhier oner het Opperbewind dier Vorften eene Kerk is geundeerd, waar aan door voorfz. Opperheelen veele :ieerlyke en andere landen, plaatfen en goederen, ;efchonken zyn (a). Welke giften, door opvolgende Koningen, Keiseren en anderePrinfen en Heeren, by verfchilJen- do (a) Heda, in initio. Beka, C. V. & pasfim. Vader-' mdfche Historie, D. I. p. 337, 37a en 377. Matth^. s, Aialeiï. Tom. III. p. % 3. jeqq. XXVII. Dkel. P  226 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de tyden en gelegenheden, uit menigerlei inzichten 1 en tot onderfcheide eindens uitgebreid en bevestigd l zynde, ook vervolgens uit de patrimonieele of aan- ■ gekogte goederen der Bisfchoppen en Kanonikeu i zyn vermeerderd (f>), en daar uit ontftaan een Cor- . pus, wel onderfcheiden van, dan echter in verband I ftaande met andere landen en goederen in deze Ge- ■ westen, 't zy allodiaal, 't zy feudaal, door fom- ■ mige Edelen en Heeren bezeten, en ook met die ; Corpora communia, die als Steden wel alhier gelegen i waren, ende onder het zelve opperfte gebied eeni- • germaate behoorden, dan die echter zeer aanmer-■ kelyke Vryheden , Voorrechten en Immuniteiten l behielden, en des meer en meer verkreegen (c). Dewyl nu aan zeer veele der voorfz. goederen l wereldlyk gebied was gehegt, volgens het leerftel-. zei in die tyden door geheel Europa ingevoerd (d), , en waar door wel eenig onderfcheid gemaakt werdt i tusfchen vrye en dienstplichtigen (e), dan echter t altoos begreepen, dat elk wien de eigendom over ze--' kere landen, gehusten, dorpen of floten wierd opgedraa- • gen, al'oos verftaan wierd te gelyk het gebied of de re- • geering over de luiden, die op die goederen woonden, , verkreegen te hebben (f). En gelvk ook het geheele Gewest aan dezelve : Kerke inFcedum gefchonken was(g), zoo is daar uit c het t (li) Heda, in Bonifacio £? pasfim. MatthjEus , AmleR. Ï T. III. p- 67. (c) Matthjeus, de Nobi'.itate, L II. p. 259. (d) Robertson > Inleiding tot de Historie van Karei|| de vyfde, p. 30. (e) Idem pag. 56. (f) Tegenwoordige (laat van Utrecht, D. I p. 15. Do«;'j mtiones apud Hedam pasfim. prcefertim p 252. en origineelela Giftbrieven Msf ex Archivis Capitulorum. (g) Matth^us, deNobil. L. II C 1. £? de jure Gladii H Dedic.p. 2. Idem, Analed;. Tom. I. p. 188. feqq. Horten-^! Sius Rer. Ultraj. L. I. p. 3. Batavia Sacra, D. I. p. 89.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 227 :t wereldlyk gebied der Kerke over 't algemeen Itftaan, offchoon nu het zelve by de Bisfchopn wierd uitgeoeffend, waren die Bisfchoppen gthands geen Heeren in hun perfoonel, dewyl goederen niet aan hun, maar aan de Kerke geaonken waren, en dus der Kerke, dat is vol» ms den regel, quod Ecclefice id cif Cleri (Ji), den eestelyken van die Kerke toekwamen (i). en zy ;gts ais Hoofden der Kerke het bewind hadden vens de Kapittelen, die befchouwd wierden quafi tva capita post caput, qui Episcopus est, cujus, qui tapitulo ftint, membra cenfentur, & cum quibus dis* tere debet negotia EccleficefucB (fc). Zoo hadden dan de Kapittelen als Raaden en Byiters des Bisfchops, daar zonder hunne toefrempg de voornaamfte deelen der Oppermacht niec pgten uitgeoeffend worden, reeds veel aandeel* de Regeering dezer Gewesten, veel gezags by, (vervolgens zelfs over de Bisfchoppen (l), welk zag nog merkelyk toenam, doordien de goedei der Kerke by de ftigting van meerder Kapitte- , door de Bisfchoppen onder dezelven als ver;ld, en door Vorften en Heeren ook aan de by» adere Kapittelen veele en heerlyke landen en goederen li) dat is: 't Gene der Kerke is, is ook der Geestelykheid. Q Matth. de Nolil, p. 295. dat isr Als mindere Hoofden na het Hoofd, 't welk di Jchop is, wiens ledemaaten, de genen die in het Kapittel , geacht worden, en met wien hy de zaaken zyner Kerke be\°en moet. Tholosanus apud Schoockium, de Bonis vulgQ ilefiast. Sett. 2. C. 7. ;/) Matth. Prcefat ad AuEtor. incertum de rebus UltrajeSili Idem, de Nobil. p. 260 ad 279. Idem de jure Gladii, C, [ p. 500 rjf feqq. Tegenwoordige ftaac van Uirecht, D. ,5. 160. Hqtncx van Papemjrecht, Anal. Belg. Tom. III. 123. Batavia Sacra, D II. p. 34. Origineele Aften MsJ% Mrch. Cap. P 3  2*8 Verzameling van Stukken letrekkelyk tót deren gefchonken zynde (wi), aan fommigen van i welken ook wereldlyk gezag annex was, die goede-LI ren daar door in de meer byzondere macht der Ka- ■ pittelen geraakten, zoo dat zy zelfs fomtyds daar r van fommigen aan de Bisfchoppen fchonken, en] andere weder terugontvingen (n), en eindelyk < daar over zoo volleedig disponeerden, dat zy dezeU . ven bezwaarden en verkogten naar hun believen, en zon- • der te verzoeken confent van iemand (o). I' In drieërlei opzichten konden derhalven de Ka- • pittelen befchouwd worden, I. enkel als EcclefiaS" tici, 2. als Ecclefiastici eener Kerke, aan welke we» ■ reldlyk gebied gefchonken was, en 3. als Ecdefias^ tici, die door de begiftigingen aan byzondere Ker-■ ken, zoo uit de algemeene Kerkgoederen door dei Bisfchoppen, als door andere Vorlten en Heeren,ï meer byzondere bezitters waren van veele en heer-, lyke goederen, waar van zeer veele ook wereldlykl gezag annex hadden (p). En hier uit moest noodzaakelyk volgen, dat zoor dra de Bisfchoppen, die als Hoofden der Kerken, Leenmannen des Ryks waren (q), maar, gelyk de< meeste groote Leenhouders , zich allengskecs meer' en meer aan dat opperfte gezag onttrokken (r), em daan (m) Origin. Giftbrieven, MsJ. ex Archivis Cap. (n) Heda in Conrado, p. 140. Origin. brievan MsJ. ex: Archiv. Cap. (0) Art. 45. der Costumen en UTanden, vergadert doon Schout, Burgemeesteren en Regeerders der Stad Utrecht,; en geleverd aan den Hove volgens Misfive van den Hertog van Alva op den 3 February 1570. (p) MATTHffiUS, de jure Gladii in dedic. p. 3. Idem, (fe| NnbilitateL.il C. 10. Hoynck van Papendrecht, ^w.'fSfJ Belg, Tom. III p. 125. (q) Matth. de Nobil. L. II. C. 2. Idem, AnaleU. Tom. É. }. 188 tffeqq- (f) Robertso», Inleiding, p. 33 en volg.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 229 Dar van, na dat de verkiezing der Bisfchoppen aan 2 Kapittelen w is opgedraagen (s), zich genoeglam ontflagen hielden, noodig oirdeelden, om ter 'tvoering hunner voorneemens of verkryging van pderftand, de zoo vrye als fundaale Bezitters en eeren van goederen, als ook de communia Corpora "Steden ietwes, boven het gene zy hun verplichc aren, te vergen, of hunne handelingen door der:lver getuigenis of guarantie meerder kracht by te ;tten, dat toen ook de Kapittelen niet alleen als sfchops Raaden en quafi parva capita Ecclefia , maar bk als Bezitters van zoo veele en heerlyke goeden, die met Bisfchops zoo genaamde Tafe.'goeden, en die der Edelen en Steden . het geheele Geest uitmaakten, beide en als oudfte en als eerfte id der Staaten (t) gekend wierden. Hier van daan ook, dat zy reeds in den jaare (85 (v) en vervolgens meermaalen (x) in de opene ieven der Bisfchoppen enz. voorkomen, tot dat :sfchop Arnt van Hoorn in zyn Landbrief inden ire 13 5 verleend, verklaarde, dat de hem toen lor Ecclefien, Ridderen, Knechten ende Steden Igeven bede om rechter gonjle wille mer van genen ihte gegeven ware, zich voorts verbindende en ik zweerende voor zich en zyne opvolgers, op .tzeg van gehoorzaamheid, verfcheide daar in [rmelde poincten te zullen onderhouden en doen Iderhouden, en onder anderen, van geenrehande dogen aan te nemen, zy en haddent eerst vervolget by me Ecclefien, Ridderen, Knapen en Steden vm Utrecht 's) Tegenw. ftaat van Utrecht, D. I. p. 160. Hoynck s Papendrecht Anal. Belg. T. III. p. 24. Heda in Herito. Burman, Utr. Jaarboek. D. I. p. 282. Origin. Ac« . Mfs. ex Arch. Cap. 't) Robertson Inleiding, pag. 65. 'v) Heda in Burchardo, p. 144. ix) Tegenw. ftaat van Utrecht, /. D, pag. iöx. Origin., :en MsJ'. ex Arch. Cap, P3  23ö VtnameUng van Stukken betrekkelyk tot recht (ƒ), welke poincten ook by voorfz. Staatenr| bevestigd en te houden en doen houden beloofd a Éyn, en den Brief met des Bisfchops, der vyfKa«J pittelen, vceler Edelen, der Stad Utrecht en deH Steden des Geftichts Utrechts Zegelen, bezegeld is; J Welke Landbrief vervolgens door alle Bisfchop-rj pen bezwooren is, en in menigvuldige hunner Brie.; yen de Ecclefien, Ridderen, Stad en Steden vani Utrecht aldus voorkomen, wordende door fommige< Bisfchoppen de algemeene Voorrechten der Staateij:| of der byzondere Leden van dien, dan eens ver»: meerderd, dan eens gepoogd om dezelve te be1*; ihoeijen (z), tot dat onder Bisfchop Hendrik vani Beijp.ren de Temporaliteit, of wereldlyk-generaaM oppergezag des Bisfchops, aan Keizer Karel deki vvfden met bewilliging wel der Staaten, dan door nood afgeperst (a), in den jaare 1528 is opgedraa.: gen (&). Want toen onder zyne regeering de inwendige; twisten tusfchen de Staaten des Lands en voorfz*! Bi-fchop, met eigenbaatig uitzicht gevoed, doch machtige en ltrydbaare Nabuuren, het weleer zoó> Juisterryke Sticht'tot eene laagte gebracht haddenu waar uit noch Bisfchop noch Staaten kans zageè het weder op te beuren, waren de Kapittelen ets andere Staaten geroodzaakt in de voorzeide Over«i dracht te bewilligen. Wel is waar, dat hier door eigentlyk alleen werd overgedraagen, het geen des Bisfchops als Hoofd dei (y) Utrechts Plakaatboek, D. I. p. 29. (2) Burman, Utrechtfe Jaarboek. LD. p. 331. It* Dl p. 183. UI. D.p. 167 > 363 & 4°7- (a) Oosterdyk en Wantenaar. Dedu&ie, of groöl 1 Stadsrecht van Utrecht &c. p. 39 & feqq. en de daar aaogen haalde Schryvers. (6) Utrechts Plakaatboek I. D.p. 1 &feqq. Tegen woon i diee ftaat van Utrecht /. D. pag. 119. Matth. de juU Gladii in Dedic.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 231 ler Kerke, en daar door, in dit Bisdom, Hoofd ses Lands was < c). 1 Wel is waar, dat de Kapittelen voor zich bedonlen, het behoud van alk Privilegiën en Rechten heniiden vcortyds verleend by Roomfche Keizers en Koninen, en Keizer Sigismundum by zyne blieven van dvn 1 November in den jaare 1416, en dat Keizer Kakel eloofde, dezelven als anderen, te approbeeren, ruti' tceeren en confirmeei en, zoo verre zy van dezelve Privi. gien deugdelyfc gebruikt ende geufeert hadden (d). 1 Ook blykt het, dat van wegen zyne Reizerlyke Majefteit als Hertog van Braband, Grave van Holland 1 Heer van Utrecht, plechtig gezwooren wierd: dat hy in die qualiteit den vyf Godshuizen bin; nen Ütrecht, den Prelaten ende Capitulare perfoonen derzelven, van allen overlast ende geweld befchermen ende preferveeren zoude, ende heui re Privilegiën , Rechten ende Costumen , van I dewelke zy deugdelyk gebruikt ende geufeerd , hebben, onderhouden zoude"; zoo als ock daar an door voorfz. Keizer openlyke acte is uitgegee:en (e)« . Maar gelyk zy het eerfte Lid van Staat uitmaak;n, zoo deelden zy ook in de eerfte plaats in het emis van zoo veel te vooren verkreegen luister, :ouden roem, ja, verlies van vryheid (ƒ). Echter wierd, Ed. Mogende Heeren! den Kapit>len in die tyden, met hoe veel grond men ook nders van dezelven de begonnen infractie veeier i'oorrechten voor allen en elk Lid dezer Provincie mag 1 (c) Oosterdyk en Wantenaar , Deductie of groot tadsrecht, p. 44. I (d) Dezelve, p. 43. Utr. Plakaatboek, 1, D, pag. 8. Ioynck van Papendrecht, AnaleÜ.Belg. Tom. 3. p. 1. p. 98. ( (e) Utr. Plataatb., D. I. pag. 21. Origin. Aéle Msf. es lirchiv. Capit. (ƒ) HoRTENSïus, Reu Ultraj, p. 172. P4  632 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot mag en kan bereekeneo, nooit betwist, dat zy hefi eerfte Lid van Staat uitmaakten, en als zoodaanig^ over 's Lands zaaken te befoigneeren, en te ftem-i men hadden: in tegendeel, zy wierden geduurigg ter Staatsvergadering befchreeven, elk Kapittel byj byzondere brieven, en van Hun vereischt, elks urn den Haren te zenden, twee ofte meer Kapituïairen, ook) wel eens , Hunner Ouciften en voornaamjle KapitulaUl ren, ten fine op de poincten in de brieven van be-: fchryving vervat, te helpen raaden en handelen ten Staatsvergadering, alwaar dan ook alle de Staatsie.: den moesten prafentzyn, by faute van welken gee-: ne Refolutien konden genomen, maar op nieuw be-;. fchryving moest gedaan worden, biykende alles uit de origineele befchryvings-brieven daar van voor-: banden (g), gelyk ook niet wierd toegeftaan, dat. in de voorfz. Staatsvergaderingen iets wierde vasu gefteld, ten zy de afgezondenen van alle de Kapiw zelen prasfent waren (A). Uit welk dan ten evidentften blykt, dat, gelykli het eene grondwet der Kapittelen is, dat nonKapi-i tulairen geen zitting noch item hebben in der Ka-i pittelen vergaderingen, zy ook ter Staatsvergadering niet geroepen wierden, en het gene eene ma-i nifeste preuve uitlevert, hoe onfchendbaar deze( inftelling, generaliter gefproken, is in acht geno-t men, zoo dat dezelve van zoodaanig een aart, enï zoo integreerend is in de Conftitutie der Kapittel Jen, dat zy wel by wegen van gezag of macht kon. nen verhinderd worden daar aan te voldoen, maari daar van behoudens hun plicht niet konnen defiliee-1 ren(0> en welkers hetftel en maintien, zonder uiti eenigen hoofde of confideratie, hoe ook te noemen,! inbreuk te lyden, Decanen en Kapituïairen ookdaar-f om: (g) Origineele befchryvings brieven, Msf. ex Archivik Capit. (li) Schoockius, de Bonis vulgo Ecclef. Setl. 3. C. 4. (i) Zie Misfive ï. pag. ic. in not.  de Gebeurtenis/en in f787 enz. voorgevallen. 2^3 om op 't allerferieuste aan U Ed. Mogenden gunfti-%e attentie aanbeveelen. De vyf Kapittelen bleeven dan, ook na de overIragt der Temporaliteit, het eerfte Lid van S aac bitmaaken, en gelyk het' evident is, dat zy als mere Ecclefiasiici daar toe geen meerder recht als andere ierkelyken, zoo hier als elders konden pranendee. :en, en dat hunne qualiteit als Ecclefiastici eener £erke, waar aan wereldlyk gebied gefchonken was, tn qua.fi parva capita talis Ecclefi® (k), en dus als Sisfchoplyke Raaden en Byzitters, door de over* iragt der Temporaliteit aan een enkel wereldlyk doofd, was gecesfeerd; zoo kan hier verder geene iindere qualificatie in aanmerking komen, dan die fsy bezaten uit hoofde hunner goederen, gelyk zy dan (nok na dien tyd, en dus lang voorde Reformatie, n publieke zaaken als wereldlyken zyn te werk gedaan, en van een der dierbaarfte voorrechten der ïeestelykheid, de vryheid van fchattingen en bepstingen, hebben gedefisteerd, en hunne goedelen zoo wel als en nevens anderen daar in doen draa;en (l). Ook behoeft men niet te denken, dat mooglyk ie Keizer een fteun zoekende by de Geestelykheid, im te ligter zyne menigvuldige beden ingewilligd :e krygen, hen maar op den voorigen voet zonder echt, heeft laaten continueeren, dewyl zy, wel 'erre van in de befnoeijing van 's Lands Privilegiën n te ftemmen, altoos zich gekant hebben tegen alsn inbreuk op dezelven. by 's Keizers Stedehouers iterativelyk ondernomen , en onder het beftuur :er Koninginne Maria van Hongaryen wel durf:en ftaande houden , dat het den Keizer niet vry ff.ond, in zy na verhoor der Staaten, en na haare toeflemming vet' I (fe) dat is: als mindere Hoofden van zoodaanig eene Kerke. ' l (O Matth. de Fundat.p. 125, 515 £f 525.' Idem, AnaIS. T. I. pag. no, Schoockius de Bo?i. vulgo Ecclef S. '.4 fif 5. J  234 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verkreegen te hebben, de publieke lasten te verzwaa%\ ren (m). Wanneer nu door den afftand des Keizers het ge« 4 bied over deze Landen aan zynen zoon Philips denij tweeden was overgegeeven , en confcientie-dwang,, wreedheid, en gierigheid fcheenen famen gefpan». nen te hebben om deze bloeiende Gewesten ineenes akelige woeftyne te vervormen, verdubbelde dert Kapittelen yver en ftandvastigheid, naar maate des gevaaren verdubbelden, Trouwhartig hielpen zy de overige Leden zichi verzetten tegen de eisfchen van den iooften ene joften Penning, hoe daar op ook by iterative be-. zendingen wierd aangedrongen (n). Zy waren de eerrten, die den knevelenden ent bloedgierigen Alva den ioden Penning plat uit durf-; den te weigeren, en anderen daar door een hart on«i der den riem fteeken (o). Na mannelyke verdediging, wederrechtelyk ne«; vens deze Stad, by Vonnisfe van Alva van deni 14 July 1570, van hunne Rechten en Privilegieai vervallen verklaard zynde, appel leerden zy (p) ne-i vens de andere Staaten; ende als Francisco Baldez; doen ter tyt met eenige Spaanfche Vaendelen hier GuarniA foen houdende by laste des van Alva, den Magiflraati van Utrecht haare Brieven ende Privilegiën afdwingen vilde, tot dien einde al zyn Spaansch Krygsvolk in dé wapenen brengende, ende de Ridderfchap , mitsgaders del Magiftraat haare appellatie aan den Konink zelfs gedaam door vreeze niet en dorflen vervolgen, hebben dieGeesle-' lyken die meeste manlykheid betoond, dezelve appellatie' met grooie kosten ende zulken ernst in Spanje gedreeven, dab (m) Idem de Bon. vul go Eccl. S. 3. C. 4 fcp 5. Matth. Anal. T. Lp. 110. (n) Bor, Nederl. Oorl. B. IX. fol. 160. (e) Idem, Boek F. fol. 207, 208, 251: (p) Idem, Boek V. fel. 236.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 23 j dat des Hertoge van Alva fententie te niet gedaan werdt (q). En behoort ook door Jlilzwygen niet verduisterd te (worden, het gene met groote ftoutmoedigheid eertyds door iWiLLEM Vüeselius Decan van St. Pieter onderjtaan is, die ter verbaazing der overigen, Alva zeiven in 'Perfoon, by 't wederkeeren uit den Godsdienst, te Brusfel dorst te dagvaarden, om zich voor 's Konings Raad te Madrid te verantwoorden, van dat hy de Privilegiën te fchenden, en het ganfche Sticht ten ondergang te brengen zogt (r). Ook (tonden deze Proceduren den Kapittelen, die 'er twee derden in gedraagen hebben, op geenen minderen prys dan ruim tien duizend g'uld?ns (s~): eene fomme! in die tyden, en in zoodaanige om. ftandigheden, waar in de ichaarsheid ten top ge. [teegen was (V)> en waar in door de Staaten eendrachtiglyk verklaard wierd: dat zy geene m.dielen noch raad om geld^ en wisten binnen Utrecht te bekomen (v), gantscifniet klein te achten. Kwam het 'er intusfchen op aan, om deze Stad een en andermaal te hoeden voor brandftichtende en op roof loerende Spanjaarden, zy fehooten in plaats des Koor-roks het harnas aan (x). Vorderde de nood bezending naar Noord-Holland om (2) van Reid, Boek F. p. 87. (»•) Bob, Nederl. Oorl. Boek V. fol 237. Matth. de • tfobil.L II. C. 41. p. 649. Schoockius, de Bonis vulgo Ec'xlêf. Seiï. 3- C. 5. I (ƒ) Bondam, verzameling van onuitgegeve (tukken, D. ja. p. 347. in notis. Remonftrantie der Kapittelen Mfs. ex 'Arch. Capit. (0 Bob. , Nederl. Oorl. Boek 6. fol. 259. Boek 7. fol. 19. (v) Bondam, verzam. van onuitgegeve (tukken, D. II. '.pag. 243. O) Notulen des Raads dato 8 Aug. 1561. Bok, Na« derl. Oorl. Boek VIL fol. 79.  93 verhaelt ware" (s). De geneigdheid ondertusfchen van eenige Promeien tot het Koninglyk beftuur, de jalouzy van ;rfcheide Grooten, de oneenigheden omtrent den lodsdienst, van beide zyden buiten maat gedree- ven, (0) Utrechts. Plakaatboek, D. I. p. 47 en 48. (/>) Bondam, Redenvoering over de Unie, pag. 95. (q) Bondam, verzamel., D. V. pag. 220, 221 en 222.' '(«-) Bor, Boek X. fol. 210m 21 r. (s) Bondam, verzam., D. V. p. 328.  440 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ven, de inzichten van Willem den eersten om* > trent Holland en Zeeland, deeden faam genomen,, om eene nadere verbintenis van verfcheide Provin- . cien denken ({)• Reeds in den jaare 1576 was hier aan onder dee hand en met de uiterfte geheimhouding gewerkt i (v), en de Heeren by de Staaten dezer Provincies op den 4 December 1576 naar Gelderland afgezonden, en waar by zich de meergemelde Decan St.: Jans, Heer Adriaan van Züylen bevond, haddent 'er reeds toen kennis van, en het verneemen daar 1 na in mandatis (x). Ook gebruikte zyn Excellentie , 'er openlyker in 't vervolg aan werkende (31) te Utrecht ter be-: vordering daar van , behalven den Advokaat der: Staaten Mr. FlorisThin, mede Hr. Floris Heer-: male, Kanonik van Oud Munfter, welke beiden! ook in 't bevorderen der Satisfactie door zyn Ex-t cellentie waren geëmployeerd (%). Veel echter, Ed. Mogende Heeren! had het in, zoo veele Hoofden en Leden, zoo van geheele Ge»? •westen als byzondere Steden of Leden van dien, tot één te brengen. De vrees, dat de oeffening van hunnen Gods-! dienst mogt beperkt, de voorige Pacificatie en U.I nie indragt gedaan, of deze Provincie of Ledeat vadi (t) Bondam, Reden voering, p. 94. van Reid, Hiftor.i Boek I. p. 45. van Meteren, Nederl. Hiftor. B VIL firn 125 verfo. (v) Leven van Willem den eersten, D. III. p. 22.1 Vaderl.,Hift. B. XXVII. in initio. P. Paulus, verklaaring; der Unie, D. I. p. 7 en 8. en D. III. pag. 287. (x) Bondam, verzam., D. L p. 215 in not. en p. 271.tl en D. III. p. 261 in notis. (51) Idem, Redenvoering, p. 76 in notis. (3) Levgri van Willem den eersten, D. III. p. 25l*| Utr. piakaaib, D. I. pig, 47. P. Paulus, lic. cit.  dé Gebeurtenis/en in r.787 enz. voorgevallen. 211 nn dien in het Politieke benadeelt zouden warden, leid fommigen als befluiteloos (a). De Kapittelen echter verklaarden, dat wanneer de idere Provintün die verfchreeven waren, en de overige kden des Gewests gecompüreert zouden zijn, zij geer1 de keuren mede zouden deputeer en tot communicatie orfz. (b). IVerfcheide Leden der Kapittelen, die den Prics egedaan waren, en de Burgerlyke en Godsdien* ge Vryheid begunfiigden, woonden hier op de ergaderingen, tot het ontwerpen dier Unie begd, op last hunner Kapittelen by (c), en teemden het ontwerp (d), fchoon niet in alles meG m volmacht overeenftemmende, tot dat eindelvk i zaak by de meerderheid der Ridderfchap beflon, de Magiftraat der Stad daar toe gereed zynde, de kleine Steden, uitgezonderd Amersfoort, bh by deze Stad gevoegd hebbende, op den 50 ecember 1578 by de Staaten beflooten wierd, ih in het Verbond te begeeven (e). Waar op de voorfz. Unie den 22 January 1579 hier gefloten, door verfchillende Gemagtigdens, ;k door die der vyf Kapittelen alhier, van den Iften tot den 28!ten geteekend, den 29lten Janua- openlyk afgekondigd, en by de Staaten dezer :ovincie by herhaaling nog nader is goedgei iurd (ƒ). h (a) van Reid, Ilistor. B.H.p.*,ó. (i>) Refol. der vyf Kapittelen dato 3 Nov. 1578. ■(f) Bondam, Redenv. p. 129. (d) P. Paulus, verklar. der Unie, D. I. p. 13, 18 eh tg. t(e) P. Paulus, verkl, der Unie, £). /. p. 19. ,(ƒ) Bondam, Redenvoering, p. 138. 51 twt. Bna, ek XIII fol. 81 en 85. Vaderl. Historie, Boek XXVII p. I. P- Paulus, verklar. der Linie, D. I. p. 25 ö1/qj\pag. >g. ;XXVIL Deel.  242 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Is nu, Ed. Mogende Heeren! op den grsndjligi van dit Verbond, het Gemeenebest ti,r Vereenigde Neder A landen gevestigd (g); is die 't voornaamjle bolwerk enA zer Vryheid (h) , is een iegelyk van de lngezeientn va«i dezen vryen Staat door de Unie een Beer in het zynei geworden, van den Edelman af tot den Landman toe^s is hy van niemand aihangelyk dan van de wetten, lem hy in geruste verzekerdheid van zyn loeven, vryheim eer en goederen, waar van hy niet kan beroofd worde» als door zyn misdaad en door vonnis van zyn dagelyhl ofte wettige Rechter (i). Luidde het eerfte Artikel, in het welke de ver.i eeniging wierd vastgefteld: „ onvermindert nog.{ „ tans een iegelijk Provincie en die particuliere! „ Staaten, Leden of Ingezetenen van dien, haai; „ fpeciale ende particuliere Privilegiën , Vrijhei den, Exemtien, Rechten, Staturen, loffelijkil ,, en welhergebragte Costumen, Ufantien, endis „ alle andere haarlieder geregtigheden" ej( is dit eerfte Artikel „ het wezenlykfte deel en om „ zoo te fpreeken, de ziel der Unie" C0« En hebben de vyf Kapittelen, (gelyk de vermaardi! Voetios, van geen party fchap altoos ten voordeele der Kapittelen te befchuldigen, getuigd,) in fe iw flicitam fupremam £f primam auÈloritatem ac poteva lem politicam, utpote qui in mutatione Reipubli v Ql vindicatione communis iibertatis contra tyrannidem hifpm rdcam, non tanquam fubditi aut optimates, fed tanqum Domini Jupremi (pro fua parte) & tanquam pers magm imo potiur ac prima regimir.is ac concesfus lllujlrim Ordinum hujuf provincice, talis flatus fui cum redi ibvt perpetuationem éf Jlipulati funt pariter ut pdrs contra hensi (g) Vader!. Hist., D. VIL p. 5(53- (h) P. Paulus, verklar. der Unie, D. I p. 49. (z) Leven van Willem den eersten, D. III. p. 262. , (*) Utr. Plakaatb., D. I. p. 59- (/) Leven van Willem den eersten, D. III. p. 260. t\  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 243 )J> £ƒ auttocratice approbarunt jimul pro parte fua, \primum membrum ordinum, qui rnagnam imo maxim partem Prozdiorwn 6'J Dominiorum in hac Provin} posfident (7»). debben de Kapittelen uit dien hoofde en op zoounige wyze als hier voor gezien is, dit Verbond derteekend, zoo meenen Decanen en Kapkulai1 dat zy en het recht tot, en het daadelyk bezie iden van die Privilegiën en Rechten, "die hun ) dikwerf, zoo heilig, ook na de beginzelen der lebelen en geduurende derzelver voortgang be. ifd en tóegezwooren waren, en welken nu aan 1 bevestigd wierden by de erectie der Reph ijk , waar bij zij mede vergaderden over zaaken der sering en politie van den Lande aangaande. in zal, Ed.Mogende Heeren.' de afloop van vol. ide gebeurtenisfen dit al meerder en meerder be« itigen. 'Vant toen in denzelvén jaare different ontftond ifchen de vyf Kappittelen, Ridderfchap en Sceip als Staats-Leden, nopens de tourbeurten der ;benden in de zoogenaamde Pausfelyke maanden eerende, zoo is by voorfz. Staaten, die toen ürdeelden da: de Paus 'sLands vijand was, en dat de "p) Dat is: in zich beflooten het eerfte en opperfte wereldlyk (tg en magt, als die in de verandering des Gemeenebests en aandhaaving der gemeene vryheid tegens de Spaanfche Tyranh niet gelyk Onderdaanen of voornaame Burgers, maar als ■erheeren (voer hun aandeel) en als een groot, ja! uitftee■ist en eerfte gedeelte der regeering en vergadering der Doori. >teii dezer Provincie, ie voonduuring van dien hunnen ftaat i derzelver inkomften, te gelyk en als conirahenten bedongen, iïit dien hoofde (autocratice) te gelyk voor htm aandeel goed' \mrd, als het eerfte Lid van Staat, die een groot, ja grootst jelte der Landen en Heerlykheden in deze Provincie bezitten. 'ïtius, de Confraiernitstte Mariana, p. a.5 £f 40", apud .[Resium f udic. & Refponf. de Canordcis Ultrnjeil. C. I. p. 9» ■ den Hengel bericht over de Geestelytte goederen, 8 en 100. Q.2  2^4- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Koning deze Landen genoegzaam abandonneer'ende,' zijne Domeinen in Hun Ed. Mogenden handen vervaU l len waren, gecontraheerd en geftatueerd , dat wek het recht der vyf Kapittelen tot die toerbeurten: zoude worden bewaard, om indistinctelyk in wata maand het ook ware, te confereeren de openval-.! lende Prsbenden, dan dat echter daar in dien voete zoude gevolgd worden, dat by de eerfte openval lende Prebende in de voorfz. maanden, in iedert Kerk door elk Kapittel in den hunnen zoude wor->: den geconfereerd naar hun goedvinden, en verï volgens door de Ridderfchap, en dan door de Stad een bekwaam voorwerp zoude genomiceerdr worden, op wien de Kapittelen dan zouden moeten: confereeren. Alles met onderlinge verbintenis van zulks, Staatse gewyze en op Staaten kosten, tegen een ieder te zulo ïen verdeedigen, en belofte van Ridderfchap en Stad, om der Kapittelen recht nopens de elefll der Decanen ook Staats gewyze, en uit hoofde vat de Inftructie van Aarts-Hertog Matthias, generaal le Unie, en inzonderheid van de laatst gejlote particu: liere Unie, tegens ieder te defenderen («). De meer gezuiverde begrippen in den Godsdiensft begonden nu langs hoe meer veld te winnen. Dan, Ed. Mogende Heeren! gelyk de beste zw ken ontaardende of misbruikt wordende, ten erf ften verkeeren, en onder allen yver geen gevaat lyker is, of meer allen toom van reden en redelyki Godsdienst verfcheurende, het gebit, om z°o| fpreeken op de tanden neemt , dan Godsdiensi yver zonder verftand, zoo ontftonden 'er uit pi zaak van dien, veele ongeregelde en oproerige bf weegingen, zoo overal elders, als in deze Stad.I De gemoederen en harten die gemeenlijk zonder ofii derfcheid van Religie tegens die Spavjaarts gejlierd wal ren. en alle wenfehten voor die vryheid van 't Vadeil land (o), wierden daar door van elkander verwal v J derdrl (») Utr. Plakaatb., D. I. p. 114. (0) van Reid , Hist. B. II, p. 35.  de Gebeurtenis fin in 1787 enz. voorgevallen. 245 rd, men fcheen nu noch de vryheid noch den rang te konnen draagen, daar de een alles hebn, en de ander alles houden wilde, wierden zy i op 'sLands welzyn uit, der billykheid gehoor ven, en van gemaatigdheid fpraken, verdagt ge* uden en byster leelyk uitgekreeten (p). Dit deze bron van onderlinge afkeerigheid, ont* md op den 10 Juny des jaars 1579 een groot ru»er en oproer alhier, men viel andermaal aan het eldftormen ' q), en het was niet dan mét veel jeite, dat 'er op den I5den een accoord getrof1 wierd tusfchen de vyf Ecclefien, Magiftraat, ^lieden, en die van de Gereformeerde-Religie, lar by (om alleen het hier betrekkelyke te alleeren) in 't 27fte Artikel „ de beneficiën, ftaten en officien voor beide Religiën gemeen", en ia t 28fte ,, de vrije opineering zoo in Staats als IStads regeering zonder onderfcheid van Gods» idienst, wierden vast gefteld (r). Dan, gelyk men toen ter tyde wanneer 'er iets deeligs in publieke zaaken voorviel, „ terftond 'veel krijtens en fcheldens onder de onftuime gemeente hoorde over de regeering", hen beluldigende: ,, dat zij de Papen de hand boven i't hoofd hielden''(;), zoo was de fchandelyke ?al des Graaven van Rennenberg niet zoo dra kend geworden, 'of fommige privaate Perfoonen iven op den 7 Maart 1580 ter dier Kerken in, ar volgens het verdrag de Roomfche Godsdienst g geoeffend wierd, alles omver haaiende, alles mielende: het gerugt deed de Burgery te wapen oeden, alles ging't onderfte boven, geen vertan des Magiftraats toe ordentelyk voorftel kon ge- rp) van Reid, loco citato. [q) Vaderl. Hist., D. VI. p. 183. D. VU. p. 287. (r) Bor, B. XIII. fol. 116, verft, (s) van Reid, Hist. B. II p. 35. Q3  — 246" Verzameling van Stukken bêtrekkelyk Ut gehoor krygen; eindelyk ontwerpt men eenige Am tikelen, en eischt zonder uitftel, en met bedrei-i ging van voor de bewilliging niet te zullen van eedi fcheiden, derzelver daadelyke efFettueering (t> j Onder deze Artikelen, waar in Godsdienitige eni Politieke poincten onder een vermengd waren, wa-a ren 'er twee den Kapittelen concerneerende; men: eischte naamentlyk: „ het ophouden der vergade-3 „ ring der vijf Capitulen, en dat in de vergade-3 „ ring der Staaten of der Bondgenoten voortaan.: ,, geene Papen meer en zouden Staatsgewijzcj: „ vergaderen, ten zij Zij alvorens gerenuntieertr „ hebben de Roomfche Religie en dependentiën: ,, van dien". Een eisch, Ed. Mogende Heeren ! waar uit du» delyk blykt, dat de Inftellers van dien eene ande-: re radicale qualiteit in de Kapittelen (deze tocti: waren alleen de zoogenaamde Paapen, die in dél Staatsvergadering en die der Bondgenooten zitting hadden) erkenden, dan die uit hoofde dat zy Paa-s pen of Geestelyken waren, konden proflueeren. Üe Raad op het eerfte Artikel declinatoir, en opï het tweede dilatoir geantwoord, en in de meestë: andere der Eisfchers zin ingevolgd hebbende,: fcheidde de menigte op inductie der Hoplieden,-! niet zonder moeite, en ftelde men alies uit tot) 's Prinfen komfte. Hier op begaven de Gedeputeerden der drie Le-: den van Staat zich naar Amfteldam by den Prins, daar de Gedeputeerden van de vyf Kapittelen op de gemaakte Pacificatiën, Uniën, en het foiemneeh accoord des voorleeden jaars aandrongen, met as-s fertie: ,, dat het zelve van haare zijde nooit wasi ,, geviol'eert, maar volkomelijk onderhouden, ge.: j, lijk zij nog te doen bereid waren". Verklaarende verders: „ dat indien men kondeI 5, doen blijken, dat zijlieden ofte iemand van hen, li eeni«i (t) Bor, Boek XW, fal. iSg. Hooft, Hist. BoekXF&l\ f. m. 642.  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 247 : eenige correfpondentie mette vijanden gehouden hadden» zij wel mogten lijden, dat dezelve met 1 alle rigoureusheid tot exempel van anderen daar over wierden geftraft (V). „, De Prins wel bezettende de rechtmaangheid hunner begeerte, maar inziende hoe oevel de ;meeste gemeente tegens de Geestelykheid gemoed was, en duchtende derhalven door fterke :zuiver artzeny de zondige zucht meer om te roe-" ren dan af te dryven, vond ondienftig in dezen :eenig flotvonnis te vellen (x). ïZyne Excellentie deed derhalven op den 3iflen aart eene orovifioneele uitfpraak, waar by de oföbaare exercitie der Roomfche Religie verbon, dan de oude verdragen omtrent de politieke schten der Kapittelen bevestigd wierden, en reeft ende obediëntie aan de Staaten en het gene • ftatueeren, ordonneeren of beveelen zouden, :zy eendrachtelyk of by de meeste itemmen naar Ider gewoonte , achtervolgende de Unie van Ut':/?' , aan ieder een ten hoogden wierden geinngeerd (y). .Dan de aangevange troebelen cesfeerden hier ede niet geheel en al, en wierd eindelyk op den ! Juny 1580 alle exercitie der Roomfche Religie »lftreke verboden, zoo binnen deze Stad, als na. rhand by de Staaten refolutie genomen ter inhibi- 2 van voorfz. Religie-oeffening ten platten Lant (z). Dus was dan, Ed. Mogende Heeren! de Reforatie volkomenlyk en geheellyk gevestigd, en hoon de Kapittelen daar door, voor zoo verre srzelver Leden nog Geestelyken waren, wierden ont- (v) Bor, B. XIV. fol. 190 verfo. :{x) Hooft, Hist. B. XVI. p. 642. Bor, l. c. (j) Bor, B. XIV. fol. 191. (z) Bor, B.XV.fol. 218. B. XVI. fol. 38. Q.4  24§ FenamtÏÏng van Stukken betrekkelyk tot ontzet van alle Geestelylce jurisdictie, gelyk de^s overdragt der Temporaliteit hen had ontzet van ] hunnen invloed als Raaden des Bisfchops en Leden ] eener Kerke, waar aan wereldlyk Oppergezag ge. , fchonfcen was; zoo is 'er niet alleen geen fehyn ] noch blyk , dat de Kapittelen, die den Paus s reeds voor vyand des Lands hadden verklaard, en: waar van eenige Leden openlyk den Hervormden] Godsdienst beleedtn, j,i! wier Afgevaardigden de- 1 ze befluiten mede hielpen neemen, daar door van'] dat recht, en die hoedaanigheid, waar door zy het! eerfte Lid van Staat uitmaakten, zouden vervallen] zyn; jais zelfs ruim zes maanden na het openlyk verbod van alk: Roomfche Godsdienst-oeffening, uit-: drukkelyk geftatueerd: „dat ten minflen één uitói „ elk Kapittel ter Staatsvergadering moest praifent i „ zyn (fl). Wanneer eindelyk in den volgende jaare I58r, het getrapt Nederland de kluisters der tyranny vam de vtygeboore vuisten ftreek, en den moedwillig gen en aanhoudenden Verbreeker der natuurlykeeni plechtig geftaafde verbintenisfen tusfchen Over»; heer cn Onderzaat, ten fpiegel van alle moedwil." lige misbruikers van wettig gezag, openlyk af-; zwoer» hadden ook de vyf Kapittelen, als eerfte( Lid van Staat hun Afgevaardigden onder de gene*} raale Staaten, en hielpee ook in deze Provincie na; voorgaande befchryving op den loden Augustus re** folveeren op het verhaten van den Koning van; Spanjen, en de casfstie van zyn' naam en wapenen.i Gelyk ook ten zeiven dage by de vyf Kapitteleli vyf zyn gecommitteerd, om nevens drie uit dïi Ridderfchap, en agt wegens de Stad, eenige poinc* ren te concipieeren, waar op zy met zyne Excel! lentie nopende die Hoge Overheid en de dependen*! tien van dien zouden handelen (è). Wan.] (a) Lies velt, Disfertat. de Canon. Ultrajeil. pag. 30. (20 Schoocktus , de Bonts vulgo EccleJ. SeU. 3, C. jui Eqr, B. XV. fol. 220 verja.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 249 i Wanneer nu in denzelvén jaare op nieuw comlocien onderMe Gemeente waren ontftaan, en zyn xcellentie Prins Willem den eersten eenige Gelachtigden herwaarts had afgezonden; is op nieuw erftaan en vastgefteld, dat allen ter Staatsvergaering compareerende, „ den Paus en Koning van Spanje als formeele en capitale vyanden 'sLands zouüen moeten renuntieeren en verzaaken, en dat uit elk Lidmaat van de Staaten op de dagelykfche vergadering van dien, niet meer Perfoonen zouden compareeren als drie, te weeten. drie uit de Geestelykheid, drie uit de Ridder: fchap, en drie uit de Stad en Steden (c). I Aile convincante bewyzen, dat de vyf Kapitten, wier Leden al in den jaare 1580 van de Cleriïale tonfuur ontüagen waren Cd), en die naar het 5de Ariikel der Unie van Utrecht, reeds toen vrysid van kleeding en Godsdienst hadden, ten tyde m de EreStie van de Republiek door de L7< ie van Ut•cht, of zoo men den grooten Bynkershoek liever ser in volgen wil (e), ten tyde van dd a/zweering >; Kor.ings van Spar.je en ook na de Reformatie, en oor publiek gezag alleen vastgeftelde Gereforleerde Religie, zyn aangemerkt, als hebbende et recht, en zynde met de daad in de ongeinterampeerde posfesfie, van als eerfte Lid van Staat ezer Provincie over 's Lands publieke zaaken te elibereeren, en hunne Gecommitteerden ter Staatsergadering af te zenden. ! By al het wejk nog gevoegd kan worden, dat in en jaare 1619 door de Ed. Mogende Heeren Staaen dezer Provincie, nog zyn afgedaau alzulkeRenibrieven, uit het geleende zilver van den Aarts. Bis- 1 (c) Schoockius, de Bon. vulgo Ecclef. Stel, 3. C. 9. Bor, \. XVI. fol. 39. ; (d) Origin. Afte, Msf. ex Arch. Cap. (e) By^kersijoek, Qucest. juris publ. Part. II. Cap. 2. 0. 5  250 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Bisfchop fpruitende, als op den 13 October 1581 ! gepasfeerd waren, »» op ten name van de vijf Ca- ■ „ pkulen, als den Dom, Oudemunfter, St.Peter, , „ St. Jan ende St. Marie, ende onder h»are zeLie- • „ Jen, mitsgaders onder de zegelen van Jonkheere : Frederik Uiten Ekg, Maarfchalk van Abcou- . ,, tie, ende Fums van den Bongart, Heere van 1 ,, Ruweel, van wegen dc Ridderfchap, en ook van 1 5, Burgemeefteren, Schepenen en Raden der Stad 1 Utrecht zoo over ha?r zei ven, als ove? die Ste- . den van Amersfoort, Reenen , Wijck ende 5 ,, Montfoort, reprefenterende 't famen die drie j j, Staten van den Lande van Utrecht (ƒ)". Tot hier toe, Ed. Mogende Heeren! was het t dpr woeste verbitterdheid, en op gelegenheid en 1 voorwendzel loerende afgunst mislukt, de Kapit-. telen uit het bezit der uitoeffening hunner Rech- ■ ten uit te ftooten; dan, had de tydir.g des afvals s van den Graave van Rennenberg in den jaare 1580 3 de gementioneerde tumultueufe beweegingen ver- ■ oirzaakt, zoo gebeurde het, dat toen op den 22 5 Maart des jaars 1582 de tyding van den toeleg op > 'sPrinfen leever, en de gevaarlykheid zyner kwet»fuur herwaart overfloeg, dezelve de Gemeente : „ zoo ontftelde en beroerde, Hen latende vastelijk : voorftaan, dat zulks door .die Spaangjaarden, , „ Malcontenten ende Geestelijke perfonen geprac- . „ trfeert was", dat zy dreigden: „ daar door van 1 dien avond fommige van die Geestelijken uit ter • „ Stad te willen leiden, ofte anderzins te grieven 1 „ aan haare perfoonen en goederen (g)". Du nogthands wierd ter bede des Magiftraats op- I gehouden, dan des anderen daags compareerden de agt Hoplieden , die zich met etlyke Poorters de zorg I aannamen van de zn-aken in dit Oordt tot bondiger orde 1 te brengen (h), voor de Magiftraat, overleverende ze- ■ (ƒ) Bor, B. X.fol. 215 verfo. f» Utr. Plakaatboek, D. Lp. 183 in fins* (h) Hooft, Hist., B, XIX, p. 757-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 251 ekere remonftrantie, urgierende en hard aanhouden- e om dezelve ge'êffeStueert te hebben (i). Schoon 'er du, 't zy onder Geestelyken of Weleldlyken, mooglyk niemand hier te Utrecht was, :ie de fmeeders des aanilags op 's Prinfen leeven lOit had gezien, gefproken of hooren noemen, et moest echter op de zoogenaamde Geestelykheid ederkomen, en het eerfte Artikel dat geëischt 'ierd, was: dat de Heeren Magiftraten de hand daar an zouden willen houden dat den 'derden Staat, (jzy meem den eerfieti) te weeten de Geestelijkheid, de fatlo ju worden gecafeert (k). I Hier wierd dan den Magiftraat geen tyd van be. aad, den Kapittelen geene verdeedigïng, der Rider fchap geene ftem vergund, maar om dat in ande- Provintien, als Brabant, Holland, Friesland en teer andere plaatzen zulks gedaan was (7), moest ulks, of de zaaken gelyk ftonden of niet, of het aar wel of kwalyk gedaan ware Cm), of de Magiraat daar toe recht of macht had dan niet, het loest, en wel de faföo gefchieden. De Magiftraat derhalven ,, erduchtende de Ge, meente (n), en om het meeste kwaad, te wee, ten bloedftortinge, met het minfte, te weeten voorfz. casfatie, te verhoeden ", heeft dezelve oedgevonden en gerefolveerd: 5j dat de eerfte Staat, die men heet de Geestelijkheid, by pro. , ville gecasfeert ende uit de Staaten blijven zou, de, zoo 't zelve nodig bevonden worde, om, me vordere inconvenienten ende zwarigheden, , die anders van de Gemeente te verwagten zou, den ftaan, te eviteeren ende voorcomen" (0). it Met 1 (f) Utr. Plakaatboek, D.I.p. 184. Bor, B. XVII. fol. 19. ; Q) Bor, l. c. O) P. Paulus, verkl. der Unie, D. II. p. 258» (n) Hooft, l. c. 1 (0) Utr. Plakaatboek, D, I. p. 182. ê  252 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ Met deze Apostille waren zij voor dien tijd 1 gepaait, maar alzoo deeze zaak nog veele zwa- . ,, righeden in hadde, en dat men de Geestelijkheid 1 s, alzoo van haar regt niet en konde priveren (ƒ)» . „ en die Ridderfchap en kleine Steden aan die Re- ■ folutie geen hand willende houden" (g), zoo » wierd 'er eene Inltruclie ontworpen , en eenige ! Heeren aan den Prins s „ die in den jaare 1580 daar : inne al zwaarigheid gemaakt had, en zulks niet : „ had willen toeftaan" (r), gezonden, om dezel- • ve by zyne Excellentie te defendeeren. Den Kapittelen was ondertusfchen deze refolutie; geinllnueerd, ten einde de Collegien moeten weeten,} -waar na hen te reguleeren (s). De zaaken dus ftaande, waren de deliberatien 1 der Staaten in eene gevaarlyke tydsomftandigheid, , de vyand was naamelyk in de Veluwe gevallen,, gefchort, en 'sLands zaaken konden, daar het ge-,vaar niet verre af was, niet beftuurd, niet ver-, zorgd worden; weshalven de Landraad voor ver-loop duchtende, zyne tusfchenkomst aanbood, terr •nrnvifinnee e bvleeeins: der vericmnen, inaezea zaak tusfchen de Ridderfchap en Steden , en de: Stad gereezen. Hier op by de Stad gerefolveerd zynde: om den Rade gehoort die prefentatie van de GedepU\ teerde van mijn Heeren van die Lant - Raad , heem gerefolveert, dat men, over mids de dagetijkfche be-•■■ foigne van de Staten ces/eert, deur de Questie onder1 de Staten verrefen an mijn Heeren van den LanURaat alhier verfoucken zal, dat hun gelieven wil' Je die van de Ridderfchap en Steeden 's Lands vani Utrecht eerstdaichs te verfcriven , omme mit malA kanderen te advijfeeren, en vinden een voet, dair opi dt:< (p) Bok, l. c. (?) Utr. Plakaatb. I. c. (r) Bor, /. c. (f) Utr. Plakaatboek, D. Lp. 182.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 253 ! dagelijkfe vergaderinge van de Staten weder aansteven en geconiimeert zal mogen worden (tj. De LaDdraad dan by voorgaand verzoek by Hun gedaan, Ridderfchap en Steden Staatsgewy; ze befchreeven, de inconvenienten der regee: ringloosbeid ernRelyk geremonflreerd, het antwoord gehoord , en de hinc inde voorgeflagen middelen van accoord verftaan, en rypelyk op de zaak gelet hebbende, ook zeer inftantelyk verzogt zynde om een voet te willen ramen, waar mede Partijen contentemene nemende op de Poincten en Articulen den i8den Aprilis, dé noodzakelyke defenfie des Vaderlands betref, fende, door den Landraad voorgeReld, provifioneel zou kunnen werden gerefolveerd, hebben Hen luiden wel willen voorhouden de poincren, op dewelke zy Hen laten bedunken, dat men Staatsgewyze ende ordinarie zoude mogen befoigneren, ende dit zonder iemands prejudicie ende by provU , Jie tnz." (v) Uit alle welke termen ten duidelykften blykt, at die van den Landraad, noch als Rechters, hier oe immers waren zy volgens hunne Commisfie niet evoegd (ac), noch als Arbiters, dit was hun niet evergd, en zoude naar de denkwys dier tyd der* rins tekortgedaan geweest zyn, maar als enkele oede Mannen, en ter verhindering van de ftilftand er Staatsbefoignes hebben gefungeerd, raadgeeende en middelender Wyze: „ Gelijk zij ook van h de moeijten die hun belieft had in defen te ne, men, met prsefentatie van 't zelve wederom j dienfielyk te verfchulden ende erkennen, door , den Raad, en ook door de Ridderfchap zyn be, dankt" (y). De ; ({) Utr. Plakaatboek, D. Lp. 182. ( (y) Idem, D. Lp. 184. it (x) Idem, D. Lp. 72 en 73. [( (y) Idem, D. Lp. 185.  254- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot De Raad refolveerde 'er ook als zoodaanig op denzelvén beraamden voet aanneemende byprovifie\ en blyvende de casfatie in waarde (k). En de Ridderfchap die fchikking ookaggreëererJ de, ging de Raad tot de geftipuleerde nominatii over (a). Als men nu, Ed. Mogende Heeren! met in > oog houding der dringende omftandigheden, dei aandacht op deze ontworpen fchikking des Landfl raads vestigt, zal daar in, in de eerfte'plaats dood ftraalen de manifeste erkenning van der Kapittelel rechten. En zulks veelzïns, eerftelyk, door de Repraferjj tanten van het derde Lid (zoo nfternen het de Hop lieden) voor te ftellen: ,, als moetende genomi „ neerd ende geëligeerd worden uit het corpus dd „ vyf Collegien" f», (die tot hier toe ter Vergadé ïing hadden gecommitteerd). Ten weeden, door dezelven „ als een Lid o< „ zich zeiven te doen vergaderenen befoigneereni! (c), (gelyk de Kapittelen tot hier toe in hunne by zondere vergaderingen over 's Lands zaaken haé den gebefoigneerdj. Ten derden, door vast te ftellen: „ dat de Refd| „ lutien door die uit de Kapittelen geëligeerde PeEÏ „ foonen genomen, ten eeuwigen dagen zoude* „ worden gehouden, en hun effect forteeren , oorl „ zoo bundig zyn, gelyk of die by de vyf Colldj „ gien Capitulariter vergaderd naar ouder gewooni „ te waren gerefolveert en ingebragc" , en we) zoo, dat, (gelyk oudtvds van de refolutien Caph tulariter genomen had plaats gehad) die van d.ren zouden? en hoe kon aan eene Vergadering, e nooit geftemd had, nooit beftaan gehad had, lïinjungeerd worden om in het ftemmen zich te ge. ;aagen als te voren is gefchied? en waarom moesten 2zen dan, die nieuwlings ingefteld waren, de eeren en voor de twee andere Leden ftemmen? Ein» ?lyk! waar toe dat krachtig verband der Kapitten aan de Refolutien dier Geëligeèrden? dan om it zy als Plaatsbekleeders derzelven in de toefteming, zoo in de contributien als anderzins, moesn worden aangemerkt. Het tweede, dat in het ontwerp des Landraads ; 't oog valt, is de zorge, om de Hoplieden, ea hun- M) Uitfpraak, Art. 6. ' (e) Idem, Art. 5 in fine.  256 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hunne medeftanders, ten opzichte van het gevaaf.it dat zy zich van de overhelling van fommige Ledera der Kapittelen bedunken lieten, als ook van 't naij deel eener al te groote divulgeering der Staatszaaij IceD, in den oorlog, gerust te ftellen, en hier doo:q de Leden der Kapittelen voor geweld aan lyf era goed te conferveeren. Hier toe, dat de te eligeeren Perfoonen zoudele moeten zyn „goede vertrouwde Patriotten, oob van de Gereformeerde Religie ofte dezelve toei ,, gedaan", hiertoe, de vereischte „ renuntiatic „ van het Pausdom en van allen Eed en Plicht aai: ,, het zelve, of aan den Koning van Spanje oft' ,, aan ijmahd van zijnent wegen"; cn hier toe d< bepaaling: „ dat de Capitulen niet dan over hum s, ne bijzondere goederen en belangens Capitulal j, riter zouden mogen delibereren, èn dat de fli „ eligeren niet gehouden zouden zyn of vermogei s, de poincten en artikelen waarop befchrijvior „ was gedaan of hunne refolutien den Capitulaii „ ren der Collegien te communiceren of releve „ ren " (ƒ). Ook fchynen Hun Ed. Mogenden, ter temperinp Van den haat op al wat Geestelykheid genoemn wierd, en als met overwyzing op der KapitteleK wereldlyk radicaal • van dezelven te fpreekeu, ala van die men Geestelijken plag te noemen, dezelven da: ook in de Staatsbeloignes voorftellende, als zulleni de geacht en gerefpecteerd worden gedurende a lefoignes, tot dezelven wierden zy toch voor zoc verre zy uit een Lid van Staat gekoren wierden ge admitteerd, niet als Geestelijke maar a s Waereldlijk perjonen. Op dat ook de Ridderfchap van geem te groote influentie op deze Gekooreneo by d< Magiftraat zoude te vreezen hebben , &f vice verfai zoo proponeerden zy de nominatie voor de Stads en de Electie voor Ridderfchap en Steden , die dui allen zorgen konden, dat geen Praps of Spaansch gezinden zouden genomineerd of geëligeerd worden (ƒ) Uitfpraak, Art. 2, 3, 4 en 5.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 257 Om eindelyk de incontestabele en tot hier toe onigevioleerde Rechten der Kapittelen in dezen uit. idrukkeiyk te referveeren, en de posfibiliteit ter therftelling in de" volkomene uitoeffening van dien aan te toonen en open te houden, zoo (lelden zy alles voor, „zonder ijmands prsejudicie, bij pro„ vifie, tot dat het voorfz. different ten principale „ bij Z. Excellentie zal wezen gedecideerd, ofte „ anders daar inne gedisponeerd" (g). Hoe zeer nu, Ed. Mogende Heeren I deze fchikitingen des Landraads, daar 'er volgens het zeggen van Stads Raad: bloedftorting te vreezen was, endaar een minder kwaad, (het was en bleef dan een kwaad) te weeien de voorfz. casfatie, dat grooter kwaad verhoeden moest, hoe zeer die fchikkingen, de merken van wyze tempering naar den aart des tyds en toedragt van zaaken, en der perfuaiie van den Land-' raad omtrent der Kapittelen Rechten op 't voorhoofd droegen , zy wierden by de Stad aangenomen, alleen by provifie en blijvende de Casfatie in weerden (/z)» Om deze dan, ware het mooglyk te bewerken, sn eene geheele verandering in de wyze van Regeering te weeg te brengen, benoemde de Raad , den, ^7den April, eene Commisfie naar zyn' Excellentie. , Dan deze Vorst, hier niet toe kunnende verftaan, en nader willende zien wat 'er in deze zaak te doen ware, zo^dt by handen van den Heere Ausoniüs. van Galama, Proost van Noorthuizen , op den 7 Juny 1582 eene Misfive aan de vyf Kapittelen, hun kennis geevende. dat hy aan de Ridderfchap en Stad gefchreeven had, ten einde zy tegen den ilaatften dier maand Gecommitteerden , met volle rhagt in deze zaak, tot hem naar Antwerpen zouden zenden, verzoekende den Kapittelen dit insgelyks te doen, en hen verzekerende: ,, dat Hij niec „, nalaaten zoude Hen Luiden altijd alle goede be. ,, vor- (g) Uitfpraak des Landraads, inleiding. CA) Utr. Plakaatboek, Deel I. bl. 184. XXVII. Deejl. R ■  258 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vordering en vriendfchap in alles zoo veel Hérri ,, mogelyk te doen, zoo als Zij uit deu bovenge„ noemden Galama, brenger des briefs breder „ zouden verftaan " (i). De Raad benoemde dan op den 24ften Juny eene Commisfie, om te reizen naar zyne Excellentie, , met-eene Inltructie , ftrekkende om voorfz. casfatie by zyne Excellentie te defendeeren op de beroerten, nood, en anderen, thands geen wederleg veréisfchende middelen, en dat onder voorflag van refervatie van der Kapittelen goederen, fchoon op eenen vry losfen voet, en met aanbieding ,, van de Leden van dien, beroepbaar te verkiaaren onder ,, de Ridderfchap zoo Edelen, onder de Magilrraa- ten zoo Burgers waren" (£); begeerende zeer óotmoedigly k, dat zyn Furft. Genade gelieven wilde, 't zelve voor goed aan te zien. Netelig was deze zaak voor Prins Willem: aan de eene zyde had hy door zyne weigering in 1580 (/) al getoond, dat hy der Kapittelen Rechten als gegrond erkende: aan den anderen kant wist hy maar al te wel, wat 'er van heethoofdige dry vers te wagten ware, en hoe ligt ook hief in Utrecht (daar een toevallig ter preek gaan by den Pastoralen Hervormer Huber•ros Duyfhuys, zoo euvel genomen was) (wz), hem iets ten kwaade geduidt wierd; ook had de ondervinding hem geleerd, dat als hy zeide: „ dat men 3, te ontijde eD met onordening niets en behoorde „ te veranderen, en dat men bezwoorne verbonden s, houden moest, en dat God een vijand van Mein- eedigen was"; hy dan bloot ftond, om openlyk voor een Man, die noch God noch Religie had, 5 uitgekreeten te wÖTden (n). 'Er (i) Brief van Willem den eersten Mf. ex 'Atcliw. Cap» (k) Utr. Plakaa^oek, D. Lp. 184. (0 Bor, B XVII. fol. 19 verfo.. (mj Bor, B. XÜ. fol. nr. (k) Leven van Willem den iersten, D. I. p. 109. ' Reid, Histor. B. II. p. 39.  de Gefaürienisfcn in 1787 enz; voorgevallen. 259 'Er was dan gèen minder reden om te vreezen dan in 1580, dal hy het willende verbeteren niet verergeren mogt (0). Echter verre van daar, dat hy de bovengenoemde casfatie zoude hebben toegeftemd, maar even als de Landraad den tyd in acht neemende , ver«klaarde en ordonneerde hy by zyne Acte van den 14. July 1582: „ dat Partijen hun zullen regten ea „ nakomen de poincten en articulen dien aangaande bij dien van dèn Landraad over de Maafe ge- raampt, en goedgevonden binnen Utrecht, den 4 April lestleeden, dewelke Z. Excell. in alle ,, heure inhouden alzulks mits dezen is confirmee- rende. Ende dit alles bij provisie ende töc „ dat bij de generale conftitutie op de orde en ad*. ,, miniftratie van de Zaake en Regeeringe van den j, Lande voorfz. anders geordonneerd zal zijn, bi] advijs der genen die des toebehoren zal" (pj. Het blykt dan, Ed. Mogende Heeren! dat noch Prins Willem den eersten, noch den Landraad, noch den Raad dezer Stad, in eenige andere opinie verleerden, dan dat het eerfte Lid van Staat dezer Provincie in de vyf Kapittelen in wezen bleef, eh alleenlyk by provifte door agt Leden, uit hun Corpus geëligeerd , zoude worden gereprefenteerd» zynde ook in acht genomen, dat 'er uit elk Kapittel één of meer daar ónder gevonden wierden. Niet lang echter duurde de rust, en het bleek hoe langs hoe mCer, dat het der Kapittelen goederen fwiren., die fommigen, anderen opruiende, in he-t :oog ftaaken. Want toen de Graave van Leicester, door de ■ in Staatkunde doorileepene Elisabeth Koninginne van Engeland herwaards gezonden, en die de onderhouding van alle Rechten en Privilegiën, zoo in 't generaal als in 't particulier bezwooren had, onder (6) Bor, B XIV. fol. igöverfo. 0) Utr. Plakaatboek, D I. p. 186.  26b Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der het mom-aanzicht van byzonderen yver voor den Hervormden Godsdienst, de gemoederen beguichelde, en de hand naar onbepaalde magt zoo greetig als geveinsd uitftak, moesten de Kapittelen op nieuws ten doel (trekken van blinden yver, fnoode hebzucht, en onrechtvaardig geweld. ,, 'Er groeide namelijk in 1586 eene andere mui,, terij tegen de Geestelijken (q), en het ging te Utrecht het onderde boven, door den wantcmper ,, der Regeerir g en 't hollen der Burger Hopluiden; ,, die zelfs de perfonen gekoren om de plaats der ,, Geestelijkheid in beleiding van Landzaaken te be. ,, kiecden, niet langer gedogen wilden" (r). Men deed weer verzoek aan dezer Stads Raad, en deze, 't zy wiilens of onwillens, gong tot de daadelyke casfatie en verbod aan Heeren Geëligeetden, om ter vergadering te verfchynen, over. ,, De Ridderfchap en Edelen, verftaande dit niet „ in de magt der Stad te weezen , protedeerden van nulliteit (s), en dit euvel bedrijf, om den „ eerden Staat uit het bewind te fchuppen, ver,, wekte zulk een geroep door de vereenigdeLand- (ch .ppen" (t), dat de Staaten Generaal zich der zoaken aantrokken, bezendende den Stadhouder G aave van Nieuwenaar -heele vijf Colie. Men maar alleen zekere perfonen, bij de Stad te noe. men, in hame plaatje op der Staaten vergadering zónHen verfchijnen (*). Een vertoog, waar in Decanen en Kapituïairen buiten den listigen en dubbelzinnigen draai, omtrent het noemen der Perfoonen by de Stad, gaarne acquiefceeren willen. De Raad der Stad eindelyk, door te bevroeden dat haare brieven by den regeerenden Raad, waar aan zy pp nieuws ter haarer zuivering gefchreeven hadden, in plaat- (x) Boa, B. XXlt fal. 6. R3  26a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot plaatfe van trek, afkeer baarden (y); en ziende het alléén niet uit te houden, ook den wyt alles euvels vreezenae, bekoelde wat, en nijgende totdadinge, liet zij zig op den 23 van Sprokkelmaand genoegen met yerzamen der drie Staten, gelijk ouwlinks, bij manier van voorziening, onder zeekere voorwaarden geraamt* wel tot voordeel der Stad, bi) bemiddeling des Graven van Neihenaar (z) , en volgens welke Zijne Genade als Stadhouder in plaats der vorige ze^en, vijf Qi'êlU geerden kiezen zou uit ieder Collegie één, die het eerfte Lid verbeelien zouden Qa). Welk provifioneel accoord echter nitt zeer lang ge-' duurd heeft, alzoo het accoord van 1582 (volgens Refolutie der Staaten van den 19 October 1588; (/?) weder gevolgd werd (c), waar mede de eendracht tusfchen de drie Leden van Staat eenigzins her field was(d). De Goederen der Kapittelen moesten echter aanhouden: tegens gerechtelyke aantuiging zoo der Kapittelen, als van den Raad van Staaten zehve, verkogt men de Oudmunfter Kerk tot afbraak. En hoewel dit tegens Leicesters uitfpraak Rreedt, was Burgemeester Prouninck wel zoo zeker van zyne gunst, dat hy, tegens die hem des vermaanden, wel zeggen durfde: men vergeeft geen zonden voor dat zy bèdreeven zyn (e~). Dit alles echter was wel te verwagten van zoodaanige verdwaasde en den Nederlandfchen naam onwaardige, die niet alleen op eens anders Vry~ en Gerechtigheden geen acht iloegen, maar hunne eigene Privilegiën en Vryheid zoo veil hadden, dat (y) Hooft, Hist. B. XXV. pag. 213. (zj Hooft, /. c. (a) Tegenw. ftaat van Utrecht, D. I. p. 169. (i>) Utr. Plakaatboek, D. I. p. 188. (r) Bor, B. XXII. fol. 13. verfa. (d) Vaderl. Historie, B.XXX. p. 193,. (?) Bor, B. XXIII. fol. ;4.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 263 Jat en Migiftraaten en Burgers een Acte maakten, teekenden en bevestigden, om de volftrekte op[permagt na believe en discretie, zonder eenige conditie pf Imitatie, behoudens de waare Christelyke Religie en Privilegiën, mits dat dezelve en haar Majefteits tauttoriteit daar by ongekwetst blyve, aan der Engelfchen Koninginne en Leicester op te draagen (ƒ). Het was dan wel, gelyk de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie, dit geweld aan der Kapittelen goederen, door 't fchenken der St. PaulusKerke aan het Kapittel van Oudmunfter, repareejreade, in 1595 zeggen: gepleegd, by Turbulente re. g6ê""ge(g)- Schoon (/) Bor, B. XXI. fol. 3r. Reid, B. IV. p.'lSS- V* derl. Historie, D. VIII. p. 160 & feqq. (g) Origineel Diploma Msf. ex ArcUvis Cap. Aanmerkelyk zyn ook de redenen by een Man, waar iep het Sticht met reden roem draagt, en wiens gedrag !n die tyden, ook den lof zyner vvanden heeft weggedraatgen, by 's Lands waaren voorfpraak Oldenbarneveld, 'aanLeicester, op zynen eisch van aanwyzing in wat zaa;ken de Staaten verftonden dat de achtbaarheid der Regeeringe binnen Utrecht niet was gemaintineerd maar wegge, nomen, te gemoet geboerd: Elk weet DoorluchtigUe Vorst, en 't wijst zich van zelf, dat talie zaaken, betreffende 't gemeene Landt van Utrecht, behoo■ ren gehandelt te wnrden by de drie Staaten van 't gewest; naa■melijk, de Geestelijkheit, beftaande nu meest alle uit luiden van 1 den gezuiverden Godsdienst; de Ridderfchap en Eedelen, en Bur, ghermeesters en Vroedfchappen der Steeden. En elk weet hoe al\ thans de Burger Hopluiden, een Predikant Modet, en hunne 1 aanhangers, fmijtende alle orde, voorrechten, en vrijdoomen omverre , ten hoogh/len bewinde zijn ingebrooken. Deezen hebben het inftellen van't fchrift, noopende d' opperheerjckappij; dtezehet ooverleeveren van 't zelve aan Uwe Doorluchtigheid, doorgei droeven: en 't volle gezach over een zaak van 't aldergrootfte gewight, aan zich getoogen: daar zij wetteliker wyze, niet vermughten de hand eens aan jloffe van Staat te jlaan. Hooft , B. XXIV. pag. 195- Bor, B. XXI. fol. 61. verfo. R 4  26"4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Schoon nu deze lieden eerlang den klem der Re. geering kwyr.raakr.en, bleeven nogthands de zaaden van diergelyke denkenswyze eenigermaate overig, en kan men zich naauwlyks een denkbeeld vormen, van zoodaanig een geest van oproer als door aanhitzing van eenigen, die naar hun inzien te lang van het bewind verdoken wierden, in den jaare 1609 en 1610 wierdt aangeri»t. De Burgery door valfche voorwendzels in 't harnas gejaagd, door eenige Gecommitteerden de Ma. giitraar geweldaadiglyk van hunne eereftoeien doende opftaan; Gecommitteerden die zich zeiven toen in 't bewind drongen ; onderhandelingen met de Staaten , Generaale Staaten , en Prins Macrits ; weigering van famenftemminge met de andere Leden tot fubmisfie des gefchils; een door de Troepen van den Staat berende Stad; eene toen fchoorvoetend geaccordeerde fubmisfie; herftelling der wettige Regeering; uitfpraak van den Raad van Staaten; opgevolde moord ademende coofpiratien en ftraffen der Samenzweerders, zyn de verbaazende toneelen, die deze Stad geduurende twee jaaren opleverde (h). Ook wierden 'er de Kapittelen in betrokken, zynde 'er by de Burgeren en Inwoonderen zekere poinéen en artikelen voor gefield, die zy tegen de Heeren Staaten van den L'tnde van Utrecht pretendeerden, en daadelyk infteerden toegefiaan te worden (i). 'Er was toch in zeker boekje, van wegen de Regeerden der Stad Utrecht in 1610 uitgegeeven, en genaamd , Kort Vertoog van 't gene onlo.ngs binnen Utrecht is gepasfeerd, geallegeerd en geklaagd, dat: „ alzo van oude tijden de Stad Steeden en Landen „ van Utrecht geregeerd zijn geweest bij drie Le- den, reprefen teer ende de Staaten van denzelvén ,, Lan- (h) E. van Meteren, ad annum -[600. f. m. 956 £? feqq. Vaderl. Historie, D. X. B. XXXm. pag. 25 Êf/fgf. van den Sande, Nederl. gefch,, B. V. p. 57. (i) Utr. Plakaatboek, D.I. p. 190.  de Gibeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 26S , Landen, als te weeten de Geestelijkheden (nu ge. , nnemd de Geëligeèrden;) het Ridderfcnap, deeze „ Stad van ütiecht met andere Steeden; weezende , drie bijzondere en onvermengelde Leden; zij nog. , tans bij de twee andere Leden zeer waren ver, kort en onderdrukt, onler anderen niet hebben, de konnen obtineeren, dat eenige augmentatie , en verandering in de twee andere Leden, waar , van het eerfte ook van ouds veranderlijk en de , Gecommitteerde perfoonen revocabel waren, , wierde gedaan" (k). Op dit poincr. nu van de verzogte augmentatie iitfpraak doende, zoo hebben de Gedeputeerden ?an den Raad van Staaten als Arbiters, verftaan: , Eerst wat belangt de Geëligeèrden van de re, fpettive vijf Collegien der Stad Utrecht, re, prefenteerende het eerfte Lid, dat als-nag^ bij , provifie, in conformité van de uijtfpraak bij de , regeering van den Landraad in 't jaar 1582 den , 4 April gedaan, de Stad Utrecht zal nomineeren , eenig meerder getal van wel gequalificeerde per, fonen wezende gekend, voor goede, getrouwe , Patriotten van de Gereformeerde Religie, vreed, zamig en niet faftieux, om daar uit bij de Rid, derfchap en Steden geëligeerd en bij Zijn Ex, cell. geapprobeerd te worden, drie of vier per , fonen tot augmentatie van het getal vaia het , voorfz. eerfte Lid, en dat dezelve als tot nog , toe zullen permanent zijn" (/)• Het was dan eigenlyk op de toen verzogt wordende augmentatie van drie of vier Perfoonen in de geëligeèrden van de vyf Collegien reprefetiteerendt het •erfie Lid, en niet over der Kapittelen origineel recht, dat by de Raad van Staaten wierd gedecileerd, terwyl echter de begunftigers van den Prins, die (k) Deduftie, Msf ex JrcMvis Cap. en voorfz. boekje redrukt te Utrecht by II. Borculo. (0 Utr. Plakaatboek, £>. /. pag. igu & 5  »c"6 Verzameling van Stuk fan betrekkelyk tot die zelfs gewilt hadden dat zyn Excellentie van den ééd 3an den Lande gedaan , zoude ontllagen worden (m), het genoegen gegeeven wierd van de approbatie aan zyn Excellentie te zien opdraagen, (fchoon het aan Decanen en Kapituïairen niet ge. bleeken is, dat hieromtrent was gecompromitteerd,) en aan de andere zyde den eerften Burgemeesterlyken ftoel aan de Ridderfchap, alles echter als nog ly provifie, wierd toegekend. Toen nu de vlam der twist over Religie en Staats» gefchillen na lang fmeulens in den jaare 1618 ten dake uufloeg, en deze Republiek in deszelfs edelfte deelen wierd aargetast, verzuimde die Vorst niet, van de zoo gunftige gelegenheid tot uitbreiding zyns gezags gebruik te maaken. Want volgens eene Refolutie der Staaten Generaal, zonder appui der Gecommitteerden van Holland en in 't afzyn van die van deze Provincie genomen («), met eenige Heeren herwaard vertrok, ken zynde, ontwapende hy, in eene fouvereine Provincie (0), daar toe gebruikende het Guarnifoen der Stad, en ook andere benden hebbende doen inrukken (ƒ>), dat Krygsvolk, het gene de Souve- rei- f» Vaderl. Historie, D. IX. B. XXXV.II. p. 25 tot 33. O) Idem, D. X. B XXXVIII. p. 218. (0) H. de Groot, Apologie, C. I pasfan C. X, pag. m- 113. Refolutie der Staaten van Utiecht, 17 Septemb. 1617. ibid. (p) Verbaal en rapport van *t gebefc/igneerde ende gepaleerde by zyn Excellentie als de Heeren Gecommitteer. den van de Hoge Mogende Heeren Staaten Generaal bin. nen Utrecht, van den 25de Jtilii totten 13de Augtsti 161?. ft. novo. Gernpporteert by nionde den 16 Augusti (1618) en den 22ften deszelven .maents fchriltelyk overgegeeven, by ons oridérgefchfév'en Gyseertus van dek Boetzei-aar , Ns. Voornr, Adr. van Mamiaker, I. Scotte, G. Vryheere tot Swartzenkukü, Volcker Sloet, Js. Gpckinga. Msf.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 367• einen der Provincie hadden genomen in hunnen ■éd, en zulks buiten kennis, veel meer toetten*. Ding van Hun Ed. Mogeoden, ja! zonder dat de oorfz. Commisfie der Hoog Mogende Heeren Staa, en Genera.il by Hun Ed. Mogenden was erkend, in zelfs verre excedeerende die Commisfie zelve by :e Scaaten Generaal verleend tq). De meeste Leden der Regeeringe hier op de tad verlaaceo hebbende (r), viel het niet moeijeyk by raide zyner afhangelingen alles naar zyn ea imnnen zin ti plooijen, en dankzegging daar en bo;en te verwerven (s). Zyn Excellentie verfcheen ies met de Heeren Hun Hoog Mogenden Gecomuitteerden op den 3den Augustus in de Vroedfchap iezer Stad, daar, naar 't verhaal der goedkeuring raD de Staaten.Generaal op het verrigte, van eene ?erdere last omme voorts te doen wat lot meeste rust m weljland van de Provincie van Utrecht zoude wezen opening gedaan, en by zyn Excellentie en Heerera iun Hoog Mogenden Gecommitteerden verklaard vierd alles te willen bij brengen wat tot meeste rust, reede en esnigheid van de Provintie, niet alleen NB. •oor een kleijne lijd alleen, maar voor altijd zoude mor'en dien/lig zijn; (trekkende dus Hun Hoog MogenT ien Commisfie tot een voor altijd uit (O- Op deze leuze nu wierd door den Burgemeester pan de Pol verklaard, dat: alzo tot noch toe alle onleijlen in Utrecht waren ont'.'aen, doordien die orde ?an Regeringe niet wel was beftelt. Run Ed. Achtb. %adden gemaakt zeker Concept, waar bij die Stadvoortaan beter zoude kunnen worden geregeerd, dsende 't selve Concept door den Advokaat Sarxertus voorlezen , waar op het na omvraage unanimüer wierd a;eapprobeerd. ■ (q) Vèéerl. Historie, D. X. B. XXXVlII.p. 218 en 226. Vernaai en rapport enz. MsJ (V) Idem, D X.B. XXXVlII.p. 231. (s) Verbaal en rapport ut Jupra, (t) Ibid. ut Jupra.  fctf8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dit Concept nu van die verandering van die Regelring der Stad Utrecht, wa< daags te voren, den 2den Augustus, des nanoens tusfchen vijf ende fes ur en, door den Heer Burgemeester van de Pol en nog twee andere Heeren aan de Heeren Hun Hoog Mogen» dens Gecommitteerden (zyne Excellentie had 'er mooglyk vroegere kennis van) gecommuniceerd, maar de verzogte Copy daar van geweigerd, omdat het eerst by de Magiftraat NB. moest geproponeerd en aldaar gearresteerd worden (v). Waar uit dan getoegzaarn te zien is, hoe de zaaken toen alhier gedirigeerd wierden, en dat, de vorm taliter qualiter behouden wordende, de klem der Regeeringe by zyne Excellentie , de Heeren Hun Hoog Mogendens Gecommitteerden, en derzelver gunstelingen moest gezogt worden. De invloed ondertusfchen van de verandering der Stads Regeeringe, volgens dat gemaakte Concept, op de Staafs Regeering, deed eenige difficulteitontftaan om het zelve ter Staatsvergadering door te dringen. Wat die Heeren Geëügeerden betreft, die niet geweeken waren, deze Heeren fchynen geene andere zorg gehad te hebben, dan om hunne perfoneele qualiteit, ftand, en goederen, zoo veel mooglyk te verzekeren. Immers toen op denzelvén derden Augustus des nademiddags, ter Staatsvergadering over de gemelde verandering in het beftel der Regeeringe dezer Stad wierd gebefoigneerd, namen zy daar terftond genoegen in, dan verklaarden eenige zwaarigheden te hebben hun in 't particulier raakende (x). Waar op zy des anderen daags fchriftelyk aan zyne Excellentie ende Heeren Hun Hoog Mogendens Gecommitteerden ( onder anderen deduceerden: dat het kennelijk was, dat het Lid ofte de Staat van de Geëligeèrden, was een bijzonder onderfcheijden ende onver- men- (y) Verbaal en rapport utfupra. (ar) Ibid. ut fupra.  de Gebeurtenis/en in 2787 enz. voorgevallen. 2öj> \ngeld Lid van de andere twee Leien, reprefenteeren*. [ den eerften Staat van den Lande van Utrecht. Wat het zelve Lid in 't formeer en ook augmenteeren m dien, gelijk regt behoort gedaan te wo den, als ten fpeEte van de andere twee Led,n geobferveerd werd» „ üat voorts nu vastgefteld zynue, dat voorfz. ! Lid zich in 't formeeren ofte augmenteeren der ' Vroedfchap niet rnogt intromitteeren, de reden « en egaliteit ook eischten, dat zulks wederkeerig [plaats had, waar aan de tweeuitfpraken van 1582 ien 1610 niet konden obileeren, als provifioceel i zynde En dat by de Iaatfte Refolutie op de Elec* van de Vroedfchap genomen, goedgevonden zynde , ; drie refpeftive Leden der Staaten alzoo te formeeren, t het een Lid van het ander gefepareerd en onvermendd blyve, „ zulks zy nu geen gezag in de VroedI fchap hadden, gelyk tot nog toe in 't ftellen van (de Magiftraat gehad hadden;" behoorden zy luiden n gelyke in 't nomineer en van de Perfoonen tot augmen;ie van haar Lid vry gefield te worden. ,, Byzonder wyl zy prefenteerden, zyne Exceli lende uit een dobbel getal te laaten kiezen, en (ook te vreden waren, dat gelyke getal zoo van t Adelyke als gequalificeerde Burgerlyke Perfoo: nen, in 't vervolg zouden genomineerdengeëli. 1 geerd worden (y)". !Dan naar gedagte befpeurende, dat dit niet te ob» üeeren zoude zyn, vernoegden zy zich nader mee bne acte in forma des Magiftraats, waar by dezel; beloofde, derzelver Heeren Geëligeèrden Staat 1 Goederen naar vermogen te zullen maintineeren iconferveeren, en de gedaane uitfpraken van 1582 11610 te approbeeren in alle poincten en artikelen lar in vervat, (dus ook in de provifie') en dat uit aofde van de approbatie van voorfz. Geëligeèrden ;it de oprichting eener Vroedfchap, naar zekere poinc» (y) Summiere Dedudie zyn Princ. Excell. overgegeeven in wegens den Staat der Geëligeèrden, Ref. van Staat van fa 7 Febr. 1615 tot den 1, Augustus 1618. Mfs. ex JrthiIs Cap.  ijo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot poincten en artikelen geconcipieerd ebde gearres*1 i teerd (z). ' En de zwaarigkeden die deze Heeren, reprefentee- ■ Tende den eerften Staat, voor zich in 't particulief ' hadden, (a) dus vereffendzyhdë, bleef'er tusfchen. Geëligeèrden en Magiftraat geene zwaarigheid van i èenig different overig. Dan de Ridderfchap en Edelen , die meenden t inerkelyk nadeel te lyden by de nieuw gemaakte s ft:hikkingen, waren, na alvoorens te vergeefs op t uitftel tot dat zy fterkerïn getal waren gedrongen t te hebben, van oiïdeel: Dat zy nu van den eerften BurgemeeSterlyketi 1 Roel ontzet zynde, de Nominatie iot'het Lid der 5 Heeren Geëligeèrden oók niet langer aan de Stad 1 alleen moest gelaaten worden, en ftelden (na ver* » fcbèide maaien over voorfz. verandering van Stads, i Regeering met de gevolgen van dien was gedifere- ■ peerd,) nader andere middelen op dingsdag den t 7den Augustus voor: dat de Kapittelen zelfs,! zouden kiezen. ' I By deze gelegenheid en direct op dezen voorflag. ; ■van de Kapittelen zelfs te laateh'kiezen: (waar toe s de Heeren Edelen met geene möoglykheid konden i komen, zonder te begrypen, dat de Kapittelen ori- ■ #ineel en met de daad waren het eerïle Lid van i Staat, en de Heeren Geëligeèrden hunneReprefen- ■ tanren, ja! die anders geheel abfurd Zoude geweest E zyn) verklaarden de Gecommicteeren van de Magi- i ftraat'van Utrecht, dat: na dat de Landen waren ver* i lost van de Tyraimy der Spaignaarden elk in zyn geheel i was gefield, en dat het eene Lid van een Provincie zo» i wel zyn natuurlyke vry- en Gcregtigheid behoorde te ge- ■ nieten als het andere, fonder dat de eene over de andere t mogt domineeren, ende dat tegens zodaane natuurlyke ! 'vryheid, de Edelen eenige jaaren her waai ds al vry wat o- ■ 'ver hare vry en Geiegtigheeden hadden geufurpeerd, het 1 welk ; (2) Utr. Plakaatboek D. I pag. 194, (a) Verbaal en rapport ut Jupra.  de Gebeurtenis/en ié 178? enz, vodrgevallén\ 27Y 'dk zy niet'-konden verftaan dat langer 'behoorde gecontileerd te werden, dan begeerden .zelfs haar vry en Geigtigheeden zoo wel als anderen te gebruyken. Voortreffelyk in de daad ia zich zei ven , en het een alleen noodig was, mütatis mutandis, \4p0r de iapittelen te allegeeren en omtrent dezelven volens den ftelregel, q'uod quisque jiiri's in alium Jlaterit eo &' ipfe utatur, in acat te neemen (/>.). Dan hier haperde het, ai-zoo" de voorfz. Heeren TéComfnitteeTcien 'er als in een zei ven ade:n byoègden., dat de Nominatie hun volgens expres ■adtaat van 1582 en uitfpraak van ïöio wa.'.compeie rende. De Heeren Edelen antwoorden wél, en hoe gerond is her o ^ren* gedemo.nftreerd; dat a-idere mjuncturen van tyden plaats hadden, ook meede dat zulk :a.'a i.t ende uitfpraak maar provifioneel waren', welke rovifie by deeze verandering genoegfaem kwam te cesfee. m , : Ook bleeven zy daar op ftaan , en voerden den Jecommitteerden van de Magiftraat hunne eigen ier voor verhaalde woorden te gemoet; dan alles ï vergeefs, wyl de Gecommitteerden niet alleen det toegeeven, of de by herhaaling voorgeilage lubiiisfie des verfchils aan zyne Excellentie wilden oeftemmen, maar (dit moest eerst voor af gaan) elfs nog twee Heeren tot augmentatie van 't eer:fe Lid voorftelden, met byvoeging, dat wyl Riderfchap en Steden altoos hadden geëligeerd den :enen, die by de Stad genomineerd waren, zy zulks .u ook verzogten te doen. Zeer diftrculteerden Edelen en Steden hier omrent, aantoonende, ,, dat op zoodaane wyze de , Stad wel en de Nominatie en Electie beiden zou, de willen hebben, en dat hunne Electie van de , Perfoonen die genoemd waren, enkele beieefd, heid geweest was; dat hét nu een andere zaak ,, was, (b) Dat is; M .ieder het zelve, recht, bekoord te volgen, dat by voor een ander hééft vastgefteld. "  fin Verzameling van Stukken betrekkelyk. tot „ was, als toen de Edelen mede één uit hun Lid „ in de Regeering hadden, ende dat die tratlaten en „ accoord maar provifioneel waren, welke provifie kwam „ te cesfeeren ". Dan oe Gecommitteerden der Magiftraat verklaarden rotunde, tot geen fubmisfie te willen verftaan, ten zy ook dier in hun genoegen gegeeven wierdt, en zyne Excellentie toen tusfchen beiden komende, was de zaak ras beflist; de geproponeerde Heeren in het Lid der Geëligeèrden toegelaaten, en 't verdere different gefteld aan zyne Excellentie , terwyl de verfchil hebbende partyen, Edelen en Gecommitteerden van de Magiftraat, op ^en loden Augustus aannamen, des nademiddags voor vier uuren met hunne memorie klaar te zyn, en de uitfpraak reeds gedagtekend is den twaalfden (c). By deze arbitraire uitfpraak, in welkers inleiding op den naauwkeurigen. toedracht van zaaken niet ten ftriktften is gelet, wordt het gefchil het Welk was gecompromitteerd voorgefteld, als, by gelegenheid der augmentatie van het eerfte Lid op agt Leden, gereezen te zyn tusfchen Edelen en Steden dezer Provincie van Utrecht, belangende hoe, en in wat voegen de augmentatie vqnri voorfz. Lid voortaan zoude gedaan wordtn. Deze generaale expresfie nu met het voorverhaalde vergeleeken , blykt het, dar in het verfchil tusfchen Ridderfchap en Steden en de Gecommitteerden der Magiftraat dezer Stad, de flatus quastionis eigenlyk daar in bcftond: of de nominatie tot het eerfte Lid voor als mg moest blyven aan de Stad, en de Eieftie aan Ridderfchap en Steden, volgens expres Tractaat van 1582 en uitfpraak van 1610, gelyk de Gecommitteerden \au de Magidraat, dan of daar in, dewyl die Tra&aaten en uitfpiaak provifioneel waren, welke provifie by deze verandering genoegzaam kwam te cesfeeren, verandering moest worden gemaakt, gelyk Edelen en Steden fustineerden. De f» Verbaal en rapport mfupra. Utr. Plakaatb. D.Lp-193.  Gebeurtenisfm in 17B7 enz. voorgevallen. 273 De uitfpraak, van zyne Excellentie was, gelyk uit: oet voorafgaande ligt te denken was, derStadgunsig, en bevestigde de 'Nominatie , vastfteliende: , dat by eene voorvallende vacature, by Burge, meesteren en Vroedfchappen dezer Stad Utrecht± , van de refpective Perfoonen gedaan zal worden, , Nominatie van een dubbel getal, en dat van zul kp, Perfoonen die men weet bekwaam te zyn en ha , behooren gequalificeerd, mitsgaders doende pró, fefie van de waare Chris'telyke Gereformeerde , Religie, welke Nominatie alzoo gedaan zynde, , zal daar uit by den voorfchreeven Edelen, mits, gaders die van de kleine Steden dezer Provincie , van Utrecht, eenen Perfoon, 't zy Edelman of , Burger zoo boven is verhaald, worden gekoreh. , en aan ons overgezonden, omme by óns geap, probeerd te worden, achtervolgendé de uitfpraak , gedaan by den Raad van Staaten dezer Vereenig, de Nederlanden op den 18 Juny 1610 (d). Deze uitfpraak, daar in zyne Excellentie zichöjp. ilie van ifjio beriep, bekrachtigde düsde.voorigé» vaar in men zich op dié van den 1582 beroepen lad, en daar deze voorgaande uitfpraken waren gé. iaan, zonder iemands prejudicie, en als nog by proviie,,en het gefchii was, of by de thands voorvallende verandering het zelfde Tractaat en uitfpraak,, moesten blyven in haar,vigeur, en zulks door zyne ixctllentie in zyne uitfpraak wierdt geaffirmeerd, ;oo moesten zy ook noodzaakelyk daar door pr'out acebant, dat is zonder iemands prejudicie en als nog vy provifie, geacht worden geconfirmeerd te zyn. Dan, Edel Mogende Heeren! deze uitfpraaje Iwaalt zoo verre af van het gefchii zeiven, zoo als iit ook zelfs in die generaale termen, hoe en in wat voegen de augmentatie van het eerfle Lid voortaan zoude kda&n worden, en volgens welken in den oppervlak» eigen en letterlyken zin genoomen, de augmentatie (d) Utrechts Plakaatboek, D. Lp. 193, XXVII. Deel. S  974 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot tie door zyne Excellentie wel aan den Paus zoude hebben konnen gedefereerd worden, is voorgefteld, dat zy eer een eigendunkelyke bepaaling, dan de uitfpraak eens arbiters, verdient genoemd te worden. Want daar het in rechten kennelykis, quod om* nem trakatum ex ipfo compromisfo fumendum: nee enim aliudilli (arbitroj licebit quam quod ibi ut efficereposfit, cautum est. Non ergo quodlibetftatuere arbiter potent, nee in re qualibet, niji de qua compromisfuni est, £f quatenus compromis/urn est, atque, arbiter nihil extra compromisfum facere potest (e). Zoo bepaalt in tegendeel zyne Excellentie, voor eerst het getal der Heeren Geëligeèrden tot agt Perfoonen; daar op trekt zyne Excellentie aan zich de uitfpraak, of het zelve Lid zoude behooren vermeerderd te worden dan niet; ftelt ook vast, dat vier van dezelve Perfoonen Edellieden, en vier Burgers zouden Zyn, en by vacature ook een Edelman voor een Edelman, en een Burger in de plaats eens Burgers moeten genomineerd, geëligeerd, en geapprobeerd worden. Alle zaaken en poinflen waar van in het gecom. promitteerde, ook zoo als het woordelyk by de uitfpraak word voorgefteld, noch titul noch jota te vinden zyn. Kan 'er nu zelfs van eene irreprochable uitfpraaK eenes Arbiters betering worden geobtineerd (ƒ), wat (e) Dat is: dat al het te verhandelene uit het verblyfJchrift zeiven moet genomen worden, wyl den Scheidsman niets vry ftaat dan 't geen daar in bepaald is dat hy zoude konnen uitwerken: een Scheidsman kan derhalven niet al vastfiellen wat hem belieft, noch in wat zaak hem belieft, als alleen in die, welke aan hem verbleeven is, en voor zoo verre die aan hem verbleeven is. En, dit en een Scheidsman vermag niets te bepaalen buiten het verlleevene. Lex 32. ïï. g. 15 & 21. de recept, qui arbitr. receperunt. ( ƒ) Gsotiüs, de Jure BeUi £? Pacis l. III. c. 20. $. 4'  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 27$ :.t zoude dan zoodaanig eene eigendunkelyke vast* Hing, door een Vorst, daar toe geen wettige Egt hebbende, by omftandigheden daar openlyk fweld gepleegd, daar op het recht des Souverein* |en acht geflagen, daar der Staaten Vergadering 0 zeer gemutileerd was, en Hun Ed. Mogende!* iliberatien door de prajfentie en influentie van den; ins, en de Heeren Hun Hoog Mogendens Gemmitteerden zoo zeer waren gegêneerd, en daas ilimiten van het gecompromitteerde zoo zeerevt» ntelyk en wederrechtelyk zyn getransgredieerd, [t zoude zoo eene vastfrelling toch voor effeQfor» uren (g)\ Dok is aan dezelve door geen opgevolgde Reiblu» van Hun Ed. Mogenden, daar zyne Excellentie k als Arbiter beichouwd geen rechts-gebiedhad, icht van eene wet gegeeven. Sn wilde men al eens fustineeren, dat Hun Ed, sgenden faclo zich naar dezelve hebbende gereileerd, deze daar door de kracht van een'wetzou- 1 hebben geimpetreerd, hoe zeer blykt dan niec het voor verhaalde dat zoo ooit, daar op tpe» fefelyk zoude zyn: Quod hujusmodi refcripta quiz contra jus vel utilitatemi hlicam impeirata funt perinde habentur ac fi non con* es/ent, (h) en dezelven vérkr'eegen te zyn, afi c'ircumventa per obreptionem vel imprudentiam re. (g) L. 18. ff. communi dividundo. Brunneman ad legem destinguemus, 32 ff de recept, qui arbitr. recep. n.' 2% I 30. Damhouder Praxis rerum civilium Cap. 208. &f ibi ildenus' in Notis mm'. 1 fcf 2. Carpzovius Procesfusjw, 'tit. 6. art. 3. n. 22 rj? 23. (h) Dat is : dat zoodaanige beveelen, wellen tegen het recht algemeene nut verkreegen zyn , eveneens gehouden worden, als ven zy niet verleend. Lex 2. & uit. Cod. fi contra jus, Cod. ERIAN. L. 2. Tic. II. dit. I. S 3  276 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ligione principis, qui nee voluisfe unquam credendus est j quodjuste veile non potuit (O- WateiDdelyk Ed. Mogende Heeren! zóude onbillyker konnen uitgedacht worden, dan de Kapittelen, die niet alleen niet hadden gecompromitteerd, maar die van het geheele verichil ignorant wareD, zouden verftooken worden van hunne rechten, om dat de Heeren Edelen en Steden, en ook eindelyk die Gecommitteerden van de Magiftraat dezer Stad, hun verfchil aan zyne Excellentie had-den gefubmitteerd, turn ea maxime refcripta contra jus esje cenfentur, ex quibus aliuminjuria 'mferatur quoi ■ vix est, ut non eveniat, quoties alterijam queejitum jus aut invito aut etiam ignoranti adimitur (k). Ja! maar hadden ook Heeren Geëligeèrden, als der Kapittelen Reprefentanten, hunne zaakpro virtlus gedefereerd, hadden zy ook voor de Kapitte* len gecompromitteerd? In de daad, Ed. Mogende Heeren! daar dit althands door niemand , die de reprasfentatie der Kapittelen in twyffel wil trekken kan gefustineerd worden, zoo mogten de Kapittelen in-dien tyd te recht gezegd hebben: Non tali auxtUè, nee defenforibus istis, Tempus eget. (O* < Ook fi) Dat is: de plicht des Overheers door listige bekruiping of onvoorzichtigheid als verkloekt zynde, daar hy nooit moet gelooft •worden, dat geen gewilt te hebben, dat hy behoudens recht niet willen konde. Lex, 35. ff. de inoff. testam. Codex Fabrian. L. 2. ti.t. 11. def. 1. (k) Dat is: daar zoodaanige beveelen voornamelyk tegens het recht worden geacht te ftryden, waar door iemand eenig ongelyk wordt aangedaan, dat byna niet misfen kan, zoo dikwerf iemand een reeds verkreegen recht, zyns ondanks, of buiten zyn weeten henomen wordt. Codex Fabrian. 1. c. Lex, venditor 13. ff. jCommun. pradior. Lex, ld quodnostrum 11. ff.deReg.jur, (/) Dat is: Geen dergelyke hulp , noch zulk flag van befchermers, Vereischt de tyd.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 277- [Ook konden die Heeren niet buiten weeten der apittelen voor dezelven compromitteeren, noch :dden zy in 'c geheel gecompromitteerd, zynde inne goedkeuring reeds volftrektelyk den 7den irleend, eer zelfs de Gecommitteerden van de ïagiftraat in de fubmisfie geaccordeerd hadden (»0, lyk ook noch in het Rapport en verbaal der Heen Hun Hoog Mogendens Gecommitteerden, noch de uitfpraak des Prinfen éénig woord van 't commmitteeren van Heeren Geëligeèrden wordt geentioneerd, fchoon in de Iaatfte van een deduc: en beliheiden der drie Staaten, die omtrent de :eeren Geëligeèrden geene anderen dan de hier Lor geallegeerden, kan geweest zyn, wordt geag gemaakt. . 'Maar mogten Heeren Geëligeèrden den Kapitten van deze zaak wel kennis geeven ? Immerswas :t een der a-tikelen van 't ontwerp des Landraads, ,t zy niet gehouden zouden zyn of vermogen de artike% van befchryving of hunne Refolutien den Kapittelen ; communiceer en (n). IDan, Edele Mogende Heeren! dat dit artikel op oodaanige Staatszaaken door welker divulgatie , aar voor men, fchoon daar van noch toen noch aderhand iets bleek, by de achterdochtige Geeente vreesde, en niet van zoodaanige die den apittelen meer byzonder raakten, het ooghebbe, I palpabel uit de omftandigheden waar by het voor:hreeven ontwerp is famengefteld. (Ook blykt zulks onder anderen, uit het voorgekllene in den jaare 1622. Toen naamlyk gerefoleerd zynde tot het oprichten eener West-Indifche ompagnie, van welke men zich veel nuts ten vooreele des Vaderlands en krachtigen afbreuk des gemee- (m) Verb. rapp. &c. (n) Uitfpraak, Art. 5. Utr. Plakaatboek, D. I p. 18*.  378 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot roeenen Vyands voorftelde, zoo vonden de Edel Mogende Heeren Staaten dezer Provincie goed: s, elks hoofd voor hoofd in hun particulier tot een „ goed Capitaal ingeteikend, en deGecommitteerst den van Stad en Steden verzogt hebbende, zoo „ goeden devoiren aan te wenden , ten einde de j, Magiftraat en goede Ingezetenen aldaar als goe„ de Patriotten, dezen aangaande mede haar goej, de genegenheid betoonden, daar toe mede ver„ maanende en animeerende alle de Raaden, Ad« vokaaten en Suppoosten van den Hove, omme i, te refolveeren dat de vyf Kapittelen, uit hoofde „ van haar belang in de confervatie en voorfpoed it van het lieve Vaderland , ten refpefte van de „ fchoone en menigvuldige goederen die dezelve s, daar in bezitten, ook zouden inteekenen voor j, Veertig duizend Guldens , die negotieerende j, tot laste hunner Corpora, en gelyk zy geraaden Jf zouden vinden "(o). Dan de Kapittelen hierindifficulteerende, fchreeVen aan Hun Ed. Mogenden eene Misfive van vol« genden inhoud: Édele Mogende Heeren! ü Wy hebben ontfangen, geleezen en wel geexamineerd d'Acte van xxi Febr. I622, nopens j, de West-Indifche Compagnie ons toegezonden, en bevinden ons by dezelve niet alleen in defor„ me, maar ook in de zaake zelfs geinteresfeerd ü ende befwaerd. In de forme, orh dat U Ed. Mogenden ende si allen ende ee,n ijder wel bekend is, hoe dat deze Landen van Utrecht van outs hebben beftaan in drie Leden, te weeten, Geestelyken, Edei, Ien en Steden, Welken te zamen hebben uitge*i maakt een Corpus van Staaten derzelve Landen, „ en (o) OriginetJe A#e Mfs. ex Jrehiv. Capiu  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 279 en dat wy ofte de Geestelyke (lem, daar van, van , den begiriDe af, zyn geweest 't eerste Lid; in • zulker geitalt, dat ieder Lid van dezelve advifeerende op eenige fwarigheden van dezelve Lan' den, die by petitie ofte beden werden voorgedragen, is geweest in zulken ftand, vry dom en ' qualiteit, dat het een 't ander niet en heeft mo' gen ordonneeren noch iet opleggen, recht ofte , het een ware geweest onder fubjectie van t an; der, nemaar dat dezelve te famen en gelykelyfc , op dezelve fwarigheijden, zulke middelen heb, ben geordonneerd als zy over 't gemeen bevon, den hebben te behoren. , , Sonder dat daar tegens can doen dat de Geeli'geerdé uiitte Capitulen, daar op zoude mogen wezeh gehoord, vermits die felve in geene fae' ken tot onze bezwaarnisfe fonder onze last en\ de voorgaande advies eenig confent hebben te (If «IS 60* - „ Sulx dat wy niet minder en hadden gedagt, dan dat men ons met een zodanige Acte zoude hebben gerencontreert, daar by men ons in effecte \ ordonneerd, veertig duizend Guldens tot die voorfz. West-Indifche Compagnie op te bren! gen; als direótelyk ftrydende tegens de vrydom, ' ftand ende qualiteit van ijder Lid van de Staten, I? als vorens verhaald is. Daar over wy na^ype deliberatie niet en hebben connen nalaaten tzelve U Ed. Mogenden voor te dragen ende daar "' bv te verclaren, dat wy fodanige ordonnantie 1' nieten konnen aanneemen, ofte UEd. Mogenden *' daar in believen." Vervolgens hunne bezwaaren nopens de zaaK zelve hebbende gedetailleerd, en aangedrongen, idat zoodaanige deelneeming behoorde te zyn volontair, eindigen zy aldus: , Biddende U Ed. Mogenden deze onze Kede"en niet voor ongoet maar voor zulks te willen '! aanneemen , diewelke de vryheid van onzen " S 4 *) ftand.  28q Verzameling van Stukken betrekkelyk tod ftand en nootzaakelylcheid van onze defentie heb.* u ben vereischt, blyven altyt, Edele Mogende Heeren l U Ed. Mog. zeer geaffeótioneerde Vrunden (£). j Be_Ed. Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten deze Misfive hebbende geëxamineerd, verklaarden op den 10 April 1622: „ de refolutie Staatsgewyza 3, genomen, niet te konnen veranderen, vertrou3, wende niettemin dat de voorfz. Heeren Prelaten, 3, Capitulep ende Ecclefien , inziende de tegen3, woordige conftitutie van 't Landt, vermits de 3, magtige Equipage die de Koninck van Hiapaniea 3, met zyne Adherenten zo te water als te land te. 3, genwoordig is doende, neijt alleen tot onderi 3, ganck ende ruine van Staet der Vereenichde Ne3, derlanden, maar ook van haare goede nabuijren s, ende bontgenoten, de voorfz. Acte in 't goede 3, en ten beste zullen gelieven te verftaen ende te „ ïnterpretceren, dezelve by deze daar toe vrien„ delyk verzoekende, als mede dat Hare E. gelie„ ve haare goede affectie en genegenheid, tot da .„ erectie ende voortganck van de West-Indifche JS Compagnie datelyk te betoonen, gelyk alle an„ dere Patriotten en ware Liefhebbers des Vaders 3, lands zyötdoende, zonder dat dit fal worden ge3, trokken in confequentie, ofte ftrekken zalm s, prajudicie van de geregtigheid der voornoemde 3, Heeren Prelaten, Capiculen ende Ecclefieh." - De Heeren Gedeputeerde Staaten voorts aanfchry. vens van de Heeren Staaten Generaal bekomen hebbende: „omme tegens den ijden Augustus ope'. 25 ning te hebben van de refpective Capitalen tot, 3, ter handneeming van de Equipagie voor den be- teren voortgang der West-Indifche Compagnie ss nodig, omme te weeten of dezelve daar toe fufl. (?) Origineele Copie Mfs. ex jtrchiv. Capit. "  de Geleuttenisfen in 1787 tnz, voorgevallen: ü8ï „ fifart zyn ofte niet, vonden op den 31 Ren July goed, de Dcekens en Capitulen als nog te ver„ zoeken, omme in conformité van voorgaande o* „ vergezonde Refolutie en Infinuatie daar op ge„ daan, naar proportie van elks refpettive quota' ,, ten fine voorfz. te willen teijkenen en fournee» , ren de voorfz. veertig duijzend ponden, ende , van.die teijkening voorfz. Gedeputeerden te doen , blyken overmorgen voordemiddag de klokke tien , uurën, met comminatie van de voorfz. fomme, , anderzins. onder de.ingeteijkende fomme van pen, ningen voor de Stad en Lande van Utrecht te ,,. zullen reekenen, en in den over te zenden ftaat , als andere ingeteijkende penningen te doen Rel, len, en by gebrek van fournisfement op de ge, Relde termynen, daar in met andere refolutien , behoorlyk te zullen voorzien tot lasten der voorfz. „ Capitulen (q). De Kapittelen, die in de zaak zeiven, want het oelang des Vaderlands was ook het hunne, en 'er vas zelfs goede apparentie van voordeel, geen zoo rroote zwaarigheid maakten, maar deze wys van verloeken niet konden toeftemmen ofte ongemerkt oasfeeren, verklaarden daar op: „ Dat zy luiden , wel verhoopt hadden dat Hun Ed. Mogenden de , voorfz. vyf Capitulen in conformité van belof, ten by vorige Acte gedaan, dezen aangaande zou, den gelaten hebben ongemolesteert, veel weini, ger verwagt hadden dat Henl. 't zelve by forme , van comminatie foude werden geinfinueerd, tot , merkelyke praïjuditie van de Geregtigheijden , van ,de voorfz. Capitulen, ende direftelyk ftry, dende tegens verfcheide Acten en tradtaten tus. , fchën de Leden van Staten deezer Provintie ge,, maakt ende opgeregt, ende hoewel Zyluijden I wef geneegen zyn om alles te doen tot welftand , ende behoudenisfe van 't Vaderland, dat na ha- „ re zoude hebben moeten gedcfifteerd, alvoorens hemi in de Vroedfchap dezer Stad fesfie mogt werdeni vergund (g). Eai i (e) Klagt van den Bisfchop , Jri. 4. Utr. Plakaatboek,, D. H- ƒ>■ 965. Maresiüs, judic. 0 refponj'. de Canon. Uitraj., C. 7- P- 74- (ƒ) Utr. Plakaatboek, D. I. p 3"(g) Utr. Plakaatboes, D- UI." 103,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 29f En daar deze ordonnantiën, ten minften ten prinipaale genomen, ais nog zyn in viridi obfervantia. 30 moet men of amplecteeren, dat dezelven orflj ermengeling der Leden voor te komen zyn geftaaeerd, en worden geobferveerd, of men moet deelven fugilleeren en tauxeeren van notoire iniquieit als beroovende Edelen en Burgers, en dat, om at zy eene Prebende, titulo onerofo 'verkreegen, ezitten, van dat incontestabel recht, hun neven* ilen hunnes gelykén, door God, de Natuur, er^ 'olksrechten verleend. Wat nu betreft, Ed. Mogende Heeren! de beaaming van Geestelyken, Geestelyken Staat. Geeste* 'ikheid en wat dies meer zy, den Kapittelen toeepast, behoeft men zich geenszins te verwonde2n, dat, daar in oude tyden de naam van Geeste\tk zoo eerwaardig en van zoo veel aanzien was, aar de Leden der Kapittelen meest Geestelykeri raren, daar hun Hoofd het Hoofd des Lands was , aar zy als Geestelyken, Bisfchoplyke Raaden waV en, ook in wereldlyke zaaken, daar zy, na dezérx 1 vloed by de overdracht der temporaliteit verlooreü, e hebben, Geestelyke jurisdictie en voorrechten an geen klein aanzien bezaten Qh), en daar zy na e Reformatie, en toen zy volgens 's Lands wepten elydenis der Gereformeerde Religie deeden, den ing, tituls, en gewoontens, vfen ouds gebruikeyk, voor zoo verre die in zich zei ven met den Godsdienst niets gemeens haddén, behouden heb:en, dat daar, in navolging van de oude wys, ge\fk men nu deze Provincie, fchoon geen eigenlyk lisdom meer zynde, het Bisdom van Utrecht, het •Stift, het Sticht van Utrecht noemt, den naam vari geestelyken, Geestelykheid enz. in wezen gebleevep? :n nog pok in Staatsfchrifcen, wordt geufeerd. Dan, daar naamen geen zaaken zyn, en niemand, :rgcns toe verplichten, zoo is der Kapittelen ftand, ii (h) Utr. Plakaatboek, D. II. p. 987. T ?  89» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en zyn derzelver Rechten ook van geen bloote naa. men afhangelyk, maar zoo dikwerf en folemneel in deze Provincie erkend, en by al wat heiligen plechtig in verbonden en overeenkomften kan aangemerkt worden, fpeciaal by de Unie van Utrecht aan hun als Mede-Contrahenten, ook door de Hooge Bond. genooten, geguarandeerd en derzelver maintien be. foofd , dat daar op geene indracht had behooren ge. daan te worden. Immers, Ed. Mogende Heeren! daar het in rechten buiten controverfie is, dat zelfs de Hooge Overheid het jus qucujitum der Onderdaanen Qfalva reverentia) niet vermag te verminderen, zelfs niet ea? ■plenitudine potestatis, als alleen in hoogdringende noodzaakelykheid, of als het nut des Staats zulks abfolutelyk vereischt, zoo als de hier by geannoteerde Rechts- en Scaatskundigen doceeren gelyk ook van oudsher by de Romeinfche wetten zeer zorgvuldiglyk is geftatueerd: quoiPrinceps juriquce. fito ex ea caufa, quamjus gentium induxerit, veluti ex iusto legitimoque contraftu derogare nequeat, fi nulla ratio urgeat, ne ex plenitudine quidem potestatis extra injuriam, quia jus gentium naturali ratione Jlabilitum est immutabile {k): zoo behoorde dan zulks althands om- (z) Grotius, de Jure Belli & Pacis L. II. C. 14. 5- 7> Puffendorf, de JureNaturte &? Gentium, L. VIII.C. 5.$. 7. Burlam'aqui, du Droit Politica. C. 5. J. 18. Bynkershoek, Quasi jur. publ. L. II. C. 15. Codex Fabrianus, L- I.tit. 2.def. 50 £ƒ «fc l-l. def. 1. Gail, Obfervat. L- II. Obferv. 56, 57 Ö5 58-■ Carpzovius, Defin. forenf. Part. II. confiitut. 23.' defin. 10. & P. HL confiitut. 4. defin. 41. (k) Dat is: Dat een Overheer zonder onrecht te pleegen, een recht, dat uit eenigen hoofde, welke het recht der Volkeren heeft ingevoerd, gelyk als uit een billyk en wettig verdrag, verkreegen is, niet kan vernietigen, zelfs niet uit hoofde van opperfte Magt, dewyl het recht der Volkeren, op de natuurlyke reden gegrond, onveranderlyk is. Codex Fabr. L. I. tit. 11. defin. 1. L. III. tit. 22. deüti. 12. num. 1 & 2. Cumberlanh, Trat-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 293 imtrent de Kapittelen, die een Mede-Lid van Staat litmaakten, te zyn in acht genomen. Alzoo ,, de onlochenbaare verplichting die gelyk j ook nu, ook toen de refpective Leden van deze ! Provincie verbond, niet alleen om haar eige by. , zondere Rechten en Vryheden, maar ook dieder andere Mede-Leden te befchermen en te mainti» , neeten, gegrond op den onderlingen ftaat van vereeniging tot handhaaving van de gezamentlyke Rechten tegens alle de zoodaanigen, die dezelve op eenige wyze wilden aantasteD, waar in zich Leden van eene Provincie dezer vrye Republiek bevinden, noodzaakelyk moest medebrengen, niet alleen, dat geene der Leden iets op den anderen zouden entameeren, maar zelfs, dat 'er geene mooglykheid ware voor eenig Lid of Leden om eenig recht, aan een ander Lid behoorende, voor zich of hun te kunnen verkrygen, i anders dan door vrye en onbedwonge afftand van i het zelve Lid, welk gevolg op zich zelve ook zoo notoir en evident is, dat het zelve ten allen tyde by de Leden der Hooge Staatsvergadering | dezer Provincie is geagnosceert (l). Dewyl ook de ,, drie Leden van Staat in hunnö i origine befchouwd zynde, op geenerhande wyze , van malkander dependent zyn, en dat zy by eeh j vergaderd als reprefenteerende de onderfcheide , Staaten dezer Provincie, wel te famen oeffenen | het hoog gezag en de Souvereiniteit over dezelj ve, doch dat geen derzeive kan begreepen wor, den aan de overige Leden, NB. buiten zyne con, currentie en uitdrukkelyke toeftemminge, afge, ftaan te hebben dedispofltie en befchikkinge over » de f/raité phil. des Loix naturelles pag. 415. Carpzoviüs,' liusest. forenfium Part. II. conftitut. 42. defin. 11. Idem; rart. II. conftit. 22. defin. 10. & Part. IIL c. 4. defin. 41. (/) Oosterdyk en Wantenaar, Deduftie of groot ■tadsrecht, p. 54. T3  294 Verzameling van Stukken betrekkeïyit w$ de byzondere Privilegiën en Voorrechten, waa$' '3, door het zelve en de Staat dien hetreprefenteert, van de andere Leden en Staaten onderfcheiden is, ,, om welke reden ook NB. volgens de Régeerings^ „ form dezer Provincie, geene Refolutien, weikét ,, tot bezwaar ftrekken van de refpective Leden," mogen genomen worden buiten de eenpaarigei „ toeftemminge der drie Staaten " (m). . En wil men hier eens voor een oogenblik niét op] reflecteeren, en maakte de turbulentie der tydepi (altoos, toch was of oproer of overheerfching dèi gelegenheid waar by der Kapittelen rechten befnoeidi wierden) het al eens noodzaakelyk of nuttig, daü de Kapittelen in het uitoeffenen hunner rechterii wierden gefurcheerd, én kon hun hier in, gelyk! anders rechtens was, geen vergoeding op dien tydi gedaan worden («), zoo bleeven dan de rechteni der Kapittelen, die geen prffifcriptie in dezen fub-i ject waren (o), bewaard, en hadden gelyk fublatdt caufa effeElus tollitür , ook in tyden , waar in aani recht cn billykheid veilig opene ooren verleendt konden worden, behooren herlteld te zyn. En, gelyk de Kapittelen wel verre geweest zyni van ooit vrywillig toe te ftemmen in alle de infrac-' tien op hunne zoo gegronde Rechten en Voorrechten gedaan, zoo hebben zy, zelfs niet tacito confeni. Ju, 't gene hun nogthands, gemerkt de omflandig-. heden, niet zoude kunnen praejudicieeren, daar int berust, maar de menigvuldige Remonftrantien dén Kapittelen nu eens over generaale, dan eens oven meer byzondere bezwaaren , toonen ten evident-' ïten, datzy, altoos hunnes ééds en plichts gedachtig, zich, zoo verre de omitaodigheden der tydeni toelieten, 'ter hunner verdediging gekweeten heb-. ben,: (w) Deductie der Heeren Edelen, Ibidem pag. 55. («) GftOTIUS PlIFFENDORF, loc'lS titatis. (0) Voet ad PandeEtas, L. I- tit. n. g. 24. Vide omnint ê Oósterdyk en Wante&aar, Deductie of groot Stadsrecht til h 56, 57, 58 en 59. 1  de Geleurtenisfen m 1787 enz. voorgevallen, 29jr ben, en, gelyk' zy trouwens gehouden zyn, nog in deze van hunnen duuren plicht te kwyten- Zoo hebben ook ten huidigen dage, de byzondere Leden by hunne on^ertet keningen van 't Concept-Reglement, en andere Memorien van gelyken aart, de Privilegiën en Rechten derKaDictelen, exipresielyk gehouden buiten alle praejuditie, en zoo ihebben ook die Leden der Kapittelen, welken door :een aantal notabele Burgers dezer Stad mede waren [geconftitueerd, wel expresfelyk zich voorbehouiden, van door hunne onderteekening der Confide■raden uit den naam en van wegens voorfz. aantal motabele Burgers op het uitgebragte Staats-Rapport ,van den riten September dezes jaars, niet te hebben toegeftemd ia het daar inne omtrent de Kapittelen gepofeerde, maar alleengeteekend te hebben, ials, in hunne qualiteiten, voorftellende van watgei voelen over het algemeen dat gedeelte der Burgeiry, waar van zy Mede-Geconfticueerden waren, in ;dezen was, blykens de Acte van decharge aan 1 voorfz. Leden der Kapittelen verleend, en aldus LuU i dende: „ Wy Ondergefchreeven Geconftitueerdens van ,„ een aantal notabele Burgers binnen Utrecht, ver,„ klaaren ten behoeve van de Wel Edele Geboo. „ ren en Geftrengen Heeren Mr. Jacob Hendrik , „ de Ridder van Almkerk, Jacob de Joncheere, , „ Mr. Willem van Dam Heer van Isfelt, Otto , „ Dirk Gordon en Mr. Jan Carel Pronckert, i onze Mede-Geconftitueerdens, dat zy de Confi„ deratien uit den naam en wegens onze Princi„ paaien op het uitgebrachte Staats-Rapport van „ den ïften dezer maand opgemaakt en overgeleverd, niet anders hebben onderteekend dan na „ expres voorafgaand declaratoir, dat zy als Ka„ noniken de middelen vervat by de opgegeeven „ Confideratien , en beginnende op pag. 14- O) „ met (ƒ>) Pag. 14 &? 23. voorkomende in de gedrukte Confideratien op pag. 9 tot 15. T 4  ?$ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tót ), met de woorden, want of fchoon, en eindigende op pag. 23. met de woorden wierd betaald, ingea, richt om aan te toonen het recht dat de Burgery vertrouwd te hebben, om de Nominatie'tot het eerfte Lid niet aan de vyf Kapittelen over te gee. ,", ven , dezelve middelen niet houden voor hunge. „ voelen, -maar zich in dezen ter onderteekening „ met de' verdere Geconftitueerdens hebben ge„ voegd, alleenlyk, om ten hunnen reguarde in 3, hunne qualiteit voor te dragen, hoedaanig by de „ Burgery daar over in het algemeen werd gedacht „ en verder niet, en dus onder expres protest, 3, van door deze voordracht van het gevoelen der 3, Burgeryen middelen van defenfie, dezelve voor 3, hun particulier niet aan te neemen of op eenige 3, wyze te willen befchouwd hebben door hunne on3, derteekening van die confideratien een defenfie „ tegen de Kapittelen te hebben geamplecteerd, 3, dan wel , dat zy daar inne voor hun particulier, „ en als Kanoniken zyn gebleeven in hun geheel, 3, zoodaanig dat zy de voordracht van de voorfz. „ middelen niet anders of verder hebben gedaan, ,, dan voor zoo verre zy als Geconftitueerdens me,3 de verplicht en gehouden waren daar toe in hunjj ne qualiteit te concurreeren ; verzoekende ter fl hunner decharge als Kanoniken, dat van dit hun 3, declaratoir en protest door ons werde uitgele,j' verd attest, om te konnen dienen daar en zoo ^ hun Wel Edelen oirdeelen mogte te behooren; ,j hét welkwy aan hun Wel Edelen niet kunnende „' weigeren, hier van hebben geformeerd vyf eens,3 luidende, welke'door ons zyn onderteekend in Utrecht op den 29 Sept. 1784." (was geteekend) G. C. Halmsen, Ph. Kuvel, A. j. van Mans-' velt, P. P. j- Ondaatje, j. Kreylkamp, j. vak Schalkwyk, P.Blanche, G. Bentinck, A. Wep- PELMAN, N. van OOSTVEEN, C. H. j. KoPPEDRA- jer, als geasfumeerde van Anth. Windsand, ƒ. t» van Velthoven, A- Hoevenaar, G.Bettinks T; C. van Manen Adz. G. Westhdyzen, j. D; v- v • • •" ■' • •• •• V:s.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 297 1 Visser, B. F. vanLibeherr, Ferdinandus Weus- IWAN. Zoo confteerd dan, dat alle voorfz. Leden der JKapicteien in 't algemeen, en ook voorfz. geconiftitueerdeHeeren in'tbyzonder, dat gevoelen van, len dien yver hebben voor der Kapittelen welhert gebrachte Rechten en Privilegiën, als de kennis van voorfz. Rechcen, en hunne met ééden geflaafde plicht, van weldenkende Ledemaaten hunner Collegien vereisfchen en medebrengen. Maar zouden Decanen en Kapituïairen thands wel ivoor zich recht hebben op de voorrechten in dezen jgementioneerd? Zoo zeker, Ed. Mogende Hee(iren! als zy justo £? quidem onerofo titulo, naar deonafgebrooke perpetuiteit der Collegien, met aggret atie van ü Ed. Mogenden, onder voldoening der bepaalde lasten, en met prsftatie van de gerequi: reerde èéden, hunnen Voorzaten zyn opgevolgd, 1 en ad omnia jura Capitularia zyn geadmitteerd. Wanneer toch, en waar is 'erby eenige Wet hier : in verandering gemaakt, zoude debefnoeijinge van fommige, de berooving van andere voorrechten . óf inkomften hunne Collegien van eene andere na« tuur, en tot Collegien van Lyfrenten gemaakt hebben ? Zoo ooit, zeker hier mogen Decanen en Kapituïairen toepasfelyk maaken het bekende, om1 ne fimile claudicaz. alzoo 'er zoo weinig gelykvormigheid in dezen is, dat men de zaak van naby befchouwd zynde, deze vergelyking wel in zeer verre de meeste deelen mank bevinden zal. Want waar vond men ooit Lyfrenten die zelfs de ftok-oudRe Grysaart, al had hy van zyn bloeijendRe jeugd af daar van gegaudeerd, op een ander lyf kon transmitteeren? en dat niet alleen gezond zynde direftelyk, maar zelfs bv ziekte alleenlyk twintig dagen leevens vereischt wordende ? Waar hoorde men ooit dat tot bezitting eener Lyfren: te, eene wettige geboorte onvermydelyk noodig was? „r X 5 Was  ï$8 Verzameling ~~ „,j,.^en betrekaelyk tol Was 'ef ooit eenige connexie tusfchen de belydellis eener bepaalde Godsdienst en 't bezit eener Lyfrente? Wierd ooit van de bezitters van dien eene byzondere belofte van volharding en goed gedrag in zekeren Godsdienst gevergd? Wierd 'er ooit van Lyfrenten even als van de aanzienelykfte Commisflen, confiderabele lasten aan 's Lands Domeinen opgebracht? En waar is het ooit gehoord, dat zich Souvereinen de zorge aangenomen hebben, om geene Perfoonen tot eene Lyfrente toe te laaten dan met hunne byzondere aggreatie, alvoorens by requeste te jmploreeren? Het fpreekt ook voorts van zei ven, dat daar Lyfrenten genegotieerd worden, de tebetaalene hoofdïbm en te trekkene reDten, met elkander zyn geproportioneerd, het geen in de Kapittelen geheel van willekeur en toeval afhangt. Ook ontzet eene Lyfrente niemand van zyne andere Burgerlyke rechten, daar, door een Lid der Kapittelen te worden , men zich den deur tot andere Staats- of Stede-Regeering geilooten ziet. Waar wierden eindelyk ooit bezitters van Lyfrenten, onderden heiligen band van geftaafde ééden gebracht? waar wierden zy ooit door Lyfrenten eligibel tot eenig Staatsbewind? en welk een byster verfchil is 'er boven dit alles niet tusfchen het recht van hoogstaanzienlyke Commisfien, niet alleen te bekleeden , maar ook anderen tot de bekleeding van dien te ftemmen, en ook veele aanzienelyke zoo wel als voordeelige Ambten aan anderen te confereeren, ja! voorzeide Ambtenaaren in den ééd te neemen, en het enkel eenvoudig trekken van een jaarlyks inkomen ? Zoo veel onovereenkomftelyk is 'er ook heden tusfchen de Kapittelen en Collegien van Lyfrenten. Voorts kan het Decanen en Kapituïairen geenszins ob-  de Geüeurfenisfen in 1787 enz. voorgr^tien. 299 ébfteererjj dat zy titulo onerofo, en als bykoophunjie Prebenden verkreegen hebben, al zoo des te jneer hardigheids daar in gelegen zoude zyn, zoo fcy ergens in wierden geprsjudiceerd, en moet hier wel in 't oog gehóuden worden, dat, fchoon de Prebenden thands zyn gekomen in libero commercio > zulks al eenigermaate de Kanonikaale wetten nog in volle vigeur zynde, en ook van de vröegfte tyden der Republiek af, en nu by de twee eeuwen met approbatie van den Souverein zoodaanig heeft plaats gehad (j). . . Gelyk ook wel te remarqueeren is, dat eigenlyfc in de Kapittelen geen koop gekend word, (aliud enim est vindere aliud vendenti confentire (r), maar dat het recht tót de prefentatie, quo 'qua modo fit, verkreegen zynde, de Prebende word gefield in handen van *t Kapittel, daar 't voorvalt, en nabehoorlyk examen of de aggreatie van ü Ëd. Mogenden is Verleend, de jura betaald enz., aan den geprefeuteerden wbrd geconfereerd, en denzelvén daar toe 'géadmitteerd, voorts de vereischte jaaren verftreelcen, en van de qualificatie des Perfoons, ouderdom, als anderszins gebleeken zynde, dezelve word geadmitteerd, ad omr.ia jura Capitülaria, jalvisfiatu. tïs £f juribus cujwcumque Eulefiaz (s), en duS tot die Rechten, die den Kapittelen als Corpora eigen zyn, welke nog dezelven zyn als ooit, als zynde niettegenftaande de voorgevallen furcheanee, nooit geaboleefd. En voor zoo verre dat Recht om aldus geprefen- teerd (j) Schoockius , de Bonts vulgo Ecclefi Set}. 1 C. 42. Idem, Se&. 3. C 18. Maresiüs, Judic. éf Refponfi de Canon. .Uitraj. C. 10 p. 148. O) Dat is: het is iets anders te verhopen, iets anders den Verkooper zyne toeftemming te verkenen. L. 160. ff. de reg. Juris. (s) Dat is : behoudens de Kapitulaire rechten en vastfiellingen van ieder Kerke,  'gco Verzameling van Stukken betrekkelyk tot teerd te worden, of de collatie op zich te doen vallen, verkreegen word door koop, en de Prebenden dus gezegd worden te koop ofte gekogt te zyn-, 200 worden dezelve in de veilconditien uitdrukkerlyk verkocht met alle de Revenuen, Praz'èminentien, Rechten, Waardigheden en Digniteiten, volgens de costurnen en Jlatuten van dezelve Kapittelen daar toefpeSteerende (()• En de publieklyk aangeflage billetten, nog wel hier of daar in deze Stad te leezen, verkiaaren, dat die worden verkocht met alle Prceëminentien en Ge* rechtigheden. Zoodaanige opgaven óok die eenige fpecificatie in zich beVatten, noemen daar onder, de qualificatie om befchreeven te worden in het Lid van de Heeren Geëligeerde Raaden repr af enteer ende het eerfte Lidvan Staaten 's Lands van Utrecht (v). Is het nu zeker, quod in toto &pars continetur(%), is het, fecundum naturam, commoda cujusque reieum fequi quem fequuntur incommoda (y), en is het dus, dat: post perfeStam venditionem omne commodum &f incommodum, quod rei venditoz contingit ad emptorem pertinet (z), word in eene generaale verkooping alles begreepen, wat van de verkogte zaakdependeert Ca), zoo dat ook eenig Slot of Dorp verkocht (f) Origineele Veilconditien van wegen de Stad Utrecht, Mfs. (v) Origineele Veilconditien, ut fupra. (x) Dat is: het geheel bevat ook het gedeelte in zich. L. 113. ff. dereg. juris. (y) Dat is: het is natuurlyk, dat de voordcelen van elke zaak door dien genooten worden die de nadeelen moet dragen. L. 10. fF. de reg. juris. L. 3. Inftit, de Empt. & vendit. (z) Dat is: dat alle baate en fchaade die de verkochte zaake aankleeft, voor rekening des Koepers is. L. I. Cod. de Per. & Com. rei vend. O) L. 10. Cod. de EviCt. I. 73. ff. de contrah. Empt. &. Vendit.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3O1 kocht zynde, het rechtsgebied daar toe behoorende, word gereekend verkocht te zyn; vooral ook wanneer zulks van wegens den Souverein gefchied, en al was het ook dat van zoodaanige rechten of regalia by de verkooping of concesfie geen mentie in fpecie was gemaakt, en is het zelfs zeker, dat alle aanwas den Kooper aankomt, gelyk men ditalles by de genoteerde Rechtsgeleerden met autoriteit van rechten kan zien geftaafd (b); zoo hebben dan ook de tegenwoordige Kanoniken het recht tot allen die Privilegiën, die ooit of ooit by de Kapittelen zyn geposfideerd of geëxerceerd , en jalva confcientia legibusque Reipublice (c), zouden kunnéa geposfideerd ofte geëxerceerd worden. Zy immers ftaan gelyk alle andere Koopers bloot voor alle fchaade en infractie, die jure an injuria op hunne by koop verkreegen rechten en inkomften zouden kunnen vallen, en dat hebben hunne Voorzaaten in den jaare 1674 ondervonden, en ook nog zyn 'er, die het in den jaare 1747 en 1748 ondergaan hebben, dat zy, zelfs van by verkoop nomina* tim uitgedrukte Privilegiën, zyn ontzet. Ook is het buiten contest, dat het verkrygen vaa eenig ambt, waardigheid of beneficie, by wegen van koop, niets detraheerd van het Recht en de Privilegiën aan zoodaanig ambt, waardigheid of beneficie eigen, en daar mede verknocht: gelyk het verkoopen van Bailjuw- , Schoutfchappen enz. in deze, en van Heemraadfchappen in eene nabuurige Provincie demonftreerd; En ook die handelingen die omtrent ambten, in het Vryheidkoesterend Friesland, zelfs tot de uitoeffening van het heilig Recht en andere gewichtige Posten, plaatsgevonden hebben, en nog fom- tyds (h) Voet ad Pand. I. tit. 1. j. 6. Carpzovius, Proces/u: juris tit. 25. art. 5. mm. 51. Utr. Confult. D. I. Confult. 80. Hollandfche Confult. D. II. Confult. 144. (c) Dat is: behoudens een goed geweten en de wetten dtsGt; tntenebests.  202 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tyds vinden, geene vermindering van noodige auc toriteit te weeg brengen, of veroirzaaken dat de rechtvaardigheid aldaar het zwaard te vergeefs draagen zoude. Decanen en Kapituïairen, die alleenlyk eene defenfie hunner Rechten, en geene offenfie hoe genaamd ofte van wien het ook zy, op het oog hebben, zullen voorts niet alles bybrengen, wat by gelegenheid van koop of andere verkryging van welgegronde, maar buiten gebruik gefielde of geraakte Rechten en Privilegiën hier applicabel zoude kunnen worden gemaakt, en ten hunnen voordeele geallegeerd. Zy willen liever zien, wat 'er van eenige redenen tegens het herftel der Kapittelen in het uitoeffenen van dien by te brengen, te houden is. Zy erkennen wel, dat verfcheiden Leden van hun, in opzicht van geboorte en woonplaats Vreemdelingen zyn in deze Provincie, dan omniettezegJi gen, dat hier omtrent tusfchen Nederlanders zoo naauw verbonden, niet ten allerflrikften in alles en overal wordt gezien, en misfchien behoefde ge* zien te worden, zoo blyft het altoos zeker, dat hierin, door naauwkeurig te bepaalen prohibitoire uitzonderingen, in alle en allerlei opzichten kan worden voorzien. En is men van oirdeel, dat een te groot aantal van Perfoonen, die kennis hebben van, en delibereeren over 's Lands zaaken, in veel opzichten zyns bedenkings in heeft, ook hier in zouden Decanen en Kapituïairen zoodaanige fchikkingen niet willen afkeuren, waar door gezorgt wierd, dat hier door voor het Gemeenebest niets te vreezen ftond. Alles voorder wat ter voorkoming van alle kuiperyen of kruipende follicitatien en indringingen in eenige Collegien, zoo verre het menfchelyk vermogen gaat, zoude kunnen wprden in 't werk gefield, zoude ook by de Kapittelen kunnen worden geïntroduceerd. Daar dan, Ed. Mogende Heeren! de-Leden der Ka-  de Geteurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 303 Kapittelen thands alle de Gereformeerde Godsdienst zyn toegedaan, daar van genoegfaam alle belydenis doen, en moeten blyven doen, en 'ergeene de minste fchyn of fchaduw meer is van eenige verdenking, als of zy minder goede en getrouwe Patriotten zouden zyn, dan andere Ingezetenen, zien zy geene reden ter wereld meer, waarom zy, als het de Goddelyke gunst behaagen mogte, om uit de duisternis als 't ware licht voort te brengen, en wysheid te fchenken, om voorzichtig en kloekmoedig, bedaarden ftandvastig, yverig en gematigd» met wikken en wegen wat zaaken, tyd, en wyze vorderen, te werk te gaan, en dus dén Ingezetenen dezer Provincie eene, op vaste gronden fteunende herftelling, en ftandhoudend genot van Vryheid en Voorrechten, en 't daar uit te verwagte heil, te befchikken; waarom zy dan, zy alleen, daar in van hun aandeel zouden verftokenzyn, daar zy, fchoon in vergelyking klein in getale, echter zoo veel toebrengen tot den welvaart en bloei van deze Provincie en van deze Stad. Immers, Ed. Mogende Heeren! was het gevoelen van de Ed. Achtb. Vroedfchap dezer Stad, wanneer Hun Ed, Groot Achtb. verkiaaren de Kapittelen te houden voor 't esfentieeljle ornament dezer Provincie , en aan de behoudenis van welker Staat en Voorrechten deze Stad zoo veel gelegen lag, gelyk Decanen en Kapituïairen zulks by hun voorige geavanceerd hebben (d), geen ydele woordenpraal. Om niet te reppen van eenig uiterlyk aanzien, daar door, vooral by Roomschgezinde Vreemdelingen, veroirzaakt, zoo blyft het altoos zeker, dat in de menigte van Inwoonders de heerlykheid eens Staats beftaat. Hoe veel te meer dan zal deszelfs luister niet moeten aanwasfen, door eene vermeerdering van zoodaanige aanzienelyke en gegoede Leden, wien het noch aan tyd, noch aan gelegenheid, noch aan mid- &£ï -Zie Misfive X 4%. 23-  304 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot middelen mangelt, omzichten nutte des Gemeenebests bekwaam te maaken. Maar is 'er eenig Landgewest van ons gezegend Gemeenebest, dat daaromtrent eenig raerkelyk overhellende kans , ceteris paribus, ten voordeele heeft 't is deze Provincie, deze Stad. En dit zyn zy voor een groot gedeelte aan de Kapittelen verfchuldigd. Waar toch is eene gelegenheid om jongere zooien van aanzienelyke Familien, of die om redenen van bloedverwantfchap tot de Regeering in de nabuurige Provinciën niet admisfibel zyn; waar toch om Perfoonen , die hun Voorvaderlyke of door Koopmanfchap als anderszins rykelyk verkreegen goederen in ftille ruste, en nogthands in aanzien en met eenige nuttige bezigheid verkiezen te gebruiken, ter inwooning uit te lokken, zoo gunstig, als die de Kapittelen verfchaffeh aan deze Provincie, aan deze Stad: zonder dat het dezelven iets koste, maar in tegendeel de prys hunner Landeryen, hunner Woon- en Lusthuizen daar door ryst, en koopprys en inkomsten der Prebenden of beiden, of één van dien, in de Provincie en de Stad, ten crooten voordeele van neering, handteering en vertier der In- en Opgezetenen, van vermeerdering van 's Lands en ook van Stads inkomsten, word verteerd, en niet zelden daar toe nog veel meer van de vruchten van goederen elders gelegen? Hoe veele der deftigfte Familien zyn door dien weg hier Ingezetenen geworden of gebleeven ? Hoe veele houden 'er nog mede om die reden, hun verblyf. . , r , ■ , , Wat aantal van braave en bekwaame Leden (abHtinvidia verbis,) hebben de Kapittelen federt de "Reformatie niet voor Utrechts Gemeenebest uitgeleverd, en hoe zoude zulks niet kunnen vermeerderen, als men de Kapittelen, wel verre van te befnoeijen , in hunne Voorrechten herftelde en handhaafde. . Daar dan recht en billykheid met nuttigheid zoo evi-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 30 J tevident gepaard kunnen gaan, vertrouwen Decanen en Kapituïairen, dat men dezelven zal voorttrekken aan allen ander Recht of Regaal, zonder [daar op te willen urgeeren met over het hoofd zien »van de tyden wanneer, de gelegenheden by welHken, de redenen waarom, en de falvatien waar ontder het zelve verkreegen zy, en met manifeste verfgeeting van dien gulden grondregel, ook vooral by [die genen, die over infraclie van voorrechten maar ly ven, Edele Mogende Heeren! U Ed. Mogendens onderdaanige Dienaaren, Decanen en Kapituïairen van de yyf Kapittelen. (was^ geparapheerd) H. Swellengrebee , vt. Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) J. L. Kien. Gefchreeven binnen Utrecht, den 15 December 1784. By  3°7 By den Drukker dezes is onder anderen ook van de Pers gekomen 3 en alomnje verzonden. AI?emeen Huishoudelyk-, Natuur-, Zedekundig- en KonstWOORDENBOEK. Dit Werk omfcbryft veele middelen om zyn Goed te vermeerderen, en zyne Gezondheid te behouden. Met verfcheiden' wisfe en beproefde Middelen voor een groot getal van Ziektens; en fchoone Giheimen, om tot een hoogen en gelukkigen ouderdom te geraaken. Eene meenigte van manieren, om Lammeren , Sehaapen, Koeijen, Paarden, Muil-Ezels, Hoenderen, Duiven, HonigByén, Zyde-Wormen te kweeken, voeden, geneezen, en winst te doen met die Dieren. Eene Natuurkundige Befchryving van Huishoudelyk- en Wild Gedierte, Vogelen en Visfchen, en de middelen om dezelve te jaagen en te vangen. Een groot aantal van geheimen-in den Tuinbouw, Kruidkunde, Akkerbouw, Landbouw- , -Wyngaard- en Boomgaardbouw , gelyk ook de kennisfe van vreemde Gewïsfen j en haare ei. genaanige Krachten , enz. Met de voordeelen van her Distilleeren, Verwen, Zeepzieden, Styfzclmaaken, Schilderen met Water- en Olie-verf; het maaken van Baaijen en Stoffen voor deze en andere Landen; van Turf, Steen, enz. Al het gene eene bekwaame Huishoudfter dient te weeten; als het bereiden van alJerleie foort van Spyzen, Dranken; Gebakken, Confituuren; het inmaaken van Groentens voor den Winter, enz. Wat 'er in den Slagttyd moet verrich't worden. Het bereiden van Meed, Cyder, Aalbefienwyn,• Ratafia, veeleileie foorten van Liqueurs, enz. De middelen, waar van zich Kooplieden bedienen, om grooten Handel te dryven. Eene korte fchets van de meeste Kunften , Weeienfchappen en Handwerken. Voorts alles, wat Handwerkslieden, Tuiniers, Wyngaardeniers, Kooplieden, Bankiers, Commisfaiitfcn, Overheden, Officiers van 't Gerecht,. Edellieden, Geestelyken en andere Lieden van aanzien, in r'e eerfte Bedieningen doen moeten, om z ch welva.rende te maaken. Door M- NOEL CHOMEL. Tweede' V 2 'Vrui ,  Je8 Druk, geheel verbeterd, en meer als de helfte vermeerderd door J. A. de CHALMOT, enz. 7 Deelen in groot Quarto. Nog maar eenige weinige Exemplaaren te bekomen voor 65 Guldens contant. Vervolg van M. NOEL CHOMEL Algemeen Huishoudelyk-, Natuur-, Zedekundig-enKonst-WOORDENBOEK, vervattende veele middelen om zyn Goed te vermeerderen , en zyne Gezondheid te behouden, met verfcheidefte wisfe en beproefde Middelen voor een groot getal van Ziektens, en fchoone Geheimen, om tot een hoogen en gelukkigen ouderdom te geraaken; behelzende dit Vervolg, een groot aantal Zaaken, inzonderheid de Natuurkunde , zoo in het algemeen als derzelver drie Ryken in het byzonder, betreffende. De Zedekunde. De Leere en de Gevoelens der oude en laatere Wysgeeren. De Godsdienftige Gezintheden en Ketteryen van alle Tyden. De Rechtsgeleerdheid. Vaderlandfche Oudheden, Gebruiken , Ambten en Ambtenaaren. En ten laatften , veele en tot verfcheiderleye Takken van Weetenfchappen betrekkelyke Kunstwoorden enz. X Stukken in groot Quarto, 50 Guld. Staat van Regeering, Godsdienst, Geleerdheid en Konften in Groot-Britanje, omtrent het einde van de agttiende eeuw, door Dr. GEB. FRIED. AUG. WENDEBORN. Hoogduitsch Predikant te Londen, 2 Deelen in groot 8vo. Uit het Hoogduitsch vertaald, en met kundige Aanmerkingen door den Heer Vertaaler vermeerderd. De prys van ieder Deel is 2 Guld. Het 3de Deel op de Pers. Verklaaring over het Nieuwe Testament, door C. A. HEUMAN, in deszelvs leeven Hoogleeraar der Godgeleerdbeid, Wysgeerte, en Geleerde Gefchicdkunde, op de Hooge School te Gottingen, XI- Deelen; uit het Hoogduitsch vertaald , en met Aanteekeningen verrykt door A. STERK, Leeraar der Gemeente toegedaan de onveranderde Augsburgfche Geloofsbelydenisfe te Amfteldam, in gr. octavo, 25 Guld. 16 ft. REISE LANGS DEN NEDER-RHYN over het Loo, Elten, Emmerik, Wezel, Duisburg, Keizersuaart, Dusfel-  feldorp, Keulen tot Bon, en voorts over Krevelt, Gel der, Kevelaar, Kleef, Nymegen, Arnhem, Roofendaal en Dieren te rug. In Oogstmaand des jaars 1784 door een Gezelfcbap uit eene der Nederlandfche Steden gedaan. In XXIV Brieven aan eenen Vriend medegedeeld, en met Gefchied- en Oudheidkundige Aanmerkingen doormengd, in gr. 8yo. 22 ft. Twee Troeven, eene over de Regeerings-formen en do Plichten der Souvereinen, door Frederik den II, Koning van Pruisfen; bevattende belangryke Anecdoten. , jje tweede over den Aart, en de Grenspaaleii der Militaire iubordinatie, onder de fpreuk: quo, qua Jcelesti ruitis? Deze belangryke Proeve ; handelt 1. In 't algemeen over den aart en de bepaahngen der Krygsmans gehoorzaamheid. 2. Van de Rechten en Plichten der Krygsmacht, ten opzichte der uitvoerende Macht. 3- Van de Krygsbenden der. Burgers of Stedelingen, en onderzoek, tot welk eenen trap die dienftig en van nut kunnen zyn. Dit vernuftig Werkje , het welk niemant, welk eene denkwyze hy ook mag zyn toegedaan, zich zal beklaagen geleezen te hebben, is in groot 8vo. gedrukt, en de prys daar van is 18 ft. EMILE, of Verhandeling over de Opvoeding, van JAN JAQUES ROUSSEAU Burger van Geneve , uit het Fransch, met aanteekeningen van Resewitz, Ehlers, Villaume, Tratp , Campe, Stuve en Heusinger uit het Hoogduitsch vertaald. Eerfte Stuk, in groot Octavo. De prys is 30 ft. Het 2de Stuk op de Pers. Natuur- en Zedekundige Befchouwing der Aarde en haare Bewoonderen. Gevolgd naar het Hoogduitsch, van J. F. Zöli.rer en J. S. Lange, drie Deelen, in gr. 8vo. 8 Guld. 8 ft. Het 4de Deel op de Pers. Vertoog over de algemeene grondregels, welken by 't invoeren van Lands Schattingen zyn in acht te nemen; mat eene meer byzondere toepasfing op de gemeene Middelen in Overysfel. Door Mr. G. DUMBAR. In gr. 8vo, de Prys is 11 ft. J. W.  3io J. W. RACER ,- Overysfelfché Gedenkftukken. Bevattende onder andéren de Opkomst ;en Samenftellirig van de Provincie Overysfel, nevens verfcheidene merkwaardigheden tot nabuurige Gewesten betrekkelyk. De voornaamfte Landbrieven en oude Landrechten van Overysfel. Aangaande de Dienstbaarheid der vrye en Hoorige Ingezetenen van Overysfel. Alles door een menigte echte Stukken der Oudheid opgehelderd. 6 Deelen in groot Svo. de prys is n Guld. 6|ft. Het zevende Deel is op de Pers. J. ANDERSON, Verhandeling over den LevendigenKalk, waar in derzelver verfchillende foorten werden befchreven, den aart en hoedaanigheden daar van onderzogtj en aangetoond, op wat wyze dezelve het best zo wel tot Metzelwerk als Bemesten van Landeryen, te bereiden en te werk te ftellen, in groot Ocfavo. i Guld. Volkomen Neerlandsch KOOKKUNDIG WOORDENBOEK, voorgefteld in de Friefche Keukenmeid en verilan* dige Huishoud/Ier, leerende op een' eenvoudige, duideJyke, en teffens fmaakelyke wyze, het bereiden van allerlei fpyzen zo wel in de Vasten als op andere tyden. Het braaden, ftooven cn kooken van de verfcheidene foorten. van Vleesch, Gevogelte, Visch enGroentens, Soe. pen, Meelfpyzen, Pafteyen, Taarten en ander Gebak; voorts Confituuren, Banket enz. Wat 'er in de Slagttyd moet gedaan werden,- het zouten, pekelen en rookenvan Vleesch en Spek; het maaken van Rolpens en allerlei foort van Worsten; het droogen en inleggen van veelerlei Groentens en Vrugten "voor den Winter. Nog om eene menig- , te aangenaame Dranken en Liqueurs te vervaardigen. Beproefde Voorfchriften om j4albefienwyn,_Cyder of Ap* peldrank, Meede, enz. te bereiden. Middelen om Bier langen tyd goed te bewaaren, en het zuurgewordene en vuilfmaakende te verhelpen. De Boter 's Winters fmeudig te hebben, en de fterkfmaakende re verbeteren. Eindelyk , een beproefd middel, om roede Wyn en andere Vlakken met weinig moeite uit het Tafelgoed te krygen. Alles uit meer dan eene dertigjaarigeondervinding, bye„-n verzamelt, door Mejuffrouw CATHARWA ZlERIfJHOVEN. Twee Deelen in 8vo. i Guld. 8 ft.