VERZ AMÊIING /^OV van PLACAAtEN, RESOLUTIËN ËN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GÈWÏGTÏGÈ C#» BÈÜRTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXriT, BErOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GËMEENÈBEST DEk VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. DïRTIOStE DEïL. Ti C AM P E N> Ter fcrukkeryfe van J. A. de C H A t M Ö T\ M D C C X C I.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET • ' X X Xfte DEEL, VAN DEZE VERZAMELING VOORKOMENDS» N°. 2286- Aanteekening van de Heeren van Romond en Afi* bema , in de Notulen van de Vroedfchap der Stad Utrecht ter infertie overgegeeven. . . . . bladz. i. iti iciMi 2287. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, iti dato den 16 Maart 1786 by ExtraU gepubliceerd, behelzende het ten zeiven dage vastgeftelde tot voorziening w gens het fluiten van de Poorten. . . . bladz. 11. - .... 2288. Misjive van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, gefchreeven op het Loo den 17 Maart 1786, aan de Heiren Staaten van 'Holland en West-Friesland, letrfkkelyk hef zenden van Militie nmr de Provincie van Utrecht. U 13» 2289. Foordracht van den Burgemeester vüN Bbc^vck- horst, den 18 Maart 1786 in de Vergadering van di Vroedfchap der Stad Utrecht gedaan, op de owrmm vM den Heer Hoofdman van Dam, om den vriendm Maan' dag by het Stadhuis met de Compagnie d Handvoetboog de Wacht te houden. En daar op g"men fof°I«tk, m * , alk  IV 'REGISTER alle de Burger-Compagnien den lo/len Maart cp hunne loopplaat/en in de Wapenen te dien komen, en de Confideratien daar toe gevraagd van den Burger-Krygsraad, tot de noodige arrangementen daar toe. ... Modi. 16- Np. 2290. Rapport van de Hetren Collonel en verdere Leden Van den Burger-Krygsraad der Stad Utrecht, in den Raai uitgebracht den 19 Maart 1786, waar hy worden opgegec ven de noodige fchikkingen en arrangementen voor den vol' genden dag, en Refolutie daar op genomen, waar by het zelve rapport word geapprobeerd, en dienvolgende order gefield tot het in de Wapenen doen komen van de Burger-Compagnien op hunne Loopplaat/en, en het bcsctcen van de Foorten, door Burger detachementen. . . bladz. 18. —— 2291. Nauwkeurig bericht van de invmring van het op den 20 December 1785 gearrejleerde Reglement van Regeering der Stad Utrecht, en de beéédiging van het zelve aan de zyde van de Burgery, op den 20 Maart 1786, gevolgd ■na de Notulen van den Raad derzelver Stad, daar van opgemaakt, en by Copia authentiek met alle de daar toe betrekkelyke Stukken uitgegeeven aan Geconjlitueerden. bladz. 22. 1—— 2292. Voorjlel van Gecommitteerden uit de agt Butger Compagnien, den 27 Maart 1786 aan de Vroedfchap der Stad Utrecht ingelevert, om te mogen bekomen de Declaratoiren van die Heeren, welke zoo wegens hunne Commisften als indispofitien op den 2often Maart uit den Raad afweezig 2}» geweest, en daar op genoomen Refolutie. bladz. 62. Aanteekeningen door de Heeren van der Does, ^AU"s, Abbema, D. j. Martehs, Burman, van tulen van un 2? Mmn I7g6 overgegeevent weg6m hn m den ééd nea..n van de m(rger Schutters. . bladz. 63.  de* STUKKEN. V N". 2294. Dedaratoiren van de Heeren Burgemeester, Loten , Oud-Burgemeester Verbeek en Raaden Verschoor , yan Dielen , en Misfwes van de Heeren Wieling, Craeyvanger en Voet van Winssen, den 27 Maart 1786 ter Vergadering van de Vroedfchap der Stad Utrecht ingeleverd. blad*' 6S' ,. 11 2295. Rapport van de Heeren de Ridder, Smissaert en van Haeften den 27 Maart 1786 in de Vergadering van voorfchreeven Vroedfchap uitgebracht , wegens de uitvoering van hunne Commisfa tot het in de ééd neemen van de Burgery Wa(te' ?8, . 2296. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, vaar by Hun Ed. Mogenden verklaaren, de uitzettinge van Raaden en beëedigen van. anderen te Wyk by Duurftede gefchied, te casfeeren, en te hw< den voor wederrechtslyk , nul en van onwaarde &c. In dato den 29 Maart 1786 iladz- 8l* . 2297. Addres van Gecommitteerden uit de agt Burger Compagnien, den 3 April 1786 aan de Vroedfchap derStad Utrecht ingeleeverd, inhoudende dat de Burgery met de laast ingekomen Dedaratoiren geen genoegen neemt, met verzoek om dit in de Notulen van den Raad te infereeren, zoo als gefchied it. , , • . • Uadz- 82' 2298. Bericht van de ingekomen Misfwe van de Heeren Willem Nicolaas Pesters en Thomas Adriaan de Jonckheere Raaden der Stad Utrecht, 'ter Vroedfchaps Vergadering van den 3 April n^, en't houden van dezelve voor Notificatie, zonder communicatie aan de Burgery. ' Uadz. 84* ., p 2299. Aidm van dertig Officieren van de Burgery der * 3 Stad  VI REGISTER Stad Utrecht, den 6 April 1786 aan de Burger Krygsraad geprefenteerd, dienende tot demisfie voor alle die Officieren •welke geweigerd hebben den ééi op het gearresteerde Regeerings Reglement af te leggen. . . . bladz. 84. N°. 2300. Addres van de Sergeanten van de Compagnie de Bloedkuil binnen Utrecht, den 6 April 1786 aan de Burger Krygsraad ingeleeverd, tot het doen van voorziening ten aanzien van de Wachten van dezelve Compagnie, vermids het bedanken en de dimisfu van alle de Officieren, except alleen den Heer Luitenant Vos, en de Refolutie tot voorziening ten zeiven dage daar op genoomen. . . bl. 87. •■ 23°i- Aameekening van de Heeren de Ridder , Smis. saert en van Haeften, gedaan in de Notulen van den Raad der Stad Utrecht den 10 April 1786, concernerende de refumptie en exienfie van de Notule 'van den 20 Maart 17S6, waar by zich voegen de Heeren Eyck en van SenDEN- ' • • • *)$§. 91. —-r- 2302. Amteefaning van den Heer Mr. J. van Haef. ten, Raad in de Vroedfchap der Stad Utrecht, op den 10 April 1786 in de Notulen van den Raad gedaan infereeren , wegens, het voorgevallene by gelegenheid van ht beiéaigen van de Burger-Compagnie de Bloedkuil op den 20 Maart 1786, tegens zekere pasfages , gefield in de Requesten tot demisfie door dé Officieren van dez°lve Compagnie, inet naamen de Heeren Swellengrebel, Casius en van Westrenen, tot Lauwenrecht, geprefenteerd, . U, 99. !—- 2303. Misfive ter Vergadering van de Heeren Staaten van Utrecht , den 12 April 178Ó> gearresteerd, en vervolgens aan de Heeren Staaten van Holland afgezonden, betreffende het pointt van de ingeroepen Militie , en tevens, dienende iji antwoord op Imn Ed. Groot Mogendens MisRve, van  der STUKKEN. VII ■ van den 9 December 1785. tot aanbod van de Mediatis. Uadz. 104. N». 2304. Publicatie der Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, betrekkelyk het voorgevallene te Wyk 'by Duurftede. In dato den 12 April 1786. . . • bladz. 110. ., 2305. Mlsfive van de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, aan de Regeering van de Stad Wyk by Duurftede , met vernieuwd bevel , om de Publicatie hier boven onder Na. 2304 te doen publiceeren en affigeeren , benevens ' een daar by gevoegd Extraü-Rejohttie. In dato den 16 April 1786. . . bladz. H3- . 2306. Misfive van de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht aan het Gericht der Stad Wyk by Duurftede, van den 16 April 1786 • waar in aan het zelve word bevoolen, om adjiftentie te verkenen aan 's Hofs Pander in het publiceeren en affigeeren van voorfchreeven Publicatie; benevens het verrichte van voornoemde Gericht daar omtrent. . ' bladz. Ii5« ■ 2307. Extraiï uit de Refolutien van Heeren Burgemeesteren en Raaden der Stad Wyk by Duurftede , waar by de vier nieuw aangeftelde Raaden in de byzondere protectie van de Regeeritig worden genoomen £fc. In dato den 17 April 1786 bladz. 117 ——» 2308. Addres van Officieren en Sergeanten, uit naam van de Schuttery der Stad Utrecht op den 18 April 1786 geprefenteerd aan den Raad derzelver Stad, tot handhouding van Stads en der Steden Rechten; tegens de conclufien en beftuiten op de twee laatst gehoudene Staats-Vergaieritigen by de twee voorftemmende Leden genoomen, en lyzonder ook tegen het daar in gehouden gedrag van de:i Burgemeester Lronckhorst. *. « blad. 118. * 4 N'.  REGISTER N». a?oo. van Gecommitteerden! uit de agt Burgen Compagnien , den. 18 April 1786 aan den Raad der Stad Utrecht ingeleyert, mede pekkende ten voorfchreeven einde. ' * • • .... bladz. 123. «•**■ 2310. Aamukming van de Heeren Eïk , van Sen- ... ^ ben, DE RipQER, SmSSAERT, VAN HAEFTEN «J BUR- man, in de Vroedfchaps Notulen van den 18 April 1786 gedaan hifireeren, tegen het gehouden gedrag van Heeren Bvrgemeesteren en Gecommitteerden: 'ter laatfte Vergadering . vanStaat- >-.... bladz. 131. t 2311. Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duur/lede , aan de Heeren Gedeputeerde Statten 's Lands van Utrecht, tot beantwoording der beideMisfiven hier voor onder N°. 2305 en N°. 2306 geplaatst. In dat» den 20 April i7$6. . . . Uadz. 134 =—~ *3ia. Twee nadere Addresfien door Officieren en Sergeanten, als mede dt Gecommitteerden uit de refpe&ive Bur* 1 ger Compagnien op den 22 April 1786 aan den Raad der Stad Utrecht geprefenteerd, inhoudende verzoek dat. zes der Heeren Burgeme.esteren en Oud-Burgemeesteren, welke geconcurreerd hebben tot de Refolutien ter beide laatfie Staatsvergaderingen genoomen , uit de Commisfie mogen worden uitgefloten, en fiaande Vergadering andere neutraale Raaden in derzelver plaatfen worden genomineerd; en dat by de deliberatie over het uit te brengen Rapport dier gedresfeerde Commisfie , de agt Leden van den Raad , welke de voorfchreeven Staats Refolutien hebben helpen neemen, zichzouden abfenteeren bkdz. ?W*5 2313' Molutie Qeelinatoir van de Vroedfchap der Stad Utrecht pp de beide voorenftaatide Addresfen ten zeiven dage genoomen. « s , . . , blad^ , j,  dei STUKKEN. IJT N». 2314. Twee Dedaratoiren en Protesten door Officierenen Sergeanten , als mede der Gecommitteerden uit de Burger Compagnien der Stad Utrecht, op den 24 April 1786 aan den Raad derzelver Stad ingeleevert, tegens de voorftaande genoomen Refolutie. , . . , bladz. 155. -j 2315. Aanteekening van de Heeren Oud-Burgemeesteren van der Bussen, van Musschenbroek , en Raaden Boddens, Zaal, van Ewyk en Nahuis , ter Vergadering van de Vroedfchap den 24 April 1786 gedaan, nopens de refumptie van de Notulen van den 20 Maart, gearreJleerd den 3 April 1786. . , • bladz. I59« ■. 1 2316. Misfive van de Regeering der Stad Wyk by Duurftede aan den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, betrekkelyk de Publicatie van den iiden dezer, en kennisgeeving dat zy als een ftemmende Stad zynde, op geene wyze kunnen verplicht worden, «m Militie te ontvangen &c. In dato den 24 April 1786. ";; . . . bladz. 163. I '«'*•►"' ! * "\ M .....) 2317. Denuntiatie uit naam van de Regeering der Stad Wyk by Duurftede aan de afgezette Raaden ter hand gefield. In dato den 24 April 1786 . . . bladz. 166. —— 2318. Publicatie van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duur/lede, waar by het houden van weeklykfche Bedeftonden word bepaald. In dato den 24 April 17 86. . ' . . . ... bladz. 167. ■ ■ 2319. Addres van Compel geprefenteerd by de Officieren en Sergeanten van de agt Burger-Compagnien op den 1 May 1786, aan den Raad der Stad Utrecht, om. te hebben dispofitie op hun Addres den 18 April 1786 ingeleverd. bladz. 169. 1^., t, 2320. Gelyk Addx.es, door de deommittetrden uit de * 5 40  X REGISTER agt Burger-Compagnien, ten zeiven dage aan den Raad der Stad Utrecht ingeleverd bladz. 172. N". 2321. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht vm den 1 September 1,786, ten einde de Burgemeesteren en Gecommitteerden ter befchryving van Staat de zaaken de Magiftraatsbeftelling' van Stad en Steden dezer Provincie betreffende , en welke ter Vergadering van de Heeren Staaten mogten voorkomen, over te neemen om ter deliberatie van de Vroedfchap voor te brengen. . . . bladz. 173. -s--'- 2322. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, van den 1 May 1786, waar by alle Ambtenaarenen bedienden verftaan worden de Burgerwachten en maandelykfche Exercitiën waar te neemen op de boeten by het 37 Artikel van de Ordonnantie cp de Schuttery bepaald, . . bl, 174. > 2323. Bericht van het op den 1 May 1786 ter Vergadering van de Vroedfchap der Stad Utrecht uitgebracht* declinatoir Rapport van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren op de voorftaande Addresfen van Officieren en Gecommitteerden .uit de Burgery den 18 April 1786 geprefenteerd , en de daar op dien conform genoomen Refolutie van den Raad; zynde de Heeren Oud-Burgemeesteren Berger en van den Bogaard , vo§r dit Rapport niet geyveest. bladz. 175. 2324. Contraaanteekening van de Heeren Eyk, van Senden, de Ridder, Smissaert , van Haeften, Bukman en van Dam, den 8 May 1786 overgegeeven, en in de Notulen van den Raad der Stad Utrecht geinfereerd tegens de aanteekening van de Heeren van der Dussen euro fuis, den 24/len April laatstheden in de voorfz. Notulen gedaan inferee&n Uadz. 176.  der STUKKEN. XI N°. 2325. Addres van de Geconftitueerdens der Burgery te Amersfoort aan de Heeren Regeerders van die Stad, verzoekende dat Hun Ed. Achtb, ter afdoening vandepoiniïenStads Regeering concerneerende, zullen gelieven te befoigneeren, en mei concurrentie van de Burgery te refolveeren, en alzoa het domefiieke af te doen, voor dat eenveranderdRegeeringsReglement voor de Pnvincie zal wezen vastgefteld. In dato den 10 May" 178*6 'bladz, 185. ■ 1 2326 Advertentie van Geconfiitueerdens en GecommiU tetrdens van de Burgery der Stad Utrecht, tegen zeker gefchrift, genaamd: de Ridderfchnps Refolutie van den 27 December 1785 en opgevolgde Misfive van den 10 Feb. 1786, in haar waar daglicht voorgefteld. bl. i£6. . 2327. Addres van Geconfiitueerden en Gecommitteerden van de Burgery der Stad Utrecht, op èn ij May 1786 aan de Vroedfchap derzelve Stad geprefenteerd ', tegen de discontinuatie van Jr, Johan Pïeter Coenraad Hendrik van Renësse van Wilp als Gecligeerde Raad, en de benoeming in deszelfs plaats van Jr. Joost Taats vah Amerongen. • . . '. • • bladz. 188. 2328. Extratï uit de_ Refolutien van de Heeren Burgemeesteren en Regeerders dtr Stad Wyk by Duurftede van den 16 May 1786, behelzende :' i. hei Addres door Geconftitueerden geprefenteerd tegen de remotie van den Heer van Renesse van Wilp, endeadmisfievanfr Joost Taats van Amerongen; 2. de daar op genoomen Refolutie; en 3. de dien conform ten zeiven dage gearresteerde en afge:' zonden Misfive aan de Heeren Staaten 's L,ands van Utrecht. bladz. 195. - , ■ 2329. Misfive van fommige Departementen der Provinciaale Feigadering van Burger-Cutpffii in Holland, asm de Ge-  tl] REGISTER Gecenjlitueerden en Gecommitteerden der Burgerye te Utrecht, tot aanwakkering van moed &c. In dato den 21 May 1786. * • • • • • • . . bladz. 207. N*. 2330. Extract uit de Refolutien van de Heeren Regeerders der Stad Amersfoort, waar by het Exercitie-Genoodfchap in die Stad word gedisfolveerd £fc. In dato den 22 May I786 bladz. 209. *-—— 2.33" Publicatie van de Regeerders der Stad Amersfoort, in dato den 21 May 1786 tegen het draagen vaneenigetet' kenen van onderfcheid , en byzonder van het gedisfolveerde Genootfchap , Oranje Jlrikkcn en dicrgelyke leuzen (fc. bladz. 211. 2332. Aanfchryving van de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, aan de Gerechten ten platten Lande den 23 May 1786 gedaan; waar by de Refolutie en Publicatie tot de wapening van het platte Land word ingetrokken en buiten ejfeü gefield. , bladz. 212. * 2333- Protest van de minderheid der Leden van den Raad te Amersfoort, tegens het neemen van de Refolutie door de meerderheid, waar by het Exercitie-Genootfchap binnen die Stad word vernietigd en gedisfolveerd. In dato den 29 May 1^86- bladz. 214. '■■ 2334- Bericht wegens den toedracht der zaake by het in arrest neemen van den Pander Johan Valburg op den 29 May 1786 binnen Wyk by Duurfiede. . . bladz. 221. " 2335. ExtraB uit de Refolutien van de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, betrekkelyk het arresteeren van den Pander Valburg te Wyk by Duurfiede, in dato den 2 Juny 1786, en voorts ter Vergadering van Staat by wyze van Rapport uitgebracht. 0 , Uadz. 224.  «ti stukke Ni xut N«. 2336. Misfive van de Regeerders der Stad Wyk by Duw Jlede, den 2 Juny 1786 aan de Heeren Staaten gefchref ven, over de bevoegtheid van de Stad tot het arresteeren van den Pander. . . ' . ... bladz. 233. '■ 2337. Publicatie van het Hof Provinciaal 's Lands vm Utrecht, waar by kond doen, dat door de Heeren Staaten zyn geauthorifeerd, om in gevalle van misliandellng vanden gedetineerden 's Hofs Pander Joh. Valburg te Wyk ly Duurfiede, reprefaille te mogen gebruiken. In dato den S Juny 1786. bladz. 23$. 2338. Misfive tan het Hof 's Lands van Utrecht aan de Regeering der Stad Wyk by Duurfiede, ter geleide van bo* venfiaande Publicatie. In dato den 5 Juny 1786. bl. 237. . ■■ 2339. Advys van den Heer J. C. Smissaert, op het Request van de Huisvrouw van den Pander Valburg, den 5 Juny 1786 in de Notulen van den Raad der Stad Utrecht doen infereeren bladz. 238. ■ 1 2340. Refolutie van Burgemeesters en Vraedfchappen der Stad Wyk by Duurftede, in dato den 5 Juny 1786, betrekkelyk het zenden van Militaire Troepes na die Stad• bladz. 242. ■■ ' ■ 234-1. Extraü uit de Refolutien der Ed. Mogende Heeren Edelen en Ridderfchappen, reprefenteerende den tweeden Staat van den Lande van Utrecht, betrekkelyk het voorgevallene in de Stad Wyk by Duurftede. In dato din 1 Juny 1786. bladz. 243. »' 2342. Misfive door den Krygsraad van het gelegalifeerd Provinciaal Corps Groene Jagers binnen Wyk op den 7 Juny 1786, aan den Heer Hoofd-Officier der Stad A' mersfoort gefchreevtn, tvir de mishandelingen aan Willem  XIV REGISTER lem van Bt-' 2349- Misfive of Aanfchryving van de Heeren Gedeputeir. de Staaten 's Lands van Utrecht, aan Schout en Gerichte der Stad Wyk by Duurfiede, betrekkelyk de relaxatie van den Pander Valburg, In dato den 16 Juny 1785. . . bl. 277. ■■• ' 2350. Refolutie van het Gericht der Stad Utrecht, by . wyze van Advys den 17 Juny 1786 aan de Vroedfchap gegeeven . op het Request van de Huisvrouw van den Pander Valburg , om het zelve by provifie buiten dispofitie te houden. . . . . . . bladz. 290. ' 235 r. Advertentie, van de gezamentlyke Burger Officieren der Stad Utrecht, op den 18 Ju'iy 1786 gedaan, tot het verkiezen van een gequalificeerd Collegie van Gecommitteerdens, volgens het 4de Hoofdduk van het beéédigd Regeerings-Reglement Uadz. 291. - 2352. Verkiezing van 16geqüalificeerdeGecommitteerden den 19 Juny 1786 gedaan, en Addres den 2often daaraan volgende aan den Raad der Stad Utrecht geprefenteerd, ter beéédiging van dezeIven, vermits, de dijfficulteit van den Heer Burgemeester Loten. . . . bladz, 292. • ■ 2353. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht tot ■ een extraordinarii befchryving, jegens donderdag na de eerfie Staaten Vergadering den 6den July te houden. . . bl. 296. — 2354. Concept-Refolutie door denHeer Oud-Burgemeester van den Bogaard, omtrent het befchryven der Stad Wyk voorgedraagen , ter Vroedfchaps Vergadering van de Stad Utrecht den 19 Juny 17 86. . . . bladz. 297. —— 2355. Advys van den Heer Mr J. van Haeften ter Vergadering van de Vroedfchap der Stad Utrecht, den 21 Juny 1786 in de Notulen gedaan infereeren, over het ingediende Request van den Pander Valburg. . . bladz. 302.  XVI R ï' G ! S T ! 'R enz. N». 2356. Infmuatie van de Burger-Gecoitfnitteerden uit de. agt Burger-Compagnien, op den 21 Juny i^SóaandeHeeren Burgemeesteren Loten en Van bronckhorst^eiaa?), met de relatien daar onder Jlaande. . . . Uadz. 304. "■» 2357. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, den 22 Juny 1785 genomen, behelzende, dat éievanWyk ter Staatsvergadering Behoorden toegelaaten te worden, mits doende den Provinciaalen ééd, en dat geen nieuwe Regenten gecommitteerd werden. . ■• . bladz. 307. • 2358. Addres Van de Gecommitteerden hit de agt BurgerCompagnien , aan de Vroedfchap der Stad Utrecht op den 22 Juny 1786 geprefenteerd, t»t favorable afdoening al of niet van hun verzoek by Addres den 2óften Juny terbeéédi. ging van de verkoren gequalificeerde Gecommitteerden ingeleverd. : bladz. 307. > 2359. Bericht van de Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht op het voorfz. Addres den 28 Juny 17S6 genoomen, waar by perfifieeren by hunne Refolutie van den 20 Juny 178*. . . . bladz. 315. VER-  VERZAMELING VAN PLACAATEN, RESOLUTIEN ÉN ANDERÉ AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND* SEPTEMBER 17*7, BEVOOREN ÉN VERVOLGENS, IN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. N°. 2286. Aanteekening van dê Heeren van Romond en Abbema, inde Notulen van de Vroedfchap der Stad Utrecht ter infertie overgegeeven. Edele Groot Achtbaare Heeren! Heden voor agt dagen, in dezen Raad gedelibès reerd wordende over het Rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, 's weeks te vooren aldaar ingebracht; zoo oirdeelde ik op het poincr, des aangaande het voor my onnoodig,; eeri nader Declaratoir uit te keveren nopens het beledigen van het bewuste Reeepripgs-Reglement öp' XXX. Deel. A Üeri  2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den 2often dezer, alzoo zulks volleedig gedaan had op den ïöden January laacstleeden; wanneer (zoo ik vermeine) op de befcheidenfte wyze heb aangetoond, wegens gemoedelyk bezwaar buiten mooglykheid te zyn, van aan den wil en begeerte van Geconititueerdens en Geeommitteerdens en deszelver Principaaien te kunnen ofte mogen voldoen; met betuiging: dat zoo men deswegens mogte vermeinen aan de zyde van Geconftitueerdensen Geeommitteerdens in hunne qualiteit recht en reden te hebben, my van myne Raadsplaats te verlaaten, ik my dit van wegens de omftandigheden dezes tyds zoude moeten getroosten, zoo ais dit breeder in Vroedfchaps Notulen van dien dag geinfereerd, en conform rnyn verzoek aan Geconüitueerdens en Geeommitteerdens, vifie en Copie daar van gegeeven is; zynde deze infertie daar na mede in druk uitgegeeven», en alzoo publiek gemaakt. Hoe zeer men nu in vérfcheiden brochures die zwaarigheden nopens den ééd federt heeft getracht te enerveeren, zoo hebbe nogthands daarin niets overreedende gevonden , waar door dezelve eenigermaaten by my is vermindert, ik laat Haan ten eenenmaaie uit den weggeruimd; terwyl omtrent "dit alles flegts dit weinige remarqueere , dat wat ook in voorigen en meest al trouble tydeD mogte gebeurd zyn, zoo vérre my zulks informeel voorkomt s my timmer tot een regel ter navolging kan of mag verftrekken; en wat men ook daar tegen gelieve in te brengen, het by my de groote zaak is en blyft, dat het Reglement van den jaare 1674 pro ut jacet en zonder eenigeuitzondering, ten aanzien van de Regeeringsbeftellinge van de geheele Provincie, en dus ook van de Scad Utrecht daar in nominatim begreepen, aan de Heeren Staaten dezer Provincie door my bezwooren is, en na de tegenwoordige form van Regeeringe ook heeft moeten bezwooren worden, wanneer het my gebeuren mogte tot een Lid van Hoogstderzelver Vergadering  de Gebeurtenis/en in 1787^. voorgevallen. 3 ring te worden geadmitteerd; welken ééd ik my ia allen deelen verplicht achte te moeten houden, zoo lange ik door die zelve Heeren Staaten daar van geen. ontflag erlange, 'gefupponeerd al voor een oogenblik, dat ik het voorfz. Reglement nimmer aan de Stad afzonderlyk bezwooren had, of zulks gedaaO hebbende, door de Vroedfchap daar van gedispen» feerd wierde. Eu dit is ook de reden geweest, dat wanneer rhy in 't geval bevond, van te moeten delibereeren over de bezwaaren, zoo Stedelyken als Provinciaalen, door veele Burgers en lnwoonders tegen 'e voorfz. Reglement ingeleverd, ik fuccesfive inec verre de meeste myner Mede-Regenten, wel uit. drukkelyk gedeclareerd hebbe van begrip teéytij dat alles wat des aangaande wierd gerefolveerd j enkel préparatoir was, om naamelyk dan eerst effeól te forteeren, wanneer zoodaanig Staatsgewyze ontflag zoude zyn voorafgegaan, gelyk ik ook niet Weet dat dit door iemand der Raaden ooit is tegenfprooken. Ja ik Weet niet dat door de refpe&ive inleve. raars der bezwaaren zeiven, hangende de voorfzj Deliberatien eenig bewys is gegeeven, dat in dezen van eene andere opinie waren; hoe zeer veelea van dezelve te recht hebben geinfteerd, dathetStedelyke, ook zoo verre dat puur dumeftiek wae* te gelyk met het Provinciaale zoude worden geapplaneerd, ten einde in hunne verwachtingeniet te worden te leur gefield, wanneer het laatste alvoorenè zyn beflag mogt erlangen. He t is derhal ven myn wensch en bede * dat Géconftitueerden en Gecommitteerden het gunt voorfchreeven, doch met ernst gelieven te pondereeren* en zoo veel mooglyk hunne Committenten gelieveti te be weegen, van in Vroedfchaps Refolutie van den1 6"den dezer, immers provifioneel te berusten* en niet verder in aanmerking te neemen de Refoltitiö van den 20 December 1785, als (zoo vertrouwe) by zich zeiven zullende overreed 2yn, dat die ReA 2 fö-  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot folutie na voorafgegaane herhaalde betuiging, dat de Vroedfchap daar toe onbevoegd was, alleen uit vreeze voor naakende onheilen te dier tyd heeft moeten genoomen en gepubliceerd worden, en niet geratificeerd is, noch door eeneaffixie, als enkel een noodwendig gevolg van het publiceeren geweest zynde, noch ook door eene Refolutie van de Vroedfchap ter Vergadering der Heeren Staaten ingebracht, tendeerende tot ontflag van den ééd op het Reglement van 1674, als alleen gefchied ora dit obtfneerende, aan den wil en begeerte vanGeconftitueerden en Gecommitteerden en derzelver Principaalen met een goed geweeten te kunnen voldoen, 't welk niet zynde gereusfeerd, de krachteloosheid van meergemelde Refolutie des te meer bevestigd. Dan by onverhoopte ontftentenisfe hier van, en byaldien men mogte gelieven op den aoften dezer eenige verdere demarches te doen, zoo declareere voor nu als dan en dan als nu, dat hoe zeer ik gereed ben en blyve de wettige bezwaaren van Utrechts Burgery, zoo veel in myis, ten genoegen van dezelve op eene wettige wyze te helpen redresfeeren, het my echter ondoenlyk is buiten ontflag als hier vooren gemeld, een tegenftrydig Reglement te beéódigen, nogthands geene intentie hebbende my tegens Geconftitueerden en Gecommitteerden of hunne Principaalen eenigszins te oppofeeren; integendeel, als nog bereid zynde, indien dezelven zich bevoegt reekenen my hierom van myn ambt te dimitteeren, dit met geduld te ondergaan , hoewel zulks niet als een vrywillig dimisfie neemen van myne zyde willende geconfidereerd hebben. Vertrouwende hiermede finaal te hebben voldaan aan 't gene aan een onpartydig oirdeel in de tegenswoordige tydsomftandigheid van een eerlyk man kan gevorderd worden, en daarom ook hier mede volkomen te hebben gedefungeerd. Verzoekende ook  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, y ook hier van vifie en Copie aan Geconftitueerdcn en Gecommitteerden worde uitgegeeven. > (was get.) A. v. Romondt. Edele Groot Achtbaare Heeren! Het Addres van Geconfiitueerden en Gecommitteerden op heden agt dagen ingeleverd, contineerd meest al zoodaanige poincten en zaaken, welke niet anders befchouwd kunnen worden, dan als te zyn gevolgen van de tweede gepubliceerde Vroedfchaps Refolutie van den 2often December des afgeloopen jaars. Omtrent alle zoodaanige poindten inhsreere ik als nog myn Declaratoir gedaan infereeren op den iöden January jongstleeden, en kan ik my om de aldaar geallegeerde redenen in geene derzelver inlaaten. Dan onder de veele zaaken by dit zelve Addres voorkomende, word een poinft gevonden, 't welk op zich zelfs befchouwd niet gezegd kan worden een gevolg te zyn van opgemelde Refolutie van den 20 December, daar het eeniglyk fchynt te zyn ingericht tot wegneeming der gemoedelyke zwaarigheden, welke uit hoofde van vermeende gebondenheid aan den ééd op het Provinciaal RegeeringsReglement van den jaare 1674, door verfcheiden Leden van den Raad worden voorgedraagen, tegens het gearresteerde ter introdu&ie van het tusfchen de Magiftraat en de Burgery geapplaneerde Stads Regeerings-Reglement, op den aanftaanden 2often Maart dezes jaars. Het was eeniglyk dit gemoedelyk bezwaar, 'twelk my op den 2often December belet hééft, in te flemmen en te concurreeren tot het finaal arresteeren van het geapplaneerd Reglement, en hetbepaalen van den 2often Maart tot deszelfs introductie en beéédigen, zoo lange ik geduurende het loopende Regeerings jaar niet zoude zya ontflagen van den A 3 ééd.  $ Pkrxameling van Stukken betrekkelyk tot ééd op het Reglement van den jaare 1674 gedaan. Ikairdeelemydus thands verplicht ter justificatie van myn begrip, met weinige woorden nader te moeten expliceeren, op dat het nietfchynen zoude > dat ik in eene zaak van zoo groot aanbelang eigen» dunkelyk of zonder overweeging had te werk ge- faan; het is niet te ontkennen dat de Raad dezer tad op den 9 Oclober 1750 eigenwillig beilooten heeft, by ampliatie van den ééd der Raaden, onder meer andere hyvoegfels, deze periode in Stads ééd te brengen: „ Dat ik mede punftueelyk zal j, obferveeren en nakomen al zulke poinéten, raas, keode het beitel en beleid van dezer Stads Re„ geering, by het Reglement op de Provinciaale „ Regeering in 't jaar 1674 gearresteerd." Dan om daar uit geheel en alleen te deduceeren de gehoudenheid der Leden van de Vroedfchap tot de punctueele obfervantie van. die poinéten in gezegde Reglement voorkomende, en alzoo te vermeinen betoogt te hebben dat de Vroedfchap (die ongetwyffdd de macht heeft, haare Stads ééd te altereeren, te amplieeren, te vermeerderen of te verminderen, buiten concurrentie der overige Leden van Staat, even gelyk deze hunne byzondere ééden mede buiten concurrentie van anderen vermogen te arresteeren, altereeren , amplieeren) door enkelyk uit den Stads ééd te lichten de periode, 3, concerneerende het Reglement van 1674", zich ontfla^en kan rekenen van de gehoudenheid tot eene puüttueele obfervantie van die Art. welke de Magiftraatsbeftelling dezer Stad aangaande, in het gezegde Reglement gevonden worden, dit alles denoteert, naar myn inzien, ten duidelykfte dat mende flaat der questie niet juist gevat, immers niet juist voorgedraagen heeft. 'Er is geene questie, om te weeten „ of Stads „ Regeering de faculteit heeft, om eene overtoln lig bygevqegde periode uit haaren Stads ééd af  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 7 te laaten." Want ja, gelyk de Vroedfchap dezelve periode eigenwillig heeft bygevoegd, alzoo kan zy dezelve wederom eigenwillig afiaaten, maar dit doet niet ter zaake, want was de Vroedfchap (zoo als dit niet te ontkennen is) voor de Ingevoegde periode van 1750 gehouden tot de pundhieele obfervantie van 't Reglement van 1 f574., ook ten aanzien van die Artikelen Stads Regeeringsbeftel conr cerneerende, uit hoofde van den ééd ter Staatsvergadering door Stads Gecommitteerden ter befchryvinge, als reprefenteerende de Vroedfchap gedaan, dan is en blyft de Vroedfchap tot die zelfde gehoudenheid verplicht, het zy die by voeging in Stads ééd blyve of afgelaaten worde. Maar de vraag is „ of de Stads Regenten de macht s) en het recht hebben, om zich afzonderlyk on„ derling te ontflaan van den ééd op het Provinci. aal Regeerings-Reglement ter Staatsvergadering gedaan, voor zoo veel betreft het poindt, de Ma„ giftraatsbeftelling dezer Stad aangaande, dan of 5, daar toe de concurrentie der Heeren Staaten ver„ eischt wordt." En het is in dezemy toegefcheenen, dat de concurrentie van de Heeren Staaten ofte der meerderheid van dien, tot zoodaanig ontflag volItrekt gerequireerd word. En wel om deze cardinaale reden, dat niemand wie het ook zyn moge, het recht heeft een ander uit eene ééd te ontflaan, als die genen aan wien de ééd gezwooren is. Heeft dan de Vroedfchap door hunne Gecommït» teerden ter Staatsvergadering gecompareerd zynde, aldaar in handen van de gezamentlyke drie Leden van Staat den ééd op 't Reglement van 1674 hebbende afgelegt, zich gebracht onder bet verband van eene punCtueele obfervantie van 't zelfde Reglement, zoo kan de Vroedfchap door niemand anders, als door dezelve drie Leden van Staat, of de meerderheid van dien, geheel of ten deele van dien ééd ontflagen worden. De bedenkelykheden hiertegen by 't Addres aanA 4 ge-  Verzameling van Stukken betrekkelyk M gebracht, als daar is, dat in den Provinciaalen ééd fiiet gevonden word, dan de perioden, nopende het lejtel en beleid der Provinciaale Regeering, het welk alzoo niet relatief zoude zyn tot het beftel en beleid dezer Stads Regeering, en meer anderen, loopen meerendeels uit op zoodaanige fubtile diftin&ien en vindingen , welke of Diet te compasfeeren zyn met den aart en natuur van een gedaanen ééd, welke altoos van eene flricte interpretatie is, of welke van zoo verre uitzicht ten aanzien van de gevolgen in alle andere zaaken zouden zyn, dat het zich niet aanraad, een voorbeeld van derzelveradhibitie daar te ftellen tot losmaaking van 't gene, als de heiligfte waarborg aller menfchelyke verbindtenisfen behoord geconferveerd te blyven. Om deze en meer andere, des noodig nader te deduceerene redenen , worde ik door een oprecht gemoèdelyk bezwaar en door niets anders, terug gehouden, van de medewerking tot introductie en beéédiging van het geapplaneerd Stads Regeerings-Reglement op den 23fl:en Maart aanftaande, zoo lange geen Staatswyze ontflag uit den Provinciaalen ééd zal zyn daargefteld, immers en ten minften voor zoo veel Stads Regeeringsbeftelling daar in geconcerteerd, en ais tot de poiccten van het provifioneel Regeerings-Reglement behoorende, met toezegging van punEtueele obfervantie, daar bybezwooyen is. Achtervolgens dit myn federt den 2often December, veelmaal gereitereerd Declaratoir van gemoèdelyk bezwaar, heb ik dan ook vermeend, by het Addres my gerangfchikt te vinden, onder die Leden van den Raad ten aanzien van welke begeert word: „ dat voor zoo ver zy mogten blyven baefi„ teeren dezelve tot den irden Oéïober dezes „ jaars in hunne Commisfïen continueeren , zoo nogthandsen onder deze expresfe ver/lande, dat alle dezelve Heeren geene uitgezondert voor de 3, introductie van het gearresteerde Reglement zich 4» behoorfcn te verkLaaren, mitsgaders aan de Bur- U ge»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. S> gery voldoende verzekering en Declaratoir te ,, geeven , dat zy na den afloop hunner tegens3, woordige Commisfie, en alzulks met den i2deo „ Oétober dezes jaars, den ééd op het nieuw gear„ resteerd en te introduceeren Reglement met de „ Burgery, als dan daadelyk zullen ingaan, ofte „ dat anders die Heeren die zich niet komen te „ verklaaren, gehouden zullen worden het amplec„ teeren van de Regeering op den voet van het „ nieuw Regeerings-Keglement, geheel en al te heb„ ben gedeclineerd, en hunne Raadplaatlen ter dis. „ pofitie van de Burgery tegens den raden Uclo„ ber te hebben overgelaaten." Daar dit poindt. dan ook my direct concerneerd, achte ik my verplicht te declareeren, dat hoe zeer ik niet zoude declineeren het amplecteeren van de Regeering op den voet van het geapplaneerd Stads Regeerings-Reglement, ik nogthands zoodaanige verzekering en Declaratoir, om bepaaldelyk op den liden OStober dezes jaars den ééd op het zelve Regie, ment daadelyk te zullen ingaan, niet anders kan confidereeren, dan als eene toezegging van welke de prseftatie niet volkomen van my dependeert, en my nogthands zoude verbinden, en welke daar te boven zoodaanig equivaleert aan den eed, waar in gedifflculteerd word, dat het onderlcheid alleen in het formulier en niet m 't wezentlyke der zaake zouden te vinden zyn, waarom ik dan vermeene, zoodaanige verzekering en Decla* ratoir, voor zoo veel my betreft, niette kunnen afgeeven. Het zoude in dezen eene geheel andere zaak zyn, indien de Geconftitueerden en Gecommitteerden, benevens die Leden der Burgery, welke thands zoo fterk aandringen en gezet zyn op eene daadelyke introductie van het geapplaneerd Stads Kegeerings-Reglement tegen den soften Maart, konden goedvinden, tot betoog van hunne goedwillendheid ea tot vcorkomiDg van alle anderszins te duchA 5  10 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tene verwarringen en ongelegenheden, welke niet anders, dan ten nadeele van de zoo lang gewenschte redresfen kunnen uitloopen, by provifie af te zien van de bepaalde introductie van voorfchreeven Reglementop den gefteldendag, onder voordracht, dat ter hunner gerustftelling van de zyde des Raads verzekering gedaan worde, dat by dezelve niets onbeproeft gelaaten zal worden, om geduurende het jegenswoordige loopend Regeerings jaar, de geoefidereerde reforme in 't Reglement van 1674 te bekomen, of anders, indien zulks onverhoopt niet mogte volgen, dat dan de Leden der Regeeriqg by het weder aanvaarden hunner Commisfie, zich met den I2den October aanftaande niet weder op nieuw zullen brengen onder een bezwooren verplichting, tot punctueele obfervantie van eenige dier poincten , welke Stads Regeeringsbeftelling concerneerende, in het Provinciaal Regeerings Reglement gevonden worden; tot welke laatfte verzekering, als beftaande in eene toezegging van iets niet te doen (het welk in de macht is van een ieder der Leden van de Vroedfchap) veellicht eenige gereeder bewilliging by de Regeering te verwachten zourte zyn, vooral wanneer dezelve Regeering in aanmerking neemt, dat de zaaken op den jegenswoordigen onzekeren voet, nietkunnen of vermogen te blyven, zonder het algemeen welzyn, en het behoud der publieke rusten goede orde in de waagïchaal te brengen. Tot flot voege ik hier by, dat indien het voorleggend Concept-Declaratoir van asfopiatie, in zoo ver by de Vroedfchap kan worden goedgekeurd, om daar van ter bekwaamer tyd, by de introductie van een tot onderling genoegen van Magiftraat en Burgery verbeterd Stads Regeerings-Reglement gebruik te maaken, als dan zoodaanige asfopiatie zoo zeer volkomen behoort te zyn, dat geen fchyn van verfchil overblyve, en dat dienvolgens daar door de fustenues in het einde van het Addres voorkomen.  de Getsurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 11 mende, gerekend moeten worden te zyn vervallen, vereffend en afgedaan. (was get.~) A. S. Abbema. Utrecht, den 13 Maart 1786. H°. 2287. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Uc~ rechty in dato den \6 Maan 1786 by Exiraft g publiceer ds behelzende het ten zeiven dagevastge» Jlelde tot voorziening wegens het fluiten van de Poorten. Door Heeren Kollonel en Hoofdmannen zynde ingediend navolgende Rapport. Fiat Infertio. En daar over gedelibereerd zynde, heeft de Vroedfchap zich met het zelve conformeerende, goedgevonden by provifle te ftatueeren en te refolveeren: Dat alle de Poorten dezer Stad, in tegenwoordigheid van twee a drie Schutters, door den commandeerenden Officier van de Hoofdwacht te detacheeren, des avonds de Klok tien uuren zullen worden geflooten; dat de Sleutels door gemelde Schutters, verzeld van den Poortier of deszelft Knegt, aan *t Stadhuis gebracht, en volgens gewoonte in de Kist zullen geflooten, en de Sleutels daar van aan den Heer eerften Burgemeester in der tyd gebracht worden. Dat van wegen den tydelyken Heer eerften Burgemeester, als Gouverneur dezer Stad, dagelyks aan den Officier van de Wacht en aan de Poortiers, eene fchriftelyke Memorie zal worden ter hand gefield , waar op de naamen vermeld ftaan van de Perfooncn , die permisfie bekomen hebben door de Poorten in den volgenden nacht te pasfeeren. Dat de Sleutels van het Klinket of van de groote deu,-  12 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot deuren der Poort, welke met toeftemminge van den Heer Gouverneur opengehouden worden, niet zullen worden geflooten in de kist op het Stadhuis maar aan den commandeerenden Officier in bewas', rmge worden gegeeven. uewaa- ™?al Ti,"? de Pooften znIIen voorzien worden met een fchel, waar door de Poortier of zyn Knegt des nachts van buiten kan worden opgewekt: zoo dat indien iemand, het zy voor zieken of zwangere Vrouwen, of anderszins in de Stad noodig heeft, dezelve fpoedig kan opwekken; en zal de Poortier or zyn Knegt, na vernoomen te hebben van de buiten zynde Perfoon, voor wien de Poort moet geopend worden, daar van directkennisfegaan aeeven aan den wachthoudenden Officier, dewelke oo het ontvangen bericht van den Heer Gouverneur, ziende- dat die gene welke buiten de Poort was , permisje bekomen had om binnen gelaaten te worden, terftondtwee a drie Schuttert, benevens de Sleutels van de Poort met den Poortier zal mede geeven, om de Poort te gaan openen en wederom ler^ltCta> }eC ?e?e by voorziene toevallen van brand of andere dringende nooden, od vertoon van ï «;™v ! drePerf°onen, die uit hoofde van t: vermaakelyke of voordeelige bezigheden, buiten of binnen de Poorten gelaaten worden, betaalen, indien te voet door de kleine deur of netkffi pasfeeren, twaalf ftuivers, en voor de volgende Woonen ieder vier ftuivers, dan met een IfytuiS door de groote deuren pasfeerende, agt en twintil ;ive«' en meerder Rytuigen daar by behoorendel voor ieder der volgende twaalf ftuivers; en zal van zieken of noodlydenden betaald worden, voor het pasfeeren en repasfeeren, naar maate van derzelver S e" middelen; van alle welke penningen twéé derde zal komen ten voordeele van de wachtdoen! de bchutters, en een derde voor den Poortier. Kindelyk zal de commandeerende Officier van de Wacht, verpacht zyn, des morgens door den Majoor  de Gelmtenisftn in 1787 enz. voorgevallen. 13 joor der Burgery, een fchriftelykRapport te laaten brengen aan den Heer Gouverneur, metfpecificatie van de naamen der Perfoonen, die des nachts door de Poorten zyn gepasfeerd. Wyders heeft de Vroedfchap nopens het ontfiuiten der Poorten des morgens, goedgevonden, zulks proviüoneel zonder alteratie op den ouden voet te laaten. t En verzoekt en authorifeert de Vroedfchap by dezen, den tydelyken Heer Gouverneur dezer Stad, om dagelyks de hier vooren gemelde berichten aan den Officier van de Wacht en aan de vyf Poortiers te laaten toekomen, en den Heer Kameraar dezer Stad, om de noodige Schellen aan de refpe£tivePoor> ten te laaten maaken en verzorgen. Accordeerd met voorfz. Refolutie. In kennisfe van my, (was get.') N. T. van Voorst. N°. 2288. Misfive van den Heere Prinfe Erfstadhouder, gefchreeven op hetLoodenil Maart 1786,aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk het zenden van Militie naar de Provin. cie van Utrecht. Edkle Groot Mogende Heeren, eyzondere goede Vriendenl Wy hebben wel ontvangen Uwer Ed. Groot Mogendens Misfive van gisteren, waar by U Ed. Gr. Mogenden ons kennisfe geeven van derzelver genomene Staats-Refolutie, op eene Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Steden Leyden en Gouda, in den naam en op expresfe last van de Heeren hunne Principaalen, ter Vergaderinge van U Ed. Groot Mogenden gedaan, om naamelyk eene aanfchryving te doen aan de Chefs der Militie van de-  li Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dezen Staat, ter repartitie van Uwer Ed. Groot Mogenden Provincie ftaande, ten einde provifioneel, en tot daaromtrent nader of anders doorUEd. Groot Mogenden zoude wezen befloten, van zonder fpeciaal confent van U Éd. Groot Mogenden geene orders te pareeren, welke zouden ftrekken, om met derzeiver onderhoorige Manfchap, naar de Provincie van Utrecht of eenige Steden van dien, te trekken, of daar tegen iets te attenteeren, ©p poene van daar door de indignatie van U Ed. Groot Mogenden te zullen incurreeren, en daadelyk van hunne Charges te worden ontheven; en dat wyders van deze te neemene Refolutie, ten allerfpoedigflen aaD ons, als Kapitein-Generaal zoude worden kennisfe gegeeven; met by voeging, dat U Ed. Groot Mogenden niet wel anders waren verJachtende, dan dat derzeiver voorfz. te neemen Refolutie het volleedig effect zoude erlangen, en -voorts ook vertrouwden, dat, indien 'er bereids daur tegens eenige bepaalingen waren beraamd, of orders afgezonden, die bepaalingen zouden worden gealtereerd, en die orders met 'er daad ingetrokken; en wyders, dat U Ed. Groot Mogenden, na daar op gedelibereerd te hebben, hadden goedgevonden en verftaan aan ons, in qualiteit als Kapitein-Generaal daar van kennisfe te geeven, met verzoeken verwachting, en in het zeker vertrouwen , dat door ons geene orders hoe ook genaamd, zouden worden gegeeven, tot het doen marcheeren van eenige Troepen van dezen Staat, en fpeciaal van die, welke ter repartitie van Uwer Ed. Groot Mogenden ftaan, naar de Provincie van Utrecht, of eenige Steden of Plaatfen in dezelve gelegen; en einderyk, mede in die zekere verwachting, dat, indien onverhooptelyk daar toe, door ons, bereids eenige fchikkingen mogten zyn gefield, of orders gegeeven, door ons daadelyk zouden worden inge. trokken, en buiten effedt gefield. De inhoud der voorfz. Misfive, Ed. Groot Mogende Heeren ! by ons, met die attentie welke het  de Gebeurtenisj'en in 1787 enz. voorgevallen, 15 het gewigt der zaake vordert, geëxamineerd en overwogen zynde, hebben wy niet willen afzyn, in antwoord op dezelve, U Ed. Groot Mogenden by dezen te refcribeeren: dat door ons geen orders ihoegenaamd, aan eenige Militie van dezen Staat, iom in de Provincie van Utrecht in te rukken, zyn gegeeven; en dat by ons geen voorneemen heeft plaats gevonden, om eenig Volk van Oorlog derwaards te doen marcheeren, ten ware door, of van wegens de Heeren Staaten 5s Lands van Utrecht, :daar toe aan ons eenig verzoek wierde gedaan; in ■welk geval wy ons verplicht zouden oirdeelen, ora idie zelfde bereidvaardigheid, voor welgemelde Heeren Staaten van Utrecht, zoo wel als voor dé Heeren Staaten der vyf andere Provinciën, te moeten betoonen, welke wy ten allen tyden voor U Ed. Groot Mogenden, wanneer dezelve geoirdeeld hebben van ons eenige foortgelyke requifitien te :doen, hebben betoond; doch, om zoo veel ia :ons is, te voldoen aan de intentie van U Ed. Grooc [Mogenden, zullen, wy in zoodaanig onverhoopt [geval, geene Troepen van den Staat, op Uwer Ed. (Groot Mogendens Provincie gerepartitieerd, naar ;de Provincie van Utrecht doen marcheeren. Voor het overige verzaeken wy, dat U Ed. Gr. [Mogenden zich gelieven verzekerd te houden, dat ?wy Diet minder dan U Ed. Groot Mogenden beizorgd zyn, om te vermyden al dat gene, welke s aanleiding of gelegenheid zoude kunnen geeven toe teen Burger-Oorlog of Regeeringloosheid, en dat i wy met Hart en Ziel verlangen, om de Unie en rust 1 in het Land herfteld te zien, en dat niets ons meer tter harte gaat, dan het geluk en de waare belani gens van de goede Ingezetenen dezer Republiek. Waar mede, verhoopende aan de intentie van U IEd. Groot Mogenden te hebben voldaan, beveeilen wy, Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede Frkr.ien! V  16* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ü Ed. Groot Mogenden in Gods heilige protectie; (Onder fiond) Uwer Ed. Groot Mogendens dienst, willigen Dienaar, (was get.) W. Pr. van Oranje. (Lager Jlond) Ter Ordonnantie van eyne Hoogheid, (Gecontrasigneerd) T. j. de Larret. Op het Loo, den 17 Maart 1786. N°. 2289. Voordracht van den Burgemeester van Bronckhorst, den 18 Maart 1786 in de Vergadering van de Vroedfchap der Stad Utrecht gedaan, op de ouvertures van den Heer Hoofdman van Dam, om den volgenden Maandag by het Stadhuis met de Compagnie de Handvoetboog de Wacht te houden. En daar op gfnomen Refolutie, om alle de Burger-Compagnien den nqften Maart op hunne loopplaatfen in de Wapenen te doen komen, en de Confideratien daar toe gevraagd van den BurgerKrygsraad, tot de noodige arrangementen daar toe. Deede de Heer Burgemeester van Bronckhorst navolgende ouverture; dat de Heer van Dam, Heere van Isfelt, in qualiteit als Hoofdman van de Compagnie de Handvoetboog, uit naam van deOffi. eieren van gemelde Compagnie, thands wachtdoende, hem Heer Burgemeester hadden geoffereerd eene Wacht van vier Rotten Burgers, ten einde op aanftaande Maandag den 2often Maart, ten tyde van de Deliberatien V3n de Vroedfchap, by het Stadhuis de Wacht te houden, met verdere informatie, dat het aan gemelde Officieren niet onaangenaam zoude zyn, dat deze hunne offerte aan de Vroedfchap wierde voorgedraagen, blvlcens de Refoiutien van voorfz. Officieren, van den 15 en 17dtn dezer maand Maart. Dat  èe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 17 Dat de Heer Cordon, Kapitein-Luitenant van bovengemelde Compagnie, heden morgen, aan zyn Ed. mondeling hadde verkhard: Dat de intentie van voornoemde Officieren, by hunne hier boven gementioneerde offerte, is, om in allen opzichte de veiligheid van den Raad, en aan de Leden van dien een vry en onbelemmerde acces tot, en reces uit, den Raad te bezorgen. Dat het te verwachten is, dat op aanflaanden Maandag veeIe Vreemdelingen binnen deze Stad zullen komen, en dat mooglyk fomtyds door kwalyk geintentioneerde Perfoonen ongeregeldheden zouden kunnen Worden ondernomen, waar aan de Burgers geen part of deel willen hebben, en niet gaarne zouden zien, dat die op haare rekening gefield wierden : daar zy in tegendeel genegen en bereid zyn, alle mooglykë voorzieninge daar tegen te doen, en daarom met haare offerte bedoelen, de Leden van den Raad voor en tegen die belemmeringen en infolentien te beveiligen. Waar over gedelibereerd zynde, heeft de Vroedfchap, den Heer Hoofdman van Dam en verdere Officieren van de Compagnie de Handvonboog, voor derzeiver vriendelyke offerte bedankt, dezelve accepteerende by dezen. En word de Heer Hoofdman Van Dam, by dezen verzogt en geauthorifeerd, om met de Officia» ren der meergemelde Compagnie de noodige fchikkingen desaangaande te maaken, én tevens in Conlideratie te neemen, of het noodig en dienflig zoude zyn, dat een meerder aantal Manfchap, als vief Rotten, ja Zelfs tot de geheele Compagnie toe* des Maandags in de Wapenen kwam, om zich VOöir en om het Stadhuis te posteeren. En is wyders op het geproponeerde dezen dangaande goedgevonden en gerefolveerd, aanflaan- de Maandag morgen alle de Burger-Compagnied op haare refpeólive loopplaatfen, onder de Wapenen te doen komen, en aldaar te doen verbly^éü} tot dat den Raad zal zyn gefcheident Én zyn dö XXX. Deel, B& ' U*  18 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Leden van den Burger-Krygsraad verzogt, de noo- dige arrangementen ten dien fine te beraamen, en op morgen aan de Vroedfchap voor te draagen, als mtde om zoodaanige prsecautien te proponeeren, welke zouden kunnen en behooren genomen te worden, indien de tydingen welke in den Raad zyn voorgekomen, nopens den aanmarsch van eenige Militaire Troepes, uit nabuurige plaatfen naar deze Provincie en Stad, onverhoopt bewaarheid wierden, ten einde in cas van nood voor derzeiver overrompeling;.: zich zoo veel mooglyk te beveiligen. Zynde wyders gerefolveerd en verftaan, op morgen des voornoens ten elf uuren extraordinaris te vergaderen, om de hier bovengemelde Confideraticn van den Burger-Krygsraad te hooren, en in overweegioge te net-mei]. Accordeerd met voorfz. Refolutie. In kennisfe van my, (was get.) j. vv. de Reuver. N°. 290. Ra]port van de Heeren Collonel en verdere Leden van den Burger-Krygsraad der Stad Utrecht, in den Raad uit gebracht dth «9 Maart 178Ö, waar by worden opgegeevcn de noodige fihikkingen en arrangementen voor den volgenden dag, en Refolutie daar op genomen, waar by het zelve rapport werd geapprobeerd, en ditnvolgende order gefield tot het in de Wapezen doen komen van de Burger-Compagnien op hunne Loopplaat/en, en het bezetten van de Poorten, door Burger detachementen. De Vroedfchap des voornoens ten elf uur verga, derd. Gehoord rapport van de Heeren Collonel en verdere Leden van den Burger-Krygsraad, luidende als volgt: De Heeren Collonel en verdere Leden van den Bur-  de Oebeurteniifen tn 1787 enz. nor gevallen. i£ ! Burgcr-K'ygsraad, ingevolge Vroedfchaps Refolu! tie commisforiaal van gisteren, gedelibereerd hebI bende over de arrangementen , dewelke zouden I behooren gemaakt te worden, om de agt Corripagi nien dezer Stads Schutterye, tegens morgen in eené 1 behoorlyke orde en geregeldheid op derzeiver i loopplastfen te doen compareeren; hebben de eer • van te rapporteeren: dat de Krygsraad van opinie i zoude zyn, dat U Ed. Achtb. des wegers zouden i kunnen arrefteeren, en aan ieder der Compagnien I by Extract Refolutie tot derzeiver informatie dóen 1 te kennen geeven: dat de Vroedfchap had goed» I gevonden op het geproponeerde dezen aangaande : te refolveeren, dat tegens morgen ochtend Zynde I Maandag den 2often dezer maand Maart, alle de agc ! Schutters Compagnien, onder commando van den i Kapitein-Luitenaiat of oudfle Officier der Compaginie, met Vaandels en Trommen op derzeiver loopiplaatfen zullen vergaderen, en dat ten dien einda •alle de wachtdoende Schutters met hun Geweer eri 'Wapenen, tegens half negen uuren zullen wórden 1 opgeroepen, op verbeurte van eene boete vantwin! tig ftuivers voor de abfent blyvende. Dat de ConiI pagnien aldus zittens des Vroedfchaps Vergadering :onder de Wapenen zullen blyven, tot dat dezelve, door de refpeclive Hoofdmannen zullen zyn afgedankt (ofte wel tot dat de Officieren, Onder^Offl:cieren en Schutters, door eene Commisfie uit dé 'Vroedfchap te decerneeren, voor derzeiver getróu;we asfiftentie zullen zyn bedankt; van welke twee' laatfte poindten U Ed. Achtb. een zouden kunnen lamplecteeren), dat voorts geene der onder de Wa:penen gekomen zynde Schutters, zich zullen mó;gen ontydig abfenteeren dan om gewigtige redenen; en na bekomen permisfie en toeftemming van den xommandeerenden Officier, op de poene by hèc 132 Artikel van de Schutters Ordonnantie daar tegeri ;geftatueerd. En hier mede overgaande tót hét tweede commisforiaal gemaakte poiot van ü Ed. Achtb. Refolutie; B 2 m  ao Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tot beraaming caamentlyk van precautien , welke zouden kunnen genomen worden, indien de tydingen bewaarheid wierden die in den Raad zyn voorgekomen , als of 'er eenige Militaire Troepen uit andere Plaatfen naar deze Provincie en Stad in aanmarsch zouden gaan, om in gevalle van nood zich voor derzeiver overrompeling te beveiligen; zoude de Krygsraad van oirdeel zyn: dat U Ed. Achtb. de Heeren Hoofdmannen dtr Compagnien die het naast aan de vyf kapitaale Poorten dezer Stad gegrensd zyn, behoorden te authorifeeren, om tegens morgen ochtend by het openen der Poorten een Onder-Officier met een geheel rot Schutters naar de Poorten te detacheeren, om aldaar, zonder nogthands de Poorten te fluiten, in plaatze van de Militairen, Wacht te houden, tot dat dezelve by nadere Refolutie van U Ed. Achtb. zullen worden afgelost; dan zoude hier by behooren geftatueerd te worden, dat de Compagnie van Tuikyen in plaatze van de Compagnie de Handvoetboog, üie aan het Stadhuis en aan de Waardpoort de Wacht zoude houden, een rot Schutters zoude detacheeren, om de Catharynepoort te bezetten, van welke laatstgemelde en te neemen Refolutie den Heer Gouverneur zoude behooren kennisfe te ontvangen , tot de intrekking van de Militaire Schildwacht , voor den dag van morgen, en den Heer Kameraar dezer Stad ten einde zyn Ed. bezorge dat de Wachthuisjes aan de Poorten voor de Burgers geopend zyn. Eindelyk zouden U Ed. Achtb. tot fecuriteit en defenfie van de Stad, tegens aile overrompelinge, volgens des Krygsraitds Advys, in nadere Deliberatie behooren te neemen het plan van defenfie voor deze Stad door een Commisfie uit den Krygsraad geformeerd , en op den spfien Augustus des voori. gen jaars, ter tafel van U Ed. Achtb. gebracht, doch met welkers executie, U Ed. Achtb. om de min presfance der zaak by Refolutie van den jden September daar aan volgende, hebben gelieven te fupercedeeren. Heeft  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, aï Heeft de Vroedfchap verft.?an: dat tegens morgen ochtend den 2often Maart, alle de 'Schutters CompagnieD onder commando van den KapiteinLuitenant of oudften Officier der Compagnie, meC Vaandels en Trommen op derzeiver loopplaatfen zullen vergaderen, dat ten dien einde alle wachtdoende Schutters met hun Geweer en Wapenen des morgers ten half 0 uuren zullen worden opgeroepen, op verbeurte «>an een boete van 20 duivers voor de abfent blyvende: dat de Compagnien aldus geduurende den tyd, dat de Vroedfchap zal vergaderd zyn, onder de Wapenen zullen blyven, tot 1 dat by een Refolutie van de Vroedfchap zullen worden gedimkeerd: dat voorts geene der onder 1 de Wapenen gekomen zynde Schucters zich zullen 1 mogen ontydig abf.mteeren , dan om gewichtige re1 denen, en na bekomene permisfie en toeftemmiogevan den commandeerenden Officier, op pcaoe by i het 32 Artikel van de Schutters Ordonnantie daar 1 tegen geltatueerd; dan is aan den Hoofdman van de 1 wachtdoende Compagnie de Hmdvoetboog overge. 1 laaten, om, indien zulks noodig vind zyne Comjpagnie een geheel uur of half uur vroeger in de Wapenen te doen komen, om zich voor en by het iStadhuis te posreeren; zynde de Heer Voet als 'Hoofdman van de Compagnie het Papevaandel, ge:excufeerd, deszelfs Compagnie in Perfoon te com • mandeeren, doch tevens verzogt, om zich aan het iStadhuis te laaten vinden, ten einde by voorkomen1de gevallen, de orders van de Vroedfchap tekunneo 'verneemen. En heeft de Vroedfchap, Heeren Hoofdimannen der Compagnien die het naast aan de vyf kapitaale Poorten dezer Stad gegrensd zyn, geauthorifeerd, om tegens morgen ochtend by het ope. men der Poorten een Onder- Officier met een geiheel rot Schutters na de Poorten te detacheeren, lom aldaar, zonder nogthands de Poorten te fluiten, iin piaatle van de Militairen, wacht te houden, tot Idat dezelve by nadere Refolutie van de Vroedfchap, zullen worden afgelost; dan zal de Compag. B 3 nle  $% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nie Turkyen in plaats van de Compagnie de Hand. voetboog die aan het Stadhuis en Waerd-Poort de Wacht heeft, een rot Schutters detacheeren om de CatharyDe-Poort te bezetten. En word de Keer eerfte Burgemeester Loten als Gouverneur dezer Stad verzogt, voor den dag van morgen de Militaire Schildwacht aan de Poorten te doen intrekken, en den Heer Kameraar dezer Stad pm te be£orgen , dat de Wachthuisjes aan de Poorten voor de Burgers geopend zyn; en belangende her derde of laatfte poinót van voorfz. Rapport, con. cerDcersnde de fecuriteit en de defenfie van de Stad tegen alle overrompelinge, heeft de Vroedfchap goedgevonden het zelve in nadere overweeginge te neemen, ea zulks heden buiten deliberatie te hou. den. Accordeerd met de voorfz, Refolutie, voor zoo veel 't geëxtraheerde aangaat. In kennisfe van my, N. T. van Voorst. K . 2 -Qi. Nauwkeurig bericht van de invoering van. net op den 20 December 1785 gearrefleerde Regie, ment van Regeering der Stad Utrecht, en de beéêaiging van het zelve aan de zyde van de Burge* ry, op den 20 Maart 1786, gevolgd na de Notulen van den Raad derzeiver Stad, daar van opgemaakt , en by Copia authentiek met alle de daar toe betrekkelyke Stukken, uitgegeeven aan Geconjtitueerden; en waar by voorkomen: I. De Advertentien van de agt Burger-Compagnien, door hunne Geeommitteerdens, tot de introductie en beêédiging van het voorfchreeven gearrefteerde Regeerings-Reglement ingeleverd. n. Declinatoire Refolutie van den Raad daar op genomen s met overlevering van de fentimenten van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 23 de prefente Raaden by tvyze van Dedaratoiren in gefchrifte over gegeeven: ah je van IIJ. De Heeren Oud-Burgemeesteren Berger , van den Bogaard, en den Heer Bürman de la Bassecour, Oud-Burgemeester van der Dussen Heer van Derthuifen, Musschenbroek en van Beek Heer van Dykvelt, en Raaden Boddens, Zaal, en Burgemeester van Bronckhorst, en voorts van de RaadenEYK, Boddens, van Westrenen, van der Does, van Romond, van Senden, Daunis, de Ridder, Falck, Abbema, Smissaert, Woertman, de Leeuw, van der Muelen, Ivoy, van Haeften, D. J. en J. A. Martens, Nahuis, Ewyck en van Dam Heer van Isfelt. IV. Bejluit van de Vroedfchap der Stad Utrecht, om alle dezelve Dedaratoiren deels in originali, deels copielyk aan de Geeommitteerdens van de agt Schutters-Compagnien, Wachtvryen en Uitkopers ter hand te ft ellen, om daar van communicatie te gee~ ven aan 'hmne Committenten. V. Commisfie daar toe gejlagen op de Heeren Eyk, Daunis en Aebema, en het rapport van die Commisfie. VJ. Antwoord van de Burgery by wyze van Dedaratoiren van ieder der agt Compagnien aan voornoemde drie Heeren, benevens een DeducJie, geintituleerd: Detail van de Burgerye &c. overgegeeven, en in den Raad overgebrat ut'. VIJ._ Refolutie van de Vroedfchap na leBure van deze ingediende Dedaratoiren, inhoudende, dat de Vroedfchap verklaarde te perfifieeren by haare bovengemelde Dedaratoiren. En VIIJ. Commisfie op de Heeren Eyk, Daunis en Abbema , om het zelve aan de Gecommitteerden uit de Bui ger-Compagnien fclmfteiyk te verklaar en. ? 4 IX.  64 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot IX. 't Welk door Run Ed. werd gedaan, en ook aan-, genomen, om aan de Burgery bekend te maaken, mits den Raad vergaderd zoude blyven, waar toe de Vroedfchap befloot. X. Intusfchen refolveert den Raad om de ingekomen Dedaratoiren van de Burger-Compagnien per MisJive; te communiceeren aan de Heeren Wieling, de Joncheere, Pesters en Voet van Winssen, en by monde, aan de Heeren Burgemeester Loten, Oud-Burgemeester Verreek, Kameraar Craayvanger, en Raaden Verschoor en van" Dielen, XJ. Waar op volgt een voorjlel van den Heer van Haeften, om de Compagnien van hunne Loopplaatfen na de Neude te doen trekken, en aldaar de intentie van de Vroedfchap te verneemen, zoo als dien conform gerefolveerd en de ordres daar toe gegeeven wierd. XIJ". Antwoord of wel nader Declaratoir van de refpeSlive Burger-Compagnien aan de Heeren Eyk, Daunis en Abbema overgegeeven, en in de Vroedfchap ingeleverd, ten einde dat de Burgerschutters , Wachtvryen en Uitkopers, nog die dag door een Commisfie uit den Raad, in den ééd zouden -worden genomen op 't gearrejteerde Regeerings-Re. glement. ^IIJ. Vvklaaring van de Heeren Oud-Burgemeester van den Bogaard, en Raaden Eyk, van Senden, Daunis, de Ridder, Smissaert, van der Muelen, Ivoy, van Haeften, Burman »e la Bassecour en van Dam Heer van Isfelt, van bereid te zyn hunne ingeleverde en door de Burgery e aangenomen Dedaratoiren met ééde te flerken, het welk de Vroedfchap aan hun overlaat. XIV. Refolutie van de Vroedfchap, genomen op het " in den ééd neemen van de Burgerye, en commisfie op de Heeren de Ridder, Smissaert en van Haeften, nevens den Secretaris Falck.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2$ j XV. Sentiment van den Heer de Leeuw, daar tegen in gefchrifte overgegeeven, waar by zich gevoegd hebben de Heeren Burgemeester van Bronckhorv?, Oud-Burgemeesteren van der Dussen en Musschenbroek, en Raaden Boddens, Zaal, van Ewyck, J. A. Martens en Nahuys. XVJ. Refolutie van de Vroedfchap, waar by de Compagnien voor hunne goede dienften bedankt worden, en XVIJ. Misfive aan den commandeerenden Officier van iedere Compagnie toegezonden, om dezelve te dimitteeren en van hun verder verblyf en wacht te ontflaan. Dit alles uitmaakende het fummiere van het voorgevallene op den 20 Maart 1786, tusfchen de Burgery en den Raad der Stad Utrecht, het welk gedevelloppeerd is by de daar van opgemaakte en by Copia authentiek als hier voren gemeld uitgeleverde Notulen, waar van den inhoud aldus luid. (*) Fiat Infertio. Door den Burgermeester van Bronckhorst voorgebracht en gedaan leezen zynde, agt eensluidenge advertentien, door zich noemende Geeommitteerdens van de agt Schutters-Compagnien, Wachtvryen en Uitkoopers, aan zyn Ed. by het intreeden van den Raad overhandigd, met verzoek dezelve ter deliberatie van de Vroedfchap te willen brengen en van des Vroed- (*) Deze Notulen zyn alhier uitgegeeven, zoo als dezelve door de Vroedfchap by Copia authentiek aan de Geconftitueerdens van de Burgery zyn uitgeleverd, en hebben wy het geoirdeeld van onze zaak niet te zyn, in te treeden het gene by anderen is opgegeeven, wat 'er na den 20 Maart 1786 tot den 3 April daar aan volgende, wegens corre&ien, veranderingen, vermeerderingen en verminderingen in dezelve mogten zyn voorgevallen.  46 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Vroedfchaps dispofitie Communicatie te geeven, luidende voorfchreeven advertentie als volgt: I. Aan de Edele Groot Achlbaare Heeren Burgemeesiexen en Vroedfchap der Stad Utrecht. Word door de Ondergefchreeven Gecommitteer. dens uit de Compagnie aan Hun Ed. Groot . Achtb. geadverteerd, dat die Compagnie Burger-Schutters met hunne Wachtvryen en Uitkoopers, zich ter introductie en wederzydfche be. éédiging van het op den 20 December 1785 gearrefteerde Regeeriügs.Reglement dezer Stad, bevinden op hunne loopplaatfen, en worden mitsdien U Ed. Gr. Achtb. in naam en van wegens de Schutters , Wachtvryen en Uitkoopers van dezelve Compagnie verzogt, een Commisfie uit den Raad te decerneeren tot het ten voorfchreeven einde in den ééd neemen van de Schutters, Wachtvryen en Uitkoopers van dezelve Compagnie, ofte wel daar toe op den Hoofdman, of den Officier de Compagnie leidende, authorifatie te verleenen, nevens een of meer Raaden gequalificeerd, om in naam van den Raad de beéédiging te doen, zynde de Commisfie gelast U Ed. Groot Achtb. te declareeren, dat de Compagnie vergaderd blyft wachten na rapport op dit verzoek. En zyn de voorfz. voor/lellen alle van eenen inhoud en onderteekend, alsfe: Uit de Compagnie Turkyen, door G. A. Visscher, C. vanBenthem en W.v. Dyk. ""—"——• 'ï Papevaandel, door A, Hoevenaar, Anz. ce Vry en Herm. Kruls. ' '* Fortuin, door G. Heetveld, J. L.v. Velthoven, J.Carels en J. v. Lidt de Jeude, junior. —1———-—•-— de Bloedkuil, door j. v.Schalkwyk, G. van de Vooren en C. van der Moolen. Uit  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgev&llsn. 2? Uit de Compagnie de Zwarte Knechten , door J. Kreylkamp, A. van Eldik ea J. E. des Tombe. s de Oranje-Stam, door A. Abeleven, J. C. Pronckert en J. van der Ven. ■ n ———— de Pekftokkin, door J. de Visser Jansz., Corn. van Hengelaar en Willem Overwyn. —— 1— de Handvoetboog, door G. Bet- tink, J. Lubber ding, G. Roggeveen en G. Westhuizen. IJ. Waar over gedelibereerd en omvrage gedaan zynde, heeft de Vroedfchap verftaan dat het niet in haar vermogen was, het verzoek by gemelde Addresfen gedaan, tot de daadelyke introductie en wederzydfche beéédiging van het Regeerings-Regie, ment voor deze Stad te doen volgen, en daar toe te concurreeren; als mede, niet tot het decerneeren van eene Commisfie uit den Raad tot het in den ééd neemen der Burger-Compagnien, Wachtvryen en Uitkoopers, maar daar inne te moeten difficulteeren; en hebben de prefente Leden van dea Raad, hunne fentimenten gedeclareerd, minfcrip. tis overgegeeven, gelyk zulks mede by eene Misfive aan den Raad geaddresfeerd, gedaan hebben, de Heeren van Westrenen , van Romondt en Woertman , zynde voorzeide Dedaratoiren ea Misfives van navolgenden inhoud: IIJ. Declaratoir van den Heer Oud-Burge* meester C. Berger. f| De Ocderaeteekende declareert, dat^ hy op den ééd aan de Stad gedaan, zich verbind op den aanflaanden 12 October 1786, het Reglement van den jaare 1674, voorzoo veel het zelve betrekking heeft tot Stads Regeeringsbeflelliug en domestieke zaaken, niet op nieuw te zullen bezweeren, maar op  a8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot op den 12 October 1786 , zyne Raadsplaatfe op geen ander Regeerings-Reglement zal aanvaarden, dan het gene op den ao December 1785, (onder referve voor de nog twee poincten differentiaal) is gearreüeerd; bereid zynde, ter requiötie van de Burgery, dit Declaratoir met ééde te bevestigen. Utrecht, den 20 Maart 1786. (was get.) Cypriaan Berger. Van den Heer Oud-Burgemeester van den Bogaard, waar by zich gevoegd heeft de Heer Bürman de la Bassecour. ** Declareere en beloove ik ondergefchreeven Oud-Burgem.ester en Raad in de Vroedfchap dezer Stad, dat ik op den 12den October aanftaande, wanneer ik, na het expireeren van myn Regeeringsjaar, van alle verbinteniife der ééden, als Regent gedaan, zal zyn ontheeven, het Reglement van den jaare il>74 , voor zoo veel het betrekking heeft tot Stads Regeeringsbeftelling, als eene domestike zaak zynde, niet op nieuw zal bezweeren, maar myne Raadsplaats weder aanvaardende, dezelve niet zal aanvaarden op een ander Stads Regeerings - Reglement, üan het gene thands provifioneel is gearresteerd, of/oodaanig als het zelve tot onderling genoegen van Magiftraat en Burgery nader zal worden gearrefteerd, zullende, indien ik mo;;te te raaden worden my?e Raadsplaats op den I2den October riet weder te aanvaarden, de Burgery tydig daar van adverteeren. Actum binnen Utrecht, den 20 Maart 1786. (was get.) P. p. v. d. Bogaard. (Onder fiond) waar mede zich geconformeerd heeft, (was get.) Pieter Carel Burman de la Bassecour. Van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 29 Van den Heer Oud-Burgemeester van der Dossen, Heer van üerthuizen. Dewyi de ondergefchreeven Oud-Burgemeester van der Dussen Heer van Derthuizen, van den beginne af aan van fentiment geweest is, om by het Reglement van 1674. zoo ah het door hem nog op den izden OÏÏober jongstleeden is beéédigd, te moeten blyven , 200 lang hy van den ééd op een wettige wyze niet ontjlagen is, oirdeelt hy geene vryheid te hebben» om zonder bezwaar van zyn gemoed, te concurreeren tot introductie van een nieuw Stads RegeeringsReglement, zynde hy van voorneemen om in conformité van zyne aanftellinge van den 12 October 1785, de Commisfie in de Momboirkamer waar te neemen tot den 12 October toekomende (.*)• Utrecht, den 20 Maart 1786. (was get.~) A. j. van der Ddssen. Van den Heer Oud-Burgemeester va» Musschenbroek , waar mede zich gei onformeerd hebben de Heer OudBurgemeester van Beek Heer van * Dykveld , en Raaden Boddens , ZAALera Burgemeester vAnBronkhorst. ■ Edele Groot Achtbaare Heeren! Daar het by U Ed. Groot Achtb. bekend is, dat ik reeds by den aanvang dat 'er confideratien gemaakt (onder Jlond dit geteekende remis) (*) Waaromme perfifteerende by myn meermaalen gedeclareerde fentiment in de Vroedfchap, van gedachten ben, noch nu noch op een andere tyd, zco lange het Reglement van 1674 niet Staatsgewyze is verandert, geen anderen ééd te mogen noch te kunnen doen. (was get.) A. j. vak bsr dusssn,  gb Verzameling van Stukken betrekkelyk tot maakt zyn, om het jegenswoordig rot hier toe fuBfifteerend Regeerings-Reglement van den jaare 1074 te veranderen j 'als. toen gelyk ook tot nu toe vaü begrip ben geweest, verplicht te zyn 't voorfz» Regeerings-Reglement dezer Provincie , ook zoo verre daar in het Stedelyke vervat is, by my met dieren ééde gpftaafc, als eene vaste en bnwankelbanre Conflhurie te mii'ntineeren, en naar myn vermogen te doen en helpen maintineeren; waar by in eonfideratie neemen ie, dat ik tot Raad in de Vroedfchap aangefreld zynde, vervolgens tot LidderProi vinciaale Regeeringe op de fptciaale uitoeffening yan het zelve Reglement ben beéédigt, welke ook in den jaare 1760" ten tyde der aanftelling en inhuldiging van onzen jegenswoordigen Heer Erfstadhouder, by zyne meerderjaarigheid, eene nieuwe fandtie onder de openbaare vreugdebedryven van alle de Ingezetenen, en inhaalinge van dezer Stads Schuttery heeft verkreegen. Zoo hebbe om die redenen dan ook my verplicht gevonden, in het oproepen der Burgery tot het opgeeven hunner bezwaaren tegens bovengemeld Regeerings-Reglementvan 1674 te difficulteeren, en my vervolgens in geene dier gepretendeerde bezwaaren in te laaten, veel min te concurreeren tot hetconcipieeren van een zoogenaamd nieuw Regeerings-Reglement, ten einde het zelve met de Burgery te arresteeren en in train te helpen brengen: daar ik ook de permanence van een vasten Raad, en verdere daar by vervatte veranderingen, befchouwe als zaaken, welke voor Stad en Burgery de allernadeeligfte gevolgen konden na zich fleepen, en wy niet bevoegt zyn zulks san den Heer Erf-Stadhouder en zyne wettige Succesfeuren te doen prajjudicieeren. Zoo fpreekt het van zelve en proflueerd gevolglyk, dat ik als nu wederom tot den I2den October aanlraande door de vastgeftelde Conftitutie aangefteld zynde, en bereid dezelve te voleindigen, zonder eene wettige ofitflaginge uit dien ééd door de Heeren Staaten, met concurrentie van den Heer Erf- Stad-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 31, Stadhouder, behoudens eene goede confcientie tot het arresteeren en bezweeren van een ander Regeerings-Reglement ,.niet kan of mag refolveeren: en de bedenkelykheid in dezen word nog vermeerdert, wanneer men befchouwt, dat het Stadhouderfchap op dien voet, zoo in deMannelyke als Vrouwelyke Linie , niet aan den jegenswoordigen Heer Erfstadhouder , maar deszelfs Heer Vader Willem: de vierde glor. ged. gefchonken is. Waaromme perfiftcerende by die reeds meermaalen gedeclareerde fentimenten in de Vroedfchap, van oirdeel blyve, noch nu noch op eenen anderen tyd. zoo lange het Reglement van 1674 Staatsgewys en met concurrentie van den Heer Erf-Stadhouderniet is verandert, geenen anderen ééd te mogen en te zullen afleggen, houdende al het gene daar tegens mogte contrarieeren voor informeel en van onwaarde. Verzoekende dat tot myne decharge voor de posteriteit, dit myn fentiment in deze Stads Notulen mag worden geinfereerd, en daar van een Copieaaa de Burgery uit te leveren. Utrecht, den 20 Maart 1786". (was geteekend") J. W. v. Müsschenbroek. J. F. v. Beeck. Thom. Adr. Boddens. T. A. Zaai» (Onder Jlond) By my Ondergefchreeven geperfifteerd by deze bovenftaande Conclufie. (was get.) A. v. Bronckhorst. Van den Heer Eyk. ** De Ondergeteekende declareerd by dezen, dat hy op den ééd aan de Stad gedaan, zich verbind, om op den aanftaanden 12 October 1786 het Reglement van 1674, zoo veel het zelve betrekking  32 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót king heeft tot Stads Regeeringsbeftellinge en do-i meftieke zaaken, niet op nieuw te zullen bezweeren, maar op gemelde 12 October 1786 zyn Raadplaats op geen ander Regeerings-Reglement te zullen aanvaarden, dan het gene op den 20 December 1785 is gearresteerd; onder referve nogthands voor de nog twee differentiaale poincten , bereid zynde ter requifitie van de Burgery dit Declaratoir met ééde direct te bevestigen. Utrecht, den 20 Maart 1785. (was get.) Ad. Hend. Eyk. Nog van den Heer Boddens» Edele Groot Achtraare Heeren! U Ed. Groot Achtb. is myne denkwys allen bekend. Ik declareere dat ik perfifleere by het Reglement van 1674, dat ik plechtig met dieren ééde bezwooren hebbe, en nog onlangs den I2den O&ober laatstleeden, waar van ik niet kan of mag afgaan; my ten dien einde refereerende aan myn Advys den 26 May des gepasfeerden jaars 1785 in Vroedfchaps Notulen geinfereerd, gelyk ikmy volkomen conformeeré met het op heden morgen door den Heer Oud-Burgemeester van Musfchenbroek ampel geadvifeerde, daar ik mede inftemme en my byvoege. — Verzoekende dat dit myn Declaratoir in Vroedfchaps Notulen mag worden geinfereerd, ten einde ten allen tyden ter myner decharge hier van kan blyken. Utrecht, den 20 Maart 1786. (was get.) Thomas Adriaan Boddens* Van den Heer van Westrenen. Edele Groot Achtraare Heeren! Schoon herhaalde reizen myn fentiment in dezen Raad  de Gibeitrtenisjen in 1787 enz. voorgevallen, 33" J Raad hebbe uitgebracht omtrent het introducee1 ren van een nieuw StedelykRegeerings-Regletnent, : zoo vinde my verplicht nogmaals by dezen te declareeren geen ander Reglement te kunnen beëedij gen, voor en al eer ik op eene wettige wyze zal i oatfligen zyn van myn gepresteerden ééd op het , Reglement van Regeering dezer Provincie, van den j jiare 1674: „ doch tevens betuigende, dat niets ! vieriger verlange, dan op eene conftitutioneele , „ wyze met de andere Staatsleden en den Heer Erf, „ Stadhouder, naar myn vermogen mede te wer\ „ ken, tot verbetering van den innerlyken ftaat , „ van Regeeririg dezer Provincie, en wegneeming , van wettig daar tegen ingebrachte bezwaaren en i „ aangetoonde abuizen; " terwyl ik hoop en ver1 trouwe, dat de Ingezetenen, welke my in de uitvoering van dit heilzaam oogmerk hun vertrouwen fchynen te weigeren, na een bedaard en onbevoor1 oirdeeld inzien van zaaken, van hunne tegenswoort dige handelwyze zullen afzien , tot andere gedachten komen, en my eerlang in ftaat ftellen, om met gewenschte vrugt met ü Ed. Groot Achtb. en dé andere Staatsleden, dit falutair oogmerk te kunnen bereiken. (was get.) j. J. van Westrenen. Van den Heer van der Does,-, Edele Gróót Achtbaars Heeren! De Ondergeteekende zith blykens zyn Advyö 1 den 20 December 1785 uitgebracht, den 27ften 1 daar aan in fcriptis overgegeeven , en ten zeiven 1 dage in de Vroedfchaps Notulen geinfereerd, mitsT saders vervolgens aan Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, en Gecommitteerden uit de agt Burger Compagnien ter hand gefteld; met geconformeerd hebbende met de laatfte, op den 20 December 17&5 genoomene en gepubliceerde XXX. Deel. G en  34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en den23flen daar aan geaffigeerde Refolutie, heeftt noodig geoirdeeld nader op den 6den dezer te de-clareeren : dat hy op den 2often Maart aanftaande» bet provifioneel beraamde Stedelyke Regeerings.. Keglement niet zoude beéédigen, waar by hyalss nog perfifteerd; teffens declareerende: „ dat hyr j, niet te min, volgens zyne op den 12 Oftober' », 1785 by het weder aanvaarden van zynen post: „ gedaaneaanteekening, zal blyven volharden , al-. „ Je poogingen aan te wenden en zoo veel in hem 1 „ is mede helpen efFeftueeren, dat het Reglement; „ van den jaare 1674 waar in na het adveu van de 1 „ i>taats-Commis lauary en den I3den Maart laatstleeden, in gemoele niet prafteeren kan, dat ik my federt zaturdag norgen van hier hebbe geabfenteerd, en op heden n dezen Raad niet ben verfcheenen, te meer, daar !Oo ik vermeine door myne hier voorengemelde infertien, in allen deelen volkomen hebbe gedefun;eerd 1 Of fchoon nu ten eenemaal onbewust ben, wat er op heden in den Raad zal gebeuren, of welke /ooritellen aan denzelven zullen worden gedaan, joo wil ik Cgefupponeerd dit alhier kan te ftade konen , en de publyke rust eenigzins bevorderen) nog nader by dezen declareeren: , ,, Dat ik van harten wensch, dat voor den I2den , October dezes jaars de bezwaaren van Utrechts , Burgery op eene wettige wyze zullen zyn gere, dresfeerd, en een Regeerings.Reglement nader, zeiver genoegen zal kunnen worden geintrodu, ceert, waar toe in myn Ambt continueerendege, reed ben, zoo veel ik vermag, mede te contri, bueeren; en byaldien zulks onverhoopt op dien , tyd zyn beflag nog niet mogte hebben, zal ik , (fpaar de Heere God my als dan het leeven) voor , de continuatie in myne Raadplaatfe veel eer be, danken, dan dat ik die op nieuw zoude aanvaar1, den, op eene wyze, waar inne de Burgery dan 1, geen genoegen neemt, als alle de ongeneugtens ,, en moeilykheden zat zynde, die zulk eenen ge1, ruimen tyd deswegens hebben plaats gehad." Dit alles onvermindert de voorwaarde, waar op k den 12 October 1785 (volgens myn doemaals geinfereerde in Vroedfchaps Notulen) myne RaadsIplaats aanvaard hebbe, van naamelyk ten allen tyde daar van myne demisfie te kunnen neemen, en dezelve in den fchoot van U Wel Ed. Groot Achtb. te kunnen nederlcggen. C 2 Ver-  36 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Verzoekende ook hier van communicatie aan Ge- ■ cooflirueerdens en Geeommitteerdens werde ge- > geeven. Na U Wel Ed. Groot Achtb. in de befcherming ; van God Almachtig met nadruk te hebben bevoo... len, zoo hebbe de eer met fchuldigen eerbied te; verbly ven. Edele Groot Achlbaare Heeren! U Wel Ed. Groot Achtb. onderdaanigen i en zeer gehoorzaamen Dienaar, (was get.) A. v. Romond... Op den 20 Maart 1786. Van den Heer van Senden. , ** De Ondergeteekende is te zeer overtuigd vani de fchaadelykheid en onwettigheid van het Regeerings Regiement van den jaare 1674, dan dat hy/ zoude haïfiteeren rondborftig fe verklaaren, zich-i plechtig te verbinden op den ééd aan de Stad ge-< daan, om cp dén aunftaanden 12 October 1786, hete zelve Reg'ement, zoo veel het betrekking heeft toti Stads Regeeringsbeftelling en domellieke zaaken,, niet op nieuw te zullen bezweeren, maar wel op> den I2den October dezes jaars zyne Raadsplaats te: zullen aanvaarden, op.het Regeerings-Reglement! den 20 December 1785 gearresteerd en gepubliceerd, en den 23flen van die maand geaffigeerd, eni zeker op geen ander; onder referve nogthands voor 1 de nog twee poincten differentiaal; ook maakt de: Ondergeteekende geene de minfte zwaarigheid dit:j zyn Declaratoir, wanneer de Burgery zulks vani hem requireerde, direct met folenïneelen ééde te: Herken. Den 20 Maart 1786. (was geu) van Senden. , Va&\  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 37 I , Fan den Heer Daunis, Edele Groot Achtbaars Heeren! vj ** De Ondergeteekende kan niet anders doen als :;:fcerfifteeren by zyne aanteekening, gedaan den «Oden January laatstleeden; echter zoude hy yan fcedachten zyn, om in dit loopende Regeerings jaar jaiets onbeproefd te laaten, en by Hun Ed.Mogen,'r.pen iufteeren, de Raaden in de Vroedfchap dezer istad, in zooverre van den ééd op het RegeeringsJiReglement te ontflaan, voorzoo verre de Stedely:-'lce poincten daar in vervat zyn, ofte dat voor dien |:yd de reforme van het Provinciaale RegeeringsllReglement mogte worden daargefteld, waar door .jjlje Raaden van zeiven als dan ontflagen zouden zyn ; ""■indien onverhoopt het gunt voorfchreeve by de ,.,|3taaten niet ware teeffectueeren, declareert deOn- dergeteekende indien hy zyne Raadsplaatts op den 'jl I2den October aanftaande wederom zal aanvaarden, ei Bieb als dan niet weder op nieuw te brengen onder ,1 eene volftrekte verplichting, tot punctueele obfer|j vantie van alie die poincten, welke Stads Regee,„ ringsbeftellinge betreffende in het Provinciaale ™' Regeerings-Reglement gevonden worden, maar als '0, dan geen ander Regeerings-Reglement te zullen arn ■ , Iplecteeren, dan het gene alsdan bevonden zalworw den, tot genoegen van Magiftraat en Burgery te ibli, p}'n gearresteerd.. i£' Cwas get.) P. L Daunis. '00! [ Fan den Heer de Ridder. m ** De Ondergeteekende op den gepaleerd en eii i2den October, zynen post als Raad niet hebbende willen aanvaarden, dan onder dezen expresfen 1 mits: „ dat hem niets zoude worden gevergt,, dat DB .„ ftreed tegen Stads of 's Lands Rechten, en dat i !„ altyd ten fterkfte zoudemogen coöpereeren, om ten yt ' C 3 «&"  38 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 3> genoegen der Burgery de domeftieke Regeerings-s beftelling dezer Stad met den eerften te helpen 5» afdoen; " maakt geene zwaarigheid, (daar hv deii fustenuen der Burgery altyd, uit overtuiging zynsi gemoeds, als rechtmaatig heeft erkend, en daarormi ook door Refolutien en Declaratien van dezen Raadt' eertyds gedaan, heeft getracht die te corroboree-: ren, zoo veel in zyn vermogen was) om op dem eed aan deze Stad gedaan, zich te verbinden, vani op den 12 October 1786 aanftaande, hetReglement van den jaafe 1674 (welk alomme erkend is te ftryv den tegen Stads Rechten) voor zoo veel het zelvei betrekking heeft tot Stads Regeeringsbeftel en Domettieke zaaken, niet te zullen bezweeren, alzoa dit volgens des Raads Refolutie, ter Staaten Vergadering ingebracht den 1 September 1784, vani geen Regent kan gevergt of verwacht worden; dei Ondergeteekende declareert integendeel, dathyop; den 12 October ^86, zyneRaadsplaats nietandersi za! aanvaarden, dan op het nieuwe Reglement, byi hem den aoften December vrywillig helpen arres.' teeren, vo .1 behoudens nogthands de invlegtin* den twee differente poiccfen, welke hy voor de Burpery van groot gewicht rekent; willende deOnderlc leckende het zelve aldus geapplaneerd Reglement,, op heden dezes gaarne houden voor formeel gein-' troduceerd; zoo dat hem aangenaam zal zyn te zien, dat ae Burgery van dato dezes af, het eff<3 geniete van t gene wegens hun Burger-Gecommitteerden,, Kiezers, Nominatien &c. is bepaald; hier toe ver-■ bmd zich de Ondergeteekende by dit Declaratoir, yoor zoo veel hem aangaat; en declareert wyders! tot volkomen fecunteit van de prsftatie zyner teiv goeder trouwe gedaane beloften, in allen deelen des gerequireerd wordende, dit alles folemneelvk rnet éede te bevestigen. " Utrecht, den 20 Maart 1786. (was get.) Jan Pieter de Ridder. Van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 30 Fan den Heer Falck. De Ondergeteekende declareert, dat volgens zyn ;Ed. Declaratoir op den 12 October 1785, by heC 1 weder aanvaarden van zynen Post gedaane aantee:kening zal blyven volharden, alle poogingen aan te .wenden, en zoo veel in hem is, mede te helpen effectueeren, dat het Reglement van den jaare 1674» iwaar in na het adveu van de Staats-Commisfie zoo iveele notable gebreken gevonden worden, verbe. terd, veranderd en geredresfeerd worde; zullende ihy indien onverhoopt geene middelen voor den 12 ;October 1786 daargefteld waren, waar uit men de zaaken als dan niet afgeloopen zynde, evenwel ee. ine gewenschteafdoening te gelyk met de introductie van het Stedelyke Regeerings-Reglement, zoo i veel mooglyk, na genoegen van de Regeeringe en geheele Burgery, nader gearrangeerd, zich indien hy op den 12 October 1786 zynen post weder aan,vaard, zoodaanig te declareeren, als hy in gemoede oirdeelen zal verplicht te zyn. Utrecht, den 20 Maart 1786. (was get,~) O. W. Ph. Falck. Fan den Heer Abbema. ** Gelyk het eeniglyk een gemoedelyk bezwaar 'was, proflueerende uit gehoudenheid aan den ééd 1 op het Regeerings-Reglement van 1674, ter Staats' vergadering afgelegd, het welk my op den poften ] December des afgeloopen jaars, belet heeft in te I ftemmen en te concurreeren tot het finaal arrestee- • ren van het geapplaneerd Stads Regeerings-Regle: ment, en het bepaalen van den 2otten Maart tot des- • zelfs introductie zoo lange ik niet van den vooriz. ééd Staatsgewyze zoude zyn ontilagen: alzoo worde ik als nog, door dat zelve oprecht gemoedelyk bezwaar, en door niets anders, op heden teruggehouden , van de medewerking ter introductie en ba- C 4 ee-  4° Verzameling vafi Stukken betrekkelyk tot jSediging van het geapplaneerd Stads RegeeringsReglement, zoo lange geduurende dit loopende Regeerings jaar voorfz. ontflag uit den Provinciaalen ééd, ten minften voor zoo veel Stads Regeeringsbeftelling daar in geconcerneerd is, niet zal zyn voorafgegaan. En op dat het te zekerder blyke, dat ik in dezen door niets dan door gezegde geT houdenheid aan voorfz. ééd wederhouden worde, declareere ik niet alleen, dat ik by het expireeren van dit Regeerings jaar op den i2den Odloberaanltaande, het Reglement van 1674, voor zoo veel het betrekking heeft tot dezer Stads Regeering, niet wederom zal bezweeren ofte aanneemen; maar daar te boven, dat indien ik als dan de Raadsplaats wederom kome te aanvaarden, dezelve niet anders zal aanvaarden, dan op den voet van zoodaanig Stedelyk Regeerings-Reglement, het welk als dan zal worden bevonden door de Burgery, ten wiens ondank*, ik althands de Regeeringe niet ambieere, te zyn goedgekeurd. Utrecht, den 20 Maart 1786. 0" treft, zyn gegeeven woord bereid zoude zyn gefland te doen, acht hv zich echter verplicht, om het waare welzyn der Burgery te blyven behartigen, en dezelve door zyn eigendunklyk toedoen zonder aandrang in geene zwaarigheden in te wikkelen, welke hun ten nadeele zouden kunnen flrekken, en die Regenten welke hoe zeer met hem in.  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 45 inftemmende, om gemoedelyke zwaarigheden den ééd thands niet kunnen presteeren, niet by de Burgery a3n eenig het minste wantrouwen bloot teftellen, maar integendeel dezelve met recht te doen hoogachten, te declareeren gelyk hy doet by dezen : „ dat hy op den ééd aan de Stad Utrecht, uit ,, naam der Burgery gedaan zich verbind, om op den 12 October dezes jaars 1786, geene poincj, ten, welke in het fchaadelyk, drukkend en by „ hem wat Stads Regeeringsbeftelling betreft, „ thands voor afgefchaft gehouden Reglement van „ 1674 gevonden worden, en tot de vrye Magi„ ftraatsbeftelünge der Stad Utrecht eenige be„ trekking hebbende, te zullen bezweeren, maar in,) tegendeel op den gemelden I2den October het „ Reglement dezer Stads Regeeringe, zoo als het „ zelve op den 20 December 1785 is gearresteerd, „ als dan daadelyk te zullen bezweeren, en deRe„ geerins;e op geenen anderen voet aanvaarden." Zynde'hy bereid, dit zyn Declaratoir ter requifitie van de Burgery, des begeerende met folemneelen ééde te bekrachtigen. Utrecht, den 20 Maart 1780". (was-get.) van Haeften. Van de Heeren D. J. en J. A. Martens. Edele Groot Achtbaare Heeren! U Ed. Groot Achtb. is uit de differente aanteekeningen in de Vroedfchaps Notulen geinfereerd , myn feDtiment omtrent het introduceeren van een nieuw Stedelyk Regeerings-Reglement bekend ; ,, dat ik, daar ik niet Staatsgewyze uit den ééd ontflagen ben, den ééd op het nieuw geapplaneerde Stads Regeerings-Reglement niet kan afs, leggen, waar aan de iufpraak van myn gewee„ ten, het ontzag en den eerbied voor den ééd my » g»  45 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ gebieden te perfifreeren; met betuiging, dat ik „ my niet verder kan dedareeren, als dat ik be„ reid ben en niets vuuriger verlange, dan op ee„ ne wettige en conftitutioneele wyze, conform „ myn Declaratoir in de extraordinaire Vroedfchaps „ Notulen van den 16 May 1785 geinfereerd, me„ de te werken tot verbetering van deninnerlyken «1 Staat van Regeering, en wegneeming van aange" t0°r^ abuizen; voorts, dat indien ik op den „12 October 1786 myn post als Raad wederom aan,, vaarde, my zoodaanig zal declareeren, als ik in „ gemoede zal oirdeelen verplicht te zyn." Utrecht, den 20 Maart 1786. C*« ««0 D. J. Martens. (Onder ftond) Verklaar ik Ondergefchreeven my hier mede te conformeeren. (was geQ J. a. Martens. Van de Heeren Nahtjys en Ewyck. Edele Groot Achtbaare Heeren! Meermaalen myn fentiment in dezen Raad te kennen gegeeven hebbende, dat ik buiten concurrentie van zyne Doorluchtige Hoogheid nimmer tot eenige verandering in het fubfifteerende Regeerings-Reglement van den jaare 1674 zou inftemmen. „ Alwaarom ik my verplicht gevonden heb, my van „ de befoignes en deliberaden tot het formeeren ., en applaneeren van een nieuwRegeeringf-Regle„ ment, te moeten onttrekken; en als nog in dat „ zelfde fentiment verfeerende, zoo declareere „ ik, zonder concurrentie van zyne Doorluchtige „ Hoogheid, en Staatsgewys ontflag uit mynen ééd „ op het Regeerings-Reglement van den jaare 1674 3, gedaan, den ééd op het nieuw geformeerd Rc- 3, gee-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 47 „ geerings-Reglement niet te kunnen noch te zul« len doen." (was get.) R. H. Nahuys. (Onder Jlond) Verklaare ik Ondergeteekende my met dit bovenftaande te conformeeren. (was get.) C. v. Ewyck, Fan den Heer van Dam Heer van Jsfelt. ** Declareere en beloove ik ondergefchreeven fRaad in de Vroedfchap, op den ééd aan de Stad gedaan, dat ik op den I2den Odtoberaanltaande, naar het expireeren van myn Regeerings-jaar, het Reglement van den jaare 1674 voor zoo veel het betrekking heeft tot Stads Regeeringsbeftelling, niet op nieuw zal bezweeren, maar myne Raadsplaatfe wederom aanvaardende , dezelve niet zal aanvaarden op een ander Stads Regeerings-Reglement dan het gene thands is gearresteerd, of zoodaanig als het zelve tot onderling genoegen van Magiftraat en Burgery nader mogt worden gearresteerd ; zullende, indien ik mogt te raade vinden myne Raadsplaatfe op den I2den October niet weder te aanvaarden, de Burgery daar tydig van adverteeren: zynde dc Ondergeteekende ook bereid, indien de Burgery zulks mogt vorderen, dit Declaratoir met ééde te bevestigen. Actum Utrecht, den co Maart 1786. (was get.) W. v. Dam. I V. En is op het geproponeerde dezen aangaande na rype overweeginge goedgevonden en ver;ltaan, dat alleenlyk de evengedachte Dedaratoiren en Misfives, deels in originali, deels copiëslykaan :de zich noemende Gecommitteerden uit de agt Schutters Compagnien, Wachtvryen en Uitkopers zul-  48 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zullen worden ter hand gefield, teneinde dezelves punctueelyk van het fentiment van de Leden vaal den Raad zouden geiDformeerd worden, om daarr van communicatie te geeven aan hunne Committenten. V. En zyn ten dien fine de Heeren Eyk, Daunis5 en Abbema, benevens een der Secretamfen verzogc: en gecommitteerd, om voornoemde Dedaratoiren 1 'en Misfives aan bovengenoemde Gecommitteerden 1 in de Gerechtskamer alhier prefent, te overhandi-. ■gen, met verzoek, om een fpoedig antwoord op> dezelve te erlangen. En hebben de Heeren Eyk, Daunis en Abbema,, in den Raad gerelateerd, dat voorfchreeven Gecommitteerden de aan hun overhandigde Dedaratoiren 1 en Misfives hadden aangenoomen, en beloofd die: immediaat te zullen examineeren, en van dezelven i aap de Schutters der Compagnien, Wachtvryen en i Uitkopers, kennisfe te geeven, en deswegens het: antwoord zoo ras mooglyk aan den Raad te zullen i bezorgen; dan dat zy tevens verzogt hadden, dat : den Raad niet geliefde te fcheiden maar vergadert ; te blyven, tot dat zy antwoord bekomen enaanden Raad bekend gemaakt hadden. Het welk na deliberatie is goedgevonden en gerefolveerd. VJ. Vervolgens na verloop van eenigen tyd aan de i Heeren Eyk, Daunis en Abbema, ter hand geHeld, en door hun Ed. in den Raad overgebracht zynde, de evengemelde antwoorden benevens eene j Deductie, geintuleerd: Detail van de Burgery der i Stad Utrecht, van hun wettig en bevoegd gedrag ter introduüie van het geapplaneerde en gearresteerde ConceptReglement van Regeering, waar van de tyd is vastge- ï Jield den 20 Maart 1786, luidende voorfz. Deduüie .! en Antwoord als volgt. De-  iet Gebcurienisfen in 1787 enz. voorgevalUn. 49 Declaratoir van de Compagnien Turkyen en Handvoetboog. De Burgery der Stad Utrecht, tot hun gevoelig leedwezen bevindende, dat alle aangewende poogingen van hunne Geconftitueerden en Gecommitteerden, ten eenenmaale vruchteloos zyn geweest, om met concurrentie en overleg van den Raad, te bekomen de toegezegde introductie van het geapplaneerde en gearresteerde Reglement, nopens de beftellinge dezer Stads Regeering, conform de overeenkomst daar van met de Burgery vastgefteld, by Refolutie van den 20 December 1785 en waar van den Raad heeft geoirdeeld, om aan de Burgery het effect, zoo mooglyk vruchteloos te maaken, by hunne Refolutie den 6den Maart jongstleeden genoomen; en al zulks niettegenftaande iterative Addresfen federt den 2den January aan den Raad ingelevert, ook aan de Burgery alle redelyk verhoor daar op te weigeren; en door aanhoudende dilatoire, declinatoire en foortgelyke dispofltien, hunne ongenegenheid te verklaaren, om de Burgery te doen jouisfeeren van het met derzeiver concurrentie geapplaneerde en gereguleerde, terafdoeninge van die wettige bezwaaren , het Regeeringsbellier dezer Stad betreffende, waar toe de Burgery nu naby twee jaaren geleeden, plechtig is opgeroepen geworden, in zoo verre zelfs, dat de Raad by hunne voorgemelde laatfte Refolutie van zich heeft konnen verkrygen, om eene met de Burgery wettig ingeftemde overeenkomst, en daarop genoomen Refolutie van den 20 December 1785, zich ter preftatie van dat gerefolveerde te ontdoen, tegen alle gronden van een wel ingerichte Regeering, en ftrydende tegen rechten billykheid, het zelve wettig gerefolveerde en geratihabeerde, voor informeel, krachteloos en van onwaarde te verklaaren. Dan waar tegen de Burgery, inhsereerende de middelen by alle de Addresfen, federt voorfz. 2deo January tot hier toe door de Geconftitueerden en XXX. Deel. D Ge-  50 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot Gecommitteerden, tot den i3den dezer maand Maart, uit hunne naam en op derzeiver aan hun gegeeven last gedaan, heeft geoirdeeld van het effect, der invoeringe van het geapplaneerde, gereguleerde en gearresteerde Reglement van Regeeringe, zoo het zelve vastgefteld is by 's Vroedfchaps Refolutie van den 20 December 1785, op heden niet verftooken te blyverj; waarom de Burgery by dezen aan den Raad, als hunne Reprefentanten verklaart, dat zy met dato heden den 20 Maart 1786", het meergemelde geapplaneerde en gearresteerde Reglement op de Regeering dezer Stad, houd voor geintroduceerd, en mitsdien dat na dato dezer geene veranderingen hoe en door wie ook daar in zullen worden gedoogd, als enkelyk voor zoo veel de twee onafgedaane Artikelen betreffen, vervat by Addres den 19 December 1785 overgelevert; bereid zynde den ééd op hetzelve heden daadelyk te doen, het zelve by dezen aanbiedende, zoo dat by non acceptatie van denzelven ééd, het by de Burgery haarer zyds daar voor zal worden gehouden, dat zy met de overbrenging dezer, een ieder in zyne Compagnie, den ééd op het zelve terhandhoudinge van dien hebben afgelegd; echter onder dezen expresfen verftande, dat alle de tegenwoordige Raaden, geene uitgezonden, welke op heden aan de Burgery den ééd op het zelve Reglement niet geprefteerd hebben, ofte geen voldoend Declaratoir en wel in dezer voegen hoofd voor hoofd tomen uitteleveren: „ dat zy op den ééd aan de „ Stad gedaan, zich verbinden om op den aanftaan„ den 12 October 1786 het Reglement van den „ jaare 1674, voor zoo veel hetzelve betrekking „ heeft tot Stads Regeeringsbeftelling en domeflie„ ke zaaken, niet opnieuw te zullen bezweeren, „ maar op den 12 October 1786 hunne Raadsplaat,, fen op geen ander Regeerings-Reglement zullen „ aanvaarden, dan het gene op den 20 December „ 1785 is gearresteerd; " alle dezelve Raaden > welke tot het een of ander weigerig zyn gebleeven, te  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 51 i ifi houden , dat zy het amplecteeren van de Regee1 ring öp het als nu aan de zyde van de Burgery ge* j introduceerde Reglement van Regeeringe, geheel 1 en al hebben gedeclineerd, en aan de Burgery van t heden de vryheid gelaaten hebben, om óp de vervulling van hunne Raadsplaatfen tegen den li Oci tober 1786, in tyds de vereischte voorzieninge té t doen; zoo nogthands, dat de wegens hunne Cónimisfien of indispofitie afwezige Raaden, de uitleevering van het voörfchreeven Declaratoir ZUlleri gehouden zyn te doen uiterlyk binden agt dagéti na 1 dato dezer, en na verloop van dien tyd zonder zich verklaard te hebben, insgelyks zullen verftaan wof1 den het amplecteeren van de Regeering gedecli1 neerd te hebben 5 en midsdien ook, dat de Raaden ■ welke als voorfz. zich komen te verklaaren, zich intusfchen tegens de werking van dit Reglement, voor zoo veel het effect dezer introductie betreft, niet zullen verzetten, en dit alles onverminderd het nog uitteleeveren Declaratoir van asfopiatie, dat binnen veertien dagen tdt ftand moet worden gebracht, eh de nog hangende genoegdoening aan de Burgery van twee Raaden; én dat van de Regeering op dit Reglement met den 12 October 1780 zal uitgefiooteh blyven, en met de expiratie Van 1 dien tyd aan de Burgery vervallen de vervulling van die Raadsplaatfe, waar van aan hun by Refolutie van den 4 April 1785: de toezegginge is gedaan | en midsdien ook dat wegens die Raadsplaatfe geen Declaratoir , of het presteeren van ééd gevorderd of verwagt word; declareerende de Burgery by dezen , het Reglement van den jaare 1674 voor zóóveel dezer Stads Regeeringsbeflelling betreft, van heden te houden vbor vernietigd, afgefchaft en buiten allé werking gefield. , Actum Utrecht, den 20 Maart 1780. Üit naam en last van de Schutters, Wachtvryen en Uitkoopers van de Compagnie Turkyen, welke zich met het bovenftaande hebben D 2 ge-  5* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot geconformeerd, mits dat de Regenten hett bovenftaande hoofd voor hoofd teekenen en i beëedigen, in prefentie van een Commisfie: uit de Burgery, en dat deze Compagnie nog; op heden op het gearresteerde Reglement,, door een Commisfie uit den Raad in den éédl worde genoomen. Waar mede zich geconfir- ■ meerd hebben de Schutters, Wachtvryen en i Uitkopers van de Compagnie de Handvoet-boog. (was geteekend) G A. Visscher. C. van Benthem. W. v. Dyk. Uit de Hantvoetboog, G. Bettink. J. Lübberding. G. Roggeveen. Declaratoir op last van de Burger Schutters, Wagtvryen en Uitkopers van de Compagnie het Papevaandel, aan de Ed. Groot Achtb. Vroedfchap der Stad Utrecht over gekeverd. Dit Declaratoir was in alles als vooren. En uit naam en last van de Schutters, Wachtvryen en Uitkoopers van dezelve Compagnie. (onderteekend door) A. Hoevenaar. Anz. de Vry en Herms. Kruxs. Hebbende ten flot voor den datum, dit By voegzel: 't Is onder het voorfz. Declaratoir dat geaccepteerd zyn, de Dedaratoiren van de Heeren Oud-Burgemeesteren Berger en van den Bogaard, en van de Raaden Eyk, van Senden, de Ridder, Abbema, Smi faert, van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. $3 . Vroedfchap der Stad Utrecht ingelevert, om te mo-. gen bekomen de Dedaratoiren van die Heeren, wel- . ke zoo wegens hunne Commisfie als indispofitien op J den 20 Maart uit den Raad afweezig zyn geweest* J en oW op genoomen Refolutie. Door den Heer Burgemeester van Bronckhorst ' zynde geproduceerd, en gedaan leezen, Davolgendl voorftel, door Gecommitteerden van de agt Burger • Compagnien, Wachtvryen en Uitkopers alhier, aan zyn Ed. by het ingaan van den Raad ter hand ge-. Held, ten einde het zelve ter deliberatie van den 1 Raad voor te draagen, luidende het zelve als volgt;: Aan de Ed. Groot Achtb. Hee- • ren Burgemeesteren en Vroed- • fchap der Stad Utrecht. De ondergeteekende Gecommitteerden van de: agt Burger Compagnien, Wachtvryen en Uitko-. pers alhier, hebben ingevolge van hunne Commis-. fie, zich heden in de Gerechtskamer dezer Stad 1 vervoegd, om ter voldoening aan de intentie vant de Burgery, U Ed. Groot Achtb. heden agt dagen 1 voorgedraagen, door U Ed. Groot Achtb. te mogen 1 bekomen de Dedaratoiren van die Heeren, welke i heden agt dagen zoo wegens hunne Commisfien als 1 indispoiïtie uit den Raad afwezig zyn geweest, teh 1 einde de Ondergeteekenden alle dezelve, een ie-, der in zyn Compagnie, konnencommuniceeren, en 1 dat zy daar toe dezelve hunne Compagnien (ech-. ter zonder Geweer of Wapenen) op hunne loop-. plaatfen mogen convoceeren , op morgen zynde i dingsdag, des middags ten twaalf uuren, om zooi U Ed. Groot Achtb. zulks zouden gelieven vast te Hellen, nog dien namiddag ten vier uuren, of an- ■ derszins woensdag ochtend ten negen uuren, den Raad Extraordinaris te doen vergaderen, om nopens de-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz* voorgevallen» 63 i dezelve Dedaratoiren het fentiment van de Burget ry aaD U Ed. Groot Achtb. in te brengen; waar 1 op de Ondergeteekenden in hunne qualiteit U Ed. i Groot. Achtb. dispofltie (zoo mooglyk) zitten* ( den Raad, verzoeken geinformeerd te mogen wor» den. En was onderteekend door alle GecmJïitueerden en Gecommitteerden. Waar over gedelibereerd zynde, heeft de Vreed: fchap gerefolveerd als volgt: 1. Dat de Vroedfchap vermeind, dat een Zegel 1 om het ingeleverd Addres moet geflagen worden. 2. Dat de Vroedfchap aan de Gecommitteerden i uit de agt Burger-Compagnien, de Dedaratoiren 1 der abfent geweest zynde Heeren Leden, zoo vee! die ingekomen zyn, zal overgeeven. 3. Dat de Vroedfchap aan Gecommitteerden uit de Burgery overlaat, op welk eene wyze zy de voornoemde Dedaratoiren, ter kennisfe van de Burgery willen brengen; zonder dat de Vroedfchap daar toe fpeciaale authorifatie geeft. 4. Dat de Vroedfchap op aanftaande maandag vergaderen zal, om wanneer de Gecommitteerden zulks noodig zullen oirdeelen, de antwoorden van de Burger Schutters in fcriptis aan te neemen. ■No. 2293. Aanteekeningen door de Heeren van der Does, Daunis, Abbema, D. J. Martens, Burman, van Dam en van Senden, ter infertie in de Vroedfchaps Notulen van den 27 Maart 1786 over gegeeven, wegens het in den ééd neemen van de Burger Schutters. Edele Groot Achtbaare Heeren! Myn Advys nopens het in den ééd neemen der vergaderde Burger-Compagnien , is hoofdzaaklyk try de diverfe rondvraagen die daar over in den a- vond  6$ verzameling van-Stukken, betrekkelyk tof. vond vaö denzoden Maart gedaan zyn, geweest,, dat zulks my onnoodig voorkwam, alzoo van hun- ■ aent" w,egen aaD de Vroedfchap gedeclareerd was;; dat zy b,y non acceptatie, het aaar voor zoude hou-, den., dat zy met de overbrenginge van hunne De-. claratoiren, een ieder van zyne Compagnie, den ééd op het zelve ter handhoudinge van dien hadden afgejegd ; dat ik wat my aanging my onbevoegd rekende, over het daadelyk in den ééd neemen my te .expliceeren, maar zulks moeste overlaaten aan die Heeren, welker Dedaratoiren, door de vergaderde Burger-Compagnien voor aangenaam waren verklaart. Verders referveere ik aan my, om zoo omtrent dit poinct, als omtrent alle het gene op Maandag den 2often dezer in den Raad is voorgevallen en gerefolveerd, zoodaanige aanteekeningen in dezer Stads Notulen te doen infereeren als ik te rale zal worden. Utrecht, den 27 Maart 1786". (was get.) W. J. van der Does. Zeide de Ondergefchreeven op den 2o(len laatst, leeden niet te hebben ingeftemd, tot het neemen der Refolutie om de Burgery in den ééd te neemen, maar het zelve te hebben overgelaaten, verzoekende dit zyn Declaratoir in de Notulen mag worden geinfereerd. 0"« S«0 P. L. Daunis. De Ondergeteekende vind zich ter zyner decharge verplicht, dit navolgende in Vroedfchaps Notulen van heden te doen infereeren; als dat hy op den avond van den 2often Maart dezes jaars, tyde, dat door den Heer Burgemeester van Bronckhorst in de Vroedfchap ter deliberatie wierd gebracht, of men konde goedvinden, om de Schutters op de Neude en in het Stadhuis byeen verga, derd, 't Stedelyk Regeerings-Reglement te doen bezweeren, gedeclareerd heeft, daar toe geen con- fent  ie Gtbeürtefd:fcn in 1787 enz, voorgevallen. 65 fëöt te kunnen geeven , veel min tot dusdaanigs Refolutie, om van de vergaderde Schutters, op een by de Vroedfchap provifioneel gearretleerd Stedelyk Regeerings-Reglement den ééd af te neemen, of door Gecommitteerden zulks te laaten doen, te concurreeren; uit hoofde, dat hy perfooneelyk daar in veel zwaarigheid maakt, ten welken einde ook aan de flerke begeerte en inflantie dier vergaderde Schutters, hy niet kan voldoen, en tiec presteeren der ééd van hun op het Stedelyk Regeerings-Reglement, by herhaaling declineert. Veirklaarënde hy wyders ,, aan zich de faculteit te re„ ferveeren, om zoodaanige aanteekeningèn in ,, Vroedfchaps Notulen ten allen tyden, des begee„ reneje te kunnen doen, als hy noodig zal oirdee„ len." Utrecht, den 27 Maart 1786. (was get.) O. W. Ph. FALcki De Ondergeteekende vindt zich verplicht, by gelegenheid van dè refumptie der Notulen van den 2often dezer, aan te teekenen, dat hy vermeend heeft, het in den ééd neemen van de Burger-Compagnien op het geapplaneerd Stads Regeerings-Reglement, zonder daar in toe te ftemmen, te kunnen aanzien zonder Protest, gelyk hy by de laatfte rondvraage zich geuit heeft; dewyl hy begreep, dat, na geweigerde introductie en wederzydfche beéédiging van voornoemde Reglement, het in den ééd neemen van de Compagnien op het Reglement, toe geen ander einde kon worden aangenomen, en niec anders kon worden geconfidereerd , dan als ëeri confirmatoir en bevestiging, dat het zelve geapplaneerde Reglement contineerende de ernftige en be. paalde begeerte van alle de Burger-Compagnieri dezer Stad, zonder dat uit zoodaanig confirmatoir eene daadelyke introductie van meergemelde Stads: Regeerings-Reglement, zoude kunnen worden gèelicieerd, als welke introductie zonder de beéédi- XXX. Deel. E ging  55 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ging van de Leden van de Vroedfchap volftrekt geen plaats hebben of beftaan kan. En op dat van dit zyn begrip en intentie moge! blyken, verzogte hy de infertie dezer. Utrecht, den 27 Maatt 178Ö. (was get.) A. S. Abbema. , Zeide de Ondergeteekende, op den 2often laatst- . leeden niet te hebben ingeftemd, tot het neemen der Refolutie om de Burgerye in den ééd te neemen, verzoekende dit zyn Declaratoir in de Vroed-. fchaps Notulen mag worden geinföreerd. Actum Utrecht, den 27 Maart 1786. (was get.) D. J. Martens. , De Ondergefchreevenen verklaaren niet te hebben 1 ingeltemd in het in den ééd neemen der Burgery,, maar gezegt het te zullen aanzien en overlaaten, , zonder reproche. (was gel.) Burman. van Dam. . En referveerende de Heer Smissaert zyn Ed. , aanteekening in de Notulen van de Vroedfchap te i doen infereeren. N°. 2294. Dedaratoiren van de Heeren Burgemeester • Loten , Oud-Burgemeester Verbeek en Raaden 1 Verschoor, van Dielen, en Misfives van de\ Heeren Wieling, Craeyvanger en Voet van; Winssen, den 27 Maart 1786 ter Vergadering'} van de Vroedfchap der Stad Utiecht ingeleverd. Voorgebracht en gedaan leezen zynde, de ingeko- > men en ingediende Dedaratoiren van den Heer Burgemeester Loten en Oud-Burgemeester Verbeek, , en Raaden Verschoor en van Dielen, mitsgaders ; de ingekomen Mnfives vau de Hteren Wieling,, Craey. .  de Gebeurtenvfen bi 1787 enz, voorgevallen, of : CraeyvangEr, Voet van Winssen, en zulks ia ; conformké van het gerefolveerde op laatstleeden ' Maandag; heeft de Vroedfchap goedgevonden, dac dezelve in de Notulen van heden zullen geinfereerd » : en Copyen daar van uitgeleverd worden aan de Ge: committeerden uit de agt Schutters.Compagnien» 1 Wachtvryen en Uitkopers, luidende alle dezelve , als volgt. Van den Heer Burgemeester Loten. Edele Groot Achtbaare Heeren I Het is geweest op den 5 April 1749, dat ik door itvyien zyne Doorluchtige Hoogheid, Hoogl. mem.* tot Raad dezer Stad ben aangefteld geworden, ik iheb als toen en vervolgens afgelegd den ééd, me. !de inhoudende myne verplichting tot de obfervantie van het Regeerings-Reglement van den jaare I674. Ik heb altoos getragt aan dien ééd volgens imyn plicht te voldoen, en vermeene dus, wat my aangaat, en zonder iemand wie hy zy te willen ïtaxeeren, dat ik opzettelyk myne confcientie géweid zoude aandoen, indien ik my anders dan op eene wettige wyze zoude kunnen ontilagen achten van eene verplichting, waar toe ik my onder plechitige aanroeping van Gobs allerheiligften naam, en dus by dieren ééde, verbonden hebbe. Alwaaromme ik my ook nooit hebbe ingelaaten m eenige gefprekken of befoignes, raakende het contipieeren en vastftellen van een nieuw Plan van Regeeringsbeftelling, maar altoos overtuigd geweest ben' by myn bovengemeld fentiment te moeten perfifteeren, refereerende my verders dezen aangaande onder anderen, aan myne Aanteekeningen van den 26 May 1785 en 16 January 1785. „ Derhalven bevinde my buiten ftaat, om aad | het gerequireerde der Geconftitueerden van 13Ö8 ,, Burgers en Ingezetenen, en Gecommitteerden* I uit de agt Burger-Compagnien te voldoen, mét b 2 jj hëê  68 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ het nieuwe Stads Regeerings Reglement op den ,, 12 October 1786 te beéédigen." En vermits ik op den 2oiten Maart laatstleeden door indispofitie ben verhinderd geworden, my nopens het beéédigen van het voorfz. Stads Regeerings-Reglement te expliceeren, en als nog om dezelfde reden niet kan prefent zyn, zoo verzoeke dat dit myn Declaratoir op heden in de Vergadering van den Raad voorgeleezen , en in de Notulen van de Vroedfchap ge. infereerd werde. Utrecht, den 27 Maart 1786. (was get.) A. Loten. Accordeert met het Origineel. In kennisfe van my, (was get.) N. T. van Voorst. Van den Heer Oud-Burgemeester Verbeek. De Ondergefchreeven declareert by dezen, zich te houden aan het Regeerings Reglement van den jaare 1674, zoo lang 'er geen ander Staatswyze zal zyn gearrefteerd. Utrecht, den 24 Maart 1786. (was get.) Hendrik Verbeek. Accordeert met het Origineel. In kennisfe van my, (was get.) N. T. van Voorst. Van den Haer Mr. C. B. Wieling. Edele Groot Achtbaare Heeren! My vereert vindende met U Ed. Groot Achtb. Misfive van den 22ften dezer Maand, houdende een kort Narré van het gepasfeerde in U Ed. Grooc Achtb.  de Gébeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, ócy I Achtb. Ordinaris Vergadering, met verzoek, om i myn Advys by forme van Declaratoir, gelyk de mees1 te Raaden op dien dag in fcriptis gedaan hebben, aan U Ed Groot Achtb. te doen geworden , refeireerende U Ed. Groot Achtb. zich verder tot twee bygaande ftukken fub Litt. A en B. Ter voldoening van het gerequireerde dient kori telyk,s dat myne gevoelens omtrent het beéédigde IRegeerings-Reglement (waar aan ik my laatstleeIden ia October 1785, in U Ed. Groot Achtb. Vergadering conform de orde en conftitutie de novo verbonden heb) uit myne Advyfen en Aanteekeningen, op differente tyden ingediend, en fpeciaal by imyne Advyfen van den 18 Augustus 1784, en 26" May 1785, ten klaarften confleeren; weshalvenik, om U Ed. Groot Achtb., met geene redites op te ihouden, onnoodig oirdeele, dezelve alhier te reipeteeren: aan welke Advyfen en Dedaratoiren my nogmaals by deze gedraage, als meenende dezelve op regulen rechtens, conform de fiatutaire wetten, ite berusten. ,, Weshalven volkomen inftem met die Heeren u, Raaden, welke zich onbevoegd oirdeelen, zon1,, der het wettig gezag der Heeren Staaten, als „, Souverein, met concurrentie en adveu van den „ Heer Erf-Stadhouder, het bezwooren Reglement „ van Regeering te kunnen altereeren of te vernie15, tigen." Belangende het poinct van genoegdoening am de IBurgery omtrent myn Advys en Aanteekening ia 'Vroedfchaps Notulen van den 15 September 1783, lalmede voorkomende in de Bylage fub Litt. B. Declareere ik nogmaals, uk grond van myn hart, ihet gene in de Misfives tusfehen Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren met my gewishfeld, gefield heb, daar by te perfifieeren, oprechlitelyk betuigende , dat ik onbewust ben ooit ienmand in zyne betrekking te hebben gelardeerd, ;gaande my niets meer ter harte, als met myce Melde-Burgets in de beste harmonie te teevee; vepE 3 tron< I  7» Verzameling van Stukken betrekkelyk m trouwende, dat myne Mede-Burgers in dezejïnce.. re betuiging als JatisfaStoir zullen berusten. Verzoekende, dat deze Misfive als een Declara-toir omtrent myne perfeverante gevoelens, zoo no.. pens het vigeereDde Reglement van Regeering, als i omtrent de genoegdoening aan de Burgerye, ini Vroedfchaps Notulen tot myne decharge mag werden geinfereerd. Waar mede U Ed. Groot Achtb. in Gods heilry*. ke beicherminge aanbeveelende, ben met allen eer.. bied. Edele Groot Achtbaare Heeren! ü Ed. Groot Achtb. onderdaanigen! Dienaar en Mede.Raad, (was get.) c. B. Wieling.; "s Hage, den 26 Maart 1786. Accordeert met het Origineel.' In kennisfe van my, (was get.) N. T. van Voorst. Vin den Heer Craeyv&nger. , Edele Groot Achtbaare Heeben! tt1^ P^e$eteek^e.' iDgevoIge Refolutie van U Wel Ed. Groot Achtb. van den 2often Maart de. ] zes jaars, door den Heer Secretaris mondeling ooe-ï nmg gedaan zynde van een Diclaratoir, ten zei ven dage ingediend, door ofte van wegens eenige Ge- 4 committeerden der Schuttery, en een gedeelte der 1 Burgery, vind naar dezelve in rype overweeging genomen te hebben, zich verplicht, voor zyn ge-1 voelen aan ü Wel Ed. Groot Achtb. te declareeren: ' dat hy Ondergeteekende oprechtelyk overtuigd is van de onwettige invoering vanhetRegeerinzs-Reele. meat van den jaare 1674, en dat het zelve in den ï! jaa- 3i  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 71 jaare 177, almede onwettig heifield, endoorver» kreegen gezag en invloed ftaande gehouden, en van tyd tot tyd geratificeerd is; als mede, dat dit Reglement drukkende is voor de Regeering, en fchaadelyk in zyn' gevolgen, voorde Republiek geworden is; om deze redenen dan heeft de Ondergeteekende zeer gaarne willen medewerken, om voorgemelde Reglement in zoodaanige poincten, als voor het welzyn en beftendig geluk dezer Republiek, Provincie en Stad fchaadelyk waren , tedoenredresfeeren; en hierom ook heeft geconcurreerd in het applaneeren van een Regeerings-Reglement voor -deze Stad; en offchoon hy Ondergetekende in fommige poincten van het Concept-Reglement van Regeeringsbeftelling voor zich, wel verfchild heeft van de meerderheid des Raads, evenwel oprechtelyk betuigen kan , dat hy zoo als het betaamt, in de begrippen der meerderheid berustende, het zelve zoo veel doenlyk was, ter uitvoer zoude hebben gebracht, „ en als nog genegeD is, om alle „ poógingen aan te wenden, om dat geconcipieerde „ Plan, ofte zoodaanig ander als onderling het meest nuttig zal geoirdeeld worden , op eene ,, formeele en Conftitutioneele wyze , wettig te helpen arrefteeren en in train te brengen." Dan, wat betreft een verder ofte meer gevorderd engagement, by forme van Declaratoir; van alle de Raaden, en elk derzeiver hoofd voor hoofd, moet de Ondergeteekende, zoo als zich in den Raad meermaalen by andere gelegendheden over het afgeeven van Dedaratoiren der Raaden heeft geëxpliceerd, een weinig ftilftaan, en naar zyn inzien de hem voorkomende zwaarigheden opgeeven; vermcinende, dat geen Lid in din Raad beloften ofte engagementen op zich neemen kan, dan die de beloften ofte engagementen van den geheelen Raad ?yn; om reden, dat etn Lid in dezelve niet voor zyn Perfoon beftaat, maar met de overige Leden van den Raad het ondeelbaar Lighaam van het zel' ve uitmaakt, welke Raad dus maar een enkel befiuit E 4 heb»  $1 Verzameling van Stukken betrekkelyk M hebben kan , zoo lange de gezonde begrippen van. een Regeering plaats hebben; dan, indien men tegen oen aart der zaake konde in begrip komen, dat zoouaanig engament, als op den aoften Maart eepropoDterd is, by den Raad als Raad konde worden èi^daan , zoude het nogthands naar myn begrip zeker zyn dat de Raad daar over niet, dan opeeS volle befchryvmg zoude kunnen oirdeeien; om reden, dat het de Grondwetten der Regeering be. treft, in welke geen der geringfte, ved min eene zoo gewigoge verandering vastgefteld kan worden, zonder eene volle befchryvmg; immers daar JïïïïïF L/d-en,deLRegeeriD^ £er zaake hunner Ambten, of uit hoofde hunnorCommisfien, ofte om andere redenen, in den Raad niet prefent zyn geweest, en de gevorderde overeenkomst by forrae vnaDeclaratoir, notoir betrekkelyk is tot de Grondwetten dsr Regeering, en elk der Leden der Regeering byzonder aangaat, kan 'er des wegens niets befloten vvcraen, ten zy dat alle de Leden daar toe prefent zyn, ofte voor prefent gehouden worden, en hua gelegenheid gegeeven is, om in Perfoon ofte by .Misfive, hunne begrippen omtrent de voorgemelde pomctefl, in den Raad te declareeren; want dan Kac, eten tmg men eerst opmaakéh, welke het eenjarig begrip of bepaaling van den Raad is, ofte aan wd, No. 23CO. Addres van de Sergeanten van de Compagnie de Bloedkuil binnen Utrecht, den 6 April 1786 aan de Burger Krygsraad ingeleeverd, tot het doen van voorziening ten aanzien van de Wachten van dezelve Compagnie, vermids het bedanken en de dimisfie van alle de Óffi- ieren, except alleen den Heer Luitenant Vos, en de Refolutie tot voorziening ten zeiven dage daar op genoomen. Edele Gestrenge Manhafte Heeren!? De ondergeteekende Sergeanten uit de Compagnie de Bloedkuil, neemen de vryheid U Ed. Geftr. Manh. uit naam van, hunne Schutters voor te draa- F 4 £ea*  SS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fen: dat zy allen als Mannen van eer, en zoo als! ec Burgers betaamt, op den 2often Maart jongst-:, leeden op eene plechtige wyze den ééd hebben afV. gelegd in handen van eene Commisfie, door de< Vroedfchap daar toe fpeciaal afgevaardigd, op eens Reglement, dat ons verlost van al het drukkende, «vaar onder de Burgery door het Reglement vani ié'74 gebukt ging, en dat ons herfteld in die Privilegiën , waar van wy door het gewelddaadig ingevoerd Reglement van 1674 verftooken waren. Niet weinig waren de Ondergeteekendens, zoot ook deszelfs Schutters verwondert en aangedaan, dat alie hunne Officieren (uitgenoomen den Heer: Luitenant Vos) dien èéd niet gepresteerd hebben, waar door zy niet alleen onder een anderen ééd: Haan, boven alle hunne Schutters , maar daar eni boven zich als nog houden aan een Reglement, datl volgens het getuigenis der Staaten of liever vani Hun Ed. Mogenden de Staats-Commisfie, tot heti uitbrengen van het Rapport over de ingeleverde! Burger bezwaaren, uitgemaakt hebbende, volgens: het getuigenis der Vroedfchap, ja volgens het ge-, tuigenis der gantfche wereld fchaadelyk en drukkende is» als mede tegen der Burger Privilegiën: aanloopt. — Daar nu den Schutters ééd , onderi Welke zoo wel de Officiers als Schutteren flaan, die-. teerd: van de Rechten en Privilegiën met goed en: bloed te helpen handhaaven; dan Ed.Geftr. Manh. Heeren! fchiet de vraag over, of zulke Officieren' die den ééd op een Reglement dat ons in alle Voorrechten herfteld, niet tegenflaande dit alle andere' Schutters en Burgers gedaan hebben, niet alleen geweigert hebben te doen, maar daaï en boven zich: alsnog aaneen drukkend Reglement houden, dan (zeggen de Ondergeteekenden) fchiet de vraag over,, of dezulken hunnen Schutters ééd gefland doen ? Het is daarom dat de Schutters van deze Com-. Ïagnie de Ondergeteekendens geauthorifeerd heb. en, uit hunnen naam te declareeren, (willen zyi getrouw als Schutters aan hunnen plicht voldoen)) het!  de Geleuttenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 89 iet Commando van zulke Officieren niet langer te kunnen obedieeren. Daar nu onder dezulken, die den ééd niet gedaan hebben, vyf Officierente vinden zyn, waar van reeds drie hunne dimisfie verzogt en bekomen hebben, en 'er dus nog twee resteeren, te weeten de Heer en Mr. Anthony Pieter van Oudenallen en Jan Herman van Relden, hebben de Ondergeteekenden niet kunnen afzyn, uit naam hunner Schutters zich met verfchuldigden eerbied te addresfeeren by U Ed. Geftr. Manh., met inftantelyk verzoek, de Ondergeteekenden met U Ed. Geftr. Manh. veelvermoogend appuy by de Vroedfchap te willen vereeren, ten einde het by Hun Ed. Groot Achtb. daar heen te dirigeeren , ten eerften, dat gezeide twee Heeren Officieren, hoe eer hoe liever van hunnen dienst mogen ontïlagen worden; en ten tweeden: dat Hun Ed. Groot Achtb. de overige Burger-Officieren, die zich in het doen van den ééd van hunnen plicht geacquiteerd hebben, gelieven te authorifeeren, om, zoo lange de vacante plaatfen niet vervult zyn, de Ondergeteekenden benevens deszelfs Schutters, zoo in het opbrengen der wachten, exercitiën als anderszins te adiïfteeren, het welk de Schutters dezer Compagnie ten uiterften aangenaam zoude zyn, en waar toe zoo wy meenen geinformeerd te zyn, die Officieren zich met eene edele bereidwilligheid aanbieden. En ten einde deze Compagnie door het gemis van zoo veele Officieren in geene verlegenheid zoude gebracht worden , daar derzeiver wachten aanftaande zondag beginnen, infteeren de Ondergeteekenden, dat het ü Ed. Geftr. Manh. goedgunftig moge behaagen, om niet langer dan morgen eene extraordinaire Vroedfchaps Vergadering te verzoeken, op dat gezeide authorifatie op de meergemelde Heeren Officieren voor aanftaande zondag jnoge verleent zyn. Waar mede de Ondergeteekenden na zich en hunDe Schutters in ü Ed. Geftr. Manriafte Prptettie te F ƒ heb-  o» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hebbea aanbevoolen, zich met de grootfte eerbiedi teekenen. Wel Ed. Gejlr. Manh. Heeren! Uw Ed. Geftr. Manh. bereidvaardige Dienaars eo getrouwe Mede-Burgers. (was geteekend) Door de Sergeanten van de Compag-, nie de Bloedkuil. Gehoord de lectmire der vooren gemelde Addresfen, heden ingediend en overgeleeverd, by de Heeren Officieren Bosch Bois en Egeling, en de Sergeanten van de Compagnie de Bloedkuils BEANCHé,, Cjifhoysen en A. van den Berg. En daar o ver gedelibereerd zynde, heeft de Kryesraad goedgevonden, dat de Luitenant Vos de eers-J te Wacht van de Compagnie de Bloedkuil op zondag' aaüftaande zoude opbrengen: dan byaldien die Of-' ficier door indispofitie daarin belet wierd, autho-. rileerd de Krygsraad op approbatie van de Vroed- • Ichap , één der Heeren Officieren van de andere ï Compagnien, die zich daar toe vrywillig aanbieden, om de eerfte Wacht van de Compagnie de Uloedkutl waar te neemen; zynde wyders gerefolveerd op maandag aan de Vroedfchap authorifatie te vraagen, om de wachten van gedagte Compagnie, yermids de bekomen dimisfle van de Officieren derzelve, door Officieren van andere Compagnien die zich daar toe heden vrywillig hebben aangebooden, te laaten waarneemen, en om de Compagnie m exercitiën als anderszins, zoo lang 5er geene nieuwe Officieren by dezelve zyn aangefteld, behulpzaam te zyn: laatende de Krygsraad wyders het geeven van dimisfle aan de Officieren by het Addres Vermeld, aan de Vroedfchap over. Accordeerd met voorfz. Refolutie. Ia kennisfe van my, (was git.) N. T. va» Voorst. N9.  dt Gébeurunisfcn in 1787 enz. voorgevallen. 01 $K 2301. Aanteekening van de Heeren de Ridder % Smissaert en van Haeften, gedaan in de Notulen van den Raad der Stad Utrecht den 10 April 1786 , concerneerende de refumptie en extenfievan de Notulevanden ao Maart 1786, vaarby zich \ \ voegen dt Heeren Eyck en van Senden. Edele Groot Achtbaare Heeren! By gelegenheid der eerste refumptie van de ex: «enne van Vroedfchaps Refolutien van den 2often ! Maart jongstleeden, meenden wy behalveil andere treflectien, welke eenige onzer Mede-Raaden over \ het geheel beloop van dat geëxtendeerde reeds geavanceerd hadden, inzonderheid niet ongemerkt te ;laaten pasfeeren dat gedeelte, betreffende de beï ëediging der Burgery, zoo als daar toe tew laatften op voornoemde 2often Maart was gerefolveerd ge| worden, aangezien dat genotuleerde ons voorkwam 'i geenszins met den waaren toedracht van zsiaken o, vereenkomftig, — maar veel eer zoodaanig ingericht te zyn, of immers alzoo te kunnen worden : opgenoomen, als of men de gedachte Refolutie voor informeel en onwettig wilde doen doorgaan; deze i zaak nu voor ons Ondergeteekenden in het byzonder van de grootfte aangelegenheid en niettegenftaande de gearresteerde veranderingen by de nade: re refumptie op maandag den 3den dezer als nog 1 niet in het recht daglicht voorgefteld zynde, of i immers nog eenige uitdrukkingen bevattende, welI ke ons te fterk en eenigzins dubbelzinnig toefchyi nen, vinden wy ons ingevolge van onze referve* [ genoodzaakt, tot onze byzonderedecharge, ineei ne zaak van zoo veel gewicht alhier te doen aantee1 kenen, hoedaanig de zaak in questie zich eigentlyk ; heeft toegedraagen, uit welk oogpunt dezelve vol! gens ons inzien behoorde befchouwd en in welken ! zin genotuleerd te worden; hier toe zy het ons ge1 permittcerds by een kert verflag op te geeven, op  o;? Verzameling van Stukken betrekkelyk tot welke wyze de gemelde Refolutie tot beëediging der Burgery is in de wereld gekomen. Alle de Burger Compagnien, geadfifteerd met derzeiver Uitkopers en Wachtvryen, op hun verzoek by den ingang van den Raad voorgedraagen, tendeerende om eene Commisfie uit de Vroedfchap, gequalificeerd om hun den ééd af te neemen op het geapplaneerd Stedelyk Reglement, geen dire&antwoord bekomende, terwyl-ban alleenlyk de Dedaratoiren van alle de prefente, zoo wel als van drie abfente Raaden wierden ter hand gefield, in welke geen woord aangaande de beëediging van de Burgery wierd gevonden, hebben dat hun verlangen vervolgens by hunne onderfcheide Rapporten op die Dedaratoiren telkens herhaald, inzonderheid ook toen hen reeds door de drie Heeren Gecommitteerden was te kennen gegeeven, dat alle de Raaden bleeven perfifteeren by hunne overgeleverde Dedaratoiren, tot dat zy eindelyk hebben verklaard, genoegen te neemen met de Dedaratoiren van eenige Leden van den Raad, mits niet alleen dezelve met ééde bekrachtigd, maar ook het Stedelyk Reglement van den kant der Burgery plechtig zoude beëedigd worden. Hoe zeer wy by de inrichting van onze byzondere Dedaratoiren deze laatfte begeerte van de Burgery niet hadden voorzien, waren wy nogthands 'voor ons aandeel terftond gereed daar aan te voldoen, vermits het ons toefcheen, dat hoe zeer de beëediging van het zelve Reglement van de zyde der Regeering by gebrek van eene genoegzaame meerderheid, welke zich daar toe bereid toonde, min raadzaam was, en zeker in de toenmaalige omftandigheden geen gewenscht effect, konde forteeren, zoo als reeds eenige dagen te vooren door eenige andere Raaden nevens ons fchriftelyk aan Geconftitueerden en Gecommitteerden was te kennen gegeeven , zulks evenwel geheel anders geleegen was ten aanzien van de Burgery, welke aan geen ééd op eenig Reglement gebonden was, en  ie Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen, 9$ i;n althands nimmer op dat van 1674 uit hoofde van -enigpaflum of quafipaStum, gelyk anders tot eene xoodaanige verbindtenis van het Volk word vernischt, welk diensvolgens, zonder eenige bedenking, op hun gedeclareerd verlangen ook by ééde Konde worden gebracht onder de verplichting tot maintien van een Reglement op dezer Stads Regeering, het welk zoo wel met hunne intentie, als loet Stads Rechten en Privilegiën overeenkwam, ïn het welk tusfchen hen en den Raad finaal geapplaneerd, naderhand by Publicatie aan het Volk toegekend, en eindelyk gearresteerd, op nieuw gepubliceerd, en aangeplakt was, zonder dat zulks te recht door de Regeering konde worden belet, en ^ïzonderheid niet door die Regenten, welke in het rieuw Reglement ingeftemd, en in de Refolutie» ran den 20 December 1785 vrywillig geconfenteerd bebben, die bovendien de Burgery bevoegd oirtleelen, om de Leden der Regeering van dén ééi e ontflaan, en die een gantsch vrye Magiftraatsbeielling aan deze Stad toekennen; allen deze conéquent handelende , konden die beëediging des f;evraagd niet weigeren; door dit aan het Volk toe e flaan, wierd onzes bedunkings van onzen kant u'ets gerisqueerd; zoodaanige ééd, tot handhaa. 'ing van het zelve wederzyds goedgekeurd Regieinent, was geheel en alleen een cfïajvan de Burgey, en kwam en bleef gevolglyk eeniglyk voor rerening van hen, welke denzelven na iterative inlantien begeerden af te leggen, terwyl alleen de ibrmaliteit zoude, hebben verfchilt, — maar de it'ï van dezelve verbindende kracht en waarde zou:1e zyn geweest, of dezelve door het Volk onderling, dan wel in handen van hunne Reprefentanten ifgelegd was, zonder dat derhalven ook die Raaien , welke wegens gemoedelyke zwaarigheden van aet prefteeren van dien ééd voor zich zelve wierden terug gehouden, zwaarigheid hadden behoeden te maaken, de Burgery in dezen te wille zyn; dan  54 Verzameling va% Stukken betrekkelyk tot dan de meerderheid was en bleef van andere gedachw ten, tot dat ten laatllen, na geduurig herhaald^ Deliberatien en omvraagen, zoo veele Leden vast den Raad declareerden, ,, de beëediging van déé „ Burgery te zullen aanzien, zonder zulks immet „ aan de Commisfie, welke daar toe mogt wordeni „ benoemd te reprocheeren, of zich daar tegen tel „ verzetten (waar by door fommigen wierd gei „ voegd, dat hun Eds. hier in zouden handelens' „ even gelyk de Ridderfchap van Holland gewoon! ,, is fommige zaaken aan te zien, welke wel niet! i, volgeES derzeiver intentie worden geconcludeerdi\ „ maar waar tegen zy zich nogthands niet wil opo1 pofeeren)". Dat men geoirdeeld heeft, dezelveE gevoegd by die Raaden, welke genegen waren dd, Burgery hierin genoegen te geeven, als eene meen derheid te kunnen aanmerken; met deze meerden heid heeft toen de Heer Burgemeester van Bronck*: •horst geconcludeerd, tot de benoeming van eene Commisfie ten fine voorfchreeven, gelyk dan ooi; zyn Ed. Geftr. daar op terftond ten aanhooren van, den ganfchen Raad, den eerften en tweeden ondern teekenden die Commisfie opgedraagen en wyderiil — op hun verzoek — ook den Heer van Haen i ten aan hun geadjungeerd heeft, met byvoegingi van den Heer Secretaris Falck, zonder dat toeml maals door iemand der prefente Heeren eenige ven! dere refledtien zyn gemoveerd geworden, waar naji de Vroedfchap direct, gefcheiden zynde, zynalleeri die Leden aan het Stadhuis gebleeven, welke hunf ne refpective Dedaratoiren met ééde zonden bevesf tigen , om daar toe de vereischte Commisfie van] de Burgery te gemoet te zien, terwyl alvoorend zittens Vergadering door den Heer Secretaris de* Ruever eene Refolutie conform aan het gerefol.il veerde gecoucheerd , eigenhandig gefchreeven i jj •met zyne onderteekening bekrachtigd, in den Raaé voorgeleezen en vervolgens aan den Heer Secretad ris Falck ter hand gefteld was, welke laatfte dezel-li ve'!  dt Gebeurtenis/en in 1787 tnz. voorgevallen. 95 lire dan ook aan alle de Compagnien ieder afzonderlyk van woord tot woord heeft voorgedraagen , waar van door de Ondergeteekenden heden veertien Jagen reeds een fchriftelyk Rapport alhier is ingebracht, het welk nogthands, fchoon niet anders |)ehelzende dan een onopgefmukt relaas van de volprenging eener Commisfie, welke zy op verzoek pan den Raad wel op zich hadden willen neemen, |oenmaals op eene vernederende wyze behandeld, n naauwlyks voor Notificatie aangenoomen moest borden. 1 Uit dit eenvoudig verhaal van het beloop van taaken, het welk, zoo wy meenen in alle deelen pet de waarheid overeenftemd, blykt onzes oirteels middagklaar, dat hetpoindl van de beëediging ner Burgery wel degelyk tot conclufie gebracht is, in dat de Commisfie tot dat einde met eene allessins wettige Vroedfchaps Refolutie is gemunieerd geweest j zonder dat hier tegen met den allermin:en grond kan worden ingebracht, „ dat zulks zou, de gefchied zyn op de fterke inftantien van ver, fcheiden Raaden , welke zouden betuigd heb1 ben, anderszins voor de gevolgen niet te kunnen , inliaan; " (zooals deze woorden, onzes ondanks 1 de Notulen moeten blyven) want wat dit laatfte angaat, fchoon het zeker is, dat niemand kan voortien, welke de gevolgen zouden kunnen zyn, wanleer eene gantfche vergaderde Burgery, ten allen yde, en inzonderheid in ons geval door eeoe wetIjge oproeping gerechtigd om te fpreeken, by aanloudenheid in hun gegronde verlangens word te pur gefield, en fchoon dienvolgens aan die Raaien diergelyke uitdrukkingen geenszins zouden kunten misduid worden, is het nogthands niet minder (raar, dat diergelyke bloote gezegden, indien die l door deze" of geene particuliere Leden mogtengefeezigd zyn, den Heer Burgemeester geene vryeid konden geeven, om met eene minderheid tc loncludeeren tot de benoeming van eene foortgely- k« I  96" Verzameling van S.ukken betrekkelyk tot ke Commisfie, zoo min als zyn Ed. Geftr. zich daas toe mogt laaten permoveeren door de inftantien vaa eenige weinige andere Raaden; en zulks te minder rj aangezien althands toenmaals geen fchyn of fchaduvi van eenig geweld van den kant der Burgery vooi handen, — en de Vroedfchap tot dien tyd niet am ders dan by wyze van verzoek tot het continueereE van derzeiver Vergadering geperfuadeerd gewordet was, gelyk dan ook de Heeren Oud-Burgemeester Berger en van Beek Heer van Dykveld, en nader hand fuccesfive de overige Heeren Raaden zulles kunnen getuigen , of dezelven door iemand zyv verhinderd geworden in hun vertrek van het Stad huis: maar boven-dit alles, (zoo als te recht een a meer Heeren welke den ïoften Maart abfent warenr hebben gereflecteerd) hoe kan men zich met eenigj mooglykheid een denkbeeld formeeren van de be noeming eener Commisfie uit het midden van dei Raad door den Heer fungeerende Prefident Burge meester, zonder dat dieswegens aldaar eene wetti ge conclufie was gevallen? dezeongerymdheid moe waarlyk een ieder onzer zoodaanig in het oog loo pen, dat wy verrneenen, zonder dit ftuk verder ii te treeden, zeer gerust aan de beoirdeeling van d< geheele onpartydige wereld te mogen overlaatent of de meergemelde Refolutie tot het in den ëèi neemen der Burgery niet volkomen wettig is, e! of wy dienvolgens ons eenigzins hebben kunnei onttrekken van die Commisfie, welke op ons wiera gedecerneerd ? waar toe inzonderheid ook de twee de onderteekende meende te minder vryheid te heb ben, toen de Heer Burgemeester van Bronckhors1; op zyn verzoek , om wegens lighaamsongefteld beid, daarvan temogen worden geëxcufeerd, hen nader geliefde aan te maanen, om zich tot dezelv* Commisfie te laaten gebruiken; terwyl wy voort wel uitdruklyk ons willen gereferveerd hebben: de faculteit, om ons ten allen tyde en op zoo< daanige wyze als wy mogten geraaden vinden, te mot  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. vaorgevalletu. 97, mogen beroepen op het getuigenis der Heeren Secretarisfen, op welker aanteekeningen toenmaals is geconcludeerd geworden. Indien dit alles nu zoo is, gelyk wy vertrouwen, overvloedig te hebben aangetoond, moet daar uit noodwendig volgen, dat de goede Burgery, welke het gene haar op den avond van den sollen Mairt ter goeder trouw door den Heer Secretaris Falck, in het byzyn der Commisfie, is voorgeleezen, niet anders dan als eene wettige Vroedfchaps Refolutie konde aanmerken, zich te deerlyk misleid zoudè moeten achten, en zich dieswegens met het hoogfte recht kunnen beklaagen, indien men naderhand diezelfde Refolutie poogde te infringeeren, ja was het mooglyk te vernietigen, fchoon wy niet kunnen vermoeden, dat tot het laatfte althands immermeer eenige poogingen door U Ed» Groot Achtb» zullen worden aangewend; te minder, daaruit al het gezegde al verder moet proflueeren, dat de legaliteit der dikwyls genoemde Refolutie betoogd zynde, dezelve door alle de Leden van den Raad, die gene niet uitgezonderd, welke daar toe niet geaccedeerd hebben, behoorde te worden gehandhaafd; immers op deze wyze hebhen wy meer dan eens over andere Refolutien van den Raad in deze Vergadering hooren fpreeken; en of het dan wel met eene behoor, lyke cordaatheid zoude kunnen worden overeengebracht, indien fommige Raaden, welke of door hunne toeftemming, — of door het aan te zien, tot het neemen dier Refolutie hebben gecoöpereerd, of die met zoo vee.'e woorden gezegB en zulks nog onlangs herhaald hebben, ik mag wel lyden dat tot dat einde eene Commisfie worde benoemd, als nu mondeling of fchriftelyk mogten trachten zich daar van te exonereeren, willen wy gaarn aanbevolen laaten aan U Ed. Groot Achtb. equitabel oirdeel. Indien wy nu, niettegenftaande dit alles,, onverhoopt uit de ondervinding zouden moeten opmaaken, dat niets van onzen kant, hoe zeer ook gegrond op reden, waarheid ea billykheid, alhier XXX, Deel. G by  p8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot by de meerderheid eenigen ingang kan vinden, eni indien wy tegen alle verwachting meenen te moeten i befluiten, dat men eenigen toeleg koesterde, omi ons en anderen, welke zich verplicht hebben geacht, uit de edelfte principes van eene belanglooze i Vrybeids en Vaderlandsliefde, zoo openlyk voor' des Volks Rechten, zoo wel als voor de redelyke: Volksftem te moeten Uitkomen, op eene geremar»queerde wyze te exponeeren aan zoodaatige gevol- ■ gen, weike door eene onvoorziene omwending vani zaaken uit het dus verre verrichte zouden kunnen i yoorivloeijen, of daar uit getrokken worden; ja: indien men inzonderheid konde goedvinden , het; daar heen te dirigeeren ten opzichte van het gewichtig ftuk der beéédiging van de Burgery, wat «oude ons dan wel te doen liaan? zullen wy ons bepaalen om voortaan onze gedachten alhier niet meer te uiten, of niet weder in deze Vergadering te verfchynen, tot dat wy ons konden flatteeren met eene meer gunflige dispofitie ? een dezer expe« dienten zoude als dan in dezen voor ons wel het gemaklykfte zyn, en meest aan onze neiging, welke eenen afkeer heeft van aanhoudende moeilykheden, beantwoorden; doch van dit een en ander worden wy door gevoel van onze duur bezworen verplichting tot bevordering van het profyt en welvaaren van deze Stad en Burgery, — zoo wel als door Onze verknogtheid aan des Volks belangen, terug gehouden; niets is intusfehen natuurlyker, dan dat wy ons op alle moo.^lyke wyzen moeten trachten te dekken en te beveiligen; dit zyn wy aan ons zeiven, aan onze huizen engeflachten verfchuldigd: maar waar en by wien zouden wy in diergelyke gevallen op eenigen byftand en beveiliging kunnen hoopen? de beantwoording van deze vraag zullen wy voor als rog voor ons zeiven houden en aan U Ed. Groot Achtb. overdenking overlaaten, om ons in alle voorkomende gelegenheden zoo te gedraagen, als wy zullen meenen met onze eige behoudenis, onverminderd des Volks welzyn, meest overeen te komen» Ut-  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 99 Utrecht, den 10 April 178& (was geteekend) J. P. de Ridder. J. C. Smissaert; Van Haeften. De Ondergeteekenden verklaaren zich in aileu deelen te voegen by de bovenftaande Aanteeke; ing, uitgezonderd alleen die poinéïen welke eeniglyk relatief kunnen v?o den gemaakt tot de drie Heeren Gecommitteerde!; ter beéédiging van de Burgery. (was get.) Ad. Hend. Eyk. van Senden. :N°. 2302. Aanteekening van den Heer Mr. J. vaN Haeften , Raad in de ■ roedfchup der Stad Utrecht, op den 10 April 1786 in de Notulen van den Raad gedaan infereeren, wegeis hei voorgevallene by 'gelegenheid van het beéédigen van de Burger. Compagnie de Bloedkuil op den'20 Maart 17&Ö, tegens zekere pasfage*, gefield in de Requesten tot demijie door de Officieren van dezelve Compagnie, met noomen de Heeren Swellengrebel, Casius en van Westrenen tot Lauwen. recht, geprefenteerd. De Ondergefchreeven acht zich verplicht,alvöoTens toe zyn heden voor agt dagen geref<;rveerd Declaratoir . om te toonen, dat hy zich als Lid van U Ed. Groot Achtb, Vergadering, aan geene hoonende expreslier hadde fchuldig gemaakt, over te gaan, vooraf tot duidelyk verftand van zaaken te zeggen, dat het den Heer Sweilingrebel heeft kunnen geJusten op eene zeer onvoorzichtige wyze, by zyö Request, den ^ften Maart aan den Raad ingeleverd, ca eenige voorafgaande redenen, onder anderen, te fteüen: „ dat de Suppliant even daar' as door (te weeten het weigeren van den ééd op het si geapplaneerde Reglement) diverfe onaangenaarhG 2 ,, he»  loo Perzameling van Stukken betrekkelyk tot „ heden heeft moeten ondervinden, ook by die gelegenheid van eenen voor den Suppliant anders„ zins refpedtabelen kant, zulkefletrisfanteuitdrftk„ kingen heefc gehoord, welke de Suppliant ge„ oirdeeld heeft zich te moeten aantrekken." Deze bewoordingen konnen zeker op de Com. misfie worden toegepast, het welk ten gevolge had, dat de Heer Burgemeester van Bronckhorst wierd verzogt aan gemelden Heer te vraagen: of zyn Ed. daar door de Commisfie hadde bedoeld;1-, en hier op düor den Heer Burgemeester op inltan'tie der Commisfie voorgeleezen zynde, wat die Heer aan zyn Ed. Geftr. hadde geantwoord, bleek daar uit evidentelyk, dat die Heer met de gezegde uitdrukkiu. gen, in zyn Request vervat, niemand als den Ondergefchreeven hadde bedoeld, en wel omreden, dat de Ondergeteekende, als Hoofdman der Schuttery, des verzogt door de Commisfie, den ééd aan de Burgery hebbende afgenomen, zoude gezegd hebben: dat het Aterlingen in de gemelde Com„ pagnie waren , welke onder fchyn van Vryheid de „ Burgery in een eeuwige flaverny zogten te ftorten." Deze woorden vond gemelde Heer goed, op zich zelfs toe te pasfen, en wel om reden, dat hy den ééd hadde geweigerd, gelyk zulks ook uit het Rapport der Commisfie kan worden geëlucideerd. Welk eenen opgevatten argwaan de Heer Sweixingrebel ook tegen denOndergefchreevenen mag voeden, in hoe verre hy de plichten der Burgerlyke beleefdheid heeft voldaan, zal de Ondergefchreevene alhier niet intreeden; alleen moetende opmerken, dat door dit wanbegrip en misduldinge der woorden, door den Ondergefchreevenen na het in den ééd neemen der Burgery gebruikt, denkelyk de Heer Casiüs, in zyn Request op den E««* GrooT m°genoe Heeren, byzonÏÏB'o^ÏÏHSr»' Nagebdorem noodzaakt'vonden/ter CewaSge der^o* de £ de en wettige authoriteit binnen Amersfoort oï verzoek van de Regeerders aldaar, zyn^ Doo Inrlf tige Hoogheid te verzoeken, eeniee MillZ l gen: ja ontzag men zich niet bv Adnl £ D* ftaande, verzoek te dopn m/rt,« J-8 *was binding dezer, zoomen? voor»# edlge terUg Gnt" aa„ tanig, hooge BondgenooteI. enï£"eD ' der aan D Ed. Groot Mr7,r„ï„ 5 e° 'n ' oyzoo. dracht dersaaken een fei™»' wet; en hier door aan HoSSl,»'e °Dtv°»»en, da. wy .el ™K ^^KurtïiïZZ ■ <*) Zie in het XX1%. Deti, m m6, iea  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 105 ken van de gewapende Manfchap dezer Republiek, ter affnyding en fmooring van alle zoodaanige billyke verzoeken, als door de vrye Ingezetenen dezer Provincie, aan hunne wettige Overheid, mogten worden gedaan, in tegendeel zeer genegen waren en bleven, om dezelven te ontvangen, mitsgaders, na vrye en rype deliberatie, deswegens zoodaanige Refolutien te neemen, als de welvaart van dit Gewest van ons zoude komen te vorderen; -ajzoo wy niets anders door het employ van Militie in 't oog hadden, daD een onverftaanbaar en verward geroep tegens de wettige authoriteit ingerigt, voor te komen, en de de goede orde te maintineeren, zonder welke toch geene Refolutien, hoe heilzaam ook anderzins, van eenige utiliteit, $a men zwyge van eenige confidentie, ons voorkomen te kunnen zyn. En het was ons tot een byzonder genoegen, van de Heeren Staaten van Friesland te verneemen, Hunner Ed. Mogenden genegenheid, om daar toe al het hunne te willen contribueeren, en alzulks niet alleen het Batailjon binnen Amersfoort gekomen, te doen verblyven, maar zelfs alle andere hulp aan ons, ten fine voornoemd offereerende: een gedrag, Ed. Groot Mogende Heeren! ten vollen, zoo het ons toefchynt overeenkomende met de gronden der Unie, dewelke deze zeven Gewesten tot onderlinge befcherming verplicht, en te famen verbonden houdt. En, wanneer U Ed. Groot Mogenden ter applaneeringe van de gefchillën, welken zoo noodlottig, federt eenigen tyd binnen onze Provincie plaatfe vinden, by Misfive van den 9 December 1785, alle intercesfie en hulpe aan ons waren aanbiedende, ontmoeteden wy in die Uwer Ed. Groot Mogenden Misfive zoodaanige expresfien, welken ons ten vollen convoceerden, dat deze verfchillen ook by U Ed. Gr. Mogenden wel wierden aangezien als nadeelig aan de welvaart dezer Provincie, maar tefFens befchouwd als geheel afhangende van de beftieringe en befchikkinge van den Souverein; als zeggende UEd. Groot G 5 Mo-  ioö Verzameling van Stukken betrekkelyk W Mogenden met, zoo veele woorden, a! te zeer ge-J convinceerd te zyn van hec gene -ie natuur der Sou-, vereimteit in elke Provincie, en dus ook m de on-. ze, vordert, dan dac Ü Ed Groot Mogenden overr foorigelyke «hffïrei.ten, of de daar uit voortvioei.. Ju r t-, , leil)ngen ' z,ch eeniSe beoirdeeUrg- off beichikkinge zouden willen aaamaatigen, die ma.* ■ den minften fcbyn zelfs zoud-n geeven van tegen i het gezegde Conftuutioneele recht aan te loopen., Zoo als wy dan ook de ooeenigheden binnen U Ed., Groot Mogcndens Provincie tot hier toe mede zoo. . daaoig hebben aangemerkt, en de middelen door U 1 Üd. Lrroot Mogenden, ter bewaatinge van dezelve i authoriteit aangewend, als geheel affiargende van i de zorge en direÉtie van ü Ed. Groot Mogeodens ', Vergadering, offchoon U Ed. Groot Mogerden ook al daar toe eenige gewapende Macht mogten noodig hebben geoirdeeld. Dan, Ed. Groot Mogende HeerenJ wanneer wy na een attente overwt eging van dit alles, gadeflaan H„^hpHe d.°°r de!eIve aan zy°e Dooë|ucht,ge Hoogheid onlangs afgezonden, en by dewelke U Ed. Groot Mogenden voornoemde zyne Hoogheid hebben gelieven te verzoeken en te gelasten, geene ordres, hoe ook genaamd te geeven, tót het doen marcheeren van eenige Troepes van dezen Staat, en fpeciaal van die welke op de repetitie van de Provincie Holland flaan, naar de Provincie Utrecht, of eenige Steden of Plaatfen in dezelve gelegen; en indien onverhooptelyk, daar toe be. reids een.ge fchikkmgen by zyne Hoogheid mogten zyn gemaakt, ofte ordres gegeeven, dat dezelve daadelyk zouden worden ingetrokken en buiten effect gefteld, betuigen wy geheel niet te weeten, waar aan deze demarche van een onzer Bond^enooten toe te fchry ven, of met welke rechten en prin. I SSeLViD tOC h^ t0e gefubfifteerde Unie, over. een te brengen. Wy moeten daaromtrent decia. reeren, niet dan met owoeringe te hebben kunnen zien, dat eene der zeven Souvereine Gewesten zich ge.  de Gebmtenisfen in 1787 enz, voorgevallen, 107 gerechtigd heeft geoirdeeld , om over de Militie !van dezen Staat te disponeeren, ea den KapiteinEGeneraal te verzoeken en te gelasten, die aan een rmed>; Souvereine Provincie niet te laacen volgen. (Welk een idéé zullen wy nu vervolgeas moeten iformeeren van de Unie, die deze zeven Provinciën lelk indeohaaren, voor Souverein erkend; — vaa ide üuie, die de Leden verplicht, dea ander alle adfiiteatie te verkenen? — Wat idéé zuilen wy ons formeeren van het generaal Defenlie-wezen van den Staat, volgens her welk jaarlyks, het gene toe het algemeen öeiang geoirdeeid word, by eene verdeeliDge ten lasten der Bondgenootej word gehracht, na dat elks vermogen medebrengt; indien [een dezer Bondgenoocen de adlïilentie van de gemeene forces vau den Staat aan zyne Mede Bondgenooten zal mogen weigeren, en deswegens aan den Kapitein-Generaal verzoek doen, van Nö. eemige Militie, tot hulp, mainiien of confervatie van jde wettige Regeering en authoriteit der overige [Bondgenooten, niet te doen mdrcheeren; terwyl !zoodaanig Bondgenoot zich zelfs pro lubitu daar van in zyn eigen boezem komt te bedienen? Waarlyk, [Ed. Groot Mogende Heeren! eene manier van handelen, welke wy, en tegens U Ed. Groot Mogen:den principes, in de Misfive bovengemeld uitgetdrukt, directelyk aanloopende, en tegens alle plichiten van het Bondgenootfchap, moeten confidereeiren: en prefereeren wy liever dit niet dieper in 1 te treeden, dan alle gevolgen daar van alhier breei der ter neder te ftellen; dezelve aan U Ed. Groot I Mogenden nadere overweeging zelfs overlaatende. I En ïchoon de weigering in fpecie van Troepes, 1 ter Hollandfche betaaüng ftaande, wel minder ge> volgen includeerd, is echter dezelve al mede naar 1 ons inzien direct, aanloopende tegens de banden van Unie, en 't geoe tot hier toe in gebruik is geweest. U Ed. Groot Mogenden zullen immers met ons convenieeren, dat offchoon de Troepes op de voor-  lo8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voorzeide Provinciën zyn gerepartitieerd, dezelve\i echter daar door niet ophouden te zyn Troepes van itl het gemeene Bondgenootfchap, en gefchikt ter gei meener Defenfie. Zoo dit geen plaats meer heeft, , maar dezelve alleen moeten worden aangemerkt als lroepesvan de Provinciën, welkedezelven betaalen, dan is 'er geen Staat van Oorlog meer noodig, maar kunnen de refpeclive Provinciën alleen maar ! volltaan, die, en zoo veele Troepes, als elk toe zyn eigen defenfie noodig acht, te onderhouden, en zullen ook efïecïive de Provinciën dan gelieven I te zorgen, dat hunne eigen Regimenten, of binnen I bunne Provincie, of ten minften inde Nabuurfchap, blyven, ten einde promptelyk daar van te kunnen , gediend worden: in welk geval, wat 'er van de bezetting der Generaliteits Frontieren worden zal, l laaten wy gaarne aan U Ed. Groot Mogenden zelfs , overig. Ja, Ed. Groot Mogende Heeren! hoe zal 6 men van zyn eigen Troepes zelfs gebruik maaken? ] daar immers, by fchikking, fomtyds een gedeelte f door dezen, een ander gedeelte by eenen anderen ƒ Bondgenoot, word betaald. By voorbeeld: deze Provincie betaalt in het Regiment Zwitzerfche Guar. "i des ëëae Compagnie, andere Provinciën wederom ' anderen; zal dan dit Regiment, hetwelk al meest !: door U Ed. Groot Mogenden word gebruikt in de plaatie haarer Refidentie, voortaan niet meer kun. nen geëmployeerd worden, dan voor zoo verre het op Hollandfche repartitie is gebracht? Hetzelve heeft mede plaats met betrekking tot andere Militie, van welke fomtyds eenige Staf-Officieren betaald worden by geheel andere Provinciën, als op welkers repartitie een goed gedeelte der Manfchappen is gefield: alles, zoo wy vermeenen, ten klaaritea aanduidende, dat elk der Bondgenooten van de generaale Militie kan en vermag gebruik te maaken tot zyn defenfie, en zoo als de omftandigheden komen te vereisfehen. 'Jl Wy verzoeken ü Ed. Groot Mogenden alle deze en andere confequentien in ernftige overweeginge j \ te  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 109 te neemen; terwyl wy intusfchen ook met kunnen verbergen, des te meer aangedaan te zyn over den •flap, die ü Ed. Groot Mogenden hebben geheven te dóen, wanneer wy nagaan geen de minfte Militie "voor als nog by ons te zyn geordonneerd, hoe zeer wv hebben moeten ondervinden, dat daaromtrent, ook binnen U Ed. Groot Mogendens Provincie, zoodaanige inlimu'atien zyn gedaan, welken gelcnaapea (tonden, de Burgery dezer Stad met vreeze en wantrouwen te vervullen en tegens de Regeeringe voor in te neemen, om van andere zaaken alhier te zwygen. .. . ; Wy gelooven, dat U Ed. Groot Mogenden m zoodaanige omftandigheden den flap, door dezelve gedaan, des te bedenkelyker zullen vinden, alzoo de toeftand dezer Provincie zekerlyk te meer zor« gelyk word, wanneer Perfoonen of GemeenfchapSen buiten dezelve gezeten, zich eenige directie daar inne komen aan te maatigen, en te gelyker tyd de Souverein eener machtige Provincie openlyk van den Kapitein-Generaal verzoekt, geene adfiftentie aan zoodaanige Provincie te verleenen: en U Ed. Groot Mogenden zullen dus licht begrypen, dat wy verplicht zyn, met dien ernst als het gewigt dezer zaake vordert, het gene voorfz. is aan Hoogstdezelven voor te draagen, en dezelve te verzoeken, van mee die cordaatheid als het Bondgenooten zoo naauw vereenigd, past, ons te willen verklaaren: of U Ed. Groot Mogenden ons, als Souverein dezer Provincie toekennen het befchik binnen dezelve, en employ van alle zoodaanige middelen als wy naar vereisch der zaake, tot maintien der 1 goede orde en wettige authoriteit noodig mogten ! oirdeelen, zoo als U Ed. Groot Mogenden binnen haare Provincie , jute fw, zeiven komen te employeeren; mitsgaders of U Ed. Groot Mogenden van gedachten zyn , dat geene Troepes van den Staat tot hulp en adfiftentie konnen worden geordonneerd, als de zoodaanige alleen welke elke Provincie op haare repartitie is hebbende.  ito Verzameling van Stukken betrekkelyk ut ^Y Jattter5n ,ons' dat U Ed' Groot Mogendeoi zich nader bedenkende, door Hoogstderzelver red lc,1Ce< al'e apprenetfie welke wy uit de Mk weeten: Dat wy met de uiterfte verontwaardiging eni misnoegen vernoemen hebben, dat, niettegenftaan-. de wy by onze Refolutie van den 2 en p Vovem., T^r 1! 7u 5 Vde Leden van den Magiftraat der Stad 1 Wyk by Duurftede in hunne. FurTctien refpeft ve ^ hebben gecontinueerd, eenige onrustige en flhaa- . delyke nieuwigheden zoekende Menfchen, op eene ■ zeer onwettige wyze, zes Leden van den Raad der- ! r»m» ?' ïï" DaameD Verhel^ Frykenius, Bruin, van Mierloo, van Bern en de Kuiter feitelyk van de uitoefening hunner Ambten hebben ontzet, en eerst twee Perioonen, met naamen Dirk Volkmars en Cornelis Sam , in derzeiver plaats hebben gefteld; dat ook vervolgens, ter vervulde van twee anderen der zes bovengemelde RaadsplaatJiMl mede geheel onwettig zyn aangefteid. de Per. . foonen van Jan van der Wepel en Jacobus van ; Hoogvliet, en dit, niettegenftaande wy by or.ze Keiotatie vaa den oden Maart laatstleeden en daar van  4i Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, nr tran toegezonden Extract aan den fungeerenden Maikitraat der voorfz. Stad, hadden verklaard, de uitcetting van bovengemelde zes Raaden, en de aanilelling en beéédiging van anderen in derzeiver alaatfen, te casfeeren en te houden voor geheel wederrrechtelyk, nul en van onwaarde, en dat de ses bovengemelde Raaden in de wettige bezitting ihuui er Raadspiaatfen tot den sollen October aanfteande, zullen worden gemaintineeri, en voorts aan dé Perfoonen in hunne plaatfen in den Raad gefield, gemterdiceerd en verboden eenige a<2e van Magiftrature te exerceeren, op poene van onze hoogde indignatie ; echter voorgemelde feitelyk ijiigezette Raaden, tot nog toe niet weder in den Raad zyn geconvoceerd, en de pretenfelyk in der. zei ver plaatfen als Raaden gefielde Perfoonen, hier boven genoemd, voortgaan de Vergadering van den Magiftraat by te woonen, en als Raaden te fungeereo. Dat wy hier tegen willende voorzien, ter bewaaring van onze booge macht en eerbiedigheid van :onze wettige beveelen, goedgevonden hebben, ge« 'lyk wy goedvinden en verftaan by dezen, dat de bovengemelde zes Raaden der Stad Wyk by Duurftede als nog zyn en blyven in het recht van hunne Ambten en Bedieningen, en voor zoo veel zy fei:te!yk daar van zyn ontzet, wy dezelven daar in weder willen hebben herfteld en gemaintineerd; en verklaaren wyders, dat wy alles het gene binnen de voorfchreeven Stad Wyk by Duurftede, zoo ia ihet af/etten als aanftellen van Raaden, mitsgaders het doen en afneemen van een nieuwen ééd gefchied ;is, te houden als eene fchaadelyke en onwettige nieuwigheid, ftrydig tegen ons hoog gezag en be' veelen, en tegen de vastgeftelde form van Regee. ring dezer Provincie; dat al het zelve alzulks is i krachteloos, nietig en van onwaarde: dit alles met i alle gevolgen en aankleeven van dien casfeerende ende tenietdoende by dezen, met uitdrukkelyken I last en order aau de hier boven pretenfelyk aange- ftelde  na Verzameling van Stukken betrekkelyk tot lielde nieuwe Raaden, om zich binnen den tyd vad 24 uuren na de Publicatie dezes, met de daad ta ontdoen van hunne Raadsplaatfen, waar in wy veri Itaan, dat zy op eene gantsch onwettige wyze zyn i geite d, en met expres bevel en last aan dezelveni en alle andere Perfoonen, dat zy de bovengemelJ de zes oude Regenten gerust en ongeftoord zullen laaten waarneemen en uitoefenen hunne Ambten end bedieningen, op pcene dat die genen, die zich teJ gen deze onze beveelen verzettende, iets zullen! doen ofte onderneemen, het welk met dezen onzeni uitdrukkelyken wil ftrydig is, daar over als Ver-j ltoorders der gemeene rust en zich fchuldiggemaakd hebbende aan eene verregaande ongehoorzaamheid: der wettige beveelen, en fchending van onze hooge: macht, ten ftrengften, ook zelfs na exigentie vani zaaften met den dood zullen worden geflraft. En op dat niemand hier van eenige ignoranties pretendeere, zal deze worden gepubliceerd en ge-. affigeerd daar en zoo zulks behoort. Gedaan te Utrecht, den 12 April 1785. (was geparapheerd) A, f. Godih, vc. , (Onder Jlond) Ter Ordonnantie van myne voornoemde Heeren de Staaten. (vat get.) Abf. Secr. Ph. Ram. Hebbende op het fpatium gedrukt het Cachet van welgemelden Heeren Staaten in een rooden Ouwel met een Papieren ruite overdekt.  ie Gsh'eurienisfen in 1787 enz. voorgevallen'. rt§ J*. 2305. Misfive van de Heeren Gedeputeerde Siaa. ten 's Lands van Utrecht, aan de Regeering van de Stad Wyk by Duurftede, met vernieuwd bevel, om de Publicatie hier boven onder No. 2304 té doen ■publiceeren en affigeeren, benevens een daar by gevoegd Extra6t - Refolutie, In dato den itf April 1786. Edele Erentfeste Vroome! ! Met leedwezen vernomen hebbendé, dat UEd* an den Gerechte uwer Stad zouden hebben geinteriiceerd, om over het publiceeren der nevensgaan» e Publicatie te Haan, en de daar toe noodige ad. iftentie te verleenen i dat U Ed. ook verbod geaan hadden, om de deur van de Klok, teneinde iet Volk tot het aanhooren der gemelde Publicatie e doen vergaderen, voor iemand hoe genaamd, e openen, of te permïtteeren dat de Klok getrokenwierd; hebben wy, ipgevólge van de Authoribtie vaD den I2den dezer, door de Ed. Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, tbt heÉ be« laamen en in 't werk Hellen der verdere, vereischte |n meest gepaste middelen, tot maintién vad deze liunner Ed. Mogenden ordres en beveelen op óns fcrleend, de voörfchreeven zaake in rype deliberatie genoomen, en verftaan, dat zoodaanig verbod ttrydig zynde met de uitgedrukte intentie van Huri Ëd. Mogenden, ten fpoedigften by UEd. behoort tè porden ingetrokken, en zoodaanige faciliteit door |J Ed. te worden betoond, om de gemelde Publicatie naar gewoone ftyl en wyzé te doen publiceeren" jj:n affigeeren, als met de geëtablisfeerde en conftitutioneele form van Regeering dezer Provincie is [Overeenkomende, waar toe wy U Ed, by dezen wel .ïebben willen aanmaanen, en dit doende verzoeken, om zich te wachten van geen het minfte belet of verhindering aan de uitvoering van geriieldè llHunner Ed. Mogenden beveelen, in het doen der jneermaal gementfoneerde Publicatie toé te brenXXX. Deel. H gen*  it4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gen, maar in tegendeel het publiceeren en affigee-; ren van dezelve onverhinderd en volgens de wyze : op weike zulks gewoonlyk en naar órde binnen U Ed. Stdd gefchied, toe te laaten. Hier mede, Edele Erentfeste Vroome! beveelen wy Uw Ed. in de befcherming van Godc Almachtig. ° tïefchreeven te Utrecht, den 16 April 1786. (was get.) G. M. Taets van Amerongen.; (Onder Hond) Uwer Ed. goede Vrienden, De Gedeputeerde Staaten 's Lands! vaa Utrecht. (Lager jlond) Ter Ordonnantie van dezelven,'! (was get.) Abf. Secr. PH. Ram. 1] Is na deliberatie goedgevonden, ten einde d&< vier Perfoonen , onlangs wederrechtelyk in den, Raad der Stad Wyk by Duurftede gefteld, geener ignorantie van Huoner Ed. Mogendens beveelen t dienaangaande zouden kunnen pretendeeren, dacr. aan ieder van dezelven by Extract dezer een Exem.; plaar der Publicatie van de Heeren Staaten in dato a den I2den dezer zal worden toegezonden, om zich' daar naar zoo veel hun aangaat, te reguleeren. (Onder Jlond) Accordeerd met de voorfchreeve 1 Refolutien. (was get) Abf. Secr. Ph. Ram. No. 1  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 11$ 3N°-. 2300". Misfive van de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht aan het Gerecht der Stad Wyk by Duurfiede, van den 16 April 1786, waar in aan het zelve word bevoolen, om adfiftentie te verkenen aan 's Hofs Pander in het publiceeren en affigeeren van voorfchreeven Publicatie; benevens het verrichte van voornoemde Gerecht daar omtrent» Edels Erentfeste Vroome! Heden geïnformeerd zynde, dat de Pander *sHofs *an Utrecht, op gisteren zich naar Wyk by Duurtlede had begeeven, om aldaar denevenftaande Puphcatie af te kondigen, en dat dezelve na den Heet jdoofd-Officier aldaar prefene, verzogt te hebben pm de noodige adfiftentie, zulks aan hem niet heeft [runnen verleend worden, uit hoofde dat de Magirtraat Uwer Stad aan Uw Ed. zoude hebben gein* erdiceerd en verbooden, om over zoodaanige Pu» Wicatie te ftaan, hebben wy ingevolge van de au» ihorilatie van den izden dezer, door de Ed. Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, toé aet beraamen en in 't werk ftellen der vérdere ver:ischte en meest gepaste middelen, tot maintien ran deze Hunner Ed. Mogenden ordres en beveeen op ons verleend, goedgevonden en verfi-aan* Jw Ed. by dezen te gelasten en té beveelen, on» vanneer andermaal een Pander *s Hofs voorfchree:en de noodige adfiftentie tot afkondiging der beFengemelde Publicatie van Uw Ed. komt te reöui(eeren, dezelve als dan conform de wyze op welk* mlks gewoonlyk en naar orde binnen de Stad Wykr *y Duurftede al tyd gefchied is te verleenen, ett laar inne Uw Ed. door geene beveelen te laaten Vernnderen. Waar op ons verlaatende. Edele Erentfeste Vroome! seveelen wy Uw Ed. in de befchermingê van Göfi Umachtig. a H a tig.  i ï6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gefchreeven te Utrecht, den 16 April 1780"* (was get.) G. M. Taets van Amerongen.1 (Onder Jlond) Uwer Edele goede Vrienden, De Gedeputeerden van de Staaten 's Lands) van Utrecht. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelven,, (was get.) Abf. Secr. Ph. Ram.. Waar op het Gerecht befloot, den Brief en By-. laagen te rerjvoyeeren aan de Magiftraat, om der-zei ver nadere Refolutie daar op te ontvangen, 'tt gene met de meerderheid ter conclufie gebracht t zynde, is de Vergadering daar op gefcheiden, zon-> der dat het Gerecht authorifatie tot het doen der; Publicatie konde verleenen, vermits zy verplicht t waren, de Misfive enBylage, ingevolge hetgere-folveerde ter kennis van de Vroedfchap te brengen, , waar op de Heer Hoofd-Officier, zonder dat de Klok : getrokken wierd, buiten eenige adfiftentie van het: Gerecht, door den Pander de Publicatie heeft doen i afleezen, en 'er een van in de Stad, en eenige Wei» > eigen buiten aan een Boom of op een Schuitenhuis 1 liet aanplakken. Intusfchen vergaderde de Vroed, i fchap, ter welker Vergadering de Heer Burgemeester Haantjes van zyn wedervaaren by 't Gerecht kennis gaf, al* mede van de door hem hier boven gemelde ontvangene Misfive aan de Magiftraat, 't gene mede gedaan wierd door de vier nieuw aangeilelde Raaden; wordende deze refpeótive Misfives in Commisfie gefteld, in handen van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren. Wyders wierd beilooten, om by Klokkegeluy de Burgers en Ingezetenen te compelleeren , om ingevolge hunnen Burger-en Schutters-ééd, derzeiver wettige Magiftraat I  • de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 117 5 flraat gehouw en getrouw te blyven, en geene anii dere wetten of beveelen te erkennen of te gehoor» ! zaamen dan die door hunne wettige Magiftraat ge* l geeven was; neemende inmiddels de jongst vier l aangeftelde Raaden in de byzondere beicherming i der Regeering en Burgery, gelyk dan ook van dit j befluit, onmiddelyk by openbaar Klokkegeluy aan 1 de Burgers en Ingezetenen wierd kennis gegeeven , t waar over de Burgery hunne openlyke goedkeut ring te kennen gaf. 1N0. 2307. ExtraEt uit de Refolutien van Heeren Burgemeesteren en Raaden der Stad Wyk by Duurftede, waar by de vier nieuw aangeftelde Raaden in de byzondere proteStie van de Regeering wordt genoomen üfc. In dato den 17 April 1786", Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede» hebben na rype deliberatie goedgevonden , de zoo even afgekondigde Refolutie van Hun Ed. Achtb. om redenen te annulleeren, zoo als dezelve geannulleerd word by dezen, en in plaats van dezelve gerefolveerd by Extract dezer te publiceeren en naar behooren te doen affigeeren, om de Burgers en Ingezetenen dezer Stad en Vryheid van idien te ordonneeren, zoo als dezelven geordonneerd worden by dezen, geene andere beveelen dan die van hunne wettige Magiftraat te pareeren, en aan dezelve Magiftraat te prsesteeren het gene j«y ingevolge hunnen Burgers- en Schutters-ééd vepDÜcht zyn, en diensvplgeas geene beveelen dee«en ter contrarie, van wie ook te obedieeren, op scène van als ontrouw aan hun* ééd en plicht, naar exigentie van zaaken te zullen worden geftraft. —. En hebben Hun Ed. Achtb. om goede redenen goedgevonden, de Heeren Dirk Volkmaars, Cornklis Sam, Jan van der Wepel en Jacobüs van Hoogvliet, Raaden in de Vroedfchap dezer Stad, H 3 ts J  n8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te neemen in Hun Ed. Achtb. byzondere proteotie; geenszints twyffelende, of de Burgery dezer Stad zal ingevolge derzeiver plechtig geftaafden ééd en Declaratoir, door derzeiver Geeommitteerdens gedaan, dezelve Heeren Raaden Volkmaars, Sam, van der Wepel en van Hoogvliet , gelyk alle «ndere Leden van den Raad en de Magiftraat, by alle mooglyke wyze, zelfs met goed en bloed, by bet nieuw geïntroduceerd Regeerings-Reglement, tegen alle oppofitie, van welken aart dezelve ook zoude mogen wezen, handhouden en befchermen. Aldus (more folito) gepubliceerd van den Stad, huize der Stad Wyk by Duurftede op den 17 April J700, en geaffigeerd ten zeiven dage. (Onder ftond) In kennisfe van my, (was get.) L. van Schalk. N°. 2308. Addres van Officieren en Sergeanten, uit naam van de Schattery der Stad Utrecht op den 18 Apm 1786 geprefenteerd aan den Raad derzeiver $jad, tot handhouding van Stads en der Steden Rechten; tegens de conclufien en bejluitenopdetwee laatst gehoudene Staats- Vergaderingen by de twee voorftemmende Leden genoomen, en byzonder ook tegen het daar in gehouden gedrag van den Buree. meester Bronckhorst, 5 Edele Groot Achtbaare Heeren ! Het is U Wel Ed. Groot Achtb. zoo wel als der Burgery ten vollen bewust, dat deze Stad en Provincie, federt jaaren herwaards heeft gezugt onder deD last van een onwettig ingevoerd Regee. ïings-Reglement, door welke zoo de betaamelVke onafhanglykheid der Regeering, als de onloochenbaare Voorrechten der Burgeren, verdrukt en ver, dOH.  de Gebemenisfen in 1787 enz. voorgevallen, iicr donkerd zyn; waar door de grootfte ongelegenheden, zoo voor deze Stad en Provincie als voor het ganlche Bondgenootfchap zyn ontflaan; waarom de algemeene klachten der Burgery door eene Staa.s Kelolutie zyn gebillykt, en inzonderheid derzeiver wettige bezwaaren door ü Ed. Groot Achtb. by Publicatie van den 17 April 1784 zyn afgevraagd, zeker met geen ander dan het alzins pryswaardig oogmerk, om dezelve hoe eer zoo beter uit den we» te helpen neemen, en de braave en goede Burge° ry te doen jouisfeeren van alle zoodaanige Rechten en Voorrechten, als op welke zy, zop door de 1 aloude welherbrachte Costumen, als door fpeciaa1 le Privilegiën, Vryheden, Exemtien, Rechten en , Mannen, eene onloochenbaare aanfpraak had. Dat op dezelve wyze de oproeping der bezwaaren binnen Amersfoort, Wyk en Montfoort beb1 ben plaats gehad, met dit gevolg, dat Stads enSte1 deJyke bezwaaren in één voornaam hoofdpoindt daar iin met den anderen overeenkomen, dat ingevolge 1 de aloude Rechten, Stad en Steden competeerende; , het Lid der Heeren Geëligeerden, als mede de Heeren , Ldelen, zich op geenerhande wyze inlaaten in de Ma1 gijtraatsbejtelling van Stad en Steden: — een recht [ het welk tot op dit oogenblik door niemand met eenig iucces is kunnen gecontradiceerd worden, en het welk, door de Staats Commisfie zelve, by hun uitgebracht Rapport van den 1 September 1784. laan Stad en Stede is toegekend. Hetis derhalvenjonbetwistbaar zeker, datde Burigery dezer Stad niet onverfchillig kan of mag zyn . tomtrent zoodaanige voorvallen en omftandigheden, ;welke haar eene rechtmaatige vrees inboezemen, :dat dit onfchatbaar Voorrecht voor haar ter eeniiger tyd buiten effect, zou mogen worden gefield — Zy vind zich verplicht, U Wel Ed. Gr. Achtb. met allen eerbied, en teffens met dien ernst, wel;ke het gewicht der zaake vordert, voor te draagen • hoe zy tot haare verwondering en leedwezen is ontwaar geworden, datde Heeren Geeommitteerdens H 4 de-  Verzameling van Stukken betrekkelyk m dezer Sr.d, ter Vergadering van Hun Ed. MogeaJ den pp den aoften Maart dezes jaars hebben goed.' gevonden, om op eene Propofitie van de vooritem-' mende Leden , betreffende de gemaakte yerandering in den Magmraat der Stad Wyk, met de3 item van den HeerBurgemeester van Bronkhorst.'J daar de ftemmen aan Stads tafel ftaakten, te con-I Cludeeren, tot het decerneeren van eene Gommis-. 4ie van negen Heeren, (waar onder de beide Hee-J urf,emeesteren. zelve) om-met Commisfarisfen J uit den Hpve te advifeeren. welke efficacieufe mid-■ delen in de zaak van voorfchreeven Stad zouden be- . hooren te wórden geamplefteerd; zoo alsmede,, terlaatfte gehoudene Staatsvergadering, de Heeren i Gedeputeerdens dezer Stad, by pluraliteit van flegts eepe item, hebben geconcludeerd tot het neemen", van maatregelen, ten opzichte van meergemelde: ötad, welke onzes bedunkens rechtsdraads ftrvden & ht\ 5echt der vrve Magiftraatsbeftelling. 9,tad en Steden competeerende. ' ' . Pe Ondergeteekenden willen geenszins hier tree«fVwr*? .°?der?°e* van de manier, op welke de Stad Wyk is te werk gegaan, omtrent haare Magirtraatsbeftellmg, of dezelve op eenigerhande wyle |erdeedigen, als zaaken zynde, over welke deze Stad en Burgery zich niet bevoegd acht uit te laaten ; dan hoe het hier ook mede gelegen zy, zv zyn van gedachten, dat dit geep voet kan of mag geeven, tot het vernietigen vapdeduidelykstfpreekende Privilegiën; het komt hun onder' verbetering voor, dat de pluraliteit der Heeren Gedeputeerden, het fentiment van hunne Mede-Gedeputeerden , had behooren te ampledteeren, en het \ voorflel m dezen over te neemen, op dat U Ed Groot Achtb. ten minften niet wierden ontzet van de dehberatien over een poinct van zulk een gewichtig aanbelang: te meer, daar het zelve direct he grootfte der Stedelyke Voorrechten betrof. ' Is het zonneklaar, datde voorftemmendeLeden, «ehoudens allen eerbied, geenszins zich vermogen  it Gebeurtenis/en in rffi enz. voorgevallen. i»r i Ia te laaten met de Magiftraatsbeftellingen der Ste. I den; zoo veel te meer komt het den Qndergeteei kenden voor, dat de pluraliteit der Heeren Gedeiputeerdens dezer Stad niet bevoegd is geweest; zich met deze delicaate zaak in te laaten, veel min i te concludeeren. Immers Ed. Groot Achth Heeiren, zoo dit geoirloofd ware, zouden de andere kleine Steden ziph een gelyk repht ten opzichte van deze Stad kunnen en mogen aanmaatigen, en dezelve in haar huishoudelyk bellieren Magiftraats:hertelling, aan haare caprices en conclufien kunnen i onderwerpen. Daar dusdaanige handelwyze ten opzichte der Stad Wyk, naar het oirdeel der Ondergeteekenden, eenen onwrikbaaren grond zoude leggen, om de besite haare? Privilegiën op gelyk, e wyze te onderdrukken; en zy uit hoofde van hunnen Schutters ééd, als uit krachte van het verbond der Unie, verplicht zyn, alle inbreuken 'op dezelve te weeren en te i helpen weeren, onze Nabuuren daar in niet alleen iniet hinderlyk te zyn, maar integendeel hen daarin amet alle behoorlyke en mopglyke middelen te helipen handhaaven: — houden de Ondergeteekenden :zich verplicht, U Ed. Groot Achtb» eerbiedig en ernftig te verzoeken, dat de Conclufie der pluraliteit van Heeren Gedeputeerden ter twee laatfte Staatsvergaderingen niet alleen mogen worden krachteloos en van onwaarde verklaard, maar ook het ivan Stadswege daar heen worden gedirigeerd, dat )aah de voorftemmende Leden geenen inbreuk op Éder Stads en Steden Rechten en Privilegiën, inzon|derheid de beftelling van den Magiftraat, worde ïgéconcedeerd j en aan Heeren Gedeputeerden de,zer Stad werde gelast, zich voortaan, van dergelyke Xonclufien te abftineeren. De Ondergeteekenden houden zich overtuigd, idat zy geenszins in dit hun, zoo zy alzins vertrouwen , billyk verzoek zullen worden te leur gefteld, — daar 'er niet allen U Ed. Groot Achtb. tenhoogIften aan gelegen ligt, de Souvereiniteit der Stad "' - - H £ en  122 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en Steden te helpen maintineeren, maar ook dat buiten noodzaake worden gehouden zoodaanige verdere middelen, als welke de Burgery zoo wel als de Officieren der Schuttery, tot maintien van het voorfchreeven Groot Privilegie van Stad en Steden, volgens hunnen Schutters en Burger ééd, zouden moeten oirdeelen aan te wenden. Verzoekende mitsdien, om voor het fcheidendezer U Ed. Groot Achtb. Vergadering, by Copia Authentiek, van U Ed. Groot Achtb. Refolutie, op dit Addres genoomen, geinformeerd te mogen worden. ö 't Welk doende &c. (was geteekend) G. C. Egeling. M.Mdlroy. O.D.Gordon. J, H. de Ridder van Almkerk. D. T. de Ridder. DJ. Mom. N. H. Strik van Linschooten. P. de Koning. G. Bentïnk. G. A. Visscher. O. Marret. M. v.Heyningen. C. G. Visscher. Paulus Bosch BoiS. FRED. SAXE. W. G. S. van BAERLé. A. Aeeleven. P. t'Hoen. J. L. Testas. Ph. Kuvel. J. van Lidt de Jeude Jun'. J. de JonckHeere. G. v. Bos velt. J. O. van Beek. Adr. Zwartendyk. M. F Banens. J. Vos vanZyll. J. de Waal. ' W. A. Haanenbrink. J. van der Weert. C averhoult. L. van LoENEN. W. PoST G. Post. Brouwer. Zynde verder gezeide Addres door alle de Sergeanten, uitgenoomen twee è drie onderteekend. NB. De Heer Luitenant Vos konde om zeer vaJabele en voldoende redenen dit Addres niet onderteekenen. . No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 123 f N°. 2309. Addres van Geeommitteerdens uit de agt Burger Compagnien, den 18 April 1786 am den Raad der Stad Utrecht ingelevert, mede Jlrekkende ten voorfchreeven einde. Edele Groot Achtbaare Heeren ! Het behoeft geen betoog, dat federt verfcheide ijaaren herwaards misnoegen is ontftaaD, regens de : plaats hebbende beftellingen der Staacs en Stads Reigeeringe, en de ongelegenheden, welke tot merkelyk achterdeel van Stads en 's Lands welzyn daar uit zyn gebooren geworden, ten gevolgen dat U Ed.Gr. Achtb. hebben geconcurreerd tot de Staats Refolutie i op den 25 February 1784 genoomen, tot het decerneeren van een Staats Commif fïe van negen Leden, om door dezelve te doen onderzoeken, en vervol! gens te advifeeren, op welke wyze alle wettige be» Izwaaren der In- en Opgezetenen dezer Provincie, ! zouden kunnen worden weg genoomen, ten einde de eensgezindheid en goede orde, onder de gezamentlykelnwoonderen dezes Lands bleeven geconferveerd [ en bevestigd. Het was uit hoofde van dit Staats befluit, dat U lEd. Groot Achtb. by Publicatie, gearresteerd den 13 1 April 1784, en gepubliceerd den I7den dito, ten : einde U Ed. Groot Achtb. zouden geinformeerd wor1 den van alle zoodaanige wettige bezwaaren, als derï zei ver Burgeren en Inwoonderen, zoo binnen deze ! Stad als in de Vryheid van dien, vermeenden te hebIben, en op dat aan dezelve gelegenheid gegeeven kwierde, om hunne bezwaaren zonder overhaasting t te kunnen opgeeven; alle en een ieder Burgeren In! woonder van wat ftaat of conditie hyzy, Vreemt delingen , Dienstboden en Bedeelden uitgezonderd, 1 zyn opgeroepen, om hunne wettige bezwaaren bini nen den tyd van vyf weeken ter Secretarye van Poi litie dezer Stad over te brengen : zoo als dan ook in ' behoorlyke forme is gefchied. Dat op dezelve wyze de oproepinge der bezwaaren bin«  ï*4 Perzameling van Stukken betrekkelyk m binnen Amersfoort, Wyk en Montfoort hebben piaats gehad, ten gevolgen, dat Stadsen Stedelyke bezwaaren, in een voornaam hoofdpoinft, daar in met den anderen overeenkomen, dat ingevolge de aloude Rechten Stad en Steden competeerende , het Lid der Heeren Geëligeerden, als mede de Heeren Edelen, zich op geenerhande wyze mogen inlauten, in de Magijttaatsbejlellinge van Stad en Steden, blykens het accoord van den jaare 1587 in het Utr. Plakaatb. 1 Deel pag. 189. Waarom dan ook aan de zyde van de Burgery de/er Stad is voorgedraagen en beweerd, dat alle de Artikelen daar toe relatief, niet behoorden gemaakt te worden tot een object, van de deliberatien van Hun Ed. Mogenden, maar als poincten Stad en Steden concerneerende, ook alleenlyk met derzeiver Burgery behoorden geapplaneerd en gereguleerd te worden. Zoo als de Staats Commisfie by het uitgebrachte Rapport, den 1 September 1784, dit recht aan Stad en Steden competeerende, ook op geene wyze hebben konnen contradicecren, dan wel integendeel de uitoeffening en het reguleeren van het zelve aan de Magiflraaten, om met hunne Burgery te reguleeren en applaneeren hebben overgelaaten : ten gevolge, dat wat Stads Regeer jngsbeftellinge betreft, na veelvuldige gehoudene Conferentien met de Gecommitteerden uit de Onderteekenaaren der refpective ingeleverde bezwaaren, en na dat een extraordinaris bs-fchryving, ter afdoeninge van dezelve heeft plaats gehad, op den 50 December 1785 finaalyk is gearresteerd het Regeerings Reglement dezer Stad, om na drie maanden daadelyk geïntroduceerd te worden , zop als dan ook op den 2oflen Maart jongstleeden is gefchied; gelyk zulks by de Burgery en Regeering der Stad Wyk mede heeft plaats gehad, alles ten gevolge van de rechten dezer Stad en Burgery, mitsgaders die van de verdere Steden dezer Provincie competeerende; ten effecle, dat aan de zyde van de Burgery dezer Stad geoirdeeld is, tot de Conferentie in 's Hage, voorgeflagen byRiddeifchaps Refolutie ter Staatsvergadering van den 24,  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, xaj ! *4 Augustus 1785 uitgebracht j met opzicht tot de poincten, Stads en der Steden Magiftraatsbeftellinj gen betreffende, niet te hebben konnen accedeeren, of in die conferentie tot dat einde te confenteeren , 1 en daarom by de daar toe iterative gehoudene befoignes hebben voorgedraagen, dat alle het zelve de objeci ten der te houdene Conferentien in 's Hage niet kon« 1 den of behoorden uit te maaken, en thands vooral niet federt ons Stads Reglement wettig geapplaneerd, I geintroduceerd, en op eene legaale wyze is beëedigd feworden ; zoo als de Burgery en Magiftraat der tad Wyk ten hunnen opzichte van gelyke hebben i gedaan; invoegen dat het als nu te meer zeker en 1 vast ftaat, dat ingevolge der Stad en Steden alou1 de rechten, de beide voorftemmende Leden zich i altoos met de Magiftraatsbeftellinge van Stad en ! Steden niet vermogende te bemoeijen, dezelve Le1 den zulks dan ook niet kunnen doen, onder voor1 wenden van oppofitie en bezwaar tegens de Stad of : Steden, om quafi door het inroepen van het Souverein gezag dezer Provincie, Stad of Steden te l frustreeren in de exercitie van die Magiftraatsbe: Hellingen, welke aan Stad en Steden toekomt; en 1 die onder wat voorwenden ook ter dispofitie aan de 1 twee voorftemmende Leden niet kunnen of vermo1 gen overgebracht te worden. Dat daar als gezegd , I by de afdoening onzer bezwaaren, het gunt voorI fchreeven als een voornaam poindt is beweerd, en I gefoutineerd, kan aan de Burgery dezer Stad niet * onverfchillig zyn, omtrent zoodaanige voorvallen i en omftandigheden, welke daar toe leiden, om aan i Stad en Steden het effeft van hunne ontwyffelbaare I Rechten vruchteloos te maaken, als een ieder BurI ger en Schutter plechtig gezwooren heeft, dat hy 1 alle geweld tegen de Voorrechten en Privilegiën van de 1 Stad, met goed en bloed zal helpen afweeren. Dat dien volgende, de Burgery niet indifferent heeft aangeizien, het gedrag dat in de maand Augustus des voorJleeden jaars, door weinige Heeren, zich qualificeei rende uit te maaken het Collegie van Heeren Gede- pu-  125 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot puteerde Staaten dezer Provincie is gehouden, tor. ■ het inroepen niet alleen van Militie binnen deze '\ Provincie, maar dezelve te brengen binnen de Stad 1 Amersfoort op eene wyze, die men naderhand ia zyne gehoudene directie volkomen heeft geavoueerd, met de inftruclie en macht van die Heeren niet over een te komen, hoe zeer men ook tevens Staatswyze daar toe een goedkeuring heeft Weeten te obtineeren. Dat op dezelve wyze de Burgerv dezer Stad niet onverfchillig kan zyn in het tot hier toe gehoude gedrag van de voorftemmende Leden. van Heeren, Gedeputeerden , met betrekking tot de Stad Wyk, als het ten dien opzichte volkomen bcflist en zeker is, dat de beide voorftemmende Leden zich dienaangaande aanmaatigen een recht, dat aan hun over deze Stad of Steden geenszints toekomt; en midsdien dat de Burgery dezer Stad zich verplicht vind, aan ü Ed. Groot Achtb. voor te draagen, dat zy tot hunne verwondering zvn ontwaar geworden, dat de Heeren Geeommitteerdens dezer Stad ter Vergadering van den 29 Maart dezes jaars, hebben konnen goedvinden , om od eene propofitie van de voorftemmende Leden, daar de ftemmen aan Stads Tafel ftaakten, met de ftem van den Heer Burgemeester van Bronckhorst te concludeeren, om in de zaak van de Stad Wvk te decerneeren een Staats-Commisfie van negen Heeren, om met Commisfarisfen uit den Hove, zelve te benoemen , te advifeeren , welke effleacieufe middelen in de zaak van de voorfz. Stad, zouden behooren te worden geamplecteerd j laatende de beide Heeren Burgemeesteren dezer Stad zich in die Commisfie mede committeeren, zoo als zvdaar inne met de verdere Geeommitteerdens uit de twee voorftemmende Leden hebben gebefoigneerd en met die Leden een Rapport ter laaster Staats-Vergadermg hebben uitgebracht, geheel afwykende van het Recht, Stad en Steden tegen de voorftemmende Leden competeerende; in zoo verre zelfs, dat het uit hoofde van der Stad en Steden Rech-  de Gebeurtenisfen m 1787 enz. voorgevallen. 127 Rechten, ook niet zal kunnen overeengebracht worden , dat Burgemeesteren dezer Stad bevoegt zyn geweest, in die Commisfie, zoodaanig als ten effecte thands opentlyk is bekend, te hebben konne» Df mogen befoigneeren; even min als het aan eenig Gecommitteerde, het zy van de Stad Amersfoort, of van eenige van de andere Steden, zoude konnen vry gelaaten zyn, zich met onze Magiftraatsbeftellinge te immifceeren of te bemoeijen, en alzoo in prajjudicie van der Stad en Steden Rechten , aan de twee voorftemmende Leden de hand te bieden. En is de Burgery dezer Stad te meer van oirdeel, dat Heeren Burgemeesteren zich van die Commisfie hadden behooren onthouden te hebben ; als ter eerste Staats-Vergadering, zoo de Burgery geinformeerd is, de ftemmen als voorfchreeven aan Stads Tafel hebben geftaakt, in voegen dat 'er zoo veele ftemmen zyn geweest voor het overnemen, als 'er waren om tot de ce decerneerene Commisfie te accedeeren; uithoofde van welke bedenkelykheid, de Heer Burgemeester van Bronckhorst het gewicht dezer zaaken, zoo men vertrouwd, in diervoegen had behooren gepondereerd te hebben, om door zyne conclufie die Commisfie, als vanzoodaaBig een hoogst aanbelang zynde, ter deliberatie van deze Stad had moeten gebracht hebben ; zoo als zy Heeren Burgemeesteren met de verdere Heeren Geeommitteerdens het in die zaak uitgebrachte Rapport, op dezelfde wyze hadden behooren buiten Conclufie gehouden te hebben, vooral als zy beide Heeren Burgemeesteren Geeommitteerdens van het Rapport zynde, het altoos zeer bedenkelyk moet zyn , of zy met hunne ftemmen in die gevallen kunnen of behooren te concludeeren, vooral in het geval daar zoo veele Leden aan Stads Tafel voor het overneemen van het zelve Rapport zyn geweest. Dat die Leden ter laatfte Staats-Vergadering buiten de Heeren Rapporteurs, de pluraliteit hebben uitgemaakt, en midsdien dat het om dezelfde reden niet zal.kunnen geoirdeeld worden, noch met  UZ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot met het recht, noch met de billykheid iti te fteh> men, dat beide de Heeren Burgemeesteren als Rapporteurs, bevoegt en gerechtigd Zyü geweest, om met hunne ftemmen tegens zoo veele anderen van Stads Geeommitteerdens eene conclufie ten effech,te brengen, waar door aan deze Stad de kennisfe over dat Rapport niet alleen geheel wierd benoo. men, maar dat daar door de twee voorftemmende Leden in eene zaak, waar in Stad en Steden zoo zeer geconcerneerd zyn, onder het dekkleed van het Souverein gezag dezer Provincie, het Volle beheer is toegekend, dat niet dan de fchroomlykfte gevolgen en voor deze Stad, en voor de verdere Steden dezer Provincie, na zich neepen kan, en omtrent welk gedrag van voornoemde Heeren Burgemeesteren, en de zoo kleine meerderheid der Geeommitteerdens dezer Stad ter Staaten Vergadering, de Burgery dezer Stad niet kan onverfchillig zyn, als zy oirdeeld, dat dezer Stads Geeommitteerdens ter Vergadering van Staat, even min bevoegd en gequahficeerd zyn, zich met het beleid van de Magiftraatsbeftellinge van de Steden dezer Frovincie te mogen bemoeijen, als de voorftemmende Leden, of de Steden zich met het onze zoüden vermogen te immifceeren, alzo het ten aanzien van de Stad Wyk ea de andere Steden dezer Provincie niet mm zeker is, dan dat dezelve op gelvke voorwaarde in het verbond van Unie zyn toegetreeden, als deze Stad, en dus zoo wel fpeciaal, „ behoudens haar en haarer Ingezetenen fpeciaale „ en particuliere Privilegiën, Vryheden, Exemp„ tien, Rechten, Statuten, loffelyke en weiher. „ brachte Costumen, Ufantien ende alle anderefi „ haarlieder Gerechtigheden;" waar in het aan ons niet toegelaaten is, hen eenige hinder, letzel of prajjuditie te mogen aanbrengen, maar integendeel zyn wy uit krachte van dat zelve Verbond verplicht, hen daar m met alle behoorlyke en mooglyke middelen, ja met lyf en goed (is het nood) te helpen handhouden, ftyven en Herken, befchutten en be- fcher-  dt Gtbeürïtniifön in Ï787 enz. voorgevallen, 129 fehermen. Waar toe de Burgery dezer Stad dan ook van oirdeel is, dat het zelve als een gevolg van Wen Staats-ééd dezer Provincie door ons heilig behoord geobferveerd te worden, als de Staatsleden daar by onderling gezwooren hebben: ,, dat zy alle „ Privilegiën, Handvestenen Gerechtigheden van „ den Lande van Utrecht, en de drie Leden van „ dien, en dus byzonder der Stad en Steden rech„ ten, als ook de oude wettige en welherbrachte „ Costumen zullen voorftaan en helpen defendee„ ren en handhaaven; " en refk&eerd de Burgery dezer Stad, op het engagement waar toe de Schuttel-yen van de Steden uit krachte van het 25fte Artikel van het verbond van Unie, gehouden zyn, dat zy met geen onverfchillige oogen kan aanzien het gedrag der Heeren Geeommitteerdens dezer Stad, ter twee laatfte Staats-Vergaderingen gehouden. Waarom de Geeommitteerdens uit de agt Burger Compagnien, uit naam van hunne Printnpaalen aan U Ed. Groot Achtb. moeten verklaaren , dezelve tiandelwyze, als aanloopende tegen de Unie en deEer Stads en Steden Rechten, opentlyk te disavou2eren, en geen deel te willen hebben in de funeste gevolgen, welke zoo een befluit als ter laatfte Staaten Vergadering genoomen is, notoirlyk in prejudicie van Stads en Steden Rechten na zich zal moeten fleepen; als de Burgery ten aanzien van die ftap van hunne Geeommitteerdens, tegens de voorftemmende Leden volkomen in haar geheel wil blyven, om ter efficacieufe maintien zoo van haar eigen Stadrecht, als der verdere Steden dezer Provincie, tetgens hen die dezelven mogte goedvinden te ufurpeeren, zoodaanige middelen te emploijeeren , als waar toe zy hen ingevolge van hunne plechtige bezwooren verbindtenisfen, zelfs met opoffering van goed en bloed, verbonden hebben, te presteeren; en welke efficacieufe maintien de Burgery dezer Stad izich dan ook fpeciaal by dezen voorbehoud; en dien Dnvermindert hebben de Ondergeteekendens geoirdeeld;, zich by dezen aan U Ed. Groot Achtb. XXX. Deel. I -e  130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te vervoegen, en op U Ed. Groot Achtb. als de bei Ëeerte van de Burgery te infteeren, dat de beidef leeren Burgemeesteren en verdere Gecommitteer-, dens ter Vergadering van Staat afgezonden worden-t de, zullen worden geordonneerd en gelast, om de< zaaken Stads en der Steden Magiftraats en Regeer fingsbeftellinge betreffende, Staatsgewyze in gee-< ne deliberatien te neemen, maar dezelve voorkomende, buiten deliberatie en conclufie te houden,, en zich op eenigerhande wyze direct of indirect; met der Steden Regeeringsbeftellinge niette be«< moeijen; en wanneer door een van beide de voor-'< Remmende Leden daar toe voorftellingen mogten: gedaan worden, op die voorflellen niet te conciu-' deeren, maar in allen gevallen dezelve over tgï neemen, en aan de Steden ten dien opzichten te: presteeren dat recht, het welk men als Leden vani een Bondgenootfchap, en volgens ééden, ook te-gens de twee voorftemmende Leden , te maintinee-, ren verfchuldigd is; enwyders, dat de Heeren Bur-. gemeesteren Loten en van Bronckhorst zullen] worden gelast, te geeven volkomen openinge ecu ouvertures van het gebefoigneerde in de laatfte2 Staats-Commisfie, tegeDS de^Stad Wyk, met alle: het gene daar aan dependeert, ten einde daar uit t blyke hoedaanig hunne medewerking en concurren- ■ tie, ter confervatie of vertreding van Stads en Ste-den Rechten, met opzichte tot de twee vonrftem-. mende Leden is geweest, om tegens die Heeren 1 ten dien aanziene zoodaanige middelen teemploi». jeeren , als men zal oirdeelen te behooren: en zoo 1 de Burgery onverhoopt in dezen door U Ed. Groot; Achtb. te neemene dispofitie mogte gedilaieerd, en hun verzoek tegens verwagting met eenige declinatoire dispofitien behandelt worden, moet de Burgery aan U Ed. Groot Achtb. declareeren, dat zy ier emcacieuie maintien van ötaas en steden Kechten, recours zal moeten neemen tot zoodaanige fe» rieufe middelen , die hunne Reprefentanten ter Staats-Vergadering binnen die bornes zullen houden,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen» ïjt den, dat Stad en Steden Rechten ter willekeurige dis politie van de voorftemmende Leden , Gedeputeerden of wie ook, niet zullen onderhevig gemaakt worden; verzoekende midsdien, om op 't fcheiden dezer U Ed. Groot Achtb. Vergadering, by. Cc-pyd Authentiek van U Ed. Groot Achtb. Refoiutie op iit Addres genoomen, geïnformeerd te mogen worden. 't Welk doende &c. flj°. 2310. Aanteekening van de Heeren Eyk, vak Senden, de Ridder, Smissaert, van Haef°i ten en Burman, in de Vroedfchaps Notulen van den 18 April 1786 gedaan infereeren, tegen het gehouden gedrag van Heeren Burgemeesteren én Gei committeerdens ter laatfte Vergadering van Staat* Edele Groot Achtbaare Heeren! De Ondergeteekenden, te meermaalen en inzong derheid in de Vergaderingen van dezen Raad vari den 27ften Maart en ioden dezer maand April hebr bende geinfteerd, dat Heeren Burgemeesteren en Gecommitteerden ter befchryving mogten worden verzogt en gelast, alle zaaken, deze Stad of bok: de Stad Wyk aangaande, welke ter Staatsvërgadeiinge mogten voorkomen, over te neemen en aaa de deliberatien van de Vroedfchap voor te draagen. bedoelden daar mede geenszins, dat verzoek of dien last uit te ftrekken onbepaald tot alle zaaken^ welke ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden worden behandeld, maar eeniglyk tot dat gene, het iwelk betrekking heeft op het beftier of de Regeeringsbeftelling van Stad en Steden, aangezien hee :hen voorkwam, dat de tegenwoordigecritieketyds« :om(tandigheden volftrekt vorderden, dat dienaangaande met eene meer dan gewoone oplettenheid 1 wierd te werk gegaan, gelyk dan ook Heeren Buiv ;gemeesteren en Geeommitteerdens voornoemd,, I 2 reeds  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot reeds op den 5 December 1785 in eene zaak van vryfl mindere aangelegenheid dan die, welke thands voor* handen was, de laatstgemelde Stad aangaande, mecit een zoodaanigen last gemunieerd zyn geweest, tenni bewyze, dat de Vroedfchap toenmaals overtuigdi\ was van de billykheid dier overneemiDg; deze Pro-i politie nu op den 27ften Maart m geene gezetter omvraage zynde gebracht, vermits de Heer Burge-M meester, toen ter tyd prefent zynde, genóegzaamc! te kennen gaf, mede in die rechtmaatige denkbeeld 1 den te verfeeren, dat diergelyke zaaken niet daade- I lyk zittens Vergadering behoorden tot conclufie te«' worden gebracht, en de ondervinding federt géi leerd hebbende, dat zyn Ed. Geftr. des niettegen-t' ftaande ter Vergaderinge van de Staaten van deni: 29ften Maart een voorftel tot het decerneeren vani! eene zeer gewigtige Commisfie, de Stad Wyk byy Duurftede betreffende, door zyne ftem had helpeni concludeeren, wierd daar uit de aanleiding geboo-n ren, dat heden agt dagen door de Ondergeteeken-i den op nieuw wierd aangedrongen, dat by eenei ipeciaale Refoluïie mogt worden befloten tot der overneeming van het Rapport, het welk door voor-v zeide Commisfie konde worden uitgebracht; dam: deze hunne poogingen waren vruchteloos, en dei; meerderheid van den Raad was van oirdeel, dat alleU voorkomende zaaken aan de prudentie van Heereni' Burgemeesteren en Geeommitteerdens ter befchry-r; vinge behoorden te worden overgelaaten^zoo alsl het genotuleerde op gedachten toden dezer daan van kan getuigen; de Ondergeteekenden nogmaabl herhaalende, dat zy geene de minfte intentie beb->: ben gehad, om alle zaaken onbepaald te doen over»r: neemen, gelyk uit het genotuleerde zoude kunnen worden afgeleid, maar dat zy eeniglyk het Stede-;] lyke hebben in het oog gehad, vinden geene dej minfte noodzaakelykheid, om op eenigerhande wy.; ze in te treeden of te decideeren, of alles wat te, Wyk is voorgevallen, al of niet ftrookt met de re-:j gelen van voorzichtigheid en van gezonde Staatkunst dej|l  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 ie; maar zy bepaalen zich by het gerefolveerde op aatstleeden Maandag, zoo als het zelve in Vroedfchaps Refolutien ftaat aangeteekend, en dan meeen Hun Eds, alle redenen te hebben om te vraagen * f het eenigzins met de behoorlyke prudentie -, wele Heeren Burgemeesteren en Geeommitteerdens itdrukkelyk is aanbevoolen, kan worden overeentebracht, dat eenige Heeren, van Stads wegen geommitteerd om de ftem van den Raad ter Staaten *ergaderinge uit te brengen, en buiten allen twyffel gehouden, niet alleen aan des Vroedfchaps geaanifesceerde intentie te beantwoorden, maar ook m zoo veel in hun is, alle voorkomende zaaken tan eenig gewjgt over te brengen ter deliberatie lan hunne Principaalen, zich veroiriooven om door Lunne ftemmen een Rapport van de uiterfte aange. ïgenheid, waar by eene der Steden dezer Proviniie zoo onmiddelyk geconcerneerd is, zittens Veriadering in eene Refolutie te doen converteeren ? Oe Ondergeteekenden kunnen niet afzyn, hunne literfte bevreemding te betuigen wegens eene zooaauige handelwyze, te meer, daar de conclufie lan Stads tafel met eene meerderheid van maar ééne tem — en gevolglyk niettegenftaande de oppofiie van zeven der vyftien prefent geweest zynde iaaden uitgebracht is geworden; en het is om dit len en ander en zonder de merites der meergenoemde Staats-Refolutie eenigzins te detailleeren, dat Jun Eds. zich indispenfabel verplicht rekenen tot lunne byzondere decharge, alhier te doen aanteeenen, dat, gelyk zy allen te vooren van oirdeej yn geweest, dat vooral het Rapport omtrent de Vykfche zaaken, het welk men te gemoet zag, >ehoorde te worden overgenomen, en vooralsnog iiuiten conclufie gehouden, zoo ook inzonderheid tie gene, welke de laatfte Vergadering van Hun lid. Mogenden hebben bygewoond , aldaar zich elve gelyk blyvende, mede voor zoodaanige overüeeming hebben geftemd, terwyl de Ondergeteekenden te famen, geen het minne aandeel hebbende I 3 aan J  ^34 Ferzamtling van Stukken betrekkelyk tot aan de Refolutie en Publicatie tegen de Stad Wyïj by Duurftede, waar toe laatstleeden Woensdag bjl Hun Ed. Mogenden is geproponeerd geworden | alle de funeste gevolgen, welke zy voorzien dai uit zoo vehemente maatregelen kunnen proflueerenil moeten oyerlaaten ter verantwoording van dieLedeE der Regeering, welke daar toe hebben geconcur-tt reerd, en bovenal van die Raaden, welke door hunJ ne ontydige toetreeding dezelve conclufie bevor| derd en daar door alle wegen van accommodement'x welke anders wellicht nog hadden kunnen worden| beproefd, mooglyk voor altoos af,.<;efneeden hebd ben; vertrouwende dat ü Ed. Groot Achtb,,. met hen overtuigd van de waarheid en billykheid van het gepofeerde, wel zullen gelieven te coöperee-2 ren tot voorkoming van zoodaanige fustenues ee pretenfien, waar door de beoirdeeling der belangen van Stad en Steden zoude afhangen, voor zoo veeè het derde Lid aangaat, van het goedvinden van die Leden van den Raad, welke ongetwyffeld ter Staatse yergaderinge niet anders dan als de mond van de Vroedfchap kunnen worden geconfidereerd. Utrecht, den 18 April 1786. (was geteekend) Ad. Hend. Eyk. Van Sende^. J. P. d«i Ridder. J. C. Smissaert. Van Haeften. Burman. N". 2311. Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurfiede, aan de Heeren Gel deputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, tot fce,. antwoording der beide Misfiyen hier voor onder 1 N°. 2305 en No. 2306 geplaatst. In dato den 20' April 1786. Edele Mogende Heeren! ■D^ar, federt de lagtstgehoudene Staaten-Verga. ■ de. ■  dt Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen. 135 lidering dezer Provincie, aan ons van alomme wierd ibericht, dat de beide voorftemmende Leden, waar by zich gevoegd hebben agt Regenten van de Stad Utrecht, tegens ons, op naam van de Staaten van ieze Provincie, goedgedacht hadden, om ingevolge van een uitgebracht Rapport van negen Heeren, met twee Commisfarisfen uit den Hove, ter conclufie te brengen het ontwerp van een Publicatie, by dat Rapport overgelegd; hebben wy tiet konnen bevroeden de mooglykheid, dat een zoodaanig befluit tegens ons, op gronden van de Conftitutie dezer Provincie, en behoudens de aan onze Stad en derzeiver Burgeren competeerende Rechten en Voorrechten, konde genoomen zyn, of met eenige mooglykheid fubfifieeren. Dan zyn wy, federt den ontvangst van UEd. Mo* genden Misfive van den i6deh dezer, ter geleide van een daar by ingefloten Publicatie, te zeer bevestigd geworden van de exiftentie van een ftap jegens ons, die alle verbeelding te boven gaat; en welken aangaande wy ons verplicht gevonden hebben, U Ed. 'Mogenden voor oogen te houden: dat het ingevolge van een Staatsbefiuit is geweest, dat van ons den 4 Maart 1784 is gerequireerd, dat wy om de harmonie en goede orde binnen deze Provincie en onder derzeiver Ingezetenen te herftellen, en te :conferveeren, mede van onze Burgerenen Ingezetenen zouden informeeren naar zoodaanige bezwaaren , als welken zy zouden verlangen geredresfeerd te izien; ten einde daar aan, naar den aart der thands : plaats vindende Conftitutie, konde voldaan worden , en dezelve, hoe eerder zoo beter, door ons ter : lennisfe van de Heeren Geeommitteerdens van Hun i Ed. Mogenden gebracht te werden. Het was, ter voldoeninge am hetzelve, dat «y i cp den sö April 1784, onze Burgeren en Inwoon1 djren hebben opgeroepen, om aan ons binnen den 1 t^d van vyf weeken, op te geeven zoodaanige wettige bezwairen, als een ieder vermeenen zoude, Wfgens de beftellinge der Staats- ea Stads-Regee^ 14. tin-  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ringe, te hebben; ten einde wy uit examinatie van het overgebrachte, in ftaat zouden werden gefteldd om een juiste opgaave der bezwaaren, overeen* kom(lig .Stads Rechten, en met bewaaring van des zeive,^ ter voldoening aan het gerequireerde vaia Hun Ed. Mogenden uit te brengen: op dat genoegd zaame middelen mogten worden uitgedacht en aan de hand gegeeven, waar door alle die bezwaaren wierden weggenoomen, de eensgezindheid en hee onderling vertrouwen tusfehen de refpedtive Staatsi en Regeerings-Leden met de Burgers en Inwoona ders bewaard , bevestigd en beftendig gemaakk wierde: wy hierinne hebben gevolgd, het gene bei reids, by de Magidraaten van Utrecht en Amers« foort, op dezelve wyze was gedaan; en wy/ voorts by Copia authentiek , in de maand Juljl 1784» hebben doen overgeeven zoodaanige Artike< Jen van bezwaaren, als door de Burgery onzer Staa ■waren opgegeeven en Hun Ed. Mogenden concert Deerden. Wy hebben by deze gelegenheid geoirdeeldl niet uit het oog te moeten verliezen die Rechteï en Voorrechten, welke aan onze Stad en derzei vee Burgery, met opzicht tot de Magiftraats- en Re-< geeringsbefteiling alhier, toekwam; gelyk wy daan ju by vervolg ook zyn gefterkt geworden, als Hum Ed. Mogenden Geeommitteerdens, na examitatiei van alle de overgebrachte bezwaaren, geene zwaa-t righeid gemaakt hebben, de Staaten te advyfetren, om door de Stedelyke Regeringen, met derzeW ver Burgeryen te doen reguleeren en applaneerem her aandeel, dat dezelve zoo in de ^ominatien alt in de aanfteüing hunner Regenten zouden hebben; bly^ens het Rapport daar van den 1 September: 1784 ter Staatsvergadering uitgebracht, en vervoU geus aan ons doen toekomen. Wy hebben van den beginne af aan, in die vatte begrippen gevet feerd, dat de voorfz. oproepiige was gefchied met dat zekere oogmerk, dat ami de wettige opgegeevene bezwaaren, overeenkon-'  de Geteuttenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 137 |tig de Rechten en Voorrechten van de Burgeren n Ingezetenen, behoorde geremedieerd en volkan te worden, en dat mitsdien de voorfz. oproelingen, in allen opzichte dienden te beantwoorden aan het hoofdeinde, waar toe men dezelve heeft pgericht, naamentlyk: dat genoegzaame middelen :iet alleen moesten werden uitgedacht, maar daaelyk worden daargefteld, waar door alle die beiwaaren wieriten weggenomen, op dat de eensgezindheid tusfchen de refpective Staats- en Regeeings-Leden, met de Burgers en Inwoonders bebaard , bevestigd en beftendig gemaakt wierde. in daar toe hebben wy geoirdeeld, voor zoo veel nzen post en plicht, als Leden van de Magiftraat, ictreft, allereerst te moeten werkzaam zyn, om lan onze Burgeren te benemen alle redenen van ilachten, en aan onze zyde te prestecren alle het :(ene konde verlirckken tot een grond, om de eensgezindheid en het onderling vertrouwen, tusfchen ie refpective Staats- en onze Regeerings-Leden, net onze Burgers en Inwoonders te bewaaren, te jevestigen en beftendig te maaken: gelyk wy dan )ok onzer zyds , geduurende byna een geheel aar, vruchteloos hebben afgewacht, dat aan de ,;yde van Hun Ed. Mogenden die middelen zouden worden aan de hand gegeeven, waar door de voorfz. wettige bezwaaren, tot genoegen van 's Lands Ingezetenen zouden worden weggenomen. Dan dat vy (als gezegd is) daar na, geduurende den loop ?aa een geheel jaar te vergeefs hebbende uitgezien , geoirdeeld hebben niet langer te moeten wachten : maar overeenkomftig aan de Rechten onze Stad en Burgery toekomende, verplicht te «yn, voor zoo veel ons Stads Regeeringsbeftel be> :rof, te moeten wegneemen die bezwaaren, waar aan te remedieeren wy volftrektelyk gehouden en verplicht waren. En waarom wy geene zwaarigheid gemaakt hebben, om op gronden van het aan ons Toegezonden Staats-Rapport, tot genoegen van onte Burgery, en met derzeiver voorkennis, te arre-r I 5 ftee-  138 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fteeren zoodaanig Reglement, concerneerende deli Regeeringsbeftellinge dezer Stad, als op grondemi ■van dezer Stads Rechten en Voorrechten aan de-:i zelve toekomt; en het zelve Reglement na verloop] van vier maanden daar na, door de Burgery met de< meerderheid van die Regeerings-Leden te beëedw gen, welke met dezelve Burgery oirdeelden, aam het hoofdoogmerk, waar toe de bezwaaren warem opgeroepen, te moeten voldoen. Waar toe wy ons te meer gedrongen vonden, als wy noch ie^ mand onzer, voor zoo veel ons Stads Regeerings^ beftel betreft, ons onder eenige gehoudenheid za^ gen, tot pucétueele obfervantie van het onwettigs ichaadeJyk en drukkend Reglement van den jaare 1674. En daar wy ten dien opzichte niet anders dee* den, dan het gene wy ééds- en Ambtshal ven, aan onze Burgery te prefteeren verfchuldigd en gehom den waren, zoo wel, als om daar door een gronc te leggen tot eensgezindheid, en het vestigen van een onderling vertrouwen tusfchen de refpeQive Staat?- en Regeerings-Leden met onze Burgeren ee Ingezetenen ; konden wy geenszins vermoeden 1 dat het zelve zoude gediend hebben, om een on: gelukkig gefubfifteerd hebbend disfentieerend be; grip, over het verftand van den Provinciaalen ééd 1 grooter te maaken : gelyk wy, onzeGecommitteen dens met Hun Ed. Mogenden daar over niet inget ftemd, en zich federt December 1784 van de Staats! vergadering dezer Provincie, op eene gansch onweti tige wyze geweerd en terug gehouden gezien heb: bende, nimmer hadden kunnen bevroeden, dat eet by ons wettig geapplaneerd en gearresteerd Regee< rings-Reglement dezer Stad zoude zyn gearripieerc geworden tot een grond, waar op de twee voorftem: mende Leden , met weinige Geeommitteerdens tt-i de Stad Utrecht, zich zouden gerechtigd en be< voegd geoirdeeld hebben, om zich met onze Stad;: Magiftraatsbeftelling te bemoeijen, ten gevolge.; dat men aan .ons het eïïttl van wettig gemaakte ee te.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 139 :ter Electie geprefenteerde Nominatien van Burgemeesteren en Schepenen, tot hiertoe vruchteloos :en buiten effect heeft gehouden, niet alleen, maar dat nu na twee jaaren oproepens van de Provmciaa:1e enStedelyke bezwaaren. aan dezyde van cteStaa;ten, daar inne niets het allerminfte tot genoegen ider Burgeren en In- en Opgezetenen is verrichi. geworden; maar integendeel, dat alle het gene daar toe door alle behoorlyke wegen en middelen is voorgedraa^en werd gedilayeert, zoodaanig, dat in plaatfe dat de eensgezindheid en het onderling vertrouwen tusfchen de refpectiveStaats-Leden met de Burgers en Inwoonders van de Steden zoude bewaard , bevestigd en beftendig gemaakt worden» veel eer de Burgers en Inwoonders van de Steden vertrouwen, voor zich alle redenen van misnoegen over de voorftemmende Leden te hebben: als zy :te recht oirdeelen, dat eenmaal een einde van zaaken, ter afkomst en afdoeninge, immers van hunne Stedelyke bezwaaren, behoorde plaats te hebibeD. Zoo als dan op dien grond gerust heeft het infteeiren ter afdoeninge van de pointten, betreffende Stads Regeeringsbeftellinge van de Magiftraat der Stad Utrecht, en de beëediging van het daar toe gearresteerde Reglement op den aoften Maart :jongtleeden, als mede de begeerte van onze Burigery ter beëediging van het nu meer dan tien maan:iden vastgeftelde Reglement op de Regeeringsbeilftelling dezer Stad; na dat aan de Regenten daar Mtoe door Burgery, een bekwaamentyd van veertien Idagen beraad te vooren was gegeeven, en waaraan de Regenten ter afkomst van de bezwaaren gehouden waren te voldoen; daar het doch ingevolgeonjze Stads Rechten en Voorrechten , aan de Burgery toekomt, om met hunne Magiftraat te mogen vastftellen en beraamen zoodaanige orde, betreffende :de Regeeringsbeftellinge, als zy oirdeeld tot welivaart van hun en deze Stad te ftrekken; en waar :aan een ieder Regent verplicht en gehouden is zich ■■■ - m  140 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te moeten gedraagen, zoo lange het falus populi dé :hoogfte Wet moet uitmaaken; in zoo verre dat zy, die zich daar aan niet vermeenen te moeten onder-: werpen, in hunne posten als Regenten tegens deni zin en het genoegen der Burgery niet konnen get continueerd worden, maar gehouden zyn zich vani hunne posten te deploijeeren, .of te gedoogen daü de Burgery hen, behoudens hun eer, dimitteerd. Het was dan op die gronden , welke de rust, eensgezindheid en het welvaaren, onzer Stad vereischte, dat eens eene finaale afkomst terintroduo-s tie en volkomen beëediging van ons Stads Regeerings-Reglement, aan de zyde van alle Regentent behoorde plaats te hebben, en waar toe de tyd be* paald zynde tegens den 21 der afgeloopen maand; Maart, hadden de Heeren Verhel, Frykenius, Bruin, van Mierloo, van Bern en de Ruiter, met .kunnen rcfoiveeren, om het met voorkennis! en tot genoegen .van onze Burgery gearrefteerdes .Reglement op de Regeerings-beflellingdezer Stad,, tebeëedigen; het welk dan van dit notoir gevolgs is geweest, dat hunne Perfoonen in qualiteit als! Raaden dezer Stad, niet langer konden blyven de: Reprefentanten van eene Burgery, welke federt vyff maanden zich bereids vond onder de obfervantie5 en éédelyke verplichting, aan een tot hun onderling genoegen federt tien maanden geapplaneerd eni gereguleerd Regeerings-Reglement. Invoegen date de Burgery dezer Stad geoirdeeld heeft, gerech-. ngd en bevoegd te zyn, om de voorfchreeven zess Raaden uit hoofde van hunne aanhoudende weige-ring, van hunne Posten als Raaden te hebben kon- , nen en mogen verlaaten, zoo als zv zulks behou-, dens de eer en waardigheid van die Heeren, op den 1 ?iiren Maart dezes jaars hebben gedaan, tot zooi verre, dat die Heeren zelve begrypende het rede-, lyke, dat daar in aan de zyde van de Burgery reiïdeerde, zich tegen de begeerte der Burgeren en 1 Ingezetenen dezer Stad, op geene wyze hebben geoppofeerd^ en vooral niet, dat zy dies wegens, het zy ■  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 141 py door Addresfen of op eene andere wyze, ten fine van bezwaar, veel min tot maintien in hunne gewezene Posten , zich aan Hun Ed. Mogenden nebben vervoegt gehad ; zoo als Hun Ed. Mogenden en U Ed. Mogenden zich daarop by alle derselver genoomene dispofitien, niet hebben gefundeerd, en ook geenszins hebben kunnen fundeeren, dan wel datde twee voorftemmende Leden, ;n eenige Regenten uit de Stad Utrecht hebben verneent, uit eigen gezag en gerechtigheid bevoegt e zyn, om ook buiten aanklachten, zich de zaaren onzer Stads Regeeringsbeftellinge concerneeende , aan te trekken, en daar toe zoo wy geïnformeerd zyn geworden, ter Staats-Vergadenng van jen 2gften Maart een voorftel te doen tot het dejerneeren van eene Commisfie, uit de drie Leden /an Staat, en daar de ftemmen aan der Steden Tael ftaakten, dat voorftel door de ftem van één Burgemeester van de Stad van Utrecht, als in dezen 'luafi concludeerende, ter conclufie te brengen: in ;oo verre zelve, dat men om te zekerder tot zyn )ogmerk te komen, aan die Commisfie heeft geacrocheerd de fubftitutie, om met Commisfarisfen S>y den Hove te benoemen , te overleggen, niet im Hun Ed. Mogenden te advifeeren, op wat wy(e, met wegneeming van alle wettige bezwaaren, ie onvergenoegtheid onzer Burgeren en Ingezeteien, en het plaats vindend mistrouwen tusfchen de kaats-Leden, tot herftel van alle eensgezindheid, londe geremedieerd worden; m3ar integendeel om c overleggen de beste en meest convenabelfte wy. ",e, op welke de ferieuste intentie van de twee 70orftemmende Leden , met eenige weinige Regenten der Stad Utrecht, efficacieufelyk tegen ons roude konnen worden geëxecuteerd en ten effecte gebracht, ter maintien van hunne genomen Refolutie van den 2£>ften Maart dezes jaars, waar bydie ieeren ongeroepen, en zonder voorgebrachte klach:en, zich aangemaatigd hebben, zich met onze itads Regeeringsbeftellinge te bemoeijen: in zoo ver-  142 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verre zelfs, dat zy een zaak welke ter haarer cosi nme niet behoord, en alleen aan ons en onze Bun gery competeerd, casfeeren, en de dimisfien va* de voorfchreeven zes Raaden willen houden voo geheel wederrechtelyk, nul en van onwaarde, teE verderen fine, dat dezelve in de voorige bezittinr ge hunner Raadsplaatfen tot den 2often Oc>obe aanftaande zouden moeten worden gemaintineerdi en voorts dat aan de Perfoonen in hunne plaatfen i> den Raad gefield, zoude werden geinterdiceerd eï verboden, eenige afte van Magiftratuure te exeri ceeren, op poene van Hun EdTMogendens (naa, mentlyk der twee voorftemmende Leden en weini ge Raaden uit de Vroedfchap der Stad Utrechte hoogfte indignatie :. ten gevolge, dat U Ed. Mo; genden ter onzer informatie, aan ons een Extract! en ook met verder als tot onze informatie, hebber doen toekomen, zonder dat wy konden penetree* ren, dat het de twee voorftemmende Leden! me tlZZ'T RegCDten der Scad Utrecht, waarTy> ernst zoude zyn geweest, om tegens de regelen ergronden van de Conftitutie dezer ProvinciC zicf daadelyk te immifceeren in onzer Stads Regeerings" beftellmg, en alzoo ook daadelyk, op den naamemi onder den titel van de Staaten van den Lande] aan zich e trekken een recht, dat alleen aan onzeSud' trekkerf l hriT'* "a V™ het Welke aan zich 4 trekken, de beide voorftemmende Leden en deRe*>i genten der Stad Utrecht even «eer gefiSudeeS l?tiXZ£n«A.V hats^emde Lshoudely* »,h IÜu iDgeu te tt°een bemoeijen, Wy hebben derhalven niet koenen gelooven, dat de beide voorftemmende Leden, even min als wei! mge Regenten van de Stad Utrecht, zich inTcS verre zouden hebben kunnen vergeeten, om op het Rapport van een Commisfie, geheel bêftaande uit! Leden, welke in onze zaak volflagen partyen zvn, aan der Steden tafel, met de meerderheid^^ lél enkele ftem, de ftemmen der Rapporteurs 'er onder geteld, tegens ons pretenfelyk te arresteeren l cenj  de Gebeurtenissen in 1787 enz, voorgevallen, 143 sen zoo allerrigoureufte Publicatie, waar van in de gedenkboeken onzer Republiek, immers na de afweering van PhiliPpus den tweeden , onder een »rye Staats Regeering, geen voorbeeld te vinden ial zyn, en waar by een fysthema van pretenfelyk toog gezag en Souvereiniteit word gevoerd, dat nimmer aan de Staaten dezer Provincie, ten aanzien van e Burgeren en Inwoonderen alhier heeft plaats lehad. En zoo als wy by onze Misfive inde maand 'ebruary aan U Ed. Mogenden gedaan toekomen, p onwederlegbaare gronden, hebben aangetoond, lat wy ons nooit met de Staats-Leden dezer Proincie op dien voet in de Unie heben begeeven, :an dat wy integendeel, zoo te dier tyd, als zelfs 1 de geweldigfte tyden, als is geweest het jaar 674, met onze Mede-Staats-Leden geen andere oereenkomst en ook tot geen anderen ééd, ten aanien van het Staatsbeftier dezer Provincie, hebben ieaccedeerd, dan met behoud van onze Privilegin, Handvesten en Gerechtigheden, en onder fpeliaale beloften, dat wy daar by zoo wel als byonze ude wettige en welherbrachte Costumen, door de vee voorftemmende Leden en Steden, moesten edefendeert, voorgeftaan en gehandhaaft worden. Jat wy op die gronden ook nimmer hebben konnen erwachten, datde beide voorftemmende Leden, n eenige Regenten van de Stad Utrecht, zich over ns zouden hebben durven arrogeeren een zoopreenfelyk hoog gezag en authoriteit, als men niet ; min, by Refolutie van den 2öften Maart jongst. :eden, heeft onderftaan te doen: veel min dezele tot die onbegrypelyke hoogte door te dringen , Is waar van die, pretenfelyk op naam van de Staaen dezer Provincie, uitgevaardigde Publicatie, ipdea i2den April dezes jaars, de aller verregaand:e en aller onwettigfte preuves van geweld enovereerfching over ons komt uit te leeveren. En daar wy als Staats-Leden dezer Provincie, ten anzien van de Magiftraatsbeftellinge dezer Stad, an den wil en het goedvinden der twee voorftem- mea-  £44 P~erzameïing van Stukken betrekkelyk tot mende Leden, even min als van de weinige Rè\ genten van de Stad Utrecht, welke geoirdeeld hefaj ben, zich in deze onze zaak, fchoon onwettig tj immifceeren, afhankelyk zyn; hebben wy ook gel oirdeeld, aan deze voor ons in allen opzichte nuli en onwettige beveelen, op geene wyze, ons te kom nen gedraagen, maar dezelve in allen opzichten: te conlidereeren als een ftap en daad van hethooi'Jm geweld, aan ons door de beide voorftemmende Lt\ den met weinige Regenten der Stad Utrecht aangel daan; gepaard gaande met het violeeren van onzei Stads territoriaale Rechten, tot zoodaanigen hoogei graad, dat wy ter maintien van onze aurhoriteitf en de Rechten, aan ons en onze Burgeren compel teerende, ons verplicht gevonden hebben, daal tegen te voorzien, door die wettige middelen, wet} ke het verregaande ongelyk, dat aan ons daar dool is aangedaan, en door de voorfz. Publicatie verdei gedreigd word, zullen konnen afkeeren; gelykwv by deze aan U Ed. Mogenden met allen ernst ver klaaren, dat wy de meergemelde Publicatie en dc gepousfeerde ftap ter Publicatie en affiictie van dei zelve, zoo binnen deze Stad, als op het territoii van dezelve, houden voor een daad van openbaar ge weid jegen onze Stad en derzeiver Burgeren en lm woonderen ondernoomeni aanloopende tegens alld banden en verplichting van Bondgenooten, en oc verfchreedende de paaien van dien ééd en die ven plichting, waaraan ieder Lid van Staat, ingevoi gen van de conftitutie dezer Provincie, ten aanziet van dezelve gehouden is. Wy maaken derhalven geen zwaarigheid aan U Ed. Mogenden als onze waarachtige intentie te ver* klaaren, dat wy die Publicatie houden als eene fifiam delyke en onwettige nieuwigheid, ftrydig tegens het Recht van onze Stad, en aanloopende tegens de vastgeftelde form van de Regeering en Conftitutie dezer Provincie: ten effedte, dat dezelve dan ook! niet anders, dan als nietig en van onwaarde zynde, met a«lle deszelfs gevolgen en aankleeven van dien, wys  de Gebeurtenis/en in r?87 enz. voorgevallen. 145 wy aan den last, daar by vervat, ons^ ééds- en plichtshalven, niet hebben konnen gedraagen, maar in tegendeel dat wy Verplicht zyn, de Rechten en Voorrechten onzer Stad en Burgery, welke wy by duuren ééde bezwooren hebben te moeten voorftaan, handtehouden, en met alle macht en middelen gehouden zyn te maintineeren: in zoo verre, dat wy alle, die zich met. eenig geweld tegens ons, ter verkorting van onze Rechten en Voorrechten, zouden willen Rellen of zislks onderneemen, zonder eenige verdere waarfchouwing, als verboorden van onze rust en veiligheid zullen afkeeren, of dezelve ten ftrengfte, ook zelfs na exigentie van zaaken, met den dood zullen firaffen; alzoo 'er niets heiliger is, dan de Rechten van een Volk, welken in allen gevallen door de macht van den fterkften niet behoorden geufurpeerd te worden, dan met de tegenovergeftelde vrylaating van dat recht, en die middelen, welken ter behoud van die heilige Rechten , door God en de Natuur, ons zyn ingefchaapen ea aan de hand gegeeven. Van dit recht noopt ons de voorgemelde Publicatie , tegens de geweldige middelen van de twee voorftemmende Leden en weinige Regenten der Stad Utrecht, tegens onzen wil en ondanks onze intentie, gebruik tezullenmoeten maaken; vooral, wanneer de beide voorftemmende Leden, en die weinige Regenten van de Stad Utrecht, zullen goedvinden , om op en onder de naam van de Staaten dezer Provincie, op het eftect van die Publicatie, alleronwettigst gearrefteerd, te blyven infteeren. Verder moeten wy aan U Ed. Mogenden verklaaren, dat wy in onze Stad, even min, als zulks goede Huishouders in hunne Huishoudinge past, eenig geweld van iemand, wie ook, behoeven te gedoogen, en daarom ook niet voorneemens zynj ons door het geweld van de twee voorftemmende Leden, en de weinige Regenten der Stad Utrecht, anders te zullen laaten overheerfchen of overmeesteren, ook zelfs niet door het onderneemen vÈd xxx. Deel. k &h  146 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Crimineele Procedures of vervolgingen, van watt aart dezelve ook mogen zyn, dan ten kosten van onst Goed en Bloed. Daarom, Ed. Mogende Heeren! wanneer het de voorftemmende Leden, en de wei-. nige Regenten van de Stad Utrecht, ernst is, huno vast bepaald voorneemen tegens ons uit te voeren,, zal men het aan ons en onze Burgery niet kwalyk < moeten duiden, dat zy de overmeestering van hun-■ ne Rechten en Voorrechten zullen doen gepaard! gaan met hunne éédelyke verplichting, naamentlyk,, door den voorftand van dezelve met Goed en Bloed. '. Ja wanneer wy ook het ongeluk mogten ondergaan,, dat wy ongelukkig verftoken wierden gehouden van i het effect van een hoogst refpectabele aangeboden ] tusfchenkomst, en wy alzoo aan ons zelve, afge.. fcheiden van getrouwe f ondgecooten, wierden: overgelaaten, en voor eene onwettige overmacht, 3 ons aangedaan, onbehoorlyk zouden moeten zwig-. ten: dan houden wy ons verzekerd, dat onze nage-. laaten voetftappen ons altoos dat getuigenis zullen 1 nageeven, dat wy aan ééd en plicht getrouw ge-, bleeven zyn, en niet hebben gefuccumbeerd dan i voor eene laaghartige overmeestering, waar over1 ook een rechtvaardig Gop ten genen dage richten i zal. Daar dus voor ons niets anders overig is, dan i ons in dezen op God en onze rechtvaardige zaak ver- ■ laatende tegens het ons aangedaan geweld te voorzien, hebben wy dezen nog wel aanUEd. Mog. willen doen toekomen, ten einde U Ed. Mog. in over- ■ weeginge te geeven, wat het te zeggen zal zyn, zoo de tegens ons onwettig gehoudene meneës oirzaake mogten geeven tot het vergieten van onfchuldig Burgerbloed; waar tegen wy nu voor als dan, op het allernadrukkelykfte protefteeren , en zoo ten aanzien van ons als van onze Burgeren, voor de geheele wereld en voor een alweetend en recht, vaardig God onfchuldig willen gehouden worden; terwyl wy het zelve met alle de gevolgen overlaaten voor rekening en verantwoording van hen, die  di Gebeurtenisfn in 1787 enz. voorgevallen, i\7 die alzf'o onverzettelyk zyn voortgegaan, op onze Rechten en Voorrechten te impiöteeren; terwyl wy hoopen, dat de God van Nederland, die onze Voor-Ouders ter bekominge der Vryheid, na het Horten van zoo veele Itroomen Bloeds, bemoedigd en gefterkt heeft, om als Helden voor hunne Rechten en Voorrechten te ftaan, ons in dezen mede zal verfterken, tegens alle en een ieder die voorgenomen hebben , ons van die duurgekochte ea door onze Voor-Ouderen, tegen de allergeduchtlte Geweldenaars verkreegene en met bloed verzegelde Rechten en Voorrechten, te ontzetten. , Waar mede wy U Ed. Mogenden beveelen in de befcherming van dien God, waar aan alle Regeerders en Beflierders dezer wereld, eenmaal rekenfchap en verantwoording van hunne daaden zullen geeven, en hebben de eer ons te teekenen, enz. No. 2312. Twee nadere Addresfen door Officieren en Sergeanten, als wèe de Geeommitteerdens uit de refpeftive Burger Compagnien op den 22 April 1786 aan den Raad der Stad Utrecht geprefenteerd, inhoudende verzoek dat zes der Heeren Burgemeesteren en Oud Burgemeesteren, welke geconcurreerd hebben tot de Refolutien ter beide laatfle Staatsvergaderingen genoomen, uit die Commisfie mogen worden uitgefloten, en ftaande Vergadering andere neutraals Raaden in derzeiver plaatfen worden genomineerd; en dal by de deliberatie over het uit te brengen Rapport dier gsdres[eerde Commisfie, de agt Leden van den Rand, welke de voorfchreeven Staats Refolutien hebben helpen neemen, zich zouden abfenteeren. Edele Groot Achtbaare Heeren! De Geeommitteerdens uit de Burger Compagnien hebben de eer, aan U Ed. Groot Achtb. met allen eerbied voor te draagen: dat zy op drogsdag K a den  148 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol den i8den April jongstleeden , aan U Ed. Groot Achtb. hebben ingelevert een Addres, waar in zy op onwrikbaare gronden hebben aangetoond, dac het Lid der Gtëligeerden, alsmede der Heeren Edelen, ziek op geenerhande wyze mogen inlaaten in de MagU Jlraatibejlelling van Stad en Heden; alsmede, dat de Stad veel min de Gecommitteerden ter Staaten. vergadering, onbevoegd zyn zich met de Magiltraatsbeftellmg der Steden in te laaten; gelyk aan den anderen kant de Steden dit recht, ten opzichte van de Stad, zich nimmer kunnen of vermogen aan te maatigen; dat ieder Burger verplicht is, toe te zien en te zorgen, dat niemand hy zy wie hy zy, op die rechten aan Stad en Steden competee. rende, eenigen inbreuk maake; dat daarom de Burgery met geen onverfchillige oogen heeft kunnen aanzien, dat dit niettegenftaande, echter ter twee Jaatfte Staatsvergaderingen, Stads Geeommitteerdens, de eerste reize daar de ftemmen aan Stads tafel Haakten, met de concludeerende ftemvanden Heer van Brokckhohst, en de volgende keer met de pluraliteit van ééneftem, geconcludeerd hebben over dit recht, een opzichten van de Stad Wyk: dat de Burgery daarom begeerd, datde Heeren Burgemeesteren Loten en van Bronckhorst mag geïmponeerd worden, opening te doen van alle het gepasfeerde ter twee laatfte Staatsvergaderingen tegen de Stad Wyk, met het gene daar aan dependeert, ten einde blyken kan, in hoe verre hunne medewerking geweest is tot confervatie of overtreeding van Stads en der Steden Rechten tegen de voorftemmende Leden, om naar bevind van zaaken, als dan zulke middelen te emploijeeren, als zal geoirdeeld worden te behooren; hebbende verders Geeommitteerdens verzogt, om voor het fcheiden van U Ed. Groot Achtb. Vergadering-van üEd. GrootAchtb. Refolutiegeinformeerd temogen worden, op al het gene in voornoemde Addres verzogt en gedetailleerd is. Dan hebben de Geeommitteerdens, metde groot- fte  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 140 fte furprife, U Ed. Groot Achtb. Refolutie vernoomen , dac gezegde Addres in handen gefteid is van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesceren, in een geval, zoo fingulier als waar in wy by deze verfeeren, daar de Refolutie der laatfte Vergadering aan Stads tafel, zoo de Burgery met zekerheid ge. informeerdis, door agt tegen zeven ftemmen genoomen is, onder welke agt zich bevindende Heeren Burgemeesteren Loten , van Bronckhorst , Oud Burgemeesteren van Beek van Dykveld, Ver» BEEK, VAN der DüSSEN , VAN MüSsCHENBROEK, de Raaden Boddens en D. J. Martens. Vermits het nu juist die agt Heeren zyn» welker gedrag ter laatfte Staatsvergadering de Burgery by bovengemelde Addres gedisavoueert heeft, en ter welkers opzichte de Burgery geinformeerd begeert te zyn» in hoe verre gezegde Heeren ter confervatie of overtreeding der Stads en Steden Rechten tegen de voorftemmende Leden gehandeld hebben, is het zonneklaar, dat die zelfde Heeren in geen Commisfie tot het uitbrengen van een Rapportover gemelde Addres kunnen adfifteeren, veel min de deliberatien over gemelde poinften bywoonen. 'Er zyn echter Ed. Groot Achtb. Heeren! zes van de bovengemelde agt Heeren, welke in de Commisfie van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren tot het uitbrengen van een Rapport, over gemelde zaak adfifteeren moeten, te weeteti de Heeren Loten, van Bronckhorst, van Beek, Verbeek, van der DtissEN en Mcsschenbroek. Offchoon het nu zeker is, dat het mooglyk, federt honderd jaaren herwaards, een couftant gebruik geweest is, dat politieke zaaken in Commisfie gefteid worden van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, zonder hier te willen onderzoeken, of mooglyk geduurende dien tyd wel ooit zoo een geval heeft plaats gehad; zoo is het niet minder zeker, dat dit niet gefchied, wanneer 'er de Perfoonen van Heeren Bur* gemeesten zelve in betrokken zyn. Ja zelfs zoo verre in 't generaal, wanneer 'er maar een verzoek K 3 door  IJo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot door iemand gedaan word, die aan één der Raadenn geparenteerd is, zelfs tot in de 4de graad, zooeenu Raad zich altoos abfenteeren moet; gelyk dit niett lang geleeden, nog gefchied is. Het is ook niet te min zeker, dat het van alle ty.. den af confteert, dat zoo wel volgens het ftrikfte; recht als voIgeLS de billykheid, niemand Party eni Rechter te gelyk zyn kan, niemand overzyce eigen 3 zaak mag vonnisfen, dus ook niemand aan hen dies oirdeelen moeten, Rapport kan uitbrengen of ad-, vifeereu, op welke wyze, in zyne eigenzaak, (zoo) als in dezen) de Rechters best zullen moeten oirdeelen. — Dit doch dicteert het recht, dit die., teeren de wetten, dit dicteert de reden en billykheid, dit doch heeft van alle tyden af plaats ge-, had, iets het gefie men gerust kan allegeeren, datt voorheen ten tyde der questien van den toenmaaligen Vroedfchap van Goens, in de zaak van den Boekvetkooper Wild, doorde Magiftraat zelve begreepen'is, dat hy als toen Vroedfchap van Goens geem Rechter en Party in ééne zaak zyn konde; waarom 1 men nu kan zeker ftellen, daar 'er in een Land altoos gelyke Juftitie plaats moet hebben, men nm niet anders handelen kan, als men ter dier tyd ge», handeld heeft. En daar deze zaak van dit aanbelang is, dat will de Burgery aan hunnen Burger of Schutters ééd getrouw blyven, zy in deze zaak ten allerftrikfte dient: te werk te gaan; zoo is het, dat Geeommitteerdens uit naam van alle hunne Principaalen, «ich by U Ed., Groot Achtb. vervoegen, met allen eerbied; verzoekende: 1. dat uit de gedecerneerde Commisfie: van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren mogen 1 geweert worden die zes Heeren, te weeten de: Heeren Loten, van Bronckhorst, van Beek, , Verbeek, van der Düssen en Mu^schenbroek, , welke Partyen in deze zaak zyn, enzittens Vergade.. ring anderen, in dezen neutraale Raaden in hunne i plaats gefubftitueerd worden; |at de Ondergeteekenden in alle opzichten getrouw willende blyven aan hunnen geda3nen Burger- en K 5 Schut-  154- Verzameling van Stukken betrekkelyk tst Schutters ééd, zich als het waare gedrongen zien A om andermaal met allen ernst te verzoeken, dat uit bovengemelde Commisfie van Heeren BurgeJ meesteren en Oud-Burgemeesteren deze zes navol.ll gende worden gefecludeerd, met naamen de Heerenj Loten, van Bronckhorst, van Beek Heer vani Dykveld, Vereeek, van der Dussen en van Muss schenbroek, welken de Ondergeteekenden in de-< ze zaak moeten confidereeren als hunne Party; eni dat ftaande deze Vergadering, andereneutraale Raa-a den in hunne plaats worden genomineerd; dat ver.: volgens hoe eerder hoe beter, en was het moog^ lyk op één na de volgende ordinaire Vroedfchaps) Vergadering, invallende op den iften May, op hec uitgebrachte Rapport finaalyk mag worden gedis< poneerd; en dat alsdan by het delibereeren oveE het zoo even gemelde, door neutraale Raaden uit-t gebracht Rapport, de agt ter Staats-Vergaderingini Commisfie geweest zynde Leden van den Raad, fwaar onder dan mede begreepen zyn de Heereni Boddens en D. j. Martens) waar over de Onder-r geteekenden by hun voorig Addres hebben gedo-j leerd, zal worden geinjungeerd , om zich uit de Vergadering te abfenteeren, en zich van al het ge-: ne het welk tot het poinct in quasstie eenige relatiei mogte hebben, even zoo zeer als over de befoigv ne omtrent dit nader ingediend Addres, te abfti-i neeren: verzoekende voorts, dat hangende dezei zaak, en de deliberatien omtrent dezelve , alles! ten dien reguarde in Jlatu quo moge blyven ; en ein-| delyk dat de Ondergeteekenden voor het fcheidenl van U Ed, Groot Achtb. Vergadering, van U Edjf Groot Achtb. Refolutie mogen worden geinfor-j meerd. Het weik doende &c. Was geteekend door 34. Officieren en 84.I Sergeanten. No,  de Gebeurtenis/en t» 1787 enz. voorgevallen. 155 tf». 2313. Refolutie Declinatoir van de Vroedfchap der Stad Utrecht op de beide voorenftaande Addresfen ten zeiven dage genoomen. De Vroedfchap extraordinair des voornoens ten ïalf twaalf uuren op den ééd vergaderd, zyn door deeren Burgemeesteren voorgedraagen en gedaan (eezen navolgende twee Addresfen, aan Hun Ed. Achtb. by het intreeden van den Raad uit naam van gecommitteerden uit de agt Schutters Compagnien, ;n door Officieren en Sergeanten der refpective Burger Compagnien overhandigd. En daar over gedelibereerd en omvraag gedaan ?ynde, heeft de Vroedfchap geoirdeeld aan het verzoek: der Requestranten by evengemelde Addresfen yoorgedraagen, niette kunnen defereeren; maarte rullen afwagten het Rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, op de Addre?fen laatstleeden dingsdag aan de Vroedfchap by voornoemde Requestranten gsprefenteerd. Accordeerd met voorfz. Refolutie, In kennisfe van my, (was get.) J. W. de Ruever. N°. 2314. Twee Dedaratoiren en Protesten door Of, ficieren en Sergeanten, als mede de Gecommitteer* den uit de Burger Compagnien der Stad Utrecht, op den 24 April 1785 aan den Raad derzeiver Stad ingeleeveit, tegens de voorftaande genoomen Refolutie. Edele Groot Achtbaare Herren! Nimmer had de Burgery kunnen denken, dat zy op een billyk gedaan verzoek die behandeling zou:de hebben moeten ondergaan, als zy laatstleeden ^aturdag ondervonden heeft; nimmer konde de Burgery  156 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gery zich imagineeren, dat na verzogt te bebbetxtl geïnformeerd te mogen zyn van U Ed. Gr. AchtbJ dispofitie voor het Jcheiden van den Raad over eemï zaak, welke de Burgery onwrikbaar had aangetoond,] dat met de rechtvaardigheid ftrooKte, en alleszintss! met het recht en de wetten, tegen welke niemant,] hy zy wie hy zy, vermag te handelen, overeen] kwarn; U Ed. Groot Achtb. (offchoon bewust, date ©en Commisfie uit de Geeommitteerdens der Burgery, benevens uit Officieren en Sergeanten wag.' tende was naar Rapport van U Ed. Groot Achtb.)) echter zouden gefcheiden zyn, zonder op het ver-, zoek eenig Rapport aan de Commisfie te doen toekomen, maar na het fcheiden der Vergadering aam hen een Extract uit de Refolutie hebben uitgeleevert, waar by dit billyk en rechtvaardig verzoek,, zonder eenige redenen daar by op te geeven, is ge-, declineerd geworden. Daar roe vermeent de Burgery nimmer aan hunne 3 Kepreientanten eenige reden gegeeven te hebben;; maar iets, waar over de Burgery voornaamentlyk? gefrappeerd is, beftaat hier in, dat men niet alleen 1 gepeififteerd heeftom Rapport over een zaak vani dit aanbelang te doen uitbrengen door eene Com- J mif-fiey waar onder zes Heeren zich bevinden, wel-| leer handelingen in deze zaak dienen te worden on-1 derzogt, maar dat voornaamentlyk die agt Heeren, J| waar over de Burgery gedoleerd heeft, en welke ia 1 dezen alles behalven onzydig worden aangemerkt, , zich Diet geabienteerd en onthouden hebben van de deliberatien over het Addres laatstleeden zatur- | dag ingediend, maar ook niet gerenuntieerd heb- ii ben van eene hen opgedraagen Commisfie over deze zaak; doch daar die agt Heeren in laatstleeden extraordinaire Vroedfchaps Vergadering, niet alleen tegen bet verzoek aan, zoo de Burgery met zekerheid geïnformeerd is , gevoteerd , maar ook zich in eene Commisfie nog hebben laaten gebruiken, om over deze hunne eigen zaak Rapport uit te brengen, zoude men deze conclufie kunnen op. maa-  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 157 maaken, dat die agt Heeren den toets niet kunnen doorftaan dat hunne zaak door neutraale Leden worde geëxamineerd, daar over gerapporteerd en door U Ed. Groot Achtb. geconcludeerd; en al was net dat die agt Heeren geen fchuld hadden aan het *ene de Burgery begeert dat onderzogt zal worden, lan nog kan men niet anders uit hoofde van die handelingen laatstleeden zaturdag in de extraordinaire Vroedfchap voorgevallen, dan die Heeren als fuipect befchouwen. Waarom de Geeommitteerdens uit de agt Burger Compagnien, uit naam van hunne Principaalen verplicht zyn, by dezen tegen dusdaanige handelingen e protesteeren, en te declareeren: dat zy volgens aet Recht en de Wetten wat door die agt Heeren aver deze zaak gefchieden mag, houden als wederrechtelyk, moetende, aan die agt Héeren, al was aet maar alleen om hunne gehouden handelingen in aatstleeden extraordinaire Vroedfchap, al hun vertrouwen in deze zaak onttrekken, en perfifteeren daarom nog by hunne gevoelens en conclufien in aet Addres van laatstleeden zaturdag vervat; verKoekende voorts, ten einde voor God, voor UEd. 3root Achtb. en voor de gantfche wereld, ten alen tyde de handelingen van de Burgery blyken nogen, dat dit hun Declaratoir en Protest, terhun;er decharge in Vroedfchaps Notulen mag worden geinfereerd. 't Welk doende &c. Aon de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgeineesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Edele Groot Achtbaare Heeren! De Ondergeteekenden kunnen niet ontveinzen, met het grootfte leedwezen en verwondering te zyn onc  tj8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ontwaar geworden, dat hun Addres van dato dd 22ften Aprilj ter recufatie der Heeren, inwierhaii den door ü Ed. Groot Achtb. hun voorig AddriJ van dato den i8den April, ten fine van Rapport 1 gefteid, is geweezen van de hand. Zy hadden vea wagt en gehoopt, dat U Ed. Groot Achtb. aan hul wettig en alleszints billyk verzoek zouden hebbel gelieven te voldoen; ten minsten dat die Heere Stads Gecommitteerden, welken in dezen door cl Burgery niet als onzydig zyn of kunnen worddl aangemerkt, zouden hebben gerenuntieerd van c aan hun Eds. opgedraagen Commisfie in dezen; ware het alleen om eene gefundeerde fufpicie uit dd weg te ruimen. -— Dan Ed. Groot Achtb. Heeren daar de Burgery zich in deze zoo rechtmaatige vei wagting vind te leur gefteid, zyn de Ondergetet kenden verplicht, by dezen te protesteeren tege, de Rapporten dezer door U Ed. Groot Achtb. gt decerneerde Commisfie, als mede zoodaanige cot clufie als door U Ed. Groot Achtb. daar op zoua mogen worden genoomen, wanneer dezelve mop ten ftryden tegen dezer Stad en der Steden ged< monftreerde Rechten en Privilegiën ; laatende c funeste gevolgen, die hier uit zouden mogen pro flueeren, ter reekening en verantwoording van hec welke tot de gemelde inbreuken op der StadenStd den Rechten mogten hebben aanleiding gegeeven of daar toe mede gewerkt. De Ondergeteekenden achten zich verplicht no by dezen te declareeren, dat zy zich oirdeelen ge houden te zyn , wanneer middelen van geweld, d God genadig verhoede, in dezen mogten werde gerequireerd of geadftrueerd , dezelve met gelyk macht te keer te gaan, daar geene Burgery tot hei opgeeven hunner bezwaaren wel en wettig opgf roepen, met de ftraffe des doods mag worden bei dreigd of geftraft, wanneer omtrent de introductil der Rechten eenig verfchil tusfchen Partyen mog komen te ontftaan.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 159 En verzoeken de Ondergeteekenden, dat dit tot onzer decharge in Stads Notulen mag worden geiaifereerd. 't Welk doende &c. En was onderteekend door 40 Officieren en 85 Sergeanten. N<\ 2315. Aanteekening van de Heeren Oud-Burge. meesteren van der Dussen, van Musschenbroek, en Raaden Boddens, Zaal, van Ewyk en Nahuis, ter Vergadering van de Vroed, fchap den 24 April 1786 gedaan, nopens de re. fumptie van de Notuhn van den 20 Maart, gearreJleerd den 3 April 1786. Edele Groot Achtbaare Heeren! De Ondergeteekenden by de nadere refumptie ,van de Vroedfchaps Notulen van den 2often Maart laatstleden, gedeclareerd hebbende, zich met de extenfie van dezelve zoo die by de meerderheid op den 3den April is gearresteerd, in verfcheidene op! zichten niet te kunnen conformeeren, maar tegens ; dezelve hunne aanteekening te referveeren. Vin:den zich mitsdien verplicht tot voorftand van de i waare toeftand van zaaken, die de Ondergeteeken(den begrypen by evengemelde extenlle niet exact i in acht genomen te zyn, by dezen te declareeren, I fpeciaalyk ten reguar'de van het genotuleerde relative 1 tot de deliberatien, over het decemi-eren van eene Com' mis/ie ten einde de Wachthoudende Burgery (zoo die : op den 2olten Maart ingevolge Vroedfchaps Refolu1 tie van den ipden Maart bevoorens, ten fine als 1 breeder by dezelve Refolutie op derzeiver refpect live loopplaatfen, Compagnies wyze vergaderd was | geweest, en zich toenmaals op de Neude bevond, i ingevolge de permisfie daar tóe aan dezelve, zit. iteus Vergaderirge, op het voorftel van den Heer Me-  iSo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Mede-Raad van Haeften verleend) den ééd te doen .afleggen op het geapplaneerde nieuwe Stads Regeerings] ïLeglemtnt. Dat het benoemen van de Heeren Raaden de Rid( der, Smissaert en van Haeften, by het genociw leerden Van den 20lten Maart vermeld, en het gene door den Heer Burgemeester van Bronckhorst isi gefchied, geenszins het gevolg is geweesc van ee^ ne voorafgaande formeele Vroedfchaps Refolutie, als die daar toe nimmer heeft geëxteerd, hebbende zich het gene daar toe relatief op dien tyd toege-: draagen heeft, in fubftactie alleenlyk beftaan inhec navolgende. Naamelyk: dat na de eerfteomvraage< (zoo die by den Heer Burgemeester van Bronck* horst, op de requifitie van de Burgerye, over hec al of niet commiueeren van eenige Raaden tót het doen beéédigen van het nieuwe Stads Regeerings-; Reglement van de zyde van de Burgery aan ieder der prefente Heeren Raaden hoofd voor hoofd gefchied was), verfchil gevallen zynde over het bereekenen der ftemmen van de Heeren Raaden, ten: einde daar uit op te maaken, hoedaanig de meerderheid derzeiver zich al of niet, voor het decerneeren van de gevorderde Commisfle geëxpliceerd; hadde; inzonderheid mede ter oirzaake, dat de Leden, die voor het decerneeren van de Commisfie: geftemd hadden, in het begrip hadden gelieven te: vallen, dat daar inne verftaan moesten worden toege-fiemd te hebben, alle zoodaanige Leden die by de voort- ge omvraage gedeclareerd hadden het zelve te zül- • len aanzien, en het zelve van andere zich in dat: geval bevindende, tegengefprooken was geworden,, waar onder zich mede de Ondergeteekenden bevon- ■ den hebben, en die ook daarom ter voorkominge i van zoodaanige erroneufe opvatting van hun geadvyfeerde, gedeclareerd hebben, dat zoo men daar aan zoodaanig eenen zin, ftrydig met derzeiver waa. re meening zoude willen attribueeren, zy Ondergeteekenden als dan opentlyk verklaarden tegens de beéédiging te zyn; al het zelve dan ook van dat gevolg ii  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. t$t lis geweest, dat de ftemmen op nieuw door den IHeer Burgemeester van Bronckhorst opgenomen l^zynde geworden, zich vyferley Advyfen van verschillenden aart opgedaan hebben, als 1» van allé zulke Raaden welke declareerden het zelve te zullen iaanzien, zonder zich eenige reproches te referveeren teigens de genen die de Commisfie zouden willen decernee* ren, 2. van zoodaanige Raaden die het decerneerender 'Commisfie overlieten aan die Raaden, die voor het dóén beéédigen der Burgery geftemd hadden, 3. van die Raaiden, die zich onbevoegd achten over het Committeereü te ftemmen, 4. van zulke Raaden, die zich direttelyk tegen het committeeren declareerden, en eindelyk 5» van die Raaden, die voor eene Commisfie van de Buu gery in den ééd te neemen, hebben ingeftemd. Dat de Vota in dezer fubftantie, door Heeren iSecretarisfen aan den Heer Burgemeester vaiS Bronckhorst zynde opgegeeven, gemelde Heet Burgemeester gedeclareerd heeft, dat het voor? zyn Ed. onmooglyk was daar uit eene Conclufió op te maaken; en hoe zeer ook daar over federê gedebatteerd is geworden, daaromtrent echter niee verder heeft kunnen worden gebracht, dan dat deizelve heeft gedeclareerd, het inden ééd neemen vart de Burgerye, zonder reproche over te laaten aan dié 'Raaden, die zich daar voor gedeclareerd hadden. Zoö ook dat gemelde Heer Burgemeester , niettegentffaande gereantameerde inftantien van verfcheidë Leden, op zyn Ed» gedaan, het decerneeren vaa eene Commisfie op eenige Leden van den Raad ten ifine voorfz» by aanhoudendheid heeft blyven dexlineeren, tot dat eindelyk op fterker aandrang van ■wegens de Burgery, en dat uit den Raad ook aan Iden Heer toegevoegd was, vreeze voor grootere evenementen, en dat men voor de gevolgen (indien men Idaar toe, niet wilde komen) niet wilde inftaan, en idat de Burgery, alvoorens zy in den ééd genomen Wass niet uit den anderen wilden gaan of fcheiden; meerge* melden Heer Burgemeester de drie Heeren Raaden XXX. Deel. L tat ■  162 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Ridder, Smissaert en van Haeften, en demi Heer Secretaris Falck, tot het in den ééd neemen» van de zulks begeerende Burgery, genomineerd,] en daar op immediatelyk de Vergadering gefchei-I den heeft, zoo als dan ook de meeste Leden daarrl op daadelyk vertrokken zyn. Dat de zaaken zich dus, en niet anders hebben-de toegedraagen, het aan de gefamentlyke Ondergeteekenden zeer vreemd voorgekomen is, in det Notulen (en dit juist eerst by de tweede refumptiei derzeiver) op dit fubjett geinferterd te zien, een<, dispofitie van den Raad aan de drie Heeren Geeommitteerdens ter hand gefield, om aan de vergaderde Schuttery te communiceer en, daar dusdaanige dispofitie int den Raad niet.alleen ontworpen, maar veel min ge-, leezen of gerefumeerd is, en overzulks het zei vei nooit originali in den Raad heeft kunnen geprodu-i ceerd geweest zyn, te meer onmooglyk, gemerkt, de Raad na het benoemen der Commisfie door deni Heer Burgemeester direct gefcheiden zynde, het zelve tusfchen het decerneeren van de Commisjfie en het fcheiden van den Raad, niet heeft kun-i nen geconcipieerd zyn. En bovendien ook nog! moetende remarqueeren, dat, (zoo als de Onder, geteekenden by de nadere refumtie der Notulen heb-; ben hooren zeggen) gemelde dispofitie zonden hoofd, en met remisfen van een anderen hand ingelast, aan den Heer Raad de Ridder ter hand ge. Held, en alzoo onder zyn Ed. zou berustende zyn, de Ondergeteekenden overzulks het zelve niet kunnen erkennen voor een legaal of authentiek ftuk vaat den Raad, maar het zelve voor informeel houdende, moeten contradiceeren en overlaaten, ter verantwoording van die genen, die de extenfie daaf van geapprobeerd en ingeftemd hebben; verzoen kende dat deze aanteekeninge in Vroedfchaps No-' tulen mag worden geinfereerd, ten einde daar vani ten allen tyde tot de Ondergeteekendens decharge i zoude kunnen blyken. UrJI  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevalkn. 1Ö3 Utrecht s den 24 April 178$. (was geteekend) A. J. v. dussèn. J. W. v. MussCHENBRÓEK" Thom. Adr. Boddens. (Onder Jlond) De Ondergeteekenden conformeeren zich met het laatfte gedeelte van deze Aanteekeningen. (was geteekend) T. A. Zaal. C. v. Ewyck. R. H. Nahuys. Zeide de Heer van Senden zyn Ed. contra=aanteekenmg des noodig oirdeelende, daar tegen te telerveeren. ?3l?' Misfive van de Regeering der Stad Wyk by Duurftede aan den Heere Prinfe Erf. Stadhouder, betrekkelyk de Publicatie van den laden dezer (*), en kennisgeeving dat zy als een ftennnende Stad zynde, op geene wyze kunnen verplicht worden, om Militie te ontvangen fcfc. in dato den 24 April 178(5. Doorluchtige Vorst! . Wy hebben ons in de onvermydelyke verplichting gevonden, om den 2often dezer maand April, i aan de Gedeputeerden van de Staaten toe te zeni den eene Misfive, waar van wy de eer hebben eene : exacte Copie hier nevens te voegen 5 welke Misfive 1 gediend heeft tot refcriptie op die van dezelve IHeeren Gedeputeerden, aan ons, den ióden dezer !maand, ten geleide van eene daar by ingefloten Publicatie, doen toekomen (t)< En alzoo wy redenen hebben, vast te ftellen, (*) Zie hier voor bl rio. (f) Bladz. 134. ^ L %  io"4 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot dat de twee voorftemmende Leden, met weinige* Regenten van de Stad Utrecht, niet zullen aflaaten,, om hunce onwettige bedreigingen en het onverzet-. telyk voorneemen, ter onzer overheerfching, te.1, gens deze Stad en derzeiver Burgeren en Inwoonde» ' ren, zoo veel mooglyk ter daadelyke uitvoeringen te brengen, en zy daar toe misfchien 't zy op deno naam van de Staaten, of door Gedeputeerde Staa-. ten dezer Provincie, zullen onderftaan den fterkem Arm te willen employeeren, en tot dat einde op 3 Uwe Doorluchtige Hoogheid als Stadhouder dezer r Provincie, te requireeren Patenten voor Militie naar r deze Stad te destineeren: hebben wy ons verplicht t gevonden, Uwe Doorluchtige Hoogheid by dezen 1 deswegens te prsevenieeren , in vertrouwen, dat 1 Uwe Doorluchtige Hoogheid wel zult gelieven te: confidereeren , dat onze Stad een Stemhebbend Lid i van Staat dezer Provincie, en alzoo een (temmende : Stad en integreerend Lid van Staat zynde, wy ' vol.?ens gronden, zoo van de Unie als van de Con- . ftitutie dezer Provincie, op geene wyze konnen 1 verplicht worden , om Militie binnen deze Stad I of op het Territoir derzeive, te ontvangen, als ; met onze byzondere voorkennisfe en expresfe be- • williging. En daar mitsdien de voorftemmende Leden en weinige Regenten van de Stad Utrecht, welke de voorfz. Publicatie, op naam van de Staaten van den Lande van Utrecht, geëxpedieerd hebben, noch gerechtigd noch bevoegd kunnen zyn, om van Uwe Doorluchtige Hoogheid, als Stadhouder dezer Provincie, tegens ons te obtineeren eenig Patent tot aanmarsch van Militie naar onze Stad; het zy men oirdeelde daar toe ook te willen employeeren Militie, ter repartitie dezer Provincie ftaande, waar van wy en onze Burgeren mede de betaah-Heeren zyn, of wel Militie van onze Bondgenooten; hebben wy Uwe Doorluchtige Hoogheid, by dezen alleen, lyk geoirdeeld te provoceeren, dat U Doorluchtige Hoogheid als Stadhouder dezer Provincie, aan ons als  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. it>s ! [als een mede integreerend Lid varj Staat, en ftem. Jihebbende Stad dezer Provincie, zult doen ervaa1 iren dat recht, het welk ons en onze Burgeren in die I jqualiteit toekomt, en mitsdien, dat UweDoorluch15 ptige Hoogheid als Stadhouder dezer Provincie, geen :a:[Patenten voor Militie, het zy ter repartitie dezer (fProvincie of van de Bondgenooten ftaande, na deze j (Stad zult verleenen, buiten onze fpeciaale toeftemminv [ge en expresfe bewilliging: daar wy in een onver: ahoopt contrarie geval aan Uwe Doorluchtige HoogMjheid moeten declareeren , dat wy alle aanmarsch ] en aannadering van Militie naar deze Stad en het ü; betreeden door dezelve van het Territoir en Vryrj heid van dien, buiten onze voorkennis en expresfe ■;(bewilliging, zonder onderfcheid, waar die Militie ;itgerepartitieerd is, zullen houden voor een attentaat :<)van geweld, het welk wy dan ook door alle moog;. \fyke geweldige middelen zullen af heeren. J En nadien Uwe Doorluchtige Hoogheid als Stadmhouder dezer Provincie, niet min aan ons als aan de I mndere Staats-Leden verbonden zyt, om ons te beH|waaren by die Rechten, welke ons toekomen, en üwaar toe dan wel uitdrukkelyk behoord het niet ex- II medieeren van Patenten en aanvoeren van Militie itegen ons, buiten onze fpeciaale voorkennis en by- • fczondere bewilliging: verfeeren wy dan ook in dat \ \mker vertrouwen, dat U Doorluchtige Hoogheid wel ! jizult gelieven te prasvenieeren, dat Hoogstdezelve I jtdoor het verleenen van Patent of Patenten, als Stadj houder dezer Provincie, geen oirzaak zal geeven, .j i dat wy zulk eene handelwyze ingevolge van het isRecht, dat aan ons, als een integreerend Lid en '.ilftemhebbende Stad van Staat, toekomt, zouden j cjimoeten rescontreeren met zoodaanige onaangenaame i \en nadrukkelyke middelen, als men gewoon is, alleen* iïlyk in gevallen van openbaar geweld, tegen zyne , 'ÏVyanden te appliceeren; en dat dus Uwe Doorluchtige Hoogheid, als Stadhouder dezer Provincie, , ütegen ons zult gelieven voor te komen en vermy. ijiden, dat gene het welk tot een grond van een uit L 3 16  166 Verzameling van Stukken letrskkelyk m te barften Burger-Oorlog notoir zoude kunnen ver ftrekkeo. Waar mede wy, in dat vertrouwen, Uwe Door-> luchtige Hoogheid beveelen in de beicheiming desJ Allerhooglten : en zyn enz. Wyk by Duurftede, den 24 April i785. N°. 2317. Denuntiatie uit naam van de Regeering der r Stad Wyk by Duurftede aan de afgezette Raaden \ ter hand gefteid. In dato den 24 April 1786. De Raad dezer Stad, geïnformeerd wordende., dat de Heeren Verhel, Fryrenius, Bruin, van1 i Mierlo, van Bern en de Ruiter, zouden beko.. men hebben een Inthimatie , om voor. den Hove 1 dezer Provincie geadduceerd en gehoord te wor- • den; zekerlyk ingevolge de breedere'last en authonfatie aan Heeren Gedeputeerden , ter Iasster Staatsvergadering verleend; heeft de Raad deser ■ Stad goedgevonden en gerefolveerd , aan voor-1 roemde Heeren, als Burgers en Ingezeteren dezer Stad, te renoveeren den inhoude der Publicatie, op den 22ften February dezes jaars gearrefteerd, en den 2den Maart daar aan volgende gepubliceerd met last aan den Deurwaarder dezelve Publicatie aan voornoemde Heeren als de f rieuste intentie van den Raad, ook ten hunnen opri-hte, bevartendé, /toofd voor hoofd te iciinuecren: met verdere aanzegging, dat de Raad verhoopt, dat: die Heeren a's Burgers en Ingezetenen dezer Stad, hen na dea inhoud van die Publicatie exaftelyk zullen gedraagen, en den Raad buiten de onaangenaame oraftan» digheid houden, om by non obfervantie van de ordres en beveelen, by de voorfz. Publicatie ver- 1 vat, tegens dezelve Heeren zoodaanig te procedee- 1 ren, ais ingevolge van den teneur derzelve bevouden zal worden te behooren; zoo nogthands, dat de Kaad hier mede aan genoemde Heeren niet heeft wij- I  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. I67 f willen beneemen hun recours, zoo zy het zelve i mogten oirdeelen te amplecteeren, tot zoodaanige | middelen van bezwaaren, als zy mogten goedvin[ den, wegens het gebeurde van den 2iften Maart |j jongstleeden , tegen de Burgery op eene wettige |i en competente v/yze in te ftellen, conform de Rechi ten en Voorrechten, aan deze Stad competeerende, : en waar van den Raad, tot vermyding van onaan[ genaamheden, geoirdeeld heeft, aan voornoemde i Heeren de voorgemelde gerenoveerde Infiuuatie en i deze Denuntiatié te doen. ! N°. 2318. Publicatie van Burgemeesteren en Regeer, ders der Stad Wyk by Duurftede, waar by het houden van wetklykfche Bedeftonden word bepaald. In dato den 24 April 1786. Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by ' Duurftede, in overweeging genomen hebbende de i,byzondere omttandigheden, waar in deze Stad, met (derzeiver Burgeren en Inwoonderen zich bevind; 1 terwyl aan de eene zyde, door de gunftige medeI werking van de Goddelyke Voorzienigheid, . het I beltuur, omtrent de Huishoudeiyke Regeeringsbe. [ ftelling dezer Stad, overeenkomftig de Conltuutie 1 dezer Provincie, en de Rechten en Voorrechten van deze Stad, wel op eene behoorlyke wyze, by i een wettig Reglement is gearrefteerd en vastgeilteld, zoo dat alle braave Burgeren, en derzeiver n wettige Reprefentanten , zich omtrent de obfer, vande en nakoming van dat Reglement, en de hand. 1 haaving en befcherming van het zelve, by folemi neelen ééde, plechtig verbonden hebben ; maar 1 dat aan de andere zyde, de twee voorftemmende . Leden dezer Provincie, met eenige weinige Regenten der Stad Utrecht, zich niet ontzien allerley middelen in het werk te (tellen, om was het moog, lyk, deze Stad en derzeiver Burgery, van dat L 4 on-  ïö$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot onfchatbaar Voorrecht weder te verfteeken: tea i dien einde zoodaanige befluiten neemende, als waar sn njet alleen de verregaandfte en beledigendfte be- . dreigingen tegen de getrouwe Burgery en deszelfs i wettige Reprefentanten gevonden worden, maar in i welken tevens een vast en onverzettelyk oogmerk ; doorltraald, om dezelven,op de geweldaadigfte wv- ■ se. tegen deze Stad en Burgery te doen uitoef/e- . nen: — hebben goedgevonden en verftaan te re- . folveeren, zoo en als gerefolveerd word by dezen,, dat by provifie, op eiken Dingsdag, des avonds van zeven tot agt uuren, beginnende Dingsdag den i svften dezer, door de Predikanten dezer Stadf den Goedertierenen God in de Kerk niet alleen opentJyk, plechtig zal worden gedankt voor deszelfs wVze en aanbiddelyfce befchikkingen, terwyl de donjcerfte en veruitzienfte omftandigheden in ons Vaderland, met flegts van achteren gebleeken zyn, ver. itrekt te hebben tot wezenlyk welzyn van het zei- ÏÜ "f™660? maar vooral iD het byzonder hebben medegewerkt, om in weerwil der menievuldige zonden en overtreedingen, deze Stad uit des. zelfs diepe vernederrog en Haat van afhangelykheid, ten opzichte van het Huishoudelyk Regeeringsbe^ Hier, te verheffen tot die Hoogheid eh Vryheid, zeer teZeWe wet"g en allezins Confti. tutioneel is, echter niet kan verkreegen worden zonderde hulp en byftand van een Almachtig God" ^ maar tevens ook den God onzer Vaderln eerbiedig en vuung zal worden gefmeekt, dat alle frZ^?fhe,'en',door ^ Vaderlyke zo . ge gunftig afgeweerd, en alzoo de oogmerken en onderneemingen tegen dezer Stads Rechten en Voorrechten verydeld, en daar toe de goede Raadflaget. van de Magiftraat en het Collegif van Geeommitteerdens uit de Burgery, en alle billvtp poogingen derzelven en der gg0e5ê Burgery, me? volgd worden; ten einde een ieder, ain ééd en jaliefct getjquw, en deze Stad ea Burgery tat in hes  de Geteurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. i6> ihet laate Nageflacht, by deszelfs Rechten en 1 Voorrechten moge bewaard blyven, en alzoo de rust, vrede en eensgezindheid binnen deze Stad, :en tusfchen dezelve en alle deszelfs onwettige vervolgers , weldra mogen herfteld en bevestigd worden. En ten einde deze ftatige GodsdienstoefFening ivan meerder krachts te doen zyn, en op dat dezelve op geenerlei wyze zouden worden verhinderd :of geftoord, worden de braave Burgeren en Inwoonderen dezer Stad ernftig vermaand tót het yverig bywoonen van deze heilzaame verrichtingen; en voorts bevolen, dat geduurende dezelve, Ide Poorten dezer Stad zullen gefloten blyven, en iniemand worden toegelaaten, zich binnen of buiten idezelve te begeeven. — Verbiedende wyders Burigemeesteren en Regeerders dezer Stad aan alle en ieen iegelyk, mede geduurende dien tyd, het verrichten van eenige neering en handteering, op poe. ine van eene boete van drie Guldens, by de Contraiventeurs dezer te verbeuren. En op dat niemand hier van eenige ignorantie pretendeere, zal deze worden gepubliceerd en gelaffigeerd na behooren. Aldus gearrefteerd in de Magiftraat van Wyk by (Duurftede voornoemd, op den 24. April 1786, en (more filito) gepubliceerd en geaffigeerd ten zeiven Idage. (Onder Jlond) In kennisfe van my, (was get.) L. van Schaik. :No. 2519, Addres van Compel geprefenteerd by de Officieren en Sergeanten van de agt Burger-Compagnien op den 1 May 1786, aan den Raad der Stad Utrecht, om te hebben dispofitie op hun Addres den 18 April 1786 ingeleverd. Daar het voorgevallene ter Vergadering van Hun L 5 JEd,  ï?q Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ed. Mogenden van den sollen Maart dezes jaar*,,-, op eene Propofitie van de voorftemmende Leden, betreiïende de gemaakte ■ verandering in de Magi- . ftraat der Stad..Wyk, door het conclodeeren, tot het decerneeren van een Commisfie van negen Heeren, waar onder de beide Heeren Burgemeesters dezer : Stad. daar .de ftemmen aan Stads tafel ftaakten, en, h;et zelve door de ftem van den Heer Burgemeester. va i? Bronckhorst ter conclufie wierd gebracht,', Iv-pnde zulks, geconfidereerd de rechten der vrye i Magiftraatsbeftellinge, Stad en Steden competee. , r(ende, van geen ander gevolg zyn, dan, dat daar tegen voorzieninge verzogc wierd, en wel ten fine ajs by der Ondergeteekenden Addres, den iSden April jongstleeden aan U Ed. Groot Achtb. ingele. ^erd, en ten-eftecie van een onzydig Rapport nader is. geadftrueerd geworden, by Addres in de extraordinaris, Vergadering van den 22ften derzeiver maand April, alles ten einde om heden den eerften May eene onzydige dispofitie temogen hebben op het Addres, den iOden April aan ü Ed. Gr. Achtb. geprefenteerd. De Ondergeteekenden zullen alhier niet mtreeden de onaangenaame fituatie, waar in de Burgery zich door U Ed. Groot Achtb. dispofitie yap den 2aften April vermeend bevonden te hebben , als zy tot haar leedwezen zich verplicht vonden het zelve, door een ander Addres en Declaratoir, onder Protest aan U Ed. Gr. Achtb. heden agt dagen voor te draagen; alle welke by voorfz. fuccesfive Addresfen geavanceerde en geadftrueerde middelen by dezen worden geïnhaleerd: en daar het | qp overmorgen wederom Staaten- Vergadering is, neemeii de Ondergêfchreevenen de vryheid, om aan U Ed. Gr.Achtb. te infteeren, dat heden worde gedis- i poneerd op het verzoek, by Addres aan U Ed. Gr.' Achtb. den ifiden April door de Ondergêfchreevenen ingeleverd, en dat U Ed. Gr. Achtb. het zy 'er dispofitie over het voorfz, Addres mogte vallen, dan wel niet, op heden, en dat wel eens voor al, Heecea Geeommitteerdens ter befchryving van Staat  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, l^% zullen gelasten , om op eenige voorftellingen , det Stad en Steden Magiftraatbeitellingen concerneerende . ook voor zoo veel dezelve met de Burgeryen bereids geapplaneerd, gereguleerd en geintroducèerd zyn, of over die poincten, wtlke als nog.gereguleerd en geintroduceerd behooren te worden} en tot de poinóten van de bezwaaren relatief zyn, niet te delibereeren, veel min ter Vergadering yan Staat conclufie uit te brengen; maar dat Heeren Gecommitteerden voornoemd gehouden en verplicht Zullen zyn, alle het gene dies betreft, zoo we! ais alle de nog onafgedane poinóten van Bezwaaren* over te neemen , en ter deliberatie van UEd. Groot Achtb. te brengen, om met de Burgery gehandeld en gereguleerd te wosden; en dat van de hierop by U Rd. Groot Achtb. te neemen Refolutie, by het fcheideo der Vergadering, aan de. Ondergefchreevenen in gefchrifte communicatie mag werden gedaan. "V rr 't Welk doende En was onderteekeEd door de volgende Heere» Officieren, als: G. C. Egelinz. J. de Jonckheer-e. F. Saxe. - A» Abeleven. G. A. Visfcher, en perora.- r van €. G. Visfcher. IV. Post. .J. Altheer. J. L. Tes.tas. O. D. Cordon, tn per order J. H. de Ridder van Jlmkerk. G. Pett. J. van Lidt deff eude Junior. P. Bosch Bois. P.'de Koning. J.de Waal J. F. de Joncklmre. D. J. Mom. B.J. de Ridder. N- H. Strick v&i Linfchoten. M. yan Heyningen, P. Marret. 'W. A. Haanebrink.. W. G. J. van Batrle. A..Zwartendyk. J. van, der Weert, A. Booy. P. 'X Hoen. G. Bentinï. H. J. van Loenen. G. van Bos^elt. G. C. Brouwer. W.vanSoesbeek. M.T.Banens. W. Koopman Junior. J. Vos vdn Zy/// M. Mulrooy. R. van Hamersveli. (NB. De Heer Luitenant J. O. yan Beek hadde*, wegens abfentie, dit Addres niet kannen onderteefeenen.) Np.  ï7a Vtrzamtling van Stukken betrekkelyk tot K°. 2320. Gelyk Addres, door de Gecommitteerden uit de agt Burger-Compagnien, ten zeiven dage aan den Raad der Stad Utrecht ingeleverd. En door de navolgende Sergeanten geteekend: ais van de Compagnie T u R k y e n. J.Bos, A. Wayjon, B. Noordaanus, A.Stübbe, J. Vermeulen, J. L. Hof, H. van Til, J. G. Strouws, N. van Oostveen, W. van Vreeswyk, G. S. van Schraagen, J.H. Hardewyk, J. Nieuw-Cafieel. Papevaandel. S. van Dulmerhorst. J. van Aken. A. de Jangh, G. Agterbos, C. Broederiet, voor zich en voor C. Koppendrayer, J. van der Mast, H. van Dullem. 't F o R t u i n. D. Koene, J. L. Velthooven, J, Hof, A. Sikkel, A, J. Woudenbergh, D. H. Wishof, A. van Kouwe. Bloedkdyl. P. Blanfche, voor zich en voor D, Giefhuifen, % Proper, voor zich en voor E. B.Delfgou, J. Klob. Me, J. de Groot, H. W. Oortman, A. van den Berg, voor zich en voor J. Quindt, W. Lebbink, H. A. Bos, A. van Bronswyk. Zwarte Knechten. J. Krylkamp, voor zich en voor H. Halswiek, % W. Lankheit, voor zich en voor A. Vuistink, J. Kemper, D. Prys, R. Moolenaar, voor zich en voor W. van Anraad, A. Boogaart, voor zich en voor van Dort, A. Veenbrink. Oranje-Stam. J. C.vanSchalkwyk, H. Visfer, A. van der Schaft, voor zich en voor C. van Lottum, W. Kuiper, H. r<*n der Gulden, D. Kimme, voor zich en voor P. van  de Gebeurtenis/en in 1787 tnx» voorgevallen. 173 van Maanen At., F. Weusman, voor zich en voor 3*. Gomdée, Mvan Veer Jen, A. van Asperen. Pekstokken. G. J. van Doorneburg. voor zich en voor H. Ter-* wogt, G. Tylkens, A. A. van Schalkwyk, voor zich en voor J. de Vis/er, P. Gardner, voor zich en voor IV. van der Toom, F. A. Verkerk, W. Mulders, D. van Schuppe, voor zich en voor G. J. van Spall, A. Vonders. Handvoetboog. D. van den Bos, voor zich en voor T. vander Kuyl, E. Vierhouten, J. van Dommelen, J. C.Herber, G. Westhui jen, T. Mynders, D. van Schuppe, voor zich en voor D. van der Gulden. N». 2321. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht van den 1 September 1786, ten einde de Burgemeesteren en Gecommitteerden ter befchryving van Staat de zaaken de Magiftraatsbeftelling van Stai en Steden dezer Provincie betreffende, en welke ter Vergadering van de Heeren Staaten mogten voorkomen, over te neemen om ter deliberatie van de Vroedfchap voor te brengen. De Vroedfchap, zonder in te treeden veel min te advoueeren , de middelen by de Addresfen, Dingsdag na Paasfchen en heden geprefenteerd, by Gecommitteerden uit de agt Burger Compagnien, als mede by de Officieren en Sergeanten derzeiver Compagnien. Verzoekt en authorifeerd de Heeren Burgemees. teren en Gecommitteerden ter befchryvinge, om de zaaken, de Magiftraatsbeltellinge der Stad en Steden dezer Provincie betreffende, en welke ter Vergaderinge der Heeren Staaten mogten voorko° 0 men»  "1.74 - Verzameling van Stukken bettèkkélyk tot -men, over te neemen, ten einde dezelven ter r?pJ liberatie van de Vroedfchap voor te brengen. ■Accordeerd, in kennisfe van 7/237, (was get.) j. W. cs Rcsvbr. 'Np. 2322. Refolutie van de Vroedfchap- der Stad Uu recht, van den 1 May 1786, waar by alle Amb*) tenaaren en bedienden verflaan worden de Burger.wachten en maandelykfche Exercitiën waar te neemem .opde boeten by het 37 Artikd van de Ordontantie\ op de Schuttery bepaald. \ Pu Vroedfchap gehoord en zich geconformeerde hebbende met het Rapport van de Heeren Eyk em negen zyn Ed. in rang volgende Raaden, heeft bVs alteratie van her. laatfte gedeelte van het Q7fte Art der Ordonnantie op dezer Stads Schuttery, van den: .24 Juny 1783, goedgevonden en verftaan, datgeeDe Bedienden of Ambtenaaren, welke verplicht zvnt de Burgerwachten en maandelykfcheExercitiën waan te neemen, voortaan zullen geëxcufeerd zvn van: de betaalinge der boete wegens abfentie in voorfz.. .37fte Artikel bepaald, fchoon zy wegens hunm»> Êedieningeof Ambt elders geroepen wferden; ne!: maar dat zy even als andere Schutters, de boete der> abfentie zullen verplicht zyn te voldoen. Accordeerd met voorfz. Refolutie. 1 In kennüfe van my , C»« ««*0 N. T. van Vooest. ,| No»  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. $75 N*. 2323. Bericht van het op den I May ijZóter Vergadering van de Vroedfchap der Stad Utrecht uitgebracht, declinatoir Rapport van Burgemeesteren en Oud- Burgemeesteren op de voorftaande Addresfen van Officieren en Gecommitteerden uit de Burgery den 18 April 1786 geprefenteerd, en de daar óp dien conform genoomen Refolutie van den Raad; zynde de Heeren Oud-Burgemeesteren Berger en van den Bogaard, voor dit Rapport niet ge. weest. Heden is door Burgemeesteren en Oud-Burge» meesteren uitgebracht een Rapport op het Addres, idoor de Heeren Officieren van de Burgery, en de ; Gecommitteerden uit de agt Burger Compagnien, 1 op den i8den April jongstleeden geprefenteerd: 1 welk Rapport in allen deelen declinatoir zynde, i door de meerderheid der Leden van den Raad in i een Vroedfchaps Refolutie is geconverteerd. Met dit Rapport heeft zich wegens indispofitie de Heer Oud-Burgemeester Berger niet geconformeerd gehad , gelyk mede niet de Heer Oud-Burgemeester 1 van den Bogaard, die zyn disfentieerend gevoelen tegen het uitgebracht Rapport van de andere Heeren aan den Raad ter infertie heeft voorge1 draagen; waar by zich verfcheide Raaden gevoegd 1 hebben. No.  176 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 2324. Contra-aanteekening van de Heeren Eyk, , van Senden , de Ridder , Smissaert , van i Haeften, JBorman en van Dam, den 8 May 1 1786 overgegeeven, en in de Notulen van den Raad ! der Stad Utrecht geinfe'eerd teee*s de aanteekening van de Heeren van der Dossen cum fuis, den 1 ziften April laatstleeden in de voorfz. Notulen ge* daan injereeren. Èdèle Groot Achtbaare Heeren! Het was met geene geringe furprife dat wy in deze Vergadering hoorden voorleezen en vervolgens in Vroedfchaps Refolutien van den 24ften April jongstleeden geinfereerd vonden , eene aanteelcening tegen de extenfie der Notulen van den 2often Maart te vooren , onderteekend door de Heeren van der Dossen, van Mosschenbroek en Boddens , en voor zoo veel het laatfte gedeelte aangaat, insgelyks door de Heeren Zaal, vanEwyck en Nahdis; hoe zeer wy nu of immers de meesten onzer, reeds ampel onze gedachten over den toedracht van zaaken, en het genotuleerde van den soften Maart dezes jaars hebben geuit en in fcriptis overgegeeven, en hoe zeer wy vertrouwen, dat de alhier vermelde aanteekening, zoo wel aldaar als ook in Vroedfchaps Notulen zelve, over het geheel eene volkomen refutatie vind, waar door wy gevolglyk dit gantfche ftuk zeer veilig met ftilzwygen zouden kunnen voorbygaan, is het ons nog. thands voorgekomen, dat wy fommige gehazardeerde uitdrukkingen door voornoemde Heeren gebeezigd, niet ongemerkt mogen laaten pasfeeren; en het is eeniglyk met dit inzicht, en geenszins met eenig oogmerk om in dezen in eene wydloopigeen lastige discusfïe te treeden, dat wy onze Contraaanteekeningen hebben gereferveerd, ten einde nimmer zouden kunnen worden opgemaakt, dat wy zoodaanige gezegden of politien, welke wy te vooren niet  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 177 Biet opzettelyk hadden behandeld, ltilzwygendc igeavouëerd hadden. Wy verkiezen dan ook niet op nieuw, by wyze van hiftoria fafti op te geeven, op hoedaanigewyze (volgens onze gedachten) de Commisfie tot de beéédiging der Burgery op gezegde 2often Maart is benoemd geworden; die benoeming is legitima modo gefchied, en het daadelyk bezweeren van het hieuw Stedelyk Regeerings-Reglement van den kant der Burgery direct daar op ge volgt, waar toe die Commisfie met eene wettige fchriftelyke Vroedfchaps Refolutie is gemunieerd geweest; dit een en ander confteert volleedig uit Vroedfchaps gearresteerde Notulen, gelyk wy ook meenen het zelve by onze aanteekening van den ioden April ten klaarden te hebben aangetoond , en tevens geremarqueerd, dat het denkbeeld van het decerneeren van sene diergelyke Commisfie , zonder dat daar toe slvoorens eene conclufie was gevallen, op de ongehoordfte ongerymdheid zoude moeten uitloopen» wy confidereeren dit ftuk dan eens vooral als een afgedaane zaak, welke door niemant met grond kan worden wederfprooken, en moeten alhier alleenlyk de Heeren van der Dossen cum fuis doen remarqueeren, dat wy voor zoo ver wy voor het decerneeren dier Commisfie hebben geftemd , nooit in het begrip zyn getallen, of hebben gelieven te vallen, (gelyk hun Edelen gelieven te zeggen) datdie Leden van den Raad, welke declareerden de beëeiiging der Burgery te zullen aanzien zonder reproche , verftaan moesten worden daar in effective te hebben toegeftemd; terwyl wy dien aangaande in die denkbeeld zyn geweest, en als nog daar in verfeefen, dat die Heeren welke het decerneeren dier Commisfie op voorzegde wyze aanzagen, toen ter tyd gereekend zyn, zich daar tegen niet te verzeten, en dat dezelve dienvolgens eenigszins kunnen worden gezegt te hebben gecoöpereerd, daar toe dat de Heer Burgemeester van Bronckhorst na iterative omvraagen, en na eene herhaalde overweel XXX. Deel. M ging  r78 Verzameling van S-.ukken betrekkelyk tot ging van de onderfcheiden vota, zoo als die doorit de Heeren Secretarisfen aangeteekend en opgegee-: ven waren , met overleg van eenige en met ftilzwy-'l gende toeftemming van.andere Raaden, ten laastenq heeft begreepen eene meerderheid te kunnen opmaa-il ken, om ter voldoeninge aan dat gemanifesteerda verlangen, waar op de Burgery by aanhoudenheidd bleef infteeren, en waar van dezelve zich niet ligt;» Zoude hebben laaten detourneeren, daar mede tea concludeeren tot de benoeming der meergedachtea Commisfie; waar uit notoir en als van zelve volgt,] dat het nomineeren van drie Gecommitteerden uit den Raad ten fine als vooren, wel deegelyk uit ee-: ne voorafgaande formeele Vroedfchaps Refolutie,; even gelyk alle anderen by meerderheid genoomen, \ geproflueerd is; wy willen liefst ons niet verderi aangaande het gepofeerde der meergemelde onzet Mede-Raaden op dit ft uk uitlaaten, maar referee-. ren ons wyders ook dieswegens tot ons dikwyls ge-.' noemd Advys van den loden April, en laaten voorts! aan de overdenking van den Heer Burgemeester! van Bronckhorst over, of deszelfs verrichte int dezen wel kan worden gezegt by het eerfte gedeelte van de aanteekening der genoemde Heeren, in-: derzeiver verband befchouwd, in een gunftig lichti te worden voorgedraagen. Wat nu betreft de Refolutie welke op den avond] van den 2often Maart aan de Commisfie ter hand ge-, fteld, endoor den Heer Secretaris Falck aan de; Burgery voorgeleezen is, hier op fchynt men hetl inzonderheid te hebben gelaaden; wy bezeilen zeen klaar dat men dat Jluk gaarne voor informeel en van on.. vaarde wilde hebben aangezien; dan welke poogingen,] men daar toe ook aanwend, dit zal nimmer geluk-, ken, wy zyn daarop volkomen gerust, en fchooni wy ons zeer licht konden dispenfeeren van eenig; verder detail in dezen, aangezien ook dit gedeelte: der aanteekening van de Heeren van der Dussen! cum fociis reeds voorheen meerendeels door de Ou- ■ dergeteekenden gerescontreerd is, kunnen wy nog-'. thands  de Geheunenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 179 hands nfct afzyn, uit achting voor den Heer Secrearis de RueveR, wiens goede trouw anders welicht by min kundigen zoude kunnen worden geüfpeóteerd, alhier nogmaals te declareeren, dat» a! de Vergaderinge van de Vroedfchap, kort na lat de drie der Ondergeteekenden tot het beëedilen der Burgery genomineerd waren , door den leer Burgemeester van Bronckhorst gedimitteerd s geworden, doch niet, dan na dat alvoorens de ileeren Eyk, Daunis en Abbema, door denzelven leer Burgemeester waren verzogt en gecommitteerd, om die laatfte Refolutie van den Raad aan ie wachtende Officieren en Gecommitteerden van ie Burgery te communiceeren; geduurende den tyd iu dat die drie Heeren zich daar toe naar de Geechtskamer hadden begeeven, en voor dat dezelrein de Raadkamer waren terug gekomen, heeft ie Heer Secretaris de Ruever de bovengenoemde iefolutie, overeenkomftig met de dispoficie van de /roedfchap gecoucheerd, aan de prefente enattene Leden voorgeleezen, en dezelve vervolgens beloorlyk onderteekend , aan den Heer Secretaris ?"alck overhandigd, en om op dit poinct alles af- te ioen , kunnen wy met volkomen bewustheid verzekeren, dat de Gecommitteerden uit'de Burgery , uit naam van hunne Principaalen, in deze laatfte befoigne met voornoemde drie Heeren verklaard hebaende, het declaratoir van den Heer Daunis mede ;e approbeeren, de Heer de Ruever nog voor het fcheiden van den Raad ook den naam van laatstgenelden Heer tusfchen de regelen van de toen reeds, ijefchreeven Refolutie heeft ingevoegd, (gelyk dan deze byzonderheid aan de Heeren Burgemeesteren van Bronckhorst en Raad Daunis niet onbekend Jcan zyn), ten bewyze dat de Vroedfchap niet zoo direct is gefcheiden, na dat de Commisfie tot het in den ééd neemen van de Burgery was benoemd geworden; of nu de zes Heeren, welke dezelve Refolutie contradiceeren, zich inmiddels hadden geabfentcerd , of met eenige andere overdenkinM 2 gen  i8o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gen en gefprekken geoccupeerd zyn geweest, en tl dat Hun Ed. daar door de refumptie dier Refolutieij geëchapeerd is, kunnen wy niet decideeren; maarij dit kan in allen gevallen niets derogeeren van der-rl zeiver wettigheid; wy kunnen getuigen, dat dei zaak in questie zich waarlykin diervoegen heeft toe*;] gedraagen, als hier voor is aangewezen, en zynder«r halven ook voor ons zelve volkomen overreed, data door den Heer Secretaris de Ruever toen ter tyda niets anders is verricht, dan het gene zyn Ed. vol-1 gens ééd en plicht konde en behoorde te doenj het is waar de meergezegde dispofitie van den Raadi is in de Notulen geinfereerd tusfchen de eerste eni tweede refumptie, maar welk bezwaar tegen derzeU ver legaliteit kan daar uit worden afgeleid? de twee^ de refumptie is eigenlyk die gene geweest, by dei welke de extenlle dier Notulen is goedgekeurd ; de eerste moet derhalven worden geconfidereerd als! of die nimmer plaats had gehad; toen de Vroed«i fchap op den 2ofien Maart had beflooten te defe-; reeren aan de begeerte van de Burgery, wierd tei recht alle mooglyke fpoed gemaakt, om de verga-a derde menigre, wtlke den gantfehen dag aan eenei onafgc brooken koude en fneeuw was geèxponeerda geweest, hoe eerder zoo beter te doen fcheiden;} dit benam den Heer Secretaris den tyd en gelegen* heid om dien avond een affchrift te maaken van diel geconcipieerde Refolutie; de Commisfie vervoUl; gens volbracht zynde, was niets natuurlyker, dantj; datde Heer de Ridder, als de oudfte in rang, zichra terftond meester maakte van een ftuk, bet welkon-| getw5field voor de drie Gecommitteerden, zoo welf als voor de Burgery. van de uiterfte importantie! was; de Heer de Ruever, dit origineel papier misfende, had al het gebeurde op den 2often Maartzoo: nauwkeurig genotuleerd als zyne aanteekeningenen: geheugen hem toelieten; dan in dat genotuleerde! voor de eerste refumptie, door den Heer Burgemees»' ter van Bronckhorst eene'zeer aanmerkelyke alteratie zynde geordonneerd, begreep de meerderheid dat l de|  ie Gibeurtenisfsn in 1787 enz. voor gevallen. 181 !e Notulen hier en daar behoorden gedresfeerd en q de volgende byeenkomst van den Raad anderpaal gerefumeerd te worden, gelyk ook toenmaals nerd goedgevonden, dat de meermaal gementioeer.de en onder den Heer de Ridder berustende iefolutie copielyk in Vroedfchaps Notulen zoude yorden geinfereerd; en deze zyn de eenvoudige edenen , om welke die infertie niet anders dan oor de tweede refumptie heeft kunnen gefchieen. 1 Gelieven nu de Heeren van der Dussen en ver» ere Onderteekenaars der meer aangehaalde aantee;ening ten laatften t.ereflefteeren , dat (zoo als Hun ïd. hebben hooren zeggen) in de voorgemelde dis>ofitie of Refolutie, zoo als de Heer Raad de Ridjer dezelve in handen heeft, remisfen zouden wor:en gevonden, van eene andere hand, en trachten Jun Ed. al mede uit dien hoofde te concludeeren ot de informaliteit van het zelve ftuk, ook deze »edenking zal, zoo wy meenen, van weinig geincht zyn ter bereiking van het bedoeld oogmerk; yy trachten de waarheid niet te verdonkeren en naaken hierom geene zwaarigheid te 'erkennen , lat in de gementioneerde origineele Refolutie on. Ier de naamen van die Leden van den Raad, welke ildaar worden gezegd zich bereid te hebben verklaard, om hunne ingeleverde Dedaratoiren met ;éde te bevestigen, door de hand van den Heer Se:retaris Falck mede geplaatst zyn de Heeren Berser en de Leeuw; fchoon nu de Leden der Comnisfledie inlaslching niet hadden begeerd, p! fchoon dezelve zonder hunne kennisfe gefchied is, zynwy nogthands ten vollen verzekerd, datde Heer Falck daar in ter goede trouw en met de beste intentie iieeft geverfeerd, en dat zyn Ed. van oirdeel zynde dat zyne qualiteit als Mede-Secretaris hem vryEieid gaf om aldaar eenige weinige woorden in te i/oegen, welke toch in het wezen der Refolutie zelve geene verandering veroirzaakten, vermeend heeft zulks te moeten doen, eensdeels, vermits de Heer M 3 BER'  182 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Berger reeds by het begin der Vergadering fcbril telyk had verklaard zyn ingegeeven Declaratoir deil gereqmreerd met ééde te willen fterken, en tenani deren, om dat zyn Ed. vernoomen hebbende, dal| de Burgery ook met het Declaratoir van den Heed de Leeitw genoegen had genoomen, in hét denk} °ee4 " gebakt, dat die Heer mede den gevorderd den ééd zoude hebben afgelegd, zonder naderhand bericht te ontvangen, dat zulks door zyn Ed. Ged ftrenge was gedeclineerd geworden; kunnen nndei ze remisfen, de eenige welke in het voorhandeel zynde ftuk te vinden zyn, op gezegde wyze aldaat ingelast, iets het minfte contr-ibueeren , om de weti\ tigheid der Refolutie zelve, welke voor het overige ge-t heel door de hand van den Heer Secretaris de RuRVEt fefchreeven en onderteekend is„ in twyffel te trekken\ lebben de drie Gecommitteerden of ook de toenï maals vergaderde Burgery eenige aanleiding gegee< ven tot de by voeging dier twee naamen? het eëtil ge dat gevolglyk daar uit zoude kunnen worden geélicieerd, is dit, dat de Heer Falck voornoemd J indien de tyd had toegelaaten om met zyne Medce ï»'crotansfen te confuleeren, waarfchvnlyk de twee ; gemelde naamen zoude hebbe achtefgelaaten, en datderhalven dezelve naamen geroijeerd of geree-; kend wordende aldaar niet te behooren, al hetove-s rige van die kracht en waarde moet worden gehou-t den, als of de gedachte by voeging nooit plaats bad gehad; al het welk des te veiliger kan gefcheWf den, aangezien de Heer Falck, door de Commisu fie nader onderricht zynde, by het voorleezen aaam de vergaderde Burgery, de naamen der Heeren Ber. ;l ger en de Leeuw geomitteerd heeft; wy befluitendan nogmaals uit ar het gezegde, dat de Refolutie ii' tot de beëediging der Burgery op den coften Maart 1! dezes jaars, wel en wettig en na voorafgaande for- • I meele conclufie getwomen is, en dat dien volgends < derzeiver wettigheid niet kan ontkend veel min tot 3 eene daadelyke vernietiging gerefolveerd worden,] zonder aan de drie Gecommitteerden in dezen, zoo h wel h  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. J83 vel als aan de goede Burgery, welke zich uit kracht ran dezelve heeft laaien in den ééd neemen, het Hoogst onrecht aan te doen. j Voor het overige kunnen wy niet verbergen, dat ie hier voor bedoelde aanteekening der Heeren van 3er Düssen en vyf andere Raaden, ons vry minder ;oude hebben bevreemd, indien wy onder dezelve »ok niet den Heer van Musschenbroek hadden geronden; zyn Ed. Geftr. zal zoo wy hoopen ons en goeden houden, dat wy in dit opzicht in het roorbygaan opmerken, dat wy zeer wel meenen te veeten, dat zyn Ed. in den avond van den 2often 4aart, eerst geweest is onder die Raaden welke debeëedi* Hng zouden aanzien zonder reproche; dat vervolgens i'orc daar op door den Heer de Leeuw eene fchrifelyke aanteekening zynde ingeleverd, om te beloogen, dat die Leden van de Vroedfchap, welker Jeclaratoiren de Burgery niet had goedgekeurd , nnbevoegd waren, om over het poinct der beëediging van de Burgery te voteeren, zyn Ed. Geftr. dch met die aanteekening geconformeerd en dezelve mede mderteekend heeft; dat zyn Ed. Geftr. by de tweede efumptie der Notulen van den 2o(ten Maart eene lanteekening hebbende gereferveerd tegen derzei» i/er extenfie, en zich by die gelegendhedd in den vollen Raad hebbende geëxpliceerd in deze bewoordingen , ik heb gezegt wel te mogen lyden dat die Com* nisfie gedecerneerd wierd. gelyk de vier eerste Onder, ^eteekenden , benevens een of meer andere Raaden cyn Ed. Geftr. zeerdeftinct hebben hooren zeggen, aaderhand by de inlevering der voorzeide gerefereerde aanteekening heeft kunnen goedvinden, het poornaamfte van het gepasfeerde op den 20ften Maart informeel te verklaaren: wy durven ons op dit ftuk gerust beroepen op de weetenfchap van eebige onzer Mede-Raaden, welke met ons van het oovenftaande kunnen getuigen, en geeven hierom lan zyn Ed. Geftr. in conlideratie, of deszelfs naam :e leezen onder eene zoodaanige aanteekening, niet eene merkelyke verwondering by ons moet hebM 4 ben  r84 Verzameling van Stukken betrekkelyk m ben verwekt, terwyl wy kunnen betuigen, deze aanmerking niet dan met weerzin te hebben gemoif veerd, en alleen om die reden, vermits de zaala] weike wy behandelen onzes oirdeels van zoo groocj te aangelegenheid is, dat wy niets en niemand mod gen ontzien, om dezelve zoo veel in ons is, in heia juist daglicht te doen voorkomen. De Ondergeteekenden verzoeken dat deze Cond tra-aanteekemng, insgelyks ten blyke van hunne Jentimenten, in Vroedfchaps Refolutien mag wom den geinfereerd. Utrecht, den 8 May 1786. (was geteekend) Ad. Hend. Eyk. v. Senden. J. P. db Rtdder. J. C. Smissaert. vari Haeften. (Ter zyde ftond) De Ondergeteekende verklaard zich te confor.' meeren met de voorenilaande aanteekening, voot zoo ver dezelve behelst een expofé der byzondere ornftandigheden van het gepasfeerde op den 2oftem Maart dezes jaars. O*" get.) p. c. Burman. . Verzogte de Heer van Dam, navolgende aantee^ kening te doen infereeren. Zeide de Heer van Dam, door zyn ftilzwygeni niet te willen gehouden worden , het gepofeerde: door den Heer van der Dussen cumfuis te hebben' geavoueerd, maar zich teconformeerenmetdeaan-teekemng van den Heer Eyk cumfuis, in zoo verre' dezelve inhoud een expolé van het gebeurde od »' den 2often Maart 1786. p Is goedgevonden dat dezelve in de Notulen van 1 beden zal worden geinfereerd. Dan referveerden de Heeren Oud-Burgemeester i van dbr Düssen Heere van Derthuijen en van Mus. . schen-•  de Gebeurtenis fan in 1787 tnz. voorgevallen. 185» 15chenbroek, de Heeren RaadeD Boddens, Zaal, wan Ewyck en Nahuys, daar tegen hunne fupra bontra-aanteekening. tyQ. 2325. Addres van de Geconftitueerdens der Burge. ry ie Amersfoort aan de Heeren Regeerders van die Stad, verzoekende dat Hun Ed. Achtb. ter afdoening van de puinEten Stads Regeering concerneerende, zullen gelieven te befoigneeren, en metconcurrentie v n de Burgery te refolveeren, en alzoo het dcmeftieke af te doen, voor dat een veranderd Regeerings-Reglement voor de Provincie zal wezen vastgefteld. In dato den 10 May 1786. Geeven met fchuldigen eerbied te kennen de Ondergeteekenden als Burgers dezer Stad, en nog als by Procuratie geconftitueerd door een notabel aantal Burgers en Inwoonders alhier; dat ingevolge de pproepinge vervat by Publicatie van den 20 April 1784, aan U Ed. Achtb. op den 24 May 1784» waren overgegeeven alle zoodaanige poindten tot redres der bezwaaren, nopende het beitel en beltier zoo van de Provinciaale en Stads Regeeringsbeftelling als anders, dat tot hier toe niet tegenftaande dezelve oproepinge, geene poinöen Stads Regeeringsbeltelling concerneerende , heeft plaats gevonden; dat intusfchen de Staatswyze voorgefli;gen Conferentie ter afdoening van de bezwaaren, lin zoo verre werden gépous'feerd, dat daar toe beteids van wegens deze Stad in de Commisfie is geconsenteerd, en om daarin te befoigneeren de Heer IKolff is benoemd; dat U Ed- Achtb. op den 4den lApril des voorleeden jaars hebben verklaard, voorineemens te zyn, eerstdaags, en alzoo voor dat een 'veranderd Regeerings-Reglement voor dezeProvin:cie zoude zyn vastgefteld, zoodaanig omtrent het Idomeftieke te refolveeren, als Ü Ed. Achtb. zou!den vermeenen te behooren ; dan dat aangaande die ■poin&en, vervat by het derde en vierde hoofddeel M 5 vaa  i?6 Verzameling ven Stukken betrekkelyk tot van de voorfchreeven overgeleeverde poiocten tori redres der bezwaaren, het domeftieke concernee-J rende , als mede zoodaanige poinöen als verdeel daar toe behooren, by U Ed. Achtb. tot hier toe niet is gerefolveerd, daar op den voortgang van del voorfchreeven Conferentie word geurgeerd ; wet.J halven de Ondergeteekenden zoo voor zich als naad mens een groot aantal hunner Mede-Burgeren, uïtil hoofde voorfchreeven , eerbiediglyk verzoeken 4 dat U Ed. Achtb. ter afdoening van de poinöen,] Stads Regeeringsbeftelling concerneerende, zullen] gelieven te befoigneeren, en met concurrentie vande burgery te refolveeren, en alzoo het domeftie.» ke af te doen , voor dat een veranderd Regeerings* Reglement voor deze Provincie zal wezen vastgee iteld. 't Welk doende &c. Was geteekend door alle de Geconftu tueerdens. h°. 2326. Advertentie van Geconftitueerdens en Ge-e committeerdens van de Burgery der Stad Utrecht i tegen zeker gefchrift, genaamd: de Ridderfchaps Refolutie van den 27 December 1785 en op.) gevolgde Misfive van den ioFebruary 1786, in haar waar daglicht voorgefteld. De Geconftitueerden van 1368 Burgers en In* woonders dezer Stad, en de Gecommitteerden uiti de agt Burger Compagnien alhier, hebben geoirdeeld zich op geene wyze te moeten inlaaten met Schry vers, welke door het verbergen van hunnen naami zich zoeken te verfchuilen, terwylzy kunnen goed-l vinden, der Ondergeteekenden verrichtingen vani tyd tot tyd te capteeren, en hunne Perfoonen opt eene ongunftige en zelfs haatelyke wyze voor het publiek ten toon te ftellen; hoe zeer Geconftitu-i eerden en Gecommitteerden de goedkeuring en ra-i  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 187 tificatïe van hunne Principaalen op hun verrichte tot hier toe hebben mogen wegdraagen. Waarom zy, als die nog van oirdeel zyn, zich met dusdaainige Schry veren niet te moeten inlaaten, by dezen ivfrklaaren: niet voorneemens te zyn zich in eenig tegenfchryven te zullen inlaaten met den ongenoemden zich fchuilhouienden Schry ver, van eene onlangs uitgegeeven Brochure, ten tytel voerende: 'Aanmerkingen op zeker gefchrift, genaamd de Ridderhhaps Refolutie van dm 27 December 1785, en opgevolgde Misfive van den 10 Febr. 1786, in het waare daglicht voor gefield enz.; maar te raade zyn geworden, dien Schry ver by dezen openlyk uit tedaagen, Dm als Schryver dier Brochure met zyn naam binnen den tyd van agt dagen uit te komen; in welk geval Geconftitueerden en Gecommitteerden verklaaren bereid te zyn , denzelven op eene alleszins gefchikte wyze aan te toonen het tegendeel van alle de ftellige befchuldigingen, die gemelde Schryver by de Aanmerkingen onder de letters (t) en (mm) voorkomende bladzyden 32 tot 35 en 72 tot 74 van gezegde Brochure, ten laste der Ondergeteekenden en derzeiver Principaalen, heeft kunnen goedvinden ter neder te fteilen. Terwyl zy wat den inhoud der verdere aanmerkingen op dat ftuk betreffen, van de cordaatheid der twee eenvoudige iBurgers vertrouwen, dat de ongenoemde NootenSchryver, aan hun (wien dit werk zeer wel vertrouwd is) ter behoorlyke tyd zyn party ter wederlegging wel zal vinden. Utrecht, den 10 May 1786". De Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwooners van Utrecht, en uit derzeiver last. (was get.) j. v. Manen Ad.z., Secr, De Gecommitteerden uit de agt Burger Compagnien, en uit derzeiver naam. (was get.) W. van Dyk, Secr. N».  188 Perzameang van Stokken betrekkelyk tot ■N". 2327. Addres van Geconftitueerden en GecommiA teerden van de Burgery der Stad Utrecht, op deil 15 May 1786 aan de Vroedfchap derzelve Stad pA prejenteerd, tegen de dir continuatie van Jr. JohajI ^ieter CoENRAAD hendrik van renesse var Wilp als Geéligeerde Raad, en de benoeming M deszelfs plaats van Jr. Joost Taats van Amei rongen. Aan de Ed. Groot Achtb. Heet ren Burgemeesteren en Vroedt fchap der Stad Utrecht. Edele Groot Achtbaare Heeren! Zyn de Bezwaaren opgeroepen, uit hoofde van het ongenoegen wegens de fubfifteerende beitel Jinge der Staats en Stads Regeeringen, tot voorkoo minge van ongelegenheden'en confufien, welke daan uit, tot merkeiyk achterdeel van 's Lands en Stadsl welzyn zouden konnen gebooren worden, en dm met dat oogmerk om die Bezwaaren weg te nee-: men, ten einde de eensgezindheid en goede orde1 onder de gezameqtlyke Inwoonderen des Lands kon-i den blyven geconferveerd en bevestigd: en heeftf de mtKopst niet geleerd, dat de voorfz. Bezwaa-i ren, voor zoo verre dezelve relatie hebben tot dei Regeering en het Regeerings-Reglement van denr ^jreA6?4' aan Heeren Gecommitteerden van Hum Ed. Mogenden by derzeiver uitgebracht Rapporti van den 1 September 1784, zyn voorgekomen vaat de meeste aangelegenheid te wezen, en dat dezel. ye ter bewaaringe van de rust en goede orde binnen: deze Provincie eene prompte voorziening vereisenten; en was het om die reden, dat welgemelde Heeren Geeommitteerdens oirdeelden, mét voorbygaani van andere pointen, om daar op by vervolg te rap. ! porteeren, dat hun Rapport tot het zelve Regee-. nngs-Reglemeut.te hebben moeten bepaalen. Het was dan ook, om aan die voorgeflagenpromp..  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen* 180 ié voorziening te voldoen, dat na het voorfz. Staatsplapport, door een Commisfie uit U Ed. Gr. Achtb. lier kennisfe van de Oaderteekenaaren der ingeleverde Bezwaaren was gebracht, dat, voor den 30 der naand September des voorfz. jaars 1784, in hanlen van de tien Heeren, daar toe door U Ed. Groot Ichtb. benoemd, zyn overgeeven de Confidera:ien, die een ieder van hun hadde. ' Weinig hadden de Ondergeteekenden en hunne 'rincipaalen konnen vermoeden, dat, na verloop ian een jaar en na by de agt maanden, aan de beiwaaren, raakende het Staatsbeftier dezer Provin:ie, niets het allerminfte tot redres zoude gedaan yn; en dat een Regeerings-Reglement, het welk aet zoo veele onwederfpreekbaare bewyzen aangeoond is, onwettig in de wereld gekomen te zyn, thaadelyk voor de Provincie en drukkende voor de Revering, in zoo verre in volle kracht en waarde zou. e moeten geoirdeeld worden te zyn, dat zelve et daar by te veel willekeurig overgelaatene in de i-itoefFening van het gezag, het welk daar by aan en Stadhouder gegeeven is, als nog, en in prsju:icie der opgegeevene bezwaaren, en hangende de .eliberatien over de redresfen derzelve, van werling zoude konnen zyn: als het eenige en voornaarie oogmerk, waarom aan Hun Ed. Mogenden voor ; van waarde houden van 't voorfz. Reglement, eduurende de deliberatien over de Bezwaaren, geivyfeerd is, enkelyk beftaan heeft tot voorkomine vao zoodaanige gevolgen, als men anderzins tot ene gevaarlyke Regeeringloosheid daar uit menig. ?erf zoude hebben willen afleiden, en dus geensins met oogmerk, om de Leden aan zoodaanige Ihllekeurige continuatien of discontinuatien geëxoneerd te laaten, als waar van by het zelve Rapiort, ten aanzien van den tegenwoordigen Heer Ïrf-Stadhouder, een zoo gunftig tafereel is opge. angcn, dat het als nu te wenfchen was, dat de mrgery met de Heeren Rapporteurs konde zegen: dat 'er geen exempel van willekeurige discmtinua- tie  1 iöo VtTzamtling van Stukken betrekkelyk tot tie exteerde: en dat alzoo ia tyds dat gebrek, vol gens het Staats-Rapport, zoo veel mooglyk waJ herfteld, dat de RegeeriDgs-Ledeo tegens alle wilil lekeurige macht waren gedekt geworden; als dood welkers daadelyke uitoeifeniug, na 't gevoelen dea Heeren Staats-Rapporteurs, de vryheid van ftemJ men weggenomen, en ovorzulks de aart onzer Coni ftitutie om verre geworpen zoude worden, vooral li daar de gronden by het voorfz. Staats-Rapport opa gegeeven, ten duidelykften aantoonen, dat, we verre dat voorfz. Reglement naast en meest zoudt overeenkomen met de Regeering van de Provinciee gelyk die van ouds na den aart onzer Conftitutie gei weest was, in tegendeel daar mede ten eenenmaai contrarieerende, en in veele opzichten ftrydig zyni de met de Privilegiën, Handvesten en Gerechtig^ heden van dezen Lande; en mitsdien alle redenet: exteerden, om vast te Hellen, dat, hangende dd deliberatien over de poinclen tot redres van de Proc vinciaale Bezwaaren, ten aanzien van de Leden vac Staat, alles zoude geoirdeeld worden, zoo niet ge< furcheerd, immers in ftate te moeten blyven, tot tyd toe de Provinciaale bezwaaren afgedaan, eE een ander Reglement, waar toe het Concept vae een Reglement Reformatoir voorgefteld en in deliberatie gelegt is, zoude geïntroduceerd zyn. Waarom de Burgery dan ook niet hadde konnec verwachten, dat, aan de zyde van den Heer Stad: houder dezer Provincie, geoirdeeld zoude zyn ge< worden, gebruik te moeten maaken van die facuL teit, om in de voorfz. lituatie en omftandigheid van zaaken, iemand der Leden van Staat te disconti. nueeren; als nogthands zyn Hoogheid goedgevom den heeft, op den i May jongstleeden, de Per-i foon van Jr. Johan Pieter Coenraad Hendrik van Renesse van Wilp te doen, met zyn Hoog Geb. by gelegenheid van de continuatie van het Lid der Heeren Geëligeerden , te pasfeeren, ec tot de vervullinge van zyn plaats te benoemen Jr Joost Taats van Amerongen, en dus daadelyk  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 191 v«é it te oeffenen een gezag, dat met opzicht tot de ni. pgegeeven gebreken van het Reglement van 1674. i tehoorende, vertoond is na den aart en op gronW$&n van onze Conftitutie ftrydig te zyn tegens de i jade Rechten en Gerechtigheden van dat Lid; in Kiijbo verre, dat by der Burgeren opgegeeven poinc'CsEn, tot redres der Bezwaaren, ook ten dien opzichte, dezelve oude Gerechtigheden, voor zoo losfeel deze Stad daar by geconcerneerd is, mede te wflccht zyn gereclameerd geworden. -:u Dat de Ondergeteekenden voor hunne Principaawil n en het voornaamfte gedeelte van de Burgery 1 Schuttery verplicht zyn aan U Ed. Groot Achtb. ■ t moeten verklaaren, dat zy de voorfz. ftap vaa Jij yn Hoogheid niet onverfchillig kunnen aanzien: ij s zyne Hoogheid, die zoo veele herhaalde betuiiejt ngen gedaan heeft, van met genoegen te zullen iti en,, dat alles, wat tot de Conftitutie van de Reeft sering dezer Provincie eenigzins relatief is, met m endracht en onderlinge harmonie zoodaanig mogt ;ij>i orden gedefinieerd, dat alle gelegenheid tot ver)to ydering, daar uit voortfpruitende, eens vooral i,« ierde voorgekomen en geprsevenieerd, zoo wel )t« s met betoon van zyne onveranderlyke liefde voor ]« en welftand der Burgeren en Ingezetenen dezer irovincie, ook om door de oprechtfte en ernftigm e poogingen derzeiver Rechten en Privilegiën j« oor te ftaan, en met een byzonder genoegen daar agtfpe alle gelegenheden te zullen arripieeren, juist iatulu by de eerfte gelegenheid gebruik maakende van liïjiet voorfz. fchaadelyke, drukkende, en met de cccflechten en Privilegiën dezer Provincie ftrydende :evo>B.eglement van de Regeering, heeft kunnen goedtPi inden te verlaaten een Heer, wiens continuatie a in de Burgeren en Ingezetenen dezer Stad en Profioi incie zoo zeer gewenscht was, en met wiens dis.nl ontinuatie juist het tegendeel uitgewerkt word, o,i an het gene zyn Hoogheid als voorfz. by herhaale/i e reizen betuigd heeft aan de Burgeren en Ingezeifclyl enen te willen prEsteeren, en waar toe het voorfz. 1 Re-  192 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Regeerings-Reglement, om bovengemelde en zal even aangeroerde redenen, aan zyn Hoogheid gei ne bevoegdheid konde geeven; hoe zeer men oef zoude mogen of willen oirdeelen, dat, de tyd ddj expiratie van dat Lid daar zynde, boven de kennis geevinge van drie maanden daar te vooren, de coq tinuatie door de Leden van den Stadhouder zoud] moeten verzogt worden, en dat, aan het laatfte gd macqueerd zynde, zulks genoeg zoude zyn, or zoodaanig Lid te pasfeeren: als het in zoo een g<; val zeker is, dat die discontinuatie zoude genome zyn, juist op dat gene, dat tegen de Conftitutii dezer Provincie, zoo dezelve van ouds geweest isi aanloopt, en waaromtrent men uit hoofde van c deliberatien tot redres van het zelve, op geen billyke en redelyke gronden vorderen kan, dat ee nig Regent federt dien tyd zich daar aan zoude kon nen gedraagen, om by zyne continuatie op nieuu onderhevig gemaakt te worden aan de prajstatie va een ééd, ter punöueele obfervantie van een Reglel ment, dat, ingevolge van het voorfz. Rapport {waar toe ook drie Leden uit Geëligeerden hebbe gebefoigreerd,) door Regenten, als lieden van ee en confeientie, niet konde pro ut jacet, bezworeJ worden, veel min (als rustende op die zelve gron den) aan den Heer Stadhouder toe te kennen dd uitoeffening van een gezag, dat regelrecht aanlie| tegens de forme van de Regeering dezer Provincies zoo dezelve in de (volgens het voorfz. Rapporti vermelde primitive Conftitutie gegrond is , en wel ke tot den dood toe van Willem den tweedee hebbende plaats gehad, by het meergemelde Staats; Rapport beftendig onder het oog is gehouden, et daaromme ook aan de zyde van den Heer van Rei nesse (zoo de Ondergeteekenden vertrouwen wei geinformeerd te zyn) in zyn Lid, by gelegenheid van de deliberatien over de kennisgeevingederexpi* ratie van de drie jaaren, volgens zyne gedaane aant teekening, tc recht is gefouteneerd, dat'er geene verandering, hangende de deliberatien over de be^ zwaa*  te Gebeurtenis/en in 1787 enz. -voergevaUen, 'X9'J Zwaaren, konde plaafze hebben, maar dat alles tot; den tyd der finaale afdoeninge tbe behoorde gefurcheerd en in ftate te blyven; vooral cörroberee» rende ook daar toe, als men van zyn Hoogheid zoude willen afweeren, een anderzins by Rapport geremarqueerd foupcon, om den tegenwoordigea Heer Erfstadhouder niet te befchuldigen, als óf hy zelfs van de aan hem gedefereerde macht (ook in dezen, ter afdoening van de bezwaaren) zoodaanig een willekeurig gebruik zoude hebben willen maaken, ter ftremminge van der Regenten vryheid van ftemmen, dat het dus, na den aart der fubflsteerende omftandigheden , en op gronden van ds primitive Conftitutie dezer Provincie, niet anderö kan begreepen worden, dan, dat hangende de deli= beratien tot redres der Provinciaale bezwaaren» geene discontinuatie van Leden behoorende toC de twee voorftemmende Leden, plaatze hebberi kan. Waarom de Ondergeteekenden, voor en in naam van hunne Principaalen , met verfchuldigden eer» bied, al verder aan U Ed. Groot Achtb. voordraagen; dat, geconfidereerd ter laatfter Staatsvergadering, van wegens het Lid der Heeren Geêligeer» den, de voorfz. verandering is voorgedraagen, ten effecre, dat óp de eerstkomende Staatsvergadering het Advys dezer Stad, op de Qualificatie tot de ^ admisfie van voornoemde Jonkheer Joost Taats ' van Amerongen, ftaat te werden uitgebracht; de Ondergeteekenden, ten aanzien van deze Stad vermeinen, dat dezelve ook daaromtrent buiten haai? geheel is, federt dat op den 10 Augustus 1785, tét Staatsvergadering is ingebracht de Refolutie dezej? Stad, nopens de poindten vervat by hét ConceptReglement Reformatoir, by welkers tweede Artikel U Ed. Groot Achtb. hebben gerefolVeerd en ge* advyfeerd: „ dat de Geëligeerde Raaden, die 'et i, nu zyn en by vervolg zullen geëligeerd worden, „ hunne funöien zullen blvven bekleeden, hunlee* XXX. Deel. N ,j reti  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ,, ven lang geduurende;" en mitsdien» zal het : voorfz. A ivys en Refolutie van U Ed. Groot Achtb. , immer < ffrct forteeren, en U Ed. Groot Achtb. zich i aan het zelve gelyk blyven, 'er, onder reverentie, , door U Ed. Groot Achtb. op alle de hier boven ge- • melde gronden in de Admisfie van meer voornoemden i Jonkheer Joost Taats van Amerongen, niet kan i worden geconfenceerd. üat de Burgery dezer Stad 1 gehoopt Ividde, dat genoemde Jonkhr. Joost Taats s van Amerongen wel zoude hebben gelieven te be- • grypen , dat hoe zeer de Burgery niets perfoneels s tegens zyn Hoog Geb. heeft, en hem ongaarne ee-. nige de allerminlle fletrifure zoude willen aanbren- ■ gen, dat de Nominatie van zyn Hoog Geb. tot dat ; Lid, de Burgeren en Inwoonderen dezer Stad in de- . zen tyd en zoo en invoegen het zelve thands ex- • teert, niet aangenaam kan zyn, als zyn Hoog Geb. . de opvolger fhat te worden van een Heer, die uit ; hoofde van zyne bekende cordaate gedraagingen, en i het belang dat hy altoos in de zaak van de Burgeryen gefield heeft, geene verdere hulde heeft konnen i doen ter uitoeflvning van ern gezag, dat als voorfz. , opeDtlyk en by een Staats-Rapport verklaard is ftty- . dig te zyn tegens de primitive Conftitutie der Provincie; en waarom de Burgery dan al verder vertrouwd had , dat meergenoemde Jonkheer Joost Taats van Amerongen niet zoude gedifficulteerd hebben, om, begrypende het onbillyke welke in de uitoeffening van het vooifz. gezag refideert, en het hoogst ofiaangenaame dat daar in voor de Burgeren en Inwoonderen dezer Stad zoo wel als van de gehee'e Provincie, plaats heeft, en waar tegen de ftemmen van 's Lands Ingezetenen (ingevolge van Hun Ed. Mogenden Rapport,) zoo allerbyzonderst tot herftep eich zeer rechtmaatig verheft hebben, voor die bevordering zich bereids geëxcufeerd te hebben; zoo als de Burgery daaromtrent gelooft nog niet hoopeloos te moeten zyn. Doch . zoo tegen verwachting, voornoemde Jonkheer Joost Taats van Ame- ROIf-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, to$ > is jongen zoude gelieven te begrypen, aan die NornU 1 natie te moeten acquiefceeren, keëren deOnderge. • {11 teekenden, in huunt- qualitek, op last en in naatn .■f van hunne Principaalen zich tot U Ed. Cr, Achtb. 4 It eerbiediglyk verzoekende: dat UE^. Groot AcHtBi II het poir.a der Aertt sfie van voornoemden JonkKbèi I' Joost Taats van Amerongen zullen houden in.Ad4» vys, en daar op ter Staatsvergadering geene Rtfolti'1 M tie uitbrengen, maar ten aanzien van den Heer vam . It RenEsse alles te houden in zyn geheel, tot tyd, de \ | Provinciaale bezwairen afgedaan, en een nieuw Re« . L glement op de Regeering van de/e Provincie (waar 1 jt over federt zoo lange en nog gedelibereerd wohl) t f zal zyn geïntroduceerd, en dat de Staats-Leden zich li j onderling, nopens de continuatie in hunne posten £ „ |i daar op zullen hebben verklaard, en den Heer va8 \ 1 Renesse alzoo in zyh post werde gemaintineerd. *t Welk doende &c. I. * t No. 1328. ExtroSt uit de Refolutien van de Heéreii Burgemeesteren en Regeerden der Stad IVyk bf ï' Duurftede van den t6 May 1780", behelzende s I. het Addres door Geconftitueerdert&prefenteeid tegen de remotie van den Heer van KeNessë vAtt Wilp, en de admisfie van Ju Joost Taats vAi* Amerongen; 2. de daar op genoomen Refolutiej ;1' 1 tn 3. de dien conform ten zeiven dage gearresteer» de en afgezonden Misfive aan de Heeren Staaten ^1 's Lands van Utrecht. ,': Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wykby M Duurftede, gezien en geëxamineerd hebbende.d© Mi Requeste van de Leden, compofeerende hetCdlle^ 1 I gie van de Geeommitteerdens uit dezer Stad Buf;1 geryi luidende aldus: N % dan  •lotf Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Aan de Edele Achtbaare Heeren i Burgemeesteren en Regeerders s der Stad Wyk by Duurjlede. Edele Achtbaare Heerew ! Zyn de bezwaaren opgeroepen, uit hoofde van het orgenoegen wegens de fubfifteerende beftellingen der Staats- en Stads Regeeringe, tot voorkominge van ongelegenheden en confufien , welke daar uit tot merkeiyke achterdeel van 's Lands ea Stads welzyn zouden kUDnen gebooren worden, en dus metdat oogmerk om die bezwaaren weg te neemen , ten eir.'de de eensgezindheid en goede orde onoer de gezamentlyke Inwoonderen des Lands konden blyven geconferveerd en bevestigd, — en heeft de uitkomst geleerd, dat de voorfz. bezwaaren, voor zoo verre dezelve relatie hebben, tot de Regeering en her Regeerings-Reglement van den jasfe I674, aan Heeren Gecommitteerden van Hun Ed. M( gunden by derzeiver uitgebracht Rapport van den 1 September 1784 zyn voorgekomen, van de meeste' aangelegenheid te wezen, en dat dezelve ter beWaaring van de rust en goede orde binnen deze Provincie eene prompte voorziening vereischren, en was het om die reden, dat wel gemelde Heeren Geeommitteerdens oirdeeJden, metvoorbygaan van andere poindten, om daar op by vervolg v• rapporteeren , gemelde hun Rapport tot het zelye Regeerings-Reglement te hebben moeten bepaaien, zoo hadden de Ondergeteekenden en derzeiver Principaalen weinig kunnen vermoeden, dat na verloop van omtrent twee jaaren, aan de bezwaaren raakende het Stadsbeftuur dezer Provincie mets het allerminfte tot redres zoude gedaan zyn, en dat een Regeerings-Reglement, het welk met zoo veele onwederfpreekbaare bewyzen aangetoond is onwettig in de wereld gekomen, fchaadelykvoorde Provincie en drukkende voor de Re-\ -geermg te zyn, in zoo verre in volle kracht en waar-  de Cebeurténisfen in 1787 enz. voorgevallen. 197 iwaarde zoude moeten geoirdeeld worden te wezen* , dat zelve het daar by te veei willekeurig tfvèfgètaai itene in de uitoefFening van hec gezag, het welk daar ;by aan den Stadhouder gegeeven is, als nog ia iprejudicie der opgegeeven bezwaaren en hangende de deliberatien over de redresfen derzelven van werking zoude kunnen zyn, wanneer het eenig en." voornaam oogmerk, waarom aan Hun Ed. MogeaIden voor het van waarde houden van het voorfz. 'Reglement, geduurende de deliberatien over dé bezwaaren geadvifeert is, enkelyk beftaan heeft, tot voorkominge van zoodaanige gevolgen, als men anderszins tot eene gevaarlyke Regeeringlo<;sheid daar uit menigwerf zoude hebben willen afleiden, en Idus geenszins met oogmerk om de Leden aan zoo> idaanige willekeurigecontinuatien of ditcontinuatien igtëxponeerd te laaten, als waar van by hetzelve (Rapport, ten aanzien van den tegenwoordigen H.-er iErf-Stadhouder, een zoo gunftig tafereel is opgei ihangen, dat het als nu te wenfchen was, dat de Burgery met de Heeren Rapporteurs konden zeggen: Idat 'er geen exempel van willekeurige disconhnmiien exteerde, en dat alzoo in tyds dat gebrek volgens het Staats-Rapport, zoo veel mooglyk was herfteld, dat de Regeerings-Ledea tegens alle willekeurige rmacht waren gedekt geworden, als door welkers idaadelyke uitntffenipg, naar 't gevoelen der Heeren Staats-Rapporteurs, de vryheid van ftemmen 'weggenoomen, en over zulks de aart onzer Conftitie om verre geworpen zoude worden, vooral daar ide gronden by het voorfz. Staats-Rapport opgegeeven , ten duidelykften aantoonen , dat wel verre dat ihet voorfz. Reglement naast en meest zoude overeenkomen met de Regeerirg van de Provincie, ■gelyk die van ouds na den aart onzer Conftitutie geiweest was, integendeel daar mede ten eenemaal :eontrarieerende en in veelen opzichten ftry.iigzyn» ;de met de Privilegiën, Handvesten en Gerechtig. !heden van dezen Lande, 'er mitsdien alle redenen N 3 e*'  3S>8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot citeerden om vast te ftellen, dat hangende de delï-i beraden over de poinclen tot redres van de Pro-i yinciaale bezwaaren, ten aanzien'van de Leden, Uitmaakende de twee voorftemmende Leden vaqt Staat, alles zoude geoirdeeld worden zoo niet ge-! furcheert, immers in Jlatu te moeten blyven, toti tyd toe, dat de Provinciaale bezwaaren afgedaan,, en een ander Reglement, waar toe het Conceptvanc een Reglement Reformatoir voorgefteld en in deli-.. beratie gelegd is, zoude geïntroduceerd zyn; waarom de Burgery dan ook niet had konnen verwachten , dat aan de zyde van den Heer Stadhoudert dezer Provincie, geoirdeeld zoude zyn geworden] gebruik te moeten maaken van die faculteit om ini Be voorfz. iituatie en omftandigheid ' van zaaken,, iemand der Leden van Staat te discontinueeren ,. als. nogthands zyne Hoogheid goedgevonden heeft! pp den ïften Mav jongstleeden de Perfoon van: Jonkheer Johan Pieter Coenraad Hendrik vans Renesse van Wiep te doeD, met zyn HoogGeboo-. ren, by gelegenheid yan de continuatie vanhetLid' der HeereD Gtëligeerden te pasfeeren, en tot de£ yervullinge van zyn plaats te benoemen Jonkheert JqosT Taats van Amerongen, en dus daadelyk; uit te otffenen een gezag, dat met opzicht tot de: opgegeeveü gebreeken van het Reglement van deni Jaare i6?4 behoorende, vertoond is, naar den aartt en pp gronden van onze Conftitutie ftrydig te zyni tegens de oude Rechten en Gerechtigheden, voorn zoo veel deze Stad daar by geconcerneerd is, mede: te recht zyn gereclameerd géworden; — dat zy' Pndergeteekenden voor hunne Principaalen ver-, plicht zyn aan U Ed. Achtb te moeten verklaaren,, datzy de voorfz. ftap van zyne Hoogheid niet on-> verfchijlig konnenaarzien, daar zyne Hoogheid zoo i veele en herhaalde betuigingen gedaan hebbende yan pet genoegen te zullen zien, dat alles wat tot ; de Conftitutie v9D de Regeering dezer Provincie ee- . %\0P% ?fcia£e( if » m,et eendracht en onderlinge, i har-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 199 r harmonie, zoodaanig mogt worden gedefioiëerd, c dat alle gelegenheid tot verwydering daaruit voort» (fpruitende, eens vooral wierde voorgekomen en [ gepreveniëerd, zoo wel als met betoon van zyne : onveranderlyke liefde voor de welftand der Burge1 ren en Ingezetenen dezer Provincie, — ook om ( door oprechte en ernftjge poogingen derzeiver Rech: ten en Privilegiën voor te Haan, en met een byzon1 der genoegen daar toe alle gelegenheden te zullen i arripiëeren, juist nu by de eerste gelegenheid gebruik maakt van het voorfz. fchaadelyk, drukken1 de en met de Rechten en Privilegiën dezer Provin1 cie ftrydende Reglement van de Regeering, te verI laaten een Heer, welkers continuatie van de Bur1 geren en Ingezetenen dezer Stad en Provincie zoo zeer gewenscht was, en met wiens discontinuatie juist het tegendeel uitgewerkt word, van het gene zyne Hoogheid, als voorfz. by herhaalde reizen betuigd heeft aan de Burgeren en Ingezetenen te willen prsefteeren, en waar toe het voorfz. Regeerings-Reglement, om bovengemelde en zoo even aangeroerde redenen, aan zyne Hoogheid geene bevoegdheid konde geeven , hoe zeer men ook zoude mogen of willen oirdeelen, dat de tyd der ex- . piratie van dat Lid daar zynde, boven de kennisgeeving van drie maanden daar te vooren, de continuatie door de Leden van den Stadhouder zoude moeten verzogt worden, en dat aan het laatfte gemanqueerd zynde, zulks genoeg konde zyn, om zoodaanig Lid te pasfeeren ; als het in zoo een geval zeker is, dat die discontinuatie zoude genoomen zyn, juist op dat gene, dat tegen de Conftitutie dezer Provincie, zoo dezelve van ouds geweest'isaanloopt, en waaromtrent men uit hoofde van de deliberatien tot redres van het zelve, op geene billyke en redelyke gronden vorderen kan, dat eenig Regent federt dien tyd zich daar aan zoude kunnen gedraagen, om by zyne continuatie op nieuw onderhevig gemaakt te worden , aan de preftatie van een eed, ter punftueele obfervantie van N 4 eeis  *op Verzameling van Stukken betrekkelyk tot een Reglement, dat ingevolge van het voorfz. Rap.. port (waar toe ook drie Leden uit Geëligeerden heb. É« gebefo,gneerd) door Regenten alf lieden van rwordpnCP ''f D"-e *J\ « jaC?t Diet konde bezwooren 3 worden, veel min (als rustende op die zelve gron-. den) aan den Heer Stadhouder toe te kennen de uk-. oe Jening van een gezag, dat regelrecht aanliep te*ens r .de f ome van de Regeering dezer Provincie, zoo dezel- . vein de (volgens het voorfz. Rapport) vermelde » Sin6 Co»fitude gegrond is: enPweieS?d2i itoe,va° M ^em dentweeden hebbende plaats : fff nnn Yu et me^xndde Staats-Rapport beften-, dlg onder het oog is gehouden, en daarom ook aan de zyde van den Heer van Renesse, zoo de Ondergeteekenden vertrouwen wel geïnformeerd te zyn, jri zyn Lid by gelegenheid van de deliberatie, over vo£nc"SgeeV1Dëf der e5fPira"e Van de drie jaaren, volgens zyne gedaane aanteekening te recht is ge! ^Zfués -dac er £eene verandering hangende behbl eraneD,OVer„de bez^aren konde plaatfe hebben, maar dat alles tot den tyd der finaale afdoemnge toe, behoorde gefurcheerd ei ïn ftaat te blyven, corroboreerende ook daar toe, vooral als • Sr k Vln ZDVÜC Hoogheid zoude afweeren, een anderszins by Rapport geremarqueerd voorneemen, ?rh,?M? te^°V^eü Heer Stadhónder niet te be?"ï fn' ,als. °*h zelfs van de aan hem gedefereerde macht, ook m dezen ter afdoeninge van de bezwaaren, zoodaanig een willekeurig februik zoude hebben willen maaken ter ftremminfe van der Regenten vryheid van ftemmen; dat het dus naar den aart der fubfifteerende ómftand^heden en op gronden van de primitive Conftitutie dezer Provin? h[l'JnTPiïrkk™ PeKreeP™ worden, dên dat hangende de deliberatien tot redres der Provinciaale bezwaaren , geene discontinuatie van Leden, nebben kan ; — waarom de Ondergeteekenden ^foinnaam van hunne Principaalef, met veï fchuldigden eerbied a| verder aaa. U Bd, Ï?J£ voor»  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 201 voordraagen, dat geconfidereerd ter Iaaster Staats-, Vergadering van wegens het Lid der Heeren Grëligeerden de voorfz. verandering is voorgedraagen, :en efl\ct.e dat op de eerstkomende Staats-Vergadering, het Advys der Stad en Steden op de qualificatie tot de admisfie van voornoemden Jonkheer f oost Taats van AmeroNgen, ftaat te worden uitgebracht, de Ondergeteekenden ten aanzien van leze S;ad vermeenen, dat dezelve ook daaromtrent 16 zeker opzicht, als ia veele deëlen concurreerende met de demarches, uit naam der Burgery derstad Utrecht gedaan, buiten haar geheel is, federt dat op den 10 Augustus 1785 ter Scaats-Vergade*ing is ingebracht; de Refolutie door de Gecoofti;ueeerdens en Geeommkteerdens van dezelve Burgery derzeiver Stad, nopens de poincl;ea vervat by aet Concept-Reglement-Reformatoir , by welkers tweede Artikel Hun EJ. Groot Achtb. hebben ge^efolveerd: ., dat de Geë'igeerde Raaden die 'er' , nu zyn, ea by vervoig zuilen geëligeerd wor, den, hunne funftien zullen blyven bekladen , hun leeven lang geduurende;" en mi'sdien zil aet voorfz. Advys en Refolutie van Hun Ed. Groot Achtb. immer effect, forteeren , als die feotimenten poor hunne neemende, aan dat zelve fentiment gelyk blyven, zoo kan onder reverentie door U Ed. ichtb. op alle de hier bovengemelde gronden* in ie admisfie vaa meergemelden Jonkheer Taats van Ïmerongen niet worden geconfcnteerd en geac{uiefceerd. Dat de Burgery dezer Stad gehoopt had, dat gedoemde Jonkheer Taats van Amerongen wel zoule hebben gelieven te begrypen, dat hoe zeer de Surgery niets perfoneels tegens zyn Hoog Gebooen heeft, ea hem ongaarne eenige de allerminfte letrisfure zoude willeu aaa brengen , de Nomina;ie van zyn Hoog Gebooren tot dat Lid aan de Burgeren en Inwoonderen dezer Stad in dezen tyd, en 'joq ea invoegen het zelve thands exteerd, niet aanN 5 ge*  ao2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tut genaam kan zyn, als zyn Hoog Gebooren de opvol-l ger ftaat te worden van een Heer, die uit hoofdei van zyne bekende cordaate gedraagingen, en het; belang dat hy altoos in de zaak van de Burgerenij gefteid heeft, geene verdere hulde heeft kunnen] doen ter uitoeffening van een gezag, dat als voor-, fchreeven openlyk en by een Staats-Rapport ver-' ilaard is, ftrydig 'te zyn tegens de primitive Con-*< ftitutie dezer Provincie, en waarom de Burgery dann al verder vertrouwd had, dat meergenoemde Jonk-c heer Joost Taats van Amerongkn niet zoude ge-i difficulteerd hebben, om, begrypende het onbil-1 lyke welke in de uitoeffening van het voorfchree-;' ven gezag refideert, en het hoogst onaangenaam» dat daar m voor de Burgeren en Inwoonderen de«> zer Stad zoo wel als van de geheele Provincieplaat» heeft, en waar tegen de ftemme van 's Lands Inge-; zetenen (ingevolge van Hun Ed. Mogenden Rap.» port) zoo allerbyzonderst tot herftel zich zoo zeer rechtmaatig verheft hebben, voor die bevordering;! zich bereids geëxcufeerd te hebben, zoo als de Buk gery daaromtrent gelooft nog niet hoopeloos te moeten zyn, doch zoo tegen verwachting voor* noemde Jonkheer Joost Taats van Amerongeni zoude gelieven te begrypen, aan die Nominatie tei moeten acquiesceeren, keeren de Ondergeteeken-t den in hunne qualiteit op last en in naam van hunne Principaalen, zich tot U Ed. Achtb eerbiediglykl verzoekende: „ dat U Ed. Achtb. het poincl der ,, admisfie van voornoemden Jonkheer Joost Taats „ van Amerongen zullen houden in Advys, eni ,, daar op ter Staats-Vergadering geene Refolutie uitbrengen, maar ten aanzien van den Heer vani „ Renesse alles te houden in zyn geheel, tot tydi „ toe de Provinciaale bezwaaren afgedaan en eeni „ nieuw Reglement op de Regeering van deze Pro.) vincie (waar over federt zoo lange en nog gede-: ,, libereerd word) zal zyn geintroduceerd, en dan! s, de Staats-Leden zich onderling nopens de con-i „ tinu-i  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 233 „ tinuatie in hunne Posten daar op zullen hebbe» verklaaad en den Heer van Renesse alzoo in zyn „ Post worde gemaintineerd." ' 't Welk doende &c. <_-. Hebben na rype deliberatie, vermids de gron. den by het gemeldt- Rtquest geallegueert by dezen ten klaarfteo tooueo , dat by het Staats-Rapport van den l September 1784, de onwettigh-;.d van het Reglement van den jaare 1674, z0° ^olkomcq beiweezen is, dat daar uit tevens voortvloeit de onbeftaanbaarheid om in deze omftandigheid van zaa* iken hetzelve Reglement van den jaare 1764, lan» ger van werking te kunnen doen blyven, als ftry» .dende tegen de Conftitutie dezer Provincie, zoo als dezelve van ouds geweest is, en dat 'er niets imeer met de billykhejd en het recht overeenkomt, Idan dat hangende de deliberatien over het redres van het zelve Reglement, alles werde gehouden in .ftatu en furckeance gerefolveerd te declareeren, zoo en als Hun Ed. Achtb. declareeren by dezen: „ dac ,, mitsdien niet kan worden begreepen aaa zyne ,„ Hoogheid gelaaten te zyn, de willekeurige dis,,, continuatie van de Staats-Leden, gelyk echter ,,, zulks ten aanzien van het eerste L,'dden Perfoon ,„ van Jonkheer Johan Pieter Coenraaq Hendrik „ van Renesse van Wilp, en de benoi miag van ,, Jonkheer Joost Taats van Amerongen, iudes„ zelfs plaatfe op den iften dezer door zyne Hoogt,, heid getenteerd is, en dus Hun Ed. Achtb. met de gemelde discontinuatie van den Heer va» , „ Renesse en de benoeming van den Heer van „ Amerongen in deszelfs plaats zich geenssinscon, „ formeeren, maar integendeel daar tegen ten 1,, fterkften protesteeren by dezen;" en hebben I Hun Ed. Achtb. verders gerefolveerd; aan de Ed. Mo[ gende Heeren Staaten dezer Provincie te verzoeIken: „ dat deze Hun Ed. Achtb. Refolutie m de ,, Notulen der Vergadering, welke op den I7den dezer ftaat gehouden te worden ter hunner de- „ chat-  ■ ae>4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot # charge te doen infereeren, en voorts Copie -van " JfhlrenR»fol?t,(? 3an de LedeD' compofeeren" „ de het CoIJegie van Geeommitteerdens dezen ' '* Swds Burgery, te doen uitleéveren,-omme te* ,, ftrekken tot derzeiver naricht." Deze bovenftaande Extracl-Re'folutie ac-, cordeerd met deszelfs principaal. Quod attestor (was- get.) L. v. Schaik, Secr. En is voorts de volgende nadrukkelvke M-isfive i aan Hun Ed. Mogenden de Staaten 's Lands van Ut- , recht afgezonde/-. Edele Mogende Heeren! Sedert dat wy onze refcriptien van den irden en aoften April dezes jaars, zoo aan U Ed. Mogenden als aan de Heeren U Ed. Mogenden Gedeputeerden fjcbotn doen toekomen ter betoog van ons alles. zins wettig gehouden gedrag, hebben wy dan ook billyk in dat uitzicht geverfeerd, dat U Ed. Mog. daar door gecon vinceerd, niet zouden gehanteerd hebben af re zien en re doen ophouden zoodaanige orjangenaame demarches, als ten effeöe van de Misfive van Heeren Gedeputeerden, en ten gevolge van een daar by irgeflooten Publicatie zouden ionnen dienen ; en midsdien hadden wy op de bei. de voorfchreeven Misfives van U Ed. Mogenden verwacht , zoodaanige refcriptie te bekoomen, als waar door eens een einde aan de tegen ons zoo zeer fl tnsfante pourfuites zoude gemaakt zyn, met aan ons die Rechten toe te kennen, welke wy gedemorftfeerd hebben ons onwederfpreeklyk toe te Jfoomen, en daar door te openen den weg, datwv als mede-integreerehde Leden van Staar, onze Gedeputeerden niet langer van de Vergadering geweert j maar deze Stad in het weder genot van dat ons ■  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 505 Dns recht zoude gefield zien, dan hebben wy ons tot heden toe te vergeefsch met dat uitzicht gevleid , als ons in tegendeel verzekeringen worden gedaan van zoodaanige cominatien tot Crimineele 0ourfuir.es, welke (zoo ook de Provifien daar toe oereids niet gedecerneerd zyn) in plaatfe van de tot lier toe gereezen differenten weg te neemen, dezelve nogthands groorer, zoo niet onherftelbaar zouden maaken; waarom wy al mede tot voorkooaiinge van dezelve en zoodaanige ernflige middelen ils daar tegen door ons zouden moeten worden geippliceerd, geoirdeeld hebben aan U Ed. Mogenden voor te draagen, dat wy en onze Burgeren niet langer in het onzekere behooren gehouden te wor* den van het gene tegen ons als een Mede-Lid van jtaat al verder zoude werden geappliceerd, en wy jens eindelyk moeten weeten, ,, of men ons als , integreerende Leden van Staat tot een Bondge, nootfchap behoorende, en op dezelve Rechten , aanfpraak hebbende, zoekt te behandelen, dan , of men ons als gefubordineerde aan de twee voor, Hemmende Leden en weinige van de Regenten , der Stad Utrecht aan de gevolgen van de tegen , ons geëntameerde demarches zal willen blyven , aanmerken, en alzoo den weg tot herflel van „ harmonie en eensgezindheid irreparabel wegnee, men, " welk laatfte wy voor. als nog gelooven, Jat de intentie van U Ed. Mogenden niet kan zyn, ;n daarom hebben wy geoirdeeld. aan U Ed. Mogenden voor te draagen, dat U Ed. Mogenden den inwude van onze bovengemelde Misfives in deliberatie neemende, daar inne zoodaanig zullen gelieven te befluiten, als tot herftel van wederzydfche jnaangenaame gevolgen zal kunnen verftrekken» t welk wy by dezen op U Ed. Mogenden vriend3abuuurlyk verzoeken, en dat wy van U Ed. Molenden uiteindelyke Refolutie ons betreflrende, mos;en geinformeerd worden; — terwyl wy by deze §elegenheid geoirdeeld hebben aan U Ed. Mogenden  5or» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den te communiceeren, dat wy ook bereids byorJ «oodaanige Ichikkiugen hebben gemaakt i ter bea Koeming van een Gecommitteerden , zoo uit de Rea gecring dezer Stad, als uit het lighaam van de Bun gery om te fungeeren in de Commisfie tot de Cona ferentien ter afdoeninge vaa de Provinciaale be2 zwaaren, en verfetren dus ook in die verwachting J om dieswegecs op zyn tyd behoorlyke aanfchryvinJ ge te zullen b?koomen» En alzoo wy heden een Addres van onze Burgery hebben bekomen, wa*r by aan ons op gronden van de Conftitutie dezer Provincie wordt voorgedraag gen, dat by het Staats Rapport van den t Septem-n ber 1784, de onwettigneid van 't Keglertient van den jaare I674 zoo volkoomen beweezen is, dat daar uit tevens voortvloeit de onbeftaanbaarheidont in deze omftandigheid van zaaken * het zelve Regle-e ment van den jaare 1674., langer van Werking te konnen doen blyven, ais ftrydende tegen de Con< ftitutie dezer Provincie, zoo dezelve van ouds ge< treest is; en 'er niets meerder met de billykheiden net recht overeenkomt, dan dat hangende de De< liberatien over het Redres van hetzelve Reglement; alles werde gehouden in ftatu en gefurcheerd, en midsdien dat aan zyne Hoogheid Biet kan worden begreepen gelaaten te zyn de willekeurige discönd tinuatievan de Staats-Leden, zoo als daar van ten] aanzien van het eerste Lid in den Perfoon van den Heer var Renesse op den iften dezer heeft ge-i exteerd , en de benoeming van Jonkheer Joost] Taats van Amerongen in zyn plaats; zoo hebben wy, voor zoo veel onze Stad betreft, vermeend] ons daar mede niet te moeten of konnen conformeer Ten, maar ons daar tegen te verklaaren, OvereenJ komende aan den inhoüde der Refolutie op het AdJ dres onzer Burgeren, welke wy verzoeken dat ter] onzer decharge in de Notulen der by ü Ed. Mö-i genden te houden Vergadering van den l7denMay, mogen werden geinfereerdé Waarj  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, stof Waar mede wy U Edel Mogenden beveelen inde ïefcherming van God Almachcig. Edel Mogende Heeren! U Ed. Mogendens goede Vrienden, Burgemeesteren en Regeerders der Stad fvyk by Duurftede. Ter Ordonnantie van dezelve» (was get.) L. van Schaik* Wyk by Duurftede, den 16 May 1786*. N». 23*9. Misfive van fommige Departementen der Provinciaale Vergadering van Burger-CorpJen in Holland, aan de Geconftitueerden en Gecommitteerden der Burgerye te Utrecht, tot aanwakkering van moed &a In dato den 21 May 1786". Waardige Bürgers van Utrecht, Nkderlandsche Mede-Broederen ! Schoon uit de Provinciaale Vergadering, gehottden den ijden dezer en volgende dagen binnen Leiden, reeds een Brief aan Ü is afgezonden, vinSen wy ons echter verplicht, na de bekomen tyding omtrent de jongstafgeloopen Staatsvergadering jder Provincie van Utrecht, aan U onze byzondere [aandoening en verontwaardiging over de vernederende en allerzorgelykfte befluiten, welken op geimelde Staatsvergadering, zoo ten opzichte van de ÏAdmisfie van Jr. Joost Taats van Amerongen toe het eerfte Lid van Staat, en deszelfs ongelimiteerde beéédiging van het Reglement van 1674, als ten nopzichte van de extraordinaris befchryving over de [bezwaaren tegen July aanftaande, en van de weigering der Wapening tes Platten Lande, inde Provin-  *o8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot. cie van Utrecht,'tegen alle verwachting, genoomed zyn , ten fpoedigfte mede te deelen. Wy hebben altoos bewonderd de voorzichtige maatregelen, welken by U genoomen zyn, en 'tzy 'er verre af, dat wy zouden aangemerkt wordend als U te willen voorfchryven een Plan, waar naata uwe handelwyzen behooren ingericht te worden; maar, als mede-Inwoonders en Burgers van Neder* land, zouden wy ors gedrag onverantwoordelyk achten, indien wy U onze gegronde vrees niet te kennen gaven , dat deze befluiten dei- Heeren StW ten 's Lands van Utrecht geen ander doeleinde hebJ ben, dan om de herftelling der domestike bezwaaJ; ren, zoo wel als van die, welken alleen het Proviq.J ciaale betreffen, voor altoos tegen te houden entf voor te komen. Uit dezen hoofde vermeenen wy J dat er geen ander, ten minften geen beter middel; tot verydeling van zulke fchandelyke en voor de< waare Vryheid allerverderffelykfte oogmerken, kant en behoorde in 't werk gefteid te worden: „ dam „ terftónd een aanvang te maaken, om dat gene,, s, het welk anders tot den iaden October aanfraan-i'1 s, de was uitgefteld, nu daadelyk daar te ftellen; en ! ,, ten dien einde de geheele Burgery van Utrecht-,, „ met afgezonderd in Compagnien, maar alleen als ! „ Leden van één lighaam by eikanderen te roe.. „ pen." Schoon de ingediende Dedaratoiren van fommi. i ge Regenten, ende acceptatie derzelven door de | Burgery van Utrecht, deze daadelyke afdoening! mogten fchynen ongemakkelyk te maaken, betuigen \ wy ernftig niet te kunnen penetreeren, waarom die 1 Regenten, om die zelfde redenen, om welke de Burgery van Utrecht verplicht zoude zyn haar ge. nomen befluit in dezen te veranderen, zich niet e. ven zoo zeer zouden genoodzaakt vinden van hunne LJeclaratoiren , vooral met concurrentie van de Burgery van Utrecht, thands af te gaan; te minder, daar die Regenten, tot den wil van de Burgery gaaf ' over.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 20Q overgaande, niet tegen, maar wel boven hunne Oeclaratoi-ren handelen zouden ; en indien 'er Retenten gevonden wierden, welke daar iu huiverig jaren, kunnen wy niet bevroeden, waarom men, en genoegen van die Regenten de belangen van Utlecht, en alzoo de zaak van gansch Nederland, nu anger in de waagfchaal houden zoude. Wy beveelen dus uwe belangens, welke wy de razen rekenen, aan uwe krachtdaadige overweelinge; wy zullen U nimmer befehuldigen, indien :e gaave afdoening der zaaken van Utrecht daadelyk word in 't werk gefteid, dat gy daar door de oodige bedaardheid zoud' hebben uit het oog verooren; maar in tegendeel, indien onverhoopt, het jnger uitftel van die afdoening tegen onze aanzoe. ;en, eene oirzaak van den onherftelbaaren ondertang der goede zaak worden mogt, zullen wy ons ils dan, voor gansch Nederland, ja voor God Almachtig onfchuldig houden van de ysfelyke gevol- en, welken daar uit voorzeker zouden voort vloei. ?n. Intusfchen bieden wy U, des noodig, allen looglyken byftand, en bidden dat God, die fteeds |et vertrouwen onzer Vaderen geweest is, ook ons ihands zal redden uit die gevaaren wairin wy ge? eel Nederland op dit oogenblik gebracht zien, 2330. Extract uit de Refolutien van de Heeren Regeerders der Stad Amersfoort, waar by het Ex. ercitie-Genootfchup in die Stad word gedisfolveerd, ffc. In dato den 22 May 1786". '. De Regeerders der Stad Amersfoort in overweelinge genoomen hebbende, hoe fommige lieden lich by Requeste aan dezelve hadden geaddresfeerd, aar by verzoekende, om binnen deze Stad een ixercitie-Genootfchap te mogen oprichten , met iat bepaalde oogmerk, om zich in den Wapenhan-» XXX. Deel. O del  210 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot del te oeffenen, ten einde alzoo de Schuttery de- • zer Stad van bekwaame Schutteren te voorzien;! welk verzoek met eenige byvoegingen en bepaalin- 4 gen, proviliouelyk was geaccordeerd, byappoinc-4 tenKnt van dato den 29 December 1783. Et wyders hoe de ondervindinge had geleerd,, dat dit Genootfchap geenszins by het voorgewende2 o&grnerk was bepaald gebleeven; gelyk nog onlangs s een bewys heeft gcëxteerd van deszelfs bemoeije-'.j nisfe met het publiek beftuur, in het verzoek 000 op naam van het zelve aan de Heeren Staaten dezen! Provincie ter Vergadering van den 3den dezer ge-M daan; en'welk verzoek geene het minste verbande! met de otfFening der byzondere Leden des Ge-j nootfehaps, ten nutte van de Schuttery dezer Stade] hebben kan, zoo als dit Genootfchap gelyk het zich] tegenswoordig bevind, en in deprefenteomftandig-u heden ook is geheel nutteloos, ftrekkende veeleer] tot wezentlyke fchaade voor de goede Burgery,] en tot onderhoudinge van verderffelyke partyfchap-ij pen. Behalven dat het zelve Genootfchap door het wil-1 lekeurig occupeeren van eene publieke Vergaderen Exercitieplaats, het aanftellen van Officierena zonder de vereischte approbatie ,. en foortgelyke< overtreedingen van de bepaalingen aan het zelvei gefteid, zeer ftrekt tot verachteringe van de goedei orde en ondergefchiktheid. Zoo is het dat de Raad by dezen de provifioneeldi verleende permisfie tot oprichtinge van een Excer-: citie Genootfchap, met alle de gevolgen van dien, verder buiten effecT: ftellende, het zelve Genoot-; fchap vernietigd en disfolveert; interdiceerendei aan de Leden van dien daar inne verder te continue eeren, terwyl aan dezelve overvloedige gelegent-t heid zal worden gelaaten, om zich met en onder dei Schutteren in den Wapenhandel te oeffenen. En gemerkt de Leden van het meergemelde Exs cercitie-Genootfchap hebben van zich kunnen ver* kry-j 1  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 5*0 Êygen, met overtreedinge van de Publicatie der eeren Staaten van dato den 9 February 1785, 700Üaanige Leuzen te draagen, als nimmer by de Mai*iftraat dezer Stad zyn geapprobeerd, waar dour te meer partyfchap aangekweekt, en opentlyke verichtinge van de beveelen der Hooge Overheid betoond word. Zoo werd goedgevonden en verdaan , om de Le. den van dit by dezen gedisfolveerde Genootfchap , pp nieuws en ten overvloede te vermaanen, zich van het draagen van dergelyke Leuzen te onthouden, onder ernftige waarfchouwinge, dat tegen de Overtreeders, zonder eenige conniventie en naar figeur der Wetten, zal worden geprocedeerd. En zal Extract dezer Refolutie worden ter hand gefteid aan Steven Camp, Commandant van dit Genootfchap, ten einde daar van aan zyne Mede-Leden kennisfe te geeven. (Onder jlond) Accordeerd met voorfz. Refolutie. (was get.) Jan Both Hendriksen. N'. 2331. Publicatie van de Regeerders der Stad Amersfoort, in dato den 22 May 1786 tegen het draagen van eenige teekenen van onderfcheid, en byzonder van het gedisfolveerde Genootfchap , Oranje Jlrikken en diergelyke leuzen &c. De Regeerders der Stad Amersfoort met leétwezen verneemende, dat fommige lieden kunnen goedvinden, tegen het expres verbod, vervat by Publicatie van de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie van dato den 9February 1785, te volharden in zoodaanige teekens of leuzen te draagen, als nimmer by de Magiftraat geapprobeerd zynde, dienen moeten, om hen van hunne Mede-Burgeren O 3 te  21$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te endericheiden, en verderffelyke partyfchappen i te kweeken, of te onderhouden. Zoo is het, dat t Hun Ed. Achtb. by verrdeuwinge elk en een iege- • Jyk waarfchouwen, zich daar van te onthouden, en 1 even zoo min teekenen van het geweezene doch 1 thands gedisfolveerde Excercitie-Genootfchap, als s Oranje ftrikken of diergelyke leuzen te draagen;; het zelve op nieuws verbiedende by dezen, op pos- • ne van vyf en twintig guldens door de O vertreeders i te verbeuren, de eene helfte ten behoeve van den i Aanbrenger, en de wederhelfte ten behoeve vani den Armen, boven en behalven zoodaanige andere ! ppene, als by gemelde Publicatie ftaat vermeld, bly- ■ vende nogthands mede ftand grypen de uitzonde» ■ ring daar by opgegeeven. Acfum in den Raad der Stad Amersfoort, den 22 s May 178$, ten zelve dage gepubliceerd, en ver-; volgens geaffigeerd. (Onder Jlond) In kennisfe van my, (was get.y Jan Both Hendrjksek. , , ^_ , $ïc 2332. Aanfchryvmg van de Heeren Gedeputeerde >■ Staaten 's Lands van Utrecht, aan de Gerechten 1 ten platten Lande den 23 May 1786 gedaan; waar • by de Refolutie en Publicatie tot de wapening van : het platte Land word ingetrokken en buiten effe&i \ ! gefield. Eerzaams Vroome \ De Heeren Staaten dezer Provincie in aanmerkinge genoomen hebbende, hoe door de herftellinge en bevestiging van den vrede met zyne Keizerlyke Majefteit, de reden en het oogmerk van Hoogstderzelyer Refolutie tot Wapening van de In- ea ' 9?'  ie Gebeurtenis/fa in 1787 «fis. voorgevallen, arj Opgezetènén téh platten Lande dézer ProVlbeië* k fceniglyk ingericht , ten einde in ftaat gefteid te «worden» in cas de nöód zulks mogte vereisfcheh $ i hunne Perfoonen, Huisgezinnen en Goederen tet gens ftropperyen én gewelddaadigheden van vyan» Edelyke Troepes te beveiligen en te befchermeni thands door den Goddelyken zegeb was komeb té l Vervallen; hebben dienvolgens goedgevonden ea L verdaan, de Refolutien, Aanfchry vingen en Pu&litcatieb, betrekkelyk de generaale Wapening der In> t en Opgezetenen van het platte Land genoomen en tgedaan> in te trekken en buiten effect te Rellen» [ En hebben wy noodig geoirdeeld, ingevolge van de authorifatie ter Befchryvinge op ons verleendk (.Wieden van deze Hunner Ed. Mogenden Refoluti* tkennisfe te geeven, ten einde de goede In- en Op* Igezetenen van Ulieden Gerecht daar van te verwit» itigen, om zich daar naar te reguleeren. Waar op ons verlaötende, blyft Gode bèVöóiehV Gefchreeven te Utrecht, den 23 May 1786. (was gepharapheerd) J. A. van WestrEnen, VCs1 (Onder Jlond) Ter Ordonnantié van de Gedeputeerden der Ed. Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht. (was get.) Abf. Secr, Ph. RamV G3  a 14 'Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N". 23."3« Protest van de minderheid der Leden Vin t dun'Raad te Amersfoort, tegens het neemen van de i Refolutie door de meerderheid, waar by het Exer- ■ cme-Genootfchap binnen die Stad word vernietigd t en gedisfolveerd. In dato den 29 May 1786. Edele Achtbaare Heeren! Daar wy ons niet hebben konnen conformeereni met het voorftel van den Heer Kolff, en de daan op genomen Refi 'utie van de meerderheid der Le-: den van dezen Raad, dienende tor. vernietiging enrJ disfolutie van het Exercitie-Genootfchap, vindenc wy ons verplicht, ingevolge van ons daar tegen ge-: daan Protest en gereferveerde Aanteekening, als nu, tot onze dccha ge te infieeren , dat onze redeneni van Prorest in de Notulen worden geinfereerd, eni dat i fchap zouden kunnen befchouwen: in tegendeel komen dezelve ons voor, te behooren onder die ij allezirs redelyke en billyke voordrachten, welke met vry meerder confïderatie behoorden behandeld te zyn, als wy uit de Refolutie, ter laatfter Staats- ■ vergadering genomen, zyn ontwaar geworden, zoo i wel, als uit de executie van die Refolutie, met afgevaardi^de Misfive, by wyze van aanfchryvingen aan de Gerechten ten Platten Lande, by de Hee- | rea l  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 217 *ren Ordinaris Gedeputeerden, op den 23(ten de» fcer uitgevaardigd, ten gevolge, dat onze ProviaScie daar door een Wapenkamer heeft geacquireerdw weinig minder dan een honderd duizend Guldens bedraagende, waar van het onderhoud, zoo mea geinformeerd word, ook na by de één duizend Guldens jaarlyks zal bedraagen, en dit alles vrugtetloos en zonder eenig effect. f Daar, wat de verdere middelen van de bovenge* rmelde Propofitie betreffen, naamentlyk als of het Genootfchap , „ gelyk het zich tegenwoordig be„ vind, en in de prefente omflandigheden, ook geheel nutteloos zoude zyn, en veel eer ver,i ftrekken tot wezentlyke fchaade voor de goede „, Burgery, en tot onderhoudinge van verderflyke ,,, partyfchappen." Dezen aangaande hadden de Ondergefchreevenen wel gewenscht, dat de voorfz. FPropofuie niet maar enkelyk beftaan hadde in woor|den, waar van aan de Ondergefchreevenen de overtuigende blyken, welke den grond daar van moetea iuitmaaken, niet zyn voorgedraagen, veel min geUoegdoende bewezen geworden, en zy dezelve dus, iter goeder trouwe, ignoreeren, zoowel als zy ignoreeren het willekeurig occupeeren van eene publieke • Vergader- en Exercitieplaats van het zelve Genootfchap ; als de Ondergefchreevenen van gevoelen zyn, dat, in gevalle de Raad begreepen had, dat 'er iets mis. ildaadigs in gelegen ware, dat, federt deze Stad met 'Militie is geinvadeerd geworden, het Genootfchap, lals tot haare Vergaderplaats niet langer hebben kunmen gebruiken de Appelmarkt, met goedvinden vaa Ide Burgery, zich hebben vergaderd op de daar toe (gedefigneerde plaats vao de Burger Schuttery, zonIder dat daar uit eenige de allerminfte moeite- hoe mok, tot heden is ontflaan geweest; en is hetzelve by den Raad ook met die goedkeuringe aaogeziea, :dat men nimmer aan het Genootfchap daar over ee. nige •■"de allerminfte redenen van misnoegen heeft te Ikennen gegeeven, en mitsdien dan dat deze redei en by den Raad altoos tot geea grond van de geO 5 noo-  2i8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aoomen Refolutie in aanmerking konden komen, j en wel om het Genootfchap van een zoo willekeurig] cccupeeren van een Vergaderplaats te accufeeren, omn tot fundament van derzeiver disfolutie te verftrek-J ken; en waar toe even weinig ia aanmerking be-i hoorde gekomen te zyn, de accufatie der willekeu.iJ rige verkiezing van een Exercitieplaats; als het aann den Raad even zeer, als alle Inwoonderen, opent.} lyk bekend is, dat het zelve Genootfchap op appro-j batie, by fpeciaal Appoinctement, eerst heeft ge-: bruik gemaakt van het zoogenaamde Exercitieveldi by de Wal binnen deze Stad, en naderhand van hetl groote Exercitie-veld buiten de Utrechtfche Poort t alhier, zoo als de Appoindtementen van Ü Ed. Achtb.« van den 29 December 1783, 10 January 1784 eni 3 May 1784, ten duidelykften aanwyzen. Dat, met opzieht tot de voorftellinge der aggreatie van de verkozen Officieren, al mede juist dat t gene is geobferveerd, het welk U Ed. Achtb. by? het eerst gegeeven Appoinctement, van den 29 De-. cember 1783, voor het vervolg hebben gerequi., reerd; en het aan de Ondergeteekenden volftrektt onbekend is, dat die van het zelve Genootfchap) daar inne aan de beveelen van U Ed. Achtb. zouden 1 feëxcesfeerd hebben, of dat zy zich aan foortgely. . e (by het voorftel en Refolutie onbenoemde) over.. treedingen van de bepaalingen, aan het zelve ge.. Held, zoude fchuldig gemaakt hebben, tot zooi verre, dat het zelve zoude geftrekt hebben ter ver- ■ achteringe van de goede orde en ondergefchiktheid,, als het in zoo een geval van het Departement van 1 den Raad was geweest, het zelve niet inactief te i mogen blyven aanzien, maar daar tegens (hetzelve i geëxteerd hebbende) immediaat devereischtevoor- • zieninge hadde behooren gefteid te hebben; dan daar dezelve nog ter kennisfe van den Raad zyn ge- ■ bracht, veel min dat daar tegens eenige beveelen van den Raad van applicatie hebben behoeven te i zyn, hebben de Ondergefchreevenen dan ook voor- ■ al mm  ie Gebeurtenis/en in 1787 tnz. voorgevallen. *\9 lal geoirdeeld, de voorfz. motiven ter haarer verlantwoordiging niet te hebben konnen of moeten ineemen, als van alle dezelve geene kennisfe draaraende, en dus dezelve te moeten laaten voor reKeling en verantwoording van den Heer Kolff, en van Ide verdere Leden van de meerderheid, welke goed5 gevonden hebben zich met die redenen te confor- troeeren.^ ^ Exercjtje.Genootfchap, federt den 520 December 1783, met approbatie van den Raad ,i!T opgericht, en federt als een teken van onderscheid van andere Genootfchappen, door de Leden ■ is gedraagen een zwarte Cocarde, in welkers midj den een klein wit en rood ftrikje, ter aanduiding van t de kouleur van het wapen dezer Stad, by onderjfcheid van het Genootfchap te Utrecht, en waat ün zv, als vallende in de termen van de Publicatie 1 van den 9 February 1785, hebben blyven contiinueeren opentlyk te draagen , zonder dat immer door den Hoofd - Officier, of by het Gerecht, of 1, ook by dezen Raad, eenige aanklachten tegen hft Genootfchap dieswegens zyn gedaan; dan in tegendeel, dat men de Leden van het zelve Genootlcnap heeft befchouwd, daar mede te vallen in de uitzondering van de Wet, en dus ongemoveerd m het draagen van het voorfz. teeken, tot een kenteeken van onderfcheid van de andere Genootfchappen, heeft laaten voortduuren, zonder op dit poinct eenige disapprobatie gegeeven te hebben. Dat het mitsdien aan de Ondergefchreevenen tot de hoogfte verwondering heeft verftrekt, dat men a's nu by Refolutie, en daarop gevolgde Publicatie het draagen van het voorfchreeven kenbaar teeken aan de Leden van het Genootfchap tot een zoodaanig bezwaar aanreekend, als of zy daar door partyfehappen hadden aangekweekt, en zich ichuldig zouden gemaakt hebben aan de cpentlyke verachting van de beveelen der Hpoge Overheid; daar de Undergtfehreevenen van gevoelen zyn, dat, zoo de Leden van de meerderheid van dezen Raad, ofdea Hee-  «zo VtfZMiHng vtti^éÊm betteWelyk tct Heere Hoofd-Officicr, of die van den Gerechte d&d ze^Swd, federt emaneeren van de voorfz. Pimj ' b|!..,«a»E'van Haw Ed. Mogenden in een begrip wa-3 rli^wF,11* drö;4é Leden van het Genootfchap,. in weerwil van dé duïdelyke letter van die Publica-J tie, onder de voorfz. uitzondering niet behoorden» zy, als Mede-Leden van den Staat, en Medemaa-i kers van die zelve Publicatie, aan de Leden vaaa het Genootfchap, de waare zin en meeninge derii Wet hadden behooren te verftaan gegeeven te heb.il ben, en wanneer het Genootfchap zich als dan daarri aan niet hadde gedraagen, zoude het de post eai plicht geweest zyn, zoo van den Heere Hoofdofficier als van de Leden van het Gerecht, om dies van het Genootfchap, ter handhaaving van de be-. veelen der Hooge Overigheid, te hebben moeteaa actioneeren. Daar nu dit een en ander dan niet is i gefchied, maar dat men ter contrarie tot hier toe! van begrip is geweest, dat het Genootfchap, mee: haar voorfz. goedgekeurde teeken, in allen opzien-. te verfeerde in de termen van de Wet, hebben de: Ondergefchreevenen voor zich ook niet kunnen 1 aanneemen, de voorfz. redenen ter befchuldiging ■ van het Genootfchap in het draagen van zoodaanige leuzen, als welke tegens de beveelen der Hooge Overigheid zouden hebben aangeloopen; als de Ondergefchreevenen zich tegens den inhoud van de voorfz. Publicatie niet willen fchuldig verklaarea aan het verzuim, ter maintien, tot obfervantie van de beveelen der Hooge Overigheid, waar tegen zy met allen nadruk protefteeren; het zelve overhalend e ter verantwoerding van de Leden van dezea ! Raad, welke in de voorfz. tegengeftelde begrip, pen , federt den 9 February 1785, geverfeerd hebbende, van zich hebben kunnen verkrygen, federt dien tyd, tot hier toe ftil te moeten zitten, en mettegenftaande hun ftilzitten, en het niet voldoen aan hunnen vermeenden plicht, als nu daar uit gelooft hebben, eenen genoegzaamen grond tot de hi«r bovengemelde Refolutie ea Publicatie, tegens de  ie Gebeurtenissen in 1787 enz. voorgevallen. %tt ie Leden van het Genootfchap, en to: vernietiging van het zelve, gevonden te hebben. | De Ondergefchreevenen zyn niet onbewust, dat ke permisfie tot het Exercitie-Genootfchap is prowifioneel, en dus, wanneer 'er redenen zyn om. de provifle op te fchorten, dat de Raad zich daar ^an ten allen tyde zoude hebben kunnen bedienen; dan welke redenen aan de Ondergefchreevenen voortkomen in allen gevallen dezelfde te zyn, als welke buiten een zoodaanige gereferveerde provifie, niet be min tot disfolutie van het zelve zouden dienen. Dan dat die redenen geenszins moeten gelegen zyn in vergezogte, niet geëxteerd hebbende, en ook wan geene applicatie zynde, omftandigheden of zaaken, welke eerder eene willekeurige dispofitie, sis eene redelyke befchikking komen aan te duiden; en daar, om bovengemelde redenen, de Qnderge. ifchreevenen zich met het befluit van de meerderheid van dezen Raad niet hebben kunnen conformeeren, protefteeren zy als nog tegens de voorfz. Hefolutie, tot disfolutie van het Genootfchap, zoo ïwel als tegens de daar op volgende gedaane Publijcatie, verzoekende en infteerende, dat deze w de [Notulen van heden zal worden geinfereerd. Aftum Amersfoort, den 29 May 1786. (was geteekend) E. Methorst. W. Pannekoek, Alz. C. Pannekoek. G. Lentfrinck, G.Trooillart. J. Bqth Hendrikzen. H. ter Horst, N°. 2334. Bericht wegens den toedracht der zaake by ' het in arrest neemen van den Pander Johan Valburg op den 29 May 1786 binnen Wyk by Duurftede. Heden den 29iten May namiddag circa vier uuren , iwam alhier met een fargon binntn de Pander van den  222 Verzat/teling van Stukken betrekkelyk tot den Ho re genaamd JoHANtfEs Valburg, tot zynt reisgenoot hebbende den Bode van 't Hof van Hou.' ten, met last om aldaar te exploiéteeren drié Re.!, questen en Appoinctementen van Citatien tot Crimineele dagvaardingen , als één tegens de Heeren': C. Haantjks. C Beckering, M. van Leeuwen, s 3SI. van üssenbehg, H, Schilge en R. Berenbdrg,, in qualiteit als fungeerende Magiftraats-Leden,', zyr.de deze Citatie verleend in de forme, om 'en by wyze van een Citatie met het furplus ten dagec dienende op te konnen concludeeren. Het tweede^ houdende rpgen Dirk Volkmars , Cornelis Sam,, Jan van de Wepel en Jacobus Hoogvliet, zynde dé: nieuwe verkooren Regenten, en tendéerendetot Ci-. tatien in Perfoon, en zoo ook het derde jegens Mrv, Adriaan de Nys, Gecommitteerde uit de Burgery,, mede tot Citatie in Perfoon. De inhoud van deze Requesten komen hier op) uit: de introductie van het Regeerings-Reglément,, en beéédiging van het zelve, — het verlaaten van i die Regenten , welke den ééd niet hebben gelieven 1 te doen, en verkiezen van vier anderen, — het in-troduceeren en beéédigen van dezelve, — het niet: adfisreeren van die Publicatie, en het rescontree-" ren van de Misfive van Gedeputeerden by wyze van i antwoord den 2often April dezes jaars. Met deze i Registers van zwarte zonden tegens de Regeerders van Wyk opgemaakt by den Prokureur-Generaal dezes Hofs, op authorifatie van Heeren Gedepu. , teerden, en last van de twee voorftemmende Leden, en eenige Regenten van Utrecht, welke alleen de Conclufie voltooid hebben , begeeft zich de Pander na deze Stad, en even of die van den Hove daar door genoeg gequalificeerd waren, om met vertreeding en in prejudicie van dat zoo heilig en onfchendbaar Privilegie de non evocando, vooral in het Crimineele onze Stad zoo goed als eene Stad in deze Provincie, ja in de geheele Republiek competeerende, ons Territoir te fchénden, en de allerwillekeurigfte dagvaardigingen te doen uitgaan, ora I  ie Gebeuftenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 223 öm de voorfchreeven geweldige oproepingen te lexploicteeren. Hy komt daar toe eerst by van der Wepel, en duwt dien Man, zonder voorlezen, teen papier met dagvaarding in Perfoon in d^ haud, en hoe zeer die Man hem wil beduiden, dat hy daar toe recht noch bevoegdheid had, en zoodanig een exploicf niet aannam, gooide hy in weerwil va^ dienMan het papier of copye voor hem op de tafel ongeleezen ter neder, en liep ten huize uit. En even informeel was zyn gedrag ten huize van den Heef IBeckering; doch de Heer Berenburg begreep dit beter, en geliet zich , of hy dat exploicf niec konde aanneemen (zoo als ook waarlyk was) buiten voorkennis van de Burgemeesteren, en verzogt den 'Pander, zich daar toe met hem te begeeven na den ■Heer Burgemeester Haantjes , ten wiens huize de Pander het exploicf aan den Heer Berenburg voorihield, met dit gevolg, dat zoo oogenblifckelyk by ihet eindigen van de lecture, de Pander zich vond getiteld in verzekering van een Deurwaarder en twee Bodens, welke hem zoo onmiddelyk overbrachten in de Stads Herberg de Keizers-Kroon, alwaar hy ibuiten acces wierd gefteid, in de bewaaring van :een Deurwaarder, een Bode, en een Wacht van twee gewapende Burgers voor de kamer, met acces :om in de kamer zelfs de Wacht te houden. De Bode van Houten, die den Pander zoo hy Szeide, maar tot gezelfchap diende, en wiens conIfcientie hem zekerlyk klopte, dat hy wel deegelyk jizich alhier mede tot een ander einde bevond, raak(te zoodaanig van zich zeiven, dat hy door Hofrtan rmet de grootfte moeite tot zich zelve is gebracht j! geworden , en daar op met een briefje van den Pant der aan zyne Vrouw na Utrecht is vertrokken. Sedert word de ordinaris gyzeling alhier in gereedI heid gebracht, om 'er dien Pander over te brenI gen , als wiens verblyf wy vertrouwen, dat nog 1 wel wat van eenigen duur zal konnen zyn. Heden namiddag verfchynt alhier onverwacht de j Heer Hoofd-Officier, om den Pander defacto uit zyn arrest 1  224 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot arrest te doen ontflaan, en aan hem te doen reftitueen ren de originecie Rtquesten en alle de Papieren, zoo dez.lve nog niet aan den Pander gereftitueerd i waren. Dan het Gerecht begreep eenpaarig, dati zy hier m buiten de Magiftraat niets konde doen, , en dus dat hy Heer Hoofd-Officier zich daar toe: aan de Magiftraat moeste addresfeeren, waar op i zyn Ed. geliefde te antwoorden: hy kende geen Ma., giftraat, — hy haasniet te doen met de Magiftraat, en alzoo is cfen Heer Hoofd-Officier van hier ver- . trokken; die men nogthands verneemt, dat binnen i vier- en- twintig uuren zal beduid worden, of hy gehouden is, in zyn qualiteit tegens alle geweldige inbreekers, Stads- en Burger-Rechten en Voorrechten te moeten handhaaven. N'. 2335. Extraclt uit de Refolutienvan de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lanas van Utrecht, betrekkelyk het arresteeren van den Pander Valburg te Wyk by Duurftede, in dato den 2 Juny 1786, en voorts ter Vergadering van Staat by wyze vanRau* port uitgebracht. r In overweeginge genoomen zvnde, hoe Heeren Hun Ed. Mogenden Ordinaris Gedeputeerden, ter zar-ke van het arrefteeren en in detentie houden van een Pander 's Hove van Utrecht, afgezonden tot het doen van eenige citatien, door den pretenfen Magiftraat van Wyk by Duurftede, noodig geoirdeeld hadden, de Heeren Staaten deswegens extra, ordinair te befchryven, tegen zaturdag den 3den Juny, teneinde hier over te delibereeren, en zoodaanig te refolveeren, als Hun Ed. Mogenden zullen oirdeelen te behooren: is goedgevonden enverftaan, ter befchry vinge voornoemd by Extract dezer Hoog. gcmede Heeren Staaten te informeeren van het gene ingevolge de authorifatie ter Staats-Vergadering van den i2den April laatstleeden verleend, by Heeren Gedeputeerden was verricht, Na dat de aan» fchry.  de Vébewrtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, &2$ m fchryving aan den HoVeProvinciaal, ohl voor Het rha» > j intien derby Hun Ed. Mogenden gèarrefteerde Pu!ii blicatie zorg te draagen, als mede de aahfchryVing • t aan den Heer van GereStein, als Hoofd Officiër 4 der meergemelde SiaJ Wyk, in cönformité van dé *l Refolutie van Hun Ed. Mogenden, by Heeren Ge« itjf deputeerden waren werkltellig gemaakt en gedepec* ;,ïf heerd; heeft Jonkheer A. Graave van RecHTEREeÏ >iï Heer van Gereltein, Hoofd Officier der Stad Wyk;, liaan Heeren Gedeputeerden op zondag den iöden t| April by Memorie kennisfe gegeeven, van deszelfs ;!»wedervaareh in de uitvoering van de aanfchryving itder Heeren Staaten van dato den i2den April, be'Ik treklyk het binnen Wyk afkondigen en publiceeren 7I van de Publicatie, door Höoggemelde Heeren Staa. ii ten ten voorfchreeven dage gearrefteerd, wegens de I feitelyke uitzetting van zes fungeerende Raaden aldaar, en de aanftelling van vier andere Perfoonen in derzeiver plaatfen , als mede van de verhinderin» igen aan dènzelvèn in 'c executeeren van de ordres ;der Heeren Staaten dezen aangaande binnen Wyk toegebracht; breeder by de Memorie zelve; op tfai to voorfchreeven in de Notulen van Heeren Gedeputeerden geinfereerd: gelyk ook te dezer Vergade. ringe is ingébracht Copie Authentiek Van het relaas ,van den Pander Valburg by den HöVe ingekomen , :houdende mede bericht van zyne ontmoetingen en Iwedervaaren, betreklyk evengenoemde Publicatie. I \ Waar op Heeren Gedeputeerden ingevolge van bo•: vengemelde aütborifatie van den i2den April, met «ilCommisfarisfen uit den Hove hebben gedelibereerd; fien na ryp overleg en Advys van de Commi?fie uit ■ iden Hove bovengemeld* hebben gerefolveerd , dè i üRegeering vari Wyk, met byvoeging van eèn exem, plaar der" Publicatie by Misfive nader aan te fchry- II ?^ven, om zorg te draagen dat geene verhinderingen cfaan het publiceeren en affigeeren van dezelve werden > toegebracht, maar zulks zyn vólkomen effect te doeö ïforteeren; en pp dat het zelvfe te meer fucces tongte erlangen; mede die Van denGsrechte aldaar, met II XXX. Deel. P ïo«»s IÉ  225 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot toezending van een exemplaar der Publicatie, by| Misfive aan te icbryven en te gelasten, om den Pand der van den Hove de noodige adfiftentie te verleef nen: gelyk ook den Heer van Gerestein nader by Misfive aan te fchryven, zich des anderendaags den I7den April naar Wyk te begeeven, en andermaah te trachten de afkondiging en affictie der Publicatiéi aldaar te effcctuceren, en indien onverhoopt daar ini wederom mogte worden verhindert, als dan te on-i derftaan of zulks in de Stads Vryheid konde gefchie-s den, en een exemplaar op Stads Poorten te doem aanplakken , terwyl den Pander door den Hove Proo vinciaal zoude worden gelast, om ingeval de Fubli«i catie en Affictie binnen Wyk niet mogten kunnem worden geëffectueerd, dezelve in de Dorpen rondJ om de Vryheid van Wyk gelegen, morefolito, mee klokluiding af te kondigen en aan te plakken; met ver-, dere aanfehryving, om als nog 24 uuren na de aff kondiging der Publicatie, waar ter pJaatfe dezelvef ook moge gedaan worden, den Magiftraat van Wyk! te convoceeren , zoo en in diervoege als zulks by dei aanfehryving der Heeren Staaten van den i2den de-2 zer aandenzelven was geinjungeerd; zynde eindelyk! noch verftaan, ten einde de vier Perfoonen, met naamen Dirk Volkmars, CornelisSam, Janvani der Wepel en Jacobds van Hoogvliet, onlangs; wederrechtelyk in den Raad der Stad Wyk gefteid,, geene ignorantie van de beveelen der Heeren Staa-, ten dien aangaande zouden kunnen pretendeeren,) dat aan ieder van dezelve een exemplaar van meen bovengemelde Hoogstderzelver Publicatie by Extract zoude worden toegezonden , om zich daan na, zoo veel hun aangaat, te reguleeren. - Dan welk alles met hoe veel moderatie ook ingericht, ten einde die van Wyk als noch van hunnef wederrechtelyke handelwyze zouden afzien en aam de rechtmaatige beveelen der Heeren Staaten voldoen, nogthands buiten alle fucces is gebleeven;| •hebbende de pretenfe Magiftraat van WykkunBenij goedvinden, de door den Heer Hoofd-Officier ver?] zog- i  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 227 f $ogte adfiftentie tot het doen der Publicatie te wei[ geren, jt zelfs op nieuw te verhinderen» dat de I klok getrokken wierd: en wanneer de Heer HoofdI Officier, ter voldoening aan zyne nadere aanfchry1 ving, de Publicatie van den Souverein door den I Pander ten zynen overftaan had laaten afleezen en aan het Stadhuis aanplakken, terftond daar op na voor; gaande klokluiding van de puye van het Stadhuis te i publiceeren een Extract, uit een zoogenaamde Magi• ftraats Refolutie, waar by onder anderen, (zoo veri re hy Heer Hoofd-Officier daar van eenige onder1 richting heeft kunnen bekomen) in volgende of dien i zin hebbende termen word gezegd. „ Dat de Magiftraat uit naam der Burgery ver, „ klaard, dat dezelve Burgery geen ander Wet„ geever of Souverein erkende dan de ftem des „ Volks, en dat mitsdien de Magiftraat de gedaa„ ne Publicatie van Hun Ed. Mogenden houd voor ,, nul, krachteloos en van onwaarde." Dan welke Extraö-Refolutie een halfuur daar na, door de afkondiging van een ander van dezelve Vergadering is vervangen, waar by „ eerst de even te „ vooren gepubliceerde Refolutie word geannul„ leerd, en voorts de Burgeren en Ingezetenen der „ Stad geordonneerd, geene andere beveelen dan „ die van hunDe wetrige Magiftraat te pareeren, „ en aan dezelve Magiftraat te presteeren, hetge„ ne zy ingevolge hunnen Burger- en Schutters„ ééd verplicht zyn, en dienvolgens geene beyee„ len dezen ter contrarie, van wie ook teobediee„ ren, op pecne van als ontrouw aan hun ééd tn „ plicht, naar exigentie van zaaken te zullen wor,, den geftraft — met bygevoegd Declaratoir, dat „ Hun Ed. Achtb. om goede redenen goedgevon„ den hadden de Heeren Dirk Volkmars, Corne„ lis Sam, Jan van der Wepel en Jacobüs van „ Hoogvliet, Raaden in de Vroedfchap der Stad, te neemen in Hun Ed. Achtb. byzondere orotec„ tie; geenszins twyffelende, of de Burgery de,, zer Stad zou ingevolge derzeiver plechtig gePi » ftaaf-  1 228 Penameling van Stukken betrekkelyk tot „ itaafden ééd en Declaratoir door derzeiver Ge» committeerden gedaan, dezelve Heeren Raaden „ VotKMiRS, Sam, van der Wepel en van Hooo. ,, vliet, gelyk alle andere Leden van den Raad en i Mag.ftraat, by alle mooglyke wyze, zelfs met ,, goed en bloed by het Dieuw geintroduceerd Re„ geerings-Reglement, tegen alle oppofitie van welke aart dezelve ook zoude mogen wezen. , ,, handhaaven en befchermen." BlyRende van dit alles met meerdere, uithetom- • ftandig bericht van den Heer van Gerestein, ter Tafel van Heeren Gedeputeerden den ïoden April overgelegd; gelyk mede uit het door Heeren Com» . mi.'fansfen uit den Hove copiëelykgecommuniceer- , de Relaas van den Pander Valbdrg , betrekkelyk de uitvoering van den last en orders, hem door den Hove gegeeven, en mede ten dage voornoemd in de Refolutien van Heeren Gedeputeerden geinfe» . reerd. Welke beide Rukken by Heeren Gedeputeerden wederom met Heeren Commisfarisfen uit ; den Hove zynde geëxamineerd; is by Heeren Ge- ■ deputeerden wel in confideratie gekomen, dat in i deze zaak twee onderfcheiden poindten in deliberatie behoorden genoomen te worden, naamelyk aan de eene zyde, het cognofceeren over de delicten en ftraffen van zoodaanige Perfoonen welke in dezen by de Ordinaris Juflitie mogten bevonden worden zich aanmisdryven te hebben fchuldig gemaakt; en aan de andere zyde het daadelyk herftelleo van de zes oude en wederrechtelyk afgezette Regenten; en in het generaal, het ten dezen aanzien ter uitvoer brengen van bet gerefolveerde by de Heeren Staaten op den I2den Aprjj; doch hebben al wederom geprefereerd provifioneel te fupercedeeren met de deliberatien met opzicht van het eerste poinct, en gerefolveerd , alleenlyk den weg van Rechten in te Haan, in die hoop en verwachting, dat eindelyk eei s de pretenfe voornoemde Magi- . iÏTaat van Wyk van burne erroncufe begrippen zouden terug komen, en aan de hooge en billyke be- vee„  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 229 iveelen van den Souverein obedieeres; zynde als itoeu alle de bovengemelde ter Vergadering van Heejen Gedeputeerden overgelegde (lukken gefteid in handen van den Protaireur-Generaal, ten einde het recht van den Lande voor den Hove Provinciaal tegen de fchuldig bevonden wordende waar te neemen. Edoch heeft de bovengemelde Magiftraat van 'Wyk daar en boven nog van zich konnen verkrygen, om ter Vergadering van Heeren Gedeputeerden in te zenden eene Misflve, houdende eene preitenfe juftificatie van hun gedrag, en Declaratoir, van niet alleen zich niet te zullen gedraagen naar de Refolutie en Publicatie van de Heeren Staaten, maar ook zelfs niet te zullen gedoogen het onderneemen van crimineele Procedures of vervolgingen, van wat aart dezelve ook mogen zyn, dan ten kosten van hun goed en bloed ; zynde deze Misflve ;wyders vervuld met zeer laeflve en taxatoire uitdrukkingen voor de Heeren Staaten en derzeiver wettig ;genoomen belluiten, als welke zy zich permitteeren op meer dan eene plaats, voor illegaal te houiden, en te declareeren als genoomen op naam van, ;de Staaten dezer Provincie, door de beide voorIfteramende Leden en eenigè weinige Regenten der :Stad Utrecht; en welke Misflve als toen by Heeren Gedeputeerden mede is gpfteld in handen, van :den Prokureur-Generaal, ten fine als boven, Dan hadden Heeren Gedeputeerden weinig kunipen verwagten, dat derzeiver voorgemelde hani delwyze en opgevolgde demarches van dea Hove, imet hoe veel moderatie en voorzichtigheid ook in1 gericht, in het geheel geen ingang op de. gemoe: deren van den thands zich noemende Magiftraat van i Wyk zouden hebben gevonden, en dat dezelve tot : dien verregaanden trap zouden zyn gekomen, om ! zelfs de Junkie, in naam der Heeren Staaten by dt n IHove geadmi.niftreerd wordende, feitelyk te refi* I fteeren, en een Pander in officio. derwaarts gezor> 1 den, in detentie te neemen, en ondanks de inftantien van den Heer Hoofd-Officier, met eenpaarig P 3 over%  I *3o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot overleg van alle de Ordinaris Raaden van den Ho-! ve, op last en aanfehryving van Heeren Gedepu-;. teerden gedaan, in verzekering te houden, en zelfs s by Refolutie den Gerechte der Stad Wyk aan te t fchryven, den Heer Hoofd-Officier te gelasten cri- ■ mineellyk tegen den Pander te procedeeren , met t bedreiging, van by nalaatigheid van dien zoodaani-. ge middelen van contrainte tegen den Heer Hoofd- ■ Officier te zullen emploijeeren, als zy zullen oir- • deelen te behooren: en welke bedreiging de meer- i gemelde Magiftraat van zich heeft kunnen verkry-. gen kort daar op nader te bevestigen , door aan den- zei ven Hoofd-Ófficier op den iften dezer te doen s toekomen de navolgende Misfive. Hoog Gebooren Heer! De Magiftraat dezer Stad heeft my gelast, om U I Hoog Geb. aan te fchryven, om in deszelfs quali-. teit als Hoofd-Officier dezer Stad, het recht van i dezelve tegen den Perfoon van Johannes Valburg ; waar te neemen, en daar toe binnen den tyd van'i 24 uuren na ontvang dezes, Uw Hoog Geb. bin- ■ nen deze Stad te bevinden; en dat by onverhoop. • te nalaatigheid van het zelve, de Magiftraat op den 1 Heer eersten Burgemeester de noodige authorifatie i heeft verleend, om als dan U Hoog Geb. in Offiio > té vervangen. Ik acquiteere my door dezen van myn last, en 1 hebbe de eer te zyn. Hoog Gebooren Heer'- U Hoog Geb. D. W. Dienaar, (was get.) Joan Teschemaker. En waar op Heeren Gedeputeerden, na dat de Prokureur-Generaal ter Vergadering had te kennen fegeeven, dat nu van zyne zyde alles gedaan hebende wat van deszelfs Officie afhing, alzulks we» gen» éi  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 231 trens de feitelyke refiftentie der Juftitie zich verpeht vond, die zaak aan Hun Ed. Mogendens voordening aan te beveelen, ten einde daar by hem biets verder konde worden gtëotameerd, voor dat Be Juftitie wederom zynen vryen loop zoude hebben bekomen, zoodaanig dezen aangaande te refol. ?eeren, als tot maintien van de Hoogheid der ProFincie, en beveiliging van de Juftitie tegens inful. es, zouden oirdeelen te behooren; en ondervonden hebbende, dat geene middelen van inductie en perfuafie, veel min de weg van Juftitie van eenige ïyrugt waren geweest of verder fcheenen te konben wezen, in confideratie zouden hebben moefen neemen, naar meer efficacieufe middelen om te leien. Dat echter Heeren Gedeputeerden verkooten hadden, de dispofitie van zoodaanige extraordinaire voorzieningen aan de Heeren Staaten over te laaten, en overzulks noodig hadden geoirdeeld, Hoogstdezelven ten fpoedigften extraordinair te beffchryven; doch tevens dienstig hadden gevonden andermaal met alle de Ordinaris Raaden van den Ho\ve te confereeren; in welke befoigne eenige van dezelve in bedenking hebben gegeeven, om de Heeren Staaten te advifeeren, als nog eene Misfive van inductie aan den Magiftraat der Stad Wyk af te zenden, met bepaaling van den tyd binnen welken Hun Ed. Mogenden hier op voldoend antwoord zouden inwagten, doch in welke conferentie andere Heeren Raaden van gedachten zyn geweest, van dat middel zich geen beter fucces dan van de menigvulldige voorgaande te konnen belooven; dat ook de Heeren Gedeputeerden over dit voorftel nader dejlibereerende, niet hebben kunnen voorzien, dat het zelve van gewenscht effect zoude wezen, daar Ide pretenfe Magiftraat van Wyk fcheen voorgenoo[men te hebben , zich tegen alles pertinaciter te (verzetten, of ook hebben konnen bepaalen, 00 rhoedaanige gevoeglyke wyze de Heeren Staaten zich aan de zich thands noemende Magiftraat van Wyk i'zouden kunnen addresfeeren. Dat echter Heeren p 4 Ge-  |3* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gedeputeerden in deze delicaate materie niets wili Jende beflisfen; vermeind hebben ook deze beden*] kingen ter kennisfe der Heeren Staaten te moetenr] brengen, en tevens gerefolveerd, ter befchryvind; ge vooren gemeld, voor confideratien te declareert ren. j, Dat Heeren Gedeputeerden van gedachten zyn, „ dat ingeval de HeereD Staaten nu of vervolgen» s, mogten oirdeelen eenige Militie tot adfiftentie 3> van de Juftitie en tot beveiliging der Ingezete-: s, nen binnen Wyk noodig te hebben, alsdan zynei s. Doorluchtige Hoogheid als Kapitein Generaal de^ „ zer Provincie zoude behooren te worden verzogt, 3, op de besteen gemaklykfte wyze die adfiftentiei i* a'daar te bezorgen , en den commandeerendeni 3, Gfficier te gelasten, om aldaar gekomen zynde, 3, zich met geene Burgerlyke gefchillen te bemoei-i t, jen, maar met alle voorzichtigheid en zagtzin-i s, nigheid de rust en goede orde binnen de voor-1 3, fchreeven Stad te helpen bewaaren. Wyders dat s, Hun Ed. Mogenden zoo dra de gerequireerdeMi-i a, luie binnen Wyk zóude zyn ingekomen , eene sf, Commisfie van drie Heeren zouden kunnen com-i „ mitteeren, teneinde meten benevens eene Com»i „ misfie uit den Hove, de Regeéringaldaar innaami 3> van Hun Ed. Mogenden te herftellenopden voo3, rigen voet; en met zoodaanige ampele macht éui 3» last, om mede in naam van Hun Ed. Mogenden,, ,, met of zonder, uitzondering van eenige Perfoo-. 3, nen eene generaale Amnestie te mogen laatenaf-^ s, kondigen van alle gepleegde excesfen, met uit», füitingè nogthands van die genen, welke 7ichi t daar ra aan eenige disobedienrie van Hut- Ed. Mo9, gendens hooge en re'chtmaaiige beveelen zoud; n ) ,, fchuldig maakèn; en mer verderen last, om bin- ■ „ nen Wyk alles te doen en te verrichten, wat tot: „ confervatie van de rust, vryheid en veiligheid i h ,vaD de g°ede Jü- en Opgezetenen noodig zoude : ., bevonden worden." „ Iciwyl Heeren Gedeputeerden in dat geval 4 ■ ,, ver; . i  is Gebeurtenisfan in 1787 enz. voorgevallen, 233 s, verder in bedenking zouden geeven, of niet tot wegneeming van alle verkeerde induöien en im,, preslien, over zoodaanige ftap van Hun Ed. Mo„ genden, waar toe dezelve zich huns ondank">genoodzaakt mogten werden te befluiten, de Hee» ,, ren Staaten zouden gelieven goed te vinden, by „ circulaire Misfive aan alle de Bondgenoo en daar „ van kennisfe te geeven; ten einde aan Hóogst„ dezelven als mede aan de geheele Natie openlyk „ te doen blyken, dat het oogmerk van Hun Ed. „ Mogenden geenszins was, om de billykeverian„ gens en remonftrantien der Ingezetenen tegen te ,, gaan of te beletten, en de ftemme der Iigezete,„ nen over reëele misbruiken klaagende, te fmoo,, ren, maar alleenlyk de bewaaring van de rust, „, de handhaaving eener onzydige Juftine, (waar „, in alle 's Lands Ingezetenen het grootfte belang B, hebben, niet alleen, maar ook met welker be„, waaring of verval ae Burgeriyke vryheid en vei„, ligbeid noodwendig ftaan of vallen moet) en het ,„ maintien van de Hoogheid en het wettig gezag 3, der Piovincie, welke Hun Ed M°gtnden by „, dieren ééde gezwooren hadden te zullen befcher„, men en ongekreukt bewaken. " !ÊIo, 2336. Misfive van de Regeerders der Stad Wyk by Duwfteae, den 1 Juny 1786 Aan de Heeren Staaten gefchreeven, over de bevoegtheü van de Stad tot het artesteeren van den Pander. Edele Mogende Heeren! Hoe zeer wy geoirdeeld hadden, geen geloof te ►moeten liaan aan verfcheide geruchten van Crimipneele Procedures tegens ons of iemand van. onze ^Burgeren en Inwoonders, gegrond op onze verrichItingen ter uitoefFeninge van het Recht der. Magitflraatsbeftellinge tot redres van zoodaanige overgeleverde ppinften van bezwaaren, als waar. toe wy ' P 5 »a-  234 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ■ ingevolge van een fpeciaal aanfchryven van ü Eddï Mogenden, onze Burgeren en Inwoonderen hebberflft": opgeroepen, en om het welke met onze Burgerente te reguleeren en applaneeren, ü Ed. Mogendeni ti:t ons ook door de toezending van het ter Staats-Ver.ip|h gadenng uitgebracht Rapport van den i Septembeel f 1784, volkomen bevoegd hebben erkend ; zoobeboste ben wy met te min tot onze verwondering ont,• es, tegens de Burgeren en Inwoonderen dezer 'IJtad, onder wat voorwenden ook, iu te (rellen; maar deze Stad en derzeiver Burgeren en Inwoon» fleren, ook als een mede-integf eerend Lid vanStaait l-n Inftellers van de Ordonnantie van den Hove, '««vaar over wy nevens U Ei. Mogeoden te beveelen. lïilaebben, onverhindert en onverkort te laaten by dat Pïoflccht, en fpeciaalyk het voorfchreeven Prilleej Mëj de non Evocando, dat aan dezelve ingevolge lïsde aan haar bezwooren Voorrechten toekomt, til F En hoe zeer wy ons in de onaangenaame omftan" ligheid bevinden, om door U Ed, Mogenden ons t: ^efecludeerd te zien van de op morgen befchreeven H Ëxtraordinaris Vergadering van Staat, (waar door JuHezelve incompleet befchreeven zynde) hebben wy Ui jjïiet te min daar van geinformeerd zynde, voorbeiói^oudens dat Recht, ook dien aangaande noodig getj birdeeld, deze ter overweeging aan U Ed. Mogenm jen te moeten voorhouden, ter afwending van zoo- 1 daa>  836 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot daanige onaangenaamheden , als by onverhoopt! voortgang de notoire gevolgen van de voorfchree ven jegens ons geëntameerde nulle en incompetent! Procedures zullen komen op te leveren; en oolc dien aangaande by dezen tot voorkominge van her; haalingen ons refereeren tot onze onderfcheident Misfives ter aantooninge van onze Rechten en daa: by geinhrsreerde proteftatien, nu fidert twee jaa; ïen, zoo aan Ü Ed. Mogenden ais de Heeren i | Ed. Mogenden Qrdinaris Gedeputeerden toegezoni s den. Hier mede ben enz. ' \\ 2337' Publicatie van het Hof Provinciaal'sLandt van Utrecht, waar by kond doen, dat door de Heet ren Staaten zyn geauthorifeerd, om in gevalle van mishandeling van den gedetineerden 's Hofs Pandeit Joh. Valburg te Wyk by Duurfiede, reprefaW \\ te mogen gebruiken, in dato den 5 Juny 1786. jff Het Hof Provinciaal van Utrecht doet te wee L ten: dat by Hun Ed. Mogenden de Heeren StaatecL dezer Provincie m confideratie genoomen zynde; £ dat hangende Hoogstderzelver deliberatien over d'è L zaaken van Wyk, behoorde zorg gedraagen te won iir den, dat de Pander Johannes Valburg, als welke y. alles heeft gedaan en verricht in officio, niet werdd J mishandeld, Hoogstgemelde Heeren Staaten byRes x, folutie van den 3den dezer den Hove hebben geauc< 2 torifeerd, om in cas van mishandeling van den ge< n tineerden Johannes Valburg door de prefente Maa (\ giftraat van Wyk by Duurftede, of op derzelves .! last, reprefaille te mogen gebruiken , als mede om 3| deze Hunner Ed. Mogenden auöorifatie te doenpu-i JH bhceeren, ter plaatfe daar het Hof zulks noodig J zoude oirdeelen te behooren. En op dat hier van geene ignorantie zoude kun-i I ?en worden gepretendeerd, zal deze in het Over.i|j Kwar,-; i'  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. z$r Kwartier dezer Provincie worden gepubliceerd e» Mjeaffigeerd- Gedaan te Utrecht in Collegio van den Raade dea ) Juny 1786. (Onier Jloni) In kennisfe van my, (y>as get.) CornèLis de Wïs. M*. 2338. Misfive van het Hof 's Lands van Utrecht aan de Regeering iet Stad Wyk by Duurfiede, ter geleide van bovenfiaande Publicatie. In dato den 5 Juny 17 8(5. Edele Achtbaare Heeren! Wy hebben als daar toe door de Ed. Mogende deeren Staaten dezer Provincie geauctorifeerd zynie, op heden eene Publicatie gearrefteerd, om vanneer de Pander Johannes Valbürg te Wyk by i)uur(tede, alwaar hy van wegens de preteiife Manftraat, feitelyk is in arrest gefteid, en gehouden ivord, eenige mishandeling mogte worden aangeilaan, reprefailles te mogen gebruiken. Van welke Publicatie wy U Ed. Achtb. eenigé ixemplaaren by dezen doen toekomen , zoo om e dienen tot deszelfs informatie, als ter kennisgeving daar van aan de Burgers en Ingezetenen ran Wyk. Ondertusfchen maaken wy gebruik van deze ge. fegenheid om U Ed. Achtb. vriendelyk maar tevens sp het ernftigfte te vermaanen, om den gemelden 10hannes Valbürg uit den voorfchreeven arreste tn detentie, hoe eerder zoo beter te relaxeeren, ifte die relaxatie zoo veel mooglyk ten fpoedigften e rffectueeren , met overlevering aan denzelven van alle de Papieren, welken hem zya ontnoomen, m  238 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 's en die alleen in Offieio onder hem berustende wm ;ti ren; en dit ter voorkoming van de Executie dd :|, voorfchreeven Publicatie. En hier mede Edele Achtbaare Heeren! Uwer Ed. Achtb. goede Vrienden Die Prefideerende en andere Raaden 's H ves van Utrecht. Ter Ordonantie van dezelvec (was get.) Cornelis de Wï ____________________— N°. 2339. Advys van den Heer J. C. Smissaert, , het Request van de Huisvrouw van den Pandt Valburg, den 5 Juny 1786 in de Notulen vi den Raad der Stad Utrecht doen irjereeren. Het Advys, door den Ondergeteekenden alhi mondeling voorgedraagen op Vrydag den 2den c zer maand, by de deliberatien over het Requu van de Huisvrouw van den Pander Valburg, f. welk hy reeds heeft gereferveerd in Vroedfcha Refolutien te doen infereeren, behelsde in fubfta tie: dat, hoe zeer hy ten allen tyde den hoogflf prys ftelt op de heilige Rechten en Privilegiën t Burgeren en Ingezetenen, inzonderheid van SÉ ren Steden dezer Provincie, welke hy Reeds berr is, ten koste van alles wat dierbaar is, te help handhaaven ; nogthands, zynes oirdeels, aan 1 verzoek, invoegen het zelve by voornoemden I queste gedaan is, tendeerende, ten einde der I questrantes genoemde Man, welke door de Ma1 ftraat der Stad Wyk by Duurftede in civiel arr wierd gehouden, door de Vroedfchap by het I vilegie de non evocanio, den Burgeren en Ingeze nen dezer Stad competeerende , zoude gemaii neerd, en dienvolgens van gezegde Magiftraat j  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 239 eeclameerd worden , niet konde worden gedefe. rêerd: niet alleen, om dat dezelve Valburg, zoo ïls genoegzaam bekend is, te Wyk is geweest, en njdaar heefc geageerd in zyne qualiteit als Pander van het Hof Provinciaal, gelyk hy ook als zoodaadg gearrefteerd is geworden; maar ook wel vooriiaamlyk, vermits, volgens zyn inzien, het gedacht °rivilegie de non evocando niet van applicatie kan vorden gemaakt op het geval in questie: aangezien jet den Ondergeteekenden voorkomt, dat men lechts de benaaming, het oogmerk en den inhoud yan meergenoemde Privilegie behoort in te zien, Dm overreed te worden, dat by het zelve eigentlyk word gecaveerd tegen alle evocatie of beroeping, pagvaarding enz. der Burgeren en Ingezetenen, zoo wel in Civile als in Crimineele zaaken, voor eenieen anderen Rechtbank dan voor dien van hunnen Sagelykfchen domiciliairen Rechter, zonder dat daar J:oe kunnen worden gebracht die gevallen, waar in eenig Burger of Ingezeten, binnen het territoir en tegen de Rechten en Vry heden van eene andere Stad becceerende, aldaar in yZagr«ró-e/t£ïo word geapprehendeerd. De dagelykfche ondervinding leert toch [aiet alleen, dat men fchier doorgaans in alle Steden gebruik maakt van den bekenden regel: ubite invenio ubitepunio; maar de aart der zaaken zelve, 2n de gevolgen, welke al veeltyds uit eene tegenovergeftelde handelwyze zouden proflueeren, brenIgen natuurlyk mede , dat zulks in het Crimineele iniet welvoeglyk anders kan worden gepractifeerd; felyk dit ftuk dan ook eene merkelyke toelichting an ontvangen uit de Refolutie der Heeren Staaten van tjHolland en IVest-Frieslahd van den 15 September 1677, (aangehaald by Matth^eus, de Nobilit. I. II. c. 14, (alwaar, by de confirmatie van een diergelyk voorIrecht aan alle de Ingezetenen dier Provincie, met jzoo veele woorden daar van verftoken worden veriklaard die genen, welke fugitief zyn of in flagranti itdeliSlo geattrapeerd worden; om nu, kortheidshalve, dit poinct, dat als van zelve in het oog loopt, niet ver-  240 Verzameling 'van Stukken betrekkelyk tot Verder uit te breiden, noch met andere bewyzen erna voorbeelden te ftaiven. Overweegt men nu aan«tp!' dachtig het Rtquest, waar over onze deliberatieriji'ï rouleeren; dan oemerkt men terftdnd, dat het eeJ> " nig geva!, waar mede het verzoek word aangebon-q fi den, niet zeer gefchikt is om dat te begunftigen Jb^1 maar dat het z<»lve veel eer moet dienen tot beves^i' ^ tiging van het hier voor gepofeerde; terwyl heep overbekend is. dat, vóór de töénmaals gedaane re«ïr; clartie van een Burger of Ingezeten dezer Stad, geeJji;' jbe apprehenfie noch arrest op heeter daad, maaiaP1 alleen eene Citatie ïn Perfoon voor het Gerecht det»E Stad Wyk by Duurftede, en des in kracht eenefjt( evocatie was vooraf gegaan; behalven datzobdaanl.il11 ge gevallen, welke men zoüde kunnen allegeerenA & waar in Burgers of Iügezetenen dezer Stad, binneiïjjk het Territoir van eere andere Stad misdaan hebben»!!4'1 de, en aldaar gevat of gearrefteerd zynde; na ge-iri13 daane reclame , aan dezer Stads Gerecht overge«j di geeven, en voor het zelve te recht gefteid, zyrjjl & geworden, niet aan het effect van het Jus de non evo*l\101 cando — maat alleen aan eene zekere comiteitjt ffl tusfchen de Leden en Steden van het zelve Bondge^ ï1 nootfchap zoo noodzaakelyk vereischt wordende ƒ f zullen moeten wo den geattribueerd. — En wan R den Pander Valburg in het byzonder betreft, in-i hf dien die van Stads wege wierd gereclameerd, zom K de zulks moeten gefchieden, of met inzicht orrii denzelven direct in vryheid te ftéllen, of wel orflj h hem alhier in Rechten te betrekken; maat in gevah ic van het eerfte zouden wy ipfofatló oirdeél vellen1] 'E| over de handelwyze van de Regeering der Stadi w Wyk, en in cas van het laatfte, zouden derealiteitl of waardy der Privilegiën en Gerechtigheden vaüi & voornoemde Stad alhier moeten onderzogt en be.: li oirdeeld worden: welk een of ander geenszins vani y* ons kan verwacht worden. Intusfchen zy het ver.' in re van den Ondergeteekenden, dat hy, met het dus ver gezegde, het gepasfeerde te Wyk, om-il « went den gearrefteefden Pander, zoude trachten i K te  dé Gebeurtenis/én In 1787 ent. voorgevallen. tfe verdeëdigefa: hy btlteerd eeniglyk:, zyhë gëdacfjten te zeggen over het ingediend Request, -«- ed by die gelegenheid tevens over den aart van hetPrif vilegie, waar uit aldaar geageerd word; zonder voor het tegenwoordige te onderzoeken, bf déêélvè Pander al of niet bevoegd is geweest, de Verleeridé Citatien aldaar tè exploicteeren, eis of hy derhalvèd al of niet moet geoirdeeld worden, het territoir die. Stad te hebben gfevioleerd, noch ook, hoe vér dé Jurisdictie van Wyk, in Criminalibus, Zich üitftrekt. Dit allés laat de Ondergeteekende irJ ÜéC midden: herfi zyn van het een of ander geénë gés noegzaame inforrriatien toegekomen; fchoöü hf nogthans geene zwaarigheid maakt te declareeren $ dat, indien die van Wyk waarlyk het recht hebben, om in Criminalibus, by arrest te wyzen Ovet alle misdaaden, de allerzwaarfte zelve niet üfcge= zonderd, (zoo als men van ter zyde hoord dat al* daar gefustineerd word,) men dan aldaar niet an« ders heeft künnèn handelen, dan men gedaan hfeftü tot handhaaving van de Rechten hunner Burgeren en Ingezetenën. Om dit hun recht nu te kunnen! probeeren, behoorde aan die Stad eene bekw.ame gelegenheid en tyd te worden overgelaaten; en hëè was om die reden, gelyk ook tot bevordering vani het ontflag van den gearrefteerdèn Pander, (welk© zeker, wat zyn Perfoon aangaat, ongelukkig in dié ongelegenheid geraakt en dieswegens te beklaageri is,) dat de Ondergeteekende, by de befoignes over de ten zei ven dage ingekomen brief van Befchry vingj der Heeren Staaten tegen den 3den Juny daar aari, volgende, de vryheid nam, te proponeeren: bf het ter Staatsvërgaderinge niet daar heen zoude kunnen wordeü gedirigeerd, dat het poinct van Bë= fchryving aldaar in Commisfie gefteid en dë aaügöi yangene Crimineèle Procédures tegën die van Wyfs inmiddels, hangende de deliberatien — opgëhévëe' -— of immers gefurëheerd wierden; in die ver» wachting, dat men als dan te Wyk geecè zwaari^r> heid zoude maaken, om dikwvls genoemden Psradéf XXX. Deel. Q dafe  242 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot daadelyk te ontflaan. Dit kwam den Ondergetee. kenden voor als nog een gefchikt medium, tot voorkoming van de allerfchroomlykfte uiterften, welke» zynes bedunkens, uit het gebruik van violente maatregelen te duchten zyn, zoo wel als tot vermyding van verdere onaangenaamheden voor den gearresteerden Pander en tot verhaasting van zyne vrylaating; gelyk dan ook de Vroedfchap dat voorftel» onder eenige veranderingen, gegouteerd, in eene Refolutie veranderd en ter Staatsvergaderinge ingebracht heeft, zonder nogthands dus verre by de Heeren van de voorftemmende Leden eenigen ingang te vinden; zoo als ons nu genoegzaam bekend en gebleeken is. Utrecht, den 5 Juny 1786. (was get.) J. C. Smissaert. N°. 2340. Refolutie van Burgemeesters en Vroedfchapfchappen der Stad Wyk by Duurfiede, in dato den 5 Juny 1786, betrekkelyk het zenden van Militaire Troepes na die Stad. Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede, van ter zyde ontwaar geworden zynde, dat ter laatstgehouden extraordinaire Vergadering van.de Ed. Mog. Heeren Staaten dezer Provincie, een voorftel zoude igedaan zyn, om deze Stad met Militaire Troepen te bezetten, en dat over dat voorftel op aanftaande Saturdag in eene buitengewoone Vergadering door Hun Ed. Mogenden nader ftond gedelibereeerd te worden, en Hun Ed. Achtb., overeenkomftig de begeerte der geheele Burgery volftrekt befloten hebbende, geene geweldaadige bezetting van dezer Stads Territoir te zullen gehengen, veel min te zullen toelaaten, dat eenige Militaire Troepen zich binnen deze Stad begeeven, maar in tegendeel, onder inwachting van den geduchten byftand van een rechtvaardig God voornee. mees  ■ ds Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 243 imens zynde, alle geweld met geweld te keer c® gaan; hebben goedgevonden en verdaan, de Burgers en Ingezetenen dezer Stad en der Vryheid van, dien daar van behoorlyk kennisfe te geeven s op dat een ieder, vooral de Ingezetenen dezer Scadè Vryheid, in tyds zoodaanige befchikkingen omtrent hunne Perfoonen en goederen zouden kunnen maaken, als zy zouden oirdeelen te behooren, en ten einde daar in op alle mooglyke wyze behulpzaarti te zyn, hebben Hun Ed. Achtb, voorts befloten aaralle die genen, welke buiten deze Stad, edoch binnen deszelfs Vryheid, woonachtig zyn, en welke eenige Goederen binnen deze Stad ter berging eb, bewaaring zouden willen inbrengen, aan te biedena gelyk Hun Ed. Achtb. aan dezelven daar toe aünbieden by dezen de Groote Kerk dezer Stad, of zoodaanige andere verzekerde plaats, als Hun EdGroot Achtb. nader daar toe zullen doen gereed maaken, en waar van een ieder ter Secretarye dezer Stad de noodige kennis op morgen zal kunnen bekomen, enz. N°. 2341. Extratï uit de Refolutien der Ed. Mogèndè Heeren Edelen en Ridderfchappen, reprefenteer en-, de den tweeden Staat van den Lande van Utrecht 9 betrekkelyk het voorgevallene in de Stad Wyk by Duurfiede. In dato den 7 Juny 1786. By refumtie gedelibereerd zynde op het poinct der estraordinaris Beichryving van de Heeren Staaitcn dezer Provincie, den 3den dezer geopend, eu tot aanftaanden Sattirdag den ioden gecontinueerd. En daar benevens geleezen en geëxamineerd zynde de Refolutie van de Heeren Ordinaris Gedeputeerden van den 2den daar te vooren, houdende een ampel verllag van al het gene door dezelven, ingevolge en ter voldoening van Hun Ed. Mogendena Refolutie en Authorifatie dezes jaars, betrekkelyk Q 2 di>  244 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de zaaken te Wyk by Duurftede, verricht was gé- J$« worden; als waar uit kondeblyken, dat alle midde- W ien van perfuaöe en inductie vrugteloos getenteerd, , b-: en ook nu den weg van Juftitie door feitetyke refl. [u;1 ftentie aldaar gefloten zynde, de disorders binnen Sia' de gemelde Stad tot die hoogte fcheenen geklommen bï te zyn, dat andere meer extraordinaire en efficacieu- lp Ier middelen, tot maintien van de Juftitie en veilig- ||» heid der In- en Öpgezetenen, in aanmerking zou- > den hebben konnen komen: met verdere voordracht van eenige confideratien, indien Hun Ed. Mogenden daar toe zouden moeten overgaan. Nog geleezen eene Misfive, op den naam van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede, den 2den Juny geichreeven, en te dezer Befchryving geopend, houdende eene Justificatie van derzeiver gedrag, en verzoek, dat den Prokureür-Generaal en het Hof Provinciaal mogten worden aangefchreeven, van de aangeheven Procedures niet alleen af te zien, maar ook dezelven te casfeeren en annulleeren, met last aan gemelden Hove en Prokureur-Generaal, zich in het vervolg ; van diergelyke tegen de Burgeren en Inwoonderen » hunner Stad te wachten. j» Eindelyk nog eene Refolutie van Burgemeesteren r> en Vroedfchap der Stad Utrecht, van den 2den de- » zer, houdende derzeiver fentiment tot het commis- « foriaal maaken van het poincT; dezer extraordinaris » Befchryving, met ftateering der Procedures, han- ,: gende Hunner Ed. Mogenden deliberatien, en ver- t] volgens tot ontflag van den gedetineerden Pander »j 's Hofs van Utrecht. >■ Hebben de Heeren Edelen en Ridderfchappen, » Da rype deliberatie op alle de hier vooren gemelde » ftukken, goedgevonden, ten recesfe van deze extraordinaris Befchryving, op aanftaande Saturdag, » te declareeren: ,, Dat de Heeren Edelen, geheel aliëen en afkee- ■ » „ rig van alle extraordinaire middelen, zoo lange jj» „ dezelve maar eenigzins kunnen worden gemena- !;! •> geerd,,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 24$ i geerd, wel gewenscht en gehoopt hadden, dat , ,, de Heeren Staaten nimmermeer in het geval wa, ren gekomen, om over eene materie van die im. , „ portantie en delicatesfe deliberatien te moeten \ „ aanleggen. „ Dat zy Heeren Edelen, dienvolgens, ten vol, ,, len landeeren en approbeeren al het gene, door , ,, de Heeren Ordinaris Gedeputeerden, tot voor. ,, koming en affnyding, Cware 't mooglyk) van de\ ze Hunner Ed. Mogenden deliberatien is verrigt , „ geworden, en niets meerder beklaagen, dan dat ! 3, zulks het gedefidereerde fucces niet heeft kunnen j bekomen. ,, Dat zy Heeren Edelen derzeiver fentiment o« : „ ver de behandeling der zaaken tot redres van in' „ geflopen abuifen, en noodige verbeteringen in „ het Regeeringsbeftier dezer Provincie, benevens i „ derzeiver welmeenende gezindheid , om daar i toe, wel op eene wettige, doch geenszins op , „ eene gewelddadige wyze, mede te werken, meer! „ maals geuit hebbende, zulks thands niet zullen , herhaalen, maar als hunne Mede-Leden van Staat, ". „ ter liefde van het Vaderland en van deze Provin\ ,, cie, en ter verkryging en bevordering van de „ zoo hoogst noodzaakelyke rust en eendracht on, „ der deszelfs In- en Opgezetenen, op het aller„ ernftigfte willen gebeden hebben, hier toe, zon„ der uitftel, te coöpereeren, met adhibitie van „ alle gepaste faciliteit en toegeevendheid; gelyk „ zy Heeren Edelen , behoudens nogthands de ! „ Rechten en Gereehtigheden van de Staaten ia „ het gemeen, en van ieder Lid in hetbyzonder, , „ zich meermaals daar toe genegen en bereid ver„ klaard hebben, en als nog verklaaren. „ Dat zy Heeren Edelen inzonderheid wel ge„ wenscht hadden, dat die van Wyk by Duurftede ,, ook in de?elfde begrippen geftaan, en alle noo„ dige redresfen en verbeteringen in hunne Stad, „ niet door geweld, maar op eene hgitime wyze, „ op dewelke dezelve doch alleen van een beften* 9 3 »é<  2'4 dat zy dit zoo veel te meer vermeind hebben teel ' a, mogen verwachten, terwyl doch ieder Ingeze-: " ,, ten dier Stad, de zaaken eenigzins kundig, over-' 11 3, tuigd moet zyn, dat het fysthéma van Onafhan-i 1 ,, këlykheid en Souvereiniteit, waar op de tegen.i 3S woqrdige Beftierders aldaar alle hunne weder.' 1 3, rechtelyke daaden hebben komen te gronden,, > s, immers ten aanzien van hunne Stad, eene volfla-i. 1 3', gen nieuwigheid is, nooit te vooren gehoord, " 3, nooit door dezelve gefustineerd, maar nu eersti 11 3, door eenige Perfoonen tot bederf van Stad eni 1 li Burgerye, aldaar gefoveerd en opgedrongen. ' 1 „ Dat althands zy Heeren Edelen nimmer bad-l > s, den kunnen verwagten, dat na zoo veele midde-: 11 ,3 len van perfualie en inductie, als ten hunnen op-) » zichte waren in het werk gefteid, die genen wel-'jl ' 33 ke zich zelve aldaar in de Regeeringe gedron-i 1 s, gen, en de plaatfen der wettige Regenten geoc-; 1 „ cupeerd hebben, van zich zouden hebben kun-i 1 „ nen verkrygen, om door eene feitelyke refiften-. ' „• de den loop der ordinaris Juftitie , dat heilig] » „ plechtanker van der Ingezetenen vryheid en vei- » s, ligheid, te ftuiten ; én zelfs een Bediende vani de Juftitie aldaar in officio op de gewoone en al-. » „ ,toos;gebruikelyke wyze fungeerende, te arres- » ,i teeren; en niet tegenftaande de ernftige requifl-|j 1 „ tie op last van de Heeren Ordinaris Gedeputeer-. : S31 den, door den Hoofd-Officier dier Stad gedaan,; 1 aj tot Lier aan toe in detentie te houden en crimi-< 1 eelyk te vervolgen. — Een daad die zy Hee- 1 „ reD Edelen niet anders kunnen aanmerken, dam « als een openbaar geweld tegén de Hoogheid vaa: m », dep Lande, en dewelke aangezien dezelve bui-. » '» ten:  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 247 ten eenige noodzaak gefchied is, alleenlyk uit„ gedacht en in 't werk gefteid fchynt te zyn, orn „ den Souverein in wiens naam de Juftitie geadmi„ niftreerd word, voor het oog van degeheeleNa„ tie te hoonen en te befpotten, en denzelven te „ noodzaaken en te dwingen tot het emplooy Van „ fterker en efficacieufer middelen, welke de Con,, ftitutie in diergelyke gevallen permitteerd by de „ hand te neemen, tot maintien van de Juftitie, en ,, tot heeling van de enorme helle de Hoogheid van „ den Lande aangedaan. „ Dat dienvolgens de zaaken binnen Wyk by „ Duurftede tot dat uiterfte gekomen zyn, dat Hun ,, Ed. Mogenden ten vollen gerechtigd zyn tot her„ ftel van de wettige Regeering binnen dezelve ,, Stad, en tot maintien van de Juftitie meer effij, cacieufe en extraordinaire middelen te mogen en ,, te moeten gebruiken, hoedaanige meermaals in ,, diergelyke gevallen, zoo hier als elders gebruikt ,, zyn, zy Heeren Edelen uit hoofde van derzels, ver diere verplichting tot voorftand en befcher. „ ming van alle dePrivilegien , Handvesten en Ge,, rechtigheden van den Lande van Utrecht, en de „ drie Leden van dien, zich daar aan ook niet zul,, len kunnen of vermogen te onttrekken ; maar 3, zich hoe ongaarne ook, by gebrek van andere ,, meer gepaste middelen van herftelen redres, be,, reid zouden moeten verklaaren met hunne Me„ de-Leden daar toe te concurreeren. „ Doch zouden de Heeren Edelen van gedag,, ten zyn, dat alvoorens van dit alleruiterfte re,, medie gebruik te maaken, als nog eene proeve „ behoorde te worden genoomen, of niet die van ,, Wyk by Duurftede zich eindelyk eenmaal zou„ den laaten permoveeren , van derzeiver weder„ rechtelyke handelwyze af te zien, en daar door ,, Hun Ed. Mogenden buiten alle verdere delibera„ tie over deze onaangenaame materie te houden, ,, zoo als zy Heeren Edelen verklaaren hartelyk te s, wenfchen en te verlangen. q 4 „ Dat  £4$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ Dat dienvolgens de Heeren Ordinaris Gedepu- -Ut < „ teerden zouden kunnen worden geauthorifeerd, ,1 s, om met communicatie en overleg van de Heeren 1 < ,, van den Hove te qoncipieeren, en in naam van 1 3, Hun Ed. Mogenden af te zenden eene Misfive : 3, aan Schout en Gerechte der Stad Wyk by Duur-. „ ^, uede, houdende eepe refutatie (zoo veel noodig ' » 3, is) van de gronden van Justificatie, in de Misfi- ' , 3' i7jva5 de pretpnfe Magiftraat dier Stad aan Hun i r 3> Ed. Mogenden gefchreeven, en voorts eene ern- ■ r 3t Inge vermaaning en requifitie, om den gedeti- ■ a, neerden Pander defatïo uit zyne detentie teont- . 3J liaan, en met reftitutie vgn de papieren hemont- . 3S noomen, op vrye voeten te Rellen, ofte indien I? £'UJ*? bpiten hun magt mogte zyn, alsdan te ef- ■ " s» feftueeren dat dezelve ontfiagen worde, en daar g> s, yan uiterlyk binnen agt dagen aan de Heeren Or33 dinaris Gedeputeerden kennisfe geevende, ook s» in allen gevalle met interdictie aan den Schout, 3, Om eenige crimineele actie tegen denzelven Pan- . s, der te inftitueeren, en aan die van den Gerechv te, om in cas zoodaanige actie tegen denzelven i „ dooreen ander geinftitueerd mogte worden, daar 1 op Sententie ten zynen nadeele te geeven; ais a- welke Procedures Hun Ed. Mogenden in dien „ gevalle behooren te verklaaren voor nul en van 3, onwaarde, en fmaakende na tiranny en oppres- j„ 93 De, „ Dat byaldien ook hier aan onverhooptelykniet t mogtp worden gedefereerd, en overzulks door S ,s Hun Ed. Mogenden alles gedaan zal zyn, wat C .» eenigszins gedaan heeft kunnen worden, deHeé- ' „ ren Ordinaris Gedeputeerden zouden kunnen wor- l deni geauthorifeerd en gelast, tot het doen van '« f3 aanfehryving aan zyne Hoogheid als Kapitein- n ,? Generaal dezer Provincie, als mede tot het fchrv- t ,, ven vap circulaire Misfives aan de Bondgenoo. ,1 ;s ten, zoo en m diervoegen als by Refolutie van ,1 „ de Heeren Gedeputeerden geadvifeerd is, mits H i> 00k met opzicht tot de' Commisfie derwaarts te I t» ze%  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 249 „ zenden , en het verleenen van eene generaale „ Amnestie, op zoodaanige wyze gerefolveerdwor,, de, als hy de meergemelde Refolutie van Heeren Gedeputeerden is voorgeflagen. „ Zynde de Heeren Edelen eindelyk nog van gedagten, dat van Hun Ed. Mogendens proviQo„ neele Refolutie dezen aangaande te neemen, ken,, nisfe behoorde gegeeven te worden aan zyne ,, Hoogheid als Stadhouder dezer Provincie, tot „ deszelfs informatie." Accordeerd met voorfz. Refolutien. Qwas get.) E. Koe. N*. 2342. Misfive door den Krygsraad van het gelegalifeerd provinciaal Corps Groene Jagers binnen Wyk op den 7 Juny 1786, aan den Heer Hoofd. Officier der Stad Amersfoort gefckreeven, ever de mishandelingen aan Willem van Bennekom en Johannes te Poel, Leden van'tzelve Corps, te Amersfoort aangedaan. Hoog Edel Gebooren Gestenge Heer! Op den 25ften May dezes jaars zekere Burgers en Inwoonders dezer Stad, genaamd Willem van Bennekom en Johannes te Poel, zynde te gelyk Leden van het Provinciaal gelegalifeerd Vry-Corps van Groene Jagers, binnen de Stad Wyk by Duurftede, zich binnen de Stad Amersfoort hebbende begeeven met hun Jager Uniform, waar by onder anderen behoord een witte en roode Cocarde en groene Panasch op den hoed, zoo zyn zy door eenen Dienaar der Juftitie tegen gehouden geworden, voorgeevende door U Hoog Ed. Geftrenge gelast te zyn, om hen de Cocardes van den hoed te laaten afdoen: deze lieden hier op bellooten hebbende U Hoog Ed» Gebooren Geftrenge in Perfoon te q 5 gaan  250 Verzameling van Stukken betrekkelyk tit caan fpreeken, vermeenende als dan met meerders heuschheid en billykheid behandeld te zullen wor-rji den, en daar door voor te komen het fchenden ee-:|| ner Uniform, die aan alle Weidenkenden, byzon-JI der aan de braave Ingezetenen van Amersfoort, ee-1. ne zuivere achting moet inboezemen; doch indezei hunne meening vonden zy zich by hunnen aankomst! by U Hoog Ed. Gebooren Geftrenge zeer flerk be-:. droogen. Het entretien by U HoogEd. Geboorent Geftrenge gehouden, zal nog wel in te verfchem geheugenisie by U Hoog Ed. Gebooren Geftrenge! zyn, om te kunnenignoreeren, dat zydoorUHoogj Ed. Gebooren Geftrenge gelast wierden om terftondt de teekcns van de hoeden te neemen; en offchoom zy zich beriepen in Staaten Dienst te zyn, als Leden van het bovengemelde Corps, zoo heeft dit e-> venwel niets mogen baaten, de billykheid fcheenr by U Hoog Ed, Gebooren Geftrenge zoo haatelykl te zyn, en zoodaanig door drift, de beste tolk vam het hart vervangen te worden , dat U Hoog Ed.l Gebooren Geftrenge hun toevoegde: Ik ken geënt Staaten Dienst; ordonneerende om beide Pluim eni Cocarde de hoeden af te doen, geenszins de wettig-; heid van het voorgemelde Provinciaal Corps willende erkennen: en het gene alle paaien te buiten gaat, die Pluimen en Cocardes beftempelende met deni haatelyken naam van Oproer-Leuzen. Dit alles deponeeren de twee Leden van ons; Corps hier voor gemeld, onder aanbod zulks mett folemneelen ééde te bevestigen. Door welke authoriteit U Hoog Ed. Gebooren: Geftrenge tot zoodaanige geweldige flappen, waan van de by U Hoog Ed. Gebooren Geftrenge (zoo het ons toefchynt} gehaatte Burgerlyke Vryheid! een afgryzen moet hebben, gedreeven word, kam geen verftand begrypen, vermids de laatfte Refo-. lutie of Publicatie van de Magiftraat van Amers-. foort, geen bevel hoe genaamd, daar toe fuppedi-■ teerd; en ook geene Publicatien exteeren, welken 1 U  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 25E TJ Hoog Ed. Gebooren Geftrenge tot zoodaanigfe behandeling eenig recht geeven. Moeten ü Hoog Ed. Gebooren Geftrenge parti. culiere orders alles uitmaaken, zoo kan U Hoog Ed. Gebooren Geftrenge eenen vollen maat van genoegen vinden in de uitoeffening van eenen alles verflindenden Aristocratifchen drift, maar is U Hoog Ed. Gebooren Geftrenge aan wetten verbonden, en die laatfte zoo zynde, ook gefubordineerd aan ftraf, zoo kan de uitoeffening van U Hoog Ed. Gebooren'Geftrenge wel daar toe nog beteugeld worden; en dit laatfte is het gene wy noodig oirdeelen te tenteeren. Waarom wy dan ook om aan den Requeste der twee bovengemelde Leden van ons Corps te voldoen, om naamelyk eene eclatante fatisfactie voor de gefchondene eer van ons Corps te bekomen, gerefolveerd zyn, om alvoorens fterker mefures tegen ü Hoog Ed. Gebooren Geftrenge te neemen, U Hoog Ed. Geboóren Geftrenge per Misfive voor te ftellen of U Hoog Ed. Gebooren Geftr. kan goedvinden om binnen den tyd van agt dagen, van heden af gereekend, eclatante fatisfactie aan ons Corps te geeven, door per Misfive of in Perfoon aan ons te declareeren: ,, datUHoog „ Ed. Gebooren Geftr. ons meer gemeld Jager„ Corps niet anders kent, als bezield met waare „ Vaderlandlievende principes, gelegalifeerd door „ Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten *s Lands „ van Utrecht, en dat aan particuliere Leden van „ het zelve niet meer zal geweigerd worden, om „ in hunne volle Uniform binnen de Stad Amers. foort te komen, maar dat dezelve tegen allemo-. lesten, uit hoofde van hunne Uniform, door U „ Hoog Ëd. Gebooren Geftr. in deszelfs qualiteït ,, als Hoofd-Officier, zullen worden befchermt." Zoo U Hoog Ed. Gebooren Geftr. tot dezen eisch kan befluiten,'zullen wy van onzen kant van verdere fatisfactie afzien, en de verkeerde demarche en Isfive expresfien van U Hoog Ed. Gebooren Geftrenge 'fiegts aanzien voor een onbezonnene, en  %fi Verzameling van Stukken betrekkelyk tot «it een ongepaste fchoon eigene drift voortgefproq. tene daad, en geheel onbedachte woorden; doch indien wy binnen den tyd van agt dagen die fatisfeftie niet bekomen; zoo declareeren wy, ten ftrengilen die middelen te zullen in het werk ftellen, die pns het beste gefchikt zullen voorkomen, ter bereiking van zoodaanige eclatante fatisfaftie, als ons Corps en elk Lid van dien in 't byzonder, hoogst aangenaam zal zyn. VVy teekenen ons Hoog Edel Gebooren Geftrenge Heer! De Leden van den Krygsraad van het gelegalifeerd Provinciaal Corps van Groene Jagers, binnen ie Stad Wyk by Duurftede. Ter Ordonnantie van dezelven, (was get.) N. van Ossenberch Junior, Secr. Wyk by Duurftede, den 7 Juny 1780". N». 2343. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, den 9 Juny 178(5 in de zaak der Stad Wyk by Duurftede genomen, en ter extraordinaris Vergadering van Staat den volgenden dag ingebracht. Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, zoo veel de kortheid des tyds, in eene zaak van zoo delicaten aart, en uit hoofde der gevolgen van zoo groote importantie, heeft toegelaaten, in overweeging genomen hebbende het poinct. vanBefchryving der extraordinaire Staatsvergaderinge van den 3den dezer, — de ampele ouverture van het verrichte der Heeren Hun Ed. Mogenden Ordinaris Gedeputeerden, in de zaake der Stad Wyk, met het gene daar by voor confideratie word gedeclareerd, — mitsgaders de Misfive van Heeren Regeerders der Stad Wyk aan Heeren Gedeputeerden  ie Gebeurtenis/en in 1787 m. votrgevailen. _5_! i gefchreeven, door Hun Ed. Mogenden ter zeiver 'Vergadering ingediend, (dus, zönder fpeciaal ea [gedetailleerd; zoo als het gewigt der zaake ander» zins wel fchynt te vorderen; te hebben kunnen naj gaan alle de poinóten, by dezelve vervat, en daar! om niet alle dezelven intreedende, maar veelen aan 1 haare plaatfe laaten de) hebben Heeren Burgemeesk teren en verdere Gecommitteerden ter Befchryvin. j ge verzogt en geauthorifeerd, ter naastkomende I gecontinueerde extraordinaris Vergadering der Staal ten, vóór Stads fentiment te declareefen: Dat Hun Ed. Groot Achtb. in aanfchouw genö1 men hebbende, dat gene, 't welk aanleiding tot het \ voorgevallene te Wyk heeft gegeeven, —■ naameI lyk: hoe, over een zeer geruimen tyd, eene alge1 meene klachte en kreet der Ingezetenen is opgegaan over : verkorting en verduistering hunner aloude Rechten en . Privilegiën, in zoo verre dat Hun Ed. Mogenden* 1 ten einde , na gedaan onderzoek, de wettige be. i zwaaren derzeiver Ingezetenen te kunnen remediee: ren, eene Commisfie van negen Heeren, uit het mid1 den van Hun Ed. Mogenden , tot onderzoek dezet ! zaake en ter advyfeering der gepaste middelen van re; dres, hebben benoemd: — hoe inmiddels de Inge. 1 zetenen wettig zyn opgeroepen, om hunne bezwaarea i in te leveren: — hoe, dezelven ingediend, en by 1 voornoemde Staats-Commisfie rypelyk overwogen ; Zynde, door dezelve aan Hun Ed. Mogenden is gö1 rapporteerd: dat veelen dier bezwaaren volkomen ge* i grond bevonden hadden, met opgave van Zoodaanige 1 bóodige middelen van redres, welken in dezen de I gepaste geoirdeeld waren: — hoe dit bekend gei worden Zynde, by de Ingezeten het vuurigfte verlangen heeft te weeg gebracht, om hunne, by eene ] plechtige Staats-Commisfle van de oud/Ie Heeren der 1 drie Leden van Staat, voor wettig verklaar de bezwaaren, nopens verkorting in hunne aloude Rechten, Vryheden en Privilegiën, wel fpoedig te zien geremedieerd: — hoe, niettegenftaande dit alles; terwyl, met een taai geduld, daar naar wierd gereikhalsd ;  fH • Verzameling van Stukken betrekkelyk tot halsd; rja verloop van een zeer geruimep tyd, nog., thands, door voortduurende dilayen, niets daarom- • trent verricht vnerd: -— hoe dit ('t gene natuurlyk t is in eene Natie, welke, van oudsher, ten uiter-. ften is gezet geweest op de behoudenis haarerr Rechten, Vryheden en Privilegiën; in zoo verre,, dat hunne Voorvaders hun Goed en Bloed gereede*. lyk voor dezelven opgeofferd, en zich dies wegens s de ysfelykfte rampeu getroost hebben) hen onver-, genoegd tn gemelyk heeft gemaakt, en, by vervolg; van tyd, onverduldig heeft doen worden;, desespe-reerende eindelyk, als of men, hoe zeer ook hun»• ne Bezwaaren, door eene Staats-Commisfie, voorr gegrond verklaard waren, en zy hunne Rechten,, Vryheden en Privilegiën ten fterkften rechmeerden,, echter niet van zins ware, daarin eenige redresfeni te maaken: — en dat zulks vooral plaats heeft ge-, had te Wyk. Dat Hun Ed. Groot Achtb. verder in aanfchouwr fenomen hebbende, hoe de Regeering der Stadl y*yk opentlyk declareert, alles gedaan te hebben, , in de perfuafie van daar toe gehouden te zyn, uit hoof-. de van haar gedaanen ééd, ter handhaavingder aloude; Rechten, Vryheden en Privilegiën hunner Stad, waar: van zy meenen, niet te kunnen afgaan, dan ten kóS- ■ te van Goed en Bloed: — zoo dat, al genomen dat: men in deze omltandigheid van zaaken, in yver eni drift, der menschlykheid zoo zeer eigen, tc verrei gegaan ware, nogthands word geverfeerd in de ter-men van eene qusestie over de Rechten, Vryhedeni en Privilegiën der Stad Wyk; en dat in het geval,; hier vooren gemeld, van algemeenen kreet en do-, leance wegens verkorte cn verduisterde Rechten,, Vryheden en Privilegiën, oproeping der bezwaa- . ren, en dieswegens gegrond verklaaring van derzei- . ve klachten, door eene plechtige Staats-Commis- ■ fie; zonder dat daar inne, na verloop van een zoo zeer ' langen tyd, eenig het minjte redres is gemaakt. Hun Ed. Groot Achtb. derhalven, om alle voorgemelde redenen, vermeenen, dat deze zaak, in li ,« deze  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 25j- (deze omftandigheden, en in de termen van een different tusfchen de Staaten en de Stad Wyk) niet gefchikt is tot het inbrengen van Militie, binnen de Stad Wyk, om, onder bedekking van dezelve, de Zaaken aldaar door eene Commisfie te herftellen_ conform hec begrip van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten, volgens 't gunt door Heeren Gedepnteerden, cafu quo, indien de Staaten zulks noodig mogten oirdeelen, ter Befchryvinge, voor ConfiIderatie hebbeu gedeclareerd. Dat ook het employ van Militie in Burgergefchilien, te meer in verfchillen tusfchen integreerende Leden van Staat, op zich zeiven genomen, een te Ifterk en ongepast middel is, en by de Ingezetenen zeer gehaat, maar daar en boven, in 'e geval ia :qusstie, en in de tegenwoordige fituatie van zaaikeo en gelteldheid der gemoederen, van zoodaanige gevolgen zoude kunnen zyn, waar van men wel het begin, doch geenszins het einde, a priori, ;kan naargaan, veel minder bepaalen, of het zelve :niet mooglyk na zich zoude kunnen fleepen de ruine :der geheele Provincie, door bincenlandfche verdeeldheden en twisten, die daar door al meer ea ;meer zouden aangeftookt worden. Dat ook, hoe zeer men door circulaire Brievea • aan de Bondgenooten, en op de krachtigfte wyze :aan de Ingezetenen, verzekering mogte geeven van 1 het zuiver oogmerk van het emploi der Militie; ia idit geval het zelve nogthands, uit hoofde van het (wantrouwen der thands zoo zeer ontruste en geani1 meerde Gemoederen, niet zal kunnen beletten het I formeeren van allerlei fuspicien, die veelerlei ver1 warringen en onheilen, in cas van oppofitie, kuni nen veroirzaaken. Waaromme Hun Ed. Groot Achtb. van opinie : zyn, dat het niet raadzaam is, voor Hun Ed. Mo» ; genden daar toe te refolveeren, maar in tegendeel Hun Ed. Mogenden een middel dienden te emplojeeren, dat Hun Ed. Groot Achtb. voorkomt verre i boven het eerstgemelde preferabel te zyn, naarhe-  156" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot lyk: 4, daar du de Heeren Van het éerfte Lid vant „ Staat, door beide de overige Leden Zoo dikwerf 1, si en nu op deze extraordinaire Befchryving zoo fe-. „ neus zyn verzogt en aangemaand, om eindelykk „ eens mede te concurreeren tót het befoigneereric „ over de nu reeds zoo lange ingeroepene Bezwaa-. „ ren der Ingezetenen, Hun Ed. Mogenden nu daa-. „ dëlyk, en zonder langer uitftel, tot dat zoo langr „ gewenschte werk ter fpoedige afdoening dienden.3 ,, toe te treeden; waar door de óntruste en genoeg.. „ zaam desespereerende gemoederen tdt meerderen „ bedaardheid zullen worden gebracht. „ Dat, betrekkelyk de Stad Wyk, Hun Ed. Mo,, genden naar Hunne hooge wysheid, voorzichtig-. ,, heid en edelmoedige gemaatigdheid j alle andere: ,, Conöderatien postpoUeerende aan de confervatie: „ en herftelling der rust, eensgezindheid, vertrou-. ,, wen en algemeen welzyn der Ingezetenen, eni „ aan de voorkominge van alles, wat daar in ver-. „ der en grooter nadeel zoude kunnen toebrengen:; ,, dienden inmiddels , by provifie , te furcheeren i „ de aldaar geëntameerde Citatien : (waar dbor ook 1 ,, de ongelukkige gedetineerde Pander van 'c Hof: „ Provinciaal uit zyne beklaagelyke fituatie zoude gered worden) wanneer Hun Ed. Mogenden ver„ volgens, in de zaak van Wyk, zouden dienen té ,, amplecteeren het middel van intercesfie der Hooge „ Bondgenooten ; Hoogstdezelven , by circulaire ,, Misfives daar toe inviteerende, ten einde alzoo „ deze zoo ongelukkig ontftaane twist met de Stad ,, Wyk, door den zachten weg van mïchenfpraak . „ by de Unie reeds voorgefchreeven, en meer ge. fchikt naar den aart en denkwyze der Ingezetenen1 „ van onze vrye Republiek, op eene amicaalewv. ,, ze uit den weg geruimd, en de rust, vrede, en „ t onderling vertrouwen weder herfteld mogté t» worden." ° Kei  de Gebeurtsnisfen in 1787 ent. voorgevallen. 257 2344. Advys van den Heer Oud-Burgemeester van den Bogaard, den 9 Juny 1786 ter Vroedfchaps Vergadering der Stad Utrecht geinfereerd. En zeide de Heer Oud-Burgemeester Van den Bogaard, dat zyn Ed. van 't fentiment der overige Heeren Leden van de Commisfie niet hadde verfchild, als aileenlyk daar in, dat zyn Ed. van Advys was geweest, dat alleen de intercesfie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West Friesland diende geamplecleerd te worden, alzoo Hoogstdezelven zich lange fpeciaal in de zaak van Wyk daar toe op eene vriendnabuurlyke en gepaste wyze hadden aangeboden, en derhal ven, op het eerfte aanzoek, terftond in gereedheid zouden zyn ; als ook daar toe onze naastgeleegen Bondgenoot zynde, tot welken wy veele byzondere relatien hebben; zoo dat met reden een redres en met den minden omflag, door Hoogstderzelver mediatie te verwachten was, daar de overige Hooge Bondgenooten zich daar toe niet hadden aangeboden, dus daar toe thands eerst zouden moeten, worden geinviteerd, en dat aanzoek in deliberatie zouden moeten neemen, dat ook eenige van Hoogstdezelven vry verder van ons afgelegen zyn, 't gene op zich zeiven genomen, vooral indien de zaak, door den een of anderen (alzoo nog geen inclinatie daar toe betoond hebben,) wat lang in deliberatie f;ehouden mogte worden, alles veel omflagtiger ea angduuriger zoude maaken, daar ondertusfchen de omftandigheden te Wyk de fpoedigfte afdoening def verfchillen, en de prompfte herftelling eener goede harmonie niet alleen ten uiterften wenfchelyk, maar van een volftrekte noodzaakelykheid maaken. XXX. Deel. R. No.  258 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 2345. Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede aan de Heeren S aaten 's Lands van Utrecht, waar in onder anderen verklaaren, dat allen aanmarsch en aannadering van Militie naar hunne Stad, en het betreeden door dezelve van het Territoir en Vryheid van dien, zon. der hunne expresfe bewilliging, houden voor een attentaat van geweld èfc. In dato den 9 Juny 1786. Edele Mogende Heeren! Daar wy, door U Ed. Mogenden ons, op de alleronwettigfte wyze, gefecludeerd zien van eene 1 extraordinaris Staatsbefchryving, belegt, óm op een voorgebracht Rapport van Heeren Gedeputeer- ■ den en eene bygevoegde Commisfie, in de zaaken ons betreffende, te refolveeren; en wel, zoo wy geinformeerd zyn, op een voorftel, by dat Rap-■ port gevoegd, tendeerende om met ons eenen an- . deren weg in te flaan, en wel dien, om Militie hier naar toe te zenden: zoo vinden wy ons verplicht, , in de eerfte plaats, tegen U Ed. Mogenden te pro- • testeeren van verkorting van dat Recht, het welk: aan onze Stad, als een integreerend Lid van Staat; toekomt, en mitsdien van nulliteit omtrent alles,, dat ter dezer aangelegde extraordinaris Befchry- ■ ving, ook fpeciaal tegen ons zal worden beilo-. ten. En, daar wy mede geinformeerd zyn , dat zyne: Hoogheid U Ed. Mogenden heeft doen toekomen 1 de Misfive, die wy aan Hoogstdenzelven, op den 1 24ften April dezes jaars hebben afgezonden, en dus: dat U Ed. Mogenden daar uit zullen gezien hebben 1 het Recht, dat onze Stad als een ftemmend Lidl van Staat competeerd, om buiten derzeiver fpe-ciaale toeftemming en expresfe bewilliging, geene: Militie, het zy ter repartitie dezer Provincie (waar 1 van wy mede Betaalsheeren zyn) of van de Bondge- • nooten ftaande, naar dezelve te doen marcbeeren,, zoo I  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 259 iZoo inhfereeren wy dezelve middelen en motiven ;aan U Ed Mogenden, en verzoeken, dat U Ed. Mogenden wel onder het oog zullen gelieven te houden, wat aan ons ten dien opzichte, als ftemhebbende Stad in Staat toekomt : en dat U Ed. Mogenden in prsejudicie van onzer Stads, en der refpective Stedelyke Rechten dezer Provincie , rot het inroepen van Militie tegen ons niet zullen gelieven te concludeeren, alzoo wy, in een onverhoopt contrarie geval, aan U Ed. Mogenden (even als aan zyne Hoogheid gedaan) moeten declareeren: dat wy allen aanmarsch en aannadering van Militie naar deze Stad, en het betreeden door dezelve van het Territoir en Vryheid van dien , buiten onze voorkennis en expresfe bewilliging, zonder onderfcheid waar die Militie gerepartitieerd is, zullen houden voor een attentaat van geweld, en het welk wy dan ook met alle mooglyke geweldige middelen, zul» len afkeeren. Wy vertrouwen dus, dat U Ed. Mogenden wel tullen gelieven te bezetten .welken de gevolgen van een uit te barsten Burger-Oorlog konnen zyn; waar toe wy ten onzen opzichte, bereids moeten neemen de Publicatie, door, of op den naam van fa Hof Provinciaal, den $den Juny jongstleeden gearresteerd , zoo men die beftaan heeft volgens deszelfs teneur, in het Over-Kwartier te affigee. ren. Wy protesteeren daaromme tegen U Ed. Mogenden, van't vergieten van Burgerbloed onfchuldig te zyn: als wy, ter bewaaring en beveiliging van onze Rechten verplicht zyn, alle geweldige middelen negen ons te rescontreeren met zoodaanigeonaangenaame en nadrukkelyke middelen, als men gewoon as, alleenlyk in gevallen van openbaar geweld, tegen zyne vyanden te appliceeren. Waar mede wy, in dat vertrouwen U Ed. Mo genden beveelen in de befcherming des Allerhoog, ften, en zyn; R a Edele  2ib Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Edele Mogende Heeren! U Ed. Mogenden goede Vrienden,, Burgemeesteren en Regeerders der Stad l Wyk by Duurfiede. Ter Ordonnantie van dezelven,, (was get.) L. v. Schaik. Wyk by Duurftede, den 9 Juny 1786. N°. 2346". Circulaire Misfive van Heeren Burgemees. ■ teren en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede., aan alle de Hooge Bondgenooten, over de gefteid.. heid waar in zy zich bevinden £pc. In dato den 9) Juny 1786. Edele Mogende Heeren ! Daar wy ons federt de Refolutie van de Staaten 3 dezer Provincie van den 25 February 1784, en de aam ons dien conform gedaane. aanfehryving van deni 4den Maart deszelven jaars, in de verplichting gefteid i vonden om mede te concurreeren, ten einde de: harmonie en goede orde binnen deze Provincie eni onder derzeiver Ingezetenen te herftellen en te con-ferveeren, en dus mede alle onze Burgeren en Ingezetenen op te roepen, om Hun Ed. Mogenden 1 volgens derzeiver requifitie te informeeren, welke: bezwaaren onze Burgeren en Ingezetenen zouden 1 verlangen gedresfeerd te zien; ten einde daar aam naar den aart der thands plaats vindende Conftitu-tie konde voldaan worden: hebben wy ter voldoe-' ning aan het zelve in de maand July 1784, aan de: Staats-Commislie daar toe benoemd, doen overgee-' ven zoodaanige Artikelen van bezwaaren, als door t de Burgery dezer Stad waren opgegeeven, en Hun 1 Ed. Mogenden concerneerden. Wy 1  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 261 Wy oirdeelden by die gelegenheid, wel onder het oog te moeten houden, die Rechten en Voorrechten, welken aan onze Stad en derzeiver Bur;gery, met opzicht tot de Magiftraatsbeftelling al: hier toekwamen; zoo als wy daar in ook zy" ge(fterkt geworden, door het uitgebrachte en aan ons 1 vervolgens toegezonden Staats-Rapport van den I i September 1784, waar by aan de Staaten alhier ge: advifeerd wierd, om door de Stedelyke Regeerin]gen, met derzelven Burgeryen te doen reguleeren 1 en applaneeren het aandeel, het welk dezelven zoo iin de Nominatien als in de aanftelling hunner Re; genten zouden hebben. Na dat wy de poindten van bezwaaren, voor zoo iveel Hun Ed. Mogenden concerneerden, reeds in tde maand July 1784 hadden overgeleverd, en meer ;dan een jaar te vergeefs op afdoening van dezelven Ihadden uitgezien, en thands naby een tweede jaar reven vruchteloos is afgeloopen; hebben wy geoirdeeld, middelerwyl voor zoo veel onzen post en plicht als Leden van de Magiftraat dezer Stad betrof, allereerst te moeten werkzaam zyn, om aan :onze Burgeren te beneemen alle redenen van klachten, en aan onze zyde te prefteeren al het gene konde verftrekken tot een grond van eensgezindheid, :en om het onderling vertrouwen tusfchen de refpective Staats- en onze Regeerings-Leden met onze iBurgers en Inwoonders te bewaaren, te bevestigen ien beftendig te maaken. En waarom wy geene izwaarigheid hebben gemaakt, om behalven het ;aan ons en onze Burgeren notoir competeerend recht, ook op gronden van het hier voorengenoem:de aan ons toegezonden Staats-Rapport, tot genoe;gen van onze Burgery, en met derzeiver voorkennis, te arrefteeren zoodaanig Reglement, concer[neerende de Regeeringsbeftelling, als ons op gron:den van dezer Stads Rechten en Voorrechten toeIkomt, en welk Reglement van Regeering, naverlloop van vier maanden daar na, door de Burgery :met de meerderheid van onze Regeerings-Leden R 3 wierd  aSS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wierd beéédigd, en vervolgens op den aiften Maart dezes jaars, daadelyk geïntroduceerd: waar mede : wy oirdeelden aan het hoofdoogmerk, waar toe de ; Stedelyke bezwaaren mede waren opgeroepen te :| voldoen, en waar van wy ons niet konden onthou- . den, als wy nog iemand onzer fpeciaalyk, voor ■ zoo veel ons Stads Regeeringsbefrel betreft, ons i onder eenige éédelyke verplichting bevonden, tot: punctueele obfervantie van het door bovengemelde; StaatSvCommiffie alzoo genoemde onwettige, fchaa--| delyke en drukkende Reglement op de Regeering;! dezer Provincie van den jaare 1674; en 'er dus niets si in den weg was, dat wy aan onze Burgery niet zou- -I den hebben moeten prefteeren het gene wy aan de-J zelve gehouden en verplicht waren, zonder dat wy/l konden vermoeden, dat het -zelve zoude gediend!] hebben, om een ongelukkig opgereezen verfchil-J lend begrip, over het verftand van den Provinciaa-' len ééd grooter te maaken; tengevolge, datwyhoeq fceer onze Stad een integreerend en fiemhebbend:! Lid van Staat dezer Provincie is, onze Gecommit-; teerdens, welken met Hun Ed. Mogenden daar 0-11 ver niet inftemden, federt den 15 July 1785, vant de Staéts-Vergadering dezer Provincie, op eenet! zeer onwettige wyze hebben geweerd en terug gehouden gezien; en niettegenftaande alle betoogenr van ons recht en inftantien tot redres daar in, nieti alleen niet mogen reusfeeren, maar federt den 2t(ten[ Maart dezes jaars, ons door de voorftemmende Leden, gefterkt met weinige Leden van de meerder-1 heid der Stad Utrecht, met dezelve in die onaangenaame fituatie bevinden , als wy verplicht zym ■geweest, om tot voorkominge van alle onheilen, in een breedvoerige Misfive, op den-aiften April dezes jaars, voor te draagen aan de Heeren Gede-i puteerde Staaten dezer Provincie, welke federt met den openbaaren druk is gemeen gemaakt, en waar van wy vertrouwen, dat U Ed, Mogenden zullen! geinformeerd zyn. Wy hadden gehoopt, dat de voordracht van onsi recht,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 263 recht, en de wyze waar op wy door de voorftemmende Leden, tot dien tyd toe zyn behandeld geworden, onze zaak eens tot ftaan zoude gebracht worden : dan integendeel hebben wy tot ons leedwezen moeten ondervinden, dat de voorftemmende Leden met de weinige Regenten der Stad Utrecht, niet af te brengen zyn van zoodaanige violente maatregelen, als waar toe haare genoomen Refolutie van den 2Qften Maart dezes jaars en derzeiver uitgevaardigde Publicatie van den iaden April daar aan volgende verftrekt, en waar tegen wy ter maintien van ons recht verplicht zyn .geweest, ons te hebben moeten verzetten; ten gevolge, dat men wel jegens ons niet aanftonds tot geweldige middelen heeft beflooten , als men onze Stad niet kan betwisten het recht van ftem in Staat te hebben, en derhalven dat tegen onzen wil en expresfe voorkennis dezelve met geene Militie kan bezet worden; zoo als wy op die gronden in onze Misfive, den -24-ften April dezes jaars aan zyne Hoogheid als Stadhouder dezer Provincie, daar tegens ook advertentie hebben gedaan; dan heeft men konnen goedvinden , om jegens ons by den Hove dezer Provincie , door den Prokureur-Generaal, te doen verzoeken crimineele Dagvaardigingen 5 ook tot citatie in Perfoon, als mede ook jee-ens 66n onzer Burgeren, en beftaan om het exploicteeren van dezelve te onderneemen, door een van 's Hofs Panders, inprsejuditie en ten nadeele van het ons en onzen Burgeren competeerend Privilegie de non evocando, boven al in het Crimineele toekomende, als tot fchending van het territoriaal recht onze Stad competeerende: zoodaanig, dat wy tot maintien van het zelve recht, ons in de onvermydelyke noodzaake hebben gevonden, om gemelde 's Hofs Pander alhier in verzekering te houden, tot dat de grief ons aangedaan , zal zyn gebeterd. Dan in plaatfe wy ook daar in by ons recht van hooge en onafhankelyke Jurisdictie'tegens den Hove zouden zyn gemaintineerd geworden, moeten R 4 wy  464 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wy als de gevolgen van de voorfchreeven opceree» zen disfentie ondervinden, dat die van den Hove in haare onwettige demarches tegens ons zyn ge fterkt geworden, by het Rapport van de Heeren Gedeputeerde Staaten dezer Provincie, met de op den 29ften Maart dezes jaars bygevoegde Commisfie uit denzelve Hove, ter laatfter extraordinaris Staats-Vergadenng van den -}den dezer maand Juny uitgebracht; als wy in het zekere geinformeerd zyn, dat het Advys van welgemelde Heeren Gedeputeerden en bygevoegde Commisfie daar heenen ftrekt, om de Staats-Leden te advifeeren , om (zoo mea zich heeft gelieven uittedrukken), met ons eenen anderen weg in te flaan, en eenige Militie hier na toe te zenden, quali wel onder die voorzorge, van zich met onze Burgerlyke zaaken niet te mogen bemoei jen, en ons als dan door een Commisfie te bezoeken. Dan vinden wy ons verplicht, wegens dat vooritel ons aan ü Ed. Mogenden te vervoegen; als wy vreezende, dat het zelve voorftel mooglyk door een meerderheid in de voorftemmende Leden, ea weinige Stads Regenten van Utrecht, als in deze onze partyen, en over onze zaak ter decifie even min als den Hove competent zynde, zoude konnen worden ter conclufie gebracht, en wy dus een aanmarsch van Troepes tegens ons te duchten hebbende; ons in de noodzaake hebben gevonden, ons aan U Ed. Mogenden als onze Bondgenooten te moeten addresfeeren; alzowy met alle de Rechten en Voorrechten, aan een (temmende Stad van Staat competeerende, met de verdere Leden en Steden dezer Provincie het Verbond van Unie hebben aangegaan , ten einde daar door niet alleen tegen buiten maar ook tegen binnenlands geweld en oneeonigheden, bewaard en beveiligd te worden, in die Privilegiën, Vryheden, Rechten en Gerechtigheden, als aan ons en onze Burgeren en Ingezetenen toekomen, en welke aan ons door onze Mede-Leden van Staat, ook ingevolge den Scaats-ééd, (wel. ke  it Geieuttenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 2Ö5 ke het eerste Artikel van de Unie tot fundament heeft) behoord geprefteerd en heilig nagekomen te worden, zonder ons daar inne eenige forsfen, geweld of ongelyk te mogen aandoen; als in zoodaanig geval (het welk wy uit hoofde van het voorfz. voorftel vreezen) de weg en het recours tot de geïamentlyke Bondgenooten, en dus ook tot U Ed. Mogenden is opengelaaten f Het is daarom dat wy de vryheid neemen, om U Ei. Mogenden met die coniideratie, welke wy aan U Ed. Mogeoden als Leden van het zelve Hooge Bondgenootlèhap verfchuldigd zyn, te verzoeken, en mogen wy het woord gebruiken, met alle aandrang te infteeren, dat UEd. Mqgenden zoodaanige voorzorge zullen gelieven te neemen, dat tegen ons (ter requifitie van onze Mede-Staats-Leden) niet mogen aangevoerd of gebruikt worden ëëöige Militie ter repartitie van U Ed. Mogendens Provincie ftaande, en wy ons dus in een zoo niet veel erger, ten minsten in een gelyk geval, met die van Amersfoort zouden gebracht zien: maar dat het U Ed. Mogenden believen zal, aan ons te willen presteeren zoodaanige Vriendnabuurlyke en Bondgenootfehaps-bewyzingen, waar by UEd. Mogenden deze onze zaak gunftig aantrekkende, dan ook wel zullen gelieven te prasvenieeren , dat de Militie op U Ed. Mogendens repartitie ftaande, in de gelegenheid werde gebracht, tot het ongelukkig Burgerbloed vergieten, en alzoo te concurreeren tot een grond van eene uit te barften BurgerOorlog, welke wy voor ons verklaaren onvermydelyk te zyn, ingevalle eenige Militie tegen het recht, onze Stad competeerende, en dus buiten onzen wil en expresfe toefterriminge, ons territoir kwame te betreeden, en tegen ons mogte aangevoerd worden: tot afwending van welke onheilen Wy al verder verzoeken , dat het U Ed. Mogenden zal gelieven om den Heer Stadhouder Uwer Ed. Mogendens Provincie aan te fchryven, geene Patenten te verleenen aan Militie ter repartitie van R 5 ü  2, de ingebrachte Refolutie van Heeren Geëligeerden, , betrekkelyk de Stad Wyk by Duurftede. In dato > den 10 Juny 1786". Hebben de Heeren Geëligeerde Raaden ter Ver-gadering ingebracht en laaten leezen derzeiver Re-folutie van den 8ften dezer, daar by alvoorens ini te treeden in de Confideratien , by Refolutie derr Heeren Ordinaris Gedeputeerden ter jonglte extraordinaris Staats-Vergadering voorgedraagen, verklaarende van gedachten te zyn, dat eene nadere: preuve van der Heeren Staaten geneigtheid, omi door minnelyke wegen den tegenwoordigen Magiftraat van Wyk van derzeiver erroneufe begrippenr en wederrechtelyke handelingen terug te brengen,, Hoogstdezelven de Heeren hunner Ed. Mogendens! Ordinaris Gedeputeerden zouden kunnen verzoen ken en authorifeeren, om met overleg van Heerem Commislarisfen uit den Hove, zoodaanige Misfivef aan den Gerechte der Stad Wyk af te zenden, als; bevonden zoude worden meest met bovengemelde! einde over een te komen, met prasfixie nogthands: van den tyd van agt dagen, om daar op voldoend» te antwoorden; houdende zy Heeren Geëligeerdei Raaden inmiddels de Confideratien van Heeren Ge-> deputeerden bovengemeld, provifioneel nog in Ad4 vys enz.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 277 'N°. 2349. Misfive of Aanfehryving van de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, aan Schout en Gerechte der Stad Wyk by Duurftede. betrekkelyk de relaxatie van den Pander Valburg. In dato den 16 Juny 1786. Edele Erentfeste Vroome! De Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie ihebben ons by Hoogstderzelver refpective Refolu. tie in dato den ioden Juny dezes jaars, geauthorifeerd, om, in naam van welgemelde Heeren Staaten, als nog eene Misfive aan U Ed. te fchryven, :en daar by te rescontreeren de gronden vaujuilificatie in de Misfive van de pretenfe Magiftraat van U ,Wel Ed. Stad, in dato den 2den dezer maand Jumy, aan Hun Ed. Mogenden gefchreeven, vervat; als mede van U Wel Ed. op 't ernftigfte te requireeren, dat de Pander Johannes Valburg, hoe :eerder hoe beter uit zyne detentie ontïlagen, en ;met reftitutie van de Papieren aan hem ontnomen, lop vrye voeten gefield werde; met verderen last, iom van U Wel Ed. te requireeren, dat byaldien het ontflaan van gemelde Pander buiten de macht van ü iEd. mogte zyn, als dan 't gemelde ontflag op de :best mooglyke wyze te effectueeren. Schoon wy nu aan de bereidwilligheid van Uw Ed. iin dezen niet twylfelen, maar in tegendeel vertrouwen, dat UEd. als uit naam van Hun Ed. Mogenden ijngevolge derzeiver gepresteerden ééd, Recht en Juftitie adminiftreerende, alle poogingen zullen aanwenden, om een Suppoost van den Hove, die niet anders betracht heeft, dan 't gene hy ingevolge zyne bedieninge verfchuldigd was te doen, die in ;geenen deele de termen van zyn officie is te buiten [gegaan, gelyk hy ook des wegens niet befchuldigd iis, of worden kan, en wiens detenfie dus in allen :opzichte valt in de termen van eene onrechtvaardige :en noodelooze vexatie, te relaxeeren, of deszelfs relachement te eife&ueeren; willen wy echter ten S 3 over-  578 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot overvloede, en op last van onze Hooge Principaa-i len, aan U Ed. voordraagen de motiven en midde-! len, welke dienen kunnen ter reseontre van de Jufti-i ficatoire middelen , vervat by de bovengemelde! Misfive, op den 2den Juny aan Hun Ed. Mogendeai toegezonden. Wy doen dit met te meer empresfement, ten ein-i de zoo wy vertrouwen, U Ed. zoo wel als alle< Burgeren en Ingezetenen Uwer Ed. Stad, te over-' tuigen, met hoe veel onrecht men, zoo den Ed.l Hove Provinciaal als ons en de Ed. Mogende Hee-: ren Staaten dezer Provincie verdenkt, of in ver-' denking zoekt te brengen, van op de Stedelykef Rechten en Voorrechten te ernpietrf ven , en de( Burgers en Ingezetenen van U Ed. Stad te beroo-p ven van 't Privilegie de non evocando, en welk Privi-i legie wy gaarne avoueeren, dat, beboorlyk ver-' ftaan, en binnen deszelfs waare grenzen bepaaldt zynde, eender Pylaaren is waar op de Burgerlykei Vryheid van alle onze Ingezetenen is berustende, en waar aan noch wy, noch de Hooge Overigheid! dezer Provincie, voorneemens zyn eenige de min-i fte atteinte toe te brengen; maar in tegendeel hef zelve tegen allen indracht, op eene wettige enCon-i ftitutioneele wyze, te maintineeren. 't Is waar, Wel Ed. Heeren! de Heeren Staaten dezer Provincie, als ook wy by Hoogstderzelver abfentie,, hebben den Prokureur-Generaal iterativelyk geau.; thorifeerd en gelast, om wegens het voorgevallene! binnen U Ed. Stad, by gelegenheid van het arres-. teeren van een nieuw Reglement op de Magiftraats. ■ beftelüng binnen U Ed. Stad, en het uit dien hoof.' de gepasfeerde, met opzicht tot de afzettinge van: zes wettig aangeftelde en door den Souverein ge-, continueerde Regenten, als mede het aanftellen van: vier r.i 'uwe, en het gene verder deswegens is voorgevallen, de Hoogheid en het Recht van den Lande waar te neemen: — en het is uit hoofde vani deze herhaalde fpeciaale authorifatien en beveelen,, dat onze Prokureur-Generaal, ingevolge van zynen i ge-.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 27$ geprsestëerden ééd aan Hun Ed. Mogenden, verplicht was, zoodaanige provifién van Juftitie te verzoeken, en, dezelven geobtineerd hebbende, op de gewoone wyze te doen exploicteeren door een der Panders van den Ed. Bove, zulks incumbeerende; en wy willen gaarne aan alle Beminnaars der waare Vryheid ter beoirdeelinge overlaaten , of het edelmoedig, of het menschlievend, of het overeenkomftig onze vrye Conftitutie is, een Suppoost van den Hove, en dus ook een Bedienaar van de Hooge Overigheid, in zyn Officie op eene wettige, en met den ftyl en manier van Procedeeren, in deze Provincie gcbruikelyk, overeenkomende wyze, verfeerende, en uit naam van zyne hooge Principaalen te werk gaande, met eene voor hemdesavantageufe en penible detentie te ftraffen, en daar door quafi, zyne geprenteerde Rechten te maintineeren ? eene demarche, Wel Ed. Heeren! recht gefchikt, om de banden vao vriendfchap, tusfchen Leden van het zelfde lighaam, van elkander te rukken, en de wettig gevestigde Coftitutie den bodem in te flaan. Wy vleijen ons derhal ven als nog, dat men binnen U Ed. Stad tot dezen ftap gekomen is, door de zaak der geëntameerde Procedures tegen eenige Magiftraats-Leden en Burgeren van U Ed. Stad uit een verkeerd dag'icht te befchouwen, en wy willen dus, uit dien hoofde, en ter voorkominge van verdere onaangenaamheden en rustftoorende demarches, ons wel verleedigen, om het waare oogpunt van deze gehrele zaak aan U Ed. voor te draagen, en daar door U Ed. te convinceereo, dat de relaxatie van den gemelden Pander een der eerfte flappen wezen kan, ten einde de harmonie tusfchen U Ed. Stad en de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie, op eene Conftitutioneele wyze te herftellen, en gelegenheid te geeven tot het Conftitutioneel redresfeeren van wettig ingebrachte bezwaaren, waar van Hun Ed. Mogenden in geenen deele zich immer betoond hebben afkeerig te zyn; maar ter contrarie, niets meer verlangen, dan om aan S 4 het  $8o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot het verlangen van hunne goede Ingezetenen, op eene wyze, met onze Conftitutie overeenkomende, ter behoorlyker tyd te kunnen voldoen. De Heeren Staaten dezer Provincie hebben altyd in die opinie geverfeerd, en zyn als nog daar in verfeerende, dat de kennis van alles, wat de Hoogheid en Heerlykheid van den Lande, de misdaaden van Rebellie, Seditie en diergelyken, by de Ordonnantie voor den Hove Provinciaal, reeds in den jaajre 1583, door de gefamentlyke Staats-Leden, en dus ook door den Magiftraat der Stad Wyk by Duurftede, aan denzelven Hove is gedemandeerd; en offchoon zy wel bewust zyn, dat fommige Utlechtfche Rechtsgeleerden en Publicisten fustineeren, dat de Stad van Utrecht daar van behoorde te worden geëxcipieerd, als hebbende van immemoliaale tyden af, ook over deze misdaaden zelfs, confentiente Principe, geoirdeeld, heeft echter nimmer een eenig Rechtsgeleerde gefustineerd, dat ook dit Recht aan de andere Steden dezer Provincie, en fpeciaal aan de Stad van Wyk by Duurftede zoude competeeren; maar zyn dezelven in tegendeel, door de grootfte en yverigfte Voorftanders der Stedelyke Rechten altoos daar in onderfcheiden geworden van de Stad van Utrecht, en dit hun fustenue, met voorbeelden aangewezen. Wy behoeven U Ed. niet te herinneren, op welke gronden en motiven derhalven, aan U Ed. door drie Utrechtfche Rechtsgeleerden, van Nes, Craeyvanger en van per Paaüw, (en welken overal voor bekwaame Rechtsgeleerden en geoeffende Costumiers bekend ftaan) is geadvyfeerd, dat U Ed. verplicht waren, ook in cas Crimineel, aan den Prokureur-Generaal van de Stad, Steden en Landen van Utrecht, debehoorlyke adfiftentie te verleenen, en welk Advys nimmer behoorlyk gerescontreerd, maar waar van 'c effect alleen op eene politieke wyze, tot hier toe verhinderd is. Het kan U Ed. ook niet onbekend zyn, dat het gene algemeene Rechtsdo#rine is, dat de Heeren van den  de Gebeurtenisfen in T787 enz. voorgevallen. 281 den Lande, by het demandeeren der Adminiftratie van de Ordinaris Juftitie in algemeene termen, nimmer begreepen hebben de misdaaden, welke het gemeene Land betreffen ; en dit is binnen onze vrye Gewesten zoo allezins gerecipieerd, dat reeds in den jaare 1584 de Heeren Staaten van Holland verklaarden , dat het Privilegie de non evocando zich niet extendeerde tot zulke gevallen, welken de algemeene Landsftand betroffen , en welke verklaaring als nog aldaar in viridi obfervantia is: waaromme ook nog ten huidigen dage loortgelyke misdaaden beoirdeeld worden , niet door de Stedelyke Rechtbanken, maar door den genen, aan welken de Souverein zulks nominatim gedemandeerd heeft. Maar des te meer is dit, met opzicht tot U Ed. Stad van applicatie, wanneer U Ed. in confideratie neemen, dat het Privilegie de non evocando, in diervoegen als het aan U Ed. Stad, in den jaare 13GO, door den Heer van Abcoude,die ongetwyffeld toen ter cyd nog geene hooge Jurisdictie had, gegeeven is, alleen daar in beftaat: dat geen Burger van Wyk, die zich door zyne Mede - Burger wil laaten convenieeren voor zynen dagelykfchen Rechter, zich zal behoeven te Jijleeren voor den Officiaal van den Bisfchop. En wy zouden aan de kundigheden van U Wel Ed. te kort doen, wanneer wy aan U Ed. wilden aanwyzen de ongerymdheid, om uit zulk een Privilegie, met opzicht tot de Geestelyke Jurisdictie (welke men dikwyls ter dier tyd buiten haare grenzen zocht te extendeeren) gegeeven, tededuceerén, dat geen Burger van Wyk, in eenig geval hoe genaamd, zoude kunnen te recht ftaan voor den Rechter, aan wien alle de Provinciaale StaatsLeden, eenpaariglyk de kennisfe van deze en gene zaaken, a.00 in 't Civile als Crimineele, hebben gedemandeerd. Wy behoeven insgelyks aan U Ed. niet te herinneren, hoe de Privilegiën de non evocando, allen zonder onderfcheid, oudtyds gegeeven zyn, omme de goede Ingezetenen te beveiliS 5 ge«  282 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gen voor vreemde Rechters en Rechtsbanken, en bun te bewaaren voor de moeite, om dikwyls in vreemde Landen hun Landsheer te moeten opzoe. ken, ten einde recht te verkrygen, — maar dat nimmer de Privilegiën de non evocando in zich bevatten eene geoirloofiheid, om zich in zaaken, de Hoogheid en Heerlykheid van den Lande onmid<3elyk raakende, te onttrekken aan een Provinciaal Ge. rechts-Hof, door de Staaten zelfs ingefteld, en met eene Inftrucïie voorzien; en welk Gerechts-Hof, als een judéx ordinarius, offchoon fuperior, echter nimmer kan gehouden worden voor eenen vreemden Rechtbank, met opzicht tot de Steden dezer Provincie, op welken dus het Privilegie de non evocando, in zaaken den gemelden Hove fpeciaal gedemandeerd, geenszios kan worden toepasfelyk gemaakt, terwyl in alle die fpeciaalyk gedemandeerde zaaken , het Hof Provinciaal de ordinaire en dagelykfcke Rechter is. Én dit. alles is van te meer applicatie, met opzicht rot de Stad Wyk, daar 't incontestabel is, dat oudtyds de hooge Jurisdictie te Wyk, toen dezelve Stad nog eene byzondere Heerlykheid was, niet by den Heer van Abcoude, maar by den Bisfchop berustede. Immers het kan aan U Ed. niet onbekend zyn, dat Willem van Aécoüde, als Heer van Wyk by Duurftede, in den jaare 1412 erkende, dat hy het hooge Gerichte, zoo verre zulks door hem geëxerceerd werd, te danken had aan een byzondere bewilliging, hem gegeeven doorden Heere van Utrecht, en wel voor een zekeren tyd, en dat hy het geenszins eigener authoriteit exerceerde, en dat by daarom ook beloofde, dezelve niet ver• der te extendeeren, dan dezelve aan hem was toe. geftaan. Het Charter van dit Stuk is by Mattel. de Jure Gladii C. XXIV p. 405 te vinden. Offchoon nu de verheffing van Wyk tot een Lid des Geftichts, gelyk de andere Steden waren, daarop gevolgd is in den jaare 1449» zoo kan echter daar door, in de exercitie van het hooge Gericht, met op.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 283 opzicht tot de extenfïe, geene verandering gemaakt zyn: vermits het niet tot de eigenfchap van een Lid des Geftichts behoort, het hooge Gerichte of de Crimineele Jurisdictie te exerceeren, vooral niet met opzichte tot zaaken, de Hoogheid en Heerlykheid van den Lande raakende, aangezien de Steden Amersfoort en Rheenen nimmer, zelfs geduurende de vrye Staats-Regeering, daar op eenige pretenfie gemaakt hebben; maar in tegendeel, de voorbeelden van het contrarie voorhanden zyn, en de Stad van Utrecht alleen fustineert in de posfesfie van deze Jurisdictie, van immemoriaale tyden af, geweest te zyn; daar zelfs de Stad Montfoort, fchoon door Keizer Karel tot een Lid des Geftichts verklaard, en uit dien hoofde ter dagvaart befchreeven, echter daar door geene Crimineele Jurisdictie van den Heere van den Lande verkreegen, ofte dezelve uit dien hoofde geëxerceerd heeft. Daar derhalven de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie geoirdeeld hebben, en ook alleen bevoegd waren te öirdeelen, dat het gene'er van tyd tot tyd binnen de Stad Wyk by Duurftede gepasfeerd was, de Hoogheid en Heerlykheid van den Lande was raakende; daar zy, ingevolge deze Hunne op eene wettige wyze genomene Conclufie, den Prokureur-Generaal fpeciaalyk en iterat-ive reizen hebben geauthorifeerd, om voor den Ed. Hove van Utrecht wegens dat voorgevallene het rocht van den Lande waar te neemen; — daar, ingevolge ook de*er fpeciaale Authorifarie, de gemelde Prokureur-Generaal zich aan den Ed. Hove heeft geaddresfeerd, en de Appoinctementen door denzelven Hove verleend, door den Paneer Johannes Valburg, more fo/ito zyn geëxploicteerd, dat is, gelyk altoos in alle Citatien gefchied, zonder voorgaande kennisgeeving of verzoek van adfiftentie, welke alleen by 't doen van Publicatien, by 't dirigeeren van Executien, en, in Criminalibus, by het doen van Apprehenfien, gevraagd wordt; gelyk zulks  «84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zulks aan ü Ed., als dagelyks binnen U Ed. Stad Juftitie adminiftreerende , ten overvloede bekend is; daar dit zoo is, en op geen de minfte grond kan tegengefprooken worden, maar voor het ftrengfte onderzoek beftand is, waar in is dan door de Heeren Staaten dezer Provincie, door ons, door den Ed. Hove van Utrecht, door den Prokureur-Generaal dezer Provincie, door den Pander van den Hove, elk in zyne betrekking, inconfticutioneel gehandeld, of infracrie gedaan op Uwer Ed. Stads Rechten en Privilegiën? Maar om U Ed. dit nog verder onder het oog te brengen, en volkomen te beflisfen, hoe zeer ten onrechte men den Pander Valburg, die de termen van zyn officie niet te buiten is gegaan, maar zyne Exploicten, gelyk zulks by het doen van Citatien altoos gebruikeiyk is, gedaan heeft, heeft in detentie genomen en als nog houdende is; even als of hy Stads territoir gevioleerd, en door het doen der gemelde Exploiöen Stads Rechten benadeeld waren; — om dit, zeggen wy, nog verder onder het oog van U Ed. te brengen, en U Ed. daar door te overtuigen van de noodzaakelykheid, dat de gemelde Pander ten fpoedigften worde gerelaxeerd, zullen wy alleen dit volgende aanmerken: de Exploicten , welken de Pander in zyn Officie binnen Wyk by Duurftede doen moest, waren Citatien, Simpele en Perfoneele. Nu weet elk, die der Rechten kundig is, dat hy, die geciteerd wordt, voor deze of gene Rechtbank, daar door nog niet geoirdeeld is voor de gemelde Rechtbank juftitiabel te zyn, maar dat byaldien zulk een Geciteerde vermeent, een contrarie Privilegie te bezitten, het hem als dan vry ftaat, van 't zelve gebruik te maaken, en by wyze van exceptie of anderzins, dien Rechter te recufeeren, en zich naar zynen, zoo hy meent, competenten Rechter te doen renvoyeeren. Ja, in cas fubjecf, was den geciteerden Burgeren niet alleen overig deze weg, om eene exceptie vae  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 285 van incompetentie en renvoy te proponeeren, en by dezelve te perfisteeren, zonder dat 't zelfs noodig was, dat de geciteerden in Perfoon, by 't proponeeren der gemelde exceptie, in Perfoon compareerden; — maar byaldien deze exceptie, door den Ed. Hove van Utrecht was gereje&eerd geworden, ftond het immers de Excipienten nogvry, zich aan de Hooge Overigheid te addresfeeren, Mandament van Revifie te verzoeken, en, 't zelve (gelyk wy geen oogenblik twyfFelen) verleend zynde, voor Rechters, door Partyen zei ven genomineerd, en door den Souverein geëligeerd, zyne gepretendeerde Rechten te doen demelleeren. Zulk eene Conftitutioneele wyze van Rechten en Privilegiën, aan byzondere Perfoonen, Collegien, Steden &c. competeerende, te maintineeren, is allezins overeenkomftig met den aart van eene Conftitutie, welke op regelen van Juftitie en goede orde, gelyk de onze, gebouwd is; — daar in tegendeel, het maintineeren van zoodaanige Privilegiën, viafacJi, en alvoorens alleconftitutioneelemiddelenbeproefd, maar ongenoegzaam bevonden zyn, niet wel anderkan geconfidereerd worden, dan als een weg, om alle orde en goede Staatkunde te inverteeren, en zich daar door fchuldig te maaken aan infractie der fundamenteele Wetten van alle welgeordende Staaten in 't algemeen, en van onze Provincie in 't byzonder. ' Wanneer men derhalven de qusstie over den aart en extenfie van het Privilegie de non evocando, zoo en in diervoegen het zelve aan de Stad van Wyk by Duurftede zoude kunnen geoirdeeld worden te competeeren, al eens brengt tot eene Jurisdictie quss. tie, tusfchen de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie en de Stad van Wyk, dan nog kan datgefchil niet anders befchouwd worden, dan als eene questie de meo 6f tuo, welke op geene andere wyze, dan langs den weg van de Ordinaris Juftitie, tot in het hoogfte resfort, dat is in cas van revi-  a8ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot üe, gedemeleerd, en zoo eens eindelyk Conftitutioneel getermineerd behoorc te wordeD, zonder dat men daar in via faSli behoorde te werk te gaan. Wy kunnen derhal ven niet begrypen, hoe men binnen ü Ed. Stad in de gedachten verfeeren, en dezelven als nog inhaereeren kan, dat de detentie van den Pander Johannes Valedrg een gepast mid. del zoude zyn, om Stads Rechten te maintineeren, of dat door het relaxeeren van denzelven Pander, de Stad van Wyk iets zoude verliezen van die Rechten en Voorrechten , welken aan dezelve competeeren, en langs Conftitutioneele wegen alleen kunnen en behooren te worden gemaintineerd. En het ia ook uitdien hoofde, dat wy, ingevalle onze voorige reflexien geen ingang, als nog mogten maa. ken, op hun, die den gemelden Pander in bewaaringe doen houden, infteeren op deszelfs relaxatie, als wel overtuigd zynde. dat noch de detentie, noch de relaxatie, iets kan efFeclueeren, om de Rechten der Stad Wyk by Duurftede, of te maintineeren, of dezelven m eenig opzicht te verwaarloozen; daar het nog daarenboven een onredelyke eiscb is, dat de grief, welke men oirdeelt aan de Stad Wvk by Duurftede te zyn toegebracht, door het doen van de meergemelde Exploicten, zoude moeten wezen gebeterd, alvoorens men tot de relaxatie van den gemelden Pander zoude befluiten: wie toch, Wel Ed. Heeren! zd dien grief beteren? Noch het Hof Provinciaal, noch de Prokureur-Generaal, zyn zoo uit hoofde van hunne Inftructien en Ordonnantiën, als uit de daar by gekomen fpeciaale Au. thorifatien en Beveelen, daar toe bevoegd, zonder dat hun zulks door de Ed. Mogende Heeren Staaten worde geordonneerd — En wat Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten dezer Provincie zelve aangaat, dezen verfeeren in die opinie, dat zy in dezen allezins Conftitutioneel hebben gehandeld, en moeten in die zelfde opinie blyven continueerentot zoo lang zy, langs Conltitutioneele middelen, wel-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 287 1 welken in dezen, wel in de eerfte plaats Remonlirantien, maar vervolgens geene anderen dan de iweg der Ordinaris Juftitie, kan of behoort te 'zyn, :overtuigd worden, dat hunne gegeeveneAuthorifatien en beveelen ftrydig waren tegen de Rechten Sn Privilegiën van de Stad Wyk by Duurftede, en at zy dienvolgens als een Princeps, te vooren maie, maar nu melius informatus verplicht waren, om :hunne te vooren gegeeven Authorifatien en beveelen in te trekken, of door contrarie beveelen te lannulleeren; maar het zal aan Uw Ed. ten overvloede bekend zyn, dat de Heeren Staaten dezer Provincie als nog in deze termen niet zyn verfeerende. Maar nog te meer vertrouwen wy, dat Uw Ed. lalle mooglyke middelen zullen aanwenden, om den :gemelden Pander te relaxeeren, of de gemelde relaxatie te effectueeren, daar zulks de expresfe wil :en begeerte is van den Souverein; van eenen Sou* verein aan den welken gelyk Uw Ed. zoo wel als wy geinformeerd zyn, alle Burgers van Uw Ed. Stad, in welke qualiteit van Burgerfchap ook het radicaal is van alle Magiftraats-Leden, van de oudRe tyden af tot heden toe, in de eerste plaats gezwooren hebben , het zy in hun Perfoon, of in hunne Ouders, de Heeren Staaten van den Lande van Utrecht, mede als hunne Overheid, gehouw :en getrouw te zyn, en zich niet te zullen begeeven ten raad ofte daad, daar ietwes tegen de Heeren Staaten beraadflaagd, verhandeld, of ietsvoor!genoomen wordt, maar zulks verftaande, 't zelve terftond aan voornoemde Magiftraat te zullen te kenmen geeven en openbaaren, en zoodaanige beraad!{1agingen, handelingen en voorneemens» naar hun vermogen te zullen kèeren en weeren. -— Wy vertrouwen uit dien hoofde ook, dat Uw Ed., ja de ;geheele goede Burgery van Wyk by Duurftede, dit :behoor!yk in acht neemende, gepenetreerd zullen. :zyn van hunne verplichting, om aan den wil van den  288 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den Souverein, uit wiens naam en op wiens authd.' ; rifatie, wy op de relaxatie van den gemelden Pan- . der J. Valburg infteeren, te obtemporeerenj eü i te gelyk te vertrouwen, dat eene zoodaanige re- ■ laxatie nimmer zal gereekend worden aan de anders ; wel gefundeerde Rechten en Voorrechten van Uw > Ed. Stad te praejudicieeren. Eindelyk moeten wy nog hier by voegen, dat Hun t Ed. Mogenden de Heeren Staaten dezer Provincie, , in allen gevalle ons gelast hebben, aan Uw Ed. uit; naam van Hun Ed. Mogenden te interdiceeren,met ; opzicht tot den Hoofd-Officier, om eenige Crimi- . fieele Actie tegen denzelven Pander te inftitueeren, , en met opzicht tot de Schepenen, om wanneer zoo- i daanige Aaie door eenen anderen mogte worden geinftitueerd, daar op geene Sententie ten zynen nadeele uit te fpreeken, als welke Procedures Hun Ed. Mogenden houden voor nul en van onwaarde; als mede dat Uw Ed. vermits de continuatie der laat* ■ ite extraordinaire Befchryving, tot den 5den July aanftaande, op dien tyd alsdan Hun Ed. Mogenden dezen aangaande zullen berichten. Wy vertrouwen derhalven, dat Uw Ed. ingevolge derzeiver gedaanen ééd, waar by dezelve belooven en zweeren de Juftitie te zullen adminiftree* ren uit naam van de Ed. Mogende Heeren Staaten» en ingevolge derzeiver Ordonnantie alreeds gemaakt en als nog te maaken, alles zullen aanwenden, ten einde de relaxatie van den gemelden Pander ten fpoedigften te effedtueeren, en deszelfs crimineele terechtftelling te weeren, ten einde Uw Ed. niet fchuldig te maaken aan de overtreeding van de beveelen van Hun Ed. Mogenden, en de verwaarloozing van ééd en plicht. Hier mede Edele, Erentfeste, Vroome! beveelen wy Uw Ed. in de befcherminge van Gob Almachtig. Ge-  % Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen» 3I9 Gefchreeven te Utrecht, den 16 juny 178C» (war get.) G. M. Taats van Amerongen, Vt» (Onder Jlond) tJwet Ed. goede Vrienden* De Gedeputeerden van de Staaten 'sLanê van utrecht. (Laager Jlond) Ter Ordonnantie van dezelven j, tww get.) «f4&/° Secr. Jo. Fred. GoBiö&j> Beéédigd Klerk, t j[D« hovehftaande Misfive was vergezeld door de voïg:endt;j> Wel Eöelè Gestrenge HeérI Hier nevens bekoomtU Wel Ed. Geftr» nogmaali eene Misfive van Hun Ed. Mogenden, aan Schout en Gerechte geaddresfeerd. In hoope dezelve aaa *t gewenschte einde mag beantwoorden, noeihe 2e ky met alle coüfideratie. Wel Edele Geftrenge Heer! Uw Wel Ëd. Geftr. Gehoorz. Dienaar^ (was get.) A. H. G. v. RÈcktisRJssr; Utrecht, den 18 Juny 178e, ïxio Dm. t.  aos Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 5350. Refolutie van het Gerecht der Stad Utrecht» by wyze van Advys den 17 Juny 1786" aan de Vroedfchap gegeeven, op het Request van de Huisvrouw van den Pander Valburg , om het zelve by provü Jie buiten dispofitie te houden. 't Gerecht verzoekt den Heer Oud-Burgemeester van Dykveld, als voorzittenden Schepen ter Vergadering van de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap voor te draagen, dat Hua Ed» Achtb. ter voldoening aan de Vroedfchaps Refolutie van den 2den dezer', rypelyk hadden geëxamineerd en overwoogen de Requesie ten zelvec dage aan de Vroedfchap geprefenteerd, by Susanna de Fremery, Huisvrouw van Johannes Valburg, Pander van den Ed. Hove dezer ProviDcie, verzoekende om redenen by voorfchreeven Requeste ge* allegeerd, dat de Vroedfchap der SuppliantesMan, thands ter zaake van zekere binnen de Stad Wyk op last van welgemelden Hove gedaane Exploicten, aldaar in Arrest of apprehenfie genoomen, en als nog gehouden wordende, als zynde een Burger dezer Stad, zoude gelieven te reclameeren, teneinde hy aan dezen Ed. Achtb. Gerechte wierde overgezonden, volgens dezer Stads Privilegiën, en alhier te recht gefteid, zoo als in goede Juftitie bevonden zal worden te behooren. Dan zouden de Heeren van den Gerechte van Advys zyn, dat om alle noodelooze vermeerdering van gefchillen, vooral in de tegenwoordige omftandigheid van tyd te eviteeren, daar ft Hun Ed. Mcgenden de Heeren Staaten dezer Provincie by Hoogstderzelver Refolutie van den loden dezer, goedgedacht heeft, den Heer Hoofd-Officier der Stad Wyk te gelasten, geene crimineele Procedures ter zaake voorfz. tegen den Pander Valburg te entameeren, mitsgaders de Heeren Gedeputeerden te verzoeken, om by Misfive denzelven Pander by die van Wyk te reclameeren; de Heerea van de Vroedfchap de hier nevens terug gaande Re- qu.es-  ) de Gébeurtenisfen in 1787^2. voorgevallen, asf qtiesté door des Panders Huisvrouw aan Hun Ed. Groot Achtb. geprefenteerd, by provifle zouden kunnen buiten dispofitie laaten. Accordeerd met voorfz. Refolutie, In kennisfe van my , (was get.) C. A. van Wachendorep. No. 2351. Advertentie van de gezamenilyke Burger Officieren der Stad Utrecht, op den 18 Juny 1780 gedaan, tot het verkiezen van een gequalificeèri Collegie van Geeommitteerdens , volgens het 4de Hoofdfiuk van het beéédigd Regeerings-Reglemenh . Van wegen de gézamentlyke Officieren dezer Stads Schuttery, wordt by dezen geadverteerd aan alle gebooren Burgers, of die reeds zés jaaren inwöocend Burger zyn geweest, dat op maandag den 19 Juny 1780" des voornoens, ten half negen uuren, een aanvang zal worden gemaakt met de verkiezing van gequalificeerde Gecommitteerden uit de Burgery , overeenkomftig het vierde Hoofdfiuk van het op den 2often Maart jongstleeden beéédigd Regee» rings-Reglement; — wordende die genen, welkte gequalificeerd als boven, byde omfchryvingemogten zyn overgeflagen, en dus niet fpeciaal zyn geconvoceerd, verzogt ten gemelden uUre zich té vervoegen ter plaatze Waar zyne Compagnie 1$ ge* convoceerd. Uit naam der gézamentlyke Compagnien^ Qwas get.) G. C. Brodwer, ScribOè AÖBm Utrecht, den ï8 Juny 1780",  292 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot H°« 2352. Verkiezing van 16 gequalificeerde Gecommitteerden den 19 Juny 1786 gedaan, en Addres den iojlen daar aan volgende aan den Raad der Stad Utrecht geprefenteerd, ter beéédiging van dezelven, vermits de difficulteit van den Heer Burgemeester Loten. Edele Groot Achtbaare Heeren I Daar ingevolge van het geïntroduceerde en beéédigde Reglement, coDCerneerende de beftellin* ge dezer Stads Regeeringe, en wel op het Nomineeren en Eligeeren van Raaden in de Vroedfchap» Burgemeesteren en Schepenen, mitsgaders tot de erectie en introductie van een gequalificeerd Colle. gie van Geeommitteerdens uit de Burgery, de vereischte voorzieninge by het zelve Reglement tot het een en ander is gemaakt; en daar de Burgery nu bereids drie maanden na de beéédiging, in dat uitzicht heeft geverfeerd, dat alle Bezwaaren, en wel voornaamentlyk ook die het Provinciaale aangaande, zouden zyn weggenoomen, en zy in het vol*, komen effect van alles zouden zyn gefteid geworden, dan dat ten opzichte van dezelve Provinciaale Bezwaaren, de eene drie maanden voor, en de andere drie maanden na, zonder afdoening, ja zonder begin van zaaken zyn verloopen, invoegen 'et thands niets in den weg heeft kunnen zyn, waarom de Burgery als nu niet in tyds behoorde bedacht te zyn, om het effect van het bezwooren Reglement van Regeering dezer Stad te bekomen, zoodaanig dat het zelve aan hun op geene wyze, hoe ook, konde vruchteloos gemaakt worden. Waarom de Burgery na drie maanden wagtens, federt de beëedigde introductie van 't meergemelde Reglement, geoirdeeld heeft, niet langer verftooken te moeten blyven van het daar by vastgeftelde gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery, te min daar de fubfifteerende Vacaturen van Raadsplaacfen niet permitteeren, dat  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 2$$ dezelve zoo lange opVervuld blyven, maar dat op de vervulling van dezelve na de orde van Regeering, binnen den hehoorlyken tydwerde voorzien! uit confideratie van welk een en ander, zyn alle agt de Burger Compagnien jegens gisteren, den 10 Juny 1786, behoorlyk met hunne Uitkoopers en Wagtvryen, ieder in een afzonderlyke Kerk, of andere gewoone vergaderplaats, met voorkennis van de Hoofdmannen en commandeerende Officieren, en na communicatie van de overige Officieren geconvoceerd , en ongewapend des voornoens ten half negen uuren gecompareerd tot het verkiezen van gequalificeerde Geeommitteerdens uit de Burgery, om ingevolge van het vierde Hoofdftuk, uittemaa* ken het daar by vastgeftelde gequalificeerd Collegie van Gecommitteerden. Dat by die gelegen heid en met obfervantie van de order by het derd.; Artikel van 't vierde Hoofdftuk voorgefchreeven, en relatief tot de zesde, zevende, agtfte, negen de, tiende, elfde, twaalfde en dertiende Artikelen , van het tweede Hoofdftuk, met alle eendrachtigheid door de Burger-Schptters, Uitkoopers en Wachtvryen zyn verkooren, alsfe: By de Compagnie Turkyen. Gysbertus Cornelis Brouwer en Pieter Hanenbrink. By de Compagnie het Papevaaniel. De Notaris Jan Tieleman Bleckman en Johannes van Liender. By de Compagnie 't Fortuin. Mr. Ludolf de With Hoevenaar en Willem va» Rhyn, By de Compagnie de Bloedkuil. Mr. Johan Lambertus Kien en Willem van Soe.« beek. T3, 9$  ?P4 Verzameling van Stukken betrekkelyk taf By de Compagnie de Zwarte Knechten. Johannes Kreylkamp en Gerardus Bresfer. By de Compagnie de Oranje-Stam. Mr. Leonard Swartendyk en Coenraad Vermeulen. By de Compagnie de Pekftokken. Laurens van Heiningen en Johannes van Schalfewyk. By de Compagnie de Hantvoetboog. Gerardus Bettink en Gerrit van Westhuizen. Van welke verkiezing de Burger-Schuttery, uit het Lighaam van een daar toe by iedere Compagnie benoemde Commisfie, aan den Heer eerften Burgemeester, immediaat na het aftoppen van die benoemingen behoorlyke kennisfe heeft gegeeven, met verzoek, dat ingevolge van het 21 fte Artikel van het gearresteerde en beéédigdc Reglement van Regeering dezer Stad, zyn Ed. Achtb. geliefde te bepaalen de tyd en plaats, pm dit verkoozen Collegie in den ééd te neemen, en 't zelve alzoo daadelyk te introduceeren. Dan heeft zyn Ed. Achtb. hoe zeer het voorfchreeven 21 fte Artikel daaromtrent klaar is, gedifficulteerd, om de voorfchreeven Gecommitteerden ingevolge het voorgemelde Reglement den ééd af te neemen. Waarom de Ondergefchreevenen, als door de Burger-Schuttery, Wachtvryen en Uitkoopers ten dezen fpeciaal gecommitteerd, om aan UEd. Groot Achtb. niet alleen te geeven de voorfchreeven openinge van de Electie der bovengenoemde zestien Ledea, 091 ingevolge van het Reglement voor' de eerste vier jaaren, uit te maaken het meergemelde Collegie van gequalificeerde Gecommitteerden uit de Burgery, maar ook te verzoeken, dat het U Ed. Gr. Achtbgelieven zal, ter wegneeminge van voorfchreeven. ?n verdere difficulteiten, den Heer eerften Burgemees-  de .Gebeurtenis/en ««1787 enz. voorgevallen. 395 meester, ingevolge van het Reglement te verzoeken en induceerefl , om de bovengenoemde «estien Geëligeerde Leden in den ééd te neemen» ofte wel dat by weigering van zyn Ed., U Ed. Groot Achtb. ten aanzien van het zelve in den ééd neemen, zoodaanige dispofitie zullen gelieven te neemen, waar door de Burgery het volkomen effect van die Electie ter daadelyke introductie van het zelve Collegie bekome, 't Welk doende &c. (was geteekend) G. Bettink. J. A. d' Averhotjlt. W. v. Dyk. C. van Benthem. J. H. de Ridder, van Almkerk, en voor D. J. de Ridder mede gequalificeerde. Anz. de Vry. Herm. Kruxs. J. de Jonckheere. J. van Lidt de Jeude Jun. G. Heetveld. A. J. Carels. J. C. Pronckert. J. L. Vos, G. van de Vooren- C. van der Moolen. Willem Post. A. Booy. J. C. des Tombe. A, v. Eldik. A. Abeleven. W. G. J. VAN BAERLé 1786. J. v. d. VEN. Paü- lus Bosch Bois. Petrus de Koning. Corn. v. Hengelaar. W. Overwyn O. D. Cordon. J. Vos van Zyll. J. Lubberding. G. Roggeveen. De Vroedfchap over dit Addres gedelibereerd hebbende, heeft daar op gerefolveerd eene befchryving van den geheelen Raad te zullen laaten doen, jegens donderdag na de eerstkomende Staate Vergadering, zynde den 6den July aanftaande.. T4  fjMF Verzameling van Stukken betrekkelyk tut N". 2353. Refolutie van de Vroedfchap der Stad, Utrecht tot een extraordinaris befchryving 1 jegem donderdag na de eerste Staaten Vergadering den 6den Julyie houden. 5 De Vroedfchap gehoord hebbende de leöure van Jet Addres, aan hun op heden geprefënteérd, by aich noemende fpeciaale Gecommitteerden door de burger-Schutters, Wachtvryen ën Uitkoopers, daar by opening doende van de Electie van 16 Leden, om ingevolge van 't Reglement de eerste vier jaaten uit te maaken het Collegie van geqqalificeerde Gecommitteerden uit de Burgery, met verzoek, dat de Vroedfchap. den Heer eersten Burgemeester gelieve te verzoeken en te induceeren, om bygementioneerd Addres, dé 16 Geëligeèrde Leden ingevolge het Reglement, in den ééd té neemen1, of. wel by weigeringè van zyn Ed. zoodaanige dispofilZ neenien» waar door de Burgery het volkomen |ft feWeD Coü?^?fckrmfe?aadeIyke in^odu«ie van *' En daar over gedelibereerd zynde, heeft de Vroedfchap geoirdeeld, dat alle de Leden van den Raad gelegenheid moet gegeeven worden hunne gedachten daar omtrent te kunnen uiten, en uit dien hoofde goedgevonden de Vroedfchap extraordinair te hefchryven tegen donderdagden oden july aanftaande, met convocatie ook van die Leden, welkè wegens hunDe Commislien niet gewoon zyn- te compareren, of wegens dezelve geene fesfïe in den Raad hebben, ten einde als dan over bovengemelde Addres te befoigneeren en te refolveeren. En zyn deSecretarisfenDERuavERenvAN Voor«t gelast,- aan de hier bovengemelde Gecommitteerden uit de Burgery van deze des Vroedfchaps dis. ÉÏHlti!nm8£e^Wen» mitsgaders oók. datde J$aad hier op gefcheiden is. > Accordeerd met voorfz. Refolutie. , x -'■ In kennisfe van my, • f ü^) ? Izaak Falck. Md.  ès Gébturteniifen in 1787 enz. voorgevallen. «97 23J4. ConcepuRefolutie door den Heer Oud-Bur'■" gemeester van den Bogaard, omtrent het bejchryven der Stad Wyk vóorgedraagen, ter VroedJchaps Vergadering van de ötad Vtrecht den Juny 1786. Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, in overweeging genoomen hebbende de'Propoficie,' door de Heeren Hun Ed. Mogenden Ordinaris Gede« putéerden ter Staats-Vergadering van dén 7deri dezer gëdaan; of daar nu een nieuwe befchryving fiond te gefchieden, de jegenswoordige Regeering der Stad Wyk, ook mede ter Vergadering der Staaten zoude befchreeven worden welke by de Stad waa overgenoomen, ten einde Hun Ed. Groot Achtb.' Refolutie dieswegens in 't CollegSevan Heeren Gedeputeerden in té brengen; hehben Heeren Burge. meesteren verzogt èn geauctorifeerd, Hun Ed. Gr. Achtb. Refolutie dienaangaande ter Vergadering der Heeren Gedeputèerden iri te breDgen ; waar by voor Stads fentiment declareeren: dat Burgemeesteren en Vroedfchap niet zullen behoeven te treeden in het onderzoek, of wanneer een der Leden van Staat, óf een gedeelte daar van kwaaraé te weigeren den gewoonen ééd te prefteéren op de poinften of een, der póinclen in 't Provinciaal Regeerings Reglement vervat, betreffende het generaal gezamentlyk bellier der Provinciaale Regeering, aan dezelve alsdan, zoude kunnen geweigerd worden de Comparitie ter vergadering der Staaten, alzoo zoodaanige weigering van het prefteéren yan den gewoonen ééd in het prefent geval'géheél geen plaats heeft. Naardien in dit geval in questie, de Regeerders der Stad Wyk énkel gedifBculteerd' hebben in het ongelimiteerd beéédigen van een poinct, de Magï» ftraatsbeftellinge van deze Stad aangaande, 't welk fchoon in 't Provinciaal Reglement van den jaare 1674 ingelascht, echter by de'Stad Wyk gefustineerd word domeftiek te zyn, niet behoorende tot het generaal gesamealyk Beftuur der Régëering dezer Provincie, - T 5 ' aan-  298 Penameling van Stukken betrekkelyk tot • aangezien het recht tot haare eigene Magiftraatsbe. ftellinge onginairin 't lighaam van haare Burgers zoude refideeren. Waaromtrent of fchoon Hun Ed. Groot Achtb. niet op zich willen neemen de probatie van het recht derzelve Stad, maar dezelve overlaaten aan de Heeren Regeerders van die Stad, echter uit eeneDeduc tie van de Steden Amersfoort, Rhenen en Wyk» wegens het recht in Crimineele zaaken, met de ge. volgen en aankleeven van dien, beneffens refutatie van zekere Misfive van 't Hof Provinciaal, te vin. den in de Notulen van Hun Ed. Mogenden van den ïi December 1713 blykt, datde Stad Wyk vanouds heeft gefustineerd het recht tot haare eigene Magiftraatsbeftellinge te hebben, uit hoofde dat Gysbert. van Abcoude, als Heer van Wyk, reeds inden jaare 1300, op Gregorius dag, aan dezelve heeft verleend Stads vryheden en Rechten, alsmede fpeciaalyk vrye macht gegeeven, van te verkiezen haare eigene Schepenen en Raaden, Dat Jacob, Heer van Gaasbeek, met Heer Rudolf, Bisfchop te Utrecht, in den jaare I440heeft gemaakt eene Conventie, ende daar by aan den voornoemden Bisfchop der voorfchreeven Stad Wyk, met derzeiver Geestelyke Beneficiën en wereldlyke Leenen, tot behoef van de Kerke van Utrecht heeft overgegeeven, om erffelyk aan en tot deD Geltichte van Utrecht te hlyven. Dat ingevolge die overgifte, den voornoemden Bisfchop by zyn Zegel en de Brief in denzelven jaare 1449, alle het gunt voorfchreeven heeft geconfirmeerd, en de voorfchreeven Stads Privilegiën vermeerderd, en haar gegund heeft, dat dezelve Stad van Wyk wezen zoude, een Lid van het Geiticht van Utrecht, in maate van de andere Steden. Dat ook vervolgens alle die Privilegiën zyn geconfirmeerd by Bisfchop David va» Boorcondien, zoo als dezelve haar gegund en gegeeven waren, door den voornoemden Bisfchop Rüoolf, by con- fent  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 299 fèat van de vyf Godshuizen te Utrecht, zynde de voorfchreeven confirmatie met het Zegel van voornoemde vyf Godshuizen gezegeld geworden. Dat dezelve vervolgens by de fuccesfive Bisfchoppen zyn geconfirmeerd en hezwooren. Dat Keizer Karel zich metééde verhouden had, dat hy haare Burgeren en Inwoonders zoude laaten blyven en onderhouden in alle haare Privilegiën, Costumen, Vryheden en aloude gebruiken, waar van zy lieden tot nog toe deugdeiyk hadden geufeerd. Dat zy voorts waren geadmitteerd inde Unie, onverminderd nogthands hunne fpeciaale particuliere Privilegiën, loffelyke en welherbrachce Costumen, Ufantien en hunlieder Gerechtigheden. Dat, wat aangaat de exempeleu dit hun recht contrarieerende, welke mogten kunnen worden geallegeerd, 'er niets bekend is, dan dat exempelen geen wet maaken exempla enim non probant L, 3. Cod. de Sent.; moetende in deze niet worden geoirdeeld naar exempelen, maar naar de onveranderlyke Voorrechten , Costumen, Privilegiën, die geen prasfcriptie, interruptie of ufurpatie kunnen lyden. Dat Hun Ed. Groot Achtb. ook bevonden hadden, dat hunne Voorvaderen, de Regenten der Stad Utrecht, reeds in den jaare 1584, in dit zelfde gevoelen, ten opzichte van dit Recht van de Stad Wyk zyn geweest, wanneer zy zeggen, dat de Magiftraatsbeftellinge nog langer tyd, na dato van den jaare 1528, in de andere Steden van den Lande van Utrecht, volgens haare oude Privilegiën en Costumen is verfteld geweest, en toen nog inde meeste Steden verfteld wierd. 't Welk alles fchoon Hun Ed, Groot Achtb. als gezegd is, de adftruétie van dit aloud Recht aan de Regenten der Stad Wyk zelve overlaaten, Hun Ed. Groot Achtb. echter, die de Rechten en Privilegiën der Steden mede bezwooren hebben, vermaant in dezen omzichtig te zyn : zoo, dqt thands het te doen onderzoek in dezen ^ich. alleenlyk daar toe bepaald.  too PtrzamtHag van Strikken ietrikkelyk tot paald, of het enkel difficukeeren in het ongelimiteerd beéédigen van een poinft, de Magiftraatsbeffelhngen derzeiver Stad aangaande, van dien aart en natuur is, dat daaromme aan een integreerend ' Lid van Staat, of gedeelte van dien, de Comparitie ter Staats-Vergadering volftrekt noodzaakelyk moet worden geweigerd. Ten welken opzichte Hun Ed. Groot Achtb. moeten remarqueeren, dat zoo lange de verplichting van den ééd, gedaan op de poinéten, by het Pro. vmciaal Regeerings-Reglement vervat, die betreffen het generaal en gezamenlyk bellier der Provin. Ciaale Regeering Hand blyft houden, zulks voldoen* de kon gereekend worden, om ter Staats-Vergadering te worden geadmitteerd, naardien diteigenlyk het werk der gezamenlyke drie Leden van Staat uitmaakt. , 5a,a,^ ten °Pzichte van het poincl der Magiftraatsbeftelhng der Stad Utrecht, en der Steden Amersfoort, Kbenen en Wyk, aangaande de verzetting der Regeering, en het vervullen van vaceerende Kaadsplaatfen, nimmer letwes ter Staats-Vergadering word verricht of verhandeld. Ja zelfs dat daajr altyd, wanneer een nieuw aangefteld Lid in de ColJegien der beide voorftemmende Leden, voor de eerste maal fesfie ter Staats-Vergadering neemt. alvoorens ter Staats-Vergadering, ja voordat dezelve by ieder Lid in 't byzonder geadmitteerd word, moet blyken van de qualificatie van zoodaanig on nieuw aangefteld Lid, zulks echter in «t geheel geen £laats vind, met relatie tot een nieuw aangefteld .id in t Collegie van Stad of Steden Amersfoort, Rhenen en Wyk, maar ten opzichte van deze enkel en alleen word geproduceerd eene Refolutie van dezelve Stad of Steden, waar by dezelve word fecommitteerd, om wegens zoodaanige Stad of ren tef ^er2aderilJg der Staaten te comparee- Waar uit derhalven volgt, dat het al of niet prefteéren van den éj&d, op dit poinft der Magiftraats' be-  ie Gebeurtenisfèn in 1787 ent, vmgevaïlen, 3P* fceftellinge niets geeft, nog neemt, tot het gemoed delyk beleid der Provinciaale zaaken, efa er dus gene nbodzaakelykheid is, om ter caufe van 't en. kei difficulteeren in 't ongelimiteerd beéédigen van het poinct der Magiftraatsbeftellinge, aan eenintecreerend Lid van Staat of gedeelte van dieni de Comparitie ter Staats-Vergadering te ontzeggen: hoedaanige ontzegging ook op zich zeiven genoomen, eene allefbedenkelykfte zaak is, en buiten allen twyffel, zoo lange daar eenige mooglykheid toe is, behoord gemyd te worden. Zoo dat dan enkel de vraage overig blyft, of de Magiftraat van Wyk, zoo als dezelve thands buiten tyds, en zonder eenige forme van Proceduresj op de alom bekende wyze is veranderd, door eenige Leden daar uitte ftellen, eö anderen in derzeiver plaatfe te zetten, gequalificeerd is tot d* Comparitie ter Staats-Vergadering. Dat ten dezen opzichte, Burgemeesteren ea Vroedfchap, alzoo die van Wyk openlyk declareeren alles gedaan te hebben, om te voldoen aaa hunnen gedaanen ééd, tot handhaaving van Stad» Rechten en Privilegiën, het bewys hier van aan de Regeerders van Wyk zullen overlaaten, en deze zaak, uit dien hoofde als nog questieus tusfchen de Staaten en de Stad Wyk moetende befchouwen. niet zullen intreeden, maar alleen zullen remarqueeren, dat deze omftandigheid der verzetting van de Regeering, ftfict genoomen, alleen betreft en dus alleen zoude kunnen vitieeren die Perfoonen, welke in de plaatfe der uitgezette Raaden zyn aangefteld j maar niet de overigen, welke voor die verandering in de Regeering waren, en daar dus by continuatie in gebleeven zyn, met dat gevolg, dat ten opzichte van deze enkel en alleen plaats kon grypen de bedenking, wegens het enkel difficulteeren in het ongelimiteerd bezweeren van het poinct der Magiftraatsbeftellinge; ten welken re* guarde reeds is geavanceerd, dat zulks niet volftrekt noodzaaklyk maakt dezelve Perfoonen te wee-  3o2 Verzameling fan Stukken betrekkelyk tot i ren van de Comparitie ter Vergadering van Staaten*' maar dat dezelve des niettegenstaande zouden kun* nen worden geadmitteerd. Dat Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, om alle deze redenen van opinie zyn, alzoo 'er geene volftrekte noodzaaklykheid is, om de voorgemelde in de Regeering van Wyk gebleevene Heeren, van de Comparitie ter Staats-Vergadering te moeten weeren; derhalven, wanneer de zoodaariige door de Stad Wyk ter befchryving mogten worden gecommitteerd, dezelve wel zouden kunnen worden geadmitteerd, en dat Hun Ed. Groot Achtb. zich in de zaak, betreffende de op nieuw in de Regeering gefielde Perfoonen, thands niet be* geeren in te laaten, dat de Heeren Hun Èd. Mo. genden Ordinaris Gedeputeerden de Stad Wyk als van ouds zouden kunnen ter Vergadering der Staaten befchryven, echter uit dien hoofde van 't gunt hier vooren is geavanceerd met deze claufule, mits zoodaanige Perfoonen daar toe committeerende, welke buiten de Perfoonen van Dirk Votkma« Jfteaige byzonderheden te treeden,  By den Drukker dezes, is onder v^rfcheident andere Werken mede van de Pers men, en heeft alomrae verzenden: Vrymoedige Bedenkingen over het Christendon^ uit het Hoogduitsch, II. Deelen in groot 8vc* NB. Dit uitmuntende Werk, voorbefchikt tot bevordering en uitbreiding van waare Christelyke broederliefde en verdraagzaamheid, niettegen> ftaande eenig onderfcheid in het denken over zekere ftellingen in het Christendom en bepaaliogen, hier of daar ten aanzien van het zelve gemaakt; heeft de volgende merkwaardige ftukke* ten onderwerpe. EERSTE HOOFDSTUK: Tot Inleidinge, in plaats van eene Voorreden, een gc; fprek tusfchen eenen Doïïor in de Godgeleerdheid, e*; nen Predikant, eenen Over/ten, eenen amesneer su» TWEEDE HOOFDSTUK. Over het oogmerk van den Christelyken Godsdienst.' DERDE HOOFDSTUK. Over den oorfprong der Partyen, Sedten en KerkcBJ VIERDE HOOFDSTUK» Over de verfchillende denkbeelden omtrent de Waaffcadttt van den Godsdienst. VYFDE HOOFDSTUK. Over de boeken der H. Schrift en daraelver ingeevinge.' Z5SDB  {' ZESDÈ HDOFDSTrjK. : Over Je Ieere van God. ZEVENDE HOOFDSTUK. £>Ver Christus. AGTSTE HOOFDSTUK. Over den H. Geest. NEGENDE HOOFDSTUK. Over de wereld dér Geesten, TIENDE HOOFDSTUK. Over eenige andere Leërftukkèn. ELFDEHOOFDSTUK. Over den Doop èt, het Avondmani des Heeren. TWAALFDE HOÖFDSTUk; Over den tdeftand in hét ander leven. DERTIENDE HOOFDSTUK. Over Menschlyk en Kerklyk gezag. VEERTIENDE HOOFDSTUK. Over 't Protestantendom in 't byzonder. VYFTIENDE HOOFDSTUK. Gevolgtrekkingen uit het voorgaande. BESLUIT.