VERZAMELING VAN PLACAATEN, RESOLUTIËN Eff ANDË* RE AÜTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HESBENDE TOT DE GEWIGTIgÈ Gfj BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXKXVII, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. jfc i .. k a Een- en- Dertigste Deel. ''ïïAATSCH. X " ! * Te CAMPEtf, ïer Drul&erye van J. As de CHALMOfj MD CC XC I.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN. HET ... XXXfc DEEL, * VAN DEZE VERZAMEUNG VOORKOMENDS. N°. 2360. Aanteekening van den Heer Mr. J. P. de RiddeA Raad Éfc. in de Notulen van de Vroedfchap der Stad Utrecht den 26 juny 1786 gedaan, tegens de Refolutie den 2oJlen derzeher maand genoómen, Kaar mede de Heer Eys Zich heeft geconformeerd bladz. 1. ~" 23<5i- Misjive van den Heer van Haeften Raad in ds Vroedfchap der Stad Utrecht, aan Geconflitueerden en Gecommitteerden der Burgery van die Stad, betrekkelyk 'zyn Protest in de Vroedfchap Vergadering gedaan. In date den 30 Juny 1786 UaAi_ 5< —— 2362. Extraiï uit de Refolutien van de Heeren Edelen en Ridderfchap der Provincie van Utrecht, betrekkelyk'het Rapport en Concept van een Reglement Reformatoir ter Vergadering van de 'Heeren Staaten op' den 1 September 1784 ingebracht, In dato den i July 1785. bladz. 8. ' ^363. Misfive van Heeren Èurgcttteesteren en Regeerders der Stad VVyk by Duürftedê, aan Hun Éi. Mogenden * 2 éi  REGISTER de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, Jirekkende tot antwoord op de hier bovenfiaande Misjive van Heeren Gedeputeerde Staaten onder N". 2349. In dato den 3 July 1786 '. bladz. 20. N°. 2364. Extraü uit de Refolutien van Heeren Gevigeerde Raaden, uiP»^kende den eerjien Staat van den Lande van Utrecht, betrekkelyk de opgegeevene bezwaaren tegens het Regeerings-Reglement van 1674. In dato den 3 July 1786. . . . • . .' . . bladz. 36. . 2365. Addres by wyze van Manifest op den 3 July 1786 aan den Raad der Stad Utrecht geprefenteerd, in naam van de geheele Burgery door de Gecommitteerdens ingeltverd. bladz. 4r. ■ 2366. Misjive van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, aan de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, betrekkelyk de verandering van het Regeerings-Reglement. In dato den 3 July 1786 Mofo 48. ■ 2367. Misjive van de Provinciaale algemeene Vergadering van de gewapende Burger-Corpfen der Steden en van het platte Land in Holland, gehouden op denLeydfchendam den 4 en 5 July 1786, aan de Burgory der Stad Utrecht. bladz. 57. . 2368. Circulaire Misjive van de Burger-Schutters, Uit' koopers en Wachtvryen van de agt Burger-Compagnien der Stad Utrecht, den 5 July 1786 aan alle de Bondgenooten afgezonden bladz. 60. . . 2369. Circulaire Misjive door voornoemde Gecommitteerden aan alle Genootfchappen en Schutteryen, ten zeiven dage afgezonden. « • • • bladz. 72.  i,n STUKKEN. V N<\ 2370. Misjive van Gecommitteerden* uit de Burger-Compngnien te Utrecht, aan zyne Excellentie den Marquis de Veirac, Ambasfadeur van Frankryk by deze Republiek, tot het zelfde einde ingericht, en door de vier Heeren Gordon, d'Averhoult, Lidt de Jeude en Pronkert, als door Utrechts Burgerye daar toe gecommitteerd naar 's Hage overgebracht bladz. 74. . 2371. Misjive van de Burger-Krygsraad der Stad Wyk by Duurftede tot antwoord op de Circulaire Misjive van Gecommitteerdens uit agt Burger-Compagnien te Utrecht, op den sden laatstleeden aan de Schutterye en Genootfchappen gefchreeven. In dato den 15 July 1786. . . bladz. 77. —— 2372. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van den Lande van Utrecht, -waar by verklaaren dat het Corps groene Jagers binnen de Stad Wyk by Duurftede, nimmer door Hun Ed. Mogenden of derzelver Ordinaris Gedeputeerden is gelegalifeerd &c. In dato den 1 p Juïy 1786. bladz. 79. 1 2373. Aanfpraak van den Heer- Mr. A. de Nys, by gelegenheid van de bekendmaaking van de bovenftaande Publicatie aan de Burgery, Officieren, Onder-Officieren en Schutters van Wyk by Duurjleda gedaan, en de Propofitie van het groene Jager Corps ter zeiver tyd aan deMagiftraat der Stad Wyk overgegeeven, benevens de Refolutie van ge. melde Magiftraat daar op genomen. . . bladz. 80. —— 2374. Misjive van de Heeren Staaten van Zeeland aan die van Holland, betrekkelyk de Circulaire Misjive van de Gecommitteerdens uit de Burgerye te Utrecht, hier boven onder N recht, aan Hun Hoog Mogenden, waar by kennisje geeven van de Publicatie wegens inlegering van Militie binnen de Provincie In dato den 13 September 1786. bi. 285. —— 2418. Misjive van de Heeren Staaten van Stad en Lande aan die van Utrecht , over de gefchikte middelen .om in laatstgenoemde Provincie de gefchillen uit den weg te ruimen. In dato den 13 September 1786. . . bladz. 289. —— 2419 Circulaire Misjive door de Heeren Gedeputeerde Staaten 'sLands van Utrecht, aan de Ontvangers, met last, om niet buiten fpeciaale order van Hun Ed. Mogenden, eenige penningen te demanueeren In dato den 14 September 1786 bladz. 292. . lm 2420. Publicatie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, be-  jij STUKKEN: XIII behelzende maatregelen tot eene behoorlyke beveiliging voor Stad en Burgery. In dato den 14 Sept. 1786. W. 293. N*i 2421. Misfive van de Heeren Staaten van Overysfel aan die van Utrecht, waar by kennis geeven, dat hunne Mediatie aan de Staaten van Gelderland hebben aangeboden &c. In dato den 14 September 1786. . . bladz. 296. —— 2422. Misfive van de Heeren Staaten van Overysfel aan de Vroedfchap der Stad Utrecht, betrekkelyk de errefene onlusten in genoemde Provincie &c. In dato den 14 September 1786. . .... bladz. 299. —— 2423. Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland aan die van Utrecht, waar in Hun Ed. Mogenden zich ten Jlerkjlen beklaagen, over de behandeling van de Heeren Staaten van Holland ten hunnen opzichte gehouden. In dato den 16 September 17'86. . . . bladz. 304. . 2424. ExtraU uit de Refolutien van de Edele Groot Achtb. Vroedfchap der Stad Utrecht, tegens de verfpreide geruchten, als of de Studeerende Jeugd niet veilig binnen hunne muuren zoude zyn &fc. In dato den 16 September 1786 bladz. 306. 1 2425. ExtraSi uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Utrecht, ten einde te keer te gaan het bevel door de Heeren Gedeputeerden aan de Ontvangers gegeeven, om niet dan op hunnen last eenige Penningen te demanueeren. In dato den 19 September 1786. ,. . . lladz. 308. .,. 2426. Misfive van de Vroedfchap te Utrecht, aan den Heer Graave van Athlone Hoofd-Officier van die Stad, waar by requireeren dat ten fpoedigften zal terug keeren tot het hervatten van zyn post enz. In dato den 19 September 1786. ... % . bladz. 311.  XIV REGISTER e is z. N»; 2427- Misfive van de Heeren Staaten van Friesland aan die van Utrecht, waar by Hun Ed. Mogenden betuigen te willen concurreeren tot beraaming en daarfielling van zulke Bondgenootfchappelyke middelen, welke tot herfielling van rust zullen kunnen ditnen. In dato den 20 September 1785. : bladz. 313. 2428. Misfive van den Hove Provinciaal van Utrecht, aan de Heeren Staaten van dat Gewest, waar by zwad* righeid maaken, om de Publicatie hier boven onder N°. 2409 geplaatst, te doen afkondigen eh aanplakken. In dato den 20 September 17 86. . . . bladz. 315. 2429- Nominatie van eeh dubbeld getal door de Vroedfchap der Stad Utrecht, aan den Heere Erfstadhouder gezonden, om daar uit eene Eleüiè van Burgemeesteren en Schepenen te doen. In dato den 21 Sept. 1786. bl. 317. ■ ' 2430. Misfive van den Graave van Athlone aan Mr. Izaak Falck, ter beantwoording van de Misfive hier boven onder JNfi. 2420. In dato den 23 September 1786. " bladz. 318. VER.  VERZAMELING VAN PLACAATEN, RESÖLUTIEN EN ANDERS AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GE WIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER 1787> BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. tegens de Refolutie den zojïen SS^SlSï! ZIide den °ndergeteekende, ingevolge vaó "kxif SST * *» Jf *i « »-m^  9 " Verzameling van Stukken betrekkelyl tot De Ondergeteekende zal aan U Ed. Groot Achtb. zelf overlaatin te beoirdeelen, of het wel met de rede en billykheid beftaan kan, op dat verzoek te refolveeren, van een volle befchryving te beleggen tegen den 6den July; want dat het den Onderleteekenden voorkomt, om de volgende redenen, dat dezelve geéne plaats hoegenaamd kan hebben , omtrent een ftellig bepaalde daad, die reeds voor lanee gerefolveerd is dat, moet gefchieden, by een eearrefteerde voor lang afgekondigde en geaffigeerlublicatie, over een materie, waarover men met het Volk conferentien heeft gehouden, en welke vab weerskanten geapprobeerd is, en waar van de daad van in den ééd neeming niets meer is , dan een volvoering niet alleen van 't gearrefteerde, maar waar op men zelf, door een Commrsfie uit dezen Raad, door des Raads order, daarenboven aan de Burgery den ééd heeft afgenoomen: door deze van de Burgery geprtefteerden ééd, is het Volk zal het aan haaïen ééd voldoen, verplicht. orn van den Raad te vorderen, dat aan den inhoud der Publicatie voldaan , en hun het effeft van het aan haar met wederzydfche goedkeuring beloofde Burger-Committé gegeeven worde. . . , Bv den Raad is met toeflemming van 't Volk bemak met uitgedrukte woorden, zoo men den zin van h£ 21 Anikel van 't 4 Hoofdftuk van 'tmeüwe Reglement nagaat, dat de Gecommitteerden by de eemcintroductie, in handen van den eersten Burgemeester der Stad den ééd zullen afleggen. De woorden zullen afleggen, is by de Ondergeteekende een decifive term, en zegt. dat het zal,_dat is, gefchieden maet , en ook gefchieden zal. Gevolgelyk llaat, na dit ftellig gezegde, met meer aan den Raad daar over wederom te delibereeren, of men die beéédiging al of niet vermag of zal doen; maar het is een afgedaane zaak, die zal men de Publicatie in vigeur laaten, en der Burgeren afgelegdeö ééd niet infricgeeren , moet gefchieden en niet kan of mag geweigerd worden. Doch zoo men doof dilay ot  de 'Oébeertenisfen ifi 178? enz. voorgevallen, -j weigering dé Publicatie in dit gedeelte vruchteloos tteld, en men de Burgery belet, orfi haar Gecommitteerden conform het uitdrukkelyk geftatueerde beééiigd te krygen, dan noodzaakt immers de Regeering het Volk, na des Ondergeteekendens oirdeeJ, natuurlyker wyze, om (zal het niet rrieineedig worden) na zulke legaale middelen om te zien, waar door zy dan pp een andere wettige wyze verkrygen kan het effect van het door haar bezwooren Reglement , het welk om de wederzydfche onderhandelingen tusfchen het Volk en den Raad, en dé wederzydfche goedkeuring, de kracht van een Grondwet bekomen heefc; ja het Volk kan niétanders, tèr voldoening van den door haar geprajfteerden ééd: en zal het zelve Volk met Oftober het eitect van het door haar bezwooren Reglement génieten, is het vooral noodig, dat de pr^paratfen daar toe vooraf dienende, ook in tyds worden in net werk gefteld; waar onder in de eerste plaats behoort de introductie en beéédiging van het gezegde Collegie, 't welk vooraf tydiglyk geen plaats hebbende, zoo word het Volk daar door van alles verltooken, en den door hun gedaanen ééd* om geen fterker woorden te gebruiken', is een vruchteloozen ééd geweest. Maar tentmeden: 'erkan geen volle befchryving overplaats hebben, om dat 'er nu opgeroepen worden, om over dit poincl van beéédiging te voteeren, zulke Leden van den Raad, dielich tegen alles deelareerende, nergens zich op hebben willen mtlaaten, en daarom als toen geheel achter gebleeven zyn, en ook zulke Raaden, die gedeclareerd hebben, nooit tot het Burger-Committé te Zullen itemmen; zullen die Heeren zich zelve gelvk zvn* kan het niet anders, of zy moeten deze beéédiging van dat Committé declïneeren, ten zy die Heeren zoo edelmoedig handelen, dat zy of zich fchikten na de Refolutie op dit ftük door de meerderheid genoomen, (een daad die men dagelyksin den Raad hoort vorderen) of dat zy verklaarden, ook in deA 2 zen  4. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zen niet te kunnen voteeren, en zich hier op niet te kunnen uitlaaten: maar zoo dit één of ander geen piaatfe heeft, is de Ondergeteekende van begrip, dat die Heeren tegen 't Reglement en 't Committé zirheertyds geoppofeerd hebbende, om die oppofitie nu ook niet vermogen haar ftem in dezen uit te brengen, alzoo dezelve volgens des Ondergeteekendens begrip, in dezen Partyen en Rechters te gelyk zyn zouden. Maar ten derden: moet men alhier vraagen, of het niet aanloopt tegen de rede en het gezond verftand, dat men een Publicatie gearrefteerd, gepubliceerd en geaffigeerd zynde (men laate hier nu zelve eens af, dat men ter nakominge van 't zelve, 't Volkby éédetot de obfervantie daar van verplicht heeft) eenige weeken na dato een volle befchryving zoude beleegen, om te delibereeren of men een zeker poibcl: van die Publicatie ('t welk men niet altereeren kan) zal doen effect forteeren. De Ondergeteekende laat over dit link de onzydige wereld oirdeelen, en zal zich niet breeder uitlaaten, om het irreguliere van deze daad aan te toonen, maar declareeren, gern part of deel aan die Refolutie tot een volle befchryving, en dat zoo veele dagen na dato der afkondiging genoomen, te willen hebben; en dat van oirdeelis, dat het niet in des Raads macht ftaat, dir (tuk met's Volks concurrentie en overleg in conferentien met haare Gecommitteerden, zoo duidelyk bepaald en aan 't Volk toegezegd, te diiayeeren, of over deze met uitdrukkelyke woorden afgedaane zaak, vooreen tweede reize in een volle befchryving te delibereeren, om dus een tweede coDclufie in de wereld te brengen; dit is een zaak onzes oirdeels , pesfimi exempli, die allen by den Raad reeds gerefolveerde ftukken op losfe fchroeven fteld, alzoo dit voorbeeld tot anderen dienen kan, en dan is 'er op geen Raads Refolutie meer ftaat te maaken: en daar aan betuigd de Ondergeteekende geen hand hoegenaamd te willen of te zullen leenen, en verzoekt daarom, dat deze  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 5 deze tot deszelfs decharge in de Notulen moge geinfereerd worden, ten blyke van zyne fentimenten voor de Nakomelingfchap; betuigende onfchuldig te zyn aan alle gevolgen, die hier uit 't eeniger tyd mogten refulteeren. N°. 2361. Misfive van den Heer van Haeften Raad inde Vroedfchap der Stad Utrecht aan Geconjiitu.' eerden en Gecommitteerden der Burgery van die Stad, betrekkelyk zyn Protest in ae VroedfchapsVergadering gedaan. In dato den 30 Juny 1785. Wel Edele Heeren! Hoe ongaarne ik het gedrag van anderen van my verfchillenden met een verachtelyk oog befchouwe, en ik ieder in een vry Gemeenebestde vryheid van fpreeken nimmer zal betwisten; ja my verplicht reekene alle haatelykheden te vermyden, voor al tegens die genen, welke met my de Burgeren van Utrecht vertegenwoordigen; was ik echter op den aöften Juny dezes jaars, zoodaanig getroffen over de Refolutie van den Raad, waar by Hun Ed. Gr. Achtb. declareerden, niettegenftaande men uit naam der Burgery aandrong om een beéédiging van het geëeligeerd Collegie van Gecommitteerden door den Raad te verzoeken, echter te perfifteeren , om over dit poinct: eerst op den 6den July aanftaande te delibereeren; dat ik my genoodzaakt vond daar tegens te protefteeren, en van dk Protest aan de Commisfie, welke dit verzoek aan den Raad had gedaan, opening te geeven. . Hoe zeer ik vastftelle, dat zoodaanig een uitiïel geen recht aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten dezer Provincie zoude kunnen geeven, om de Regeeringsbeftelling dezer vrye en onafhankelyke Ryks-Stad, met eenigehgrond van recht, aan zich te trekken, daar over in het minst of meest te deA 3 li-  $ Verzameling van Stukken betrekkelyk m [ibereeren , ofce de Refolutien, welke Hun Ed. Mogenden mogten goedvinden daaromtrent te nee. men, ter uitvoer te brengen 5 daar de Burgery by ien teneur van het verzoek zelfs niet anders begeerde, dan van haare zydede werking van het Reglement, op welkers poincteu zy zoo dikwerf zich geuit s en het eindelyk met eenen ééd had bekrachtigdj te genieten, cd ten dien einde verzogten, Jat het Collegie van Gecommitteerden zoude wor3en beëedigd, Het zoude overtollig zyn, de billykheid van het verzoek zelfs aan U Ed. voor te draagen; echter hertrouwe ik, dat van de intentie der Burgery duiüelyk aan den Raad, zoo daar toe nadere inftantien mogten gefchieden, zal blyken, om alle verkeerde uitleggingen voor te komen, als of men den Raad mede voor den i2den Oclober door dit beëedigen van Gecommitteerden, tot daadenhetopden 2often Maart door de Burgery bezwooren Reglement con» cerneerende, wilde noodzaaken aan de zyde van de Vroedfchap. Ik hebbe my verplicht gereekend, de woorden welke ik den Heer Secretaris de RKDvERin gefchrifte hebbe opgegeeven, door U Ed. ter kennisfe van de Burgery te brengen, en dezelve by het flot deecs ter neder te ftellen: tot welkers infertie ik my gedrongen vond, eensdeels, om den Raad ter goeder trouw van myn voorneemen te verwittigen, anderdeels en voornaamlyk, om de Nakomelingschap te toonen uit Stads Notulen, dat ik de Burgery voor myn Principaalen hield, en als een Volksvertegenwoordiger myne Raadsplaats bekleedende, in zaaken de Regeeringsbeftelling der Stad Utrecht betreffende, de Volksftem erkende, welkeik van dien aart voor my reekene, dat gefield, ik verfchilde omtrent eenige poinc^en in de Regeeringsbeftelling van het Volk, ik het zelve wel zoude kunnen raaden, doch nimmer eigendunklyk bellieren, daarin andere voorkomende zaaken de goede orde, rust, jsn vrede der Ingezetenen vordert, dat in onderlinge  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 7 linge gefchillen ofte bepaalingen van daaglykfche Politie, ieder Burger en Ingezeten den uitdrukkelyken wil volge van die genen, dien het Volk de vereffening der byzondere verfchillen, of het Politiek beftier hebben opgedraagen; want zoo zulks uit het oog verlooren wordt, houd alle geregelde orde op, en men fpot met die Wetten , zonder welke de waare Vryheid en veiligheid der Ingezetenen niet kunnen beftaan. Dan dit gezegde zy omtrent myne denkwyze genoeg! des ik by dezen het geinfereerde, waar van boven vermeld, woordelyk laat volgen. Zeide de Heer van Haeften te protesteeren „ tegens de genoomene Conclufie, op de Reques. te door Gecommitteerden uit naam der Burgery, „ ter beëediging van het Collegie van Gecommit,, teerden, aan U Ed. Groot Achtb.geprefenteerd; en te declareeren, van dit zyn Protest aan de ,, Burgery kennis te zullen geeven, en des noods zyne aanteekening te referveeren." Hier mede reekene ik aan mynen plicht voldaan te hebben, en na U Ed. eendracht, ftandvastigheid, bezadigdheid, en den zegen van den God der Vryheid te hebben toegewenscht, betuige ik met waare achting te zyn. Wel Edele Heeren! Uw Ed, Dienstwilligen Dienaar s (was get.) van Haeften. Utrecht, den 3° Juny 1786. A 4 No.  t Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N9. 2362. Extraft uit de Refolutien van de Heeren Edelen en Ridderfchap der Provincie van Utrecht, betrekkelyk het Rapport en Concept van een Reglement Reformatoir éfc. ter Vergadering van de Heeren Staaten op dm 1 September 1784 ingebracht. In dato den 1 July 1786. Ingevolge het 7de Poindt dezer Befchryving, in padere deliberatie gelegd zynde het Poindt der extraordinaris Befchryving van de Heeren Staaten, van den 6 October 1784, omme te delibereeren en te jefolveeren op het Rapport en Concept van een Reglement Refotmatoir, waar na de Regeering dezer Provincie, in 't toekomende zoude worden befteld en beleid, ter Vergadering van de Heeren Staaten op den I September .1784 ingebracht. En het zelve Rapport en Reglement Reformatoir geleezen ep geëxamineerd, ais mede gerefumeerd ■«ynde de provifioneele Refolutie van de Ridderfchap, na voorgaande fpeciaale, en tot hier aan toe gecontinueerde Befchryving, op den 6 October 1734 genomen, en daags daar aan ter Vergadering van de Staaten geopend; houdeude (onder anderen) een Declaratoir, dat de Ridderfchap ten allen tyde bereid zoude zyn, om mede te werken tot allé zoodaanige befluiten als ter wegneeming van der Ingezetenen rethtmaatige klachten en bezwaaren, tin tot herftel van ingeflopen abuizen, noodig en die,Dftig gouden gevonden worden; en fpeciaalyk ook, om derzei ver deliberatien op het Rapport en Concept-Reglemect Reformatoir, na dat het Advys en de Confideratien van zyne Hoogheid daar op zouden zyn ingekomen, voort te zetten, en zoodaanig te refolveeren, als op gronden van recht en billykhcid, met behoud van een ieders wettige Rechten en Privilegiën, zoude geoirdeeld worden te behooren» Nog geleezen de Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, van den 27 July ^7||s op. den spden Aiigustus daa* aan yolgende.  de Gëbiurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. s ter Staatsvergadering ingebracht; houdende der» zeiver fentiment over het bovengemelde Poinct ter extraordinaris Befchryving, en het daar by gementioneerd Concept van een Reglement Reformatoir. Hebben de Heeren Edelen en Ridderfchap, na examinatie van alle de hier evengemelde Hukken; in aanmerkinge neemende de gefteldheid V3n zaakea in deze Provincie, dewelke niec toelaat langer te wachten na het Advys en de Confideratien.van zyne Hoogheid, en daarenboven niet hebbende kunnen reusfeeren in het benoemen eener Commislie, om met Hoogstdenzelven daar over in conferentie te komen, als waar door de Heeren Edelen als nog vermeinen, dat dit werk op de meest wettige wyze voorcgezet, alle nadeelige verdenkingen afgefneeden, en de beste gelegenheid gegeeven zoude zyn geworden tot hemel van rust, vrede, eendracht, en onderling vertrouwen in de Provincie; eindelyk na rype deliberatie goedgevonden, ter Befchryving opening te doen en te declareeren. Dat de Heeren Edelen, hoe zeer overtuigd, dat ingevalle een nieuw Reglement op de Regeering dezer Provincie zoude moeten worden gemaakt, het zelve, behoudens de Conititutie, op geene andere gronden zonde kunnen worden gebouwd, dan op die, welke in het hier vooren gemelde Rapport van den I September 1784 gelegd zyn, npgthands zich herinnerende de wyze, op welke dit Reglement Reformatoir, al aanftonds na deszelfs publiciteit, is opgenomen, en de disapprobatie, die hetzelve by de klaagende en bezwaarde Ingezetenen fcheen weg te draagen, in zoo verre, dat het zelve voor. naamentlyk aaq de Ridderfchap geattribueerd, en, a!s ten voordeele van derzei ver Lid uitgedacht, voorgefleld is geworden; om alle die redenen, en ter affnyding van alle foupgons van eigenbelang, hoe ongegrond dezelve ook mogen zyn, geprefereerd hebben, dit Concept-Reglement Reformatoir fot geen ba£s van dczelyer Refolotje te neemen, waar, hetzelve by provifie feponeerende, zich üeA 5 ' ' ver  10 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ver in 't generaal zullen bepaalen tot die middelen, dewelke ter wegneeming van der Ingezetenen bezwaaren» fpeciaalyk met relatie tot het Reglement van den jaare 1674, zullen voorkomen meest gefcSïkt, en noodzaakelyk te zyn. Dan dat de Heeren Edelen, alvoorens zich hieromtrent nader te expliceeren, en ten einde alle verkeerde opvattipgén aangaande deszdfs denkenswyze voor te komen, noodig geoirdeeld hebben opentlyk te verklaaren. Dat zy eene vrye Staats Regeering met een „ Stadhouder houden voor de waare Republikein9t fche Conftitutie dezer Landen, zoo als dezelve, „ ca afwerping van het Spaanfche Juk met het Goed „ en Bloed der Voorouders verkreegen en gefun„ deerd is," en waar van de afwyking, in Stadhouderlooze tyden, gelyk de ondervinding een en andermaal geleerd heeft, zoodaanig een esfentieel gebrek in de Regeerings-Conftitutie dezer Republiek en Provincie heeft opgeleverd, dat de Natie het zelve nimmermeer op den duur heeft kunnen verdra3gen. Dat dienvolgens, gelyk alle Regenten verplicht zyn, die Conititutie te bewaaren, te maintineeren cn ongekrenkt aan de posteriteit over te geeven, ook de Ridderfchap, ingevolge derzelver meermaals en by herhaaling gedaane Declaratoiren, altoos bereid geweest is, en nog is, geenszins tot renverfement maar tot bewaaring, bevestiging en verbetering van die Conftitutie, op Conftitutioneele gronden , mede te werken. En alzoo dit falutair oogmerk niet zal kunnen worden bereikt, ten zy dan dat alle gebreken in het Regeeringsbeftier (zoo veel mooglyk) herfteld, alle inbreuken op de Nationaale Vryheid, zoo in de Regeering als in den Burgerftand, weggenomen, en een ieder byzyne wettige Rechten en Voorrechten geconferveerd blyve; verklaaren de Heeren Edelen volkomen bereid te zyn, om, op alle mooglyke wyzen, met raad en daad daar toe te contribueeren. En  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ix En het is op deze gelegde gronden, dat de Rid. derfchap, als nu ter zaake komende, van oirdeel is, dat ingevolge der Ingezetenen opgegeeven be« zwaaren, fpeciaalyk met relatie tot het Reglement van den jaare 1674, in aanmerkinge moeten komen de drie navolgende poindten. 1. Het Redres van alle ingeflopen abuizen tegen de letter en n%eening van het zelve Reglement. 2. Het wegneemen van het al te willekeurig gezag, het welk daar by aan den Stadhouder toegekend word, en door welkers daadelyke uitoefening de vryheid van Stemmen weggenomen, en overzulks de aart onzer Conftitutie om verre geworpen zoude werden. 3. Het herftel van de Provincie in het genot van die Dominiaale of Geestelyke goederen, die by het zelve Reglement aan de Provincie ontnomen zyn. Ten aanzien van welk eerfte poindt, het Redres naamentlyk van alle ingeflopen abuizen, tegen de letter en meening van het Reglement van den jaare 1674. De Heeren Edelen van gedachten zyn, dat by Hun Ed. Mogenden zoude kunnen worden gerefolveerd. , Dat het Lid der Heeren Geëligeerde Raaden niet uit negen, maar uit agt a tien Perfoonen, zal moeten beftaan. Dat die agt a tien Perfoonen voor de helfte Stichtfche Edellieden en voor de helfte Stichtfche Burgeren moeten zyn. Dat geene anderen, dan die vol Capitulair zyn, daarinne mogen worden geëligeerd. Dat ook geen Proost zal mogen worden geëligeerd, ten zy hy de Proostdye zoo veele jaaren bezeten heeft, als 'er vereischt worden tot de tweede admisfie van een Kanonik in dat Kapittel, waar van hy Proost is geworden. Dat geen Vader en Zoon, heele en halve Bfoe. ders, ofte geen Oom met meer dan twee volle Nee< ven, te gelyk in dit Lid fesfie zullen mogen hebben. Dat de Cornmanderyen, Prebendacen en generaa- lyk  li Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ]yk alle Geestelyke Beneficiën , in het Reglement^ van den jaare 1674 niet geëxpresfeerd, gelyk ookde Rent-Ambten, waar van de begeeving by het zelve Reglement aan den Stadhouder niet is gedefereerd, wederom ter dispofitie van de Provincie komen. Dat het Lid der Ridderfchap, als den gantfchea Siichtfchen Adel reprefenteerende, ook alleen uit Stichtfche Edelen zal moeten beftaan, en geene vreemde Edelen daarinne admisfibel zyn, zoo lange een genoegzaam aantal Stichtfche Edelen aanweezig is. Dat het getal der befchreeven Edelen nooit minder als agt zoude mogen zyn, en diensvolgens, dat het Lid, tot beneden de agt verminderd zynde, aanftonds zoude moeten worden geaugmenteerd. Dat geene andere tot Raaden in de Vroedfchappen van de Stad én Steden kunnen worden aangefteld, dan die volgens der Stads en der Steden Privilegiën ten vollen geqaalificeerd zyn. Dat ingevolge de Staats-Refolutien van den 25 Oftober 1633, 29 April 1668 en 8 January 1670, geene Ontvangers, ofte andere comptabele Perfoonen in de Vergaderinge van de Staaten zullen mogen worden geadmitteerd, als na dat dezelve hunne refpeöive Comptoiren volkomen gezuiverd, en het floc hunner laatfte, of appendix Rekening , ten vollen voldaan /uilen hebben. Dat ook in de refpective Leden van Staat geene Perfoonen zullen mogen worden geëligeerd ofte geadmitteerd, die zich in den ééd of dienst van een ander zouden mogen bevinden, den Leen-ééd, en den ééd aan de Generaliteit, wegens eenig Ambt of Commisfie gedaan, alleen uitgezonderd. Alle welke Poinclen de Heeren Edelen niet anders kunnen befcuouwen, dan als overeenkomflig de Conftiturie van deze Provincie, en geenszins ftrydig met de letter of meening van het Reglement var den jaare 1674. Doch met opzicht tot het Requifiet van vol Capi- tulair?  de Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen, tg tulair, om in het Lid der Heeren Geëligeerde Raaden voortaan te kunnen worden geëügeerd; aangezien het langduurig misbruik, 't welk hieromtrent heeft plaats gehad, en de ignorantie, die natuurlyk uit dien hoofde dezen aangaande heeft geëxteerd, zouden de Heeren Edelen in bedenkinge geeven , of niet teffens behoorde te worden vastgeIteld, dat ten dezen opzichte, geduurende de eerfte zes jaaren, dispenfatie by de Staaten zoude kunnen worden verleend, doch langer niet. Dan ten aanzien van het tweede pointe van Redres, het wegneemen naamentlyk van het al te willekeurig gezag, het welk by dl, Reglement aan den Stadhouder toegekend word; aangezien, ten dezen opzichte, ingevolge de overgegeevene bezwaarea ia aanmerkinge moeten genomen worden. 1. De directe aanftelling der Regenten van alle de drie Leden van Staat, als mede van eenige Ambtenaaren der Provincie, zonder voorafgaande Nominatie. 2. De macht van continuatie of discontinuatie der Regenten van het eerfte en derde Lid, zonder contrarie van iemand. 3. Het Placet van de Generaliteits Commisfien. Zouden de Heeren Edelen ten aanzien vanheteer- fte poinft met opzicht tot het Lid der Heerea Geëligeerde Raaden, van gedachten zyn, dat hoe zeer niet kan worden ontkend, dat het Recht der Kapittelen tot het formeeren eener Nominatie van derzelver Geëligeerden, indien zoodaanige Nominatie plaatfe moest hebben, gegrond zoude zyn, en alle redenen, dewelke in den beginne der Republikeinfche Conftitutie noodzaakelyk maakten, dezelve daar van te excludeeren, federt langen tyd niet meer geëxteerd hebben, zoodaanig ook, dat de Heeren Edelen gaarne toeftaan, dat, ingevalle ia dezen eenige verandering moeste plaats hebben, geenen anderen voet zoude kunnen worden gevolgd, dan die by het 3de Artikel van het Reglement Reformatoir ingefteld, ea by de hier bovengemelde Re.  14 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht ge. adopteerd is, en waarinne zy Heeren Edelen in dien gevalle gaarne confenteeren zouden, zoodaanig ook, dat de Nominatie van een dubbeld getal geheellyk aan de Kapittelen, de cognitie der genomineerde Perfoonen, zoo *t een Edelman moet zyn, aan de Ridderfchap en kleine Steden, en zoo het een Burger moet zyn aan de Vroedfchap der Stad Utrecht en de Electie aan den Stadhouder gebracht Worde; nogthands aan hen geene genoegzaame redenen zyn voorgekomen, akhands ingevalle de Kapittelen op de reclame van dit Hun Recht niet blyven infteeren, die hen nöodzaaken zouden voor verandering in dezen te advifeeren. Alwaaromme zy in dien gevalle van gedachten zouden zyn, dat de Electie der Geëligeerden uit het Corpus van de vyf Kapittelen zonder eenig nadeel van den Lande door den Stadhouder dezer Provincie in der tyd, by continuatie j zoude kunnen gefchieden. Gelyk de Heeren Edelen insgelyks geene zwaarigheid kunnen vinden, dat de befchryving ofte augmentatie van het Lid der Ridderfchap aan Hoogstdenzelven gelaaten worde, en dus minder voor eenige verandering in dezen zouden durven advifeeren, om dat het zelve van ouds als gegrond op de Conftitutie befchouwd, en door de Regeering der Stad Utrecht reeds in den jaare 16I0 gedoleerd is: ,, dat de Ridderfchap, die altoos by augmentatie door de Stadhouders, ook volgens de fatisfadtie ,» van den jaare 1577 by zyne ExceUentie den Prin- fe van Oranje, waren befchreeven geweest, nu „ eenige jaaren hen zeiven befchreeven hadden; u„ furpeerende alzoo het gene zyne Excellentie toe„ komt, en daarom fustineerende, dat de voorfz. „ Ridderfchap, als van ouds, by den Stadhouder ,, in der tyd behoorde geaugmenteerd te worden:" behalven dat nimmermeer ten aanzien van het Lid der Ridderfcbappe eene Electie uit eene vooraf, gaaode Nominatie hébbende plaats gehad, zulks thands eene nieuwigheid zyn zoude, waarinne dé Hee-  de Gebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 15 Heeren Edelen, zonder genoegzaame redenen, niet zouden kunnen confenteeren; welverftaande nogthands, dat, zoo in het Lid der Heeren Geëiigeerde Raaden, als in dat van de Ridderfchappe, geene anderen zullen mogen worden geëligeerd ofte befchreeven, dan die behoorlyk gequalificeerd, en daar voor by de gefamentlyke drie Leden van Staat gehouden worden , en erkend zyn. Dat met opzicht tot de Vroedfchappen van de Stad en Steden, de Hèeren Edelen van gedachten zyn, dat, hoe zeer niet kauworden ontkend, dat de Stadhouders federt den jaare 1674 tot den jaare 1784 toe, in eene ongeftoorde posiesfie geweest zyn, ook van dé vervulling der tusfchentydfche vacatures, aangezien nogthands in het Reglement van den jaare 1674. daaromtrent geene precife bepaaliog gevonden word, dezen aangaande nadere fchikkingen kunnen worden gemaakt; verklaarende de Heeren Edeleo met genoegen te zullen zien, dat in die Steden, alwaar zulks zonder vreeze voor cabaaien en gediiurige commotien gefchieden kan» door de Magiftraaten met derzelver Burgeryen, op approbatie van de Staaten, zoodaanige arrangementen gemaakt en geapplaneerd worden, waar by de Nominatie ter vervullinge van de tusfchentydfche vacatures van Raaden ia de Vroedfchappe aan de Burgerye, de cognitie over de Qualificatie der genomineerde Perfoonen aan de IVjagiftraatea, en de Electie aan den Stadhouder gebracht worde; ende dat in zoodaanige Steden, alwaar die Nominatie zonder groote inconvenienten door de Burgerye niet zoude kunnen gemaakt worden, de aanftelling of door den Heer Stadhouder, volgens oud gebruik blyve gefchieden, ofte dat eene Nominatie, door de Regeering geformeerd, aan denzelven ter ElecHe worde toegezonden. En belangende de aanftellinge van eenige Ambtenaaren der Provincie, by het Reglement van den jaare 1674 aan den Stadhouder, eedefereerd: hoe zeer de Heeren Edelen gaarne erkennen willen, dat eene  ft 6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eene Ele&ie uit een tripel getal met de primitive Conititutie dezer Provincie meest overeenkomftig Zoude zyn, en zulks inzonderhied met opzicht tot den Secretaris van deStaaten behoorde plaats te hebben; zouden zy nogthands, ter affhyding van »eduurige dispuuten, vooral tusfchea de Stad en Steden, niet raadzaam oirdeelen, in dézen veranderingen te maaken, immers niet voor dat die quesl tien getermineerd zyn, mits nogthands de aange. ftelde Perfoonen behoorlykgequalificeerd zyn, ea met Provinciaale Commisfien voorzien worden. En hier mede komende tót de macht van continue tie of dis continuatie der Regenten van het eerfle en derde Lid, by het Reglement van den jaare 1674 aan deh Stadhouder toegekend zonder contradiclie vaniemand; erkennen de Heeren Edelen gaarne, dat deZe willekeurige macht ten uiterfte nadeelig kan zyn voor de vryheid in de Regeering, zoodaanig ook, dat door het misbruik van dezelve, de vryheid van Stemmen weggenomen, en den aart onzer Conftitutie zelve om verre geworpen zoude worden. Alwaaromme zy van gedachten zyn, dat dezen aangaande of de permanentie van die beide Leden vastgefteld behoorde te worden, mits nogthands daar door aan de Bnrgerlyke Vryheid geen nadeel worde toegebracht, ofte anders, dat zoodaanige modifica-ie en bepa'alingen daaromtrent, ook met verlenging van den tyd der Regeering, gemaakt worden, waar door wel het goede van de zaak behouden, doch alle misbruik van deze macht, zoo veel mooglyk, voorgekomen, en teitens de vryheid van Stemmen geconferveerd blyve; moetende de Heeren Edelen ten aanzien van dit poindt nog reflecteeren, dat het Lid der Heeren Geëiigeerde Raaden, by uitfpraake van den jaare 1610, tot de permanentie verklaard is gerechtigd te zyn, en dat dezelve ook aan de Stad Utrecht, by het geconvenieerde met Prins Madrits, in den jaare 1618, en opgevolgde Approbatie van de Staaten, wel is toegeftaan, doch wederom in den jaare -6ip, onder eenige bepaalinge gebracht. Dat, al. zoo  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, if zoo de ondervinding in volgende tyden heeft doeü Zien, welke nadeelen daar uit met opzicht tot de Bnrgerlyke Vryheid kunnen proflueeren, .vinden de Heeren Edelen, zich verplicht, te moeten declareëren, dat zy in eene onbepaalde Permanentie van het derde Lid niet kunnen confenteeren, tenware tegen die nadeelen door genoegzaame prEecautien voorzien worde, 't zy dan door eene feparatie vafi de judicieele pn wetgeevende macht, invoegen dat voortaan de Schepens-Bank, buiten de Vroedfchap zal moeten beftaan, ofte op zoodaanige andere wyze, als ter beveiliging en bevestiging van de Vr%* heid in den Burgerfland meest dienftig zal geoirdeeld worden. p Met opzicht tot het Placet van je Generaliteit* Con. msjien; pffchoon niet kan ontkent worden, dae daar van in voonge tyden wel eens misbruik is gemaakt geworden, zouden de Heeren Edelen nogtnands van,gedachten zyn, geconfldereerddie Corrtmisfien veelmaals volgens een rooster ofte andere ichikkingen vergeeven worden, en over zulks oofe wel aan zoodaanige Perfoonen kunnen tg bearte vallen, die tot eene behoorlyke waarneeming van. dezelve geheel ongefchikt zyn, dat het vannutkaa zyn, dat het .zelve bjyve, in die veronderftelling nogthands, dat eene disapprobatie nooit andete dan om wichtige redenen gefchieden zal. Wat eindelyk aangaat het derde poirS van redres: de reflitutie naamentlyk der Proostdyen en Prebenden &c. aan de Provincie; verklaard de Ridderfchap geène voldoende redenen te kunnen uitdenken ter wederlegging van de argumenten, die daar voorin het Rapport van d.en 1 September 1784 zyrj geallegeerd geworden, en zich daarom met dezelve tè moeten conforrneeren; wenfchende dat alle dezelve Gees. telyke Beneficiën aan de Provincie, tot fteuri van deszelfs bezwaarde Finamien mogen retourneerep, t zy aanftonds, ofte indien zulks niet mopglvk mogtezyn, uit hoofde van derzelver tegenswoor* dl?eYdeftmatie door zyne Hoogheid, met approba- aaaI. Deel. m i;f  18 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tie van de Staaten vastgefteld, by Hoogstdeszelfs Misfive van den 10 July 1773, dat als dan zulks gefchiede na den jaare 1793 , als wanneer zyne Hoogheid by de gemelde Misfive vermeinde een fufficient Fonds voor handen te zullen zyn, tot het oprichten van een fundatie voor Soldaaten Kinderen; hoe zeer anders de nuttigheid van zoodaanige fundatiej en niet minder deredelykheid, datdezelve ten behoeven van het algemeen, alleen ten koste van deze Provincie onderhouden worden, aan veele bedenkingen onderhevig is. Kunnende de Heeren Edelen zich voor het overige in allen deelen conformeeren met de geproponeerde renovatie en ampliatie van Hun Ed. Mogenden Refolutie van den 23 July 1627, houdende een nader Reglement op de augmentatie van het Lid der Heeren Edelen, als overeenkomftig de Conftitutie, en op grond van voorgaande Refolutien ingefteld ; dan zouden met opzicht tot 8, 9 en 10 Artikelen,^ ten einde de admisfie van Edelen uit andere Provinciën, by gebrek van Stichtfchen Adel, niet te difEciel te maaken, en evenwel de prasferentie van zoodaanige Familien, welke in deze Provincie in voorgaande tyden zyn befchreeven geweest, ofte nog befchreeven worden, te behouden, van gedachten zyn, dat de daar by bepaalde tyd van posfesfie eener Riddermaatige Hofftede en inwooning in de Provincie op de helft zoude kunnen worden verminderd. Als mede dat tot beter verftand van de Stichtfche Familien, in dezelve Artikelen genoemd, zoude konnen worden aangenoomen de extenfie in het 9 Artikel, by de Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht voorgedraagen. Doch moeten de Heeren Edelen ten aanzien van dit Reglement verklaaren , dat zy het zelve ter deliberatie van de Staaten brengen, alleenlyk in de perfuafie, waar inne zy tot hier toe geverfeerd hebben, dat geene verandering in de Regeerings Reglementen van de byzondere Leden van Staat gemaakt  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. Voorgevallen, 10 maakt en gelegalifeerd kunnen worden , dan met confent ofte approbatie van de Staaten, als de eenige Souverein over de Stad, Steden en Landen van Utrecht * en dienvolgens met uitdrukkelyke proteftatie3 ia cas dit anders begreepen, en de een of ander der Mede-Leden zich ten dezen opzichte aan hetoirdeel der Staaten zoude wülen onttrekken, dat zy Heeren Edelen in dien gevalle het daar voor willen gehouden hebben, dat ook dit Reglement niet ter deliberatie van de Staaten gebracht, maar aan de Ridderfchap zelve overgelaaten zy. Dan alzoo de Heeren Edelen altoos van gedachten geweest zyn, en nog zyn, dat alle veranderin. gen en verbeteringen in het Regeeringsbeftier met concurrentie van zyne Hoogheid den Heer Erfstadhouder dezer Provincie behoorden te worden gerefalveerd, immers dat getenteerd behoord te worden die concurrentie te verkrygen, zouden zy vermeinen, dat als nog de Refolutien der refpedtive Leden van Staat, op deze materie reeds ingebracht of nog in te brengen, behooren te worden gefield in handen van de gedefpicieerde Commisfie (waar toe de Heeren Geëligeerde Raaden als nog behooren te worden verzogt mede te willen committeeren), ten einde met zyne Hoogheid in 's Hage ofte met den genen, die Hoogstdenzelven daar toe zoude willen qualificeeren, over alle de hier vooren gemelde poindten van redres, en zoodaanige anderen, als by de andere Leden mogten worden opgegeeven, in conferentie te komen, een ■ Conciliatoir te formeeren , en binnen eenen beI paalden tyd daar van Rapport te doen; ten einde vervolgens Staatsgewyze daar op zoodaanig te refoiyeeren, als ten meesten welzyn van de Provincie i in het gemeen , en van deszelfs Ingezetenen in ! het byzonder, geoirdeeld zal worden te behooi ren. Referveerende de Heeren Edelen, zoo wanneer i deze conferentienonverhooptelyk vruchteloosmog! ten afloopen, om zich alsdan zoodaanig nader te B 2 ex-  so {Verzameling van Stukken betrekkelyk tot expliceeren, als zy ten einde eenmaal tot een afkomst van zaaken te geraaken , meest dienstig zullen oirdeelen. En zal Extract dezer Refolutie ter befchryving van de Heeren Staaten worden ingebracht, enz. -2363. Misfive van Heeren Burgemeester en en Regeerders der Stad Wyk by Duur/tede, aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, Jlrekkende tot antwoord op de hier bovenftaande Misfive van Heeren Gedeputeerde Staaten onder N5'. 2349 (*). In dato den 3 July 1786. Edele Mogende Heeren! Wy hebben uit het Gerecht bekomen de Misfive, door U Ed. Mogenden Gedeputeerden den 16 Juny 1786 gedateerd, en den i8den daar aan volgende door den Heer Hoofd-Officier dezer Stad aan het Gerecht verzonden; inhoudende eene rescontre van de Misfive, door ons den 2dendezer maand Juny aan Hun Ed. Mogenden afgezonden; als mede eene ernftige requifide, dat den Pander Valburg, hoe eerder hoe beter uit zyne detentie ontfligen, en met reftitutie van de Papieren, op vrye voeten gefteld wierde. By de opening van welke Misfive hadden wy gedacht, daar inne te zullen vinden eene rescontre van zaaken, welke zich uitftrekte tot de bron en grond, waar uit de thands tot die hoogte gereezen gefchillen, tusfchen de voorftemmende Leden en weinige Regenten van Utrecht, welke tot de authorifatie en Commisfie tegens ons geftemd hebben, zyn hervoort gekomen: en wy hadden verwacht daar in bewezen te zien, dat mede integreerende Leden van Staat het recht hebben, om over des anders Domeftieke zaaken, na willekeur en goedvinden, zoodaanige beftellinge te konnen maaken, dat het Lid (*) Zie XXXfte Deel, bl. 277.  de Gebeurtenis] en in f787 enz. voorgevallen, ix Lid dien zulks aangaat, met eene lydelyke gehoorzaamheid zich daar aan moet fubmitteeren. Wy verwachten ook daar inne bewezen te zien, dat (daar wy behoudens onze Rechten en Voorrechten tot de Unie waren toegecreeden, en onzer Stadsrecht daar by aan nns verzegeld is geworden, en voorts nader geconfirmeerd, dat de voorftemmende Leden zich met de Magiftraatsbeftellingen van de Steden niet vermogen te bemoeijen) wy als nu van alle onzer Stads Rechten, dies betreffende, i ter dispofitie van de voorftemmende Leden vervalI len waren; ten gevolge, dat wy na het oproepen 1 der bezwaaren, zouden moeten onbevoegd gehou1 den worden, daar inne te hebben mogen remedi1 eeren, en dat wy met onze Burgeren en Ingezeternen, ter wegneeming van hunne bezwaaren, ons Stedelyke niet zouden hebben mogen reguleeren, lapplaneeren en arrefteeren, met dezelvèn ook te ; geeven eenig aandeel in het verkiezen en nomineeren van hunnen Regenten; zoo als dit in het aan ons toegezonden Staats-Rapport, van den 1 September 1784, is gedetailleerd. Dan hoe zeer wy die Misfive van Heeren Gedeputeerden hebben geleezen en herleezen, zoo heb. :ben wy daar by niets gerescontreerd gevonden van het gene de oirzaak van het fubfifteerend gefchil uitmaakt tusichen ons, en de twee voorftemmende Xeden, met de weinige Stedelyke Regenten, die zich Staaten noemen. Dan hebben wy gelyk in alle voorige Misfives wel gezien, dat daar by gefoveerd word het fustenue van de twee voorftemmende Leden , welke met eenige weinige_ Stedelyke Regenten verrneioen, dat fchoon zy in dezen onze partyen zyn, wy aan hunne beveelen, voorgefteld onder den naam van de Staaten van den Lande van Utrecht, volftrekt zouden moeten gehoorzaamen, en dat onze pppofitie daar tegen in zaaken, waar mede zy hen ciet vermogen te bemoeijen , zoude zyn eene fcheniding van de Hoogheid en Heerlykheid van denLanB 3 de, 0  32 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de, ja vervallen in de termen van Rebellie, waar over by niemand dan by den Hove zoude konnen of mogen gejudicieerd worden. Het is niet de eerste reize, dat wy met de voorfiemmende Leden , die zich Staaten gelieven te noemen, over een poindt, als thands in quasstie is, onaangenaame discuslïen hebben moeten voeren, als onder anderen in den jaare 1651 en 1652 van de voorigeeeuw; dan hebben de toen levende Leden nimmer durven fustineeren, het gene wy thands by bevinding ervaaren, namentlyk, om daar uit te hebben willen eliciëeren een Crimen Imfm Majeflatis, of van Rebellie, veel min dat zy durfden beftaan, zoo als thands plaats heeft, om zich als Rechters in hunne eigen zaak Hellende, ods van het recht van befchryving, als een mede integreerend Lid Van Staat te excludeeren, en aan ons als een incompetente, en door die Leden Gecommitteerde en Gedelegueerde Rechtbank op te dringen, de judicatuure van den Hove dezer Provincie. Wy oirdeelen derhalven onnoodig in eene fpeciaale contrarefcontre te treeden van de middelen,, vervat by de Misfive van ü Ed. Mogenden Gedeputeerden, als daar by geheel ongetoucheerdis ge- • laaten de oirzaak van ons gefchil, en met het uit; het oog verliezen van het zelve, *t wel zouden wil- . len doen voorkomen , als of de gevolgen van 't zelve : het ware en eenige gefchil tusfchen ons, als mede in- ■ tegreerende Leden van Staat, en die Leden, wel-■ ke zich zeggen Staaten te zyn, zouden uitmaaken., Daar men dan de waare grond heeft voor by ge-' gaan, en zich in dezen maar tot de gevolgen, eni ook maar enkelyk tot de gevolgen heeft kunnen 1 goedvinden te bepaalen; vertrouwen wy uit den 1 aart van ons gefchil, op ruim zoo goede gronden te 1 foutineeren, dat wy uit hoofde van dat gefchil, en i de oppofitie, welke die Leden ons genoodzaak heb- ■ ben, ter maintien van onze Rechten en Voorrechten te moeten doen, met geene mooglykheid konKen vallen in de termen van Hooge Overheid fchen- ■ ding I  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 33 ding of Rebellie, maar zoo als het zelve in der daad is, eene beweeringe tegen het geweld, ons aangedaan, door de voorftemmende Leden, en weinige Stedelyke Regenten , en dus door Leden, die wat het Staats» beftier betreft, met ons paralel zyn. Zoo dat offchoon het eens de waarheid was, (als dooi- ons expresfelyk ontkend word) dat aan den Hove dezer Provincie, zelfs in dien ruimen en geextendeerden zin, zoudekunnen toegereekend worden het kennis neemen van zaaken, de Hoogheid en Heerlykkeid van den Lande, 200 wel als Rebelligheid aan* ga'inde betreffende, wy met onze Mede-Xeden van Staat, ons geenszins in die termen bevinden; als wy in het thands fublifteerend gefchil, en tot foutien van onze Rechten en Voorrechten, geene zoodaanige ordinatoire beveelen, onder wat benaming men dezelve ook zoude gelieven te doen voorkomen, van onze Mede-Leden, die met ons gelyk Haan, in onze byzondere Domeftieke hertelling te verwachten hebben; en het 'er dus niet op aankomt, wat Heeren Gedeputeerden, of wel de voorftemmende Leden op de voorfchreeven erroneufe en onwaare gronden, aan de kennisfe en judicatuure van den Hove zouden willen brengen, en daar uit als 't ware de detentie van den Pander als geweldaadig en onwettig te doen voorkomen; maar komt het 'er alleen op aan, wat ten dezen uit de grond en oirzaak, tusfchen ons, en de verdere Staats-Leden, de zaak in gefchil uitmaakt. Wy vinden ons derhalven gedispenfeerd van het fchryven eener Deductie, tot betoog, in hoe verre het Hof in de voorfchreeven zaake al of niet competent is, ten aanzien van de Burgeren van Stad en Steden; als wy bovendien zeer wel weeten, dat in de overheerfchende tyden, toen Keizer Karel tegen zynen ééd aan, goeddacht Amersfoort herwonnen hebbende, in den jaare 15541 op te dringen een Ordonnantie op de Adminiftratie, zoo van de Politie als Juftitie, en daar by onder anderen, ten aanzien van de Adminiftratie van de Juftitie, B 4 uit  • s4 Verzameling van Stukken betrekkelyk m uit te zonderen het kennisneemen van zaaken, concernee. rende hst Crimen leef® Majejiatis, Ketterye en Rebellie; zoo als hy onder het voorwenden, van Rhenen by haare Rechten en Privilegiën te bewaaren, van gelykeheeft gedaan by het 26 Artikel van de Ordonnantie van die Stad. Dan welke fpeciaale uitzondering ons voorkomt, eene expresfe erkenning in zich te bevatten, dat die Steden in het juftitieele voorheen de kennisneeming van die zaaken gecompeteerd heeft, want die referve anderszins volftrekt overboodig was; te meer daar in dien tyd, en al by erectie van het Hof, de kennisneeming van die zelve zaaken aaü den Hove was gedemandeerd geworden ; dus zoo 'er by den Keizer immer intentie was geweest, om die zaaken onder de generaale benaaming ter Judicatuure van den Hove te hebben gebracht, hy dezelve ten aanzien dezer twee Steden zoo zonderling niet had behoeven te rëferveeren. Daar dan nu onze Stad onder dergelyke referve, als die van Amersfoort en Rhenen, fchoon tegen hunne Rechten en Privilegiën , nimmer is gebracht; hebben wy dies betrekkelyk met alle recht gefoutineerd, en ook in het gefchil van de Steden tegen het Hof, inde jaaren 1713 en 1714 beweezen, in cas crimineel, over alle deliSten geene uitgezonderd, dezelfde Judicatuure aan dns te competeeren, als de S;ad Utrecht. Behalven dat wy aan hec Artikel by de Inftructie van den Hove, nimmer dien zin hebben gegeeven, of kunnen admitteeren, als U Ed. Mogenden gelieven te doen, om dat daar by wel gezegd word, dat den Hove die kennis neemenzal, naamentlyk, even a's aan hun de kennisneeming van andere zaaken, by vervolg opgenoemd, word gegeeven; maar is daar by r.iet gezegt, dat aan het Hof de algemeene Jurisdictie ,• ter eerster inftantie over die zaaken zoude gegeeven zyn, met uirfiuitiage van de Rechtbanken van Stad en Steden, en dus dat daar by expresfis verbis de Burgeren en Ingezetenen van Stad en Sleden de onderhoorige van den Hove gemaakt R*-i""• • ; zyn 3  de Gébewtenisfen ia 1787 enz. voorgevallen, zyn; verre van daar, alzoo dit Art. wel ingezien zynde j niet meer zegt, dan dac het Hof over de zoodaanige, welken aan die hunne gewoone Judicature onderhevig zyn, ook kennis neemen zal van die Crimina'a, en verder of anders niet. Dat dus van wat zyde men dit gelieve te befchou» wen, het Hof volftrekt incompetent en onbevoegt is geweest, om met relatie tot het voorgewende, (even of het tot de ordinaire zaaken van den Hove behoorde) eenige provifie van Juftitie te hebben kunnen of mogen verleenen, hoe zeer men zich in dezen op eene fpeciaale authorifatie zoude willen gronden. Om dat wat die gezegde fpeciaale authorifatie betreft, dezelve niet anders gegeeven is dan by Leden , die zich in dezen tegens ons als volftrekte partyen gefteld hebben, en welke alzoo partyen zynde, onder wat naam of titel ook, geene de minste bevoegtheid hebben, eene zoodaanige authorifatie ter infradtie en tot nadeel van onzer Stads- en Burgeren Rechten, temogen verleenen. Behalven dat het ook niet uit krachte van zoodaanige fpeciaale authorifatie is, dat de provifien van Juftitie tegens ons en onze Burgeren zyn gevraagt of geëxploicteerd geworden, blykens de refpedtive appoinótementen van den Hove in dezen gegeeven, welke de beveelen van den Pander wel als ordinair relatief maaken, van wegens de Staaten 's Lands van Utrecht, zoo als in alle ordinaire zaaken gefchied, dan kan die extenfie aan den Hove even min te ftaade komen, als men foutirjeeren zou kunnen, daar de refpeclive Gerechten van Stad en Steden Juftitie adminiftreéren, uit den naam en van wegens, de Staaten van Utrecht, dat daar uic dit ahfurde gevoelen zoude mogen worden opgemaakt, dat Stad en Steden de bevoegtheid zouden hebben , om buiten hunne Jurisdictie in elkanders territoiren, of elders in de Provincie, derzelver beveelen en vonnisfen door hunne Suppoosten te konnen doen uitvoeren, en alzoo op de allerongehoordfte B 5 wyze  26 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wyze te empiëteeren en te renverfeeren die Rech» ten en Voorrechten, welke een ieder in het zyne toekomt; zoo dat het aan den Hove even weinig als aan den Pander baatsn kan, dat de Appoinctementen in quasstie inhouden de quafi beveelen van de Staaten 's Lands van Utrecht; alzoo die beveelen niet anders konnen verfraan worden effect te mogen hebben, dan in die zaaken, en in die zaaken alleen, welke tot de kennisfe van den Hove behooren, en dus geenszints kunnen of behooren geëxtendeerd te worden tot zaaken of Perfoonen, wes. wegens aan het Hof geene Judicature hoe ookcompeteerd, of in prajjuditie der Rechten van Stad en Steden kan gegeeven worden. Het komt 'er derhalven ten dezen ook niet op aan , of den Pander in het exploióteeren van die beveelen, wat de forme of uitvoeringe betreft, zich zoude gedraagen hebben op eene wyze, overeenkomende met den ftyl en manier van procedeeren, in deze Provincie gebruikelyk, alzoo alhier niet behoeft in aanmerking te komen, wat de ftyl en manier van Procedetren in die gevallen zoude voorJchryven, dewyl de onbevoegdheid en incompetentie van den Hove, in dezen (naar welk voorfchrift men die beveelen ook geoirdeeld heeft te willen doen exploicteeren,) geene wettigheid aan het exploiQ,i door den Pander gedaan, geeven kan; als het Hof ten eenemaale onbevoegd is geweest, om in cas Crimineel eenige Citatien of beveelen van dien aart, tot fchecding van het Territoriaal recht orizer Stad, zoo wel als van de Voorrechten, onze Burgeren competeerende, te hebben mogen doen exploicteeren: dan dat wy, bevoegd zynde het zelve te moeten tegengaan, 'er voor ons geenen anderen weg open bleef, dan het aanhouden van hem, die zich gechargeerd zag met de uitvoering van die onwettige en tot ufurpatie van onze Rechten gedecerneerde beveelen; welk aangaande by de toegezondene Misfive word voorgefleld, of het edelmoedig, of hst menschlievend, of het overeenkomftig onze CCB-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 27 Conftitutie is, een Suppoost van den Hove, en dus ook Dienaar van de üooge Overigheid, in zyn officie, en uit naam van zyn Hooge Principaalen te werk gaande, met eene voor hem disavantageufe en penible detentie te ftrafFtm; om het welke te iolveeren wy, op onze beurt gaarne aan alle beminnaaren der waare Vryheid ter beoirdeeling overlaaten, of het edelmoedig, of het mencchlievend, en of het overeenkomftig onze vrye Conftitutie is, dat de twee voorftemmende Leden zich in de zaake, onze MagiJïraatsbeftellinge aangaande, een recht aanmaatigen, dat hen op geene wyze toekomt; en daar wy hen in dezen, ter confervatie van onze Rechten en Privilegiën, moeten oppofeeren; dat die zelfde Leden, in dezen onze Partyen zynde, te dier tyd gefterkt met weinige Regenten der Stad Utrecht, tegens ons, alzoo goede integreerende Leden van Staat, als zy zynde, hebben beftaan zoodaanige violente maatregelen tegen ons te'neemen, als waar uit die onwettige, en tot fchending van onze Rechten en Voorrechten, geëntameerde Procedures, by wyze van delegatie hervoorgekomen zyn. En wy laaten verder aan alle beminnaars der waare Vryheid ter beoirdeeling over, waar voor eene zoodaanige handelwys van de voorftemmende Leden jegens ons moet gehouden worden: en of 'er aan ons, in dit geval, eenen anderen weg open bleef, om de grief ons aangedaan, door de gezegde Hooge Principaalen van den Pander, gebeterd te zien, dan met het daadelyk aanhouden van dien Pander ; waar voor zyne genoemde Hooge Principaalen verplicht zyn, ter beteringe van hunne onwettige beveelen, de vereischte reparatie te moeten doen. Zoo dat het niet uit een verkeerd daglicht is, waar uit wy die zaak befchouwd hebben, maar wel zoodaanig van de rechte zyde, dat wy, ter wegneeming van de ontftaane onaangenaamheden, de relaxatie van dien Pander niet konnen doen, op onzekere en twyffelachtige toezeggingen, over welkers betekenisfe wy ons by vervolg in nieuwe discus-  28 Verzameling van Stukken betrekkelyk m cusfien zouden bevinden, en welke voor 't tegens. woordige niets zouden afdoen. En hoe zeer wy by die Misfive voorgefteld vinden, op welke gronden en motiven door drie TJtrecbtfche Rechtsgeleerden met naamen, van Nes, Grayvanger en van der Pauw, in ons geval zoude geadvifeerd zyn, en fchoon wy den lof aan die Heeren daar by toegezwaaid, als of dezelve overal voor bekwaame Rechtsgeleerden en geoefende Costw miers bekend ftaan, hen niet willen betwisten; zoo zal men ons by deze gelegenheid ten besten gelieven te houden, alhier te avanceeren, dat ons dit, uit het by hun gegeeven Advys, waar op men zich beroept, niet alleen niet komt te blyken; maar dat aan ons veel eer is voorgekomen, dat in dat Advys f>econfidereerd de vraagen waar op het zelve gegeeven is) doorftraalt de handtastelykftepartydigheid, welke, hoe bekwaam, en hoe geoefFend in het Gostumiere die Heeren ook mogen zyn, ons, van het gene ons, mede door bekwaame en geoefFende Rechtsgeleerden en Costumiers (van contrarie opinie zynde) is geadvifeerd, niet heeft konnen afleiden, om tot dat voorgemelde geadvyfeerde over te komen; gelyk wy mede alhier niet noodig geoirdeeld hebben, dat Advys, dat zich zelfs by alle onpartydigen wederlegd, in het publiek, of op eene and?re der zaake niet afdoende wyze, te rescontreeren of doen rescontreeren. Daar wy 't ook voor als nog ontydig oirdeelen, ons in eenige refutatie in te laaten, wat de redenen en motiven, ingevolge de by gedachte Miifive van Heeren Gedeputeerden voorgeftelde opinien, zouden uitmaaken; waarom in dezen met opzicht tot het Hof Provinciaal, het Privilegie de non evocando niet in aanmerking zoude behooren te komen; als wy met de Stad en Steden dezer Provincie altoos van begrip zyn geweest, dat het Hof, door Keizer Karei, ingefteld, van den beginne af aan, heeft geiirekt tot nadeel van de byzondere Rechten van Stad en Steden, niet alleen, maar geneiaalyk van alle  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. vwgevalten. *i alle Rechtbanken binnen deze Provincie, welkers ere£He, fchoon geconfirmeerd door de Staaten dezer Provincie, in een tyd dat het als toen niet raadzaam was, daar inne verandering te konnen maaken, en door de afwisfelinge van omftandigheden» waar in onze Republiek tot hier toe ook aanhoudende is gebleeven , niet toegelaaten heeft, ook daar in het vereischte redres daar te ftellen, zoo als voor lange zeer noodig was geweest; vertrouwen wy niet te min, dat alle de by Misfive voorgemelde redenen niet in ftaat zyn, om aan het Privilegie de non evocando Onzer Burgeren, ook vooral in het Crimineele competeerende, eenige de mjnfte atteinte toe te brengen; te min, als wy omreden voorfz. op goede gronden ontkennen, dat de bovengemelde zaaken aan den Hove, als den ordinairen en dagelykfchen Rechter van de Burgers en Inwoonders van Stad en Steden, fpeciaalyk zouden gedemandeerd zyn. En daarom begrypen wy, dat (niet uit oog verlooren zynde de oirfpronk en aart van ons gefchil, met de twee voorftemmende Leden) met opzicht tot deze Stad en in dit gefchil, van geene de allerminfte applicatie kan zyn, by Misfive beweerender wyze voor te draagen, als of de Hooge jurisdictie te Wyk, toen dezelve nog een byzondere Heerlykheid was, niet zoude geweest zyn by den Heer van Abcoude, maar by den Bisfchop: en wat men ten dien aanzien uit zeker Charter, by Matth. de Jure Gladii, C. XXIV. pag. 405 te vinden, tegens ons gelieft te argumenteeren; of ook het gene men ten aanzien van ons by de verheffinge tot een Lid des Geftichts, in tegenftelling van de Stad Montfoort uit de laage Jurisdictie, komt op te maaken, als wy daar over nimmer eenig gefchil gemoveerd hebben: maar wel, dat wy, ons by den aart van ons gefchil met de voorftemmende Leden bepaalen. de, beweeren, dat wy geheel en al ons met dezelve in die termen niet bevinden; dat wy, ons na het goedvinden van die Leden niet gedraagende, door  gö Verzameling van Stukken betrekkelyk m door dezelve aan eene by hen zelfs benoemde en gecommitteerde gedelegueerde Rechtbank zouden kunnen onderhevig gemaakt worden; zoo alsdan, ten onzen opzichte, al mede in geen vervolg kan getrokken worden, wat, geduurcnde eene vrye Staats-Regeering, met opzicht tot ons gefchil, door de Steden Amersfoort en Rheenen, naar in» houde van de Misfive van Gedeputeerden, al of niet mogte gefoutineerd zyn; als wy, ter contrarie overtuigd, zeer wel weeten, wat die by de Steden op het einde van den jaare 1713, en in den jaare 1714, met ons tegen den Hove dezer Provincie hebben beweerd, naamentlyk; dat wy, in cas Crimineel, dezelve Crimineele Jurisdictie en kennisneeming over alle misdaaden, geene uitgezonderd, zonder appél of hooge beroep hebben, als de Stad Utrecht. En het welk men ons tot heden niet hebbende konnen tegen wyzen; zoo vertrouwen wy als nog, dat het 'er in cas fubjeót. niet behoeft op aan te komen, wat U Ed. Mogenden Heeren Gede. puteerden by derzelver Misfive, hebben gelieven aan te voeren, als of de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie zouden geoirdeeld hebben, en ook alleen bevoegd waren te oirdeelen, dat het gene 'er van tyd tot tyd binnen de Stad Wyk by Duurftede gepasfeerd was, de Hoogheid en Heerlykheid van den Lande was raakende, 't gene wel te appliceeren is op het fustenu van de twee voorftemmende Leden , en de toen zich daar by gevoegd hebbende weinige Stads Regenten, die wy oirdeelen, dat zy als onze Partyen zynde, om de hier bovengemelde meermaalen aangehaalde redenen, op geene wyze tegens ons onder den naam van de Heeren Staaten dezer Provincie hebben konnen neemen, en zulks om den Prokureur-Generaal, zoo men avanceerd, fpecialyk en iterative reizen te authorifeeren, om voor den Hove dezer Provincie wegens dat voorgevallene (zoo men het geliefd te noemen,) het recht van den Lande waar te neemen, als wy en onze Burgeren alleen, en met fpeciaale uitfluking van de voor- ftem-  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, éi ftemmende Leden, en die weinige Stedelyke Regenten, welke zich Staaten gelieven te noemen, bevoegd zyn geweest, die Magiftraatsbefteüinge daat te ftellen, welke de voorftemmende Leden, en die zich geoirdeeld hebben by hen te voegen, in discusfie komen te trekken; zoo dat 'er niets abfurder kan beweerd worden, dan dat mede integreerende Leden van Staat recht ea bevoegdheid zouden hebben, om zoodaanige authorifatien te konnen verleenen , ter infractie en benadeèlinge van de deugdelyke Rechten en Voorrechten van één hunner medeLeden, en wel om dezelve aan de fustenuen van die hunne Partyen te doen fuccumbeeren, en dit onder den fchoonfchynenden titel, als of dezelve onder den naam van de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie wel en wettig génoomen, en ter conclufle zouden gebracht zyn geweest. Daar wy dus deze gezegde fpeciaale authorifatien nimmer gezien hebben, en dezelve ook in haar natuur niet anders dan onwettig nul en van geener waarden konnen zyn , is het zeker dat de gevolgen ook geene andere effecten konden hebben: en dus daar het Hof Provinciaal te dier zaake geeae kennisneeminge toekwam, zy door haaren Pander, de citatien op hunne genoomenedispofitien (hoedaanig men die citatien, als fimpele en perfoneele, ook gelieft te omfchryven) binnen onze Stad niet vermogten te doen exploidteeren als het volftrekt niet gebruikelyk is, zoodaanige crimineele Dagvaardingen door Panders aan ons en onze Burgeren te mogen doen exploidteeren, en daar door ons Stads Territoir en recht ten hoogften te violeeren; waar tegen van geen de minfte applicatie kan zyn, ons voor te houden, als of men in dezen zoude verfeeren in zoodaanige ordinaire termen, om door het objicieeren van eene exceptie van incompetentie en renvoy, zich by ons recht te kunnen bewaaren, zelf dat men by het rejedteeren van die exceptie daar van revifie zoude kunnen verzoeken. Dan begrypen wy ter contrarie, dat wy ons met den  3$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den Hove, als eene in deze fpeciaal Gecommitteerde en Gedelegueerde Rechtbank, in zoodaanige ordinaire termen niet bevinden; alzoo wy uit hoofde' van den aart van ons gefchil met de voorftemmende Leden , geheel en al met die van den Hove niet te doen hebben. ,, En daar het alhier op de bewaaring en confervatie van onze Stads Rechten en Voorrechten aankomt, hebben wy geoirdeeld, onsen onzer Burgeren Recht ook niet by wyze van te objicieeren exceptie, te kunnen fubjetteeren aan het oirdeel van een ten onzen opzichte fpeciaal Gecommitteerden en Gedelegueerdenincompetenten Rechtbank; pok te minder als de gefchiedenisfen van andere, inzonderheid van dezen Lande, met zooveele voorbeelden aanwyzen, hoedaanig de alierduchtigfte beweéringen van incompetentie voor zoodaanige Rechtbanken, by zoo veele bloedvonnisfen zynbëflist geworden, dat onze Voorouderen ons hebben geleerd, om in de gevallen van zoo fterke óppoótie, en dat alle middelen tot maintieu van hunne Rechten en Voorrechten aangewend , van geene yrucht hoe ook konden zyn , als dan die hunne Rechten en Voorrechten te handhaaven, doorzoódaanige ernftige en krachtige middelen, als waar door zy het geweld hun,aangedaan, best tegens hunne partyen , ook met de opoffering van hun goed en bloed, konden verzekeren: en met het welkè te doen het verre van daar is, dat (daar onze Voorouders, even als wynu, met de voorftemmende Leden, na alvoorens alle conftitutioneele middelen beproefd te hebben) eenigzins zouden geconfidereerd hebben, dat die hunne oppofitie heeft geftrekt om alle orde en goede ftaatkunde te mverteeren, of zich daar door fchuldig te maaken aan infra&ie der fundamenteele Wetten van onzen Lande, of van onze Provincie in't byzonder, maar hebben zy begreepen, (zoo als wy van gelyke van eirdeel zyn,) dat als men van zyn even gelyke party via fatti word aangerand, men als dan met dezelve  de Geheürtenisfen in 1787 fins. voorgevallen. 33 seïve raaate Vermag te meetën s als men gemeeteé. word. En om die reden is het dan ook gëmakk'elyk op te maaken, hoe men binnen deze Stad in de gedachten kan verfeeren, en dezelve als nog blyft inhiereeren , dat de detenfie van deö Pander JóhanHes Valburg, een gepast middel zy om Stads Rechten te maintineeren; als wy wel degelyk »an begrip zyn, dat door het Ampele relaxeeren van den* zeiven Pander ónze Stad oneindig zoude verliezen van die Rechten en Voorrechten, welke aan dezfeU Ve competeeren, en die wy langs geenen conflitü* tioneelen weg tegen de gezegde Hooge Principaalen van den Pander, tot herftel van de grief * bfil door dezelve aangedaan, anders hebben küflheri maintineeren, zoo als te dikwerf tegeD dié van deri Hove in haar Prokureur-Generaal, Subftituit Prbku* reur-Generaal en mindere Bedienden en SuppdöS*. ten is dtgeoeffend geworden; ook in dier voegëöj dat het bewaaren van Stads Rechten en Voorrecht ten, tegen zoodaanige tegenftreevérs, ook op géé* ne andere wyze dan dóór de befcherming van dè Politie, en dus by den Raad, en geenszins döordé ordinaris Juftitie kan gecorrigeerd, en de vonnisfen daar over by dezelve teilaan, geëxcuteerd wör-. dee; op welke gronden wy ook van oirdeel zynj dat tegen den Pander geen daad van ordinaris JuftU tie te pasfe komt, maar dat de correÉtie daar ëM. Ver aan ons, en aan niemand anders toekomt. En wat men dan ook by Misfive gelieve teöirdee-. len , als of het een onredelyke eisch zoude zyn 5 otïi de grief ons toegebracht door den Pander, te beteren.* alvoorens wy tot de relaxatie van dehzelven kunneit befluiten, en dat men vraagende, wie doch die grief zoude biteren, endaar op laat volgen een betoogd alé of zulks door den Hove, of den Prokuréur-Gcneraul$ niet zoude kunnen gefchieden, en ook niet door de Heeren Staaten dezer Provincie, en.zulks op de grbüden, waar uit men zyne oppofitie jegens ons Be"* fohouwd; daar wy aa ods inzien Vertrouwen* tki XXXI. Deel. 6 g|f  34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dit wel degelyk behoort te gefchieden by den Hove, of by die Leden, welke op naam van de Staaten zoodaanige onbevoegde Authorifatien tegens ons verleend hebben, als uit welkers krachte de exploidten van den Pander zyn hervoort gekomen; zonder dat tot het gerequireerd ontflag de expresfe wil en begeerte van den Souverein in aanmerking komen kan, alzoo wy met relatie tot onze zaak in questie, geen byzonderen Souverein erkennen, veel min een Souverein, die tegens ons zeggen kan, dat is myn expresfe wil en begeerte. En is dit te meerder van applicatie, als wy alhier wederom moeten repeteeren, dat ons gefchil beftaat met de twee voorftemmende Leden, en eenige zich by hen toen gevoegd hebbende Stedelyke Regenten, die onze partyen zyn, en die over ons als Souverein niet kunnen beveelen, met te zeggen, dit is onze expresfe wil en begeerte: en om die reden kan het argument, uit onzen Burger-ééd opgemaakt, ook in cas fubjeét, van geene de allerminfte applicatie zyn; behalven datgeene Burgers of Ingezetenen konnen begreepen worden aan een Souverein, volgens ééde gehouw en getrouw te moeten blyven, die aan hun zyn ééd niet presteerd, maar integendeel een Stad en haare Burgers van de hen toekomende Rechten en Voorrechten tracht te ontzetten; het welk het geval van onze Voorouders met Philippos den tweeden is geweest, en thands immers niet veel beter, onsge* val met de twee voorftemmende Leden en de zich by hun gevoegd hebbende Stedelyke Regenten, die zich Staaten noemen uitmaakt. Daar dan de middelen by Misfive van Heeren Gedeputeerden voorgefteld, met de waare ftand van zaaken hemelsbreedte verfchillen, hebben dezelve by ons ook van die uitwerking niet konnen zyn, pm den Pander ingevolge de requifitie by gedachte Misfive gevordert, te relaxeeren en te ontllaan. En tot welk ontflag wy ongehouden, wel willen verklaaren genegen te zyn, wanneer aan ons worden gepresteerd de volgende voorwaarden.  de Gebeuttenhfen in 1787 enz. voor gevallen, gj „ Dat alvoorens door de Heeren Staaten. of door „ een daar toe te verleenen authorifatie op de Hee- ren Hun Ed. Mogendens Ordinaris Gedeputeer„ den, alle crimineele Procedures en provifien van ,, Juftitie, Apprehenfien Corporeel als anders, gee». „ ne uitgezonden, tegens ons, onze Burgeren en Ingezetenen geëntameerd of verleend, ipfo-facs, to zullen worden gecasfeerd en vernietigd." ,, Dat die van den Hove zullen worden gelast 9 „ zich voortaan te wagten foortgelyke Procedures „ te entameeren, tegen de Burgeren en Ingezete3, nen van deze Stad. " ,, Dat de Gecommitteerdens dezer Stad, onge„ hindert ter Staatsvergadering zullen worden ge« ,, admitteerd." „ Dat al het gene omtrent de dómeftieke Règee» ringsbeftelling dezer Stad, en al wat daar toeee- nige betrekking heeft, vooral geduurende onze „ weering uit de Staaten Vergadering, door U Ed. „ Mogenden of door de voorftemmende Leden mee „ eenige weinige Stedelyke Regenten, mogt be„ flooten zyn, uit de 'Notulen van Staar, zal wör„ den geroijeerd, of ten minsten door eene nade- rejRefoIutie van U Ed. Mogenden, zal worden ver„ nietigd en buiten alle effect gefteld." „ En eindelyk, dat deze Stad, ter zaake vóór» „ fchreeven, door U Ed. Mogenden geheel kost. ,, en fchaadeloos zal gefteld worden." Wy vertrouwen, dac deze condefcendenceUEd» Mogenden zal kunnen overtuigen van onze gezindheid, om de harmonie met de Staats-Leden dezer Provincie te bevorderen, daar alles wat in dezën door ons, zoo ten aanzien van den Pander als an. ders is gedaan, eeniglyk is gefchied en heeft moeten gefchieden, uit fchujdplichtigen voorftand, ter handhaaviog van de Rechten en Privilegiën onzer Stad, en derzelver Burgeren en Ingezetenen, en in dat uitzicht dat de voorgeftelde voorwaarden» mede zullen kunnen dienen, om alle voorgenoo-. anen geweldige en fterkere middelen tegens ons af C 2 te  26 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te wenden, en alzoo de funeste gevolgen van eenen Burger-Oorlog weg te neemen; eindigen wy dezen Édele Mogende Heeren}. met U Ed. Mogenden in de befcherming van God .Almachtig te beveelen enz. N°. 2364. Extratï uit de Refolutien van Heeren Ge* eligeerde Raaden, uitmaakende den eerften Staat van den Lande van Utrecht, betrekkelyk de opge~ geevene bezwaaren tegens het Regeerings-Reglement vani6ia\. In dato den 3 July 1786. Geleezen zynde het Poindr. dezer Befchryving, omme te delibereeren en te refolveeren over hec zevende poindt der Befchryvinge van de Heeren Staaten, tegen den 5den July aanftaande, houdende. „ Om te hervatten de deliberatien over bet poiGdr. ,, der extraordinaris Befchryvinge, van den 6 Oc„ tober 1784, en de refpective Leden te verzoe,, ken, hunne fentimenten ten Zei ven dage over „ het voorfz. poindt in te brengen." Is na deliberatie, in ernftige overweeging genoomen zynde de refpective vermeende bezwaaren, zoo verre die van wegen de Heeren Regeerders der Stad Utrecht, mitsgaders van de Steden Amersfoort , Wyk en Montfoort aan de extraordinaire Commisfie van negen Heeren, uit Hunner Ed. Mogendens Vergadering, tot het onderzoek naar de middelen, tot herftel van de harmonie en goede orde binnen deze Provincie, by Hoogstderzelver Refolutie van den 5 February 1784 gedecerneerd, overgebracht, en vervolgens door Heeren Gecommitteerden aan de Heeren Staaten gecommuniceerd, en alzoo ter kennisfe van Heeren Geëligeerde Raaden gekomen zyn: en daar nevens in confideratiege. 119.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 37 nomen zynde, de refpective Misfiven door zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder, in datis den 20 September 1784, *3 May, 8 en 21 Augustus 1785, aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten dezer Provincie ter refcriptie, op Hoogstderzelver Misfiven van den 1 September en 6 October 1784,als mede van den 9 Junyenöjuly 1785, afgezonden, goedgevonden en verftaan, omme ter voldoening aan hec Poindt van Befchryvinge hier voorgemeld, ter naastkomende ordinaris Vergadering van Staaten, van wegens het Lid der Heeren Geëligeerde Raaden, voor derzelver Advys te doen inbrengen en declareeren. Dat Heeren Geëligeerde Raaden, na eene attente examinatie der ingeleverde Bezwaaren, en van het Rapport, deswegens by Heeren Gecommitteerden, in dato den 1 September 1784 ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden op dat fubject iagediend, verre afzyn van die alle te konnen befchouwen als wettige bezwaaren, en inzonderheid onder die alle de zoodaanigen, die regelrecht ingericht zyn tot renverfement van de thands fubfilteerende en plechtig bezwooren Conititutie van Regeeïing, zoo als die overeenkomftig het RegeeringsReglement van den jaare 1674, by de herftelling van de Stadhouderlyke waardigheid, binnen deze Provincie in den jaare 1747, gereintroduceerd, federt te meermaalen op onderïcheide wyzen, en inzonderheid in den jaare 1766, tyde van volkomen rust en orde, geconfirmeerd, en tot dato dezes als zoodaanig wettig fubfifteerende is aangezien: dat dezelve by alle gelegenheden, door, en van wegen de Heeren Staaten dezer Provincie, alzoo is gevindiceerd, en tegen daadelyke inbreuke daar op informeelyk ondernomen, gemaintineerd geworden; Heeren Geëligeerde Raaden in tegendeel zich verplicht vinden, gedachtig aan derzelver ééd en bezwooren trouwe, den Lande tot voorftand van deszelfs Conititutie van Regeeringe, gedaan, te declareeren. van zich geenszins te hebben konnen verC 3 kry-  38 Verzameling van Stukfan betrekkelyk tot krygeri.Liom op eerrigerlei wyze te konnen accedeeren of ipftemmen tot het daadelyk invoeren van eenige alteratie ofte vermindering van al het gene, waar op de digniteiten van den Heer Erf-Stadhouder, mitsgaders Kapitein en Admiraal-Generaal van de Stad, Steden en Landen van Utrecht,in den jaare ï 747 eenpaariglyk by alle de drie Leden van Staat, en zonder de minfte tegenfpraak, veel min pppofitie van iemand der toeninaalige Heeren Regenten, conform den teneur van het RegeeringsReglement van den jaare 1674, aan de Heeren Stadbouderen in der tyd, als het eeuigfle middel terbehoudenis van den geheelen ftaat des Lands, en van deze Provincie in de toenmaals zoo hagchclyke tydsomftandigheden, is gedefereerd, en waar op, en ook anders niet, van wegeD den als toen aangefielden Heer Stadhouder, voorgemelde digniteiten zyn aanvaard geworden; en dit alles by alle gelegenheden, met eene zöo zonderliuge appiaufie van het geheele Volk, als voorige dagen geene fter^er voorbeelden van gemanifesteerde goedkeuring van eene Natie zouden kunnen opleveren; ook met verder Declaratoir, van niet te zullen kunnen toelaaten, dat tegen een zoodaanige eenpaarig vastgeftelde Conftitutie van Regeering, by meerderheid, door derzelver Mede-Leden, de Souvereine Vergadering dezer Provincie mede helpende uitmaaken, ietwes werde gerefolveerd, veel min in train gebracht; verklaarende in zoodaanige onverhoopte gevallen alle zulke handelingen, voor nu als dan, en dan als nu, te moeten houden voor informeel, zonder op eenigerlei wyze daar aan gehouden te willen zyn. En dit alles te meer, vermits Heeren Geëligeerde Raaden na rype examinatie van zaaken, en overweeginge van al het gene aan hen, zoo uit den teneur der ingebrachte bezwaaren op den naam van verfcheide Ingezetenen, als uit het daar toe geavanceerde by Rapport van Heeren Gecommitteerden, in dato den 1 September 1784, ter Vergadering  de Gebeurtenis/en in r?87 enz. voorgevallen. 3? ring van Hun Ed. Mogenden ingediend, voorgekomen is, ten pretens vertoon niet Hechts van de gevoegzaamheid, maar zelfs van de noodzaakelykheid, tot het altereeren en reformeeren, zooniet plenair vernietigen van het bezwooren, en als nog fubfisteerend Regeerings-Reglement; verklaaren niets te hebben konnen ontwaar worden , dat hun zoude kunnen overtuigen, dat het zelve onbeftaan. baar zoude wezen met de Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden van den Lande van Utrecht, en van de drie Leden van dien, ofte ook met de oude en welhergebrachte Costumen, zoo als die ook daarom uitdrukkelyk by voorzeide Regeerings- Reglement, van den jaare 1674, begreepen zyn ge. worden, daar aan niet te contrarieeren. — En het ook alleenlyk in deze laatfle dagen geweest is, dat men, niet zonder eene verregaande kefie van zoo veel>waardige, en kundige, Vaderlandlievende Regenten, als geduurende de herftelling der Stadhouderlyke waardigheid, zoo in den jaare 1674, als 1747 en 1766, zich in Staats- en Stedelyke Regeering binnen deze Provincie, bevonden nebben, en nog daadelyk bevinden, het zelve op diergelyke gronden wel getracht heeft te decrieeren, zonder nogthands van dit alles genoegzaame en convincan. te bewyzen te hebben kunnen produceeren. Dat echter Heeren Geëligeerde Raaden, niet tegenftaande dit alles, geenszins difficulteeren, om tevens te declareeren, zich niet te zullen oppofeeren tegens het gene, met derzelver concurrentie, eenpaariglyk door de refpedtive Leden van Staat, en tefFens met volkomene bewilliging van den Hee. re Erf-Stadhouder zoude worden beraamd, het zy door het introduceeren van een geheel nieuw Regeerings-Reglement, het zy door het altereeren van het tegenwoordige: in diervoegen, zoo als zulks tot wegneeming van alle diffidentien en bezwaaren mitsgaders voor den welftand van de Provincie in 't algemeen, en van de Stad en Steden in 't byzonder, het voordeeliglte roude kunnen geoirdeeld C 4 wor-  $3 Verzameling van Stukken betrekkelyk m worden; zoodaanig ook, dat Heeren Geëligeerde Raaden by deze al mede verklaaren, bereid te zyn, by ontftentenisfe van al zulk eene introductie van een nader Regeerings-Reglement, als dan over al Jhet gene omtrent het beleid der refpective Regeelingsbeftelling, in deze Provincie, de qualificatie der Heeren Regenten, Raaden in den Hove en verdere Ambtenaaren en Officieren, zoo verre de benoeming daar van aan de Heeren Erf - Stadhouderea in der tyd gelaaten ig, met alle gevolgen en aankleeven van dien betrekking zoude mogen hebben, onder concurrentie van derzelver Mede-Leden van Staat, zoodaanige nadere, noodige en bekwaame bepaalingen en fchikkingen, conform deswegens al meermaal gedaane Declaratoiren, van wegen zyne Doorluchtige Hoogheid, fpeciaalyk mede by Hoogstdeszelfs Misfive aan de Heeren Staaten van den 8 Augustus 1785, op eene Conftitutioneele wyze te maaken, als nuttig en billyk zullen worden bevonden jen ten dien einde met den HeerErf-Siadhouder, of, vermits Hoogstdeszelfs abfentie, met zoodaanige Gecommitteerdens, als daar toe namens zyne Hoogheid zouden worden gequalificeerd, te eonfereeren, en daar toe een Commisfie te benoeïnen. Dat voor het overige aan Heeren Geëligeerde Raaden, uit de ingeleverde bezwaaren der Ingeze. tenen, al mede wel voorgekomen zyn diverfe andere poincten, geene betrekking op de tegenwoordige Conititutie van Regeering, en derzelver refpective beftelling hebbende; onder welke Heeren Geëligeerde Raaden (buiten de genen, waar over bereids de noodige fchikkingen zyn gemaakt, en zoo vertrouwd word aan de wettige begeerten van de Ingezetenen en Itileveraaren van alzuike bezwaaren, op eene gevoeglyke wyze, is voldaan, vo.or zoo verre zulks Hun Ed, Mogenden zouden kunne* a'PDgaan) byzonder gedacht hebben te kunnen en te mogen betrekken al het gene zyne relatie heeft tot de wildbaaije. de^er Jfrovinsie., en de Judicatuure 1 - gyej.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 41 over de zaaken,daar toe relatief;zoo als diethands; aan het daar toe, in den jaare 174.7 geërigeerd JachtGerichc is gedemandeerd: en hec emaneeren van, eene nadere Ordonnantie op het beleid der Criraineele Juftitie dezer Provincie. Dan, gemerkt dat over het eerfte dier beide poinöen, bereids van wegen Hun Ed. Mogenden eene Staats Commisfie is gedecerneerd, en nopens het laatfte de Heeren van den Hove Provinciaal zyn verzogt, Hun Ed. Mogenden te dienen van confideratien en advys, breeder als by de Refolutien daar van zynde; hebben Heeren Geëligeerde Raaden gedacht , het refultaac van die gemaakte fchikkingen te moeten afwachten, o,m als dan dienaangaande, na plenaire kennis van zaaken, te konnen advifeeren en refolveeren, zoo als overeenkomftig de goede orde, en onverminderd een iegelyks deugdelyk bezwooren Rechten en Privilegiën, zullen vinden te behooren. N°. 2365. Addres by wyze van Mmifest op den 3 July 1786 aan den Raad der Stad Utrecht geprefenteerd, %n naam van de geheele. Burgery door de Gecommitteerden* ingeleverd. Edele Groot Achtbaark Heeren! Heeft de Burgery dezer Stad, by een Gefchrift op den aoften Maart dezes jaars aart ü Ed. Groot Achtb., onder den tytel: Detail van de Burgery der Stad Utrecht , aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeester en en Vroedfchap derzelver Stad overgeleverd, ter beloog van hun wettig en bevoegd gehouden gedrag, ter introductie van het geapplaneerde en gearrejleerde Concept-Reglement van Regeering dezer Stad; en federt met den publieken druk gemeen gemaakt, opgegeeven, al het gene van den eerften aanvang, tot redres hunner bezwaaren, tot den 2often Maart deaes Jaars, is voorgevallen, en ftrekt dit Gefchrift C 5 ÊOC  42 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol tot betoog: ,, dat de Burgery dezer Stad de hoogfte redenen van bezwaar en de allergegrondfie „ klachten tegen de meerderheid der Leden van ,, den Raad heeft, als welke zy door haar-e aanhou,, dende reverentie en decente Addresfen, hoedaa,, nig beredeneerde ook, niet heeft kunnen ver. ,, murwen, of van dezelve dat redelyk verhoor er„ langen, dat zy aan de Burgery behoorde toegebracht te hebben;" in tegendeel, ,, dat dezelve „ meerderheid van den Raad, door die haare ge„ draaginge en inzonderheid door de Refolutie, den 6den Maart genomen, haarerzyds had verbannen, al het vertrouwen, dat de Burgery an„ derzins verplicht was in den Raad te ftellen,'' ten gevolge, dat de Burgery zich verplicht vond, aan het einde van hun Betoogfchrift, te voegen een Declaratoir, om daar op, voor het fcheiden van den Raad, ter introductie van het gearrefteerde Regeerings-Reglement, U Ed. Groot Achtb. onverwylde dispofitie te hebben; zoo als U Ed. Groot Achtb. ter voldoening aan de begeerte van de Burgery , en ter introductie van het gearrefteerde Reglement van Regeering, mitsgaders ter beéédiging van de Burgery op het zelve, gecommitteerd hebben, de Heeren de Ridder, Smissaert en vak Haeften, benevens den Secretaris Falck; dewelken, ter voldoening aan die hunne Commisfie, de Burgery op den 2often Maart dezes jaars plechtig in den ééd genomen hebben, federt welken tyd de Burgery vertrouwd heeft te moeten verwachten , dat, niettegenftaande de Declaratoiren van de meerderheid der Leden van dezen Raad, aan haar onverhinderd zoude zyn gepresteerd geworden, het effect van dat Reglement, 't welk door haarzoofolemneel en met plechtigen ééde bezwooren was. Dat de Burgery vruchteloos drie maanden heeft moeten zien verloopen , zonder dat'er iets, hoegenaamd, in het werk is gefteld, om de Burgery in het genot van haar verkreegen Recht te ftellen, en tevens binnen dien tyd tot eene afdoening der nog overige  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 43 ge poincren tot redres der bezwaaren te bekomen. Dat, wel verre van daar, de Burgery geduurende de voori'z. drie maanden, heeft moeten ondervinden, dat haare redenen van bezwaar en klachten tegen de meerderheid der Leden van dezen Raad, telkens en van dag tot dag grooter zyn geworden, als de Aótens en Refolutiea van dezen Raad tot zoo veeIe getuigfehriften verftrekken, dat de voorfz. meerderheid der Leden van dezen Raad alle redelyk verhoor der Burgery verbannen, en daar tegerj naar hunnen fmaak en zinnelykheid Propofitien en VoorftelI len doen, mitsgaders zoodaanige Refolutien neemen, en doordringen, welke ten duidelykftea aantoonen, dat men niet anders voor heeft, dan de Burgery onder eene zoodaanige overheerfching te doen gebukt gaan, welke ten eenemaale ftrydig is tegen de Rechten en Voorrechten dezer Stad; en welke ook regelrecht aanloopt tegen het herftel der zoo zeer wettig opgeroepen bezwaaren. Dat de Burgery dan niet langer verfteeken van het efFeft van het geintroduceerde en beéédigde Regiement van Regeering kunnende blyven,opdenioden dezes jaars, met obfervantie van alle vereischtens, is toegetreeden tot het nomineeren en eligeeren van zestien Leden, uit iedere Compagnie twee, om uit te maaken het Gequaiificeerde Coilegie van Gecommitteerden uit de Burgery, en dit om te fungeeren ingevolge van de gearresteerde Artikelen, vervat by het 4de Hoofdftuk van het bezwooren Reglement van Regeering. Dat de Burgery dan pok in die verwachting heeft geverfeerd, dat aan de zyde van den Heer eerften Burgemeester dezer Stad, zoude voldaan zyn geworden aan deninhoude van zyne Commisfie, vervat by het 21 Artikel' van het even aangehaalde 4de Hoofdftuk, tendeerende om het zelve geëligeerde Coilegie, ten fine van introductie, in den ééd te neemen: dan dat het den Heer eerften Burgemeester niet had geliefd, zich van die zyne Commisfie te acquiteeren, dan wel  44 Verzameling van Stukken betrekkelyk M wel in tegendeel de Burgery in de noodzaaklykheid te ftellen, zich daar toe by Addres aan ü Ed. Gr. Achtb. te vervoegen, en dit al wederom met geen ander effect, dan dat de dispofitie op de allerongefundeerdfte wyze zoodaanig is gedilayeerd, dat de Burgery zich daar uit geen fucces hoe ook verwachten kan. Waarom zy, ten fine van nadere ïnftantie, en voordracht van haar rechtmaatig verzoek, zich aan Heeren Burgemeesteren hebben vervoegd, tot het beleggen van de extraordinaire Vergadering van den 2iften Juny, ter voordracht van haare redenen van bezwaar, tegen de Refolutie van den aoften daar te vooren genomen: dat, wat middelen daar toe ook in het vriendelyke en meer ernilig zyn aangewend, het den Gecommitteerden uit de Burgery niet heeft mogen gebeuren, dat billyk verhoor by Burgemeesteren te verkrygen, als den aart dezer zaake vorderde, en waar toe Heeren Burgemeesteren in allen gevalle verplicht en gehouden wareD, zonder het zelve van hunne willekeurige begrippen en ongefundeerde weigeringe te mogen doen afhangen en daar toe de Gecommitteerden oit de Burgery, immers door den Heer tweeden Burgemeester, op eene zoodaanige verachtende wyze te behandelen, welke aan de Burgery ten zy. nen reguarde niet ongepasfeerd kan worden geleeden. Dat de Burgery, door het echapatoir van den Heer eerften Burgemeester, en zyn daar by perfifteerend gedrag, zoo wel als door de onwaardige en verachtelyke behandeling van den Heer tweeden Burgemeester, ontzet zynde geworden om zich met haar bezwaar, zoo tegen die behandeling, als met opzicht tot de weigering en het dilay van het in den ééd neemen van het geëligeerd Coilegie van Gecommitteerden , eerder te hebben kunnen voordraagen dan op Maandag den 26ften Juny, wanneer het de meerderheid van dezen Raad al wederom goedgedacht heeft, aan de billyke voordracht van de Bur-  de Gebedrïenisfen in 1787 enz, vobrgêvalUn. 4? I Burgery daar tóe (trekkende, geen verhóor te verlileenen, maar onverzettelyk te blyven perilfteerea p by de Refolutie, den sieften daar te vooren geno1 men, en om alzoo deze zaak, tegen de forme es lorde van Regeering, te willen afdoen in eene daar itoe expres befchreeven buitengewoone Vergade1 van den Raad en wel daags na de te houdene Staat tenvergadering van den jden July aanftaande: tercwyl dezelfde meerderheid , om de Burgery vaa chaar Recht, tot het beroepen van eene extraorditnaire Vergadering van den Raad, te ontzetten, eeine zoodaanige Refolutie heeft gelieven te neemen, als waar door het thands maar alleen aan het goedvinden van Burgemeesteren behoefc af te hangen* iom eene extraordinaire Vergadering te beleggen, iof het zelve af te wyzen. Dat allé deze handelingen van de meerderheid vaa den Raad, ten duidelykften aantoonen, deszelfs ongenegendheid en onwilligheid, om aan de Burgery ite presteeren het effedr. van het voorfz. geïntroduceerde en bezwooren Reglement, en 'er dus aan de Burgery geen anderen weg open gelaaten is dan om zich, ingevolge het door haar verkreegen Recht, Wn op gronden van Stads Rechten en Voorrechten» te ftellen in het daadlyk bezit en het genót van dac bezwooren Reglement. Waarom de Burgery, alvoörens daar toe over te gaan, te raade is geworden , by dezen aan ü Ed. Groot Achtb. voor te draagen een peremtoiren tyd, en wel van vier weeken, in te gaan met dato dezes, binnen welken de IBurgery verzoekt en infteert: dat, uithoofde van haar voorfz. Recht, de beéédiging van voornoemde Gecommitteerden daadlyk gefchieddei En ingevalIe U Ed. Groot Achtb. onverhoopt door de dispofitie van de meerderheid, tot het uiteinde der voorfchreeven vier weeken, weigerig mogten blyven om aan het billyk en rechtmaatig verlangen van de Burgery te voldoen, declareert de Burgery: dat zy zich niet langer zal ophouden, noch laaceu te vre- ém  4ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den ftellen met woorden zonder effect; maar dat zy na verloop van dien tyd, zich met de daad zal verzetten tegen die weigering en andere willekeurige handel wyzen van de meerderheid van den Raad, en zich ipfo faclo in het bezit ftellen van het gearresteerde en door haar beéédigde Reglement van Regeering.; het welk voor haar niet alleen volftrekt onontbeerlyk is geworden, maar het welk aan de Burgery niet; dan met het hoogde onrecht langer kan onthouden worden: eo zulks alles zoodaanig, dat zy, welke de Burgery van bet effect van het ReglcmeDt zullen willen frustreeren, zoo door de voorfz. beéédiging tegen te gaan, ofte willen dilayeeren, ofte tot het een of acder ten effect van het geïntroduceerde Reglement niet te komen, ten hunnen opzichte het daar voor zal worden gehouden, dat de zaak van den 2often Maart buiten haar geheel gebracht is, en dat mitsdien alle.zoodaanige Regenten, na verloop van de voorfz. vier weeken zullen verftaan worden van de Regeering en hunne Posten vervallen te zyn; ten effecte, dat zy daar van geremoveerd en andere in hunne plaatfen zullen verkozen en aangefteld worden, ten zy de Burgery, door eenig geweld van de meerderheid van den Raad genoodzaakt wierd, dien tyd van vier weeken te vervroegen. Ten welken einde de Burgery al verder verklaart, dat zy van dit hun uiteindelyk befluit, gegrond op het gedrag van de meerderheid van dezen Raad, zich in die verplichting gefteld vind, om daar van de Hooge Bondgenooten prseallabele kennisfe te geeven, in dat zekere uitzicht en die verwachting, dat dezelve, ja ook geheel Nederland, het verrichte van onze Burgery niet alleen zullen goedkeuren, maar ingevolge van de Unie, ons onze onvervreemdbaare Rechten en Privilegiën helpen handhoudenen maintineeren, ook met die macht, waartoezyhen by ééde volgens de Unie verbonden hebben. Daar de Burgery uit hoofde van hun Recht, ook geen oo-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 47 i oogenblik vermeent te mogen aarfelen, van deza hunne intentie en vast beflooten voorneemen ken. nisfe te geeven aan Nederlandsen weldoenden Bond; genoot den Koning van Frankryk, van welken men , vertrouwt zich te mogen verzekeren, dat Hoogstdenzelven de aanhoudende onderdrukkingen van on1 zeBurgery, met geene onverfchilligeoogen zal kunnen aanzien: te minder daar als gezegt, aan dezy:de der Regeering de overeenkomst op den 2often Maart aangegaan, tot continuatie van alle de Leiden van den Raad tot den I2den October aanftaande, door het opgevolgde gedrag van de meerderiheid van den Raad, ook van nu af aan voor nul en van geener waarde kan en ook behoort gehouden te 'worden, zoo als zulks ten hunnen aanzien by de iBurgery verklaard en gehouden wordt by dezen. ,Van al het welke, de Burgery als hunne vaste en iferme Refolutie bevattende, U Ed. Groot Achtb. iniet hebben willen onkundig houden , ten einde die Leden van den Raad, welke zich aan de zyde van 1de Burgery willen voegen, zich daar op in tyds kon-' Iden verklaaren, en andere, welke tot hier toe zich tegen alle de redelyke begeerten van de Burgery :met de hoogfte wederftreevinggefteldhebben, zich ma verloop van de voorfchreeven vier weeken niet zullen kunnen beklaagen de gevolgen, welke hunne onrechtmaatige handelingen, tegen een ten ui:terften getrapt en getergd Volk, notoirlyk en recht, vaardig na zich zullen lleepen. No, -  4$ FerzameKng van Stukken betrekkelyk tót N*. 2366. Misfive van den Heere Prince Erf-Stadhoit. • der, aan de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, , betrekkelyk de verandering van het Regeeringim. Reglement. In dato den 3 July 1786. Édele Mogende Heeren, byzondere : goede Vrienden! D« Misfive van de Heeren U Ed. Mogendens Ge- ■ deputeerden van den 23ften May laatstleeden, waar' by wy uit krachte van U Ed. Mogenden auctorifa- ■ tie, van den ijden bevoorens zyn verzogt geworden, om als nog U Ed. Mogenden te dienen vani onze Conöderatien, op het poindt der extraordinai-. re befchryving, by ons ontvangen zynde, vinden 1 wy ons na eene aandachtige overweeging van het: zelve verzoek, en van de motiven daar toe bygeforacht, verplicht ons als nog te refereeren tot het; gene wy de eer gehad hebben, by onze Misfivens,, van den 8ften en 23ften Augustus des voorleedeni jaars, op het fubjedt der ingebrachte bezwaaren,, aan U Ed. Mogenden te kennen te geeven , als i continèerende onze waare fentimenten daaromtrent,, met de openhartigfte aanbieding, om.terheritelling; van de rust en harmonie in U Ed. Mogenden Pro- ■ vincie, inet al ons vermogen te concurreeeren, opi eene wyze die Overeenkomftig zy, zoo met de hoog-. heid eh digniteit van U Ed. Mogenden, als meton- • ze onveranderlyke plichten en relatien, ter bevQt* > dering van de waare belangens en het welzyn der: Ingezetenen. Wy hebben van tyd tot tyd met leedwezen ver- ■ noomen, dat federt het fchryven van onze beide: voorfchreeven Misfivens, de zaaken in U Ed.Mog. Provincie,, en in 't byzonder in de Steden vani Utrechten Wyk, nog veel meer buiten haar geheel 1 en in verwarring gebracht geworden zyn; en wy mogen voor U Ed. Mogenden niet verbergen, dat: wy by het voortduuren dezer troebles, niet dan de: aUernadeeligfte gevolgen voor de Provincie moeten) voor»-  de Gebéurtïnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 40 voorzien en verwachten. Deze zorglyké én gewichtige överweeging verplicht ons, om met vermyding van verfcheiden Conllderatien, betrefrends de aanleiding tot het inleveren der refpective bezwaaren , mitsgaders derzelver overneeming en gevolgen, ons eeniglyk te bepaalen tot deze weinigs nadere reflexien. 1. Dat U Ed. Mogenden by derzelver Refolutie 9 op den 28 February 1784 genoomen, ter occafis van het onderzoek der klachten van den Heer A, de Jonckheere, over zyne onwettige uitzetting Uit de Regeering der Stad Wyk, en van het daar op ingekomen bericht van de Magiftraat derzëlve Stad, hebbende goedgevonden, om door de Leden van de daar toe benoemde Commisfie te worden gediend van derzelver Confideratien, en oni na onderzoek te overleggen, welke middelen Zouden behooren te worden by de hand genoomen l om met wegneeming van alle wettige bezwaaren de harmonie en goede Orde binnen de Provincie en deszelfs Ingezetenen te herftellen; wy ons als nog flatteeren, dat U Ed. Mogenden het onderfcheid, by derzelver voorfchreeven Refolutie reeds geindigiteerd, tusfchen de wettige bezwaaren der Ingezetenen j en tusfchen nieuwe ontwerpen van veranderisgen en zoogenaamde verbeteringen in den form en beftelling der Regeering, in byzondere aanmerking neemen zuilen, en dat deze laatften niet anders zullen worden aangemerkt, dan als onwettige bezwaaren, ftrydig tegen eene Conftitutie van Regeering , die by deszelfs introductie in 16744 en reintroduüie in 1747. mitsgaders by deszelfs nadere fuccesfive Conformatien, nooit van die zyde is geoppugneerd, maar integendeel meer datt eens met de ontwyffelbaarfte teekenen van goedkeuring en berusting, is verzeld en bevestigd gewoN den. 2. Dat wy niet en hadden kunnen verwachten* dat onze circulaire Misfive, van den 5 May 1784^ XXXI. Deel. D aan-  50 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aanleiding zoude hebben kunnen geeven, om aan ons eene intentie toe te kennen, welke de voorfchreeven inroeping van zoodaanige algemeene bezwaaren eenigzins zoude onderfteunen, lchoon wy als nog de daar by gedaane betuigingen, om al het onze zoo veel mooglyk toe te brengen, tot heeling der gemaakte fcheure en tot herftel der rust, met alle welmeenenheid herhaalen, doch zonder dezelve af te fcheiden van de daar by gepremitteerde nadrukkelyke proteftatien , om dat onze ééd en plicht ons zoo veel opleggen de confervatie onzer wettige rechten en prserogativen, als dat de liefde tot het behoud van 't Vaderland ons aanfpoord, om zelfs des noods daar aan eenige byzondere perfoneele agrementen te willen opofferen. 3. Datwy wyders hebben geprefereerd, om met ftilzwygen te pasfeeren verfcheiden reflexien, welke men by het voorfchreeven Rapport hier en daar, ter gelegenheid van de voorftelling en behandeling der meergemelde bezwaaren heeft gelieven te maaken, omtrent de wyze, waar op het Reglement van 1674 is in de wereld gekomen, en omtrent deszelfs inhoud, zonder in aanmerking te neemen, dat by de inroepingen aanftelling vanwylen onzen Heer Vader als Stadhouder van U Ed. Mogenden Provincie, de goede Ingezetenen, met de duidelykfte blyken van eene algemeene approbatie, de daadelyke werking van dat Reglement hebben verlangd, en daar op geinfteerd, en dat geene van alle die reflexien eenigzins applicabel konden zyn op deszelfs reintroduöie in den jaare 1747, en nog minder op de nadere bevestiging van dien, zoo door de erffelyke verklaaring van het Stadhouderfchap op dien voet, als door onze daadelyke in den éédneeming in den jaare 1766", en door alles wat in die rustige tyden de daadelyke aanvaarding onzer digniteit als Erf-Stadhouder heeft voorafgegaan en verzeld, op al het welk het hier voornamen-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. $t nenlyk aankomt. Ü Ed. Mogenden zullen, zöö Is wy vertrouwen, door dit een en ander, genoegd by het gene wy de eer gehad hebben, by >nze voorige Misfives van den 24 Fébruary .17849 :n van den Sften en 23 Augustus 1785, aan U Ed*, vlogenden voorgedraagen, wezen overreed, dat wy rolgens ééds- en plichtshalven niet zouden kunne» f mogen acquiesceeren aan eenige zoodaanige esen cieele veranderingen in de Conititutie der Réeering, als by veele der opgegeevene bezwaatea yn voorgefteld, ofte aan verfcheiden daar by vooromen de poincten, welke eene directe betrèk:ing hebben op de Vermindering der Rechteö ëa 'r&ëminentien , die ons conform den letterlykea hhoud van het voorfchreeven Reglementa en vólicns dien duidelyken zin en meening, welkë daal lan federt deszelfs eerste introductie af,- en vervolrens door alle de epoques van deszelfs Werking^ ot den jaare 1784 toe, buiten allen fchaduw vaa wyffel is toegekend, wettig competeerenl en wy •rerjgen die Declaratoir te geruster ter kennis vaa J Ed. Mogenden, als welke de infractien daar lad cderc dien tyd toegebracht, zelve opentlyk heb3en gedjsavoueerd, en by meer dan eene gelegen* jeid derzelver ernftigen afkeer daar van gemanifeseerd. i Edoch zoo zesr als wy in dat begrip ftaan, dal jet onze plicht is en blyft, de geëtablisfeerde Gontitutie heilig te bewaaren, en dat in geene aaü5 nerking daar tegen behoord te komen, Welke oü« ie doch na de fomtyds heerfchende invloeden, tellens gevacilleerd hebbende gebruiken en conces» ien, zoo als die onder de Bisfchoppelyké Regëering, en voor de grondlegging der Unie elkandë» en hebben afgewisfeld, na den fmaak en byzöndere oogmerken van fommigen, als verkiesbaar weiorom zouden konnen en behooren te wordèri ingevoerd; willen wy echter zeer gaarne by dézefl ;effens voor U Èd. Mogen den openleggen j datvóöf D 2 tod  $2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zoo verre onder de ingeleverde bezwaaren eenige i p neten mogten voorkomen, welke nog op de los. maaking der Conftitutie, nog op de infractie vani onze wettige prserogativen en waar van wy voor • óuze Mazaaten niet kunnen of mogen afzien, di-■ redtelyk uitloopen, wy dien aangaende tot alle re-delyke en voor de Provincie en deszelfs Ingezete-nen heiizaame faciliteiten zeer genegen zyn. —i Wy hebben onder dezelven eenigen aangetroffen,, welke relatief zyn tot de uitoeffening van de be-ftelling derProvinciaale en Stedelyke Kegeeringen,, benevens delaiie van fommige Ambten en Bedienin-. gen of Beneficiën , by voorfchreeven Reglement t fpecificquelyk vermeld, en waar onder ook fchyntt moeten te worden geforteerd al het gunt, zoo no-pens de qualificatie van de Heeren GeëligeerdeRaa-. den , en van de Heeren Edelen, mitsgaders het ge-• tal, waar uit in 't vervolg de beide voorftemmende: Leden zouden moeten beftaan, als omtrent die vani de benoemde Heeren Raaden in de refpective Vroed-fchappen, en van de verdere Ambtenaaren, by de: voerfchreeven bezwaaren .vermeld is; als mede't( gene daar by wyders is voorgedraagen, raakende: het erigeeren van een Schepensbank, 't zy geheel,) 't zy gedeeltelyk uit Leden buiten de Vroedfchap,) en het voorftel, of zulks nuttig bevonden worden-, de, dezelve jaarlyks zouden dienen te worden ge-, continueerd of veranderd, dan wel of de Leden voori hunlieder leven zouden behooren te worden aange-. fteld, en wat verder van dien aart word voorge-' draagen. Maar 'er is ons teffens gebleeken , dat dei fentimenten der refpective inleveraaren van de: voorfchreeven alzoo genoemde bezwaaren zeer on-' derfcheiden en van den anderen verwyderd zyn, en: dat ook na derzelver onderzoek, de beoirdeeling! van de Heeren Gecommitteerden uitU Ed. Mogen-' den dien aangaande niet eenpaarig is geweest, ter-, wyl yeele Leden van de Regeering dezelve als on-noodig, en niet overeen te brengen met het waare: be.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 58 jelang der Provincie hebben blyven aanmerken. Dan hoedaanighec daar mede ook mag gelegen zyn, jvy zullen gaarne bereid zyn, om mede te werden 10c het nader elucideeren en definieeren van alles, sr'aé tot de Conftitutie van de Regeering van ü Ed. ;' Zogenden Provincie in 't algemeen, en van Stad '_ n Steden in 'c byzonder betrekkelyk is, en nood" aakelyk zoude behooren gt ëclaircisfeerd of verbe;1 erd te worden, op eene wvze, waar door zoo ver» * e dit in menfchelyke fchikkingen mooglyk is, de :?' anleiding ter verwydering eens vooral worde weg- ' ïenoomen, en teffens een iegelyk wie het ookzouJ e mogen zyn, gerust gefteld tegens alle recht™ naatige bekommeringen, van tp eeniger tyd, by e uitoeffening der Erf-Stadhouderlyke Prasrogati- * en, in zyne Rechten en Vryheden te kunnen wor»f en benadeeld; en dat integendeel gezorgd worde, "• :at het publiek welzyn en belang, het welk ons '7 noven alles ter harte gaat, in allen opzichte zoo 7 eel mooglyk, onder het oog gehouden en hevor. , èrd worde. ;« Wy kunnen echter voor U Ed. Mogenden niet 7 erbergen, dat om aan die eindens het best te vol' loen , en op geenerley wyze te anticipeeren op de l' rewichtige Conlideratien, welke by de refpective 'jï.eden van U Ed. Mogendens Vergadering, in een •ytaak, waar in dezelve een zoo aanmcrkelyk bilang ;^|iouden kunnen ftellen, ftaan ingebracht te wor^'Jen, het ons ten uiterften aangenaam zoude wezen, ^jhdien wy, alvoorens onze gedagten en rtfkctien "fftien aangaande breeder open te leggen , mogten ^porden geïnformeerd van de fentimenten en advy°Men der refpective Leden, zoo als die op de aan^spaande ordinaris Staats-Vergadering van den jdep ffislUly, met betrekking tot de voorfchreeven ingele^'lerde bezwaaren, ftaan in te komen, en ook in 't ^'i'yzonder met relatie tot de zooevengemeldepojnc- jbn. H\ Wy declareeren al wyders, dat wy in dien geP 3 val.  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tel valle bereid zullen zyn, by eene Conferentie van eenige Leden van U Ed. Mogendens Vergadering met ons, ofte wel met eenige Perfoonen, daar toe door ons te verzoeken en te committeeren , met al le welmeenendheid tot derzelver nauwkeurig en ont sydig onderzoek toe te treeden, en, zoo als wy reeds voor een geruimen tyd betuigd hebben, zelfd vppr zoo yerre wy zulks in gemoede zullen kunneci doen, met opoffering van eenige perfoneele en al: zins wettige agrémenten, zoo als die door ons, dooD Wylen onzen Heer Vader en Vrouwe Moeder, et door wylen zyne Majefteit Koning Willem dek derden, geduurende Hoogstdeszelfs Stadhouden fchap van U Ed. Mogendens Provincie , zyn ge{ «jxerceerd geweest, mede te werken tot herftel det harmonie e.n goede orde; en wy moeten vertrou: y?en, dat U Ed, Mogenden deze onze voorftelling te gepaster zullen oirdeelen, om dat voor zoo ver ops gebleeken is, by het Rapport der Heeren Ge^ committeerden, met opzicht tot de voorfchreever poinQen, niet is voorgekomen, 't welk hier aan zpijde kunnen obfteeren, en om dat al het gunt by de Stad en Steden, met relatie tot derzelver ver< meende Stedelyke Regeeringsbeftelling, mogte wezen beraamd, 't zy in overeenkomst met de in: gebrachte bezwaaren, 't zy met meerdere of min-: dere afwyking van dezelven, by de refpeöive Staats-1 Leden tot hier toe niet is geapprobeerd, en ook tot geene legaale confiftentie heeft kunnen gebracht worden; en om dat eindelyk, doordien weg ons ge-: legenheid zal gegeeven worden, om alles duidely-" ker in te zien, en met volkomen kennis van zaakeni onze gedagten te expliceeren over alle zulke con-i fidsratien en fchikkingen, die wy de falutairfte zul.! len vinden. Inmiddels maaken wy geene zwaarigheid, omtrent de ingekomen klachten over het recht tot de Jagt, te obferveeren, dat byaldien wy dezelve wel beoudeeld hebfeen, zy zich bepaalen tot deze drie: po$nc-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 55 poincten: 1. dat de laatfte Ordonnantie op da: fub. ject geëmaneerd, zoude behooren te worden herzien, en in fommige poincten gereformeerd; 2. dat de Judicature daar over» als eenigszins ftrydig aan het door den Roomsch Koning Willem als Heer van Utrecht, verleend privilegie de non evocando, aan een fpeciaal Jagtgericht zoude dienen te worden onttrokken; en ten 3den, dat aan de Kanunnikken der vyf Ecclefien het recht van de exercitie van de Jagt, met een Wyman, en aan de Burgers der Stad perfoneel behoorde te worden toegekend; en daar hier over bereids eene Scaats-Commislie is gedecerneerd, en wy voor ons wel mogen lyden, dat U Ed. Mogenden zulks goedvindende en oirbaarst oirdeelende, aan de begeerte der Ingezetenen , onverminderd ons recht van privative jagt in de diftricten van Soest, Baarn en ter Eem, met het gene daar aan behoord; en dat van een ieder die bevonden worden zal in U Ed. Mogendens Provincie tot een privative Jagt in zyne vrye Heerlykheid of Riddermaatige Hofftede te zyn gewettigd, worde te gemoet gekomen, willen wy dien aangaande in de convenabelfte fchikkingen, die UEd. Mogenden mogen goedvinden te maaken, zonder allegatie van eenig contrarie belang, gaarne berusten. Alieenlyk moeten wy nog alvoorens deze te eindigen, de vryheid neemen, onder de aandacht van U Ed. Mogenden te brengen; in de eerfie plaats: dat wy van de Heeren Staaten der refpe&ive Provinciën, by verfcheiden gelegenheden, deuitdrukkelykfte verzekering ontfangen hebben van derzelver geneigtheid, om de vastgeftelde Conftitutie, ieder in hunne Provincie, te willen conferveeren en maintineeren, dat die Conftitutie in 't byzonder is geradieerd in de exacte bewaaring en handhaaving van 't gene aan ons als Erf-Stadhouder, voor ons en onze Erfopvolgers, by onze Commisilen of Lastbrieven en vastgeftelde Regeerings-Reglementen j is toegekend, en dat op dien grond nog onD 4 larigs  /a* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot langs in meer dan eene Provincie de aldaar bezwoeren Reglementen boven alien fchyn van oppofitie. en. verkorting, plechtig zyn bevestigd; en dat wy gevolglyk op de billykfte gronden mogen verwagïen, dat U £d. Mogenden die altoos eene gelyke gezindheid ten opzichte van hunne Provincie hebben te kennen gegeeven, nimmer zullen gedoogen, dat aan de alzoo geëtablisfeerde Conftitutie aldaar eenige atteinte zal worden toegebracht; en vervolgens, zoowel de fchroomelyke gevolgen die daar uit zouden kunnen proflueeren, *t zy in deze tyden, 't zy in omftandigheden, welke door verandering van begrippen by vervolg zouden kunnen exteeren, als het notoir ongelyk, 't welk wy en ons Huis daar door zouden komen te lyden, mogen werden voorgekomen. En in de tweede plaats: dat zoo 'er federt de oprechting der Republyk, ooit een tydperk heeft geëxteerd, waar in alle monden vervuld, en zeer veele pennen gebezigd worden, met het ophaalen van oude Privilegiën en Concesfien en Rechten, zulks in volle kracht de epoque \t welke thands beleefd word, en dat zoo ook veele Ingezetenen zich ongemeen beyverdhebben,om verfcheiden pretenfe bezwaaren en redresfen veelal te bouwen op eene zoogenoemde onverliesbaarheid van dezelve Rechten en Concesfien, voorzoo, verre dezelve, of fchoon met 'er daad onbeftaanbaar met den aart van 't Bondgenootschap in 't gemeen, en de veranderde Regeeringsform der byzondere Provinciën, aan hunne partikuliere oogmerken dienstbaar fchynen;doch dat het teffens eene zonderlinge opmerkzaamheid verdiend, dat in dien zelfden tyd, en door die zelfde lieden, niet fchynt te worden opgemerkt, datongetwyfteldgeene'van alle die Rechten, Privilegiën en Concesfien op een manifester en verbindender overeenkomst gebouwd, en met een algemeener toeftemming en overgifte van alle Staats-Leden en Ingezetenen', en met meer voorzorgen en herhaalde Corrobora-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 57 tien geconcedeerd, of met nadrukkelyker fanctie van weerszyden bevestigd geworden zyn, als die zelve opdrachten en Reglementen, waar op wy onze Erflyke waardigheden tot op dit oogenblik bekleeden.Waar mede Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden] wy U Ed. Mogenden beveelen in Gods Heilige Protectie. (Onder ftand) Uw Ed. Mogendens Dienstwilligen Dienaar, (was gêï.) Willem, Pr. van Oranje. (laager jlond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, By abfentie van den Geheim-Secretaris, (was get.~) de Riem er. Middelburg, den 3 July 1786. N". 2367. Misfive van de Provinciaale algemeene Ver~ gadering van de gewapende Burger-Corpfen der Steden en van het platte Land in Holland, gehoudey op den Leydfchendam den 4 en 5 July 1786, aan de Burgery der Stad Utrecht. jjvkib,'. j * ;- >:iA .1*3 U |j?*-*f»k hosjv #fU>. : Wel Edele Manhafte Heeren! Daar de oogen van deze ganfche Republyk, vaa gansch Europa, federt lange gevestigd zyn op het lot, het gene de moedigeen trouwe, doch fteeds misleide en te leur geftelde Utrechtfche Burgery zou te beurt vallen; daar elke ftap, die zy ter bei'Waariag van hunne vryheid en onafhanglykheid in D 5 net  JS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot het werk ftelde, de vryheid en onafhanglykheid van n alle Burgers betreft, kan uwe Iaatfte flap daar toe s gedaan, niet dan de boogfte bewondering van elke verwekken. De algemeene Provicciaale Vergade-, ling van Steden en *t platte Land van Holland, thands s aan den Leydfchendam vergaderd, zou meenen ini aile opzichten te kort te doen aan U Edel Manh,. cordaat en manmoedig belluit, nu laatst is 't werk; gefteld, om de meerderheid Uwer Vertegenwoor-> digers eindelyk nog is het mooglyk, te overtuigen] van hunne onbillyke en ten hoogden onwaardige; behandeling, ten opzichte van eene zoo getrouwe; Eurgery, byaldien zy niet een openlyk blyk vanJ goedkeuring by dezen daar van aan den dag leide.J Wy zyn gepenetreerd van verwondering, zoo we-\ gens de bedaardheid als het doorflaandfte blyk vanJ wel overgelegd beraad, het gene daarin alleszinsa doorftraald; overhaasting in eene zoo gewichtiger zaak, kon ook nimmer aan het voorgeuelde doell beantwoorden. Wy vertrouwen met grond de gedeclareerde be»4 geerten van U Wel Ed. Manh. op zyn tyd daar ge-4 field te zullen zien; en hoopen U Wel Ed. Manh.i daar toe van nu af aan reeds de noodige fchikkingeni onderling zullen beraamen , en zich door geene. 2369. Circulaire Misfive door voornoemde Gecommitteerden aan alle Genpntfckappen en Scbutteryen, ten zeiven dage afgezonden. Wel Edele Gestrenge en Manhafte Heeren! Wy hebben ons alhier in de onvermydelyke noodzaake bevonden, om ons by een Addres en verklaa. ring, van inhoude als het hier nevensgaande Exemplaar U Ed. Geur. en Manh. zal komen te informee» ren, aan onze Magiftraat te vervoegen, en hebben beflooten, aan alle en een ieder, waar mede wy ons uit krachte van hec Bondgenootfchap verbonden za. gen, daar van kennisfe te geeven, waar toe wy in. gevolge van het 25 Art. van de Unie, oirdeelen mede te behooren alle Schutteryen en gewapende 'Ge. aootfchappen, als welke met ons onder de verplich» ;ing leggen, de Unie te moeten ondethouden, of- fchooo.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 73 (ifchoon zy dezelve thands niet alle mogten beewo». [ren hebben. En daar wy alhier ons bevinden in het [geval ter wederkryging van onze Rechten en Voortrechten, ingevolge van een met ons gereguleerd, (geapplaneerd, gearrefteerd en met ééde bezwooren geintroduceerd Reglement van Regeering; op welkers effect ten aanzien van een in te voeren Coilegie van Gecommitteerdens uit de Burgery wy infteeren, als door ons op den ioden Juny met obfervantie van alle vereischtens, by dat bezwooren Reglement^ voorgefchreeven, wettig geëligeerd; over welkers' in den éédneeminge en daadelyke introductie, wy vermits de weigering van de meerderheid der Leden van onzen Raad, tot dat befluit hebben moeten kopmen, als U Ed, Geftr. Manh. hier nevens ontwaren, [waar van wy de gevolgen, in gevalle van aanhoudende weigering te zeer duchten; en daarom zyn wy te praaden geworden, U Ed. Geftr. en Manh. hier van iprasalabele kennisfe te geeven, in dat vertrouwen, (dat U Ed. Geftr. en Manh. aan ons wel zult gelieven te prasfleeren, 't gene wy ingevolge van onze wederzydfche verplichting gehouden zyn aan den landeren, op onderlinge requifitie, tot handhaaving :en verzekering van onze Rechten en Voorrechten toe te brengen. En in dat vertrouwen is 't, dat wy „U Ed. Geftr. en Manh. in de gunftige befcherminj 'van God Almaehtig be veelende, ons teekenen te zyn enz. Was uit last en naam der agt Burger Schut ters Compagnien door Gecommitteerden; derzelven geteekend, en in naam van Ge< committeerden, C. E. Egeling, E j No.  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°, 2.370. Misfive van Gecommitteerdens uit de Bur. ger Compagnien te Utrecht, aan zyne Excellentie den Marqw de Verac Ambassadeur van Franlm ryk by de-,e Republiek, tot het zelfde einde inge. richt, endoor de vier Heeren Gordon, d'Averhoult, Lidt de Jeode en Pronkert, als door Utrechts Burgerye daar toe gecommitteerd naar s* Hage overgebracht, , Heeft het onze Burgery mogen gebeuren, de eerste blyken te geeven van hoogachting en vertrouwen voor de geheiligde Perfoon van zyne Majefteit van Frankryk, als zy by de Staaten dezer Provincie den voorilag deeden tot het aangaan van eene Alliantie met deze Republiek, welke jongst tot genoegen van geheel Nederland is aangegaan en tot ltand gebracht. De gefignaléerdfte blyken van toegenegenheid en oprechte gezindheid van zyne Majefteit t' onswaarts, moeten ons onophoudelyk aanfpooren, alles toe te brengen, wat tot het effect en ten nucte van dat verbond ftrekken kan. 't Zoude zekerlyk aan zyne Majefteit geen nutter wereld aanbrengen, zich in een verbond te zien met een Volk dat geen prys ftelde op het behouden bewaaren van haare Rechten en Voorrechten, waar jn de grond van haare fterkte gelegen is. Vonden wy ons in het tydftip, dat wy den voorflag tot de zoo gelukkig tot ftand gebrachte Alliantie deeden, werkzaam in hetopmaaken van de poincten tot redres van d''e bezwaaren, welke terwederhérfteliing en verkrygicg van onze Rechten en Voorrechten op gronden van onze aloude Regeerings-Conftitutie toekomen. En zyn wy, wat ons Stedelyk beftier betreft, daar inne tot zoo verre geflaagt, dat eindelykdoor de Regeering met de Burgery dezer Stad is gereguleerd, geapplaneerd en gearrefteerd een Reglement, waar op de Burgery ter introductie van het zelve den  de Geieurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen» 75 den 2often Maart dezes jaars is in den ééd genoomen. Billyk verwachte de Burgery, eerlang in het volkomen genot daar van zoodaanig gefteld te worden, dat het zelve aan haar op geene wyze konde vruchteloos gemaakt worden. En daar toe heeft zy in dat uitzicht, en in de hoope dat ook onze Provinciaale bezwaaren zouden worden weggenoomen, eerst na byde tweejaaren, en federt de voorfz. beéédigde introductie , nog drie maanden vruchteloos geverfeerd. Zoo dat zy eindelyk te raade is geworden , ingevolge van 't haar toegekend recht, op den lijden Juny dezes jaars, toe te treeden tot het ëügeeren van een gequalificeerd Coilegie van Gecommitteerden uit de Burgery. In dat vertrouwen, dat hetzelve Coilegie overeenkomftig den inhoud van het 21 Artikel van het bezwooren Reglement, door den Heer eerften Burgemeester dezer Stad, zoude zyn in den ééd genoomen. Dan is alles het gene daar toe door de Burgerden haare Gecomroitteerdens is aangewend geweest, vruchteloos en zonder het minfte effect. Zulks dat de Burgery, na daar toe herhaalde geprefenteerde Addresfen zich genooddrongen heeft gezien, een uiteindelyk Addres en voordracht op den 3den July dezes jaars aan den Raad binnen te leveren, waar van wy by dezen de eer hebben, een Exemplaar aan Uwe Excellentie over te leveren, zoo wel als van het detail, door onze Burgery den aoften Maart dezes jaars aan den Raad overgegeeven, waar van tot Bylage dient het ten zeiven dage beéédigde Regeerings-Reglement, nevens het welke wy gevoegd hebben de Notulen van den Raad, in deze onze Burger zaak gehouden, federt den 19 December 1785 tot den 8 May 1786. Alles ten betooge van onzer Burgeren wettig en bevoegd gehouden gedrag ter introductie van het beéédigde Reglement van Regeering, en de gevolgen  76" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gen van het zelve in de Electie van een gequalificeerd Coilegie van Gecommitteerden uit de Burgery. Daar de ftap van onze Burgery, den 3den July jongstleeden gedaan, van dien aart is, dat by onverhoopte aanhoudende weigering van den Raad, daar uit funefte en zeer eclateerende gevolgen zouden ku;nen voorkomen. Zoo heeft onze Burgery het onvermydelyk en volfttekt noodig geoirdeeld, aan Uwe Excellentie ter informatie van zyne Majefteit daar van kennis te geeven. Geenzipts met oogmerk, om op de bekende edelmoedige dsnkwyze van zyne Majefteit iets het aJlerminfte te willen auenteeren, dat gelyken zoude na de inroephige van eenige influentie of adilItencit; ais wy al te wel weetende, dat zyne Majefteir niet onverfchjlJig zoude zyn, wanneer anderen zich met. ouze huishoudelyke beftellingen kwamen te bemoeijen, het ons dus minst voegen zoude daar tegeD, zelfs in fchyn iets het geringfte te entameeren. Dan heeft onze Burgery geoirdeeld, dat zy tot deze kennsgeevinge zich volftrekt verplicht vond, als bet eclateerende van de omftandigheid, waarin wy ons bevinden, en het welk in de gevolgen een notoiren invloed op het Regeerings beftier dezer Provincie hebben moet, tegen ons door verkeerde informaties een ongunftig vooroirdeel by zyne Maj. fteit zouden kunnen veroirzaaken; nadien zyne Müj- (feit niet onverfchillig kan zyn in het lot van hen, xrtn wien hy zich ter prseftatie van eene zoo jongst aangegaane Alliantie verbonden ziet. Zoo hebben rcy alle het zelve willen en moeten preve. rieeren, m(.r aan Uwe Excellentie ter informatis voor zyne Mijefteit die vereischte openinge te geeven , dat ons verrichte wel verre van eenigen nadeeligen irvloed op het effect van de zoo jongst met ons gtflootene Alliantie zoude kunnen hebben: wy ictegecdeel alhier niets anders hebben bevordert  de Geieuttenisfen in 1787 enz. voorgevallen» 7^ dert en voorneemens zyn te bevorderen, dan het gene op onze Rechten en Voorrechten gegrond is, en door welkers onderlinge bevestiging, zyne Majefteit altoos in de onafhankelykheid van het vrye bellier dezer Provincie en in de gevolgen van 't zelve aan het Volk van deze Stad, Steden en Provincie een krachtdaadige en vaste fteun en fterkce ter handhouding van het gellooten Verbond vindea zal. En onder deze oprechte betuiging bid Utrechts Burgery, over zyne Majefteit en zyn Koninglyk Huis, van God Almachtig, zyne gunftige hoede en befcherming, dat hy zyne dage verlenge, zyn Huis en Regeering tot in het laate nagedacht voorfpoedig doe zyn. Vergun ons, dat wy hier mede in naam en uit last onzer Burgery, ons teekenen te zyn. Uwe Excellenties Dienstw. Dienaaren , En was onderteekend door alle de Gecommitteerden. N°. 2^71. Misfive van de Burger-Krygsraad der Stad Wyk by Duurftede tot antwoord op de Circulaire Misfive van Gecommüteerdms uit agt Burger Compagnien te Utrecht, op den ;den laatstkeden aan de Schutterye en Genoodfchappen gefchreeven. In dato den 15 July 1786. Wel Edele Heeren! Uwe Misfive van den 5den July jongstleeden, met bygevoegd Manifest aan de Ed. Groot Achtb. Vroedfchap uwer Stad geprefenteerd, hebben wy niet voor gisteren ontfangen. Wy hebben het een en ander in onze Vergadering van heden geleezen, en in deliberatie gebracht, en kunnen niet anders dan ten hoogften approbeeren en laudeeren, de demarches door Uw Ed. in dezen , ge-  *jè Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gedaan, gelyk wy ook over dezelve den besten uit-:, flag ten nutte van het gemeene welzyn van hartent wenfchen. Dan indien (het gene de Hemel verhoede) de ge« volgen nietmogten beantwoorden aan hetgewensch.. te doel, zullen wy in gevalle onze Stad in zulk on-verhoopt geval, en op dat eigen tydftip, niet mett Uw Ed. aan een zelfde noodlottig gevaar mogte ge«exponeerd worden, niet afzyn het onze toe te brengen, om met alle onze macht aan U Ed. daadelyks te prassteeren, het gene wy ingevolge van onze ver-plichtinge gehouden zyn Ü Ed. op derzelver requi-. fitie, tot handhaaving en verzekering der Rechten] en Voorrechten van een vry Volk toe te brengen,, terwyl wy aan een gelyke prsestatie van Uw Ed.,, wanneer wy derzelver adfiflentie mogten noodigs hebben en requireeren, geen oogenbliktwyffelen,', maar ons daar van volkomen verzekert houden. Waar mede wy Uw Ed. beveelende in de gunfti-ge protectie des Almachtigen, blyven Wel Edele Heeren! Uwer Wel Edelhedens goede Vrienden,. De Leden van den Burger-Krygsraad der i Stad Wyk by Duurftede. Ter Ordonnantie van dezelven,, (was get.} L. v. ScHaik. Wyk by Duurftede, den 15 July 1786. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 79 2372. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van den Lande van Utrecht, waar by verklaaren dat het Corps groene Jagers binnen de . Stad Wyk by Duurftede, nimmer eoor Hun Edel Mogenden of derzelver Ordinaris Gedeputeerden is geleg difeerd fjfc. In dato den 19 July 1786. De Staaten van den Lande van Utrecht, doen te tveeten : alzoo wy in ervaaringe gekomen zyn, dat eenige Perfoonen ofce Leden van de Schuttery der Stad Wyk by Duurftede, onder voorwending van te behooren toe zeker pretens Genootfchap, onder jen titel van gelegalifeerd Provinciaal Corps van groene Jagers binnen de Stad Wyk by Duurftede, zich niet ontzien , derzelver eigendunkelyk aangenoomene Veldteekenen alomme binnen deze Provincie te draaien, even als of dit pretenfelyk alzoo genoemde Corps door ons zoude zyn gelegalifeerd, offchoon wy nimmer zoodaanigen qualiteit of titel aan dezelve hebben verleend; zoo is 't, dat wy uit aanmerkinge van 'c gunt voorfchreeven, ter wegneeminge van alle misleiding en twyffeling in dezen, en op dac voorzeide Perfoonen ofte Schutters zich niet langer ten onrechte dien titel mogten arrogeeren, en op fundament van dien, zich het draagen vaa gepretendeerde gelegalifeerde Veldteekenen aanmaatigen, hebben goedgevonden by deze onze Publicatie aan alle en een iegelyk, wien zulks aangaan mag, bekend te maaken, dat nimmer door ons ofte onze Ordinaris Gedeputeerden zoodaanig Corps is gelegalifeerd, en dat mitsdien ook nergens in die qualiteit zal worden erkend; lastende en beveelende allen Officieren en Justicieren van den Lande van Utrecht, om hier op reguard te neemen, en wel toe te zien , dat onder voorgeeven van Lidmaatfchap aan zoodaanig gepretendeerd Provinciaal groene Jager Corps, geene Veldteekenen binnen derzelver Diftriften werden gedraagen, maar tegen de zulken, ingevolge van de Wetten van den Lande, te procedeeren. Ea  Sd Verzameling van Stukken betrekkelyk tot En op dat niemant hier van eenige ignorantie pre« tendeere, zal deze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd naar behooren. Aldus gedaan te Utrecht, den 19 July t?86. Was geparaphreerd, A. F. Godin, vt. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van myne voornoemde Heeren de Staaten. (was get.) Abfl Secr. Ph. Ram. N°. 2373. Aanfpraak van den Heer Mr. A. de Nys, , by gelegenheid van de bekendmaaking van de boven- ■ jtaande Publicatie aan de Burgery, Officieren, On- • der-Officieren en Schutters van Wyk by Duurftede? gedaan , en de Propofitie van het groene Jager r Corps ter zeiver tyd aan de Magiftraat der Stad\ Wyk over gegeeven, benevens de Refolutie van gemelde Magiftraat daar op genoomen. Waardige Mede-Bürgers , Officieren,: Onder-Officieren en Schutters ! Zuivere Vaderlandsliefde, leevendige kennis onzer Rechten en Plichten, en de overtuiging dat de:, ftem van een zoo diep verdrukt Volk, als wy waren, te dof klinkt in de ooren van heerschzugtige!| Grooten, om hun te beweegen ter terugfchenkingi van die Vryheden, welke zy of hunne Vaderen deni Burger hadden ontweldigd, deeden ons naar de wapens grypen, om in deze geoeffend, ter fterkingji onzer ftemmen, dezelve te bezigen, en vormden:; ze tot een geregeld Corps onder het geleide vani den Edelen onlangs uit het eerste Lid willekeurig! gedimitteerden Jonkheer J. P. C. H. van Renessei1 van Wilp. — Vaderlandsliefde, de bewustheids van  di Gébeurtenis/ën in 1787 mx-, voovgevatiwu ês van ook buiten onze muuren uwe Vrouwen en Kinderen, uwe Vryheden en Rechten te kunnen ver* deedigen, en het dreigend gevaar, uit de onbillyk* ile eisfchen des Duitfchen Keizers gebooren, deeden U met den Heer van Renesse nevens my be^. fluiten, om uwen arm de Staaten dezer Provinci* ten welzyn des Vaderlands aan te bieden, gelyk zy ons ook zulks gunstig vergunden (*). De bewust^ heid (*) Ingevolge het hier volgende Extract uit de ftefotiitien van Hun Edel Mogenden in dato den 19 February De Staaten van den Lande van Utrecht, hebbende gezien en gedaan examineeren de Misfive van Heeren Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede, ter Hunner Ed. Mogendens Vergaderinge op den sden dezer inga» komen, daar by Hun Ed. Mogenden ïnformeerende van de bereidwilligheid van een gedeelte der Schuttery binnen de voorfz. Stad, om, wanneer deze Staat wierd genoodzaakt, met zyne Keizerlyke Majefteit in eenen oorlog té treeden, zich binnen deze Provincie a's vrye Burgers te laaten employeeren tot bezettinge van alzulke Plaatfen of Forten binnen dezelve, alwaar verfterking van Manlchap door den Souverein noodig geoirdeeld mogte worden, mits deswegens geduurende hunnen uittocht behoorlyk wordende geloond of gededomageerd. — Hebben, na voorgaande deliberatie, goedgevonden, het voorfz. allezin* pryswaardig aanbod der Schuttery aldaar te accepteerën^ gelyk Hun Ed. Mogenden hec zelve accepteeren by dezen j' om daar van ten nutte der Provincie, in cas van noodzaaJtelykheid, gebruik te maaken, met authorifatie op dè Heeren Hunner Ed. Mogenden Ordinaris Gedeputeerden t om, wanneer dezelve zulks noodig zullen oirdeelehj de Patenten tot de pasfage door deze Provincie vereischti ts doen expedieeren, des dat zoodaanige gewapende Burgei-Corpfen, welke buiten hunne Steden en Jurisdictiën Tan dien worden gebruikt en marcheeren, alvoorehs ifl «tón ééd van de Provincie worden genoomen, en geduurende den tyd van employ buiten hunne Jurisdictie daar ifihö yerblyven. Dat voorts in plaatfe van defroijetnent en fcjdye, tefenl XXXI, Deel. F iit  82 Verzameling van Stukken tetrekkelyk m heid van wel gedaan te hebben, was dus verre voor uwe edelmoedige aanbieding , voor uwe onafgebrookene oefeningen, voor de aanzienelyke door my nevens uwen Collonel gedaane uitgaaven , de bezolding, — en de goedkeuring onzer Landsgenooten, het vooruitzicht op de dankbaarheid onzer Hooge Vertegenwoordigers, onze fterke prikkel, om op dien voet voort te gaan. —Die zelve Staaten Spitsbroeders! neen ! eeneprffitenfeStaaten-Vergadering, uit de voorftemmende Leden, en weinige Utrechtfche Regenten — heeft zonder deze Stad befchreeven te hebben , kunnen goedvinden , op een ingekomen Rapport van Gedeputeerden , ons ° Corps in eens aan eiken Schutter of Tamboer door Hun Ed. Mogenden des daags zal worden toegelegd 12 ftuivers; en voor defroijement of foldye voor elke loopende maand aa» een Kapitein of hooger Officier, het commando voerende, "oedgedaan worden 70 guld., aan een Luitenant 30 gilC Vaandrig 32 guld., Sergeant 22 guld., Z - Corporaal 20 guld., even ge'yk zulks, offchoon als nu hooger berekend, in den jaare 1747, met opzicht tot-de zich aanbiedende vrywillige Burgers in de Provincie van Holland is gerefolveerd geweest. Mits nogthands de Compagnien van eene behoorlyke fterkte zyn, en dus, offchoon niet wel tot 100 Man, zoo als toen was gerefolveerd, monteerende, echter niet onder de 60 Mannen bevonden worden, aangezien dezelve van minder fterkte zynde en van geenen dienst op zich zelve zouden zyn, en de'Provincie door het defroijement van een merkelykea aantal Officieren te zeer belast worden. Dat eindelyk ook in cas van employ, de noodige wagens of karren, tot transport der bagage gerequireerd, voor gemelde Burger-Corpfen, ten kosten van den Lande zulle» 'verzorgd worden. « En zal tot informatie extract dezer aan de Magiftraat van Wyk by Duurftede, by Misfive van deze Hunner Ed. Mogenden dispofitie worden toegazonden. {Onder pond) Accordeert met voorfz. Refolutien. (*« Sei.) H- Laak.  cs Gébturtmisfsn in 1787 enz. vwrgevéttn* êj j Corps doar eene Refolutie te vernietigen, wélke i onze verdeediging hunne veroirdeeling zal met zich' 1 brengen. I J Men heeft zich niet verwaardigd die Publicatie 1 óns legaal te doen geworden. De inhoud is deze: (*•) . Die pretenfe Staaten-Vergadering durft Ü beftaai! ] ontkennen, — zwygt van uwe edelmoedige aanl| bieding, om deze Provincie tegens buitenlands êe| weid te verdeedigen, — verbied ü uwe Veldtee:f kenen te draagen, en gelast den Officieren om ü in | Rechten te vervolgen. Wat zegt ge, Officieren irr ?urSers! wy waren een Corps voor on?e aan>| bieding aan de Staaten Vergadering. — Wy kun|nen een Corps blyven indien wy willen, indien gy et braafheid en moeds genoeg hebt om een Renesse^ | om my, als uwe Hoofden te volgen, zoo lang wy I onzen plicht betrachten. Beraad ü, en deelt my |hooft voor hooft, uw antwoord door den mond van II den Kapitein mede. i Hier op wierd door den Ed. Manh. Heer Fr. Aak, |van der Kemp, hoofd voor hoofd aan het gancfche |Corps gevraagt, welke hunne voorneemens waren $ fcwanneer allen, zoo Officieren als Gemeen en verkiklaarden, van onder die Hoofden—onder dat Vaan 0 |en met die Veldteekenen, voor het Vaderland te rwiBen leeven en fterven. In welk manmoedig bejflHit zy niet weinig door hunne cordaate Mede-Burgers gefterkt werden. Zyn Ed. Manh. communifceerde vervolgens uit naam van het gantfche Corps Éaan den Heer Majoor deszelfs manmoedig helMt, |t»m de wapenen voor die zelfde zaak te blyven drai. teen, onder die zelfde Hoofden, zoo lang deze©1 taan ééd en phcht getrouw, bet welzyn des Vaderlands m het gemeen en van deze Stad in het byzon» Mer bleeven behartigen, en met die Hoofden, alben geweld — ook van voorftemmende Ledenj óf ~. . • èèïél I {*) Zie hier voor N8. 2373. F 2  84 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot eene prstenfe Staaten Vergadering, te zullen helpen weeren. De Heer de Nys dit verwagt antwoord met genoegen verneemende, deed aan het Corps de volgende Propofitie: Propofitie van het groene Jager Corps vrywillige Schutters , onder de zinfpreuk pro Pace et Bello, onder Commando van dm Ed. Geftr. Manh. Heere J. P. ■; C. H. Baron van Renesse, Heer van vVilp enz. enz., over te geeven aan de Ed. Achtb. Magiftraat der Stad Wykby < Duurftede, den .. July 1786. De Hoofd-, Subalterne-, Onder-Officieren en 1 Gemeenen van het Provinciaale Jager-Corps vry- • willige Schutters pro Pace & Bello, ondereen ge-, zogt voorwendfel by eene Refolutie eener praten» fe Staats-Vergadering (als welke zy dezelve zullen 1 blyven houden , zoo lang de Stad van Wyk by Duur-. ltede buiten de Vergadering blyft geflooten) qunfi: gelicentiëerd zynde, vinden zich gedrongen, omi zich met inbsfie hunner verplichting, uit de Unie: van Utrecht jegens hunne Mede-Burgers van_ deze: en andere Provinciën refulteerende, als op nieuwss aan U Ed. Groot Achtb. aan te bieden, ter verdeediging der Vryheid, Voorrechten en Praïëminentien van derzelver Stad, ook tegens de arbitraire en: geweldige handelingen van de voorftemmende Leden , door weinige Leden van Utrechts Vroedfchap;! geftyft: — vernieuwende de belofte, om de Stad! gebouw en getrouw te blyven, en zich overal in de«i| ze Provincie te zullen begeeven, daar het HunEd.;| Groot Achtb. ten welzyn van Stad en Burgery, ofi derzelver getrouwe Utrechtfche Bondgenooten zullen meenen te behooren. Welke Propofitie in een Requeste geconverteerd eynde , en in aller naam door den Heer Adriaandh; Nys als Majoor en tegenwoordig zynde Hoofd-Of-'l ficiefl  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 8x ficier onderteekend, hedeD den 24ften by de MaI giftraat is ingeleeverd, welke zittens Vergadering op het zelve de volgende Refolutie heeft genoomen, en by forme van appoinftement uitgegeeven, ; gelyk ook van het zelve by Publicatie aan de Burgery is kennis gegeeven, en by Misfive die Refolutie aan de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staa» 1 ten, tot derzelver naricht is afgezonden. De Magiftraat der Stad Wyk by Duurftede, ondervindende, hoe de twee voorftemmende Leden, : en eeDige weinige Regenten der Stad Utrecht, on: der voorwenden van uit te maaken de Staaten van den Lande van Utrecht, eerst hebben beftaan, op alle mooglyke wyze zich tegens het wettig Recht, deze Stad en Burgery toekomende, in de beftellinjge van haare Magiftraatsbeftiering, op de allerin:competentfte en onbevoegdfte wyze te verzetten, lop dezelve ongehoordfte wyze beftaan, ons en on:ze Burgeren te hebben willen fubmitteeren aan een Idoor hen gecommitteerd en gedelegueerd Coilegie 'van Juftitie, naamentlyk den Hove dezer Provincie; Idat hoe zeer alle het zelve in zyn aart was nul en linformeel, ftrydende tegens het beleid op de Re[geering dezer Stad en de Conftitutie van de Provincie, hebben wy al verder moeten ontwaaren, dat, daar onze Provincie zich in het begin van de troelbles tegen den Keizer, in navolging van het gene lalgemeen in dezen Lande plaats vond, oirdeelde, uit krachte van onze verplichting ter maintien van het Bondgenootfchap, op een zoodaanige defenfie bedacht te moeten zyn, als wy naar ons vermogen konden afwenden, als toen een vereenigd lighaam van vrye Burgers dezer Stad, zich op den q Januajry 1785, door de Leden vaa den Burger-Krygsraad tot dienst van deze Provincie en van den Lande aan ons hebben aangeboden, en welk aanbod door ons geapprobeerd en goedgekeurd zynde, hebben wy laar van, nog ten zei ven dage, by Misfive kenniste gegeeven eu voordracht gedaan aan de Heeren F 3 Staa-  |cy FerzameUag van Stukken betrekkelyk tos Staaten dezer Provincie, met dit gevolg, dat Hui i Ed Mogenden, by Refolutie van den 19 January 1785, met zoo veele woorden, het voorfz. allezins pryswaardig aanbod van een gedeelte onzer Schutêéry hebben geaccepteerd, en ten effecle van 't zei. ■ ve de noodige arrangementen gefixeerd en bepaald j; — dat, om des te beter daar aan te voldoen, en het allezins blykbaar zoude zyn, wie van onze Bur- ■ geren en Ingezetenen zich tot het gunt voorfz. had-. de 'geëngageerd , zoo hadden dezelve zich, met: einze inftemrninge, Genoodfchaps gewyze by deni énderen gevoegd en vereenigd, als een Corps Groene Jagers, zoo als zy uit hoofde van de voorfz., Hunner Ed. Mogenden acceptatie, als een geavanceerd Corps, dat zich ten diende van de Provincie! geëngageerd hadde, dan ook als een Provinciaal Ge-. Boötichap, onder de zinfpreuk pre Pace ê? Bello,, hebben geadfcribeerd. En daar zy als onze Bur-. gers, Genoodfchapsgewyze, een zoodaanig veree-. Bi'gd lighaam ter defenfie uitmaakten, vervolgens» ÓDder ons toezicht en behoorlyke voorkennisfe met : zoodaanige veldteekenen onderfcheiden zyn gewor-. dep, als aan hen, ingevolge van de Publicatie van 1 de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie vaa 1 den cjFebruary 1785, allezins gepermitteerd en toe-, gelaaten was, en waar aan wy onze approbatie eni góedkeuringe, als van ons dependeerende, gegee-. ven hebben. Dat wy als nu tot onze verwondering; syn ontwaar geworden, dat, na eene voorafgaande i onwaardige behandeling," eenigen onzer Burger-1 door die van Amersfoort , in vilipendie van de H Voorfz. Hunner Ed. Mogenden Publicatie aange-.i daan,' de gelegenheid daar uit heeft genomen toe: een guafi onderzoek, in hoe verre de Leden van ; ons voorfz. Genootfchap Provinciaal geaccepteerd I éls een zoodaanig gelegalifeerd Corps, al óf niet ( te confidereeren zoude zyn, waar van het onder- 1 zoek aan Heeren Gedeputeerden overgelaaten zynde, hadden dezelve op eene informeele belegde 1 .Vergadering van Staat, welke informaliteit de Ma-■:*.■" ■■ -3 • . • ■ ■■ |ji  de Geheurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen, gMraat zal blyven erkennen, zoo lange deze Sral 1 op een gantsch onwettige wyze buiten de befchryving van Staat gehouden word, en wel by reces 1/ van die Vergadering uitgebracht een Rapport, ten' tfeerepde tot het buiten effect ftellen van het voorfchreeven Genootfchap onzer Burgeren als het Provinciaal Groen Jager-Corps binnen de Stad Wyk by 1 Duurftede, en ook daar toe op dat informeel reces i werkelyk te concludeeen, en voorts preteöfelyk op \ naam van de Staaten van den Lande van Utrecht, : op de arbitrairfte wyze, en zonder eenige rede• nen op te geeven en in de wereld te brengen een IPublicatie onder de datum van den 19 July 1780, welke zoo wy geinformeerd worden, vervolgens afgekondigd en geaffigeerd zoude zyn; waar door een nieuw attentaat op dézer Stads Rechten is aan; gebracht, alzoo het erkennen van de Corpfen van i Schutters en Exercitie-Genootfchappen , mitsga : ders derzelver Veldteekens, van alle oude tyden af I binnen deze Provincie heeft gedependeerd, en ali zoo als nog als een erkend recht dependeerd alleenlyk van de refpective Magiftraaten van de Steden , ; alwaar dezelve t'huis behooren, zonder dat aan iefi mand anders derzelver approbatie of legaiifatie comipeteerd, en mitsdien wanneer ons voorfchreeven ! Genootfchap door het woord Provinciaal by hunnen ticel te voegen, uit hoofde van de acceptatie by ( Refolutie van de Staaten dezer Provincie, zich iets l meerder mogten geadfcribeerd hebben, als men nu I uit hoofde van het gefchil met die van Amersfoort, l en tot foutien van het by die van dezelve Stad voor\ gebrachte, zeer ten onrechte tegens ons geoirE deeld heeft, op eene informeele gehouden Verga1 dering van Staat ter conclufle te brengen, en ten li nadeele van onzer Stads Rechten in dier voegen in i confequentie te trekken: zoo is *t3 dat wy op de L Requeste aan ons door "t voorfchreeven Corps, on» 1 der de zinfpreuk pro Pace &? Bello geprssfenteerd, ' uit krachte van de macht aan ons competeerende, 1 ea ter voldoeniBge aan het gene wy ala Leden van F 4 h&  88 Verzameling van Stukken betrekkelyk te* het Bondgenootschap verfchuldigd zyn, verklaaren het voorfchreeven ons van de Schuttery Genoot, fchaps gewyze gefepareerd Corps van Groene Ja. gers binnen deze Stad te houden, en te zullen blyven houden, vooreen by ons geapprobeerd Corps, zoo wel als derzelver tot hier toe onder onze toeftemming gevoegd zynde Veldteekenen, beftaande in een witte en roode Cocarde, benevens een groene en roode Pluim of Panas, goude met zilver en jood gemengde Dragons, gelyk mede dito Troedels ïn de hoeden, als wy uit krachte van de Unie verplicht zyn, alles te moeten aanwenden, wat tot confervatie van eene wel geregelde Schuttery, of een Genootfchap» dat ten effecte van het zelve lubintreerd, dienen kan, zoo als de bevinding thands %e zeer de noodzaaklykheid van die Genootfchappen heeft gewettigd. En op dat van deze onze blyvende approbatie en goedkeuringe, die wy uit hoofde der aan ons op heden vernieuwde offertes van 'c ?elve Genootfchap hebben ontfangen, zoude blyken; declareeren wy als nog onze voorige appro* batie en goedkeuringe van 't zelve by dezen te renpveeren, en 't voorfchreeven ons Corps in derzelver tot hier toe gefubfifteerd hebbende legalifatie te blyven confirmeeren, zoo als wy't zelve doen by dezen, voorbehoudens ook ons recht van reprefaille, zoo iemant der Leden van 't voorfchreeven Corps ter zaake van 't draagen van voorfchree. ven Veldteekenen of Uniforme mogte worden gemolesteerd. En op dat de Leden van 't zelve in allen opzichte vry en ongemoeid, ook ingevolge van Hun Ed. Mog. Publicatie, van deze onze approbatie zullen kunnen blyven jouisfeeren, zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd naar behooren. Lastende en beveelende aan den Officier dezep Stad, mitsgaders die van den Gerechte alhier, zich naar den inhoude dezer exaöelyk te gedraagen, zon.» der direft of indireft tegens onze Burgers of Leden van het voorfchreeven Genootfchap, uit krachte van de boyenftaande Publicatie van den ip July  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 80 51786, iets het allerminste te onderneemen, of te doen onderneemen. En zal tot voorkominge van imoeilykheden, by abfentie van de Staaten, ter informatie van dezelve by toezendinge dezer, kennis, fe worden gegeeven aan de Heeren Hun Ed. Mog-, (Gedeputeerden, Aldus enz. IN0. 2374. Misfive van de Heeren Staaten van Zeeland aan die van Holland, betrekkelyk de Circulaire Mvfive van de Gecommitteerdens uit de Burgerye te Utrecht, hier boven onder 2368. In data den 24 July 1786, Edele Groot Mogende Heeren! Wy twyffelen niet of U Ed. Groot Mogenden zullen nevens ons ontvangen hebben een Misfive Igedateerd den jden dezer maand, en onderteekend (door verfcheiden Perfoonen, uit naam en last van |de Burger-Schutters , Uitkoopers en Wachtvryen yan de agt Burger-Compagnien binnen Utrecht; by welke Misfive voornoemde Burgers, na een breed voorftel van disfenfien over de introduftie van een nieuw Concept-Reglement van Regeering der Stad Utrecht, hun recours neemen tot de Bondgenoosen, en fpeciaalyk tot U Ed, Groot Mogenden en Dns, tot maintien van de Rechten, Privilegiën en Vryheden, welke zy oirdeelen te kunnen en te mogen reclameeren. Offchoon wy niet gewoon zyn, op Addresfen van ongequalificeerde Perfoonen in diergelyke form gedaan zynde, te delibereeren, en daarom ook de voorfchreeven Misfive, zoo als dezelve licht hebiben gefeponeerd, is het ons echter voorgekomen, de zaak zelve van die importantie te zyn, dat wy, :l*ls niets meerder ter harte neemende dan de tranquiiceit van onze Bqndgenooten, en de confervatie F 5 van  §ö Verzanding van Stukken betrekkelyk tot van eens ieders Rechten, ons niet hebben mogea i dispenfeeren van dezelve tot een objeéï van ferieu-, fe deliberatie te maaken, te meer, daar wy, wei» nige dagen naderhand, ook geadieerd zyn door eene i Misfive van de Heeren Gedeputeerden van de Staaten van Utrecht, betrekkelyk tot de verr -gaande gefchillen tusfchen Hooggemelde Heeren Staaten, en de Stad Wyk by Duurltede. Hoe zeer wy van harten beklaagen de ongelukkige omftandigheden waar in de voornoemde Provincie zich bevind, en niets liever wenschten, dan dat 5er een convenabie weg konde gevonden worden, tot volkomen herffelling van de verbroken harmoDie; befchouwen wy echter diergelyke onlusten als pure domtstiek, en wy zouden ons niet gaarne in i dezelve immisfeeren, zoo lang de andere Bo-ndge. cooten ook verkiezen zich daar buiten te houden; maar wanneer wy in aanmerking neemen de naauwe relatie, die van ouds, immers federt de Unie van het jaar 1574 tusfchen de Provinciën van Holland, Zeeland en Utrecht, gefubfifieerd heeft, welke door het accoord van den 9 October 1577, waar op de Burgers van Utrecht zich beroepen, en allermeest door de fatisfa&ie van Utrecht bevestigd is, oirdeelen wy. dat deze zaak, in haaren aart en betrekking, gefchikt is voor een gemeenfchappelyk overleg met U Ed. Groot Mogenden; en het is, om die reden, dat wy alvoorens aan de Gedeputeerden van de Heeren Staaten van Utrecht te antwoor. den, of eene finaale Refolutie te neemen op de zaak door de voornoemde Burgers voorgedraagen, gemeend hebben ons aan U Ed. Groot Mogenden op een vriendnabuurlyke wyze te moeten vervoegen, met verzoek, om geinformeerd te worden, of U Ed. Groot Mogenden intentie hebben, 't zy door het aanbieden van Hoogstderzelver goede officien, mediatie, of op eenige andere wyze, zich de zaaken van de Provincie, Stad of Steden van Utrecht aaa te trekken; terwyl wy, in dien gevalle niet zouden willen oaderlaaten, met U Ed.~ Groot Mo- gen-  de Gebeurtenis/en in 17,87 enz. voorgevallen, ©f genden communicatief te werk te gaan, en mede alles aan te wenden, wat van een Bondgenoot en Nabuur in zoodaanige omftandigheden kan verlangd worden. Waar op wy U Ed. Groot Mogendens Refcripds zullen te gemoet zien; en hier mede, &c. Edele Groot Mogende Heeren! In 't Hof van Zeeland te Middelburg, den 24 Ju. ly 1786. N°. 2375. Extratt uit de Refolutien der Heeren Bur. gemeestercn en Vroedfchap der Stad Utrecht, behelzende Misfives en Advyfen betrekkelyk de Aidresfen door de Burgery op den iojlen Juny etL 2den July aan Hun Wel Ed. Groot Achib. ge° daan. In datis den 25 en 31 July 1780". De Vroedfchap, ingevolge derzelver Refolutie, van den 3den dezer maand, op eene volleedige be. fchryving van den Raad, ook met convocatie vaa die Leden, welke wegens hunDe Commisfien geen fesfie in den Raad hebben, of wegens hunneBuitenCommisflen niet gewoon zyn te compareeren, extraordinair op den ééd des voornoens ten half negen uuren vergaderd. Omme te delibereeren en te refolveeren op het Addres, den aoften Juny laatstleedengeprefenteerd by Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien, Wachtvryen en Uitkoopers, daar by verzoekende, dat de zestien Leden, geëligeerd, om uit te maaken het Coilegie van gequaltficeerde Gecommitteerdens uit de Burgery, in den ééd mogten worden genoomen. Als mede op het Addres, door dezelven ingediend den 3den dezer maand July, contineerende, vol- fens der Gecommitteerden mondeling Declaratoir, 1 de overgifte van voorfz. Addres gedaan, de gevol-  r* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot volgen van des Vroedfchaps dispofitie, genoomen op de Addresf n door voornoemde Gecommitteerden den ïoften en 2Öfien Juny laatstleeden aan de Vroedfchap geprefemeerd. En daar op de twee hier boven gementioneerde Addresfen van den 2often Juny en 3den July laatstleeden geleezen en in overweeginge genoomen zynde , hebben de meeste Ljden van den Raad in gefchrif e, of, wegen» iodispofitie of afwezigheid, verhinderd zynde prefent te zyn , by Misfives hunne fertimenten ingediend, welke alle hier nazynge. infereerd en geteeked met NK j tot 21. Waar by de Heer van Haeften nog gevoegd heeft een conciliatoir voordel, waar mede zich geconformeerd hebben de Heeren Eyk, van Senden, be Ridder en Smissaert, mede hier onder geinfereerd by N°. 19. Uit alle welke ingediende Advyfen confteert, dat zeer verre de meeste Leden van den Raad hebben vermeend, te moeten difficulteeren in het in den ééd neemen van dezestien geëligeerde Leden, om een gequalificeerd Coilegie van Gecommitteerdens uit de Burgery uit te maaken. Als waaromme de Vroedfchap, ca rype deliberatien, om de redenen en advyfen, by de hiervoorengemelde overgelegde fchrifcelyke Advyfen van de groote meerderheid van de Leden van den Raad, geallegueerd en gededuceerd, geoirdeeld en verdaan heeft, aan het verzoek der Gecommitteerdens tot beéédiging van de bovengemelde zestien Leden, om een gequalificeerd Coilegie van Gecommitteerdens uit de Burgery uit te maaken, niet te kunnen of te mogen defereeren, maar hec zelve te moeten afflaan en wyzen van de hand. En heeft de Vroedfchap al verder verdaan, zulks declareerende by dezen, dac de Inleveraaren der Addresfen geheel niet bevoegd zyn, gelyk zy zulks pretendeeren en voorgeeven, by derzelver Addres van den 3den July, om de Leden van de Vroedfchap eigener authoriceit vervallen te verklaaren van hun-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. sf hunnen post, en diens volgens uit den Raad te removeeren, en anderen in hunne plaatfen te ftellen: verklaarende de Vroedfchap daar tegen wel expresi felyk te protesteeren by dezen. Dan gaf de Heer de Ridder tegen deze Conclui fie over, het hier navolgend fchriftelyk Protest, hier ; onder mede geinfereerd, J'ub Nr. in En is hier mede deze fesfie geëindigd, en deze 11 extraordinaire volledige befchryving gecontinueerd Ottot op aanftaanden Maandag den giften July, op fiphet ordinaire uur, omme het genotuleerde van heil: den te refumeeren. — De hier vooren gementio* ilneerde Misfives en fchriftelyke Advyfen zyn deze :-'| navolgende: |N8. 1. Een Misflve van den Heer Oud-Burgemees• I - ter Verbeek. 2. Een MisQve van den Heer Oud-Burgemees! ter van der Dussen , Heer van Denhuifen. 1 3. Advys van den Heer A. H. Eyk. 4. Een fchriftelyk Advys van den H er Bods dens, het welk mede onderteekend is door 1 den Heer Burgemeester Loten en vam Bronckhorst , Oud-Burgemeester van Müsschenbroek en van Beek, Heere van Dykvelt, de Heeren Raaden Wieling, de l JONCHEERE, PeSTERS, Za&L, van EwYK, 1 Nahuys en Odó. i 5. Een Mifive van den Heer van Westrenen. 6. Een fchriftelyk Advys van den Heer va» der Does. 7. Een Misfive van den Heer van Romond. 8. Een fchriftelyk Advys van den Heer van Senden , Smissaert en van Haeften, met byvoeging van een Concept-éêd voor de Gecommitteerden uit de Burgery, waar by zich de Heer Eyk gevoegd heeft 9. Een fchriftelyk Advys van den Hr. Daunis. 10. Een fchriftelyk Advys van den Heer Crayvanger. 11. Een fchriftelyk Advys van den Heer di Rib-  9\ Verzameling van Stukken betrekkelyk tót Ridder, met een annex Protest tegen dut . de genomen Conclufie. N . 12. Een Misfive van den Heer Verschoor. 13- Een fchriftelyk Advys van den HeerFALCic., 14- Een fchriftelyk Advys van de Heer Abbe.. Ma, mede onderteekend door den Heet: IvOY. 15. Een fchriftelyk Advys van den Heer Wóertman, mede onderteekend door den Hees e Voet van Winsen. 16. Een Misfive van den Heer de Leeuw. 17. Een fchriftelyk Advys van den Heer vASi Dielen. 18. Een fchriftelyk Advys van den Heer D. L, Martens. j 19. Een fchriftelyk Voorftel van den Heer van l Haeften. 20. Een fchriftelyk Advys van den Heer T. A. Martens. j si. Een fchriftelyk Advys van de Heeren Bdr-, man en van Dam, En luiden dezelven als volgt. Accordeert met voorfz. Refolutie, In kennisfe van my, j. W. de Rüever. Advyfen der Raaden in de Vroedfchap dezer Stad, over de Addresfen der pjSery van den ioften Jmy en 3den & i. Edele Groot Achtbaars Hekren! De Ondergefchreeven, zonder zich eenig-ins in te laaten over de wyze, waar op men het geprojecteerde Regeerings-Reglement op den avond van den  de Gebeurtenisfen ïn 1787 ««2. voorgevallen, fcjf ftlen ao Maart 1786 heeft zoeken te introduceeren, len door een klein gedeelte der Burgery doen beééfiigen, heden moetende delibereeren over het verdoek, door de Burgery gedaan, om haare Gecom» Smkteerdens, ingevolge het vierde Hoofdftuk vaa idet door hun genoemde nieuw gearresteerde, en tdoor de Burgery op den 2often Maart dezes jaars )eéédigd, Reglement door den Heer eerften Burgemeester te doen in den ééd neemen, betuigt als nog te perfisteeren by deszelfs gedaan Declaratoir, ien 24ften Maart dezes jaaars, in dezer Stads Nolen geinfereerd; en zoude daarom van gedachten Icyn, dat het zelve verzoek voor als nog behoorde e worden gedeclineerd, dewyl 'er zynes bedun:ene geene préparatoire introductie van een nieuw te'geerings- Reglement kan plaats hebben, zoo jang het zelve niet alvoorens op ccne wettige wyze is geïntroduceerd. Utrecht, den 25 July 1780". (was get.) Hendrik Verbeek. . II. Edele Groot Achtbaars Heeren! |i Uit hoofde van myn hooge jaaren en zwakke ligaaamsgefteldheid het my onmooglyk zynde, om in. gevolge Vroedfchaps Refolutie van den 3den dezer popende maand op de extraordinaire Vroedfchaps »olie befchryving van den 2jften dezer te compa. eeren, om te delibereeren over de Addresfen dep often Juny en 3den July dezes jaars door Gecom* litteerdens uit de agt Schutters Compagnien, 'Vachtvryen en Uitkoopers aan U Ed. Groot Achtb. jeprefenteerd, ben ik verplicht, U Ed, Gr. Achtb. y dezen kennis te geeven, dat ik zonder eenigzins 1 te treeden in delelive termen en Declaratoiren, H gemelde Addresfen bevat, my uit hoefde van pyn meermaals geadvyfeerde onbevoegd rekene, om  $6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot om nee verzoeK aoor oecommitteerdens daar byi gedaan, naamelyk het in den ééd neemen van dea zestien Gecommitteerden uit de Burgery, te accor-j deeren, als ftrydig zynde met myn ééd op het Re- J geerings-Reglement van 1674 gedaan, en dierhalf ven het zelve declineere en wyze van de hand. Verzoekende deze Misfive ter myner decharge in3 Vroedfchaps Notulen mag worden geinfereerd. Waar mede de eere hebbe te blyven met alle ach-, ting. Edele Groot Achtbaar e Heeren! U Ed. Groot Achtb. onderdaanige»! Dienaar, (was get.) A. J. v. d. Dussen. Den 25 July 1786". III. Edele Groot Achtbaare Heeren t Het is U Ed. Groot Achtb. bekend, dat ik tegen i de volle befchryving geweest ben, als begrypeade, 1 dat het niet noodig was, nader te delibereeren overrj het in den ééd neemen van 't Coilegie van Gecora- i mitteerdens uit de Burgery; dan my nogtnaals móe-j tende uiten, ftemme ik als nu te gereeder in hetf verzoek, ten dien einde door de Burgery gedaan :a en zoo de meerderheid het anders mogte begry- \\ pen, waar van ik het tegendeel ben hoopende, als di my flatteerende, dat deze volle befchryvinge meS die goede intentie van de meerderheid der Raaden l bepaaldelyk gedaan mogt zyn, om aan de Burgery f blyken te willen geeven, dat haar billyk verzoek, den geheelen Raad behaagende, ook door alle de : 1 Leden, ten minften het grootfte gedeelte van de sl Vroedfchap, ten genoegen van de Burgery zal af. | gedaan, en de beéédiging toegedaan worden. In. I dien de Burgery het wezentlyk ongelyk aangedaan l word, 11  üe Gebeurïemsféh ïh 1787 enz. voorgevallen. D7 >word, en men het effect, van dit rechemaatig ver: zoek aan haar blyft weigeren, of door een ofanI der onvoldoenend uitftel, of dilay, tot geen genoeglyke afdoening (zittens deze Vergadering) komt, acht ik my verplicht te declareeren, van nu af aan, niet se willen inftaan voor alle de gevolgen, idie daar uit zouden kunnen, en natuurlykmoeten (voortkomen, (aangezien de Burgery, vooral ingevolge het gedeclareerde by het laatfte Addres of iManifest, zich niet kan laaten befpotten.) En wel jene, het zy vroeg of laat, dat daar uit kan voortyloeijen.Utrecht, den 25 July 1786. (was get.) A. H. Eyk, IV. Edele Groot Achtbaare Heeren !* Wanneer ik my rappellèere al het gene in déze Vergadering is verhandeld, en de menigvuldige ob:e£ten die van tyd tot tyd* federt het publiceerén XXXI. Deel. G vaa  08 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van des Vroedfchaps Refolutiè van den 13 Aptil 1784, concerneerende de opgaave van alle zoodaa- . nige wettige bezwaaren, als dezer Stads Burgeren 1 en Inwoonders zouden vermeenen te hebben, de; deliberatien van dezen Raad, betrekkelyk de daar' uit ontftaane gevolgen uitgemaakt hebben, zoude: ik waarlyk volgens overtuiging van myn geweeteni gelooven moeten aan eer, ééd en plicht die ik als; Regent aan Stad en Burgery fchuldig ben ten hoog- ■ ften te kort te doen , zoo ik voor U Ed. Groot: Achtb. zoude willen verbergen myne uiterfte furpri-fe over het laatfte ingeleverde Addres, en opge-. volgd Manifest, gelyk men hetzelve heeft gelieven 1 te noemen: zoo dat een en ander refpeöivelyk op 1 den naam van Gecommitteerdens uit de agt Burger-• Compagnien van wegens Schutters, Wachtvryen! en Uitkoopers, te famen uitmaakende de Stemge-. rechtigden uit de Burgery, ter Vroedfchaps Vergadering van den 2often Juny en 3den July laatstlee- • den ingediend, en thands het onderwerp vau de: overweegingen dezer extraordinaire volle befchry- ■ ving zullen moeten uitmaaken. Al gewoon zynde aan den ftyl, waar van fints ee- • nen geruimen tyd, Geconflitueerdens en Gecom- ■ mitteerdens uit den naam van derzelver Conftituan- • ten en Committenten gewoon zyn, zich, by hun-■ lieder voordraagingen aan den Raad dezer Stad als Reprefentanten van hunlieder Principaalen, te be-• dienen, zal ik my niet ophouden met de uiterlyke i forme waar mede het aan voorengemelde Gecommitteerdens goedgedacht heeft aan dezen Raad een peremptoiren tyd en wel van vier weeken, voor te 1 draagen, binnen welke de Burgery begeert en infteert, dat de beéédiging van de door hen genomineerde en geëligeerde zestien Leden, om uit te maaken het gequalificeerd Coilegie van Gecommitteerdens uit de Burgerye, daadelyk gefchieden, en dit alles onder zoodaanige comminatoire Declaratoiren als daar by al verders gevonden worden, en aan U Ed. Groot Achtb. te over bekend, mitsgaders in de No-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. Notulen van de Vroedfchap breeder te leezen zyh J dan my, ter justificatie van myne zoo even gedeclareerde furprife over dit gehouden gedrag, eeniglyk borneeren, tot het onderzoek van de wettelykheid van de gronden, waar op men van de zyde van de geheele ftemdraagende Burgery, immers uit derzelver naame fustineert bevoegd te zyn, om, ia de eerfie plaatfe te begeeren en te infteeren, dat de beéédiging van de door hen verkoren zestien Leden om uit te maaken het gequalificeerd Coilegie van Gecommitteerdens uit de Burgerye, daadelyk door deze Vroedfchap gefchiede, en dat wel binnen vier weeken, na het inleveren van het daar toe dienend Manifest; en dan, in de tweede plaatfe, mee wat recht, men zich van de zyde van Gecommit.teerdens, de Burgery dezer Stad de qualificatie zoude kunnen toekennen, om, in cas van weigering ofte dilay, zich niet alleen te kunnen ftellen in het daadelyk bezit en genot, van het Reglement waar op door de .Burgerye den 2often Maart laatstleeden in handen van de Heeren de Ridder, Smissaert en van Haeften, benevens den Secretaris I Falck, als daar toe by ü Ed. Groot Achtb. gecommitteerd den ééd afgelegd zoude zyn, maat ook om alie Regenten, die tot hec daadelyk doen beéédigen van evengemelde zestien Leden binnen den voorfz. tyd zouden mogen denken te moeten difficuiteeren, te mogen houden als van de Regeering en posten vervallen te zyn, ten efFecle alè breeder by het ingeleverd zoogenaamd Manifest. Ik zal echter in dit onderzoek trachten kort te : zyn, en daarom my voornaamlyk bepaalen, omi trent het gene, 't welk van de zyde van Gecom1 mitteerdens uit de agt Burger-Compagnien, buiten ; controverfie gefteld word, in faclo gebeurd te zyn, i en in diervoegen den principaalen grond van alle 1 de zoo evengemelde vorderingen en daar aan gean! nexeerde comminatien, in cas van Weigering of diI lay, als natuurlyke gevolgen dier gebeurtenisfen uitmaakt: hoe zeer hec zelve, zoo ik my niet beG 2 drie*  loo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot driege, in allen opzichten ten uiterften is abuflve 5 en erroneus. Ik heb, naamlyk gedacht, dat, in., dien ik my in ftaat zoude meenen te bevinden, hete abuilve en erroneufe dier in faCto gelegde gronden,, te doen zien, ik, ter goedmaaking van myn be-. vreemding over de ten dezen gemaakte Addresfen,, Beveelen en Declaratoiren befchouwt met derzelver! gevolgen, my zoude kunnen dispenfeeren, om de< attentie van U Edele Groot Achtb. op te houden, met een vertoon, hoe zeer het erigeeren van eem zoodaanig gequalificeerd Coilegie van Gecomi mitteerdens uit de Burgerye, als nimmer eenigef grond kunnende vinden, in het gene men vani de zyde der Burgerye, zoude kunnen begrypem te moeten dienen, ter wegneeming van eenige, wettige bezwaaren , overeenkomjlig Stads Rechten 4 (tot welkers opgave zy nogthands alleen by de Publicatie van de Vroedfchap op den 17 April 1784, als een eenig gevolg van het gerefolveer-f de by de Staats - Commisfie van negen Heeren 4 ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden op den 25ften February bevoorens gedecerneerd, om te onderzoeken en Hun Ed. Mogenden te advifeerenj welke middelen zouden behooren by de hand genoj men te worden, om met wegneeming van allewettü ge bezwaaren der Ingezetenen, de harmonie en goe< de orde binnen deze Provincie en onder derzelvetj Ingezetenen te herftellen en te conferveeren, opi geroepen waren) niet alleen ten eenemaale evageen de buiten het oogmerk van de gedaane oproeping ; als die, zekerlyk, noch naar derzelver oogmerk geenszins geftrekt heeft, of heeft kunnen ftrekkenp om door de Burgerye eene nieuwe orde, concer neerende het beleid der Stads Regiering aan de Ma< giftraat te doen voordraagen; maar ook hoe zeei de natuur der zaake niet toelaat, om, zoo lange ah de bezwoorenc Conftitutie van Regeering, zoo dia in den jaare 1747 is gereintroduceerd, in den jaare 1766 gecoLfirmeerd, en federt te meermaalen gedei clareerd tot nog toe in viridi obfervantia by alle Re^ genfl  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, lot ! genten bionen deze Provincie te moeten worden Igemaintmeerd , te kunnen procedeeren tot het daaIdelyk mtroduceeren van eene zoo notabelenieuwigiheid in het beleid van dezer Stads Regeering, en. iten eenemaale onbeftaanbaar met de tegenswoordige Conititutie. En derhal ven dan ook, hoe weinig het in de e-.rjle plaatfe te pasfe komt, dat men niet onduidelyk meermaalen de Magiftraat, van kwaade. itrouw en verkeerd gedrag jegens derzelver Burge|rye, heeft zien en hooren befchuldigen ter zaake die voor als nog niet hadden kunnen goedvinden, fpeciaal ook, het gerequireerd Coilegie van gequaiificeerde Gecommitteerdens uit de Burgerye, daadelyk tot ftand te brengen, als ftrekte het zelve ter illufie van de gedaane oproeping tot het inleveren van der Burgeren wettige bezwaaren , overeenkomftig Stads Rechten. En, in de tweede plaatfe, dat, zoo men van de zyde van Geconftitueerdens. 3n Gecommitteerdens uit de agt Burger-Schutters Lompagnien zich daar toe een meerder «echt zou. de denken toe te mogen kennen , ter z^ake van het iiienaangaande provifloneel geapplaneerd ConceptReglement, daar uit voor dezeJven, even weinig ils uit het inleveren van der Burgeren bezwaaren, ïn daar by gevoegde vorderingen tot het introdu:eeren van een beftendig Coilegie van Gequalificeerlens uit de Burgerye, immers ten effefte tot het hands daadelyk in den ééd neemen , en dus daadeyke introductie van zoodaanige Gequalificeerdens :e deduceeren zouden zyn. Maar het tegendeel uic ïl het gene daar toe eenigzins relatief zoo ver ik veete, in deze Stads Notulen gevonden word, ten claarften zoude komen te confteeren. Ik zoude tïd. Groot Achtb. Heeren hier van meerder kunnen ".eggen, en ten mynen opzichte, mitsgaders van rerfcheidene Mede-Leden dezes Raads, zich in lezen met my in gelyke omftandigheden bevindende, iaar nog kunnen by voegen, dat, zoo als het gejoegzaam generaalyk by den Raad ten allen tyden iegreepen isj dat, zoo lange als het prefent fubfi. G 3 ft.ee*  jfofc Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fteerend Regeerings-Reglement, zoo dat in den jaa«; re 1747 is gereïotroduceerd, niet op eene wettely^ ke wyze was vernietigd, 'er geene daadelyke vew andering in de Conftitutie van dezer Stads Regeea ring, even weinig als met relatie tot het beleid op; de ProVinciaaJe Regeering, konde werden gemaaktebet zelve, op eene finguliere wyze, te meer geM den moest, in reguard van alle zoodaanige Raaden:i die van den beginne af aan, dat by dezen Raad <* yer de ingekomene bezwaaren der Burgerye ftondd te worden gedelibereerd, ten plechtigften gedeclai reerd hebbende, het ftrydig met derzelver ééd ec plicht aan te merken, zich in de voorfz. delibera; tien in te laaten, en alzulks daar aan dan ook geeE deel gehad hebben. Met dat zoo ik my derhalven verbeelde zeer na; tuurlyk gevolg, dat al was het dan ook al eens waar r dat de Burgery zich met eenig recht konde beklaai gen, ter zaake aan hen wierd gedilayeerd het daa; delyk in train brengen van het hier voorengemeldd gereguleerd, geapplaneerd en gearrefteerd Regee< ïings-Reglement, zoodaanig een beklag geen dd minfte grond zoude hebben, tegens alle zulks Raaden, die aan het reguleeren, applaneeren et arrefteeren van zoodaanig een Reglement, nimmer eenig deel gehad maar het zelve altoos befcho'uwp1 hebben, als eene zaak, waar in zy ééd en plichts balven niet konden medewerken. Dan ik zal mylj thands daar op niet verder uitlaaten ; eensdeels, oirai dat zoo als ik gezegd hebbe, dit alles loopen zouddji buiten het beftek, dat ik my in dezen voorgefteldll hebbe; anderdeels, om dat ik gezien hebbe, dail men aan de zyde van de Burgery, derzelver prea fente handelingen thands voornaamelyk tracht te fundeeren, op zekere Refolutie die by dezen Raaé| in dato den 20 December 1785, ter inftantie va™ de Burgery genoomen zoude zyn, en waar by aarMI de Burgery het daadelyk in train brengen van heaj yoorengemelde gereguleerde en applaneerde Re-I clement, immers voor zoo verre daar na de beftellingji deq  de Geheurtenisfeh in 1787 enz. voorgevallen. 103 «dezer Stads Regeering, zoude wezen toegezegd; mitsgaders al verder op al het gene daar op gevolgd was, en wel fpeciaal het voorgevallene op den 2often Maart jongstleeden, weshalven ik dan ook (en dit al weder met postpofitie van onderzoek, in hoe verre dit alles refpectivelyk zich al eens zoodaanig wettig toegedraagen hebbende, als men van de zyde van Gecommitteerdens uit de agt Burger Compagnien buiten alle bedenkelykheid tracht te treilen, valabel beloofd en tocftand gebracht zoude nebben mogen worden, als waar toe ik denke dat de Negative zoo zeer ten klaarden manifesteerd» dat daar over als dan noch geene bedenkelykheid zonde kunnen vallen, inzonderheid niet aangenerkt de forme en wyze ook waar op het reguleeren, applaneeren en arrefteeren, van het provifioaeel Reglement gefchied is , en waar buiten de 3urgery zich uit dien hoofde geen recht ter verdee introductie ooit zoude hebben kunnen toekennen) ny ten dien opzichte alleen zal borneeren in hec nagaan van de waare omftandigheden, die de voorchreeven Refolutie van den 20 December 178?, m het verhandelde by den Raad op den 2often Staart laatstleeden verzelt hebben, ten einde daar rit naar myn begrip ten klaarften te doen zien, dat k my niet bedroogen hebbe, toen ik hier vooren :eide: dat men zich aan de zyde van Gecommitieerdens uit naame van derzelver Committenten ten joogst abufeerde, als men het in fako voorzeker rield, dat aan de Burgery op den 20 December 1785 jet introduceeren provifioneel van het geapplaneerd ;n gereguleerd Stads Regeerings-Reglement wettig :oude wezen geconfirmeerd. My zoude ten dien jpzichte Ed. Groot Achtb. Heeren een ruim veld 5pen ftaan, zoo ik met betrekking tot het gebeurie op den 20 December 1785, my thands wilde >phouden met aan U Ed. Groot Achtb. (die ik verrouwe dat nevens my dien dag en het gene daar >p gebeurd en voorgevallen is, niet licht uit het 'eheugen zal gaan) voor te draagen, hoe en op wat G 4 wy-  104 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot v/yze de toenmaals genoomene Refolutie des ques-1 tie in de wereld gekomen is. Maar dit voorby. j gaande, om zoo het mooglyk was, het gebeurded van dien dag in vergetelheid te ftellen; zal ik orn,a te doen zien, dat die zoogenaamde Refolutie vans de zyde van den Raad nooit befchouwd kan wordenq als een valabele en wettig genoomene Refolutie,! die de Raad zoude kunnen qualificeeren ofte dea Burgery authorifeeren, tot hec gene thands vanwe-j gens Gecommitteerdens aan den Raad op den 2oftetf» Juny gevergt is geworden, en 'c federc aangedron-ij gen, my alleen beroepen op de Refolutie van de-ij zen Raad van den 6den Maart laatstleeden, waari by U Ed. Groot Achtb. gedeclareerd en aan dea Burgery by Publicatie kennis hebben doen geeven i ,, dat zy de laatfte gepubliceerde Vroedfchaps Re-: ,, folutie op den 20ften December des voorleedenn „ jaars als niet vrywillig, maar wegens de doen* ,, maalige omftandigheden en fituatie van zaakem genoomen, confidereeren en houden voor infor-r „ meel, krachteloos en van onwaarde, met verder; Declaratoir, dat zy zich buiten ftaat bevindeni en onbevoegd rekenen,• om zich zelve buitepi ,, concurrentie der Heeren Staaten dezer Provinciei „ te ontflaan uit den ééd op het Reglement varti w Regeering dezer Provincie plechtig gedaan en af-r „ gelegd, en om die reden ook niet voorneemensl ,, zyn, gelyk zulks ook van hun naar recht en bil4 „ lykheid niet kan geveret worden , om op denl 2pften dezer maand Maart eenen anderen éódi ,, dezelve contrarieerende te prsfteeren." En welke Publicatie t'federt nooit is gealtereerd, mitsgaders dan ook alsulks als noch verftaan moec worden te'fubfifteeren, ten dien effeéte dat daar; ïnede aan de afgeperfte Refolutie van den 20 De-: cember 1785, te vcoren geen de minfte realiteiti kan worden toegekent. En (zoo dat alles Ed. Gr.' Achtb. Heeren, niet voldoende was tot vertoom: van de allezints notoire informaliteit waar aan dei: Refolutie vaa den 20 December 178J, pok in alle  de Gebeurtenisfsn in 1787 enz. voorgevallen. 105 opzichte laboreerde) verder de vryheid neeme ü Ed. Groot Achtb. onder het oog te brengen, dat vermits die pretenfe Refolutie in derzelver oogmerk en einde niet andefs zoude kunnen befchouwd worden; als in de eerste plaatfe, direftelyk tendeerende tot renverfement van een wettig fubfifteerend Reglement van Regeering; en in de tweede plaatfe, als ingericht om eene Refolutie op eene volle befchryving genoomen, waar by het arrefteeren, finaal refolveeren en in train brengen, van het toenmaalig ontwerp van een provifioneel Reglement, ter nadere deliberatie was gereferveerd, te alteree. ren en te contrarieeren, het in die beide opzichten alle goede orde van Regeering ten hoogfte chocqueeren zoude, zoo men zoude willen (taande houden , dat daar toe wettelyk zoude hebben kunnen worden geprocedeerd anders dan op eene nadere extraordinaris volle befchryving ten dien fpeciaalen einde aangelegd, en die nogthands op den 20 December 1785, geene plaatfe heeft gehad. En het welk dan ook, zoo ik vertrouwe buiten Contradictie zal moeten ftellen, dat al was het dan al wederom ook eens zoodaanig in JaSto met de zaak gelegen, dat al het gene, invoegen voorfchreeven mformeellykopdenao December 1785, was beraamd, gearrefteerd en aan de Burgery ftrydig met den ééd, waar onder de refpective Leden van de Vroedfchap :ten allen tyden en noch laatftelyk op den 12 October 178J, gedeclareerd hadden zich te bevinden» toegezegd, byde Refolutie van den 20 Maart 1786 mader was geconfirmeerd, zoodaanig Confirmatoir, linzonderheid niet daar het zelve laboreerde aan dezelve informaliteit als de pretens genoomene Refolutie van den 20 December 1785, en door eene nadere Refolutie van den 6 Maart 1786 buiten alle gevolg en effect gehouden, niet konde fuppleeren iaan de defecten van eene Refolutie, die uit zich izeiven nullo modo eenige exiftende verftaan konde i worden ooit gehad te hebben. * * G J Maat  ïofj Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot Maar Ed. Groot Achtb. Heeren dit alles, hoe » decifoir naar myn oirdeel ook eens vooreen oogen- . blik ter zyde gefteld, wat is 'er toch op den aoftert' l Maart laatstleeden in faSto gebeurd, dat de zoogë- . naamde wéttelyke confirmatie van het gerefolveer- . de op den 20 December 1786, zoude moeten uit- . maaken i Hoe lange ook de deliberatien van den t Kaad op dien dag gehouden, en van hoedaanige fa-, tigante omftandigheden, die zoo wel tenrefpeai-. Ve van den Raad, als van de Schuttery verzelt mo- • gen zyn geweest, nimmer is daar gerefolveerd of: gearrefteerd: dat de Refolutie van den Raad op den't 20 December 1785 aan den Raad afgeperst, en uit: dien hoofde by Refolutie en Publicatie van den 1 6-den Maart buiten effect gefteld, daadelyk zoude i worden ten effecte gebracht, of als noch naar der- i zeiver forme en inhoud geratificeerd. De Vroedfchap was ten dien einde niet gelaaden, , veel min om een werk van zoodaanig gewicht en gevolg wettelyk te kunnen verrichten, behoorlyk : ïa voorgaande befchryving gelaaden, en zoude ook : naar de omftandigheden waarin de zaaken zich toen- I maals bevonden, niet hebben kunnen worden selaaden. 8 De Burgery was ten dien einde ook niet opgeroepen, offchoon het waar is, dat men van de tegenwoordigheid des Raads, van wegens de vergaderde Schuttery, zoo verre die zich als toen op hunlieder refpective loopplaatfen, ter voorkoming van alle desorders, die te dier tyd fcheenen sevreest te kunnen worden, het gebruik heeft kunnen goedvinden te maaken om aan dezelve te propo. Heeren, van zich hoofd voor hoofd te willendeclareeren, in hoe verre zy het zoogenaamd gereguleerde en met Geconftitueerdens en Gecommitteerdens geapplaneerde en provifioneel gearrefteerd nieuw Stads Regeerings-Reglement al of niet zouden willen beéédigen, en daar toe iterative inftantien op onderfcheidene wyze te doerjj maar nogthands I  de Gebsutiitösjsn in 1787 enz. voorgevallen. 107 fcthands met geen ander gevolg Ed. Groot Achtb. [Heeren, dan dat ter dier tyd niemand van de Raaden gevonden is, dié van zich heeft kunnen verkrygen iorfl den ééd, op het zoogenaamde geapplaneerde pnïeuw Stads Regecrings-Regieraent daadelyk af te feleggen, of erkend heeft, dat het zelve van de zyde lües Raads konde worden geintroduceerd, zoolange ide Leden des Raads zich niet anders befchouweft Ikonden, dan als in Conformité van het Reglement !,van den jaare 1674, derzelver refpective posten van Magiftrature te bekleeden. Dit nu zoo zynde, komt het my Ed. Gr. Achtb. Heeren met relatie tot de gedaane vorderingen en inftantien der Gecommitteerdens uit de agt Burger Compagnien thands het onderwerp van de delibeffatien van de Vroedfchap uitmaakende, als van weijqig belang voor, zoo al op dienzelven 20 Maart ri.786", van wegens de toenmaal vergaderde Leden jdes Raads eene Commisfie op de Heeren de RidIder, Smissaert en van Haeften, benevens den Secretaris Falck, gedecerneerd zoude zyn, ten Sne de als toen op de Neude vergaderde Schuttery Ie voldoen, op derzelver begeerte en yverige intltantien, den ééd op het hier voorens meermaal gemelde provifioneel gerefolveerd en geapplaneerd Plan van Regeerings-Reglement, hunnerzyds te doen beéédigen. Want om nu niet intetreeden, en wel eerjlelyk ten refpeéte van den Raad, hoe het zich omtrent het decerneeren dier Commisfie ter dier tyd alhiet dn den Raad heeft toegedraagen, als wien aangaande de Heeren Raaden , die dezelve bygewoond hebben, noch in verre na nieteens zyn, uitwyzens de refpective aantec-keningen deswegens in de Vroedfchaps Notulen gedaan infereeren, en het (gene ik ook te minder noodig oirdeele, om dat al was het ook eens zoo3 dat aan de wettelyke forme van die Refolutie al eens niet anders ontbrak, dan Idat de toenmaals vergaderde Raad, onbevoegd was zoodaanig een Commisfie te decerneeren, veelmin niet  io8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot niet met een getal vao vyf Raaden, of zoo ik laats* gfclDD 5 dat men fus«Deert, met een getal vani elr Raaden, die tot het decerneeren dier Commisfie! hunne Rem gegeeven zouden hehben, het zelve teni dezen volkomen genoeg zoude moeten zyn: ent zonder in de tweede plaatfe ten refpeüe van de Bur< gery al mede alhier te willen onderzoeken, in hoev verre die gezegt zoude kunnen worden, wettelykl en in orde ter dier dage vergaderd te zyn geweest,] om hunne zyds het nieuw Regeerings-Reglementii voor zich en alle derzelver Mede-Burgeren dent eêd aan te neemen en te bekrachtigen, fchoon hieri op al mede denkelyk noch veel aan te merken zouJ de zyn. Wat is 'er meer overeenkom (tig aan del eerste denkbeelden van recht en billykheid, dani dat niemand uit deszelfs eigene daaden en handelin-il gen eenig recht op en tegens een ander, die daarl in tot dien einde niet heeft toegeftemd, verkrygenï kan; en derhalven dan ook, dat al eens toegeftaani zynde, dat door het gene in den avond van den zoi Maart 1786, binnen deze Stad op de Neude, metï relatie tot het beéédigen van het geapplaneerd Re4 geerings-Reglement door de daar toenmaal verga-l derde Schuttery voorgevallen is, ten opzichte vanil de fJurgery voldaan geworden was aan het gene,] hunne zyds tot het daadelyk introduceeren van voor- 4 ichreeven nieuw Stads Regeerings-Reglement ver-i eischt werd, zulks immers in allen gevallen als dam noch niet zoude kunnen uitwerken, om daar uif met relatien tot de Magiftraat, die het zelve nier alleen pog niet hadden btéédigd, maar integendeel 1' daar toe verklaart hadden, voor als nog door fo- J lemneele eéde tot het contrarie verbonden te zyn , met eenige fchyn van billykheid te kunnen vorde* ren, hunnerzyds mede te werken, tot het daadelyk daar ftellen van zaaken, die zoo lange het nieuw Regeerings-Reglement niet in train was gebracht, noch wezen konde erlangen of eenige fchyn van wet? telykheid konde verkrygen. Ik vlei my, Ed. Groot Achtb. HeerenJ dat dit -  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, tos) i alles te faamen en elk van dien in het byzonder, ge* [Eoég zal moeten zyn, om voldoende reden te kimmen geeven van myne furprife, met relatie tot de i geëntameerde Proceduuren van de zyde van Gecom1 micteerdens uit. de agt Burger Compagnien den taoflen Juny en den 3den July dezes jaars, zoo by ïderzelver ingeleverd Addres als zoogenaamd Manitfest jegens de Magiftraat dezer Stad gehouden; iook dan wanneer ik het een en ander alleen zoude willen beoirdeelen, volgens het gene in faÜo van idie zyde onderfteld word gebeurd te zyn, en voor izoo verre ik dit alles gemeend hebbe niet anders ;te kunnen en moeten befchouwen als erroneus, en van de waare gefchaapenheid dier gebeurtenis jigeheel en al devieerende. En het is ook op dien ligrond dat ik denke voor het overige ook niet [noodig te hebben, my zelve en de attentie van U Ed. Groot Achtb. op te houden, met na te gaan, lin hoe verre by de benoeming van de zestien Perifoonen om uit te maaken het Coilegie van gequali» ficeerde Gecommitteerdens uit de Burgery, zoo dat op den roden Juny dezes jaars, gefchied zoude zyn, al of niet geobferveerd zyn alle de vereisen* tens die daar toe gerequireerd zouden werden, immers ik weet niet dat daar van tot nog aan de Vroedfchap gebleeken is, hoe zeer het nogthands van zelfs fpreekt, dat alle andere Confideratien aan derzelver plaatfegelaaten wordende, daarvan voldoende aan de Vroedfchap zoude dienen gebleeken te jzyn, alvoorens men dezelve door het in den ééd neemen als zoodaanig zoude kunnen erkennen , vooral aangemerkt het gene daar van by het publiek kennelyk geworden is, ten dezen opzichte als niet genoeg voldoende fchynt befchouwd te kunnen worden. Het is dan om deze reden, dat. ik met betrekking tot het Addres van den 20 Juny 1786 moet declareeren: niet alleen niet te kunnen inftemmen in het verzoek daar by op den naam van Gecommitteerdens van de agt Burger Compagnien gedaan, maar ook  tto Verzameling van Stukken betrekkelyk m ook my daar toe ééd-, ambt- en plichtshalven ork bevoegd te kennen, even als ik my op den 26 May 1785, by den aanvang derdeliberatien van den Raad* over de toenmaals ingeleverde bezwaaren, my tejE zaake van mynen ééd gedeclareerd hebbe, onbe* voegt te kennen, die deliberatien, zoo verre diai Zouden kunnen dienen tot het altereeren van hefi bezwoorene Regeerings-Reglement, te !vunnen byyf woonen. Hoe zeer ik ook anders wel kan declaJ reeren, zoo zeer als iemant van myne Mede-Raaa den, genegen te zyn, om aan alles, wat behoudend Stads Rechten en welvaart der Burgery, aan deBuri gery, ook met relatie tot het Stads Regeeringsbed lte), wettelyk en conftitutioneel zoude kunnen wow den geaccordeerd, en met mynen hier vooren gei melden ééd niet ftrydig is, of hier namaals daar me.| de min ftrydig bepirdeeld zoude kunnen wordeni zoo veel mooglyk te gemoet te komen. En derhalven dan ook van advys zoude zyn, dafi op het gemelde ingeleverd Addres van den 2ofteE Juny laatstleeden, behoorde te worden geappoinoi teerd: dat in het verzoek daar by gedaan niet kond& worden getreeden. En belangende den inhoude van het ingeleverd Manifest, en de refpective Declaratoiren daar bv gedaan, ik zal daar op Ed. Groot Achtb. Heeren af. leen maar zeggen, dat die zelve ééd, die my vew plicht de wettelyke bezwoorene Conftitutie vac Regeering, zoo die thands nog fubfifteerd op alleN lei wyze te helpen maintineeren, my ook teffens; verplicht de post van Magiftratuure, zoo my die op den 12 October 1785 wettelyk is toevertrouwd met alle gevolgen van dien, te moeten en blyven waarneemen, zonder dat ik ooit zoude kunnen ac«: quiefceeren aan het gedeclareerde by het ingelee^ verd Manifest van Gecommitteerdens uit de agt Burger Compagnien i ofte ietwes kunnen ofte mo-i gen defereeren, daar by aan de bedreigde Remo-i tie van alle zoodaanige Regenten als.na verloop vani vier weeken na het inleeveren yan meergemelde! Ma-t  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen» 111 Manifest, de beëediging van de zestien verkoorene Secommitteerdens zoude willen delaijeeren ofte tet;en gaan. Verklaarende integendeel, dat zoo men >n verhoopt op den naam van de Burgery ten dien ::ftedte ietwes met de daad zoude willen onderneeEnen te werk te ftellen, tegens het zelve met alle gevolgen en aankleeven van dien, voor dan als nu, ;n nu als dan in de beste forme te protesteeren, on!er fpeciaal Declaratoir van het zelve te zullen houien en blyven houden, voor daadelyke actens van nconftitutioneel geweld, zonder daar aan ooit ietzes wettelyks te zullen kunnen toekennen. ! Dan vermits ik voor mygeloove verplicht te zyn, ioo lange als ik de eere hebben zal de post van Raad p eene wettelyke en conftitutioneele wyze te beleeden, de Rechten van Stad en Burgery, en die iede in de ongefchondene confervatie van de autoriteit van derzelver Magiftraat gelegen is, te elpen handhaaven, en waar aan ik begrypedatmerlelyk te kort gefchooten zoude worden, zoo men iet deede blyken, dat de Raad immers in het berip zoude kunnen vallen, als of het aan de genen it de Burgery, welke de Inleveraars en Onderteeenaars van het meergemelde zoogenaamd Mani:st, geauthorifeerd zoude moge hebben , (wier etal en naamen onbekent zyn) vry zoude ftaan, eh Raad dezer Stad het zy geheel of gedeeltelyk an hunlieder posten en Magiftraatsbedieningen, 'lafaclite priveeren, en daadelyk anderen in hunje plaatfen even onwettig aan te ftellen, en daar ae door derzelver Gecommitteerdens zoodaanige nnkondiging, als in dezen gefchied is, te laaten oeD ; meen ik my in de noodzaaklykheid te bevinpn , om aan U Ed. Groot Achtb. te proponeeren, jf niet zouden gelieven goed te vinden om het meerfsrnelde Manifest, zonder eenige dispofitie aan de nderteekenaars en Inleeveraars uit te geeven. Ia elk geval ik mede van dat advys zoude zyn. En ten einde van dit myn geadvyfeerde, en geaan Protest en Declaratoir ten allen tyden zoude kun-  412 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kunnen blyken, verzoeke ik het zelve in deze] Stads Notulen mag worden geinfereerd. Th. Ad. Boddens. T. A. Zaal. CC v. Ewyck. R. H. Nahuis. De Ondergeteekenden zoo verre dezelve prefento zyn geweest, en uit de Notulen komt te confteei ren, conformeeren zich met voorenftaande Advys'j J. W. v. Mosschenbrokk. A. Lot ten. T. A. Joncheere. J. F. V Beek. W. N. Pesters. C. BI Wieling. Conformeeren de Ondergeteekenden zich met d< Conclufie, en 't gene na den ia O&ober 1785 daÉ in gefteld is geworden. A. v. Bronckhorst. J. F. Oüê Utrecht, den aj July 1786. V. Edele Groot Achtbaare Heeren! • •\-:"''t| Myne CommisGe alhier, my niet permitteerendi in de extraotdinaris volle befchryving tegen aan ftaande dingsdag, den 25ften dezer te kunnen corri pareeren, ten fine om als dan over de ingediend< Addresfen mede te delibereeren en refolveereni zoo vinde my verplicht, aan U Ed. Groot Achtt te moeten declareeren, dat met inhaefie van 't ge, ne bevoorens op dergelyke materie meermaalen hek gedeclareerd, en.in Stads Notulen geinfereerd, ah nog moet blyven difficulteeren in 't gene by de re •fpe&ive Addresfen is verzogt, alzoo ik fteeds vat begrip blyf, niet te kunnen concurreeren tot vasts ftelling of alteratie van eenig Reglement op de Re geering, zoo lang het oude op eene conftitutioneé  de (Mëurtehhfen in 17 87 enz. voor gevallen. it| ie wyze niet '5s ingetrokken of gealtereerd, zulks naar myn oirdeel geen Regent zonder zoodaanige alteratie,bevoegt is, het tegenwoordige Reglement op de Regeering, welks handhaaving hy by 'èèiéf heeft belooft, te veranderen en deswegens andere fchikkingen te introduceeren. Waar mede, na Gops dierbaarlte zegeningen ver U Ed. Groot Achtb. Perfoonen en aanziienlyke Vergadering afgefmeekc, en my in Hoogstderzelver protectie en vriendfchap te hebben aanbevooïen, my noeme met de uiterfte hoogachting. Edele Groot Achtbaare Heeren! U Ed. Groot Achtb. onderdaanigëA Dienaar en Mede-Raad. (was get j J. J. van Wëstrenen» sHage, den 23 July 1786. vii Edele Groot Achtbaare Heeren! Hoe zeer ik in deze moeijelyke tyden ter bevor? dering van de publyke rust het 'er op toe gelegd hebbe, om met ter zydeftelling van myne byzondere begrippen, aan den wil en begeerte van een notabel gedeelte der Burgery en Schuttery te voldoen, zoo verre naamelyk ik my zulks geoirloofd reekende, en uit die principes ook bereid zoude zyn myne toeftemming te geeven, dat het Coilegie van Gecommitteerden conform het Addres desaangaande door de Vroedfchap wierde in den ééd genoomen, zoo is en blyft het nogthands myn onveranderlyk fystéma, dat ik my zoude moeten veroirdeelen wegens het begaan van meinééd, ingevalle ik van het Regeerings-Reglement op die wyze,\al? het zelve Op den i 'den October laatstleeden nog door my is bezwooren, kwame af te gaan, door XXXI. Deel; ' H zbri-  H4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zonder daar van alvoorens wettig ontflagen te zyn, na een ander Reglement te handelen. Om welke volwichtige reden ik my in gemoede verplicht vinin dezen te moeten difficulteeren, gelyk ik ook het minste aandeel niet hebbe in den ééd, welken veelen uic de Burgery en Schuttery op den avond vao den 2often Maart dezes jaars hebben gelieven te prajstseeren. Hebbe de eer met alle eerbied te zyn. Edele Groot Achtbaare Heeren! U Ed. Groot'Achtb. onderdaanigen en genoorzaamen Dienaar, (was gef.) A. v. Romondt. Den 2j July 1786. VII. Edele Groot Achtbaare Heeren! In overweeging genoomen hebbende het poicct, derextraordinaris volle befchryvinge, tendeerende om te delibereeren en refolveeren op zeker Addres, den 2often Juny door Gecommitteerdens uit de agt Burger Compagnien aan U Ed, Groot Achtb. gepresenteerd, en waar by te kennen geeven, dat zestien door hen genoemde Perfoonen uit de agt Burger Compagnien van dezer Stads Schuttery waren geëligeerd, om uit te maaken het Coilegie van gequalificeerde Gecommitteerden uit de Burgery, mee verzoek, dat U Ed. Groot Achtb. den Heer eersten Burgemeester zouden verzoeken eninduceeren, om de gemelde Perfoonen in den ééd, ofte wel by weigering van zyn Ed. zoodaanige dispofitie te neemen , waar door de Burgery het volkomen efFedt van die door hen gedaane Eleöie ter daadelyke introductie van het zelve Coilegie bekome; en welk Addres na dat door U Ed. Groot Achtb. gerefolveerd was,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 115 1 was, het zelve op eene volleextraordinaris befchry1 ving op den 6den July in overweeging te neemen» I federt op den 2öften July achtervolgt is van eea : tweede, met bygevoegde door een dezer Stads Deur1 waarders aan de twee Heeren regeerende Burge■ meesters gedaane Inönuatien, waar bynogopdings: dag, op het te vooren ingediende Addres eene fi: naale dispofitie, het zy dan favorabel het zy niet, 1 verzogt wierd, doch op welkers ledture de VroedI fchap, na deliberatie geperfifteerd heeft by hun te 1 vooren genoomen Refolutie, om op den 6den July : deze zaak af te doen: waar op dan eindelyk gevolge is het Addres of Manifest den 3den dezer ingediend, ' waar over de Vroedfchap geoirdeeld heeft gelykiy:dig met het eerstgemelde te moeten delibereeren en refolveeren, en ten welken einde de excraordi: naire befchryving, die op den 6den dezer hadde 1 moeten plaats hebben, uitgefteld is tot heden den 25ften July: kan ik niet anders dan voor myn Adivys difficulteeren in het daar by gedaan verzoek, ;om redenen. Dat ik nooit anders tot de befoignes en deliberatienover de domeftiekebezwaaren ben overgegaan, Idan onder deze bepaalinge, welke ik ook menig:maaien geuit hebbe, naamelyk. Dat alle dezelve befoignes en deliberatien waren préparatoir, en dat alles het gene ten dien opzich. ite mogte kunnen gearrangeerd en geapplaneerd worden, niet eerder zoude worden vastgefteld en in train gebracht, dan na dat de bezwaaren over heC Provinciaal Regeerings-Reglement van dea jaare 1674 zouden zyn uit den weg geruimd, en hetzelve op eene wettige wyze zoude zyn veranderd en verbeterd geworden; gelyk ook zulks de intentie van U Ed. Groot Achtb. fchynt geweest te zyn» iblykens de op den 21 July 1785 gearresteerde en iden 28(ten daar aan volgende gedaane Publicatie, iwaar by het eerfte Concept-Reglement concernee: rende de beftellinge der Stads Regeering &c. word ; bekend gemaakt, en waar men woordelyk vindt deHa ze  I riö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot re periode: om, zoo ras by de Heeren Staaten dezer Provincie, met affchaffing van het Regee,, rings-Reglement van den jaare 1674 een nieuw ,, Reglement van de Regeeringe dezer Provincie ,, Staatswyze zal zyn vastgefteld en ingevoerd, gej, arresteerd, finaal gerefolveerd en in train ge,, bracht te worden." En of wel deze Publicatie op den 3den Augustus daaraan volgende, na dat daags te vooren Gecommitteerdens uit de Burgery door den Raad zyn erkend geworden , wederom by eene nadere Publicatie heeft moeten ingetrokken worden, zoo fchynen doch U Ed. Groot Achtb. in die begrippen gebleeven te zyn, by het op nieuws publiceeren van gemelde Concept-Reglement, met eenige daar in gemaakte veranderingen, op den 16 September 1785, zynde wel volgens het gevoelen van eene kleine meerderheid toen uitgelaaten de periode uit de Publicatie van den 28flen July hier vooren opgegeeven , en in derzelver plaatfe gefield: ,, om te zyner tyd gearresteerd, finaal ge» ,, refolveerd en in train gebracht te worden :" doch aan welke tydsbepaalinge ik, en zoo ik betrouwe, ook de meerderheid vaD de Leden van den Raadgee* nen anderen zin kan geeven, dan de zoo even gemelde, naamelyk: na dat de bezwaaren over het „ Provinciaal Regeerings-Reglement van den jaare „ 1674 zouden zyn uit den weg geruimd. " Daar ik dan altyd in die begrippen geverfeerd heb. be, ben ik ook op den 19 en 20 December 1785, ten tyde wanneer by Addres wierd aangedrongen op de flnaale vastflelling van gemelde geapplaneerde Stedelyk Reglement, omme althands drie maanden daar na in train gebracht te worden, daar by gebleeven en van Advys geweest in gemoede niet te kunnen defereeren aan het als toen gedaan verzoek, alzoo ik begreep Staatswyze te moeten zyn ontflagen uit den Provinciaalen ééd, alvoorens het Stedelyk Reglement finaal te kunnen helpen arrefleeren , en wel om dat in gezegd Stedelyk Reglement verfcheidene poinóten voorkomen, direct ftryden- dc i -  de "Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen. 117 de met de bepaalingén omtrent dezelve by het Reglement van den jaare 1674 gemaakt, en waar op ;ik den ééd gedaan hebbe, en my dus verplicht reikende , daar a3n te moeten houden, tot dat heE ontflag uit dien ééd op eene wettige wyze zal zyn ■daargeftëld. Gelyk ik dan ook op den 6den Maart dezes jaars, om dezelfde redenen, blykens myne aanteekeninge', gedeclareerd hebbe op den 2often daar aan volgende het zelve Stedelyk Reglement niet te zullen ibeéédigen, zoo als ik op gemelde 20ften Maart by myn als toen overgegeeven Declaratoir ook daar by geperfifteerd hebbe; niet te min verklaarende allo poogingen te zullen aanwenden en helpen eifedtueeren, dat het Reglement van den jaare I6"74 verbeterd, veranderd en geredresfeerd worde; en wanneer ten zeiven tyde geurgeerd wierde, dat de op de Neude by den anderen vergaderde Burgers van wegens den Raad op het meermaal genoemde Reglement mogten worden in den ééd genoomen, aebbe ik daar toe niet kunnen advjfeeren, en zal, daar zulks evenwel gefchied is, my over de ten dien ppzichte genoomene Refolutie niet expliceeren; se meer daar dit poindt niet zonder reden een obiedt van discusfieheeft uitgemaakt, en verfcheidene Schriftuuren, daar over tusfchen eenige myner Mede-Raaden gewisfeld, het zelve niet geheel buiten ;egenfpraak ftellen. Daar ik my dan altyd zorgvuldig gewagt hebbe-, :>m iets toe te ftemmen, wat Paar- eene daadelyke introductie van 't geapplaneerd Stedelyk Reglement a;elykt, zoo fpreekt het van zelfs, dat ikmyneftem biet kan geeven tot het doen beéédigen van de benoemde zestien Perfoonen, als Gecommitteerdens lit de Burgery; ik kan zulks te minder doen, om dat het zelve diredt zoude ftryden tegen bot ifte irtikel van 't 4de Hoofdftuk, van genoemde Reglement, 't welk didteerd dat 'er behalven den permanenten Raad, een beflendig Coilegie van Gecommitteerden 'iit de Bqrgery.zoude zynj ik kan dit Artikel op. gee» ■■-> H 3 m  ii 8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ne andere wyze begrypen, dan dat de introductie i van dat Coliegie gelyktydig met eenen permanen- ■ ten Raad moet plaats hebben, om dus te dienen tot t een tegenwicht tegen eenen permanenten Raad; ge- ■ ]yk ook altoos door de yverigfte voorftanders van i dat Coilegie begreepen is, dat het zelve ten dien 3 einde moest geïntroduceerd worden. Daar nu den Raad niet permanent is, kan ook ditt Coilegie niet in train gebracht worden, en zoudes het na myn inzien onvoorzichtig zyn, een Coilegie; in den ééd te neemen, dat zoude dienen tot een tegenwicht van iets, dat niet is, en mooglyk nooitt exteeren zal. Het zyn deze redenen, waar by nog meerderen] zouden kunnen gevoegd worden, die my verplicht ten tot het declineeren van het by Addresfen gedaa-; ne verzoek; dan zoude ik nog ten opzichte van 'ti laatfte Addres of Manifest van begrip zyn , dat hetl zelve nader in Commisfie diende te worden gefield,; ten einde, daar het zelve door de Requeftrantent met bygi voegde Misfives aan de Hooge Bondge-: n< en is toegezonden, gelyk ook aan den Heer Arnbasfadeur van zyne Majefteit den Koning vani Erankrvk ter hand gefield, geëxamineerd en desi noodig gerefuteerd te worden , en de refpective! Eondgenooten, mitsgaders gemelde Heer Ambas«i fadeur ook van wegens de Vroedfchap van deni toedracht van zaaken mogen geinformeerd wor«' den. En zoude ik hier mede myn Advys kunnen be-: fluiten, ware het niet dat ik my verplicht rekendei te declareeren, dat ik geenszins kan advouëeren hec gene by Addres van den 2often Maart en by 't Addres of Manifest, van den 3den July gefielde is, alsof ik, door niet te kunnen voldoen aan de begeerte van de Requeftranten, aan hen de vry-r heid gelaaten had, om over myne Raadsplaatfe, 't zy dan van heden af of tegen den I2den Oc-:| tober aanftaande, te disponeeren: daar tegen wel; expresfelyk protefteerende, en de gevolgen daar! vaa ï  de Geleuftenisfen in 1787 ens. voorgevallen, ito van overlaatende voor rekening van die genen, welke zullen goedvinden daar toe te kunnen pro. cedeeren. (was get.~) W. J. van der Does, VIII. Edele Groot Achtbaare Heeren! Toen de Burgery dezer Stad, op den söflen Juny jongstleeden, een en andermaal by Requesten verzogt, dat de door hen benoemde Perfoonen, om voor de eerstvolgende vier jaaren te compofeeiren het gequalificeerd Coilegie van Gecommitteerden, ingevolge van het vierde Hoofdftuk van het gearrefteerd en door de Burgery beéédigd Stedelyke !Reglement, door den Heer eerften Burgemeester op auttorifatie van de Vroedfchap mogten beéédigd ■ worden, zagen wy met zoo veel leedwezen als bekommering dat U Ed. Groot Achtb. op die Requesten niets anders refolveerden, dan eene volle befchryving van den Raad te bepaalen tegen denóden : dezer loopende maand. Deze dispofitie konden ■wy niet goedkeuren , deels, om dat wy geene de 1 minde noodzaakelykheid vonden voor eene volle 1 befchryving, om te delibereeren over het uitvoe iren van een gedeelte eener zaak, welke reeds voor lang finaal was afgedaan; en ten anderen, om dat ; wy voorzagen, dat het dilay van onze deliberatien : over dat verzoek tot na de toen eerstvolgende Staa: tên-Vergadering, hoe zeer wy voor ons zelve daar i in geene merkelykezwaarigheid vonden, eenenieut we ombrage zoude veroirzaaken by onze goede Bur; gery, en wellicht by hen een vermoeden doen ge\ booren worden, dat U Ed. Groot Achtb. op die ! Staaten-Vergadering zoodaanig iets te gemoet za; gen, waar door dezelve de voldoening aan dit ver' langen der Burgery zoude kunnen ontgaan. Deze 1 en diergelyke foupcons omtrent eene algemeene H 4 oa-  ï'ic VerzameUfig van Stukken betrekkelyk W. on,gezi,ndheid by de meerderheid der Regenten,, toti wégneeming vaa des Volks ingeleverde billyke be.'; zwaaren',"welke federc eenigen' tyd ongelukkig maaji al'te veel plaats hebben gehad, oirdeeldèn wy'fêf dert laag van de: nadèeligfte uitwerking te' moetent zyn. Wy begreepeo, dat een wederzyds vertrou-i ijrea tusfchen het Volk ep deszelfs Reprefentanteno een ailerr.oodzaakelykst vereischte is, zal het eenee Burger-Maatfchappy welgaan, ep het was. uit dati principe, hetwelk,' volgens ons inzien, aihiernietl altoos by de meerderheid, zoo als wel wenfchelyks was geweest, in het'oog is gehouden, datwy meendea, in een tyd als deze, waar ia het lang beproefd; geduld der goede Burgery, wegens gebrek'van'vol... doening aan derzelver rechtmaatige verlangens, fcheen ten einde té looperi, allés te moeten aanwenden, om alle aanleiding tot vermeerdering vani mistrouwen," en daar uit te voorziene uiterften t,é: vóórkomen: gelyk wy dan ook uit dat zelve'begin-fel, zoo wel.op den 2oflen als op den 26ften Juny,, hebben'geadvifeerd, dat onzes oirdeels, aan hed verzoek tot beéédiging der voornoemde Gecommitteerden daadelyk door den Raad konde worden voldaaD." Dan'de meerderheid van contrarie gevoeleni zynde, moesten wy disfenciëeren van en onze aan-teekening referveeren tegen de coocluïie, op die; beide dagen in dezen genoomen, waar toe wy tq: mee? gepermoveerd' wierden, daar zeer veele Raaden zich reeds voorloopig op den sollen Juny zoo- ■ daanig hadden geëxpliceerd, dat wy op den 6deu. dezer' geene andere dan eene ongunftige Refolutie, j gondén te gemoet zien:'wien volgens het uitiM,\' der deliberatien van dien tyd af aan natuurlykmoesc worden aangemerkt als een noodeloos traineeren met de afdoening van zaaken waar na federt zoo' frng mét de pitgelhektir.e verlangens wierd uitge-' zien, het welk nergens anders toe konde dienen dan tpt'vermeerdering der fubfifteerende verwyde-' ring. "De voornoemde gtreï'erveerde aanteekening 'J'.-r,J.c?. WX op_hvt'Dapkr gebracht a toen ü Ed. Gr. ■ ■■' ' 1 " ' Achtb/  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ïar Achtb. op den 3den dezer, op eene nadere remon» ftrantie van de Burgery, de volle befchryving, welke tegen den 6.den dezer maand gefixeerd was, tot op heden geliefden te verfchuiven, waar door wy bewoogen wierden, de gedachteaanteekeningtoenmaals terug te houden, en de opgaave der redenen van ons fentiment te referveeren tot op de* ■zen dag; tot welk. laatfte wy nu kortelyk over;gaan. Onze denkwyze aangaande de ingeleverde bezwaaren, zoo wel als omtrent het onvervreemdbaar :recht dezer Stad, om in den haare zoodaanige huishoudelyke befchikkingen te maaken als Raad en IBurgery, naar maate der tyds omftandigheden, hec meest geraaden vinden; en nopens het recht des Volks en de waardy der Volksftem, wanneer het op een vernieuwen of veranderen van een Regie* :ment op de Regeering aankomt, hebben wy te difciwyls gedeveloppeerd, dan dat wy van dit een ofander iets meer zouden behoeven te zeggen; niet minder hebben wy te meermaalen onze gedachten ten klaariten aan den dag gelegd over het geapplaneerdStedelyk Reglement, en over onze volkomen be:yoegtheid, om het zelve daadelyk met onze Burgery aan te gaan en intevoeren, zonder ons daar van door eenige poincten, op de onwettigfte en weiderrechtelykfte wyze in het Reglement van 1674. :ingevlogten, nog door eenige andere bedenkingen, ;te laaten terug houden. Wy denken op dat ftuk nog op. even dezelve wyze, als wy ons inzonderheid in july en October 1785 en in January van dit jaar, en op andere tyden, zoo. mondeling als fchrif. itelyk hebben geëxpliceerd, en zyn overtuigd, dat behalvep menigvuldige andere redenen., alleen de zoo traage. voortgang der deliberatien by de Heeren van de voorftemmende Leden over de ingero?: pen bezwaaren, en de weinige uitzichten op eene billyke en genoeglyke afdoening van dezelve, thands" ! genoegzaam voldoende zouden zyn, om zoodaanige : overeenkomst tusfchen Regeering en Burgery, ge» H 5 grond  122 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot grond op Stads aloud recht, alleszints te wettigen. Dit recht dezer aanzienlyke Stad kunnen en mogen wy ons nimmer, door wien zulks ook zyn mogt, laaten betwisten; nimmer kunnen wy, diezoo zeer gehouden zyn te waken voorStads Privilegiën, aan iemand buiten Raaden Burgery, en (om maar recht uit te fpreeken) inzonderheid niet aan de Heeren van de voorftemmende Leden , welke pretenfien dieswegens ook door dezelven mogen geformeerd worden, eenige Souvereiniteit voor zoo veel het domeftiek beftier en de Magiftraatsbeftelling aangaat, binnen onze muuren èn vryheid toekennen. Niet alleen by het bekend groot Stads Recht, waar van federt eenige dagen een verbeterde druk het licht ziet, maar ook by een onlangs uitgekomen ftuk je, genaamd Vertoog over de Souver ine Rechten, de Stad Utrecht in den haare competeerende, te vinden in het tweede deel van het Genootfchap tot herjiel der eensgezindheid en Bwger Rechten bladz. 100 en volgen, de, en op veele andere plaatfen, word dit een en ander op een voldingende wyze betoogd; waarom wy Ondergeteekenden althands dan ook vast bepaald zyn, ons ten allen tyde met alle onze vermogens te blyven verzetten tegens alle aanflagen, hoe listig of geweldaadig dezelve ook mogten zyn, ingericht tot ondermyning van Stads inalienabele Rechten. Dan, om weder te keeren en meer bepaald te blyven by het voorwerp van onze tegenwoordige befoignes: wy befchouwen het als een uitgemaakte zaak, dat het voorgemeld nieuw Stedelyk Reglement van den kant der Burgery op den 2often Maart laatstleeden werkelyk geïntroduceerd is, om op den I2den October aanftaande wederzyds daadelyk in het bezit te geraaken van alle deszelfs Artikelen. Zal nu de Burgery het behoorlyk effect genieten op dien bepaalden tyd, dan moet notoir al het noodige daar toe in tyds worden geprepareerd. Onder die vereischte preparatoiren, welke de Burgery zich in Maart wel uitdruklyk heeft voorbehouden, en wel-  de Geleuttenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 123 kwelker volbrenging, onder anderen, mede heeft uit. t gemaakt ééne der voorwaarden van het toenmaals ï aangegaan Contract, behoort onzes oir Jeels , in [de eerfte plaats de aanftelling en beéédiging van 1 voornoemde Burger-Gecommitteerden. Zonder dat fldit toch is voorafgegaan, kan de Burgery niets in \ het werk ftellen van zoodaanige poincten, welke [volftrekt voor den I2den October moeteu in ge- ireedheid zyn. Het in den ééd neemen van het zelfde Coilegie van Gecommitteerden, vooral indien het zelve ditmaal gefchied onder eenige bepaalingen in het formulier van den gearresteerden ééd, is geenszins ftrydig, noch tegen den ftrikten letter van het Reglement van 1674» noch tegen den ééd, ii welke de Raaden op den 12 October 1785, by de L 1 .,nn kiinna l-«B^i«.ninfypn . Viphhpn i afgelegd. Geene gemoedelyke zwaarigheden kun• nen ons derhalven hier in hinderlyk zyn, te minder i daar het afleggen van den ééd op het gearresteerde ! Reglement, of Inftructie voor het Burger Commit1 té, eigentlyk een aöus is van de Leden van het zelve Coilegie, zonder dat de Vroedfchap kan worden geoirdeeld, door de bevordering dier beéédiging iets te pleegen, waar door het nieuw Stedelyk Reglement ook van haare zyde effective zoude worden geintroduceerd. Deze introductie door de Regee i ring moet op den I2den October plaats hebben; 1 dit is aan het Volk plechtig toegezegd, in deze zekere verwachting heeft de Burgery het gemelde Reglement den 2oftenMaart met ééde bekrachtigd, en zich tot deszelfs handhaaving verbonden; van dezen afgelegden ééd kan en zal dezelve nimmer afgaan, gelyk ook inzonderheid het ftuk van meer» gedacht Burger-Committé , als den zekerften waarborg tegen alle overheerfching ongetwyffeld, met alle macht door hen zal worden vastgehouden. Daar nu de invoering van het voorzegd Coilegie van Gecommitteerden gewisfelyk éénmaal — en wel voor den i2den October aanftaande — zal moeten gefchieden ; daar deszelfs beéédiging alleen eene pre- para-  224 Verzameling van Stukken- betrekkelyk tot paratoire fequele is van de gedaane toezegging } ;l daar die ééd eeniglyk voor de Leden van dat Colle. J gie, en geenszins voor den Raad, van eene verbin. J dende kracht is , en daar de Burgery zoo uitermaa- J ten gezet is op de voldoening van deze hunne be-. geerte, kunnen wy geene redenen uitdenken, waar- > om de Vroedfchap hen in dezen niet zoude kunnen i te wille zyn; en even min kunnen wy nagaan, dat : de beééd'ging der Gecommitteerden uit de Burgery eenigen nadeeligen invloed zoude kunnen hebben , op de deliberatien van de Heeren Staaten dezer ' Provincie. Alles toch, wat dit Burger Coilegie be- . treft, is zuiver huishoudelyk, waaromtrent Hee- J ren Burgemeesteren en Gecommitteerden ter befchryvinge zich buiten twyffel zullen houden aan i Vroedfchaps Refolutie van den oden Augustus des voorleeden jaars, terwyl men vertrouwt, dat de Heeren van de voorftemmende Leden, hoe zeer derzelver thands gemanifesteerde gezindheid over de afdoening der bezwaaren dieswegens juist geen gunftig vooruitzicht geeft, deze en diergelyke befchikkingen geheel en alleen aan dezer Stads Regeering en Burgery zullen overlaaten, zonder zich daar door te laaten aftrekken van zoodaanige goede voorneemens, welke by dezelven nog mogten plaats hebben omtrent de Provinciaale redresfen; althands wy verfeercn op dit ftuk in deze denkbeelden, wy achten ons gehouden, de Burgery zoo veel tegemoet te komen, als eenigzins met de regelen van billykheid kan beftaan ; vooral in zaaken, welke gefchikt zyn tot herftelling en bevestiging van hec vertrouwen tusfchen de Regeering en het Volk. Wy gelooven, en U Ed. Groot Achtb. zyn het daar in zeker met ons eens, dat de Regeering geenszins gefchikt is, om daar in eigenbelang of eene gewaande grootheid van de gedachten der Regenten na te jaagen, gelyk het dan ook zeker is, dat ieder eerlyk en cordaat Lid der Regeering, welke afkeerig van de voorgemelde bedoelingen, boven al het welzyn van het Volk in het oog heeft» e»,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voer gevallen. iz$ ien die zyne hoogfte belooning zoekt in een goed :geweeten, en tevens in de achting, in de liefde, ien in het vertrouwen van zyne Mede-Burgeren, nimmer van het Volk iets te vreezen heeft; daar in tegendeel het zelve Volk noodwendig zoodaanige Regenten moet verdenken, welke maar de minite izwaarigheid maaken, om zich voor hen te verantwoorden, of die hen trachten blind te houden voor hunne verrichtingen. Daar dit alles nu zoo is, en daar wy geene wettige redenen vinden, om te diffijculteeren, kunnen wy om alle de bygebrachte refdecen, niet anders dan nogmaals advifeeren, dat wy wat ons aangaat, volkomen bereid zyn, d» Ezestien benoemde Gecommitteerden uit de Burgery daadelyk in den ééd te neemen op de voor hen gearrefteerde Inftruclie, onder zoodaanige veranderingen, welke voor deze reis in het formulier van den ééd zullen moeten plaats hebben, als wy hier na zullen volgen, waar by U Ed. Groot Achtb. dan tevens uitdrukkelyk zouden kunnen declareeren: dat de Vroedfchap door deze actus van beéédiging der Burger-Gecommitteerden, niet wilden iverftaan worden, zich van haar kant eenigzins ver» der te verbinden, dan reeds op den 2often Maart iorgstleeden gefchied is. Op deze wyze en onder deze bepaalingen worden onzes bedunkens, ,alle bedenkingen uit den weg geruimd: hier door word de Raad verzekerd, dat de Burgery denzeliven binnen tyds geene beéédiging van het nieuw Reglement zal vergen, ea de inwilliging van des Volks gedeclareerd verlangen, in dezen, kanwel licht eene overfchoone gelegenheid geeven, om op 1 eenmaal de fubfifteerende verwyderi;ig voor altyd iuit den weg te ruimen; dit zoo veel in ons was, te bewerken, hebben - wy fteeds welmeenende bedoeld; daar heen hebben alle onze wenfehen en ipoogingen-, openlyk en onder de hand, zich altyd luitgeftrekt, (het welk de tyd nog wel eens open:baaren zalj met behoud nogthands van dat aangenomen fysthérna, waar in wy dagelyks meer en meer wo*.  ti6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot worden bevestigd; ja .'daar toe hebben wy temeer.» maaien de yverigfte inftantien gedaan, zoobydena Raad als by de Burgery, doch alles tot hier toezon-i] der eenig gewenscht effect. Alle refleclien, welkea mooglyk by gisfing over deze ongelukkigedispoiitied zouden kunnen gemaakt worden, willen wy liefst t met ftilzwygen voorbygaan; het is, vooral thaDds,, geen tyd om aanleiding te geeven tot nieuwe verbic». tering; de omflandigheden, waar in wy ons federct de inlevering van der Burgeren laatfte Addres bevinden, zyn ukermaaten critiek; de zaak, waan over wy delibereeren, kan uit dien hoofde de aller— geduchtfte gevolgen hebben. Wy hebben geen den 1 minden lust noch oogmerk, om eenige lesfen aam onze Mede-Raaden voor te fchryven, en buteereni eeniglyk onze gedachten te uiten, het welk, zoo) wy meenen, ons door niemand met grond kan wor-. den misduid; maar laaten wy nogthands, met al dien i aandrang, welke het gewigt der zaak vordert, U ( Ed. Groot Achtb. mogen verzoeken, ja! mogen i bidden, dat dezelve ter liefde van het welzyn ea i de rust van deze Stad en Burgery, waar van mis.. fchien de rust der geheele Republiek kan afhangen, in dezen toch alle mooglyke faciliteit gelieven te ! gebruiken; dit zal grootelyks (trekken tot vervul- , ling van onze vuurigfte wenfchen en tot voorkoming van zulke gevolgen, welke wy in geval van eene min gunftige dispofitie voorzien, aan dewelke wy naauwJyks durven denken, die wy hartelyk zullen betreuren; maar waar aan wy ons zeiven ten eenemaal on» fchuldig zullen houden: betuigende voor nu als dan, aan geene derzelver eenig deel te willen hebben, en verzoeken de infertie van dit ons Advys, mee referve, om van het zelve zoodaanig ander gebruik te maaken , als wy tot onze byzoadere decharge, tollen geraaden vinden. (was geteekend) Van Senden, J. C. Smissaert en van Haeften. Met  de Gebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 12** Met het bovenftaande Advys heeft de Heer Raad Eyk zich geconformeerd. Utrecht, den 25 July 1786. IX. Edele Groot Achtbaare Heeren! Thands moetende advyfeeren op het Addres, dea joften Juny laatstleeden aan de Vroedfchap geprefenteerd, door Gecommitteerden uit de agt Burger. Compagnien dezer Stad, waar by word te kennen gegeeven de Electie van gequalificeerde Perfoonen, ;ot een Coilegie van Burger-Gecommitteerden, en tverzogt, om de aldus verkorenen uit de Burgery door den Heer eerften Burgemeester te doen in dea êéd neemen, zal het niet noodig zyn te herhaalen nyn fteeds voortduurend begrip omtrent de verbindende kracht van den ééd, afgelegd op 't Provin;iaal Regeerings-Reglement, 't welk nog fubfifteert, □ok omtrent die poincten, Stads Regeeringsbeftelling betreffende, welke by het Provinciaal Regeerings Reglement zyn vervat. Sedert den 20ften December des voorigen jaars heb ik my, beneffens zeer Leele myner Mede-Raaden, daaromtrent duidelyk geëxpliceerd, zoö als blykt by myne Aanteekeningen, in de Notulen van de Vroedfchap geinfereerd; waarom ik dan nog van gedachten ben, dat het provifiooeele Stads Regeerings-Reglement als nog niet is geïntroduceerd, en uit dien hoofde ook gemelde Coilegie van Gecommitteerden uit de Burgery, o« vereenkornftig het vierde Hoofdftuk van voornoemde Reglement kan worden beëedigd; en hoe zeer ik giarne bekeune, dat alle Stads domestieke zaaken , voor zoo verre dezelve by het Provinciaal itRegeerings-Reglement van den jaare 1674 niet zyn ivervat, geheel en alleen afhangen van de Vroedfchap en de Burgery, echter is het met de introiducHe van het Coilegie van Gecommitteerdens uit We Burgery dus gelegen, dat zelfs volgens het eer. fti  JïS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Re Artikel van meergemëlde vierde Hoofdftuk, aï-ï waar gezegt word: „ behalven den permanentend „ Raad zal'er een beftendig Coilegie van gequali-ij ,, ficeerde Burgers worden geïntroduceerd, onder j „ den titul van Gecommitteerden uit de Burgery:'" Zoo lange 'er nu geen permanenten Raad is geintro.i duceerd, kap 'er ook geen Coilegie van Gecommit-J teerden uit de Burgery worden geintroduceerd ofi beéédigd, als hangende dit Coilegie geheel en ■al-1 leenlyk af van de introductie van eenen permanent ten Raad, en moetende verftrekken tot een tegen-; wigt van denzelven. En alzoo begryp ik, dat men in het accordeereni van het verzoek, by Addres gedaan, ter beéédiging3 der gedespicieerde zestien Perfoonen als Leden vant voorfz. Coilegie van Gecommitteerden uit de Bur-' gery, zoo lange behoort te diffkulteeren, totdat: 'er ter gelyker tyd een permanente Vroedfchap zali kunnen worden daar gefteld en geintroduceerd; ent om die reden zoude ik van gedachten zyn, dat aam de inleveraars van het Addres by Extract-Refolutief behoorde kennisfe gegeeven te worden van derede. nen, waarom de Vroedfchap verplicht is te moe-: ten difficulteeren in hun gedaan verzoek, verders! requireerende, dat dit myn Advys in de Notulen 1 mag worden geinfereerd. Den 25 July 1786. (was get.) P. L. Daunis. X. Edele Groot Achtbaare Heeren! Daar het beéédigen van Gecommitteerden uit dëfj Burgery dezen dag een poinél van deliberatie ge- l worden is, moet ik vooraf zeggen, dat ik van den : beginne af aan, daar ik mede inde Commisfie den fien Heeren geweest ben, nimmer anders gedacht! hebbe, en ook niemand myner Mede-Raaden, geïyk het uitgebracht Rapport te dier tyd ten duide- J iyk-|  èe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. iaj* tivkiterj aantoont, dan dat,het Concept-Plan van eea tRegeerings - Reglement alleenlyk dienen zoude, om sten tyde, wanneer het oude Regeerings-Reglement ivari den jaare 1674 op eene wettigé wyze zoude yeyn vernietigd , tot ftand gebracht te worden. Ie die zelfde gedachte ben ifcgebleeven, Wanneer het tin de Vroedfcheps Vergaderingen verder geappla[oeert is i en ftabog in die zelfde gedachten. Dus is ihet my cnmooglyk, om een gedeelte van dusdaanlg JGóncept-Reglement, het welk cog niet legaal gearresteerd is, re doen werken. Niemand immers zal durven beweeren, dat de Raad reeds permanent geworden isj tot welkers evenwicht men een Collegié tiran Gecommif teerden uit de Burgery noodig geoirdeeld heeft: daar nu het eerfte Artikel van 't vierde Hoofdftuk ten duideiykften fpreekt, 'er ook nog geen Coilegie van Gecommitteerden uit ide Burgery tot hun evenwicht noodig is: om welke aangehaalde redenen U Ed, Groot Achtb. zeer Richt bemerken kunnen, dat ik aan het verzoek ia liezen voor als nog. niet kan inftemmen, maar zal moeten daar mede fupercedeeren, tot dat ik niet meer zal gehouden zyn my aan het oude Regeé* irings-Reglement verbonden te achten. Verder niet intreedende de fustenuederÖndertêëjkenaars» even als of de Raad bewilligd had vanzooIdaanige dispofitien te maaken. over de Raadsplaatffen, als zy in hutme Addresfen.ter neder ftellen, Szegge ik eeniglyk van gedachten te zyn, dat zy daar iitoe geen het minst recht hebben en ook niet zullen tkunnen bewyzen., die macht hun immer is afgéiftaan. En betreffende het laatfte Addres of zoogenaamd Manifest zal ik voor als nog my daar over niet uitlaaten, als in zich bevattende zoodaanige uitdrukkingen, die jk my in het geheel niet aanttrekke, als in alle deze eea zuiver gewisfe in niy pzelve omdraagende; ea van zulke gezegden» omXXXI. Deel, t txevti  ïgo Verzameling van Stukken betrekkelyk fat trent myn Perfoon een ieder een vry oirdeel over» i 'aatende. (was get.) F. C. Cray vanger. XI. Edele Groot Achtbaare Heeren! Reeds den 26ften Juny hebbe ik myne gedach- i ten over de extraordinaire Vergadering, belegdI tegen den 6den July, in de Notulen doen infereeren. — Op den 3den July, toen men dezelve: verfchuivende tot deze Vergadering van heden i befloot, heb ik in fubftantie gedeclareerd: dat iks niet had ingeftemd in het neemen van de voorde: Burgery zoo nadeelige Refolutien, waar over:zy zich beklaagd: dat ik inhsreerde myne gezegdens,, ingeleverd des Maandags te vooren, en dat ik nog vani dezelve begrippen was, naamelyk, dac 'er geen ex— traordinaris volle befchryving over deze reedsafge- > daane en aan de Burgety toegezegde 2aak konde! plaatfe hebben, maar dat de Gecommitteerden vol- i gens den duidelyken zin en letter van het 21 Arti- • kei van» 't vierde Hoofdftuk van het reeds door de 1 Burgery bezwooren Reglement, behoorden in den 1 ééd genomen te worden, alzoo deze befchryving ; na myn oirdeel was informeel, en niet konde ten» I deeren, dan om een informeele daad, ftrydig te- . gens alle orde van Regeering, te begaan, dat is, om voor een tweede reis te delibereeren over een reeds geconcludeerd ftuk, waar door zeer licht : tweederlei conclufie in die zaak konde te voorfchyn 1 komen , en wel zulk een geconcludeerd ftuk, dat reeds door de Burgery bezwooren zynde, in de macht des Raads niet meer is, om buiten toeftemming van het daar op beéédigd Volk te veranderen, zonder daar door te veroirzaaken eenefchending van den ééd, daar op door 't Volk afgelegd, — dat ;j ik als Raad had gedisfentieerd, — dat ik als geboo-1 ren 1  de Gdeurtenisfin fo 1787 enz. voorgevaffin. tii 1 j"CD" Burger niet anders konde doen, dan ter be. 1 houd van het Recht, by 'cVolk verkreegen en beêé& f digd, my by de Burgery te voegen, ter réclamé 1 van t zelve en dat ik 'er op infteerde, dat de Burl gery eens eindelyk gefteld wierd in het genot en be. I zit van het Recht, aan haar toegezegd, door het be^ i eedigen van derzelver gekooren Gecommitteerden, Sraieïyknzynde eeD gevo,g van het Reglemeiit, 9 dat met der Burgeren concurrentie geapplaneerd en j gearresteerd wa*. — Ik declareert by dezen rJöaT- maals te perfifteeren by die gedachten,, en dat ik joirdeel, het in de macht des Raad?, na het in deö fdt? wTrn/Dn «f Volkvniet». de executie van dat beéédigd Reglement te hinderen, te dilayee- a?' \eAZei T Cï w«'6e"»- Door het beéédigeü 'tlX°lks ^eefc de Raad zich verplicht, om vad jaar kant alles Ook te contribueeren, wat tot dat Keglement behoort, en zy mag, zy kan nu niet te ZgJ?lV ZICh Zdv-f op eene ^gehoorde wyzé ongelyk te zyn; en ik worde des tl meer in deze myne gedachten bevestigd, wanneer ik nagaa, dat Ik met wylen de Heeren Berger en Asch vIn WyI vAK niaDRS D°g ln 'Ten z£nde HeersD Verbef, vAm den Bogaard, Eyk, Bronckhorst, WestiENEN, van der Does, Verschoor, Falck, Ab. 3ema, SMISSAERT, WoERTMAN, de LEEUW, RAM, /ander Mcelen, van Dielen, Ivoy, MartenI m van Haeften, den 20 Oftober 1783/00 de jraag van den Heer Wieling: wat hebben deVrlilCS Inge.Zetenen met het huishoudelyke van •tads Regeeringe te doen? te zien in Stads Notüen, en ook in het vierde Iets voor Utrechts Burge* en, pag. 36—39, erkend hebbe, dat wy Plaats» e Privilegiën en Voorrechten des Volks aan hét til vheraDtWoordiD* fchu,dig W> ~ dat de Bur. oPHPïeVOegd,War,en^om zich daar mede té beat ir 6s dC Yoiksftem gehoord was, 1 at mt het cocfirmatoir van 1414 voornaame Bür- 1 2 gers,,  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gers, teekeneüde In vier dagen tot appui van t Re*, quest, door 314 andere voornaame Burgers, bleek,, dat men niet konde foutineeren, dat dit ftilzwygenj te disapprobeeren, maar in tegendeel te approbee.. ren was, en dat wy uit dien hoofde dus aan geem ónbezonne vorderingen het oor geleend hadden*! Daar ik dit alles, met de genoemde Heeren, toeot ter tyd uit eenen mond fpreekende, erkend hebbe, kan ik van my niet verkrygen, die zelve toen by] my erkende, doch nu veel grooter en fterker Volks* ftemme, als nu beftaande uit alle de Compagnien, Wachtvryen en üitkoopers, af te wyzen, of doon het weigeren van de beéédiging haarer Gecommiw teerden , bet Volk ontzetten van 't voornaamfte poindt van haare fecuriteit, en wel zoo een hoofd, poinft, dat, die beéédiging niet gefchiedende, dd Burgery daar door met den I2den October word onci zet en verftooken van het geheele door hun met re* ferve omtrent de nog twee differentiaale poincten $ bezwooren Reglement, waar door haar gedaanenéée te leur word gefteld, en alle uitzicht op redresieni daar men nu reeds twee jaaren na heeft gereikhalsd! by de Burgery, tegen alle beloften en gedaane toes zeggingen, in rook verdwynen moet. — Ik blyve daarom nog van Advys, dat Gecommitteerden hoe eer hoe beter behooren in den ééd genomen te wor den, ter voldoening aan het van 's Volks zyde reed: beéédigd Reglement. Ten allen tyden zonder eenig? referves, door my gevoteerd zynde tot de intron ductie van dat Reglement voor het oog des gehee len Volks, zoo dra mooglyk van de kant derBurge ry, oirdeele ik, het van my een fiegt beftaan zoudd zyn, myn woord niet geftand te doen, ja ik zoudd my zelve moeten verwyten, dat men in dat cas me< 1 gegrond recht als dan my (die gedeeltelyk in d< Commisfie met de Burgery geweest ben van 's Raadsl wegen, en die conferentien wederzyds hebbe by gewoond, daar ik hun es in de conferentien, en bj 't Rapport, en by 't arresteeren van dit Reglement  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 dit beéédigen vry willig hebbe toegekend,) zoude itunnen befchuldigen van niet ter goeder trouwe met de Burgery te hebben gehandeld. Utrecht, den aj July 1786. (was get.) Jan Pieter de Ridder. XII. Edele Groot Achtbaare Heeren! Hoewel uit de verfcheide ingeleverde Advyfen en Declaratoiren vau den Ondergeteekenden, in Stads Notulen te vinden, en die door het publiek naaken derzelve, in handen der geheele Burgery syn, duidelyk op te maaken is deszelfs fentimen:;en, zoo over het nieuw ontworpen Stads Regee'ings-Reglement, als ook over de introductie van aet zelve, waar toe hy zich kortheidshalven refereert; fchynt het haasc overtollig te zyn, om daar ets meer by te voegen, zoo het niet was, om 'Ach te verklaaren over het p.oinct dezer volle Bechryving. Hoewel nu, federt het bepaalen derzelver door fle zich noemende Gecommitteerdens uit de agt [Burger-Compagnien dezer Stad, beüaande uit de Schutters, Wachtvryen en Uitkoopers, te famen uitmaakende de Stemgerechtigden uit de Burgery j. Lnaar van welk, als een ieder in dezen tyd onbetchroorad zyn gevoelen dorst te uiten, ras het te« [ijendeel zoude blyken, zoodaanige vreemde en met lille denkbeelden van ontzag en eerbied aan zyne [wettige Overigheid verfchuldigd flrydige demarbhes zyn gedaan, dat de posteriteit dezelve naauwflyks zal kunnen gelooven, en men,. dezelve met de tnooglyke en gedreigde gevolgen inziende, liefsï zoude verkiezen, zich niet verder uit te laaten, en alles te laaten vaaren; heeft de Ondergeteekende geprefereerd, om daadelyk tetoonen, dathy, nog e,m lief ef leed, of om, eenige anfteie, zaakent vau bet 12 t>*  f34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot betrachten van zyn plicht, en nakoming der by dei aanvaardiging van zyn pose gepresceerden ééd, isi af tefchrikken, duidelyk, in dezen zyn gevoelen, j terwyl het hem thands nog vry ftaat, te uiten. Hec komt den Ondergeteekenden dan voor, dat,t de Raad het verzoek in deze gedaan om namentlyki den Heer eerften Burgemeester te induceeren, om de zes-.' tien genomineerde Leden, die het Coilegie van gequqli.',\ ficeerde Gecommitteerden uit de Burgery mo.eten uümaa< ken, de etrjte vier jaar en, ingevolge van 't Reglement in den ééd te neemen, of wel, by weigering van zynEd.1 zopüaanige dispofitie te neemen, waar door de Burgery] het volkomen effect van die Eleclie, ter daadelyke intron dutlie van het zelve Coilegie bekomt; moet wyzeni van de hand, als zynde te prematuur en ontydig; alzoo, zoo Jange Staatswyze het Reglement vani I674 op geene wetcige wyze is gerèvoceerd eai veranderd, het bedoelde Reglement.op de Stadsi R-geering, volgens 't welk dat Coilegie moet geïntroduceerd worden, nimmer efFect kan forteeren, als direct tegen het Zelve ftrydende. Waar by nog! gevoegd kan worden, dat het introduceeren en voofi het tegenwoordige in train brengen van dat Collegiéü zelf zoude ftryden tegen den letter van dac Regie, ment, als waar by Artikel 1 van het vierde Hoofd., ftuk en het welk men den Raad zelfs afgedrongen! heeft dus te veranderen: behalven den permanentent Raad, zal 'er een bejlendig Coilegie van gequalificeerdéi Burgers worden geïntroduceerd, dus ten alferklaarften: blykt, dat, zoo lange dezelve permanente Raaa: piet aanweezig is, het zelve geen plaats kan hebben ; gelyk ook nog geen plaats heeft een vernieuwd; Regeenngs-Regleme;.ft; en zynde, volgens het ut Artikel van 't zelve, het vigileeren op de obfervan-. tie van dac Reglement door de Regenten een den yporoaamfte plichten van het zelve Coilegie. Waar tegen mee geen recht kan geallegeerd wor-. den de gepretendeerde introductie van 'c zelve Re« i flemcDt cp den 2often December I ;atstleeden, alzoo 1 ep zelvg? den Raad, aa veel refiftentie, was afge-. drerj- ■!  dt Gtlêurtmisfen in 1787 enz, voorgevallen. 133 drongen : waarom ook het gepubliceerde en verrichte op dien dag, op den óden Maarc, is vernie. tigd en voor informeel verklaard, En kan dus het gebeurde op den 2often Maart daar aan volgende even weinig geobjicieerd worden, alzoo, behalven dat tot zoo eene zaak volftrekt een volle befchryving noodig was, het onwettige van dien voor het oog van ieder oplettenden en onzydigen aanfchouwer, zich ten eerften moet vertoonen; als men nagaat al het op den 2often Maart voorgevallene, van den vroegen morgen tot den laaten avond, en waar uit middagklaar blykt, dat de Raad dien dag niets minder dan een vrye deliberatie gehad heeft, en dus mede al het op dien dag verrichte voor informeel en onwettig gehouden moet worden; laaiende de Ondergeteekende het beéédigen van het zelve Reglement door de toen vergaderde Schuttery, en die het zelve volftrekt van den Raad begeerde, voor rekening der genen, die daar toe hunne ftem gegeeven hebben. Hier mede zoude de Ondergeteekende kunnen be. fluiten, zoo het op den ,3den July ingeleverd Addres, of veel liever Manifest, hem niec noodzaakte by dezen weder te declareeren, dat, gelyk hy nimmer door de Burgery tot Raad dezer Stad is aangefteld, hy ook niet kan begrypen, dat dezelve hem van zyn post kan ontflaan, of daar van berooven, alzoo dezelve, volgens zyn oirdeel, daar toe volkomen onbevoegd is, en het zelve alleen dependeert van den wettigen Souverein, of die genen, aan wien het zelve door het thands nog vigeerend Reglement is gedemandeerd, of wel by een vernieuwd in het vervolg, zal worden gedemandeerd, en in zyn post zal blyven volharden, tot zoo lange hy van dezelve wettig ontflagen wordt, of door geweld, waar tegen hy niet beftand is, in hecwaarneemen van dezelve verhinderd wordt. En ook op dat hier van ten allen tyde zal kunnen blyken, verzoekt dezelve dat dit als zyn fentiment  f33 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ieerd^ ^otule° van nedea maS worden geinfe(was get,) R. Verschoor. XIII, Edele Groot Achtbaare Heeren I Blykens myne Advyfen, alle relatief tot hetarresr \ceeren, beéédigen en daadelyk in train brengen van een provifioneel by de Vroedfchap gearresteerd Stedelyk Regeerings-Reglement, in Vroedfchap? Nq. tulen fuccesfiveiyk geinfereerd, en aan welkers inhoud ik my by dezen kortheidshalven als nog refereere, te vinden; confteert het, dat ik, achtervolgens die myne gevoelens, daarom ook thands aan der Requestranten verzoek, van den apften Juny jongstleeden gedaan niet kan voldoen, noch den Heer eerfte Burgemeester authorifeeren, een geëligeerd Coilegie van Gemeentslieden uit de Burgerv ip den ééd te neemen. ' Declareerende wyders by dezen, nimmer als door overmacht of geweld my aan de gevolgen, zoo door remotie uit myn post als Raad, of anderzins, uit dit myn dechnatoir Advys, conform den teneur van zeker Manifest, den 3den dezer door een gedeelte der Burgery ingediend, te zullen fubmitteeren, daar tegen ten krachtigften by dezen protefteerende; veel min de ïnfimulatien, daar in vervat, voor my tacite te avoueeren: zullende derzelver reverente en decente termen niet verder intreeden, maar my de faculteit referyeeren, om, ten allen tyde, des noodig oirdeelende, de gronden van dit en andere my. per Advyfen, daar toe betrekkelyk, gedetailleerd tot myne decharge in Vroedfchaps Notulen te kun= nen doen infereeren. Utrecht, den 2j July 1785. (ms get.) o. W. Pm,. Falck. XIV,  de Gebeurtenis/til in 1787 enz, voor gevallen, 137 XIV, Edele Groot Achtbaare Heeren! Te meermaalen, federt den 2o(len December des' afgeloopen jaars, omtrent de gehoudenheid aan den ééd op 't Provinciaal Regeerings-Reglement thands inog fubfifteerende ook met betrekking tot die pointen het Stads Regeeringsbeftel aangaande, welke by het zelve Provinciaal Reglement zyn vervat, my (hebbende geëxpliceerd, met die gevolgen, dat inoch op den 2oltenDecember voornoemd, noch, op iden 2often Maart jongstleeden, uit hoofde van gemoedelyk bezwaar, proflueerende uit gezegde geihoudenheid, ik my nebbe ingelaaten pfce geftcmd itbt het finaal arrefteeren of daadelyk introduceeren yan het provifioneel geapplaneerd Stads RegeeringsReglement; zoude het overbodig zyn , my op nieuw dezen aangaande te elargeeren. Myne Aanteeke'. hingen en declaratoiren, te vinden in de Vroedfchaps Notulen van den 27 December 1785, van den 16 tjanuary, 6, 13, 20 en 27ften Maart dezes jaars, denoteeren duidelyk genoeg, welke omtrent deze zaake myne gevoelens en de redenen yan dien zyn, en waar aan ik dan ook als nog my refereere. Alleenlyk obferveere ik, dat men op de laatfte üezer aanteekeningen, by zekere gedrukte Extract(Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchap de. szer Stad, gereflecteerd vind, als of de beéédiging der Burgèr-Compagnjen op den 2often Maart zoude kquivaleeren aan eene volftrekte en daadelyke introductie wan 't geapplaneerde Stads Reglement, aangezien de intentie van de Burgery en geene andere in dezen zoude moeten prcevaleeren. Met welke Helling fchynt over. teen te Hemmen de politie, voorkomende by d 11 aanvang van 't Addres, op den 2olten derafgeioa. oen maand Juny ingediend, en waar op gebouwd Gebeurtenis/èn in 1787 enz. voorgevallen. I4t Principale, dat, zoo lange ook geen Coilegie van Ge. iStteerden uit de Burgery kan worden geintrodu- CeHrt°admUtéS en toeftemmen van de daadelyke fatroduüie of beéédiging van voorfchreeven College, is eene bewilliging in een bedryf, 't welk in effèae contrarieerd en ftryd mee de by 't Regement kan 1674, en wel in conformité van de aloudaforme E dezer Stads Regeering, bepaalde en beéédigde annueele verzetting en verandering van Stads MagiK' en vermag dus naar myn inzien, volftrekt Sec gêconfenteerd worden in het by het Addres gedaan verzoek van beéédiging der gedespicieerde en Isedefigneerde 16 Perfoonen, als Leden tot voorfz. fölleeie van Gecommitteerdens uit de Burgery, ;,n' fange niet gelydtydig op eene wettige wyze, ■Sder fertreedingvan't gene, als het allerheiligst Sde menfehelyke maatfehappy behoord geconfer'veerd te blyven, een permanente Vroedfchap kan worden daargefteld en geintroduceerd. En zoude ik oirdeelen , dat aan de Inieveraars van het Aadres, by Extradt Refolutie behoorde kennisfe gegeeven te worden van de redenen, waarom de Vroedfchap verplicht is, te moeten dgwaj I rlprzelver gedaan verzoek, tot onverwylde beéédiSS der gedespicieerde 16 Perfoonen; met byvoeI ol, dat de Vroedfchap nogthands tot bewys van , S welmeenende gezindheid dezelve Perfoonen 1 alleszints houd voor gequalificeerd, om terftond by 1 de introductie van eenen permanenten Raad , te Kun: nen formeeren het Coilegie van Gecommitteerdens nit de Burgery, en alsdan daar toe te worden geini ftalleerden in den ééd genoomen; dezelve Perfoönen aldus houdende voor préparatoir gedespicieerd : fen fine voorfchreeven. Terwyl de Vroedfchap I vertrouwd, dat de inieveraars van t Addres, en i alle andere Burgers en Ingezetenen dezer Stad, hier inne zullen berusten; temeer, uit confideratievan den zeer kortgeftelden termyn, binnen welken de Staats-Commisfie , die wegens de reforme van t  *4« Verzameling van Stukken betrekkelyk m Provinciaal Regeerings-Reglement nu kortlings is gedecerneerd, verzegt is te dienen van Rapporti en binnen welken termyn de zaaken, wil men deJ ze]veniet exponeerenaan eenentotaalenondergang,, alt hands met behooren gebracht te worden buiten naar geheel. A. S. AbbemA; . Utrecht, dep 25 July 178S. De Ondergeteekende verklaart, zich hoofdzaa Aavys V°egen hCt befluit Va° bovenftaandei (vasget.) P. H< j; IyoY _ Édele Groot Achtbaare Heeren! ï H«was uit hoofde der verplichting tot obfervaritie van her Regeerings-Reglement van 1674 dat ik by den aanvang der deliberatien over de ingeleverde bezwaaren nopens het Stedelyke, dezelve conudereerde als préparatoir, om by tyd en Wvlen. een nieuw Provinciaal Regeerings-Reglement geinl troduceerd zynde, als dan zoodaanig Stedelyk Reglement te arrefteeren en intevoeren, het welk meest met den inhoud van het Provinciaale overeenkwam en ten meeste nutte der Burgeren en Ingezetenen verftrekken kon. Het was om die zelfde redenen, dat ik den 20 December 1785 my buiten ftaat bevond, om het nieuw geapplaneerd Reglement finaal te arrefteeMtorïViï vondikmy bevoegd, den 20 a u Ai? m het zeIve te introduceeren en te noen beéédigen. Daar'er nu, Ed. Groot Achtb. Heeren! federt dien tyd geen Staatsgewyze ontflag uit dien ééd is daargefteld, en ik my dus als nog ia die zelfde om! ftan-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 14$ tandigheden bevinde, kan ik niet anders, dan my >ok thands onbevoegd reekenen, om een gequaliiceerd Coilegie van Gecommitteerdens uit de Burgery te doen beéédigen, vooral daar ik het nimmer yan eenig wezendlyk nut heb befchouwdte kunnen :yn, en het zelve althands in geen aanmerking konen kan, zoo lang de permanence van den Raad liet wettig is vastgefteld. En wat betreft het Addres of Manifest, op naam der Burgery by den Raad den 3den July ingediend; fchoon ik het zelve niet dan voor Notificatie aanteemen kan, vind ik my by dezen verplicht te declareeren, dat ik den inhoud van het zelve en de jevolgen daar uit proflueerende overlaat voor rekening der genen, die daar oirzaaken en uitvoerders tran zyn of zullen zyn; protefteerende niet te min fegen dezelve als informeel; verzekerd zynde, dat iille onaangenaamheden, welke voor my daar uit mogen voortvloeijen , my alleen daarom overkomen , om dat ik volgens myn beste weeten, naar ;éd en plicht, fchoon niet overeenkomftig de ihands heerfchendè begrippen, hebbe gehandeld. (was get.) J. J. Woertman. Met het bovenftaande Advys conformeerd zich P. E. Voet van Winssen. XVI. Edele Groot Achtbaare Heeren! My gehonoreerd vindende met eene Misfive van U Ed. Groot Achtb. in dato den 3den dezer, om lop dingsdag daar aan volgende op eene volle beJfchry vinge te compareeren, ten einde over de aan U Ed. Groot Achtb. op den 2often Juny en 3den July geprefenteerde Addresfen te delibereeren en te refolveeren; zoo neeme de vryheid (door ziekte  *44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te weerhouden wordende, die Vergadering zelfsbyi te woonen) voor myne Item by dezen fchrifcelyM te advifeeren. JH Dat ik in geenen deele voor het tegenwoordige? kan medewerken tot het daadelyk introduceeren varid een Coilegie van Gecommitteerdens uit de Burgen ry, door het in den ééd neemen van de Leden vanJ dien; vermits ik my uit hoofde van mynen gedaa-1 pen ééd op het nog niet geabrogeerd of gealtereerd* KegeeriDgs-Reglement van den jaare 1674 geheel! onbevoegd achte, om myne ftem te geeven tot het} invoeren van iets, 't welk met voornoemde Regie-} ment incompatibel is; om weike reden ik ook nietd geconcurreerd hebbe, noch tot het arresteeren vanJ het provifioneel beraamd Regiement op dezerStadsi Regeering, noch om het zelve door de Burgery tei doen beéedigen, blykens myne aanteekeningen in3 de Vroedfchaps Notulen te vinden. 1 1 f? aF?I?00n ik °P z?n cyd' byaldien in de mooglykbeid blyve, aan myn gedaan Declaratoir op denJ 2often Maart laatstleeden heilig zal voldoen, aan-1 gezien ik voigens mype wyze van denken op deD 1] duur geen Regent kan blyven, byaldien het Regie-ii ment van 1674 in zyn geheel blyft fubfifteeren, om dat ik volkomen overtuigd ben, dat het zelve in I het Rapport der plechtige Staats-Cbmmisiïe in da- I to den 1 September 1784, naar waarheid omfchreei i veh is, en ik dat Reglement blyve befchouwen als onbegaanbaar met het welzyn van deze Stad en Pro.. vincie, Vermits door het zelve aan den Heer Stad- . I houder in der tyd, fchoon op eene indirecte wvze zoo veel magt gegeeven wordt, dat deszelfs influ- i enne direct ftrydig is met de vrye deliberatien der relpective CoIJegien van Regeering; 't welk dan 1 ook noodzaaklyk. een nadeelig gevolg heeft met be- i trekking tot het Bondgenootfehap in 't generaal: — . zoo ben ik echter geenszins van voorneemen, om myne Raadsplaats. te aanvaarden, op her préparatoir geapplaneerd Reglement omtrent de Regeering dezer Stad, vermits ik eenige poincten van dat Re- 1  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen.'' 14$ glement, maar vooral de wyze, op dewelke mea het wil invoeren, en de omftandigheden die daar mede gepaard gaan, aanzie als oirzaaken van voortduurende oulusten en verwarringen, en als zullen» ; de ftrekken om met 'er tyd dat gene in te voeren s het welk men thands 'c meest fchynt te willen vet:: myden: waarom ik noch als Regent noch als Inge» : zeten, deei wil hebben aan het invoeren van eene Regeeringsform, dewelke aan deze Stad volgens 1 myn inzien, ruim zoo nadeelig zal zyn als het Re! glement van 1674., daar men te recht zoo zeer oi ver gekiaagt heeft. God is myn getuige, dat ik deze zaak volgens : myne vermogens in gemoede aldus befchouwe; hec ; kan zyn, ja zelfs ik hoop dat ik dwaale, en wac i meer is (byaldien het nieuwe Reglement wordt ini gevoerd) wenfche ik, dat de gevolgen aan myne , verwachting niet zullen beantwoorden, maar myne : geboorte-Stad alle haare voorrechten blyven genie1 ten, en haaren welvaart zoo door de welmeenendheid, als door het getal en de gegoedheid van haare Ingezetenen, meer en meer zal toeneemen; waar . van ik wenfche een Ambteloos, ftil en afgezonderd iaanfchouwer te mogen zyn, die zich verblyden zal :dat'er gefchikter en welmeenender gevonden worden, om Utrechts Raad voltallig te houden, en de alleszints waardige voorwerpen blyven van de liefIde en achting van een waarlyk vry Volk. Waarmede, Ed. Groot Achtb. Heeren! de eeï fhebbe met alle waare hoogachting te verblyven. Edele Groot Achtbaare Heeren! Uw Ed. Groot Achtb. onderdaanigen eü gehoorzaamen Dienaaren Mede-Raad» (was get.) D. C. de Leeow, Oostbroek, den 24 July 1780". XXXI. Deel.  f 4a\f> knnr,«r, »*T^r,-„ „_ :tot invoering van het zelve mede werken, het welk de permanence van den Raad, en de vernietiging van het Reglement van 1674 ten minste voor een gedeelte onderfteld. Nog meer, Ed. Groot Achtb. Heeren ! by het iide Art. van het zelfde 4de Hoofdftuk in bovengemelde provifioneel Reglement, wordt ook aan bet gequahficeerd Coilegie van Gecommitteerden uit de Burgery opgedraagen het naauwkeurig acht zee. wen, dat op het te arresteer ene Provinciaal Reglement geen indracht gefchiede. Hoe kan nu, zoo lang geen nieuw Provinciaal Reglement Staatswyze is gearresteerd, een Coilegie worden ingevoerd, welk iitrekken moet, om opzicht te hebben over eene Izaak, die noch niet in wezen is. Om deze redenen, Ed. Groot Achtb. Heeren! is aet my volftrekt onmooglyk, myne toeftemmingte geeven tot het invoeren en beëedigen van het Colegie van Gecommitteerden uit de Burgerv, zoo x,,^ yciauucring van net Keglement vaa [574 de permanence van den Raad dezer Stad wet:ig zal zvn vastfeftplH. »n o«n t> 1 j — — — 3 -ij wv-xi meun j. juymtiaai reglement yan Regeering ingevoerd. En hier in kan bv mv bpph» „Q»-,r, j„.:_ t het beëedigen van het nieuwe Stedelyk Reglement, rJoor een gedeelte der Burgery op den aofttn Maart laatstleden, alzoo na het vernietigen der op den nollen December des voorleeden jaars afgedwongen en mformeele Refolutie, en het herroependerselve by Publicatie van den 6den Maart daar aan ^oJgende, de zaak wederom in haar geheel als voor len sollen December zynde gebracht, op gemelde )den Maart geene deliberatien over het invoeren ?an een nieuw Reglement van Regeering met ee- p.0 ..w...6 1!tuuCiJ runnen vaiien, als welKe «wen vuiSem ae wyze van KegeeringalhiergebroiK 2 ie-  148 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kelyk, het onderwerp kunnen zyn eener extraordi-i naire en volle befchryving, op dewelke ook die Le-iJ den van den Raad, welke uit hoofde hunner Corn-i^ misfien afwezig zyn, of anderszins geene zitting iarJ den Raad hebben, gelegenheid moet gegeeven wor-: den, om ook hunne gevoelens te uiten, en op ge-!< melde 2often Maart flegts eene gewoone Vroed-li fchaps Vergadering is geweest, waar geene dange4 woone zaaken met verbindend effi-ct konden behangt deld worden; dus al het overige wat op dien dagi en wel inzonderheid met betrekking tot het Regle^ji ment van Regeerirfg gefchied is, moet worden gevn houden voor geheel informeel, en gevolglyk ookji het in den ééd neemen der Schuttery op hetnieuweè Stedelyk Reglement, waar toe ook de Schutteryj dien dag niet in de wapenen gebracht, of op wettig! gezag door de Vroedfchap opgeroepen was. Ikj zwyge hoe uit de Vroedfchaps Notulen blykt, dadj daaromtrent zoodaanige omftandigheden hebbept plaats gehad, dat men die daad op haar zeiven oobl niet wel anders dan als zeer informeel kan befchou.» wen; en welke ik derhalven (buiten dat zy, hoel het ook anders daar mede gelegen mag wezen, ce>» ne particuliere daad is der genen, die daar aan deeij hebben gehad, en my dus in geenen opzichte aan«il gaat) met alle haare gevolgen, laaten voor reeke<| ning der genen, welke dezelve hebben verricht oii goedgekeurd. Wac nu verder de Declaratie of Manifest op naarap der Burgery den 3den dezer maand aan U Ed. Grooti Achtb. overhandigd, betreft; ik zoude dat alleecl voor Notificatie aanneemen; en zonder my ovea dat vreemde ftuk 't welk ik evenwel niet voor hel* werk der geheele Burgery erkenne, breeder uit tflf laaten, moet ik alleen betuigen, dat de bedreighuj gen daar in vervat, geene verandering in mynege hoorden begeeven te worden hebbe geftemd, em das ook de verandering in het Huishoudelyk be* ftier, op haar gedecjareerden wil, niet vermogtei te beletten; indien men aan de zyde der Regeenngj dit dus begreepen had, en de verwydering, weikei 'er tusfchen dezen Raad o het grooter gedeelte dec Burgeren en Ingezetenen zoo ongelukkig plaats! heeft, op alle mooglyke wyze had gezogt weg tei neemen, door zich meer handelbaar en toegeevendx omtrent de uitdrukkelyke wil der opgeroepen me* cigte te gedraagen, zulke onderlinge fchikkingeni waren zeer mooglyk geweest; dan thands word: int eens alle die mooglykheid aan de zyde van den Raadc den bodem ingeflagen , daar veelen verfeeren im deze, naar myne gedachten, dwaaiende begrippen, en het beéédigen weigeren, om de twee volgendei tedenen. Ten eerften: om dat de beéédiging den Burgery op den 2often Maart, tot inftandhouding van haare zyde van het Reglement, is informeelJ Indien dit begrip reeds op of kort na den 20fteni Maart heeft plaats gehad, heeft men, myns oir-'. deels niet wel gedaan, de Burgery tot op dit oo. genblik blind te houden, die al was hen geene andere blyk dan eene legaale Commisfie overig, moetl befluiten, dat de beéédiging op den aoften Maarci is wettig. De tweede en voornaamfte rede is, dact men fustineert gehouden te zyn aan het fchaadelykS en drukkend Reglement, van den jaare 1674, en] om gemoedelyk bezwaar, niettegenstaande de voorgebrachte redenen des contrarie, vermeint, dat de? Burgery iets van den Raad vordert, het gene dea Regenten, om den gedaanen ééd op den i2den Oc-J tober jongstleeden, niet kunnen doen. Ik zal thands \ in geene verdere rescontre treeden, dan het zy my i geoirloofd, de gevoigen van deze weigering onder J het oog van U Ed. Groot Achtb. te brengen. Hoe zeer ik afkeerig ben van alle daadelykheden, tegens die myner Mede-Raaden, welke zich ongelukkig volgens myn inzien, in de bovengezegde\ dwaa.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 153 idwaalende begrippen bevinden, en zich met den juitdrukkelyken wil van hec grootere gedeeite van Utrechts onafhangelyke Burgery weigeren te ver» «enigen, echter moet ik bekennen, dat het niet te eerwachten is, dat de Burgery in dezen van haar gemanifesteerd voorneemen zal afgaan, daar zy in zulk een geval zich door de Bondgenoocen, en van iet door onderling belang aan de vrye Nederlanden [zoo naauw verknogte en door een Traflaac vereeaigd Hof van Frankryk van een onbezonnen en onperaaden pas zoude moeten zien befchuldigen. Des fed. Groot Achtbaare Heeren! het te voorzien is, pat deze Raad zal worden beroofd van veele kundi?e Mannen, die de rust en vrede der Stad en Inwoocdereh van dezelve gezwooren hebben te zullen bewaaren. Het kan niet anders, of door deze finaae weigering moet de Burgery ontrust, en in de noodzaak gebracht worden om, dat God verhoede, cot buitengewoone middelen over te gaan. Hec »rootere deel der Natie, welkers oogen op ons Ut. recht gevestigd zyn, welke in dezelve begrippen als onze Burgery verfeeren, zal derzelver gedraar*ing met raad en daad onderiteunen. In ons Nedcrand zal een generaale Volkskreet opgaan, en die Raaden, welke te behouden thands myn oogmerk s, zullen, fchoon zy als ftille Burgers leevende, derzelver Burgerlyke veiligheid behoord gehandnaafd te worden, by veelen met verachting worden befchouwd, en mooglyk door deze weigering een Icyd doen gebooren worden, wanneer eene geheele tcheuring tusfchen den reprefenteerenden Souve. rein dezer Provincie, en het grootere getal der In» bezetenen zal ontftaan, waar uit dan de allerfchroo-melyklte gevolgen in die Gewesc, ja in ons geheele Vaderland, zullen gebooren worden. Een fcheuring, Ed. Grooc Achcb. Heeren! welke of de Bur?ery, volgens haar verkreegen Rechc tot de Magiftraatsbeftelling, zal doen fpreeken, en hunne woorden met 'er daad onderfteunen, of dezelve onder een eigendunkelyk beftier zal doen bukken; en wie K 5 uwer  154 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ttwer is 'er, Ed. Groot Achtb. Heeren! die znM riet bezeft? Wel aan dan, Ed. Groot Achtb. Heeren! is het; dat de Rfad met kan befluiten, volkomen in teftem.i meu in hec beéédigen van het Coilegie van Gecomo muteerden uit de Burgery, door den Heer Prasllij deot-Burgemeester, onder de gedaane voordracht by het ampel Advys van de Heeren van Senden ecij Smissa-ert, waar by ik my hebbe gevoegd, ik bidd de ü tóo. Groot Achtb., wendt doch van uwe zyddi alles aan, wat mooglyk is, om de rust te bewaar' ren, — toont, Ed. Groot Achtb. Heeren! dat gy,; nog eenige toegeevendheid omcrent uw gevoelen! bezit, aan die Burgery, aan die Stad, van welke! gy Leden en Irwoonders zyt, welker welvaart ö des te naauwer aan 't harte moet leggen, — offert iets uwer byzondere begrippen op tot welzyn vani het algemeen, immers zoekt in dezen U niec te ver-r zetten tegens een herhaald verzoek, tegens den eisch der Burgery, die van uwe zyde geene wea zentlyke daad, maar flechts een formulariceic, vol-1 gens het beloofde op den 20ften Maart, vordert5 — neemt, is het mooglyk, een befluit, om dei rust te behouden, de fcheuring tusfchen Regentem en Burgers te voorkomen, en geen oirzaak ce gee.' ven toe alle de boven aangehaalde en andere moog-; lyk niet te voorziene gevolgen, om daar door dei fcheuring in dezen Raad voor te komen. Ten dien einde neeme ik thands de vryheid, het volgende aan ü Ed. Groot Achtb. voor te draagen: of de meerderheid van U Ed. Groot Achtb. niet: zoude kunnen befluiten, in plaatfe van den eerften! Burgemeester, twee Heeren van die Raaden, weikei geene zwaarigbeid in de beéédiging van dit Coilegie, onder zekere mits, en een voorfchrifc van dent ééd, hebben gemaakt, te committeeren, en in welken gevalle het volgend Declaratoir aan de Burgery/ zoude kunnen worden uitgeleverd: „ De Vroedfchap in rype overweeging genoomen! „ hebbende de verzoeken der Burgery ter in dem „ ééd-  de Gebeurtenisje?! in 1787 enz. voorgevallen, tjy „ éédneeming van het Coilegie van Gecommitteer. „ den, en haaren eisch op den 3den July dezek „ jaars ingeleverd, heefc noodig geoirdeeld, om. , trent de in den éédneeming zelfs, te declareeren, , dat Hun Ed. Groot Achtb. niets meerder wen„ fchende, dan de rust, vrede en welvaart der Stad , Utrecht, en der Ingezetenen te bevorderen, , goedgevonden hebben te committeeren de Hee- , ren om het Coilegie van Ge- , committeerden, volgens het hier bygevoegd , Formulier, te beéédigen, echter onder dezen , verftande, dat door deze beéédiging het nieuw , Stedelyk Reglement aan de zyde der Vroedfchap , op geenerhande wyze zal gehouden worden gein, troduceerd te zyn, of aan den Raad eenige aétus , conform het zelve, en finaal ftrydig met den ge, daanen ééd op den I2den Oétober jongstleeden, , zoude kunnen gevergd worden voor den I2den , October eerstkomende." Ik hoope, dat de Burgery, als daar door, na nyn inzien, aan haar verzoek van beéédiging volkan wordende, in zulk een Declaratoir genoegen ':al neemen, hoe zeer ik moet bekennen, wel in nyn vermogen te hebben, hen te raaden; doch •ermits tegens myn fysthéma ftrydende is hen ei!;endunkelyk te willen beftuuren, moet ik alles aan le Burgery overlaaten. t Zie hier, Ed. Groot Achtb. Heeren! al het gene k, om de fermiteit der Burgery, nog als het uiterie heb kunnen voordraagen; geene andere middeen my uitvoerlyk, en dit zelfs onzeker voorkomende. Indien onverhoopt deze voordracht mede geen ;ehoor mogte erlangen, moet ik my alleen op de ïulpe van den God der Vryheid verlaaten, en Utechts Burgery aan zyne befcherming toevertrouwen. Utrecht, den 25 July 1785. (was get.) j. van Haeften. De  I5Ö* Ptrzamling van Stukken betrekkelyk tot De Onderteekenden voegen zich by het bover» ftaande voor/lei. (was geteekend) A. H. Eyk, van Senden, Jan Pieteri de Ridder , J. C. Smissaert. Eed, te doen by het Coilegie van) Gecommitteerden uit de Burge.. rys met die veranderingen, welke by de eerfte introductie vani dat Coilegie zullen moeten geob.. Jerveerd worden. s, Dat zweer e ik, dat ik tot het verkrygen van 1 a, deze Commisfie aan niemand eenig aanzoek heb i „ gedaan, veel minder daar voor iets beloofd oft ,, gegeeven heb, noch belooven of geeven zal, het: „ zy in myn Perfoon, het zy in myne Familie, of: „ door anderen; dat ik al den tyd myner bedie-. s» Ding, zonder aanzien van Perfoon, na myn bes-. „ te weeten, zal toezien, dat in zoodaanig Regie.. „ ment op de form van Regeering dezer Provincie, „ het welk geduurende den tyd van myne voorfz. „ bediening Staatswyze, met concurrentie van het „ Volk, mocht worden gearresteerd, en dat in„ zonderheid, in het Reglement op de Magiftraats. „ beftelling dezer Stad gearresteerd, den 15 Sept. 9» 1785,en door de Burgery beéédigd den20Maart „ 1786, als mede op de erkende Rechten en Privi„ legien der Stad en Burgery, geene infraéh'en ge„ fchieden, of veranderingen gemaakt worden, ,, maar dat alle dezelve onveranderd worden nage,, komen, en zoo daar inne eenige veranderingen t» wierden voorgeflaagen of ondernomen, door wie „ zulks ook zoude mogen wezen, dat ik in myne „ qualiteit als Gecommitteerde uit de Burgery „ aanftonds met myne Mede-Gecommitteerden zal „ concurreeren tot het inleveren van eene doleanm aan de Magiftraat dezer Stad, teneinde dezelve  - ie- Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 157 i„ zelve alle onderneemingen tegen alle dezelven ,„ helpen afweeren, en dezelve buiten eenige alteU, ratie of inbreuk geconferveerd blyven; voorbe- houdens nogthands zoodaanige alteratien, welkè ^, met wederzyds goedvinden van Raad en Burgery „, nog zouden kunnen worden gemaakt in de twee ,„ nog on vereffende poinóten, raakende het zesde w Artikel van het derde Hoofdftuk en het tiende .„ Artikel van het vierde Hoofdftuk van het zelv© 9, Stedelyk Reglement; voorts dat ik my ftiptelyk „ zal gedraagen na en overeenkomftig het Regle„ ment voor de Gecommitteerden uit de Burgery vastgefteld; dat zal ik niet laaten om lief of om „ leed, om maagfchap of zwagerfchap, om gifteo of gaven, of om eenigerhande zaaken." Zoo waarlyk helpe my God Almachtig! XX. Edele Groot Achtbaare Heeren J Daar ik op den 1 July 1785, by den aanvang van het delibereeren over de bezwaaren gedeclareerd hebbe, het zelve te houden voor préparatoir tot dat 'er een nieuw Reglement van Regeering dezer Pro» vincie by Hun Ed. Mogenden op eene wettige wyze en met concurrentie van den Heer Erf-Stadhouder zal zyn gearrefteerd. En alzoo het vervolgen» nopens het arrefteeren van het geapplaneerd Stedelyk Regeerings-Reglementblykt, uitdeNotulen vaa den 27 December 1785, dat ik geen ander aandeel aan de Refolutie van den 2often December gehad hebbe, dan dat dezelve door de omftandigheid vao tyd had moeten aanzien, en my verder in myn Declaratoir van den 20 Maart 1786 betoond hebbe dea ièd op het geapplaneerd Stads Regeerings-Reglement niet te kunnen afleggen, en niet ingeftemd nebbe in het in den ééd neemen van de Burgery; 100 is het, dat in die fentimencen aog blyvende ver.  $58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verfeererj, my ook thands buiten ftaat vind en ooi bevoegd reken, om zoodaanig een gequalificeeEl Coilegie van Gecommitteerden uit de burgery <| beéédigen; als zynde een gevolg van myn feno ment, dat eerst uit den ééd van 't Reglement ve 1674 op eene wettige wyze moet ontflagen zyn, e begrypende, dat de permanence van den Raad een wettig moet zyn vastgefteld , eer zoodaanig ee Coilegie kan worden geintroduceerd. • En wat aangaat het Addres of Manifest, op naaï der Burgery by de Vroedfchap den 3den July inge leverd, laat ik het zelve en de gevolgen van dt over voor rekening van die genen, die 'er Inftellet en Uitvoerders van zyn of zullen zyn , daar tege protefteerende; dezelve houdende voor informe* ea van onwaarde, by my zelfs overtuigd zyndd datrde gevolgen, welke daar uit zouden profluee ren, my niet anders zullen overkomen, dan dac i volgens ééd en plicht hebbe gehandeld. Utrecht, den 25 July 1786. (»« g*;0 J. A. Martens. XXI. n • De Ondergeteekenden vermeinen (fchoon niet o: den 2often Maart dezes jaars ingeftemd hebbend in de beéédiging van de Burgery, blykens derzei ver infertien, in Vroedfchaps Notulen van de< 27ften Maart laatstleeden) dat de Vroedfchap, ai een gevolg van den op den aoften Maart jongstlee den by meerderheid genomen Refolutie, tot hei in den ééd neemen van de Burgery op het Stads Re geerings-Reglemenc, behoorc als nu in te ftemmex in de beéédiging van het Coilegie van Gecommiti •teerden uit de Burgery, conform het vierde Hoofd ftuk van voorfchreeven Stads bezwooren Regee •rings-Reglement, zonder dat deze beéédiging ve* hinderen zoude, de noodige redresfen of alteratie* te maaken, met concurrentie van de Regeering et Bur.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 159 purgery, of dat deze acïus de Regeering verplicht cot de introductie van het Regeenngs- Reglement lielve aan de zyde van de Vroedfchsp, voorden l£2den OCtober aanftaande; inhsereerende verder, bp dat fujet, derzelver gegeeven Declaracoiren op den 2often Maart pasfato. I Utrecht, den 25 July 1786. (was geteekeni) P. C. BüRMAN de la BasSECOD». W. van Dam. XXII. De Conclufie door de meerderheid ge. noomen zynde, tot ajwyzing van het gedaan verzoek, is door den Heer Jan Pieter de Ridder ingeleverd het volgend Protest. Edele Groot Achtbaare Heeren! I Ik declareer by dezen wel uitdrukkelyk tegens de enoomen Conclufie te protefteeren, en voor my ie te houden voor informeel, nul en van onwaars, ftrydig met het aan de Burgery reeds beloofde 1 by hun verkreegene Recht, welke aan hun reeds uidelyk toegekend is by de eerste Conclufie. Ik ate daarom die tweede Conclufie, met al wat daar t kan voortvloeijen, voor reekening ên verantoording van die genen, welke dezelve gelieven te pemen ; betuigende by dezen voor de posteriteit, in dezelve geen deel te willen hebben of te hebten, en onfchuldig te zyn aan alle de funeste geblgen, die mooglyk uit deze Conclufie ftaan geooren te worden, zoo binnen deze Stad als Repuiiek. I Utrecht, den 25 July 1786".  Itfo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Nog gaf ter dezer Vergadering de Raad Ivoy j gefchrifte over, zyn op den 25ften July gefiiti) mondeling Advys, om het zelve in de Notule( te doen infereeren luidende als volgt. Zeide de Raad Ivoy, als dat zyne gevoelens, voo zoo verre hy prefent geweest was in de Extraordt naire Vergaderingen van de Vroedfchap, gehoudd over het, door den Raad en Burgery, provifione< geapplaneerd, en gearrefteerd Stads Regeeringj Reglement, aan Hun Ed. Groot Achtb. bekend m ren, gelyk ook dereferye, in het afleggen vandd ééd, by het weder op zich neemen van zyn Raadi plaats, in den jaare 1785. Dat dezelvegemoedelyke bezwaaren, welke hei op den 20 December 1785, tegefls het neemen d< tweede Vroedfchaps Refolutie, enden aoftenMaa jongstleeden, tegens de btéêdiging der Schutten deeden voteeren, hem nu ook noodzaakten, moeten difficulteeren, in het door de Vroedfcha daadelyk in den ééd neemen van het door de Bui gery, verkooren Burger Committé; het welk twaa dagen geleeden» reeds door hem, aan eene Con misfie , uit de Burgery was gedeclareerd, welH van zyn gevoelen begeerden geinformeerd te zyj Voor het overige de redenen, hem daar toe mi veerende, meest voortkomende en overeenkome: de met den hoofdzaakelyken inhoud des befluii van het Advys, door den Raad Abbema ingeleverc verzoekt hy zyn Edele, het zelve te mogen onde teek enen: in zoo verre zich daar by voegende, a ook by het voorgeftelde door de Heeren Raadd van der Does, Daunis en Abbema, ten fine < Addresfen in Commisfie te ftellen van Heeren Bui gemeesteren en zes oudfte Leden van den Raad om vervolgens by Appoinctement de redenen e motiven open te leggen, waarom de Vroedfchap voor als nog moet difficulteeren in de begeerte dc Burgery, en des noodig, dezelve redenen en moD ven ook ter kennisfe der refpeétive Bondgenooten e  & Geheurténisfen ïn 1787 enz. voorgevallen, iöi ;n van zyne Majefteit den Koning van Bran£ryït9 a brengen. ! Hier van is na refumptie bp den 3tften July, aati le Onderteekenaaren der Addresfen i ExtraCt geiionden &c. S*. 2376. Inthimatie van wegens de Burgery té Utrecht aan Heeren Burgemeesteren, Raaden in de Vroedfchap en Secretarisfen gedaan, om op den 2 dezer op de Neude te verfchynen, ten einde geëligeerde Gecommitteerden uit de Burgery onder Hde. te neemen. In dato den 1 Augustus 1786". Van wegens de Burger Schutters, Üitködpers efi iVachtvryen van de agt Burger Compagnien dezer stad, en alzoo in dezen Principaalen, worden BurgeneescereP en Raaden in de Vroedfchap dezer Stad oevens derzelver Secretarisfen geinthifneërd, Ommé pp den 2Aug. 1786 op de Neude binnen deze Stad te; compareeren, en aldaar in tegenwoordigheid van de ïeheele Burgery en ter requificie van dezelve, het Coilegie van geëligeerde Gecommitteerden uit de Burgery, conform den inhoude daar van by het beéédigde Reglement, vöor zoo veel Stads Regeeringsbeftelling aangaat, allesteneinde alsbyhetzelve Reglement is voorgeichreeven, in den ééd té aeemen. En dat by aanhoudende weigering en non» comparitie vab Burgemeesteren en Raaden voor» noemd, de Burger Schutters, Uitkoopers en Wachtvryen, uit hoofde van 't hun competeerende en ö« vergelaaten recht, alsdan zullen overgaan tot hec in den ééd neemen van voornoemde geëligeerde Gesömmitteerden, en het inftalleeren van'tzelve Coilegie. Met Inthimatie informa. Voor den Heer Raad * . (zyhdè aU hier de naam van eiken Raad aan wien de inthimaiiè Meld ingevuld*) XXXI. Deel. i Nd*  i62 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 2377* Verbaal van het gepaleerde op deni Augustus 1786 op de Neude te Utrecht, alwaar het Coilegie van Burger Gecommitteerdens wierd in den ééd genoomen; en de Raaden welk ingevolge de 'aan hun gedaane inthimatie niet compareerden gerenoveerd cif c Nadien het de Burger Schuttery, Wachtvryen en Uitkoopers van de agt Burger Compagnien binneD Utrecht, niet heeft mogen gebeuren, niettegenftaande hunne Addresfen, den 20ften en 26iten Juny dezes jaars aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap. dezer Stad geprefenteerd, in het vriendelyke te hebben mogen verkrygen de beéédiging van de Geëligeerde Leden,) om ingevolge van het geintroduceerde en bezwoo- • ren Reglement van Regeering, uit te maaken het: gequalificcerde Coilegie van Gecommitteerden uit; de Burgery, en waartoe de Burger Schuttery voornoemd haar by een uiteindelyk Addres en Manifest,, inhoudende haare nadere aandrang daar toe, zoo) wel als hunne uiterlyke intentie, op den 3den July dezes jaars, hebben te kennen gegeeven; tevens! met voordracht van een peremptoiren tyd, en wel van vier weeken, in te gaan met evengemelde3den: July, en verklaaring, ingevalle door de dispofitie: van de meerderheid der Raaden, aan het billyk en: rechtmaatig verlangen van de Burgery niet voldaanr wierde, dat zy zich niet langer zouden ophouden, nog laaten te vreeden ftellen met woorden zoKder effect, maar na verloop van die tyd, zich met de daad zouden verzetten tegen die weigering, en anderei willekeurige handelingen van de meerderheid van den Raad, en zich ipfo fatïo in het bezit ftelleni van het gearrefteerde, en door hen beéédigd gein^i troduceerd Reglement van Regeering. Dat de tyd daar toe geëxpireerd zynde maandag den 3iften July jongstleeden, zoo had het den Raad dezer Stao goedgedacht, dien dag aan de Burgery te doen toet komen een Extract uit de Refolutien van de Ed. Gr. Achtb»  ds Gebeurtenis/bn in 1787 ?nz. voorgevallen. 1S3 I Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap, van den 2j?fl:en July dezes jaars» inhoudende: dat ide Vroedfchap na rype deliberatie, om de redenen len mociven, by de overgeJegde fchriftelyke Advyzen van de groote meerderheid van de Leden van den Raad gealiegueerd en gededuceerd, geoirdeeld len verdaan heeft, aan het verzoek der Gecommitteerden, tot beéédiging van de zestien Leden, om een gequalificeerd Coilegie van Gecommitteerden uit de Burgery uit te maaken, niet te kunnen of te mogen defereeren, maar het zelve te moeten afflaan en wyzen van de hand. Dat de Burger Schutters, Uitkoopers en Wachtvryen van de agt Burger Compagnien, na Communicatie van de voorfchreeven Declinatoire Refolutie, daar aan niet kunnende defereeren; maar de Raad, in dezen gehouden was, aan de alleszints rechtmaatige requifitie van de Burgery te Voldoen , hadden de Burger Schutters, Uitkoopers en Wachtvryen van de refpective agt Burger Compagnien, na voorafgaande pproeping van allen en een ieder, niemand uitgezonderd, by wettelyke Inthimatie, jegens heden len 2 Augustus 1786, des voornoens ten tien uuen, ten overvloede doen inthimeeren de Heeren burgemeesteren en Raaden dezer Stad, om te comDareeren op de Neude alhier, en aldaar in tegenwoordigheid van de geheele Burgery, en ter requiitie van dezelve, het Coilegie van Geëligeerde Ge•ommitteerden in den ééd te neemen, conform deü hhoude daar van by-het beéédigde Reglement, roor zoo veel Stads Regeering aangaat, voorgefchree* ren, alles ten einde, als by het zelve Reglement is >epaalt; en dat by aanhoudende weigering en non 'omparitie van Burgemeesteren en Raaden voorloemd, de Burgerschutters, Uitkoopers en Wachtryen, uit hoofde van hun recht, als dan zouden 'vergaan tot het in deD ééd neemen van voornoem:e Geëligeerde Gecommitteerden en het inftalleesn van het zelve Coilegie. Dat de tyd tot dat ein;e thands daar zynde, en alle de agt Burger Com. L 2 pag.  IÓ4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot pagnien, met hunne Uitkoopers en Wachtvryen,, onder het geleide van hunne Officieren en Onder-'. Officieren, en een ieder onder zyn Vaandel, alhieri op de Neude gecompareerd zynde, niet alleen tent geleide van hunne Geëligeerde Gecommitteerden, maar ten einde, op gronden van het hen competee-: rond recht, als mede uit krachte van het bezwoo«i ren en geintroduceerde beéédigde Reglement vani Regeering , dezelve Geëligeerde Gecommitteerd den, uit de Burgery, in den ééd te neemen. Waal op door de agt Burger Schutters Compagnien, met hunne Wachtvryen en Uitkoopers, is geformeerd! een kring; en dezelve kring geformeerd zynde, zym openlyk uitgeroepen: Heeren Burgemeesteren en Raaden in de Vroedfchap dezer Stad, om, ingevoW ge van het verzoek en vereischte van de Burgery.' zich te begeeven binnen den geflagen kring, en al] daar de zestien Geëligeerde Gecommitteerden na inhoude van de aan Hun Ed. Groot Achtb. gedaane Inthimatie, in den ééd te neemen ! Dat de voort fcbreeven oproeping gedaan zynde, waren noch Heeren Burgemeesteren, noch iemand van de vert dere Raaden , ten voorfchreeven einde geinthi, meerd, gecompareerd, dan de Heeren Eyk, vaè Senden, de Ridder, Smissaert en van Haeftenï welke Heeren in den voorfchreeven geflagen kring binnen geleid zynde, hebben de Heeren OfficiereE daar binnen geformeerd een kleineren kring, want neer die vyf Heeren, door den mond van den Hees Eyk , een Declaratoir hebben doen voorleezen i waar mede zy allen door hunne onderteekeningzict hebben geconformeerd , en zynde van inhoude: zoo als het zelve in originalie hier aan is geannex: eerd. Ka het welke binnen den kleineren krinf door den jongften Officier van ieder Compagmet zyn binnen gefteld, alsfe: Van de Compagnie Turkyen. De Heeren Gysbertus CornelisBrouwer, enPie ter Hancbrink. Vat  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 165 Van de Compagnie het Papevaandel. De Heeren Jan Tieleman Blekman, en Johannes van Liender. Van de Compagnie 't Fortuin. De Heeren Mr. Ludolf de With Hoevenaar, en Willem van Ryn. Van de Compagnie de Bloedkuil De Heeren Willem van Soesbeek , en Adriaan van Schermbeek Jaspersz. Van de Compagnie de Zwarte Knechten. De Heeren Johannes Kreylkamp, en Gerardus Bresfer. Van de Compagnie de Oranjejlam. De Heeren Mr. Leonard Zwarcendyk, en Coenraad Vermeulen. Van de Compagnie de Pekjlokken, De Heeren Laurens van Heiningen, en Johannes van Schalkwyk. En van de Compagnie de Handvoetboog. ', De Heeren Gerardus Bettinck, en Gerrit van Westhuizen. Waar op aan een ieder van die Heeren, hoofd roor hoofd is afgevraagt, of zy ter requifitie van ie alhier vergaderde Burger Schqttery, betraande >:oo in Officieren , Onder-Officieren , Schutters, Wachtvryen en Uitkoopers, bereid waren, hennen 3eëligeerden Post als Gecommitteerde , of wel >m te faamen uit te maaken het gequalificeerde iollegie van Gecommitteerden pit de Burgery, ngevolge de Artikelen , vervat by het vierde loofdftuk van het gearrefteerde, en op den 2offen L 3 Maart  i55 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Maart dezes jaars met ééde geïntroduceerde Regie-! ment, concerneerende de Regeering dezer Stad, als nu op heden te aanvaarden. En dit door huni allen mee ja beantwoord zynde, is door de Burger; Schuttery, Uitkoopers en Wachtvryen alhier, oo penilyk voor God en de geheele wereld geprotes* teerd , tegen alle de weigerig gebleeven zyndd Raaden, ten aanzien van hunne by aanhoudenheitji betoonde ongenegenheid en onwilligheid, om aan de Burgery te hebben willen prefteeren (jet eff cK van nee meer voorzeide geproduceerde en bezwooc ren Reglement, en 'tr dus aan de Burgery geeneE anderen weg opengelaaten zynde, dan om zich ini gevolge van hec meergemelde door hen verkree^ gen recht, en op gronden van Stads Rechten en Voorrechten, daadelyk te ftellen in het bezit e» genot van dat bezwooren Reglement; waarom d< Burgery onder voorfchreeven P-otest, en ook te gens alle gevolgen, toetreederdetot de btéédigin? van voornoemde Gecommitteerden, alvoorens aa een ieder van dezelve Heeren gevraagd ; of zy ooi bereid waren, om ingevolge van dien aan de Bui prry af te leggen, en den ééd te doen, voor hc Coilegie van Gecommitteerden uit de Burgerye by de Vroedfchap gearrefteerd, voor zoo veel d Magiftraatsb^lhHing dezer Stad betreft, en by hr Reglement is voorgefchreeven , onverminderd d nog onafgedaane poinéten; als mede met coecuu rende van de Burgery, te arrefteeren eene forma c i de Regeering dezer Provincie. En dit mede door hc met ja beantwoord zynde, onder de overgeleeve i de en hier annexe referve, is daar op onder het prr i fenteeren van 't geweer van de geheele Eurgern door de oudfte en jongfte Kapitein-Luitenants ad Heeren Gecommitteerden voornoemd den voorf:: ééd voorgeleezen; zeggende een ieder vandevooi noemde Gecommitteerden daar op: Zoo waurk helpemy G"d Almichtig! alleen heefc de Heer Lai hens van Heynincen de bevestiging gedaan mc waare woorden , in plaatfe van ééde. Dat den éé  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 167 ifééd en becuiging alzoo afgelegd zynde, is deze ten ■ bewyze daar van, zoo wel als van het door de BurIgery op heden geïntroduceerde Coilegie van Gequallificeerde Gecommitteerden, ten verzoeke en in het libywezen van de geheele Burgery, Uitkoopers en li'Wachtvryen, en na oproeping van allen en een ieJlder, alzoo uitmaakende het geheele lighaam van de iiBurgery dezer Stad, openbaar door alle de Officiejiren en Onder-Officieren van de agt Burger Compagjinien onderteekend, met belofte aan de zyde van de «Burgery, om de Leden van dit Coilegie in die huninen post, van nu of aan en altoos, te zullen guaranjideeren en indemneeren, en dezelve desnoods, ook «met lyf en goed, te zullen adfifteeren. En zyn jtdaar op de voorfchreeven zestien GecommitteerIpden, door de geheele Burgery, Compagnieswyzegejpbracht naar de Aalmoefenierskamer, tot hunne Orjldinaris Vergaderkamer gedespicieerd , alwaar zy h zich voor dezelve in één lighaam vergaderd hebben|de, na dat de Burgery aldaar voorby gedefileerd jpwas, voorts zyn ingeleid door de Heeren Mr. Gerard Anthony Visscher , oudften Luite* Itnant van de Compagnie Turkyen. Dirk Jan de Ridder, oudften Luitenant van de ft Compagnie 't Papevaandel. Nicolaas Hendrik Strik van Linschooten, oudjjften Luitenant van de Compagnie 't Fortuin. Jacob Lidias Vos, oudften Luitenant van de Comfpaenie de Bloedkuil. Johan Pieter de Joncheere, jongften Luitenant ^van de Compagnie het Papevaandel, mede gejeid 1 hebbende de Zwarte Knechten by defedt, van Officieren. Adriaan Abeleven, oudften Luitenant van de ( Compagnie de Oranjejlam. Dr. Paulos Bosch-Bois, tweeden Luitenant van 1 de Compagnie de Pekfiokken. En Wynand Koopman Junior, oudften Luitenant van de Compagnie de Handvottboog. ' L 4 En  I#8 PtnaouUng van Stukken bxrekhljk ha En aldaar met overleevering van dit geteekesc-fl Verbaal, (waar van een Copia authentiek, orn on« der den Burger Krygsraad te blyven beruscen , zyn« de geformeerd) nevens het geïntroduceerde beéé-' digde Reglement van Regeering, geiniTslleerd, ec: in naam van de Burgery toegewenscht de hulp , by. ftand en onderfteuning'van God Almachtig, om k: dezen hunnen post, getrouw aan ééd en plicht, de belacgens van de Burgery zoodaanig voor te liaan, als de Burgery vertrouwen in ten gefield hebbende, dezelve in hunne handen by dezen heeft over' gegeeven. Acrum in Utrecht, den 2 Augustus 1786. Was geteekend door 36 Offi:itrens lm Sergeanten en Si Corporaals. Dedarattir, hier brtnt gevuld. De Ondergeteekenden ingevolge der Inthimatie, naam eer Burgery aan hen gedaan, op heden den: 4 Augustus 1785 alhier op de Neude gecompareerd zynde, doca geen genoegfaam aancal van hunne Mede-Raaden tegenwoordig zynde; oirdeelen zich" uit dien hoofde ten eenemaal onbevoegd, om het Coilegie van Gecommitteerden uit de Burgery hl den ééd te neemen op naam van den Raad; terwyl nogthands de Ondergeteekenden geene zwaarigheid: raspen, alhier voer het oog der gantfche Burgeryj openlyk te declareeren, dat zy volkomen perfiftee-. ren by hunne Advyzen den ijften July pngstleeden in den Raad voorgedraagen, en iedere door den: druk pubiyk gemaakt; zonder het recht tot de b&>eedigicg van voornoemde Gecommitteerden aan ae: Burgery toekomende, eenigszins te willen tegen"preeken. (vas getukend} Ad. H. Eyk. j. P. de Ridder, vaju Senden'. T. C. Smissaert. va»; Haeften. Et.;  êe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ï<5$ Re/erve, hier boven gemeld. De Leden van dit nu te introduceerene en be* ëedigend Coilegie zyn bereid den gemelden ééd af te leggen, en de Heer van Heyningen met waare woorden in plaatfe van ééde te verklaaren, dien te zullen houden ; met dezen verflande, dat zy voorbehouden alle zulke verandèringen, met onderlinge concurrentie van den Raad en Burgery te maaken, welke in tyd en wylen geoirdeeld mogten worden ten nutte van Stad en Burgery te zullen verftrekken; met verzoek dat hier van aanteekening in de Notulen zal gehouden worden. Na deze plechtigheid verricht te hebben, wierd aan de weigerig gebleevene en op de Neude niet gecompareerd zynde Raaden (except de Raaden van Dam en Bürman de la Basseoour) gedaan de volgende Infinuatie. De Principaal dezer is geteekend op een Ze- Copia (der Injinuatie.) gel van 10 ftuivers. Nadien het de Burger Schuttery, Wachtvryen en Uitkoopers van de agt Burger Compagnien, niec heeft mogen gebeuren, op hunne Addresfen van den aoften en 2<5ften Juny dezes jaars aan de Vroedfchap dezer Stad geprefenteerd, in het vriendelyke te hebben mogen verkrygen de beëediging van het geëligeerde gequalificeerde Coilegie van Gecommitteerdens ; maar de voordracht en het verzoek daar toe gedaan, zoo wel als hunne uiterlykevoordracht en gedeclareerde intentie van den 3den July jongstleeden, te wyzen van de hand, en dat zulks gefchied is door eene meerderheid van Hemmen in den Raad, en dat de ftemmen waar door de voorfchreeven conclufie is genoomen, beftaan hebben in die van de Raaden, alsfe : van de Heeren van Beek Heer van. Djkvelt, Locten, Verbeek, van L 5 der  fjo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der Dossen Heer van Derthuizen, Wieling, van ï Musschenbroek , van Bronckhorst , Boddens,, van WfiSTREENEN, van romondt, DaöNIS, CrAEY- i vanger, de joischeere , verschoor, pesters, j Falcx, Zaal, Ewyck, Abbema, Woertman, de : Leeuw, van der Muelen, van Dielen, Ivoy, , D. J. Martens, J. A. Martens, Nahuis, Voet • van Winsen , en van den pretenfefl Raad Ooé. Zoo is 't, dac de Burgery ingevolge van hun ge- • declareerde op den 3den July dezes jaars, zich aan die Refolutie tegens hun wetcig compeceerend en als verkreegen recht aanloopende, niec kunnende | gedraagen, en na overbodige Inthimatie tot het ; door den Raad in den ééd neemen van voorfchree-/ ven Coilegie, ter requifitie van de Burgery niet : hebben mogen reusfeeren, maar uit hoofde van de aanhoudende weigering van den Raad, en noncom- . paritie ter verzogte en beftemdér plaatfe, tot het in den ééd neemen en inftalleeren van het meergemelde Coilegie hebben moeten toetreeden, omniet . langer ontzet te blyven van het aan hun competee- ' renden toegekend recht. Waarom de Burger Schutters, Uitkoopers en Wachtvryen van de agt Burger Compagnien, nevens hunne Officieren en Onder-Officieren, na oproeping van allen en een ieder, niemant uitgezonderd, en alzoo in een lighaam vergaderd, uitmaakende de geheele Burgery dezer Stad, verklaaren, zoo als zy doen by dezen, alle de voorfchreeven weigerig en onwillig gebleeveü Raaden, van heden vervallen te zyn van hunne Raadsplaatfen; met infinuatie aan dezelven, om zich van dato dezer te onthouden van alle Vergaderingen van de Magiftraat en Politie, als mede van de Commisfie ter Vergadering van Staat daar van dependeerende, alzoo de Burgery die hunne Raadsplaatfen houd voor vervallen en vacant; nogthands dat alle de voorfchreeven Heeren in hunne Commisfien, alsfe van Burgemeesteren, Schepenen, Momboir-Kamer, Stads- en Staaten Finantie, 't Hof, Postery, Kameraar en Thefaurier, Gecommitteerden  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 171 den tot de Middelen en in 't Drostambt van de Vaart, zullen blyven fungeeren tot den i2den October aan ftaan de; ten ware alle de voorfchreeven Heeren door hunne verdere tegenkantingen , de Burgery noodzaakten tot hunne veiligheid, en tot behoud van hun recht, ook hier in verandering te moeten maaken. En om voor te komen alle onaangenaame gevolgen, zal hiervan by infinuatie aan voornoemde Heeren werden kennis'gegf-even, en ook aan H-eren Burgemeesteren, ten einde Hun Ed. Achib, van heden de voorgenoemde Heeren tot den Raad niet meerder te doen convoceeren; onder protest tegen alle gevolgen, by aldien iemand van de voorfchreeven Raaden zich federt dato tot de Vergadering van den Raad geliefde te begeeven , of met de zaaken van de Politie dezer Stad te bemoeijen, alzoo zy alsdan die gevolgen aan zich zeiven zullen te imputeeren hebben. En zal deze ten efTeü van infinuatien in iedere Compagnie, by Copia aan de voorfchreeven geweezene Raaden, of by abfentie aan hunne woonhuizen worden overgegeeven, door een Officier van de Compagnie , geadfifteerd met twee Onder-Officieren en twee Burgers, daar toe benoemd. Aftum Utrecht op de Neude, uit de aldaar ir> een lighaam vergaderde Burger Schutters, Uitkoopers en Wachtvryen, met hunne Officieren en OnderOfficieren, na voorgaande oproeping van allen en ieder, niemant uitgezonderd, en alzoo uitmaakende het geheele lighaam van de Burgery, den 2 Augustus 1786. En was de origineele Infinuatie, waar van deze Copia is, uit last en naame voorfchreeven onderteekend, alsfe: Uit de Compagnie Turkyen. s' C. Bentink, J. A. d'Averhoult, W. van Dyk, C. van Benthem. Uit  I? 2 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot Uit de Compagnie het Papevaandel. J. A. de Ridder van Almkerk, D. J. de Ridder, Anz. de Vry, Herin. Kruis. Uit de Compagnie 't Fortuin. Ib. de Joacheere, J. van Lidt de Jeude Junior. G.Heetveld Adz., J. Carels. Uit de Compagnie de Bloedkuil. J. C, Pronckert, M. J. Dyck, G. van de Voren, C. van der Moolen, Uit de Compagnie de Zwarte Knecliten. H. A. Hanenbrink, A. van Eldik, J. C. des Tom. ba, R. Molenaar, D. van Dort. Uit de Compagnie de Oranje-Stam. A. Abeleven, G. C. Egeling, J. van der Ven. Uit de Compagnie de Pekftokketi. Paulus Bosch Bois, Petrus de Koning, Corn.van Hengelaar, W. Overwyn. Uit de Compagnie de Handvoetboog. O. D. Cordon, J. Vos van Zyll, J.Lübberding, G. Roggeveen. Deze, met de origineele geteekende aecordee» rende, is ten voorfchreeven fine overgeleeverdaan den Heer By ons ondergefchreeven Gecommitteerden van de Compagnie op dato voorfchreeven. N.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 175 ;N°. 2378. Misfive van de Heeren Gedeputeerde Stoaten 's Lands van Utrecht, aan Hunne Hoog Mogenden, waar by kennis geeven van het voorgeval, lene op den iden jongstleeden in de Stad Utrecht (Sc. In dato den 5 Augustus 17803. Hoog Mogende Heeren! Alzoo de onlusten, federt eenigen tyd binnen de* ize Provincie plaats gehad hebbende, als nu binnen deze Stad tot die hoogte geklommen zyn, dat de Burgery heefc kunnen goedvinden, op den 2den dezer loopende maand gewapend by eikanderen te ! komen, op de Neude te vergaderen, en aldaar In1 thimacie en oproeping van Burgemeesteren enRaa, den in de Vroedfchap dezer Stad, met veeleplech1 tigheden, niet alleen een Coilegie van Geëligeerde ! Gecommitteerden uit de Burgery te beéédigen, ■ maar ook alle de niet gecompareerd hebbende Burgemeesteren en Raaden , met uitzondering nogthands van twee, en wel ten getale van dertig: vervallen te verklaaren van hunne Raadsplaatien, ' met infinuatie aan dezelve om zich te onthouden „ van alle Vergaderingen van de Magiftraat en Policie, als mede van de Commisfie ter Vergadering van Staat, daar van dependeerende, alzoo die Burgery hunne Raadsplaatfen hield voor ver" vallen en vacant. — Voorts onder Protest tegen " alle gevolgen byaldien iemand van de voorfz. " Raaden zich federt dato tot de Vergadering van " den Raad geliefden te begeeven of met de zaaken van de Policie dezer Stad te beraoeijen, al" zoo zv die gevolgen aan zich zeiven te imputee", ren zouden hebben ; " als breeder by de Acte van infinuatie, waar van wy de eer hebben Copia hier te vens te voegen. Zoo vinden wy ons daar door in de allerzorgelykfte omftandigheden gebracht, alzoo wy de gevolgen van zoodaanige violente demarches ten hoogften appxehendeeren, en niet an-  574 Verzanding van Stukken betrekkelyk tot ders kunnen tegemoet zien, dan dat zonder fpoe.. dige middelen van redres, dewelke ons uic hoofde van hec heerfchend misnoegen en wantrouwen oncbreeken, deze Scad en Provincie aan de grootite onheilen blootgefteld, en tot een onnut Lid van het Bondgenootfchap gemaakt zal worden. En het is deze reden, die ons, daar wy zeef moeten twyffelen of de Staats deliberatien wel langer voortgang zullen kunnen hebben, gepermoveerd heeft, het gene voorfchreeven is, ter kennis* fe van U Hoog Mogenden te brengen, zonder nog* thands eenig fpeciaal verzoek te doen, waar toe wy ons niet gelast vinden, maar alleenlyk om aan onze verplichting te voldoen en aan U Hoog Mogenden beter en wyzer oirdeel over te laaten, welke middelen tot herftel van de goede orde en rust binnen deze Provincie op eene Conftitutioneele wyze overeenkomftig de gronden der Unie, tot voorkoming van de totale ruine van dit Lid van het Bondgenootfchap zouden kunnen en behooren te worden geadhibeerd, waar toe wy (zoo veel in ons vermogen is) altoos bereid zullen bevonden wordeD te coöper'eeren. Waar mede &c. Utrecht, den j Augustus 1686. N°. 2379. Declaratniren van de Heeren Leden der Vroeofthap te Utrecht, A. H. Eyk, van Senden, J. P. de Ridder, van Haeften en Smissaert. In dam den-j, 8 en 14 Augustus 178C. De Ondergeteekenden prefente Leden van den Raad der Stad Utrecht, vernoomen hebbende den voordracht uit naam van ieder der agt Compagnien Burger Schutters, Uitkoopers en Wachtvryen dezer Stad, om op heden de by hen Geëligeerde Kiezers, tot het maaken van de Nominatien voor Raaden  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 175 E0 in de Vroedfchap dezer Stad in den ééd te neeien, hebben de voorfchreeven prefente Leden, Is haarer zyds het door de Burgery beéédigd Re:lement niet zynde geintroduceerd, zich genoodlaakt gevonden te declareeren, de verzogte btéé■iging der Kiezers niet te kunnen doen; maar delelve met alle de omftandigheden daar toe betrekelyk, aan de Burger Compagnien, Wachtvryen en Uitkoopers te moeten overlaacen, zonder het recht ;er Burgery eenigzins te willen tegenfpreeken : perilteerende voorts by hunne gedeclareerde gevoelens, reeds genoegzaam algemeen bekend. Utrecht, den 7 Augustus 1786. (was geteekend) A. H. Eyk. van Senden. Jan Pieter de Ridder, van Haeften. De Ondergefchreevenen prefente Leden van de Vroedfchap der Stad Ucrechr, in overweeging genoomen hebbende de verzoeken, door de oudlïe Kiezers der refpective agt Burger Compagnien aan Hun Ed. Achtb. gedaan, ten einde de door de kiezers geconcipieerde, en aan Hun Ed. Achtb. overgeleeverde Nominatien te reduceeren, en by het lot Raaden in de Vroedfchap te ëligeeren; achten izich verplicht te declareeren, dat Hun Ed. Achtb. zoo lange het nieuwe Stedelyke Reglement aan hunne zyde niet is beéédigd (waar toe Hun Ed. Achtb. 'volgens hunne beéédigde Declaratoiren, op den ii2den October eerstkomende, als nog bereid zyn) ;zich onbevoegd oirdeelen , om aan de gedaane , voordrachten te defereeren, ofte eenige actus tot reductie, electie of beéédiging van nieuwe Raaden te pleegen, maar die allen aan de Burgery te moeiten overlaaten; zullende des niettemin, van haatrezyde alles aanwenden, om den fchyn van eene 1 volftrekte Regeeringloosheid in het publiek bellier i der Stad Utrecht te voorkomen. Ut.  Ï16 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ml Utrecht, den 8 Augustus 1786. (was geteekend") A. H. Eyk. van Senden. Jan Pie& i ter de Ridder, van Haeften. Zeide de Ondergeteekende, dat hy, wegens eene noodzaakelyke abfentie, ter bywooninge vanee* « ne byeehkomst van Vaderlandfche Regenten binnen i Amfteldam, niet hebbende kunnen adfifteeren by de Deliberatien van dezen Raad , gehouden op 1 maandag en dingsdag den 7den en 8ften dezer loo- ■ pende maand, dienvolgens zich ook niet heeft kun- • nen voegen by de Declaratoiren, door de Heeren 1 Eyk, van Senden, de Ridder en van Haeften,, op die beide dagen alhier ingeleverd, gelyk hy an> • ders prefent zynde geweest, ongetwyffeld zoude! hebben gedaan. Declareerende de Ondergeteekende, dat hy hett gevoelen der voornoemde vier Heeren in dezen vol-. komen voor het zyne aanneemt, en dat hy na deze: verklaaring wil gereekend worden, als of hy der-zeiver gedachte twee Declaratoiren mede met zyne: Onderteekening had bekrachtigd ; verzoekende hier i van infertie in Vroedfchaps Refolutien, en extras ■ ditïe van Copie dezer verklaaring aan Gecommit.. teerden uit de Burgery. Utrecht, den 14 Augustus 1786". (was get.) j. C. Smissaert. , N°. 2380. Infinuatie uit naam van de Burgerye door '• derzelver Gecommitteerdens te Utrecht, aan Heeren 1 Burgemeesteren op den 7 Augustus 1787 gedaan. Van wegens de Burger Schutters, Uitkoopers en 1 Wachtvryen, van de agt Burger-Compagnien de zer Stad, zoo dezelve op den 2den Augustus 178Ö ; in een lighaam op de Neude alhier zyn vergaderd  è* Gebeurtenis/en «s 1787 enz. vètrrgevsllèn. if f 1 geweest , en alzoo in deze Principaalen, word aan 1 de Heeren Mr. Arnoud Loten en Mr. AdriaAn \ van Bronckhorst, bekleedende de BurgemeesterW lyke waardigheid dezer Stad, ea alzulks in die hunm. .ne qualiteit, ten gevolge van dé op den aden Atij gusius jongstleeden gedaane Infinuatie, allérémitigst aangezegd: dat zy Heeren Geinfinüeerdens wel zullen hebben te letten, en zich allerfoigneüst te wachten, om, het zy In de Vergadering vaa Heeren Gedeputeerden, ordinair of extraordinair gehouden wordende, als mede in dé te hoüdéné Vergaderingen van Staat, eenige befluiten té neemen, te helpen neémen, in te ftemmen, of tébóbcurreeren tot eenige dispofitien, cönclufien of beraadflagingen, welke zoüde rhogén diénen of vérftrekken, om aan de Burgery te ontzetten, tè beneemen, of vruchteloos te maaken, het effect, dér : aan de Geinfinüeerdens op den 2den Augustus jongstleeden gedaane Infinuatien; èn, zoo 'ér bereids zoodaanige befluiten mogcen genomen zyn, dat de Geinfinüeerdens dezelve zullen hebben te brengen ter kennisfe van de aangebleeven Raaden of van de Burgery, zonder ook diésaangaande zich onder eenige fecretesfe te doen leggen, of daar Op eenige fecretesfe hoeopkaan té neemen; met déclaratbir: dat ingevalle de Heeren Geinfinueerden tot zoodaanige als gemelde genomen befluiten mogten Inge■ ftemd, of daar van zelve de ftille byzicters of aan? fcbouwers geweest zyn, of komen ce zyn, zonder daar van aan de voorfz. aangebleeven Raaden of aag de Burgery kennisfe gegeeven te hebben, nu té geeven, of by vervolge onverwyld te zullen gee* ven, dat de Burgery van 't contrarie der handelingen van de Heeren Geinfinüeerdens geinforfflefercl wordende, de gevolgen van dien op de Perfoonen van de Geinfinüeerdens in diervoegen zal vernaaien, zoodaanig als zy die zullen oirdeélën, op grondeü van Rechten te moeten doen, tegens alle en een ieder, welke zich ais Vyanden van déze Stad én Bureerftaat gedraagen hebben j protestecrende musXXXI. Deei.. M aieé  178 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dien tegën de Heeren Geinfinueerden van alle ge.( volgen, welke hun zoo uit voorfz. of eenige geop.r. pofeerde gedraagingen tegens de Burgery mogtec overkomen, alzoo zy het zelve daar aan alleen tet imputeeren zullen hebben. En op dat de Heeren Geinfinüeerdens van deze der Burgeren allerferieustft intentie en eraftigfte meininge tot hun richtfnoec mogen geinformeerd zyn, zal deze aan de Heeren Geinfinueerden, dooreen Officier, tweeOnder-Offif eieren en twee' Burgers, heden by wyze vanlnfinua; tie worden voorgeleezen, met overlevering van Co; pia. En alzoo het de Hèeren Geinfinüeerdens heefri goedgevonden, aan de Deurwaarders dezer Stad door den Secretaris de Rüever te doen aanzeggen, tegens hedèn Maandag geen convocatie Van den Raad (en dus ook ten aanzien van de aangebleeven Raaden) zoo ordinair als extraordinair by provifie te doen : en dat de Heeren Geinfinüeerdens zich daar dooD de zaaken van de Politie dezer Stad komen te onw trekken, en daar in buiten noodzaake als het ware , een ftilftand te hebben willen occafiöneeren, zoo wel als de aangebleeven Raaden daar toe infrucc tueus te houden, zoo werd in naame'voorfz. oofe dienaangaande tegen de Heeren GeiDfitiueerden ge: protefteerd van alle gevolgen, welke daar uit zow-i den konnen opgevat of geëlicieerd worden, om alle1 dezelve te verantwoorden, zoo des bevonden zat worden te behooren. Aftum Utrecht, den 7 Augustus 1786. Uit r/aam en last als boven. (En was geteekend) Uit de Compagnie Turkyen. G. Bentink, J. h. d'Averhoult, W. van Dyk, C. van Benthem. Uit de Compagnie het Papevaandel. J. A. de Ridder van Almkerk, D. J. dé Ridder, Anz. de Vry, Herm. Kruis. Vin  dB Gebeurtemsftn in 1^87 enz. voorgevallen. 119 Uit de Compagnie 't Fortuin. Ib. de Joncheere, J. van Lidt de Jende, junior» G. Heetvelt, Adz. J. Carels. Uit de Compagnie de Sloedkuil. J. C. Pronkert, M. J. Eyk, G. van de Voorn, C. van dsr Moolen. Uit de Compagnie de zwarte Knechten. A. v. Eldik, J. C. des Tombe, R. Molenaar, IX van Dort. Uit de Compagnie de Oranje-Stam. A. Abeleven, G. C. Egeling, J. v. d. Ven. Uit de Compagnie de Pekftokken. Paulus Bosch Bois, Petrus de Koning, Corn. V# Hengelaar, W. Overwyn. Uit de Compagnie de Handvoetboog. O. D. Gordon, J. Vos van Zyll, J. Lubberdingj G. Roggeveen. Deze, met de origfneele geteekende accordeerende, is ten voorfz. fine overgeleverd aan den Heer By ons ondergefchreevene Gecommitteerden van de Compagnie op dato voorfchreeven. N°. 2381. Infinuatie uitnaam als vooren, aan de Heeren Geëligeerden als het eerfte Lid van Utrechts Provinciaale Staatsvergadering uitmaakende, gedaan op dato den 8 Augustus 1786. Van wegens de Burger Schutters, Wachtvryen en Uitkoopers van de Burger-Compagnien dezer Stad, zoo dezelve op den 2 Augustus 1786, na M 2 voor-  l8o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voorgaande oproeping van allen en een ieder nie. i mand uitgezonderd, in een lighaam zyn vergaderd! geweest, en alzoo uitmaakende de geheele Burgeryj dezer Stad, word aan de Heeren Jan Pesters , Heer Van Cattenbroek; Anthony Francois Godin, Heerr van Cockengen; Mr. Jan Andró van Westrenen,, Heer van Sterkenturg; Mr. Willem Emmery dei Ferpokcher de Sedlnitzky, Heer vanWolphaarts** dyk; en Mr. Kicolaas Pesters, Burgers dezer Stad,, en alzoo als Burgeren, uitmaakende, voor dat deell de gequalificeerde Staat van het Lid der Heeren 1 Geëligeeruen, Geinfinüeerdens; op 't allerferieufte; aangezegd, dat de Heeren Geinfinüeerdens zich ini hun Lid zorgvuldig zullen hebben te onthouden,, om op eenige poincten van befchryving bereids toe- ' gezonden, of die aan hun Lid, of aan ieder vani hun hoofd voor hoofd, mogten toegezonden wor-■ den, het zy door Heeren Gedeputeerden of wie ■ ook, dezelve in deliberatie te neemen, daar op te i refoiveeren of te concludeeren , 't zy in hun Lid,, of ter Vergadering van Staat, of wel dat zy bereids : mogten hebben geconcurreerd tot het uitbrengen i van eenig befiuit, concerneerende of betreffende de Magiftraatsbeftellingen dezer Stad, zoo het zelve: by gearresteerd en gepubliceerd Reglemenc door de Burgery, in krachte van Vroedfchaps Refolutie den 20 Maart 1786, met ééde is bevestigd en geintroduceerd geworden, en uit welkers hoofde de folemneele en wettige beéédiging en introduSlie van het geëligeerde Coilegie van gequalificeerde Gecommitteerden is gefchied, ofte ook dat dezelve poincten mogten ingericht zyn tot foutien vandegeremo» veeree Raaden, tot het gebeurde van den 2 Augustus 1786 en de gevolgen van dien, betrekking mogten hebben ; declareerende de Burgery aan de Heeren Geiriicueerden, ingevalle zy dit als voorfz. mogten onderdaan, dat het zelve by de Burgery dezer Stad zal worden gehouden voor eene demarche, aanlooperde tegen en txcedeerende de inftellinge van het Lid der Heeren Geëligeerden, ea het gene  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 18 r ue zy uit krachte van hunnen ééd als Burgers ver. Wicht zyn aan deze Stad en Burgery te moeten presteeren; en mitsdien, dat zy Heeren Geinfinueerliens zich zorgvuldig zullen gelieven te onthouden. Dm ter Vergadering van Staat met de geremoveerde • sn gewezene Raaden te vergaderen, dezelve ter staatsvergadering te admitteeren, en met hun tereblveeren, of befluiten van wat aart, of hoe ook te leemen, om tot foutien van Stads Recht tegen de deeren Geinfinueerden op derzelver Perfoonen, als Surgers, zoodaanig te procedeeren, als het mainaen van Stads inalienabel Recht, tegens hen die cich als geoppofeerde tegenftreevers van deze Stad :n Burgery gedraagen, vordert; onder Protest van He gevolgen waar door de contrarie handelingen en le voorfz. gedraagingen van de voornoemde Heeten hen in dezen mogten brengen, als zy zulks als ian aan hun zeiven zullen te imputeeren hebben, in zal deze aan de voornoemde Heeren als Burgers, ot derzelver naricht, en 't op hun gerequireerde (oor een Officier, twee Onder Officieren en twee Jurgers werden geinfinueerd met overlevering vaa vopia, enz. (Gelyke Infinuatien, zyn, onder eenige geringe ïerandering, mede overgeleverd aan de Heeren iIrandsenburg van Deyl en J. v. Amkrongf.n, dieIs Edeleu, in het eerfte Lid feslie hebben.) 2382. Infinuatie uit naam als bovm aan de Heeren Edelen, uitmaakende het tweede Lid van Utrechts Staatsvergadering, op dato den- 8 Augustus 1786. Van wegens de Burger Schutters, Uitkoopers en Wachtvryen van de agt Burger-Compagnien dezer itad, zoo dezelve op den 2 Augustus 1786 na voorbande oproepinge van alle en een ieder niemand titgezoaderd, in een lighaam zyn vergaderd geweest, en alzoo uitmaakende de geheele Burgery kzer Stad, word aan Jr. Gysbert Jan van Har. M 3 den»  :8a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot PENbroek , Heer van Lookhorst en Berkejïein; ]rj, Joost Taats van Amerongen , Heer van Nate-i wisch; Jr. Balthazar Constanten van Lynden, Heer van Lunenburg ; ]r, Frederik Christiaanc Reynhard Barorj van Reede en Agrim; Graave vANt Athlone, Vryheer van Amerongen; Jr. Gerlache Theodordsvan de Capellen, Heer van SchoonaaiiA wen; Jr. Willem Renó van Tuyll van Serooskerken, Heer van Zuylen; Jr. Dieberik Jacobi van Reede tot de Parkelaar, Heer van Nyveld; Jr. Adolph Hendrik Graave van Rechteren, Heer van Geereftein; Jr. Benjamin Graave van DEte Boetzelaar, Heer van Langerak; en Jr. Gerarh Arnoud Taats van Amerongen , Heer van Schalk* wyk, alle befchreeven in het Lid der Heeren Edelen en Ridderfchappe dezer Provincie, en alzoo Gein-i finueerdens, aan dezelve Heeren allerernftigst hoofd voor hoofd aangezegt, dat zy zich zullen onthouw den, om het zy in hun Lid, of ter Vergadering! van Staat te delibereeren, refolveeren of conclu-i deeren, over eenig poindt of poindten, aan hen doot de Heeren Gedeputeerden toegezonden, of wel anders hoe en door wie ook geproponeerd, concer. neerende de Magiftraatsbeftelling dezer Stad, zoo* daanig dezelve is gearrefteerd by het gepubliceerde! en voorts op den 20ften Maart dezes jaars beéédigde en geïntroduceerde Reglement, niet alleen: maar dat welgemelde Heeren Geinfinueerden zich! op gelyke wyze zullen hebben te onthouden, omt te delibereeren, refolveeren of eenige dispoütieni te neemen, of ter Vergadering van Staat voor tei ftellen, aangaande, en betreffende het gebeurde op; den 2den Augustus jongstleeden , ftrekkende ter, introductie van het gequalificeerde Coilegie vani Gecommitteerdens uit de Burgery, en over de ge-1 volgen die het zelve zoo tot remotie van verfcheide^ Raaden, als anders, tot hier toe ter maintien vani Stads en Burger-Rechten gehad heeft, en wel byzonder, dat welgemelde Heeren Geinfinüeerdens; zich zorgvuldig zullen gelieven te onthouden, om: teri  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 1S3 :er Vergadering van Staat, met de geremoveerde;n gewezene Raaden, te vergaderen, dezelve ter' staatsvergadering te admitteeren en met hun te refolveeren, of befluiten, van wat aart of hoe ook, ;e neemen, en zich dus op wat wyze het ook zoude mogen wezen met de zaaken, deze Stad en de Miriftraatsbeftellinge concerneerende, te bemoeijen, iirectelyk of indiredtelyk: alzoo de Burgery dezer kad zoodaanige demarche zal houden, als aanborende tegens de inftelling en ook tegens hec recht, tan de Heeren Geinflnueerdens in derzelver Lid :ornpeteerende, en Ook fpeciaal tegen hec gene de:elve, als Burgeren en Ingezetenen dezer Stad, jan de Stad en Burgery verplicht zyn te presteer-en, )m in contraire geval aan de zyde van de Burgery daar tegens, toe maintien van Stads en Burgerrechten, zoodaanige nadrukkelyke middelen aan te wenden, als in dezen zal worden gerequireerd. Onier protest van de Burgery, tegen de Heeren Genfmueerdens, van alle de gevolgen, welke Hun ïds. ingevalle van oppoilcie zoo door het neemen ■/sa contrarie Refolutien, als het willen effedtueeren yan dezelve, of andere middelen hoe ook, zullen overkomen; alzoo de Heeren Geinfinüeerdens in dien gevallen alle het zelve aan hunne eigen hande. lingen, zullen te imputeeren hebben. En zal desen tot naricht van voornoemde Heeren Gcinfinu. serdens, aan dezelven by wyze van Iafi"ua:ie worden voorgehouden, door een Officier twee Onderofficieren en twee Burgers, met overlevering van Copia enz. M 4  s$4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot *ï°'. 2383. Propofitie van eene Deputatie uit de gew**l psnae Schuiteryen en Burger-Corpfen 'van de Pro** vincien van Holland en Utrecht, in de Byeenkomskl van Vaderlandjche Regenten te Amjieldam op denn 7 ei? 8 Augustus 1786 vergaderd, gedaan.' * Hoog Welgebooren Gestrenge , en Wek Édel gsjmorrn Gestrenge Heeren! Het was ter jongst afgeloopene Vergaderingen! van Schutteryen en gewapende Burger - Corpfen • 100 Stedelyke als ten platten Lande in Holland ent West-Friesland, als in de Provincie vaa Utrechti gehouden;, dat, aan de eene en andere dezer Ver« gaderingen voorgehouden wierd hoe het federt ee«: rugen tyd gebleeken en tastbaar te befpeuren was, dac 'er door de Voorftanders der Stadhouderlykei overmacht niets onbeproefd gelaaten wierd, om, door bet bewerken eener Coalitie, tusfchen hun ern een 'aantal van Aristccra;ifche Regenten, hunnent aanhang te ftyven en kracht byte zétten; poogingen, ^raar in de belaagers van' ss Lands Vryheid, helaasfj maar al te z:eer geil.aagd hebben; en welken, indien:i dezelven door geene geëveoredigde tegenwerking'i „verlamd worden, ten gewisfen verderve van hetlie.'.! ye Vaderland zullen uitloopen. Deze voordrachc, myne Heeren! moest natuurlyk, gedachte Vergaderingen op het denkbeeldi brengen, dat 'er ter verydeling der famengefpannen poogingen van deze belaagers onzer Vryheid,,I niets zekerder konde ondernomen worden, daneene'il tegenovergeftelde naauwe vereeniging en faamenwerking van Vryheidüevende Regenten mee de on.. verfchrokkene en yvervolle VaderlandminnendeBurgers, welken alles, wac bun lief en dierbaar is, veil 1 hebben, ter handhaaving hunner Rechten, eh ter: befcherming van hun, welken moeds en deugds ge..: noeg bobben, om openlyk voor 's Volks belangen! uit te komen. Het was ter bereiking vaa dit heilzaam oogmerk, ,1 ' "' '*" " cnyné:  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 18$ reiyne Heeren! dat voorfz. Vergaderingen elk een© Commisfle uit haar midden benoemden, ten einde tdoor dezelven alle zoodaanige middelen zouden aangewend worden, als welken zy het meeste dienlig tot het welgelukken Tan de onderneeming, waar door *s Lands goede zaak ontwyffslbaar motc begepraalen, zouden oirdeelen. Wymyne Heeren! als benoemden tot deze be. Uangryke Commisfie, floegen aanftonds her oog op [déze aanzienlyke Vergadering. — Een vast vertrouwen , dat dezelve beftaat uit zoodaanige waardige Regenten, welken niet alleen hunne eigene iwaarde te wel gevoelen, om immer van de gnüea van eenen heerschzuchtigen af te hangen, maar welken ook \eerlands Volk veel te waardig achten, om het zelve voor eene kwellende en alles bedervende Aristocratie' te willen fchikken, gaf ons eene rwelgegronde hoope, dat wy ons met dengewenscbiten vrucht tot dezelve zouden kunnen vervoegen. En, myne Heeren! om met die rondheid en open- hartigheid, waar op Vaderlanders in hunne onuer- handelingen een wederkeerig recht hebben, in deizen te werk te gaan, zal het vooral dienltig zyn, ém de heerfchende denkwyze van die Vergaderm; gen, uit welker naam wy thands fpreeken, omtrent ?s Lands toeftand en belangen, aan deze aanzienlyke ; Byeenkomst open te leggen. Te rug treedende tot het tydftip, waar op dit ; Gemeenebest een onafhankelyk beftaan ontving, en i den loop der gebeurtenisfen in het zelve tot aan i deze tyden vervolgende, houden zich de voorzeide ' Vergaderingen op de on wraak baatfte gronden overituigd, dat de bron van zoo veele ocfpoeden, waar 1 mede Nederland zoo dikwerf heeft moeten worde! len; de oirzaak der verfchillende omwentelingen, I; altoos ten nadeele van 's Volks belangen uitgeloo1 tien, hosfdzaakelyk, zoo niet eeniglyk, zyn toe te ! fchryven aan het noodlottig gebrek van vereeniging tusfchen Regenten en Burgeryen. Dat verband tusfchen M 5 *e*  I86T Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Regent en Burger, in onze Conftitutie gegrond, enJ Jt welk den eenen waarlyk groot, en den ander waar.', lyk vry maakt, is 'er tot op deze iyden te ongeluk.kig verwaarloost. — Eindelyk, myne Heeren! het'i denkbeeld, 't welk by de Regecr.cn zoo algem-eai plaats heeft, dat zy (naamenlyk) in dit GemeenebestA em van de Burgery afgezonderd Corps uitmaaken, enj de dwaasheid der Burgeren van zulks te gelooven „ hebben alles bedorven. — Ziet daar den doodely-. ken wortel des kwaads, zonder welks uitroeijing 'et: geen heil voor den Lande te wachten is. Een bondig betoog van deze hoofdwaarheden i zoude zoo wel de gewigtige overleggingen van deze aanzienlyke Vergadering te veel ophouden, als's het zelve te kort zoude doen aan het doorzicht eni de gezonde Staatkunde van haare Leden. Immers, al wat 'er ziifs het aanwezen van onsGemee-, nebest gebeurd is — al wat 'er thands in gebeurt: 7— en de bereekening van al, wat 'er waarfchynlyk : id het vervolg gebeuren moet, pleit voor de waarachtigheid van deze Helling, (door zoo veele acht- . baare Leden uit deze illustre Vergadering zoo dik., werf opentlyk gemanifesteerd,) „ dat eene regel. , „ maatige invloed van het Volk op de Regenten het: 3, eenige Conftitutioneeie middel is, onfde Natie „ voor overheerfching te behoeden." Van welke beginzelen, als de waare Republikeinfche, wy uit naam van zoo veele duizenden onzer Committenten U Hoog Ed. Geb. Geftr. &c. &c. verzekering ko. men geeven. Ziedaar, myne Heeren! de groote Staatkundige waarheid, waar van elk Nederlander overtuigd moet zyn. — Men moge nu verfchillen omtrent de wy. ze, waar op deze heilzaame invloed best zoude 'konnen ingevoerd of daargefteld worden. Zulks is van minder aanbelang. Het verfchil tusfchen waare vaderlanders, omtrent de middelen ter bereiking hunner onderlinge oogmerken, is weinig gevaarlyk, wanneer maar dezelven het in de groote z«ak eens  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 187 eens zyn, en geene tegenftrydige bedoelingen heb* *eHet is dan ook op deze grondeD, myne Heeren! adat wy geoirdeeld hebben, o s me: vruch' tot deze aanzienlyke Vergadering te kunnen vervoegen. ,Wy fchroomden niet de Staatkundige beginzelen, welken by onze Committenten voor de- waare H epa ■ blikeinfche gehouden worden, op eejtw eei vou.nge wyze, hoofdzaakelyk aao dezelve ope« te leggen, daar wy die als de uwen kenden; die, waar op hec eroote werk onzer Staawherftelliog moet gebouwd worden. — En hierom vertrouwen wy, dat het voordel, 't welk wy gelast zyn aan deze aanzienlyke Vergadering «oor te draagen, het heilzaam o ijgwit treffen, eo een onbereekenbaar nut voor net lieve Vaderland zal voortbrengen. Hier in beftaande: — „ om voortaan commu„ nicatief en vereenigd te handelen tot het peraa» „ men van zoodaanige middelen, als eer bevorde. * ring der goede zaak, ten welzyn des Vaderlands, " en in het byzonder tot aaokweeking en verder, kin» van het zoo hoogstnoodzaakeiyk vertrou- wen en eensgezindheid tusfchen Regenten en ;„ Burgers het gefchiktde zuilen bevonden worden; ., tcrwyl wy de wyze hoe zulks voegzaamst werk- dellig zal kunnen gemaakt worden , verhogen ;" van het doorzicht eener zoo refpettabele Verga... dering te mogen hooren." De medewerking onzer Committenten kunnen iwy, in derzelver naam aan de Leden dezer Vergadering, welke openlyk de handen mee dezelven zouden willen in eenflaan, dellig verzekeren. Op dat, eens dezen band van harmonie gelegd ' zynde, daar op de hoop van eenen volkomenen goeden uitflag gevestigd mag worden; en het gfflafche 1 Volk van Nederland zie, dat en de edele Beictier. imers en de Gewapende Verdeedigers zyner Vry] heid zoodaanig is verbonden, dat het de poogingen I der eerden aan geene onderdeunicg, dealgemee: e ' Vryheid en Veiligheid aan geene Verdeedigers, en  188 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de onderdrukking van elk van haare Vooritanders san geene Wreekers kan ontbreeken. De Gecommitteerden uit de refpective Vergaderingen van Schutteryen en gewapende Burger-Corpfen voornoemd enz. enz. H°« 2384. Extratt uit de Refolutien van de Ed. Mo»< gende Heeren Edelen en Ridderfchappe reprefentee.. rende den tweeden Staat van den Lande van Utrecht, betrekkelyk de infinuatie hier voor onder N°.', 2382 geplaatst. In dato den 9 Augustus 1786. Door de Heeren van Lookhorst, van Lunenburg, van Amerongen, van Schoonadwen. vanv Nyveld, van Gerestein, van Schalkwyk (zynde de H'-eren van Natewisch , van Zuylen, vanj Langrrak abfent) voorgebracht zynde zeven ge-, lyklu dende Acfens van infinuatie, aan ieder vani dezelve deereo, hoofd voor hoofd, door eenige» Gecommitteerden uit onderfcheide Burger Compal-, nien, uitnaam en van wegens de Burger Schutten, , Uitkoopers en Wachtvryen van de agt Burger Com- ' pagmen dezer Stad &c. gedaan ende overgegeeven; contineerende verfcheide aanzeggingen en interdict tier, a.'s breeder by dezelve Acfens in de Utrechtlche Courant van heden den oden Augustus, aan het publiek medegedeeld, en volgende hier na geinfereerd. Fiat Infertio. Hebben de Heeren Edelen en Ridderfchappe, reprefenteerende den tweeden Staat van den Lande van Utrecht, na rype deliberatie, rot vookoming van alle nadeehge confequentien, die in volgende tyden uit het doen en ontfangen van diergelyke vreemde en ongepaste infinuatien mogten getrokken worden, en tot maintien van het Recht van den tweedenStast ! dezer Frovmcie, aan derzelver zorge en bewéarinee toevertrouwt, noodig geoirdeeld by dezen opent- lyk  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, igo k te verklaaren, en dit hun Declaratoir, by in:rtie van deze Hunner Ed. Mogenden Refolutie in » Utrechtfche Courant, ter kennisfe van de bosngemelde Burger Schutters, Uitkoopers en /achcvryen van de agt Burger Compagnien dezer :ad te brengen; dat de Heeren Edelen en Ridderhappe, in derzelver qualiteit, als reprefenteerende ,n tweeden Staat van den Lande van Utrecht, geene mzeggingen, beveelen, ofte Interdiöien van eene ir andere Staaten, veel min van de Infinuanten 1 dezen te wachten hebben, ofte ook dezelve in nigerlei manieren zouden kunnen ofte vermogen ;pareeren; maar dat zy Heeren Edelen, zoo wel izamentlyk, als ieder van hun in het byzonder, gevolge derzelver diere verplichting en bezwoo. in trouwe, vastelyk gezind zyn alle de Privilegiën, tandvesten en Gerechtigheden van den Landen van Ut' :ht, ende de drie Leden van dien, ah ook de oude wet>e en wel herbrachte Costumen, by continuatie naar : hun vermogen te zullen blyven voorftaan en hel1 defendeeren , ende handhaaven; alle de gemeene •mds zaaken, met raad en daad te zullen helpen berdsreuy daarinne advifeeren en befluiten, zulks zy te ïmen, en ieder van hun in 't byzonder, na hun ''Jiand en in rechter confcienlie , ten gemeenen beste : welvaaren van het Vaderland in 'c gemeen, cn n deze Provincie, en alle deszelfs In-en Opgeitenen in het byzonder, zullen bevinden te dienen en behooren, zonder affeSlie, gunst of ongunst van ie~ md, en zonder hun door eenige Inllnuatien ofte ^dreigingen daar van te laaten aftrekken, ofte ook 00 veel in hun vermogen is) te gedoogen, dattem de Rechten van den tweeden Staat dezer Proocie, dewelke zy de eer hebben te reprefenteen, ietwes gedaan ofte ondernoomen word; verachtende derhalven , dat diergelyke infinuatien n de Heeren derzelver Lid compofeerende, niet ;der zullen gefchieden. Accordeerd met voorfz. Refolutien, (was gef.) E. Kol. No,  f-Sio VerzamHtng van Stukken bettekkelyk tot No. 2385. Misfive'van de geremoveerde Leden uit r| Vro-dfihap der Stad Utrecht aan Run Ed. Mogm 'den de Heeren btaaten van den Lande van Utrecla in dato den 10 Augustus 1786. Edele Mogende Heeren! Wy Ondergetéek-rde Burgemeesteren , Om Burgemeesteren en Raaden m de Vroedfchap d 'Stad Utrecht hébb'-n den 2den dezer maand ontva' gen eere Inu>ua*ie, waar van wy de eere hebbe eene Copy hier van re nnnexeeren, gedaan aan 01 ze, huizen door eVjjrft Officier en eenige Gecommï teerden? uit de Burger'Compagnie onder dewet wy woonachtig zyn, op naam der op de Neud zoo als 'de Infimiac-ie luid, in een lighaam vergadd de Schutters, Uitkoopers en Wachtvryen; behf fcende, dar Wy Ondergeteekenden, benevens ve fcheidenen onzer Mede-Raaden in alles ten gefct len van derrig, uit hoofde onzer weigering om i Coilegie van Gecommitteerdens, uit de Burgeryy den ééd te neemen; worden verklaard vervallen 1 zyn van onze Raadsplaatfen met Infinuatie om o< van dato derzelve af te houden van alle Vergad ringen van de Magiftraat en de Policie, als me van de Commisfie ter Vergadering van Staat dj van dependeerende: nogthands dat alle die Heer in hunne Commisfien zullen blyven fungeeren 1 den I2den Oélober aanftaande ten ware dezel; door haare verdere tegenkantingen de Burgery noodzaa te tot hunne veiligheid en ter behoud van hun recht t hier in verandering te moetenmaaken, met byvoegiri dat hier van by Infinuatie aan die Heeren, en w ook aan Heeren Burgemeesteren zSl worden kenn gegeeven , tea einde Hun Ed. Achtb. de aldt voorgemelde Heeren tot der Raad niet meerei dorr. convoceeren onder protest tegen alle gevolg byuldun iemand van die Raaden zich [eden dato de Vergadering van den Baad geliefden te begeem,, met de zaaken van de Politie dezer Stad te bemoeijei ' ' i  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ï$i klzoo zy alsdan die gevolgen aan zich zeiven vullen te imputeeren hebben. Alhoewel wy nu zoodaanig eene vacant verklaarintj van onze Raadsplaatfen en interdictie van ons te bemodjen met de zaaken van Magiftratuur en Policie voor wederrechrelyk en van onwaarde houden, blykens de Acte door verre de meesten van ons voor Notaris en getuigen gepasfeerd , welke Wy hier ook aan annexeeren, gelyk ook de Vroedfchap dezer Scad by haare Refolutie van den 25fteu July op het den gden July aan haar ingeleverd Addres of Manifest reeds heeft gedeclareerd: „ dat », de Inleeveraars der Addresfen in het geheel niet „ bevoegd zyn, gelyk zy zulks praïtendeeren en L voorgeeven by derzelver Addres van den 3den „ July, om de Leden der Vroedfchap eigener ancto„ riteit vervallen te verklaaren van hunnen posten „ dienvolgens uit den Raad te removeeren enande„ ren in hunne plaatfen te ftellen; verklaarendede », Vroedfchap daar tegen wel expresfelyk te pro», testeeren." Echter mede in aanmerking neeménde, dat het bovengenoemde Coilegie van Gecommitteerden openlyk op de Neude, door de Schuttery aldaar, fchoon buiten order der Vroedfchap in de wapenen verfcheenen, is beéédigd, gelyk ook dat de Stads 'Poorten en het Stadhuis iosgelyks buiten order der Vroedfchap met Wachten zyn bezet, en dat de Reutel van de kist, waar in de fleutels der Stads Poorten op het Stadhuis bewaard worden, niet meer als van ouds by den Heer oudften Burgemeester als Gouverneur word gebracht, vinden wy de voorgemelde bedreigingen van te duchtene gevolgen, van zoodaonigen aart, dat wy oirdeelen zonder de rust :ea veiligheid der Ingezetenen dezer Stad mooglyk iaan de fchroomelykfte gevolgen bloot te ftellen, .voor het tegenwoordige niet te kunnen voortgaan, in het waarneemen van onzen post als Raaden, en idaar mede ten minften voor eenen tyd te moeten fuperfedeeren.  192 Verzameling van Stukkin betrekkelyk tot Wy hebben het van onzen plicht geacht, U Bi Mogenden van deze onmooglykheid, om aan oni ambtsplichten in alles te voldoen, alzoo wy voo als nog belet worden collegialiter te vergaderen, i fpeciaalyk van de redenen, waarom zoo veelen i uit ons ter Vergadering van U Ed. Mogenden g committeerd zyn, zich verhinderd zien aldaar compareeren, niet ignorant te laaten, maarHoog^ dezelven daar van kennisfe te geeven , gelyk wy ( eer hebben by dezen te doen. En hier mede U Ed. Mogenden in de befchermit Godes hebbende aanbevoolen, blyven wy met dies fte eerbied. Edele Mogende Heeren! Utrecht, den io U Ed. Mogk zeer gehoc Augustus zaame en onderdaanii 1n2<ï. Dienaaren, (was geteekehd") J. F. v. Beek. A. Loten. Hendri Verbeeck. A. J. v. d. Dussen. I B. Wieling. J. W. v. Musschei broek A. v. Bronckhorst. T. boddens. J. J. v. westreenen V J. van der Does. F. C. Craeyva/ ger. T. A. drJoncheere. R.Vbi schoor. W. IN. Pesters. O. V Ph. Falck. T. A. Zaal. C. vi Ewyck. J. J. Woertman. D. < de Leeuw. W. J. B. van Dielej P. H. J. Ivoy. D. J. Martens. A. Martens. R. H. Nahuis. P.l Voet van Winsen. J. F. Ooé.  ife Gebeur tettisfen in f787 ent. voorgevallen. 1Q3 N°. 23P6. Circulaire Misjive Van de Reeten GedepU* teerde Staaten 's Lands van Utrecht aan de Hooge Bondgenooten 3 waar by hnnis word gegeeven van het voorgevallene binnen de Stad Utrecht ip den % jongstleeden. In dato den 11 Augustus 13 86". Edele Mogende Heeren! Het is U Ed. Mogenden bekend, dat *er federt een geruimen tyd alomme in deRepublyk, en voor» al ook in deze Provincie veele onrustige beweegin. gen ontftaan zyn, voortgefprooten, wel in denbe* ginne uit een opgevat misnoegen der In- en Opge* Zetenen wegens de algemeene diredtie van zaaken fpeciaal geduurende den oorlog met het Ryk van Engeland , doch vervolgens ook wegens gepretendeerde bezwaaren met opzicht toe de Conititutie van de Regeering, zoo in deze als in andere Pro* vincien. Het kan aan U Ed. MógendeP ook niet onbekend «yn, dat de Heeren Staaten dezer Provincie niets meer ter harten neemende dan de rust, vrede en welvaart der In-en Opgezetenen, en niets ernstiger verlangende, dan tot redres van ingeflyopett abuizen, tot verbetering van de algemeene directie van zaaken in deze Republyk en tot Wegneeming van der Ingezetenen bezwaaren Omtrent de Regeerings Conftitutie dezer Provincie,in Zoover* re die billyk, rechtmaatig en tot der Ingezetenen wezentlyk en beftendig nut en welzyn ftrekkende mogten bevonden worden, mede te werken, en dé noodige redresftn in dezen op eehe Conftitutionee* le wyze te effeöueeren , ook menigvuldige delibe*. ratien daar over gehouden hebben, en Offchoon door tusfehenkomende omftandigheden , vafl tyd tot tyd daar in zoo verre gevorderd waren, dat eenige Heeren Gecommitteerden Van wegen zyne Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder dtzer Provincie herwaarts afgezonden , met eene daar toe alhier gedecerneerde Scaats-Commisfie werkelyk in beXXXI. Deel. N fogn?  194 Perxameling van Stukken betrekkelyk tot fogne getreeden, en de conferentien aangevangen hadden, waar van wy eene goede uitkomst hoopende en verwachtende waren. Dan ook hier in vinden wy ons tot ons leetwezen immers by provifie te leur gefteld, naardien, behalven het gene in de Stad Wyk by Duurftede is voorgevallen, en waar van wy U Ed. Mogenden op fpeciaale last en authorifatie van de Heeren Staaten dezer Provincie by onze Misfive van den I4den July laaistleeden een ampel verflag gedaan hebben, ook nu binnen deze Stad de gewoone refidentieplaats van de Heeren Staaten dezer Provincie, en van alle de Hooge Coliegien van Regeeringe de onlusten tot zoodaanige hoogte geklommen zyn, dat niet alleen de hier vooren gemelde Conferentien afgebrooken, oftealthjnds provifioreelykopgefchort hebben moeten worden, maar ook wy ingevolge de Refolutien van de meerderheid der Leden van Staat genoodzaakt zyn geweest de Vergaderingen van de Staaten dezer Provincie binnen deze Stad immers by provifie te futcheeren, waar van U Ed. Mogenden de redenen uit nevensgaande Copien der Infinuatien, aan elk Lid van de Regeering in het eerste en tweede Lid van de Staaten, hoofd voor hoofd gedaan, zeiven zullen kunnen opmaaken. Dan alzoo wy hier door gefrusteerd zyn van de gelegenheid, om de zaak ter kennisfe van de Staaten te brengen, en Hoogstderzelver intentie daar op te verftaan; hebben wy nogthands ten einde zoo veel in ons is, geene middelen onbeproefd te laaten tot herftel van de goede orde en ruste binnen deze Provincie, welke de Conftitutie van het gemeene Bondgenootfchap ons aan de hand gaf, by onze Misfive van den .fden dezer aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën kennijfe gegeeven van de zorgelyke om» Handigheden in welken wy ons bevonden, en daar wy ons uit hoofde bovengemeld niet gelast vonden om eenig fpecml verzoek te doen, aan Hoogstdezelve overgelaaten, welke middelen toe herftel van de  de Gebeurtenis/en ia 1787 enz. voorgevallen. ip$ de goede orde cn ruste binnen deze Provincie op eene Conftiuitioneele wyze, overeenkomftig de gronden der Unie, tot voorkoming van de totaale ruine van dit Lid van het Bondgenootfchap zouden kunnen worden geadhibeerd, en van welke Misfive wy insgelyks de eer hebben eene Copie hier nevens te voegen. Dan alzoo wy tot hier toe op dezelve onze Misfive geen antwoord bekomen , en veelligt nog zoo fchielyk niet te wachten hebben, als de presfance derzeive wel zoude vereisfchen, hebben wy byabfentie van de Heeren Staaten gedacht niet te mogen afzyn, al het gene voorfchreeven is, ook nog ter kennisfe van U Ed. Mogenden te moeten brengen, terwyl wy van U Ed. Mogenden niets anders verlangen ofte verzoeken kunnen, dan die Bonde genootfchappelyke officien, die U Ed. Mogenden zelf oirdeclen zullen uit hoofde der Unie aan ons verplicht te zyn, en die de Heeren Staaten dezer Provinciën aan derzelver Mede-Bondgenooten, zich in foortgelyke omftandigheden bevindende, gaarne presteeren zouden. Hier mede Ócc. Utrecht, den 11 Augustus 1786. N". 2387. Infinuatie van wegens Dirk vanScHuppen Sergeant van de Compagnie de Handvoetboog aan den Oud-Raad Voet van Winssen in de Vroed* fchap. dtr Stad Utrecht laaten doen. In dato den 11 Augustus 1-/06. Uit naam ende van wegens Dirk van Schoppen, Sergeant van de Compagnie de Handvoetboog, heb ik Ondergefchreevene Deurwaarder der Stad Utrecht, op den 11 Augustus 17 86 my vervoegd aan de wooninge en Perfoon van den Oud-Raad Voet van Winssen, ende denzelven uit naam ende van wegens als boven geinfinueerd. N 2 Dac  ti>5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dat den Infinuant in het fchandblad de Haag. Jcht Cour arA N°. p8. van den oden Augustus dezes jaars, mee verontwaardiging heeft geleezen de navolgende woorden. ,, Met hoe veel te grooter bewyzen van eerbied en fchreeuwende hoogachting de vyf beruchte j, Volksvrienden van haare onderhoorige Majefteit, ren gerefpedteerd worden, zoo veel te fchande,, lyker en hoonende is het gedrag van deze nieu,, we Souvereinen, tegen de andere Leden van Re,, gcering. — Daar men voor de eersten by het naderen of voorbygaan, de Wachten der Burgery i, aan Stadhuis of Poorten doet uitkoomen en pa„ radeere'n , daar voor doet men aan de laatften „ verfcheide infolentien, en men keerd hun in het ,, voorbygaan den rug toe. —— Dit heeft niet al„ leen aan eenige Schepenen, welke het Stadhuis „ inkwamen, om in hunne fundtien werkzaam te 3, zyn, mogen gebeuren; maar het zelve is nog st veel infplenter aan den Oud-Burgemeester Dykvéld , by het inreiden van de Maliepoort ge„ fchied. — De Vroedfchap Voet van Winssen ,, is zelfs met zyn Rytuig de uitgang aan de Waerdpoort, door den wachthebbenden Sergeant van „ Schuppbn . brutaal geweigerd. — En deze ep andere Hiftorietjes gebeuren door dit alles, dwin„ gende Volk dagelyks. ->— Waar toch zal het met ,, den goeden ééd- en plichtbetrachtenden Burger ,, en Inwoonder heen, zoo hier niet bytyds kracht,, daadig in voorzien word?" Dat den Infinuant, offchoon zich weinig ftoorende aan de lasteringen daaglyks in gemelde Courant voorkomende, echter thands daar hem Infinuant door voormelde gepofeerdens een fadTtum in fpecie^ word aangefchreeven , 't welk niet alleen gantsch leugenachtig, maar ook, zoo aan den Infinuant als aan de gantiche onder zyn Commando wachthebbende Schutters, als aan de geheele Utrechtfche Burgery, ten hoogften hoonend is; waaromme ik Ondergefchreeven uit naam en wegens den Infinuant -  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevnllen. 197 art aan den Geinfinueerden gerechtelyk hebbe afgevraagd, of door hem Infinuant, of door zyn onderhebbende Manfchap, den Geinfinueerden immer of ooit is belet geworden den in of uitgang van een der Poorten dezer Stad, of de Geinfinueerde door den Infinuant of een van zyne Manfchappen immer of ooit in het een of ander is gemolesteerd ofte verhinderd geworden; waar op den Geinfinueerden my heeft geantwoord: ,, 't is een leugen, „ ik heb dien dag niet gereeden, geen Poorc uit „ nog in, 't is myn al meer voorgekomen, maar ,, ik heb het tegengefprooken, ik heb het gisteren ,, avond ook in de Courant geleezen, maar 't is „ volftrekt een leugen. <5j;c," (was gei.) J« VAN °LST« No. 2388. Infinuatie uit naam van de Burgery door derzelver Gecommitteerdens, gedaan aan de Heeren Burgemeesteren Mr. A. Loten en A. van Bronkhorst. In dato den 12 Augustus 1786. Van wegens de Burger Schutters, Uitkoopers en Wachtvryen van de agt Burger Compagnien, niemand uitgezonderd, zoo dezelve wettig zyn opgeroepen, en alzoo in dezen Principaalen; word aan de Wel Ed. Achtb. Heeren Mr. Arnood Loten en Mr. Adriaan van Bronkhorst, bekieedende de Burgemeesterlyke waardigheid dezer Stad, en alzoo Geinfinüeerdens voorgedraagen , dat de Burgery uit de publyke Nieuwspapieren heeft gezien, dat óp den bften dezer maand Augustus, ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden zoude ingekomen zyn eene Misfive van de Heeren Gedeputeerde Staaten van Utrecht, houdende een verhaal van het voorgevallene binnen deze Stad, en vraagende wat te doen, om alles weder te herftellen, enz. zoo als onder anderen dit Art. voorkomt in de Utrechtfche Courant, van den jiden dezer. Dac de Burgery N 3 niet  J58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot riet zal intreeden, in hoe verre Heeren Gedeputeerden, ingevolge van hunne Inftruttie, zouden konnen geoirdeeld worden toe zoodaanig een Itap öl of niet bevoegd te zyn, als zy voor zich op goede gronden hetlaatfte vertrouwen, en vooral als de Burgery reflecteerd, hoedaanig de Vergadering van Hun Hoog Mogenden alleenlyk maar uit Gecommitteerden van ieder Provincie gecomponeerd zynde, ten eenemaale onbevoegd is, om zich over zaaken (zoo de Burgery van den inhoud van die Misfive bericht word,) op fundament van de Unie zich te kunnen of mogen inlaaten, ja zelfs hunne Principaalen niet, en alzoo aan de Burgery ten hoogften gelegen legd, om van den praeciefen inhoud van die Misfive geinformeerd te zyn ; zoo wordende Heeren Geinfinueerden verzogc, en op dezelve geinfteerd, dat den woordelyken inhoud van die Misfive ter kennisfe van de Burgery worde gebracht, en dat daar toe de Heeren Geinfinueerden in hunnen qualitek wegens deze Stad in Gedeputeerden fesfie hebbende, zullen gelieven te zorgen, dat Copia Authentiek daar van uicterlyk maandag voormiddag, ter Vergadering van de overgeblevene Raaden zal worden overgebracht, aan welk verzoek en requifiet de Burgery vertrouwd, dat de Heeren Geinfinueerden in hunne qualiteit wel zullen gelieven te defereeren , en alzoo ook wel zullen willen prasvenieeren alle onaangenaame gevolgen, welke by weigering daar uit zouden kunnen reiulteeren, en word daarom aan de Heeren Oeinfioueerdens verzogt, derzelver antwoord te mogen hebben, om van haare intentie in dezen de Burgery te informeeren. Aöum Utrecht, den 12 Augustus 1786. Was geteekend even als alle voorigen  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 199 N'. 2389. Infinuatie van wegens de Burger Schutters, \Pachtvryen en Uitkoopers van de Burger Compagnien te Utrecht, aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden van de Staaten's La*;ds van Utrecht, betrekkelyk zekere gefchreevene Misfive door Hm Ed. Mogenden aan d Heeren Statten Generaal cïfc (.*}. ln dato den 17 Augustus 1786. Van wegens de Burger Schutters, Wachtvryen en Uitkoopers van de Burger Compagnien, zoo dezelve op den 2den Augustus 1786, na voorgaande oproeping van allen en een ieder niemand uicgezondert, in een lighaam zyn vergaderd geweest, en alzoo uitmaakende de geheele Burgery dezer Stad, word aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht; alsfe de Heeren Anthony Francois Godin Heer van Cockengen, Mr. Tan ANDRé van Westrenen Heer van Sterktnburg, Mr. Nicclaas Pesters, Jr. Gerard Maximiliaan Taats van Amerongen Heer van Deyl, Jr. Joost Taats van Amerongen Heer van Nutewisch, Jr. Balthasar Constantyn Baron van Lynden He-;r van Lunenburg, Jr. Frederik Chrisiiaan Reynhard Baron van Reede en Agrim Graave van Aihlone, vryheer van Amerongen, Jr. Diederik Jacob van Reede tot den Parküaar, Heer v in ivy. veld, de Heeren Burgemeesteren Mr. Arnoöd Loten, Mr. Adriaan van Bronkhorst en Willem Methorst aarg-.-zegd, dat de Burgery dezer Stad ter kennisfe is gekomen de MUive door de H-eren Geinfinüeerdens den 5den dezer aan Hun Hoog Mogenden toegezonden, waar by het gebeurde van den 2den Augustus jongstleecien word voorgedraagenals een zoodaanige violente demarche, waar uit niet anders konde te gemoet te zien zyn, dan dat zonder fpoedige middelen van redres, dewelke de Heeren Geinfinüeerdens zeggen hun te oritbreeJcen, deze Stad en Provincie aan de grootfte on- hei- (*••) Zie hier voor, N". 2378. hl, 173. V N 4  zoo Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot heilen bloot gefteld, en tot een onnut Lid van het JBondgenoocfchap gemaakt «oude worden; dat onder dit afgeeven duidelyk genoeg doordraait de interne van de Heeren Geir üuueerdens, om in de zaak van de Burgery dezer Stad, zonder nogthands eenig fpeciaai verzoek te doen, door Hm Hoog Mogenden te willen verkrygen het gene de Heeren Oeinüi ueerdens afgeeven hen te ontbreeken. Dan daar de Burgery dezer Stad wettig opgeroepen zynde tot het opgeeven van haare bezwaaren, dezelve ten aanzien van het Provinciaale fpeciaai daar toe had ingericht, om deze Provincie niet langer te doen zyn een gefubordineerd Lid van een enkel Hfer of Dienaar van Staat, maar integendeel om dezelve te maaken tot een vry onafhankalyk, en alleszints nuttig Lid van het Bondgenootfchap; en dat daar toe dat onwettige, fchaadelyke en drukkende Reglement van Regeering, van den jaare 1(5/4. aan zoo veele gebreeken laborerende, zoude werden afgefchaft; doch wat redelyke middelen ook daar toe aan de zyde van de Burgeren en Ingezetenen zyn voorgedraagen, heeft het de Heeren van de voorftemmende Leden niet konnen goedvinden, daar in tot heden de verzogte en vereischte redresfen te maaken, integendeel zoo men als nu publiek geinfo-meerd word, by de laatfte gehoudene coifercmie, rot een preliminair poindt, inads en der Steden vry en or.afhankelyk recht niet alleen geheel in twyfFel re willen trekken, maar het zelve ten aanzien van derzelvr recht tot de Maailtra^beftdling, hen alleencompeteerende, tewilIejpdoen b< oirdeden door de twee voorftemmende Leden, en alzoo tor een batïs van die conferentie te hebben wiilen leggen het voornoemde fchaadeJyke, drukkende en onwettige Reglement van Regeering van 671, waaruit niet anders kan voortkomen, dan dat onze Provincie op nieuw , en onder den fchyn van legaliteit, gemaakt word tot een onnut Lid van het Bondgenootfchap, en het dus wel ?erre van daar js, d3t de alzqo gebaptifeerde vio- len-  de Geleurtenisfen in T787 enz. voorgevallen, 20* «lente demarche van de Burgery daar toe zoude (trekken, als alle het gene de Burgery dezer Stad heeft I verricht alleenlyk betreft en gaat over Stads domeiltieke zaaken en Regeeringsbeftelling, waar mede 1de voorftemmmende Leden even weinig te doen ihebben, als het van der verdere Heeren Geinfinuieerdens inftructie is geweest, z'ch daar mede te heb:ben konnen of mogen bemoeijen, veel min op ee:newyze, welke ten allerklajiften aanduid, welke ;rniddelen tot fpoedig redres de Heeren Geinfinueeridens gaarne van de Bondgenooten door tu^fcnen;komst van Hun Hoog Mogenden zouden gcappli:ceerd zien. Dan waar tegen de Burgery verplicht is, aan de Heeren Geinfinüeerdens voor te draagei): :dat zy behoudens allen eerbied en hogachi ing, ;welke zy aan de Leden van het Hooge Bondgenootschap roedraagen en gaarne willen aanbrengen, in Ideze verhoopen, dat de refpeöive Hooge 8 md!genooten wel zullen begrypen, dat Hoogstdezelve zich met onze Magiftraatsbeftelling en het gene :daar aan dependeert , als een loutere domeflieke izaak, ons ingevolge van onze Rechten en Voorrechten competeerende, (en mitsdien datdeBond;genooten ook op gronden van de ünie) niet konnen of mogen bemoeijen, hoedaanig de inroeping van :de Heeren Geinfinüeerdens ook daar toe mogre be'greepen worden, en de opgevolgde nadere biftanitien by Circulaire Misfive, aan de Bondgenooten afgevaardigd; inhoudende, zoo de Burgery geinformeerd word, verzoek tot Bondgenootfchappelyke officien; en mitsdien vertrouwd de Burgery van igelyke, dat de Hooge Bondgenooten en de Heeren ^Geinfinüeerdens zich almede wel zullen gelieven te herinneren, dat de Stad Utrecht uitmaakt het ! derde Lid van Staat, en alzoo noch van de voorftemimende Leden, noch van den Stadhouder, noch van iemand van de Bondgenooten, eenige middelen toe ■fredres, by applicatie van den fterken arm konnen iverwachten, dan wel integendeel, dat de Hooge ; Bondgenooten zullen gelieven te refleüeeren, en n 5 py  J02 Verzameling van Stukken betrekkelyk M een gunftig oog te flaan op de middelen, vervat tj by onze circulaire aan Hoogs<-deze!ve den 5den Ju- .] Iy dezes jaars afgevaardigd i,*), als de Burgery met : alle grond vertrouwd, dat tot confervatie van onze : Rechten en Voorrechten, en ter bevestiging van i dezelve, door Hoogstdezelve aan de Burgery zul-■ len worden gepresteerd die middelen, wiar op de: Bnrgery gefundeerd op de Unie, een gegrond recht t van aanfpraak vermag te maaken, en zulks re meer- . der ais deze Stad, uicmaakende het derde Lid van i Staat, en alzoo moetende joui feeren van eenderde \ Rem in Staat, buicen haare expresfe voorkennis en i bewilliging ook geene Militie verwacht; en derhal-ven vertrouwd de Burgery, dat de Heeren G:infi- • nueerdens zich hier tegen niet zullen gedraagen ; ; doch zoo de Heeren Geinfinueerden niettemin, op i het onwettige en onbehoorlyke voorbeeld aan die; van Amersfoort gefteld, zouden gelieven tebegry- • pen eenig overleg tot zoodaanig een zoogenaamd 1 fpoedig redres, alhier te willen occafioneeren, door : het inroepen van den fterken arm, het zy van den i Stadhouder, of iemand van de Bondgenooten, ver- ■ klaard de Burgery aan de Heeren Geinfinüeerdens, , dat zy zoodaanig een violente demarche, en het doen i betreeden van het Territoir dezer Provincie, met: van buiten dezelve ingeroepen Militie, van wie ook,> zal houden voor een daad van openbaar geweld, en i een vyandelyke inbreuk op de Rechten en Voor- ■ rechten dezer Stad, als het derde Lid van Staat, , competeerende; om dat recht met alle macht en . kracht te foutineeren tegen alle en een ieder, en't ; op hen, die daar van de bewerkers en oirzaaken i zullen geweest zyn, als openbaare vyanden van deie Stad en onzen Burgerftaat, exemplaarlyk te zullen verhaalen. En hier van heeft de Burgery geoirdeeld aan de Heeren Geinfinueerden tot derzelver naricht kennis te geeven, onder protest tegen alle gevolgen, welke by contrarie handelingen de Hee- • ren Geinfinueerden, en wie het ook mogten we- zen, 1 (*) Zie hier voor, N». 2368. W. 60.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 203 izen, daar uit zouden konnen overkomen; als zy izulks aan hen zelve, en hunne verrichtingen alleen zullen te imputeeren hebben. En zal deze ten' ef(fedte van infinuatie, aan ieder van de bovengemelde Heeren ter kennisfe worden gebracht , en by Copia worden overgegeeven, door een Officier vaa ide Compagnie, geadfifteerd met twee Oader-OfSeieren eD twee Burgers daar toe benoemd. Adhim Utrecht, den 12 Augustus 178Ö. Zynde de Origineele hier van op gelyke wyze, 1 als die der voorige Infinuatien onderteekend. 'N°. 2390. Misfive der Heeren Ordinaris Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, in dato den 25 Augustus 1786, waar by de Heeren Staaten van dat Gewest tegens den %ojlen daar aan volgende te Amersfoort worden befchreeven. Edele, Erentfeste, Vroome, Hooggeleerde, wyze, zuer voorzienige Heeren! Overmits, uit hoofde van de Refolutie van de :beide voorftemmende Staats-Leden, den 7den de;zer ter onzer Vergaderinge ingekomen, de Heeren ; Staaten binnen deze Stad niet konnen worden be'fchreeven, en nogthands verfcheide Stukken inge :kornen zyn, die niet wel langer uitftel konnen ly;den, hebben wy noodig geoirdeeld, de Heeren iStaaten dezer Provincie te befchryven, tegens iWoensdag aanftaande den 3oflen dezer, des voormoens ten negen uuren binnen de Stad Amersfoort, ten einde te hervatten het reces der afgebrok'^i en igefurcheerde befchryvinge, en wyders te delibereeren en refolveeren over al het gene ten zeknen :dage verder zal worden voorgebracht; U Ed. verizoekende, haare Gecommitteerden ia competemea igetale en volkum^ntlyk geauthorifeerd, mede aï- daar  204 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot daar ten dage, uure en fiae voorfz. te willenzen., den. Hier mede blyfc Gode bevoolen. Gefchreeven te Utrecht, den 25 Augustus 1785.. (was get.) B. C. v. Lvnden, vt. (lager ftond) Ter Ordonnantie van de Gedeputeer- . den der Ed. Mogende Heeren Staa- / ten 's Lands van Utrecht. (was get.) Abf. Secr. Ph. Ram. . N°. 2 -pi. Naamen der door de Kiezers nieuw verkoren 1 Raaden in de Vroedfchap der Stad Utrecht, bene- ■ vers ten verhaal der plechtigheid van derzelver • inftallatie en in éédneeming op den 28 Augustus ■ 178Ö. Mr. Gerard Anthony Visfcher. Jan Anthony d'Averhoult, Mr. Jan Carel Pronckert. Mr. Hendrik Jicob van Hengst. Mr. Johannes Henricus Voorda. Jacob de Joncheere. Mr. Martinus Mulrocy. Adriaan Abeleven. Gysbert Con elis Egeling. Petrus Albertus Engelbert. Jacob van Nes, Heer van Meerkerk. Mr. Ifaac van Goudoever. Mr. Philip Kuvel. Johannes Vos van Zyll. Mr. Pieter Maret. Des morgens van den 28ften Augustus ten agt uuren  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 205 :uuren wierd aan de vier Hoofdpoorten, het Kanon 'f't gene aldaar alvoorens geplaatst was) gelost; ^wanneer alle de toegangen der Stad gefloten wierden , en niemand binnen gelaaten dan door het klinket der vier groote Poorten. Een half uur daar na vergaderden de agt Burger-Compagnien, met geweer en wapenen, op derzelver afzonderly* ke Loopplaatfen; met de Wachtvryen en üitkoopers, onder elk behoorende, doch de laatften ongewapend. Alle de Schutters waren netjes uitgedoscht, en droegen den zilveren Gedenkpenning, pp het gebeurde van den 2often Maart jor.gstleeden, welken zy dezer dagen ontvingen (*), aan een (*) Deze Medaille ter waarde van omtrent een gulden, zerbeeld aan de eene zyde, de Utrechtfche Stedemaagd, senbaar door haar Muurkroon en het wapen op haar borst; •taande voor het Altaar der Vryheid, aangewezen door dea doed en het jaargetal 1786; op het Altaar legt een Romeinfche Bondel-byl en een Brief waar aan drie zegelen aangen, ter aanduiding zoo van der Steden Rechten, als ran die der drie Leden van Staat, waar op zy met haar rinkerhand wyst, om aan te toonen het voornaame Deel lat de Stad Utrecht daar in heeft, om daar by tegens alle en een ieder wie het ook mag zyn, bewaard te worden, n haar rechterhand houd zy een ontrold gefchreeven pa. jier, zynde het nieuw gearrefteerde Reglement van Re(eering der Stad; het welk zy ter beéédiging voorhoud ran een Officier, een Onder-Officier en een Burger van Jtrecht, die het zelve met het opfteeken der twee voorfte fingeren hunner rechterhand plechtig bezweeren, terwyl :1e daar achterftaande Burgery zich daar aan gedraagt, door net prefenteeren van hun geweer. De huizen en toren ran de Buurkerk ter rechter zyde, in het verfchiet, wyaan de plaats van de Neude, waar op deze plechtigneid is gebeurd. 't Revers, vertoond een krans van eike Loof, waar ia oen leest.  &oS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot een rood en wit koord hangende, op de borst:: voor haf tien uuren trok elke Compagnie naar de li Neude, w dezelve orde, en ieder verzeld van der»rl zeiver twee Gecommitteerden, zoo als zulks oprj den 2den Augustus had plaats gehad; dus verga.if derden alle de Compagnien aldaar in één lighaam. i Op het midden van dit Plein was een verheven n vlakte van veertig voeten vierkant, met groen La-iJ ken bekleed, opgcflagen, op welke men langs twee: trappen opging. En waar op een tafel, mede meèi froen Laken bekleed, welke de gedaante van een i oefyzer had, en rondom welke aan de buitenzydé: een vereisebt getal ftoelen ftonden, geplaatst was., Xegen de openzyde dezer tafel, was nog een klein- > der tafel mede met groen Laken behangen geplaatst, voor de Heeren Amanuenfes A. Hoevenaar en G.: Bentinck. Voor tien uuren begaven zich de nieuw verkoo-. ren Raaden naar het Stadhuis, alwaar zy, by der-zei ver aankomst, door eene Commisfie, in de groo. te Secretary-Kamer geleid wierden. Thands formeerde de Burgery op de Neude, op een gegeeven i fein,, Utrechts Burger Schuttery, beëdigd Stads Regeerinos Reglement, op de. Neuoe den xx Maart mdcclxxxvi des Avonds ten 5 ii Uuren. Deze penning wierd aan alle die het Reglement hadden i helpen bezweeren of by die plechtigheid onder de wapenen i tegenwoordig geweest waren, gratis gegeeven, terwyl de- ■ zelve voor andere liefhebbers a ƒ i - 8 - : te bekomen waren , deze laatfte zyn kennelyk daar aan , dat de letters op i het revers de geheele vlakte en de krans beflaan, daar on- ■ der de eerde eene genoegzaame ruimte gelaaten was, om i 'er de naam in te doen graveeren, vaa de genen aan wien die gefchonken wierd.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 207 fein, door een Kanonfchoot aan 't Stadhuis, een fgelyken grooten ovaalen kring, als op den zoo even benoemden 2den Augustus; waar op terftond alle de nieuwe Raaden, naar rang, zoo als dezelven verkooren waren, zich van het Stadhuis begaven, en in daar voor de deur wachtende Koetfen plaatsten, aie, door een Detachement Schutters, als mede van de Deurwaarders, Bodens en Letterdienaars vooraf gegaan, den weg namen over het oude Kerk. hof, door de Minnebroederftraat, langs de GanzenMarkt, en voorts door de Schoutenfteeg, naar de. iNeudé; de Heeren, aldaar uit de Koetfen getree» den zynde, wierden, dooreen Commisfie, uit agc oudfte Officieren van de Burgery beffiaande, binnen den geflagen kring, en op de voor hun beftemde plaats, geleid: wanneer alle de Officieren om eb© plaats eenen kleineren kring formeerden: binnen welken nu ook, door de agt jongde Officieren, d© «estien gequalificeerde Gecommitteerden (*) geleid (*) Dit Coilegie, vergaderde nu geregeld, in de Aalmoeien iers Kamer; en de Vergaderingen begonnen telkens met bet volgende GEBED. ó God Barmhartige Hemelfche Heere! die de wysheü en het licht aller dingen zyt en de overfte Regeerder dezer wereld, wy danken ü, dat het U behaagd heeft, de Burgeren en Ingezetenen van deze Stad, weder herfteld te ihebben in derzelver oude Rechten en Privilegiën. En Idaar het U gelieft heeft ons te Hellen om toezicht te hebiben over de inftandhouding derzelven door onze Representanten, waar toe wy thands vergaderd zyn, zoo bidden iwy U, dat Gy ons door Uwe Genade wilt verlichten en ibekwaam maaken, op dat wy in dezen onze betrekking aU des doen mogen dat tot bewaaring derzelve en de bevorde. ring van het waare welzyn der Burgeren en Ingezetenen ivan deze Stad verftrekken kan. Zyt, zoo ons, de Regeering dezer Stad en de goede IBurgery ten goeden gedachtig, ter Uwer eere en onzer ialler wezentlyk heil, in de genadige vergeeving van alle : onze evertreedingen om Jesus wille. Amen.  ao8 Perzameling van Stukken betrekkelyk tot leid wierden. Dézen , insgelyks op derzelver plaat-i fen gebracht zynde, gaven kenEis, door monde van i de Heer A. Hoevenaar, welke hec Rapport vani Gecommitteerden over luid las, aan de Commisfie ;| der agt oudfte Officieren, dat zy, ter requifitievan'i de Burgery, geëxamineerd hebbende de Qlatifica-'J tie der verkoorene Raaden, dezelven allen in orde; bevonden hadden, zulks 'er niets in den weg wa- > re, om tot de beéédiging dier Raaden over te gaan. , Waar op, door die Officieren, aan de nieuwe Raa- • den wierd afgevraagd, of zy bereid waren , om dein i ééd af te leggen, volgens het daar van vastgeftelde,, en aan hun gecommuniceerde Concept ? En zulks i door hen met ja beantwoord zynde , plaatften zich i die agt oudfte Officieren aan den tafel, tegen over : de nieuwe Raaden, gelyk toen mede de gtqualifi- ccerde Gecommitteerden deeden. Hier op wierd I door de twee oudfte Kapitein-Luitenants, r effens : de twee oudfte Gecommitteerdens , den ééd afgeno-; | men, volgens een vooraf door de HeerG. Bentinck I voorgeleezen, en hier na volgend Formulier. ,, Dat zweere ik, dat ik,naar myn beste vermö-, j ti gen, ten allen tyde en alleenlyk zal hindhaaven | ,, de waare Christelyke Gereformeerde Religie en- I „ de de Leere, gelyk dezelve in het Synode Na- tionaal binnen Dordrecht, in den jaare 1619 ge. „ houden, is bevestigd, en in diervoegen alomme | ,, in de publieke Kerken dezer Landen word gepre- ( dikt en geleerd, van welke ik mede in alle op. ,, rechtheid profesfie ben doende, zonder immer-. Ü meer, voor zoo veel in my is, te zullen gedoo„ gen, dat by iemand daar in eenige indracht ofte | „ verandering worde gemaakt. ,, Dat ik in al'e gevallen het profyt en welvaaren ,, van de Siad Utrecht, en van de Burgers en In- woonders van dien, mitsgaders de zekerheid en ,, bewaarnis der voorfchreeven Stad aangaande, [ ,, trouwelykzal raaden, en het zelve bevorderen, ,, naar myn beste weeten en vermogen. „ Dat ik zal maintineeren der Burgeren — en I r> al* (  ie G-ehèuriènïsfën th 1787 enz. voorgevallen. 2t)j| alzoo Stads Recht tot het nomineeren van Bufge» meesteren en Raaden in de Vroedfchap, als mede „ het maaken der nominatie van den Raad tot hec eligeeren van Schepenen; zonder te gedoógehi ,, dat het zelve Recht in het geheel ofte in eenige ,, deëleh, in welker voege ofte maniere zdlki ook j, zoude mogen wezen, aan iemand anders worde toegeftaan. ,, Gelyk ik ook zal maincineéren Vroedfchaps Refolutie van den 10 Maarc 1783, by dewelke „ hec recht tot Stads Ambten en Bedieningen\ al,, daar vermeld, alleen aan Burgeren is toegekend5 als mede de Refolutie van den Raad van den 11 Augustus 1783, tot affchaffinge van allé Re« „ commandatiep, en Voorts alle andere zoodaanige Rechten en Privilegiën, welke, fchoon alhier 9, niet üitdrükkelyk gefpecificeerd, nogthands toe „ dezer Stads privative Souvereinitëit fpeflteerende 9, zyn, en aan de Burgery toekomen. ,, Dat ik de zaaken, ter Vergaderingé Van dè Vroedfchap getraceerd, wanneer door Burge^ „ meesteren de fecretesfe word aanbevoolëb; fej, creet houden en niet reveleeren zal; immers indien Stad en Burgery door zoodaanige opgelegde fecretesfe geen oogfchynlyk nadeel zouden kou™ „ nen lyden. „ Dat ik ih hét reduceeren der NorrimatiëD tot j, het door het lot verkiezen van Raaden en iöjiec nomineerën van Schepeneti, geen gunst of affectie zal in het oog houden; maar dat ik alleenlyk zal toezien én letten, dat de Perfoonen, töt dé li Regeering én Commisfiea. waar toe zy gekoörën „ zullen worden, nut, bekwaam, mitsgaders5 ali y, gezegd is, communibeerende Lidmaaten van dé „ waare Christelyke Gereformeerde Kerk zyn. „* Dat ik mede punftneelyk zal obferveeren ërl ,i helpen nakomen, niet alleen zoodaanig Regie» ment Op de Regeering dezer Provincie, het welfc: J geduurende den tyd myner bediening, Staatsii wvze i met concurrentie van liet Volk ,' fflögf XXXI. Deel; O jl wöf^  Ho Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ,, worden geintroduceerd, maar ook inzonderheid u het Reglement nopens het bedel en beleid van 1 , dezer Stads Regeering, gearrefteerd den 20 De- . cember 178J, en door de Burgery plechtig be- ■ ,, éédigd den 20 Maart 1786, voorbehoudens alle : zp'ke veranderingen, met onderlinge concurrentie van den Raad en Burgery te maaken, welke : „ in tyd en wylen geoirdeeld mogten werden ten 1 „ nutte van Stad en Burgery te zullen ftrekken. ,, Dat ik eindelyk geene Registers, Boeken of7 „ Papieren, tot dezer Stads Secretarye behooren-. „ de zal lichten, vervoeren ofte medeneemen , zon- . der voorkennis en confent van Burgemeesteren, , of, by abfentie van dezelven, van den oudften 1 5, Drefent zynde Raad. ,*, En dat ik voorts alles zal doen, wat een goed ! en getrouw Raad in de Vroedfchap der Stad Ut- ■ „ recht fchuldig is en behoort te doen. Dat zal ik niet laaten, om lief noch om leed, ,, om maagfehap noch om zwagerfchap, noch om 1 „ eecigerhande zaaken." Zoo waarlyk helpe my God Almachtig! Dit verricht zynde,-begaf zich eene Commisfie i van vier Officieren naar het Stadhuis, verzeld van een detachemest Schutters, als mede van de Deur- ■ waarders, Bodens en Letterdienaars, om aan de aangebleevene Raaden, zich aldaar bevindende, kennis van de voorfz. beéédiging te geeven, met: verzoek, om zich naar de Neude te begeeven, ten 1 einde van de nieuwe Raaden af te neemen den ééd tegen de Corrupteelen. De voorzegde aangebleeven Raaden begaven zich dan hier op ook terftond naar de Neude, geadfisteerd met den Secretari» Falck , en voorafgegaan van een detachement Schutters, als mede van alle de Bodens, Deurwaarders en Letterdienaars: wordende, by derzelver komst aan het einde van de Schoutenfteeg, door de agt oudfte Burger-Officieren gerecipieerd, cn bin-  ie Qelèurtenisfen in 1787 ent. voorgevallen, air 1 een de Kringen geleid» Op derzelver aangewezene iplaatfen gezeten zynde, wierd Hun Ed. Geflrenge gecommuniceerd het beéédigen van de nieuwe Raaden, met herhalad verzoek, om dezen den ééd tegen de Corrupteelen af te neemen, gelyk ookftraks met het voorleezen van dien ééd, door den Secretaris pALCKgefchiedde. Onder het afleggen van dezen ééd zoo wel als van den eerften, hier bovengemeld, ftond de geheele Burger-Schuttery met geprefenteerd geweer, en de Uitkoopers en Wachtvryen met ongedekten hoofde. En beantwoordde deeen ééd weder met een luid hoezeé. De aangebleeven Raaden zich hier op, ingelykec voegen als zy gekomen waren, weder naar het Stadhuis begeeven hebbende voorgegaan dooreen Deurwaarder, een Bode en een Letterdienaar, en hec voorig detachement, wierd het Kanon aan de Poorten ten tweedemaale gelost. Waar na de nieuwe Raaden zich weder in derzelver Koetfen plaatften, en» voorafgegaan door de overige Bodens, Deurwaarders en Letterdienaars, gelyk mede thands opgevolgd wordende door de geheele Burgery, Gom» pagnieswyze, zich begaven door deSchoutenfteeg, over de Ganze-Markt, door de Minnebroederftraat» over den St. Jans Dam, door de Keyftraat, ach*er St. Pieter, langs de westzyde van de oude Graft, door de Lynmarkt en Choorftraar, naar en i:oc voor het Stadhuis. Uit de Koetfen getreeden» sn door de beftemde Commisfie in de groote Secretary geleid zynde, wierden de aangebleeven Raaden verkundfehapt van de komst dier Heeren. Waar op deze zich uit de Raadkamer in de groo* :e Zaal begaven, en zich, nefFens de nieuwe Raa« den, op het Plein plaatften voor den grooten ingang van het Stadhuis; alwaar zy, door de voor» jbytrekkende Burgery, met Sponton en Vaandel4 gefalueerd wierden , onder het Muzyk van het Orichest, welk op een daar toe expres vervaardigd iiBalkon, voor den evengemelden ingang van hec [Raadhuis geplaatst, geëxecuteerd wierd. O 3 Bs  2i» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot De Burgery voorby gedefileerd zynde, keerden» de aangebleevene Raaden in derzelver Vergadering,] en de nieuweD naar de groote S^cretary, terug.;] Intusfchen waren, onder het voorbymarcheer n,( de oudfte Officier van elke Compagnie, en alle dea Gecommitteerden van het gequal ficeerd Coilegie d.rs Buigery, ter zyde getreeden . en begaven zien, raa het vooiby defileeren der Burgery, te gelyk meel de nieuwe Raaden, in de groote Secretary; doendeJ als toen aan den aangebleeveD Raad verzoek, datij zy, ter voldoening aan hunne Commisfie, van we..'| gens de Burgery, de nieuw beééügde Raaden in dei Raadzaal mogten inleiden. Hei gene dan ook. naj accep'atie. alzoo flatig, en onder de volgende kor«.j teaanfpraak, gefchiedde. Edele Groot Achtbaare Heeren! ,, Daar de Burgery dezer Stad haar nieuwe RaaJ den zoo oogenblikkelyk heeft in den ééd geno^ „ men, volgens het formulier dat daar van by de-:| „ zen (*) aan U Ed. Groot Achrb. word overgelee „ verd, en U Ed. Gr. Achtb. op het verzoek vans die zelfde Burgery van hen den ééd tegen de Cor-j ,, rupteelen hebben afgenomen, bleef 'er nietai „ meer overig dan dezelve nieuw verkooren nadecj „ te inftalleeren; 't is dan op last van de Burgery! „ dat wy ten Raadzade van U Ed. Groot Achtbj „ dezelve nieuw verkooren Raaden Kleiden; in dat ,, vertrouwen en aan de zyd*5 van de Burgery met ,, die rtquifitie, dac U Ed. Groot Achrb. dezelvei ,, nieuwe Raaden als Raaden door de iTemme des ,, Volks na de orde van het bezwooren Reglement! verkooren, zult gelieven te erkennen, en meel ,, dezelvt de zaaken, raakende het befiier en beJ „ wind dezer Stad . en dat van de Provincie tel 9, famen gouverneeren, regceren en daarinne zoo-| „ daanig handelen als de Burgery zich verzekerd! „ houd, d.t tot haar en Stads welzyn, ter hand-Ij (*) Zie dit formulier hier voor bk 208.  ie Geheurtenisfen ffi 1787 enz. voorgevallen, 213 j, haavjng van haare Rechten (trekken kan. Ver» gun, dat wy U Ed Groot Achtb. en de Burgery „ nvt het evenenunt vao dezeo dag geluk wen- „ fchen en ov^r deze nieuwe ^introduceerde Re. „ geeringe afoidden, dat den Albeflierder der we. reld dezelve allezins voorfpoedig maaKe, en dat ,, onze kinderen tot in het laate Nigeflicht daar by „ mogen bewaard blyven." N°. 2391. Misfive van de nieuw aangeftelte Vroedfchap der Siad Utrecht aan de Heeren Ged'puteerde Staaten, over het verleggen der Staatsvergadering naar Amersfoort &c. In dato den 29 Augustus 1786. Edele Mogende Heeren! Het was niet dan met de uiterfte bevreemding dat wy hebben moeten verneemen, dat U Ed. Mogenden hebben kunnen goedvinden, nut alleen de ordinaire en extraordinaire Vergaderingen der Heeren Staacen dezer Provincie befchreeven tegen den gden en i6Jen dezer, immers by provifie te furcheeren, maar ook vervolgens, gelyk ons eerst door de publieke geruchten , en naderhand door den brief van befchryving gebleeken is, dezelve Vergadering van Hun Ed Mogenden te befchryven tegens Woensdag, den 3ofien dezer maand, binnen Amersfoort. Wy moeten betuigen, geene redenen te kunnen uitdenken, welke U Ed. Mogenden hebben kunnen permoveeren tot deze finguliere ftap , welke oi s te meer ht-eft gefurpreneerd, daar uit de voornoemde brief van befchryving al mede con» fleert, dat alleen de Refolutien der voorftemmende Leden, U Ed Mogenden tot zoodaanig over. haast befluit hebben bewoogen, en daar ons niet onbewust is, dat de HeereD Burgemeesteren dezer Stad, zoo wel de furcheance, als het verleggen der Staats-Vergadering, by U Ed. Mogenden het> O 3 ben  214 Verzameling van Stukken betrekkelyk tas ben gecontradiceerd; het komt ons voor, dat U Ed. Mogenden in dezen niet anders dan ten hoog. ften prscipitant hebben gehandeld, en dat U Ed. Mogenden geen de minfte gegronde redenen zullen kunnen bybrengen, om welke de Heeren Staaten, zoowel als ü Ed. Mogenden zelve, binnen deze Stad niet alleszins gerust en veilig derzelver gewoone en buitengewoone Vergaderingen, zouden hebben kunnen voortzetten; ons is niet bekend, dat alhier iets het allerminfte is voorgevallen, het welk eenige rechtmaatige vreeze voor onveiligheid, of voor ftoorenis der befoignes van Hun Ed. Mogen, den zoude kunnen verwekken; de tSurgery dezer Stad, 't is waar, is uitermaate naaryverig omtrent haare Rechten en Vryheden, dezelve is boven dien met ons in het denkbeeld, het welk ook by wylen zyne Hoogheid Willem de vierde, ingevolge der Misfive van dien Vorst, welke als nog onder ons is berustende, wierd gefoveerd, dat, in de befiisfing van diergelyke zaaken, geen gebruik van Militie te pas komt, en het is uit dien hoofde, gelyk ook inzonderheid wegens de plechtige toezegging door de Vroedfchap meer dan eens aan haar gedaan, dac van haarentwegen by U Ed. Mogenden, zoo wel als by de verdere Leden, compofeerende de Vergadering der Heeren Staaten, ten fterkften is gein. fteerd, dat deze Stad en Provincie, immers han. gende de deliberatien over de ingeleverde bezwaaren, door geen Troepes mogte bezet worden, met declaratoir, dat zy eene contrarie Refolutie zouden houden voor een daad van vyandiyk geweld; mrar hier mede hebben zy niets anders bedoeld, dan hunne eige verzekering, zoo wel als de bewaaring van de rust en vrede binnen deze Stad; indien U Ed. Mogenden nu geene cadeelige voorneemens koesteren, ten aanzien van deze Provincie en Stad, indien U Ed. Mogenden althands geene intentie hebben, om de redelyke Volksftem binnen deze Stad, en Steden dezer Provincie, door middel van Militair bedwang, te fmooren, hadden U Ed. Mogeq. des  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, -at3 den zich in geenen deele over de voornoemde ver» klaaring van onze Burgery behoeven te bekommeren, en hoe dit ook zy, indien by Ü Ed. Mogenden dezen aangaande al eenige ongerustheid plaê& ze had , fchoon die dan zeker ongegrond zoude zyn geweest, aangezien wy volkomen verzekert zyn , dat daar toe alhier geene de minste gefundeerde reden voorhanden is, het gene wy zeer gerust aan U Ed. Mogenden eigen overdenking durven overlaaten; hadden U Ed. Mogenden even gelyk dezelve zulks nog onlangs hebben begreepen, door Heeren Burgemeesteren de veréischte ïnformacien kunnen bekomen, omtrent de veiligheid binnen deze Stad, terwyl wy buiten dat indien zulks doorÜ Ed. Mogenden was gerequireerd geworden, niet in gebreke zouden zyn gebleeven, dezelve van alle mooglyke guarantie te voorzien, waar toe ons de noodige en voldoende middelen niet ontbree. ken. Wy houden de Heeren van de voorftemmende Leden ten eenenmaale onbevoegd , om de Vergaderingen der Heeren Staaten, welkemeteenpaarigheid der drie Staats-Leden , tegens zekere bepaalde tyden waren vastgefteld, buiten weeten en tegen den wil der Stad te furcheeren, veelmin konden die Heeren dezelfde Vergaderingen eigener authoriteit, en zonder genoegfaame redenen verleggen buiten deze Stad, welke door UEJ. Mogenden by derzelver laatfte Misfive aan de refpective Bondgenooten, te recht als de gewoone Rcfi. dentieplaats der Heeren Staaten werd geconfidereerd; en te minder kunnen wy nagaan de redenen waar door ü Ed. Mogenden tot dezen laatften ftap zyn overgegaan, daar alles wat tusfchen ons ende* ze Burgery behandelt en voorgevallen is, hoe fo. lemneel en openbaar zulks dan ook geweest zy , nogthands altoos met de uiterfte decentie en met eene bedaardheid zonder voorbeeld is verzeld geweest, waar toe wy ons onder anderen veiliglyk op de dagen van den 2den en afifien dezer maand , en op het getuigenis van allen, geeneuitgezonderc, O 4- W€l*  *xö ferzameUng van Stukken ietreUelyk tot welke als toen alles van naby hebben gezien, duiven beroepen; behalven dac al het zelve eeniglyfe ^oncerneert het huishoudelyk bellier en de Ma»iitraats-beftelling dezer Stad, welke eeniglyk aan nen ontfangen , om zich in te laaten in de privative • en huishouielyk^ dire&ie van zaaken, binnen eene 5 der Souvereine Provinciën, Steden ofte Leden vani dien, dan dat wy noodig zouden hebben ons ee-. nigszins breeder uit te laaten over den zoo zeer be- • deüklyken inhoud der gedachte Misfive aan Hun 1 Hoog Mogenden; dan vermits de nadere en hier; voor mede opgenoemde circulaire Misfives aan de ; Hooge bondgenooten, en gevolglyk aan U Ed.Gr., Mogendm afgezorden, eenigen- fchyn zoude kun- ■ nen hebben van meerdere wettigheid, fchoon an- ■ ders de Heeren Gedeputeerden volgens derzelver : inftrudtie, geenszins bevoegd kunnen worden ge- . oirdeeld . om zaaken van zoodaanig gewicht daadelyk te eflvctueeren, zonder eene fpeciaale authorilaiie van de Heeren Staaten zelve, er in dit geval inzonderheid ook van den Raad dezer Scad; zy het ors gepermitteer i, de attentie van ü Ed Gr. Mogenden voor eenige oogenbiikken te bepaalen, by de ingredi* nten der voorzegde circulaire Mi fives. Het is de waarheid en alomme gecoegfaam bekend, dat federt t eren geruimen tyd by de Ingezetenen, en allerbyzonderst binnen deze Provin. cie, een geweldig misnoegen heeft plaats gehad, voortgefprooten in den beginne, gelyk de Heeren Gedeputeerden te recht aanmerken , uit de algemeen^ directie van z.iaken, fprciaalyk geduurende den Oorlog met her Ryk van Engeland, doch.wy kunnen geenszins 'oeftemmen, dat daar uitzoo veele unrusti:e beweegingen zouden veroirzaakt zyn , noch 'ook dat dt federt ingebrachte Bezwaaren , met opzicht tot de Conftitutie der Regeering flechtsgegetendeerde Bezwaaren zouden zyn geweest. Het kan aan U Ed. Groot Mogenden niet onbekend zyi , dat in het byzonder de Burgers en Ingezt u nt n dezer 'tad . by dewelke wy ons wel voor?aamlyk bepaaleu, reeds in de maand April van het jaar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ast jaar 1784 by eene Publicatie van den Magiftraat daar toe plech:ig opgeroepen zynde, eenige weeken daar na zoodaanige grieven en bezwaaren hebben irgeleeverdj welke hen waren voorgekomen, tegen hec Reglement op de Regeering dezer Provincie van den jaare 1674» en daar onder vooral ook tegen de poinöen , concerneerende dezer Stads privatief beftier en Magiftraats-beftelling Even min kunnen U Ed. Groot Mogenden ignoreeren, dat hierop van Stads wege eene fchifting zynde geformeerd, tusichen die bezwaaren, welke Provinciaal, en die, welke eeniglykStedelyk moeten worden geconfidereerd, over de laatstgemelde (de Stedelyke naamlyk) iterative en aanhoudende befoignes zyn gehouden, tusfchen Gecommitteerden vit den Raad en uit de Burgery, tot dat tenlaatftea beide de partyen waren overeengekomen, over de Introductie van een nieuw Scedelyk Reglement, het welk dan ook by nadere Publicatie van den ij September 1785 aan de Burgery voorgedraagen en toe« gekend is, zonder dat federt eenige merkelyke bedenkingen tegen het zelve zyn ingekomen. In alle deze onderhandelingen, zoo wel als in het gene federt daar opis gevolgd, waar van U Ed. Groot Mogenden reeds voor eenigen tyd door eene Circuliere Misfive en bygevoegd detail of deductie van onze Burgery zyn geinformeerd geworden, en waar van wy derhalven de byzooderheden niet zullen behoeven ce detailleeren , tot op den tegenwoordige^ tyd , heefc onze Burgery niec anders dan met de uiterfte en voorbeeldigfte bedaardheid, fchoon tevens met eene ftandvastige aankleeving aan die Vryheid en Voorrechten, welke zy hadden sangetoond hen wettig te competeeren, te werk gegaan. Hier van kunnen wy U Ed. Groot Mogenden uit eigen ondervinding verzekeren, waarom wy dan ook geenzins kunnen nagaan, op welke plaatftn of Perfoonen de woorden onrustige beweegineen moeten worden toegekend: en naar eene gedecernetn nde Staais-  s'22 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Staats-Commisfie, aan dewelke de examioatie der ingediende bezwaaren was aanbevoolen , by derzelver Rapport, den iften September 1784 ter StaatsVergaderinge uitgebracht, het Reglement van den jaare 1674 met zoo veele woorden befchreeven ah jchaadelyk en drukkende voor de Ingezetenen, en als in veele opzichten ftrydende tegen 's Lands Privilegiën, durven wy gerust aan het equitabel oirdeel van U Ed. Groot Mogenden overlaaten, of de bezwaaren ingericht tegen een zoodaanig wederrechtelyk Reglement, met grond met den naam van gepreten, deerde bezwaaren kunnen worden beftempeld. Zeggen nu Heeren Gedeputeerden al verder: ,, dat de Heeren Staaten dezer Provincie niets meer „ ter harte neemen, dan de rust vreede en wel„ vaart der goede In- en Opgezetenen, en niets „ ernftiger verlangen, dan tot redres van ingefloo„ pen abuizen enz. mede te werken:" dat deze gezegden eenigzins toepaslyk kunnen worden gemaakt op dezer Stads Regeering, als het derde Lid van Staat, kan men opmaaken uit de Refolutie, over de bezwaaren tegen het Reglement van Regeering, den 10 Augustus 1785 ter Vergaderinge van Hun Ed. Mogenden ingebracht; maar als wy nagaan de onderfcheidene Refolutien , na dien tyd door de voorftemmende Leden genoomen, de geëntameerde crimineele procedures tegen Burgeren; eeniglyk wegens het reclameeren en verdeedigen van hunne Voorrechten, gelyk ookfommige Publicatien van Heeren Gedeputeerden en derzelver Misfive aan UEd. Groot Mogenden wegens Hoogstderzelver alleszins billyke Refolutie tegen het gebruik van Troepes, op Hollandfche Repartitie binnen deze Provincie; als wyhier by in aanmerking neemen, dat het boven gedacht Staats-Rapport van den t. September 1784 by de Heeren van de voorftemmende Leden geheel buiten alle deliberatien is gehouden, tot dat dezelve eindelyk in de maand July dezes jaars dieswegens zoodaanige Refolutie hebben voorgedraagen, welke voor de vrye Magiftraats- be-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 223 ibeftelling dezer Stad in het byzonder onwederfpreeJcelyk competeerende, ten hoogden bezwaarende en dienvolgens van onzen kant ten eenemaal onaanneernlyk waren, wilden wy al mede zeer gaarn U 'Ed. Groot Mogenden laaten beoirdeelen , wat mert van de voorgewende goede dispofitien der beid© voorftemmende Leden in deze te denken hebbe: imen heeft ten laatften, het is waar, in het begin van deze maand eenige conferentien aangevangen met Gecommitteerden van wegen den Heer Scadhouder; doch op welke grond Heeren Gecommit* (teerden kunnen zeggen, daar van eene goede uitkomst ,gehoopt en verwacht te hebben; betuigen wy niet te kunnen penetreeren. Het is toch al aanftonds in Idie conferentien gebleeken, dat men geen hetmins» te oogmerk had, om het Concept-Reglement-Reiformatoir, door de Staats-Commisfie by derzelver evengenoemd Rapport van den 1 September 1784 lovergelegd, aldaar tot een bazis der deliberatien te leggen, maar dat men veel eer heeft getracht: ice befoignes te houden over het Reglement van 1674, en dezelve inzonderheid te doen rouleeren over Stads huishoudelyke — en tusfchen Raad en Burgery reeds lang te vooren afgedaane zaaken; en het is eeniglyk in dit laatfte poindt, (waar in onze Gecommitteerden in geenen deelen konden nog imogten condescendeeren, fchoon dezelve anders (ten fterkften hebben geinfteerd op de continuatie idier befoignes,) dat de waare reden moet worden igezogt, om dewelke de voorfchreeven conferentien zoo fpoedig hebben moeten afgebrooken of immers provifioneel opgefchort worden, zonder dat ons eenige andere byzondere omftandigheden be'wust zyn, welke zulks zouden hebben behoeven te veroirzaaken; gelyk wy ook geene redenen kun:n?n uitdenken, waarom Heeren Gedeputeerden» ■ingevolge de Refolutien der voorftemmende Leiden, en niettegenftaande de contradictie van onze [Burgemeesteren, genoodzaakt zouden zyn geweest ;de Vergaderingen van de Heeren Staaten dezer Provin»  izn. Verzameling van Stukken betrekkelyk tsi viacie binnen deze Stad, welke nogthaDds volgenj i Hun Ed. Mogenden zelve de gewoone Refidentiepluats'1 is van de Heeren Staaten dezer Provincie, te furchee-ij ren en dezelve vervolgens te verleggen naar Amers.J foort. Wy hebben ons op ditlaaifte ftuk, zoo wel 1 als ten aanzien der redenen, welke Heeren Gede-i puteerden volgens derzelver Misflve, tot dien ftapn zouden hebben gepermoveerd, in het breedere ge-4 expliceerd, by onze Misfive aan dezelve Heerens Gedeputeerden van den 2often dezer maand, wel.1 ke wy de vryheid neemen copieelyk hier by te voe-J gen, ons daar toe kortheidshalverefereerende: het! welk wy te eerder raeenen te mogen doen, daan verfcheiden pasfages , al verder in de Misfive vanq Heeren Gedeputeerden voorkomende, aldaar ins-ij gelyks hunne rescontre kunnen vinden. Wat Hee-ij ren Gedeputeerden voor het overige bedoelen metl de Bundgenootfchappelyke officien, Welke dezelve vann U Ed. Groot Mogenden verlangen en verzoeken,} kunnen wy onmooglyk bepaalen; onzes oirdeelsj kunnen die bewoordingen nogthands geenszins» zien op eenen byftand van Militaire macht, ter in-,] timideeringe van onze goede Burgery, of tot fmoo-j ringevan derzelverredelyke en billyke ftem; fehoonij Heeren Gedeputeerden die omftandigheden, welkea wy niet anders kunnen aanmerken dan als de naJ tuurlyke gevolgen van den al te traagen voortgang^ der deliberatien over die bezwaaren, Welke doori! de Burgeren en Ingezetenen, daar toe expresfe op»i geroepen zynde, waren ingeleeverd, aan U Ed.!i Groot Mogenden trachten te doen voorkomen, alsi verregaande en tot eene merkelyke hoogte geklommen] onlusten, aangezien U Ed. Groot Mogende» bene« vens de verdere Bondgenooten, en zoo wy ver-> trouwen, ook de Heeren Staaten dezer Provincie"! zelve, te zeer geconvinceerd zyn van de akelige: vooruitzichten, welke uit het gebruik van de fterketi hand in Burger gefchillen in dit vry Gemeenebest;1. te duchten zouden zyn , dan dat Hoogstdezelvéï immer tot zoodaanige geduchte uiterften zouden:! kunij  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. zz$ kunnen coöpereeren. Wy zullen dan waarfchynlyk door de woorden Bondgenootfchappèlyke officien moeten verftaan eene mediatie of interceslie, terafdoeainge der gereezën gefchillen, en ter herftellinge der eensgezindheid tusfchen de refpective StaatsLeden, zoo wel als tusfchen dezelve én dé Burgeren en Ingezetehen dezer Stad en Provincie; JönJa dit geval zouden wy het 'thands met Hëeren Gedeputeerden volkomen eens kunnen zyn; wy hebben lïltyd voorzien, dat de differenten, bverdezoózeec zewenschte reforme van het Reglement van 1674» oiet anders dan door tusfchenkomst van eehè of meer onzer getrouwe Bondgenooten zouden kunnen worden geapplaneerd; gelyk dan ook alle de tegenwoordige Leden van onze Vergadering, welke toenmaals in de gelegenheid zyn geweest, om hunne gedachten dieswegens te uiten, ten fterkften hebben geinfteerd, dat de Mediatie, welke voot eenigen tyd door U Ed. Groot Mogenden zoo vriendpabuurlyk wierd geoffreerd, in de civielfté termes beantwoord, en geredelyk geaccepteerd zoude worden : terwyl nogthands voof zoö ver óns bewust is» de Heeren Staaten zich dus ver op dat ftuk mee ihebben gelieven te expliceereh. Wy verfeerec1 al* mog in alle opzichten in dezelfde, denkbeelden. Wy verlangen niets vuuriger, dan dat eenmaal de rusc en het onderling vertrouwen binnen deze Stad ett 'Provincie herfteld, en dit Gewest, verlost van :een Jlaafsch én drukkend Regeerings-Reglement, een* een. nuttig Lid worde voor het Bondgenootfchap; ■én in zoo verre maaken wy geene zwaarigheid dac igedeelce der Misfive van Heeren Gedeputeerden öp het nadruklykfte te appuiëeren, fchoon wy óns 'aan den anderen kant ééd én plichtshalve gehouden lachten, geene zoodaanige poincten, Welke toj het domeftiek beftier behoorende, volgens dezer Stad* i aloude Rechten , eeniglyk tusfchen ons en onzé góede Burgery kunnen geternimeerd worden» en ! welke thands volkomen geapplaneerd en gearres» XXXI. Deel. F ieeï{J  225 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot teerd zyn , aan de beoirdeeling of beflisfing vani anderen te fubmitteeren. Wy hebben geoirdeeld de opgenoemde byzon-ij derheden alhier te moeten aanroeren , ten einde Ut] Ed. Groot Mogenden te desabufeeren omtrent ver*: fcheidên pofitiven, door Heeren Gedeputeerden by^ derzelver MisüVe bygebracht. U Ed. Groot Mo* genden zullen uit het gezegde kunnen opmaaken, dat zoo wel de opfchorting als inzonderheid ook dei verlegging der Staaten-Vergadering, gelyk ook de! afzending drr meergedachte Misüves aan Hun Hoogj Mogenden (*), en vervolgens ook aan U Ed. Gtj Mogenden en de verdere Hooge Bondgenooten; eeniglyk door de voorftemmende Leden, tegen on-i zen uitdruklyken wil gefchied is; en zulks buiten eeDige noodzaakelykheid, immers wat het verlegd gen der Staaten-Vergadering aangaat (waar tegen dei Vroedfchap reeds in Augustus 1785, by eene na-: druklyke Refolutie had voorzien,) gelyk wy mee-> nen , al mede by onze nevensgaande Misöve aant Heeren Gedeputeerden, voldoende te hebben aan-i getoond. Wy zullen dan óók in de fietrisfure en het on-: gelyk deze Stad hier door aangedaan, niet kunbeni berusten, maar ons'genoodzaakt zien, den verde-' ren voortgang van zoodaanige handelwyzen, inge* richt tot verkleining van onzer Stads Voorrechten,) te veriedeten door alle zulke wegen en middelen ** ■welke Stads onvervreemdbaare Rechten gegrond: op derzelver wezenlyke Conftitutie, ons zullenaana de hand geeven; en het is vooral dit laatfte ftuk,; het welk wy voor U Ed, Groot Mogenden nietheb-< ben mogen verbergen ; wy zyn verzekerd, datl IJ Ed. Groot Mogenden noch eenige onderdrukking» van 's Lands goede Ingezetenen, noch een onver-i zetlyke aankleeving aan onwettige en onrechtvaardige Reglemenren op de Regeering, met onver-' fchillige oogen kunnen aanzien. UEd., (*) Zie hier voor N°. 2378. bl. 173.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 2fc| | U Ed. Groot Mogenden zoo cordaate Refolutien nrntrent het gebruik van Troepes op Hollandfehe, repartitie, teger, Burgers, welke wy dankbaar er« i:eonen, (trekken daar van onder anderen ten bé». jyyze, fchoon wy moeten bekennen, dat Heeren Bedeputeerden ook dezen aangaande merkelyk in tlenkbedden van ors verfchillen, uitwyzens derlelver Misfive aan U Ed. Groot Mogenden, tenop. dchte van Hoogstderzelver Refolutie, aangaande piet gebruik van Troepes als vooren, fpeciaai bin|ien deze Provincie; het welk te meer daar uitconfteerd, dat volgens de algemeene geruchten, fchoon wy daar van geene legaale kennisfe draagen, een (weede Battai'jon Infanterie op ontfangen ordres )innen Amersfoort is ingerukt, en dit niettegeniaande deze Onze Srad, by fpeciaale Refolutie van len 22 Augustus 1; 85 ter Staars-Vergadering hëeft langedrongen, dat het Battailjon toen ter tyd hingen Amersfoort getrokken, (op eene wyze, waar over wy ons liefst niet willen uitlaaten,) ten fpoeiligften die Stad en deze geheele Provincie weder :ouden ontruimen; gelyk dan ook de Vroedfchap vervolgens by circulaire Misfives aan de Hoogte Bondgenooten van den 31 (ten Augustus heefc gein[teerd op de noodige voorziening tegen het verleenen van Patenten, tot het inbrengen van eenige Troepes binnen de Stad, Steden of ten platten Lande dezer Provincie. Wy hebben ons gedrongen gevonden, deze onze waare gevoelens aan U Ed. Groot Mogenden voor ie draagen. Hoogstdezelven (wy zyn des verzeikerd) gevoelen met ons, dat de rust binnen deze Provincie onmooglyk herfteldof bevestigd kanwor* den, dan alleen door eene billyke opheffing van. des Volks rechtmaatige bezwaaren ; tot die geikwenschte einden kan geen Militair bedwang dienstjibaar zyn, daar veel eer de ondervinding aanwyst* Idat zoodaanige inconftitutioneele middelen wel in. den beginne eenige verflagenheid by kleinmoedigen, maar over het geheel niet anders dan eene P a aieu*!  228 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nieuwe verbittering kan te wege brengen. Wyfht<< teeren ons dan ook, dat ÜEd.Groot Mogenden dié een eb ander pondereerende, derzelver goede of Ij ficien zullen gelieven te adhibeeren, zöo door in* tercef üe by de verdere Bondgenooten, als inzont dtrheid by de Heeren Staaten van Friesland, op welke laatfte Provincie, zoo wy meenen, het Re< giment binnen Amersfoort guarnizoen houdende e immers voor zoo ver een der Battailjons aangaat t gerepartitieerd is, ten einde deze Provincie, imi mi rs hangende de deliberatien over de bezwaaren: met geene verdere Troepes bezet, maar integeni deel ten fpoedigften van de Militie, thands binneE dezelve haar verblyf houdende, gelibereerd won de, op dat ook aan de Burgers en Ingezetenen vaa Amersfoort gelegenheid worde gegeeven, om hum ne bedaarde en redelyke ftem te verheffen, tot vee betering van zoo veele ingefloopen abuizen in hei algemeen en byzonder bellier. Niets zoude om bovendien aangenaamer zyn, dan dat ü Ed. Grooi Mogenden uit de Misfive van Heeren Gedeputeer den, welke wy alhier behandeld hebben , aanleÈ ding mogten hebben ontfangen, tot vernieuwing van Hoogstderzelver aanbod van mediatie, ter at doenirge der verfchillen, voor zoo verre het Prei vinciaal aangaat, en tot herftelling der goede hac rnonie binnen dit Gewest; zullende U Ed. Groen Mogenden ons in dien gevalle ten allen tyde bereio vinden, om Hoogstderzelver billyke voordrachten dien aangaande, zoo veel in ons is te appuiëeren:: daar en zoo zulks behoort; terwyl wy ons vleijenn dat in onze prefente omftandigheden, wel eene Bondi i genootfehappelyke intercesfie, volgens de grondeij der Unie, maar geenszins eene Rechterlyke uitfpraaii kan in aanmerking komen. Wy zullen ons alhier in geen breeder detail vasï zaaken of byzondere gebeurtenisfen behoeven i| te laaten; gelyk wy ook voor het tegenwoordig! niet willen onderzoeken , of de loop van zaakea binnen deze Provincie, en de menigvuldige bewee* gÜH  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 229 (gingen onder het Krygsvolk in andere nabuurige Gewesten, niet eenige aanleiding kunnen geeven nm te vermoeden, dat men de ongelukkige diffeirenten tusfchen Regeeringen en Burgeryen, door middel van den Militairen arm trachtte beflisfen; fje beoirdeeling van dit een en ander, laaten wy aan J Ed. Groot Mogenden geheel en al over.' En hier mede U Ed. Groot Mogenden beveelen* ie in Gods Heilige befcherming, verblyven wy. Edele Groot Mogende Heeren! Qtrecht, den 31 U Ed. Groot Moe. dienstwil*. IAugust. 1786', lige goede Vrienden, De Vroedfchap der Stad Utrecht., Ter Ordonnantie van dezelven, (was getJ) Izaak Falck, N\2394. Misjive van de nieuw aangejlelde Vroedfchap der Stad Utrecht aan den Heere Prince Erfstadhouder , over de zelfde onderwerpen. In dato, dm 4 September 1786. DooRLÜCHTIGST HOOGGEBOOREN VORST.1 Het kan aan Uwe Doorluchtige Hoogheid niet [onbekend zyn, dat de twee voorftemmende Staatsleden dezer Provincie hebben kunnen goedvinden, ae Vergaderingen der Heeren Staaten, welke beöaald waren tegen den oden en iöden der afgelooröen maand Augustus, eerst te furcheeren, en dekelven vervolgens van deze Stad, welke buiten tekenfpraak de eenige gewoone Refldencieplaats is wan alle de Hooge Collegien dezer Provincie, te verleggen naar Amersfoort, en zulks niet tegen» . ftaande onze Burgemeesteren de eene en andere dier iprecipitante Refolutien ten fterkften hebben gecontradiceerd. P 5 Wy  139 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Wy hebben dezen ftap zoo fingulier gevonden 3 en wy apprehendeeren zoo zeer derzelver onwettig^ beid) zoo wel als het vernederende, dac daar int voor deze Stad en Burgery gelegen is, en de gea Volgen welke noodwendig uic zoodaanige voorbaat rige maatregelen moeren refulteeren, dac wy nieö van ons hebben kunnen verkrygen, onze Gecomoj •uitteerden te zenden naar Amersfoort, alwaar zool wy verneemen in de voorgaande week eene zoogei naamde Vergadering van de beide voorftemmende] Leden, met de Gecommitteerden van Amersfoorii en van Rheenen zoude gehouden zyn; gelyk dan ook onze Burgemeesteren te rechc hebben begreea pen, eene zoodaanige pretenfe en irreguliere Verrj gadering, welke door hen zeiven was cegenfproodt ken, niette mogen bywoonen. Die Vergadering] derhalven, en zoo veele van dien aarc, welke nat deze nog mogcen worden belegt, kunnen wy niea anders dan ten eenenmaale onwettig befcbouwenï Nimmer kunnen wy ons gehouden achten aan eenif ge Refolutien, welke aldaar quofi mogten genooJ men zyn, of nog zouden kunnen genoomen wori den; over welk een en ander wy ons in het breedél hebben geëxpliceerd by onze Misfive aan Heerenj Gedeputeerden, waar van wy de vryheid neemen J eenegeauthentifeerde Copy hier by ce voegen, ons tot dezelve refereerende. Vermits nu als gezegc is, onze Gecommitteerder niet hebben geadöfteerd by de voornoemde preten>i fe Vergadering, zyn wy ook dus ver ten eenenmaa^ le onkundig van het gene aldaar mogt behandeld oi beflooten zyn. Wy hebben wel geene redenen om ons eenigszints te flatteeren met eenige gunstige, dispofitien by de Heeren der voorftemmende Le-: den ten aanzien van deze Stad en Burgery, maarwy kunnen nogthands geenszints vermoeden, dat de-: zelve zich zoo verre zouden kunnen vergeeten, om uit hoofde van eenig befluit der gedachte twee Staats-Lf-den, buiten onze kennis en tegens onzen uit*: drukkelyken wil, eenige mefures te neemen ten na-, dee»  de Gebeurtenis/en in n87 enz, voorgevallen. 93» 1 deele van onze Stad, veelmin, om dezelve door geI weid, voor hunne begrippen, voor zoo ver die van ide onze verfchillende zyn, te willen doen bukI ken. Dezelve voorftemmende Leden zullen doch »wel befeffen, dat de rust en het welzyn van deze I Provincie, en by corjfequentie ook van hunne byizondere Perfoonen en Familien, voor zoo ver zy imede Burgers en Ingezetenen zyn, meerendee^ r van het welvaaren vsn deze aanzienelyke Stad at1 hangt; en wy door ééd en plicht aan de wezenlyfce i belangen van onze goede Burgery verbonden, zuLi nen nimmer kunnen of mogen gedoogen. dat eei nige geweldige maatregelen tegen dezelve, or tcj gen hunne Vryheden en Voorrechten, worden ter uitvoer gebracht. Dan aangezien zoo veele onvoorziene beweegm.gen onder 's Lands Krygsvolk in nabuurige Provin. cien, als mede de Refolutien door de Heeren braaten van Gelderland, volgens publyke tydingen, tegen twee ftemmende Steden dier Provincie genoomen niet weinige vermoedens veroirzaaken, als of men de vrye en redelyke ftem van zoodaanige Burgers en Ingezetenen binnen deze Provincie, welke hunne Rechten op eene eerbiedige wyze reclameeren en wettig verdedigen, wilden trachten te fmooren en te onderdrukken door den arm van bevitdigde Krygsknechten; en vermits het inbrengen van een tweede Battailjon van het Regi.me.nt van Hessen-Dabmstad binnen de Stad Amersfoort, eenige foupcons verwekt, of men wel ligt in deze Provincie foortgelyke voorneemens mogt koesteren , hebben wy vermeent niet langer te mogen ftilzitten, maar onze waare gevoelens omtrent het een en ander, aan Uwe Doorluchtige Hoogheid te moeten onder 't oog brengen. , , Wy zyn reeds federt eenen geruimen tyd van gedachten geweest, en wy verfeeren als nog in aezelve denkbeelden, dat de voorzichtigheid en de 'gezonde Staatkunde niet toelaaten, in de prelente  PerzameHng van Stukken letrekkelyk tot tpeftand van zaaken, een grooter aantal van Mili-i, tie binnen deze Provincie, en allerbyzonderst ina deze Stad te admitteeren. Wy twyffelen geen oo-4 gen blik, of Uwe Doorluchtige Hoogheid zal met tl ons ten vollen conveniëeren, dat een der voor-4 raamde Voorrechten, welke by de Unie van Ut-4 recht aan de Ingezetenen van dit vrye Gemeene-1 best zoo mtdrukkelyk bevestigd zyn geworden,] daar inne gelegen is, dat gene Steden zullen mo-I gen genoodzaakt worden buiten noodzaake entegenj hunnen wil, eenig Krygsvolk in hunne Jurisdictie3 or binnen hunne muuren te ontfangen. Deze o-J Verweeging doet ons tevens vertrouwen, dat Uwe{ JDoorluchtige Hoogheid indien Hoogstdezelve reedsa Patenten heeft verleend aan één of meer Regimen-4 ten, in dienst van den Staat, met.last, om in casi van oppoötie geweld te gebruiken, en dus vyandelykl te agt eren tegen de bovengemelde Gelderfche of ft eenige andere Steden van ons Vaderland, zulks zalit fedaan hebben, of zonder zich dat Privilegie van 's\ .avds Inwconers genoegzaam te herinneren, of zonder \ eenige volleedige kennis te draagen van de inzichten, \ om dewelke die Patenten wierden gerequireerd, of 4 immers zonder degevolgen door tezien, welke uitdier- -I gelyke violente en incor.ftimioneelemaatregelen nood- ■; wendig moeten proflueeren: — gevolgen, als men dezelve doordenkt, welken geene andere, dan de allerakeliglte vooruitzichten voor ops lieve Vaderland kunnen opleeveren, vooral in een tyd als deze, waar in de Ingezetenen allerwegen zoo naieve- j rig zyn omtrent de herwinning en bewaarine van I hunne wettige Vryheden en Voorrechten: — ja, gevolgen, waar uit niet anders dan een algemeene i Volks.kreet, en ten laatften, eenen geduchtén Bur. C gerlyken oorlog, de fchroomelyklTe der onheilen, wetten immermeer eenig Land en Volk kunnen tretten, moeten gebooren worden. En daar Uwe Doorluchtige Hoogheid met ons in Git gezegend Nederland gebooren 'en opgevoed is'; I daar I  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. *33 daar Hoogstdenzelven niet onbewust kan zyn, hoe veel het onze Voorvaderen heeft gekost, dit Land van het juk van Jlaverny en dwingelandy te verlosfen, kunnen wy niet gelooven, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid immermeer tot de genoemde verderffelyke uiterften zoude willen coöpereeren; maar verfeeren veel eer als nog in die hoope, dat de God der Vryheid het harte van Uwe Doorluchtige Hoogheid moge neigen, om het waare welvaaren van deken Staat te behartigen, en gedachtig aan de banden, waar mede Uwe Doorluchtige Hoogheid aan dit vrye Gemeenebest, en aan de bewaaring van der Steden Privilegiën en Voorrechten , op het naauwst en plechtigst verbonden is, met ons3 en alle welmeenenden, mede te werken ter voorkominge van alle zoodaanige rampen , waar aan geen rechtfchaape Nederlander anders dan met angst én fchrik kan denken. Wy althands achten ons zeer gehouden tot de confervatie van allen onzer Burgeren Privilegiën, dat wy daar voor alles zullen opzetten, en alles veil hebben. Wy zyn volkomen in het zelfde gevoelen, het welk door Uwe Doorluchtige Hoogheids Heer Vader Prins Willem den vierden uitwyzens Hoogstdeszelfs Misfive, welke als nog in originali onder ons berustende is , dat Burger geschillen geenzins door de fterke hand, maar alleen door Burgers, moeten bejlist worden: en het is om dit alles, dat wy nimmer zullen dulden, dat onze Stad en Vryheid immermeer onzes ondanks met Krygsvolk bezet, veel min dat tegen dezelve, ofte tegen onze goede Burgery eenig geweld gebruikt worde; wy zullen ons integendeel, te» alle tyden met alle onze macht, en desnoods, ook met den byftand van die getrouwe Bondgenooten, welke zich onzen rechtvaardigen zaak zullen willen aantrekken, tegen dat een en ander verzetten; gelyk wy ook met alle onze vermogens zullen trachten tegen te gaan, dat de Steden of het Platte Land dezer Provincie voortaan met meerdere Troepes geóbrueerd worden; aangezien het ons voorkomt, * Pj dat  *34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dat zoo min aldaar, als binnen deze Stad, de Bur-. fers en Inwoonders behooren geïntimideerd, of erzelver bedaarde en redelyke ftem gefmoord te: worden. Na dat wy nu deze onze waare fentimenten voor : Uwe Doorluchtige Hoogheid hebben opengelegd, , verzoeken en verwachten wy dan ook, dat Hoogst-. dezelve vooraan geenPacenten zal verleenen, voor ' één of meer Regimenten, het zy dan dat dezelve: op deze of andere Provinciën gerepartitieerd mag- ■ ten zyn, en op wiens bevel of begeerte zulks ook J zoude mogen wezen, om naar deze Provincie of H Stad te niarcheeren ; daar wy Uwe Doorluchtige: Hoogheid kunnen verzekeren, dac zulks (immers tl hangende de deliberatitn over de ingeleeverde be- ■ zwaaren,) nimmermeer met snze toejltmming zal zyn. J Indien dan onverhoopt de voorftemmende Leden,,] tegen alle recht en reden, en niettegenftaande on« • ze nadrukkelyke Misfive aan de Heeren Gedepu-■ teerden mogten willen beproeven, deze Stad, wel-, ke zoo ver haar byzonder huishoudelyk beftier aan- • gaat nooit eenigen Heer erkend heeft, geweldaadig t» \ everheerfchen, en indien Uwe Doorluchtige Hoog-. Jheid tegen alle verwachting mogt kunnen goedvin- < den, zoo door het verleenen van Patenten, op requifitie der voornoemde voorftemmende Leden, Cwelke zich thands wellicht den pretenfen naam van ; Staaten zullen attribueeren,) als anders tot al zulke heillooze eindens mede te werken; zullen wy dat alles aanmerken „ als eene daad van openlyke vy., >, andfchap en geweld, en de Aanleggers en Uit,, voerders van het zelve houden voor gedecideerj, de Vyanden van onze Stad en Burgerftaat, om tegen dezelve, wie zy ook zyn mogen, in alle „ hunne betrekkingen, by alle gelegenheden zoo- daanig te ageeren, en zulke reprefailles te ge- biuiken, welke wy als Reprefentanten van een „ vry Volk, tot confervatie van Stads Rechtenonaf„ hanglyke Magiftraatsbeftelling sullen geraaden '„ vin-  dt Gebeurtenis fin in 1787 «22. voorgevallen, 333 „ vinden; " terwyl wy in zoodaanige noodlottige gevallen, het ftorten van Burger bloed, en alle de rampzaalige gevolgen , welke wyders daar uic te duchten zyn, overlaacende voor rekening en ter verantwoording van een iegelyk, wcifce da.tr toe aarleiding zal hebben gegeeven, boveral, ons ver. trouwen zullen ftellen op dien Gor», die naar waar» heid oirdeelt, die geen onrecht kan gedoogeo, by wien geen aanneeming des Ft-rfaoris plaats, hetfc, en voor wiens Rechterftoel eeomaal, zoo wel de grooefte Monarch, als de geringde Bedelaar, rekenfehap zullen geeven van alle hunne daa ieo. ■ Wy (remmen intusichen gaarne toe, dac binnen deze Provincie eenige aanmerkelyke verfchillen te vereffenen zyn, aangaande de ingeroepen en iuge. leverde bezwaaren: alles wat daaromtrent dus verre is behandeld en voorgevallen, zal Uwe Doorluchtige Hoogheid buiten twyffel 'volkomen bekend zyn; maar geheel andere middelen, dan eec Militair bedwang , moeten tot beflUfing vao zoodaanige differenten in aanmerking komen; daar toe worsea minnelyke fchikkingen of eene Bondgenootfchap» pelyke Mediatie, volgens de gronden der Unie vereischt. Dit gevoelen hebben wy altyd woofgc> ftaan; hier van' hebben wy pns nimmer sfkeerig getoond; wy hebben integendeel niet dan met het hoogfte leedwezen moeten zien , dat de onlangs aangevangen conferentien « tusfchen eene SraatsCommisfie en tusfchen gemagtigden van Uwe Doorluchtige Hoogheid by provifie vruchtloos wierden afgebrooken; gelyk dan ook onze Gecommitteerden ten fterkften hebben geinfteerd, op de continuatie dier befoignes. Nimmer toch is het in onze harten opgekomen, nimmer hebben wy verlangd» eenige eigen grootheid te bevorderen, veel min dezelve te bouwen op de vernedering van het Stad houderlyk Huis; neen, Dporluchtigsc Vorst! van zoodaanige laage en onedelmoedige Principes zyn wy immers zoo als de Vergadering thands gecom- po-  s^6 Perzameling van Stukken betrekkelyk tot pofeerd is, ten eenetnaale afkeerig. Wy maaken zelfs geene zwaarigheid, rondborftig te verklaaren, dac vry ten allen tyde bereid zullen worden bevonden, om het Stadhouderfchap te handhaaven by alle die Rechten, welke volgens den aart der Conftitutie tot hei zelve behooren; en niecs zoude ons meer tot genoegen verftrekken, dan Uwe Doorluchtige Hoogheid alle zoodaanige middelen in hec werk te zien ftellf n , waar door Hoogstdezelve konde deelen in de zuiverde achting, liefde en vertrouwen van .Nederlands Volk in hec gemeen, en van de Ingezetenen dezer Provincie en Stad, in het byzonder; toe bereiking van welke gewenschte einden door fommige Leden uit ons midden, ce meermaalen de weJmeenendlre poogingen zyn aangewend , waar in dezelve nogthands toenmaals door tusfehenko» mende omftandigheden telkens zyn te leur eefte'd 6 En hier mede, Uwe Doorluchtigfte Hoogheid beveelende in de befcherming des Allerhoogften, ▼erblyven wy. Doorluchtigst Hooggebooren Vorst! Utrecht, den 4 Uwe Doorl. Hoogheids dienstSept. 1780". vaardige goede Vrienden, De Proedjchap der Stad Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelven, (»« IZAAK FALCJC No.  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 237 I N°. 2395. Publicatie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, waar by aan de Ontvangers word verboden, geene ontvangene of nog te ontvangene gelden, hoe genaamd af te geeven 0} weerloos te doen worden, zonder confent van de Vroedfchap cfc. In dato den 4 September 1786. De Vroedfchap der Stad Utrecht, in confidentie meemende de omftandigheden, in welke deze Stad I gebracht is, door het verleggen der Staaten-Verga» : dering naar Amersfoort, alleen op order der twee , voorftemmende Leden, zonder eenige reden daar toe ;te hebben, de Refolutien aldaar genoomen, fecreet ■houdende, mitsgaders het bezetten van die Stad : door meerdere Militie , niet alleen buiten weeten 3 maar zelfs tegen wil en dank van deze Stad, het derde i Lid van Staat, als ook de tydingen van het byeen: brengen van Troepes en Artillery, in de Provincie [Gelderland; uit welk alles niet weinig prefuratie fontfiaar, dat men eenen aanflag op deze Stad met [Militie mogt willen ter uitvoer brengen; te meer, iwyl daar van zelfs geruchten en particuliere tydin;gen by verfcneidenen zyn ingekomen: — heeft zich idoor alle deze redenen genoodzaakt gevonden, van :te moeten refolveeren, op het contante geld, zich • bevindende ten Comptoire van de Ontvangers binnen de;ze Stad, de hand te doen leggen: en dienvolgens alle Ontvangers derzelve Comptoiren , of die dezelve adminiftreeren of bedienen, in haare qualiteit als :Burgers of Ingezetenen, wel exptefelyk te verbieden :by dezen, geene ontvangen of nog te ontvangen [gelden, hoegenaamd, af te geeven, of weerloos te 1 doen worden, zonder daar toe confent van de Vroedfchap te hebben verkreegen, except alleen ter be;taalinge der renten van Obligatien, Lyfrenten, Lyfpenfioenen, tractementen van Predikanten, en Kerkelyke Bedienden ten platten Lande: als mede uitgezonderd zulke gelden, welke moeten dienen tot [fustentatie van kleine Bedienden, geappoindteerde [Gegageerden en Armen- Ten  258 Verzameling van Smukken betrekkelyk f et- Ten einde nu dit met fucces te effectueeren, legt 4t Raid dezer Stad wel fpeciaai verder de hand op de gelcen, provenieerer.de van de confumpttve middelen en oWgeïdin, in deze Srad en Vryheit door de Burgery be. taatd vrrdtnde: alles ten einde bet geld, door de Burgery tot foutien van He Stad opgebracht, niet tegen de Burgers zelve gebruikt kunnen worden; zynde ncgthêr-is onder de beflagen Penningen niet begreepen zulke gelden, welke door de refpective Comptoiren of Collecteurs, tot fouüer der Srads The. faurie, als anders, aan de Stad moeten afgegeeven eti betaald worden, in voidoering van Stads aandeel iö de refpective middelen en ongelden. Ordonneermde mede den Commies Militair, ta quaMteit als Borger, geene Perningen, huiten Stad" confent, anders dan tot voorzegde einden zullende (trekken, te demacueerec of te doen afgeeven 5 voorts aan alle Admodiateurs , Collecteurs , Uitmaanders , Schouten en diergelyke Perfoonen, welke ongelden of middelen binnen <-eze Stad of Vryheid ontvangen, gelastende, getrouwelyk aan de Stad cp te geeven, alle veertien dagen, wat zy ten Comptoire van de by hun ontvangen gelden hebben gebracht. Alles ten eirde de Ontvangers, na bekomen confent der Stad, in (laat mogen blyven, om zoodaanige andere noodige betaalingen te blyven doen, als de Vroedfchap in deze tydsomltandigheden zal willen accordeeren; op poene, dat zoo wel de Ontvan« gers in 't generaal, als alle andere Perfoonen, welke ongelden en middelen, binnen de Stad en 15 Vryheid geheeven wordende, ontvangen, ter ,, contrarie doende, door de Vroedfchap na exiger.tie van zaaken, zullen geftr aft worden, als zoodaanige ,, BurgeTs en Ingezetenen, welke, tegen haaren ,, Burger-ééden plicht, de heilzaame Refolutien, door deze Stad tot derzei ver behoud zoo ernltig ,, genoomen, contrarieeren, en gehouden te wor„ den voor Medewerkers der genen, welken Stad ,, en Burgery zoeken te ruineeren en te onderdruk,, ken, door zich daadelyk tegen de Regeering, „ met  de Gebeurtenis/en in 1787 «12. voorgevallen. 23$» „ met het overtreeden dezer Publicatie. te vew „ zetten." Aldus gearrefteerd by de Vroedfchap der Stad Utrecht, op den 4 September 1786, en gepubliceerd] den jden dito. (Onder ftond) In kennisfe van my, (was get.) IzAak FaLCK. N°. 2396. Misfive van de Heeren Staaten van Holland aan die van Utrecht, vaar by Hoogstderzelver Mediatie aanbieden, ten einde de ontfiaane ver* fchillen langs den weg van minnelyke conciliatie, vereffend en afgedaan mag worden enz. In dato den 4 September 1786. Edele Mogende Heeren! Het is niet zonder aandoening, dat wy, in erniïii?e overweeging neemende den aart en gefteldheid Ur verfchillen en onlusten, tusfchen de Regenten ?n Ingezetenen in fommige Provinciën, en byzonIer in die van U Ed. Mog. federt eenigen tyd, ontdaan, genoodzaakt zyn geworden, onze aandacht e vestigen op het akelig vooruitzicht der fchroo. iielyke gevolgen, welke onvermydelyk te duetten zouden zyn, zoo wanneer het mogt gebeuren, lat ter beflisfing van die verfchillen, den weg der vapenen met voorbygaan en ter zydeftelling van indere gepaste en welgeregelde middelen, wierd inajeflagen, en tot het gebruik van de Militaire macht den toevlucht genomen. Het was even daarom en met dat inzicht, dat wy, onverminderd onze te vooren op den löden Maart dezes jaars reeds gedaane aanfehryving aan den Heer Kapitein - Oeneraal, met betrekking tot den aanmarsch van Troeoes naar U Ed. Mogenden Provincie, by onze Re-  *4P Verzameling van Stukken betrekkelyk m folutie van den 2jften der afgeloopen maand, ver-der goedgevonden hebben, den Heer Kapitein-Ge-, aeraal ohzer Provincie aan te fchryven: , Om by provifie en tot nadere dispofitie geen i ,'Troepen, op onze repartitie ftaande, en in dei , Provincie van Gelderland of buiten dezelve Guar-. " nifoen houdende, naar de Steden Hattem of El-4 burg af te zenden, of geene orders aan de bo- • vengemelde Militie te geeven, dewelke zouden ij „ involveeren, om zich in eenige verfchillen tus-J i, fchen Burgers en Burgers, of Burgers en Regen- \ ten, waar dezelve binnen deze Republiek mog-. ' ten ontftaan, te immisceeren of te bemoïijeh») " met aanfchryving teffens aan de Commandanten: *' der Regimenten, op onze repartitie, om geenef " orders contrarie voorfz: aanfchryving aan zyn: " Hoogheid hun gegeeven wordende, by provifiet en tot onze nadere dispofitie, direct of indirect,, " te gehoorzaamen, op poene van onze hoogftes indignatie, en oogenblikkelyke privatie hunnen ! foldyen, met last, om daar van aan de Officieren! hunner Regimenten de noodige kennis te doen: „ hebben." Thands, Ed. Mogende Heeren! verneemen wy] niet zonder bewondering, dat het voorgenomen be-; fluit van U Ed, Mogenden reeds daadelyk ter uitvoer ftaat gebracht te worden. Hoe zeer wyganschl afkeerig zyn, ons in zaaken, het afzonderlyk eni privatief beftuur der Provinciaale Regeering van U. Ed. Mogenden betreffende, op eenigerlei wyze ini te laaten, moeten wy echter niet verbergen, dat wy dit befluit, als van een generaals invloed zynde,opj de wezenlyke belangens van een Bondgenootfchap, waar van wy tot hier toe geen gering noch on-: nut Lid hebben uitgemaakt, met geen onverfchiU lig ook kunnen aanzien; daar wy dit befluit, en de daadelyke uitvoering van het zelve, uit geen ander gezichtpunt kunnen befchouwen dan als een onder-; neeming. weinig beftaanbaar met het waare belabgj van U Ed. Mogenden eigen Provincie, en recht-: ftreeks:  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, a.jï llreeks aaoloopende tegen de onveranderlyke grond* beginzelen, welke 'in eene welbeltierde Regeering nimmer kunnen dulden, dat de deur voor billyke Reprefentatien van 's Lands klaagende Ingezetenen toegemuurdi de wettige en eerbiedige Volksitem door geweldige middelen gefmoord, en den wegj ter vereffening en bemiddeling van opgereezene gefchillen en onenigheden, door Militairen dwang, afgefneeden zoude worden. Eene onderneerfiing, waar van de rampzalige gevolgen die geduchte onheilen over het geheele Lighaam van de Republiek welhaast zoude kunnen verfpreiden, waar door men eerlang, in het midden van een weleer zoo gezegend Land, het bloedig toneel eeoer Burger-oorlog geopend, en de vrye bodem van eenen onafhanglyken Staat met Burgerbloed bezwalktenoverftroomd zoude moeten zien; — eene onderneeming eindeJyk, waaromtrent wy te meer gevoelig móeten zyn, naar maate wy met te meerder grond verwachten , dat het noodlot van de Burgeryen in U Ed. Mogendens Provincie, aan onze welmeenende en getrouwe Ingezetenen niet geheel onverfchillig zal zyn. Het is dan met dien ernst, die het gewicht dezef zaake vordert, en met die oprechte zucht en yver ter bewaaring van de algemeene rust, en totkrachtdaadige handhaaving van 's Lands en der Ingezetenen Rechten en Vry heden, met welke wy fteeds zyn bezield, dat wy ons verplicht vinden, U Ed. Mog. op het vriendnabuurlykst te verzoeken, en zoo lief en waard, als aan U Ed. Mog. en aan ons de tederfte belangeus van het dierbaar VaderLand zyn moeten, op het krachtigfte aan te maanenen te iolteeren, om het uiterjle in dezen nog tydig te verboeden, en van het gebruk dier middelen af te zien» welke niet anders dan tot de verderffelykfte eindecs kunnen uitloopen, maar om in tegendeel, by nader en welberaaden overleg, met aflegging van alle vooringenomene denkbeelden, en met verzaaking vari alle perfoneele bedoelingen; zoodaanige maatrege* len by der hand te neemen, waar door het hoog- XXXI. Deel.. Q do*  242 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot noodig vertrouwen tusfchen Overheden en Ingezetenen in U Ed. Mogendens Provincie herfteld, ea op vaste en duurzaamegronden gevestigds alle ingeflopen misbruiken geweerd, en de ontftaane verfchillen langs den weg van minnelyke conciliatie, yereffend ea afgedaan mogen worden: tot welka zoo nuttige en heilzaame oogmerken wy, als nog by herhaaling, onze Mediatie gepaard met alle meest krachtige, goede en Bondgenootfchappelyke officien, aan U Ed. Mogenden volvaardig aanbieden, bereid zynde, die op derzelver eerde aanzoek, daadelyk te presteeren en in het werk te ftellen. Waar mede enz Gefchreeven in den Haag, den 4 September 1786. 2397. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, behelzende maatregelen tegens het misbruiken der Troepes ter repartitie van de Provincie Jtaande. In dato den 4 September 1786. Is door de Vroedfchap begreepen, dat 'er voorziening moest worden gedaan, in het misbruiken der Troepes , ter repartitie van deze Provincie ftaande, op dat dezelve niet mogten geëmployeerd worden in Burgergefchillen, welke in deze of andere Provinciën plaats grypen. En is daar op gerefolveerd en verftaan, aan de Commandanten der Regimenten, by wyze van Extraö-Refolutie, te communiceeren de intentie van de Vroedfchap, dat zy zich naamelyk zullen hebben te onthouden, zoo voor hunne PerfooDen, als met hunne onderhebbende Manfchap , in welke Provincie of Steden zy ook mogen in Guarnifoen liggen, te laaten employeeren op eenigerhande manieren, in foortgelyke gefchillen, ofte wel zonder torftemming der Stad, binnen deze Provincie, Stad of Vryheid van dien te trekken, op poene van voor zoo veel hec aan-  ie G ebeürtehïsfen in i^S? ent. voorgevallen, §43 aandeel dezer Stad betreft, zoo voor hun als veöif hunne onderhebbende Manfchap, buiten foldye en betaaling gefteld, en voor vyanden van deze Stad eè Burgerye gehouden , en als zoodaanig behandeld te zullen worden. Accordeert, In kennisfe van éiy» (was get.) Izaak Falck. N°. 2393. Addres van de Gecommitteerden uit de agt Burger-Compagnien der Stad Utrecht, aan de Heeren Burgemeesteren en Croedlchap van geüeldc Stad, betrekkelyk. de injurien, daaglyks niet allsefi aan de Burgery, maar ook aan hunne wettige Re* geering door de Haagfche Courant aangedaan £fc„ in dato den 4 September 1786. Geeven met fchuldigen eerbied te kennen, de Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagniem dezer Stad, zoo als dezelve op den 2 Augustus 1785, door alle de Schutters, Wachtvryen en Uitkoopers, in één lighaam by het Stadhuis by den anderen vergaderd, zyn gequalificeerd, en door U Ed. Groot Achtb. erkend geworden, dat eenigë Burgers zich gcaddresfeerd hebben by het gequalificeerd Burger-Collegie dezer Stad, met initantiej om ter plaatfe daar het behoort, voor de Burgery redres te erlangen, over alle de injurier' en vuige aantygingen, daaglyks aan de Burgery niet alleen, maar ook aan hunne wettige Regeeting, door de Haagfche Courant, wordende aangedaan; dan da,6 gemelde Coilegie difficulteerende aan dit verzoek te voldoen, daarom die zelfde Bureers, als toen zicb by de Onderteekenden geaddresfeerd hebben 3 met verzoek, het zelve uit naam van de Burgery te willen eftectüeeren. De Ondergeteekenden in confideratie neemende, dat zy hunne qualificatie op een allerwettigfte wyze ontvangen, en dezelve rog niet nedergelegd b^b* Q 2 M>  244 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot bende, noch ook voor dezen hunnen post bedankt zynde, zy zich in hunne qualiteit aan plichtverzuim zouden hebben fchuldig gemaakt, indien zy aan dit verzoek niet gedefereerd hadden, waarom zy de eer hebben , uit naam van alle hunne Principaalen aan U Ed. Groot Achtb. voor te draagen, hoe ie. dert een geruimen tyd deze Burgery op eene verregaande wyze is mishandeld en beleedigd door allerlei calumnieufe en lasterlyke berichten, welke dagelyks in de Haagfche Courant worden gevonden, waar by aanhoudend, onder verdraaijing van zaaken, dé Burgery dezer Stad, en veelen uit dezelve, met naamen, op hec haatelykfte en grievendfte, voor het publiek werden ten toon gefteld: dat de Burgery tot hier toe alle die injurien, zonder dezelve te rescontreeren, heeft verdraagen, in die hoope, dac de Magiftraat van 's Hage, of wel ook het Coilegie van Hun Ed. Groot Mogenden Heeren Gecommitteerden, onder wiens ooge de voornoemde Courant word uicgegeeven, eens eindelyk zouden hebben gelieven ce befluiten, om den Uitgeever van dezelve te beteugelen, alzoo men met geene redenen zoude konnen onderftellen, dat, of de Magiflraat van 's Hage, of Hun Ed. Groot Mogenden Heeren Gecommitteerden , van gevoelen zouden konnen zyn, dat zy een Privilegie geevende, om een Courant uit te geeven, daar door den Uitgeever van zoo een Blad zouden bevoorrecht hebben, om daar van een calumnieus lasterfchrift ce maaken, ingericht om oproer, twist en tweedracht te veroirzaaken, en de allergewigtigfte verrichtingen van de Burgeryen op de hoogstbeleedigendfte wyze, orgeftrafc voor te draagen; zoo als het geval is, waar in onze Burgery zich federt een zoo geruimen tyd, met het uitgeeven van de Haagfche Courant, heeft gevonden, zonder dat daar cegen, hos ook, iets is voorgevallen; dat dan eindelyk de licentie van de Haagfche Courantier zoo verre is gegaan, dat hy in zyn Courant, van den 30ften Au-iU^tus, heeft konnen goedvinden te plaaczen zekere Aan. fpiaak.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 245 , fpraak, en in de Courant van den iften September, jorgstleeden, een , zoo als hy het noemt, Reiaas ■ van het gebeurde te Utrecht, op den dag van omkeer mg van den Augustus 1786, beide ingericht op eene ■ wyze, dat en de eer van de geheele Burgerv en Re, geerjng daar by zoodamig geconcerneetd' is. dat d ar tegen op eene allerweuigfte wyze behoort te worden voorzien; en ;aar 't de Stads DrukKer Ge. : hardüs van den Brink hec allermmfte past, om cso zoodaanig Lastetfchnfc te f ivoriieeren, veel 1 min het zelve dagelyks un te geeven, zoo als zulks ; Ujit zyn winkel opeotlyk gefchied, en ook ten aan: z en van de voorfz. twee Couranten is gefchied; 1 een beftaan het welk de Burgery oirdteit, niet lan; gar in haaren Mede-Burger te konnen of moeten (dulden; maar dac, hoe zeer zy buiten het vtrmoj g?n zyn, om daar in ten aanzien van Gosse zulks ite konnen daarftellen, dit ten minften in dien, haar :zoo zeer beleedigd hebbenden Mede-Burger oirdee] len te moeten te keer gaan, en wel op dezelve wyize, als of hy den Drukker van dat bejeedigend ILasterfchrift zelve ware. Waarom de Oodergefchreevenen zich keeren tot IU Ed. Groot Achtb., reverentelyk verzoekende, idat UEd. Groot Achtb. aan de Burgery dezer Stad, :ten aanzien van den Stads Drukker Gerardus van :den Brink, wegens het uitgeeven van de Haagfche .Courant, en byzonder van de twee bovengenoemde inommers, eene prompte fatisfaótie en voldoening, :overeenkomftig aan de Wetten, zullen gelieven ;daarteftellen; en tevens, het zy by de Magiftraat ivan 's Hige, of by de Heeren Hun Ed. Gr. Mogen. :dens Gecommitteerde Raaden te effectueeren, dat :onze Burgery van alle vexarien en aanhoudende lasteringen van voornoemde Courantier moge bevryd blyven, en daarinne zoodaanige Refolutien te nee. men, als het gewigt dezer zaake, tot handhaaving ivan de rust dezer Stad, en de eer dezer Burgery izullen oirdeelen te behooren. 't Welk doende enz. Q 3 Jï»,  ^4 i 1 '■' '' ' ' N°. 24.00. Refolutie van Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, betrekkelyk de voorenftaande Refolutie N°. 239-», ten aanzien van de Militie. In dato den 7 September 1786. Ontvangen en geleezen eene Misfive van den Luitenant- Collonel van het Regiment van den Generaai-Major van Monster, J. P. CRoyé, gefchreeven uit Thiel den jdtn dezer, als mede eene gelyke M. five gefchreeven uit Arnhem van denEelfden datum, by den Major in 't Regiment van den Collonel Graave van Ekferen, J. E. van Oldenkop, daar  de Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen. 247 daar by refpectivelyk kennis geevende van eene onc vangene Misfive, geaddresfeerd aan dezelven op naam der Vroedfchap te Utrecht, en houdende afmaaning van zich te laaten gebruiken in eenige Burgergefchillen, of ook, zonder toeflemming van de Stad te trekken in de Provincie of Stad en Vryheid, op pcene van te verliezen hunne foldye, zoo veel de Stad betreft en voor vyanden van de Stad en Burgery gehouden te worden. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan, gemelde Misfives by Extract dezer ter befchryvinge over te brengen en teffens te advifeeren, dat aan dezelven zoude behooren te worden geantwoord, dat Hun Ëd. Mogenden begrypende, dat de refpective Officieren, zeer wel on-ierricht zynde, weike orders zy volgens hun ééd moeten afwachten of obtemporeeren, gemelde Officieren zoodaanige aanfchryvinge, als hun op naam der Vroedfchap vaa Utrecht nu is gefchied, moeten houien als niet gedaan, en dat Hun Ëd. Mogenden zich ook daar op gerust meenen te konnen verlaaten, en voorts wegens de betaaling hunner foldyen, by Hun Ed. Mogen* den tot heden gezorgd zynde, ook vervolgens zal worden gezorgd. Accordeert (Sc NQ. 2401. Misfive van Burgemeesteren en Regeerders der Stftd AmjlilÜam aan de Heeren Staaten 's Lands ytffl Ulrecbtf met vérzqtk] dat Hun Ed. Mogenden tc't ft'rjUl drr ru l en eendracht, geen violente mid. van Miltiait geveld mogen gebruiken (Sc. In dato den 7 September, 1786. Edele Mogende Heeren! Gelyk het de plicht is van welmeenende Bondgenooten oa ia clkiaders wederzydfe welvaart een Q. 4 har-  248 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot h3rtelyk deel te neemen, zoo hebben de federt ee» nigen tyd gereezene gefchillen, zoo in de Provin» cie vsn Utrecht als Gelderland by ons de allerleevendigfte afdoeningen en bekommeringen verwekt, voor de fchroomelyke gevolgen die daaruit te voorzien waren: doch die aandoeningen verdubbelden, naar maate wy onderricht wierden van de geweldige maatregelen, welke de Heeren Staaten van Gelderland hadden befloten en daadelyk hebben in het werk gefteld tegens de Steden Hattem en Elburg, terwyl de beweegingen der Troepes in en omtrent U Ed. Mogendens Provincie ons deeden vreezen , of wel insgtlyks ook by U Ed. Mogenden eenige intentie mogt opgekomen wezen, om dezelve tegens de Steden Utrecht en Wyk te employeeren. Wy zyn ten uiterlten afkeerig, Ed. Mogende Heeren! om te willen treeden in een discusfie over de gereezene dirJvrenten, maar dit meenen wy aan ons zelve verplicht te zyn, dat wy aan U Ed. Mogenden voorhouden de ailerjammerlykfte gevolgen, welke uit die geweldige maatregelen die wy van harten wenfchen dac nog niet genomen zullen wezen, zouden te vreezen zyn. Eon binnenl ndfchen Oorlog zoude daar door ontftaan, Burgers zouden tegens Burgers, en deze weder tegens Krygsknechten in 't harnas werden gejaagd, fcheuringen tusfchen Vrienden en Bloedverwanten, onvermydelyk gemaakt; en, het gene zulks nog ver zoude te boven gaan , de gezegende Unie, waar door deze Republiek weleer tot een zoo hoogen trap van luister is geklommen, zoude werden losgemaakt. Dit overweegende, en confidereerende het notabel aandeel dat wy voor onze Stad in deze Provin» cie, en die weder in de ÜDie heeft, als mede de meer byzondere relatien, die 'er tusfchen de Stad en Proviccie van Urrecht en onze Stad, zoo gelukkig heeft gefubfifteerd, hebben wy den voortgang van zoodaanige elendens geoirdeeld, des mooglyk te  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 24$ te moeten voorkomen, en nog een uiterst tentamen daar toe te doen, ten einde den w?g van minnelyke onderhandeling, over deontftaar,» ;: - - > eene Corsansfie te besoemeB » °5* _j ^I^L Staaten vaa Gelcer'snd ce vertoeven perften Regeerder zullen vermeenen te kunnen verantwoorden in ftaat zyn, om de rust, vreedfi ëü. veiligheid binnen onze Provincie te bewaareü 6ï weder te brengen ; fchoon wy tefFens geen zwaarigheid maaken, by herhaaiing te betuigen, nimmer zoodaanige middelen te zullen doen diehen j. tot verkorting der Burgerlyke Voorrechten, verhindering van billyke reprefentatien van 's Lands klaagende Ingezetenen, of fmoorlnge eenèr wettige eii eerbiedige Volksftemme. .. En È.d, Groot Mogende Heeren! wy kunnen vo'oï; U Ed. Groot Mogenden niet verbergen, hoé,leed het ons doet, in U Ëd- Groot Mogenden. Mlsflyë als gezegt, zoodaanige infimulatien te hebbed mÖe« ten. ontwaaren , welke gevoegt by dé ördrel toé XXXI. Deel, R sriaricR»  ijt Verzameling van Stukken ietrekkeïyk tot marschvaardighouden aan de Regimenten , ter te» «1 partitie van Holland ftaande en aDdere zaaken meer, , ons in ongerustheid brengen, of U Ed. Groot Mo- i genden door een verkeerden voordracht van zaa. J ken, fomtyds met die bedaardheid de gefleldheidi van onze Provincie, en de naauwe band der Unie: niet confidereerende, als wel in deze tydsomftan- >l digheden behoorde, tot flappen zich zouden laaten t vervoeren, die gefchapen fcheenen dezen naauweni band te breeken, en aanleiding te geeven tot zoo— daanige disfentien, als U Ed. Groot Mogenden by r Hoogstderzelver Misfive nogthands verklaaren gaar-« ne te willen voorkomen. Wy althands Ed. Groot: Mogende Heeren! moeten betuigen met alle cor— daartheid, by die vereeniging te willen blyven, dan 1 tefFens ons verplicht te reekenen voor de vryheid i en onafhanglykheid van deze Provincie te moeten 1 zorgen: en daar men te Utrecht niet alleen heeft: kunnen goedvinden, gewapende Manfchappen uit: U Ed. Groot Mogenden Provincie te ontfangen, 'ss Lands Comptoiren te verhinderen aan ons beflierr dienstbaar te zyn, vreemde aanfchryvingen aan de: Provinciaale Militie te doen, 's Lands Ammunitie— Huis teforceeren, en een merkelyk getal Gewee— ren daar uit naar elders te vervoeren; maar ook het t platte Land dezer Provincie, door differente Schut-, teryen en Genootfchappen, by aanvang ziet onveilig maaken; en geene zwaarigheid maakt, opentlyk: of by de publyke Nieuwspapieren binnen U Ed.. Groot Mogendens Provincie, welken nu federt zulk: een geruimen gelust hebben, de wettige daaden derr Hooge Overigheid als tyranny aan de Natie voorr te draagen, en te gelyker tyd de, offchoon despo— tieke en alle vryheid verkrachtende daaden vani fommige heethoofdige Menfchen als Vaderlandlievende ten hemel te verheffen, aan te kondigen het: voorneemen van verfcheidene Ingezetenen binnen i de Provincie van Holland, om zich met geweld te- • gen het herftel der wettige Aucioriteit alhier te kan- ■ ten, hebben wy gedacht aan onzen ééd en plicht: te:  it Geleuttenisftn ih 1787 enz. voorgevallen. 253 ■ te kort te zullen fchietèn , byaldien wy langer uit. ;1 fielden voor onze veiligheid en die onzer Ingezeli tenen te zorgen , en al zulks den HeerKapitein-Ge; neraal van onze Provincie gelast ten fpoedigfte éé:pige Militie naar herwaarts af te zenden, orri bin:hen deze Pró vin bie gelegt te worden, zoó als wy ter bereiking van het zelve mede zouden vinden te :behooren; waar van wy aan U Ed. Groot Mogeü:den en de verdere Hooge Bondgenooten vermeend hebben kennisfe te moeten geeven, deels om voor te komen eenige verdichte vernaaien, die meü ze. ilcerlyk niet nalaaten zal daar van aan Hoogstdezek ven te fuppediteeren, deels Ook om dezelve të verdoeken hunne Bondgenootfchappelyke officien én adfiftentie, conform de Unie, tot bylegginge der igereezehe verfchillen en herftel der wettige Autoriteit en Regeeringe binnen deze Provincie j en om ial zulks met ons daar toe middelen te beraamen, en !dit doende voor te komen alle verdere onheilen 5 :en gelyk de Heeren Regeerders van Amfteldam' bok man ons hunne goede officien hebben geofFereerd , :en tefFens ons verzogt, geene fterke middelen te 'willen emploijeeren , alzoo Hun Ed. Groot Achtb. Iden 8ften dezer vöörneerriens waren, ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden eenige poogingen tot voorkoming van alle funeste gevolgen te doen: hebben wy tefFens gerefolveerd, het emplooi van. efficacieufe middelen te furcheeren, en het effect !dier Vriendnabuurlyke declaratie af tewagten, in Idie vaste perfuafie, dat men binnen Utrecht niec zal voortgaan de goede Ingezetenen in hunne öatuurlyke of burgerlyke Vryheid te geneereh, en idaar door ons tot den een of anderen flap te noodhaken; en gelyk wy gaarne de mediatie van de reffpective Bondgenooten aanneemen, en zelfs (zoo |als gezegt) verzoeken, zoo zal ons ook niets aan- Senaamerzyn, dan te verneemen die middelen, als y Hoogstdezelve tot fpoedige bylegging der bnheenigheden mogten uitgedacht zyn , en van ërü|:plooi gemaakt zouden kunnen worden. Dan verR 2 wag-  ftöo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wagten wy, dat daar mede in de eerste plaats, deli wettige Autoriteit en Regeering binnen Utrecht en verder herfteld, en voorts het bellier der Pro.) vinciaale zaaken aldaar den gewoonen loop weder-r om zal gegeeven worden : hebbende wy bereids dab verrichte aldaar gecasfeerd en geannuleerd, de af>f gezette Regenten genoomen in onze ProteQie, mee belofte die en alle anderen , welke om dë waarneem ming hunner Ambten eenig nadeel mogten óverkó-i men, te willen guarandeeren, eh zulks wederom te verhaalen, eh aan de Provincie zoo veel mooglyk goed te doen uit de goederen der genen, welken dd oirzaak, aanftookers, of ook uitvoerders daar van zouden zyn geweest. En twyffelen wy ook geenS-s zints of de Hooge Bondgenooten zullen begrypenji dat dit, zal met eenige vrucht tot applaneering dé* verfchillen gearbeid kunnen worden, buiten tegen< fpraak behoort te zyn. Wy zouden hier kunnen eindigen, dan Ed. Gr Mogende Heeren! het hier voor geallegeerde brengt pns in de onaangenaame noodzaaklykheid, om vat Ü Ed. Groot Mogenden te verzoeken eene rondv borftige verklaaring , of Hoogstdezelven voornee< mens en gezind zyn, een gedeelte der Ingezetenen onzer Provincie, welke zich onder voorwendfel vat rngeroepene Bezwaaren, tegen deszelfs wettige Regenten, als ook tegen den Souverein zeiven dei zer Provincie verzet, en deszelfs Mede-Ingezetei nen met openbaare geweldenaryen plaagt en druktt met den fterken arm te willen onderftèunen teget • den Souverein dezer Provincie, en denzelven dui feitelyk te verhinderen, om de goede orde, rusi en veiligheid, en waare Vryheid op deszelfs eiget .grondgebied te herftellen, op dat wy zouden mó( gen weeten, of wy U Ed. Groot Mogenden verdei als onze oude Bondgenooten zullen kunnefi befchoüi wen, dan wel welke maatregelen *vy in de onver mydelyke verplichting zouden moeten neemen, to< handhaaving van de Onafhanglykheid en Rechten: tot welkers bewaaring wy ons met duuren ééde ver:  ie Gebeurtenis/en in 1787 tnz. voorgevallen. zSr 1 verplicht hebben, en van welke wy niet mogen af« I gaan. Wy hoopen kortelyk door eene rondborftige ver1 klaaring van U Ed. Groot Mogenden gerust gefteld I te zullen worden, en her. onuitfpreeklyk genoegen ite zullen hebben, daar uit te zien, dat U Ed.'Gr. I Mogenden fteeds perfevereeren in hunnen yver om iden band der Unie gebonden te honden, en zich :daar van niet te laaten aftrekken, maar door het iverhinderen der Ingezetenen uwer Provincie, ge. iwappnd tegens de Unie op ons grondgebied, oniverzogt en tegens onzen wille te komen, en het ver» ;der overleggen met ons en andere Bondgenooten , >^an zoodaanige middelen, als dienen zullen tot herftel der gefchopdene Authoriteit, Regeering, rust :en vrede, binnen de Stad en Provincie van Utrecht, ien ons te doen gewaar wórden het heilzaame effecT: ,van U Ed. Groot Mogendens aangeboden mediatie, :en de aan te wendene poogingen van de Regeerders kier Stad Amfteldam. Hier mede, Edele Groot Mogende Heeren! beveelen wy U Ed. Groot Mogenden in de Protectie van God Almachtig, dien wy bidden dezelve te conferveeren in goede en voorfpcedige Regeeripg. Gefchreeven te Amersfoort, den 0 September 1786. (geparapheerd) J. Pesters, vt. U Ed. Groot Mogenden zeer goede Vrienden, De Staaten van den Lande van Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelven, 0"« fi«»0 H. A. Laa^. R 3 Jtfc.  *5s Ptnaaeling van SsvJLlen htireXk:1y\ ta No. 0406. Refolu'it van de Eieren Staaten 's L&ids yar, Uiteer.: , vaar by cndtr anderen rordt verklaart, dot Bun Ld, Mogenden de gedaane afzetting van dertig Raaden in de Vrceifcnap der Stad Utrecht, houden voor nul, krachtelocs en onwaar de esc. In. caso den 9 Sepimotr 1786. Ir gevolge van hec gerefol veerde -ter Hunner Ed. Mogenden Vergadering van den 2den dezer, by réfumptie gedelibereerd zynde op de als toen voorgebracbee Refolutie der Heeren Hunner Ed. Mog. Ordinaris Gedeputeerden ten zelfden dage genoomen, houdende Cotfiieracien op de Misfive van de zes er. twintig Raaden in de Vroedfchap der Stad Utrecht aan Hun Ed. Mcgenden gefchreeven, als anderszints, hebben Hun Ed. Mogenden zich daar roede geconformeerd in zoo verre de Rasden voornoemt betreft, mitsdien ten opzichte van de feitelyke remotien van dertig Raaden in de Vroedfchap der Stad U:rechc en de C3ar by gevoegde bedreigingen, waar door dezelven zich verhinderd zien , om voor hec tegenwoordige aan hunne tx-éédigde verplichtingen in hec waarceemen hunner Ambten te kannen voldoen, goedgevonden te kennen te geeYen, dat Hun Ed. Mogenden cie wederrechcelyke afzettinge van alle de dertig Raaden voornoemt, houden voor tul, krachteloos en van onwaarde,en dezelve by dezen casfeeren en vernietigen, verklarende voorts, dat ce afgezette Raaden by Hun Ed. Mogenden wordeD erkend en gehouden voor wettige Leden van den Raad, en ook in die qualiteit zullen gemaincineerd worden in de weccigé be. zitting hunner Posten, en geadmitceerd in zoodaa» Éige Vergaderingen en Scaatsbefognes, als in welke dezelven uk hoofde hunner refpective Commisiien gewoon zyn ce compareeren ; "mee verder Declaratoir, dat Hun Ed. Mogenden die gerenoveerde Raaden, Ministers, Suppoosten en alle anderen, welke uit hoofde van waarneenaiDge huneer refpec- tive  de Gtbtvrttnisfen in 1787 enz. voorgevallen. tive ambten, bedieningen en funttieo iecwes mog. ie overkomen, in derzelver Perfoonen of goederen zullen indemneeren , of guarandeeren voor aüe fchaadens, en die wederom aan de Provincie zoo veel mooglyk goed doen uic de goederen der genen die de oirzaaken, ontwerpers en uitvoerders van zoodaanige feitelyke onderneemingen mogten En zal Éxtract- dezer aan den Heer Burgemeester Loten worden gezonden om te ftrekken tot deszelfs informatie, en om daar van ook aan de overige Heeren Raaden informatie te geeven. En is voorts byHunEd. Mogenden gerefolveerd, dat zoo lange de vryheid van deliberatie binnen Utrecht niet volkomen zal zyn geëcablisfeerd en her. fteld, de Vergaderingen van Hun Ed. Mogenden binnen Amersfoort zullen gehouden worden, gelyk ook dat de Heeren Ordinaris Gedeputeerden en de Heeren Gecommitteerden ter Kamere vaa- Finantie eenmaal 's weeks aldaar zullen vergaderen. Zullende by Extract dezer de Heeren van Cockengen, de tweede BurgemeesterderStadUtrec.it en de Burgemeester van MontfoortGobius , alsmede de Heeren van Schalkwyk en van Dykvelt hier V3n worden geinformeerd. Zynde wyders goedgevonden de Misfive op naam van de Vroedfchap van Utrecht, den 2o!ten Augustus aan Hun Ed. Mogenden gefchreeven (*), te feponeeren. Azzorieeri Wc (*) Zie hier voor N°. 2352. hl. 213. K 4 1>S>  $64 Verzameling vaa Stukken betrekkelyk tot |Jfi. 2407. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Ut. recht, waar by aan ieder der Burger Schutters, voor ieder dag,- welke zy de Wagt houden of in Stads dienst zyn, 12 ftuivers wordt toegelegd. In dato den 12 September 1786. Op het geproponeerde dezen aangaande, is goed- fevonden, dat by provifie aan ieder der Burger chutters, uit aanmerking van den buitengewoonen dienst 3 welken dezelven thands te presteereu hebben, voor ieder dag welke zy de Wagt houden, of In Stads dienst aan de Bacteryen als anders arbeiden, twaalf ftuivers zal worden tpegelegt. Accordeerd &?c. In kennisfe van my, (was gêi.) Izaak Falcic. £J°. 2408, Misfive van de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, aan de Gerechten vcp de Steden Utrecht en Wyk by Duurftede, ter ge* leide^ van de Publicatie in het volgende geplaatst. In dato den 12 September 1785. Edele &c. ïïadien menigvuldige verkeerde geruchten, wegens de deliberatien der Heeren Staaten, zyn verfpreid geworden, welke aanleidinge hebben gegeeven tot voorzieninge binnen de Steden Utrecht en Wyk, als mede het inroepen en inneemen van zeer veele gewapende Ingezetenen aldaar , uit andere Provinciën, hebben de Heeren Staaten ons geauctorifeerd om ter wegneeming van alle nadeelige inpresfien, aan U Ed. kennisfe te doen hebben van de effeöive deliberatien Hunner Ed. Mogenden, zulks S?y U Ed. dan informeeren, dat de Heeren Staaten ?n aanmerking neeraende het gunt voorfz* is, mits- * ga-  '4* Gtleurtenufen in 1787 tnz. voorgevallen* 20S faders het pasfeeren en trekken in en door deze rovincie, van veele gewapende Schutters en andere van buiten inkomende Perfoonen, en de ongerustheid deswegens ten Platten Lande opgevat, noodig hebben geacht, zoo tot haare eigene veiligheid, als die der refpeétive In- en Opgezetenen eenige Militie binnes deze Provincie te doen kooien, zonder nogthands willens te zyn om die Militaire macht eenigzins te doen diepen tot eenig ander einde; en met verzekering aau de goede Ingezetenen^ dat Hun Ed. Mogenden niets aangenaamer zal zyn, dan de gereezene oneenigheden te doen ophouden, en in der minne ten nutte der Ingezetenen zelve te termineeren, waar toe de goede officien der andere Provinciën zyn verzogt en ook verwacht worden; zonder over zulks eenig voorneemen te hebben van de ingeroepene Militie tegens de Ingezetenen , of wel in het byzonder tegen de Steden Utrecht of Wyk te emploijeeren, in dit vertrouwen, dat de Ingezetenen binnen de gemelde Steden, van hunne zyde mede de rust behartigende, zich ook zullen wederhouden van het pleegen van desordres en ongeregeldheden, en het hunne aanwenden om zoo veel in hun is, de onrust en onveiligheid binnen de Steden of Provincie, niet verder te doen yoortduuren; gelyk wy van dit alles mede by eene Publicatie dé In- en Opgezetenen kennisfe zullen geeven , U Ed. verzoekende en authorifeerende, inmiddels hier van de Ingezetenen binnen UE. Stad Ipoedig kennisfe te doen hebben, zoo en in dierT voegen UE. dienftig zullen oirdeelen. En hier mede &c. R 5  %S6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 2409. Publicatie van de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht waar by aan de In* en Opgezetenen word bekend gemaakt, dat Hun Ed. Mogendennoodig hebben geoirdeeld zoo ter beveiliginge van hunne Vergadering, als ook van die der In. en Opgezetenen tot de inlegering van eenige Militie te refolveeren enz. In dato den 12 September 1785. De Staaten van den Lande van Utrecht ,doen te wee ten: Alzoo federt eenen geruimen tyd binnen deze Pro» vincie verfcheidene oneenigheden zyn ontdaan , meestal voortgefprooten uic opgegeevene bezwaaren, met relatie tot het ftutc der Regeeringe, ende differente wyze van denken daaromtrent onder de Ingezetenen plaatfe vindende, en welke oneenighe> den dan ook federt langen tyd onze aandacht heb« ben bezig gehouden, en aanleidinge tot veele deliberatien gegeeven, ten einde te beproeven, op welke wyze die oneenigheden weggenoomen, en aan de opgegeeven bezwaaren te gemoet gekomen zoude kunnen worden, dan offchoon wy billyk hadden mogen verwachten, dat de goede In- en Opgezetenen het effeö van deze onze deliberatien zouden afgewacht, en zich inmiddels van alle daadelykheden zouden hebben onthouden, heefc nogthacds de ondervirdinge ons doen zien, dat fommige heethoofdige en woelzieke menfchen, waar onder veele Vreemdelingen, immers dezulken die daar toe minst bevoegd waren, en by het bederf der Provincie weinig te verliezen hadden, deze oneenigheden hebben getracht te doen dienen, tot bevordering van haar eigen belang, en bereiking van derzelver verderffelyke desfeinen, en door alle mooglyke middelen en verkeerde Infimulatien, onder den fchoonen naam van ware Vaderlandsliefde, en herkryginge van verloorene Voorrechten, de gemoederen der goede Inen Opgezetenen in beweeging te brengen; en waar in dezelve dan ook zoo verre zyn gereusfeerd, dat de goede Ingezetenen zich tot daadelykheden heb-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, e6? ben laaten overhaalen, en alzulks een geruimen tyd geleeden binnen de Stad Wyk, en nu onlangs ook binnen Utrecht van zich hebnen kunnen verkrygen, het grootfte gedeelte hunner Regenten af te zetten, en andere in hunne plaatfen aan te ftellen; gelyk rhen ook federt, op eene bevoorens nimmer gehoorde wyze aan de Leden, behoorende tot onze Vergadering, ofte ook tot het Coilegie der Heeren Ordinaris Gedeputeerden , infinuatie heeft laaten doen, van die natuur, dat daar door alle vryheid van delibereeren verhindert, en den Souverein zeive belet is, binnen Utrecht meer te vergaderen, maar genoodzaakt hunne Vergaderingen , zoo als ook die der Heeren Ordinaris Gedeputeerden, naar Amersfoort te verleggen. En alzoo alle deze handelingen op niets minder kunnen uuloopen dan op de wegneeming van alle wettige authoriteit, en ftremÏÏS eener onzydige Juftitie, beide zuilen op welke de vryheid en der Ingezetenen welvaaren eeniglyk zyn rustende, hebben wy vermemd, mee langlr te kunnen ftilzitten, maar daar men federt ook heeft befpeurd, dat niet alleen differente Perfoonen, binnen deze Provincie gezeten, gewapend Wer en daar zich vertoonen, maar ook uit nabuurw ge Provinciën, verfcheiden gewapende Perfoonen of Corpfen zich niet ontzien, buiten ons confenc daar binnen te komen, en aldus het Territoir detféV Provincie te fchenden , en onveilig te maaken , hebben wy noodig geacht, zóo ter beveiliging onzer Vergaderingef als ook van onze goede In- en Opgezetenen binnen deze Provincie, de inlegering van eenige Militie te refolveeren, en dezen aangaande den Heer Kapitein-Generaal dezer Provincie te verzoeken en aan te fchry ven. Van al het we ke wy de goede In- en Opgezetenen noodig geoirdeeld hebben, de vereischte kennisfe te geeven, dezelve tevens vermaanende zich als gehoorzaams Ingezetenen te gedraagen, met verzekering, dat wl aUe dezoodalnigen in onze byzondere protec2 hebben genoomen, en geenzins de Müua.re  «68 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot macht willens zyn tot eenig ander einde te doen, dienen, als tot haare eigene verzekerdheid, rust en vreede der Provincie, zonder eenigzints hi'èr door dezelve te belemmeren in haare Vryheden of Voorrechten, ofte ook de billyke Volksftemme te willen fmooren; terwylw.y daarenboven ce Ingezetenen verzekeren, dat ons niets aangenaamer zyn" zal, dan de gereezene oneenigheden te doen ophouden, en in der minne, ten nutte der Ingezeten zelve te termineeren, waar toe wy de Bondgenoot-' fchappelyke officien der andere Provincie hebben verzogt, en ook alle reden hebben te verwachten; zonder over zulks eenige voomeemens te hebben , van de ingeroepene Militie tegens de Ingezetenen, of wel in het byzonder tegens de Steden Utrecht of Wyk te emploieeren, in dat vertrouwen, dat de Ingezetenen binnen de gemelde Steden van hunne zyde mede de rust behartigende, zich zullen wederhouden van het pleegen van desorders en ongexegeldheden, gelyk tegens deze onze vreedzaaoie Verlangens ook volitrektelyk aanloopt , en ook geen de minfte redenis, om eenige onrust en onveiligheid binnen deze Provincie te doen voortduuren. Weshalven wy niet alleen aan alle onze Ingezetenen interdiceeren, om gewapend door deze Provincie te trekken, quafie tot defenfie van de een of andere plaatfe te dienen, zonder onze uitdrukkelyke wil en begeerte, maar daarenboven, welernftelyk alle Ingezetenen van andere Provinciën, 'c zy dan Genootfchappen, of hoe ook genaamd, zich gewapend, of in merkelyke getalle te begeevenop het Territoir dezer Provincie, alzoo wy niet zullen kunnen nalaaten, daar op naauwkeurig te doen letten, en de zoodaanigen als Verftoorders der publyke rust, aan de poenaliteiten der Wetten daar tenens over te laaten, met verdere vermaaninge aan de zoodaanigen, welke alhier zich reeds werkelyk bevinden, van aanftopds immers binnen tien dagen na de Publicatie dezer, het grondgebied dezer Proyincie te verlaaten, : En  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. §6$ En op datniemaöt hier van eenige ignorantie prerendeere, zal deze domme worden gepubliceerd en geaffigeërd. , Aldus gedaan te Amersfoort, den 12 September Was geparapheerd, J. Pesters, vt(Ónder fond) Ter Ordonnantie van myne voornoem-: de Heeren de Staaten. (was gei.) H. A. Laan. Hebbende op 't Spatium gedrukt het Cachet van Welgemelde Heeren Staaten in eenen rooden ouwel, met een papieren ruite overdekt. No 2410. Misfive van de Heeren Staaten 's Lands van ' Utrecht aan den Hove Provinciaal, ter geleide van bovenftaande Publicatie. In dato den 12 September 178Ó. Bv de Heeren Staaten op heden gearrefteerd zynde eene Publicatie betrekkelyk de tegenwoordige omftandigheid van zaaken binnen deze Provincie, hebben wy ingevolge van de authorifatie ter befchrvving verleend, goedgevonden U Ed. de noodige gedrukte Exemplaaren daar van by dezen te doen toekomen, met verzoek van dezelven alomme in de Stad, Steden en Landen van Utrecht te doen nubliceeren en affigeeren naar gewoonte. En in geval binnen Utrecht onverhooptelyk eenige verhindering aan de Publicatie mogte worden toegebracht, hebben wy noodig geoirdeeld U Ed. aan te fchrvven en te verzoeken de noodige Exemplaaren toe te zenden aan Schout en Gerechte van Utrecht, zoo als zulks omtrent voorige Publicatien  sjo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot met de Stad Wyk heeft plaats gehad, en omtrent deze ook wederom zal moeten worden geobferveerd, en ingeval eenig verder empechement daar in binnen Utrecht aan Uw Ed. mogte voorkomen, gelieven Uw Ed. aan ons daar van aanftonds kennis te geeven , ten einde daar op als dan nader zoodaa. cig ce refolveeren als wy bevinden zullen te behooras. Hier mede &c. Amersfoort, den 12 September 1786". 241 r. Misfive van den Heere Erf-Stadhouder aan de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, waar by kennis geeft, dat twee Regimenten Infanterye, naar de Provincie van Utrecht heeft doen marcheeren. In dato den 12 September 1786. Edele Mogende Heeren! Wy hebben op zyn tyd ontvangen, Uwer Ed. Mogendens Misflve van den 8fcen dezer; wy zouden niet nagelaaten hebben, terftond aan Uwer Ed. Mogendens verlangen te voldoen , en zoo veel Troepes als U Ed. Mogenden gevraagd hebben op derzelver Territoir te doen marcheeren, indien wy niets anders geconfidereerd hadden dan onzen iever om zoo veel in ons is te voldoen, aan de gemani. festeerde intentie van UwerEd. Mogenden — doch de akelige tceftand der zaaken belet ons om voor als nog meer dan twee Regimenten Infantery naar Uwer Ed. Mogendens Provincie, te kunnen doen marcheeren; de Regimenten van den Generaal-Majoor van Monster en van den Collonel Graave van Htferen hebben op heden Patent ontvangen om te marcheeren, morgen het eerfte naar Amerongen, het tweede naar Rheenen, om aldaar of in zoodaanige Dorpen binnen Uwer Ed. Mogenden Provincie gecantonneerd te worden, als U Ed. Mogenden of eerzelver Heeren Gedeputeerde Staacen aan hun zullen aanwyzen. Wy  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 27^ Wy hoopen dat deze gedaane voorzieninge TJ Ed. Mogenden niet onaangenaam zal zyn, en kunnen U Ed. Mogenden verzekeren, dat wy niet zullen nalaaten zoo veel in ons is, alles aan te wenden om U Ed. Mogenden van alle geweld te beveiligen, ten einde U Ed. Mogenden over 's Lands zaaken gerustelyk kunnen delibereeren en refolveeren, zoo als ten meesten diende van den Lande zullen oirdeelen te behooren. Waar mede, Edele Mogende Heeren! wy U Ed. Mogenden beveelen in Gods heilige pro* tectie. U Ed, Mog. dienstwilligen Dienaar * (was get.) W. Pr. van Oranje. Loo, den 12 Ter Ordonnantie van zyne Sept. 17 85. Hoogheid, By abfentie van den Geheimfchryver. (gecontr.') j. de Riemer. N>. 2412. Publicatie van de Vroedfchap der Stad Utrecht , waar by aan de Huislieden ten platten Lan~ de verzekering wordt gegeeven, van veiligheid zo» voor hunne Perfoonen als IVaaren, die zy genegen zyn binnen de Stad ter Markt te brengen. In dato den 13 September 1786. De Vroedfchap der Stad Utrecht met leedwezen vernomen hebbende, dat fomraige kwalykgezindea en den welvaart dezer Stad benydende Perfoonen, den goeden Huislieden ten platten Lande trachten ia te boezemen, als of dezelve alhier de Markten by* woonende, geene genoegzaame verzekerdheid binnen deze Stad zouden kunnen hebben voor hunne Perfoonen en medegebrachte goederen, heeft dien- ftig  tjï Verzameling van Stukken letrekkelyk lat ftig geoirdeeld, dezelve Huislieden, binnen dezeProvincie ën elders gezeten, by dezen ten fterkftpn te verzekeren, dat de Vroedfchap alle behoorlyke aorg heeft gedraagen, dat alle Huislieden en andere op Sarurdag en alle andere dagen, in alle gerustheid en veiligheid met hunne waarenatnier ter Markt kunnen komen, zonder aan eenige moeite of over* last te Zyn blootgetteld; zullende hen veeleer alle hulp en grieflykheid worden toegebracht, welke met eenige billykheid kan worden gevergd; waaromdan ook de voornoemde. Huislieden en andere worden genoodigd, zich op deze verzekering te verlaaten en de Markten binnen deze Stad, welke inzonderheid in deze tyd zoo veele leevensrhiddelen noodig heeft, by aanhoudenheid met hunne waaren te komen voorzien, zonder zich door verkeerde berichten ën inboezemingen van kwaadwilligen daar van te laaten aftrekken. En op dat aan dit heilzaam oogmerk van dé Vroedfchap, ten beste Van deze Stad en goede Burgery, en tot voorkoming van wanorde, te beter moge worden voldaan, worden de Schouten deronderfcheiden Gerechten binnen deze Provincie, op het ernftigfte verzogt, van den inhoud dezes zoo vëel mooglyk, een nuttig gebruik te willen maaken, tot gerustftelling en aanmoediging der goede Huislieden in hunne refpedtive Gerechten , waar toe Copie van deze Publicatie aan dezelve Schouten zal worden ter hand gefteld. Aldus gearresteerd by de Vroedfchap der Stad Utrecht op den 13 September 1786 en ten zeiven dage gepubliceerd. In kennisfe van my, Izaak Falckó  'de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen, af 3 IN0* 2413. Publicatie van,de Vroedfchap der Stad Utrecht, V/aar by aan alle Herbergiers en Tappers Wordt verboden , van na dat de Taptoe zal geflagen zyn, gelagen te zetten of te tappen enz, In dato den 13 September 1786^ De Vroedfchap der Stad Utrecht in confideratië ;beernende, dat in deze tyd veele van onze goede INabuuren tot onze hulpe zyn aangerukt: en het dus : noodig is , dat alle precautien worden genomen om : alle oirzaaken tot disorde te vermyden, heeft noo;dig geóirdeeld, by dezen aan alle Herbergiers en, i Tappers hoe ook genaamd te interdiceeren en te 1 verbieden, gelyk verboden word by dezen, aan iemand wie het ook zy, buiten de genen welké ten t hunnen huize gelogeerd zyn , te tappen of gelagente zetten na dat Taptoe zal geflagen zyn, gelyK hen ook fpeciaai wórd gelast geene grof, dobbel ;of hazardfpellen, ónder wat benaaminge het ook imogte zyn te permitteeren in hunne Huizen, zul« Ilende die genen, welke dit oyertreeden, telkens in:curreeren eene boete van vyf- en- twintig guldens, :en de Verkoopers illico hun Huis moeten fluiten, 1 cn wyders gecorrigeerd worden naar exigencie van izaaken. Wordende verder by dezen tot nader order eeri ieder, hy zy wie hy zy, verboden met brandende tabakspypèn langs de ftraaten te loopen, of in Stalden » of waar vlamvatcende ftoffen zyn tabak te rookeni of vuur te ftooken, op de pcene van drié iguldens, telken reize te verbeuren, ten behoeve zoo wel als de bovenflaande boete, Van die genen, ïwelke de voorfchreeven beboetinge zullen doen, iwaar toe de Subftitüit Schout, Bodens en Letter1 dienaars, benevens de Dienaars der Juftitie worden jgequalificeerd by dezen. Aldus gearrefteerd by de Vroedfchap der Stad lÜtrecht op den 13 September 1786, en ten zelved idage gepubliceerd. In kennisfe van myi . Izaak Falck- XXXI. Deel. S N«;  I 274 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N". 2414. Misfive van de Heeren Staaten van Over. . ysfel aan die van den Lande van Utrecht, met 5 aandringend verzoek, om de gereezene verfchillen 1 doo>- miadh van Mediatie te doen termineeren Wc , In dato den 12 September 1786. Edele Mogende Heeren! Wy hebben wel ontvangen U Ed. Mogendens i Misfive, van den 8ften dezer, waar by aan ons wel! gelieven mede te deeïen den ftaat der zaaken, zoo 1 als die zich in ü Ed. Mogendens Provincie bevind., Wy willen niet ontveinzen, uitermaaten te zyn ontrust over de errezene onlusten binnen de Steden 1 van Utrecht en Wyk, en hebben van overlang daart van de gevolgen geapprehendeerd. Wy hebben 1 niets vuiriger gewenscht, dan dat dezelven op eene; Conftinrioreeie wyze, behoudens de Voorrechten 1 en Privilegiën van Provincie, Steden en Leden vani dien, korden worden vereffend; terwyl wy tem hoogfien a'iëen zyn van de gevoelens der zulken,, die tot ontrichting dier gefchillen, de hulp der Mili-' taire macht zouden willen inroepen. Wy hebben met fmart gezien, dat de Heeren 1 Staaten van de Provircie van Gelderland dien weg; hebben ingeflagen, en penetreeren te zeer de na-, deelige gevolgen en impresfie, die zulks over het: geheele Land en onder de Ingezetenen heeft ver-' oirzaakt, en wy zouden niet dan met fchrik moeten 1 gedenken aan de gevolgen der aanhoudende ge-. ruchten, dewelke een aanmarsch van Troepen naar1 U Ed. Mogendens Provincie voorfpellen en aankon- ■ digen, ten ware wy daar in eenigermaate waren gerust gefteld door eene verzekering van den Heer Kapitein-Generaal, by Hoogstdeszelfs Misfive van, den 8ften dezer, als waar by hy ons verzekerd, dat : buiten het eerfte Batailjon van 't Regiment van den 1 Heere Prinfe van Hessen Darmstad , het welk naar Amersfoort is gemarcheerd, geen verzoek door U Ed. Mogenden gedaan is tot het zenden van eenige  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 27 ƒ aige Troepes naar U Ed. Mogendens Provincie* noch eenige Patenten daar toe door hem Heer Kapi. tein-Generaal zyn afgevaardigd, en dus ook geerl' aanrnarsch plaats konde vinden. Dan, Ed. Mogende Heereni dezë gerustheid, Word ons niet weirig benoomen, als wy ü Ed. Mogenden hooren zeggcp.dat tot derzelver veiligheid, en verdere eindens, by voorgemelde U Ed. Mogendens Misfive» van dezelven 8ften September Uitgedrukt, den Heer Kapitein-Generaal hebben verzogt en aangefchreevec, om de Regimenten, ter hunner repartitie ftaande ten fpoedigften naaf derzelver Provincie te doen marcheeren, om dezelven te inkwartieren, daar U Ed. Mogenden zulks noodig zullen oirdeelen. Deze zelve declaratie is bet, Ed. Mogende Heeren! w?lke ons animeerd* om U Ed. Mogenden zoo fpoedig ons doenlyk is* by al wat dierbaar, en zoo lief dezelve de rust en behoud van 't Vaderland is, en het voorkomen van eenen Burger-kryg, U Ed. Mogenden te verzoeken van in deze tydsomftandigheden van dat befluit af te zien, en het zelve immers by provifie, te willen ftateeren, of, Zoo dezelve Troepes reeds mogten zyn binnen de Provincie getrokken, dan daar vaa geen het minfte gebruik te maaken in de Burgergefchillen. Eene dusdaanige demarche, hoe onfchul. dig ook derzelver oogmerken anders zouden zyn, zoude niet nalaaten van de reeds Zoo zeer gistendtf gemoederen, in de refpective Provinciën, hoe lan* ger hoe meer te verbitteren , en de fenfatie ten top te brengen, alle vrees voor een Burger-oorlog vermeerderen, en de mooglykheid om aan U Ed. Mogenden verdere oogmerken, eene mediatie naamentlyk, te voldoen. Wy verzoeken, en bidden Ü Ed. Mogenden des liever, daar van af te zien, en zich te borneeren tot die goede Officien en Mediatie, welke Ü Ed. Mogenden van ons met reden verzoeken, te willen presteeren, en ook het eenig gefchikt middel is, om alle de gefchillen op de best mooglyke wyze te S 2 vsp  z*/6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tct vereffenen. Wy bieden van ome zyde daar toe gewillig aïïe onze vermogens aan, en zullen niet na« laaten, volgens ons heden genoomen befluit (*), die (*) ËXtratt uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel. In dato den 12 SepUmber 17&6. De Heeren de Droste van Twente en andere Hunner Ed. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van Financie, ingevolge en ter voldoening van derzelver Refolutie cofnmisforiaal van den nden dezer, op gisteren geëxamineerd hebbende de Misfive van de Heeren Gedeputeerden van deze Provincie ter Generaliteit, gefchreeven in den Hage den oden dezer, met en nevens een Extract uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden van den 8ften dezer loopende maand September, houdende een narré van het gepasfeerde in Hoogstderzelver Vergadering, en aldaar gedaane voorftel van de Heeren Staaten van de Provincie van Holland en West-Friesland, toen aan Corps ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden gedaan, belangende de ordres door Hun Ed. Groot Mogenden gegeeven aan den commandeerenden Officier van Bergen op Zoom, betrekkelyk de Troepes (taande op derzelver repartitie, als mede van de brieven daar over by Hun Hoog Mogenden ontvangen van den Major-Commandant van Bergen op Zoom, van de Generaal-Major van Nieuwenheim, van den 7den dezer, van J. P. Hoeüfft van Oven, Coilonel-Commandant van 't Regiment Cavallerie, van den Generaal-Major van der Hoop, gefchreeven te Nymegen den 7den dezer, en dan nog een Misfive van den Collonel Sandoz, gefchreeven te Wageningen, mede den 7den dezer, alle, vermits contrarie Patenten ontvangen hadden van zyne Hoogheid den Kapitein-Generaal, verzoekende temogen weeten, hoe zich in dezen zouden moeten gedraagen, en eindelyk nog het Rapport ten zeiven dage daar over ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden uitgebracht, door de Heeren van den Steen en andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten, dooï  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 277 die aan onze Bondgenooten fmaakelyk te maaken, en dezelve te verzoeken, daar toe te willen concurreeren om die, zoo als dan dezelve het aangenaamfte en van het gewenschte üicceskan zyn, effect door de Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Zseland, Utrecht, Friesland, Overysfel en Stad en Lande overgenomen, en de declaratie daar op door de Heeren Gedeputeerden van Holland en West-Friesland, ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden gedaan : hebben ter Vergadering gerapporteerd, dat in aanfchouw neemende den hoogen en dringenden nood waar mede het ganfche Bondgenootfchap, die het zelve tot hier roe zoo gelukkig vereenigd heeft, thands word gedreigd en wel in het byzonder de zorgelyke demarches door de Heeren Staaten der Provinciën van Gelderland en Utrecht gedaan, en vooral nog, dat men volgens berichten ter onzer Vergadering gedaan, is geïnformeerd, dat de laastgemelde Heeren Staaten van Utrecht hebben kunnen goedvinden aan die van Gel;derland by Misfive te verzoeken in de eerjle plaats, om uit derzelver Provincie, Troepes, Gefchut en Ammunitie naar Amersfoort af te zenden, tot een motif daar toe allegeerende, dat de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland fcheenen gezind te zyn, om de Stad Utrecht te helpen maintineeren, waar uit niet onduidelyk is op te 'maaken. tot welken einde voorfchreeven Troepes en vexIdere Oorlogs-behoeften , indien ze werkelyk gezonden iwierden, fcliynen te zullen worden geëmployeerd; en in de tweede plaats om eene Commisfie uit beide Provinciën :te norrnneeren, ten einde middelen te beraamen tor hec ibewaafen van de rust en goede orde in de beide Prö.vincien; waar op zy Heeren uit hoofde vari de gemanifesteerd? intentien van de meerderheid der Staaten in beide ide voorfchreeven Provinciën het 0n170.0d.ig oirdee'en hier :eenige reflexien te maaken, van advife zouden zyn, dat de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit ten fpoecligften izouden behooren te worden aangefchreeven en gelast, om, laanftonds op den ontvangst dezes ter Vergadering van' ;Hun Hoog Mogenden, voor advys van deze Provincie uit te brengen: dat met ter zydeftelling van 't voornoemde .rapport aldaar over de Propofitie van de Heeren Staaten S 3 van  %?8 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot fect te doen forteeren. Wy verhoopen, dat deze i onze decoratie U Ed. Mogenden niet onaangenaam zal zyn, en dezelve te gelyk overhaalen, om ons en onze Bondgenooten, door de daad, in het achterlaaten der voorgemelde Militie, preuves te geeven van die gewilligheid, om de verfchillen alleen langs dien weg van Mediatie getermineerd cezien, het welk: van Holland en West-Friesland uitgebracht, de voorfz., Propofitie in dit iïnguHere geval en deze ongelukkige om- • Handigheden, zoo als het ligt hehoorde te worden toege- • ftaan, daar in te confenteeren en de aanfchryvingen aan de Commandanten der Steden en Forten conform de intentie i van welgemelde Heeren Staaten te doen efFeflueeren, en , voorts met alïegatie van de daar toe meest dienende rede- ■ nen en motiven, het daar heen te dirigeeren, dat tot het voorfchreeven ten fpoedigften ter Vergadering van Hun lioog Mogenden worde geconcludeerd. Waar op zynde gedelibereerd, hebben Ridderfchap en Steden zich met voorfz. Rapport geconformeerd. Accordeert met liet voorfz. Register. Deventer, den 13 September 1786. Is, ca deliberatie goedgevonden, de commandeerende Officieren van de Militie ter repartitie dezer Provincie aan te fchryven, om onder inha;fie van onze Refolutie van den voorigen jaare, zich direételyk of indireftelyk in eenige verfchillen tusfchen Regenten en Regenten, of Regenten en Burgeren, zoo als in Gelderland en Utrecht of.elders ontftaan zyn, of zouden kunnen ontitaan, te immisceeren of eenige daaromtrent reeds gegeevene of nog te geevene orders te pareeren, op pcene van daadelyk verftek van hunne foldyen, en de boogfte indignatie van Ridderfchap en Steden, en dat voorts tegen de Qvertreeders zoodaanig zal worden geprocedeerd, als naar exigentie van zaakes tot raaintien vaij Hun Ed. Mogenden hooge authoriteit zal bevonden werden te behooren. Accordeert met het voorfz. Register. C'pia  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 279 welk ons en de geheele Natie kan en zal gerust ftellen, en de mooglykheid bevorderen , om onrust te verwyderen en de eendracht te herftellen. In welke hoop wy deze eindigende enz. No. Copia van een Brief van de Staaten van Overysfel aan den Heer Kapitein-Generaal, DOORLUCHTIGSTE HoOGGEBOOREN VORST EN HEERE! Wy bebbsn goedgevonden de commandeerende Officieren van de Militie ter repartitie dezer Provincie aan te fchryven, om onder inbasfie van onze Refolutie van den voorigen jaare, zich direttelyk noch indirettelyk in eenige verfchillen tusfchen Regenten en Regenten, of Regenten en Burgeren, zoo als in Gelderland en Utrecht, of elders ontdaan zyn, of zouden kunnen ontitaan, te immisceeren, of eenige daaromtrent reeds gegeevene of nog te geevene orders re pareeren, op pcene van daadelyk verftek van hunne foldyen en de boogfte indignatie van Ridderfchap en Steden, en dat voorts tegens de Overtreeders zoodaanig zal worden geprocedeerd, als naar exigentie van zaaken, tot maintien van Hun Ed. Mogenden hooge autborkeit zal bevonden worden te behooren; waar van wy gemeind heb. ben Uwe Hoogheid by dezen kennisfe te moeten geeven, als mede, dat voorts hebben goedgevonden Uwe Hoogheid aan te fchryven, gelyk wy doen by dezen, om geene Patenten te verleenen aan Militie ter dezer repartitie ftaande naar provinciën, Steden of Plaatfen, waar in eenige verfchillen tusfchen Regenten en Regenten, of Regenten en Burgeren plaats hebben, en te verhinderen dat tegens dezelve ageeren , het zy direftelyk of indireftelyk, of door dezelve als obfervations Corpfen of tot aanbrenginge of dekking van eenig Kanon of Ammunitie te gebruiken, of ook tot dekking van eenige Militie daar toe gebruikt wordende te employeeren. Waar mede, Doorluchtige Hooggebooren Verst en Heere! S 4 wy É  28o Verzameling vaa Stukken betrekkelyk tci N". 2415. Misfive van de Heeren Staaten van Zeeland aan die van den Lande van Utrecht, ten zelfden einde als die van Overysfel ingericht. In dato den . . September 1786. Edele Mogende Heeren! De kennis, welke wy bekomen hebben uit twee Misfives van de Heeren U Ed. Mogenden Gedeputeerden van den 14 July er nden Augustus laatstleeden, gelyk ook uit andere Addresfen aan onze Vergaderinge gedaan, afgaande de oneenigheden in twee Steden van Ü Ed. Mogendens Provincie, heeft ons met eer gevoelig leedwezen getroffen; en Wy zouden niet uitgefte'd hebben zulks by Refcriptie reeds op de eerstgernelde Misfive te'kennen te geeven, indien wy niet, naar aanleiding van de toenmaalige omftandigheden, gemeend hebben in deze zaak alvoorets met de Heeren Staaten van Holland en West Friesland te moeten cornmuniceeren , ten einde, met des te meer nadruk, onze Bondgerootfchappelyke officien aan U Ed. Mogenden te kunnen aanbieden, met dit oogmerk hebben wyaan Hooggemelde Heeren Staaten afgezondenonzeMisfive van den 24ften July, waar van wy hier nevens Copie aan U Ed. Mogenden laaten toekomen. Daar wy nu, tot heden toe vergeefs op eene Refcriptie van Hun Ed, Groot Mogeoden gewacht hebben, en wy befpeuren, dac de onlusten in de Provincie van Utrecht dagelyks van ernfiiger natuur wor- wy Uwe Hoogheid beveelen in Gopes heHige Protectie. Deventer, den Uwe Vorflelyke Dcouuclaigheidi bvzan 14 Sept. 1 "86. dere goede Vrienden' Riddcfchap en Steden de Staaten van Overysfel. Ter Orétmtttk MM dezskei, SjVt,  ie Gibeurtenisfeti in 1787 enz. voorgevallen. a8i worden, en U Ed. Mogenden thands vergaderd zynde, wellicht op hec exempel der Provincie van Gelderland, zouden kunnen overgaan, om zich te bedienen van de Militaire machc, hebben wy niec langer mogen nalaacen ons, diredk en afzonderlyk, aan U Ed. Mogenden ce addresfeeren. Het Bondgenootfchap, 't welk zoo lang voor de Unie van Utrecht tusfchen U Ed; Mogend'eDS Provincie en de onze, metdievau Holland, gefubfisteerd heeft, en door gemelde Unie bekrachtigd is, verplicht ons, U Ed. Mogenden onder het oog te 1 brengen de fchroomelyke gevolgen, die in de ce; genwbordige gefteidheid der Republiek zouden i kunnen oncftaan uit hec neemen van fterke nmcre1 gelen, en vooral uic hec gebruiken van den M'htai* ren arm in de Burgerlyke gefchillen. Wy onderneemen in 'c minde niet, ons te men; gen in het inwendige bellier van U Ed. Mogendccs : Provincie, noch ons in te laacen over het recht of onrecht der Burgeryen van Utrecht of Wyk by Duurftede; maar wy hoopen, dat U Ed. Mogen, den ons ten goede zullen houden, en het coefchryven aan onze waare verkleefdheid aan het welzyn van hec Vaderland, dac wy U Ed. Mogenden verzoeken, en by al wat dierbaar is in den Lande inlegeren, dat Ü Ed. Mogenden doch gelieven af te :, zien van het gebruik van zoodaanigemiddelen, wel» i ke aanleiding zouden kunnen geeven toe hec verj meerderen der Burgerlyke beroercen, ja de deftruc1 tie van de Republiek zouden kunnen na zich fleer pen; en dac ö Ed. Mog. in cegendeel, in Hoogst' derzelver tegenwoordige Vergaderinge, ziilke mo1 derate en met den aart eener vrye Regeering over» eenkomfiige maatregelen zullen neemen, waar door |i de rust, de orde erj het vertrouwen, in U Ed. Mo. i gendens Provincie eerlang moge worden herfteld, i en alle zaaden van de ongelukkige verdeeldheden in i eens worden weggeruimd, toe welke zoo nuccigeen ! noodige oogmerkeu, wy onze incercesüe es media1 tje pp dc welmeenendfte wyze aanhieden, bereid S j zyn-  2Sz Verzameling van Stukken betrekkelyk ut zynde dezelve te employeeren, daar en op zulk een wyze, als U Ed Mogenden rede hebben, om van een getrouw Bondgenoot te verwachten. Waar mede &c N*. 2416. Mi'five van de Heeren Staaten 's L'mds van Utrecht aan die van Gelderland, betrekkelyk het houden van eene Conferentie enz. In dato den 13 September 1786". Edele Mogende Heeren! "Wy hebben in onze Vergadering alhier gehouden, wel ontvangen Uwer Ed. Mogenden Misfives van den 2den 4den en oden dezer loopende maand, de eerfte houdende pene beantwoordinge der Misfive van Heeren orze Ordinaris Gedeputeerden van den uden Augustus laatstleeden, en hebbende tot bylage Uwer Ed. Mogenden Ex'raö R-folutie en Copie van een Circulaire Misfive aan de Hooge Bondgenooten gefchreeven,(welke door de Heeren onze Ordinaris Gedeputeerden ter onzer Vergadering zyn overgebracht; de tweede houdende doJeantien wegens het gedrag der Heeren Staaten van Holland met opzicht tot de Hollandfche Troepes binnen U Ed. Mogenden ProviDcie guarnifoen houdende, benevens eene Copie van Uwer Ed. Mogenden Misfive aan de Heeren Staaten van Holland des. wegens afgezonden ; en laa*Jl.-lyk de derde, houdende m antwoord op onze Misfive van den 8ften dezer U Ed. Mogenden acceptatie van onze Propofitie tot het houden van befoignes, en het decerneeren van eene Commisfie ten fine voorfchreeven. Wy betuigen onze levendige erkentenisfe voor het welmeenend aandeel het welk U Ed. Mogenden verklaaren en ook met de daad betoonen, wel te wiliep neemen in de ongelukkige fituatie dezer Provincie, en zullen met het uiterlïe verlangen te ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 283 gemoet zien het effecT: der by U Ed. Mogenden ge. proponeerde en by ons> verzogte tusfchenkomst en mediatie der Hooge Bondgenooten, tot herftellinge zoo van de wettige autoriteit der Regenten als van de rust, vreede, eendracht en het onderling vertrouwen binnen deze Provincie, en dit zoo veei te meer, naar maate wy dien weg om tot een goede afkomst van zaaken te geraaken, geprefereerd hebben en nog blyven pr^fereeren boven het emplooi van andere en meer efficacu-ufe middelen, (hoe zeer wy anderszints door al het voorgevallene ons hiertoe volkomen gerechtigd en byna genoodzaakt zagen) en waar van wy ook geene zwaarigheid hebben gemaakt, ten blyke van onze moderatie en ter gerusrfteilingeder Ingezetenen dezer Provincie, by aanfchryvinge en Publicatie kennisfe te geeven; gelyk dan ook de Misfives van de Heeren OEze Ordinaris Gedeputeerden van den ïden en ij den Augustus aan de Heeren Staaten Generaal en aan de Hooge Bondgenooten gefchreeven, alleenlyk totdat einde (trekkende waren. Dan daar de verfpreide geruchten en den aanmarsch van Troepes op onze grenzen in eene nabuurige Provincie, waar van wy geene andere redenen uitdenken kunnen, dan dat dezelve, (hoe onwaarfchynlyk anders ook) tegens ons gericht mogte zyn , by ons natuurlyk eene niet ongefundeerde ongerustheid verwekte; waar by kwam, dat verfcheidene Ingezetenen uit evengemelde nabuurige Provincie zich niet ontzagen eigener autoriteit gewapend op het Territoir van deze Provincie te komen; moeste dit alles ons aanleidinge geeven, om bedachtzaam te zyn op onze eige veiligheid, gelyk mede op die van de goede Ingezetenen dezer Provincie, waar toe wy dan ook by onze voorige Misfive U Ed. Mogenden concurrentie tot het bekomen van eenige Cavallerie en eenig {tukken Kanon tot roeerder verzekerheid van de Stad, alwaar wy thands onze Vergadering moeten houden , hebben verzogt, doch daar U Ed. Mogenden by derzelver voo»  Ü84 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot voorengemelde Misfive die poindt ongetoucheerd pasfeeren, willen wy gaarne denken, datUEd.Mogenden op dit ftuk Dader dan wy, zullen zyn geinformeerd geweest, fchoon wy anderszints ons ten vollen verzekerd houden, dat U Ed. Mogenden in anderen gevalle ons gedaan verzoek niet wsigeren zu.'len, en geperfuadeerd zyn, dat ÜEd.Mogenden zoo min als de andere Bondgenooten immer coelaaten of hulploos aanzien zullen, dat wy van een machtiger Bondgenoot geinvadeerd en onze rechtmaauge RefoJutien en orders ten beste der Provincie genoomen eo gegeeven, feitelyk geftremd en vyandelyk behandeld zouden worden; en het is in die vaste periuafie (dat wy in zulicen onverhoopte gevalle door ü Ëd. Mogenden en de overige Bondgenooten met alle macht zouden worden gemainti. neerd en gefecondeerd,) dat wy met meerdere gerustheid thands konnen afwagten het declaratoir dezen aangaande door ons van de Heeren Staaten vaa Holland verzogt; by oneftentenis waar van wy niet in gebreeke zullen blyven ü Ed. Mogenden daar vaD kennisfe te geeven, als wanneer onze Gecommitteerden zich bereid zullen vinden op de eerfte aanfehryvinge van ü Ed. Mogenden of van Hoogst.derzelver Gecommitteerden, zich naar Zutphen te begeeven, ten einde de by voorige Misfive geproponeerde conferentie te houden; gelyk wy ook gee. ne bedenkinge draagen, tegen een door ÜEd. Mogenden geproponeerd congres, en bereid zullen zyn insgelyks onze Gecommitteerden derwaards te zenden, zoo ras wy van den tyd en plaatfe tot hec houden van het zelve, nadere informacie bekomen zullen. Intusfchen moeten wy niet opzicht, tot ü Ed. Mogenden Misfive vgn den 4den dezer verklaaren, dat wy volkomen inftemmen met U Ed. Mogenden principes op 't ftuk der Militie in U Ed. Mogenden Misfive aan de Heeren Staaten van Holland vervat, en hebben ons op diezelfde gronden bereids by Misfive vaa dea iaden April aan Hun Ed. Mogenden in een  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voer gevallen. 28$ een diergelyk geval beklaagd, doch hebben hier op geen antwoord van Hoogstdezelven ontvangen, terwyi wy U Ed. Mogenden konnen verzekeren, d*t wy gezind zyn by alle bekwaame gelegendheden dit ftuk nader aan te dringen en te appuieeren. Waar mede &c. N°. 2417 Mi-ftve van de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, aan Hunne Hoog Mogenden, waar by kennisfe geeven van de Publicatie wegens inlegering van Militie binnen de Provincie tic. In dato den 13 September 178Ö. Hodo Mogende Heeren! Door de Heeren onze Ordinaris Gedeputeerden by Misfive van den jden Augustus laatstleeden aan U Hoog Mogenden kennis zynde gegeeven van het voorgevallene binnen Utrecht op den 2den daar te vooren, en van derzelver twyffeling of de Staatsvergaderingen wel langer binnen die Stad zouden konnen worden gehouden, is die twyffelinge kort daar na derwyze gerealifeerd, dat de Heeren onze Ordinaris Gedeputeerden uit hoofde van de verdere gedaane irreguliere demarches, zich genoodzaakt vonden, de Staaten-Vergadering te verleggen en alhier te befchryven, op welke onze byeenkomsc wy al aanftonds in deliberatie gelegd en in rype overweeging genoomen hebben, de beste middelen tot herftel zoo van de wettige authoriteit der Regeering, als van de rust, vrede, eendracht, en van het onderling vertrouwen in deze Provincie, terwyi wy met groot verlangen hebbeD uitgezien naar het antwoord van de refpective Bondgenooten op de Misfive aan Hoogstdezelve door onze Ordinaris Gedeputeerden gefchreeven, tot reclame van Hoogstgemelde der Hooge Bondgenooten goede officien, ten voorfchreeven einde; en hebben wy by den aan- ft  185 Verzameling van Stukken Betrekkelyk tot aanvang onzer deliberatien ontvaDgen eene Misfive der Heeren Staaten van Holland, houdende aanmaaning orn af te zien van het gebruik van fterke middelen ofte het employ van den Militairen arm* die Hun Ed. Groot Mogenden waarfchynlyk op abufive berichten vermeenden by ons reeds getefolveerd te zyn, en ccntineerende voorts een aanbod van mediatie; welke offerte wy ook daar wy altyd den weg van mediatie en intercesfie boven fterke middelen praefereerden, ookaanftonds hebben gemeend te moeten accepteeren, en terzei ver tyd die van de andere Brr, ïencoten te verzoeken; ten einde door de goede officien en intercesfie van alle de Leden van het Boadgenootfchap, de ongelukkige verwarringen en Jifferenten op goede gronden mogten worden getermineerd, en de Conftitutie van deze Provincie, ongefchonden bewaard en van ingefloopen misbruiken gezuiverd worden. En hebben wy bereids het genoegen gehad, behalven bovengemelde geoffereerde en by ons geaccepteerde mediatie der Heerer, Staaten van Holland, in antwoord op onze gedaane inftantien, bereids twee aan ons verlangen beantwoordende refcriptien te ontvangen, gelyk wy tneenen ons te mogen vleijen van de andere Bondgenooten binnen kort te konnen te gemoet zien. Wy konnen nogthands voor U Hoog Mogenden niet verbergen, hoe zeer de aankomsc van veele gewapende Macfchappen uit Holland in deze Provincie quafi tot mede defenfie van de Steden Utrecht en Wyk by Duurftede , by ons eene niet on. gegronde ongerustheid heeft moeten caufeeren, daar men dit alomme deed voorkomen even als of by ons eenen geweldige aanflag op dezelve Steden beflooten was. waar by kwam dat zoodaanige gewapende Macfchappen z'ch niet ontzagen ten platten Lande dezer Provincie te verfchynen, gelyk ook den daadelyken aanmarsch van Troepes 'raar verfcheide Steden en Plaatfen in Holland op onze grenzen gelegen, uit al het welke wy dan ook gemeend heb- ■  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 28?= hebben verplicht te zyn, deliberatien aan te leggen voor onze eige veiligheid en van de goede In- en Opgezetenen dezer Provincie, by dewelke bereids merkelyke verlegenheid befpeurd wierd, ook zelfs met dat gevolg, dat veelen zich naar buiten de Provincie geretireerd, en anderen naar deze Stad gevlucht zyn. Om deze redenen hebben wy ook noo1 dig geoirdeeld, om van Hun Edel Groot Mogen1 den te vraagen eene openhartige verklaaringe van l derzelver waare bedoelinge en voorneemen, ten aanI zien van onze Provincie; en of wy Hoogstdezelven, (zoo als wy van onze zyde oprechtelyk wenschten) ! langer voor Bondgenooten houden mogen, ofte ; niet, ten einde in het laatfte onverhoopte geval, oni ze maatregelen daar naar te konnen neemen , welke I verklaaringe wy met verlangen te gemoet zien, terI wyl wy intusfchen ter gerustftellinge van de fn- en I Opgezetenen van het platte Land en ter onzer eiI ge beveiliging, den Heer Kapitein-Generaal dezer Provincie verzogt hebben, eenige Militie naar deze j Provincie ten fpoedigften te zenden, waar aan Hoogst. ; dezelve dan ook door het laaten marcheeren van I twee Regimenten ter onzer Repartitie ftaande, voldaan heeft; hebbende wy te gelyker tyd, om voor l te komen alle verkeerde impresfien en vreeze, die de aankomst van deze Militie op de gemoederen van 1 veele door verkeerde drift vervoerde Ingezetenen I in de Steden Utrecht en Wyk by Duurftede mogten veroirzaaken, als of dezelve tegen hun gebruikt 1 zouden worden, noodig gevonden by aanfchryvinge I aan Schout en Gerechte van evengemelde Steden, 1 ter gerustftelling der Ingezetenen, als mede by i Publicatie alomme daar van kennis te geeven, in I vertrouwen, dat de toebereidfelen van tegenweer j zouden worden geftaakt, en de vreemde gewapende hulp zonder verwyl terug gezonden zoude worI den. Wy hebben ons niet willen dispenfeeren U Hoog Mogenden van 't gene voorfchreeven is kennisfe te j geeven, en fpeciaai ook niet konnen afzyn aan U Hoog  2.88 Ferzanüiing van Stukken betrekkelyk tst Hoog Mogenden ce ccmmuniceeren eene beden» kinge, welke by ons gereezen is mee opzicht tot de conferentien van de twee perfoneele Commisüen in 's Hage begonnen, en welke na den i8den dezer wederom voortgezet zouden worden , daar wy vermeenden, dac zoo lange de zaaken in de Repubiyk in zulk een verwarden toeftacd zich bevinden, en wy geen voldoend antwoord van Hun Ed. Grooc Mogenden zullen oncfangen hebben j onze Gecommitteerdens tot die beide perfoneele Commisfien niet naar 's Hage te kunnen zenden , alzoo wy niet kunnen zien hoe dezelve Commisfie in het befaamen van Bondgec.ootfchappelyke fchikkingen en arrangementen, kunnen werkzaam zyn,zoo lange wy geene verzekering hebben, dac alle de Bondgenooten gezint zyn, de Unie te bewaaren entemaintineeren; weshalven wy voor ons van begrip zouden wezen, dac gemelde befoignes immers nog voor eenen zekeren bepaalden tyd, behoorden te worden gelurcheerd. En op dat alle de Bondgenooten zich van zoodaanige welmeenende gezindheid ten fpoedigften zouden kunnen verzekerd houden, vinden wy ons verplicht aan U Hoog Mogenden voor te draagen, of niet de Heeren Staaten van Holland, ter zaake van derzelver van de gronden van het Bondgenoot fchap afwykende flappen, op eene extraordinaire wvze behoorde te worden aangemaand by de Unie te blyven, en of niet ten dien fine eene bezending behoorde te worden vastgefleld , om aan gemelde Heeren Staacen te reprefenteeren de alierzorgelykfte gefteldheid van zaaken in deze Republvk, ais deweike dcor de alom toeneemende verdeeldheden en verwarringen, toe op hec punc van haaren ondergang icheen genaderd te zyn, en mee allen rnoog. iykcD ernst te icfleeren, dat dezelve Heeren Staaten ter liefde van het Vaderland, toch geliefden af te zien van alle demarches die eeniglyk ftrekken konden tot losmaaking en verbreeking 'van de banden der Unie, door welke deze zeven Provinciën na  de Gebsurtsnisfen in 1787 «nz. voor gevallen. *8fc ,au meer dan twee eeuwen zyn vereenigd geweest5 maar veeleer met vereenigde harten en krachten mede te werken tot bevestiging van dien zoc neaüs wen eendrachtsband; wy hoopen dat deze èn eoc-=> daanige andere middelen a!s de refpective Bondgenooten tot dit einde het meeste raadzaam, ÈuÜei oirdeelen3 van eene fpoedige en gewenschte uit= komst zullen worden achtervolgt. En hier mede ckc. ai 18. Misfive van de Heeren Staaten van Stad en Lande aan die van U-'echt, over de ge f hikte middelen om in laatstgenoemde Provincie de gejchiileh vit den weg te ruimen. In d&:o den 13 Septtma Ier 1786. Edele Mogende Hseren, eyzonderegoe." de Vrienden , Nageeüdren en Boneó genooten! Wy hebben wel ontfangenUEd.Mogenden»Mis. üve gefchreeven te Amersfuorc den 8(len dezer 3 waar by U Edele Mogenden ons kennis gelieven te. geeven -van de ongelukkige verdeeldheden welke in U Ed. Mogendens Provincie federc eenige tyd plaats hebben gehad, en welke U Èd. Mog. hebben genoodzaakt hunne Vergadering in Amer?fi.ort te beleggen 9 als mede dat UEd. Mog. den Heer Kapitein-Generaal hadden verzogt de. Regimenten ter Repartitie van 15 Ed. Mog. (taande,, in de Provincie te doen intrekken, om ingekwartierd te worden, alwaar zulks noodig zal worden geoirdeeld; edoch met betuiging culks alleen te zyn gefchied tot veiligheid van Ü Ed.Mogenden en die der Ingezetenen, en geerszints.orn dezelve daar mede eenige overlast te doen, verzoe= kende ons Devens de andere Bondgenooten U. Ed. Mogenden te willen pre3teeren onze Vriendnabuurlyke goede officien en mediatie 3 eer bylegging des gereezene oneenigheden. i . * * XXXI. Deel. T UJ&  590 Verzameling van Stukken betrekkelyk til U Ed. Mogenden zullen ons wel willen excufe?ten, dat wy ons over de verfchillen in U Ed. M >gendens Provincie plaats hebbende , niet verder uiteen j dan alleen dat wy U Ed. Mogenden beklaagei, dat dezelve exfteeren, als niets anders dan ruïneus voor dezelve en de geheele Republyk kunnende zyn; wy hadden wel gewenschc dat U Ed. Mogenden geen Militie hadden ingeroepen in hunne Provincie, edoch het Declaratoir van U Ed. Mogenden dat geen voorneemen hebben iemant daar mede eenige overlast te doen, heeft ons gerustgeJfeld , alzoo wy vertrouwen dat U Ed. Mogenden. by dat fentiment zullen perfifteeren, en zich tydelyks herinneren dar de begiDfelen van een Burgerk'ryg een* daar zynde, zulks niet anders ten gevolge kan hebben dan de totaale ruine van U Ed. Mogendens Provincie, en meer als waarfchynlyk van de geheele Republyk; weshalven wy U Ed. Mogenden op het ernitigfte, nadrukkelykfte en vriendnabuurl\k verzoeken, die onheilen dool alle mooglyke en gepaste middelen te willen voorkomen} en dit vertrouwen en verwagten wy te meerder, naardien U Ed. Mogenden ons hunne fentimenten van genegenheid tot asfopiatie te kennen geeven, en de mediatie en goede officien van de andere Bondgenooten en die van ons verzoeken. Wy hebben ernftig gedelibereerd over de gefchikfte middf 'en om de oneenigheden zoo in UEd. Mogendens Provincie , als in die van Gelderland weg te neemen, en een Burger-oorlog en diens ruineufe gevolgen voor te komen, en hebben gerefolveerd de refpective Bondgenooten by eene circulaire Mifflve te verzoeken , vier Leden ieder uit de hunne te willen committeeren, ten einde na dat onderling zullen hebben overwoögen, die mi delen welke ter asfopiatie der zweevende gefchjllen, zoo in U Ed. Mogerdens Provincie als in die van Gelderland zouden kunnen worden g^ëmploij.^erd, een gpdeelre dier Heeren zich naar U Ed. Mogendens Provincie en het ander gedeelte naar Gelderlaad ■  de GcbcjTtsr.tJsn in 1787 enz. voorgevalltfh §oi land zou begeeveb, orn hunne goede officien. alda3S aan te wenden, op dat de e^fteerende gefchillen het zy door minnelyk accoord, of wel door gemelde Heeren als Arbiters worden afgedaan, en, alz0O de rust en eendracht herfteld; wy hoopen das aait de begeerte van ü Ed. Mogeoden te hebbeti voldaan, en vertrouwen derhalven , dat ö Ed. Mr> genden door alle gepaste wegen en middelen bhzc heilzaame poogingen zullen trachten te feCöndeeren, ten einde onder des hemels zegen mogen verftrekkeh,. tot heil van ü Ed. Mogendens Provincie en het lieve Vaderland. j . , Verder geeven wy aan U Ed. Mogenden kennis j dat Wy zyn Hoogheid als Kapitein-Generaal hebben verzogt, geene verdere Patenten te willen - afgeeven aan eenige Troepes om te marcheeren naar tï Ed. Mogendens Provincie, of die van Gelderland^ maar in tegendeel om de op marsch zynde of reeds ingekomen te gelasten naar hunne voorige of andere gefchikte Guarnifoeaen te re.tourneeren, gelyfe wy ook de Heeren Staaten van Holland hebben verzogt, van nu af aan te furcheeren alle zoodaanige deliberatien welke tot het marschvaardig ftellen van Troepes op derzelver Provincie gerepartitieerd.ee? nige bétrekking kunnen hebben, ten einde eene meerdere disfentie en kwaade gevolgen moge wórden voorgekomen, waar. toe wy hoopen dat U Ed. Mo» jenden zullen coöpereeren. Waar mede. Edele Mogend? Heeren, byzondere goede Vntfe den, Nagsbuuren en Bondgenootenl wy U Ed. Mogenden beveelen in Gods Heilige Pro» teflie. Groningen, dën 13 September 1786. Uw Edele Mog. goede Vrienden 's De Staaten van Stad th Lande. Ter Ordonnantie van dézelvefii (was geu) R. Lew£, S'ecn . Ta m  20* Verzameling van Stukken bètrekkelyk tot N9. 2419. Circulaire Misjive door de Heeren Gedeputeerae Staaten 's Lands van Utrecht , aan de Ont. fangers; met last om niet buiten fpeciaale order van Hun Ed. Mogenden, eenige penningen te demai.uec' nen èfc. in dato den 14 September 1786. Errntfeste, Hooggeleerde, Wyze, zeer Voorzienige! Ingevolge van de Refolutie ter befchryvinge ge» noomen, hebben wy noodig geoirdeeld Uw Ed. aan te fchryven en te gelasten, geene Penningen te demanueeren of weerloos te doen Worden buiten onze fpeciaale last en bewilliginge, en voorts Uw Êd. ïn de keuze te geeven, of Uw Ed. 7uU verkiezen deszelfs Comptoir binnen Amersfoort te komen houden ; dan wel iemant van uweptwegen aldaar te benoemen en te ftellen, ten einde de PeDningen van den Lande welke op Uw Ed. Comptoir geasögneerd zyn, te innen èn in te vorderen, op dat wy daar van het noodige emplooi ten dienste van den Lande zouden kunnen maaken- Hier mede blyft Gode bevoolen. Gefchreeven te Amersfoort, den 14 September 1786. (was get.) Athlonè, vr. Ter Ordonnantie van de Gedeputeerden der Ed. Mogende Heeren Staaten 's Landt van Utrecht. (was geQ Abf. Secr. Ph. Ram.  de Qibeurtenisfen in 1787 «ff?, voorhallen* 203 $,,. 2420. Publicatie van de Vroedfchap der Stad Ut''' 'reent, behelzende maatregelen tot eene behoonyke beveiliging voor Stad en Burgery enz. In dato den 14 September 1786. De Vroedfchap in ferieufe overweeging hebben-, de genoomen de bekommerlyke omlïanaigheden, waar in het lieve Vaderland in her gemeen, en deze Stad en goede Burgery in het byz'maer zich bevinden, zoo wel als de zorg lyke'fcheuriagen en oneenigheden welke in deze Provincie, inzonderheid tusfchen de onderscheiden Staats-Leöen. zoo. ongelukkig plaats hebben, en waar uit wel ligt by verdere voortgaog, op hec voorbeeld van een aabuurig Gewest eenige geweldige poogingen tot cverheerfching van deze Stad, en verdere daar uit te voorziene geduchte gevolgen zouden kunnen gebooren worden, heeft noodig geoirdeeld in tyds bedacht te zyn op eene behoorlyke beveiliging vap Stad en Burgery, tegen alle geweld , door wiea zulks ook zoude kunnen beproefd worden, en zich verplicht geacht, alle middelen te moeten in hec ^y.erk flelJeq en niets, re mogen ontzien, wat eeirigszints (trekken kan tot verdeediging van derzelver Vryheid en Voorrechten: op dat nu, aan deze zoo heilzaame inzichten van de Vroedfchap voldaan en alle verwarringen voorgekomen worden 5 en ten einde een ieder der goede Burgeren en Ingezetenen dezer Stad onbelemmerd het zyne zouden kunnen toebrengen, tot bevordering van die gewenschte einden, nebben Hun Ed. Groot Achtb. goedgevonden té arresteeren de navolgende Artikelen ' mee ytrmaaning tn in dat vertrouwen , dat allew'ehnéenende ën vaderlandlievende Inwöonders, welken de behoudenis der dierbaarë panden van Rech'.enën. Vryhedèn ter harte gaat, Zich ftiptêlyk volgens dezelve Artikelen zullen gt draagen. L Ten tyde van een onverhoopt Alarrrij zoo weT 3 " gens  Verzameling van Stukken betrekkelyk m gens den aanmarsch van Troepes tegen deze 'Stad* als anderszintSi (het gene God gen'adigiyk verhoede i) zal ieder Burger en Ingezetens indien zulks geduurende de duisternis van den avonc of de nacht rn.ogc voorvallen, gehouden zyn binnen zyne huiairige voor de giasraamen een behoorlyk brandend licht te plaatfen, op dat de Stad hier door op de fpoedigfte wyze genoegzaam verlicht worde. II. Een ieder zal verplicht zyn, voortaan een lantaarn met een kaars in dezelve, in zyn huis in gereedheid te houden» ten einde daar van tèn tydeals vooren, het vereischt gebruik zoude kunnen worden gernaakt. III. Gelyk ook een iegelyk zich in tyds zal moeten voorzien, ten minsten van twee wateremmers s ge» yeed en ten gebruike als vooren, • * < IV. Insgelyks zal ten tyde van eenig Alarm als boven, al het vuur in alle de huizen binnen deze Stad ten fpoedigften worden ingereekecd en zoodaanig verzorgt, dat alle gevaar van brand, door onvoorziene toevallen te veroirzaaken, worden weggenoomen. v * V. Niemant der Ingezetenen zal vermogen zich te onttrekken» maar zal integèndeel een ieder in tyden als vooren, zich met alle bereidwilligheid laaten emploijeeren tot zoodaanigen dienst en op die plaats, als naar maate der omftandighedeo zal vereischt worden; gelyk ook geene Dienstboden, des gerequireerd wordende tot die zelfde einden, zullen mogen worden geweigerd. VI. Ten zeiven tyde zullen alle de Arbeiders in Stads dieast  de Gebewtenisfen in 1787 enz. nor gevallen. 09.5 dienst zich terftond moeten vervoegen by of omtrent het huis van den Stads Fabriek, ten einde dezelve gezamentlyk by de hand zynde, naar tyds gelegenheid, het zy door den Heer' Kameraar ofte anders zouden kunnen worden gebruikt. VU. Ingeval van Alarm als vooren, zullen alle de BraDdfpuitmeesters en verdere Bedienden van de Brandfpuiten zich tetftond vervoegen aan die plaatfen alwaar de refpective Brandfpuiten bewaard worden, op dat dezelve by ontftaane brand ten fpoedigften aouden kunnen worden gebruikt, VIII. Blyvende voor het overige alle de Burger-Schutters gehouden, zich ftiptelyk te gedraagen volgens het gene by de Ordonnantie op de Schuttery by tyden van Alarm bepaald is, om als dan zoodaanig geplaatst en gebruikt te worden, als hun door hunne refpe&ive Officieren en Onder-Officieren zal worden aangeweezen. De Vroedfchap deze Artikelen by provifie en tot nadere order hebbende vastgefteld, referveerd zich wel uitdruklyk, dezelve ten allen tyde zoodaanig te veranderen of te vermeerderen , als de toefland van zaaken zal komen te vorderen; zullende tegen onwilligen en nalaatigen in dezen zoodaanig worden geprocedeerd, als Hun Ed. Groot Achtb. ten beste van Stad en Burgery zullen oirdeelep te behooren. En op dat niemant eenige onweetenheid van het bovenftaande zoude kunnen voorwenden, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt daar het behoord. Aldus by de Vroedfchap der Stad Utrecht gearresteerd op den 14 September 1786, en ten zelve» dage van den Stadhuize afgekondigd. In kennisje van my, (W 'öt.) XZAJIK FALCff. T 4 2Hoa  $96 fenameHng van Stukken betrekkelyk tót Sf°0 2421. Misjive van de Heeren Staaien van Oven ■ y.fel aanate van Ütrichi, waar by kennis geeien * dat "hunne mediaue nan 'de Staaten van Gelderland hebben aangeboden éj?c. In dato aen ï4 September 1786. - \ *: : - ü • • - • - ■- * Edele Mogende Heeren! De rucht ter behoudenisfe van het Vaderland > ie herftelling van de f ust, het vereffenen der verfchillen es onlusten'in de Provincie van Gelderland oer de demarches by Hooggemelde Heeren Staa£en tegen de Steden Hattem en Elburg te werkgefleldj die gevolgen die het zelve reeds by de geheele Natie heeft gehad, en die wynog fchroomen , aüo wei als eene fcheuring in het Bondgenootfchap, Éebben ons geanimeerd, om aan de Heeren Staaïen van Gelderland, onze mediatie, die Hun Ed* Mogenden hadden geexcufeerd op nieuw aan te bieden, als -jynde de eenige eD gefchikte weg, welJfe ?er nog overblyft, om alle eerdere rampfpoeden en'onheilen voor te komen. Wy verzoeken U Ed. Mogenden daar toe te willen concurreerenden alle periuafive efforts, aan te wenden» om dezelve daar toe ie-exhorteeren en beweegen, ons refereerende ten dien einde tot de Misfivens (*) aan Hpog- '■■■■> . •. . j-, - . - . I BB. (*) Edele Mogende Heeren! ' De Heeren onze Ordinaris Gedeputeerden hebben oas by het openen van deze onze Vergadering onvérture gé», geeven van al hét gene tot deze onze Extraordinarii byeenkomst aanleiding heeft moeten geeven, en tefFens van de refcriptie die U Ed. Mogendèn hebben gelieven te depe* cheeren op derzelver infhntiep, gepaard met d;e, door de. Steden DèverJter, Campen en Zwolle vooraf , reeds ge. daan. . .. ; Wy zouden ons ook terftond bekwaamd hebben om TJ Ed. Mogenden voorgemelde refcriptie in de'iberatie te neemen, en onz*gedaebtan Jaar over mede ts.desler*. Dai 4- V. vccff  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 297 gemelde Heeren Staaten gefchree ven, dewelke voor en aleer wy zulks hebben kunnen doen, zyn o.ns oj^ de ernitigfte en presfantfte wyze voorgefttid de allergroot. Se fenfatie. welke U Ed. Mugenden befluit om de S.eden Hattum eii Elburg met Militaire macht te bedwingen nte^ alleen onder de Burgeren en Ingezetenen Jer Steden en platte Landen 'van' deze Provincie beeft véroiuaa'/.t, maar zelfs toranJere Provinciën is doorgedrongen, dezelve worden nog merkelyk vermeerdert en geagrav-eerd dom de tyding van den aanmarsch der - Troepes na de Provincie' van Utrecht tot dezelve eindens, als waar toe die by U Kd. Mogenden zyn gebruikt j door de tydingef), dat de Troe« pes in Gelderland worden vermeerdert, dat die reeds gebruikt zyn in de expeditie tegen Hattum' en 'Elburg, irj. Hunne Stand Qaartieren op de Confihien dézer Provinci^ worden géhouaén, daar dezelve deze' Militaire tocht afgelooperi zynde, om geene verdere ongerusthëicT té verwek» ken, reeds hadden kunnen terug getrokken en in hunne yoorige guarnifoenen geplaatst zyn, immers daar, alwaar ze geene ombrage konnen geeven. Wy 'tiabben in deze kommerlykff omftandigheden beflootenï onze Veigadering; byëen te houden om op alle voorvallende zaaken Betrekkelyk dé tegenswoordige bezwaarde conjunétuuren, 'b> dé hand te'zyn, en gereed prrf na ryp overleg zoodaanieebe. fluiten te kunnen neemen als tot verhóeding yan alle gei vaarlykëgevolgén, het'voorkomen varf eeneiï nurj.erktyg, losmaaking de?banden van vërqeniging.'en herftelling deinst in dit Gëmeenebest èn Provihcié convenafielst zullen zyn. Wy verzoeken dit zelfde ^an U Ed. Mogei den, eri daar wy geen de rhinftë oogrnerken hebben,'dan deze eri ihe reeds byd? Misfives der drie Steden gezamentlyk aart U Ed. Mogenden gëfchreeveff zyn'gemanifesteerd, zoo rheenen wy, dat en vari zyde van U Edi' Mogenden geen heter bewys kan gegeeven worden tot dezelve oogmerken, dan dat U Ed. Mogenden die voorziening doen, dat de voorgemelde Troepes na hunne Sta'ndpfaatïen worden terug gezonden, "ten welken einde wy ook' aan zyne Hoogheid ons hebben geaddresfeerd, om zulks, zoo veel denzelven aangaat ten prompften 'en fpoedigften te willen effe&ueeren; wy verzekeren U Ed. Mogenden, dat •apndg: \ T 5 " ?!  29» Verzameling van Stukken betrekkelyk tst wy hiercopyelyk Jbyvoegens en voorts dezen ein. digerjüe euz. N°. die voldoende gerust&fiüing wy buiten ftaat zyn, de gisting der genoideren die hoe langer hoe heviger word, te kuunen nuarigen, en verwachten'dusdat U Ed. Mogende^ daar aan mede gelieven te voldoen, ons feferveereiide U Ed. Meenden over de verdere p.oin^en nader onzs refcriptie te zullen doen tuakoroen. ~ Waar mede enz. Den 7 September 1786". Edele Mogende Heeren! Wy hebben niet dan met de uiterfte ontroering gezien den famenloop van ongelukkige onjftandigheden, dewelke Uwer Ed. Mogenden, befluit om de Steden van Hattem en Elburg door Militaire macht te dwingen, beeft naar zich getrokken, Je or.gemeene fenfatie en verbittering, die zulks by de geheele Natie heeft te wege gebracht, en de orobrage en het wantrouven, welke daar door niet alletp by het Volk in 't gemeen maar ook by de Regenten, zoo in dezen ais andere Provinciën is toegenoomen Wy willen niet ontveinzen, dat wanneer wy onzen aandacht vestigen op het tegenwoordig tydftip, waar in zich de geheele Staat thards op dit oogenblik gefield vind, wy het dierbaar Vaderland in vollen nadruk zien pericliteeren. Wy hadden by.onze voorige Misfive wel voorgenoomen, om UVer Ed Mogenden Misfive aan onze Ordinaris Gedeputeerden, geaddresfeerd, in allen deelen te beantwoorden en ons te uiren over het gene U Ed. Mogenden ons daar by gelieven te inforroeeren en voor te ftellen, dan by Bader refljftie en om gewichtige redenen hebben wy gemeerd, zulks nog-tot gefchikter gelegenheid te verfchuiven. Wy zullen dus niet intreeden nog terug keeren tot het opfpooren der oirzaaken van het voorgemelde gevaar, dit zoude ons den weg die ter behoudenis van 't Vaderland, tot afweering van eene totaale fcheuring of vernietiging in te flaan , voorby doen ftreeven, en dit ons doelwit nisfen. Wy  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. gr». 5422. Misfive van de Heeren Staaten van Over.. " ysjel aan de Vroedfchap der Stad Utrecht, betrek, kelyk de errefene onlusten in genoemde Provincie. êPc In dato den 14 September 1786. Edele, Erntfeste, wyze, vroome, voorzienige , ze.1r discreete , eïzondeke goede Vrienden ! '' jgy onze ordinaris Gedeputeerden ontvangen en Wy laaten dit zoo we! als de verfchillen met de Steden Hattum en Elburg in het midden, er, avanceeten daarom, treur, niets, het gene Of U 'Ed. Mogenden in Hoogstderzelver authoriteit en Hoogheid, of die Steden in hunne reenten en fustenuen, zouden kunnen prsejudicieeren. Wy zeggen maar alleen, dat hoe die zaaken cok mogen zyn, de omftandig'ieden waar in U Ed. Mogenden verkeerden zoo wel als de geheele ftaat, opdit tyd'lïp airhands niet aanrieden , om gebruik te maasen van de Militaire macht, dewelke tj Ed. Mogenden voor zich daar entegen; gepast hebben gekeurd; eene openlegging van den ftaat der zaaken en der verfchillen, na eene verleende furcheanca ©p 't inftantelykn en gerefereerd by U Ed.' Mogenden verzogt en aangedrongen; en het aanneemen dyr_ d..or ons aan te biedene mediatie van welker apparentie U Ed Mogenden zoo uit de brieven der Regeermgen van de drie Steden dezer Provincie als van onze Ordinaris Gedeputeerden, genoegzaame verzekering hadden; vermeer en wy, dat voor zulks verlangende Eondgenóoten en de geheele Natie, die zich daar voor interesfeerde, de in dit tydftip eenige en ook alleen gefchikte weg zoude hebben geweest, om U. Ed. Mogenden te bevryden van de verdenking daar Over opgevat. Als wy nu al verder het gevolg dat deze zaak gehad heeft betrachten, en wy letten op de uitdrukkingen waar van tj 'Ed. Mogenden zich bedienen in Hoogstderzelver bekende manifest; de clementie, daar by uitgeboden en de weg van Juftitie, welke begesren in te flaan, enz. en vergelyken dan daar mede het gene by en na de occupatie deiStad Hattem is voorgevallen, dan kunnen wy ons niet ont  goa Verzameling vsa Stukken beirekkelyk m «j onze Vergaderinge geleezen zysde U Ed. MisSve geontbonden om onze fmert die wy gevoelen aan der; dag .te leggea: niet dendeade wel* een böflu't daar over op te maaken. Het kan toch TJ Ed< Mogenden. immers niet onbekend eyn gebleeven, zoo a's het ons door de ingekomeie belichten ten hoogden waarfchynlyk is gemaast, ea in veele cpzichten uit geloofwaardige getuigemsfen is gebleeken , dat 'er tegen de goederen, huizen en bezittingen van de uitgewetkane Regenten en Burgeren door de Müitie op eene verregaande en de ongeboordfte wyze, met roof en plundering is te werk gegaan, zoo dat de Kerk zelfs en "AiHiengoederen, daar van'rjie; verfcooond zyn gebleeven : zonder dat voldoende mefures door de Bevelheb^ren zyn genoomen, om dezen woesten en ongeregelden handel, in eenen buitenlandfchen oorlog nasuwlyks te begrypen of geufiteerd, voor te komen of te fruiten; en het gene het zelve te ftrafbaarder maakt, niet alleen by het inkomen van het Guarnifoen, maar ook daar na begonnen en uitgevoerd. Wanneer wy nu verder TJ Ed. Mogenden nadere Misfives en doleance befchouwen, over en tegen de Refolutien en aanfchryven van de Heeren Staaten var Hohand ea West Friesland, aan de Troepes op hunne repartitie ftaande genoomen en gegeeven, kunnen wy die zoo min als ons zeiven, die foortgelyke orders gefteld en de Troe. pes op onze repartitie aangefchreeven hebben,'ontfchuldigen van een voorzieninge waar van n:en in gewoone tyden geen gebruik zoude'hebben gemaakt. Doch wy Runnen echter ook nfet or.tveinzen, dat deze maatregelen ons tbands met al dat alleen gefchikt voorgekomen is, om zwaardere rampen en onheilen, die anderszints ors hier uit onvermydelyk fcheenèn te zullen moeten refulteeren , en niet minder dan eene totaale fcheuring fa het Bondgenootfchap aanduiden , te praevenieerén. Wy hebben gefchroomd en fchroomen nog de ysfelyke gevolgen van eenen Burger oorlog: dezen wenfchen wy onder afbiddinge van de Goddelyke hulpe voor te komen': alleen deze en diergelyke voorzieningen by het Bondgenootfchap of andsre Prcvincisn, kunnen en beboeren daar toe teftrekken.' L-e  e*» Gebeurtenis/en %n 17^7 'enz. veóYgevalïk. 3öï jjefchreevea te Utrecht den aden dezer (*), en waar De omftandigheden binnen dit Gemeenebest en órjzePrp^ vincie vorderen zulks, ja nog meer: wy verzoeken dat U Ed. Mogenden onze waare oogmerken alleen daar na beoirdeelende, dan ook in dit critique tydsgewrigt zullen wille* ten besten bouden en tefFens gelooven, dat 'er geene betere nog zekerder weg thands in te flaan is, dan die van bemiddeling, dewelke wy als nog zoo hartelykals. welmeenend komen aan te bieden; in vertrouwen, dat zulks ook door de andere Bondgenooten moge worden geoirdeeld en daar toe geconcurreerd, de onderhandelingen zonder vertraaging begonnen en ten einde gebracht. Deze mediatie zal ontwyffeibaar aanmerkelyk .bevorderd Worden, indien U Ed. Mogenden de zaak houden in ftaat en furcheance, de terugkomst der uitgeweeken Burgers en Ingezetenen alleszints bevorderen, en hun de noodige en voldoende gerustftelling geliefden te verleenen. Wy verzoeken U Ed. Mogenden ernflig te willen bedenken, of'er in dezen tyd, daar 'er zoo veel vreezeis uit hoofde der verklaaringen door de Heeren van Utrecht aan ons gedaan, en de verzoeken van adfiftentie by U Ed. Mo» genden voorgedraagen, dat diergelyke maatregelen als b? U Ed. Mogenden genoomen zyn, ook in die Provincie zullen worden gebuteerd, wel eenige andere weg overig is, als die, welken wy U Ed. Mogenden hebben voorgefteld. Wy begrypen dit in dit hachelyk tydsgewricht allernoódzaakelykst: wy zien dit aan voor den eenigen mooglyken weg om geweldige middelen te keeren, de Natie zelfs gerust te ftellen, en voorti te kunnen toetreeden tot de prompfte en toereikendfte middelen, dewelke het te deerlyk gefolterd Vaderland kunnen redden, de verlooren eendracht op meer folide gronden herftellen en conferveereo, waar toe wy bidden dat Neerlands God, de poogingen aller Regenten wil zegenen , U Ed. Mogenden harten bewee. gen, en voorts Hoogstdezelve houden in zyn heilige ts< fcherming, &c. Den 14 September 178Ö. (*) DezeMisfive kont overeen me; die hier vooroa-  gcc Perz&meUng van Stukken betrekkelyk tot waar by ons ia 'c breede den ftaat der zaaien wc. gens der N*. 230-5 hl- 210 is geplaatst, tot aan de periode, Wy syn verzekerd, enz. waar voor het volgende in de plaats is gefteld; en dan weder begint mei de pariode, Wy hei' ten ons gedrongen gevonden enz. „ Wy hoopen , dat U Ed, Mogenden als welker Provin3, cie mede in eenen tyd, wanneer dezelve door de ram„ pen des Oorlogs gedrukt zynde, onder een drukkend Regeerings-Reglement met ons gebracht is, geene on„ derdrukking van 's Lands goede ingezetenen met onver-„ fcfcilligs oogea kunnen aanzien, de eordaate Refolutie .,, door de Heeren Staaten van Holland, ten opzichte van 5, de Troepes op Hollandfche repartitie traande, verfterkt ons in de gegrondheid van onze denkbeelden, en wy j, hoopen dat U Ed. Mogenden zoo min als de Heeren j; Staaten van Holland, de by ons wettig opgeroepe Volks„ ftem zullen willen tegengaan door de Militaire macht, welke wy altyd met de Heeren Staaten van Holland zal^, len blyven befchouwen als middelen, gefchikt om eene Volkskreet en Burger-ooriog te doen gebooren worden; „ doch wy moeten bekennen, dat de Heeren Gedeputeer„ den in dezen merkelyk van ons in gevoelen verfchil,, len, ukwyzen* derzelver Mi.-fïve aan de Heeren Stai' ten van Holland, en het employ, dat de twee Leden ,, van Staat gemaakt hebben van de Miiitie, eertyds te Amersfoort, en nu wederom aldaar ingebracht, alzco wy in 't zekere geinformeerd zyn, dat op Donderdag • ,, 's achtermiddags den 3iften Augustus een tweede Bataii,. jon van He?se:ï Darmstad is ingerukt huiten ons weej, ten als Lid van. Staat, 't welk eer.e violatie is van het territoir dezer Provincie, door de twee voorftemmende ,, Leden alleen veroirzaakt, en dit niettegenftaande deze j, onze Stad by fpeciaale Refolutie van den 22 Augustus ,, 1785. ter Staatsvergadering heeft aangedrongen, ózz „ het Batai'jcn, toen ter tyd binnen Amersfoort getrokken , „ (op eene wyze, waar over wy ons liefst niet willen uitlaaten,) ten fpoedigften die Stad en deze gehee.3 Provincie weder zoude ontruimen; gelyk dan ook ca Vroedfchap vervolgens by Circulaire Misfives aan de -„ Hooge Bondgenoot*]. v*n dea 31 Augustus 1785 heef: • ;> ge-  ie Geleurtehisfen in 1787 ent, voorgevallen. 30$ gerjs de errefene onlusten voordraagen, en onzs intercesfie verzoeken 4 zyn wy over die onlusten met gevoelig leedwezen aangedaan geworden. Wy hebben ten dien zelfden einde van de Heeren Staaten van de Provincie van ÏX recht foörtgelyk Addres en informatie gehad, met verzoek, van wel onz>; goede officien en mediatie te willen presieeren. Wy hebben gemeend, zonder ons eeaigermaatea uit te laaten over de merites der verfchillen, aan het voorfchreeven verzoek te moeten voldoen, en ten dien einde de ons voorgeftelde mediatie geaccepteerd en onze goede officien aangeboden, zoo aht U Ed. zulks kunnen verneemen uit de Copie M'sïlve (*_) aan Hooggemeide Heeren Staaten, dezen faygevoegd. Wy zullen ons thands even min aan TJ Ed. op hec fubjecT; dier onlusten kunnen unlaiten, dan by zoo verre, dat wy insgelyken aan TJ Ed. verzoek rullen voldoen, er» onze intercesfie en mediatie aan TJ Ed. gaarne prEefteeren; teo dien einde dezelve uitbie» dende. Wy hebben de Heeren Staaten der overige Provinciën van ons voorfz. befluit niet alleen kennis gegeeven, rhaar ook Hoogstderzelver concurrentie verzogt; op dat men zonder vertraagen aan het nederleggen dier verfchillen en errefene onlusten moge kunnen werkzaam zyn ter heritelling der zoo hoognoodige tranquilueit en eendracht, waar toe wy den zegen van God Almachtig afbiddende, dezen eindigen en Ü Ed in de befcherminge Godes be. veelen &c. Deventer, den 14 September 1785. „ geinfteerd op de noodige voorzier ing tegen het ver* „ leenen van Patenten tót het ii brengtn var. eenige Trog. „ pes binnen de Stad, Stenen, of ten platten Lande da. „ zer Provincie." ' (*) Zie hier voor N°, 2414.  gat Verzameling va» Stukken betrekkelyk m ■H ". 1413,. Misfive van de Heeren Staaten van Gelderland aan die van Utrecht, waar in Hun Ed. Molenden zich ten fttrkfien beklaagen, over de behan? faling van de Heeren Staaten yan Holland t»n hunnen opzichte gfiiouden. ïn 'dato den 16 September 1,8(5. . v édele mogpnde heeren ■ byzondere goedf.. Vrienden, Nagebuuren en BokbgknootenI . Wanneer wy by 8 Verzameling van Stukkin betrekkelyk tot N°. 2425. ExtraSt uit de Refolutien van de Vroed' fchap der Stad Utrecht, ten einde te keer te gaan hel bevel door de Heeren Gedeputeerden aan de Ontvangers gegeeven , om niet dan op 'hunnen last eenige Penningen te demanueeren. In dato den 19 September 1786. De Vroedfchap, om zeer gewichtige redenen, meerendeels by Publicatie van den 4den dezer loopende maand vermeld, zich in denoo"!zaakelykheid hebbende bevonden, alle Ontvangers, Commisfarisfen, Admodiateurs en anderen welke eenige 's Lands Penningen adminiftreeren, te interdiceeren eenige Gelden op hunne refpeflive Comptoiren berustende en verder aldaar zullende worden gebracht, af te geeven of weerloos te doen worden , zonder fpeciaale toeftemming van den Raad dezer Stad, aan welker beveelen alle dezelve Ontvangers en andere Comptabele Perfoonen, voor zoo ver zy alhier Med'-Burgers en Ingezetenen zyn, buiten allen tegerfp^aak ondergefchikt moeten worden geoirdeeld; heeft federt moeten verneemen, dat de Heeren zich noemende Gedeputeerden van de Heeren Staaten dezer Provincie, doch in de daad wegens deyabfentie van dezer Stads Gecommitteerden, niet anders dan eene bveenkomst der twee voorftemmende Leden uitmaakende, behalven zoo veele andere, deze Stad en Burgery hoonende demarches, hebben kunnen goedvirden de refpective Ontvangers alhier hun verblyf houdende, niet alleen by aanfchryving irsgelyks te gelasten geene Penningen te demanueeren of weerloos te doen worden, buiten fpeciaai confent fzoo als dezelve Heeren zich uitdrukken) van de Heeren Staaten dezer Provincie, maar dezelve Ontvangers bovendien ter keuze over te laaten; of zy in Perfoon binnen Amersfoort willen komen, dan wel iemand anders daar ter plaatfe authorifeeren, om in hunnen naam, aldaar die Penningen te ontvargen, welke op hunne refpective Comptoiren geadfigneerd zyn, op dat van dezelve door  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 309 door de voorftemmende Leden, zich attribueerende den naam van de Staaten 's Lar.ds van Utrecht, gebruik zoude kunnen worden gemaakt, ten diende van den Lande; daar nu deze behandeling en veele andere by komende omfhndigheden, zoo veele ver» Dieuwde bewyzen opleveren, dat de voornoemde voorftemmende Leden niet anders beoogen, dan in hunne willekeurige dispofitien voort te gaan, omdeze Stad, welke nogthands ontegenzeglyk wel hec ganmerkelyklte Lid der Provincie is, was 't mooglyk, geheel te vernederen, en dezelve tenecnemaal aan hunnen wil te onderwerpen; oirdeeld de Vroedfchap zich in de onvermydelyke roodzaakelykheid gebracht te zien, om ook by vernieuwing met alle derzelver vermogens te waaicen tegen alle verdere ondermyning van het wettig en inalienabel recht deze Stad, als het derde Lid van Staat, van alle oude tyden indisputabel gecompeteerd hebbende; gelyk Hun Ed. Groot Achtb. zich ook niet minder gehouden achten, door alle middelen, welke naar tyds. gelegendheid voorhanden zyn, alle mooglyke zorg te draagen, dat 's Lands Penningen, van dewelke een zoo voornaam gedeelte door dezer Stads goede Burgeren en Ingezetenen word opgebracht, niet tot den ondergang van die zelve Stad en Burgery gtëmployeerd worde; en het is dierhalven om die dringende motiven , dat de Vroedfchap , op nieuw inhfereerende deraelver bovengedachte Publicatie van den 4den dezer maand, al verder alle de meergenoemde Ontvangers en alle anderen, eenige Penningen binnen deze Stad manieerende, aan dewelke eenige zoodaanige aanfchryving op den naam van Heeren Gedeputeerden mogt zyn gedaan, wil geinterdiceerd hebben, zoo als hen geinterdiceerd word by dezen, zich of in Perfoon buiten deze Stad en naar Amersfoort te begeeven, of wel daar ter plaatfe iemand te qualiflceeren, om in hunnen naam de Gelden, op hunne refpe&ive Comptoiren geadfjgceerd te ontvangen , of eindelyk eenige Penningen onder hun berustende, en verder door hun • V 3 ont»  gio Penamsling van Stukken betrekkelyk tot ontvaDgen wordende, anders dan tot de eindens by voorige Publicatie uitgezonderd, af te geeven a zonder uitdruklyke order van den Raad; wordende die genen, welke op de bekomen aanfchryving reeds naai* Amersfoort mogten vertrokken zyn, of wel iema-jd anders binnen die Stad tot het waarneemen yan hunnen post aangefteld hebben, ernftig gelast, ten fpoedigften alhier weder te keeren, of zoodaa uige aanftelling of fubilftutie in te trekken; zullende Hun Ed. Groot Achtb. niet alleen de fchaade, daar door aan deze Stad toe te brengen, zoo veel mooglyk verhaalen en goeddoen uit de Goederen der genen, welke direct ofindtreEt de Oir zaaken, Aanftookers en Uitvoerders daar van zullen zyn geweest, maar ook ten rigoureusten, en zelfs naar exigentie van zaaken , met lyfftraffe procedeeren tegen een iegelyk , welke bevonden zal worden tegen deze Vroedfchaps intentie te hebben gehandeld; terwyl Hun Ed. Groot Achtb. aan den anderen kant, alle de zulken, welke tot bereiking van derzelver heilzaame oogmerken zullen medewerken, verzekeren vari hunne byzocdere protectie, dezelven by dezen ïndemneerende en guarandeerende voor alle nadeeli- fe gevolgen, welke hen wegens de getrouwe naoming dezes mogten overkomen; en word by dezen door de Vroedfchap aangeboden een fomme van drie honderd zilvere Ducatonnen, aan een ieder, welke met voldoende bewyzen zal kunnen aantoanen, dat eenige Gelden, contrarie den inhoud van deze Refolutie en voorige Publicatie, van hier vervoerd zyn, onder belofte van de ftipfte geheimhouding van den naam des Aanbrengers. Op dat nu niemand eenige onwetenheid van deze ferieufe Vroedfchaps Refolutie zoude kunnen voorwenden, zal Extract dezer, niet alleen gepubliceerd en aangeplakt, maar ook de refpeftive Ontvangers , Oud Ontvangers, en anderen, aan dcwelken de bovengezegde aanfchryving is gedaan, ter hand gefteld worden, om te dienen tot derzelver naricht. Ajdus by de Vroedfchap der S,cad Utrecht gear- res-  ét Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 311 resteerd op den 19 September 17865 en ten zeiven dage van den Stadhuize afgekondigd. In kennisfe van my, (was get.) Izaak Falck. N°. 2426. Misfive van de Vroedfchap te Utrecht, aan den Heer Graave van Athlon e Hoojd-Officier van die Stad, waar by requireeien dat ten fpoedigften zal terug keeren tot het hervatten van zyn post enz. In dato den 19 Sept. 1786. Hoog Gebooren Heer! Wy hebben niet zonder verwondering moeten verneemen, dat Uw Hoog Geb. heeft kunnen goedvinden niet alleen benevens andere Staats-Leden, deze Stad te verlaaten, ter bywooning van prjetenfe Vergaderingen op eene andere plaats, welke wy nimmer als wettig zullen kunnen of zullen erkennen, maar zich ook by aanhoudenheid afwezig te blyven houden, zonder zich eenigszints te bemoeijen met de waarneeming van het gewichtig ambt, het welk Uw Hoog Geb. de eer heeft binnen deze Stad te bekleeden; wy verkiezen voor als nog niet, ons breeder uit te laaten over de fletrisfure, welke mede door Uw Hoog Geb. voor deszelfs aandeel door het medewerken tot de zoo ontydige en noodelooze afbreeking der refpeftive Hooge Vergaderingen binnen deze gewoone Refidentieplaats, zoo zeer tegen zyne Inftructie en Commisfie aan deze Stad en Burgery is toegebracht; maar Uw Hoog Geb. zal wel met ons willen convenieeren, dat zyne byzondere relatie tot deze Stad hem volftrekt geene zoo langduurige abfentie kan permitteeren} wy althands aan welke de bevordering van het welzyn ^ onzer goede Ingezetenen in de eerfte plaats is aanbevoolen, kunnen niet onverfchillig aanzien, of de adminiftratie van eene oDzydige en prompte JuftiV 4 tiea  §i* Verzameling van Stukken betrekkelyk m tie, zoo wel als de uitvoering van onze beveelen tot maintien der goede orde, al of niet naar behooren worden waargenoomen; en het is om deze en andere gewichtige redenen , welke üw Hoof? Geb. niec zal kunnen disavoueeren, dat wy niet hebben willen afzyn Uw Hoog Geb. aan te fchryven, dar wy van hem requireerén en verwagten, dat By z.ch niet langer onrtrekke maar veeleer, tein ipoedigtten tot het hervatten van zynen post alhier in Pe rfoon weder te keeren zal, immers uiterlyk binnen den cyd van agt dagen, na ontfang dezer. Wy •ftellen het grootfte belang in de getrouwe bediening van het ambt van Hoofd-Offider dezer Stad, en hebben bevonden, dac onze Voorzaten van alle oude tyden volgens derzelver onwederfpreekelvk recht, niet minder daar voor gewaakt hebben : waarom wy Uw Hoog Geb. dan ook kunnen verzekeren dat wy by octitentenis van voldoening aan ons zoo bi/lyk verlangen, deszelfs voorrduurende afwezigheid . als eene daadelyke verlaa-ing van zyne post zullen aanmerken, om vervolgens omtrent de waarneemmg van meergenoemde Hoofd-OfEciersambt zoodaanig te disponeeren, als wv tot welzyn van Stad en öur^ery, en tot voorkoming van eenezichtbaare verwarring in den loop der zaaken zullen oirdeelen te behooren, vertrouwende dat Uw Hoos Geb, deze onaangenaame noodzaakelykheid wel in Jyds zal willen prasvenieeren» Verblyven wy Hoog Gebooren Heer! Uw Hoog Geb. goede Vrienden, Ptrechr, den xo J)B Vroedfchap det Stad Sept.i78