VERZAMELING J \ van ^LACAATEN, RESOLUTTEN EN ANDZRE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GE BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXVU EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Eerste Deel. Te C A M P E N, Ter Drukkerye van j. A. de CHALMOT. MDCCLXXXVJII.   der STUKKXEN. V land, op het voorflel van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, gecomlMeerd tot het volgend antwoord, op de laatst ingeleverde Memorie van zyne Excellentie de Baron van Thulemeyer , Extraordinaris Envoyé van zyne Pruisffche Majefteit. ■ , bladz. 22. N°. 15. Omftandig relaas van 't gene, zo by het aanhouden van Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe-de Princesfe van Orange-en-Nasfau, op derzelver reis aan de Vlist, tusfchen Schoonhoven en Haastrecht, als by derzelver arrivement aan de Goejanverwelle-Sluis, en verblyf aldaar, is voorgevallen , op donderdag den 28 Juny 1787. Strekkende tot Bylage N°. 1. van het voorgaande Stuk. , , bladz. 26* —< 16. Misfive van de Commisfis van het Defenfie-wezen t» Woerden, aan Haar Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. In dato den 28 Augustus 1787 gefchreeven. Strekkende tot Bylage N°. 2. van het Stuk Nv- H j , bladz. 38. —-— 17. Den 9 September 1787, heeft zyne Excellentie ds Baron van Thulemeyer, Extraordinaris Envoyé van zyn» Pruisffche Majefteit, aan den Heerc Raadpenfionaris overhandigt het volgende Billet en Nota. ^_ Ontfangen 's nagts ten half twaalf uur. . , , bladz. 50, " !8- Billet en verbaale Nota van zyne Excellentie de Baron van Thulemeyer aan den Heere Raadpenfionaris van Holland. ,— Ontfangen 's nagts ten half twee uur, tusfchen den 9 en 10 September 1787'. , bladz. 524 19- Publicatie van Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staat, ten van Holland en West-Friesland, den 10 September 1787 gearrefteerd en verzonden; övst hst forttisercïi van Inund^  VI REGISTER N". 20. Declaratoir van zyne Doorl. Hoogheid de Heer ErfJladhouder enz. den u September 1787 te Amersfoort uiigevaardigt, en den 16 daar aan volgende ter Vergadering van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal ingeleverd. , . . t - • • • • bladz. 54. >. . .. 21. Declaratoir van zyne Doorl. Hoogheid de Heer Erfftadhouder. In dato den 26 May 1787, Strekkende tot eene ophelderende Bylage van N°. 20. , . , bladz. 61, » 22. Waarfchouwing van Hun Edel Mogenden de Heeren Gedeputeerde Staaten van Overysfel, over het verbod van invoer van eetbaare en andere Waaren naar Zeist, Amersfoort of eenige andere Plaatzen in 't Overkwartier en Eemland, In dato den , . September 1787* • bladz. 72, m.,i 23. Declaratoir door de Heeren Gedeputeerden der Suo) Enkhuizen, den 12 September ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. ingeleverd, by gelegendheid der deliberatien over de beide Nota's, den $den te vooren, door den Pruisftfcken Extraordinaris Envoyé van Thulemeyer q.vergegeeven , en waar op Hun Edel Groot Mog. den 12 September voornoemd beftooten, om, zonder zich met deeze Nota 's in te laaten, te perfifteeren by deszelfs jongst gegeeven antwoord, geconcludeerd by Refolutie van faturdag den 8 September, Voorts om aan zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, by nadere Misfive te communiceeren, dat Hun Ed. Groot Mog. bereid zyn aan Hoogstdenzelven twee voortiaame Leden toe te zenden, om zyne Majefteit den waaren Jlaat van zaaken open te leggen, zo betrekkelyk de Repulh fiek in 't gemeen, als van de Provincie Holland in het byzonder, en dat deeze Heeren vertrekken sullen, zo dra by antwoorde van zyne Majefteit blykt, dat dezelve daar toe by . ■ • hhdz- 91' . 32. Misfive van Haare Koninglyke. Hoogheid, Mevrouw?. de Princesfe van Orange en Nasfau, aan zyne Doorl Hoogheid , den regeerenden Hertog van Brunswyk Lunenburg. In dato den 15 September 1787- . Wflfi,z- 97- n 33. Extraü uit de Notulen van de Vroedfchap der. Stad Utrecht, waar by aan de Burgery word gecommuniceert twee Refolutien van- het ^Defenfie-Wezen te Woerden, tendeerende de eerfte, in geval van aanmarsch van Traepen, de Stad Utrechte verhaten; en de tweede, om den Commandant en Chef, den Heer Rhyngraave van Salm te ge- " lasten, om direct naar Holland te trekken met de Troepes, onder zyn commando ftaande, en ter repartitie van Holland zynde, ter plaatze waar hy zulks best zal oirdeelen, In dato den is September 1787- • • '. bladz- I00, * , 34. Onzinnige Misfive van het zogenaamde DefenfieWezen te Franeker, aan den Heer Johannes Casparus Bergsma, als eerfte Heer van het Mindergetal. In dat» den 15 Septmeb. 1787- • • • • • bladz. 101. i 35. ExtraBuit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, over eene overgegeevene Nota van het Corps Diplom.tique in 's Hage. I» dato den 17 Sept. 118 7- bladz. 103. tl*"00' ' ' N'.  der STUKKEN. If N*. 36. Waaifchomving aan de Ingezetenen van Overysfel, door den Heere Hertog van Brunswyk. In dato den 17 September 1787. ........ bladz. ios. . 37. Publicatie van de Regeering der Stad Utrecht, ftrekkende tot uitfchryving van een byzonder plechtig Biduur. In dato den 17 September 1787- r ? • bladz. 106. . 38. Publicatie van de Regeering der Stad Utrecht, waar by aan de Burgers word gelast, om hunne Snaphaanen en ■verder Wapentuig, op hét Stadhuis te brengen. In dato den 17 September 178?- r • • • • bladz. 107, _ 39. Extratt uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Groot Mogende Vergadering genomen, tot herftelling van zyne Doorl. Hoogheid in deszelfs eminente Charge van Kapitein Generaal enz. benevens een verzoek dat zyne Doorl. Hoogheid in 's Hage mag komen, ten einde met Hun Ed. Mog. alles toe tt brengen, wat tot behoud der Provincie, het herftel der. waggelende Cmftitutie, en demping der vernielende tweedragt kan contribueer en. ..... bladz. 108. » 4.0. Publicatie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, tot voorkoomir.g van alle oproerige gefprekken, beweegingen en famenrottingen enz. In dato den 18 September 1787. . : . . , • t bladz. HQ. 41. Publicatie van de zich genoemd hebbende Staaten van Friesland , vergaderd binnen Franeker. In dato, den 18 September 478.7, • , • Madz- tït. m- ... . 42. Publicatie van de Regeering der Stad Schoonhoven, ■waar by te kennen geeven, dat zy alle zodaanige Refolutien •welke in haare Stad, 't zy by overftemming, 't zy met eenparigheid, ten nadeele van den Heere Erfjladhouder, eeni* 5 £ •  % TtEGlSTER ge jaar en zy:i genomen, hellen verklaard voor nul en ent waarde, en dat dezelven in de Refolutieboeken zullen worden gerojeert enz, }n dato den 18 September. 1787, lladz, .113. N". 43. Misfive van ie Commisfie van 't Dcfenfie-wezen vow de. Provincie Hellend, te Woerden gerejideert heblende, aan de Ed, Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, nopens het gene tot de evacuatie der Stad Utrecht gelegendjse'd lieeft gegeeven. In dato den 18 Sejtcmler 1787, , , » , , 1 bladz. 115. w li 1 44. Artikelen van Capitulatie op welke de Stad'Dordrecht toeftaat cm Guarnifoen van zyne Pruisfifche Majefteit in te nemen, fn .dato flcn j8 September 1787, , bladz. 121. tl». 45, Extraü uit het Register var. Hun Hoog Mogendeit de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, over de requifitie door het Defevfiewezen van' Amfteldam, aan het Collegie ter Admiraliteit aldaar gedaan, om een van deszelfs Hulken, gemonteerd met 24 Stukken Gefchut enz. In data 19 Septemlcr 1787. , , , * bladz. 123. 46. Extraët uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden, behelzende eene Misfive door da zich genoemd hebbende Staaten van Friesland aan Hun Ed. Mogenden gefchreeven. ijs dato den 19 September 17S7, . » , » » r bladz. 124. • 47. Publicatie van de Heeren Staaten van Friesland, ave* de afzonderiyke Vergadering van eenige Staatsleden te Franeker. In dato den 19 September 1787. ■ bladz. 117. —— 48- Extract vit het Register der Refolutien stoi Hun Ihog Mogend:ii de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Necfrlandeit, In dato den 20 Septcr.ib, 1787. bladz. 129. ff».  der STUKKEN. XXIII het verzoek van Guamifoen, enz. In dato den 29 Septemb. 1787. ........ bladz- 256; »ro k^.'b ss' i» j... «./• t. .. • «•«< iveguM acr j\ejoiune?i van Ktaaerr fchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by de Heer ren Gedeputeerden der Stad Zwolle, confehteeren nopens het verzoek van Guamifoen, enz. In dato den 29 September 1787- i • }■ f • , , , bladz, .257. * 114- ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende de in, houd eener Misfive, aan zyne Doorluchtige ftocglieid den, Heere Erfftadhouder gefchreeven. In data den 29 Septem-. Ier i787: . , , . , , , piadz, ,257, • : ■ 115. ExtraB uit het Register dfr Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, over het verleeng% van de nodige Crcdentiaalen, aan de Leden welke voor het verbreeken van het Reglement van 1748, fesfie inde differente Collegien hebben gehad, Jn dato den 29 September ?787, ; , , , . , , , bladz, 259, L- n6. Publicatie van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van Overysfel, wcarby Word bekendgemaakt, dat zyne Door-, luchtige Hoogheid den Heere Prime Erfftadhouder, in alle, deszelfs Rechten, Privilegiën en Preëminentien is herfteld, enz, In dato den 29 September i]Sj, ■ bladz,. 259. — - - 117- ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridder, fchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by aan de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit word gelnjungeerd, zich in het vervolg wederom aan hunne InftruBie te moeten houden, In'dato den 29 Septeml/èr 1787, bladq, 260, " 118- ExtraB zat het Register der Refoliftien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, betrekXelyk eene * * 4 Pro-.  S Verzameling van Stukken betrekkelyk tot magt van Sneek; R. van Kleffens, Volmagt van Dockum. No. 5. Publicatie, van Hun Ed. Mog. de Heeren Gecom' mitteerde Raaden van Holland en West-Friesland.^ In dato den 4 September. De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westfriesland, by abfentie van Hooggemelde Heeren Staaten: allen den genen, die dezen zullen zien of hooren leezen, falut; doen te weeten: alzo tot onze kennis is gekomen , dat in den nagt tusfchen gepasfeerden vrydag en faturdag alhier op ftraat geftrooit zyn geworden verfcheidert gedrukte Exemplaaren van zekere zogenaamde, ,; Waarfchouwing aan het Publyk, om de daar by ,1 gemelde Vergaderingen , en fpeciaal de Staatsie Vergadering van Holland, niet voor wettig te 3, erkennen, en zich in geene Geldleeningen, Aans', neemingen, of andere Verbintenisfen, met deli zeiven in te laaten, als welke alle by vervolg zekerlyk zouden gehouden worden voor nul en j, van onwaarde ; met byvoeging , dat een ieder ,, zich hadde te wagten voor fchaade, en het voort $, zoude zeggen". • ; Zo is 't, datwy, in aanmerking, zo van dehoogflrafbaare wyze-, waar op het Politiek enFinantieet beftuur van deze Provincie daar by ten toon is gefteld, als dat 'er de Juftitie, vooral in de tegenwoordige omftandigheden van zaaken - ten hoogfter^ aan gelegen legt, dat de Auóleur ofUitftrooijervan a:ulk een vuilaardig en oproerig Blad, ten fpoedigfte doenlyk, ontdekt en met alle rigeur, tot affchrik van alle anderen, geftraft werde , aan den. genen, welke den Aucïeur of Uitftrooijer van de voorfchreeven zogenaamde Waarfchouwing. aan hei Publyk zal komen te ontdekken, zodaanig, dat dezelve in handen van de Juftitie geraakè, en van het fait overtuigd werde, beloven eene.prsmie van één' • "v■ > - - ■ F ■ • ton-  *4 Verzameling van Stukhen betrekkelyk tot goederen der Admiraliteit, op onze authoriteit is vernet, goedkeuren, en de Heeren Raaden ter Admiraliteit gelasten, daar in niet alleen te berusten*, maar ook aan ons en onze Gecommitteerden tot de defenfie van deze Provincie in het gemeen, en ipeeiaal van de Stad Harlingen in het byzonder, alle hulp en asiiftentie toe te brengen, ten welken einde wv U Hoog Mogende verzoeken, dat voorts tett fpoedigfte hunne orders gelieven teexpedieeren. Wyders hebben wv gemeend U Hoog Mog met onkundig te moeten laaten, van het geen men al verders* bmnendevoorfchreevenStadtraneker, heelt ondernomen; hier in beftaande, dat eenige weinige Volmagten ten Landadage, zich met hebben ontzien, zelf geduurende den Landsdag alhier, aldaar te vergaderen j en te befluiten om de Staatsvergadering van hier derwaarts te Verleggen, en eene uitfchryving daar toe te doen, gelyk U Hoog Mogende, uit de Itukken hier Copylyk bygevoegd* bullen yicn C^3« Wy behoeven Ü Hoög Mog. de buitenfpoorigheid dier daad en de nulliteit daar Van, met onder hef oog te brengen, dewyl-dezelve het Wederreentelvke en inconititutioneele van zelve medebrengt* en derhalven de Juftitie ook reeds daaromtrent niet onleedigis, dan wy hebben niettemin, tot voorkoming van alle furprife , niet ondienftig gevonden U Hoog Mog. van voorfchreeven gebeurde communicatie te moeten geeven. Leeuwarden, den enz. JVc 10 Declaratoir op naam van de Officieren en hono± ' raire Leden der y~rycorpfen in Friesland, ter;zicfi genoemd hebbende Staatsvergadering te Irane* ter, ingeleverd. In dato den 7 Sept. 1787. Aan de Edel Mogende Heeren Staaten van Fries* land, vergadert te Franeker.  de Gebeurtenis/en in 1787 Enz. voorgevallen. l§ Edele Mogende Heeren! Offchoon wy geduurende veele jaarengezugtheb* oen, onder de onlydelyke overheerfching van eene Staats-Regeering, welke tot niets anders fcheen ingengt te zyn, dan om de Vryheid, ons natuurlyk eigen, te verdrukken, geblykende uit eene reeks vaa Placaaten, Refolutien, Publicatien, en wat dies meer is; die m geftrengheid voor de orders der willekeurigfïe heerfchzugt niet behoeven te Wykeö, en zelfs daar door aan het gevoel van een vry Volk te ondraagelyker zyn, door dien zy altyd ongevuld waren met de fchoonl'chynendfte woorden, en al» of ze ftrekten tot nut en beveiliging der goede In. gezetenen; bleven wy egter met het taaist geduld naar net gezegend oogenblik uitzien, waarop ü Ed. Mog. door kragt van reden, fteunende op de recht, vaardigheid, en onderfteund door onze fmeekind. Goot Mog. integendeel met- genoegen Haare Konmgiyke Hoogheid zullen inviteeren, die Reize werkftellig te maaken , zo dra de algemeene rust de onderneeming daar van zonder gevaar zal kunnen doen plaats hebben; en welk gevaar Kun Ed. Gr. Mog. ook nu zelfs,, niet tegenftaande alle te neem.ene precautien, op geene voldoende, en "s Lands ingezetenen volkomen gerustfteilende wyze, verineenen te kunnen eviteeren. Maar dat Hun Ed. Groot Mog. boven alles verlangen , dat Haare Koninglyke Hoogheid , aangezien haar pryswaardig oogmerk, om te coöpereeren tot eene reconciliatie, haare reize uitftelle, totdat • dit heilzaam werk ondernoomen zal worden; dat is te zeggen, tot dat de rust verzekerd zal kunnen zyn. ' 13 | Pat  %6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dat Bun Ed. Groot Mog. zich vleijen dat deze explicatien, waar inne zy nu getreden zyn, zyne Majefteit van Pruisfen volkomen genoegen zullen peeven £ dat dezelven geheel zullen disupeeren de wolken, dewelke onverwagte omftandigheden, die Hun Ed, Groot Mog oneindig onaangenaam zyn, over hen hebben famen getrokken. Dat zyne Pruisfifche Majefteit voor Hun Ed. Gr. Mog dezelfde fentimenten zal behouden , die Hoógstdezelve tot hier toe, op het voetfpoor van zyne «iorjeufe Voorzaaten, hen heeft toegedraagen:. mitsgaders, dat zyne Majefteit, door alle Vriendnabuurlyke middelen die in zyn vermogen zyn, wel zal willen concurreeren, om aan deeze Landen te helpen bezorgen de tranquilüteit, die dezelven nu misfen, en die het voornaamfte voorwerp is van de zorre en wensen van Hun Ed. Groot Mogenden. No 1 s Omllandig relaas van 't geen, zo Jry tot aan' ' houden van Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouw de Princesfe van Oranje en Nasjau, op aerzeher reis aan at Vlist, tusjchen Schoonhoven en Haastrecht, als by derzelver arrivement aan de Goejanverwelle-Sluis, en verblyf aldaar, is voorgevallen, op Donderdag den 28 Juny 1787. Strekkende tot Bylage N°. 1. van het voorgaande Jeuk. Tusfchen woensdag en donderdag den 28 in de nast tegen halfeen uur, bekwam den Commandant van 'tGenoodfchap van Gouda, 't welk aan de Coeianverwelle Sluize bezetting houd, benchtvan twee zeer geloofwaardige Leden van 't Gen ood fchap van Haastrecht, dat een voornaam Perfonagie daags Jaar aan des nademiddags ten twee uuren te Schoon, roven, en vervolgens te Haastrecht zoude pasfee. rPn en dat tot relais voor zyne equipage in de Nieuwpoort bv Leendert Verwet, en te Haastrecht in de Herberg de Zwaan by Iheunis om Hartog, h Paarden tot voorlpan waren befteld, welke op beide gemelde plaatzcn dour den Stalhou,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 27 der van Stolwyker-Sluis by Gouda, Cl aas Zwanenburg genaamd, zyn bezorgd. De geruchten 'hadden eenige dagen te vooren reeds in deeze ftreek geloopen onder de Oranje parthy, dat eerstdaags de Stadhouder weder in de Provincie zoude zyn, en die party binnen korten tyd zoude triumpheeren. De beweegiugen onder dezelve te Gouda, Haastrecht en in deeze omtrek, de menigvuldige en hei, melyke reizen van de Hoofden van die party, en der Uranje-Societeit in Gouda , gaven aanleiding om te vermoeden dat 'er iets by dezeive op til was, en bewoogen den Commandant om op dit alles een makend oog te houden, en deeden hem begrypen, terwyl de hertelling van dit voorfpan nog doorandere heden bevestigd wierd, daar deeze reis zo naby zyn post te Goejanverwellen-Sluize zoude g^Ichieden, in deezen niet te mogen ftilzitten, maat ten minfte eenige Manfchap op kondfehap te moeten uitzenden , om te verneemen wat 'er van de zaak was, en wie daar wilde pasfeeren, ten einde daa? van aan zyn Excellentie den Generaal van Ryssel, en aan Hun Edele Mogende te Woerden, rapport te kunnen cioen; het leed ook geen twyffcl, of het zelve relais moest dienen voor den Stadhouder of familie, of voor een Buitenlandsch Vorst, daar geen particulieren, en zelfs de grootfte Heeren in de Republiek, met zulk een Trein reizen. De hoop, welke men van. tyd tot tyd de Oranje party heeft zien voeden, dat, wanneer de Stadhouder in de Provincie kwam, dan alles in den voongeii Itand van onderwerping en overheerfchine zoude worden gebragt, en de Regenten en Ministers, die thands het beftuur der Provincie regelen, van hunne posten zouden worden verhaten : ele vv* andelyke en verfoeilyke aanflagen en oproerige onderneemingen tegen en in verfcheide Steden, en waar van de zaaden in Gouda gelegt, van tyd tot tyd meer en meer uitbotteden, hebben den CommHm toegefchecfien, z^ke geduchte voorbodes  28 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den te zyn*, dat, wanneer den Stadhouder of zyne Familie heimelyk of op 't onverwagst in de Provincie mogt komen; dat de aangelegde plans tot een generaal oproer in 't werk zouden worden geheld, en ingevolge de oproeping van den Stadhouder by zyn manifest aan die genen die zyn parthy aankleeven , gedaan, hy van zodaanige menigte zoude zyn gevoigll en omringd geworden, dat, wanneer men ewe komst niet in 't begin verhinderde, dezelve by verdere indrang in de Provincie met-wel_geftutf zoude hebben kunnen worden , en de ysielyiate gevolgen van moord en plundering, waar mede dia party zich overal tragt de louteneeren , met zich zouden hebben omgevoerd. De tyd tot het aanleggen van eene expeditie van dien aart, om zodaanige trein te fluiten, en die reis vrugteloós te maaken, op zulk een wys, datdia S?S dïelve niet konde ontdekken , noch daar En eeKge middelen in ft werk Hellen, met te Ene zvnde, oirdeelde de Commandant zich ver, Sicht met den meesten fpoed, wegens de groote levolgen, die zodaanig een' onderneeming nazich konde fleepen, zyn voorneemen ter kennis van Hun ld Mog de Heeren Hun Ed. Groot Mog Ge eïuteerden te Velde te moeten brengen, en haatte, 5e zich Sn ten fpoedigfte een Expresfe, die densrtven nngt te drie uuren vertrok, aan den Generaal van Rvssel af te zenden, met verzoek dat zyn Fxcellentie deeze voorgenomene expeditie met eeSgeKers wilde laaten fouteneeren, terwyl hy den Fxnresfe gelaste om zo fpoedig mooglyk te rug SiS ten einde Hun Ed. Mog. gelegenheid e Geeven, om in gevalle men de expeditie onchenflig of nadeelig oirdeelde, dezelve te kunnen contra- mDeec5mmandant ontbood daar op eenige zyner Xvnfbv de hand zynde Officieren, om dezelve zyn Sfn t^communiceeren, en te onderfhan , wie van ïun zfch tot zodaanige expeditie, wilde laaten gebmik , waar toe &h tctttond de Heeren Kapg  ie Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 29 tëïn van Leeuwen en de Grenadier Luitenant JaQues Brotier, als aan de tour leggende Officieren om op expedicien uit te gaan, aanboden. Donderdags 's morgens den 28 geen antwoord met de Expresfe zynde gearriveerd j moest of de expeditie worden gefcaakt of gewaagd, en befloot den Commandant, daar vermeende , dat dezelve door 't een of ander beletzel opgehouden zoude zyn, dezelve te laaten voortgaan, maar zelf terfiond na Woerden te ryden, om na de Expresfe en de verfterking van Ruiters te verneemen. Ten 11 uyren vertrokken dan van Goejanverwellen-Sluis de Heer Kapitein van Leeuwen en de Luitenant Broïier, met een .Sergeant en zestien Schutters van 't Genoodfchap van Gouda, na de tot de hinderlaag beftemde plaats de Glybaan aan de Vlist by Bon Repas gelegen, met order om zich aldaar zeer heimelyk op te houden, en toe te zien op het pasfeeren van eene Equipagie en Gevolg van een groot Heer, en in gevalle ontdekken mogten, dat dezelven van een by den Souverein voor Vyand of fuipect verklaard perfoon mogten zyn, denzelven op de befcheidenfte wyze herwaards te transporteeren, en hunne Manfchappen in behoorlyke tucht te houden, en te maakeh dat geene disordres aan Boeren of omtrent by zynde Gevolg, van voorn» Perfoon of Equipagie wierden gepleegt. jcven na t vertrek van het Detachement vertrok den Commandant te Paard na Woerden, en ontmoete aan het Schoolhuis in Papecoop den Heer Luitenant van Marlf, van Hessen-Philipsttal, met 20 Kuiters gezonden van den Generaal vanRyssel, om na de Vlist te marcheeren, en daar het Detachement van 't Genoodfchap van Gouda te adfifteeren, dié den Commandant opening van zyn last gaf, en door denzelven wierd verzogt zyn'marsch te verhaasten. De Commandant nu duidelyk ziende , dat zvn Excellentie de Generaal van Ryssel, en Hun Ed. Mog. medewerkten, om zyn expeditie te doen gelukken, reed hy verder naar Woerden, om nadere ope-  gó Verzameling van Stukken betrekkelyk tot opening van zyne beweegredenen tot die expeditië te geeven, en kwam in den nademiddag te rug,rydende onder weg den Wachtmeester van den Heer Luitenant van Marle tegen, die tyding bragt dat Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princes Van Oranje en Nasfau, Gemaalin van den Stadhouder j door't Detachement van 't Goudfche Genoodfchap aan de Vlist was gearrefteerd , waar op de Commandant terug keerde, den Wachtmeester vergezelde, en de tyding mede aan den Generaal en Hun Ed. Mog, bragt, die terftond beflooten, zich met een Escorte van twintig Man Ruiters derwaards te begeeven, en den Commandant verzogten hen derwaards te geleiden ; —■ aan GoejanverwelleSluis gekomen zynde, vonden Hun Ed. Mog. aldaar Mevrouw de Princes , die aldaar door het gemelde Detachement van Burgers en Ruiters reeds was gebragt in 't huis van een' Landman Adrjaan Leeuwenhoek , alwaar de Commandant geinkwartierd Was , vergezeld door de Freule van Wassenaard Starrenburg, den Kamerheer vAn Randwyk, den Kwartiermeester-Generaal Bentinck, en de Graaf Standfort en eenige Kamerdienaars , Dakyen en verder ilofgevolg, hebbende by zich twee zwaaf gelaaden Koetzen, met zes Paardenbefpannen, een Lakye te paard, en drie Kapchaifen, in welke laat> fte Chais een Heer met een groene rok heeft gezeten j die verzogt aan de Vlist om voorby te ryden * zeggende: dat naar Rotterdam moest, en niet by 't gevolg te behooren, welke Chais naderhand ledig van Goejanverwelle-Sluis de train van de Princes evenwel naar Haastrecht heen is gevolgd, ook is nog een' Chais die op de HaastrechtfcheDykleeg agter op kwam ryden als füfpedr. opgebragt, welke inden Haag in de Wageftraatby de Verhuurder Gevers door eenen van Diest was gehuurd, zo als de Knegt, die dezelve reed, heeft gezegd. _ Het Detachement op eene ftille wyze aan de Vlist aangekomen zynde, heeft zich zodaanig geposteerd eehad op de Zandweg aan de Glybaan, en even ° r voer»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 39 ninglyke Hoogheid naar 's Hage op den 28 jiny laatstleden, concerneerd, aanUEd. Groot M g. te zenden een Copie Autenticq van een om fenstig bericht, van het geen ter gelegenheid van het ophouden der reize van gemelde Haare Hoogheid is verricht, alvoorens wy ons op de plaats zelve bevonden hebben, en het geen wy reeds over eenjgen tyd van de commandeerende Officieren van de beide Detachementen Burgers en Militairen, welken daar by zyn prefent geweest, gevorderd hebben. En, voor zo ver die gebeurtenis haare betrekking heeft tot het geen wy zelve in die omHandigheid hebben verricht, of onder ons oog is voorgevallen; neemen wy met des te -meer genoegen deeze gelegenheid waar, om U Ed. Groot Mog. daar van naauwkeurig te informeeren, naar maate deeze geheele zaak in haaren aart en oinftandigheden meer eenvoudig is, en ons gedrag, daaromtrent gehouden, meerdere blyken draagt van dien belahgloozen yver, ter voldoening aan de gewigtige oogmerken der Commisfie, ons door U Ed, Groot Mog. opgedragen , welke nevens den zo wenfchelyken goeden uitflag onzer poogingen, ons in het midden der rampen van ons Vaderland alleen kan doen getroost zyn over de veelvuldige zwaarigheden en onaangenaamheden, welken wy dagelyks van alle kanten ontmoeten. Op donderdag den 28 Juny laatstleden, des morgens ten zeven uuren geinformeert zynde door Mr. Corneus Johan de Lange, Vryhecr van Wyngaarden en Ruigbroek, Raad en regeerend Schepen der Stad Gouda, als Commandant van een Detachement uit het Exercitie-Genoodfchap van die Stad, eenige dagen bevoorens geplaatst aan de Goejanverwelle-Sluis ter bewaaring va,n dien Post, dal in het Dorp Haastrecht niet ver van daar aan de overzyde der Rivier den Ysfel gelegen, tegen drie uuren des rademiddags eenige relais Paarden befteid waren voor een aanzienlyk Perfonagie, welke ahJaar ond door te pasfeeren, en dat na het bekend worden C 4 van  54 Verzameling van'Stukken betrekkelyk tot „ verdere vordering van fatisfactie ten deezen op- „ zichte te ftaaken ". Voorts heeft hy nog de eere, om U, Myn Heer, te berigten, „ dat, by„ aldien in het vervolg de bepaaling van de plaatfe der onderhandeling in 's Hage eenige zwaarig,, heden mogte ontmoeten, dat men als dan cene,!of ,, andere neutraale Stad zoude kunnen verkiezen, ,, om die onderhandelingen aan te vangen, die tot „ eene grondflag zullen ftrekken voor eene verzoe,, ning en voor de Mediatie". De Ündergeteekenüe zal voorden Heer Raad penfionaris niet ontveinzen , dat zyne Majefteit op de allerftelligfte en allernadruklykfte wyze verwagt, dat de Staaten van Holland, geduurende dien tus,, fchentyd, ten minften alle zaaken in hun tegen- woordigen ftaat zullen laaten; en dat men gecn- zins zal overgaan tot eenige fufpenlie of afzet,, ting, of tot eenige andere nadeelige en beleedi,, gende maatregelen teeen den perfoon van den Prince Stadhouder, Kapitein en Admiraal Ge- ,, neraal; " Vermits men daar door alle fatis- factie, alle verzoening, zoude verydelen en onmooglyk maaken, en beleediging op beleediging ftapelen. 's Hage den q Septemb. 1787. (was get.~) de Thulemeyer. N°. 19. Publicatie van Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland den lo September 1-87 gearresteerd en verzonden; o\er het formeeren van Inundatien enz. De Staaten van Holland en West-Friesland, allen den genen die deeze zullen zien of hooren leezen % falut: Alzo de zorglyke omflandigheden , waar in deze Provincie zich thans bevind, ons genoodzaakt hebben, om alle middelen die maar eenigzints tot defenf;e en beveiliging van dezelve zouden kunnen ftrek-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 55 ftrekken , by de hand te doen neemen, prepareeren, en fuccesfivelyk, na maate der meer en meer aannaderende vrees voor vyandelyke onderneemingen, daadlyk te doen daar ftellen; en daar onder die middelen in de eerfte plaats moet worden gerekend, het formeeren van Inundatien, en het onder water zetten van zodanige Landen , waar over een vyand zich een weg naar het binnenfte gedeelte derzelve Provincie zoude kunnen tragten te openen ; tot het formeeren van zodanige Inundatien op onze ordre alle de nodige preparatien uit voorzorg worden gemaakt, en dat hier uit, tegen onze mening, een ongegronde vrees by de goede Ingezetenen der meergemelde Provincie, en in het byzonder by de Huislieden, zoude kunnen ontftaan. Zo is 't, dat wy, tot gerustftelling van allen en een iegelyk goedgevonden hebben by deezen te verklaaren, dat van de voorfchreeven preparatien geen gebruik zal worden gemaakt, dan in den hoogften nood, en niet voor dat de eene of andere vreemde Mogendheid derzelver Troepes op het territoir van een der zeven Provinciën zal hebben doenmarcheeren, of dat de Provincie van Holland daadlyk met een' aanval worde gedreigd, en dat wy in dat geval, hetwelk God verhoede, aan alle de Landlieden en andere Ingezetenen deezer Provincie, welke door de Inundatien, in dit onverhoopt geval te formeeren, zouden mogen komen te lyden, derzelver geledene fchaaden in redelykheid zullen laaten vergoeden. En op dat niemant der genen, welke by het gunt voorfchreeven zouden kunnen wezen geinteresfeerd, hier van onkundig mogen blyven, hebben wy onze Gecommitteerden tot de defenfie deezep Provincie en der Stad Utrecht geauthorif erd , deeze te doen publiceeren en afflgeeren iti alzulke Diftricten, alwaar in dezelve het formeeren van eenige Inundatien onvermydelyk zullen bevinden te wezen, en zulks op zodaani'ge plaatfen als het behoort; en te gtfehieden gebruiklyk is, D 4 N°. ao.  7/5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot braaf Vaderlander, en fpeciaal zodaanige lieden, die van de zyde van het Hof van Pruisfen geen kwaad fcheenen te vreezen, ten fterkften moet verbaazen en treffen, gevoegt by de magt die dat zelve Hof thans op de grenzen der Republiek heeft, de Regeering hunnerStad maar al te zeer verfterkt en bevestigt'in het fyfthema tot dus verre door haatgehouden. Dat zy Gedeputeerden moeflen beeven, op het gezicht der zwarte wolken die boven de Republiek en met namen boven deeze Provincie faamen pakten, en waarfchynlyk eerlang (zomen wederzyds niet nog in fchikking komt, en nog het alleruitterftc ( waar door de zaaken volkomen uit zyn geheel zullen worden gebragt, en het toneel des oorlogs in ons Land geopend zal zien) kan prasvenieercn) in een gedugt onweer zullen uitbarflen, met dat rampzalig gevolg, dat deeze wel eer gezegende Republiek en blbeijende Provincie met derzelver ryke bronnen van welvaart, zo wel als duizende braave Ingezetenen daar van het ongelukkig Ragtoffer zullen worden. Dat zy op deeze gronden niet anders konden doen dan met'inhsefie van hunne voorige aanteekeningen op dit fujet, fpeciaal die van den 10 Juny 1787, als nog, en al was het voor de Iaatfte reis, daar by te perfifteeren , met referve van zodaanige verdere Aanteekeningen, als de Heeren hunne Principaalen zullen te raade worden, laatende de Deliberatien , met alle de gevolgen derzelve over aan die Leden welke de voorige Refolutien op dit poinft hebben genomen, zonder zich in de verdere Deliberatien, relatief deeze materie te hebben ingelaaten. Dat zy Gedeputeerden dit Declaratoir deeden, ja, met ontroering, doch tevens met een gerustheid des gemoeds , die hen een onverbeeldclyke ilerktc gaf, dat alle de aandoening die zy gevoelden, waren over den befchreijenswaardigen toeftand van het zinkend, en zich zelfs verwoestend Vaderland, een Vaderland dat hen zo dierbaar was dm  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen* fj dan iemand, en met welken behoud of verlies, ook zy moesten fiaan of vallen. Dat zy wenschten, dat in de oogenblikken van beraad, die naar maate dezelve korter, des te meer gewigtig en precieus zyn voor de Republiek en voor deeze Provincie, gelukkige Refolutien zouden genomen worden, dat de gevreesde kwaade gevolgen , nog zouden kunnen worden voorgekomen, en nu nog in tyds gedaan worden, 't geen men daar na, (fchoon dan mooglyk te vergeefs) zou verlangen gedaan te hebben; dat hoe donker en critiek de zaaken ook mogten liaan, hoe hulpeloos men ook van binnen en van buiten mogte zyn, en hoe zeer veeier verwagting ook in dit opzicht noch niet fcheen vervuld te worden, de redding van Nederland, en van deeze Provincie mogt gebooren worden, op zulk eene wyze, waarvan de God van onze Vaderen, die zo menigwerf in voorige dagen en in de kommerlykfte omftandigheden getoond heeft te zyn, de God en de Redder van Nederland, en welke nog dezelfde is, alleen de eer, en de Ingezetenen deezer vrye Republiek, en deezer Souvereine Provincie, het best en beftendigst heil mogen genieten. No. 24. Misfive van zyne Majefteit de Koning van Pruisfen aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Overysfel, op den 11 September 1787, door een' Officier van zyne Doorl. Hoogheid den regeer-enden Hertog van Brunswyk, aan den Prefidtnt van Hun Ed. Mog. te Campen overgeleverd. Van Gods genade:Fredrik Wilhelm &c. &c. &c, onze vriendfehap, en wat wy anders meer liefde en goeds vermogen: Edele Mogende Heeren , byzondere lieVe Vrienden en Nabuuren 1 Wy zien ons, tegen gnze wille genoodzaakt, een Corps  78 Verzameling van Stukken èètfékkelyk tot Ccrps onzer Troepen , onder het commando der regeerenden Hertog van Brunswyk Doorl. en Geliefden, marcheeren te laaten, om ons wegens de gevoelige en onverdraaglyke beleediging, welke bekentelyk ons zelve, in de Perfoon van onze veel geliefde Zuster de Princes van Oranje, Geliefde, van een gedeelte der Staaten van Holland, tegen de opentlyk bekend gemaakte gevoelens van het ander gedeelte der Staaten van deeze zelfde Provincie aangedaan zyn geworden, eene genoegzaa- rne toereikende voldo.ninge te verfchaffen ■ Daar nu dit ons Krygsvolk, door de Provincie OVerysfel, zullen moeten marcheeren, zo verzoeken" wy U Ed. Mog. niet alleen, opgedagte onze Troepen den vryen en onverhinderden doormarsch door Uw Gebied te verleenen, maar ook,-dezelve Vrye lnkwartieringe en andere nodige noodwendigheden en goede dienften te doen ondervinden; Daar tegen U Ed. Mog. zich ook verzekerd kunnen houden, dat dit ons Krygsvoik, ingevolgevart het haar gegeeven uitdrukiyk bevel, eene naauwkeurige Militaire discipline, en order, zullen in acht neemen, en niemant tegen rechten beleedigen zullen. Wy zullen de aan ons hierdoor beweezene Natmur'yke vriendfehap, met dank erkennen , en blyven altyd bereid, UEd Mog alle reciproque Vriendtiabuuriyke diensten te bewyzen. Berlin den i September 1787. Uwer Edel Mogende goedwillige Vriend en Nabuur. F. Wilhelm. (i.p er ftontQ FlNCKF.stetn. Hf.RFFRT. IN . 2Ai.twoord van Hun Ed. Mog. de Retreu. iaaten van Overysfel, *aan zyne Majefteit de Koning van Pruisfen. In dato den 12 September 1787. Door-  88 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ed. Mog. Gecommitteerden tot het Defenfie-wezen deezer Provincie zodaane ampele magt gegeeven sjy, als nodig is, om het vexeischte te kunnen daarltellen. Zwolle, den &c. Dit doende enz. JY>. 30. 'beci&ratoir aan de Redering ie Maasfluis 0ierge;ere,d, door het Exercitie Gezeljchap van die plaats. In aaio den 13 i>eptemba 1787. '<*) Aan de Edele Achtbaare Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen , compoieerende de Wet van Maasfluis. Geever met den gepasten eerbied te kennen , de Leden der Commisfie ter Directie van Let iixerci«e-Gezèlfchap, onder de Spreuk: Fvy en Gttiouwx te Maasfluis, ais daar toe door de gezamentlyke Le, den gelast en gequalificeert. LJ(, , Dat de eisfchen, welke zyne Majefteit de Konirg van Pruisfen door den Baron <;an'1 hulemeyer aan den Heer Raadpenfionaris gedaan heeft, en in pene JSota den 9 deezer overgegeeven, aan alle ue Leden zo vi rnederende en hgonendé voor gewapende Nederlanders zyn voorgekomen, en zodaarjig een eevoel in hun veroirzaakt hebben , wat het isthandsdiegulde Vrxheid nog te genieten, die ons dr.or het b'.ot d onzer Voorvaderen gekogt en yeleeverd is, dat zy wel verre van door die allezir.ts. hoon'ènde en met eene vrye Republyk denfpotdryvende eisfchen eenigzints" te zyn gealarmeerd, integendeel , fteuntnde op de rechtvaardigheid derVaderlandfche zaak, en dat die pngetwyffeld op de eene of andere voor ons onbekende wys, door den (*) Dit Stuk hoe zeer ook tot- deeze Cotleftie behoo-. rende, was 'er egter om de verregaande kwaadaartige uitdrukkingen, welke 'erin gevonden worder, reeds uitgemonfterd! dan daar wy het cp nieuw wereldkundig zagen gemaakt in ceïIofrCoinant No. 3 van den 19 Janu. 1788, ?fl hebben wy gedtgt het hier ö<$ te kunnen jolaatzui.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 89 den God van Nederland, den God onzer Vaderen, zal bewaard en belchermd worden; die zelve eisfchen hunnen moed hebben aangevuurd en geheel opgewekt. Zy gevoelen zeggen wy Ed. Achtb. Heeren, 't onwaardeerbaar genot dier Vryheid, welke wy nevens onze Landgenooten op dit oogenblik nog mogen fmaakeh , maar hebben ook tevens zich het leevendigde tafereel voor oogen gefteid, hoedaanig, al wat Vaderlands denkt en voor die denkwyze is uitgekomen, de woede en flagtoffers der üranjc-Aanhang zyn zou, als de Koning van Pruisfen, zyne Krygsbenden tegen Holland doet aanvoeren, en als wy ons dan lafhartig gedroegen en 't Geweer nietaangordeden. Immers zo dra, Ed. Achtb. Heeren ! als wy verzekert zyn, dat de Pruisfifche Troepen eenen inval op onzen vryen grond doen, is ons lot beflist, en wy moeten voor altoos bukken voor den Nederlandfchen Nero Willem den vyfden, in ftaale boeijen gekluifttrd worden en den Scepter der dwingelandy kusfen en eerbiedigen, zo wy ons niet alien als één eenig Man vereenigen om het Geweer te gebiuiken, ter plaatze daar het de hoogde nood vordert. Niemant kan eenige lafhartigheid van den gewapenden flollander vei wagten, veel eer verwagten wy, daar al wat eerlyk denkt, der flaverny en overheerfching vervloekt ; dat onze Kinderen ons allen 't Geweer zullen aanreiken, onze Echtgenooten, Zusters of Minnaresfen het ons zullen aangespen , en ons aanfpooren voor hunne dierbaare Vryheid te ftryden ; terwyl wy haar zweeren haar niet als Slavinnen te willen wederzien, maar dat beste pand ons van God gegeeven, nog by ons derven trachten zullen haar na te laaten. Dan daar wy zorgeloos zouden handelen, indien Wy allen , die de wapenen voeren, uittrokken (dat egter als de nood daar is, zal moeten gefchieden)zonder aivoorens te zorgen voor de veiligheid deezer Plaats, die wy thandsop ons genomen hebben, en ter verantwoóidinge ftaat; zo moeten wv U Ed, F 5 " Achtb.  oo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Achtb. Heeren nog verder verklaaren: dat ons onveranderlvk voorneemen is, op het oogenblik onzer uittrekking ons meester te maaken van die gedeclareerde vyanden des Vaderlands, die zich door hunne daaden, op deeze plaats hebben gedistingueerd zodaanige te zyn, en dat wy met zullen rusten voar dat wy de by ons bekende en hier zynde eerfte Oranje-Aanhangers wel bezorgd in onze iRagt hebben en met ons voeren, om in gevalle wy ter plaatfe zvn daar de nood ons gebied, het Geweer te gebruiken, hun in het heetlte vuur voor ons te plaarien, en moetende, tegen onze verwagting, bezwyken, hun het eerst voor onze voeten te doen fneuvelen, eer wy ons al ftervende over- geeven. . , , Deeze gedistingueerde Oranje-Aanhangers zullen ons (behalven dat geen wy haar veilig kunnen doen verrichten) van dat nut zyn , dat ze waarborgen voo- uwe en aller .braaven veiligheid zyn zullen , alzo wy op de minfté tyding, dat onze Ouders , Vrouwen en Kinderen , Zusters of Mmnaresfen, of eenige onzer weldenkende Vrienden en Plaa'tsgenooten , by onze afwezigheid in hunne Perfoonen of Goederen eenig het minfte nadeel worden toegebragt, die met ons gevoerde Perfoonen daar voor onze gevoelige wraak zullen doen ondervinden, en des noods, oogenblikkelyk voor onze voeten nedervellen. , Dit is, Ed. Achtb. Heejen , ons Declaratoir, dat wy de eer hebben voor te draagen, met die verzekering, dat het daar in gepofeerde in allen deele ten ftiotften zal worden geëxecuteerd. _ Wv vermeenen zo eene Refolutie niet voor U Ed Achtb. te moeten verbergen, terwyl wy vast verwasten, dat zy, die van U Ed. Achtb. in ftaat' zyn het Geweer te draagen , by onze abfentie zich nietfehaamen zullen met andere welmcenenden, die wy daar toe zullen uitnodigen, het zelve ter be-' waaring der plaatfelyke rust tot onze wederkomst op te vatten, wanneer wy de zorg voor de rustdan- kelyk zuilen overneemen. J Na  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen, or Na U Ed. Achtb. in de Goddelyke befcherminge te hebbtn aanbevoolen, hebben wy de eer ons te onderteekenen: De Commisfie ter Direclie van 't Exercitie- Gezeljchap, onder de Spreuk: Vry en Getrouw te Maasfluis. f En uit derzelver naam, (was get.) N. Panne vis, Secretaris. N°. 31. Declaratie van zyne Doorl. Hoogheid de Re. geerende Hertog van Brunswyk en Lunenburg, Commandant van een Corps Troepen van zyne Majejleit den Koning van Pruisfen, aan de Inwoonders der Provincie Holland. In dato den... September 1787. Zyne Majefteit de Koning van Pruisfen my gelast hebbende, om met een Corps Troepen van zyne Majefteit, in de Provincie Holland in te trekken, hebbe ik de Inwoonders van die Provincie vooraf willen onderrechten van de beweegredenen van deezen marsch, van de beveelen van den Koning, en van_ myne intentien. Het is bekend, en daarenboven duiddyk genoeg bevestigd, door de Gefchrifccn te Nymeg^n openbaar gemaakt, dat Haare Koninglyke Hoogheid Meyrouwe de Princesfe van Oranje en Nasfau, den 28 Juny een reis hebbende ondernomen na den Haar. en naar het huis in 't Bosch, met het heilzaam oogmerk, om zo veel mooglyk mede te werken tot de herftelhng van de zo ongelukkig, en zo lang gebrooKene vereeniging van de Republiek der Vereenigde Staaten, in die reis agter Schoonhoven, op het Territoir van de Provincie Holland, aangehouden is door gewapende lieden, ten bevelen ftaande van de Staaten dier Provincie, waar door zy gebragt wierd ■tot ecu plaats genaamd de Goejanverwelle-Sluis; en  p6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot lyke Troepen hun niet het mihfte kwaad zullen doen * en Hechts den Vryen doortocht over hun Territoir verlangen. Daarom worden gemolde Inwoorideren verzogt,zich met tegen de marsch der Troepes-aan te kanten, maar veel eer aan hun alle mooglykb commoditeiten en alle vriend lyke hulpe en byftand die zv mogen nodig hebben, te verleenen. Wat de Inwoonders van de Provincie van Holland en andere Pró\incien, die de party van de zogenoemde meerderheid der Staaten dier Provincie aamhargen, betreft, dcwvl men weet dat het giootite en verftanJigfte gedeelte van de Hoilandlche Natie wel gemtentioneerd is voor het oude Patnottifche en Conftitutioneele fyftéma, en dat het alleen door geweld en overmagt is, dat, dat gedeelte is overgehaald geworden, om het lyftéma van een oproerige party te volgen ; zo verzekerd men plechtig van wegen en uit naam van zyne Majefteit de Koning van Pruisfen, dat deeze ftap geenzints is om aan de Conftitutie, Vryheid en welzyh van de Republyk en der Provinciën die dezdve uitmaaVn. eenig nadeel toe te brengen , maar alleen om die fatisfacbe te neemen, die den Koning aai: zich zelv( n , en aan Mevrouw de Princesfe van Oranje zyne Zuster verlhuldigd zyn, en om het hooggaand affront hunne Perfoonen aangedaan, te wreeken; dat derhaiven de Koni^elvkeTi-O' pen overal die goede en exaótedisciplinezull n obferveeren, die altoos hun karacter heeft uitgemaakt; dat zy geen kwaad zullen doen aan de Inwoonders van het platte Land, die zich zullen ftil houden, en die zich niet zullen kanten tegen de marsch; noch aan die Steden, die goedwillig de Poorten zullen openen; dat men die alle met alle vereischte zagtmoedigheid en maatigheid behandelen zal; en dat het alleen tegen die zal wezen, dewelke zich tegen de Troepen van "zvne Majefteit zouden willen verzetten , dat men het geweld_ gebruiken zal om hunne tegr-nftand en booze wil te overwinnen. Het is door alle deeze redenen, dat ik Ondergefchreevene Generaal-Commandant en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 97 fe&B h,et 9°rps Jröspen van zy«e Pruisfifche Majefteit, tot deeze Operatie gelchikt, de bovengemelde verzekeringen herhaale aan alle de Inwoon^ aers van de Provincie van Holland en ander* Pro vincien. Ik eisch van hun en vermaane hun op het iterkst en best, van zich niet aan te kanten teg»n den marsch en werkingen der Troepen die ik commandeere, maar hun veel eer te verleeneneenvrven ingang goedwilligheid en alle hulp en byftand: üi? de omfiandigheden vereisfchen. Gegeeven en geteekend in het Hoofd-Kwartier. (was getekend) - Carel Wilhelm Ferdinand; Regeerend Hertog van Brunswyk en Lunenourgi N>. 32. Misfive van Haare Koningl. Hoogh., Mevrouwe d£ Princes van ürange en Nasfauw, aan zyne Doorl Hoogh. den regeerenden Hertog van Brunswyk en Lunenburg: In dato den 15 September 1787. Myn Heer! Op het oogenblik, dat Uwe Hoogheid zich aari het hoofd van een Corps Troepen, daar de Konii* mynen Broeder Uhet bevel over toevertrouwd heeft" naar de Provincie van Holland ftaat te begeeven, fëlïS my Seo|ilo?fd Uwer Hoogheid nogmaals de belangen dier Natie aan te beveelen , diemy zo dier! baar is, en tot wier voorfpoed ik my altyd eene eet zal rekenen zo veel doenlyk toe te brengen. Ik heb niet Kunnen voorzien, dat een zo eenvoudige ftap, als naar den Haag te willen gaan, zo gewigtigegeVolgen zoude kunnen hebben, en die nlardSnfchy» zo weinig overeenkomen met de heilzaame oogmerken,, welke my tot die reis bewbogen hebben. ' wel is waar, ik verwagttegroote hinderpaalen iü Snn,v?°rne-eTn, 0m ,de rust en vrede te herftellen: dan het eenig beletzel, daar ik, als niet waarfchynii DEEL. G fylC  o8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot lvk zvnde, ook niet op voorbereid was, heeft my, door den Voortgang myner reis gewelddaadig te fluiten, ongelukkiglyk geheel buiten ftaat gefteld aan myn oogmerk te voldoen ; doch zo de ongehoorde handelwyze, tegen my m Holland gehouden, eene handelwyze, waar van de indruk op myiie ziel aileenlyk door de innige overtuiging dezelve Biet verdiend te hebben, verzagt is geworden; zodie handelwyze, zeg ik, alle de Hoven, ja ieder "braaf en redelyk Mcnsch, verontwaardigd heeft, wat zal men van die genen denken, welke thands demeerderheid in de Vergadering van Holland uitmaaken, als men zien zal, hoe zy de belangen yan het Vaderland miskennen, dezelven aan kleine bedoelingen van eigenbaat opofferen , cn den Koning uoodzaaken eene fatisfaclie te neemen, die men aan zyne vriendelyke vermaaningen weigert. De verklaaring des Konings, dat zyne Majefteit den hoon aanmerkt als hem zeiven aangedaan , heeft myn hart met dankbaarheid doordrongen', maar na de antwoorden welke men daar op dorst geeven, en de onrechtvaardigheden, welke deeze pretenfe meerderheid onopnoudelyk beging , zoude die zelfde verklaaring my in de uiterfte ongerustheid gebragt hebben voor een Land, dat ik federt twintig jaaren als myn Vaderland befchouwd, en wiens belangen onaffcheidelyk aan die van myn Huis vcrknogtzyn, ware ik niet opgebeurd geworden door de verklaringen van Hun Hoog Mogende, van de voornaamfte Leden der Vergadering van Holland, en van het erootfte gedeelte der Natie, alsmede door de grootmoedige \lenkwyze die zyne Mjjefleit kenteekend. De Koning kon my geen fterker bewys van die grootmoedigheid geeven, dan door Uwe Hoogheid met de uitvoering zvner bevelen te gelasten, en de gevoelens , die Uwe Hoogheid my te kennen heeft gegeeven, en die uit het Manifest en Declaratie aan de Inwoonders van Holland blykcn . laaten mv geen oogenblik aan de wvsbeid en billykheid Uwer bedoelingen twyffelen. Vergeef my eg^er,  r de &beurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 99 Myn Heer! dat ik niettemin Uwe Hoogheids eodertierenheid voor de misieide en door d fit ver voerde Ingezetenen aanroep, en dat ik UweH00L he.d verzeker de verzagting van hun lot, en de beicherming aller goede Ingezetenen, als eene bv zondere gunst voor my zelve te willen aanmerken" Ik acht het tevens mynen plicht, by deeze ïele" genheid plechtiglyk aan Uwe Hoogheid te verS" ren, dat ik volftrekt overeenkomftfg deTgemTaSd: beginlelen van den Prins, nu wederom in een na der Declaratoir ontwikkeld, nooit de omftïïdi*" heden, hoe voordeelig ook, te baat zal neemen öm aan myn Huis eenig uitgeftrekter gezakte hl' zorgen, dan de Conftitutie en waare Vryhlid deT zer Landen aan het zelve toekennen; en . wat mv m het byzonder aangaat, hoe gereed ook om altvd mynen vlyt aan te wenden ter Bevordering? van Se belangen des Vaderlands en der mynen, zonder eï mge moeite of onaangenaamheid te ontzien1 ester lZgTn jnvl-rdfhan' noch eenen anderen vS! lang, dan die tk aan welverdiende vriendfchan en achting moet verfchuldigd zyn c"uicnap en kentetvkhXF^f-?8' g?paard m"dediepfte eraelnTnf ntm'en.31 * akyd met eeüe bVz^dere Nymegen, den &c. Myn Heer' Uwer Doorluchtige Hoogheids Dienstwillige Nigt en Dienaresfe, (was get.) Wilhelmina. N°' ?lAXna£l,UÜ de Notulen van de Vroedfchap der ütaa Utrecht, waar hy aan de Burgery word ge. lommumceerttwee Refolutien van lieiDefenfie Weren te Woerden, tendeerende de eerfte, in geval verlovens en de tweede, om den Commandant en v 2 chef  èe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ioj jNaam eere te geeve-n, voor' die merkwaardige' en allergelukkigfte en gezegeiidfie verlosflnge en reddinge van de Stad zonder bloedftorting, geweld of tegenftand, niettegcnftaande alle de toebereidzelen binnen deeze Stad en rondom dezelve gemaakt'; midsgaders te bidden cm de vergeevinge der, zonden in het Bloed des gezegenden Zaligmaakers en de mededeeling van zynen Heiligen Geest, tot op. merkinge zyn'er groote daadcn , en bekwaammaakinge om daar aan te beantwoorden; en den Heere wyders met vuurige Gebeden aan te roepen, dat hy de ruste in de nabuurige Steden en Provinciën wil herftellen, en aan de Kepublyk, Provincie en Stad weder f'chenke. den yoorigen bloei en welvaart, tot heerlykheid van zynen Naam. En op dat niemant hier van eenige onkunde voorwende, zal deeze afgekondigd, gedrukt, en naar gewoonte aangeplakt worden. Aldus b'y de Vroedfchap der Stad Utrecht geattesteerd den 17 September 1787,.en morefolito van den Stadhuize gepubliceerd den 18 dito. ltirkenn'isfe van my, (was get.~) J. W. de. Ruever. N°. 38. Publicatie van de Regeering der Stad Utrecht, waar by aan de Burgers wordt gelast, om hunne Snaphaanen en verder Wapentuig, op het Stadhuis te brengen. In dato den 17 September 1787. Eurgemeefteren en Vrocdfchappen der Stad Utrecht, ontwaar geworden zynde , dat veele Burger-Schutters hunne Snaphaanen en verdere Geweeren aan het Stadhuis gebragt, en fommigendie in de Stads Gragten geworpen hebben, en hetnogthands zoude kunnen gebeuren dat eenige Burgers als nog hunne Snaphaanen, Patrnontasfen en verdere Geweeren onder 'zich gehouden hadden , vermanden en gelasten-alle Burgers en Ingezetenen deezer  io8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zer Stad en Vryheid* zo wel Burger-Schutters als die tot het Exercitie-Genoodfchap of andere Corpfeu behoord hebben, om de Snaphaanen, Patroontasfen, Patroonen en Zydgeweeren, welke zy nog onder zich mogten hebben, als mede Buskruit en alle andere Ammunitie in het Stadhuis over te brengen, zullende tot den' ontfang van dezelve gevaceerd worden, op woensdag den 19 September des yoornoens ten. negen uuren. En ten einde niemant hief van onweetenheid voorwendde,- zal deeze afgekondigd, gedrukt en aangeplakt worden- Aldus by de Vroedfchap der Stad Utrecht gear^ fefteerd den 17 September 1787, en moreJolito van den Stadhuize gepubliceerd. In kennisje van my (was get.) J. W. de Roever. No. QOi ExtraB Uit de Refolutien van de Heeren Staaten1 van 'Holland eh* Wesi-ïriesland, in Hun Ed* Groot'Mog. Vergadering genomen, tot herjtelling van zyne Doorl. Hoogheid in deszelfs eminente Charge van Kapitein-Generaal enz* ln dato den 18 September 1787.-. \ Op het geproponeerde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, in ferieufe aanmerking genomen zynde den hagchelyken en gevaarlyken toeRand deezer Provincie, en de indispenfable noodwendigheid, van door daadelyke en onverwylde maatregelen den verderen ondergang derzelve voor te komen, en tefTens deeze Keïidentieplaats, van de gevolgen die te dügtenzyn, te bewaaren en te beveiligen; is, na voorgaande deliberatien , goedgevonden en verftaan, de Refolutien, waar by zyne Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder is "gefulpenfoerd in deszelfs charge van Kapitein-Generaal deezer Provincie, in te trekken en buiten ef- few  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. io$ feft te Hellen, en zvne Hoogheid te herftellen in het Commando van het Guamifoen van dén Haag, met eene nodiging en inftantelyk verzoek, om zich naar den Haag te wiilen begeeven, ten einde met Hun Ed. Groot Mog. alles aan te wenden tot behoud der Provincie, tot herftel der waggelende Conftitutie en tot demping der vernielende tweefpalt, de oirzaak van alle de rampen; en dat daar toe aan zyne Hoogheid zal worden geaddresfeerd de navolgende misfive: DOOLUCHTIGE VORST EN HEERE! By onze Refolutie van heden goedgevonden „ zynde, Uwe Doorluchtige Hoogheid te herftel„ len in deszelfs eminente Charge van Kapiteiri,, Generaal deezer Provincie, met intrekking en te „ nietdoening onzer Refolutie van fufpeufie, met i, al het geen daar toe relatief is; en in het byzoni, der Uwe Doorluchtige Hoogheid in het Commani, do van het Guamifoen van deeze onze Refiden„ tieplaats te herftellen , ht bben wy niet willen „ afzyn Uwe Doorluchtige Hoogheid daar van ten i, fpoedigften kennis te geeven, en te gelyk te ver,, zoeken, om, in aanmerking van de critiqueom|» Handigheden,. waar in onze Provincie zieh thands „ bevind, Wel te gelieven zich naar den Haag te ,, begeeven, ten einde met ons alles aan te wenden ,, tot behoud der Provincie, tot herftel der wag'i, gelende Conftitutie en tot demping der vemie„ lende tweedragt. ,, Waar mede &c." En zal van den ophef der voorfchreeven fufperifie aan de Chefs der Militie, ter repartitie deezer Provincie ftaande , Aanfchryving worden ge• daan , om zyne Hoogheid als Kapitein-Generaal deezer Provincie te reipecleeren , midsgaders de Orders en Patenten, die Hoogstdezelve aan haar in tyd en wylen zal komen te geeven, precies na •te komen en te pareeren; zullende hier van ter Verga-.  lio Verzameling vdi Stukken betrekkelyk tot gadering van Hunne Hoog Mog. kennis worden gegeeven. Accordeerd met de voorfchreeven Refolutiê. 3N°. 40. Publicatie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, tot voorkoming van alle oproerige gefprekken, beweegingen en famenrottingen enz* ln dato den 18 September 1787. De Staaten van Holland en West-Friesland, allen den genen, die deezen zullen zien of hooren leezen, falut. Alzo wy in "de tegenwoordige omftandigheden nodig geoirdeeld hebben, tot bewaaring van de puplyke rust, by renovatie van onze voorige Placaateii nadere voorziening te doen. Zo is 't, dat wy, tot efficacieüfehandhaavingvan de voornoemde onze Souvereine bevelen, en ten einde teffens, voor zo veel des noods alle pretexten af te fnyden, als of deZelve in deeze of gene opzichten niet zoude zyn van eene fteeds voortduurende werking, by renovatie goedgevonden hebben: alle en een iegelyk, van wat ftaat of conditie hy cok zoude mogen wezen, zeer ernftig te vermaanen, om zich als ftille en vreedzaame In- en Opgezetenen te gedraagen, en zich in het byzonder te wagten van alle oproerige gefprekken, beWeegingen en faamenrottingen, midsgaders van alles, hoe ook genaamd, dat verder, het zy Onder bedrieglyken ichyn van vrolykheid , of onder wat voorwendzel het ook zoude mogen wezen, tot llooring van onderlinge rust en eendragt aanleiding zoude kunnen geeven, en particulierlyk van het pleegen van alle infolentien, en het doen van fmaadeIvke bejeegeningen, vooral by wege van feiten of met geweld, aan wien het ook zvn mogte, zo ten aanzien van deszelfs Perfoon als Huis of Goederen ; terwyl wy voorts goedgevonden hebben by provifie te furcheeren de verdere dispofitien van het voor- zeide  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. mrgsvallm. 113 Voorts verzoeken wy alle Ingezetenen op hunnhoede te wezen, om dat wy vasteiyk beflotenhebben, om indien de Pruisfifche IV epen deeze onze Provincie naderen of inrukken, en indien de verzamelde Burgermagt by Franeker, alsdan onverhoopt niet irerk genoeg mogt wezen, om dezelve tee^n, te (taan, het Land alsdan in zo éen hopeloos seVal, in navolging van het geene door onze Voorouders in den jaare 1672 in een gelyk geval is geIchied, onder water te zetten, doch dat zulks met gebeuren zal, indien de magt fterk genoeg is, om het geweld te keeren. En geeven wy in dat geval aan alle Lands-Ingezetenen de vryheid en het recht, om de fchaade, die zy lyden, dat op de Bewerkers van het kwaad te vernaaien; En op dat niemant eenige onkunde voorwende, zal deeze alomme worden gepubliceerd en geaffil geerd, daar men gewoon is Publicatie en Afficïiete doen. ' rrhMm' geresolveerd en gearrefteerd op het Landicüaps Huis binnen Franeker, den &c. (geteekend) C. L. van Beyma. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mogende, (abf. Secret.) H. L. van Alténa*, i No» 4.2. Publicatie van de Regeering der Stad Schooni hoven, waar by te kennen geevenj dat zy alle zodaanige Refolutien welke in haare Stad, 't zy by overjtemming, 't zy met eenpaarigheid, ten nddeele van den Heére Erfjladhouder, eenige jaaren zyn genomen, hebben verklaard voor nul en onwaarde, en dat dezelven in de Refolutieboeken zullen worden, geroijeert enz. In dato den 18 September 1787. Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Schoonhoven, tot hunne blydfchap ondervindende 3n ziende, dat die gene van hunne Medeleden, wel* I. Pïel, h jee  136 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot De Heeren van den Gerechte der Stad Haarlem, in achting genomen hebbende, dat by Hun Ed. Gr. Mog. gereiolveerd is, de Publicatien omtrent het draagen van Oranje-verfierfels te iurcheerèn; en in «rvaaringe gekomen zynde, dat fommige Lieden "binnen deeze Stad zich genegen toonen tot het draagen van zodaanige verfierfels; hebben , na Deliberatie, en ten einde voor te komen de onlusten, welke daar uit zouden kunnen ontdaan, "'en waar. door de rust, die tot nog toe alhier zo gelukkiglyk heeft plaats gehad, geftoord zou kunnen worden, goedgevonden en verdaan, allen en een iegelykop het erndigde te waarfchouwen, en te gelasten, dat, of fchoon aan de genen, die daar toe genegen mog. ten zyn, vry gelaaten word het draagen van zodaanige Öranje-verfierfels, niemant nogthands daartoe, aal mogen gedwongen of genoodzaakt worden ; wordende integendeel wel expresfelyk geinterdiceert t.n verboden, iemant, wiehyook zy, wegenshet al of niet draagen van zodaanige Oranje verfierfels, lutt woorden of daaden te beleedigen, of aan Lyf of Goed te moiesteeren, of te befchaadigen, terwyl alle dwang en geweld aan eenige Perfoonen , Huizen of Bezittingen , deswegens, of uit eenigerhande oirzaaken gepleegd, ten drengde zal worden achtervolgd , en de genen welke zich daar aan f.-huldig maaken, als Verdoorders van de publieke rust, aan Lyf en Leeven, naar exigentie van zaaken-, rigoureufelyk gedraft, enz. Nu. J4- Declaratoir van den Krygsraad der Stad AmJl'eldam, waar by verklaaren en de Burgery aanmaanén , zich in het defendecren der Stad te gedraagen r.aar den raad, en het commando op tJ volgen van de Heeren Officieren, de Ridder de Ternaint nz. In dato den 20 September 1787. Qr v . 1M vr, Hun Ed. Groot Achtb de Heeren Lur^cmeesieren en de Achtbaare Raad deezer Stad  de Gehurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 139 JSft, 56. Refolutie van Hun Hoog Mog. de Heeren Stoetten Generaal, nopens de proyijioneele fufpenfie van Officieren enz. In dato den 11 September 1787. Hun Hoog Mog, hebben by Refolutie van den ai September goedgevonden: het gerefolveerde van den 1 Juny laatstleeden, nopens de provifioneele fuspenfie'van alle de Officieren, welken zich aan overtreeding van den óód aan de Generaliteit hebben fchuldig gemaakt, in alle de Posten, welken zy bekleeden, en waar in zy wegens de Generaliteit, zyn beëedigd eri commisfie ontfingen, te confirmeeren, met byvoeging van zodaanige ande-^ re Officieren , welken zich mogten hebben misgreepen, en aan hun plicht gemanqueert;' en om dienvolgende, den Raad van Staaten te verzoeken, om daar aan,,'c zy door aanfch'ryving aan de comfnandeerende Officieren der Regimenten' of der Plaatzen, alwaar dezelven zich bevinden, of op zodaanige andere wyze, als meest gefchikt.zal zyn de nodige executie te geeven: en zulks onverminderd zodaanige Actie, als van wegen het Officie Fiskaal zal geoirdeeld worden tegen hen te kunnen; en te moeten worden geinflitueerd , met verder verzoek aan gemelden Raad van Staaten, om, tot waarneeming van het Officie-Fiskaal, in dit extraordinair geval, te authorifeeren en te emplooijeeren één van 's Lands Advokaaten, het zy'van Hun Hoog Mog , hetzy van welgemelden Raad. Wordende voorts, by opgeroeide Refolutie, zyne Hoogheid, als Kapitein-Generaal der Unie verzogt, om op zodaanige wyze, als Hoo, Int. ,, Nadcmaal, door de zonderlinge en aanbidlyke ,, Voorzienigheid van den Allerhoogften, de on„ gelukkige omftandigheden, in welken zich voornaamlyk deeze Provincie, door hooggaande onlusten en verdeeldheden, tusfchen Regenten en Regenten, Burgers en Burgers, en In- en Opgezeteneh, was gedompeld, merklyk ten besten „ zyn veranderd, en door de gelukkige herftelling Js van zyne Doorluchtige Hoogheid den fleere Prinfe van Orange en Nasfau, Erfstadhouder, „ Erf-Kapitein Generaal en Admiraal Generaal deezer Provincie, in alle zyne hooge Waardigheden , Hoogstdenzelven, by zyne meerderjaaring„ wording, Staatsgewyze, wel en wettiglyk opge„ draagen, wel haast, zo wy van Gods gunftigen ,, zegen hoopen en verwagten, geheel zullen op» „ houden, indien niet het geluk, de rust en Wel„ vaart van den Lande weder op nieuws werde geftoord en beroerd, door de kwaade machinatien 3i van de zodaanigen, welke het Land tot op den ' oever  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 143 „ oever van deszelfs bederf hebben gebragt, en'er „ ons dierhalven niets meer in dit gezegend tydftip kan ter harte'gaan, dan dat de rust, vrede, eendragt en goede harmonie, tusfchen ons en ,, Hooggemelde zyne. Doorluchtige Hoogheid, op „ nieuws werde gevestigd en beftendig gemaakt, ,, en wy niettemin, tot ons grievend leedwezen ,, ondervinden, dat dezelve machinatien en aan,, ftookingen tot verdeeldheden, fteeds by fommi,, ge Leden en Ingezetenen van eenige Steden deezer Provincie nog plaats vinden en werden aan)t gekweekt , tot merklyke verachtering van het ,, welvaaren van dén Lande; zo is het, dat wy daar ,, tegen willende voorzien, alle en een iegelyk, ,, van wat ftaat, rang of conditie, dezelven ook „ binnen deeze Provincie zouden mogen zyn, en wel in het byzonder de zodaanigen, welke zich ,, nog binnen deeze Provincie de qualiteit van Ge« „ committeerden tot directie of defenfie van eeni,, ge Stad of Plaats zouden mogen aanmaatigen, j, uit hoofde vangeëxteerd hebbende Genoodfchap,, pen van Wapenhandel, welke wy alle, byonze ,, Refolutie van den 20 deezer, hebben gedisfol,, veert en buiten onze Protectie gefteld, en uit ,, aanmerking van die hunne prastenfe qualiteit of „ invloed, zouden mogen tragten de Regeering van ,, fommige Steden te beletten, om zich by de door ons, tot redding van het Vaderland, thands ge- | nomene Refolutien te voegen, of dezelven te | ,, noodzaaken om zich tegen den inmarsch der Pruisfifche Troepen, als ware het tegen een vy- I and, te verzetten, en , door het doorfteeken van f - „ Dyken en andere middelen van defenfie, niet al,, leen de goede Ingezetenen deezes Lands , op ,, eene onherftelbaare wyze, in hunne goederen te i „ ruineeren, maar ook'daar door dezelve Troe-. I j, pes, hoe zeer tot geheele andere eindens en al,, thands met geene vyandlyke oogmerken binnen „ deeze Provincie gekomen , onvermydlyk tot vy- | „ andlykheden te provoceeren, en dezelve Inge. » ze.  14§ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zynde, egter in dienst van de Staaten van Holland, in deeze Capitulatie zullen begrepen zyn. Nieuwer-Sluys, den 2.1 September 1787. No. 62. Aanfpraak van den Heer Mr. Mattheus van der Pot, als Advocaat-Diaken in's Gravenhage , uit naam van alle aanwezende Diakenen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erfftadhouder gedaan, op Vry dag den 21 September 1787. doorluchtigst en tederst geliefd vorst ! Het Collegie van Diakonen der Nederduitfche Gereformeerde Kerk, voor zo verre het alhier vergaderd is, neemt de vryheid, om den Perfoon van uwe Doorluchtige Hoogheid eerbiedigst te naderen, en uit 's harten grond te begroeten. Voor hunne Perfoonen begroeten zy uwe Doorluchtige Hoogheid, als het onfchatbaar voorwerp hunner tederlte liefde , en welmeenendfle hoogachting ! Als Bewooners van den Nederlandfchen grond, begroeten zy U, als het eminente Ploofd van deezen Staat, — als Neêrlands dierbaaren Erf-Stadhouder, —— als het Rustpunt der waare Vryheid, als den Vader des Vaderlands! Als Burgers van deeze Hofplaats, begroeten zy U, —— als hunnen eerRen Weldoener, — als de voornaamfte bron van hun beftaau en welvaart. En als Armbezorgers deezer Plaats begroeten zy U, — als den toevlugt van alle Ongelukkiger], als den fchat der Armen, als den fteun der Diakonen. Zo denken, zo gevoelen, en zo fpreeken Diakenen van de Haagfche Gemeente, maar niet alleen voor hun zeiven, —— Neen! door hunne mond fpreekt ook het gantfche behoeftig gedeelte der Natie aan deeze Plaats, —■ en onze gevoelens druk» ken haare gevoelens uit. Ontfang dan Doorluchtig Vorst, de welmeenendfle  de Ghcurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 149 fte gelukwenfchingen, als de taal van ons hart, niet 1 alleen, neen, maar ook als de ftem van alle onze 1 arme en behoeftige Medeburgers, ja, als de ftem | van alle Vryheid- en Godsdienstlievende Ingezetei nen van deeze Plaats, —* in een woord, als de f'waare, de algemeene, maar helaas! zo lang ver- I drukce en gefmoorde Volksftern! Geluk, dier- I baare Erfftadhouder! —■ Driewerf geluk, met Ui we zo lang gewenschte, zo vuurig afgefmeekte, en : behoudene terugkomst! —— Ons gantfche Land, * wy allen, en inzonderheid onze arme NatuurgenooI ten zonken in hun verderf, toen Oranje onderdrukt ;| wierd. 't Volk bad, — God hoorde! — O- c| ranje word ons weder gegeeven, en met hem de w waare Vryheid, en ons innigst vergenoegen. —• 1| Geluk, driewerf geluk! — 's Lands welvaart zal i herleeven ! — de zuivere Godsdienst bevestigd W worden! — en de uitgeputte Diakonie-Kas nieuwe I kragten krygen. | Onnodig is het, die laatfte, en denoden onzer n behoeftige Medeburgers, Uwer Vorftelyke Door- ii luchtigheid aan te beveelen, iedere aanbeveelt ling zoude een bewys wezen, dat wy de deugden li en het hart van onzen Vader vergeeten waren. Dit alleen moeten wy meteen woorden met eene zucht ü aanroeren, dat onder de tallooze rampen , die de ii onderdrukking van de Oranje-Stam, en het afwe|i zen van Uwe Doorluchtige Hoogheid, aan deeze | Hofplaats berokkend heeft, geene de minfte is, de j geheele uitputting van de Kas onzer Diakonie, en . dat niets dan Uwe wederkomst, ons de aangenaaM me gerustheid geeft, dat, daar wy zelfs in Uw aftj wezen de blyken Uwer milddaadigheid te meermaa* M len hebben mogen ondervinden, wy thands voor| naamelyk in ftaat gefteld zullen worden, om in de I nooden en het gebrek van onze Armen, en harteU iyk geliefde Medechristenen te konnen voorzien. Behoeven wy, na dit herhaal te zeggen, wat I wy, en alle Armen , en Ongelukkigen met ons, I: op deezen hoogstgelukkigen dag gevoelen ? K3 wat  i50 Verzameling van Stukken lelrekMyk tot Wat "wy en zy wènfchen ? — wat wy en zy bid" den. Traaneö van vreugde over Gons weldaaden, *—' traanen van dankbaarheid cn erkcntenisfe, - marien die de zuchten van onze Zielen uitdrukken klimmen uit aller oogen op, tot Gco in den Hemel , en troonen alle de beste en wezenlykfte zegeningen, naar ziel en lighaam, voor tyd en eeuwigheid neder, op de hoogst dierbaare Perfoon van. Uwe Vorftelyke Doorluchtigheid , Necrtends Ver-; iosfer, - op Uwe Koninglyke Gcmalinnc, Ncêrlahds Moeder, - op de Vorftelyke Telgen, Neerlauds verwagting, -- en op het gantfche Doorluchtig Huis van Oranje, Neêrlands behoud! Hier Doorluchtige Vorst, ■*- hier verfmelten wy, en geen woorden "kunnen de gevoelens van onze harten meer uitdrukken. —- Eeuwige goedheid | . Eeuwigen dank zy U! Oranje bloeit * — Hy bloeit by ons! No. 63. ExtraB, uit het Boek van Refolutien der. Stad ■ Zvjolle, behelzende de provijimeele aavflelling van, Officieren by het Burger- Regiment , en volgensiehnnene Qualificatie "van Ridderfchap cn Steden, de disfolutie van de Provinriaale Brigade, en hei Corps li,gte Cavallerye, met het ontjlaan van dis \ Corpfen uit den Provinciaalen ééd: -als mede de intrekking van de vergunde Legalifatie aan de Gemosdfehappen van Wapenhandel binnen de Stad Zwol-) l le en van de Buur fchap Windesheim daar buiten., enz. In dato den 21 en 22 September 1787. Vrydag den 21 September 1787. r van der Wyck loco Camr. ThoessinkI Cofs. A en tLlNDENHÖF. Goedgevonden de Heeren van der Wyck, vak! Mart.e, Bo-dde en E'Ndenhöe, en by abfentie van] de  Be Gebeürtefilsfen in i?87 enz. voorgevallen. 15r de Heer Burgemeester vak oer Wyox:, de Heet Camr. Geederman te committeerën' ten fine als bjr de propofitie op heden aan de Meente gedaan e vervat. Satürdag den 22 September 1787. rCamr. Ravesteyn loco Camr. Thoessihk Cofs. \ en ILindenhof. De Heeren ex fenatu by Refolutie van den 2ifien deezer gecommitteerd, ommët de benoemdeCdmmislie uit de Meente (*) de nodige fchikkingen tes maaken, welke in deeze critiqoè omftahdigheden* ter bevordering en behoud van detustea veiligheid! deezer Stad en derzelver Ingezetenen., nodig zullen bevonden worden; hebben-ter Vergadering gerapporteerd , dat opgemelde Commisfie uit Raad ent Meente, uit confkteratte-dat de tOeftawd "van zaaken thands de demisfie van de Provinciaale Brigade, alhier opgerigt, en rhet hifcr irtede met confend van Schepenen en Raaden jge'ëtablisfeerd Genootfchap van Wapenhandel vorderde; geoirdeeldhfld» dat vermits het abfoluit noodzaakelyk is, dat nas de demisfie dier beide Burger-Corpfdn de Stad door gewapende Burgers, ten einde alle beweegingen binnen dezelve kragtd'aadig voor'te kotttew se hebben, lasten en beveelen wy, dat deeze i* M ' de  de -Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. tf$P de refpeöive Sneden cfc^zefi Provincie , ah ook in de Plaatfen alwaar Militie is leggende, zal woidep. ■gepubliceerd en gearïi^eesd, alwaar htt behoorden ce gefchieden gebtuikelyk i$. . Gedaan in den Hage onder het Klein Zegel va& den Lande, den &c (Cnderjttmd) Ter Ordonnantie van de Staatenv Qwas gêJ.) C. Clotterboke. JM°. 67. Publicatie van Hun Edel Mogenden de Heeren Staaten van Fries-land, 6ver het behouden der Wapenen van fommige gedisfolveerde Cenoodjchappen, tegens Ordonnantie van Hun Ed. Mog. In dato den 22 September 1787. De Staaten van Friesland, allen den genen, die deezen zullen zien. of hooren leezen, falut: does te weeten. Dat, dewyl wy by onze gedaane Publicatie yan den 4 deezer maand hebben goedgevonden en ver-ftaan, alle de Refolutien en befluiten by ons genomen, waar in eenige legalifatie en wettiging der Exercitie-Genoodfchappen en Vry-corpfen, of wat van dien aart, en onder welke benaamingen ook, als van vrywillige Schutteryen of anderzins in deeze Provincie gevonden wq?d, in te trekken en te vernietigen, dezelve eloor opgemekie Publicatie intrekkende en vernietigende, met disfolutie van voorfchreeven Genootfchappen, Corpfen &c., en verbod aan dezelve en de byzonderè Leden daar van, om zich gewapend op de publieke wegen of Rraaten te vertoonen, veel minder, om iemant aldaar eenig leed aan te doen, of in zyne vryheid te verhinderen, by pcene van als OvertreeUers van 's Lands Wetten, gelyk alle andere Contraventeurs geftraft te worden: en wyders by die onze publicatie,  l6o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tie, om redenen daar by gemeld, aan alle de Leden der voorfchreeven Genoodfchappen aangeboden hebben, om hun Geweer en Wapenen tegens een bepaalde prys aan 's Lands Ammunitie-meester te kunnen overgeeven; en wy geinformeert worden, dat, niet tegengaandedieonzeaanbiedinge, veele geweZene Leden der voorfchreeven gedislolveerde Genoodfchappen &c. hunne Wapenen blyven behouden , en fommigen zich zelfs niet ontzien onze meergemelde Publicatie van den 4 deezer maand te 0vertreden. Zois't, dat wy hebben goedgevonden en verRaan, gelyk wy goedvinden en verRaan by deezen, aan de gewezen Leden van het gedisfolveerde Genoodfchap binnen Leeuwarden en de Jurisdictie van dezelve Stad te ordonneeren , om binnen vieren- twintig uuren na Publicatie deezes, en aan de gewezen Leden der andere Genoodfchappen &c., in deeze Provincie geëxfilleerd hebbende, om binnen agt dagen eerstkomende, hun Geweer en Wapenen tegens de bepaalde prys in handen van de voorfchreeven Ammunitie-meester te Rellen : by pcene, dat die gene, welke zullen mogen worden bevonden een Ëxercitie Geweer of Geweeren agter gehouden te hebben , boven verbeurte dier Geweeren, vervallen zullen in eene boete van vyf en twintig Caroli Guldens op ieder agter gehouden Geweer, ten profyte van de Armen ter plaatze der wooninge van den Contraventeur of Contra ven teurs. En ingevalle onverhoopt aan deeze onze welmeening niet mogte worden voldaan, laaten wy aan de Pleeren, bv Staats-Refolutie van den iften deezer maand gecommitteerd, en by onze Waarfchouwinge van den fjden daaraan volgende gemeld, over, om zodaanige maatregelen te neemen en te handelen , als tot gerustficllinge der goede Ingezetenen en ter bereiking van ons rustlievend oogmerk naar tyds omftandigheden zullen verRaan te behooren, Aldus  dë Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 161 AI lus gerefolveerd en gearreReerd op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden, den 22 September 1787. (was get.) J. C. Bergsma, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. (was ger.) A. J. v. Sminia. N°. 68. ExtratT, uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende dispofitte over eene misfive van den Heere Droste van Twente, wegens de Geweeren der door de Pruisfen ontwapende Vrycorpfen. In dato den 22 September 1787. Ontfangen eene misfive van den Heere Droste van Twente, gefchreeven te Holten den 21 September t787, houdende, dat de Heer Overfte Baron van Goecking commandeerende de vyf Esquadrons Husfaaren van zyne Koninglyke Majefteit van Pruisfen, zich dien dag aan hem Heere Droste had geaddresfeert, te kennen geevende , dat hy uic hoofde van de gedaane dreigementen door de gewapende Vrycorpfen deezer Provincie (*), en de daar óp gevolgde waarfchouwinge van den Heere Hertog van Brunswyk (f), zich verplicht gereekend had, voorfchreeven Vrycorpfen te moeten ontwaapenen en de Geweeren mede te voeren, offereerende dezelve aan hem ter hand te zullen ftellen, doch dat hy daar in yermeind hadde te moeten difficulteereh, waar op dien Heer was gerefolveerd, om ze naar Zutphen aan te brengen en daar in de poort te blyven ter dispölitie van Ridderfchap en Steden, verzoekende Hun Edele Mogenden daarvan te willen informeeren , zo als hy de eere had by deezen te doen. Waar öd zynde gedelibereerd, is goedgevonden, de refpecfive Heeren Drosten en Hoofdofficieren dee- (*) Zie n°. 29, bladz. 84, (t) N<\ 35. bl. 105. I. Deel. L  1(52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot deezer Provincie mits deezen te authorifeeren en te rcquireeren , om de Geweeren van de refpective Genoodfchappen naar zich te neemen, en op eene fecuure plaats in deeze Provincie in bewaarmg te ftellen. En zal hier van by misfive en extract deezes, aan dezelve worden kennis gegeeven tot derzelver narigt enz. NJ. 69. Publicatie van den Rove van Holland wegens 't opkaulen van Geweeren enz. in 's Hage. In dato den 22 September 1787. Willem, by de gratie Gods, Prins van Orange en Masfau &c. &c. &c, Erf-Stadhouder, Erf-Gouverneur, En-Kapitein Generaal en Admiraal; mitsgaders Prefident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland: allen den genen die deeze zullen hooren leezen, falut. Alzo Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, by Refolutie van den 21 September deezes jaars, hebben goedgevonden, den Prefident en Raaden voorfchreeven te quaiificeeren, om in alle zodaanige Huizen, waar omtrent fufpicie zoude vallen, dat in dezelve een onbetaamelyk aantal van Geweeren worden gevonden, dde Geweeren aan te houden, cn naar bevind van zaaken tegen de Bewonnders derzelve Huizen te procedeeren, zo als het Hof in goede Juftitie zal vermeenen te behooren. Zo is 't, dat wv, (na daar over gehoudene conferentie met de Magiftraat van 's Hage) hebben goedgevonden tot de voorfchreeven aanhoudingen de daar toe nodige vifitatie der Huizen, waarin fufpicie zoude mogen vallen, dat in dezelve een onbetaamelyk aantal van Geweeren gevonden word, te aualifiëeeren den Secretaris en Subftitut-Griffier van den Hove, Mr. Jean Theodore Royer enden Secretaris van den Hove Mr. Pieter Graafland Gz. j  de Gehurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 163 Gz., of een van beiden, met en benevens de Se- aTm PnS" V3^S » vaft hunne funftierJ zyn ontzet en anderen in hunne plaatzen gefnrrogeerd ,< mitsgaders de Burgers en Ingezetenen gelast en veelal genoodzaakt, de verfchuldigde 6ngelden en Lasten aan deeze, onwettige-Uitmaanders ie voldoen: en óf fchoon by Publicatie der Edele Mogenden Heeren Staaten deezer Provincie , zodaafiige betaalinfen zyn verboden en met opzicht tot die gene, welke dezelve mochten goedvinden té doen * geftatueerd ,' dat zodaanige voldoeningenniets zouden opereren, maar by Vervolg zulke Debiteuren de r.ovo verplicht haare verfchuldigde Ongelden en Lasten te voldoen i zo hebben de Heeren Staaten riogthands in aanmerkinge genomen» het verregaand geweld en onrechtt waar aan de Burgery deezer Stad Was blootgeReïd» én alzulks deeze betaalinge geConfidereerd meer uit noodzaakïyk* held als gewilligheid te Zyn gefchied; weshalve» Wy* ingevolge de authorifatie den 26 deezer op ons verleend, hebben goedgevonden te permitteemrr, zo als wy permitteeren by déezen, aan alle .Burgers en Ingezetenen deezer Stad, de Quitanden van al zulke betaalingen, als door hun aan de pretenfe Uitmaanders van het Huis- en Haard Rede» gejd of Collecteurs van het Middel op de KofFy eiï Thee, mitsgaders Heeren- en Paarden-gelden óver de Stad eh Vryheid van Utrecht mochten zyn gedaan, binnen den tyd van zes weeken na dePublica-» tie deezes óVer te leveren in handen van de wettigt  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 200, ge Uitmaanders eti Collefteurs tot de invorderinge Van voornoemde Middelen by ons gefteld, omntc die tegens andere en valide Gmitancien te verwislelen, zullende overzulks alle de genen die zodaanige Qüitancien binnen de Voornoemde tyd inwisfelen, bevryd Zyn van andermaal volgens Hun Ed. Mög. Publicatie te betaalen, maar integendeel alle die genen, welke hier van in gebreke zullen blyven , na laps van de voornoemde zes weeken, gehouden worden alle dezelve Ongelden en Lasten als nog verfchuldigd te zyn, midsgaders tot de betaalinge daar van worden geconftringeerd. En op dat niemant hier van eenige ignorantie zal kunnen voorwenden, zal deeze alomme binnen deefce Provincie, daar men zulks gewoon is te doen, Worden gepubliceerd en geaffigeerd naar behooren. Aldus gedaan t'Utrecht, den &c. (was geparapheerd") B. C. v. Lynden, Vr. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van Welgemelde Heeren Gedeputeerden. (was get.~) H. A. Laan. No. 95. Publicatie van de Ed. Hoog Achtb. Magiftraat der Stad Campen, door welke zy aan de Burgeren en Ingezetenen van die Stad accordeer en, Orange tekenen te mogen draagen. In dato den 27 September 1787. "Rnr«cmeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Campen, doeu te weeten: hoe dat zy het altoos haaren onvermydelyken plicht gerekend hebben, het waare welzyn van deeze Stad en goede Burgerea en Ingezetenen te behartigen, en de rusten goedi orde aan dezelve te bezorgen j dat ook alle haare 1, Deel. O da*»  2,10 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot daaden en handelingen nooit anders dan met dat heilzaam oogmerk zyn in 'twerk gefield geworden, dat zy om die redenen ook hebben doen arresteeren de Publicatie van den 5 Maart deezes jaars 1787 , waar by onder anderen het draagen van Orange verboden word; dan daar zy vermeenen dat in de te■ genswoordige omftandigheden, zodaanig verbod eerder zoude kunnen ftrekken tot ftooring als tot behoud van die rust, te meer daar Ridderfchap en •Steden het nodig geoirdeeld hebben het draagen van Orangekleur en flrikken en andere tekenen van die natuur aan de Opgezetenen van die Provincie by Publicatie te permitteeren. Zo is 't, dat Schepenen en Raaden als nog bezield met die zelfde heilzaame oogmerken, tot weering van alle disorders en gevaarlyke tweedragt, goedgevonden hebben, opgemelde Publicatie van den 5 Maart deezes jaars in zo verre te akereeren, dat zy aan alle haare. Burgeren en Ingezetenen de volkomene vrvheid by deezen komen te geeven, om Orange ftrikken, linten en andere verfierlelen van'dienatuur temogen draagen, als ieder van dezelve zal goedvinden , zonder dat egter d'een d'andere over het al of niet draagen van zodaanige verfierfelen , eenige hindernisfe of onaangenaamheden , het zy met woorden , het zy met daaden zal mogen toebrengen, op pcene van daar tegens handelende, naar rigeur van rechten als Verfloorders van de publieke rust te zullen worden gefiraft. Inhasreerende voor 't overige gemelde Publicatie van den 5 Maart, voor zo verre daar in by deeze geene verandering is gemaakt, en wel inzonderheid het daar by gedaane verbod van alle a'troepeeringen en faamenrottingen. Verbiedende dan nog wel ex-' presfelyk, alle verdere rustverftoorende beweegingen, als het roepen van haatelyke benaamingen van i partyfehappen, het zingen of fchreeuwen van aanftootelyke liederen, hetuitfleeken van eenige Wim- ■ pels of Vlaggen, het fchieten met eenig Geweer,', het affteeken van eenige Vuurwerken hoe ook. ge- • naamd, ,  iê^Gelmtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 11% naamd, als mede het maaken Van Illuminaticn tp dergelyke, waai' door ligtelyk de faamenvloeijing van een groot aantal Menfchen zoude konnen worden veroorzaakt, en de rust geftoord; alles mede op pcene van naar exigentie van zaaken ten rigoureuften te worden geftraft. En op dat nieniant eenige ignorantie zal kunnen pretendeeren , zal deeze by trommelflag worden gepubliceerd en op de gewoone plaatzen geafflgeerd. Aldus gedaan ter Vergadering van Burgemeesteren , Schepenen en Raaden voornoemd, den 27 September '1787. Ter Ordonnantie. ; (was gct.) F. L. Rambonnet, Secret. No. 96. InflruElien voor de Heeren Gecommitteerden van den Achtbaaren Raad der Stad Amfteldam , (de Heeren Abbema en Goll , welke , benevens de '. Heer Gales, als Gedeputeerde uit den Krygsraad der Burgery, en de Heer LudEn als Gedeputeerde uit het Collegie van Geconftitueerden) op Donderdag den 11 September 1787, na den Heere Hertog van Brunswyk, in deszelfs Hoofdkwartier te Leymuiden, wierden afgevaardigi. Art. r. Aan zyne Doorluchtige Hoogheid te vraagen,- welke de reden zyn, waarom Hoogstdezelve een vyandelyke aanval op de Stad Amfteldam zoude willen onderneemen , daar door de Regeering van deeze Stad geene orfenfie aan zyne Pruisfifche Majefteit, wiens Troepen hy Heer Hertog commandeert, gegeeven is. 2. By aldien Zyne Hoogheid zoude mogen voorWenden, dat zyne Pruisfifche Majefteit fatisfaftie begeert, wegens het ophouden van Mevrouw de Prih'cesfe van Orange op haare bewuste reize naar 's Hage, te remonftreeren; dat daar voor bekende O 2 re-  212 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot redenen van noodzaaklykheid zyn geweest, maar dat zulks nu in het midden gelaaten wordende, de Achtbaare Raad bereid is, om daar omtrent aan zyne Hoogheid behoorlyke en overtuigende ophelderingen te geeven, en daar omtrent in eenegefchikte converiatie met zyne Doorluchtige Hoogheid te komen, met overlevering van een gedrukt Exemplaar in de Franfche Taal overgezet, van de Staatsftukken ter deezer materie fpecteerende. 3. Dat deeze Stad verlangt, dat zyne Doorluchtige Hoogheid op de Stad Amfteldam niet zal oflderneemen eene hostile Invafie , dewelke reeds door de gedeeltelyk geformeerde Inundatie , als zynde het voornaame en natuurlyke Bolwerk der ftedelyke zekerheid, eene zo importante fchaade heeft doen gebooren worden, en verder niet anders dan een allerverfchriklykst bloedbad zoude te weeg brengen, en teffens een algemeene Moord en Plundering zoude veroirzaaken, welker gevolgen zo voor de Stad als voor de Provincie van Holland, ja voor de Staaten van zyne Koninglyke Pruisfifche Majefteit zelve, en voor geheel Europa door het algemeen belang der Commercie en daar uit proflueerende Beneficiën der Rhyntollen, ten hoogflen verderfelyk zoude zyn. 4. Dat zy dienvolgens deeze plechtige Commisfie had gedecerneerd, om zyne Doorluchtige Hoogheid eene waare opening te geeven van den toedrage der zaaken, en van de verhevene denkwyze van zyne Doorluchtige Hoogheid durft verwagten, dat Hoogstdezelve deeze finceere ouvertures wel zal willen brengen onder het oog van zyne Koninglyke Majefteit, ten einde het voorwerp van het opgevat misnoegen van zyn Koninglyke Majefteit naar waarheid ontvallende, zyne Koninglyke Majefteit des te gereerder zoude willen aanneemen de betuigingen van hoogachting, dewelke deeze Stad voor zyne Koninglyke Majefteit en zyn geheel Doorluchtig Huis verlangt te conferveeren, en alzo doen èefluiten om de aangevoerde Troepen uit deezen Lande  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 213 Lande te doen terug trekken, immers en in allea gevallen een ftilftand van Wapenen te bepaalen. No. 97. Nota, door den regeerenden Hertog van Brunswyk, aan de vier Gecommitteerden uit de Regeering en Burgery der Stad Amfteldam overgegeeven. Ia dato den 27 September 1787. , DLe fat'sfaólie welke zyne Pruisfifche Majefteit eischt, moet, gelyk de Heeren zelf ligtelyk begrypen, beftaan in zich volkomen te conformeeren aan de Artyken, vervat in de laatfte Memorie van den Heer de Thulemeyer. Alle de andere Leden van den Staat deezer Provincie, zyn tot die fatisfactie gereed, en wagten alleenlyk naar Ulieder concurrentie. Op het 00genblik, dat Gylieden door Uwe Gedeputeerden ter Staatsvergadering daar in zult bewilligen, zal 3k myne Commisfie voor geëindigd houden, en de J roepen des Konings zullen terftond de Nabuurschap van deeze Stad en de omliggende Plaatfen verlaaten. 0 De Heeren kennen te wel de fentimenten vaa Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesie van Orange, om te twyffelen of Hoogstdezelve zal liever veel willen overftappen als Uwe btad aan droevige rampen bloot te ftellen. Leymuiden, den &c. (was get.) Karel, Regeerende Hertog van Brunswyk* Lunenburg, 0 3 . N.-.5É,  2 Verzamiling-van Stukken betrekkelyk tot $e. 98. ExtraB uiteen brief van de Heeren LrsTEy?~'~ .NON en Brzen, Jmbasfadeurs van. deezen Staat aan het Hof van Frankryk , over het bef uit van het Franfche Hof -om de Provincie van Heiland te [ecureeren tegens eene gedreigde fnvafie der Pruiffifche Troepes'enz. In dato den 27 September 1787, De Kourier, die naar 't Hof van Londen \gedepecheerd is geweest, om aan zyne Groot-Brittan» hifche Majefteit kennis te geeven van het beduur , yan dit'Kof, om de Provincie van Holland te fecoureeren tegens een' gedreigde invafie der Pruis-1 fifche Troepen , zo als wy de eer hebben gehad by pnze Misfive van den 2often deezer, aanHunHco# Mogenden onder U Hoog Ed. adres te melden, is' van'daar te rug gekomen , én zoude zo wy geïnformeerd zyn, voor antwoord hebben mede gebragt, oat zyne' Groot-Brittannifche Majefteit gaarne met dit Hof zoude blyven concurreeren tot herftelling van de rust en eenigheid in de Republiek, om dat zo zyne Allerchristelyke Majefteit een Corps Troepen na de Grenzen van den Staat deed marcheeren, de belangers van zyn Ryk zouden vorderen, pm zich te Land en ook ter Zee te wapenen, onaangezien het onderling verdrag, waarvan wy by onzen Brief van den 6den , melding hebben gemaakt, en ter dier tyd ook zyn beflag heeft gekreegen, om de Conventie omtrent het houden van een bepaald getal Schepen van Oorlog in de Indien ftiptelvk te doen obferveeren, «n geene meerdere armn'tures ter Zee te doen. Dit Declaratoir van 't Hof van Londen ïcfiynf 1 eenige ongerustheid te hebben gegeeven , dan ter- ■ wyl de tegenwoordige toeftand van zaaken in de : gélukkige asfopiatie der plaats gehad hebbende ge- ', 'fchillen, het genomene befluit van dit Hof moet; doen vervallen en buiten werkzaamheid houden,, is het te voorzien, dat de goede intelligentien , wel- • ken beide voorfz. Hoven genegen waren te onder- ■ houden, zal kunnen gemaintineerd worden. 1 N 99, •  de Gelieartenisfer. in 1787, enz. voorgevallen, zij Nu. 99. Aanfpraak van den Heer Mr. Mattheus van der Pof, als Advocaat-Diaken in's Gravenhage , uit naam van alle aamrezende Diakenen, aan Haare Koninglyke Hoogheid gedaan, op Donderdag den 1 27 September 1737. Met den diepften eerbied voor Uwe Koninglyke' Perfoon, —- met de oprcchtfte bewondering Uwer uitmuntende hoedaanigheden, —— en met de welmeenendfte hoogachting en tederfte liefde ,- neemen wy de vryheid Uwe Koninglyke Hoogheid te naderen. Wy achten ons bezonder gelukkig voor Uwe Koninglyke Hoogheid te mogen open leggen die gevoelens, welke ons fteeds bezield hebben,- en nog bezielen, en welke tevens de onveranderiyke en oprechte gevoelens zyn, van die genen, overwien de Goddelyke Voorzienigheid hen, als Beftierders en Verzorgers gefteld heeft, en welken te vertegenwoordigen, wy ons tot eere rekenen. Ja, Doorluchtigfte Vorftin! wy fpreeken niet alleen voor onze Perfoonen , als Inwoonders van Nederland, en als Burgers van deeze Hofftad,maar inzonderheid als Armbezorgers deezer Plaats, en mitsdien voor , en in naam van dat gedeelte der Haagfche Ingezetenen, dat by de werelt maar al te dikwils veracht en verfmaad word, maar dat niet te min, even vatbaar is voor de edelfte gevoelens van getrouwheid, van ftandvastigheid en dankbaarheid , en voor de tederfte gewaarwordingen van liefde en toegenegenheid als wy zeiven, — dat va* ons allen niet onderfcheiden is, dan door een min gelukkig lot, — dat fteeds de uitneemendfte weldaaden van Uwe Koninglyke Hoogheid genooten, en het meest, door het afwezen van het Orange Huis geleeden heeft, dat eindelyk de voorkoming van haar geheel verderf, aan Uwe gezegende wederkomst alleen verfchuldigd is! Het is dan ook uit hunnen , zo wel als uit onzen naam, dat wy de vryheid gebruiken, Uwe Koning- o 4 iy-  2i 6" Verzameling vanlStukken betrekkelyk tot lyke Hoogheid met hoogstderzelve, zo lang van 's Hemels gunst gebeedene, en thands verkreegem terugkomst, aUerwelmeenendst geluk te wenfchen. ; ... Verfchoon ons Doorluchtige Vorstin, indien wy ten aanzien van deeze betuiging, die uit 's harten grond voorkomt, geene verdere woorden gebruiken! Wy voelen ons op dit oogenblik, door te veele, te verfchillende, en te hevige aandoeningen gefchokt, dan dat wy onze ziels-gevoelens. daar omtrent meer in 't breede zouden kunnen uitdrukken. Wy gedenken met de oprecht- ite dankbaarheid aan dat innigst genoegen , en aan dien ryken onderftand, die Uwe tegenwoordigheid, in de blyde dagen van voorheen, ons, vn onze arme medebroeders verichafte! ■ Wy gedenken aan onze droefheid, en aan de elende onzer arme Medeburgeren, toen gy van ons af.• ^1'cheurdwierd! — Wy herinneren ons de droetïèid en wanhoop, die'ons allen ter neder floeg, toen wy, op het oogenblik, om de noodlydendeq Wit haar verderf gered te zien, en U in onze armen weder temogen ontvangen, op de gnevendlte, en < m wraak roepende wyze, daar in te leur gefield wierden. — Wy overwegen eindelyk, dat thands ons en aller verdriet een einde neemt, dat Neerlands Moeder, de fchat der armen, de toevlugs der ongelukkigen , het voorwerp der hoogachting en liefde, van allen, die Vryheid, Vaderland en Godsdienst beminnen, weder by, en met pns ïsj en dat, zo de Almachtige onze beeden, en de beeden van allen braven in den lande, gehoor verleend, wy dit onfehatbaar voorrecht voortduurend zuilen blyven behouden. En zullen wy dan Doorluchtige Vorstin hier by noch nitts behoeven te voegen, om uwe Koninglyke Hoogheid te overtuigen, dat het hart fpreekt, wanneer wy, en alle orze arme Medemenfchen, over uwe gezegende wederkomst vrolyk juichen ? -— Neen! Neêrlands moeder kent haare kinderen! *■— Zy weet, dat  de Gebeur tenisfen in 1787 enz. voorgevallen, Zï? dat ze oprecht zyn. Behoeven wy ons, en hem, dien wy vertegenwoordigen, aan uwe zorga en mildaadigheid aan tebeveelen? Neenl 't moederlyk hart heeft geene opwekking nodig! Zullen wy in 't openbaar onze zegenwenfchen uitboezemen ? —■-» Neen! geene woorden zouden de zuchten onzer zielen kunnen uitdrukken. Het hart zal in 't verborgen tot God opklimmen. — Dit alleen zullen, en moeten wy plechtig betuigen, dat die gevoelens van eerbied, hoogachting , liefde en dankbaarheid, welke wy, en onze behoeftige Mede-Christenen, voor uwe Koninglyke perfoon, en voor het gantiche Oranje-huis hebben gekoesterd, en die noch door den tyd, noch door de bedriegeryeu uwer vyanden, noch zelfs door uw afweezen hebben kunnen worden uitgewischt, onveranderlyk de zelfde zullen blyven; en dat wy ons meer gelukkig zullen reekenen , naar maate wy ons in de gelegenheid gefield zullen vinden, om onze denkwyze, met fpreekende daaden te betoonen, ${0. 100. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waarby alle de Officieren welke aan hunnen ééd , aan de Generaliteit gedaan niet getrouw gebleeven zyn, in hunne funtlien worden gefuspendeerd, onvermindert zodaanige AEtie, als den Fiscaal tegens haar Ratione Officii zoude kunnnn en mogen inflitueeren, In dato den 28 Septemb. 1787, By refumtle gedelibereert zynde, op het gerap. poneerde van gisteren, door de Heeren van Heeckeren, van Khell, en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, ingevolge en tot voldoeninge van derzelver Refolutie commisforiaal van den 24 deezer loopende maand, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den. O 5 Raad  jig Verzameling van Stukken -betrekkelyk tst Raad van Staaten, geëxarnineert.hebbende het .geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden vari de Provincie van Gelderland-, ten einde alle de Officieren, welke aan hunnen ééd, aan de Generaliteit, gedaan, niet'getrouw' gebleeven zyn, ,in hunne Punclien zouden worden gefuspendcert, ónvermindert FjMthapds zodaanige Afltie, als den Fiscaal te-: gens1 haar, Ratione Ojficiï, zoude kunnen en.mo.-gen inftitueeren , waar van den Raad van Staaten" t'oude behooren te worden verzogt, de Commandanten der Guarnifoensplaatzen, en de commandeerende Officieren der Regimenten behoorlyk na-, rio-t .te laaten toekomen; dan dat, vermits de Fiscaal van de Generaliteit by deszelvs Advis aan den Raad van Staaten, haar Hoog Mog. by Misfive van der. 26 July laatsleeden toegezonden, z.ch reeds ao verre heeft uitgelaaten, dat niet wel gevoeglyk in die qualiteit fungeeren kan , en een ander Perzoon desweegens dient te worden gequahficeert, den Raad van Staaten zoude behooren te worden verzogt, daar toe een der's Lands Advocaaten van haar Hoog Mog.-of van den Raad te authorifee- ÏCD- C^O Dat verders alle de Officieren, in dienst van haar Hoog Mog., welke aan haaren gedaanen ééd aan de Generaliteit getrouw gebleeven zyn , het genoegen van haar Hoog Mogenden hier over zoude behooren te worden betuigt, en dat ten dien einde zyn» Hoorheid, als Capitein Generaal van dcUnie, zoude behooren te worden verzogt, daar van op. zodaanige manier, als best en gefchiktst zal oirdeelen , aan haar hier van de vereifchte kennis te doen geeven, , , , ., . En in agting genomen zvnde, dat bereids op den 1 Juny laatstleeden bv haar Hoog Mog. is gerefolteert, dat alle de Officieren, dewelke zich aan over- ' (*) Zie deeze Misfive van den Raad van Staaten, benevens het Advys van den Fiscaal der Geraliteit, als eene Bylaag hier toe behoorende, in het volgende N'Moi. bladz. 220 enz»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. overtreeding van den ééd, aan de Generaliteit ge? daan, hebben-fchtildig gemaakt, Prpvifionecl zquden worden gefuspendeert in alle de Posten welke zybekleeden, en waar- in zy weegens de Generaliteit zyn beëedigt en Commisfie hebben ontvangen, " Is goedgevonden en verflaan. het yoqrfz. gerefolveerde mits deezen te confirmeeren, met üyyoeging van zodaanige andere Officieren, welke zich mogten hebben misgreepen, en. aan haar plicht gemanqueert, en dienvolgende den Raad van' Staaten te verzoeken, om daar aan, het zv door aanfchryving aan de commandeerende Officieren des Regimenten, of der Plaatzen, alwaar déz-eiye fsieb, bevinden, of op zodaanige andere wyze, als meesfjgefchikt zal zyn, de nodige executie te geeven, en zulks onvermindert zodaanige Actie, als yan weegens het Officie-Fiscaal zal gcoirdeek worden tegens hun te kunnen en te moeten worden geinfiitueert, met verder verzoek aan gemelde Raad van Staaten3 om, tot waarneeming van het Officie Fiscaal in dit extra-ordinair geval te authorifeeren en te employeeren een van 's Lands Advocaaten, het zv van haar Hoog Mog., het zy yan welgemelde Raad. En zal voorts aan de Officieren, welke getrouw zyn gebleeven aan hunnen ééd en verplichting aan de Generaliteit, als meede aan de Gouverneurs, Commandeurs en Majors van de refpeclive Guarnifoenen nader worden te kennen gegeeven bet genoegen en de approbatie van haar Hoog Mog., weegens derzelver gehoudene conduites | wordende Zyne Hoogheid, als Capitein Generaal de" Unie, verzogt, om dezelve daar van te doen kennis hebben, pp zodaanige wyze, als hqog-stdezelve ïneest gelchikt zal oirdeelen. Accordeer d met voorfchreeven .Register  22o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. roi. Misfive van den Raad van Staaten, met het ' Ber'igt van den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit, omtrent de weigering van den Collonel van der Poll , nopens het geeven van Berigt over het voorgevallene, aan de Vaart, en omtrent de verdere Officieren, welke zich aan den ééd van de Generaliteit hebben onttrokken. In dato den 24 en 26" July 1787. Strekkende tot Bylage van de voorige No. 100, Wy zenden ü Hoog Mogenden hier nevens de confideratien en het advis van den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit, welken wy ingevolge U Hoog Mogende Refolutie van den 16 deezer loopende maand van denzelven hebben gerequireert, met opzicht tot de weigering van den Collonel van der Poll, om te berichten aangaande het gepasfeerde nan de Vaart, omtrent het Jagt van de Heeren Staaten van Gelderland, als mede met opzicht tot alle de Officieren van den Staat, die met overtreeding van den ééd aan de Generaliteit gedaan, en in weerwil van onze aanfehryvingen van den 28 April en 8 Mey laatstleeden, met hunne onderhebbende Manfchappen op het Territoir van de Provincie van Utrecht reeds daadlyk zyn gemarcheerd, of verklaard hebben bereid te zyn zulks te doen. _ U Hoog Mogenden zullen hier door best in ftaat gefield worden, om tebeoirdeelen de confideratien dien aangaande door de voornoemde Advocaat Fiscaal geoppeid, en de gronden waar op deszelfs advis is berustende, zonder dat het noodig zal zyn dat wy ons daar omtrent in het breede uit laaten, terwyl ook boven dien de rechterlyke functien, welke wy ten dien opzichte zouden moeten uit oeflénen, ons verplichten, om met alle voorzigtjgheid en menagement ons omtrent het al of met fchuldige en ftrafbaare van voorfchreeve Officieren te expliceeren. , Dit echter konnen wy met alleen behoudens de vereischte Neutraliteit, maar moeten wy zelfs^n  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. %it onze voorfchreeve rechterlyke betrekking zeggen < dat wy de gronden , waar op het juriclicq Adres van meergemelde Advocaat Fiscaal berust en bet welk daar toe tendeert, om het recht van de Hoogd Overheid ter dier zaake, waar te neemen, hebben gevonden van die liquiditeit, dat wy oirdeelen, dat dien conform zoude behooren te worden gerefolveert; en gelyk wy daar toe uit eigen hoofde zouden zyn bevoegt, zo maaken wy ook even min, nü deeze zaak communicatif met Ü Hoog Mogenden is behandelt, zwaarigheid om U Hoog Mogenden te advifeeren, dat hoogstdezelve ons zouden behooren te Verzoeken en te authorifeeren, om niet alleen tegens gemelde Collonel van der Poil, maar ook tegens zodaanige Officieren in dienst van den Staat welke in weerwil van onze bovengemelde aanfehryvingen van 28 April en 8 Mey laatstleden met hunne onderhebbende Manfchappen of» het Territoir der Provincie van Utrecht zyn gemarcheert, of nog mogten marcheeren, als mede in het generaal tegens alle zodaanige Officieren, in dienst van den Staat, welke ontrouw zyn aan derzelver ééd en verplichting aan de Generaliteit, by» zonder mede door het onderteekenen der Quitantie of verklaaring, geinfereerd in Uw Hoog Mogenden Refolutie van den 10 deezer maand, het recht van de Hooge Overheid te doen waarneemen, en voorts te doen Procedeeren zo als in goede Justitie behoord, terwyl wy in dit geval zouden verzoeken, dat Uw Hoog Mogenden ons willen doen toekomen de origineele Misfive door bovengemelde Collonel van der Poll, op den 28 Juny laatstleedcri aan U Hoog Mogenden gefchreeven, ten einde dezelve te konnen Rellen in handen van meergemelden Advocaat Fiscaal, even gelyk vyy gedaan hebben omtrent zekere Misfive door den Cofionel Sult<\ki> de Leefdaal, aan de Officieren van zyn Regiment gefchreeven, en dienende om dezelve te perfuudeeren, om zich niet te gedraagen naar onze bovengemelde Refolutien, met opzicht tot het mar- chce-  222 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gheefen op,het Territoir eener Provincie, omtrené welk laatfte geval, wy onze dispofitie op een verzoek door den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit } ti-'gens gemelde Collonel Suljard de Leefd.A'A'l ter voorfz. zaake gedaan, hebbende uitgefteld i tot dat wy in ftaat zouden zyn Om insgelykè 'te dispbheerën op zodaanige verzoeken, als door denzelven Advocaat Fiscaal zullen worden .gedaan tegen* acdetéOfficieren , welke in deeze omftandigheden zich mede aan plicht verzuim tegens de Generaliteit hebben fchuldig gemaakt, en waar omtrent het ons voorkomt, dat het voorftel van den Advocaat Fiscaal, om denzelven daar van eeh accurate Lyst, met de bewyzen gefterkt, in handen te ftellen, fciet gefchikt, maar in tegendeel het inwinnen van iuformatien, en bewyzen dien aangaande van zyö departement is. Hoog Mogende Heeren, Wv beveel en U Koog Mog. in Godes Heilig* Protectie. In den Hage den 26 July 178;. Was geparapheert, F. C. van Aerssen, Vti (Onderftond) Ter Ordonnantie van den Raad van Staaten. (was get.y J- H. Mollerus. Edele Mocende Heeren!' tTwe Edele Mogenden by Refolutien van den ï'S de zer, hebberde gelieven goed te vinden en te vet (laan, i, Dat met by voeging van de Misfive, door den „ Collonel van der Poll den 18 Juny laatstleden, „ aan hune Hoog Mogenden Refolutie van den 19 S) Juny daar te vooren, copie van hunne Hoog Mog^ Re-  ie 'Geleürtenisfen in ïfff enz. voorgevallen. 3, Refolutie van den ondergeteekenden ÊidWiafa „ Fiscaal van de Generaliteit, met last om dien conform zyne confideratien en advis, ten fi->oèdigften aan'Uwe Edele Mog. te doen toekomen y* 'Reeft de ondergeteekende Advocaat Fiscaal gehefïteerd, of hy ter voldoening aan Uwer Edele Mogenden gemelde Refolutie en aan de intentie van hunne Hoog Mogenden, niet behoorde te dienen van twee afzonderlyke Memorien van confïdefatien cn advis; alzo by hunner Hoog Mogenden Refolutie van den 16 deezer gerequireerd wierd, des ondergeteekendens confideratien en advis aangaande de Misfive van den Collonel van der Poll; en by 'die gelegenheid insgelyks, en dus in de tweede plaats, des Ondergeteekendens confideratien en advis met opzicht tot alle die Officieren van den Staat, die, volgens de woorden van dezelve Refolutie, met overtreeding van den ééd, aan de Generaliteit gedaan, en in weerwil der aanfehryvingen van den Raad van Staate van den 28 April en 8'Mey laatst'leeden, met hunne onderhebbende Manfchappeu op het Territoir van de Provincie van Utrecht reeds daadlyk zyn gemarcheerd, of verklaard hebben, bereid te zyn zulks te doen. Doch wanneer de Ondergeteekende AdvokaatFiskaal heeft geconfidereerd, dat den Colonel van Der Pol zich notoir onder het getal der Officieren bevind, en dat het gedrag van dien Colonel, door het fchryven van gemelde zyne Misfive aan Hun Hoog Mogenden gehouden , en dat van die Officieren in het marcheeren op het Territoir van de Provincie van Utrecht, of het verklaaren van bereid „te zyn om zulks te doen, voortvloeid uit ééne en dezelfde fource,~en dat dus ook het advis van den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal, zo wel ten aanzien van die Officieren als met opzicht tot den Collonel van der- Foll, in effeéte het zelfde zal moeten zyn, en op dezelvde gronden zal moeten berusten , heeft de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal gemeend, dat ter venneiding van verveelende re-  224 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot repititien meer gevoeglyk zyf) zoude, dat den Ondergeteekenden zyne confideratien over het een en andere point in deeze Memorie teffens voordroeg. De gronden, waar op des Ondergeteekendens advis in deezen zal moeten berusten, heeft de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal de eer gehad, reeds in fubfiantie aan Uwe Edele Mogenden voor te draagen, bv zyne Memorie van confideratien en advis* welke hy, met relatie tot de Misfiven, door den Collonel' Suljard de Leefdaal, aan de Officieren van zvn Regiment ge'fchreeven, aan Uwe Edele Mogenden op den 21 Mey laatstleden heeft overgegeeven , en tot welke Memorie de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal zich derhalven gevoeglyk, Zoude kunnen refereeren, doch de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal heeft gemeend, dat hy betef aaime intentie van hunne Hoog Mogenden voldoen zoude, en hy zyne confideratien in deezen ook in eenen beeteren zamenhang zoude kunnen voordragen , indien hy gcdeeltelyk herhaalde het geene hy by zyne gemelde-Memorie van den 2t Mey laatstleden reeds heeft voorgedraagen. Hoe vcrfchillende de denkbeelden ook mogen zyn , die in deeze ongelukkige tydftippen van verdeeldheid byde Heeren Staaten der byzondere Provinciën mogen plaats hebben met opzicht tot den ééd, welke door de Militie van den Staat is gedaan, en de verplichtingen der Militie, welke uit dien ééd voortvloeien; zo is het nogthands tot nu toe zeker, dat de Heeren Staaten van alle de Provinciën , of uitdrukkelyk verklaard hebben , of met de daad toonen, dat Hoogstdezelven de Unie van Utrecht geenzints houden voor verbroken. / Maar fubfifteerd die Unie dan nog, dan is het immers zeker, dat de middelen ter algemeene defenfie , die by de Unie van Utrecht tusfchen de gezaamentlvke Hooge Bondgenooten zyn gemeen gemaakt, als nog tusfchen Hoogstdezelven gemeen moeten zyn; dat by gevolg 's Lands Militie, als een der voornaamfte middelen ter algemeene defenfie.,.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 225- fenfie, ook nog tusfchen de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten gemeen is; of met andere woord :n , dat, volgens dë Unie van Utrecht, de Militie van den Staat behoord tot de Generaliteit; en dat dus geen gedeelte van de Militie kan behooren tot ee~ ne byzöndere Provincie; en by verder gevolg, dat (het zy met den diepften eerbied gezegd,) de Heeren Staaten van eene byzöndere Provincie, volgens den aart en de kragt van het verbond der Utrechtfe Unie, geenzints bevoegt zyn om aan eenig gedeelte van dien algemeene Militie te geeven zodaanige beveelen, waar door zodaanige gedeelte van 's Lands Militie geheel en al zouden worden Onttrokken aan de gehoorzaamheid van de Generaliteit, Of van het algemeene Bondgenoodfchap; en dus in der daad van Generaliteits Militie tot eene Provinciaale Militie zoude worden gemaakt. '■■ Welke nu de beveelen zyn, waar door een gedeelte van 's Lands Militie geheel en al aan de gehoorzaamheid der Generaliteit zoude worden onttrokken, en tot eene Provinciaale Militie zoude worden gemaakt, blykt Van zeiven uit de Vergelyking van die beveelen met den ééd, die door 's Lands Militie gedaan is. By dien ééd heeft de Militie van den Staat belooft; gehotiw en getrouw te zyn aan de Heeren Staaten Generaal, die bv de Unie en handhouding van den Gereformeerden Godsdienst zullen blyven , en namentlyk aan de Heeren Staaten haare Betaalsheeren, en aan de Heeren Staaten van die Provin. cie, op wier Territoir die Militie zich bevind. Dë Ondergeteekende Advocaat Fiscaal kan zich geen ander denkbeeld maaken van dien ééd, dan dat dien ééd in zich bevat eenen algemeenen en eenen byzonderen ééd; eenen algemeenen ééd aan de gezamentlyke Hooge Bondgenooten, of aan de Heeren Staaten der zeven Provinciën te zamen; en waar onder de hooge Betaalsheeren en Territoriaale Souverainen reeds mede begreepen waren; en eenen byzonderen ééd aan de Heeren Staaten van die Pro• I* Deel.- P . vin_  2,26 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vincie op welke ieder byzonder gedeelte dier Militie is '^erepartitieert; als mede aan de Heeren Staaten van die Provincie, op wier Territoir een gedeelte dier Militie zich bevind. _ De algemeene ééd, welke's Lands Militie aan het algemeene Hooge Bondgenoodfchap doet, komt by het formulier van den ééd voor inde eerfte plaats en moet even daarom, indien de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal zich niet bedriegt, als het eerfte envoornaamfte gedeelte van den Militairen ééd worden befchouwt; en gelyk, volgens het formulier, die ééd nimmer kan worden aangemerkt, als ftrydende te zyn met den daar op volgende byzonderen ééd, dewyl die algemeene en byzöndere ééden anderzints nooit in een en het zelfde formulier zouden hebben kunnen begreepen worden; en het afleggen van dezelve ééden, indien zy tegen elkander ftreeden of inliepen, nooit van 's Lands Militie zoude hebben kunnen worden gevergt, zo is het dan ook zeker, dat die algemeene ééd plaats moet grypen zonder eenig onderfcheid van repartitie of van lerïitoir; en mitsdien, dat die algemeene ééd altoos duurende en onveranderlyk is; of met andere woorden , dat 's Lands Militie, op welke Provincie zy ook gerepartitieert zoude mogen zyn, or op welk Territoir van eenige byzöndere Provincie zy zich ook bevinden moge, altyd gehouw en getrouw moet blvven aan de Heeren Staaten Generaal of het algemeenen Hooge Bondgenoodfchap, en zich dus nimmer aan de gehoorzaemheid van de Generaliteit onttrekken mag. . De byzöndere ééd komt integendeel by het formulier alleenlyk voor in de tweede plaats, en dus notoir als ondergefchikt aan den algemeenen ééd; want was die byzöndere ééd niet ondergefchikt aafi den algemeenen ééd, dan zouden die beide ééden niet te gelyk met eikanderen kunnen brflaan, en dus, als met eikanderen ftrydig zynde, of kunnende zyn, niet in een en het zelfde formulier kunne» zyn begreepen geworden, en de aflegging van die  238 Verzameling Van Stukken betrekkelyk tot lonel van der Poll, en voor de verdere Officieren, door Uwe Edele Mogenden als onzydige en zagtmoedige Rechters mooglyk zouden kunnen worden geoirdeeld van veel gewigts te zyü. Eene van die bedenkingen beflond hief in 5 dat, töen de Militaire óéd door de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten is vastgefield, buiten twyffel niet gedagt is aan het geval, dat de Heeren Staaten van eene' byzöndere Provincie aan het gedeelte van 's Lands Militie, het welke op die Provincie is gerepartitieërd, cn zich teffens op het Territoir van die Provincie bevind, eenige ordres zouden geeven , Welke direct Rrydig zyh zouden met de beveelen , die door de Hooge Reprefentanten van het gezaamentlyke Bondgenoodfchap ter zeiver tyd en aan diezelfde Militie gegeeven zouden worden;en Is by het arrefteeren van een Militairen ééd aan zodaanig onvoorzien geval niet gedagt; dan komt het den Ondergeteekenden Advocaat-Fiscaal zeer bedenkelyk voor, of by eene juridique defenfie voöf een Befchuldigden, hoedaanige defenfie naar Rechten toch altyd favorabel is, niet roet grond zoude kunnen worden geallegeerd, dat de Militaire Officieren moesten begreepen worden, zich in der daad door geen ééd verbonden te hebben met betrekking tot een zodaanig geval, maar op hun ééd ab initio geenszins toepasfelyk heeft kunnen worden gemaakt; en dat zy derhalven hun ééd en plicht niet kunnen gezegd worden övertreeden te hebben door het niet obedieeren aan zodaanige tegenftrydige ordres. Maar die tegenffrydigheid van Ordres levert eene tweede bedenking op, welke den Ondergeteekenden, in cas van juridique defenfie voor die Officieren , niet minder gewigtig voorkomt; te weeten: dat door die tegenftrydige ordres de Militaire Officieren, die volgens'het recht zeiven onkundig in de rechten mogen zyn, gemakkclyk in verkeerde denkbeelden en begrippen nopens het verfland Van hunnen ééd hebben kunnen worden gebragt, en dus lig-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ligte Burger Cavallerye en van het Genoodfchap op deszelfs inftantie gedaan, ook nog alle de Geweeren van Stads Burgeren en Ingezetenen pe doen ophaalen, en voor dien avond te vyf uuren aan het Stadhuis te bezorgen. Dat zy Gecommitteerden daar tegens wel hadden gedaan de nadrukkelykfte inftantien en onder allegatie van meerder andere redenen en motiven gemelde Heer Commandant hadden onder het oog gebragt, dat Stads Burgery van ouds af altyd was gewapend geweest, en dia requifitie tegens de Rechten en Gerechtigheden en onbetwistbaare Hoogheid van de Stad was ftrydende, doch dat alle inftantien vrugteloos geweest waren. Dat Hunne Heeren Principaalen daar op dan ook na deliberatie , ten einde meerder onheilen voor te komen, hadden goedgevonden aan die requifitie te voldoen, en alle die Geweeren te doen ophaalen. Dat Hunne Heeren Principalen na deeze defierence aan gemelde requifitie en uit conflderatie dat door Zyn Pruisfifche Majefteit, gelyk aireede gemeld is, alleen de doormarfch door deeze Provincie was gevraagd, en dat zy zich niet alleen daar en tegen niet hadden verzet, maar zelfs by Publicatie aan alle hunne Burgeren en Ingezeetenen hadden gelast, de gemelde Militie niet alleen geen overlast 't zy met woorden of daaden aan te doen, en geene gegronde reden tot klaagen te geeven, maar ook in tegendeel aan dezelve alle noodige goede dienften te verleenen, zo als zy ook zelve alle üe bunmooglyke arrangementen hadden gemaakt, om aan die Troepes binnen hunne Stad al het noodige te bezorgen, en alle gemak te procureeren : dat Hunne Heeren Principalen, zeggen ze, om gemelde redenen zich dan ook hadden geflatteerd, dat gemelde Troepes niet langer hunne Stad zouden hebben bezet gehouden; doch dat dezelve die al nog blvven occupeeren, en dat de inftantien by den fleer Compiant gedaan om gemelde Troepes van hier te doen Mar*  %$% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Marcheeren, en de Stad daar van te ontlasten, tot nog toe te vergeefsch waren geweest. Dat Hunne Heeren Principalen met aandoening echter moeten verklaren , dat, hoe zeer zy alle redenen hadden, om zeer te louëeren en volkomen vergenoegd te zyn, over de goede ordre en ftritte discipline door den Heer Commandant gefteld zynde., en gehouden wordende, de inquartiering dier troepes, voor hunne Stad en Burgery, by verder aanhouden een ondraaglyke last zou zyn. Dat zy daarom met te meerder aandrang by deezen Ridderfchap en Steden op het nadrukkelykfte. moeten verzoeken, met hun te concurreeren, om hunne Stad van die last ten fpoedigften bevryd te krygen; dat zy zich moeten verzekeren dat alle Leden van Staat daar toe gaam en met allen yver zullen mede werken, zo ter confervatie van de Rechten, Privilegiën en Hoogheid hunner Stad, als uit aanmerking dat de ruine van hunne Burgery, zo, aanmerkelyk in de gemeene Provinciale lasten dragende, voor d? Provincie in het algemeen van de èllernadeeligfte gevolgen moet zyn. Dat zy Heeren Gedeputeerden daarom alle de Leden van Staat zo gezamentlyk als yder van dezelve in het byzonder, . by deezen met alle nadruk' verzoeken , alle zodaanige middelen als hun tot ge-, melde einde gefchikt of dienftig mogten voorkomen zonder eenig uitftel, aan de hand te geeven, met verklaring, dat het Hunne Heeren Principalen die. nimmer iets anders beoogd hebben of nog beoogen, dan het waar belangen en welzyn van het Vaderland in het gemeen, en van deeze Provincie en hunne Stad in 't byzonder te behartigen, het onder alle de onaangenaame indrukzelen , die de tegenwoordige omftandigheden by elk Burger, en vooral by elk Regent die zyn Vaderland en Medeburgers bemind, moet maaken, nog tot een waar genoegen verftrekt, van deeze hunne denkwyze by deezen ten njeuw, en. gelyk zy vertrouwen een ontwyffelbaar blyk te kunnen geven, door, voor zo verre  êe Gebeurtenis/en in 17 87, enz. voorgevallen. 253 dezelve binnen de Stad aanweezig zyn, en dus die* verklaaring hebben kunnen afgeeven, te deciareeren, dat zo 'er ter bereiking van voorgemelde einde mogt worden vereischt of nuttig "zyn, dat zy voor hunne Perfoonen opofferingen cieeden, 'er geene, ook niet het refigneeren hunner Posten, van hun kunnen begeerd worden, waar aan zy zich met bereidvaardigheid zullen onderwerpen, zo daar door maar het waare welzyn van deeze Provincie, van hunne Stad,en Burgery kan bevorderd worden, en zo daar door de goede Burgery minder Stad, maar kan worden bevryd yan de bovengemelde zWaare last, 'waar onder zy thands zucht, en verzekerdheid kan bekomen voor alle vordere onheilen, en tegen alle overlast in haare Perfoonen en goederen kan worden geasfecureerd. Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevonden de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Financie, te verzoeken en te committeeren, zo als verzogt en gecommitteerd worden mits deezen, om dezelve Memorie nader te examineeren en Ridderfchap en Steden daaromtrent te dienen van hunne Confideratien en advis. ' De Heeren de Vos Van SteènwYk tot Nyerwal', en_andere deszelfs gevoelden hebben hier op mede geinhcéreerd hunne eens gedaane verklaringe. N°. 109. ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Sleden de Staaten van Overysfel, waar by alle de Vry Corpfen en Exercitie Genoodfchappen in die Provincie, worden geannulleert, vernietigd en buiten prctetïie gefteld. In dato den 28 Septemb. 1787 Is na deliberatie'goedgevonden alle de Vrv-Corpfen en Exercitie Genoodfchappen in deeze Provincie te annulleeren, te vernietigen en buiten protectie te nellen, zo als geannulleert, vernietigden buiten protectie gefield worden mits deezen, en oe- ®  &54 Verzameling Van Stukken bètrekkelyk iet dezelvë gewaarfchouwt eri gelast zich daar Van te onthouden, als mede van het dragen der Veldteekenen welke zy daar by hebben gebruikt. En zal hier van by Publicatie worden keünisfe gegeeven. De Heeren de Vos van Steenwyk tot Nyerwal, en deszelfs gevoegden hebben wederom hun voorfz* Declaratoir geinhaareert. PUBLICATIE. Ridderfchap en Steden de Staaten Van Overysfel doen te weeten: dat Wy goedgevonden hebben alle de Vry-Corpfen en Exercitie-Genoodfchappen in deeze Provincie te annulleeren, te vernietigen en buiten protectie te Rellen, zo als geannulleerd, vernietigd en buiten protectie geReld worden mits deezen, en dezelve gewaarfchoüwd engelast zich daar van te onthouden, als mede van het draagen der Veldteekenen welke zy daar by hebben gebruikt. No. ïlo. Notificatie voor de Burgeren en Ingezetenen van Rotterdam, wegens het doen eener vrywillige gifte tot belooning van de vrywillige wagtdoende Buigers, enz, ln dato den 28 September 1787, De Heeren Van de Weth der Stad Rotterdam vernomen hebbende, dat veele gegoede en welgefteïde Burgeren, gevoelig aan de zorg, door eenige vrywillige wagtdoende Burgeren, voor de Rust en'Veiligheid der Stad onlangs betoond, gaarne geleuenheid wilden hebben, om deswegens aan dezelve eenige blyken van erkentenis te geeven, en geïnformeerd zynde, dat zommige Perfoonen, misbruik mnakende van die bekende goedwilligheid, zich veroirloven, om by de goede Burgery deezer Stad, Geld op te haaien onder een voorgeven, dat zy  262 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot derfchap en Steden daaromtrent te dienen van hunne confideratien en advys. Ne 119. Extract uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende een order en voet aan de Predikanten , hoedaanig voor de Hooge en fubalterne Overheden, benevens het Er tjladh ouder lyke Huis te bidden. In, dato den 29 September 1787. ■ 'In deliberatie zynde genomen, dat niet tegengaande Ridderfchap en Steden by Refolutié van den 16 Juny I747j den Bedicnaaren des Goddelyken Woord» hebben voorgefchreeven een order en voet op welke zy in de publyke Kerken voor de Hooge en'fubalterne Overheden moeten bidden; verfcheiden van dezelve hebben kunnen goedvinden, eigener authoriteit, en zonder dat voorfchretyen order door den Souverein was ingetrokken geworden , zich te gedragen even of die niec meer in weren was. En daar en boven eenige van dezelve zich hebben durven veroirloven, materiën, het politiek beRier, het zy den Staat in 't gemeen , of van deeze Provincie raakende, op den Predikftoel aan te roeren, en daar over refiexien te maaken, fomwylen tot vilipendentie en verfmaading van hetwettig gezag van den Souverein, of derzelver hooge of faagere Ambtenaaren, waar door niet weinig hebben medegewerkt tot de verftooringe van de rust en eendragt in deeze Provincie; is goedgevonden en verftaan, eensdeels alle de Predikanten deezer Provincie wel emflig te gelasten, om by alle bekwaarne gelegendheden hunne refpective Gemeentensin te fcherpen het refpecf en obediëntie welke de Onderdaanen aan hunne wettige Overigheid fchuldig zvn, hun tot rust en vreedzaame gedagten aan te maantn, voorts hun voor oogen te Reilen den gruwel  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 263 wel van de zonde door het lasteren van de Regeeringe en Regenten begaan wordende, en hun omtrent dit alles met hun voorbeeld voor te gaan;met verdere fpeciaale last aan voorfchreeven Predikanten, om zich zorgvuldig te onthouden van eenige materiën van Staat, Policieof Regeeringe, hoe ook genaamd, veelmin eenige Refolutien of Dispofitien, raakende het politiek beftier, op den Predikftoel aan te roeren, of zich daaromtrent eenige reflexien aan te maatigen , by pcene dat van zodaanige Predikanten, welke mogten ondumeemen daar tegens aan te gaan, hun tracfement daadelyk zal worden ingehouden. En anderdeels , dat ingevolge gezeide Refolutie, door de Bedienaaren des Goddelyken Woords in de publieke Kerken deezer Provincie, in het bidden voor de Hooge en fubalterne Overheden, gehouden zal worden de navolgende order en rang; dat, namentlyk, eerst gebeden zal worden voor Haar Edele Mogenden de Heeren Staaten van Overysfel, als zynde de wettige Overigheid van deezen Lande; —■ voorts voor de Heeren Staaten van de andere Vereenigde Provinciën, haare Vrinden, Buuren en Bondgenooten; midsgaders voor derzelver gezamentlyke Gedeputeerden ter Vergadering van de Staaten Generaal, en in den Raad van Staaten; daar na voor zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau, Erfftadhouder, Kapitein-Generaal en Admiraal deezer Provincie; voor Haare Koninglyke Hoogheid en derzelver Doorluchtig Huis ; en voorts in alle de Steden en Plaatfen, voor de Magiftraat van dezelve Stad en Plaatze , daar zulks gefchied: en in de Heerlykheden ook voor den Heer, in ordre even voor de Magiftraat van de Plaatfe. En zal hier van Extract worden gezonden aan de Deputaten der Klasfen in deeze Provincie, tot derzelver narigt, en om daarvan kennisfe te geeven aan de Predikanten, onder ieder Klasfis reforteerende, om zich daar na te reguleeren. Wordende dan nog de Officieren en Magiftraaten R 4 ge*  aó*4 Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot gerequireerd en gelast, op de rakomiuge deezes de nodige attentie te geeven. No. 120. Publicatie van Hun Ed Mog. de Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, tegens het aanleiding geeven tot roveryen of plunderingen enz. In dato den 29 September 1787. De Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht, dóen te weeten. Alzo wy tot ons innig leedwezen vernomen hebbende, dat 'er lieden gevonden worden, welken in plaats van alles^ toe te brengen wat tot herftel der goede ordre, vreede en eensgezindheid dienen kan, zich niet ontzien, om de Huizen en Goederen van hunne mede-Ingezetenen, als van kwalvk geintentioneerden, aan anderen aan te wyzen, en daar door aanleidinge te geeven, dat deeze hunne mede-Ingezetenen in hunne Perfoonen en Goederen befchaadigd , beroofd en geplunderd worden jen zulks ^ of om hunne ongeoirloofde wraaklust te voldoen, of om zich met den inkoop van d-e aldus geroofde, en geplunderde Goederen teverrykenj hebben wy goedgevonden te interdiceeren, gelyk wy doen by deezen aan allen en een iegelyk, door dusdaanige aanwyzingen, direct of indirect, gelegenheid of aanleiding te geeven tot roveryen of plunderingen^ als ook om zodaanige geroofde en geplunderde Goederen in te koopen, te ruilen, doleufelyk te verbergen of op eenigerhande wyze zich in het bezie van dezelven te ftellen, op pcene, dat zodaanige Goederen, op welk prsetext dezelven ook zouden mogen worden bezeten, zonder eenige vergoeding zullen worden terug gegeeven aan den rechten Eigenaar, eh dat daar en boven tegens zulke onwettige Bezitters naar de Wetten deezer Lande zal worden geprocedeerd ; gelyk ook tegens de zulken, welken overtuigd zullen worden de Huizen of Goederen van hunne mede-Ingezetenen aangewezen, en daar door aanleiding tot roveryen eu plu*-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 26$ plunderingen gegeeven te hebben, al was het ook, dat zy door zulke plunderingen of roveryen voor zich geen het minfte voordeel genooten hadden; gebiedende voorders elk een iege-lyk, die eenige Goederen, welken hy vermoed van eenige zyner mede-Opgezetenen op eene onwettige wyze ontvreemd te zyn, onder zyne bezitting of bewaaring heeft, daar van kennis te geeven aan Schout en Gerechte der Plaatze, waar onder hy woonachtig is, met opgave van den tyd wanneer, de wyze op welke, en den titel uit welken hoofde hy in het bezie, dier Goederen gekomen is; auöorifeerende de refpecfive Gerechten ten platten Lande , dezelve Goederen in hunne bewaaring te neemen, en van dezelven een exaófe Lyst te leveren onder den Hove Provinciaal, ten einde die Goederen derwaards te kunnen worden overgebragt en gefequeftreerd, of aan de wettige Eigenaars gereftitueerd, op zodaanige conditiën, als na bevind van zaaken, naar recht en billykheid zal bevonden worden te behooren, alles op pcene, dat die gene, welke hier in nalaatig zal bevonden worden, of zodaanige fufpec, te Goederen verdonkerd, of buiten deeze Provincie vervoerd zal hebben, voor deaelve aanfpraakeJyk zal zyn, en daar en boven naar bevind van zaaken arbitraalyk gecorrigeerd worden. Verbiedende wyders gp pcene als voorfz., alle de Ingezetenen gezamentiyk, en elk van dien in het byzonder, elkanderen door injurieufe gefprekken} verwytingen of benaamingen vaa partyfchappen te miszeggen, misdoen, of op eenigerhander wyze te benadeelen; met ferieufe vermaaning, om alles toe te brengen, wat tot demping van partyfchappen, beveiliging van elkanders Perfoonen en Goederen, als ook tot herftelling der liefde en eensgezintheid ftrekken kan; ten einde de ruine der goede Ingezetenen en de ondergang deezer Provincie, onder den zegen van God Almachtig worde voorgekomen. Permitteerende eindelyk aan allen en een iegelyk Opgezeten der^Proyincie, welken hunne Goederen R j . wn  %66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten* platten Lande in de tegenwoordige omftandigheden van tyden niet veilig achten, hunne pretieuie Goederen, zo van Goud- als Zilverwerk, Juweelen, Kleinodiën, Effecten, contante Penningen en diergelyken, behoprlyk afgepakt en verzegeld over te brengen binnen deeze Stad, by den Griffier van den Hove Provinciaal Mr. Cornelis de Wys, die hun een verzekerde plaats zal aanwyzen, om die Goederen aldaar buiten eenige kostën , doch ten pericule van die genen, welken dezelve zullen overbrengen of doen overbrengen, bewaard te worden, tot zo lange de omftandigheden van tyden zullen veranderen, en door ons anderefchikkingen ter beveiliging van de Ppgezetenen zullen kunnen gemaakt worden. En op dat een ieder hier van kennis moge hebben en geene ignorantie zouden kunnen pretendeeren, zal deeze worden gedrukt en alemme gepubliceerd en geaffigeerd naar behooren. Aldus gedaan t' Utrecht, den &c. }Vas geparapheerd B. C. v. Lynden, Vt. (Onder fond) Ter Ordonnantie van Welgemelde Heerer» Gedeputeerden, (was get.~) H. A. Laan. N'\ 121. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van het Landfchap Drenthe, behelzende eene aanjchryvinge aan de Predikanten tot liet doen eener openllyke dankzegginge; verder worden daarby alle gewapende Genootfchappen , Sociëteiten enz. vernietigd; voorts het draagen van Orangeverfierfelen vergund, In dato den 29 Sept. 1787. Ridderfchap en Eigencrfdens, de Staaten der Landfchap Drenthe, doen te weeten, ■ Na-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallev',^267 Nadien Nederland op het tydftip wanneer het zelve reeds op den oever van haar geheel verderf fcheen gebragt te zyn, door Neêrlands God , naar zyne grondelooze barmhartigheid, op eene onverwagte wyze, en door een algemeene wonderbaarlyke omwenteling van zaaken en opmerkenswaardige omftandigheden, in zo verre gered is, dat hed zelve by den gewenschten band der Unie, de wettige en gevestigde Regeerings Conftitutie , onder het heilzaam en wettig Staats- en Stadhouderlyk beftier bewaard, of herfteld is. Zo is het, dat wy in de eerfte plaatsdienftighebben geoirdeeld, aan alle de Predikanten deezer Landfchap hier mede aan te fchryven, om op Zondag den 14 Ocfober eerstkomende, opentlykedankzeggingen met hunne Gemeentens ten Hemel op te zenden, voor deeze onverdiende goedertierenheden in het tot hier toe zo wonderbaarlyk behoud van het lieve Vaderland, en verydeling van veele booze cn geheime raadflagen, bewezen ; en om de 'verdere bewaaring, veiligheid en voorfpoed van het zelve ernftig af te fmeeken, en by deeze gelegenheid hunne Gemeentens op het nadruklykfte aan te maanen, om byalle gelegenheden met hunne daaden en werken de goede Voorzienigheid over deeze Landfchap in 't byzonder dankbaar te erkennen , zich als ftille, eendragtelyke en gehoorzaame Ingezetenen, onder de thands, na een bedaarde ooverweeging der z-edert eenige jaaren zweemende onlusten, meer dan ooit gevestigde Staats-en Stadhouderlyke Regeering, te gedraagen, alle verdeeltheden en partyfchappen eens voor altoos af te leggen, en fpeciaal niet alleen nu, maar teffens volgens het voorfchrift der Kerkenorder, op ieder Zondag 's Hemels dierbaarfte zegeningen zo over de Regeering deezer Landfchap in 't gemeen,als over het ganttche Huis van Orange in 't byzonder, 0penlyk en vuuriglyk af te fmeeken. En nadien de langduurige verdeeitheden, welke zo ongelukkig-hebben geheerscht, aanleiding toe het  ? 68 Verzameling van Stukken betrekkelyk t$t t het pleegen van veele verregaande disordres en oproerigheden hebben gegeeven; zo is het, dat wy hier in willende voorzien, na alvoorens hier mede een openbaar blyk te geeven van ons zonderling genoegen, over het zo loflyk gedrag van onderfcheidene gegoede Ingezetenen, voornamentlyk te Meppel, aan wiens yverige zorge voor een groot^gedeelte het behoud der plaats te danken i«, teffens alle In- en Opgezetenen, van wat ftaat of conditie dezelve mogen wezen, hier mede op het allerernftigfte vermaanen, om de haat en partyfchappen onder eikanderen een einde te doen neemen, en met vereenigde poogingen, onder Gods zegen, totherftellipg en bewaaring der ruste mede te werken, en zich te onthouden, om den een den anderen met dreigementen, veelmin met het plecgen vaa daadelykheden aan Perfoonen, Huizen of Bezittingen, onder welk voorwendzel ook, te verontrusten, of te beleedigen, en in het generaal zich te wagten van alles waar door de openbaare rust eenigzints zoude kunnen worden geftoord, op pcene, om zonder eenige verfchooning als Verftoorders der openbaare rust zelfs aan lyf of leeven te worden geftraft, zodaanig, als naar Landrechten en de Placaaten deezer Landfchap zal bevonden worden te behooren, En ten einde deeze bedoelingen zo van ons, als van alle vreedzaam? Ingezetenen te bereiken, verklaaren wy hier mede wederom te vernietigen en voor altoos te verbieden alle gewapende Genootschappen , en gemeenfchaplyke Wapenoefeningen, met intrekking van de voorgaande legalifatien en vergunningen aan dezelve verleend. Gelyk mede provifionecl, en tot onze nadere order zvn vernietigd, en blyven verboden, alle zodaanige Sociëteiten en byeenkomften, welke zeden eenigen tyd binnen deeze Landfchap zyn begonnen opgerigt te worden, om in dezelve over zaaken, 's Lands beftier betreffende, opzettelyk te handelen, en onderling te correspondeeren; re- fer?  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 16<$ ferveerende wy omtrent de een en andere ónze nadere .Refolutien en Dispofitien. Laastelyk hebben wy, op het voetfpoor Vafiönztf nabuurige Bondgenooten, aan de betoonde begeerte onzer goede Ingezetenen, om hunne genegenheid voor het Doorluchtige Huis van Orange' door openbaare tekenen te kennen te geeven, willen te gemoet komn, met aan een iegelyk mids deezen het draagen van verfierfelen van de Orangekleur te vergunnen, met intrekking van de Refolutie deezen ter contrarie op den 22 November 1785 gearresteerd; zo nogthands, dat niemant daar toe op eenigerhande wyze zal mogen worden gedwongen of genoodzaakt, by prene als vooren. En ten einde hier omtrent niemant onkunde moge prarendeeren, zal deeze door den druk gemeen gemaakt, en alómme van de Predikftoelen deezer Landfchap gepubliceerd, en voorts tergewoonlyke plaatzen geaffigeerd worden. Acfum np den Reces-Landdag, gehouden te Asfen den 29 September 1787. Ter Ordonnantie van de Heeren voorfchreeven. (was get.) W. H. Erkenswyk* No. 122. Antwoord van Haare Koninglyke Hoogheid aan de twee Gecommitteerden uit de Regeeringe der Stad Amfteldam, die, ingevolge de Nota van zyne Doorluchtige Hoogheid den regeerenden Hertogvan Brunswyk en Lunenburg van den 27 September 1787, naar den Haag waren afgezonden, om Hoogstdezelve eene byzöndere fatisfactie voor de Stad Amfteldam aan te bieden. In dato den 29 September 1787. Ik gevoel, Myne Heeren! met het grootfte genoegen, dat de taal van myn hart volmaakt overeenftemt met de denkbeelden van edelmoedigheid, welke gylieden wel in my gelieft te erkennen, eö ia  270 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut in de daad ik begeer niets minder als firaf voor de geweiddaadigheden, die men zich jegens my veroirlooft heeft. Jk ben ten hoogften aangedaan ovef het lot van de Auteurs en Bewerkers van die gewelddaadigheden j en wel byzonder over den zorglyken toeftand, waar in de Stad Amfteldam gebragt is. Ik verlang rlcts yveriger, als om die middelen en befluiten te zien bevestigen, welke tot vernietiging der voorige wanordens en onrechtvaardigheden kunnen flrekken, om de Conftitutionéele Regeering te zien herftellen j en dat'er tevens gezorgd worde tegen alle gevaarlyke Wapening der Inwooners , en dat door deeze middelen de openbaare rust en den ouden weivaart en voorfpoed van het Vaderland herhooren word. Ik biede my met vermaak aan, my Vergenoegende met Ulieder betuigingen, om den Koning myn Broeder te beweegen tot het afzien van alle andere fansfaclie, en om zyne Troepen van voor uwe Stad-te doen terug trekken, zo dra de oprechtheid uwer betuigingen my zal geblecken zyn door de concurrentie der Stad Amfteldam, en derzelver tóetreeding tot alle die Refolutien, welke deezer dagen genomen zyn tot herftelling van zaaken , en flobr gtiyklyk met de andere Staatsleden van deeze Provincie mede te werken, om zodaanige andere heilzaame maatregelen en befluiten te neemen, als eigenaartig gefchikt zyn tot bereiking van mvne allerzuiverfie verlangens en de verkryging Van den voorfpoed, die ik my voorgefteld had in het Vaderland te doen herleeven. Ik zoude egter groote zwaarigheid gemaakt hebben, om my, op de uitnodiging der Pleeren Staaten, herwaardte begeeven, indien zy 'er de verzekering niet bygevoegd hadden, dat myn Gemaal in alles zoude herfteld worden 1 er bereiking van dat einde, houd ik my verzekerd, dat men niet zal gelooven, dat ik verlang, dat de voorgemelde Autheurs en Bewerkers in hunne eer en'goederen aangerand, en nog veel minder in gevaar gebragt worden, om hun lee-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. mt gevallen. 271 leeven te verliezen, maar dat zy, buiten alle verdere vermoedens, van hunne Ambten, door welkd •Zy in ftaat zouden wezen nieuwe moeijeiykhedente veroirzaaken, zullen ontilagen worden, (WOS get.) WlLHÈttólNA. N". 123. Brief van Zyne Doorluchtigheid de regeerende Hertog van Brunswyk Lunenburg, aan de Ed. Groot Achtb. Regeering der Stad Amfteldam. In dato den 30 September 1787. Ik houde de ftilftand van Wapenen heden avond geëindigd te zyn tusfchen zes en zeven uuren, op welken tyd de Heeren Gedeputeerden te Amfteldam kunnen terug zyn. Ik heb op de allervolftrektfte wys befloten, om voort te gaan en myne orders ter uitvoer te brengen, zo ik geen Brief ontvang van Haare Koninglyke Hoogheid Mevróuwe de Princesfe van Orange, by welke Hoogstdezelve my berigt, dat zy geene andere Satisfactie begeerd, en my verzoekt om de Troepen te doen ophouden. (was get.) Karel, Regeerende Hertog van Brunswyk^ Lunenburg. N°. 124. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Mogenden Heeren de Staaten van Holland en West-Friesland, over de Magiftraatsbefteliing der Stad Rotterdam In dato den 1 OBober 1787. Op het verzoek en de inftantie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam, uit den naam en op last van de Heeren hunne Principalen ter Vergadering gedaan, is, na voorgaande deliberatie goedgevonden enverftaan , by deezen in te trekken en  *74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 126. Publicatie van de Wetltouderfchap te Rotterdam, tegens het dóen van Rondens en Vifitalien door daar toe ongequalificeerde Peijoonen enz, In dato den 1 Otlober 1787. Alzo Schout, Burgemeesters en Schepenen de? Stad Rotterdam in ervaaring zyn gekomen, datvceïe ongequalificeerde Perfoonen zonder van het Wagtwoord voorzien Xe zyn, zich veroirloven om flrydig met alle goede orde , op eene willekeurige wyze, niet alleen binnen deeze Stad Rondens te doen, maar zich ook verRouten eigener authoriteit gewapend zo binnen als buiten deeze Stad zich te begeeven tot het doen van Vilitatien als anderzmts, (omtrent welke Vifitatien Hun Ed. Groot Achtb., ter wegneeming van kwalyk geplaatst argwaan , een iegelyk by deezen willen onderrigt hebben, dat tot 3ner toe aan Hun Edele Groot Achtbaaren niet is gebleeken, dat eenig ongeoirloofde quantiteit van Ammunitie, Geweeren of fchaadelyke InRrumenten, waar aan men met grond eenige kwaade intentie zoude kunnen attribueeren, gevonden zyn.) Dat ook'andere Perfoonen zich aanmaatigen, om fchoon de Wagt niet hebbende, egter met Zydgeweeren gewapend, tydig en ontydig langs Rraat te gaan , waar uit de grootfle disordres en de ichroomlykfte gevolgen te dugten zyn. . Zo is 't, dat Myne Heeren voornoemt, hier m willende voorzien, by deeze allen en een iegelyk ten ernRigfte verbieden en interdiceeren , om zonder van het Wagtwcord voorzien en dus behoorlyk jrequalificeerd te zyn, eenige Rondens te doen, of, daar toe geene bevoegtheid hebbende, ten dien einde met Zyd- of Schietgeweer langs 's Heeren weeën of flraaten te gaan, veelmin eenige willekeurige Vifitatien te doen, op pcene, van ter contrarie doende, voor de eerste reis, geduurende een maand te pceniteeren te water en brood, en voor de tweedemaal naar exigentie van zaaken ook aan den Ly ve te. worden geftraft.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 275 En nadien alle fcheldwoorden, verwytingen en bedreigingen ter zaake van voorgaande partyfchappen, niet anders kunnen uitwerken danftooring van rust, vermeerdering van haat, mistrouwen en fchaadelyke daadlykheden; zo verbieden Myne Heeren voornoemt, wel fpeciaal, alle dusdaanige fcheldwoorden, bedreigingen en verwytingen ten ernfligfte, op pcene, dat tegens die geene, die zich daar aan fchuldig maaken, ten ftrengften zal worden geprocedeerd, en dezelven exemplaar zullen worden geftraft. En vermaanen voorts Hun Edele Groot Achtbaafe alle gewezen Schuttersvan ter voorkoming van alle onaangenaame ontmoetingen , zich niet te vertoonen met derzelver gewezen Uniform of Monteering; terwyl Hun Edele Groot Achtbaare eindelyk alle en een iegelyk exhorteeren van door al te groote byeenkomften, geene gelegenheid te geeven, dat doorgegronde of ongegronde vermoedens, deswegens de rust en tranquiliteit deezer Stad worde geftoord. No. 127. Misfive van Dros/aard, Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Gorinchem, aan de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en WestFriesland. In dato den i OStoher 1787 gefchreeven. Edele Groot Mogende Heeren! Onder Zo veele irreguliere Refolutien, als 'er voor de gelukkige omwenteling van zaaken, van tyd tot tyd genomen zyn, is zeker niet van de minfte de zodaanigen, waar by door de Souverein van deeze Provincie aan de Commandanten van de Guarnifoenen en van de Militie van deeze Provincie, zo wel als aan de Militairen zelve, word verboden, zich in eenige Burgergefchillen in te laaten, welke Refolutie wy vermeenen, dat op den 25 Augustus S 2 1786  27Ö Verzameling van Stuiken betrekkelyk tót 1786 by U Ed. Groot Mog. is genomen. Het nadeelip uitwerkzel van dien is maar al te zeer ondervonden en ook al te evident, om zulks door een nader betoog aan te dringen. Wy neemen derhalven alleenlyk de vryheid aan U Ed. Groot Mog. m confideratie te geeven , of het niet ten hoogften nodig is, dat deeze Refolutie ten fpoedigfte werde ingetrokken en geannulleerd, want, behalven het oppofite van dit verbod met den gewoonen Guarnifoen-ééd, kunnen 'er gevallen ontftaan, waar in men zich, zo lang deeze Refolutie aanwezig blyft, zeer aanmerklvk geëmbrasfeerd zoude kunnen vinden. Op welke Misfive by Hunne Ed. Groot Mog. gedelibereerd zynde, hébben Hoogstdezelven goedgevonden en verRaan, de voorfchreeven Refolutie van den 25 Augustus 1786 weder in te trekken en buiten effect te Rellen, en daar van aan de Commandanten der Guarnifoenen en van de Militie van deeze Provincie, de nodige aanfchryvinge te laaten doen. K°. 128. Publicatie van de Regeeringe der Stad Ut. recht, tot vernietiging van het Exercitie-Genoodfchap, onder de ZinfpreukPxo Patria &Libertate. In dato den 1 Ottober 1787. Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, ondervonden hebbende de funeste gevolgen, welke voor Stad en Burgerye uit de zedert een geruimen tyd gehouden directie van het Exercitie-Genoodfchap onder de Zinfpreuk Pro Patria etLibertate zyn geproflueerd, zodaanig, dat daar door een eroot gedeelte der Burgerye zo niet geheel geruïneerd, ten minffen door onnodige depenfes, en verzuim van hunne affaires en beroep, merkelyk in hun beftaan zyn verminderd, behalven dat veele van derzelver Leden zich in allen opzichten hunne verkreegen permisfie verre zyn te buiten gegaan, niet alleen, maar zelfs grootelyks hebben medege- werkt  de Gebeurtenis/en - in 1787 enz. voorgevallen. 27? werkt tot de zo ongelukkige omftandigheden, waar in zich ons Vaderland, en vooral deeze Stad, jammerlyk hebben bevonden, alles tot minachting der wettige Regeering, en wezentlyk ongeluk van deezer Stads Burgerye; hebben goedgevonden en verRaan, gemelde Genoodfchap van Wapenhandel te casfeeren en vernietigen, gelyk zy het zelve casfeeren en vernietigen by deezen, verklaarende alle Refolutien van den Raad, waar by eenige de minfte permisfie of vergunninge van Exercitie als anderzints aan gedagte Genoodfchap geaccordeerd is, te ftellen buiten effect, houdende dezelve van nul en geener waarde en als niet genomen: en worden by deeze alle de invidueele Leden van het zelve, al verder gelast, hunne Geweeren, Wapenen, Veldtekenen en alle Ammunitie, hun in het Privé, of het Genoodfchap in het generaal fpeCteerende, voor zo verre, die hier reeds ingevolge van voorige Publicatie van den I7den derjongstleedenmaand Sept. aan den Stadhuize niet zyn bezorgt, ten fpoedigften , immers binnen den tyd van driemaal vier en twintig uuren naar Publicatie deezes , ter bewaaring aan den Stadhuize ter Secretarye van de Politie over te brengen, en zich wyders in alle gevallen , als goede en ftille Burgers en Ingezetenen te gedraagen , alles op pcene van eene boete van vyf en twintig Guldens, ten behoeve van de Aalmoesfenierskamer deezer Stad, te incurreeren by de gepe, die naderhand mogten bevonden worden aan deeze voorenftaande Publicatie niet voldaan te hebben. En op dat niemant hiervan eenige onkunde voorwende, zal deeze afgekondigd, gedrukt, en naar gewoonte aangeplakt worden. Aldus by de Vroedfchap der Stad Utrecht gearresteerd den 1 Oclober 1787, en more folito van den Stadhuize gepubliceerd den 2den dito. (was geWy S 3 In kennisfe van my, J. W. de Rueveiu  «78 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot K°» 129, Publicatie van de Regeeringe der Stad Ut* recht, ter verzekering aan de Jludeerende Jeugd, van veiligheid en pmettie. In dato deit 1 Ottober 1787. Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht thands wederom in de uitoeffening van haare wettige Magiftratuure als Regeerders der Stad, en Curatoren der Academie herfteld zynde, hebben met innige fmerte en leedweezen informatie bekomen, dat veele Ouders en Voogden in nabuurige Provinciën en Steden, door vreeze wegens de verregaande verwarringen en combusticn, welke alhier binjien deeze Stad hebben plaats gehad, wederhöuden en afgefchrikt zyn geworden, hunne Kinderen en Pupillen in derzelver ftudien op deeze Academie te laaten continueeren, of op nieuws beginnen, dan dewyl Hun Ed. Achtb, door de alwyze beftieringe der Godlyke Voorzienigheid thands het genoegen hebben, temogen zien, dat alle verwarringen en tumultueufe beweegingen ten eenemaale ophouden, tn de rust in de Stad en de veiligheid voor Perfoonen en Goederen onder eene herftelde en wettige Adminiftratie der Juftitie heerscht; hebben Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap als Curatoren derAcademie, aan wie de welvaart der Stad en den bloei der Academie boven alles ter harte gaat, goedgevonden by deeze daar van eene publyke Advertentie aan alle en een ieder te doen, en verzekering te geeven, dat de Academifche Studiën binnen deer ze Stad met eene volkomen veiligheid kunnen hervat en uitgeoeffend worden: aiwaarom zy Pleeren Burgemeesteren en Vroedfchap vertrouwen , da| bovengemelde Ouders en Voogden geene zwaarigheid zullen maaken, derzelver Kineleren en Pupillen hunne Studiën alhier te doen beginnen of t© vervolgen, beloovende de Vroedfchap aan alle dezelve hunne byzöndere Protectie: hebbende de Profesforen hunne Academifche Lesfeo mee. het begin deezer maand aangevangen. Aldus  ï%% Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot No. 131. Publicatie van den Heere Erfftadhouder, benevens Prefident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland, betrekkelyk de tumultueufe bewee. gingen te Maasfluis. In dato den 2 October 1787, Willem, by de Gratie Gods Prince van Orange en Nasiau, &c. &c. &c., Erf-Stadhouder, ErfGouverneur, Erf-Kapitein Generaal en Admiraal, mitsgaders de Prsefident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland; Alzo ter onzer kennisfe is gekomen, dat op gisteren binnen den Dorpe van Maaslandfluis, eenige tumultueufe beweegingen hebben plaats gehad, en aan eenigcLieden moeijelykheid en overlast is aangedaan, en de goede Politie en Justitie allezints vorderen, dat de rust en vreede in deezen Lande en op deeze Plaats worden bewaard, en voor de veiligheid der Ingezetenen gezorgd. , Zo is 't, dat Wy allen en een ïeglykop het allerernftigfle vermaanen en beveelen, zich zorgvuldig van alle oproerige beweegingen en feitelykheden te wagten, niemant, wie hy ook zyn moge , eenige de minfte moleste aan te doen of te beleedigen, of ook in deszelfs Perfoon aan te tasten of op te brengen, maar in tegendeel zich ftil, ordentelyk en gehoorzaam aan de Regeering te gedragen, op pcene, dat de zulke, welke tegen deeze Onze ernftige vermaaninge en beveelen zullen aangaan, directelyk of indire&elyk, conform de Wetten en en Placaaten van den Lande ten rigoureuste en zelf, na exi gen t}e van zaaken, met de Dood zuilen worden geftraft. L11 opuat niemant hiervan ignorantie prctendeeren, gelasten Wy den eerften Deurwaarder van den'Hove, deeze op den Dorpe Maasfluis te publiceeren en te affigeeren, daar zulks te gefchieden gebruikelyk is. Gedaan in den Raade den 2 October 1787. (Onder fiond) My prefent. (v/as nt.1 Adriaan Bodt. v • No. 132?  g?4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot £Jo, i<^. ExtraB uit het Register der Refolunen van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, raakende de Gewapende Genoodfchappen in de Meijerye, fcfc, In dato den 3 OBober Ï787, Is gehoort het Rapport van de Heeren van WelPEren, en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Placaaten en Reglementen, hebbende, ingevolge en tot voldoeninge van derzel\ er Refolutie eornmisforiaal van den 28ften der voor* Iceden maand, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, geëxamineert een Memorie van H. J. van Oldenbarneveld , genaamt witte Tulling, Advocaat Fiscaal van Brapand, houdende, dat de Publicatie van haar Hoog Mog. van den ï° Augusty laatstleeden, raakende de gewaapende Genoodfchappen in de Meijerye; geenzints' aan bet bedoelde oogmerk had beantwoord , en dus vermeend had, aan haar Hoog Mog. in confideratie te moeten geeven, of Hoogstdezelven niet zouden gelieven goed te vinden en te verRaan, dat aan de Magiftraat van 's Hertogenbosch zal worden aangefchreeven, cm het Burger-Corps uit haare vier byzöndere Bogaarden of Schutteryen aldaar verzameld, en by een getrokken, daadlyk te disfolveeren, en niet weder te gedoogen, dat eenig afzonderlyk Corps uit dezelve Bogaarden of Schutteryen, op nieuws werde te zaamen getrokken of vergadert, en door het zelve eenige afzonderlyke Evolutien of Militaire Exercitiën werden verrigt; en om voorts in aanmerking, dat de bewaaring en befcherming van de Stad 's Hertogenbosch en haare Werken, als zvnde een Frontier van de Generaliteit, alleen aan het Militaire-weezen en den Gouverneur aldaar competeert, van de refpective Schutteryen der gemelde Stad, en onder dezelve ook byzonder van die genen, welke tot het zelve afzonderlyk Burger-Corps hebben gehoord, af te Vorderen alle fcherpe Patroonen, wel-  ie Gebéurtenisferi in 1787 enz. voorgevallen. 28$ ke zy in voorraad mogten hebben gemaakt, ais me.» de alle verdere Ammunitie, welke onder een of/ meer van de gemelde Schutters, of derzelver Officieren en Onder-Officieren, mogt berusten, en by' de jvergifte derzelve een ieder dier Schutters op zyn Burger-ééd te doen declareeren, dat hy geen fcherpe Patroonen, of andere Ammunitie heefs agter gehouden, direct, of indirect, of zich van eenige andere Patroonen of Ammunitie op nieuws zal voorzien, met verdere last aan gemelde Magiftraat,om dezelve fcherpe Patroonen en verdere Ammunitie zorgvuldig te doen bewaaren, en dezelve niet, buiten kennis en goedvinden van haar Ploog Mog., of anderzints in presfante of hoognoodzaakelyke omftandigheden , anders dan met voorkennis en goedkeuring van den Gouverneur of eerfte Commandeerende Officier, aan de Schutteryen weder uit te geeven. En dat wyders aan den thands fungeerende Hoogfchout der Stad en Meijerye van 's Hertogenbosch, als mede aan de refpective Drosfaarden van de particuliere Heerlykheden , in de voorfz. Meijerye zal worden aangefchreeven, om alle de zodaanige Genoodfchappen van Wapenhandel, welke in dezelve Meijerye onder hunne refpective Dillricten of Jurisdictiën zouden mogen exteeren, terftond te doen ontwapenen , en by alle de Leden tot dezelve Genoodfchappen gehoorende, en alle andere Perfoonen welke eenigzints onder fufpicie zouden kunnen zyn, van eenige Wapenen, fcherpe Patroonen en andere Ammunitie van dezelve Genoodfchappen onder zich te hebben, of voor dezelve te verbergen , de naauwkeurigfte vifitatie te doen, met last,, om alle dezelve Wapenen, fcherpe Patroonen, en verdere Ammunitie, over te brengen in het Arfenaal van de Generaliteit in 's Hertogenbosch, en om van nu voortaan niet meer te gedoogen, dac door eenige Leden tot die ontwapende en alzo gedisfolveerde Genoodfchappen behoorende , of ook door iemand anders Yan hunne In- en OpgezetenenA ceni-  486 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot eenige Sociëteiten of Byeenkomften van Wapenhandel, of Wapenoefening, of eenige Wapening van In- en Opgezetenen ten onderwerp hebbende, Werden gehouden en gefrequenteert | en voorts om aan haar Hoog Mog. Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal van Braband over te zenden exacte Lysten van de Perfoonen, welke onder hunne refpective Diftriccen tot dezelve Genoodfchappen, Gezelfchappen of Byeenkomften van Wapenhandel hebben gehoord, en welke qualiteiten zylieden by dezelve hebben bekleed, en wie van hun in eenige kerkelyke bf burgerlyke Bedieningen zyn gefteld, als mede exafte lysten van de zodaanige, welke Voor of na haar Hoog Mog. Publicatie van den 13 Au«usty laatstleeden, het zy Corpsgewyze, het zy Ieder afzonderlyk, met of zonder Wapenen, buiten de Stad en Meijerye van 's Hertogenbosch zyn setrokken om in eenige Stad, Dorp, Vlek of Plaats linnen eene of andere der geünieerde Provinciën Guamifoen te houden , en Welke die Perfoonen zedert de affixie en het doen van dezelve Publicatie van daar wederom zyn gereverteert. Alles onverlet en onvermindert zodaanige actiën, als gemelde haar Ploog Mog. Advocaat Fiscaal zoude vermeenen te fustinecren tegens de zodaanigö welke zich aan opzettelyke vilipendie en disobedientie van haar Hoog Mog. Publicatie van den gemelden 13 Augusty zouden mogen hebben fchuldig ëeWaar op gedelibereeft Zyhde, is goedgevonden en verdaan, dat aan de Magiftraat der Stad 's Hertogenbosch zal worden aangefchreeven, om het Bürger-Corps uit haare Vier byzöndere Bogaarden of Schutterven aldaar verzameld en by een getrokken, daadlyk te disfolveeren en niet weder te gédoogen, dat eenig afzonderlyk Corps, uit dezelve Bogaarden of Schutteryen op nieuws werde te zamen getrokken of vergadert, en door het zelve eenige afzonderlyke Evolutien of Militaire Exercitiën werden verrigt, en om voorts ia aanmerking Qm  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevalt in. 2$? dat de bewaaring en bcfcherming van de Stad 's Bosch en haare Werken, als zynde een Frontiet van de Generaliteit, alleen aan het Militaire-weézcn en den Gouverneur competeert, en zonder dat echter daar uit ten aanzien van zodaanige Schutters, welke zich by hunne refpective Bogaarden of Schutteryen hebben gehouden, eenige reden vaa mistrouwen of andere onaaugenaame conniventie zal konnen worden getrokken, van de refpective Schutteryen der gemelde Stad, en onder dezelve ook byzonder aan die genen, welke tot het afzonderlyk Burger-Corps hebben gehoord , af te vorderen alle fcherpe Patroonen, welke zy in voorraad mogten hebben gemaakt, als mede alle verdere Ammunitie, welke onder een of meer van de gemelde Schutters of derzelver Officieren of Onder-Officieren mogt berusten, en by de overgifte derzelve een ieder dier Schutters, op zyneBurgerééd te doen declareeren dat hy geene fcherpe Patroonen of andere Ammunitie heeft agtergehouden , direct of indirect, of zich van eenige andere Patroonen of andere Ammunitie op nieuws zal voorzien ; met verdere last aan gemelde Magiftraat, om dezelve fcherpe Patroonen en verdere Ammunitie zorgvuldig te doen bewaaren, en dezelve niet buiten kennis en goedvinden van haar Hoog Mog. of anderzints in presfante en hoognoodzaaklyke omftandigheden niet anders dan met voorkennis eiï goedkeuring van den Gouverneur of Commandeerende Officier aan de Schutteryen uit te geeven. Dat wyders aan den thands fungeerende Hoogfchout der Stad en Meijerye van 's Bosch, als mede aan de refpective Drosfaarden van de particuliere Heerlykheden in voorfz. Meijerye zal wordert gelast, gelyk gelast word by deezen, om alle zodaanige Genoodfchappen van Wapenhandel, welke in dezelve Meijerye onder hunne refpective Diftricten of Jurisdictiën zouden mogen exteeren, terftond te disfolveeren en te doen ontwapenen, en. by alle de Leden tot dezelve Genoodfchappen ge. Ijoo-  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot htidrende, en alle andere Perfoonen , welke eenigfcints onder fuipicie zouden kunnen zyn van eenige •Wapenen, fcherpe Patroonen, en andere Ammunitie van dezelve te verbergen, denaauwkeurigfte vifi* tatie te doen, met verdere last om alle dezelve Wa* penen, fcherpe Patroonen , en verdere Ammunitie, over te brengen in het Arfenaal van de Generaliteit in 's Hertogenbosch, en om van nü voortaan niet meer te gedoogen, dat door eenige Leden tot die ontwapende en alzo gedisfolveerde Genoodfchap* pen behoorenden of ook door iemand anders vart hunne In- en Opgezetenen eenige Sociëteiten of By* eenkomllen van Wapenhandel of Wapen-oeffening, of eenige Wapening van In- of Opgezetenen ten onderwerp hebbende, werden gehouden en gefrequenteert. En dit alles onverlet, en onvermindert zodaanige Actiën, als den Advocaat Fiscaal en Procureur: Generaal van Braband, of andere Officieren zouden vermeenen te moeten fustineeren tegens de zodaanige, welke aan opzettelyke vilipendie en disobedientie van haar Hoog Mog. Publicatie van den 13 Augusty laatstleeden zouden hebben fchuldig gemaakt, En zal Extract van deeze haar Hoog Mog. Refolutie worden gezonden, aan voorn. Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal van Braband tot narigt , en om op de executie van dien eenwaakend oog te houden; En zal voorts deeze Refolutie worden gedrukt en •het nodige getal Exemplaaren gezonden aan voorn. Hoogfchoüt, ten einde dezelve te doen toekomeh aan dien genen aan wien het behoord, en door Welke dezelve moet worden ter executie gelegt, (was geparapheert) ]. W. van Welderen, vt- (Onder Jlend) (was get.) H. FAGEti No. 13ö4  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. v$$rgevallen. 289 N^. 1^4. ExtraB uit de Refolutien van itim Ed.Grmt Mogenden de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, betrekkelyk den Rhyn-Graave van Salm. In dato den 3 OStob. 1787. Is geleeÈeri het advis van de Heeren Gecommitteerde Raaden van heden, hebbende ingevolge tot voldoeninge van Hun Ed. Groot Mogende Relolutio van den29ften der voorleedenmaand, geëxamineert de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. ten zeiven dage gedaan, op de daarby gelegde grouden, flrekkende tot casfatie van dén RhynGraav van Salm, van alle zyne Militaire Charges; en hebbende daar op ingenoömen het hoogwys advis van Zyn Hoogheid. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden én verRaan, den Procureur-Generaal deezer Provincie by deeze te authorifeeren om tegens den Rhyn-Graav van Salm, in cas van defertie te Procedeeren; waar toe Extract deezer aan gemelde Procureur-Generaal zal worden gezonden. En zal van deeze Refolutie opening worden gegeeven ter Generaliteit, met inRantie, dat tegen den gemelden Rhyn-Graav ter zaaken van zyn gepleegde defertie, als Collonel in dienst van den Staat, behoorlyk moge worden geprocedeert; mitsgaders dat door Hun Hoog Mogenden de nodige ordres mogen worden gefield , ten einde dezelve, Rhyn-Graav, in gëene Cólonien óf andere Posfesfien van de Republiek geadmitteerd, veel min in dienst van Oost6f West-Indifche Compagnien, óf van de Sociëteit van Sürninaamen werde genomen , maar dat hy, zo aldaar mogt verfchynen, werde genomen in apprehenfie, en by de eerfie Scheeps gelegendheid herwaards worde overgebragt. En zal hier van aan Zyn Hoogheid als Kapitein-Generaal van de Unie kennis worden gegeeve» met verzoek, om te willen zorgen, dat aan deExe- I. Deïl, t c*-  200 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot cutie der voorfz. Refolutie promptelyk worde vol- daOver liét bovenftaande ter Generaliteit gedelibereert en gehoord zynde het Rapport van de Heeren vanHeeckerenioJ Keil, en andere Hun Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, de voorlz* Refolutie met en nevens eenige Heeren Gedeputeerden uit den Raad van Staaten, nog ftaande de Vergadering ^eëxamineert hebbende; is goedgevonden en verftaan, nademaal ter Executie van Hun Hoog M og. Refolutie van den 27 der gepasfeerde maand, s Lands Advocaat van der Pot, bereids by den Raad van Staaten is geauthorifeert, van het recht van de Hooge Overigheid waar te neemen, tegens alle zodaalige Officieren, welken zich aan overtreeding van den ééd en de verplichting aan de Generaliteit hebben fchuldig gemaakt, en dat dus daar onder mede behoord voornoemde Rhyn-Graav van Salm, ter zaake van het geen waar aan dezelve zich, zo uit hoofde van defertie, als anderzints, mogt hebben fchuldig gemaakt, dat op dit refpect geen verdere Refolutie behoort te vallen. En is voorts nog goedgevonden en verRaan , Zyn Hoogheid als Kapitein-Generaal van de Unie te ■verzoeken, ten fpoedigften de nodige ordres te ftellen, ten einde dezelve Rhyn Grave in geene Colonien of andere Posfesfien van de Republiek werde geadmitteert, veel min in dienst van de Oostof West-Indifche Compagnien, of van de Sociëteit van Surinaamen worde genomen, maar dat hy, zo aldaar mogt verfchynen werde genomen m apprehenfie, en by de eerfle Scheeps gelegendheid herwaards overgebragt. En zal van deeze Hun Hoog Mogenden Relolutie worden kennis gegeeven aan Hun Hoog Mogenden Ministers, refideerénde aan het Hof Van Denemarken en te Hamburg, met last om zich te informeeren, of voorfz. Rhyn-Grave zich in het gemelde Ryk of te Hamburg voornoemt mogt ophouden,  'Sé Gebeurtenisfen in I/S? enz. voorgevallen. 29 r en indien voornemens mogt zyn, van daar te vertrekken, en 'er fufpicie was, dat dezelve zich zo ide willen begeven naar een van de Colonien of Be zittingen, van den Staat in de Oost-of West-Indien , als dan ter plaatze daar zulks behoorde, en onder belofte van reciprociteit in voorkomende gevallen, te verzoeken dat gemelde Rhyn-Grave provifioneel moge worden gearrefteert, geevende in dat geval daar van ten fpoedigften Advertentie aan Hun Hoog Mog. N°. 135. Voorloopig Advis van den Prefident en Raaden van de Hoven van Holland, Zeeland en briesland, aan Hun lid. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, over de ge* daane Adresfen door fommige Schutteryen, BurgerGenoodfchappen, enz. In dato den 3 Otlob. X787. Ede6 Groot Mogende Heeren! - Wy hebben ontfangen U Ed. Groot Mogenden Misfive en Refolutie van den 26 der voorleden maand, waar by U Ed. Groot Mogenden hebben goedgevonden en verRaan; „ dat de Declaratoi„ ren, Propofitien en Voordragten, aan U Edele „ Groot Mogenden gedaan, en by U Ed. Grooc „ Mo genden Refolutie van den 22 derzelve maand ,, vermeld, aan ons in originali zouden worden toe„ gezonden, en dat voor zo verre dezelve aan Re„ geeringen der Steden waren gedaan, Burgemeesi, teren en Regeerders van de refpective Steden deezer Provincie zouden worden aangefchree ven, „ om zulks ten fpoedigften aan ons te fuppeditee,,'ren; " ingevolge van welke Refolutie dan ook aan ons zyn ter hand gekomen negentien ftuks Adresfen door zommige Schutteryen, Genoodfchappen, Burger-Sociëteiten, of dezelver Gecommitteerdenen anderen aan de Souvereine Vergadering van U Ed. Groot Mogenden gedaan. Wy hebben, Edel Groot Mogende Heeren! of T 2 fchooA  292 Verzameling van Stukkin betrekkelyk Ut fchoon tot nog toe ons niet zyn geftippediteert eenige Declaratoiren, Propofitien of Voordragten in de Steden gedaan, egter gemeend, ter fpoediger voldoening aan het door U Ed. Groot Mogenden , by Hoogstderzelver Refolutie van den 22 September laatstleden, van ons gerequireerde, geen tyd te moeten verzuimen, om de gemelde door U Ed. Groot Mogenden aar, ons toegezonden Adresfen te examineeren, ten einde ons alzo in Raat te Rellen, om deswegens voorloopig aan U Ed- Gioot Mog enden te kunnen dienen van onze Confideratien en Aeivys. Ten dien einde moeten wy remarqueeren, dat het aan ons is voorgekomen, dat alle de voorfchreeven Adresfen, wel verre dat dezelve zouden zyn ingerigt overeenkomftig den eerbied en die achting, wélke een ieder Ingezeten aan zynen Souverein in het gemeen en de Leden dezelve conRitueerende in het byzonder, gelyk ook aan die genen , welke van wegens dezelve met de eminenfte Charges zyn bekleed, is verfchuldigt en van alle Ingezetenen met recht geëischt en gevordert word, alle dezelve, één mooglyk uitgezonderd, integendeel de één meerder de ander minder zyn doormengt van zeer or.betaamlyke, beledigende en hoonende uitdrukkingen , zó wel met opzicht tot het Souverein gezag van U Ed. Groot Mogenden zelve, als ten reeuarde van den Perfoon van Zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer Prins Erfftadhouder, mitsgaders°ook van de Heeren Staaten van andere Provinciën, en dat zelfs ook daar in verfcheiden weinig met de gevestigde Conftitutie van deezen Lande overeenftemmende, zo al niet dezelve geheel en al ondermvnende redeneeringen en gevolgtrekkingen worden "gevonden, ten dien efFefte, dat alle dezelve wel zouden verdienen aan een geftreng orderzoek te worden gefubmitteerd. Dan , Edel Groot Mogende Heeren ! nadien by de voorgemelde Uwer Edel Groot Mogende Refolutie alleen fchynen bedoeld te worden zodaanige Declaratoiren, Psopofi- ties  de Gebeur temsfen in 17'87 enz. voorgevallen. 301 IV. Dat de Stad van alle Guamifoen of Inkwartiering, zül bevryd blyven. V. Dat men de Publicatie wegens de Orange-Cocary dei - - . Ill m eddam niet zal behoeven te publrere . I 0 \ ook d< zelve te draagen,omexcesfen, ir uil sekerlyk zullen volgen, voor te komen, VI. Dar alle Perfoonen, zo Politicque als Militaire, die ziel >tnd of in de andere Plaatfen, die CCM dekking ver. deeze Stad dienen, geretireerd .ü, rf io de protectie van de Stad genomen zyn, in hunne Perfoonen of Goederen met gemolesteerd of belemmerd zullen worden, waar onder moeten werden begreepen alle de Leden, die in Staats- of Stads-Commisfien zyn geëmplooijeerd geweest. Waar op door Huner Ed. Groot Mog. Gecommitteerdens is geantwoord: Dat eene Staats-Commisfie over het eerfte Artykel werkzaam zynde, het rapport daar van moest worden uitgefteld. Op het tweede: dat alle gelegitimeerde Schutteryen hunne Wapenen mogten behouden, zo zulks Stedelyk nuttig wierd geoirdeeld. Op het derde: dat zulks niet konde worden geaccordeerd, als ftrydig tegen Hunner Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 22ften September, waar by de Remotien als onwettig en gewelddaadig worden afgekeurd, en gelast is alles te herftellen. Op het vierde: dat zulks, ingevolge de Satisfactie, aan Amfteldam in den jaare 1578 gegeeven, konde geaccordeerd worden. Op het vyfde -• konde men faciel zyn , mits niemant wegens het draagen van Orange gemolesteerd wierd. Op  3o2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Op het zesde: konden Hunner Ed; Groot Mog. Gecommitteerden niets zeggen , als bchoorende tóe de Satisfactie die zyne Pruisfifche Majefteit voor Haare Koninglyke Hoogheid zoude vorderen. N. 138. Publicatie van de Ed. Gróót Achtb. Regeering der Stad Anijteloam, op Woensdag avond den 3 October 1787 afgekondigt en aangeplakt. Burgemeesteren en Raaden der Stad Amfteldam, vinden zich verplicht, aan de göede Burgerye te declareeren, dat zy altyd vólgens hun gewceten, ten moesten nutte van het lieve Vaderland in 't aigemeen, en van deeze Stad en Burgerye in 't byzonder, hebben getragt te handelen, en dat als nog , in de tegenwoordige omftandigheden , het welzyn van de Stad en derzelver Ingezetenen, by hen zwaarder weegt, dan hun eigen leeven, óf het behouden van hunne Eerambten en bezittingen. 'Dat zy, daar hün de dringende en hooge nood, en de korte tyd van beraad die hun flegts vergund was, niet heeft toegelaaten dit volledig ter kennisfe van de Burgerye te brengen; uit dien hoofde i en om deeze goede Stad voor zwaarder en zekere boven 't hoofd hangende onheilen cn rampen te beveiligen, zich genoodzaakt hebben gevonden de èisfehen van de overige Leden van Holland , te moeten inwilligen, met last aan de Heeren deezer Stads Gedeputeerden, om al 'tgeëischte, indien het niet anders zyn konde, toe te ftaan, zelfs het ontflag der aangeftelde Regenten , liever dan te waagen dat de Stad en Burgerye, behalven de reeds geleedene en verduurde rampen , eenige meerdere fchaade zouden lyden, en, na de fchaade geleeden te hebben, nog daar en" boven gedwongen zouden worden cm die zelfde eisfchen, en misfehien nog zwaardere toe te moeten flaan. Zy betuigen voor een Alweetend God , en op den ééd, die zy by den aan-  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevalt:}. 303 èanvang hunner Bedieningen gedaan hebben, hier mede niet anders te hebben beoogd, dan de voorkoming van de aliergedugtfte en onheriMbaare omkeering van deeze Stad. ' Terwyl zy, daar men al het overige heeft moeten toegeeven , ten mim'ten dit nog trachten en hoopen te zullen behouden, dat de rust en veiligheid in deeze volkryke Stad ongefchonden bewaard blyve; wanr toe zy vertrouwen dat de braave Burgerye, welke daar toe tot nu toe zulke loffelykepoogingen mer. een onvermoeiden yver heeft aangewend, die zelve poogingen en yver zal blyven aanwenden tot bevordering en behoud van de rust in deeze Stad, ten einde een ieder, hy zy wie hy zy, voor alle geweid en overlast te beveiligen. .' Actum den 3 October 1787. » In kennisfe van my (was get.) 11. N. Hasselaar, Secret. No. 139. ExtraB uit dt Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Gedeputeerde Staa^tn 's Lands van Utrecht, jlrekkende tot kennisgeeving aan de Deputaten Synodi, dat aan Ds. Joh. Aer. Bla^k Predikant te Utrecht, en Ysbrand vanHamelseeld, den Predikdienst aldaar hebbende waargenomen, verboden is den Predikfloel binnen de Provincie van Utrecht te beklimmen enz. In dato den 4 OBober 1787. Op het voorgedraagene deezes aangaande, is goedgevonden aan de Deputati Synodi kennis te geeven, dat de Heeren Gedeputeerden, op het gerefereerde by Heeren Burgemeesteren der Stad Utrecht, hadden beflooten aan Ds. Jchannes Abraham Blank, Predikant .te Utrecht, en Ysbrand van HamelsveldjI den Predikdienst aldaar hebbende waargenomen, wegens hun oproerig en flegt gedrag niet meer toe te laaten den Predikftoel binnen deeze Provincie  3*0.}. Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot tie te beklimmen, of eenigefmaate uit te oefTenei eenig gedeelte van het Predikambt, hoe ook ge» naamd, met verzoek aan de Deputaten Synodi om hier van aan de refpective Klasfen kennisfe te geeven , met order5 om zorge te draagen, dat deezo Refolutie niet word geeontrarieerd. Accordeerd met vobrfz. Refolutie. (was gei.) H. A. Laan. No. 140. Waarfchouwing der Ed. Groot Achtb. Magiftraat van Haarlem, by gelegendheid, dat oogenblikkelyk naar het binnen komen van een Bataljon yan de Zwitzerfche Guarde, een Bataljon van heb Regiment van Saxen Gotha, een Detachement Guardes Dragonders, en een Detachement Pruisfifche Husfaaren, aldaar door het Graauw verregaande ongeregeldheden werden aangeregt. In dato den 4. OBober 17874 De Heeren van den Gerechte der Stad Haarlem» doen te weeten: Alzo wy in ervaaring gekomen zyn, dat eenige kwalykgezinden zich niet ontzien, om, of fchoon binnen deeze Stad tot hiertoe dë goede orde en rust is geconferveerd geweest, by fommige Burgeren in het huis te dringen, en derzelver Geweeren, waar mede zy de ordinaris Burgerwagt gewoon zyn geweest te betrekken, afhandig te maaken, en dezelve te ruineeren, en daar en boven zodaanige atroupementen te veroirzaakeny waar door de goede ruste zou kunnen geftoord worden , en alzo wy geinformeerd zyn, dat dé Heer Commandant van de Militie , welke zich binnen deeze Stad bevind, geene de minfte ordres heeft, om de ontwapening der Schuttery deezer Stad te bewerken of te gedoogen. Zo is het, dat wy, tot voorkoming van Verdere disordres, goedgevonden cn verftaan hebben, wet ernftiglyk alle en een iegelyk te interdiceeren en te Ver.'  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 305 verbieden, gelyk geinterdiceerd en verboden word by deezen, eenige atroupeeringen of faamenrottingen te maaken, of ook eenige Geweeren of Wapenrustingen van de Burgers en Ingezetenen deezer Stad af te neemen, of uit derzelver Huizen af te haaien; zullende allen en een ieder, welke bevonden word contrarie deezes te handelen, of te doen, ten ftrengften aan lyf en des n'oods aan het leevcn worden geftraft: wordende tot dat einde de Heer HooFd-Officier gequalificeerd, om op de flipte, obfervantie deezer te doen vigileeren, als mede de Heer Commandant van de Militie, welke zich thands in deeze Stad bevind, wel expresfelyk verzogt en gelast, om ook door aanhoudende patrouilles hier op de nauwkeurigfte toezicht te houden » en alle de genen welke buiten de gewapende Schuttery, met eenige Geweeren of Wapenrustingen op ftraat bevonden worden, of eenige molesten aan Perfoonen of Huizen aandoen, te doen arresteeren en opbrengen, ten einde dezelve in handen van de Juftitie mogen geleverd, en naar exigentie van zaaken geftraft worden enz. No. 141. Aanfpraak door den Wel Ed.Geftr. Heer vhT* Staveren, Hoofd-Officier der Stad Rotterdam, aan de aftreedende Heeren Schepenen gedaan, by gelegenheid dat zyn Wel Ed. Geflr. de Schepensbank uit den Eed ontjloeg, In dato den 4 October 1787. Edele AchtbAare Heeren! Daar ik thands geroepen worde tot de byzöndere plicht, om Ü Ed. Achtb. als Schepenen deezer Stad, uit den ééd, by U Ed. Achtb. in de maand Mey .laatstleeden afgelegt, in handen van den Heer Mr. Paulus Geverts, destyds het Ambt van Bailluw deezer Stad bekleedende, te ontflaan, vermeen ik teifens niet te kunnen afzyn, Ü Ed. Achtb., zo I. Deel. V vo&r  gotr Verzameling vaJi Stukken letrekkélyk tot voormy zelve als uit naam myner mede-Raaden en Vroedfchappen , plechtig te verzekeren, dat' de verandering deezer Stad? Magiftratuur, in dit oogenblik , aan geene willekeurige verkiezing, aan geene perfoneele gevoeligheid of partyfchap, moet toegefchreeven worden, maar alleen aan te merken is als zodaanig een'daad, waar toe de Vroedfchap, overeenkomftig haare voorige deliberatien , zich Eeds- en Ambtshalven verplicht gevonden heeft. Was 'er de Vroedfchap in het voorleeden jaar 1786 geen ander middel overig, ter confervatie van een deroudRe, heiligfte en nooit gefchonden Privilegiën, als een lignificant Protest ter StaatsvergadeTing, tegen de zo zeer geprecipiteerde Refolutie van Hun Ed. Groot Mog., houdende een provifioneele voorziening omtrent de Magiftraatsbeftcl'ling voor dat jaar, — zonder dat zy eenig middel van redres, hoe zeer zy zich deeze voorzichtig en ten allen tydegereferveerdhad, met de minfte hoop van fucces, geduurende dat loopende Magiftraats- jjaar, heeft kunnen by der hand neemen; zy tragten ten minften voor de Magiftraatsbeftelling, die met Mey 1787 moest plaats hebben, in tyds voorzieninge te doen, en floeg daar toe den welbelaaden en volkomen conftitutioneele weg in, om hy voorraad en wel op den 28ften February daar te vooren ter Staatsvergadering te doen denuntieeren: 3, fpeciaal dat zy , by de toen aanftaande Magi3, ftraatsbeftelling niet zoude kunnen admitteeren, 3, zodaanige provifioneele voorzieninge, als diredt a, ftrydig waren met de aloude en nooit geinterrum/„ peerde Privilegiën ". Wanneer vervolgens het tydftip naderde, dat de Vroedfchap, ingevolge deeze denunciatie, met de foeftelling der Magiftratuur voor Mey 1787 ftond "Voort te procedeeren, conform de Privilegiën, by jnaniere van Boontrekking, en dat de Vroedfchap op den 23ften April laatstleeden effectief vergadert was, om onder anderen de deliberatien over de Boontrekking, die den 2ften daar aan volgende moest  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 307; moest plaats hebben, voort te zetten, —wierd de Vroedfchap daar in, zo wel als in de andere functien van het Vroedfchaps-Ambt, feitelyk geturbeerd; ■ ■ "'• de Plaatfen van veele wettige Regenten wierden door anderen, by een opgeworpen gezag ingedrongen Perfoonen, geufurpeerd, — en het alleen wettig Collegie van Raaden en Vroedfchappen in deszelfs byeenkomften en vrye deliberatien via faÏÏa geftoord, belet en verhindert.— Ik zal, Ed. Achtb. Heeren! by deeze gelegenheid de wonde niet opkrabben: kon ik my zelfs als een privaat Perfoon befchouwen, ik zou wenfchen die geheele gebeurtenis, zo wel als de Bewerkers en Üitvoerders van die, geheel te mogen vergeeten ! Ik zal dan ook thands niet ophaalen, hoe de billyke klagten en Adresfen tot reparatie, door het meerdertal der wettige VroedfchapsLeden, waar onder drie regeerende Burgemeesteren , zo by Hun Ed. Groot Mog. als de Wethouderschap deezer Stad gedaan, onvoldaan zyn van de hand geweezen. —— En eindelyk wil ik op dit oogenblik ook niet gedenken , welke de gevolgen van deeze zo veel gerugt gemaakt hebbende feitelyke remotien geweest zyn; 't is, zo ik my niet bedriege, uit de publyke Nieuwspapieren kenbaar geworden , welke fchroomlyke bedreigingen aan die alzo geremoveerde Regenten, niet losfelyk of door een wuft gemeen, maar door en by onderteekening van agt Burger Officieren geinfinueerd zyn. —1 Dit alles en wat daar verder betrekking toe heeft, Ed. Achtb. Heeren! nu voorby ziende, moet ik de vryheid gebruiken, U Ed. Achtb. te doen opmerken , dat de wettige Vroedfchap thands weder haare afgebroken deliberatien hebbende kunnen hervatten, —— en door de Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. van den iften deezer loopende maand, gefterkt en bevestigd in het rechtmaatig gevoelen, het welk de Vroedfchap by. haar Protest van detv V % BSfteü  3©$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ö8ften February hier boven geraentioneerd, ter Staatsvergadering heeft gedaan denuntieeren,Eedsen Ambtshalven niet vermogend is geweest een oo-. genbhk te laaten voorby gaan, om den loop haa*er deliberatien te vervolgen, daar zy dezelve op den 23ften April laatstleeden is genoodzaakt geworden die te ftaaken. .b/. De zaak alzo in haar waarachtig en natuurlyk licht befchouwt, zullen U Ed. Achtb. zich gereedelyk kunnen overtuigd houden, dat de op eergisteren gehouden Boondag geene politiecque befchikking maar een volkomen wettelyke en confequente daad der Vroedfchap is, alleen af te leiden uit behoorlyk aangelegde en vervolgde deliberatien, die alleen aan de competentie der Vroedfchap zyn. Daar zulks ondertusfchen tot zyn gevolg heeft, dat dit thands zittend Collegie deszelfs funéhen niet langer kan continueeren , en de Vroedfchap, op voorftel van Heeren Burgemeesteren, als daar toe door UEd. Achtb. verzogt, my op eergisteren gecualificeerd heeft, om U Ed. Achtb. te ontflaan uit zodaanige ééd, als ieder Uwer, in de maand Mey laatstleeden, in handen van den Heer P. Gevers, destyds het Ambt Van Bailluw bekleedende, heeft afgelegd , zo acquiteer ik my dan by deeze van dien, my wel en wettig opgedraagen last en Comjnisfie, —- en ontfla in qualiteit van Bailluw deezer Stad, uit den voorfchreeven gedaanen ééd van Schepenen, de Heeren Pieter Baelde, Hendrik Adriaan Hoffman, Michiel Plemp , Cornelis Balguerie , Regnerus Petrus Bruining, Jacobus Willemsen en Davlo Cornelis van de Polder; verklaarende voorts hun, van dit tydftip af, in zodaanige qualiteit van Schepenen deezer Stad, als waarom zy op den iften Mey laatstleeden , door Mr. PAulus Gevers, toenmaalig Bailluw deezer Stad, zyn beéedigd, te hebben gedefungeerd. Na my dan alzo van deeze myne opgedraagene CcOTmufie te hebben geacquiteerd, zy het my wy- deri  jfb Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aeeze -'twgmer Van Juftitie, alwaar ik U geplaatst vond, ontfangen, en geduurende den korten tyd, die ik daar in met Ulieden heb doorgebragt, met zo veele blyken \an achting en vertrouwen heb bejegend, dat ik my deswegens, zo in het openbaar als in het byzonder by vrienden en onvrienden, altoos ongeveinst zal beroemen; — veel heeft dit toegebragt, om my by het aanvaarden van het gewigtig Ambt van Hoofd-Ofticier deezer Stad, in deezen moeilyken en hachlyken tyd, niet te doen wanhoopen. Gaat dan voort, Myne Heeren! my dat zelve goede hart te blyven toedraagen, dat gy my, geduurende deezen korten tyd, hebt opengelegd, — en tragt alzo van de Stoelen der Eere afftaande'en tot den byzonderen Burgerkring wederkeerende y de harten Uwer mede-Burgeren, die nog van my én myne mede-Regenten mogten verwyderd zyn, totmy en myne mede-Regenten, als hunne wettige Stedelyke Overheden, volkomen terug te brengen ,en verzeker elk hunner, zo veel 'er daar toe gepas, te gelegenheid voorkomt, dat ik perfoneele geleeden verongelykingen weet te vergeeten , dat 'er noch byzöndere haat, noch lust tot wraak in my> Een boezem fchuilt; —— dat ik het Ambt van Hoofdofficier met geen ander gemoedsbeweeging aanvaart heb, als om hetzelve ten nutte van de Stad, met rechtvaardigheid, edelmoedigheid-en onpartydige Burgerliefde uit te oeffenen. —— Daar in alleen zal ik myne belooning zoeken, en dan eerst zal ik achten de Kroon, die my onverdiend van het hoofd geworpen was, wederom gevonden te hebben, wanneer ik van deeze plaats afgaande, het getuigenis myner mede-Burgeren, overeenftemmend met dat yan myn gewisfe, my niet zal behoeven te fchaamen. Of 'er iets zo grootsch van my te wagten is, Myn Heeren! zult gy ligtlyk kunnen beproeven. Zyt gylieden Myn Heeren! gelyk ik vastlyk vertrouw, bezield, met datrustbevorderend oogmerk, om zo veel  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3ïf veel in U is, de harten van zo veele verwfyderdeBurgers tot haare verongelykte Regenten, en zulk* weerkeerig terug te brengen en onderling te verzoenen , beproef dan Myne Heeren! of ik elke» fbp, die daar toe van hunne zyde zal gedaan worden, niet met goedwilligheid zal beantwoorden,, en alzo de gezindheid tot harmonie en vreede mee al myn vermogen zal onderfteunen? Hier in zal ik oirdeelen het recht der Hooge Overheid den grootften luister te helpen byzetten, wanneer ik'er veele op nieuws aan verbinden mag, zonder een enkele door ftrafoeffening. te verliezen! Dit alles durf ik van U verwagten, dit alles moet. ik van U vergen Myn Heeren! en gelyk ik U heden in myn qualiteit uit een ééd dieU tot tydelyke* verantwoording riep, ontflagen heb, zo vertrouv* ik, dat Gylieden u zeiven ,J door myne wehneenende redenen zult opgewekt vinden tot een niet mia gewigtige verplichting, waarvan Gylieden allee», ten jongften dage zult verantwoorden. —— Ambtslialven zyn onze betrekkingen veranderd, maar ia. dit door my voorgemelde vreedelievend oogmerk; voortwerkende, zal ik my veel naauwer met U verbonden rekenen. God zende daar toe zynen verzoenenden Oees& onder alle onze mede-Burgers, — Hy bekrooné uwe en myne poogingen tot dat einde, en bevestig» de vreede en zynen zegen aan ü en Uwer huizea tot in het laatfte Nageflacht. 'No. 142. Publicatie van de Regeeringe der Stad UU recht, tegens het houden zo by avond als by nagS. van geheime faamenkomften en Conventiculen door onrustige en kwalykgezinde Perfoonen enz. In daté den 5 October 1787. Schout, Burgemeefteren en die van den Gerech-. te der Stad Utrecht, met gevoelig leedwezen verHeemende. dat, daar.het der Godlyke Voorziemg■ v 4 om  3iz Verzameling, van Stukken betrekkelyk tot heid behaagd hééft, tot waare blydfchap van de goede. Burgerye en Ingezetenen, de wettige Regeeringe deezer Stad en Provincie te herftellen, en het, by deeze heugi}ke omwendinge, eens ieders: JMicht medebrengt, alles aan te wenden, watmoog\k is, om de zo lang gewenschte rust en eensge-' zindheid te helpen bevorderen, egter fommige onrustige cn kwalykgezinde Perfoonen , vermoedelyk door andere, nog fiegter geintentioneerden, yan buiten daar toé aangemoedigd en verleid, zich onderftaan, zo by avond, als bynagt, in't geheim faamenkomften en Conventiculen te houden , enkel gefchikt, om malkander zo tegen de wettige Re- feeringe door lasterlyke en kwaadaartige gefpreken op te flooken, als tot het teekenen van oproerige Requesten of Adresfen aan te hitfen ; hebben goedgevonden , op fpeciaale authorifatie van de Ed. Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap, in dato den iRen deezer, allen en éejh iegelyk ten fcherpft'en te verbieden, het houden of bywoonen, onder wat benaaminge, of'op wat tyd, ofplaatze 't ook zoude mogen zyn, van eénigé vergaderingen , tot zulke onbetaamelyke oogmerken ftrekkende,, of ook anderen daar toe uit te nodigen en te animeeren, midsgaders het verhuuren of vergunnén van eenige Huizen, Kamers, Hoven, als anders, om'foortgelyke verderflyke byêenlomften te frequenteeren, op pcene, dat alle die genen, welke zich aan deeze of diergelyke wanbcdryven fchuldig maaken, als Verftoorders, der openbaare rust, en Schenders van het gezag hunner wettige Overheid , zonder aanzien van Perfoonen , by den kop gevat, en aan den lyve, ook zelfs , naar bevind van zaaken, met den dood zullen worden geilraft. Irterdiceerende Myne Heeren van den Gerechte bovendien, met renovatie, .ten deezen opzichte var Hunner Ed. Achtb. Publicatie, in dato deh_ I /trril 1785', aan alle Logementhouders, Koffyhuismeesters , 'Herbergiers', lappers j Sterkenorank- ea  de Gebeurtenis/en in 1787' enz. voorgevallen. 313 en Dunbierverkoopers, eenige gezelfchappen ten hunnen huize toe fe laaten, of Perfoonen ten gelage te zettën, welke zy bewust zyn, dat, in hunne faamenkomften aldaar , eenige rustverwekkende , of tot verachtinge van het gezag der wettige Kegeeringe (trekkende oogmerken bedoeïen, op pcene, dat alle diergelyke daar van wectenfehap hebbende Logementhouders, Koffyhuismeefters, f ierbergiers, Tappers, Sterkendrank- en Lunbiérverkoopers, als medeplichtigen, zo wel, als de daar toe faamenkomendc , zodaanig zullen worden geftraft , als naar exigentie der zaake, zal geoirdeeld worden te behooren. Ëindelyk gelasten Hun Ed. Achtb. allen en een iegelyk, welke van het houden van eenige oproerige of onordentelyke vergaderingen, als boven, kennisfe draagen of bekomen, terftond tien Heere Hoofd-Officier of Hun Ed. Achtb, daar van tc verwittigen, op pcene, van by nalaatigheid, insgelyks, als medeplichtigen, ten rigöureuften té worden geftraft. '• '- - En op dat niemant hier van onkundig zy, zal deeze worden afgekondigd, gedrukt en aangeplakt, naar behooren. Altlus gearresteerd by Myne Heeren van deh Gerechte voornoemd, den 5 October 1787. ' In kennisfe van my (was getS) C. A. v. Wachtendorff. En , ten zelfden dage van den Stadhuize alhier (more folito) afgekondigd, by my ondergefchreeven Deurwaarder P. v. Schoonhoven-. V 5 f No.  314 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot I4«». Publicatie van de Ed. Hoog Achtbaar? Magiftraat der Stad Campen, w.aar.by de Ingezetenen worden vermaand en geraaden om Orange tekenen te dragen. In dato den 6 OBober 1787, Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad 'Campen, doen te weeten: datzy in detegénswoordige tyds omRandigheden goedgevonden'hebben, alle hunne goede Burgeren en Ingezetenen te verjnaanèn en aan te raaden, om orange tekenen te willen draagen: zo nogthands, dat niemand 01ver het al of niet draagen daar van met woorden of daaden zal mogen worden gemoïefteerd; biyvende ten dien opzichte de Publicatie van den 27 Septemoer laatstleden in volle kragt en werking. (*) , En op dat niemand hier van eenige ignorantie pra?tendeere, zal deeze worden gepubliceert en gearfigeeft daar men zulks té doen gewoon is. ' Aldus gedaan ter Vergadering van Burgemeesteren Schepenen en Raaden voornoemd, den 6 ücto- ^er I787' Ter Ordonnantie. (was get.) F. L. Rambonnet, Secret. JJo 144. Misfive van Burgemeesteren en Raaden der ' Stad Rotterdam, aan Zyue Doorluchtige Hoogheid den Heere Erfftadhouder gefchreeven, by gelegendheid dat de Nominatie aan Z> D. H. ter eleSlie toegezonden wierd. In dato den 7 October 1787. . , , Doorluchtige Vorst en Heer! Het is uwe Doorluchtige Hoogheid bekend hoe de Vroedfchap deezer Stad zich voorheen, fchoon met den meesten ernst echter vrugteloos, ter Souvereine Vergadering van Hunne Ed. Groot Mogenden, beklaagd heeft over zekere pretenfe provffi- (*) Ziehier voer 3S?- P5- 209.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 31$ oneele voorziening, omtrent de Magiftraats-beftelling deezer Stad, die, om de frivoolfte voorgeevens en met geen ander blykbaar inzicht, als om de Wettige Regenten van alle concurrentie in de Magiftraats-beftelling te ontzetten, direct ftrydig met de duidelykfte en nooit geïnterrumpeerde Privilegiën, door eene kleine Meerderheid en tegen de Protesten der aanzienlykfte Staatsleden,. ter hooggemelde Staatsvergadering, met eene voorbeeldelooze precipitance, in de maand April 1786» op eene geheel informeele wys, is doorgedrongen. En het zal uwe Doorluchtge Hoogheid verder niet geëchappeert zyn, dat de Vroedfchap, des tyds, geen ander middel overig zynde, ter confervatie van het goed recht deezer Stad, zich heeft moeten vergenoegen, met ten fterkften daar tegen te protesteeren en daar van aantekening te doen in de Registers der Staatsvergadering, zonder' dat zy heeft kunnen beletten, dat de voorfchreeven alzo, zonder haare concurrentie, tegen de Privilegiën aangeftelde Magiftraat van Mey 1786 tot Mey 1787, door den toenmaaligen Hoofd-Officier deezer Stad beëedigd zynde, ten uiteinde van dien tyd gefungeerd heeft. De Vroedfchap vertrouwd wyders, dat uwe Doorluchtige Hoogheid genoegzaame kennis draagt van de bedaardeen allezints gepaste en conftitutioneele voorzorgen, die by de Vroedfchap vervolgens ge» nomen is, ten einde dergelyke despoticquc en willekeurige befchikkingen, in prejudicie der heiligde Privilegiën, by de Magiftraats-beftelling met de maand Mey van dit loopend Jaar 1787, in tyds voorgekomen wierden, waar toe de Vroedfchap op den 28 February van dit Jaar, by het vervolgen van hun voorig gedaan Protest, onder anderen, door haare Gedeputeerden ter Staatsvergadering heeft gedaan denuntieeren: ,, fpeciaal dat zy by de toen aanftaande verandering der Magiftratuur "met Mey „ 1;; 87 niet zoude kunnen admitteeren, zodaanige pras-  316 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ,, praetenfe voorzieningen, als direct ftrydig waren, tegen de aloude en nooit geïnterumpeerde Pnvi„ legien deezer Stad." Niet'min houd zich de Vroedfchap verzekerd, dat uwe Doorluchtige Hoogheid nog in verfche geheugen heeft, dat, toen het oogenblik naderde, waar in de Vroedfchap, conform deeze haare gedane denuntiatie ter Staatsvergadering» ftond voert te procedeeren met de hertelling der Magiftratuur over Mey 1787, (die volgens de Privilegiën op den 29. April moest plaats hebben>dat zeggen wy juist in dat oogenblik, en wel op den 23 April daar te vooren, wanneer de Boondag tegen den 29 moest belegd worden, de wettige Vroedfchap, zo daar in als in de verdere uitoeffening van haare Vroedfchaps.Ambten, op eene geweldaadige wys is geturbeerd geworden. Daar nu Doorluchtige Vorst, dit geweld, door de aanbiddelyke beftelling van de Godlyke Voorzienigheid , gunftiglyk cesfeerd , en de wettige Vroedfchap haare wettige byeenkomften en vrye Deliberatien weder heeft kunnen hervatten, heeft dezelve ééd en Ambtshalve zich ook verplicht gevonden, direct, en voor al nadat, op den 1 deezer loopende maand October, bv Hunne Ed. Groot Mogenden alle Refolutien, houdende provifioneele voorziening, omtrent de Magiftraatsbeftelling deezer Stad, waren ingetrokken en buiten effect gefteld , met alle de gevolgen van dien, voort te procedeeren tot eene wettige Magiftraatsbeftelling, by maniere van Boontrekking, om te fungeeren tot Mey 1788, vervolgende de Vroedfchap alzo den loop haarer Deliberatien , daar zy dezelven, op den 23 April laatstleden, gedwongen wierd af te ^Heti's dan, Doorluchtige Vorst, overeenkomftig alle de demarches van de alleen wettige Vroedfchap deezer Stad, totConfervatie van Stads Privilegiën, wel eer, en voor al laatftelyk op den 28 February laatstleden ter Staatsvergadering gedaan, en uit krag-  der STUKKEN. XIII' $J"<\ 59. Publicatie der Heeren Gedeputeerde Staaten 's 'Lands van Utrecht, over de Pruisfifche Muntfpecien. In dato den 21 September 1787. . . / bladz. 144. . * 60. Extract Uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Anfteldam, waar by eene veilige fchuilplaats word vergund aan de uitgeweeksne Burgerye der Provincie en Stad Utrecht. Li dato den 21 September 1787. . . bladz. 146. :• m 61. Conditiën van Capitulatie, gemaakt tusfchen den Heer van Kalkrüyter , Generaal Major en Chef van een Regiment Curasfiers, in , dienst /van zyne Pruisfifche Majefteit , en den Heer Collonel i/Averhoult , commandeereride de Troepes in Nieuwer-Sluis. In dato den 21 Septemb. r 1787- ....... bladz. 147. S 62. Aanfpraakvan den Heer Mr. Mattheus van der Pot, als Advocaat-Diaken in 's Gravenhage, uit naam van alle aanwezende Diakenen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erfftadhouder, gedaan op vrydag den 21 September 1787. . . . . . . bladz- 148. ■ 63. Extraiï uit het Boek van Refolutien der Stad Zwolle, behelzende de proviftoneele aanftelling van Officieren by het Burger-Regiment, en volgens bckomene Oualificatie van Ridderfchap en Steden, de disfolutie van de Provinciaale Brigade , en het Corps ligte Cavallerye, met het ontfiaan van die Corpfen uit den Provinciaalen éèd: als mede de intrekking van de vergunde Legalifatie aan de Genoodfchappen van Wapenhandel binnen de Stad Zwolle en van de Buurfchap Windesheim daar buiten enz. In dato den 21 en 22 September 1787- • .. bladz. 150. ■■ ! .64- ExtraU uit de de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en IVest-Friesland, over de toeftand der zflaken  S*V a E G i S T Ë R binnen de Stad Hoorn; en is verders daar by gerejolveerd $ alle Refolutien waar by de Remotie van wettige Remtcn voor domefticq zyn verklaard,, te annulleeren, buiten cffeft te ftellen, en ie verklaaren dat geene andere als V/enige Regenten der Steden zullen worden erkend, noch in de Verga* dering van Hun Ed. Groot Mog. geadmitteerd enz. In dato a]en 22 September 1787; .• 1 > bladz. 154. N°. 65. Publicatie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heereit Staaten van Holland en West-Friesland, ter bevordering van rusti In dato den 22 September 1787. * bladz. 156. m 66. Publicatie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Fries land, behelzende eene kennisgeeving, dat Hun Ed. Groot Mogenden hebben goedgevonden om de Commandanten aan te fchryven, om by apparitie van Pruisfifche Troepes, incas van attaque,geen reftféittie te doenenzi In dato den 22' Septemb. 1787. bladz. 158. — 67. Publicatie van Hun Edel Mogenden de Heeren Staaten van Friesland, over het behouden der Wapenen van fommige gcdisfolveerde Genoodfchappen, tegens Ordonnantie van Hun Edel Mog. In dato den 22 Sept. 1787. bladz. 159. —' 68. Ëxtraü uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende dispofitie over eene misfive van den Heere Droste van Twente, wegens de Geweeren der door de Pruisfen ontwapende Vrycorpfen* In dato den 22 September 1787. . - . . . bladz. 161. — 69. Publicatie van den Hove van Holland, wegens 't op- haalen van Geweeren enz. in 's Hage. In dato den 22 Sep' tember 1787. - .' . . . bladz. 162. 70. Waarfchouwing van Hun Ed. Mog. de Heeren Gecommitteerde Raaden, aan alle de Ingezetenen van 's Hage, ■m  der STUKKEN, T% tm wegens het herftel van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder in deszelfs eminente Charge van Kapitein Generaal, haare Huizen over deeze hoogst aaiv~enaame en heuglyke Gebeurtenis op maandag den 24 deezèr te illumineeren. In dato den 22 September 1787. bladz, 1,^4. N«. 71- Propofttie door de Heeren' Gedeputeerden der Stad Rotterdam, ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland gedaan; feu fine van de Voordragten, Declaratien enz. door fommige Gewodfchappen , Burger-Sociëteiten , gewapende Schutteryen enz. zo in de Steden als in de Souvereine Vergaderingen van Hun Ed. Groot Mog. gefchied, aan den Hove Pnvinchal ter examinatie in handen teftellen enz. In dato den 22 Se 1- tember 1787. . ' j ff ' ' - * bladz. 164. 72. Publicatie van de Regeering der Stad Rotterdam t waar by aan de Schutters word geordonneert om hunne Snaphaanen enz. over te geeven. In dato den 22 September 1787 . bladz. 165. ?*—- 73- Declaratie van Burgemeesteren en Raaden der St i Amfteldam, ter aanmaaning van wederzydsch vertrouwen tusfchen de Regeering en de goede Burgerye en Schutterys In dato den 22 September 1787. . Uadz. 166. i - 74- ExtraS uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende cem Misfive aan den Heere Droste vanZalland, betreffende de, Pruisfifche Troepes. In dato den 23 178 7.bladz. 167, - 75- Refolutie van de Wel Ed. Groot Achtbaan Regeering der Stad Amfteldam, op zondag den 23 Septemb. 1787 aan de Predikanten ter hand gefield, en dien zeiven dag fc, alle ^Tkinvan-dmPTièkftoe} af&fotfo ; , ms% l62t  XVI ». E G I'S T E R N9. 76- Publicatie van de Regeering te Zwolle, waar by het draagen van Oranje verfierfelen word toegejiaan, en verders aan de Burgerye kennis word gegeeven, dat 'er een Corps Pruisfifche Husfaaren in die Stad jïond te komen. In dató ■den 23 September 1787. t • • bladz. 169- i . 77. Extract uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, houdende het zenden van eene Deputatie aan den Heere Hertog van Brunswyk Lunenburg enz. In daté : den 24 September 1787- » « • i!adz. 172. t 78. Uitfchryvings Misfive van Hun Ed. Mog. de Heeren Gedeputeerde Staaten van Overysfel, van eene extraordinarii Vergadering Van Ridderfchap en Steden tegens den 27 September 1787. In dato den 24 September 1787- b^dz: 173- r 70. Propojitie der Gecommitteerden van dé Stad Hoorn, ter Staatsvergadering van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten Van Holland gedaan op den 24 September 1787* 1 ten eitide middelen te beraameft, daf den Heere Erfftadhou¬ der de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden, .wedejom als in voorige dagen kan bywoonen. . ■ bladz. 174- I 80. Waarfchouwing van den Êd. Hove van Holland, over het alom verfpreidde gerugt dat 'er aan fommige huizen in 's Hage Moordgeweeren, Stroppen en andere zaaken, welke een moorddaadig opzet zoude te kennen geeven zyn gevonden enz. In dato den 24 September 1787- • bladz. 175- ,__ . 81. Extraü uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, nopens de verlaating van den.He«r A. J. Weerts op aanhouden van eenige Burger Gecommitteerden te Deventer als Burgemeester van die Stad enz. In dato den 24 September 1787. • • iladz- I76-  B,.« STUKKEN. XVII W' 82> ^ * 4fe»N^ *f Stad Utrecht, waar by veele Ambten, Beneficiën en Eereposten voor vacant worden verklaart &c. ï„ dato den 24 Sept. 1787. bladz. 178. 83. ExtraS uit het Boek der Refolutien van de Stad Zwolle, waar by op inftantie van den commandeerenden Officier van de Pruisfifche Troepes, de commandeerende Officiermvan de Burger Compagnien worden gelast, om een ieder in zyne Compagnie de Geweeren van alle de Burgers in hun refpeSive Wykenaanflonds te doen ophaalen en op het Stadhuis ie brengen enz. In dato den 24 Septemb. 178 ?. Wftfef ] go/ 84. Misfive van Lord Torrington , Gevolmagtigd Minister van zyne Groot Brittannifche Majefteit aal L Hof te Brusfel, gefchreeven aan zyne Excellentie den Graare de Morray, Luitenant Gouverneur en Kapitein Generaal ad interim in de Oostenrykfche Nederlanden. In dat* den 24 September 1787. , , . bladz, 181, * 8J. Aanfpraak aan Haare Koninglyke Hoogheid, M"vrouwe de Princesfe van Orange en Nasfau, als Haar- Koninglyke Hóogheid vergezelfchapt van Haare Doorl. Hoogheden de Princesfe LöttsR, en de beide Princen, den L van Herfstmaand des j aars 1787, op het Hof in den Haar gekomen de gelukwenfchingen wegens Hoogstderzeher t rugkomfie ontfong, namens den Vulstenyken Raad van tl ten der Vereenigde Nederlanden, gedaan door Petrus Cam per, voorzittend Lid van gemelden Raad. bladz. i83] » 85. Publicatie van de Regeering der Stad Rotterdam om verdagte Huizen te vifiueren enz. In dato den 2 5 Sel tember 1787. . M * ■ bladz. 185. ■ 87. Notificatie van het Ed. Mog. Collegie ter Aimi^ ten op de Maaze, over het betaalm van de foldyen en kos»  &VIÏI REGISTER ■penningen der Equipagie van de gewapende Vaartuigen ifiti In dato den 25 September 1787. . - bladz.- i86v Ü0. 88. ExtraU uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , behelzende eene verwelkomst groet aan zyne Doorl. . Hoogheid, wanneer Hoogstdezelve wederom voor de eerfte maal in die Vergadering verfcheen enz. In dato den 25 September 1787 bladz. 187- i 89. Extraiï uit het Register der Rfolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden: behelzende Rapport van den Heer Griffier Fagel , en ■van de Commisfie gedecemeert ter verwelkomst van Haare Koninglyke Hoogheid van wegens Haar Hoog Mogenden tnz. In dato den 25 September 1787» . - bladz. 188. r 90. Aanfpraak aan Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau fjV. fcfc. &c., als zyne Doorl. Hoogheid in Hoogstdeszeifs Voorrechten en Prëeminentie» herfteld zynde, voor de eerfte reize wederom verfcheenen was in den Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden, den 25 van Herfstmaand 1787, door Petrus Camper, voorzittend Lid van voorgemelden Raad. . . bladz. 190. 91. Propofitie, op woensdag den 16September 1787 gédaan in de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden de Staaten van Holland en West-Friesland, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn , over het gezag der Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het NorderKwartier binnen hunne Stad, en welke op derzelver inftantien, aanftonds enzonder refwmtie is gecor.cludeert.hladz. 200, (fc,. 92. Publicatie linnen de Stad Groningen gepubliceerd', net hst draagen, vm Qrange-verfierfelen enz. In dato den 2«  des STUKKEN. XIX fi<5 September 1787 bladz. 203. ff, 93- Publicatie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren taaten van Holland en West-Friesland, behelzende Annestit voor de zodaanigen, welke uit hoofde van aankleeving of ievervoor de belangen van het Doorluchtig Huis van Orange, fommige van 's Landt Placaaten in het een of anderopzicht overtreden hebben, daar over in de Gevangenisfer» geworpen, en uit hoofde van Rechterlyke Vonnisfen, fom* migen aan den Lyve, anderen met Confmement, en nog anderen met Bannisfement geftraft zyn, enz. In dato den 27 September 1787. . > . . . lMz. 2Q^ 1 94- Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Gedeputeerd* Staaten 's Lands van Utrecht, over de van hunne funüien ontzet zynde Uitmaanders en Collecteurs enz. In dato den 27 September 1787. . . , , , iMz_ 2o8- » 95- Publicatie van de Ed. Hoog Achtbaan Magiftraai der Stad Campen, door welke zy aan de Burgeren en Ingezetenen van die Stad accordeeren, Orange tekenen te mogen, dragen. In dato den 27 September 1787. . bladz. 209., -— 96. IiiftrutTien voor de Heeren Gecommitteerden van den Achtbaaren Raad der Stad Amfteldam, (de Heeren Abbema en Goll, welke benevens de Heer Gales, als Gede-. puteerde uit den Krygsraad der Burgery, en de Heer Luhen als Gedeputeerde uit het Collegie van Geco?iftitueerden) *p dingsdag den 27 September 1787, naar den Heere Hertog van Brmiswyk Lunenburg, in deszelfs Hoofdkwartier te, Leymuiden wierden afgevaardigt. . . . bladz. 211 —*- 97- Nita, door den regeerenden Hertog van Brunswyk Lunenburg, aan de vier Gecommitteerden uit de Regeering en Burgery 4er Stad Amfteldam overgegeven. In dato, den * * » .5$  REGISTER 27 September 1787. . - • . • bladz'. 213. ïï". 98. Extract uit een Brief van de Hoeren Lestevenon en Brantzen, Ambasfadeurs van deezen Staat aan het Hof van Frankryk, over het beflu't van het Franfche Hof om de Provincie van Holland te fecureeren tegens eene gedreigde invajie der Pruisfifche Troepes enz. In dato den 27 September 1787. bladz. 214. _ ,„ ■ 99. Aanfpradk van den Heer Mr. Matthias van der Pot , als Advocaat-Diaken in 's Gravenhage, uit naam van alle aanwezende Diakenen , aan Haare Koninglyke Hoogheid gedaan, op donderdag dm 27 Sept. 1787. bladz. 215, „ - 100. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden, de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by alle de Officieren welke aan hunnen céd aan dc Generaliteit gedaan, niet getrouw geblecVen zyn, in hunne funüien worden gefufper.deert, onverminderd zodaanige ABie, als den Fiscaal tegejis haar Ratio11e Officii z ude ku ..-.enen mogen irftltueeren. In dato den S8 September 1787. ..... bladz. 217, . 101. Misfive van den Raad van Staaten, met het Berig» van den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit, omtrent de weigering van den Collonel van der Poll, nopens het geevtr, van Berigt over het voorgevallene aan de Vaart, en omtrent ie verdere Officieren, welke zich aan den èéd van de Generaliteit hebben onttrokken. In dato den 24 en 26 July 1787. Strekkende tot Bylage van de voorige Nommer. bladz. 220.. — 102. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vertenigi s Nederlanden, fpeBeirende zodaanige Zee-Officieren, welke zonder kennis der refptSivs Admiraliteits Collegien, in dienst van  sii STÜ'KKEN. XXf van anderen zyn getreden-enz: ïn dato den 28 September J787' bladz. 240. *. 103. PrasSdvys, uitgebragt door de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, op irydag den 28 September 1787, waar op aanftonds, en zonder refumtie geconcludeerd zy'nde, is het zelve verandert in eene Refohiie 'van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Eriesland> • . , bladz. 241. — 104. ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Ch-erysfel, bevattende 1 110. Notificatie voor de Burgeren en Ingezetenen van Rotterdam, wegens het doen eener vrywillige gifte tot be-. looning van de vrywillige wagtdoende Burgers, enz. In dato den 28 September 1787. . . bladz. 254. '." lil. ExtraB uit de Refolutien van Hun Ed. Mog. de Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, waar by eenige Bedienden van Hun Ed. Mog. onder zekere claufule worden gecasfeerd. In dato den 28 September 1787. bladz. 255. r—— 112. ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by de Hee. ren Gedeputeerden der Stad Catnpen, confenteeren xtspens  XXIV REGISTER Propofcie, ten einde de vriendnabuurlyke Harmonie en goede verftandhauding met de Provincie, van.Gelderland, mogi worden herfteli en bevestigd, enz. In dato den 29 September 1787? bladz. 261. 119. ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende een order en voet aan de Predikanten, hoedaanig voor de Hooge en fubalteme Overheden , benevens het Erfftadhouderlyke Huis te bidden, In dato den 29 Sept. 1787- bladz. 262. Bom 120. Publicatie van Htm Ed. Mog. de Gedeputeerd: Staaten 's hands van Utrecht, tegens het aanleiding geeven fut roveryen of plunderingen enz. In dato den 29 9eptem> her 1787» .» t r I t , bladz. 264. Om 121. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van het-Landfchap Drenthe, behelzende eer.e ac nfebryyingc aan de Predikanten tot het doen eener opentlyke dankzegginge; verder worden daar by alle gewapende Genootfchappen , Sociëteiten enz. vernietigd; voorts het draagen van Orange-verfïerfelcfi vergund. In dato den 29 Septem-. lef 1787. bladz. 266. «-*— 122. Antwoord van Haare Koninglyke Hoogheid aan d& twee Gecommitteerden uit de Regeeringe der Stad Amfteldam, die, ingevolge de Nota van zyne Doorluchtige Hoogheid den regeerenden Hertog van Brunswyk Lunenburg van den 27 September 1787, naar den Haag waren afgezonden, om Hoogstdezelve eene hyzondere fatisfaüie voor de Stad Amfteldam aan te lieden. In dato den 29 September 1787. • , i t » » f bladz. 269. »■»■» 123. Msifive van zyne Doorluchtigheid de regeerende Hertog van Brunswyk Lunenburg, san de Ed. Groot Achtb, R&  ber STUKKEN. XXV Regeering der Stad Amfteldam. In dato den 30 Septem her 1787- • • • . f . , bladz. 271. Bï'. 124. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, over de Magiftraatsbeftelling der Stad Rotterdam. In dato den 1 OBober 1787. . . bladz. 271. • 125. ExtraB uit de Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten vaM Holland en West-Friesland, bevoelende dat alle Geweeren 'en Wapenrusting der Genoodfchappen van Wapenoefeningen, Vrycorpfen, enz. zullen worden geIragt in 's Lands Magazynen enz- In dato den 1 Ötïober 1787- bladz. 272. ■ 126. Publicatie van de Wethouderfchap te Rotterdam, tegens het doen van Rondens en Vifitatien door daar toe ongequalificeerde Perfoonen enz- In data den 1 Oèluber 1787. bladz- 274, ■ 127. Misfive van Drosfaard, Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Gorinchem, aan de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. ïn dato den 1 Ottober 1787 gefchreeven, . , bladz. 275. ' 128. Publicatie van de Regeeringe der Stad Utrecht, tot vernietiging van het Exercitie-Genood fchap, onder de Zit* fpreuk Pro Patria & Libenate. Jn dato den 1 OBober Ï787- bladz. 276. <&-*-— 129. Publicatie van de Regeeringe der Stad Utrecht, ter verzekering aan de ftudeerende Jeugd, van veiligheid en protectie, In dato den 1 OBober- 1787. . bladz. 278. 130. ExtraB uit de Refolutien van Hun Ed. Mog, d» Heeren Staaten van Zeeland, waar by is beflooten, dut zy5 na  REGISTER ,73e Doorluchtige Hoogheid den Heere Prlnce Erfftadhouder zal worden verzogt en geauihorifeerd, om in die Provincie te komen, of Gemagtigden te zenden, tot herfteliing der rust; en fpeciaal, om zodaanige veranderingen inde Collegien van Juftiiie en Policie enz- te maaken, als in de tegenswoordige omftandigheden onvermydèlyk zal zyn enz. benevens de Publicatie ten einde daar kennis aan de Ingezetenen van te gïeeven' met by gevoegd vermaan aan allen en een teder, om zich voortaan ftll te houden, zonder ccnige verandering te vergen, tot den tyd dat zytie Doorluchtige Hoogheid van alles kennis zal hebben genomen, en mar recht en billykheid daar in voorzien. In dato den 2 OB. 1787. bladz, 279. $HQ. 131. Publicatie van den Heere Erfftadhouder , benevensPrcefident en Raadcn over Holland, Zeeland en Frieslandr betrekkelyk de tumultueufe beweegingen te Maasftuls. In dato den 2 OBober 1787, , , , bladz. 282. — 132. Publicatie van den Heere Erfftadhouder, benevens Prafident en Raadcn over Holland, Zeeland en Friesland, tegens Plunderingen, inftaanvan Glazen in 's Hage, enz. In duo den 2 OBober I7S7? r- . bladz. 283. ««— 133. ExtraB uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, rankende de Gewapende Gènoodfchappen in de Meijerye, enz. In dapo den 3 OBober 1787. . . bladz. 284. • 134. ExtraB uit de Refolutien van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, betrekkelyk den Rhyn-Graave van Salm. In dato den 3 OBober 1:87, , r , . bladz- 289. m 135. Voorloopig Advis van den Prafident en Raaden vatf de Heven vatt Hollaiid, Zeelanden Friesland, aan Hun Ed.  XXVIU REGISTER enz. N9. 141- Aavfpraak door den Wel Ed. Gejïr. Heer van Staveren , Hoofd-Officier der Stad Retterdam, aan de aftreedende Heeren Schepenen gedaan, by gelegenheid dat zyn Wel Ed. Geftr. de Schepensharik uit den Eed ontfloeg. in dato den 4 ÖBoher 1787. . . ; . bladz. 305. > 142. Publicatie van de Regeeringe der Stad Utrecht, té- gens het houden zo by avond als by nagt van geheime faamenkomften en Conventiculen door onrustige of kwaalykgczinde Perjoonen enz. In dato den 5 OBober 1787. bladz- 311. -- 143. Publicatie van de Ed. Hoog Achtbaare Magiftraat der Stad Campen, waar by de Ingezetenen worden vermaand en geraaden om Orange tekenen te dragen. In dato den 6 OBober 1787. ....... bladz. 314. »— ■- 144, Misfive van Burgemeesteïen en Raaden der Stad Rotterdam , aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere . Erfftadhouder gefchreeveH, by gelegendheid dat de Nominatie aan Z. D H. ter elcBie toegezonden wierd. In dato den 7 OBober 1787 bladz- 314. 145. Antwoord van Zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erfftadhouder, op de voorenftaande misfive van Burgtmeesteren en Raaden der Stad Rotterdam. In dato den 8 OBober 1787. bladz. 318. VEÏU \  i Verzameling nn Stuiken betrekkelyk tot ook (zo men de algemeene gcrugtengeloovenmag) door van buiten inkomend geld, zo tegens ons, als tegen den Heere Prince Erfftadhouder en genoegzaam tegen alle , die in eenige Hoogheid in den Lande gefteld zyn, of aan wien eenig gezag is toevertrouwd, worden opgeruid, en onder den fchoonen 1'chyn van Vryheid, en het herftel van de Conftitutie worden aangehitst, om tegen 'sLands Wetten te handelen, zich tegen de Juftitie te verzetten , de wettige Conftitutie te renverfeeren, en zich zeiven ten eenemaal te bederven, en zulks daar het nooit in onze gedagten is opgekomen , om onzeln» gezetenen het allergeringfte in derzelver Vryheid te belemmeren , of eenigzins van de waare en bezworene Conftitutie dezer Provincie af te gaan ; iets, waar door wy niet alleen tegen onze verpligting aan de Ingezetenen zouden handelen , maar ook voor zeker onze eigen ondergang zouden uitwerken: terwyl men al verder ter bereiking van de heillooze oogmerken zyn best doet, om de Ingezetenen bevreest te maaken voor plunderingen, en ons te brengen in de haatelvke verdenking, van zulks, zo 't door 's Lands Militie ondernomen wierd, te zullen begunftigen of toelaaten, daar wy, gelyk altoos, byzonder in deze ongelukkige tyden, alle vermogens hebben te werk gefteld, om de roste in onze Provincie te bewaaren, en de goede Ingezetenen een volkomen veiligheid voor hunne Perfoonen en Goederen te bezorgen , zo als ook daar toe de door ons aangewende middelen door den Goddelyken zegen tot dezen tyd toereikende geweest zyn. Zo is 't, dat wy. op voorftel van de Heeren onze Gecommitteerden in hetMindergetal, en Commisfarisfen uit het Collegie en den Hove Provinciaal, by Staats-Refolutie van den iften dezer maand, zo aangaande de Defenfie dezer Provincie, als bewaaringe en herftel der rust en goede order in dezelve gecommitteerd, nodig hebbengeoirdeeldeen ieder te moeten waarfchouwen, zo als wy doen by dezen, om op zyn hoede te zyn, tegen alle zodaanige  He Gebeurtenis/en in 1787 «12. voorgevallen. XX Volgen, die uit dezelven kunnen ontftaan. Zyne Majefteit is in het byzonder zeer getroffen geweest over de begeerte der Staaten van Gelderland en Utrecht, om Zyne Mediatie te voegen by die der Hoven van Verfailles en Londen, liy ftemt daar in volkomen toe , en betuigd met genoegen aan U Hoog Mogende, dat hy met alle bereidwilligheid de noodiging zal aanneemen, welke hem ten dien einde mogt gedaan worden. Pe Koning zal des te yveriger daar toe befluiten, dewyl de gevoelens, welke die Monarch aan de Republyk hepft toegewyd, bekragtigd zyn door het gedrag,, het welks U Hoog Mogenden ten zynen opzichte gehoudenhebber). Zyne Majefteit heeft my op nieuws bevolen U Hoog Mog. te verzekeren, dat hy > by alle gelegenheden, belang zal ftellen in de rust en, den voorfpoed van dezen Staat; en dac hy vuurigJyk verlangt, dat de oude Conftitutief welke zo ongelukkig aan het wankelen gebragt is, gehandhaafd worde, door eene vriendlyke fchikking, die hec kwaad tot aan den wortel uitroeijende, de rampen zouden voorkomen, met welke de Repablyk ge* dreigd word, en daar door aan dezelve te verzekeren die beftendige welvaart, welke niet anders dan, een voorwerp van het verlangen van deszelfs Vrien» den en Nabuuren wezen kan. 's Hage den 5 September 1787. (was geteekend) de Thulemeyeiu N°. 8. Refolutie van Hun Ed. Mog. de HeerenS-aaten van Zeeland, tot hanèhaaving der rust. in dato de% <5 September 1787. Is, na deliberatie, op de Adresfen door een groot aantal In- en Opgezetenen van Brouwershaven, en van differente plaatzen in de Eihnden van Schouwen en Duiveland, aan Hun Edele Mogende geprefereerd, goedgevonden en veritaan , te. velaren 4  iz Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ren: dat Hun Edele Mogende uit derzelver Adres, fen met een byzonder welgevallen hebben vernomen , de getrouwe aankleeving der voornoemde In», en Opgezetenen, aan de oude Conftitutie en Regeeringsform dezer Provincie, met den Prins Erfftadhouder, bekleedende alle die Waardigheden, welke in de jaaren 1747 en 1766 wettig en erfïelyK zyn opgedraagen; dat Hun Edele Mogende op onderfcheiden tyden, openbaare blyken hebben gegceven van hunne vaste gezindheid , om dezelve pngefehonden te handhaaven, en kragtdaadig tegen te gaan alle nieuwigheden, welke tot derzelver omkeering of verzwakking zouden kunnen uitloopen; dat ondertusfehen , vermids geen Uurgerftaat, fchoon op de beste wyze faamgefteld, en van de gemaatiüfte Regeeringsform voorzien, gelukkig (om zyn, zonder betaamelyke onderwerping aan de Vv etten en aan de Hooge Overheid des Lands, en zonder de medewerking der Ingezetenen, tot bevordering van rust, vreede en malkanderens welzyn: Hun Edele Mogende dan ook vertrouwen, dat hunne welmeenende poogingen tot het bereiken Wan deze oogmerken, door alle de Ingezetenen dezer Provincie, en byzonder door de Onderteekenaars dezer Adresfen, een ieder in zynen kring en betrekking zullen worden onderfteund, op dat alzo deze Provincie onder den Goddelyken zegen, in de ruimfte maate moge genieten alle devrugtenvan vryheid en veiligheid, welke de gevolgen van haare loffelyke Conftitutie en Regeeringsform kunnen en behoóren te zyn. (Onderftond) Aecordeerd met voorfchreeven Register, (was get.) w- A- DE Be veren. No 0 MUfive van Hun Ed. Mog. de Heeren Staa.. ten van Friesl nl, aan Hun Hoog Mogenden de * Heeren Staaun Generaal, ttr kennisgeving van  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen* i$ de onlusten en oproerige beweegingen in hunne P/»vincie. In dato den 7 September 1787. Hoog Mogende Heeren! Wy kunnen niet afzyn aan U Hoog Mog. kennis* fe te geeven, dat de onlusten en oproerige beweegingen, welke ook in deeze Provincie, reeds federt lange zyn aangeftookt, doch een geruimen tyd fmeulende gehouden, eindelyk ten vollen zyn uitgeborften, ter gelegenheid, dat men, tegens ons gedaan verbod, heeft ingevoerd, en vervolgens binnen de ï>tad Franeker gebragt eenig Gefchut en Ammunitie van Oorlog; van welke overtreding van 's Lands Wetten, het Collegie onzer Gedeputeerden geïnformeerd wordende, langs den gewoonen weg van Juftitie, heeft getracht dat Gefchut en Ammunitie m iequeftratic té neemen, met dat gevolg, dat eenige gewapende lieden zich daar tegen verzet, en den voortgang der Juftitie openlyk verhinderd hebben met alleen, maar zich ook verder, met behulp van anderen, meester van die Stad hebbensemaaki en dezelve met eenige hondert gewapende Menfchen opgepropt, welke demarche, gelyk U Hoog Mog ligt zullen begrypen, moeten uitwerken, dac voor het behoud van de nabuurige Stad Harlingen» en het aldaar liggend Guamifoen, alle mooglyke zorg wierde gedraagen, waar toe geen ander middel voorhanden was, dan om zich door den commandeerenden Officier van het Guamifoen voorfehreeven , van de Magazynen en het Gefchut en Ammunitie van Oorlog, by het Collegie ter Admiraliteit aldaar gevonden wordende, te bedienen, en zich daar van in de beheering te flellen, op dat die Stad, deszelfs braave Burgery, het gemelde Collegie ter Admiraliteit, en het aldaar liggend Guamifoen niet wierde overgelaaten aan die willekeurige bedrvven van eene opgeruide menigte. y Wy kunnen geenzins twyffelen, of UHoogMoe zullen het geen ten opzichte van de voorfchreeven goe-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 35 voorts zorg draagende dat de Rytuigen wierden overgevoerdj terwyl de Heer van Genderen Haare Koninglyke Hoogheid na het huis van gemelde Leeltwenhoek leide, vroeg de Heer Bentinck of het hier de manier was, dat men met het blanke Zwaard iemant opwagte, waar op de Heer van Genderen antwoordde, dat hy wel wist wanneer zyn Sabel moest trekken of opfteeken. In huis met Mevrouw de Princes gekomen zynde, en terftond zyn Sabel hebbende opgeftoken, zeide hy tegen de Heer Bentinck, dat de reflexie vreemd vond om de Sabel, die als Artillerist Officier droeg, een Zwaard te noemen, waar op Bentinck antwoordde het od die manier niet had gemeend. Vervolgens prefenteerde de Heer van Genderen die ververfchingen, die op de plaats te bekomen waren , doch Haare Koninglyke Hoogheid daar voor bedankende, en uit haar Koets eenig eeten en drank hatende komen, liet hy 't nodige Tafelgoed aanbrengen. Haare Koninglyke Hoogheid in de kamer waar in gebragt was met de Heeren Bentinck, Randwyk, Standfort en de Freule Wassenaar, omtrenteen half uur hebbende gefproken, terwyl de Heer van Genderen in de kamer bleef, begon Haare Koninglyke Hoogheid met van Genderen te fpreeken, cn vroeg hem of de Officier van deCavallerie ordrehad gehad om haar te arrefleeren ; hy antwoordde zvne ordres niet te weeten, maar geloofde dezelfde'ordres als zy te hebben gehad; Haare Koning). Hoogheid beklaagde zich over de manier waar op zy was gearrefteerd , dat zulks gewapenderhand gefchiecl was, dat de Heer Bentinck geweigerd was om met zyn Chais met een der Officieren na de Commisfie te Woerden ryden, om van 't aanhouden kennis te geeven, waar van de Heer van Leeuwen en Brotier verklaaren niets te hebben gehoord. Wyders vroeg Haare Koninglyke Hoogheid wat daar te Goe.janyerwelle-Sluis wierd gewerkt of gemaakt, na de iterkte van de bezetting en der Manfchappen der C 2 r Bur-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 43 vond aan het hoofd van een aantal Troepen van den Staat, waar door het geheele Land, en byzonder ook de Provincie van Holland, in vrees gebragt was voor eenen aanval, en het welk U Ed. Groot Mog. bewoogen had eene Commisfie te benoemt;i ter verdeediging van die Provincie en de Stad Utrecht; en dat wy derhalven, zonder ons verantwoordelyk te (lellen, niet zouden kunnen toelaaten, dat Haare Koninglyke Hoogheid zich dieper in de Provincie begaf, zonder de iiitdrukkelyke Refolutie van U Edele Groot Mogende daar over vooraf te hebben verdaan, om welke te verneemen, wy voor ons vertrek van Woerden eene Expresfe naar 's Hage hadden afgezonden. — Waar op Haare Koninglyke Hoogheid geantwoord hebbende, dat zy, verrnïds de Heer Prins van Oranje thans niet in de Pro. vincie komen konde, gerefolveerd had zich de rwaarts te begeeven, met een goed oogmerk; infteerden wy met alle empresfement om te rro.jn weeten^ welk dan Haare Koninglyke Hoogheids oogmerk was, en of Haare Koninglyke Hoogheid geneigd was, om mede te werken ter herftelllbg van de rust op billyke voorwaarden. Het geen doorHaare Koninglyke Hoogheid in aigemeer.e termen beantwoord zynde, met te kennen te geeven, dat haar oogmerk goed was, maar dat de Heer Prins van Oranje veele onrechtvaardigheden had ondergaan, wierd aan Haare Koninglyke Hoogheid gerepliceerd, dat het de Commisfie leed deed, zulks van Haare Koninglyke Hoogheid te moeten hooren, naardien het aan een vry Volk niet kwalyk konde genomen worden, dat het zelve zvne wettige Rechten reclameerde, en, dat men altyd behoorde in het oog te houden, dat de Regenten waren aangefteld ter bevordering van het heil des Volks, en het Volk geenzints gefchikt was ter vergrooting van het gezag der Regenten. Haare Koninglyke Hoogheid vervolgens gezegt hebbende, dat deeze ook haare fentimenten waren, dat elk zyne rechten had, dan dat het daar de plaats niet was, om daar over  44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot over ampeler te fpreeken, is aan Haare Koninglyke Hoogheid door ons vertoond, dat vermids wy Haare Koninglvke Hoogheid niet verder in de Provincie durfden laaten voortreizen zonder voorafgaande bewilliging van U Edele Groot Mog., en Haare Koninglvke Hoogheid egter aldaar den nagt met konde doorbrengen; wy verzogten van Haare Koninglyke Hoogheid te mogen verneemen, werwaards zv zich geliefde te begeeven, om zo lang te vertoeven. — Haare Koninglvke Hoogheid gaf daar op te kennen, dat zy naar Gouda wilde ryden, en hier op repliceerde onze mede-Gecommitteerde van Tg'JLon, dat zo zulks de refolutie zyn mogt, hy zich dan vooraf derwaards zoude begeeven, om daar ■van kennis te geeven, en de nodige arrangementen te maaken ; doch verzogt een oogenblik daar na, de overige Leden der Commisfie, om dezelve afzonderlyk te mogen fpreeken, wanneer wy, meen ander vertrek gegaan zynde, van den gemelde onzen mede-Gecommitteerden verllonden , dat hy. zwaarigheid maakte in het verblyf van flaare Koninglyke Hoogheid binnen Gouda; en vreesde,dat daar door zelfs tegen de intentie van Haare Koninglyke Hoogheid onder het Gemeen beweegingen zouden kunnen ontftaan, die nadeelig zouden zyn voor de rust van die Stad, en Haare Koninglyke Hoogheid zelve in onaangenaamheden zouden inwikkelen ; maar in bedenking gaf, om Haare Koninglyke Hootrheid een ander verblyf voor te flaan, het zy te Woerden ofte Schoonhoven, als beiden flechts een trajeci van een groot uur met Rvtuig van de Sluis geleeen. Vervolgens na onderling over¬ leg beflóten zynde, aan Haare Koninglyke Hoogheid het verblyf te Gouda te disfuadeeren, begaven wy ons wederom by Haare Koninglyke Hoogheid, aldaar toen vindende de Frt ulle van Wassenaar van Starkenbhrg , den Graave van Randwyk en den Baron Bentinck , en communiceerden aan Haare Koninglyke Hoogheid de omftandigheden, waar in dc Stad Gouda en de omliggende Plaatzen zou-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 45 zouden kunnen eerdaken', indien Haare Koninglyke Hoogheid by haar voornoemen bleef, en onze 'bedugtheid voor ongelegenheden; Haare Koninglyke Hoogheid wyders proponeerende, om zich na ir Schoonhoven of Woerden te begeeven, en in het laatfte geval dat Kasteel, door ons zelve geoccupeerd, aanbiedende tot een verblyfplaats, met offerte om het zelve te ontruimen. In het eerst fcheen Haare Koninglyke Hoogheid niet te kunnen gelooven, dat onze zwaarigheid omtrent haar verblyf te Gouda gegrond was, allegeerende, dat wy daar in even te vooren geene zwaarigheid fcheenen te maaken, en verklaarde voor zich daar voor geene vrees te hebben. _ Doch, na dat wy aan Haare Koninglyke Hoogheid hadden gezegd, dat wy door onzen mede-Gecommitteerden van Toulon nu nader in de afzondcrlyke conferentie daar van waren geïnformeerd, en vertrouwden , dat Haare Koninglyke Hoogheid wei een blyk van haare goede intentiezouden willen geeven, door van dat voorneemen af te zien, en alzo mede te werken tot confervatie van de goede order en rust aldaar, temeer, vermits Haare Koninglyke Hoogheid zo min alsiemant anders guarandeeren koude voor het gedrag vaneen dom en woest gepeupel, defereerde Haare Koninglyke Hoogheid eindelyk aan ons verzoek, zeggende, niet naar Woerden, maar naar Schoonhoven te zullen gaan ; doch na eene kleine converfatie met den Graave van Randwyk, zeide Haare Koninglyke Hoogheid dat zy prefereerde naar Leerdam te gaan, als zynde eene Heerlykheid van den Heer Prins van Oranje, waar tegen wy ons niet verzetteden , niettemin aan Haare Koninglyké Hoogheid voorhoudende, dat na eene zo langduurige en fatigante reize het Haare Koninglyke Hoogheid moeijelyk zoude vallen, zich zo verre te rug te begeeven, doch Haare Koninglyke Hoogheid perfifteerde voor alstoen daar by. —-- De Baron Bentinck maakte vervolgens eenige zwaarigheid , of Haare Koninglyke Hoogheid wel veilig, te,Schoonhoven zou-  46 Ferzar.icling van Stukken betrekkelyk tot zoude kunnen verblyven , of doorpasfeeren , uit hooide dat 'er by het doorpasfeeren aldaar des nademi ddags eenige Menfchen waren op de been geweest, zonder dat die Heer egter gewag maakte van eeniae onbehoorlykheden. Doch wy gaven daar op te kennen, dat wy zowel overtuigd waren dat die confluentie in die Stad alleen veroirzaakt zoude jryn door de onverwagte apparitie van Haare Koriine-lvke Hoogheid, datwy weidurfden guarandeeien, dat Haare Koninglyke Hoogheid aldaar geene zwaarigheid te wagten had, en boden aan, om Haare Koninglvke Hoogheid door twee Leden der Gominisfiej en "een Detachement van de Ruiterye, zo croot en zo klein als Haare Koninglyke Hoogheid zeive mogt goedvinden, derwaards, en door die Stad te condtiifeeren, het geen Haare KomnglyKe Hoogheid na eenige woerdenwisfeimg accepteerde. Na dat derhalven de ordres gegeeven waren tot het weder opzetten der Itytuigen , zo voor de twee Leden der Ccmmisiie, die Haare Koninglyke Hoogheid zouden verzeilen, als voor Haare Koninglyke Hoöj heid zelve, en haar gevolg, als mede van het Detachement Cavallerie , begaven wy ons anoertoaal in een ander vertrek, en wierden aldaar door den Baron Bentinck, over het geeven van een icnntteV e order tot het laaten doorpasfeeren van Mevróuw de Princes door Schoonhoven onderhouden , doch waar van die Heer weder afzag op de reprefentatie, dat zulks nodeloos was , uit hoofde van Viet aanbod van twee Leden der Commisfie, om Haare Koninglyke Hoogheid te accompagneeren , en pwen wy by die gelegenheid aan gemelde Baron Bentinck te kennen ons leedwezen, dat dit evenement juist aan Haare Koninglyke Hoogheid was wedervaaren, doch te gelyk onze verplichting, om de ordres van U Ed. Groot Mog. daaromtrent in te wagten, waar op de Baron Bentinck rond uit advouëerde , dat wv niet anders handelen konden, dan wy gedaan hadden. — Toen alles tot het voortzetten der reize gereed was, en twee Leden der Com-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 4? Commisfie reeds met een gedeelte vdn het Escorte waren vooruit gereden , wierd Haare Koninglyke Hoogheid door de twee overige Leden der Co.nmisfie, en voornoemde Commandant de Lange begeleid langs een klein aantal der in twee gelederen gefchaarde , en het geweer prefenteerende Manschappen van de Schutters der Stad Gouda, naar de Pont en uit de Pont, zonder eenige gewapende Manfchappen naar het Rytuig, alwaar de twee Leden der Commisfie en de Commandant Haare Koninglyke Hoogheid eene behouden reize toewenschten, en hun affchcid namen. Haare Koninglyke Hoogheid daar op met een gedeelte van het. Escorte vertrokken , en onderweg door de twee* andere Leden der Commisfie met het ander gedeelte van het Escorte opgewagt, en alzo gezamentlyk tot voor Schoonhoven genaderd zynde, vervoegde zich de Baron Bentinck by het Rytuig der Leden vau de Commisfie, en communiceerde hun, dat Haare Koninglyke Hoogheid, te zeer gefatigeert van de reize, befioten had, dien •nagt tè Schoonhoven te blyven, waar op de Leden der Commisfie aanboden om vooraf binnen de Stad te ryden, en aldaar met den Magiftraat eene behoorlyken intrek voor Haare Koninglyke Hoogheid en haar gevolg te bezorgen, gelyk zy dan ook binnen de Stad gereeden zynde, de nodige fchikkmgen daar toe met den Magiftraat maakten , en vervolgens zo ras mooglyk daar van Haare Koninglyke Hoogheid kennis gaven, en dezelve naar den Stads Doelen begeleiden die tot het verblyf der Vorftin was gedestineerd, hatende het Detachement van de Cavallerie buiten de Stad, fchoon het zelve naderhand daar binnen gekomen is op permisfie van den Magiftraat, doch buiten weeten of toedoen der twee Leden van de Commisfje , die, zulks vernomen hebbende, aan dat Detachement direct orders gegeeven hebben, van de Stad weder te verlaaten, en zyn de Leden der Commisfie aldaar door Haare Koninglyke Hoogheid op eene vriendelyke wyze bedankt ,  48 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót dunkt, voor de egards, voor haar Perfoon betoond j welk compliment door den Baron Bentinck aan die Leden, na dat zy -jggrj Haare Koninglyke fioogheid reeds hadden affcheid genomen, andermaal uil haaren naam wierd gerepeteerd ; en te gelyk verzogt, dat aan de twee Schutters welke door de Magiftraat in het voorhuis van den Doelen geplaatst waren, jnogten order gegeeven worden, om zich of geheel te verwydcren, of ten minften buiten het huis te blyven, het geen door de Leden der Commisfie daadelyk is geëffectueerd, fchoon, na dat zy het huis reeds verlaaten hadden, door den Baron Bentinck aan de Leden der Commisfie is gezegd, dat, zo die Schutters 'er op gefteld waren om voor de deur van het huis de wagt te blyven houden , Haare Koninglyke Hoogheid zich daar tegens niet v< rzetten wilde; en zyn de Leden der Commisfie, na een kort verblyf ten huize van een derKegeerende Burgemeesteren , wederom van daar vertrokken naar Woerden met een gedeelte van het Escorte Cavallerie, terwyl het overige gedeelte na eenigen tyd in de Herberg buiten de Stad uitgerust te hebben,des anderen daags weder vertrokken is, en Haare Koninglyke Hoogheid den geheelen volgenden dag aldaar zich onbelemmerd heeft opgehouden- Des avonds laat van den volgenden dag onderhandfche informatien bekomen hebbende, van het provifioneel befluit van UEd. Groot Mog., en aan Haare Koninglyke Hoogheid beloofd hebbende, terftond na dat wy van dat befluit zouden zyn ver^ wittigd, daar van aan Haare Koninglyke Hoogheid kennis te zullen geeven; hebben wy daadelyk een Misfive vervaardigd, om Haare Koninglyke "Hoogheid van dit bekomene bericht kennis te geeven, doch de Expresfe1, die gemelde Misfive zoude overbrengen, door ons gelast zynde, cm de reize zo te fchikken dat hy niet des nagts, maar des morgens om zeven uuren eerst te Schoonhoven zoude airiveeren, om Haare Koninglyke Hoogheid in het luidden Yan den nagt met de lecture van die Misfive niet  '3e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 49 niet te impörtuneeren, vond dat Haare Koninglyke Hoogheid reeds van daar even te vooren vertrokken was, het geen wy als geheel onbewust zynde van het aanÜaande vertrek van Haare Koninglyke Hoogheid naar Leerdam, niet konden voorzien, en heeft dit oirzaak gegeeven, dat Haare Koninglyke Hoogheid die Misfive niet te Schoonhoven heeft ontvangen, maar dat dezelve aan haar denkelyk të I Leerdam eerst geworden is. Op deeze wyze hebben wy in dit critica en delicaat geval gemeend , behoudens alle mooglyke deferance voor de hooge Geboorte, en Sexe van Haare. Koninglyke Hoogheid, ons van de duure verplichting op ons gelegd, op de discreetfte wyze* die het onverwagt geval toeliet, te moeten acquiteeren , eri U Ed. Groot Mog. zullen derhal ven li g: telyk kunnen beoirdeelen Onze verwondering, toen wy vernamen dat Haare Koninglyke Hoogheid, die zich by haare twee Misfives zo aan den Raad-Penfiönaris als aan den Heer Griffier Fagel dien eigen avond van haar arrivement te Schoonhoven afgezonden , met beklaagd heeft over eenige beleediging aan haar Perfoon aangedaan, naderhand daar uit eenige pffenfie had opgevat; en dat deeze eenvoudige gebeurtenis, die uit hoofde der tegenwoordige omftandigheden een notoir gevolg was , van den aan ons opdraagen last, en waar van een tegenovergeftelde. conduite, van onze zyde , nauons inzien, een plichtverzuim zoude geweest zyn aanleiding fcbeen te geeven om het misnoegen van een der grootfle Vorften van Europa, die de Rechten van eiken Territoriaalen Söuverein zo grondi* kent, te verwekken. 0 Dan wy laaten gerustelyk aan de wysheid en het doorzicht van U Ed. Groot Mog. over het benamen der meest gepaste middelen, om deeze zaaknaar haare waarde te doen appreciceren, daar U Edele Groot Mogende zulks zullen nodig oirdeelen j en zullen ons gelukkig rekenen, wanneer wy door het bovengemelde gedetailleerd Bericht aanhetoo-h Deel. B merk  50 Verzameling van Stutten betrekkelyk tot merk van U Ed. Groot Mog. mogen voldaan, en door onze gedragingen in zulk een bedenkelyk geval, blyken mogen gegeeven hebben, dat wy onze liefde voor het Vaderland en de behartiging van onzen plicht, hebben weeten te paaren met die omzichtige befcheidenheid, die wy aan de eerfte Ingezeten van ons Gemeenebest, en aan het Koninglyke Muis, waar uit zy gefpioten is, verfchuldigd waren. Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren! bevelen wy U Ed. Groot Mog. in de befchcrminge Godes. Gefchreeven binnen Woerden, den èic. (Onder ftond) U Edele Groot Mogende Dienstwillige, De Gecommitteerden ter Defevfie deezer Provin.cie en de Stad Utrecht. (Laier ftnncl) Ter Ordonn. van dezelve. (was gef.) H. Costerus, Sécteï: (*) No 17 Den 9 September heeft zyne Excellentie de Ba' ro'n van Thulemeyer - Extraordinaris Envoyé yan zyne Pruisfifche Majefteit, aan den Heer Raadtevlionaris van 'Holland overhandigt het volgende Billet en Nota. — Ontfangen s nagts ten half twaalf uur. Myn (*) Behalven deeze beide bygetWagM Snikken raadpleene de onpartydige Leezer ook, het Verhaal varideeze noodlottige Gebeurtenis, by A. van Goor te Nymegen gedrukt waar bv verfcheidene Verklaaringen van de Haare Koninglyke Hoogheid verzeld hebbende Perioonen zyn jrevoegd.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 5r M yn Heer! Ik haaste my, om U zonder eenig tydverzuim te doen toekomen de Nota, welke gy van my gevraagd hebt, om u de onmiddelyke beichryving der vergadering van de Staaten van Holland, in gevolde myne requifitie, gemaklcelyk te maaken; kunnende die vergadering gewisfelyk niet langer worden uitgebeld, dan tot morgen. De Verbaale Nota, waarvan ik by deezen gewag maake , betreffende de voorwaarden zclven, welke de Koning van de billykheid van Hun Ed. Groot Mog. vordert, zal in minder dan een uur tyds volgen. Ik heb de eer, enz. 's Hage den 9 Septemb, 1787. (*»S*0 ce Thulemeyer. N O T A. De Ondergeteekende, Extraordinaris Envoyé van zyne Pruisfifche M,jefteit, is gelast geworden mee de drmgendfte orders van den Koning zynen Meester, om op nieuws en ten allerfterkften van HunEd Groot Mog de Staaten van Holland, te vorderen, om de beleedigmg te repareeren, aan de Doorlucht tige Zuster van dien Monarch aangedaan , eelvk voldoende gedetailleerd is by twee opvolgende Memonen, van den 10 July en 6 Augustus; en omme binnen vier dagen tyds, bekend te maaken hunbe«uit dien aangaande, als mede de fatisfacHe, die zv zullen aanneemen, te geeven, op eene wyze, rre evenredigd aan de aangedaane beleediging De On dergeteekende heeft den Heer Raadpenfionaris van Holland eene volkomene opening gegeeven wegens de billyke en gemaatigde voorwaarden, die zvre Majefteit vordert, en waar van hy hem eene precile opgaave doet, by de hier nevensgaande verbaale Nota. Hy twyffelt ook geenzins, of de H-cr Kaadpenfionans zal niet verzuimen, om ten a'lereerlLn eene vergadering der Staaten van Holland D2 te  52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te befchryven; en zal ook niet voor hem ontveinzeKlK de gedetailleerde Inftrufties , die a n 'h m^brTgt zyrldóor een' Courier, zedertvve'.mze uuren by den Ondergeteekenden gearnveeid, ïaf deTefolutie, welke Hun Éd Groot Mog. aan 's Konings Minister hebben lanen ter hand[ ftellen, ten antwoorde op zyne Memorie van den 6 Augustus laatstleeden, op geenerly. wyze aan de bU}Ke verwagting van zyne Majefteit voldoet, 's Hage den 9 Septemb. 1787- (was ge:.) DE Thulemeyer. N 18 Billet en verbaale Nota van zyne Excellentie * de Baron van Thulemeyer aan den Heere Kaad. penfionaris van Holland. — Ontfangen tf nagts ten half twee uur, tusfchen den 9 en 10 Septemoer. Myn Heer! Zie hier de verbaale Nota, behelzende de voorwaïden welken de Koning vordert, en die ikmy haaste U toe te zenden. Ik heb de eer, enz. 's Hage den 9 Septemb. 178?. (was get.) de Thulemeyèr. De voorwaarden, die de Koning vordert, nopens de te geevene fatisfadie, geëvenredigd aan de beleedistng der Doorluchtige Zuster van dien Monaicn aangedaaën, zodanig, dat Erdoor gerepareerd worde de gepleegde hoon tegen de perfoon Van Haare Koninglyke Hoogheid, door zich met vVrzetten tegen de Reize, welke die Doorluchtige Princesfe, door de heilzaamfte oogmerken gedreeven , voorgenoomen had naar 's Hage te doen, zyn de navolgenden , welken de Ondergetekende s koniflgs Extraordinaris Envoyé , uitdrukkelykzal voordraagen by deze verbaale Nota, welke hy de eer  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 5*3 heeft aan den Raadpenfionaris van Holland te adres, ieeren, na hem dezelven reeds mondeling te hebben medegedeeld, in eene voorafgaande conferentie. De Koning verwagt, „ dat Hun Ed. Groot Mog, i, eenen Brief aan Haare Koninglyke Hoogheid zullen fchryven, en dat zy den inhoud van dien, alvoorens hem aan zyn adres af te zenden, aan ,, s Konings Minister zullen laaten zien; — moe„ tende dien Brief behelzen eene Beiydenis, dat men gedwaald heeft, door te onderftellen, dat „ die Princes eenige oogmerken zoude gehad heb,, ben, ftrydig met het welzyn der Republyk; — dat zy daar by excuis zullen vraagen voor de te„ genkanting tegen haare voorgenoomen Reizege„ daan, en voor het manquement van egards, waar „ over Haare Koninglyke Hoogheid zich te bekla„ gen heeft; — dat Hun Ed. Groot Mog zich zul-. „ len verbinden, omme, op requifitie der Princes„ fe, die genen te flralFen, welken zich zouden „ mogen fchuldig gemaakt hebben aan beleedigiu„ gen tegen haare Doorluchtige Perfoon; —- dat zy alle de injurieufe en erroneufe Refolutien ter „ gelegenheid deZerHeize genoomen, zullen her„ roepen; eene herroeping, welke vergezeld moet „ gaan met eene uitnodiging, dat Haare Koningj, lyke Hoogheid zich naar 's Hage gelieve te be„ geeven, om met haar, uit naam van den Prins Stads 5, houder, in onderhandeling te treden, ten einde „ door eene behooilyke fchikking de verfchillen „ uit den weg te ruimen, die thands ongelukkig „ plaats hebben". De Ondergeteekende is tovendien gemagtigd, omme aan den Heer Raadpenfionaris te verklaaren, dat byaldien Hun Ed. 5, Groot Mog., de Staaten van Holland, zich ge„ reedelyk tot het gqeven van eene zo gemaatigde» fatisfadtie gelieven- te fchikken, dat, in dat gej, val, Haare Koninglyke Hoogheid haare veelver,, mogende tusfchenkomst zal aanwenden by den „ Koning, haaien DoorluchtigenBroeder, om alle D 3 s» vef-  58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Holland voor Hoogstdezelve tracht geflootcn te houden, tot dat de rust, gelyk men zich heeft willen uitdrukken, verzekerd zal kunnen zyn, op dat naamelvk die Vorftinne haare vreedehevende poogingen niet moge zien gelukken, voor en aleer die omkeering van Kegeering en Conftitutie gewekidaadig doorgedreven en bevestigd zy, welke de hoofden der Cabaale en hunne medeftanders, door den gewapenden arm van eenige misleide en genuurde Ingezetenen, of van vermomde Vreemdelingen,aan de verdrukte Natie trachten op te dringen. Deeze openlvke hoon ondertusichen aan Hoogst«emelde onze Gemalinne aangedaan, en de onverzettelyke ftyfhooidigheid van deswegens aan zyne Maiefteit den Koning van Pruisfen, Hoogstderzelver Broeder, niet tegenftaande de nadrukkelyke vertoogen van verre de meeste Bondgenooten, de bevorderde fatisfactie te weigeren, heeft dien Monarch gedrongen, om de tegenwoordige meerderheid der Staatsvergadering van Holland met de wapenen te dwingen, tot het geen de wettige Regenten dier Provincie zekerlyk nimmer zouden hebben doen verlangen; en wy zien aan de eene zyde met innerlyke fmerte en droefheid, ons lieve Vaderland aan alle de onheilen van eenen oorlog, en onze meeste en beste Medeburgeren aan jammeren en rampen blootgefteld, welke nimmer dbor hun verdiend, maar alleenlyk veroirzaakten berokkend zyn door de geweldige maatregelen-van hunne gewapende Overneerfchcrs; terwyl wy aan den anderen kant, deels doordat zelfde geweld van wapenen, deels door de ontelbaare menigte van lmaadheden en van onwettige verkortingen onzer rechten, federt lange noch vermogen noch genoegzaamen invloed overig hebben, om de veelvuldige inbreuken op de Conftitutie te weeren , de wettige Regeeringe te herftellen, of by de vereischte vryheid van deliberatien te handhaaven, en daar door de Provincie van Holland weder onder het vry beftuur van den wettigen Souverein te brengen , zonder het  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 59 welk wy ons niet alleen buiten ftaat zien om te voldoen aan onze heiligde verplichting tot handhaavmg van de Juftitie, en van de Rechten en Vryheden van eiken Burger en Ingezeten, maar zon-? der het welk ook geene hoop overblvft, om de dreigende onheilen van eenen oorlog, ais nog door gepaste middelen af te wenden. By de bitterheid van alle deeze wederwaardighe-, den treft ons niets grievender, dan dat wy hetTgeheele verderf zouden moeten zien naderen yan eene Natie, aan welke wy door de heiligde en tederLe betrekkingen verknocht zvn , en met welke? vryheid en welvaart wy den roemen voorfpoedvaq ons en ons Huis onaffcheidbaar verbonden achten; ep het is daarom, dat wy als nog, en andermaal, alle Overheden, Burgers en Ingezetenen van Holland en Westfriesland, zo in de Steden als ten piatten Lande, op het ernftigst en nadrukkelvkst* villen aangemaand en opgeroepen hebben, geiyk wy aha dezelve aar.maanen en oproepen bv deezen, om in den drmgendften nood, waar in zich gemelde Provincie thans gebragt ziet, elk naar zynen ftand enbetrekkmge, tot redding en verlosfmg derzelve te willen medewerken ; in 'e byzonder waarfchuwen wy het verdwaalde gedeelte des Volks, enfmeeken hetzelve ten overvloede, by humien plechtig gezworen Bqrger eed, by het leeven en den welvaar? yan hunne Vrouwen en Kinderen, bv 't behoud van hun Vaderland, en by alles, wat hun verder kan dierbaar zyn, om eindelyk eens ter goeder trouwe te rug te komen va-n hunne dwaaüngen , vanalleroekelooze zucht tot nieuwigheden, benevens alledaar* toe ingerichte wapening, en om integendeel alle wettige poogingen te helpen onderfteunen, welke aangewend worden ter herftellinge van de'oude en gevestigde Conftitutie deezer Provincie, en ter vernietiging en intrekking van alle aanm-ingen en vcrongelykingen, met welke men onzé "eer beleedigd en onze rechten verkort heeft; gelyk wy van onze zyde geene zwaarigheid maaken, om openlyk en op het  64 Verzameling van Stukken betrekkelyk toi nig omzien, en van het halftarrig doordryven hunher nieuwigheden tot redelyker handelwyze te rug te brengen, in tegendeel derzelver drilt te fterket aangezet en tot die uiterften heeft doen overflaan, welke onwederfpreekelyk eene daadelyke fchending van de plegtig bezwoorene Conftitutie hunner' Provincie, en eene fcheuring der banden van de •nie mede brengen-; Men heeft zich niet te vrede gehouden, met aan eenige Stedelvke Regeeringen in Holland, door dé bajonetten zyner verhitte medeftanders, alle zo^ daanige hefluiten af te dwingen , als by overleg met de Hoofden der gewapende Genootfchappen, te vooren beraamd, en, onder de houding van eerbiedige verzoekfchriften, by afgeperste of gehuurde tekeningen van eenigef Ingezetenen, als de on^ weerftaanlyke begeerte eenër algemeene Volkftc-m t waren vobrgefchrceven : maar men heeft zich zelf* verftout om, door het zelfde middel van openbaar geweld, wettige Regenten te ontzetten van hunne Raadsplaatzen, anderen in hunne plaats te (lellen i en deeze openlyke fchending van Handvesten, Octrooien en Privilegiën , hoe blykbaar ook behoor rende ïèffehs tot de voornaame zorge en de bezwoorene befcherming van den Souverein, en fpeciaal ook aan 't toeverzigt en de b'ewaaring van onsi in onze hooge waardigheid als Erfftadhouder, by eene beëedigde Commisfie aanbevolen , evenwel by de meerderheid der Staats Vergadering, door den invloed van die zelfde Cabaal, niet tegenftaande de ernftigfte vertoogen van Regeeringen en Gemeente, onder den naam van Domestiek te dóed doorgaan en buiten alle voorzieninge te houden. Door alle deeze ufurpatien en overheerfchenden invloed, is de orde en de wettigheid der Hooge Staats Vergadering van Holland op de vreemd fte' wyze omgekeerd en verwaarloosd: van wegens eénige Steden toch worden zelden meer ter Vergaderinge gebragt, de vrye (temmen van derzelver Vroedfchappen, die de eeDige Volks-Reprefentan- ten  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 67 fpeciaale ordre zulks gefchied zy, en zonder dat wy liebDen kunnen worden onderrigt, dat eene zo allergewigtigfte en veruitziende Rap by eenig befluit van de Vergadering der Heeren Staaten van Holland is vastgefteld; zo dat wy genoodzaakt zyn denzelven almede aan den invloed en 't beuier der voornaame hoofden van dcvoorfz. Cabaal in dat Gewest, toe te kennen. De Raad van Staate moge tegen alle deeze wanorde en éédverbreekingen, aan Officieren en Gemeenen de ernftigfte waarfchouwing hebben doen voorhouden; de Hooge Bondgenooten zelve mogen die Voorzieninge van den Raad door eene volkomene goedkeuring bekragtigd hebben: de onverzettelyke halftarrigheid evenwel gaat by die zelfde Hoofden zo ver, dat ze zelfs ter Staatsvergadering hunner Provincie, de daadelyke fufpenfie hebben durven voorflaan en doordringen, van alle Officieren, die getrouw aan den ééd en gehoorzaam aan de waarlchouwingen der Generaliteit, in grooten getale geweigerd hebben en nog weigeren, om zich op de bevoelen van Holland, buiten die Provincie, tegen eenen Souvereinen Bondgenoot, en tegen het Krygsvolk van den Staat, één en dezelfde Armée met hun uitmaakende, te laaten aanvoeren. Daar dus de voorbeeldelooze drift eener onbegrensde heerschzugt deezer verderfFelvke Cabaale, na den Burger tegen zyne Regenten en Medeburgers in de wapens gejaagd, de wettige Regeering van veele Steden omgekeerd, en alle dedeelen van het Staatsbeftuur met wanorde vervuld te hebben, nu ook nog voortflaat om de geheele Armée van den Staat eerst van haare beste en kundigfte Officieren te ontzetten , Vervolgens tegen elkander teverdeelen, en eindelyk het wel eer vreedzaam en gezegend grondgebied van deezen Staat, tot het toneel van eenen Burgerkryg te maaken, waar in veele ongelukkig vervoerde én door fchyn misleide Ingezetenen in koelen bloede ter flagtbank geleid, en met hun bloed en dat der Krygslièden, de beste kragE 2 ten  68 Verzameling van Stukhen betrekkelyk tot ten van de Republiek door haar eigen Krygsvolkert Eurgers ftaan te worden afgetapt: daar moet het hart van elk braaf Nederlander bl»eden by het oogenblikkelyk gevaar, het welk ons dreigt, van wel dra onze gezegende Unie voor altyd gefcheurd, onze gelukkige Regeeringsvorm geheel en al omgekeerd, onzen duurgekogten Godsdienst en Vryheid eens vooral vernietigd, onzen winstryken Koop^ handel, Zeevaart, en publiek vertrouwen uit deeze Gewesten verbannen , en in eens alle die voordeden en welvaart onherftelbaar verloren te zien, welke ons weleer, onder Gods milden zegen en het wys beftuur der wettige Overheid, den fchrik onzer Vyanden, en de verwondering dseden zyn van geheel Europa. Wy althans kunnen op dit oogenblik onze bittere aandoening niet verbergen over deezen jarnmerlyken toeftand van ons Vaderland, en wy gevoelen thans meer dan ooit de kragt van die hartelyke liefde, met welke wy ons altyd op het tederst verknocht gevonden "hebben aan eene Natie, onder welke wy gebooren zyn , in welker zegen en voorfpoed wy grooter belang hebben, dan één eenig Nederlander, en welker Vryheid op de verdienftcn en het bloed onzer Doorluchtige Voorvaderen gegrond, té gelyk een der voornaamfte bronnen is, en dat God geeve, blyven zal van den welvaarten den roem van ons en van ons Huis. Wy zouden althans meenen te kort te doen aan de heilige ééden, door welke wy in onze hooge betrekkingen, tot handhaaving van 's Lands Vryheid, Godsdienst en Gerechtigheden , gehouden zyn ; wy zouden meenen te kort te doen aan de duure verplichting, welke het grootfte en aanzienlykfte gedeelte der Natie, zo wel Regenten en Burgers, Krvgslieden van allerleijen Rand en rang, door de liitbundigfte blyken van liefde en vertrouwen , op ons gelegd heeft, indien wy ook nu nog vasthoudende aan ons voorig ontwerp van een ftil uitzicht en eene lydzaame verwagting op 't nodig herftel van onze  de Vebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 69 onze eigene Rechten , verzuimden onze denkwyze over den geheelen ftand der tegenwoordige onlusten voor eene by ons zo geliefde Natie, open te ïeggen, en ons bereid te toonen tot alle zodaanige •behulpzaamheid, en in onze betrekkingen en plichten gegronde medewerking, als mogten gefchikt zyn, om de Voorftanders van den gevestigden Regeeringsform niet langer onder de dwingelandy der overheerfching, en om de ongelukkige én verdwaalde Voorvechters zelfs van nieuwigheden niet met het geheele Gemeenebest ten prooije te laaten van woest geweld en algemeen verderf. Deeze plïchtmaatige gevoelens en inzichten zyn by ons niet weinig aangewakkerd en verleevendigd door de onverwylde bereidvaardigheid, met welke reeds de Staaten van Gelderland, die van Utrecht, zo veel in hun was, te hulpe gekomen, en de overige Bondgenooten in de handhaaving van de Unie en haare Rechten voorgegaan zyn; en wy hebben gemeend aan deezen onzen yver en liefde' voor de waare belangens van het dierbaar Vaderland, voor als nog, niet beter te.kunnen voldoen, dan door openlyk en ten fpoedigfte onze bereidvaardigheid te verkiaaren, gelyk wy dezelve verklaaren by deezen , om , zo met Hooggemelde Heeren Staatén van Gelderland en Utrecht, als met die van de overige Gewesten, benevens de Leden en Steden van dien, door alle die vermogens, gezag en invloed , welke aan onze hooge Waardigheden kunnen gerekend worden verbonden te zyn, op het fpoedigfte en kragtdaadigfte mede te werken tot heeling van allé de reeds toegebragte breuken der Unie, tot opheffing en ftuiting van alle onwettig geweld, en tot herftelling van eendragt, rust en vertrouwen, zo tusfchen de Provinciën met eikanderen, als tusfchen de Heeren Staaten, Regeeringen en Ingezetenen van ieder yan dezelve, ten einde de hoogheid, digniteit en independentie van de refpecTdve Provinciën bewaard , alle de Rechten, Privilegiën en deugdelyke belangen der Ingezetenen befchermd, I 3 ea  fo Verzameling van Stukken letrekkelyk tot en in 't byzonder aan de Burgeryen zodaanige billyke invloed op de Stedelyke en algerneene belangen gegeeven worde, als bevonden zal worden mee de vastgeftelde ordre van Regeering, Privilegiën, Octrooijen en wettige Herkomften der Steden en Leden van Staat, midsgaders met de waare en bezworene Conftitutie van den Lande beftaanbaar te wezen. En op dat wy hier in, door vereenigde vermogens te gelukkiger mogen ilagen , willen wy de Heeren Staaten van alle Gewesten der Unie, de Heeren Staaten Generaal, alle Collegien van Staatsbewind of juftitie en derzelver byzondere Leden, mitsgaders de goede Burgeryen, en verdere In- en Opgezetenen deezer Landen, niet fegts by deezen dringenden nood, op het vriendelykst en ernftigst, tot eene vaardige medewerking, elk naar zyne betrekkinge, uitgenodigd, maar tegelyk, ter nadere verkïaaringe onzer inzichten, op het nadrukkelykst en piechtigst verzekerd hebben, dat wy niets meer vei langen dan ons heiliglyk aan den eéd en plicht te gedragen, aan 't Vaderland in 't algemeen en aan iedere Provincie in 't byzonder gedaan en verfchuldigd; dat wy geen ander voorneemen hebben, dan om ieders Rechten en Vryheden te helpen bewaaren, den publieken Godsdienst te handhaaven, alle gewelddaadige verongelykingen , en alle onttrekkingen der Ingezetenen aan hunnen wettigen Rechter tegen te gaan, en fpeciaal nimmer of ooit eenige meerdere magt, gebied, gezag of invloed te zoeken ofte verkrygen, dan ons uitkragte onzer Commisfien, ontegenfpreekelyke Staats-, refolutien, en erkende deugdelyke Posfesfie, wettig competeerd. Tot alle welke eindens wy in 'e byzonder vertrouwen, dat niet alleen de Heeren Staaten der andere Gewesten onze welmeener.de noogingeB orderfteunen, maar dat in 't byzonder de Eieeren Staaten van Holland en West-Friesland, als f '-"'enwoordig, gelyk wy vertrouwen , volkomen overtuigd van t dringend gevaar, waar inde voorfz. heersch-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 71 heerschzuchtige invloed van eenige weinige perfoonen 't lieve Vaderland gebragt heeft, niet langer difficulteeren zullen, om hunne zo overhaaste als onwettige befluiten omtrent het Commando over het Guamifoen te 's Hage, en omtrent het Kapitein-Generaalfchap van Holland, ter onzer praejudicie genomen, aanftonds en vooraf te willen opheffen, met te nietdoening van al het geen, waar mede onze eer, benevens onze zuivere bedoelingen en fchuldelooze gedraagingen zo onverdiend en onvoorbeeldelvk bezoedeld , en ter Vergadering van dezelve Heeren Staaten door de fchandelykfte aanvoering van laster en logen zyn aangeklaagd;en om ons voorts niet flechts van al dien fnboden blaam volkomen te zuiveren en te justificeeren, maar ook in het genot en de exercitie van onze wettige Praeeminentien en Rechten te herftellen, ten einde ons daar door gelegenheid te geeven, om behoudens de digniteit aan onze hooge Geboorte en betrekkingen verfchuldigd, waar omtrent de Hooge Overigheid zelve, uit hoofde van onze naauwe betrekking tot den Staat, en tot het aanzien van den Lande, niet onverfchillig wezen kan, ten fpoedigfte in hunne Provincie te rug te keeren , hunne verfchillen met de overige Provinciën te helpen vereffenen, langs dien weg de rust en orde te herftellen, en het lieve Vaderland, onder Gods zegen en met medewerking der Bondgenooten, voor zynen ondergang te behoeden. Gegeeven op des Furftendoms Burg te Nymegen, den 26 May 1787. (waf get.) W. Pr. van Oranje. (lager Rond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, W. van Citters. E 4 H".  72 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Nb. ai. Waarfchouwing van Hun Edel Mogenden de Heeren Gedeputeerde Staaten van Overysfel, over het verbod van invoer van eelbaare en andere Waaren naar Zeist, Amersfoort oj eenige andere Plaatzen in 't Overkwartier en Eemland. In dato den .y. September 1787. De Gedeputeerde Staaten van Overysfel doen te veeten: dat thans tot onze kennis is gekomen, dat de Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht heb-, ben goedgevonden by derzelver Publicatie, gearresteerd te Utrecht den 4 July 1787 te verbieden, dat van toen af aan niemand eenigerhande Eetwaaren hoe ook genaamd, noch eenige Gebrandewynen of Gedistilleerde Wateren en andere Dranken , als YVyn, Pier, of van wat aart die ook zyn, of van waar die ook komen , zal mogen brengen of voeren naar Zeist, Amersfoort, of verder naar eenige andere plaatzen in 't Overkwartier en Eemland, op, pcene, dat niet alleen alle zodaanige Eetwaaren, Gebrandewynen of Gedistilleerde Wateren, Wyuen , Bieren en andere Dranken , benevens Wagens , Karren, Paarden, en ander Vaar- of Rytuig, waarmede de uitvoeringe is gefchied, zullen verbeurd zyn; maar dat daar en boven de Overtreeders, daar tegen zullen vervallen in eene boete van honderd ziivere Ducatons , geheel ten behoeve van den genen, die de aanhaaling zal hebben gedaan. En Welgemelde Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht by derzelver nadere Publicatie van den 17 Augustus 1787, hebbende goedgevonden niet aïleen de voorfchreeven Publicatie van den 4 July daar te vooren te inhsereeren, maar ook by amphatie van dezelve, verder allen en een iegelyk te interdiceeren, eenigerhande Turf, Steen-en andere Kolen , Yzer, gemaakt en ongemaakt, Traan, alle foorten van Olyen, Kaarfen, Zout, Zeep Azyn, allerlei je Speceryen en drooge Waaren,mitsgaders Cofly, Cicers^ Thee, Zuiker, Syroop, Rook- en Snuiftabak, Tabakspvpen, drooge en zoute Visch , Biaauwzel ^ Styf-'  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 73 Styfzel,_ Raap- en Hennipkoeken, Paarden-, Duiven-, witte en andere Boonen, groene en graauwe Elften, Cornel, en alle andere drooge en verfche Veldvrugten, te brengen of te voeren naar Zeist, Amersfoort, of naar eenige andere plaatfen in hec Overkwartier en Eemland gelegen; daar by al mede verbiedende uit voornoemde plaatfen allen uitvoer yan Run, gezaagd en ongezaagd Hout, Kalk, Tabaksbladen, Carotten, Rook-en Snuiftabak, alles op poene en boete als by de voorfcnreeven eerfte Puohcatievbepaald; en dat tevens geinformeerd zyn dat de Gecommitteerden van de Raad der Stad Ara, fteldam rot het Defenfie wezen, door de gewapende Vaartuigen op de Zuider Zee, alle Schepen en Vaartuigen, de voorfchreeven Publicatien in eenigerlei wyze contrarieerende, doen opbrengen , aanhouden en tegen dezelve procedeerén; eri daar benevens den ii,voer van voorfchreeven goederen Baar Nykerk mede verboden , en alle Vaartuigen met dezelve belaaden, gelast hadden aan te houden, en naar Amfteldam op te zenden. En dan in confideratie genomen hebbende, dat de voorfchreeven Publicatien en ordres zo al aan de een oi ander, egter in 't aemeen zeker niet genoeg aan de Ingezetenen deezer Provincie bekend kunnen of zullen zyn, om zich daar voor te wagten en zorge draagen, dat dieswegens in geene fchaade of ongelegenheid geraaken ; dieswegens goedgevonden hebben , ten einde zulks zo veel mooglvk voor te komen, daar van aan de goede Ingezetenen deezer Provincie by deezen kennisfe te geevem Gedaan binnen Campen, den ... Septemb. 1787. Joan Derk van der Wyk Vt, Ter Ordonnantie van Welgemelde Gedeputeerden, Derk Dumbar, ¥ 5 No,  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 33. Declaratoir door de Heeren Gedeputeerden der Stad Enkhuizen, den 12 September ter vergadering van Hun Ed. Groot Mog. ingeleverd, by gelegendheid der deliberatien over de beide Nota's, dengden tt voor en, door den Pruisfijchen Extraordinair Envoyé van Thulemeyer over gegeeven, en waar op Hun Ed. Groot Mog., den 12 September voornoemt lejlooten, om, zonder zich met deeze Nota's in te laaten, te perfifieeren by derzelver jongst gegeeven antwoord, geconcludeerd by Refolutie van faturdag den 8 September (zie N°. 14.): voorts om'aan zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, by nadere misfive te communiceeren, dat Hun Ed. Groot Mog. bereid zyn aan Hoogstdenzelven twee voornaame Leden toe te zenden, cm zyne Majejleit den waaren ftaat van zaakcn open te leggen, zo betrekkelyk de Republyk in 't gemeen, als van de Provincie Holland in het byzonder, en dat deeze Heeren vertrekken zullen, zo dra by antwoorde van zyne Majefteit blykt, dat dezelve daar toe by den Koning zullen worden geadmitteerd. Dat zy met de uiterfte aandoening hadden geleezen den inhoud dier Nota's, en verzekert waren dat die aandoening by de Heeren hunne Principaalen, gelyk by elk welgeaart Nederlander rechtmaatig zoude gevoeld worden. Dat hoe men ook over de zaaken van ons Land oirdeeldj men zal moeten avoueerendat daar deeze Nota's aan de eene zyde diep verneederend, en daar door beleedigend is voor den Souverein deezeraanzienelyke Provincie ; men aan den anderen kant zal moeten toeftemmen, dat 'er een taal gevoerd word, niet alleen uit naam van een magtig Monarch, maar te gelyk van een Monarch die op het fujet waar over de Nota's rouleeren , fchynt gedecideert en gerefolveert te zyn, en die zich daar en boven in 't geval bevind, in een tyd, waar in de Republiek uithoofde der bekende omftandigheden, meer dan ooit verdeelt, en daar door ook meer weerloos is, door  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 79 Doorluchtigste Grootmagtige Koning ! Wy hebben wel ontfangen, en in onze Vergade* fing geleezen Uwe Koninglyke Majefteits zeer gerefpedteerde misfive, gefchreeven te Berlin den r deezer loopende maand , houdende verzoek, om doormarsch , inkwartiering , en aanfchaffing van verdere noodwendigheden, door en in onze Provincie te willen verleenen, aan zodaanige Troepes van Uw Koningl. Majeft., als Hoogstdezelve zich genoodzaakt oirdeelde naar de Provincie Holland te moeten doen marcheeren, ten einde, als by opgedagte Uwer Koninglyke Majefteits misfive met meerdere is vermeld, en hebben vermeind, de receptie daar van daadelyk aan Uwe Koninglyke Majefteit te moeten accufeeren, en tevens daar by te kennen te geeven, dat wy met betrekking tot de band van de Unie ons allezints verplicht gerekend hebben, om het verzoek door Uwe Koninglyke Majefteit gedaan, vooraf te moeten brengen terkennisfevan Hun Hoog Mog., en te gelyk eene nadere exhörtatoire misfive te fchry ven' aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland; zoals deeerehebben Copien van beide gezeide misfiven hier by te voegen; zullende niet nalaaten, zo dra antwoord daar op hebben ontfangen, daadelyk finaal daar op te refolveeren. Vertrouwende dat uit. contemplatie van deeze allezints conftitutioneele handelwyze , Uwe Koninglyke Majefteit aan ons wel willen ten besten houden, dat wy ons buiten ftaat bevinden, om op Uwer Koninglyke Majefteits voorfchreeven verzoek voor als nog een finaal antwoord te laaten toekomen, en dat Uwe Koninglyke Majefteit inmiddels met het doen doormarchéeren vanHoogstdeszelfs Troepes door deeze Provincie, wel zal willen fuperfedcerrn; daar toe ons verlaatende op de herhaalde verzekeringen van Uwer Koninglyke Majefteits goede en Vriendnabuurlyke geneigtheden te onswaarts, terwyl wy ook nimmer zullen nalaaten Uwe Koninglyke Majefteit de overtuigen- fte  8ö Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut fte blyken te geeven van de prys die wy Hellen op HoogStdeszeifs vriendfehap. Wy bidden God Almachtig Uwe Koninglyke Majefteit te willen neemen in zyn Heilige protectie tot langduutige gezondheid, en gelukkige Koninglyke Kegeefwg enz. No- 16 Misfive van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van Overysfel, aan Hun Hoog Mog. ae Heeren Staaten Generaal, over het verzoek van zyne Majejleit de Koning van Pruisfen om doormarsch voor zyne Troepes enz. In dato den 12 Septemb. 1787. Hoog Mogende Heeren! Wy hebben in onze Vergadering van gisteren, Ontfangen de misfive van zyne Koninglyke Majefteit van Pruisfen, aan ons gefchreeven te Berlinden eerften deezer loopende maand, waar van Copie deezer is bygaande; en daar uit wy het verzoek daar by gedaan hebben moeten houden voor zo een delicaat point , by het welke alle de Bondgenooten even zeer geinteresfeerd zyn, hebben wy gemeind alleen de receptie dier misfive aan zyne Koninglyke Majefteit te moeten accufeeren, en dezelve provifioneel te moeten beantwoorden , by or.ze refcriptie van heden, waar van wy mede Copie deezen hebben bvgevoegd. Wv verzoeken dan Uw Hoog Mog. om opgedagte zyner Koninglyke Majefteits misfive te willen neemen in deliberatie, en ons derzelver confideratien daar op hoe eerder zo beter te doen toekomen, ten einde wy dien na daar op nader zullen kunnen fefolveereöj en aan meergedagte zyne Koninglyke Majefteit zodaanig antwoord zullen kunnen inzenden, als ten besten van het lieve Vaderland in deeze zorgelyke tyden zal worden geoirdeeld te be* hooren. Waar mede &c. w Nci  94 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verfchillig zyn omtrent een zo verregaande affront, met voorbedagten raad, zyne dierbaare Vrouwe Zuster aangedaan, en welke aldus op zyn eigene perfoon te 'rug fluit, heeft zich Zyne Maieftcic teritond gemeld, zo by de Staaten van Holland, als by de Staaten Generaal, door Memorien, welke zyne Minister , de Heer Thulemeyer , dezelve heeft overhandigd, om een fpoedige en openbaare fatisfaftie over deeze Injurie, en de ftrafte voor die genen, die daar van oirzaak waren, te vorderen. Schoon de Staaten Generaal, aan de Staaten van Holland, op het flerkfte geraaden hadden, om de eeëischte fatisfadlie te geeven , hebben de laatstgemelden egter kunnen goedvinden dezelve ten eenemaal van de hand te wyzen, door een antwoord zo overylt als hoog, en vol uitvlugten, waar m, om het gedrag van hunne Gecommitteerden door vdele voorgeevingen te verfchoonen, zy zich hoofdzaakclyk daar aan houden, om de prerogativen van Souvercin , als Staaten van Holland , te doen gelden, en het gevaar, waar aan deeze Sou•verein en die Provincie , zoude zyn blootgefteld geweest, door de reize van Mevrouw de Princes, daar Haare Koninglyke Hoogheid hun alle verzekeringen , omtrent dit gevaar, gegeeven hadde, dooide duidelyke verklaaringen van Haare Koninglyke Hoogheid , behalven dat zy zelve alle mooglyke middelen hadden , om zich voor dit gevaar, zo het plaats hebben mogt, te dekken. Zyne Majefteit zich niet kunnende vergenoegen met een zo weinig voldoenend antwoord, heeft egter nog wel den weg der maatigheid willen kiezen, en nog eens eene fatisfaftie, evenredig aan de grootheid der beleediging willen vraagen, door de Memorien, welke de fleer Thulemeyer op nieuw, den 6 Augustus, zo aan de Staaten van Holland, als aan de Staaten Generaal heeft overgegeeven; en in dewelke men aan de eerfte door incontestable feiten beweezen heeft de wezentlvkheid der perfoneele belecdigingen aanMevrouwe de Prinfesfe gedaan, en de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 05 niet wezentlykheid van het gevaar, dat men voorgaf uit de bewuste reize te kunnen ontftaan; en de ongevoeglykheid van telkens de Rechten van den Souverein aan te haaien, tegen een voornaam Lid van dezelfde Souvereiniteit, en tegenseene vreemde Mogendheid, voor dewelke de Souvereiniteit der Vereenigde Provinciën niet word gereprefenteerd dan door de Staaten Generaal. Het is dan zedert den öden Augustus, dat de Koning te vergcefsch een antwoord van de btaaten •van Holland verwagt. Zyne Majefteit kan zich ook geen antwoord, dat eenigzins voldoenendzoude zyn , belooven; wanneer men ziet en van alle kanten hoort, dat de zogenaamde meerderheid van die zelfde Staaten niet bezig is, dan om middelen uit te vinden, om onder ydele voorwendzels de eeeischte fatisfaclie te eludeeren , en werkt niet, dan aan de iufpenfie van den Stadhouder in zyne erfelyke charges , hem dagelyks door alle lasterlyke geichriften te mjurieeren , de oude Magiftraaten doonllegaale en ongehoorde violentien af te zetten, en om m 't geheel alles te doen, wat mooglyk is, 9/n de verkleining en geheele vernietiging van het Erfftadhouderaat van het Doorluchtig huis van Nasfau, het welk door zyn bloed den geheelen grond van Neerlandsch. Republiek gelegt heeft, te bewerken Zyne Majefteit heeft dan de vaste refolutie genomen , om zelfs te neemen, en zich te bezorgen die fatisfacfie, welke zyne Majefteit niet meer dorst te hoopen, van door middel van reprefentatien te verkrygen. Zyne Majefteit heeft my ten dien einde gelast, met een Corps Troepen , waar van zyne Majefteit my het Commando heeft opgedraa^en in de Provincie van Holland in te rukken. ° En dewyl deeze Troepen genoodzaakt zullen zyn om door eenige Provinciën, die tot het Corps van de Republyk behooren, maar die geen deel neemen in het beleedigcnd gedrag van de Staaten van Holland, door te trekken; verzekeren wy by deeze de Inwoonders van die Provinciën, dat de' Konino'  de Gebeürtenisfen in I7%7 enz. voorgevallen, zoi twaalf uuren, ten einde als dan na ingekomenftap. port nader te delibereeren, zynde aan de Commisfien gecommuniceerd, dat het oogmerk was de magc te vereenigen, de retireerende te doen dekken, én in Holland met vereende magt den Vyand tekeer te gaan. De Vroedfchap vvederom ten .half twaalf uuren vergaderd zynde, ftonden binnen de Commisöen der Geconftitueerden, Gecommitteerden en Burger-Officieren , en gaven Hun Ed. te kennen dè furprife dier Collegien, en dat het niet mooglyk was, hunne gedagten over den vöordragt te laaten gaan; en dat de Heet Rhyngraaf aan eene Commisfie had gedeclareerd, dat 'er maar weinige uuren overig zyn, en de orders der uitmarsch niet te veranderen waren, verdoekende, dat door den Raad opening aan de Burgery wierde gegeeven; en declareerde een der Gecommitteerden, dat eene der Compagnien Utrechtfche Schutters had beflootèn* de poorten te bezetten, en geweld mét geweld té keeren. En is goedgevonden, der Burgery van den toedragt der zaaken te doen kennis geeven op de gewoon e wyze door de Burger Commisfien van Gequalificeerde Gecommitteerden, Gecönftitüeerden en Officieren der gewapende Burgery. Doch is op aandrang der Commisfien by naderè deliberatie goedgevonden , eenen der Raaden by iedere Compagnie te committeeren, ten einde aa» de Burgery communicatie te geeven. No. 34. Mifive van het zogenaamde Defenfie-Wezefc te Franeker, aan den Heer Johannes Casparps . Bergsma, als eerfte Heer van het Mindergetale ln dato den 15 September 1787. Johannes Casparus Bergsma! . Wy zien uit fommige pretenfe Publicatien, dae G 3 gy  loS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fceid van het Recht des Oorlogs zullen wedervergelden. Hevhaalende nogmaals bv deeze gelegenheid, dat gemelde Troepes geenen Rillen Burger, en die zich niet in de wapenen zal laaten vinden, wie hy ook zyn moge zullen overlast doen, maar veel meer de ftrikfte orde betragten, en alles gereedeJyk betaalen. Gegeeven in ons Hoofdkwartier den 17 September 1787. (was get.~) Carel, Hertog van Brunswyk en Lunenburg. 3No. 37. Publicatie van de Regeering der Stad Utrecht, li rekkende tot uitjehryving van een byzonder plech» tig Biduur. In dato den 17 September 1787Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, op het innigfte getroffen en aangedaan, wegens de aanbiddelyke en gunstlyke weg der Godlyke Voorzienigheid in het verkenen van zo eene onyerwagte en ailergelukkigfte omwending van zaaken, in de herftellinge van de wettige Regenten deezer Stad in de uitotffeninge van derzelver Magiftratuur, ea de verhaaste wegwykinge der genen, welke de Mae-iRraatsbeftellinge op een' onwettige wyze aan zicli getrokken, en met veel geweld een jaar lang uitgeoefend hebben, onder het onnodig verfpillen van een gropte fomme Gelds tot mine van de Provincie en Stad: hebben, in aanmerking neemende , dat niet hunne wysheid of beleid, maar de goedertierene GoD alleen dit onverwagte heil heeft daargefteld, en deswegens waardig is te ontfangen den lof, roemendankzegginge; goedgevonden, dat op aanftaande woensdag den 19 September, in plaatze van de ordinaire Predikatie een byzonder plechtig Bid uur zal gehouden worden in den Dom- en Uobi-K. rken, 's avonds van zes tot zeven uuren, ten einde den goedertiernen God in het openbaar met de Gemeinte plechtig te danken, en gnen  de Geleurtenisfen in 1787 ent. voorgevallen. Ui fceide Placaat, met opzicht tot het draagen van Oïanie Cocardes of andere linten en ornamenten van die kleur en het uitftecken van Vlaggens; lattende dien aangaande alle en een iegelykonverlet, om daar omtrent naar goedvinden te handelen. En op dat niemant hier van ignorantie pretendeere, zo lasten en bevelen wy, dat deeze alomme zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar het behoord en te geleideden gebruikelyk is. Gedaan in den Hage onder het Klein Zegel van den Lande, den &c. (Onderftond) ' Ter Ordonnantie van de Staaten* {was get.) C Clotterbookë. No. 41. Publicatie van de zich genoemd hebbende Staaten van Friesland, vergaderd binnen Franeker. In dato den iS September 1787. De Staaten van Friesland, allen den genen, die deeze -zullen zien of hooren leezen, falut; doen te •weeten. Alzo ter onzer kennisfe gekomen is, dat Jan Laster Bergsma, Hector Livids van Haersma, Sipko Basseleur, Wilco Holdinga Tjalling Camstra thoe Schwarïzenberg en Hohenlandsberg, Martinus van Scheltinca, Lamoraal Albertus* Emilius Rengers, Carel Eigot en AldertTaikes, midsgaders Jan Lodewyk Doys van Burma- ,'Kia en Regnerus Liviüs Andringa de Kempenaar , gefterkt met Jan de Kempenaar en Jan Lodewyk: Doys van Haersma, zich wederrechtelyk gedraa» gende, als eene Staats-Commisfie, en te'zaamen overtuigd, eensdeels van de onwettigheid hunner Regeering, en anderdeels van de zagtmoedigheid van het ongenoegen, dat 's Lands Ingezetenen tegen hun hebben opgevat, hebben kunnen goedvin- - den, by den Koning van Pruisfen te verzoeken,dat $eni-  i-2Ö Verzameling ian Stukken betrekkelyk tot heerschzugt voor de biïlykfte vertoogen , voor de jnfpraak van het onfeilbaar geweeten zwigten zoude: maar neen Ed. Mog. Heeren, te vergeefseh •waren alle die ftreelende vooruitzichten, het eene geweldaadig en den Volke tergend befluit volgde het andere al fpoedig op, tot dat men eindelyk zich zo verre vergeeten heeit, om ook de meeste dier Regenten die het volkomen vertrouwen van de Natie verworven hadden, de vryheid om huune gevoelens ten Landsdage te zeggen te beneemen* en door gezogte crimineele vervolgingen t hunne perfoneele veiligheid binnen de muuren van Leeuwarden in gevaar te brengen, en hun en 't Volk was dus het recht van fpreeken zelfs ontweldigd; men belette haar, om aldaar aan de last van haare Committenten en aan hunnen ééd te voldoen, ter Zaake dan van het by herhaaling overtreden van 't Reglement op de Regeering, 't verbreeken gevolglyk van 's Lands Conftitutie en 't fchenden der rechten des Volks. De toenmaalige meerderheid by ons zonder eenige twyffel, volgens het 59de Artikel van het Reglement Keformatoir van den jaarc 1748 ipfo fafto Van haare Commisfien vervallen befchouwt wordende, wy tevens van oirdeel zynde dat 'er geen wettige Staatsvergadering kan gehouden worden, dan door zodaanige Volmagten, dewelke zich aan het bovenftaande niet fchuldig hebben gemaakt, of althands zonder eenige agterhoudentheid geneegen hebben getoond of nog betoonen, om de begaane overtredingen en ingefloopen misbruiken daadelyk te herftellen, en daar door de rechtmaatig verbitterde Natie te voldoen, zo zyn wy uit hoofde van perfoneele veiligheid bewoogen en'te raade geworden, om de Staatsvergadering van Leeuwarden naaf Franeker te verleggen, ingevolge uitfchryving van den 4den deezer, en wv verwagten dat U Edele Mogende geene zwaarigheid zui'en maaken , om geen andere dan deeze onze Vergadering te houden Voor de Wettige Staatsvergadering van Friesland. Waaf  ie Gibeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 127 Waar mede &c. Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevonden , voorfchreeven misfive te ftellen in handen van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Finantie, welken worden verzogt en gecommitteerd om dezelve nader te examineeren, en Kidderfcbap en Steden te dienen van derzelver conlideratien en advis. Ne 47. Publicatie van de Heeren Staaten van Friesland, over de ajzonderlyke Vergadering van eenige Staatsleden te Franeker. In dato den 19 September 1787. De Staaten van Friesland, allen den genen die deezen zullen zien of hooren leezen, falut,doen te weeten. Alzo eenige perfoonen hebben kunnen goedvinden , op eigen aucforiteit tot Franeker eene afzonderlyke byeenkomfte op te richten, en zich te aualificeeren als Staaten deezer Provincie, en die onwettige qualiteit, zich aan te maatigen het recht om Publicatien te emaneeren ("*), ltrekkencle tot vernietiging van de waare Conditie deezes Lands, en van hetSouverein gezag ons competeerende, en daar te boven eene Vergaderinge uit fommige van boven gedagte perfoonen aan te ftellen tot een zogenaamd Defenfie-weezen van Staat en de Stad Franeker, en uit deszelfs naam aan het voorzittend Lid van Staat in het Mindergetal te doen geworden een brief (f), waar in voorkomen de ongehoorde bedreigingen , welke, zo dezelve in het geheel of ten deele ten uitvoer wierden gebragt, het noodzaakelyk gevolg zouden hebben, dat niet alleen eenige Leden van Staat geruineert, maar ook andere goede (*) Zie hier voor N8. 4. bl. <5. N°. 10. bl. 14. N°. 1? kj. ar. N°. 46. bl. 124. * ó' (t) N°. 34- bladz. ior.  iz8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Ingezetenen en het ganfche Land ten ondergang en verwoestinge zouden werden gebragt: dreigende, op de eerfte tyding van de in- of aanmarsch van Troepes na deeze Provincie, de bezittingen Van eenige Leden der Regeeringe in vuur en vlam te zetten, en het gcheele Land te inundeeren, en dus onder water te zetten; zo is.'t, dat wy het van onzen onvermydelyken plicht hebben geacht, na ingenomen advis en confideratien van onzen Hove Provinciaal, tot voorkominge van de uitvoeringe van gedagte bedreigingen , en ter beveiliging van Land en Volk, hebben goedgevonden en verdaan, gelyk wy goedvinden en verRaan by deezen, om aan alle Inwoonderen deezer Provincie bekend te maaken, dat de fchaaden, welke door het uitvoeïen van deeze ten hoogden drafwaardige bedreigingen aan de goede Ingezetenen mogten overkomen, na behoorlyke bewyzen derzelver zullen werden vergoed uit de goederen van zodaanige Delinquanten, voor zo verre daar eenigzins uit te bekomen zyn, of anderzins uit die van de zulke, die daadelyk deel hebben gehad aan de tegenswoordi- fe oproerige beweegingen, en zullen derzelver ezittingen en effecten daar voor aanfpraakelykzyn, met preferentie boven alle fchulden en hypotheeken, na het manifesteeren deezer Publicatie, daar op gelegd. En op dat deeze onze welmeeninge alommc werde bekend gemaakt, zal dezelve worden gepubliceerd en geaffigeert* daar men gewoon is publicatie en afficlie te doen. Aldus gerefolveerd en gearredeerd op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden, den 19 September 1787. , (was get.~) J. C. Bergsma , vt- Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. (was get.~) A. J. v. Sminia. No.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 135? Stad, heeft de Edele Manhafte groote Krygsraad befloten, in het verdeedigen der Stad zo binnen, als buiten, zich te gedraagen naar den raad, en het Commando op te volgen van de Heeren Officieren de Ridder de. Ternant, Sternbach, Ajualeus, van Helden en de Bellonay, terwyl i'n deeze pmftandigheden ter verdeediging van deeze Stad meer dan gewoone Militaire "kundigheden'en ondervinding nodig zyn, en men in gemelde' Heeren alle vertrouwen ftcld; zy verwagt dus van Ulieden, dat gy getrouw aan uw gedaane ééd, 'in het doen der dienften zo binnen als buiten deeze Stad, uwe Officieren volgen en ftrikt gehoorzaamen zult, om, als zynde dit het eenige middel naast den zegen van God Almachtig , de zo zeer aangerande Vryheid het hoofd wederom te doen boven Reeken , de Rechten door het Bloed onzer Voorvaderen' gekogt, te behouden, en onzer aller welvaart te verzekeren.' Aftum Amfteldam ter Vergadering van de Edele Manhafte groote Krygsraad, den 20 Sept. 1787. ' No. 55. ExtraSt uit het Boek van Refolutien van Raad en Mcente der Stad Zwolle, behelzende de aanftelling van eene Commisfie van vier Ledenuitde Meente, om benevens eene diergelyke Commisfie uit Schepenen en Raaden gedecerneert, te befoigneeren ter beraaminge van de best mooglyke middelen om de verwagt wordende Troepes met de minjte confufie, en zo veel mooglyk tot voorkoming van alle disordres, te recipieeten. In dato den 20 September 1787.: r van Marle laco Camr. Thuessink Cofs. < en' i Linden-hop. Raad en Meeute heden extraordinaris vergadert IS ' zy li- Ter Ordonnantie van dezelve A. J. CüPERUs, Secretaris.  138 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zynde, is aan de Vrienden van de Meente voorgedragen, hoe Schepenen en Raaden uit alle informatien ontwaar zyn geworden, dat het zeer te vreezen is, dat zeer fchielyk binnen deeze Stad eenige Troepes zouden rukken. Dat Schepenen en Raaden bedagt zynde geweest op de best mooglyke middelen, om dezelve met de minfte confufie, en om zo veel mooglyk alle disordres voor te komen, te recipieeren, hadden goedgevonden eene Commisfie van vier Heeren uit hun midden te decerneeren, met ampele magt, om alles in deezen te verrichten, wat totdat einde nodig is. Verzoekende aan de Vrienden van deMeente, mede vier Heeren ten fine voorfchreeven met dezelve ampele magt gemunieerd, te willen committeeren. Waar op de Vrienden van de Meente ter deliberatie afgetreeden en weder boven gekomen zynde, in fenptis hebben overgegeeven. Refolutie van de Meente. De Meente conformeerd zich met de propofitie van Schepenen en Raaden, en benoemd tot de voorgeflagene Commisfie. Uit Voorftraat Dr. W. Queysen Dz. Waterftraat L. van Munster. Dieferfiraat Dr. P. Feith. Sasfenftraat Dr. L. H. Pruimers. Wien na is overgegeeven het volgende: De propofitie als iets vreemds en nieuws bes, ichouwende , protesteerd de Ondergeteekende a, tegen eene Commisfie uit de Meente, laatende alle nadeelige gevolgen daar van aan de meerder„ heid". (gft.) G. J. Hoekman. Wcar mede de Vrienden van de Meente zyn becankt, en is deeze Vergadering gefcheiden. N". 56.  £54. 'Verzameling van Stukken betrekkelyk toi a-aêbwi-feefen -iea-te verzoeken , aSle de Schutters Wapénrffsiingen en fcherpe Patroqnen van de Ingezetenen in zyn Schouoambt op tb laaten baaien, en ten Raadhuize alhier te bezorgen nog deezen dag, en hoe eerder h#e bete*., teet toezegging, dat van Stads wegen zullen worden vergoed voor 20 Ver ;>an KM «ig>iadcmTrrrelyktoê"behoo'ren. N°. 64. Extract uit de Refolutien van de Renen Stasiten van ïlolïahd ên ffest-Friesïand, over de toeMatid der zacil^n birinen de Stad Hoorn enz. In dato den 22 September 1787. "Op de Communicatie door de 'Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, wegens den toeftand van zaaken binnen dezeive Stad gedaan. , ..Is goedgevonden en verftaan, de Refolutie van den 17 Maart laatstleden by deezen te annulleeren, en de Heeren Gecommitteerde Raaden, ze Hoorn j-êfideereride , te 'gelasten , zich van alle politiek ^ezag en directie binnen de Stad Hoorn te Onthouden, ien hetzelve geheel over te laaten aan de wetHgë Regeering, en het geeven van orders aan de Militie, binnen die Stad Giiarnizoen houdende, aap Heeren Burgemeesten; en wyders aan den Coiht mandant van de Militie, binnen Hoorn in Guarnizoen leggende, aan te fchryven, geene orders van Heeren Gecommitteerde Raaden binnen de Stad Hoorn te obferveeren, maar zich alleen te borneeten aan de orders, welke aan hom door Heeren Burgemeesterer. als Gouverneurs van de Stad worden 'gegeeven; dat zy wyders, op den ontfangst deezes, illico het Exercitiegenootfchap zullen ontwapenen, en zich van alle gemeénfehap met het zelve onthouden; en laatftelyk, Heeren Burgemeesteren aan te fchryven zodaanige orders te ftellen , els dezelve tot corifervatie van de rust binnen gemelde Stad-zullen dienftig oirdeelen; en_fpeciaal, om de twee .ftukken Kaaon voor het CcÜegie van Ge-  ie GtbitiTtènisfert ïn-ifErj enz. voorgevallen. i$$ Gecommitteerde Raaden» -doorgeméldeGecótrimkeeerde 'Raaden|aldaarwf.li'keürig geplaatst, terftond te doeri amoveeretv; hordende de Commandant van de Militie binnen gemelde Stad ten fuerkften geinjungcerd, alle adfiltpntie aan Heeren Burgemeestefen te verkenen; en derzelver brdres •premptelyi." fe exccuteeren ,• -zander eenige ordres tfefl Heeren Gecommitteerde Raaden binnen gemelde Stad te. öhfervberen. -— Laatite>yk nóg dén -Heet • Hoofdofficier te gelasten, de Publicatie vaa Han fidele Groöt Mog. van üen 17 deezer te doen publiceeren; 'zullende Extract, déezes per expresfe worden gezonden aan Heeren Hoófd-O'fficier en Burgemeestere'n der Stad Hoorn; als mede aan Heeren Gecommitteerde Raaden in West-Friesland en het Nöorder-Kwartier» mitsgaders de •Con.mai^dant of commandeerende Officieren vaa de Milkie zica binnen Hoorn bevindende , om -zich refpecü'velyk, ieder zo veel hun aangaat, ftiptelyk daar na te reguleeren, en van alles, wat dezelve zoude kunnen contrarieeren , te onthouden,, en dat zodaanige Officieren 'als mogt'ën in het minfte kïöö* tccren 1 aan de orders varj Hun Edele Groot Mog: te 'obedieeren, illico zullen worden gehouden voor gecasfeerd , en derzelver betaalingen ophouden ; zynde wyders nog gerefolveerd, alle Refolutien, waar by de Remotie van wettige Regenten voor DomcRicq zyn verklaard, te annulleeren, buiten effect te Rellen, en te verklaarcn , dat geene andere als wettige Regenten der Steden zullen worden erkend, noch in de Vergadering van Hun EÉi Groot Mog. geadmitteerd; wordènde de door geweld ingedrongene nieuwe Raaden by deeze verklaard vari die Posten vervallen té zyn, en ten fterkften geelast , zich in het minftc met geene directie van Staats- of Stadszaaken temelleeren; van welke Refolutie ook Extract- zal worden gegeeven aan Burgemeesteren en Regeerders der'Stad Medemblik 'toe hun narigt. .Accordeert niet de vcorfcJirewen Refohtiien. N°.  \$6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 65. Publicatie van Run Ed. Groot Mogenden de Jleeren Staaten van Holland en West-Friesland3 ter bevordering van rust. In dato den 22 Sept cmber 1787, De Staaten van Holland en West-Friesland, allen den genen die deezen zullen zien of hooren leezen, falut.. jNademaal zich door de zonderlinge en aanbiddelyke Voorzienigheid van den Allerboogften de onneiukkige omftandigheden , in welke zich voor•»aamlyk deeze Provincie door hooggaande onlusten en verdeeldheden tusfchen Regenten en Regenten, Burgers en Burgers, en Ingezetenen en Opgezetenen was gedompeld, merkelyk ten besten zyn veranderd, en door de gelukkige herftell.ing van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Oranjeen Nasfau, Erf-Stadhouder, Erf-Kapiten-Geperaal en Admiraal-Generaal deezer Provincie in alle zvne hooge waardigheden , Hoogstdezelve by zyne" meerderjaarigwording Staatsgewyze wel en wettig opgedraagen, wel haast, zo wy van Gons «niuftigen zegen hoopen en verwagten, geheel zullen ophouden, indien niet het geluk en rust en welyaaren van den Lande weder op nieuws werden geftoord en beroerd door de kwaade machinatien van de zodaanigen, welke het Land tot op den oever van deszelfs bederf hebben gebragt, en 'er ons dierhalven niet meer in dit gezegend tydftip kan ter harte gaan, dan dat de rust Vrede, eendragt en goede harmonie tusfchen ons en Hoogstgemelde zyne Doorluchtige Hoogheid op nieuws werde gevestigd en beftendig gemaakt, en wy niet te min tot ons grievend leedwezen ondervinden , dat dezelve machinatien en aanftookingen tot verdeeldheden, fteeds by fommige Leden en Ingezetenen van eenige Steden deezer Provincie , nog plaats vinden en werden aangekweekt, tot merkelyke veragterïng van het welvaaren van den Lande. Zo is 't, dat wy daar tegens willende voorzien , al-  IÖ3 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot UE by deezen te moeten reguireeren cn te verzoeken, zich te willen addresfeeren aan den commandeerenden Officier van boven gemelde Pruisfifche Troepes, met inftantie en verzoek, om vermits alleen den doormarsch verzogt is, zo ras mooglyk deeze Provincie door de naaste weg te willen doortrekken cn verlaaten. Ng, 75. Refolutie van de Wel Ed. Groot Achtb. Regeering der Stad Amfteldam, op Zondag den 23 September 1787 aan de Predikanten ter hand gefteld, en dien zeiven dag in alle Kerken van den predikjloel ajgekondigt. Burgemeesteren en Regeerders der Stad Amfteldam , in aanmerking genomen hebbende de tegenwoordige omftandigheden, waar in zich deeze Stad bevind , gelasten op het allerernftigfte de KerkLeeraaren van alle Gezindheden, om op morgen, en voortaan, zich zo in hunne Predikatiën als Ge-' beden, te onthouden van breede uitweidingen of aanfpraaken, betreffende dien toeftand, en alleenlyk ten fterkften aan te dringen, dat een ieder hunner Toehoorderen , gedagtig aan zynen ééd en,, plicht, het zyne zal toebrengen tot bewaaring der rust en goede order, en totuitvoering van die moedige en welmeenende befiuiten en voorneemens, welke by den Raad en Burgerye ter verdeediging deezer Stad, genomen zyn; en voorts te bidden, dat het den Almachtigen en goedertieren God behaagen moge, om deeze Stad te bewaaren bv haare ruste, en te waaken voor de veiligheid der Burgerye; dat ook de poogingen, door onze braave Regenten aangewend, tot verdeediging van onze dierbaarfie panden, en bevestigd door de bereidwillige werkzaamheden en vermogens der weldenkende Ingezetenen, welke zo vol moed zyn, om de poogii gen hunner braave Regenten kfagtdaadig te cnderfteunen, mogen gezegend zyn; op dat dit Am- ftel-  de Geheurterdsfen in 17%7 enz. voorgevallen. 169 fteldam in deezen nypenden nood moge zyn en blyven de fteun der jammerlyk belaagde Vryheid, en wy, door dezelve alhier een fchuilplaats te verleenen, onze geweetens voor God mogen bevryden, zo veelen onzer braave mede-Vaderlanders ten hulpe eu troost mogen zyn, en aan ons Nageflacht de beste Erffenisfe, zo duur door het bloed onzer Voorvaderen gekogt, mogen overbrengen. Ter Ordonnantie van Burgemeefteren > H. N, Hasselaar. No. 76". Publicatie van de Regeering te Zwolle, waar by het draagen van Oranje verfierfelen word toegejlaan , en verders aan de Burgerye kennis word gegeeven, dat'er een Corps Pruisfifche Husfaaren in die Stad fiond,t te komen enz. In dato den 23 September 1787, Burgemecsteren, Schepenen en Raaden der Stad Zwolle, doen hier mede te weeten, dat zy niets meerder behartigende dan de bewaaring der goede orde en rust deezer Stad, en ook daar voor by iteratiye Publicatien van den 3 July en 20 September 1786 en 18 April en 21 September laatstleeden, hebben genomen alle voorzorgen na de omftandigheden dier tyden gefchikt, doch dat Schepenen en Raaden thands confidereerende dat het in de thands plaats hebbende omftandigheden tot de confervatie van de rust en orde dienftig is, daar omtrent eenige verandering te maaken, overzulks hebben goedgevonden aan elk Burger en Ingezeten, zo als ook aan alle Vreemdelingen zich binnen deezer Stads Jurisdictie bevindende of komende, te veroirloven, om, des begeerende Orange Cocardes of andere Orange verfierfelen te mogen draagen, zo egter dat zulks van een ieders verkiezing zal afhangen, en niernant tot het draagen van dezelve een ander op eenigerhande wyze zal mogen noodzaaken, pf de L 5 een  £7o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot een de ander uit hoofde van het al of niet draagen van dusdaanige Ürange Cocardes of verfierfelen menige overlast, hoe genaamd ook, 't zy met woorden, 't zy met daaden zal mogen doen, op poene van daar tegens handelende na rigeur van Rechten als Verftoorders der gemeene rust te worden geftraft. Inhjereerende Schepenen en Raaden by deezen ook uitdrukkelyk, voor zo verre daar in hier boven geene verandering is gemaakt, hunne voorgemelde Publicatien en wel inzonderheid het daar by gedaan verbod aan iemant, hy zy wie hy zy, met eenige haatelyke benaamingén van partyfchappen te benoemen, te infulteeren, te misdoen, te miszeggen, na te fchreeuwen, uit tefchelden, of op eenigerlei wyze fmaadelyk te bejegenen, gelyk mede het zingen en fchreeuwen van aanftootelykeLiederen , op de markten of langs de ftraaten , en wel inzonderheid het roepen van vivat Orange, Orange boven en Patriotten onder, of vivat Patriotten, Patriotten boven en Orange onder, of eenige dergelyke haatelyke en twistwekkende uitdrukkingen. Verbiedende ook wyders by deezen alle attroupeeringen op eenige publieke plaatzen, gelyk mede het maaken van alle geraas en getier, het zy dan door fchreeuwen of fpe-elen en fiaan op eenige Inftrumenten, zo als ook het fchieten met eenig Geweer en het affteeken van eenige Vuurwerken, hoe ook genaamd, gelyk mede het maaken van illuminatien, het uitfteeken van eenige Vaandels, Vlaggen , Wimpels of het maaken van eenige andere vertoonirgen, waar door de faamenvloeijing van een groot aantal Menfchen ligtelyk zoude kunnen worden veroirzaakt, en zulks alles op de boetenen ftraifen daar op reeds gefteld, of anderzins op arbitraire correctie. Wordende ook een ieder gewaarfchuuwd zich vooral in deeze omftandigheden van al het onmaatig gebruik van fterke dranken te onthouden, zullende die gene welke zich befchonken op een publieke \  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ijx blieke plaats mogt bevinden'aanRonds in verzekering genomen cn verder naar bevind van zaaken Geftraft worden; en ten éin'de het heilzaame oogmerk van Schepenen en Raaden door dit verbod beoogt des te eerder bereikt worde, verbieden Schepenen' en Raaden by deezen aan alle Herbergiers en Tappes, om des avonds naar negen uur aan iemant anders dan alleen aan Vreemdelingen by hun io^eerende, eenige dranken te mogen verkoopen ,° op pcene van 25 guldens voor ieder Gast, waar aanzy tegens deeze onze Publicatie eenige drank mog ten verkoopen Hebbende dan nog Schepenen en Raaden by deezen de goede Burgerye en Ingezetenen willen kennis geeven, dat 'er op heden binnen deeze Stad zal inmarcheeren en worden ingekwartierd een Corps Husfaaren van zyn Koninglyke Majefteit van Pruisfen, gelyk Schepenen en Raaden ook ter gerustRelling van elk en een ieder, by deezen de goede Burgerye en Ingezetenen hebben willen informeeren dat zy de plechtigfte verzekeringen hebben ontfangen, en ook volkomen gerust zyn, dat door gemelde Troepes aan niemant, die zich Ril en vreedzaam gedraagt, de minste overlast in Perfoon of Goederen zal worden gedaan. Gelastende Schepenen en Raaden daar en'tegen ook aan eik en een iegelyk, om aan gemelde Troupes geen de minste overlast, 't zy met woorden of daaden aan te doen, of eenige gegronde reden tot klaagen te geeven, maar integendeel aan dezelve alle nodige goede diensten teverleenen, op pcene, dat die genen, welke dit ons bevel mogten overtreeden, daar over^arbitrair, doch rigoureus zullen worden geEn worden de Klepperlieden, derzelver Noodhulpen, de Schout by Nagt, deszelvs Suppoosten en Armendienaars gelast, hier omtrent Riptelyk te yigiieeren , en aan de executie van deeze onze Publicatie niet het minste te commineeren , by pcene  jjz Verzameling van Stukken betrekkelyk tot pcene van arbitraire corre&ie, naar bevinding van jzaaken. Actum in Senatu, den &c. Ter Ordonnantie, (was gft.) R. Eekhout Secretaris. No. 77. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigae Nederlanden, houdende het zenden van eene Deputatie aan den Heere Hei tog van Brunsr wyk enz. In dato den 24 September 1787. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Gelderland, hebben ter Vergaderinge voorgedraagen, en in bedenking gegeeven, nadien zy geinformeerdzyn, dat zyn Hoogheid den Heer en regeerende Hertog van Brunswyk, met de Pruisfifche Troepes geavanceerd is tot Alphen , alwaar zyn Hoofdkwartier heeft genomen, of Hun Hoog Mogenden niet zouden kunnen goedvinden een Commisfie van twee Heeren Gedeputeerden uit het midden van deeze Vergadering te decerneeren om een compliment aan zyn Hoogheid af te leggen, en aan Hoogstdenzelven te betuigen Hun Hoog Mogenden gevoeligheid over de deference, die wel heeft gelieven te betoonen, met geen Troepes te zenden naar de kant van de Refidentieplaats van Hun Hoog Mog., in hoope, dat wanneer deszelfs bezigheden het'zullen toelaaten, zy het genoegen zullen hebben , zyn Hoogheid alhier in den Hage te mogen zien. Tot welke Commisfie verzogt en gecommitteerd zyn, de Heeren van Spaan van Hardenstein en van Wassenaar Spanbroek, Gedeputeerden van de Provinciën van Gelderland, Holland en WestEriesland. n0;  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 17$ No. 78. Uitfchryvings Misfive van Hun Ed. Mog. de Heeren Gedeputeerde Staaten van Overysfel , vari eene Extraordinaris Vergadering van Ridderfchap en Steden tegens den 27 September 1787. In dato den 24 September 1787. Edele, Erentfeste, Wyze, Vroome, 'Voorzienige en zeer discreete, onze byzondere goede Vriend. Door den Heere Droste van Zalland by misfive heden avond ontfangen verzogt zynde, óm uit óverweeginge van den ongelukkigen toeftand, waar in zich thands deeze Provincie bevind, en het akelig vooruitzigt van de disordres en ongelukken, dewelke daar uit noodwendig zullen moeten voortvloeien, zo niet by alle voorkomende onverwagte voorvallen de Vergadering van den Souverein werkciyk by de hand, en in ftaat is, om door prompte Refolutien tot welwezen en ruste van de Provincie te kunnen waaken; hebben wy gemeend, ingevolge last en authorifatie van Ridderfchap en Steden van heden morgen, aan dat verzoek te moeten voldoen , en dien ten gevolge goedgevonden daar over eene Extraordinaris Vergadering van Ridderfchap en Steden by deezen uit te fchryven tegen donderdag den zeven en twintigften deezer loopende maand September, en verzoeken UEd. zich als d3n hier te willen fifteeren, om den volgenden dag met de overige Leden van Ridderfchap en Steden zo over alle voorkomende zaaken van natuure als boven vermeld, als ook over alle andere zaaken welke zouden mogen worden voortgebragt, het belang van den Staat in 't generaal, en van'deeze Provincie in 't byzonder zullende komen te vorderen, te helpen delibereeren en refolveeren, zo als bevonden zal worden te behooren. Waar mede Edele, Erentfeste, Wyze, Vroome, Voorzienige en zeer discreete, onze byzonder e goede Vriend! Wy  174 Verzameling van Slukken betrekkelyk tot Wy UEd. beveelen in Goües Heilige protectie» UEd. goede Vrienden de Gedeputeerde Staaten van Overysfel, (was gei.') C. W. Bentinck vt. Ter Ordonnantie van dezelve (was géi.) Derk Dumbar. N". "9. Propofitie der Gecommitteerden van de Stad Hoorn ter ètaatsvergacering van Hun Ed. Groot Mag gedaan op den 24 September 1^87, ten einde middelen te bef hamen i dat den Heeie ErfII adhouder de Ver gade t in g van Hun Ed. Gioot Mog. wederom als in voorige dagen kan bywoonen. De Heeren regeerende Burgemeester Schagen en Penfionaris .Merens , Gedeputeerden van de wettige Regeering der Stad Hoorn hebben ter Vergadering voorgedragen; dat zy, zo wel als de Heeren hunne Pnncipaalen , met innige fmerte en grievend leedwezen hebben moeten zien en hooren, het gunt de leugen en de laster, zeciert eenige jaaren ten nadcele vr:n zyne Doorluchtige Hoogheid, Haare Koninglyke Hoogheid en Hoogstderzelver bedoelingen en verrigtingen hebben u'tgedagt en verfpreit, waar van ook in de Notulen van Hun Edele Groot Mogende Vergadering veele blyken te vinden zyn: dat daar door, raar hun inzien, zyn Doorluchtige Hoogheid deeze Vergadering niet met Hoogstdeszelfs tegenwoordigheid zal kunnen vereeren , voor en aleer die fietrisfures daaruit zyn weggenomen. Waaromme zy Heeren Gedeputeerden het van hunnen .plicht oirdeelen tc prononceren, dat ten fpoedigRe Befoignes mogen worden aangelegd, en middelen beraamd, ten einde te tffcCtueeren, dat zyne Doorluchtige Hoogheid wederom als in voo> rige dagen deeze Vergadering kan bywoonen, en Hun  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 175 Hun Edele Groot Mogende met raad en daad adflfteeren. N°. 80. Waarfchouwing van den Ed. Hove van Holland, over het alom verfpreidde gerugt, dat'er aan fommige huizen in 's Hage Moordgeweer en, ftroppen en andere zaaken, welke een moorddaadig opzet zouden te kennen geeven zyn gevonden enz. In dato den 24 September 1787. Willem, by der gratie Gods Prince van Orange en Naslau Sec &c, &c., Erf-Stadhouder, Erf-Gouverneur, Erf-Kapitein Generaal en Admiraal; mitsgaders Prselïdent en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland: allen den genen die deeze zullen hooren leezen, falut. Alzo zedert eenige dagen alhier in den Hage verfcheiden gerugten zyn verfpreid aangaande het vin» •den van Moordgeweéren, Stroppen en andere zaaken, welke een moorddaadig opzet zouden te ken» nen geeven , in de huizen van zodaanige perfoonen , welke betrekking hebben gehad tot het onlangs eloor Hun Ed. Groot Mog! vernietigde Genootfchap van Wapenhandel alhier, en "er de Juftitie ten hoogden aan gelegen ligt, om in het zekere te zyn geïnformeert, wat 'er van de waarheid of onwaarheid dier gerugten zy, ten einde, indien dezelve waar mogten zyn, daar omtrent 'op het flrenfte tot ftrafoeffening te laaten procedeeren , of, indien dezelve onwaar mogten zyn, het verder verfpreiden van dezelve, het welk nergens toe kan dienen, dan om de gemoederen meer en meer te verbitteren, tegen te gaan, en tegen de kwaadwillige verfprciders van dezelve mede tot ftrafoeffening te laaten procedeeren. Zo heeft het Hof ten dien einde den Prokureur Generaal op voorleden faturdag gelast, des aangaande de nodige informatien te neemen; en naardien  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 179 op den naam van de pretenfe Magiftraat in den voorleden jaare, van den 2 Augustus des voorleden jaars tot op den 16 September deezes jaars, gearrefteerd en afgekondigd, houden voor onwettig, nul, en van geene waarde en authoriteit; verklaarende Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap voornoemt, alle die Refolutien, Ordonnantiën, Publicatien en dergelyken, by deezen te casfeeren en te annulleeren; willende, dat niemand, het zy Burger, Ingezeten deezer Stad en Vryheden, of wie hy anders ook zoude mogen zyn, eenige van dezelven zal refpecteeren, naaf komen of gehoorzaamen 5 en met relatie tot de Ambten, Beneficiën en Eereposten, door meergemelde pretenfe Magiftraat geconfereerd, deefareerd de Vroedfchap, die alle te houden voor niet begeeven en geconfereerd, en ais nog vacant, om door te tegenwoordige wettige Magiftraat te worden vervult; interdiceerende alle zodaanige Ambtenaaren, Gebeneficeerden en die met eenige posten van honneur, ónder welke tytel of benaaminge zulks zoude mogen kunnen begrepen worden, begiftigd zyn, zich met de uitoeffening van dezelve te bemoeijen, maar zich daar van te abftineeren, alles op pcene van der Vroedfchaps nadere dispofitie; dan verklaard de Vroedfchap hier van gracieuslyk te eximeeren alle zodaanige vergunningen, die tot de perfoneele Beneficiën, Ambten of Bedieningen niet kunnen gerekend worden te behooren ; welke Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap uit finguliere redenen en confideratien , by deezen op nieuw accordeeren, met referve egter van alle zodaanige uitzonderingen, als de Vroedfchap om redenen by vervolg zal nodig oirdeelen ook in deezen te moeten maaken &c. U 9 N°.  l8o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 83. ExtraB uit het Boek der Refolutien van de Stad Zwolle, waar by op injlantie van den commandeerenden Officier der Pruisfifche Troepes, de commandeerende Officieren van de Burger Compagnien worden gelast, om een ieder in zyne Compagnie de Geweeren van alle de Burgers in hun refpecve wyken aanfionds te doen ophaalen en op het Stadhuis te brengen enz. In dato den 24 Septemb. 1787. Maandag den 24 September 1787. rCamr. Ravesteyn loco Camr. Thuessink Cofs. ï en L LlNDENHOF. Door den Officier commandeerende de Pruisfifche Troepes heden morgen hier in germct, verzogt zvnde, om twee. Heeren van de Magiftraat te fprëeken, en daar toe zynde gecommitteerd de Heeren van Marle en Lindenhop , hebben Haar Wel Ed. gerapporteerd, dat voornoemde Heer Commandant requireerde, om alle de Oeweeren van Burgers in deeze Stad te doen ophaalen , en voor heden avond om vvf uuren op het Stadhuis te bezorgen. Dat Haar Wel Edele geme den Heer Commandant onder het oog hadden gebragt, dat deezer Stads Burgery van ouds altoos gewapend was seweest, dat die requifitie van hem als Commandant van een Corps Troepes, waar voor alleen de doormarsch was verzogt, en die daar in niet alleen seen oppofitie, maar in tegendeel alle faciliteit gevonden hadden , Schepenen en Raaden vreemd voorkwam , dat Haar Wel Ed. wyl zy die requifitie tegen de rechten en gerechtigheden en onbetwistbaare Hoogheid van de Stad ftrvdende moesten oirdeelen , verzogten daar van geëxcufeerd te zyn. Waar na voornoemde Heeren hebbende gerapporteerd, dat alle inRantien ten einde voorfchreeven <*edaan en aangewend, te vergeefs waren geweest : is na deliberatie uit hoofde van de tydsomftandigheden, notoire overmagt van voorfchreeven  tie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. i8r vreemde Troepes, en ondoenlykheid om voorfz. requifitie mee effect te kunnen weigeren, derhalven alleen om die reden en ten einde meerder onheilen voor te komen, onder protest van hier door Stads rechten en gerechtigheden niets te willen prajudicieeren, goedgevonden en verftaan, de commandeerende Officieren van de Burger Compagnien te gelasten, een ieder in zyn' Compagnie alle de Geweeren van alle de Burgers in hun relpe&ive Wyken aanftonds te doen ophaalen, en alhier op het Stadhuis te bezorgen voor deezen avond om vier uuren, en zal hier van aan bovengedagte commandeerende Officieren worden kennis gegeeven door den Secretaris. No. 84. Misfive van Lord Torrington, Gevolmachtigd Minister van zyne Groot-Brittannifche Majefteit aan het Hof te Brusfel, gefchreeven aan zyne Excellentie den Graave de MöRRAy, LuitenantGouverneur en Kapitein-Generaal ad interim in de Oostenrykjche Nederlanden. In dato den 24 September 1787. Myn Heer Graaf! De tegenwoordige gefteldheid der zaaken van de Vereenigde Pjovincien, welker troebelen zedert zo lang de algemeene oplettendheid van Europa bepaald hebben, thands nog haglyker geworden zvnde, door de tegenwoordige omftandigheden, met betrekking tot den Burgerlyken ftaat der Provinciën ; en dewyl Frankryk zyn befluit bekend gemaakt heeft, om de party in Holland, die weigert voldoening te geeven aan de billyke klagten en eisfchen zyner Pruisfifche Majefteit, wegens de beleediging der Princesfe van Orange aangedaan,met alle zyne magt te helpen; zo heeft myn Hof my gelast, de eere te hebben, van het Gouvernement M 3 Ge.  i82 Verzameling van Stukken hctriïhlyk tot Generaal der Oostenrykfche Nederlanden te on» derrichten, dat zyne Britfche Majefteit niet kan Zien, dat de Alliantie van Frankryk met de geheele Republiek eene billyke en genoegzaame reden is, om die Mogendheid te verbinden , om daar eene party te onderfteunen, in eene zaak, die uitdrukkelyk afgekeurd is door de meerderheid der Staaten Generaal; zyne Britfche Majefteit heeft verklaard en het verlcheide maaien herhaald, dat het hem onmooglyk vyas, de gewapende tusfchenkomst van Frankryk met onverfchilligheid te kunnen verdraagcn; om dat door deeze gewapende tusfchenkomst, daar uit niet anders zoude kunnen voortkomen, dan gevolgen, zo gevaarlyk voor de Conftitutie en de Onafhanglykheid die'r Provinciën, als fchaadelyk, in verfcheideneopzichten, voor de belangens en veiligheid der Staaten van zyne Britfche Majefteit. Dat zyne Britfche Majefteit gevolglyk in de noodzaaklykheid zoude zyn, de fpoedigfte toebereidzelen te maaken, om eene grootte Zeemagt uit te rusten, en zyne, Landmagt te vermeerderen; ten einde in ftaat te zyn, en gereed om aap alle voorvallen het hoofd te bieden. Maar, dat het zyn grootfte vermaak zoude zyn, zyne Onderdaanen en geheel Europa, het geluk en den voorfpoed van den vreede te laaten genieten, ten minften indien het belang zyner Staaten hem niet noodzaakte een tegengefteld gedrag aan te neemen; dat zyne Britfche Majefteit door. zynen Minister te Parys de gevoeglykfte voorneemens vernieuwd heeft, in gevalle dat het Hof van Frankryk in dezelfde geneigtheden was, om zich te verbinden, in het vriendehke en door, billyke fehikkingen dé punten van verfchil te vereffenen, die den ftaat der zaaken van de Republiek zo veel erger gemaakt hebben, door dezelve in dien beklaaglyken ftaat te brengen, waar in zy zich thands bevind. Ik  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 183 Ik heb de eere van met de grootfte achting te ma. Myn Heer Graaf ! s Uwer Excell, zeer nedrigen en gehoor* zaamen Dienaar, (was ge£.) Torrington. $fo. 85. Aanfpraak aan Haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe van Orange enNasfau&c, als Haare Koninglyke Hoogheid vergezelfchapt van Haare Doorl. Hoogheden de Princesfe Louise, en de beide Princen, den 24 van Herfstmaanddes jaars 1787, op het Hof in den Haag gekomen, de Gelukwenfchingen wegens Hoogstderzelver te rugkomjle ontfong, namens den luijterryken Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden, gedaan door Petrus Camper , voorzittend Lid van gemelden Raad. Koninglyke Princesse , Doorluchtigste Vorstin ! ie heul, de liefde, en het vertrouwen van Nederland! Doorluchtigste Princesse en Princen! De Raad van Staaten ziet op deezen heuchelyken dag de vuurigfte wenfchen van zyn hart ten eenemaal vervuld! en, het valt n\y te beurt de eere te hebben Uwe Koningl. Hoogh. in deszelfs naam Êlechtig geluk te wenfchen met Uwe Koninglyke [oogh. aankomfte in deeze Provincie, en in deeze Reddende 1 De Leden van deezen luifterryken Raad herinneren zich met grievende fmert, Koningl. Vorftin! twee volle jaaren lang verfloken geweest te zyn van de tegenwoordigheid van eene der fchrandei> Re, deugdzaamRe, en roemwaardigfte Vrouwen yan deeze eeuwe! Zy zyn te gevoeliger getroffen geM, 4 weesd  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. i%j hebbende Goederen, zouden mogen bekend zyn, maar fpeciaal ook al het gene tot eene rigtige liquidatie, zo der foldyen als kostpenningen van de voorfchreeven Vaartuigen, zoude kunnen of mogen ftrekken. Gedaan en gearresteerd in den Raade. den a* September 1787, |fo. 88 Extratï uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Ver. eenigde Nederlanden, behelzende eene verwelkomstgroet aan zyne Doorluchtige Hoog/ieid, wanneer Jrioogstdezelve wederom voor de eer Itemaal in dia Vergadering verfcheen enz. In dato den en 25 September x 7 87. • " ' ■• ' Zyne Hoogheid voor de eerstemaal zedert zyne terug komst alhier, ter Vergadering gecomoareerd zynde, heeft de Heer Tjassens , prasfideerende, uit naam van haar Hoog Mog., zyne Hoogheid met een gepast Compliment verwelkomt," en betuigd.' dat het Haar Hoog Mogenden zeer aangenaam was s zyne Hoogheid wederom in dee?e Vergadering te zien verfchynen, vertrouwende, dat zyne Hoogheid zyne devoiren by 'die'yan Haar Hoog Mogenden wel zal willen voegen,'om uit de verwarring die thands in het Generalitéits-wezen heerschte, de ordre te doen voortkomen, de vervalle zaaken van het Bondgenoodfchap te herftellen, de harmonieën eenigheid te vernieuwen en de band der üniq naauwer toe te trekken , 'met toewenfchinge van de dierbaarfte zegeningen over den Perfoon van zyneHqogheid, van Haare Koninglyke Hoogheid eq de jonge Princes en Princen. Waar op zyne Hoogheid in zeer yriendelyke termen Haar Hoog Mog. bedankt heeft voor de blyfcen yan derzelver affectie en genegêfldheid , mee verzekering, dat al wat in zyn vermogen is, zoude toebrengen, om de zaaien* buiten verwarring te hou-  ï88 • Verzameling van Stukken betrekkelyk tot houden, het gebrekkelyke te herftellen, de rust en eenigheid tusfchen de Bondgehooten te doen herleeven, en de waare belangen'van het Vaderland te bevorderen: zich en zyn Huis in de verdere benevojentie van H3ar Hoog Mogenden recomdeerende. De Heeren Gedeputeerden van de refpective Provinciën , hebben by haare advyzen eenpaarig den Heer prasfideerende bedankt voor zyn aanfpraak, uit naam van deeze Vergaderinge gedaan, gelyk mede zyne Hoogheid voor de nieuwe betuigingen door hem gedaan van zyn onveranderlyk aankleeven aan de waare belangen, en het welzyn, en den voorfpoed van het Vaderland, waar aan zy nooit hebben getwyffeld, maar altyd ten vollen overtuigd zyn gelees t, Accordeerd met voorfchreeven Register, Jt\o, 89. Extratl uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden: behelzende Rapport van den Heer Griffier Fagel, en van de Commisfie gedecerneert ter verwelkomst van Haare Koninglyke Hoogheid van wegens Haar Hoog Mogenden enz, In dato den 25 September 1787, Haare Koninglyke Hoogheid gisteren namiddag alhier in den Haag gearriveerd zynde, heeft den Griffier Fagel op heden gerapporteerd, dat hy ingevolge van Haar Hoog Mog. Refolutie van voorfeeden vrydag, zich aanftonds by Haare Koninglyke Hoogheid had vervoegd, om aan Hoogstdezelve kennis te geeven van de Commisfie by Haar Hoog Mog. gedecerneerd, ter verwelkomst van Hoogstdezelve, en om teverneemen, of en wanneer het Haare Koninglyke Hoogheid bebaagen zoude, de voorfz. Commisfie af te wagten. Dat Haare Koninglyke Hoogheid hem getoond had, zeer gevoelig te zyn aan deeze verplichtende attentie van Haar 6 * Hoog  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 189 Hoog Mog., en bereid te zyn, de voorfz. Conirrtis-i fie aanftonds af te wagten. En heeft de Heer van Welderen vervolgens gerapporteerd , dat hy en verdere Haar Hoog Mog, Heeren Gedeputeerden tot deeze Commisfie benoemd, zich daar op immediaatelyk met de gewoone Ceremoniën begeeven hadden naar het appartement van Mevrouw de Princes, en aan de trappen gekomen zynde, gerecipieerd waren geworden door de twee jonge Princen, die haar geleid hadden toe in het appartement van haare Vrouwe Moeder, alwaar neder gezeten zynde, de Heer van Welderen een wel gepast Compliment aan Haare Koninglyke Hoogheid heeft gemaakt, om te betuigen cie oprechte vreugde, waar mede Haar Hoog Mog. zyn aangedaan geweest, zyne Hoogheid hier te-zien herfteld in alle deszelfs Waardigheden, Voorrechten en Prasrogativen, en nu ook fiaare Koninglyke Hoogheid in welftand alhier geretourneerd te zien. Dat Haar Hoog Mog. zeer wel weeten alle de obligatien, die zy aan Haare Koninglyke 'Hoogheid hebben , en zich ook vleijen, dat Haare Koninglyke Hoogheid overtuigd is van het aandeel, dat hiaat Hoog Mog. in deszelfs fituatie hebben genomen?: dan dat zulks niet verder zouden aanröeren, weetende, dat het zelve aan Haare Koninglyke Hoogheid niet aangenaam zoude zyn, en dus zich alleen zouden vergenoegen, met vuuriglyk te wenfchen, dat de rust cn eenigheid, hoe eerder zo betermogt worden herfteld, en dat de dierbaarfte zegeningen mogten blyven berusten op den Perfoon van zyn* Hoogheid, van Haare Koninglyke Hoogheid, en de Vorftelyke Kinderen. Dat Haare Koninglyke Hoogheid daar op, in zeer beleefde termen in de Hollandfche Taal heeft geantwoord, en betuigd zeer gevoelig en erkennend te zyn voor de attentie van Haar Hoog Mog-, dat nooit andere inzichten had gehad, aUdie ftrekken kon-  iqa Verzameling van Stukken betrekkelyk tot konden tot welzyn en behoud van het Land, en deszelfs wettige Conftitutie. Dat zy altyd die fentimenten zoude blyven behouden, en zo veel in haar was, mede werken toe herfteiimg van de algemeene rust, en tot bevordering van den welltand en bloey van de Republiek. Waar na gemelde Heeren Gedeputeerden door de twee jonge Princen wederom uitgeleid zynde, te rug gekeerd waren in de Vergadering van Haar Hoog Mogenden. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Haar Hoog Mog. gemelde Heeren Gedeputeerden voor de genomen'moeite bedankt, zo als bedankt worden mits deezen. Accordeerd met roorfchreeven Register. K»s 90. Aanfpraak aan zyne Dorriuchtigjie Hoogheid den Heere Prinfe van Orange en NasJau &a öfo &c., als zyne Doorluchtige Hoogheid tri Hoogstdeszelfs Voorrechten, en Prceminentien herfteid zynde , voor de eerfte reize wede) om verfiheenen was in den Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden, den 25 van Herfstmaand 1787, door Petrus Camper, voorzittend Lid van voorgemelde Raad. Doorluchtigste Vorst en Heer! De Republiek der Zeven Vereenigde GeWesteö in Nederland is, van haaren oirfprong tot heden* nimmer in zulk eenen kommerlyken, nimmer in zulk eenen vernederden, nimmer in zulk eenen beklaagelyken Raat geweest, als zy zich bevondt op het oogenblik, als wy de eere hadden Uwe Doorluchtige Hoogheid wederom binnen deeze muuren op den aller heuchlykflen 20lte!1 dag van deezen maand September, ingehaald te zien door de verblyde inwooners, en getrouwe Burgerye van deeze Refi- den-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. iM Üentie plaats ! Een dag, die by ons, en alle rechtgeaarde Vaderlanders, altoos in zeegeningen blyven zal! Deeze Luisterryke Raad, die thands weder' het genoegen heeft Uwe Doorluchtige Hoogheid aan zynen hoofd te zien, kwytte zich,- ter dier gelegenheid, doorzynen Voorzittenden mede Lid den" Heere Pesters van zyne plicht, en verwelkoomdé Uwe Doorluchtige Hoogheid en corps, met een oprecht hart, op het allerplechtigfte. Dan Doorluchtige Prins! deeze plichtpleeginge beftond alleen in de betuiging van onze algemeene vreugde, en waare blydfchap, die weinig betrekkinge hadden op het wezenlyker en inwendig ge. noegen, welke de Raad thands gevoelt van Uwe Hoogh. in deeze luisterryke Vergaderinge geluk te mogen wenfchen: en Uwe Doorluchtige Hoogheid, onder de wonderbaare beftièringe van het aanbiddelyk Opperwezen, den God van Uw Doorluchtig ■Huis, die teffens de God van Nederland is, wederom ingeroepen te zien in het midden van eene verdwaalde Natie, dewelke, voor een groote gedeelte, misleid was door de vergiftigde Staatkunde van eenige weinige Staats-Ministers; en omgekogt door het fnood vernuft van één der gevaarlykfte Nabuuren: in het byzonder door een aantal van Geestelyke Huichelaaren, waar onder deRoomschgezinde Priesters den Godloosten Rol fpeelden, gedwongen wierdt, om Uwe Doorluchtige Hoogheid, en de Braave Regenten van dit voor henen zo gezegend en bloeijend Nederland, niet alleen op de verfoeijelykfte wyze te verguizen; maar, 't gene nog duizende maaien erger is, de gantfche Republiek, voor meer dan eene halve Eeuwe, in den grond te bederven , en zo wel met betrekkinge tot haaren welvaart en handel, als buitenlandsch vertrouwen , in erger omftandigheden te ftorten, dan ooit een'buitenlandfche Oorlog, hoe verwoestend ook , dezelve gebragt zou hebben ! Een Oorlog put , buiten tegenfpraak, 's Lands Schat-  iol Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Schatkist uit, en verlegt de Commercie , doch ilegts vooreen' tyd! Daar deeze, de Burger-Oorlo naamelvk ; de fchrikkelykfte van alle onheilen ! 's Lands Schatkisten , en haare Bronnen verdelgt , en doet verdroogen ; de Gemoederen der Burgeren, zelfs van Bloedverwanten , en anderzints vreedige huisgezinnen verdeelt, endoor onverzettelykeu haat van een fchcurt; den nyver der Ingezetenen van hunne bedryven aftrekt, en dus alle de Zenuwen van den Staat teffens vernielt ! De Verdrukking eil geweldaadige behandeling , welke eenige weinige der voornaamfte Staats-Ministers van" Holland onbtfehaamd , en onbelemmerd uitoeffenden, baarden niet aileen by de weldenkende Staats Leden dier Provincie lchrik en vreeSj maar dreigden overal wreede vervolgingen verwoesting! Dieverföcijelyke bedreigingen hadden ook, on. gelukkiglyk, invloed op den Raad van Staaten! de heilzaamfte voorflagen door deszelfs Leden gedaan, wierden dikwerf afgekeurd, en te leur gefteld door fchrik verwekkende Sluitredenen, gepaard met bedreigingen van nog erger gevolgen, alleenlvk voorgefleld om den Raad te doen wankelen; en Helaas! hoe dikwerf zyn de Leden van deezen Raad daar door niet afgetrokken geworden van derzelver heilzaamfte Oogmerken? Men vleidde de Vergaderinge met fchyn fchoöne Palliative, enConciliatoire middelen , die in de daad niet uit te voeren Waren, en alleenlyk aanleidinge gaven tot grooter verwoestingen, in plaats van, met eene bedaarde ftandvastigheid, het kwaad zelve tegen te gaan en met den wortel uit te roeijen. Uwe Doorluchtige Hoogheid vindt, zedert haare afwezenheid, welke, tot ons ongeluk, en fmert, twee volle jaaren geduurd heeft, niet flegts de finan^ tien van de Generaliteit in de grootfte verwarringe; maar het geheele Militaire wezen verwildeH , verguisd door de fnoode listen der helfche V^nlen ° van  ie Gebeürtênisfén in Ï7S7 enz. voorgevallen. 19$ van Uwe Doorluchtige Hoögheid, en, van ons Va* derland! door duizenderleye haatelyke Konftenaryen in den grond bedorven! De Tucht zo onoutbeerlykin denKrygsdienSt, is geheel verwaarloosd; deEerzucht, de eenige prikkel tot roemruchtige daaden Vooreen Krygsheld, is door de laage treken van. die laffe Verraaders des Vaderlands vertrapt: de Zucht en Yver om 't Vaderland, en dén Wettigen Souverain volgens ééd en plicht te dienen, is door de fnoode Suspenfien,. Dispenfien, Licentiatien, Casfatien; en, 't gene nognypender, en verderffelyker was, door de weigering, en affchaffing van betaalinge, geweldig onderdrukt , en nog verder uitgeroeid door het voorleggen van listige CUiitantien, en de onver* mydelyke verplichting om dezelve, hoe ftrydigook met den ééd aan de.Generaliteit gedaan, te doen ondertekenen! Terwyl men zich niet ontzag, noch fchaam.de, wufte, laage, en onwaardige Zielen, toe onverdiende trappen in den Krygsdienst te lokken , te verheffen, en door die zelve bezoldinge te mesten, welke aan andere Mannen, Mannen van geweeten, van eer, en vroomheid, door de geheeld vereenigde Republiek op de heiligde wyze, waren toegezegd, en op wettig verkregene Commisfi© van den Raad van Staate, rechtveerdig toe kwamen ! De zuchten van de braaffte Officieren hadden! geenen invloed op het verwoed en onbarmhartig, Hollandsch Defenfie-wezen ! De traanen hunner waardige Echtgenooten , en het gekerm hunner lieve Kinderen , door honger, en gebrek veroirzaakt, wierden lachgend veracht van die onmenfche-» lyke Vloekgenooten! Ik beroepe mv op het getui- ten van de Leden van deezen voortreffelyken Raad, oe djkwerf, en hoe lang dezelve ontroerd, en aangedaan zyn geweest, over deeze rampzaalige klachten? en hoe diep zy in 't hart getroffen geweest zyn over hun onmacht, om ze met- de daact weg te nemen of te verzagten. Ik zegge, ja ik herhaale het met d* innigfte enCf» Djsto, K roe-  19+ Verzameling van Stuiken betrekkelyk tót roering, Doorluchtige Vorst! die ongelukkige Officieren, die braave, en eerlyke Helden zuchten nog onder dezelfde verdrukkingen , en fchreeuwen no* om brood, om hunne Vrouwen , hunne Kinderen , en zich zeiven by het leeven te houden ! Die beklaagenswaardige Mannen zyn, helaas! als nog niet gehoord, veel min geholpen, en uit hunne benauwdheid gered! De heiligde Verbonden, die de Republiek aangedaan heeft met de getrouwde Nabuurige Vorsten, en metdeZwitferfcheCantons, over derzelver Legerbenden, wierden verbrooken door die zelfde Landverraaders, en door nog meerder bedreigingen, tot onuitwisfelyke fchande van onze geheele Natie, ergerlyk gefchonden ! Het Doemwaardig oogmerk van die eerlcoze Staatsministers was alleenlyk-ingerigt, om de geheele Armée van den Staat door wanhoop woedend te maaken en te vernietigen, zonder zig te dooren, aan de Rampenen Onheilen, welke de goede Burgers over het hoofd hongen, wanneer zulk eene gewapende menigte, door honger geperst, en aan het muiten geraakt op hun aanviel! De Staats Refolutien, door de Getrouw geblevene Provinciën naar de Frontieren wyd en zyd gezonden, en de gegronde klachten der Ommelandfche Staten, wyzenuit, hoe verraaderlyk men allerleye fchuim van Vreemdelingen , bedekt, verkleed, vermomd, en dicvelings; door macht van geld aangeritst, van alle kanten inriep om de dwingclandven, by na ten top gefieegen, voor tie nabuurige Provinciën nog doodelyker te maa ien. De verwoestingen aangericht door het fchendvolk van den verraaderlyken Salms in Friesland, tegens de geheiligde wetten, zonder patent Van den Capitein Generaal, en der Unie, zonder attaché in die Provincie gezonden, zyn zo veele bewyzen van de geweldaadige overhetrfching van Holland over haare Bondgenooten ! Ikzwyge van de verraderlyke, lafhartige en fchande-  de Gebeurtenis/en in 1787 e:izryoorg2\\%lkn. 195- delyke wyze, om de deugdzaamfte, en fciranderfte Vrouwe onzer eeuwe, Uwer Doorluchtige Hoogheids Geëmalinne, Haare Koninglyke Hoogheid, fchoon met de heilzaamfte oogmerken bezield, de intrede in Hollands naar haare eigene Bezittingen, niet alleen te betwisten; maar die roemenswaardige Princesfe geweldadig gevangen te houden, en met zulk eene verachtinge te behandelen , waar van de herrinneringe my doet beeven, en billyk vreezen, dat die fchandvlek voor de Hollandfche Natie by de volgende Eeuwen nimmer uitgewist zal worden ! Met zidderen herdenke ik Doorluchtige Prins! hoe deeze Reddende voor de vreemde Gezanten der Nabuurige Mogendheden, en voor de Hooge Staatsvergaderingen, altoos te vooren voor veilig gehouden , geduurig gedreigd wierdt dooreen hoop omzwervend, gewapend Volk, ongedisciplineerd, Voorzien van grof gefchut, omgekogt door die zelfde Landverraders, welke niet flegts deeze Stad, en deeze Reddende, maar deezen Raadt deedt beeven! Temeer, om dat een naauwkeurig onderzoek naar deszelfs gezag over de Militie van den Veréenigden Staat, hier guamifoen houdende, klaarblykelyk deedt zien , dat Hunne Hoog Mogende, ëven weinig als de Raad van Staaten, eenig zeggen , of eenig bewind hadden over de hier in Guamifoen liggende Troepes, zonder de uitdrukkelyke toeflemming van Gecommitteerde Raaden van Holland, die, zo wel als de overige Staats-Leden, bukken moesten onder het jok dier Staats-Ministers, en onder een Defende-wezen, waarover de Staaten van Holland zelve geene macht langer fchehen te hebben. Het zo genaamd Territoriaal Recht deedt in dit onvoorziene tydftip den Raad van Staaten zeiven verfleeken zyn van het bewind over het Generaliteits Tuighuis, en over derzelver Kruid-Ma^azynen: de dwingelandye ging zo verre , dat°mén zelf het beuoodigde niet van Delft dorst te laaten N % haa-  196" Verzameling yan Stukken betrekkelyk tót haaien, uit vrees voor weigering door de zogenaamde gelegalizeerde Vrycorpfen van Holland. Deeze omftandigheden alleen doet genoegzaam Zien hoe noodzaakelyk het voor deeze Refidentie der Algemeene Staaten, en derzelver onderhoorige Collegien is, dat het Gebied over de Troepes van den Staat, hier Guamifoen houdende, aan Uwe Hoogheid aanbevoolen blyve! En hoe gevaarlyk teffens voor de Vereenigde Provinciën, dat derzelver Veld-tuighuis, en Kruidhuizen in eene Provincie gevonden worden, die by zulke voorvallen het nut, en het gebruik 'er van, aan de mededeelhebbende Eigenaars betwisten kan! Zeer lang ben ik, met verfcheidene Leden vaö Staat, bevreesd geweest, dat die woeste hoop, nu binnen in den Haag van gefchut voorzien, zich eerlang meester zou maaken van de Generaliteits Casfe, voor welker behoud ik geenen uitweg zag,of fchoon ik in het geheim op middelen bedagt feweest ben, om haar op eene veiliger plaats te rengen , en daar door zo mooglyk te behouden! Men vraage niet» of het geene ik hier omtrent zegge waar zy? Men herinnere zich de veelvuldige reprsfentatien, die dikwils deswegens by de Staaten van Holland met zeer veel nadruk, gedaan zyn, om alle die onheilen voor te komen. In plaats van onze wettige vreeze op te ruimen » ontnam men de getrouwe Schutters van deeze Refidentie hunne fcherpe Patroonen, men vergrootte dus het gezag van die woeste Bende: men veróirloofde dezelve niet alleen een hoofdwacht, en Militaire eerbewyzen , in deeze Refidentie Stad , fchoon van Staaten Guamifoen voorzien; maar men ftond haar gefchut toe. men ontzag zich niet de Militie, door de geheiligfie Eeden aan de Generaliteit verbonden, dagelyks, en openlyk tot befpotting toe, te gebruiken om dien eerloózen hoop te dekken, met krygsmuziek in te haaien, te befchermen» en op deeze wyze nog ftouter, vermeteler* en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 227 beidé ééden niet van 's Lands Militie hebben kunnen worden gevergt. De ondergefehiktheid van dien byzonderen ééd aan den algemeenen ééd blykt, naar de opinie van den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal, ook nog nader daar uit, dat, daar de algemeene ééd is a£ töosduurende en onveranderlyk, de byzöndere ééd integendeel, veranderlyk en temporeel is; immers Verandert de byzöndere ééd aan de hooge Betaalsheeren telkens, wanneer eenig gedeelte van's Lands Militie by den Staat van Oorlog van de eene op de andere Provincie word gerepartitieert; en de byzöndere eêd aan denTerritoriaalenSouverain verandert insgelyks telkens zo menigmaal een gedeelte van 's Lands Militie zich van het Territoir van de eene Provincie begeeft naar het Territoir van de andere Provincie; en die byzöndere ééd aan den Territonaalen Souverain van eene byzöndere Provincie houd zelfs geheel op, zo dra 's Lands Militie zich bevind op het Territoir van de Generaliteit of van eene buitenlandfche Mogendheid. Zo lang het dan nog daar voor moet gehouden Jvorden, dat de Unie van Utrecht niet is gebrooken ; maar nog daadlyk beftaat, zo kan en mag de Militaire éed (onder reverentie) op geene andere tvyze geëxpliceert of geinterpreteert worden, dan alleen op de zodaanige, welke alle tegenftrydigheid tusfchen de algemeene en byzöndere ééden üitfluit, ómdat, zo lang de Unie van Utrecht beftaat, de middelen ter algemeene defenfie, en dus ook s Lands Militie, tusfchen de gezamentlyke .Hooge Bondgenooten gemeen moeten blyven, vermits zonder die gemeenfchap, het groote oogmerk Van het verbond van Unie, welk oogmerk toch geen ander geweest is, dan de algemeene defenfie, en dus het verbond zelfs, geheel en al zoude verVallen ; en zo lang dat verbond van Unie beftaat, moet de algemeene ééd, aan het Hooge Bond*enootichap gedaan, dan ook insgelyks blyven beliaan, en 's Lands Militie uit dien hoofde onder» jP 2 wor-  228 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot worpen blyven aan de gehoorzaamheid van de Generaliteit, of van deszelfs hooge Reprefentanten, de Heeren Staaten Generaal en deezen Raad van Staaten s i voor zo verre naamelyk, die gehoorzaamheid gepaart kan worden met de betrekkingen van 's Lands Militie op haare hooge Betaalsheeren, en op den Territoriaalen Souverein der byzöndere Provincie', waar in de Militie zich voor een tyd bevindt. Maar moet 'er dan geene de minRe tegenftrydig"heid tusfchen de algemeene en byzöndere ééden van 3s Lands Militie plaats hebben, dan betuigt de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal, geene andere explicatie daar aan te kunnen geeVen, dan deeze, dat de Militie moet gehoorzaamen aan de Heeren Staaten haare Betaalsheeren , met relatie tot al dat geene, het welke eenige betrekking heeft of hebben kan, tot de betaaling en het huishoudelyk of ceconomique beftuur der Militie; — dat de Militie moet gehoorzaamen aan de Heeren Haaten van die Provincie, op wier Territoir zy zich bevindt, in zo verre als zulks betrekking heeft tot het oppergezag van den Territoriaalen Souverain op Hoogstdeszelfs Territoir; —- en dat vcor het overige, te weeten omtrent alles, het welke geene betrekking heeft, het zy tot de betaaling en het ceconomique beftuur der Militie, het zy tot het recht van den Territoriaalen Souverain op Hoogstdeszelfs Territoir, de Militie van den Staat gehoorzaamen moet aan het gezaamentlyke Hooge Bondgenoodfchap of aan de Heeren Staaten van de zeven Vereenigde Provinciën te zaamen , en by gevolg aan de Hooge eh Wettige Reprasfentanten van de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten, die zekerlyk geene andere zyn dan de Vergadering van hunne Hoog Mog. en deezen Raaden van .staate. Volgens deeze Explicatie van den Militairen ééd heeft 'er dan ook geene df mnfte tegenftrydigheid tusfchen de algemeene en byzöndere ééden plaats; volgens die Explicatie is het gezaamentlyke Hooge Bond-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 219 ! Bondgenoodfchap, of de Heeren Staaten van de zeI ven Vereenigde Provinciën te zaamen en pro indi\ vifo, de Souverain van 's Lands Militie, alleenlyk ,1 met die bepaalingen, dat die Militie moet gehoorI zaamen aan haare Hooge Betaalsheeren, voor zo i verre de betaalinge' en het ceconomique beftuur aanI gaat; en aan den Souverain van die byzöndere Pro1 vincie, op wier Territoir de Militie zich bevindt, I en voor dien tyd, dat zy zich aldaar bevindt; en a daar uit vloeijen van zeiven voort deeze noodzaak» '1 lyke gevolgen, dat aan de eene zyde de gezaament'n lyke Hooge Bondgenooten aan de Militie van den t Staat geene beveelen kunnen geeven, dieeenigzints | ftrydig zouden zyn met de ordres, welke door de ij Hooge Betaalsheeren ten aanzien van de betaaling 4 en het ceconomique beftuur zouden zyn gefteld; of J met de ordres, welke door den Territoriaalen SouJ verain met opzicht tot Hoogstdeszelfs Territoir geI geeven worden; en aan den anderen kant, dat de 1 Hooge Betaalsheeren aan het gedeelte van 's Lands I Militie, het welke op het Hoogstderzelver Provin| cie is gerepartitieerd, geene andere beveelen kunI ren geeven, dan de zodaanige, die betrekking hebJ ben "tot de betaaling en het ceconomique beftuur j van dat gedeelte der Militie; en dat insgelyks de l| Territoriaale Souverain aan het gedeelte van 's Lands 1 Militie, het welke zich 'op Hoogstdeszelfs TerriJ toir bevindt, geene andere beveelen geeven kan, I dan de zodaanige, welke betrekking hebben tot het 1' Territoir van die byzöndere Provincie. Dat de beveelen van den Territoriaalen Souverain, I zich niet verder kunnen uitffrekken, dan tot het 3 Territoir van die byzöndere Provincie, eh derhal'i ven buiten dat Territoir niet kunnen werken, vloeit 4 van zeiven voort uit het Territoriaale recht, het I welke notoir niet verder gaan kan , dan de Territo1 rfaale Souverainiteit, oin dat die Sotiverainiteit zich. 1 niet verder uitftrekt, dan over het Territoir, het I welke aan die Souverainiteit onderworpen is, en i daar uit vloeit dan wederom by eene wettige gevolg- P 3 trek-  S30 Verzameling van Stuiken betrekkelyk top trekking voort, dat de Territoriaale Souverain van de eene Provincie geene beveelen kan geeven, welken zouden moeten werken op het evengelyk Souverain Territoir van eene andere Provincie; en mitsdien (het zy met allen eerbied gezegt) als Territoriaalen Souverain de Militie van den Staat niet kan gelasten, om op het Souverain Territoir van eene andere Provincie te marcheeren, zonder toeflemming van den Souverain van die Provincie. Maar zouden de Heeren Staaten van eene byzöndere Provincie, in qualiteit van Betaalsheeren, ook eene exclufive magt hebben over dat gedeelte van 3s Lands Militie, het welke door Hoogstdezelven word betaald, maar dan zoude immers dat gedeelte van 's Lands Militie even daarom gemaakt worden tot eene Provinciaale Militie, aan welke door de Generaliteit geene de minfte beveelen zouden kunnen worden gegeeven, en van welke door de Generaliteit dan ook in het geheel geen gebruik zoude kunnen worden gemaakt, dan alleen met toeJtemming van de Hooge Betaalsheeren. Maar, Edele Mogende Heeren! indien men dat fystema zoude willen adopteeren, hoe zoude het dan (onder Reverentie)mooglyk wezen, om tefFens. en zonder tegenftrydigheid ftaande te houden, dat de Unie van Utrecht als nog plaats grypt, daar immers het groote, zo niet het eenige, oogmerk van die Unie geweest is de algemeene defenfie der zeven Vereenigde Provinciën; — daar ten dien einde de middelen van defenfie by de Unie zyn gemeen gemaakt, en noodzaakelyk, wilde men het voorgeftelde oogmerk bereiken, gemeen gemaakt moesten worden —- en daar 's Lands Militie notoirlyk is een der voornaamfte middelen tot die algemeene defenfie. En zo men het gemelde fystema zoude moeten ampleóteeren, wapr in zoude dan tock beftaan het gebouw en getrouw zyn van 's Lands Militie aan het gezaamentlyke Hooge Bontgenoodfchap, of aan de Heeren Staaten Generaal die by de Unie en de  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz,, voorgevallen. 231 de handhouding van den Gereformeerden Godsdienst zouden blyven? en welke kragt en werking zoude die ééd van 's Lands Militie dan toch kunnen hebben? want, zo lang eenig gedeelte van 's Land* Militie op eenige Provincie bleef gerepartitieerd, bleeven immers de Hooge Betaalsheeren van dat gedeelte van 's Lands Militie dezelfde, of fchoon die Militie zich bevond op het Territoir van eene andere Provincie, of op dat van de Generaliteit; en was derhalven de Militie eene Provinciaale Militie van haare Hooge Betaalsheeren , dan bleef zyook zodaanig, of fchoon zy zich op het Territoir van eene andere Provincie of dat van de Generaliteit bevondt, en het Territoriaale Recht vévviel derhalven ten aanzien van die Provinciaale Militie, zo wel als het recht van de Generaliteit, Ook komt het den Ondergeteekenden Advocaat voor, dat zodaanig fyftéma, dat naamelyk de Hooge Betaalsheeren de privative Souvereinen , zyn zouden van het gedeelte van 's Lands Militie, het welke door Hoogstdezelven betaald wordt, geenzints over een te brengen zoude zyn met de histoxiëele waarheid: de Jaarboeken en de Staatsregisters van het Vereenigde Gemeenebest bewyzen immers , dat al aanflonds na het fluiten van de Unie van Utrecht in den jaare 1570, eenig Krygsvolk door de nieuwe Bondgenooten in Hoogstderzelver dienst is aangenomen, en by de monflering in den ééd van dat Bondgenoodfchap is gebragt, en dat naderhand de Militie der byzöndere Provinciën welke toen Provinciaale Militie was, met volkomene toeflemming van haare toenmaaligen Soüverein is overgegaan in den dienst en ééd van de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten ; en op die wyze van eene Provinciaale Militie tot een' Generaliteits Militie geworden is; en toen wel alleenlyk met die bepaaling, welke betrekking had tot de Territoriaale Rechten der Provinciën, om dat die Territoriaale Rechten by de Unie van Utrecht waren voorbehouden; dat 'er in den beginne van de Vereenigde P 4 Ke-  232 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot,- Republyk in het geheel geen recht van Betaalsheeren ten aanzien van 's Lands Militie heeft plaats jrchad, vermids de Militie toen uit de Generaliteit? Kas wierd betaald; dat de repartitie der Militie naderhand is uitgevonden en geïntroduceerd, om dat fommige der Provinciën achter bleeven in het brengen van hunne quotes in de Generaliteits Kas, en de betaaling der Militie geen uitftel lyden kon; — en dat, ten tyde toen de repartitie voor het eerst is geintroduceerd en gemaakt; de Militie van den Staat niet alleen is gerepartitieerd geworden op de zeven Souvereine Provinciën, maar ook op anderp Landfchappen, die onder het gebied van den S,taa.t waren, en toen geen recht yan Souvereiniteit of geen ftem in Staat hadden. Zo de Ondergeteekende Advocaat-Fiscaal niet grovelyk mistast, zo volgt uit dat alles bv eene hoodzaakelyke gevolgtrekking, dat het recht der Plooge Betaalsheeren, met opzicht tot dat gedeelte van 's Lands Militie, het welke door Hoogstdezelven betaald werd, zich bepaald tot het geeven vaa zodaanige beveelen, die betrekking hebben tot de wyze van betaaling en het ceconomique beftuur der Militie, en de Ondergeteekende meend, dat-de zaak ook op die wyze begreepen, en de Militaire ééd zodaanig geëxpliceerd is door de grootfte Staatsmannen deezerRepublyk, en in het byzonder door eenen Hugo de Groot en eenen Slikgeland , uit wier fchriften zulks, indien het nodig ware, naderzoude kunnen worden aangedrongen. Indien nu deeze gelegde principes de waare zyn, dan yalt het niet moeijelyk te beoirdeelen, of de Collonel van der Poll al of niet gehandeld hebbe oyereenkomftig zynen ééd, aan de Generaliteit ge? daan, wanneer hy by zyne misfive, op den aSften Jnny laatstleeden, aan Hunne Hoog Mogenden geichreeven , geweigerd heeft aan Hoogstderzelver rrdres te pareeren, welke ordres, volgens Hunner Hoog Mogenden Refolutie van den ipdcn Juny daar ie vooren, alleenlyk tendeerden tot het geeven van Be-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 233 Bericht wegens eene voorgevallen zaak ; immers hadden die ordres geene de minfte betrekking tot het recht der Hooge Betaalsheeren; zy hadden ook geene de minfte relatie tot het Territoriaale recht van de Provincie van Holland; vermids het geval, waar omtrent Bericht gerequireerd wierd, niet op het Territoir der Provincie van Holland, maar op het Territoir der Provincie van Utrecht was gebeurd; de Collonel van der Poll bevond zich ook niet op het Territoir van de Provincie van Holland, maar op dat van Utrecht, en de Ondergeteekende Advocaat-Fiscaal meend derhalven, dat die Collonel zich in deezen met geenen den minften fchyn heeft kunnen beroepen op eenige ordres, door de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, als Betaalsheeren aan hem gegeeven; en dat midsdien die Collonel niet kan worden vrygefproken van eene directe ongehoorzaamheid aan de beveelen van Hunne Hoog Mogenden. Uit de hier voorgelegde gronden redeneerende, valt het even weinig moeijelyk om het gedrag te beoirdeelen van die Officieren, in dienst van den Staat, die in weerwil der aanfchryvingen yan deeT zen Raade vanStaate, in datis den 28ft.cn April en 8den Mey laatstleeden, met hunne onderhebbende Manfchappen op het Territoir der Provincie van Utrecht zyn gemarcheerd; en dus, zonder toeftemming van den Territoriaalen Souverein , want, moe-ten de ordres der Hooge Betaalsheeren zich alleen bepaalen tot de betaaling en het ceconomique beftuur der Militie; en de ordres van de Heeren Staaten eener Provincie, op wier Territoir die Militie zich bevind, tot dat Territoir, zo volgt van zeiven, dat die Officieren met hunne onderhebbende Manfchappen niet hebben mogen marcheeren op het Territoir der Provincie van Utrecht , zonder toeftemming of attaché van de Heeren Staaten dier Provincie; en de Ondergeteekende Advocaat-Fiscaal kan die Officieren dan ook ten dien opzichte geenzints vryfpreeken van eene directe ongehoorP 5 zaarn-  aj4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zaamheid aan de beveelen van de Generaliteit; dewyl deeze Raad van Staate by Refolutie van den ö8ften April laatstleeden , aan de Collonels en commandeerende Officieren van de Regimenten in dienst van deezep Staat by aanfchryving heeft gerememoxeerd. Dat zy zich foigneufelyk moeten wagten, om ss zonder toeflemming van den Territoriaalen Sou3i verein met hunne onderhebbende Manfchappen „ te marcheeren op het Territoir van éénederPros, vincicn, en aan'geene ordres hoe genaamd ter 3, contrarie mogen obtempereercn ", En by Refolutie van den 8flen Mey daar aan volgende heeft goedgevonden, aan alle Commandanten en commandeerende Officieren , in 's Lands dienst zynde, te zenden de Refolutie van Hunne Hoog Mogenden ten zeiven dage genomen, met last om zich naar den inhoud van dezelve punchjeelyk te reguleeren; bv welke Refolutie Hoogstgefüelde Hunne Hoog Mog. hebben goedgevonden deezen Raad te authorifeeren, „ Om nader uit den naam en yan wegen Hunne „ Hoog Mogenden zeiven, aan alle commandee- rende Officieren van de Regimenren, thands in „ 's Lands dienst zynde, aan te fchryven, dat zy3i lieden door de byzöndere claufulen, in hunnen 3, ééd voorkomende, ten aanzien van hunne ver- fchuldigde obediëntie aan de Staaten der parti9, culiere Provinciën, en der Magiftraaten van da „ Steden, in welke zy in Guamifoen zullen wor3, den gelegd, niet verder onderworpen zyn , of zich kunnen en mogen onderworpen houden aan 3, de particuliere ordres, welken hun, het zy di9, reef van wegen Hunne Ed. Mog. de Heeren Staa- ten van Holland en West-Friesland, het zy van s, wegen de Magiftraaten of Regenten van de Ste3, den en Plaatzen, binnen welke zymet hunne on- derhebbende Regimenten of Manfchappen gele„ gen of gecantonneerd zyn, cf van andere Hee„ ren Staaten of Magiftraaten gegeeven mogen worden ,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 235" den, dan alleenlyk voor zo verre dezelve ordres ,, zich bepaalen tot het Territoir van dezelve Pro. 3, vincie, daar zy Guamifoen houden; doch dac „ voor zo verre dezelve ordres tegen alle verwagj, ting zouden mogen ftrekken, om, zonder dat al„ voorens van en door den wettigen Souverein van die Provincie of Provinciën, werwaards zy met ,, huhne Regimenten en onderhebbende Manfchap3, pen zouden worden gelast te marcheeren, atta,, che zal zyn verzogt en verleend op het Patent of ,3 Patenten, tot dat einde aan hun gedepecheerd en 33 vertoond, zylieden en onderhebbende Regimen-* ,s ten en Manfchappen niet zullen vermogen te trekken buiten het Territoir der Provincie, bin,3 nen welke zy thands zyn gelegen, en dat by zq 3, verre, tegen alle verwagting, een of meer van 3, hun zich zoude mogen verftouten ofonderwin,, den, zulks des niet tegenftaande te doen, of daar toe eenige ordres of commando te geeven, ,3 of aan zulke ordres of commando te ohedieeren, «3 dezelve alle zullen worden geconfidereerd als on-, getrouw aan den ééd, door hun aan den Lande ,, gedaan, en deswegens ter verantwoording zul- len worden geroepen, daar en zo het behooren a, zal, en dat voorts alle commandeerende Officie- ren gelast en gehouden zyn, oogenblikkelyk en ,, zonder tydverzuim , van die aanfchryving aan ,, hunne onderhebbende Officieren en Gemeenen ,3 daadelyk de nodige kennisfe te geeven, met last? 3, aan een ieder van dezelve, om zich insgelyks a, ftiptelyk naar die aanfchryving te gedraagen, en 33 aan dezelve te obedieeren ". Hoe zeer de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal van de Generaliteit, die Officieren dan ook beklaagenmoge, dewyl zy tegenftrydende beveelen bekomen hebhende, door het obedieeren aan de ééne of aan de andere hun beftaan en welzvn altyd in de waagfchaal hebben moeten Rellen; zo kan of mag de Ondergeteekende Advocaat-Fiscaal nogthands, als door zynen ééd zo piechtiglyk verbonden toe voor-  ,.230 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voorftand van de gerechtigheid en authqriteit van 'de Generaliteit, niet anders doen , dan fpeciaal op fundament der Refolutien van Hunne Hoog Mogënden, in dato den Hften Mey laatstleeden, waar by pan die Officieren bedreigd is, dat zy deswegeris ter verantwoording zullen worden geroepen, daar en zo het behooren zal, (onder reverentie) te advifeeren, dat Uwe Edele Mogenden, op verzoek "of authorifatie van Hunne Hoog Mogenden , by Refolutie zouden behooren goed te vinden en të verftaan: j, Dat in handen van den Advocaat-Fiscaal van de Generaliteit zullen worden gefteld de origineele Misfive, door den Collonel van der Poll a, op den 2fften Juny laatstleeden aan Hunne Hoög e, Mogenden gefchreeven, en eene accuraate Lyst j,, van alle de Officieren in dienst van den Staat, die in weerwil van de aanfehryvingen van Hunne Fidele Mog. in datis den 2Sften April en 8flen Mey laatstleeden, met hunne onderhebbende Man3, fchappen op het Territoir der Provincie van Ut3, recht zyn gemarcheerd, als mede de bewyzen, 3, dat zulks door de Officieren, op die Lyst vera, meld, is gedaan; met last aan denzelven Advocaat-Fiscaal, om tegen den gemelden Collonel j, van der Poll, en de Officieren op dezelve Lyst vermeld, ter zaake van derzelver disobedientie aan de beveelen van Hunne Hoog Mogenden cn a, van deezen Raade van Staate, het Recht van de 3, Hooge Overigheid waar te neemen; en ten dien einde zodaanige verzoeken aan deezen Raade van Staate te doen, als hy Advocaat-Fiscaal oirdeea, 1 n zal te behooren ". Poch voor zo veel betreft die Officieren, die mlleenlyk verklaard hebben, bereid te zyn, om SftijtS te doen, en omtrent welken by Hunner Hoog Mog. Refolutie van den i6den deezer, insgelyks de confideratien en het advys van den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal zyn gerequireerd, is de Ondergeteekende (onder reverentie) van eene geheel an-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 23/ óndere opinie; door die Officieren is nog geene de' minfte daad gepleegt, welke onbeftaaniuar zoüdé! zyn met de gehoorzaamheid aan de Generaliteity niet tegenftaande hunne gedaane verklaaring Welke' zy geenzints uit zich zeiven, maar op eene uitdruk-, kelyke afvraaging. gedaan hebben,.zouden zy eg. ter naderhand nog kunnen weigeren, om, in weerwil der gemelde aanfehryvingen van Uwe Edelè Mogenden, met hunne onderhebbende Manfchappen op het Territoir der Provincie van Ucrecht te marcneer.èn, in geval zy daar toe ftelüge_ ordres mogcen bekomen; en dan immers zouden die Officieren geene de minfte daad gepleegt hebben,welke met de gehoorzaamheid aan de Generaliteit ftryden zoude; boven dien is het doen van zodaanige verklaaring aan de Officieren niet uitdrukkelyk verboden geworden by de gemelde aanfehryvingen vair Uwe Edele Mogenden , zo als by de Refolutie, van Hunne Hoog Mogenden, in datoden Sften Mey laatstleeden, dan ook wel voorkomt een Comminatoir met opzicht tot die Officieren, die dardelykop het Territoir van eenige Provincie marcheren zouden, zonder toeftemming van den Territoriaalen Souverein van die Provincie, doch geenszins met relatie tot die Officieren, .die alleenlyk op eene presfante afvraaging verklaard zouden hebben, daar toe bereid te zyn; en op die gronden is de Ondergeteekende Advocaat-Fiscaal, met opzicht tot dieOfficieren, dan ook (onder reverentie) van Advys, dat dezelve deswegens voor als no,^ niet ter verantwoording behooren te worden geroepen. Dus voldaan hebbende aan den last, in Uwer Ed. Mogenden Refolutie van den 18 deezer, vérvak 'meent de Ondergeteekende als nu aan Uwe Edele' Mogenden eerbiedig te mogen rememoreeren de bedenkingen, welke hy by memorie van den2iften' Mey laatstleeden, met betrekking tot het ageereh tegen den Collonel Suxjard de Leefdaal heeft voorgedraagen ; bedenkingen, welke, zyns bedunkens , by eene juridique defenfie voor den Coï- lcuel  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, i^p ligtelyk hebben kunnen dwaalen, te meef, daar zelfs lieden van kunde ten dien opzichte gedwaald hebben; maar zodaanige dwaaling. welke in den besten Mensen, die niet genoegzaam kundig was, zoude kunnen vallen, iluit dan ook notoir de dolus of kwaade trouw geheel en al uit; en die dolus is egter het noodwendig vereischte in alle misdryvenj ter goeder trouw immers kan niemant eene ftraf^ baare daad begaan. Bovendien vind de Ondergeteekende AdvocaatFiscaal zich ook verplicht, om de aandagt aan Ü-. we Edele Mogenden te fixeeren op de moeijelykheid, welke eene behoorlyke rechtspleeging tegende meergemelde Officieren voor deezen Raade van Staaten, en dus op het Territoir der Provincie van Holland, mooglyk onderhevig zoude kunnen zyn \ maar de overweeging van dat poindt, zo als ook de beoirdeeling, of het procedeeren tegen den Collonel van der Poll en de verdere Officieren, tot voorftand van de gerechtigheid en authoriteie van de Generaliteit al of niet volftrekt noodzaakelyk zoude wezen; en of zulks, in geval van geene volftrekte noodzaakelykheid, als dan in de tegenwoordige tydsomftandigheden voor het heil van het Vaderland in het algemeen al of niet raadzaam zoude zyn , moet de Ondergeteekende Advocaat-Fiscaal overlaaten aan de wysheid en het dieper doorzicht Van Hunne Hoog Mogenden en van Uwer Edele Mogenden ; wier dispofitien de Ondergeteekende nu met den diepflen eerbied zal afwagten. Aldus geadvifeerd in 's Gravenhage den 24 July I787. (was get.) J. G. van OldenbarnevelTj genaamt witte Tullingh. Ne. ï02,  é \o Verzzraeling van Stukken betrekkelyk tot N°. 102. Èxtradt uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , fpecïeerende zodaanige Zee-'Officieren, welke zonder kennis' der refpecfive Adiïiiraliteits Collegien, in dienst van anderen zyn getreden enz. In dato den 28 September 1787. . De Heeren Gedeputeerden van de Provincie Zeeland hebben ter Vergadering voorgedraagen , dat Verlcheide Officieren ter Zee zich niet hadden ontzien; om zich te laaten emplooijeeren buiten den Dienst der Collegien ter Admiraliteit, waar onder zy refpectivelyk zyn reforteerende, buiten permislie van dezelve of van zyne Hoogheid als AdmiraalGeneraal ; ja zelfs dat fommige zich in het continueeren van voorfz. Dienst hadden disobedient. gedraagen aan de ordres hunner refpedtive Collegien; geevende zy Heeren Gedeputeerden van Zeeland vervolgens in confideratie, of Hun Hoog Mog. de Collegien ter Admiraliteit zouden gelieven aan te ichryven, om ten fpoedigften aan flun Hoog Mog. op te geeven, of, en welke Officieren onder hunne resforten zich bevinden, dewelke in Dienst van anderen zoude zyn getreden of gebleeven , zonder of tegens behoorlyke permisfie daar toe te hebben geobtineerd. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verflaag dat aan de refpccfive Collegien ter Admiraliteit deezer Landen zal worden aangefchreeven, om ten fpoedigften aan Hun Hoog Mogenden op te geeven, of en welke Officieren onder huri refpeclive resfórten zich bevinden , dewelke in Dienst van anderen zyn getreden of gebleeven , zonder of tegens behoorlyke permisfie daar toe te' hebben geobtineerd. JT0. 103.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 24.1 N°. 103. Prizadvys, uitgebragt door de Heeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, op vryctag den 28 September 1787, waar op aanftonds, en zonder refumtie geconcludeert zynde, is het zelve verandert in eene Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden dt Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, luidende als volgt. In achting genoomen zynde, dat de Requesten, RemonRrantien, Declaratoiren en Memorien aan deeze Vergadering geduurende de voorfchreeven jaaren geprefenteerd en overgegeeven, en waar by de eer, de verrigtingen en de bedoelingen van zyne Hoogheid, zo indirectelyk en op eene zo hoonende wyze zyn getaxeerd en geledeerd, haaren oirfprong verfchuldigd zyn aan de hooggaande partyfchap in deeze Provincie, aan de aanblaazing van zeer veele injurieufe en lasterlyke gelchriften, die in eene verbaazende menigte, en met eene tomelooze licentie, zonder genoegzaam vermogende beteugeling der justitie zvn te voorfchyn gekomen; en vervolgens uit de daar uit voortgevloeide en tot den hoogften trap opgevoerden dwang van den gewapenden arm der geweeze Vrycorpfen , afzonderlyke Schutteryen en Genoodfchappen in de Steden en ten platten Lande, en derzei, ver onderlinge verbintenisfen, aanhitzingen van allerlei aart en Perfoonen, en nooit gehoorde willekeurige befluiten en onderneemingen, onder welke de Regenten van genoegzaam alle de Steden dee, zer Provincie, welke tot het neemen van dezelve Refolutien hebben geconcurreerd, waren gebragt; dat voorts alle de aantygingen en bezwalkende imputatien, by de voorfz. Requesten, RemonRrantien , Declaratoiren en Memorien, voorkomende, ten aanzien van de Perfoon, verrigtingen en bedoelingen van zyne Hoogheid in zyne refpeftive eminente Charges en Digniteiten, duidelykgebleekenzyn te wezen ongegrond en onbewezen, en eeniglyk haar beflaan te hebben gehad inde ongelukkige veiv I. Deel. Q jdt,  .242 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hittinge der gemoederen van zeer veele kwalyk gezinde en geinftigeerde of misleide Perfoonen, gelvk derzelver aanneeming en meer of mm gehomologeerde goedkeuring van fommigen van dien »door eenige Leden der Vergadering, tegen hetfenument en de proteftatie van anderen, voornaamelyk is toe te kennen aan de uitwerkzels der faclieufe tyden, die men als toen beleefde: dan dat Hun Ed. Groot Mog. ten duidelykfte overtuigd van de zuiverheid van zyne Hoogheids bedoelingen, en een volkomen vertrouwen ftellende in zyne Vaderlandslievende sezindheid en welmeenende yver voor de waare belangens deezer Provincie , de aanneeming der voornoemde Requesten en Addresfen, midsgaders de Refolutien of Dispofitien van tyd tot tyd daarop eenomen, niet anders kunnen of willen contidereeren, dan als de uitwerkzels van den voornoemden geweldigen dwang, onder welke de Regenten der Steden, welke tot het neemen of uitbrengen yan dezelve eenigzins hebben medegewerkt, en daar in^eRemt, door den meergemelden ge wapenden arm der voornoemde Genoodfchappen en veranderde Schutteryen zyn gebragt geweest. Is goedgevonden en verRaan, dat alle dezelve Kefolutien en Dispofitien zullen worden ingetrokken , eeannulleerd en buiten alle effetf en werking gefield eelvk dezelve dan ook ingetrokken , vernietigd en buiten effect geReld worden by deezen,zodaanig, dat daar uit nimmer tegens de waare meerling van Hun Ed. Groot Mog. eenige illatie omtrent de zuiverheid der bedoelingen vanzvne Hoogheid en zyne beproefde trouw aan den Lande zal kunnen of mogen worden afgeleid en opgevat; en dat ten einde hier van daadelyk en by de leCture zelve van de voornoemde Refolutien cn Dispofitien midsgaders van de Notulen dien aangaande in de Registers voorkomende, zoude mogen blyken, nevens ieder van dezelve Refolutien en Dispofitier , en het verdere genotuleerde in margine zal worden aangeteekend, „ dat dezelve uitkragtevan  dé Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 243 ü deeze Hun Ed. Groot Mog. op heden genomen i, Refolutie zyn ingetrokken, volkomen geannul„ leerd en buiten effect, en confequentie gefleld". Alles nogthands' onverminderd zodaanig onderzoek na de Aucfeurs en Bewerkers van alle zodaanige violente, wederrechtelyke en hoogstftrafbaare bedreigingen en gepleegde excesfen, als bevonden zal worden het recht van de Hooge Overheid te vereisfchen. En laatRelyk dat den Heer Raadpenfionaris zal worden verzogt, gelyk dezelve verzogt word by deezen, om deeze Hunner Ed. Groot Mog. Refolutie in perfoon aan zyne Hoogheid te communiceeren , en daar nevens uit Hoogstderzelver naam aan zyne Hoogheid te declareeren, dat het Hun Edel Groot Mog. zeer aangenaam zal zyn, dat zyne Hoogheid in deeze nog zorgelyke tyd , tot fpoedige bevordering van de verdere rust, bevestiging der Conflitutie en herftelling van het algemeen vertrouwen, de Deliberatien van Hun Ed. Groot Mogenden van tyd tot tyd gelieve by te woonen. No. 104. Extract uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, bevattende de exhibitie eener Memorie door den Heere Vos van Steenwyk tot Nyerwal overgegeeven , behelzende een Declaratoir, waar by betuigd van gevoelen te zyn, dat geen Vergadering vanRidfchap en Steden kan noch behoord plaats te hebben, zo lang de Pruisfifche Troepes zich in de Provincie van Overysfel bevindenjnzi In datoden 28 September 1787. Dé Heere dé Vos van Steenwyk tot Nyerwal, heeft ter Vergadering overgegeeven de Memorie deezen geinfereerd. De Ondergeteekende ontfangen hebbende eene Misfive van de Heeren Ordinaris Gedeputeerden in dato den 24ften deezerwaar by hy verzogt word, Q a om  244 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot om benevens de overige Leden van Ridderfchap en Steden over alle voorkomende zaaken, de rust van de Provincie concerneerende als ook over alle andere zaaken , welke zouden mogen worden voorgebragt, het belang van den staat in het generaal en van deeze Provincie in het byzonder zullende komen te vorderen, op heden te helpen delibereeren en refolveeren, zo als bevonden zal worden te behooren (*); heeft niet willen nalaaten om zich op deeze Vergadering te fiReereu, declareerende egter van gevoelen te zyn, dat geen Vergadering van Ridderfchap en Steden kan noch behoord plaats te hebben, zo lang de Pruisfifche Troepes zich in deeze Provincie bevinden, ter oirzaak dat de aanwezigheid van die Troepes de Leden van Staat ligtelyk. zoude kunnen Rremmen in het rondborftig uitten van hunne waare gevoelens omtrent den tegenwoordigen toeRand van het Vaderland in het gemeen, en deeze Provincie in het byzonder. Daarenboven moet de Ondergeteekende nog remarqueeren , dat de vague 'en ongedeterminecrde voet ; waar op deeze Vergadering is uitgefchreeven, aan- . loopt tegen de in deeze Provincie gerecipieerde or- ■ dre: zynde men op extraordinaire Vergaderingen; van Ridderfchap en Steden niet gewoon om te de- ■ libereeren dan over poincten, welke in brieven van i befchry ving expresfelyk gedenoteerd zyn. Zo echter de Meerderheid mogte goedvinden om i ongeacht dit zyn advys, deeze Vergadering öp zo i eenen vague en ongedetermineerde voet uitgefchree- • ven te continueeren , zo protesteerd de Onderge- ■ teekende als dan van nu af aan en voor het vervolg ; tegen alle Refolutien die op zodaanige Vergadering ; of Vergaderingen zullen genomen .worden: onder : referve van dit zyn advys ten. allen tyde te ampli- • 'eeren en adflrueeren naar zynen goeden raade, bie- ■ dende zich egter de Ondergeteekende aan, om zo) dra de Pruisfifche Troepes deeze Provincie zullen 1 ''hebben ontruimd, als dan over alle Propofitien die : op) (*) Zie hier voor N9. 78. bladz. 173-  de Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. 245' op eene wettige en Conftitutioneele wyze ter kennisfe der refpeftive Staatsleden zullen worden gébragt, te helpen delibereeren en refolveeren, zo als met den dienst van het Vaderland in het gemeen en van deeze Provincie in het byzonder, zal bevonden worden te behooren. (was get,) . J. A. d. Vos v. Steenwyk. Waar mede zich hebben gevoegd de Heeren Reint Hendrik de Vos van Steenwyk tot den Hogenhof, Rudolf Hendrik van Ysselmuiden tot Zwotlingerkamp, Reint Wolter Sloet tot Merxvelt, en Jah Antony Zwier van Ysselmuiden tot Paaslo. No. 105. ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende eene Memorie en Protest, van den Heer J. E. Mulert tot de Leemkuile , over het uitbrengen van Staatsbef uiten,zo lange de Pruisfifche Troepes het territoir van deeze Provincie occupeer en enz. In dato dm 28 September 1787, De Heer J. E. Mulert tot de Leemkuile, heeft ter Vergadering overgegeeven de Memorie, deezen geinfereerd. De Ondergeteekende uit den faamenloop van zaaken kunnende befpeuren, dat men dit oogenblik waar in vreemde Troepes in de Provincie zyn gerukt, zal arripieeren om alle gemaakte verandering en verbetering in het Regeeringsbeflier deezer Promooie den bodem in te liaan, vind zich verplicht, by deezen te moeten declareeren, dat zo lang die vreemde Troepes zich op den bodem deezer Provincie bevinden, hy Ondergeteekende van oirdecl is, dat de vrye deliberatie der Staaten in het algemeen en der individueele Leden in het byzonder, tea Q3  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten lterkfïen worden belemmerd; en dat hy dier? halven yoor zich, geen genoegzaame vryheid rekenende, om na de infpraak van zyn geweeten te kunnen adyifeeren, ten plechtigften protesteerd tegen al het geen men in dit oogenblik zoude willen beIluiten, waar door aan de bovengemelde gemaakte veranderinge en verbeteringe in het Regeeringsbeflier deezer Provincie eenige atteinte zoude kunnen worden toegebragt, verzoekende dat dit zyn Protest in de Notulen mag worden geinfereerd, ten finde aan de Nakomelingschap altoos geblyke, dat hy Ondergeteekende ipdien de meerderheid der Staatsleden mogte kunnen goedvinden des niet tefienftaande Refolutien te neemen, daar toe nimmer heeft geconcurreerd ; referveerende de Ondergeteekende zich de volle magt en faculteit, om ten allen tyde de redenen, waarom hy zo tegen den 1 anddag zeiven als tegen alle te neemene Refolutien , zich verplicht vind te protesteeren, nader ♦pp te geeven, en mede in de Notulen te doen infereeren. (was get.} J. E. Mulert tot de Leemkuile. No, 10$. Extract uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder in alle deszelfs Rechten en Privilegiën word herfteld, zo als dezelve by het Reglement van 1748 is bepaald, als mede Hoogstdenzelven oy Misfive daar van kennis te geeven, en teffens te verzoeken om tot onderhouding van de rust en veiligheid in deeze Provincie, een genoegzaam aantal Militie te zenden enz. In dato den 28 September 1787. De Heeren Edelen met naamen de Heeren de Droste van Zalland en andere daar by genoemd, heb-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 24? hebben ter Vergaderinge overgegeeven de Memorie en Propofitie deezen geiniereerd. De Heeren Edelen met naamen de Heeren de Graave van Heiden Hompesch tot Ootmarsfam, Landdrost van Zalland, Bentinck tot Diepenheim Landdrost van Twenthe, Raasfelt tot Elfen Landdrost van Vollenliove, Dedem tot de Rollecate Drost van Haxbergen, Raasfelt tot Heemfe, Voerst tot Alerdink, Graave van Wartensleben tot Buxbergen, Bentinck tot Werkeren, Palland tot Beërf e, Bentinck tot Schoonbeten, Rechteren tot Mennigeshave junior , Hoevel tot Nyenhuis , Sloet tot Evenlo ,■ Graave van Heiden Hompesch tot Ootmanfum junior, Sloet tot Bellinkhof, Sloet tot Westerholt, Sloet tot Cannevelt en Sloet tot Olthuis, met innerlyke aandoening penetreerende de deerniswaardige Ja tot den oever van deszelfs ondergang gebragte Provincie ; —■ waar van buiten tegenfpraak de voornaame oirzaak te vinden is in de atteinte, welke men aan de zo zeer gezegende Stadhouderlyke Conftitutie heeft toegebragt, met verkortinge van zyne Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder in Hoogstdeszelfs wettige Rechten en Privilegiën, en verbreekinge van het Reglement van Regeeringe van den jaare 1748; vinden zich verplicht, om met die cordaatheid, welke hun geduurende alle deeze troubles altoos heeft gecaraclerifeerd gehad, en tevens met dien ernst en nadruk, welke het gewigt der zaake ongetwyffeld komt te vorderen, Ridderfchap en Steden te moeten voordraagen, en op het fterkfte aan te dringen, dat zonder tydverzuim ja, daadelvk moge worden toegetreden tot herftellinge van zyne Hoogheid in alle deszelfs wettige Rechten en Privilegiën, zo als dezelve by het Reglement van 1748 zyn bepaald, en dien conform in den jaare 1766 aan Hoogstdenzelven zyn opgedraagen, ten einde onder Gods zegen de rust en welvaart weder in de Provincie te doen herleeven als in voorige dagen. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Ridderen 4 fchajJj  248 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot fchap en Steden zich met voorfchreeven Propofitie geconformeerd, en is dien ten gevolge goedgevonden en verftaan, zvne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau , in qualiteit als Erfftadhouder, Kapitein-Generaal en Admiraal deezer Provincie, weder te herftellen in alle deszelfs Rechten, Privilegiën en Prasëminentien, zo als aan Hoogstdenzelven in tien jaare i7<56overeenItoraftig het Reglement yan Regeeringe van 1748, wel en wettig zyn opgedraagen en geconfereerd geweest, het gemelde Reglement van Regeeringe van den jaare I748, ten dien einde by deezen confirrtieerende, en in al zyne punten en deelen herfteliende , met casfatie en vernietiging tevens, van al het geene daar tegens, zo door Refolutien, nanftellingen , als anderzints is gedaan en onderuomen. ■ De Heer BE Vos van Steenwyk -tot Nyerwal en de Heeren welke zich als boven met denzelven hebhen geconformeerd, inhaereeren het gedaane Declaratoir by de Memorie van welgemelde eerfte Heer vervat. De Heer Mulert tot de Leemkuile heeft mede geinhasreerd deszelfs voorgaande advys. Waar op de overige Heeren van de Ridderfchap nevens de Heeren Gedeputeerden der Stad Deventer zich daartegen hunneaanteekeninggereferveerd hebben. De Heeren Gedeputeerden der Steden Campen en Zwolle hebben de gedaane Propofitie overgenomen, en ziende dat des niet tegenffaande met de Conclufie is voortgevaaren , hebben daar tegen geprotesteerd en hunne aanteekeningen gereiërveerd. De Heeren van de Ridderfchap en de Heeren Gedeputeerden der Stad Deventer, welke de conclufie hebben geformeerd , declareeren vaardig te zyn geweest en te hebben geoffereerd, om met de gezeide conclufie te fuperfedeeren tot morgen, deen waar van de Heeren Geleputeeiden der Ste* den  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 249 den Campen en Zwolle geen gebruik hebben willen maaken. Waar op de Heeren Gedeputeerden der Steden Campen en Zwolle hunne yoorgaande referve hebben geinhaereerd, En is wyders goedgevonden aan zyne Doorlugtige Hoogheid van voorfchreeven Refolutie by Misfive en Extradt kennisfe te geeven, als mede Hoogtdenzelven te verzoeken, om tot onderhouding van de rust en veiligheid in deeze Provincie een genoegzaam aantal Militie in dienst van deezen Staat in dezelve te willen leggen en Guamifoen doen houden, en wel hoe eerder zo beter. De Heeren pe Vos van Steenwyk tot Nyerwal, en andere deszelfs gevoegden, hebben hun voorgaande Declaratoir geinhEereerd. En hebben de Heeren Gedeputeerden der Steden Campen en Zwolle het zelve overgenomen, met aanneeming, om zich daar over ten eerften te yerklaaren. No. 107. ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by is gerefolveerd, de Militie ter repartitie deezer Provincie ftaande, zo verre de betaaling daar van is gefurcheerd geweest, in 't vervolg wederom te doen betaalen , enz, In dato den ?8 Septem» her 1787, Goedgevonden de Militie ter repartitie deezer Provincie flaande, zo verre de betaaliug daar van is gefurcheerd geweest, in 't vervolg wederom te doen betaalen, en dus dezelve furcheance in te trekken en te annulleeren mits deezen; wordende de Heeren Ordinaris Gedeputeerden geauthorifeerd daar voorde noodige Ordonnantie te doen liaan, en l ier van aan de Commandeerende Officieren dier Militij kennis te geven. De Heeren de Vos van SteekwykJoï Nyertfil en 0. 5  550 Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot en deszelfs gevoegden, hebben wederom geïnhaleerd hunne voorfchreeven declaratie. En is het zelve door de Heeren Gedeputeerden der Steden Campen en Zwolle overgenomen als voren, ]SK 108. ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridderjchap en Steden de Staaten van Üverysjel, behelzende bekendmaaking door de Heeren Gedeputeerden der Stad Zwolle aan Hun Ed. Mog., als dat 'er een Corps Pruisfifche Troupes, uit drie Ësquadrpnt Husfaaren befiaande , binnen hunne Stad was ingerukt, enz, In dato den 28 September 1787, De Heeren Gedeputeerden der Stad Zwolle hebben ter Vergadering overgegeeven en laaten leezen de Memorie deezen geinfereerd. De Heeren Gedeputeerden der Stad Zwolle hebben op expresfe last Hunner Heeren Principalen voorgedragen, dat zy met veel aandoening ter kennis van Ridderfchap en Steden moesten brengen, dat voorleeden Maandag een Corps Troepes van Zyn Koninglvke Majefteit van Pruisfen, beftaande uit drie Fsq'uadrons Hufaaren, onder Commando vm den Heer Overfte Göcking binnen hunne Stad was ingerukt, en aanftonds de Hoofdwagt en de Poorten had bezet na de aldaar ftaande Wagten vaa hel Burger Regiment hunner Stad te hebben doen Bfmarchleren. — Dat gemelde Heer Commandant, na het inrukken van die Troepes, by zich had gereauireerd twee Heeren van de Magiftraat. 6at Hunne Heeren Principalen daar op ook daad]vk twee Heeren uit hun midden na denzelven hadden gecommitteerd, cn dat hun door dezelve was geapporteerd, dat de Heer Commandant var1 hun had Verequireerd om boven en bchalven de disfolytie en ontwapening der Brigade, van het Corps lij,-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 255 zy quafi nu onlangs derzelver Huizen cn ööedefêil • voor geweld en plundering- zouden hebben beveiligd; Notificeeren alle en een iegelyk, dsrt ten Huize van den Heer Gilles Groeneveld, Koopman, woonende op het Westnieuwland alhier» zal geplaatst worden een Kist, waarin yder, die genegen is mede te werken tot opbouw vart de goede harmonie binnen de voorfchreeven Stad kan inbrengen zodaanige vrywillige giften* als hy zal goedvinden, waar van het montant ten overftaan, of" onder directie van Heeren JohaN Frakcöis vak? Hogendorp, Mr. Joan Gerbrand van Mierop, Mr. Reinier Frederik van Staveren, en Mr. Anthony Wilhelmus Sinn van Bazel, allen Raden in de Vroedfchap deezer Stad, als van wegens de Wethouderfchap en Vroedfchap verzogt en gequalificeerd zynde, tot de provifioneele beheering en beleid der - Burgerwagten, zal ftrefcken, zo tot belooning van die vrywillige wagtdoende Burgers, die in deeze dagen zich beyverd hebben, om de Stad voor alle geweld te bevryden, als van die? welke onder opzicht van S. A. Walstein , C. Brouwer, Hugoosz., J. P. Rocques, S. van Wapeningen,, J. Burgerhout Cornelisz., J. Camerling , en L. W. C. van Letouw, door het houden der'Wagten als anderzints, daar mede provifioneei zullen continueeren. Ter Ordonnantie van de Heeren van de Wet Voornoemt. (was get.) ]. van Züyien van Nyevelt; N°« ui. Extract uit de Refolutien van Hun Ed. Mog. de Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, waar by eenige Bedienden van Hun Ed. Mog. onder zekere claufule worden gecasfeert. In dato den 28 September 1787. Is na deliberatie goedgevonden, de gezworen Klef-'  25fi Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Klerken Wesseling en MATHooRNé, den Exploicteur Kockenga, den waarnemendenRequest-Meester Klinkenberg, en den Kamer-Bode Blanke, wegens het Verlaaten van hunne Posten, daadlyk te casfeeren, ten zy dezelven binnen veertien dagen, na affixie deezes, by Hun Ed. Mog., zodaanige blyken en bewyzen ter hunner ontfchuldiging kwamen in te leveren, waar door Hun Ed. Mog. tot eene nadere dispofitie deezen aangaande mogten Worden gepermoveerd. Alles egter onverminderd het recht van den Lande, by aldien dezelve Perfoonen, behalven het bovengemeld verlaaten van hunne Posten, bevonden worden in eenig ander opzicht te hebben gedelinqueerd. Accordeerd met voorfz. Refolutien (was get.~) H. A. Laan. No* lid. ExtraB uit het Register der Refolutien van ■.Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by de Heeren Gedeputeerden der Stad Cam~ pen, confenteeren nopens het verzoek van Guarnifoen, enz. In dato den 20 Septemb. 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Campen heb* ben verklaard, te confenteeren in de Propofitie nopens het verzoek van Guamifoen in deeze Provincie aan Zyne Hoogheid te doen, als mede in den ophef van de furcheance van de betaaling der Militie ter Repartitie deezer Provincie ftaande. t ...... No; 113.  de Gebeurtenis/en injij^f enz. voorgevallen. 257 No. 113. ExtraSb uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Statten van Overysfel, waar by de Heeren Gedeputeerden der Stad Zwolle, confenteeren nopens het verzoek van Guamifoen, enz. In dato den 29 September 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Zwolle hebben verklaard te confenteeren in het neemen van een niet te zwaar Guamifoen, uit de Troepes van onzen Staat behoorende , in deeze Provincie en hunne Stad, zodaanig dan nog om geene andere binnen dezelve te admitteeren, dan van welke confteert, dat zich in hunne Guarnifoenen Uilen vreedzaam gedragen hebben, en zich aan geene Excesfen tegen Burgeryen hebben fchuldig gemaakt., En hebben mede verklaard te confenteeren in de ophef van de furcheance van de betaaling der Militie ter repartitie van deeze Provincie ftaande. No. ït4. ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende de inhoud eener Misfive , aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erfftadhouder gefchreeven. In dato den 29 September 1787. Is goedgevonden aan zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfauw, ingevolge onze Refolutie van gisteren, te doen depecheeren de Misfive navolgende. Doorluchtigste Hooggebóoren Vorst en Heer ! Op gisteren gerefolveert hebbende Uwe Hoogheid in qualiteit als Erfftadhouder, Capitein, en Admiraal Generaal deezer Provincie weder te herftellen, in alle Hoogstdeszelfs Rechten, Privilegiën en Praëminentien, zo als aan Uwe Hoogheid I. Deel. & ia  258 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot in den Jaare 1766. overeenkomftig het Reglement van Regeeringe van 1748. wel en wettig zyn opgedraagen, en geconfereert; zo als Uwe Hoogheid nader zal kunnen conReeren uit onze Refolutie zelve, waar van een Extract hier nevens voegen: hebben Wy niet willen afzyn daar van by deezen aan Uwe Hoogheid kennisfe te geeven ; en tevens Uwe Hoogheid by deezen mede ingevolge ons goedvinden van gisteren te verzoeken, om tot onderhouding van de rust en veiligheid in deeze Provincie, een daartoe genoegzaam aantal Militie in dienst van deezen Staat zynde, in dezelve te willen leggen, en Guamifoen doen houden hoe eerder zo beter; en eindelyk nog aan Uwe Hoogheid kennis te geeven, dat Wy te gelyk ook nog hebben goedgevonden, de Militie ter repartitie van deeze Provincie flaande, zo verre de betaaling daar van is gefurcheerd geweest, in het vervolg wederom te doen betaalen, en dus dezelve furcheance in te trekken en te annulleeren , en daar van aan de Commandeeïende Officieren van dezelve mede kennisfe te doea geeven. . Waar mede enz. De Heeren Gedeputeerden der Steden Campea en Zwolle , gedragen zich tot hunne voorgaande Declaratoiren. En zal deeze Misfive per expresfe worden gezonden aan de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit, om dezelve eigenhandig aan Zyne Hoogheid over te geeven. No. H5'  de Geleur cnisfen in 17% j enz. voorgevallen. 259 N/. 115. Extract uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, over het verkenen van de nodige Credentiaalen, aan de Leden welke voor het verbraken van het Reglement van 1748, fesfie in de differente Collegien hebben gehad. In dato dén 29 September 1787. Is op de Propofitie van de Heeren Gecommitteerden der Stad Deventer goedgevonden, de Heeren Ordinaris Gedeputeerden te authorifeeren, ora aan de refpeclive Heeren Gecommitteerden , welke Voor het verbreken van het Reglement van 1748. fesfie in de differente Collegien hebben gehad, de nodige Credentiaalen op nieuws te verleenen, met allegatie van de tegenswoordige herftellinge. De Heeren Gedeputeerden der Steden Campen en Zwolle, refereeren zich als vooren tot hunne gedaane verklaaring. No. 116. Publicatie van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van Overysfel, waar by word bekend gemaakt dat zyne Doorluchtige Hoogheid dm Heere Prince Erfftadhouder, in alle deszelfs Rechten, Privilegiën en Prehninentien is herfteld, enz. In dato den 29 September 1787. Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel doen te weeten; dat Zyne Doorluchtigfte Hoogheid de Pleere Prince van Orange en Nasfauw, jrj qualiteit als Erfftadhouder, Kapitein Generaal eii Admiraal deezer Provincie, by Refolutie van den 28 September deezes Jaars, weder is herfteld in alle deszelfs Rechten , Privilegiën en Prceëminentien, zo als aan Hoogstdenzelven in den Jaare 1766. overeenkomftig het Reglement van Regeeringe van 1748. wel en wettig zyn opgedragen en geconfereert geweest, ten dien einde het gemelde Reglement van den Jaare 1748. weder zynde geconfirR 2 meert,  26*o Verzameling1 yan Stukken betrekkelyk tot meert , en in alle zyne punten en dcelen herfield. N°. 117. Extract uit Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by aan de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit word geinjungeerd, zich in het vervolg wederom tian hunne Injlruttie te moeten houden. In dato den 29 September 1787. De Heer Lemker van Breda, Burgemeester der Stad Campen , heeft ter Vergadering gedaan en overgegeeven de Propofitie deezen geinfereerd. Edele Mogende Heeren! De Ondergeteekende voorneemens zynde totwaarBeeming zyner Commisfie binnen weinig dagen na 's Hage te vertrekken, vind zich genecesfiteerd, om niet alleen voor hem, maar ook voor z^n mede Gedeputeerden zich te adresfeeren aan UEd. Mog., om te mogen geinformeert worden , of nu verder in deeze tegenswoordige omftandigheden van de publyke zaaken zich zullen hebben te gedragen na den inhoud van de laatstgenomen Refolutie van Ridderfchap en Steden van den 16 Mey deezes Jaars op hun fujet genomen, dan of zich nu voortaan alleen ftiptelyk aan hunne Infiruclie zullen moeten houden, verzoekende hier van met de intentie van UEd. Mog. te worden gemunieert. (was get.) J Lemker v. Breda. Waar op zynde gedelibereerd is goedgevonden en verRaan, dat de Heeren Gecommitteerden van wegens deeze Provincie ter Generaliteit zich in het vervolg wederom zullen moeten houden aan hunne Infiruótie, wordende onze Refolutie van den 16 Mey deeze Jaars by deezeu ingetrokken. De  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 26*r De Heeren Gedeputeerden der Steden Campea en Zwolle hebben dezelve overgenomen. No, 118. Extract uit het Register der Refolutien vaÊ Ridderfchap en Steden de Staaten Overysfel, betrekkelyk eene Propofitie ten einde de v;iendnabuurlyke Harmonie , en goede verflandhouüing, met de Provincie van Gelderland moge worden herfteld en bevestigd, enz. In dato den 19 September 1787. De Heere Droste van Zalland heeft ter Vergadering gedaan de Propofitie deezen geinfereert. Edele Mogende Heeren! De omftandigheden waar in deeze Provincie door de Troubles welke het Land hebben beroerd, is gebragt geworden met betrekking tot de Provincie van Gelderland, vorderd ongetwyffeld, dat mea tot welzyn van beide Provinciën en inzonderheid van de onze, zodaanige efficacieufe en best gefchikte middelen ten eerften in het werk ftellen» waar door die verregaande oneenigheden, en klagten tegens onze Ingezetenen op de best convenabelfie wyze zouden kunnen worden vereffend» en uit den weg geruimd , ten einde de zo zeer gewenschte vriendnabuurlyke harmonie, en goede verftandhouding moge worden herfteld en bevestigd. (was get.~) Heiden Hompesch. Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevonden de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Financie te verzoeken en te committeeren, zo als verzogt en gecommitteerd worden mids deezen, om dezelve Propofitie nader te examineeren, en RidR 3 der-  &72 PetzamUhg van Stukken betrekke-yk tot en buiten effect te ftellen alle Refolutien, houdende piovifioneele Voorziening omtrent de Magiftraatsbeftelling derzelve Stad, met alle de gevolgen van dien, ten einde alzo dezelve Regeering onverhinderd blyve in het uitoeffenen der Privilegiën aan gemelde Stad gegeeven: gelyk mede de deliberatien over de vermeerdering der Leden van de Vroedfchap der voorfchreeven Stad, te houden en verklaaren...voor vervallen. 125. Extract uit de Refolutien van Hun Ed. Me~ genden de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, beveelende dat alle Geweeren en Wapenpenrusting der Genoodfchappen van Wapen-oeffeningen, Vrycorpfen, enz. zullen worden gebragt in s Lands Magazynem ln dato den 1 Otlober 1787. De Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht hebben aan Hunne Ed. Groot Mogenden voorgedragen, dat het Hunne Ed. Groot Mogenden behaagd hebbende, by Hoogstderzelver Refolutie van den 20 September laatstleden, alle de Gewapende Genoodfchappen te disfolveeren en te vernietigen, met last, om hunne Wapenen aan de Regeeringen der refpective Steden, en aan Schout en Gerechten ten platten Lande over te brengen, zy Heeren Gedeputeerden in confidentie hadden genomen, dat verre de minfle Steden en Dorpen gefchikt waren, om die wapenen te kunnen custodiéren; dat aan Hun Heeren Gedeputeerden was voorgekomen, dat het ten uiterRen noodzaaklyk waare, om daaromtrent eene geregelde voorziening te doen, en dienvolgens van gedagten zouden zyn, dat alle Geweeren en Wapenrusting der voorgemelde Genoodfchappen van Wapen-oeffening, VryCorpfen of Schutteryen , voor zo verre deeze laatfte afgezonderd zyn van de ordinaire Schutteryen of  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 273 of Eurger-Compagnien in de Steden, benevens de fcherpe Patroonen, het Kruit en de Granaaten, zouden behooren te worden gebragt in de Hollandfche Magazynen, als zynde aan Hun Gedeputeerden voorgekomen, daar toe de gefchiktfte plaats te zyn , dat dienvolgens Heeren Gecommitteerde Raaden zouden behooren te worden verzogt en gequaiificeert, om ten dien einde met overleg van ;de Regeeringen in de Steden de noodige orders te Rellen, dat hier aan met den meesten fpoed werde Voldaan; en dat dus deeze Refolutie zonder reTurnde zoude behooren te worden gearreReerd. Waar op gedelibereerd zynde, is góedgeVondeh en verRaan, de Heeren Gecommitteerde Raaden, "zo veel de kleine Steden en het platte Lahd aangaat, by deeze te Verzoeken en te qualificeeren, om de noodige orders te Rellen, dat alle Geweereu en Wapenrusting der. voorfchreeven Genood;fchappen van Wapen-oeffening , Vry-Corpfeh of Schutteryen, (vóór zo ver deeze laatRe afgezonderd zyn, van de Ordinaris-Schutteryen of BurgerCompagnien in de Steden) beneVens de fCherpe Patroonen, het Krüit en Granaaten in de Hollandfché Magazynen worden gebragt. En vóórts Burgemeesteren ett Regeerderen, aan de Steden Rem in Staat hebbende, te verzoeken, p'rri yder, zö veel hun Stad aangaat, omtrent de bewaaring van de, voorfchreeVen Geweeren de noodige order te Rellen, als zy ten meesten dienfle Van den Lande, en tér bereiking van het oogmerk zullen oirdeelen te behooren; wordende Burgemeesteren en Regeerderen' verzogt, aan Hun Edi GrOot Mogenden kennisfe të geeVen van het geen door Hun in deezen zal wezen gedaam I, Dèè1> S No. Ï2Ó.  Je Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 27? Aldus gearresteerd by de Vroedfchap derStadUtrecht, op den 1 Ottober 1787, en more folüo van den Stadhuize gepubliceerd den aden dito. In kennisfe van my , (was get.) J. W. de Rüever. No. 130. Extratt uit de Refolutien van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van 'Zeeldnd, waar by is beflooten, dat zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder zal worden verzogt en geauthonfeerd, om in die Provincie te komen, of Gemagtigden te zenden, tot herflülingfler rust; en fpeciaal, om zodaanige veranderingen in de Collegien van Juftitie en Policie enz. te maaken, als in de tegenswoordige omftandigheden onvermydelyk zal zyn enz. benevens de Publicatie ten einde daar kennis aan de Ingezetenen van te geeven; met by gevoegd vermaan aan allen en een ieder, om zich voortaan ftil te houden, zonder eenige verandering te vergen, tot den tyd dat zyne Doorluchtige Hoogheid van alles kennis zal hebben genomen, en naar recht en bülykheid daar in voorzien. In dato den 2 Otlobef 1787. Is gerefolveerd zyne Doorluchtige Hoogheid dea Heere Prince Erf-Stadhouder te verzoeken, zyne Stadhouderlyke authoriteit te willen gebruiken toe herftelling van de rust, en zich of in hooge Perfoon naar deeze Provincie te begeven, of Gemagtigden te zenden naar de Steden en Plaatzen, daar de nood. het vereischt, ten einde aldaar het wettig gezag der Regeeringe en Juftitie te handhaaven, de klagten ©n bezwaaren der Ingezetenen te hooren, en, dezelve gegrond vindende, te doen redresfeeren. Wyders , om zyne Doorluchtige Hoogheid te verzoeken en te aüthorifeeren, fpeciaal, om, tusS_4 fchea-  p.$o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fphentyds, zodaanige verandering in de Collegien yan Policie en Juftitie, of mindere Ambtsbedieningen in fdmmige Steden en Plaatfen te maaken, als m de tegenwoordige omftandigheden volftrekt onvermydelykzal zyn; behoudens , in alle andere gevallen, de Privilegiën derzelver Steden enPlaatien: en is hier van door de volgende Publicatie aap de Ingezetenen bekendmaaking gedaan. PUBLICATIE. ', De Staaten van Zeeland, allen den genen dieóeer zen zullen zien of hooren leezen, falut; doen te weeten. Dat wy in aanmerking neemendc de tegenwoor-: dige gefteldheid der zaaken in deeze Provincie, het onderling wantrouwen van de Ingezetenen tegen malkander, en de geduurige onrusten desordresdie daar uit voortfpruiten, goedgevonden hebben, by onze Refolutie van heden, zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer Prins yan Grange en Nasfau, Erfstadhouder, Kapitein en Admiraal-Generaal deezer Provincie, te verzoeken, zyne Stadhouderlyke au*horiteit te willen gebruiken tot herftelling van de rust, en zich, of ih hooge Perfoon naar deezePi-Qt vincie te begeeven, of Gemagtigden te zenden, naar de Steden en Plaatfen daar de nood het vereischt, ten einde aldaar het wettig gezag der Re? feering en JuRitie te handhaaven s de klagten en ezwaaren der Ingezetenen te onderzoeken, en der Zelve gegrond bevindende te doen redresfeeren. Dat wyders, vermids het aan zyne Doorluchtige Hoogheid zoude kunnen voorkomen, dat onder de Perfoonen van de Regeeri.ng in fommige Steden en flaatfen, of onder mindere Ambtenaaren, zodaanige'werden gevonden, die door het wantrouwen der Ingezetenen tegen hun beftuur niet langer in de oeftening hunner bedieningen kunnen gelaaten leerden, of 'wier verwydering noodzaaklyk is ge- ' wor«  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 231 worden tot herftel van de rust; wy hebben goedgevonden zyne Doorluchtige Hoogheid te verzoeken en te authorifeeren, fpeciaal, om tusfchen tyds, Eodaanige verandering in de Collegien van Policie cn Juftitie, of mindere Ambtsbedieningen in die Steden en Plaatfen te maaken, als in de tegenwoordige omftandigheden volftrekt onvermydelyk zal zyn, behoudens in alle andere gevallen de Privilegiën derzelver Steden en Plaatfen. Dat wy deeze onze Refolutie hebben willen doen bekend maaken, op dat een ieder in deeze Provincie zich voortaan Ril houde, zonder eenige verandering te vergen, tot der tyd dat zyne Doorluchtige Hoogheid van alles kennis zal hebben genomen, en 'naar recht en billykheid daar in voorzien j terwyl wy pns verzekerd houden, dat niets aan zyne Doorluchtige Hoogheid zo onaangenaam kan wezen, als het voortduwen der onrust, waar door de Provincie onherftelbaar word bedorven, en de popgingen van zyne Doorluchtige Hoogheid toi; het wezeplyk welzyp der Ingezetenen pnnut gemaakt. En op dat niemant hier van eenige onweetenhcid zou voorwenden, zal deeze alom worden gepubliceerd en geaffigeerd ter plaatfe daar zulks gewoon is te gefchieden. Aldus gedaan en gearresteerd, in het Hof yan Zeeland te Middelburg, den 2 October 1787, (Onder Jiond) Ter Ordonnantie van de Heeren Staaten van Zeeland. (was geQ W« 4. de Beyerei?,  4e Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 383 N°, 132. Publicatie van den Heers Erfftadhouder, benevens Prcefident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland, tegens Plunderingen, inflaan van Glazen in 'sHage, enz, Jn dato den 2 Ottober 1787. Willem, by de Gratie Gods Prince van Orange en Nasfau, &c. &c, &c., Erfstadhouder, Erf. Gouverneur, Kapitein-Generaal enAdmiraal, mits. f[aders de Prasfident en Raaden over Holland, Zeeand en Friesland: Allen den geenen die deeze eullen zien of hooren leezen, falut, Alzo niet tegenftaande de ernftige Publicatie van de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, en het ernRig en vriendelyk Declaratoir en Waarfchouwinge van zyne Hoogheid van den 20 September deezes Jaars, eenige onrustige Perfoonen, zo van de kleine Gemeente, als Militairen, zich niet ontzien, om by dageen by nachte, zo binnen den Hage, als in den omtrek; van dien ten platten Lande, de verregaandfte geweldenaryen, zo met plunderen van Huizen, inflaan van"Glazen, als anderzints, te pleegen. Zo is 't, dat Wy (na daar over gehoudenc Conferentie met de Magiftraat van 's Hage) by deezen allen en een iegelyk, op het ernftigfte vermaanen en gelasten, zich te onthouden van diergelyke ten hoogftenftrafbaarebedryven te pleegen; op poene, dat de genen, welke bevonden zullen worden zich daar aan fchuldig te maaken, als Verftoorders van de plublieke rust, anderen ten exempel, op het aller rigoureuste aan den Lyve, zelfs ook, na exigentie van zaaken, met de Dood zullen worden geftraft. En op dat niemant hier van ignorantie pretendeeren, beveelen Wy, dat deeze in 's Hage worde gepubliceerd, en daar en in den omtrek van dien geaffigeerd, daar zulks te gefchieden gebruikelyk Üs, en de nood vereisfchen zal. Gedaan in den Raade den 2 October 1787. (Onder ftond) My prefent. (was get,) Adriaan Bodt. 133.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 293 tien en Voordragten, in welken de verregaandfte, ongehoordfte en onrechtvaardigfte bedreigingen zelfs aan U Ed. Groot Mog. Vergadering voorkomen, hebben wy gemeend ten deeze onze attentie ook voornaamlyk te moeten vestigen: van deezen aart dan, Edele Groot Mogende Heeren! zyn ons in het byzonder voorgekomen te zyn voor eerst, het Adres aan U Edel Groot Mogenden gedaan, door de zich noemende Leden der Algemeene Vergadering der Gewapende Burger-Corps in de Provincie Holland, en ter Ordonnantie van dezelve geteekend ƒ. Steenwinkel, gedateerd Leiden den 3 Augustus 1787, en den 4 daar aan volgende ter Vergadering van Uw Ed. Groot Mogenden ingekomen ;> ten anderen , het Adres van de zich noemende Commisfie van Gewapende Burger-Corps, ter expeditie van Militaire zaaken, benevens het Corps' gewapende Burgers, vergadert in het Camp by . Woerden, en geteekend door Pieter Vreede , Secretaris der Commisfie, en P. van Ameide, Secretaris van het Corps gewapende Burgers in het Camp, den 10 Augustus deezes Jaars ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden ingekomen. Eindlyk ten derden, het Adres van de zich noemende Algemeene Provinciaale Vergadering van Gecorn- . mitteerden uit de Krygsraaden der Vryheidlievende Schutteryen, Genoodfchappen van Wapenhandel, Geconftitueerden uit de Burger-Sociëteiten en Corporaten deezer Provincie, den 3often derzelver maand Augustus ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden ingekomen. En vermits bereids op den 9 July deezes Jaars door den Prokureur-Generaal, tot Onze kennis is gebragt zeker Declaratoir der Gewapende BurgerCorps, zeggende, tot befcherming van het Vaderland en Vryheid uitgetrokken te zyn; het welk, behalven door andere publieke Nieuwspapieren, mede was publiek gemaakt, door eene extraordinaire Zuid-Hollandfche Courant van den 5 July deezes, met eene bygevoegde Advertentie, gedaT 3 teeri  9 29+ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot reerd den 3 derzeive mr-and, en uit naam der Gewanende Burger-Corps tot Expeditie der Militaire zaaken, onderteekend door Pieter Vreede, Secretaris, waar by wierd gezegt, dat bet zelve daags daar aan ter kennisie van Uw Edel Uioot Mogenden Hond gebragt te worden. Welk Declaratoir onder de door Uw Edele Groot Molenden aan Ons toegezonden Adresfen niet word ipvonden, zo verzoeken wy eerbicdiglyk, by aldien het zelve wezendlyk ter Vergadering van Uw Edel Groot Mogenden mogt zyn ingekomen, aangezien het zelve, volgens de gedagce van den 1 ro] ureur-Generaal, deszelfs fchriftelyke Propofitie aan den Raade voorgedraagen , is contmeerende openbaare bedreigingen van eigen willekeurige wraakneemingen van geledene fchaaden , en mitsdien onbehoorlyk, en zoude kunnen wezen van dangereufe gevolgen, dat hetzelve mede aan ons tii rriginali of copieelyk mag worden ter hand gelleld. Gelyk wy het zelve verzoek mede doen, omtrent zeker Request, in het laatst van den vorigen Jaare ï-;86 aan Uw Edele Groot Mogenden geprefente'erd, en by «558 Perfoonen, waar onder verlcheid"n Suppoosten van den Hove, onderteekend en vermeld onder de Notulen van Uw Edele Groot Mogenden van den T December deszelven Jaars, waar omtrent insgelyks den Prokureur-Generaal reeds eene Propofitie aan den Hove heeft gedaan. Hier mede dan, Edel Groot Mogende Heeren, overgaande tot onze voorloopige Confideratien en Advys, wat naamlyk in d^eze tot rust yan den Lande, tot veiligheid van Uw Ed. Groot Mogenden, zelve, of van alle andere Regeeringen, of Perfoonen, die daar in bedoeld of genoemd zyn, zoude kunnen en behooren gedaan te worden, zouden wy, onder het welnemen van Uw Edele Groot Molenden, van gedagten zyn, in de eerfte plaats: —• dat. hoe zeer ook het misdaadige , in de hier vooreugemclde Adresfen voorkomende, zoude kunnen  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. -295- of mogen gecenfeert worden te behooren tot dat zoort van delicten, waar omtrent het Hof ten allen tyde heeft gefustineert, dat aan het zelve de privative Cognitie, met uitfluiting van alle andere Rechters, iscompeteerende, en hier voor ten deeze voomaamlyk ook wel zeer veele gegronde redenen zouden militeeren, egter tot vermyding van alle questien, die eenigzints tot verachtcring van het heilzaam oogmerk, het welk U Ed. Groot Mogenden zich in deeze hebben voorgefteld, zoude kunnen ftrekken, de hier voorgemelde Adresfen, door U Ed. Groot Mogenden behooren gefteld te worden , nier alleen in handen van den Prokureur Generaal, maar ook van de Officieren der refpective Steden, daar dezelve geformeerd en geteekend zyn, mitsgaders daar de Autheurs, Onderteekenaars derzelven en verdere Perfoonen daar in deel gehad hebbende woonagtig zyn, ten einde tegen dezelve zozaanig te handelen, als het recht van de Hooge Overheid zal vereisfehen. Ten anderen, dat zodaanige gewapende Schutteryen en Genoodfchappen, door welke. of uit welkers naam, diergelyke Adresfen zyn gedaan, zouden behooren te worden ontwapend en gedisfolveert en vervolgens nieuwe gezuiverde Schutteryen in derzelver plaats gefteld, en voorzien van zodaanige Officieren, van welke men ten volle kan verzekerd zyn, dat dezelve aan diergelyke zaaken geen deel gehad hebben.1 Ten derden, dat overal alle diftindtive teekenea der Schutteryen, uitgenomen de Uniforme-KIeeding, zoude behooren te worden afgefchaft en aan dezelven verboden gewapend op 's Heeren ftraatcn te verfchynen, ten zy op die tyden, dat dezelve de Wagt hebben, of wettiglyk als Schutters worden opgeroepen. Ten vierdtn, dat alle Burger-Sociëteiten, welke deel gehad hebben in de onwettige zogenaamde. Volksvergaderingen, zouden behooren te worden gcdisfolveert, de Huizen daar toe aan dezelve in T I ' ei-  aor5 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot eigendom toebehoord hebbende, of door de Lede» van diep, Pf gerechtiglyk ad opus jus habentiumverkocht , en de penningen aan de gewezen Leden ter hand "gefteld. Ten vyfden, dat in het byzonder zoude behooren onderzoek gedaan te worden naar de Oprichters van zodaanige Sociëteiten, midsgaders op de wyze waar op zy dit gedaan en hoe dezelve zich verder gedragen hebben, terwyl ook al verder zou behooren géinquireerd te worden op de Gecommitteerden en Geconftitueerdcn, zo van zodaanige Sociëteiten, als van andere Corporatien, onder welke benaaming die ook mogten zyn voorgekomen, welke mede in de voorfchreeven Adresfen, het zy direct of indirect, deel gehad hebben, of dezelven zich in die posten ingedrongen en hoe zich verder gedragen hebben. Ten zesden, dat ook zoude behooren te worden geïnquireert, op de Aanleggèrs en Uitfchryvers yan de zogenaamde Volks- of der Genoodfchappenr "Vergaderingen, inzonderheid op die van de laatfte "Vergaderingen te Leiden en Amfteldam gehouden. En eindelyk ten zevenden, dat mede zoude behooren te worden geïnquireerd op de zogenaamde "Commisfie der gewapende Burger-Corps, tot Expet ditie der Militaire zaaken, de Commandanten, en verders die genen, welke in het zogenaamde Burgerlegertje eenige Autoriteit geoeffend hebben, gelyk mede nopens het geen door dezelve by die 'gelegenheid is verrigt en uitgevoerd. Wy nemen de vryheid Ed. Groot Mogende Heeren ! deeze onze Confideratien aan Uw Ed. Groot Mogenden te ftippediteeren, in vertrouwen, dat Uw Ed. Groot Mogenden dienaangaande zodaanige befluiten zullen nemen, als derzelver hooge wys'heid, tot bevordering van het door Hoogstdezelven voorgefteld falutair oogmerk, waar in alle de Ingezetenen des Lands een allergewigtigst belang hebben, zal raadzaam vinden* e ' te  ie GebenrterAsfenfin 1787 enz. voer gevallen. f297 Hier mede Ed. Groot Mogende Heeren, bidden WY God Almachtig Uw Ed. Groot Mogenden in eene Iangduurige en voorfpoedige Regeenng te conferveeren. Waar op gedelibereerd zynde j is goedgevonden, en verftaan, dat het voorfchreeven Advys zal worden geëxamineert, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edel Groot Mogendens Gecommitteerden tot de zaaken van Justitie, met Comrnisfarisfen yan den Hove, en de Vergadering daar op ten fpoedigften gediend van derzelver confideratien en Advys, en is dien onverminderd Copie yan het zelve verzogt door de Heeren Gedeputeerden der Steden Haarlem, Leiden, Schiedam en Alkmaar, om daar op te verftaan de Intentie van de Heeren hunne Principaalen, en dat voorts aan gemelden Hove in originaii zullen worden gezonden de by derzelver Misfive verzogte Adresfen onder de Notulen van Hun Edel Groot Mogenden den f Pecember 1786 en 4 July 1787, en nog een Recuiest van Burgers van Hoorn, onder de Notulen van den 17 November }l%6f No. 136. Publicatie der Ed Mog. Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, over rechtmaatige aSlie van restitutie en dedommagement enz, Jn dato den 3 Ottober 1787, De Staaten van den Lande van Utrecht doen te weeten: naardien het onwettig gezag het welk door eenige Perfoonen, zich aanmaatigende den naam van Staaten, of wel Gedeputeerden van de Staatea 's Lands van Utrecht, tot nu onlangs is uitgeoeffend, en geduurepde al dien tyd de daaden van onrecht en geweld zeer vermenigvuldigd zyn, waar door de goede In- en Opgezetenen in veelerleije opzichten benadeeld, en aan dezelven fchaade en junder zo in haare Perfoonen als Goederen is toegebragt, gelyk ook de Provincie in 't gemeen hier T 5 door  29S Verzameling van Stukken betrekkelyk tot door is bedorven en geruïneerd: en alzo het niet dan ten hoogften billyk is, dat de üfurpatcurs van zodaanig eene onwettige magt, midsgaders de Uitvoerders daar yan, en die genen, welken daar toe .pirzaak gegeeven hebben, tot rcfïitutie der fchaadens en nadeelen, zo wel aan de Provincie in 't algemeen, als aan de individueele Leden derzelve, verbonden zyn en blyven; zo als wy dan ook reeds voor lange aan de goede lngezètenën belofte van fchaadeloosftelling hebben gedaan , met Declaratoir, dat het nadeel, het welk de Provincie door tkeze fchaadeloosftelling , als anders, zoude komen te lyden, wederom uit de Goederen van alzulke Perfoonen, welke gehouden moeten worden voor de Oirzaaken en Uitvoerders van zodaanige onrechtmaatige en illegaale beveelen of geweld, waar uit deeze fchaade baaren oirfprong nam, zouden worden goedgedaan: en alzo ons is te vooren gekomen , dat dusdaanige Perfoonen fomtyds deeze allezins billyke pourfuites zouden tragten te ontduiken, door zich van hunne yaste Goederen te ontdoen, cn die aan anderé Perfoonen te verkoopen of te veralieneeren, hebben wy/, 'ten einde deeze fchaade voor de Provincie te verhinderen, met advys van onzen Hove Provinciaal, altereerende onze Publicatie nopens de Alienatie van Goederen, invoegen dezelve is eoarresteerd binnen Amersfoort dan 2zften Augustus laatstleeden , by deeze goedgevonden by provifie te verbieden , zo als wy doen mids deeze, aan alle Op- ffl Ingezetenen yan de Stad, Steden en Lande van Utrecht, welken'zich aan het.gunt voorfchreeven is , mogten hebben fchuldig gemaalt, en daar door in tyd en wylenfubjrctgeworden zyn aan deeze zo billyke als rechtmaatige actie van reftitutie en dedommagement', cenigen hunner onroerende Goederen, 't zv Leen-, Thirs- of Erfpacht fubjeót; item Heerlvkheden en Gerechtigheden, als mede Eigen of Alodiaale, gelegen binnen deeze Provincie; voorts alle Beneficiën Ambten en Bedieningen, welken alhier in Commercie zyn,  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 299, zyn, ook alle Leen-, Thins- en Erfpacht-Goederen, of fchoon buiten deeze Provincie gelegen, doch van dezelve of van eenige Leen-, Thins- en Ërfpacht-Heeren alhier releveerende Of in Erfpacht gehouden wordende , te verkoopen , bezwaaren of transporteeren, in welke manier zulks ook zoude mogen gefchieden, op pcene van nullité, en dat het daar voor in rechten zal worden gehouden, als of die Goederen nog daadelyk en onbezwaard in de Boedels van alle zodaanige fchuldige Perfoonen zich bevonden, en zonder dat eenige rettitutie van penningen aan de Koopers of Geldfchieters, of wie in maniere, hoegenaamd, daar voor eenige betaaling, uitlooving, of ruiling mogt hebben gedaan, zal gefchieden ; .waarfchouwende dus allen en een iegelyk, om zich hier voor te wagten, en alzo deeze fchaade te voorkomen: interdiceerende wy mede alle Gerechten, Schouten, Schepenen, Secretarisfen , Stadhouders en Griffiers van Leenhoven, Thins. en Erfpacht-Heeren, en generaal alle andere Perfoonen, om over eenige Transporten, Ovefgiftcn, Pefignatien, Permutatien, Cesfien , Donatien of andere verrigtingen , of Alienatien van dusdaanige Goederen te ftaan, die te pasfeeren, of eenige handelingen en Actens hoegenaamd, daar toe tendeerende, te registreeren, op eene boete van een honderd Guldens telkens by ieder van dezelven, ten behoeve van den Lande , te verbeuren : verbiedende wy' mede alle Secretarisfen en Notarisfen eenige Actens, waar door de hier vooren gemelde Goederen , zodaanige Perfoonen in 't geheel of ten deelen toehehoorende, in maniere als boven zonden mogen worden bezwaard, veralieneerd of verhandeld, te pasfeeren of in eenigerhande maniere daarin behulpzaam te zyn, op de boete van een honderd Guldens als vooren, En op dat de goede , en vreedzaame Ingezetenen deezer Provincie.'in de VWe alienatie, verhand ding cn bezwaaring hunner Goederen niet zouden worden belemmerd of geftremd., permitteeren wy aan alle  gop Verzameling van Stukken betrekkelyk tot alle dezelven, om ingevalle zy eenige zwaarigheid mogten ontmoeten, of hun ingevolge deeZe onze dispofitie wel de vrye alienatie en bezwaaring hun» ner Goederen was "competeerende, zich ten dien einde by ons of onze Heeren Ordinaris Gedeputeerden by Requeste te addresfeeren, om het nodige Declaratoir ter verzekering van hunne handelingen te kunnen erlangen. En op dat niemant hier van ignorantie zoude kunnen pretendeeren, zal deeze worden gedrukt, en aiomrne gepubliceerd en geaffigeerd naar behooren. Aldus gedaan te Utrecht, den &c. Was geparapheerd A. F. Godin, vt. (Onderftend) Ter Ordonnantie van myne voornoemde Heeren Staaten. Qwas get.) H. A. Laan. N% 137. PoinBen, door de Gecommitteerden ven den Achtbaaren Raad der Stad Amfteldam, aan Hunner Ed. Groot Mog. Gecommitteerdens, de Heeren van Spanbroek van Blokland, vanderCoes, van Teyi.ingen, van Stralen en Royer voorgedragen. In dato den 3 OBober 1787. Artykel I. Eene behoorlyke invloed van het Volk. II. De Schuttery, zo als altoos gehad heeft, moet hunne Wapenen behouden. III. Dat de tegenswoordige Regeeringen alle de Ambtejsaarea in hunne refpective Posten zullen blyven. iv,  ie Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. ders geoirlooft, Myne Heeren! Ulieden myne byzöndere manieren van denken, by oUt'zonderling evenement, te mogen openleggen. En dan meen ik in de eerfte plaats Ulieden te mogen herinneren, dat de ongunftige impresfien, die by mindoorziende , of verftandelooze en bevooroirdeelde Menfchen, uit deeze gebeurdtenis, tegen uwe Perfoonen zouden mogen worden opgevat, geenzints aan de Vroedfchap behooren geweeten te worden, maar veel meer aan de zodaanige, die, doof voor de nadruklykfte Voordellen en Protesten der Vroedfchap, Ulieden , op eene wederrechtelyke wyze tot het Schepens-Ambt geroepen hebben. By zo verre nogthands deeze gebeurdtenis eenige meer directe aanleiding tot de minfte perfoneele beleediging, in deeze confufe-dagen, by dien of deezen onbezonnen onverhoopt geeven mogt, zal ik, des behoorlyk onderrigt, den Schuldigen daar aan, uit al myn vermogen,-aan het recht tragten. te brengen; en welke gebeurdtenisfen 'er ook verder als gevolgen van deezen tyd zouden mogen plaats krygen, waar in het zou kunnen te pas komen, Myne Heeren! dat iemant Uwer eenige byzöndere befcherming of eenige byzöndere interventie van het Officie deezer Stad (zo lang ik de eer zal hebben daar mede bekleed te zyn) zoude behoeven ;. hier op zultGyliedenen ieder Uwer zich volkómen kunnen verlaaten, dat ik, met een leevendig gevoel van de kommerlyke en benauwde dagen, diegy, federt den loop van eenige weeken, hebt doorgebragt, en met dankbaare erkentenis aangedaan, voor het zo voorzichtig als gelukkig beleid in het bewaaren of helpen bewaaren van de rust deezer Stad, my den genen hoop te betoonen, dien Gylieden uwe achting en vriendfchap niet onwaardig zult kunnen reekenen. Hier toe vond ik my te meer verplicht, daar Gylieden, Myn Heeren! my in qualiteit van Hoofdofficier, met zo veel teekenen van genoegen in V 3 deezcj  ie Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. 317 Jfragte van de bovengemelde Refolutie van Hunne Ed. Groot Mogenden, in dato den 1 October,laatstleden, tot meerdere bevestiging van de billykheid van de voorfchreeven demarches, dat de Vróedfchap, na voorafgaande beroep en befchryving der wettige Leden, als naar Ryle, op heden den Boondag (die op den 29 April laatstleden had behooren gehouden tewOfden, doch waar inde wettige Vroedfchap feitelyk is verhindert geworden) belegd en gehouden hebbende, de eer heeft, van aan Uw Doorluchtige Hoogheid te prefenteeren de hier nevens gaande Mominatien van twee dubbelde getallen van gequalificeerde Perfoonen tot Burgemeesteren en Schepenen deezer Stad, verzoekende zeer gedienflig, dat uwe Doorluchtige Hoogheid, als Stadhouder deezer Provincie, een enkel getal uit dezelven gelieven te eligeeren, om als Burgemeesteren en Schepenen ten dienRe deezer Stad en den Lande geëmployeerd te worden. Daar wy ons verzekerd houden, dat uwe Doorluchtige Hoogheid met ons wel volkomen overtuigd zyt, dat 'er deeze Stad ten hoogflen aangelegen legt van eene wettige Magiftraat voorzien te zyn, vertrouwen wy, dat uwe Doorluchtige Hoogheid ons ook wel met eene fpoedige electie zult gelieven te begunftigen, en alzo aan het verlangen van ons en de goede Buigery voldoen. Wy beveelen Doorluchtige Vorst en Heer! Uwe Doorluchtige Hoogheids dierbaare Perfoon, in de genadige Protectie des Allerhoogften, en hebben de eer ons te onderfchryven Doorluchtige Vorst en Heer! Uw Doorluchtige Hoogheids ootmoedige Dienaars, Burgemeesteren err Vroedfchappen der Stad Rotterdam. £L. 145.  3i8 Verzameling :van Stukken betrekkelyk tot &c. No. 145. Antwoord van Zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erfftadhouder, op de voorenftaande misJive van Burgemeesteren en Raaden der Stad Rotterdam. In dato den 8 OBober 1787. Ernfeste, Voorzienige, Discrete, onze lieve byzöndere ! Met een byzonder genoegen hebben wy hedea U Ed. Misfive ontfangen, daar uit vernemende, dat U Ed., ingevolgen derzelver aloude Privilegiën, Costumen en Herkomften, de Nominatien van Burgemeesteren en Schepenen gemaakt, en aan Ons, als Erfftadhouder deezer Provincie, ter electie hebben toegezonden. Wy hebben ons ten uiterften bedroefd over het «ngelyk en geweld aan de wettige Vroedfchap van U Ed. Stad aangedaan: — wy hebben met fmert de Privilegiën zien verkragten, om een Cabaal te ftyven, die, zo het de de Goddelyke Voorzienigheid niet hadde voorgekomen, dit goede Land onherftelbaar zonde hebben geruïneerd. Wy wierden door dezelve in onze betrekkinge en in de uitoeffening onzer Eminente Charges geturbeert, en dus waren wy ten dien tyde niet in het vermogen om aan Uw Ed. en aan U Ed. Burgery, die aan onze Perfoon en Huis zo veele blyken van affectie heeft «-egeeven, die befcherming te verkenen, die de biïlvkheid uwer klagten vorderde. God heeft in zvn'e gunst dat alles doen veranderen. Wy deféreeren dus gaarne aan het verlangen van U Ed. om eene fpoedige Electie uit de Nominatien, door eene wettige Vroedfchap gemaakt, te doen. Waar mede, Ernstfeste , Voorzienige, Discrete, onze lieve byzöndere! Wy U Ed. beveelen in Gods Heilige Protectie. 'sHage den 8 Octob. 1787. U Ëd. Geedwillge Vriend, (wfljgef.) W. Prins van Orange. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid, (wis gei.) P. J. de Larrey*  :£y den Drukker deezes is onder andêfea nog ■ gedrukt. 3 Deduttie voor. de Heeren. van de Ridderfchap faa Overysfel , nopens de zaafc van den Heer J, D. VAfï ben CAPELLEN tot dek POL en de Drosten Dien-* iten. Gedrukt ingevolge Refolutie Hunner Edelmogenden van 2 Septemb. 1783, in gr. 8vo; de prys ia ± Guld. ' é. J. W. RACER' Overysfelfche Gedenkftukken. Bevattende onder anderen, de Opkomst en Samenftelling van de Provincie Overysfel , nevens verfcheidene Merkwaardigheden tot nabuurige Gewesten betrekkelyk. Dc voornaamfte Landbrieven en oude Landrechten vatt Overysfel. Aangaande de Dienstbaarheid der vrye en Hoorige Ingezetenen van Overysfel. Alles door een menigte echte Stukken der Oudheid opgehelderd. 6 Deden in gr. 8vo. de prys is 11 Guld. ó ft. 3. Overysfelsch Advysboek , behelzende merkwaardigs zo Confultatoire als Derifoire Advyfen en Sententien van veele voornaame Rechtsgeleerden in Overysfel! By een verzamelt, en met de nodige Registers voorzien door Mr. L. C. H. STRUBBERG, -? Deelen in 4to. de prys is 10 Guld. 16 ft. Het Vierde Bed 't welk reeds op de Pers is, zal meerendeels beftaan uit Sententiën over Preferentie en Concurrentie van het tiiterfte belang, en waar in buitengemeen finguliere Questien voorkomen. 4. Nederlands Advysboek, behelzende merkwaardige zo Confultatien als Advyfen van voornaame Rechtsgeleerden in Nederland. By een verzamelt, met korte Hoofdftukken van de Materie voor ieder Advys, en met een ivydloopig Register voorzien, door Mr. 1SAAK van ben BERG Rechtsgeleerde. Tweede druk. Geheel verbeterd, van veelvuldige Drukveilen gezuiverd, en met notabele Advyfen vermeerdert, door J. A. D. C. 4 Deelen. in 4to. a 18 Guldens. 5. Landrecht van Auerisfel tho famen gebracht vndeutbtgelecht , doer MELCHIOR. WINHOFF. Tweede druk. Met veele Taal-, Gefchied-, Oudheidkundige en Rechtsgeleerde Aanteekcningen, benevens Registers, zo van Zaaken als van Woorden, vermeerderd #oor J. A- ds CHALMOï. -in ^r. *vo. i 3 Guld.  e,-, Oude Fries;fch8' Wetten mét eens NeJerduitfchff ver.' taaling cn ophelderende Aanteekeningen voorzien. Twcffl Stukken in gr. 4W. 4 Guld. 16. ft. 7. PAUL1 G, F. F. N. MFRULiE J. C. Manier van Procedeeren, in'de Provintien van Hollandt, Zeelandt en West-Vriealandt, belangende Civile zaaken a getrouwlyk en met neerftigheid by een vergaderd uit alle Ordonnantiën , Privilegiën , InjlniBien, Misfiven, ABcn, jiposcülen, er.z. tot dien einde in de honderd jaaren herwaards by de Hooge Overheid, of van wegen dezelve uitgegeeven: alles met Civile en Canonyke Rechten, nevens der Rechtsgeleerden zo nieuwe als;Oude meeningen bevestigd: eerst in den jaare 1705' met-veele Aanmerkingen van voornaame geoeffende Pra&izyns; en vervolgens met Aanteekeningen, de hedendaagfche Praclyk betreffende, vermeerdeit door Mr. GERARD be HAAS. Mitsgaders nu op nieuw overgezien, verbetert, en conüderabel vermeerdert, door Mr. D1DERICUS LUL1US, en JOANNES'van der LINDEN, Advocaaten voor de refpettive Hoven van Justitie in Holland. 2 Deelen in gr. 4to. 12 Guld. 4 ft. g. VerkUaring over het Nieuwe Testament door C. A. HEUMAN in deszelvs leeven Hoogleeraar der Godtgeleertheid, Wysgeerte, en Geleerde Gefcbiedkunde, op de Hooge School te Gottingen, 10 Deelen; uit het Hoogduitfch vertaald, en met Aanteekeningen verrykt door A. STERK, Leeraar der Gemeente toegedaan de onveranderde Augsburgfche Geloofsbelydenisfe te Amfteldam , in gr. Ocfavo. 23 Gl. 9. REIZE LANGS DEN NEDER-RHYN over het Loo, El ten, Emmerik, Wezel, Duisburg, Keizerswaart, Dusfeldorp, Keulen tot Bon, en voorts over Krevelt, Gelder, Kevelaar, Kleef, Nymegen, Arnhem, Roofendaal en Dieren te rug. In Oogstmaand des jaars MDCCLXXX1V door een Gezelfcbap uit eene der Nederlandfche Steden gedaan. In XXIV Brieven aan eenen Vriend medegedeeld, en met Gefchied--en Oudheidkundige Aanmerkingen doormengd, iii gr. 8vo a 22 ftuiv. 10. J. H. VERSCHUIR Disfertationes Philologico-Exegetics, quibus Varia S. Codicis Loca illuftrantur & nova ratione expUcantur. in gr. 4to. 2 Gh 8. ft. 11. J. SCHRADERJ JLiber Einendationum, gr. 4«>. 3 Guld.     CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN < in het EERSTE DEEL, VAN DEEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. K°. i. Waarfchomving door de Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland, ter gerustjieüing van de Ingezetenen dier Provincie. In dato den 3 September 1787. . , bladz. 1. — 21 Waarfchouwing van de Ed. Achtk Magiftraat te Leeuwarden, ten zelfden einde. In dato den 3 Sept. 1787. bladz. 4. —— 3. Declaratoir der Heeren Collonellen enz. in Friesland guarnifoen houdende. In dato den 3 Septemb. i787. bladz. 5.' — 4. Misftve van eenige Volmagten ten Landsdage in Friesland, tot het beleggen van eene zogenaamde Staatsvergadering te Franeker. In dato den 3 Septemb. 1787. bladz. 6/ 5- Publicatie van Hun Ed. Mog. de Heeren Gecommitteerde Raaden van Holland en West-Friesland, ter ontdekking van den Autheur of Uitflrooijer van zeker vuilaardig e% oproerig Blad. In dato den 4 September 1787. bladz. 8. — 6. ExtraU uit het RefoHitieboek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland, over het inroepen der Mediatie en be2 * mii-  IV RE G IST ER middeling der Hoven van Franhyk, Engeland en Pruisfeiu In dato den 4 September 1787. • . • bladz. 9* N*. 7- Memorie van zyne Excellentie de Baron van Thulemeyer , Éxtraordinaris ■ Envoyé van zyne Majefieit den Koning van Pruis/en, op den 5 September 1787 aan den P>rcefident van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal overhandigt t 10. „ ... g. Refolutie van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van Zeeland, tot handhaaving der ritst. In dato den 6 Septembj^g^. bladz. 11. . 0. Misfive van Hvn Ed. Mog. de Heeren Staaten vari Friesland, aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal, ter kennisgeeving van de onlusten en oproerige leweegingen in hunne Provincie. In dato den 7 September 1787. ...... bladz. 12. » 10. Declaratoir op naam. van de Officieren en ho.wraire Leden der Vrycorpjen in Friesland, ter zich genoemd hebbende Staatsvergadering te Franeker. In dato den 7 September 1787. • • • • • bladz. 14. *— 11. Misfive van het pratenfe of zogenaamde Defenfie■wezen der Stad Franeker, geaddre.feert aan de Natie. In dato den 7 September 1787. • - • bladz. 16. m .... 11. Misfive door den Burger Krygsraad der Stad Franeker , verzonden aan den Burger Krygsraad der Stad Harlingen. In dato den 7 September 1787. . bladz. lp'. . 13. Publicatie van de praten fe Staaten van Friesland te Franeker vergaderd. In dato den 8 Sept. 1787. bladz. 2ï. ». . • 14. Den & September is ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Rolland en IVest-Fries- land,  der STUKKEN. XI 49- ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, ten einde eene Commisfie te decerneeren om zyne Doorl. Hoogheid den Heere Erfftadhouder over deszelfs aanftaande terugkomst in 's Hage te verwelkomen, benevens rapport wegens het volvoeren van die Commisfie. fff dato den 20 September 1787. , bladz. 129. •' 5 °- ExtrabT; uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden, de Staaten van Overysfel, behelzende eene bekendmaaking per misfive door den Heere Droste van Twente, dat de Pruisfifche Husfaaren van Goltz ten getale van 891 Paarden op den 12 deezer te Qotmarsfum waren gearriveert, In dato den 20 September 1787, , bladz. 131. •——- 51. Misfive van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, aan Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, over de doormarsclf van Troepes. In dato den 20 September f787, , , bladz- 132. "52. Declaratoir en Waarfchouwing van zyne Doorluchfh ge Hoogheid den Heere Prirfie Erfftadhouder in 's Gravenhag» afgekondigd, ftrekkende tot emftige en vriendelyke aanmaaning om de publieke veiligheid niet te ftooren enz. In dato den 2q September 1787. , . t bladz. 134. - 53; Waarfchouwing over het draagen van Oranje-verficrfe\s, opd?n2oSepp.i7S7teHaqrlemafgekondigt.bladz. 135. —— S4- Declaratoir van den Krygsraad der Stad Amfteldam, waavby verklaaren en de Burgery enz. aanmanen, zich in het defendeeren der Stad,-te gedraagen naar den raad, en het commando op te volgen van de Heeren Officieren, de Ridder de Ternant e,i2, In datjq den 20 September 1787. ' - ' t ) n t t » . bladz, 135, N«,  XII R E G I S T E R N". 55- ExtruB uit het Boek van Refolutien van Raad en Meente der Stad Zwolle, behelzende de aanftelling van eeiie Commisfie van vier Leden uit de Meente, om benevens eene diergelyke Commisfie uit Schepenen en Raaden gedecerneert, te befoigneeren ter beraaminge van de best mooglyke middelen om de verwagt wordende Troepes met de minfte confufie, «7! zo veel mooglyk tot voorkoming van alle disordres te recipieeren. fn dato den 20 September 1787. . . bladz. 140. , , 56. Refolutie van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, nopens de proviftoneele fufpenfie van Officieren enz. In dato den 2-1 September 1787. , , : > » bladz. 139- „ ; 57. Extraü uit de Refolutien van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, ten einde aan den Koning van Frankryk kennis' te geeven, dat de gefchillen tusfchen de Provincie Holland en den, Heer Erfftadhouder gelukkig bygelegd zyn enz. In dato den 21 September 1787.- f < 1 > bladz. 140. 58. Propofitie ter Vergadering van Hunne Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam gedaan, ten fine, om eene fpeciaale Publicatie te doen, ten einde de heilzaame Refolutien, ter deezer dagen door Hun Ed. Groot Mog. genomen, niet infruBueus te maaken, tegen alle zodaanige Perfoonen, van wat rang, Jiaat of conditie, binnen de Provincie van Holland, die, onder wat benaaming ■ook mag zyn, of welke qualiteit zy van Gecommitteerden ter defenfie van eenige Stad of Plaats mogten hebben of zich adfiribeeren, te dehorteeren en te verbieden, om dergelykzorglyke machinatien te ondemeemen, direBelyk of indircBelyk enz., benevens de concept Publicatie. In dato den 21 September 1787 Ws'fe-  ©er S ï ö K £' E XXVÜ> Cf oot 'Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West* Trieslandi, over de gedaans Adresfen door fommige Schutteryen, Burger-Genoodfchappen, enz. In dato den 3 OBober 1787. bladz. 291., W0. 136. Publicatie der Ed. Mog. Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, over rechtmaatige aBie van reftitutic en dedommagement enz. In dato den 3 OBober 1787. « bladz. 297. 137. PoinBcn, door de Gecommitteerden van den Ach:baaren Raad der Stad Amfteldam, aan Hunner Ed. Groot; Mog. Gecommitteerdens, de Heeren van Spanbroek van Blokland, van der Goes, van Teylingen, vat* Stralen en Royer voorgedragen. In dato den 3 OBober 1787- • - ' * V '« . . bladz. 300. —— 138. Publicatie van de Ed. Groot Achtb. Regeering deiStad Amfteldam, op woensdag avond den 3 OBober 1787 afgekondigt en aangeplakt. bladz. 302. ».-»>»• . • . a ''tvS .W' CL JV * 139. ExtraB uit. de Refolutien-van Hxn Ed. Mogenden de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, ftrekhende tot kennisgecving aan de Deputaten Synodi, dat aan Ds. Jon. Abr. Blank Predikant te Utrecht, en Ysbranö van Hamelsfeld den Predikdienst aldaar hebbende waar■ genomen, "verboden 'is dén Predllftosl binnen de Provincie van Utrecht te beklimmen enz. In dato den 4 OBober 1787. bladz. 303. 140. Waarfchouwing der Ed. Groot Achtb. Magiftraaï van Haarlem, by gelegendheid, dat oogenblikkelyk naar hec linnen komen van een Bataljon van de Zwitzerfchc Guarde, ten Bataljon van het Regiment van Saxen Gotha, een Detachement Guardes Dragonders, en een Detachement PruisfiJche Hufaaren, aldaar door het GraaUw verregaande ongere- ,' S^i'iedm werden aangercgt. In data den 4 OB. 17 § 7. U. 304.  VERZAMELING VAN .PLAGAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKklNG HEBBENDE TOT DE GEVVIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER 1787 EN VERVOLGENS» IN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. No. 1, Waarfchouwing door de Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland, ter gerustjlelling van de Ingezetenen dier Provincie. In dato den$ September 1787. . De Staaten van Friesland, allen den geen en, die Wten Z1£n °f h0°ren JeezeD' fal"t: d°én te »rn^ZOrWy meer fe" rteer ontwaar worden, dat de goede Ingezetenen dezer Provincie, op welke wv een vast vertrouwen ftellen, en van welkers goede Wtenne en onderwerping aan 's Lands he llÏÏe Wetten en eerbied voor hunne wettige Overheid, wy volkomen overtuigd zyn, dagelyks doorS tnige onrustzoekende en na verandering haakende ï. DeS alIerhandef eSeQ en middelen, zelfs ' ook  de Gebetirtenisfeu in 1787 enz. voorgevallen. 3 iiige listen en verleidingen; en elk en een iegelyk op 't ernftigfte te vermaanen, om te vertrouwen op s Lands Hooge Regeering en de Adminiftratie der Juftitie, terwyl wy geen zwaarigheid maaken by dezen opentlyk te declareeren, dat wy nimmer eenig voorneemen gehad hebben, nog thans hebben, t»m eenige inbreuk op 's Lands Conftitutie te maaken , of ons eenig meerder gezag aan te maatigen, dan ons volgens de Grondwetten van dit ons gezegend Vaderland toekomt, en dat wy allezins voorneemens zyn in die gevoelens te volharden, en de middelen ons in handen gefteld aan te leggen, tot bewaaring van Vryheid en Godsdienst, tot behoud van 's Lands wettige Conftitutie, tot maintien van den Heere Erfftadhouder in zyn alhier wettig verkreegen Rechten en Waardigheden, tot bewaaring en beveiliging van der Ingezetenen voorrechten en bezittingen, en ter bevorderinge van 's Lands en der Ingezetenen Waare welzyn, terwyl wy ten uitterften verfoeijen, om van Militaire magt ooit ee. mg gebruik te maaken, dan voor zoverre de uit. voering der Wetten cn handhaaving der Juftitie nodig zyn zal; in welken gevalle wy ook gerustelyk verzekeren, dat dezelve volgens hunnen ééd en phgt niemand der goede Ingezetenen eenig leed zullen aandoen, maar ter contrarie, dezelve in hun Leeven, Goederen en Vryheid zullen beveiligen* en tegen alle dwang en overlast zullen befchermen. Dan gelykwy dus aan den eenen kant onze Ingezetenen alle verzekering geeven, wy ook aan den anderen kant van dezel ven verwagten, dat zy als getrouwe en Vaderlandlievende Ingezetenen, bezeffende, dat geen Land zonder wettige Overheid kan beftaan, en dat de Executie van 's Lands Wetten en de ukoeffening der Juftitie altoos onbelemmerd voortgang behooren te hebben, zich van alle rustftoorende gedraagingen zullen onthouden, terwyl wy alle de andersgezinden, en die zich aan eenige oproerige beweegingen, het verachten der Wetten cn het feitelyk tegengaan der Juftitie fthuldig mogA 2 jtefl,  4 Verzameling van Stukkên betrekkelyk tot ten maaken, niet anders zullen kunnen aanzien, dan' als onderdrukkers, der. Vryheid e» openbaare vyanden des Vaderlands, tegen welke, van watftaat, rang of conditie dezelve zyn mogten, wy Eeds en Ambtshalven verbonden zyn, alle fterke maatregelen te neemen, en tegen alzulke Perfoonen na ge•ftrengheid der Wetten te doen procedeeren , en dezelve als Perturbateurs der algemeene ruste naar omftandigheid van zaaken, zelfs met den dood, te doen ftrarfen. En op dat niemant van deeze onze waarfchouwing onkundig zy,. zal dezelve alomme worden gepubliceerd en geaffigeert, daar men gewoon is publicarie en affi&ie te doen. Aldus gerefolvecrd en gearrefteerd op het Land* fchaps Huis binnen Leeuwarden den &c. J. C. Bergsma, vt.' Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. A. J. van Sminia. No. 2. Waarfchouwing van de Magijlraat te Leeuwarden. In dato den 3 September 1787 Burgemeesteren, Schepenen en Raaden van de Stad Leeuwarden: allen den genen, die deezen zullen zien of hooren leezen , falut; doen te weeten. DatdeStaats-Commisfieby Refolutie van den iften September 1787, ter defenfie en bewaaring der rust en goede ordre in de Provincie, by de Heeren Staaten van Friesland gecommitteerd, aan den Commandant Waslander fchriftelyk heeft gelast de nodige ordres te ftellen, dat de 'Militairen in hunne Patrouilles, Piquetten of andere fun&ien na beiloten wagt, op geenerhande wyze eenige daadelyke beletzelen ontvangen; en dat zy elk een die zulks, mogte aanvangen of onderneemen, ernftig zullen» hebben te vermaanen van dit na te laaten. W-  de Gebeurtenis/en in 7787 enz. voorgevallen. $ Wyders alle attroupeeringen, famenrottingen of onrustige beweegingen te verftrooijen en af te keeren. En ingevalle iemand na gedaane vermaaning van zulke rustverftoorende handelingen niet wilde aflaaten, dat dan de Militairen zulks alles met geweld zullen hebben te verhinderen en te keer te gaan. En nadien wy tot het publiceeren dezer ordres door welgemelde Commisfie zyn gelast, zo wordt zulks by dezen ter kennisfe van elk en een ieder gebragt, ten einde zich daar naar te reguleeren,en zich voor de gevolgen te wagten. En op dat niemant hier van onkunde pretendeere, zal deze van de Puije van den Kaadhuize worden gepubliceerd, en voorts geaffigeerd, daar men gewoon is zulks te doen. Aldüs gerefolveerd op 't Raadhuis der Stad Leeuwarden, den &c. ' W. RoiTINGAj Vt, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Achtbaarheden, j. P. V. Sloterdyck. No. 3. Declaratoir der Heeren Collonellen enz. in Friesland guamifoen houdende. In dato den q September 1787. De Collonels en verdere Hoofdofficieren, benevens de Kapiteins en alle de overige 'Qfficieren van de Troepes, in de Provincie van Friesland guarniIben houdende, met leedwezen en aandoening ver. nomen hebbende, dat onder de Ingezetenen der gemelde Provincie eenige vreeze zoude plaats hebben, dat de Militairen in plaats van , ingevolge hunnen céd en plicht, de algemeene rustte bewaaren, en een ieder' in zyn Leeven en Goederen te beveiligen, eervergeetend genoeg zouden konnen zyn, om zich aan roof en plundering over te gee-. ven, vinden zich verpligt, om, ter handhaaving A 3 der  voorfpoed te brengen, thands ongelukkiglyk niet meer Tufficient fchynt te kunnen wezen. • " ' Is na deliberatie goedgevonden en verftaan, de Gecommitteerden ter Generaliteit te gelasten, om naamens deeze Provincie ter Tafel van Hun Hoog Mog. te declareeren, dat Hun Ed. Mog. niets vuuriger wenfehende, dan de herftellinge van de goede verftandhoudinge en eendragt tusfchen de Bondgenooten, op dat daar door alle verwarringen , die op den duur den Lande ten verderven zyn moeten, eens eindelyk mogen ophouden, daar toe nogmaals met alle hun vermogen willen blyyen concurreeren, en daar toe, alle mooglyke en efficacieufe middelen wiüen adhiheeren. ' Dat dienvolgens tot bevordering van die gewigpge eindens,. aaö Hun Ed. Mog. in. de tegenwoorA 5. dige  f o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dige omftandigheid van tyden en zaaken, geen gefchikter middel voorkoomt, dan op de gronden in hunne voorige Refolutie vervat, te accepteeren, en in te roepen de mediatien en hooge bemiddeling der Hoven van Frankryk, Engeland en Pruisfen, onttrekkende zich ook geenzints, wanneer deBondgenooten zulks zouden verlangen of nuttig oirdeelen, aan de accesfie tot die zelfde heilzaame eindens, van zyne Keizerlyke en Koninglyke Majefteit , zo wanneer Hoogstdezelve zieh hier toe zoude willen Jaaten vinden. En zal Extracï dezes aan de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit worden afgezonden, on» ter vergadering van Hun Hoog Mog. te openen. Aldus gerefolveerd op het Landfchapshuis. (OnderJtoncT) Accordeerd met 't voorfz. Boek» f In kennisfe van my, {was geQ j. van Idsinga. JSfo. 7. Memorie van zyne Excellentie de Baron van Thulemeyer, Extraordinaris Envoyé van Zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, op den 5 September 1785, aan den Pnfident van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal overhandigt. Hoog Mogende Heeren ! De onderschreven Extraordinaris Envoyé van Zyne Pruisfifche Majefteit, haast zich om aan U Hoog Molenden te betuigen het genoegen, met welk de Koning zyn Meester vernomen heeft de begeerte, die verfcheiden Provinciën getoond hebben, om cebruik te maaken van de goede dienften der Mogendheden , welke de Vrienden en Nabuuren.der Republyk zyn, tot het doen bedaaren van de binnelandtche onlusten, en het voorkomen der gevaarlyke gevol»  de Géeurtenhfen in 1787 ent, voorgevallen."'17 Stad Franeker goedgevonden, een kort doch riauWKeüng verflag te geeven Van het gene tot de gezegende Revolutie alhier heeft aanleiding gegeeven, en de wyze waar op zich dezelve heeft toeeedraagen. & Hoewel deeze vrye Natie reeds zedert den jaare 1748 onder het juk der geweldigheid gezugt had, bragten de bekende Bloedplacaaten van den 25 September 1786, de fmertelykfte wonde toe aan het hart der Vrygcbooren en nimmer tot flavernye te brengen Friezen ; zy zagen zich door huns gelyken, door hunne Medeburgers, aan wienzy het behartigen hunner belangehs hadden opgedraagen, tot een diep vernederend ftilzwygen in hunne eigen zaak gedwongen; zy zagen zich door eene ergere dan Venetiaanfche Refolutie, eene Refolutie waar van men vrugteloos m die van eenengevloekten Hertog van Axba, en in die eener Godonteerenden Bloedraad, eene wedergaê zoekt, tot de Volftrekte flavernye gedoemd. ■ De Weldenkende, die zich oP de befcheidendfte wyze aan de Staaten ter intrekking of verzagtinpdier Placaatcn, tot heil hunneï Medeburgers vervoegden, wierden met crimineele actiën gedreigd, en door den Procureur Generaal vervolgd! de aaneen lykfte Burgers, die zich voor het herftel der Vryheid m de bresfe durfden ftellen, opallemoogiyke wyzen ontrust, en de geweldige handelwvze en onrechtvaardige Refolutie, Omtrent de vier bekende Heeren Profesfooren genomen, welke men als laage Slaaven voor de voeten der Heeren Curatoren en Heeren Gedeputeerde Staaten meende te doen kruipen, verlichte meer en meer het verftand van de Ingezetenen van Friesland, en overtuigde de braave Burgerye van Franeker ten volften Van de noodzaaklykheid, om het geweld manmoedig te keer te gaan, en de banden van eensgezindheidonhaïlen Cren' nogD3auwer' 20 mooglyk, toe te Het Ontbrak echter niet zo geheel aan braave LDeel' B Volks-  r8 Verzameling van Stukken betrekkdyk tot Volksvertegenwoordigers die ééd en plicht ïndagtig, de zaak der Rechtvaardigheid beichermden, dat de zugtende Natie van allen hulp ontbloot haare welgegronde klachten in de ydele lucht Hechts konde uitboezemen; neen, eenige weinige Volksvrienden Honden pal zelfs in 't barnen van het grootst gevaar, en dat gene, 't welk de onrechtvaardige meerderheid der Staatsleden voorneemens was te doen (trekken tot den grondflag hunner volkomene hterfehappye, bvagt de gelukkige omkeenng in deeze Provincie te weeg, waar van wy de heuz;iamfte vruchten voor ons" en onze hakomelirgfchap hoopen te plukken. Dus verydeld de Almagti- ee de ontwerpen der Boozen! De braave Minder! eid,, naamelyk, wierd doorhunne Mede-Staatsleden , de meerderheid uitrnaakende, wegens hunne onderüeuning der Weldenkende crimineel gedoneerd: en daar zich deeze, hier door, in Leeuwarden met langer veilig rekende, befloot zyde Staatcn-vergadering naar Franeker, als de zitplaats der vryheid en magt, te ver- De nooir volprezenc en nvvere Burgerye dier Stad, had zich, niettcgenftaande de Placaaten der meerderheid, om geen Kruid en Ammunitie in te voeren, het zelve in overvloed weeten magug te maaken, en in ftaat gefteld, geweld met geweld af te keëren; cn toen op den 27 Aug, 1787 twee Staate: - 1 urwaurders van Dienaars verzeld, hetzelve kwamen opcisfchen, en de Stad, by weigering, met peweld dreigden, wierd oogenblikkely.c de alarmtrom geroerd, de vlaggen ter toorenuitgeftofcen en feinichooten gedaan, om de helden der omlegende plaatzen te waarfchouwen , en ter aaüftertie in te roepen; binnen zeer korten tyd zag zich deeze Stad van een zo talryk Guamifoen voorzien, dat het meer dan toereikend was, om de geheeie Miiuaire magt van onze gewelddreigende Vyanden af te keeren. ■ . , 1 hands bevind zich deeze Stad ia een gedueten ftaat  Se 'Gebeurtenisjes Iti 1787 ent. voorgevallen. 19 ftaat van tegenweer; dë Staatsvergadering hier heden morgen voor het eerst gehouden in het huis deiAcademie, werwaarts de Leden op de pleci.tigftë Wyze zyn heen geleid, beiooft de naderende her-' ftelling onzer gelchondene Vryheid, en het is 'er zo verre af, dat eenige vreeze hun of ons zoude bekruipen, dat al wat wapens draagt en al wat de goede zaak is toegedaan, zich op het plechtigst verbonden en gezwoorert heeft, niet te zullen uit elkanderen gaan, voor zy deeze wettige Overheid in rust en vrede zien regeeren, en tot den laatften Man zyn leeven te zullen Waagen voor de bevordering en herftelÜng Van dat gene, waar voor onze dappere Voorouders goed en bloed hebben opgezet. Franeker, den &c. Ter Ordonnantie van het Defenfie-Wezen Nicolaas ScheltemA, Secretaris. irJo. 12. Misfive, door den Burger Krygsraad der Stad Franeker, verzonden aan den Burger Krygsraad der Stad Harlingen. In dato den 7 Septemb. 1787» Aan het Fits-Gerecht der Stad Harlingen. Edele Manhafte Heeren! Wy hebben de eer ÜEd. Manhafte by déëzen kenmsfe te geeven, dat by onze Regeering is genomen een Refolutie, waar by zy aanneemen, alhier te Franeker haare Volmagten op morgen in de wettige Staaten Vergadering te zullen zenden: wy hebben een Declaratoir geformeert en geteekent, gelyk hier nevens gedrukt ftaat j wy hebben reeds van alle Genoodfchappen toezegging, om deezen te zullen bezorgen, en binnen te geeven ter bevordering van de goede Zaak ; wy hebben befloten, eerder de dood te kiezen .dan de flaverny, óm de medewerkers tot dienst van onze gedeclareerde vyB 2 aaden  2o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot anden te doen buigen, het kost wat het kost; wy hoopen, dat Uw Ed. Manhafte in onze rechtmaatige poogingen zult medewerken, als onze Broeders, die één lucht inademen, en één Land bewoonen. Wy kunnen geen denkbeeld maaken, dat er zulke ontaarte Frieien gevonden worden , die zich fchuldig zullen maaken aan de Godvergeetendfte oogmerken onzer vyanden te zullen helpen bevorderen. Wy verzoeken, dat Uw Wel Edel Manhafte alle devoir gelieven aan te wenden, dat de Regeering van Uw Wel Ed. Manh. Stad, haare Volmagten ten Landsdage hier ter vergadering zenden, met order, om alle overheerfching te doen ophouden, de verbrokene wetten te herftellen, en onze vryheid te doen herleeven , en verders te bezorgen, tlat de onwiüigen, naar oproeping van de Burgery, worden geremoveert. Wy verzoeken, dat Uw Wel Edele Manhafte dit Declaratoir ter kennis brengen van alle dienst doende Leden uwer Schuttery, en dat het zelve verteekend door Uw Ed. Manh. Collegie, en mede uit naam der Leden, hier ter Staatsvergadering worde bezorgt. Voor het overige verzoeken wy met ons de concert te wille ageeren, ter bevordering van de algem,eene rust, op dat Uw Wel Ed. Manh. zich naderhand niet beklaagen, de machines geweest tezyn van eene vervloekte heersclr/.ugt, van eene part\r, die zich opgeworpen heeft als Magthebbende, om ons en alle Ingezetenen naar willekeur te overheerfchen, en de ketens der flaverny te doen gevoelen. Wy neemen de vryheid, Uw Wel Ed- Manhaite onder het oog te brengen, dat by de Tyrarmen dc daaden van hunne machines altyd worden gepreezen, en de perfoonen naar verdienden veracht. . Wy bieden ons aan , om onze vermogens te willen befteeden tot herftel van onze vertrapte vryhe- den y  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 21 den, en onze Medebroeders daar toe debehulpzaame hand te bieden. Wy hebben de eer, na Uw Wel Edele Manhafte onze en aller goede zaak ten fterkften te hebben aanbevolen, ons te noemen Edele Manhafte Heeren! Het Fits-Gerechte der Stad Franeker. N°. 13. Publicatie van de zogenaamde Staaten van Friesland, te Franeker vergaderd. In dato den 8 September 1787. De Staaten van Friesland, allen den genen die deezen zullen zien of hooren leezen, falut: doen te weeten. Alzo wy door veele Gecommitteerden tot Volmagten van Landen en Stéden, die door cvertrceding van door hun bezwoorene Wetten en Reglementen, thands van hunne Commisfien zyn vervallen, in zo yerre in onze perfoonen zyn vervolgt, dat wy onze vergadering hebben moeten verleggen naar Franeker, zo gelasten en beveelen wy dienvolgens,- de Raaden in den Hove Provinciaal en derzelver Ministers, alle hoogeenlaage Magiftraats Perfoonen, den Procureur-Generaal, de Grietslieden en Gerechten ten platten Lande en Steden , s Lands Fiscaal, de Commifen en üpzienders van 's Lands Middelen, alle Landfchaps en particuliere Ontfangers, de Collecteurs van de gemeene Middelen, de Leernarpn v,m Hp HpmnrmJo \r andere in deeze Provincie toegelaaten, gelyk me* de de Commandanten der Troepes, met hunne onderhebbende Officieren, ter repartitie vin deeze Provincie ftaande, en generaalyk alle die eenige Commisfien, Ambten of Beneficiën bekleeden , niemant uitgezondert, geene andereStaatsvergadenn°in Friesland te erkennen, en te refpefteeren dan die, welke te Franeker gehouden word, ea de orB 3 ders  22 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ders van geene andere te gehoorzaamen, by poene, dat tegens de onwilligen aau deeze onze welmeening, zal worden gedisponeerd , zo als in goede Juftitie zal worden verftaan te behooren. ' En op dat niemant eenige onkunde voorwende, zal deeze worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveerd en gearrefteerd op het Landfchapshuis binnen Franeker, den &c. Is'(; 14. Den 8 September is, ter vergadering van Hun ' Ed. Gr. Mog. de Heeren Staaten van Holland en West-Friesiand, op het voorjtel van de Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, ge'oncludeert lot liet volgend antwoord, op de laatst ingeleverde Memorie ban Zyne Excellentie de Baron van Thulet MEYer, Extraordinaris, Envoyé van Zyne Pruisjijche MajeJleiU Dat Hun Ed. Gr. Mog. de eerfte Memorie - door den Heere van Thülemeyer, van wegens zyne Pruis-: fiiehe Majefteit overgeleverd, hebben beantwoord,in de zekere onderftelling, dat Hoogstdezclve, verT licht wordende omtrent de faiten, betrekkelyk tot de bewuste reize van Mevrouw de Princcs van ür rap je, Hun Ed. Gr. Mog.niet langer zoude verdenken van voorneemens, die zy nooit hebben gehad, en die zy zich verpligt achten, op de folemneelfte wyze te desavoueeren; mitsgaders, dat zyne Pruisfifche Majefteit dan ook in het gedrag van Hun Ed. Groot Mog. niet anders zoude vinden, als het aanwenden van zodaanige voorzorg, die naar hunne gedagten, hoe zeer tot hun groot leedwezen , doos de omftandigheden noodzaakclyk was gemaakt; en die Hun Ed. Groot Mog. meenen, dat ieder Souverein genomen zoude hebben , en verpligt zoude zyn geweest in gelyke conjurcture te neemen. Dat Hun Ed. Groot Mog , na als nu deze materie pg nieuw met alle oaauwkeurigheid te hebban onder-  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen, gt voerby de Slangeweg onder Bon Repas op de Klyweg, dat de Equipagien, op welke zy wagteden, hun niet konden ontilippen, en het geluk gehad dat ten half vier uuren de ftoet van Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouw de Princes van Oranje en Nasfau aldaar arriveerde, de Chais die vooruit reed, waar in gezeten waren de Heer KwartiermeesterGeneraal en nog een Heer, zo men meent de Graaf Standfort, wierd door den Sergeant ADAMSchoüten en twee Schutters, fchoon de Voerman van dezelve met harder te ryden zulks wilde Verydelen, tegen gehouden, waar op de HeerBENTiNCKzeide, Wat moe,t gy hebben? en de Sergeant antwoordde, dat moest weeten/wie zy waren, en wie in de andere Hy tuigen zaten. De Heer Bentinck noemde daar op eenige naamen, Welke de Sergeaut nietwel verftond , waar onder de Princes van Pruisfen,maar geen Princes van Oranje, 't welk de Sergeant hem deed vraagen, om de naamen fchriftelyk op te mogen neemen.. De Heer van Bentinck zeide toen: laat ü Officier by my komen, 't welk de Sergeant beantwoorde met te zeggen, dat die dit niet zoude doen, dat zyn Rytuig konde laaten ftaan, en alsdan daar uit wilden treden, hem by zyn Officier zoude brengen, by wien komende, vroeg den Heer Kapitein yam Leeuwen, wie hy en zyn gevolg waren? wa3r op hy zeide: vier Dames; zeggende de Heer van LeeUwen, Mynheer is 'er ook by, wie is Mynheer dan ? en hy weder, Bentinck de'Kwartiermeester-Generaal; voorts gevraagd zynde , waarvan daan kwam, en waar naar toe moest, zeide hy van Schoonhoven, naar den Haag; en tegen de Heer Brotier, die hy aanzag, je kent my immers wel; die antwoordde, ik meen Mynheer wel in Gouda gezien te hebben; waar op hy weder repliceerde met zeer veel drift, dat hy die Bentinck niet was, dien hy meende, en zeide, ik zou u myn papieren kunnen toonen, haaiende met veel ontffeltenis zyn portefeuille uit zyn zakken en eenige papiertjes, waar ondex  32 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ónder een vifite kaartje, 't welk de Heer van Leeuwen, remarqueerde geen bewys te zyn; de Heer Brotier, mede hem'tzelve vraagende, wie hy was, en waar na toe moest, zeide hy, dat hy Bentinck was, in den Haag woonde, men'hem niet moestophouden , dat men hem op zyn woord van eer moest gelooven , dac hy de Kwartiermeester Generaal Bentinck was, en verzogt. hem te laaten pasfeerenjde Heer Erotiek zeide tegen hem, dat niet twyffelen wilde, dat hy een Man van eer was, maar dat hy moest vertrouwen , dat zy even zo veel eer (lelden in het betrachten van hunne plicht als Officieren en in hunne ordres te obferveeren; waar op hy vroeg, mag ik dan niet pisfeeren, en ten antwoord be- . kwam, ja, dat pasfeeren kon, maar dat niet kwalyk móest neemen, dat zy hem zouden escorteeren , hy vroeg tot waar, en verzogt dat men dan fpoed zoude maaken, want dat 'er de Princes van Pruisfen by was, en wierd geantwoord tot een zekere diftantie, en dat evenwel ftapvnets zoude moeten ryden, om dat de Manfchap niet tegen de Paarden kon oplopen. De Heer Bentinck ging daarop na zyn Chais met de Sergeant Schouten, en de twee Heeren Officieren zonden terftond de twee voorgemelde Leck n van 't Haastrechtfe Genoodfchap , die aan de Glvbaan met een Chais Honden te wagten, met de tyding dat de Heer Bentinck en zyn gevolg ' was geanesteerd na Goejanverwelle-Sluis.: De Heer van Leeuwen ging voor de rytuigen uit, met vierj Man; de Heer Brotier, de Princes met geprefentecr l geweer door de twee gelederen hebbende laaten ryden, verdeelde zyne Manfchappen by de rytuigen , by ieder Koets twee Man , en by ieder Chais één, rn dékte met de overige den train. Wanneer men dus tien minuuten ver had gemarcheerd, ver-j zogt de Heer BENTiisdK den Heer van Leeuwen te \ fpreeken, komende van zyn Chais af, en saf hem te kennen, dat het te langzaam ging, dat Mevrouw fle Princes van Oranje 'er zich by bevond, en nietj gewoon was zo langzaam te ryden, waar op hy ten 1 ant>" ■'  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 33 antwoord kreeg, dat zy zo hard zouden marcheeren, als hun mooglyk was, vervolgens nog ruim een kwartier uurs gemarcheerd hebbende, zag de Heer van Leeuwen van verre Ruiters naderen, by de Ruiters zynde gekomen , vroeg de Heer van Leeuwen aan den Officier van de Ruiters wie hy was, en waar van daan kwam, en welkeordreshad, die zeide de Luitenant van Marle te zyn, van Hun Ed. Mog. van Woerden te zyn afgezonden, enordre te hebben, om alles aan de Vlist te moeten aanhouden en rapport te doen. De Heer Bentinck fprong uit zyn Chais en vervoegde zich by de Heer van Marle, zeggende, Mynheer ik ben hier gearrefteerd van die Auxiliairen, ik verzoek, dat Mynheer my daar van ontflaat, dat wy onze weg vervorderen ; de Heer vajt Marle vroeg wie die Heer was, en wierd geantwoord Bentinck de Kwartiermeester-Generaal, waar op de Heer van Marle zyn fchouders ophaalde, 't welk die Heer wederom deed op 't zeggen, dat Mevrouw de Princes van Oranje 'er ook by was, zeggende, ik heb ordres om alles aan te houden; toen verzogt de Heer Bentinck, dat hy zjch byde Koets van Mevrouw de Princes wilde begeeven, alwaar de Heer Bentinck tegen Mevrouw de Princes fprak, die vroeg, wie hy was, en na zyne ordres, welke hy opgaf, en die zich naderhand liet ontvallen, pourquoi nous arre'te-t'on, nous ne fomrnes pas des gens armés. Bentinck zeide, dat 'thier de plaats niet was, om te arrefteeren, dat zulks op de grenzen moest zyn gefchied, de Kapitein van Leeuwen antwoordde, dat daar hygepasfeerd was, men mooglyk geen order had gehad, of zvn plicht niet had betragt. Daar op fchreef hy een briefje aan de Ed. Mog. Heeren der Commisfie te Woerden, 't welk mede gaf aan den Wagtmeefter, die de Heer van Marle als Expresfe afzond om rapport te brengen , en zeide, dat zy niet op weg konden blyven ftaan; waar op van Leeuwen antwoordde, wy zullen ons na 't bv I . J. Deel. C se-  34 Verzameling van Stukken betrekkfyk tot geleden Dorp Haastrecht begeeven, doch gaf in !\^rtmarcheeren aan de Heer van Marle in bedenking, dat, daar 't Dorp van Haastrecht zeer SS was, en aldaar niet meer als tien of twaalf Patriotten waren , of het niet veiliger zoude zyn, dar men zich naar de weg van Oudewater begaf, ten eh de voor te komen dat de Princes niet door oproeren zoude verfchrikt worden, of in gevaar geraai en, 't welk de Heer van Marle goedkeurde. Vervoh'ens aan 't einde van de Zydeweg aan de Oprei of Stoep op de Haastrechtfe Dyk gekomen Snde, wilde de Heer Bentinck zo dra de Rmiers re-tsom eereeden waren, linksom naar Haastrecht rvden, maar offchoon de Dyk vol ftond met Menfchen om de Princes te gemoet te gaan, en het Volk fchreeuwde, hier heen deeze weg! wierden de Pacrden rechtsom geleid, en hun de paslage naar HaSSecht belet, door den Heer Kapitein^erztl, die oo 't verneemen van de tyding dat de Fnnccs maaTngehouden, van Goejanverwelle.Slmsterftone met tien Man naar Haastrecht was gemarcheerd, om >t Detachement te verfterken, en de Stoep te bezetten; de Heer van Marle detacheerde zo dia cl den Dyk gekomen was, op bekomen informatie van dl oproerige toeüand in dat Dorp, daar heen acht RuiFers om den Kapitein Verzvl en zyn Manfchap te fouteneeren tegen den aandrag van tVolk, die, na dat het daar weder rustig geworden was fol* 's avonds herwaards is geretourneerd , zynae d. Rmters aldaar tot des anderen daags gebleeven. Op deeze wyze is Mevrouw de Princes met: haar revolg eebragt aan 'tVeer te Goeianverwelle-Mtm, en viérH ^^gerecipieerd door den Luitenant van de Göudfche Artilleristen Daniël van Genderen, met'een Detachement van zes Man t welk de ront bewaarde, en waar mede hy Haare Konmgl. H«.ogheS en Gevolg, die hy op eene beleefde wyze behardeWe, overvoerde, en in 't hu*i van AmvAAH Lkeow/nhork bragt, terwyl de Schüdwagter, die de toegang afzetleden, hun geweeren pidïMeeg.  36 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Burger-Corpfen. Geduurende 't verblyf van de Prin» ces te Goejanverwelle-Sluis, kreeg de Heer van Genderen tyding, dat 'er elders fterk gefchooten wierd, 't welk hem bewoog Haare Koninglyke Hoogheid te vraagen, of 'er nog meer gevolg te wagten was, dat hy dan daar tegenmaatregelen zoude moeten neemen, waar op Haare Koninglyke Hoogheid zeide, op haar woord, dat 'er geen gevolg meer was te wagten. Eindelvk kwamen Hun Ed. Mog. de Heeren Gedeputeerden te Velde van Woerden aan, die zich by Haare Koninglyke Hoogheid vervoegden , en na de reden van zulk een' heimelyke en onverwagte komst vroegen, aan Haare Koninglyke Hoogheid te kennen gaven, dat zonder bewilliging derStaaten, haare reis niet konde laaten vervorderen, en daarom proponeerden, dat Haare Koninglyke Hoogheid zich na Woerden zoude begeeven, alwaar 't Kasteel voor Haare Koninglyke Hoogheid zouden inruimen, doch zy prefereerde, en ftond 'er op, cm over Gouda haare reis te vervorderen, en nam ook aan daar te blvven ; Hun Ed- Mog. voorziende, dat dit veel onrustigheden aldaar zoude veroirzaaken, alwaar 't Gemeen reeds op de been was, moeften dit declineeren , waar op Haare Koninglyke Hoogheid dan verkoos, naar Schoonhoven te zullen retourneeren. De rytuigen wierden dus weder over t Veer gevoerd,'en Haare Koninglvke Hoogheid door den • Commandant, en de Ed Mog. Heeren Blok en CaMERLiNG in de Pont geleid, vergezeld van de Heeren R.-ndwyk, Bentinck, Standfort, de Fretille van Wassenaar en 'f overig gevolg. -— Het water laag zynde, liet den Commandant eenige planken en luiken van Schepen aanbrengen , om Haare Koninglvke Hoogheid daar over gemakke yk en zonder zich vuil te maaken, in de Pont te kunnen brengen , en heeft Haare Koninglyke Hoogneid weder by de hand uit de Pont tot de Koets geleid; wanneer'Haare Koninglyke Hoogheid een behouden  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 37 den reis en langduurige welftand heeft toegewenfcht en haar lot beklaagd; waar op de Heeren Blok en Randwyk Haare Koninglyke Hoogheid in de Koets hebben geholpen; — vervolgens, terwyl 't overige gevolg in de rytuigen ftapte, vroeg de Heer Kandwyk en de Freulle aan den Commandant, wie de Ruiters waren, en wie de Officier was, ertwilde de Koetzier van de Koets van de Princes en de Heer Bentinck, die in de voorde Chais'zat, vooruit ryden, en den weg op Haastrecht neemen, doch een Detachement Ruiters, gevoigt van een Commisfie van Hun Ed. Mog. de Heeren Gedeputeerden te Velde, beftaande in de Heeren de Wit en van Toulost, in een Chais gezeten, reden vooraf, om Haare Koninglyke Hoogheid naar Schoonhoven te geleiden , waar heen even te vooren een Expresfe om prcparaden tot de receptie te maaken, gezonden was. —pt By de Stoep van de Zydeweg na de Vlist komende, wilde voorgemelde Heer Bentinck dé weg naar Haastrecht weder op, doch wierd beduid, dat de reis naar Schoonhoven lag. Geduurende 't verblyf van Haare Koningl. Hoogheid te Goejanverwelle-Sluis, waren alle de toegangen tot 't gehucht wel bezet, zo met Schutters als mét Canon, en 't huis waar in Haare Koninglyke Hoogheid zich bevond, met een genoegzaam aantal Schildwagten omringd, en alle Vreemdelingen en Attroupementen geweerd, om voor te komen , dat 'er geene baldaadigheden wierden gepleegd, en op dat Haare Koninglyke Hoogheid voor fchrikken en onrustige beweegingeu mogt worden "bewaard. Da Hoofdwagt ftond uit, verfterkt mee 't Piquet onder commando van den Heere Luiten. Linkers, en de Heer Luiten. Brotier had de post op de ap. proches van Gouda met een Veldftuk en een ge-» noegzaam Detachement bezet, terwyl de Barrière gefloten was, en bezet door een wagt, onder de Heer Verzyl, en de post was verzekerd. De Ruiters onder de Heer van Marle, Honden beneden op C 3  38 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot op 't Plein voor de Herberg over de Hoofdwagt ge- Voor' 't overige is 'er niets aanmerkenswaardig voorgevallen, ter gelegenheid van deeze gebeurtenis- 70 verre aan de Officieren , zo die de aanhouding hebben gedirigeerd, als by 't vervolg daar van ceaofifteert hebben, is bekend; en is het geen by dit relaas is verhaald en vermeld, zo ver ieder van hen heeft kunnen nagaan, in allen deelen met de waarheid overeenkomftig te zyn bevonden, waarom, "eene zwaarigheid maaken het zelve met hunne onderteekening te bekragtigen. Op Goejanverwelle-Sluis den 15 July 1787- (was getekend) P de Langen van Wyngaarden, Command. 'Cornelis van Leeuwen. Jacqjjes Brotier. D. van Genderen. Martin. Versvl, Jansz. (La^er Itond) Accordeert voor Copie Authenticq met deszelfs origineel, heden den 28 Augustus 1787. By my, (was get.) H. Costerus, Secret. No. 16. Misfive van de Commisfie van het Defcnfiewezente Woerden, aan Haar Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en West-Fneshnd. In dato den 28 Augustus 1787 gefchreeven. Edele Groot Mogende Heeren 1 Wy hebben de eer, om ingevolge en ter voldoening aan U Ed. Groot Mog. Refolutie van den 23 deezer maand, waar by Hoogstdezelve ons geheven aan te fchryven, om U Ed. Groot Mog. ten fpoedi'>fter te laaten toekomen een omftandig en gecircumft.ntieerd bericht, van al het geen de gebeurlenisfen ter gelegenheid der reize van Haare tso0 nmg-  40 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van die tyding, een gedeelte der Ingezetenen, welke zich meer dan eens bevoorc-n aan onrustige beweegingen hadden fchuldig gemaakt, zich voorbereiden, om tegen dien tyd in groote menigte derwaards te verzamelen ; vonden wy ons verplicht, om in de onzekerheid, of zulks een los gerucht, ■dan wel eene echte tyding, wie de perfoon of perfoonen waren, die aldaar pasfeeren zouden, en wat ■daar mede wierd gebuteerd, ordre te geeven aan den Commandant van het gemelde Detachement, als mede aan een Detachement Ruitery van twintig Man uit het Regiment van den Luitenant-Generaal Prins vak Hessen Philipsthall, te Woerden in Guarnizoen, om, onder het Commando van den Cornet van Marle, derwaards te marcheeren, post te vatten op zekere plaats, genaamd Bonrepas, en hun Commandanten te gelasten, om de aldaar pasfeerende perfoonen af te vraagen, waar van daan kwamen, en waar naar toe gingen, alle perfoonen aan te houden, wier komst in deeze Provincie nadeelig voor de rust derzelver konde zyn, en daar van aan ons terftond kennis te geeven. Wy, die ons ten uiterften verantwoordelyk rekenden aan U Éd. Groot Mog. voor alle evenementen , die wy konden voorzien , en echter niet hadden voorgekomen, oirdeelden, tot deeze ordre te meer verplicht te zyn , om dat men het van den kant van zulken , die voorgeeven Voorftanders van het huis van Oranje te zyn, maar in de daad niets bedoelen dan de bevordering van particuliere inzichten, zedert verfcheide jaaren, en byzonder tegenwoordig 'er op heeft toegelegt, om door het verfoeilyk middel van oproer, waar toe men den naam en kleur van Oranje misbruikt, te leur te Hellen de reformes, die U Edele Groot Mogende onder de toejuiching van het beste en onbaatzuchtigfle gedeelte der aany.ienlykfte Burgeryen deezer Provincie, zo in het Stadh'ouderlvk gezag als in hun eigen beftier gemaakt hebben; Wy begreepen in het geeven van zodaanige ordres te mindere zwaarigheid te moe-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevaren. 41 moeten maaken, om dat niemand weeten konde» wat 'er van de verfpreide tyding waar was, en welke bedoelingen daar onder konden verborgen zyn , en om dat U Ed. Groot Mog wat 'er ook gebeuren mogt , al tyd naderhand zodaanige ordres konden ftellen, als dezelve nodig vonden, mits wy maar zorgden, dat de zaaken niet buiten haar geheel geraakten. Omtrent ten zes uuren des avonds bekwaamen wy tot onze verwondering tyding, door eene Expresfe die aan den Generaal-Major van Ryssel was afgezonden , en mede bragt een open Billet van den Kwartiermeester-Generaal Bentinck, dat Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouw de Princes van Oranje, komende van Schoonhoven, aan den Dyk by Haastrecht, rydende in eene Koets, met gevolg van nog eene Koets, en een Post-Chais, was aangehouden, en verzogt, om zich, inafwagting van onze ordres, zo lang naar de Goejanverwclle-Sluis te begeeven. Naauwlyks hadden wy uit het Billet van den Kwartiermeester-Generaal Bentinck vernomen, wat 'er gebeurd was, of wy beflooten om ons zonder uitftel te begeeven naar de Goejanverwelle-Sluis , zo om o-\s omtrent den toedragt der zaak op de plaats zelve te informeeren, als om met Haare Koninglyke Hoogheid mondeling te overleggen , wat in deeze te doen ftond, en de nodige fchikkingen te beraamen. Wy begaven ons dan omtrent een kwartier uurs na de bekomen tyding met een Rytuig, verzeld met een Detachement van twintig Man van hetzelfde Regiment van Hessen-Philipsthal, (op hoedaanige wyze wy ons voor en na dien tyd te meermaalen, wanneer het nodig was, hébben doen escorteeren,) naar de Goejanverwelle-Sluis, en vonden by ons arrivement aldaar Mr. M. van Touxon, onzen Mede-Gecommitteerden, die aldaar even voor » ons van het waarnecmen eener Commisfie te Rotterdam over Gouda was aangekomen, en vernamen C 5 van  45 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot van denzelven, dat op de gerugten van het doorpasfeeren vaneen groot Perlönagie^of Perionagien, zonder te weeten welken , het Gemeen zich in yrooten getale, in en by de Stad Gouda, en vooral aan de Stolwyker-Sluis, en den Haastrechtfen Dyk had gtattrounterd. Ma dat wy terftond na ons arrivemcnt, door cenen Bode van Staat audiëntie by Haare Koninglyke Hoogheid hadden doen verzoeken, wierden wy mtusfchen geinformeerd, dat alles in de beste order ter voorkoming van den aandrang van het Gemeen van den kant van de Stad Gouda, en den Ysfeldyk gebragt was, en dat het gefchut, het geen aldaar reeds vericbeide dagen bevoorens ter verdecdiging van dien post gebragt, en toen geplaatst was digt bv het huis alwaar Haare Koninglyke Hoogheid zich bevond, nu aan de andere zyde van het^gehucht getransporteerd was naar den kant der Scad Gouda; vervolgens rapport ingekomen zynde van den Bode, dat Haare Koninglyke Hoogheid ons zoude afvvagten, hebben wy ons naar het huis, waar in Haare Koninglyke Hoogheid zich bevond, begeeven, gevolgd wordende door den1 Commanilarit de Lakce, en geene gewapendeManfchappen ontrent het zelve gevonden, dan alleen twee Schildwagten voor dc voordeur; — binnen gekomen zypde, gaven wy aan Haare Koninglyke Hoogheid, welke wy alleen aantroffen, te kennen, dat wy bericht gekregen hebbende van het arrivement, en het ophouden van Haare Koninglyke Hoogheid; gefurpreneerd waren geweest over dit ónveiwagt voorval., en uit hoofde van onze ampele volmacht ons verplicht hadden gevonden, om ons by Haare Koninglyke Hoogheid in perfoon te komen mformeeren, paar het oogmerk van Haare Koninglyke Hoogheid met eene zo onverwagte reize, waar van van wy meenden , dat U Edele Groot Mogende gcer.e kennisfe hadden , en zulks na eene zo langduurige abfentie , en juist in een tydflip, waar in de Heer Prins van Urai-je, haar Gemaal, zich boven Utrecht bevond  56 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No, 20. Declaratoir van zyne Doorl. Hoogheid de Heer ' Erfftadhouder enz. den II September 1787 te Amersfvort uitgevaardigt, enden 16 daar aan vol', gende ter vergadering van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal ingeleverd. Wy Willem , by de gratie Gods , Prince van O-, ranje en .Naslauw , Erf-Stadhouder , Erf-Gouverueur, Erf-Kapitein-Generaal en Admiraal der Vereenigde Nederlanden , Erf Kapitein-Generaal en Admiraal van de Unie &c. &c. &c., allen, die dcezen zullen zien of hooreri leezen, laiut. Toen wy ons nog voor weinige maanden, door. den jamrnerlyken toeftand van het dierbaar Vaderland , gedrongen vonden, om, by ons Declaratoir van den a6Mey.laatstleeden(*), de Heeren Staaten Ger neraal, zo wel als de Heeren Staaten der byzondere. Gewesten, alle Collegien van Staatsbewind of Juflitie en derzelver bvzondere Leden, mitsgaders de goede Burgeryen, én verdere In-en Opgezetencn deezer Landen , openlyk en plechtig uit te nodigen, orn met ons, elk naar zyne betrekkinge, op het yverigst ter reddinge van "het zelve mede te werken i toen vleiden wy ons, dat het vcr.klaaren van onze bereidvaardigheid daar toe, en het plechtig verzekeren vooral van de zuiverheid onzer inzichten en( bedoelingen , ons niet flechts de algemeene goedkeuring cn byftand, maar daar door ook het volkomen gelukken van onze poogingen verzekeren zouden. . Dan, hoe zeer de handelingen en befluiten der. Staaten van het meerendeel der Vereenigde Pro Ancien , der vergadering van Haare H. H. M. M., van den Raad van Staate, en van andere hooge Collegien , gelyk ook de eenftemmige verzoekfehriften van het grootfte en beste gedeelte der JNatie by den Sou- ve- (*) Zie genoemde Declaratoir tot opheldering van dit (luk vei (trekkende, in het volgende Nornmer bladz.61 enz. geplaatst.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 37 verein, tot ons byzonder genoegen, aan deeze onze verwagting volkomen hebben beantwoord; hebben wy echter tot onze grieyendfte fmerte moeten ondervinden, dat in 't byzonder by de tegenwoorr dige meerderheid der Staatsvergadering in Holland, zodaanige maatregelen gevolgd en doorgezet zyn, waar door het geweld van eenige gewapende Ingezetenen, zich hoe langer hoe meer boven het gezag der Wetten verheft, met gehéelê legerbenden van de eene Stad naar de andere trekt, de Regeeringen naar eigen willekeur doet verzetten, en daar door, met verkrachting van de heiligfte Privilegiën, Octrooijen en Vryheden, zodaanige lieden in deftedelyke Regeeringen en ter Staatsyergaderinge indringt, die niets anders beoogen, dan eene geheele omkeering der gevestigde Conftitutie,■ en ten dien einde niet flechts onze wettige rechten, door; v.eelerlei verkortingen en fufpenfien, dagelyks, op de "tergendfte wyze en onder de hoonendfte voorwenelzels, meer en meer verkorten, maar ook, zo Omtrent het recht van territoir, als qmttenc de Ar-, mee en Marine der Generaliteit, zich de wederrechtelykfte en degewelddaadiglte (lappen veroirloven tegen de Hooge Bondgenoóten der Unie in 't gemeen, en tegen de meeste derzei ver in t byzonder, terwyl zy daar en boven voortgaan om in yerfcheiden der Vereenigde Provinciën, zo wel als in die* van Holland zelve, het vuur van eenen rampza-, ligen Burgerkryg. 't zy opentlyk, 't zy bedektelyk, te ontfteeken of te voeden, ten einde la'rigsj dien weg ook aldaar de Regeeringen verdeeld of yeranderd!, en zich zelf, door de wapenen hunner afhangelingen, meester te zien van de geheele. Unie. Wy oirdeelen het ook alleen aan eene halftarrige volharding in dat opzet te moeten toefchryven , dat men zelfs Haare Koninglyke Hoogheid, onze dier-, baare Gemalinne , den 28 Juny laatstlet den , op !aate reize naar 's Hage, den doortocht belet neéft, en dat men als nog den toegang in de Provincie v in V ' ' ' ö D 5 Hoi,  Co Verzameling van Stukken betrekkelyk tot het plechtigs* te herhaalen, 't geen wy reeds by pns voorgemelde Declaratoir nadrukkelyk en duidelyk verklaard hebben, dat wy geene andere noch meerdere magt begeeren, dan die ons, uit kragte onzer Commisfien, ontegenzeggelyke Staatsbeiluiten en deugdelykeposfesfie, wettig competeerd, en dat wy daar en boven geen ander voorneemen hebben, dan om dezelve eeniglvk te gebruiken terhandhaaving van Godsdienst e'n Vryheid, ter bevordering van alle billyke verlangens des Volks, benevens deszells wettigen invloed op de ftedelyke en algemeens belangen , en in 't byzonder ook ter verfchooning, en ter befcherming zelfs, van alle die misleide Ingezetenen, die in tyds nog, en van nu af aan zullen te rug keeren van zodaanig misdaadig gedrag, als waar toe zy, geduurende de tegenwoordige beroerten, door de hoofden der Cabaale, of door de nette der partyfchap mogten zyn vervoerd geworden ; terwyl het ons niet dan hard en fmertelyk zou vallen, na alle de rampen van ons Vaderland en van ons Huis, een eenigen onzer Medeburgers, wegens onverzettelyke halftarrigheid tegen alle zagter middelen , onderworpen te moeten laaten aan de ftrengheid der Wetten, Gegeeven te Amersfoort den n Septemb. 1787, (was g«f.) W. Pr. van Oranje. (lager ftond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, (was get.) W. van Otters. No, 21.  de Gebeurtenis/en in ïjSj enz. voorgevallen. 61 No» 2r. Declaratoir van zyne Doorl. Hoogheid de H er Erfftadhouder. In dato den 26 May 1787, Jtrek* kende tot eene ophelderende Bylage van NJ. 20. Wy Willem , hy de gratie Gods Prince van O» ranje en Nasfau, Erf-Stadhouder, Erf-Gouverneur, Erf'Kapitein-Generaal en Admiraal der Vereenigde Nederlanden , Erl Kapitein-Generaal en Admiraal van de Unie &c. &c. &c, allen, die deezen zullen zien of hooren leezén , falut. De grove lasteringen en fmaadheid, met welke wy geheel onverdiend in fommige Gewesten der Unie, vooral in Holland, reeds federt eenige jaaren , onder het oog en zonder verhindering yan den Souverein, alles op de laagfle en verfoeijelykfia wys, hebben zien beproeven, om ons niet alleen van 't geen ons boven alle dingen dierbaar is, van onze eer en van de liefde der Natie te berooven, maar om zelfs tegen ons en ons beftuur een misnoegen en wantrouwen te verwekken, waar aan door onze oprechtfte inzichten en welmeenendfte handelingen geene geneezinge toegebragt, maar waar aan door dezelve integendeel telkens nieuw voedzel gegeeven wierd tot de haatelykfte en de ongerymdfie, doch altoos onbepaalde verdenkingen; de menigvuldige en openbaare verkortingen van veele onzer wettige en erffelyke Rechten, welke op grond van dat verwekt mistrouwen gebouwd en ondernö> men zyn; de geduurige onlusten, moeijt-lykheden en wanorde eindelyk, welke ons lieve Vaderland by aanhoudendheid zo geweldig beroerd en gefchokt hebben ; dit alles zou ons over lange gerechtigd kunnen hebben tot zodaanige openlyke verkiaaringen en maatregelen, als meest gefchikt gereekend konden worden, om ons op het kragtigst, tegen de inzichten en woelingen van die weinige Leden en Ministers van Regeeringe te verzetten, welke hunnen invloed op den geest van een gedeelte der Na.tie en zelfs op de Raadpleegingen van den Souverein, met geen ander oogmerk tot het bewerken van  62 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van alle deeze buitenfpoorigheden misbruikten * dan, om ingevolge van eene ongeoirloofde en zeer ingewikkelde verbintenisfe, de thans gevestigde Conftitutie van alle de byzondcre Gewescen en van de geheele Unie om ver te werpen, en indeplaatfe daar van een nieuw ontwerp van Regeeringe door te dry Ven, het welk, byalüien het al eens konde Worden aangemerkt als onverfchillig voor onzen eigen invloed en vermogen, nogthans altyd als op eene eigendunkelyke en denkbeeldige nuttigheid gegrond, ten uiterfte hagchelyk motst gehouden' worden voor de wezenlyke belangèn Van het lieve Vaderland. Het is alleen aan Onze blykbaare neiginge tot zagthcid, en boven al aan onze behoedzaaroe zorgvuldigheid voor de algemeene rust en welvaart toe te fchryven, dat wy'die aanhoudende ongeregeldheden tot hier toe, met eene ftille gelaatenheid en Verachting voorby gezien, en alleen ons eigen wettig recht tegen elk dcrzclvc, niet dan met de bedaardfte en leenigfte middelen, bewaard of getragt hebben te bewaaren , dewyl wy zorgvuldig alle flappen vermyden willen , waar uit eenig nieuw misnoegen opgevat, cn de hitte der onderlinge verdeeldheid en tweedragt verder mogt aangevuurd worden, Zo lang toch als de heilige band der Unie by zy* ne verbindende kragt en de wettige Regeering der byzondere Gewesten, Leden en Steden van dien t by haare Privilegiën, Vryheden en gezag eenigszins bewaard bleeven, meenden wy, zo wel inden aart der verwekte moeijelykhe-den zelve, als in dé voorbeelden van vroeger tyd, genoegzaamen grond te vinden om te verwagten, dat tie hollende driften der menigte zo veel mooglyk ontzien en eVett daar door aan het bedaaren geraakt zynde, de geVaarlyke oogmerken van hunne aanvoerders zich zelf des te duidelyker ontdekken zouden, en dat langs dien weg, niet flechts alle orgonmde verdenkingen en alle zugt tot hagchelyke nieuwigheid van  de öebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. <% van zelfs verdwynen moesten, maar dat ook, met het herftellen van alle onbedagteen overhaaste ver•ongelykingen, eindelyk eens die zelfde eendragt, lierde en vertrouwen herleeven zouden, door welke dit ons Gemeenebest, tot aan het begin der tegenwoordige onlusten, niet alleen by zynen Godsdienst en Vryheid bewaard, maar tot de aanzienelykfte hoogte van bloei en welvaart was opgeklommen. Nog voor weinig tyds fcheen deeze onze beftcnaige verwagting door de gelukkigfte uitkomst bevestigd te zullen worden : de kundigfte enaetrouwfte Regenten, met verre het grootfte gedeelte der goede Burgeryen en verdere In- en Opgezetenen van alle de Gewesten der Unie, in 't byzonder van Holland, gaven reeds by onderfcheide'ne gelePenheden de duidelykfte blyken van hunnen weerzin tegen de fchaadelyke ontwerpen en onrechtvaardige befluiten, welke door den invloed en op aandrang van weinige faamenfpannende hoofden, met de wapenen van eenige misleide Burgers, tegen de bedaarde vertcogen van de grootere" menigte hunner Medeburgeren en tegen de duidelvk verklaarde inzichten hunner wettige Kegeeringe'n , daadelyk en onregelmaatig wierden doorgedreevenhet 00. gcnbhk fcheen zelfs nabv te wezen, dat men ter Staatsvergadering van Holland zelve , zodaanige befluiten Rond te neemen, als meest dienftig konden zyn om te voldoen aan liet bekend verlangen van het grootfte en beste gedeelte der Natie, om elk in zyne wettige Rechten , en ons ook in de wettige en volkomene uitoeffening van alle onze waardigheden, daadelyk te herftellen, en om voorts, met bedaard overleg, de meest gepaste middelen te beraamen, tot het weeren van alle verder geweld, het welk aan Vryheid en Vaderlandmogt gedreigd worden. Dan, tot onze grievende fmerte, hebben wy moeten ondervinden, dat deezebillvke inzichten der Vaderlandlievende Regenten en Burgers, in plaats van de hoofden der Cabaale tot ee, nig  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. Cs ten zyn, welke als waare Leden van Staat, door hunne Afgevaardigden ter Vergadering kunnen ftem voeren; maar integendeel doet men 'er de willekeurige begeerten gelden, van eenige weinige Ingezetenen , welke zich met onrechtvaardig geweld een oppergezag over de Raadpleegingen hunner Regeeringen hebben aangemaatigd. De Vroedfchaps Vergaderingen, daar en boven» der twee verraogendfte Koopfteden, Amfteldam en Rotterdam, zyn door gewelddaadige uitzetting en verandering, tot die onzekerheid van beftaan gebragt, dat niet Hechts de uitgezette Regenten, maar, dm van eene menigte Burgers en Ingezetenen te zwygen , ook een aanmerkelyk getal van hunne aangeblecvene en aanzienelykfte Medeleden openlyk verklaard hebben, die nieuwe Vergaderingen en derzelver befluiten te moeten befchouwen als onwettig, en, behoudens ééd en plicht, niette kunnen deelen in derzelver deliberatien: enondertusfehen blyft men evenwel, door dien zelfden o* vermeesterenden invloed, volharden, den last van alle die gedwongen of geweldig verzette Stads Regeeringen, ter Staatsvergadering als wettig te ont. rangen. Door deeze wederrechtelyke beftellingen, alle de goede inzichten van braave Regenten verydeld, en zich van zo veele Hemmen ter Staatsvergaderinge verzekerd hebbende,-als de voornaame hoofdenen beleiders deezer ónderneeminge nodig oirdeelden om hunne gevormde ontwerpen , door eene onbevoegde meerderheid, te blyven doordrvven, is men eindelyk deezer dagen tot deopenbaare fchending der Unie voortgefhgen: het Defenfiewezen der Provincie van Holland, in zvne ontwerpen en verrichtingen, gelyk het blykt," altyd eenltemnug met de beweegingen der gewapende Genootfehappen, heeft van zich kunnen verkrygen, om niet alleen door een groot aantal dier gehuurde of verbysterde Benden, maar om zelfs door een Corps hgte Troepes, inden byzonderen dienst van l. Deel. E Holp  C6 Verzameling van Slukken betrekkelyk tot Holland zynde, het grondgebied vaneenen der Souvereine Bondgenooten der Unie , van de Staaten van Utrecht, openlyk te fchenden , en met daadelyk geweld, zo wel de verblyfplaatzen als de beweegineëh te ftooren van het Krygsvolk van de Generaliteit, het welk ter beveiliging van dat grondgebied, op verzoek van den ProvinciaalenSouverem, met onze Patenten derwaards getrokken, en door den gewoonen ééd aan de Hoogheid en belangen van die Provincie verbonden was. Men heeft zich zelfs "iet ontzien, om deezelcnennis van de eerfte en heiligde grondwet deezer Republiek, met eene tweede, van geen minder gevaarlyk uitzicht , en ongetwyffeld zonder eenig voorbeeld, te verzwaaren: Officieren der Generaliteit, door hunnen esfentieelen en oirfprongelyken ftaat en betrekking, midsgaders by duurencédeaan derzelver gehoorzaamheid, en door geenen atzonderlyken band aan een der byzondere Gewesten, buiten deszelfs eigen territoir, verbonden, hebben beveelen ontfangen, om op enkele ovders van Holland , zonder kennis der Unie, zonder het Patent van ons, als derzelver Kapitein-Generaal, en zonder verlof of attachés van de Heeren Staaten van Utrecht, rechtftreeks in te rukken op derzelver grond'ebied, en daardoor de gehoorzaamheid en iezwoorene trouw aan de Generaliteit, en den verfchuldigden eerbied aan ons als Kapitein-Generaal, te gelyk methetplïcfttrhaatig ontzag voor het grondgebied van'eeneu Souvereinen Bondgenoot, zonder éenigé waarfchouwing, feitelyk en uit hoofde der omftandigheden , met een duidelyk oogmerk van aeeresfie en vyandlykheid, te fchenden : eenige weinige Officieren en Mar.fchappcn , hebben lich in der daad , het zy by verrasfmg, hetzy coor ffrai'baare inzichten, tot het doen van deezen ftap laaten vervoeren, en vinden zich reeds met de wapenen der Generaliteit, als Vvanden op het grondgebied van eene der Smnereine Provircien; zonder dat wy kunnen of durven bepaalen op wiens  de Qeheurtenisfen in 3787 enz. voorgevallen. 75 door zyn aanzienelyke raagt op de grenzen van dia zelve Republiek, aan zyne woorden klem te geeven, door daadelykheden, waar van de beginzelen ontzettend zullen zyn, en het einde van defchroomelykfte uitzichten. Dat de Regeering hunner Stad, (wat men qqJyan haardenke, hoe men haar ook belastere en in publieke papieren proftitueere) nooitgezogt qf verlangt heeft, dat de tegenswoordigezo ongelukkige omftandigheden van het dierbaar Vaderland, doop vreemde Mogendheden zouden worden behandelc, veel minder dat buitenlandfch geweld, aaneenvrye Republiek, en aan de aanzienelykfte der Souvereine Provinciën wetten zou komen ftellen. Dat integendeel de Regeering hunner Stad die denkbeelden , zo zeer als een der Leden deezer Vergadering in den hoogden graad detesteerd en verfoeit. Dan, dat die zelve Regeering, na al het gebeurde in de Republiek, en fpeciaal in deeze Provincie een dergelyk kwaad heeft ge vreest, dat zy by toeneeming onvermydelyk heeft te gemoet gezien, dat de zaaken in dit Land met geen mooglykheidopden actueelen voet konden gaan, dat die tot zo een onverbeeldeiyke maate van wanorder klommen, dat dezelve binnen 's Lands nietmeerfcheenen herfteld te kunnen worden. Dat zy te meermaalen fdaar zy altoos zich zelfs is gelvk gebleeven en confequentelyk heeft gehandelt) dit met alle moderatie, doch tevens niet een gepaste ernst heeft gedeclareerd en gewaarfchouwd voor de funeste gevolgen, ook die gevoelens in de notulen deezer Vergadering doen infe* reeren. Dat nu Hun Kdele Groot Mogende zelve gelieft den te beoirdeelen, of de vrees van hunne Regeering wel zo ongegrond is geweest, dat zv hartelyk wenfchten, dat hunne vreeze ware befcbaamd a» worden of nog wierd, dan, dat de Nota's het onderwerpder tegenwoordige deliberatie, welke elk braaf  'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 8r N"-. 27. Adhortatoire Misfive van Hun Ed. Mog. de. Heeren Staaten van Overysfel aan Hun Ed. o- ooi Mogenden de Heeren Staaten van Holland en WatFriesland, tot eene redelyke voldoeninge ban zyne Pruisfifche Majefteit. In dato den 12 Sept 1737. Edele Groot Mogende Heeren! Ontfangen hebbende eene misfive van zyne Kb-, iiinglyke Majefteit van Pruisfen, van den eertten* deezer, w.ur van Copie hier nevens zenden, hebben wy niet kunnen nalaaten om U Edele Groot Mog. te adhorteeren, en op 't ernftigfte te verzooken , om ainogeene redelyke voldoeninge aan zyn^: Pruisniche Majefteit te verfchafFen , en dus te willen voorkomen de- onaangenaamheden, en 't gevaar Waar in deezen Staat in 't algemeen, en nog wel meest de Provincie van U Ed. Groot M'g. in 't byzonder zouden kunnen gebragt worden, van door eenen onzer magtigften Nabuuren met Krygsvolk overvallen, en dus het toneel te worden van de onheilen welke van de vyandelyke inrukking eener vreemde Krygsmagt te dugten" ftaat. Wy vertrouwen, dat U Edel Groot Mo? dit ons verzoek zullen aanmerken, als alleen ïpruitende ter behartiging van de belangens der Reoubliek in 'c algemeen, en van U Edele Mogende Provincie in het byzonder. Waar mede &c. No. 28. Declaratoir Van het gelegalifeerd Genootfchap van wapenhandel te Delft, den 12 September 1787 aan den Ed. Achtb. Raad ingeleverd. Geeven met den vereischten eerbied te kennen, de Leden der Commisfie ter Directie van het GeBootfchap van wapenhandel, onder de Spreuk: Tot herftel der Delffche Schuttery: Voor Vryheid en Vaderland. I. Deel. F als  82 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot als daar toe door de gezaamlyke Leden gequahficcetd. Dat daar de eisfchen van zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, op den oden deezer by eene .Nota , door den Heer Baron van Thulemeyer aan den Heer Raadpenfionaris overgegeeven, derwyzcn vernederende en onbillyk zyn, dat geen waar, en vooral geen gewapend Vaderlander,dezelve zonder verontwaardiging en rechtvaardige gramfchap hooren of herdenken kan; deeze eisfchen, wel verre van den rechtfchaapen Patriot vreezeaante jaagen,hem veel eer op zyne eigene waardy, opdeeere van zyn Vaderland, en op het welzyn van het algemeen bedagt doen zvn, en hem by tyds die maatregelen doen neemen, welke de goede zaak des Volksverdient en zyner waardig bevonden worden. Dat het Genootfchap van Wapenhandel alhier, uit wiens naam de Ondergeteekenden de eere hebben te fpreeken, met recht, over die eisfchen verontwaardigd zynde , en vooronderftellende , dat de waardige Reprefentanten van vrye Burgers nimmer zullen toeftemmen, om gemelde eisfchen te accordeeren; zich verplicht rekent, den Ed. Achtbaaren Baad deezer Stad, daaromtrent het generaal beflmt, door de Leden des gemelden Genootfchaps genomen, bekend te maaken, ten einde den Ed. Achtb. Raad, waar in de Leden een volkomen vertrouwen flellen, zodaanige maatregelen zoude kunnen neemen, als de nood des lieven Vaderlands vordert. By het afflaan deezer vernederende eisfchen, zou het mooglvk kunnen gebeuren, dat de Koning van Pruisfen^, welke deeze eisfchen aan een vry Volk heeft durven doen, zyne Militaire magtgebruikte, om, ware het mooglyk, met geweld ons te dwingen , om dat geene te accordeeren, waar toe geen eerlvk , geen vry en moedig Vaderlander immer vrvwillig'befluiten kan. In zodaanig een geval , Wel Edele Achtbaare Heeren! heeft het Genootfchap van Wapenhandel befloten, om, met alle mooglyke magt uit te trekken,  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 83 ken, en deeze Provincie ten diende' te daan, od al zulke plaatzen, als de nood zal vereisfchen, en bevonden zal worden, ter meeste afweering van alle vyandlyk geweld te kunnen drekken, niet twyf. felende, of de gewapende Rurgermagt van Holland, zal met zulke ofdergelykekragtdaadige poogingen, msgelyks den algemeenen vyand te keer gaan; en zyne heillooze oogmerken helpen verydelen; het Genootfchap althands zal van zyne zyde, alles te y/erk dellen, om hunne gewapende Medebroeders hier toe aan te fpooren. Dan, daar het zeer hachlyk en ten hoogden onvoorzichtig gehandeld zou wezen, deeze Stad van alle gewapende en weldenkende Vaderlanders teon»-blooten, daar 'er met zekerheid een aantal van den aanhang van Oranje in deeze Stad zou overfchieten die, wanneer de gewapende magt van het Genootfchap was uitgetrokken, zich denkelyk, of liever zeker, verzetten zou, zo tegen de waardige en vaderlandlievende Leden van deezen Ed. Achtbaaren Raad, als tegen de Vrouwen, Kinderen en verdere agterblyvende Vrienden der uitgetrokken Manfchap. pen, welken alsdan zeer ligt ten prooi der verbitterde Oranjeyveraars zouden kunnen worden, zo heeft het Genootfchap, ter gerustdelling van deezen Ed, Achtbaaren Raad en verdere Weidenkenden, tefiens beflooten, om, ingevallen den inval door .Pruisfen gefchied, zich direct meester te maaken van, en te arresteeren alle zodaanige lieden, zonder aanzien van perfoonen, die by het Genootfcha» bekend daan voor Aankieevers en Handhaavers van de lnoode en verraaderlyke belangens en oogmerken van Willem den vyfden, Deeze gearresteerde perfoonen zal het Genootfchap met zich tegen den Vyand aanvoeren; alle dienlten, tot welken zy zonder vrees gebruikt kun"fn worden, opleggen; hen aan het heetde vuur bloot dellen, en in gevalle de goede partv moesq bukken, gemelde gearresteerde perfoonen de eerde .Magtofters der nederlaag doen worden. F 2 ■ lus-  84 Verzameling tan Stukken betrekkelyk tot Insgelyks, zo na de uittrekking de Aanhang vart Oranje in deeze Stad, den Ed. Achtb. Raad of de goede Burgery, iets in het allerminst mogt beleedigen, of getvelddaadig attacqeeren, zullen de gearresteerde medegevoerde Perfoonen daar voor aanfpraaklyk gefteld worden , en voor alles moeten boeten", wat hunne Aanhang in deeze Stad tegen den Ed. Achtb. Raad of goede Burgery misdoet, en de billyke ftraf hunner aanftookingen en Volksmisleidingen, zonder eenige form,van Proces, daadelyk ontvangen. Verder verlaat zich het Genootfchap op de Vader) yke en wyze vcorzorge van den Ed. Achtbaaien 'Raad, waar over zy den Godlyken zegen en *byftand aifm ■ kt. Delft, den &c. De Commisfie ter Directie van het Genoot' i fchap, onder de Spreuk [jj Tot Herftel der Delftfche Schuttery, voor Vryheid en Vaderland. En uit aller naam, (was gêf.) F. W. Buyser, Secretaris. N". 29. Declaratoir van de gezamentlyke Afgevaardigden uit de Uhutteryen, Vrycorpfen en Genoot[chappen van wapenhandel in de Provincie Overysfel* binnen Zwol ■e.gaderd, enden 13 September1787 ter vergadering van Ridderfchap en Steden overgeleverd. '• Edele Mogende Heeren, Ridderschap en Steden, de Staaten van Overyssel! De gezamertlyk Afgevaardigden uit de Schuttetyen, Vrycorpfen en Genootfchappen van wapenhandel, binnen deeze Provincie, vernomen hebbende , dat op gisteren een Adjudant-Generaal van den.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 85 den Heer Hertog van Brunswyk, aan U Ed. Mog. heeft overgebragt, een misfive van zyne Pruisfifche Majefteit behelzende een verzoek, om Hoogstdeszelfs Troepen niet alleen den vryen en onverhinderden doormarsch door deeze Provincie te permitteeren, maar ook een vrye inkwartiering en andere noodwendigheden en goede dienften te doen ondervinden, en zulks onder pretext van zich voldoening te willen verfchaifen, wegens eene beleediging door een gedeelte der Heeren Staaten van Holland aan Mevrouw de Princesfe van Oranie zullende zyn aangedaan; kunnen in ditoogenblik ter naauwer nood befiisfen, door welke gevoelens zy het meeste getroffen worden, die van bekommering over de akelige en voor het dierbaar Vaderland en Vryheid allernadeeligfie gevolgen, welke het tevreezen is, dat de gevraagde doormarsch en inkwartiering van Pruisfifche Troepen, bvaldien dezelve met er daad ondernomen wierd, zal na zich fleepen, dan van fpyt en ongenoegen over den weerloozen toeftand, immers den rampzaligen ftaat van verdediging, waar in deeze Provincie zich, in weerwil van der Remonftranten allerernftigfte en zo dikmaals herhaalde reprafentatien, en de aanbiedingen der gewapende Natie, om ter verbetering van het Defenfie wezen met U Ed. Mog. te willen mede werken, tot nog toe bevind. De Remonflranten,zouden zich thands, in naam van het aanmerkelyk getal Burgeren en Ingezet non, welke zy vertegeirwobrdigen, met recht beklaagen kunnen over de weinige fiducie, welke U It fE' (/én eenig LH derzelve' vóór zo veel hun bekend is, uitgezonderd,) in hunnen gewapenden arm gefteld hebben, over het agterblyven van die ontwerpen, door welker realifatie dit Ge. west in een gedugten ftaat van defenfie, al was het dan ook met opoffering van eenige "tonnen fchats, hadde kunnen gefteld worden; dan, Edele Mog. Heeren , daar een zodaanig hulpeloos beklag, indit beflisfend tydftip, rjtsba£ kan; F 3 zo  8r5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zo vinden zy veeleer zich opgewekt, om nogmaals, onder ir.hsiie van alle hunne plechtige betuigingen, vervat by vroegere Adresfen van den4Üc~tober 1786 en 10 April 1787, aan U Ed. Mog. aan te bieden hun goed en bloed, het welke zy by aanhoudenheid voor Vaderland en Vryheid veil hebben. De Remonftranten verwagten, dat U Ed. Mog , Uit aanmerking dat zyn Pruisfifche Majefteit, met deeze gevraagde doormarsch en inkwartiering zyner Troepen, niets minder bedoeld, elan het aan"zienlykst Lid van het Bondgenootlchap der Vereenigde Nederlanden vyandelyk aan te vallen, en dat de Belaagers vah's Volks Vryheid en Voorftanders van den Erfdwingeland, niet na zullen laaten , van •zulk een gevaarlyk tydftip gebruik te maaken, om binnen deeze Provincie het zaad van oproer en verWarring te verfpreiden, en het naauwlyks afgeworpen juk van flaverny weer op de vrye halzen van dit Volk en van U Ed. Mog. te drukken, genoeg 'cordaat en edelmoedig zullen zyn, om, wat het ook kosten moge, daar in nimmer te bewilligen, 'maar dat U Ed. Mog- liever alles zullen opofferen , dan zich aan de verbreeking der zo duur bezworen Unie 'fchuldig te maaken ; en 't is in dit verzekerd vertrouwen, dat U Ed. Mog. zich op den gewapenden Burgerarm, tot ftaaving en uitvoering van der: zeiver kloekmoedige befluiten, zo ver dezelve toereikende is , als nog volkomen vcrlaaten mogen,; ten welken einde de Remonftranten op't yverigst .aandringen, dat U Ed. Mog. ten fpoedigften de !riodige middelen zullen gelieven daar te Rellen, om alles, wat in deeze Provincie gewapend, en met "die Vaderlandlievende gevoelens bezield is, te doen faamen rukken , conform het plan door Gedeputeerden der Vergadering van de gewapende Corpfen aan U Fd. Mog. Heeren Gecommitteerden tot het Defenfie-wezen voorgefteld, en 't welk dezelve zich verbonden hebben, aan U Ed. Mog., a]s t^n br ogften nuttig en noodzaaklyk, te zullen voordraagcn, - „ Dan,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 87 Dan, zo het den God van Nederland in zyne ,, verbolgenheid behaagen mogt, dat noch de re„ prssfentatien van ü Ed. Mog. aan den Pruislifchen „ Monarch, noch de wapenen hunner bereidwillige 5, Ingezetenen tot afwending van het dreigende j, gevaar, genoegzaam waren; zo declareeren de Remondranten, naamens een aanzienlyk gedeel„ te van die zelfde Ingezetenen, dat dezelve ge„ reed bevonden zullen worden , om, na alvoorens „ bedagt geweest te zyn, om vroeg of laat de ver,, raadene en lang getergde Natie een gedugte wraak „ te verfchaffen over al die genen, welke bekente„ lyk deeze rampen aan 't Gemeenebest, en deeze „ Provincie in 't byzonder berokkend hebben, ge„ zaamentlyk met hunne wapenen naar de Provin„ cie van Holland ovcrtegaan, en aldaar de duur,, gekogte Vryheid te befchermen, zo lang'er een »» voets grond van dit Gemeenebest zal overig zyn ". De Remonftranten vertrouwen in dit onverhoopt geval, dat U Ed. Mog. zich genoodzaakt zullende' vinden, om voor den overmagt te moeten bukken, en geen genoegzaame middelen by der hand hebbende, om den gevraagden doormarsch en inkwartiering te verhinderen, dezelve, hoe gedwongen, egter nooit gedoogen zullen, dan onder uitdrukkelyk protest, dat alle veranderingen, welke middelerwyl mogten ondernomen worden, noch door U Ed. Mog. noch door het Volk van dit Gewest, immermeer goedgekeurd of gewettigd zullen worden, op dat, „welk lot ook over ons befchooren zy, ten minden voor de laatde Nakomelingfchap een gedenkteeken moge oyerblyven, dat wy, dat haare Voorvaderen, niet 'bezweeken, maar gedwongen zyn, den onweerftaanbaaren overmagt haarerDwingelanden te ontwyken. En eindelyk neemen de Remonftranten de vryheid, hun ernftig verzoek hier nevens te voegen, dat toch de Vergadering van U Ed. Mog. niet uit den anderen gaa, voor en aleer in deeze allerdringendde omdandigheden de nodige en efEcacieude befluiten genomen zyn, of wel aan de Heeren U F 4 Ed.  pa Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en daar bewaard als eene Gevangene, door Schildwanten, geplaatst aan alle deuren, en een Officier met een biooten degen in haare Kamer, Dat ae Commisfie van de Staaten van Holland, welke te Woerden rendeert, by Haare Koninglyke Hoogheid gekomen zynde, Hoogstdrzelve verboden heeft verder na den Haag voort te gaan, onder voorwendzel van ftrikte orders van de Staaten van Holland , aan welke zy gefchreeven hadden, om nadere bevelen in te neemen; dat de piegcige verklaaring van Haare Koninglyke Hbogneid, dat zy detzo reis tot geen ander einde voorneemens was te doen, dan met de zuiverde oogmerken, om tot het welzyn van het Vaderland mede te werken, door een rechtvaardig en billyk vergelyk te helpen treffen , noch gehoord, noch aangenomen is geworden ; dat de Commisfie veeleer Haare Koninglyke Hoogheid noodzaakte , om naar Schoonhoven te rug te keeren, om daar de Reiomue van de Heeren Staaten van Holland af te wagten, op den brief, welke Haare Koninglyke Hoogheid aan die .plaats eefchreeven hadde aan den Groot-Penfionaris der Provincie, ingevolge van dit geval, nadat te vergèefsch den gantfehen dag van den aoften, antwoord gewagt te hebber-, Haare Koninglyke Hoogheid geen andere party kiezen konde. dan den 3oden na Nvm-geu te rug te keeren, en dat Haare Koninglyke Hoogheid niet anders, dan by het overvaren van de Lek, antwoord kreeg, dat door eene voor^egeevene meerderheid van Stemmen, te"en die°van de Ridderfchap en een gedeelte der Steden, men het gedrag der Gecommitteerden van Woerden hadde goedgekeurden de misfive van Haare Koninglyke Hoogheid in handen van de Commisfie gefteld, om daar verders over te deh- bEeneiegelyk, die volkomen onzydig is, moet betonen, dat zo een gedrag ten hoogden onrechtvaardig en onbillyk is ; dewyl in een Land, dat vry wfl genaamd worden, niemand, en zelfs niet  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 93 eene kleine meerderheid van Staats-Leden van eene Provincie, het recht kan hebben, om te verbieden aan eene Koninglyke Vorftin, Zuster van een groot Koning, Gemaalinne van den Prins Erfftadhouder der Provincie, en hy zelve eerfte Lid van de Souvereiniteit, van vry te reizen in die Provincie, en zich te begeeven na de plaats van haare conftitutioneele Refidentie, vooral na dat Haare Koninglyke Hoogheid plegtiglyk verklaard had, niet dan de zuiverde oogmerken tot hetalgemeeneheilte hebben, en daar door alle agterdogt van het tegendeel moet doen verdwynen. Dit gedrag zo onrechtvaardig in zich zelve, word beleedigend, en zelfs allerhoonendst door de omftandigheden, niet alleen voor Haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Prinfesfe, en Hoogstuerzelver Doorluchtige Gemaal, maar ook voor den Koning haaren Broeder, daar deeze zo waardige Vorftinne, die door haare deugden en groote hoedaanigheden, zich de goedkeuring en alg. meene hoogachting en eerbied van het verftandigite gedeelte der Hollandfche Natie hadde weeten te verkrvgen, door aeringe Gecommitteerden en hunne Suppoosten, als eene Gevangene, en op een zeer hoonende en weinig paslende wyze gehandeld word. Deeze zogenaamde meerderheid der Staaten van Holland, die zodaanig niet is dan door eene bekende ufurpatie, maakt zich verantwonrdehk van gemelde onrechtvaardige beleedigende gedragingen , door dezelven goed te keuren en openlyk te bekragtigen , tegen de ltemmen van een geheel Corps van 'eene aanzienelyke Ridderfchap en van een groot gedeelte der Steden, als ook tegen het advvs en de herhaalde en dringende raadgeeving van Hunne Hoog Mogenden , de Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën ; en naderhand bevestigd en vernieuwd door de Provinciën in het byzonder, verklaarende, dat zy alles lieten voor rekening en verartwoording van de meerderheid der Staaten van flolland. Zyne Majefteit de Koning, niet kunnende onver-  loo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Chef den Heer Rhyngraave van Salm tegelasten, om direct naar Holland te trekken met de Tioepes, onder zyn commando fiaande , en ter repartitie van Holland zynde, terplaatze, waar hy zulks best zal oirdeelen. In dato den 15 September 1787. Is aan den Raad gedaan opening van twee Refolutien van de Heeren Gecommitteerden yan Hun T?d Groot Mogenden , de eene van den 14 Septemb. 7787, en de andere van . . . Sept. 1787 beide door de Heeren Blok als Prefident, en den Heer Costerus, als Secretaris dier Commisfie geteekend, tendeerende de eerfte, ingeval van aanmarsch van troeEen, de Stad Utrecht te verhaten; en de laatite, om den Commandant en Chef, den Heer Rhyngrave van Salm, te gelasten, om direct naar Holland te trekken met de troepes, onder zyn Commanao itaande, en ter repartitie van Holland zynde, ter -plaatze, waar hy zulks best zal oirdeelen. En deeden de Heeren Burgemeesteren opening; dat de Heer Rhyngraaf en van der Borgh by Hun Ed. Mog. Gedeputeerden binnen Ronden, en dat te Woerden was geweest een Cliargè £affaires van Erankrvk, welke te kennen gaf, dat dat Kyk met iocooman aanrukte, doch dat men te Uoetden, zo als gezegd is, hem gelast had met zyne troepes daadelyk naar Holland te trekken, vermits de Stad Utrecht niet was te defendceren; dat er ze¬ ven duizend man Pruisfifche troepes naar Gorinchem, vyfduizend naar Vianenop march waren, en dat op morgen elfduizend man dier troepes herwaards waren gedestineerd. . Voorts Ronden binnen een Commisue uit Utricie- • xen Geconftitucerden en Gecommitteerden, en wierd aan Hun Ed. Manh. Geftr. en Wel Ed. opening geseeven van de ouvertuures by de Heeren Hun Ed^Mog. Gedeputeerden voorgedraagen, a,s ook van de Refolutien by de Commisfie van Hun Ed. Groot Mog. te Woerden genomen. En fcheide de Raad tot deezen avond ten halt twaalf  fo$ fafzatneling VW Stuiken betrekkelyk tot «vals nog uw blyft aanmaatigen den tj tel en rang van eerden Heer van het Mindergetal, noe wederrechtelyk zulks ook zy. Wy hopren zelfs dat gy met uwe vervloekte aanhangers, die reeds zedert langen tyd dit zo gelukkig Land'hebben verraaden, en wel ipeciaal door bewerking van Martinijs van Schelïinga van het Heerenveen'de za'akcn zodaanig zoekt te bellieren, dat 'er meerder Militie in de Provincie kome, al waren het ook de eerlooze Plettenburgfche Roo. y6En het is, daarom dat wy uw waarfchouwen en verwittigen, dat alle gewapende en weldenkende Burgers en Ingezetenen in deeze Provincie vastelvk beflooten hebben, wanneer aannaadering van Militairen plaats'heeft, om het op uwe en uwe mede aanhangers Perfoonen en Goederen te verhaalen, derzelver bezittingen te verwoeden, en aile? wat van hun is in vuur en vlam te zetten, en zich tot den laatften adem die in hun is te zullen verdeedigen, 'en het ge'h'eele Land te zullen mundeeren. Maakt vast Raat dat gy met uwe gedoemde Aanhang de thands herleevende vrye Friezen met zu.t keetenen, voor en aleer gy den laatuen van hun zult hebben te ondergebragt, en dat wanneer alles voor uwe verdoemde Aanhang moet derven, zo zullen allen, gerust op 't flagveld nederleggen, wanneer verzekerd zyn u een verwoest Land en een knaagend Gewceten na te laaten, en dat gy niet eenen vrven Fries meer zult.behoudeu m dit L:nd, naar alleen de zulke die met uwe vervloekte heerschzugt en overheerfching faamen fpanncn, ea hecisch dan maar in eene woefteny. Wy verzekeren u dat dit met códe door ons allen is bezwooren. Dit is de laatfte waarfchuwmg die wy u doen, maakt hier van het nodig genruik. Wy zenden eenige Copyen aan uwe mede Dwingelanden, en.verwagten van u dat gy van deezen aan uwe Medeftanders zult kennis geeven;. en dat wy binnen vier- en- twintig uuren verwittigd zul-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ïo$ len worden , wat gy te faamen hier omtrent befluit,. en dat gy ons twee Gyfelaars zult zenden, want opde eerde tyding van in- of aanmarsch van Troepes naar deeze Provincie is alles gereed tot die uitvoering, en indien gylieden niet antwoord dan zullen wy het daar voor houden , dat gy fchuldig zyt aan het inroepen van Troepes. Acïum by eenpaarige Stemmen , in het DefenfieWezen van Staat en der Stad Franeker op den 15 September 1787. (was geteekend) C. L. van Beyma. J. Rooeda, P. Breugeman-, F. Lemkema. E. Eisinga. J. Tuinema P. Sannes. D. Nota. D. Zylstra. Th. Emmen. H. Tuinhout. P. Romar. S. M. And£a. A. J. C. de Beere, Commandeerende de Troepes Auxiliairen. Ter Ordonnantie van dezelve E. P. van der SwAAGH. No. 35. ExtraB uit het Register der Refolutien van. Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal, betrekkelyk eene overgegeevene Notavan het Corps Diplomatique in 'sHage. In dato den 17 Sept. 1787. De Heer Griffier Fagel heeft aan de Heeren Gedeputeerden van Hun Hoog Mog. tot de Buitenland, fche zaaken een Nota gecommuniceerd, welke hem dien morgen was ter hand gefteld door de Heeren Kalichef buitengewoon Gezant van Haare RusKeizerl. Maj., en van Weedel van Jarlsberg, Gezant van zyne Deenfche Majefteit, uit naam van : de Buitenlandfche Ministers, alhier refideerende» Bovengemelde Nota luid aldus:* De Buitenlandfche Ministers by Hun Hoog Mog., meenen billyke reden van vrees te hebben, dat de G 4 vei-  104 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot veiligheid in deeze Refidentieplaats zou kunnen geftoord worden, in geval de gewoone bezetting tot derzelver zekerheid en veiligheid beftemd, in de tegenwoordige omftandigheid van zaaken, daar uit weg genomen of verminderd wierd; zy achten hét van de grootfte noodzaaklykheid en hoogdringende, den Heer Raadpenfionaris deswegens een Heilig'en voldoénend antwoord af te vraagen, en tevens den Heer Prefident van Hun Hoog Mog. te ■verzoeken, van deezen Rap ter Vergadering van Hun Hoog Mog. kennis te geeven, teneinde wegens hunne billyke bekommering gerust gefteld worden, 's Hage den 16 September 1787. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden •en verftaan, dat van gemelde Nota, Copia zal ge-^ zonden worden aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, en dat men aan dezelven zalfchryven/dat aangezien op de eerfte Nota, van den 1 dee.zer maand, aan Hun Hóóg Mog geprefenteerd^ en op het gedaan verzoek by dezelven aan de Heeïeh Gedeputeerden gedaan, óm in tyds zodaanige xnaatregels te neemen, en voorzieninge te doen, als dienftig zullen bevonden worden tot gerustftelling van het Corps Diplomatique, tot heden niets is verrigt geworden; kunnende Hun Hoog Mog.' n'iet afzyn, gemelde twee Nota's aan de Staaten yari Holland" en West-Friesland te doen toekomen, de-, zeiven op het vriendelykfte en ernftigfte te verzoeken, van dezelve behoorlyk in aanmerking te willen neemen, en orders te geeven, datmengeen Troepen tér deezer Stede gewoonlyk Guarnifoéri houdende tot zekerheid deezer Relklentie , doen uittrekken of naar elders verzenden, en zorg te draagen, dat geen der gewapende Vry-Corporisten van elders komende in 's Hage komen , noch daat in toegelaaten worden , ten, einde niet alleen de Buitenlandfche Ministers, maar zelfs de Vergadering van Hun Hoog Mog. en van al de andere Coï- ■■ ,1 ■ - - ■ -> • ■ legi-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 105 ïegien yan de Generaliteit, alhier zitting hebbende , 'er veilig en gerust hunne Refidentie kunnen blyven behouden, en dat gemelde Heeren Staaten daar van de nodige verzekering aan Hun Hoog Mo",' willen doen. r 0 Accordeert met voorfz. Register. N). 36. Waarfchouwing aan de Ingezetenen van Overysfel,, door den Heere Hertog van Brunswyk. In dato den 17 September 1787. Wy Carel, Regeerende Hertog van Brunswyk en Lunenburg, commandeerende een Corps Troepes van zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, aan alle de Inwoonders van Overysfel, falut. Tot onze kennis gekomen zynde zeker Declaratoir der zogenaamde Vrycorpfen van Overysfel, ter inaaisverg iderjng ingeleverd (*), en behelzende als, het waare een verbod aan den Souyerein, om de Pruisfifche Troepes onderons bevel ftaande, hoewel des verzogt zynde door zyne Majefteit, over het Grondgebied der Provincie te laaten trekken, onuer bedreiging, yan ingeval zulks evenwel gebeurde, eene verfoeijelyke wraak te zuilen oefferjen aan a] wie van gemelde Vrycorpfen in politieke gevoelens verfchilt; en deeze buitenfpoorige en qnvrrdraaglyke behandeling niet kunnende Geduld woruen , vopral uit aanmerking dat zyne Majefteits bedoeling allervreemdst is van eeni'-e verftooring' der rust te bewerken, veelmin die verftooringe uit hoofde van Hoogstdeszelfs onvermydelyke maatregelen te zien gebooren worden: zo verklaaren wy hier mede plechtiglyk aan alle de Ingezetenen van Overysfel, yan wat ftand en gevoelen ook, datwy de geringde mishandeling uit hoofde van den aanrnarsch der Koninglyke Pruisfifche Troepen begaan, zullen aanmerken als eene vyandelykhcid tegen ons, en dienvolgens dezelve naar alle ftreng- (*) Zie hier voor jN>. 29. bb.dz. 84. G 5  iia Verzameling var. Stukken betrckkelyk tot èenige zyner Majefteits Troepen deeze Provincie zouae inrukken; en het dus duidelyk is , dat bovengenoemde Perfoonen, liever het Land met vreemde Troepen zien opgevuld, en de Ingezetenen aari dërz'elv'ër genade of ongenade blootgefteld, dan aari de rechtmaatige bezivaaren, van 's Lands Ingezetenen gehoor te geeven. Daar dan tegenwoordig het tydflip daar is, dat alle 's Lands Ingezetenen met aflegging van alle pattydigheid behooren te faamen tekGmen, om zich gezamenlyk tegen hét gefmeed ontwerp te verweercn , zo verzoeken en vermaanen wy alle zo gewapenden als ongewapenden, wien de Vryheid en onafhangelykheid des Lands ter harte gaat, om zich allen te zaameri te vervoegen, in of by Franeker, zo fpöedig als het mooglyk is, om gezamenderhand alle gewelddaadige aanvallen of alle inrukking van vreemde Soidaaten te keeren, daar de nood hetvëreisfehen zal, en de Booswigten, die daar, toe aanleiding zullen hebben gegeeven, te ftraffen; wordende egter var. deeze verzameling uitgezonderd de Detachementen door ons gezonden ter befcherrnïn;1; van Makkum, Workum,Hindélopen , deLem■ mer ', Sneefcj Bolsward en Dokkurri, met de gewapende Burgers zich aldaar bevindende. Zo' is 't, dat wy van deezen Hap aan allen 's Lands Ingezetenen by deezen kennis geeven, en dezelve waari chonwen, dat zy door het toedoen van de voornoemde Perfoonen binnen kort dit vry Land zullen zien ingenomen, en misfehien aan de ysfelykfte ver-' woes'cingen'blóot gefield, gelyk het zeker is, dat' door de inmarsch van Pruisfifche Troepen, reeds alle Ingezetenen het ongelukkig Utrecht hebben moeten verlaaten, om de Provincie van Holland met; té meerdere vereenigde magt te befchermen, te- ■ gen welk alles wy misi'chien geen genoegzaame magt; bezitten, om 'sLands braave Ingezetenen te beveï- ■ ligen, fchoon wy gerefolveert zyn, om alle onze : vermogens, ja ons leeven voor de'Vryheiddes Volks des nobds op te offeren,- Voert*;  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ke door 'vreemde invloed vervoerd, van de waare fentimenten waren afgeweeken , thands met volkomen bewilliging tot de waare Vaderlandfche fentimenten zyn te rug gekeerd; hebben goedgevonden by deezen aan de Gemeente bekend te maaken, dat zy alle zodaanige Refolutien, welke hier ter Stede, st zy by overftemming, 't zy met eenpaarigheid, door de abfentie van de Weldenkende veroirzaakt, ten nadeele van zyne Doorluchtige Hoogheid, den H>ere Prince van Orange, eenige jaaren zyn genomen, hebben verklaard voor nul en van onwaarde, tn dat dezelve in de Refolutieboeken zullen worden geroijeerd. Verklaaren wyders zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Örange te herftellen in alle j Hoogstdeszelfs hooge Waardigheden, Rechten en Prserogativen, en fpeciaal in zyne qualiteit van Ka- : pitein-Generaal van de Provincie van Holland en bet Commando van 's Hage. Declareeren wyders, heden hunne Gedeputeer- • den ter Vergadering te hebben gelast, om oogenblikkelyk te helpen concludeeren, dat aan Haare Koninglyke Hoogheid de gevorderde en billyke fatisfa&ie worde bezorgd; als mede, dat zvne Doorluchtige Hoogheid ten allerfpoedigften worde geïnviteerd, om deeze Provincie met Hoogstdeszelfs tegenwoordigheid te vereeren, en de waarneeming , van alle Hoogstderzelver hooge Charges te hervatten, teneinde de Republyk, onder Gods zegen, weder tot eendragt gebragt, en onder de lieflyke fchaduwe van het dierbaar Oranje Huis, aan het •welke de Natie nimmer haare onbetaalbaare verplichtingen genoeg kan erkennen, weder tot voolige luifter herfteld worde. "En ten einde voor te komen, dat de blydfchap van deeze Gemeente, door dit heuglyk evenement niet tot buitenfpoorigheden overfla, hebben Hun Ed. Groot Achtbaare goedgevonden, de Gemeente tot alle bedaardheid aan te maanen en te verzoeken, en voor zo veel des noods te gelasten, om zich de zegen,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. nargevaUen. irj zegen, die hun van God Almachtig door dit heuglyk evenement word gtfchonken , door geene buitenfpoorigheden onwaardig te maaken. En word tot meerdere gerustheid van deeze Gemeente gecommuniceert , dat zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Hertog van Brunswyk mondeling plechtig aan de Regeering heeft verzekert, dat de goede Burgery geene de minfte overlast van het Guamifoen te verwagten heeft, en dat hetzelve in de allervolmaakfte discipline zal worden gehouden, als zynde zyne Doorluchtige Hoogheid hier gekomen als Vriend, en alleen om de goede Gemeente van alle onderdrukking te verlosfen. 43. Misfive van de Commisfie van 't Defenfiewezen voor de Provincie Holland, te Woerden gerefideert hebbende, aan de Ed. Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, nopens het gene tot de evacuatie der Stad Uirecht gelegendheid heeft gegeeven. In dato den 18 September 1787. Edele Groot Mogende Heeren! Door de menigvuldige bezigheden met welkea Wy federt drie dagen geobrueerdzyn geweest, hebben wy ons buiten de mooglykheid gevonden, om U Ed. Groot Mog., nopens het geen 'er tot de evacuatie der Stad Utrecht gelegenheid heeft gegee* ven, volledig te informeeren, en ons enkel moeten vergenoegen , met kortlyk aan den Heere Raadpenfionaris van het verhaten der Stad Utrecht kennisfe te geeven; — offchoon onze bezigheden nog even menigvuldig zyn, hebben wy begrepen egter niet langer te mogen uitftellen, van aan U Ed. Gr. Mog. een omftandig bericht, van het geen 'er nopens de evacuatie dier Stad heeft plaats gehad, ett het geen tot dezelve aanleiding gegeeven heeft, te doen toekomen; **» wy hebben dies de eere U Ed. Groot Mog. by deezen te informeeren> dat, H 2 op  Ii6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot op den 14 deezer maand, de Heer Rhyngraaf vAK Salm, (welke wy, ingevolge de authorii'atie door U Ed. Groot Mog. op ons verleend, onder approbatie van U Ed. Groot Mog. tot Commandant en Chef van de Hollandfche Troepes hadden aangefteld; binnen de Stad Woerden in abfentie van twee onzer Medeleden Camerling en van Toulon , welke in Commisfie waren ter Monftering der refpechve Uitleggers, met ons confereerende over de beste middelen ter defenfie van deeze Provincie en de Stad Utrecht, gemelde Rhyngraaf ons kennis gaf van de zekerheid der aanmarsch van Pruisfifche Troepes, waar van wy ook reeds verfcheiden belichten ontfangen hadden, en ons te gelyk voor «ogen hield, dat de Stad Utrecht wel konde verdedigd worden, tegen de Troepes, welke dezelve tot nog toe hadden aangevallen, maar dat dezelve nimmer beftand was tegen zodaanige Overmagt als thands tegen dezelve wierd aangevoerd; ■ dat daarenboven, ingevolge de uitdruklyke verklaaïing van zyne Majefteit den Koning vao Pruisfen, omfatisfacfie wegens het arresteeren van Haare Doorluchtige Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Ojanje te willen hebben, deeze Troepes ook wel inzonderheid tegen de Provincie Holland fcheenen gerigt te zyn; dat dus voornaamlyk ook voor de veiligheid deezer Provincie diende gezorgd te worden; — dat het intusfchen zeker zynde, dat de Stad Utrecht, maar weinige dagen, tegen dusdaanige Overmagt konde beftand zyn, en het Guamifoen dier Stad dus Krygsgevangen gemaakt, of door een Beleg flegts ingefloten zynde, 'er dan in de Provincie Holland byna geene magt overbleef om dezelve te verdeedigen; en dat egter hy JRhyngraave van oirdeel zynde, dat met het verlies van deeze Provincie , ook alles verloren was, en begrypende dat het mindere voor het meerdere .moest wyken, zich genoodzaakt vond ons te advifeeren, van , z. ke wyze zullen vervoerd en goed bezorgd worden. Art, 6. Dat de Krygsgevarjgenee,,- welke wy.hiel hebben aan den Heer Generaal Majoor Kax.krv\> ter zullen worden overgegeeven. Art 7. Dat aan het Guarnifoen de nodige Wagens of Schuiten zullen gezonden worden, om hunne Bagagie in te kunnen bergen, en twee uuren tyds vergund vrorden, tot het- inpakken, na dat dé gemelde Schuiten of Wagens.zullen geleverd zyn. Art. 8. Dat de Artilleristen», hoewelniet.geklêed 'Ml K 2 zyn-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. T57 allen en een iegelyk, van wat ftaat, rang of conditie dezelve ook binnen deeze Provincie zouden mogen zyn, en wel in het byzonder de zodaanigen* welke zich nog binnen deeze Provincie de qualiteit van Gecommitteerden, ter directie of defenfie van eenige Stad of Plaats zouden mogen bekleed vinden of aanmaatigen, uit hoofde van geéxteert hebbende Genootlchappen van Wapenhandel, welke wy alle by onze Refolutie van den 20 deezer hebben gedisfolveerd en buiten onze protectie hebben gefteld, of uit eenige andere hoofde hoegenaamd, en tut aanmerking van die hunne pratenfe qualiteit of invloed zouden mogen tragten de Regeeringen van fommige Steden te beletten, om zich by de door ons tot redding van het Vaderland thands genomene Refolutien te voegen, of dezelve te noodzaaken, om zich tegens den inmarsch der Pruisfifche Troepes, als ware het tegens een' Vyand te verzetten, en door het doorfteeken van Dyken en andere middelen van defenfie, niet alleen de goede Ingezetenen deezes Lands op eene onherftelbaare wyze in hunne goederen te ruineeren, maar ook daar door dezelve Troepen, hoe zeer tot geheele andere eindens, en althands met geen' vyandelyke oogmerken binnen deeze Provincie gekomen, onvermydelyk tot vyandelvkheden te provoceeren , en dezelve Ingezetenen niet alleen in hunne Goederen, maar ook in hunne Perfoonen en Familien voor de woede van eenige duizende Krygslieden, door eenen vrugteloozen weerftand getergd, en dus aan de allerakeligfte gevolgen bloot te ftellen, wel ernftig willen hebben vermaand, om van dezelve voor den Lande zo verderflyke machinatien af te zien, als verkiaarende wy allen en een iegelyk wie hy ook zy, welke met raad of daad zalmede werken, om verders tegens de wettige en van ouds wel gevestigde Conftitutie eenige indragt te doen, of te helpen bevorderen, of de herftellinge van de voorzeide rust, eendragt en harmonie binnen deeze Provincie zouden willen dwarsboomen, te houden voor We-