Verzameling van ÊLACAATEN, RESÖLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXVII EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENlGÜE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Derde Deei.. ^ CAMP E &i Ter Drukk-efye van J A. dë CHALMOT, MDCCLXXXVII I.   CHRONOLOGISCH REGISTER. VAN ALLE BE STUKKEN - IN HE T DERDE DEEL, VAN DEEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. .N°. 283. Publicatie, van de Regeering der Stad Utrecht, tot redres van de groote verandering welke 'er zedert den 2 Augustus 1786 in de Burger-Compagnien is voorgevallen V/S. M dato den 20 November 1787. ■ • 1 hladz- t. f • ,284. ExtraEt uit het Register der Refolutien yan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, concerneerende het Detachement Franfche Kanonniers henvaürds gezonden. In dato den i&.&kvember 1787- • 1 ■ • • hladz. 3. - 285- Rapport ter Vergadering van dc Heeren Staaten Ge~ ?ieradl, in dato den 20 November 1787, gedaan door de Heeren Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden 'tót de buitenlandfche zaaken, omtrent eene.refolutie der Provincie Utrecht, van isden Oiïober te vooren, ten aanzien van het compliment, 't welk aan zyne Maje/ieit den Koning van Pruisfen zou kunnen worden gemaakt. . , hladz. 4, fe-'1 ' 88 Extra® uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de  > e J S T U | K1 E N. Vïï' ie Staaten van Overysfel, betreffende de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden van Gelderland ter Generaliteit ge. 'daan, tot het reddmifteeren van e'eh tweede Gecommitteerde wegens hooggemelde Provincie, in den Raad van. StaatenM enz. In dato den 28 November 1787. • bladz. 75. H°. 305- Extra® uit de, Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, betrekkelyk twee Misfiveu, da eene van-den Heer A. van Echten tot Aréndshqrstr-«» ie andere van den Heer R. W. Sloët tot Merkéveld, enz. In dato den 29 November 1787. • bladz. 76. m' 306. Extra® uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende dispofnie op, bovenvermelde Misfives. In dato dén 19 Novemb. 1787' bl- 78« 1' 307. Extra® uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende' Rèfolutie en Publicaeatie ter beteugeling van Geweldenarysn, vöorkominge vim onbehoorlyke Byecnkomjlcn en ,4tronpementen enz. In. dato den 29 November. 1787- ■ • • bladz. 79. - 308. Extra® uii de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel,'behelzende Confent in deMlian-. tien met hunne Kmiinglyke.RIajefteiïen.van Pruisfen en van Grooï-Brittannien. In dato den 29 Novemb. 1787. M. 83. 309, Extra® uit de Refokdien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende R.apport enz. var} de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van de Finantie» over de door Hun Hoog Mogenden voorgeflagene ovemeeming' van 'agt of tien duizend Man Duitfche Troepei enz. In dato den 29 November 1787. . . hladz. 85. -—— 310. Extract uit de Refolutien yan Ridderfchap en SteS-leden de Siaatïr, van Overysfel, behelzende Refohtiie over * 3 4r  Vu? REGISTER de Prepifuie van den Hcere F. W. Sloet tot Warme!* zo voor hem zeiven als voor zyiie mede-Gecommitteerde ter Generaliteit enz. In dato den 29 Noyemb. 1787. bl 8(5. NQ. 3ii- Request uit naam van Mr. Herman Hendrik VrTringa, aan de Edele Mogende Heeren Staaten des Furflendoms Gelre en Graaffdmps Zutphen geprefenteerd. In. dato de?} . . . November 1787. ' , . bladz. 87. * ■ ■ 312- Request van Johannes van Diermen, oudjle Predikant der Stad Elhurg aan de Edel Mogende Heeren Staaten des Furjlendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. In dato den . . . November 1787. - . bladz. 89. ~ 313- Request van Geors Hendrik Hein, Predikant der Stad Elhurg, aan de Edele Mogende Heeren Staaten des Furjiendoins Gelre en Graaffchaps Zutphen. In dato den ■ - - November 1787 bladz. 90. " 314- Request uit naam van agt- en- tagtig uitgeweeken Elburger Ingezetenen, aan de Edele MoC. Heeren Staaten des Furjlendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen geprefenteerd. In dato den . . . November 1787. . bladz. 94. 315- Extra® uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende Rapport van Hwi Edele Mog. Gecommitteerden by Refolutie van den kaften jongstleeden, tot onderzoek onder wie de Requesten door de Gecommitteerden der Burger-Corpfen en uit de Burgerye der Stad Zwolle, aan Ridderfchap en Steden geprefenteerd, al nog berusten enz. In dato den 30 November 1787. bladz. 96. • 316. Extra® uit de Refolutien van Richlerfclmp en Ste¬ den de Staaten van Overysfel, behelzende Rapport van Hunner Edele Mogende Gecommitteerden tot de Financie, over ds  sn STEKKEN. IX de Misfiye van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland van den liften November jqngstleeden enz. In dato den 30 November 1787- • • • bladz. 104. J^p. 317. Extra® uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, mar by Hun Ed. Mog. bepaalen, dat uit hoofde van de Publicatie door Ridderfchap en Steden geanefleerd tegens de excesfen gepleegd wordende ten platten Lande, in dit, extraordinaire geval, door de Hoofdofficieren Crimineel zal worden geprocedeerd enz. fn datp den 30 November 1787- ; • . bhdz. 107. —— 318. Extra® uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende de aanftelling van Gecommitteerdens tot de revijie van de Quotes en het onderzoek van de Generaliteits Kas enz. In dato den 3° Noyembert 1787. bladz. 108. 1» 319. Verhaal van de Verandering der Regeering der Stad Amfleldam , door Commïsfarhfitt van zyiw Doorluchtig? Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder. In dato den 30 November 1787. ...... pladz. 108. j. 320. Misfive van zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, aan Hunne Hoog Mogenden de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, by gelegenheid van het rappel van den Heer Baron van Thulemeyer , als Envoyé Extraordinaris by deezen Staat, en kennisgeeving, dat in derzelver plaatze benoemd hadt, den Kamerheer van Albensleben. In dato den 1 December 1787. . . bladz. 112. m ■ - 3 21. Declaratoir van de Heeren Gecommitteerden van den Raad van Staaten, tot onderzoek van 't gebeurde in 's Hertogenbosch. In dato den 1 December 1787. • bladz. 113. > 322. Extra® uit het Register der Refolutien van Hun * 4 Hoog  X -REGISTER ff: " Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereénig* de JSfederlanden, over het permisfie vraagen door den Heere van der Hoop, Hun Hoog"Mog. Minister te Luik', om Troepes van den Staat, over het Luikfche territoir te dacn marcJieeren eKnz. In dato den 2 December 1787, ." * •"■ ' .'• •'.*'. f i . • bladz. 114. N°. 32,3. Jffcheid genomen van Hun Edele Mog. de Heeren l&Men van Zeeland, door den Hoog Ed. Gefir. Heer Mr. Laurens Pietervan-de Spiecel, 'geweezen Rctad-Pen. fwnaris van Zeeland, en thands tot Raad-Penfionaris van Holland en West-Friesland aangejleld. In dato den 3 December i.787. • . . . .. bladz. .115. ——- 324- Waarjchomving van de Ed. Achtb. Regeering te ■ S Hertogenbosch , ever verbreide geruchten' van nieuwe Roof en Plundering, fy dato den 5 December 178 ?. bladz. « 3^5- Aanfpraak door den Baron van Wassenaar, Heer van Stafrenbürg, aan den Heere Mr. L. P. van de Spiegel , nieuw-aangcflclde Raad-Penjbnarii'va?} Holland en Wtst-Frieslv.rd, gedaan by gelegendhcid dat denzehenby Hun . Ed. Groet Mog. beécdigd werd en in funtlie trad. ' In dato . den 6 December jiZ-j. . . , bladz. 121. ~ 326. Aanfpraak door de:: Heer Raad-Pevfwmris Mr. L. P. van de Spiegel, gedaan in de Vergadering van Hu.-i Ed. Groot'Mogenden, by de aanvaarding van deszelfs Ambt. In dato den"6 December 1787. . . bladz. izz. .",27. Rcqt-.st dcor ecnige Ingezetenen van de Amhgts- Ihi-rlykheid Lvy■derdorp, geprefenteerd aan de Edele Groot Mogende Haren Staaten van Holland cn West-Friesland. In dato den . . . December 17S7. . bladz. 12J.  ds*. STUKKE'» XI >5fp0 328. ExtraU Uit hst Register der Refolutien van de Heeren Staaten veen Holland en West-Friesland, betrekkelyk tot ■ het voorenjlaande Request. In data den 7 December 1787, . . „. _. . . ■ . . bladz. 132. ., 329. Waarfchouwing van de Regeering der Stad Jmfteldam , ftrekketide tot aanmaaning van eensgezindheid eii vreedzaamheid, enz. In dato den 10 December 1787- %vdm i»« ;."V.-mWY'V^ ** •''''.•i!^i">r-'.W/ . 33=. ,2?i-/e/" va?i rf\\ -* " '::MrAL.-^Jr,. • T . ' ' i'- Madz."i$É*- u ■ -< 333. Brief van den Heer Commandant der Stad Zwolle, aan de Edele Hoog Achtbaare Heeren van de Magijlraat dier Stad. In dato den . . . December 1787- . bladz. 144. ii 334. Refolutie der Ed. Hoog Achtb. Heeren Burgemeesteren, Schepenen en Rmden der Stad Zwolle ,• houdende onder anderen bevel, dat niemant op Jlraat zal mogen verfchynen, als voorzien niet een zichtbaar vercieifel van Orange kleur, het zy op de Borst of op den Hoed. In dato den iz December 1787 bladz* 145. * s )i*  8? REGISTER. m 335- Publicatie van de Regeering der Stad Rotterdam, tti geus hef pleegen van baldaadigheden enz. In d»to den n December 1787. . , * ' * bladz. 148. **** 3lf ^ ** hH Re^fer ^Refolutien van de Heerm Magfiraaten en Gedeputeerden, van de Steden van WestFriesland en den Noorder-Kwartiere , waar by aan Mr ] W T6 deraÜfU mrd! Sneven als Secretaris van de Magrftraaten en Gedeputeerden, van de Steden, midsgaders van Gecommitteerde Raaden van West-Fries land en het Noorder-Kwartier. In dato den 14 December 1787. ... , - - . ; ■ bladz. r-r- 337- Publicatie van de Regeeringe der Stad Utrecht, behelzende eene vemaaning aan allen en een iegelyk, om zich van eentg Orange-teken te voorzien enz. In datoden 14. December I7S7. . . . . bladz. \53. -~ 338- Extra® uit de Refolutien van de Vreedfchap der btad Utrecht, waar hy aan den re^* ^ j r, ,., ■r t d ivrv v+ j j gedeporteerden Predikant Blank de Stad word ontzegt. Jn dato den 17 December r y • •* : bladz. 154. rrv 339. Publicatie van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erfjladhouder word geauthorifeerd , om de in de Refolutie vermelde middelen werkflellig te maaken, tot het daadelyk firaffen van Plunderingen door Militairen gepleegd. In dato den 18 December • • • • • bladz. 155. — 34o. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Staaten van den Lande van Utrecht, behelzende eene Ampliatie op de Generaale Amnestie van den uden December laatstleden, ten aanzien van het geen 'er binnen de Stad Montfoort ü voor-  der STUKKEN. XIÜ Mor'gevallen, enz. In dato den 19 December' 1787'. lladz, iU&.Zi.;:-. 9\ "atv ft «./. &<. *t£iS» fj". 141. Request van Adriaantje Kraaioog , Wed. van Jan van Leer, en Neeltje Kuyp, Wed. van Hendrik Bekkers, tendeerende dat de Lighaamenvan haar: dbddgefchoótene Mannen, die ingevolge Vonnis der Leenmannen van Oud-Beyerland,- met een been aan de Galg zyis gehangen, Gerechtelyk daar mogen worden afgenomen, en aan de Supplianten overgegeeven, ten einde aan dezelven eene behoorlyke begraaving te doen genieten. In dato den 19 December 1787. . - i . , bladz. 158. *■ 342. Publicatie van den Gerechte der Stad Dordrecht, waar by de Burgery word aangemaant en verzogt, een Örange verfierzel te draagen, enz. In dato, den 20 December 1787. . . . ! bladz. \öz. 343. Publicatie van den Oud-Raad der Stad Dordrecht, kennis geevende aan de goede Burgery, dat Commisfarisfen door zyne Doorl. Hoogheid benoemd, op morgen Heiden te hmen. In dato den 20 December 1787. . bladz. 164. 344- Publicatie van de Ma giftraat der Stad Groningen, over het voeden van Partyfchappen en draagen van Orange-tekens. In dato den 20 December 17Ö7. bladz. 165- *T'' 345- Extra® uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Ridderfchap en Eigenerfdens de Staaten der Landfchap Drenthe, behelzende dispofitie op het geïnfereerde Rapport der Heeren Drost en Gedeputeerden, mitsgaders verdere Heeren Gecommitteerdens uit de Ridderfchap en Eigen-Erfdens, op den Reces Landsdag van igften jongst gefield tot de zaaken der vernietigde Exercit^e-Genoodfchap$en en Sociëteiten-, met denaankleeve van dien. In dato den 20  Hl? REGISTER 20 December 1787. . . Uadz. 167, m. 34.6. Strekkende tot Bylage A. van N°. 345. -?y„^s jErtraö uit de Notulen der tweede Vergadering van Gecon*. mitteerdens uit de gewapende Schutterden, Vrycorpfen en Genood/chippen binnen de Provincie van Overysfel, gehow den in Campen den 30 Mey 1787. . . bladz. 251, —- 347. Strekkende tot Bylage B. van N°. 345. Behelzende Rapport van den Kapitein Commandant Mr. W. de Lille en Gecommitteerde F. A. Kok , als Gecommitteerdens van wegens het Steenwyker Genoodfchap voor Vrede én Viyheiti, midsgalers de Kapiteins Mr. R. W. Sloet tot Maiksvelt en R. H. de Vos van Steenwyk tot den Oldehhof, als Gecommitteerdens van wegens het Genoodfchap van Vollenhove. .... bladz. 254. •* 1 348- Strekkende tot Bylage C. van N°. 345. Se» helzende Extra® uit de Handelingen van de extraordinaire Vergadering van Gecommitteerden* uit de gelegalij'eerde Genoodfehappen van het Landfcliap Drenthe gehouden te Meppol den 5 Augustus 1786. . . . bladz. 259. 349. Strekkende tot Bylage D. van N°. 345. Zynde eene Misfive van Gecommitteerdens uit de gelegalifeerde G> ■noodfehappen van het Landfcliap Drenthe aan de, Gecommitteerdens van de gelegalifeerde Genoodfchappen van de Provincie van Overysfel. In dato den 16 Augustus 178^, • • • . . bladz. 260. *" 350. Strekkende tot Bylage E. van N". 345. en behelzende Extra® uit de Refolutien van Gecommitteerdens wegens ■ de gezamentlyke Exercitie-Genoodfchappen der Landfcliap Drenthe, op den 4 September 1787 in de Wyk verkiert. ......... mdz. 264. '  b*»STUKKËN. ê& Üii Strekkende tot Bylage F. van N. 34S. Zynii éene Misfive van den Hoog Wel Geb. Heer C. de-Vos vak ■ Stëenwyk aan de Leden van den Krygsraad van het Genqodfchap van Wapenhandel op 't Hoge en Echtens Rog;, veen, over het zenden van Juxiliairen naar Deventer, bi. 264. * 352- Strekkende tot Bylage G. van N°. 345. Zynds eene Misfive van het Defcnfie-wezen te Franeker aan dén Heer O. Blom te Mcppel. . . .. bladz. 26', 'f ■"■1 353- Strekkende tot Bylage H. van N°. 345. Zynds Extra® uit de Refolutien van Gecommitteerden wegens ds gezamentlyke gelegalifeerde Exercitie-Genoodfchappen der Landfchap Drenthe, op den 4 September 1787 inde Wyk vergadert. . ... . .. . bladz. 266. 354. Strekkende tot Bylage I. van N°. 3^s. 'Zynde eene Misfive van Diretleuren der Burger-Sociëteit te- Mep■pel aan de Commisjie, der Correspondentie te Groningen, *'••»'•- . - - bladz. 266. §» 355- Strekkende tot Bylage K. van N°. 345. zynds eene Misfive van de Commisfie der Correspondentie te Gro. ningen,, aan Direücuren van de Vaderlandfche Sociëteit te Meppel, over het gedrag der Militairen te Groninr*= 36i- Strekkende tot Bylage Q. van N°. 345. beMzende informatien, ter requifitie van den Heer Drost S. P. A. Graave van Heiden rat. Offic. ingenomen te Meppel den 20 en 21 Novemb. 1787. . . iWz. 28c. «—— 362. Strekkende tot Bylagen R, S, T en Ü; van N°: 345. ra behelzende Certificatie ter requifitie van Lamh. Eniphorst wg-ew ae destinatie van twee laadingen Eeken kanthout tfc. . , bladz: 2gI> P 363. Strekkende tot Bylage V. van No. 343- Zynde eene Misfive van den H. IV. G. Heer C: de Vos van Stëenwyk, aan de Leden van den Krygsraad van het gelegalifeerde^ Genoodfchap van Wapenoeffenxng te MeppeL bladz. 283. s 3Ö4. Strekkende tot Bylage W. van N°. 345. Behelzende Misfive van Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, aan Hun Édel Mogenden de Staaten van het Landfcliap Drenthe over de zorgelyke omfiandigheden van het lieve Vaderland enz. . bladz. 28$, 3ö5- Strekkende tot' Bylage X. van N». 345. Behelzende verfcheidene Informatien door den Scholtus G. R. W. Kymmell opfpeciaale atahorifatie van zynExcell. den Heer La?iddnst, Graave van Heiden ingewonnen, tot km  der STUKKEN. XVII laste van de drie Predikanten Ds. Hemmes van Emmen, Ds. Albringii van Odoren , en Ds. Schaot van Borger. . . » • 1 • • bladz. 289- 366. Aanhangzel tot de voorgaande Stukken belioorende, behelzende Informatien genoomen door den Sch oltus G. R. W. Kymmell; op fpcciaale authorifatie van den Heer Baron van Dorkberg Heiden Asfcsfor, op last van de Heeren Drost en Gedeputeerde Staaten der Landfcliap Drenthe, tegens den Hoog Wel Geb. Heer Dirk van der Wyk van de Klenke , benevens het Dlüum van het Vonnis door de Crimineele Vergadering over genoemde D. v d. Wkk uitgefprookén. . . * > blaaz. 308. * 367. Request, door Ï25 Perfoonen , alle Inwoonderen van den Haag onderteekend, en den 20 December 1787 geprefenteerd aan zyne Doorl. Hoogheid den Heere Princi Erf-Stadhouder £fc. èfc. fcff. . . 31&   VERZAMELING PLAdA'ATSN; RESOLUTIE N EN ANDERÏ AUTHENTYKE STUKKEN .enz. BETREK»! KING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGH GEBEURTENISSEN, IN DE MAAKD SEPTEMBER 1787 EN VERVÓLGENSi IN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN No. 283. Publicatie 'van de Regeeringe der Stad Uii recht, tot redres van de groote verandering vdké 'er zèdèrt den 2 Augustus 1786 in de BurgerCompagnim is voorgevallen enz. In dat'ó.deh '2'd November 1787. Bürgemeesteren en Vrcedfch'ap dér Stad U "recht; in overvC'eéging génömen hebbende de groote verandering, die na den 2den Augustus 1788, m '<&è Burger-Cörnpagnien is voorgevnllen , en daar by acht {laadde o'p het gedrag der Officieren, zedert dién fcyd gehouden; hebben goedgevonden by dèézéti' vobr hül en van Onthaarde- té vërklaaren; allé aariftèlliftgen Van Burger-Officieren" j Adjüdatféërij Öh'« ,111; ÜF.ËI:; A ÖÊf-  2- ' Verzameling van Stukken betrekkelyk tot~ der-Offieieren, en alle anderen, die in eenife der. gelykePosten, ten tyde der plaats gehad hebbende onwettige Regeering zyn aangefteld geworden: dirn-iteerende tevens alle dezulken, die fchoon by de wettige Regeering aangefteld, echter byde pretenfe Raad 'm voorgemelde qualiteiten mogten hebben gefungeerd, met interdictie aan dezelven, om te jouisfeeren van de vrydom van Poortgeld, van de permisfie van Sesfie te houden in de Burger-Officiers Banken in de Kerken, ofte van eenige andere Praerogativen , te vooren en van ouds her aan de Burger-Officieren geaccordeert geweest. Gelyk de Vroedfchap al verder verftaat, dat alle BurgerSchutters vaB 'hunne Schutters dienften worden gehouden voor ontflagen, zo lange, tot dat hier op nader door de Vroedfchap zal zyn gedisponeert. Ordonneerende de Vroedfchap voorts aile Officierenof die als Scriba's, en uit dien hoofde ais Rentmeester en Fiscaal van de tfurger-Krygsraad, laatstelyk, en ten tyde boven gemeld, hebben gefungeerd, en generaalyk allen en een iegelyk, welke eenige Papieren, Gelden of Goederen, de Burger-Krygsraad of Burger-Compagnien betreklyk, onder zich mogten hebben, al het zelve, zo ras doenlyk , ten langften binnen veertien dagen na Publicatie deezer, in handen van den Heer Collonel, of een der Hoofdmannen, over te brengen, en zo zy het een of ander vooren gemeld, niet onder zich mogten hebben, maar bewust zyn waar het zelve is, daar van ten fpoedigften kennisfe te gceven; alles in cas van Contraventie, op eene Boete van vyftig Guldens, ten behoeven van de Krygsraads-Kasfe te verbeuren. Gelasrende.de Vroedfchap wyders aan allen en een ieder, die zulks zouden mogen aangaan, de navolgende Raaden (en die dezelve wettiglyk zullen fuccedeeren)in qualiteit als door de Vroedfchap aangeftelde Hoofdmannen , in de refpective Wyken deezer Stad, nnar vereisen te erkennen; als in de Compagnie van Turkyen, de Heer Samuel Lucht. mans;  de Gehei&icnisfen in f787 ènt. focrgevalkii. § Mans; Papenvaandel, de Heer Mr. Johannes Borski Hermansz.j 't Fortuin, de Heer Jacob Fredrik GoBicsj Bloedkuil, de Heer Mr. Jan vast VooRfr; Zwarte Knechten > de Heer Mr. Hendrik Adriaan van den Heuvel; Orangeftam» de Heer Mr. Frans Johan Carel Roelands 5 Pekfïokken, de Heer Mr. Jacob Lidias de Jonc«eere ; de Handvoetboog, de Heer Mr. Justus Lupfned. En ten-einde niemand hier van onkundig zy, zal deeze worden afgekondigd, gedrukt en aahgeplake naar behooren. In kennisje van wy, J. W. de RüEVEa. >N . 284. Extradb uit het Register der Refolutien van HuH Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der V~\ereenigde Nederlanden, concerneerende het Detachement Pranfche Kanonniers herwaarts gezoU' den. In dato den 20 November 1787. By refumtie gedelibereerd zynde op het gerapporteerde van de Heeren Spaan van Bardestew, (fen andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot ide Buitenlandfche zaaken, ingevolge, en ter volidoeninge van Hun Hoog Mogenden RefolütieCom» rmisforiaal van den loden der voorleden maand.» ge» ivifiteerd en geëxamineerd hebbende eenige Hukken sen papieren, door den aanweezenden Heer Gedepu- !teerde van de Provincie van Utrecht, op last en authorifatie van de Provincie zyne Principaalen in een fecreet Befoigne gecommuniceert, welke ft ukken en nanieren aan den Hoofd-Offlcier der Stad utreent in nanoen waren geKomen, concerneerende het Detachement Franfche Kanonniers na herwaards gezonden, waar van een Lyst in de Notulen van den i^den Oftober was geinfereerd. A 2 U  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Is goedgevonden en veritaan, dat Copie van alle' de voorfchreeven frukken en papieren door den Griflier van Hun Hoog Mogenden geaut-hentifeert, .gezonden zal worden aan den Heer Lestevenon van Berkenr.oode , Hun Hoog Mogenden Ambasfadeur aan bet Hof van Frankryk; en denzelven aangeïchreeven , dezelve aan den Heere Graave de Montmorin, of op, zodaanige andere wyze, en daar ter plaatfe, hy Heer Ambasfadeur nodig en dienüig zal oirdeelen-, te communiceeren, ten einde die gebragt mogen worden onder het oog van zyne Majefteit den Koning'van Frankryk, met raondeling verzoek om opening te mogen erlangen, door wie en op welke wyze, die inftantien tot die fecours gedaan zyn, zullende hy Heer Lestevenon van Berkenroode aan Hun Hoog Mog. een precies yerflag doen van het antwoord het geen hy daar op zal bekomen. (*) De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en West-Friesland, van Zeeland en van Stad en Lande hebben hierin geconfenteert, op het welbehaagen van de Heeren Staaten hunne Principaalen. N". 285. Rapport ter Vergadering van de Heeren. Staaten Generaal, in dato denio November 1787,gedaan door de Heeren Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de buitenland/die zaaken, omtrent eene refolütie der Provincie Utrecht, van den l^deh Oclober te vooren , ten aanzien van het compliment, 't welk aan zyne Majejteit den Koning van P/nisfen zou kunnen worden gemaakt', •zyr.de van deszen inhoud: Dat zy Heeren Gedeputeerden van advize zouden zvn, dat den -Heer van Rheede, hunner Hoog Mogenden Extraordinaris Envoyé en Plenipoten- tiaris , (*) Zie alle de Stukken waar van in deeze Refolütie melding word gemaakt in het II. Deel, onder N°. 184.. bladz. 83 enz.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. $■> tiaris aan het Hof van Pruisfcn , zoude behooren fél worden aangefchreeven, in convenabele .termen aan" zyne Majelteic den Koning van Pruisien te betuigen Hun Hoog Mogenden Vergenoegen en blydfchap, ter zaaïre, dat de Troepen van zyne Majefteit onder bevel van zyne ■ Doorluchtige Hoogheiden Heer Hertog van Brunswyk, eené behoorlyke Satisfactie aan Haare Koningiyke Hoogheid ; Mevrouwe de Princesfe van Urangé hebben doeiv geworden , over den hoon haar aangedaan door eenige Pcrfoonen, die na alvoorens dé Republiek in de' allerongelukkigfte omftandighéden gedömpelt te hebben, die zelfde omftandighéden tot het pleegen' van'dit'gruwelyk attentaat hebben weeten té mis» bruiken. Dat de fentimenten van verknogtheid en hoog-achting voor die v'oortreflyke Vorstin en van indigjiatie over deeze ongehoorde, handei.wyze, een-en. andermaal door Hun Hoog 'Mogenden gemanifesteerd , geen twyffel by zyneMajefteit kunnen ovt-rlaaten, hoe gaarne zy zelve eene eclatante fa? is frette aan Haare Koningiyke Hoogheid hadden willen bezorgen, indien door die zelfde verdèrflyke C;ï* baal, volftrekt hier in niet waren verhindert geworden. Dat Hunne Hoog Mogenden teffens aan zyne Majefteit hunne oprechte erkentenis en dankbaarheid moeten betuigen , dat de Wapenen van Hoogstdenzelven gelegenheid en aanleiding hebben gegêeven tot die. gelukkige omwenteling van zaaken, Waar door de banden van eendracht, tusfehen de Provinciën en Leden van dien, weder zyn roegeknoopt, de waare en geheiligde Conftitutïe van néé Land wederop vaste gronden is gevestigd, en zviïé! 'Doorluchtige Hooghóid de Heer Prins Ër'f-^r^d:houder, in de uitoeffening van zyne hooge Erflvke waardigheden, tot nut van den Stiat en tot oniiitfpreeklyke vréugde van het gr^otfte en aanzienlvkfte gedeelte van-de Natie, is herfteld. L)at aan Hun Hoog Mogenden niets aangen-aamer A 3 Ml  6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zal zyn, dan alle gelegenheden waar te neemen, hun» ne gevoeligheid en hoogachting aan zyneMajefteit te bewyzen en alle .middelen in het werk te Hellen, om de goede verftandhouding en de vrier.dnabuurlyJre correspondentie met Hoogstdenzelven aan te Jkweeken en te bevorderen, en dat daarenboven geen grooter genoegen aan Hun Hoog Mog. zal kunnen wezen als een nader en naauwer verbind tenis met Hoogstgedagte zyne Majefteit te mogen aangaan. ' Dat de Heer van Kheede, Hunner H902 Mog. Extraqrdinaris Envoyé en Plenipotentiaris. aan het Hof Van zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, ten dien einde, hoe eerder hoe heter, eene particuliere audiëntie by zyne Majefteit behoord te'vu zoeken, om het bovenftaande daar in voor te draagen en om zulks met de behoorlyke, digniteit te doen, hem behoord te worden gegeeyen ad istum aêtum het karafter van Extraordinaris Amhosfadeun en' Plenipotentiaris, en dat daar toe aan hem,een Brief van Credentie in die qualiteit behoord te worden gedepecheert. Dat voorts in een Befoigne met de Herren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten en Generaliteits-Rckenkamer behoorde te vvo.-den i Examineert en overlegd, wat byflag aan gemeldi n Heeig van Rheede daar toebehoord tewordeii toegelegd', ?n daar van alhier ter Vergaderingre rappQrt'te dqln. Dat gelyk Hun Hoog Mogenden ook reden hebben, om zyne Majefteit den Koning van GrootBrittanje hunne dankbaarheid te betonnen voor de dienften en genegenheid, in deeze laatfte tyden aan deeze Republiek betoond, een gelyk compliment aan Hoogstgedagten,zyne Majefteie, met geJyke betuiging van verlangen om een nader en naauwer verbindten'is met Hoogstgedagten zyne Majefteit aan te gaan, op gelyke wyzedoorden'genen, die^daar toe geëmployeert zal worden, met het zelfde karafter van Extraordinaris Ambasfadeur, benoord te worden afgelegd 5 en daar van aan den Heere .Ridder Haerïs, Extraordinaris Envoyé yan zyna i ' ' "".' Ife  ie Gebeurtenis/en in 17/87 enz. voorgevallen. ? Majefteit den Koning van Groot-Brittanje, voorloopig kennis gegeeven. Dateindelyk, by deeze gelegenheid, zoude behooren te worden vastgefteld, dat voortaan noch ordinaris noch extraordinaris Ambaslade, zoude behooren te worden geconfereerd, als alleen aan de Heeren ïesfie hebbende in de Vergadering van Hun Hoog Mog. en uit dien hoofde daar toe gequaliflceerd. De Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Gelderland, Holland en West-Friesland, Zeeland, Utrecht, Friesland en Overysfel hebben aangenomen zich binnen korten op het bovengemelde Rapport nader te zullen verklaaren. JJ9, f286. ExtraSt uit het Register der Refolutien van Kun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, ten aanzien van de Officieren, dewelke zich aan overtreeding van den ééd aan de Generaliteit gedaan, hebben fchuldig gemaakt enz. In dato den 21 November 17H7. Is gehoord het Rapport van de Heeren Spaan van Hardestein, en andere Haar Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, ingevolge en ter voldoening van derzelver Refolütie commissoriaal op heden genomen, met'en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten nader geëxamineert hebbende, het gerapporteerde van dezelve Heeren op den i6den deezer loopende maand(f), houdende, datde Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten, in een gehouden conferentie hebben voorgedragen , dat by Haar Hoog Mogenden Refolütie van den 28ften September laatstleeden (*), zynde goedgevonden te conlïrmeeren het gerefolveerde van den iften Juny daar te vooren; dat alle de Officieren, dewelke zich aaa (f) Zie II. Deel N». 271. bl. 2S5. (*) Zis I. Deel N°. 100. bl, 217. A 4  $ Verzameling van Stuiten betrekkelyk tot •aan overpreeding van den ééd aan de Ge.nefalitei; gedaan hadden lchuidig gemaakt, provihqneei zoutten -worden 'gefuspend'eer- in alle de posten welke zy bekleeden', en waar in zy .van wegen de Generaliteit zyn beëedigt en Commisfie hebben' pntiangén, metbyvoeging wyders van zodaanige andere fjffideren, welke zich mogten hebben misgreepen, «n aan haar plichtgemanqueert, en. dienvolgens de Raad-van Staaten'-is verzógt, om daar. aan, het:zy fioor aanfehryving aan de Cornmandeerende Officieren der Regimenten qf der Piaatfen alwaar dezelve izjch bevinden ..of op- zodaanige, anuere wyze als jneest gefchikt zal.-zyn |i dc naodjge executie te geeyen, en zulks onverminderd zodaanige actie als van'wegens het Officie-Fiskaal zal worden geoirfleeid tegcns hun te -kunnen en te moeten wprdea «jgeinftitüeertj de Raad van Staaten vervolgens ter «executie'van dezelve'Refolütie, aan' de Collpnels of Commandeer.ende Officieren van de Regimenten pp Hoilandfche repartitie flaandè,'èn in Holland geërnplóyeert geweest zynde, heeft aangéfchree■Ven^ om cie yoorfchrecveh 'Haar Hoog 'Mogenden ^Refblufie ter executie te leggen, eri mitsdien'te fiisnendeeren' alle die' Officieren welke zich aan pvfrrreeding van "den1 ééd," en de verplichting.aan de-Generaliteit hebben lchuidig gemaakt, doende daar van ten fpoedigft'en rapport, en zendende 'ten öien einde-oyer eëne a'ceuraate Lyst van alle de Officieren, welke zich by hunne Regimenten refpectively'k in dat geval bevinden;, met byvoeging omtrent ieder van dezelve of zy in weerwil van des Raads aanfehryvinge van den 28ften'April en 8ften ïvley laatstleeden op het Territoir van eene Provincie zyn gemarchéert,'zonder conferit of aftache vari de Heeren Staaten dier Provincie, dan wel zich' «aar. tpe' bereidwillig verklaard en geëngageert hebben door het ooderteekrnen vaa eene ten dieD einde, voorgelegde quitantie, het zy fimpiyk, het zy met' byvoeging van de eene of andere ciaulule pf ffjffjglie»' wplke U| dat gevaj, door ieder van d,e-  de Gebeurtenis/en in 17Z7 enz. voorgevallen. y gelve zoude moeten werden opgegeeven; terwyi " de Raad al verder ter voldoeninge aan voonz. Haar Hoog Mog. Refolütie, den 's Lands, Advp.^at vander Por, had gequaiirïceert en geauiauuieert tot; de waarneeming van het Offieie-tWial ia uit extraordinaris aeval, en, om in die ^aiituit w proeedeeren tegens de Officieren, welke zich icnuldig hadden gemaakt aan overtreeding van ..aen ócd aau de Genrraüt'-k. . ' Dat vervolgens de Rapporten van voorjchreeyeri Cornmandeerende Officieren luccesiiveiyk zyn.ingekomen en daar uit gebleeken zynde, dat een zeer groot aantal Officieren zich m het ^evai_ bevonden van geiuspendeert te zyn, uit hooide, datdezelve •daadlyk- waren gemarchéert op het 'ierritoir van ae Provincie van Utrecht, zonder onfent vaaae Heeren Staaten dier Provincie oi.wel door het..onderteekenen der bewuste quitantie, zich hadden geër>gageert tot het geen daar by was vermeld, loinmigeu fimpelyk, anderen, onder zekere claufulen, reltnctien of .txplicatien, de Raad dezelve rapporten wel heeft gefield in handen van voornoemde 's Lands Advokaat in zvn gemelde qualiteit; doch telféns aan-ftqnds heeft'gepenetreert de moeijelykheid, dat door een judicieel onderzoek zoude konnen wqrderi uitgemaakt de meerdere of mindere 1'chuld en ftra^baarheid der voorfz. gefuspendeerdeOfficieren,, en in die'opinie ook naderhand, ten allerfterkfteu is bevestigd geworden, door het fentiment van voorfchreeyen Advokaat zelve, welke by.eene Memorie, ter dier zaake , overgegeeven, heeft aapgetoond de zwaarigheden, zo niet depnrnpoglykheid, om, langs den ordinairen weg van Juftitie, deeze zaak ten einde te brengen; dat om dit te doen doorfteeken, het genoeg zoude zyn te remarqueeren. Dat op die wyze tegens een zeer groot getal van Officieren (en wel zo als zoude moeten gelchieden tegens elk afzonderlyk) Rroceduures zouden moefen worden geëntameerd, en provifien van Juftitie peileend,, of ten minften alle den zeiven gehoord, ' A J €A  EO Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en judicieele informatien, ten hunnen opzichtea gen oom en. Dat die moeijelykheden niet weinig wierden vergroot door de verfcheidenheid en dispariteit van meest alle de gevallen, waar omtrent ook de ingekomene Rapporten verre waren van de zaak tot genoegzaame klaarheid te brengen, het weikin der daad, door ae verwarde omftandighéden waar in zich fommige Regimenten of Bataiiions bevonden, en dóór de afwezigheid en retraite- van fommige Officieren in deezen geconcerneerd, niet anders ha!d kunnen zyn. Dat wanneer al genoegzaam eonfteerde tegens wie zóude moeten worden geageerd en-provifien van Juftitie verleend, dan nog onzeker zoude zyn, waar de meeste van dezelve te exploifteeren, by gebrek van vaste woonplaats en uithoofde van het omzwerven van dezelve Officieren; en dus, om die reden of om dat fommige mooglyk niet in ftaat zouden zyn zich herwaarts te begeeven en de kosten zelfs der reizetefupporteeren, tegens de zodaanigenby contumacie moeten worden gëprocedeert. Dat die genen, welke compareerden, capitatim zouden moeten werden gehoord, en wanneer op die verhooren niet volgde eene confesfie van fchuld en overtreeding van hunnen é-éd en plicht, dezelve in een ordinair Proces ontfangen en dus in de gelegenheid geraaken, om, doorWirienteele procedures de zaak op de lange baan te houden, gebruik te maaken van alle die exceptien en defenfien, welkè in zodaanige gevallen niét allen het recht maar ook de praktyk aan de handgeeven, en althands de zaak, volgens de ordinaire termynen te doen afloopen. Dat in dat cas mede veelal een van beiden zoude plaats hebben; of, dat zy tot het draagen der kosten op het voeren van zódaanig Proces loopende, buiten ftaat zynde, het doen van defer.fie zouden moeten laaten vaaren ; of, zo zy dat kunnen dopn, met het uiteinde deezer zaak, het zy zy fecum» beer-  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, ix beerden of mooglyk zelfs triumpheerden , hunne ruine daar mede veel al gedeeltelyk gemoeid zoude zyn. . . ; Dat, eindelyk, al konde en wilde men alle de voorfz. zwaarigheden over het hoofd zien, "er dan nog eene is; welke in den aart der zaake zelve geJegen zynde, met. geen mooglykheid kan geremedieerd worden, en echter boven alles de afdoening der zaak op die wyze onmooglyk maakt, en welke beftaat in den langduurigen tyd welke daar toe zoude vereischt worden, en welke men niet te lang; Held, wanneer men verfcheide jaaren noemt; terv>\\ het nogthands in het oog loopt, wat 'er dan zoude moeten worden van de Armée van den Staac in net algemeen, en van die Regimenten of Bataiiions by 'welke byoa alle Officieren gefuspendeerd zyn in het byzouder, van de direólie der refpe&'ive Compagnien, en van het zo nodig herftel der discipline onder het Krygsvolk. I )ap deeze zwaarigheden, welker aantal nog oneindig zouden kunnen worden vergroot, en zich hoe l.in.ier hoe meer in de verdere behandeling,-der zaake zouden moeten manifesteeren , hun Hee-ren Gedepureerderj en Gecommitteerden zyn voorgekomen, van die natuur te zyn, datmengerustelyk hef daav voor mag houden, "dat de zaak omtrent de gesuspendeerde Officieren , met gene mooglykheid langs de weg van Juftitie kan worden onderzogi en Een einde gebragt, doch, datdeaart der zaake, de omftandighéden in deezen plaats hebbende, en, voor al mede de belangens en het welzyn der Armee, eene andere en promptere afdoening vorderen.- Dat dit echter niet belet, dat tegens eenige weinige Officieren, welke als de voornaamfte Hoofde» in deezen konnen worden geconiidereerd, tegens welke ook buiten dat meer verzwaarende omftandighéden konnen ingebragt worden, om in deezen een exempel te ftatueeren, zoude konnen in Juftitie YQQrt geprocedeerd worden 3 terwyl de Heeren Gecorü^Uteeidens fijt den Raad vau Staaten ook te Ken-  1% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kennen hadden -gegeevén , dat reeds by den zei ven Raad, na ingenoomen Conüderati'en en ad vit» van den in deezen fungeerende Fiscaal ,wasr gefixeerd f tot welke Ofiicieren zich in zodaanig géval hec e»ntameeren en voortzetten van proceduures zoude be-1 fi'ooren te bepaalen. Dat wat betreft de afdoening-der-zaak van deverdere Officieren,, welke gefuspendeerd zyn geworden, of, indien dezelve ni-ex abfent waren ge-; weest, gefuspendeerd hadden "moeten werden, daar omtrent wel aan de eene z-yde in aanïchóuw kunnen kómen, verfcheide eonfidej-'ai'jefi, welke het gedrag van dezelve Officieren over het geheel genoomen , in een meer favorabel-ligt doen voorkomen; dat daar toe kunnen gebragt worden de ongelukkige omftandighéden van tyden en' zaaken in welke dit alles'is voorgevallen , de plaats gehad hebbende' verregaande verwarringen en disfentien, de contralieerende ordrts aan de Militie- gegeeven, en de daar uit voortgevloeide diven"è;'explicatie van den ééd en de vcrplichtinge daar lift refülteerende, on-i kunde en verkeerd inzien Van zaaken , vermeerderd door het niet communiceeren aan veri'cheide van de Refolutien van Haar Hoog Mogenden en den Raad van Staaten, dé verleiding en het voorbeeld van anderen, de middelen van perfuafie, -intrigues en bedreiging, in het werk gefield, om dezelve van hunne plicht af te trekken', het vooruitzicht van anderzints hunne plaats, en daar door fomtyds hun eenig middel van beftaan te verliezen , en de in hee tegen overgeftelde geval by de Provincie van Hol* land toegezegde protectie en fchaadeloosftelling* hoe zeer ook dit la at (te poinet moet geconfidereerd worden geheel op zich zelve te flaan', en niets'gemeens te hebben met het geen ten hunnen opzichte by de Generaliteit word geflatteerd; dat deeze omftandighéden dan ook fchynen aan te raaden, om in deezen een min geftreng oirdeel te vellen over de Conduitesvan voorfz. Officieren, en dezelve niet te doen ondergaan zodaanige ftraffe of correctie waai? door  ds Cebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 13 door der-zelvef eer zoude worden gefchondenj ea zy buiten ftaat gefield, om voor zo verre zulks omtrent fommigen zal kunnen plaats hebben', of nu of voor het vervolg wederom in dienst van den Landen ts konnen werden geëmployeerd, terwyl ook uit hoofde van de gemelde omftandighéden naar de gedagten van hun Gedeputeerdens en Gecommitteerdens, voorige Refolutien van liaar Hoog Mogenden op dit fubjeét genomen, niet behooren te worden opgevat in uien zin v noch aan de reeds gedecerneerde Suspenfie geattribueerd dat. effect, als of daar door aan dezelve Officieren zoude bfyvèn aankleeven, iets disiionorants of infameerende, hetwelk' zodaanig .employ van die genen, waar voor meer byzondere redenen, van excufatie militeeren, zoude verhinderen of in dat geval eenige redenen van ongenoegen of ombrage aan de rest der Armée konnen geeven. , Doch dat aan de andere kant de aart der zaake, en het nut en de omftandighéden der Armée nieC permitteeren, dat dezelve Officieren in hunne Militaire Posten blyvende gecontinueerd, op die wyzè geen 'ondèrfchëid plaats zoude hebben tusfchen hun en die Officieren, welke daadelyk preuves hebben gegeeven van aan hunnen ééd en plicht getrouw te zyn gebleeven. Dat zy Heeren Gedeputeerdens en Gecommitteerdens, op de vooriz. gronden, van gedagten zouden zyn, dat om deeze zaak, in welkers onverwylde afdoening het nut der Armée, voor al in deszelfs tegenwoordige fituatie, zo merkelyk geinteresfeerd is , te termineeren, 'geen andere weg zal konnen - worden ingeflagen, dan om eenvoudig uiC hunoe posten te dimiteeren die Officieren, welke daadelyk op het Utrechts Territoir zyD gemarcheerd, Zonder Confent van "de Heeren Staaten dier Provincie , of door het onderteekenen der bewuste quitantie, zich bereidwillig hebben verklaard tot het obedieeren der ordres van de Heeren Staaten vaü  ÏJL Verzeiling van Stuiken betrekkelyk tot Van Holland, ook buiten het Territoir van dezelve! Provincie. Dat niet; kan worden ontkend» dat wanneet op dié wyze alle de voorfchreeven Officieren, except eenige weinigen, tegens welke zoude worden geprocedeerd, egaal worden behandeld, zulks ten gevolge zal hebben, dat die genen, welke voor het maaken van reftrieïien by die onderteekening, of* om andere redenen in min ongunftige termen verfeeren, gelyk lot ondergaan met die, welke in der daad zich zwaarder hebben misgreepen, doch dat daar tegen in aanmerking kan en behoord genomen te worden, het algemeen nut en belang der Armée j en de onmooglykheid om anderzints eene afkomsÊ van deeze zaak te maaken; terwyl ook boven dien het fort van de eerstgemelden merkelyk kan wordeö verzagt, wanneer zyne Hoogheid door het geeVeü van dusdaanige eenvoudige en niet dishonoreerende dimisfie, in ftaat ware gefield, om die genen, welke in zodaanige min ongunftige omftandighéden zich bevinden, of nu of in het vervolg, wederom op de meest Convenabele wyze in den dienst te employeeren. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan , dat op de voorfz. gronden, zyne Hoogheid zal worden verzogt, te dimitteeren alle die Officieren, welke of daadelyk op Utrechts Territoif zyn gemarchéert, zonder confent van den Souverein dier Provincie, of zich door het onderteekenen der bewuste quitantie hebben geëngageerd, om or* dres der Heeren Staaten Holland en Wen Friesland te zullen obedieeren, tot op een ander Territoir* dan dat van de laatstgemelde Provincie: en dat teffens aan Hoogstgemelde zyne Hoogheid zal worden vrygelaaten, om by aldien by een Daderonderzoek: aan Hoogstdenzelven kwam té blyken, dat 'er zich onder dezelve gedimitteerdeOfficieren, zodaahigeü bevonden, die na redelykheid en billykheid konden geoirdeeld worden, boyen anderen,' eenige ver» fehoo-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ï$ fi-hooning te meriteeren, dezelve wederom in dienst van den Lande te mogen employeeren, voor zo verre zyn Hoogheid zal oirdeelen, zonder ondieast, en inconvenienten van de Armée te kunnen gefchieden. en dit alles, onverminderd zodaanige A£tie en Proceduures, als de Raad van Staaten zal ver» meeuen, tegens eenige weinige van de voornaarrifte Hoofden in deezen te moeten doen inftitueeren. £n zal Extract van deeze Plaar Hoog Mogenden Refolütie gezonden worden aan den Raad van Staaten, om te ftrekken tot derzei ver informatie en narigtinge. No. 287. Propcfitie ter Vergadering van Hun Hoog Mog. gedaan, door de Heeren Gedeputeerden der Provincie Gelderland, over eene tweede plaats in den Raad van Staaten. In dato den 21 November 1787, zynde hoofdzaakelyk van deezen inhoud. Dat wanneer in den jaare 1672 de Provincie van Gelderland, Utrecht, Overysfel en een gedeelte van andere Provinciën het ongeluk hadden gehad door vyandelyke magt overmeesterd te worden, en dienvolgens derzelver Gecommitteerden voor dien tyd in geene der Generaliteits Collegien wierden toegelaaten, echter, toen naderhand, in den jaare 1675 gemelde Provinciën van onder des Vyands magt waren ontflagen geworden, derzelver Gecommitteerdens wel wederom in de Generaliteits Collegien ontfangen waren, doch niettemin, tot groote prejudicie van dezelve Provincie, aan haar was onthouden de tweede plaats in den Raad van Staaten, en dezelve niettegenftaande haare meermaalen gedaane inftantien , door de Provincie van Stad en Lande was bezeten geworden;'— dat zy Heeren 8taaten van Gelderland ter deezer gelegenheid moesten doen opmerken, hoe zy in deeze laatfte dagen, wanneer het verderflyk ontwerp gefmeedendeExe- cu-  t| Verzameling van Stukken betrekkelyk töt emie'daar van. ai vry ver-gevorderd was,, om deezë gezegende Conftitutie ten onderfte boven te keefen, het geen niecs minder als dén ondergang van de geheele Repubiiek ten gewisfen gevolge zoude gehad hebben j. door hunne onwrikhaare ftandvastigheid in het aankleeven dier Conftitutie; met al hun vermogen en kragten getragt had dezelve te haiidhaaven, en hier door zonder groötfpraak konden zeggen» niet weinig gecontribueerd te hebben tot die gélukkige omwenteling van zaaken, . waar door de Unie i$ bewaard gebleeven, de waare Con-, fiitutie bevestigd, en de hoop herleeft is, datdee-* ze laag gezonken Staat het hoofd nog eens wederom zal kunnen opbeuren, en dat zy Heeren Staaten by deeze zo gelukkige tydsomftandigheden , van hunne mede-Bondgenöoten niet mogten verwagten , dat zy van de billykheid hunner voormaals' gedaane inftantien overtuigd, langer draalen zouden om de Provincie van Gelderland te herftellcn in haaf aloud Recht, waar van zy nimmer had behooren te zyn verftoken geweest: — dat zy echter niet begeerde , dat zulks gefchiedde door de Provincie vaft Stad en Lande daar van te Ontzetten', maar liever zouden zien , dat de Hoóge Bondgenooten mogten goedvinden het Collegie van den Raad van Staaten dat na derzelver menigvuldige bezigheden geen te groot aantaal van Leden heeft, nog met één Lid te vermeerderen. Zyne Hoogheid, destyds in Hooggemelde Vergadering tegenwoordig zynde, Verklaarde: ,. dat het hem voorkwam , dat het verzoek van de Hee- 2, ren Staaten van Gelderland op redelykheid en ,,i billykheid gegrond was en werkftelüg zoudekuns, hen gemaakt Worden, zonder in het'minst tede*, rógecrén aan het voorrecht door de Provincie van 3, Stad en Land jh het jaare 1672 verkregen". Waar op befïoten is, bovengemelde Propofitiè mét bvvoeging van het gedeclareerde door zynè Hoogheid, by Misfive aan de zes andere Proviri- Êi*  de Gêbèurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen," if cien te zenden, met verzoek om deeze zaak ten ipoedigften in ferieufe deliberatie te neemen. No. 288. Propofitiè ter Vergadering van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, door zy. ne Doorluchtige Hoogheid de Heer Erf-Stadhouder gedaan, om eene generaale Amnestie en Vergif e* nis te verkenen enz. In dato den 21 November Edel Groot Mogende Heerèn! Daar 'wy, federt de gelukkige omwending van. zaaken, in welkers beloop de aanbiddenswaardige Vinger des Allerhoogften zo duidlyk is op te merken, eenigen tyd, met zeer veele gewigtige zaaken, die den grootften fpoed en de ernftigfte deli* beratien gevorderd hebben, zyn geoccupeert geweest, en verfcheiden andere presfante objecten, die de hoogstnodige herftelling van de rust en het vertrouwen in deeze Provincie concerneeren, ons nog daaglyks bly ven bezig houden; hebben wy echter onder dit alles gemeent te kort te zullen doen aan onzen plicht en aan de belangens van het dierbaar Vaderland, indien wy in de aangelegene omftandighéden, waar in de Provincie» wegens de treurige en rampfpoedige gevolgen van de machinatien van' eene verdervende faótie, zich nog bevind, 'teffen9 niet toonden bedagt te zyn op alle roooglyke middelen ter heeling van den gefcheurden band van Burger-vriendfchap en vereeniging, en onze gevoe* lens, zo van afkeer van wraakzugt en geftrengheidomtrent alle Ingezetenen, die eenige aanfpraak op verfchooning en gratie kunnen maaken, als van een. pligtelyken iever voor het maintien van de eer en hoogheid deezer Provincie, voor zo ver dezelven zonder de tusfchenkomst der Juftitie niet kunnen of mogen werden gecompromitceert. met die open- III. Deel. B har.  18 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hartigheid en trouwe voor het Vaderland openleiden, welke U Ed. Gr. Mog. billyk van ons mogen verwagten. Wy. zyn volkomen overtuigd dat de gezonde Staatkunde, zo wel als de handhaving der Juftitie noodzaaklyk vordert, dat tegen die genen welke •de voornaamfte Aanleggers en Autheurs geweestzyn van de voorgemelde rampfpoedige verdeeldheden, waar door de Republiek zo aanmerklyk is beroerd en de welvaart van den Staat of aan hunnen byzonderen haat of aan ftrafwaardige inzichten van eigen belang en heerschzugt, of aan beide te gelyk, fnoodelyk hebben opgeoftért, naar de geftrengheid der Wetten worde geprocedeert. Wy kunnen insgelyks niet ontveinzen, dat de Juftitie ongekrenkt behoord werkzaam te zyn enteblyven, tegen de zodaanigen, welke als de voornaame Volkverleiders moeten worden aangemerkt, en zich niet ontzien hebben, door het opftellen en in de werelt brengen van hoogst injurieufe en voor den Souverein cn de wettige Regeeringen van Staat en Steden even beledigendeDeclaratoiren, Requesten, Memorien, Infinuatien en allerlei andere ftukken, mitsgaders door het fchryven, drukken en disfimineeren van oproei ige en feditieufe gefchriften, en door het aangaan van zulke bedreigende verbindtenisfen, welke niets minder bedoelden, dan om met vilipendentie van de Juftitie, zich zeiven een ongepermitteerde wraak te verfchaffen, het vuur der tweedragt te fomenteeren en hunne mede Ingezetenen met fchrik te vervullen en met moord te bedreigen, en even daar door zich van alle banden van gehoorzaamheid te onttrekken, en'sLands wettige Conftitutie aan te tasten en om te keeren. Terwyi wy tefténs vermeenen, dat het, in deeze omftandighéden van tyden, voor den Lande allergevaarlykstzoude wezen, een'voJkomene impuniteit te vergunnen aan alle die gentn, welke zich aan doodflag en geweldaadige mishandelingen hunner mede-Burgeren, of andere zwaare exccsfen hebben fcliuidig gemaakt. • Dan!  dé Bebeürienisfén in 1787 ënz. vóór gévallen]. i£ rjaü! niet hoe veel leedwezen en aandjenirig wy Ook overWeegen moeten de ónrekenbaare en onhcrftelbaare rampen g ongelukken , fchreeuweride onrechtvaardigheden en disorders , welke dé gevolgen geweest zyn van de onderneemingen en geweldige onderdrukking, door de. bovengemelde factie, en deszelfs voornaamfte Aanhangers , onder allerlei Klasfen van Menfchen veroirzaakt, en hoe zeer wy, uit dien hoofde genoodzaakt zyn te' -erkennen, dat op de evengemelde grondende gefteldheid der zaaken en het gevaarlyk voorbeeld* het welk eene al te groote toegeevendheid, omtrenc zulke hooggaande beroertens, voor het vervolg zouden kunnen geeven , niet toelaaten , dat id dit tydsgewrigt zonder eenig onderfcheid,- aan de Clementie een onbepaald gehoor gegeeven wierd < houden wy ons echter verzekerd» dat onder die genen , welke zich in deeze troebles hebben vermengd« het zy door zich te asfociëeren in gewapende of on- feWapende Genoodfchappen» het zy dodr het teenen van Adresfen, Declaratoiren, Requestcn ed andere ftukken * tendeerende tot bevordering vaa het heilloos oogmerk ter omkeering van /s Lands gevestigde Conftitude, zich zeer Veele Perfooned bevinden, welke uit onkunde, onvoorzichtigheid en misleiding van anderen, aan dezelve factie zich hebben overgegeeven, en by hunne infteiftming eö önderteekening niet genoegzaam begreepen hebbed den inhoud en veel mid het ftraffchuldig oogmerk, het welk hunne verleiders en aanvoerders daar mede' gehad hebben. En vermits wy geïnfofmeert worden, dat èën aantal particuliere Perfoonen, welke Zich op die wyze' fchuldig hebben gemaakt aan deeze fèditie'ufe ed gevaarlyke beweegingen, uit bewustheid Vanfchüld, en vreeze voor de vervolging vart de Juftitie, of tot hunne Huizingen en beroep niet durven wederkeeren, of hun Vaderland reeds verlaaten hebben ? Waar door de ruïne en armoede van veele Hüis'ge» zinnen j tot groot nadeel van de Frövine'ie'j ffiöëteö B i féff-  20 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot veroirzaakt worden en teffens eene aanmerkiyke ontvolking, zo fchaadlyk voor een Land van Commercie, waar in de arbeid en iuduftrie van een aancall van Inwoouers onontbeerlyk is, ftaat te proliuëe— ren; zo vinden wy ons, uit liefde tot bet Vaderland en eene waare commiferatie met de ongelukkige verbystering van zo veele ingezetenen, mitsgaders uit een verlangen om zo veel mooglyk, behoudens de bovengemelde hoofdgronden van eene vol- ■ ftrekte noodzaaklyke handhaaving van Rechtvaar-, digheid en van eene even onontbeerlyke Staatkun- ■ de, de zwaare breuke onder 's Lands Ingezetenen, te helpen heelen , verplicht aan Uwe Ed. Groot Mogenden in confideratie te geeven, of U Ed. Groot Mogenden niet zouden kunnen goedvinden voor dit laatfte en - zeer verre bet'grootfte gedeelte der genen, die zich in de voorgemelde feditieufe beweegingen, zonder een opzettelyk en kwaadaartig oog. merk, door inductie, dwang of voorbeeld van anderen hebben geïmmisceert, den weg van gratie te openen; en over zulks, het gunt ter zaake voorl'chreeven door hun is gedaan en gecommitteert tevergeeven en te vergeeten, en ten dien einde voor alle de zodaanigen en een iegelyk hunner, teverleeneneene generaale Amnestie en Vergiffenis., onder al zulke voorwairden en bepaalingen als Uw Edel Groot Mog. raadzaam en ten nutte van den Lande dienftig zullen oirdeelen: dan dat daarvan alleenlyk zouden worden uitgezondert de eerfte Voorgangers, Aanleggers en Bewerkers van de meergèdagte Beroertens onder welke tytel, het zy van Geconftitueerdens, het zy van Gecommitteerdens of Uequalificeerdens, het zy van eenige andere zy ook mogten bekend zyn, benevens de Ontwerpers, inftigateurs en Aanvoerders van de Remoticn der wettige Regeeringen in de Steden met die genen, welke daar toe anderen door geld of beloften mogen hebben gefeduceert, of tot zulke eindens eenige zamen- fpanningen of corporatien aangegaan. Voorts de Autheurs vau zodaanige Adresiën, Memorien, De-  ie Gebeurtenis/en in .1787 enz. voorgevallen. 2t Beclaratoiren en andere Gefchrifcen, waar by hec hoog gezag van den Souverein, de eer en authorif teic van de wettige Regeeringen en derzelver Leden , benevens die van de Juftitie op de indecent (te. en hoonendfte wyze zyn aangetast; gelyk mede de Stelders, Maakers en Teekenaars vau alle foort van Aótens van Verbintenisfen tot dwang van Regenten, tot omkeering der Regeeringsform en tot bedreigingen van eigendunklyke wraakneeming hunner Regenten, of mede-Ingezetenen, en vooral die daar toe eenige feitelyke onderneemingen gedaan hebben: voorts de Schryvers, Drukkers en Verfpreiders van de feditieufe Papieren; en nog de zodaanigen, welke zich aandoodflag, gewelddaadige mishandeling hunner mede-Burgeren of andere zwaare excesfen van dien aart mogen hebben fchuldig gemaakt; gelyk eindelyk alle vreemden, welke hunne vrye inkomst en verblyfin deeze Landen hebben misbruikt, om alle de voorfchreeven misdaadigheden te bevorderen en te helpen uitvoeren, 's Hage den &c. (was get.~) W. Pr. van Orance. N0, 280. Propofitie op woensdag den 21 November 1787, ter f srgadering der Heeren Staaten van Holland en West-Friesland gedaan, door de Hteren Gedeputeerden der Stad Hoorn over het rappel van den Minister wegens deeze Republiek rejidserende aan het Hof van Engeland. Dat dewyl de gelukkige omwenteling van zaaken inde Republiek aanleiding heeft gegeeven tot hec entameeren van Deliberatien, om aan de Hoven van Pruisfen en Engeland voorïlagen te doen tot het aangaan van eene Defenfive-Alliantïe, en dat mooglyk by het Minifteryin Engeland de grootfte ineïïratie niet zoude kunnen worden gevonden , om met den tegenwoordig aldaar, wegens deeze Republiek, B 3 reü-  §,% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot regeerenden Minister over het voorloopige te handelen, of een gepast Compliment door denzeiven te ontfangen, waarom zy Heeren Gedeputeerden vermeenden in Confideratie te moeten geeven y pf het niet dienftig zoude zyn die Minister van daar te rappelleeren, en met een ander bekwaam en aan het Hof van Engeland meer aangenaam Perfoon te remplaceeren. Dan daar op gedelibereerd zynde, is door de Heeren Gedeputeerden van Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amfteldam, Gouda, Rotterdam, Schiedam en Alkmaar Copy verzogt, en de finaale Resolutie tot nadere Deliberatie taitgeifeld. N, 290. ExtraSt uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren .Staaten Generaal, over de disordres zo door de Militairen, als door eenige Ingezetenen in 's Bosch gepleegd enz. Ju datoden . . . November 1787. Is gehoord het Rapport van de Heeren van Spaan van Hardestein, én andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de Militaire zaaken , met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten , nader geëxamineert hebbende een Misnyé van Schepenen, Gezwoorens en Raaden der Stad 's Bosch, gefchreeven aldaar den leden deezer, daar by aan Hun Hoog Mogenden kennis geevende van de disorders zo door de Militairen, als door eenige Ingezetenen aldaar gepleegd, en breeder in de vootiz. Misfive en in de Notulen van dep Iiden deezer vermeld. Waar op gedelibereerd, en ingenomen zynde de ponfideratien en het hoog wys advis van zyn Hoog? heid: is goedgevonden enverftaan, den AdvokaatFiskaal en Prokureur-Generaal van Braband, van Pldenbarneveld genaamd witte Tidüng, te commitfeeren en te gelasten, om zich met den eerflen begeeyep naar 's Bgsch, en aldsar ten oyerflaaq yaa  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 23 van Commisfarisfen van Schepenen, naauwkeurige informatien te neemen, ten aanzien van de verregaande ongeregeldheden en gewelddaadighéden , welken aldaar onlangs zo door de Militairen als door eenige Ingezetenen zyn aangeregt en gepleegd , en byzonder na de waare fouree en aanleidende oirzaaken van dien , gaande daar in te Werk met overleg van den Krygsraad des Guararnifoens, voor zo verre dezelve informatien mede door den Auditeur Militair voor denzelven Krygsraad zullen kunnen en behooren ingenomen te worden, ten einde vervolgens tegens die genen, welken in deezen fchuldig zullen bevonden worden , een ieder voor zyn Competenten Rechter naar rigeur der Wetten en Plakaaten van den Lande, zonder eenige conniventie of disfimulatie te worden geprocedeert, met verdere last aan voornoemde AdvokaatFiskaal om na het afloopen van deeze zyne Commisfie, van zyne bevinding aan Hun Hoog Mogenden rapport te doen. En zal Extract van deeze Hun Hoog Mogenden Refolütie worden gezonden aan zyne Hoogheid, met verzoek, om daar toe de noodige aanfchryving aan den Krygsraad des Guarnifoens te doen, als mede aan den Gouverneur van 's Bosch, om dezelve Advokaat-Fiskaal in de uitvoering van deeze Commisfie, des gerequireerd de nodige hulp en asCtentie te verleenen. Gelyk mede Extract van deeze Refolütie zal worden gezonden aan de Magiflraat der Stad 's Bosch voornoemt, tot informatie en narigt, en met last óm voornoemden Advokaat-Fiskaal in deeze Commisfie behoorlyk te refpecteeren en behulpzaam te zyn. B4  34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ko« ap». EdiStaale Citatie voor de Crimineels Rolle van den Hove van Friesland, tegen Sicco Dou. we van Aylva. In dato den 24 November 1787. Willem, by de gratie Gods Prince van Orange en Nasfau &c. &c. &c., Erf-Stadhouder, Kapitein, Generaal en Admiraal. Mitsgaders de Raaden geordonneert in Friesland: GosseHelder, Deurwaarder van deezen Hove, Salut. Alzo de Prokureur-Generaal deezer Landfchappe rat. Off. ons by Requeste heeft te kennen gegeeven, hoe dat Sicco Douwe van Aylva woonendete Holwert, zich in de onlangs plaats gehad hebbende oproerige beweegingen binnen deeze Provincie niet alleen had gemengd, maar ook daar van een van de Hoofdbeleiders was geweest. —— Dat eeDige ge. weezene Staats-Leden zich in de maand September 3787 niet ontzien hadden, alle de overige Volmagten ten Landsdage vervallen te verklaaren van hunne Commisfien, zich de Regeeringe en de Sou vereiniteic deezer Landfchappeopentlyk aan te maatigen, en in die prajtenfe hoedaanigheid, de Staaten Vergaderinge van Leeuwarden naar Franeker te verleggen, en aldaar eenen Landsdag uit te fchryven. — Dat Sicco Dquwe van Aylva, op aaDfchryvinge van gedagtc Staats-Leden zich naar Franeker had begeeven, en aldaar in den maand September 1787, in qlt. als Volmagt benevens meergemelde Staats-Leden, de Staats-Vergaderinge had by gewoond, en zich de Souvereiniteit deezer- Landfchappe mede opentlyk had aangemaatigd, in die Vergaderinge, mede Pu- blicatien had gearrefteert en gedivulgeerd. — Dat Sicco Douwe van Aylva, in die pra:tenfe Staats-Vergaderinge mede navolgende Publicatien, Eeveelen en Misliven had genrrefteert en verzonden. —— Voor eerst; de Publicatie van den Slien September 1787, (*) waar by zy te kennen geeven dat veele Regenten van hunne Commisfien zyn fver vallen, eu zy genoodzaakt z\n geweest de Staats- Ver- Q) Zie /. Ded, N", 13. bladz. sj,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 25 Vergaderinge van Leeuwarden naar Franeker te verleggen; gelastende verder de daar in gemelde Collegien, en die eenige Commislien, Ambten, ofte Beneficiën bekleeden, om geene andereStaatsVergaderinge in Friesland te erkennen en te refpecteeren, dan die in Franeker gehouden word, en de orders van geene andere te gehoorzaamen. —• Ten tweeden: eene Misfive van den 8ften September 1787 , aan de Ed. Mogende Heeren Rekenmeesters deezer Provincie, waar by dezelve kennisfe geeven , van het verleggen der Staats-Vergaderinge, om zich in het registreeren van Ordonnantiën, als anderzints daar na te reguleeren , en geene andere Liquidatie doen, dan van Ordonnantiën door hun, ofte hunne Geauthorifeerden gepasfeerd. — Ten derden: eenige Mislives van dien zelfden dag aan de Heeren Cornmandeerende Officieren van de Cavallerye en Infanterye des tyds in Friesland Guarnifoen houdende, waar by gedagte Commandanten kennisfe geeven van het verleggen der Staats-Vergaderinge, met last, omzichniette bemocijen met gefchillen, tusfchen Burgers en Burgers, of Regenten en Burgers, en geen orders daar toe ftrekkende te gehoorzaamen, en om geen Patent, dan door hun verleend te refpe&eeren. Dat dezelve insgelyks by Misfive van den 8flen September 1787, aan Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der VereenigdeNederlanden, hadden te kennen gegeeven, door toezending van eene Copia Misfive door hun aan de Hooge Bondgenooten gezonden (*), de reden die hun tot het verleggen der Staats-Vergaderinge naar Franeker hadden bewoogen, in verwagtinge dat Hun Hoog Mog. in het vervolg derzelver Mislives en Depêches aan de Staaten van Friesland behoorende, aan hun te Franeker by provifie vergaderd, wel zullen doen toekomen, en in geene opzichten eene andere Staats-Vergaderinge, dan die van hun te Franeker te erkennen: dat de reden in ge- (*) Zie deeze Misfive 1. Deel, N». 46. bl. 124. B S  tS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gedagte Copia Misfive gemeld, gelyk mede dë ge* heeleMisfive, zyn onwaar, lasterlyk, en ten Erjög* ften lEeflf, aan den Souverein deèzer L'andfd pe. Ten vierden: de Publicatie van den September 1787, van een zeer oproerigen inh(. waar by ook alle gewapende Genoodfchappen tèg'i 1 "dePlakaaten van den Lande in hunne protectie neemen — Tenvyfden: eenigeMisfiven van den i"3den Sep- (*) Zie hier deeze Publicatie, welke even zo als andere hier volgende Hukken by wege van Aanteekeningen zyn geplaatst, om dat ons te laat zyn ter hand gekomen, om in derzelver eigenaartige Rangfchikking te hebben kunnen doen volgen. PUBLICATIE. De Staaten van Friesland, allen den genen die deezen zullen zien ofte hooren leezen, falut: doen te weeten. Dat ter Vergadering voorgedragen, en in deliberatie gelegd zynde, hoe fommige Leden te Leeuwarden' by een komende, tegens beter weeten aan, zich de naam van de Staaten van Friesland durven aanmaatigen, en op dien naam eene Publicatie quafi hebben gearrefteerd, en op deeze en gene plaatfen hebben weeten te doen publiceeren en affigeeren, houdende vóornaamlyk voorgewende redenen waar,om by de Staaten van Friesland, den loflyken iever tot den Wapenhandel verfcheide maaien is aangemoedigd, en ten tweeden waarom de Exercitie-Genoodfchappen by hun tbands praefentelyk worden gedisfolveerd en vernietigd. Zo is het dat wy, hoe zeer overtuigd, dat niemand zich met gemelde gefingeerde Publicatie eenigfints zal bemoeijen, of daar op eenigen aandagt vestigen, hebben goedgevonden , gelyk wy doen by deezen, om de goede Ingezetenen ernftig te waarfchouwen, om zich met alles wat op naam van gemelde Lieden pratenfelyk geboden of verboden word, direct noch indirect niet te bemoeijen, ten einde niet in ongelegenheid te geraaken. Voorts willen wy by deezen de goede Ingezetenen hebben gewaarfchouwd, dat genoemde Huk, is opgevuld met een menigte verdigtzelen, onwaarheden en laster, zo ten aanzien van de redenen die men voorwend, dat de Staaten tot  de Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen. %J September 1787 (*) aan de Gerechten in Friesland, waar tot het aanmoedigen van den Wapenhandel zouden hebben bewogen, als ook omtrent de redenen, die 'er zouden wezen tot het disfolveeren en vernietigen van gemelde Genoodfchappen, als zynde hetlasterlyk en onwaar, dat fommige Leden met een kwaad opzet door hoop op voordeel of vrees van in ongunst te vervallen, zich hebben laatetr yervoeren; gelyk het even verzonnen valsch en onwaar is, dat A. J. C.deBere, metadfiftentieuit andere Genoodfchappen, den Ammunitiemeester deezer Provincie op depublique weg heeft aangerand. Weshalven wy in tegenoverltelling van't geenvoorfz. is, alle Ingezetenen van deeze Provincie hebben willen aangemoedigd, om in den loflyken Wapenhan* del, zich met iever by aanvang bekwaam te maaken of by voortgang te volharden, als zynde dezelve de eenigfte er* aekerfte waarborg tegens alle buiten en binnenlandfchq Overheerfching; en tevens, het voarnaamfte middel waar door in het toekomende, voor de goede Ingezetenen , eenige vermindering kan worden te wege gebragt, in de zo drukkende belasting van Schatting, Hoofd-en Schooi (leengeld, en andere middelen tot de vyf Speciën beluoorende; zonder vermindering in de Quoten, naauwlyks toereikende om de Militie te betaalen, of fchoon zy ook weinig minals twaalf tonnen Gouds, en düs byna twee vyfde gedeelten van alle de inkomften aan den lande opbrengen. En worden diensvolgens alle gewapende Genoodfchappen in deeze Provincie thands beftaande, en die in het vervolg opgericht wordende, zich aan ons zullen adresfee • ren, genoomen in de befeberming van Hun Ed. Mog.; met belofte, dezelven tegen allegeweld te befchermenen fchaadeloos te zullen houden, En (+) Den inhoud van dit Stuk is als Volgt, Veste Li-eve Byzqndere! Wy hebben goedgevonden UEd. te belasten, om aan da Ontfangers en Collecteurs der Lands Lasten en Middelen zo Generaale als Particuliere in UEd. difhïct zich bpvindgnde., aan te zeggen, om geeng Penningen het zy in U  *8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot waar byzy dezelven gelasten, om de Ontfangers en Collecteurs der Lands Lasten en Middelen in hun di- itrict En zal deezen ten einde de goede Ingezetenen zo veel mooglyk voor bedrog en leugen worden behoed, alomme werden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is publicatie en affictie te doen. Aldus gerefolveerd en gearrefteerd op het Landfchapshuis binnen Franeker, den oden September 1787. (was get.) C. L. van Beyma, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. abf. Secret., (was get.) H. L. van Altena. Ed. district geheven wordende of wel uit andere diftricten Gecollecteerd, by provifie te vervoeren naar Leeuwarden, maar dezelve Penningen onder zich te houden ter tyd en zo lange wy daar in nader zullen hebben voorzien; of indien UEd. of de Ontfangers en Collecteurs de Penningen niet veilig oirdeelen, dan, dezelve Penningen tegen behoorlyk geblyk te bezorgen aan het Stads Comptoir van Franeker, of aan zodaanig ander Perfoon en Ontfanger, als wy by faute van obediëntie der Provinciaale Ontfangers daar toe zullen hebben aangefteld. Alles by prene, dat die gene der Ontfangers en Collecteurs die bevonden mogten worden niettegenftaande deeze Onze aanfehryving, Lands Penningen naar Leeuwarden te hebben gezonden of gebragt, dezelve fomma wederom zullen moeten betaalen by parate executie. Waar mede Veste Lieve Byzondere! wy UEd. beveelen in de befcherminge Godes, en blyven UEd. Goede Vrienden Franeker den 13 Sept. 1787. de Staaten van Friesland (was get.) C. L. Beyma vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. ébf. Sscr. (was get.) II. L. van Alteka.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 29 ftrict aan te zeggen , om geene Penningen naar Leeuwarden te vervoeren , maar dezelve by provifie onder zich te houden, of aan het Stads Comptoir te Franeker te bezorgen, of aan zodaanig ander Perfoon en Ontfanger, als zy byfaute van obediëntie der Provinciaale Ontfangers daar toe zouden hebben aangefteld. — Ten zesden: vier Mislivesvan den 13 September 1787, gezonden aaiden Heere Raad en Rentmeester Generaal van Friesland. —' Uif. aan den Heere Provinciaalen Ontfanger van de Floreen. — Utf. van de Losfe-Renten. -— Utf. van de Ly-f-Renten: met last, oin geene Penningen op andere Ordonnantiën uit te tellen, dan gepasfeert door gedagte pretenfe Staaten, of hunne Geauthorifeerden. — Ten zevenden: eenige Misfives van den 14 September 1787, aanbovenge-' dagte Commandanten , behelzende eene last, om terftond de Officieren, Onder-Officieren en Gemcene Militairen, hoofd voor hoofd te doen afvraagen, of zy genegen waren zich naar de orders van de pretenfe Staaten te Franeker te gedragen, met uitfluitinge van alle Vergaderingen die zich de naam van Staaten van Friesland mogten aanmaatigen-, mè& verklaaringe, by geen ofte onvoldoend antwoord, hun als Vyanden van het Vaderland te zullen behandelen (*). — Ten agtflen: de Publicatie van den (*) Ordre door de prceteufe Staaten van Friesland aan alle de Hoofd-OJfcieren der Troepes in die Provincie Guarnifoen .houdende gezonden. Edele Man.hafte! Wy hebben goedgevonden UEd. by deezen te belasten, terftond de 'Officieren, Onder-Officieren en Gemeene Militairen onder UEd. ordres ftaande, 'hoofd voor hoofd af te doen vraagen, of zy genegen en gezind zyn, zich te gedraagen naar de ordres die UEd. door ons ofte onze Geauthorifeerden zullen worden toegezonden of gegeeven; met uitfluiting van alle Vergaderingen, die zich den naam van Staa-  sjö Verzanding Vdn Stukken betrekkelyk tot den 14 September 1787, Waar bygetragt wierd, dè Conftitutie deezer Regeeringe te veranderen, ten dien einde de Regenten verdagt en haatelyk te maaken, en voorts de.Ingezetenen vermaand, om met hun mede te werken dat dit Land fpoedig door de Militie wierde ontruimd, welke men in die Publicatie allerhaatelykst en gevaarlykst aan het Gemeen doet voorkomen. — Ten negenden: de Publicatie van dien zelfden i4den September, waar by het Regiment Infanterye van den Heere Collonel Vai* Plettenberg, op de haatelykfle en kwaadaartigfle Wyze hebben gecasfeert (*). — Ten tienden: de Pub* Staaten van Friesland mogten aanmaatigen , ofte willen arrogeeren ? Wy wagten hier op UEd. antwoord uiterlyk op morgen avond in onze Vergadering alhier, het welk indien wy niet of onvoldoend ontfangen, zullen Wy genoodzaakt zyn U Ed. en deszelfs onderhebhcnde Manfchap, als Vyanden van het Vaderland te moeten befchouwen en behandelen. Waar mede wy UEd. beveelen in de befcherminge Go-, ïbs, en blyven UEd. Goede Vrienden De Staaten van Friesland, (was get.) C. L. van Beyma* Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. abf. Secr. (was get.) H. L. van Altena. (*) Zie hier den inhoud van dit Stuk. PUBLICATIE, Dö Staaten van Friesland, allen den genen, die deezea zullen zien of hooren leezen, falut; doen te weeten. Ter onzer kennisfe zynde gekomen, dat ons Regiment Infanterie geleid Wordende door den Collonel D. A. van Plettenberg, zich by herhaaling heeft fchuldig gemaakt aan de gruwelykfte plunderingen en gewelddaadigheden opi .a gebragt, een premie van dertig Caroli Guldens, direcl: „ of aanflonds by ons te Franeker te ontfangen". En op dat niemant eenige onkunde voorwende, zal dee>ze worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon ;is Publicatie en Affixie te doen. Aldus gerefolveerd en gearresteerd op het Landfchapsr Uïuis binnen Franeker den 14 September 1787. (was get.) C. L. van Beyma, vt. Ter Ordonnantie van Flun Ed. Mog» , . aif. Secr. (was get.) II. L. van Altena. (*) Zie dit Stuk in het /. Ütel, N*. 41. bl. 111.  £2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot by allé zo gewapende als ongewapende Ingezetenen wierden geroepen om te Franeker te komen, en gezamenderhand zich tegens den Souverein te verzetten,met bedreiginge, dat indien zy nietfterk genoeg mogten wezen, het Land onder water te zullen zetten, teffens aan alle Ingezetenen de vryheid geevende, om de fchaade op die Regenten, die tegens de aller vyandelykfte onderneemingen van hun, volgens hun ééd en plicht gepaste voorzieningen tragten te doen, te verhaalen. Dat gedagte Sicco Douwe van Aylva, als Lid van gedagte prastenfe Staacs-Vergaderinge, Detachementen van gewapende Manfchappen mede had gezonden naar'Makkum, Workurn, Hindelopen, de Lemmer, Sneek en Bolsward, en die Plaatfen in bezettingen doen neerhen en bewaaren, ' dat dezelve insgelyks Collett-Penningen hebben doen opnaaien, en van 's 'Lands Penningen zich meester gemaakt, en alzo op veelerhande wyze, aan éón alIergevaarlykst gewapend oproer, tegen de Staaten des Lands en haare Regenten had fchuldig gemaakt, en zich thands door den vlugt buiten deeze Provincie had geabfenteerd. En vermids het Hof naar bekomene préparatoire Informatien, Prife de Corps tegens gedagten Sicco. Douwe van Aylva heeft verleend, en naar zulks den Suppliant gelast, denzelven Criminaliter ex Officio te aclioneeren, het welk nogthands gedagte Sicco Douwe van Aylva, door zyn vlugt buiten deeze Provincie heeft weeten te eludeeren, en alzo het zelve waren zaaken van zeer kwaaden gevolge, anderen ten exempel ten hoogden ftrafbaar; zo verzogte de Suppliant en Klaager zeer eerbiedig, tegens meer gedagten Sicco Douwe van Aylva woonachtig te Holwert, doch nu extra Provinciam zich ophoudende, onze provifie van Citatie by Edidt in forma, omme ten dage dienende in Perfoon op de Crimineele Rolle van den Hove van Friesland te compareeren, omme als dan daar toe desSuppliants en Klaagers Eifch en Conclufie zo ten princi. paa-  ie Gehürtenüfen in 'ent. Vowgevaïïtn. || paaien, al§ nópens d'ëprovifie teaanhöorën,*?./. £f« :— Waar op door ofts op den 23 November 17873 ïs verleend fiat Citatie by Edict informa. —- Zo is 't-, dat wy U ordonneeren en belasten; daar toe committeerende by deezen, dat gy Ü transporteerd öp de uitterfte paaien van deeze Provincie naast aan de plaatfe alwaar meer gedagte Sicco Douwe vASt Aylva zich ópnoudeh riiogte, doch anders te Hol. wert in deeze Provincie woonachtig, en denzélven Citeert en Verdagvaart, omme in Perfoon voor ons' in de Gancellarye binnen Leeuwarden te comparéeren op al zulken gelegen dage, als gy hem voorden iften , 2den , 3den en eindelyken peremptoirenV Rechtdag benoemen zultj omme te aanhoorén.zödaanigen Eifeh en Conclufie als de Suppliant enKlaager als dan zal willen doen Deernen en gebruiken j daar tegens te zeggen, vóórts Prócedéeren en in de zaak zien Ordonneeren zo naar Rechten behooren zal; met Inthimatie indien hy komt ofté niet 3 dat Wy evenwel in de zaake zullen laaten gefchieden datrecht is; des dat gy gehouden zyt naar gedaane Citatie by Edict, aan meer gedagten Siècó DotiwÉ van Aylva, by U Misfive eenCopiavan deezen Onder U hand gecollationeerd over te zenden $ teri einde hy in toekomende tydeh deezen aangaandë geene ignorantie hebbe te pretëndeeren * welken Exploict by U alzo "gedaan; wy van zulken waardö zullen houden , als ofte 't zelve by U in Perfoon was' gedaan» ons U wedervaaren pertinentelvk relateëxende-. Gegeeven in de Cancellarye binnen Lëeüwardeö" onder 't fecreet Signet > 't welk.men in deezen Höve gebruikende is. Actum den 24 November 1787. Ter Ordonnantie van den Hövëi i^as getO S. Faber. Éyna gelykluidende Citatien zyn ook afgëgeëvéö Uh Deel. g ^  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut op de Perfoonen van E. F. van Aylva en H. L. van Altena. N". 292. Publicatie van wegens zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder te Middelburg afgekondigd, over de klagten en bezwaaren der Ingezetenen van Middelburg, Vlisfingen, Veere enz.. In dato. den 24 November 1.787. Wy Willem, by de gratie Gods Prince van Orange en Nasfauw, Grave van Catzenelleboge, Vi-; anen, Dietz, Spiegelberg, BuurenLeerdam en Culenborg; Marquis van Veere en Vlisfingen ;Ba-: ron van Breda, Diest, Beilftein, der Stad Graveeri. Lande van Cuyk, Yslëlilein, Cranendonk, Eindhoven en Liesfeld; onafhankelyk Heer van de Vryéj en Souvereine Erfheerlykheid Ameland ; Heer van Borculo , Breedevoort, Lichtenvoerde, 't Loo, Geertruydenberg, Glundert, Zeevenbergen , de hooge en laage Zwaluwe, Naaldwyk, Polanen, St. Maartensdyk, Soest,- Baren en ter Éem, -Willemftad, Steenbergen, JVJontfort, St. Vith, Butgenbach en Doesburg; Erf-Burggraaf van Antwerpen , ErfMarfchalk van Holland, Erf-Stadhouder, ErfGouverneur, Erf Kapitein en Admiraal-Generaal der Vereenigde Nederlanden , Erf Kapitein-Generaal en Admiraal vari de Unie, Ridder van de Kousfeband en van den Zwarten Adelaar &c. &c. &c. Allen den genen die deezen zullen zienofhooren leezen, falut. Alzo onze Gecommitteerden tot herflelling van ' de rust binnen de Provincie van Zeeland, ons hebben te kennen gegeeven, dat zy de klagten en bezwaaren der Ingezetenen, zo van de Steden Middelburg, Vlisfingen en Veere,als der Opgezetenen van het platte Land van Walcheren, hadden gehoord, dezelve geëxamineert, cn daar omtrent informatien genomen, ten einde in ftaat te zyn om oq.s desaangaande, ingevolge het geen wy aan hun ) heb-  •èe mihMtnUten in 178? ènz. ioorgmlïm. hebben gedcmandeerd, tc doen een orhftandig rapport ; en wy voorneemens zyn, om na dat wy het zelve rapport zullen bekonien hebben, op dezelve klagten en bezwaaren ook met betrekking tot hei1 maaken van verandering in de Coilegien van Juftitie en Politie en mindere Ambtsbedieningen» ingëi volge de authorifatie van Hunne Ed. Mog. de HeeV ren Staaten van 2den OéTober deezes jaars» zodaanig te disponeeren, als wy om de voornoemde klag* ten en bezwaaren öp eene billyke wyze te redresfeeren» en ter bevordering van het algemeen wei* zyn, meest gefchikt zullen oirdeelen. Zoo is 't, dat wy goedgevonden hebbeni'de fë> fpeftive Ingezetenen van de voornoemde Steden j en de Öpgezetenen van het platte Land Van Wal* cheren, hier van kennisfe te geeven, vertrouwende dat een ieder der voornoemde door ons te doeriè' dispofitie gerustelyk zal afwagteri, en zich Onthouden van al het geen het heilzaam Oogmerk der Heë* len Staaten van Zeeland in de öp ons verftrekte authorifatie (de hërftelling narrieiMyk' der rust) op ëe* nigerhande wyze zoude hinderlyk zyn. Aldus gedaan in 's Gravenhage» den &Cs Was geparapheert, Willem Prins van Orangè* (Onder Jlond) Ter Ordonnantie van Zyn Hoogheid j (was gei.)"'J '' W. van Citters. 293. Publicatié van de Ed. Achtbaar e Magiër aai te Leyden óver het drvulgeeren van Lasterfchrif. ten. In dato den 24 November 1787. Die van den Gerechte der Stad Leyden, metvëëi verontwaardiging Vernomen' hebbende» dat ëénigé" kwaadwillige Petfooneh zich niet Ontzien,- vuilaaf6 2 iigêj  jrS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tige, IoogeDagtige en zo voor Hun Ed. Gr. Mog. de Heeren Staaten deezer Provincie, als voor zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder en Hoogstdeszelfs Koningiyke Gemalinne, zeer hoonende Lasterfchriften te divulgeeren en zelfs te affigeeren, hebben naar voorgaande deliberatie goedgevonden en verftaan: alle en een iegelyk op het ernftigfte tevermaanen, zich daar van te onthouden, en wel ten allerfterkften te verbieden, het ftellen, ichryven, verfpreiden en affigeeren van lasterlyke, loogenagtige of fmaadende en hoonerde Papieren en Gefchriften, of ook Printverbeeldingen , of daar aan deel te neemen, op pcene tegen de Overtreeders daar van naar alle rigueur van rechten deswege gecorrigeerd of geftraft te zullen worden ; en daar en boven te belooven eene Prsmie van drie honderd Guldens aan den genen, welke de Autheurs , Fauteurs, of Disfiminateurs van alzulke Schriften of Printverbeeldingen zal komen te ontdekken , zodaanig dat dezelve in handen van de Juftitie geraake en van het fait werde overtuigd, zullende des begeerende, des Aanbrengers Naam werden gefecreteerd. Aldus gedaan, gerefolveerd en gearresteerd by die van den Gerechte der Stad Leyden, op den 11 November 1787, en ten zeiven dage van de Puije van het Raadhuis voor den Volke afgeleezen. By my J. J. Hübrecht. Ne.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 37 N°. 294. Aanfpraak den 26 November 1787 in eene algemeene Vergadering van de Sociëteit de Eendracht, binnen Rotterdam, door den Secretaris]. Hey , uit naam der Directeuren aan de Leden gedaan. ' . voortreffelyke eendrachts-vrienden! Veelligt heeft het Uwer aller niet weinig bewonderd, zo kort op de laatstgehoudene, de tegenswoordige algemeene Vergadering te hebben zien beleggen: dan wy twyffelen in geenen deele, of Uwe verwondering zal fpoedig ophouden, zo dra gy vernomen zult hebben wat de oirzaak daar van zy, als welke geene minderen is, dan: Dat Uwer zorgdraagende Directeuren, aan wien den roem en de eer van het achtbaare en met recht eerwaardig Lighaam onzer Sociëteit, ten uiterfte ter harte gaat, van ter zyde vernomen hebbende, dat zy, even onverdiend als ondankbaarverdagc wierden gehouden, verkeerde grondbeginfelen, zo omtrent de Vryheid als het hooge en wettige gezag der Regeering te koesteren, niet alleen; maar dat derzelver Beftuurderen geene Lieden wezende, in ftaat om een gegrond oirdeel over de zaaken in de Republiek in 't gemeen, of in deeze Stad in het byzonder voorvallende , overeenkomftig met de grondwettige Staatsgefteldheid van ons Gemeenebest te vellen, alleen hunnerbyzondereoogmerken beoogden: ja, misfchien laaghartig genoeg zouden zyn, van na de bereiking daar van, zelfs de Onderdrukkeren van dezulken, nu door hun als werktuigen, zo men voorgeeft, gebruikt te worden: niet kunnen nalaaten om der Leden, zo derzelver gevoelens als bedoelingen ongeveinsd en openhartig, zonder eenige de minfte dubbelzinnigheid voor te draagen. Het eerfte dan, waar over de Directeuren zich zedelyk verplicht vinden derzelver naeening teverklaaren, is de Vryheid. C 3 Dit  |S Verzameling van Stukken hetreikelyk tot Pit dierbaar, dit onwaardeerlyk Voorrecht va$ den Sterveling, werd door hun befchouwd en aangezien, als dien ftaat van onafhanglykheid, waarin het, aan elk een iegelyk vry ftaat, al het goed dat \n zyn vermogen is te doen, en die dus derhalven patuurlyker wyze hem geleiden moet, tot bet haa{en en tegenftaan van alle kwaad. Dan, dewyl eene Staat by geene mooglykheid «onder Wetten kan beftaan, begrypen zy evendui* delyk, dat eenen vryen Staat zonder Wetten, een waarlyk non ens, een volftrekt onmooglyk wezen zoude zyn, en dat dus de Wetten tot in ftandhouding Van zulk eenen vryen Staat, alleronontbeerlykfte jniddelen, allervoortreffelykfte werktuigen zyn. Edoch komt het hun voor, dat deeze Wetten die derhalven noodwendig om de Vryheid zyn ; dewyl de Vryheid niet om de Wetten is, afhanglyk van de waare Vryheid zyn: doordien zy haar moeten dienen, zo tot het ftaande houden van derzelver ge* zag en alzins nuttigen invloed, als tot het onderfchraagen van haare wezenlykfte belangensj en het eene natuurlyke zaak zy, dat den genen die dient, rninder dan, en dus afhangend is, van den genen die gedient word. Een vryen Staat toch is uit deszclfs eigenen aart yry, zo in zyn wezen , als in het uitkiezen der Wetten, die hy goedvind met gezag te beftempelen; hoe zoude het derhalven mooglyk zyn, hem van Wetten afhanglyk te maaken? neen, hoe het ook pefchouwd, hoe het ook overwoogen worde, een yryen Staat is en blyft onafhangelyk van de Wetten ; de Wetten zyn daar van alleen de eerbiedwaardige zuilen en fteunen: terwyl de Overheden zyne Vertrouwelingen en derzelver Bewaakcren zyn ; het Welk ons derhalvep natuurlyker wyze geleid tot het verklaaren dier denkbeelden, die wy omtrent de Oyerigheid koesteren. Een vryen Staat, fchoon onafhangelyk van de Wetten zynde, zo als wy boven ftelden, niet zonÖ?f Wêifen ter oirzaake d,er menigvuldige menfche*  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 39 lyke zwakheden kunnende befraan, fpreekt het van zelfs , dat deeze Wetten Handhaavers moeten hebben, zullen zy aan het oogmerk van derzelver inItellinge voldoen. Als zodaanig, dat is, als Handhaaveren van de 'Wetten, behooren in eenen vryen Staat de Regenten geëerbiedigd en aangemerkt te worden. Waar uit derhalven bynatuurlyke gevolgtrekking ontftaat: Dat, dewyl de Vryheid eenen Staat voortrefFelyk maakt. En, dewyl de Wetten deeze Vryheid beveiligen en fchraagen. En de Regenten Vertrouwelingen der Vryheid zelve, niet alleen, maar daar en boven, Bewaakeren en Handhaaveren haarer Wetten zyn. Noodwendig alle Onderdaanen in eenen vryen Staat, en redelyk en zedelyk verplicht, en uit eigenbelang zelfs gehouden zyn de Overigheden alle onderdaanigheid, gehoorzaamheid en eerbied te betoonen, toe te draagen en te bewyzen. En gevolgelyk: dat alle die genen , die zulks, of weigeren, of verzuimen te doen, in eenen vryen Staat als fchaadelyke Pesten en Uitvaagzeis moeten en behooren te worden aangemerkt. Dat in de tweede plaats, deeze onderdaanigheid, gehoorzaamheid en eerbied, door de Overigheden in eenen vryen Staat, in de harten der Onderdaanen merkelyk verfterkt of merkelyk verzwakt kunnen worden. Merkelyk kunnen die verfierkt worden, wanneer de Onderdaanen zien dat hunne Regenten, in wier handen hun dierbaar pand, hunne onwaardeerbaare Vryheid betrouwd is, zich met voorzichtigheid en kunde in de hun aanbevolene Posten gedraagen. Wanneer zy ten anderen zien, dat, daar mede ge- Eaard of zelfs by een gedeeltelyk gemis daar van,unne Regenten met vriendelykheid , minzaamheid, gulheid en betrouwen met de Onderdaanen C 4 han-  4§ Verzameling van Stukken betrekkelyk Ui handelep, geftadig onder den aandagt houdende% dat zy, niettegenftaande hunnen hoogen rang, even zp wel Onderdaanen van den door hun geregeerdep Staat zyn, als die, welke door hun geregeerd worden. Eindelyk: kunnen zy verfierkt worden, wanneer de Regenten door fpreekende bevorderingen, begunftigingen, weldaaden en andere middelen, de plichtbetrachting in de Onderdaanen naar evenredigheid beioonen; of ten minlien, om dat 'er in. eenen vryen Staat op zodaanige plichtbetrachting niet wel een belooniug gepast 'kan worden, bevprderen en ten voorbaelde aanmoedigen. — Ten anderen kunnen zy merkelyk, ja aller fterkst en aller rampzaligs(: verzwakt worden, wanneer de Onderdaanen zien dat hunne Regenten, in wier handen hunne Vryheid en de handhaaying der haar pnderlteunende en beveiligende Wetten zyn over* gelaaten, zich onvoorzichtig en als pnkundigen in de hun aanbevolen posten gedraagem Vooral, wanneer zy in de tweed? plaats., daar en, bpven tot hun leedwezen ondervinden', dat zy by derzelver onkunde, zodaanig door den door' hun pekleeden rang verblind zyn, datzy hunne Onderdaanen niet dan met trotschheid, waan. en verachting behandelen; niet als of het hunne mede-Burgeren, die zo wel Leden van den vryen Staat zyn, als zy zelfs, m3ar als af het hunne Slaaven of Honden dien zy dwingen konden voor hunne voeten te, kruipen, waren. ' Het welk alles eindlyk ten hoogfien toppunt ger bragt word, wanneer zich de naauwkeurigfte, de vrywiHigïïe, de v'lytigfte Plichtbetragters zelfs na zulk eene behandeling Van zodaanige Regenten te hebben ondergaan, by het geringfèe verzoek van, bevordering, of om eenen Vreemdeling, die van zich heeft kunnen verkrygen eenige jaaren dekruip|iel tefpeelen, of om eenen laaghartigen Vleijer,' 16$ $Ü9§ ^ W&i 9P ?enen'Yerme?elen toon ziet  dt Gebeurtenis/en in 17 87 enz. voorgevallen. 4ï verzenden en affcheepen, om den loon van zyn roemwaardig bedryf in de frn.arr.en zyner mislukte pooging treurende te zoeken. Dan, fchoon het bovengeftelde in beide opzichten in eenen vryen Staat plaats kan hebben, is het .echter in geenen deelen in onze harten opkomende, dat het in onze vrye Republiek daadlyk plaats heeft. Neen, onzen Doorluchtigen , onzen dierbaaren Stadhouder, aan wien de aauftelling der Regeering als een erflyk Voorrecht of Prerogatif is afgeftaan, denkt veel te edel, veel te verheven, en is met pene al te groote liefde tot het welzyn der Burgers bezield, dan dat hy immer voorwerpen, die door hun gedrag of denkwyze,, de onderdaanigheid, gehoorzaamheid of eerbied zouden kunnen doen verminderen» zoude hebben gekaozen of kiezen. Derhalven hebbe men te denken, dat zo ze 'er onlangs al gevonden zyn geworden, het zulke Regenten zyn geweest, die ten dien tyde, waar in zo veel veraarte, mede van dat gedrag en die denkwys welke zy hadden, toen onzen dierbaaren ErfStadhouder hun verwaardigde te verkiezen, zyn pntaart; of zulken» die door het geweld, met voorbygang van Recht en Wet, op de Kusfens van eere zyn geplaatst. Maar in geenen deelen, zo wy hoopen en ook betrouwen, dat ze'er thands, nu de rust wederom door het Stadhouderlyk Bewind de Vryheid aan haare Verraaderen ontrukt heeft, worden gevonden. Neen! wy zyn te wel bewust van de denkwyze onzer Achtbaare Stads-Regeering, geliefde Plichtbetragters! dan dat den minden fchyn van het vermoeden, van het aanwezen van zulk foort van Ra» genten, onze harten onthulleren zoude. .Trouwens, zouden wy, zoud gy zelfs, zoude iemand Uwer wel in ftaat'er toe wezen, wanneer hy in overweeging neemt, hoe voorzichtig, hoe J»eraad,en onze Regeering gehandeld heeft, in hef C 5 be-  \w Verzameling van Stukken betrekkelyk tot bewaaren der Stedelyke rust en veiligheid, door alles ten dien einde aan te wenden wat in derzelver vermogen ware, om dien te houden? — Zoud gy, zoude iemand uwer zulks kunnen doen, daar hy, daar wy, daar elk onzer ondervonden heeft, met welk eene vriendelykheid, op welk eene verplichtende wyze door onze Regenten, wanneer de nood vereifchte, dat 'er een groot gedeelte van de bewaaring der Stedelyke rust en veiligheid, onzer zorge en plichtbetrachting wierde toebetrouwd, met en omtrent ons is gehandeld geworden; want, heeft men veelligt derzelver dankbaare en erkennelyke gevoelens tot nog door geene betooningen, noch bevorderingen gezien, dit doet niets uit. — Dewyl onze roemwaarde Overigheden veel te edel door ons aangezien worden, dan dat de geheugenis van uwe daaden, ylings uit derzelver harten zouden verdweenen zyn, en wy dus veilig mogen onderzeilen, dat hun den weg daar toe voor als nog niet is geopend geworden. En, wat eindelyk aanbelangd dienzydelingfchen laster ons aangetygd, als of wy Directeuren en de onzen, Lieden waren, onbekwaam om over zaaken Staat of Stad betreffende, een gegrond en met de grondwettige Staatsgefteldheid van ons Gemeenebest overeenftemmend, oirdeel te vellen: hier op is alleen ons antwoord. Dat wy zeer wel bewust zyn, dat wy onder de mïnstkundigflen behooren gerekend te worden; doch dat wy twyffelen, of zy die ons met deezen laster aanranden, wel zo gereed als wy in deezen zullen zyn om te bekennen, dat ze in geenen deelen onder de minstverwaandften behooren. Dan , ten anderen: wat toch zegt het, van welken ftaat wy zyn, of hoedaanig de maat onzer kunde is; dewyl het eene zedelyke waarheid is en blyft, dat de verdiensten aan geene rangen noch ftaaten verbonden zyn; hoe toch anders zoude Rome, om alleen één voorbeeld by te brengen, zyne gelukkig, fte dagen hebben kunnen hebben, toen zyre U&. gen-  Se Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 43 fenten en Veld-Overftens van achter den Ploeg tet et hoog Bewind wierden beroepen V Trouwens, het is en blyft ons genoeg, dat wy door de ondervinding, in fpyt van den laster hebben mogen zien, dat onze kundigheden niet in zulk eenen engen kring zyn bepaald, of wy hebben het geluk, ten minften zodaanig te kunnen denken dac wy goed hebben kunnen doen, en door dien weg . by ondervinding te toonen, dat die denkbeelden, welke door ons, zo omtrent de Vryheid als omtrent onze Regeerderen gekoesterd worden , ge» . zonde denkbeelden zyn. Terwyl het ons niet eens waardig is op de andere tweeleedige befchuldiging, als of wy naamentlyk alleen onze eigene oogmerken zouden bedoelen, en die bereikt hebbende, zelfs in ftaat zouden zyn de Onderdrukkers van hun, die ons daar in hunne hulp betoond hadden te worden, te antwoorden: (fchoon wy niet ontveinzen kunnen, dat wy geenzints onvatbaar voor blyken van erkentenis en dankbaarheid zyn; dewyl dit volftrektlyk tegens den eerbied die wy der Achtbaare Regeering toedraagen, niet alleen, maar zelfs tegens de menfchelykheid zoude ftryden eninloopen,) doordien wy voor God en de werelt kunnen verklaaren, dat onze bedoeling geenzints bevordering of dergclyken , maar alleen eene ongeveinsde en onverfchrokke handhafiving, van de grondwettige Staatsgefteldheid van ons Gemeenebest, van den Band van Unie, den Hervormden Godsdienst , het Stadhouderlyk Bewind en Huis, en het hooge gezag der Overigheid, met en benevens der Burgeren Rechten en Voorrechten is geweest; want, hoe anders zouden wy hebben kunnen befluiten, onze Perfoonen, onze middelen van beftaan, in één woord, alles wat ons dierbaar was op te offeren, indien bevordering ons oogmerk ware! en daar dus hier door de oirzaak vervalt, vervalt natuurlykook het gewrogt of het tweede lid deezer befchuldiging; dat wy naamelyk in ftaat zouden kunnen wezen, zelfs de Onderdrukkeren van  .'44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van hun, die door ons als werktuigen , zo men voorgeeft, zouden zyn gebruikt geworden, te kunnen worden; dewyl wy even openhartig verklaaren kunnen , dat niets ons dierbaarder is of zoude kunnen wezen, dan alle onze vermogens te werk te Hellen, om met voorbygang van onze eigene belangens, de bevordering der Leden in het gemeen te bewerken. In het vast betrouwen, dat zy van hunne zyde niets zullen nalaaten, om door eene allerftiptfte pligtbetrachting, door eene onderdaanige gehoorzaamheid aan de Wetten en bevelen der Regeering, door het tegengaan van alles watdenminflen fchyn van ongeregeldheid heeft: door zich in één woord, als braave en waare Vaderlandfche Burgers te gedraagen, geene verhinderingen daar in aan onze welmeenende oogmerken zullen veroirzaaken; maar tot onze onderfieuning integendeel, op ons voetfpoor, zich als waare Steunen en Zuilen der rust en eendragt, eenen onverganglyken naam poogen te verwerven. My prefent, Joh. Keerbergen, Secret. N°. 295. Relaas van het ontwapenen en crresteeren van het Guarnifoen van 's Hertogenbofch, beflaande het zelve uit twee Esquadrons Cavaïlerie van Thiiyl, twee Bataülons van Hardenbroek, één Bataillon van Houston, twee Compagnien Artillery van Geelink en Pikkart, beneffens een Detachement van 200 Man Zwitfers van May. In dato den 26 November 1787. Zynde zulks verrigt door het eerfle Bataillon Hollandfche Guardes te voet, en het eerfle Bataillon van het tweede Regiment 0range Nasfauw. By het inkomen van deeze twee laatstgemelde Eataillons was de propofitie gedaan door een gehouden Krygsraad , begaande uit den Heer Gouverneurs  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 45 neur, Commandeur en alle Hoofd-Ofncieren van het [Guarnifoen , waar onder de Kapiteins van de Guar(des, om dit bovengemelde Guarnifoen te ontwaspenen en te arresteeren, doch zulks konde niet zo ifchielyk werkftellig gemaakt worden, om redenen Idat geene plaatfen zich in 's Hertogenbofch bevonIden, om de Gevangenen op te fluiten, zynde dit 1de reden geweest dat zulks is uitgefteld tot zondag iden 2jften November; als wanneer men hier tyding :bekwam, dat het Regiment van Monster te Maastricht ontwapend was; waar op des avonds de Heeren Colonels Reynst, Graave van Wartensleben en Schmid ontboden wierden by de Heeren Gedeputeerden uit den Raad van Staate, welke zich alhier bevinden j en wierd aldaar overwoogen de moodzaaklykheid, van zulks insgelyks te doen aan ihet oude Guarnifoen alhier. En hoewel het zelve ruim meer dan eens zo fterk was, als hunne onderihebbende twee Bataillons, zo maakten zy Heeren Colonels daar in geen de minde zwaarigheid, mids dat het nog dien zelfde nagt gefchiedde, alvoorens het gerugt van de ontwapening van het Regiment" van Monster té Maastricht verfpreid was. Ingevolge van die propofitie gaven Hun Edele 1 !Mog. fchriftelyke geheime order , om het oude . [Guarnifoen dien zelfde nagt, te weeten tusfchen zondag en maandag te ontwapenen, en des noods geweld daar toe te gebruiken. En is zulks ookdoor 1de goede dispofitie van bovengem. Heeren Hoofdsofficieren gelukkiglyk op de volgende wyze veriirigt; zynde hier van des avonds om elf uur kennis • gegeeven aan den Heer Gouverneur en CommanIdeur. Des avonds om elf uur kwamen de Heeren Ofii:cieren refpectivelyk van ieder Corps by hunne Commandanten, alwaar dezelve de nodige inftructien :ontfingen. Des nagts om twaalf uur begaven zy izich naar hunne Cafernen, maakten hun Volk in ïgroote flilte wakker, welke verheugt ten beddeuitllprongen tot het doen van zodaanige Expeditie. De Ge-  4ó*' FerzantHing van Stukken betrekkelyk tot Geweeren wierden in de Kamers gelaaden, en Ofii één uur kwam ieder Bataillon van deszelfs Cafernen onder het Geweer. Na dat het Bataillon Guardes volgens ordre afgedeeld was, wierd ten eerden i Kapitein, 2 Officieren en 42 Man naar de kamers van de Cavallerie van Thuyl (die by de Guardes in dezelfde blok Cafernen leggen) gezonden, in ieder kamer eenige Manfchappen welke hun de wapenen wegnamen ,' terwyl de Commandant van die Esquadrons, zynde. de Luit. Colonel van Thuyl, hun declareerde, dat deeze ontwapening uit ordre van den vSouverein gefchiedde. Na dat zulks verrigt was, bleef de Kapitein met i Officier en 24 Man voor die Cafernen, om te beletten dat iemant daar uitkwam, en detacheerde i Officier en 18 Grenadiers naar de Cavallerie-Wagt voor het Gouvernement, die, naaf de Schildwagten overrompeld en ontwapend te hebben, zulks insgelyks dceden aan de Manfchappen vandiewagt 4 en dezelve gevangen bragten in hunne Cafernen. Intusfchen was het Bataillon Guardes in de grootde dilte door de geheele Stad gemarcheerd naar dë Cafernen, waarin lagen twee Bataillons van HArDENBROEKen de twee Compagnien Artillerie. Twee Detachementen wierden eenige pasfen vooruit gezonden, die de Artillerie-wagt en de Cafern-wagt van Hardenbroek overrompelden en ontwapenden} en wierden in alle kamers Manfchappen gezonden, die blymoedig dezelve met de Sabels in de hand intraden en alle Geweeren en Wapenen wegnamen* welke ten eerden achter de Pallisfaden die daar voor het Arfenaal daan, geworpen wierden. Het Bataillon van Orange Nasfauw ontwapende on het zelfde oogenblik en op dezelfde manier een by hun in dezelfde blok Cafernen lag; en begaf zich toen naar de Cafernen van HousTon, Welke insgelyks ontwapend wierd. Voor deeze Cafernen wierden derke Detachementen gezet, ieder met een dük Gefchut, waal". by  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 4/A jiby eenige Soldaaterryan de Guardes geplaatst wierïiden , die des kundig waren ; terwyl de geheele ArI tillerie mede ontwapend was. . Na dat-zulks verrigt was, wierden Detachement ten gezonden om alle Poorten en andere Wagten,. welke door het oude Guarnifoen bezet waren te overrompelen en te ontwapenen, het welke mede [gelukkig volbragt wierd, in diervoegen dat men verzekeren kan, dat geen Man van het oude Guarniifoen zulks ontkomen is. Zo dat volgens dit bovenflaande Relaas het Bataillon Hollandfche Guardes te voet ontwapend heeft, twee Esquadrons Cavallerie van Thüye, twee Bataillons van Harderbroek, twee Compagnien Artillerie ieder ver boven de hondert Man flerk, beneffens de Wagten van het Gouvernement, Vugter Poort, Hintumer Poort, groote Fleekel, kleine Heekel, Kuipers Wal , Bafelaars Bolwerk en Schil- ■ derwagt. ) Het Bataillon Orange Nasfauw heeft ontwapend 120 Man Zwitfers van May , het Bataillon van rfousTON , beneffens de Wagten aan de St. Jans ^oort, de Boom, Citadel, OrteD Poort en het Fort .fabelle. 1 ■ ■■ ■ \ ■ ■■. . [ Deeze geheele ontwapening en arresteering is binnen een groot uur verrigt, en waren de ongelukkige geplunderde Inwoond'ers des ogtends met de ui!:erfte aandoening ten hoogden verwonderd, op het rooren van deeze voor hun zo aangenaame tydipg; lebbende hier van niemant iets geweeten, als des | anderen daags morgens,uitgenoomen de HeerGou/erneur, Commandeur en Commandant van de Cavallerie de Heer Luit. Collonel van Thüyxl, (die n perfoon met een Officier en twee Wagtmeesters gy de ontwapening van de twee Esquadrons van den Luit. Generaal van Thuyll heeft geadfifteerd) beaeffens de twee Bataillons die dit geëxecuteerd nebben; zynde zulks te meer gelukkig, terwyl het Gemeen van 's Hertogenbofch zich fedcrtde plun- de-  48 Verzameling 'ven Stukken betrekkelyk tol dwing by die van het oude Guarnifoen gevö'egf had, en ook dierhalven tegen ontwapening was. N0. 2qg\ ExtraÈt uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by aan den Heere Vos van Stëenwyk tót JNyefwal op deszelfs verzoek zyne demisfie word vergunt, als Lid van de Commisfie tot révïjie der Quotes en het onderzoek der Generaliteis Casfa. In dato den 27 November 1787. ■ De Heeren Ordinaris Gedeputeerden hebben ingevolge derzelver Refolütie van den I4den deezer ter Vergadering voorgebragt eb laaten leezen , eene Misfive van den Heere de VoS van Stëenwyk tot Nyerwal van den 14 November I787, houdende, dat hv om daar b\' pralWeerde renpnpn ™,imp vnn I üe commisne tot revilie der Quotes, en net onderzoek der Generaliteits Casfa ontflagen willende zyn , de vryheid nam te verzoeken , dat Hun Ede¬ le Mogenden zulks aan Ridderfchap en Steden geliefden te communiceeren, ten einde Hun Edele Mogenden hem zyn demisfie als hunnen Gecommitteerden gelieven te aecordeeren, en een ander Lid uit de Ridderfchap in deszelfs plaats aanfiellen. Waar op zynde gedelibereerd, is het verzogte ontflag toegeftaan 5 en zyn de Heeren van de Ridderfchap verzogt, een ander Perfoon tot gemelde Commisfie te willen voorflaan.  te Gebeurtenis/en in lf%j enz. vootgèvalïèfti 4$ -Nu» 297. Extract uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende de exhibitie eener Misfive van de Heeren Staaten vaii Gelderland, houdende, dat zy den voorflag 'van Hun Ed. Mog. ten einde de gereezene oneenigheden ius~ Jchen beide Provinciën a 1'amiable te vereffenen^, accepteerden enz. In dato den 27 November 1 ^87. De Heeren Ordinaris Gedeputeerden hebben 'ingevolge derzelver Refolütie van den 24.fi:en dee¬ zer ter vergadering voorgeoragt, en laaten leefcen eene Mislive van de Heéreh Staatëii van GeÏJ derland van den 2611en October jongstleeden, hous dende, dat zy den voorflag van Hun Edele Mogenden , ten einde de gereezene oneenigheden tns= fchen beide Provinciën a Vcuhiable te vereffenen $ accepteerden; niet verklaaring, dat als by HunEdè Mogenden daar toe Gecommitteerden zouden zyn benoemd, en zy daar van geïnformeerd zyrt, als dan daar toe bereid zullen bevónden worden, toè dat zelfde einde eenige Leden uit hun midden tö Committeeren, by welke gelegenheid als dari teffens aan Hun Edele Mogende Gecommitteerdens feou gecommuniceerd Worden, het geen.door dei Provincie aan eénige Militie öp deeze Provlnëia gerepartitieerd, is verfclioóten geworden; in het vertrouwen, dat Hün Edele Mogeridén wei de nodige voorzieninge tot de reftitutie zullen géliea ven te doeri. Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevonden yoorfehreeven Misfive te Hellen in handen van de Heeren Gecommitteerden, Om met de Heeren Ges Oömmitteerden van Gelderland daar Over iri cönfef. rentie te treeden , Wdrdende hét laatlte pdint $ aana gaande de betaalinge van de Militie ter repartitie Van deeze Provincie (taande, gedaan_ door dié vaö Gelderland, de Heeren Ordinaris Gedëpütéëfdeil Verzögt, daaromtrent aan wélgemeldë Heefen Gecommitteerden deezer Provincie dë fiddlgë ëlüci*' datie te geeveru II!. !_.•■'.■■■■• Ü ,  5bindie-nis op den 8 Augustus 1786 ie Amjt ei dun aangegaan van nul en onwaarde woi d vei klaart enz. In dato den 27 November 1787. Ontfangen en geleezen eene Misfive van de Heeren Staaten van holland en West-Friesland van deff 23fl:en deezer, houdende woordelyk. Edele Mogende Heeren! By refumptie ter onzer Vergadering gedelibereerd zynde op het Rapport den i8den October deezes jaars ter Vergadering uitgebragt, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere onze Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie, hebbende ingevolge en tot voldoeninge aan onze Refolütie Com-misforiaal van den 26ften September te vooren, met Commisfarisfen van den Hove geëxamineerd de Misfive van den Pr£efident en Raaden van den Hove, den 25ften der iaatstgemelde maand in den Hage aan ons gefchreeven, yoor zo verre daar by ter Kennis hebben gebragt, by hunne deliberatien nopens de Adresfen in de Nieuwspapieren geiniereerd, endoorden Prokureur-Gereraal aan hun gefuppe-diteerd, te hebben gereflecteerd, dat de 01 voorbeeldelyke ftoutheid welke in dezelve dooritraalt,. zo niet haar oirfprong, immers haare toeneeming fchynt verfchuldigd te zyn aan de protectie welke de Authetffs va^dien zich verzekerd hielden te zullen vinden by zodaanige Regenten, welke by en op den 8 Augustus 1786teAmfteldamaangegaan, en mede by de Couranten bekend gemaakte Atte van Verbindtenis(*) zich verplicht zouden hebben,het fyfthéma van de Inftellers van zodaanige Adresfen (*) Zie dit Stuk in het //. Veel, bl. 289. aantek.  'és Gebeurtenisfen in 178*7 enz. voorgevallen. 51 fen te faveeren, cn des noods, elkanderen niet goed én bloed te onderfteuneh en befchermen, indien iemant hunner uit hoofde van dac engagement, of van daaden daar uit proflueerende in het minst of meest gekrenkt of gemoeid mogt worden, zich ver? .der omtrent de uitwerkingen en cpnfequentie van die. Verbindtenis by dezelve Misfive uitlaatende; hebben wy by onze Refolütie van heden goedgevonden en verdaan te verklaaren, dat de voorfz. AdLe van Verbindtenis is nul en van onwaarde, en van alle verbindende kragt gedeftitueerd, en wyders gerefolveerd. ï. Dat door den Hove onderzoek zal worden gedaan , na de eerfte Beleiders en Inftellers van de voorfz. Acte, en wanneer bevonden zal worden, dat uit dien hoofde eenige Procedures zullen moeten worden ondernomen, dezelve zullen, moeten Worden gevoerd voor derzelver dagelykfche en Competente Rechters van de Perfoonen daar in geconcerneerd, waar toe aan gemelden Hove Extract van' het voorfchreeven point tot narigt zal worden gezonden. . , . , . . ,. 2. Dat alle de Leden van de Ridderfchap, en allo die genen die fesfie hebben in de Vroedfchappeh van de Steden en derzelver Ministers, die nu zyn terftond, en die in het vervolg aangefteld zullen worden , by derzelver aanftelling tot Leden van de Ridderfchap, Vroedfchappen of Ministers, en'andere geene Vroedfchappen of Ministers zynde en nogthands het recht hebbende ter Vergadering van óns te compareeren, op den tyd dat zy het voorfz. recht verkrygen zullen (conform den inhoud van éeh gedeelte van het 14de Artikel der InftrutHe van onze Gecommitteerde Raaden, en van het derde Artikel, der Inftmctie van den Raad-Penfionaris van deeze Provincie) zweeren , dat zy belooven de Souv'ereiniteit van de Saaten en haare jegenswoordige Regeeringsform," eri zulks, mede in liet particulier onze Refolütie van den 16 November 1747 op lïet Erf-Stadhouder-,- Kapitein- en Admiraalfchap/ , . D 2 Gs-  5a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Generaal genomen (*), in alle haare deelen te helpen conferveeren en maintineereo; en ingevalle tot hunne kennisfe mogce komen, dat eenige ligues of famenfpanningen, (trekkende tot ondermyning of omverwerping daar van mogten worden geformeert, zy daar van aan ons, den Heere Erf-Stadhouder in der tyd, of Vrouwe Gouvernante in der tyd, ten eerlten kennis zullen geeven. 3. Als mede dat zy (namentlyk de jegenswoordige Regenten en Ministers) verklaaren aan deAcle van Verbindtenis welke op den 8 Augustus 1786 tusfchen verfcheide (zich noemende Vaderlandlievende) Regenten te Amfteldam aangegaan, en door dezel ven , en naderhand mede door veele anderen getcekend is, of eenig deel te hebben gehad, direft of indirect, of by zo ver zy daar aan eenig deel direct of indirect gehad mogten hebben, daar van te refiüeeren, en zich ontflagente houden van alle uit dien hoofde gecontracteerde verplichting. En vermids die Acte van Verbindtenis alle de Vereenigde Provinciën concerneerd, hebben wy wvders goedgevonden van het voorfchreeven by ons gerefolveerde", by circulaire Misfives aan de Bondgenooten kennis te geeven, ten einde eene Refolütie by alle de Provinciën op dit fubject teeffectueeren. 4 Waar mede &c. Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevonden, voorfchreeven Misfive te (tellen in handen van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Financie, dewelke worden verzogt en gecommitteerd, om dezelve nader te examineeren, en Ridderfchap en Steden daaromtrent te dienen van hunne confideratien en advis. (*) Zie deeze Refolütie in het II.Deel, No. 282.bl. 320./  ie Gebeurtenis/en in 17S7 -enz. voorgevallen. 299. ExtraEt uit het Register der Refolutien van Schepenen, Gezworens en Raaden der Hoofdjiad 's Hertogenbofch, betrekkelyk het ontwapenen van 't oude Guarnifoen (*). In dato den 27 November 1787. Op het geproponeerde ter Vergadering, of niet ten aanzien van de extraordinaire dienden door de Officieren en Gemeenen van het Bataillon Guardes en het Bataillon van Orange Nasfauw, thands in Guarnifoen binnen deeze Stad gepresteerd, aan de refpecfive Commandanten en Officieren van die twee Bataillons, van wegens de Magiftraat deezer Hoofdftad zoude behooren te worden betuigt het genoegen en de erkentenis van de Magiftraat, over het voorbeeldig loffelyk gedrag en aanhoudende activiteit in deeze tydsomftandigheden, in het herftel van de rust en veiligheid, en fpeciaal in het ontwapenen van het oude Guarnifoen, zo door hun als hunne onderhebbende Manfchappen gehouden; en dezelve Heeren Commandanten te verzoeken, die gevoelens van de Magiftraat op de gefchikfte Wyze aan de verdere Heeren Officieren en hunne onder, hebbende Manfchappen kennelyk te willen maaken, en of niet ten dien einde aan die Commandanten een Extract van deeze Refolütie der Heeren Leden zoude worden ter hand gefteld. Is naar Deliberatie goedgevonden en verdaan , het bovengemelde geproponeerde te converteercn in eene Refolütie, en dat Extract van dezelve aan de twee Commandanten van het Bataillon van de Hollandfche Guardes en dat van Orange Nasfauw, zonder refumtie zal worden uitgereikt. (Onder ftond) Accordeerd met voorfz. Register, (was get.') C. van Breugel, Secret. No. (*) Zie het Relaas van deeze ontwapening hier voor, bl. 44. No. 297. D 3  f4 Verzameling van Stukken betrekkelyk to$ No. 300. Aanfpraak van zyne Groot-Brütannifche Mg., jejleit aan de beide Kameren der Parlements, by het openen van derzelver zitting , betrekkelyk tot de ziiakm in de Republiek der Vereenigde Nederlanden voorgevallen. In dato den 27 November .1787. Mylords en Heeren! By het fluiten der laatfte zitting, onderrigte ik Ulieden met welk een belang ik de gefchiilen aanlag/die zo ongelukkiglyk inde Republiek der Verèenigde Provinciën plaats greepen. ' Derzelver toeftahd wierd kort daar na nog hachlyker en meer ontrustendë, rerwyl het gevaar waar mede derzelver Conftitutie en onafhangiykheid gedreigd wierd, gelyklyk in deszelfs gevolgen, de veiligheid en het belang myner Staaten fcheeft te zullen treffen. ', Geene poogingen wierden van myne zyde gefpaart, om, door myne goede diénften mede te werken tot herftelling van de rust en de handhaaving der wettige Regeering ; en vond het dien volgens hoodzaaklyk myn Oogmerk bekend te maaken, om alle gewapende tusfehenkomst van den kant van Frankryk, in de binuenlandfche zaaken van de Republiek te keer te gaan. In deeze omftandighéden de Koning van Pruisfeh maatregelen genomen hebbende, om zynen eifch van Satisfactie wegens de beleediging de Princcsfe van Orange aangedaan , kragt bv te zetten, nam de Party, welke zich 'de Regeenng van Holland ten onrecht aangemaatigd had, toevlugc om byftand tot den Aller-Christelykften Koning, welke my vervolgens kennis gaf van zyr, voorneemen, om dat verzoek in te willigen.' In gevolge der denkwyze, welke ik te vooren opengelegd had, aarfelde ik niet op het ontfangeri der bekendmaaking te. verklaaren, dat ik'geen ftif Aa'nfchouwer konde blyven van de gewapende tusfchenkomst van Frankryk, en gaf terftond beyél3 om myne Zeö-eü Landmagt te vermeerderen, cm u:\i-v <:.vc Ca L* cju-'vi -v ^i«i»^4-v.v... Ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 55 Geduurende den loop deezer handelingen vond ik hec hsgelvks geraaden met den Landgraaf van Hessen-KaWl een verdrag aan te gaan, waardoor ik, my verzekerde van den byftaud van een aanmerklyk getal Krygsvolk, ingeval myu dienst het zoude vereisfcuen. De goedige en gelukkige voortgang der Pruisöfche Troepen onder het geleide van den Hertog van Brunswyk, ten oogmerk hebbende die voldoening te verkrygen , welke de Koning van Pruisfen gevorderd had, (lelde midlerwyl de Provinciën in ftaat om zich zelve te ontdaan van de onderdrukkingen ónder welken zy zügteden, en om derzelver wettige Regeering te herfteilen. Alle oirzaaken van twist dus uit den weggeruimd zynde, nam 'er eene vriendlyke vereffening plaats tusfcheri my en den Aller-Christelyken Koning, en de Declaratien wierden by onze wederzydiche Ministers uitgewisfeld, by welke wy onderling overeen kwamen ons te ontwapenen, en onze Zeemagt te brengen op den zelfden voet als in hec begin van het tegenwoordige jaar. Het geeft my de grootfte voldoening, dat de gewigtige gebeurtenisfen, welke ik Ulieden mede deele, hebben plaats gehad zonder dat myne Onderdaanen in het genot der zegeningen van den vreede zyn geftoord geworden, en ik heb het genoegen Ulieden bekend te maaken, dat ik by aanhoudendheid van alle buitenlandfche Mogendheden de volkomenfte verzekeringen ontfang van . derzelver vreedzaame en vriendlyke geneigdheid tot dit Land. Ik moec echter, gelyktydig bejammeren, dat de rust van een gedeelte van Europa ongelukkiglyk is geftoord geworden door den Oorlog, welke tusfchen' Rusland en de Porte is uitgebroken. Tusfchen my en den Aller-Christelykften Koning is eene Conventie aangegaan tot verklaaring van het dertiende Artykel van het laatfte Vreedens-Tractaat, ingerigt ter voorkoming van afgunst en twisten tusfchen onze wederzyufche Onderdaanen in D 4, de  %& Verzameling van Stukken betrekkelyk tot, de Oost-Ipdierj. Ik heb bevel gegeeven om de Affchriften dier Traftaaten, aan welke ik my gedraag , gelyk ook de Ceclaratie en Contra-Declaratie, dié te Verfailles uitgewisfeid zyn, yoor Ulieden open te leggen (*).' 30 r. ExtiaCi uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, betreffende eene. Propojïtie op den zijlen May laatstleeden tot laste) der 'Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit wegens deeze Provincie gedaan enz. In dato den 2^ November 1787. De Heere Sloet tot Warmelo, heeft ter Vergadering zo naamens hem zeiven als naamens den Heere Sloet tot dm Haare, overgegeeven het Adres en Proppfnie deezen geinfereert. Edele Mogende Heeren! Pen Ondergeteekende nevens deszelfs mede-Gecommitteerde naamens deeze Provincie ter Generaliteit, den Heer-è Sloet tot den Haare, by Refolütie van UEd, Mog. van den 24.ft.en May laatstleeden , op eene voor hun zeer fletrisfante Propofitie doof de tpenmaalige zelfs op eene geheel onwettige wyze zich noemende Magiftraat van Deventer, gelast zynde geworden en opgeroepen, de eerstgemelde? pm zich fchriftelyk uit hoofde dat naamens Hun Hoog Mogenden eene Commisfie naar Staats-Vlaan» deren exerceerde, en de tweede, om zich in Perfoon op den i2den juny voor U Ed. Mog. te verantwoorden, wegens hun gehouden gedrag, in het helpen concludeeren eener Refolütie van Hun Hoog Mog. óp den I3den Mey genomen , waar byde aan éé'd en plicht getrouwe Officieren van de Trpcpes van deezen Staat, dopr de Staaten van Holland en 'West- (*) Zie deeze laatstgenoemde beide Stukken in het ij &el, ty> 237- bl igi, ao2,"  ie GeleurUnkfen in 1787 enz. voorgevallen. $? 'West-Friesland gefufpendeert, in protectie van d* Generaliteit zyn genomen: aan het welke door den Ondergetekende nevens de voornoemde Heer Sloet tot de Haare voldaan zynde geworden, blykens derzelver verantwoordingen de dati den 2den en gden Juny, zonder dat het U Ed. Mog. benaagt heeft, èenige andere dan eene zeer ingewikkelde Relolutie op den I4den Juny deezes jajrs dien aangaande te neemen, als waar by voor deeze reii met gemelde Verantwoording maar word genoegen genoomeu, 'dOéh tejJens hetuitgebragte advis ter Generaliteit, gedesavoueert uen voor nul en geener waarde gehouden èfëï * Zo heeft de Ondergeteekende, als dezelve in gee■pen deele voldoende vindende, dat hy nevens zyn mede Gecommitteerde, volgens hunne plicht en op fundament hunner bezwooren Infiructie vermeenen 'gehandeld te hebben, niet van zich kunnen ver'krygen, dit ftilzwygende te pasfeeren, alzo het hun niét om het even is , hoe een onpartydige, cn der omftandighéden van zaaken en oogmerken onkundige, ja voor een groot; gedeelte misleidende werelt, over deeze door U Ed. Mog. op dit fubject, juist in dit tydftip op eene voor hun zo fletrisfante gerequireerde verantwoording, oirdeele, inftantelyk te verzoeken , dat het TJ Ed. Mog. be•haage eene finaale Refolütie deezen aangaande te willen neemen, en aan den Ondergeteekenden nevens deszelfs mede-Gecommitteerde te laaaten geworden : inmiddels verzoekende dat deeze zyne Propofitie in de Notulen mag worden geinfereefd. , (was get.) F. W. Sloet tot Wamelo, Waar op zynde gedelibereerd , is goedgevonden voorfz. Adres en Propofitie te ftellen'in handen van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Financie, dewelke worden verzogt en gecommitteerd om dezelve nader te eXamineeren, en Ridderfchap pn Steden daaromtrent te dienen yan hunne Confi^eratien en Advys. P 3 No,  $Z Verzameling van Stukken betrekkelyk tot jNo. 302. EaiStaaLe Citatie voor de Ciht ineeie Rolli van den Ho e van Fiigslam, tegen . oert Lamh bertüs van Beyma. In dato den 28 Novembzt 1787. i Willem, by de gratie Gons, Prince van Orange en Nasfau &c. &c &c, i- rt-Stadhouder, Kapitein,! Generaal en .admiraal. Mitsgaders de Ragden georr donneertin Friesland, 'Ihys Cootstra Ueurwaarr der van deezen Hove fulut. Alzo de Prokurcur-Generaal de zer Landfchappei rat. offic. ons by Requtste heeft te kennen gegeqe ven, hoe dat Coert Lambertus van Beyma, woo'o nende teTernaard opden 2<5July 1787, alsVolmagi» ten Landsdage wegens Westdongeradee!, in het Ree folutie-Boek der Edele Mogende Heeren Staaten van Friesland, in het kwartier van Oostergo, eet, Protest had aangeteekend, het welk tegens de weU tig genomene Staats Refolutien was vervat in dd Iioonendlte bewoordingen, zo tegens dêSauyërtmfii Vergaderinge van hooggedagte Heeren Staaten , al?i tegens den Perfoon van zyne Doorluchtige Hoog; heid den Heere Prince Erf-Stadhouder; direct gcv fchikt, om de goede Ingezetenen te misleiden epi tegens de Regeering op te zetten. Dat ged gce Coert Lambertus van Beyma, zich vervolgens im de onlangs plaats gehad hebbende gewapende op.) roerige beweegingen binnen deeze Provincie niet alleen heeft gemeugd, maar ook daar van een der; voomaamfte Hoofdbeleiders was geweest, y.— Dao dezelve benevens eenige geweezene Leden van dei Staats-Vergaderinge in Friesland, zich in de maand September 1787 niet ontzien hadde, alle de overi-i ge Volmagten ten Landsdage vervallen te verklaaren van hunne Commisfien, zich de Regeeringe, en de Souvereiniteit deezer Landfchappe opentlyld aan te maatigen, en in die pratenfe hoedanigheid, de Staaten Vergaderinge van Leeuwarden naar Franeker te verleggen, en aldaar eenen Landsdag uit W  4e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ,te fchryven (*> Teffens by Misfive van dao ;;sdea September aan den Heere Secretaris der Ed. Mog. (*) Hier volgt dit (hik, benevens dc uitfchryvings Misft;yen, waar by die patere Staats-Vergadering word gccon, .yoceert, als mede nog een Declaratoir van^het ,zogcr.yuv.% pefenfie-wezen te Franeker. Declaratoir en Ultfchryvings Misfive. De Ondergeteekende Volmagten ten Landsdage van Fries? land, overweegende hoe dat de meerderheid dcr'Volmag: ten van Grietenyen en Steden, by herhaaiing 't Reglement i op' de Regeering heefc' overt'reeaeri, alzo dc Con'ftitütie [ ■des Lands verbrooken en de Réchte» des Volks gefchon:dên, en daar door ontwyfteibaar volgens 't jpfte Artikel i van 't Regl. Refor. van den jaare 1748, vervallen is van 1 hunne Commisfien, en'er dus geen wettige Staats-Vergade1 ring kan gehóuden worden, dan door zodaanige Volmagten [ Conftitutie, van de gefchondene Vólks-Rechten, en dus» tot best van Land en Kerk, dienftig zullen worden bevonden: met Declaratoir, dat aan alle diegenen welke zich opi voorfchreeven tyd en plaats zullen vervoegen, alle hulp,, veiligheid en asfiftentie zal worden beweezen, het welk; de Ondergeteekenden op bun woord van Eer belooven,, terwyl tegen de abfent blyvende, zal worden gedisponeertt en geageert, zo als zal worden verftaan te behooren, waar: piode wy ons teekenen. Franeker den 3den September 1787. H- A. H. van Knyf, Volmagt van Ferwerdera-deeL C. L. van Beyma, Volmagt van West-dongeradeel. A. C. de Beere, Volmagt. E.. F. v. Aylva , Volmagt van 't Bildt. J. Roorda ,, Volmagt van 't Bildt.. B. Feenstra, Volmagt: vanSneek. W.Hogenbrug, Volmagt vanSneek.. H. Z. Attama, Volmagt van Sneek. P. Breuge-man , Volmagt van Dokkum. R. van Klef- ■ fens, Volmagt van Dokkum» Veste Lieve Byzondere! Wy verzoeken U Ed. ten fpoedigften van ons ingefloo- • ten Declaratoir en Uitfehryving,.aan de wettige Volmagten 1 in uwen bedryve kennis te geeven. Waar mede wy U Ed.. in de befcherming Godes beveelende, en blyven. Franeker den 3den September 1787. Veste lieve Bezondere! UEd. Goede Vrienden H- A. Ff. van Knyff, Volmagt van Ferwerdera- . deel. C. L. Beyma, Volmagt van Westdongeradeel. A. J. C. de Beere , Volmagt. E. F. van Aylva, Volmagt van't Bildt. J. Roorda, Volmagt van 't Bildt. B. Feenstra, Volmagt vanSneek. H. Z. Attama, Volmagt van Sneek. W. Hogenbrug, Volmagt van Sneek. P. Breu- ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6t dende, ten einde dezelven, benevens de verdere aanhoorigen van [de Secretary, als mede de Kamerbewaarders op den geprasfïgeerden tyd, zich terwaarDeeminge van hun Ed. Post te Franeker zouden listeeren (*). Dat gedagte Coert Lambertus van Beyma , die praetenfe Staaten Vergaderinge te Franeker in September 1787 had bygewoond, en navolgende Publicatien, Beveelen en Misfiven mede geman, Volmagt van Dokkum. R. van Kleffens , Volmagt van Dokkum. Het Defenfie-wezen der Stad Franeker geinformeert zynde, dat op heden eene fcherpe Publicatie ftaat gepubliceert te worden tegens het verleenen van adfiftentie aan deeze door geweld bedreigde Stad, zeker op hoop van daar door gemakkelyker deeze Stad onder het Geweld te doen buigen , heeft goedgevonden UEd. Manhafte te verzoeken, gelyk gy verzogt wordt by deezen, om Uw onderhebbend Volk te informeeren, dat het Defenfie-wezen deezer Stad, alle de Manfchappen deezer Provincie tot adfiftentie van Franeker uitgetrokken of'nog uit te trekken, zo wel Militaire Soldaaten als Burgers neemt onder haare fpeciaale protectie, met belofte, dezelve allen tegens alle geweld te guarandeeren, en dat aan ieder Man die uitgetrokken is, en zich hier of te Makkum onder de Wapenen bevind, word betaald vier Caroli Guldens 's weeks, en daar te boven vry kwartier en kost. Aldus gedaan in de Ordinaire Vergadering deezen 3 September 1787. Ter Ordonnantie van 't Defenfie-wezen te Franeker. (was get.) E. P. van der Zwaag, Secretaris. (*) Zie hier woordelyk den inhoud van deeze Misfive. Hoog Edele Gestrenge HeerI . Wy wettige Staatsleden van Friesland, gerefolveerd hebben-  li Verzameling van Stukken hetrekhlyk tot de bad gearrefieeft, en zo veel In hun was gedivuigècrt én verzonden; dat gedagte Beyma, ook alle dezelve had onderteekend," fchoon hy wegens West» do'ngeradeel ten Landsdage gecommitteerd, volgens de Rang der Grïetenyen die onderteekening aan dén' Gecommitteerden wegens Ferwerderadeel had moeten overlasten, waar uit deszelfs groote yvèr en voörnaame directie-in deezen mede was óp te maa- £en; yCor eerst: de Publicatie van den Sfteri September 1787,waar by zy te kennen geeven, dat veele Regenten van hunne Commisfien zyn vervallen, en zy genoodzaakt waren geweest de StaatsVergaderinge van Leeuwarden naar Franeker te verleggen; gelastende verder de daar in gemelde Collegfen, en die eenige Commisfien, Ambten, ofte Beneficiën bekleeden, om geene andere Staats Verga- tiende om move-erende rédenen , de Staats-Yérgadéringé van' Leeuwarden naar Franeker te verleggen, en ingevolge van dien , Uitfchryvinge tot ceneu Landsdag door ons gedaan zynde tegens den öden deezer eerstkomende, zo bekomt U Hoog Ed. Geflr. hier nevens daar van eene Misfive van' Uitfchryvinge, en verwagten wy, dat U Hoog Ed. Geftr.' benevens verdere aanhoorigen van' dé Secretarie, als' mede de Kamerbewaarders alle' door U Hoog Ed. Geftr. van zulks'te informeeren, op de in de nevensgaande Misfive geprafigeerden tyd, ter waarneeminge van U Ho'ogEd. Geitr.post zich tot Franeker zal fifieeren. Waar mede wy ons teekenen. Franeker den 5 September 1787-' (tav get.) H. A. H. van Knyff. G. f.. van Beyma. A. Jï C. de Beere. E. F. van Aylva. ff. Z. Attama.' P. Breugeman. \V". Hogenbrugh'. J. Roorda. R. van KlefFens. De fuperfcripiie ',vas Hoog Edele Geftr. Heer! de Heer A.J. van Smtnta Secretaris van Staat &c. &c. te Leeuwarden.  , de Gebeurtenis/en in 1787 enz. veargevaUeiu 6$ ■ gadering ffl Friesland1 te erkennen, én te refpe&eeren, dan die te Franeker genouden wierd, en de orders van geene andere te gehoorzaamen. -' \Ten tweeden: eene Misfive van den 8tten :>epteui3er 11787, aan de Ed. Mogende Heeren Kekeninjesters deezer Provincie, waar by dezelve kenuisle geeiven. van hec verleggen der Staats Vergaden,,ge , iom z ch in het icgistreeren van Ordonnantiën als landerzints , daar na te reguieeren , en geene andere Xfqnidacientedoen, dan van Ordonnantiën door hun, lofte hunne Geauthorifeerden gepasfeerd. —s Ten. \derden: eenige Misfives van dien zelfden dag aan de Heeren Cornmandeerende Officieren van de Cavalierye en Infanterye, des tyds in Friesland juarnifoen houdende, waar by gedagte prffitenfe Staaten, aan gedagte Commandanten kennisfe geeven >van het verleggen' der Staats-Vergaderinge, mee last,- om zich met verfchillen. tusfchen tSurgers :en Burgers, of Regenten en Burgers, niette oeimoeijen, en geen orders daar toe .bekkende ce geihoorzaamen, en om geen Patent, dan door hun verleend te refpeófeeren. Ten vierden, dat idezelve insgelyks by Misfive van den 81ten September 1787, aan Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten ^Generaal der Vereenigde Nederlanden,- hadden te kennen gegeeven, door toezendinge van eene Copia 'Misfive door hun aan de Hooge Bondgenooten gebonden, de reden die hun coc hec verleggen der IScaats-Vergaderinge naar Franeker hadden bewoo» gen, in verwagcing, dat Hun Ploog Mogenden in 'het vervolg derzelver Misfives en Depêches aan de iStaacen van Friesland behoorende, aan hun te Fra:neker by provifie vergaderd, wel zullen willen doea toekomen, en in geene opzichte, eene andere StaacsiVergaderinge ,- dan die van hun te Franeker ce erkennen; dat de reden in gedagte Copia Misfive ge[Hield gelyk mede de geheele Misfive zyn onwaar, :en ten hoogften laefif, aan den Souverein deezer ILandfchappe. Ten vyfden: de Publicatie vin lien £dén September 1787, van een zeer oproerigen in-  6\ Verzameling van Stukken betïskhlyk tilt inhoud, waar by zy oo'c alle gewapende Genood^ fchappen tegens dePlacaaten van den Lande in hun- re protectie neemen, y- Ten zesden: eenige Mis- fiven van den loeien September 1787, aan de Gerechten in Friesland, wa'rbyzy deze!ven gelasten, om de Ontfangers en Coileclems der Lands Lasten en Middelen in hun diftrict, aan te zeggen, om geen Penningen naar Leeuwarden te vervoeren, maat dezelve of by piovifie ondier zich te houden, of aan het Stads Comptoir te Franeker te bezorgen, of aan zodaanig ander Perfoon en Ontfanger, als zy by faute van obediëntie der Proviociaale Ontfangets daar toe zullen hebben aangefteld. — Ten zevenden: vier Misfives van den I3den September 1787, gezonden één aan de Heer Raad en RentmeesterGeneraal van Friesland, één aan den Heere Provineiaa'en Ontfanger van deFloreen, één aan den Heer Provincialen Ontfanger van de Losfe-Renten, en één aan den Heere Provinciaalen Ontfanger van de Lyf Renten; met last, om geen Penningen op andere Ordonnancien uit te tellen, dan die door hun of hunne Geauthorifeerden gepasfeerd zyn. Ten agtjien: eenige Misüves van den i4den September 1787, aan bovengedagte Heeren Commandanten, behelzende eene Tast, om terftond de Officieren, Onder-Officieren en gemeene Militairen, hoofd voor hoofd te doen af vraagen: of zy genegen waren zich na de orders van de prcetenfe Staaten te Franeker te gedragen, met uitfluitinge van alle Vergaderingen die zich de naam van Staaten van Friesland mogten aanmaatigen? met verkiaaringe, by geen of onvoldoend antwoord, hun als vyanden van het Vaderland te zullen behandelen. — Ten negendeni de Publicatie van den I4den September 1787 , waar by getragt wierd,' de Conftitutie deezer Regeeringe te veranderen, ten dien einde de Regenten verdagt en haatelyk te maaken, en voorts de Ingezetenen vermaand, om met hun mede te werken : daË dit Land fpoedig door de Militie wierde ontruimt, welke men in die Publicatie alïerhaatelykst aan het  èè Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen*. 63 'Gemeen deed voorkomen. — Ten tienden': de Publicatie van dieu zelfden. i,4den.September} waar by het Regiment Infanterye van den Heere Collonel van Plettenberg, op.de haatelykfte en kwaadaartigfte wyze hadden gecasféert. —- Tenelj'déni de Publicatie van den iSdeu September 1787, waar by alie zo gewapende als ongewapende Ingezetenen Wierden geroepen om te Franeker te komen, om gezamenderband, zich tegens den Souvcrein te verzetten, met bedreiginge, dat indien zy niet iterk genoeg mogten wezen, het Land onder water te zullen zetten, tellens, aan alle Ingezetenen de vryheid geevende, óm de fchaadé óp dié Régenten.,-die tegens de allervy.andelykfte ondefheemingen van hun, volgens hun ééd en plicht gepaste Ïoorzieninge, tragten te doen, te verhaalén., ; lat gedagte fjóERï Lambertus van Beyma, als Lid Van gedagte praatenfe 'Staats-Vergaderinge, Detachementen van gewapende Manfchappen mede heeft gezonden naar Makkum, Worküm , Hindelppen » de Lemmer, Sneek.en Bolsward , en die Plaatfen in bezettingen d'óeh hëemeh én bewaarén,.—'• dat dezelve insgelyks 'CoIlecr.-Pennihgeh hebBérf dóeri óphaaien, en zich van's Lands Penningen mééster gemaakt, — dat. dezelve ook als Lid van het Defenfie-wezen te Franeker, medé de Verg'aderiögén Van het. Defenfie-wezeh in Augustus én September 1787, aldaar had bygewbönd, eri dikwerf daarin als Prafident. ofte Spreekër had gefüngeérd, geajrrefteerde Perfoonen, onder anderen de Arrimünitlémcester deezer Provincie, over zyné last van dé Ed. Mogende Heeren Gedeputeerden ontfahgëhi' en over zaaken zyn Ambt betreffende,. verhoort', en. als Lid van gedagte Defenfie-wezen dé Stad Frai neker, van Ammunitie van .Oorlog had dóén voordien, Auxiliairen ingenomen.» de Stad door hét aanleggen van Batteryeri én plaatfen van Kanon óp dezelve, had in ftaat van Defenfle doen Rellen, ed alzo op veelerhande wyze, zich aan een allergc-vaarjykst gewapend Oproer tegen dé Staaten deezes. JIL Deed. "" B JLands  65 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Lands en haare Regenten had fchuldig gemaakt. — Dat dezelve op den 27iTen Augustus 1787, zittende in gedagte Detentie wezen , niet alleen mede geweigerd had, het tegens de Plaoaten deezes Lands ing'voerde Kanon en Ammunitie van Oorlog, aan de Deurwaarder door de Ed. Mogende Heeren Gedeputeerde staaten van Friesiaud ten dien einde naar Frareker gezonden, te laaten volgen; maar dat dezelve mede in die Vergaderinge had geconcludeerd, om Aiarm te laaten liaan, het welk dan ook ten gevolgen had gehad, dat de Alarm-Trom wierde geroerd, en alle de gewapenden naar hun Loopplaatden zich hadden begeeven, en de Deurwaarders beneffens de Dienaaren der Crimineele Juftitie onverrigter zaake hadden moeten vertrekken. • Dat gedagte Coert Lambertus van Beyma, fchoon tweemaal by open Acte geciteert om in 'sHofs Vertrekkamer op den 3den en 7den September 1787, te compareeren op de geftelde tyaen in September laatstleeden, echter daar aan niet hadde geobedieert. — Dat dezelve ook op den ijden September 1787, in de Vergaderinge van gedagte Defenfiewezen te Franeker had onderteekend en verzonden, êène Misfive aan den Heere Johannes Casparus BergsmA, als een Heer van het Mindergetal, waar van teffens eenige Copien aan veele Regenten in deeze Provincie zvn gezonden: waar in de Leden van het Defenfie-wezen cenpaarig op een allerftrafwaardigfte wyze zich hadden fchuldig gemaakt aan qe verfoeijelykfte lasteringen, en gruwelykfte bedreigingen aan eenige Regenten; „ om het op hun„ nePerfoonen te willen verhaalén, deszelfs Bezit„ tingen te verwoesten, en alles wat van Hun was „ jn vuur en vlam te zetten, en het geheele Land „ te willen inundeeren." Vermits nu het Hof na bekomene préparatoire Informatien Prife de Corps tegens gedagte Coert Lambertus van Beyma heeft verleend, en na zulks gelast had, gedagte Coert Lameerïus van BKYMACriminaliterexO^dotea&iöneeren, het welke dezelve nogthands door zyn vlugt buiten  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 5? ten deeze Provincie had weeten ce eludeeren: en alzè ihet zelve waren zaaken van zeer kwaade gevolgen, landeren ten exempel ten hoogften irrafbw" zd verzogte de Suppliant en Klaager zeer eerbiedig tegens meergedagten Coert Lambertus van BkïMk woonagtig ce Ternaard, doch nu extra Provin* feawizich ophoudende, onze provilie van Citatie by Edict informa, omme ten dage dienend» in Perfoon op de Crimineele Rolle van den Hove van Frieslan 1 te compareeren, om als dan daar toe des Suppliants en Klaagers eisch en Conduite zo ten principaalen, als aopensde provilie teaanhooren, q. f. &c. —■ Waai? pp door ons op den 26(ten November 1787, is verleend, fiat Citatie by EdiSt in forma. —* Zo is 'c, datwyU ordonneeren en belasten, daar toecorrimitteercfide by deeZen , dat gy uw transporteert op de uiterfte paaien van deeze Provincie naast aan de blaatte alwaar meergedagte Ccert LaMbertus Van öeyMa zich ophouden mogte, doch anders te Ter* Mard in deeze Provincie woonagtig, en dezelve Steef^en Verdagvaart, Omme in Perfoon voor ons in de Cancelarye binnen Leeuwarden te comparee. ren, op al zulken gelegenen dage als gy hem voor Jen 1 Ren, 2den, 3denen eenen eindelyken peremp* ;oiren Rechtdag benoemen zult, omme ce aanhoo-en zodaanige eisch en conclufie, als de Suppliant 2n Klaager, als dan zal willen doen neemen en gerjruiken, aaar tegens te zeggen, voorts te Pfdfcödeeren en in de zaaken zien ordonneeren, zo naar rechten behooren zal, met Inchimatie indien hy toomt, ofte niet, dat wy, evenwel iü de Zaaken zullen laaten gefchieden dat recht is i des dat gy gehouden zyt na gedaane Citatie by Ediót aact meergemelde Coert Lambertus van Beyma, by uw Mishve een Copia van deezen onder uw hanct Lrecollationeerd over te zenden, ten einde hy ia toekomende tyden deezen aangaande, geené ignö* tantie hebbe ce pra,cendeeren: welk exploiet b\r UW alzo gedaan , wy van zulken Waarde zulleri houden ofte het s5e!ve by u in Perfoon Ware ge*  6E Verzameling van Stukken betrekkelyk tot daan, ons uw wedervaaren pertinentelyk relateerendej Gegeeven in de Cancelarye binnen Leeuwarden onder 't fecreet Signet, 'c welk men in deezen Ho. ve gebruikende is. Aclum den 28 November 1787. Ter Ordonnantie van den Hove. (was get.) S. Faber. De Citatien afgegeeven op H. A. van Knyf, en Jan Roorda, zyn hoofdzaakelyk van denzelven inhoud als bovenRaande. N°. 303. Edïttaale Citatie voor de Crimineele Rolle van den Hove van Friesland, tegen Arent Julianus Carel de Beere. In dato den 28 Novemher 1787. Willem, bv de gratie Gods Prince van Orange en Nasfau &c/&c. &c., Erf-Stadhouder, Kapitein, Generaal en Admiraal. Mitsgaders de Raaden geordonneert in Friesland: Arnoldus Wassenbergh Deurwaarder van deezén Hove, falut. Alzo de Prokureur-Generaal deezer Landfchappe rat. Off. ons by Requeste heeft te kennen gegeeven, hoe dat Arent Julianus Carel de Beere, woonende te Koudum, op den 26ften July 1787, als Volmagt ten Landsdage, wegens Hemelumer üldephaart en Noordwolde, in het Refolutieboek der Edele Mogende Heeren Staaten van Friesland, in het kwartier van Oostergo, een Protest heeft doen aanteekenen, en onderteekend, hetwelk tegens de wettige genomeneStaats-Refolutien, is vervatin de hoonendlte bewoordingen zo tegens de Souvereine Vergaderinge van Hooggedagte Heeren Staaten, als tegen den Perfoon van zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, direct gefchikt, om de goede Ingezetenen te misleiden, en tegens de Regeeringeop te zetten. — Dat gedagte Arent Julianus Carel de Beere, zich vervol- geas  - de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 69 ;gens in de onlangs plaats gehad hebbende gewapenide oproerige beweegingen binnen deeze Provincie, niet alleen had gemengd, maar ook daar van een Ider voornaamlte Hoofdbeleiders was geweest. Dat dezelve benevens eenige geweezene Staats-Leiden in Friesland, zich in de maand September 1787, miet ontzien hadden, alle de overige Volmagten ten Landsdage vervallen te verklaaren van hunne Comtmisfien, zich de Regeeringe en de Souvereiniceic Ideezer Landfchappe opentlyk aan te maatigen, en in die praatenfe hoedaanigheid , de Staaten Vergaderinge van Leeuwarden naar Franeker te verleggen, en aldaar eenen Landsdag uit te fchryven. — Teffens by Misfive van den jden September, aan den Heere Secretaris der Ed. Mog. Pleeren Staaten van Friesland, een Copia van die Uitfehryving van den I3den September 1787 zendende, ten dien einde, [dezelve benevens de verdere aanhoorigen van de Secretarie, als mede de Kamerbewaarders, op den geprasfigeerden tyd zich ter waarneeming van zyn !Ed. Post te Franeker zoude fisteeren. Dat gedagte Arent Julianus Carel de' Beere , die pra;» tenfe Staats-Vergaderinge te Franeker in September 1787 had bygewoond, en navolgende Publicatien, Beveelen en Misfiven, mede had gearrefteert, en zo veel in hun was , gedivulgeert en verzonden. - Voor eerst: de Publicatie van den 8ften iSeptember 1787, waar by zy te kennen geeven dac 'veele Regenten van hunne Commisfien waren ver'vallen, en zy genoodzaakt waren geweest de Staats-Vergaderinge van Leeuwarden naar Franeker te overleggen; gelastende verder de daar in gemelde ;!Collegien, en die eenige Commisfien, Ambten, jofte Beneficiën bekleeden, om geene andere StaatsiVergaderinge in Friesland te erkennen en te re[fpecfeeren, dan die te Franeker gehouden wierd, ;en de orders van geene andere te gehoorzaamen. —'.Ten tweeden: eene Misfive van den 8(ien September 11787 , aan de Ed. Mogende Heeren Rekenmeesters. ;deez er Provincie, waar by dezelve kennisfe geeven, JE 3 van  I Tö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van het verleggen der Staats-Vergaderinge, om zich in het registreeren van Ordonnantiën, als ander* zintsdaarhatereguleeren , en geene andere Liquida? tien te doen, dan van Ordonnantiën door hun, of hunne Geauthorifeerden gepasfeerd. — Ten derden 3 eenige Misliven van dien zelfden dag aan de Heeren Cornmandeerende Officieren van dc Cavallerye en Infanterye destyds in Friesland Guarnifoen houdende, waar by gedagte prstecfe Staaten, aan gedagte Commandanten kennisfe geeven van het verleggen der Staats-Vergaderinge, met last, om zich met verfchillen, tusfchen Burgers en Burgers, of Regenten en Burgers niet te bemoeijen, en geen orders daar toe ftrekkende te gehoorzaamen , en om, geen Patent, dan door hun verleend, terefpeclee- réijf Ten vierden: dat dezelve insgelyks by Misfive van den 8iten September 1787, aan Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, hebben te kennen gegeeven, door toezending van eene Copia Misfive door hun aan de Hooge Bondgenooten gezonden, de reden die hun tot het verleggen der Staats-Vergaderinge naar Franeker hadden bewoogen, in verwagtinge dat Plun Hoog Mog. in het vervolg derzelver Misfives en Depêches aan de Staaten van Friesland behoorende, aan hun te Franeker by provifie vergaderd, wel zouden doen toekomen, en in geene opzichten eene andere Staats-Vergaderinge, dan die van hun te Franeker te erkennen: — dat de reden in gedagte Copia Misfive gemeld, gelyk mede de ge» heele Misfive, zyn onwaar, lasterlyk, en ten hoogden lasfif, aan den Souverein deezer Landfchappe. Ten vyfden: de Publicatie van den öden September 1787, vaneen zeer oproerigen inhoud, waar by zy ook alle gewapende Genoodfchappen tegens de Plakaaten van den Lande in hunne protectie neemen. -ar Ten zesden: eenige Misfiven van den 13 September 1787 aan de Gerechten in Friesland, waar by zy dezel ven gelasten, om de Ontfangers en Cpllefteurs der J^ands Lasten en Jvüd(|elea in hun di-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 71 ftricf. aan te zeggen , om geene Penningen naar Leeuwarden te vervoeren , maar dezelve ofby provilie onder zich te houden, of aan het Stads Cornptoir te Franeker te bezorgen, of aan zodaanig ander Perfoon en Ontfanger, als zy byfaute van obediëntie der Provinciaale Ontfangers daar toe zullen hebben aangefteld. — Ten zevenden: vier Misüves van den 13 September 1787 gezonden, één aan den Heere Raad en Rentmeester Generaal van Friesland, één aan den Heere Provinciaalen Ontfanger van de Floreen, één aan den Heere Provinciaalen Ontfanger van de Lyf-Renten en één aan den Heere Provinciaalen Ontfanger van de Losfe-Renten, met last, om geene Penningen op andere Ordonnantiën uit te tellen, dan die door hun of hunne Geauthorifeerden gepasfeert zyn. — Ten agtjien: eenige Misfivesvan den i4Sept, 1787, aan bovengedagte Heeren Commandanten, behelzende eene last, om terftond de Officieren, Onder-Officieren en Gemeene Militairen, hoofd voor hoofd te doen afvraagen, of zy genegen waren zich naar de orders van de pretenfe Staaten te Franeker te gedragen, met uitfluitinge van alle Vergaderingen die zich de naam van Staaten van Friesland mogten aanmaatigen, met verklaaringe, by geen ofte onvoldoend antwoord, hun als Vyanden van het Vaderland te zullen behandelen. Ten negenden : de Publicatie van den 14 September 1787, waar bygetragt wierd, de Conftitutie deezer Regeeringe te veranderen, ten dien einde de Regenten verdagt en haatelyk te maaken, en voorts de Ingezetenen vermaand, om met hun mede te werken dat dit Land fpoedig door de .Militie worde ontruimd, welke men in die Publicatie allerhaatelykst en gevaarlykst aan het Gemeen doet voorkomen. ■ Ten tienden: de Publicatie van dien zelfden r4den September, waar by het Regiment Infanterye van den Heere Collonel van Pletteneerg , op de haatelykfte en kwaadaartig- fte wyze hadden gecasfeert Ten elfden: de Publicatie van den iBden September 1787, waar E 4 by  f2 Verzameling van Stukken htrehkelyk tüt by alle zo gewapende als ongewapende Ingezetenen wierden geroepen om te Fraheker te komen, om gezamenderhand zich tegens den Souverein te verzetten,met bedreiginge, dat indien zy nietfterk genoeg mogten wezen, het Land onder water te zullenzetcen, tefFens aan alle ingezetenen de vry. heid geevende, om de fchaade öp die Regenten, die tegens de aller vyandelykfte'onderneemingen van hun, volgens hun ééd en plicht gepaste voor- zieningen tragten te doen, te verhaalén. Dat gedagte Arent Julianus Carel'de Beere , als Lid van gedagte praetcnle Staacs-Vergaderinge, Detachementen van gewapende Manfchappen mede had gezonden naar Makkum, Workum, Hindelopen, de Lemmer, Sneek en Bolsward, en die Piaatlen in bezettingen doen neemen en bewaaren, —*~ dat dezelve insgelyks Cojleóc-Penningcn van veffcheiden Collecteurs hadden doen ophaalen, en zich alzo van -s Lands Penningen meester- gemaakt; —r dat gedagte Arent Julianus Carel de Beere , is geweest Collonel van het Exercitie-Genoodfchap ofte Vry-Corps te Leeuwarden, dat dezelve, fchoon gedagte Genoodfchap by Staats-Refolutie en Publicatie van den 4dèn'September 1787 ware vernietigd, met verbod van dezelve, en de byzondere Leden daar van , om zich gewapend op de publieke wegen of'ftraaten te vertoonen, veel_ minder om ie-mant eenig leed aan te doen', ofte in .zyna vryheid'te verhinderen; zich in het laatst.van de maand'Augusti 1787 naar Franeker had begeeven, èn'gekleed in Uniform van 't Vry-Corps, en gewapend, zich niet alleen by een groote menigte gewapende misnoegden, uit verfcheideneGrietenyen, Steden en van buiten deeze Provincie aldaar zamen gekomen, had gevoegd, maar dat dezelve, zich ook aan het hoofd derzei ven had geplaatst, en over. dezelve het generaale Commando had'gevoerd. -—° Dat dezelve de Vergaderinge van het Defeniie-wezen te Franeker , in de maand Augusti en Septemb. Jrot, aldaar had hy gewoond3 en dikwerf als Sp ree.*  is Gebeurtenis/en in 17S7 enz, voorgevallen, 7% :ker daar in had gefungeerd, gearrefteerde Perfooipen had verhoord, en gevangen doen neemen en kouden; dat gedagte Arent Julianus Carel de Beere, met adfiftentie vanéén ofte meer Leden uit andere Genoodfchappen, zich niet ontzien had, Iden Ammunitie-Meester' deezer Provincie, op woensdag den 3o(ten Augusty 17S7 gewapend aan te randen, en voorts gevangelyk naar Franeker weg te voeren, voor het Defenfie-wezen aldaar te doen dellen, en over de ontfangene Orders van de Ed. iMog. Heeren Gedeputeerden Staaten van Friesland, len andere zaaken zvn Ambt betreffende, te doen examineeren. —— Dat gedagte Arent Julianus Carel de Beere, als Lid van gedagte pretenfe Defenfie-wezen van Staat , de Stad Franeker van Ammunitie had doen voorzien, Auxihairen in» -genomen, de Stad door het aanleggen van Batteryen en plaatfen van 'Kanon op dezelve m ftaat van Defenfie doen ftellen, en Patent te verkenen: dat idezeive alzo op veelerhande wyze, zich aan een alJergevaarlvkst gewapend Oproer tegens ók Staaten deezes Lands en haare Regenten, had lchuidig ge, maakt; — dat dezelve op den 15September 1787, rin de Vergaderinge van gedagte Defenfie-wezen te Franeker had onderteekend en verzonden, eéne Mist ifive, aan den Heere Grietman Johannes Casparus IBergsma, als eerften Heer van het Mindergetal, iwaar van tefrens eenige Copien aan veele Regenten in deeze Provincie zyn gezonden: „ waar in de ,„ Leden van het Defenfie wezen, eenpaarig op een „, allerftrafwaardigtte wyze zich hadden fchuldig „ gemaakt, aan de «erfoeijelykfte lasteringen en „ gruwelykfte bedreigingen aan eenige Regenten; om het op hunne Perfoonen te zullen verhaalén ,!„ derzelver. bezittingen te zullen verwoesten, en 3, alks wat van hun was in vuur en vlam te zetten, L en het geheele Land te zullen inundeeren." _ ' Vermids nu het Hof naar bekomene préparatoire Informatien, Prife de Corps tegens gedagten Arent IIpliajscs Carel de Beere had verleend, en naar • ' E < ?ulks  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zulks den Suppliant gelast, denzelven Criminaliter ■ ex Officia te aclioneeren, het welk dezelve nog-, thands door zyn vlugt buiten deeze Provincie had 1 weeten te eludeeren, en alzo het zelve waren zaa- . ken van zeer kwaaden gevolge, anderen ten exem- ■ pel ten hoogflen ftrafbaar; zo verzogte de Suppli- ■ ant en Klaager zeer eerbiedig tegens meer gedagten Arent Julianus Carel de Beere woonachtig te Koudum, doch nu extra Provinciam zich ophoudende, onze provilie van Citatie by Edict in firma, omme ten dage dienende in Perfoon op de Crimi- ■ neele Rolle van den Hove van Friesland te compareeren, en als dan daar toe des Suppliants en Klaagers Eifch en Conclufie zo ten principaaien, als nopens de provilie te aanhooren, q. f. &c. — Waar op door ons op den 23 November 1787, is verleend fiat Citatie by Ediëi in forma- Alwauromme is Jt, dat wy U ordonneeren en belasten , daar toe committeerende by deezen, dat gy U transporteerd op de uitterfte paaien van deeze Provincie naast aan de plaatfe alwaar meer gedagte Arent Carel Julianus de Beere zich ophouden mogte, doch anders te Koudum in deeze Provincie woonachtig, en denzelven Citeert en Verdagvaarc, omme in Perfoon voor ons in de Cancellarye binnen Leeuwarden te compareeren op al zulken gelegen dage, als gy hem voorden iften , 2den , 3den en eindelykcn peremptoiren Rechtdag benoemen zult, omme te aanhooren zodaanigen Eifch en Conclufie als de Suppliant en Klaager als dan zal willen doen neemen en gebruiken, daar tegens te zeggen, voorts te Procedeeren en in de zaak zien ordonneeren zo naar Hechten behooren zal; met Inthimatie indien hy komt ofte niet, dat wy evenwel in de zaaken zullen laaten gefchieden dat recht is; des dat gy gehouden zyt naar gedaaneCitatie by Edict, aan meergedagten Arent Julianus Carel de Beere, byU Misfive een Copia van deezen onder U hand gecollationeerd over te zenden, ten einde hy in toekomende tyden deezen aangaande geene ignorantie hebbe te pretendeeren , welken Ex-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 75 Exploict by U alzo gedaan, wy van zulken waarde zullen houden , als ofte 't zelve by U in Perfoon ware gedaan, ons U wedervaaren pertinentelyk relateerende, Gegeeven in de Cancellarye binnen Leeuwarden onder 'c fecreet Signet, 't welk men in deezen Hove gebruikende is. Aftum den 28 November 1787. Ter Ordonnantie van den Hove.. (was get.) S. Faber. De overige Citatien, die afgegeeven zyn op Avzo Boelens, Pieter Brecgeman en Reinder vak Kleffens, komen meestal, met de hier geplaatite over een. No. 304. Extract uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, betreffende de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden van Gelderland ter Generaliteit gedaan, tot het readmitteeren van eene tweede Gecommitteerde wegens hooggemelde Provincie, in den Raad van Staaten, enz» In dato den 29 November 1787. Ontfangen eene Misfive van Hun Hoog Mogenden, gefchreeven in den Hage den 21 November 1787. houdende, dat de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Gelderland, op expresfe last van de Heeren Staaten hunne Principaalen, in haare Vergadering hadden gedaan eene Propofitie, tendeerende tot het readmitteeren van een' tweede Gecommitteerde wegens hooggemelde Provincie in de Raad van Staaten, zo als van ouds heeft plaats gehad. Dat zyn Hoogheid ter Vergaderinge prsfent zynde, de voorfchreeven Propofitie ten fterklten hadde geanpuieert, en gedeclareert, dat daar zedert $e ere£ie y^n den Raad vau Staaten de gem-lde Pro-  ?-6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof Provincie in de ongeftoorde posfesue is geweest van te hebben twee Gecommitteerden in de Raad tot op het noodlottig jaar van 1672, het hem voor Icwam, dat het verzoek van de Heeren Staaten van de Provincie van Gelderland in deezen in redely'cheid en billykheid belfond, en wcrklreliig gemaakt zoude kunnen worden, zonder in het minite te derogeeren aan het voorrecht door de Provincie van Stad en Lande in het Jaar 1672 verkreegen. Zy niet konden nalaaten Copie van voorfz. Propofitie wegens de Heeren Staaten van de Provincie van Gelderland gedaan, met byvoeging van het gedeclareerde van zyn Hoogheid, daaromtrent ter kennisfe van Hun Edele Mogenden en van de Heeren Staaten van de andere Provinciën te brengen, met vriendelykverzoek, de voorfz. zaak ten fpoedigften in ferieufe deliberatie te willen neemen, en daar op zodaanig te refolveeren als ten meestea dienfte van den Lande en bevordering van goede harmonie bevonden zal worden te behooren. Waarop zynde gedelibereerd, is goedgevonden voorfchreeven Misfive met deszelfs Bylage te Hellen in handen van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Financie, welke worden verzogt en gecommitteert, om dezelve nader te examineeren en Ridderfchap en Steden daaromtrent te dienen van hunne Confideratien en Advis, No. 305. ExtraEt uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, betrekkelyk twee Misfiven, de eene van de Heer A. van Echten tot Arendshorst, en de andere van den Heere R. VV. Sloet tot Merksveld, enz. In dato den 29 No* vember 1787. De Pleeren Ordinaris Gedeputeerden hebben ingevolge derzelver Refolütie van heden, ter Vergadering voorgebragt, en loaten leczen, de Misfive van de Heer A. van Echten tot Arer.dshorst, ge- fchree»  i I de Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen* 77 Tchreeven op" den Huize Garnar den 23lten deezer, ihebbende toe Bylage deszelfs nadere Declaratoir op ide Refolucie van Ridderfchap en Steden van den 24ften Ottober 17 8 7; houdende het zelve Declaraf orf iwoordelyk. „ Ter voldoeninge van de aan my toegezondene Refolütie van Ridderfchap en Steden , van den 24ll:enOaober 1787, is dienende, dewyl , het Reglement van den jaare 1748. en den ééd daar li toe fpe&eerende weder in zyn volle kragt is her„ field, na voorafgaande vernietinge van de dispen* fatie op bovengemelde ééd, zo declareere uit bo„ vengemelde redenen my in geenen deele daar van !, te onttrekken, maarpunctueelykte obferveeren, :„ en totdeftipfteobfervantievan voorfchreeven op „ nieuwste verbinden, waar mede aan het vereiscn„ te vermeenebeantwoord te hebben, met verzoeK dat deeze myne decalratie in de Notulen mag wor„ den geinfereert ser myner decharge. Als mede eene Misfive van den Heere R. W. ISloet tot Merksveld, van den 24Ren deezer, houIdende woordelyk. , „ Ter voldoening aan de Refolütie van Ridder„ febap en Steden van den 24ften Oftober laatstlee,, den, heb ik de Eer my te declareeren , tot de vernietiging van de op den 3iften January gecon1 cludeerde dispenfatie van den êéd den iödeti April „ 1750 gearrefteert, en tot herftelling van het Ke" element op de Regeering deezer Provincie van „ den Jaare 1748, en my op nieuws tot de ttipite „ obfervantie van het zelve in conformiteit van „ voorfz. ééd te verbinden," Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevonden 1 voorfz. Misüven en"Declaratoiren te Rellen in han( den van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken 1 van Financie, om dezelve nader te examineeren en : Ridderfchap en Steden daaromtrent te dienen van hunne Coniideratien en Advis.  >8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 306. ExtraS, uit de Refolutien van Ridderfchap en, Steden de Staaten van Overysfel, behelzende dis. fofitie op bovenvermelde Misfives. In dato den 20 November 1787. De Heeren de Droste van Twenthe en andere Hunner Edele Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van Financie, ingevolge en ter voldoenins van derzelver Refolütie Commisforiaal van den 2-iften deezer, hebbende geëxamineert de Misfives en Declaratoiren van de Heeren A. van Echten tot A* rendihorst en R. W. Sloet tot Merksveld, 0p de Refolütie van Ridderfchap en Steden van den 24ften Oftober laatstleeden, omtrent den ééd den ir5deü April 1750 gearresteerd, voor de Leden van Ridderfchap en Steden tot admisfie in derselver Vergadering, en de vernietiging van dedispenfatiedaaf tegen verleend ; hebben ter Vergadering gerapt porteerd, dat van advife zouden wezen, dat Ridderfchap en Steden zouden behooren te verftaan, dat de Heer van Echten tot Arendshorst, alnog nader zoude behooren te worden aangefchreeven, om voor en aleer ter Vergadering van Hun Edele Mogenden te worden gereadmitteerd, zich eenvoudig en woordelyk zoude moeten declareeren , conform het gene gevorderd is by de Refolütie van Ridderfchap en Steden van den 24ften October deezes jaars zonder byvoeging van eenige redenen, of maaken van eenige excufes, of allegatie van zyne mfchikkelykheid. J En dat'wat den Heere Sloet tot Merksveld belangt, zou behooren te worden genoegen genomeö m deszelfs Declaratoir by zvne Misfive van den 24 November 1787 daaromtrent gedaan; cn daar 00 ter Vergadering van Ridderfchap en Steden gereadmitteerd. 6 Waar op zynde gedelibereerd, hebben Ridderichap en Steden zich met voorfz. Rapport gccon«  it Gebeurtenitfen in 1787 enz. vWrgmlltn. 7f INo, 307. ExtraSt uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overyfel, behelzende Rejolutie en Publicatie ter beteugeling van Geweidenaryen , voorkomïnge van onbehoorlyke Byeenkomjten en Airoupementen enz. In dato den 29 November 1787. De Heeren de Droste van Twenthe, en andere Hunner Edele Mogenden Gecommicteerden tot de ïaaken van Financf , ingevolge en ter voldoening van derzelver Refohitie Commisforiaal van den Ylden deezer, hebbende geëxamineert de Reques::e van C. J. de Vriese, concerneerende de gewelienaryen en plunderingen aan hem en aan zyn huis tan de Nieuwe Sluis gedaan; als mede hunne geiagten hebbende laaten gaan over de verregaande txcesfen van g'elyken aai t op verfcheidene plaatfen en platten Lande in deeze Provincie wordende geLleegd , en hoe daaromtrent met de meeste inzichc m efficacie zoude kunnen en behooren te worden roorzien, ten einde een ieder in de Provincie in •yn Perfoon en Goederen mogt worden gelaaten 1'ngelf.oord, en de publieke rust en veiligheid in iezelve herfteld. Hebben ter Vergadering gerapporteerd, dat van advife zoude wezen, dat daartegen zoude kunnen en behooren te worden gearreseerd en gedaan de navolgende PUBLICATIE. Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysel, doen te weeten; dat wy niet alleen met het üterfte leedwezen en ongenoegen, maar ook te:ens met de hoogfte verontwaardiging hebben moeien verneemen, dat het niet tegenftaande onze "rnftige waarfchouwingen en welmeenende vermaningen aan de goede Ingezetenen van tyd tot :yd gedaan, om zich te onthouden van al het geïe rustverftoorende is, en hunne mede-Ingezeteicn zo in hunne Perfoonen als in hunne Bezit. tin-  jö Véfzdnièïïiig 'yan Stukken ietrekMyk tot ringen', tot overlast, fchaade en nadeel zoudekun'-., nen verftrekken , eenige losbandige en Wet en I order 'Verachtende Lieden heeft kunnen gelusten,', op verfchillende-plaatzen binnen deeze Provincie, i daar tegen aan te gaan, en de openbaare zekerheid l toaar op een ieder onder betaamelyke Wetten, al-■ hier jeevende, volkomen recht en"aanfpraak heeft,-, om by dezelve te Worden geharidhaaft, en tegen allen dwang, geweld en overlast, 't zy zulks met: woorden of daaden gefchied, te worden" befchermt,, aan te tasten, te verbreeken, en op eene ftoute em licentieufe wyze* niet alleen hunne mede-lngeze-tenen met woorden te miszeggen, te injurieerenen i tfc infulteeren, maar ook, het gene vry hooger gaat ,j aan te randen , te beieedigen, en hunne boozenei-gingen en driften op eene verregaande Wyze den i ruimen teugel-te vieren, en zich fchuldig te maa- ken aan openbaar geweld, ftraatfchenderyen, plunderingen, berooving en vernieling van goederen,, en andere verfoeijelyke buitenfpoorigheden en ex-, cesfen; het Welke in een Gemeenebest, alwaar well de vryheid behoord gehandhaaft en geëerbiedigd te: worden; doch ook eene toomelooze losbandigheid 1 en euvelmoed, waar toe de overmaat van misbruik-te vryheid dikwyls uitloopt, en federt een geruimen! tyd al te zeer. vervallen: is, kragtdaadig tegenge-< gaan en op hetftrengfte geftraft; op dat de algemeene veiligheid en zekerheid niet langer gevaar blyvë: loopen en flactueere, npch de goede Ingezeteneni van wat ftaat, conditie of denkenswyze, wanneer t zulks binnen de paaien der WTetten blyft, op de: ongehoordfte en boosaardigfte wyze, aan de onbe-zonnen en doldriftige uitwerkzelen van oproer verwekkende geesten blootgefteld worden; daar het: de Wetten alleen zyn, die werken moeten tegeni alle die genen welke zich misgreepen hebben, eni het niemant der Ingezetenen van wat ftaat, rang of f conditie hy zy, toegelaaten is, om door arbitraire: en willekeurige handelingen zich zelfs te lichten,, of zyne mede-Ingezetenen te vervolgen, te bena-<  ce Gebeur ièniïfeti in if&f int. vóöfgèvdllèn. §f 'deelen of te bëfchaadigën: al hét welke wy fcëtl uittenten verfoeijcn, en volgens onze diere verplichting, arhbcshalven niet alleen gezint zyn op de efficacieulte wyze tegen te gaan en af te Weèren; rriaar Ook, dien overeenkomlfig, de kragtdaadigfte maatregelen te beraamen, Om al het géne vodrfchfcéven is op het Hgoureüfte, zonder dé minfte oogluiking, naar dé ftrengheid der Wetten, buitengewoon en exemplair te ftraffen; willende dan nóg de goede Ingezetenen ten overvloede hebben Vermaand, van zich in alles te gedraagenalsftille , göé•dé éh getröüwe Ingezetenen, welke aan de We teert Zyn én blyven onderworpen, betaamt; dat zy, het zy Burgerlyk of Militair Perfoon , Ingezeten of Vreemde zich voorts op het zörgvüldigfte önttióüdën, van niemant wie hy zy, van wat ftaat,,rang5. conditie of denkenswyze; te miszeggén, te injuris Ceren, te béleedigen of te infulteeren, veel miii zich te vereénigen tot het zelve, of om door Oproerige beweegingen en daaden hunnë ftrafbaare oogmerken te volvoeren, Perfoonen, Huizen, Goé* deren of Bezittingen te benadeelen of te befchaa» digen, veel min zich zo verré te vergeeten; dat zy tot openbaare ftraatfchenderyen, aanrandingen, inflaan van glazén, plunderingen, berooving of vëfj nieling van dezelve uitfpatten, by peëne, dat alle? dé genen, hy zy wie hy zy, Burgerlyk of Militair Peffoofl, Ingezeten of Vreemde, welke deeze onze ernftigé welmeenlng en heilzaame ordres zöudé willen verachten, overtreeden, en zich daar door fchuldig ftellen, iö deeze extraordinaire" tyden aU leen, terftond en Criminaliter zullen wdfdèri geapprehendéerd, om vervolgens naar ëxigentié Vafi zaaken tegens dezelve te worden geprocedeerd? het zy met Lyf ftraffe, of zelfs naaf de omftandighéden met de Dood; Voorts willen en begeeferi wy, dat öüdef.d'ë ié» ëaafligen mede begreepen zullen worden, alléi dlë *t zy iri 't openbaar, 't zy iri 't verborgen dë hand igëleend hebben tot alle zddaahigc e'Sfce'Sièfi ehplijh» lih mtu F m*  I S* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot deringen; gelyk ook die, welken in de Huizen ofi Bezittingen, alzo berooft, geplunderd en vernieldi wordende, gevonden zullen worden, of naderhandc bt weezen daar in geweest te zyn, of daar toe te< hebben medegewerkt. Ook verbieden wy wel expresfelykalle onbehoor-1lyke B'j eénkomften en attroupementen of famenrot>. tingen, als de eer/te beginfelen, waar uit de voorfchreeven excesfen hunnen oirfprong hebben, enin 't by'zonder naar Zonnen ondergang en by nach-i te , alzo dan dezelve des te ftrafba'arder mpetcnr worden befchouwd, zullende ook tegen de Over-; treeders in deezen op gelyke wyze worden gel* procedeerd. Nog zullen alle de genen by wie eenige geroofde; of geplunderde goederen gevonden zullen worden, of -overtuigd dat zy der.elve hebben, gehad hebben , of verborgen, al ware het voor nog zo eene korten tyd, als Medepligtigen worden geconfi-. dereerd,en als zodaanigen zonderconniventie worden geftraft. Wordende de Heeren Drosten en Hoofd-öfficieren deezer Provincie wel ukdrukkelykgerequireerd,, tegens alle die genen welke zich daar aan fchuldig] zullen hebben gemaakt, naar rigeur van Rechtentei doen pro.cedeeren, en deeze onze Refolütie en Pub-' licatie ürictelvk te executeei en, zonder eenige conniventie of uitzondering van Perfoonen van watt qualiteit die ook zullen mogen zyn; ten einde de: publieke rust en veiligheid gehandhaafd, en eeni iéder der goede Ingezeteren van wat Raat, conditie: en denkenswyze, op het kragtdaadigfte befchermt! moge worden, onder emplooi van alle zodaanige: middelen als daar toe de prompfte en gereedïfe; bevonden zullen worden; gelastende voorts daar* toe alle de lvlagiftraaten van de kleine Steden deezer Provincie, als mede alle Schouten en Hichtereni ten platten Lande, unzoras iets het gene tegen»! deeze onze Refolütie er Publicatie word bedree— Ven, door wien het ook mag zyn, tot hunt-er kennisfe '  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 83 :isfe mogt' komen, of door hun gezien of ontdekt :]ogc worden, waar toe al hun vermogen zullen aoeten aanwenden , ten fpoedigften te brengen ter ennisfe van den Heere Drost of Hoofd-Officier van un Diftrict , by pcene, van by verzuim of nalaaigheid in deezen naar vereisch van zaaken te zul» en worden gecorrigeerd. . Beloovende wyders eene premie van honderd zileren Ducatons aan den genen, welke eenen der Jaaders van gemelde faitelykheden, of Aanvoerlers of Aanilookers van dezelve, of van die genen "elke als boven daar onder begreepen worden, zal omen te. ontdekken en aan te brengen , zodaanig at in handen van de Juftitie geraaken en van het ut zullen kunnen worden overtuigd; en daar en oven ftrafloo.shuid van het gene hier tegen zelfs lede mogt hebben gedaan, by zo verre zelfs daar an geen Aanvoerder of Opftóoker mogt zyn ge■eest, maar fiegts daar toe door een ander mogt ezep verleid en aangefpoord, met verzwygingook in deszelfs Naam des begeerende. En op dat hier van niemant eenige ignorantiemag oorwenden of prtetendeeren , zal deeze worden jdrukt, en voorts alomme worden gepubliceerd en 3affigeerd daar men zulks te doen gewoon is. jo. 308. ExtraÏÏ uit de Refolutien'van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel , behelzende Confent in de Alliantien met hunne Koningiyke Majefteiten van Pruisfen en van Groot-Brittanien. In dato den 29 November 1787. De Heeren de Droste van Twente en andere Hun« sr Edele Mogenden Gecommitteerden tot de zaaen van Financie, ingevolge en ter voldoening van erzelver Refolütie Commisforiaal van den 27lten ;ezer, hunne gedagten hebbende laaten gaan over : ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden voordlagene Alliantien met hunne Koningiyke MajefteiF 2 ten  84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten van Pruisfen en Groot-Brittannien; hebben ter. Vergadering gerapporteerd, dat van advife zouden; wezen, dat de Heeren Gecommitteerden van we-e! gens deeze Provincie ter Generaliteit zouden behoor ren te worden gcqualificeert, om ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden te' declareeren, dat Ridd derfchap en Steden geconfidereert de groote noodd zaakelykheid van het aangaan van deeze Alliantienh hun Heeren hebben gelast, om de befoignes dief aangaande met voorgaande communicatie van zyna Hoogheid te entameeren, om met de overige Bond.: genooten een Plan en Concept van zodaanig eene Alliantie te helpen maaken , en het zelve getow meerd zynde, ten eerlten te'brengen ter kennisfe! en deliberatie van Ridderfchap en Steden, teneinde dien na finaal te kunriën worden gearresteerd en geflooten. Waar op zynde gedelibereerd, hebben de Heee ren van de Ridderfchap nevens de Heeren Gedepuo teerden der Stad Zwolle zich met het voorfz. rapo port geconformeerd. En hebben de Heeren Gedeputeerden der Steden Deventer en Campen aangenomen, derzelver advisi daar op ten eerften aan de Heeren Ordinaris Gedee puteerden te zullen inzenden. Den 7 December 1787, heeft de Heer j. vak: Suchtelen Burgemeester der Stad Devënterter VeM gadering van de Heeren Ordinaris Gedeputeerder gecommuniceert een Extract uit het Boek van Reu» lutien der Stad Deventer van den 5den deezer 3' waar by zich conformeeren met het voorfchreevefi: rapport. De Heer Vestrinck Burgemeester der StadCam-i pen heeft ter Vergadering van de Heeren Ordina^ ris Gedeputeerden verklaard namens de Heeren zy^ ne Committenten, dat de Stad Campen het zelve rapport hout in advis, tot dat de concepten daan van vooraf aan Schepenen en Raaden zullen zyn ge-; Cxhibeert. Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevonder- dl  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 8$ de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit te qualificeeren en te gelasten, om de befoignes dies taangaande met voorgaande Communicatie van zyne PHoogheid te entameeren, en met de overigeBondigenooten een Plan en Concepc van zodaanig eene Alliantie te helpen maaken, en het zelve geformeerd zynde, ten eerften te brengen ter kennisfe en deliberatie van Ridderfchap en Steden, ten einde dien na te kunnen worden geëxamineert, en na bevinding te kunnen worden gearresteerd en geflooten. No, 309. Extract uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende Rapport enz. van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Finantie, over de door Hun Hoog Mogenden voorgeflagene overneeming van agt of tien duizend Man Duitfche Troepes enz. In dato den 29 November 1787. . De Heeren de Droste van Twente en andere Hunqer Edele Mogenden Gecommitteerden tot de zaasen van Financie, ingevolge enter voldoeninge van derzelver Refolütie Commisforiaal van den 27ften deezer, hebbende geëxamineerd de ter Vergadering van Hun Hoog Mog. voorgeflagene overneening van agt of tien duizend Man Duitfche Troeoes; hebben ter Vergadering gerapporteerd, dat van advife zouden wezen dat Ridderfchap en Steden daar in zouden behooren te confenteeren, en de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit te mthorifeeren, om met overleg van zyne Hoogheid,, net de overige Bondgenooten de voet en wyze op velke het zelve zal behooren werkftellig te worden gemaakt, te helpen bepaalen en arresteeren. Waar op zynde gedelibereerd, hebben de Hee?en van de Ridderfchap,, als mede de Heeren Gedeouteerden der Stad Zwolle, zich met het voorfchreoïen Rapport geconformeert. F 3," 32a  t6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tct En hebben de Heeren Gedeputeerden der Steden i Deventer en Campen aangenomen, zich daarop ten i eerden aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden te : zullen verklaaren. Den 7 December 1787, heeft de Heer J. van; Suchtelen Burgemeester der Stad Deventer ter' Vergadering van de Heeren Ordinaris Gedeputeerden gecommuriceert eeji Extract uit het Boek Van? Refolutien van de Stad Deventer, waar by zich met: het voorfchreeven Rapport hebben gecohformeeit., Np. 310. Extract uit de Refolutien van Ridderfchap eni Steden de Staaten van Overysfel,' behelzende Re- ■ folutie over de Propofitie van den Heere F. W.. Sloet tot Warmelo, zo voor hem zeiven als voor' zyne mede-Gecommitteèrde ter Generaliteit mz. lm dato den 29 November 1787. De Heeren de Droste van Vollenhove en andere: Hunner Edele Mogenden Gecommitteerden tot de: zaaken van Financie, hebben ter Vergadering gerapporteerd , dat ingevolge derzelver Refolütie: Commisforiaal van den 28ften deezer , geëxamineerd hebbende de Propofitie van den Heere F. W.. Sloet tot Warmelo, zo voor hem zeiven als mede: voor deszelfs mede-Gecommitteerde namens deeze: Provincie ter Generaliteit, den Heere R. Sloet tott den Haare, waar by zich beklaagen by Refolütie vani Ridderfchap en Steden van den 24ften May laatstleeden, op eene fletrisfante Propofitie. door de toen- ■ maalige, zelfs op eene geheele onwettige wyze zich 1 noemende Magiftraat van Deventer, ter Vergadé— ring gedaan, gelast zynde zich te verantwoorden] •wegens hun gehouden "gedrag, in het helpen coöcludeeren eener Refolütie van Hun Hoog Mog. van: den i8den May genomen, waar by de aan céd en: pligt getrouw gebleevene Officieren van de Troepesi van deezen Maat, door ae htaaren van Holland en West-Friesland gefufpendeert, in protectie van de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevttllen. Sf Generaliteit zyn genomen; aan het welke door hun voldaan zynde, zonder dat het Ridderfchap en Steden behaagt hadde eenige andere dan eene fcèer ingewikkelde Refolütie op den i^-dèn Juny deezes jaars dien aangaande te neemen, inlfantelyk te verzoeken , dat het Hun Edele Mogenden behaagen mogt eene finaale Refolütie deezen aangaande te neemen, en aan hun te willen laaten toekomen; van advife zouden wezen, dat Ridderfchap en Steden alnog genoegen zouden behooren te neemen , mee de verantwoording ter dier tyd door de Gedeputeerden ter Generaliteit gedaan, en dus niet tegen derzelver Inftructie te hebben gehandeld; en vermids omtrent de toen gemanifesteerde denkwyze Van Ridderfchap en Steden nu andere, en met de Oude en geëtablisfeerde Conftitutie , meer overéénkomende gevoelens zyn geadopteerd , deeze laatfte alnog behooren te worden geinhasreerd, en ter Justificatie der Gedeputeerden ter Generaliteit, wegens het toen verrigte vryheid geeven, daar van fer Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden opening te'doen. Waar op zynde gedelibereerd, hebben Ridderfchap en Steden zich met voorfchreeven Rapport geconformeerd. N°. 311. Request uit naam van Mr. Herman Hendrik Vitringa, aan de Edele Mngende Vlieren Staaten des Furjlendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen geprefenteerd. In dato den . . . November 1787. Edele Mocende Heeren! Geeft met verfchulde eerbied te kennen, Mr. Herman Hendrik Vitringa, Secretaris der Stad Elburg, dat hy Suppliant in de maand September des afgeloopen jaars, wanneer het UEd. Mogenden behaagt heeft de voorfchreeven Stad met Militie F 4 ter  |St Verzameling ym Stukken betrekkelyk. tot te bezetten, eq de meerderheid van de. Regeering noodzaafcelyk oirdeelde zich naar elders te rëtireeren, zich heeft verplicht gevonden dezélyeh in qualiteit yan Minister te volgen, èn de voornoemde Stad mede te yerïaaten, dat hy ook in deeze zy? ne qualiteit en ter ordonnantie van welgemelde Regeering heeft geteekend het bekende Adrés door dezelve aan de tleeren Staaten van Holland gezonden, zonder dat 'er iets anders ten zynen laste zq hy vertrouwt uit de informatien door den Hove Provinciaal genomen, gebleeke'n zyn, en zonder dat hy door dit een en ander eenige intentie gehad heeft} om UEd. Mog. geëerbiedigde ordres te' yiIjpendeeren of aan deszelfs Spuverein gezag eenige. attejnte toe te brengen, en dus geoirdeeld kan, worden, ter goeder getrouwe gedwaald te hebben. Dan daar hy reeds door den Momboir en Subft. Mombpir'deezer Landfchap, ter zaake yoorfchreèyen, voor den Hoye Proyinciaa.1 is geciteerd, zet, nèen^t hy, met betuiging, dat het zelve hem van' harten leed is, de vryheid, zich op het nederigfte, te a.dresfeéren aan UEd. Mogenden, oni te verzoeken , dat UEd. Mog. hem het gene in deezen mis-' daan is, ex plenüudirie pptestatis gelieven te cohdonneeren, en hém tè vergunnen' ofn vry en cnbelemmert naar Elburg te rug te keeren, en aldaar zyn Secretaris Ambt waar te neemen , met opheffing dec Attie w.elke de Momboirs deezer Landfchap tegens ^em hebben geëntameerd. ' ' . . . Dit doende &c. pro Jlilo (was get.) Hendrik Engelen  ie- Gebeurtenisfin in 1787 enz. voorgevallen, i (Brg Hendrik Hein, dat de Suppliant door Refolu* . tie van Raad en Gezwooren Gemeente der Stad El- . burg, in den nagt tusfchen den 4den en 5den September des jaars 17H6, mede genoodzaaktzyndeom zich met een groot getal zyiier mede-Ingezetenen van daarnaar elders te begeeven, by vervolg vart dien ook in alle verdere onftaane rampen en tegenheden, waar onder die, dat hy de indignatie vanU Ed. Mog. heeft geincurreerd geene der minfte is, is ingewikkeld geworden. Dat de Suppliant ziende, dat een groot getal zyner  ds Gebeurtenis/en in 1787 »fe. voorgevalkk. g$ tier mede-Vlugtelingen , gelyk méde des Suppliants Ambtgenoot, 't reeds beproefc hebben om by eéii Smeekfchrift de clementie van U Ed. Mog. over al :*t geperpetreerde eerbiedigst te imploreeren, zich zeiven hoe onfchuldig hy zich ook in andere opzichte mogte willen onderftellen, wegens hardnekkigheid zoude, moeten condemneeren , indien hy Sliet de indignatie van LT Ed. Mog. die de Suppliant; 't ongeluk gehad heeft op zynen hals te laaden, zo veel in hem is poogde té doen ophouden, ja in voor ihem gunftiger fentimenten te veranderen. Dat de Suppliant hoe zeer overtuigt van de gevoelens van clementie waar mede U Ed. Mog. beizielt zyn , echter vermeend het aan de eerbied welke hy aan U Ed. Mog. verfchuMigcl is, en aan hét :oogmerk deezer Requeste verplicht te zyn , zyn i'gehouden gedrag naar waarheid open te leggen, niet !.zo zeer om 't zelve te juftificeeren , dan wel om daar : door in Raat te zyn van U Ed. Mog. gunst en gratie :te kunnen imploreeren. Dat de Suppliant dan flegts van ter zyden en alleen by gerugten zynde ontwaar geworden, zonder ; daar van ondanks alle aangewende en herhaalde pooI gingen eenig zeker onderrigt te hebben kunnen bëikomen, dat de befchuldigihgen tegens hem ingéIbragt, daar in zouden beftaan, dat hy oproerigzou1'de hebben gepredikt, dat hy een Bede-uur buiten ! Jast van U Ed. Mog. zoude hebben gehouden, dat 1 hy zyne Gemeente zoude hebben verlaaten , dat 1 hy mede zoude toegeftemt hebben van eenige Effecten en Penningen van 'tFeytenhof te vervoeren ; en eindelyk, dat hy een zekere Acle van Guarantie ' wegens een Adres aan Holland zoude hebben on1 derteekent: de Vryheid neemt U Ed. Mogenden te verzoeken, om aan Hoogstdezelve te mogen voordraagen. Dat de Suppliant of fchoon ongelukkig tegens de gemanifesteerde denkwyze van U Ed. Mog., aan andere tegengeftelde fentimenten overgegeeven, fn over 't algemeen de liefde voor 't Vaderland en des-  j?a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot deszelfs Vryheid, voor zo verre men dezelve als Christelyke deugden moet befchouwen zyne Toehoorders heeft aangepreezen, echter zeer wel weet dat hy dezelve nooit tot ongehoorzaamheid tegens de wettige beveelèn hunner Overigheid heeft aangezet, daar een groot getal zyner Leerredenen het tegendeel opzettelyk ten doel hadden, gelyk hy zich ten deezen op 't onpartydige getuigenis van alJe de Leden der Elburgfe Gemeente vry moedig durft te beroepen, terwyl 't den Suppliant niet dan ten liitterften grievend zoude zyn, zo kwalyk begreepene periode tot ongegronde interpretatien en gevolgtrekkinge die den Suppliant zelve ten hoogften afkeurt, aanleiding mogten gegeeven hebben. ——■Dat raakende 't tweede, de Suppliant wel is waar eene Bedè-ftond gehouden, echter niet gemeend heeft daar intepecceeren, alzo dit op herhaalde aanzoek van de toenmaalige Prasfident-Burgemeefter gedaan zynde, de gevolgen daar van niet zo zeer de Suppliant konden worden geimputeerd. — Dat de Suppliant wat 't derde betreft, wel de zaak van agteren jn haare gevolgen inziende, wenfehtenooit tot dien Ifap gekomen te zyn , echter toenmaals door eene Refolütie der Regeeringe in de de noodzaakelykheid is gebragt geworden met een groot getal zyner mede-Ingezetenen de Stad teverlaaten, in een tydftip waar in hy zich tot zyn leedwezen niet in omftandighéden bevond de zaake uit't waare oogpunt te befchouwen, terwyl de Suppliant daar boven ftraks naar zyn vertrek met deszelfs Ambtgenoot herhaalde aanzoeken gedaan heeft by eenige der Ring-Broeders, om den diepst voor hem waar te neemen, en kort daar op 't Plakaat van U Ed, Mog., waar by den Suppliant buiten de Amnestie geflooten is, hem in de onmooglykheid gebragt heeft van naar Elburg te kunnen retourneeren. —Dat de Suppliant gemeend hebbende de Effecten en Penningen van 't Feyten-Hof voor onvoorziene gevallen met overleg der overige aanwezige Opzien* ders ic zekerheid te moeten brengen, ook van den £tn>  ie Gebeurtenis/en in 1787 «12. voorgevallen. §f, anderen kant, zo haast die redenen ophielden mede gezorgt heeft, dat dezelve weder ter behoorlykcr plaats zyn te rug gebragt. • 'Dat wat 't laatfte aangaat, hoe zeer de Suppliant ook vertrouwt, dat de omftandighéden van de vief voorige poincfen van zyn gehouden gedrag in eene eenigzints beter daglicht te ftellen, zonder dat hy echter zoude tragten zich te rechtvaardigen, hy in dit laatfte zich verplicht rekent te bekennen, döor overyling en 't heerfchend begrip dier tyden te zyn weggefleept. Waarom hy alleen op de clementie van U Edele Mog. zyn oog wil vestigen, en 't dieswegens ook niet zal onderftaan hier omtrent over eenige gronden die de Suppliant zoude,kunnen te ftaadekomen , uit te weiden. Dat de Suppliant dus alleen betrouwende op de clementie van U Ed.Mogenden, de vryheid neemt zich te wenden ter Tafel van U Ed. Mogenden, met ootmoedig verzoek, dat U Edele Mogenden aan den Suppliant 't gunt hy misdreeven heeft condoneerende, hem Amnestie gelieven te verleenen , van alle Richterlyke pourfuites te libereeren, en by gevolg van dien weder tepermitteeren, om binnen de Stad Elburg zyn Predikdienst als te voorea waar te neemen. 't Welk doende, (was get.) Ceorg Hendrik Hein, pro Jlilo (was get.) i Hendrik Engelen, No-'  94 Verzaml»ig Wf- Stukken betrekkelyk tot Nu. 314. JZ^uest uit ■naam van agt-en- iagtiguitge■wecken luhurger lugezeienen, aan de Édele Mog. Heeren Staaten des Fitrjlendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen gfprefemeeid. In dato den . . . November 178;. Edele Mögende Heeren! Geeven met de eerbiedigde fubmislie te kennen* de Ondergeteekenden , alle Burgers sa gewezen Jhwooners"der Stad'Elburg, dat zy Supplianten, géduurepde dien tyd-waar in 't Vaderland door parfy/fchappen zo, ongelukkig is verdeeld geweest, med6cé#or; misleiding en onberaaden drift, om zich in zogenaamde Vaderlandliefde hoven .anderen te cistingueeren, in onlfuimigheden zvnvervoerd en -giëdegefleept geworden ,. ;met een dusdaanig voor hun allergrievendst gevolg: dat zy gemelde haare woonplaats verlaaten en zifh van daar eerst naar de provincie van Overysfel, „ en vervolgens meerendeels naar de Provincie van Holland begeeven en aldaar onder den dienst doende zogenaamde Auxiliairen hebben gefungeerd. De Supplianten penetreeren met de fmertelykfle aandoening, dat zy door öeeze hunne handelingen de beveelen van U Ed. Mogenden als hunne eenige en wettige Souverein,» by Hoogstderzelver geëmaneerde Plakaat van Amnestie van den 17 September 1786, en opgevolgde Publicatie van den 6 July 1787 zo duidelyk gemanifesteerd, direct, gecontravinceerd, en 2ich dus ook alzins ftrafwaardig gefield hebben, ten gevolge, datzylieden deswegens ook'wel en te recht door de Momboir en Subft. Momboir deezer Landfchap, voor den Hove deezer Provincie zyn geciteerd. Dat zy Supplianten betuigen teifens daar over met het uitterlie leedwezen en een oprecht berouw aangedaan te zyn, en niets vuuriger te wenfehen, dan met een oprecht voorneemt, om zich in 't toekomende voor diergelyke handelingen zorgvuldig  ds Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 2$ [idig te wagten, weder in Elburg te mogen retourppceren, en zich aldaar als goede, gehoorzaarne en jgetrouwe burger* en Inwooners te gedraagen. ' Zy neemen derhalven op grond van die by het jgelibelleerd Placaat, reeds zo gunftige gemanifesteerde intercesfie van zyne Dooi luchtige Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder deezer Provincie > :de vryheid, op het eerbiedigde de clementie en jLandvaderlyke zagtmoedigheid van U Edele Mogenden als hunnen geëerbiedigden Souv^rein teim» iploreeren , en met alle fubmislie op het ootinoedigftp te verzoeken, dat ö Edele Mogenden in hoe (ingalare cafu ex plenitudïne pote/latis , gratie voor irigeur van Juftitie praefereerendói hunne door 't gunt voorfchreeven gepleegde, rmsdaaden, gunftig aan hun gelieve te vergeeven en te pardonneeren , met toelaating en permisfie aan hun, om zich wederom vry binnen Elburg te kunnen en mogen belgeeven, en zich aldaar als goede, getrouwe en geihoorzaame Burgers eri Ingezetenen te gedraagen» ren dat U Edele Mogenden de Mpmboirs en Subft. tMomboirs deezer Landfchap gelieven te auchorifeetren, om met derzelver gedaane klagten en geinftitueerde actie tegens hun Supplianten, by provilie .buiten vervolg te laaten. (Onder fond) 't Welk doende, pro flilo F. van Meors. NB. Dit Request was door 88 Perfoonen ondertekend.  $5*5 Verzameling vdri Stukken fatrekkdyk tot No» 315. Extract uzi dc Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende Rapport van Hun Ed. Mog. Gecommitteerden bl) Refolütie van den ziften jongstleeden, tot onderzoek onder wie de Requestm door de Gecommitteerden der Burger-Corpfen en uit de Burgerye der Stad Zwolle, aan Ridderfchap en Steden geprefenteerdi al nog berusten enz. in dato den 30 November ;'„; 1787.'.. . ; :; ; ■ ' ' De Heeren dé Drost,e van Haatbergën én andere1 Hunner Ed. Mog. Gecommitteerden, by Refolutid Van'den sjften October jongstleeden vérzogt eri. gecommitteerd Am aan de refpective Ledeti, de Commisfie van hét gewezen Defénfie-weZen hebbende gecompofeerd, aan te fchryven 'van opgaa* Ve te doen, onder wie de Requesten op den i3deri September daar te vooren door de Gecommitteé*> den der Burger Corpfen eh uit de Burgerye der Stad Zwolle, aan Ridderfchap en Stéden geprefenteerd alnog bérusten, of waar dezelve gebleeven zVtij en dezelve bekomen hebbende, aan Ridderfchap en Steden met byvoeging van hun advis enconlideratien daar van te rappörteeren;' hebben dien conform ter Vergadering voörgedraagen, dat van de Heeren de Drost van Ysfelmuiden, de Vos van Stëenwyk tot .Nyerwal,. Stennekes Burgemeefter der Stad Campen, en van der Wyck oud Burgemeefter der Stad Zwolle, antwoord bekomen hebbende; houdende in fubftantie: dat de voorfchreeven Requesten niet hadden, of zich daar van wisten te herinneren, of dat, zo eenige papieren tot het Defenfie-wezen nader mogten vinden, dezelve te zullen overgeeven .' hebbende dan nog den Heef Sloet tof Everlo verklaard, zich niet te herinneren zodaane Requesten te hebben gezien ofte hoören leezen, noch daar van iets te zyn bewust; dat aan denzelven voorftond, op den l3den Sept. te zyn Vertrokken naar Vollenhove tot "het doen der Ver* paeh*  ie Gebeurtenisfen in 17Z7 enz. voorgevallen. 9/ ■pacbringe van de Turf-tollen, op den 14-den zynde kies volgenden daags. Dat geconfidereerd hadden : dat aan de eenezyde :tzich geene faciliteit voordeed, om de nodige ophelderingen op dit oogenblik, zo als echter met refden hadde mogen worden verwagt over een zaak zo [weinig tyd geleeden, en een aller ferieust ondert*werp van de deliberatien van Ridderfchap en Ste:den, en van een expres daar toe verordend •onderhoek 'by de gewezen Commisfie van het Defenfieiwezen geweest zynde, niet fcheen verkreegen te :kunnen wordenden aan den anderen kant: het echter zeker was, ea uit de informatien van de Ciercq jjoRDENS aan deeze Commisfie gegeeven, gebleeken ■ was en confteerde, dat de voorfz. Requesten door Ihem uit de Griffie waren ter hand gefteld aan den IHeer Drost van Ysfelmuiden, aan het hoofd vande ;Commisfie van het gewezen Defenfie-wezen gefeest zvnde, en dat dezelve door welgemelde Heer : Drost nóch ter Griffie noch aan de Ciercq Igrdens ï zyn te rug bezorgt of gegeeven: deeze Commisfie daar uit geen ander gevolg hadde kunnen of mogen : afleiden -, dan dat de voorfz. Requesten alnog moes1 ten berusten onder gemelde Heer Drost van Ysfel; muiden, of dat dezelve ten onderzoek van deszelfs i mede-Gecommitteerden hebbende geëxhibeerd , uit ; die Commisfie aan hem niet weder zyn geretour1 neerd; in welke gevallen, of den Heere Drost voor: fchreeven alleen, of alle de Leden van het voorfz. i befoigne in 't generaal, en ieder van hun in 't by: zonder voor de reproductie van dien zyn en blyven verbonden, en dien ten gevolge verplicht te worden tot de reproductie, of dat ftellig, onbewimpeld en folemneel verklaaren, dat zy gezamentlyk of ieder in het byzonder de voorfz. Requesten niet hebben, noch weeten wat van dezelve, na dat ze in handen van welgemelde Heere Droste overgegeeven zvn, of door dezelve In het befoigne van de Commisfie van het Defenfie-wezen geproduceerd mogten zyn, geworden is, of welk befiuit by de JII. Deel. G Com  9S Verzameling- van Stukken betrekkelyk tot Commisfie daar over genoomenis, nochte ook waar dezelve gebleeven zyn , mee wydere folemneele verklaaring zich dezelve op geenerhande wyze te hebben weerloos gemaakt ofte geëxtradeerd , en dat zich ook nog in 't byzonder op gelyke wyze uiten over het Request van de Gecommitteerden der Burgerye van de Stad Zwolle, van het welke in 't Rapport van gemelde Commisfie op den i4den September deezes jaars ter Vergadering gedaan, geen mentie was gemaakt, en evenwel met het voorfz. Request van de Gecommitteerden van de gewapende Burger-Corpfen deezer Provincie het onderwerp van het examen der voorfz. Commisfie van het gewezen Defenfie-wezen was geweest. '- Dat zy Heeren Gecommitteerden geoirdeeld hadden niet te hebben gedefungeerd, noch aan het oogmerk van Ridderfchap en Steden te zyn voldaan, indien dit point niet tot zodaane preciesheid wierd gebragt, als waar aan het zelve naar den aart der zaake fufceptibel is, derhalven begreepen hadden, voorgemelde Heere Drost van Ysfelmuiden zo wel als de Heeren de Vos van Stëenwyk tot Nyerwal, Weerts oud Burgemeester der Stad Deventer, Stennekes Burgemeester der Stad Campen, en van der Wyck oud Burgemeester der Stad Zwolle, nader aan te fchryven en te requireeren, zo als zy Gecommitteerden dezelve ook aangefchreeven en •gerequireerd hadden, van zich in conformiteit van het hier voorgenoemde naar den inhoud van het zelve precies en folemneel te verklaaren, zo en als hier boven is gedefcribeerd. Dat Ridderfchap en Steden uit dit hun verrigte zullen kunnen opmaaken, dat zy wel niet zo volJeedig als mooglyk anders wel zoude vereischt zyn geworden, kunnen dienen van derzelven gerequireerd advis en confidcratien, echter te gelyk gelieven te zyn geïnformeerd, dat zy door andere bykomende omftandighéden en hulpmiddelen in ftaat geraakt zyn, om over deeze zaaken eenig meerder licht te verfpreiden, wien ten gevolge zy dan ook de  ie Ueheurtenisfen fn 1787 enz. voorgevallen. (de eerc kunnen hebben voor te draagen, dat töfc bekommg van alle mooglyke ophelderingen, 2otef deezer zaake als van het genë daar toe betrekkelyfe is, of daar uit zoude moeten afgeleid wórden 5 gé* mecnd haaden te kunnen en te moeten gebruik maaken van de handelingen en befluiten by de refpeo tiVé Burger-Corpfen en Genoodfchappen van Wapenhandel, ten deezen opzichte gedaan én génoö* toen, en dien ten gevolge de Heeren Drosten teverzoeken , van de papieren daar toe relatief ten platten Lande deezer Provincie zich bevindende, te willen in verzekering neemen , en aan deeze Commisfie te doen geworden, alzo dezelve met alle reden mogten vastftellen, dat daar uit ter deeZerzaa. ke en het gene nodig te weeten Was, genoegzaams felucidatie verkreegen zoude kunnen Worden » als mede in hoe verre de gewapende Cörpfen enz. in Voorfz. Requesten waren geconcerneert, of daar toe hadden gecoöpereert, als zynde het deeze Commisfie ontegenzeggelyk gebleeken, dat daar ovef ten minRen by de Vergadering der Gecommitteerden uit de gezamentlyke Burger-Corpfen en Genoodfchappen van Wapenhandel deezer Provincie, binnen Zwolle op den 12, 13 en uden September laatstleeden gehouden, was gehandeld Voorfchreeven Request ontworpen en gearresteerd, zo Wel, als Gecommitteerden benoemt en gezonden bp requifitie van de Commisfie tot het gewezen Defenfié» Wezen j om over de voörfz. Requc-ten te Wordéö gehoord, en het dus gants niet OnVerfchillig wag alle de handelingen en belluiten van meergemeldè' gezamentlyke Burger-Corpfen te Weeten ën te Öü* derzoeken. Dat zy Heeren Gecommitteerden bydeoverWeê* ging van het eene en andere hier bv in aanmerking moetende komen, meenen te hebben mogen vast** ftellen, dat het Waare oogmerk van de pröpofitiê om een Fiskaal aan te ftellen, öm te procedéerefl legen de Teekenaaren, en die genen welke by on»  loo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot derzoelc Complices enz., geen ander kan geweest zyn, en zo Ridderfchap en Steden dezelve mogten adopteeren, zal kunnen zyn, dan aan de eene zyde het ongeregelde en Itefive zo in uitdrukkingen als principes, als mede het gene daar bytegen de Hoogheid en Souvereine rechten van deeze Provincie is begaan, te vindiceeren; maar ook aan de andere zyde gelegendheid te geeven , dat die genen, welke daar in de voornaamfte Beleiders en Au&eurs niet geweest zyn, of daar toe met voorbedagten raade geconcurreerd hebben, zich op eene voldoende wyze daar van zouden kunnen excufeeren en zuiveren ; en ook dienvolgens het onpartydigfte en veiligfte is voorgekomen, deeze materie niet verder in te treeden, maar eenvoudig hetgeen hun ontmoet is onder het oog van Ridderfchap en Steden te brengen, met byvoeging van zodaanige confideratien als dien conform den aart der zaake toelaat en komt te vereisfehen. Wien ten gevolge zy dan de eerc hebben voor te draagen: dat ter Vergaderinge van Gecommitteerden uit de Burger-Corpfen en Genoodfchappen van Wapenhandel deezer Provincie, op den 11, 13 en I4den September laatstleeden binden Zwolle gehouden; op den eerstgemelden dag is gecommuniceert de Copie Misfive van zyne Koningiyke Majefteit van Pruisfen, gedateerd Berlin den iften dier zeiver maand, en houdende verzoek tot den doormarsch en inkwartiering van eenige Troepes door en in dezelve: waar op in die Vergadering beflooten is geworden een Adres aan Ridderfchap en Steden te doen, tot het welke te concipieeren de Heeren de Lille en Bannier zyn verzogt geworden, en om nog dien zeiven avond te dienen van hun advis; dat zulks door die Heeren ook is gefchied, en in de tweede fesile van dien dag des avonds te vyf uuren gehouden, geproduceerd geworden , na eenige verandering gearresteerd, afgefchreeven, geteekend, en verftaan te bezorgen aan den Heer Mulert tot de Leemkuile om med«  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. lol mede naar Campen te neemen en aan Hun Ed. Mog. over te geeven. Dat daar op des anderen daags den l3den September, by voorfz. Vergadering is ontfangen eene Refolütie van de Commisfie van Ridderfchap en Steden tot het gewezen Defenfie-wezen deezer Provincie, met requifitie, om nog zo mooglyk dien avond voor zeven uur een Commisfie naar Campen te zenden, om te fpreeken over eenige poinóten' de tegenwoordige toeftand van zaaken betreffende > dat daar toe zyn gecommitteerd geworden de Heeren Mr. A. Vosding van Beverfórde Majoor, H. T. Colmschaïe, Mr. W. de Lille Luit., en Joan Bannier Kapitein Comm., dewelke zich ook terftond derwaards hebben begeeven, en zich ter beftemder tyd gefifteerd voor de Heeren Gecommitteerden van het gewezen Defenfie-wezen deezer Provincie; dat zy aldaar over voorfz. Adres zyn onderhouden , en vernoomen hebbende de gevoeligheid van Ridderfchap en Steden zo wel, als van de Commisfie tot het gewezen Defenfie-wezen over verfcheide expresfien in het zelve voorkomende, 't welk door voorfz. Gecommitteerden gezegt wierd te zyn gerefuteerd, en daar by te kennen gegeeven , dat het voornaame oogmerk was om het Volk te doen by een rukken, en zo ze geen doormarfch of inkwartiering konden tegen houden, dan naar Holland te trekken, dat 'er niets beter ware, dan de gewapende Macht naar de Hoofdlieden te doen komen, 't welk de Heeren van de Commisfie tot het gewezen Defenfie-wezen verklaard hadden, over te laaten aan de Genoodfchappen, benevens do nodige correspondentie naar de zyde van Lingen. Al het welke breeder te verneemen is, zo uit de handelingen en befluiten van de Vergadering der voorfz. Gecommitteerden uit' dc meergemelde Burger-Corpfen en Genoodfchappen van Wapenhandel binnen Zwolle, op de reeds grmentioneerde tyd vergaderd geweest, als uit de minure der Reqm-ste by de voorfz, handelingen en refolutien van'de voor-' G 3 fchres-  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fchreeven Genoodfchappen zullen te vinden zyn, Dat zy Heeren Gecommitteerden als nu zullende moeten toetreeden tot het voordellen van derzei» ver advis en confideratien, overeeukomftig het ge. pe zy hier vooren hebben aangevoerd, vermeend hebben het zelve te moeten fubordineeren aan de Refolütie van Ridderfchap en Steden cafii quo gepoomen zullende worden over de propofitie hiervooren mede gemeld tot het aanftellen van een Fiskaal &c, en die genoomen wordende van oirdeel zyn , dat de aan te ftellene Fiskaal zoude behooren te v/orden gerequireerd de voorfz. Requesten, als mede de handelingen en befluiten by de voorfz. Vergadering &c. genoomen, te eximineeren; daar over, en in het verder beloop deezer zaaken en Proceduures zich te mogen bedienen van een AdVokaat-Confulent en een of twee Prokureurs, voort? om naar examen en bevinding des nodig, het recht; » van de Hpoge Overigheid waar te neemen en voor t.e ftaan, en zodaanige actiën ter zaake van den inhoud der voornoemde Requesten en de ongeregelde en la;five uitdrukkingen en principes daar in voorkomende en gebezigd, als mede over het gene daar hy en daar tegen de Hoogheid en Souvereine rechten van deeze Provincie als anderzints is begaan en bedreeven , te inflitueeren voor de Competente Rechter van hem of hun lieden, welke zich daar aan mogten hebben fchuldig gemaakt, zo en als hy Fiskaal in manieren voorfchreeven ter vindicatie van de Hoogheid en gerechtigheid van Ridderfchap en Steden, en van de eer der genen, die daar in verder geconcerneerd mogen zyn, zal beyiq$en te behooren. Dat zy Heeren Gecommitteerden ten dien einde verder van begrip zouden zyn, dat voorfz. Fiskaal geene vifie of Copie zoude kunnen of behooren te worden geweigerd van alle zodaanige Rukken , Refolutien of befcheiden als hier toe in aanmerking hy hem zouden kunnen komen en genomen worden, jn % fymfa & MeliPgH) W beümn ZO der Ver,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 103 gaderinge van de Gecommitteerden van de gezaamentlyke Burger-Corpfen &c. binnen Zwolle gehouden , als van die der particuliere'Genoodfchappen of Departementen voor zo verre die voor handen zyn, tot bekooming van welke de voorfchreeven Fiskaal zich zoude kunnen en behooren te_ adresfeeren ter plaatfe alwaar dezelve in verzekering genomen zyn en zich bevinden. Dat zy Heeren Gecommitteerden verder in aanmerkinge genoomen hebbende, dat in de definitie en decifie deezer zaake waar in Ridderfchap en Steden tegen over hunne Ingezetenen zo aanmerlcelyk tot voorftand van de Hoogheid en gerechtigheid der Provincie zyn geinteresfeerd,.en waar in het zoude kunnen gebeuren, dat zy zelve in het hoogde resïbrt zouden moeten vonnisfen volgens de prajmislen van dit Rapport, op het onpartydigfte zoude behooren te worden te werk gegaan . derhalven aan Hun Ed. Mogenden in bedenking moeiten geeven, of niet de Proceduures tegen een of meerder Ingezetenen hier in geconcerneerd, voor de Competente Richters afgeloopen zynde, zonder dat dezelve ih longeur zouden mogen'worden getrokken , of eenige uitllellen geaccordeerd, geflooten door dezelve zouden behooren te worden overgebragt, en in handen gefield der Heeren Ordinaris Gedeputeerden, om dezelve te gelyk of fucceslivelyk, naaromftandigheid van zaaken ter beleeringe te zenden aan het eene of andere Hof van Juftitie binnen deeze Republiek, om daar in een diftum van Sententie te formeeren, om weder ingekomen, en by Ridderfchap en Steden geopent zynde, op naam van Ridderfchap en Steden te worden uitgefproken, enonveranderlyk agtervolgt, waar van ook aan het Hof van Juftitie, hier in zullende occupeeren, voor af verzekering zoude behooren te worden "gegeeven. Waar op zynde gedelibereerd, hebben Ridderfbhap en Steden zich met het voorfz. Rapport.geconformeerd, met die verandering dan nog, dat in G 4 plaafs  104; Verzameling van Stukken betrekkelyk tot plaats van aan een Hof van Juftitie buiten de' Provincie» de geflotene Proceduures eer beleering,, alft naar Landrecht, door de Heeren Ordinaris Gedeputeerden zullen worden verzonden aan onpartydige Advokaaten binnen deeze Provincie. En is voorts goedgevonden tot Advokaat-Fiskaal in deezen aan te ftellen en te qualiftceeren, zo al* apngefteld en gequalificeerd word rnids deezen , den, Advokaat-Fiskaal van den Heere Droste van Zalland,. Willem Klopman. is mede goedgevonden in plaats van den Heere W. F. van Hemert Burgemeefter der Stad Campen, abfent zynde, tot de Commisfie tot de Revifie en het redres van hec verrigte door het gewezen Defenfiewezen te verzoeken en te committeeren , zo als verzoge en gecommitteerd word mids deezen, den Heere P. D. van Heimenbero Burgemeefter der zelve Stad, en zulks geduurende de abfentie van welgemelden Heere van Hemert. No. 316. ExtraEt uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overyfel , behelzendeRapport van Hunner Edele Mogende Gecommitteerden tot de Financie, over de Misfive van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland van den liften November jongstleeden enz. In dato den 30 November 1787. De Heeren de Droste van Twenthe en andere Hunner Edele Mogende Gecommitteerden tot de zaaken van Financie, ingevolge en ter voldoening van derzelver Refolütie Comraisforiaal van den 27ft.cn deezer, hebbende geëxamineert de Misfive van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland van den 23 November 1787 (*); houdende : dat geëxamineerd hebbende de Misfive van den Prefident en Raad van den Hove den 25ften der laatstleeden maand in den Hage aan hun gefchreeven, voor (*) £ie hier Yoor No. 238- bhdz. 50,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 105. :io verre daar by ter kennisfe hebben gebragt, by jhunne Declaratie nopens de Adresfen in de Nieuwspapieren geinfereerd, en door de Prokureur-Gene;raal aan hun gefuppediteerd, te hebben gerefleciteerd, dat de onvoorbeeldeiyke floutheid welke in dezelve doordraaide, zo niet haar oirfprong, inv uners haare toeneeming fcheen verfchuldigd te zyn, aan de protecfie welke de Autheurs van dien z,ch verzekerd hielden te zullen vinden by zodaanige, (Regenten, welke by een op den 8 Augustus 1786 te Amdeldam aangegaan en mede by de Courantenbekend gemaakte Acte van Verbindtenis zich verplicht zouden"hebben, het fydhéma van de Indeliers van zodaanige Adresfen te foveeren, en des noods elkanderën met goed'en bloed te onderdeunen en befchermen,' indien iemant hunner uit hoofde van dat engagement, of van daaden daar uitprofiueerende, in het minst of meeste gekrenkt of gemoeid mogte worden, zich verder omtrent de uitwerking en confequentie van die Verbindtenis, by Iderzelver Mislïve uitlaatende, by hunne Refolütie van den 2,3den deezer hadden goedgevondenen verdaan te verklaaren, dat de voorfz. Acte van Verbindtenis nul en van onwaarde, en van alle verbindende kragt gedefticueerd; en wyders gerefolveerd als daar bv te zien is; en vermids die Adle van Verbindtenis alle de Vereenigde Provinciën concerneerende, wyders goedgevonden hadden, van het door hun gerefolveerde, by circulaire Misfives aan de Éondgenooten kennisfe te geeven, ten einde eene Refolütie by alle de Provinciën op dit fubject teeffeclueeren, waar toe Ridderfchap en Steden dan ook op het Vriendnabuurlykst exhorteerden; hebben ter Vergadering gerapporteerd, dat van advife zouden wezen , dat Ridderfchap en Steden mede zouden behooren te verklaaren , dat de voorfz. Acte van Verbindtenis is nul en van onwaarde en van 'alle verbindende kragt gedeftitueerd; en dat voorts in conformiteit van derzelver verzoek, de verdere ïoorflagen naar deezer Provincie Conditucie zouden Q j kun-  10*5 Verzameling van Stükfon betrekkelyk tot kunnen en behooren te worden geadopteerd, en dien ten gevolge verdaan. t. Dat onderzoek zal worden gedaan naar de eerfle beleiders en inftellers van de voorfchreeven Acte, en wanneer bevonden zal worden dat uit dien hoofde eenige procedures zullen moeten worden ondernoomen , dezelve zullen gevoerd worden, voor de dagelykfche en competente Rechters, door de Officieren, of die genen, welke zulks naar de conftitutie deezer Provincie zo in de Steden als ten platten Lande competeert. 2. Dat alle de Leden van de Ridderfchap, gelyk Ook alle die participeeren aan de Regeeringe in de Steden, met derzelver Ministers, die nu zyn of in het vervolg in Regeering zullen komen, of be« fchreeven of aangefteld worden zullen, zullen moeten zweeren en belooven de tegenswoordige Regeeringsform, zo als dezelve in den jaare 1747. relatif het Stadhouderfchap en Erf-Stadhouderfchap conform de Refolütie en Reglement van Regeeringe in 1748. vernieuwt en herdrukt, is vastgefteld, in alle haare deelen te helpen conferveeren en maintineeren; en ingevaile tot hunne kennisfe mogt komen, dat eenige ligues of zamenfpanningen, ftrekkende tot ondermyning of cm verrewerping daar van, mogten worden geformeert, daar van aan de Staaten of refpecfive Magiftraaten, zo wel als den Heere Erf-Stadhouder, of Vrouwe Gouvernante in der tyd, ten eerften kennis zullen geeven. 3. Als mede, dat een ieder Lid van de Provïnciaale of Stedelyke Regeeringe , zo wel als alle derzelver Ministers, nu zullen verklaaren aan de Acte van Verbintenis, welke op den 8ften Augustus 1786 tusfchen verfcheiden (zich noemende Vaderlandlievende Regenten) te Amfteldam aangegaan,en door dezelven, en naderhand mede door veele" anderen geteekend is, of geen deel gehad hebben, direct of indirect; of, by zo verre zy daar aan eenig deel direct of indirect: gehad hebben, daar van af te zien, zich te ontdaan, en ontflagen te- hou-  ii Gebeurtenis/en m 1787 enz. voorgevallen. Ioj Jiouden, van alle uit dien hoofde gecontracteerde 'verplichting. Waar op zynde gedeliberecrt, hebbende Heerea van de Ridderfchap als mede de Heeren Gedepu. teerden van de Stad Deventer zich met voorfz. rapport geconformee'rt, en hebben de Heeren Gedeputeerden der Steden Campen en Zwolle aangenomen, zich daar op nader aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden te zuilen verklaaren, waar naar dan de Conclufie u;t Confidentie voor gemelde Heeren is uitgefleld. . N°. 317. Extract uit de Refolutien van Rdderfchap en Heden de Staaien van Omysfel, waar by Hun Ed. Mog. bepaaten, dat uit hoofde van de Publicatie door Ridderfchap en Steden gearrejleerd tegens de excesfen gepleegd wordende ten platten Lande, in dit extraordinaire geval, door de Hoofd-Officieren Crimineel zal worden geprocedeerd enz, In data den 30 November 1787, In Confidentie zynde genomen, dat uit hoofde ;van de Publicatie door Ridderfchap en Steden gearrefteerd, tegens de excesfen gepleegd wordende ten platten Lande, in dit extraordinaire geval is ;goedgevonden , dat diesaangaande door de Hoofdofficieren Crimineel zal'worden, geprocedeert, zyn Ide Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Financie verzogt en gecommitteerd, om aan Ridderschap en Steden van hun Advis en Confideratien te Idienen, hoe omtrent deeze Extraordinaris aan te rwenden kosten, door de refpective Hoofd-Officiefren zoude moeten worden gehandeld. No.  toS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 318. ExtraB uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel,' behelzende de aanjtelling van Gecommitteerdens tot de revifie der Qiiotes en liet onderzoek van de Generaleits Kas enz. In dato den 30 November 1787. De Heeren van de Ridderfchap hebben ingevolge de verzogte en geobtineerde dimisfie en ontflag van den Heere de Vos van Stëenwyk tot Nyerwal, als .Gecommitteerde tot de revifie der Quotes, en het onderzoek van de Generalitcits-! op nieuws aangefteld te worden, uit naam van Hee¬ n-en tjommisiansien van zyne Jrioognem verzogt, ©m den volgenden morgen te compareeren in de .Raadkamer, Op heden, even voor elf uuren, ■zyn de voornoemde Heeren Commisfarisfen, de iHeeren Graave van Bentinck, Heere van Rhoon ma. èfc. i en de Raadsheer Meerens, door twee Secrecarisfen, van hun Logement afgehaald, en in twee Koetfen gereden naar het Stadhuis, alwaar weder door twee Secretarisfen zyn ontfangen, en geleid naar het Vertrek van Burgemeesteren. Kort na hunne komst aldaar, wierden uit derzelver naam de Heeren Mr. Willem Gerrit Dedel Salomonsz., Mr.jAN van de Poll, enMr.MATïHvs Straalman, veizogt, uit de Raadkamer te komen in het voornoemde Vertrek van Burgemeesteren, alwaar Hun Edel Mogenden, in qualiteit, als uit kragr.e van de Authorifatie, door Hun Ed. Groot Mog., aan zyne Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder vereend, daar toe door Hoogstdenzelven, fpeciaat gemachtigd en gecommitteerd, den gemelden Heer Dedel verzogten om, beneffens den Heer Mr. P. Cliffort (wegens indispofitie abfent zynde) als ^egeerende Burgemeester te blyven fungeeren , en Je beide andere Heeren bekend maakten, dat dezelve door zyne Hoogheid tot Burgemeesteren ivierden aangefteld; het v/elk door Hun Ed. aangekomen zynde, wierden vervolgens de Heeren aankomende Raaden , en vervolgens ook de Heer Penionaris Elias, beneffens de prefente Heeren Secre. .arisfen, mede in Burgemeesters Vertrek verzogt, ilwaar door de op nieuws aangeftelde Heeren de ajewoonlyke ééden, en ook die ter handhaaving van de tegenswoordige Conftitutie, door alle de prefen:e, zo aangebleevene als nieuwe Leden, en voornoemde Ministers der Regeering, ingevolge Hun Sd, Groot Mog. Refolütie van den 23ften deezer, 10 als dezelve op de hier onderftaande Lyst vermeld ïarin, afgelegd zynde, hebben Heeren Commisfairisfeu van de naamen der aangebleevene, en nieuw ver« 1  !iö Verzameling van Stukken betrekkelyk taê verkoorene Burgemeesteren > Schepenen en Raadeö^i den Volke byopenbaare afkondiging, kennis gegee- I ■ven. En zyn daar op Heeren Commisfarisfen op\ gelyke wyze ais dezelve gekomen waren naar hun Logement gereconduifeerd, terwyl Heeren Burge-. meesteren in hun Kamer derzelver gewoone deliberatien hebben voortgezet; zynde de Heeren Com*. misfarisfen regeerei de Burgemeesteren . en de Hr., Hoofd-( fficier, met het Collegie van Schepenen,, ïoin het gaan als komen, met de gewoone Militaire! honneurs begroet, voor het Stadhuis, door een i Compagnie van 't Regiment Oranje-Nasfau, en door : een Letachement van het ordinaire Stads Guarnifoen 4 ( op het zelve geposteerd. Lyste der Regeering, geëxtraheerd uit de bovengemelde Publicatie. Burgemeesteren. Mr. Pieter ClifTord, Mr. Willem Gerrit Dedel! Salomonsz., Mr. Jan van de Poll, en Mr. Matthyai Straalman. Schepenen. Everard Adriaan van Muyden, Mr. Nicolaas Cal-, koen, Mr. Nicolaas Warin Antonisz., Mr. Samuel! van der Meulen , Mr. Pieter Elias, Pieter Cornelia i Hartlink, Mr. Adriaan Danker Valkenier. R a a d e n. Mr. M. Straalman, Mr. P. C'iffbrd. Mr. J. E. Huydecoper van Maarfeveen Mr. J. Elias Ar* noudsz., N. Geelvinck Mr. F Alewvn, Mr W« G. Dedel Salomonsz., Mr N. F as, Mr. J. Graafland Pietersz., Mr Z H Alewvn , Mr M. A. .Beels, J.Witfen, A.Muilman J. F d'Orville H. van de Poll, C. Munter. M. N C alkoen, F. van der Goes, Mr. Pre-er Elias, Mr. W. Q, R kkcr, Mr. J. C. van Ewvck doch heeft zich zich geësi* cufeerd, Mr. A. VV. Terfmitten, E. A. van Muy* den.  de Gebeurtenisfen Ui 1787 enz. voorgevallen, itt 1 den, Mr. J. J. van Herzeele, Mr. Gerrit Corver I Hooft, Mr. Nt Warin Antonisz., Mr. S. vaq der i Meulen, Mr. J. C. Hartfink Cornelisz., Mr. J. van ( Collen, P. C. Hartfink, M. J. W. van de Poll, G. du Quesne, Mr. A. D. Valkenier, A. C. Schuit, H. VV. Cramer, en Jan Hodfon de Jonge. Gecommitteerde Raad. Mr. Marten Adriaan Beels, welke om deeze re. den niet aan bly'ft als Burgemeester. Oud Burgemeesteren. . Mr. P. C. Hasfelaer, Mr. J. Rendorp, Mr. J. iElias Arnoudsz., Mr. J. E. Huydecoper van Maar* sfeveen, Mr. N. Faas, en Mr. M. A. Beels. Oud Schepenen. Mr. F. van Collen, H. van Ghefel, J. N. van" Eys Ifaacsz., D. Hogguer, N. Muilman, Mr. P. van Loon, Abr. Dedel, Mr. F. Alewyn, E. van de Poll, N. Geelviuck, Jan van Marfelis, M. Q. van Bambeek van Stryen, Mr. W. C. Backer, Mr. f. C. van Ewyck, J. F. d'Orville, Mr. Z. H. Alewyn, J. A. Clifford, Mr. A. W. Terfmicten, Mr. i,. K. van Hoefen, Mr. J. Graafland Pietersz., j. larsfeboom, Mr. G. Alewyn, Mr. G. P. Clifford, Jendr. Muilman, Mr.G.Munter, F. van der Goes, 3. H3rtfiack Jansz., Seb. van Nooten Jansz., J. J. ran Herzeele, P. Muilman, Mr. G. Corver Hooft, I. van de Poll Harmansz., C. Munter, Mr. P. de imeth, Mr. J. Hooft, Mr. J. C. Hartfinck Corneisz., A. van der Waejen Warin, M. J. Six, Mr. 0. W. Elias, Mr. H. van de Poll, Mr. J. van Col. en, Mr. C. E. van der Meulen, J. Hartfinck, Mr. . van de Poll de Jonge, Mr. Pieter Graefland Jomsz., en Mr. J. VV. van de Poll.  tl2 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot No. 320. Misfive van zyne Majefteit den Koning van\ Pruisfen, aan Hunne Hoog Mogenden de Staateni Generaal der Vereenigde Nederlanden, by gele~genheid van het rappel van den Heer Baron van* Thulemeyer, als Envoyé Extraor dinar is by dee-. zen Staat, en kennis geeving, dat in derzelver plaat" ze benoemd hadt, den Kamerheer van Albensle-. een. In dato den 1 December 1787. Dewyl wy onzer) Evoyé Extraordinaris en Geheimen Legatibns-Raad van Thulemeyer, uit's Hagei hebben gerappelleerd, hebben wy niet willen uitftellen aanftonds, in zyne plaatze, onzen Kamerheer van Albensleben , aan U Hoog Mogenden aff te zenden, om in qualiteit van onzen Envoyé Extraordinaris , zich by dezelven op te houden en onze zaaken by U Hoog Mogenden waar te nemen. En vermits dat gene, het geen aan hem zal op« gedraagen worden, voornaamlyk daar heenen gerigt is, om het goed Nabuurlyk vertrouwen en de goer: de verftandhouding tusfchen ons en de Hoogaanzienlyke Republiek der Vereenigde Nederlanden, welke tusfchen de beide Staaten van de oudfte tyden af heeft beftaan , op alle mooglyke en dienftigei wyze te onderhouden, en de banden der reeds Mm fifteerende Vriendfchap hoe langer hoe meerder te bevorderen en te bevestigen ; verzoeken Wy U Hoog Mog. den voornoemden van Albensleben, een toegenegen gehoor te verleenen, en in al het geen hy zal voordraagen volkomen geloof te gee< ven, voornaamlyk wanneer hy de bondigfte verzen kering van onzent wegen zal vernieuwen, dat wy met eene waare en uitfteekende achting en toegene-: genheid zyn en altoos zullen zyn Uwer Hoog Mao genden. Goedwilligcn Vriend en Nabuur, (was get.) Fsederik Wilhelm. , N«  i ie Gebeurtenis/en iri ijB? enz. 'voof'gevallen. iï$ No. 321. Declaratoir van de Heeren Gecommitteerden, van den Raad van Staaten, tot onderzoek van 't gebeurde in 's Hertogenbosch: In dato den l De* cember 1787. De OndergefchféeVén Heeren Gecominitteérdén§ van den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden , zich tegenwoordig bevinderidé binnen dê Stad fs Bosch, aan welgemelde Raad hebbende kennis gegeeven van het ontwaapénen en arrefteeren van alle de Onderofficieren en Geniefeöén van hec oüde Guarnifoen "deezer Stad, door het eerfte Bataillott yan het Regiment Hoilandfche Guardes te Voet, en net eerfle Bataillon van het tweede Regiment Oraö5e Nasfau, en daar by teffens gemeld hebbende zó vel de byzondere goede directie door de cornmandeerende Officieren van dezelve twee Bataillons-,. py deezen betoond, als het allezins loffelykgedrag» iloor alle de Officieren , Onder-Officieren en Gemëë* ie Manfchappen, in de prompte en geregelde Exe* ;utie van dit werk gehouden: vinden zich géchat* ^eert, om uit naam van welgemelde Raad, déswe*. :;ens het genoegen van Haar Edele Mogenden té emóigneeren ; en hebben dus nodig geóird'eeldv laar van dit blyk tér hand te ftellen aan deCollónelé iEYNsT , en van WarTensleben , ïefpectivelyfc tommandeerende dezelve twee Bataillons, ten eiö:e de goedkeuring en het contentement, 'zö van d& ^dele Mogenden Heeren Raadert van Staate in hé£ emeen , als van hün Heeren Gecommitteerden int et byzofider, aan de Officieren* Óndef Officieïea in Gemeenè Manfchappeh van meergemelde twe& .ataillons te communieeerén* Acïum 's Bosch, &c„ (was get.) ö. van óër StaAi» Petrus Camper» j* H» MöUerüss  jïïa. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. .$22. Extraft uit het Register der Refolutien val Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Genera® der Vereenigde Nederlanden, over het permisf vraagendoor den Heere van der Hoop, Hun Hooi Mog. Minister te Luik, om Troepts van den Staat over het Luikfche territoir te doen marcheeren em In dato den 2 December 1787. Is gehoord het Rapport van de Heeren van Spaaj van Hardestein, en andere andere Hun Hoog Mc genden Gedeputeerden tot de buitenlandfche zaa ken, hebbende in gevolgen, en ter voldoening van derzelver Refolütie Commisforiaal van de; S2ften der voorieeden Maand, geëxamineert eef Misfive van den Heere van der Hoop, Hun Hoot MogendenMinister te Luik, houdende onder ar, deren, dat een Bode van de Heeren Staaten va; Holland en West-Friesland aan hem een Brief va; de Heeren Hoogstderzelver Gecommitteerde Raa den ter hand gefield hadde, waar by was gerequi ïeerd geworden, om by het Gouvernement aldaa; te verzoeken den vryen doormarsch door die Lam den voor de Regimenten van de Princen van Wal dek en Hesfen-Casfel, als ook voor de Compagni Artillerie van den Kapitein Althuysen, in Guarnii foen te Maaftricht, met welke permisfie voor dia Troepes hy den gemelde Bode voor zeven üuret naar Maaftricht te rug gezonden hadde. Waar op zynde gedelibereerd, in achting genomei •zynde, dat het vreemd is voorgekomen, dat eer Buitenlandsch Minister van den Staat, op requifitie van een particuliere Provincie foortgelyke demarche heeft gedaan; is goedgevonden en verftaan, da; gemelde Heere van der Hoop, zal worden aange< 1'chreeven zyn berigt en verantwoording dien aan-: gaande ten fpoedigften aan Hun Hoog Mogender te laaten toekomen. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie vac Hollanden West-Friesland hebben verklaart, in del voorfe. Refolütie niet te Concurreeren. ' XfeJ  ie Gekurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 1Ï5 N°. 323- Jffcheid genomen van Hm Edele Mog. de Heeren Staaten van Zeeland, door den Hoog Ed. Geftr. Heer Mr. Latjrens Pieter van de Spiegel, geweezen Raad-Penfionaris van Zeeland en tnands tot Raad-Penfionaris van Holland en West-Fries» land aangefteld. In dato den 3 December 1787. Edele Mogende Heeren! Het moet buiten.twyffel als een zeldzaam verfchynfel Voorkomen, dat iemand, die in het Land zyner geboorte tot een van de aanzienlykfte Posten verheven is; die in deszelfs waarneeming zich vereerd vind met het vertrouwen zyner Meesters, en met de toegenegenheid zyner Lan ;genooten; die nog in het vermogen isvaninzynen dienst te kunnen volharden; niet tegenftaande alle deeze Voorrechten, zich vertoond, om affcheid te neemen van de menigvuldige genoegens, welke zyn (land, zyne betrekkingen en zyne eigen geneigdheid hem konden verfchaffeh', en nogthands, Edele Mogende Heeren, hoe ongewoon deeze zaak ook zy, ik bevinde my in zodaanige voor my ten boogften ontroerende omftandighéden. Het is ruim twee jsaren geleden, dat Uw Ed. Mogenden my de gunst bewezen, om het Ambt van Raad-Penfionaris deezer Provincie, met volkomen eenpaarigheid, en op eene zeer vereerende wyze op te draagen; een Ambt, altyd vol zorg en kommer, maar vooral in de gefteldheid van zaaken, welke wy zedert beleefd hebben, waar in een dubbele maat van voorzichtigheid , bedaardheid en ftandvastigheid vereischt woid, om niet te bezwy. ken onder den last der bezigheden en der ontmoeIdigende voorvallen. Wanneer ik echter het lief en leed, dat my geduurerde dien tyd is overgekomen, tegen eikanderen opweege, heb ik overvloeijende ftof van dankbaarheid , dat de Hemel my den moed en de kragten iVerleend heeft, om getrouw aan licht en plicht, H % met  li6" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot met opgefteken hoofd, door veele wederwaardig! heden heenen te gaan. Het is waar, dat het ongeluk der tyden my ryklyV heeft doen deelen in den fmaad en laster, welke hei lot geweest is van yder eerlykMan, die, verbom den aan de vastgeftelde Conftitutie en Regeerings; form, Rand durfde houden tegen bedreigingen ee verleidingen van een Land- en VolkberoerendeE Aanhang; maar gemeenlyk heb ik op deeze aanvai len met verachting nedergezien, en wanneer dd noodweer my perfte tot zelfsverdeediging, hebbo ik de paaien van befcheidenheid niet overtreden i terwyl ik niet nodig had dezelve wapenen te gebrui ken als myne vyanden, om dat ik in het getuigeni: van een goed geweeten, en in de rechtvaardigheid van Uw Ed. Mogenden, myne Rerkte vond. Ik heb ook, geduurende myn Miniftery, het get rnoegen gehad, dat Uw Ed. Mog. op myne ernftigq "Vertogen, een nieuw Reglement van orde op dd •deliberatien deezer Vergaderinge hebben gearre< ileerd, waar door de nodige klem in de Regeering Jcan worden herfteld, en de arbeid van een Minifteï aangenaam en nuttig voor hec Land gemaakt. De gelukkige omwenteling van zaaken in de Re>: publiek, die zo zeer met de gevoelens van Uw Ed. JVlog- en van alle welmeenende Ingezetenen deezee -Provincie overeenftemt, verleende nu een blydei vooruitzigt op geruster tyden, welke alleen gefchikt zyn om zulke heilzaame maatregelen werkftellig tei maaken, waar door de Financien van het Land kunnen worden verbeterd en de welvaart der Ingezeten nen geftyfd. Deeze waren de omftandighéden naar welke ik< altoos had gereikhalsd: nu meende ik het toppuntt myner wenfchen bereikt te hebben: myn hart kweekte geene andere Ëerzugc, dan om met alle vermogens werkzaam té zyn cot dienst van hec Vaderland,,, ïn de betrekking, waar in Uw Ed. Mog. my gefteld; hadden ; toen my, op het onverwagcst, werd te:| keauen gegeeven het verlangen van zyne Doorluch-I tige;  lis Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ir/ :tige Hoogheid, den Heer Prins Erf-Stadhouder, en 1 van zeer veel aanzienlyke Regenten uit de Provin:cie van Holland en West-Friesland, om het Ambt i van Raad-Penfionaris dier Provincie op my te coni fereeren. Nooit heeft een zaak, in myn leeftyd, mymear ;getroffen dan deeze : hetgewigt van den Pose, myne klimmende jaaren, de verknogtheid aan de Pro.vincie van Zeeland, myne hm'sfelyke betrekkingen :op dezelve, alles riep my toe, om met betaamelyke :erkentenis, voor de aangeboden Eer te bedanken :en in myne tegenwoordige bediening te volharden ; imaar wanneer ik aan de andere zyde in aanmerking mam den zonderlingen Z3menloop van ornftandigheIden in deeze zaak, die het bereik van Menfchelyke 'fchikkingen te boven gaat, vond ik niet alleen vryiheid maar zelfs verplichting, om mynen dienst, in 1de nieuwe betrekking waar toe ik genoodigd werd, iaan het Vaderland niet te ontzeggen. Ik vond vryheid, Ed. Mogende Heeren! omdat ide Post, tot welken de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland my begeerden, my nooit iets Jcon opleggen , waardoor ik genoodzaakt zoude woriden tegen het wezentlyk belang van Zeeland, myn oirfpronkelyk Vaderland, te werken; indien toch de zaaken in de Republiek behandeld worden gelyk het behoord, en gelyk de gelukkig herftelde Regeeiringsform grond geeft om te verwagten, zullen de Eondgenooten met één hart elkanderens byzonder welzyn, waar uit het welzyn van den Gemeeaen Staat word faamgefteld, bevorderen; Holland en Zeeland, wier naauwe verbindtenis den grondfteeq aan het Gebouw van den Staat heeft gélegd, kunnen noch mogen geen Rrydige belangen hebben, of ze zyn, van de eene of andere zyde, onredelyk, eq kunnen door geen eerlyk Man voorgedaan worden. Wanneer ik verder befchouwdê het groot gewigt van de Provincie van Holland voor het gantfehg Eondgenoodfchap; en het belang, het welk alle de Provinciën en byzonder die van Zeeland, met reH 3 de  ii8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Hellen in de kragt en welvaart van deezen haarena magtigen Bondgenoot; wanneer ik raadpleegde mettj myne hartelyke lust, om fteeds by toeneeming end in den uitgebreidften zin, dienstbaar te zyn aan het ij heil van 't Vaderland; dan gevoelde ik een onwe«J derftaanbaaren aandrang van plicht, die my noodzaakte tot het opvolgeneener roeping, waar in (zon God mynen arbeid zegendj ik niet alleen voor Hoi-, land, maar ook voor Zeeland, en voor den gantfchenc Staat, nuttig zoude kunnen gemaakt worden. De Heeren Staaten van Holland en West-Fries»;' land hebben my vervolgens met volle eenpaarigheid,, op een zeer honorabelen en zeer voordéeligen voet,, tot hunnen eerften Minifter aangefteld en van Uw Edli Mogenden verzogt: Uw Edele Mogenden hebbent my gelieven te accordeéren deeze roeping aan tef neemen, op eene wyze, die een altoosduurende blykl zal uitleveren van de hooge gunst, welke U Edelet Mogenden my, tot het laatfte oogenblik myner be-: diening, hebben toegedraagen, en welke U Edelet Mogenden zich niet vergenoegd hebben met de al-I lergracieufte woorden uit te drukken, maar zelfsi met een aanzielyke remuneratie, boven myne verwagting, te verzeilen. Na dit alles, blyft voor my niets overig dan ge«: bruik te maaken van de permislie door U Edele Mogenden my toegeftaan, om myn Ambt van RaadPenfionaris deezer Provincie in den fchoot van U. Edele Mogenden neder te leggen, gelyk ik de eer: heb thands te doen, hulp en toegeefiykheid, weikef U Edele Mogenden my zo veele jaaren, en inzonderheid geduürende myn Minifiery, ja zelfs tot in; dit laatfie tydftip, bewezen hebben: weldaaden,, die ik nooit zal vergeeten, of met onverfchilligheid, veel min met ondankbaarheid'beantwoorden, diei diep in myn hart zullen ingedrukt blyven, en dief my nooit zullen toelaaten aan Zeeland te denken, zonder erkentenis voor het goede, 't welk ik in dit gezegend Land genoten heb. Het zoude my niet voegen, uit te weiden ove?l dei  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, rig is wyze waar op ik my van de onderfcheiden Posen in deeze hooge Vergaderinge , geduurende by. :anegen en twintig jaaren, gekweeten heb; dit ftaat och niet aan my , maar aan U Edele Mogenden, e beoirdeelen : ik verzoek alleen eerbiedig verchooning voor de .gebreken die my hebben aange;Ieefd; terwy ik hartelyk wensch dat dezelve door nyne Succesfeurs mogen worden opgemerkt enverjeterd: indien nogthands myne welgemeende dienien aan U Edele Mogenden niet ongevallig geweest ',yn, bid ik, dat het een grond moge uitleveren , waar >p ik myne talryke Familie, van welke reeds twee de er hebben Leden deezer Vergaderinge te zyn , in ie gunst van U Edele Mogenden mag aanbeveelen. Het is dan heden waarfchynlyk de laatftemaal, dat k in de betrekking van Lid of Minifter, het woord 3 deeze Vergaderzaal voeren zal, en dit laatfte voord zal de oprechte uitlaating van myn hart zyn , :;elyk ik wensch, dat het een van de laatfte zugten ran myn leeven moge zyn! Dat de bewaarende en zegenende hand van den Al« srhoogften deeze Provincie, myn dierbaar Geboorleland, tot eene veilige overdekkinge zy ! Dat haae voorfpoed fteeds toeneeme met haare duurzaam:eid, en dat die duurzaamheid onafgebroken blyve ot aan den afloop der eeuwen! dat Eendracht, Zeigheid , Naarftigheid , Vaderlandsliefde en alle ?oorouderlyke Deugden mogen herleeven, en Zeeïnd ftellen tot een roem der NederlandfcheGewes2n! Dat de dierbaare panden van Godsdienst en fyheid, agter het Bolwerk van een onkreukbaare uftitie, haare veiligheid vinden! Dat de Regeeingsform, onder welke de Republiek het hoogfte pppunt van luister en welvaart beklommen heeft, ngefchonden onder de Doorluchtige Afftammelinen van het Huis van Orange, bewaard blyve tot in et laatfte Nagedacht! Dat UEdele Mogenden, als. e Beftuurders en Medewerkers van het Heil des Lands, ook lang de getuigen daar van mogen zyn, tn teffens de Voorwerpen van eerbied, liefde en H 4 ach*  r %%& PerzarneBng van Stukken betrekkelyk tut pchting van een gelukkig Volk! tot dat U Edel© Mogenden hunne glorieryke loopbaan geëindigt hebbende, den prys van getrouwe Regenten in dQ pnverderflyke Heerlykheid zullen genieten! N0» 324. Waarfchouwing van de Ed. Achtb, Regeering; re 's Hertogenbosch, over verfpreide geruchten van ( nieuwe Roof en Plundering. In dato den j De*.. cember 1787. Hoogfchout en Schepenen , deezer Hoofdftadl *s Hertogenbosch, doen te weeten. Dat zy met leedwezen verneemende, dat 'er iqi deeze Stad op nieuw gerugten worden uitgeftrooid,, even of de ongelukkige Toneelen van Roof en Plun». dering, die onlangs deeze Stad zo bitter geteistert: hebben, in den aanRaanden nagt wederom vernieuwt! zouden worden, en dat zy Hoogfchout en Schepen Een na gedaan onderzoek, geen de minfle reden 1 voor zulke ontrustende en hoogstfchaadelyke uit-Itrooizelen hebben gevonden, en dus niet willen) afzyn, daar van aan de goede Burgers en Ingezeten, nen by deezen kennis te geeven, en teffens te be«' looven eene praemie van één honderd zilveve Du-' eatons , voor den genen, welke de eerfte Uitftrooi*. jerof Uitvinder, van zodaanige ongegronde en haa-a; telyke gerugten, kan aangeeven, met behoorlyk; bewys van dien, terwyl alle Burgers en Ingezete-nen verzekerd kunnen zyn, dat zo by het Militair.r als Politiek Gouvernement alle mooglyke prtccautiep^ zyn , en nog worden genomen. • $Wus gearrefteerd hy Schepenen J&c, (was get.) C. j, Bisdom» J]|f Ordonnantie van dezelve}^. {was ||Q F. Santvoort, '.  4e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. I2F ï$@, 325. Aanfpraak door den Baron van Wassenaar, Heer van Starrenburg, aan den Heere Mr. L. Bi van de Spiegel , nieuw aangebelde Raad-P enfonaris van' Holland en West-Früsland gedaan, by gelegendheid dat dezelve by Hun Ed. Groot Mog. beéédigd werd en in functie trad. In dato den 6 December 1787. Myn Heer! Indien Hun Ed. Groot Mogenden zich ooit heb» ben kunnen vleijen , dat derzelver keuze in de ver'vulling van dit gewigtig Ambt, zoude (trekken tot nut van den Lande, zo is het geweest, wanneer zy met eenpaarigheid van Stemmen deeze aanzienJyke bediening aan Uw Ed. hebben-; aangeboden; reeds federd lang zyn 'er te veel fpreekende bewyzen van Uwe kunde en doorzicht in de behandeling van 's Lands belangens, om Hun Ëd Groor Mogenden niet te voeden met de Itreelende hoop van deeze Post tot heil haarer Provincie te zien bekleeden, tot herftel van zo veele takken van 's Lands welvaart, gemynd door de dro.-vige binnen- en buitenlandlche Onlusten, waar onder de gantfche Republiek, en vooral dit Gewest zugtende is geweest; zy vertrouwen dat 's Lands Finantie, dat fpil waarop alles draait, en dewelke zulke fchokIcen heeft moeten ondergaan, door Uw bellier weder in eenen bloeijenden ftaat zal geraaken , en dat door Uw beleid en uitwerking, dit magtig en fchier twee derden uitmaakende gedeeltens van het Bondgenoodfchap, wederom op de üeliberatiender refpective Bondgenooten zal bekomen dien invloed en dat gezag, welke aan een zo prsdomineerend Lid uit zo veelen hoofde met recht competeerde terwyl aan Hun Edele Groot Mogenden niets aangenaamer zal wezen een gelegenheid te vinden, om Uw Ed. byzondere blyken van derzelver Souvereine affectie te geeven; wenfchende, dat het ,008 Aamachtig beftaage Zyae djernaarfte zegeuiu.*  ï22 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gen in een' ruime maate over Uw Ed. Perfoon te! willen uitdorten; alle Uwe poogingen tot welzyn t van het Vaderland te onderdennen en met een ge- • lukkigen uitflag te bekroonen, ten einde Uwe naam i door de Nakomelingfchap moge werden gedeld I naast de genen, welke zich in derzelver leevens- > loop door haare verdienden onderflyk hebben ge- < maakt. No. 326. Aanfpraak door den Heer Raad-Penflonaris Mr. L. P. van de Spiegel, gedaan in de Vergas dering van Hun Ed. Groot Mogenden, by de aanvaar ding van deszelfs Ambt. In dato denöDecem* ier 1787. Edele Groot Mogende Heeren! Indien ooit iemant rede gehad heeft, om deeze Vergader-Zaal van Uw Ed. Groot Mogenden met een foort van befchroomdheidin te treeden, getroffen te zyn door het gewigt der verplichtingen, die hy op zich neemt en de ongenoegzaamheid van zyne vermogens te gevoelen, is dit in het tegenwoordig oogenblik myn geval. Naauwlyks terug gekomen van de leevendige aandoening, welke het affcheid van de Provincie van Zeeland myn geboorte Land op my verwekt had, daar ik de eer genoot het Ambt van Raad-Penfionaris niet zonder goedkeuring van den Souverein en genoegen der Ingezetenen te bekleeden, vinde ik my geroepen om het zelve Ambt in deeze luisterryke Vergadering te aanvaarden, in welke ik nooit te vooren de eer had als Lid te compareeren, daar de daaglykfche behandeling der zaaken my geheel vreemd is, en daar zich duizend voorvallen kunnen opdoen, welke den loop myner bediening minder voorfpoedig, oneindig moei jelyker kunnen maaken, dan in myne voorige betrekking. De  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 123 De post, welke Uw Ed. Groot Mogenden my hebben gelieven op te draagen, is altoos aangezien als één der gewigtigfte en zorglykfte van den ■ gantfchen Staat; maar de tegenwoordige omftandig:heden des tyd. verdubbelen deszelfs last en kom:mer. Immers, Edele Groot Mogende Heeren ! wanneer men het oog vestigd op den toeftand van de [Republiek in het gemeen en van deeze Provincie in het byzonder, door de kort geleeden beroerten :zo fel gefchokt en geteilterd, moet men verbaasd 'ftaan over de onbegryplyke verwarringen , welke :een verderflyke invloed door alle de takken van het :publyk beftuur heeft verfpreid: men verliest zich ;in de menigte van voorwerpen, die om herltel en iverbetering roepen; van het eerfte oogenblik der 'gelukkige omwending, hebben Uw Ed. Groot MoIgenden hunne zorgen hefteed, om het vervallene iweder op te beuren, om de gefcheurde Banden van :de Unie vast te knoopen, om de wettige Conltitutie en Regeerïngsform boven alle onrustige woeün;gen te verzekeren, en aan deeze weleer zo gelukkige Provincie haare voorige eere, kragt en vermogen weder te fchenken: dit is nog de aanhoudende .werkzaamheid van Uw Ed. Groot Mog., en totzulike voortreflyke einden hebben Hoogstdezelve mymen dienst begeerd. Hoe zeer zoude ik my gelukkig achten, indien ik in het minfte aan die heilzaame oogmerken konde voldoen; maar hoeveel, hoe oneindig veel word :daar toe niet vereischt, en wie is vermetel genoeg iom zich de nodige bekwaamheid toe te kennen! Het zoude nogthands zeer ongepast zyn, mynen [dienst onder Uw Edele Groot Mogenden te beginnen met eene vertooning van angst en kleinmoedigiheid, daar men zich veel eerder meteen dubbele imoed en ftandvastigheid behoord te wapenen, om ide zaaken van het Land in deeze omftandighéden [met ernst en kiem aan te grypen, de tyd orn zwaa1 yjgheden te maaken is ook voorby geweest van het  124 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot oogenblik, dat ik het hartig befluit genomen had, my aan de Provincie van Holland en West-Frieslandt te verbinden; en 'er blyft niets anders overig, danr alle myne vermogens, hoedaanig ze ook zyn, intet fpannen, om aan de keuze en verwagting van Uvn Edele Groot Mogenden te beantwoorden; ombe* kommerd over den uitflag myner handelingen, zo: lang ze door de beginfels van eer en deugd beftuurd: worden. Ik zal dan, Edele Groot Mogende Heeren! deezen dienst aanvaarden, met een ootmoedig opzien] tot God, die my uit veele zwaarigheden heeft ge-, red, en in myne voorige Posten met onderfteuning^ is voorgekomen; op deezen grond zal ik aan Uw» Edele Groot Mogenden belooven eenonfehendbaare trouw , een duurzaamen yver, een geftadige: werkzaamheid: het vertrouwen op magtigen by— Hand bemoedigd my, eene loopbaan in te treden,, daar de gedenkteekens ftaan opgericht van veele: groote Mannen, myne Voorzaaten; hunne wysheidl en deugden zullen my voorlichten, hunne feileni een baak zyn om te vermyden, hunne verfchillende i uitkomften de wisfelvalligheid der ondermaanfche: dingen vertegenwoordigen ; wanneer ik nogthands i myne talenten vergelyke bydie, welke deeze plaats ; geïllustreerd hebben, gevoel ik meer dan iemant: de toegeeflykheid van Uw Edele Groot Mogenden nodig te hebben, en ik verzoeke dezelve als een gunst, waar op ik aanfpraak durf maaken, zö lange myne tekortkomingen niet uit verkeerdheid, maar uit menschlyke zwakheid ontdaan. Ik betuig Uw Ed. Groot Mogenden myne nederige en onuitwifchbaare dankzegging voor de zonderlinge eer aan my, een afgezeten deezer Provincie bewezen, en voor alle de avantages aan my en myne Familie by deeze gelegenheid toegevoegt : deeze weldaaden zullen my altoos op hetduurfleaan Uw Edele Groot Mogenden verplichten, en eeue geftadige herinnering zyn van het recht het welk tJw Edele Groot Mogenden met alle de Ingezetenen I  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 125 nen van Holland en West-Friesland op mynen yver en arbeid verkreegen hebben. Het vertrouwen, het welk Zyne Doorluchtige Hoogheid in my heeft gelieven te ftellen, door myn Perfoon aan Uw Edele Groot Mogenden op degunftigfte wyze aan te beveelen, vorderd ook myne fchuldige dankbaarheid; uit de zuiverfte beginfels van liefde tot her Vaderland, en van overtuiging, dat 's Lands behoudenis met die van de erffelyke Waardigheden van het Doorluchtig Huis van Orange, onaffcheidelyk gepaard gaat, heb ik het my tot eer en plicht gerekend een Voorftander van dezelve te zyn, zelfs in die moeijelyke tyden, waar in de : zucht voor Orange de eenige misdaad was der genen, die anders geene misdaad hadden; trouwens ; myne Inftructie in Zeeland had my de zorg voor dat i dierbaar Palladium opgelegd, en dit is ook niet mini der de uitdruklykc begeerte van Uw Edele Groot ] Mogenden in de inftructie, op welke ik myne te[genwoordige Bediening aanvaarde; myne oprechte ;bedoeling zal altoos zyn, het Vaderland de beste .uitwerkzels van deeze gezegende Regeeringsform te doen genieten; 's Lands belangen aan Zyne Doorluchtige Hoogheid ombewimpeld voor te ftellen: onkreukbaar te zyn in myne Advyfen, befcheiden ;omtrent die van anderen , en langs deezen weg, 'den eenigen om aan Zyne Doorluchtige Hoogheid te behaagen, Hoogstdeszelfs vertrouwen meer en :meer te verdienen. Laat het my nog gegund zyn Ed. Groot Mogende Heeren! des Hemels dierbaarfte zegeningen af te 'fmeeken over deeze Hooge Vergaderinge: — dat ihet Souverein gezag van myne Heeren de Staaten, Idoor de Wetten en Privilegiën onderfchraagd, betftendig zy en blyve de fteun en vastigheid der Burjgerlyke Maatfchappy , de liefde der Goeden, de fchrikder Kwaaden ! Dat Regeeringen Vryheid hand aan hand mogen gaan! Dat onder het hoogwys beftuur van Uw Edele Groot Mogenden de Godsdienst geëerbiedigd en beoeffend worde, de Eendragther- leeve  Ï2t5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot leeve, de Kóóphandel toeneeme, Konften en Weetenfchappen bloeijen! Dat Uw Edele Groot Mog. in derzelver Perfoonen fteeds de voorwerpen van de hoogfte achting en dankbaarheid van een gelukkige Natie magen zyn , en in hunne aanzienlyke Genachten, den begeerlykften Eertycel van Vaderen des Vaderlands mogen voortplanten tot in de laatfte Nakomelingfchap. Dat Zynë Doorluchtige Hoogheid de Prins ErfStadhouder., naar zo veel onwaardige bejegeningen doorgeworfteld te hebben, in zyne wettige Rechten herfteldzynde, deszelfs dagen moge doorbrengen onder het aangenaam genot van vreedeen voorfpoed! dat de verdere leevensloop van Zyne Doorluchtige Hoogheid, voor het volgende Gtflacht, het voorbeeld zy van een ongeftoord geluk, enteffens de Historie van den aanwas van welvaart deezer Provincie, op dat de Nakomeling nooit moge denken aan de Voorrechten die ik hem toewenfche, zonder de gedagtenis van den Vyfden Willem te zegenen. , Haare Koningiyke Hoogheid, het fieraad haarer Sexe, het pronkjuweel der Vorftinnen , zy beftendig het Oogelyn van het Vrye Nederland , de fchoon» Ife parel aan de Kroon van deezen Staat, het heerlykst model van Deugd en Grootmoedigheid voor haar Vorstlyk Nagedacht. Dat de beminnelyke Prinfes, en de veel beloovende Prinfen, de Steunfels mogen zyn van het ErfStadhouderlyk Huis, de blydfchap hunner Tydgenooten, de hoope van den Staat! Dat alzo deeze Republiek, deeze Provincie, haar geluk onder de vrve Staats-Regeering, en den invloed van het Erf-Stadhouderlyk Beftuur moge zien voortduuren en genieten, tot aan den afloop der Eeuwen! No;  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. iTf ',)Üq. 327. Request door eenige Ingezetenen van de Am* bagts-Heerlykheid Leyderdorp , geprefenteerd aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. In dato den . . . December 1787. Geeven onderdaaniglyk te kennen, Jan Jacob 1 van der Meer Schoat, Dirk van Outeren en Wil» ilem Binnendyk Ambagts-Bewaarders, alsmede E« ;wour Brugman, de reeds gemelde Dirk van Ouiteren , Jacob van Ryn en Cornelis Martinds Dekker Schepenen; en laatftelyk Jan van Ryn Gerechtsbode van de Ambagts-Heerlykheid Leyderidorp. Dat de Regeering van Leyderdorp, beftaat uit iden Schout, twee Ambagts-Bewaarders en zeven :Schepenen , uitmaakende het Gerecht, benevens Iden Secretaris; waar van de aanftelling voor zo veel iden Schout, Secretaris en Ambagts-Bewaarders,als imede den Bode betreft, competeerd aan Heeren ^Burgemeesteren der Stad Leyden, als AmbagtsHeeren van Leyderdorp voornoemt, terwyl van de ISchepenen, (die twee jaaren fungeeren) het ééne jaar drie, en het andere vier afgaan, en in plaatfe Ider Afgaanden anderen uit eene Nominatie of dubibeldtal, door den Schout en Secretaris jaarlyks op imaandag voor Kersmis geformeerd, en aan de regeerende Schepenen overgegeeven wordende, door idezelve Schepenen ten zeiven dage verkooren, en op Kopper-Maandag daar aan volgende beëdigd worden, of, indien zy reeds te vooren Schepenen geweest zyn, hun ééd in die qualiteit vernieuwen. Zo als ook de Ambagts-Bewaarders twee jaaren die Bediening bekleeden, en jaarlyks één afgaande in deszelfs plaats een ander uit eene door Schout eh Ambagts-Bewaarders gemaakte Nominatie, door Ambagst-Heeren, op het doen der groote Rekening ia de maand April verkoren word. Dat, offchoon derhalven aan de alzo wettig aangeftelde Schout, Ambagts-Bewaarders, Schepenen en  1 ■128 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ui en Bode, geeDe belemmering in de waarneeming .van hunne refpecfive bedieningen mag worden toe» gebragt, noch ook door iemant anders met eenig recht, de afzetting of aanftelling van de voornoemde Perfoonen kan worden geëxerceerd ofaangemaatigd; nogthands de Supplianten welke hunne voorfchreeven refpective Bedieningen wettiglyk hadden bekomen, hebben moeten ondervinden, dat, wan* neer op laatstleeden dingsdag den 27ften der laatst afgeloopen maand door den laatften Suppliant als Gerechts-Bode, ten verzoeke van de mede-Schepenen Cornelis Molenaar en Jan Snel, het Gerecht van Leyderdorp was geconvoceerd ter verrichting van eenige Dorpszaaken ; twee Perfoonen , met naamen,-NaThAnael la Paer en Pieter Co« mans, aan het vergaderde Gerecht, waar van als toen piefent waren de Schout, de Ambagts-Bewaarder en Schept n Dirk van Outeren en de Schepenen t-wouT Brugman, Gerritvan Klaveren, Cornelis Molenaar , Jan Snel en Jacob van Ryn, hebben verzogt, dat eenige Burgeis van Leyderdorp mogten binnen Raan. Dat dit verzoek geaccordeerd zynde, daar op een groote menigte van Perfoonen zo Ingezetenen van Leyderdorp als anderen, wel circa twee a drie i honderd in getal, op de Rechtkamer zyn verfchee- . nen, en door Pieter Comans aan het Gerecht is voorgeleezen een Declaratoir, in fubftantie quall jnhoüdende: dat de Ingezetenen van Leyderdorp, Schout en Gerecht hielden voor ontflagen van. hunne Bedieningen, en alle andere Posten daar aan verknogt, en dat in het vervolg de oude Schepe» ■ nen zouden fungeeren. Dat daar op de Schout, zynde de eerRe Suppliant in deiZ'-n, Copie van dat voorgeleezene gevraagt, doch tot antwoord bekomen hebbende, dat ; hy zulks niet konde krvgcn, vervolgens door den èerllen Suppliant is gezegd, dat hy zich over die ontmoeting zoude athesfeeren, daar het behoor-< de. Dat. A  ce ffet'etirfcnifph iri 1787 enz. voorgevallen. 129 ij Dat daar op een gedeelte, der voornoenlde Perfoonen van de Rechtkamer weg gegaan en een gedeelte daar op nog. gebleeven &ynde'i een. oogenblik.daar na de voornoemde Nathanael.la Paek,' en PieTïÉK Comans onge«raagr wederom binnen gekomen zyn,.en verzogt hebben, quaji.uit naam der Burgers , dat de Secretaris Gael, envde Schepenen Molenaar, Snel en vAN.Klaverenzouden, bly ven zitten,, maar dat de Schout en verdere Leden van bet Gerecht vertrekkenzouden \ welke laatstgemeide dan,ook, tot voorkoming van verdere en ergere feitelykheden, zich vari de Rechtkamer hebben geabfenteerd. -. , . , Dat vervolgens,- onder eene, groote toejuiching van de voor en by het Rechthuis vergaderde menigte,, in de Rechtkamer zyn binnen gekomen. Pieïek van der Vis, Gerrit VaN, Ryn en Abram Horn, allen Oud-Schepenen van Leyderdorp,- werdende gevolgd van een groot, aantal andere Pgrfoönenj welke .een Vendel by zich hadden j.het welk door hen uit eenealer Venfteren in het Rechthuis is uit- geftooken; hebbende de gemelde, drie Perfoonen! PlÉTER van der VlS , GERRIT van ryn et) AbRAM Horn, als door de. vergaderde menigte quafi, tot Schepenen verkoren zynde., benevens de op de Rechtkamer gebleevene Schepenen* Molenaar f Snel en van Klaveren, als mede-Schepenen fesRe genomen, met kennisgeeving, . dat Dirk Mo: raal mede tót Schepen .was Verkoore.n , ,doch door indispofitie verhinderd werd, óni mede tegenwoordig te komen: na.al bet. wélke aflé. de verdere Perfoonen uit de Rechtkamer vertrokken zyn. , ,. , Dat daar op de gemelde, aangebleevene, bjenevcns :de .alzo pretenfelyk nieuw verkorene Schepenen,' hebben,goedgevonden.,- verfcheide .befluiten ce hee;Jjien,. en wel onder anderen,. dat van het v90rfcl1r.ee:y_en gepasfeerde door.den Secretaris Gael, zoude nróraóp kennis gegeeven aan Burgemeesteren .de.r, ijSfad Leyden; dat óok aan den eérRen ■Supp.' izoud.e worden aangezegt, alle de Papieren, fiéi lil. Deel, j Sm  !3o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ambacht concerneerende, welke hy onder zich mogte hebben, ten fpoedigfte ter Sccretarye van het°Arnbacht te bezorgen, en dat ook aan de mede Supplianten Willem Binnendyk en Cornelis Martintjs Dekker, die te dier tyd in de Vergadering van het Gerecht niet waren prefent geweest, hun ontflag als Ambachtsbewaarder en Schepen refpedfive 'zoude worden bekend gemaakt; terwyl voorts de voornoemde aangebleevene en in voege voorfchreeve aangeftelde Schepenen ten zeiven da. ge zyn voortgegaan, en in plaats van de mede Supplianten van Outeren en Binnendyk, tot nieuwe Ambachtsbewaarders quafi hebben verkooren Cornelis Molenaar en Gerrit van Ryn, en voorts verfcheide der Brandmeestercn en hunne Adfiftenten als mede der Wykmcesteren, van de Bedieningen mede geremoveerd of ontflagen, en andere in «derzelver plaatfen aangefteld, mitsgaders aan den laatften Suppliant als Bode gelast, om zo aan de ontflagene als aan de nieuwlyks aangeftelde Perfoonen refpeclivelyk van derzelver ontflag en aanftelling communicatie te doen. Dat eindelykook den volgenden dag, den aRften November laatstleeden , door den voornoemden nieuw aangeftelden Ambachtsbewaarder Cornelis Molenaar, wederom Vergadering van Ambachtsbewaarders en Schepenen belegt zynde, als toen door Hun genomen en aan den laatften Suppliant door den Secretaris Gael, is voorgeleezen, eene pretenfe Refolütie, in fubftantie inhoudende: dat, op propofitie van één der Leden van het voorfz. Gerecht, unaniem was gerefolveerd, den laatfte Suppliant van zyne Bediening als Bode te ontzetten, op pretext, dat zulks door de Ingezetenen van den Ambachte van Leyderdorp wierd verlangd, en het zelve veiliger zoude zyn, mitsgaders tot confervatie van de rust en goede harmonie onder de Ingezetenen ftrekken zoude. Dat de Supplianten eerbiedig vertrouwen van zelfs manifest te zyn, dat de gemelde remotie en af-  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 131 afdanking van de Supplianten, en van de voorgemelde andere Officianten van het Ambacht van Leyderdorp (welke ook tegen de notoire rechten der , Ambachtsheeren van Leyderdorp in verfcheide opdichten diredtelyk en verregaande ftrydig zyn,) j gansch informeelyk en onbevoegdelyk zyn gedaan 1 door Perfoonen, daar toe geheel ongequalifkeerd : zynde, en geen 't minfte recht hebbende; en dus miet anders kunnen worden aangemerkt dan als onIbehoorlyke en gewelddaadige feitelykheden en zo:daanige handelingen, Welke wel verre van de goed•keuring van Uw Edele Groot Mog. te kunnen weg: draagen, integendeel reeds in meer andere gevallen : by Ü Ed. Gröot Mog. ten hoogden zyn geïmpro:beerd, en verboden geworden, gelyk ook de voorTchreeven onderneemingen ter kennis van Burgcimeesteren der Stad Leyden, als Ambachts-Heeren , igebragt zynde, by dezelved ten eenemaale zyn af;gekeurd, en als onbeftaanbaar aangemerkt worden. En dewyl eene prompte en effkacieufe voórzieihing tot redres en herfieliing van alle feitelykheden teh hoogden nodig is, en anders allerlei confufién :en irregulariteiten dagelyks meer eh meer in 't 'voorfz. Ambagt van Leyderdorp te wagten zyn, nadien de Supplianten in de waarneeming van hunne ^wettige Posten en Bedieningen door de voorfchreeve feitelyke remotie zyn verhinderd geworden, en aan de Refolutien en handelingen van de tegenwoordige pretenfelyk fungeerende" Ambachtsbewaarders •en Schepenen geene wettige aucforiteit noch valide :kragt kan worden toegekend, zo keeren de Supplianten zich tot U Edele Gröot Mog. ootmoediglyk 'verzoekende, dat U Edele Groot Mog. prompte en :efficacieufe voorziening gelieve te doen, ten einde ide voorfz. feitelyke reniotie en afdanking zo van Ide Supplianten van hunne refpective Bedieningen, lals van de geremoveerde Brandmeesteren en Adflftenten midsgaders Wykmeesteren te Leyderdorp, imet alle de gevolgen en aankleeven van dien, als :önbevoeglyk en onwettig gefchied, met alle de ge-, I 2 vol-  f3* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot volgen en aankleeven van dien ten fpoedigRen werden geannulleerd, en buiten alle effect gefteld; en in tegendeel de Supplianten en verdere geremoveerde Perfoonen in derzelver refpective Posten en Bedieningen wederom herReld, gemaintineert en beveiligd mogen worden, en zulks alles zodaanig als U Edele Groot Mog. naar derzelver hooge wysiieid en asquiteit zullen oirdeelen te behooren; ongeprejudicieert het recht der Hooge Overheid, tei'.cn de genen welke de voorfz. geweldaadige handelingen ondernomen, en zich daar aan fchuldig gemaakt hebben. 't Welk doende èfc N°. 318. Extract uit het Register der Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland,• betrekkelyk tot het voorenftaande Request. In dato' den 7 December 1787. Ts geleezen de Requeste van Jan Jacob van der Meer, Schout &c. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verflaan, den gemelden JanJacob van der Meer, in qualiteit van Schout der gemelde Ambachts-Heerlykneid van Leyderdorp, aan te fchryven en te gelasten, zo als gelast word by deezen, om zo ras deeze Refolütie en Aanfchryving ter zyner kennisfe zal zyn gekomen, op de gewoone wyze door Jan van Ryn, als GerechtsBode van voorfz. Ambachts-Heerlykheid, te doen convoceeren alle zodaanige Perfoonen, als welke, als wettige Leden, tot het Gerecht aldaar behoorende, even zo als die voor den 27 en a8Ren November laatstleeden, als wettige verkoorenen en aangeleiden behoorden, daar onder ook fpeciaal begreepen Dirk van Outeren en Willem Binnendyk, als Ambachtsbewaarders, Ewout Brugman? de gemelde Dirk van Outeren, Jacob van Ryn en Cornelis Martikus Dekker als Schepenen y en-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 en voorts aan de dus wetcig geconvoceerde Leden kennisfe te geeven : dat Hun Ëd. Groot Mogenden niet dan met de uiterfte indignatie hadden vernoomen het op den 27 en 28ften November laatstleeden ter Recht-Kamer van voorfz. Ambachte voorgevallene ; dat Hun Edele Groot Mogenden al het zelve hielden voor willekeurige, onwettelyke en wederrechtelyke daaden; en, dien volgende, al het zelve, met de gevolgen en aankleeven van dien verklaarden, zo als verklaard word by deezen, voor nül, egeene en van onwaarde; met verder last aan hem Schout, om alle die genen, welke voor den 27Ren en 28ften November laatstleeden zich in eenige Bedieningen, het zy van Ambachtsbewaarders, Schepen, Bode, of welke andere ook, mogten nebben bevonden, dezelve in die Bedieningen (voor zo veel des noods) te bevestigen, en daar inne te doen continueeren tot zo lange dezelve daar van op eenen wettige wyze zouden mogen worden ontzet; en voorts te beletten en tegen te gaan, dat alle die genen, welke zich op eene zo gantsch onwettige wyze tot eenige Bedieningen, hoe ook genaamd» hebben doen employeeren , daar inne eenigzints fungeeren, en om (na kennisgeeving aan de gemelde Leden) deezer Refolütie en Aanfchryving, daar van ook, ten overftaan van het gemelde Gerecht, advertentie te doen aan de Ingezetenen van voorfz. Ambachts-Heerlykheid tot elks en een iegelyks na>rigt; laatende Haar Ed. Groot Mog. onverlet aan een ieder zodaanige Actie, als hy tegen het voorfz. Gerecht, ofteiemants van deszelfs Leden of andere Ambtenaaren, zoude vermeenen te hebben eu tp mogen inRitueeren. En is wyders nog goedgevonden en verftaan, dat Copie van voorfz. Requeste zal worden gezonden aan den Bailiuwvan Rhynland, met last, om tegen allen de zodaanige, welke zich in deezen mogten hebben fchuldig gemaakt, het recht van de Hooge Overigheid waar te neemen, daar tegen te procedeeren zo «Is hy in goede Juftitie zal oirdeelen te.behoorena. fi» l 3 vaa  Ï3 4- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van hec door hem in deezen verrichtene aan Huns Edele Groot Mogenden kennisfe te geeven, enz. Op gelyke wyze kunnen wy hier toevoegen, dact de voorfz. Refolütie (tot welkers handhaaving (dess nodig) bereids door.Zyne Doorluchtige Hoogheid,, den Heere Prince Erf-Stadhouder, die Reeds betoond van diergelyke ongeregeldheden een afkeert te hebben, orders gegeeven waren, doch welke; niet hebbeo behoeven werkftellig gemaakt te worï den,) op voorleden Zaturdag na deszelfs farm ene inhoud behoorlyk is ter Executie gelegt. JN(', 329. Waarfchouw.ing van de Regeer in g der Stadt yhnfteldam, ftrekkende tot qanmaanwg van e nsge^ gezindheid en vreedzaamheid, enz. Indmo den iq: December 1787. Myne Heeren van den Gerechte deezer Stadi overtuigd, dat in èene groote en Volkryke Stad.als; deeze, niets meer tot voorfpoed en bloei van de-,zelve kan ftrekken dan eensgezindheid en vreedzaamheid onder derzelver Inwooners, hebben aanj den eenen kant mee genoegen befpeurd, dac zeeri veele Burgers en Inwooners derzelver, zich hebbent gedragen naar de Waarfchouwing van den 11 den; October 1787, waar by myne Heeren voornoemt,, toe voorkoming van alle onaangenaame ontmoetingen, en tot bevordering van de algemeene ruscsl elk en een iegelyk aangeraaden hadden zich van een; Qrangeteken te voorzien, waar aan in deezen tyd 1 word gehegt de betekenis van verlangen naar eensgezindheid, ftilte en rust in het Vaderland, en alle: de onheilen, waar in tweedragc het zelve heeft gedompeld. "' Maar myne Heeren voornoemt hebben aan deqi anderen kant met leedwezen vernomen, dat, nies: tegenftaande de heilzaame oogmerken, en de vredelievende inzichten,'waar mede de gemelde Waar- • ichouwinge was ingericht, fommige 'ingezetenen,: B&r^ ~'~ w-' ' * £ J " ' -' "• " (sa,:  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 135" (in tegenoverftelling van zo veele anderen, welke volgens het aloude kenmerk der braave Amfteldamifche Burgery, mede werken tot behoud der rust en eendragc) by aanhoudenheid kunnen goedvinden ipartyfchap te voeden, en de goede raad van myne Heeren van den Gerechte door hunne daaden opentlyk fchynen te willen verfmaaden, waar door nog lonlangs de rust en veiligheid op eene verregaande iwyze ter Beurfe deezer Stad en elders, is geftoord ;geworden. Waarom myne Heeren van den Gerechte voornoemd, nogmaals allen en een iegelyk ferieufelyk willen aangemaand en aangeraaden hebben , ontzien uiiterlykvaneenOrangeteken, hetzy Cocarde, Lint of Strik, als een blyk van waare gezindheid, omthands Ide rust in deeze Stad niet weder geftoord te hebben, ite voorzien; zullende de zodaanigen, welke door het nalaaten van aan deeze aanmaaning te voldoen, hunne onrustige, woelzieke en tweedragtzoekende gevoelens zullen hebben ten toon gefteld, als Fauxeurs van dezelve, door myne Heeren van den Gerechte worden befchouwd en behandeld. Verbie. dende niet te min myne Heeren voornoemt, dat aan de zodaanigen, om die reden, door iemand eemig geweld, het zy ter Beurfe, het zy op 's Heeren Straaten gefchiede, en vooral dat aan de guede Ingezetenen, welke zich naar deeze raadgeeving Kullen gedraagen, eenig molesc of geweld daar omtrentwerde aangedaan; zullende de Daaders van zodaanige oproerige Feiten, als Verftoorders der lalgemeene rust en veiligheid een ftrengften en exemplaarlyk worden geftrafc. Aldus gearrefteerd den pden December. 1787, ■prafentibus den Wel Edele Geftrenge Heer Mr. Willem Cornelis Bakker Hoofd-Officier , alie de Heeren Burgemeesteren, dempto de Heer en 'Mr. Pieter Clifford, en alle de Heeren Schepenen. Én Gepubliceerd den loden dito , prefentibut tóen Wel Edele Geftrengen Heer Mr. Willem. I 4 Co&-  l$6 Verzameling van Stallen betrekkelyk to§ Cornelis Backer Hoofd-Üfficier; den Hper Mr.,,, Matthys Straalman Burgemeestei'; en1 de Hee-ren Mr. Mcolaas Calkoen en Mr. Pieter Elia^> Schepenen. In kennisfe van my Secretaris (was get.) J. van der Düssen. Èfe $acti Protest van den Gemeensyian L'. J. Quey-' sen, aan Raad en Meerite der Stad Zwölh itigegeè* • ven, over het niet verkenen ven z-ji:e dcmljie 'als: Gemeensman van die Stad, % dato den 11 Decent- ■ /w'1787. De Ondergefchreevene zich op den 28fien No- • vember laatstleeden by Requeste aan Raad en Meen- ■ te'geadresfeert hebbende, ten einde zyn ontflag; als Gemeensman te verzoeken, en daar op nog ftaande die Vergadering een 'gunftig appóinctement van de Meerite verkregen hebbendé, had verwagt, dat óók Schepenen en Raaden niét zouden gediffieul* ■ teert hebben , om hem mede zyné demisfie te veïJteerieni zo als dezelve ook onlangs aan de Gemeens? . Héden Metelerkamp en' Zedinder, en nog maar weinige' maanden-1 geleden aan : verfcheidene Ge- ■ meenslieden zyn - verleend. Te meer'had hy dit verwagt,'•'daar zyne gevoelens door zyn protest, van den i8den October bekend waren, ende Lucie Keur aanftaande was, en dezelve zekerlyk ter appro? b'atie aan den Heef Erf-Stadhouder fiond verzonden te worden, of om daar mede té handelen naar wel-gevallen,- gelyk gefchied. is met de laatfte Pauli .Reui-j welke Itrydig is tegén hét Stad-recht, het wélk-dicteert, dat Stads Regeering zal beftaan uiC a"'gt •Schepenen en agc Raaden,- en- 'er thands maar vyftiëh te zamen'zyn:, en tegen den' interpretatoi-J fen brief van wylen zyne Majefteit Willem mu Derden, cn tegen de grondén 'in de Refolütie Van icheberba en Pvaaden van 'dealden-November i?8<3 5] ft ■■ ,-■ i«*w '*>■• w \+*~*ï > - |t^'-  &eheurtemsfen in 1787 enz. voorgevalkn. ï%f vervat, by welke beide hetavbitraire jn deinprpbatien word tegengegaan. Door dien nu de Qnderget.eekende zich in geene deliberatien ander de Pruisülche pvefheerlching gehouden, heeft, ingelaaten , maar antegendeel geprptespee.rt tegen alle de Refolutien, die vervolgens Ronden genomen te worden , gely~ ny mede om die zelfde redenen geprotesteert heeft, tegen de reïntroduS;ie van het Reglpment yao den T<.-r or, r.*Wid iaakem zedert de evacautie ; en de beleedigingenrwelke zy van dezelve mogten rontfangen hebben, door wederkeerige feitelykhet'den te wreeken,' in plaats'van het onderzoek en do i beoirdeeling hunner bedryven aan den Competen: ten Rechter over te laaten ; maar dat ook aan deani dere kant , zeer veele onrustige Perfoonen , die I hunne verfoeijelyke bedoelingen tot omkeering der; zelve Regeeringsform gemist hebbende,. zich nu i nog toeleggen, om niet alleen door bedekte wegen, : maar zelfs onenlyk het zaad van tweedragt in hec :-Land verfpreiden , en de Gemeente tot buitenfpoo,i righeden aan te hitfen , om, indien het hun mooglyk was, 'deeze Provincie van de heilzaame vrug,4en der gelukkige omwending cc berooven, en on:'&;."'"'' ■ " de$  14® Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der de beroeringen door hen zelfs aangeftookt, ,1 hunne Landverdervende oogmerken voort te zet- • ten Zo is 't, dat wy hier tegen willende voorzien, , by renovatie en ampliatie van onze voorige ordres,, en in het byzonder van onze Waarfchouwing hier: boven gemeld, verbieden, iemant wie hetookzy,, zonder Rechterlyke au&oriteit, in zyn Perfoon of; Goederen eenigzints te molesteeren, het zy door; Schelden, Glazen inflaan, Plunderingen, feitelyke; Afzettingen, of op eenige andere wyze te beleedi-gen of bevreest te maaken, en in het gerust verblyff ter Plaatze zyner inwooning te belemmeren : gelykc wy ook niet minder ernftig verbieden, door woorden , daaden of gefchriften eenige aanleiding te: geeven, waar door de drift tot het pleegen van zodaanige buitenfpoorigheden zoude worden gaande: gemaakt, en fpeciaal direct of indirect iets te onderneemen tot disrefpect van de Hooge Regeeringe: en van de Perfoon, Huis of Waardigheden van zyne: Doorluchtige Hoogheid den Heer Prins Erf-Stadhouder, of van de zo lang gewenfchte en van deni Hemel blykbaar begunRigde omwending van zaaken; zullende alle die genen welke zich aan het ééni of ander hier boven gemeld, fchuldig maaken, als; Verftoorders der publieke rust aan den Lyve , ja; zelf naar exigentie van zaaken met de Dood worden] geflraft. Ordonneeren en gelasten voorts wel expresfelykl onzen Prokureur-Generaal, midsgaders alle andere; Officieren van onzen Lande, tegen alle die genem welke zich aan het een of ander van het geeD voorfchreeven is, hebben fchuldig gemaakt, of nog; zullen fchuldig maaken, zodaanig te procedecrcn,. als het recht van de Hooge Overigheid vereifcht,, en deeze onze Publicatie ftriftelyk en precifelyk te; executeeren zonder eenige conniventie of disfimuJatie, op poene, dat de Officieren en Jufticiereiy die in deezen nalaatig zyn, niet alleen van hun Of-' jjïcie zullen worden gepriveerd, maar boven dien naar;  ! Gébeurtenisfen in ijUf int. voorgevallen. ï$t aar exigentié van zaaken zullen worden gecorrieerd of geftraft. „,,••", „ i Gelyk wy mede wel ernftelyk gelasten aan alle Ichouten en Gerechten ten platten Lande, om het een contrarie den inhoud deezer door hen zoude logen ontdekt worden,.ten fpoedigften eer kenisfe van den Officier van hunne Plaats of Oiltria ; brengen, op pcene, van in cas van nalaatigfreid i deeze naar vereifch van zaaken te worden gecorifïcctd» , En op dat deeze Godtergende, ons en zyne Doorachtige Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder zoeer grievende, en den iever voor de oude Contitutie zo zeer onteerende wanbedryven des te beer mogen worden gefluit, zo belooven wy aan den. renen , die een der Belhamels , Aanvoerders ot ianftookers van zodaanige geweldenaryen en rust•erftoorende bedryven, op eene overtuigende wy:e komt te ontdekken, eene Prasmie van duizend uuldens, en daar en boven ftraffeloosheid, indien, ly zelve, zonder een Belhamel , Aanvoerder of kanftooker vau dezelve te zyn, zich aan het een of nder van het geen voorfz. is, mogt hebben fchuldig gemaakt. En op dat niemant hier van eenige ignorantie pre-' ;endeere , zo lasten en begeeren wy , dat deeze üomme zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, ilaar zulks behoord en te gefchieden gebruikelyk s» Gedaan in den Hage onder het Klein Zegel va-tf ten Lande, den &c. Onder Jlond, Ter Ordonnantie van de Staaten» (was get.) C. Clotterbookk, 'JR°v  Verzameling yan Stutten betretlelyk tot ÏJ'. 332. Brief van de lieer en Officieren der refpeclivn Corpfen, Guarnifoen houdende te Zwolle, aan der.\ Heere Commandant dier Stad. In dato den . „ , December 1787. Hoog Weegebooren Heer! Alle de Officieren der refpeclive Corpfen, Ca-: vallede , Infanterie en Artillerie van dit Guarnii foen, meenen thands niet langer te mögen vertoef ven, aan UHVVGeb. voor tc draagen, dat zy ver-r trouwen, dat door het gedrag en de goede ordei die deeze Corpfen geduurende hun verblyf alhier gehouden hebben , de rust en veiligheid binnen dee^ ze Stad (voor zo verre men daar omtrent, met bei trekking tot het Militaire eenige bedenking mogs gehad nebben) volkomen bevestigd is ; het welf aangezien de tydsomfiandigheden en het gedrag vani een groot aantal Burgers en Ingezetenen van dee^ ze Stad, zo voor UHVVGeb. komst in dit Guarnhi foen, als geduurende deszelfs verblyf alhier, eeni ontwyffelbaar bewys opleverd van de goede disci-i pline die onder onze Corpfen heerfcht. By het inkomen doch van het ifie Bataillon der Infanterie j wanneer de Husfaaren hier nog Guarni-i foen hielden , wierd 'er vry generaal Orange ge* draagen , het eenigfte dat men toen durfde waagert was te fpoegen als 'er een Officier of Soldaat voor* by ging. De Ruitery (hier naderhand binnen gev komen) onderging dezelve affronten. Niemant wilde hun onder dak neemen , dan op directe ordre? van de Magiftraat. Men weigerde voor hun eetem klaar te maaken , fchoon de betaaling aangeboodent wierd, om dat zy voor geen Orange volk wilden: kooken. Men wilde hun zelfs voor geld geen broed by; de Bakkers geeven. Naar het vertrek der Husfaaren wierd het Orange: draagen dagelvks minder. Men droeg zelfs witte: fisfen aan de Hoeden, en wierd veel brutaaler; de: Pa-  de Gèbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 14$ ;Patrouilles wierden met fteenen, fabels en brandi houten geattacqueerd; men liep familiair met bloote fabeltjes onder de rok; met mesfen van over de anderhaif voet lang in de zak, het welk alles over1 tuigend bewezen is, en voor zeker geen goed oogmerk aanduid. Men durfde de Soldaaten, die zy 1 wisten dat uit Holland hunne Officieren naar de Provincie van Utrecht gevolgt waren, voor Schelmen mitmaaken; waar op echter door de Magiftraat (omitrent die genen, aan dewelke men het heeftkunnen bewyzen,) fatisfacfie gegeeven is. Wanneer eenige Burgers te faamen een Militair (tegen kwamen, fcholden zy dezelve voor Orange 'Vee, Orange Bhxems &c. Dit heeft wel aanleiding gegeeven dat eenige Militairen, (Burgers ontmoetende en onder dezelve zulke Lieden erkennende, die hun (wanneer alleen) befchimt en gefcholden hadden) 'er op toe zyn geloopen, en 'er onder geflagen en gehouwen hebben, doch zulks is altoos wanneer men de Daaders heeft kunnen ontdekken (om de rust te bevorderen) geftraft geworden,, gelyk het zelve zo vooralsnaar UHVVGeb. komst, heeft plaats gehad. Thands ziet men wederom een eclatant geval van de toeneemende brutaliteit der Burgers. '1 wee van nun durven koomen by een getrouwt Soldaat, het eeten dat op tafel ftond op de grond te werpen, sen Orange Cocarde daar in huis vindende verfcheu?en en onder de voet trappen. Tegen een Officier lien zy op ftraat ontmoeten', durven andere zegden, op haar agterfte flaande, al evenwel vivat de Franfoozen, welke hun nogthands met een goed pak :laag onthaalde en deed vlugten ; doch hetgeen echter nog zeer klaar doet zien, de kwaade geest die er heerfcht. Dit alles geeft zodaanig een misnoegen onder dit auarnifoen, welks refpe&ive Corpfen zo veel van ;en Landverdervende Cabaale geleeden hebben , m alle eenpaarig gerefolveerd zyn de oude en thands aerftelde Conftitutie met goed en bloed te helpen fou-  f44 ttrzainefag fdn Stukken betrek fchk tót foütiheereh, en zyn Döofhlchtigfte Hoogheid 9 alle zyne wettige voorrechten maintineeren ; dati zy zich verplicht rekenen, tot voorkoming van alld onheilen en om de rust en goede orde in deeze Stadi te bewaaren, aan UHVVGeb. als Commandant vani dit Guarnifoen te verzoeken , by den Magiftraat tei willen bewerken, dat doör Hoogstdezelve een Pub« licatie worde gedaan, waar by aan alle de Ingezet tenen, zonder onderfcheid j geordonneerd wörd; het draagen van een Orange teken, ten bewyze,' dat zy de verfoeijelyke Cabaale (waar door wy ai Zo veel geleeden hebben) niet meer zyn toegedaan, of 'er ten minfte niet meer openlyk voor uit. durf ven kömeh, op dat hier door .de harmonie tüsfcheni Burgers en Militairen h'erfteld, en alle redenen vam billyk misnoegen uit den weg geruimt worden i eni deeze Stad voor alle onheilen bewaard blyve. N°. 333. Brief van den Heer Commandant der Stadi Zwolle, aan de Edele Hoog Achtbaar e Heeren vaüi de Magiftraat dier Stad. In dato den . . . De* cember 1787. Wel Edele Hoog Achtéaaee Heeren! Het hier by gevoegde Adres my gisteren van we=? gens de Officieren van dit Guarnifoen zynde overgegeeven, vinde ik my verplicht, als van den in-i houd van het zelve overtuigd zynde, en daar medei Ook volkomen inftemmende, zulks ter kennis vatr U Ed. Hoog Achtb. te brengen, teffens als com-i mandeerende Officier van het Guarnifoen daar op] aandringende, dat 'er tot voorkoming van alle on« heilen, zodaanige middelen worden beraamt, waai door het draagen van Orange in deeze Stad,, gelyk! zulks door de geheele Republiek (ten blyke deé heiftelde wettige Ccnftitutie) plaats heeft, ook zon^ der langèr verWyl gefchiedde, op dat alle redenen! j Van tweedragt uit den weg geruimt, en de rust eni  Hg Gebeurtenis/en in. lyZj enz. voorgevallen. 145 heiligheid in deeze Stad ongeftoord bewaard blyve. Waar mede &c. No. 334. Refolütie der Ed. Hoog Achtb. Heeren Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Zwolle, houdende onder anderen bevel, dat niemant opftraat zal mogen verfchynen, als voorzien met een zichtbaar verciërfel van Orange kleur, het zy op de Borst of op den Hoed. In dato Jen 11 December 1787. Burgemeesteren, Schepenen èn Raaden der Stad Zwolle, doen Hier mede te weeten. Dat wy wel a'an den eenen kant rhet veel genoegen hebben mogen ondervinden, dat onze aanhoudende zorge en poo'gitigen ter behoud van de rusfi *n Veiligheid b'inhen deeze Stad aangewend, in zo srerre met dien gewenfchtèn' tiitflag zyn bekroond eeworden, dat deeze Stad tot hier tóe het byzonder voorrecht boven veelë anderen lïëeft mogen' genieten, dat de rust in dezelve dobr geene grové jxcesfen is' geftoord geworden ; dan wy hebben ook lari de andere zyde niet niet weinig leedwezen, ongenoegen eri verontwaardiging moeten ontwaar worden , dat bhZe^füccesfïve Publicacien ter behoud lier ruste geëmfneert, en niet anders dan het waae welzyn van alle Burgers eri Ingezetenen teri doee hebbende, van tyd tot tyd worden overtreeden m met verachting behandeld door fommige Woel» ueke én losbandige Lieden, die de rust fch'yht' té /erveelen en hun best dberi Öm de verdeeldhèdèni X dóen voörtdüuren , en ter bèreikïng van b'00zeoogmerken, verwarring en onrust te wege té brengén , welke Lieden niet tegénftaa'nde alle Onze va* derlyke en welmeenendé Waarfchóuwingen, fcicK iiiët óntzién, vooral dés avonds mét geheéle Tröe-; 3en langs de ffaaateti te loöpen , (zich doorgaan* met groote ronde Hoeden bedekkende, om dies iê tóeer onkenbaar te blyven) en zo' dan 3, als by mé m. Dztu m **  146' Verzameling van Stukken betrekkelyk Ui andere gelegenheden zulke Burgers en Ingezets-' nen, die met hun in denkenswyze verfchillen, ent inzonderheid de Militairen, zo Officieren als Ge-;, meenen na te fpeuren, te befchimpen, en op alt lerlei wyze zo door daaden als woorden te tergen;; welk gedrag dies te onbetaamelyker en ftrafbaarden is, uit hoofde van de goede discipline en orde welki onder het Guarnifoen alhier word in acht genomen,: en den onvermoeiden yver waar mede zo de Com-i mandeerende als verdere Officieren van het zelvet onze poogingen tot behoud van ruste onderfteunen ,: welken yver wy ook wel verzekerd zyn dat dootji verre het grootfte gedeelte van onze goede Bur-t. geiy en Ingezetenen van onderfcheiden rang, ftaatl en denkenswyze, met dankbaarheid erkend word. Gelyk wy mede met ongenoegen verneemen, dat fommige Lieden zich niet ontzien, anderen, die ver-, kiezen Orange te draagen, dieswegens te infulteeren of daar van af te ichrikken en zulks te beletten,: fchoon wy om goede redenen vermeinen dat de: rust en eendragt meerder bevordert, en de aanleiding tot onrust verminderd zoude worden, indien! het draagen van Orange, in navolging van het geen: thands in de gantfche Republiek plaats heeft, ook; hier algemeen wierd. • Waarom wy dan ook, zo ter beteugeling van dies weinige losbandige Lieden, welke onzebillykebe-■ veelen verfmaadende zich fchynen te verbeelden) alle orde en gehoorzaamheid aan hunne wettige; Regeering ontwasfen te zyn, als tot voorkoming; van alle aanleidende oirzaaken tot het ftooren van: rust, nodig hebben geoirdeeld en goedgevonden by' inhsfie en ampliatie van onze voorige Publicatienj op dit fubject geëmaneerd, inzonderheid die vani den 3den November laatstleeden, als nog te or-donneeren en te ftatueeren, gelyk wy ordonneeren l en ftatueeren by deezen. Dat des avonds naar Zons ondergang geene Lie-■ den zich zullen mogen attroupeeren , of in een i meer- 1  ie Üebêurtentsfen in 17 87 enz. voorgevaren* 14.? -eerder getal als vier met elkander op de ftraat zulin mogen bly ven ftaan, of langs de ftraaten loo=n. i.Dat naar Zons ondergang niemant met een ronde ioed op de ftraat zal mogen verfchynen. 'Voorts gebieden wy als nog by inluefie Wel ernjg en nadrukkelyk, dat niemant zich zal hebben verftouten, anderen het zy Burgers of Militai:n, Officieren of Gemeenen uit te fchelden, te bfchimpen, befpotten, naar tefpuuwen, naar te yzen, of op eenigerlei andere wyze te tergen, st zy door daaden of woorden. En eindelyk hebben wy ter meerder behoud van i.st, nodig en dienftig geoirdeeld, by deezen te gesten, dat naar verloop van 24tig uuren naar Pubcatie deezes, niemant óp ftraat zal mogen verihynen, als voorzien met een zichtbaar vercierfel •.n Orange kleur, het zy op de Borst of op de oed IZullende alle die genen welke deeze onze beven , zo by bovenftaande als voorige Publicatien :rvat, in het minfte of geringfte komen te overeeden, of daar tegens te zondigen, en daar van ?ertuigt worden, zonder eenige conniventie naar geur van Rechten als fchaadelyke Leden der Bur;rmaatfchappy en Verftoorders der gemeeneruste, iar maate der omftandighéden, zelvs aan den Lyt, ja des noods met de Dood geftraft worden. 'Actum in Senatu, den &c. r Hanselaar Cofs. < en i QüEYSEN. Ter Ordonnantie, (was gei.) Georg Royer, Secreu  148 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 335. Publicatie van de Regeering der Stad R&i ter dam, tegens het pleegen van baldaadigheden ent ïn dato den 14 December 1787. Alzo Schout, Burgemeesters en Schepenen de Stad Rotterdam, met de uiterRe Verontwaardigim hebben ondervonden , dat niettegenftaande de ge; gronde hoop die zy hadden, dat deeze Stad in eé ne gewenschte rust en tranquilliteit zoude blyvef geconferveert, echter eenige kwaadwilligen ziet verltouten, om door het pleegen van baldaadigha den, infmyten van glazen als anderzints , die Zi gezegende rust en tranquilliteit te Rooren. Zo is 't, dat myne Heeren voornoemt, nodil geacht hebben, door deeze alle en een iegelyk t herinDeren, den voornaamen inhoud van de Pub!:' catie van Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten va; Holland en West-Friesland van den oden Occobei laatstleeden, luidende als volgt: Alzo ter onzer kennisfe gekomen is, dat 01 „ verfcheiden Plaatfen binnen deeze Provincie ee: 3, nige Ingezetenen zich veroirlooven, om hünm s, mede-Ingezetenen, welke zy meenen'omtrentdd „ oude en gezegende Conftitutie van dit Gemeenei best niet wel gezint geweest te zyn, in plaati „ van het onderzoek en de beoirdeeling van hei 9, ftrafbaare, het welk dezelven mogten bedreeveE hebben, aan den Rechter over te laaten, mei „ fchimp- en fcheldnaamen te vervolgen en in der ,, zei ver Perfoon en Goederen, met inflaan vat ,, Glazen," Plunderingen en andere feitelykheden „ te beleedigen, en zich dus fchuldig maaken aar ,, verftooring van de gemeene rust en het pleeger van publiek geweld. ,, Zo is 't, dat wy daar op gehad hebbende, dè .Confideratien en het' Advis van zyne Doorlucht ,, tige Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder 3, &c. &c. &c Van onze Gecommitteerde Raaden, en vat> s, Preliaent en Raaden van onzen Hove, goedge-: * "3. » VOQ'i  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 149 ,, vonden hebben op nieuws te verbieden, gelyk „ wy verbieden by deezen, iemant wie hy ook zy „ met fcheld- of fcbimpnaamen te vervolgen, of „ anderzints in deszelfs Perfoon of Goederen door „ het inflaan van Glazen, Plunderingen of andere „ feitelykheden te beleedigen, of door bedreigin,, gen bevreest te maaken in het gerust verblyf ter plaatze zyner inwooninge; zullende alle die ge„ nen welke zieh aan 't een of ander van het gene „ voornoemt is fchuldig maaken, aan den Lyve, ja : ,, zelfs naar exigentie van zaaken met de Dood ge- : „ ftraft worden. ; ,, En op dat deeze Godtergende, ons en zyne : „ Doorluchtige Hoogheid den Heere Erf Scadhou„ der zozeer grievende, en den yver voor de oude j» Conftitutie zo zeer onteerende wanbedryven des *„ te beter moge worden geftuit; zo belooven wy „ aan den genen die een der Belhamels, Aanvoerders of Aanftookers van zodaanige geweldena:y- • 3, en op eene overtuigende wyze komt te ontdeK: 3, ken, eene Prtemie van duizend Guldens , en daar 1 s) en boven ftraffelooshcid indien hy zelve zonder 3,, een Belhamel, Aanvoerder of Aanftooker van :„ dezelve te zyn, zich aan het een of ander van • „ het gene voorfchreeven is, mogt hebben fchul, j, dig gemaakt". En dewyl de rust en tranquilliteit deezer Stad Hun ! Edele Groot Achtbaare ten iiooglten ter harte gaat, hebben myne Heeren voornoemt nog daar en bouven goedgevonden, te belooven eene belooning van Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 15^' :JJu. 037. Publicatie van de Regeeringe der Stad Ut. recht, behelzende eene vermaaning aan allen en een iegelyk, om zich van eenig Orange-teken ie voor» zien enz. In 'dato 'den 14 December 1787. Schout5 Burgemeesteren en die van den Gerechte der Stad Utrecht in ernftige overweegirige genomen hebbende, dat, gelyk het-voor ieder Vaderlandlievend Burger of ingezeten ten allen tyde betaamciyk is, zo veel hy kan ter bevorderinge van ïüst en "eensgezindheid mede te' werken, zulks inzonderheid eens "ieders plicht mede brengt, daarnet der Godlyke Voorzienigheid behaagd heeft, door eene alleronverwagtfte en allergelukkigfte om)V/endinge, het Vaderland uit den druk, waar mede liët zelve'zo jammerlyk geprangd" wierd, genadig te verlosfen, en de wettige Conffitutie in het zelt ive te doen herfteld worden; en daar over het algemeen in deeze dagen geoirdeeld word, dat het draaien van eenig Orange-vevfierfel een'teekenis van :een gepast verlangen om de zozeer gewenfchterust iniet weder'te'zïen verminderen , maar integendeel ;pnï die mede te helpen bevestigen, hebben Hun Ed. Achtb. goedgevonden, gelyk Hun Ed. Achtb. igpedvjnden by deeze, in nayolginge van 't geen in andere vöornaame Steden van ons Vaderland reeds :is gefchied, allen en een iegelyk te vermaanen, zich ,Van eenig Orange-tèeken, 't zy Gocarde, Strik of Lint te voorzien, begrypende Huh Ed. Achtb. dat Id'ie genen, welke'deezen raad van myne Heeren van : "den'Gerechte eigen'dunkelyk verachten, en zonder (dergelyk een zichtbaar teeken langs de publieke frraaten of wegen opzetlyk zich vertoonen , zich zelven te wyten hebben de ongelegenheden welke ;hu'n, hoe zeer ook tegen de intentie van Hun Ed. ,'JAcht'o., deswegens zouden konnen overkomen, • Verbiedende Hun Ed. Achtb, dienvolgende. niettemin op het allérernftigfie, iemant wie bet oolc izy', Over het niet draagen van een Orapge-teeken, :èèpigen iinaad of geweld aan te doen, en interdi- ■L ft l": '  154 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ceerende Hun Ed. Achtb. bovenal, dat zulks ge-: fchieden zoude aan zodaanige goede Ingezetenen, welke zich naar den welmeenenden raad van mynes Heeren van den Gerechte in deezen zullen koment te gedraagen; gelyk Hun Ed. Achtb. met de hoog.; fle verontwaardiging vernomen hebben, dat eeni-! ge kwaadwilligen zich reeds onderwonden hebben,; aan dezodaanigen, die met eenig Orange teken voorzien waren, hoon en moleste langs 's Heeren ftraa-.. ten aan te doen, zullende de Daaders van zodaanige en alle andere rustverftoorende moeijelykhedent ten ftrengften aan den Lyve worden geflraft. En op dat niemant hier van onkundig zy, zaldee-: ze worden afgekondigd, gedrukt en aangeplakt naar i behooren. Aldus gearresteerd by myne Heeren van den Ge-1 rechte voornoemt, den &c. In kennisfe van my, (was get.*) C. A. v. Wachendorff, No. 338. Extract uit de Refolutien van de Vroedfchap] der Stad Utrecht, waar by aan den gedeporteerdent Predikant Blank de Stad word ontzegt. In datoi den 17 December 1787. Op het rapport aan de Vroedfchap gedaan, dat in: de Wyk van de Compagnie de Oranjeftam, niet alleen zich wederom ophield de gedeporteerde Pre-, dikant Blank, maar dat ook van tyd tot tyd verdagte: bezoeken by hem wierden afgelegd, is by fpeciaale Refolütie goedgevonden, gemelden Blank dee-. ze Stad binnen verloop van 14dagen te ontzeggen,, wordende uit aanmerking van zyne handelwys, zy-ne inwooning in deeze conjuncture van tyden, voor gevaarlyk gehouden. N] geapprehendeerd, of aanftonds daarna in hegteniss genomen, door eenen daar toe te benoemene Krygs- ■ raad, zonder uitftel de -plano te. doen beoirdeeien;; en ingevalle aan denzeive by confesfie of volleedi-ge bewyzen gebleeken is, dat de geapprehendeer-% ■fccemend-e, dat fommige Burgers en Inwooners dee- T?a' V9°. tyd CoC tvd zeer veele onagngenaara1 fieden en moleste moeten ondergaan, niet tegen: ftaande twee zeer ernftige Publicatien by Hun W 1 Groot Mog. de Heeren Scaacen deezer Provincie, 1 de datis den oden Oclober. en iaden December Ilaatstleden, daar tegens geëmaneert, en verfchef1 den Waaarfchouwingen van Hun Ed. Groot Achtb :daar tegens gedaan, hier in willende voorzien • hebI ben, na voorgaande deliberatien, goedgevonden en verdaan, allen en een iegelyk by deezen op bet lailerernltiglte te waarfchouvyen, zich naar den in» houd van yoorengemeldePublicatien en Waarfchou;wingen ftiptelyk te gedraagen, ten einde niet te in;curreeren de ftraffen by gemelde Publicatien en iWaarfchouwingen. gearrefteert * doch vermits tot dommige ontmoetingen,aanleiding i'chynt te hebben igegeeven, dat eenige Burgers en Inwooners deezer «tad,.zonder van eenig Orange vercierfel voorzien te zyn, op s Heeren.Straatenof elders verfchvnen v zo is t, dat Hun Ed. .Groot Achtb. zó om' te vol! idoen aan het verzoek van myn Ed. Heeren van den Oud-Raad deezer Stad, als m naarvolging van É©t gene reeds iq eenige Steden van ons Vaderland is geichied, by deezen de goede Burgery en Ingezetenen deezetStad, op het vriendelykRe willen aangemaant en verzogt hebben, zich in het draagen yan eenig Orange vercierfel, naar het denkbeeld van de meerderheid der Burgery te willen fchikken, en alzo de. eensgezindheid te, helpen bevorderen; verbiedende Hun Ed. Groot Achtb. niet te min op bet.allerernftigfte, iemand, wie het zy, over hec niet draagen van eenigOrange vercierfel eenige f'maarJ of geweld aan te doen; zullende de Daader van zodaanige en alle andere rustverftoorende moeitetykheden ten ftrengft.en , volgens bovengemelde Publicatien en Waarfchöuwingen geRraft worden.. , Aldus gedaan, gearrefteerd en' van den Raadhui.'  i54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ze deezer Stad gepubliceerd den 2often Decemberi 1787. In kennisfe van my» (was get.) Ps. Gevaerts, Secr- No. 343. Publicatie van den Oud-Raad der Stad Dord-recht, kennis geevende aan de goede Burgery, dat: de Commisfarisfen door zyne Doorl. Hoogheid benoemd, op morgen Jlonden te komen. In dato dem 20 December 1787. Myne Edele Heeren van den Oud-Raad der Stad. Dordrecht, op gisteren eene Misfive ontfangen heb-) bende van de Heeren Willem Gustaaf Frederiki Graave van Bentinck, Heer van Rhoon, &c, oe-: fchreeven in de Orde van de Ridderfchap en Edelen! van Holland en West-Friesland &c., en Mr. DiRifl Merens, Raad in den Hove Provinciaal van Hou land, Zeeland en Friesland, als Commisfarisfen vani zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer Prins vani Orange en Nasfau, inhoudende, dat welgemeldei Heeren, ter voldoening aan derzelver Commisfie, op morgen den ziften December, des morgens ten elf uuren, in eene der Vertrekken op'den Raadhui-i ze deezer Stad, derzelver eerfie Sesfie zullen hou-i den; hebben nodig geoirdeeld de goede burgery deezer Stad, daar van by deezen openbaaren füoJK kengeflag kennisfe te geeven. Aldus gedaan en gearrefteerd by myn i£d. nee-: ren van den Oud-Raad voornoemd, en van den Raadhuize gepubliceert den 2oflen December 1787.1 ln kennis van my, Qwas get.) M. G. Rees, Secr. m  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 16$ tfo. 344. Publicatievan de Magiftraat der StadGronin* gen, over het voeden van Partyschappen en draagen van Orange-tekens. In dato den 20 December 1787. Burgemeesterenen de Raad in Groningen: doen ie weeten. Hoe wy overtuigd, dat niets meer tot den voor"poed en bloei van deeze Stad kan Rrekken, dan eensgezindheid en vreedzaamheid onder derzelver inwooners , wel aan eenen kant met genoegen heboen befpeurd, dat zeer veele Burgers en Inwooners , zich hebben gedraagen na den inhoud van ons Plakaat van den 23ften October 1787, waar by wy tot voorkoming van alle onaangename ontmoetingen, en tot bevordering van de algemeene rust, elk en een iegelyk hebben verzogt en aangeraaden zich van een Orange-teken te voorzien, waar aan in deezen tyd word gehegt de beteekenis van verlangen na eensgezindheid, ftilte en rust in het Vaderland, na alle de onheilen, waar in tweedragt, het zelve gedompeld heeft. Dan wy hebben ook aan den anderen kant met ieedwezen vernomen, dat niet tegenftaande onze heilzaame oogmerken, en de vredelievende inzichlen, waarmede ons gemelde Plakaat wasingerigt, fommige Ingezetenen (in tegen overftelling van zo Veele anderen, welke volgens het aloud kenmerk van Groningens braave Burgerye mede werken, tot behoud der ruste en eendragt) by aanhoudenheid konnen goedvinden partyfchap te voeden, en onzen goeden raad door hunne daadenopenlyk fchytnen te willen verfmaaden, door het ontydig afleggen van de Orange tekenen, door het draagen van 'tekenen van onderfcheid van eene andere Kouleur, en het aanvuuren van tweedragt door valfche en iverdichte tydingen, van buiten ingeloopen te verspreiden , waar door het vuur van tweedragt word :onderhouden, de eene Burger tegen den anderen :opgehitst, en van zyne kostwinmnge tot zyn en rzyner huishouding verderf afgetroond. L 3 Zo  Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot Zo is het j dat wy nogmaals allen en een iegelyk; crrftig willen aaDgemaand en aangeraaden hebben", E gelyk wy aanmaanen en aanraaden door deezen, om i Zich by aanhoudenheid van een Orange teken, het i zy Cocarde, Lint of Strik, als een blyk van waare : gezindheid, om thands de rust in deeze Stad niet; weder geftoord te hebben, uiterlyk te voorzien,, en het zelve opentlyk te draagen, tót ons weder- • zeggen, zullende de zodaanige dewelke door het. nalaaten van aan deeze onze aanmaaning te voldoen , i Of door het draagen van tekenen van opderfcheid yan f een andere kleur zich komen te onderfcheiden ,. bf zich ophouden met hunne mede-Burgers doot ; valfché éh verdichte tydingen van buiten ingeloo- • pen, tegens allen fchyn van waarheid te misleiden, i en daar doör hunne onrustige, woelziekeen twee-dragt zoekende gevoelens ten toone fpreiden , door 1 ons als uitvinders van dezelve, en verftoorders der j publieke rust worden befchouwd en behandeld: verbiedende niet te min, dat aan de zodaanige orrj die: redenen eenig geweld , het zy aan hunne Peri foonen, goederen of bezittingen zal mogen ge- ■ fchieden, en vooral, dat aan onze goede Burgers en Ingezetenen , welke zich naar deeze raadgeeving zullen gedraagen, eenige overlast of geweld daar omtrent, werde aangedaan', zullende de Daaders van i zodaanige oproerige baldaadigheden,' als Verftoorders der algemeene rust en veiligheid, ten ftrengften anderen ten voorbedde worden geftraft. En, op dat niemant eenige onweetrnheid moge voorwenden, zal deeze alhier in de Stad wórden aangeflagen, al waar men gewoon is zulks te doen'i Aldus gedaan in Curia} Groningen den 2often December 1787. ' (was get3 J. D. Quintus, yt Ter Ordonnantie der Heeren yoorfzi ^was get/) C. H, Gockinga, Secr et. 1 ■ Né  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. i5j sfq> 345. Extract; uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Ridderfchap en Eigener f* dens de Staaten der Landfchap Drenthe, behelzenzende dispofitie op het geinfereerde Rapport der Heeren Drost en Gedeputeerden , midsgaders verdere Heeren Gecommitteerdens uit Ridderfchap en Eigen-Erf dens , op den Reces Landsdag van den 29JU11 jongst gefield tot de zaaken der vernietigde Exercitie Genoodfchappen en Sociëteiten met den aankleeve van dien, enz. In dato den 20 December 1787. Gehoon het Rapport der Heeren Drost en Gede» inteerden, midsgaders verdere Heeren Gecommiteerdens uit Ridderfchap en Eigen-Erfdens, op den feces Landsdag van den 29ften September jongst: gefield tot de zaaken der vernietigde Exerciti*gGe:oodfchappen en Sociëteiten met den aankleevé van iien, als mede ter Vergadering zynde geleezen eeige informatien door order van den Heere Drost at. Offic., nopens het gedrag van eenige Kerkelye en andere Perfoonen in deeze Landfchap, ingeronncn, met het voorfz. Rapport in een nauw ver» andftaande; luidende. Edele Mogende Heeren! De ondergefchreevenen Drost en Gedeputeer» :en, midsgaders verdere Uwer Edele Mogende Geommitteerdens, op den jongst gehoudenen Reces landsdag van den 29fien September laatstleeden, benoemt, tot de zaaken van de vernietigde Exertitie-Genoodfchappen en Sociëteiten met den aan» deeve van dien, exemt J. Sissing, welke wegens ndispofitie de befoignes deezer Commisfie niet dan :;eduurende eenige weinige dagen heeft kunnen by» i/oonen, hebben met alle mooglyke neerftigheïd , ;och teffens met de vereifchte bedaardheid en voordchtigheid, getragt aan het oogmerk van U Edelo Vlog. te voldoen, en vinden zich als nu verplicht, L 4 V3&  I<58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van deeze hunne verrigtingen en bevindingen eens nauwkeurig, en voor zo verre het gewigt der zaaken vorderd een omflagtig Rapport te doen. Moe-, tende ten dien einde U Edele Mog. hier mede in-formeeren, dat ingevolge Hoogstderzelver verleen-■ de Commisfie, en wel onmiddelyk na het op eem tweede Reces fcheiden van U Edel Mog Staatsvergadering, aan alle de refpe&ive Gerichten derPlaat-» fen, alwaar binnen deeze Landfchap zodaanige Ge-noodfchappen en Sociëteiten hebben gefubfifteerd by aanfchryving gelast hebben, ten einde alle de: Geweeren en Wapenen der vernietigde Genoodfchappen, voor zo verre dezelve niet bereids waren overgegeeven, midsgaders alle de verdere effecten, Brieven en Prothocollen , tot de voorfz.. Sociëteiten en Genoodfchappen behoorende, op te: eisféjfen, onder inthimatie, dat de overgave zodaa-* nig zoude moeten gefchieden, dat een ieder derr gewezene Leden in 't byzonder, des vereischt, zichi met folemneelen êéde zoude kunnen zuiveren, daarr van niets te hebben achtergehouden, verdonkert,, of ter kwaader trouwe weerloos gemaakt; met by- • gevoegden last aan de Gerichten, om van derzei-ver wedervaaren behoorlyk berigt te geeven, ent het aan bun geëxtraheerde ten eerften alhier ter Se- ■ cretarie in te zenden. Waar na Gecommitteerdens op den I7den Oclo-. ber daar aanvolgende te Asfen zyn gekomen, opdcn i l8den de verrigtingen in het Coïlegio begonnen,, en dagelyks eerst tot den iften November, en naderhand wederom van den i3dcn tot den I7den dier: maand, met on vermoeiden vlyt de handelingen voort- • gezet hebben. Om echter in de tegenswoordige tydsomftandig- • heden, omtrent zaaken van deezen aart, zich vani den opgelegden last en plicht met devereifchte vry- i moedigheid en het nodig vertrouwen te kunnen i kwyten, hebben alle de Leden der Commisfie, by 1 den aanvang der eerde zitting eenpaarig goedge* 1 tocden, alvooreas tot eenige"bcfogn.es en onder-. ïoek  de Gébeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 169 zoek te treeden, zich onderling op den ééd aan den Lande gedaan, toe een ftipte geheimhouding hunner verrigtingen te verbinden , en aan malkanderen plechtig belooft, raakende de voorkomende befognes, deliberatien en ontdekkingen, aan niemant iets het geringfte te openbaaren, dan alleen by het Rapport deezer Commisfie, ter Vergadering van U fidele Mog. uit te brengen. Voorts zullen Gecommitteerdens ten aanzien van de byzondere verrigtingen , met mooglyke kortheid U Edele Mog. voordraagen, dat zy, naar maate dag by dag hun duidelyker onder het oog is gekomen het wezentlyk gevaar, waar aan de Landfchap benevens de aldaar gevestigde RegeeringsConltitutie, Uwer Edele Mogende Souvereiniteit, de Erf-Stadhouderlyke Praaëminentien en hooge Waardigheden, en het wettig gezag van de verdere hooge Collegien van Juftitie en Politie in 't gemeen, midsgaders de orde , rusten veiligheid der goede Ingezetenen in 't byzonder, by verdere voortduuring der vernietigde Exercitie-Genoodfchappen en Sociëteiten, uit hoofde van derzelver misbruik zo zichtbaar is bloot gefteld geweest, gelyk in 't vervolg uit dit Rapport nader zal kunnen blyken, zy Gecommitteerdens uit overweeging hier van, als ook van de billyke verontwaardiging en het betaamelyk misnoegen van veele braave en de gevestigde Conftitutie onveranderlyk aankleevende Ingezetenen, wegens de veelvuldige ter baan gebragte fchaadelyke nieuwigheden, waar door niets minder dan het ftigten van een imperium in imperio, fuperintendentie en overheerfching konde bevorderd worden, vermeend hebben te ieveriger te moeten aandringen, dat niet maar alleen de zo gevaarlyke Geweeren, Wapenen en fcherpe Patroonen, waar door ftille en weerlooze Ingezetenen wel haast aan de overheerfching hunner gewapende mede-Burgers hadden kunnen worden bloot gefteld, zonder uitzondering wierden overgegeeven; maar dat ook de Vaandels en verdere weidfe vercierfelen, veelvulL 5 dige  Jfo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dige kentekenen van onderfcheiding, met alle ter aanmoediging in den kryg geichikte Muzyk-Inftrumenten, en meer andere, door aanzienlyke geldverfpillingen by een verzamelde voorwerpen van aanfioot en ergernis , ter Secretarie wierden bezorgt ; ten einde U Edele Mog. te beter in ftaat te ftellen, .om ter herftelling van de zedert zo lang gewenïchte eendragt de nodige order te kunnen beraamen en ter uitvoer te doen brengen, op dat de haatelyke nagedagtenis van deeze zo zeer misbruikte gereedichappen, zo veel doenlyk, voor altoos werde vernietigd. En dit is de waare reden, waarom ten dien op*. zichte onze attentie zich zelfs heeft uitgeftrekt, tot Fluiten en Fluitekookers, Bylen en Schootsvellen, Ballotage-kasten en diergelyke kleinigheden, welke anderzints op haar zeiven als weinig beduidende beuzelingen konden worden befchouwd. Aanbfdangende de Spontons, Heibarden, com-. pleete Geweeren, Bajonetten, Sabels, PatroontasPen en Port d'Epées, dezelve zyn, zo verre wyin ftaat geweest zyn na te vorfchen, ten minften byna alle, vroeger of laater, edoch niet door allen met evengelyke bereidvaardigheid herwaards ingezonden, en op de Tabellen door den Kapitein-Geweldiger Grosman, op onzen last in gereedheid gebragt, nader gefpecificeert; uitgenomen nogthands van het niet gelegalifeerde Genoodfchap te Borger door den Commandant van het eerfte Regiment van Waldeck , by gelegentheid van den doormarfch docr deeze Landfchap ontwapent, waar van de Wapenen naar Friesland mede genomen, eerlang van daar werden te rug verwagt. Doch uit aanmerking dat de Wapentuigen alhier binnen Asfen niet gevoeglyk konden worden geplaatst, fchoon gemaakt, cn op derzelver bewnarirg order gefield , heeft de Heer Gouverneur F. de Jenssfn tot Coevorden van deszelfs bekende en gewoone dienstwilligheid ons een vernieuwde blyk gegeeven, en op ons verzoek de Edele Mogende Heeren  £e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ifi ; zen Raaden van Staate der Vereenigde Nederlanden gedisponeerd, tot het verleenen van de nodige peri misfie aan den Commis J. de Blecoürt, om de; zeiven provifioneel in 's Lands Magazyn aldaar, mids i daar toé genoegzaame plaats zynde te bergen, en voor derzelver onderhoud en confervatie zorg te (draagen, met dien yerdande, dat de kosten welke i daar op zullen ïoopen, niet ten laste yan de Gene; raliteit werden gebragt. En ten gevolge deezer vergunning, hebben wy ] by conventie aan voornoemde Commis, op ons verizoek alhier te Aslen voor ons gecompareerd zynde, i foegelegt ypor het jaarlyks onderhoud en bewaaringo 1. ' Van ïèdér Geweer met de Bajonet drie Rui,yers. 2. Van ieder Sponton of Hel bard eene duiver. 3. En van ieder Sabel eene duiver. iwaar onder de bewaaring der Patroontasfen mede izal zyn begreepen, en oyerzulks, in alles op dien ;voet, als wegens de Generaliteit aan den Commis ,yan 's Lands Magazyn insgelyks pleegt betaald te worden, nogthands met dien verdande, dat hydaar :en boyen voor de meerdere moeite en onkosten van ihet voor de eerftemaal fchoonmaaken van ieder Ge;weer met de Bajonet, boven de yoorfchreevene drie duivers, nog twee duivers, en overzulks vyf ijluiyers voor het eerde jaar zal genieten, als mede itot reditutie van Timmerloon en leverantie van Hout tot Kasten en Rakken ter berging van het een :en ander verveerdigd ƒ 48 - =» - 10, en laatdelykreIftitutie yan de reiskosten en verteering ter occafie :zyner komde te'Asfen tot het fluiten der conventie, midsgaders yan noodwendige verfchotten ter teparatie yan defecle Geweeren, waar voor declaiatie zal mogen inzenden. - En hebben wyders een Landfchaps Bode, nevens. ;den Kapitein-Geweldiger, geadfideerd met een toeïfeikend getal Carïpels Soldaaten naar Coevorden afïgezonden, welke de wapentuigen tot gerüstdelling. ;yeeler ongewapende Ingezetenen , ja wy durven hier  'tjz Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hier mede by voegen, tot wezentlyk genoegen van fommigen hunner, welke dezelven voormaals vrywillig hadden aangegord, in 's Lands Magazynen hebben overgebragt, waaromtrent wy ons tot de recipisfe van den Commis J. de Blecourt daar van af gegeeven, refereeren. Terwyl eenige Vaandels, Trommen, Echarpen, Epauletten, Dragons, Muzyk-Inltrumenten en eenige verdere effecten, ingevolge daar van geformeerde Lysten, voor als nog en tot U Edele Mog. nadere dispofitie ter Secretarie alhier zyn berustende gebleeven. Betreffende voorts de menigvuldige Brieven, Papieren en Prothocollen zo van de vernfetigde Exerckie-Genoodfchappen en Sociëteiten in 'talgemeen, als die van den Heer D. van der Wyk, door order van den Heer Drost rat. Offic., te Rolde in beflag genomen, in 't byzonder; hebben wy vermeend by onderzoek derzelven aan de geëerbiedigde intentie van U Edele Mog. onze Committenten nietgevoeglyker te kunnen voldoen, dan om voor eerst dezelve te leezen, en zo verre ons by examinatie de inhoud van wezendlyk aanbelang voorkwam , daar van een Inventaris of register te formeeren, en om voorts, na dat deeze in gereedheid gebragt was, ons verder onderling te bepaalen tot zekere poincten van nader onderzoek, in hoe verre namentlyk uit die onderfcheide ftukken gegronde , meer of minder gewigtige bezwaaren konden worden afgeleid, omtrent zodaanige handelingen en bedryven, zo van gelegalifeerde als niet gelegalifeerde Genoodfchappen van Wapenhandel, als mede van de Sociëteiten en particuliere Perfoonen, welke onzes inziens, uit 'haar aart en natuur tot onderwerpen van U Edele Mog. nadere politieke deliberatien zouden moeten verftrekken. Waaromtrent wy eenpaarig van begrip zyn geweest , dat dit politiek onderzoek zich diende te feepialea. Ai  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 173 A. Opzichtelyk de Genoodfchappen van wapenloefFening, met den aankleeve van dien. B. Met betrekking tot de ongewapende Sociëteiten en andere Particulieren daar toe relatief, ea :eindelyk: ,~ , , „ . C. Aangaande den inhoud, midsgaders de Uplteller of Opftellers van het berugte Request, namens 'Gecommitteerdens uit de Drentfche gelegalifeerde [Genoodfchappen aan Ridderfchap en Steden de btaaten van Overysfel geprefenteerd, waar by hunne ■gewapende arm aangeboden, en daar en tegens de proteftie van welgemelde Heeren Staaten verzogt hebben. Zynde aangaande het eerfte ons voorgekomen , :dat, ter bereiking van U Edele Mog. waarfchynlyk doelwit moest worden onderzogt, welke Gernoodfchappen in 't generaal, of Officieren en Schuttters in 't byzonder, zo van gelegalifeerde als niet gelegalifeerde Genoodfchappen, van hunne geapprobeerde Reglementen en fchuldplichtige onderhoorigheid aan de Regecring deezer Landfchap mogten zyn afgeweeken. En ten einde die afwyking nader te bepaalen» (daar onder meer in 't byzonder te brengen. r. Het overtreeden van de geapprobeerde Regleimenten. . . , n 2. Het aangaan van verbintenisfen in andere rro.vincien, buiten kennis van de Regeering deezer Xandfchap. - , „, . 3. Het gewapend uitmarcheeren naar het ierntoir van andere Provinciën, buiten kennis of toe- iftemming der Regeering alhier, en tegens de gemanifesteerde wille der Staaten van andere Provinciën , : ofte eene van beiden. . 4. Het correspondeeren metHoofden of Genoodfchappen uit andere Provinciën, ten einde zich te verbinden tot adfiflentie tegens de maatregelen by 'hunne wettige Staaten of MagiRraaten genomen. Het handelen of correspondeeren over zaaJ ken,  f/4 Verzimtlh* vin Stukken betrekkelyk téé ken, de Regeering deezer Landfchap in 't genétaal concerneerende, En in 't byzonder A. Öf ontwerpen gemaakt zyn tot verandering* van de Regeeringsform. B. Tot vermindering of Vernietiging van zyne Doorluchtige Hoogheids Prffirogativen of Prfeëminentien. C. Of ter verkorting öf vilipendentiè Van hef gezag der Heeren Staaten, het Collegie van Drosten Gedeputeerden in het algemeen, en den Drost in *t byzonder, tegens de vastgeftelde Conflitutie van de jaaren 1748 en 1766, en zedert ohheuglyke tyden competeerende. Terwyl vóörts met relatie tot het tweede Poindf. diende te worden onderZogt, het Societeits-wyze handelen èn correspondeeren , binnen of buiten deeze Landfchap, over zaaken de Regeerïng in 't generaal, of deeze Landfchap in 't particulier conCerneèrénde, en in 't byzonder A. Öf aldaar tot dat einde onderlinge verbindtsnisfeh zyn aangegaan ? B. Of ontwerpen zyn gemaakt, tot Verandering der Regeeringsform? C. Tot vermindering of vernietiging van zyne Doorluchtige Hoogheids Rechten éh' Waardigheden, of D. Tot verkorting of verachting van het gezag der Staaten of de Perfoonen. van den Stadhouder, het Collegïe van Drost en Gedeputeerden in het 'algeméén, en den Drost in 't byzonder, en verdere Ambtenaaren, of van Rechten welke hun volgens' de vastgeftelde Conflitutie van de jaaren 1748 en 1766, en zedert onheuglyke tyden cótnpeteeren ?' En dat eindelyk, met opzicht tot het derde en laatfte hoofdpoincf, onderzoék diende te gefchied'en aangaande de aanwezigheid, de inhoud en Op» fteller of Opftellers van het aldaar bedoelde bedenielyk Adres aan de Staaten Van Overysfel. Èi  de Gebeurtemsjen in 1787 ««2. Voorgevallen, 'iff * Na dat wy alle de voorfchreevene regelen van ; nader onderzoek ons zeiven eenftemmig hadden l voorgefchreeven, hebben wy vervolgens, om in ! zaaken van zo veel gewigt gene andere dan btedaar;"de en welberaadene flappen te doen, ons verleï digt, om andermaal alle de papieren, brieven en iprothoeollen bevoorens op de generaale inventaris i'gebragt, nauwkeurig te herzien, en uit dezelven rgeformeert een nadere Notul van bezwaren i én iei'der van dezelven geilek onder die onderfcheidene ildasfen en onderdeeling, waar toe dezelven naar ;onze begrippen natuurlyk behoorden. Terwyl wy eindelyk, om van de opgemerkte be!Zwaaren het vereiichte gebruik te kunnen maaken» löezelve in een Chronologifche rangfchikking hebben overgebragt, om meerder gemakshalven , in feen geregelde orde , ten grondllage van dit ons ''Rapport te kunnen dienen, het welke wy vermeend hebben hier mede, edoch met eenige confideratien ten reflexien doorvlogten, onder het verligte oog >van U Edele Mog. te moeten brengen. Doch alvoorens wy tot de opgaave van de verdere byzonderheden en bezwaaren treeden , welke ;ons by onderzoek zyn onder het oog gekomen , viniden wy ons genoodzaakt, U Edele Mog. vooraf nog te informeeren; dat het ons zeer zonderling en vreemd is voorgekomen, cn niet weinig ter vermeerdering van onzen arbeid en verlenging onzer •byeenkomften heeft verflrekt, dat wy moesten ondervinden, ï. Dat alle de handelingen in de Meppeler krygsraad, zedert den 27 Augustus 178.7., in derzelver Prothocol niet zyn geboekt, noch by de losfeftuk:ken aangetroffen. 2. Dat de befluiten van den Krygsraad in de Wyk, kort voor de disfolutie der Genoodfchappen, en ;overzulks in de meest gewigtige tydftippen genoimen, te vergeefs in derzelver Register worden gezogt. 3. Dat daar en boven eenige bladen, alwaar men deeze  176" Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot deeze laatere handelingen billyk zoude verwagten, uit het laatstgemelde Prothocol blykbaar zyn uitgefcheurt. 4 Dat het Prothocol van de Hogeveenfche Krygsraad ons dien aangaande even onkundig heeft gelaaten. 5. Dat in het Prothocol van de handelingen der algemeene Vergaderingen van tyd tot tyd gehouden, byna niets te vinden is, raakende het verhandelde op de laatfte algemeene Vergadering den 4 Sept. . 1787 in de Wyk gehouden, njettegenftaande het: ons voorkwam, en ook by uitkomst naderhand ge- . bleeken is, dat aldaar zeer bedenkelyke befluiten 1 moeften genomen zyn. Zo dat wy, om dit gebrek zo veel mooglyk te: ▼ergoeden, en omtrent eenige verdere by ons op-, gekomene bedenkingen, nodige opening te erlangen, genoodzaakt zyn geweest, om, even gelyk; te vooren omtrent de Heeren van In- en Kniphuizen tot de Kltnke, en D. van der Wyk, nodig wass geoirdeeld, de gewezene Secretarisfen nevens andere Leden van de onderfcheidene Genoodfchappen , te doen denuntieeren, ten einde voor onss in Perfoon te verfchynen, en de nodige illucidatiem te geeven. Vermids echter Mr. J. C. van Rossen, gewezene; Collonel van het Hogeveenfche Exercitie-Genoodfchap , zich wegens indispofitie excufeerde , omr voor deeze Commisfie alhier te compareeren, heb* ben wy uit onzer midden drie Leden bénoemt, omi hem, nevens eenige verdere gewezene Genood-.' ichaps-Leden , zo in 't Hooge en Echtens-Hooge» Veen als te Meppel, op Vraag artikelen nader tei verftaanvan welke verhooren ter vereischte plaatfen in dit Rapport de nodige aanhaaling zal gefchieden. Na dat wy dan de eer gehad hebben U Ed. Mog^ van onze verrigtingen, en de wyze op welke het gedemandeerde Onderzoek is in het werk gefteld, rerflag te doen, zullen wy overgaan, om 't geer ons;  Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. v?j is in het zelve Van confideratie en de attentie van iEd. Mog. merkeerende, is voorgekomen, meC aorbygaan van al zodaane zaaken, die wel byconquentie als niet onverfchillig zouden kunnen gejuden worden, op te geeven, waarin wytervoor>ming van duifterheid en verwarring, alleen de Ide der hoofddeelen volgen, en daar by telkens joraf het beloop der zaak zullen vastftellen, bennende met de Genoodfchappen van Wapenhantl in het algemeen, en ieder van derzelve in 't 'zonder, zo gelegalifeerde als niet gelegalifeerde. I Ten anderen zullen wy onze bevindinge omtrent de aiergeëxi(leert hebbende Burger- of Vaderlandfche xieteiten openleggen j daar by voegende, het :en ons ten opzichte van de Perfoonen in het een ' ander betrokken, meer byzonder is voorgekoen. Terwyl wy ons ten derden bepaalen zullen, tot het ifaamde Request op den 4 Jüly 1787, om protec: tegen deezer zyds Regeering, naamens de Drentne Genoodfchappen aan de Staaten van Overysfel iprefenteerd. Ten opzichte van het eerRe höófdpóincl, zullen f imo relatecren, welke overtreedingen van de. ■ de Souverein geapprobèerde Reglementen, aan s zyn voorgekomen, — 2d0 onze bevinding open ggen, van de verblndtenisfen die by deeze Gelodfehappen buiten Lands zyn aangegaan of ge* titeerd, — 3do het geen betrekking heeft op het adelyk uittrekken naar het Territoir van andere ovincien rapporteeren, — 4C0 zullen wyonsbealen tot het berigt van zodaanige befiuiten en indelingen als onze byzondere opmerking verdieinde, zyn voorgekomen, en jt0 befluiten mee t geen de niet gelegalifeerde Genoodfchappen befeft. En ten einde nuttelöoze herhaalingen voor te koen , zullen wy een algemeene aanmerking laaten joraf gaan, en vast ftellens waar in het eigentlyk ïgmerk van de Invoering der gewapende- Gefidod» HL Dmu M fchap*  ■ 178 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot j fchappen, zo aan zyde der Oprigteren, als aan dii van den Souverein gelegen is geweest; het geeie wy vermeenen nergens anders ia beftaan te hebl ben, als dat ze in het gemeen zouden dienen ten afweering van alle vyandelyke aanvallen, en in I byzonder van de invafien der ligte Troepes, tejt tyde der oprigting by de ontftaane differenten mai zyn Roomfch Keizerlyke Majelfeit , te dugterji Dit is buiten tegenbedenking volkomen zeker? deels uit de gedaane Adresfen, om de goedkeurinji der Staaten te bekomen, en anderdeels mede ui de by U Edele Mog. zelve geapprobeerde Reglei m.nten: waar uit gevolgelyk by ons befloten is; dat de reden en het oogmerk der oprigting, veel mhi der goedkeuring zich geenzints daar heenen heef kunnen uitftrekken, om deeze gewapende Lighaai men uit een gering getal Perfoonen (in vergelykinr der overige Ingezetenen) beftaande, te willen magj tigen tot het beftuur der Policie en Regeering deei zer Landfchap , of derzelver Hooge Bondgenooi ten, waar door eene fuperieure magt boven 's Land( wettige Souverein zoude vastgefteld, en het voot alle Staaten zo fataale imperium in imperio geintroc duceerd worden ; aan dit oogmerk, (naar ons inziet het eenige waare, ten minften het eenige geoiri loofde) hebben wy vermeend, de daaden en ver rigtingen der alhier geëxifteerd hebbende Genoodt fchappen van Wapenhandel te moeten toetfen, iri vertrouwen, dat ons oirdeel daar over voor gei grond zal gehouden worden. Dit zynde geprasmitteerd, hebben wy ten op; zichte van de overtreedingen der by U Ed. Mog| goedgekeurde Reglementen bevonden. A. Dat den 4 September 1^87, op een algemeen* ver;:adtrng der Genoodfchappen in de Wyk gei houden, befloten is, dat behalven de werkendei ook honoraire Leden , als Gecommitteerdens op die Vergadering mede tonden eompareeren en fterm men; welk recht aan denzelven in de byzonder Krygsraaden reeds te vooren was toegekent, enby ' hui  e Gebmttmisfen in 1787 enz. voorgevallen. 179 n geoeffent, ftrydig aan U Edele Mog. Refolütie iq den 22 Meerc 785, Ratueerende: dat de Offi~ a en en Leden den ééd van getrouwheid, of de onder* kening van het Reglement, in éédes plaaife zouden meer en, onder belofte van gehoorzaamheid aan de 'res der Regeering en onderwerping aan 's Lands Wet. Welke hoogstnodige voorzorg, ingevoertom ; gevaar, 't geen doorziende Regenten reeds desies by de eerfte oprigting in zulk eene wapening tdekten., zo veel mooglyk voor te komen, door eze handeling gedeeltelyk is verydeld geworden» 1 de honoraire Leden dien ééd of fubfcriptie niec daan, en zich dus nergens toe verplicht hebben, door hunne Gecommitteerdens mede inzage ïgen in de beiluiten der algemeene en byzondere /gsraaden. Het geen ons is voorgekomen s »veel te meer overweeging te verdienen, doorun deeze honoraire Leden niet maar alleen uit t,andfchaps Ingezetenen, maar daar en boven ook, ' Vreemdelingen beftonden , welke uit geenen bfde aan de Regeering deezer Landfchap, trou( of gehoorzaamheid verfchuldigt waren , waar jr het allefints te wagten Rond, dat zulke Vreemingen door deeze bekomene invloed, de beflui1 daar heenen zouden zoeken te brengen, als het est met het belang der Party in hunne woonfte. i zoude overeenftemmen, waar uit ligtelyk ge-' rlyke en ongeoirloofde correspondentien en faan» ingen, de gevolgen van vreemde of buitenlande invloed konden voortfpruiten. f Dat by het Genoodfchap in de Wyk, blykens 1 Prothocol van Krygsraads-Kefolutien op den 17 Y 1785, Jr. C. de Vos van Stëenwyk, Heer van Havixhorst, tot Collonel van hun Genoodfchap langeReld, welke verkiezing by zyn HWGeb, iden 25Ren van dezelve maand is geaccepteerd aangenomen; zynde ons in het vervolg ook telis als zodaanig gerencontreerd, en niet alleen I het voornaamRe beflier in de Wyk, maar ook van aiïe de Genoodfchappen in her. algemeen M 2  i8o Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot geoefFent hebbende, offchoon den ééd by U Ed,c Mog. Refolütie van den 22 Meerc 1785 vereifchtjt nimmer door hem is afgelegt — Dit wederftree< vig gedrag , heeft by ons byzondere opmerking gebaart, uit overweeging, dac de Wet ten deezen opzichte by zyn HWGeb. als Lid der Ridderfchap mede is gearrefleerd, waar voor wy dus geen ant dere redenen hebben kunnen uitdenken , dan da:; hy in die qualiteit by 's Lands Staaten niet wildd bekend ftaan, daar men zelfs nog op den 8 Meer: 1787 ter Tafel van de Heeren Drost en Gedepui teerde Staaten een gevorderde Lyst van dit Gei noodfchap "heeft overgegeeven, waar op dezelvi\ bloot als verkoren Collonel gefteld is, met he ilinkfche oogmerk, om het te doen fchynen, als o< die post noch niet had geaanvaard, of als zodaanuj gefungeerd; waar toe byzondere raotiven moeten hebben plaats gehad, welke uit het vervolg vat onze bevinding, zich wel klaarder zullen ontwik kelen* C. Hebben wy ontmoet, dat by het zelfde Gë noodfchap op den 3 January ï'787 is befloten,- m het by U Ed. Mog. geapprobeerde Reglement te herziem veranderen en vermeerderen, gelyk zulks dan ook bly kens de handelingen op den 30 January en 2711.0 Meert daar aanvolgende werkelyk is ter uitvoer ge, bragt, zynde onder anderen art. 27 in deezer voe gen uitgebreid, dat de Leden naar buiten deezeLana fchap gaande, om andere Genoodfchappen te zien ma neuvreeren, hunne zydgeweeren zouden mogen draa gm% — Voorwaar een eigendunkelyke verandd ring , direct inloopende tegens de voorafgaand heilzaame orders van het Collegie op den 16 Mqi 1786 geëmaneert, het draagen van Bajonetten e|i Sabels buiten dea exercitietyd uitdrukkelyk vet biedende: want, behalven dat zulks -nimmer zo(> der aggreatie van U Ed. Mog. had beaooren te ge fchieden , wy! deeze vryheid, geen betrekkinhebbende op'het aan de Genoodfchappen overg« laatene huishoudelyk beftier, hoe onvenehilligoo 1  ie Gebeurtenis/en inijZy enz. voorgevallen. 181 pn het afgetrokkene, nogthands in de plaats gehad webbende omftandighéden, de beëenkelykfte en padeeligfte gevolgen konde naar zien fleepen: .ce ineer, als wy ons herinneren, hoe dikrnaals deeze koekenen van onderscheiding reeds aanleiding tot :ombustien, vegteryen, en diergelyke ongelegentleden hadden gegeeven, tegen welk gevaar de yiele grootsheid van enkele Perfoonen, om juist net een Sabel te pronken, niet kan opweegen. —r tdo Alvoorens alhier nader op te geeven, wat tea ipzichte .van het aangaan van verbindtenisfen buien de Landfchap, en de poogingen daar toe aan;evtend, door deeze Genoodfchappen is verrigt, mllen wy vooraf U Ed. Mog. den aart daar van ea ierzei ver bedoelinge onder het oog zoeken te brengen , en doen opmerken, — dat reeds by het be;in der oprigting van de Exercitie-Genoodfchappea linnen de Republiek uit het gehouden gedrag te (otterdam, Utrecht en elders niet duister bleek, iat de Doordry vers deezer wapening, wel verre an daar mede de voorgewende eindens te bedoeen, zich een invloed óp de zaaken van 's Lands iegeering aanmaatigden, om die in derzelver form nder voorwendfel van gefchondëne Rechten te uilen herftellen, en onder den verleidende glimp an Vryheid en Vaderlandsliefde te veranderen, óf bheelte floopen. ; Dan daar de tegenkantingen van veele aan-'s Lands evestigde Gonftitutïe getrouw blyvende Ingezeteen, te groot een weerftand boden aan allé deeze oogingen, dat ze ieder op haar zeiven ftaande, luik een tegenwigt zouden kunnen te boven kolen, en het voorgenomene einde bereiken, zag aen in de byzondere Gewesten deezer Republiek rel dra de byzondere gewapende Lighaamen zich t zamen fchoolen, tot onderlinge asfociaticn en erbindtenisfen toetreeden , gemeenfchappelyke fergaderingen houden, en daar op befluiten neelen, het voorgenomene waare doel ten duidelyk:en aan den dag leggende, en daar het niet genoeg M 3 waij>  jgï Verzameling van Stukken betrekkelyk tot was, de Regeeringsform in eene Provincie, zoudec het duurzaam zyn, te veranderen, maar naar huno Plan vereifcht wierde, dac zulks overal op dezelvde voet gefchiede, verfcheen 'er eerlang een Ver-1, gadering^ deezer Lighaamen uit alle de byzonderei Gewesten , die zich de Nacionaale noemde, en aan-i jnagtigde de vertegenwoordiging van 't geheele VolM van Nederland, uit welken hoofde, zy zich tot alles; bevoegd rekenden, en niet ontzagen zo verre ini het zelfs by het Verbond der Unie zo onaf hangelykl gelaaten huishoudelyk beftuur der byzondere Ge-: westen in te dringen, dat daar door de loop der JuRitie zelfs geRremd wierd, en om uit veelen eem voorbeeld te noemen, de zaak van den oproerigeni Ondaatje te Utrecht verklaarden te zyn, de zaak vani het geheele Volk van Nederland, neemende daar eni boven de houding van Wetgeevers aan, terwylmer: een ontwerp van beftuur voor de Republiek ter grondwettige herftelling, gelyk men het noemden te voorfchyn bragt, welk een en ander by ons niet anders kan worden geconfidereerd, als een daade^ lyke atteinte op 's Lands Hoogheid en deszelfs ge*: zegende Conflitutie, die geheel en al wierde om-: gekeerd, door het hoog gezag uit de boezem der Staaten over te brengen in de Vergadering der Ex* ercitie-Genoodfchappen. Wy hebben gemeent het nuttig te zyn voor U Ed. Mog. in deezer voegen de natuur der Provino ciaale en Nationaale Asfociatien en Vergaderingec met weinigen open te leggen , ten einde het gedrag van de alhier geëxifteerd hebbende Genoodfchapc pen met te meer grond te kunnen beoirdeelen, et derzelver alleruiterfte gevaarlykheid, voor het be: houd der Conflitutie deezer Landfchap, derinwenc dige rust en eensgezindheid, en het daarmede zc pauw verknogte welvaaren der Ingezetenen, iri welke ftand ook gefteld, nader aan den dag te leg* gen. Wy hebben ter zaak komende, ten deezen op< jpjchte bevonden, A,.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 183 ■ A. Dat op een extraordinaris Vergadering der Genoodfchappen den 1 Mey 1786 toe Meppel gehouden , een belluit is genomen, om zich zo mooglyk, met de Nationaale vergadering der Genoodfchappen' te allieeren, en ten dien einde procuratie verleend op Jr. C. de Vos van Stëenwyk tot de Eavixhorst Collonel in de Wyk;, en O. Blom destydes Majoor te Meppel, ten einde zich by de Vergadering van gemelde Genoodfchappen te vervoegen ; en de genegenheid der Urentfche Exercitie-Corpfen te kennen te geeven, van zich met hun, of de Provinciaale Vergaderingen, in 't byzonder met die van Overysfel te vereenigen, om des vereifcht de concert te ageeren, met dien gevolge, dat de Gecommitteerdens O, Blom en A. Meursing, deeze laatfte gefurrogeerd by abfentie van Jr. C. de Vos van Stëenwyk, zich met de generaale Provinciaale Vergadering der gewapende Lighaamen in Overysfel, op den 30 Mey 1786 in conferentie hebben begeeven, en van daar een Refolütie ce rug gebragt, in fubftantie houdende: „ dat de Commisfie uit die „ Provinciaale Vergadering tot deeze onderhande,, ling benoemd, niet voor zodaane alliantie zyn zouden, uit hoofde van de bepaalingen, waar „ onder de Drentfche Genoodfchappen gebragt wa:„ ren, was het niet, dac zy zich verplichc vonden „ hec vuur der Vryheid aan Ce blaazen, in zulke „ Gewescen waar NB. het verhinderd wierde helder te :„ branden; te meer, daar de omftandighéden aan„ duideden, dat de zon der Vryheid luifterlyker :„ in het Landfchap Drenthe zoude opdaagen, zo „ de Provincie zich met de Landfchap in eenige „ verbindtenisfe zoude willen inlaaten; dan dewyl ,, de Vergadering hier toe niet was gemagtigd, „ moest zulks tot een volgende worden uitgefteld " , hier achter breeder fub A. te zien. Wy moeten in het voorbygaan U Ed. Mog. hier :doen opmerken, — i» dat het aanzoek deezer zjds tot die alliantie is gefchied, en gevolgelyk als geheel het werk van de Drentfche Genoodfchappen M 4 moet,-  i84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot moet worden befchouwt, — 2d dat die Vergadering in Overysfel zich het recht heeft aangemaatigt, , Om üisjchen de Provincie en de Landfchap een verbind- < tenis te fluitenj daar door te kennen geevende, dat | naar hun gevoelen de opperfte magt niet by de we- ■ derzydfe Staaten, maar by de gewapende Exerci- ■ tie-Corpfen refideerde: welk gevaarlyk ftelzel de zo noodzaakelyke ondergefchiktheid geheel en al vernietigd, waar van men geduurende de beroerin- • gen onzes Vaderlands in onderfcheidene Gewesten i de allerfchroomelykfle gevolgen maar al te zeer ge- i zien heeft. Indien men den oirfprong van dit by de Genood- ■ fchappen algemeen aangenomen wangevoelen na»fpeurt, dan ontdekt men dezelve in de verkeerde»lyke veronderilelde reprasfentatie van het geheele: Volk, by het welk na de leere dier dagen de Sou-yereiniteit berusten zoude, waar uit noodwendig; het dwaalend begrip, van boven 's Lands Staaten ver- ■ heven te zyn, moest worden geteeld. Wyders is het, dat ten gevolge eenernadere Com-• misfie by die generaale Overysfelfche Vergadering; op de Gecommitteerdens van Vollenhove en Steen- • wyk verleend, de Drentfche Afgevaardigden Jr. C,, de Vos van Stëenwyk en O. Blom met dezelven i in onderhandeling getreeden zyn, waar van aan die j Provinciaale Vergadering een Rapport is uitgebragt, , hoofdzaaklyk behelzende: ,, dat zy confidereer- ■ „ den, de Genoodfchappen te dienen tot afweering ; „ van binnen- en buitenlandfch geweld, daf : ,, door binnenlandfch geweld ook begreepen, alle in- ■ „ breuken op 's Volks conftitutioneele Vryheid, ,, Rechten en reprsfentative Regeeringsform, —?> „ dat het Volk van Drenthe even zo wel als de an- > dere Gewesten, ten deezen opzichte dezelvde ,, aanfpraak hadden; alwaaromme de alliantie dien» > „ de aangegaan te worden, met deeze verdere by,, voeging, dat dit te meer noodzaakelyk was, wyl ,, het by de Staaten van Drenthe reeds een poin'ct: SJ van deliberatie hadde uitgemaakt, om de Ge-- „ nood.».  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 185 noodfchappen te disfolveeren, welke omftandig,, heid gevoegd by het voorgevallene op den 11 November 1785 te Meppel, en de opeifching „ der fcnerpe Pauoonen, als mede het verbod te„ gen het draagen vau Sabels, buiten den prascifen tyd van Exercitie, en meer andere belemmerin- gen by Publicatuen van den 29 Meert en 16 May 1786 gedecerneerd, een tydperk fcheen aan te „ kondigen , waar in de opdaagende Vryheid en „, Vaderlandsliefde aan de willekeur van baatzugtige ,, Regenten blootgejleld ook in deeze Landfchap wet eens den kragtdaadigen byftand van gewapende Bondge„ nooten zoude kunnen vereifchen, —— dat zy derhal„ ven deeze verbindtenisfe zo veel te noodzaake» „ lyker hielden, en dat men de nood vereifchen,, de, de Wet niet behoefde te refpe&eeren; en „ dat in allen gevallen wel het bezitten vmfcherpe Patroonen, maar niet van Kogels, Kruit en Pa„ troonformen verboden was, en dat zy derhalven „ om alle de voorfchreevene redenen , doch onder „ zekere accrochementen, voor de alliantie zou- den advifeeren, hier achter breeder fub B. " Wy hebben Ed. Mog. Pleeren ! dit ftuk in de Frothocollen der Drentfche Genoodfchappen aangetroffen, en het zelve van dien bedenkelyken inhoud gevonden, dat wy het alle attentie gelooven te verdienen, en merken daaromtrent aan: —■ im0 dat daar in duidelyk gezegt word, dat de gewapendeGenoodfchappen gerechtigd zouden zyn, om te beoirdeelen, wat al of niet overeenkomftig 's Lands Conftitutioneele Vryheid door den wettigen Souverein alhier wierde befloten, en dat ze dus de fuperintendentie zouden hebben over derzelver handelingen, — 2do dat ook hier de Drentfche Genoodfchappen worden geconfidereerd, als het Volk van Drenthe, met uitfluiting der ongewapende Ingezetenen ; daar het echter zeker is, dat die exerceerende Leden, nauwlyks een 4ofte gedeelte daar van kunnen uitmaaken, waar onder nog veele Vreemdelingen, Dienstboden, Ambagtslisden en M 5 aa-  l85 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot andere Perfoonen, geen het minfte deel aan's Lands s Kegeering hebbende, noch de radicaale qualiieict daar toe tnzittende, 3 wierd in het byzon-- der onzen aandagt gevestigd op het geen in dat Rap-. port aangaande het vernietigen der Genoodfchap-. pen, en het bezitten van fcherpe Patroonen is tetl neder gefteld, en befchouwen wy het zelve, alai een' fchending van de Hoogh id en onafhangelyk-. heid deezer Landfchap, bevattende niet ingewik-•ikeld in zich, dat, byaldien deeze Staats-Vergade-ring tot 's Landfchaps welzyn hadde geoirdeeld, de! Exercitie-Genoodfchappen te moeten disfolveeren,, men zulks als dan met den gewapenden arm zoude: mogen beletten. Het is ons geheel niet onbekend,, dat helaas! de Rechten deezer Landfchap, of fchoon 1 dezelve aquo jure als de overige Bondgenooten ini het verbond der Unie toegetreeden is, in meer dan 1 een' opzicht zeer zyn benadeeld en bekort, of nog; worden opgehouden; dan nimmer is het zo verre: gekomen , dat het geheele Lighaam van het Bond- ■ genoodfchap, of eenig Lid derzelve, U Ed. Mog., de Souvereine en onafhangelyke beftelling over: 's Landfchaps Politie en Beftuur hebben willen be- ■ twisten, zo als deeze Vergadering van Vrycorpo-risten in de Provincie van Overysfel zich niet ont- • zien heeft, om, had het God Almagtig niet ver-, hoed, 's Landfchaps Staaten het Hooge gezag, zelfs ; met den gewapenden arm te willen ontwringen; 1 welk voorneemen ons met te meer ontroering heeft : aangedaan, wanneer wy daar toe, als Medewer-■ kers ontmoeten die genen, welke hier ter Verga-., deringe geadmitteerd zynde, plechtig hebben be- ■ zworen, 's Lands Hoogheid te zullen kandhaaven, en< de aanjlagen daar tegen te ontdekken en te weer en Wy hebben deeze aan te gaane verbintenisfe ge- > confidereert als zichtbaar om de waare Vryheid, , door zo veel bloeds verkregen , van het willekeurig goeddunken van eenige weinige doldriftige heet- . hoofden, en een opgeruide menigte te doen afhangen,, mede ter verkorting zo niet geheele vernietiging ; van.  de .Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 187 \vin het gezag en den invloed van Neerlands Doorluchtigen Erf-Stadhouder, in een woord, dienende, om onze gezegende Conflitutie, zo in 't Burjgerlyke, als Godsdienfiige ten .eenemaal te onderIjiiynen en omver te keeren. Ons Rapport vervolgende, is het , dat deeze voorgenomene verbintenisfe uit hoofde van de ac:crochementen aan de zyde der Overysfelfche Vry:corporisten gemaakt, niet in Rand gebragt, maar op nieuw tot het hervatten der conferentien daar :over befloten is, en die mislukkende, om zich dan hy de Nationaale Vergadering te adresfeeren, bly!lcens de Refolütie van den 5 Augustus 1786 fub C. :cn Misfive van Jr. C de Vos van Stëenwyk en O. [Blom aan die van Overysfel den 16 Augustus 1786 jgefchreeven. ,, Houdende, behalven kennis- geeving deezer Refolucie, de herhaaling en vol„ komene goedkeuring van den inhoud van hec Ia, voormelde Rapport, met byvoeging, dat inge,,, volge de raad aan hun door die van Overysfel [., gegeeven, reeds eenige demarches tot de vereeniging l s, met de Friefche en Groninger Genoodfchappen, geit, daan hadden, en dat byzonder door deeze verbindItenisfen de geweldaadige aanranders der Vryheid I,, zouden worden afgefchrikt, om haar zo veel belemmeringen toe te brengen, wyl zy dan te gemakkely l 3, ker door de kragtdaadige byftand hunner Bondgenoo1 ten daar tegen zouden beveiligt worden, met voorflag 3, ommetdllefpoed de conferentien te hervatten." Zie bylage D. Wy remarqueeren, dat in plaats, zo als men billyk hadde mogen verwagten, de Drentfche Genoodfchappen over den inhoud dier Rapporten, hunne verontwaardiging betoond en alle verdere onderhandelingen èn verbindtenisfen met lighaamen, zo weinig de geheiligde Rechten van 's Lands Staaten ontziende , zouden gemenageert en afgebroken hebben, zy echter in tegendeel die Rapporten in hunne Protocollen deeden infereeren ,. derzelver ia-  'z88 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot inhoud toeftemden, ja zich nog fterker tot het aan», gaan eener asfociatie begeerig betoonden £ea gedrag Ed. Mog. Heeren, in 't byzonder vaai Jr. C. de Vos van -teenwyk en O. Blom, beide: Leden deezer Hooge Vergadering, 't welk niet vaai ons kunnen verkrygen, voor wettig en geoirloofdï te verklaaren. B. Js het ons gebleken, dat dezelven zich oofcc met de Genoodfchappen in Friesland en Groningeni hebben zoeken te verbinden, waar toe op de Vergadering van den 4 September 1787. in de Wyk: gehouden, procuratie wierd verleend op Jr. C. des Voc van Stëenwyk tot de Havixhorst, en Mr. W.. Tonckens, nader fub E te zien, d.an daar ons, byr mar.quement van de laatere handelingen het gevolg; dier Commisfie niet is bekend geworden, en ze vam dezelfde natuur als de reeds gemeide is, zullen wyr .ons daar by thands niet ophouden, te minder wyjl ons daar toe in 't vervolg wel nadere aanleiding zal I voorkomen. C. Hebben wy bevonden, dat by de Drentfche Vrycorpfen, na met zo veel iever getragt te hebben in de verbindtenisfen en Vergaderingen vaa buiteniandfche Genoodfchappen te worden toegeiaaten , op den 5 September 1786 is beflooten, tot ■het verzamelen van penningen voor een zogenaamd Nationaal fonds, alleenlyk ingerigt, om de genojnene maatregulen met meer nadruk uit te voeren , en.de mindoorziende menigte door eene ruime betaaling aan haar fnoer te verbinden en vast te hou*, den, en daar by de meer behoeftige het Soldaatje fpeelen als een middel van beftaan te doen voorkomen, en dezelven te gewennen, blindeling de willekeur der hoofden te volbrengen: daar het nogthands in deeze Landfchap niemand geoirloofd is, buiten kennis en verlof van U Ed. Mog. of het Collegïe van Drost en Gedeputeerdens Collecten zelvs niet tot Godsdienfiige eindens te mogen doen, kunnen wy .ook dit gedrag niet wel met den gedaa- neo  it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 189 nen êéd van gehoorzaamheid aan 's Lands Wetten overeen brengen, te minder Ed. Mog Heeren 1 alzo wy uit het gedrukte plan van deeze Collecte verneemen, dat een zeker gedeelte dier penningen aan een generaal departement in Holland moeste worden opgebragt, waar door op eene indirecte wyze j den toeleg der hoofden ter omkeering der Conflitutie aldaar, wierde bevorderc; en derhalven behelst deeze onderneeming een' toetreeding tot, en medewerking met die beroerders van ons Nederland. Ten derden, zullen wy nu het Rapport aangaande onze bevinding omtrent het daadelyk uitmarcheeren en adfifteeren van Genoodfchappen, U Ed. Mog. voordragen, beginnende na orde des tyds, met A. een brief van O. Blom, aan den Commandant van het Genoodfchap te Stëenwyk in dato den 17 Oef ober .785 houdende, dat de nood hec veteifchende, die van Meppel fpoedig ter naarer asliftentie zouden opkomen, — 8. dat op den 31 Augustus 1786. door Lamb. Kniphorst, in de Mep-, peler Krygsraad is ingebragc, een brief van d. W. Daandels, Secretaris van het Genoodfchap te Hattem, waar by hec Meppeier Genoodfchap verzogt wierd, om die tegens de maatregulen by de Heeren Staaten van Gelderland genomen, te adfifteeren, en de Misfiven daar over aan de andere Genoodfchappen ce bezorgen. lerwyl nog dien zelfden dag een diergelyke Misfive van de Mad Elburg door ür. van der Sande. is overgegeeven, waar op by de Krygsraad is beflooteo , alle, die daar toe geneden mogten wezen, zich door infchryving te laaten verbinden, en zulks verrigt zynde, daar van aan H. W Daandels kennis te geven, dac vervolgens op den 2den September een nadere aanfehryving van G. W. van Barnevelt , Commandanc van Hactem , is ingekomen ; waar na op den 4den September 5b Perfoonen daadelyk geewapend onder commando van A. Meursing, ,Dr. van derSande, ewN. van Veen, naar UaAemzyn uiige- t0'  190 Verzameling- van Stukken betrekkelyk tot togen, alwaar dezelven den jden 's morgens in den: ééd genomen zynde, het Burgerrecht ontfangen heb« ben , met dit verder gevolg, dat die Manlchapperr nog dien zelfden daguitHattem naar Zwof zynde ge-vlugt, aldaar met nog 13 Leden verlterkt, den ; den September wederom den ééd van getrouwheid aan die Stad hebben afgelegd, waar uit den ióden September zyn ontflagen, en vervolgens, als in triumph,üoor het geheele Genoodfchap binnen Meppel ingeleid, — dat uit het Hogeveen op eene itjgekomene Misfive van Jr. C de Vos van Stëenwyk, houdende communicatie van het aannaderende gevaar te Hattem mede eenige Manfchappen onder geleide van den Major W. Manting , en verdere Officieren Carsten en de Jonge zyn uitmarcheert, zynde voor het overige derzelver handelingen conform die van Meppel, dat voorts in de Kiygsraaddes Ge- nöodfchaps van de Wyk, door Jr. C. de Vos van Stëenwyk, mede zodaanige Misfivens zynde ingebragt. ook onder geleide van N. ten Wolde, van: daar den uittogt gefchied, en insgelyks dezelfde daaden verrigt zyn. Wy hebben gemeent, met voorbygang der Misfive aan die van Stëenwyk gefchreeven, by deeze expeditie, welke zo veel gerugts gemaakt heeft, een weinig te moeten ftil ftaan en U Ed. Mog. daar omtrent te doen opmerken, — i1"0 dat buiten eenige bedenking het hoog gezag in ieder Provincie is berustende in den boezem der Staaten, zynde de eenige Souvereinen des- Lands; gevolgelyk, het gedrag der Steden Hattem en Elburg, zich onttrekkende de fchuldige onderwerping aan de orders van de Heeren Staaten van Gelderland, als oproerig moet worden befchouwt, te meer daar ze tot die verbaazende ftap overgingen, om daadelyk de gewapende hulp uit andere Provinciën in te roepen, —- dat, ongeagt het voorfchreevene, de Genoodfchappen van Meppel, de Wyk en hec Hogeveen, evenswei hebben kunnen goedvinden zich daar mede daadelyk te bemoeijen, en tegens de gemanifesteerde  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 191 1 teerde intentie van den Territoriaalen Souverein^ I gewapend op Gelderfche bodem zyn uitgecrokken, 1 ter adfiftentie van de oproerige Ingezecenen aldaar, t tegens de maatregulen door gemelde Heeren Staaten. 1 ter handhaving vau derzelver hoog gezag genomen; ' waar door deeze Drenthenaaren een onmiddelyk ac1 tentaat tegens de Hoogheid van die Provincie heb» , ben gepleegt: —— 2M dat deeze Genoodfchappen 1 door dit hun gedrag niet minder het wettig gezag 1 van de Hooge Overheid deezer Landichap gefcüon: den . en inbreuk op de gehoorzaamheid aan dezelve iverfchuldigt, hebben gedaan; 't welk doch geen : de minfte tegenfpraak lyd, wanneer men in overwee-*' [ging neemt dat by de Unie van Utrecht, de Bond» [genooten zich onderling verplicht heboende, den ieen den anderen in deszelfs Hoogheid en Onafhan[gelykheid te helpen bewaaren, en dat het gevolge» ilyk alleen aan de Wettige Staaten der • refpeclive j gewesten ftaat, om te beoirdeelen. of daar op weizentlyk zodaanige inbreuken worden gemaakt, ea 'zo ja. welke middelen als dan tot voorkoming, o£ herftelling van dezelven, moeten in 't werk gefteld 1 worden, en dat het over zulks aan gene particuliere llngezetenen toekomt, daar over te beflisfen, veelmin, zich daar mede door daadelyke inmenging : eigener authoriteit te bemoeijen, en dus doende laan zich te trekken dat recht, 't welk alleen do :Souvereine Staaten competeert: —-— 3"° dat hier :doorde Landfchap, zonder eenige de minfte nood» :zaak, uit enkele baldaadigheid, of ydele helden» :moed en verwaandheid, aan de gedugte weder» iwraak van een zo veel magtiger Provincie is bloot sgefteld geworden: 4^ dat deeze adfiftentie, :onder belofte van reciprocatie verleend zynde, idaar door aan de feditieufe en verandering zoeken» ide, Gelderfche Ingezetenen, een riem'onder het Iharte geftoken, en dezelven te meer aangemoedigc iwierden, tot het voortzetten haarer verderfelyke :desfeinen, terwyl anderdeels, uit hoofde deezer «jyederkeerige belofte, onze woelziekeingezetenen, we»  192 Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot wederom i op de toegezegde hulp en ondërfteuning van de Gelderfche Vrycorporisten tegens deezerzyds Regeeringe ftaat konden maaken, en du*- met minder vreeze hunne gevaarlyke oogmerken ter uitvoer te brengen; — 5t0 dat deeze. alle fundamenten van Regeering omverwerpende onderneeming, alles deed afhangen van de bloote willekeur van maar eenige opgeworpene hoofden, die alles, het geen hunne oogmerken eenigerrmaten tegenltond, als inbreuken op de Vryheid befchouwden, en onder dien dek* mantel een' Burger-Oorlog zogten te ontfteeken, tot omkeering van deRegeerings Conflitutie en verkorting der Rechten, den invloed, en het gezag, zyn Doorluchtige Hoogheid als Erf-Stadhouder wel en wettig opgedragen. ■ C. Wyders hebben wy bevonden, dat öp den iS Juny 1787. in de Krygsraad te Meppel een befluit is genoomen, om, aan het by een vergaderd Genoodfchap te verklaaren, dat binnen weinige dagen dat Genoodfchap door de Staaten van Overysfel ter adfiftentie zoude ontboden worden, doch, dat de Krygsraad was gerefolveert geen meerder Volk te laaten trekken als behoudens de veiligheid te Meppel beftaanbair was, en dat het Detachement telkens wederom zoude worden afgelost, als mede, om gemelde Heeren Staaten te verzoeken, de Drent* fche G enoodfchappen in derzelver protectie te neemen, ten gevolge van welk voorftel, dan ook werkelyk op den 4den July het berugte Request aan de Staaten van Overysfel is vervaardigd eh geprasfenteerd » zynde het ons uit de verklaaring van Dr. B. W. van der Sande gebleken, Jr. C. de Vos van Stëenwyk tot de Havixhorst het eerfle voorftel om naar Overysfel te trekken, aan de Krygsraad te Meppelü heeft gebragt, doch waar van in 't vervolg by ons derde hoofdpoinct breedvoeriger verflag moet wor» den gedaan. Waar na dan ook op den 5 July 1787, ter requï* litie van het Overysfels Defenfie-wezen. 36 Man uit MeppeR naar de Zwarte Sluis zyn uitgemarcheert, 0B° /  4e Öeheurtenisfen in 1787 enz. Voor gévallen* 193 ouder Commando van Ö. Blom en H. van Veen, met overzending teffens yau Gopie diera.mfchryving yan Jr. C. de Vos van Stëenwyk; Wyders dat op den I4den July foortgelyke aanfchryving is gefchied, om 100 Manwit de gezamentlyke Genoodfchappen naar Deventer te zenden ; welke Manfchappen ook aldaar in den ééd genomen zyn. Wy zullen ons ter deezer plaatze by de gevaarïyke gevolgen dier handelingen niet ophouden, alzd ons daar toe by ons derde Hoofdpoinft, regtftreeks' gekgeutheid zal voorkomen. — Alleenlyk is ons üit een Misfive van Jr. C. de Vos van Stëenwyk, aan het Genoodfchap van het Hogeveen ter deezér gelegerïtheid afgezonden, ten allerklaarfien gèbleken, dat hy, niét zo zeer als Collonel van het Wyker Genoodfchap aileen, maar Veel meer ad Kapitein-Generaal van de gezamentlyke Drentfche Genoodfchappen i en als hoofd-oirzaak van deeze Uverysjèlfche liaifons te houden is, meldende die brief; ,. dat ,, hy van het Overyjfels Defenfie-wezen aanfchry. ving hadde tco Man naar Deventer te aoen marj, cheeren, daar toe van het Hogeveen requireë- rende 24 Man, om ziéh vervolgens by de Ber- kenbrugge met dié van de Wyk té vereenigën," breeder fub F. D. Ten deezen opzichte hebben wy ook nog ifi aanmerking genomen,, een. Misfive van den iften September 1787. uic Franeker gefchréeveh, en ge* t.eekend N. Scheltema , Secretaris van het Defen» fie-wezen aldaar , geadresfeeft. aan Ö, Blom tè Meppel, houdende, dat de Héëreh Staaten van Friesland eenige Militie hadden opontboden, a mét verzoek j Om dezelve door deeze Landfchap niet ,-, ongemolefieert derwaarts te laaten niarcheeréü," hier agter fub G. Dat deeze brief door Ö. Blom ■, in die Meppelër Krygsraad is gebragt, in plaats van dezelve, gëlyk het behoorde, ter kennis Van de Regeëririg deezér Landfchap ter bréngen j in tegendeel tot eén pöinB Vat» iü. Deff., $  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot deliberatie op den algemeenen -Krygsvergadering is gimaakt, en op Jr. C. de Vos van SteenwYk, benenevens O. Blom, Commistie veleend, om daarin pro re nata te handelen, fub ff. te zien. Zynde hec ons meds- uk een brief van Mr. J. C. van Rossen, aan D. van der Wyk, in dato den. 6 September 1787. gebleeken, dat daar over tusfchen jr. C. de Vos van Stëenwyk en van Rossen is geconfereert, en Copie deezer Misfive, als mede een Plan van inteekening aan D. van dek Wyk en N. ten Wolde gezonden, waar van wy echter de juiste inhoud niec hebben kunnen ontwaren , nademaal uic hec prothocol van de Wyk, gelyk wy in den beginne reeds gemeld hebben, eenige bladeren zyn uita;efcheurc, de andere prothoeolfen ook niet verder" ftrekken , en de daar in betrokkene Perfoonen, alle haar geheugen hebben verlooren; genoeg blykt het echter ten deezen opzichte gerelateerde, dat ook het fnoodgedrag derFriefche oproerigen by de Drentfche Genoodfchaps hoofden, jn fpecie |r. de Vos van Stëenwyk, O. Blom, en j. C. van Rossen, is goedgekeurt en demarche* ter haarer asfiftentie gedaan zyn. — Ren gedrag, waar op, het geen omtrent de nittogt naar Hattem reeds geremarqueert hebben, in vollen nadruk applicabel is. By deeze gelegentheid moeten wy U Ed. Mog. informeeren, dat Mr. J. van Rossen, door eea Request, op eergiscer aan ons ter hand geReld, heeft verzogt, op een juftificatoire Memorie, door hein vervaardigt, by de deliberatlen mede te willen letten , het geen wy, fchoon ter gelegener tyd niet ingekomen , om alle redenen van klaagen weg te neemen , niec hebben willen declineeren. Welke Memorie,, door ons met de vereischte naauwkeu» j-igheid geëxamineert, is bevonden , wegens de nittogt naar Hattem en elders . de defenfie voor de Genoodfchappen hier in te Rellen, dat de Provinciën en deeze Landfchap enz. by de Unie van Utrecht zich verbonden hadden, elkanders Rechten t»  dé Gebeurt'eni'sfen in 1787 enz. voorgevallen, 195 ■ én Privilegiën te zuilen handhaaven , en dat het over- • zulks aan de Jrentfche gewapende Ingezetenen vol. komen zoude hebben vrygeftaan, de Stad Hattem i enz. hulp te bieden, die met hunne mede Staacs. deden dvet dergelyke aangelegene poinöbn discrejpeerden, temeer, daar de Landfchap tusfchen de ^meerderheid der Gelderfche Staatsleden en deeze ■ jiSteden als neutraal moesten worden gehouden. !,sf Een fustenue zodaanig abfurd dat daar voor geen . jiandere grond, dan de bloote opvatting der Genood- ■ (fchappen, of convenientie van hun Beftierders kan 3'(Worden gevonden, en van zulk een gevaarlyk Uit» ■ :fczicht, dat wanneer dezelve toegelaaten en alom ::^pWierd aangenomen , door Pufgerkryg eerlang een einde aan deeze Republiek zoude Wofdeh gemaakt, :• : Waarom het ons dan ook verwonderd heeft . dat 1 tdeeze onderRelIing door Mr. J. C. van Rossen als cd [een verdeëdiglng onder het dog der Souverein ge- . rbragt word. Daar het immers, aan hem bekent . Ikon zyn , gelyk het buiten eenig contest is, dat hec ;,;[Ütrechts Verbond is aangegaan tusfchen de Provin- cien, deeze Landfchap enz. als corpora, en niettus.'ffchen de Ingezetenen hoofd voor hoofd: indien dit v\ twyffelagtig was, zou het zeer ten onrechte zyn, , ' Pdat men deeze Unie een meesterft.uk van Staatkun- 3de noemt, wyl ze dan integendeel als een'baarmoex-.ilder Van de vreesfelyke Burgertwisten moeste wor°aMen aangemerkt, én dus de nagedagtenis van den i" |grooten Grondlegger onzer Vryheid Vader Willem • ^geheel onwaardig. <;f Hier mede al het geeö ons ten opzichte van den flnitmarsch en verleende asfiftentie buiten de Land«ipchap opmerkenswaardig voorkwam, hebbende voor- tjlgedfaagen, zullen wy ons nu ten vierden bepaalea Itot alzodaane daaden als de verdere overweeging van •« lU Ed. Mog. verdienen en tot het oogmerk deezer ujlCommisfie betrekking hebben, en wel A. Dat de Genoodfchappen van Meppel en het Y>tHogeveen, zich tegèns de uitdfukkelyke ordres en vil Verbod van U Ed. Mog. by Publicatie van den 29 N z Maart  iq6" Verzameling yan Stukken betrekkelyk Ut Maart 1786 verleend, op voorafgaandeKrygsraads» < befluiten van fcherpe Patroonen hebben voorzien, , waar van een gedeelte geduurende het houden dee- ■ zer Commisfie op onze ordres eerst zyn vernietigd. , Wy kunnen deeze befluiten, midsgaders de uit-voering derzeive niet overeenbrengen met den ééd 1 by de Officieren gedaan, woordeiyk houdende: dat! zich in alle opziclue ais getrouwe Ingezetenen gehoorzaam en onderworpen aan de hooge Overigheid en s Lands ; Wetten zouden gedraagen, laatende aan het verligt; oirdeel van U Ed. Mog. om te bellisfen , of deeze ge- ■ draaging van meinéédigheid is vry te fpreeken? — ■ en of de defenfie van.Mr J. C. van Rossen, ten \ deezen opzichte als voldoende moet gerekent wor- ■ den, zo als dezelve in de meergemelde memorie: Justificatoir is vervat; hier in beftaande: dat het: ., volgens alle rechten geoirloofd is, zyn Perfoon: „ en Goederen tegens ieder geweldig Aanrander, ,, quovis modo te< mogen verdeedigen ", fchoon de manier op welke, door de Staaten als ongeoirlooft was verklaard, en den weg van Juftitie niet geflooten. . Wy hebben daar en boven opgemerkt, dat by deeze Genoodfchappen het ftorten van Menfchenbloed, als eene kleinigheid befchouwt wierde, al- ■ zo ons uit de verklaaring van Dr. van de SANDEgebleeken is, dat in de Krygsraad te Meppel tot de uitdeeling van fcherpe Patroonen befloten was, alleen, om dat men vreesde by een voorgenomene overgaaf van een Turkfche Trom fomwylen in ongelegendheid te zullen komen •■ waar uit wy vermeend hebben billyk te mogen befluiten, dat een nuttelooze, voor de disfentieerende Ingezetenen tergende, en tot combustie aanleiding geevende plegtigheid, .by henlieden van meer belang was,als het dierbaar leeven hunner mede-Burgeren, '{ geen > men door deeze daad erkende als dan in gevaar te kunnen : geraaken, zo dat de ondervinding ook hier in geteerd heeft, dat de bekwaamheid om het Geweer Ie behandelen, en de geduurige krygsoeffemngen, 's Men-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 197 i's Menfchen hart verharden, en nader te rug bren» :;gen tot de barbaarsheid der wilde Natiën, waarvan , pet gevolg niec anders zyn kan dan ongebondenjueid, en onderdrukking der weerlooze menigten, U^raar by dikwyls de verachting en verfmaading van . pin, waar aan in de weg der Voorzienigheid de IjJ i|-?egeering is coebetrouwt, de nadeelige uicwerkzeJ leen ce fterker doen uitberften, waar van ons een : Jblyk is voorgekomen in hec geen , 1 B. üen ïoMaarc 1787 in de MeppelerKrygsraad ,J|s voorgevallen, en de Refoiucie aldaar genomen, _houdende: — i»'0 „ dac O. Ülom en A Meorsing 1,1 ) wierden gecommitteerd, zich op den Landsdag J , den I3den dier maand zullende gehouden wor.Ji, den, ten dienfte van het Genoodfchap naar Asi, fen te begeeven, ten einde om by onverhoopte 3^1, toevallen zodaanige fchikkingen te beraamen , en ter uitvoer te brengen, als zouden meenen te 'Mi behooren, —— 2do dat op voorftel van O. Blom , ■ia -, nog dien zeiven avond het Genoodfchap zoude 1, byeen vergaderd worden, ten einde aan het zell, ve af te vraagen , of de Leden ingevolge deaani,,,*,, gegaane verbindtenisfe de Officieren gewapend J„_l, of ongewapend naar elders buiten de plaats wil» ;,i, den volgen ". 1,| Het is ons, zo wel uit hoofde van het verband, Jfwaar in die voorftel voorkomt, als de cyd coen zulks ."feefchiedde, weinig twyffelachtig voorgekoomen, ,„|waar toe het waare oogmerk deezer vraag ftrekte: rflian liever verkiezende U Ed. Mog. de zekerheid paar van ce onderrigten, hebben wy ons daar op na,M|der geinformeerd en bevonden, dac, fchoon de Of1 Meieren ook een deezen opzichce wederom een al, t;gemeene zwakheid van hec geheugen aan den dag ."•jJhebben gelegd, en inzonderheid 0. Blom de Uit'..winder deezer propofitie, zich daar niets meer van wist ;rIte herinneren, nogthands volgens verklaaring van gilden Kapicein J. Houwink dit voorftel wel betrekking "Jjpp *ï Lands zaaken en den aanmaanden Landsdag gehad 'meeft) 't geen nader bevestigd word door de verN 3 klaa-  r haaien, gerustelyk durven inroepen. Ons daartoe: refereerende, zullen wy thands overgaan tot het: geen ten tweeden de Sociëteiten van Sleen en Mep-pel in 't byzonder betreft, voor te draagen. A. Het is ons gebleeken, dat op den 2 Februari i ^7 87 de cerfte is opgerigt onderdeglimpigeen ver-. he»'  de GeheurtenUfen in 17S7 enz. nor gevallen. 30$ öevene naam van Kweekfchool van Rechten en Privilegiën, en onder directie van I). van der Wyk:, Ette L. F. N'ieuwold, Ecte W. Boelken, Hermannus XtosiNG en Hendrik Lankhorst. Een benoeming Ed. Mog. Heeren! die ons is voorgekomen, hec oogmerk van de Üprigteren, ten minden van óé yoornaamfte der Leermeesters en Discipulen cleezer Kweekfchool, reeds terftond te verraaden. B. Dat ten zeiven dage een Reglement voor die Sociëteit en Kweekfchool is vastgefteld, waar in pn? byzonder bedenklyk zyn voorgekomen art. 1 en 19, houdende: ,, dat de Directeuren onder fo,, lemneele ééde zouden ftaan, en dat ieder Lid, even als of hy mede werkelyk den ééd van fe„ cretesfe gedaan hadde, tot geheimhouding zou- de zyn verplicht, ten opzichte van die zaaken, ,, welke men mogteoirdeelen zulks ce vereisfchen " j waar door deeze Socieceit zich dus onttrok aan alle middelen ter navorfching haarer verrigtingen, hoe zeer de Regeering 'er aan gelegen was, derzelve: handelingen te kennen, ten einde te kunnen beoirdeelen, of dezelve voor geoirloofd, dan in tegendeel voor gevaarlyk, en onder de verbodene verbindtenisfen behoorende, moescen gehouden worden; hec gevolg heefc ook hec gezegde een vollen bewaarheid, coen naamenclyk den Heer Drost als Hoofd-Officier rat. Offic. ingevolge Hoogstdeszelfs bezworene Inflructie, tot de handhaaving der Wetten ook ten deezen opzichte verbonden, naar den aart van dit gerugtmaakend Gezelfchap en derzelver verrigtingen zich wilde informeeren, weigerden de geciteerde Leden dier Sociëteit te compareeren, wordende daar en boven op den 29 Maart 1787 by hun gerefolveerd: ,, dat geen Lid zoude ,, vermogen omtrent zaaken van de Sociëteit ver3, klaaring te geeven, fchoon daar toe geciteerd „ zynde''; zy verheffen zich derhalven hier door boven 's Lands Wee, die een iegelvk, geroepen wordende ter requificie van den Heer Drost rat. Offic. Verklaaring af tê geeven, daar toe verdicht,-en- P' t'" " "" B w. ' " fte\.  K>4 Verzameling, van Stukken betrekkelyk tot Helden zich dus omtrent alle hunne verrigtingen onafhankelyk, doende daardoor een klasfe van Ingezetenen ontftaan, die het vermogen zouden hebben, de gevaarlykfle ontwerpen, betreffende de zaaken van Regeering, en de rechten hunner mede-Burgeren te maaken, zonder dat uit hoofde deezer Refolütie ? daar tegen konde gewaakt worden. Deeze Sociëteit kan derhalven niet anders be» fchouwt worden, dan als een gevaarlyk Genoodfchap, 't welk in deszelfs oirfpronglyke inrigting reeds ftrydig was tegens de veiligheid der Ingezetenen en het algemeen belang; verder hebben wy vernoemen. C. Dat den 13 Februari 1787, op Propofitie van D. van der Wyk in voornoemde Sociëteit teSleen befloten is, om zich te wapenen , en dat ten gevolge yan dit befluit, de Leden ook uit hun midden hunne Afgevaardigden op de Vergadering der niet gelegalifeerde Genoodfchappen gezonden hebben. Wy zien hier wederom de voorige aanmerking, dat naamentlyk de Sociëteiten met de.gewapende Genoodfchappen hand aan hand gingen , niet onduidelj k bevestigd, waar van trouwens de laatfte gebeurtenisfen voor de herflelling der wettige Regeering, in de andere Provinciën een geheele reeks van voorbeelden heeft opgelevert, te verfch in alIer geheugen ingeprent, dan dat wy thands hier over ons breedvoeriger-behoeven uitte laaten. D. Dat daar en boven deeze Sociëteit, of liever derzelver Hoofden, hun voorgenomen plan yverig doordreeven, is ons gebleeken uit de Refolütie den $2 Februari 1787 by de Sociëteit genoomen, om namentlyk een afzonderlyk Boek aan te leggen ter opteekening van zodaanige pointlen van redres, „ als by hun van tyd tot tyd zouden worden gear* „ resteerd ". En wy hebben by de archiven dee» zer Sociëteit onder anderen het Boek aangetroffen, waar in de zogenaamde poinöen van redres deezer Kweekfchool, werkelyk onder de hand van D. vajü der Wyk zyn aangeteekent, met nog eenige by» voeg-  ie Gebeurtenis/en in 1787 ent. voor gevallen. 20 ƒ voegfels, zo het fchynt door een andere pen ge« fchreeven, welke reeds tot negen artikels waren aangegroeid, en van zulken gewigtigen aart, dat wy ons niet kunnen onthouden om ze in haar geheel onder het oog van U Edele Mogenden te brengen. Luidende. PoinSten van Redres, t. De Volmagten moeten niec gekören wórden by Kluften gelyk hedendaagfeh gefchied, maar Karfpels wyze. 2. De üfficiers-plaatfen zullen niet mogen getransporteerd worden, en het verkoopen afgefchaftwor* den als in andere Provinciën. De Predikants Werntley van Schoonbeek zyn Zoon als Kadet zvnde onder 't Bataillon Orange IDrenth, Guarnifoen houdende coc Groningen, een IVaandels-plaats gekogt heeft volgens gerugten. 3. Deeze tegenswoordige Drost en Ontfanger is :op eene onwettige wyze aangefteld. 4. De Heeren Ridders zullen haare Qualificatien moeten toonen, en de Landgoederen zo veel tot :een Qjialificatie nodig is, onbezwaard moecen beiziccen, en niec zo als men zege, van den Asfesfor IDrosc Heiden, Dongen en Swarts, welkers goederen niet toereikende zyn. 5. Dat de ééd van de Jagt moet worden geroijeerd, als achtende een ééd die onwettig en onge:ooirloofd is. 6 Die een ftuk Wild vangt, zal daar mede moigen handelen als een Eigenaar, koopen, verkoo. :pen, alles naar het den Jaager lust en gevalt. 7. Men zoude op een Jagthond een kleine Impost fkunnen zetten, en de Ingezetenen die gerechtigd izyn tot de Jagt, houden aan 't Reglement der Jagt raakende dat poindt. 8. Een Predikant zal ook mogen Jagen en VisIfchen: ik ben nooit anders van gedagten geweest, ials dat de Heeren Predikanten recht van de jagc bad»  4ö5 Verzameling vttn Stuüken bétrékfolyi M hadden, om redeft dat zy aangemerkt Worden haat 1 lecven lang als vaste Eigenaars. 9. Daar door ongunftige tyden, en anderefameri- : loopende ömftandighedën, de Landeryen in veffcheidene Karfpelen van Zuidenveld oneindig laager in prys zyn als by prifatie getaxeerd, is 'tredelyk dat men opbrënge naar de waare waardy, z^ndé' : ser. Fiaatfen3 daar eik mudde Land wel 20 GuldenS j fiooger iri de Schatbeurders Lyften ftaat geprifeerd als tegenswoordig gelden kan. Ik bekenne geefn: dat het Land in Karfpeïs Hes- • felen meet dan 20 Guldens minder als de prifatie is°5- ; als mede Earfpel Odoren insgelyks, en Sleen. Wy hebben het ontwerpen deezer zogenaamde ! painéfen van redres, niet anders kunnen befchoü-• wen, dan als een aanmaatiging der Wetgeevende : Magt,- en derhalven als een onmiddelyke inbreuk: en attentaat op de Hoogheid én Rechten van de Hee- ■ ren Ridderfchap en Eigenërfdens, en wy zien hief: door boVen alle tegenfpraak bevestigd, dat de be- • doeling der Hoofdbeleiders geweest is, de Opper- • magt 's Lands Staaten allengskens- te ontwringen,-; en van ftap tot ftap langzaamerhand en ongevoelig | ever te brengen in de Vergaderingen der Socïetei- ■ ten en Exercitie-Genoodfchappen, fchoon zo als de : Leden deezer Sociëteit op den 18 Mey 1787, eni dus naar het arrefteeren deezer poinclen van redres,',' in een Brief aan N. ten Wolde zelvs avoueerden:: dat het behandelen van de zaaken van Staat juist: „ haar werk niet was", Wyders hebben wy bevonden, E. dat op den 81 Maart 1787, de onderwerpen der deliberatien ,in 1 de Sociëteit hebben ukgemaakt, de zaaken welke': op de toen aanftaande Landsdag zouden worden verhandeld, als naamentlyk de wyze van overjteimningtert Staatsvergadering, van het equivalent der Landspan-'ders bedieningen en de decifie van het verfchil daar övètw cntftaan, de inlyving van de Heerlykheid Ruinen in déi' Landfchap, en het op alle mooglyke wyze maintineereni  ie Gebeurt enisfen in 1787 enz. voorgevallen. 267 \an de Sociëteiten en Genoodfchappen : hebbende de folmagten de Ette VV. Boelken, H. Lankhqrst m Roelf Reutgen, hunne advyfen daar over desydes vastgefteld, welke dan ook in het dagboek [ter Sociëteit zyn ingelafchtj waar uit wy by wege; tan wettige gevolgtrekking afleiden en befluiten, — imo dat hier de beflisfing van geen geringe poincten van deliberatien aan het oirdeel van Societeits_,eden, waar onder zelfs verfcheidene Ongequahfiieerdens, wierd onderworpen. ——. ado Dat deeze Irie genoemde ter Staatsvergadering afgevaardigde /olmagten, aldaar in de Sociëteit hebben geopenaaard 't geen betreklyk de Heerlykheid Ruinen op len voorigen Landsdag was befloten, lynrecht ftryilig tegens de Refolütie van den 28 Febr. 16*^. — iftó Dat deeze Sociëteit in 't gemeen, en de drie Volmagten van Sleen , Odoren en Dalen in 't byzonder, zich hier mede aanmaatigden het recht,'t welk ■jy onderfcheideneStaatsbefluiten van 1749 en 1766, en Commisfien zyne Hoogheid als Erf-Stadhouder iiitdruklvk verleend is, om over de voorkomende /erfchilïen tusfchen de Leden van Regeering te debideeren, aan dien Vorst te ontneemen. — 4t Mog. de affchuwelykheid dien gefchriften, en derzelver gevaarlyken invloed opj 's Lands waare welzyn meer van naby te léeren keunen, het begin van-N0-. 53 van de SpeÜator met dé, Bril, onder de Meppeler Societeks frukken bevon-i den, hier laaten volgen, behelzende een ééd vaai deezeh horribeien inhoud -• Noodzaakelyke Zamenzweer'ing aller voor recht eni vryheid gewapende Burgers deezer Republiek, oft wy zyn cnherjielbaar verloren. Wy allen, die ons plegtig met dé'wapens int de vuist, verbonden hebbenen opgekomen zvn,: }, om onze Vryheid en Onafbanglykheid tot den' „ laatften druppel bloeds te verueedigen, zweeren: by deezen openlyk af, den Dwingeland Willem,! den Vden, als het Hoofd der Geweidenaaren J5 — als den Aanfiooker der landverdervende op-- roerigheden, — als den Opperverraadcr, doori ,, wien de welvaart van deeze eertyds zo bloeijen-. j, de Gewesten, de verkochte prooi onzer Vyan-!,, den geworden is; —— wy zweeren hem af,' eni ,,- zullen niet eerder rusten voor hy, —- met allen: ,, zynen Aanhang van Staat- en Stedelyke-Tyran-„ nen, ten ftrengfie gekraft, en als Vyandva'o'dee-- zen vryen Burgerftaat, voor eeuwig uit ons Va-' j, derland gebannen, en alle zyne -—en hunne Coe-■ „ deren en Bezittingen verbeurd verklaard zullen: ,, zyn, op dat zy van alle hoop op verzoening eni „ Wederkomst beroofd , en deeze grond nimmert weder ontheiligt worde, door zulke eer-en pligtt 3, vergeetene Monfters, die, l.unue gevloekte; heerkh..  d; Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, nri ,, heerfchzugtj'hun verfoeilyk zelf-belang ten gevalle, in dit Gemeenebest, Oproer, —- Koof— „, en Brand geltiche, —— ja het onwaardeerbaar „l bloed onzer mede-Burgeren , onzer Broederen ',s, moorddaadig geplengd hebben, — Het zy :„ zo! " J 'A n u s. I Dit alles mogen Wy billyk befchouwen-., als ten iho'ogften ftrydig tegens dc Placaaten van den_ Lande; waar by het inbrengen en verfpreiden van fchanIdaleufe libellen en gefchriften op gelyke ftraffen, als hec maaken van dezelven is verboden. Ten derden zullen wy de eer hebben aan'U Edele !Mog'. nog op te geeven, het geen ons ten opzichte van'de-Hoofden der Excrcicie-Genoodfchappen :en Sociecsicen, als meer byzonder, boven het-gaine reeds gemeld hebben, is voorgekomen; — baiginnende met Mr. J. C.van Rossen Schulces en Ge:richcfchrvver van hec Echcens Hogeveen, en Collonel van hec verniecigde Genoodfchap van Wapenhandel aldaar: ten wiens refpecte ons, — im" uit :een Brief in dato den 14 Mei 1787 door hem aan Q, \van der Wyk gefchreeven, is gebleeken, dat tusfchen henlieden gecorrespondeerd wierde over zaaken van Regeering, en de middelen welke men !moest aanwenden , om de Ingezetenen zo veel :doenlyk ter bereiking hunner laage en verfoeilyke oogmerken tegens de Regeering in het algemeen, of diens Leden in 't byzonder in het harnafch te jjaagen, en de Regeerings-Leden onder verdenking fen in haac ce brengen, als onder anderen deeze uic1 drukkingen behelzende: — „ en zo dra de Boe, „ ren, de intencie der Ridderfchap ter deeg in het .„ begrip krygen, te weeten, dat hec hun ce doen , „ zy, geheel over de Boeren te heerfchen , zullen , i} zy welveranderen".—Vervolgens, „alzomoet 13, het die van Oosterhesfelen, Emmen en Roféwin. , „ kei aan het verfland gebragt worden , wat hun ' „ voortaan te doen zy, dan kunnen derzelver Vol. O 2 „ mag-  212 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ magten niet meer ten prsejuditie van hunne Coro- „ mittenten en 's Lands rechten voteeren, maar dan 1 j, word deeze Borften hun Souvereiniteit wat afge- ■ fnuikt". Bewoordingen, welke in zich be- • vatten eene verregaande befchuldiging tegens het: Lid der Ridderfchap, uitmaakende het eerfle één i derde gedeelte van de Staats-Vergadering deezer : Landfchap, als of dezelve Dwingelanden, Onder-drukkers, der Boerenftand, en Vertreeders waren i van 's Lands Heilige Rechten; en daar en boven 1 eene aanmaaning, om, onder dit voorgeeven, dc: welmeenende doch meest alle onkundige Opgeze- • tenen, ter bereiking hunner fnoode bedoelingen te : gebruiken. ?dü Is ons het zelfde gebleeken uit deszelfs Mis- ■ Rve van den 21 Mei 1787, mede aan D. van der t Wyk gefchreeven , waar in,, post alia , leezen :: ,, wenfche dat de Rofewinklers en Schonebekers i ,, nu verlichting in zaaken krygende, zullen mogen 1 „ volharden, en zo mede onze Homberg ; maar dee- ■ ,, ze goede Man zal wat te verantwoorden hebben ! by de Paap en andere Onrange-klanten, daarom Reek : hem een riem onder het harte ". Uitdruk- ■ kingen Ed. Mog. Heeren! die, indien wy ons niet; bedriegen, duidelyk genoeg aantoonen, hoe J. C. , van Rossen en D. van der Wyk, beide hun werk : gemaakt hebben , om de goede Ingezetenen tegens : de Regeering op te zetten, het verderflykzaad van ; tweedragt te flrooijen en te vcrfpreiden, en de Be- ■ minnaars van het Eminente Hooft onzer Regeering, als flegte Lieden, met de naam van Orange-klanten \ te beflempelen. Vervolgens leezen wy in . die zelfde Brief: ,, de Geefer Schouwhiftorie kan ook wel wat goeds uitwerken, zo deeze Lieden het durven uithouden, en als door den Drostgeciteerd worden, hen op Ridderfchap en Eigen- . „ Erfdens beroepen, want door deeze Schouwen „ zyn 't zedert jaaren verfcheiden goede Ingezetenen geintimideert en onder de piaL-g^rrou» den". Wy  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 2T3 Wy merken hier in op, —— t™? een kwaadaartig'e befchuldiging tegens den Heere Drost en den Raad en Landfchryver, even als of dezelven zederc jaaren hunne Ambtsverrigtingen hadden doen (trekken ter verdrukking der ingezetenen; — 21'0 een laage pooging om de Ingezetenen ter verbetering van 's Heeren wegen door den Heer Drost rat. OJfic. geciteerd wordende, tegens dien Perfoon op te zetten; 't welk te meer laakbaar is, wanneer men hem J. C. van Rossen aanmerkt, als die veele jaaren Advokaat van den Drost geweest is, en aan wien het dus volkomen bekend was, dat die Ambtenaar by zulk een Proceduure geen perfoneel belang hadde , als wordende in zaaken van die natuur, gelyk het geval te Gees, nimmer tot condemnatie in eenige boete geconcludeert; de oplosfing van Mr. J. C. van Rossen: hier over door ons onderhouden zynde, afgegeeven, als ,, of hy alleen den Heer Gedeputeerde T, Kymmec, op wiens inftantie „ deeze Schouw gefchied was, hier door bedoeld „ hadde", is ons geheel onbeftaanbaar voorgekomen, niet kunnende bevroeden, hoe een Schouwe op deszelfs inftantie in het jongfte voorjaar zullende verrigt zyn, reeds zedert eenige jaaren de Ingezer tenen heeft kunnen intimideeren, en onder de plak; ihouden. 3«° Uiteendiergelyke Brief van den 25 Mei 1787, boven dien deeze aanmerkelyke bewoordingen bevattende. —— ,, Ben tevens met Uw eens , dac ! s> men meer voor het behoud van Vryheid , dan : ,, voor oude Privilegiën te bewaaren , moet zor3, gen, en in deezen naar tydsomftandigheden moec 3, te werk gaan, vermids hier heden vry wat ge; ,, bruiken zyn, fteunende op de Conflitutie, welke ,, noodwendig dienden veranderd te worden". —Ziet men hier niet een blyk, dat de befcherming .van Privilegiën flegts by henlieden het voorwend. fel was, om de Ingezetenen aan haar fnoer te krygen, wyl het anders te famen wel eens waren, dat i men zich daar over niet moeste bekommeren.5 noch O 3 zich  zï4. Vefzamüing van Stukken betrekkelyk fat zich aan de Conftitucioneele Regeeringsfórm deezer Landfchap Roören; wierd niet daar door alle* op een losfen en willekeurigen voet gefteld? gewisfëïyk ja! ■ /}."> Hebben wy uit een Brief als vooren, van den 5 Juni 1787 met verontwaardiging gezien, dat hy van Rossen de Societcits-Leden té Sleen , als „ mede eenige Ingezetenen van Borger en Beylen.. „ tot minachting van de orders door de Heeren van ,, het Collegie 'gegeeven, heeft aangefpoort, de,, zei ven aanraadcnde , om gezamentlyk incónmasj, fa te Exerceeren, fchoon het Gcnóodfchaps-wy3, ze verboden was, mids zy zich maar geen Genood* ,, jchap noemden". ■ Een uitlegging die ons in . den Perfoon van Mr. j. C, van Rossen zeer zon. ■ dcrling.is voorgekomen, welke als Rechtskundige : ongetwylfelt zeer wel wiste, dat niet alleen de let- ■ ter, maar ook de blykbaare meening der Wet, be- • hoord in acht genomen en opgevolgt te worden , en . overzülks by ons van geen opzettelyke verdraaijing is vry te fpreeken,. waar door de orders van diegenen , "welke UEd. Mog., zelfs niec vergadert zynde, onmiddelyk reprsefenteeren geheel kragteloos, ja ,} belachgelyk gemaakt wierden. : 510 Is ons voorgekomen een Brief door hem mede : aan van der Wyk in dato den 14 Juny 1787 ge- • fchreeven, ten geleide van eenige gefmeede ont-■ ■werpen , die van der Wyk ten fpoedigften in trein 1 moefte brengen, wyl de Landsdag fomwylen onver- ■ hoeds kon worden hervat. — Wyders inhoudende: : „ dat het Exerceeren, niet tegenstaande de order vani 3, het Collegie, zyn voortgang moest hebben, en de: 3, vraag, wat óf'Willem Willemsen wel zeggen 1 3, zoude van het inneeroen der Ommerfcbans ". • ■ Behalven dat deeze Brief een nieuw doorflaand biyk; oplevert van het cabaieeren door deeze Perfoonen: over zaaken 's Lands Regeering betreffende, ge-pleegt, en het opzettelyk contrarieeren van de orders van het Collegie, word in 't byzonder deHeeri Erf-Stadhouder hier op een gemeene en laage wy-. ze,i  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 215 ze, en met zeker vergenoegen betyteld- Willem Willemsen, fchoon hy naderhand daar over onderhouden zynde, dé juiite meening deezer benaaming» iby gebrek van geheugen niet meer konde opgee•ven. . ) ' : ' 6r-o Dat hy al mede in een Brief als vooren van Men zoften Juny 1787 aan D. van der Wyk kennis geeft ,, van den uitmarfch der Exercitie-Genood,, fchappen naar Overysfel, en verzoekt, om opj, gave te doen van de Manfchappen die uit Zui- denvelt mede wilden trekken, met verdere by3, voeging, dat hy hier over ook na Borger en Bey- len (alwaar nogthands nimmer gelegalifeerde Ge- noodfchappen geëxifteerd hebben) gefchreeven ,, en gemeld hadde, wat hun daar voor zoude bsr, taald worden, en dat het Exerceeren in Overys,, fel wel leeren konden ". En 7>no by Misfive van den 5 July 1787, behelizende: „ dat Jr. C. de Vos van Stëenwyk en hy, ,,, aan D. van der Wyk verzogten, om door ver,„ trouwde Perfoonen te Coevorden of Dalen te ,,, doen letten, of 'er ook eenige order van uitmarfch „, aan de Militairen aldaar mogte komen, en zo ja, ,,, hier van ten allerfpoedigften kennis te geeven, ten einde Jr. C. de Vos van Stëenwyk die vaa Overysfel daar van konde adverteeren ; onder dee,3, ze byvoeging, dat fomwylen de Militairen de ordres van Willem de V. en de Raad van Staa,ten , aangezet door de Gelderfche en Amersfoort,,, fche Bloedhonden , mogten obedièeren ; wanneer .,, de kat in 't garen zyn zoude, dat hy van der ',s, Wyk hier toe zyn best wel zoude willen doen, \ 3, daar hem het hart nog wel over Overysfel zoude .hangen". Waar uit wy verneemen, > i™° dat de Heer C. de Vos van Stëenwyk tot de Havixhorst de cot: respondentie met Overysfel voerende, ook in dee:'zen alles wilde toebrengen, wat maar eenigzintst'ot ■ veiligheid der Cabaal aldaar , konde dienen. — : 'j2.^o Dat men de Heeren Staaten van Gelderland en O 4 Ut.  t\6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof "Utrecht met den naam van Bloedhonden beftempetlende, Hoogstdezelven daar door benevens den Stadhouder en den Raad van Staaten, ten hoogfteu worden beledigt, hebbende wy de uitlegging van Mr, C. van Rossen, als of hy door het woord Bloed* honden het gepeupel en Soldaaten bedoeld hadde, als lomp en vergezogt, opgevat, nademaal noch het Gelderfche noch het Amersfoorts gepeupel of Soldaaten, eenige inzage of invloed by zyn Hoogheid of de Raaden van Staaten in dit geval hadden, of nimmermeer konden hebben. Bvo Hebben wy in twee zycer brieven „ aan de,, zelve D. van der Wyk, gedagtekend den 28 „ July en 8 Augustus 1787 gevonden, dat hy van Rossen, Copie der orders welke aan hem in zyne ,, qualiteit als Scholtes," door den Heer Hoofdofficier ten opzichte van een gedetineerde in het Hogeveen gegeeven waren, en welke derhalven behoorden gefecreteert te blyven, aan D. van der Wyk, een vreemdeling, niet alleen openbaart, maar ook dezelve nog daar en boven taxeert, en befchimpt; het onzes inziens niet kan worden overeengebragt met dien eerbied, welke hy voorwend altoos de Overigheid te hebben toegedragen, hier agter breeder fub M. te zien. yno £en dito brief van den 12 Augustus 1787. waar in, post alia, fchryft, ,, dingsdag be- gint het Synode; men zege dat de Pastoois 'er ,, zo niet langer mede te vreden zyn, dat de Ilse* „ ren van het Collegie en de Rcprafentant van Willem ,, de V, daar de baas zullen fpeelen, en de Pastoors „ na haare pypen zouden moeten danfen, &c." Ook worden hier wederom de Staaten van Gelderland, cum fociis als Bloedhonden betyteld; waar uit wy, om 'er niet meer van te zeggen, de eerbiedige gevoelens van Mr. J. C. van Rossen, voor 's Lands Regeering bezwaarlyk kunnen opmaaken. Uit het geen wy Ü Ed Mog. hier mede nopens de zeer uitgebreide briefwisfeiing tusfchen Mr. J. C, van Rossen en P, van der Wyk, opengelegd heb-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 217 hebben, gevoegd by het overige reeds te vooren mee betrekking tot deeze Perfoonen voorgedragen, meenen wy dezelve, te moeten befchouwen, als zeer onrustige Lieden, die geen vlyc en moeite gefpaart hebben, ter beraaming en uitvoering van allerhande middelen, om zich" zo doe-nlyk meester te maaken van de befluiten des Landsdags, en zich zeiven te 'verheffen met vertrapping der Privilegiën , en Conflitutie deezes Landfchaps, waar aan men zich volgens haar eigen aveu, zulks niet convenieerende, weinig behoefde te bekreunen. Een Correspondentie derhalven ftrydig met de goede order en de publique ruste, waar aan buiten twyffel zo niet alle, nogthands de meeste woelingen in Zuidenveld haarenoirfprong verfchuldigt zyn geweest. Terwyl ons ten opzichte yan D. van der Wyk, in 't byzonder is gebleeken, dat ——— A. hy de Hoofdbeleider van de Sociëteit te Sleen zynde, daar over met den.Syndicus Tiddens te Groningen, gelyk reeds te vooren door ons by die Rapport is voorgedragen, heeft gecorrespondeert, en deszelfs raad ter bereiking zyner oogmerken ingenomen, — B. dat hy 'er byzonder zyn werk van maakte, om de Ingezetenen om te kuipen, beroemende zich zelfs onder anderen in een brief van den 6 February 1787 aan deszelfs Schoonvader; „ dat hy de verkiezing van Schaange te Bunnevelde, als Volmagt ten „ Landsdage, had omgearbeid, dat'er een Patriot 1 na toe zoude, A. Meürsing of een ander; dat „ 'er ook eene van Sleen kwam, en dat die Schone„ eeek zyn Buurman volgen zoude." ■ Gedragingen Ed. Mog. Heeren! die hem zo veel te minder pasten, als een Vreemdeling, onkundig van de Rechten der Regeering alhier, en in de Landfchap geen eigendom van vaste goederen hebbende. C. Ook hebben wy ontdekt dat 'er over 's Lands zaaken tusfchen hemen eenigeOverysfelfcheStaatsleden een geheime verflandhouding heeft plaats gehad: blykens een' brief van den 8 April 1^87 van J.  2iS Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot p. van der Wyk te Zwol, met dèeze woordena beginnende; ,, my is uwe geëerde, na het fehei-. „ den uwer Landfchaps'- Vergadering gefchreeven ,, a, zeerwel te Campen gewórden, ik bedank uw,, voor aeszeirs gewignzen juyuuu, weixe rx at,, rede aan de voornaumjfe Leden mede gedeelt heb- be, en hoop, dat dit goed begin met de mees'c gewenfehten uitflag, vaar de groote zaak mag bes, kroond worden." Nog is het ons gebleeken, D. dat tusfchen N. ten Wolde, en hem een zeer bedenkelyke Co: resp-ondentie wierd gehouden, waarvan ons ja het byzonder twee brieven, dóór de eerstgemelde in dato den i Juny en den 14 September 17X7 am de laatfte gefebreeven, als bewyzen zyn voorgekomen, vickh\er aster fub O. P. Welke laatfte brief het geheele oogmerk, de groote bedoeling, van aüê woéiingeh der zogenaamde Vaderlanders duidelyk openlegt, in zich behelzende, de zichtbaare b'yken ,, van goedkeuring van de, door een gewapende omzwervende hoop tegens ade ,, Conftitutie en Privilegiën aan , uitgevoerde re. ,, motie der wettige Regenten in Holland, te gelyk ,, met de voorflag der middelen om dat groote werk, „ ook hier in deeze Landfchap te volbrengen, na„ mentlyk door een Commisfie yan Defenfie re be„ noemen, voorzien met een onhepaalde magt." 'Kr blyft derhalven by ons geen twytfel over, of het tydftip was ten uiterften haggelylc, waarin deeze Landfchap zich toen bevonden heeft, en wat men, waren deeze raadflagen eens tót' rypheid gekomen verder zoude hebben te wagten ge-had van lieden, die tegens alle denkbeeld van waare Republicainfche Vryheid uit zuiver "igenbeiang en heeischzugt ddn voorflag doen, cm aan eenige Perfoonen een onbepaald gezag rp te draagen, gToter, als'de Staaten zelve bezitten; of in den uiigeftrekften zin'vr.nSouvereir.iteit, be.houdtns het derkbecld var wetten, bevitten kunnen, en die gèvolgclyff, in plaats van de waare Vryheid te bevorderen, "het lee\eo cn de be.  e Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 219 aezittingen der Ingezetenen wilden ftellen in de wreede nsndcn van een willekeurig Despotismus. Hoedaanige fentimenten by de Perfoon van N; fen Woldè gehuisvest hebben , blykt uit deete briefwisfeling met D. van der Wyk zo klaar, dat wy ons daar over niet verder behoeven uit té laaten; allcènlyk moeten wy nog ter kennis van U Ed i Mog. brengen eenige informatien, door den Heer Drost rat. Offic. ten laste deezer Perfoon voor ons blootgelegd', waar uit ten allerklaarften kan gezien worden, dat hy N ten Wolde, is een gedeclareerd vyand van onze Conftitutie van Regeering, en dat hyvoorneemens koestert zyn leeven lang, aan derzelver omkeering te werken, hier agterfub O. Laatstelyk hebben wy bevonden, dat ook diergeiyke Correspondentie tusfchen den Advokaat Mr. iC. E Carsten Junior, en D. van der Wyk heeft plaats gehad, blykens een brief van eerstgemelde in dato den 11 April 1787, aan de laatfte gefchreeiven ten geleide van twee Zuid-hollandfche Couranten, de laatfte van den 18 April 1787, zynde die :gene, waar in het allcr'asterlykst berigt ten aanzien van den op reces gefcheiden Landsdag word bevonden- Een ftuk, 't geen ook byzonder gedrukt on- der de Ingezetenen is verfpreid, waar in den „ Heer Raad en Landfchryver, aan voornoemde Mr. C. E. Carsten Junior door Bloedverwantr,, fchap verknogt, benevens verfcheidene Leden ,,, deezer Vergadering op een allerfnoodfte wyze worden ten toon gefteld, en als het fchuim dei ,„ aardbodems uitgevaaajt." Welk foort van ftukken hy als nuttig aan de , Hoogadelyke Familie, en-in 'c byzonder aan de Socie\teit te Sleen ter leezing aanbeveelt, waar door by ; gevolgelykmede de hand heeft geleend tot het ver: 'fpreiden 'van fameufe libellen . en naamlooze laster:fchriften, om daar door de goede Ingezetenen te: gens hunne Regenten en mede-Burgers on aPe mo! gelvke wyze aan te hitzen, en de tastbaarfte on'waaiheden, hem Dr. C. E. Carsten Junior, als zelfs  aso Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zelfs in Perfoon op dien Landsdag prasfenc geweest: zynde, overbekend, voor ontwyffei baar te doe au houden. En wie ziet niet, dac dit zyn gehou.. den gedrag is ftrydig met de Placaaten van den Landde, inzonderheid inloopende tegens de heilzaame: incentie van U Ed. Mog. by Publicatie van den 29 J Maart 1786 open gelegd, waar by elk en een ie»gelyk nadrukkelyk en by vernieuwing word ver-' maant en gelast, zich zorgvuldig te wagten, van; alles 't geen de verwydering tusfchen de Ingezetenen, door aan de parcyfchappen voedzel te geeven,j zoude kunnen vermeerderen, maar in tegendeel ern-' itig vermaanc, alles toe te brengen, 'c geen eer bewaa- • ring der ruste, eensgezindheid, en onderling ver-trouwen dienen kan, toe welke bedoelde eindenswy/ deeze recommandatie van Dr. Carsten niec zeert gefchikc vinden. Hier mede U Ed. Mog. verflag gedaan hebbende: van de Correspondencie welke ons uit de papieren 1 van D. van der Wyk zyn voorgekomen, als de: attentie deezer Vergadering in 't byzonder verdie-■ nende, zullen wy ons verder begeeven om U Edele: Mog. nog te rapporteeren, dat, behalven het geeni reeds by de behandeling der Exercitie-Genoodfchap-pen voorgedragen is, O. Blom, gewezene Com-mandant van het Meppeler Corps , doorgaans de: voorfteller is geweest van de onwettigfle handelingen, als mede van degewelddaadige propofitie vani den JoMaart 1787, bevoorens aangeroert, — dat hy boven dien de brief van het Defenfie-wezen 1 te Franeker heeft in de Krygsraad gebragt &c. Over welk een en ander, om U Ed. Mog. met de ! mooglyklte volledigheid en klaarheid te kunnen be- ■ rigten, wy nadere elucidatien en opening van hem 1 hebben gevraagt, dan, even als of het water der 1 vergetelheid gedronken hadde, wende hy onkunde : voor, of verklaarde tegen de waarheid; onder anderen, na het befluit op de brief van Franeker ge- • vallen , zynde onderhouden , heeft hy vei klaart, da: daar op niets was befloten, fchcon ons, zo uit : de:  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 221 de Notu'en der Vergadering van den 4 September 1787» ais de antwoorden der overige Officieren gebleken is, dat hy zelfs mede was gecommitteerc, om daar in naar bevinding van zaaken te handelen. Wy moeten de eer hebben hier by te voegen, dat aan ons zyn ter hand gefteld twee Paspoorten door hem O. Blom als Collonel Commandanc ten behoeve van den gewezenen Kapitein Lamb. Kniphorst, aan Meppeler Schippers mede gegeeven, ten einde onverhinderd de Zuiderzee, door gewapende Uitleggers verontrust, met hunne ladingea te kunnen pasfeeren , als mede twee attesten van den Scholtes Kniphorst, van inhoud als hier agter onder de letters R. S. T. U. Waar in wy een nieuw blyk en bewys van de ufurpatie van het Hoog gezag, by de hoofden der Exercitie-Genoodfchappen gepleegt en ingevoert, hebben gevonden; een onderneeming, waar door de Negotie maar alleen veilig wierde gemaakt voor hunnen Aanhang, en een uitfluitend voorrecht aan de Leden van het Vrycorps boven andere Ingezetenen verleend, het welk ons van te meer gewigt is voorgekomen, om dat de Scholtes C. Knip- horst, kragt de afgegeevene acte ten faveure van zyn Broeder, ten deezen opzichte in een gelyk denkbeeld fchynt geftaan te hebben; ten minften •wy hebben niet kunnen bevroeden, hoe of anderzints, boven den tytel van Koopman, die van Kapitein van liet Genoodfchap, in die acte te pas kon komen. Welke nadeelige gevolgen nu zulke handeling voor een Commerciëerende plaats als Meppel hebben moest, en om welke Motiven, dit wierde gepractifeerd, is ligtelyk te comprehendeeren: de Leden des Genoodfchaps, of haare Aanhangeren trokken hier door de handel afieen aan zich, en noodzaakten dus de overige ter' Zee vaarende en Commer:cieerende Ingezetenen, of haar beftaan te verliezen, : of zich onder de Baniere der Vryheids Zoonen, hoe izeer tegens haar inwendige gevoelens ook, door ; dwang te begeeven. Laats-  22- Verzameling van Snikken betrekkelyk tot Laatstelyk zullen wy hec geen omtrent particuliere Perfoonen hadden te berigten, nog hec een en ander ten opzichte van Jr. C. de Vos van Stëenwyk, in 'c oyzonder onder hec oog van U 'Ed Mog. brengen. .titer in beft-aande, dac die Heer niet alleen, in alles hec hoofdbefcier der Drentfche Genoodfchappen gehad heeft, en in 'c byzonder, dac door hem de Correspondentie is gevoert, en de uitmarsch zo naar Hattem als elders beftierc, maar daar en boven dat niet tegengaande reeds zederc den 25 Juny 1785 als Collonel heeft gefungeerd, nooic den by U Ed. Mog. gevorderden ééd heeftgepresteerd, alle zaaken reeds mee de blykenzelve hier voorens gementioneert, waar by nog verder komt, dat deeze Edele, wel verre van zyne invloed édelmoedig te belleden, ter demping der helf-heoneeöigheden,- integendeel de gemoederen meer en meer aanhïtlte en verbitcerde, 'c welk ons met veel aandoening uit een' Misfive door zyn H. VV. Geb. op deri 15'Nove-mber 1785 aan de Meppeler Krygsraad gefchreeven, in 'c byzonder gebleeken is ,houdende onder anderen: ,. Dat nóg niet in ilaac was geweest, een' Misfive van die Krygsraad aan: zyn Genoodfchap te communiceeren, dat „ daaiotn zyne particuliere gedagten zoude open leggen, hoofdzaakelyk behelzende, dat ingeval„ le van daadelykheden, of dreigementen, zich ,, niet alleen moesten verdeedigen, maar zelfs de -, Dnaders zulks met de dood doen bekoopen, dat hy ,J van gedagten 'was, dat de zaaken in dieficuatie ,, waren, dac dezelve niet meer in der minne kon„ den bygelegd worden, d:c hy derhalven alle de „' middelen van accomodement afried." Hier agter fub p£. — Het is ons voorgekomen, dat deeze aanraading van eigenrichting, met voorbygaan der Juftitie, tegens alle goede orde inloopende, veelligt op deopenbaareftraatenopgedroogt, van het bloed den nden te vooren aldaar zo onfchuldig geplengt,' het vernieuwde Treurtoneel van moord en dood/lag konde geopend hebben, te meer, daar, door de ver.  ide Gebeur teni:fen in 1787, enz. voorgevallen. 223» ■ yer'.iharing, yg/i Je zaaken niet in der mitine af ie doen, i en de ajraading van-vergelyk, het vuür dar oaeenig; beid wierd aangeblazen, en de verwydering gaa; pender gemaakt. — Een raadgeeving welke onzes ; inziens in een Regent vooral niet voor ouverich.il: Rg kan gehouden worden. Wy verkiezen echter U: .Ei. Mog. verontwaardiging over zulke bedryvenniet te animeeren, maar het misdaadige daar in, lieliever aan fioqgstderzelver verligt oirdeel over te1 laaten; 'er alleenlyk byvoegende, dat zyn Hl W. < Geb. de deiiberatieo en befluiten der Staats-Verga-,(derin-g over deeze en dergelyke onderwerpen ge-; Ihouden en genomen, telkens heeft bygewoond,en* ; daar in niet weinig invloed gehad, ichoon deeze ] Misfive de daadelyke parcydigheid en: vyandfehap • vran dien Heer, buiten allen twytïel ftèlt; zo dat ;onzes inziens, het zyue pligt geweesc was, zich i daar van te Onthouden, en zyne qualiteit als Col'lonel niet te verbergen. iNu blyft nog overig, het laatRe gedeelte van ons i Rapport, opzichtelyk het derde en laatfte hoofdipoincj:, nameritlyk net berugte Request, nameiisde i Gecommitteerdens uit de Drentfche gelegalifeerde ! Genoodfchappen, &m Ridderfchap -en Steden de Staaten van Overysfel geprsfenteerd, waar by zy ikramien gewapenden arm aangeboden, endaar benevens de proteclie. van Welgemelde Staaten ver>zogt hebben. Aangaande dit hoofdpoincl, 't welk 'by U Edele^ iMog. te recht, als zodaanig gewigtig en zeer be!denkelyk is befchonwt., dat Hoogstdezeiven de na1 vorfching dieswege'ns', meer byzonder en bepaaldelyk :oos hebben aanbevolen, hebben wy, ter bereiking ivan U Edele Mog. intentie, ons onderzoek nader :bepaald, — 1. Aangaande de aanwezigheid van het izelve, en deeze gebleeken zynde, om als dan — 2* diens inhoud ha te fpeuren, en 3. onderzoek te doen aangaande de Opfteller of Opftellers van het pabfel'jjj 3;:j.-:3ïCI'attdiïiusa :od ai n-jqqsfb'lh ' <« W » ' Be-  824- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Belangende het eerfle is ons wel dra gebleeken , dat — ja waarlyk zulk een Request exifteerd als hebbende niet alleen een ongeauthentifeerde Copie, onder de Rukken van de Meppeler Krygsraad, door één, by fommigen onzer bekende hand, gefchreeven, aangetroffen, maar ook, en waar door aJle mooglyke twyffeling hier omtrent word opgeheven, het zelve'in het generaale Prothocol, en wel bepaaldelyk onder de handelingen, op de ex•traordinaris Vergadering van de Gecommitteerdens uit de gezamentlyke gelegalifeerde Genoodfchappen den 3 July 1787 in 't Hogeveen gehouden, onder de hand van den gewezenen Secretaris H. Moes geinfereerd, en geauthentifeerd gevonden, behalvendatwy, zo door de hier opgenomene Refolutie van Ridderfchap en Steden van den volgenden dag, waar van ons, gelyk mede van het Request zelve, een geauthentifeerde copie uit Overysfel is gefuppediteerd , als ook door de onderfcheidene lesponfiven by de gedaane verhooren, en waar van in 't vervolg nader zal moeten worden gewag gemaakt, dien aangaande volkomen zyn bevestigd. Wat ten tweeden diens inhoud betreft, wy vinden dezelve in allen deelen overeenkomflig met de opgave welke daar van in de Zuidhollandfche Courant van den ioden, als mede in de Groninger van dtn. I4den Augustus deezes jaars, onder een artikel uit Zwol van den 4den dier maand geinfereerd is, lui* dende woordelyk: Edele Mogende Heeren! Myne Heeren! Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel) j, Geeven met verfchuldigde eerbied te kennen, „ de Gecommitteerdens uit alle de Exercitie-Ge„ noodfchappen in het Landfchap Drenthe gelega- » R-  É'é Scheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 225 ,», Iifeerd, hoe dac zy vernemen hebben, dat de Proyinéie van Overysfel in cieeze critique tydsom3, {handigheden genoodzaakt is, zich tegen eene „'•Landverdervende Cabaal, die niets minder dan 3, onderdrukking en geweld, roof en plunderzugt ij in 't oog heeft, te moeten defehdeeren', en ten 3, di^ri einde reeds de nodige maatregelen in 'rwerk 3, fteld; zo zyn wy door cle Heeren van 't Defenfie-wezeh Van U Edele Mog. Provincie g'einfor 33 meefd geworden, dat U Edele Mog. nog wel ee3, nige gewapende Manfchappen van 'onze Genood3, fchappen. zouden, emploijeeren willen, om die 3, fnoode Cabaal te keer te kunnen gaan. Wyvin3, den ons derhalven verpligc, U Edele Mog. in >, derzelver oprechte Vaderlandfche poogingen na j, ons vermogen te moeten onderfteunen, en bie», den ten dien einde onzen gewapenden arm aan , om 3, ingevolge Refolütie van U Edele Mog. van den 31 15 Juny 1787, en conform het plan van Militaire j, difcipline daar by gearrefteerd, ons onder de or33 dr.es van U Ed. Mog. of Hoogstderzelver Gecom33 mitteerden tot het Defenfie-wezen te laatep ges> bruiken, daar het welzyn van het Vaderland het zal yereifchen. , 3., Dan Edele Mogende Heefen! vermids dezelve 3, Landverdervende Parthy alhier, even als elders, i, daar op uit is, om die "génen welkemet hunne boo5, ze oogmerken niet inftemmen, aller wegen te ver,, volgen en te perfecuteeren, zo verzoeken wy in3, ftancelyk, dac U Ed. Mog. , wannéér wy de ver„ zogce adfiRencie daadelyk praefleeren, ons Ver,, leenen U Edelè Mogende veel vermogende pro,, ceüie, als wy uit hoofde van deeze onze gepra?3, fleerde hulp aan U Edele Mogende ih eenige on.3, gelegenheid zouden geraaken, of ons dieswegens ,, eenige onaangenaamheidin deeze Landfchap mog,3 te overkomen. 3, 'c Welk doende „De Gecommitteerdens uit alle de Éxereh III. Déél. P „ tie-  $.%6 Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot „ tie-Genoodfchappen in het Landfchap Drenthe gelegalifeert. ^ , „ uit naam derzelver ,, Echtens Hogeveen „ den3 July 1787. (get.) Harmen Moes. De bloote leezing van dit Request zal ongetwyf. feld U Edele Mogenden reeds hebben doen bemerken , dat het zelve eene der fchroomlykfte en floutlte onderneemingen van het Drentfche, helaas! van elders ingedrongen zogenaamd Patriottisme in zich bevat, en dat het zelve zo uit hoofde van de las* teiiyke en beleedigende bewoordingen en uitdrukkingen, als wegens de blykbaare flinkfche oogmerkeu en bedoelingen, en niet minder uit aanmerking van de nadeelige gevolgen, welke indien de Goddelyke Voorzienigheid zulks niet gunRig verhoed hadde, zo ten opzichte van deezer Landfchaps Hoogheid en Onafhanglykheid, nevens Uwer Ed. Mog. Oppergebied, en het wettig gezag der Regeering in 't gemeen, als de algemeene ruste en veiligheid der beste Ingezetenen in 't byzonder, daar uit niet alleen konden, maar ook noodwendig moeflen voortkomen. Want, wanneer diens inhoud met behoorlykebedaardheid word doorgedagt, dan behelst het zelve niets minder, aan zyde van de Drentfche Genoodfchappen , dan het'vernederend aanbod, en het werkelyk aangaan van een verbindtenis tot wederkeerige defenfie met de nabuurige Provincie vaa Overysfel, buiten voorkennis, veel min toeftemming van de Regeering deezer Landfchap, waaraan deeze Requesti anten zich door een byzondere ééd van trouwe, genoodfchaplyk verbonden hadden; en wel gelyk men het aldaar zelfs uitdrukt, in critique tydsomftandigheden, of liever, om nader by des Opftellers verheffende uitdrukking te blyven, het behelsde een aanbod van de onderftcuning met den gewa-  ie Gebeurtenisfen in 17S7 enz. voorgevallen. 227 egewipenden arm , welke nogthands, gelyk bekend lis, van U Edele Mogenden was afgefmeekt, en rverkregen, onder een voorgeven, döc dezelve ce»gens het gevreesd geweld eener vyandelyke aanval [van een vreemde Mogendheid en algemeene Vyand (zoude gebruikt worden. Daar en boven bevat het zelve niet alleen een [Corréspondentie met de Staacen van een naouurig [Gewest, en met derzelver Gecommitteerdens coc peen zogenaamd Defenfie-wezen , maar zelfs een ontbepaald uitbod, om zich onder derzelver orders te ►willen laaten gebruiken, overal, alwaar hec welzyn ,van het Vaderland zulks mogte vereisfehen. En al hoe wel by dit adres word voorgewend, :dat deeze aangebodene gewapende onderfieuning ^zoude flrekken tot defenfie tegens een landverdervende fnoode Cabaal, welke niets minder dan onderdrukking, geweld, roof en plunderzugt in het toog hadde, om dezelve zo veel te beter te keer te ikunuen gaan, zo is het nogthands zeker, dac naar :den toenmaaligen, onder de moderne Patriotten, ingevoerden (tyl, zo met deeze benoeming, als die ïvan Bloedhonden, zelfs de Souvereine Staaten van anIdere Gewesten, onze Vrienden en Bondgenooten beftempeld wierden; voornamentiyk indien men zich :herinnert het geene reeds hier omtrent by dit Rapport, uit eenige Rukken is aangevoerd als mede :dat fommige van de Drentfche Genoodfchappen, :reeds byna een jaar vroeger zich hadden veroirlooft, buiten voorkennis en toeftemming van deezer Land'fchaps Regeering, gewapend binnen de Stad datitem op Geldersch grondgebied in te trekken; met 'voorneemen, zo het ten minften voor hunne overihaaste vlujt fcheen, om nevens eenige van de IOverysfelfche Genoodfchappen, met vereenigde imagt, tegens de befluiten der wettige Staaten van (dat Cewest, om die Stad met Guarnifoen te doen i bezetten, zich gewelddaadig aan te kanten; over 1 welke fchending van het Territoir met een duide\ ïyk oogmerk van vyandelykheid, de Gelderfche P 2 Staa-  12 8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Staaten zich billyk aan het algemeene Bondgenoot i'chap beklaagt, en van die van Overysfel voldoende fatisfactie en ftrafoeffening gevorderd hadden. ■ En om hier op niet langer Ril te.ftaan, dit onbepaalde aanbod onzer Ingezetenen, om onder de orders van de Staaten van Overysfel of derzelver Gecommitteerdens tot het Defenfie-wezen, zich te willen laaten gebruiken, daar het welzyn van heC Vaderland het zelve mogte vereisfcheh, behelst niet alleen hunne laage onderwerping aan een willekeurig gezag van Hun, welker denkwyze over het algemeen, op dien tyd, zo hemelsbreed met die der meerderheid van het algemeene Bondgenoodichap, of het meerendeel der Vereenigde Provinciën, der Vergadering van Hun Hoog Mogenden, van den Raad van Staaten, en van andere Hooge Collegien, en van het grootfte gedeelte der Natie* ook binnen deeze Landfchap verfchilde; maar diende teffens, om met voorbygaan van de Regeering, eigendunkelyk, door zulk een trotfche en Route onderneeming, deeze Landfchap, waar aan zy door de naauwfte banden verknogt waren, inde hevigft.e gefchillen tusfchen Provinciën en Provinciën, als mede tusfchen de Provinciën en den Heere ErfStadhouder, buiten noodzaake mede in te wikkelen, en door het kiezen van parthy in een gefchil, waar in deeze Landfchap niet was betrokken, aan het dringendfle gevaar bloot te Rellen, alleen, zo het fchynt, om hunne, uit onvergenoegtheid en heerschzugt voorfpruitende bedoelingen en inzichten, te bereiken. Ook legt in dit Adres, in den RerkRen zin, op. gefloten een wezendlyke zeer beledigende verkortingen vilipendentie van het wettig Gezag der Regeerir g deezer Landfchap, nademaal deeze onze onderhoorige en door plechtigen geRaafden ééde verbondere Ingezetenen, zich veroirlooven, ten Hotte van hu'i Adres, met voorbygaan van U Edele Mogenden, by de Staaten van een Nabuurig Gewest, te klagen; ,, dat die zelve landverdervende party, mede  de '■Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 22$ u,.mede alhier, even als elders, daar op uit is, om „ die genen, wellce mee hunne booze oogmerken ,,, niet wilden inftemmen, allerwegen te vervolgen „, en te perfecuteeren." • Voornamenclyk wanneer zy by dat Adres het voorfchreevene verder tot een grondflag leggen, iom op eene voor 's Landfchaps Hoogheid allezints ihoonende, doch met relatie tot 's Landfchaps Re[geering, oproerige wyze by de Staaten van Overysfel inftanteiyk te verzoeken; dat dezelven, zo ,,, wanneer de Requestranten daadelyk de hulp door ,„ het Overysfels Defenfie-wezen verzogt« mogten praesteeren , hunne veelvermogende Protectie wilden verleenen, indien zy uit hoofde deezer ,,, gepresteerde hulp in eenige ongelegendheid geraaken, 1 ofce hun dies wegens eenige onaangenaam ,,, heid NB. in deeze Landfcliap overkomen mogte," ■—- behelzende overzulks het vraagen van Protectie aan een buitenlandfche Oppermagt, om zich te :beveiligen tegens de gevoeligheid van hun eigene iSouverein, wegens beledigingen , welke men voorbed agtelyk aan Hun Gezag' meende toe te bren>gen. 8 Beledigende uitdrukkingen voorwaar! welke nog» thands in het Overysfels Staats-Prothocol, tot een altoos blyvend gedenkteken voor de Nakomelingschap, beide van der Requestranten muitzugt, en van de door hun ILEdeie Mogenden toegevoegde ;aantygingen en verkortingen geinfereerd ftaan, en :het zy men deeze uitdrukkingen op private Ingezetenen , of op de Regeering zelve te huis ibrengt, in béide gevallen zyn dezelve hoonend. B Wanc, indien binnen deeze Landfchap, onder Ide particuliere Ingezetenen ergens een landverdervende parthy fchuilde , welke booze oogmerken ..voedde, en voornamentlyk dan, wanneer die Landverdervende parthy, hun, welke met derzelver ■booze oogmerken niet mede inftemden , allerwegen 1 vervolgden en perfecuteerden, waarom dieswegens :by de Staaten van Overysfel, met voorbygaan yan ï ' a P 3 dea  2%o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den Heere Hoofdofficier, den Hove van Juftitie }3 en de Staaten deezer Landfchap, geklaagt? in pri-, vaate actiën, wanneer de Ingezeten deezer Land-1 fchap den anderen buiten de Landfchap evoceert,, over zaaken de judicature van de Landfchap nakende, dan word het zelve by ons Landrecht Art. 744 van 't 5d- boek genoemd, een intcmmodeeren ugenss het jus de non evorando, waar op de boete van vyfi honderd guldens gefteld is; maar waar toe zal menn deeze algemeene klagte van alle Gecommittet rder.s: uit de I)rentfche gelegalifeerde Genoodfchappen,, by de Staaten van een Nabumig Gewest brengen?? waarom die bedoelde landverdervende party , mids-,' gaders derzelver booze oogmerken en perfccutienr niet op een Conftitutioneele wyze binnen deezef Landfchap ontdekt, ter plaatze alwaar zulks behoorde? of was de weg van Juftitie binnen deezef Landfchap ten eenemaal toegefloten ? en welkee vrugtelooze póogingen hadden de Requestranten) aangewend om dezelve wederom geoptnt te krygen P Doch hier haperde het niet, maar deeze landverdervende party fchuilde, volgens de Vaderlandlievende denkbeelden van Requestranten, binnen de: geflotene deuren van de Vergadering van U Edele: Mogenden, ofte andere Collegien van Regeering: of Juftitie, dit lyd geen de minfte tegenfpraak alzo men in het Generaale Prothocol, raakende de: handelingen op de extra-ordinaris Vergadering den: 3 July 178-? in 't Echtens Hogeveen gehouden,, duidelyk deeze woorden leest: „ Vervolgens in: „ deliberatie gebragt zynde, dat, by aldien de: „ Exercitie-Genoodfchappen, op aanzoek van de: „ Provincie van Overysfel ter adfiftentie begeer-„ den uit te trekken, dezelve NB. van de Heeren 1 „ Staaten der gemelde Provincie de protectie vani 3, Hun Edele Mogenden door adresfe dienden te: „ imploreeren, ingeval de ui;gemarcheerde Manfchap-■ pen. by hun abfentie of retour in deeze Landfchap) JSB. door gewelddaadige Refolutien wierden vei volgt. „ Wam; ■  de Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 23T Waar over gedelibereerd zynde, is befloten, •„ hierover, uit naam der Heeren Gecommitteerden „ der Genoodfchappen deezer Landfchap, de Heoren Staaten der Provincie Overysfel, op den 4 July 17R7 te Campen vergaderd, te adiëeren , en ,, per Request Hun Edele Mogenden Protectie te „ verzoeken; en is te gelyk de Hoog Wel Ge„ boorne Heer C. Baron de Vos van Stëenwyk verzogt en geauthorifeert, het Request hier over ,, op te ftellen." Het ftaat derhalven vast, dat men zich alhier beklaagde over zulken, welken men vreesde, de uitgemarcheerde Manfchappen, by hun abfentie of retour in deeze Landfchap door geweldige Refolutien te zullen vervolgen: derhalven bedoelde men een landverdervende party onder de Wetgeevende Magt, en over zulks in de Vergadering van U Edele Mogenden ofte Hoogstderzelver Reprafentanten, en dan zoude men aan deeze Genoodfchaps Gecommitteerdens mogen vraagen, welke booze oogmerken bezielden hun, waar in zy begeerden dat gy mede zoudet inftemmen, en waar zyn perfecutien tegen lieden, by weigering in 'twerk gefteld? Was hec ook, dat de Regeering de Excercitie-Genoodfchappen by derzelver Reglementen wilde bepaalea, ert niet gedogen dat op Zon- en Feestdagen gemaneuvreert wierde, dat de Vry-Corporisten, buitenden tyd der Exercitie met hunne Wapens en Zydgeweercn langs den weg liepen, en op zodaanige tyden met hunne zwarte Cocardes van de niet exec-; ceerende zich onderfcheidden, of met fcherp geflepene Sabels en fcherpe Patroonen voorzien, aan eigene richting fchuldig maakten, dreigementen en rustverftoorende Straatfchenderyen pleegden, of zich in zaaken van Regeering mengden? Eindelyk Edele Mogende Heeren! welke zouden de droevige gevolgen geweest zyn by aldien U Ed. Mog. onze Drentfche Genoodfchappen, die derzelver aangebodene gewapende adfiftentie in de P 4 Pro.  23 2 Verzameling van Stukken 'betrekkelyk tot Provincie van Overysfel daadelyk hebben gépjfesiteeid; dieswegens, gelyk zy billylc vreesden, dg welverdiende onaangenaamheid binnen deeze Landfchap hadden doen ondervinden, en daar tegens de Staaten van Overysfel op hun beurt wederkeerig het effecf van de toegezegde veelvermogende protectie of/guarantie aan denzelven wilden laaten genieten? -gewisfelvk niet minder, dan een bloedbad, een openbaare kryg tusfchen Bondgenooten en Bondgenooten, tusfchen Overheden èn Ingezetenen, ten waare de Landfchap of uit toegeevendheid, ofdoor dwang zich aan een willekeurig gezag van dé toenmaalige Staaten van Ovérysfel, derzelver Gecommitteerdens tot het zogenaamd Defenfie-wezen 3 en hunne, daar mede op een clandestine wyze heulende muitzieke Ingezetenen, afhanglyk hadde gesteld ; ja welke noodlottige gevolgen zouden uit deeze bnbedagtzaame handelwyze te wagten zyn geweest, by aldien de overige Ingezetenen, die tegens de Genoodfcha'ps Leden ten minden als 'veertig tegens één Honden,'mede op zulke gedagten waren gevallen, dat aan hun niet-minder vfy Rond het zelve'te doen, 't geen deezen zich aanmaatigden, en over zulks even zeer, ja meer bevoegd te zyn, wederkeerig , onderlinge verbmdtenisfen, zelfs met Buitenlanders aan te gaan , tot handhaaving van de ou.ie vastgeftelde Regeerings-forrn, als du Genoodfchappen om die te floopenen geheel te veranderen, 't geen, zo wanneer de Volks-ftem, naar de leer der Patriotten, geëerbiedigd moeste worden, niet ongerymd kon fchynen. Edoch voor dit akelig toneel van allerrampzalig, ile gevolgen,' welke deeze gewelddaadige anderneemin g hadde kunnen na zich fleepen , verkiezen wy liefst het'gordyn te fchuiven.- en fpoeden ons, fj Edele Mogenden ten derden nader vérflag te doen. aangaande ons onderzoek nopens den Opfteller of Opftellers yan het Request, waar van wy den zeer bedenkelykeu inhoud, nevens onze reflexien,. heb-  ie Gebeurtenis/en'in 1787 ewt. voorgevallen, «33 ben opgegeeven, ten einde aan U Edeie Mogenden nader moge blyken , door welke Perfoonen deeze ongehoorde demarche is gedreven. Uit hec Adres zeive, beide uit diens hoofd en Hot blykt, dac de Requestranten aldaar uicdrukkelylc ; genoemd worden : Gecommitteerdens uit alle Exercitie* ' Genoodfchappen in het Landfchap Drenthe gelegalifcert; en dac de Onderteekening in derzelver naam door ! den toenmaaligen Hogeveenfehen Secrecaris Harm :Moes gefchied is, en wel op een extraordinaris Vergadering den 3 July 1787 in'c Echcens Hógeiveen gehouden. In 'c Prochocol van de algemeene Krygsraaden iftaan de naamen der Leden, welke die extraor:dinaris Vergadering gecompofeert hebben, uitgedrukt; namentlyk, uit de Wyk, de Collonel Jr>. :Óe Vos van Stëenwyk tot de Havixhorst, en Kapitein N. ten Wolde. Uit Meppel , de Luitenant Collonel O. Blom. en Major A. Meursing. I Uit Diever, de Kipitem A. Vos, en de Ed. Jan Winters. — Uit 't Hoge- en Echtens Hogeveen, Ide Major W, Mantinc, en honorair lid W. Hart-. man. Uic Dwingelo, de Collonel J, H. Deu- ring, en Kapitein K Harms. Ook blykt hec uic onderfebeidene responfiven, Idac in deeze extraordinaris Vergadering, daar toe op Requifitie van de Meppeler Krygsraad expres belegd, hec voorftel toe hec indienen van een zo* iaanig Adres'door de Meppeler Gecommitteerdens gedaan is. En by aldien hier over het Prothocol van die van Mepoel in t byzonder word geraadpleegt, dan vind men, dat de Krygsraad aldaar derzelver Gecommitteerdens tot het doen van een diergelyk voorftel pp de algemeene extraordinaris Vergadering fpeciaal aéeft gemastigt. Terwyl nader, by verhoor door den gewezenea Kapitein B. W. van der Sande is opgegeeven, dar. de luitenant Collonel O. Blom een Krygsraads-Vergadering te Meppel heeft doen beleggen, uithoofde? J ' ' ' dat  234 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dat de Collonel J. C. de Vos van Stëenwyk tot dc Havixhorst, op dien tyd zyn verlangen hadde tekennen gegeeven, om aldaar een propofitie te doen, en wyders, dat de voornoemde Jr. C. de Vos van Stëenwyk, in de Krygsraads Vergadering te Meppel compareerende, de vraag heeft voorgefteld, of het Meppeler Genoodfchap genegen zoude zyn,, eenige Manfchappen ten verzoeke van het Defenfie- > wezen in Overysfel, tot adfiftentie te leveren; wanneer, na deliberatie gedeclareert was; ,, dat ieder' Lid van het Genoodfchap in't byzonder, zich hier' „ over voor hem zelfs, naar goedvinden moeste: ,, verklaaren , doch dat in allen gevalle vereischt: ,, wierd, dat de Staaten van Overysfel, zo wegens ; de betaaling derSoIdyen, als protectie wegens de: ,, de nadeelige gevolgen, welke hun dieswegens al- • ,, hier zouden kunnen overkomen, vooraf de nodi-. ,, ge verzekering moesten geven, " en dat opge- • melde B. W. van der Sande een geruime tyd daar1 na, allereerst uit een Courant met bevreemding eni ongenoegen gezien hadde, datop naam van Gecommitteerdens uit de Drentfche gelegalifeerde Genood- ■ fchappen, hier over Adres san dc Staaten van Over-' ysfel gepraslenteert was, zodaanig ingerigt, eveni als of van zyde deezer Genoodfchappen het aanbod 1 van adfiftentie gedaan wierd. Wa3r uit derhalven niet onduidelyk is af te nee-men, dat Jr. C. de Vos van Stëenwyk tot deHa-vixhorst, een befchreeven Lid der Ridderfchap ini U Edele Mog. Staatsvergadering en Rentmeester; van de Domeinen deezer Landfchao. welke. al-. hoewel als Collonel nimmer den byzonderen daar: toe fiaarden ééd van trouwe gepresteerd , noch-, thands in eerstgenoemde qualiteit onder anderen i gezworen heeft: na beste vermogen, met alle iever eni neerjtigneid alle vyancten van de Lreumeerde rrovtnaen\ in 't generaal, en deezer Landfcliap in 't particulier te t villen wederftaan, tot hendheuding van derzelver Privi- ■ legim, Vry- en Geredtigheden; en voorts belooft:: alle zyne raacflagen tol Vrede, Liefde, Eendrest, eni tot:  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 235 tot confervatie en befcherming van de Landfchap Drenthe te rigten, 't Gemeen zonder te particulafeeren, alken voor oogen te hebben, moet gehouden worden voor de eerde Entrepreneur, Belegger en Doordry ver van dit voor de Hoogheid deezer Landfchap en U Edele Mogenden gezag zo zeer hoonend en beleedigend, doch te gelyk voor alle de Ingezetenen gevaarlyk Zynde uit den famenloop van alle omftandighéden meer dan waarfchynlyk op te maaken, dat zyn Hoog Wel Geboorne met Leden van het Overysfels zogenaamd Defenfie-wezen, waar van eenige nauw aan hem verwand, het eerfte plan daar toe zal hebben ontworpen; — ten minften, dat zyn Hoog Wel Geboorne , het zy uit onvergenoegdheid , heerfchzugt, eigenbelang, of andere grondbeginlelen van dien aart, deszelfs verkreegen credit (zyn^ de federt eenigen tyd herwaarts als het Hoofd en Orakel van het nieuwerwetfch Drentfch Patnottisme geëerbiedigd) neerftig heeft befteed, om eerst by de byzondere Krvgsraad te Meppel de baan klaar te maaken, en vervolgens ook in de algemeene daar toe bewerkte en aangelegde Vergadering dicgewigtig ftuk door te dringen. Hier in zyn wy nader bevestigd door de beèedigde verklaaring van den gewezenen Secretaris Harm Moes, behelzende: „ dat, of fchoon geen Stem„ hebbend Lid,op het aanhooren van dit voorftel, „ het zelve hem zo gewigtig hadde toegefchee„ nen, dat hy zich veroirlooft hadde, zyne tegen„ bedenkingen aan de prefente Gecommitteerdens „ van Diever te openbaaren, met te zeggen: Kin„ ders zouden wy niet beter doen, dat wy ons hier over „ eerst aan onze eigene Regeerin? adres/eerden; en dat ,, men, in plaats van dien vootflag in bedaarde o„ verweeging te neemen , hum in tegendeel tot „ antwoord hadde toegevoegt, of hebt gy vreeze? „ met byvoeging, daar geen Wet is, aldaar kan ook „ gein overtreeding plaats hebben". Met dit gevolg, dat naar het begrip van voor- „ noem-  126 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot. „ noemde Harm Moes, het voorfchreeven discours ,, in plaats van daar door toe nadenken tègeraaken, j, waarfchynlyk veel eer te weeg gebragt hadde, 3, om hec genomene beftuit op hec voorftel te verbaas3, ten, nademaal hy zich voor eeu korte tusfehen„ poozing uit hec vertrek geabfenteert hebbende, „ onmiddelyk.by zyn terugkomst befpeurc hadde, 3, dac de Refolütie tot het prefenteerèn van zodaa,, nig Adres, bereids by de Leden dier Vergade'i, ring was gearresteerdwaar na Jr. C. de Vos van „ •Stëenwyk het bovengemelde Request direct op„ gefteld., en de gewezene Kapitein N. ten Wol3, db het zelvei afgefchreeven, en hy H. Moes dit j, aflchrifc als S.ecrecaris uit aller naam ondertee.,, kent hadde"; dit verrigt zynde, had meergenoemde Jr. C. de Vos van Stëenwyk tot de Havixhorst het Request overgenomen, en belooft, het zehveoten fpoedigften ter Staats-Vergadering van Ridderfchap en Steden, binnen Campen in te dienen» «io «L >.»']jd ïiSsri ; j i$$a (f iil aidi' ':y ern ■ En dat Jr. C. de Vos van Stëenwyk tot de Havixharst, ten:dien opzichte de plaats van den Secretaris H. Moes vervangende, de. penne gevoert en het Request opgefteld heeft, Word nader bevestigd door de .responhven bv de verhooren van IMr. J. C. van Rossen, W. Hartman, W. Manting', O. Blom en A. Meursing. Dat ook de Heer vani de Havixhorst dit Adres ter Staats - Vergadering-van Ovensfel, volgens zyne aanneeming fpoédig bezorgt,' en Ridderfchap en Steden niet lang.kunnen gedelibereerd en gehsefiteerd hebben, om.met eenige gewapende Drent.» fche Ingezecenen, buicen auchoriceic van derzelver Be; eering een wederkeerig verbond van onderlinge defeniie in te gaan, en aan dezelven de veelvermqï gende protectie te belooven , blykt uit. het geaui thencifterde Exrract der Refolütie' van Ridderfchap en Steden, reeds's daags daar aan volgende gear* rciteerdj luidende: . . -•joov.nEv qiigad Jfd ma;J-, .&fe>ï»a avitt • -m^on .c [ ' Cara.-  de Gebeurtenis/en. in 1787 enz, voorgevallen. 2%?. Campen den 4 July 1787. ' „ Geleezen de Requeste van de Gecommitteer* den uit alle de Exercitie-Genoodfchappen in het ,Landfchap Drenthe gelegalifecrd , houdende \ „ woordelyk: (Post alia) ,, Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevon. j, den het voorfchreeven aanbod zo veel nodig be\ „ vonden zal worden te accepteeren, en de Heeren . ,-j Gecommitteerdens tot de defenfie te authorifee-, ,s, ren, om daar van zodaanig gebruik te maaken» i s, als tot dienst van deeze Provincie zullen oirdee. „ len in deeze omftandigheid van zaaken te vereisfchen, en-/zulks onder guarantie van het gene hun ., dieswegens mogte overkomen, en om daar van aan „ de Heeren Staaten van de Landfchap Drenthe ,j, kennis te geeven''. Hoedaanig en met welke cordaatheid of achlerIhoudenheid, de kennisgeeving, waar van aan het' ifiot deezer Refolütie gewaagd word, gefchied is, Ikan uit vergelyking der voorfchreeven Refolütie imet een Misfive van Ridderfchap en Steden in dato den 7 July 1787 , door U Edele Mog. gemaklyk be:oirdeeld worden. Zie bylage W. De Auteur van het meergemelde Artikel, als uit iZwol gefchreeven in de Zuidhollandfche en Groninger Couranten geinfereerd, doch waaromtrent de IHeer Drost opentlyk gedeclareerd heeft, het zelve :te houden voor een aaneenfchakeling van zelfs tastIbaare onwaarheden, alleen uitgedagt om het vuur ivan tweedragt en oneenigheid ook in deeze Land(fchap verder aan te fteeken , en deszelfs yverige ' -poogingen ter confervatie van de goede orde en imaintien van de gevestigde Conflitutie alhier, zo 'veel doenlyk te verydelen, meld 'er het volgende 'van: ,, voorts werd hiervan door de Heeren Staa, is ten deezer Provincie aan :de Heeren Staaten van „ Dren.  £38 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ,, Drenthe per Misfive kennis gegeeven, enthands „ verneemt men van daar, dat de landverdervende „ Cabaal daar over zeer in het nauwe gebragt is, alzo zy deeze cordaate ftap van de lang verdrukte ,, Drenthenaaren niet verwagt hadden. Zo haast „ was niet de Misfive van Overysfel te Asfen aan« „ gekomen, of Drost en Gedeputeerden vergaderden terftond, en de eerfte fulmineerdefchriklyk op de Schuttel s, om datze de befcherming van Overysfel gevraagd hadden, zeggende dat zy den „ ééd aan 't Landfchap gedaan, hadden overtreeben; dan de meerderheid der Gedeputeerden be„ greep, dat zy niet tegen hunnen ééd handelden, wanneer zy haare Nabuuren te hulpe kwamen , „ en haar dtswegers niet kon te laste gelegt wor„ den, zo lang zy zich niet tegen de Landfchap „ zelve gebruiken lieten ". „ Dit had ten gevolge, dat de meerderheid befloot, den Brief van Overjsfel in zeer beleefde termen „ te beantwoorden, en ze ter eerfte Vergaderinge ,, op den Landsdag te brengen. Om nu daar de „ meerderheid te krygen, loopt de Landverder- ■ „ vende Cabaal overal rond om Stemmen te win- • „ nen, maar ftooten overal het hoofd, nadien mem 'er onlangs de Orange-vrienden zo watontmas-j, kert heeft, en de meeste Drenthenaaren beginnen 1 „ in te zien, op hoedaanige wyze zy door eenen 1 „ verraaderlyken Aanhang uitgemergeld en bedro- ■ gen zyn". Eindelyk voegt de onbefchaamde Lasteraar by deeze malitieufe infertie, het volgende ter bemoediging zyner factie; — federt dit geval vermeer-3, deren''er de Lxercitie-Genoodfchappen dag aam dag, en zo haast het Koorn binnen is, zal doorr „ geheel Drenthe geëxerceert worden; — ook! „ word te Meppel een Corps Scherpschutters op— 5, gerigt; de Drost zegt men, heeft om befcher-mirg voor hem en zyn' Aanhang by Gelderland! ,, gevraagd". 's Volgenden daags na dat de voorfchreeven Re-- folc>>  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 239 iblutie te Campen was gearresteerd, en dus op den f July 1787, zag men reeds 36 Manfchappen uic Meppel ge wapent naar de Zwarte Sluis uittrekken, in weiuige dagen laacer 100 Man uit de gezamentyke Genoodfchappen, naar Deventer, waardoor iezelve de aangebodene adfiftentie daadelyk prass:eerden. Intusfchen blykt het, dat Jr. C. de Vos van Jteenwyk en verdere Hoofden, zich op de vervagte algemeene wapening, en op het Meppeler icherpfchutters Corps, gevoegd by de clandestine illiantie met de Staaten van Overysfel, en derzelver toegezegde veel vermogende proteótie niet met 'olkomene gerustheid hebben durven verlaaten, al:o op de eerfte daar aan volgende algemeene Vergadering den 4 September 1787 in de Wyk gehouien, door Gecommitteerdens uit de Wyk,aanwel:er hoofd Jr. C. de Vos van Stëenwyk tot de Ha'ixkorst zich toen wederom bevond, een nieuw voortel van geen minder gevaarlyk uitzicht is ter baan gebragt, behelzende: „ of het niet dienftig zoude , zyn, dat de Drentfche Genoodfchappen zich met , het Groninger Genoodfchap allieerden, om in , cas gerequireerd wordende, èlkanderen te adfi, fteeren, en (dit verdiend allezints opmerking) byal, dien uit hoofde deezer verbindtenis eenige on, aangenaamheden mogten voorvallen , dien aan, gaande de protectie te imploreeren. — Waar over , in de Vergadering gedelibereerd zynde, is gere, folveerd, het Genoodfchap van Groningen te , fommeeren, of zich met de Drentfche Genood, fchappen zouden willen allieeren, en daar toe , gegronde hoop zich opdoende, als dan terplaat, ze daar het behoord te adresfeeren; — waar toe , gecommitteert zyn de Heer van de Havixhorst en , Secretaris Tonkens, op Rapport en approbatie j van de Vergadering." Uit deeze opgegeevene nadere propofitien van Ge:ommitteerdens uit de Wyk, gevoegt by de Refolütie, welke de algemeene Vergadering daar op ge-  ftgl Verzaimling van Stukken bet'rékkelyk tot gelust heeft te neemen, is zeer gemaklyk de hai— ftarrige volharding deezer Hoofden te bevroeden in : hun voorneemen, om, met verbreeking van de hei- • ligfte banden van verplichting ten kosten van de-3 rust en veiligheid der ongewapende Ingezetenen,!, op eene voor wettige Regenten tergende wyze, zichi door hunnen gewapenden arm, en het aangaan vana Verbonden met Buitenlanders, ter oprigting van geheele Legerbenden, van rontsomme meer en meeri gedugt en ontzaglyk te maaken, ten einde langs,! dien weg, en met behulp van een door naamloozét fchot- en lasterfchriften misleide en verdwaalde, o£ gehuurde gedeelte des Volks en Fortuinzoekers, als! zo veele Majefteiten, zo wel hier als elders, alleéi in de warre te brengen, en het vernielend vuur vani een rampzalige Burgcrkryg, ten fpyt der Regeering en van alle de Rillen in den Lande, te dóen opu vlammen ofte voeden, waar door akelige toneelet; als natuurlyke gevolgen van het wapenen van dem Zoon tegen zynen Vader, van Broeder tegensBroeo ders, konden worden geopent. En wie, die niet geheel onkundig is van het geer geduurende de laatfte zeven jaaren, in dit verwardd Gemeenebest is voorgevallen, kan twyffelen , o: deeze Hoofden bedoelden mede alhier in troebef water te visfehen ter bereiking van hunne bedekte uitzichten, waar van duidelyk blykt, datzydezelvv van zo veel gewigt geoirdeeld hebben, dat daartoe het fluiten eener enkelvoudige verbindtenis met dd Staaten van Overysfel alleen niet konde voldoerii maar dat daar en boven deeze tweede wederrechtét lyke en roekelooze flap, ter beproeving van eeni alliantie ook met die van Groningen, moeste onder nomen, en de ongewapende Ingezetenen van alÜ kanten omcingelt worden. Oogmerken , welke ref ds allengsker.s dag by da. meer'begonnen te ontluiken, maar welke dan eerst jn een helderst dagligt zouden zyn gefleld, bya; dien door list en den invloed van een gewapend g«> zag een bedoelde meerderheid in Ü Edele Moji Staatt  te gebeurt enis/ènin 1787 enz. voorgevallen. 24X itaatsvergadering te wëeg gebragt, en deeze nieufrerwetlehé Vaderlanders over hec grootfte en bese gedeelte der Nacie gezegepraalc, en de geheele mkeering der Scaacs-Scadhouderlyke Conftituciö ouden eer uicvoer gebragt hebben, Want, alhoewel deeze voorgenomene asfofciacie jet het Groninger Genoodfchap, zo verre ons gedeeken, niet toe (land is gebragt, zomoet nogaands de mislukking deezer beraadflaging geennts aan de intentie van de naar die verbindtenis unkerende Heethoofden en Beïeiders, maaralleen, ïh dè gunftige en oewaarende beftiering de!r Godelyke Voorzienigheid worden dank geweeten. I Hier mede de oi.s voorgeftelde drie HoofdpoinCm hebbende afgehandeld, laaten wy verder aan de abetragting van U Edei Mogenden, wat men na en ernftige oyerweeging van hec voorfchreevene, : denken hebbe van alle die Proceftanten van weleenendheid; belangeloosheid. Vaderlandsliefde, zugt t Vryheid en hertelling van de gefchondene Privilegii, waarmede zedert eenige jaaren herwaarts $ zo :el hier ais elders, de onkundige menigte zo deer^k misleid, maar nogthands het Vaderland, gelyk . Edele Mog. zich op den naast voorgaandep reces landsdag geliefden uit te drukken * tot op den oeEr van haar geheele verderf gebragt is; protestaicn, alleen ingerigc, om de fnoodheid hunner oog'eriken ce bedekken, heen en eer tyd zich een gunjge gelegenheid opdeed,, om zonder gevaar het asker af të ïigten , de ligtgeloovigheid hunner ■jrblindë, Aanhangeren in den vuist ce belagchen , 1 aan elk zonder onderfcheid een ondraaglyk Aistocratifch juk op den hals te leggen; en dan zou- 2 de ftaat van het Landfchap Drenthe eerst recht atmaskerd aan, hec ligc zyn gebragc. De Aristoraaten doch hebben de eerfte grondflagen gelegt „ ii de raderen beftierc van alle die woelingen, waar óór hec Gemeenebesc zo deerlyk is verwart en gediokcj en.geenfmts het Volk, hec welk zichJiboi Szelven als blooÉe iöathinés faèé'fé laité'fii gëbfüi- , %% DËM.J <| Bis  &"42 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ken, en uit dien hoofde alom in Nederland veel verfchooning gevonden. Hier zouden wy ons uitgebreid Rapport hebbent kunnen afbreeken, hadden wy ons niet verpligtj geoirdeeld, nog met weinigen ter kennis van U FA dele Mog, te moeten brengen, dat door den Heen Drost eenige informatien op Hoogstdeszelfs last1 ingenomen, en welke nog verder Ronden te worv den uitgebreid, voor deeze Commisfie, uit hoofde van de nauwe relatie welke derzelver inhoud tot ons onderhevig onderzoek fchynt te hebben, zyni opengelegt. Wy moeten ons kortheidshalveh tot den inhoud derzelver refereeren , te meer, alzo ze niet recht-; ftrceks tot het onderwerp onzer Commisfie' behoo-i ie:, maar twyffelen niet of U Edele Mogendeni zulicn naar examinatie van dezelven ten vollen overreed worden, dat, gelyk in al het voorfchreevene, onderfcheidene Kerkenraads-Leden , Ouderlingen; en Diakonen, als werkende of honoraire' Lederii der Genoodfchappen mede zyn betrokken, vooral niet minder eenige Predikanten zich in deeze Landfchap hebben onderfcheïden , vcornaamentlyk in: de Klasfis van Emmen, en fpeciaal die vanEmmen ,, Odoren en Borger, welker pligt het was., uithoof-'de hunner voortreffelyke en gewigtige Ambtsbediening, in navolging van Christus en- zytfe Apostelen de woorden Gods te fpreeken', en d"e aan hun' tot betrouwde Gemeentens door leer en voorbeeld, in te fcherpen, den Keizer te geeven *i geen des: Keizers, en Gode 't welk Godes is, fchattingen dien zy fchattingen, tol dien zy tol, vreeze diem zy vreeze, en eere dien zy eere fchuldig zyn, eni de Magten óver haar gefteld onderworpen te zyn,, alzo 'er geen Magt is, dan van God, en dat de Mag-, len die daar zyn, van God geordonneerd zyn, zo: dat die hem tegens de Magt fteld, de Ordonnantie: Gods wederftaat, en die ze wederftaan , over zicht zeiven een oirdeel zullen brengen, ja dat het nodig is, onderworpen te zyn, i.iet alleen om der- ftraffe  'tle Gebeurtenisjes \n 1787 enz. voorgevallen. 243 ftraffe, maar ook om der confcientie wille, waar toe FiüEüS de Gemeente te Romen, zelfs onder de Regeering van den wreeden Keizer Nero, vermaanide, zy in plaats van daar aan te voldoen, en het' :by Kerkenorder voorgefchreeven Formulier van voorbidding voor die gene welke in Hoogheid gefield zyn, te volgen, of voor de Regeering deezer Landfchap te bidden, dat het hbogstnodigvertrouwen de liefde en gehoorzaamheid der Ingezetenen ihunne kroon mogte zyn, integendeel met onttrekking aan deezen pligt, zich vermengt hebben met zulken, welke naar verandering Ronden, of tweeidragt en muiteryen in wereltlyke Regimenten begeerden aan ce rigten , en dat inzonderheid de Predikant Hemmes te Emmen veel oproerige beweegingen aangerigt, de hoonendfte gefprekken met opzicht tot zyne Doorluchtige Hoogheid gehouden, en de Ingezetenen op de onbetaamlykfte.'wyze, zo door het verfpreiden als door aanmoediging tot het leezen van veelvuldige Schotfchriften, tegens de wettige Regeering en Conflitutie opgezet, en in allen opzichten, zich als eender voornaamfte Aanvoerders ter doordryving van de zofchandelyke nieuwigheden gedragen heeft, zie bylage X. alles in de gevolgen te gevaarlyker, naar maate van het bekende gezag en den invloed welke Leeraaren op hunne Gemeéntens hebben , die als van hunnen mond afhangen, en waar van veelvuldige voorbeelden in dit Gemeenebest voorhanden zyn. Aldus deeze eenpaarig gearresteerd en geteekent in Asfen den 19 December 17S7. S. P. A. Gr. van Heiden. R. van Echten. F. O. van Dornberg Heiden. Z C. vAtf Schwartz. J. van Dongen. GW. van der Feltz. P. Hofstede Dt. Willinge. L. A. Steenbergen. W. H. Erkenswyk. H. Baving. W. H. Hofstede. J. H. P. van Lier. J. H. Bavinge. vkm < cM>cos3j].qo Trjx Miflic t C3CU3sasat.'i»l>a»i 0 2 Is  •544 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Te nnnr rvnp overweeaino:, met volkomene een*' paarigheid der Stemmen , van alle de Leden vani Jiidderfchap en Eigenerfdens, uitgenomen alleen», -w u v> vilsi RrHTF.N tot Echten, zich met goed-- vinden van de andere Heeren van de Ridderfchap) gedispenfeerc heeft, om zo verre den Scholtes vani deszelfs particuliere jurisdictie betreft, mede te: voteeren, en dat van de zes Volmagten uit Noordenveld drie gehanteerd hebben, op het Rapporti te advifeeren, alvoorens de hier betrokkene Per-foonen over de uitgebragte bezwaaren nader wareni rd . goedgevonden en verdaan na alvoorens het uitgebragte Rapport volkomen tee u^KKor, iTPsrmrnlipprd. en de Heeren Gecommit¬ teerdens voor de aangewende moeite bedankt, ent mede in dit geval hebbende verzogt en gehoord det confideratien van 's Landfchaps beide Raaden. 1. Eerftelyk: dat vermids overbodig is gebleeken,, dat alle de bevoorens gelegalifeerde, doch by Re-j folutie van den 20iten oepteniDei jungsu veiincug-i j„ Uvor.-iMp-f'Ïpnnndfchanrien binnen deeze Land-l i'chap, op de verregaandfte wyze in onderfcheidena poindten de eene minder de ander meer, zyn te buiten gegaan de Reglementen en Ordonnantiën byj derzelver oprigting alhier ter Vergadering overge-; legt, door ons geapprobeerd, en tot een voorfchriftt daar gedeld, waar na men zich in alle deelen dip-! telyk hadde behooren te gedraagen; wy als nu dei herwaards getransporiecruc wupcucu mei ucu aau-,% Icleeve van dien, als mede de verdere Genoodfchap-j i.,i^ offpftpn. ren voordeele van den Lande ver-i beurt verklaaren , ten einde daar uit zo verre moog-| lyk, te vinden de kosten tot herdel der goede or-'| deals anderzints, door het opgeroeide wangedrag! veroirzaaKt, r.j.rir mmn rlpzfivp wvze verbeurt verklaaren. Geweeren , Wapens en Effecten, welke wegens dei niet gelegalifeerde Genoodfchappen, en dus vani de tegens onze gemanifesteerde intentie, exerceer rende Ingezetenen, alhier zyn opgezonden, teft A V Ai ft |  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 245 fens met de Penningen van het zogenoemde Vaderlandfche Fonds, buiten eenige wettige authoriteit, en ftrydig aan de Plakaacen van den Lande, in fommige Plaatfen deezer Landfchap openlyk gecollecteerd , met het bekende oogmerk, om de doemenswaardige projecten van een overheerfchende Cabaale in andere Provinciën, door deeze afgebedelde middelen te onderfteunen. En vermids de verderflyke oogmerken van de Oprigters der zogenaamde Burger-Sociëteiten, waarin over 's Lands zaaken, en de gemeene hertelling van Regeeringe, opzettelyk is gehandeld, tegens uicdrukkelyke Refolütie van den jaare 1749 op diverfe plaatzen wederom geintroduceert, thands volkomen zyn aan den dag gelegt; zo hebben wy om de gezegde confïderatien verRaan, dat alle diergelyke byeenkomften, onder wat naam dezelve ook mogten worden gefrequenteerd, nu en voor het vervolg ten ftrengften zullen blyven verboden. Lasten wel expresfelyk de refpettive Schulcesfen , ieder in den zynen op de Rrikte nakoming van deeze onze welmeening nauwkeurig acht te geeven , en in cas van contraventie, aan het Collegie van de Heeren Drost en Gedeputeerden, of by diens abfentie, aan den Heere Drosfard in den tyd, daarvan ten fpoedigRen te relateeren, om tegens de Overtreeders naar bevind van zaaken, op hec efficacieufte te kunnen procedeeren. Dac ons verder zynde gebleeken, hoe, zo wel de Genoodfchappen als Socieceiten, en Directeuren van het zogenaamde Vaderlandfche Fonds zich hebben geaffecteerd, Vergaderingen uic ce fchryven, daar in te neemen prastenfe Refolutien, Commisfien te verkenen, binnen- en buirenlandlcbe correspondentie te houden, Aften te pasfeeren en Conventien ce Ruicen. Wy als nu verklaaren , alzodaane handelingen mids deezen te vernietigen en te houden van onwaarden , casfeerende alle verbindtenisfen, welke tusfchen de gelegalifeerde en niet gelegalifeerde Q_3 Ge.  *4<5 Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot noodfchappen of Sociëteiten, onderlinge, of door dezelve met Corpfen buiten de Landfchap mogten wezen gemaakt en opgerigt. En om alle aanleidende gedagten, tot bet wederinvoeren van zulke of diergelyke fchaadelyke nieuwigheden voor het toekomende, zo veel doenlyk af te fnyden, hebben wy nodig gevonden, by Publicatie beleend te maaken, dat een ieder, onder wien nog eenige Geweeren, Wapens-Ornamenten, Papieren of Effecten van de vernietigde Genoodfchappen, Sociëteiten, of het zogenaamde Vaderlandfche Fonds mogten berusten, daar van binnen veertien dagen aan het Gerichte van de Plaats aangave zal moeten doen, by poene van 50 Ggls. door die genen te verbeuren, welke naar dato mogten worden bevonden, iets van die natuur onder zich te hebben behouden. 2. Dat wy verontwaardigt over het gedrag van Mr. W. Tonkens, W. de Jonge, W. Manting, IS!, ten Wolde, O. Blom en A. Meursing, in de Wyk, het Hogeveen en Meppel woonachtig, welke alle Leden van deeze Souvereine Vergaderinge, en de twee eerlten nog daar en boven van den Loffelyken Etftoel, zich op een byzondere wyze hebben gemengt in de veruitziende onderneemin^en en gevaarlyke beweegingen, waar door deeze Landfchap en veele der beste Ingezetenen, aan een volkomene ruine zekerlyk zouden zyn geëxponeert, indien door de zo gelukkige als volkomene omwenteling van zaaken, de geheime aanflagen noch niet in tyds verydelt waren, deeze voornoemde Perfoonen voor 'altoos vervallen verklaaren van hun recht om ten Landsdage te compareeren, en in den Etftoel of eenig ander Collegie van Policie of Juftitie, toekomftig fesfie te neemen. 3. Verklaaren wy den Perfoon van Jr. C de Vos van Stëenwyk tot de Havixhorst, verfchreeven Edele, en dus permanent Lid van deeze Vergaderinge, doch de voornaamfte Hpofdbeleider van zo veele inconftitutioneele handelingen, en van het ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 247. gewapent uittrekken naar de Provincie van Gelderland, om aldaar de oproerige Ingezetenen tegens hunnen wettigen Souverein te Ryven, endaar en boven bekend OpReller van hetfchandelyk Request aan de Staaten van Overysfel geprefenteerd, zich inzonderheid tegens de Hoogheid van den Lande verregaande vergrepen, en dus het vertrouwen van de Regeeringe geheel onwaardig hebbende gemaakt voor altoos inhabiel, om in de Staats-Vergaderinge te verfchynen, of eenige Ambten hoe genaamt binnen deeze Landfchap te bekleeden; zullende van dit gedeelte deezer Refolütie aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder direct kennis worden gegeeven, met verzoek, om over het aldus vaceerende Rentambt der Domeinen te willen disponeeren. 4. Dat wyders de Scholtes J. C. van Rossen, die zich inzonderheid beyvert heeft, zelfs door de laagRe en verfoeijelykfte middelen het zaad van tweedragt alom te verfpreiden, en de Ingezetenen tegens derzelver wettige Overigheid op te zetten, geheel onwaardig verklaaren , om binnen deeze Landfchap in de adminiftratie van eenige publieke bedieninge, zelfs die van Advokaat niet uitgezonderd, te kunnen continueeren; zullende de Hesr van de Jurisdictie des Huizes Echten worden aangefchreeven, den Perfoon van J. C. van Rossen als Scholtes en Gerichtsfchryver de faBo 'te dimittceren, en in het remplaceeren deezer Posten zich vooral te bepaalen tot zodaanig bevoegt Perfoon» welke geduurende deeze troubles , in geene opzichte de hand geleend heeft, om de gevestigde ConRitutie te veranderen, of het gezag der Regeeringe te verkorten. 5, Gelyk wy D. van der Wyk op de Klenke, welke insgelyks door dezelve middelen heeft getragt» de goede Ingezetenen te misleiden, en het Volk te beroeren, voor altoos verftoken verklaaren van alle qualificatie tot fesfie in deeze Vergadering, of het bekleeden van eenige Ambten binnen deeza Q 4 Land»  1^8 Verzameling van Stuiken hetrekkefyk toi Landfchap, zullende de refpedtive Schultesfen iq Zuidenveld worden aangefchreeven, op hec verdes gedrag van deezen onrustigen en geyaarlyken Perloon een waakend oog te houden. 6. Zullende voor hec overige alle Leden van de thands verniecigde Rxercitie-Genoodfchappen, Burger-Sociëteiten, en Directeuren van hec zogenaam • de Vaderlandfche Fonds, honorair of werkend, zonder o.nderfcheid verpligc zyn te teekecen navolgend Declaracoir, voor er aleer eer deezer Ver-, gadering of in eenig ander Collegie van Policie of Juftitie, of ook tot de verdere bediening van hun Arnhten of pubieke Posten zullen kunnen worden to.egelaaten. —— ,, Wy Ondergefchreevene, mede. Leden van zodaanige Vergadering zynde ge- weest, waar in volgens de bevindingen van de Heeren Ridderfchap en Eigenerfdens , Staaten 3, deezer Landfchap, op eene zeer onbevoegde, „ en, met 's Lands Hoogheid ftrydige wyze, over „ zaaken van Regeeringe , Policie of Juftitie wier» ^, de gehandeld, én ftrydig tegens de vastgeftelde Wetten, pretenfe Refolutien genomen, verklaa5j, ren by deezen, dat wy zodaanige onderneemingeu, thands heter inziende, ten hoogden afkeuren; 3', plegtig beloovende, het gezag der Heeren Staa,', ten, van den Erf-Stadhouder, en verdere hooge „ Ambtenaaren, in het toekomftige te zullen voor„ daan, tegens alle cab.aleering en infidieufe on- derneemingen, zo veel in ons is te ftyven en verdeedigen, en alzo de gevestigde Confticucie „ en tegenswoordige Regeeringsform, zonder in- mengfel van eenige fchaadelyke nieuwigheden, « helpen m.aintineeren"' Waar mede deeze geheele zaak, voor zo verre de, Politieke dispofitie betreft, voor volkomen afgedaan zal gehouden worden. Edoch zullen de Ho.ofdbeleiders yan zo veele ftrafbaare handelingen, hier door in geenen deele worden gerekend te zyn ontheven van de actie, welke de Heeï Drpsfard als Hoofd-OfBcier mogte yer-'  ie Qebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 249 vermeenen tegens dezelve te moeten inltellen; wor» dende integendeel gemelde Heer Drosfard verzogt» de Juftitie» hoe eer zo beter, tegens de meestfchuldigen werkzaam te doen zyn, . en de nodige informatien verder tot dat einde in te winnen, en ipeciaal geauthorifeert, om naar rigeur van de Wet tegens D. van der Wyk als een openbaar Volks» beroerder te procedeeren ; en ingeval de Heer Drost mogte bevinden, tegens de een of andere der Hoofdbeleiders by citatie te moeten ageeren, zal het zelve tegens den eerstvolgenden Ordinaris Landsdag mogen gefchieden, onverminderd de faculeit der Geciteerdens om zich op den eerst daar aan volgenden fomer-Lotting te kunnen beroepen, ten einde de afdoening deezer Proceduures niet te lange moge worden geprolongeert. En gemerkt by deeze gelegenheid door Heeren Gecommitteerdens teffens ter Vergadering zyn opengelegt, zodaane informatien als relatif de fubjecie zaak, ten laste van fommige Kerklyke Perfoonen binnen deeze Landfchap ingewonnen zyn, hebben wy nodig geoirdeelt, Ds. Hemmes totEmmen, Albrink te Odoren , en Schagt te Borger in derzelver dienst als Predikanten direct te fufpendeeren; zullende hangende onze verdere Deliberatien, de Predikdienst telken Zondag eens, door het Klasfis van Emmen op die plaatfen moeten worden waargenoomen. Wordende inmiddels de Heeren Drost en Gedeputeerdens verzogt en geauthorifeert, met- overhëeming van alle (tukken, ons tegens de naastvolgende reces Landsdag te dienen van confideratien en advis, hoe en op wat wyze in deezen tegens gemelde Predikanten en verdere Perfoonen, voor zo yerre dezelve in Kerkelyke bedieningen zyn, diende te worden geprocedeert; en de Heer Drost te inquireeren , welke overige Predikanten zich op eene onbetaamelyke wyze met de Politieke gevoelens en verfchiilen hebben gemengt, of van he£ pree-  250 Verzameling van Stukken betrekkelyk toé prffifcript der Kerkenorder eigendunkelyk zyn afgeweeken. Authorifeerende wyders Welgemelde Heeren Drost en Gedeputeerden om de Publicatien en aanfchryvingen, en het geen verders uit deeze onze Refolütie mogte refulteeren, ten fpoedigften af te zenden; terwyl naamens deeze Vergadering zelve den Loffelyken Etftoel zal worden aangefchreeven, in plaats van de geremoveerde, twee nieuwe Leden in te kiezen, zullende conform de Propofitie van den Heere Drosfard de ^Equivalenten in dit geval ten voordeele van den Lande moeten worden verreeken t. En zullende mede van deeze Refolütie aan gemelden onzen Etftoel copie worden gezonden, ten einde nu en in het vervolg, zodaanige Leden, die aan de Genoodfchappen en Sociëteiten deel gehad, of als Directeuren van het zogenaamde Vaderlandfche Fonds mogten hebben gefungeert, het gearresteerde Declaratoir te laaten teekenen, met verdere aanfchryvinge, onze welmeeninge, zo ren opzichte van het een als ander, ten ftrikften te maintineeren, en de Contraventeurs daarvan, zonder eenige disfimulatie, gratie of conniventie , naar bevinding van zaaken te ftraffen, want wy zulks tot welwezen van de Landfchap aldus bevinden te behooren. Accordeerd met voorfz. Register, (was get.) W. H. Hofstede. N°. 345,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 251 ,N°. 346. Strekkende tot Bylage A. van No. 345. zyn.ls Extract uit de Notulen der tweede Vergadering vanGecommitteerdens uit de gewapende Schutter yen. Vrycorpjen en Genoodfchappen binnen de Provincie van Overysfel, gehouden m Campen den 30 -Mey, . 1787. cz, ■ De Heeren Gecommitteerdens van Deventer, ►Zwol en Almelo, Luit. Kock, Vendrig Wynkes en iSecretaris Coster, geadfifteerd met den Heer Mr. L. C. H. Strubberg, ingevolge Refolütie van de 1 Vergadering in conferentie getreden zynde met de Gecommitteerdens van eenige Exercitie-Genoodfchappen uit het Landfchap Drenthe, om dienna 'daar van te rapporteeren, hebben ter Vergadering rvoorgedraagen: —— dat zy H. H. geëxamineerd hebbende io.'t Reglement van het gelegalifeerde Genoodfchap te Meppel, en waar mede voor het wewsentlykfte, naar de verklaaring van Gecommitteerden uit Drenthe, die van de overige Genoodfchap[pen overeenkwamen, tot oogmerk hebbende, om tde ftrooperyen van ligte Troepen en rooveryen te iprsvenieeren, en met de in de nabuurfchap liggen- (de Genoodfchappen te correspondeeren, ten itweeden: de Publicatie van den 22 Maart 1785, waar :door de Reglementen geapprobeerd zyn, mids de i Collonel en Kapitein den ééd van getrouwigheid in Ihanden van H. H. Gedeputeerden, Landfchryver of tScholtus aflegt; — ten derden: attest van den Heer j Landfchryver, wegens de door den Heer Majoor ! Blom gedaanen ééd; —ten vierden: de Publicatie van den 22 November 1785, wegens de beweegingingen te Meppel by de komst van zyn Hoogheid', . houdende de goedkeuring van 't gelegalifeerde Ge: noodfchap ; —- ten vyfden: de Publicatie van den 2.9 Maart 1786, houdende verbod van zich buiten order van de Regeering van fcherpe Patroonen te ' voorzien, of zo dezelve zich reeds daar van voor: 'zien mogten hebben, op den gedaanen ééd weder i uit tereiken; — ten zesden: de Publicatie van den 2ó  %$% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 2. Wyck, over zekeren Rustverftoorder Geert Jorgen Logys enz. Hoog Wee Gebooren Gestrenge Heer én Vriend! Kan. niet mankeeren 't nieuws van hier aan 'Uw Ed. te melden; voorleden dingsdag kwam hier een Perfoon te Doesburg getrouwt en woonagtig, doch van 't Hogeveen .geboortig, zynde dronken en hebbende een Orange lintje op den hoed,: deeze had voor zyn arrivement ohderweegs na hier al ;ge•Zegt, dat hy deeze en geene Patriotten zus en zo zou leeren , en hem 't lint van den ho'ed zynde 'afgedaan, deed hy 'er weder op. Hy vond goed, op 't Echtens Hogeveen voor langs de Huizen 'gaande, inde glazen van een Bakker A. ten Cley, ,Sergeant van ons Genoodfchap , een ruite aan Rukken en zo in te Raan, waar op de Bakker ui:ko. mende, en hem vraagende waarom hy zulks gedaan had, zo ontkende' liy 't zelve, toch daar na 't bekennende, en hehi na de reden waarom zulks gedaan  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot daan had, gevraagt wordende, zeide hy van daar toe , en in rog meer Huizen 'c zelve te moeten doen , aangezet te wezen, maar de Perfoon, die hem daar toe aangezet had, niet te kennen, en als hem vervolgens gevraagt wierde waar van de bagt dogt te wezen, antwoorde hy van zulks noch niet te weeten , waarom de Bakker en andere prtefumeerden dat hy den nagt by den weg zou gaan fwerven, en in meer Huizen 't zelfde zoude doen, en dat 'er fomwylen meer agter zou zitten, om zo doende, het hier ook aan den gang te krygen, en met 'c plunderen en rooven een begin zou willen zoeken te maaken, om welke zy by my als Scholtus loei dit voorfchreeven klaaglyk, kwamen te kennen geeven, weshalven ik goed vond, om te vreezene kwaad dat deeze Perfoon in de dronk zoude konnen uitvoeren, en verder onheilen voor te komen, gemelde Perfoon in gerichtelyke bewoarieg te neemen en doen houden, 't welk ter uitvoer geftelt zynde, gaf deswegens kennis aan den Heer van Echten, als Heer van de Jurisdictie, welke my gelastede deezen aangaande ten fpoedigften kennis aan den Pleer Drost te geeven, en zyne ordres te vraagen hoe rnet en omtrent gemelde Perfoon te doen en handelen, wanneer de ordres (invoegen U H. W uit by zynde copie zult vinden) bekwam, en dien aan voorfz. uitgevcerc, en hy met de Landfchaps Soldaat, f waar over zyne Vrienden die hier woonen zeer gebelgt zynde, zeiden, dat zulks aan een braafmans kind 'niet mogte wezen, en hy dus maar blyven moeste, toch hy nam dit wel voor goed op) eenen vryeü uitgang tot aan de Egtenfe Mole heeft bekomen; dan na dat dc Soldaat te rug was gegaan, zo bevond deeze borst hem een uur of wat daar na a! wederom op 't Hogeveen; ziet hoe hard deeze Orcnge-Klant behandelt en v;at indrukken zulks op kern hadl Dan ik heb my verplicht ge\onden wegens de wederkomst van deeze Snaak weder kernis aan den Hei re Drost te geeven , en de tyd moet nu leeren, wat hier verder van komen zal. Heb  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 273 !eb de brief van U Hoog Welgeb. aan ten Wol» • . die thands nog te Deventer'onder de mede uit- n ircheerde Schutteren is, gezonden, omdat niec l of die mogt leggen blyven tot zyne wederi imst, welk zo men zégt, eerst in de andere week /u ien wezen, en dat zy aanftiande dingsdag uit vinter zullen marcheeren, en wel tot Zwol en , woensdag tot in de Wyk. uk heb aan de Hr. Vos gefchreeven of 'er nu noch 'een iniianiie om de hervatting der Landsdag mogen ge*> ee>r worden, te m.er, daar'er gezegt word, dac & -it iaten van Overysfel aan de Staaten van Drenth, j fchreeven en verzogt hebben, en zo mede aam i > iten van Groningen, om gezamenderhand hen i ^an'en tegens de geweldenaryen der Gelderfche en j 1 r -f lortlche Staaten, en om deeze de extra VerI ri ig van Drost en Gedeputeerden jongst ge1 , ti zou wezen, waar by niet anders konden 1 v >orden , dan dat deeze Misfive ontfangen was, | | z'. !> Ie 't overige poincT. 't geen notoir Ridd. en igi nerf. de Souvereine Staaten zelve moeten befluiten . en verdere redenen en mötiven welke daar heb opgegeeven blyve voorts na afgelegde Complimenten, en wel in 't byzonder mede aan U Hoog Welgeb. zeer gehonoreerde Familie op de Klenke, en dan nog aan U Hoog Welgeb. Hr. Broeder T. T. Echt Hog. den J- C. van Rosses, 28 July 1787. Copie (Deeze Brief had tot Bylage) Wel Edele Heer! Ter refcriptie van U Ed. Misfive houdende kennis geeving, dat U WelEd., tot voorkoming vaa iustverfioorende onheilen, de Perfoon, van Geert UI. Deel. S Ju*.*  274 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Jürgen Logys woonagtig te Doesburg , welker dronken zynde, onder het dragen van een verboden leuze, zich aan eenige ongeregeldheden zoude: fchuldig hebben gemaakt, by prpvifie in gerichteJyke bewaaring en verzekering hadde doen neemen , dient, dat ter bereiking van 't bedoelde oogmerk, en tot confervatie der rust, ons in deezen geen gefchikter middel is voorgekomen, dan U Wel Ed, gemelde gearrefteerde Perfoon, namens ons ernftig den inhoud der Placaaten tegens het dragen van alle leuzen, en 't plegen van baldaaddigheden voor houde: hem daadelyk aanzegge, om zich provifioneel weder buiten de Landfchap te begeeven, onder expresfe belofte van zich te onthouden van alle ger fprekken, of daaden welke aanleiding tot questien kunnen geeven, by poene van anderzints onmiddelyk, als een Verftooider der publieke ruste te worden geapprehendeert, en naar Asfen ter gevangenisfe opgezonden, terwyl wy ceffens vertrouwen, dat U Wel Ed, de vereischte zorg zal dragen, dat hem een' veilige uitgang worde bezorgt. Waar mede verblyve 17 Wel Ed. Dienstwillige Lcarwout den 26 den Drost van CoeverdeG july 1787- en der Landfchap Drenthe (was get.) P. A. Gr. van Heiden. Nr. 358. Strekkende tot Rylage N. van N°. 345. en behelzende Misfive over het zelfde onderwerp. Hoog Welgebooren Heer! Terwyl ik by myne voorige U Hoog Welgeb. eenige mentiè heb gemaakt wegens den Perfoon vaö Geert Jurgen Logys van Doesburg en derzelver omftandighéden, zo meece U Hoog Welgeb. daa  ie Gebeurtenisfen in 17 87 enz. voorgevallen. 27s. dan nu nog mede te moeten deelen hoe deeze Co» medie is afgeloopen. Zyn Excellentie den Heer Drost van my bericht hebbende ontfangen, dat gemelde Perfoon weder, in 't Hogeveen w.s, en eerder ais de Soldaat die hem uitgeleide gedaan had, geliefde te refcnbeeren dat ik andermaal, namens zyn Excellentie aan den gemelden Perfoon zou aanzeggen, dat hy hem na buiten de Landfchap zou hebben te begeeven, en zo hem verftoutede na de aanzage nog te blyven, dat ik het aan de Heer Landfchryver zou doen wee* ten, en dat zyn Wel Ed. Geftr. dan informatien zou nemen, maar ziet de Man was, weder weg na Doesburg, voor dat ik dit aanfchryven kreeg; en was dit niet een zwaare ftraffe welke deeze Oproermaaker zou, moeten onder gaan l Ja misfchien zou 't hem nog flegter afgeloopen hebben, was hy hier gebleeven: want als de informatien genomen, en de Landfchap deeze kosten 'er nog by gehad had, zoude Man 1'omwylen buiten de Landfchap een vrye uitgang zyn be?crgc met twee Ggl. aan geld, zo men gewoon is te gee> en aan Perfoonen die van ons Territoir gebragt worden ;dan voornoemde Perfoon op de reis naar Doesburg, ontmoetende tusfchen de Ligtmis en 't Tolhek op 'l Overysfels Territoir, de Schutteren van Drenth, welke na Deventer waren geweest en na hier marcheerden; kenden deeze den Borst, en wisten wat hy hier gedaan had, en juist was 'er die Man by, in wiens Huis hy de ruite ingeflagen had, en toen heeft hy een Sententie van de Schutters bekomen , na welke hy zo fpoedig niet weder verlangen zal. Vrydag jongst liepen hier Ook Ingezetenen van dc Plaatfe, met geele linten op de hoed, en deeze vrienden, of een derzelve, zynde een Borst van zo om de 20 jaaren, een ligtekooy, dieniet te verliezen heeft, waren zo brutaal, datzy een Schutter die nog jong is, en geen vegter, een geel lint toe hielden, en hem zeiden, blixems Patriot, wiljeeens Orange rieken, en met een deeze Schutter een lap aan de Kop gaven, 't geen de Schutter liet heengaan, daar S 2 hy  a?6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hy tegen drie niet beftaan kon; maar Zondag ontmoet de Schutter met nog twee andere Schu-ters voorfz." Orange drager, in 't Bosch van de Heer Lt Carsten, wanneer hem ook eens weder Patriotten-knapkoek deeden proeven, zo die hy wel verzadigt, om genade bad, en beloofde van nimmer geen Orange lint weder te zullen dragen , of een Schutter te mishandelen. — Om te injteeren tot '£ Jioüden van een Landdag durf niet aanraaden, te> wy' de zaaken fiog zo criticq ftaan, en m n op lommige der Zuidénveltfen met geen zekerheid aan kan , door ómkoopen, beloften, of anders d eigemenceq. van 't hen in 't vervolg by deeze of geene oec Tie 't wel eens weder bètaald te zullen zetten, kan te» gen verwagting fomwylen vry wat verandering weder doen komen. (Post alia) Weshalven TJ Hoog Welgeb. daar uit kan zien;, dat 'er al fterk gewerkt word tegen den Landdag 1788, ep dus de wiare Vaderl nders in Zui enveld pok niet ftü moeten zitten, maar zien ook te bewerken, dat 'er goede Patriortifche Volmagten (enwaar yan men verzekert is, dat zich niet wederom zullen laaten zetten, *t zy door beloften of dreigementen) tegens den aanftaanden Landdag 1788 worden benoemd &c. , Echtens Hogeveen den 8 Aug. 1787. T. T. (was get.) J. C. van Rossen* 9%  Ié Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 277 NJ. 350, Strekkende tot Bylage O. van N°. 345^ zynde eene Misfive van N. ten Wolde aan den Hoog Welgeb. Heer D. v. d. Wyk, Op den Ho ff den 1 Juny 1787. Hoog Wel Gebooren Heer! U Hoog Wel Geb: Misfive van den 3iften pasfato is my zeer wel geworden | met even zo veel genoegen als yerwoi dering, uit dezelve vernomen de fchielyke en hand over hand toeneemende veranderingen der Zuidenvelders, te meer, daar die niede Ingezetenen hoe langer hoe meer aan de Landszaa» ken Kaar laaten gelegen leggen, .en door de onvermoeide en Vaderlandfche iever van U Hoog Wel Geb. zodaa. nig vborgcgdah wórden, dat dezelve gëeh bd'genbliK langer moeten hsfiteeren om die voetftappen vaa ganfeher harten te drukken en na te fpooreu. Ik verheug my zeer te mogen hooren, dat. bereids vyf (temmende Carfpellen van het lang blind gehouden en in deeze ongelukkig Oingfpil, genegen zyn, twee Gecommitteerden yit hun midden te benoemen , oiri iriét en nevens de Gecommitteerden vah dé 4 protefteerende Dingfpillen, de rechten en voorrechten der Eign-érfden in aeeze Landfchap ftandvastig ëri cordaat te handhaaven-, opdat elk het zyne, als vaa ouds, tot de Regeering toebrenge, en langs deezen weg, de gewenfehte invloed van het Volk op de Regeering moge bël'chikt, worden. Pan om.aan, de waare intentie en het ve'zoek van tl Hoog Wel Heb. Misfive ten vollen te voldoen, hebbe de eer hier nevens te zenden, een Copie vaa de Acte van de aanitelling der Gecommitteerden van, de vier Dirgfpillen, honpendej deèelvé de wè'~ denkende Ingezetenen van Zuidenveld ten gehóègi ft zal ?yh, en dus geèh moment yan twyffeSer" overig zal bh ven- om hunne Gecommitteerden' dqór.Ghderteekening mede te laaten erjgageerep,' vati al tiet welk U Hoog Wel Geb'. per Misfive iny kktttiïë .të  278 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot informeeren, ten einde, by een volgende conferentie de aaugeftelde Gecommitteerden te kunnen befchryven Dewyl de Heer van de Havixhorst nog niet gere. toumeerd is, ben dos in de onmooglykheid voor het tegenswoordige zyn Hoog Wel Geb. Geftr. van U Hoog'Wel Geb. verzagte refpect te kunnen verzekeren. Intusfchen, blyve na veel Complimenten aan U Hoog Wel Geb., en veel gerefpecleerde Familie, den ouden Heer van den füenke, voor al, en heb» de eer te zyn. Hoog Wel Geb. Heer! U Hoog Wel Geb. D. V. Dienaar Qwas get.) < N. ten Wolde. N<'. 300. Strekkende tot Bylagé P. van No. 345. Behelzende Misfive van den zelfden aan den zelfden. Op den Ho ff den 14 Sept. 1787. Hoog Wel Gebooren Heer! De beide Misfiven van U Hoog Wel Geb. den 24ften en sófteh Aug. zyn my wel geworden; zo dient dan nu ter beantwoording van dezelve, dat bydenontfargtvan de eerfte my nog te Deventer op» hield, en dus weinig voorzien met onze Lands Papieren en zaaken; doch uit U Hoog Wel Geb. letteren van dien ïfSt, met groot genoegen en blydfchap de denkwyze der Zuidenvelders, althands van eenige vernomen hebbende, fchynt 't my toe, dat die br'aaven niet langer met de Hrn. van R ha-ir conformeeren willen. Ik wenfehte wel, du van de meerderheid van Zuidenvelt kon gezegt worden, het geen men van Sleen en Odoren met recht zeggen moet. Wat  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 279 War. aanbelangt U Hoog Wel Geb. tweede Misfive van deo 26ften pasfato, heb de eer hier op ce melden, mee veel verwondering geleezen te hebbén', dat 'er in Zuidenveld hand over hand een kwaad grondbeginzel aangenomen wierde; „ dac de 4, Eigens-erfdensdoor de aanneeming van de gevoe. „ lensder4Dingfpillen, de Ridderfchaps voorrech„ ten vermeerderden." My dunkc, dac deeze Helling zeer gemaklyk uic de gedrukts Deduclie wederJegd kan worden, waar uic men veel eer hec tegendeel zou bewyzen, maar vooroirdeelen heerlchen voornaamlyk in eenige Rreeken van Zuidenveld. De goede zaak, hoop ik zal echter met langzaame pasfen avaneeeren , en zonder eenig fchyn van twyffel triumpheeren. Wat dunkc U Hoog Wel Geb. van de Hollandfcha remotie, zo worden de Regenten gebonden en geeven gehoor aan de Volks-Stem, die men de Scern Gons moet noemen. Wanneer zal men in Drenthe eens zo handelen, als die weergalooze Hollanders? Dan was alles hier ook klaar, doch zulks zal myns inziens niet kunnen gefchieden, voor en al eer men Staatswyze een Commisfie van Defenfie mee onbepaalde magt hebbe benoemd, uit opentlyke bekende Vaderlandfche Leden beftaande, één van de Ridderfchap, en uic ieder Dingfpil één, welke Heéren de noodige arangementen tot zulk een allerge* wigtigst ftuk beter konden in 't werk ftellen , dan dac zulks eerst door private Carfpelen zon voorgefteld worden. Indien 'er nog eens wederom Landdag mogte gehouden worden, moeste zulke eene Commisfie door' eenige Carfpelen geproponeerd en tot een StaatsRefolucie gemaakc worden. Van daag zal aan ons Genoodfchap door de Dienstmaagden overgegeeven worden, twee koperen ko„ kers met twee Fluiten ieder voorzien, en de Monteering van twee Jongens totPypers, en het laacea inftitueeren 'erook medeonder gerekend; by welke gelegenheid door hec Genoodfchap, th3»d? uit 6 4 Le-  aSo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ■Leden beftaande, zal gevuurd worden, de Man met 20 .Patroonen. Wy hebben hier gelegenheid om een Compagnie Artillerie, met twee Veldltukken voorzien, op te richten. Voorts blyve na myne waare verzekering van hoogachting, en het verzoek van veele Complimenten aan den Huize de Klenke, Höog Wel Geb. Iherl ü Hoog Wel Geb. Dw. Dr. (was get.) N. ten Wolde. lio. .',Cr. Strekkende'tot Bylage Q_. van No. 345» behelzende informatien, ter requifitie van den Heer Drost S. P. A. Graave van Leiden rat. Offic. ingenomen te Meppel den 20 en 21 Novemb. 1787, Hendrik Snyder oud in 't 54de jaar, verklaart, dat in den Herfst des voorledenen jaars 1706, zonder de juiste tyd nader te kunnen .bepaalen, op een vrydag met het Veerfchip van Getuige van Meppel naar Zwol, is mede gereist IVicolaas N. ten Wolde, zoon van Lucas ten Wolde, uit den Hof onder het Carfpel de Wyk, welke op dien tyd in het Veerfchip tegens Getuige, deszelfs Vrou v en andere Pasfagiers zeer veel tot verachting van den Heere Prince Erf-Stadhouder zich hadde uitgelaaten , en onder meer andere uitdrukkingen, welke hy Getuige zich thands niet konde erinneren gezegt, dac zo lang de oogen hem open Honden, of hy leefde, hy op allemooglyke wyze het Huis van Orarge wilde helpen teegenftaan, en dat zo wanneer hy en zyn aanhang het mogten verliepen, of niet langer konden , dat dan voornemens was zich naar America te begeeven. Janna Gerrits , Wed. van Engbert Smit te Meppel, oud in'tóifte jaar, verklaart in den herfst 1786,  é Gebeurtenis/en in i~S7 enz. voorgevallen. iZl 4786, op een vrydag, zonder de tyd nader te kunnen melden, met de Veerfchuite van HendrikSnyder van Meppel naar Zwoi, onder anderen in gezelfchap met Nicolaas ten Wolde uic den Hof te hebben gereisc, by welke gelegenheid voornoemde Nicolaas ten Wolde ageer in de roef zitcende, zich tegens Gecuige en andere Pasfagiers toe minachtinge van zyne Hoogheid den Heere Prince hadde verklaart, en onder anderen gezegt, het ürange-Huis is nu zo veel vernederc, dat het nooit wederom toe voorige luider zal worden verheven, en dac gemelde Nicolaas ten Wolde des tyds meer redenen hadde gebruikt, waar door dezelve zyn genoegen over de vernedering van dat Vorftelyk Huis hadde te kennén gegeeven, zonder dat nogthand.3 zy Getuige, wegens de langduurigheid des tyds, de juifte woorden en uitdrukkingen door Nicolaas ten Wolde op dien tyd gebezigd bepaaldeiyk konde opgeeven. Ui evertien Alberts Giethoorn, Huisvrouw van Hendrik .mmyder , oud 54 jaaren, verklaart in allen opzichte als haar Man heeft gedaan. Dat de voorfchreevene Getuigen, ieder afzonderlylc, naar voorafgaande ernfiige waarfchouwing voor de zwaare flraffe des meinééds, en geprssteerden folemneelen ééde, invoegen by ieders naam ftaat aangeteekend voor my verklaart hebben, zulks certificeere in Meppel op dato als voorfchreeven. (ra get.} W. H. Erkenswyk. N°. 362. Strekkende totBylagen R, S, T enU. van N°. 345. en behelzende Certificatie ter requifitie van Lamb. Kniphorst wegens de destinatie van eene laading Eeken kanthout &c. Certificeere ik Ondergefchreeven dat de Heer L. jKniphorst Kapitein van 't Schuccers Genoodfchap te Meppel, onder de zinfpreuk eendragt maakt magt, S 5 yodi  2-8 i Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vöor my verklaart heeft, dat Schipper Klaas ten Heuvel van zyn Ed. ter vragt heeft ingelaaden Eeken kanthout, om het zelve te losfen aan de Heer Jan de Graaf te Enfumerzyl in Friesland, en vermids hier geen Gecommitteerdens tot het Defenfiewezen zyn, heeft zyn Ed. my verzogt als cornmandeerende Officier van voornoemde Genoodfchap, aan de Schipper een Acte van de inlaadinge te willen bezorgen, om die, des vereifcht, aan de Commandant of Commandanten der Uitleggers te konnen vertoonen, alwaarom deeze naar waarheid op requifitie van de Heer Kapitein L. Kniphorst pasfeere. Meppel den 9 September 1787. (yyas get.) Otto Blom, Comm. en Lt. Coll. van bovengenoemde Genoodfchap. S. Certificeere ik Onde'rgefchreeven Schultz van Meppel, dac Lambertus Kniphorst Koopman en Kapitein onder het Exercitie-Genoodfchap alhier, voor my heeft verklaard, dat de laading kanthout, van hier afgezonden met Schipper Klaas ten Heuvel, gedestineerd is aan J. de Graaf, Koopman aan de Enfumerzyl in Friesland. Actum Meppel den 8 September 1787. (was get.) C. Kniphorst, Schultz. T. Certificeere ik Ondergefchreeven dat de Heer L. Kniphorst Kapitein van 't Schutters Genoodfchap te Meppel j onder de Zinfpreuk eendragt maakt magt, voor my verklaart heeft, dat Schipper Jacob Halfmouwe van zyn Ed. ter vragt heeft ingelaaden Eeken kanthout, om het zelve te losfen aan de Heer Jan de Graaf te Enfumerzyl in Friesland, en vermids hier geen Gecommitteerdens tot het Defenfiewezen zyn, heeft zynEd. my verzogt als comman» dee»  ide Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 283 deerende Officier van voornoemde Genoodfchap, aan de Schipper een Acle van de inlaadinge te willen bezorgen, om die, des vereifcht, aan de Commandant of Commandanten der Uitleggers te konnen vertoonen, alwaarom deeze naar waarheid op requifitie van de Heer L. Kniphorst pasfeere. Meppel den 9 September 1787. (was get.) Otto Blom, Comm. en Lt. Coll. van boven*, genoemde Genoodfchap. Certificeere ik Ondergefchreeven Schultz van Meppel, dat de Koopman Lameertos Kniphorst, Kapitein onder het Exercitie-Genoodfchap alhier, voor my heeft verklaart, dat de laading kanthout, van hier afgezonden met Schipper Jacob Halfmouwe, gedestineerd is aan J. de Graaf, Koopman aan de Enfumerzyl in Friesland. Actum Meppel den 8 September 1787. (was get.) C. Kniphorst, Schultz. N". 363. Strekkende tot Bylage V. van N°. 345. Zynde eene Misfive van den H. W. G. Heer C. de Vos van Stëenwyk , aan de heden van den Krygsraad van het gelegalifeerde Genoodfchap van Wapenoefening te Meppel. Wel Edele Manhafte Heeren.' Uwe Edele Manhafte misfive is my wel geworden, en daar uit met veel leedwezen verftaan de critique omftandighéden waar in Ulieder Genoodfchap is gebragt door eenige Oproermaakers en Verftoorders der publieke rust, welke door hun wangedrag verdiend hebben exemplaar geftraft te worden ; ik kan niet afzyn U Wel Ed. Manh. te verzekeren , dat ik gevoelig ben aangedaan over de mis- haa- 1  Verzameling van Stukken betrskkelyk tot handelingen, Uw Genoodfchap ondef [t oog der' Hoofden van de Kegetring overkomen, te meer daar ik geinlormeerd ben, dat 'er tot nog toe geeri behoorlyk ondcizoek geuaan word naar de mede■ëetigsn van het tumult, indien ik niet door indispoficie was verhinderd geworden, zo zoude ik} Ü Wel Édele Manh. misfive reeds, aan ons. Genoodfchap cecofhmunicèerd hebben , en in ftaat geweest zyn, öm uit deszelfs naam U Wel Ed. Manh. misfive te beantwoorden , derhalven zal ik thands maar toyne particuliere gedagten hier omtrent mede deelen, naamelyk, dat wanneer deeze oproerige bei weeg-ineen wederom beginnen mogten , dezelve dan met geweld te keer te gaan, zo ook wanneer iemant^in Perfoon mogte gemolesteerd worden, oF derzelver Huizen met plunderinge .gedreigt , zien. van het recht der natuur en van alle befchaaf de Volkeren te bedienen, om zich tegen de gene, die dezelve aanranden, op alle mooglyke wyze te verdee. digen, en zelfs me: de dood te doen bekoopen. 'ingevolge ü Wel Eds. verzoek heb ik aan 'tGenoodfchap van 't Hogeveen gefchreeven, om Gecommitteerdens te beroemen tot een Vergadering van Gecommitteerden uit de gelegalifeerde Genoodfchappen van deeze Lardfchap, tn hebbe aan die van i Hogeveen voorgeflagen, om vrydag, diezyfi zal den 2jflen deezer lóopendp maand November 's morgens te 10 uuren, ten huize van Bloem enberg in 't Roode Hart te Meppel vergaderinge te' houden, ik hoope dat U Wel Ed. voorlz. tyd en plaatfe zal tonveniecren , om als dan te delibtreeren en helpen refolveeren, wat meest ditnfiig zal bevonden worden te zyn; doch vermids 'er rog eenige tyd voor het houden van deeze Vergadering voorhanden is, zo vir.de my verpligt U W.el Eds. vcor te fiaan , of het n'et di.enfiig zoude kürnen zvftj om eene Commisfie uit Uw Krygsraad tè benoemen , die intusichen der Lardfchn ver yërzogf} om omtrent het voorgevallene en. gedrag var voorfz* Oproermaakers informatien te willen neemen.  ie Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. aS^ Verders neeme de vryheid hier by te voegen,dat myn? bedunkens de zaaken in die lltuatie gebragt zyn, dat zy niet meer in der minne kunnen bygelegtwor* den, derfialven zoude alle middelen van accommodsment' yoor ah nog afraaden. Hier mede aan LT Wel Eds. intentie meenende voldaan te hebben, en na U Wel Ed. Manh. der feelcherminge Godes te hebben aanbevolen,noeme my met fchuldige achting, Wel Edele Manhajte IJeerenl Havixhorst den 15 U Wel Ed. Manhafte JNoy. 1785. ' Dienstw. Dienaar (was get.) C. pe Vos van Stëenwyk. £K 364. Strekkende tot Bylage W. van No. 345. en behelzende Misfive van Hun Ed. Mog. Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, aan Kun' Edel Mogenden de Staaten van het Landfchap Drenthe over de zorgelyke omftandighéden van het UevQ 'yader land enz. Edele Mocende Heeren! De zorgelyke omftandighéden, waar in hst lieve Vaderland in 't gemeen, en onze Provincie in 'c byzonder , zich tegenswoordig bevind , dringen ons, om U Edele Mogenden daar van by deezen, vooral zo verre ons aangaat, eenige ouverture te ^oen. 't Is U Edele Mogenden bekend, dat bereids fe'dert eenigen tyd een groot deel der Militie yan den Staat in de Provinciën van Gelderland en Utrecht zich bevinden, en dat dit getal_ nog kortelings is vermeerderd door een aantal Militairen , welke hebben kunnen goedvinden dc Provincie yan Holland te verlaaten, en zich aan de gehoorzaamheid van Haar Edele Groot Mogenden hunne Betaalsheeren, tegen derzelver gedaans éér de*  aSo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot delyke belofte te onttrekken, die zich voor een groot deel naar Gelderland hebben begeeven. —— En het zal, zo wy vertrouwen) U Edele"Mog. al verder niet onbewust zyn, hoe op diverfe plaatfen het Krygsvolk in Gelderland niet in hehoorlyke discipline gehouden word, maar, onder het draagen van leuzen en een woest gefchreeuw, de goede Ingezetenen veelvuldigen overlast en fchaade toebrengen. En gemerkt nu yan wegens de Heeren Staaten van Gelderland een aantal van de Militie aldaar zich bevindende , op de confinen van onze Provincie in de nabuurfchap van Deventer gelegert is, zo zullen U Ed, Mogenden wel met ons apprehendeeren, hoe zorgelyk zulks voor onze Ingezetenen te houden is, als dewelke daar doorniet zonder reden, voor vexes en incurfien van' die Militie bedugc zyn. Waar by komt, dat men thands binnen onze Provincie ons fchynt te belagen, daar de Stad Hasfelt heeft kunnen goedvinden, om zonder ons confent, Militairen en Oorlogs-ammunitie in onze Provincie in te voeren, en waaromtrent ons uit twee onderfchepte Misfives door den Secretaris van Hasfelt gefchreeven, refpectivelyk aan den Heer van Zuideras te Zutphen, en aan Colbout, Kwartiermeester te Elburg, waar van wy Copien hiernevens voegen (*), is voorgekomen, dat dezelve daaromtrent ■ ge- (*) Deeze Misfiven waren van den volgenden inhoud: Hoog Wel Gebooben Gestrenge Heer! Geen antwoord op myn Misfive ontfangen hebbende, doet my bedugt zyn, dat de Brief opgeligt is, weshalven verzoeke de Brieven aan my te adresfeeren aan de Wel Edele Geftrenge Heer Brouwer Burgemeester te Hattem. Voorts kan ik niet mankeeren Uw Hoog Wel Geb. Geftr. te melde.n, als dat het alhier van dag tot dag akeliger begint uit te zien, dertig Man zyn hier gearriveerd, welk* by  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 287 gevaarlyke correspondentie houd, zo dat wy (na die Stad tot reden gebragt te hebben) verder verpligt worden, om ter confervatie van onze Hoogheid, vry- by de Stad tot Waardgelders zyn aangefteld, daar en tegen hebben onze Vyanden, aan de mond van het Vaarwater eeri Uitlegger met twee Hukken Gefchut en eenige Manfchappen gelegd, en aan de Sluis zyn eenige van de Genoodfchappen van Vollenhove reeds aangekomen, die zich daat geposteerd hebben en Batteryen oprichten, zo dat wy ':er van alle kanten inzitten, en byaldien wy geen fchielyk uitkomst of hulpe k'rygen, is het abfolut onmóoglyk om het te kunnen houden, en dan hebben wy, ten minfte ik en eenige anderen nevens my niet anders te wagten dan een allerfmertelykfte dood , daarom bidds ik Uw Hoog Wel Geb. Geftr. reddet ons, brenger deezer die getrouw is, zal U Hoog Wel Geb. Geftr. nader mondeling breeder het een en ander melden; verzoeke ook om met dezelve Penningen te mogen ontfangen, in welke verwagtinge met alle fincere hoogachtinge betuige te blyven. Hoog Wel Gebooren Geftrenge Heer! Hasfelt den 30 Uw Hoog Wel Gebooren Geftrenge Juny 1787. zeer Gehoorzaamen Dienaar, (v:as get.) A. Exalto d'Almaras. Op het Couvert ftond Hoog Wel Gebooren Geftrenge Heer! Myn Heer Baron van Heeckeren Heer tot Souderas, B-fchreeven in de Ridderfchap en Edelen der Provincie van Gelderland cs'c. cifV- Te Zutphen. ly abfentie te openen door de Heer Herm. db Leeuw van CoplwyK. Wel Edele Heer! Deeze alleen dienende om UEd. te comfounlegeren dat aan de mond van het Vaarwater naar deeze Stad een Schip me;  S8§ Verzameling van Stukken betrekkelyk tet vryheid en veiligheid onzer Ingezetenen, met alle onze magt tegen zulke infidieufe machinatien, en een gedugt geweld, met nadruk ce'voorzien. En vermids wy ons verzekert houden , dat de hoogheid en vryheid derrefpeftive Provinciën , daaronze Voorvaderen derzelver goed en bloed voor hebben opgeoffert, U Edele Mogenden zo we! als ons ter harce gaac, en dac U Edele Mogenden wel zullen bezeilen, dac hec fort, 'tgeen Onverhoopt ons moge overkomen, ook de andere Provinciën zullen moeten ondergaan, vertrouwen wy ook van Ü Edele Mogenden te mogen verwagten, dat dezelve ons in deeze onze te neemene maatregelen wel zullen gelieven te fecondeeren, (en dus ons wel ten. goeden hóuden, d&t wy, ep derzelver vriendelyk aanbod, bereids eenig gebruik van de gewapende Corpfen in de Landfchap gemaakt hebben,) nevens de Heeren Staaten van Friesland en van Stad en Lande, aan welke wy mede hier over fchryven, met ons zodaane maacregelen gelieven ce neemen, dac wederzydfe Ingezecenen, van vexacien en overlast bevryd, en de byzondere Gewesten niet door Militairen die tot geineene defenfie tegen in- en buitenlands geweld betaald worden, van haare Rechten en Vryheid berooft worden, zo als wy dan ook dien ten gev'olgle op 't inftantelykst verzoeken, dat U Edele Mog, met twee Stukken en ecfiige Manfchappen krutsfchen , ook is van Vollenhove eenig Volk gekomen aan de Sluis, die aldaar Batteryen opwerpen, dus die cours thands niet meer veilig, over Blokzyl dat thands nog goed is, zoude nog kunnen lukken. V/el Edele Heer! Hasfelt den 30 U Wel Edele Ootmoedige Juny 1787. Dienaar, (was geti) A. Exalto d'Almaras. JJB. Deeze was geadresfeerd aan Colboot Qjtarticrmeester SS Guarnifoen ts Elburg,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 25$ by te dugtene incurfien of aggresfien van Troepes in Gelderland gelegen, ons kragtdaadig gelieven te aafitleeren, op dat met gemeene m-igt de gemeene vryheid beveiligt, en onder den Zegen van God Almachtig, beftendig zyn moge. Waar mede Edele Mogende Heeren\ wy U Edele Mogenden beveelen in Gode6 heilig* protectie. Campen den 7 July 1787. Uw Edele Mogende byzonder goede Vrienden Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, Ter Ordonn. van dezelve (was pet ) Derk Pumbar. No. 365. Strekkende tot Bylage X. van No. 345. Behelzende verfcheidene Informatien doer den Schol, tus G. R. W. Kymmel op fpeciaale aiithortfatie van zyn Excell. Jen Heer Landdrost, Graave van Heiden ingewonnen, tot laste van de drie Predikanten Di Hemmes van Emmen, Ds. Albringh van Odoren, en Ds. Schagt van Borger. No. 1. Heino Kreemers van Emmen , oud 32 Jaaren, verklaard dat Ds. Hemmes zich geduurig het ft opgehouden , om by de Huizen in 't Carfpel rond te Joopen , en de Boeren zyne Patriottifche gevoelens in te boezemen , gelyk hy zich ook niet ontzien heeft, om met allerlei boekjes en lasterschriften rond te loopen, en zulks de Menfchen aan te pryzen , dat Ge tuige ook uit de mond van Ds Hemmes gehoord hadde, dat de Prins een Knegt en Dienaar lil. Deee. T wa  %!)o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Usa van de Staaten, en meer diergelyke zaaken, cok was Ds. Hemmes en Ds. Albringh eens gekomen ten Huize van Dunnink te Emmen, en hadden addaar voor den dag gehaald een liedje op de Prins, 't welk Ds. Albringh hadde geleezen, en door Ds, Hemmes was goedgekeurd engepreezen, en dat die beide Heeren Predikanten zich daar wonderlyk mede vermaakt hadden, dat Getuige 't alles niet onthouden hadde, maar wel dat het tot fchimp en fpot van den Prins was. — Dat Getuigen Stiefvader, Alb. Dunnink gezegt hadde, dat zy zulks deedeu om hem. als een Prinsman daar mede te hoonen; wvders verklaard Getuige, dat Ds. Hemmes ook eens met een Courante, waar in van de Landfchryver Hond, en van de Regeeringe van de Landfchap Drenthe, was gekomen ten Huize van Alb. Dunnink, om die zulks voor te leezen; dat zyn Stiefvader Alb. Dunnink en Ds. Hemmes daar over groote en hevige woorden hadden gekreegen, dat zyn Stiefvader onder anderen tegens de Ds. gezegt hadde, dat hy in plaatze van met zulke dingen 't Carfpel rond te loopen, beter deede, van zich aan den Bvbel te houden, dat 't een Predikant nietpaste, zich met zulke lasteringen te bemoeijen, veel minder die, gelyk hy deede, te verftrooijen, dat die zaake zo verre was gekomen, dat zyn Stiefvader, :den Ds. Hemmes, indien Getuige en de overige Huisgenooten 't niet verhinderd hadden, en Ds. Hemmes niet zagjes was afgedroopen, over zyne verregaande lasteringe èn fchimp vast een pak Raag hadde gegeeven. - -HrndrikJe Hendriks van Weerdinge, oud 13 jaaren, Dienstmeid van .Geert Jolinge, verklaard dat Ds: Hemmes, in de huisvifitatie in ?c Herfst 178(5, ook tot Weerdinge was.geweest, ten. huize va-n haar Heerfchap, dat zy alles niet wist wat daar was voorgevallen, maar wel, dat haar Heerfchap en Ds. Hemmes hevige woorden hadden gehad,om dac Ds. Hemmes de Prins tot een Schelm wilde maaken J zeggende Ds. Hemmes., dat de Prins was T lü . een  ie 'Ceheurtenïsfen in 1787 ent. voórgmUêiii &$t een handvèrraader, een Hoerenjager j een Zuipert en een Schelm; dat haar Heerfchap die taal van den Ds. in 't geheel niet hadde aangeftaan, dat haar Heer» fchap ook aan Ds. Hemmes gevraagt hadde, waarom dac niet voor de Prins bad? door Ds. Hemmes was geantwoord, dat is de Prins niet waardig! Geert Jolinge van Weerdinge, oud 46 jaaren» verklaard dac Ds. Hemmes in de huisvificatie in 't Herfst 1786» ook aan zyn huis was geweest, dac Ds. Hemmes gevraagt hadde aan Getuige, hoe is U myne Patrioccifchepredicacie van giscer bevallen? waar op Getuige geantwoord hadde , niet goed! dac Ds. Hemmes descyds veele Woorden gefproken hadde omtrent de Prins die hoonende Waren, zonder die alle meer te kunnen noemen; dat Getuige zulks verveeld hadde, te meer daar 't iets was dat by een huisvifitatie tegens 't Nagtmaal in 't geheel niet te pasfe kwam; dat Getuige met Ds. Hemmes een hevige woordenftryd hadde gekregen, Getuige voor en Ds. Hemmes Cegens de Prins; dat Gecüigè eindelyk gevraagt hadde, waarom Ds. Hemmes niet voor de Prins bad ? daar op door Ds. Hemmes was geantwoord, de Prins is een Hoerenjager, een Landverrader, een Schelm, een Dronkaart, en dezulken zyn niet weerdig dat men voor hun bid! Waat op Getuige moeijelyk wordende, gezegt hadde, dat 'c Gebed 'c zweerd was, daar men mede moesce vegcen, en als die befchuldigingen eenigfints geloof meriteerden, 't dan zyn pligt was om zo veel tó' ieveriger voor zyn Hoogheid te bidden , doch daÊ Ds. Hemmes hadde volhard, met te zeggens de Prins is 't niet wecdig! Harmen Jolinge van Weerdinge j öüd 44 jaaren* verklaard, dat ter gelegendheid van de huisvifitatie' in 't Herfst 1786* Ds. Hemmes hem verzogt haddé mede naar 'c huis van Geerc Jolinge te gaan $ dac zulks gedaan hadde, eh voorts in al!e deelen -, gelyk Geert Jolinge heeft gedaan , waar mede zyn getuigenisfe omtrent Ds. Hemmes in alle deeleri fever«enkomt, met byvoeginge dat zyn oude OfirhV  202 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Sikke Jolinge, een Man van om de 80 jaaren , op 'c hooreii van diergelyke redenen , als de Dom. Hemmes van de Prins lprak, zeer verfchrikte, en badde ge'beeft als een rusfche. Dat de Ouderling Jan Jolince de Ds Hemmes ook over zyn zeggen beftratt hadde, en gezegt, dat voor de Prins moeste bidden; dat Ds. Hemmes zyn ft uk hadde vastgehouden, en met alle geweld getragt de Getuigen tot z^n gevoelen over te haaien, zeggende, jonges gy zyt verblind, ik wenfche waarlyk dat gy doch m'nogt ziende worden! 't welk door Getuige beantwoord was, ik weet wel dat wy ziende zyn, maar wv twvftVlen aan U Üomine ! laatftelyk dat Ds. Hemmes zvn werk gemaakt hadde om de Menfchen tegens de Prins en de Regeeringe op te zetten, dat met boekjes ten dien einde was rond geloopen, gelyk ook by Vrouw Yken, die hem geantwoord hadde , dat op zo een wyze niet weer aan haar huis rooist komen, dat hoegenaamd niet wilde toeftaan dat haar Zoon naar de Sociëteit zoude gaan, dat Getuige zulks door Margje de Dochter van de wed. Yk'-n was verhaald. . Dat 't Ds. Hemmes ook zó was gegaan ten huize van Roelof Elkinge , wanneer dezelve voor de Sociëteit neffens zyne Huisgenooten voorneemens was aan te werven, 't welk Roelof Elkinge zelvs aan Getuige gezegt hadde. Aleert Dunnink van Emmen, oud 55 jaaren, verklaard dat meer als eens met Ds. Hemmes in een woordenftryd was geweest, over de onlusten die ons Land zo deerlyk drukten; dat Ds. Hemmes die nieuwe gevoelens was toegedaan , en die de Menfchei getragt hadde fmaakelyk te maaken, waar van geduurig zvn werk hadde gemaakt; dat onder anderen tegens Getuige gezegt hadde, dat de Prins die misbruikte zyn gezag, ftellendc onwettige Regecringen aan in de Provinchn en Steden, dat zulks ook in deeze Landfchap byzonder was gefchied door 't aanftellen van onzen Heere Drost, die ook onwettig was, dat wy een.Drentfche Drost moes- £, ten  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 293 ten hebben, dat de Prins ons deezen buiten recht hadde opgedrongen; welk gezegde Ds Hemmes hadde getragt te ftaaven met een exempel, dat zyn Hoogheid een Soldaat die noch niet eens zyn ontflag hadde, uit den Haag gezonden, en Burgemeester te Hattum gemaakt hadde, voegende Ls. Hemmes daar nog by, 't is nu zo wyd, de werelt heeft de oogen nu open, en 't is zo goed als gewonnen, men moet nu de Wapens opvatten, en voor de Vryheid vegten om zyn verloren Rechten weer te krygen; ik voor my hebbe 'er myn goed, en des noods myn bloed voor over! ook hadde Ds Hemmes tegens Getuige gezegt, dat de magt die de Prins bezat, zyn Hoogheid niet toekwam, en onwettig verkreegen was, dat 't Volk alle recht hadde die magt weer tot zich te trekken , dat de jonge Hemmes, de Predikant te Anlo, voorts na de Landsdag 1786 met zyn Vader ten huize van Getuige was gekomen, en de Getuige destydes Volmagt zynde geweest, hadde willen te rede (tellen over zyn gehouden gedrag op die Landsdag; zeggende de Ds, van Anlo onder anderen met veele redenen en omftandighéden, dat Getuige zyn ééd en plicht niet hadde betragt, allegeerende ten dien einde des Gei tuigen fuftenue omtrent de Stemminge der Ridderfchap &c, 't welk door Getuige was beantwoord, ik worde niet gaauw kwaad, maar op zo een wyze konde ik 't wel worden !■ ik denke zo wel als gy iw weeten wat ik volgens myn ééd verfchuldigd ben ; maar ik weet wel wie U leert, 't is Wychel! en die, en nog een paar Vreemdelingen, tragten hier alles in de war te brengen, daar ze hier maar als, jongensin de Landfchap komen kyken, en wilien zaaken veranderen, die wel 180 jaaren geftaan hebben ! waar op de Predikant van Anloantwoorde, ha,, nu zal ik U krygen! fpreekje van Vreemdelingen % wat is de Drost, die hier 't hoogde Ambt bekleed? hy is een Vreemdeling en een Domefticq van den, Prins! heeft die,dan verftand om 't Land te regee-, T ^ Laas»,  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Laatftelyk verklaard Getuige Alb. Dunnink nog» dat in de Mey tyd 1787 gebeurd was, dat Ds. Hemjhes en Ds. Albringh ten huize van Getuige een pyp gerookt hadden, Ds Albringh gezegt had, Dunnink nu hebbe ik een mooi Patriottifch liedje! waar op Ds. Hemmes hadde gezegt, ja, ja, leest 'e Dunnink eens voor, 't welk door Dunnink was beantwoord, ik weet wel Heeren, dat je 't my tot fpyt doet, maar ik kan en zal 't wel hooren! waar op Ds. Albringh hadde geleezen, zynde 't de Getuige vergeeten hoe 't in zyn geheel is, maar weet wel dat't tot hoon en fmaad was van den Prins, en dat 'er telkensin kwam: daar komen wy Patriotten aan, houfé \ de Prins die heeft 't nu al gedaan, houfé, houfé, houfé'. Dat Ds. Albringh telkens wanneer hy een versje geleezen hadde, de Getuige üyt ïn 't aangezigt hadde gekeeken , en braaf gelagt, ha, ha, ha; waar na Ds. Hemmes gezegt hadde, wel nu ? waarlyk dit liedje is in ahe deelen waar! ja waarlik inde zaak is 't zo! en meer andere woorden tot aanpryzing van dat fchandelyk ftuk bybrengende, die de Getuige niet kan melden. Nog verklaarde Getuige Alb. Dunnink, dat Ds. Hemmes nog erger was geworden met 't voortplanten van zvn oproerige gevoelens, en wel voornaamentlyk federt Mey 1787, wanneer 'er eenen Egbert Creemers Luitenant van 't Genoodfchap te Borger, in Emmen was komen woonen, waarmede Ds. Hemmes gemeenfchappelyk hadde geageerd, hebbende die Luitenant een byzonder middel mede gebragt om de Hoeren 't Patriottisme fmaakelyk te maaken, naamentlyk: dat wanneer wy hier een andere piegeering hadden, men wel met de halve Scliattinge, en mooglyk ook met de halve Pachten toe konde te betaalen, dat de Heeren 't geld van 't Land onderjloegen i fnz. Thomas Krens te Emmen, oud 50 jaaren, verklaard , dat Ds. Hemmes zich geduurende wel drie jaaren, altyd heeft bemoeit om zyne Gemeente'? Patriytïisnie ia te prenten;, da; daar alli? middelen  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 295 toe hadde in 't werk gefteld, dag en nagt loopende met briefjes en papieren, om de Menfchen te verlieten , en dat wanneer Ds. Hemmes zich zo veel moeite gegeeven hadde om 't Evangelie in zyn Gemeente voort te planten, hy tot een voorbeeld onder de Predikanten zoude vërftrekt hebben, en t Carfpel Emmen in geenen deele met de fchaadelyke gevoelens van 't Patriottisme zoude zyn bevlekx geDatdDs! Hemmes, nog om de tyd dat Utrecht was overgegaan, by Getuige was in huis gekomen, en op allerhande wyze gefchimpt hadde op dt Prins en onze Regeeringe, ook op de Prinsgezinden, zeggende , dat zo Harmen Hein van Roswinkel geen Prinsman was geweest,, zyn Proces niet konde hebben gewonnen, dat Dunnink en Rosingh ook Schurken waren , dat die niet te Asfen zouden komen a is 'er niet rykelyk voor betaald wierden, dat die wel wisten waar hun de fchoen wrong! dat Getuige geantwoord hadde, dat van zyn gevoelen als een Prinsman niet was af te brengen , dat hy met ae Prins en de Regeeringe wel te vreeden was, en t Landsbeftier liet voor die gene die 't hun pligt was, en verantwoorden moeften; dat hy Predikant ook: beter zoude doen van zich met 't Evangelie te bemoeijen; waar na de Ds. Hemmes nog met hadde afgelaaten om hem tegens de Prins op te zetten, zeggende, gy zegt 19 jaaren Soldaat geweest te zynen fi jaaren Corporaal, en noch niet hooger? hoe gy moest Officier zyn geweest, gy zyt een Inlander! doch de Prins wil alle Vreemden hebben! dat is ja geen recht? waar op Getuige geantwoord hadde, als alle Soldaaten Officiers wierden , wie zoude dan Soldaat zyn? doch Ds. Hemmes daar tegen weer, ja vaarlyk dat moest doch geweest zyn , met verfcheiden fmalle praatjes, zo dat eindelyk de patiëntie van Getuige ten einde loopende, dezelve zeide, Domine! daar is 't gat van de deur, zobehoefje nooit weer in myn huis te komen, waar op ny was heen gegaan. £ ^ Gs*  2^6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gerrit Rcsingh van Emmen, oud 60 jaaren, verklaard, dat Ds. Hemmes zich federt eenige ja», ren heeftopgehouden, om zyn 'gemeente allerlei nieuwigheden in te prenten, tegens de Prins en de Regeeringe op te zetten , met allerlei Patriottifcho boekjes en papieren rond te loopen, zo dat wanneer Ds. Hemmes zich daar niet mede bemoeid hadde, men in Emmer Carfpel niemant zoude gevonden hebben, die die fchaadelyke gevoelens was toegedaan, en dat 'er geene na de Sociëteit zouden zyn gegaan, als 't Ds. Hemmes niet gedaan hadde. Aleert Dunnink van Emmen weder binnen komende, verzogte nog eens gehoord te worden, over 't geen hadde te zeggen, van iets dat hem naderhand weer was in 't geheugen gekomen , naamentlyk dat Ds Hemmes in dit Voorjaar 1-87 in Getuigen huis was gekomen, voor den dag haaiende een affchrift uit een Courante, waar in de Heer Landfchiyver en de Regeeringe deezer Landfchap deerlyk wierden gelasterd, met één woord, een infaam en naamloos geichrift, 't welk Es Hemmes uirgefchreeven hadde, en door 't voorleezen in de huizen van zyn Gemeente, op alle mooglykewyze tragte te divulgeeren. Dat Getuige en Ps Hemmes, zo over de materie als wyze, op welke Ds» Hemmes dat fluk aanprees, in zeer hevige woordenwisfelinge was geraakt, die zeer ligt op daadelykheden hadden kunnen uitloopen, als de tusfchenkomst van zyne Huisgenooten zyn gemoed niet bedaard hadde, en Ds. Hemmes daar door niet van toon was veranderd; zeggende Getuige by die gelegentheid tegens Ds. Hemmes, Domine! gy hout U met zulke vodden od, en verflyt U tydmetdiergelyke infaame Schotfchriften bv U Gemeente rond te drnaaen, en daar en boven U zegel aan te hangen , met te zeggen , dat gy dit en andere fonrtge.lyke libellen gelooft, in der daad gy deed beter zulks te laaten, en U met Uw Ambtsverrigtingen bezig te houden 5 't welk Ds. Hemmes hadde beanc- woor4  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 297 woord met te zeggen, als ik myn Ambt als Predikant niet waarneemt', daar laaten ze my over dratfen, en voor 't overige hebbe ik zo wel vryheid van lpreeken en denken, ais gy en een andere, en dat raakc ü niet! dat deuntje heb ik vaak genoeg van U gehoord. ■ Waar op Getuige dan weder gezegt hadde, Os. dan hoorde gy wat beter Upligt by de Zieken waar te neemen, en voor derzelver Zielen te zorgen, nuis'er nog eene geRorven die in haar uiterfte Uwen byftand begeerd heeft, dochgy hebt zulks niet kunnen goedvinden ! haar Man legt nu nog op derven, eu gy zyt 'er ook noch niet geweest, gaat daar en zorgt voor 't behoud derzelver Ziele, zyn Vrouw heeft geklaagt by haar derven, dat gy'er niet geweest zyt! 't geen Ds. Hemmes weër beantwoorde met te zeggen, dat zelfs weeten • moest, wat hem als Predikant te doen dond;( vraagende voorts, kan ik koffy krygen? dan wil ik nog een pyp rooken, als ik vrede kan hebben; waar op Getuige gezegt hadde, ja dat kunt gy doen zo als je wilt; hebbende de Ds. vervolgens koffy gedronken, eni weggegaan. Lazarus Jacobs te Emmen, oud 37 jaaren, verklaard, dat hem wel bewust is, dat Ds. Hemmes federt eenige jaaren zich heeft bezig gehouden om de Menfchen tot Patriotten te maaken ; dat ten dien einde geen moeite gefpaart heeft om met alle Patriottifche gefchriften by zyne Gemeente rond te loopen, en voor te leezen; dat onder anderen A altjen, de Vrouw van Jan Sikken te Suidbarge, hem Getuige ook gezegt hadde, dat als zy de wille van Ds. Hemmes gedaan hadden, dat haar Manjan Sik* ken dan ook in de Sociëteit wa*; dat Egbert Kremers Luitenant van 't Genoodfchap te Borger, en federt Mey 1787 te Emmen woonachtig, ook zyn best gedaan hadde om de Menfchen op te dooken tegens de °rins en Regeeringe, noemende de Prins ah.yd Meester Knegt; en dat altyd gezegt hadde, dat als wy eea andere Regeeringe hadden, dan wel met T 5  898 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot met de halve Schattinge en Pachten toe konden te be* taaien. Jan Jolinge van Weerdinge, oud45 jaaren, verklaard wel ce weeten dat Ds. Hemmes zich geduurig heeft bezig gehouden, met de Menfchen van zyn Gemeente nieuwigheden in te prenten, loopende ten dien einde met Couranten en Boekjes de huizen rond, dac ook in Jolinge huis is geweesc in 't Herfsc 1786, wanneer Geert Jolinge en Ds. Hemmes hevige woorden hadden over dé Prins ; dat hy Getuige de Domine ook beftraft hadde, dat niet voor de Prins bad, doch in alle deelen 't dispuut niet bygewoond hadde, zynde wel eens opgeftaan, en by de Stal geweest; dat Getuige ook wel gehoord heeft, dat Ds. Hemmes de Menfchen tot de Sociëteit heeft aangezet. Dat de Getuigen ieder afzonderlyk, naar voorgaande Citatie en waarfchuwinge voor de zwaare ftraffedes mein-ééds ,(een Roomfchgezinde en een Jood, ieder naar hun byzonder Formulier, en de overigen naar Landrechte,) by folemneelen geprsesteerden ééde hebben verklaard, zo als by derzelver naamen Raat aangeteekend , zulks certificeeren nevens my de Keurnooten H. Volkers en T. Smits door hunne verteekeninge. Aéhim Dalen den 27 en 28 Oétober 1787. G. R. W. Kymmell, Scholtus. (was ger.) H. Volkers. T. Smits. No. 2. De Ette Jan Hovingh, oud 37 jaaren, woonagtig te Barge, verklaart, dat uit de mond van Ds. Hemmes te Emmen gehoord hadde, op een avond in December 1786 ten Pluize van Alb. Dunnink te Emmen, ter gelegendheid dat de Scholte Schukking van Beilen te Emmen eenige vaste goederen publyk liet verkoopen; }) dat denJHeer Prir.ee van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 29> i, van Orange op 't Loo zynde, verlieft was op de Dogter vaneen Hospes aldaar, dat de Prins daar na 3, toe was gegaan, ondervoorwendfelomdeCanarfe„ vogels (die de Hospes veel hadde) te hooren zingen, dat hoererymetde Dochter van die Weerd „ gedreven hadde, dat'er veel volk in dat huis zyn„ de gekomen, de Prins vèrfcfrrrkc was, en met de „ broek op de hakken hangende was weggeloo„ pen; dat vervolgens op 't Hof niet weetende waar de Prins was gebleeven, men volk op de been „ gekregen hadde om de Prins te zoeken, tot dat „ ze dezelve eindelyk hadden weer gevonden." Nog verklaart de Ette J. Hovingh, in 't voorleden zomer geweest te zyn by Ds. Hemmes, ter gelegendheid dat daar klei voor de Pastorie wierd taai gemaakt, dat Ds. Hemmes toen veel gefprookea adde om de Menfchen tot de Sociëteit aan te zetten , en tot minachtinge van den Prins; dat Getuige de Ette Hoving toen gezegt hadde, Ds. in de Sociëteit word alles gelezen en gedaan dat tegen de Prins is , men moest daar de Menfchen ook leeren wat voor de Prins was: waar op Ds. Hemmes geantwoo-d hadde, de Prins moet niet onfchuldig zyn. Albert Dunnink te Emmen, oud 55 jaaren, verklaard met zyn Vrouw, neffens Ds. Hemmes en de Vrouw, voor ruim een jaar geleden, te gaste geweest te zyn by Ds. Albringh te Odoren, dat 't discours gerouleerd hadde over de destyds zwee vende gefchillen, en over de Perfoon en 't bewind van den Heere Prince Erf-Stadhouder, dat Getuige den Heere Prince Erf-Stadhouder verdedigt hadde tegens de hoon en laster zo zyn Hoogheid wierd aangevreven, en waar in de Predikanten Albringh en Hemmes toeflemden, tegens den Heere Prince, —> Dat Ds. Albringh eindelyk gezegt hadde, wi'je eens hooren wat Man dat de Prins isP en opftaande kreeg hy een boekje, en daar uit voorleezende; ,, dat zyn Hoogheid op 't Loo zynde, op een agter4* middag Was uitgewandeld na een Herberge daac II di|te by ftaande, ona de Canarie-vogels ce hoo.  $oo Verzameling van Stukken Betrekkelyk tot ti ren zingen, doch dat de Castelein van die Her. „ berge een mooije Dogter gehad hadde, die ook mooi konde zingen, waar op zyn Hoogheid was ,, verliefd geworden, en dat zyn Hoogheid die 3, Dogter een knik hadde gegeeven, en met dezel,, ve na de fchuire was gegaan om haar een vriend- „ fchap te bewyzen, dat't gezelfchap zulks ,, gemerkt, cn zich na die fchuire hadde begeven, ,, waar door zyne Hoogheid zodaanig verfchrikt ,, was geworden, om dat in zyn werk verftoord „ wierde, dat hals over kop de vlugt hadde geno,, men, met de broek op de hakken, zyi;de zyn „ Hoogheid by die rencontre zo verre weg geloo,, pen, dat aan't dwaalen was geraakt, en niet weer „ op 't Hof komende, was 't geheele Loo in rep ,, en roer gekomen om denzelven op te zoeken, ,, en dat zyne Hoogheid eindelyk in een defolaate ,, ftaat was weer gevonden, en op 'c Hof gebragt.' —- Waar op Getuige gezegt hadde, zulks niet te kunnen ofte willen geloven , en niet begrypen konde, dat zy Heeren Predikanten zulke godlooze lasteringen en fchotfchriften geloofden; dat Ds. Albringh en Hemmes daar op geantwoord hadden, dat moest Getuige zo vreemd niet voorkomen, 't ging aan zulke Hoven wel meer zo toe. Dat Ds. Albringh voort na de Landsdag 1787 by Getuige was gekomen, en denzelven vry hard en op een onvriendelyke wyze gecorrigeerd hadde over Getuiges fustenue op de Landsdag, over de ftemminge van de Ridderfchap, met byvoeging van verfcheiden fmalle praatjes, 'cvvelk door Getuige, verdrietig wordende, zo was beantwoord, dat Albringh daar door de mond geftopt wierde, en 'er verders van ftille zweeg. Laatstelyk verklaarde Getuige nog, dat eens met Ds. Albringh van Coevorden was gekomen, kort na de tyd dat zyn Hoogheid het Commando in den Plaag was afgenomen, dac Albringh toen gezegt hadde, ha! nu heeft hy "t al gedaan, nu zal de Prins dea Hertog wel gaauw ageer na gaan. Trtntv  de Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 30Ï' Trvntien Seebers, Huisvrouw van Albert Dunnink te Emmen, verklaard in alle deelen overeenkomftis de verklaaringe van haar Man voorenltaande met betrekking echter tot het voorgevallene te Odoren, in de voorleden Herfst, nu ruim een jaar geleden, hebbende zy getuige my Scholtus en Keurlooten, die historie woordelyk verhaald, zo als Dunnink dezelve verklaard heeft. Dat de Getuigen ieder afzonderlyk na voorgaande Citatie, waarfchouwinge voor de zwaare ltrafte des raeinééds, en folemneel geprtesteerden ééde, naast meldinge hunner ouderdom hebben verklaard, zo als voorfchreeven, en by derzelver naamen Raat aangeteekend zulks cettificeeren wy Scholtus en Keurnoo en door ons verteekeninge in Emmen den 10 Novembris 1787. (was get.) G. R. W. Kymmel, Scholtus. G. Roosinge, 1787. Jan Hiddings. iV^g ■}■ .. . I • , 0 ' 09 . B9bjRW< I $989$ No. 3. Hendrik Smit te Borger , oud 50 jaaren, verklaard wel te weeten, dat Ds. Schagt van Borger een Patriot is, te weeten, eene die de nieuwe gevoelens was toegedaan; dat gemelde Ds. Schagt eens ten zynen Huize was gekomen, hebbende zich naast Getuige neergezet, en gevraagt baas, wat hoor ik van uw, benje een Patriot, of een Fnnsman9 waar op Getuige geantwoord hadde, ik houde 't met de Rille in den Lande ; waar op Ds. Schagt weer gezegt hadde, dan benje van deflimften, want die Remmen alle kwaad ingewikkelt toe, — voorts , baas benje niet een Lid van 't zelve hghaam, als ik? waar op Getuige geantwoord hadde ja! (denkende Getuige, als mede-inwooner van ons Land) vraagende Ds. Schagt verders, moetje dan ook niet werken voor de welftand van 't gemeene lighaam? waar op Getuige geantwoord hadde, ja! want een lig.  $02 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tót lighaam heeft vefcheiden Leden, en dat een iedef toe zyn eigen gebruik dient, ik ben niet gefteld om 't Land te Regeeren, en dat laate ik over voor die genen die zulks hun plicht is, en moeten verant. woorden; dat Getuige verders gezegt hadde, dat hy zyn handen niet hadde om 'er mede te zien, en zyn voeten niet hadde om 'er mede aan te tasten* Dat Ds. Schagt daar op gezegt hadde, by tyd van nood gaat men ook wel eens op handen en voeten J waar op Getuige weer gezegt hadde, als ieder Lid wel en op zyn piaatfe werkt dan is 't goed, en tot gemeene nut yan 't lighaam; 't welk Ds. Schagt beantwoord hadde, ais dat gefchied, dan hebje gelyk. Arent Eleveld Koster te Borger, öud 39 jaaren 5 verklaard, dat zeer wel weet dat Ds. Schagt een Patriot is, ——- dat niet voor de Prins en Regeeringe gebeden hadde zo als de Kerken-order Vermeld, —- dat telkens gebeden hadde, dat die gene, die 't wel met den Lande meenden, mogten gezegend worden, en hun aauflagen bevorderd, —■ en wanneer van de Prins gebeden hadde, gezegt hadde, dat de Heere hem zyn plicht mogt onder 't oog brengen, en bekwaam maaken tot die post die hy bekleedde, zonder alle de uitdrukkingen woordelyic te kunnen zeggen. — Dat 'er ook eens gefprooken was, dat hy Getuige moest exerceeren, 't welk Getuige geweigerd hadde, dat Ds. Schagt gezegt hadde, ja dat durft hy niet doen om dat de Landfchryvers knegt zyn Neefjen is, dat 't ook was voorgevallen ten tyde als 'er van de Landfchryver in de Courante ftond, welk Ds. Schagt Getuige hadde laaten zien, dat Ds. Schagt toen tegens Getuige gezegt hadde* nu zal U goede Vriend de Landfchryver ook wel Weg moeten; dat Ds. Schagt ook wel na de Socie* teit te Gieten was geweest, met de Ingenieur Manttnch. Jan Wiltince van Efs , oud 52 jaaren , Ver* klaard, wel te weeten dat Ds. Schagt een Patriot i$, dat die gevoelens was toegedaan, dat cok nier Voef  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 303 voor de Prins hadde gebeden, zo als de Kerken» order zege, en wanneer zulks al eens deede, dat't dan op zyn Patriots gedaan hadde, biddende dan voor de Prins om beterfchap , om verjland en bekwaamheid om 't Land te regeeren. Dat de Getuigen ieder afzonderlyk na voorgaande waarfchouwinge voor de zwaare ftraffe des meinééds , en folemneel gepraesteerden ééde, naast melding hunner Ouderdom hebben verklaard, zo als by derzelver naamen ftaat aangeteekend, zulks certificee» ren nevens mv de Keurnooten Lucas Mensing en Jah Eefting ', Geërfdens te Zweel, door onze verteekeninge. .Actum Zweelo den 21 November 1787. (was get.) G. R. W. Kymmelx, Scholtus» L. Mensingh. J. Eefïinge. N°. 4. Hendkicus Heeeinge te Ees, oud 49 jaaren, verklaard dat Ds. Schagt te Borger een groot Patriot is, zelfs zo, dat zyn,gevoelens op de Predikstoel aan de Gemeente daaromtrent niet alleen openbaarde , maar.zelfs zyn Gemeente tot 't Patriottismus en 't exerceeren aanfpoorde; dat Ds. Schagt, op de algemeene Dank- Vast- en Bededag van dit jaar, niet tegenftaande onze Heeren, zo een mooi en Godvrugtig Plakaat hadden geëmaneert, waar op Getuige zich een fraaije, en vredelievende Bededags Predicatie hadde belooft, zodaanigPatriottifch gepredikt hadde, dat byna uit de Kerke was geloopen; dat Ds. Schagt onder anderen gezegt hadde op de Predikftoel, dat de oorlog tegens Engeland en den Keizer, zo veel als een doorgejloken werk was geweest-, dat onze Hoogheid die zogt te onder mynen, als een adder die onder 't gras kroop, en ons in 't verborgen tragte te Jleeken. Dat Ds. Schagt ook op de Predikftoel des tyds hadde uitgeroepen, God zy gedankt dat  goj Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dat ons de oogen zyn geopend, met de wapens moeten wy ons verde'edi^en, en daar in is ons behoud; en dar. deede hy aüe Zondagen , kyvende gruwelyk op de Stillen in den lande, en dat zulks gecontinueerd hadde tot dat de Militie was gekomen, zynde't toen eensklaps opgehouden. . Dat 't ook gebeurd was dat Ds. Schagt in Getmces Huis zynde, Getuigen met dezelve destsds ook over de t\ dsomftandigheden hadde gefproken , dat Getuige de Ds. destyds gevraagt hadde, waarom Biet voor de Prins bad, dat Ds. Schagt daar op geantwoord hadde, de Prins is my dat niet weerd, ik heobe 't eeist wel gedaan, maar ik hebbe hem al veel te veel eere aangedaan, de Prins die taakt ons met; met veel meer verachtelyke woorden, als hy is maar een Staaten Dienaar er.z , — dat hetzelve was voorgevallen in b\wezen van Getuiges geheele Huishoudince, uit 'een man of zeven beftaande, welke met verwond erin ge daar over dikwyls met Getuige naderhand hadden gefproken; dat't ook was gebeurd, dat Getuige te Borger was geweest, en Ds. Schagt hadde gevonden graaverde zand , dat Getuige was by hefltt gedaan, om dat de Ds. eenige'weeken van hub was geweest, om wat nieuws te verflaan, aan dc D>. Schagt gevraagt hadde, hoe 't nu met de zaaken en 't Land fiond, en hoe 't met de Prins was? Ds. Schagt daar op geantwoord hadde, de Prins hef ft haaf wat op de kop gehad met zyn Folk, en dat eegde hem, voorts boos wordende, was de Getuige, om onaangenaamheden te vermyden, verders weg gegaan. Willem Garminge te Westdorp, oud 5? jaaren, verklaard dat Ds. Schagt een groot Patriot is, dat gewoon is z>n gevoelens over datftuk, op de Predikftoel aan de Gemeente open te leggen, de Menfchen geftadig aanzettende tot 't exerceeren , en vreesfelyk kyvende, dat hy'1 onder anderen op de algemeene Dank- Vast- en Bededag zo Pattiottifch gemaakt hadde, dat de Getuige byna uit de Kerke was geloopen, en dat het opfchuddinge in de Ker- ke  tè ÖeSèükenisfin in 1787 'enz. vóór gévallen* 30I ke hadde gegeeven,. vermeende ook yerftaan te hebben, dat Ls. Schagt zeide, dat Zyn Hoogheid wat [dis een adder onder 'i gras; doch dat hem de éigene» llyke woorden waren vergeetén'. Dat dë Getuigeh ieder afzönderlyk fii vbö'rgaan- ,(de Citatie, waarfchöuwing voor de zwaare ftraffè des meinééds, én gepiassteerdën ëéde naast melf «Uing hunner Ouderdom hebben verklaard, zó als : by derzelver naarrieri ftaat aangeteekend, zülks ceriificeeren nevens rrty Scholtus1, de Keurnoöten _L. ;MéN6ING, en W. Böshoff, door onze vercekeninge. Aclüm Zwelo ut fuprü. ^«xias get.) G. R. W. Kymmells Scholtuti L. MeNsingh; W. Boshoff. Hèndrik Jipping te Emmen, oud42 jaaren, ver« ilaard dat v >ort na dë Landsdag in Meert 1787» zynde 's maandags, ten Huize van Ds. Hemmes was geweest,, die hem hadde gevraagt Of ook wist hoe 't op de Landsdag was afgeloopen ? waar op Getüiges antwoord was, ja ik hebbe gehoord dat de Patriotten zvn geen baas geworden, 't is zo tégen malkanderen bl\ven ftaac; waar o'p Ds Hemmes de kop gefchud had, én was voort weg iri de kamer gegaan. —- i Dat Getuige voorts gezegt hadde tegens de Vrouw van f?s Hemmes, ik hoop dat onze Prins zal nu de kop weer op dé fcholdefs krygen, waar op de, juffrouw Hemmes voort _ htiddé gezegt, 'ik hoop daar voor zal ons God be'vaaren, dat zotenSchetm , en Hberenjaager, die by andere wyven op I bedde gaat, géén baas weer word.. Waar over zulke harde woorden tusfchen Gëtufgé .en Juffrouw Hemmes waren gereezen, dat Ds. Hemmes weer h de kamer was gekomen en fiuri geftheiden had» ëe; ■>•,..- IDat Getuige ook eens was' teGiiceri' geweesf, BB ui mm v  «oó* Verzameling van Stukken betrekkelyk tst een tyd dat de Sociëteit was vergaderd, dat destyds gezien hadde dat Ds. Schagt van Borger, en IV. Manting van 't Hogeveen, uit de Sociëteit kwamen, hebbende malkanderen om de hals gevat,en ipringende om eikanderen heen als gekken, of dronkene lieden, ten minden 't was ergerlyk om aan te zien van een Predikant. Dat de Getuigen ieder afzonderlyk na voorgaande Citatie, waarfchouwinge voor ftraffe des meinóéds, onder folemneele geprssteerden ééde naast melding hunner Ouderdom, hebben verklaard, zo als by derzelver naamen ftaat aangeteekend, zUlks certiftceeren nevens my L. Mensing, W. Boshoff, door onze verteekeninge. Aclum ut fupra. (was get.) G. R. W. Kymmell, Scholtus. L. Mensingh. W. Boshoff. N°. 6. Lotte Alberts Boelken vaïi Roswinkel, ond tusfchen 50 a 60 jaaren, zegt, dat in de maand September 1787 is geweest óp de begraavenisfe van Geesjen Woerdinge te Vaithe, dat Ds. Albringh aldaar ook was geweest, en zeer Patriots hadde gefproken, en daar aan't gezelfchap gezegt, dat de Prince zoude de zak wel krygen, waar op Getuige hadde gezegt, dat hy niet konde gelooyen, dat de Prince zoude worden afgezet, — waar'op des Ds. Albrings antwoord was, dat zal de tyd wel leerer! 1 — voorts hadde Getuige gezegt', dat 't een Menfche niet geoirlooft was , zelfs tegen zyn particuliere vyand, zulke laster uit te braaken , als tegens de "Prince gefchiedde, 't welk Ds. Albringh beantwoorde, met te zeggen, dat doen de Princenlui zelfs, waar na Getuige met meer anderen, en Ds. Albringh Waren gegaan na't huis van Jan Boeikèn te Vaithe, om thee te drinken, — Ds. Albringh aldaar Patiiottifche boeken  te Geheürtènisfen in ïftf ent vtorgèvilièn. hadde voorgeleezen, dat lange geduurd hadde, en de Getuige meest is vergeeten, alleenlyk weet dezelve wel, dat 't daar op uit kwam, dat de Pruisfifchen hier niet zouden komen, en ook geleezen, hadde, dat de Kóning van Pruisfen als in Hólland kwam, zulks móest doen Om zyn Zuster, doch dat daar zich niet aan zoude ftooren, even zo min, als de Koning van Engeland zich geftoord hadde aan zyn Zuster de Koninginne van Denemarken, en dat die tydinge zoude komen direct van de Ambasfadeur van den Koning van Pruisfen, — dat Ds. Albringh de Menfchen ook hadde aangezet, dat men zich moest verweeren, zo 'er een parthye kwam, waar" op Getuige gezegt hadde, als zulksgefchieddei en men een parthye dood fchoot, men 't geheele Land Voor VerWoestinge bloot ftelde, als 'er naderhand feen groote overmagt kwam, 't geen Ds Albringh hadde beantwoord, men moest 'er altyd niet op Öenken wat volgen konde. Meester H. g. Steen van Roswinkel, oud in 'c f3fte jaar, verklaard (post alia) dat ook wel met de Predikanten Hemmes en Albringh in de voorleden winter in gefprek is geweest, en hunne Patriottifchë gevoelens', ieder afzonderlyk zeer klaar heeft verftaan, en dat die beide Heeren ten eenemaal te- fens den Heere Prince en onze Regeeringe hadde evonden. . , Dat de Getuigen ieder afzonderlyk na voor a£ gegaane Citatie , waarfchouwing voor de zwaare ftraffe des meinééds, onder folemneel geprsesteerden ééde hebben verklaard, zo als by derzelver naamen ftaat aangeteekend, zulks certificeeren nevens my Scholtus, de Keurnooten Gerrit Rosingè en Jan Hiddincs, Geërfdens te Emmen; door on* ze verteektningë. Accum den 5 Jan. 1788. (was get.) g. r. W. Kymmell, Seholtun g. rosingè. Jan Hiddings.  go8 Verzameling van Stukken betrekkelyk M N°. 366. Aanhangzel tot de voorgaande Stukken behooiende, behelzende Informatien genoomen door den Scholtus G. R. VV. Kymmell; op fpeciaale authorifatie van den Heer Baron van DornberG Heiden Asfesfor, op last van de Heeren Drost en Gedeputeerde Staaten der Landfchap Drenthe, tegens den Hoog Wel Geb. Heer Dirk van der V\ yk van de Klenke, benevens het DiBum vanhet Vonnis door de Crimineele Vergadering over genoemde D. v. d. Wyk uitgejprooken. & Ik Ondergefchreevén P. D. M. vAn der Aa te Zwinderen, verklaare by deezen, geweest te zyn ten huize van de Kuiper Arent Remmelts te Oosterhesfelen, ter gelegendheid dat ik daar was om myn Vrouw af te haaien van de Coeveife wagen, dat daar destyds ook kwam de Heer D. van der VY ygk van de Klenke, dat denzelven, onder andere discourfen, de Regeeringe in 't gemeen, en fommige Perfoonen in 't byzonder door woorden zeer la?, deerde, en wel voornamentlyk den Perfoon van zyn Doorluchtige Hoogheid de Prins van Orange onzen dierbaaren krf Stadhouder, in woorden, dat dezelve was een Schurk, d.t hy van der Wyk een boek in handen hadde, (dat hy teffens aan anderen prsfenteerde) waar uit de kwaade daaden van den Prins van Orange volkomen zouden confteeren Hier van door de Scholtus van Dalen, die prsefert in 't gezelfchap was, daar ik 't voorfchreeven verhaalde, atteftaüe verzogt zynde, hebbe gezegt zulks niet geern te doen, om alle moeilykheid voor te tomen, doch toen zeide de Scholtus van Dalen dat 't moest doen en dat hy rat. Offic. verplicht was, zulke di^co.irfen niet indifferent te aanriooren, dat n dien ik nu verkoos om zulks niec te doen, mv voor een Man hield, die maar wat verhaalde zonder op de gevolgen, of 't gewigt der zaaken acht te geeven, en dat men naderhand my zulks  ie Gebeurtenis/en in 1787 ms. voorgevallen. 30? zulks wel konde doen doen , zo hebbe ik, om dat de zuivere waarheid is, en om dezelve ten alle.i tyde volgens myn plichc als Burger hulde te doen, daar toe gereiblveerd, en betuige by deezen, de zuivere waarheid te zyn, met aanbod, om ten allen tyde met ééde voor God Almachtig ce verklaaren, dat de Heer D- van der Wyk voornoemd niec alleen gezegd heefc dac de Prins Erf-Stadhouder een Schurk was, maar daar en boven, een Canaille, Schoeilie, verraader vanons Vaderland, Landyerraader, enz. en dat hy een boek hadde daar 't alles uit konde bewyzen. Des myne verteekeninge. Zwiuderen den 27 January 178^. (was get.) P. D. M. van der Aa. Wy Ondergefchreeven Gedepuceerde Kymmell, en Ingenieur D. van Lier, betuigen door onze naams onderteekeninge, dac van der Aa voorenffaande acteftatie in ons byweezen in gezonden en goeden verftandé heefc afgegeeven, en geceekend, en dac hy dezelve daar en boven mee alle redenen yan volkomene weecenfehap heefc bekleed. Des onze verteekeninge (was get.) T. Kymmell. D. van Lier. A. De Heer P. D. M. van der Aa te Zwinderen, oud ruim31 jaaren, verklaard, na dac zyn Wel Edzyne, in praifencie van de Heeren Gedepuceerden Kymmell, en Ingenieur van Lier, afgegeevene en verceekende acceftacie, in dato den 27ften Janusry 1787, hadde geleezen en herleezen, en na dac zyn Wel Ed. dezelve in 't Gerichte was voorgeleezen, dat dezelve volkomen in waarheid beflaat, en Tan woord toe woord is, zo ais hy Getuige 't uic dc mond van de Heer D. van der Wyk; heeft geV 3 noord*  3 iq Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hoord. Dat voorfchreeven Heer P. D. M. va* der Aa, na voorgaande Citatie, en ferleufe waarfchouwinge voor de zwaare ftraffe des meinééds. na folemneel geprssceerden ééde heeft verklaard, zo als voorfchreevene ftaat, en dat alles invoegen voorfchreeven alzo inden Gerichtejs gepasfeerd, zulks certificeeren nevens my de Keurnooten, de Heer Gedeputeerde Kymmell , en Lefper Lanting , door onze verteekeninge. Acc.um Zwinderen den 30 May 1787. (was get.) G. R. W. Kymmell, Scholtus T. Kymmell. L. Lanting. C. Jan Eefting te Zwelo, oud in het softe jaar, verklaard, dat voorleeden Herfst in de jagt tyd, mee de Pander van Zwelo op de jngc gaande, gerencontreerd hadde de Heer van der Wyck van de Klenke digte by Wefup, vergezeld van de Predikant Liefting van Zwelo, dat destyds door den Predikant en Getuige op een teken was gefchooten, en het discours destyds was gevallen over den Perfoon van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Prince van Orange, de Heer van der Wyk gezegt hadde onder andere woorden, dat de Prins van Orange wa< een Schelm, als mede alle die genen die met hem toe hielden, dat de Prince het Land niet goed regeerde, en hy var» der Wyk konde. het den Prince wel bewyzen, zonder alle woorden te kunnen melden, zeide de Getuige dat van der Wyk gruwelyke dreigementen hadde gedaan, daar Getuige nogvanysde, welke betrekkelyk waren, op den Perfoon van den Prince Erf-Stadhouder , en de Regeering van het Landfchap Drenthe. Roelof Syngs Pander te Zweelo, oud ruim 6a jaaren, verklaard, in de voorleden Herfst in bywezen van Jan Eefting en de Predikant Liefting van Zwelo, in het jagtveld digte by Wefup, gerencontreerd te hebben de Heer van der Wyk van de KlenL, dat de Predikant en Eefting od een teken had- &1  & Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 31* den gefchoten, en met malkanderen wat gepraat hadden: het discours was gevallen over den Prince Erf-Stadhouder, dat van der Wyk zeer onbetamelyke woord:.t hadde gefproken van den Heere Prince, dat Ge. tuiöe door de tyd de woorden waren vergeeten, die gefproken waren om dat nooit gedagt hadde daar yan getuigenisfe te moeten geeven, maar wist zich nog zeer wel ce herinneren, dat weggaande tegens Jan Eefting gezegt hadde, dac hec woorden waren die Getuige niet zoude denken in de mond te neemen, en dat hy het niet langer had mogen aanhooren.— Laatftelyk verklaard de Getuige Roelof Syngs Pander, na dat al was opgeftaan, dat zich ook nog wel wist te herinneren, dat in het weggaan gezegt hadde tegen Eefting, dat de Heer van der Wyk voornoemd een huis vol werk zoude hebben om zyne gezegdens te bewyzen. F. Liefting Predikant te Zwelo, oud ruim 30 jaaren, verklaard, in het voorleedene jaar in de jagttyd, in het jagtveld digte by Wefup, nevens den Pander Syngs prefent geweest te zyn, dat Ja;* Eefting van Zwelo en de Heer van der Wyk discoureerden over de directie van zaaken, na dat de Heer Getuige en Jan Eefting eerst op een teken hadden gefchoten, dat de Heer van der Wyk destyds een geval aan Eefting verhaald hadde, betrekking hebbende op den Heere Prince Erf-Stadhouder, ofwel deszelfs gehouden directie, zonder dac Getuige kan zeggen waar over het eigentlyk was, te weeten over wat Ruk, het zy over de expeditie naar Brest, het gebeurde te Hattem of Elburg, of iets diergelyks; ook ftaat Getuige voor, dat de Heer van der Wyk ook by die gelegendheid hadde gefproken, dat de Heer Prince zo veel Plaacfen of Boeren-Erven bezat, waarvan geen Schatting betaalde; voorts verklaard de Heer Getuige, dat hem devoorgevallene woorden waren vergeeten, maar m het generaal wel te weeten dat van der Wyk desxyds tot nadeel van den Heere Prince Erf-Stadhouder Jprak , en Hoogstdezeïve dom laakte, als. mede dat Eefting; 0 Y 4 gs*  jï2 Verzameling van Stuiken betrekfolyk io,t gezegt hadde, als yan der Wyk zyn gezegde een$i moest bewyzen, een huis vol werK zoude hebben. Dat de voorfchreeven Getuigen ieder afzonderïyk naar vóórgaande Citatie en waarfchuwing voor de zwaare' ftraffe des meinééds,' onder folemneelè ééde hebben verklaard voor my Scholtus en Keufhööteh Lucas Mensinge ' en 'Hendrik Sicken Gëèrfdëhs te Zwelo, zö als by iedere 'naam ftaat uitgedrukt, zulks ceruflceeren wy Scholtus (in deezen geaüth'orilëerdj en Keurnooten opgemeld door pnzé'verteekening. ' Adtum' Zwelo, den 14 Febn 1787. (was get.) G. R. W. Kymmell, Sclioltus» L. Mensinge. |L Sicken. P< De Heer Gedeputeerde Kymmel, van Zwinde.ren, oud 38 jaafen, verklaarci, voor eenige 'weeken, zynde hem de dag vergeeten , 's morgens voor de Predikatie,'gewéést té zyn' ten huize "van den Schat'-eu'rder M. Olpenbrandinge , dat de Heer, van der Y\ yk van dè Klenke, destydes daar 'ook was gekomen, dat daar te' farnen wat gepraat hadden', terwyl de Schatbeurder hen op een' foópje tracteer.cle, dat'de Schatbeurder aan de Heer Getuige gevraagd had, of 'ér ook wat nieuws in 'de Couranten was? de Heer Getuige daar bp geantwoord hadde', dat hy juist niet'van veel nieuws "wiste", dat het" nog al zo wat by het'oude heen was, — de Heer van der Wyk daar en tegen' gezegt 'hadde, dat 'er was nieuws genoeg in de Courant, of op diergelyke wyzè, dat de Heere'Prince Erf-Stadhouder een Schurk was, en hy van der'Wyk zyn Doorluchtige Hoogheid zulks wel konde bewyzen, waar op Getuige niet van der Wyk in' een hevige woordenftryd was 'geraakt, 'en dat van der Wyk' het door zyn 'onDefchaanjde uitdrukkingen en lastertaal zo gemaakt jhadd,e ï ' da| 'Getuige het niet langer had kunnen.  $t Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 31$ aanhooren, en dat het bloed als ware in zyn Iyf gekookt had, en het niet veel gefcheeld, of hadde "van der Wy'k eene flag aan 't oor gegeeven, was het niet geweest dat zich bedogt hadde, om dat voorneemèns was, zo op het moment de Godsdienst by te woonen, en ook begrepen had, dac het zoude eclateefen, en dat het nem te min was Zich aan een diergelyk fport van Menfch te vergry- ?en, aan van der Wyk toevoegde, dat hy het den rince dan maar moefte bewyzen , en Getuige hem anders voor een diergelyke , of geen fatzoenlyic Man hield, zynde daar óp weg uit des Schatbeurders huis en in de Kerk gegaan, alwaar echter door het voorgevallene, hoegenaamd geen attentie ofte ïligting gehad hadde. De schatbeurder Meerten Oldenbrandince te Oosterhesfelen, oud 79 jaaren, verklaard, dat de Heer van der Wyk van de Klenke, wel eens in Getuigen byzyn gezegt hadde , dat de Prince ErfStadhouder veel fouten hadde, als mede ongeveer 14 dagen voor midde-winter, s' morgens voor de Predikatie in Getuigen huis was gekomen, wanneer de Gedeputeerde Kymmell daar reeds was , dat Vervolgens een foopjen hadden gedronken, en Getuige gevraagt of'er ook wat nieuws in de Couranten was, de Gedeputeerde Kymmell daarop hadde geantwoord, dat juist niet van veel nieuws wiste, het was nog al by het oude heen. Dat van der Wyk daar en tegen een poinct of 2 a 3 a 4 hadde opgenoemd, waar vap Getuige geen begrip hadde fekregen, doch meend dat van der Wyk onder aneren gezegt hadde, de Engelfche oorlog hoe is het daar mede gegaan? — en dat het Getuige is voorgekomen, dat van der Wyk den Prince Er'fjladïiouder de fchuld van veele zaaken gnj, dat de Gedeputeerde Kymmell en van der Wyk in eene hevige woordepftryd waren geraakt, hy Getuige aaogeraadèn had om naar de Kerk te gaan, op dat het een finde nam, en daar van niet meer mogte komen. -w» jfe Getuige verklaard laatflelyk, dac alle woóïden  gi± Verzameling van Stukken betrekkelyk te-t piet gehoord hadde, als hebbende zo wat in zyn kamerdeur geftaan , maar zegt wel te weeten dat de Gedeputeerde Kymmell tegens van der Wyk gezegt hadde, toen 'er van de Prins gefproken wierd, tewysdatl en dat wel gezien hadde, dat de Gedeputeerde Kymmell hevig wierd, en dat die Heeren weggaande, van malkanderen waren gefcheiden, zonder te groeten. Dat de Getuigen voornoemd, ieder atzonderlyk naar voorgaande citatie en waarfchuwing voor de ewaare ftraffe des mein-ééds, ander folemneele ééde hebben verklaard voor my Scholtus enKeurnooten Henricus Volkers en Tonnis Smits Geërfdens te Dalen, zo als by iedere naam ftaat uitgedrukt* zulks certificeeren wy Scholtus (in deezen geauthorifeerd) en Keurnooten voornoemd, door onze verteekening. Lnq ' Adfum Zwinderen, den 15 Febr. 1787. (was get.) G. R. W. Kymmell, Scholu H. Volkers. T. Smits. S. P. A. Graave van Heiden, Heer van Laar' wout, Entingen en Reinejtein £fc. Drost var. Coevorden en der Landfchap Drenthe. Nademaal de Heeren Ridderfchap en Eigen erfdens Staaten deezer Landfchap, by Refolütie op den reces Landsdag van den 20 December 1787, den Perfoon van Dirk van der Wyk van de Klenke hebben verklaart voor een openbaar Beroerder van het Volk, en ons fpeciaal geauthorifeerd om rat.Officii tegens hem als zodaanig te procedeeren, en by exajninatie (Post alia.) (*) Zo hebben wy Drosfaard opgemeld, hier over ge- (*) Zie de hier voorenftaande Informatien A,Bj C «B  is Gekurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. gedelibereerd met de geconvoceerde Etten, uit ieder Dingfpil één, en doende recht uit naam en van wegens dé Hoogheid der Landfchap Drenthe, de Gedaagde Dirk van der Wyk, naar examinatie van de voorfchreeven Refolütie van den 20 December 1787, midsgaders van de ingewonnene informatien gecondemneerd, en condenmeeren denzelven mids deezen, om geduurende den tyd zynes leevens zich buiten het Territoir deezer Landfchap, als mede buiten de Stad en Jurisdictie der Heerlykheid Coevorden te moeten onthouden , welk Territoir hem mids deezen word ontzegt, met inthimatie, dat by aldien hy na verloop van viermaal vier- en- twintig uuren, na dat deeze Sententie door den Landspan» der Otto Koops , op den Huize de Klenke, de plaats van zyn fixum domicilium, met overgave van een dubbeld, zal zyn geinfinueerd , zich mogte onderdaan ten eenigen tyde wederom binnen het voorfchreeven Territoir te verfchynen, hy daade^ lyk corporeel zal worden geapprehendeerd en alhier binnen Asfen ter gevangenis opgebragt, om vervolgens naar rigeur van Rechten geRraft te worden, condemneerende wyders de Gedaagde in alle .de kosten en mifen van Juftitie. Aclum Asfen den ij Éebr. 1788. (was get.) P. A. Gr. van Heiden, BYVOEGZEL, Ten flotte dient hier nog bygeyoegt, Dat Ds, 'Hemmes van Emmen als Predikant is gedimitteerd, en aan Ds. Albringh een Boedpredikatie opgelegt, op Zondag den 9 Maart 1788 in zyn Gemeente tot Ödoren, uit Spreuk. XXIV. vs. 21, 22. ten overgaan van den Scholtus loei, en twee Deputaten Sy- nodi 4). als mede het Rapport hier voor, waar uit de faïïa in da Sententie vermeld meestal woordelyk zyn Qvergeooomen, f n, dus overtollig om hier te herhaalen,  3 ïö" Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut ? uodi te houden. Zullende Ds. Schagt van Borger, op de daar aan volgende Zondag en (taande Vergaderinge van Ridderfchap en Eigenerfdens tot Asfen, een dergelyke Preek over Ezra IX. vs. 13, 34.3 moeten doen, waar by Ds. Albringh zal tegenswoordig zyD. Wanneer beide deeze Predikanten van hunne fufpenfie ontheven, en tot de dienst wederom zyn toegelaaten. No. 367. Request, door 125 Perfoonen, alle Inwoon* deren van den Haag onderteekend, en den 20 December I787 geprefenteerd aan zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder &c fc?. £fc. Aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau , Er]-Stadhouder, Kapitein en Admiraal Generaal der Vir eenig* de Nederlanden fefc. &c. &fc. Geeven zeer ootmoediglyk te kennen de Onderseteekenden , alle woonende in 's Gravenhage, dat Vit de gevolgen van de noodlottige en verregaande verdeeldheden, disfenflen en ongenoegens, welke geduurende eenige jaaren, zo tusfchen de Staaten van onderfcheidene Provinciën van het Neêrlandfch -Gemeenebest, als byzonder ook tusfchen de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland en Uwe Doorluchtige Hoogheid hebben plaats gehad, en die tot de Burgers en Ingezetenen, tot welker kennis de gemelde disfenflen, door de openlyke geannonceerde Staats-Refolutien en andere veelvuldige Gefchriften , gekomen waren, ongelukkiglyk zyn overgeflagen, ook fpeciaalvk zyn voortgevloeid, zodaanige Adresfen en Requesten,, als in verfcheiden Steden en Plaatfen deezer Provincie te voorfchyngekomen , door eene menigte van Burgeren en Ingezetenen geteekend, en aan Hun Edele Groot Mogenden zelve geprefereerd zyn , ea die tegen Uwe Doorluchtige Hoogheid  Se Óebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, ilf heid waren ingerigt, midsgaders in zich behelsden veele infimulatien en befchuldigingen ten nadeelff van Hoogstdenzelven ; dan al 't welke deszelfs oirfprong had uit de anirnofiteiten, vooroirdeelen en indrukken, Welke door de voorfchreeven verdeeldheden en disfenfien, midsgaders de by derzelver gelegenheid in het publiek gekomene Gefchriften, by een groot gedeelte der Ingezetenen verwekt waren ; en by hen hadden te wege gebragt een meer en meer aangenoomen gevoelen, dat het aan ieder geoirloofd was, en althands tot geen misdaad konde gereekend worden, door dusdaanige Adresfen en , Requesten aan den dag te leggen, hunne inllemmingin zodaanige gevoelens, welke men naar de omftandigbeid van dien tyd meende, met de toenmaalige fentimenten van den Souverein zeiven overeen te Remmen, en waar toe men te meer vryheid meende te hebben» uit hoofde van de voorbeelden van zodaanige Adresfen, welke by Hun Edele Groot Mogenden met blyken van goedkeuring der fentimenten daar in vervat, als preuves van der Teekenaaren aankleeving en verknogtheid aan Hoogstdezelven ontfangen waren. Dat uit zodaanige fource , en op die wyze ook alhier in den Hage in het Najaar van. den jaare 1786, in navolging van andere zodaanige reeds geprefenteerde Requesten van andere Plaatfen is in de we* relt gekomen, en ook door de Supplianten, benevens veele andere Perfoonen, ten getale van drie honderd agt en vyftig, deels Suppooften van den Hove, deels Burgers en Ingezetenen van 's Hage is geteekend een diergelyk Request, tegens Uwe Hoogheid zvnde ingerigt, het welk op den iftenDecember deszelven jaars ter Vergadering van Hun Edel Groot Mogenden is ingeleverd, en aldaar mede zo gunRig aangenoomen, als uit de daar op gevolgde en aan de Supplianten uitgegeeven Refolütie van dien dag is confleercnde, zonder datdeTeekenaaren van dat Request eenig denkbeeld op dien tyd hebben gehad, daar door zich aan eenig misdryf fchuldig te maakefl. Daa  fjg Vefzdmèïing van Stukken betrekkelyk tót Dan dat de Supplianten, na de geheele omwente» li'ng van zaaken, welke in de maand September vari deezen jaare 1787 is voorgevallen, wel ras zyn ontwaar geworden, dat al het bevoorens gebeurde,en ook de voorfchreeven tegen Uwe Doorl. Hoogheid ingerigte Requesten, met een geheel ander oog is en zyn befchouwd geworden; en dat gelyk van dien tyd af door Hun Edele Groot Mogenden zelve allö Voorige Refolutien ten nadeele van Uwe Hoogheid genoomen, zyn ingetrokken en vernietigd; midsgaders Uwe Doorluchtige Hoogheid in alle deszelfs Charges, Digniteiten en Rechten is herfteld; zö ook de Supplianten van agteren wel wenfchten, dat zy met het onderteekenen en prefentèeren van zodaanig Request zich nimmer hadden bemoeid,noch daar in deel genomen; gelyk zy ook verklaaren het zelve ten hunnen opzichten geheel te herroepen» en zich aan die door Hun Edele Groot Mogenden ter herftelling Van Uwe Hoogheids genomen Refolutien, mede aliezints te onderwerpen, met intentie eh aanneeming, om voortaan ook aan Uwe Doorluchtige Hoogheid te betoonen den eerbied, welke alle getrouwe Ingezetenen aan Uwe Hoogheid eri deszelfs hooge Digniteiten verfchuldigd zyn; Dat ondertusfchen de Supplianten zynde ontwaar geworden, dat aan alle de Teekenaars Van dergelyke Requesten of Adresfen, een getal van verfcheiden honderden , ja duizenden in deeze Provincie uitmaakende, en byzonder ook aan de Supplianten crimineele pourfuites ter dier zaake boven het hoofd ïiangen, waar uit aliezints ruineufe gevolgen en fletrifures voor de Supplianten, en alle zich in geiyke termen bevindende Ingezetenen, en voor derzelver Huisgezinnen en Familien te dugten zyn, zy Supplianten, óm was het mooglvk, daar van gelibëreefd te mogen blyvcn, zich by een ootmoedig Request,^ waar van de Supplianten de vryheid neemen hiernevens Copy te voegen, aan Hun Edele Groot Mogenden hebben geadresfeerd, en daarby verzogt Hoögétderzelver gracieufë voorziening en  de Gebeurtenis/en in l?%f enz. voorgevallen. $1$ gunftige verfchooning, midsgaders uit aanmerking van de by Uwe Doorluchtige Hoogheid zelve geproponeerde Amnestie, en de daar over nog hangende Deliberatien van den Souverein, by provilie iurcheance van Proceduures. Dan, dewyl het misdryf, waar van de Supplianten befchuldigd worden, en waar uit de voorfz. crimineele Proceduures zouden voortfpruiten, direct Uwe Ploogheid zelve, als de beleedigde Perfoon betreft, en Hoogstdeszelfs gunftige gevoelens en vermogend appui zeer veel invloed zoude hebben op den uitflag van der Supplianten verzoeken, aan Hun Edel Groot Mog. gedaanv Zo keeren de Supplianten zicrr tot Uwe Doorl. Hoogheid, ootmoedigst verzoekende, dat het aan Uwe Doorl. Hoogheid moge behaagen, de door het Voorfchreeven Request aan Uwe Doorl. Hoogheid aangedaane beleedigingen , goedgunftiglyk en edelmoedig te verfchoonen, en der Supplianten verklaaring en aanneeming dien aangaande, hier boven, en by den annexe Requeste (*, gedaan, gracieufelyk aan te* neemen, midsgaders der Supplianten verzoeken aan Hun Edele Groot Mog. gedaan, met Hoogstdeszelfs favorabel' en vermogend appui te fecondeeren. .VL3.YSJi.OONl VLaO ' 't Welk doende &c. (*) Zie dit Request in het begin van het ÏF. Dteh  fiy den Drukker deezes zyn nog Exerhp'Iaafei te bekomen van de -d'Jfi 'SUVVX D30lvfl{ l33V -^-.S ÏUqqB hflS^O.'ifi'iV'n* ta3jbcvv.w öWÖ^WuB ï» aBV gcDjitf nsb qo asd ö U D E M ^ Tff tri nee Wrf Jr.b «sbasfóosisv s-nbeoanoo »bbi ;öH FRIESCHE WETTEN »£Bi;W>v i.u:nctlqqn8 »b na«:.'unóorioii3v t>: gibuom nseri3/odwid tSbaBB^asr/noib'gntmoonnhB i : MET EENE NEDERDUITSCHE VERTAALING EN OPHELDERENDE AANTEEKENIN- GEN FOORZIEN. Tweè Stukken in Groot Quarto. De prys is 4 Guld. 16 ji*