VERZAMELING \h( VAN PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz, BETREKKING HEBBENDE TOT DÉ GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXKXVII EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Te C A M P E Ns Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOTs MDCCLXXXVIII. Zesde Deel.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET ZESDE DEEL, VAN DEEZE VERZAMELING VOORKOMENDE.- » N°. 51?- Publicatie van de Ed. Hoog Achtbaare Regeering der Stad Htarlêm, behelzende eeAe provifioneele verzwaaring van tfc j^ïttpurtdtn^; o» «te Itf l« i j ö»u.«cr» c7< Pakhuizen, tot goedmiaking der Kosten, welke vereischt worden om het Militaire Guarnifoen in die Stad van Inkwartiering te voorzien- In dato den 22 Maart 1788. . . Uadz. 1. L 518. Requést van Mr. Paulus Gevers, aan Hun Ed. Groot Mog. de Herren Staaten van Holland en West-Fries' land, ten einde Hun Ed. Groot 'Mog -"dieven te v^rklaaren en aan den Hove van Holland aan. te fchryven, dat het Hun Ed. Groot Mog. intentie niet is geweest, den Suppliant te comprehendeeren onder de uitzonderinge, vervat in het vyfde-Art. var: Hun Ed. Groot Mog. Placaat van Amnestie, den 15 February 1788 geëmaneert; en dat hangende de Hun Ed. Groot Mog. Deliberatien over dit verzoek van den Suppliant , de Proceduures door voornoemden Hove tegens hem ondernomen, mogen worden gefurcheerd. In dato den . . . Maart 1788 j bladz- $ * a N».  IV REGIS TER N*. 5X9- Extraiï uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , betrekkelyk den eerst Prcefideerende en verdere mede-Raaden, in den Raade en Leenhove van Bfaband en Lande van Overmaaze, Mr. W van Laar , N. W. Hartman , D. Z. Stein Parvc en L. E. van Eck. In dato den 25 Maan 1788 bladz. 6. — 520. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prime Erf-Stadhouder, waar by de Regeering der Stad Dordrecht word veranderd en vernieuwt. In dato den 26 Maart 1788 bladz. 14. >-— 521. Plarueener Negotiatie van vyf Millioenen Guldetis, op ordinaire Obligatie, ten behoeve van de Provincie van Holland en West-Friesland, gearresteerd den 27 Maart 1788 bladz. 22. » 522. Request van de ifA» nnnge Sociëteit te Deventer aan de Leden der Gezwoorene Gemeente van die Stad, waar by zich beklaagen dat niets wordt ondernomen tegens de Ex-Burgemeesters, Ex-Gemeentslieden en Ex-Secretarien enz. , benevens het dispojityf van gemelde Gezwooren Gemeente op dat Request. In dato den 2 7 Maart 1788. bladz. 25. > 523. Misfive en Adres van de Gecommitteerde Bewindhebbers uit de refpettive Kameren der Generaale Nederland- fche Oost Indifche Compagnie ter Vergadering van Zeventienen, aan Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, over de toejiand der Maat- jchappye enz. In dato den 29 Maart 1788. bladz. 28. ' 524- Sententie gepronuncieerd door den Krygsraad des Guamifoem te Leeuwardm, tegen Jan van der Wyck, Vaan-  der STUKKEN. V Vaandrig onder het Regiment van den Heere Collonel j. de Schepper, op den 29 Maart 1788. . . bladz. 34- N9. 525. Dispofitie door Heeren C»mmisfarisfen van zyne Door' luchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, over de door de Gilden en Burgery overgegeevene Lyst der Ambten, Beneficiën en Bedieningen der Stad Deventêr, welke geoirdeelt zyn, vacant te moeten verklaard worden, als mede over de Memorie van Keure en befchikkingen omtrent Bedieningen, Uitkeeringen , Kostgeevingen en Eire- of Gedenkpenningen en Teekens, door gezamentlyke Gecommitteerdens der Stad Deventer, op den 16 November 178-7 ge' daan, en mede aan zyne Hoogheid geé'xhibeert, enz. In v dato den 29 Maart 1788 bladz- 37- —— 526. Publicatie van Hun Edel Mogenden de Heeren van de Admiraliteit te Amfleldam, tegens de verregaande haat- lyk7lKdm ,im WerhlieJa, teff^ imiMuiuk Ui» C7«. In da- to den 29 Maart 1788. . . . . bladz. 52. ■ 527. Plakaat van Amnestie en vergeeving , wegens de Hoog Edele Achtbaare Regeering der Stad Deventer gepubliceert. In dato den 30 Maart 1788. . . bladz. 53, — — 528. Request van de Gecommitteerden der Groenlandfche en Straat Davis-Visfcheryen deezer Landen, aan Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West' ] Friesland, waar by op gronden in het Request gededuceert, eene pramie verzoeken voor een aantal ten minften van twaalf of vyftien jaaren, zonder het welk de Supplianten zich zouden moeten getroosten, hoe. ongaarne ook, deeze Vaart geheel teabandonneeren, In dato den. ..Maart 1788. U. S;8. >— 529- Extract uit. de Refolutien van Hun B.d. Gro.ot- Mogenden, de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, * 3 waof  VI REGISTER •waar by door Htin Edele Groot Mog. Confent word gedragen , in 't Plan van verbetering en vermeerdering van de Armee van den Staat, door zyne Doorluchtige Hoogheid en den Rand van Staaten voorgedragen; onder de fpeciaale Conditie nogthands, dat een evengelyke Som als het bezwaar van de Armée bedraagt, ook tot de Oorlogs-Marine van den Staat zal worden geëmployeerd enz. In dato den . : . April 1788 bladz. 61. N". 530. Request van de Hoofd-Officieren, Kapiteins en Subalterne Officieren van het tweede Batailjon van zyne Doorluchtige Hoogheids Lyf-Regiment Orange Stad en Lande, en Orange Drenthe , over het hun aantygen van gevoelens, •welke rechtftreeks des Ondergeteekendèns eer en goede naam, aanranden enz- In dato den . . . April 1788- bladz. 63. »■ 531. ExtraB uit eene Misf.ve van de Bewindhebbers van dc fr^t-InUij*!.* C».,.tnB„;c t?r Prcjidiaalu Kamer Amflel- dam. In dato den 1 April .1788. . . bladz. 6$. w.. ■ 532. Misfive van de Heeren Staaten van Utrecht, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, over het Kanon by de evacuatie in de Stad Utrecht aclrtergelaaten. In dato den 1 April 1788 bladz. 67. fei. 533, ExtraB uit het Register der Refolutiên van Hun Edel Mogenden, Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende onder anderen het Formulier der ééd welke door de Magiftraaten, Gezwooren Gemeentens met derzelver Ministers in de Kleine Steden, benevens alle de Provinciaale Am'-tenaaren, voorts alle Predikanten of Kerklyke Perjoonen van welke onderjeheiden Gezindheden die ook viogen zyn enz. zullen moeten afleggen. In dato den 2 Apil 1788. ....... bladz. 70. N".  dek STUKKEN. WS. N°. 534- Magiftraats-verandering te Vlisfingen, door de Edel Mogende Heeren Commisfarisfen van zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, op den 3 April 1788 gefchieL ........ bladz. 74. 535. Verandering, gemaakt in de Magijlraat der Stad Brielle, doer de Commisfie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder; op dato den 7 April 1788. . . .. • ' • . • ' bladz- 75- ... 536. Misftve van Hun Ed. Mog. de Heeren Raad van Staaten aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; hetrekkelyk tot het Plan van verbetering en vermeerdering van de Armèe: van den Staat enz. In dato den 7 April 1788. . - bladz. 16. 537. Misftve van de Jonkeren, Hovelingen en Volmachten van de Ommelanden, tusfchen de Eeins en de Lauv/ers, aan Hun Iloug HfugcnJcn de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar in zich beklaigen over fommige handelingen door de Heeren van dé Stad ondernoomen, (fi%, bladz. 79-: g-i 1 ■ 538. Misftve van Luitenant en Hoofdmannen van de Hooge Juftitiekamer van Stad Groningen en Ommelanden, aan Heeren Burgemeesteren en Raad enz. in Groningen, over het fufpendeeren van een Richter in de Ommelanden enz. Strekkende tot Bylage van de bovenftaande N». bi'. 84. .'. 539. Extratl uit het Register der Refolutien van Hun' Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, behelzende Refolutie omtrent bovenftaande 'MisJiven bladz- 86". .,, ... 540. Misftve van Jonkeren, Hovelingen en Volmachten der Ommelanden, tusjclten de Ecrm en de Lauwers, aan * 4 Huji  V1IÏ REGISTER Hun Hoog Mog. waar by kennis geeven, dat zo lange niet met de Heeren van de Stad hereenigt zyn, met dezelve geen Staats-Vergaderlng te kunnen houden, enz. . bladz. 88. N°. 541. Misftve van dezelven aan de Heeren van de Stad Groningen , waar by kennis geeven dat met Hun Ed. Mog. gesne Staatsbefluiten kunnen fotmeeren. of eenige Provinciaale Ctmmisfien houden enz. , , , bladz. 91. ~—542. Extrati uit de Refolutien van de Ed. Mog Heeren van de Ommelanden tusfehen de Eems en de L'..uwers, omtrent het b.fluit van met de Heeren van de Stad geen StaatsVergaderingen of Provinciaale' Commisfien te houden enz. bladz. 93. Sssr-** 543. Publicatie van de Ed- Mogende Heeren van de Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers, waar by verklaaren haare goede Ingezetenen van het ondraaglyk juk des Stapelrechts, waar on/ie, liykans twee eeuwen zyn gebukt geweest, met al het gene daar toe al verder behoord, te ontflaan, en het zelve voor altoos vernietigd houden, bladz. 95, "t—1— 544- Misjiv» van Burgemeesteren en Raad oud en nituw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Meente in Groningen, aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar in Hun Ed. Mogenden onder anderen betuigen,' niets te zullen doen dat eenige aanleiding kan geeven tot verdere venvydering enz. . bladz. 97, v: ■-— 545- Misfive van Burgemeesteren en Rattd oud en nieuw > fampt Taalmannen en Gezwoorene Meente in Groningen aan Hun Hoog Mogenden, waar by kennis geeven dat Ge* committeerden hebben benoemd, om met de Heeren Gecommitteerden uit het Lid der Ommelanden te befoigneèren, om ware het mooglyk, alles door yriendelyke J'chikkingen, te vevtikm Bth > * % ,1 t '% bladz. 100  bek STUKKEN. IX H*. 546. ExtraB uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, behelzende onder anderen, Rtfoluiie om de Heeren Gedeputeerde Staaten van Stad Groningen en Ommelanden aan te fchryven, om een Landsdag tegens den 22 of 23 Febr. 1788 te befchryven, enz. . . bladz. I02< >»■> 547. M-sftve van Burgemeesteren en Raad in Groningen aan Hun Hoog Mogenden, waar by kennis geeven, dat aan Hun Ed Mogende mede-Lid reeds hebben geproponeerd, tot voorkominge van Confujien, om door wederzydfche te Jlellene Heeren Gecommitte rden, de gewoonlyke zaaken af te doen, en de Collegien van Gedeputeerde Staaten en Rekenkamer te leéédig n, enz bladz. 107. » 548. Misftve van de Heeren Gedeputeerde Staaten van de Stad Groningen en Ommelanden , aan de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde JVe tci landen, waar by aan Hun Hoog M°g- kennis geeven, dat de Landsdag den iijlen February niet alleen uitgefchreeven, maar ook werkelyk ftaat gehouden te worden, ..... bladz. 110. ... 549. Misftve van d$ Gecommitteerde Raaden der Ommelanden, tusfehe-n de Eems en de Lauwers, aan Hun Hoog Mog., waar by onder anderen kennis geeven, dat de Heefen Gedeputeerde Staaten en die van de Rekenkamer, werkelyk reeds onder ééde waren genoomen, en dus de Provinciaale Regeering befteld bladz. 111. fn uiig 550. Misftve van Burgemeesteren en Raad in Groningen, aan Hun Hc.og Mogenden, oyer het reëntameeren der Conferentie^ , betrekkelyk de gereezene gefchillen met de Ommelanden enz. hebbende tot Bylage eene Misftve van Heeren Gecommitteerde Raaden tusfehen de Eems en de Liuwers, aan Heeren Burgemeesteren enz. van Groningen, bladz. 113, * 5 NQ«  X REGISTER N°. 55ï. Misftve van Jonkeren, Hovelingen en Volmathtender Ommelanden, tusfehen de Eems en de Lauwers, aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, behelzende Deduüie en verhaal van het ge■pasfeerde, geduurende de fubfifteerende Oneenigheden tusfehen de Hooge Staatsleden van Stad Groningen en Ommelanden enz. . bladz. 116. . 552. Strekkende tot Bylage A van N°. 551. Misftve van Burgemeesteren en Raad oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwooren Gemeente in Groningen, aan de Heeren Jonkeren, Hovelingen en Eigen-Erfden, tusfehen de Eems en de Lauwers, behelzende Propojitie, om wederzydfche Gecommitteerden te benoemen, ter afdoening van de differenten enz bladz. 136", « 5>S3. Strekkende tot Bylage B van N°. 551. Behelzende antwoord van jonkeren, Hovelingen enz. op bevenflaande Misftve bladz. 137. 554. Strekkende tot Bylase C van N°. 551. Behelzende kennisgeeving door de Heeren van de Stad aan die der Ommelanden, dat Stadswegen Gecommitteerden tot het keilden der Conferentie gefchikt om eene Asfociatie uit te vlerken, warén benoemd. .... bladz. -138. 555- Strekkende tot Bylage D van N°. 551. Behelzende Misftve van Jonkeren, Hovelingen enz. aan de Heeren van de Stad, waar by kennis geeven, dat aan hunne zy. de insgelyks Gecommitteerden ten fine voorfchreeven, warerï benoemd bladz. 139. 'm 556. Strekkende tot Bylage E, F, G, H en I van N°. S51. Behelzende wederzydfche Declaratoiren, door de Heeren van de Stad, en door die van de Ommelanden aan malkanderen gedaan. , . . . bladz. 141.  des STUKKEN. XI Na' 557- Strekkende tot Bylage K, L, M en N van N«. 551. Behelzende Voorfltg ter onderlinge hereeniging en bylegging der gefchillen, door de Heeren Gecommitteerden van de Omnelander zyde gedaan, aan de Gecommitteerden van Stads zyde; benevens het Antwoord daar op van de Gecommitteerden wagens de Stad, weder-Antwoord van die der 0,nmelanden, en daar op gevolgd Antwoord namens de Stad. . . . . ' . . . . . . bladz. 148. * . . 558. Strekkende tot Bylage O van N°. 551. Behelzende Misftve van Heeren Burgemeesteren en Raad in Groningen , aan eenige particuliere Richters in de Ommelanden, om bevel te geeven dat geene Predikanten en Schoolmeesters, eenige Publicatien enz. op naam van Jonkeren, Hovelingen Eige:i-Erfden ■ en Volmachten der Ommelanden., of op den naam vari derzelver Heeren Gecommitteerde Raaden geëmaneert, in de Kerken af te leezen enz. . . . bladz. 161. „ 559. Strekkende tot Bylage P van N°. 551. Behelzende Misjive van Heeren Burgemeesteren en Raad in Groningen, aan Hun Edel Mog. Luitenant, en Hoofdmannen van deHooge Jujlitie-Kamer ■ van Stad Groningen en Ommelanden, over aamnaatiging, van Jurisditlie door Heeren Jonkeren, Hovelingen, enz. . . . . bladz. 163. ». 560. Strekkende tot Fylage Q yanJN°. 55'i- Behelzende'Misfive van Luitenant eh Hoofdmannen,'aan Heeren Jonkeren, Hovelingen enz waar by kennis geeyen van het> ontvang der .bovenjlaande Misftve. . ,\. bladz. 165. — 561. Strekkende tot Bylage R van N°. 551- Behelzende Misfive van Burgemeesteren en Raad in Groningen, aan de Heeren Jonkeren , Hoveli; gen , Eigen-Erfüci en Volmachten tusfehen de Eems en de Lauwers, ten einde de ■ • c *T T  XII REGISTER afgebrookene Conferentien ■wederom te beginnen en voort te zetten. bladz. 166. N°. 562. Strekkende tot Bylage S. van N°. 551. Behelzende Misfive van Heeren Jonkeren, Hovelingen, EigenErfden en Volmachten tusfehen de Eems en de Lauwers, ter refcriptie van bovenfiaande Misfive van Heeren Burgemeesteren en Raad in Groningen. . . , bladz 168. « 563. Strekkende tot Bylage T van N*. 551. Behelzende Misfive van Heeren Jonkeren, Hovelingen, EigenErfden en Volmachten der Ommelanden, tusfehen-de Eems en de Lauwers, aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder enz. . . . bladz. 170. ' 564. Magifiraats-verandering teGoes, door de Ed.. Mogende Heeren Commisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prince Erf-Stadhouder ; op den 8 April. 1788 bladz. 176. ——■ 565. Regeerings-verandering te Veere, door zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau. In dato den... April 1788. . . . bladz. 177. —— 566. Verandering gemaakt in de Magiftraat der Stad Gorinchem, door Hun Ed. Mog. de Heeren Commhfarisfen van zyne Doorl. Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder ; op den 9 April 1788 bladz. 178." 1 567. Verhaal van het verhandelde in de Conferentien tus¬ fehen de Heeren Gecommitteerden der Heeren Staaten des Eurflendoms Gelre en Graavfchaps Zutphen, en de Heeren Gecommitteerden van de Heeren Staaten van Overysfel, in April 1788 binnen de Stad Arnhem gehouden, ter opruiming der oneenigheden, geduurende de laatfte ongelukkige tyden hebbende plaats gehad 5 en deklagttn tegens Overysfel- JcU  der STUKKEN. XIII fche Ingezetenen over het violeeren van het Gelderfche Ter* ritóir, enz. In dato den 9 April 1788- . bladz. i8a. N°. 568. Magijlraats-verandering te Tholen door de Ed. Mogende Heeren Commisfarisfen van zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prime Erfstadhouder; op datv den 12 April 1788. . . . . . . bladz. 195. ' 569. Aanfchryvinge van zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, aan den Luitenant Generaal van der Dü£Sen, Gouverneur van 's Hertogenbosch, betrèkkelyk de Manfchappen welke door den Krygsraad onfchuldig zyn verklaard aan de plunderingen en disordres, binnen 's Hertogenbosch voorgevallen enz. In dato den i3 April 1788 bladz. 196. 570. Bekendmaaking van de Ed. Achtbaare Regeering der Stad Bergenopzoom, betrekkelyk zeker Papier getyteld Ie Courier dé l'F.franr ms. In dato den 13 April 1788'. bladz. 197. \m ' 571. Verandering gemaakt in de Regeering der Stad Zierikzee , door de Gecommitteerden van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder. In dato dert' 14 April 1788. • . ... bladz. 198. »' 572. Misfive van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, aan de refpeBive Staaten der byzondere Provinciën, tot by geleide van het geJlooten en geteekend TraBaat van defenfive Alliantie met zyne Majejieit den Koning van Groot-Brittannien, verzoekende de Ratificatie binnen den befiemden tyd van zes weeken enz. In dato den 16 April 1788. Waar na het gemelde TraBaat volgt in het origineele Fransch, benevens de Neder'duitfche vertaaling bladz. 199.1  XIV REGISTER $$n. 573. Bericht der HeerenCollator.cn van de Kerk te Ommen - ter gelegenheid dat Ds. ] H. Nyhqf op deszelvs verzoek door HunEd. Mog. de Heeren Staaten van Overysfrl . goedgunjlig Emeritus was verklaart, falvo honore & emolurnentis. In dato den 15 April 17'88. . . bladz. 213. _ 5-"4. Publicatie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en Wst Friesland, vertrekkende tot interpretatie van het Piacaat van Amnestie van den 1 $den Febr. laatstleeden enz. In dato den 17 April 1788- hl. 214. — 575- Publicatie van wegens zyne Doorl Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, behelzende eene ao Jielling van nieuwe Burger-Officiers te Rotterdam, door Commisfarisfen van genoemde zyne Hoogheid. ' In dato den 17 April 1788. • blodz. 217. ■ *m 576. Sententie by Hun El'. Mogenden de Heeren Raaden 'i Hofs van Friesland, gevonnisd en gepronuncieert tegens Hoite Peizel van Anna Parochie, op datoden 19 April 1788, en ten zelvden dage ter uitvoer gebragt. bl. 11.it- 577. Misfive van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden aan de refpcBive Staaten der byzondere Provinciën, tot by geleide eener Misfive van den Heer van Rheede, Envoyé en Plenipotentia" ris aan het Hof van Berlin, benevens het gejlooten en geteekend TraBaat van Alliantie tusfehen zyne Majefteit de Koning van Pruisfen en deeze Republiek. In dato den 21 April 1788. Waar na het gemelde TraBaat volgt in het trigineele Franfch; benevens de Nederduitfche verta'ding. bladz. 225.
  • 586. Extraü uit de Refolutien van de Heeren van de Vroedfchap der Stad Schoonhoven, behelzende verklaaring van de hoogfte fenfibiiiteit, over de dien/ten door den Kapitein terZee W. P. Neuwirth geduurende het verblyf der Pruisfi- [. fiche Troupen in die Stad gepleegd, en de medewerking tot bevordering van de omwenteling in de gemoederen der Burgers enz. In dato den 26 April 1788. . . . bladz. 268, '■»■ 587- Condemnatie van het Vier-gekroonde Gilde der StaüDeventer, befiaande uit de Metzelaars, Timmerlieden, Lei- \ dekkers en Kastemaakers of Schrynwerkers, in dato den 28 April 1788, gezonden aan de Metzelaars Baas h. Vlugt; zynde gelykluidende daar van gezmden aan den Metzelaars Baas D. Petersen, den Leidekkers Baas Hoebrink en den Timmermans Baas A. Scholten. . . . bladz. 269. j—— 588- Misfive van den Heere Profesfor F. A. van der Marck,' aan den Wel Ed. Hoog Achtb. Magiftraat der Stad Deventer, waar by zyn W. Ed G. onder anderen kennis geeft, dat door zyne Groot-Brittannifche Majefteit, tot Ordinaris Hoogleeraar te Burg-Steinfort is beroepen. In dato den 29 April 1788. . . . bladz. 270-, j 589. Misfive van den zelvden Hoogleeraar aan de Wel Ed. Achtbaarê Gezwoorene Gemeente der Stad Deventer, over het zelvde onderwerp. In dato den 29 April 1788. . . ( , . . . . bladz. 273. m •< "• 590. Publicatie van de Ed. Hoog Achtbaarê Regeering de*  Der STUKKEN. XVII der StadUtreckt. waar by het draagen van Orange-tekenen, met nadruk word aanbevolen. In dato den 29 April 1788. . - • . . . . ■■ : bladz. 274. 591. Condemnatie van het KléermaakersGilde te Deventer, tegens hunnen mede-Gildebroeder Jan- Beerents enz. In} dato den 30 April 1789. . . . bladz. 275* fc 592- Ut fupra van het zelvde Gilde tegens Jan Coem- raad Lamberts , waar by dezelve gecondemneerd word in een boete van 150 Guldens. In dato den 30 April 1788* ...... bladz-. 2761 ** 593. Condemnatie van het Smeeden Gilde tegens kinnen mede-Gildebroeder Wolter Kortenhorst. In dato den 30 April 1788. ..... bladz. 277» 1 $ 04. Condemnatie van het Slagers Gilde, tegens hunnen mede-Gildebroeder Jan Hoekmann, waar by voor altoos uit het Slagers Gilde word verlaaten en ontzet, benevens van' alle voorrechten van 't Gilde vervallen verklaart. In dato • den 30 April 1788. . . . . bladz. 278* r» 595. Extratl uit de Refolutien van de Edel Mog. Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, over eene onderlinge guaran* tie der tegenswoordige Conjlitutie onder de Eondgenooten enzt ïn dato den 30 April 1781. . . . bladz. 280. «*— 596. Extraü uit het Register der Refolutien van Hun Edele Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland, waar by de ftaat en qualiteit van Eerften Edele dier Provincie, in de Wettige Descendenten van het Huis van Orange, voor Èrffe' lyk word verklaart. In dato den 1 May 1788. bladz. 283. ^ 1 ■ 597. Extraü uit de Refolutien van Heeren Èurgemees* Uren der Stad Schoonhoven, waar by aan den Zee-Kapiteiri  X?ffl REGISTER W P. Nieuwirth , tot erkentenis van zyne gedaanè dien* Jlen, geduurende het verblyf van de Pruisfifche Troepes in die Stad, het Burgerrecltt word gefchonken.' In dato den I May 1788 bladz. 284. N°. 598. Extraü uit het Boek van Refolutien der Stad Deventer, in dato den 1 May 1788, waar by Hun Edele Hoog Aclitbaare, de dispofitien der Gilden tegens derzelvet mede-Leden genoomen, provifioneel furcheeren. bladz. 285., T99- Extraü uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de •Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar door aan den Heer H.van Wyn^ op deszelvs verzoek, zyne demisfie werd verleend, als Lid van de Commisfie tot onderzoek van het Finantie-wezen van het Collegie ter Admiraliteit in Friesland. In dato den 4 May 1788 < bladz.- 28-<5.' m 1600. Redenen welke den Eerwaarden Heer P. cheval» lier, Predikant in de fWalfche Gemeente te Zwolle, bewogen hebben, om in den door Hun Wel Ed. Hoog Achtbaarheden de Heeren van de Magijiraat dier Stad, gevorderden ééd tot bevestiging der Conftitutie, te difficulteerenv In dato den 4 May . . . bladz. 287. <» 601. Extraü uit het Boek van Refolutien der Stad Zwolle, in dato den 13 May 1788, waar by den Eerw. Heer P. Chevalliér , als Predikant in de Walfche Gemeente? word ontflagen. bladz. 293. *■1 602. Extraü'uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, behelzende Confent in de continuatie der betaaling van de Militie en andere lasten van de Unie enz.' I In dato den . . . May 1788» . . i bladz. 296. tl £io.  der STUKKEN. XIX K9. 603. Ediüaale Citatie voor de Crimineele Rolle van den. Have van Friesland, tegen Br. Hajo Tuinhout. Ik dato den 7 May 1788 bladz. 299. ■ 1 .... 604. Ediüaale Citatie voor de Crimineele Rolle van den Hove van Friesland, tegen Pieter Fontein. In dato den 7 May 1788 bladz. 306". t*., 605. Condemnatie door het Bakkers Gilde te Deventer, gedaan tegens hunnen mede Gilde-Broeder Gerrit Hendrik: Stuxkins , waar by denzelven word verweezen in eene boeit van vyftig guldens. In dato den 9 May 1788. bl. 310. »> 606. Ut fupra , tegens hunne Gilde-Zuster Mej. de tVeduwe Knaap of Zoon , in eene boete van één honderd Guldens. In dato den 9 May 1788. . . . bl: 311. 607. Extraü uit het Register van Hun Edel Mogenden de Heeren Staaten van Zeeland , behelzende ConferA in de ordinaris en extraordinaris Staaten van Oorlog, onder inhcefie van de aanmerkingen by de laatstvoorige Confenten gemaakt enz. In dato den ... May 1788. bl. 312. » 608. Misftve van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, verftrekkende tot antwoord op de Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Utrecht van den 3 April laatstleeden, over de te rug gelaatene Ammunitie en Kanon in de Stad van Utrecht enz. In dato den 16 May 1788. . . bl. 314. VER-   VERZAMELING VAN S>LACAATEN, RESOLUTlEN EN ANDERE AUTHÉNTYKE STUKKEN enz. BETREKKfNG HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN •» -IN DE MAAND ■SEPTEMBER 1787 EN VERVOLGENS» ÏN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN, x JN°. 517.- Publicatie van de %d. Hoog Achtbaan i?e» geering der Stad Haarlem, behelzende eene provip,, meele verzwaaring van de Verponding op de Hui* 'zen, Stallen 'en Pakhuizen, tot goedmaking dst ■Kosten, 'welkt veréifcïn worden cfn het Militair* 'Guar'nifoen in die Stad van Inkwartiering tv VOOiv zien. £n dato den 22 Maart 1788. My'ne Heeren van den Gerechte der Stad Haarlem, gelet hebbende op de fruitengewoone'gvvaafe onkosten, door Stads'kasfa van tyd tot tydgeleden* en vooral op die gene, welke Zeden den loop van fces maanden, êyn uitgefchooten3 en verder fcallëtt moeten worden ukgefthoöte'a, tot iakw&ftiefing VI, Deel, A v*fi  2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van het Militair Guarnifoen alhier, beloopende weekelyks een Tomma van ruim vier honderd zeventig Guldens: en in aanmerking hebbende genomen de onmooglykheid voor Stads Casfa, om zonder een toereikend Subfidie, alle die noodzaakelyke Uitgaven te kunnen draagen. Zo is 't: dat Myne Heeren voornoemt, vertrouwende op de welwülenheid van deezerStads braave Burgery en Ingezetenen, om een geëvenredigdaandeel toe te brengen tot verzorging der Militie, door welkers waakzaamheid de algemeeoe rust tot nog toe op eene voorbeeldige wyze is bewaard geblee» ven. (overeenkomftig het befluit van de Heeren Raaden en Vroedfchappen deezer Stad,) hebben goedgevonden en verftaan, te ftatueeren, zo als gefiatueerd wordt by deezen. Dat tot het voorichreeven einde door een der St ds Bodens, geadtifteerd met de Vinders vaD elke Buurt, van de Bewoonders der Huizen, zo binnen deezeStad als baare Vryheid gelegen, mitsgaders van de Gebruikers van Stallen en Pakhuizen, maandelyks zal worden gevorderd en geheeven eene Belasting, geproportioneerd aan de Verponding, en gereckend tegens tien Sruivers van ieder Gulden in Ket jaar; voor welke ieder Huis, Stal of Pakhuis van 's Lands wege in dezelve is aangellaagen. Dat gemelde Belasting ook zal worden gevorderd van de Heeren Raaden en Minifters die reeds Huizen gekogtofgehuurd hebben, dochdezelven noch niet hebben berrokken, of welke binnen den tyd van zes maanden als nog een Huis zullen huuren of koopen, alles mede geproportioneerd aa'n de Ver. ponding der gemelde Huizen, zo als dezelve ook zal worden geheeven van de Bewoonders van Kamers . in Huur doende agt- en- veertig Guldens en daarenboven, en gereekend tegens den twaalfden Penning van gemelde Huur Penningen, i Verklaarende Hun Edele Achtbaare van de gemelde Belasting te ontheffen, alle zodaanige Bewoonders , die uit eenige Diaconie- of Siads-Kas warden gealimenteerd. Ea  de uitzonderinge, vervat in het yyfv de Artykel van Ü Edele Groot Mogenden Plakaat van Amnestie, den 15 February 1788 geëmaneert» en dat hangende U Edele Groot Mog. Deliberatieri over dit verzoek van den Suppliant, de voorfchreeyen Procedures worden gelurcheerd. 't welk doende, &c. (was get.) P. Gevers. (*) $°? 519. ExtraSt uit het Register der Refolutien van ' Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, betrekkelyk den eerst ïrefideerende en verdere mede-Raaden, inden Raade en Leenhove van Braband en Lande van Overmaaze, Mr. W. van Laar, N. W. Hartman,. D. Z. Stein Par vé en L. E. van Eck. In dato den 25 Maart 1788. Is gehoord het Rapport van de Heeren ToRqc van Roozendaac, en andere Haar Hoog Mogenden Gedeputeerden, tot de zaaken van de Meijerye van 's'Boich, hebbende, ingevolge, en ter voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 281ten January laatstlceden, met en benevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten geëxamineerd het gerapporteerde ten zeiven' dage 'door bovengemelde Heeren Gedeputeerden op eene Memorie van H. J. van OldenBARNEveld, genaamd Witte Tullingh, AdvokaatFiskaal van Braband, houdende deszelfs fchriftely£e informatien en Rapport op de beide poin&en ^ ver* (*) De beide Heeren Oud-Burgemeesteren Bogaert en, Vingerhoed, hebben gelyktydig met den Heere Gevers, „Requesten ten zelvden einde aan Hun Ed. Groot Mogenden'de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ingelevert: doch daar die genoegzaam" van den zelvden inhoud zyn, hebben wy gedagt om herhaaüng te vermy'den," die te kunnen agterlaatsn. '•  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevuilen. 7 vermeld in Hun Hoog Mog. fecreete Refolutien, in. dato den 3itten December des voorleeden jaars 17875 by de welke, naamlyk hy Advokaat was aan*, gefchreeven en gelast, van zich in het gemeen opi het gedrag van zodaanige Leden in den Raade en Leenhove van Braband, als by de prsmisfen diet Refolutie waren aangeweezen, ten naauwkeurigfteq te informeeren, en fpeciaalyk te onderzoeken,. of eenige van de voorfchreeven Raaden zich hadden geimmisceerd in de zogenaamde Patriottifche VryCorpfen, in de laatfte Troebles opgericht, en! of dezelve die onzydigheid hadden geobferveerd, die aan een Rechter, in het recht oeffenen van zyq Ambt betaamd, en zonder aanzien van Perfoonen» van zyne bevinding getrouwelyk Rapport t.e doen; a!s mede ingevolge bovengemelde Hun Hoog Mog. Refolutie Commisforiaal, geëxamineerd hebbende, de voorfchreeven Memorie van gemelde AdvokaatFiskaal, en de Bylagen, nevens dezelve Memorie gevoegd. < ; , En wyders nog, ingevolge, en ter voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 4den February laatstleeden, hebbende geëxamineerd eene nadere Memorie van den gemelden Ad. vokaat-Fiscaal van Braband, dienende tot nadere informatie van Hun Hoog Mogenden omtrent een der pofitiven in dezelve zyne eerstgemeide Memorie voorkomende; en voorts nog, ingevolge en.ter voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 5den February daar aan volgende, hebben, de geëxamineerd eene M'sfive vari den eerst Prgfideerende en verdere mede-Raaden , in den geme{. den Raade en'Leenhove van Braband, en Lande van Overmaaze W. van Laar, N. W. Hartman, -D. Z. Stein Parvó en L. E. van Eck, gefchreeven (*), alhier in den Hage ten zeiven dage, houdende vooreerst eene voordragt en Verklaaring; ,, dat zy, uit hoofde van dien plichtmaatigen eerbiatj j> voor (*) Zie hier. voor IV. Deel, Nek. gefchreeven, waar hy zegt: ,, zyne demisüe genoomen te hebben, dewyl de Staaten geene j, Vaderlandfchgezinden dulden kunnen;" en uie een eigenhandig Declaratoir door denzei ven, op voorfchreeven dato uit Franeker aan de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie gezonden» waar by verklaart: „ zyn Post te reflgneeren, de» „ wyl hy voorbeelden heeft, dat Hun Ed. M"g. „ de verzoeken, om ontflagen te worden niet in- willigen, en ziet dat de ééd uit zyn verband word "„ gerukt, door Krygslieden tegens Burgers aan te ,, voeren." Invoegen de gemelde Vaandrig van der Wyck, zich aan eene opzettelyke en gequalificeerde Defertie heeft fchuldig gemaakt, in den tyd, dat de zo ongelukkige in de Provincie gefübfifteerd hebbende oproerige beweegingen, tot een aanmerkelyke hoogte waren gekomen. Gezien wyders de Edictaale Citatien met Relaa? sen en Aften van uitroeping, daar toe betreklyk, mitsgaders de Aften van de fuccesfive Defaulten, door den Krygsraad aan den Impetrant tegen den Gedaagden, Herdaagden en Defaillant verleend. De voorfchreeven Krygsraad op alles rypelyk hebbende gelet, en geconfidereerd het geene men in deezen behoorde te confidereeren doende Recht, verklaart den Gedaagden, Herdaagden en Defaillant verftooken van alle Exceptien, zodeclinatoir, dilatoir, als peremtoir, mitsgaders van alle weeren en defenfien van Rechte , die hy, gecompareert zynde, hadde konnen doen neeraen en gebruiken: en voorts ten principaalen R^cht doende, verklaart de F C a Kryg?-  $6 Verzameling van Stukten fotrekkelyk tot enz\> Krygsraad voorfz. den Gedaagden, Herdaagden en ©efaillant, te zyn vervallen van zyne Militaire Charge, voorts eerloos, infaam 'en inhabiel, om ooit den Lande wederom te konnen dienen; bant wyders denzelven buiten de Provincie van Friesland, het resfort van de Generaliteit en alle Plaatfen met ïröepes van den Staat bezet, zonder ooit daar wederom te mogen inkomen, op poene van de Galg. Ordonneerende wyders dat deszelfs N'aam op een Bord aan de Militaire Galg binnen deeze Stad zal worden gehangen tot een affchrik van anderen. Condemneerende denzelven verder in de kosten en mifen der Juititie, en in de kosten van den Procesfe tot tauxatie van den Krygsraad. Aldus gefententiëerd praaide den Heere MajörLE Bocllanüer, Prcefentibus de Heeren Kapiteins van Geozau , Kobert ea F. Pvman, Ritmeester P. Gasignet, Luitenant Helbach, en Vaandrig dè Laer. In Leeuwarden den 8 February 1788. (was get.) J. le boüllanger. . Ter Ordonnantie van den Krygsraad; (was get.) Petrus Wierdsma. ' Zyn Hoogheid gezien en geëxamineerd hebbende het nevenftaande Contumacieele Vonnis, verklaart het zelve by deezen te approbeeren, des dat by aldieh den Gecondemneerden t'eeniger tyd in handen van de Juftitie mogt komen te geraaken, achtervolgd zal worden, de Refolutie van den Raad van Staaten van den 2 Juny 1730. Gedaan in 'sGravenhage den &c. (was get.~) W. Pr. v. Orange. Ter Ordonnantie van zyne HoogheUt (was get.) P. J. de Larrey. NV  de Gebeurtenis/en in 17 87 enz. voorgevallen. * 37 '525- Dispofitie door ■ Heeren' Commisfarisfin van zyne Doorluchtige- Hoogheid den Heere Prince ErfStadhouder, over de door de. Gilden en Burgery overgeg?.e»ene Lyst der Ambten, Benefieten en Bedieningen der Stad Deventer, welke geoir deelt zyn, vacant'te moeten verklaard worden, als mede over de Memorie van Keitre en befchikkingen omtrent Bedieningen, Uitkeeringen, Koslgeevingen en Eereof Gedenkpenningen en Teekens, door gezamentlyke Gecommitteerdens der Stad Deventer, op den 16 J ■ November 1787 gedaan, en mede aan zyne Hoogheid geëxhibeert, enz. In dato den 29 Maart 1788. De Heeren Gecommitteerdens van zyne DoorI luchtigfte Hoogheid, den Heere Prince van Orange , cn Nasfauw, Erf-Stadhouder deezer Provincie &c. 1 &c. &c uit kragte van het Declaratoir door de Gei committeerdens uit Gildens en Burgery op den 25 January 1788 afgegeeven, en.opgevolgde approba. i toire Refolutie van Schepenen en-Raad deezer S.tad, 1 de datoden 27 January 1788, geëxamineerd hebbende de aan Hoogstgemelde zyne Hoogheid, door de Gedeputeerden uit de voorfz. Commisfie van Gilden ' cn Burgery 'overgegeevene lyst der Ambten, Beneficiën en Bedieningen der-Stad Deventer, welke geoirdeeld zyn vacant te moeten verklaard worden, ! als mede de Memorie van Këure,' en befchikkingen omtrent Bedieningen, Uitkeeringen, Kostgeevmgen en Eere- of Gedenkpenningen en teekens, door gezamentlyke Gecommitteerdens' der Stad Devénter, op den 16 November en vólgende, dagen des jaars 1787 gedaan, en mede aan zyn Hoogheid ge1 ëxhibeert: al nu , na dat zy zoveel uo^nlyk hadden ! j^noómen, de nodige informatien, en daar op verj kreegen bericht, Confideratien en Advys van Hun .Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren Schepenen én Raaden deezer Stad, voorts van dit alles aan zyn Hoogheid hadden gedaan Rapport, ten gevolge der riadere Afte van Ccmmisfie door Hoogstdezelve op ilua Edele Mogenden' op den 19 February 1788, " V C 3 ver'  1 ? Verzameling van Stukken betrekkelyk tot v« ' eend, - ' opzichte van het gunt voorfz. flnaaly.5 * ku ' . ren, hebben goedgevonden, te 'Vefklaarön en vast te (tellen- En wd aanvankelyk ten opzichten. I. Fan de Eere- of Gedenkpenningen en teekens. Dat deezen zo uit hoofden der kosten als gevol» i gen niet zullen vervaardigd, noch aan iemand uitge- • geeven worden. II. Ten aanzien van die geven die tot kostgeeving in het Groote Gasthuis zyn gerecommandeerd. De voorfz. kostgeeving aldaar zal gefchieden aan de volgende Perfoonen, in zo verrè dezelve daar toe niet aireede zyn geadmitteerd, als aan 1. Lucas Gellekes. 2. Dcrk van Geifleren. 3. Artony Schriever. 4. Den oude van Olst. 5. Gerrit Ten Cate. 6- Jan Arends Wolfers en zyn VroOvp. 7. Gerrit Vasfeveld. 8. Hermannus SchomJtagel. 9. Stenfers, uit confideratie van Ouderdom en Blindheid. 10. De Wed. Sprohkreef. 11. Jan van Esfen. 12. Willem Engels en zyn Vrouw. 13. Wou:er Schouten. 14. Jan Erf, en voorts 15. Willem Beltman, in 't Elifabeth Gasthuis. III. Met betrekking tot de uitgelegde uitkeeringen. Dat in conformiteit van de reeds gemaakte be» fchikkingen, welke by deeze worden goedgekeurd, jaarlyks en alle jaaren hun leeven lang geduurende, jan de hier volgende Perfoonen zullen worden uitgekeerd, zodaanige fommen, als relpeclive by elks naam zyn uitgedrukt, als aan 1. J L "iveeping, honderd Guld., zegge ƒ 100 - : - ; 2. Lucas Gtllekes, vyf-en-zeventig Guldens ƒ 75 - : - : 3. Btrend Winoldy, honderd Guldens . . ƒ 100 • : - : 4. Mar*  4s Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 39 4. Martinus Emmelot, honderd Guldens . . ƒ 100 - : - : -5. Hannes Ham/en, vyftig Guldens . . f ,50 - : - : 6. Hendrik van Olst Yvoordraajer, vyftig GL ƒ 50 - : - : 7. NicolaasLeiderman, vyf-en-zeventig Guld. ƒ 75 - : - : 3. Jntflny Hartkop en Vrouw, vyftig Guld. ƒ 50 - : - : 9. Hendrik Heekman, vyf-en-zeventig Gulds ƒ75-: ; 2o. fan Vos, honderd Guldens . . . . ƒ i®o - : - : m. Evert iVillemfe, vyf en-twintig Guld. . ƒ 25 - : - : 12. Lucas Nieuwentjank, vyftig Guldens . ƒ 50 - : - : 13. Hendrik Rinkelaar, yyf-en-twintig Guld. ƒ 25 - : - : 14. HendrikaSchornhagel, vyf-en-twititigGuló.f 25 - : - : 15. Jan ten Harmfen, vyftig Guldens . .• ƒ 50 - : - : 36. Egbert Pheusger, vyf-en-twintig Guld. . ƒ 25 - : - : 17. Otto van der Hegge, vyf-en-zeventig Guld. ƒ 75 - : - : 18. Jan Reynst en Moeder, vyf-en-twintig Guldens . . . . . . ƒ 25 - : - : »o. JVaander Franke, den ouden, vyf-en-twintig Guldens ƒ 25 - : - : ïo. Hendrik Plompe, vyf-en-twintig Guldens ƒ 25 - : : : «. Peter Morren, vyf-en-twintig Guldens . ƒ 25 - : - - 12. Jan Kuil, vyf-en-twintig Guldens . . ƒ 25 - : - : 43. Vrouw Scheers, vyf en-twintig Guldens ƒ 25 - : - : 44. Urbaan Mattkys, Kamerbehanger, dertig Guldens ƒ 30 - : - : $5. De oude Engels en Zuster, vyf-:en-zeven- f tig Guldens . \ . . . . f 7S - ' - - S16. Weduwe van de doodgefchooten Lende i ' rink, hebbende een Kind met een gebrekkige handden na betdooden van haaren Man, nog van een tweede Kind bevallen zynde, tot hertrouwen toe de fomma van honderd Guldens .... ƒ 100 - : - i Doch-in cas van hertrouwen,zullen hier van blyven voor het Kind met de gebrekkige hand tachtig Guldens, en voor het andere twintig Guldens. 27. Wed. van de doodgefchooten Jan Mouw, tot hertrouwen toe, de fomma van honderd Guldens ƒ ioq - : ~ ,J En zo zy hertrouwt zal baar gebrekkige Kind hier uit behouden vyftig Guldens. :Q8. Wed, van de doodgefchooten JanSfeegC' C'4 " »»!  4 o Verzameling van Stuiken 'betrekkclyk tut man, tot hertrouwen toe,de fomma van \ honderd. Guldens . . . . ƒ i00 - ■ - f 29. Wed. van de doodgefchooten Franken, to: hertrouwen toe, de fomma van honderd Guldens ƒ ïccv- : - j 30. Het Kind van de doodgefchooten Johan- ■ nes Veerman, vyftig Guldens . 1 . ƒ 50 - ; -■ £ Hier van zal de Moeder voor de opvoe- ding, tot dat het Kind 20 jaaron oud is, genieten vyf-en-twintig Guldens, en de overige vyf-en-twintig moeten ten behoeve van het Kind uitgezet worden, door de na te noemene Ontfangers en Uitdeeiers deezer uitkeeringen , aan welke ook het opzicht over de opvoeding van het 'Kind "wordt aanbevolen. 31 Jacobus de Hardt, vyfen-t-wintig Guldens/ 25'. : - i 32. Harm'en Koningen Vrouw, en delangstlce- vende derz'elve, vyftig Guldens . ƒ 50 - : - f 33. E- J.van B'.them, vyftig Guldens . ƒ 50 - : - :' 34 G. W. van de Wal, vyf-en-twintig Guld. ƒ 25 - : - : 35- H Masjeiing, vyf en-twintig Guldens . ƒ 25 - : - : 36. Cuda Wolferink, vyf-en-twintig Guldens ƒ 25 - : - ; 37: (' J- 'van Neede, vyf-en-twintig Guldens f 25 - \ - • 38. Juob Krabbe, vyf-en-twintig Guldens . ƒ 25 - • 39 J.vanBtwmncn, vyf-en-twintig Guldens ƒ 25 - : - ; 40. Oude Weduwe Meijers, vyf-en-twiritig Guldens. •- . . , . j . ƒ 25 - • - • 41 Jurrien Hernink, vyftig Guldens '. ƒ ,50:- l - \ 42. De oude van Weteringen, honderd Guld. ƒ 100 - : - • . P^j" aanzien der uitkeeringen voor eens te doen, mede in conformiteit van de reeds voorheen door de Gecommitteerdens uit Gildens en Burgery gemakte befchikkuven, welke alhier insgelyks wor. Gebeurtenis/en in 17 S? enz. voorgevallen. 4Ï 4. Willem Voerman, vyf-en-twintig Guldens, ƒ 25 - : ï ïf. 'Hermanvan den-Anker, vyf en-twintig Guld.ƒ 25 - : - 6. Rupfendar, vyftig Guldens . . ƒ 50 . : -' : *7 ''BerèndTellekamp, honderd Guldens.- . ƒ 100 - : - : 8. Casper Jan/en, tot linnen, vyf-en twintig f - ■ Guldens - . ƒ 25 - : - ; 9. Twee Dogters van den doodgefchooten ; - J-ari Steègcman, tot kleeding, ieder vyfen-twintig Guldens, dus te (amen . ƒ 50 - : - ; tb. De Dbyer van de dbodgefchoote Franke, 1 - totkleedjng, vyf en-twintig Guldens, . ƒ 25 - : - i 11'. Hendrik N:euwenhiis, vyf en twintig Guld ƒ 25 - : - : 12. Willem Arends, vyf-en-twintig Guldens, ƒ 25 - : - : 13. 'De gekwetfte Zoon van Witteveen, hon¬ dera Guldens ƒ 100 - : - : Om alle welke uitkeeringen, zo die jaarlyks, en alle jaaren, geduurende het leeven van die genen, aan welke dezelve verfprooken zyn, als van die, welke alleen voor eens zullen moeten gegeeven worden j zo zullen de hier na volgende Ambten met zodaanige jaarlykfe iomme wezen bezwaard, als tegen elk van het zelve zyn aangetekend; ten dien ef. fe&en, dat dit bezwair als een last van het Ambc zelve zal gehouden worden, en als zodaanig door den tydelyken Bezitter van dat Ambt moeten voldaan worden, zo en in dier voegen, en aan zodaanige Ontfangers en Uitdeelers, als hier na breedet zal wórden opgegeeven, alles al mede in conformiteit van de befchikkingen daaromtrent reeds te vooren door Gecommitteerdens uit Gildens en Burgery beraamd, en welke over zulks by deeze mede worden geapprobeerd, als: . 1. Het Scholtambt van Colmfchaate, twee honderd Guldens, zegge ... ƒ 200 - i - i 2. Eerfte Rentambt van Lebuini, drie honderd Guldens . . . . . ƒ 300 - : - i 3. Tweede Rentambt van Lebuini, drie honderd Guldens . . . . . ƒ 300 - : - : -4. Het P.ostmeesterfchap deezer Stad, hon• derd en vyftig Guldens -. - . jf - / 150 - : - : C 5 5. Het  42 Verzameling van Stukken betrekkelyh tot ■ 5. Het Rentambt van de Proostdye , twee honderd Guldens ƒ Z0Q . . _ ,, 6. Rentambt van Diepenveen, twee honderd Guldens ƒ 200 - • . 1, 7. Ontfangst van Colmfchaate , honderd , Guldens. ƒ IQ0 . . . ., o. ui. 1 juiösiujadicu van nee ^ymnanum, / te famen twee honderd en- vyftig Guld. / 250 - : 9. Recïoraat, honderd Guld , elk der Pre- feptóraaten vyftig Guld., dus te famen ƒ 300 - : - : zo. Lectoraat, honderd Guldens . . ƒ I00 .'• . • 11. Commisfarisplaats aan de Welle, vyf enzeventig G-ddens . . , . ƒ 7S * : - * 12. Utrechtfe Wagen, vyf-en zeventigGuld./ 75 - : - ] Om alle welke uitkeeringen te ontfangen, en vervolgens daar van aan de hier boven opgegeevene Pfrioonen , respeclive, zo jaarlyks , geduurende derzelver leeven, als voor eens te doen , en voorts dat gene te verrichten, wat hier voor met meerderen aan dezdve is opgelegt, by deeze genoemd ge./ committeerd en aangefteld worden , de te vooren hier toe ook reeds gedespicieerde Perfoonen, mei Daarnet) Harmen Horsjes en Jan Jansen. Dat deeze twee Ontfangers verplicht zullen zyn, deeze hunne ontfangst en uitkeering, met alle getrouwheid waar te neernen en uit te voeren. Dat zy gehouden zullen zyn jaarlyks en alle jaa. ren, behoorlyke rekening te doen van ontfangst en uitgaaf, en hunne uitgaave met quitantien te verifieeren aan de tydelyke Heeren Cameraars dee. zer Srad,geadfisteerd met een der Heeren Secretarisfen. Dat zy op requiiltie van Hunne Wel Edele Hoog Achtbiare, hunne refpectjve posten zullen aanvaarden binnen den tyd van zes weeken. Dat zy, met overleg en goedvinden van dezelve, op het Fonds deezer uitkeeringe, zullen mogen en moeten negotieeren zodaanige fomme als tot betaaling der voor eens toegelegde uitkeeringe, voorts  de Gebeurtenis/en in 1787 en%. voorgevallen, 43 voorts tot andere presfante uitgaven zal nodig be. vonden worden. Dat zy deeze op te neemene fomme, zo ras de omftandigheden van dit Fonds zullen toelatiten, het zy uit dea jaarlykfchen overfchot, het zy uit uitkeeringen , die door fterven, hertrouwen, bedanken, als anders mogten vacant worden, met overleg en goedvinden van voorfchreeven Heeren Cameraars, by zodaane meerdere of mindere fommen, als na omftandigheden voor handen zullen zyn, zullen moeten afleggen, en welke aflegging gedaan zynde, zal dat gene wat jaarlyks by 't opneemen de Reken, zal bevonden worden voorbatig flot over te fchieten, na dat ook het hierna voor de Ontfangersvast te ftellen tractement, daar uit zal wezen betaald, aan de uitkeering van de hier voor op de Ambten gelegde uitkeering pro rato moeten ten volften komen, en voorfchreeven bezwaar daar mede verminderd. Dat elk van voorfchreeven Ontfangers voor falaris of tractement, zo van ontfangst als uitgaaf, jaarlyks, zo lang dit Fonds tot de te doene uitkeeringe in wezen moet blyven, zal genieten eene fomme van vyftig Guldens, welke hem in uitgaaf zal worden geleeden, zonder eenige andere kosten, hoe genaamd , in rekening te mogen brengen, ten ware de Heeren tydelyke Cameraars in buitengewoone gevallen mogten goedvinden, het een of ander aan gemelde Ontfangers toe te leggen. Dat voorfchreeve Ontfangers voor de getrouwe en exacte waarneeming van hunne post, den behoorlyke ééd aan handen van de Heeren Cameraars voorfchreeven zullen moeten afleggen. Dat in val van overlyden, bedanking, ofrichterlyke verlaating van een van de beide gemelde Ontvangers, die anders, zo lang dit Fonds moet duuren, hunne posten respeclive zullen behouden, de aanftelling van een of twee nieuwe in derzelver 'plaats, zal Haan aan de meerderheid der voorfchreeve Heeren Cameraars, Aan  44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot" Aan welke meerderheid der Heeren Cameraars ook zal verblyven de abfolute dispofitie en decifie over alle dispuiten , die , zo uit hoofde van ontfangst of uitgaaf, tusfehen de Ontfangers onderling, of tusfehen dezelve en de Ambtenaaren, wier ambcen bezwaard zyn , of tusfehen die genen, aan welke by deezen, het zy jaarlyks, het zy voor eens eenige uitkeeringen belooft en verfprooken zyn, zonder dat van voorfchrëeve dispofitie en decifie eenige verdere provocatie of beroep zal mogen plaats hebben, blyvende aan voorfchrëeve Heeren mede vry, om de zodaanigen , welke zich aan hunne decifie en dispofrie niet mogten onderwerpen, boven dien nog zodaanig te corrigeeren,als zy na omftandifheden van zaaken in Juftitie zullen vermeenen tebehooren. Dat wat aanbetreft de posten van Stads Apotheker, Timmermansbaas, enz., waar omtrent ook door de Gecommitteerdens uit Giidens en Burgery eene Jyst van dispofitie aan. Zyne' Doorl; Hoogheid is overgegeeven, waar by benoemd zyn : ï. Tot Apotheker der Stad, en van de Kinder- en Godshüïzeil '. ... . . J. J Horsman. ' ?.. Tot Stads Timmermans-Baas met de Brug 'er by . Berend Ruvekamp. Mits hy B. Loman zyn Ieeven lang tot het werk aan de Brug boven andere prefereerd. • 3. Tot Stads Glafemaaker en Verwer . .. met de leverantie van glas, oly en verw. .... . . Nicolaas Briüemar^ 4. Tot Groffmit .... Hendrik Raland. 5. Tot Llageimaakcr . . . G.W. Lmeman. , 6. Sloptenmaaker .... M. Muiderman. . 7. Leijendekker en Lootgic'.cr . Jan Léurinl. . 8. Blikflager Joost Skater. 9. Metzelaars Baas . . . ' . Gemeens. Beekmf.nl 10. Scheeps Timmerman, cn zulks by de gekogte Werf van zyn Oom . Jan Alerts. II. L.2'  ds Gektirtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 43?.. >»• ^'•"u,uw • • - • • • • Jr:u ■"<»•«,■•'.' 12. Drukker . . . ■ . , . H. A. Rhaa. 53. Mandemaaker Jan van Ai- 14. Straatmaaker , 'J B. Beekman.: ■ 15» Werkbaas op de Stads,Weiden . . D. van Bommel, • Ï6. Tot het lappen der Schoenen in het (Willem Kragt * Wees- en Kinderhuis . . J ' tter IVechel. 11. Rcpareeren der Stads Karren . J. C. Boek. x$, Touvvflaager.. . , F. Rouwendaal. - 19. Kuiper VanDasfsn. De Heeren Gecommitteerdens van zyne Hoogheid voorfchrëeve defpectie en benoeming by deeZcn goedkeuren , om effect te bekomen naar behooren ; zodaanig nogthans , dat nademaal gemelde werkman.splaatzen en leverantien aan de Stad, geene eigentiyke ambten zyn, nog volgens hunne aart en natuur kunnen wezen, het aan Schepenen en Raaden, of den genen die zulks na de Conltitutie der Stadf toekomtv behoord vry te blyven,in val by vervolg mogt blyfcen, dat het gedrag der benoemde Perfoosnen niet met deeze hunne benoeming overeenkomt 3 daar omtrent zodaanig anders te disponeeren,. als ten meesten nutte en voordeel der Stad zal bevonden 'worden te behooren; edoch niet anders, dan om vettige en gewigtige redenen. Dat, wat aangaat eenige fubalterne ambten binnen deeze Stad, waur omtrent by de dukgemelde lyst, welke aan zyn Hoogheid is overgegeeven , al mede defpectie is gefchied, en uit kragte van welke tot de volgende posten zyn benoemd: t. Cerrit Hisfink, tot de Caten- en Bisfchops-Tol, en twee Collefteurs plaatzen aan de Brug,-in plaats van Hiddink. £. Hendrikus van de Sande, tot Collecteur aan den Berg, in plaats van J. Brilman. 3. Willem Tyink, tot de Wegers plaats aan den Berg. 4, Bernardus Wêntink, tot Collecteur van de Wynen. 5. Atv  4*5 Verzameling van Stukken hetrekhlyk tot 5. Andries Schomhagel, tot Collecteur aan den NoordeÊ> berg, in plaats van van Laar. 8 G j Ballink, tot Collecteur van de Bieren, 7 Jan Brinkgreeve, adjunót Koster aan den Berg. 8. J. H Hisfink, de balffcheid van 't geen Preceptor Meijerink van de Brief en Plaatsbeftelling gehad heeft va» de Utrechtfe. Amhemfe en verdere Wagens, met het huisje van Hisfink, voor hem afdonderlyk. t). Simon van Brakel, de wederhelft van de bovengemelds Brief- en Plaatsbeftelling, en Voorzanger in de Crew te Kerk. 10. Willem Muizet, Commies op de Welle. 11. Hendrik Leneman, tot Stads Yker. 12. De beide Horologiemaakers de Fries, tot Stads. KIoL'J ken- en Uurwerkwinden, in plaats van Lemmers. J3- Jan Hulfcher, tot Krankbezoeker , met de 50 Guld.' voor de Donderdagfe Catechifatie 'er by, in plaats van van Til. 34. Dat de Schoohnecstersplaats in het Kinderhuis aan da Provifooren is overgelaaten, met by voeging, dat 20 Jurjen Hcmink, daar toe niet in aanmerkinge te komen 1 mogt bevonden worden, hy dan met 50 Guld. jaarlykfe uitkeeringen zoude worden gebeneficeert, en met ■welke hy ook reeds hier voor op de lyst gebragt is, 'S$. G. Bosch, tot Stads Almanachmaaker en Sterrekyker3 voorts gezworene Landmeeter. 16. Derk Kok, tot Verwalter Bode op Amfteld.ro, in plaats van Lammen. J7. Gerrit Ruvckamp, tot dienaar der Rentm,, in plaats varj Hiddink. 18. G. Bosch, tot Koornmeeter. 19. Jan Kreumer, tot ifte Toorn wagter. 20 Piet Hummen, tot 2de Toorn wagter. 21. Derk Blaamvenoord, tot een Schutters plaats. 22. SaU".ion Kerklink, tot Aanhaaler. 23. Ands. Mooy, tot het behouden der Schutters plaats;,, 24 Hendrik van der Haar, tot Hellebaardier. 25- J H Roefink, tot Doodgraaver. 26. Wolter Hisfink . tot Poortt'er. 27. Jan Tenger, tot Kruijer. nder zodaanige conditiën en bedingen, als by elk \mbt en Perfoon zyn uitgedrukt, en dat alzo, sis Ik Scholtus en Ontfanger van Coimfchate zal bly- ven continueeren de Heer Persoon , mids uit- keerende aan het algemeene Fonds, waar vaa hier boven is gefprooken, en tot wier ontfangst ' Harmen Horsjes en Jan Tansen zyn aangefleitf, jaarlyks en alle jaaren de fomma van drie honderd Guldens. Ea  '4$ Verzameling van Stukken' betrekkelyk tut \ En voorts bovendien aan de Heer Burgemeester! Jam jAC0BSEN»de fom ni van zeven honderd Gul4. dens, zyn leeven lang geduurende. g. Tot het eerde Rentambt van Lebuini, in plaats ! van de Heer Persoon, de Heer Kameraar vak Süchtelen tot dé Haar, mids jaarlyks uitkeerenj de aan het algemeene Fonds, de fómma van df i£( honderd Guldens. 3. Tot het tweede Rentambt van Lebuini, in plaat: en by vrywillige afftand van de Heer Oud-Came^ raar Fockinck, de Heer T. de Schepper, midaad geoirdeeld heeft in hunnen Werk-: lieden niet ongemerkt te mogen pasfeeren, en, omi alles wat in hun is, conform het Plakaat van denï Souverein , en de heilzaame intentie van zyne Doorl. Hoogheid, toe te brengen wat ftrekken kan tot heti bedaaren der onderlinge Gemoederen, alle de Lie-' •len die in dienst zyn van dit Collegie te gelasten,) zich vreedig , gefchikt en' befcheiden tegens el-, kanderen te gedraagen , zonder zich in fcheldwoor-.. den of daadelykheden te buiten te gaan. Ten dien einde gebiedende; voor eerst: dat in-gevalle den een den anderen bkfe fmaad- of fcheldrwoorden toevoegt, den Beleedigde daar van ter-, ftond zal moeten kennis geeven, het zy aan dem Equipagie.-Meefter, Baas Timmerman, of Onder-Equipagie-Meefter, welke tot voorkoming van hee-viger dispuuten en beleedigingen , zodaanig zullen 1 moeten handelen, als naar biilykheid zullen ver- I meenen te behooren. Ten tweeden; waarfchouwende, dat zo zy zich te-I gecs 1  \it Gsbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 53 igens deeze ordre gedraagen , en hunne mede-Arbeiders met vegten of flaan aanvallen, op wat plaats xulks zy, binnen of buiten de bezittingen van de Admiraliteit, en dat zulks aan den Raad komt te blyken, zy, onvermindert de ftraf van hunnen datgelykfen Rechter, zonder eenige oogluikinge uit het Werk zullen worden gefield, en als Verftoorders van de algemeene rust worden aangemerkt, en mimmer wederom op 's Lands Werf toegelaaten worden. Wordende de Officieren van 's Lands Werf geJast en gequalificeerd, om zo dra zy zien, dat eeinige der Werklieden zich tegens deeze ordre gedraagen, de zodaanigén daadelyk het werken beletten, en hun niet weder op de Werf toelaaten. Attum ter Vergaderinge van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit, den &c. (was get.) J» Rendorp. Ter Ordonnantie van den Raad, (was get.) C. Bakker, C. S. 527. Plakaat van Amnestie en vergeeving, wegens de Hoog Edele Achtbaare Regeering der Stad Deventer gepubliceert. In dato den 30 Maart 1788. Wy Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der !Stad Deventer, doen te weeten: , Alzo aan ons door de Edele Mog. Heeren .Cornimisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfauw, Erf-Stadhouder deezer Provincie &c.&c.&c, op fpeciaale authorifatie van Hoogstdezelve, is te kennen geheeven: dat, hoe zeer ook, geduurende de jongfte Ltroebles en beroeringen binnen deeze Stad, een groot aantal van Burgers en Ingezetenen;, ziofi aan izodaane vergrypingen en ondaaden hadden icnuldig gc- D 3  f4 Verzameling van Stuiken letréklelyk to,t gemaakt, dat, moest de ftrengheid der Wetten f in vollen nadruk, tegen dezelve werken, hét te; yreezen ftond, dat veele meerder en minder aanzienlyke Perfoonen door wettig ergaane, doch in haar zelve infameerende Sententien, zouden kuniien béfmet worden, waar in dan tevens veele onfchuldige Naastbeilaanden zouden moeten deelen; terwyl hier door ook zoude kunnen te wege gebragfc i worden, dat deeze Stad zoude moeten worden be- ■ roofd van zodaanige Inwopners, die, komen de- • yefve nog in tyds tot inkeer, nuttige Leden der Burger-Maatfchappy zouden kunnen blyven; dat ; het ook aan zyne Hoogheid genoegzaam zeker voor- ■ jcwam, dat veele Burgers en Ingezetenen deezet: Stad, meer door misleiding, vooroirdeel, drift,, fen andere, in die dagen van Partyfchap plaats ge-' •had hebbende omftandigheden, dan wel door op- • zet en kwaad voorneemen, zich aan 't gezach det; Wetten hadden onttrokken, en dat het alzo aan) zyne Hoogheid , welke aan welgemelde Heeren i Commisfarisfen had betuigd, volkomen te yergee- ■ ven en te vergeeten al 't geen, zo tegen Hoogst-■ clerzelver Perfppn. als Vprstelyk H^uis'en belangen? ; alhier mogt zyn bedreeven , aangenaam zoude zyn', , zo door middel yan eene Wettige, en op eeneconi. ftitufioneele wys te publiceerene Amnestie en kwyt- ■ •fchelding aan de zodaanigen , die door binnen deni tyd van drié maanden tot hunne huizen, handtee- ■ ringen en beroep weder te keeren, zouden betop-nen» dat zy een w'elberaaden voorneemen gevormd,! ïiadden, om zich voortaan als getrouwe Burgers en i gehoprzaame Ingezetenen te gedraagen, de yrye toe= • gang en geruste inwooning alhier, wederom zoude:! kunnen bezorgd worden. Terwyl zyne Hoogheid | zich ook vleide, dai de braave Burgers en Inge-ketenen deezer Stad, Hoogstderzelver exempel, in i het yergeeven en vergeeten van ontfangene béleëdi-> gingen wél zouden willen navolgen, en dat alzoi door dit éen en* ander, de rast, harmonie en eens--; gezindheid aihier3 en daar door de waare voör-l 1 " '' "' ™' MyWm  ie Gebeurtenis/en In 1787 enz. mrgevaïïen. S5' "poed van Stad en Burgery, grootendeels zoude ïunnen worden herfteld en bevestigd. Zo is 't, dat wy met aangenaamheid en waaren eerbied, deeze voor onze Stad en Burgery, booge goedguoftigheid van zyne Doorluchtige Hoogheid erkennende, en daar aan, zo veel ons mooglyk is, willende beantwoorden, goedgevonden hebben » te 3oen uitgaan en publiceeren, dit ons tegenwoordig Plakaat van Amnestie, kwytfchelding en vergeer 'ving : verklaarende by deezen, dat al 't geen door anze Burgers en Ingèzetenen, zonder onderfcheid i'an rang of ftaat, het zy dezelve zich naar elderai nebben begeeven, of zich als nog hier bevinden nogten, binnen deeze Stad en haare Jurisdictie is gedaan, begaan, of bedreeven; onverkorten in zyn geheel laatende de remotien, verlaatingen, of andere fchikkingen van Ambten, en Bedieningen, in» voegen als geoirdeeld is, of nog zal geoirdeeld worden te moeten plaats hebben, en effect forteeren ; Dok onverkort de Sententien of Refolucien door dé tegenwoordige Wettige Regeeringe tegen die en deeze geflagen, te vergeeven en in volkomen vergeetenheid te {lellen, zonder daar aan ooit wedef te willen gedenken, veel min toe te laaten, dat [daar over ten hunnen opzichte eenig nader onderzoek of vervolg, het zy in- of buiten Rechten zal gedaan worden, mits dezelve binnen den tyd, van drie maanden weder tot hunne Huizen, handteerin;gen en beroep weder keeren; zo nogthands, dat, ihoe zeer wy hoopen en vertrouwen, dat onze goede Burgers en Ingezetenen het zich tot eere zullen tftellen, van het hooge voorbeeld van zyne Doorduchtige Hoogheid, in het Edelmoedig vergeeten' icb vergeeven van ontfangen beleedi^ingen en fchaade te mogen navolgen , wy echter door deeze onze lAmnestie geen prsejudicie of nadeel willen hebbetf toegebragt aan zodaarie particuliere Actiën, als dë :een tegen den anderen, uit hoofde voorfchreeven ialsanders mogt fustineeren, hem te competeeren;1 inocb. ook aan zodaane Actiën, als de rcfpective Gil* D 4 dea  $6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den tegen hunne medeleden naar luid van 't Goncof» daat van den 27fteu Maart deezesjaars, mogten wil. ïen entameeren» Gelyk wy ook tevens niet willen worden begreepen, als hadden wy hier door afgefneeden of opgeheeven zodaane Actiën , als uit hoofde van voorfchreeven begaane Misdryven, als anders, tegen deeze of geene Ambtenaaren, zo van de Generaliteit als van "de Provincie, binnen deeze Stad refldeerende, mogten geoirdeeld worden gebooren te zyn, alzo wy het vervolg daar van, als mede van zodaane Actiën, als tegens'dezelve als Burgers, of als Ingezetenen bel'chouwd hebben mogten , al nog volkomen openhouden. Terwyl wy ook van deeze onze generaale Amnestie en kwytfchelding wel expresfelyk willen hebben uitgeflpoten , alle die genen, die, het zy Raaders of Daaders, fchuldig of medeplichtig mogten zyn aan 't geen op den 20 Juny 1787. in of voor de BurgerSocieteit alhier in de Groote Overftraat is voorge- • vallen» en waar by fommigen onzer Burgeren gedood, anderen mishandeld en beleedigdzyn, alsreferveereude wy ons ten fterkften, daar tegen zodaanig, naar rigeur van Rechten te procedeeren, als wy in goede en in deeze Extrordinaire omftandigheden onpartydige Juititie, waar van een ieder die 't aangaat, zich volkomen kan verzekerd houden» ?ullen vermeenen te behooren; gelyk wy ook aan alle en een ieder zodaane particuliere actie, als hy mogt oirdeelen, hem daar uit te competeeren, wel Uitdrukkelyk voorbehouden. Willende wy al verder alle die genen, aan wien wy deeze Amnestie en kwytfchelding verleenen, op het ernftigfte hebben bevoolen, om zich in het vervolg op het zorg. vuldigtte te wagten, van zich aan zulke of diergelyke misdaaden, of aan eenige verftooring van de openbaare rust en veiligheid niet meer fchuldig te maaken, by pcene van niet alleen van deeze onze .Amnestie te zullen zyn vervallen, maair ook zo wel over het geen zy voor, als na dato deezes mogten hebbes begaap anderen ten yoorbeelde op 't firengfte SP  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. $f te zullen geftraft worden; gelyk wy ook eindelyk alle de Burgeren en Ingezeceuen van deeze onze Stad en haare Jurisdictie, van wat rang of ftaat dezeiven mogen zyn, op 't nadrukkelykfte, en onder inha;fie van onze voorige Publicatien, ten aanzien der openbaare rust en veiligheid geëmaneerd, al nog hebben vermaant en gelast, zich als goede en getrouwe Burgers en Ingezetenen betaamd te gedraagen, en noch door woorden of verwytingen, of bedreigingen, noch door daaden, iet te onderneemen, waar door de rust, het vertrouwen, en de tot welzyn van Stad en Burgery zo hoogstnoodige eensgezindheid, uit eenigen hoofde zoude kunnen worden geftoord, mede by pcene van in contrairen val, naar ftrengheid van rechten te zullen worden behandeld. En op dat nïemaDd hier van eenige onkunde zal kunnen of mogen voorwenden, zal deeze worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men zulks alhier te doen gewoon is. Ita publicatum Cosf. Putman Dr. loco J. vami Sucht£len, Ls Cavelier Dr. den &c. Ter Ordonnantie des Raades$ (was get.) A. van Süchtelen, Secreu  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot U°. 528. Request van de Gecommitteerden der Groen» ïanifche en Straat Davis-Visfcheryen deezer Landen, aan Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friisland, waar by op gronden in het Request gededuceert, eene premie verzoeken voor een aantal ten minjlen van twaalf of vyf tien jaaren, zonder het welk de Supplianten ziek zouden moeten getroosten, hoe ongaarne ook, deeze Vaart geheel te abandonneeren, In dato den . . . Maart 1788. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Fries. land. Geeven revereutelyk te kennen, de Gecommitteerden der Groenlandfche-en Straat Davis-Visfcheryen deezer Landen. Dat het zeer algemeen bekend is, dat, in da opkomst en eerde voortgang der Hollandfche Navigatie , een der allerbeste Takken gereekend wierd , de Vaart naar Groenland en Straat-Davis ter Walvisvangst, en meer byzonder, dat de Hollanders jlleen veel meer Schepen derwaart zonden als alle andere Natiën te zaamen. Dat by de meeste Hooge Collegien in dit Land even zeer kennelyk is, dat hoewel op deeze Reederyen, jaaren door eikanderen geflagen , altoos verlies gevallen is, nogthands deeze Vaart-en Handel, veele Aderen voor het algemeen welzyn van 's Lands Ingezetenen geopend, en eene meenigte Trafyken en Fabryken aan den gang gehouden hebben , die de jaarlykfche fchaade op eene andere wyze konden te gemoet komen. Dat dit alles zo dikwils is herhaald, dat de Supplianten zich verbeelden tot diverfe hunner voorige Requesten, als die, welke door hen zyn gepraefenteerd den 23 September 1779, den 13 Oftober en den 15 Maart 1786, eerbiedigiyk te mogen refereeren, pat op het laatstgemelde Request van den 7 A- prü  iê GeèeurUnisfm in 1787 enz. voorgevallen. 59», aril 1786 ter Vergadering van U Edele Groot Mog, wel is uitgebragt een vry gunflig Rapport, doch dat het zelve door de refpective Leden Uwer Ed. Groot Mogende Vergadering zynde overgenomen» daar op tot hier toe nog geene Conclufie is gevallen. Dat ondertusfchen alle de gevreesde gevolgen, in het minder uitrusten van Schepen hier te Lande, zich in alle derzelver extenfle hebben gemanifesteerd, daar het getal deezer Schepen, die in de* jaare 1770 en 1771, nog bedroegen 150 kielen, in. het jaar 1779 tot op 104 Schepen waren verminderd, en voor dit loopende jaar niet meer dan 69 Schepen, zo naar Groenland gis Straat Davis, bedraagen. Dat daar tegen de Epgelfchen, welker Gouvernement regulier voor elk van zodaanige Schepen, eene jaarlykfche Prasmie van vyf duizend Guldens getaald, dien Tak thands by opklimming zo ver hebben gepousfeerd, dat in het voorleeden jaar, ter Walvisvangst , uit dat Ryk zyn gezeild 246 Schepen, en dus veel meer als driemaal het getal, dat doen uit Holland derwaart is aangelegd. Dat uit deeze zo Confiderabele verlegging deezer Vaart, de allergedugtfte nadeelen voor dit Land zyn, geredundeert en by aanhoudendheid vermeerderen, nadien daar aan voor een zeer groot gedeelte is te attribueeren, het verval der Hollandfche ScheepsTimmerweryen, Smederyen, Zeilmaakeryen, Kuiperswerk, Touwilageryen en anderen, zonder te gewagen van het byna totaal verloop der Traankookeryen; by al het welk nog komt, dat de Baleinen tn Traan uit Engeland, tot verflapping der Marktpryzen, in groote menigte herwaart worden overgezonden, ja ook de buitenlandfche Verzending yan hier byna geheel is gecesfeerd. Dat by dit alles nooit aan het doorzicht van TJ Ed. Groot Mogenden zal echapeeren, dat in de $oorige Eeuw3 toen de Hollanders zich meest al-  60 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot leen op deeze Vaart toeleideti, de pryzen van de Baleinen en Traan zo konde verhoogd en verlaagd worden, als de meer of min gelukkige Vangst vorderde, dewyl toch meest alle andere Natiën, gehouden waren de Producten deezer Reederyen hier te Land te zoeken, of daar van te ontbieden. " Dat eindelyk de uitgebreidheid deezer Reedelyen, een zeer notabel getal bevaaren Matroofen , in tyd van Oorlog, aan deezen Staat konde opleveren, zo dra maar die Vaart voor een wyl gedopt wierd en waar van het effect weder ten voordeele der Commercie uitliep, wanneer, by de onverwagtfle rupture met andere Mogendheden, de andere Koopvaardyfehepen altoos de fpoedigde Protectie ter zee gepresteerd kon worden. Dat de Supplianten uit dit alles, met allen eerbied, doch tevens met die fidutie, die het gewigt deezer zaak vereifcht, vermeenen te mogen befluiten, dat zy van U Edele Groot Mogenden, niet Jlegts voor de Schepen, die dit jaar, naar Groenland en Straat-Davis , uit deeze Provincie , zyn aangelegd, op eene Premie mogen infleeren, maar ook om van U Edele Groot Mogenden te iroploreeren, dat die Premie voor een aantal van ten minden twaalf of vyftien jaaren moge worden vastgefield, zonder het welk de Supplianten zich, hoe ongaarne, zouden moeten getroosten deeze Vaart .geheel te abandonneeren: dan welker inwilliging, die allez-ins met 's Lands belang drookt, de Supplianten zal aanmoedigen om deeze Tak van Navigatie, weder in voorigen luister te helpen brengen. Weshalven zo keeren de Supplianten zich tot U Edele Groot Mogenden, allerootmoedigst verzoekende, om het Rapport, den 7 April 1786, ter Vergadering van U Edele Groot Mogenden uitgebragt, in nadere Deliberatie te neemen en zodaanige vrugtbaare voorziening in het bepaalen van genoegzaame Premie te arrefteeren, als U Ed. Groot b Mog.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6t Mog Kullen oirdeelen, ter confervatie en aanmoediging der Groenlandfche en Straat-Davis Visfcheryen, te behooren. 't Welk doende, G*c. N°. 529. Extratl uit de Refolutien van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, waar by door Hun Edele Groot Mog. Confent word gedragen, in 't Plan van verbetering en vermeerdering van de Armêe van den Staat, door zyne Doorluchtige Hoogheid en den Raad van Staaten voorgedragen, onder de fpeciaale Conditie nogthands, dat een evengelyke Som als het bezwaar van de Armêe bedraagt, ook tot de Oorlogs-Marine van den Staat zal worden geëmployeerd enz. In dat» den . . . April 1788. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als mede de Gedeputeerden van de refpective Steden, hebben uit de naam en van wegens Burgemeesteren, en Vroedfchappen van derzelver Steden, in 't Plan van verbeetering en vermeerdering van de Armêe van den Staat, door zyne Hoogheid en den Raad van Staaten, by Misfive aan Hun Hoog Mo» genden voorgedraagen, den 23ilen January laatstleeden geconfenteert en bewilligd, onder de vermindering by het Slot en de Misfive vermeld, namelyk, van de CompagnienCavallerie, Dragonders eu Husfaaren met agt man, en van een geheel Regiment Infanterie, mitsgaders nog onder zodaanige verdere befpaaring ten voordeele van de Finantien, als door zyne Hoogheid en den Raad van Staaten zonder merkelyken ondienst van den Lande zal kunnen aan de hand gegeeven worden; alles ten dien effecte dat het meerdere beloop der onkosten van het te adopteeren Plan, daar onder gereekend de verhoogiDg van de Soldyen, welke reeds gedeeltelyk door de Provinciën wierd betaald, niet meer zal bedraagen dan circa elf en een halve ïonne Gouds, bo-  $i VèrzameUng van Stukken hetvektelyk ioi boven het geen de Troepes, waar over dit PlaB rpuleert, tegenwoordig aan den Lande komen te kosten. Dat hoe zeer de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland laudeeren den iever en voorzorg van zyne Hoogheid en den Raad, om de Arméé van den Staat in een behoorlyke orde te brengen» Zo ten aanzien van haare betaaling als van een modicque vermeerdering, overeenkomftig met de tegenwoordige omftaudigheden van de Republiek»; JHun Edele Groot Mogenden nogthands van begrip zyn, dat het Zeewezen van Staat, geen minder attentie vereifcht; en mitsdien, dit Confent niet anders draagen dan onder de fpeciaale Conditie , dat èen even gelyke fom als het bezwaar van de Armée bedraagt, namentlyk, van circa elf en een halve Tonne Gouds, op den ordinairen Staat van Oorlog zal worden gebragt, om geëmplooijeerd té wbrderi tot zodaanige eindens, als meest gefchikt en meest nuttig zullen bevonden worden voor de Oorlogs Marine van den Staar, en dat zyne Doorluchtige Hoogheid als Admiraal-Generaal zal worden verzogt, aan Hun Hoog Mogenden een Plan op te geeven, volgens welke het beste en nuttigfte emplooy4 van dezelve Som zoude kunnen gemaakt worden.' En zal hier van ter Generaliteit opening Worden gedaan. (Onder ftond,~) Accordeert met voorfz. Refolutiei . (was geï.) C. Clotterrbooke, ft*  ds Gebeurtenis/en in 17S7 tnz. vmgevallm. tfg $io. 53°; Request van de Hoofd-Officieren, Kapiteins en Subalterne Officieren van het tweede Batailjon van zyne^ Doorluchtige Hoogheids Lyf-Regiment Orange Stad en Lande, en Orange Drenthe, over het hun aantygen van gevoelens, welke rechtjtreekt des Ondergeteekendens eer en goede naam, aanran* [ den enz. In dato den . . . April 1788. Edele Mogénde Heeren ! Burgemeesteren en de Raad te Groningen. De Ondergeteekende Hoofd-Officieren , Kapiteins en Subalterne Officieren, van het tweede Bat*, tailjon van zyne üoorluchtigfte Hoogheids LyfRegiment Orange Stad en Lande, en Orange Drenthe, vinden zich verplicht eerbiedig ter kennisfe Van U Edele Mogenden te brengen; hoe zy onder de Bylagen van het Rapport van Heeren Drost en Gedeputeerden van de Landfchap Drenthe, mede vinden eene Brief, geteekend Groningen den 28 Tuly 1787, (*) door zekere Klaas G. Bleeker, Vice Pra-fident en R. K. Driessen, abf. Secret., Bit naam van eene zich noemende Commisfie van Correspondentie , dienende in antwoord op eene Misfive van B. W. van den Sande, als Secretaris te Meppel den 17 July 1787 gefchreeven, om te erlangen nadere informatien nopens het gehouden gedrag van het Militair in Groningen, en wel in fpecie van de conduites van het Battailjon Orange Drenthe. Uit welk antwoord Edele Mogende Heeren, de Ondergeteekenden met geen minder verbaastheid als verontwaardiging, gezien hebben, hoe zich genoemde Klaas G. Bleeker, en R. K. Driessen, in hunne aangemaatigde qualiteit veroirloven, de Ondergeteekenden, by uitzondering van het overige Guarnifoen, te infimuleeren van gevoelens, welkerechtftreeks des Ondergeteekenöens eer en goede naam , aanranden ; door aan < (*) Zie dit Stuk, III. Dtel, bl. 268. N°. 355.  €4 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tdt hunne Correspondenten navolgende ve?klaaring te doen:„ wordende teffens hetBatailjon Orange Dren„ the over het geheel genomen, onder het hier zyn» „ de Guarnifoen, nog al voor het meest aan de goe* ,, de zaak toegedaan gehouden"; Eene verdenking Edele Edele Mogende Heeren (van namentlyk de foede zaak te zyn toegedaan) voor de Ondergeteeenden zo veel te gevoeliger, uit hoofde van de byzondere betrekkingen, in dewelke zy ftaan toe de H. Heeren Staaten deezer Provincie, tot de H. Heeren Staaten van de Landfchappe Drenthe, en tot hunnen Doorluchtigen Kapitein-Generaal; even als of zy zonder bezef van ééd en plicht, en met ter zyden Helling van deeze zo hooge verplichtinge, als'twaare, geheult hadden , zo niet gedeeld, in de gevoelens en maatregelen van eeneCabaale, welke niets minder dan de omverwerping van de gevestigde Conftitutie en den geheelen ondergang van den tegenswoordigen Erf-Stadhouder en Kapitein-Generaal, voor hadt. Verdenkingen (herhaalen wy Edele Mogende Heeren) welke de Onder* geteekenden zo veel te meer treffen, uit overwee- Sing, dat dit Rapport, als een meeflerftuk van Ju, itie onderzoek, door geheel Nederland geleezen, hun by het weldenkend gedeelte der Natie, in welverdiende verachting, en by deHoofdbeleiders van de zogenaamde goede zaak, in ongevergde toegeUegendheid zoude brengen , en langs dien weg des Ondergeteekendens eer en reputatie hun tegenswoordig en toekoment geluk, en dat van hunne Kinders, zeer zoude kunnen fchaaden: al waarom de Ondergeteekenden U Ed. Mog. eerbiedig verzoeken , van aan de Ondergeteekenden eenezodaane éclatante en voldoende Satisfactie te doen geworden, als in ftaat zal zyn, zo wel de H. Heeren Staaten deezer Provincie, als de H. Heeren Staaten van het Landfchap Drenthe, en zyne Doorl. Hoogh., omtrent de goede trouw van de Ondergeteekenden , te, verzekeren, en hen zeiven vooreen weldenkend Publiek,  is Geh'urtenisfert in Ü737 enz. voorgevallen. 6$ ibliek, van deeze onteerende verdenkinge, te zui.veren. ■ ■ -NB. Dit Adres is geteekend dóór alle dienstdoende Officieren van genoemde tweede Battailjon. :N°. 531. ExtraB uit eene Misfive van de Bemndheb» bas van dè West-lndifche Compagnie ter Prejldi* • aale Kamer Amfteldam. In dato den i April 1788. Deeze Misfive behelst onder anderen, dat zys ;ihet de laatfte Brieven uit Curacao , tyding bekoinien hadden , dat de oneenigheden tusfehen den Directeur en Raaden en eenige Ingezetenen van 'die Kolonie , aldaar meer en meer toegenomen i'zynde , eindlyk waren uitgebarïten en tot zodaa:nige ongeregeldheden gelegenheid gegeeven had!den, dat gemelde Bewindhebberen, zich by aanhoudendheid buiten ftaat blyvehde bevinden, ónl zelvs eenig redres daar in te bezorgen, al wederom : genoodzaakt waren , de Zwaarwigtigö deliberatiea ivan Hunne Hoog Mog. te interrumpeeren. Dat gemelde Bewindhebberen wel erkenden, dat, ,Vöor zo verre zy uit de bekomen berichten konden xfpmaaken, door de toegeevendheid van Directeur :en Raaden 1 de kalmte wederom eenigerrnaaten in dé igemoederen was herfteld, en de rust was bewaard igeworden ; doch dat zy zouden te kort doen aan hec iverlicht oirdeel van Hunne Hoog Mog., by aldien 'zy zich wilden bezig houden met de productie van :eön aantal argumenten, om te bewyzen, dat, zo :h'et voorgevallene op Curacao als het gepasfeerde te [Esfequebo en Demerary, waar van zy de eer gehad • 1 hadden by hunne Misfive, in dato den 29 January 1laatstleeden, aan Hunne Hoog Mogende kennis té ;geeven , reeds duidlyke voorbodens waren Van de, stoor de Republiek, zö noodlottige gebeürdtenis!fen, welke zy reeds lange hadden geappreheüdeert, ihet welk de Vergadering van Tienen Vermeend had 1 onder het oog van Hunne Hoog Mdg, te moeteür1 . Vh Dekê, E. bfëü^  06" Ferzamdmg van Stukken hetreifalyk tot brengen in derzelver Misfives , in datis den 10 October 1786 en 16 Mey 1787, op beide welke oogenblikken de gemelde Vergaderingen, by ontftentenis van het ten hoogften uoodzaaklyke maintien van haar gezag en adiiftentie van den Lande, zich genoodzaakt had gevonden vrugteloos op rece9 van den anderen te fcheiden. Dat gemelde Bewindhebbers zich verzekerd hielden, dat Hun Hoog Mog. niet ten kwaade zouden duiden, dat zy de fituatie der zaaken in de Kolonie overweegende, en in de Mi.fi ves van de Regeerin. gen moecende leezen , dat zy declareeren buitenitaat te wezen recht en gerechtigheid onbelemmerd te handhaaven, de goede orde te onderhouden en de ongeregeldheden te weeren, gemelde Bewindhebbers als dan de tydftip , wanneer de Koloniën en de Commercie op en van dezelven, voor de Republiek voor altoos zouden verlooren zyn, als metras. fe ichreeden naderende, aan Hun Hoog Mog. moesten voordellen , en dat zy derhalven, ter hunner decharge, voor Hun Hoog Mog. met allen eerbied» doch teffens met allen aandrang en ernst, op eene reeds lang noodzaaklyk geweest zynde, en meer en meer dringend wordende conduite op alledeAdresfen, Voordragtenen Deliberatien, wegens de zaaken der West-Indifche Comp., vermeenden te moeten infteeren, terwyl zy rondborftig moesten declareeren, volftrektbuiten ftaat te zyn, het gezag en de belangens van de Republiek in de Koloniën te roaintineeren, en zelvs op dit oogenblik naauwlyks hunne daaglykfche huishouding kunnen gaande houden , veel min de maandgelden hunner Arnbtenaaren en Militie betaalen, of eenige Ververfchingen , Vivres of Medicynen naar de Koloniën verzenden. Dat Hun Hoog Mog. daar uit ligtelyk zouden bevroeden, dat by aldien die deliberatien niet ras ten. einde mogten kunnen gebragt worden, Hunne Hoog Mogenden zich in de noodzaaklykheid zouden bevinden zelv, provifioneel en hangende de verderedeliberatien, fchikkingen werkftellig te maaken, waat door  ie Gebeurtenis/en in f787 enz. voorgevallen* 6f door de verdere confufie geweerd, en geprsevenieerd; wierde , dat de Republiek haare Koloniën en de iroordeelen, dewelke dezelven aan den Lande be. nooren aan te brengen, geheel en voor altoos verdeze. 532. Misfive van de Heeren Staaten van Utrecht, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, over het Kanon by de evacuatie in de Stad Utrecht achtergelaaten. In dato den 2 April 1788. Edele Groot Mogende Heeren , byzon- DERE GOEDE VrTENDEN, NaGEBOÜREN Elf Bondgenooten! Wy hebben op zyn tyd ontfangen Uw Ed. Grooc log. Misfive, gefchreeven in 's Hage den 25 Ocober des afgeloopen jaars.by dewelke U Ed. GrooC «log. ons hebben gelieven kennisfe te geeven van :e informatien der Heeren Gecommitteerde Raaen, dat naamlyk het Gefchut, Buspulver en andee Ammunitie van Oorlog, door dezelven, op U. (ter Ed. Groot Mog. ordres, federt eenigen tyd sr leen verftrekt aan de Stad Utrecht, tot hiertoe iet wederom in de Magazynen van Uwer Ed. Groot tfog. Provincie waren gerestitueert geworden, en :erhalven eene fpoedige restitutie van deeze ter een veritrektegoederen, van ons verzoekende: en louden wy niet hebben nagelaaten bereids op dee. f Uwer Ed. Groot Mog. Misfive te antwoorden, 10 niet de hier voor kortlyk gemencioneerde inhoud unshad gefurpreneerd, en teffens innige aandoening a ons yeroirzaakt; terwyl noch wy, noch'ook de iegeerders der Stad Utrecht iets weeten, van een •erzoek tot leening van Gefchut, Buspulver, of •erdere^Ammunitie van de Heeren Staaten van Hoiand gedaan, of dat ook iets diergelyks van Hoogst* dezelven is ontfangen. Het is wel zo, dat na de evacuatie der Stad üc & » ïecht  68 Verzameling van Stukken b'etrekkelyk tót recht eenig Kanon is gevonden, dan geen ander Ka-< non als de Ufurpateurs van's Lands Souverein gezag hebben geëmplouijeerd, om zich tegen den wettigen Souverein, mitsgaders de wettige Regenten, te" verzetten . en waar van, na het doen ophouden van 's Lands Souvereine Vergadering binnen deeze Stad , beneffens de afzetting van deezer Stads Wettige'. Regenten, zy zich ook daadl.yk hebben bediend om dé toegangen naar de'Stad Utrecht te beletten, of' pok zich van een gedeelte deezer Provincie meester te maaken, de Ingezetenen te mishandelen ,'s Lands Troupen .aan te tasten en vyandlyk te bejegenen, en met renverfement der wettige en bezworen Conftitutie en verjaaging en oppresfie van alle de Leden der Regeering en Ingezetenen , welke zich daaraan verbonden erkenden, deeze Provincie op den oever van deszelvs ondergang te brengen. 1 : ' Het is alleenlyk dit Kanon en Ammunitie, welk-: alhier is acht'ergelaaten, en geenfins Gefchut, het; welk by de Proviacie van Holland bondgenootfehap. i ]yk aan ons of . de wettige Magiftraat der Stad Ut-' recht , zoude zyn ter leen gegeeven; in tegendeel. zvn, na dat genoodzaakt waren, door de verregaande dreigementen en daaden van geweld, onze.Vergade-■ ring en Perfoonen naar de Stad Amersfoort te verleggen, wy zeer'in verlegenheid zyn geweest, hoe ter beveiliging van deeze onze Vergadering en Perfoonen en goede Ingezetenen tegen de Üfurpateurs,' welke zich van de Stad Utrecht en een gedeelte onzer Provincie geëmpareerd hadden, en ryklyk van Kanon voorzien waren, het noodige Gefchut te bekomen, hebbende dit zelv', na behoorlyk Adres aan j den Raad van Staaten, niet anders kunnen verkrygen, dan door de trouwe adfiftentie van de Heeren i Staaten van Gelderland; zulks U Edel Groot Mog., ir. een verkeerd denkbeeld moeten verfeeren wegens Gefchut en Ammunitie aan ons of de wettige Magi- ■ ftraat der Stad Utrecht ter leen verftrekt, het weik : nog niet tot dc Provinciaale Magazynen zoude zyn i gereverteerd, alzo ons des wegens niet het minfte i be-..  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6*9 bewust is, en ook, volgens de uitdruklyke vert klaaring , ter onzer Vergadering gedaan , aan de ; Magiftraat ^van Utrecht niets daar >-an bekend is.' , U Ed. Groot Mog- zullen, uit hoofde van het gunt voorfchreeven is, dan ook ligt begrypen hoe byzonder aangenaam het ons is, door het achterlaacen van eenig Gefchut en Ammunitie door de Geweldenaars binnen onze Provincie, ons it; ftaat -te zien gefteld, om het zelve voortaan tot betere en voor het Bondgenootfchap nuttiger eindens te kunnen emplooijeeren, gelyk wy dan ook U Edele 'Groot Mog. kunnen verzeekeren, geen ander gebruik daar van vervolgens hoopen te zullen maa. ken, dan welke het behoud van het lieve Vaderland , de confervatie van deszelvs eer en indepen•dentie in het algemeen, en de noodzaaklyke, verdeediging onzer Provincie en het wettige Gezag en Conftitutie binnen dezelve, in het byzonder, vaa ons zullen vorderen; en vertrouwen wy, dat deeze declaratie aan U Ed. Groot Mog. mede zeer aangenaam zal zyn , nadien Hoogstdezelven , ter gelegenheid van een gevreesden aanval by zekere op dien tyd geprojecteerde fchikkingen , bereids hebben begreepen, dat wy, om met eenig elFecl: deeze Provincie, en bygevolg ook die van U Ed. Groot Mog. te beveiligen, Gefchut en Ammunitie nodig hadden , en waar toe U Ed. Groot Mog. zich mede tot onzer hulpe en adfiftentie ten deeizen opzichte bereid hebben getoond. En hier malde &c.  I fo Verzameling van Stukten hetrekketyk tot K°. 533. Extratt uit het Register der Refolutien vam Hun Edel Mogenden, Ridderfchap en Steden det Staaten van Overysfel, behelzende onder anderem het Formulier der ééd welke door de Magifïraaien Gezwooren Gemeentens met derzelver Ministers im de Kleine Steden , benevens alle de Provinciaalei Ambtenaar en, voorts alle Predikanten of Kerkly.ke Perfoonen van welke onderfcheiden Gezindheden! die ook mogen zyn enz. zullen moeten afleggen. Im dato den 2 April 1788. By refumtie gedelibereerd zynde op de Misfive: van de Heeren Staaten van Holland en West-Fries-, land, van den 23ften November des afgeloopen jaars i 1787, betrekkelyk zekere Acte van Verbindtenis t op den 8ften Augustus des jaars 1786, tusfehen ee-■ Bige Regenten binnen Amfteldam zullende zyn aan- ■ gegaan, als mede op 't Rapport daar over op dea . golfen November daar aan volgende ter Vergade- ■ ring van Ridderfchap en Steden uitgebragt, gelyk ook op de Refolutie daar over op den iften April jongstleeden genoomen, gelyk ook nog op de Refolutie van Hooggemelde Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, van den ijden February deezes jaars, den l8den daar aan volgende ter Vergadering van Haar Hoog Mogenden ingebragt, betrekking hebbende tot eenen generaalen ééd af te doen leggen op de Conftitutie der Hooge Regeering en het Erf-Stadhouderfchap, benevens een voorflel aan de Bondgenooten om dezelve als eene grondwet van Staat onderling aan malkanderen te guarandeeren; zo is, metfpeciaale toeftemming en unaniem Advies van alle de Leden van Staat, goed. gevonden en verftaan, de voorfchreeven Acte van Verbindtenis te verklaaren voor nul en van onwaar» de, en van alle verbindende kragt gedeftitueerd 3 »--— dat voorts een ieder Lid van de Provinciaale of Stedelyke Regeeringen in conformiteit van de refpective confenten daar toe gegeeven, met derzelver Ministers, als nu zullen verklaaren aan de Acte vaa  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, vmgeysïlen. 71 van Verbindtenis (*), welke op den 8 Augustus 1785, tusfehen verfcheiden (zich noemende Vaderlandlievende Regenten) te Amlteldam aangegaan, endoor dezelve, en naderhand mede door veele anderen geteekendis: ,, of geen deel gehad hebben direcl of j, indirect, of by zo verre zy daar aan eenig deel di„ redt of indirect gehad hebben, daarvan af teziea, zich te oncflaan en oncflagen te houden, van alle uit „ dien hoofde gecontracteerde verplichting." Dat voorts ter handhaaving en aankleeving van de Conftitutie, waar van het Erf-Stadhouderfchap een esfentieel deel uitmaakt, de Leden van de Ridderfchap, gelyk ook alle die participeeren aan de Regeering inde Steden met derzelver Ministers, zullen moeten* belooven en zweeren, de tegenswoordige Conftitutie en Regeeriugsform, zo en als dezelve in den jaare 1747 relatief het Stadhouderfchap ea Erf-Stadhouderfchap, conform de Refolutie en Reglement van Regeeringe in 1748 vernieuwt en herdrukt, is vastgefteld, in alle haare deeien te zullen helpen conferveeren en maintineeren; voorts vigi* leeren tegen alle ligues en 't zamenfpanningen, toe ondermyning of omverrewerping van het zelve ondernoomen wordende. Dat voorts in conformiteit van voorfchreeven refpecti ve voorflagen, en daar op gevolgde Refolutien ». het volgende Formulier van ééd te doen by de gene, welke hier beneden nader worden gefpecificeerd, zal worden gearresteerd, zo als het zelve gearresteerd word by deezen. Ik beloove en zweere de Conftitutie en Re- geeringsform deezer Provincie , met het Erf„ Stadhouder-, Gouverneur-, Kapitein- en Admi- laalfchap-Generaal , erflyk in het Doorluchtig ,1 Huis van Orange en Nasfauw gebouw en getrouw ,, te zullen aankleeven, zodaanig als het zelve by „ de refpedrive Staats-Refolutien in de jaaren 1747 „ en 1748 is opgedraagen, en by den tegenwoor-* „ cü (*) Zie dit Stuk in het II. D., bl. 28$. Janteek. E 4  fa Verzameling van Stuiken betrelkelyk'tbt a, digen Heere Erfstadhouder, in den jaare 176S „ aanvaart". Dat voorfchreeven ééd terflond zal moeten worden afgelegd door de Magiflraaten, Gezworen Gesneentens met derzelver Ministers, en andere beambten in de Steden Hasfelt en Steenwyk, gelyk ook in de overige Kleine Steden deezer Provincie. *tt- Waar van de eerlte nominatim zullen doen blyJten aan Ridderfchap en Steden , dat dezelve alle zonder uitzondering van iemant naar inhoud deezer JRefolutie is gefchied, en zullen de laatften zulks doen in handen van de refpeftive Drosten in de Kwartieren , doch ten opzichte der beambten in voorfchreeven Kleine Steden gefchieden in handen der Magiflraaten, die daar van zullen doen blyken aan voorfchreeven Heeren Drosten, om door dezelve ter kennisfe van Ridderfchap en Steden te worden gebragt. Gelyk voorts de gemelde ééd zonder onderfcheid zal worden afgelegd door alle de Provinciaale Ambïenaaren, aan Ridderfchap en Steden onderworpen, van dezelve dependeerende ofte in eenige Bediening of Commisfie wegens dezelve gefield zynde; voorts alle Predikanten of Kerkelyke Perfoonen, van welke enderfcheiden gezindheden die ook mogen zyn, Kosters, Voorzangers en Schoolmeesters; gelyk ook üdvokaaten, Prokureurs of die voor eenige Rechtbank occupeeren, en als zodaanigen geadmitteerd zyn; voorts alle .zodaanige anderen, die by Ridderfchap en Steden of de refpective Magiftraaten der Hoofdlieden in conformiteit van alle voorfz, Refolutien, fpeciaal van de voorflag by de Refohi-. tie van de Heeren Staaten van Holland en West,^ friesland voorgemeld vervat, nader zouden begrepen worden, daar onder te moeten worden betrokken. —— Des dat dezelve Ambtenaaren zulks zullen doen in handen der Heeren prdinaris Gedepu^ teerden, pp eenen daar toe by hun nader te bepa^» lenep dag; doch de Schouten, Richters, 'Advokaaten4 Prfikurears $c, j yoorft Predikanten,Kosters^ Ybqin  de Gebeurtenis/en in 1787 ««» vaorgevattm. ?$ Voorzangers en Schoolmeesters, zullen tot meerderfeciliteit dezelve prsesteeren in handen der Heeren Drosten, die daar van mede zullen doen blyken aan Ridderfchap en Steden by derzelver eerst volgende ordinaris of extraordinans Vergadering, en fn de Heerlykheden voor de Heeren derzelve, ten einde daar van mede aan Ridderfchap en Steden te doen blyken op het aanftaande Recês. En'zullen de Leden van de Ridderfchap' en Steden nu prslentgehouden worden voorfchreeven ééd terftond ter Vergadering af te leggen, en alle de abfente peremptoire gefommeerd worden, om zulks te prasteeren of gepresteerd te hebben voor of op den eerften dag van het tweede Reces van deezen Landdag, welke bepaald is op den Men May aanftaande, des de abfente Leden daar van kennis zal vvorden gegeeven, en teffens vryheid om zulks Vborat. verkiezende te doen, te .mogen effeftueere.n voor de Heeren ordinaris Gedeputeerden,' die als dan daar van by de opening der Vergadering voorfz. zullen kennis geeven; zullende omtrent diegenen, welke om erheffelyke redenen niet kunnen parois-. feeren, daar van moeten doen blyken, als medevan derzelver bereidwilligheid om denzelven éédwel te willen afleggen. Dat ten opzichte van alle Ambtenaaren, die in eenige bediening voor 't vervolg gefield worden en hier vooren gedenoteerd, zullen voor het aanvaarden hunner bedieningen of Commisfien by afleggen van den ééd te gelyk moeten doen, voor zo verre dezelve ééd niet, aireede door hun in andere quaüteiten is afgelegd, wanneer met eene verklaaïing van denzelven te hebben geprafteerd, zullen kunnen volftaan. Accordeert niet voorfz. Register* (was gef.) Derk Dumbar. I1!  74 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot No. 534. Magiftraats-verandering te Flisfingen, doet de Edel Mogende Heeren Commisfarisfen van zyn* Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder t op den 3 April 1788 gefchied. B a 1 l l u w. Mr. Appolouius Jan Cornelis Lampfins. Burgemeesteren. Pieter Jacob Clyver en Mr. Johannes Mauritz. Schepenen. Dr. Abraham Muller. Abraham Louysfen ~» Mr. Anthony Ewout van Dishoek, Heer van Dom. burg. —— Willem van Bronkhorst. — Mr. Adriaan Francois Lammens. Mr. Willem van Rofenthal. — Anthony de Zitter J. Z. — Johan Teellinck le. Grand en Huybert van Delden Engelfen. Raaden. Mr. Evert Clyver. Mr. Wilhem Graave van Hogendorp. Mr. Anthony Pieter Lambrecht- fen, Heer van Ritthem. —— Mr. Johannes Mauritz. ——• Mr. Cornelis Caen. — Pieter Jacob Clyver. —— Adriaan KroefF. — Mr. Cornelis Christiaan Eèrtling. — Mr. Petrus Gulielmus Schorer. — Dr. Abraham Muller. — Mr. Anthony Ewout van Dishoek, Heer van Domburg. Mr. Abraham Sandra. — Mr. Jacob van Dishoek. — Mr. Abraham van Doorn. — Johannes Asfuerus Schorer. — Mr. Francois Reinier Radermacher. — Abraham Louysfen. — Mr. Nicolaas Jóhan van Hoorn,Heer van Burght. Benjamin Catteau, junior. — Mr. "Willem van Bronckhorst. — Mr. Adriaan Francois Lammees. —- Alexander Hieronymus Wolrad. Hendrik van Dopff. — Jan Adriaan Moens en Jan Heers. Pensionarissen. Mr- Fredrik Frans Lodewyk Pestel. — Jr. Willem Zeelandus vanBorsfele, Honorair.—— Johan Teel-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 75 Teellink le Grand, Honorair. —■ Johannes Louysiën, Honorair, en Benjamin Catteau, Honorair. Blyvende de Gecommitteerden van wegen de gemelde Stad Vlislingen, in de Provinciaale en Genejraliteits Collegien gecontinueerd. N°. 53 J. Verandering, gemaakt in de Magiftraat der Stad Brielle, door de Comntisfie van zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder. Op dato den 7 April 1788. Vroedschappen. Mr. Andreas van der Sluys. — Dr. Adriaan de Mirell. •—■ Augustinus van der Crap. — Dr. Cornelis van Dam van Aarden. — Mr. Ocker Gevaerts Heere Johsz. — Mr. Adriaan Mattheus de Wit.— Jacobus Roest. — Alexander Marius Cleyn. — Adrianus Johannes Hogendyk van Domfelaar. — Asfuerus Bresfer. — Gabriel Leonard van Oosten.—Adriaan de Mey.— Pieter van HoogwerfF Georgsz. Mr. Pieter Hendrik Hoog. — Jan Marcus Heeneman. — Johannes van der Schilt (blyvende lubfiftuit Secretaris, zonder confequentie voor 'c vervolg. — Mr. Charles Christoffel Brender k Brandis. — Mr. Willem Pieter van Alderwereld. — Johannes van der Minne. —Charles Gerard van Baerie. Pensionaris. Mr. Jacob Camper. Secretaris. Mr. Carel Willem Hogerwaard. Sobsistüit Secretaris. Johannes van der Schilt. Hebbende zyne Doorl. Hoogh. goedgevonden de thands in functie zynde Burgemeesteren. Mr. Andreas vaa der Sluys. — Alexander Marius Cleyn. Sche.  f6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Schepenen. Mr. Andreas van der Sluys. — Dr. Adriaan de Mirell. — Mr. Ocker Gevaerts Heere Johsz.—■Jacobus Roest. — Gabriel Leonard van Oosten. —» Heiman Volker, — Simon van der Burgh. — Mr. Pieter Hendrik Hoog. — Libertus van Bokkelen. Mitsgad ers de Schepenen Commissarissen. Mr. Adriaan de Mirell. — Mr. Ocker Gevaertj Keere Johsz. -— Jacobus Roest. Raaden. i Johan Marcus Heeneman. — Joost van Sina. Als mede den Gecommitteerden Raad tér" Admiraliteit op de Maze. Augustinus van der Crap. In hunne voorfch. refpeétive Posten te continueeren. JU0. 536. Misfive van Hun Ed, Mog. de Heeren Raad van Staaten aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde. Nederlanden, be.trekkelyk tot het Plan van verbetering en vermeerdering van de Armêe van den Staat enz, ln dato den 1 April 1788. Hoog Mogende Heeren! Zo dra wy hebben ontfangen' U Hoog Mog Refolutie van den 3iften der afgeloopen maand , waar by aan ons tot naricht wierd toegezonden Copy der Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ten zeiven dage ter Vergadering van Hunne Hoog Mog. ingebragt, waar bv Hoogstdezelven confenteeren in het Plan van verbeetering en vermeerdering van de Armée van den Staat, door zyne Hoogheid en ons voorgedraagen , onder de vermindering by het Hot onzer Misfive 5 to:  ie Gebeurtenis/en in l?87 enz. voorgevallen, ff I tot"geleide van het zelve Plan vermeld, naamlyfc 'ei van Compagnien Kavallery, Dragonders en Husfaaren,metagt Man, en van een geheel Regiment In"l fantery, midsgaders nog onder zodaanige verdere ;,i befpaaring, ten voordeele van de Finantien, als :,| door zyne Hoogheid en ons, zonder merklyke onI dienst van den Lande, zoude kunnen aan de hand I gegeeven worden: hebben wy niet nagelaaten dac ;'1 point aanftonds met zyne Hoogheid in nadere oI verweeging te neemen, en het gevolg daar van is geweest, dat zyne Hoogheid en de Raad van gedagten zouden zyn, dat dit foulaas voor de Finantie best zoude kunnen gevonden worden, in het provifioneel niet aanwerven der twee Compagnien by het Regiment Guardes te Paard, en van eene Com- Eagnie by het Regiment Guardes te Voet, zo als et meergemelde Plan mede bragt, maar dit uit te ftellen tot dat derzelver oprichting een min esfentieel object voor de Financien zal konnen geacht , worden uit te leveren , en wanneer hier by nog gevoegt word de befpaaring , welke gevonden kan i worden door de vermindering van een Officier per ■ Esquadronvan het Regiment Guardes Dragonders, i- en dus het zelvde Regiment te brengen opdenzelvden voet, als de andere Regimenten ligte Dragon« ders, except de Standaart jonker per Compagnie; zo vermeent zyne Hoogheid benevens ons, dat zonder ondienst van den Lande, en zal het oogmerk der geproponeerde verandering en verbeeteïing van de Militie bereikt worden, geene meerf dere befnoeijing kan gefchieden, terwyl ook de hier ' nevens gevoegde bereekening der kosten welke door het niet aanwerven van gemelde drie Compagnien Guardes en aflaaten van een Officier by ieder Esquadron Guardes Dragonders , zo wel als ? door het verminderen van het overgeleeverde Plan :' met een Regiment Infantery en agt Man per Com1 pagnie Kavallery, Dragonders en Husfaaren zouden befpaard worden, doet zien, dat op die wyze > volkomen zal zyn voldaan aan de reflexie by de t * voor-  78 Verzameling van Stukken letrekhlyk tot voorfchreeven Refolutie der Heeren Staaten vaa Holland nog voorkomende, dat naamlyk het meerdere beloop der onkosten van het geadopteerde Plan, daar onder gereekend de verhooging van de Soldyen, welke reeds gedeeltlyk door de Provinciën word betaald, niet meerder zonde bedraagen dan circa elf en een halve Tonnen Gouds, boven het geen de Troepes waar over het Plan rouleerd, tegenwoordig aan den Lande komen te kosten. Daar wy nu gezien hebben, dat meergemelde Refolutie van de Heeren Staaten van Holland door de Heeren Gedeputeerden der andere Provinciën is overgenoomen, hebben wy, met zyne Hoogheid, geoirdeeld geen tyd te moeten verzuimen, om deezen naderen voorflag ter kennisfe van U Hoog Mogenden en langs dien weg van de refpective Provinciën te brengen, op dat alle verdere vertraaging m de Deliberatien over deeze materie werde afgefneeden, maar dezelve fpoedig ter conclufie zoude kunnen worden gebragt; waar op door zyne Hoogheid en door ons met te meer aandrang moet worden geurgeerd, om dat daar van afhangt het vervullen van verfcheiden Vacatures in diverfe Regimenten thands exteerende, en waar mede Hoogstgemelde zyne Hoogheid tot nu toe heeft gefupercedeerd, doch waar van de gevolgen, by langere voortduuring, zodaanig prsjudiciabel zouden zyn voor het nut der Armée en zo noodig herilel der vervallen fituatie waar in dezelve zich grootendeels bevind, dat eindlyk eens alle onzekerheid, omtrent den voet waar op de Armée zal gebragt ó£ gehouden worden, behoord te cesfeeren, Wy beveelen enz. Hoi  4e Gebeurtenis/en in I7871 ens' voor gevallen. Stukken betrekking hebbende tot de ontftaane oneenigheden, tusfehen de beid© Staatsleden in de Provincie van Stad Groningen en Ommelanden , van den ^September 1787 tot den 8 April 1788 ingeflooten , loopende van N°, 537. toe X»o. 562 ingeüooten. ^o, 537. Misfive van de Jonkeren, Hovelingen ei» Volmachten van de Ommelanden, tusfehen deEem en de Lauwers, aan Hun Hoog Mogenden de Hee* ren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, vaar in zich beklaagen over fommige handelingendoor de Heeren van de Stad ondernaomen, enz. Hoog Mogende Heeren! Vervuld met waare Vaderlandsliefde, en bezield met een welgepaste iever voor het algemeene welpm , hebben wy reeds zedert lange met innige fmer;e befchouwt de Regèèringloosheid, het geweld en overheerfching, waar onder eenige onzer medeïondgenooten zugten, en die niet minder dan der geheele ondergang van het dierbaare Vaderland poorfpellen. Dit trof ons te meer en beroerde onze Zielen ,. naar dien door de verfchillende denkenswyze van ons mede-Lid, buiten itaat waren door het toebrengen van de nodige hulp en adfiftentie ons te kunnen kwyten van. die verplichting, waar toe door den fcand der Unie wierden opgeleid; terwyl wy ons al gelukkig genoeg moesten achten, de zaaken ter Staats-Vergadering zodaanig te kunnen dirigeeren, Idat deeze Provincie niet al mede het hoofd opftak,. om als een werktuig van ongerechtigheid tot onderdrukking van onze ongelukkige mede-Eondgemooten te dienen. Wy zagen wel van tyd tot tyd door ons medeILid, de Heeren van de Stad, zodaane Happen doen. Wier notoire wederrechtelykheid om beklag aan U Hoog  $ö Verzameling van Stukken betrekkely-k tot Hoog Mogenden, als Guarandeurs van het Tradtaaè: van Reductie van den 23 July 1594 met de daar opi gevolgde Deciiïen, als mede aan den Heer Erf-Stad-houder deezer Provincie, allezints zouden billyken 3 \ dan afkeerig van alles,.wat eenigzints totverwy-' dering, en"vernietiging van de zo'hoognodige een-' dracht tusfehen de beide Leden van Staat aanleiding; zoude kunnen geeven, hebben wy altoos de zagtö: middelen van peifuafie boven ftrenge maatregulen-,;, waar toe buiten twyffel gerechtigd Waren, gepras-fereert, en ons met de iedele hoop gevleid, dat de! JHeeren van de Stad eindelyk eens van hun voor het: heil des Volks zo nadeelig fysthéma zouden afzien,, en met ons willen medewerken tot herftelling s der • algemeen geftoorde ruste: immers hadden wy'hooit: kunnen of mogen denken, dat dezelve zich zouden ( durven onderwinden, om door geweld van Wape-■ nèn hunne Vuës door te dry ven, het Ommelander 1 Territoir met gewapende Manfchappen te invadee-.ren, onze goede en ftille Ingezetenen, die alk» eenige weinige Exercitie-Corpien uitgezonderd, haare wettige Overigheid eerbiedigen, en de vastgeftelde Conftitutie hartelyk met Lyf en Ziele zyn toegedaan, en in wier behoud deeze Provincie voor- ' naaroentlyk haar beftaan moet vinden , een kille fchrik aan tejaagen, en alzo eene algemeene verwoesting in de Ommelanden te veroirzaakem Dit is echter, Hoog Mogende Heeren! hoe on-gelooflyk zulks cok moge voor komen, deezer dagen gebeurd: wy hebben tot onze grievende fmerte, niet alleen moeten ondervinden, dat eenige Gewapende Corpfen uit diverfe Carfpelen in de Ommelanden , met verfmaading van het hoog gezach van. het Hof Provinciaal, die uit de naam en van wegen, de Hooge Overigheid en Heerlykheid van Stad» Groningen en Ommelanden,zulks uitdrukkelyk ver-, boden had , in Appingadam zyn getrokken', en de Regcering aldaar, benevens de gewooceSchutterye overweldigt hebben, maar ook (wy fchrikken voóè een verhaal van iets, waar van wy hadden gemeent' ona  & Geleartenisfen in ïftf tnh, rnrgeYsItén* Et löns mede-Lid niette kunnen verdenken» zonder heÊ zelve ten uiterften te hoonen,) dat de Breede Raad deezer Stad op een zeer frivool praïtext, dat de Stad iEigenaar van de Jurisdictie, en dus bevoegd is, om aldaar een Riehteraan teftellen, by Refolutie vaa den I2den deezer , den reeds voor jaaren her waards iwettig by den. Hove beëedigde Richter*, benevens den Gerechts Weddeman on verhoort gefufpendeert > een aDdër in des eerstgemelden plaats geconftitueert, en beflooten heeft eenige Heeren Gecommitteerden uit een .onlangs opgeworpene Stads-Com;misfie van Defenfie, met Gewapende Manfchappett geaccompagneerd, naar Appingadam te zendens (terwyl ondertusfchen door eene ongehoorde direcitie van zaaken, thands by het Collegie der Heerea ^Gedeputeerden plaats vindende, de handhaaving'Van het Recht der Hooge Overigheid, en de bewaaring der inwendige ruste, na bekoomiog van de nodige Militie, voor het Hof Provinciaal onmoog,lyk word gemaakt. Wy. hebben gezien, dat deCommisfie-, ongeaéhï? het Vertoog, dat door de Heeren Luiienant eri Hoofdmannen van de hooge Juititie Kamer deezec 'Provincie by Misfive, waar van Copie hier neven» Voegen, ter inftantie vaB onze Syndicus daar tegens ware gedaan, nog dien zeiven nademiddag, met een? llerk Detachement uit het Genoodfchap van Wa* ipenhandel alhier, vier (tukken Kanon, en een goede voorraad van Kruid en Lood zich derwaards heeft ibegeeven, zonder het Ommelander Territoir in het üninfte te ontzien. * Wy (taan. verbaast, wy zinken weg van aandoe* Hing en droeffenis, over zulk eene daad van openbaar geweld, waar toe naauwelyks woorden genoeg te vinden Zyn» om diens affchuuwelykheid naar. vér* dienlïen af te maaien, en voor de geheele Natife ten toon te fpreiden: onze harten bloeden over de 'tampen en onheilen, die zo veele duizenden Onzer3 [ braave weldenkende ingezetenen reeds drukken, etl ;Bog verder boVen het hoofd hangen| han heklMgf yu üsst, ff  8 a Verzameling van Stukken ietrekkeïyk tot lyk lot, moet ons niet onverfchilligzyn; wy zouden ontrouw aan onzen ééd en duure verplichting zyn, indien een oogenblik verzuimden , iets onbeproefd te laaten, om hun uit deeze verdrukking en flaver«: fly te veriosfen, en zullen dus ook alle middelen aanwenden, welke God en de Natuur ons aan dei hand geeven, om het geweld efficacieuiélyk tegen te gaan. En het is om die reden, dat in de eerfte plaatsi ons tot Uw Hoog Mogenden wenden , Hoogst*: derzelver tusfchenkomst en kragtdaadige medewerking imploreeren , en op het ernftigfte exhor*: teeren, door fpoedige , prompte en toereikende be* fluiten, daadlyk zodaane voorziening te doen, ea middelen daar te Hellen, waar door wegens deezös Ongehoorde en geweldige fchending van ons Terri-i toir, genoegzaame fatisfadtie bekomen; en by VeTW volg van tyd, tegens foortgelyke geweldigeEntrsü prifes beveiligd worden. Wy reclameeren de Rechten, ons volgens heïi Utrechts Verbond competeerende, Uw Hoog MogeDden zyn 'er toe verplicht; de Unie, het Trac: taat van Reductie, hier vooren gemeld , de menigvuldige decifien door Uw Hoog Mog. uit kragt van: dit Tradïaat afgegeeven, roepen Uw Hoog "Mog;, 'er toe, en laaten aan Uw Hoog Mog. geen vryheidi over, om ons ten prooije van geweld en overheer-l iching over te laaten. Zo lange deeze vreemde gewapende Manfchap..' pen in de Omratlanden nestelen, de Wegen bezet-.I ten en de Trekfchuiten vifiteeren, gelyk medai reeds gefchied is. zal het acces en reces voor de: Landdags Comparanten bezwaarlyk, moeijelyk ean gevaarlyk zyn, en wy kunnen als dan ook niet vrye-J lyk onze Staatsdeliberatien vervorderen. Waarom, terwyl nu nog te zaamen wettiglyk:| Vergaderd zyn, en zeer gegronde vreeze hebben,, dat zulks riet van lange duurzaamheid zal zyn, Uw Hoog Mog. by deezen legaal kennis geeven : dat wy I provifioneel, tot zo lange geen voldoende fatisfactié J ea  'és Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 83 ttn genoegzaame veiligheid voor onze goedeIngezeii tenen bekomen, wegens het geheele Corpus der OmiBielanden, of het tweede Lid van Staat, de Comimisfien aan de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van U Hoog Mog. wegens deeze Provincie Verleend , zullen houden in furcheance; en niet kunnen gedoogen, dat 'er door dezelve een Stem iter Vergadering van U Hoog Mogenden werde uit;gebragt, zonder fpeciaale Refolutie mede door ons iStaatsgewyze en wettig genoomen, en dit wanneer onverhoopt dien ter contrarie gehandeld mogte worden, de daar toe geformeerde Concluilen , teu lallen tyde by ons als zo veele nieuwe daaden van geweld, voor nul en nietig gehouden, en nimmer ;geratihabeerd zuilen worden, f Ook vinden wy ons verplicht, Uw Hoog Mogenden by deezen kennis te geeven, dat de Commisfie van defenfie te Woerden, onlangs van den Breeden Raad deezer Stad heeft verzogt, alhier de Loop-» blaats te mogen hebben voor het Regiment van de Collonel Meyern, het welk voor reekening van de Provincie van Holland opgericht,. eerstdaags door Westphaalen zoude komen afzakken. Hoe zeer wy ook overtuigd zyn, van de onbevoegdheid van den Breeden Raad, om aan dat verzoek zonder onze concurrentie te defereeren, heeft echter de ondervinding ons reeds geleerd, dat men zich niets onticiet, en tot een dekmantel voor de ongerechtigheid als een ftokregel heeft aangenomen, dat in extraordinaire tyden, extraordinaire middelen gebruikt inogen worden. Daar nu de zonderlinge en ongewoone cours, die deeze Troepes zouden neemen, om in Holland te tomen, de ongefchiktheid der verkoozene Loopplaats voor dezelve, en menigvuldige andere fainenloopende omftandigheden, ons met zo veel reden bedugt doen zynr dat het waare doelwit is, Dm met behulp derzeive al verderde Ommelanden, sn vervolgens mede de Provincie van Friesland vymdig aan te vallen en te ontrusten, zo verzoeken F 2 wy  84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wy Uw Hoog Mogenden, om ten allerfpoediglreitj de nodige ordres te depecheeren aan de Comman-i< danten der Forten, door en langs welke gemeJdei Troepes moeten pasfeeren, ten einde dezelve dem doortocht te verhinderen, en aldus te prasveniee'! ren, dat het geweld niet ten eenemaale de overhandi kryge. En hier mede deezen eindigende, beveelen wyj Uw Hoog Mog, in de befcherming van God Almachtig, welken wy bidden, dat Uw Hoog Mog.; in een lange en voorfpoedige Regeering wil bewaar ren, en betuigen te zyn. Hoog Mogende Heerenl (Onder Jlond,') Uw Hoog Mogende dienstwillige! goede Vrienden, Groningen Jonkeren, Hovelingen, Eigene den 14 Sept. Erfden en Volmachten van dé 1787. Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers. Geparapheert, (was geu) G. Lewe, §tt Lager flond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz» (geteekeni) F. J. Guichart, Secret. N°. 538. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen van de Hooge Juflitiekamer van Stad Groningen eni\ Ommelanden, aan Heeren Burgemeesteren en Raadt enz. in Groningen, over het fufpendeeren van een Richter in de Ommelanden enz. Strekkende totl Bylage van de bovenftaande N®. Edele Mogende Heeren! Aan ons, ftaande onze Vergadering, door dem Heer Syndicus Engelhard , ter kennisfe zynde: ge-i  ét Gebeurtenis/en in 1787 HVk voorgevallen. 85 gebragt, dat zyn Edele was geinformeert, hoe deezen morgen by U Edele Mogenden zoude zyn fedecreteert de fufpenfie van de Richter, en tefens dat 'er een Commisfie uit het Defenfie-wezen van Uwer Edele Mogenden Stad zich nog heden derwaarts zouden begeeven, geëscorteerd met een Detachement Cavallery, en van het gewapende Genoodfchap, vertrouwende hy Heer Syndicus, aan wien het belang en praeëminentien der Ommelanden, byzonder in zyn Ambtsbetrekking waren geconcrediteert, dat het Hof zodaane maatregulen geliefden te neemen, waardoor het Territoir der Ommelanden ongefchonden wierde bewaard, en de uitoeffening der crimineele en civile Jurisdictiën aldaar, nabezwoorene Wettenen Inftrucfien, zonder inzage van vreemden gemaintineert; hebben wy niet kunnen afzyn, aan U Edele Mog. communicatie te geeven, dat reeds op gisteren nademiddag, op het Adres van den Richter Wieringa, by ons ter zyner adfiftentie een Commisfïe uit onzer midden is benoemd, welke gedekt door een genoegzaam detachement Troepes, zo reeds door ons by de Heeren Gedeputeerde Staaten zyn verzogt, zich na Appingadam zullen begeeven, zo mooglyk de rust herftellen, verdere gevolgen voor te komen, en de aanleidingen tot en uitvoering van de gepleegde faitelykheden rechterlyk onderzoeken. Wy vinden ons dieshalven genoodzaakt U Edele Mogenden op het allerernftigst onder het oog te brengen, dat U Edele Mogenden als Eigenaars van een Jurisdictie in de Ommelanden, geene faculteit of magt bezitten, om een Richter aldaar daadlyk te doen fungeeren, zonder vooraf by het Hof te zyn beëedigd; nog ook, om inde Ommelanden eenige AStus jurisdi&ionis te pleegen, maar dat by het Reglement reformatoir, alleen aan de hooge Juftitie-Kamer is toevertrouwt, het toerverzicht over het gedrag der Richters in de Ommelanden, en het zelve alleen bevoegt, om, wanneer de Richters zich zelve alleen te zwak mogten bevinden, F 3 h^Q  S5 Verzameling van Stukken betrekkelyk ï&$ hun Ambt na behooren te exerceeren, aan hun vatjl wegens deeze Provincie de behuipzaame hand teï bieden, en de oiigehoorzaamen ter obediëntie aaoü de Juftitie te helpen brengen. Dat over zulks deeze maatregulen, by aldien dezelve by U fidele Mogenden alzo mogten zyn genomen, volftrekt inloopen tegens de vastgeftéldee orde van Regeering , en aanleiding zouden kunnen geeven tot disfenfien tusfehen de twee LedeQ! van Staat; wy vertrouwen dieshalven, dat U EdJ, 'Mogenden by nadere overweeging, geen zwaarigheidzullen maaken, hunnegegeeven ordres wederom in te trekken, en alleen aan den Hove en dena 'alhier bezwöorenen Richter over te laaten, de Cognitie en Judicature in deezen. Waar mede wy U Edele Mogenden beveelen itu 's Hemels dierbaare protectie en teekenen. Edele Mogende Heer en! (Onder Jlond,) Uwer Edele Mogende goedai Vrienden, Groningen Luitenant en Hoofdmannen van dei den 12 Sept, hooge Juflitie-Kamer van Stad: 1787. Groningen en Ommelanden. Lager Hond, Coll. Accord. (geteekent) S. W. Tjassens, Secret. N°. 539. ExtraSt uit het Register der Refolutien van', Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal dert Vereenigde Nederlanden, behelzende Refolutie om*. trent bovenflaande Misfiven. Sabathi den 22 September 1787. Is gehoon het Rapport van de Heeren van Heec- I keren van Khell, en andere Haar Hoog Mogen-den Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, heb-bende ingevolge en tot voldoeoinge van derzelver ■ Re--  'ge Gebeurtenisfen m 1787 enz. voorgevallen. 87 Refolutie Commisforiaal van den i8den deezer, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten, geëxamineert een' Misfive vaa Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfdensen Volmachten van de Ommelanden, tusfehen de Eems en de Lauwers, gefchreeven te Groningen den ï.iden daar te vooren, zich ten hoogten beklaagende over het gedrag van hun mede-Lid van Staat, en byzonder over het gene onlangs te Appingadam was gepasfeert. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verttaan: dat aan d, Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen enGerwop. rene Gemeente der Stad Groningen, by Misfive zal worden gefchreeven, vdat Haar Hoog Mogenden met veel aandoening en leedwezen zyn ontwaar geworden de oneenigheden, w.elke tusfehen de beide Leden van Staat by gelegentheid van het .voorgevallene te Appingadam als anderzints, zyn ontflaan, en waar over de Heeren van de Ommelanden zich zo hooglyk zyn beklaagende; dat Haar Hoog Mogenden vermrenen hun oirdeel deswegens te moeten opfchorten, tot dat Hoogstdezelven gelegendheid zullen gehad hebben, daar omtrent te zien de informatieh en belang van hun Heeren Burgermeesteren en Raad, welke Haar Hoog Mogenden mitsdien verzoeken ten fpoedigften te mogen erlangen, ten dien einde Copie van voorfchrëeve Misfive der Heeren van de Ommelanden hiernevens voegende: dat echter, Haar Hoog Mogenden zich niet mogen dispenfeeren, om in tusfehen de Heeren "van de Stad ten kragtigften te exhorteeren, van zich toch te willen onthouden, van al het gene aanleiding zoude konnen geeven tot verdere verdeeldheden, welke de ondervinding van deeze dagen .leert, dat in ftaat zyn eene Provircie en de Republiek tot op den oever van haar ondergang te brengen, en veel eerder bedagt te zyn om rog 'Zelvs en by tyds, de gereezene verfchillcn in der minne te yereffenen, F 4 . Jfjj  'f}8 Verzameling van Stukken helrekkelyk tot En zal van dit bovenftaande mede by Misfive J worden kennis gegeeven aan de Heeren van de Om.*', melanden, om te ftrekken tot provifioneele beanc-J wpotding van derzelver voorfchrëeve Misfive, enj dezelve daar by tevens geinformeert van de aan»» fchryving, welke pp den t8den deezer is gerefol?, veert aan de Commandanten der Forten, tot wee») jing van het intrekken van gewapende Manfchap<,( pen in de Provincie van Stad en Lande, te laaten t afgaan. jN°. 540 Misfive van Jonkeren, Hovelingen en Vokmachten der Ommelanden, tusfehen de Eems en det Lauwers, aan Hun Hoog Mog. waar by kennis 1 geeven, dat zo lange niet met de Heeren van dei Stad hereenigt zyn, met dezelve geen Siaqts-Ver*' gadering te kunnen houden, enz. Hoog Mogende Heeren! Wanneer by onze Misfive van den I4den deezer j %et kennisfe van Uw Hoog Mogenden bragten,, hoe vyandig door de Heeren van de Stad waren 1 pangevallen, het gevaar waar in onze goede Jage- zetenen in het gemeen, en de Leden der 0mmer. Jander Regeering in het byzonder, zich bevonden voor opgen fielden, en pp het krachtigste impkv, ïeerden. „ Door fpoedige, prompte en toereikende beflui.. e, ten, daadlyk zodaane voorzieninge te doen, en 3, middelen daar te fielten, waar. dóór wegens dee». v ze ongehoorde en geweldige fchending van ons, > au Territoir, genoegzaame fatisfacfiie bekomen, en. sn by very.olg van tyd tegens foortgelyke geweldige ent/reprifes, beveiligd mogten Vorden." _ Hadden wy, wier ïngezeteaen h^t meeste tot de Provinciaale Schattingen, waar uit de Militie, te?, deezer Provincie, repartitie ftaan.de, getaald moe? gorden, opbrejjgep4 biliy VOTr?gï * daiUBcioa l ' 1 " " ' VS  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen i Mogenden terftond, en zonder eenig verwyl aan 1; oüs een genoegzaam aantal Troepes ter beveiliging ' van ons, en onze Ingezetenen zouden doen gewor1 den. Dit was het natuurlyk middel Hoog Mogen» de Heeren! dat wy ons in de eerfte plaats moesten 1 voorftellen; dit was het voornaame oogmerk door [ ons by die Misfive bedoeld; dit was het allernoodi zaakelykfte van wegens het prefente gevaar, en I het vagabondeeren met gewapende Manfchappen 1 op ons Territoir, die aldaar veel ergere vtxatien 1 en geweldenaryen onder het oog, ja op ordre van : Stads Commisfie hebben aangericht, als een bui» : tenlandfche Vyand zich zoude onderwinden: wy i vinden ons echter in die rechtmaatige verwagting l te leur gefield: wy befpeuren uit U Hoog Mogeni de Misfive van 22ften deezer, dat U Hoog Mogen1 den ons eenige hulpe zoeken te betoonen met aan- I fchryvingen, vermaaningen en vertoogen aan den i Breeden Raad deezer Stad , wiens denkenswyze ; deezer dagen genoegzaam bekend is geworden, en : die zo veele preuves gsgeeven heeft, dat het recht ! van convenientie de voornaamfte richtfnoer haarer handelingen is: wy zouden op dien voet wederom i in die kostbaare Proceduures konnen worden geilleid, waardoor onze Financien, thands door eene II voorbeeldelooze fpaarzaamheid weder herfteld, in 11 vroegere tyden geruineert zyn geworden. Dit is feenfints onze intentie, Hoog Mogende Heeren! et geweld, de hoon en fmaad, die wy hebben 1 ondergaan, is openbaar gefchied; de band die de ii beide Leden van Staat dus verre vereenigd hield» ;i is daar door voor het oog van een ieder van Stads i ayde, faitelyk verbrooken; wy zyn dus mede ontflagen van alle die verplichtingen, waar toe door het Tractaat van Reducfie en de decifien van U I Hoog Mogenden gehouden waren, en zullen van n eu af aan onze Souvereiniteit en onafhankelykheid i aiet minder als de Heeren van de Stad doen gelden ■ en handhaven, kunnen wy van de hooge Bondge, flfioten die hulpe en adfifientie niet bekomen, waaj  ,

    fygaren, en betuigen te zyn. Hoog Mogende Heeren! Onder fond, U Hoog Mogende dienstwilligè goede Vrienden, 1 Groningen Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden den a6 Sept. en Volmachten der Ommelanden 9 1787.» tusfehen de Eems en de Lauwers. t Geparapheert, G. Lewe5 vt. Lager ftond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz» (ge*.) J. F. Güichart, Secret» N°. 541. Misfive van dezelven aan de Heeren Vtin de Stad Groningen, waar by kennis geeven dat met Hun Ed. Mog. geene Staatsbefluiten kunnen formee~ ven -of eenige Provinciaale Commisfien houden enz. Edele Mogende Heeren! Naardien U Edele Mogenden ons federt een geïuimen tyd zo veele bewyzen gegeeven hebben s Idat U Edele Mogenden zich niet gedagten te houiden aan de plechtige verbindtenisfen, die zo lange tusfehen U Edele Mogenden en ons hebben gefubififteerd, en zich niet hebben ontzien door het vioijeeren van ons Territoir, ons met gewapende Manschappen en Oorlogstuig vyandig aan te vallen, waar door de band van vereeniging tusfehen de beide Leden van Staat door U Edele Mogenden faitelykveribrooken is; zo hebben wy niet willen afzyn UEidele Mogenden kennis te geeven, dat wy ons thands |Sn zodaanige fituatie gebragt vinden, dat, zo lange iiiietop vaste en billyke gronden hereenigt zyn,met IjU Edele Mogenden geene Staatsbefluiten kunnen for>  £i Verzameling van Stukken betrekhlyk tot formeeren, of eenige Provinciaale Commisfien hoül den, welke hereeniging nimmer zal kunnen gefchies den, voor dat aan ons en onze goede Ingezetenec wegens het gepleegde geweld, genoegzaame ea toee ïeikende fatisfaclie zal zyn gegeeven. U Edele Mogenden moeten derhalven van ona Biet verwagten, dat wy conform de gedaane uitt Ichryving, ons heden zullen verleedigen, om mee U Ed. Mogenden te confereeren over de Articulen 5n de Landdags Propofitie vervat, of andere zaaken die ter Vergadering mogten worden voorgedraagen i terwyl wegens fommige poinóten, die in deeze tyf den eene prompte voorziening vereisfchen, wy als! lepraefenteerende de Souverein der vrye en onafi Jiankelyke Ommelanden, in den onze zodaane om ders zullen ftellen, en befluiten formeeren, als to: ïieil van den Lande dienftig en vorderlyk vinden.. En hier mede beveelen wy U Edele Mogenden ii de befcherming des Allerhoogften enverblyven. Edele Mogende Heer en l Onder ftond, Uwer Edele Mog. goede Vrienden o Groningen Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erf der. den 26 Sept. en Volmachten der Ommelanden tusi 1787. Jchen de Eems en de Lauwers. Geparapheert, G. Lewe, vt. Lager ftond , Ter Ordonnantie van H. Heeren voorfzi (was get.) F. J. Güichart, Secrct;,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevaiktt, 'N°. 542. Extraft uit de Refolutien v&n de Ed. Mog» Heeren van de Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers, omtrent het befluit van met de Heeren van de Stad geen Staats-Vergaderingen of Provinciaale Commisfien te houden enz, Woensdag den 26 September 1787. , De Heeren van de Ommelanden federt een geJ ruimen tyd hebbende opgemerkt, dat de Heeren van :de Stad, wanneer hun belang zulks vorderd, zich ;niet bekreunen of houden aan die verplichtingen, iwaar toe door de vereeniging met de Ommelanden itot een Lighaam verbonden zyn, maar daaromtrent al meest het recht van convenientie opvolgen, en Ithands aan Stads zyde die vereeniging door het vylandelyk invadeeren en violeeren van het OmmelanIder Territoir, met gewapende Manfchappen en zwaar Xïefchut, ten eenemaal verbrooken, en dushetLii der Ommelanden mede volkomen ontflagen zynde van alle verplichtingen, waar aan geduurende die vereeniging gehouden waren; hebben de Heeren van de Ommelanden goedgevonden en verdaan: dat zolange aan hun en hunne goede Ingezetenen geene genoegzaame fatisfaclie wegens het gepleegde geweld en geleedene verongelyking gegeeven is, en zo lange de beide Leden niet op billyke folide gronden en conditiën hereenigt zyn, met de Heeren van 1de Stad geen Staats-Vergaderingen of Provinciaale [Commisjen kunnen houden. Dat midsdien alle GeiBeraliteits- en Provinciaale Commisfien door de Heeren Staaten deezer Provincie verleend en afgegeeiven, tot nadere order in furcheance zullen verbty'Ven; ten dien effecte, dat van nu af aan al het gene verder als zien, hooren en overneemen, uit krach* fte van die Commisfien word verricht, als zo veele nieuwe Attentaaten van geweld tegens de Hoogiheid, Souvereiniteit en Onafhankelykheid der Ommelanden befchouwt en aangemerkt, en alzo voor :eu1 en nietig gehouden zal worden; dat nogthands 1 onverkort de fustenues en het recht der Ommelanden  j^ti Sfyrzamelmg yan Stukken betrekkelyk tfÊ den in allen deelen, ter voorkoming van confuQèi en vermyding van fchaade voor particuliere Per-« fU^^„„ ,i„ cj„„<.Qn r2t>A„~.-.i-„„~A„w. — ji_ juuucijj uc liccitn vji.ucjjui.cci ucu , cu ulc Vitll uc ; Provinciaale Rekenkamer hier van in zo verre, erii verder niet, by proviiïe zullen zyn uitgezonderds,, dat op den tegenswoordigen voet zullen blyveni eontinueeren het noodige toeverzicht op de Pro-, vinciaale Financien te houden, en zorge 6e draa-< gen, dat de Declaratien ten lasten van deeze Pro*, vincie,'geliquideerd , en de Ordonnantiën zo we-», gens die geliquideerde Declaratien als Traétemen* i ten, Soiöyen en Emolumenten, op behoorlyke tyd i worden gedepecheerd. . Dat insgelyks, de Heeren Gedeputeerden tot ta#j dere voorziening, zullen blyven eontinueeren dei xcidKeu O L,auus gcincene miuueien Decreirenae, en i voorts de noodige Attachés mogen verleenen aan Troepes, met behoorlyk Patent voorzien, om al- • hier Guarnifoen te houden ; doch niet tot uitmarfch, i van het uuarnnoen, of een gedeelte van dien, zon» der voorkennis en uitdrukkelyk confent der Heeren van de Ommelanden, of derzelver Heeren Gecom* tnitteerde Raaden. En worden de Heeren Gecommitteerde Raaden geauthorifeerd, van deeze Refolutie, zo door toezending van diens Extract als anderfints, kennis: te doen toekomen aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal, zyne Doorluchtigfte Hoog* neia aen neere rnnce ürt-btaanouüer, de tieeren Gedeputeerde Staaten, Provinciaale Reekenkamer4 en verders daar zulks nodig zullen oirdeelen, zoa*j der refumtie af te wagten.  de Gebeürtenisfen in if&j enz. voorgevallen-, §f 'JN. 543. Publicatie van de "Ed. Mogende Heeren van dg Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers, waar by verklaaren haare goede Ingezetenen van het oradraaglyk juk des Stapelrechts, waar onder bykans twee eeuwen zyn gebukt geweest, met al het gens daar toe al verder behoord, teontjlaan, en het zelve voor altoos vernietigd houden, totftas &jaBrrozo-b nu;5 Jcb ca ^t»ga*rd ai JsouB *|9) 9 Wy Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers, doen te weeten: naardien de Edele Mogende Heeren Burgemeefteren en Raad, oud' en ibieuw, fampt Taalmannen en Gezworene Meente deezer Stad; na dat van tyd tot tyd eenige zodaane demarches hadden gedaan, welke de duidelykflé kenmerken droegen, dat Hun Edele Mogenden aart hunne zyde geen reguavd wilden neemen op de plechtigfte Verbonden en Overeenkomften, waar door Stad en Lande tot een Lighaam vereenigt en fe famen gevoegt zyn; thands zo verre haar overheerfchend fyfthéma hebben doorgedrongèn , dat zy niet hebben ontzien, zich voor een ieders oog bis Vyanden van de Ommelanden te gedrasfgen, in dezelve met gewapende Manfchappch en zwaar Gefchut eene invafie te doen, het Ommelander Territoir te fchenden , onze goede Ingezetenen uit hunne bezittingen te verdry ven, op eene wreede wyze, ja erger als men van eene buitenfardfche Vyand zoude hebben te verwagten, te mishandelen , en alzo de band der Unï' tusfehen Stad en Lande faitelyk verbroken hebben. Zo* is het, dat wy als reprafenteerende de Souverein van voorfz. vrye en ónafhankelyke Landen, aan elk en een iegelyk, wie zulks aangaan moge, doen te weeten: dat wy van nu af aan mede aan. Dnze zyde ons volkomen ontflagen achten en houden, van alle Verbindtenisfen hoegenaamd, tot dato deespes tusfehen Stad en Lande gemaakt, en ingegaan, welke wy altoos heiliglyk geobferveerd en naargetornen hebben, en ook vervolgens geobferveerd en  I §6 Verzameling van Stukken hetrekkelyl UI en naargekomen zouden hebben, zo dezelve mét': eerst aan de zyde van onze Geallieerden geheel en i al verbroken waren. Dat dieswegens van nu af aan I alle de Ingezetenen van de Ommelanden vryelyk: zullen mogen handelen , zonder verplicht te zyn i eenige Goederen of Waaren in de Ommelanden val-> lende of zynde, voor af binnen de Stad Groningen i ter Stapel te brengen, en dat hun deswegens eeni-> ge moeijelykhëid door den Olderman, dien zy niet: meer als zodaanig zullen erkennen, of wie het ook: zy wordende aangedaan , of wegens overtreeding; van het zogenaamde Stapelrecht geciteerd, op diea citatie niet zullen hebben te compareeren , maaf n van dit Attentaat tegens de Hoogheid en Souverei-4 niteit der Ommelanden ondernoomen, terftond aanil onzen Heer Prasfident in der tyd kennis zullen heb-* ben te geeven, wanneer dien aangaande onze pro-1 tectie krachtdaadig zullen ondervinden; en in te- «j gendeel by nalaatigheid van zulks, diens nadeelige | gevolgen zich zeiven te wyten hebben; want wyr als nu, onze goede Ingezetenen van het-ondraaglyk| juk des Stapelrechts, waar onder bykans twee eeu- | wen zo onrechtmaatig gebukt zyn geweest, met al! het gene daar toe al verder behoord, ontflaan, en het zelve voor altoos vernietigd houden. En op dat niemand hier van eenige onweetenheid 1 moge voorwenden, zal deezen alomme in alle dei Karfpelen der Ommelanden van de Predikftoelen af- ■ geleezen en aangeflagen worden, ter plaatfe, alwaar men gewoon is zulks te doen. Aldus gedaan in onze Vergadering op Woensdag : den 26 September 1787. Geparapheert, G. Lewe, Vt« f Onder ftond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voor/zi'; (get.) IF. J. Güichart, Secreu ï0, 544. Misfive van Burgemeefter en en Raad oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Meenit in Groningen, aan Run Hoog Mogenden di Hteren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden* waar in Hun Ed. Mogenden onder aruhien betuigen, niets te zullen doen dat eenige aanleiding kan geeven ut verdere verwydering enz* Hoog Mogende Heeren 1 I Wy hebben wel ontfangen Uw Hoog Mog. MisHve van den 22lten September jongst, by welke Uw Hoog Mogenden aan ons toezenden Copy eener 'Misfive van de Heeren Jonkeren, Hovelingen, Ei■ een-Erfden en Voimachcen van de Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwer, den I4den bevoorens iaan LTw Hoog Mogenden gefchreeven, waar in zich óver ons beklaagen ter oirzaak wy eenige gewapende Burgers naar Appingadam hadden gezonden, en i-waar op Uw Hoog Mogenden onze informatie eri belang hebben gelieven te requireefen, en te exjiorteeren ons te willen onthouden van al het gene :aanleiding tot verdere verwydering zoude kunnen [geeven. 1 Wy hebben niet willen afzyn de receptie van gemelde Misfive te aceufeeren,. en Uw Hoog Mog. voorloopig te informeeren , dat het Corps gewagende Burgers-, met de Heeren onze Gccommittteerden zo ras mooglyk is té rug gekomen, eKemot menige Manfchap met twee ftukjes Kanon, welkè i aldaar op verzoek der Regeering voor eetst zyn getbleeven, en na weinige dagen ook alhier zynte rug ;gekomem « * Ten tweeden: dat wy rëeds op den 21 (ten Septem: ber jongst, en dus voor de receptie, van Uw Hoo* ! Mogenden Misfive aan ons mede-Lid en Lieutenahc f en Hoofdman hebben gefchreeven, dat het geen 1 wv hadden gedaan tot geen ■ prejudicie of confe' qüetitie zoude kunnen worden getrokken, blykenMe uit de Misfiven fub A en. B. Dat al verder ons VI, Deel. G mede-  98 Verzameling van Stukken betnkkelyk tot mede-Lid aan ons Hebbende gefchreeven de Misfive >. van den 2Öften September fub C, hebben wy daar' Op dienzelven dag aan dezelve geproponeerd we- • derzyds Gecommitteerden te willen benoemen, om i de thands fubfifteerende gefchillen te vereffenen fub i D. Op welke beide Misfiven dus verre geen ant-' woord hebben bekomen. Uw Hoog Mogenden zul-■ len uit dit ons verrichtede ten vollen (zo als wy ■ Vertrouwen) overtuigt zyn, dat wy geen intentie: hebben gehad iets te doen, waar door de verfchil-. len zónden kunnen worden vermeerderd, maar iai tegendeel, dat wy van die middelen hebben z&eM ken gebruik te maaken, die het meest gefchikt ent minst omflagtig zyn om de eendragt onderling al-, hier te herflellen, zonder Uw Hoog Mog hoog- ■ wichtige occupatien te interrumpeeren; en het is i niet alleen om die reden, dat Uw Hoog Mogenden 1 ons voor als nog, en voor en aleer daar op antwoord 1 hebben bekomen, wel zullen willen excnfeeren , , ons ten principaalen in te laaten; maar wy hebben ! daar toe te meerder reden, alzo wy uit de Brieven . door onze Gedeputeerden ter Vergaderinge van Uw ' Hoog Mogenden naar hei-waards gezonden, en den 3den deezer ontfangen, zien , dat ons mede-Lid i Ook zelvs zich de decifie van Uw Hoog Mogenden . onttrekt, en zelvs na de terugkomst van ons Corps i Burgers, zulke middelen van redres vordert, die ons aBemiddelen van defenfie zouden beneemen; dan . ook hier over zullen wy ons nu niet inlaaten , nocll over het geen ons mede-Lid al verder heeft ver* richt. Betreffende voorts de klagten , alsofwy vcorneemens zouden zyn geweest aan de Collonel van Mey-. jern' deeze Stad in te willigen tot een Loopplaats voor een op te richte Regiment, motten wy Uw Hoog Mogenden informeeren , dat wv de Misfiven, daar toe verzoek doende, reeds hebben ontfangen den 2often Augustus laatstleeden en eerst den Elften September daar aan volgende rinar over hebben gedelibereerd , en daar in gedifficulteerd fub Ji,I  &$ Gsócurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 99 'JE, waar uit Uw Hoog Mogenden zullen gevoelen», pit wy van de receptie af, geene genegendheid rhebben gehad, om dat verzoek te willen accorderen. Voor het overige verzekeren wy Uwe Hoog Molenden, dat wy niets zullen doen, waar door ee•ïMge aanleiding kan worden gegeeven tot verdere ;verwyderinge ; integendeel alle billyke middelen aan'Wenden, om met ons mede-Lid deeze tegenwoor:dige difrerenten te fchikken, en de rust die wy in !deeze Stad genieten, en die wy niet anders weeten ibf fubiilleerd" ook door de geheele Ommelanden , idoor alle mooglyke middelen trachten te doen voortiduuren. Waar mede blyven, Üvve Hoog Mog» in Godes ■proteelie beveelende. Hoog Mogende Heerenï Onder ftondj Uw Hoog Mogende goede Vrienden \ Groningen Burgemeefter en oud en nieuw, fampt iden 8 Oclober Taalmannen en Gezwoorene Meente 1787* ' in Groningen. Was geparapheert, B. van Iddektnge, vt* Lager ftond Ter Ordonnantie der Heeren voorfz*' [was g«.) W, Cranssen, Secrete Q 2 fS:  ïöo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Noi 54.5. Misfive van Burgemeefter en en Raad oud eft$ nieuw j fampt Taalmannen en Gezwoorene Meen- ■ ■ te in Groningen, aan Hun Hoog Mogenden, waat' by kennis geeven dat Gecommitteerden hebben noemd, cm met de Heeren Gecommitteerden uit liet ; Lid der Ommelanden te befoigneeren, om ware héét mooglyk , alles door vriendelyke fchikkingen te i vereffenen enz. Hoog Mogende Heeren! By onze Misfive van den 7 Oótöber 1787, die* Uehdè tot antwoord op die van U Hoog Mogenderli van den 22ften September van het afgeloopene jaar >> in dewelke Uw Hoog Mogenden' ons hadden gelie-ven kennisfe te geeven van eene klachte, door Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten 1 der Ommelanden, tusfehen de Eems en Lauwers ,-; ter. Tafel van Uw Hoog Mogenden ingebragt, eni By welke U Hoog Mogenden onze informatie eni belang verlangden te zien, en ons exhorc'eerden,, om de gereezene verfchillen met ons mede-Lid ïfc" der minne te vereffenen, hebben wy ter kennisfe: van Uw Hoog Mogenden gebragt, dat wy zelvs-5 reeds yerkoozen hadden de weg van een minne-' lyk'e Asfopiatie té praïfereeren voor het Rechter-, lyk onderzoek Van Uw Hoog Mogenden, en hebben ten dien einde Heeren Gecommitteerden benoemt, om met de Heeren Gecommitteerden uitl het Lid der Ommelanden te befoigneeren, orai ware het mooglyk, alles door vriendelyke fchikkingen te vereffenen, de harmonie te herflellenj en de zaaken wederom in voorige ftaat te bren-. gen» Wy hebben ter bereikinge van dit falutair oog-;j merk, de grootfte toegeeventheid gebruikt , jaj wy zyn ten fterkften overtuigt van onze zyde, door perfuafive middelen alles te hebben aange-i Wend/ wat vaa cordaate cn vreedelievende Re«e gen«J  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 101 gentenj immer kan worden gevorderd; waar van wy Uw Hoog Mogenden., door de bewyzen die foor handen zyn, ten eerden hoopen te convinceeren. Dit alles deedt ons met recht verwagten, dat aan de zyde VSn het Lid der Ommelanden, even dezelve inclinatie plaatfe yindende, naar het verlangen van U Hoog Mogenden de gereezene verfchilien fpoedig in der minne zouden worden vereffent, dan de uitkomst heeft aan on^e zo billyke verwagicinge niet beantwoord,'alzo Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, tusfehen de Eems en Lauwers, hebben kunnen'goedvinden de Befoign'es af te breeken, en daar door de zaaken in dien ftaat te brengen , waar ih dezelve zich voor'het en^ameeren dier Beioignes hebben bevonden. Wy hebben niet willen afzyn Uw Hoog Mogenden van dëeze toedragt van zaaken te informeeren3 ien tevens kennisfe te geeven , dat wy bereids Heeren Gecommitteerden hebben benoemt, welke zich. in ftaat zullen ftellèn, om al dat gene het welk ter beantwoordinge van de klagten van Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden kan dienen, aan ons te exhibeereu, alsmede hoe de gemelde Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, in meer dan een' opzicht de decilien van Uw Hoog Mogenden hebben oyertreeden, en diensvolgens ons de aliergrondfte 'redenen van klagten gegeeYen- ' Intusfc'nen verhoqpen en vertrouwen wy, dat Uw Hoog Mogenden de deliberatien op de pieces, zo :aan de zyde van het Lid der Ommelanden by Uw, Iïloog Mogenden mogten worden ingedient , zullen gelieven'uit te ftellen, heen ter tyd onze iniformatien eü belang (welke wy binnen korten zullen overzenden) by Uw Hoog Mogenden zyn ingekomen. G 3 . Waar  103 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar mede blyven, Uw Hoog Mogenden. in Gc^S>Es protectie beveeiende. Hoog Mogende. Heeren1. Onder ftond,_ U Hoog Mogende goede Vrienden 1 Groningen Burgemeefter en en Raad, oud en nieuw*, den 12 Febr. fampt Taalmannen en Gezwooren^ x 7 83* Gemeente in Groningen. Was geparapheert, J, P. CjUNTUS, vt, Lager fnond, Ter Ordonnantie der H- Heeren voorfza ; (getj G. J. Gockinga 3 SecreU No. 546. Extradt uit het Register der Refolutien van*'* de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der • Vereenigde Nederlanden,behelzende onder anderen, Refolutie om de Heeren Gedeputeerde Staaten va& Stad Groningen en Ommelanden aan te fchryven* om een Landsdag tegens den 22 of 23 Febr. 1783^. te befchryven, enz. Luns, den 18 February 1788. Ontfangen een Misfive van Burgemeesteren ea Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en gezwooren Meente in Groningen, gefchreeven aldaar den I2den deezer, houdende, dat by hunneMi. Haar Hoog Mogenden mogten worden ingedient I zouden geheven uit te fteiien, ter tyd toe, dat der-., zei ver informatien en belang ("welke zy binnen korten zouden overzenden), by Haar Hoog Mog zou,, den zyn ingekomen. Waar op gedelibereert en een conferentie met eeruge Heeren Gecommitteerden uit den Raad vaai Ma»ten, nog flaaDde Vergaderinge belegt en ge-, houden zynde, om de voorfchrëeve Misfive te exammeeren, daar over in te neemen de confideratienu en het hoogwys Advis van zyn Doorluchiige Hoogheid, als Erf-Stadhouder van de Provincie van StacU en Lande; hebben de Heeren van Welderen , ea4 andere Haar Hoog Mogenden Gedeputeerden tod de zaaken van de Placaaten en Reglementen , ter" Vergaderinge gerapporteert, datzy Heeren Gedepu,-. teerden.en Gecommitteerden uit den Raad, conform t het Pra>Advis van zyn Hoogheid, in de voorfchrëeve: conferentie pra?fent geweest zynde, van oirdeel wa. ren geweest; dat: wat de aart en merites der geichil.en zelve betrof, Haar Hoog Mogenden des aan-', gaande dus verre niet genoeg waren geïnfirueert en, &eeiucideert, om daar omtrent te kunnen disponee- : ren, maar dat het inmiddels zeker was, dat, ge- j dnurende dat onderzoek , de verwarringen in de Provincie van Stad en Lande van dag tot dag ïtonden te vermeerderen. Dat hier uit te meerder onheilen te wagten eh te vreezen waren, dewy] de Staats-Vergaderingen bleeven afgebrooken,, en dat op een tyd, dat de Regeering over de geheele Pro, vin- ■  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 105- icincie, en ook de Generaliteits Commisfien op den ;22 February, in eene te houdene Landsdag moesten 1 werden' befteld. Datzy Heeren Gedeputeerden in eene rechtmaati* !ge vrees verfeerden, dat de Provincie van Stad en : Lande (indien ook die Landdag onverhoopt niec :mogte werden uitgefchreeven en gehouden, om idaar op de beftelling der Regeering te doen) aan eene volfirekte Regeeringloosheid wierde blootgefield , waar van de akelige en alfints ruïneufe gevoligen, by het minfie nadenken konden werden geapipriehendeert. Dat Haar Hoog Mog. om die reden , ihier tegen onverwylde maatregelen dienden te neeimen, waar toe eenige voorflagen door zyne Hoogiheid waren gedaan. Waar op vervolgens gedelibereerdzynde; is goedgevonden en verltaan: dat in de eerfte plaats aan :de Heeren Gedeputeerde Staaten van gemelde Provincie, met toezending van Extract, van deeze Haar :Hoog Mog. Refolutie, van Haar Hoog Mog. intentie kennis zal worden gegeeven, en dezelve daarby laangefchreevén, van niet in gebreke te zyn, inidien de Landsdig nog niet uitgefchreeven was, dezelve tenallerfpoedigften, tot weering van alle contfufie, disorder en nadeel, tegen den 22flen deezer [•maand uit te fchryven , en de beide Leden van IStaat, naar aloude ufance daar op te convoceeren» ten einde de Regeering der Provincie en Generaliteits Commisfien, befteld en benoemd werden. Dat :Haar Hoog Mog. verwachten,dat hier tegen geene Idifficulteiten zullen gemaakt of aangenomen werden; :en zo de kortheid des tyds al mogte beletten, dac ; gemelde uitfchry ving tegen den 22ften deezer niet in liet werk gefteld konde werden , dat dan, in dit extraordinaire geval, de befchryving der Staaten tegen den volgenden dag, zynde den 23ften deezer maand, zal behooren te gefchieden. Dat ook, in :de tweede plaats, van deeze Haar Hoog Mog. proivifioneele Refolutie, zo aan de Heeren Burgemees. iteren en Raad der Stad Groningen, als aan Jankeen 5 renj  Zo5 Verzameling van Stukken bcirekhelyk tit ïjen, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten dep Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers, kennis zal worden gegeeven ; met aanfehryving: dac , Haar Hoog Mog. verwachten, dai tegen het houden j deezer Landsdag, of de bellellinge der Regeeringe op dezelve, naar aloude ufance , door geene vaa beide Leden der Provincie eenig beletzei zal worden gemoveerdj of in. het werk gefield ; "voor al ook, daar Haar-Hoog Mog. deeze noodzaakelyke voorziening in geenen opzichte in eenige confequentie getrokken willen hebben, of doen dienen tot eenige prejudicie aan het'recht en de fuftenues van eene der beide Staatsleden van de Provincie, inde fubfifteerende gefchillen. ■ t Dac ook 3 iu de derde plaats 3 de beide gemelde Leden der Provincie, hier by zal werden aangefchreeven en geadhorteerd: de afgebrookene 5elöignes tot onderling accommodement en vereffening der fubfifteerende gefchillen, 'hoe eerder zo beter, te reëntameeren5 en daar toe wederzydfé Gecommitteerden te benoemen, op dat 3 door het protaheeren geen verdér nadeel worde te wege gebragt, maar dezelve verfchillen met alle applicatie en wederzydfche toegeefiykheid werden'afgedaan, ten einde de Regeering in de Provincie van Stad en Lande haar ordinaire loop en kragt wederom herkryge, en de volkomene harmonie tusfehen de beide Leden herfleld wrrde. - Dat eindelyk , indien deeze hervatte; befoignes binnen den tyd van vier weeken, het gehoopte effect tot herftel der onderlinge harmonie, niet mogten te wege brengen, de beide Leden der Provincie zal worden aangefchreeven : de gronden en merites van wederzydfche fuftenues, als dan binnen den tyd van zes weeken, na afloop van dat eerile termyn, aan Haar Hoog Mogenden te doen toekomen, tes einde Haar Hoog Mogenden dezelve zouden overweegen, en daar op , na ingenomen te hebben het hoogwys Advis van zyn Hoogheid, als Erfstadhouder van opgemelde Provincie, zodaanig daar omtrent handelen, als  i "ie Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. ïo^ 1 sis Hoogstdezelve, Daar bevind van zaaken, zullen jprdeelen te behooren, het zy door het voorflaaQ i.yan coociliatoire fchikkingen als anderfios. Aanteekening der Provincie van Stad en Lande. De aanwezende Heer Gedeputeerde van de Pro'vincie Scad en Lande, heeft zich in de voorfz. zaak miec h gelaaten. Nu. 547- Misfive van Burgemeesteren en Raad in Grc~ ningen aan Hun Hoog Mogenden , waar by kennis geeven, dat aan Hun Ed. Mogende mede-Lid reeds hebben geproponeerd, tot voorkominge van Con* fufien, om door wederzydfche te flellene Heeren Gecommitteerden , de gewoonlyke zaaken af te doen, en de Collegien van Gedeputeerde Staaten en Rekenkar nier te beledigen, enz. Hoig Mogende Heeren! Wy hebben wel ontfangen Uw Hoog Mogenden Misfive van den i8den deezer, behelzende antwoord op eene van den breeden Raad deezer Stad, iwaar by U Hoog M°genden, om voor te komen de •Verwarringen, die geduurende het onderzoek der gefchillen, tusfehen ons en Jonkeren, Hovelingen, Eigen Erfden en Volmachten der Ommelanden, tus« (fchen de Eems en Lauwers fubfifteerende, zouden gebooren worden; ons communiceeren: dat hadIden gerefolveerd, Heeren Gedeputeerde Staaten deezer Provincie aan te fchryven, en van U Hoog Mogenden intentie kennis te geeven, van niet in gebreke te zyn , indien de Landsdag tegens den isaften deezer niet was uitgefchreeven, dezelve ten allerfpoedigften uit te fchryven, en de beide Leden van Staat, naar aloude ufance, daar op te convoxeeren, ten einde de Regeeringe der Provincie en iGeneraliteits Commisfien, benoemd en befteld wier» Bèn. . D.&t U Hoog Mogenden niet konden nalaatën van dee-  rlo8 Verzameling ven Stukken heirekkelyk tqt % deeze provjfioneele Refolutie kennis te geeven, in yerwagting, dac tegen het houden van dien Landsdag of de beftelünge der Regeeringe op dezelve» naar aloude ulance door geene van beide Leden der Provincie eenig beletzei zoude werden gemoveerd, of in het werk gefield; voor al ook: daar U Hoog Mogenden deéze no'odzaakejyke 'Voorziening in geeBen opzichte in eenïg« córifequtmtie getrokken' wilden hebben, of doen dienen tot eenige prejudicie aan het recht en de fuftenues van eene der beide Staatsleden ven do Provincie, in de fubfifteerende gefchipen. ' ' ' ' Vindende Uw Hoog Mogenden zich ook verplicht ens te verzoeken én te adhorteeren, gelyk ook aan ons mede-Lid gedaan hebben, de afgebrooIcene befoignes tot onderling accommodement en yerefFening der fubfifteerende gefchiilén, hoe eerder hoe beter te reëntameeren, en daar toe Gecommitteerden te benoemen, op dat door hét protraheeren geen verder nadeel werde te wege gebragt , maar dezelve verfchillen met alle applicatie en wederzydfche toegeëflykheid werden afgedaan , ten einde de Kegcering in deeze Prov.ncie haarpn ordinairen loop en kragt wederom herkryge, en de volkomere harmonie tusfehen de beide Leden herfteïd worde. En , indien deeze te hervatte befoignes binnen den tyd van vier 'weeken het gehoopte efftcl:, tot herftel der onderlinge harmonie, niet mogten te weeg brengen , verzoeken U Hoog 'Mogenden ors de gronden en merites van onze'fuftenues, als dan binnen den tyd van zesweeken, na afloop van dat eerfte termyn aan U Hoog Mogenden te doen toekomen, ten einde U Hoog Mogenden dezelve zouden overweegen, en daar op na ingenomen te hebben het hoogwys Advis van zyne Doorluchtige Hoogheid, als Erf-Stadhouder van dccze Provincie, zodaanig daaromtrent te disponeeren, als naar bevind van zaaken zouden oirdeelen te behooren , het zy doof het voorflaan ,van cocciliatoire fchikkicgen als anderfints. .Wy  ie Gefoürteriisfen in tn%. voorgsvdlsm iqkj Wy hebben geen oogenblik willen sarfelen, UHoog Mogenden te informeeren, dat wy bereids ivoor den ontfang van U Heög Mogenden Misfi. ,vea^aan ons mede-Lid op de gedaane uitfchryvinige" van den Landsdag tegens den ziften deezer, ifiebben geproponeert, tor. voorkominge van con*fulïen, om door wederzydfche te ftellene Heere' , ^Gecommitteerden de gewoonlyke zaaken af te*' :doen, en de Collegièn van Gedeputeerde Staaten :eu Rekenkamer te beëedigen; ja dat wy, na over [thv Hoog Mogenden Misfive gedeliberéert te hebiben , op die zelvde Vergaderinge, waar op behaald was te advifeeren over eene Piece aan Uw Hoog Mogenden , om te dienen ter juftificade ivan ons gedrag met Jonkeren, Hovelingen, Ei* ;gen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, tusfehen de Eems en Lauwers gehouden , befioocen hebben dezelve achter te houden, en Uw Hoog 'Mogenden voorflag aan onze zyde te amplectee'ren. Èn het is ten blyke, hoe genegen wy akyd ge» iweest en nog zyn, om, ware het mooglyk, de ge:reezene verfchillen in der minne by te leggen, dat rwy, in gevolge Uw Hoog Mogenden verlangen, f-teeds Heeren Gecommitteerden benoemd hebben, :om, indien zulks aan de zyde van Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden het zelve mede werde aangenomen, met deri zeiver Heeren Gecommitteerden te conferecren » ien daar in alle mooglyke toegeevelykheid tegebruiIken, zo verre de Rechten en Privilegiën, deeze ! Stad competeerende, toelaaten en gedoogen, op : dat de Regeeringe haaren ordioairen loop en kragt •herkryge, zullende wy niet in gebreke blyven Uw I Hoog Mogenden onze belangens , in dien de te ! houdene conferentie van geen gewenscht gevolg mogten zyn, na afloop der vier weeken aan te bie1 den. Waar mede blyven, na Uw Hoog Mpgenden in  I I ttö Verzameling van Stukken betrekkelyk tdï ia Godes heilige protectie te hebben aanbevooléöi Hoog Mogende Heeren! Oneer ftond, Uw Hoog Mogende goede Vrienden^ • Groningen den Burgemeefter en en Raafa $2 Febru. 1788. in Groningen. Was geparapheertj B. van Iddekinge» vu Laser ftond, Ter Ordonnantie der H. H. Heeren voorfzi, (was get.) G. J. Gockinga, Secrett, No. 5 8. Misftve van de Heeren Gedeputeerde Staatem van de Stad Groningen en Ommelanden, aan de Hes-* ren Staaten Generaal dtr Vereenigde Nederlanden s>\ waar by aan Hun Hoog Mog. kennis geeven, dai'i de Landsdag den ziften February niet alleen ?::'.«j gefchreeven, maar ook werkelyk Jtaat gehouden êgj worden. Èoog Mogende Heeren! Wy hebben op heden nademiddag zeer wel ont-:| fangen Uw Hoog Mogenden zeer gerefpecteerdcl Misfive in dato den iöden deezer, ter geleide vanrj de Refolutie op den zeiven datum door Hoogstdeil zelve genomen, betrekkelyk het uitfchryven vani eene Landsdag tegens den 22ften deezer, waar opl wy het genoegen hebben Uw Hoog Mogenden tenl eerften te refcribeeren, dat wy bereids op denl l6den deezer, Hun Edele Mogenden de HeererJ Staaten deezer Provincie, gelyk van ouds gebruik kelyk is, tegens den 2lften deezer hebben be-| fchreeveD, en daar door vertrouwen, het verlam! gen van Uw Hoog Mogenden te hebben geanticil peert, zo als ook door de gehoudene StaatsvergaJ deringe weikelyk effect, heeft gehad. Waaa m  ie Gebeürtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, nr j Waar mede, Hoog Mog. Heeren 1 wy Uw Hoog Mog. beveelen in de Proce£tie der Allerhoogftea. (Onder ftond,') Üwer Hoog Mog. goede Vrienden» Ir GroniDgen De Gedeputeerde Staaten van den 20 Febr. de Stad Groningen en Orm 1788. melanden. I Geparapheeït > J. H. Keyzer, vt4 Lager ftond Ter Ordonnantie van dezelve. I (geïeefcent) E. Lewe , Secret. No. 549. Misfive van de Gecommitteerde Raaden der Ommelanaen, tusfehen de Ems en de Lauwers* ' aan Hun Hoog Mog., waar by onder anderen kennis geeven , dat de Heeren Gedeputeerde Staaten en die van de Reekenkamer, werkelyk reed: onder éédè waren genoomen, en dus de Jfrovinciaale Regee* ring befteld. Hoog Mogende Heeren! Naar dien de. Leden der Volmachten uit de re* fpeótive Carfpelen der Ommelanden, alwaar geert Eigen-Erfden irevonden worden, met den 22ftea deezer zyn geëxpireerd, en de nieuws gekoozene Mét beëedigt, of ter Ommelanden Vergadering kunnen worden toegelaaten, voor dat hunne blyken rn de monftering, waar mede op den nden Müarc sen aanvang zal worden gemaakt, zyn geexaml? neert, en aldaar Acte van Adroisfle bekomen hebben; hebben wy niet willen afzyn U Hoog Mog. onder het oog te brengen , dat hier door de Omme. jander Regcering thands incompleet zynde,deove. fige Heeren Leden, als Jonkeren, Hovelingenen Eigen-Erfden, volgers het bezwooren Reglement ^eene bevoegdheid hebben, om Uwer Hoog Mo^. ^ Mis»  I ü2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót H Misfive van den i8den deezer in déliberacie te néee men, of daar op eenig befluit te formeeren, vooj dat de Monfiering der nieuwe Comparanten geëin-i digt is; en, teffens U Hoog Mogenden kennis tei geeven, dat de uitfchryving van de ordinaire St; Pieters Landdag, door de Heeren Gedeputëerdet Staaten deezer Provincie volgens ouder gewoontes en reeds voor den afloop der gemelde Misfive vani U Hoog Mogenden gearrefteert en geëxploicteeri1 zynde, beide Leden op den 2iften toe het ontfan|i gen van de Refignatie, en op den 23ften deezer3 tot Ontdekking der Genëraliteits en Provinciaale: Commisfien Staatswyze hebben ge vaceert, ten dieni effecte, dat de Heeren Gedeputeerde Staaten, eri die van de Reekënkamef werkelyk reeds onder éé'dei zyn gebragt, en aldus de Provinciaale Regeeringj befteld is geworden ; hebbende niet te min de! Heeren van de Ommelanden, door herhaalde ihftano tien hun mede-Lid niet kunnen permoveeren, om by die gelegendheid volgens conftante gewoontei en aloud gebruik, een Predikatie of een Gebed ini het Provincie Huis te laaten doen. Waar mede deezen eindigende, beveelen Wy U Hoog Mogenden aan de befcherming van God AM machtig, die wy bidden, dat Ü Hoog Mogendefli in een lange en voorfpoedige Regeering wil bewaa» ren, en verblyven. Hoog Mogende Heerenl (Onder Jlond,) Ü Hoog Mog. goede Vrienden} Groningen De Gecommitteerde Raaden det den 25 Febr. Ommelanden tusfehen de Eems 1788. en de Lauwers. Geparapheert, H. Lewe, vt. j Lager ftond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz!\ (geteekent,) F. J. GuicHART, SecreU  •ie&ebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. H3 '..Noi 550 Misfive van Burgemeesteren en Raad in Groningen, aan Hun Hoog Mogenden, over het reëntameeren der Conferentien, betrekkelyk de gereezene gefchillen mei de Ommelanden enz. hebben* de tot Bylage eene Misfive van Heeren Gecommit. teerde Raaden tusfehen de Eems m de Lauwers* aan Heeren Burgemeesteren enz. van Groningen. Hoog Mogende Heeren ! Wanneer wy op den 23ften February laatstlee: den, onder anderen aan Uw Hoog Mogenden comi mtiniceerden, dat ingevolge het verlangen van Uw Hoog Mog. aan ons gemanifefteerd in Hoogstdert zei ver gerefpecteerde letteren van den igden bei voorens, reeds Heeren Gecommitteerden benoemc :ha"dden, om indien zulks aan de zyde van Jonkeren , Hovelingen , Eigen-Erfden en Volmachten ; der Ommelanden wierde aangenomen, met Gecomilmitteerden van dezelve van nieuws te confereeren„ itot een minnelyk accommodement en vereffening l.der fubfifteerende gefchillen tusfehen Stad en Laaide, hebben wy by Misfive van dien zelvden datum aan gemelde Heeren van de Ommelanden kennis jgegeeveh, welke Heeren ten dien fine aan kante 'Van de Stad waren Gecommitteerd, op dat, zo dra zulks by dezelve gefchied , en aan óns bericht zouidezyn, de Gecommitteerden nagemaakte aYfpraak» 1de conferentien wederom 'zouden kunnen beginnen :'en voortzetten j Op deeze Brief den 28ften daar aan volgendedê ïievensgaande refcriptie (waar toe wy kortheids* ihalven de vryheid heémeh óns te refereeren) heb? ipende ontfangen, hebben wy het van Onze plichÊ geacht U Hoog Mogenden daar van te infórmeeren, iinaardien U Höög Mog. daar uit zuilen zien,dat téü opzichte van de Stad, het reëntameeren der voor* ifchreeve Befoignes tot herftel der harmonie /lüsifchen de Leden van deéze Provincie te vertvagterj 4s, van de ihclinatie en dispofitie, wélke daar öüiVI. Deel. ü (f«ai  IT4 FerzsmeHng van Stukken htrekkelyk tot trent by de Heeren van de Ommelanden na'afloop van de monftering zal bevonden worden Waar mede blyven, U Hoog Mogenden in Go. ©Es protectie beveelende. Hoog Mogende Heeren! (Onder Jlond,') U Hoog Mogende goede Vrienden. Burgemeesteren en Raad in Groningen. Geparapheert, (was get.) B. v. Iddekinge, vt. Lager ftond Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz« (geteekend) W. Cranssen, Secrtt. BYLAGE. Edele Mogende Heeren! U Edele Mogenden by Misfive van den 23fïen deezer, en op den 2jften» na dat onze Vergadering geëindigt was, geëxpedieert aan Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, tusfehen de Eems en de Lauwers, hebben gelieven kennis te geeven van dè dispofitie tot het reëntameeren der conferentien, betrekkelyk de gereezene gefchillen, door het benoemen van Heeren Gecommitteerden by U Edele Mogendrn gemaakt, vermeenen wy, op dat een te lang ftilzwygen aan zyde van de Ommelanden, niet mogen veroirzaaken eenen verkeerden uitleg of nadeelige impresfien, U Edele Mogenden te moeten doen reflecteeren, dat de ééden der Volmachten, met den 22ften deezer zynde geëxpireert, en de beëediging der nieuws gekozene Volmachten niet kan g-efchieden , voor dat de'zelver qualificatien in de aanftaarde monftering geëxamineert en goedgekeurt zyn, over zulks tot zo lange de Ommelander Ver-  &e GeBeürtenisfèn in 1787 enz. voorgevallen. lij Vergadering incompleet zynde, by dezelve conform bezwooren Reglement niets gerefolveert mag worden, en wy terfens ons buiten ftaat bevinden, gemelde Uwer'Edele Mogenden Misftve ter deliberatie van die genen te kunnen brengen, waar aan dezelve is geadresfeert. Wy zullen echter niet in gebreeken blyven, terftond na geëindigde monftering ten vermelden einde alle de Heeren Comparanten te doen verïchryven, wanneer niet twyffelen, of zo wel de Misfive van Haar Hoog Mogenden van den i8den deezer, als die van U Edele Mogenden zullen de eerfte onderwerpen der deliberatien van Hun Edele Mogenden worden. Waar mede^ verblyven, na U Edele Mogenden In Gödes Heilige Protectie te hebben aanbevoolen. Edele Mogende Heerenl (Onder ftond , j U Edele Mogende goede Vrienden, De Gecommitteerde Raaden der Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers. Geparapheert, (tóas gef.) H. Lewe, vt. Lager Mond, Ter Ordonnantie van H. Heeren voorfz. (tias gei.} F. J. GüicHArt, Secreu  II6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N". 551. Misfive van Jonkeren, Hovelingen en Volmachten der Ommelanden, tusfehen de Eems en dtt Lauwers, aan Hun Hoog Mogenden de Heerem Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, i?e«. hehende DeduElie en verhaal van het gepasfeerde geduurende de fubfifteerende Oneenigheden tusfehen. de Hooge Staatsleden van Stad Groningen en Om* melanden enz. Hoog Mogende Heeren! Door de Heeren onze Gecommitteerde Raaden, by Misfive van den ajften February laatstleeden,, ter kennis van Uw Hoog Mogenden zynde gebragt, datwy volgens Ommelander Regeerings-Conftituties en het bezwooren Reglement, naar dien onze Ver-: gadering incompleet was, geene bevoegdheid had-l den, om de. Misfive van Uw Hoog Mogenden vam den i8den bevoorens in deliberatie te neemen, eni daar op eenig befluit te formeerenvoor dat dei monftering der Landsdags Comparanten, waar me-, de den ilden Maart een aanvang ftond te worden gemaakt, zoude zyn afgeloopen, hebben wy niet willen afzyn direct op onze^eerfie Vergadering nai geëindigde monftering, gehouden den,28ften der jongstverloopene maand, gemelde Uwer Hoog Mogenden Misfive, tot een onderwerp onzer deliberatien te maaken; welke op heden nader geëxami-, neerd er overwogen hebbende, vermeenen wy voon Uw Hoog Mogenden niet te mogen verbergen, on^ ze groote verwondering zo omtrent de weinige uit-; werking, welke onze voorgaande rechtmaatige kiag. ten, ter Vergadering van Uw Hoog Mogendem en het gene verder by het arrefteereh van dezelve! heeft plaats gehad. Wilden wy ophaalen Hoog Mogende Heeren, dè< verregaande, geweldige en onregdmaatige ftappeni zedert een reeks van jaaren aaD zyde van de Stad: gedaan, zouden wy gedrongen worden een zware Register op te hangen, waar van de Jaarboeken» geenJ  ie Gebeurtenis/en in I?8? enz. voorgevallen, li? »een wedergaa kennen, en waar aan naauwlyks ein- • Ie te vinden zoude zyn. Wy willen dan liefsc de fcortfte en zagtfte weg verkiezeu, en zullen voor: lis nog tot geene byzonderheden , die voor de ■ iHaand September 1787 hebben plaats gehad, overgaaD, maar zulks tot de uiterfte nood verfchuiven, 2h ons thands alleen bepaalen, tot het geen in de .aatfte dagen kort voor de gelukkige omwenteling > van zaaken, waardoor de Republiek voordeszelva Ondergang bevryd i* geworden, gebeurd is. • Wy behoeven Uw Hoog Mogenden niet te herinneren de akelige toeftand, waar in het lieve Va- c derland in het afgeloopen jaar 1787 was gebragt, wanneer zo hier als elders het Dictatorfchap aan zo. genaamde Commisfien vaD defenfie opgedraagen, de befluken van de wettige Souvereinen, door vliegende Legertjes uit het gemeenfte en flegtfte foort van Volk beftaande, wierden beftierd: die wonde §s3 te verfch, dan dat de fmerten daar van reeds vergeeten zouden zyn. Wy behoeven even weinig Üfw Hoog Mogenden te herinneren de toefiand, waar in de Vergadering van Uw Hoog Mogenden zich bevond, wanneer door het verfchynen van on■wettjge Gedeputeerden van zekere prastenfe Staaten te Utrecht vergaderd, het droevig tydftip 'fcheen gebooren te zyn, dat een heilloos fysthéma tot verderf van Land en Volk zoude door dringen, :en zekerlyk de overhand gekreegen zoude hebben, hadden wy eecftemmig met ons mede-Lid willen iwerkzaam zyn, en-in derzelver maatregulen tree;den, ;Dan daar onze advifen ter Staats-Vergadering tel. ■ kens tegens die van de Heeren van de Stad diametraal waren overgefteld, konden 'er by deeze Provincie geene zodaane befluiten worden genomen, 1 waar door de Ondermyners en Belaagers der gcvesv l tigde Conftitutie, eenige onderfteuning ontfingen , 1 waar uit de gezamentlyke Hooge Bondgenooten dit voordeel hebben getrokken . dat de balance niet na ds verkeerde zyde overgeflagen, en het gezaaj . H 3 over  22$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot over de Armée van den Staat zodaanig geconfer- ■ veert is gebleeyen, dat toe behoud van het gefol- • terd Vaderland werkzaam konde blyven • . Daa„ even hier door, hebben wy ons alle de elenden,' die ons vervolgens zyn overgekomen, op den hals, gehaald. Toen men zag, dat niets op ons vermogte, om ons van dè betrachting van ééd en plicht af te trekken , moesten 'er geweldiger maatregulen genomen worden, men wa* met de Commisfie van deferfie te Woerden in Correspondentie; de Collonel Meyern wierd herwaards afgezonden, en hield feeree^ te Conferentien met de Commisfle van defenfie deezer Stad: hier op volgde een Brief van die van Woerden, om aan het nieuw geworven Corps van gemelde Collonel alhier een Loopplaats te vergunnen, waarfchynlyk om geconjungeert met eenige Leden uic de gewapende Genoodfchappen in deeze Provincie, en die van het nabuurig Friesland daar van een vliegend Legertje, tot een Tuchtroede voor beide Provinciën op te richten. Men was echter te onverduldig, en kon den tyd niet afwagten, dat zulks volkomen tot Hand ware gebragt. # 1 ' 'Er deed zich eene gunftige gelegendheid op, om het gene 'er reeds lange gefmeult hadde, iri volle vlam te doen uitbarfien, wanneer op' den iq en nden September, door het Esercitie-Genoodfchap tot Appingadam, aanleiding tot eenige onlusten aldaar wierd gegeeven, en waar van de bron niet bezwaarlyk te vinden is. Toen vermeende men het rechte tydftip gebooren te zyn, om ons tot een andere denkenswyze te brengen, teq minften, om zo door het intfmideeren van deeze, als het arrefteeren van geene, de befluiten ter onzer Vergatfering naar zyn zin te dirigeeren. ■—— Toen wierd door de Heeren van de Stad beflooten,' om eenige Gecommitteerden met een fterk Detachement uit het Genoodfchap van Wapenhandel, Ka. jpoa en verder Ammunitie van Oorlog naar Appia-  ie Gebeurtenis/en in 1787 «nas. voorgevallen. 1S9 gadam te zenden, en aldus het Ornmelander Territoir, gewapenderhand te invadeeren en te fchea- \Ar-,r horrlpnkpn mpf Hf» innig fte droeffenisfe, de fmaad die wy om onze «andvastigheid en aan- Kieeving aan ue gevesugue uuuiuiuuc, nebbe 1 moeten ïyaen, en wy z-yu met medelyden aangedaan, over het geweld en overlast, dat veele onzer goede Ingezetenen, waar onder zelfs Leden van onze Vergadering zich bevonden , onder directie van deeze Stads-Commisfie van defenfie op ois Souverein Territoir, aan hunne Perfoonen en Goederen, hebben moeten ondergaan , zonder dat wy deswegens eenige fatisfactie, or onze goede Ingezetenen, waar van fommige hunne gezondheid door die mishandelingen verlooren hebben, dus verre eenige vergoeding hebben kunnen bekomen, daar nogthands het verblyf van deeze gewapende Manfchappen, die intusfehen in een donkere nagt ook een pooging deeden, om de * ortresfe Dclfzyl by verrasfing in te neemen, aldaar . 1 k„„*v «n^oimii^n . tnr dat men van de be¬ ste» ItllIJi UClll. «OUJlNUUUv-uj Ti . 1 1 . r toonde grootmoedigheid van zyn Komnglyke Maiefieit van Pruisfen toeverlaatige berichten °ntfl;no* en het dus niet langer geraaden vond, zyn beldenmo 'law weerlooze Ingezetenen te betoonen. Wy hebben by Misfive van den I4den September des afgeloopen jaars, waar toe ons, om de kortheid te betragten , by deezen refereeren, van deeze openbaare verbreeking van den band van Vereeniging, tusfehen ons en de Heeren van de Stad , ten overftaan van U Hoog Mogenden zo plechtig gelegd; en van het orefente gevaar, waar in wy ons bevonden , aan U Hoog Mogenden wydloopig kennis gegeeven, in die allezints rechtmaatige verwachting, dat U Hoog Mogenden door fpoedige, prompte en toereikende befiuiten, daadelyk zodaane vooraieEinge doen, en middelen daar zouden «ellen , waardoor wegens deeze ongehoorde en geweldige fchenB ding H 4  ■ I X2o Verzameling fan Stukken letrekkelyk tot ding van ons Territoir, genoegzaame fatisfaclie kon* den bekomen. Wy konden dit met recht vertrouwen, daarzulkss Dy het Utrechts verbond uitdrukkelyk is beloofd,, en moesten die daadelyke hulpe in dit geval te meer! verwagten, om dat dit geweld ons alleen wegenss onze aankleeving aan dit verbond wierd aangedaan. Doch tot ónze grievende fmerte bemerkten wy/ al ras, dat wyons meteen iedele hoope hadden gevleid, wanneer U Hoog Mogenden in plaats vani aan ons daadelyke hulpe te doen geworden, ons tem prooije van onze Vyanden overlieten, en by Mis-live van den 22lten September kennis gaven: „dat: 9? U Hoog Mogenden hadden goedgevonden aan de i j, Heeren Burgemeefteref. en Raad, oud en nieuw,, «, fampt TaalmanneD en Gezwooren Gemeente der 1 3, Stad Groningen te fchryven, dat U Hoog Mo». a, gepden met veel aandoening en leedwezen zyn i 3, ontwaar geworden de oneenigheden, welketus* ■ s, fchen de beide Leden van Staat, by gelegent3i heid van het voorgevallene te Appingadam als „ anderfints zyn ontftaan, en waar over wy ons zo hooglyk zyn beklaagende, dat U Hoog Mor genden vermeenea Hoogstderzelver oirdeel deswegens te moeten opfchorten, tot dat wy gele,, gentheid zullen gehad hebben, daaromtrent te „ zien de informatién en het belang van hun Heess, ren Burgcmeefleren en Raad, welke U Hoog „ Mogenden Copie van onze Misfive aan hun had„ den toegezonden Gelyk de inhoud van voorfchreeven Misfive, ons, die met zo veel recht eene daadelyke hulp verwagtende waren, ten uiterfien moeste furpreneeren s zo hebben wy ook vermeent die verwondering voor U Hoog Mogenden niet te mogen verbergen, maar als eerlyke en cordaate Regenten verplicht te zyn dezelve zo fpoedig mooglyk ter kennisfe van Uw Hoog Mogenden te brengen, en aan Hoogstdezei» ve te reprefemeeren> dat, het geenfints onze inten» sie  'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 121 I eie ware om met de Stad wederom in die kostbaare I Proceduures geleid te worden, waar door onze Fi: nantien thands door eene voorbeeldelooze fpaar! zaamheid weder herfteld, in vroegere tyden gerui ineerd zyn geworden, maar dat het geweld, de hoon i en fmaat, die wy hadden ondergaan in het open» I baar zynde gefchied, en de band, die de beide Le1 den van Staat dus verre vereenigt had gehouden, 1 daar door voor het oog van ieder een aan Stads zy1 de faitelyk verbrooken zynde, wy nu mede ontflaS gen waren van alle die verplichtingen, waar toe i anderfints door het Tracïaat van Reductie en De[ rillen van U Hoog Mogenden gehouden waren, en t dieswegens onze Souvereiniteit en ÜnafhankelykI heid niet minder als de Heeren van de Stad zonden (doen gelden en handhaaven, breeder te zien in lonze Misfive aan Uw Hoog Mogenden van den !2CSften September, waar toe ons mede by deezen t refereeren, Intusfchen ontfingen wy op dien zelvden dag van ; den 26ften September na geëindigde Vergadering 1 een Brief van den Breeden Raad deezer Scad, ver!toonende eene groote geneigtheid en vuurige 1 wensen, om op vaste en biilyke gronden met ons Ite tiereenden ; en houdende een voorflag om Heeren Gecommitteerden te benoemen, ten einde te 'famen , als Leden van ieder Lid apart te deliberee:ren over de middelen, zo ter afdoening vaa diedif[ferenten, om .welke de Landsdag deliberatien ophielden , zouden kunnen dienen, fub A* Waar op door ons den oden October is gerefcriIbeerd, dat wanneer Hun Edele Mogenden in der:daad genegen waren wegens het violeeren van ons 1 Territoir en de geweldige veróngelykingen , die i onze goede Ingezetenen geleeden hadden, aan ons i en onze Ingezetenen behoorlyke en voldoende fa« :tisfaétie te geeven, en ons daar van verwittigden, iwy allefiots bereidvaardig zouden worden bevon-, iden, om uit ieder Kwartier een Heer tecommittee-. IjreDji Pm ceftjens onzen Syndicus en Secretaris mee,H $ . Hee.  m Ï22 Vwzameling van Stuiken betrekkelyk tot Heeren Gecommitteerden van Stads zyde te confe*> reeren over de wyze, op welke die fatisfaclie zou*, de gefchieden, en teffens zodaanige Articulen te: ontwerpen, welke tot eene onverbreekelyke bandl van hereeniging tusfehen Hun Edele Mogendeni en ons dienen, en htiliglyk nairgekomen zoudeni jnoeten worden, op dat eenmaal een einde wierde: gemaakt aan zo veele dis< repantien, als meermaalen tusfehen Hun Edele Mog. en ons hadden plaats i gevondenfub B. Wy ontüngen vervolgens een Brief van Burge«« meefteren en Raad in Groningen, gedateerd dem I3den October, houdende kennisgeeving van hett benoemen van Heeren Gecommitteerden, ten eindde zo ras mooglyk op een biilyke wyze de gefchil-. len te vereffenen, fub C; en moesten dus vattelykc befluiten, dat de Heeren van de Stad van de billyk- * heid van onze inftantie overtuigt, thands genegeni waren aan ons wegens het gebeurde, behoorlyke: fatisfaótie te doen geworden, en redelyke conditieni tot hereeniging met ons te ontwerpen, naardien wy? duidelyk genoeg te kennen hadden gegeeven, daet zonder zodaane dispofitie by de Heeren van de Stadi aan te treffen, niet genegen waren tot het houden 1 van vrugtelooze Conferentien terefolveeren: en het! was alleen in die veronderftelling, dat mede vani onze zyde ten fine voorfchreeven Heeren Gecommic- ■ teerden zyn benoemt, en daar van by Misfive van i den I7den Odlober aan Burgemeefleren en Raadi kennis is gegeeven, fub D. Maar welke betuigingen men ook van tyd tot tyd! had gedaan, en tot het laatfte oogenblik toe her— haalt, van geneigtheid om op vaste en biltyke gronden\ •met ons hereem'gt ie worden , was 'er echter helaas! geen fchyn of fchaduwe van eenige wezentlykheid I in die verzekeringen te vinden; terwyl men inre— gendeel op de edelmoedigfte offerte, door ons gedaan, hoedaanige men zekerlyk niet hadde kunne» i en ook in het vervolg van ons niet weder verwag— ten moet, een zodaanig antwoord aan onze Heeren i Ge-  és Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 1%$ Gecommitteerden heeft laaten toekomen, dat wy lalle gevoel verlooren moesten hebben, zo daar over niet ten hoogden geindigneert waren geworden, gelyk U Hoog Mogenden uit de Bylagen/afc È, F, G, H, I, K en L, behelzende, het voornaamfte verhandelde in die Conferentien , zullen kunnen opmaaken. Wy hebben even daarom het als toen geraaden gevonden, de Conferentien, die Hechts dienden, om de gemoederen te verbitteren, en waarvan geen srrugt konden verwagten, af te breeken, doch des biet te min wederom, gelyk meermaalen bevoo■ens, de fterkfteinftantientot het houden van Staatsvergadering gedaan, zo als uit het Declaratoir Juk. M. te zien, doch als naar gewoonte hec Decliaa;oir antwoord fub N. bekomen. De meeste van deeze overgelegde Hukken , kunien te gelyk tpt bewys verftrekken, van hoe veel vaarde de Misfive van de Heeren van de Stad aau 1 Hoog Mogenden van den I2den February laatst:eeden gehouden moet worden', inzonderheid in ierbis: ,, wy hebben ter bereiking van het falutai;? , oogmerk de grootfie toegeeventheid' gebruikt; , ja wy zyn ten ilerkflen overtuigt van onze zyde , door perfuafie middelen alles te hebben aange, wend, wat van cordaate en vreedelievende Re, genten immer kan worden gevorderd, waarvan ,■ wy U Hoog Mogenden door de bewyzen die , voor handen zyn, ten eerften hoopen te cqnvin, ceeren". Wy liaan verbaast Hoog Mogende Heeren! over ieeze taal, die door de hier overgelegde blyken z« luidelyk wederfprooken word, en wy ftaan nog neer verbaast, wanneer wy onze aandagt vestigen Dp de uitwerking, welke dezelve ter Vergadering ?an U Hoog Mogenden heeft gehad. Onze dringende Vertoogen in de maand van September, hoe zeer ook op het Utrechts verbond ge-, vestigd, hadden geen ander gevolg, dan dat Uv* Boog Mogenden yan ons mede-Lid ifif jrmatie wegens  I 124 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gens het gebeurde, en van deszelvs belang, defide-' reerden; met aanmaaning teffens, om de gereezene '■ gefchillen in der minne by te leggen; dit laatfte niet:; 'gelukkende^, moest men natuurlyk verwagten, dat ; aan het eerfte voldaan zoude worden. Dan dit word geheel uit het oog verlooren, em op eene enkele klagte van ons mede-Lid, dat wy onbillyk handelen, na geen fortabele voor/lageni willen luifteren, en de Conferentien hebben afge— brooken, word door Uw Hoog Mogenden diredt: van voorgaande Refolutie afgeweeken, en onder* anderen niet alleen beide Leden geëxhorteerd, omi de afgebrokene Befoignes, tot onderlinge accom— modementen vereffening der fubfifteerende gefchil— len, hoe eerder zo beter te reëntameeren, maar' ook ons, byaldien deeze hervatte Befoignes bin-> nen den tyd van vier weeken het gehoopte herftel! tot onderlinge harmonie, niet te wege brengen, de ; gronden en rnotiven van wederzydfe fustenues, als; dan binnen den tyd van zes weeken, na afloop van i dat eerfte termyn, aan Uw Hoog Mogenden te doen: toekomen, ten einde U Hoog Mogenden dezelve: zouden overweegen, en na ingenoomen te hebben; iet hoogwys advis van zyne Hoogheid , als ErfStadhouder van onze Provincie, zodaanig daar cmtrent zouden handelen , als Uw Hoog Mogenden. t naar bevind van zaaken zouden oirdeelen te behoo-, ren, het zy door het voorflaan van conciliatoire fchikkingen, als anderfints. Wy zeggen nogmaals, Hoog Mogende Heeren! en zulks waarlyk met dien eerbied voor, en verkleefdheid aan Uw Hoog Mogenden, welke wy in onze jammervolle dagen, met oogenfchynëlyk gevaar van ons eigen leeven en tydelyk welzyn, zo dikwyls betoond en overtuigend aan den dag hebben gelegd, wy ftasn verbaast, ja ten uiterften verbaast over deeze Misfive, en bedroeven ons, daar in zo zichtbaar te befpeuren, dat ons mede-Lid, die altoos met ons op een egaale grond moetftaan» zulk een meerderen invloed boven ons in de Verga-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 125 gadering van Uw Hoog Mogenden heeft bekomen, dat onze fterke Vertoogen weinig voor ons kunnen opereeren, en daar en tegen aan losfe voorgeevingen van ons mede-Lid, op belofte van de bewyzen naderhand te fuppediteeren, direct word gedefereerd. . Wy moeten ons voornaamentlyk beklaagen: Xé Dat wy de meergemelde Misfive van Uw Hoog Mogenden door een Stads Heer onderteekend vinden, en waar uit met zo veel reden befluiten, dat de Heeren Gedeputeerden ter Verga, dering van Uw Hoog Mogenden uit het Lid van de Stad, die men uit hoofde van derzelver verknogtheid aan Stads belangens, altoos als Partyen in caufa, behoorde te confidereeren , mede toegelaaten worden om over de middelen ter wegneeming of beüisfing der Leedfche gefchillen te advifeeren-, en mooglyk U Hoog Mogenden voor te lichten. ■ 2. Dat Uw Hoog Mogenden aan ons in de dringendfle nood geen de minde hulp hebben gelieven toe té brengen, onze klagten en inftantien buiten deliberatie gehoudenen op een ingekomen Brief van ons mede-Lid van eene Refolutie, vyf maanden bevoorens by U Hoog Mogenden genoomen, waar van Uw Hoog Mogenden aan ons hadden kennis gegeeven, terftond zyn afgeweeken. 3. Dat by de bepaaling van het eerfte termyn van vier weeken, niet in acht is genoomen, dat onze Vergadering incompleet zynde, wy achtervolgens het bezwooren Reglement, door U Hoog Mogenden zelve aan ons voorgefchreeven, niet mogten Vergaderen, om eenig befluit, het welwezen van deeze Provincie in het algemeen, of van de Ommelanden in het byzonder concerneerende, te formeeren. 4. Dat Uw Hoog Mogenden zich daar by over ons een gezag aanmaatigen, welke wy met het Utrechtfe Verbond niet weeten over een te bren-  I X2.S Verzarading van Stukten tetrékkïlyk Ui brengen, naardien by het zelve wel uitdruk-. kelyk bedongen is, dat de overige Bondgenoo»' ten, zich zonder voorgaande opdragt, nietmo* gen fteeken in gefchillen tusfehen andere Ge-1. . westen, Steden of Leden. Dit was het beding, dat door ons wierd gemaakt $ toen de Stad nog de Spaanfche zyde bleef toege-:. daan,' en wy als Souvereine en önafhankélyke Staa-t ten der Friefche Ommelanden tusfehen de Eemsli en de Lauwers, tot de Unie wierden toegelaatenj: gelyk uit de inleiding te zien is. De Stad naderhand voor onze Wapenen, by diei der overige Geünieerde Gewesten gevoegt, moe-: tende bukken, hebben die van de Ommelanden, by het vyf de Art. van het Verdrag, waar by de Stad 5n 1594 aan de Böndgenooten is overgegaan, wet als een faveur voor zich bedongen,om tegensStadi Onderdrukkingen beveiligd te worden; dat de fub-3 fifteerende gefchillen tusfehen hun en de Stad by Uw Hoög Mogenden befiist zouden worden, maai kunnen echter daar doorniet gereekend worden vani het geftipuleerde by het Ütrechtfe Verbond eeni-i ger maaten te zyn afgeweeken : terwyl zy van hun.) ne victorieufe Wapenen alleen voor zich dit gebruik hebben willen maaken, dat de Stad door hun vooe Uw Hoog Mogenden geroepen Wordende, Verplicht zoude zyn, zich aldaar te verantwoorden, eh dé Decifie van Uw Hoog Mogenden te onderwerpen: waar uit wel volgt, dat die van de Ommelanden als dan mede in reconventie Uw Hoog Mogenden aki Decifeurs erkennen, en Hoogstderzelver nitfpfaalt eerbiedigen moeten, maar geenfints, dat de Sradj wanneer het haaf gelüst, deeze of geene qusestié ter baane te brengen, insgelyks bevoegt is, oir ons voor Uw Hoog Mogenden te cónvenieeren, all zo dit tegens de duidelyke letter van de Unie, op wiens obfervantie reeds naar het Tractaat van 1594 een verkreegen recht hadden, en waar aan nim^i mer hebben gerennncieerd , direct zoude inloó; Pen' ' ^1 mi  èt Gebeurtenisjen in 17$? enz. voorgevallen. i%? Dan hoe klaarblykelyk ook de Heeren van de Stad »y het vyfde Art. van het Tractaat van ir,9\, ten aveure van de Ommelanden, Van het gemeene recht les Verbonds, in het (luk van gefchil met de Omnelanden, afftand hadden gedaan, beweerden ech:er die van de Stad naderhand, dat dit vyfde Art, les Verdrags zich enkel bepaalde tot die gefchilen, welke beide Leden destyds onder eikanderen ladden, en voor het overige met betrekking tot ;efchillen, ex post faBo refulteerende, Uw Hoog Mogenden geene bevoegtheid hadden, om tusfehen mn en ons recht te doen. Wy voeren dit flegts in het voorby gaan aan, ieels om Uw Hoog Mogenden als van verre te doen iien , hoe fchoon men zich altoos aan Stadszyde vaö :et recht van convenientie heeft weeten te bedie:en, en ons door allerhande frivo'ole uitvlugten te aatteeren, deels om Uw Hoog Mogenden te doen ipmerken, dat om eindelyk eens een einde van die nzekerheid te bekomen, en in het vervolg geen uasstie te hebben , wie in cas van ontffaane gefchilen tusfehen ons en de Stad, de Scheidsman enBehiddelaar zoude zyn.' Beide Leden in 1748 Staatswyze Zyn eens geporden , om zulks plenair aan den Heer Erf-Stadhourer in der tyd te confereeren, en dat 'er om die reien een afzonderlyk Art., zynde het 32fte in het leglement Reformatoir de Anno 1749, (trekkende ot een eeuwigduurende fundamenteele en onverrreekelyke Wet deezer Provincie, is inverlyvet, yaar by bepaald is: ,, Dat in cas van oneenigheid, of discrepanties , tusfehen de Stad en de Ommelanden, ofColle, gien en Leden van dien , midsgaders tusfehen , bovengemelde Hooge Juftitie-Kamer , de Stad , of eenig Gerichte, de Heer Erf-Stadhouder in , der tyd zal hebben de bemiddeling, of by oh, verhoopt non fucces, de eindelyke decifie en , uitfpraake derzelve". Dat Reglement is door beide Leden van Staat, 20  128 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zo wel als door den Heere Erfstadhouder, plechii tiglyk bezwooren en aangenoomen, derhalven, ii de een, zo wel als de andere, door den heiliger ééd verbon ien, om het zelve te obferveeren, et te doen obferveeren; indien 'er dus quasstien om der de Leden or.iftaan, zyn beide Leden verplicht om den Heer Erf-Stadhouder als hunne wettigs; Scheidsman te erkennen, en de Heer Erf-Stadhoui der is even zeer verplicht, die decifie op zich tit neemen; want de verplichting is reciproquelyk, et zonder eenpaarige bewilliging van alle , kan nia mand daar van ontflagen worden : laat men eenfnaa: .van dit Staatsweeffel fpringen, alle de andere zul len ras volgen, en het gantfche werk in duigen gei raak en. Doch al waren wy mede door het Traclaat vaE 1594 over alle qusestien die de Heeren van de Stac goedvinden te moveeren, voor Uw Hoog Mogen: den convenibel; al was de nadere Overeenkoms: van 1748 niet aanwezig; al was het geallegeerdd 32fte Art. niet Staatswyze gearresteerd, het Res glement Reformatoir inverlyvet en bezwooren, dat nog zouden U Hoog Mogenden geen bevoegtheid kunnen pretendeeren, om, zonder onze fpeciaahi " delatie, thands mede als in vroegere tyden Deci feurs tusfehen ons en de Heeren van de Stad te zyn: naardien het geen tegenfpraak'lyd , dat hee recht van decifie, het welk Uw Hoog Mogender over de gefchillen, tusfehen de Stad en de Omme* landen bevoorens hebben uitgeoeffend , alleen uit het Verdrag van M04, men moge het dan ook ino terprseteeren zo als men wil, moet worden afge-; leid, en het zelve thands van Stadszvde faitelyli verbroken zynde, als nu met de aaar op gevolgdé decifien voor vernietigd moet worden gehouden! zo dra de beleedigde Parthy, die wy zyn, zulks reclameert, het welk door fins dir< ü is gefchied, en wy thands wederom reclameeren by riet zen. Wy Zyn dus in relatie van ons mede-Lid wedet in die zélvde ftaat, waar in ons voor het Traöaat VaE  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. ntirgevaïlen* Ü9 1 van 1594 bevonden, en wy vinden ons dieswegen i voor als nóg niet in die fituatie, dat 'er eene rechl terlyke decifie tusfcheh ons en óns mede-Staatslid ! noodig is, maar zouden alleen met het zelve hebben moeten handelen, over de wyze, op welke : gevoeglykst weder tot een Lighaam vereenigd kun: nen worden. Wy zouden hier toe ook alle de faciliteit, by vernieuwing hebben betoond, was het niet, dat nU i in de tyden van kalmte en ruste in de andere Ge1 westen Van Ons Vaderland, Weder door ons mede* !Lid zulke büitenfpoorige demarches waren gedaan, Idie de verontwaardiging van elk onbevooróirdeeld :en önpartydig Menfch verdienen, en waarfchynlyk iaan Uw Hoog Mogenden noch niet bekend zullen :«yn. Dan hoe zeer wy ook fchrikkeö Voor een verhaal ,Van gebeurtenisfen, die Ons dooi- de ziele gaat, en :by niemand buiten deeze Provincie geloofd zoüde iworden, zo men ze niet terftöndmet önwraakbaar'e ibewyzen ftaafde, kunnen wy egter niet voor bys ter kennis van U Hoog Mogenden, en daardoor rlnede ter kennis van de verdere hooge Bondgenodten te brengen., dat fchoon wy van vroegere tydeü af, Voor de Wettige en Souvereinë Staaten der jvrye en onafhankelyke Ommelanden tusfehen de CEems en de Lauwers, by de hooge Bondgenoöten :erkent, en als zodaanig zelvs voor de Stad tot het .Utrechtfche Verbond zyn toegelaaten, nogthands icnlangs, hebben moeten ondervinden , dat zulks lldóor de Heeren van de Stad niet alleen aan ons wordt i:betwist, maar dat dezelve, uit hoofde van privaare" iEigendömmen in de Ommelanden ; zich tegens al* le principes van recht, en tegens gèftaafde Wettefj en Reglementen een infaage in de Ommelaridet Re;geering, en zelvs füperioriteit boven ons, dürveö jianmaatigen. Wy bedoelen j Hoog Mogende Heeren! de aan* 'fchfyvingen door Burgemeesteren en Raad in Örö:fliögen , den i$ém Feörudry laaisllesëeö, ëë dSS  n 130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot een dag na dat hunne Misfive aan Hun Hoog Mo» gende, die niets als infchikkelykheid en vredelievendheid ademt, waren afgeloopen',aan eénige particuliere Richters in de Ommelanden, die als Geconftitueerdeh van Burgemeesteren en Raad , uïti hoofde van privaate Eigendom, in fommige Carfpe.: len der Ommelanden, de civile en crimineele JuftN tie oeffenen, afgezonden, waar by dezelve gelast worden : „ üe nodige en voldoende ordres af téi „ geeven aan de refpective Predikanten en SchooU „ meesters, om geenerhande Publicatien, NotifiM „ catien, of Ordonnantiën, op naam van Jonken 3) ren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten! „ der Ommelanden, of op den naam van derzel*vei Heeren Gecommitteerde Raaden wordende ge'él 9, maneert, in de Kerken af te leezen , of doeÈ „ afleezen , gelyk mede aan de Weddelieden,, „ en verdere Gerichtsbedienden te injungeeren . om noch tot het aanflaan, noch tot het uitvoerefc ,, van dusdaane ordres de hand te leeneri ; neem '„ maar alle zulke aangeflagene, of aangeplakte or*i „ dres terftond af te fcheuren, en niet te refpeci „ teeren, en het zelve alle het E. E. Gerichte teri s, ftond toe te zenden, en daar af kennis te gee!( „ ven, onder guarantie van alle de gevolgen, dui „ daar uit mogten refulteeren". Wy vinden ons in ftaat een Copie van dit pronk! ftuk eener geweldaadige overheerfching, waar vae "geen voorbeeld te vinden is, en die alle paaien tt buiten gaat, fub O, onder het oog van U Hoog Md genden te brengen, en welke wy vertrouwen, da; by U Hoog Mogenden zodaanig bcfchouwt zalwor; den, als ze in der daad verdiend, Waren deeze aanfchryvingen eenige weeken vroei eer gefchied , dan hadde zelvs de monftering de'; Landsdag Comparanten geen voortgang kunnen heb!: ben, ons Collegie was,-incompleet gebleeven, et de Ommeïander Regeering nuttelóos voor het Bond: genoodfchep gemaakt, naardien de Placaaten vat '.de monftering, die wy alle twee jaaren moeten ê ma  ie Gekurienisfen in 1787 enz. voorgevallen. 131 maneereo, als dan in fommige Carfpelen der Omanelanden, niet gekondigt waren geworden , over zulks veele Ingezetenen eene wettige ignorantie van de bepaalde dag der monftering hadden kunnen voorwenden, zo als fommigen zekerlyk gedaan zouden hebben; vermits die genen, welke naar veranidering haaken ,en onze gezegende Conftitutie graag geren verfeerd zouden hebben, zich reeds vast veriheugen, dat door zulke deftige aanfehryvingen de anarchie ten top verheven wordt, en de ordres om geen Wet of Overigheid te eerbiedigen, onder belofte van guarantie voor alle de gevolgen, met blydfchap ontfangen. Hier by is het niet gebleeven, neen; maar men geeft nog van dit verrichte, even als van een vooritreffelyke daad, by Misfive van den iöden Febr. fub P. kennis aan de Heeren Lieutenant en Hoofdmannen van de hooge juftitie-Kamer deezer Provincie, mengd het recht van mede-Staatslid, en van eigendom van eenige privaate gerechtigheden in Üe Ommelanden wonderlyk onder elkander, en verzoekt van het Hof maintien van een gefïngeerrJ recht,na dat men vier dagen bevoorens zich de decifie van Uw Hoog Mogenden onderworpen hadde.' • Stonden wy verfteld, Hoog Mogende Heeren I over deeze buitengewoone en onregelmaatige flap» waar over, ter vermyding van haatlyke reflexien» ons voor als noch niet nader zullen uitlaaten; niec [minder (tonden wy verfteld, wanneer wy in eene. 'Misfive van Lieutenant en Hoofdmannen, waar by aan ons kennis van de klagte van Burgemeefteren èn Raad wierd gegeeven, fub O,, de volgende veel beduidende bewoordingen aantroffen. „ Zo hebben wy gemeend op deeze klagte niet ,„ te mogen of te kuni.en disponeeren, voor en al„, eer wy daar tegen hadden ontfangen Uwer Ed. „ Mog. belangen; wy zenden dieshalven hier ne% f, vens Copy van opgemelde Misfive en klagte aan „ Uw Ed. Mogenden, in vertrouwen, dat Uw Ed. I, Mogenden het Hof op den ;nhoud van dien, zo i 2 „ fpoe-  13* Ptrzamding van Stuiken betrekkelyk tot „ fpoedig mooglyk, zullen dienen van derzelvetf bericht". _ Wy zullen insgelyks Uw Hoog Mogenden atten-' tie niet ophouden met de menigvuldige rem .rques,, die met zo veel recht hier op gemaakt zouden kunnen) worden, maar U Hoog Mogenden attentie alleenlyks bepaalen by hec zonderlinge Plan, dac de Heerem van de Stad fchynen geformeerd te hebben , onss twee afzonderlyke wegen ter decifie van de gefchil-. len met ons in te Haan, en dus aanleidingle geeven, dat 'er ligtelyk ftrydige fententien gebooreni konden worden. Trouwens dit ftrookt zeer wel mees de regelen van convenientie en eigenbelang, om dac: men dan altoos eene achterdeur open heeft, en zichi houden kan aan die decifie, welke het meeste voor-, deel aabrengt: terwyl dedisfenfien, die noodwendig daar uit moeten ontfiaan, weder aanleiding toss nieuwe requesten geeven. Uw Hoog Mogenden zullen dan uit allen deezen i ligtelyk kunnen bevroeden, dat de zaaken thandsi in die ficuatie gebragt zyn, dat wy ons aan geene: decifie, van wie het ookzy, kunnen fubmitteeren J; naardien wy geen vryheid hebben,om de Souverei-. niteit en onafhanklykheid dèr Ommelanden, wier: handhaaving en confervatie wy plechtig bezwoo-■ ren hebben, aan iemand te compromitteeren; maar* , dat die Souvere.niteit en ornf hankelykheid gewei-., dig gefchokt en gefchonden zynde, thands de Ca-* fui Fcederis exteerd, waar in alle de Bondgenooten i gehouden zyn oi.ze Souverainiteit met alle behoor- . lyke en mooglyke middelen; ja zelvs (is het nood) met Iyf en goed te helpen h mdhaaven, ftyven en ; Herken, befchutten en befchermen, tegens die geBen, welke reeds daadelyk daar op zulken grooten i inbreuk hebben geda m en verder zullen doen , wanneer de hooge Bondgenooten zich niet ten fpoedig. fien on?e rechtvaardige zaak naar inhoud van het Utiechts Verbond aantrekken, en ter onzer hulpe toefchieten. Wy hoopen, dat deeze onze ernflige, biilyke, op  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 op het beëedigd Verdrag gegrondde,en nu ten derdei miale gedaane inftantie, eindelyk eens, by de hooge Bondgenooten, die ingresfie zïi vinden, welke ze waarlyk verdienJjop dat de dangereufegevolgen , die by verder verwyl vastelyk plaats hebben zullen, nog in tyds en aleer het te laat is, geprasvenieerd, en deeze Provincie van deszelvs aaderflnts onvermydelyke ondergang bevryd moge worden : terwyl wy voor U Hoog Mogenden niet willen verbergen, dat wy vastelyk gezind zyn, liever alles te waagen, als onze vrye halzen onder het juk vaa ons gelyken te krommen. Hebben wy moeds genoeg gehad, om in de gevaarlykfte tyden, die het Vaderland ooit beroerd hebben, voor diens behoudenis pal te Itaan,engeen dreigementen van moord of overlasc aan onze Per[.foonen en Goederen ontzien, wy zullen ook moeds genoeg hebben, om voor onze eigene Haardfteden i en Altaaren, voor de Hoogheid en Souvereiniteit der 1 Ommelanden pal te (taan, zo lang 'er adem in ons I gevonden wordt! en zullen ons bevlytigen om die gevoelens op ons Nageüacht over te brengen. Wy zyn ten uiterlten getergd, gehoond , gefmaad en befpot, de oproerigheid en disobedientie aan de beveelen der Hooge Regeering wordt van tyd tot tyd nieuw voedzel gegeeven, de animofiteit wordt daar door aangewakkerd, en is nu na het genoegen van fommigen ten hoogften top geklommen, en wy kunnen met de Heeren van de Stad niet hereenigd worden, wy kunnen zelvs met hun de Articulen daar toe dienende niet ontwerpen, voor dat zy onze Souvereiniteit en onafhankelykheid erkend, de daar tegens zo fterk gepleegde attentaten gerepareerd, en aan ons deswegens behoorlyke en toereikende fatisfaclie hebben gegeeven. Wy hebben van Burgemeesteren en Raad een brief ontfangen, gedateerd den 23Üen February, houdende kennisgeeving van de aanfchryving van U Hoog Mogenden, om te tenteeren, door de te boudene conferentien de gereezene gefchillen af te I 3 doen,  134 Verzameling van Stukken hetrekkelyk Ut doen, en dat ten dien einde den Heer Praefideeren--' de en deszeivs Heeren Adfesiooren, benevens den Syndicus hadden gecommitteerd, fub R ,waar over de deliberatien mede tot nu toe om de monftering hebbende moeten dilaijeeren ; zyn wy thands gerefolveerd, aan Hun Edele Mogenden voor refcriptie toe te dienen, (fet wy, ter betooning van onze 3, infchikkelykheid cn geneigdheid tot vreede, an-> „ dermaal willen beproeven, of met hun over de ,, Conditiën van hereeniging in der mii;ne verdraa„ gen kunnen, mits dat de 'Heeren van de Stad in 3, du.idelyke en verftaanbaare woorden , die geea uitleg behoeven, vooraf de Soüvereiniteit en on3, afhankelykheid der Ümmelanpen erkennen , de daar tegens gepleegde attentaaten repareeren, ei „ wegens diens fchending aan ons toereikende fatis„ factie bezorgen, breeder in Copy fub S te zien*. Zo dit het gewenschte effect mogte hebben, zujen wy niet in gebreke blyven, mede van onze zy» de Heeren Gecommitteerden tot het herv ttea der Befoighe's ter reconcilieering te benoemen ; maar willen egter daar door niet gerekend worden , winneer die conferentien vrugteloos mogten worden afgebrooken , iets van ons onbetwistbaar recht gerelacheert te hebben, of van de Unie van Utrecht , of van het Reglement Reformatoir te zyn afgeweeken : gelyk wy ook die infchikkelykheid niet befchouwd willen hebben , als een gqvolg van de 'aani'chryving van U Hoog Mogenden van den rSden Febr. hier vooren vermeld; zo dat dezelve nimmer in confequentie zal kunnen worden getrokken, om daar uit een ftilzwygende asceptarie van de judicature van U Hoog Mogenden af te leiden, als waar tegens by deezen w?l expresfelyk protefteeren. Wy zullen van het een en ander mede aan zyn Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhoüder by Misfive van heden , met toezending van Copie deezes, de vereischte communicatie laaten toekomen, ten einde Hoogstdezelve op middelan be-  'it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 13$ bedagt te doen zyn, dat het Erf-Stadhnidedyk geZag in deeze dringende nood met kragt werkzaam |>lyve, zo als insgelyks by Misfive van den 6 len Febr. fub T, met betrekking tot het afbreken der conferentien tot hereeniging' hebben gedaan; en verzoeken intusfchen Uw Hoog Mogenden,^ uit de bygevoegde (tukken te willen opmerken , dit het niet aan ons, maar enkel en alleen aan de'Heeren van de Stad hapert, dat 'er geen Staatsvergaderingen gehouden of befluiten genomen worden , ter afdpening van zo veele gewichtige zaaken, -ter Tafel van Uw Hoog Mogenden gebragt, cn door onze Gedeputeerden overgenomen , naardien wy ons daar toe by alle voorvallende gelegendheden 'vaardig verklaard, en dikwiis de fterkfte anftantien by ons mede-Lid hebben gedaan, doch telkens zonder eenig eiTeót. Waar tegens men ons zeer kwaalyk te gemoete zoude voeren, dat wy de eerfte geweest zyn, dip de Landsdag Befoignes hebben afgebrooken, ge? merkt zulks enkel als een Cafus mere necesjüatis beifchouwd moet worden, als gefcjiied in de maand September des afgelpopen jaars, toen het Ommelander Territoir door de gewapende Satelliten van Ide Stads Commisfie onveilig gemaakt, fommige Leden der Ommelander Regeering in hunne reizc ■yerhinderd en in arrest wierd. n genquden. Waar mede deeze eindigende, beveelen wy Uw Hoog Mogenden in de bef/cherming yan God Almachtig, dien wy bidden dat U Hoog Mogenden in een lange en voorfpoedige Regeering wil bewaaren en betuigen .te zyn. Hoog Mogende Heereni (Onder ftond,) Groningen den U Hoog Mog< dienstwillige ; 8 April 1788. goede Vrienden, Geparapheert, G. Lewe, vt. Lager ftond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz. (was gefO F» J« Guichart, Ster et. ' 14 ■ a°.  ïgo" Verzameling van Stukken letrelkelyk tot 552. Strekkende tot Bylage A. van No. 5JM Misfive van Burgemeesteren en Raad oud en nieuw,, /cim/Jt Taalmannen en Gezwooren Gemeente in Grg-i ningen, aan de Heeren Jonkeren, Hovelingen em Eigen-Erfden, tusfehen de Eems en de Lauwers ij behelzende Propofitie, om wederzydfche Gecommi$-< teerden te benoemen, Ier afdoening van de different ten enz. Edele Mogende Heeren! 2o even by ons zynde ontfangen U Edele Mog.; Misfive van den 26ften deezer, waar by U Edelel Mpgenden ons kennis geeven, van met ons geenes Staatsbefluiten te kunnep formeeren, oi eenige* Provinciaale Commisfien houden, heen en ter tyd: wegens de zaak daar in gemeld, op vaste en bdlyka< gronden hereenigt zyn j en hier .toe aïlezints gein-i clineert zyndp en niets meerder wenfehende, neb.* bep wy niet willen afzyn, tpt dat gewenfehte ein-, de U Edele Mogenden te proponeeren, om Heeren Gecommitteerden te benoemen , en U Edelen Mpgenden daar toe mede te verzoeken, ten eindëE te zamen, als Leden van ieder Lid apart, te dellbereeren over de middelen, die ter afdoening van: die differenten, om welke de Landsdag deliberatien thands tusfehen U Edele Mogenden en ons ophouden, zouden konnen dienen, en tefTens te verzoeken ,' dat deeze Commisfïe hoe eerder zo lieve?] wërde geëxerceerd , doende ieder aan de zynes Rapport. Waar mede verblyven na Uw Edele Mog. in Gq« des heilige protectie te hebben aanbeyoolen. Edele Mogende Heeren} Onder ftond, (Groningen den Uwer Edele Mogende goedsi 36Sept. 1787. Vrienden* (Was geparapkeerd,) B. J. Iddekinge, Y*# Lager llpnd, Ter OrdoTitimtie der H. Heeren voorfz^ %0'J ' W° Crossen, Sscret  de Gebeurtenis/en in 17 $7 enz. voorgevallen. 137 ifJ°« 553- Strekkende tot Bylage B. van No. 551. \ Behelzende antwoord van Jonkeren* Hovelingen enz. op bovenjtaande Misfive. Edele Mogende Hberen! In onze Vergadering van heden gedelibereert hebbende over Uw Edele Mogenden Misfive van van den 26ften der jongst verloopen maand, waar iby Uw Edele Mogenden gelieven te proponeeren, lom uit ieder Lid eenige Heeren Gecommitteerden te benoemen, ten einde te delibereeren over de middelen ter afdoening dier differenten, om welke de Landsdags deliberatien thands tusfehen Uw Ed. /Mogenden en ons ophouden, hebben wy gemeent Uw Ed- Mog- te moeten refcribeeren, dat wan. ipeer Uw Ed. Mog. in der daad genegen zyn, wegens het violeeren van ons Territoir, en de gewei» dige verongelykjngen, die onze goede Ingezetenen geleeden hebben, aan ons en onze Ingezetenen behoorlyke en voldoende fatisfacfie te geeven, en on§ daar van verwittigen, wy aïlezints bereidvaardig zullen worden bevondeu, om uit ieder-Kwartier een Heer te committeeren, om nevens onze Syndicus en Secretaris, met Heeren Gecommitteerden van Uw Edele Mogenden te confereeren, over de iwyze op welke die fatisfaclie zal gefchieden; en ïteffens, zodaanige Articulen te ontwerpen, welke (tot eene ouverbreekelyke baud van hereeniging tusfehen Uw Edele Mogenden en ons zullen dienen en iheiliglyk nagekomen moeten worden, op dat alzo leenmaal een einde werde gemaakt vaD zo veele dis» :frepantien, als meermaalen tusfehen Uw Ed. Mog. fn ons hebben plaats gevonden. Wy vertrouwen dat Uw Edele Mogenden hier (toe befluitende, uit het midden Uwer Edele Mog. zulke Heeren zullen committeeren, welke niet heb* iben geconcurreert tot die fchecdige Refolutien, 'Wqar door de vereeniging tusfehen Uw Edele Mog. :en ons faitelyk verbrooken is, of die mede hebben isecoöpereei!; tot verguizing en vernietiging van de Ij fee-  ï3§ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gezwoorene TraCtaacen, Wetten en Reglementen;! op dat wy ons niet in de onaangenaame utuatie gè« bragt vinden, om dezelven te moeten recufeeren. Waar mede Uw Edele Mogenden in de'beTcheri piing des Ailerhoogften beveelende, verblyven. Edele Mogende Heeren! (Onder ftond,") Uw Edele Mogenden dienstwillige goede Vrienden, Groningen Jonkeren, Hovelingen, Eigent den y Octobf Erjden en Volmachten van'di 1787. Ommelanden tusfehen de Eerhi en de Lauwers» Geparapheert, (was get.) G. Lewe, Vt. La^er (lond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz] (geteekent) F. J. Guichart, Secret. Np. 554. Strekkende tot Bylage C'van N°. 551,1 Behelzende kennisgeeving door de Heeren van dè Stad aan die der Ommelanden, dat Stadswegen Ge* committeerden tol het houden der Conferentie ge* fchikt om eene Asfociatie uit te werken, waren be* noemd. Edele Mogende Heeren! Wel ontfangen hebbende Uw Edele Mogendefli Misfive van den yden deezer , geaddresfeert aan Burgemeesteren en Raad oud en nieuw, fampt TaaU mannen en gezwoorene Meente, hebben wy dezel-l ve op den ioden deezer, in eene breede Raads* Vergaderinge ter deliberatie gebragt, met dien ge-< volge, dat Hun Edele Mogenden ter betooning van haare ,genegenheid, om de thands fubfifteerende1 gefchillen met Uw Edele Mogenden op eene billyj ke wyze, zo ras mooglyk te vereffenen, ons heb.: ' ' bei  te Gébeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 13$ en verzogt, om tot dat einde uit onzer midden £eerèn Gecommicteerden te benoemen, en daar an aan Uw Ed. Mogenden kennis te geeven. Waar an wy de eere hebben ons by deezen te acquiteeïn, en Uw Edele Mogenden te informeeren: dat y tot het houden van die Conferentien hebben crzpgt en gecommitteert, de Heeren Burgemees;rb vanIddekinge, Raads heeren van Swindereiï jKengers, de Syndicus Tiddens, en een onzer Se.■etarisfen: betuigende verders, dat het ons byzoner aangenaam zal zyn, hoe eerder zo beter, door 'w Edele Mogenden te mogen worden geïnforieerd, welke Heeren Uw Edele Mogenden tot het ouden van die Conferentien zullen hebben genomisert, ten einde dezelve ten allereerften wierden, egonnen, en op eene harmonieufe wyze tot on? erling genoegen voorfpoedig ten einde gebragt. 'Waar mede, na Uw Edele Mogenden der beiherming des Ailerhoogften te hebben aanbevoo» n, verblyven. : Edde Mogende Heeren! Onder ftond, Uwer Edele Mog. goede Vrienden, roriingen den. Burgemeesteren en de Raad $06tpb. I/87. in Groningen. Geparapheert, B. van Iddekinge, Vt, Lager Kond , Ter Ordonnantie van H. Heeren voorfz. (w,as get.) W. Cranssen, Secret. f». 555. Strekkende tot Bylage D. van N*. 551. Behelzende Misfive van Jonkeren, Hovelingen enz. aan de Heeren yan de Stad, waar by kennis geiVen, dat aan hunne zyde insgelyks Gecommitteerden ten fine voorfchreeven, waren benoemd. Edele Mogende Heeren! Wy-hebben wel ontfangen Uwer Edele Mogen* de»  I40 Verzameling van Stukken betrekkelyk tos fien Misfive van den i^den deezer, waar by UJ Edele Mogenden aan ons kennisfe geeven, dat c Heeren Burgemeester B. van Iddekinge, RaadJ heeren van Swinderen en Reingers , Syndici Tiddens, en eender Secretarisfen, door U Edee Mogenden waren verzogt en gecommitteerd, 00 met de Heeren onze Gecommitteerden te conleree ren over de wyze, op welke de gefchillen , tiianc tusfehen de beide Leden fubfifteerende, zo r? mooglyk konden worden vereffent, met byvoo ging, dat het Uw Edele Mogenden byzonder aas genaam zoude zyn, ten fpoedigften geïnformeet te mogen worden, welke Heeren door ons tot ho houden dier Conferentien zyn genomineerd. Daar wy wezendlyk verlangen, dau de gefchilld tusfehen Uw Edele Mogenden en ons, ten fpoediji ften mogen worden uit den weg geruimu, en < beide Leden op vaste en biilyke gronden mogen wo; den yereenigd, zo hebben wy geen oogenblyk wi len uitftellen, om aan onze zyde insgelyks eenip Heeren tot het houden deezer Conferentien te norm neeren, en hebben daar toe in onze Vergadering vp lieden verzogt en gecommitteerd, de Heeren K, Lewe van Middelftum, S. L. Alberda, Heer vt Byma, en O. R. Alberda, Heer van Ekenjteir, benevens onzen Syndicus en Secretaris. Wy hebben niet kunnen afzyn, hier van aan U Edele Mogenden kennisfe te geeven : en deeze eindigende, beveelen wy Uw Edele Mog- zee ieverig aan 's Hemels dierbaare hoede , en vei blyven, Edele Mogende Heerenl Onder ftond, Groningen den U Edele Mogende goet 17Octob. 1787. Vrienden, Geparapheert, G. Lewe, vt.. Lager Mond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voorj (get.), j. F. Guichart, Sem N  ie Gebwtenisfen in 1787 enz. mrgmlkn» 141 'Nü. 356. Strekkende.toe Rylagea E, F, G, Hen 1. van N0. 55r. Behelzende wederzydfche Deels, ratoiren, door de Heeren van de S .ad, en door dit van de Ommelanden aan malkanderen gedaan. De Heeren Gecommitteerden aan zyde van de igtad Groningen, tot de Conferentien ter vereffening -van de thands fubfïfteereaJe gefchillen,. tusfehen Ide gemelde Stad en de Ommelanden tusfehen de :Eems en de Lauwers, declareeren aan de Heeren luit het Lid der Ommelanden, gecommitteerd tot Idenzelven einde: dat de Heeren Burgemeefteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, genegen zyn , om wegens het voorgevallene in Appingadam, aan de Ommelanden tusfehen de Eems en Lauwers, eene biilyke fatisfactie te geeven; als mede aan de Ingezetenen aldaar vergoeding van bewysbaare fchaade, zobydie IgL-legentheid mogten geleeden hebben: onder die mids, en in die zekere fuppofitie, dat Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten derOmr. imelanden tusfehen de Eems en Lauwers, aan hunne zyde corrigeeren zullen alle hunne irreguliere ftapipen, en dien conform onder anderen wederom intrekken, de afgegeevene ordreS opzichtelyk het Sta- Eelrecht, benevens het Declaratoir, waar by de andsdags-Befoignes en Provinciaale Commisfien :zo veel in hun was, zyn gefurcheerd en gelimiteerd; zynde de Heeren van de Stad genegen, om lals dan over de verdere poincten van bezwaar, zo nog wederzyds overig blyven, met de Heeren Gexommitteerden van de Ommelanden vriendelyk tc xonfereeren. Supra in margïne ftond> Geêxhibeerd door Stads Gecommitteerden in de Conferentie van Dingsdag den 6 November 1787. Oflf get. F. j, Güichart, SecreU By*  £4» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Bylage F. De Heeren Gecommitteerden aan zyde vaö dei Stad Groningen tot de Conferentien terVereffeningj van de thands fubfifteerende gefchillen tusfehen dei gemelde Stad en Ommelanden hebbende gedecla-t jfeerd : Dat de Heeren Burgemeefteren en Raad, oudi ' èn nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Ge-; 'meente, genegen zyn, om wegens het voorgevalt lene in Appingadam, aan de Ommelanden eene biht lyke fatisfaclie te geeven: ais mede, aan de Ingezet tenen aldaar vergoeding van bewysbaare fchaades te dóen, zö by die gelegenheid mogten geleedem hebben: onder die mids, en in die zekere fup-i pofitie, dat Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erf-f den en Volmachten der Ommelanden ook aan hun>i ne zyde corrigeeren alle hunne irreguliere Jlappen, en diens conform onder anderen wederom intrek< jken, deafgegeevene ordres, opzichtelykhetSta-i Eelrecht, benevens het Declaratoir, waar by dei andsdags-Befoignes en Provinciaale Commisfien, zo veel in hun was zyn gefurcheerd en gelimi-i teerd, zynde de Heeren van de Stad genegen orrt als dan over de verdere poinóüenvan bezwaar, zoi nog wederzyds overig blyven, met de Heeren Gecommitteerden van de Ommelanden vriende*: lyk'te confereeren. Zo declareeren de Heeren aan zyde van de Omk ïhèlanden, tot vereffening van vöorgeroerde diffei renten gecommitteerd, dat de Heeren van de Om'«i melanden altoos ten uiterfte afkeerig zyn geweest van het'doen eeniger irreguliere flappen, en wan-i neer onverhoeds by overhaasting of anderfints ZicM daar aan mogten fchuldig maaken, nooit onwillig; of tergiverfant zullen worden bevonden, om dezelve op eene edelmoedige wyze, zo dra daar vani worden geconvinceert, daadelyk te repareeren; waarom verzoeken dat de Heeiten Gecommitteerden: van Stads zyde correctie verzoekende, van alle" de: irreguliere flappen door de Ommelanden naar hun: ius«  i de Gebeurtenis/en in 1787 èm. vwgsvallèn. 143 ' füstenue gedaan, èn daar van flegts twee opgeeveri!de; ttrwyl inmiddels de bewoording onder anderen :te kennen geeft, dat naar het gevoelen van de Hee■fen van de Stad meerder flappen als de twee opge[.gëevenë gecorrigeerd zullen moeten worden, voor. af bepaaldelyk en fpecifice gelieven op te geeven, 1 welke die overige irreguliere flappen zyn, zo door Ide Heeren van de Stad worden bedoeld; zullende Jtls dan de validiteit van alle te famen by de Beoten van de Ommelanden in ernftige overweeging ;*genomcn,en voorts zodaanig worden gercfolveerd» als bevonden zal7 worden te behobren. ; Suprd in margine ftond,» Een pelykluidende deezes overgeevenaan de Heeren Gecommitteerden van de Stad in de Conferentie van Donderdag den 15 November 1787. (wf,s get.) t. J. Guiciurt, Secm. Bylage G. | De Heeren van de Stad overwóogen hebbende het nader Declaratoir door Heeren Gecommitteeriden aan zyde der Ommelanden in de befoignes over. Igegeevea, van inhoud , „ dat de, Heeren van de „ Ommelanden altoos ten uitterften af keerig zyn geweest van het doeneenigerirreguliere flappen, ,», en wanneer overhaasting of anderfints zich daar », aan mogten fchuldig maaken, nooit onwillig of „ tergiverfant zullen worden bevonden, om dezels» ve op eene edelmoedige wyze, zo dra daar vai :SJ worden geconvicceert, daadelyk te repareeren: 1»» waarom verzoeken , dat de Heeren Gecommit» 9, teerden van Stads zyde, correctie verzoekende 3, van alle de irreguliere flappen door de Ommelans> den naar hun fuflenue gedaan, en daar van flegts ,t twee-opgeevende, terwyl inmiddels de bewoor3i ding onder anderen te kennen geeftdat naar het t, gevoelen van de Heeren van de Stad meerder-ftapw pen, als van de twee opgegeevene gecorrigeert zul-  244 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ,, zullen moeten worden, vooraf bepaaldelyk eft t, fpecifice gelieven Op te geeven, welke die o« „ verige irreguliere flappen zyn, zo door de Hee-: *, ren van de Stad worden bedoelt, zullende aïé dan de validiteit van alle te faamen by de Hee*: ren van de Ommelanden in ernftige overweegingj „ genomen , en voorts zodaanig worden gerefoU 9, veert, als bevonden zal worden te behooren''. Zo verklaaren de Heeren Gecommitteerden aani Stads zyde, uit naam hunner Committenten: da'Ê zy even zeer als hun mede-Lid hartelyk gezind zyn 4 de difFerenten, zo veel hun mooglyk is, te willei: wegneemen, en op die grond by hun Voorig Declaa ratoir ook aangenomen hebben, zo als nog doen h$ deezen, een biilyke fatisfaclie en vergoeding vani bewysbaare fcbaade te zullen prsefteeren.- En dit te meer, daar zy, zo uit de aart der zaake zelve, over-t tuigd zyn ,dat het heil en de voorfpoed deezer Pro.) vincie en diens Ingezetenen , niet kan behartigd tvorden, als door eenigheid der beide Staatsleden, cn in de onafgebrokeae duuring der Provineiaalëi Begeering. Om welke redenen, de Heeren van de Stad daöt ook meenen, dat men alle verdere mondelinge of fchriftelyke debatten en replicques, zo veel mooglyk, wederzyds diende te menageeren, op dat da!! difFerenten niet vermeerderd en de fcheuring ver* groot wierden. Hier om is het dat de Heeren vatt l de Stad hun voorgaand Declaratoir nader explieee« ren in deezer voegen t ,, Dat zy hunne aangènomene fatisfaclie en fchaa.s, devergoeding alleen bórneeren aan deeze twee'! 9, Pointen, waar door de zaaken in voorige ftaaÉli 9, gebragt wierden i namentlyk aan de herftelling def 1 ;| 9, Provinciaale deliberatien, en intrekking der ge-il „ geevene ordres opzichtelyk het Stapelrecht; eöi 9, dat zy de difFerenten, zó beide Leden wedef-.li 9, zyds op of tegens eikanderen mogten hebbeö,:!| s, aanbieden als dan of daar na in het vriendelyke ferm „ reguleeren* fchikfcen ea af te doeö",  i Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen: 145 De Heeren van de Stad vermeenen hier op, dat het noemaChtig maaken van deeze difFerenten althands nu niet verder te pasfe komt, daar zulks de [deliberatien over het tegenwoordig onderwerp zouide protrahëeren, in ftede van harmonie en eenigpeid te herftellen. Supra in margine Jlond, Exhibitum in de Conferentie op Vrydag den 30 November 1787. I *was getm) F. J. Guicharï, SecreU Bylage H. ' De Heeren van de Stad huri voorgaand Declara* toir den 6den-November jongst in Commisfïe overgegeevèn," nader hebbende gelieven te ëxpliceerea an deezer voegen : •' _ Dat zy hunne aangenorriene fatisfaclie en ichaade vergoeding alleen bórneeren aan deeze twee poinöên, waar door de zaaken in voorige (taan gebragt wierdén: namentlyk, aan de herttelling der Provinciaale deliberatien, en intrekking dec eegeevene ordres opzichtelyk het Stapelrecht; en dat zy de difFerenten, zo beide Leden wederzyds op of tegens eikanderen mögten hebben, aan* bieden Als dan of daar na in het vriendelyke te reguleeren , fchikken , en af te doen. Zo verklaaren de Heeren Gecommitteerden van 1de Ommelander zvde, uit naam hunner Committenten alleönts bereidvaardig te zyn, om tot herfleliling der Provinciaale deliberatien en hereeniging vin beide Leden,op biilyke conditiën te coöpereeien, en dezelve beftendig te'doen zyn; doch naardien trien ovér de laattte niet zo fpoedig e6;>s zal kunnen werden,als wel het algemeen belang van de iherflelling der Provinciaale deliberatien vordert/; aan 1de Heeren van de Stadpróponëeren-,- om , dö'or pr<~.vifioneele Conventie , onverkort een ieders recht ien fuftenues, "daar toe de nodige fchikkirig met hip hé willen maaken, en aldus te bewerken , . dn de VI. Deel. K thands  146 Ferza-mding van Stukken betrekkelyk tót thands zo hoognodige Provinciaale befoignes ten j minfte voor eene zekere bepaalde tyd werden her-;. vat; biedende zy mede aan als dan en daar na dei difFerenten, zo beide Leden wederzyds op of te-» gens eikanderen mogten hebben, in het vriendely.> ke te reguleeren, fchikken en af te doen. De Heeren van de Ommelanden oirdeelen met dei regelen van billykheid niet overeenkomftig te zyn, , dat hun zoude worden gevergt om de eenigfte prse- ■ tenfie, die de Heeren van de Stad vermeenen , met: betrekking tot het Stapelrecht, tegens hun te kun-nen formeeren, aan dezelve voor het reëntamee-. ren der Stads deliberatien in te willigen.en de hun- ■ ne tot na herltelling derzelve te referveeren, waarom by deezen rondelyk declareeren, hier toe niet: te zullen befluiten; en zulks te minder, naardieni de Heeren van de Ommelanden, op aanzoek van de: Heeren van de Stad, Gecommitteerden tot byleg.. ging der onderlinge gefchillen en hereeniging van i beide Leden hebben benoemd , onder die conditie, , dat aan hun en hunne Ingezetenen genoegzaame fa- ■ tufa&ie wegens de gepleegde vyandelykheden, eni vergoeding der daar door veroirzaakte fchaade, ge-, geeven zoude worden: over zulks zich niet kunnen i laaten welgevallen, dat dezelve van achteren door: eene conditie fine qua non gelimiteerd, en bezwaar- ■ Jyk worde gemaakt. Supra in margine ftond: Gelykluidende deezes aan de Heeren Stads Gecommitteerden overgegee- . ven in de Conferentie t;p Dingsdag den 4 December 1787. (was gel.} F. J. Guichart, Secreu , Bylage I. De Heeren van de Stad geëxamineerd hebbende her Declaratoir door Heeren Gecommitteerden vaa 1 de Ommelander zyde, uit naam van hunne Commit- > ten, aan de Heeren Gecommitteerden van Stads zy. ■ da;  > Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 147 e den 4den deezer in de Commisfie geëxhibeerd * oofdzaakelyk van inhoud, dac de Heeren van de Ommelanden voor als nog declineeren de intrekking er afgegeevene ordres , opzichtelyk het Stapel;cht;edoch zich ter bevordering van het algemeen slang bereidvaardig te betoonen, om de Provin;aale deliberatien te hervatten, en ten dien einde m de Heeren van de Stad proponeeren, om door :ovifioneele Conventie, onverkort een ieders recht 1 fustenues, daar toe de noodige fchikking met an te willen maaken, en aldus te bewerken, dat ezelve ten minften voor een zekere bepaalde tyd erden hervat, zich aanbiedende om als aan en daar 1 de difFerenten, zo op of tegens eikanderen mog. m hebben, in het vriendelyke te vereffenen. Zo eclareeren de Heeren Gecommitteerden van Stads yde, uit naam van hunne Committenten, zonder eene rescontre te treeden van al het gepofeerde , het hier voorgemelde Declaratoir van de Heeren ecommitteerden aan deOmmelander zyde , datzy, oe genegen ook tot bet houden van de Landsdag fcfoignes, zich egter verplicht rekenen , by hun aorgaand Declaratoir van den 6den November ingst,den 3often daar aan volgende nader-geïnterneerd, te perfifleeren ; als vermeenende , dat et zelve met de regels van recht en billykheid volomen is ftrookende. Supra in margine ftond, Exhibitum door Stads Gecommitteerden in de befoigne op Maandag den 10 December 1787. (was get.) F. J. Goichart, Secret. K 2 No,  Ï48 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N". 557. Strekkende tot Bylage K, L, M en K var No. 551. Behelzende Voorfiag ter onderlinge her\ eeniging en bylegging der gefchillen, door de Hee* ren Gecommitteerden van de Otnmelander zyde get daan, aan de. Gecommitteerden van Stads zyde; bet nevens het Antwoord daar op van de Gecommitteerd den wegens de Stad , weder-Antwoord van die dei Ommelanden, en daar op gevolgd Antwoord namem de Stad. Edele Mogende Heeren!, Op nét gepoieerde in het Declaratoir door dt Heeren Gecommitteerden van Stads zyde den 3oftet November jongst in Commisfleovergegeeven, ,,da; de Heeren van de Stad zo uit de ondervinding vai vooris/e tvden als uit de a.de, om de eensgezindheid tusfehen de beide Staatsleden te herftellen : terwyl zy zich bel'eefdelyk moeten txcufeeren, om alle de Stads privaate Gerechtigheden in de Ommelanden , van Jurisiiclien, Collatien , Schepperyen &c. voor een biilyke prysaan de Ommelanden af te ftaan en over te dra.,gen ," aangezien de Heeren van de Stad noch tydig, noch nuttig pirdeelen in dien vooïflag te komen, 3. Dat de Heeren van de Stad gereed zyn, om al" lè de overige gefchillen zo wederzyds nog plaats hebben, in der minne af te doen, en te terrnineeren, zo als bevoorens reeds hebben gedeclareerd, en nog daar by perfifteeren, op dat alle gelegendheden tot onaangenaame diseüsfien tusfehen de beide Staatsleden worden weggenoomen. • ■ Dac de Heeren van de Stad verzoeken aan de Heeren van de Ommelanden, deeze cordaate aanbiedinge en op rechte verklaaringe van Stads zyde ia eene bedaarde overwee>ging te neemen, met ter zydeflelling van byzondere oogmerken, dewelke in het behandelen van publieke zaaken altoos geenen invloed behooren te maaken ; en daar by tevens ia o» verweeging neemen, hoe gedeplaceerd en ontydig het is, &at, daar de Heeren Staaten inde andere'Provinden eensgezind zyn, en de harmonie onder de Staatsleden aldaar heerfcht, de cours van de Provinciaale Regeeringe in deeze Provincie, of fchoon geduurende alle troubles, die ons Land hebben beroerd, ongtïnterrumpeert geoleeven , nu zal worden gefluit en blyven afgebrooken . ftrydig tegens de decifie yan Haar Hoog Mogenden va.a°den  ds GeVeurienisfen in ij Z7 enz. voorgevallen* 15f l *4-July 1640, en Accoord tusfehen Stad èfi Ommelanden ten o.verftaan van Gecommitteerden tiitflaar Hoog Mogenden, op den loden September 1647 binnen.Groningen geflooten, waar by zu?ks aan beide Staatsleden uitdrukkelyk is verboden , en waar van de Heeren van de Stad, die de Cours der Provinciaale Regeeringe nimmer hebben afgebroo • ken óf gefluit,- de verantwoording zullen moeien, katen voor reekening van diegenen, die met ach-" terlaating (om geen andere uitdrukking te gebrui-; ken) van voorfchreeven decifie en accoord, zulks; hebben gewaagd, en zich aan de Staatsdeliberatien onttrokken..' •' : • . > ., . Dan daar de bevordering van het algemeen bellang en- vaü bet heil des Volks de hoogfte Wet vooralle Regenten behoord te zyn, meerien de Heeren van de Stad van hun mede-Lid, met die zelvde gevoelens bezield, met redenen te konnen en mogen, verwagten, dat de Heeren van de Ommelanden geene zwaarigheid zullen maaken, om deeze wel-.» meenende toezegging en verklaaring van de He-ter» van de Stad, als een blyk van hunne geneigdheidom in al wat billyk is, aan,de;b.elangens van de lnen Opgezetenen in de Ommelanden te def'ereeren, aan te merken , en daar op huorfe ordres omtrenthet Stapelrecht geëmaneerdaks direct ftrydig te-gens de decifie van Haar Hoog Mogenden van den; 1 Augustus 1619, voor vernietigd zullen houden als mede intrekken de ordres, waar door de- Staats*-: deliberatien zyn geïnterrumpeerd, op dat geennaded aan betGemeenebest, of aan dèeze Provincie door aanhoudende interruptie- der Staitsddibera--. tien en oneenigheid tusfehen de Staatsleden, weK de veroirzaakt. > Als wanneer daar na de overige géfchillen roede inder minne in de Conferentien daar over te houdeny .zullen kunnen worden behanddd, én zo. fpoedig doenlyk tot wederzyds genoegen -getermineerd. £ i Aldus overgegeeven; aan. de. Heeren. Gecommir,, ■Éi . \ teer-  158 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot teerden van de Ommelanderzyde in het Provincie Huis binnen Groningen, den 18 January 1788. (was get.) B. van Iddekinge, A. H. Swinderen, D. G. Rengers, W. Cranssen. Bylage M. De Heeren van de Ommelanden geëxamineert hebbende het antwoord , door de Heeren Gecommitteerden van Stads zyde den i8den deezer in Commisfie overgegeeven, op de offerte ter hereeniging van de beide Leden van Staat en wegneeming der onderlinge gefchillen, by fchriftelyk verteekende voorflag van den 2often December laatstleeden aan zyde van de Ommelanden gedaan; zo declareeren de ondergeteekende Heeren Gecommitteerden uit naam en op fpeciaale last hunner Heeren Committenten , dat, naardien de Heeren van de Stad de edelmoedige offerte aan zyde van de Ommelanden gedaan, zich niet gelieven ten nutte te maaken, over zulks het laatfte tentamen, tot eene harmonieufe afkomst van zaaken wederom zonder eenige vrugt is bevonden; en het zich laat aanzien, dat 'er voor als nog weinige dispofitie by de Heeren van de Stad word bevonden, om op een billyken voet met de Heeren van de Ommelanden te verzoenen, de Heeren van de Ommelanden het niet geraaden vinden deeze Commisfie verder te doen eontinueeren , maar de Befoignes mits deezen voor afgebrooken houden; en ten dien einde de Refolutie, waar by de Heeren Gecommitteerden tot het doen van gemelde voorflag, om een overtuigend bewys yan ongehoudene infehikkelykheid waren geauthorifeert, weder in te trekken; prefenteerende des niet te min bereidvaardig te zyn, om handende de difFerenten onverkort een ieders recht en fuftenues in alle deelen, de Landdagen en Provinciaale Befoignes te reëntameeren, en verzoekende, dat de Heeren van de Stad dit zo hoog nodig pointt in  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 759* la ferieufe overweeging gelieven te nee-men, voort* ïerzelver welmeening dien aangaande hoe ee-rder};o beter aan de Heeren van de Ommelanden mede (e deelen; op dat by onverhoopte verweigering loor dezelve, zodaangbefluit kauworden genoomen ;Is ter vermyding van verdere verwarring en confu. e, en tot betrachting van de hoogfte Wet of heC teil des Volks, nodig zullen oirdeelen. Aldus gedaan in het Ommelander Huis binnen Jroningen den 19 January 17H8. Was geteekent, R. ]. Lewe, M. J. A'. Engelhard, O. R. Alberda, F. J. Güichart. Supra in margine jlond. De gelykluidende deezes aan de Heeren Stads Gecommitteerden Overgegeeven »■ in de conferentie op Maandag den 21 January 1788. (was get ) F. J. Güichart, Secret, Bylage N. 1 De Heeren van de Stad geëxamineert hebbende et Declaratoir van den 19 January 1788, door :eeren Gecommitteerden van de Ommelanden ,zyne uit naam van hunne Heeren Committenten den iften daar aan volgende aan Heeren Gecommitserden van Stads zyde, in Commisfie overgegeesn: zo declareeren de Heeren van de Stad, dac f uit deeze laatfte fchriftuure met leedwezen ver» oomen hebben, dat de Heeren van de Ommelan» en zulke zichtbaare preuves komen te geeven; dat r by hun (alfchoon het tegendeel te vooren hebïen betuigt) voor als nog weinige dispofitie word evonden, om op eene biilyke voet met de Heeren an de Stad te verzoenen, daar de Heeren van de 'mmelanden zich niet hebben gelieven ten nutte : maaken de zo edelmoedige ajs cordaate offertes door  'z6o Perzrimelirig Mn Stukken betrekkelyk tot door de Heeren van de Stad ter betoonirig van hun* ne waare zucht, om de harmonie tusfehen de beideA Staatsleden op eene fpöedige. en amicaale wyze té herftellen, aan hun mede-Lid gedaan (welke alle dêjE Heeren van de Stad thands voor vervallen houden).?, Ja dat de Heeren van de Ommelanden het zelve* niet geraaden vinden (zo als zy zich gelieven té exDÜceeren) de Commisfie ter vereffening der ofl» derlinge gefchillen verder te dóen eontinueeren i en dat zy hebben kunnen goedvinden de BeMj* lies voor afgebrooken te houden , waar van de? Heeren van de Stad alle de nadeelige gevolgen die daar uit zullen komen te refulteeren , voof-i reekening en verantwoording van de Heeren van df< Ommelanden zullen overlaaten. Terwyl de Hec»i ren van de Stad eindelyk moeten verklaaren, dat; zy het niet geraaden vinden te aggreëren, de opj nieuw gedaane voorflag van hun mede-Lid , orré hangende de difFerenten, en dus voor dat de Hee-' ren van de Ommelanden hunne irreguliere flappen' of ten minften twee van dezelve zullen hebben gecorrigeerd, de Provinciaale deliberatien te hervat* ten, die door de Heeren van dè Ommelanden (ftrydig tegens de decifie van Hun Hóóg Mogenden van; den 24 July 1640, en accoord tusfehen Stad ed! Ommelanden ten overflaan van' Heeren Gecommit-; teerden uit Hun Hoog Mogenden deh 10 Septemi ber 1647, binnen Groningen geflooten) zyn afge-* brooken; en dat de Heeren van de Stad uit dierji hoofde, in den voorflag van hun mede-Lid niet kun«i nen treeden, zo langé de Heeren van de Ommeland 'den hunne afgegeevene ordres opzichtelyk hetStai :pelrecht (als ftrydig tegens de decifie van Haar Hoo| Mogenden van den 7 Augustus 1649) en dè furche< ance der Provinciaale deliberatien, niet zullen hebj; ben ingetrokken, of voer vernietigt gehouden;zutf lende de Heeren van de Stad inmiddels niet in gé< breeke blyven, om fteeds het waare hei! des Voltfl 'te bevorderen, en te trachten zich zelfs en andé "?'•' - rel  is Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. i5r ren by Imnne wettige Voorrechten te handhaaven en te befchermen. (was get.) J. D. Quintus, vt. Lager itond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz. (was get.) W. Cranssen, Secret. Supra in margine ftond, Op den 28 January T78S, nademiddag half twee uur, dbor de Heer Secretaris Qianssen, aan my Ondefgefchrèeven ten mynen Huize "overgegeeven. (was get.) J. A. Engelhard, Syndicus. fïq. 558. Strekkende tot Bylage O. van N°. 55 r. Behelzende Misfive van Heeren Burgemeesteren en Raad in Groningen, aan eenige particuline Richters in de Ommelanden, om bevel te geeven-. 4dt geene Predikanten en Schoolmeesters, eenige Publicatien enz. op naam van Jonkeren, Hovelin* gen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, of op den naam van derzelver Heeren Gecommitteerde Raaden gee'maneert, inde Kerken af ie hezen enz. Edelé, Éréntfeste, wyzë, zéér Voorzienige Heeren ! Ter onzer kennisfe zynde gekomen, dat Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden tusfchën de Eems eri de Lauwers t kunnen goedvinden; Publicatien en Wetten te promulgeeren op hun of hunner Gecommitteerde Raaiden naam, in onze Jurisdictiën, daar wy niemand lals zodaanig kennen nog erkennen kunnen, dan de Heeren Staaten deezer Provincie, volgens dé gëves?tigde Conftitutie: hebben wy die demarches niet anders kunnen aanzien,- dan eene openbaare infraÖie tegens de Souvereiniteit der Heeren Staaten, eri VI. Deel. h wel-'  16*2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot welke wy verplicht zyti tegen te gaan, en niet tes gedoogen, dat in onze Jurisdictiën plaats hebben:: het is om dien oirzaak, dat wy goedgevonden hebben, U Edele Erentfesteby deezen aan te fchryvenn en te requireeren, ten einde U Edele ErentïesteE de noodige en voldoende ordres afgeeve, en wel] Voor Vrydagaanftaande, aan de reipective Predikantten en Schoolmeesters der Plaatzen onzer Jurisdictiën , waar van U Edele Erentfeste de exercitie na-., mens Ons is toevertrouwd, om geenerhande Publicatien, Notificatien ofte Ordonnantiën op naam vanc Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden enVolmach-.' ten der Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers, of op den naam van derzelver Heeren Ge« committeerde Raaden, wordende geëmaneerd, in dei Kerken af te leezen of doen afleezen, gelyk mede aan de Weddelieden , en verdere Gerechts-Bedien-i den te in jungeeren, om noch tot het aanflaagen, noch! tot het uitvoeren van dusdaane ordres de hand tei leenen ; neen, maar allé zulke aangeflaagene of aan«i geplakte ordres, terftond af te fcheuren, en niet tes refpecteeren, en dezelve alle het Edele Erentfestö Gerichte terftond toe te zenden en daar af kennis! te geeven, guarandeerende Ü Edele Erentfeste: Voor alle de gevolgen, die daar uit mogten komen: te refulteeren. Waar mede blyven, U Edele Erentfeste in GoBes prote&ie beveelende. Edele, Erentfeste, Wyze zeer voorziene Heeren. U Edele Erentfeste goede Vrienden*, Onder Jlond, Groningen den Burgemeefleren en Raai: i% Febru. 1788. in Gronhigen. (was get.) J. D. Qdintos, Vt. Lager ftond Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz,, (was get,} G. J. Gockikga, Secreu  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 163 559 Strekkende tot Bylage P. van N°. 5>r» Behelzende Misfive van Heeren Burgemeesteren en Raad in Groningen, aan Hun Edel Mog. Luitenant en Hoofdmannen van de Hooge Jujtitie-Kamer van Stad Groningen en Ommelanden, over aanmaa* tiging van Jurisdictie door Heeren Jonkeren, Hovelingen, enz. Edele Mogende Heeren! Het is zedert eenigen tyd, dat wy geïnformeerd ivierden, dat de Heeren Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten van de Ommelanden tusfehen de Eems en Lauwers, hadden goedgedagt, pp hunnen of hunnen Heeren Gecommitteerde Raaden naam, teemaneerenPlakaaten, Ordonnantiën, en wat meer is. Wy hebben ons terftond daar degens niet willen verzetten, naar dien wy hoopten en verwagten, dat de Conferentien, zo tusfehen ons, en de Heeren Jonkeren, Hovelingen, EigenErfden en Volbrachten, ter wegneeminge der fubfifteerende gefchillen ftonden gehouden te worden, van gewenfcht fucces zouden zyn, als wanneer yan zelve alle derzelver wederrechtelykeen inconItitutioneele pasfen zouden zyn vervallen; maar, daar deeze onze welmeenende en tot welzyn van het Land aangewende poogingen, tot onze lmerce van geen vrugt, noch onze infehikkelykheid van eenigen invloed is geweest, dan, integendeel Jonkeren , Hovelingen , Eigen-Erfden en Volmachten hebben kunnen goedvinden, die Conferentien af te breeken, na dat willekeurig tegens den uitdrukkelyken Letter van de decifien van Haar Hoog Mogenden van 1640, en Accoord tusfehen de beide Staatsleden, ten overftaan Van Heef en Gecommitteerden Van Haar Hoog Mogenden binnen deeze Stad in 1647 geflooten, de Landsdag deliberatien hadden deen discontinueeren, en den loop ider Staats-Regeeringe gefluit en afgebrooken; zyn fryy wederom geinformeerd geworden, dat op nieuws i^yan voorneemens zyn, op derzelver naam eenige L a Or«  IÖ4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot . Ordonnantiën, Publicatien of wat dies meer is, m doen promulgeeren, en zich eigenheerig aan tei maarigen, de Wetgeevende macht in de Ommelan«i den; het welk wy thands niet langer onverfchilligj kunnen, noch mogen aanzien, noch als mede eni wei eerfte Lid van Staat» noch uit hoofde dat deezei Stad Eigenaresfe is van verfcheidene Jurisdictiën int de Ommelanden gelegen, en geene andere Wet< geever in dezelve kennen nog erkennen, dan aK leende Heeren Staaten deezer Provincie; al waar-r om wy de Richters naamens ons gemelde Jurisdioc tien adminiftreerende, en by Uw Edele Mogendei Collegie beëedigd, hebben aangefchreeven, geene andere ordres i de Wetgeevinge fpecteerende, tei fehoorzaamen en op te volgen, dan van gemelde leeren Staaten; en niet tegedoogen, dat eenige, Plakaaten, Ordonnantiën , ofte welke naam oofe mogten hebben, op den naam van Jonkeren, Ho«> veiingen, Eigen-Erfden en Volmachten, of derzel-1 ve Gecommitteerde Raaden, wordende geëmaneerd,! in gemelde aan hun gedemandeerde Jurisdictie» werden aangeilagen; of aangeplakt wordende, de« zeiven af te fcheuren. Wy hebben gemeend, Uw Edele Mogenden vaa deeze toedracht van zaaken, niet onkundig te moe»; ten laaten; en tevens te verzoeken, dat Uw Edele< Mogenden daar aan de hand gelieven te houden, dat de Stad in haare Rechten aan haar als Eigena-t resfe deï Jurisdictiën competeerende, door Jonke* ren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten of-\ te Heeren Gecommitteerde Raaden der Ommelanden, niet werden geturbeerd, maar by dezelve ongefchonden bewaard; en, dat voorts geene Plakaaten, Ordonnantiën of Ordres, op derzelver naa-! men wordende geëmaneerd, in de Ommelanden]! werden gerefpecteerd, veel min naargekomen ea:| uitgevoerd, daar dezelve ingevolge de vastgeftel--! de Conftitutie van deeze Provincie, doch voor nul,j nietig en van geener waarde moeten, en van geeneï verbindende kragt» kunnen gehouden worden. Waas  ide Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. i5j Waar mede blyven, Uw Edele Mogenden in Gopes protectie beveelende, Edele Mogende Heeren] (Onder ftond,) U Edele Mogende goede Vrienden. Groningen den Burgemeesteren en Raad 16 Febr. 1788. in Groningen. Geparapheert, (was get.) J. D.'Quintus, vt. Lsger ftond Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz* (geteekend) C. H. Gockinga, Secret. 'No. 560. Strekkende tot Bylage Q_. van N>. $$x. Behelzende Misfive van Luitenant en Hoofdman' tien, aan Heeren Jonkeren, Hovelingen enz. waar by kennis geeven van hef ontvang der bavenftaande Misfive. Edele Mogende Heeren! Door hunne Edele M°génden de Heeren Burgermeesteren en Raad deezer Stad, aan ons by Misfive van den iöden deezer» zynde geklaagd, dat Uw Edele Mogenden door het Emarjeeren van Piakaatën, Qrdonnahtien of wat dies meer is, zich eiigenheerig hadden aangemaatigd, de Wetgeevende :magt in de Ommelanden; verzoekende verders, dat /wy daar aan de hand geliefden te houden, dat de iStadin haare Rechten 'aanhaar als Etgénaresfe der Jurisdiétien eompeteèrende, door Uw Edele Mog, lofte Heeren Gecommitteerde Raaden, nietmogte'ft 'worden geturb'eerd, maar by dezelve ongefchondea :bewaard: zo hebben wy geoirdeeld, op deeze klag:tên niet te mogen of te kunnen disponëeren, voor ien aleer wy daar tegens hadden outfangen Uwe$ ] Edele Mog. belangens. "f ' La Wy  166 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Wy zenden dieshalven hier nevens Copie vaft! opgemelde Misfive en klagte, aan Uw Edele Mo.) genden, in vertrouwen, dat Uw Edele Mogend den het Kof op inhoud van dien zo fpoedig moog-< lyk, zullen willen dienen met derzelver berichtj Waar mede Uw Edele Mogenden beveelen in dq< protectie des Ailerhoogften, en verblyven, Edele Mogende Heeren! i Onder Jlond, U Edele Mogende goede Vrienden ] Groningen Luitenant en Hoofdmannen van) den 26 Febr. de hooge Juflitie-Kamer vaw J7Ü8. Stad Groningen en Ommeland den. Geparapheert, (gef.) S. Gockinga, vt. Lnger tlond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz»., (geteekent) S. W. Tjassens, Secret. Nc, 5"6r. Strekkende tot Bylage R. van N°. 551,, Behelzende Misfive van Burgemeesteren en Raad jm Groningen, aan de Heer en Jonker en, Hovelingen*, Eigen-Erfden en Volmachten tusfehen de Eems en; de Lauwers, ten einde de afgebrookene Conferen*> tien wederom te beginnen en voort te zetten. Edele Mogende Heeren! Op eergisteren ontfingen wy eene Misfive vasi Haar Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal,, by dewelkeHoogstdezelveons, onder anderen aan-maanden, om te tenteeren door de te houdene: Conferentien, die Uw Edele Mogenden hebben t afgebrooken, de gereezene gefchillen af te doen J, /lellende ten dien einde een termyn van vier wee- ■ ken, en wy hebben na gehoudene deliberatie, ver- • meendj,! Eigen-Erfden en Volmachten tusfehen de Eems ent de Lauwers, ten einde de afgebrookene Conferen**  ft Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 16? jneend, daar aan te moeten defereeren; en het is ttén gevolge van dezelve , dat wy ten voorfchreeven einde hebben gecommitteerd, onzen Heer éraslideerenden en deszelfs Heeren Adfesfooren, benevens den Syndicus, met de gewoone fubftituitie; waar van wy gemeend hebben Uw Edele Mo¬ senden kennis te moeten geeven , up ua.*., wa^u mede het zelve by Uw Ed. Mogenden zal gefcnied ;zyn, en aan ons gecommuniceert, de Heeren Ge» committeerden na gemaakte affpraak, de Confe'ïentien wederom zouden kunnen beginnen en voort» bietten. . Waar mede verblyven na Uw Hdele Mogencien In Godes heilige protectie te hebben aanbevoalenr Edele Mogende Heeren! (Onder ftond,') Uwer Edele Mogende goede Vrienden, Groningen den Burgemeefter en en Raads £3 Febr. 1788. in Groningen. Was geparapheert, (was get.) B. van Iddekinge, ve. Lager ftond, Ter Ordonnantie der H Heeren voorfz. Qeteekent») C, H. Gockinga, Secret. L 4 No,  i6B Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut N>< 5)5?.. Strekkende tot Bylage S. van N0. 55tó Behelzende 'Misfive van Heeren Jonkeren. Hov&k lingen,' Eigen-Erfden en 1/'ohnachten tusfehen ckfr Êems ehdè Lauwers; ter refcriptie van bovenjlaandsl Misfive van Heeren 'Burgemeesteren en Raad ai» Qror.ir.gen. ' t Ur.f-a V' • 'f Edele Mogende Heeren! Door de Heeren onze Gecommitteerde Raaden 1 Op de eerfte Vergadering na geëindigde monftering; gehouden, den 28ften jongstverloopep maand, tetr onzer deliberatie gebragt zynde Uwer Edele Mog,, Misftve van den 23ften February deézes jaars, waar ' by Uw Edele Mogenden aan ons hebben gelieven . kennis te geeven, yan den ontfangst eener Misfiye ; vaa Hui} Hoog Mogenden , b,y welke Hppgstdezel- • ve onder anderen aanmaanden, om te tenteeren door te houdene Conferentien, de gereezene gefchillen af te doen; waaraan Uw Edele Mogenden ha gëhoudene deliberatie vermeend haddén te moeten defereeren, en ten voorichreeyen einde hadden gecommitteerd; den Heere Prasfïdeereride en deszelvs Hëeien Asfesfoorén beneevens dén'Syndicns , met gewoone fubftitutie , waar van Uw Edele Mogenderi hadden vermeend aan ons kennis te moeten geeven, op dat warmeer mede hei; zelve by ons zal zyn gefchied,'en aan Uw'Edele Mogenden gecommuniceerd , de Heeren Ge« committeerden na gemaaktè affpraak, de Conferentien wederom zouden kunnen beginnen en voor:, zetten. Hadden Uw Edele Mogenden in de voorige Conferentien eenige meerdere dispofitie tot eene harmonieufe afkomst van zaaken gelieven te betoenen, zouden wyons niet iri de noodzaaklykheid bevonden hebben om gemelde Conferentien ,' die meer dienden om beide Leden van eikanderen te Yerwyderen als te hereenigen, af te breeken, en aldus  ie Öeieurtenisfen in 17S7 enz. voorgevallen. ïöp' «aldus de aanfchry ving van Hun Hoog Mogenden die wy ons niet kunnen laaten welgevallen, zyn gcpravenieerd. Hadden ook Uw Edele Mogenden na afgebrookene Befoignes, aan ons ge.en.nieuwe ftoffe tot ongenoegens gegeeven , zoude by ons wederom ; alle mooglykp faciliteit zyn gevonden, om de Proj politie van Uw Edele Mogenden tot het reënta» : meereQ derzelve terftond te accepteeren , doch niet als een gevolg van de aanfchryving van Hun Hopg Mpgenden, maar als een geyqlg van onze vreedelievende gevoelens Dan daar Uw Edele Mogenden van zich hebi ben kunnen verkrygen, door ongehoorde en voor 1 ons ten hoogften lsefive aanfchryvingen aan eenij ge Gerichten in de Ommelanden , en een zeer rpnvoegzaam Adres aan de Heeren Lieutenant en 1 ïioofdmannen vap de Hooge Juftitie-I£amer dee: zer Provincie, ons wederom op nieuw aan te vallen , zich een inzaage in het huishoudelyke bestuurder Ommelander Regeering, en fuperioritteit boven ons aan te maatigen, de Hoogheid en ISoüvereiniteit der Ommelanden te kwetzen, en ;diens onafhankelykheid aan ons te betwisten; zo ivinden wy Ambts- en'éédshalven ons verplicht, lUw Edele Mogenden te refcribeereh, dat wy tet ibetooning van onze infchikkelykheid en geneigd:heid tot vreede, andermaar wel willen beproeven :óf met Uw Edele Mogenden over de Conditiën ivan hereeniging in der minne verdraagen kunnen; •fnits, dót Uw Edele Mogenden in duidelyke eri iverftaanbaare woorden', die' geen uitleg béhoe,yen , vooraf de Souvereiniteit en onafnankelyk;heid der Ommelanden erkennen, de daar tegens ; gepleegde Attehtaaten repareeren ; en, wegens iaien fchending, aan óns toereikende'fatisfactie be<= 'iorgen. • Wy verhoopen hier op zo fpoedig mooglyk seen voldoenend antwoord te bekoomen, èn ver-  * Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot élyven, na Uw Edele Mogenden in Godes heili- ! ge protectie te hebben aanbevoolen, Edele Mogende Heeren! (Onder ftond,) U Edele Mog. goede Vrienden,', Groningen Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erf den ■ den 8 A pril en Volmachten der Ommelanden 1788. tusfehen de Eems en de Lauwers. Was geparapheert, (was get.) H. Lewe, vt. 1 Lager ftond, Ter Ordonnantie van H. Heeren voorfy, (was get.) F. J. Güichart, Secret. N . 563. Strekkende tot Bylage T. van No. 551. Be.. helzende Misfive van Heeren jonkeren , Hovelingen > > Jchen de Eems en de Lauwers, aan zyneDoorluch-■ tige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder enz., DOORLOCHTIGSTE VORST EN HEER! Wanneer in de maand September laatstleeden, de! Breede Raad deezer Stad, alvoorens aan ons diver-fe preuves van willekeurigheid in het betrachten van 1 die plichten, waar aan beide Leden van Staat ee-. houden waren, gegeeven te hebben, alle de gemaak- • te Verbonden en Decifien tusfehen Stad en Lande: van haar kant verbrooken, en als openbaare Vyan-. aen tegens ons ae wapenen opgevat, ja zelvs ons : Territoir werkelyk hadden geinvadeerd; hebben wy by Misfive van den I4den dier maand, zulks ter kennis van Haar Hoog Mogenden gebragt, in die requitabele verwagting , dat aan ons van wegens Haar Hoog Mogenden, terftond en zonder eenig tydverzuim zoude geworden, die hulpe en adfiftentie, welke met zo veel recht uit kragt van het Utrechts Ver-  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 171 Verbond, en Traftaat van Reductie van den23 July 1594, reclameerden. Wy hebben te gelyk Copie van die Misfive aan Uw Edele Doorluchtige Hoogheid doen toekomen, met verzoek, dat Uw Edele Doorluchtige Hoogheid, zo door het appuyeeren van ons Adres aan Hun Hoog Mogenden als anderfints, alle mooglyke middelen in het werk geliefde te ftellen, waardoor voor verdere onderdrukking en overheerfching beveiligt wierden; en, het effect van eene Conftitutie, op bezwoorene Tracfaaten, Wetten en Reglementen gegrond, ten vollen genieten mogten Dan in fteede van de noodige Militie tot delogeering van de vreemde gewapende Gasten, die op ons Territoir onder het masker van Patriotisme, en het opzicht van een nieuws opgeworpene Stads Commisfie van Defenfie, allerhande moetwil en bal. daadigheden pleegden, ontfingen wy een Brief van Hun Hoog Mogenden, gedateerd den 22ften September, houdende kennisgeeving: dat Haar Hoog Mog. vermeenden hun oirdeel te moeten opfchorten, tot datzy gelegendheid gehad zouden hebben, daar omtrent te zien de informatien en het belang van de Heeren Burgemeefteren en Raad, en ten dien einde Copie onzer Misfive, aan hunEd. Mog. hadden ter hand gefield. Wy befpeurden dus klaar, Doorluchtige Vorst, dat Haar Hoog Mog. niet genoeg apprehendeerden het gewigt der zaake, met het prsfente gevaar^ en het welke wy en onze goede Ingezetenen, die altoos zo gewillig hunne Schattingen ten dienfte van het Bondgenoodfchap hebben opgebragt, en waar, van fommigen om hun leeven voor de woede dier Rustverftoorders te beveiligen, reeds naar OostFriesland gevlugt waren, zich bevonden; en, dat onze Misfive geenfints die impresfie hadde gemaakt, welke daar van met zo veel reeden verwagtende was. Doch hoe akelig en donker het zich ook, voor ons, ^n onze goede Ingezetenen liet aanzien; hoe zeer  ij 2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot t»ok van alle hulpe ontbloot en aan ons zelve over-4 gejaaten , vermeenden wy echter niet te moeten ij wanhoppen, om door eene behooflyke ftandvastig- I heid en cord'aate befluiten het geweld meester te ! worden; en, onze Ingezetenen voor diergelyke ver- i volgingen en "onderdrukkingen , te beveiligen. Wy reiblyeerden dieswegens door den nood ge» ■ drongen, orisSouverein gezag met die kragt en na»' druk te doen gelden, als waar toe ééds- en Ambts-halven verplicht wierden. En naardien de Unie zo plechtig tusfehen Stad en i Lande gemaakt, van Stads zyde, welke zich geenè! verplichtingen hoegenaamd in deeze rampzalige ty-. 'den heeft bekreunt; meer dan eens gevilipendeert, , en nu eindelyk geheel en al verbröoken ware, o-4 verzulks wy mede van onze kant ons van alle de ver- ■[ bindtehisfën uit voorfz. verbond proflueerende, én i tot dato dèr rüptuure door ons heiliglyk naar geko- .[ men, ontflagen moeften houden; vermeenden wy, , niet gevoeglyk Landdag met ons' mede-Lid te kun-i nen houden, voor dat op biilyke Conditiën hereenigt waren. Wy beflopten hier toe, op den 26flren September, en gaven van al'hèt gerefolveerde bv Misfives dé eodemdato, daarvan kennis aan Haar Hopg Mpg. en ; aanUwEd. DppH. Hpogheid, tot welke ons by deezen eerbiedig refereeren. Voorts ontfingen wy op dien zelvden dag, doch i na geëindigde Vergadering, eene Misfive van den j Breeden Raad deezer Stad, houdende, dat Hun j Ed. Mogenden zeer genegen waren, èn'niets meer I wenfehten, als op vaste en biilyke gronden te hereenigen ; én, tot dat einde proponeerden, om Heeren Gecommitteerden te benoemen, ten einde te zamen als Leden van ieder Lid, apart te delibereeren over de middelen, zo tot afdoening van'die differenten, om welke de Landdags deliberatien thands ophielden, zouden kunnen dienen, in Copia fub A, '■ Waar op by ons den oden October zynde gere* fol-  is Gebeartinisjên in 1787 m%. vowgevalkn* 17 f fólveerd, en geantwoord, als uit het Extract fub B» en Copieele Misfive fub C. te zien, hebben wy tot xefcriptie bekomen, het gene in de Copieele Misfivevan den I3den October fub D. is vervat, voorts by Refolutie van den I7den October fub E. mede vaa onze zyde Heeren Gecommitteerden tot die onderhandeling benoemd, en daarvan by Misfive fub F. aan de Heeren van de Stad, de vereifchteCommunicatie laaten toekomen. Dan hoe fterk de betuigingen van de Heeren vaa de Stad, zo in voorgeroerde Misfive, als in de gehoudene Conferentien, van geneigdheid om op vaste en biilyke gronden met ons hereenigt te mogen worden, zich ook vertoonen; hebben wy echter niets kunnen ontdekken van het gene daar na zweemde; zo dat welke moeite, zelvs met opoffering van onze onbetwistbaare Rechten, hebben aangewend* niet eens zo veel hebben kunnen uitwerken, dat tot het houden van Landdagen, zelvs voor eenea korten tyd, om zaaken van het uiterfte gewigt, waar van fommige het belang van deeze Provincie afzonderlyk., en anderen, datvanhetgeheele Bondgenoodfchap concerneeren, af te doen, beflootea is geworden;-terwyl de meenigvuldige iuftantien daar toe door ons gedaan, telkens werden gedeclineerd onder een nietig pretext, dat het fchandelyfe Stapelrecht eerst wederom op den voorigen voet en train moet worden gebragt, zoekende dus aan ons eene Conditie op te dringen, tot wiens acceptatie, onder welke reftrictien zulks ook moge zyn, als voor ons moreel onmooglyk thands geene bevoegdheid hebben, waar door maar al te klaar en leedweezen hebben bemerkt, dat onze waarlyk al te groote infchikkelykheid eene verkeerde uitwerking had; en de Heeren van de Stad de bevoorens zo plechtig gedaane betuigingen, waar door tot het benoemen van Heeren Gecommitteerden bewoogen waren geworden, geheel en al uit het oog deed verliezen: invoegen uic het verhandelde in de gementioneerde Commisfien breeder gezien kan wor-  Ï47 Verzameling van Stukken tetrekkelyk tot worden in Copie fub G. H. I. K. L. M. en N* i Het welk dan ook eindelyk noodwendig ten ge* . volge moeste hebben, dat wy zulks alles in ferieufe ovërweeging neemende, en ziende hoe weinig ;[ dispofitie 'er by de Heeren van de Stad gevonden I wierde, om hunne irreguliere ongehoorde en geweidige demarches eenigfints te corrigeeren, en op eene amicabelewyze , de gronden tot hereeniging vast te Hellen, geraaden vonden, die onderhandelingen ter voorkoming van verder verwyl van zaaken, en . van het groot nadeel daar uit voor de Maatfchappy te wagten ftaande, af te breeken; zo als by Reiö- I lutie van den iyden der jongst verloopene maand-1 fub O, is gefchied, en waar van by fchriftelyk De- i claratoir in Copia fub P aan de Heeren Gecommit- ■ teerden van Stads zyde den 2iften dier maand ken» ■ nis is gegeeven; wanneer wederom hebben doen 1 herhaalen, de bevoorens gedaane Propofitie, om i hangende de difFerenten, onverkort een ieders recht: en fustenues in alle deelen de Landdagen en Pro- ■ vinciaale Befoignes te reëntameeren , maar even i vrugteloos als bevoorens, gelyk uit het Declaratoir : fub Q is te zien. Wy hebben insgelyks by Misfive van den 2often i dier maand in Copia fub R de Heeren Gedeputeer- • de Staaten aangeraaden , om ten fpoedigften een i Landdag uit te fchryven, met verklaaring, dat ter : bevordering van het algemeen belang deezer Pro- ■ vincie, onder de falutaire Claufulen daar by vermeld a , tot het houden van dezelve bereidvaardig zouden: worden bevonden, doch tot nog toe daar van mede l geen effect befpeurd. De naauwe betrekking, welke Uwe Doorluch-. tigfie Hoogheid tot deeze Provincie, als diens wet- ■ tige Erf-Stadhouder is hebbende, en het belang dat; Hoogstdezelve in diens welvaart field, hebben ons i doen befiuiten van al het voorgevallene ten deezen i opzichte, zedert onze laatfte, aan Uwe Doorluchtig- • He Hoogheid kennis te geeven, en den waarentoe- ■ dragt van zaaken open te leggen, in die rechtmaa.. tigt  de Gebeurtenis/en in 178? enz. voorgevallen. 175 ti'ge hoop en verwagting, dat het gene dus verredoor ons is gedaan, de goedkeuring van Uwe Doorluchtigfte Hoogheid zal moeten wegdraagen , en wy dieswegens eene kragtdaadige protectie onzer bevoorens meermaalen zo deerlyk gefchondene» maar nu eenigfints herftelde Vry- en Gerechtigheden, by Uwe Doorluchtige Hoogheid zullen vinden; en Uwe Doorluchtige Hoogheid niet zal nalaaten, van Honden aan Hoogstdeszelvs gezag, tot her. houden der Landdagen werkzaam te doen zyn; op dat aldus het belang van het lieve Vaderland in het gemeen, eh van deeze Provincie in het byzonder, ibevordert moge worden. En hier mede eindigende, beveelen wy Uwe Doorluchtige Hoogheid in 's Hemels dierbaare hoede, en verblyven. (*) Doorluchtige Vorst en Heerl Onder ftond, Uwe Doorluchtige Hoogheids dienstwillige Dienaaren, Groningen Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden ïlen 6 Febr. en Volmachten der Ommelanden 1788. tusfehen de Eems en de Lauwers. Geparapheert, H. Lewe, % Lager ftond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz. (was gef.) F. J. Güichart, Secret. (*) De»in deeze Misfive aangehaalde Bylaagen, zyn' iteeis hier voor geplaatst. No» i  176 Verzameling van Stukken betrekkelyk té N°. 564. Magijlraats-verandering te Goes , door dt Ed. Mogende Heeren Commisfarisfen van zyne Doorl. E Hoogheid, den Heere Prince Erf-Stadhouder. 0/t den 8 April 1788. B a 1 L j ü w. Mr. Johannes Pols: Burgemeesteren. Mr. Dignus Cornelis Keetlaer. Mr. Willèiu | Canifius. Schepenen. Zywert Diederik van der Bilt, Heer van CloetioÉ ge. —- Cornelis van Citters. -—Van Bruëlis.— Da- Biet de Meijer. — Petrüs Alexander Boreel de Mau. regnault. — Johannes Stokmans. — Johan Hendrik 1 Eversdyk. — Laurens Jan van de Spiegel. — Jam Dominieus en Martinus Slabber. Raaden. Mr. Johan Willem van Rofevelt. — Mr. Djgntisi i Cornelis Keetlaer.— Mr. Johan Adriaan van Dorch. , Adolf Osfewaarde. — Mr. Willem Caniffus.—.;. Mr. Aarnout Wilhemvan Gieters, Heef van 's Gra-'. venpolder. — Mr. Antoni Osfewaarde. Zywert : Diederik van der Bilt 3 Héér van Cloetinge. — Mr. Johan Jacob Leydekicer de Bruin. — Cornelis van Citters. Van Bruëlis. — Petrus Alexander Boreel de Mauregnault. -— Daniël de Meijer. —«■ Ja- i han Hendrik Eversdyk. —- Cornelis Pieter Keetlaer. —• Laurens Jan van de Spiegel. — Michaël Conftantyn van Dorth. Boudewyn Verfelewel van der Bilt: —— Arnoldus van Tilbürgh, M. Z. — Martinus Slabber. Johannes Stokmans' en Aaf^ nout van Citters. Pensionarissen, Honorair. Jr. Dirk Wolter Baron van Lynden. — Mr. Francois Nicolaas Keetlaer, eo Mr. Johan Adriaan vaa Dorth, firn  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 177 Secretarissen. Mr. Aarnouc Wilhem van Citters, Heer van 's Graenpolder, en Mr. Antoni Osfewaarde. Jo. 565. Regeerings-verandering te Veere, door zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Omn* ge en Nasfau. In dato den...April 1738. Ba 1 l j u w. i Mr. Quirinus Cornelis van der Boon Mefch. Burgemeesteren. ! Dr. Jakob Johan Andriesfen, en Mr. Daniël Pieer de Mauregnault. Schepenen. i Mr. Manta Stephanus van der LoefF. — Cornelis idrianus Reynouts. — Michiel Baftiaanfe. — Pie;r Haak Steenhart. — Johan Boddaert, — Adrian Haringman. — Mr. Meynard Jan van Visvliet. — Authony de.Paauw en Mr. Jacob Evera. Raaden. : Mr. Wilhem Schorer. Joh. Asf. Fil. Jo- annes de Vriend. — Dr. Jakob Johan Andriesfen. — Cornelis Adrianus Reynouts. — Jr. Philip Jaob Baron van Brakel. — Mr. Johannes Marinisfen. : Doch zal geduurende deszelvs Commisfie in de ; rovinciaale Rekenkamer de deliberatien van de Iiegeering dier Stad, achtervolgens de Staats-Refouie van den 26 Maart 1670, niet vermogen te ad. ifteeren. juilleaume Fredric Godin. — Michiel Bafïiaanfe, [—Mr. Manta Stephanus van der LoefF. — Mr Daiel Pieter de Mauregnault. — Willem Marinisfen. —- Pieter Haak Steenhart. -— Mr. Quirinus Cor:e!is van der Boon Mefch. — Johan Boddaert. — Ir. Meynard Jan vaa Visvliet. — Adriaan Haring' VI. Deel. M maa»  1^8 Verzameling van Snikken betrekkelyk tot man. — Mr. Stephanus Adriaan Vermers van deïj Loeff. — Anthony de Paauw. — Dr. Jacob Ever?; en Adriaan Jacobze. Pensionaris, Ordinair. Mr. Daniël Pieter de Mauregnault. Pensionaris, Honorair. Mr. Willem Schorer en Joh. Asf. Fil. N». 566. Verandering gemaakt in de Magiftraat de:i\ Stad Gorinchem, door Hun Ed. Mog. de Heeret\ Commisfarisjen van zyne Doorl. Hoogheid den Heet : re Erf '-Staahouder. Op den 9 April 1788. Vroedschappen. Mr. Willem Herdrik van Barnevelt. — Jr. Simei on Petrus Collot d'Escury, Heere van Sliedrecht es Waaldwyk — Mr. Sebastiaan van Nooten, —-Mij Johan Schildhouwer van Hoey. —— Mr. Abiahar. van Bleyswyk, Vryheer van Eeten en Meeuwenr Heer van Babilonienbroek Adriaan Pomp e. •— Mr. Dior.ys Hendrik van Schuylenhurch. —— Dr Theodorus van Diepenbrugge.— M itthys Snoeci: Huibz. — Mr. Jan Ouwens. Hermanus Joha; van Berchhyck (abfent), — Lambertus van Meer ten. — Thomas Dolegius Adriaan Verboom — Jot han Hubert Gerard van Borcharen. — Jan Snoeci Gysbz. — Johannes van Gennep. — Mr Servatiu. Gysbertus Brouwer en Nicolaas de Gyfelaar (bly vende Secretarisfen, doch zonder confequentiej — Jacob van Dam. — Chriftiaan Schuller. — Mr. Ge< rard van Lom. — Mr. Bruno Jollas van der Does: — Willem Hendrik van Barnevelt (abfent) en Woui ter van Eeten. Burgemeesteren. Mr. Johan Schildhouwer van Hoey, tot den 1 JaI nuary 17^9. — Adriaan Pompe en Theodofus vail Diepenbrugge, tot 1 January 1790. ToJ  de Gebeurtenis/en in 178* enz, voorgevallen* ify Tot Schoot (by continuatie). Mr. Abraham van Bleyswyk, v'ryheer van Eeteö en Meeuwen, Heer van Babilonienbrotk. Tot Schepenen. M". Jan Ou wens. — Jan Sno> ck Gz* ft» Cbrifti. aan Schuller. •** Mr. Bruno Jofias van der üoesj Hendrik Martinus Pompe, Heer van Lombardyené Pf Justinus Cornelis van Meerten. — Henti Chatelain. Schepenen Commissarissen van 's Lands Middelen. Jan Snoek Gz. -r- Mr. Bruno Jofias van der Doe* en Hendrik Martinus Pompe. In Gecommitteerde Raaden (by Continuatie.) Thomas Dolegius en Adriaan Verboom. Inde Provinciaale Rekenkamer (met Mey 1788.) Jr. Simeon Petrus Collot d'Escury, Heer van SHö* érecht en Waaldwyk. - Gecommitteerde Raad ter Admir aliteit ü? de Maze (by Continuatie tot November 1788). Mr. Sebastiaan van Nooten, (en dan tot Noveifi* fcer Mr. Johan Schiküfbuwer van Hoey.  i?o Verzameling van Stuiken betrekkelyk Ut No. 567.. Verbaal, van het verhandelde in de Ccnfereni tien, tusfehen de Heeren Gecommitteerden der Hee-i ren Staaten des Furftendoms Gelre en Graavfchaps Zutphen , en de Heeren Gecommitteerden van dn Heeren Staaten van OverysJèl,in April 1788 bim ' nen de Stad Arnhem gehouden, ter opruiming dei cneenigheden, geduurende de laatfte ongelukkige ty j den.hebbende plaats gehad; en de klagten tegens Óvern ysjelfche Ingezetenen, over het violeeren van het Geil dirfche Territoir, enz. ■ Woensdag den 0 April 1788. Prsfenten. Uit Gelderland. Jan Elias van Lynden, Extraordinaris Raad in den Hove van Gelderland. Otto de Verried Burgemeester der Stad Zalt-Bommel. — Johan Ai uolph Hendrik Sigismund van Dorth , tot 't, Vel de en,Holthuizen, Scholtus binnen en buiten Lochemt —— 'Evert Lüdolph van Heeckeren'tot Walien er; de. Kemnade, Burgemeester der Stad Zutphen. — Willem van Ha-ersolte tot Trst, Landdrost vat Veluwen. Joan Gordon , Burgemeester del Stad Wageningen, nevens den Secretaris Hoff. Uit Overysfel. Derk Bentikck tot Diepenheim , Landdrost vani T-wenthe. Arend van Raesfeld tot Elfen, Landl drost .van Vollenhoven. Derk Frederik: van ,Voerst tot —Weyer Anthony Eekhout, Burgemeester der Stad Deventer.— Joan Lemkeri van Breda, Burgemeester der Stad Campen. -—Lu-i cas Gysbert Rouse, Burgemeester der Stad Zwolle, nevens den Secretaris van Süchtelen. De refpedtive Heeren Gecommitteerden op lastl en auctorifatie van wederzydfche Heeren Staaten, thands ingevolge onderlinge gemaakte fchikking, alhier binnen Arnhem te iaamen gekomen , en op 's Landfchaps Kamer vergaderd, en nedergezeten zynde.  ge Gebeurtenis/en ih i?B7 enz. voorgevallen; 18* Is door den Heer van Lynden, van wegens de Gelderfche Hee-en Gecommitteerden voorgedraagen, da: de Heeren Staaten van üverysfel, by Misfive van den 23 October 1787 (*), aan de Heeren Staaten deezer Provincie hadden te kennen gegeeven Hoogstderzelver geneigdheid, om de verregaande, oneenigheden, welke 'ér geduurende de laatfte ongelukkige tyden, hadden plaats gehad-, gelyk ook de klagten door de Heeren Staaten van Gelderland, tegens de Ingezetenen van Overysfel ingebragt,a/amiabte, en vriendnabuurlyk te vereffenen, en uit d n weg te ruimen , daar toe proponeerende het benoemen van een' Commisfie door wederzydfche Heeren Staaten; met betuiging dat hun niets aangenaamer zoude weezen, als dat de oude harmonie en vriendnabuurlyke verftandhoudinge weder mogte herleeven, en als op nieuw bevestigd worden; en dat daar toe gaarne al het mooglyke zouden toe-v brengen. Dat hier op door de Heeren Staaten van Gelderland by Misfive van den 26 Oflober daar aan volgende gerefcribeerd zynde, dat ook gaarne van hunne zyde alles zouden contribueeren, wat tot herftel der harmonie tusfehen beide Provinciën zoude kunnen die-' nen ; en dat mitsdien die geproponeerde Commisfie kwamen te accepteeren , en daar toe Gecommitteerdens zouden nomineeren, zo haast geïnformeerd wierden, dat de Heeren Staaten van Overysfel daar toe hunne Gecommitteerdens benoemd hadden» Dat vervolgens door de Heeren Staaten van Overysfel derzelver Gecommitteerden benoemd, en daar van , welgemelde Heeren Gecommitteerden, by Misfive van den 14 November 1787, aan de Heeren Staaten van Gelderland zynde kennis gegeeven;met vetklaaringe van gereed te zyn, om, zo dra deGelderfche Heeren Gecommitteerden mede genomineerd zouden wezen, als dan door de wederzydfche Heeren Gecommitteerden tyd en plaats te arrangee- rea (*) Zie II Deel, bladz. 135«. . M 3  S§2 Verzameling van Stuiken betrekkelyk Ut ren om de befoignes te beginnen, en zo hoopten en vertrouwden ter bereiking van de falutaire oog- ■ merken van de refpective Heeren Committenten, op i cje gefehiktfte wyze ren einde te brengen. " Dat hier op door Heeren Gecommitteerden van i Gelderland by Misfive van den i (len Maart laatstlee- < den, van hunne benoeming tot deeze Commisfie aam Heeren Gecommitteerden vanOveryslel re iproquei Communicatie gegeeven was, met betuiging, date Hun Gecommitteerdens niets tot meerder genoegeni verftrekken zoude, dan dat deeze befoignes een ge-Wenschten uitflig mogten erja/'gen, en hunne de-vuiren, overeenkomltig de intentie van derzelver: Ijeèreh Principaalen, daar toe van nut mogten he-vonden worden: en dat daar by te gelyk aan de; Hper.en Gecommitteerden van Overysfel was ge-' prpponeerd geweden, om de gementioneerde Con-. ferentien op (heden) Woensdag den oden Aprilbin-« jiep, de Stad Arnhem te beginnen, en zich ten dieai fin de des daags te vooren aldaar te laaten vinden. Dat die gemel te voorgeflagen tyd en plaatzedoor: de Heeren Gecommitteerdens van Overysfel, oy der- . zelyer refcriptie van den 6den Maart daar aan vol-géi de zynde geagreëerd, en de wederzydfche Hee-. rep Gecommitteerden ten gevolge van dien, thands; by één gekomen zynde: hy deer van Lynden doi eer. had, de refpeclive Leden met detzelver goed ar-■ jivement te feiiciteeren, en voor derzelver tydige s en goedwillige Comparitie te bedanken: met etui" ging, dat Heeren Gecommitteerden van Gelderland . hoopten, dat door deeze te houdene befoignes hee : falutaire oogmerk, wa r toe dezelve waren aange- ■ legd, zoude worden bereikt; en alzo de goede har- i monie en verft mdhoudinge tusfehen twee Pro vinei' n door den band der Unie (welke op het punt wasi \ gebragt om van eikanderen, gereeten te worden, doch het welk door de hefticringe van de Goddely- ■ jee Voorzienigheid nog genadig is voorgekomen. zo dat dezelve van nieuws wedei is bevestigd) zo nauw i HO, elkanderen verbonden.3 ?n boven dien door dar- i  i ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. mr gevallen. 183 :zelver locaale ficuitie boven andere onderling geattacheert, weder op den voorigen voet herltelj, en gecimenteerd moge worden : waar toe aan zyde van Hun Gelderfche Gecoramitceerden gaarne zoude worden toegebragt, al wat met eenige billykheid -van dezelve z^ude konnen worden verlangt. Waar op de Heeren Gecommitteerden van Over;ysfel,met reciproque betuiging van derzelver genoegen van de Gelderfche Heeren Gecommitceer:den,in zo een goede welftand temogen ontmoeten; hebben gedeclareerd: van de Heeren hunne Committenten in mandatis te hebben, om uit hunne naam aan de Heeren Gecommitteerden en door dezelve 1 aan de Heeren Staaten van Gelderland in het geneiraal, betuiginge te doen van de waare hoogachtm1 ge welke voor Hoogstdezelve gevoelden , den hoojgenprys welke op derzelver vriendfchap (telden, ten de oprechte begeerte, om de verzwakte ban1 den van vriendnabuurlyke verftandhouding te her[ftellen, en op de folidcste gronden duurzaam cn onverbreekbaar te maaken, ja was het, mooglyk nog inaauwer en vertrouwder als ooit te vooren toe te haaien ; terwyl teffens omtrent het poinót in ques1 tie , gelast waren te declareeren : dat Ridderfchap en ! Steden , alle de ongeregeldheden welke zo ongelukkif in dit ons Gemeenebest hebben plaats gehad, 1 nagegaan hebbende, tot hun leedwezen daar onder •hadden moeten tellen die demarches eh mefures, waar over zich de Heeren Staaten van Gelderland ■ met opzichte tot het gebeurde omtrent Hattem en Elburg hebben komen te beklaagen, en dus van herten wenschten, zulks nooit te zyn gebeurd; , en waar van de oirfprongen uitwerking alleen moest 1 gezogt worden en ook te vinden was, in de destydes : in Overysfel zo ongelukkig geëxteerd hebbende Regeeringloosheid ; en dat dierhalven , terwyl gedaane zaaken geen keer hadden, 'er voor de Heeren Staaten van Overysfel niets anders overbleer, dan om met een generaale disaveu van al het gepasfeürde hunne bereidwilligheid te betuigen, om geJA 4 Z3*  134 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut zamentlyk met de Heeren Staaten van Gelderland^ zouaamge emcacieuie maatregulen te helpen nee-men en vast te ftellen, als waar door alle gevaarly-. ke onderneemingen, hoegenaamd, voor het vervolg' zouden kunnen voorgekomen , ja daadelyk belet.: worden. Is vervolgens aan zyde van de Heeren Gecommitteerdens van Gelderland voorgemeld, dat de: principaale Objecten deezer Conferentie, vervat wa-. ren, in de Misfives der Heeren Staaten hunne Prin-cipaalen, van den 5den er, 8ften September, voordsi van den 8 November 1786; en dat dus van Heeren 1 Gecommitteerden van Uverysfel wenfchten te ver- ■ itaan, den voet op welke vermeenen zouden, dat het: gepasfeerde en daar by inhetbreede vermelde, ge-' repareerd worde; en voor het toekomende dieswe-. gens, de noodige gerustheid zoude kunnen wordenj gegeeven; waar by dan nogaccedeerde, hetpoinct; der reltitutie van de door de Provincie van Gelder- ■ land gcdaane betaalinge aan eenige Militie, op de: Provincie van Overysfel gerepartitieerd ; waarom-, trent by de Misfives der Heeren Staaten van Gelderland van den 26 October 1787, was gewag gemaakt, en waar van het montant by eene fpecific- . que opgave, door het gecombineerde Collegie, in December laatstleeden, aan de Heeren Staaten van Overysfel, is gecommuniceerd geworden. Omtrent welk laatfte, aan zyde van Heeren Gecommitteerden van Overysfel,is gerepliceerd: bereid te zyn, om daar over in deeze Befoignes op approbatie van hunne Heeren Committenten te liquideeren ; zullende op morgen aan Heeren Gecom. muteerden van Gelderland, commtmiceeren zodaanige remarques, als op voorfchreeven opgaave van de gedaane betaalingen aan hunne zyde zöud.mmogen vallen, zynde mede tot dio tyd de verdere behandeling van het eerst gementjoneerde uitgefteld.  k Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 15^ Donderdag den 10 April 1788. Praefenten als vooren. \ Is van zyde der Heeren Gecommitteerden van Oiverysiel opening gegeeven van derzelver remarques, pp de door de Heeren Gecommitteerden van Gel- J' derland gevraagde reltitutie der gedaane betaalin- * ge, aan eenige Militie, ftaande ter repartitie der Provincie van Overysfel, in het byzonder betrekke- J' lyk zynde; ini°- tot de Gratificatiën, en 2d°-.totde J Soidye van een Onder-Luitenant, twee Bombardiers, f en zeven, Kanonniers, van de Compagnie van den f Majör Wildrink; als welke naar Deventer waren ;; overgegaan, en aldaar betaald geworden. f' Doch by nadere examinatie bevonden zynde, dat betrekkelyk dit laatfte, door de Heeren Gedeputeer'A de Staaten van Overysfel, in deezer voegen reeds ™ is voorzien , met de gedaane betaalinge der Soldyen :'" van voorfchreeven Onder-Luitenant, Bombardiers ;! sn Kanonniers, aan gemelde Majór Wildrik weder * te decourteeren; en ten reguarde van het eerfte, * :n aanmerking genomen zynde, dat ingevalle door f de Heeren Staaten van Overysfel niet fiegts een z gratificatie van 6, maar mede van 12 ftuivers aan * de overige Militie op haare repartitie ftaande is a goedgedaan, als dan de bedenkinge omtrent de in . deeze Provincie van Gelderland gevalideerde grati'•' Scatie eens, gelyk van 12 ftuivers kwam te vervallen. Is mitsdien over een gekomen, dar het uitfchot f Idoor de Provincie van ■ Gelderland ter zaake voor:1' fchreeven gedaan, zal behooren te worden gerefti~" tueerd, het zy dan met de gratificatie van 6, het zy van 12 ftuivers, naar maate zulks door de Provincie 0 van Overysfel aan de overige Militie op haare re- * partitie is verleend geworden; en dat ten dien ein- * de, voorfchreeven penningen aan de Heeren Ge. 1 deputeerden der Graavfchap Zutphen zullen woriden overgeteld, en door dezelve daar tegens een Ceneraaie quiting zal worden uitgereikt. Vorders door de Heeren Gecommitteerden van I M ƒ O- 1  186* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Overysfel, aanzoek zynde gedaan tot reltitutie vat zodaanig Gefchut en Ammunitie, als gelyk bekend! uit 's Lands Magazyn te Campen naar El burg gezom den was , en op de Lyst waar van het dubbeld ex; hibeerden, welke hier achter geinfereerd is, me< meerderen vermeld (tond; hebben Heeren Gecomi mitteerden van Gelderland aangenomen, zich hief op morgen te zullen verklaaren. Omtrent de principaale poincten, by de Misfivet der Heeren Staaten van Gelderland, van den jdet en 8lten September, voorts van den 18 November 1786 gementioneerd: is nader door derzelver Heei ren Gecommitteerden voorgedraagen, dezelve tit beitaan. imo. In de violatie van het Territoir van Gelden land, zo door het trekken van gewapende Mam fchappen, uit de Provincie van Overysfel naar dé Steden Hattem en Elburg, en door het transpor teeren van Gefchut en Ammunitie van Oorlog naas gemelde Steden, te zamen tendeerende, om de re< fractaire Ingezetenen van dezelve in hunne opvat, tingen te Herken; en verders behulpzaam te zyn i om zich tegens de beveelen, maatregulen en dis; pofitien van derzelver Souverein, te opponeereni als door het fchieten met Kanon van een Eatterye op Overysïels Territoir aangelegd, eerst op de Ml: lUie welke tot Guarnifoen van Hattem en Elburj gedestineerd was, en de Ingezetenen van Gelden land, welke tot Transport der bagagie als andern gebruikt wierden, en vervolgens op de Stad Haw t;m zelve. 2do. In de wyze op welke door de Hoofdfteder van Overysfel, inzpnderheid door de Stad CampeE ontrent de maatregulen der Heeren Staaten vat Gelderland, aan Hoogstdezelven gefchreeven isj by Misfives van den 3iften Augustus, iften, 2deD4den en 5den September 1786. 3tio. In de Protectie, welkedeongehoorzaameer, llitgeweekene Ingezetenen van Gelderland, in de Steden Campen en Zwolle gevonden hebben. Ei  \je Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 187 En 4t0. In een verzoek van behoorlyke reparacia .ran hetgepasfeerde, en gerustftellinge voor het toe» :omende. Up welk een en ander door Heeren Gecommit» eerden van Overysfel is geantwoord, dat reeds uit .erzelver gedeclareerde van gisteren, aan Heerea trecomrnitceerden van Gelderland zoude zyn ge•leeken, uit welk een oogpunt, de Heeren Staatea .an Overysfel de hier vooren gemelde ongehoorde :emarches, van Overysfelfche en andere ingezete» :en, kwamen te befchouwen. Dat zy Gecommitteerdens volkomen verzekeren ionden, dat hunne Hooge Principaalen dezelve al» efints disavoueerden, en dat Hoogstdezelven, a.zo :eer als niet zouden kunnen toelaaten , dat een ;unner Bondgenooten zich eenige inzage kwameaan e maatigen, omtrent de Domestique beftieringe van mnne Provincie; ook zo begreepen, dat de Heeen Staaten van Gelderland het volkomen recht *ehad hebben, om ter uitvoeringe van haare bereden , en bewaaringe van haar Souverein gezag, zoiaane maatregulen te neemen, als door Hoogstde:elven dienftig en convenabel geoirdeeld is Dat wyders inzonderheid omtrent de Batterye in ie nabyheid van de Stad Zwol, en het fchietenvan dezelve; konden verzekeren, dat geiyk die zonder roorkennis of bewilliging der Heeren Staaten vaa Dverysfel was aangelegd, het zo ook insgelyks ge» egen is geweest met het geweld, zo daar van gebleegt is; en dat ook de Magiftraat van Zwol, volders de asfertie van den aanwezenden Heer Gecommitteerde uit gemelde Stad, mede niet alleen on» aewust is geweest van het aanleggen dier Batterye , naar zelvs haare uiterftedevoiren heeft aangewend» Dm het fchieten van die Batterye te verhinderen en xgen te gaan. En dat dus deeze zaak als mede alflnts gedisavouserd, door de Heeren Staaten van Gelderland kon-s de worden befchouwd. ! Te meer daar door opgemelde Heer Gecommit, teerde  >-S8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot teerde van wegens de Stad Zwol, by deezen nadéi wierde verklaard, dat het gunt voorfchreeven, dooi de Magiftraat aldaar volkomen gedisavoueerd wiec de; met bygevoegde informatie, dat gemelde Baü terye reeds voor lange is geflegt worden. Zynde vorders aan zyde der Heeren Gecommitl teerdens van Overysfel, omtrent de Misfive van dd Magiftraat der Stad Campen, in dato den 5 Sepf tember 1786, op de informatie en asfertie van det aanwezenaen Heer Gecommitteerde uit gemcldd Stad, aangemerkt. Dat dezelve is gefchreeven in een tyd dat een dei Leden van de toenmaalige Regeering, Kroff gee naamd, buiten voorkennis vanfde Magiftraat, zicb aan het Hoofd gefteld hadde van zeker ongequalifu ceerd Corps, meerendeels Ingezetenen van gemeh de Stad, en met het zelve naar Elburg getrokkeD was. Dat de Burgerye en Naastbeftaanden van de Lee den van voorfz. Corps voor het fort van dezelve bee dugt wordende, zich beneffens de Gezwooren Gee meente aan de Magiftraat geadresfeerd hadden, eni tot het laaten afgaan van zodaane Misfive, ten fterkv flen hadden aangedrongén. En dat dezelve midsdien niet anders dan een ge-: volg van het gemis eener vrye deliberatie, en het effect van eene Regeering-loosheid te befchouwem was. Zo dat zy Heeren Gecommitteerdens geenfintsr twyffelden, of de Magiftraat der Stad Campen , zout de geen zwaarigheid vinden, om de gronden in diéi Misfive voorkomende, thands tegen te fpreeken eni te disavoueeren. Dat voorts wat aanbetrof het verblyf, fustentatie, en protectie, welke de uitgeweekene IngezeT tenen van Hattem en Elburg in de Steden Cam* pen en Zwol hadden genooten, zulks voornamentlyk moest worden toegefchreeven aan de fuppor-jten, welkë dezelve van elders uit de zogenoemde,: Vaderlandfche Fondfen ontfangen hadden, en dat: de- •  4 ie ijeieurtenisfen in 1787 enz. voor gevallen. ïS0 *i dezelve by de tegenwoordige gelukkige omwentelt [jng van zaaken, cesfeerende, thands of in het geheel ö geene of immers maar een zeer gering getal GelM derfche uitgeweekene ingezetenen, zichin gemelde twee Steden waaren ophoudende, a En dat boven dien, zy Gecommitteerdens verBi trouwden, dat de refpective Magiftraaten van de Sej Steden Campen en Zwol, indien de Heeren Staaten ie van Gelderland, na dat tegens een of andere van kU jie uitgeweekene een rechtelyke erkentenis was ergaan, mogten vermeenen, dat aan hen geen langer é oponthoud in de nabuurige- Provincie van Over;. 5,! ysfel behoorde geaccordeert te worden, als dan til niet ongenegen zouden worden bevonden, aan de 'Ü Eodaane het verder verblyf aldaar te ontzeggen, nel en by onwilligheid van die Ingezetenen om daar is lan té defereeren, als dan daar toe verdere maatregelen tegens dezelve te neemen.* Q Dat wat eindelyk de verlangde gerustheid voor :m aet toekomende concerneerde, zy Heeren GecomGe mitteerdens van Overysfel vertrouwden,~ dat de ,ei Heeren Staaten Hunne Principaalen bereidvaardig iet) loudén bevonden worden, om de Heeren Staaten yan Gelderland te verzeekeren, al hun gezag, vergt' mogen en klem van Regeeringe altoos gaarne te .tt rallen adhibeereni ten einde foortgelyke aggressra fien en violatien, indien onverhooptelyk immer weder mogten getenteerd worden, met den meesten ta fpoed en het beste fucces, mogen worden tegenge-s zou gaan en verhinderd. i ai Het welk alles door de Heeren Gecommitteerdens !fl van Gelderland aangenoomen is , aan de Heeren Staaten hunne Principaalen te refereeren; terwyl :M inmiddels by deeze gelegentbeid niet konden nalaa\m ten, aan de Heeren Gecommitteerdens van Overysis fel, te temoigneeren: dat gelyk de Heeren StaaieM ten hunne Principaalen, altoos met 'er daad gem toond hadden, alle behoorlyke egU3rds voor de tk Souvereiniteit en het Territoir van de Provincie dal van Overysfel, en inzonderheid geduurende de laat» i& fte  igó Verzanding van Stukken betrekkelyk tot He ïroebles, zo veele doorflaande blylcen van me* nagement omtrent het zelve gegeeven hadden, zo* daanig dat, fchoon al tot het tegendeel, een en an-i dere aank-idingevoor handen zy geweest, men nog-; thands deezerzyds, met alle mooglyke zorge waak* zaam geweest is, om zulks te weeren. En dat ook haares weetens geen enkeld voorbeeld heeft geëxteerd, dat iemand haarer Ingezete en, zich dieswegens tot het germgfte heeft geëmancw peerd gehad, het zelve ook alzo confonn deeze ge* manifesteerde denkwyze, van de Heeren Staatem van Gelderland, aan de Heeren Staaten van Overys*; fel, tot een veilige waarborg konde verftrekken, Van de opre chte gezindheid d.-r Heeren Staaten vant Gelderland, om by voortduuring alle onvermoed© fekelyke onderneemingen , van derzelver Jngezere-: nen op het Territoir van Ov omtrent zodaanigen , welke als minder fchuldig eni als misleiden kunnen worden aangezien. En dat omtrent anderen die als zodaanig niet kon-den worden befchouwd, bepaald moge worden, op: welke wyze men zal gelieven te begrypen, dat daan on*#  'it Gebeürtènisfen in 1787 enz. voorgevallen. 193 tintreri't kan en behoord gehandeld te worden, cn :e Juftitie over dezelve geadminiftreerd , na de (Vetten onder welke dezelve mogten gehooren. En is door Heeren Gecommitteerden van Gelderland aangenomen, van dit een en ander, mede-, an hunne Heeren Committenten verflag te doen » ït wanneer daar omtrent gerefölveefd zal weezen , an Hoogstderzelver befluit, aan Heeren Gecommitteerden van Overysfel Communicatie te geeven, 4et toezending der ftukken en informatien, hier. roven gementioneerd; Zonddg den 13 April 1788* Is by wederzydfche Heeren Gecommitteerden' goedgevonden, om by de eerfte gelegendheid van :et in deezen verhandelde, aan de refpectiveHooge*'rincipaalen Rapport te doen , en aangenqomen lunne devoiren aan te wenden, dat deeze Confeëntien fpoedig tot eene gewenfchte Uitflag mogen ïeraaken, en alzö het heilzaam oogmerk bereikt trorden, waar toe dezelve zyn aangelegt. Waat mede Haar Edele Mogenden, na refumtie ran dit Verbaal, haare Befoignes hebben geëindigt* ;n vervolgens na dat, refpectivelyk affctieid gelomen en eikanderen over en weder gevalidiceerd nadden, op heden zyn gefcheiden* (was ge?.) (was get.) my prsfent me prEefent# 3ebn. Toh, Hoëf. a\. v. SuchtEeenV S'tcret. I788s f I. DwtL tys.  I 194 Verzanding van Stukken betrekkelyk tót Lyste of Notificatie van het op den 4 Septem< ber I786, naar Elburg vervoerde Kanon en Ammunitie goederen, en aldaar achter ga laaten. t. Stukken metaal Kanon è 4 fg gem. A. 42. en 2. Voorwagens a 12 en 6 fQ , , , 25 NB. of fchoon by de MisfiVe van den 8 Septemi ber 1786, maar by abuis is gemeld, r. Voorwagen a 6 fgj is bevonden dat 1 Voorwagen a 12 uil de Bovenkerk , de plaats waar eenige dergelyké 's i.and.s goederen geplaatst zyn en bewaard worde» gehaald, en mede genomen was. fooo. Kanon Kogels a 6" fg , , ioooi 130. Grenaden a 16 fg Steen . . . 13c 12. Tonnen zo met Druiven, als blikken Doozen. 22: 4. Dubbelde haaketi. NB. Een aan den Ondergeteekenden, door een pan ticulier uit Elburg, welke dezelve gevonden hadl f in den gepasfeerden jaar te rug bezorgt zynde, isi dus maar als blykt uit den inventaris fol. 13. . 3; 1. Vaatje met 300 geprepareerde buizen tot Grenaden * x6 t& Steen • • IJ 3. Tonnen Kanonpulver a 100 ieder , 3; 1. Kistje Musketloot tot dubbelde- haaken i Jfg j teo $ ........ ti 6. Handfpeeken, , . . , , . £t c Bos len Lont. 6( t. 5eurs Ton. $ * L?pels. . • , ... 21 2. Aanzetters. . ï . . . » 21 2. Wis Terg. ,<•«<•< 2: t. Krasfer. ...•».. jj No, r. % t6  ie GebeurtenUfen in 1787 ene. voorgevallen. T95 , !?>>. 568^ Migijtraats-vernnderinz te Violen, dóór de t . Moeeme Heet en Commisfarn^ van zyne Doorl. Huoghnd den Heere Prince Ërt-Stadhouder. Of dm den 12 April 1788. Toe Bailjuw". £>e Heer Corn. R^vn. d.- Vree. Tot Burg e meesters. Mf. Jo^.n van der Burcht vön Lichcei.berg en leriaau van ck'r Schoor. Tot SCHEPESÈA De Heeren l) VieUgels. Jan «"omelis van E*apele — Maifnus Anthony Catsboek, —- Mr. BJaniel de *'ruvu Anthony Vereyck van öommel.Michiel Carel van der üu.cht van Lchten:bergt. — vir Aarnóut Willem de Hazebomme ea Pieter rvtyser. Tot Raaden. , De Heéreh D Vleugels. Mr. Johan van der iBuicht van Lichtenbergh. — Jacob Johan van Stapele en Adiiaan van der Schoor. Tot Pensionarissen. Mr. Da^ie! de Bruin, ordinair. — Mr Joan v&rj dér Burcht yan Lichtenbergh , honorair.. — Mr. Ca par van Citters, hoootair. — Mr. B j. Turcq, |q lorair. — johan Cornelis van Stapele, hor.orair, k m. A Caishoek, honorair. — J, A van Borsfeie, hono air. — Anthony Vereyck van Bommel* hocorair, en M. G. van Stapele, honorair. Èn tot Secretaris. Dè Heër johan Cornelis van Stapele. Zynde de octflagene Hetten, dc Heeren Mr E* Iner'cus de Weerdt en J. T. Plevier, beide alsSche. ipe en er, Pe^fionarisfen honorair, eh laatstgenoem» Beu Heer mede ais Thefaurier der Stad. N i No.  II ioct Verzameling van Stukken betrekkelyk isi N°. 569. Aanfchryvinge van zyne Doorl. Hoogheiddm Heere Prince Erf-Stadhouder aan den Luitenant-Gei ïieraal van dér Dossen , Gouverneur van 's Hertöi genbosch, betrekkelyk de Manfchappenwelke door de,i Krygsraad onfchuldig zyn verklaard aan de plum deringen en disordres, binnen 's Hertogenbosch vowi gevallen, enz. In dato den 13 April f788. Wy hebben nodig geacht JJ Ed. mits' deezen aa; te fchryven, om aan de Wagtmeesters, Pauken Trompetters, Korporaals en gemeene Ruiters, vat de twee eerfte Esquadrons van het Regiment KavaL lery van den Luitenant-Generaal van Thuil vanSei roóskerken, aan de Sergeanten, Korporaals, Tam bours en Gemeen; n, Granadiers en Musquëttiers; van de beide Bataillons van het Regiment van de; Luitenant-Generaal.van Harpenbroek, en van he eerfte Bataillon van het Regiment van den Gene raal-Major HousTooN,en aan de Bombardiers, Corm mandeurs, Tambqurs, Timmerlieden en Kanonnierss -van de Compagnien Artilleristen van den Luitenant Kolonel Géflink en den Kapitein Pickart, welkl door den Krygsraad van 's Herrogenbosch onfohui dig zyn verklaard aan de plunderingen en desordre< binnen 's Hertogenbosch, voorgevallen, des nagq tusfehen den 8ften en oden en tusfehen den'odeE en loden November jongstleeden; te doen voos hoüden: dat wy verwagten dat zy zich zullen ge dragen als ordentelyke lieden én braave Militairen! zonder zich immer of ooit te laaten verleiden or eenige desordres te pleegen, of overlast te doen aa; de goede Ingezetenen; dat in deeze verwagtihg aal hun derzelver Wapenen worden wederom geueei ven; en dar. wy goedvinden , dat geene reprochef aan dezelven zullen worden gedaan óver het voor gevallene in 's Hertogenbosch , terwyl wy hun houi den voor gezuiverd Van alle blaam, door de ftrafF geoeffend aan die genen welke fchuldig bevondei zyn. en door her ontflag, uit 's La-ds dienst, éa het verzenden buiten het Territoir van de Lieden: wel  me .Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen* 107 Krelke voor fufpeól: werden gehouden, vermits zy iun onfchuld niet hebben kunnen bewyzen; en zal J Ed. deeze Misfive moeten doen voorleezen aan ie overige Regimenteri en Corpfen van U Ed. on» ierhebbende Guarnifoen •" en in het byzonder aan lezelven interdiceeren,om eenjgereproche's tedoen .an de onfchuldig verklaarde Manfchappen van voorchreeven Corpfen, over derzelver ontwapeninge; )p pcene, van daar over rigoureufelyk te worden reftraft. Dergelyke aanfchryving is ook door zyne DoorL loogheid gedaan aan den Geöeraai-Major Graave Welderen, Commandeur van Maftricht, mee etrekking tot het Regiment van den'Generaal-MaDr van Monster. Mr. Cornelis Ëvertfen. — L°c> der dd C;oote. —< Samuel Boeya ~- Mr WilLm Auriaan de jorge.'—i Sibertus CVoius's Graéttweri — Mri Bonifjcius Mogge Pouv junior m Mr. Wil!'m Ja; Jian Plevier *■« Mr H van Alphen van den Hroeckl H Cornelis van Borrendam en Jacob Imanfe. Tot r aaden. Samuel Schuurbecque. — Dr DaDiel Anrhonifi Masfis. — Mr Pieter Pa il van r:elre — Mr [aia Van der Wo'f. — Ltora'dus var, Y-fe'ffryn. —• Mn Bonifacius. Mogge Pou>. —■ Marinus Iminf-3 — Ha.; riel Maurits de Bra w — i)r. Pieter Abraham dd Jonge. — Mr Jan Jacob Bogaard ~ ^r. .ar Mici quet ~ Mr amuel de Jon^e — ïan van Ysf-W.-ym m \4r Cornelis Evertien. — Lvr>erghe Heer van Weste- fcn tm ^ren — ivlr Adriaan de Lange — Samuel Boeye; ~* Booifaqus Cau — Mr Willem /»driain de Jon' ge— Mr H. van Alp hen van den Broek - — Con nelis van Borrendam -3 Jacob Imanfe en Daniël dé Erauw. Tot thes aurieren. Mr Jan van der Wo'f. - Mr. Jan Jacob Bogaard J » de, hebben wy, na alvoorens gemelde Heeren Ge- ■ deputeerden voor derzelver genoomene moeite be- i dankt te hebben , goedgevonden Copie van het: voorfchreeven geflooten en geteekendTracfaact aan . U Edele Mogenden, gelyk mede aan de Heeren, 'Staaten van de andere Provinciën toe te zenden, met verzoek, derzelver Ratificatien daar in, bin-■ Een den beftemden tyd van zes weeken, en, zo doenlyk, nog eerder, aan ons te laaten toekomen, om hoe eerder zo beter de uitwisfeling der Ratifi. •catien te kunnen doen. Waar mede eindigende, bidden wy God Almachtig, Edele Mogende HeerenU Edele Mogenden te willen houden in zyne heilige prote&ie, In den Hage den 16 April j 788, Onder ftond, Uwer Edele Mogentheden goede Vrunden» De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Was geparaph. J. W, v. Welderen, vt. Lager ftond , Ter Ordonnantie van dezelve, Alli-  ie Gebeurtenis/en in enz. voorgevallen. 203 éUlhnce Defenfive entre fa Mqesté le Rui delaGrande Bretagne £? Leun Hutes Puisfances les Etats Génénux des Pravinces Unies. Li mutuelle, fmere a'tuitié, q*i a fubjifté depuis fi longtems entre Sa Majeflé It 'Roy de la Grande Bretagne, les Seigneurs Etats Geneèaux de., BrovincèsTJniei, ayaot rept u 1 nouvel acroisfement wie Mvelleforce, parFinte êt que Sa Majefté Britmnique a recemm 'nt manifejlé pour ,aconJervcction de t' independqnce de Ja Relui ''l que, & pour ct lle de w Qonjlitütïon lègitimè^ Sa dite Majéjht, èf les dits Seigneurs Kt its Generaux des Provinccs Uiies ont réjolu afin de cimenter de la maniere la ptus fo.ule & ia plus durable^ ia bonne harmonie, confia:we, correjponda xe entre EUes, de farmer des engagtmens permanents par un Traité d'Atiiance. Defenfive, pour le bien des detiq Parties êf pour le maintlen de ia tranquihité generale particuliere. Pour remplir «;i fcut msfi falutaire, Sa Majefte le Roy ds la Grande Bretagne a tiommé êf autorifé le Sieur JacQoF.s rLiRRis , Corfeiller privé , Chevauer de l'ordre du Bain,' Membre du Parlement de la Qrmide Bretagne, Anoaaadeur Traftaat vaa defenfive Alliantie , tusfehen zyne Mujeiteit den Koning van Groot-Brittannie , en Hunne Hoog Mogenden de Staaten Gene. raai der Vereenigde Nederlanden. De onderlinge en oprechte vriendfebap . wei e federt zo langen tyd h^eft ïtand gegreepen , tusfehen zyne Mijefteit den Koning van Groo--Brittannien , en de Heeren Staaten Generaal der Vereen'gde Nedeilanden , op nieuws veiftertu en bekragngdzynde,door he; belang, het A'elK zyne Groot < Britfsnnifcrie Majefteit nog onlangs getoond heeft, voor .'e handhaavirg van de Onafhanglykheid van de Republiek en deszehs wettige Conftitutie; zo hebben gemelde zyne Moeiten en de Heeren Staaten Gereraaldet Vei eenigde Nederlanden befloien, ten einde op de allei/eKerfte en duurzaanifte; wyze de goede harmonie, het vei trouwen en veritandhouding te vestigen, eene altoosduurende Verbindtenis aan te gaan, dooi eendefe' fief TTractaat van. Alliantie tot "'elzyn der beide Partyen en rpt hamibaaving van de algemee. e en byzondere rust.' Tet bereiking van dit zo, heil-  Vt*zmeling van Stukken betrekkelyk tot Extraordinaire Plenipotentiaire de Sa Majefiè auprés de Leilrs Hautes Puisfances; £p Leurs Hautes Puisfances les Etats Generaux des ProvincesU nies , ont nommé autorifè M-.sfieurs kv.rs Dsputés pour les affairesétrangères, lesquels, après s'etre communiqué leurs P icinpouvoirs en bonne forme, (f après avoir conferé enfre sux, font convenus des Articles fuivants: ' ■ 'Art. r. 77 y aura une amitiè une union Jincere, ferme, <£f conftante , entre Sa M. fyitannique , fes Heritiers {f Succesfeurs , fff les Seigneurs Etats Generaux des Provinces Unies; en forte, que les Hautes Parties ContraUantes aporteront la plus grande attention a maintcnir entre Elles, Leurs Etats cjf Sitjets, cette Amitiè & Correfpondance reciproque; £f f' engagent a contribuer, autant qxi il fera en leur pouvoir, de je conferver, de Je defendre heilzaam oogmerk, heeft zyne Majefteit den Koning van Groot-Brittannien benoemd en gemagtisd. den H eer Ta- mes ÈUfotis, Lid van zyn Geheimen Raad, Ridder der Orde van hètBath, Lid van het Parlement van GrootBrittanje en zyn' Extraordinaris Ambas&deur en Plen-ipotentiaris by Hunne Hoog Mogenden; terwyl Hunne Hoog Mogenden de Staaten Generaal der Vereenigde Provinciën daar toe benoemd en gemachtigd hebben, de Heeren Hunne Gedeputeerden tot deBuiteniandfche zaaken. Welke, na elkandererï derzelver Volmachten in de vereifchte orde ' te hebberi medegedeeld, en daar over met den anderen in onderhandeling geweest te zyn, omtrent de volgende Artykelen zyn overeengekomen. Art. r. 'Er zal eene oprechte,1 vaste en beftendige vriendfejiap 'en vereeniging plaats hebberi', tüsfchen zyne Groot-Brittannïfche Majefteit, deszelvsjErfgenaamen en Opvolgers, en de Heeren Staaten Generaal dér Ver-. eenigde Nederlanden;: zo-' daanig, dat de Hooge Partyen Contract-anten de allergrootfte attentie zullen vestigen, om onder eikanderen hunne Staaten en Onderdaatjen dip vriendffijap en wéder;  de Gebeurtenis/en in l?$f en%. mr gevallen. 205 mutuellement en paix en tranquilliïi 2. Dans le cas, ou une des" 1 deux Hautes Parties Cov.trattani tes feroit hojtilement attaqtièe \par quelque Puisjance Europè' enne dans quelque Partie du , Monde que ee puisje être, l'auI tre Partie Contraéante s' enga, ge de fecourir Jon Alliê; tant ; par Mer que par Terre, pour I fe maintenir , 6? ƒ« garantir I mutuellement dam la posjesjion t de tous les Etats, Domaines, Willes, les Places, Franclvjes \ &f Libertés, qui leur appart'e: noient rejpeUivement avant le i £ommencement des hojtilités. 3. 5>. M. Britclnnique, gai fantit de la mar,i:re la plus ef\ ficace, le Stadhouderat Hèrédii iaire, ainji que la Charge de l Gouverneur Héréditaire de clta\que Province, dam la Sérénisifime Maifon d' Orange , avec l toutes Jes Charges Prsrogat tives, comme Jajant Partie esI fentïelle de la Conftitution des. . Provinces Unies, fuivant les Refolutions &f Diploma des An; nées 1747 6f 1748, en vertu des quels le Stadhouder aüuel tst etHtré dans la Posjesjuqi de defzydfche vsrftandhoudirvg te handhaaven; verbindende zich, zo-veel in hun vermogen is , te zullen toebrengen, om zich ondcrlfng ï>y de rust en vreede' te bev/aaren en wederzyds te be« fchermen.- 2. Ingeval eene der Con-< tracteerende Partyen vyandlyk mogt aangevallen wor ■ den door eenige Europeefchs Mogenheid, in welkwereitdeel het ook zoude megen wezen, zo verbind zich de andere Partye Contractant-haaren Bondgenoot ter Land en ter Zee te zullen byftaan , tot wederzydfche befcherrrring en beveiliging der bezittingen van Staaten ;• Landen, Steden, Plaatfen, Rechten en Vrydommen, welke haar refpeclivelyk voor 't begin der vyandlykheden toebehoorden. 3. Zyne Brittannifche Majefteit guarandeert op ds kragtigfte wyze, het ErfStadhouderfchap , zo wel als het Erf-Gouverneurfchap van iedere Provincie in het Doorluchtig Huis van O» range, met alle dcszelvs Ambten en Pr«rogativen ; als zynde een wezenlyk deel van de Conftitutie der Vereenigde Provinciën , volgens de Refolutien en Diploma's der jaaren 1747 en 1748, uit kragte ?an welke ds  2ó<* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot (es Chcrg's en 1766, £? a été re'integré en helle en 17^8; s'engigeart a m.üntenir cette forme '? Geuyef lement contre toutt attaque £f entreprje directe indirecte, de quelque mture qu'etk puisje être. 4. Les Jecours mentionnés dans VArt ime de ce TraHé dAliiance defe'Jive, co-Jifl.ero a de la p".rt d; Sa Majejté Br'tanrique en 80 o Hommes d IJanttrie, ibor de.Cavallerie. t 2 Va' J"~ux de L\<;ne & 8 Fregittes; de m part des "Etats Generaux, en 50c o Hmrries d'lnjanvfe, icoo de Ca'\auerie, 8 Valsjeaux deL'gné £p 8 Ftegaiës: lesquels Jecours rejped;f ,Jero:uf dan< l'eJpac de deux mois m> £s la reéüijuitn.jaite par ia Pirt'e at taquee , £f dem"! reröni a Ja dejpqfit'.on peniait toute la dutée de la Gnerre, dans la quetle Elle Je trowra engagte, tandis que ie Jeiours (Joit en Vaisjeaux Fregates, Joit en Trm* pes) Jeront payés Q ertretenus ■par la Pu'.Jance r-quife, par tuut du Son AM les Jen agin de tegenwoordige Staihouder in den jaare 1766 , is getreden in de po's fes fitfvarj d.'e Ambten, en in weUe in 1788 is herfteld; zich verbindende, dee Mannen Rtutery, benevens 12 Schepen van Linie en 8 Fregatten; en van de zyde der Staaten Generaal, in 5000 Mannen Voetvolk , iopo Manren Ruitery, 8 Sc epen van Linie en 8 Fregatten • welke refpeótive byftand zal ge'everd worden binnen twèe mnandei, na dat de aangeva''ene Party den?elven zal gevorderd hebben, en tot des'.elvs disr politie zal blyven geihn >en« dö den Oorlog, iri we'kelezelvè zien ;:al gewikkeld viudan ; /i'l'e'r.dedir ecoura (het zy in Scheper en Fregatten i het zy in Troepen,) betaald en onderhonden Worden , door c'e Moj?er heid die heiz.eive£eleverdfree-ft# «ver-  ie Gsbeurtenisfen in 17Z7 ent. vmgevallen. i®? <. tkms le eat, vu les Se- tours fthulès ne feroient pas Juf-' pfans pour la defenje de la tuisfance rcquerante, la Puisfance-, wequife les augmentera Juccesji wemera, jeton les bejems dejon^ tAlliè: elle l'asliliera même de" ttoutes fes farces, Jl les circon-1 mance l'exigent: mais il est con-' \tvenu expresjement, dans tous les cas, que le contingent des, Seigneurs Etats Generaux, nex-, lederapas l''evaluatio ide i-oco Homm.s d'Infanterie, 2000de, Vavallerie, 16 Vaisfeaux de' Ligne & 16 Fregates. 6. Mais eomme il teut arri- 'fser (vu ïeloienement de pluft- \turs desposfesfions des deuxHau- nes Paxties Contraiïantes) que 'les avantages qut doivent leur wefulter recihroauement de la iConclufion du prefent Traité, peu. vent devemr illu oires, Jt l cn me pe-ut prendré des mefures pour la defenje mutuelle des dttes posj jesjions, avant que lenrs ijou-, yerneurs refpeBifs ayent reen ides ordres de l'Europe a cette fin. II est Jtipulé & convenu; pn cas qu une d Elles fnt hojfo hment attaquée, ou bien menatée d'une attaque hoilile dans fes ïposfesfions , Joit en Afrique , [joit en Ajie, pm une rmsjance overal, daar het deszelvs Bondgenoot zal goedvinden *er gebruik van te maaken» 5. ingeval de bepaalde byftand niet voldoende mpgt zyn ter verdêediging van de Mogenhéid, die het gevorderd heeft, zal de andere Mogenhéid,- het zelve van tyd tot tyd vermeer-deren , naar gelang der behoeften van zyn' Bondgenoot, en hem zely, indien bet de omftandigheden vor-deren, met al zyn magt byftaan: doch is hier by uitdruklyk bedongen, dat in allen gevalle, hetaandeel der Heeren Staaten Generaal niet zal te boven gaan iocsai Mannen Voetvolk , 200a Ruiters, 16 Schepen van; Linie en 16 Fregatten. 6. Dan dewyl het kan gebeuren , (uit hoofde der afgelegenheid van verfcheiden Bezittingen der Partyen Contractanten ,) dat de voordeelen, welke zy wederzyds, uit de fluiting van dit tegenwoordig Tracb.at moeten trekken , kunnen verydeld worden, byaldien men geene maatregulen tot onderlinge verdêediging der gemelde Bezittingen kan neemen, voor dat derzelver refpeftfve Gouverneurs de noodige orders uit Europa daar toe ontfangen hadden. Is bepaald en overeengekomen: dat ingeval een van dezelven  Üo8 Verzameling i>&n Stukken hetrekkeiyk iet Europêenne, qu'il fera enjoint tax Gouverneurs' de Leurs Etablisfemem dans ces deux parties du monde, de fe co-.icertermutuellemenf fur te Jecours a fournir; c5* 'en cas de bejotn'., de fóurnir ce Jecours ds lamaniere la plus promte, & Is plus efficace a la partie itttAqilêe, cf que des ordres pour eet effet Jeront expediés aux dits Goliverneurs, d'abord après la ennchifion du prejent Traité; & dans le cas que 'les deux hautes Par' iies Contratlantes Jeroient obligées de Je foamir les Jecours fujdits, elles ne permettrontpas aux Vaisjeaux de Guerre de quelque nature qu'üs Joient, de la Puisjance attaquante, d'entrer dans aucun de leurs ports dans les Judits EtaUisJemens, jujqu'a te que la Paix, entre la Partie attaquante êf l'Allié de la Partie Contractante, Joit ttaUie; è moins, que les dits Vaisjeaux Joyent forcés de s' y refugierpour éviter deperir,ou .de faire naufrage. ven vyandlyk aangetast, of gedreigd wierd vyandlyk langevallen te zullen, worden , door eene Europecfcho Mogenhéid, in zyne Bezittingen, het zy in Afrika of In Afia; 'er als dan aan da Gouverneurs van derzelver Bezittingen, in die beidewereltdeelen, zal gelast worden, om onderling te raadpleegeh over de te geevens byftand; en in geval van nood dat fecours aan de aangevallen Party op de fpoedigfte en kragtdaadigfte wyze te verleenen; én dat do ordres ten dien "einde aaai de gemelde Gouverneurs » , terftond na het fluiten van I het tegenwoordig Traftaat „ zullen afgevaardigd wor¬ den ; en ingeval de beide f Hooge Partyen Contraécan-- ten,verplicht zullen zyn el- kanderen het voorgemeldö; fecours teleeveren, zullem zy niet toelaaten aan eenig; Schip van Oorlóg, van watt foort het ook zoude mogen i wezen, toeoenoorende aana de aanvallende Mogenhéid,] in eenige van derzelver Ha-J vens binnen de gemelde Be-1 zittingen in te loopen, toti tyd en wyle dat dö vreedea tusfehen de aanvallende Par-J r.y en den Bondgenoot varia ie Contrscteerende Partyi] ïal herfteld zyn, ten wartsi dat zodaanige Schepen mog-' ren genoodzaakt zyn die Ha«| venSil  ie XxsSeürtêntsfeh in'XTBt«w*. voorgevallSn. «0£ 7. Si le cas arrivé que les une Guerre contre :t n Ennemi commun ; Elles fe !s romettent repiproquement de ne :■ 'nnt desarmer que d'iln commun J. ~cord, (f Elles fe doimennt ij mfidentiellément communicatisi adespropofitions dePaix ou de trêve qui poumient itre fai- * ,Si a li?. Si les Hautes PartiesCnnj, ïaiïatites preferent dé fournir a urs fecours de Troupes en ArKj mt, il fera liire, de part &? nutre de le faire, lf alors ce ia 'soursfera evatué a cent mille g. rins courant de Hollande, par e|. , /xrar miWe Hommes dTnij nferie, ö cent vingt mille jj irmf, m&me valeur, pour mil njj i Hommes de Cavallerie, par js5 : , ozi danf ia m^/ne proporti- iffl tid, ïa- ; 9. /.« puisfance requérante !e< ra obligée foit q\ie les Vaistoi , Fregates & Troupes, El{ w /«i auront èté ƒaurnw reflent \ u ou longtems dans fesports, vjj les faire poarvoir de tout ce „j ji{ i/j- «limit ie/oifi fl« me;ra« , que s'ils lui appartenoieni nfj .propriêté. —— a ef^ vens in te lodpen om het vergaan of Schipbreuk lyderi voor te komen. 7. Indien het gevat' gebeurde, dat de beide Hooge Partyen Contractanten gelykelyk met eengemeenen Vyand in Oorlog mogten gernaken, belooven zy elkander wederzydfch van zich. niet te zullen ontwapenen dan volgens een gemeen accoord, en eikanderen in vertrouwen kennis te zullen geeven van de voorilagea die tot Vreede of Beftand mogten gedaan worden. 8. Wanneer de Hooge Par-? tyen Contractanten verkiezen derzelver fecours iü plaats van in Troepen in geld te geeven, zal zulks van weerskanten vryftaan, en dan zal dat fecours gereekend worden tegen 100,00c» guldens Hollandsch courant in 't jaar voor 1000 Mannen Voetvolk, en tegen 120,000 dito gulden» voor 1000 Mannen Ruitery 's jaars, of naar evenredigheid per maand. 9. De Mogenhéid, welke byftand gevorderd heeft, zal verplicht wezen, het zydat de Schepen, Fregatten en Troepen , die aan dezelve geleverd zyn, lang of kort in haareHavens blyven, dief' te voorzien van al het noo-; dige tegen den prys, als ofc' ' VI. DEEL. O U  $id Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut convenu que dans aucun cas, les ditcs Troupes ou Vaisjeaux ne pourront être a la charge de la partie requcrante, & qu'ils demeureront néanmoins a Ja dispojition pendant toute la durée de la Guerre dans la quelle Elle Je trouvera engagée. Le Jecours, dont il s'agit, fera, quant a la Police, Jous les ordres du Chef qui les commande , £f il ne pourra être employé Jeparement, ni autrement, que de Concert avec le dit Chefquant aux operations, il fera entierement foumis aux ordres du Commandant en Chef dt la Puisjance requerante. 10. 17 est eonvenu én attenda?it, que lés deux Puisfances fasfent entre Elles un Traité de Commerce, que les Jujets de la Republique Jeront traités, dans les Royaumes de la Grande Bretagne d'Irlande, comme la JSfation la plus Javorifée, H fera ujè de même dans les Provinces Unies a l''egard des Su jets de Sa Majejté Britannique. • II est cependant cenjè que eet Article ne dolt pas s'é tendre a une diminution des zy haar zelv toebehoorde* Het is wyders bepaald, dd de gemelde Troepen en Schu pen, in geen geval hoegt; naamd, zullen zyn tot la; ten van de Party, welke dc zeiven gevorderd heeft, ei echter niet te min tot dei zelvs dispofitie zullen bril ven geduurende den gaia fchen loop van den Oorlog waar in zy gewikkeld i Het bedoelde fecours, za:i met betrekking tot de Pob tie, ftaan onder de ordn van den Chef, die het bl vel over het zelve voer: en niet afzonderlyk of a; derfints gebruikt wordeï als met overleg van diii Chef; dan met betrekkiii tot de krygsverrichtingeE zal het geheel en al ondd worpen wezen aandeordrl van den Opperbevelhebbl dier Mogenhéid, welke hl zelve gevordert heeft. 10. Men is overeengekl rne'n,- in afwagting dat j beide Mogenheden ee Traftaat van Commercie O! derling zullen fluiten , di de Onderdaanen van de RJ publiek, in de Koningr ken van Groot-Brittannii en Yrland, zullen geha; deld worden, als de mee begunftigde Natie, en di zulks insgelyks zal plaa hebben in de Vereenigc Provinciën omtrent de O' N de  ie GeieurtenUfen in T787 enz. voorgevallen. 211 icroits d'entree, perpts fur les [Toilet. E ir. Comme par VArt. tyne£u Traité de Paix , figné au titois de Juin 1784, Sa Mije(lé Britamique s'est engagée a traiter aves les Seigneurs Etats Generaux pour la reftitutioii de iNegapatnam , avec fes dependances, en cas que les fufdks Seigneurs Etats Generaux eusïent d l'avenir quelque equivalent a donner; é? comme L. L. H. H. P. P. viennent de renouveller leur def.r pour obtenir •cette reflitution, de même que pour fixer £f determiner precifement le fens de lArt. 6. du même Traité, concernant laNavigation des fujets Brittanniques dans les Mers Orienlales, Sa Majejlé Britamique pour temoigner fa bienveülance envers ia Republique , est dlspofèe & toncourir avec ces defirs de L. L. H. II. P. P. & même d'asfurer a la Republique f,e nouveaux avantages trés réels de Commerce, dans celte Partie du Monde, ausfitqt qu'011 aura pu xonvenir d'un equivalent pour ces objets, pour les quels Sa \Majefté Britannique n exigera Ren qui ne fait favorable aux derdaanen van zyne GrootBrittannifche Majefteit; echter met dien verftande, dat dit Artikel niet moet gehouden worden zich uitteftrekken tot eene vermindering van inkomende Rechten, die van de Linnens geheven worden. xi. En dewyl zyne Brit* fche Majefteit by het 4de Artikel van het VreedensTraftaat, geteekend in de maand Juny 1784, zich verbonden heeft om met dé Heeren Staaten Generaal in onderhandeling te treeden over de terug gave van Negapatnam met deszelvs onderhoorigheden, ingeval de gemelde Heeren Staaten Generaal daar voor in 't vervolg een equivalent konden geeven, en Hunne Hoog Mogenden derzelver verlangen naar die reftitutie vernieuwd hebben, gelyk ook om nauwkeurig tebepaalen, den zin van het 6de Artikel van gemelde Traftaat met betrekking tot de Zeevaart der Britfche Onderdaaneti in de Oost-lndifche Zeën, zo is zyne Britfche Majefteit, ten bewyze van deszelvs toegenegenheid voor de Republiek, bereid, o;n tot het verlangen van Hunne Hoog Mogenden mede te werken , en zelv om aan de Republiek nieuwe en zeer 2 we-  iii Verzameling van Stukken betrekkelyk tot interets, & a la fureté reciproque des Parties Contraüantes dans les Indes: & pour prevenir que les NegociationS pour ces arrangemens narrétent poirit la conelufion du pref ent Traité, il est convenu qu'on les entamé, ra au plutot, £=f quelles devront être terminées dans l'éfpace de fix 'mois apres la date du prefent Traité, que la convention qui en fera faite aura la même force. comme fi elle étoit tnferée dans le Traité même. 12. Le prefent Traité fera ratifié de part £? d'autre, & V echange des Ratificntions fe fera dans l'éfpace de fix femaihes, ou plutót fi faire fe peut- wezenlyke voordeelen vail Commercie in dat v/ereltll deel toe te Haan, zodramenl anders maar zal overeenged komen wezen aangaande heil Equivalent, waar voor z.yj| ne Britfche Majelteit nietiö vordert, dan hetgeen tevenrl voor het wederzvdsch bei lang en de veiligheid de:a beide Partyen Contraclaffl ten in de Indien zal we zen: en ten einde die oni derhandelingen geen beleC fel zouden toebrengen aaia de fluiting van dit tegen! woordig Tracïaat, is men overeengekomen , dat dü onderhandelingen ten fpoe digfte begonnen , en ten eini de gebragt zullen wordei binnen den tyd van 6 maant den naar de teekening vaE dit tegenwoordig Traftaat 1 en dat de Conventie welkt men tên dien opzichte za. aangaan, dezelvde kragt za; hebben, als of die in dil Traétaat was geinföreerd gei worden. 12. Het tegenwoordig Traftaat zal wetferzydfch gö ratificeert worden , en del uitwisfeling der Ratificatie!: zal gefchieden binnen derii tyd van 6 weeken, of zo veel mooglyk eerder.  is Gebeurtenis/en in ijSj enz. voorgevallen. 213 Fait i la Haye le qumze Gedaan in "3 Hage, den i'yivril, millefept cent, qua- 15'April 1788. tre vingt cjf hult. (was geteekend) ; (L- S.) (L. S.) James Hasbis. X W. Graav van Weldiren. i (L. S.) W. F. H. van Wassenaer. CU S.) L. P. van d£ Spiegel. (L. S.) ' Willem van Citters. (L. S.) W. N. Pesters, (L. S.) Charles Bigot. (L. S.) M. B. C. van Voerst tot den Borgél. I:ï^t>. 573. Bericht der Heeren Collatoren van de Kerk te Ommen, ter gelegenheid dat Ds. J. H. Nyhof op deszelvs verzoek door Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van Overysfel, goedgunftig Emeritus was verklaart, falvo honore & emolumentis. Indo* to .den 15 April Alzo het Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten der provincie van Overysfel uit byzonder belang voor ide Gemeente van Ommen behaagt heeft , die Geimeente van Ds. Johannes Henricus Nyhof te 'verloslen, en hem ten dien einde wel hebben ge! .lieven een Adjuncï Predikant te accordeeren: zó iis het dat de Heeren Collatoren van de Kerk' van 1 Ommen 'by deezen doen bekend maaken, dat zy ! Heeren voorneemens zyn deeze groote Gemeente , : zo veeFin hun vermogen 'is^ zo fpoedig mooglyk, met een goed en getrouw Adjunct Leeraar te voordien, ,op een tractement van vierhpnderdGuldens, verzoekende dat alle die genen, welke hunne gaO 3 ven  ai4 Verzameling van Stallen betrelkelyk tot ven aldaar willen laaten hooren, zichten eeritem gelieven te adresfeeren en aangeeven by den Koster te Ommen H. Veenhoven , mits Attestatiem mede brengende, dat zich nimmer met de Land., verdervende factie der zogenaamde Patriotten bemoeid hebben, of daar in betrokken zyn.geweest N-'. 574. Publicatie van Hun Ed. Groot Mogenden dei Heeren Staaten van Holland en West-Friesland verjtrekkende tot interpretatie van het Plakaat van 1 Amnestie van den 15den Febr. laatstleeden enz. In; dato den 17 April 1788. De Staaten van Holland en West Friesland, allen 1 den genen die deezen zullen zien of hooren lee-. zen, doen te weeten: Dat wy by ons Plakaat van Amnestie, gearrefteerd den ijden February laatstleeden (f), mett epzicht tot de genen, die in de Landverderffelyke? Beroerten, der laatst afgeloopene jaaren zyn inge*' wikkeld geweest, wel aan de eene zyde uit een be-ginzel van zagtmoedigheid, voor een groot aantal 1 onzer misleide Ingezetenen, een volkomen Amnestie en Vergiffenis hebben doen afkondigen, voort allen, welke zich zonder een verkeerd opzet, in; deeze: (*) Onder dit Bericht, te vinden in de Boekzaal Ma-j j 1788- bl. 618, leest men nog dit volgende: „ Het boven-< ftaande Advertisfement is den Correspondent toegezon-„ den, ingefloten in eene eigenhandige Misfive van dein „ Hoog Yvelgeb.-Heer Baron vanPalland, Heere vam ,, Eerde enz. enz. enz. gedateerd den 17 April 1788; ver-„ zoe.cendc, en infteerende in eene volgende van den 23 j „ April 1788, ook naamens zyne mede-Collatooren, omi ,, het zelve, woordelyk, zonder aflaating van iets, in de; Boekzaal te laaten plaatzen, en waar aan hy-Correspon- • „ dent, om reden, ook niet heeft kunnen weigeren ttf' „ voldoen "- (T) Zie IV. Deel, N». 430. bladz. 314,  .is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 21$ !deeze Beroerten hebbeu ingelaaten , verbiedende ;dat tegen dezelve eenige de minfte actie of befchul;diging aangefteld, of aangefteld zynde, verderzou. 1 de worden vervolgd; maar dat wy nog aan de an» :dere zyde willende zorgen, dat door geen verkeer. : de zagtmoedigheid, welke niet anders dan flapheid is, de Wanbedryven die den Staat op den oever i.van zyn ondergang hebben gebragt, ongeftraft blyi ven, hebben goedgevonden eenige van dieWanbe:dryven uitdrukkelyk te noemen, en de Daaders der1 zelve voor als nog van onze gratie uit te zonderen, ijnet last aan onze Officieren van de Juftitie, haar ide uitgezonderde Hoofdaanleggers en Bewerkers ,van den verderfFelyken toeleg, tot verandering der I Conftitutie en Regeeringsform een naauwkeurig oni derzoek te doen, en het Recht van de HoogeOyer!heid tegen dezelven waar te neemen; terwyl wy, ! onverminderd de voorfchreeven uitzonderingen , ;'aan een ieder, die mogt twyffelen, of hy ook pni der deeze uitgezonderde klasfen zoude kunnen geiacht worden te behooren, vrygelaaten hebben, : zich binnen drie maanden na de Publicatie van onze .Amnestie, aan ons te adresfeeren met fpeciaal ver;,zoek, om mede in de Amnestie begreepen te wor1 den; waar op wy als dan, naar bevind van zaaken, i zouden disponeeren. ' Dat zedert dien tyd een vry groot aantal van Perj foonen, zich aan ons by Requeste hebben geadres:ieerd, op onderfcheiden gronden en wyzen, tendeerende, om het genot van de voorfchreeven Amnestie te hebben; doch vermits de meeste van die verzoeken zodaanig zyn ingericht, dat de Supplianten toonen onze meening, omtrent het vrylaaten van deeze Adresfen niet begreepen te hebhen, of Biet te hebben willen begrypen. Zo.is't, datwy hebben goedgevonden tot weg.neeming van allen twyffel, ten deezen opzichte te verklaaren by deezen, onzemeening geweest te zyn en te blyVen, dat alle zodaanige Perfoonen, die gepleegd mogten hebben één of meer van zulke Q 4 4as<  1 2i 6" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot daaden, welke wy voor als nog van onze gratie eqta vergiffenis hebben uitg-flooten, en die nogthandsss vermeenen, dat hunne gepleegde daad, door dee bykoomende ömftaudigheden, vryfpreekingof ver— fchooning meriteerd, zich ten dien einde niet aana ons by Requeste te moeten adresfeeren, maar hunne redenen allegeeren by den Rechter, voor welke-3 de befchu'diaing tegens hen zal zyn ingefteld, na-, dien wy alle zulke meer of min verfchoonende om.. Handigheden, aan het onderzoek en de beflisfinga vaa den Competenten Rechter hebben overgelaa-^ ien. Dat wy alleenlyk aan onze cognitie en dispofities hebben willen voorbehouden, de gevallen van zo-, daanige Perfoonen die met rede konden twyffeleri,, cf de daad door hen gepleegd, in expresfe termend in ons gemelde Plakaat was bedoeld, en dus of diet daad op zich zelve befchouwd, en niet uit hoofdei van verfchooning door de bykomende omftandigheden, van dien aart was, dat dezelve door ons oneer de uitgezonderde Wanbedryven was begreepen; waar omtrent wy als dan na examinatie van de i pofitiven en bevind van zaaken, zouden disponeer» ren. Dat wy deeze onderfcheidene gevallen, onver-» anderlyk uit het zelve oogpunt blyvende befchou-. wen, onze dispofitien op de reeds ingediende eai nog in te dienen Requésten, naar deezen regel zul-; len inrichten, onvermindert nogthands onze byzon- . dere geneigdheid, om gratie en vergiffenis te verkenen aan zodaanige Perfoonen, welke met beken- , tenisvan fchuld, en betooning van berouw en leed- ■ wezen, zich aan onze clementie fubmitteeren, en wier begaane misdryven niet zo groot en gevaarlyk zyn, dat de rust en veiligheid van den Staat alle gratie en vergiffenis zoude uitfluiten. -  ie Gebeurtenis/en in 17Z7 enz. voer gevallen, tif jN'o. 575. Publicatie van wegens zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, behelzende eent aanftelling van nieuwe Burger Officiers te Rot. ter dam, door Gommisfarisfeh van genoemde zynt Hoogheid. In dato den 17 April 1788. Wy Wïllfm, by de gratie Gods, Prins van ; ^Orange en; Masfauw, &c. &c. &c. . Allen den genen die deeze zullen zien of hooren leezen, falut: doen te weeten: Alzo ons van wegens Collonellen en Kapiteinen, 'van de Schutterye der Stad Rotterdam, met voorkennis van Burgemeesteren der voorzeide Stad, een ] Lyst van Perloonen is voorgedraagen, om tot Luiitenants, Vaandrigs en Onder-OfïiGieren, in de re« :'fpective Compagnien der voorfchreeven Schutterye t te worden aangefteld, met verzoek dat de voorgel^flaagen Perfoonen, tot de daar benoemde refpecti'■ve ' posten, door ons, hunne finaale aanftellinge [•mogten bekomen. Zo is 't, dat wy het voorfchreeven ia overweei£ing néemende, na ingenomen Advys van Jonkheer "Willem Gustaaf Frederik Grave van Bentink, iHeere van Rhoon en Pendrecht, befchreeven in de r-Orde van de Ridderfchap en Edelen van Holland fen West-Friesland, Bailjuw en Schout van 's Gra. ivenhage , Hoogheemraad van Rhyniand-; en Mr. H>irk Meerens , Raad in den Hove van Holland, ifZeejand en Friesland, onze Commisfarisfen tot i herftel van de rust in de Steden deezer Provincie ; fhebben goedgevonden, ingevolge van het aan ons [gedaane verzoek, by deezen aan teftellen: ' -ïn de Compagnie Np. h tot Luitenant Johan E1gin. Vaandrig Jan Willem van Oordt. Onder. ( Officieren: eerfte Kwartier: Sergeanten Jan Wil» IJemNippold, Hendrik Roskam, Pieter Rust, James "Gantley; Thomas Hoedt, Secretaris of Schryver. "•'Tweede Kwartier : Johs. Hooggeboren, Cornelis !*Bakkers , Richard Wilding, Hendrik van Laar; AAndreas-Vér-kuyl, Secretaris of Sclvryver. Of Ja  Êi8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tv£ In de Compagnie N°. i : tot Luitenant Willeiiii Hendrik Herklots. Vaandrig Jobs. Abrahm. Ham«« mecher. önder-üfficieren: eerfte Kwartier: Ser-< .geanten H. van Binsbergen, J. G. Greebe, L.J Hoogewerff, J. G. Trenité; Cornelis Snelleman.J Secretaris of Schryver. Tweede Kwartier: Sergean—J ten: Pierre Guignard, Jan HoogewerfF, Hendrikd Schemmer, Cornelis Verbrug; Lambert Bennet>J ■Secretaris of Schryver. i n de Compagnie No. 3: tot Luitenant Dr. Wilh.J Greeve, Vaandrig Carel Godefridus Reynhcuu, Onüer-Officieren: eerfte Kwartier: Sergeanten* Hendrik Weckesfer, Bastiaen Cool, Dirk Bos-, claas, J. den Beste ; P. van der Stuit, Secretaris)] of Schryver. Tweede Kwartier: Sergeanten M.J yan KleefF, A. Vermeer, M. de Lange, A. Hek' ■dernan; A. Stuwart, Secretaris of Schryver. In de Compagnie N°. 4: tot LuitenantAdriaana wan Oordt. Vaandrig Gerard Abraham Arrenberg.;, Onder Officieren : eerfte Kwartier ; Sergeanten* A. Vermeulen, Joh. Helderman, Pieter van Os,J Steph. Eysma ; P. Knip, Secretaris of Schryver.} Tweede Kwartier: Sergeanten: Joh. de Breet, Ju*\ mior, Pieter Bakker, J. van Meteren, J. DykmanjJ J. M. Hofhout, Secretaris of Schryver. In de Compagnie N°. 5: tot Luitenant Albert! Tresfont. Vaandrig Johannis Elifa Crielaart. Onder-Officieren: eerfte Kwartier: Sergeanten Da-vid SchintzelBernardus Roelofs, Joachim Spruit A Dirk Jan Helderman; Abraham Dubreuil, Sewe-1 taris of Schryver. Tweede Kwartier: Sergeanten:! David Braasfem, Jan van Polder, Carel FrederikJ Schoors, Hermanus Drees ; W. Elias Lantzen-I dorffer, Secretaris of Schryver. In de Compagnie N°. 6: tot Luitenant Pieter! de Sutter. -Vaandrig Benjamin Arrenberg. On-I & er-Officieren : eerfte Kwartier: Sergeanten W.1 van Schaardenburg, Adrianus Dubbelt, Huibertl Joh. van Douwe, johannis van Es; Johannes Ko-I ning, Secretaris of Schryver. Tweede Kwartier; Ser-|  is Geheurtenisfen in 1787 ras. voorgevallen. 219- geanten: Frans de Sutter, Florens van Overzee» Jordan van Ryn, Will Aardenhout; Matthys Roe ques, Secretaris of Schryver. In de Compagnie N". 7; tot Luitenant Jacobus Casparus Lang. Vaandrig Gerret Schuurmans. Onder-Officieren : eerfte Kwartier : Sergeanten C. Verburg, D. van Rosftam, A. Arrenberg, N. Rens ; C. L. Hollaert , Secretaris of Schryver. Tweede Kwartier: Sergeanten; J. D. Rycke, J. Boellaard, P. de Neufville, J. Fab-er; J. E. Ekkjnan, Secretaris of Schryver. In de Compagnie N°. 8 •• tot Luitenant Barthoiomeus Verbrugge. Vaandrig Johannis Holftein. Onder-Officieren : eerfte Kwartier : Sergeanten Andries Hieborn, Dirk van Stippriaen, Cornelis de Lezenne, A. H. Siering; G. J. van den Bofch, Secretaris of Schryver. Tweede Kwartier: Sergeanten : Samuel Willem Piftorius, Gerrit Diekamp, Johannes van Eybergen, Matthys Peltzer ; Hendrik Willem Zabel Secretaris of Schryver. In de Compagnie N. 9: tot Luitenant Jacobus van Rosfum. Vaandrig Nicolaas van Slype. On£)ER-Officieren: eerfte Kwartier; Sergeanten Reyndert van Eybergen, J. P. Hufing, Arnoldus Koeper , C. van den Bloemenberg ; P. Burgerhout Cs. Zn., Secretaris of Schryver. Tweede Kwartier: Sergeanten Leendert van der Wiel, Jacob van Lint, Anthony Bogaert, Cornelis Moereel ; Johannes van Duiken, Secretaris of Schryver. In de Compagnie N°. 10: tot Luitenant James le Marchant, Junior. Vaandrig Dirk de Roos. Onder-Officieren: eerfte Kwartier: Sergeanten Dirk Henkemans, Arnoldus Ketelaar, F. Z., Jacobus Luwema, Jacob Harte j Cornelis Ameloo, Secretaris of Schryver. Tweede Kwartier 1 Sergeanten, C.deHaas, C.Klerk, Job van Zwanenburg, Pieter Baaien; Cornelis Fontyn, Secretaris oi Schryver. In de Compagnie N°. 11: tot Luitenant Bernarjdya Ledeboer. Vaandrig Gysbert Troost. On. DER-  5k«4<3, Verzameling van Stukken letrekkelyk toé Per-Officieren : eerfte Kwartier: Sergeanten Pie«« ter Boodtj Coenraad Fredrik Wolters, Pieter de: Crieter , Willem Tuithoff; JohaDnes Hendrik; Steygerwatd, Secretaris of Schryver. Tweede Kwar" tier.: Sergeanten, Pieter Uytermeer, Roelof vatu Boekhoven, Cornelis van Wageni'ngen, Anthonyv Schouten; Willem Ueyl, Secretaris of Schryver. ' Is de Compagnie N". 12: tot Luitenant Arnol-dus Roeffaar. Vaandrig Cornelis Andries Cantien Gcrion. Onder-Officieren: eerfte Kwartier: Ser-. gëanten, Johannis tieerekindt, Leonardus Zwart?7>eyburg , Anthony-ten Brummelaar , .Christiaam Westinghuyzen ; P. F van der Veur, Secretariss óf Schryvert -Tweede Kwartier'■■ Sergeanten, Ger-rit van der Wal, Anthony van Kersten, Jan Pietert Kunckell, Wiliem Oonkerfloot; Gerrit van Ree-de, Secretaris of Schryver. Gelastende onze voornoemde Commisfarisfen omi 4e voornoemde aangeftelde Luitenants, Vaandrigss en Onder-Officieren, in onzen naam den behoorly-i:en ééd met de Ampliatie van dien, zoals dezelve; jby Refolutie van Hunne Edele Groot Mogenden ,, ï,n dato den 15 February 1788, is gearrefieerd, af £ re neemen, en hen in de posfesüe van derzelver ré-i ipedtive Charges en Functien te ftellen. Gedaan in 's Gravenhage den &c. {was gei.) W. Pr. v. Orange. (Onder ftond,) Ter Ordonnantie van zyne Horgheid, ■(was get-) T. J- de Larrey. '■  ie Gekurtenisfen in 3787 ««2. voorgevallen,, tif N°. 576. Sententie by 'Hun Ed. Mogenden de Heeren Raaden 'f Hofs van Friesland, gevonnisd en ge* I pronuncieert tegens Hoite Feizel van Anna Parochie, op dato den 19 April I7b8, entenzelv* den dage ter uitvoer gbragt. Alzo den Hove van Friesland uit de Confesfk van Hoite Peizel, van Anna'Parochie, tegenswoordig Gevangen, en anderfints uit de Proceduuren gebleekenis. — l3at de Gevangen in het gepasfeer» de Voorjaar 1787 tot .....is aangefteld te Anna Parochie; en in die qualiteit heeft gefungeerd tot 'er tyd toe, dat een gedeelte der Vrycorporisten van Anna Parochie naar Franeker zyn uitgemarcheerd, waar onder de Gevangen zich als gemeen Lid bevond. —— Dat door de Gecommitteerdens van dat Exercitie-Genoodfchap beveelen zyn uitgegeeven, en geordonneerd, om eenige Bruggen op de Publique wegen onder Anna Parochie af te breeken.' —Dat ook de Gevangen op den 26 April 1787 is geweest in de Herberg te Anna Parochie, beneven» eenige Lieden van het Vry-Corps van die Plaats, dat de Gevangen des nagts, en wel ongeveer te drie uuren in de nagt, tusfehen den 26 en 27 Auguftus 1787, is gekomen by den Executeur Jacob Gerrits Visser, in voornoemde Herberg, Dat Gevangen toen op een force wyze aan denzelven gevraagd heeft, op wiens last hy geduurende den geheelen nagt ronde? —< Dat de Executeur daar op aan den Gevangen geantwoord heeft, dat hy met de Adilftenten ronde op last van het Gerechte. — Dat de Gevangen op 't antwoord van den Executeur tegen dezelve gezegt heeft, dat hy Executeur geen ordres van het Gerecht had, en dat hy Gevangen de ordres van den Byzitter Winselaar, In deezen niet telde, gebruikende daar by veele vuile uitdrukkigen; —■' dat de Gevangen vervolgens aan den Executeur heeft toegevoegd op eene kwaadaartige wyze : >— dat zy niet wisten wat Volk den Executeur en Dirk Keth waren*^*- dat de Exe-  2'i2 Verzameling van Stukken Uirekkelyk tot cuteur was een gunfteling van den Grietman, eö | dat Dirk Keth, woonde in het huis van den Griet— man : — dat de Gevangen deeze of dergelyke ! woorden 'er heeft bygevoegd: Maar of je luy hoog i fpringt of laag, het zal 'er nu door, al zou den kop 'er r af. Dat de Gevangen daar op den Executeur heeft; uitgeëifcht. — Dat de Executeur geantwoord heeft >, dat hy met den Gevangen wel gaan wilde om 'er: over te fpreeken. zonder meer. — DatdeExecu-. teur langs het gewoone voetpad over het Kerkpad i te Anna Parochie is gegaan. Dat de Gevangen! den Executeur tegens den grond heeft gefmeeten., »- Dat de Executeur geen refiftentie aan den Gevangen heeft gedaan. —< Dat de Gevangeneen weï«> nig voor dat eenige Gewapende Vry-Corporisten », indenagtvanAnnaParochiezyn gegaan, opeenfor— fen toon tegen Beert Wassenaar, zynde de Zoon! van Dr. Cornelis Wassenaar , ftaande in de ftoep i van Jacob Heu — te Anna Parochie gezegt heeft,, dat zy niet moesten beginnen, terwyl de Gevangen met anderen van het Vry-Corps na Franeker.' waren, dat de Gevangen het niet aan Beert Wassenaar , maar aan zyn Vader Dr. Wassenaar zou- ■ de wreeken. — Dat de Gevangen vervolgens meC: ongeveer dertig Man gewapende Vry-Corporisten ,, onder geleide van Claas Jans, als Kapitein vam Anna Parochie, naar Franeker is vertrokken, omi zich aldaar by-de gewapende Manfchap te voegen., —> Dat de Gevangen in den nagt tusfehen den 301 en 31 Augustus 1787, benevens meer andere ge-, wapende Leden van 't Vry-Corps van Anna Paro- ■ chie, onder geleide van Claas Jans, als Kapitein is 1 gemarcheerd naar het huis van Dr. Wassenaar te i Anna Parochie. —- Dat zy gezamentlyk dat huis 1 hebben bezet. —1 Dat de Gevangen zich met eeni-, ge gewapende Perfoonen geplaatst heeft voor de achterdeur van gedagte huizing. — Dat de Gevan» > gen by open Acte geciteerd is, om op den 4 Sep- ■ tember 1787 te compareeren, in de Vertrekkamer van den Hove. Dac de Gevangen daar aan niet, ge-  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 22$ gehoorzaamd , en in plaats van te compareeren gefchreeven heeft een Brief, waar in voorkomen deeze woorden: Dat aangemerkt de openbaare blyken welke wy hebben gegeeven van onze 9, verknogtheid aan de zaak der Redders van de „ Vryheden en Voorrechten in deezer Provincie: „ wy ons in eene Stad opgepropt met Militie, welke ftaat onder de ordres van de Gedeputeer-' ,, de Staaten, niet veilig achten, zynde wy op order van den Commandant de Beere gearre- fteerd, en ons aangezegt om niet uit de Stad! ,, (Franeker) te vertrekken." —. Dat de Gevangen een Adres aan het Defenfie-wczen te Franeker op den 8 September 1787, benevens Claas Jans heefc geprefenteerd. — Dat de Gevangen het zelve heefc Onderteekend, --< Dat de Gevangen en Claas Jans in dat Adres aan voornoemde Defenfie-wezen voorftellen, of het niet dienftig zoude zyn, dat 'er eeu Commando, flegts van twintig Man naar Anna Parochie wierde gezonden, om de Geweeren vaa de Orangeklanten op te haaien: ten tweeden, dat van de Leden van 't geheele Vry-Corps, die niet uitgetrokken waren, hoofd voor hoofd worde afgevraagd, of genegen waren de Wapens voor de Vryheid te blyven voeren, en getrouw te zyn aan de Heeren Staaten te Franeker vergaderd? — en bereid, om altoos derzelver ordres, het zy in het uittrekken, ofte huis gewapend de wachten tocht te houden en te gehoorzaamen , geduurende deeze onlusten: — dat ten dien einde aan haar wierd voorgelegd, een Adres dat hier (te weeten te Franeker) door de Officiers is onderteekend, ten einde allen daar op te laaten teekenen, en die zulks weigerd, de Geweeren af te neemen en uit het Corps te fluiten. —■ Dat gedagte Adres ook door den Gevangen aan het Defenfie-wezen te Franeker is ingediend. — Dat de Gecommitteerden van 't Vry-Corps van Anna Parochie aan de Ingezetenen op den 18 September 1787, hebben laaten aanzeggm, met een Lep ofte Pols voor de Herberg te Anna Parochie  M4 Verzameling van Stukken betrekkelyk iet' , mede op het Kerkhof te Anna Parochie is in order; \ gefchikt. — Dat de Gevangen, met een Lantaarn ; toen naauwkeurig deeze Manfchap heeft bezien,, om te weeten wie 'er misten. —< Uat de Gevangen i in September als Vry-Corporist de wacht te Franc-- ■ 3ter heeft opgetrokken, en dienst gedaan. — Dat: ook veele Perfoonen van Anna Parochie, op ordrè; •van Gecommitteerden naar Berlicum in dien nagt zyn! gegaan, alwaar opdien tyd ook gewapende Man-fchappen van andere plaatzen zich bevonden, -< dat t -eenige van dezelve opden volgenden morgen weder-, om te Anna Parochie in de Herberg zyn gekomen. —« Dat de Gevangen aldaar tegen dezelve gezegt heeft,, dat zy naar Franeker zouden moeten, en als de; Pruisfifchen kwamen en men het niet konde houden, , dat men dan 't Land onder water zoude zetten, -y • Dat hy Gevangen daar by gevoegd heeft, dat hy gedagt had, dat deeze Manfchap te Berlicum or- • ders zoude hebben ontfangen, om de Dyken of? Wegen by Leeuwarden door te graaven- —' Dat de'Gevangen insgelyks op dén 19 September 1787, zyn ordres om naar Franeker te gaan heeft bekragtigd, met bedreigingen dat als zy niet mede wilden dan moesten verwagten wat hun zoude overkoomen. Dat de Gevangen ook op dien tyd en wel eenige dagen diestyds, heeft gedient als Luitenant van de Grenadiers te Anna Parochie, — dat de Ge. vangen op den 18 September 1787, in die qualiteit als Officier te Anna Parochie, vermits de aanhoudende abfentie van den Kapitein Claas Jans td Franeker een brief heeft gefchreeven en gezonden aan F. G. Roosendaal, Collonel van het Bildt. waar in Gevangen ordre verzoekt, om op den vol. gendendag, Perfoonen die naar Harlingen wilden, aan te houden, —1 en dezelve in qualiteit als Officier heeft willen arrefteeren. Al het welke zynde zaaken van kwaade gevolgen , sn daarom anderen ten Exempel niet behoorden te tjty-j  fa Gcbiurtenisfen in 17-87 en$, voorgevallen. ii$ blyven ongefïraft; zo is het: dat het voorfchreeven Hof, op alles rypelyk gelet en geconfidereert heb-, bende, het geene men in deeze behoorde te confidereeren; in den .naam en van .wegens dè Heerlyfo. heid der Landfchappe van Friesland, deh voor. fchreeven Gevangen heeft gecondemneert en condemneert hem by deezen 1 omme by den. Scherp, rechter op .het Schavot geleidet, aldaar weïftréngé]yk gegeesfeld te worden» èn daar na door de Diênaaren van de Juftitie te worden gebragt, in hei: Landfchaps Tucht; en Werkhuis j om aldaar te werken den tyd vap drie .jaaren. — Bant na zulks deii voorfchreeven Gevangen uit Friesland, den tyd vaii zeven jaaren, te ruimen de Stad Leeuwarden binnen 's daags zonnefchyn, eh .het Land binnen den derden dag. zonder in middelen tyde daar wedér in te ko nen, by pcène van arbitraire correctie. Attum den &Gé (Onder Jlond,) Tef Ordonnantie van den Höve. (was get.) S. FAber. i No. 577. Misfive van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden aan. de refpeEtive Staaten der byzonderê Provinciën + tot bygeleide eeher Misfive van den Heer van Ri-ïEEcs, Envoyé en Plenipoientiaris dan het Hóf van Berlin, benevens hét geflooten en geteekend Tr.nEta.ai Van Alliantie tusfehen zyne Maiejleit de Koning van Pruisfen èn deeze Republiek. In dato den it April 1788. Waar na het gemelde TraEtaat volgt in het origineele Franfch, benevens de Nedetduit* Jche vertad'iing» Edele Mogkndé Heeren! Op heden heeft'den Luitenant van Rheedé, aan ons overgebragt een Misfive van den Heere van VL Deel. P Rmb-  22Ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Kheede , onzen Extraordinaris Envoyé en Plenfpotentiaris aan het Hof van zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, van dato den iïden deezer loopende maand, waar by, na een kort verflag van het geen hy volgens onze aanfchryving en Refolutie van den 7den deezer, over het Project Tractaat van Alliantie met het Minifterie had verhandeld, aan ons overzend, het Pleinpowoir op des Konings Mi- . nifters, en het met dezelve geflooten en geteekend i Tractaat van Alliantie, waar by een elfde Articul,, raakende de uitwisfeling der Ratificatien bygevoegc ; was geworden, zynde de tyd op een maand na den 1 dag der Teekening geftelt,doch hebbende de beide: Heeren Minifters hem verzogt, te relateeren, dat: als zulks eerder konde gefchieden, het aan den Koning aangenaam zoude weezen. Wy haasten ons vervolgens, om Copye van het: voorfchreeven Traétaat, nevens de voorfchreeveni Misfive van den Heere van Rheede, aan U Edele: Mogenden, gelyk mede aan de Heeren Staaten vani de andere Provinciën toe te zenden, met verzoek; hunne Confenten tot de Ratificatie van dien tem fpoedigften, en wel binnen den bepaalden tyd vani één maand na de teekening, aan ons te laaten toe— Itoomen, op dat de uitwisfeling der Ratificatien,, volgens het verlangen van Hoogstgedagte zyne: Majefteit, hoe eerder zo beter moge gefchieden., Waar toe ons verlaatende, bidden wy God Almachtig, Edele Mogende Heeren, U Edele Mog», te willen houden in zyne heilige protectie. In den Hage, den &c. Onder ftond, Uwer Edele Mogendheden goede Vrnnden t1 „ "De Staaten Generaal der Vereenigde', Nederlanden. (Was geparapheird,) A. P. Twent, vt- I.aaer ftond, Ter Ordonnantie van dezelve, (was get.) H. Eagel. Hoog  de Gebeurtenis/en in enz. voorgevallen* %%? Hoog Edele Gestrenge Hëer! De Cdürier DücAsse, den twaafden dee£er ha Vertrek der Post aangekomen, heeft my Haar Hoog Mogenden zeer gerefpeéteerde aanfchryving en Refolutie van den 7den overhandigd; ter uitvoer van Hoogstderzelver beveelen, heb ik den volgenden dag ichriftelyk aan het Minifterie, van de goedkeuring die Haar Hoog Mogenden Over het Tractaat 'Project droegen, kennis gegeeven, als mede van Üe authorifatie, waarmede Hoogstdezelve my vereerd hadden, om het Tractaat te fluiten, hunne Excellentieh verzoekende, om een dag hier tóe tè willen bepaalen, te gelyk heb ik haar ook mede gedeeld de twee veranderingen die Haar Hoog Mog. tvenfehten dat nog gemaakt Wierden , gevobelyk; ben ik verzogt geworden, om gisteren de Minute yan het Tractaat nogmaals te collationeeren, welke gelegendheid ik dan waargenoomen hebbe om de woorden Franchifes cjf Libertês in het derde Articul te doen plaatfen, en het jaargetal Van 1787 in dac van 1788, te doen veranderen. Heden morgen by den Graav Van FitfkÈNSTEiN genodigd zynde, begaf ik niy aldaar, en wierd na He uitwisfeling der Pleinpouvoirs het Tractaat geflooten. U Hoog Edele Geftrenge zal zien, dac 'er een elfde Articul raakendé de uitwisfeling der Ratificatien, bygevoegd is geworden; de tyd is óp ten maand na den dag der teekening gefield, doch te gelyk hebben beide Heeren my verzogt, om U Hoog Edele Geftrenge te relateeren, dat als zulks eerder könde gebeuren, het aangenaam aan den Koning zoude weezen. Na de teekening zeide de Gfaav vAn Fincxenstein my, dat wy ons WedérZydfch konden geluk "Wenfchen, dat hy hoopte, dat deeze band onaf'fcheidelyk zoüde weezen j tot nut der beidé Staaten dienen, en eVen Zo veel vergenoeging by Haar :Hoog Mogenden verwekken, als hy m'y kon ver^e* iketen > dat het aangenaam aan den Koning was die P £ ' ge'eöö  aa3 Verzameling van Stukfan betrekkelyk M "eene gelegendheid voorby Zoude laaten gaan, orrtj Haar Hoog Mogenden blyken van deszei vs vriend-), fchap te geeven: het geen ik dan uit naam vaup Haar Hoog Mogenden behoorlyk beantwoord heb-i. be, en hunne Excellentien ook in het particulier!] bedankt, voor de goede dienden, die zy tot het'i volbrengen van dit heilzaame werk aangewend had., dt'lk neeme de eerbiedige vryheid om Haar Hoogs Mogenden toe te wenfehen, alle de vruchten van; dit Verbond te mogen plukken, die Hoogstdezelvei zich 'er van kunnen belooven; en dat de gevolgeni van deeze dag, waar op twee machtige Nabuuren, oprechte Vrienden van het Gemeenebest geworden zyn, onder Haar Hoog Mogenden wyze beftienng tot luister, zekerheid en voorfpoed van hetzelve mogen ftrekken. Den Luitenant van Rheede, aan wien ik het Tractaat, en de bygevoegde Pleinpouvoirs van bei-i de Heeren Staats-Minifters toebetrouwd hebbe , om dezelve over te brengen, zal de eer hebben U Hoog Edele Geftrenge beide Stukken te overhant di^en. . Ik verzoek U Hoog Edele Geftrenge inftantelyk,' Haar Hoog Mogenden gunftige toelaating wel tc willen verzoeken, om wanneer ik door het uitwin 'ièien der Ratificatien, de zaaken hier zal volbragt ' hebben, het my dan gepermitteerd worde, een keeï in het Vaderland te mogen doen, alwaar myne paw ticuliere zaaken (na afweezigheid van over de z& jaaren, en die ik hier onophoudelykin dienst vat myne Heeren en Meesters doorgebragt hebbe; hoogst myne tegenwoordigheid vereisfehen , et dat het my zal gepermitteerd zyn, om zo dra nt de uitwisfeling my op reis te mogen begeeven. Zondag ochtend kwam eeu Courier uit Peters' burg, door den Heer de Segur afgevaardigd, hie aan, ik meen dat zyne komst alleen relatie heeft tot de onpasfelykheid van den aldaar Spaanfchen MI nifter de Nokmandez, welke men wil dat door den Ridl  le Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen! 229 bidder de Galvez ftaat geremplaceerd te worden, n wiens aankomst de Heer de Segdr heeft willen toeken te verhaasten, doch vruchteloos, wyl den leer Galvez zyne post zonder ordre van zyn Hof tiet zal kunnen verlaaten. Den dertienden zyn nog een Rusfifehe en Engelbhe Courier aangekomen, den eerfte uit Parys eeft zyn reis naar Petersburg voortgezet,de twee» e heeft depêches aan de Heer Ewart mede geragt , welke daar op met de Minifters geconfeeerd heeft. ] Ik heb de eer &c. (Onder ftond,) :erlin den 15 Hoog Edele Geftrenge April 1788. Heer tfc (was get.) A. W. van Rheede. k Soit notoire & tous ceitx d p qiti il appartient. , Li Maifon Royale de Prusfe ' Eleüorale de Brandehourg, '.ara entretenu avec les Provins Unies des Pays-Bas depuis t tetns les plus éloignés, non ütmtnt un bon voifinage, mais isfi les liaifons les plus etroites Mmitiè & d'Ailiaice, §f fa fajefté le Roi de Prusfe .aimt avellement donné a la Repub?H5 des marqués non équivoques I fon affeüion , & lui aiant hm rendu des Services imporsns efficaces pour le retaisfemsnt de la tranquillité inrieure, il en est refulté un de• mutuel & reciproque, deretuveller & di rssferrer ces antennis Iwfous par un Traitf Zy kennelyk aan een ieder , die het zoude kunnen aangaan. Het Koninglyke Huis van Pniïsfen en het Keurvorftelyke van Brandenburg, met de Vereenigde Nederlanden, zedert onheuglyke tyden , niet alleen een goede Buurfchap, maar ook de naauw- ■ fte banden van Vriendfchap en Verbond onderhouden,, hebbende , en zyne Majefteit, de Koning van Pruisfen, op nieuw geene dubbelzinnige blyken van zyne genegenheid aan de Republiek gegeeven hebbende, door haar gewichtige ea kragtdaadige dienften , tot herftelling der inwendige rust te bewyzsn j IS daar uit V 3 voort?  #3° Verzameling van Stukken betrekkelyk M &AUance Defenfive pourle Men des deux parties , Pour le tnaintien de la tranquillité generale 6? particuliere. Pour rem■plir un but ausfi falutaire, Sa Majefié le Roi de Prusfe a now. mé autcrifé fes Mïnifires d'E ■ tat 6? de Cabinet le Sr. Charles GutiyLAUMECcmte Finck 33e FmcKZNSTEiN,Chevalisr de 1'Ordre Royal de FAlgle Woir, i§ de ï Ordre Militaire cj Hos -pitalier de St Jean de Jerufa ■ lint, c5* Commandeur de Sehieyeïbeia; & leSr. EwaldFreDeric Comte de Hertzberg, Chevalier de l'Ordre de l'Aigle JVoir; & Leurs Hautes Puisfances les Etats Généraux des Provinces Unies, ont noiwné £f autorifé Lnir Envoyé Extraordinaire Êf Miniftre Plenipotentiaire auprès ds Sa Majefié le » ; caat van Amnestie, van den 17 September 1786, *ft j gezeide Adres zo ftrafwaardig hadden aangezien g i dat de Ondertekenaars van 't zelve uit de gezeide .Amnestie waren geëxcludeerd , aan deezen Hove, (toenmaals te Hattem vergaderd, te doen prasfentee. 1 ren , met verzoek, dat zulks gebragt mogt worden : daar en zo zulks behoorde. Dat door het gunt voorfz. en het niet wederkee» iren binnen den geprsefigeerden en daarna verleng, iden termyn na hunne voorige woonplaatze, de zo fgunftig aan hun verleende Amnestie hebben veri Werkt. Dat dan uit al 't gunt voorfz. ten genoegen rechtens is blykende, dat de Gedaagden in Perfoon, en i Beklaagdens zich aan feditie en oproer hebben fchul» ;dig gemaakt; hoedaane grove misdaaden in een Land van orde niet ftraffeloos kunnen worden geleeden, |lmaar, anderen ten exempel, naar behooren moeten worden gecorrigeerd. Het voorfz. Hof, uit kragt van fpeciaale auctor!» fatie van de Heeren Staaten deezer Landfchap, vaa. ,den 31 Augustus en 8 September 1786 ; doende recht: verklaart alle de Gedaagdens en Beklaagdens IContumaces, en verftooken van alle exceptien de:clinatoir, dilatoir, en peremptoir, mitsgaders van lalle wheren en defenfien van rechten;en ten principaalen verklaard H. j. Tydeman, L. van Laar, Jan [Hogers, Jan Aarts,H. F. Souman, Jochem Jochems, ijacobus Lubbertus Muller, Lambertus Roesfiuk, lArent van Marle, H. Meylink, B. Engelenberg en :Gerrit Jan Welberg, alle Genaeenslieden der Stad Hattem, Gedaagdens in perfoon en Beklaagdens, van hunne voorfz. bedieningen van Gemeenslieden refpeótive vervallén, dezelve daar en boven voor den :tyd van vyf jaaren bannende buiten deezen geheelen Furftendom en Graavfchap, by pcene van zwaar;dere ftraffe, inval binnen gemelde tyd daar in gesvonden mogten worden; en aanbelangende G. W. iyan Barnevelt, J. Barnevelt. Jan Gerrit Jochems, I Hen-  fc$s Verzanding vim Stukken betrekkelyk tot Hendrik Ferder Breunis , Siefe Schutte , Pjetet Röth, Derk Daniël Tydeman, Hendrik Aarts, Arnoldus Willem Breunis, G. W. Frelink, Lubbert Jan Wynen, Hendrik van Brummen, E. A Dam* iels , C. J. Vinkebrink, Derk Jansfen, Dries van der Horst, Engelbertus Hogers , Pieter Hogers, Even Schuurman, Jan Spanhaak, H. Lodewyks, J. van Wageningen , Aak Frelink, Lubbert Frelink, Jan Tellingen, Willem van Erve, Hendrik van Erve , Even Huysman, H. van Langen , B. Tisfen, J. Santink, Gerrit Jochems, Berend Albers, Evert Slykman, Berend de Haen, Jan Muller, jan van de VVaa, Hendrik van der Horst, Jan Menunk, Jan Gerrits, Lambert Beumer, Derk Kelder Gz., Steven van Hulst, Jan Roofeboom, Jan van der Linden, N. Auckes, Egbert van der Linden, Jan .Verbeek, Eymert Frans, A. Goudfleen, JE. Muller, E. L. Muller, Lulof Nyhok, Gerrit yan Brummen, Jan Frans, Claag Manfcbenk, Jacobus Winkelaar, Roelof Wildeman, Lucas DrieSian > J- H. Partes, Derk Hulsbergen, Hendrik Meijer, R. Schutte, Jan Wildeman,Hendrik Jochems, Gerrit Jan van Erve, Gerrit Jan de Haen, Derk yan der Linden, Peter Larnois, Berend Albers, B. A. Muller, Siefe Schutte, Jacob Jager, L.S.Souman , F. Kreder, H' Jouftema, Klaas Eibers en Dries van Merle, Gedaagdens in perfoon en Beklaagdens : condemneerd dezelve elk in eene boete yan 25 guldens, ten profyte van deezer Landfchaps Domeinen, dezelve daar en boven de Stad en Schependom van Hattem voor den tyd van een jaar ontzeggende ; de Gedaagdens in perfoon, Beklaagdens en Defaillanten daar en boven condemneerende ia de kosten deezer proceduure, ter tauxatie en modelatie van den Hove. Aldus gedaan en gearrefteerd in den Raade va? Gelderland te Arnhem, den 25 April 1788. In margine Jlond, Gepranuniieerd in den Raade van Gelderland den 34  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 253' Ii54 May 1788 Voorfz. Mede uitgéleezen 's Landfchaps Refolutie vaa dea 2iften daar te vooren , waar by tegenftaande Sententie in zo verre by Hun Edele Mogenden is gemitigeerd, dat 't gedecerneerds :banDisfement vari vyf jaaren tegens de Gemeenslie:den in een éénjaarig bannisfement is verandert, en rayn de verdere Beklaagdens voor zó verre zich om I gratie hadden geadresfeerd, en dus met uitzondering van die genen, welkers naamen hier onderhaald izyn, van de boete en ontzegging der Stad en juris.. di&ïe van Hattem ontheven, blyvende de Senten» Hie voor 't overige in haar geheel. Onder fiondi Quod tejlór'. (was get.) C. G. Hultman.- Accordeert met voorfz. Crimineel Sententieboek Qwas get.~) C. G. Hultman. 1788. ' 'No. 582. Dispojityf van Hun Edele Mogenden de Hee' ren Gedeputeerde Staaten des Landjehaps Drenthe , •tegens den Perfoon van Hemmo Wilhelmus' Hem- : mes , gefufpendeerde Predikant tot Anlo. In dato den . . . April 1788. Dè Heer Landdrost S. P. A. Graave van Heiden, ttegens den Perfoon' van Hemmo Wilhelmus Hem'mes, gefufpendeerde Predikant tot Anlo, Cicade hebbende doen bellieren: ,, ter oirzaake zich de Geciteerde , geduurende de jongstverleedene „ troebles , in het generaal als een onrustig Perfoon gedraagen, zyn Gemeente opentlyk van den ,„ Predikftoel tot gevaarlyke nieuwigheden aange(#J zet, en zich voorts niet ontzien heeft, fpeciaal „ by de Huisbezoeking in den Herfst 1787, des\ 1, zelvs Character als Leeraar verregaande te mis- „ brui-  *S'4 VèrUmUng vm Stukken Betrekkelyk tot s>, bruiken, met het blykbaar oogmerk om Remmelt? it Hostenge 'tot Anderen , op het ftuk van Relij, gieufe of gemoedelyke bezwaaren bedrieglyk te ., intimideeren, ten einde dezelve daar door van zyne verkleefdheid aan de Gevestigde Conftitu» „ tie en Wettige Regeering af te trekken, en toe des Geciteerdes verderflyke gevoelens over tc haaien &c. &c." Is den gemelden Hemmo Wilhelmus Hemmes, door het Collegie van Gedeputeerde Staaten gecondemneert, om op Zondag den 2den Mey aanllaande des nademiddags voor zyn Gemeente tot Anlo, ten overftaan van Heeren Commisfarisfen, te moeten doen een Boet-Predikatie uit i Tim. II: vs. i-—2. En als dan opentlyk -belyden^, dat de ergernisfen die hy, zo in particuliere gefprekken, als in de waarneeming' van zyn openbaar Leeraars-Ambt gegeeven heeft, hem van harten bedroeven; met betuiging van een oprecht beröuw deswegens, en dat zich toekomftig van al het geen eenigen aanftoot zoude kunnen veroirzaaken, niet alleen wagten zal, maar ook by alle gelegendheden zyne Gemeente zoeken in te preBten, dat het de plicht van een goed Burger is, de Overigheid over hem gefield te eerbiedigen, en dat het Erf-Stadhouder." fchap Erflyk in het Doorluchtig Huis van Orange gevestigd, een wezendlyk gedeelte onzer gezegende Conftitutie uitmaakt, en dat zyne toekomftige Leer en Wandel in 'allen deezen voor hun ten voorbedde ftrekken zal, met Condemnatie in de kostea deezer proceduure. No'.  ds Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. :jïp* 583. Aanfpraak gedaan door den Raadpefijimahis: W. A. Citters, ter Vergadering van, de iCdeL . Mogende Heeren Staaten van Zeeland, den 23 A* ril 1788, Edele Mogende Heeren! Na de Heer van Lynden, alvoorens te hebben: ibedankt voor de vrieadeiyke, en flatteufe uitlaacin* 6en, v/aar van zyn Hoog Edele zich in naam vaa Edele Mogenden ten mynen opzichte, 'by myna tegenwoordige verfchyninge voor U Edele Mog* in deeze Hoog aanzienlyke Vergadering heeft gelieven te bedienen, zy het my verder gepermitteerd, aan U Edele Mogenden met allen eerbied voor te» draagen: Dat ik gisteren, op eene gediftingueerdsr wyze kennis krygende van U Edele Mogenden Refolutie, waar by Hoogs.tdezelven my hebben gelieven aan te Hellen tot Raadpenfionaris van deeze Provincie, het fchieiyk befluit, dat ik op dezelve genomen heb, om dat gewichtig Ambt te aanvaarden, een yder billyk zoude moetei verwonderen; daar een zaak van zo een annbelang als deeze, voor my een veel geruimer tyd van beraad vorderen zoude. Doch gelegenheid gehad hebbende, om het: voor en tegen te oVerweegen, onderwinde ik my, om my in den dienst van U Edele Mogenden plechitig te verbinden, waar-van den ééd, zoeven door my afgelegd , tot een waarborg moet (trekken. Korten tyï"rra>de benoeming van den Heer van ©e Spiegel, tot Raadpenfionaris van Holland, ge* moot ik onverwagt de eer, dat een aanzienlyk Lid> van deeze Vergadering my in confidentie gaf, my* ne gedagten te laaten gaan, om ; zo U Edele Mog. mogten goedvinden dit Ambt op my te confereeiren, het zelve aan te neemen; en het behaagde* zyne Doorluchtige Hoogheid, my daar na-monde-, ling zyne begeerte te kennen te geeven, dac het' Hoogstdenzelven aangenaam-zoude zyn, indien ik? :dien last op my wilde neemen. Overtuigd.van het gewigt der zaak-; bewust, die het  i'55 Pêr&ameling vM Stukkèh titrehkelyk tot het verlies. het geen deeze Provincie kwam te Ijri den, door my niet evenredig kon geboet worden» vleide ik my óög altoos met de hoop , dat men Zoude uitzien na iemand, die in deeze tydsofnttandigheden meer gefchikt was, dan ik my zelve achte , om dit zwaarwichtig Ambt té bedienen; doch met geen andere uitkomst, dan dat ik, na vér* geeffch gewenfcht te hebben, dat de keuze op eenf ander, dan op my mogt vallen, eindelyk geen vryheid vond, indien het U Édele Mogenden behaagen mogt my hier toe te requireeren^ my den dienst van deeze Provincie te ontrekken," maar integendeel te moeten befluiten ,• mynè gunftige politie in de Stad Middelburg te verlaaten: eene politie, waar in ik van de avantages, die de Regeering geefc, bedeeld was, Zodaanig dat my niets meerder konde worden toegevoegd; waar in ik vereerd was met; het vertrouwen myner mede-Regenten ,' en def Heeren Minifters, en waar in de Regeering, met dit al, onaffcheidelyke moeitefls en lasten veraangenaamd , verligt, vergeeten wierden, door de blyken en bewyzen van liefde en toegenegenheid van eene erkentelyke Burgery ; alle welke hier in het kort opgènoemde , en door my genóoten weldaaden, ik my herinner op eene wyze, die de vermogens van myne Uitdrukking te boven gaat,en waar aan ik fteeds dankbaar gedachtig hoop te blyven. Hoogstderzelver welbehaagen is my hier omtrent gebleeken, by U Edele Mogenden op gisteren mer eenpaarigheid genomen Refolutie, die voor my zeer vereerende en verplichtende is, en dit geeft my vryheid, om onder afbidding van den Goddelyken byftand, het Raadpenfionariaat van deeze Provincie te aanvaarden; in dat vertrouwen, dat Ü Edele Mogenden, by alle de weldaadén, die ik ondervinde, ook nog aan my eene meer dan gewoone Indulgentie zullen gelieven te betoonen, in het waarneemen van deezen zwaarwichtigen Post. Eenen tyd van ruim zes en twintig jaaren deeze' Sorv  dt- Geleurtcnisfen in 17S7 enz, voorgevallen. 8.57 !Souvereiue Vergadering bygewoond hebbende, ais Xid van de Regeering der Stad Middelburg, is my :de behandeling van 's Lands zaaken niet geheel ,vreemd; ik heb getragc my daar in met uilen yver te gedraagen, en wenfch my verder met alle getrouwheid van mynen plicht te kwyten ; doch, iwanneer ik in ernftigc overWeeging neeme, het onIderfcheid en uitgebreidheid van verplichtingen , die i'er in deeze nieuwe betrekking van my zullen geiëiicht worden, zoude my den moed ontzinken, Vo lik niet ten vollen bewust was van U Edele Mog. i's goedwilligheid, om Hoogstderzelver Minifters ihunnen Post te veraangenaamen, en hunne feilen ien Menfchelyke zwakheden goedgunftig te overzien. Ik erkenne niet te zullen evenaaren, aan de kundigheden van zo veel groote Mannen, die d.J6;ze Plaats voormy bekleed hebben; maar zoudemêc gaarn minder zyn, dan iemand hunner, in liefde eb trouwe voor myn Vaderland, en in gehoorzaamheid aan U Edele Mog. beveelen. Die immers kunnen zich alleen bepaalen, oih volgens myne Inftrudtie, de Hoogheid, Vryheid en Onafhankelykheid van deeze Provincie voor te ltaan; de zuivere Hervormde Godsdienst te befchermen ; de Ingezetenen by hunne welverkreegen Rechten en Privilegiën te bewaaren; misbruiken te aelpen weeren; Recht en Gerechtigheid volgens vastgeftelde wetten te helpen handhaaven, dien invloed en gezach op de deliberatien van U Edele Mogenden, die men mogt prsetendeeren aan eea prspondereerend Lid van het Bondgenoodfchap te competeeren, als ftrydig tegens de Souvereiniteic van de Provincie, tegen te gaan; een gepast evenwigt te bewaaren tusfehen alle de refpective Leden van Staat, waar teg<-nnimmer ftryden zal defeslie. die de Heeren van Middelburg my op eene zeer gratieufe, en my eer aandoende wyze, niet tegenftaande myne aanftelling tót eerften Minifter van Staat, in hunne Vergadering hebben toegeftaan. Daar het behoud van de radicaale qualiteit gegrond VI. Deel. & is  25 8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot is op voorige Exempelen, is het by U Edele Mog^ zeker buiten eenige bedenking, dat prsjudiciabee kan zyn aan een der andere Staatsleden; nebben U Edele Mogenden eenig vertrouwen in hunnen Mii nifter, dan ook kunnen Hoogstdezelve van herin verwagten, dat hy, zynen Plicht indeezen indag» tig, by zich zelvs overtuigd is van de waarheid det taal, aan U Edele Mogenden niet vreemd: ,, dat naamlyk , de Heeren van Middelburg van dd 5, betrekking op hunne Stad, van my niets zullec ,, vergen, dat hinderlyk zoude zyn aan de betrekk s, king, die ik als Raadpenfionaris op alle de LeueE van Staat heb, en dat U Edele Mogenden ooi) s, van my ab hunnen Minifier, ooit zullen vergen'i ',, dat ik my van alle voorige plichten en betrekkint ,, gen ontdoe; maar alleen, dat ik myne plichten „ en betrekkingen behoorlyk onderfcheide, en dd „ ééne niet betragte in prasjuditie van de andere."' Het nieuwe Reglement van. orde op de delibeE ratien deezer Vergadering, by U Edele Mogendec gearrefteerd, doet my hoopen, dat de befluitec meer en meer vruchtbaar zullen zyn, en mynen an beid daar door zal worden veraangenaamd: dit kan alleen te weeg gebragt worden door cordaate, eerfi ftemmige en onverwylde Refolutien, niet alleen ie Politicque zaaken, maar vooral in het beltier des: Provinciaale Financien. Het is myn lust en begeerte, Edele Mogendd Heeren! naar de maate der vermogens die my ge< fchonken zyn, aan alle deeze plichten te beantwoon den; voor den dienst van myn Vaderland, voor het Land van myn Geboorte, voor Zeeland, is geen ar ge Vergadering; het gezag der wettige Regeeringe daar door gehandhaafd! U Ed. Mogenden mogen lang de geëerbiedigde' voorwerpen van liefde en achting zyn, van gelukkig ge en wel te vredene Ingezetenen, en verwisfeleni »iet dan fpade, deeze ftoelen der eere, met eenei eindelooze zaligheid! Zyne Doorluchtige Hoogheid, voorheen gelas* terd, nu, tot blydichap van alle welmeenenden, in zyne wettige Rechten herfteld, geniete ia zynen verderen leevensloop vreede en voorfpoed; de God van Nederland, die hem in alle zyne weden waardigheden behoed heeft, zy zyne Doorluchtige Hoogheid, in de uitoeifening van zyne zwaarwich-i tige Ambtsbedieningen, tot onderfteuning, tot ini eenen gryzen ouderdom! Haare Koninglyke Hoogheid, die deugdryke en grootmoedige Vorftin , blyve fteeds bemind, ed: bewonderd by eene verplichte en dankbaare Natie,' en deele in eene ryke maate, in den bloei en weU vaart van dit Gemeenebest! En worden myne wenfehen voor de drie jonge Vorftelyke Perfoonen vervuld,zo zullen zy fteeds, en in alle opzichten , blyven de byzondere begun»i ftigde voorwerpen der liefderyke Voorzienigheid! Zo zy Nederland, zo zy d*eze Provincie, onder den invloed van het Erf-Stadhouderfchap in het Huis van Orange , beveiligd en gezegend tot ia lengte van dagen 1 Nd  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2Ö1 N°. 584. Misjïvs van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer Prins Erf-Stadhouder, Kapitein-Generaal, &C. 6?c. &c. der Vereenigde Nederlanden, aan den Luitenant-Generaal van-Hardenbroek, Gouverneur van Bergen-op-den-Zoom; gefchreeven in'sHage den 26 April 1788, betrekkelyk de plunderingen in 's Bosch. Edele Gestrenge , vroqme > onze lieve getrouwe j Wy hebben nodig geacht U Ed. mits deezen aan te fchryven, om aan de Sergeanten , Corporaals, Tamboers en Gemeenen, Grenadiers en Musquettiers van het tweede Bataüjon van het Regiment Wallons j van den Generaal-Major Grenier ; welke door den Krygsraad van Bergen-op-den-Zoom onfchuldig zyn verklaard aan de plunderingen en desordres, binnen 's Bosch voorgevallen, de nachten tusfehen den 8ften en oden, en gden en loden November jongstleeden, te doen voorhouden: dat wy verwagten, dat zy zich zullen gedragen als ordentelyke Lieden en braave Militairen, zonder zich immer of ooit te laaten verleiden, om eenige desordres te pleegen, of overlast te doen aan de goede Ingezetenen; dat in deeze verwagting aan hun derzelver wapenen worden wederom gegeeven; en dat wy goedvinden, dat geene reproches aan de» zelve zullen worden gedaan over het voorgevallene in 's Hertogenbosch, terwyl wy hen houden voor gezuiverd van allen blaam door de ftraffe geoeffencf aan die genen, welken fchuldig bevonden zyn* en door het ontflag uit 's Lands Dienst en het ver» zenden buiten 't Territoir van de Lieden, welke voor fufpeót worden gehouden, vermits zy hunonfchuld niet hebben kunnen bewyzen; en zal liEdele deeze Misfive moeten doen voorleezen aa» de overige Regimenten en Corpfen van U Edele onderhebbende Guarnifoen; en in het byzonder aan ëezelven interdiceeren, om eenige reproches te R 3 doen  ■2,62 Verzameling van Slukteh hetreTnelyli tot doen aan de onfchuldig verklaard zynde Manfchap» pen van het voorgemelde Bataillon, over derzelver ontwapening, op" pcene van daar over rigoureüslyk te worden geftrafc. Waar mede &c. Ne 58 s. Sententie van den. Hove van Gelderland, tegens, J. H. Rauwenhoff Regeerend Burgemeefter, Maurits Sels Schepen, H. H. Vitringa Secretaris, en G. Hengeveld wz. Gemeensman der Stad Elburg. In dato den 26 April 1788. Met de Mü ' tigatie derzelver Sententie, van den 21ften May daar aan volgende. Gezien by den Hove des Furftendoms Gelre en Graavfchaps Zutphen, het Intendit overgegeeven uit de naam en van wegens de Dr^n Johan Schrassert en Johan Conr. van Hasselt Momboirs deezer Landfchap, als in deezen fpeciaal by Refolutie van den Hove in dato den 25 April 1787 geauo* torifeérd, rat. Offic. Impetranten en Klageren ter eenre; op en tegens Jan Hendrik Rauwenhoff Regeererid Burgemeester der Stad Elburg, Maurits Sels Schepep, Herman Henrik Vitrinua Secretaris , en Gerrit Hengeveld wz. Gemeensman derzelye Stad, Gedaagdens in perfoon en Beklaagdens ter andere zydë; mede gezien die pitatien ^ reiatien> fampt aften van default, midsgaders allé bygevpegde informatien, fchyn en bewys; waar uit gebleeken, dat Gedaagdens in 't algemeen inde verregaande oproerige beweegingen en feitelyke oppofltie tegens de beveelen van den Souverein de Heeren Staaten deezer Provincie in den jaare 1786" birmen de Stad Elburg voorgevallen , zeer veel deels hebbpn gehad, en zich daar in als de vooriaaamfte Hoofden en Belejders van dien hebben gellraagen. Dac inzonderheid met betrekking tot den eerftea """' * " ,; |. ■  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen* 26'f- ]. li. Rauwenhoff in zyne qualiteit van regeereni Burgemeester, is beweezen: dat wanneer ter zyn-*r kennisfe was gekomen, hec arresteeren van 's Laadfchaps Publicatie van den 11 May 1786,. tegens het onbehoorlyk adieeren van den Souverein, hy Beklaagde zulks een object van deliberatie van eene gecombineerde Vergadering van den Magiftraat en Gezwooren Gemeente heeft gemaakt, en met en nevens den tweeden Beklaagden Maurits Sels Schepen en Raad, voorts den vierden Beklaagden Gerrit Hengeveld wz. Gemeensman, midsgaders de verdere Leden van de Gezwooren Gemeente der Stad Elburg, tegens het Protest van de Meerderheid van de andere prefenr. zynde Magiftraatsleden doorgedrongen , dat wanneer gemelde Publicatie: ten fine van Publicatie en Affixie wierd toegezonden, hy eerfte Beklaagde als Prefident-Burgemeester wierd gelast, om dezelve niet te doen publiceeren noch afBgeeren, noch zich dezelve eenigiints te bekroedigen , maar die ter Secretarie te doen feponeeren ; 't geen dan ook ten gevolge heeft gehad, dat die Landlchaps Publicatie conform 't oude gebruik door den Hove derwaards gezonden, aldaar als toen niet is gepubliceerd geworden, maar ter Secretarie gefeponeerd. Dat deeze vilipendie'van's Landfchaps ordres, ter kennisfe van den Hove door de Impetranten rat. Offic. gebragt zynde, daar over 't berigt van den Magiftraat van Elburg is gerequireerd; doch dat'de eerfte Beklaagde die Misfive wederom een object van deliberatien der gecombineerde Vergadering van den Magiftraat en de Gezwooren Gemeente heeft gemaakt, en in welke Vergadering, eerfte, tweede en vierde Beklaagdens met de verdere Leden van de Gezwooren Gemeente eene refcriptie, die vervolgens ook is afgezonden aan den Hove, hebben gearresteerd, waarin de Momboirs deezer Landfchap gecalumnieerd , de Publicatie zelve op eene verregaande wyze getaxeerd en gedreigd; R 4 word,  3.54 FerzmsHng van Stukken betrekkelyk tot word, dat zo 'er middelen van contrainte tegens hun. gekeerd, eene notabele fchaade van Menfchen en Vee zoude hebben kunnen veroirzaaken. Dat de tweede en vierde Beklaagden zich ook ge* deeltelyk aan de daadelyke refiftentie hebben fchuldig gemaakt, en tot het verfterken der StadgecoÖpereerd. Dat eindelyk alle vier de Beklaagdens, na dat zy benefFens een groot gedeelte van de Burgery,midsgaders alle de gewapende Vreemdelingen in den nacht van den 4 op den 5 September 1786, de Stad Elburg op het aannaaderen van de Militie van den Staat, door de Heeren Staaten van deeze Provincie tot het bezetten dier Stad gezonden, doordevlugt verlaaten en zich na de nabuurige Provincie van Overysfel in de Stad Campen geretireerd hadden , door gemelde gevlugte Burgery zich hebben laaten Committeeren, om een Adres aan de Heeren Staaten van Holland te prelënteeren, en zodaanig Adres ook werkelyk nevens eenige andere Perfoonen zo voor hun zelven , als in naame van de gevlugte Burgery van Elburg op den loden September daar aan volgende gcprefenteerd, waar by de Supplianten R 5 zich  %S6 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot zich niet ontzien hebben, de handelingen van de Heeren Staaten deezer Provincie af te fchildereni alsof dezelven allen waren tendeerende, om den wisfen val van 't Vaderland te berokkenen, 't Stad» houdeilyk gezag en een fysthéma van Despotisme al was het ten koste van ftroomeu Burgerbloeds en van 't geheele Vaderland, door te zetten. Wordende Bun Edele Mogenden verders geaccufeerd, geene Wetten of Eigendommen meer te eerbiedigen, en dat Hoogsidezelven Burgerlyke Rechten en Voorrechten, als hersfenfehimmen zouden befchouwea. Dezelven almede infimuleerende, als of door de Publicatie van den ri May 1786, aldaar een ver. fchrikkelyk Plakaat genoemd, aan vrygebooren Burgers met bedreiging van de zwaarfte ftraffen, verboden zoude zyn, over hunne dierbaarfte belangens zich ter Staatsvergadering te mogen adresfeeren; onttrekkende men zich by dat Adres direct aan de gehoorzaamheid van de Heeren Staaten van deeze Provincie, en de protectie van een vreemd Souverein, de Heeren Staaten van Holland imploreerende. En welks inhoud in 't algemeen de Heeren Staaten deezer Provincie, ook reeds zo hoog hebben genoomen, dat deeze Gedaagdens en Beklaagdens Teekenaaren van dat Adres, uit de Amnestie door Hooggedagte Heeren Staaten den I7den September daar aan volgende verleend, zyn geëxcludeerd geworden. Dat uit al 't gunt voorfchreeven ten genoegen rechtens is confteerende, dat de vier Gedaagdens en Beklaagdens, elk zo in meerderen of minderen graad, zich aan 't crimen l&fe Majeftatis &f Perduellionis , voorts Seditie en Oproer hebben fchuldiggemaakt,. welke atroce Delicten in een Land daar goede orde en juftitie vigeerd, niet kunnen worden getolereerd, maar anderen ten affchrik ten hoogden ilrafbaar zyn. Het voorfchreeven Hof a uit krachte van fpecinaïe, .C'JiX . . I  ie Gekeürtenisfm in 1787 «MS. voorgevallen. a5f auóronfatie van de Heeren Staaten deezer Landfchap van den 31 Augustus 1780 , doende recht: verjfelaard J. H Rauwenhoff Regeerend Bnrgemees» Ser der Stad Elburg , Maurits Sels Schepen , Her» man Ienxuk Vitringa Secretaris, en Gerrit Hen» geveld wz. Gemeensman van gemelde Stad, Gedaagdens en Beklaagdens Contumaces, en verftooken van alle exceptien, declinatoir, dilatoir en peremptoir, midsgaders van alle wheeren en defen» fien van Rechten; en ten principaalen : verklaard de Gedaagdens en Beklaagdens J. H. Rauwenhoff». Maurits Sels, Herman Henrik Vitringa , ea Gerrit Hengeveld wz,, vervallen van derzelver Burgerrecht, midsgaders van hunne refpeclive Bedieningen van Burgemeester, Schepen en Raads voords Secretaris en Gemeensman der Stad Elburg; en condemneerd den eerden Gedaagden en Beklaagden J. H. Rauwenhoff, omwanneerinhanden van de Juftitie mogte komen te geraakengebragt te worden ter plaatfe alwaar men gewoon is crimineele executien te doen, en aldaar door den Scherprechter met den Zwaarde te worden geftraft, dat 'er den dood naar volge. Voorts Maurits Sels, Herman Henrik Vitringa, en Gerrit Hengeveld wz. tot een altoosduurend Bannisfement buiten deezen geheelen Furften» domme en Graavfchappe. De Gedaagdens in perfoon Beklaagdens en Defaillanten, alle mede con» demneerende in de Kosten deezer Proceduure ter taxatie en moderatie van den Hove. Aldus gedaan en gearresteerd in den Raade van Gelderland te Arnhem, den 26 April 1788. (was geteekend) C. G. hcltman. Ingevolge 's Landfchaps Refolutie van den 21 May 1783, is de ftraffe des Doods tegens J. H. Rao-  t6$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Raüwenhoff, veranderd in een'' altydduurend Bannisfement op pcene van de Dood , en het altydduurend Bannisfement tegens H. H. Vitringa in een zesjaarig Bannisfement buiten de geheele Provincie, by pcene van nadere dispofitie, en blyvende de Sententie voor 't overige tegens hun in haar geheel, No. 5§6. ExtraSt uit de Refolutien van de Heeren van de Vroedfchap der Stad Schoonhoven , behelzende verklaaring van de hoogjte fenfibilitiü , over de dienflen door den Kapitein ter Zee W- P. Nedwirth geduurende het verblyf der Pruisfifche Troepes in die Stad gepleegd, en de medewerking tot bevordering van de omwenteling in de gemoederen der Burgers enz. In dato den 26 April 1788. In deliberatie gelegt zynde het geproponeerde door den Heere Oud-Burgemeester ƒ. G. van den Bosch ; is goedgevonden te verklaaren : dat deeze Stads Regèering ten hoogden fenfibel is over de inportante dienden, door welke de Heer W.P.Neü. wirïh, Kapitein ter Zee ten diende deezer Landen , deeze Stad en Burgery aan zich verplicht heeft, zo by het inmarcheeren, als geduurende de inkwartiering van de Troepes van zyne Majedeit den Koning van Pruisfen in de maand van September 1787; dat de vriendelyke recommandatien van deeze Stad in de protectie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere regeerende Hertog van Brunswyk, door welgemelde Heere Neuwirth gedaan, de welmee-, nende en efficacieufe Intercesfien van zyn Ed. by Hoogstgedagte zyne Doorluchtige Hoogheid in diverfe gevallen van dringende nood, en de allergelukkigde medewerking van denzelven Heer, tot bevordering van de zo gezegende omwenteling in de gemoederen der Burgers, nimmer uit de' dank-, baare  és Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. baare harten der Ingezetenen, behoord te worden uitgewifcht. En zal van deeze onbetaalbaare verplichtingen in deezer Stads Registers tot een blyvend monument mentie worden gemaakr, en aan welgemelde Heere W. P. Neuwirth, Extract uit deeze Refolutie worden toegezonden, ten teken van de hoogde erkentenis. Accordeerd met de voorfz. Refolutie. (was get.) H. C. van der Kop. No. 587. Condemnatie van het Vier-gekroonde Gilde der Stad Deventer, bejlaande uit de Metzelaars, Timmerlieden, Leidekkers en Kastemaakers of'Schryn, werkers, in dato den 28 April 1788, gezonden aan de Metzelaars Baas H. Vlugt; zynde gelyk' 'luidende daar van gezonden aan den Metzelaars Baas D. Petersen, den Leidekkers Baas Hoeerink en den Timmermans Baas A. Scholten, Ingevolge het Concordaat door Raad en Gemeente van den 8 October 1787, raakende de refpective Gildens, wegens het ftraffen dier Leden die zich omtrent het maintineeren haarer Burger- en Gilde Rechten kwaalyk gedragen hebben. Zo is goedgevonden en verdaan, en door de Leden van het Vier-gekroonde Gilde met eenpaarigheid beflooten, om den perfoon van Hendrik Vlugt te condemneeren in deezer voegen: om agt dagen naar ontfangst deezer niet(meer temogen werken als voor hem zeiven, en niet meer als eene Knegt; en dan alle jaaren aan, en tot onderhoud van gemelde Gilde, te betaalen de fomma van drie Guldens, en nooit in onze vergadering wegens Gilde zaaken worden toegelaaten. En zo mogte gebeuren, dat gemelde Hendrik Vlugt , zich tegen deeze onze Refolutie kwam te ge-  I ifo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gedraagen, zal als dan geheel van het Gilde en Gilo derecht verftoken zyn. Tot kennis en narigt, om zich hier na te gedraa» gen, zal gemelde Hendrik Vlugt dit ter hand gefield worden door de Giideknecht, en geteekend door de Ouderlieden en verdere Leden- (was geteekend) Arend Hoekers, als Olderman. Gerrit Beekman, als Olderman. Hend. Beekman. Jan Vos Jan Ottink. B. Rehvecamp. Daniël Ot* tink. Antony Lüntink. Frans Kok. Jan Leurink. Fred. Korb. R. Zickler. Jan Beekman. Jan Krumer. Jacob Reuvecamp. . J. w issink. N°. 588. Misfive van den Heere Profesfor F. A. van der Marck, aan den Wel Ed. Hoog Achtb. Magijtraat der Stad Deventer, waar by zyn WEd.G. onder anderen kennis geeft, dat door zyne Groot Brittannifche Majefteit, tot Ordinaris Hoogleeraar te Burg-Steinfort is beroepen. In dato den 29 April 1788. Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren! Het geweldig inflaan der Glazen en Raamen van buiten en van binnen aan myn woonhuis, het Vernielen, plunderen en rooven myner meubelen eü victualiën, op den 2often September des laatstleeden jaars, niet door Pruisfifche Husfaaren, maar door een woest gepeupel te Deventer gepleegt , heeft my zulk een fchrik ingejaagd, dat ik my den* zelvden dag ter myner beveiliging buiten huize, vervolgens den ajlten dito, buiten de Stad begee» ten  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2?i -ven en voorts hier heen naar Burg-Steinfort, om de woede te ontwyken, geretireerd hebbe. Ik begreep echter wel, dat myne retraite, indien ik myn Amot als Profesfor te Deventer, behoorlyk zoude waarneemen, van geen lange duur Jton zyn, maar nogthands meende ik teffens, dat die genen, welke my beroepen hebben, verplicht waren, by het waarneemen van myn Profesforaat my alle veiligheid voor myn Perfoon, Huisgezin en Goederen te bezorgen; ja zelvs de door de openlyk gepleegde geweldenaryen , plunderingen vernielingen en roovingen, geleedene fchaade, volgens voorgaande Publicatie en naar den aart des Burgerftaats,uit de Stads Kasfe wederom te vergoeden. Weshalve ik goedvond, provifioneel aan Profesfor Ruckersfelder, als toenmaaligen Rector Gymnafii Magnificus, van myne retraite en verblyf alhier ter Stede, by misfive van den 2den Ocïober des laatstleeden jaars behoorlyke kennis te geeven, ten einde ik mogte weeten, hoe ik my naar gefteldheid van zaaken verder zou gedragen. ' Doch ter myner furprife, vernam ik wel rafch, dat U Wel Ed. Hoog Achtbaare by Refolutie van den 8fien der voorfchreeven maand hadden kunnen goedvinden, omreedenen, my in de bedieninge van myn Profesforaat, provifioneel en tot nadere voorzie, ninge en refolutie te fufpendeeren. Nu fcheen het my toe,dat ik in myne bedieninge gefufpendeerd zynde, en alzo, geduurende die fu« fpenfie, daar in niet verder fungeeren'kunnende, gerust zo lange hier mogte blyven vertoeven, tot dat derzelver nadere voorziening en refolutie daar over, my zoude bekend gemaakt worden. Inmiddels heeft het der Goddelyke Voorzienigheid behaagt, dat George de III. Koning van GrootBrittannien enz. enz. enz. , van wegens de Graavfchap Bentheim, met overeenftemming der beide Hoog Graaffelyke Huizen, Bentheim-TeklènburgvRheda, en BentheinrSteinfurt, een Ordinaris Profes-  272 Verzameling van Stukken bstrelhlyk tot fesforaat in de Rechten op dit illuftre Athenarurn, hier ter Stede offchoon 'er geene Vacature, en de Rechtsgeleerde Faculteit nog met twee Hoogleeraareh voorzien was, my zeer gratieufelykaanbood; 't welk ik ook na het zelve eenige weeken in beraad gehouden te hebben , thands heb aangenoomen, edoch onder expres beding, om ten allen tyde, naar eigen goedvinden, wederom myne dimisiie te mogen neemen, die my dan ook onverweigerd zoude moeten gegeeven worden (*). Waar van ik alzo niet kan nalaaten, by deezen aan U Wel Ed. Hoog Achtb. ootmoedig bericht mede te deelen, betuigende dat my niets aangenaamer zal wezen, als de reedenen, van myne voorige Jufpenfie en U Wel Ed. Hoog Achtb. tegenswoordige denkwyze, daar over te mogen weeten; op dat ik daar door in ftaat gefield worde, dezelve, wenze mooglyk aggraveerende mogten fchynen, in gedrukten gefchrifte te wederleggen ; of anders, wanneer by gebrek v«n reedenen of na hèrhaalde overweeginge derzelver, de voorheen gerefolveerde fufpenfie by nadere voorzieninge, op eene voldoende wyze opgeheeven wierd, daarna te kunnen handelen naar raade; referveerende my intusfchen myne competente Actie van indemnifatie. Waar mede ik de eer heb, met verichulde ach. ting te zyn. Wel Edele Hoog Achtbaar e Heerenl Burg-Steinfort, ü Wel Ed. Hoog Achtbaare den &c. Ootmoedigen Dienaar, (was getekend) F. A. van der Marck:. No. (*) Op den 30 Juny 1788 aanvaarde den Hoogleersar ' op eene plechtige wyze, deeze op hem gedefereerde Profesfie, met eene Redevoering: De portetitofa Hobbejïoni civis imagine; dat is: Over de ysfclyke Jleliing, dat de grootftc magt het beste recht zoude geeven.  £s Gibeurtenisfen in Ï787 éne. voorgwaHetL 27$ N'. 589. Misfive van den zelvden Hoogleeraar Aan de Wel Ed. Achtbaar e Gezwoorene Gemeente der Stal 'Deventer, óver het zelvde onderwerp. In dato den 29 April 1788. Wel Edele Achtbaare Heérén! Heden heb ik aan dc Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren ^'an de Magiftraat der Stad Deventer gefchreeven, en daar by bericht gedaan, hoe dat ik hier ter Stede als Profesfor Ordinarius in de Rechten, door den Koning yan Groot-Brittannien beroepen ben, en op welk beding ik het zelve heb aangenoomen, . Ik heb gemeend dat de inhoud mynes briefs,aan Hun Wel Edele Hoog Achtbaarheden daar over afgezonden, van dat belang is, dat dezelve wel mede tot U Wel Ed. Achtb. deliberatie mag worden gebragt. Weshalven ik de vryheid neeme, van denzelven hier mede een affchrift dobr myne hand ondergeteekend aan U Wel Ed. Achtb. over te zenden, met verzoek van derzelver welmeening my daar over mede te deelen. Inmiddels heb ik de eer, met behoorlyke achting te zyn. Wel Edele Achtbaar e Heeren! £urg-Steinfort, U Wel Ed. Achtb. Ootmoe- den &c. digen Dienaar, Qwas geteekend) F. A. vA& der Marck. VI. Deel, S N*.  &J4- Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot N°. 590. Publicatie van de Ed. Hoog Achtbaare Re. geering der Stad Ütrecht, waar by het draagen van ( 'range-tekenen, met nadruk word aanbevolen. In dato den 29 April 1788. Schout, Burgemeesteren en die van den Gerech* £e der Stad Ütrecht, met veel misnoegen verneemende, dat, niet tegenftaande de ernftige vermaa- . ninge, deezen aangaande by Publicatie van den f4 December 1787 gedaan , echter verfcheidene onbedagtzaame of kwaalykgezinde Lieden langs de publieke Itraaten en wegen zich vertoonen, midsgaders zich in herbergen en kroegen begeeven, zonder Van eenig zichtbaar Orange-verfierfel voorzien te zyn, waar door telkens gelegenheid gegeeven word tot allerlei rustverfloorende moeijelykheden;; hebben, ter voorkominge van de onaangenaame gevolgen, welke uit zulk eene eigendunkelyke verfmaadinge van den welmeenenden raad van' Mvne Heeren van den Gerechte, en welke verfmaadinge Hün Ed. Achtb. over 't algemeen niet anders dan als éene ópzettelyke leuze van verdërflyke partyfchap konnen befchouwen, dagelyks meer en meer te duchten ftaan j goedgevonden, gelyk Hun Ed. Achtb. goedvinden,by deeze, op fpeciaal verzoek van de Ed. Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap deezer Stad, vervat by Refolutie van den 28ften deezer, allen en eea iegelyk wel fcherpelyk te verbieden,' zich' langs» *s Heeren ftraaten of Wegen , of' ook in eenige publieke plaatfen, binnen deeze Stad of derzelver Vryheid te begeeven, zonder van een Zishtbaar Orange-teeken , 't zy eene Cokarde of Strik op den Hoed, 't zy een Lint op de Borst, voorzien te zyn, op pcene van telkens, by nalaatigheidhieromtrent, te zullen verbeuren eene boete van twee zilveren Dukatons, waar van de eene helft zal komen ten profyte van de Aalmoesfeniers-kamer deezer Stad, en de wederhelfte ten behoeve van den genen, die de calange doen zalj en worden tot het  de Gebeurtenis/en in 1787 voorgevallen. 275 Bekeuren deswegens geauSorifeerd, de SubfiftuitSchout, nevens den Deurwaarder van den Heere Hoofd-Officier, midsgaders de verdere deezer Stads Deurwaarders, Letterdienaars, Boden en Dienaars van de Juititie. Blyvende niettemin alle voorige Publicatien tegen het voeden ën voortzetten van partyfchappen, het daar toe aanrichten en bywoonen van ichaadelyke Conventiculen, hëtfchimpen,fmaaden, fchelden, en het pleegen van feitelykheden aan iemants Perfoon, Huis of Goederen, op de ftraifen daar by bepaald, in haare volkdmene kracht. En op dat niemant hier van onkundig zy , zal deeze worden afgekondigt, gedrukt en aangeplakt, üaar behooren. Aldus gearresteerd by Myne Heeren van den Gehechte voornoemt, den &c. In kennisfe van my, (was get.~) C. A. v. Wachendorff. En ten zelvden dage van den Stadhuize alhier (more folito) gepubliceerd, by my Ondergefchreeyen Deurwaarder, Corn. Bor. 591- Condemnatie van het Kleermaakers Gilde te Deventer, tegens hunnen mede-Gildebroeder Jan/ Beerents enz. In dato den 30 April 1789. .. Ingevolge het Concordaat van den 8 October 1787 door Raad en Gemeente, raakende de refpedtive Gildens, waar by dezelve het recht word toegedaan, om haare kwaalyk gehandeld hebbende mede Gilde Leden, by meerderheid van ftemmen te kunnen verlaaten, voor een tyd of voor altoos, zo als tullen meenen te behooren. , En vermids het Kleermaakers Gilde ook zulke Leden onder zich hebben, die tot het laatfte zyn vol» aardende gebleeven, om mede te werken tot de S 2 om» IGilde Leden, by meerderheid van ftemmen te kun-  276 Verzameling van Stukfan betrekkelyk M omkeëring van de oude Conftitutie , en het niet maintineeren van haare en onze Burger- en Gilde Rechten en Privilegiën. i Zo is na overweeginge vastgefteld en beflooten, dat ieder Kleermaakers Baas, en in 't byzonder U Jan Beerents te condemneeren, om alle jaar aan het Kleermaakers Gilde te betaalen eene fomma van drie Guldens, voor het houden van een Kleermaakers Knecht alle jaaren zes Guldens, voor een Leerjonge alle jaar drie Guldens, en zulks van nu voortaan niet meer als met één Knecht en één jonge mogen werken; ook zullen de Baazen Zoons of Knechts welke ter contrarie tegen het Gilde zich hebben verzet, eerst drie jaaren na dato deezes, zich ordentlyk hebben te gedraagen, eer tot het Gilde zullen worden toegelaaten, en zal van deeze onze Refolutie Copie aan Ü Jan Beerents worden ter,; hand gefteld tot naricht. Aldus gedaan en geteekend binnen Deventer % dén &c; Onderteekend uit aller naamen. H. Harmsen als Olderman. Jan Süysgen als Olderman- Refolutien van den zelvden inhoud zyn mede ten zelvden tyd gezonden, aan de Kleermaakers Baazenr Karsenberg, Hoegen, Cramer , Hamer, Koo- dyk, WlLLEBRAND en van GhEIM. N°. 592. Ut fupra van het zelvde Gilde tegens Jan Coenraad Lammerts, waar by dezelve gecon-* demneerd word in een boete van 150 Guldens. In dato den 30 April 1788. Ingevolge het.Concordaat van den 8 0ctob. 1787 door Raad en Gemeente , raakende de refpedtive» Gilden, waar by dezelve het recht word toegedaan,' om haare kwaalyk gehandeld hebbende mede Gilde Leden, by meerderheid van ftemmen te kunnen ver  dè Gebeurtenis/sa in 1787 enz. voorgevallen, a?? Verlaaten , voor een tyd of voor altoos, zo als jneenen te behóoren. ï En vermids het Kleermaakers Gilde ook zulke Leden onder zich hebben, die tot het laatfte zyn volhardende gebleevén, omme mede te werken tot de omkeering van de oude Conftitutie, eri'het niet tnaintiheéren van haare en onze Burger en Gilté Rechten en Privilegiën. ■ Zo is na overweeginge vast gefield en ■bellooten, dat ieder Kleermaakers Baas, eri in het byzonder U Jan Coénraad Lammers te condemneëren,orf» voor ééns aan het Kleermaakers Gilde te betaalen eene fomma van een honderd eri vyftig Guldens. En zal van deeze onze Refolutie Copie aan tJ Jan Coénraad Lammers ter hand worden gefteld tot naricht. <_ Aldus gedaan en geteekend binnen Deventer, den &c ' Oriderteekend uit aller naam. Als Olderman Jan .Suysgew. Om in tyd van drie maanden te voldoen. jN1'. 593. Condemnatie van het Smeeden Gilde tegens kunnen mede Gildebroeder Wolter Kor r enhorst, In dato den 30 April 1788. . Ingevolge het Concordaat van den 8 Oftob, 1787 door Raad en.Gemeente, raakende de refpedtive Gilden, waar by dezelven het recht word toegelaaten, om haare kwaalyk gehandeld hebbende mede Leden by meerderheid van ftemmen te kunnën verlaaten, voor een tyd of voor altoos, zo als zullen meenen te behooren. En dewyl het Smeedèn Gilde ook zulke Leden onder zich hebben, die tot het laatfte zyn volhardende gebleevén, om mede te werken tót de omkeering van de oude Conftitutie, en het maintineeren van haare en onze Burger en Gilde Rechten en Privilegiën.' ,. S 3 Zo  278 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Zo is goedgevonden en verdaan , en door het Smeeden Gilde beflooten, omU Wqlter Kqrtenhorst te condemneeren in eene boete van vyftig Guldens ééns, benevens alle jaaren veertien Gul. dens te betaalen aan het Smeden Gilde, met wyder aanzaage, om van nu voortaan niet meer als met twee Knechts te mogen werken, en dat Uwe twee Zoons het Smeeden Gilde niet kunnen bekqmen, voor dat zy den ouderdom van yyf- en- twintig jaaren bereikt hebben , welke bovengemelde 50 Guldens zullen betaald worden binnen vier weeken na ontfangst deezes, om te ftrekken ten nutte van het Gilde en Huisarmenftaat. En zal hier van Extract gezonden worden aan bovengemelde Wolter Kortenhqrst, om te ftrekken zo behoord en tot naricht Aldus gedaan en geteekend binnep. Peventer«' den &c. Jan Botterweg als Olderman. Marten Muyderman als Otterman? Uit aller naam. N". 594. Condemnatie van het Slagers Gilde, tegen? hunnen mede Gildebroeder Jan Hoekmann , waar by voor altoos uit het Slagers Gilde word verlaaten en ontzet, benevens van alle voorrechten van 't GiU de vervallen verklaart. In dato den 30 April 17 8 S. By het Slagers Gilde wettig opgeroepen en vergadert, in overweeging zynde genoomen, hoe dat Jan Hoekmann, niet alleen middelen heeft weeten uit te denken , om in den laatstverloopenen |aare 1787» en dus wel in de tyd van de meeste hevigheid der beroerten, onder begunftiging van de eerfte Dryvers en Voorftanders van 't zogenaamde Patriotisme, zich, zonder te kunnen toonen en voorbrengen van eene voldoende en eerlykeLeerbrief, door medewerking, immers onder goedkeuring van 1 ' * de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 279 de toenmaaligc onwettige Regeeringe in hun Gilde te laaten, in te dringen, tegens 't waar genoegen van 't Gilde , wier meerderheid genoodzaakt was voor den ftroom yan overheerfching zich daar aan tot tyd en wyle te onderwerpen, als mede hoe die zelve Jan Hoekmann, zich dqor wegen van onderkruiping en met gelden van de Patriotten daar toe opgefchooten, van de beste Calanten van veele braave onder de Gilde Leden heeft weeten meester te maaken, en zich met. ontzien heeft om op eene willekeurige wyze aan de uitoefening van zynen post en last als Gildeknecht te onttrekken, op een tyd , en alleen om reden , dat men by 't Gilde bezig was middelen te beraamen , tot vooi> 3toming van de omkeering der Conftitutie.; ja zich delven niet heeft onthouden, om by gelegenheid van den Moord voor de Sociëteit in de Groote Overftraat, zyne opgevolgde goedkeuring en medeplichtigheid opentlyk aan den dag Ce leggen j zo is het, dat het gemelde' Gilde met eenpaarigheid yan de ondergeteekende Stemgerechtigden goedgevonden heeft, hem Jan Hoekmann, voor altoos uit hun Gilde der Slagers te verlaaten en te ontzetten, en van alle voorrechten van 't Gildei vervallen te verklaaren; en zal hem door den Gildeknecht van deeze zyne verlaating en ontflag uit het Gilde worden kennis gegeeven , en dee-' .ze in 't Gildeboek worden ingelyft , met las£ ,aan hem Jan Hoekmann, om zich daar na te gedraagen.Deventer, den &c. S 4 Ko.  ao8 Verzameling van Stykken betrekkelyk tot 595> Extratï uit de Refolutien van de Edel Mog. Heeren Staaten 4j Lands van Utrecht, over eent onderlinge guarantie der tegenswoordige Conftitutie onder de Bondgenooten enz. In dato den 30 April 1788. By refumptie gedelibereerd zynde over Hua Hoog Mogenden Misfive van den i8den February laatstleeden, houdende Communicatie der Refolutie van de Heeren Staaten van Holland, ter Generahteituitgebragt, ten fine eene onderlinge guarantie der tegenswoordige Conftitutie onder de Bondgenooten worde yastgefteld, en omtrent welk poincl Jriun Hoog Mogenden fpoedige en vrugtbaare deliberatien der Hooge Bondgenooten by voornoem, de Misuve waren verzoekende; is goedgevonden, de Heeren wegens deeze Provincie ter Vergadering van Hun Hoog Mpgenden gecommitteerd, te au. thonfeeren, aldaar te declareereo; dat de Heeren fetaaten deezer Provincie ten vollen overtuigd zyn, hoe eene afwyking en verbreeking van de gevestig. de Conftitutie binnen deeze Republiek, nietanderq dan een verval en geheele ondergang derzelve ten $eZ £u hebben» ge]yk dit de onlangs plaats; gehad hebbende pmftandigheden van zaaken, ten overvloede hebben geleerd, en dat het hier om aan, Hun Edele Mogenden alfints aangenaam is geweest s uit de gedaane Communicatie én voordragt dei: Jhteeren Staaten van Holland te mogen befpeuren, dat Hun Edele Groot Mogenden, méde wederom in eene dergelyke denkwyze verfeeren: dat, wat dé voordragt, by Hoogstdenzelven gedaan, in het byzonder betreft, Hun Edele Mogenden vermeenen, met de daaden onwederfpreeklyk te hebben ptoond» hoe de grootfte meerderheid der Staatsieden de thands wederom binnen deeze Republiek alom herftelde Conftitutie, hebben befchouwd, en nog befchouwen als onaffcheidelyk met 's Lands welvaaren verbonden, en tevens met hunne by ééde plechtig bezwooren plicht, en hierom deeze Con-  dt Gebeurtenis/en in 1737 enz. voorgevallen. aSE iConftitutie by alle mooglyke middelen hebben ge* trage te maintineeren en te behouden, en dit niet tegenftaande het geweld en onrecht aan Hun Edele .Mogenden deswegens aangedaan, waar van deeze Provincie nog lange den fchaadlyken invloed en gevolgen zich zal kunnen herinneren; dat Hun Ed. Mogenden al zulks by continuaciehebben getoond, boe zeer de hooge waardigheden, met welke zyne Doorluchtige Hoogheid is bekleed, ais een esfenjtieel deel der Conftitutie worden befchouwd, en ook voor de ganfche Republiek van een zeer groot en noodzaaklyk belang moesten worden aangemerkt; nu ook zeer genegen zyn, hoe zeer ook anderfins de byzondere Regeeringsvorm binnen elke Provinpiein het particulier behoord te worden aangemerkt, den Souverein van zodaanige Provincie te concerneeren; de Conftitutie en Regeeringsvorm, zoen in diervoegen die met het Erf-Stadhouder-, Kapitein-, en Admiraalfchap-Generaal zich thands bevind, aan haare mede-Bondgenooten, zulks begeerende, te guarandeeren, en ook wederkeerig die guarantie van Hoogstdezelven, relatief haare Provincie te accepteeren; zo nogthands, dat deeze guarantie alleen Bondgenoodfchaplyk, en niet by byzondere Provinciën gefchiedde, en zonder dat hier door eenigfins zal worden ondernomen, zich in het inwendig beftier van een der Provinciën in te dringen, als wanneer Hun Edele Mogenden, overmits alle de Geünieerde Gewesten zich thands indezelvde vorm van Regeering relatief het Erf-Stadhouder-, Kapitein-, èn Admiraalfchap-Generaal bevinden, ook geen de minfte z waarigheid, maar veel eer ook groote nuttigheid, ter bereiking van het groote oogmerk, by de Heeren Staaten van Holland gebuteerd, in zodaanig een Bondgenoodfchappelyke Guarantie oirdeelen te refideeren, zo als ook alle verdere Rechten en Posfesfien, volgens het Verbond der Unie, door de Hooge Bondgenooten gezamentlyk elkanderen, beloven te worden gemajntineerd en bevestigd; voegende Hun Edele Mogenden nog hierby, S 5 dat,  '%$% Verzameling vm Stukken betrekkelyk Ut dat, wat deeze Provincie in 't byzonder betreftï bereids, volgens de Conftitutie, door alle de Leden van Regeering, alvoorens in de Staats-Vergaderinge te kunnen werden geadmitteert, moet werden afgelegd eenen ééd, inhoudende onder anderen deeze Periode : „ Dat ik mede punétueelyk zal „ obferveeren en nakomen het Reglement, nopens het beftel en beleid van de Provinciaale Regee,, ring in den jaare 1674 ter Vergaderinge gearre- fteerd; dat ik ook zal helpen maintineeren Hun Edele Mogenden Refolutie van dato den 10 Ja',, nuary 1748, waar by het Stadhouderfchap, Ka•?, pitein en Admiraalfchap-Generaal verklaard is si ErfFelyk, zo in de Mannelyke als .Vrouwelyke „ wettige Defcendenten van zyne Hoogheid den „ Heere Erf-Stadhouder Willem Carel Hendrik „ Friso, Prince van Orange en Nasfau &c. ,&c. &c"; en ingevolge van welken ééd de Leden der Regeeringe alhier, dan ook verplicht zyn, den tegenswoordigen Heer Erf-Stadhouder, welke op dien voet in den jaare 1766, de gemelde waardig» heden heeft aangevaard, by dezelve te maintineelen en te bevestigen. En zal ten fine voornoemd Extraö deezer aan welgemelde Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit worden toegezonden. Onder ftond. Accordeert met de voorfchreeven, Refolutien. (was gei.) H. A. Laan. Ingelyks hebben Hooggemelde Heeren Staaten geconienteerd in de beide Plans tot beter inrichting der Troepes van den Staat, als mede in de voordragt voorkomende in de Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, raakende het brengen van zekere fom voor de Marine op den Staat van Oorlog. - Ne.  & Ggbsusrtenisfen in ent. voo?gevallen. 2S5' SHo. 596. Extract uit het Register d,er Refolutien van Hun Edele Mogenden de Heeren Staaten van Zee. land, waar by de Jtaat en qualiteit van Eerjten Éde. le dier Provincie, in de wettige Descendenten van het Huis van Orange voor Erffelyk word verklaart^ In dato den 1 May 1788. * Is geleezen een Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer Prins van Orange, gefchreeven ja 's Hage den 2iften'Maart jongstleeden, waar by in antwoord op Hunner Edele Mogenden Misfive van den i8den January deezes jaars, accepteerd de aan Hoogstdenzelve gedaane offerte, tot het Erflyk verklaaren van den ftaat en qualiteit van Eerften Edele deezer Provincie, in de wettige Descendenten van het Huis van Orange. —- Waar op zynde gedelibereerd, is, met eenpaarige bewilliging van alje de Leden deeze Vergadering compofeerende , goedgevonden en verftaan, dat, uit contemplatie van de hooge geboorte, notabele dienden en zonderlinge hoedaanigheden, die het kenmerk zyn van het Huis van Orange, den ftaat en qualiteit van Eerilen Edele van deeze Provincie, even als zulks ten opzichte van zyne Hoogheid den Heer Prins Wilxem den derden, heeft plaats gehad, ook mee betrekking tot zyne Hoogheid den Heer Prins Wil, xem den vyf den , by ampliatie yan voorige op'dragt aan Hoogstdezelve als nu Erflyk zal worden verklaard, gelyk Hun Edele Mogenden zulks ver. Idaaren by deeze, in die wettige Afftammelingen van deszelvs Huis, aan welken het Stadhouder-, Kapitein-Generaal en Admiraalfchap van deeze Provincie, den 30 November 1747, door Hun Edele Mogenden mede Erflyk is opgedraagen; dat nogthands deeze delatie gefchied onder inhaïfie van voorige gedaane verklaaringen, en onder dezelve bepaalingen, in der tyd, als vermeld zyn in de Resolutie van den 1 November 1751, waar by aan den tegenwoordigen Heer Erf-Stadhouder den gemelden ïtaat en qualiteit van Eerften Edelen is gedefereerd. ' ' fin  sg4 Verzameling van Stukken letrekkelyk tót Eu zal van deeze perpetueele opdragt, Acte in be* hoorlyke forme, onder het groot Zegel van de Pro» vincie, ten behoeven van zyne Hoogheid den Heer Prins Willem den vyfdén, en deszelvs wettige Descendenten, worden gedepecheerr,. No. 597. ExtraB'uit de Refolutien van Heeren Burgemeesteren der Stad Schoonhoven, waar by aan den Zee-Kapitein W. P. Neuwirth , tot erkentenis 'van zyne gedaane dienft.cn, geduurende het verblyf van de Pruisftfche Troepes in die Stad, het Burgerrecht wordgefchonken. In dato den 1 May 1788. Opdepropofuie van den Heer Burgemeester Hoo» xa van Nooten, in aanmerkinge genomen zynde de uicgebreide verplichtingen, welke deeze Stad heeft wegens de importante dienften, welke de Heer \V. P. Neuwirth, Kapitein ter Zee ten diende deezer Landen, geduurende de inmarfch en inkwartiering van de_Troepes yan zyne Majefteit den Koning van Pruisfen binnen deeze Stad, aan dezelve heeft beweezen; is goedgevonden en verftaan: aan denzelven Heer het Burgerrecht van deeze Stad met alle de Privilegiën en Voorrechten, daar aan yerkpogt, gratis te offereeren; met uitdrukkelyke by voeging , dat geene abfentie buiten dezelve immer eenige prsejuditie aan dat recht zal toebrengen, maar dat zyn Edele altoos en in allen gevalle als een gezeten Burger van deeze Stad zal worden geconfi. dereerd. En zal Extract van deeze Refolutie aan welgemelde Heere Neuwirth worden toegezonden, ten teken van de hoogfte erkentenis. Accordeerd met de voorfchreeven Refolutie. (*) (was get.) H, C. van der Kop. (*) Zie ook hier voor B°. 586. bl. 268.  dt Gekurténisfen in if$7 enz. voorgevallen. 2%f "Hf"* 5P8. Extract uit het Boel' van Refolutien der StadDeventer, in dato den % May 1788, waar by Hun ; Edele Hoog Achtbaare de dispofitien der Gilden tegens derzelver mede-Leden genoomen, provifioneel ■ furcheeren. l ƒƒ. van Süchtelen, loco Menninkï Conf. s Qfi êorgerinck. Door fommige Ingezetenen zynde Leden van dnderfcheide Gildens, klaaglyk zynde te kennen gegeeven aan Schepenen en Raad, dat door de Gildens, waar onder gehooren, gelast zyn geworden niet meer als met eenen Knegt te werken, waar door buiten ftaat gefteld worden, ingeval daar aan zouden moeten obedieeren, voor haar of de haaren de' kost te winnen, of ook de kost te laaten verdie- ■ nen, door veele fubjecten welke alsKnegten onderhaar tot hier toe pleegden te werken, dienshalveé" verzoekende voorzieninge, dat wederom in hun geheel, gefteld mogen worden; is, naar deliberatie goedgevonden, de refpective generaale Ondergeteekenden te reauifeeren, aan de Ouderluiden van alle Gildens te c'ommuniceeren, dat Schepenen en Raad, in aanfchouw genomen hebbende de klagten voorfchreeven; en gelet, datöpvoorftel van Corft. misfarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid, met; ook mede overleg van Gecommitteerdens uit Gildens en Burgerye, by Raad en Gemeente, inge-, volge Concordaat van den 27ften Maart laatstleeden, goedgevonden is en gerefolveerd, te vernietigen het Concordaat van den 8 February 1787, waar by de Gildens was overgelaaten in zaaken, die niet Juftitiee! zyn, temogen befchikken&c.: voorts ook in confideratie neemende, dat het punt voorfchreeven betrekkelyk de vernietiging van laatstge-. melde Concordaat, en de tegengeftelde begeerte van Gildens om 't zelve immers provifioneel in obfervantie te houden, al nog in deliberatie is leggen-', de by Schepenen en Raad, alzo vertrouwen en zo» verre  aS5 Verzameling vdn Stukkén betrekkelyk to( verre nodig, gelasten, dat hangende die zelve de* liberatien, de refpective Gildens geen Refolutien neemen in den haaren, van aart, als waar over op huiden by Schepenen en Raad kiagten ingekomen zyn, maar dat daar in tegens ongeftoort derzelver mede-Leden van de refpective Gildens doen jouisfeeren, tot uitdragt van Zaaken vermeld, van zodaane Voorrechten, als hun omtrent het houden van Knegten als anders zyn competeerende, alzo dè Refolutien der refpective Gildens, daar tegen genomen, by piovifie buiten effect ftellende, en zal hier van per Extract worden kennis gegeeven aan de generaale Ouderluiden, als oók aan Baas Derk Petersen, tot narigt van hem, en zyne medeklageren. No. 509. Extract uit hei Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaien Generaal t der Vereenigde Nederlanden, vaar door Heer H. VAN Wyn, óp deszelvs verzoek, vmt misfie word verleend, als Lid van de Cóvpnls onderzoek van het Finantie-wezm var. h: Admiraliteit in Friesland. In daso den 4 May 1788. De Heer H. van Wyn , aan Hunne Hoog Mog. hebbende te kennen gegeeven: dat Hoogstdezelven by Refolutie van den f4 September 1785, behaagd hadde, hem mede te committeeren tot hei onderzoek van het Financie-wezen van het Collegie ter Admiraliteit in Friesland, van welke Commisfie, hy vertrouwde, zich ten dienfté van den Lande in der tyd naar behooren te hebben geacquiteerd; dan dat zich tegenswoordig verfcheiden reden op deeden . uit hoofde van welke de voorfchreeven Commisfie niét meerder was, van zyne convenientie: verzoekende derhalven, dat Hunne Hoog Mogenden hem ten goede geliefden te houden, wanneer' hy de vryheid nam dezelve terug te brengen en neder te leggen in den fchoot van Hunne Hoog Mo. gen--  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 287 genden, dankzeggende voor het vertrouwen op hem dien aangaande gefteld, en voorts verzoekende als nu van opgemelde Commisfie te worden ontflagen; welk verzoek Hunne Hoog Mogenden, by Refolutie hebben goedgevonden te accordeeren, met betuiging, dat Hunne Hoog Mogenden voldaan syn geweest, over de waarneeming van gemelde syne Commisfie. N'. 600. Redenen welke den Eerwaarden Heer P. Chevallier , Predikant in de Walfche Gemeente te Zwolle, bewogen hebben, om in den door Hun Wel Edele Hoog Achtbaarheden de Heeren van de Magiftraat dier Stad, gevorderden ééd tot bevestiging der Conftitutie, te difficulteeren. In dato den 4 May 1788. Wel Edele Achtbaare Heeren! Myn Heeren! Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Zwolle. Ik zoüde uit het oog verliezen, het gene ik aan my zeiven, en aan myne Gemeente verfchuldigd ben, indien ik in gebreeke bleef de redenen, welke my bewoogen hebben, om in den door U Wel Edele Hoog Achtbaare gevorderden ééd tot bevestiging der Conftitutie, te difficulteeren, voor U Wel Edele Hoog Achtbaare open te leggen. Ik gevoel my ten fterkften hier toe aangemoedigd, door het gunftig uitftel, het welk U Wet Edele Hoog Achtbaare my tot myne Juftificatie gelieven te verleenen, voor welk blyk van toegenegenheid ik U Wel Edele Hoog Achtbaare mynegevoeligfte erkentenis betuig — ik heb hier door gelegenheid ontfangen, om op nieuws myne demarche na te gaan, en niets onbeproefd te laaten, het geen my in deeze zaak eenig licnt, eenigen raad konde verfchaffen. Na al het onderzoek heb ik bevonden, niet anders volgens myn gcweeten te 'hebben kunnen handelen. 11c  ï88 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ik neem das de vryheid Wél Edele Hoog Achc~ baare Heeren, het volgende tot myne decharge, ea tot Jutlificacie van myn gedrag, aan U Wel Edele Hoog Achtbaare voor te draagen; niettwyffelende, of U Wel Edele Hoog Achtbaare zult in deeze myne redenen volgens uwé billykheid genoegen neemen, en overtuigd zyn, Van de zuiverheid myner oogmerken, ]k heb altyd geloofd Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren, dat de gevorderde ééd geen gezag ter wereld had, indien deszelvs interpretatie aan de loutere willekeur van een ieder wierd overgelaaten. Ik vertrouwde dat dezelve een bepaalde zin had, overeenkomftig het oogmerk van den Souverein , en dat dezelve geen bloot formulier was 9 zonder vaste betekenis. — Ik befchouwde de woorden van dea ééd, als klaar, als duidelyk, als ondubbelzinnig, en nam ze dus in dien natuurlykften zin, welke de kragt der woorden fcheen op te leveren. -»— lk heb dus aan de plechtige belofte van een gehouwe en getrouwe aankleeving aan de Conftitutie, geene andere bete. kenis kunnen hegtèn, dan dat ik door den ééd my onder verplichtig bragt.om alles in mynen kring na myn beste vermogen toe te brengen, tot bevestiging dier Cönftitutié. Deeze ééd fchreef my, naar myn inzien niet alleen Voor, negative plichten van enkel ftilzwygen, plichten die zich niet verder uitftrekten, dan de belofte van geene poogingen te doen tot omkeeriBg der Conftitutie, maar vorderde van my, dat ik belang zoude ftellen in de bevestiging van dezelve. Het gene ik beloofde, wilde ik met oplettenheid en nadenken vervullen, en hier toe gevoelde ik te weinig oprechtheid, te weinig vrymoedigjjeid. —— Ik zoude dus ter kwaader trouw den ééd hebben afgelegd. Ik was overtuigd Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren, dat ik my als een eerlyk Burger konde gedraagen, en met een Nedèrlandfch hart myn Vaderlan.4 tief hebben, en het zelve trag- tsvt:  ie Gelmtenisftn in l?8? em, vtiofgtvaïïen. st&j ten van nut te zyn* zonder dié volftrekte aariklée. ving aan de Conftitutie maar ik gevoelde my alle achting onwaardig, ik zoude my fchuldig gemaakt hebben aan ontrouw, en een ftellige plichc overtreeden, indien ik met deeze interpretatie den ééd gedaan had, dien ik niet zorgvuldig konde nakomen. Hier kwam by, dat ik my zei ven niet wel kóndé overtuigen, noch het met de wysheid van den Souverein over een bréngen, dat dezelve door den ééd my niets anders zouden willen voorfchryven, dan de onthouding van zulke daaden, die ohmiddelyk ingericht zouden zyn tot omkeering der .Conftitutie-, welke eerder door de wetten zouden kuacen verhinderd worden, dan door het afleggen van eenen ééd. Daar en boven Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren, verloor ik geenfins uit het oog den tyd* waar in deeze ééd gevorderd word; en ik begreep dat de voorgefchreevene ééd in de omftandighedeh waar ia wy leeven en in de tegenwoordige gefteldheid yan oni Vaderland, iets meer was dan een gewóoné :Burger-ééd, of een ééd gedaan aan een vreemde . Mogendheid. -» Deeze ééd afgelegd in eenen tyd, waar ih dè ; partyfchappen Woelen j in een tyd, van onrust eri i onzekerheid; in een tyd, waar in de denkbeelden, iderwyste, der verftandigftej der braaffte fngezei tenen over het geen men Conftitutie van ons Land ! öoemt, zo zeer uit eikanderen lodpenf in een tyd j, '■waar in mem een uitmuntend Burger kan zyn} en üechter zeer verfchiilend denken over de byzondere .Regeeringsvorm, en deszelvs invloed op het heil (des Vaderland*.; ih een tyd, waar in zelvs dé besté iMenfch ieder oogenblik ongetrouw zdüde kühnêö ttyorden aan deezen ééd, opgevaE in dién póvieiVéd ;ain» welke my de, waare en dé n.atuürlykftë.vöÖf>s Ikomj; te zyn* sa Deeze ééd zég ik afgelegd iri £cU iidaanig eenen tyd j Fchryft meèr^erplichiitijf vêöf j i!dac! in eéti tyd »an raiÊ éü esnèg^iadliëiè yii fièita * 'Vat  agcr Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut Volgens deezen ééd, zoude men in een geduung* gevaar zyn, om tegens zyne principes te zondigen, of ongetrouw te zyn aan zyne beloften; — deeze ééd wel doordagt, wei ingezien, zoude die natuurlyke vryheid belemmeren, die ieder Burger in een Republiek toekomt, welke zyne betrekkingen getrouwelyk vervullende, in geener zynergefprekken, zyner handelingen en gevoelens, welke niet inloopea tegen zynen plicht, mag gehinderd worden. Bet zy my vergund Wel Edele Hoog Achtbaare' Heeren! hier nog by te voegen, dat ik als Ambtenaar den ééd doende, ook in dien kring als Ambtenaar den ééd met ernst en oprechtheid vervullen moet. Het was dus volgens myn inzien niet meer genoeg , algemeen heil voor den Lande af te fmeeken, beginzels van Vaderlandsliefde te Prediken die onafhanglyk zyn van eenig Regeeringsvorm; het was niet genoeg, aan Gods Barmhartigheid een arm, een ongelukkig en verward Vaderland op te draagen; maar ik geloofde, dat ik door den ééd my onder eene meer byzondere verplichting bragt, om in deeze dagen voor die Conftitutie te bidden, en dezelve aan te pryzen. — Ik gevoel dat ik my nim • mer onttrekken mag aan de gehoorzaamheid die men aan de Overheid verfchuldigd is, maar 'er ismyns" bedunkens een groot onderfcheid tusfehen het aanpryzen van een redelyke gehoorzaamheid aan den Souverein, welke het Christendom ten fterkften gebied, en de aankleeving van een zekere Conftitu." tie, die zo wankelend is, waar over men zo verfchillend denkt, welke den Souverein zelve voor zeer gebrekkig houd, en die zo veele veranderingen ondergaan heeft. Eindelyk Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren! — ben ik ten vollen overtuigd, dat de beste gefteldheid van geest, waar na een Burger en een Christen in deeze dagen ftreeven moet, de onzydigheid is: niet die oniydigheid, welke op onverfchiltigheid uitloopt, maar die gene, welke zich voor geen party ver-  ie ÓeBeurtémsfen in tv 8/ enz* voorgevallen. 29 i verklaard; ik heb voorgenomen my, voor niets ia de bresfe te Hellen, dan voor Godsdienst, voor Deugd en voor Rechtvaardigheid; — ik weden, in 't midden der woelingen der hartstogten, in hec midden van zo veele tegentlrydige werkingen myne gerustheid te bewaaren, een hart om te draagen* dat het heil van het Vaderland zoekt, in de verbetering der Zeden, en alleen die beginzels aan te klee« ven 4 die eerwaardig moeten zyn in ieder Landj «vaar in eene redelyke vryheid, openbaare veilig* heid, huishoudelyke, burgerlyke en Christelyke deugden, den grondflag van het welzyn der Maat. fchappy moeten uitmaakeh. Dit z'yn myne waarachtige gevoelens Wel Édelê Hoog Achtbaare Heeren , welke my belet hebben den ééd met vrymoedigheid te hebben kunnen af* leggen. Met deeze myne interpretatie, met deeze ffiynê gevoelens, met deeze myne voorneemens, zoude ik tegen my zeiven gezondigd hebben, en Vëraer» ie.Iykin myne eigene oogen geworden zyn, indien 3k den ééd zonder omzien gedaan had* Ik zoude in myn hart geloehend hebben hét géfië 5k met myne lippen beloofdei en ik zoude redeü liebben gehad om te vreezen, dat ik döor deezen ééd iets zoude toevoegen tót die Zonden, waarom God zyn flaande hand over ons Vaderland uitgeftrektf houd, en mede werken tot die rampen, welke ze* veele ligtvaardige éêdeh over het Zelve brengen «üllen j en hoe veel nadeel zoude ik daar door' iiet doen aan de betrekking waar in ik ftaa, aan hee Ambt dat ik bekleed, en aan den Godsdienst dien ik predik. Misfchieh Wel Édele Hdog Achtbaare Heef en! doé ik een flap die beflisfende voor rtiyfl ganfché leeven Zal zyn. ^—■ Ik gevoel hoe fmartelyk mvntf öfferhande misfehien zyn zal. Myn Huisgezin én myne Gemeente, zyn my zonder ophoefden voöf Jiei öogj —- een Gemeente in welkeïs beSlêrlSg ik T 2 m  aoa Verzameling van Stukken betrekkelyk m zo veel aanmoediging, zo veel zegen vond; een Gemeente welke ik zo lief had, en aan welkers bloei ik alle myne kragten wenfchte te belleden. ■ Niet tegenftaande dit alles ben ik gerust, dat ik noch als Vader, noch als Echtgenoot, noch alsLeeraar, tegen myne verplichting heb aangegaan, door het weigeren van den gevorderden ééd, en ;ik ben be* reid liever bitterheid te fmaaken, dan iets te doen tegen myn hart, — dan beginzelen te laaten vaaren, waar in ik myne eer ftel, en welke ik geloof verbonden te zyn met Godsdienst en met Liefde voor het Vaderland. Ik heb niets te vraagen, niets te verzoeken Wel Ed Hoog Achtbaare Heeren ! alleen wenfchikUWel Edeh- Achtbaare deeze myne Juftificatie in gunftige overweegingen geliefd te neemen, en dat dezelve aan iemand, die niet geheel onnuttig voor deeze Stad geweest is, het genoegen niet weigeren, van zyn gedrag goed te keuren, en te gelooven dat hy gehandeld heeft volgens zyn plicht. Hoedaanig myn lot ook zyn moge, nimmer zal de gedagtenis der genoegens die ik in mynen post, en de weldaaden die ik van U Wel Edele Hoog Achtbaare genooten heb, uit myn geheugen worden uitgewifcht. Ik beveel U Wel Edele Hoog Achtbaare met alle uwe belangcns aan de Vaderlyke zorge des Albellierders! ik wenfch dat U Wel Edele Hoog Achtbaare, geruster dagen moogt zien dan deeze zyn, dat gy ooggetuigen moogt worden van de herftelling van ons vernederd Vaderland, het welk ons boven alles dierbaar moet zyn, en dat U Wel Ed. Hoog Achtbaare met al het uwe bewaard moogt worden in de hand van God , en het voorwerp zyn, van zyne Liefde in Christus Jesus , op dat onder uwe Regeering, Vryheid, Godsdienst, braafheid, deugd, opvoedingen waarheid bloeijen mogen, tot in een lengte van dagen. Jk heb de eer ca my met de mvnen aan U Wel Ed.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 293 Ed. Hoog Achtb. befcherming te hebben aanbevco» ien, my met diepe hoogachting te noemen. Wil Edele Hoog Achtbaare Heeren! ü Wel Edele Hoog Ach-b. Zwolle den &c. Predikant in de Waljche Gemeente. N3. 601. ExtraEt uit het Boek van Refolutien der Stad Zwolle, in dato den 13 May 1788, waar by den Eerw. Heer P. Chevallier , als Predikant in de Walfche Gemeente word ontflagen. De Heeren Gecommitteerden ten Landsdage, ingevolge en ter voldoening van derzelver Refolutie Cemmisforiaal van den 8(len deezer, hebbende geè'xamineert het Adres van Ds. Chevallier, Predikant in de Walfche Gemeente alhier, inhoudende: redenen die hem bewoogen hadden, om in den door haar Wel Edele Hoog Achtbaare gevorderden ééd, tot bevestiging der Conftitutie, te difficulteeren. Hebben de eer te rapporteeren. Dat het hun Heeren wel is voorgekomen, dat de Remonftrant, te zeer gehegt aan erroneufe principes , welke door het ongeluk van den tyd, maar al te diep wortelen gefchooten hebben, zich verkeerde denkbeelden vormt van de plichten welke een goed Burger en voor al een Predikant te betragten heeft, en zich verbeeld, als of hy de door onze Voorvaderen vastgeftelde, en zo God het niet verhoed hadde, tot ongeluk van het Land en de Inge* zetenenom ver geworpen, doch thands weder herilelde Conftitutie; niet gehouwen getrouw zoude kunnen aankleeven, zonder derzelve in byzondere T 3, ge. (was get.~) Gehoorzaamften Dienaar. P. Chevallier, {Sandberg en gomarüs.  $94 Verzameling vsn Stukken betrekkelyk tot gefprekfcen en op den Predikftoel aan te pryzen, en dus het tegenovergeftelde ce prsfteeren , yan het gene te vooren tot het omkeeren v^n 's Lauds aloude Regeeringsvorm >>efchied is; daar het jnte* gendeel een ieder Burger betaamt, de zaaken van dè Regeering en de handhaving der vastgeftelde ' Regeeringsvo-m» óver te laaten aan de orgt van de wettige Regenten, en het voor al niet tot deq kring waar in een Predikant gefteld is, behoord, zich met zodaanige zaaken in zyne gefprekken mee de Leden van zyne Gemeen e, veel min op den Predikftoel in zyne Leerredenen bezig te houden; als dewelke behooren ingerigt ce zyn, om de Gemeeptë te onderwyzen in den Godsdienst, en aan dezelve in te fcherpen die plichten, welke na hee voorfchrift van het heilig Eumgelie en de Leere in den Heidelbergfchen C chegi^mus begreepen , elk Christen ter bevordering van zyn tydelyken eeuwig geluk, te kennen en te betragten nodig het ft; onder welke wel uitdrukkelyk mede behooren de plichten van behoorlyke gehoorzaamheid en het bewyzen van alle liefde en trouwe aan die genen door welker hand het God belieft te regeeren, snaar geenfins begreepen is in het beoirdeelen, aanpryzen of afraaden van die wetten en Regeeringsvorm j onder welke men leeft. -: Waarom ook een openbaar Leeraar, fchoon oofe geen ééd op Stads en Lands Conftitutie hebbe' de afgelegd, van zelvs verplicht is den zegen van Gqd yoor het Land en de vastgeftelde Regeering af te fmeeken; en zich nimmer daar van mag onttrekken pf zich veroirloven, om in zyn publiek Character en bediening, daar hy de mond van de Gemeente tot God moet zyn, in het openbaar Gebed, na, Zyne particuliere begrippen den zegen van het Op. përwezeo over de vastgeftelde Regeeringe al, pf piet af te bidden. Dac zy Heeren wel willen aanneemen, dat de yerweigering over den Remonftranttot het afleggen, Vin dsn ééd j geconfidereerr de Erroneole denk* •" " " ' '" . fee$.  de Gebeurtenis/en ia 1787 enz. voorgevallen. 295 beelden waar in dezelve verfeert, veel eer af te -leiden is uit een al te naauwe gezetheid aan zich vodrgefchreevene denkbeelden, van de uitgeftrektheid der plichten door hem verbonden aan 't gene hem in deszelvs qualiteit zoude incumbeeren, dan aan andere byzondere oogmerken of inzichten: dac derhal ven de herhaalde, ftellige en gedecideerde betuigingen van deü Remonftrant (die niets overlaat om hem van dezelve te rug brengen, dat naamlyk, zonder zyn geweeten te kwetzen zich met ééde niet verbinden kan tot een gehouw en getrouw aankleeven van de vastgeftelde Conftitutie, op de grondflag zyner geadopteerde begrippen,) na het inzien van hun Heeren Gecommitteerden, van zelve mede brengt, dat hy op de gronden by hem gelegd en geinhajreerd, voor het vervolg niet kan voldoen aan de plichten welke hyals Ambtenaar van en onder die zelvde Conftitutie zoude moeten vervullen , zo als zulks echter zyn post als Leeraar in de Gemeente tot welke hy geroepen was, mede brengt; en om daarover, gelyk alle andere Leeraars 's Hemels zegen af te bidden; zy Heeren Gecommitteerden derhalven, van advife zouden zyn: dat aangezien de Remonftrant door 't verweigeren van denvoorgemelden ééd, zich zeiven buiten ftaat fteld, om in deszelvs bediening als Predikant in de Walfche Gemeente deezer Stad, te eontinueeren; hy dus als daar van ontflagen moet worden gehouden. Waar op zynde gedelibereerd, is goedgevonden opgemelde Rapporc te aggrëeeren, en in een Refolutie van Schepenen en Raaden te converteeren s zo als gedaan word by deezen. T4  aaS Verzameling van Stuiken betrekkelyk &t No. 692. Extract uit het Register der Refolutien van ' Hun Ed. Groot Mogenden de. Heeren Stralen van Hollanden Wes.t-Frieland, behelzende Confent in de continuatie der betaaling van de Militie en andere lasten van de Unie enz. In dato, den • • • May 1788, De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, raidsgaders de Gedeputeerden van de refpedtive Steden, hebben uit den naam en van wegens Burgemeesteren en Vroedfchappen van derzelver Steden., geconfenteerd en bewilligt, zo als Hun Ed. Groep Mpgenden confenteeren en bewilligen by deezen» iri de continuatie der betaaling van de Militie ea andere lasten van de Unie, zo als die begreepen jcyn in den laatst geformeerden ordi.nairen ftaat vaa 4eri jaare 1785, en in denextraordinairen ftaat over 1787, met uitzondering van zodaanige Penfioenen van Officieren, welken zedert zyn overleeden of uitkoop hebben genooten, en welken dus van den èxtraordinairen ftaat voor deezen jaare 1788 zoudea moeten afgelaaten worden, en daar tegens met byyoeging van die Officieren, welken in 1785 verzuimt hebbes een behoorlyke Aeteftatie van hun. leeven over te leggen. en daar door over 1786 nies zyn betaald. Dat wyders met opzicht tot eenige Officieren, •welke reeds Cornp. in dienst van den Staat bezitten, èn in het een of ander van de nieuw opgeworpen en nu afgedankte Corpfen, met behoud van hunne Comp. als Hoofd-Officier zonder Comp. zyn geplaatst geweest, en met volle Penfioenen tot die qualiteit van Hoofd-Officier ftaande op den èxtraordinairen ftaat van Oorlog "voor 1787 zyn gebragt» Biet meer dan de helft yanhetPenfioen, zynde vier. honderd vyf en twintig Guldens, behoord betaald |è worden. Dat belangende een Major by het vierde Bataüjpn'Artillery, verroids zyn Hoogheid en den Raad \'«n Staats deeze' post nodig pirdeelea, Hun Ed. * ' " ' "* ' Cropi  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 297 Groot Mogenden, daarin ook met concurrentie van de overige Bondgenooten concurreeren. Verders achten Hun Ed. Groot Mogenden zich in de onvermydelyke plicht, den aandacht van de Bondgenooten te moeten bepaalen tot eenige zeer gewichtige onderwerpen, welke alle tot de gemeene defenfie van den Staat betrekking hebben. Ten eerften: de zo dikwils vrugteloos herhaalde klagten over den verachterden Staat van deFinantie van de Admiraliteits-Collegien, door de gebrekkige Confenten en furnisfementen van fommige Provin» cien, op. de petitie van de zaaken tot de Zee, welke tegenwoordig tot die onvoorbeeldelyké hoogte geklommen zyn, dat deeze Provincie, wil zy niet het Zeewezen in een totaale verwarring zien vallen, zich genoodzaakt gevonden heeft den last Van de Collegien in den haare refideerende, geheel en al op zich te neemen, en aan alle haare behoeftens te voldoen. Ten tweeden: de eigendunkelyke afwyzing van fommige Provinciën, welke niet alleen een goed gedeelte der Militie en andere posten op haare Repartitie gebragt, onbetaald laaten enz.; met dat effect: al wederom, dat tot voorkoming van confufie, de Kas van de Generaliteit reeds dikwils heeft moeten byfpringen, om voor te fchieten, hetgeen een dier Provinciën goedvond zich niet aan te trek. ken. Tenderden: hoe zeer alle de Provinciën hebben moeten overtuigd zyn, dat om zich in postuur te ftellen tot het voeren van den Oorlog, noodzaakeJyk nieuwe Troepes hebben moeten aangeworven worden: dat die Troepes op Capitulatien moesten worden genoomen: dat na de reforme, aan die Capitulatie heeft moeten voldaan worden: nogthands, niet tegeqfia3nde de zekerheid en billykheid van Öit alles, verfcheide Provinciën haar confent ge* weigerd hebben, en in den .critiekfte tyd van de Republiek, het behoud van den Staat aan die wei. gering hebben gewaagt, indien nieï in andere Prq. T £ via-  2^8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vinden en met naame Holland en West-Friesland, middelen waren gevonden, om de ruine van 't Gemeenefaest voor te komen. Dat het even zo gelegen is, met de Kapitaalen die genegotieerd hebben moeten worden, tot voldoe» ning van het gene aan zyne Keizerlyke Majefteit, uit hoofde van't geflootenTraCtaat verfchuldigd is: aan het welk fommige Provinciën zich zo weinig laaten gelegen zyn, als of zy geen betrekking tot het Bondgenoodfchap hadden; zo dat de Generaliteit^ Kas, met de ïntresfe dier Kapitaalen bezwaard is gebleevén, en waarfchynlyk nog meer bezwaard zal moeten worden. Dat Hun Ed. Groot Mogenden derhalven redenen hebben, om van de billykheid der Bondgenooten te verwagcen, dat de reprefentatien aan dezelve gedaan, niec langer vrugteloos zullen zyn: dat, byaldien de gebrekkige Provinciën belang ftellen in 't behoud van 't algemeen Vaderland, indien zy de orde prefereeren boven de verwarring, geene redenen ter werelt fterk genoeg zyn,. om langer te verhinderen, dat de zaaken eenmaal op een regelmaatige voet worden gebragt: dat zelvs het onvermogen der Finantien door zodaanige Provinciën aangevoert, als een reden van haare gebrekkige confenten en betaalingen wel in ftaat is, om deeze achterlykheid voor een korten tyd te doen excufeeren, maar nooit kan wettigen eene willekeu» rige afwyzing of ontrekking aan de gemeene defenfie; en dat integendeel deeze finantieele omHandigheid, zodaanige Provinciën, als het grootlie belang by haar eigen redding hebbende , behoord aan te fpooren, om in de befoignes ten dien einde aangelegd, alle obftacles uit den weg te ruimen, en uit zich zelvs convenable en toereikende middelen aan de hand te geeven, waar door zy kunnen gered worden. Dat des te meer, nu de Republiek, als door een wonderwerk van haaren naderenden val is behouden ; nu zy haare wettige Regeering herfteld ziet; het  de Gsbeurtenisfsn in tfZj enz. voorgevallen. 299 Öet Erf-Stadhouderfchap op vaster gronden dan ooit te vooren, gevestigd is; met haare magtige Nabuuren niet alleen in vreede, maar in defenfive Alliantien ftaat; nu al die voorrechten haar door de Godlyke goedheid als een licht uit eene nog zokorc geleeden duifternis zyn gefchonken , Kun Edele Groot Mogenden ook mogen verhoopen, dat het inwendig beftuur van den Staat van zulke verderflyke wanordes , als zo even opgenoemd zyn, zal worden gezuiverd, de verflapte banden der Unie verfterkt, de orde en eendragt herbooren zullen worden; en dat de Bondgenooten daar toe met elkander, onder de altyd gereede medewerking van zvne Doorluchtige Hoogheid , de handen in een zufen fiaan, op dat het voor ieder kennelyk zy, hoe rust, veiligheid, recht en orde de gezegende vrugten van de omwending zyn. Ne. 603. EdiStaale Citatie voor de Crimineele Rolle van den Hove van Friesland., tegen Dr. Hajo Tuinhout, In dato den 7 May 1788. Willem by der gratie Gods, Prince van Orange en Nasfauw &c. &c. &c. Erf-Stadhouder, KapiteinGeneraal en Admiraal; midsgaders de Raaden geordonneerd in Friesland, Thys Cootstra Deurwaarder van den Hove, falut. Alzo de Prokureur-Generaal deezer Landfchap vat- Ojfic. ons by Requeste heeft te kennen gegeeven, hoe dat Dr. Hajo Tuinhout woonachtig te Franeker, was geweest een voornaam Aanhanger van de Rebellie, door welke deeze Provincieiv het gepasfeerde jaar, wanneer eenige Perfoonen op eigen authoriteit een afzonderlyke Vergaderinge te Franeker hadden belegd, en zich de qualiteit van Staaten deezer Provincie aangemaatigd, zeer was gefchokt, en tot aan den oever van deszelvs ondergang gebragt geweest. — Dat Hajo Tuinhout , benevens pe^r anderen. in naam van de Officie¬ ren,  «03 Verzameling van Stukken betrekkelyk t$t ren, Ortder-Officieren, en verdere dienstdoende en honoraire Leden, van het Genoodfchap van Wapenhandel te Franeker, als daar toe fpeciaal gtauthorifeerd, mede op den 26 Augustus 178/had onderteekend een Adres of Request aan de Edele Mogende Heeren Staaten van Friesland. — Dat teffens door een meenigte andere Lieden meest alle Officieren van de toen aanwezende Vry-Corpfen, Adresfen, zo gedrukt, als gefchreeven, alle van denzelven inhoud als het gemelde was onderteekend, en, gelyk mede het gemelde door gedagten Hajo Tuinhout onderteekend , gelyktydig ter Staats-Vergaderinge waren ingegeeven, ftrydigmet het Placaat van den 25 September 1786, gelyk de Onderteekenaars zelve in hunne Adresfen erkenden. — Dat Hajo Tuinhout en de verdere Onderteekenaars door het gelyktydig inleveren van hunne Adresfen, dezelve daar door , als behelzende de ftemme der Natie, hadden willen doen gelden en doorgaan. —— Dat dezelve in de beleedigenfte bewoordingen, in gedagte Adres de intrekking van gemelde Placaat hadden verzogt, als mede van het tweede Placaat, van denzelven 25 September 1786, hreeder in gedagte Adres vermeld , gelyk mede cok de intrekking van het Verbod van invoer van Krygsvoorraad, en van het maneuvreeren met het Kanon. — Dat dezelve zich in gedagte Adres ten hoogften beklaagde, over de Edele Mogende Heeren Staaten, om dat dezelve hadden kunnen refolveeren om zeker Protest in 's Lands Refolutie Boeken den 16 July 1787 aangeteekend, in handen van den Suppliant te ftellen, om het recht der Heerlykheid dien te neffens waar te neemen. — Dat gedagte Hajo Tuinhout cum foc. in hun Adres verklaarden : dat zy volleedige kennis droegen van het Protest, en den aankleeve van dien, en het zelve woordelyk voor hunne reekening namen, als hunne, eigene waarachtige gevoelens behelzende. — Dat gemelde Protest tegens de wettige genoomen Staats Refolutien was vervat in de hoonendfte bewoor- dm-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. dingen, zo tegens de Souvereine Vergaderinge van Hooggedagte Heeren Scaaten, als tegens den Perfoon van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prince Erf-Stadhouder; direct gefchikt, omdegoede Ingezetenen te misleiden en tegens de Regeering op te zetten. — Dat dezelve op een zeer ledeerende wyze infteerden, om gedagte Refolutie is te trekken; en verklaarden: dat gelyk alle Staatsleden van hunne Committenten by de procuratie,, verkreegen hadden belofte en toezegginge van fchaadeloosftellinge, zo wanneer hunne procuratien niet te buiten gaande, hun iets deswegens mogte overkomen, desgelyks de meefte hunner alle hulp en onderfteuning reeds voor langen tyd hadden toegezegd aan gemelde Staatsleden, wanneer zy in het emplooi van rechtmaatige middelen ten behoeve van de belangens deezer Provincie, mogten worden geincommodeert. —■ Dat Hajo Tuinhout, benevens de andere Onderteekenaars, die hulp en onderfteuninge op gelyken voet aan dezelve Staatsleden, en aan alle andere braave Regenten, waar door zy Regenten van die zelvde party verftonden, by herhaalinge toezeiden en aanboden. ■*— Dat gedagte Hajo Tuinhout was geweest een Lid van het Defenfie-wezen te Franeker; dat dezelve als Lid van gedagte Defenfie-wezen mede de Vergaderingen van dat Defenfie-wezen aldaar in de maanden Augustus en September 1787 had bygewoond, ook terwyl gearresteerde Perfoonen wierden verhoord, onder anderen de Ammunitie-Mees« ter deezer Provincie, over zyn last van de Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten ontfangen, en over zaaken zyn Ambt betreffende, aldaar wierde ondervraagd en geëxamineerd. — Dat gedagte Hajo Tuinhout als Lid van gedagte Defenfie-wezen, mede de Stad Franeker van Ammunitie van Oorlog had voorzien, Auxiliairen ingenoomen, en de Stad door het aanleggen van Batteryen, en het plaatzen van Kanon op dezelve, had in ftaat van de-  göa Verzameling van Stukken beSrekkelyk toé defenfie doen ftellen. — Dat dezelve insgelyks op den 27 Augustus 1787, zittende in de Vergaderinge van gedagte Defenfie-wezen , niet alleen had geweigerd, het tegens de Placaaten van den Lande ingevoerde Kanon en Ammunitie van Oorlog, aan de Deurwaarders door de Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten van Friesland naar Franeker gezonden, om het zelve van daar naar Leeuwarden te transporteeren, te laaten volgen, maar dat dezelve mede in die Vergaderinge had geconcludeerd, om Alarm te laaten flaan, 't welk dan ook ten gevolge had gehad, dat de Alarm-Trom wierde geroerd, en alle Gewapenden zich naar hunne Loopplaats hadden begeeven, en de Deurwaarders benevens de Dienaaren van de Crimineele Juftitie onverrichter zaake hadden moeten vertrekken. *-*» Dat Hajo Tuinhout op den 5 September 1787, op een zeer onwettige en oproerige wyze te Franeker was verkooren tot Raad in de Vroedfchap aldaar, in plaats van Jr. Lamoraal Joachim Johan Rengers , die op een gelyke onwettige en oproerige wyze uit de Regeering aldaar mede door gedagte Tuinhout was geremoveerd. —— Dat Hajo Tuinhout zich voornoemde verkiezinge tot Raad in de Vroedfchap had laaten welgevallen, en daar op den ééd als Raad in de Vroedfchap had gedaan, en in die qualiteit gefungeerd. — Dat Hajo Tuinhout, fchoon tweemaal by open Acte geciteerd , om op den 3den, en 7September 1787 in 's Hofs Vertrekkamer te compareeren, echter daar aan niet had geobedieerd. —— Dat dezelve, fchoon als Advokaat voor deezen Hove, onder folemneelen ééde' belooft had, de tegenwoordige ftaat van Regeerin*. ge getrouw te wezen, en te zullen openbaaren $ het geen hy bevinden zoude by iemant daar tegen geattenteerd te worden, tegens deezen ééd zich nieö had ontzien, om op den 6 September 1787 te Franeker mede in naam Van het Genöodfchap aldaar re ondefteekecen een zeer oproerig Declaratoir aan ü  de Gebèurtemsfm in ijZj enz, voorgevallen. 305 de pretenfe Staaten te Franeker vergadert, behelzende voor eerst i een klagte over eene onlydelyke' overheerfchinge van een Staats-Regeeringe, alleen gefchikt om de Vryheid te onderdrukken, het welk dan verders, met de haatelykfte kleuren tegens de wettige Overheden deezer Lande wierde afgefchildert. — Dat verders de pretenfe Staaten te Franeker, wegens haare oproerige onderneemingen niet alleen in gedagte Declaratoir zeer wierden gepreezen, en tot het voortzetten daar van aangemoedigd , maar dat gedagte Dr. Tuinhout mede in denaam van voornoemde Genoodfchap daar in zeide; dat zy zwoeren, geen andere Overheden te kennen , dan gedagte pretenfe Staaten te Franeker. die zich zo manmoedig voor de belangens van een getrapt en getergt Volk in de bresfe hadden durven Itellen. — Dat zy zwoeren, de ordres van depretenfe Staaten heilig te zullen opvolgen. —- Dat zy zwoeren malkanderen trouwe, en nimmer uit malkanderen te zullen gaan, voor en aleer zy de goede zaak hadden doen triumpheeren, en gedagte Staaten, die zy daar hunne wettige Overheid noemden , in vreede en rust zouden zien Regeeren. — Zwoeren eindelyk, de Perfoonen en Goederen van gedagte pretenfe Staaten in hunne protectie te zullen neemen, en in al het ongemak dezelve deswegens overkoomende , met hun te zullen deelen, met belofte en aanneeminge, om niet te zullen rusten, voor dat alles vierdubbeld op de Bewerkers van het kwaad zouden zvn verhaald en ge- wrooken. • Dat gedagte Hajo Tuinhout, op den 15 September 1787, in de Vergaderinge van gedagte Defenfie-wezen te Franeker , mede had ^nderteekend en verzonden eene Misfive aan den Heere Grietman Johannes Casparus Bergsma, als eerfte Heer van 't Mindergetal, waar van teffens eenige Copien aan veele Leden van de Regeeringe in deeze Provincie waren.gezonden, — waarin dezelve benevens de Leden van het Defenfie-wezen  3§4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zen zich eenpaarig hadden fchuldig gemaakt aats de verfoeijelykfte lasteringen en gruwelykfte bedreigingen aan eenige Regenten, om het op hunie Perfoonen te zullen vernaaien, en derzelver Bazittingen te zullen verwoeden, en alles wat van hun was in vuur en vlam te zetten, en het geheele Land te zullen inundeeren. — Dat gedagte Dr. Tuinhout was geweest Officier onder het Vry-Corps of Exercitie-Genoodfchap te Franeker, dat dezelve, na dat by Placaat van den 4 September 1787* alle Vry-Corpfen en Exercitie-Genoodfchappen ia deeze Provincie waren gedisfolveerd, met verbod aan dezelve, en aan de particuliere Leden van dien, om gewapend op ftraaten of wegen te komen, echter in de Wapenen met gedagte Exercitie-Genoodfchap van Franeker was gebleevén, en in de oproerige beweegingen in de maand September 1787 , te Franeker niet alleen als Officier had gefungeert, maar dat dezelve ook in die maand te Stiens de Commando had gevoerd over eene meenigte Gewapende Manfchappen, die zich van Franeker, en uit eenige omleggende Plaatfen aldaar hadden te famen gevoegd, Stiens in bezetting genoomen, en door. het aanleggen van eene Batterye, en het maaken van Borstweeringen en verdere Verfchanfinge, als mede door het opbreeken van Bruggen en doorgraaven van publieke Wegen verfterkt, en ook aan de aannaaderende Militie van deezen Staat, onder Commando van den Heere Prince van Waldek eenige refiflentie met het Kanon gedaan, doeh zeer fpoedig met achterlaating van het Kanon de vlugt hadden genoomen. — Vermids nu door al het voornoemde gedagte Hajo Tuinhout, zich aan een aller gevaarlykst gewapend Oproer tegens de Staaten des Lands en haare Regenten had fchuldig gemaakt, en zich thands door de vlugt buiten deeze Provincie had geabfenteerd; en het Hof naar bekomene préparatoire informatien prife de Corps tegens gedagte Hajo Tuinhoüt had verkend, en naar zulks deti J Slip"!  Se Gebèurièmsfen in ï?8f ent. voUrgevz'len, 305 "Sbppliant gelast, denzelven ex Officia, CHminalit'? te aüioneeren , en het zelve waren zaaken van zeer kwaaden gevolge, anderen ten exerüpel, ten hoogflen ftrafbaarj zo verzogt de Suppliant zeergedien* flig, tegens gedagte Hajo Tuinhout, woonachtig te Franeker, doch m'extra Provinciam zich ophoudende, onze provifie, van Citatie by Edict in forfria, om ten dage dienende in Perfoon op de Crimineele Rolle van den Hove van Friesland te eompareeren , omme als dan daar toe des Suppliants en Klagers eisch en conclufie, zo ten principaalen*. als nopens de provifie te aanhooren, q. ƒ. &c. Wait dp by ons op den 2 May Ï788 is verleend fiat Citatie by Edi'Êl in forma. Zo is 't, dat wy U ordonneeren en belasten, daar toe committeerënde by deezen, dat gy U transporteerd op de uiterfte Paaien vaö deeze Provincie, naast aan de plaats, ( alwaar meer gedagte Hajo Tuinhout zich ophouw den mogte, doch anderfints te Franeker in deeze Provincie woonachtig, en denzelven citeerd ea verdagvaard, omme in Perfoon voor ons in deCan* cellarye binnen Leeuwarden te compareeren, op alzulke en gelegen dage als gy hem voor den eerHen, tweeden; derdén, en eindelyken pefemptoiren Rechtdag benoemen zult, omme te aanhooren zodaanigen eisch en conclufie, als de Suppliant en Klager als dan zal willen dóen neemen en gebruiken, daar tegens te zeggen, Voorts procedeeren , en in de zaake zien ordonneeren Zo naar rechten behooren zal; met Inthimatie ^indien hykomc of niet, dat wy evenwel in de zaake zullen laaten gefchieden dat recht is; des dat gy gehouden zyt, nagedaanéCicatie by Edict, aanmeer gedagte Hajo Tuinhout, by U Misfive een Copia van deezen onder U hand gecollationeerd over te zenden , ten einde hy in toekomende tyden deezen aangaande geene ignorantie hebbe te pretendeerèn ; welken Exploicl: by ü alzo gedaan, wy van zulken waarde zullen houden, als of 't zelve by U in Perfoon ware VI. Deel. V"  30Ö Perzameling van Stukken betrekkelyk tot re gedaan, ons U wedervaaren pertinentelyk rela* teerende. Gegeeven in de Cancellaryebinnen Leeuwarden, onder het fecreet Signet, 't welk men in deezen Hove gebruikende is. Actum Leeuwarden, den &c. Ter Ordonnantie van den Hoveö (was gei.) S. Faber. N°. 604. Ediclaale Citatie voor de Crimineele Rolle van den Hove van Friesland, tegen Pieter Fon« tein. In dato den 7 May 1788. Willem by der gratie Gods Prince van Orange en JMasfauw &c &c.&c. Erf-Stadhouder, Kapitein Generaal en Admiraal; mitsgaders de Raaden geordon, neert in Friesland , Jan Hendrik van Hateren Deurwaarder van deezen Hove, falut. Alzo de Prokureur-Generaal deezer Landfchappe rat. Offic. ons by Requeste heeft te kennen gegeeven. hoe dat Pieter Fontein, woonachtig onder de Klokflag of Jurisdictie van Franeker, was geweest een voornaam Aanhanger van de Rebellie, door welke deeze Provincie onlangs, en wel voornaamentlyk in de maanden Augustus en September 1787, wanneer eenige Perfoonen op eigen authoriteit tot Franeker, eene afzonderlyke byeenkomfte hebben opgericht, en zich onwettig gequalificeert als Staaten deezer Provincie , zo ongelukkig was gefchokt, en aan den oever van haar ondergang gebragt geweest. — Dat gedagte Pieter Fontein benevens de geweezen Grietman Arend Julianus Carel de Beere, op den 30 Augustus 1787, op order . van het Defenfie-wezen te Franeker, den Lands Ammunitie-Meester Ennius Harmen Bergsma, die op fpeciaale ordre van de Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten deezer Provincie naar Kar-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 307 Harlingen was geweest, en om de laagen van ge. dagte Defenfie-wezen te ontgaan, zyn terug reizé over Makkum hadde genomen, beide met Piftoolen fewapend, op de publieke weg tusfehen Wons en Vitmaarfum, hadden, genoodzaakt zyn Rytuig te verlaaten, en by hun in de Wagen over te gaan, en den zeiven alzo gevangen naar'Franeker had ge. voerd, en aan het Defenfie-wezen aldaar hadden overgegeeven, terwyl ook een weinig van die plaatze op gedagte weg een Detachement gewapende Manfchappen van Vry-Corporisten van Wonferadeel, zich ten gelyke einde by hun had vervoegt. —> Dat Adrianus Alma en Pieter Fontein , gelast om uit naam van gedagte pretenfe Staaten te Franeker , de Lands Collect-Penningen te Sneek op te haaien , zich ten dien einde ook derwaards hadden begeeven, en op den 16 September 1 '87 aan het Defenfie-wezen te Sneek, kennisfe van hun last hadden gegeeven, en van het zelve adfiflentie van eenige gewapende Manfchappen hadden verzogt, en be« komen. — Dat Pieter Fontkin en Adrianus Alma, toen des avonds en in den nagt tu-fchen den 16 en 17 September 1787, met adfiflentie van een Detachement gewapende Manfchappen, onder Com» mando van één Officier, zich naar de Huizen van de Collecteurs van 's Lands Middelen en Impofitien te Sneek hadden begeeven, het Detachement voor de Huizen der Collecteurs doen plaatfen en de Collect-Penningen van de Collecteurs, op voorfchreeven geweldige wyze, zelvs van eenige onder zwaare bedreigingen uit naam van gedagte prastenfe Staaten hadden afgeëifcht, genoomen of ontvangen.— Dat dezelve, op voorfchreeven wyze des avonds ongeveer te iouuren, zyn gekomen aan het Huis van den Vroedsman en Collecteur Lovis Olivier, en van denzelven als Collecteur van het Gemaal de Collect-Penningen hadden afgeëifcht , doch niet» konden bekomen, denzelven hadden doen belooven; geene ColleCt-Penningen naar Leeuwarden te zullen  acg Verzameling van Stuiken heinlkelyk tot zenden. Dat dezelve, op gelyke wyze op diea avond waren gekomen een Huize van den Colleaeur Gaykema aldaar, en de Collett Penningen van deszelvs Vrouw hadden afgeëifcht, doch wegens abfentie van deszelvs Man niets bekomen. — Maar dac dezelve, op voorfchreeven geweld.ge wyze van de navolgende Collecteurs te Sneek, onder Acte van guarand en quitantien, in dien nagt gepas, feerd, uit naam van gedagte prsetenfe Staaten te Franeker hadden opgeëifcht, ontvangen, of genomen, navolgende Collect-Penningen: van den Collecteur J. van der Meuxen, 978 Car. Gis. en 4 Smiv. — Van den Collecteur Ysack Vlink, 2.980 Car. Gis., 17 Stuiv. en 8 Penn. — Van den Collecteur Wyoer. Reinderts , 12S9 Car. Gis. —j Van den Collecteur Jan Rienstra, iooo Car. Gis. Van den Collecteur G. Wier-ma, 1676 Car. Gls —Vau den Collecteur Arent Boetma, <30q Car. Gis. Van den Collecteur Oneides, 897Q Car. Gis., 4 Stuiv. en 8 Penn. —- Dat gedi?te Pieter Fontein en A, Alma, di.e Collecb. Penningen in een Kist geflooten,1 hadden doen brengen in een Herberg te Sneek. — En van daar onder geleide van een gewapend Detachement naar Bolswaard hadden getransporteerd. --- Van waar die Collect-Penningen vervolgens ook onder geleide van een gewapend Detachement, naar Franeker aan de prattenfe Staaten zyn overgebragt Dat Pieter Fontein, zich alzo uit naam van de prsetenfe Staaten te Franeker vergaderd, van 's Lands Penningen had meester gemaakt, en alzo aan' een allergevaarlykst gewapend Oproer, tegens de Staaten de? Lands en haare Regenten had fchuldig gemaakt, eri zich thands door de vlugt buiten deeze Provincie had geabfenteert; en het Hof na bekomene Pra?paratoire Informatien, prife de Corps tegens gedagten Pieter Fontein had verleend ; en na zulks den Suppliant gelast, denzelven ex Officio, Criminaliter te actioneeren: en vermits het zelve waren zaaken van  de Geieurienisfen in 17 87 W. nor gevallen. 329 van zeer kwaaden gevolge, anderen ten exempel ten hoogden ftrafbaar, zo yerzogte de Suppliant en Klager "zeer eerbiedig, tegens gedachten Pieter Fontein, woonachtig onder Franeker, doch nu extra Provinciam zich ophoudende, onze 'provifie van Citatie, by Edict in fortna, omme ten dage dienende, in Perfoon op de Crimineele Rolle van den Hove van Friesland te compareeren, omme als dan daar toe des Suppliants Eifch en Conclufie, zo ten principaalen als nbpens de proyifie te aanhooren , q ƒ. &c. Waar op by ons pp den 29 April i'7,p8 is verleend, fiat Citatie, by Edict in f onna. —— Zo is 't, dat wy uw ordonneeren en belasten, daar toe committeerende by deezen, dat gy uv? transporteerd op de uiterfte Paaien van deeze Provmcie, naast aan de plaatfe, alwaar meergedachten Pxeter Fontein, zich ophouden mogte, doch anders onder de Kïokilag of Jurisdictie yan Franeker in deeze Provincie , woonachtig ; en denzelven Citeert en Verda'gyaarr., omme in Perfoon, voor ons in de Canc'ellarye binnen Leeuwarden té compareeren, op al zulken gelegen dage, als gy hem voor den ï, 2, 3 en eindelyken Peremptoireo. Rechtdag benoemen zult, omme te aanhooren zo. daanigen Éifch en Conclufie, als de Suppliant en Klager als dan zal willen doen neemen en gebruiken, daar tegens te zeggen, voorts Procedeeren, en in de zaake zien ordonneeren zo na Rechte behooren zal; met inthimatie, indien hy komt, ofte niet, dat wy evenwel in de zaake zullen laaten gefchieden dat Recht'is; des dat gy gehouden zyt, na gedaane Citatie by Edict, aan meergedachten Pieter Fontein, by Uw Misfive een Copia van deezen, onder U hand gecollationeerd, over te zenden , ten einde hy, in toekomende tyden deezen aangaande', geene ignorantie hebbe te prstendeejen ; welke Exploict by U alzo gedaan, wy van zulken. waarde zuUen houden, als ofte het zelve by U in Perfoon waare gedaan, ons U wede-vaaren pemfcentelyk relateerende. ^-'k. V 3 we»  £13 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gegeeven in de Cancellarye binnen Leeuwarden» Onder't Secreet Signet, 't welk men in .den Hove gebruikende is. Actum Leeuwarden den &c. Ter Ordonnantie van den Hove* (was get.~) S, Faber. Op de Perfoonen van Paulus Cornelis Scheltema , Adrianus Alma en Johannes Lambartus Hdber, zyn ook Citatien afgegeeven, hoofdzaakelyk van denzelven inhoud, als bq* venftaande. - ;—=-————i 1 - N°. 605. Condemnatie door het Bakkers Gilde, gedaan tegens hunnen mede Gilde-Broeder Gerrit Hendrik Stükking , waar by denzelven word verwee' zen in eene boete van vyftig guldens. In dato den P May 1788. Ingevolge het Concordaat, door Raad en Ge-s nieente, van den 8 October 1787, aangaande de refpective Gildens, wegens het ftraffen dier Leden,'die zich omtrent het miintineeren haarer en onzer Burger en Gilde-Rechten, kwaalyk gedraagen hebben. Zo is goedgevonden en beflooten door het Bakkers Gilde, om den Perfoon van Gerrit Hendrik Stukkink, te Condemneeren in een Boete van vyftig Caroly Guldens, te betaalen 14 dagen ns, ontfangstdeezes, ten voordeele van de Armbusfe van femelde Gilde. En zal gemelde Gerrit Hendrik tukkink, gehouden zyn, het Bakkers-Ambt te dry ven in zyn eigen Huis,, of zal moeten uitfcheiden. Tot kennis en narigt, om zich hier na te kunpen gedraagen, zal gemelde G, H. Stukkikk, dit gorden teï hand gefield^ Ai'  is Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 311 Aldus geteekend op het Gildehuis den 9 Me* Ï788. Uit aller Naam. (was get.) Derk Nyland. G. J. korteling. N°. 606. Ut fupra, tegens hunne Gilde-Zuster Mej. de Weduwe Knaap of Zoon, in-eene boete van één honderd Guldens. In dato den 9«^p»ty'i788. Ingevolge van het Concordaat, door Raad en Gemeente van den 8 October 1787, aangaande de refpective Gildens, wegens het ftraffen dier Leden, die zich omtrent het maintineeren haarer en onzer Burger- en Gilde-Rechten, kwaalyk gedraagen hebben. Zo is goedgevonden en beflooten door het Bakkers Gilde, om Mej. de Wed- Knaap of Zoon, te Condemneeren, wyl niet met ons hebben medegewerkt tot onderfteuning van Burger-Rechten en Gilden, in een Boete van één honderd Caroly Guldens, te betaalen 14 dagen na ontvangst deezes, ten voordeele van de Armbusfe van gemelde Gilde. Tot kennis, en narigt, om zich hier, na te gedraagen, zal gemelde Wed. Knaap, dit wordei ter hand gefteld. Aldus gedaan en geteekend binnen Deventer op het Gildehuis den ckc. • Uit aller Naam. (was get.) Derk Nyland. G. J. KoRTEUKC " V 4  3jt2 Verzameling van Stukken betrekkelyk t&t No, 607. Extract uit het Register van Hun Edel Mo. genden ae Heeren Staaten van Zeeland, behelzen, de Confent in de ordinaris en extraordinarii Sta'a. ten van Oorlog, onder'inhcsfie van de aanrrnjkin. "een by de laastsvoorige Confenten gemaakt enz. In -dato den ..., May 1788. De Heeren Staaten van Zeeland, hebben dooi derzelver Gedeputeerden ter Generaliteit doen veeklaaren: dat, ten aanzien van de verzogte continuatie van de betaaling der Militie en vérdere lasten van de Unie, op den voet van den ordinairen Staat over het jaar 1787, Hun Ed Mogenden wel overtüipd zyn van de onmodglykheid,' waar in de Raad van Staate zich in dit jaar wegens 'verfcheiden famenloópende omftandigneden .bevond, om de ftaat v7an Oorlog, zó ordinair als extraordinair te forjneeten; doch dat tot hun leedwezen gewaar werden , dat een der voornaamfte bygebragté redénen gelegen is, in het niet afdoen van het werk der Provinciaale Quotes; dat Hun Ed- Mogenden volmondig inftemfnende 'met de vraag, by de Misfive yan Hun Hoog Mogenden gedaan: zal het werk van dg, Quples onder de Provinciën nog blyven fluttueeren? dè afdoening daar van, 'van die noodzaaklykheid vinden', dat dezelve, wil men verwarring én cónfufie voorkomen. niet genoeg kan aangedrongen worden. Dat Hun Ed. Mogenden, om te toonen van welk aanbelang dit ten opzichte van hunne Provincie voor het ganfche Bondgenoodfcbap is, aan hunne medeBondgenooten reprefenteeren, dat het met den gedelabreerden .ftaat hunner Provinciaale Finannen, toi dien trap van laagte gekomen is, dat, willen zy zich voor God en de Nakomelingfchap onverantwoordelyk ftellen, zy zich eindelyk in de onver.raydelyke noodzaaklykheid bevinden, van te deel areeren , dat , zo onverhoopt het werk der Proi inciaaie Quotes, geduurende den loop van dit jaar niet gereguleerd kan worden, op eenen voet, te£ï enredigd naar het waare vermogen hunner Pros vin-  „«, Müuzurcmisjïn %ni7*y enz. voorgevallen. 313 vincie, zy van het volgende jaar 1780 zullen afwyzen alle de zodaanige Posten, op de ordinaire en extraordinaire ftaaten van Qorlqg, als het vermogen hunner Finantien te boven gaande, waar van Hun Ed. Nfogenden aan den Raad van Staate de opgave zullen doen, ten einde zich in het formeeren van de volgende ftaaten van Oorlog daar naar te kunnen reguleeren, met den iften October aanftaande, ten zy men voor gemelden tyd, op goede gronden, eene vrugtbaare afkomst van zaaken kc-nde verwagten. ■ Dat Hun Ed. Mogenden nog dit jaar zullen confenteeren, op den'voet van de laatst voorgaande jaaren 1786'en 1787, in de betaaling der Militie en Verdere lasten van de Unie , begreepen in den laatstgeformeerden ftaat van Oorlog; onder expresfe inhsefle, van de aanmerkingen by de laastvoorige Confenten gemaakt, voor zo verre die nog van applicatie zyn. En betreffende den extraordinaren ftaat van Oorlog , dat'Hun Ed. Mogenden verklaaren, in denzelven te confenteeren, volgens den geformeerden ftaat van" 1787, in Zoverrede Posten daar op gebragt zyn , ingevolge van de Refolutie van Hun Hoog Mogenden, met volkomen concurrentie van de Provincie van Zeeland genoomen. V 5  3*4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 608. Mvfive van Hun Ed. Groot Mogenden dé Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, yèrjlrekkende tot antwoord op de Misfive van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Utrecht van den 2 April laatstleeden, over de te rug gelaatent Ammunitie en Kanon in de Stad van Utrecht, enz. {*) In dato den 16 May 1788. Edele Mogende Heeren! Wy hebben uit U Edele Mogenden Misfive van den 2den der laatstleeden maand, in antwoord op de onze van den 2jften October 17 87, vernoomen, dat de reden, waarom U Ed. Mogenden tot zo lang onbeantwoord gelaaten hadden onze bovengemelde Misfive, inhoudende een verzoek, om reltitutie van Gefchut, Buspulver en andere Ammunitien van Oorlog, aan de Stad Utrecht ter leen verftrekt, daar in gelegen was, dat deeze gementioneerde inhoud U Ed. Mogenden had gefurpreneert, en teffens innige aandoening by dezelve had verwekt, dewyl noch U Ed. Mogenden noch de Regeerders der Stad Utrecht, iets weeten van een verzoek toe leening van zodaanige Ammunitie aan ons gedaan, of dat iets diergelyks van ons zoude zyn ontfangen; van welke onbewustheid de voornoemde Regeering van Utrecht, eenuitdrukkelyke verklaaring had gedaan. Wy hadden waarlyk wel gewenscht, dat U Ed. Mogenden ons wat vroeger van derzelver furprife en innige aandoening hadden gelieven te informeeren, wanneer wy in ftaat zouden geweest zyn U Edel Mogenden daar van te ontheffen, door eene eenvoudige herinnering van den toedragt deezer zaak; wy oirdeelen zulks nogthands, na zo veel tydsverloop, van minder noodzaaklykheid, dewyl wy redenen hebben, om te vertrouwen, dat hec aan U Edel Mogenden en aan de Regeering der Stad Utrecht, thands zo onbekend niet meer is, dat, gSr* (*) Zie hier voor No. 532. bladz. $7.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. vosrgevallen. 315 geduurende de laatfte ongelukkige troubles, eene aanzienlyke quantiteit Gefchut, Buskruit en andere Ammunitien van Oorlog, uit de Magazynen deezer Provincie, aan de Stad Utrecht is ter leen verftrekt. Wy mogen ons niet voorftellen, datUEd. Mogenden onder voorwendfel van het fchaadelyk gebruik, dat van deeze Ammunitien gemaakt is, zich zouden willen approprieeren het gor.e niet aan. de Ufurpateurs, maar aan de Provincie van Holland en West-Friesland in wettigen eigendom toekomt; want hoe zeer deeze geleende Ammunitien door de genen, die de Regeering in de Stad Utrecht hadden geufurpeert, tot een verkeerd einde mogen gebruikt zyn, het is en blyft doch een waarheid, dat deeze goederen waren geleend uit de Magazynen van Holland; en dat wy, die na de herftelling der desordres, de wettige Regeering deezer Provincie uitmaaken, derzelver reftitutie van U Ed. Mogenden, als uitmaakende de wettige Regeering der Provincie Utrecht, mogen vorderen en verwagten. Het is maar al te veel bekend, dat in de laatfte turbulente tyden, daar de zugt tot nieuwigheden genoegzaam in alle de Staatsvergaderingen was ingedrongen , en waar van U Ed. Mogenden Vergadering, zo weinig als de onze, onbefmet gebleevén is, veele zaaken zyn voorgevallen, die veel beter aan de vergetelheid waren opgeofferd, dan dat iemant zich na de gelukkige herftelling, noch van die omftandigheden zouden willen prsevaleeren ; en wy vertrouwen, dat U Êd. Mogenden de uitwerkfels van factie en overheerfching, welke in deeze Provincie zichtbaar geweest zyn, zo weinig aan de tegenwoordige wettige Regeering zouden willen imputeeren, als dat dezelve gaarn zouden zien, dat alle de Refolutien en verrichtingen van den beginne der onlusten af, of op naam der Heeren Staaten van Utrecht, of door fommige van derzelver Leden genoomen en gepleegd, (waar uit de Troubles al veel aanleiding hebben gekree- gen)  $t6 Verzameling vin Stukken betrekktlyk tot enz, gen) op rekening Van U Edel Mogenden wierden gefteld. Wy herhaalen derhalven ons verzoek om relhtu» tie der gemelde Goéderen, op het ernftigfte; en hoe zeer U Edele MogeDden ons gelieveh te verzekeren, dat Höogstdezelven eén nuttig gebruik daar van verhoopen te maaken, zullen U Edele Mogenden niet vreemd gelieven te vinden, dat dit nuttig gébruik wofdé gereguleerd door dtn wettigen Eigenaar, aan welken wy vertröüwen, dat deeze Goederen niet langer züljen worden onthouden, daar het ons leed zoude dóen, dat de verdere discusfien over deeze zaak fomwylen aanleiding kwamen te geeven, tót verwydering tusfehen JNabuuren en Bondgenooten, welke altoos, maar vooral haar de pas herftelde eendragt, zorgvuldig beho©* ren te worden vermyd. Hier roede enz,