Gebeurtenis/en in 17 S? enz. voorgevallen. 4Ï
4. Willem Voerman, vyf-en-twintig Guldens, ƒ 25 - : ï
ïf. 'Hermanvan den-Anker, vyf en-twintig Guld.ƒ 25 - : -
6. Rupfendar, vyftig Guldens . . ƒ 50 . : -' :
*7 ''BerèndTellekamp, honderd Guldens.- . ƒ 100 - : - :
8. Casper Jan/en, tot linnen, vyf-en twintig
f - ■ Guldens - . ƒ 25 - : - ;
9. Twee Dogters van den doodgefchooten ; - J-ari Steègcman, tot kleeding, ieder vyfen-twintig Guldens, dus te (amen . ƒ 50 - : - ;
tb. De Dbyer van de dbodgefchoote Franke,
1 - totkleedjng, vyf en-twintig Guldens, . ƒ 25 - : - i
11'. Hendrik N:euwenhiis, vyf en twintig Guld ƒ 25 - : - :
12. Willem Arends, vyf-en-twintig Guldens, ƒ 25 - : - :
13. 'De gekwetfte Zoon van Witteveen, hon¬
dera Guldens ƒ 100 - : - :
Om alle welke uitkeeringen, zo die jaarlyks, en alle jaaren, geduurende het leeven van die genen, aan welke dezelve verfprooken zyn, als van die, welke alleen voor eens zullen moeten gegeeven worden j zo zullen de hier na volgende Ambten met zodaanige jaarlykfe iomme wezen bezwaard, als tegen elk van het zelve zyn aangetekend; ten dien ef. fe&en, dat dit bezwair als een last van het Ambc zelve zal gehouden worden, en als zodaanig door den tydelyken Bezitter van dat Ambt moeten voldaan worden, zo en in dier voegen, en aan zodaanige Ontfangers en Uitdeelers, als hier na breedet zal wórden opgegeeven, alles al mede in conformiteit van de befchikkingen daaromtrent reeds te vooren door Gecommitteerdens uit Gildens en Burgery beraamd, en welke over zulks by deeze mede worden geapprobeerd, als:
. 1. Het Scholtambt van Colmfchaate, twee
honderd Guldens, zegge ... ƒ 200 - i - i
2. Eerfte Rentambt van Lebuini, drie honderd Guldens . . . . . ƒ 300 - : - i
3. Tweede Rentambt van Lebuini, drie honderd Guldens . . . . . ƒ 300 - : - :
-4. Het P.ostmeesterfchap deezer Stad, hon• derd en vyftig Guldens -. - . jf - / 150 - : - : C 5 5. Het
42 Verzameling van Stukken betrekkelyh tot
■ 5. Het Rentambt van de Proostdye , twee
honderd Guldens ƒ Z0Q . . _ ,,
6. Rentambt van Diepenveen, twee honderd Guldens ƒ 200 - • . 1,
7. Ontfangst van Colmfchaate , honderd , Guldens. ƒ IQ0 . . . .,
o. ui. 1 juiösiujadicu van nee ^ymnanum, / te famen twee honderd en- vyftig Guld. / 250 - : 9. Recïoraat, honderd Guld , elk der Pre-
feptóraaten vyftig Guld., dus te famen ƒ 300 - : - : zo. Lectoraat, honderd Guldens . . ƒ I00 .'• . •
11. Commisfarisplaats aan de Welle, vyf enzeventig G-ddens . . , . ƒ 7S * : - *
12. Utrechtfe Wagen, vyf-en zeventigGuld./ 75 - : - ] Om alle welke uitkeeringen te ontfangen, en vervolgens daar van aan de hier boven opgegeevene Pfrioonen , respeclive, zo jaarlyks , geduurende derzelver leeven, als voor eens te doen , en voorts dat gene te verrichten, wat hier voor met meerderen aan dezdve is opgelegt, by deeze genoemd ge./ committeerd en aangefteld worden , de te vooren hier toe ook reeds gedespicieerde Perfoonen, mei Daarnet)
Harmen Horsjes en Jan Jansen.
Dat deeze twee Ontfangers verplicht zullen zyn, deeze hunne ontfangst en uitkeering, met alle getrouwheid waar te neernen en uit te voeren.
Dat zy gehouden zullen zyn jaarlyks en alle jaa. ren, behoorlyke rekening te doen van ontfangst en uitgaaf, en hunne uitgaave met quitantien te verifieeren aan de tydelyke Heeren Cameraars dee. zer Srad,geadfisteerd met een der Heeren Secretarisfen.
Dat zy op requiiltie van Hunne Wel Edele Hoog Achtbiare, hunne refpectjve posten zullen aanvaarden binnen den tyd van zes weeken.
Dat zy, met overleg en goedvinden van dezelve, op het Fonds deezer uitkeeringe, zullen mogen en moeten negotieeren zodaanige fomme als tot betaaling der voor eens toegelegde uitkeeringe,
voorts
de Gebeurtenis/en in 1787 en%. voorgevallen, 43
voorts tot andere presfante uitgaven zal nodig be. vonden worden.
Dat zy deeze op te neemene fomme, zo ras de omftandigheden van dit Fonds zullen toelatiten, het zy uit dea jaarlykfchen overfchot, het zy uit uitkeeringen , die door fterven, hertrouwen, bedanken, als anders mogten vacant worden, met overleg en goedvinden van voorfchreeven Heeren Cameraars, by zodaane meerdere of mindere fommen, als na omftandigheden voor handen zullen zyn, zullen moeten afleggen, en welke aflegging gedaan zynde, zal dat gene wat jaarlyks by 't opneemen de Reken, zal bevonden worden voorbatig flot over te fchieten, na dat ook het hierna voor de Ontfangersvast te ftellen tractement, daar uit zal wezen betaald, aan de uitkeering van de hier voor op de Ambten gelegde uitkeering pro rato moeten ten volften komen, en voorfchreeven bezwaar daar mede verminderd.
Dat elk van voorfchreeven Ontfangers voor falaris of tractement, zo van ontfangst als uitgaaf, jaarlyks, zo lang dit Fonds tot de te doene uitkeeringe in wezen moet blyven, zal genieten eene fomme van vyftig Guldens, welke hem in uitgaaf zal worden geleeden, zonder eenige andere kosten, hoe genaamd , in rekening te mogen brengen, ten ware de Heeren tydelyke Cameraars in buitengewoone gevallen mogten goedvinden, het een of ander aan gemelde Ontfangers toe te leggen.
Dat voorfchreeve Ontfangers voor de getrouwe en exacte waarneeming van hunne post, den behoorlyke ééd aan handen van de Heeren Cameraars voorfchreeven zullen moeten afleggen.
Dat in val van overlyden, bedanking, ofrichterlyke verlaating van een van de beide gemelde Ontvangers, die anders, zo lang dit Fonds moet duuren, hunne posten respeclive zullen behouden, de aanftelling van een of twee nieuwe in derzelver 'plaats, zal Haan aan de meerderheid der voorfchreeve Heeren Cameraars,
Aan
44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot"
Aan welke meerderheid der Heeren Cameraars ook zal verblyven de abfolute dispofitie en decifie over alle dispuiten , die , zo uit hoofde van ontfangst of uitgaaf, tusfehen de Ontfangers onderling, of tusfehen dezelve en de Ambtenaaren, wier ambcen bezwaard zyn , of tusfehen die genen, aan welke by deezen, het zy jaarlyks, het zy voor eens eenige uitkeeringen belooft en verfprooken zyn, zonder dat van voorfchrëeve dispofitie en decifie eenige verdere provocatie of beroep zal mogen plaats hebben, blyvende aan voorfchrëeve Heeren mede vry, om de zodaanigen , welke zich aan hunne decifie en dispofrie niet mogten onderwerpen, boven dien nog zodaanig te corrigeeren,als zy na omftandifheden van zaaken in Juftitie zullen vermeenen tebehooren.
Dat wat aanbetreft de posten van Stads Apotheker, Timmermansbaas, enz., waar omtrent ook door de Gecommitteerdens uit Giidens en Burgery eene Jyst van dispofitie aan. Zyne' Doorl; Hoogheid is overgegeeven, waar by benoemd zyn : ï. Tot Apotheker der Stad, en van de Kinder- en Godshüïzeil '. ... . . J. J Horsman.
' ?.. Tot Stads Timmermans-Baas met de
Brug 'er by . Berend Ruvekamp.
Mits hy B. Loman zyn Ieeven lang tot het werk aan de Brug boven andere prefereerd. • 3. Tot Stads Glafemaaker en Verwer . .. met de leverantie van glas, oly en
verw. .... . . Nicolaas Briüemar^
4. Tot Groffmit .... Hendrik Raland.
5. Tot Llageimaakcr . . . G.W. Lmeman. , 6. Sloptenmaaker .... M. Muiderman.
. 7. Leijendekker en Lootgic'.cr . Jan Léurinl.
. 8. Blikflager Joost Skater.
9. Metzelaars Baas . . . ' . Gemeens. Beekmf.nl 10. Scheeps Timmerman, cn zulks by
de gekogte Werf van zyn Oom . Jan Alerts.
II. L.2'
ds Gektirtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 43?..
>»• ^'•"u,uw • • - • • • • Jr:u ■"<»•«,■•'.' 12. Drukker . . . ■ . , . H. A. Rhaa.
53. Mandemaaker Jan van Ai-
14. Straatmaaker , 'J B. Beekman.: ■
15» Werkbaas op de Stads,Weiden . . D. van Bommel, • Ï6. Tot het lappen der Schoenen in het (Willem Kragt *
Wees- en Kinderhuis . . J '
tter IVechel.
11. Rcpareeren der Stads Karren . J. C. Boek.
x$, Touvvflaager.. . , F. Rouwendaal. -
19. Kuiper VanDasfsn.
De Heeren Gecommitteerdens van zyne Hoogheid voorfchrëeve defpectie en benoeming by deeZcn goedkeuren , om effect te bekomen naar behooren ; zodaanig nogthans , dat nademaal gemelde werkman.splaatzen en leverantien aan de Stad, geene eigentiyke ambten zyn, nog volgens hunne aart en natuur kunnen wezen, het aan Schepenen en Raaden, of den genen die zulks na de Conltitutie der Stadf toekomtv behoord vry te blyven,in val by vervolg mogt blyfcen, dat het gedrag der benoemde Perfoosnen niet met deeze hunne benoeming overeenkomt 3 daar omtrent zodaanig anders te disponeeren,. als ten meesten nutte en voordeel der Stad zal bevonden 'worden te behooren; edoch niet anders, dan om vettige en gewigtige redenen.
Dat, wat aangaat eenige fubalterne ambten binnen deeze Stad, waur omtrent by de dukgemelde lyst, welke aan zyn Hoogheid is overgegeeven , al mede defpectie is gefchied, en uit kragte van welke tot de volgende posten zyn benoemd:
t. Cerrit Hisfink, tot de Caten- en Bisfchops-Tol, en twee Collefteurs plaatzen aan de Brug,-in plaats van Hiddink.
£. Hendrikus van de Sande, tot Collecteur aan den Berg, in plaats van J. Brilman.
3. Willem Tyink, tot de Wegers plaats aan den Berg.
4, Bernardus Wêntink, tot Collecteur van de Wynen.
5. Atv
4*5 Verzameling van Stukken hetrekhlyk tot
5. Andries Schomhagel, tot Collecteur aan den NoordeÊ>
berg, in plaats van van Laar.
8 G j Ballink, tot Collecteur van de Bieren,
7 Jan Brinkgreeve, adjunót Koster aan den Berg.
8. J. H Hisfink, de balffcheid van 't geen Preceptor Meijerink van de Brief en Plaatsbeftelling gehad heeft va» de Utrechtfe. Amhemfe en verdere Wagens, met het huisje van Hisfink, voor hem afdonderlyk.
t). Simon van Brakel, de wederhelft van de bovengemelds Brief- en Plaatsbeftelling, en Voorzanger in de Crew te Kerk.
10. Willem Muizet, Commies op de Welle.
11. Hendrik Leneman, tot Stads Yker.
12. De beide Horologiemaakers de Fries, tot Stads. KIoL'J ken- en Uurwerkwinden, in plaats van Lemmers.
J3- Jan Hulfcher, tot Krankbezoeker , met de 50 Guld.' voor de Donderdagfe Catechifatie 'er by, in plaats van van Til.
34. Dat de Schoohnecstersplaats in het Kinderhuis aan da Provifooren is overgelaaten, met by voeging, dat 20 Jurjen Hcmink, daar toe niet in aanmerkinge te komen
1 mogt bevonden worden, hy dan met 50 Guld. jaarlykfe uitkeeringen zoude worden gebeneficeert, en met ■welke hy ook reeds hier voor op de lyst gebragt is,
'S$. G. Bosch, tot Stads Almanachmaaker en Sterrekyker3 voorts gezworene Landmeeter.
16. Derk Kok, tot Verwalter Bode op Amfteld.ro, in plaats van Lammen.
J7. Gerrit Ruvckamp, tot dienaar der Rentm,, in plaats varj Hiddink.
18. G. Bosch, tot Koornmeeter.
19. Jan Kreumer, tot ifte Toorn wagter. 20 Piet Hummen, tot 2de Toorn wagter.
21. Derk Blaamvenoord, tot een Schutters plaats.
22. SaU".ion Kerklink, tot Aanhaaler.
23. Ands. Mooy, tot het behouden der Schutters plaats;,, 24 Hendrik van der Haar, tot Hellebaardier.
25- J H Roefink, tot Doodgraaver.
26. Wolter Hisfink . tot Poortt'er.
27. Jan Tenger, tot Kruijer.
nder zodaanige conditiën en bedingen, als by elk \mbt en Perfoon zyn uitgedrukt, en dat alzo, sis Ik Scholtus en Ontfanger van Coimfchate zal bly-
ven continueeren de Heer Persoon , mids uit-
keerende aan het algemeene Fonds, waar vaa
hier boven is gefprooken, en tot wier ontfangst ' Harmen Horsjes en Jan Tansen zyn aangefleitf,
jaarlyks en alle jaaren de fomma van drie honderd
Guldens.
Ea
'4$ Verzameling van Stukken' betrekkelyk tut \
En voorts bovendien aan de Heer Burgemeester!
Jam jAC0BSEN»de fom ni van zeven honderd Gul4.
dens, zyn leeven lang geduurende. g. Tot het eerde Rentambt van Lebuini, in plaats ! van de Heer Persoon, de Heer Kameraar vak
Süchtelen tot dé Haar, mids jaarlyks uitkeerenj
de aan het algemeene Fonds, de fómma van df i£(
honderd Guldens.
3. Tot het tweede Rentambt van Lebuini, in plaat: en by vrywillige afftand van de Heer Oud-Came^ raar Fockinck, de Heer T. de Schepper, midaad geoirdeeld heeft in hunnen Werk-: lieden niet ongemerkt te mogen pasfeeren, en, omi alles wat in hun is, conform het Plakaat van denï Souverein , en de heilzaame intentie van zyne Doorl. Hoogheid, toe te brengen wat ftrekken kan tot heti bedaaren der onderlinge Gemoederen, alle de Lie-' •len die in dienst zyn van dit Collegie te gelasten,) zich vreedig , gefchikt en' befcheiden tegens el-, kanderen te gedraagen , zonder zich in fcheldwoor-.. den of daadelykheden te buiten te gaan.
Ten dien einde gebiedende; voor eerst: dat in-gevalle den een den anderen bkfe fmaad- of fcheldrwoorden toevoegt, den Beleedigde daar van ter-, ftond zal moeten kennis geeven, het zy aan dem Equipagie.-Meefter, Baas Timmerman, of Onder-Equipagie-Meefter, welke tot voorkoming van hee-viger dispuuten en beleedigingen , zodaanig zullen 1 moeten handelen, als naar biilykheid zullen ver- I meenen te behooren.
Ten tweeden; waarfchouwende, dat zo zy zich te-I
gecs 1
\it Gsbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 53
igens deeze ordre gedraagen , en hunne mede-Arbeiders met vegten of flaan aanvallen, op wat plaats xulks zy, binnen of buiten de bezittingen van de Admiraliteit, en dat zulks aan den Raad komt te blyken, zy, onvermindert de ftraf van hunnen datgelykfen Rechter, zonder eenige oogluikinge uit het Werk zullen worden gefield, en als Verftoorders van de algemeene rust worden aangemerkt, en mimmer wederom op 's Lands Werf toegelaaten worden.
Wordende de Officieren van 's Lands Werf geJast en gequalificeerd, om zo dra zy zien, dat eeinige der Werklieden zich tegens deeze ordre gedraagen, de zodaanigén daadelyk het werken beletten, en hun niet weder op de Werf toelaaten.
Attum ter Vergaderinge van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit, den &c.
(was get.) J» Rendorp.
Ter Ordonnantie van den Raad,
(was get.) C. Bakker, C. S.
527. Plakaat van Amnestie en vergeeving, wegens de Hoog Edele Achtbaare Regeering der Stad Deventer gepubliceert. In dato den 30 Maart 1788. Wy Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der !Stad Deventer, doen te weeten: , Alzo aan ons door de Edele Mog. Heeren .Cornimisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfauw, Erf-Stadhouder deezer Provincie &c.&c.&c, op fpeciaale authorifatie van Hoogstdezelve, is te kennen geheeven: dat, hoe zeer ook, geduurende de jongfte Ltroebles en beroeringen binnen deeze Stad, een groot aantal van Burgers en Ingezetenen;, ziofi aan izodaane vergrypingen en ondaaden hadden icnuldig
gc-
D 3
f4 Verzameling van Stuiken letréklelyk to,t
gemaakt, dat, moest de ftrengheid der Wetten f in vollen nadruk, tegen dezelve werken, hét te; yreezen ftond, dat veele meerder en minder aanzienlyke Perfoonen door wettig ergaane, doch in haar zelve infameerende Sententien, zouden kuniien béfmet worden, waar in dan tevens veele onfchuldige Naastbeilaanden zouden moeten deelen; terwyl hier door ook zoude kunnen te wege gebragfc i worden, dat deeze Stad zoude moeten worden be- ■ roofd van zodaanige Inwopners, die, komen de- • yefve nog in tyds tot inkeer, nuttige Leden der Burger-Maatfchappy zouden kunnen blyven; dat ; het ook aan zyne Hoogheid genoegzaam zeker voor- ■ jcwam, dat veele Burgers en Ingezetenen deezet: Stad, meer door misleiding, vooroirdeel, drift,, fen andere, in die dagen van Partyfchap plaats ge-' •had hebbende omftandigheden, dan wel door op- • zet en kwaad voorneemen, zich aan 't gezach det; Wetten hadden onttrokken, en dat het alzo aan) zyne Hoogheid , welke aan welgemelde Heeren i Commisfarisfen had betuigd, volkomen te yergee- ■ ven en te vergeeten al 't geen, zo tegen Hoogst-■ clerzelver Perfppn. als Vprstelyk H^uis'en belangen? ; alhier mogt zyn bedreeven , aangenaam zoude zyn', , zo door middel yan eene Wettige, en op eeneconi. ftitufioneele wys te publiceerene Amnestie en kwyt- ■ •fchelding aan de zodaanigen , die door binnen deni tyd van drié maanden tot hunne huizen, handtee- ■ ringen en beroep weder te keeren, zouden betop-nen» dat zy een w'elberaaden voorneemen gevormd,! ïiadden, om zich voortaan als getrouwe Burgers en i gehoprzaame Ingezetenen te gedraagen, de yrye toe= • gang en geruste inwooning alhier, wederom zoude:! kunnen bezorgd worden. Terwyl zyne Hoogheid | zich ook vleide, dai de braave Burgers en Inge-ketenen deezer Stad, Hoogstderzelver exempel, in i het yergeeven en vergeeten van ontfangene béleëdi-> gingen wél zouden willen navolgen, en dat alzoi door dit éen en* ander, de rast, harmonie en eens--; gezindheid aihier3 en daar door de waare voör-l
1 " '' "' ™' MyWm
ie Gebeurtenis/en In 1787 enz. mrgevaïïen. S5'
"poed van Stad en Burgery, grootendeels zoude ïunnen worden herfteld en bevestigd.
Zo is 't, dat wy met aangenaamheid en waaren eerbied, deeze voor onze Stad en Burgery, booge goedguoftigheid van zyne Doorluchtige Hoogheid erkennende, en daar aan, zo veel ons mooglyk is, willende beantwoorden, goedgevonden hebben » te 3oen uitgaan en publiceeren, dit ons tegenwoordig Plakaat van Amnestie, kwytfchelding en vergeer 'ving : verklaarende by deezen, dat al 't geen door anze Burgers en Ingèzetenen, zonder onderfcheid i'an rang of ftaat, het zy dezelve zich naar elderai nebben begeeven, of zich als nog hier bevinden nogten, binnen deeze Stad en haare Jurisdictie is gedaan, begaan, of bedreeven; onverkorten in zyn geheel laatende de remotien, verlaatingen, of andere fchikkingen van Ambten, en Bedieningen, in» voegen als geoirdeeld is, of nog zal geoirdeeld worden te moeten plaats hebben, en effect forteeren ; Dok onverkort de Sententien of Refolucien door dé tegenwoordige Wettige Regeeringe tegen die en deeze geflagen, te vergeeven en in volkomen vergeetenheid te {lellen, zonder daar aan ooit wedef te willen gedenken, veel min toe te laaten, dat [daar over ten hunnen opzichte eenig nader onderzoek of vervolg, het zy in- of buiten Rechten zal gedaan worden, mits dezelve binnen den tyd, van drie maanden weder tot hunne Huizen, handteerin;gen en beroep weder keeren; zo nogthands, dat, ihoe zeer wy hoopen en vertrouwen, dat onze goede Burgers en Ingezetenen het zich tot eere zullen tftellen, van het hooge voorbeeld van zyne Doorduchtige Hoogheid, in het Edelmoedig vergeeten' icb vergeeven van ontfangen beleedi^ingen en fchaade te mogen navolgen , wy echter door deeze onze lAmnestie geen prsejudicie of nadeel willen hebbetf toegebragt aan zodaarie particuliere Actiën, als dë :een tegen den anderen, uit hoofde voorfchreeven ialsanders mogt fustineeren, hem te competeeren;1 inocb. ook aan zodaane Actiën, als de rcfpective Gil* D 4 dea
$6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
den tegen hunne medeleden naar luid van 't Goncof» daat van den 27fteu Maart deezesjaars, mogten wil. ïen entameeren» Gelyk wy ook tevens niet willen worden begreepen, als hadden wy hier door afgefneeden of opgeheeven zodaane Actiën , als uit hoofde van voorfchreeven begaane Misdryven, als anders, tegen deeze of geene Ambtenaaren, zo van de Generaliteit als van "de Provincie, binnen deeze Stad refldeerende, mogten geoirdeeld worden gebooren te zyn, alzo wy het vervolg daar van, als mede van zodaane Actiën, als tegens'dezelve als Burgers, of als Ingezetenen bel'chouwd hebben mogten , al nog volkomen openhouden. Terwyl wy ook van deeze onze generaale Amnestie en kwytfchelding wel expresfelyk willen hebben uitgeflpoten , alle die genen, die, het zy Raaders of Daaders, fchuldig of medeplichtig mogten zyn aan 't geen op den 20 Juny 1787. in of voor de BurgerSocieteit alhier in de Groote Overftraat is voorge- • vallen» en waar by fommigen onzer Burgeren gedood, anderen mishandeld en beleedigdzyn, alsreferveereude wy ons ten fterkften, daar tegen zodaanig, naar rigeur van Rechten te procedeeren, als wy in goede en in deeze Extrordinaire omftandigheden onpartydige Juititie, waar van een ieder die 't aangaat, zich volkomen kan verzekerd houden» ?ullen vermeenen te behooren; gelyk wy ook aan alle en een ieder zodaane particuliere actie, als hy mogt oirdeelen, hem daar uit te competeeren, wel Uitdrukkelyk voorbehouden. Willende wy al verder alle die genen, aan wien wy deeze Amnestie en kwytfchelding verleenen, op het ernftigfte hebben bevoolen, om zich in het vervolg op het zorg. vuldigtte te wagten, van zich aan zulke of diergelyke misdaaden, of aan eenige verftooring van de openbaare rust en veiligheid niet meer fchuldig te maaken, by pcene van niet alleen van deeze onze .Amnestie te zullen zyn vervallen, maair ook zo wel over het geen zy voor, als na dato deezes mogten hebbes begaap anderen ten yoorbeelde op 't firengfte
SP
de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. $f
te zullen geftraft worden; gelyk wy ook eindelyk alle de Burgeren en Ingezeceuen van deeze onze Stad en haare Jurisdictie, van wat rang of ftaat dezeiven mogen zyn, op 't nadrukkelykfte, en onder inha;fie van onze voorige Publicatien, ten aanzien der openbaare rust en veiligheid geëmaneerd, al nog hebben vermaant en gelast, zich als goede en getrouwe Burgers en Ingezetenen betaamd te gedraagen, en noch door woorden of verwytingen, of bedreigingen, noch door daaden, iet te onderneemen, waar door de rust, het vertrouwen, en de tot welzyn van Stad en Burgery zo hoogstnoodige eensgezindheid, uit eenigen hoofde zoude kunnen worden geftoord, mede by pcene van in contrairen val, naar ftrengheid van rechten te zullen worden behandeld.
En op dat nïemaDd hier van eenige onkunde zal kunnen of mogen voorwenden, zal deeze worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men zulks alhier te doen gewoon is.
Ita publicatum Cosf. Putman Dr. loco J. vami Sucht£len, Ls Cavelier Dr. den &c.
Ter Ordonnantie des Raades$ (was get.) A. van Süchtelen, Secreu
Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
U°. 528. Request van de Gecommitteerden der Groen» ïanifche en Straat Davis-Visfcheryen deezer Landen, aan Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friisland, waar by op gronden in het Request gededuceert, eene premie verzoeken voor een aantal ten minjlen van twaalf of vyf tien jaaren, zonder het welk de Supplianten ziek zouden moeten getroosten, hoe ongaarne ook, deeze Vaart geheel te abandonneeren, In dato den . . . Maart 1788.
Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Fries.
land.
Geeven revereutelyk te kennen, de Gecommitteerden der Groenlandfche-en Straat Davis-Visfcheryen deezer Landen.
Dat het zeer algemeen bekend is, dat, in da opkomst en eerde voortgang der Hollandfche Navigatie , een der allerbeste Takken gereekend wierd , de Vaart naar Groenland en Straat-Davis ter Walvisvangst, en meer byzonder, dat de Hollanders jlleen veel meer Schepen derwaart zonden als alle andere Natiën te zaamen.
Dat by de meeste Hooge Collegien in dit Land even zeer kennelyk is, dat hoewel op deeze Reederyen, jaaren door eikanderen geflagen , altoos verlies gevallen is, nogthands deeze Vaart-en Handel, veele Aderen voor het algemeen welzyn van 's Lands Ingezetenen geopend, en eene meenigte Trafyken en Fabryken aan den gang gehouden hebben , die de jaarlykfche fchaade op eene andere wyze konden te gemoet komen.
Dat dit alles zo dikwils is herhaald, dat de Supplianten zich verbeelden tot diverfe hunner voorige Requesten, als die, welke door hen zyn gepraefenteerd den 23 September 1779, den 13 Oftober en den 15 Maart 1786, eerbiedigiyk te mogen refereeren,
pat op het laatstgemelde Request van den 7 A-
prü
iê GeèeurUnisfm in 1787 enz. voorgevallen. 59»,
aril 1786 ter Vergadering van U Edele Groot Mog, wel is uitgebragt een vry gunflig Rapport, doch dat het zelve door de refpective Leden Uwer Ed. Groot Mogende Vergadering zynde overgenomen» daar op tot hier toe nog geene Conclufie is gevallen.
Dat ondertusfchen alle de gevreesde gevolgen, in het minder uitrusten van Schepen hier te Lande, zich in alle derzelver extenfle hebben gemanifesteerd, daar het getal deezer Schepen, die in de* jaare 1770 en 1771, nog bedroegen 150 kielen, in. het jaar 1779 tot op 104 Schepen waren verminderd, en voor dit loopende jaar niet meer dan 69 Schepen, zo naar Groenland gis Straat Davis, bedraagen.
Dat daar tegen de Epgelfchen, welker Gouvernement regulier voor elk van zodaanige Schepen, eene jaarlykfche Prasmie van vyf duizend Guldens getaald, dien Tak thands by opklimming zo ver hebben gepousfeerd, dat in het voorleeden jaar, ter Walvisvangst , uit dat Ryk zyn gezeild 246 Schepen, en dus veel meer als driemaal het getal, dat doen uit Holland derwaart is aangelegd.
Dat uit deeze zo Confiderabele verlegging deezer Vaart, de allergedugtfte nadeelen voor dit Land zyn, geredundeert en by aanhoudendheid vermeerderen, nadien daar aan voor een zeer groot gedeelte is te attribueeren, het verval der Hollandfche ScheepsTimmerweryen, Smederyen, Zeilmaakeryen, Kuiperswerk, Touwilageryen en anderen, zonder te gewagen van het byna totaal verloop der Traankookeryen; by al het welk nog komt, dat de Baleinen tn Traan uit Engeland, tot verflapping der Marktpryzen, in groote menigte herwaart worden overgezonden, ja ook de buitenlandfche Verzending yan hier byna geheel is gecesfeerd.
Dat by dit alles nooit aan het doorzicht van TJ Ed. Groot Mogenden zal echapeeren, dat in de $oorige Eeuw3 toen de Hollanders zich meest al-
60 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
leen op deeze Vaart toeleideti, de pryzen van de Baleinen en Traan zo konde verhoogd en verlaagd worden, als de meer of min gelukkige Vangst vorderde, dewyl toch meest alle andere Natiën, gehouden waren de Producten deezer Reederyen hier te Land te zoeken, of daar van te ontbieden. " Dat eindelyk de uitgebreidheid deezer Reedelyen, een zeer notabel getal bevaaren Matroofen , in tyd van Oorlog, aan deezen Staat konde opleveren, zo dra maar die Vaart voor een wyl gedopt wierd en waar van het effect weder ten voordeele der Commercie uitliep, wanneer, by de onverwagtfle rupture met andere Mogendheden, de andere Koopvaardyfehepen altoos de fpoedigde Protectie ter zee gepresteerd kon worden.
Dat de Supplianten uit dit alles, met allen eerbied, doch tevens met die fidutie, die het gewigt deezer zaak vereifcht, vermeenen te mogen befluiten, dat zy van U Edele Groot Mogenden, niet Jlegts voor de Schepen, die dit jaar, naar Groenland en Straat-Davis , uit deeze Provincie , zyn aangelegd, op eene Premie mogen infleeren, maar ook om van U Edele Groot Mogenden te iroploreeren, dat die Premie voor een aantal van ten minden twaalf of vyftien jaaren moge worden vastgefield, zonder het welk de Supplianten zich, hoe ongaarne, zouden moeten getroosten deeze Vaart .geheel te abandonneeren: dan welker inwilliging, die allez-ins met 's Lands belang drookt, de Supplianten zal aanmoedigen om deeze Tak van Navigatie, weder in voorigen luister te helpen brengen.
Weshalven zo keeren de Supplianten zich tot U Edele Groot Mogenden, allerootmoedigst verzoekende, om het Rapport, den 7 April 1786, ter Vergadering van U Edele Groot Mogenden uitgebragt, in nadere Deliberatie te neemen en zodaanige vrugtbaare voorziening in het bepaalen van genoegzaame Premie te arrefteeren, als U Ed. Groot b Mog.
de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6t
Mog Kullen oirdeelen, ter confervatie en aanmoediging der Groenlandfche en Straat-Davis Visfcheryen, te behooren.
't Welk doende, G*c.
N°. 529. Extratl uit de Refolutien van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, waar by door Hun Edele Groot Mog. Confent word gedragen, in 't Plan van verbetering en vermeerdering van de Armêe van den Staat, door zyne Doorluchtige Hoogheid en den Raad van Staaten voorgedragen, onder de fpeciaale Conditie nogthands, dat een evengelyke Som als het bezwaar van de Armêe bedraagt, ook tot de Oorlogs-Marine van den Staat zal worden geëmployeerd enz. In dat» den . . . April 1788.
De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als mede de Gedeputeerden van de refpective Steden, hebben uit de naam en van wegens Burgemeesteren, en Vroedfchappen van derzelver Steden, in 't Plan van verbeetering en vermeerdering van de Armêe van den Staat, door zyne Hoogheid en den Raad van Staaten, by Misfive aan Hun Hoog Mo» genden voorgedraagen, den 23ilen January laatstleeden geconfenteert en bewilligd, onder de vermindering by het Slot en de Misfive vermeld, namelyk, van de CompagnienCavallerie, Dragonders eu Husfaaren met agt man, en van een geheel Regiment Infanterie, mitsgaders nog onder zodaanige verdere befpaaring ten voordeele van de Finantien, als door zyne Hoogheid en den Raad van Staaten zonder merkelyken ondienst van den Lande zal kunnen aan de hand gegeeven worden; alles ten dien effecte dat het meerdere beloop der onkosten van het te adopteeren Plan, daar onder gereekend de verhoogiDg van de Soldyen, welke reeds gedeeltelyk door de Provinciën wierd betaald, niet meer zal bedraagen dan circa elf en een halve ïonne Gouds,
bo-
$i VèrzameUng van Stukken hetvektelyk ioi
boven het geen de Troepes, waar over dit PlaB rpuleert, tegenwoordig aan den Lande komen te kosten.
Dat hoe zeer de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland laudeeren den iever en voorzorg van zyne Hoogheid en den Raad, om de Arméé van den Staat in een behoorlyke orde te brengen» Zo ten aanzien van haare betaaling als van een modicque vermeerdering, overeenkomftig met de tegenwoordige omftaudigheden van de Republiek»; JHun Edele Groot Mogenden nogthands van begrip zyn, dat het Zeewezen van Staat, geen minder attentie vereifcht; en mitsdien, dit Confent niet anders draagen dan onder de fpeciaale Conditie , dat èen even gelyke fom als het bezwaar van de Armée bedraagt, namentlyk, van circa elf en een halve Tonne Gouds, op den ordinairen Staat van Oorlog zal worden gebragt, om geëmplooijeerd té wbrderi tot zodaanige eindens, als meest gefchikt en meest nuttig zullen bevonden worden voor de Oorlogs Marine van den Staar, en dat zyne Doorluchtige Hoogheid als Admiraal-Generaal zal worden verzogt, aan Hun Hoog Mogenden een Plan op te geeven, volgens welke het beste en nuttigfte emplooy4 van dezelve Som zoude kunnen gemaakt worden.' En zal hier van ter Generaliteit opening Worden gedaan.
(Onder ftond,~) Accordeert met voorfz. Refolutiei . (was geï.) C. Clotterrbooke,
ft*
ds Gebeurtenis/en in 17S7 tnz. vmgevallm. tfg
$io. 53°; Request van de Hoofd-Officieren, Kapiteins en Subalterne Officieren van het tweede Batailjon van zyne^ Doorluchtige Hoogheids Lyf-Regiment Orange Stad en Lande, en Orange Drenthe, over het hun aantygen van gevoelens, welke rechtjtreekt des Ondergeteekendens eer en goede naam, aanran*
[ den enz. In dato den . . . April 1788.
Edele Mogénde Heeren ! Burgemeesteren en de Raad te Groningen.
De Ondergeteekende Hoofd-Officieren , Kapiteins en Subalterne Officieren, van het tweede Bat*, tailjon van zyne üoorluchtigfte Hoogheids LyfRegiment Orange Stad en Lande, en Orange Drenthe, vinden zich verplicht eerbiedig ter kennisfe Van U Edele Mogenden te brengen; hoe zy onder de Bylagen van het Rapport van Heeren Drost en Gedeputeerden van de Landfchap Drenthe, mede vinden eene Brief, geteekend Groningen den 28 Tuly 1787, (*) door zekere Klaas G. Bleeker, Vice Pra-fident en R. K. Driessen, abf. Secret., Bit naam van eene zich noemende Commisfie van Correspondentie , dienende in antwoord op eene Misfive van B. W. van den Sande, als Secretaris te Meppel den 17 July 1787 gefchreeven, om te erlangen nadere informatien nopens het gehouden gedrag van het Militair in Groningen, en wel in fpecie van de conduites van het Battailjon Orange Drenthe. Uit welk antwoord Edele Mogende Heeren, de Ondergeteekenden met geen minder verbaastheid als verontwaardiging, gezien hebben, hoe zich genoemde Klaas G. Bleeker, en R. K. Driessen, in hunne aangemaatigde qualiteit veroirloven, de Ondergeteekenden, by uitzondering van het overige Guarnifoen, te infimuleeren van gevoelens, welkerechtftreeks des Ondergeteekenöens eer en goede naam , aanranden ; door aan
< (*) Zie dit Stuk, III. Dtel, bl. 268. N°. 355.
€4 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tdt
hunne Correspondenten navolgende ve?klaaring te doen:„ wordende teffens hetBatailjon Orange Dren„ the over het geheel genomen, onder het hier zyn» „ de Guarnifoen, nog al voor het meest aan de goe* ,, de zaak toegedaan gehouden"; Eene verdenking Edele Edele Mogende Heeren (van namentlyk de
foede zaak te zyn toegedaan) voor de Ondergeteeenden zo veel te gevoeliger, uit hoofde van de byzondere betrekkingen, in dewelke zy ftaan toe de H. Heeren Staaten deezer Provincie, tot de H. Heeren Staaten van de Landfchappe Drenthe, en tot hunnen Doorluchtigen Kapitein-Generaal; even als of zy zonder bezef van ééd en plicht, en met ter zyden Helling van deeze zo hooge verplichtinge, als'twaare, geheult hadden , zo niet gedeeld, in de gevoelens en maatregelen van eeneCabaale, welke niets minder dan de omverwerping van de gevestigde Conftitutie en den geheelen ondergang van den tegenswoordigen Erf-Stadhouder en Kapitein-Generaal, voor hadt. Verdenkingen (herhaalen wy Edele Mogende Heeren) welke de Onder* geteekenden zo veel te meer treffen, uit overwee-
Sing, dat dit Rapport, als een meeflerftuk van Ju, itie onderzoek, door geheel Nederland geleezen, hun by het weldenkend gedeelte der Natie, in welverdiende verachting, en by deHoofdbeleiders van de zogenaamde goede zaak, in ongevergde toegeUegendheid zoude brengen , en langs dien weg des Ondergeteekendens eer en reputatie hun tegenswoordig en toekoment geluk, en dat van hunne Kinders, zeer zoude kunnen fchaaden: al waarom de Ondergeteekenden U Ed. Mog. eerbiedig verzoeken , van aan de Ondergeteekenden eenezodaane éclatante en voldoende Satisfactie te doen geworden, als in ftaat zal zyn, zo wel de H. Heeren Staaten deezer Provincie, als de H. Heeren Staaten van het Landfchap Drenthe, en zyne Doorl. Hoogh., omtrent de goede trouw van de Ondergeteekenden , te, verzekeren, en hen zeiven vooreen weldenkend Publiek,
is Geh'urtenisfert in Ü737 enz. voorgevallen. 6$
ibliek, van deeze onteerende verdenkinge, te zui.veren. ■
■ -NB. Dit Adres is geteekend dóór alle dienstdoende Officieren van genoemde tweede Battailjon.
:N°. 531. ExtraB uit eene Misfive van de Bemndheb» bas van dè West-lndifche Compagnie ter Prejldi* • aale Kamer Amfteldam. In dato den i April 1788.
Deeze Misfive behelst onder anderen, dat zys ;ihet de laatfte Brieven uit Curacao , tyding bekoinien hadden , dat de oneenigheden tusfehen den Directeur en Raaden en eenige Ingezetenen van 'die Kolonie , aldaar meer en meer toegenomen i'zynde , eindlyk waren uitgebarïten en tot zodaa:nige ongeregeldheden gelegenheid gegeeven had!den, dat gemelde Bewindhebberen, zich by aanhoudendheid buiten ftaat blyvehde bevinden, ónl
zelvs eenig redres daar in te bezorgen, al wederom : genoodzaakt waren , de Zwaarwigtigö deliberatiea ivan Hunne Hoog Mog. te interrumpeeren.
Dat gemelde Bewindhebberen wel erkenden, dat, ,Vöor zo verre zy uit de bekomen berichten konden xfpmaaken, door de toegeevendheid van Directeur :en Raaden 1 de kalmte wederom eenigerrnaaten in dé igemoederen was herfteld, en de rust was bewaard igeworden ; doch dat zy zouden te kort doen aan hec iverlicht oirdeel van Hunne Hoog Mog., by aldien 'zy zich wilden bezig houden met de productie van :eön aantal argumenten, om te bewyzen, dat, zo :h'et voorgevallene op Curacao als het gepasfeerde te [Esfequebo en Demerary, waar van zy de eer gehad • 1 hadden by hunne Misfive, in dato den 29 January 1laatstleeden, aan Hunne Hoog Mogende kennis té ;geeven , reeds duidlyke voorbodens waren Van de, stoor de Republiek, zö noodlottige gebeürdtenis!fen, welke zy reeds lange hadden geappreheüdeert, ihet welk de Vergadering van Tienen Vermeend had 1 onder het oog van Hunne Hoog Mdg, te moeteür1
. Vh Dekê, E. bfëü^
06" Ferzamdmg van Stukken hetreifalyk tot
brengen in derzelver Misfives , in datis den 10 October 1786 en 16 Mey 1787, op beide welke oogenblikken de gemelde Vergaderingen, by ontftentenis van het ten hoogften uoodzaaklyke maintien van haar gezag en adiiftentie van den Lande, zich genoodzaakt had gevonden vrugteloos op rece9 van den anderen te fcheiden.
Dat gemelde Bewindhebbers zich verzekerd hielden, dat Hun Hoog Mog. niet ten kwaade zouden duiden, dat zy de fituatie der zaaken in de Kolonie overweegende, en in de Mi.fi ves van de Regeerin. gen moecende leezen , dat zy declareeren buitenitaat te wezen recht en gerechtigheid onbelemmerd te handhaaven, de goede orde te onderhouden en de ongeregeldheden te weeren, gemelde Bewindhebbers als dan de tydftip , wanneer de Koloniën en de Commercie op en van dezelven, voor de Republiek voor altoos zouden verlooren zyn, als metras. fe ichreeden naderende, aan Hun Hoog Mog. moesten voordellen , en dat zy derhalven, ter hunner decharge, voor Hun Hoog Mog. met allen eerbied» doch teffens met allen aandrang en ernst, op eene reeds lang noodzaaklyk geweest zynde, en meer en meer dringend wordende conduite op alledeAdresfen, Voordragtenen Deliberatien, wegens de zaaken der West-Indifche Comp., vermeenden te moeten infteeren, terwyl zy rondborftig moesten declareeren, volftrektbuiten ftaat te zyn, het gezag en de belangens van de Republiek in de Koloniën te roaintineeren, en zelvs op dit oogenblik naauwlyks hunne daaglykfche huishouding kunnen gaande houden , veel min de maandgelden hunner Arnbtenaaren en Militie betaalen, of eenige Ververfchingen , Vivres of Medicynen naar de Koloniën verzenden.
Dat Hun Hoog Mog. daar uit ligtelyk zouden bevroeden, dat by aldien die deliberatien niet ras ten. einde mogten kunnen gebragt worden, Hunne Hoog Mogenden zich in de noodzaaklykheid zouden bevinden zelv, provifioneel en hangende de verderedeliberatien, fchikkingen werkftellig te maaken, waat
door
ie Gebeurtenis/en in f787 enz. voorgevallen* 6f
door de verdere confufie geweerd, en geprsevenieerd; wierde , dat de Republiek haare Koloniën en de iroordeelen, dewelke dezelven aan den Lande be. nooren aan te brengen, geheel en voor altoos verdeze.
532. Misfive van de Heeren Staaten van Utrecht, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, over het Kanon by de evacuatie in de Stad Utrecht achtergelaaten. In dato den 2 April 1788.
Edele Groot Mogende Heeren , byzon-
DERE GOEDE VrTENDEN, NaGEBOÜREN Elf
Bondgenooten!
Wy hebben op zyn tyd ontfangen Uw Ed. Grooc log. Misfive, gefchreeven in 's Hage den 25 Ocober des afgeloopen jaars.by dewelke U Ed. GrooC «log. ons hebben gelieven kennisfe te geeven van :e informatien der Heeren Gecommitteerde Raaen, dat naamlyk het Gefchut, Buspulver en andee Ammunitie van Oorlog, door dezelven, op U. (ter Ed. Groot Mog. ordres, federt eenigen tyd sr leen verftrekt aan de Stad Utrecht, tot hiertoe iet wederom in de Magazynen van Uwer Ed. Groot tfog. Provincie waren gerestitueert geworden, en :erhalven eene fpoedige restitutie van deeze ter een veritrektegoederen, van ons verzoekende: en louden wy niet hebben nagelaaten bereids op dee. f Uwer Ed. Groot Mog. Misfive te antwoorden, 10 niet de hier voor kortlyk gemencioneerde inhoud unshad gefurpreneerd, en teffens innige aandoening a ons yeroirzaakt; terwyl noch wy, noch'ook de iegeerders der Stad Utrecht iets weeten, van een •erzoek tot leening van Gefchut, Buspulver, of •erdere^Ammunitie van de Heeren Staaten van Hoiand gedaan, of dat ook iets diergelyks van Hoogst* dezelven is ontfangen.
Het is wel zo, dat na de evacuatie der Stad üc & » ïecht
68 Verzameling van Stukken b'etrekkelyk tót
recht eenig Kanon is gevonden, dan geen ander Ka-< non als de Ufurpateurs van's Lands Souverein gezag hebben geëmplouijeerd, om zich tegen den wettigen Souverein, mitsgaders de wettige Regenten, te" verzetten . en waar van, na het doen ophouden van 's Lands Souvereine Vergadering binnen deeze Stad , beneffens de afzetting van deezer Stads Wettige'. Regenten, zy zich ook daadl.yk hebben bediend om dé toegangen naar de'Stad Utrecht te beletten, of' pok zich van een gedeelte deezer Provincie meester te maaken, de Ingezetenen te mishandelen ,'s Lands Troupen .aan te tasten en vyandlyk te bejegenen, en met renverfement der wettige en bezworen Conftitutie en verjaaging en oppresfie van alle de Leden der Regeering en Ingezetenen , welke zich daaraan verbonden erkenden, deeze Provincie op den oever van deszelvs ondergang te brengen. 1 : ' Het is alleenlyk dit Kanon en Ammunitie, welk-: alhier is acht'ergelaaten, en geenfins Gefchut, het; welk by de Proviacie van Holland bondgenootfehap. i ]yk aan ons of . de wettige Magiftraat der Stad Ut-' recht , zoude zyn ter leen gegeeven; in tegendeel. zvn, na dat genoodzaakt waren, door de verregaande dreigementen en daaden van geweld, onze.Vergade-■ ring en Perfoonen naar de Stad Amersfoort te verleggen, wy zeer'in verlegenheid zyn geweest, hoe ter beveiliging van deeze onze Vergadering en Perfoonen en goede Ingezetenen tegen de Üfurpateurs,' welke zich van de Stad Utrecht en een gedeelte onzer Provincie geëmpareerd hadden, en ryklyk van Kanon voorzien waren, het noodige Gefchut te bekomen, hebbende dit zelv', na behoorlyk Adres aan j den Raad van Staaten, niet anders kunnen verkrygen, dan door de trouwe adfiftentie van de Heeren i Staaten van Gelderland; zulks U Edel Groot Mog., ir. een verkeerd denkbeeld moeten verfeeren wegens Gefchut en Ammunitie aan ons of de wettige Magi- ■ ftraat der Stad Utrecht ter leen verftrekt, het weik : nog niet tot dc Provinciaale Magazynen zoude zyn i gereverteerd, alzo ons des wegens niet het minfte i
be-..
ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6*9
bewust is, en ook, volgens de uitdruklyke vert klaaring , ter onzer Vergadering gedaan , aan de ; Magiftraat ^van Utrecht niets daar >-an bekend is.' , U Ed. Groot Mog- zullen, uit hoofde van het gunt voorfchreeven is, dan ook ligt begrypen hoe byzonder aangenaam het ons is, door het achterlaacen van eenig Gefchut en Ammunitie door de Geweldenaars binnen onze Provincie, ons it; ftaat -te zien gefteld, om het zelve voortaan tot betere en voor het Bondgenootfchap nuttiger eindens te kunnen emplooijeeren, gelyk wy dan ook U Edele 'Groot Mog. kunnen verzeekeren, geen ander gebruik daar van vervolgens hoopen te zullen maa. ken, dan welke het behoud van het lieve Vaderland , de confervatie van deszelvs eer en indepen•dentie in het algemeen, en de noodzaaklyke, verdeediging onzer Provincie en het wettige Gezag en Conftitutie binnen dezelve, in het byzonder, vaa ons zullen vorderen; en vertrouwen wy, dat deeze declaratie aan U Ed. Groot Mog. mede zeer aangenaam zal zyn , nadien Hoogstdezelven , ter gelegenheid van een gevreesden aanval by zekere op dien tyd geprojecteerde fchikkingen , bereids hebben begreepen, dat wy, om met eenig elFecl: deeze Provincie, en bygevolg ook die van U Ed. Groot Mog. te beveiligen, Gefchut en Ammunitie nodig hadden , en waar toe U Ed. Groot Mog. zich mede tot onzer hulpe en adfiftentie ten deeizen opzichte bereid hebben getoond. En hier malde &c.
I
fo Verzameling van Stukten hetrekketyk tot
K°. 533. Extratt uit het Register der Refolutien vam Hun Edel Mogenden, Ridderfchap en Steden det Staaten van Overysfel, behelzende onder anderem het Formulier der ééd welke door de Magifïraaien Gezwooren Gemeentens met derzelver Ministers im de Kleine Steden , benevens alle de Provinciaalei Ambtenaar en, voorts alle Predikanten of Kerkly.ke Perfoonen van welke onderfcheiden Gezindheden! die ook mogen zyn enz. zullen moeten afleggen. Im dato den 2 April 1788.
By refumtie gedelibereerd zynde op de Misfive: van de Heeren Staaten van Holland en West-Fries-, land, van den 23ften November des afgeloopen jaars i 1787, betrekkelyk zekere Acte van Verbindtenis t op den 8ften Augustus des jaars 1786, tusfehen ee-■ Bige Regenten binnen Amfteldam zullende zyn aan- ■ gegaan, als mede op 't Rapport daar over op dea . golfen November daar aan volgende ter Vergade- ■ ring van Ridderfchap en Steden uitgebragt, gelyk ook op de Refolutie daar over op den iften April jongstleeden genoomen, gelyk ook nog op de Refolutie van Hooggemelde Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, van den ijden February deezes jaars, den l8den daar aan volgende ter Vergadering van Haar Hoog Mogenden ingebragt, betrekking hebbende tot eenen generaalen ééd af te doen leggen op de Conftitutie der Hooge Regeering en het Erf-Stadhouderfchap, benevens een voorflel aan de Bondgenooten om dezelve als eene grondwet van Staat onderling aan malkanderen te guarandeeren; zo is, metfpeciaale toeftemming en unaniem Advies van alle de Leden van Staat, goed. gevonden en verftaan, de voorfchreeven Acte van Verbindtenis te verklaaren voor nul en van onwaar» de, en van alle verbindende kragt gedeftitueerd 3 »--— dat voorts een ieder Lid van de Provinciaale of Stedelyke Regeeringen in conformiteit van de refpective confenten daar toe gegeeven, met derzelver Ministers, als nu zullen verklaaren aan de Acte
vaa
de Gebeurtenis/en in 1787 enz, vmgeysïlen. 71
van Verbindtenis (*), welke op den 8 Augustus 1785, tusfehen verfcheiden (zich noemende Vaderlandlievende Regenten) te Amlteldam aangegaan, endoor dezelve, en naderhand mede door veele anderen geteekendis: ,, of geen deel gehad hebben direcl of j, indirect, of by zo verre zy daar aan eenig deel di„ redt of indirect gehad hebben, daarvan af teziea,
zich te oncflaan en oncflagen te houden, van alle uit „ dien hoofde gecontracteerde verplichting."
Dat voorts ter handhaaving en aankleeving van de Conftitutie, waar van het Erf-Stadhouderfchap een esfentieel deel uitmaakt, de Leden van de Ridderfchap, gelyk ook alle die participeeren aan de Regeering inde Steden met derzelver Ministers, zullen moeten* belooven en zweeren, de tegenswoordige Conftitutie en Regeeriugsform, zo en als dezelve in den jaare 1747 relatief het Stadhouderfchap ea Erf-Stadhouderfchap, conform de Refolutie en Reglement van Regeeringe in 1748 vernieuwt en herdrukt, is vastgefteld, in alle haare deeien te zullen helpen conferveeren en maintineeren; voorts vigi* leeren tegen alle ligues en 't zamenfpanningen, toe ondermyning of omverrewerping van het zelve ondernoomen wordende.
Dat voorts in conformiteit van voorfchreeven refpecti ve voorflagen, en daar op gevolgde Refolutien ». het volgende Formulier van ééd te doen by de gene, welke hier beneden nader worden gefpecificeerd, zal worden gearresteerd, zo als het zelve gearresteerd word by deezen.
Ik beloove en zweere de Conftitutie en Re-
geeringsform deezer Provincie , met het Erf„ Stadhouder-, Gouverneur-, Kapitein- en Admi-
laalfchap-Generaal , erflyk in het Doorluchtig ,1 Huis van Orange en Nasfauw gebouw en getrouw ,, te zullen aankleeven, zodaanig als het zelve by „ de refpedrive Staats-Refolutien in de jaaren 1747 „ en 1748 is opgedraagen, en by den tegenwoor-*
„ cü
(*) Zie dit Stuk in het II. D., bl. 28$. Janteek. E 4
fa Verzameling van Stuiken betrelkelyk'tbt
a, digen Heere Erfstadhouder, in den jaare 176S „ aanvaart".
Dat voorfchreeven ééd terflond zal moeten worden afgelegd door de Magiflraaten, Gezworen Gesneentens met derzelver Ministers, en andere beambten in de Steden Hasfelt en Steenwyk, gelyk ook in de overige Kleine Steden deezer Provincie. *tt- Waar van de eerlte nominatim zullen doen blyJten aan Ridderfchap en Steden , dat dezelve alle zonder uitzondering van iemant naar inhoud deezer JRefolutie is gefchied, en zullen de laatften zulks doen in handen van de refpeftive Drosten in de Kwartieren , doch ten opzichte der beambten in voorfchreeven Kleine Steden gefchieden in handen der Magiflraaten, die daar van zullen doen blyken aan voorfchreeven Heeren Drosten, om door dezelve ter kennisfe van Ridderfchap en Steden te worden gebragt.
Gelyk voorts de gemelde ééd zonder onderfcheid zal worden afgelegd door alle de Provinciaale Ambïenaaren, aan Ridderfchap en Steden onderworpen, van dezelve dependeerende ofte in eenige Bediening of Commisfie wegens dezelve gefield zynde; voorts alle Predikanten of Kerkelyke Perfoonen, van welke enderfcheiden gezindheden die ook mogen zyn, Kosters, Voorzangers en Schoolmeesters; gelyk ook üdvokaaten, Prokureurs of die voor eenige Rechtbank occupeeren, en als zodaanigen geadmitteerd zyn; voorts alle .zodaanige anderen, die by Ridderfchap en Steden of de refpective Magiftraaten der Hoofdlieden in conformiteit van alle voorfz, Refolutien, fpeciaal van de voorflag by de Refohi-. tie van de Heeren Staaten van Holland en West,^ friesland voorgemeld vervat, nader zouden begrepen worden, daar onder te moeten worden betrokken. —— Des dat dezelve Ambtenaaren zulks zullen doen in handen der Heeren prdinaris Gedepu^ teerden, pp eenen daar toe by hun nader te bepa^» lenep dag; doch de Schouten, Richters, 'Advokaaten4 Prfikurears $c, j yoorft Predikanten,Kosters^
Ybqin
de Gebeurtenis/en in 1787 ««» vaorgevattm. ?$
Voorzangers en Schoolmeesters, zullen tot meerderfeciliteit dezelve prsesteeren in handen der Heeren Drosten, die daar van mede zullen doen blyken aan Ridderfchap en Steden by derzelver eerst volgende ordinaris of extraordinans Vergadering, en fn de Heerlykheden voor de Heeren derzelve, ten einde daar van mede aan Ridderfchap en Steden te doen blyken op het aanftaande Recês. En'zullen de Leden van de Ridderfchap' en Steden nu prslentgehouden worden voorfchreeven ééd terftond ter Vergadering af te leggen, en alle de abfente peremptoire gefommeerd worden, om zulks te prasteeren of gepresteerd te hebben voor of op den eerften dag van het tweede Reces van deezen Landdag, welke bepaald is op den Men May aanftaande, des de abfente Leden daar van kennis zal vvorden gegeeven, en teffens vryheid om zulks Vborat. verkiezende te doen, te .mogen effeftueere.n voor de Heeren ordinaris Gedeputeerden,' die als dan daar van by de opening der Vergadering voorfz. zullen kennis geeven; zullende omtrent diegenen, welke om erheffelyke redenen niet kunnen parois-. feeren, daar van moeten doen blyken, als medevan derzelver bereidwilligheid om denzelven éédwel te willen afleggen.
Dat ten opzichte van alle Ambtenaaren, die in eenige bediening voor 't vervolg gefield worden en hier vooren gedenoteerd, zullen voor het aanvaarden hunner bedieningen of Commisfien by afleggen van den ééd te gelyk moeten doen, voor zo verre dezelve ééd niet, aireede door hun in andere quaüteiten is afgelegd, wanneer met eene verklaaïing van denzelven te hebben geprafteerd, zullen kunnen volftaan.
Accordeert niet voorfz. Register* (was gef.) Derk Dumbar.
I1!
74 Verzameling van Stukken ietrekkelyk tot
No. 534. Magiftraats-verandering te Flisfingen, doet de Edel Mogende Heeren Commisfarisfen van zyn* Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder t op den 3 April 1788 gefchied.
B a 1 l l u w. Mr. Appolouius Jan Cornelis Lampfins.
Burgemeesteren. Pieter Jacob Clyver en Mr. Johannes Mauritz. Schepenen.
Dr. Abraham Muller. Abraham Louysfen ~»
Mr. Anthony Ewout van Dishoek, Heer van Dom. burg. —— Willem van Bronkhorst. — Mr. Adriaan
Francois Lammens. Mr. Willem van Rofenthal.
— Anthony de Zitter J. Z. — Johan Teellinck le. Grand en Huybert van Delden Engelfen.
Raaden.
Mr. Evert Clyver. Mr. Wilhem Graave van
Hogendorp. Mr. Anthony Pieter Lambrecht-
fen, Heer van Ritthem. —— Mr. Johannes Mauritz. ——• Mr. Cornelis Caen. — Pieter Jacob Clyver. —— Adriaan KroefF. — Mr. Cornelis Christiaan Eèrtling. — Mr. Petrus Gulielmus Schorer. — Dr. Abraham Muller. — Mr. Anthony Ewout van
Dishoek, Heer van Domburg. Mr. Abraham
Sandra. — Mr. Jacob van Dishoek. — Mr. Abraham van Doorn. — Johannes Asfuerus Schorer. — Mr. Francois Reinier Radermacher. — Abraham Louysfen. — Mr. Nicolaas Jóhan van Hoorn,Heer
van Burght. Benjamin Catteau, junior. — Mr.
"Willem van Bronckhorst. — Mr. Adriaan Francois
Lammees. —- Alexander Hieronymus Wolrad.
Hendrik van Dopff. — Jan Adriaan Moens en Jan Heers.
Pensionarissen. Mr- Fredrik Frans Lodewyk Pestel. — Jr. Willem Zeelandus vanBorsfele, Honorair.—— Johan
Teel-
ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 75
Teellink le Grand, Honorair. —■ Johannes Louysiën, Honorair, en Benjamin Catteau, Honorair.
Blyvende de Gecommitteerden van wegen de gemelde Stad Vlislingen, in de Provinciaale en Genejraliteits Collegien gecontinueerd.
N°. 53 J. Verandering, gemaakt in de Magiftraat der Stad Brielle, door de Comntisfie van zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder. Op dato den 7 April 1788.
Vroedschappen. Mr. Andreas van der Sluys. — Dr. Adriaan de Mirell. •—■ Augustinus van der Crap. — Dr. Cornelis van Dam van Aarden. — Mr. Ocker Gevaerts Heere Johsz. — Mr. Adriaan Mattheus de Wit.— Jacobus Roest. — Alexander Marius Cleyn. — Adrianus Johannes Hogendyk van Domfelaar. — Asfuerus Bresfer. — Gabriel Leonard van Oosten.—Adriaan de Mey.— Pieter van HoogwerfF Georgsz. Mr. Pieter Hendrik Hoog. — Jan Marcus Heeneman. — Johannes van der Schilt (blyvende lubfiftuit Secretaris, zonder confequentie voor 'c vervolg. — Mr. Charles Christoffel Brender k Brandis. — Mr. Willem Pieter van Alderwereld. — Johannes van der Minne. —Charles Gerard van Baerie. Pensionaris. Mr. Jacob Camper.
Secretaris. Mr. Carel Willem Hogerwaard.
Sobsistüit Secretaris. Johannes van der Schilt.
Hebbende zyne Doorl. Hoogh. goedgevonden de thands in functie zynde Burgemeesteren. Mr. Andreas vaa der Sluys. — Alexander Marius
Cleyn.
Sche.
f6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
Schepenen. Mr. Andreas van der Sluys. — Dr. Adriaan de Mirell. — Mr. Ocker Gevaerts Heere Johsz.—■Jacobus Roest. — Gabriel Leonard van Oosten. —» Heiman Volker, — Simon van der Burgh. — Mr. Pieter Hendrik Hoog. — Libertus van Bokkelen.
Mitsgad ers de Schepenen Commissarissen. Mr. Adriaan de Mirell. — Mr. Ocker Gevaertj Keere Johsz. -— Jacobus Roest.
Raaden. i Johan Marcus Heeneman. — Joost van Sina.
Als mede den Gecommitteerden Raad tér" Admiraliteit op de Maze. Augustinus van der Crap.
In hunne voorfch. refpeétive Posten te continueeren.
JU0. 536. Misfive van Hun Ed, Mog. de Heeren Raad van Staaten aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde. Nederlanden, be.trekkelyk tot het Plan van verbetering en vermeerdering van de Armêe van den Staat enz, ln dato den 1 April 1788.
Hoog Mogende Heeren!
Zo dra wy hebben ontfangen' U Hoog Mog Refolutie van den 3iften der afgeloopen maand , waar by aan ons tot naricht wierd toegezonden Copy der Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ten zeiven dage ter Vergadering van Hunne Hoog Mog. ingebragt, waar bv Hoogstdezelven confenteeren in het Plan van verbeetering en vermeerdering van de Armée van den Staat, door zyne Hoogheid en ons voorgedraagen , onder de vermindering by het Hot onzer Misfive 5
to:
ie Gebeurtenis/en in l?87 enz. voorgevallen, ff
I tot"geleide van het zelve Plan vermeld, naamlyfc 'ei van Compagnien Kavallery, Dragonders en Husfaaren,metagt Man, en van een geheel Regiment In"l fantery, midsgaders nog onder zodaanige verdere ;,i befpaaring, ten voordeele van de Finantien, als :,| door zyne Hoogheid en ons, zonder merklyke onI dienst van den Lande, zoude kunnen aan de hand I gegeeven worden: hebben wy niet nagelaaten dac ;'1 point aanftonds met zyne Hoogheid in nadere oI verweeging te neemen, en het gevolg daar van is geweest, dat zyne Hoogheid en de Raad van gedagten zouden zyn, dat dit foulaas voor de Finantie best zoude kunnen gevonden worden, in het provifioneel niet aanwerven der twee Compagnien by het Regiment Guardes te Paard, en van eene Com-
Eagnie by het Regiment Guardes te Voet, zo als et meergemelde Plan mede bragt, maar dit uit te ftellen tot dat derzelver oprichting een min esfentieel object voor de Financien zal konnen geacht , worden uit te leveren , en wanneer hier by nog gevoegt word de befpaaring , welke gevonden kan i worden door de vermindering van een Officier per ■ Esquadronvan het Regiment Guardes Dragonders, i- en dus het zelvde Regiment te brengen opdenzelvden voet, als de andere Regimenten ligte Dragon« ders, except de Standaart jonker per Compagnie; zo vermeent zyne Hoogheid benevens ons, dat zonder ondienst van den Lande, en zal het oogmerk der geproponeerde verandering en verbeeteïing van de Militie bereikt worden, geene meerf dere befnoeijing kan gefchieden, terwyl ook de hier ' nevens gevoegde bereekening der kosten welke door het niet aanwerven van gemelde drie Compagnien Guardes en aflaaten van een Officier by ieder Esquadron Guardes Dragonders , zo wel als ? door het verminderen van het overgeleeverde Plan :' met een Regiment Infantery en agt Man per Com1 pagnie Kavallery, Dragonders en Husfaaren zouden befpaard worden, doet zien, dat op die wyze > volkomen zal zyn voldaan aan de reflexie by de t * voor-
78 Verzameling van Stukken letrekhlyk tot
voorfchreeven Refolutie der Heeren Staaten vaa Holland nog voorkomende, dat naamlyk het meerdere beloop der onkosten van het geadopteerde Plan, daar onder gereekend de verhooging van de Soldyen, welke reeds gedeeltlyk door de Provinciën word betaald, niet meerder zonde bedraagen dan circa elf en een halve Tonnen Gouds, boven het geen de Troepes waar over het Plan rouleerd, tegenwoordig aan den Lande komen te kosten.
Daar wy nu gezien hebben, dat meergemelde Refolutie van de Heeren Staaten van Holland door de Heeren Gedeputeerden der andere Provinciën is overgenoomen, hebben wy, met zyne Hoogheid, geoirdeeld geen tyd te moeten verzuimen, om deezen naderen voorflag ter kennisfe van U Hoog Mogenden en langs dien weg van de refpective Provinciën te brengen, op dat alle verdere vertraaging m de Deliberatien over deeze materie werde afgefneeden, maar dezelve fpoedig ter conclufie zoude kunnen worden gebragt; waar op door zyne Hoogheid en door ons met te meer aandrang moet worden geurgeerd, om dat daar van afhangt het vervullen van verfcheiden Vacatures in diverfe Regimenten thands exteerende, en waar mede Hoogstgemelde zyne Hoogheid tot nu toe heeft gefupercedeerd, doch waar van de gevolgen, by langere voortduuring, zodaanig prsjudiciabel zouden zyn voor het nut der Armée en zo noodig herilel der vervallen fituatie waar in dezelve zich grootendeels bevind, dat eindlyk eens alle onzekerheid, omtrent den voet waar op de Armée zal gebragt ó£ gehouden worden, behoord te cesfeeren, Wy beveelen enz.
Hoi
4e Gebeurtenis/en in I7871 ens' voor gevallen.
Stukken betrekking hebbende tot de ontftaane oneenigheden, tusfehen de beid© Staatsleden in de Provincie van Stad Groningen en Ommelanden , van den ^September 1787 tot den 8 April 1788 ingeflooten , loopende van N°, 537. toe X»o. 562 ingeüooten.
^o, 537. Misfive van de Jonkeren, Hovelingen ei»
Volmachten van de Ommelanden, tusfehen deEem en de Lauwers, aan Hun Hoog Mogenden de Hee* ren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, vaar in zich beklaagen over fommige handelingendoor de Heeren van de Stad ondernaomen, enz.
Hoog Mogende Heeren!
Vervuld met waare Vaderlandsliefde, en bezield met een welgepaste iever voor het algemeene welpm , hebben wy reeds zedert lange met innige fmer;e befchouwt de Regèèringloosheid, het geweld en overheerfching, waar onder eenige onzer medeïondgenooten zugten, en die niet minder dan der geheele ondergang van het dierbaare Vaderland poorfpellen.
Dit trof ons te meer en beroerde onze Zielen ,. naar dien door de verfchillende denkenswyze van ons mede-Lid, buiten itaat waren door het toebrengen van de nodige hulp en adfiftentie ons te kunnen kwyten van. die verplichting, waar toe door den fcand der Unie wierden opgeleid; terwyl wy ons al gelukkig genoeg moesten achten, de zaaken ter Staats-Vergadering zodaanig te kunnen dirigeeren, Idat deeze Provincie niet al mede het hoofd opftak,. om als een werktuig van ongerechtigheid tot onderdrukking van onze ongelukkige mede-Eondgemooten te dienen.
Wy zagen wel van tyd tot tyd door ons medeILid, de Heeren van de Stad, zodaane Happen doen. Wier notoire wederrechtelykheid om beklag aan U
Hoog
$ö Verzameling van Stukken betrekkely-k tot
Hoog Mogenden, als Guarandeurs van het Tradtaaè: van Reductie van den 23 July 1594 met de daar opi gevolgde Deciiïen, als mede aan den Heer Erf-Stad-houder deezer Provincie, allezints zouden billyken 3 \ dan afkeerig van alles,.wat eenigzints totverwy-' dering, en"vernietiging van de zo'hoognodige een-' dracht tusfehen de beide Leden van Staat aanleiding; zoude kunnen geeven, hebben wy altoos de zagtö: middelen van peifuafie boven ftrenge maatregulen-,;, waar toe buiten twyffel gerechtigd Waren, gepras-fereert, en ons met de iedele hoop gevleid, dat de! JHeeren van de Stad eindelyk eens van hun voor het: heil des Volks zo nadeelig fysthéma zouden afzien,, en met ons willen medewerken tot herftelling s der • algemeen geftoorde ruste: immers hadden wy'hooit: kunnen of mogen denken, dat dezelve zich zouden ( durven onderwinden, om door geweld van Wape-■ nèn hunne Vuës door te dry ven, het Ommelander 1 Territoir met gewapende Manfchappen te invadee-.ren, onze goede en ftille Ingezetenen, die alk» eenige weinige Exercitie-Corpien uitgezonderd, haare wettige Overigheid eerbiedigen, en de vastgeftelde Conftitutie hartelyk met Lyf en Ziele zyn toegedaan, en in wier behoud deeze Provincie voor- ' naaroentlyk haar beftaan moet vinden , een kille fchrik aan tejaagen, en alzo eene algemeene verwoesting in de Ommelanden te veroirzaakem
Dit is echter, Hoog Mogende Heeren! hoe on-gelooflyk zulks cok moge voor komen, deezer dagen gebeurd: wy hebben tot onze grievende fmerte, niet alleen moeten ondervinden, dat eenige Gewapende Corpfen uit diverfe Carfpelen in de Ommelanden , met verfmaading van het hoog gezach van. het Hof Provinciaal, die uit de naam en van wegen, de Hooge Overigheid en Heerlykheid van Stad» Groningen en Ommelanden,zulks uitdrukkelyk ver-, boden had , in Appingadam zyn getrokken', en de Regcering aldaar, benevens de gewooceSchutterye overweldigt hebben, maar ook (wy fchrikken voóè een verhaal van iets, waar van wy hadden gemeent'
ona
& Geleartenisfen in ïftf tnh, rnrgeYsItén* Et
löns mede-Lid niette kunnen verdenken» zonder heÊ zelve ten uiterften te hoonen,) dat de Breede Raad deezer Stad op een zeer frivool praïtext, dat de Stad iEigenaar van de Jurisdictie, en dus bevoegd is, om aldaar een Riehteraan teftellen, by Refolutie vaa den I2den deezer , den reeds voor jaaren her waards iwettig by den. Hove beëedigde Richter*, benevens den Gerechts Weddeman on verhoort gefufpendeert > een aDdër in des eerstgemelden plaats geconftitueert, en beflooten heeft eenige Heeren Gecommitteerden uit een .onlangs opgeworpene Stads-Com;misfie van Defenfie, met Gewapende Manfchappett geaccompagneerd, naar Appingadam te zendens (terwyl ondertusfchen door eene ongehoorde direcitie van zaaken, thands by het Collegie der Heerea ^Gedeputeerden plaats vindende, de handhaaving'Van het Recht der Hooge Overigheid, en de bewaaring der inwendige ruste, na bekoomiog van de nodige Militie, voor het Hof Provinciaal onmoog,lyk word gemaakt.
Wy. hebben gezien, dat deCommisfie-, ongeaéhï? het Vertoog, dat door de Heeren Luiienant eri Hoofdmannen van de hooge Juititie Kamer deezec 'Provincie by Misfive, waar van Copie hier neven» Voegen, ter inftantie vaB onze Syndicus daar tegens ware gedaan, nog dien zeiven nademiddag, met een? llerk Detachement uit het Genoodfchap van Wa* ipenhandel alhier, vier (tukken Kanon, en een goede voorraad van Kruid en Lood zich derwaards heeft ibegeeven, zonder het Ommelander Territoir in het üninfte te ontzien.
* Wy (taan. verbaast, wy zinken weg van aandoe* Hing en droeffenis, over zulk eene daad van openbaar geweld, waar toe naauwelyks woorden genoeg te vinden Zyn» om diens affchuuwelykheid naar. vér* dienlïen af te maaien, en voor de geheele Natife ten toon te fpreiden: onze harten bloeden over de 'tampen en onheilen, die zo veele duizenden Onzer3 [ braave weldenkende ingezetenen reeds drukken, etl ;Bog verder boVen het hoofd hangen| han heklMgf
yu üsst, ff
8 a Verzameling van Stukken ietrekkeïyk tot
lyk lot, moet ons niet onverfchilligzyn; wy zouden ontrouw aan onzen ééd en duure verplichting zyn, indien een oogenblik verzuimden , iets onbeproefd te laaten, om hun uit deeze verdrukking en flaver«: fly te veriosfen, en zullen dus ook alle middelen aanwenden, welke God en de Natuur ons aan dei hand geeven, om het geweld efficacieuiélyk tegen te gaan.
En het is om die reden, dat in de eerfte plaatsi ons tot Uw Hoog Mogenden wenden , Hoogst*: derzelver tusfchenkomst en kragtdaadige medewerking imploreeren , en op het ernftigfte exhor*: teeren, door fpoedige , prompte en toereikende be* fluiten, daadlyk zodaane voorziening te doen, ea middelen daar te Hellen, waar door wegens deezös Ongehoorde en geweldige fchending van ons Terri-i toir, genoegzaame fatisfadtie bekomen; en by VeTW volg van tyd, tegens foortgelyke geweldigeEntrsü prifes beveiligd worden.
Wy reclameeren de Rechten, ons volgens heïi Utrechts Verbond competeerende, Uw Hoog MogeDden zyn 'er toe verplicht; de Unie, het Trac: taat van Reductie, hier vooren gemeld , de menigvuldige decifien door Uw Hoog Mog. uit kragt van: dit Tradïaat afgegeeven, roepen Uw Hoog "Mog;, 'er toe, en laaten aan Uw Hoog Mog. geen vryheidi over, om ons ten prooije van geweld en overheer-l iching over te laaten.
Zo lange deeze vreemde gewapende Manfchap..' pen in de Omratlanden nestelen, de Wegen bezet-.I ten en de Trekfchuiten vifiteeren, gelyk medai reeds gefchied is. zal het acces en reces voor de: Landdags Comparanten bezwaarlyk, moeijelyk ean gevaarlyk zyn, en wy kunnen als dan ook niet vrye-J lyk onze Staatsdeliberatien vervorderen.
Waarom, terwyl nu nog te zaamen wettiglyk:| Vergaderd zyn, en zeer gegronde vreeze hebben,, dat zulks riet van lange duurzaamheid zal zyn, Uw Hoog Mog. by deezen legaal kennis geeven : dat wy I provifioneel, tot zo lange geen voldoende fatisfactié J
ea
'és Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 83
ttn genoegzaame veiligheid voor onze goedeIngezeii tenen bekomen, wegens het geheele Corpus der OmiBielanden, of het tweede Lid van Staat, de Comimisfien aan de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van U Hoog Mog. wegens deeze Provincie Verleend , zullen houden in furcheance; en niet kunnen gedoogen, dat 'er door dezelve een Stem iter Vergadering van U Hoog Mogenden werde uit;gebragt, zonder fpeciaale Refolutie mede door ons iStaatsgewyze en wettig genoomen, en dit wanneer onverhoopt dien ter contrarie gehandeld mogte worden, de daar toe geformeerde Concluilen , teu lallen tyde by ons als zo veele nieuwe daaden van geweld, voor nul en nietig gehouden, en nimmer ;geratihabeerd zuilen worden, f Ook vinden wy ons verplicht, Uw Hoog Mogenden by deezen kennis te geeven, dat de Commisfie van defenfie te Woerden, onlangs van den Breeden Raad deezer Stad heeft verzogt, alhier de Loop-» blaats te mogen hebben voor het Regiment van de Collonel Meyern, het welk voor reekening van de Provincie van Holland opgericht,. eerstdaags door Westphaalen zoude komen afzakken. Hoe zeer wy ook overtuigd zyn, van de onbevoegdheid van den Breeden Raad, om aan dat verzoek zonder onze concurrentie te defereeren, heeft echter de ondervinding ons reeds geleerd, dat men zich niets onticiet, en tot een dekmantel voor de ongerechtigheid als een ftokregel heeft aangenomen, dat in extraordinaire tyden, extraordinaire middelen gebruikt inogen worden.
Daar nu de zonderlinge en ongewoone cours, die deeze Troepes zouden neemen, om in Holland te tomen, de ongefchiktheid der verkoozene Loopplaats voor dezelve, en menigvuldige andere fainenloopende omftandigheden, ons met zo veel reden bedugt doen zynr dat het waare doelwit is, Dm met behulp derzeive al verderde Ommelanden, sn vervolgens mede de Provincie van Friesland vymdig aan te vallen en te ontrusten, zo verzoeken F 2 wy
84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
wy Uw Hoog Mogenden, om ten allerfpoediglreitj de nodige ordres te depecheeren aan de Comman-i< danten der Forten, door en langs welke gemeJdei Troepes moeten pasfeeren, ten einde dezelve dem doortocht te verhinderen, en aldus te prasveniee'! ren, dat het geweld niet ten eenemaale de overhandi kryge.
En hier mede deezen eindigende, beveelen wyj Uw Hoog Mog, in de befcherming van God Almachtig, welken wy bidden, dat Uw Hoog Mog.; in een lange en voorfpoedige Regeering wil bewaar ren, en betuigen te zyn.
Hoog Mogende Heerenl (Onder Jlond,')
Uw Hoog Mogende dienstwillige! goede Vrienden, Groningen Jonkeren, Hovelingen, Eigene
den 14 Sept. Erfden en Volmachten van dé
1787. Ommelanden tusfehen de Eems
en de Lauwers. Geparapheert, (was geu) G. Lewe, §tt
Lager flond,
Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz» (geteekeni) F. J. Guichart, Secret.
N°. 538. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen van de Hooge Juflitiekamer van Stad Groningen eni\ Ommelanden, aan Heeren Burgemeesteren en Raadt enz. in Groningen, over het fufpendeeren van een Richter in de Ommelanden enz. Strekkende totl Bylage van de bovenftaande N®.
Edele Mogende Heeren!
Aan ons, ftaande onze Vergadering, door dem Heer Syndicus Engelhard , ter kennisfe zynde:
ge-i
ét Gebeurtenis/en in 1787 HVk voorgevallen. 85
gebragt, dat zyn Edele was geinformeert, hoe deezen morgen by U Edele Mogenden zoude zyn
fedecreteert de fufpenfie van de Richter, en tefens dat 'er een Commisfie uit het Defenfie-wezen van Uwer Edele Mogenden Stad zich nog heden derwaarts zouden begeeven, geëscorteerd met een Detachement Cavallery, en van het gewapende Genoodfchap, vertrouwende hy Heer Syndicus, aan wien het belang en praeëminentien der Ommelanden, byzonder in zyn Ambtsbetrekking waren geconcrediteert, dat het Hof zodaane maatregulen geliefden te neemen, waardoor het Territoir der Ommelanden ongefchonden wierde bewaard, en de uitoeffening der crimineele en civile Jurisdictiën aldaar, nabezwoorene Wettenen Inftrucfien, zonder inzage van vreemden gemaintineert; hebben wy niet kunnen afzyn, aan U Edele Mog. communicatie te geeven, dat reeds op gisteren nademiddag, op het Adres van den Richter Wieringa, by ons ter zyner adfiftentie een Commisfïe uit onzer midden is benoemd, welke gedekt door een genoegzaam detachement Troepes, zo reeds door ons by de Heeren Gedeputeerde Staaten zyn verzogt, zich na Appingadam zullen begeeven, zo mooglyk de rust herftellen, verdere gevolgen voor te komen, en de aanleidingen tot en uitvoering van de gepleegde faitelykheden rechterlyk onderzoeken.
Wy vinden ons dieshalven genoodzaakt U Edele Mogenden op het allerernftigst onder het oog te brengen, dat U Edele Mogenden als Eigenaars van een Jurisdictie in de Ommelanden, geene faculteit of magt bezitten, om een Richter aldaar daadlyk te doen fungeeren, zonder vooraf by het Hof te zyn beëedigd; nog ook, om inde Ommelanden eenige AStus jurisdi&ionis te pleegen, maar dat by het Reglement reformatoir, alleen aan de hooge Juftitie-Kamer is toevertrouwt, het toerverzicht over het gedrag der Richters in de Ommelanden, en het zelve alleen bevoegt, om, wanneer de Richters zich zelve alleen te zwak mogten bevinden, F 3 h^Q
S5 Verzameling van Stukken betrekkelyk ï&$
hun Ambt na behooren te exerceeren, aan hun vatjl wegens deeze Provincie de behuipzaame hand teï bieden, en de oiigehoorzaamen ter obediëntie aaoü de Juftitie te helpen brengen.
Dat over zulks deeze maatregulen, by aldien dezelve by U fidele Mogenden alzo mogten zyn genomen, volftrekt inloopen tegens de vastgeftéldee orde van Regeering , en aanleiding zouden kunnen geeven tot disfenfien tusfehen de twee LedeQ! van Staat; wy vertrouwen dieshalven, dat U EdJ, 'Mogenden by nadere overweeging, geen zwaarigheidzullen maaken, hunnegegeeven ordres wederom in te trekken, en alleen aan den Hove en dena 'alhier bezwöorenen Richter over te laaten, de Cognitie en Judicature in deezen.
Waar mede wy U Edele Mogenden beveelen itu 's Hemels dierbaare protectie en teekenen.
Edele Mogende Heer en! (Onder Jlond,) Uwer Edele Mogende goedai Vrienden,
Groningen Luitenant en Hoofdmannen van dei
den 12 Sept, hooge Juflitie-Kamer van Stad:
1787. Groningen en Ommelanden.
Lager Hond,
Coll. Accord. (geteekent) S. W. Tjassens, Secret.
N°. 539. ExtraSt uit het Register der Refolutien van', Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal dert Vereenigde Nederlanden, behelzende Refolutie om*. trent bovenflaande Misfiven.
Sabathi den 22 September 1787. Is gehoon het Rapport van de Heeren van Heec- I keren van Khell, en andere Haar Hoog Mogen-den Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, heb-bende ingevolge en tot voldoeoinge van derzelver ■
Re--
'ge Gebeurtenisfen m 1787 enz. voorgevallen. 87
Refolutie Commisforiaal van den i8den deezer, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten, geëxamineert een' Misfive vaa Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfdensen Volmachten van de Ommelanden, tusfehen de Eems en de Lauwers, gefchreeven te Groningen den ï.iden daar te vooren, zich ten hoogten beklaagende over het gedrag van hun mede-Lid van Staat, en byzonder over het gene onlangs te Appingadam was gepasfeert.
Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verttaan: dat aan d, Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen enGerwop. rene Gemeente der Stad Groningen, by Misfive zal worden gefchreeven, vdat Haar Hoog Mogenden met veel aandoening en leedwezen zyn ontwaar geworden de oneenigheden, w.elke tusfehen de beide Leden van Staat by gelegentheid van het .voorgevallene te Appingadam als anderzints, zyn ontflaan, en waar over de Heeren van de Ommelanden zich zo hooglyk zyn beklaagende; dat Haar Hoog Mogenden vermrenen hun oirdeel deswegens te moeten opfchorten, tot dat Hoogstdezelven gelegendheid zullen gehad hebben, daar omtrent te zien de informatieh en belang van hun Heeren Burgermeesteren en Raad, welke Haar Hoog Mogenden mitsdien verzoeken ten fpoedigften te mogen erlangen, ten dien einde Copie van voorfchrëeve Misfive der Heeren van de Ommelanden hiernevens voegende: dat echter, Haar Hoog Mogenden zich niet mogen dispenfeeren, om in tusfehen de Heeren "van de Stad ten kragtigften te exhorteeren, van zich toch te willen onthouden, van al het gene aanleiding zoude konnen geeven tot verdere verdeeldheden, welke de ondervinding van deeze dagen .leert, dat in ftaat zyn eene Provircie en de Republiek tot op den oever van haar ondergang te brengen, en veel eerder bedagt te zyn om rog 'Zelvs en by tyds, de gereezene verfchillcn in der minne te yereffenen,
F 4 . Jfjj
'f}8 Verzameling van Stukken helrekkelyk tot
En zal van dit bovenftaande mede by Misfive J worden kennis gegeeven aan de Heeren van de Om.*', melanden, om te ftrekken tot provifioneele beanc-J wpotding van derzelver voorfchrëeve Misfive, enj dezelve daar by tevens geinformeert van de aan»» fchryving, welke pp den t8den deezer is gerefol?, veert aan de Commandanten der Forten, tot wee») jing van het intrekken van gewapende Manfchap<,( pen in de Provincie van Stad en Lande, te laaten t afgaan.
jN°. 540 Misfive van Jonkeren, Hovelingen en Vokmachten der Ommelanden, tusfehen de Eems en det Lauwers, aan Hun Hoog Mog. waar by kennis 1 geeven, dat zo lange niet met de Heeren van dei Stad hereenigt zyn, met dezelve geen Siaqts-Ver*' gadering te kunnen houden, enz.
Hoog Mogende Heeren!
Wanneer by onze Misfive van den I4den deezer j %et kennisfe van Uw Hoog Mogenden bragten,, hoe vyandig door de Heeren van de Stad waren 1 pangevallen, het gevaar waar in onze goede Jage- zetenen in het gemeen, en de Leden der 0mmer. Jander Regeering in het byzonder, zich bevonden voor opgen fielden, en pp het krachtigste impkv, ïeerden.
„ Door fpoedige, prompte en toereikende beflui.. e, ten, daadlyk zodaane voorzieninge te doen, en 3, middelen daar te fielten, waar. dóór wegens dee». v ze ongehoorde en geweldige fchending van ons, > au Territoir, genoegzaame fatisfacfiie bekomen, en. sn by very.olg van tyd tegens foortgelyke geweldige
ent/reprifes, beveiligd mogten Vorden." _ Hadden wy, wier ïngezeteaen h^t meeste tot de Provinciaale Schattingen, waar uit de Militie, te?, deezer Provincie, repartitie ftaan.de, getaald moe? gorden, opbrejjgep4 biliy VOTr?gï * daiUBcioa
l ' 1 " " ' VS
ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen
i Mogenden terftond, en zonder eenig verwyl aan 1; oüs een genoegzaam aantal Troepes ter beveiliging ' van ons, en onze Ingezetenen zouden doen gewor1 den. Dit was het natuurlyk middel Hoog Mogen» de Heeren! dat wy ons in de eerfte plaats moesten 1 voorftellen; dit was het voornaame oogmerk door [ ons by die Misfive bedoeld; dit was het allernoodi zaakelykfte van wegens het prefente gevaar, en I het vagabondeeren met gewapende Manfchappen 1 op ons Territoir, die aldaar veel ergere vtxatien 1 en geweldenaryen onder het oog, ja op ordre van : Stads Commisfie hebben aangericht, als een bui» : tenlandfche Vyand zich zoude onderwinden: wy i vinden ons echter in die rechtmaatige verwagting l te leur gefield: wy befpeuren uit U Hoog Mogeni de Misfive van 22ften deezer, dat U Hoog Mogen1 den ons eenige hulpe zoeken te betoonen met aan-
I fchryvingen, vermaaningen en vertoogen aan den i Breeden Raad deezer Stad , wiens denkenswyze ; deezer dagen genoegzaam bekend is geworden, en : die zo veele preuves gsgeeven heeft, dat het recht ! van convenientie de voornaamfte richtfnoer haarer
handelingen is: wy zouden op dien voet wederom
i in die kostbaare Proceduures konnen worden geilleid, waardoor onze Financien, thands door eene
II voorbeeldelooze fpaarzaamheid weder herfteld, in 11 vroegere tyden geruineert zyn geworden. Dit is
feenfints onze intentie, Hoog Mogende Heeren! et geweld, de hoon en fmaad, die wy hebben 1 ondergaan, is openbaar gefchied; de band die de
ii beide Leden van Staat dus verre vereenigd hield» ;i is daar door voor het oog van een ieder van Stads i ayde, faitelyk verbrooken; wy zyn dus mede ontflagen van alle die verplichtingen, waar toe door het Tractaat van Reducfie en de decifien van U
I Hoog Mogenden gehouden waren, en zullen van n eu af aan onze Souvereiniteit en onafhankelykheid i aiet minder als de Heeren van de Stad doen gelden ■ en handhaven, kunnen wy van de hooge Bondge, flfioten die hulpe en adfifientie niet bekomen, waaj
, fygaren, en betuigen te zyn. Hoog Mogende Heeren!
Onder fond,
U Hoog Mogende dienstwilligè goede Vrienden, 1 Groningen Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden den a6 Sept. en Volmachten der Ommelanden 9 1787.» tusfehen de Eems en de Lauwers. t
Geparapheert,
G. Lewe5 vt.
Lager ftond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz» (ge*.) J. F. Güichart, Secret»
N°. 541. Misfive van dezelven aan de Heeren Vtin de Stad Groningen, waar by kennis geeven dat met Hun Ed. Mog. geene Staatsbefluiten kunnen formee~ ven -of eenige Provinciaale Commisfien houden enz.
Edele Mogende Heeren!
Naardien U Edele Mogenden ons federt een geïuimen tyd zo veele bewyzen gegeeven hebben s Idat U Edele Mogenden zich niet gedagten te houiden aan de plechtige verbindtenisfen, die zo lange tusfehen U Edele Mogenden en ons hebben gefubififteerd, en zich niet hebben ontzien door het vioijeeren van ons Territoir, ons met gewapende Manschappen en Oorlogstuig vyandig aan te vallen, waar door de band van vereeniging tusfehen de beide Leden van Staat door U Edele Mogenden faitelykveribrooken is; zo hebben wy niet willen afzyn UEidele Mogenden kennis te geeven, dat wy ons thands |Sn zodaanige fituatie gebragt vinden, dat, zo lange iiiietop vaste en billyke gronden hereenigt zyn,met IjU Edele Mogenden geene Staatsbefluiten kunnen
for>
£i Verzameling van Stukken betrekhlyk tot
formeeren, of eenige Provinciaale Commisfien hoül den, welke hereeniging nimmer zal kunnen gefchies den, voor dat aan ons en onze goede Ingezetenec wegens het gepleegde geweld, genoegzaame ea toee ïeikende fatisfaclie zal zyn gegeeven.
U Edele Mogenden moeten derhalven van ona Biet verwagten, dat wy conform de gedaane uitt Ichryving, ons heden zullen verleedigen, om mee U Ed. Mogenden te confereeren over de Articulen 5n de Landdags Propofitie vervat, of andere zaaken die ter Vergadering mogten worden voorgedraagen i terwyl wegens fommige poinóten, die in deeze tyf den eene prompte voorziening vereisfchen, wy als! lepraefenteerende de Souverein der vrye en onafi Jiankelyke Ommelanden, in den onze zodaane om ders zullen ftellen, en befluiten formeeren, als to: ïieil van den Lande dienftig en vorderlyk vinden..
En hier mede beveelen wy U Edele Mogenden ii de befcherming des Allerhoogften enverblyven. Edele Mogende Heer en l
Onder ftond, Uwer Edele Mog. goede Vrienden o Groningen Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erf der. den 26 Sept. en Volmachten der Ommelanden tusi 1787. Jchen de Eems en de Lauwers.
Geparapheert,
G. Lewe, vt.
Lager ftond ,
Ter Ordonnantie van H. Heeren voorfzi (was get.) F. J. Güichart, Secrct;,
de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevaiktt,
'N°. 542. Extraft uit de Refolutien v&n de Ed. Mog» Heeren van de Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers, omtrent het befluit van met de Heeren van de Stad geen Staats-Vergaderingen of Provinciaale Commisfien te houden enz,
Woensdag den 26 September 1787. , De Heeren van de Ommelanden federt een geJ ruimen tyd hebbende opgemerkt, dat de Heeren van :de Stad, wanneer hun belang zulks vorderd, zich ;niet bekreunen of houden aan die verplichtingen, iwaar toe door de vereeniging met de Ommelanden itot een Lighaam verbonden zyn, maar daaromtrent al meest het recht van convenientie opvolgen, en Ithands aan Stads zyde die vereeniging door het vylandelyk invadeeren en violeeren van het OmmelanIder Territoir, met gewapende Manfchappen en zwaar Xïefchut, ten eenemaal verbrooken, en dushetLii der Ommelanden mede volkomen ontflagen zynde van alle verplichtingen, waar aan geduurende die vereeniging gehouden waren; hebben de Heeren van de Ommelanden goedgevonden en verdaan: dat zolange aan hun en hunne goede Ingezetenen geene genoegzaame fatisfaclie wegens het gepleegde geweld en geleedene verongelyking gegeeven is, en zo lange de beide Leden niet op billyke folide gronden en conditiën hereenigt zyn, met de Heeren van 1de Stad geen Staats-Vergaderingen of Provinciaale [Commisjen kunnen houden. Dat midsdien alle GeiBeraliteits- en Provinciaale Commisfien door de Heeren Staaten deezer Provincie verleend en afgegeeiven, tot nadere order in furcheance zullen verbty'Ven; ten dien effecte, dat van nu af aan al het gene verder als zien, hooren en overneemen, uit krach* fte van die Commisfien word verricht, als zo veele nieuwe Attentaaten van geweld tegens de Hoogiheid, Souvereiniteit en Onafhankelykheid der Ommelanden befchouwt en aangemerkt, en alzo voor :eu1 en nietig gehouden zal worden; dat nogthands 1 onverkort de fustenues en het recht der Ommelanden
j^ti Sfyrzamelmg yan Stukken betrekkelyk tfÊ
den in allen deelen, ter voorkoming van confuQèi en vermyding van fchaade voor particuliere Per-«
fU^^„„ ,i„ cj„„<.Qn r2t>A„~.-.i-„„~A„w. — ji_
juuucijj uc liccitn vji.ucjjui.cci ucu , cu ulc Vitll uc ;
Provinciaale Rekenkamer hier van in zo verre, erii verder niet, by proviiïe zullen zyn uitgezonderds,, dat op den tegenswoordigen voet zullen blyveni eontinueeren het noodige toeverzicht op de Pro-, vinciaale Financien te houden, en zorge 6e draa-< gen, dat de Declaratien ten lasten van deeze Pro*, vincie,'geliquideerd , en de Ordonnantiën zo we-», gens die geliquideerde Declaratien als Traétemen* i ten, Soiöyen en Emolumenten, op behoorlyke tyd i worden gedepecheerd.
. Dat insgelyks, de Heeren Gedeputeerden tot ta#j dere voorziening, zullen blyven eontinueeren dei
xcidKeu O L,auus gcincene miuueien Decreirenae, en i voorts de noodige Attachés mogen verleenen aan Troepes, met behoorlyk Patent voorzien, om al- • hier Guarnifoen te houden ; doch niet tot uitmarfch, i
van het uuarnnoen, of een gedeelte van dien, zon» der voorkennis en uitdrukkelyk confent der Heeren van de Ommelanden, of derzelver Heeren Gecom* tnitteerde Raaden.
En worden de Heeren Gecommitteerde Raaden geauthorifeerd, van deeze Refolutie, zo door toezending van diens Extract als anderfints, kennis: te doen toekomen aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal, zyne Doorluchtigfte Hoog*
neia aen neere rnnce ürt-btaanouüer, de tieeren Gedeputeerde Staaten, Provinciaale Reekenkamer4 en verders daar zulks nodig zullen oirdeelen, zoa*j der refumtie af te wagten.
de Gebeürtenisfen in if&j enz. voorgevallen-, §f
'JN. 543. Publicatie van de "Ed. Mogende Heeren van dg Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers, waar by verklaaren haare goede Ingezetenen van het oradraaglyk juk des Stapelrechts, waar onder bykans twee eeuwen zyn gebukt geweest, met al het gens daar toe al verder behoord, teontjlaan, en het zelve voor altoos vernietigd houden, totftas &jaBrrozo-b nu;5 Jcb ca ^t»ga*rd ai JsouB *|9) 9 Wy Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers, doen te weeten: naardien de Edele Mogende Heeren Burgemeefteren en Raad, oud' en ibieuw, fampt Taalmannen en Gezworene Meente deezer Stad; na dat van tyd tot tyd eenige zodaane demarches hadden gedaan, welke de duidelykflé kenmerken droegen, dat Hun Edele Mogenden aart hunne zyde geen reguavd wilden neemen op de plechtigfte Verbonden en Overeenkomften, waar door Stad en Lande tot een Lighaam vereenigt en fe famen gevoegt zyn; thands zo verre haar overheerfchend fyfthéma hebben doorgedrongèn , dat zy niet hebben ontzien, zich voor een ieders oog bis Vyanden van de Ommelanden te gedrasfgen, in dezelve met gewapende Manfchappch en zwaar Gefchut eene invafie te doen, het Ommelander Territoir te fchenden , onze goede Ingezetenen uit hunne bezittingen te verdry ven, op eene wreede wyze, ja erger als men van eene buitenfardfche Vyand zoude hebben te verwagten, te mishandelen , en alzo de band der Unï' tusfehen Stad en Lande faitelyk verbroken hebben.
Zo* is het, dat wy als reprafenteerende de Souverein van voorfz. vrye en ónafhankelyke Landen, aan elk en een iegelyk, wie zulks aangaan moge, doen te weeten: dat wy van nu af aan mede aan. Dnze zyde ons volkomen ontflagen achten en houden, van alle Verbindtenisfen hoegenaamd, tot dato deespes tusfehen Stad en Lande gemaakt, en ingegaan, welke wy altoos heiliglyk geobferveerd en naargetornen hebben, en ook vervolgens geobferveerd
en
I
§6 Verzameling van Stukken hetrekkelyl UI
en naargekomen zouden hebben, zo dezelve mét': eerst aan de zyde van onze Geallieerden geheel en i al verbroken waren. Dat dieswegens van nu af aan I alle de Ingezetenen van de Ommelanden vryelyk: zullen mogen handelen , zonder verplicht te zyn i eenige Goederen of Waaren in de Ommelanden val-> lende of zynde, voor af binnen de Stad Groningen i ter Stapel te brengen, en dat hun deswegens eeni-> ge moeijelykhëid door den Olderman, dien zy niet: meer als zodaanig zullen erkennen, of wie het ook: zy wordende aangedaan , of wegens overtreeding; van het zogenaamde Stapelrecht geciteerd, op diea citatie niet zullen hebben te compareeren , maaf n van dit Attentaat tegens de Hoogheid en Souverei-4 niteit der Ommelanden ondernoomen, terftond aanil onzen Heer Prasfident in der tyd kennis zullen heb-* ben te geeven, wanneer dien aangaande onze pro-1 tectie krachtdaadig zullen ondervinden; en in te- «j gendeel by nalaatigheid van zulks, diens nadeelige | gevolgen zich zeiven te wyten hebben; want wyr als nu, onze goede Ingezetenen van het-ondraaglyk| juk des Stapelrechts, waar onder bykans twee eeu- | wen zo onrechtmaatig gebukt zyn geweest, met al! het gene daar toe al verder behoord, ontflaan, en het zelve voor altoos vernietigd houden.
En op dat niemand hier van eenige onweetenheid 1 moge voorwenden, zal deezen alomme in alle dei Karfpelen der Ommelanden van de Predikftoelen af- ■ geleezen en aangeflagen worden, ter plaatfe, alwaar men gewoon is zulks te doen.
Aldus gedaan in onze Vergadering op Woensdag : den 26 September 1787.
Geparapheert,
G. Lewe, Vt« f Onder ftond, Ter Ordonnantie der H. Heeren voor/zi'; (get.) IF. J. Güichart, Secreu ï0, 544. Misfive van Burgemeefter en en Raad oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Meenit in Groningen, aan Run Hoog Mogenden di Hteren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden* waar in Hun Ed. Mogenden onder aruhien betuigen, niets te zullen doen dat eenige aanleiding kan geeven ut verdere verwydering enz*
Hoog Mogende Heeren 1
I Wy hebben wel ontfangen Uw Hoog Mog. MisHve van den 22lten September jongst, by welke Uw Hoog Mogenden aan ons toezenden Copy eener 'Misfive van de Heeren Jonkeren, Hovelingen, Ei■ een-Erfden en Voimachcen van de Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwer, den I4den bevoorens iaan LTw Hoog Mogenden gefchreeven, waar in zich óver ons beklaagen ter oirzaak wy eenige gewapende Burgers naar Appingadam hadden gezonden, en i-waar op Uw Hoog Mogenden onze informatie eri belang hebben gelieven te requireefen, en te exjiorteeren ons te willen onthouden van al het gene :aanleiding tot verdere verwydering zoude kunnen [geeven. 1
Wy hebben niet willen afzyn de receptie van gemelde Misfive te aceufeeren,. en Uw Hoog Mog. voorloopig te informeeren , dat het Corps gewagende Burgers-, met de Heeren onze Gccommittteerden zo ras mooglyk is té rug gekomen, eKemot menige Manfchap met twee ftukjes Kanon, welkè i aldaar op verzoek der Regeering voor eetst zyn getbleeven, en na weinige dagen ook alhier zynte rug ;gekomem « *
Ten tweeden: dat wy rëeds op den 21 (ten Septem: ber jongst, en dus voor de receptie, van Uw Hoo* ! Mogenden Misfive aan ons mede-Lid en Lieutenahc f en Hoofdman hebben gefchreeven, dat het geen 1 wv hadden gedaan tot geen ■ prejudicie of confe' qüetitie zoude kunnen worden getrokken, blykenMe uit de Misfiven fub A en. B. Dat al verder ons
VI, Deel. G mede-
98 Verzameling van Stukken betnkkelyk tot
mede-Lid aan ons Hebbende gefchreeven de Misfive >. van den 2Öften September fub C, hebben wy daar' Op dienzelven dag aan dezelve geproponeerd we- • derzyds Gecommitteerden te willen benoemen, om i de thands fubfifteerende gefchillen te vereffenen fub i D. Op welke beide Misfiven dus verre geen ant-' woord hebben bekomen. Uw Hoog Mogenden zul-■ len uit dit ons verrichtede ten vollen (zo als wy ■ Vertrouwen) overtuigt zyn, dat wy geen intentie: hebben gehad iets te doen, waar door de verfchil-. len zónden kunnen worden vermeerderd, maar iai tegendeel, dat wy van die middelen hebben z&eM ken gebruik te maaken, die het meest gefchikt ent minst omflagtig zyn om de eendragt onderling al-, hier te herflellen, zonder Uw Hoog Mog hoog- ■ wichtige occupatien te interrumpeeren; en het is i niet alleen om die reden, dat Uw Hoog Mogenden 1 ons voor als nog, en voor en aleer daar op antwoord 1 hebben bekomen, wel zullen willen excnfeeren , , ons ten principaalen in te laaten; maar wy hebben ! daar toe te meerder reden, alzo wy uit de Brieven . door onze Gedeputeerden ter Vergaderinge van Uw ' Hoog Mogenden naar hei-waards gezonden, en den 3den deezer ontfangen, zien , dat ons mede-Lid i Ook zelvs zich de decifie van Uw Hoog Mogenden . onttrekt, en zelvs na de terugkomst van ons Corps i Burgers, zulke middelen van redres vordert, die ons aBemiddelen van defenfie zouden beneemen; dan . ook hier over zullen wy ons nu niet inlaaten , nocll over het geen ons mede-Lid al verder heeft ver* richt.
Betreffende voorts de klagten , alsofwy vcorneemens zouden zyn geweest aan de Collonel van Mey-. jern' deeze Stad in te willigen tot een Loopplaats voor een op te richte Regiment, motten wy Uw Hoog Mogenden informeeren , dat wv de Misfiven, daar toe verzoek doende, reeds hebben ontfangen den 2often Augustus laatstleeden en eerst den Elften September daar aan volgende rinar over hebben gedelibereerd , en daar in gedifficulteerd fub
Ji,I
&$ Gsócurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 99
'JE, waar uit Uw Hoog Mogenden zullen gevoelen», pit wy van de receptie af, geene genegendheid rhebben gehad, om dat verzoek te willen accorderen.
Voor het overige verzekeren wy Uwe Hoog Molenden, dat wy niets zullen doen, waar door ee•ïMge aanleiding kan worden gegeeven tot verdere ;verwyderinge ; integendeel alle billyke middelen aan'Wenden, om met ons mede-Lid deeze tegenwoor:dige difrerenten te fchikken, en de rust die wy in !deeze Stad genieten, en die wy niet anders weeten ibf fubiilleerd" ook door de geheele Ommelanden , idoor alle mooglyke middelen trachten te doen voortiduuren.
Waar mede blyven, Üvve Hoog Mog» in Godes ■proteelie beveelende.
Hoog Mogende Heerenï
Onder ftondj Uw Hoog Mogende goede Vrienden \ Groningen Burgemeefter en oud en nieuw, fampt iden 8 Oclober Taalmannen en Gezwoorene Meente 1787* ' in Groningen.
Was geparapheert, B. van Iddektnge, vt*
Lager ftond
Ter Ordonnantie der Heeren voorfz*' [was g«.) W, Cranssen, Secrete
Q 2 fS:
ïöo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
Noi 54.5. Misfive van Burgemeefter en en Raad oud eft$ nieuw j fampt Taalmannen en Gezwoorene Meen- ■ ■ te in Groningen, aan Hun Hoog Mogenden, waat' by kennis geeven dat Gecommitteerden hebben noemd, cm met de Heeren Gecommitteerden uit liet ; Lid der Ommelanden te befoigneeren, om ware héét mooglyk , alles door vriendelyke fchikkingen te i vereffenen enz.
Hoog Mogende Heeren!
By onze Misfive van den 7 Oótöber 1787, die* Uehdè tot antwoord op die van U Hoog Mogenderli van den 22ften September van het afgeloopene jaar >> in dewelke Uw Hoog Mogenden' ons hadden gelie-ven kennisfe te geeven van eene klachte, door Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten 1 der Ommelanden, tusfehen de Eems en Lauwers ,-; ter. Tafel van Uw Hoog Mogenden ingebragt, eni By welke U Hoog Mogenden onze informatie eni belang verlangden te zien, en ons exhorc'eerden,, om de gereezene verfchillen met ons mede-Lid ïfc" der minne te vereffenen, hebben wy ter kennisfe: van Uw Hoog Mogenden gebragt, dat wy zelvs-5 reeds yerkoozen hadden de weg van een minne-' lyk'e Asfopiatie té praïfereeren voor het Rechter-, lyk onderzoek Van Uw Hoog Mogenden, en hebben ten dien einde Heeren Gecommitteerden benoemt, om met de Heeren Gecommitteerden uitl het Lid der Ommelanden te befoigneeren, orai ware het mooglyk, alles door vriendelyke fchikkingen te vereffenen, de harmonie te herflellenj en de zaaken wederom in voorige ftaat te bren-. gen»
Wy hebben ter bereikinge van dit falutair oog-;j merk, de grootfte toegeeventheid gebruikt , jaj wy zyn ten fterkften overtuigt van onze zyde, door perfuafive middelen alles te hebben aange-i Wend/ wat vaa cordaate cn vreedelievende Re«e
gen«J
de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 101
gentenj immer kan worden gevorderd; waar van wy Uw Hoog Mogenden., door de bewyzen die foor handen zyn, ten eerden hoopen te convinceeren.
Dit alles deedt ons met recht verwagten, dat aan de zyde VSn het Lid der Ommelanden, even dezelve inclinatie plaatfe yindende, naar het verlangen van U Hoog Mogenden de gereezene verfchilien fpoedig in der minne zouden worden vereffent, dan de uitkomst heeft aan on^e zo billyke verwagicinge niet beantwoord,'alzo Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, tusfehen de Eems en Lauwers, hebben kunnen'goedvinden de Befoign'es af te breeken, en daar door de zaaken in dien ftaat te brengen , waar ih dezelve zich voor'het en^ameeren dier Beioignes hebben bevonden.
Wy hebben niet willen afzyn Uw Hoog Mogenden van dëeze toedragt van zaaken te informeeren3 ien tevens kennisfe te geeven , dat wy bereids Heeren Gecommitteerden hebben benoemt, welke zich. in ftaat zullen ftellèn, om al dat gene het welk ter beantwoordinge van de klagten van Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden kan dienen, aan ons te exhibeereu, alsmede hoe de gemelde Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, in meer dan een' opzicht de decilien van Uw Hoog Mogenden hebben oyertreeden, en diensvolgens ons de aliergrondfte 'redenen van klagten gegeeYen-
' Intusfc'nen verhoqpen en vertrouwen wy, dat Uw Hoog Mogenden de deliberatien op de pieces, zo :aan de zyde van het Lid der Ommelanden by Uw, Iïloog Mogenden mogten worden ingedient , zullen gelieven'uit te ftellen, heen ter tyd onze iniformatien eü belang (welke wy binnen korten zullen overzenden) by Uw Hoog Mogenden zyn ingekomen.
G 3 . Waar
103 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
Waar mede blyven, Uw Hoog Mogenden. in Gc^S>Es protectie beveeiende.
Hoog Mogende. Heeren1.
Onder ftond,_ U Hoog Mogende goede Vrienden 1 Groningen Burgemeefter en en Raad, oud en nieuw*, den 12 Febr. fampt Taalmannen en Gezwooren^ x 7 83* Gemeente in Groningen.
Was geparapheert,
J, P. CjUNTUS, vt,
Lager fnond,
Ter Ordonnantie der H- Heeren voorfza ; (getj G. J. Gockinga 3 SecreU
No. 546. Extradt uit het Register der Refolutien van*'* de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der • Vereenigde Nederlanden,behelzende onder anderen, Refolutie om de Heeren Gedeputeerde Staaten va& Stad Groningen en Ommelanden aan te fchryven* om een Landsdag tegens den 22 of 23 Febr. 1783^. te befchryven, enz.
Luns, den 18 February 1788.
Ontfangen een Misfive van Burgemeesteren ea Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en gezwooren Meente in Groningen, gefchreeven aldaar den I2den deezer, houdende, dat by hunneMi. Haar Hoog Mogenden mogten worden ingedient I zouden geheven uit te fteiien, ter tyd toe, dat der-., zei ver informatien en belang ("welke zy binnen korten zouden overzenden), by Haar Hoog Mog zou,, den zyn ingekomen.
Waar op gedelibereert en een conferentie met eeruge Heeren Gecommitteerden uit den Raad vaai Ma»ten, nog flaaDde Vergaderinge belegt en ge-, houden zynde, om de voorfchrëeve Misfive te exammeeren, daar over in te neemen de confideratienu en het hoogwys Advis van zyn Doorluchiige Hoogheid, als Erf-Stadhouder van de Provincie van StacU en Lande; hebben de Heeren van Welderen , ea4 andere Haar Hoog Mogenden Gedeputeerden tod de zaaken van de Placaaten en Reglementen , ter" Vergaderinge gerapporteert, datzy Heeren Gedepu,-. teerden.en Gecommitteerden uit den Raad, conform t het Pra>Advis van zyn Hoogheid, in de voorfchrëeve: conferentie pra?fent geweest zynde, van oirdeel wa. ren geweest; dat: wat de aart en merites der geichil.en zelve betrof, Haar Hoog Mogenden des aan-', gaande dus verre niet genoeg waren geïnfirueert en, &eeiucideert, om daar omtrent te kunnen disponee- : ren, maar dat het inmiddels zeker was, dat, ge- j dnurende dat onderzoek , de verwarringen in de Provincie van Stad en Lande van dag tot dag ïtonden te vermeerderen. Dat hier uit te meerder onheilen te wagten eh te vreezen waren, dewy] de Staats-Vergaderingen bleeven afgebrooken,, en dat op een tyd, dat de Regeering over de geheele Pro,
vin-
■
ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 105-
icincie, en ook de Generaliteits Commisfien op den ;22 February, in eene te houdene Landsdag moesten 1 werden' befteld.
Datzy Heeren Gedeputeerden in eene rechtmaati* !ge vrees verfeerden, dat de Provincie van Stad en : Lande (indien ook die Landdag onverhoopt niec :mogte werden uitgefchreeven en gehouden, om idaar op de beftelling der Regeering te doen) aan eene volfirekte Regeeringloosheid wierde blootgefield , waar van de akelige en alfints ruïneufe gevoligen, by het minfie nadenken konden werden geapipriehendeert. Dat Haar Hoog Mog. om die reden , ihier tegen onverwylde maatregelen dienden te neeimen, waar toe eenige voorflagen door zyne Hoogiheid waren gedaan.
Waar op vervolgens gedelibereerdzynde; is goedgevonden en verltaan: dat in de eerfte plaats aan :de Heeren Gedeputeerde Staaten van gemelde Provincie, met toezending van Extract, van deeze Haar :Hoog Mog. Refolutie, van Haar Hoog Mog. intentie kennis zal worden gegeeven, en dezelve daarby laangefchreevén, van niet in gebreke te zyn, inidien de Landsdig nog niet uitgefchreeven was, dezelve tenallerfpoedigften, tot weering van alle contfufie, disorder en nadeel, tegen den 22flen deezer [•maand uit te fchryven , en de beide Leden van IStaat, naar aloude ufance daar op te convoceeren» ten einde de Regeering der Provincie en Generaliteits Commisfien, befteld en benoemd werden. Dat :Haar Hoog Mog. verwachten,dat hier tegen geene Idifficulteiten zullen gemaakt of aangenomen werden; :en zo de kortheid des tyds al mogte beletten, dac ; gemelde uitfchry ving tegen den 22ften deezer niet in liet werk gefteld konde werden , dat dan, in dit extraordinaire geval, de befchryving der Staaten tegen den volgenden dag, zynde den 23ften deezer maand, zal behooren te gefchieden. Dat ook, in :de tweede plaats, van deeze Haar Hoog Mog. proivifioneele Refolutie, zo aan de Heeren Burgemees. iteren en Raad der Stad Groningen, als aan Jankeen 5 renj
Zo5 Verzameling van Stukken bcirekhelyk tit
ïjen, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten dep Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers, kennis zal worden gegeeven ; met aanfehryving: dac , Haar Hoog Mog. verwachten, dai tegen het houden j deezer Landsdag, of de bellellinge der Regeeringe op dezelve, naar aloude ufance , door geene vaa beide Leden der Provincie eenig beletzei zal worden gemoveerdj of in. het werk gefield ; "voor al ook, daar Haar-Hoog Mog. deeze noodzaakelyke voorziening in geenen opzichte in eenige confequentie getrokken willen hebben, of doen dienen tot eenige prejudicie aan het'recht en de fuftenues van eene der beide Staatsleden van de Provincie, inde fubfifteerende gefchillen. ■
t Dac ook 3 iu de derde plaats 3 de beide gemelde Leden der Provincie, hier by zal werden aangefchreeven en geadhorteerd: de afgebrookene 5elöignes tot onderling accommodement en vereffening der fubfifteerende gefchillen, 'hoe eerder zo beter, te reëntameeren5 en daar toe wederzydfé Gecommitteerden te benoemen, op dat 3 door het protaheeren geen verdér nadeel worde te wege gebragt, maar dezelve verfchillen met alle applicatie en wederzydfche toegeefiykheid werden'afgedaan, ten einde de Regeering in de Provincie van Stad en Lande haar ordinaire loop en kragt wederom herkryge, en de volkomene harmonie tusfehen de beide Leden herfleld wrrde. - Dat eindelyk , indien deeze hervatte; befoignes binnen den tyd van vier weeken, het gehoopte effect tot herftel der onderlinge harmonie, niet mogten te wege brengen, de beide Leden der Provincie zal worden aangefchreeven : de gronden en merites van wederzydfche fuftenues, als dan binnen den tyd van zes weeken, na afloop van dat eerile termyn, aan Haar Hoog Mogenden te doen toekomen, tes einde Haar Hoog Mogenden dezelve zouden overweegen, en daar op , na ingenomen te hebben het hoogwys Advis van zyn Hoogheid, als Erfstadhouder van opgemelde Provincie, zodaanig daar omtrent handelen,
als
i "ie Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. ïo^
1 sis Hoogstdezelve, Daar bevind van zaaken, zullen jprdeelen te behooren, het zy door het voorflaaQ i.yan coociliatoire fchikkingen als anderfios.
Aanteekening der Provincie van Stad en Lande. De aanwezende Heer Gedeputeerde van de Pro'vincie Scad en Lande, heeft zich in de voorfz. zaak miec h gelaaten.
Nu. 547- Misfive van Burgemeesteren en Raad in Grc~ ningen aan Hun Hoog Mogenden , waar by kennis geeven, dat aan Hun Ed. Mogende mede-Lid reeds hebben geproponeerd, tot voorkominge van Con* fufien, om door wederzydfche te flellene Heeren Gecommitteerden , de gewoonlyke zaaken af te doen, en de Collegien van Gedeputeerde Staaten en Rekenkar nier te beledigen, enz.
Hoig Mogende Heeren! Wy hebben wel ontfangen Uw Hoog Mogenden Misfive van den i8den deezer, behelzende antwoord op eene van den breeden Raad deezer Stad, iwaar by U Hoog M°genden, om voor te komen de •Verwarringen, die geduurende het onderzoek der gefchillen, tusfehen ons en Jonkeren, Hovelingen, Eigen Erfden en Volmachten der Ommelanden, tus« (fchen de Eems en Lauwers fubfifteerende, zouden gebooren worden; ons communiceeren: dat hadIden gerefolveerd, Heeren Gedeputeerde Staaten deezer Provincie aan te fchryven, en van U Hoog Mogenden intentie kennis te geeven, van niet in gebreke te zyn , indien de Landsdag tegens den isaften deezer niet was uitgefchreeven, dezelve ten allerfpoedigften uit te fchryven, en de beide Leden van Staat, naar aloude ufance, daar op te convoxeeren, ten einde de Regeeringe der Provincie en iGeneraliteits Commisfien, benoemd en befteld wier» Bèn.
. D.&t U Hoog Mogenden niet konden nalaatën van
dee-
rlo8 Verzameling ven Stukken heirekkelyk tqt %
deeze provjfioneele Refolutie kennis te geeven, in yerwagting, dac tegen het houden van dien Landsdag of de beftelünge der Regeeringe op dezelve» naar aloude ulance door geene van beide Leden der Provincie eenig beletzei zoude werden gemoveerd, of in het werk gefield; voor al ook: daar U Hoog Mogenden deéze no'odzaakejyke 'Voorziening in geeBen opzichte in eenïg« córifequtmtie getrokken' wilden hebben, of doen dienen tot eenige prejudicie aan het recht en de fuftenues van eene der beide Staatsleden ven do Provincie, in de fubfifteerende gefchipen. ' ' ' '
Vindende Uw Hoog Mogenden zich ook verplicht ens te verzoeken én te adhorteeren, gelyk ook aan ons mede-Lid gedaan hebben, de afgebrooIcene befoignes tot onderling accommodement en yerefFening der fubfifteerende gefchiilén, hoe eerder hoe beter te reëntameeren, en daar toe Gecommitteerden te benoemen, op dat door hét protraheeren geen verder nadeel werde te wege gebragt , maar dezelve verfchillen met alle applicatie en wederzydfche toegeëflykheid werden afgedaan , ten einde de Kegcering in deeze Prov.ncie haarpn ordinairen loop en kragt wederom herkryge, en de volkomere harmonie tusfehen de beide Leden herfteïd worde. En , indien deeze te hervatte befoignes binnen den tyd van vier 'weeken het gehoopte efftcl:, tot herftel der onderlinge harmonie, niet mogten te weeg brengen , verzoeken U Hoog 'Mogenden ors de gronden en merites van onze'fuftenues, als dan binnen den tyd van zesweeken, na afloop van dat eerfte termyn aan U Hoog Mogenden te doen toekomen, ten einde U Hoog Mogenden dezelve zouden overweegen, en daar op na ingenomen te hebben het hoogwys Advis van zyne Doorluchtige Hoogheid, als Erf-Stadhouder van dccze Provincie, zodaanig daaromtrent te disponeeren, als naar bevind van zaaken zouden oirdeelen te behooren , het zy doof het voorflaan ,van cocciliatoire fchikkicgen als anderfints.
.Wy
ie Gefoürteriisfen in tn%. voorgsvdlsm iqkj
Wy hebben geen oogenblik willen sarfelen, UHoog Mogenden te informeeren, dat wy bereids ivoor den ontfang van U Heög Mogenden Misfi. ,vea^aan ons mede-Lid op de gedaane uitfchryvinige" van den Landsdag tegens den ziften deezer, ifiebben geproponeert, tor. voorkominge van con*fulïen, om door wederzydfche te ftellene Heere' , ^Gecommitteerden de gewoonlyke zaaken af te*' :doen, en de Collegièn van Gedeputeerde Staaten :eu Rekenkamer te beëedigen; ja dat wy, na over [thv Hoog Mogenden Misfive gedeliberéert te hebiben , op die zelvde Vergaderinge, waar op behaald was te advifeeren over eene Piece aan Uw Hoog Mogenden , om te dienen ter juftificade ivan ons gedrag met Jonkeren, Hovelingen, Ei* ;gen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, tusfehen de Eems en Lauwers gehouden , befioocen hebben dezelve achter te houden, en Uw Hoog 'Mogenden voorflag aan onze zyde te amplectee'ren.
Èn het is ten blyke, hoe genegen wy akyd ge» iweest en nog zyn, om, ware het mooglyk, de ge:reezene verfchillen in der minne by te leggen, dat rwy, in gevolge Uw Hoog Mogenden verlangen, f-teeds Heeren Gecommitteerden benoemd hebben, :om, indien zulks aan de zyde van Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden het zelve mede werde aangenomen, met deri zeiver Heeren Gecommitteerden te conferecren » ien daar in alle mooglyke toegeevelykheid tegebruiIken, zo verre de Rechten en Privilegiën, deeze ! Stad competeerende, toelaaten en gedoogen, op : dat de Regeeringe haaren ordioairen loop en kragt •herkryge, zullende wy niet in gebreke blyven Uw I Hoog Mogenden onze belangens , in dien de te ! houdene conferentie van geen gewenscht gevolg mogten zyn, na afloop der vier weeken aan te bie1 den.
Waar mede blyven, na Uw Hoog Mpgenden
in
I
I
ttö Verzameling van Stukken betrekkelyk tdï
ia Godes heilige protectie te hebben aanbevooléöi Hoog Mogende Heeren!
Oneer ftond, Uw Hoog Mogende goede Vrienden^ • Groningen den Burgemeefter en en Raafa
$2 Febru. 1788. in Groningen.
Was geparapheertj B. van Iddekinge» vu
Laser ftond,
Ter Ordonnantie der H. H. Heeren voorfzi, (was get.) G. J. Gockinga, Secrett,
No. 5 8. Misftve van de Heeren Gedeputeerde Staatem van de Stad Groningen en Ommelanden, aan de Hes-* ren Staaten Generaal dtr Vereenigde Nederlanden s>\ waar by aan Hun Hoog Mog. kennis geeven, dai'i de Landsdag den ziften February niet alleen ?::'.«j gefchreeven, maar ook werkelyk Jtaat gehouden êgj worden.
Èoog Mogende Heeren!
Wy hebben op heden nademiddag zeer wel ont-:| fangen Uw Hoog Mogenden zeer gerefpecteerdcl Misfive in dato den iöden deezer, ter geleide vanrj de Refolutie op den zeiven datum door Hoogstdeil zelve genomen, betrekkelyk het uitfchryven vani eene Landsdag tegens den 22ften deezer, waar opl wy het genoegen hebben Uw Hoog Mogenden tenl eerften te refcribeeren, dat wy bereids op denl l6den deezer, Hun Edele Mogenden de HeererJ Staaten deezer Provincie, gelyk van ouds gebruik kelyk is, tegens den 2lften deezer hebben be-| fchreeveD, en daar door vertrouwen, het verlam! gen van Uw Hoog Mogenden te hebben geanticil peert, zo als ook door de gehoudene StaatsvergaJ deringe weikelyk effect, heeft gehad.
Waaa
m
ie Gebeürtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, nr
j Waar mede, Hoog Mog. Heeren 1 wy Uw Hoog Mog. beveelen in de Proce£tie der Allerhoogftea. (Onder ftond,') Üwer Hoog Mog. goede Vrienden» Ir GroniDgen De Gedeputeerde Staaten van
den 20 Febr. de Stad Groningen en Orm
1788. melanden. I Geparapheeït > J. H. Keyzer, vt4
Lager ftond
Ter Ordonnantie van dezelve. I (geïeefcent) E. Lewe , Secret.
No. 549. Misfive van de Gecommitteerde Raaden der Ommelanaen, tusfehen de Ems en de Lauwers*
' aan Hun Hoog Mog., waar by onder anderen kennis geeven , dat de Heeren Gedeputeerde Staaten en die van de Reekenkamer, werkelyk reed: onder éédè waren genoomen, en dus de Jfrovinciaale Regee* ring befteld.
Hoog Mogende Heeren!
Naar dien de. Leden der Volmachten uit de re* fpeótive Carfpelen der Ommelanden, alwaar geert Eigen-Erfden irevonden worden, met den 22ftea deezer zyn geëxpireerd, en de nieuws gekoozene Mét beëedigt, of ter Ommelanden Vergadering kunnen worden toegelaaten, voor dat hunne blyken rn de monftering, waar mede op den nden Müarc sen aanvang zal worden gemaakt, zyn geexaml? neert, en aldaar Acte van Adroisfle bekomen hebben; hebben wy niet willen afzyn U Hoog Mog. onder het oog te brengen , dat hier door de Omme. jander Regcering thands incompleet zynde,deove. fige Heeren Leden, als Jonkeren, Hovelingenen Eigen-Erfden, volgers het bezwooren Reglement ^eene bevoegdheid hebben, om Uwer Hoog Mo^. ^ Mis»
I
ü2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót H
Misfive van den i8den deezer in déliberacie te néee men, of daar op eenig befluit te formeeren, vooj dat de Monfiering der nieuwe Comparanten geëin-i digt is; en, teffens U Hoog Mogenden kennis tei geeven, dat de uitfchryving van de ordinaire St; Pieters Landdag, door de Heeren Gedeputëerdet Staaten deezer Provincie volgens ouder gewoontes en reeds voor den afloop der gemelde Misfive vani U Hoog Mogenden gearrefteert en geëxploicteeri1 zynde, beide Leden op den 2iften toe het ontfan|i gen van de Refignatie, en op den 23ften deezer3 tot Ontdekking der Genëraliteits en Provinciaale: Commisfien Staatswyze hebben ge vaceert, ten dieni effecte, dat de Heeren Gedeputeerde Staaten, eri die van de Reekënkamef werkelyk reeds onder éé'dei zyn gebragt, en aldus de Provinciaale Regeeringj befteld is geworden ; hebbende niet te min de! Heeren van de Ommelanden, door herhaalde ihftano tien hun mede-Lid niet kunnen permoveeren, om by die gelegendheid volgens conftante gewoontei en aloud gebruik, een Predikatie of een Gebed ini het Provincie Huis te laaten doen.
Waar mede deezen eindigende, beveelen Wy U Hoog Mogenden aan de befcherming van God AM machtig, die wy bidden, dat Ü Hoog Mogendefli in een lange en voorfpoedige Regeering wil bewaa» ren, en verblyven.
Hoog Mogende Heerenl (Onder Jlond,) Ü Hoog Mog. goede Vrienden} Groningen De Gecommitteerde Raaden det
den 25 Febr. Ommelanden tusfehen de Eems
1788. en de Lauwers.
Geparapheert, H. Lewe, vt. j
Lager ftond,
Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz!\ (geteekent,) F. J. GuicHART, SecreU
•ie&ebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. H3
'..Noi 550 Misfive van Burgemeesteren en Raad in Groningen, aan Hun Hoog Mogenden, over het reëntameeren der Conferentien, betrekkelyk de gereezene gefchillen mei de Ommelanden enz. hebben* de tot Bylage eene Misfive van Heeren Gecommit. teerde Raaden tusfehen de Eems m de Lauwers* aan Heeren Burgemeesteren enz. van Groningen.
Hoog Mogende Heeren !
Wanneer wy op den 23ften February laatstlee: den, onder anderen aan Uw Hoog Mogenden comi mtiniceerden, dat ingevolge het verlangen van Uw Hoog Mog. aan ons gemanifefteerd in Hoogstdert zei ver gerefpecteerde letteren van den igden bei voorens, reeds Heeren Gecommitteerden benoemc :ha"dden, om indien zulks aan de zyde van Jonkeren , Hovelingen , Eigen-Erfden en Volmachten ; der Ommelanden wierde aangenomen, met Gecomilmitteerden van dezelve van nieuws te confereeren„ itot een minnelyk accommodement en vereffening l.der fubfifteerende gefchillen tusfehen Stad en Laaide, hebben wy by Misfive van dien zelvden datum aan gemelde Heeren van de Ommelanden kennis jgegeeveh, welke Heeren ten dien fine aan kante 'Van de Stad waren Gecommitteerd, op dat, zo dra zulks by dezelve gefchied , en aan óns bericht zouidezyn, de Gecommitteerden nagemaakte aYfpraak» 1de conferentien wederom 'zouden kunnen beginnen :'en voortzetten
j Op deeze Brief den 28ften daar aan volgendedê ïievensgaande refcriptie (waar toe wy kortheids* ihalven de vryheid heémeh óns te refereeren) heb? ipende ontfangen, hebben wy het van Onze plichÊ geacht U Hoog Mogenden daar van te infórmeeren, iinaardien U Höög Mog. daar uit zuilen zien,dat téü opzichte van de Stad, het reëntameeren der voor* ifchreeve Befoignes tot herftel der harmonie /lüsifchen de Leden van deéze Provincie te vertvagterj 4s, van de ihclinatie en dispofitie, wélke daar öüiVI. Deel. ü (f«ai
IT4 FerzsmeHng van Stukken htrekkelyk tot
trent by de Heeren van de Ommelanden na'afloop van de monftering zal bevonden worden
Waar mede blyven, U Hoog Mogenden in Go. ©Es protectie beveelende.
Hoog Mogende Heeren!
(Onder Jlond,') U Hoog Mogende goede Vrienden. Burgemeesteren en Raad in Groningen. Geparapheert, (was get.) B. v. Iddekinge, vt.
Lager ftond
Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz« (geteekend) W. Cranssen, Secrtt.
BYLAGE.
Edele Mogende Heeren!
U Edele Mogenden by Misfive van den 23fïen deezer, en op den 2jften» na dat onze Vergadering geëindigt was, geëxpedieert aan Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten der Ommelanden, tusfehen de Eems en de Lauwers, hebben gelieven kennis te geeven van dè dispofitie tot het reëntameeren der conferentien, betrekkelyk de gereezene gefchillen, door het benoemen van Heeren Gecommitteerden by U Edele Mogendrn gemaakt, vermeenen wy, op dat een te lang ftilzwygen aan zyde van de Ommelanden, niet mogen veroirzaaken eenen verkeerden uitleg of nadeelige impresfien, U Edele Mogenden te moeten doen reflecteeren, dat de ééden der Volmachten, met den 22ften deezer zynde geëxpireert, en de beëediging der nieuws gekozene Volmachten niet kan g-efchieden , voor dat de'zelver qualificatien in de aanftaarde monftering geëxamineert en goedgekeurt zyn, over zulks tot zo lange de Ommelander
Ver-
&e GeBeürtenisfèn in 1787 enz. voorgevallen. lij
Vergadering incompleet zynde, by dezelve conform bezwooren Reglement niets gerefolveert mag worden, en wy terfens ons buiten ftaat bevinden, gemelde Uwer'Edele Mogenden Misftve ter deliberatie van die genen te kunnen brengen, waar aan dezelve is geadresfeert.
Wy zullen echter niet in gebreeken blyven, terftond na geëindigde monftering ten vermelden einde alle de Heeren Comparanten te doen verïchryven, wanneer niet twyffelen, of zo wel de Misfive van Haar Hoog Mogenden van den i8den deezer, als die van U Edele Mogenden zullen de eerfte onderwerpen der deliberatien van Hun Edele Mogenden worden.
Waar mede^ verblyven, na U Edele Mogenden In Gödes Heilige Protectie te hebben aanbevoolen. Edele Mogende Heerenl
(Onder ftond , j U Edele Mogende goede Vrienden, De Gecommitteerde Raaden der Ommelanden tusfehen de Eems en de Lauwers. Geparapheert, (tóas gef.) H. Lewe, vt.
Lager Mond,
Ter Ordonnantie van H. Heeren voorfz. (tias gei.} F. J. GüicHArt, Secreu
II6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
N". 551. Misfive van Jonkeren, Hovelingen en Volmachten der Ommelanden, tusfehen de Eems en dtt Lauwers, aan Hun Hoog Mogenden de Heerem Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, i?e«. hehende DeduElie en verhaal van het gepasfeerde geduurende de fubfifteerende Oneenigheden tusfehen. de Hooge Staatsleden van Stad Groningen en Om* melanden enz.
Hoog Mogende Heeren!
Door de Heeren onze Gecommitteerde Raaden, by Misfive van den ajften February laatstleeden,, ter kennis van Uw Hoog Mogenden zynde gebragt, datwy volgens Ommelander Regeerings-Conftituties en het bezwooren Reglement, naar dien onze Ver-: gadering incompleet was, geene bevoegdheid had-l den, om de. Misfive van Uw Hoog Mogenden vam den i8den bevoorens in deliberatie te neemen, eni daar op eenig befluit te formeerenvoor dat dei monftering der Landsdags Comparanten, waar me-, de den ilden Maart een aanvang ftond te worden gemaakt, zoude zyn afgeloopen, hebben wy niet willen afzyn direct op onze^eerfie Vergadering nai geëindigde monftering, gehouden den,28ften der jongstverloopene maand, gemelde Uwer Hoog Mogenden Misfive, tot een onderwerp onzer deliberatien te maaken; welke op heden nader geëxami-, neerd er overwogen hebbende, vermeenen wy voon Uw Hoog Mogenden niet te mogen verbergen, on^ ze groote verwondering zo omtrent de weinige uit-; werking, welke onze voorgaande rechtmaatige kiag. ten, ter Vergadering van Uw Hoog Mogendem en het gene verder by het arrefteereh van dezelve! heeft plaats gehad.
Wilden wy ophaalen Hoog Mogende Heeren, dè< verregaande, geweldige en onregdmaatige ftappeni zedert een reeks van jaaren aaD zyde van de Stad: gedaan, zouden wy gedrongen worden een zware Register op te hangen, waar van de Jaarboeken»
geenJ
ie Gebeurtenis/en in I?8? enz. voorgevallen, li?
»een wedergaa kennen, en waar aan naauwlyks ein- • Ie te vinden zoude zyn. Wy willen dan liefsc de fcortfte en zagtfte weg verkiezeu, en zullen voor: lis nog tot geene byzonderheden , die voor de ■ iHaand September 1787 hebben plaats gehad, overgaaD, maar zulks tot de uiterfte nood verfchuiven, 2h ons thands alleen bepaalen, tot het geen in de .aatfte dagen kort voor de gelukkige omwenteling > van zaaken, waardoor de Republiek voordeszelva Ondergang bevryd i* geworden, gebeurd is. • Wy behoeven Uw Hoog Mogenden niet te herinneren de akelige toeftand, waar in het lieve Va- c derland in het afgeloopen jaar 1787 was gebragt, wanneer zo hier als elders het Dictatorfchap aan zo. genaamde Commisfien vaD defenfie opgedraagen, de befluken van de wettige Souvereinen, door vliegende Legertjes uit het gemeenfte en flegtfte foort van Volk beftaande, wierden beftierd: die wonde §s3 te verfch, dan dat de fmerten daar van reeds vergeeten zouden zyn. Wy behoeven even weinig Üfw Hoog Mogenden te herinneren de toefiand, waar in de Vergadering van Uw Hoog Mogenden zich bevond, wanneer door het verfchynen van on■wettjge Gedeputeerden van zekere prastenfe Staaten te Utrecht vergaderd, het droevig tydftip 'fcheen gebooren te zyn, dat een heilloos fysthéma tot verderf van Land en Volk zoude door dringen, :en zekerlyk de overhand gekreegen zoude hebben, hadden wy eecftemmig met ons mede-Lid willen iwerkzaam zyn, en-in derzelver maatregulen tree;den,
;Dan daar onze advifen ter Staats-Vergadering tel. ■ kens tegens die van de Heeren van de Stad diametraal waren overgefteld, konden 'er by deeze Provincie geene zodaane befluiten worden genomen, 1 waar door de Ondermyners en Belaagers der gcvesv l tigde Conftitutie, eenige onderfteuning ontfingen , 1 waar uit de gezamentlyke Hooge Bondgenooten dit voordeel hebben getrokken . dat de balance niet na ds verkeerde zyde overgeflagen, en het gezaaj
. H 3 over
22$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
over de Armée van den Staat zodaanig geconfer- ■ veert is gebleeyen, dat toe behoud van het gefol- • terd Vaderland werkzaam konde blyven • . Daa„ even hier door, hebben wy ons alle de elenden,' die ons vervolgens zyn overgekomen, op den hals, gehaald.
Toen men zag, dat niets op ons vermogte, om ons van dè betrachting van ééd en plicht af te trekken , moesten 'er geweldiger maatregulen genomen worden, men wa* met de Commisfie van deferfie te Woerden in Correspondentie; de Collonel Meyern wierd herwaards afgezonden, en hield feeree^ te Conferentien met de Commisfle van defenfie deezer Stad: hier op volgde een Brief van die van Woerden, om aan het nieuw geworven Corps van gemelde Collonel alhier een Loopplaats te vergunnen, waarfchynlyk om geconjungeert met eenige Leden uic de gewapende Genoodfchappen in deeze Provincie, en die van het nabuurig Friesland daar van een vliegend Legertje, tot een Tuchtroede voor beide Provinciën op te richten.
Men was echter te onverduldig, en kon den tyd niet afwagten, dat zulks volkomen tot Hand ware gebragt. # 1
' 'Er deed zich eene gunftige gelegendheid op, om het gene 'er reeds lange gefmeult hadde, iri volle vlam te doen uitbarfien, wanneer op' den iq en nden September, door het Esercitie-Genoodfchap tot Appingadam, aanleiding tot eenige onlusten aldaar wierd gegeeven, en waar van de bron niet bezwaarlyk te vinden is. Toen vermeende men het rechte tydftip gebooren te zyn, om ons tot een andere denkenswyze te brengen, teq minften, om zo door het intfmideeren van deeze, als het arrefteeren van geene, de befluiten ter onzer Vergatfering naar zyn zin te dirigeeren. ■—— Toen wierd door de Heeren van de Stad beflooten,' om eenige Gecommitteerden met een fterk Detachement uit het Genoodfchap van Wapenhandel, Ka. jpoa en verder Ammunitie van Oorlog naar Appia-
ie Gebeurtenis/en in 1787 «nas. voorgevallen. 1S9
gadam te zenden, en aldus het Ornmelander Territoir, gewapenderhand te invadeeren en te fchea-
\Ar-,r horrlpnkpn mpf Hf» innig fte droeffenisfe,
de fmaad die wy om onze «andvastigheid en aan-
Kieeving aan ue gevesugue uuuiuiuuc,
nebbe 1 moeten ïyaen, en wy z-yu met medelyden aangedaan, over het geweld en overlast, dat veele onzer goede Ingezetenen, waar onder zelfs Leden van onze Vergadering zich bevonden , onder directie van deeze Stads-Commisfie van defenfie op ois Souverein Territoir, aan hunne Perfoonen en Goederen, hebben moeten ondergaan , zonder dat wy deswegens eenige fatisfactie, or onze goede Ingezetenen, waar van fommige hunne gezondheid door die mishandelingen verlooren hebben, dus verre eenige vergoeding hebben kunnen bekomen, daar nogthands het verblyf van deeze gewapende Manfchappen, die intusfehen in een donkere nagt ook een pooging deeden, om de * ortresfe Dclfzyl by verrasfing in te neemen, aldaar . 1 k„„*v «n^oimii^n . tnr dat men van de be¬
ste» ItllIJi UClll. «OUJlNUUUv-uj Ti . 1 1 . r
toonde grootmoedigheid van zyn Komnglyke Maiefieit van Pruisfen toeverlaatige berichten °ntfl;no* en het dus niet langer geraaden vond, zyn beldenmo 'law weerlooze Ingezetenen te betoonen. Wy hebben by Misfive van den I4den September des afgeloopen jaars, waar toe ons, om de kortheid te betragten , by deezen refereeren, van deeze openbaare verbreeking van den band van Vereeniging, tusfehen ons en de Heeren van de Stad , ten overftaan van U Hoog Mogenden zo plechtig gelegd; en van het orefente gevaar, waar in wy ons bevonden , aan U Hoog Mogenden wydloopig kennis gegeeven, in die allezints rechtmaatige verwachting, dat U Hoog Mogenden door fpoedige, prompte en toereikende befiuiten, daadelyk zodaane vooraieEinge doen, en middelen daar zouden «ellen , waardoor wegens deeze ongehoorde en geweldige fchenB ding
H 4
■ I
X2o Verzameling fan Stukken letrekkelyk tot
ding van ons Territoir, genoegzaame fatisfaclie kon* den bekomen.
Wy konden dit met recht vertrouwen, daarzulkss Dy het Utrechts verbond uitdrukkelyk is beloofd,, en moesten die daadelyke hulpe in dit geval te meer! verwagten, om dat dit geweld ons alleen wegenss onze aankleeving aan dit verbond wierd aangedaan.
Doch tot ónze grievende fmerte bemerkten wy/ al ras, dat wyons meteen iedele hoope hadden gevleid, wanneer U Hoog Mogenden in plaats vani aan ons daadelyke hulpe te doen geworden, ons tem prooije van onze Vyanden overlieten, en by Mis-live van den 22lten September kennis gaven: „dat: 9? U Hoog Mogenden hadden goedgevonden aan de i j, Heeren Burgemeefteref. en Raad, oud en nieuw,, «, fampt TaalmanneD en Gezwooren Gemeente der 1 3, Stad Groningen te fchryven, dat U Hoog Mo». a, gepden met veel aandoening en leedwezen zyn i 3, ontwaar geworden de oneenigheden, welketus* ■ s, fchen de beide Leden van Staat, by gelegent3i heid van het voorgevallene te Appingadam als „ anderfints zyn ontftaan, en waar over wy ons zo hooglyk zyn beklaagende, dat U Hoog Mor genden vermeenea Hoogstderzelver oirdeel deswegens te moeten opfchorten, tot dat wy gele,, gentheid zullen gehad hebben, daaromtrent te „ zien de informatién en het belang van hun Heess, ren Burgcmeefleren en Raad, welke U Hoog „ Mogenden Copie van onze Misfive aan hun had„ den toegezonden
Gelyk de inhoud van voorfchreeven Misfive, ons, die met zo veel recht eene daadelyke hulp verwagtende waren, ten uiterfien moeste furpreneeren s zo hebben wy ook vermeent die verwondering voor U Hoog Mogenden niet te mogen verbergen, maar als eerlyke en cordaate Regenten verplicht te zyn dezelve zo fpoedig mooglyk ter kennisfe van Uw Hoog Mogenden te brengen, en aan Hoogstdezei» ve te reprefemeeren> dat, het geenfints onze inten»
sie
'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 121
I eie ware om met de Stad wederom in die kostbaare I Proceduures geleid te worden, waar door onze Fi: nantien thands door eene voorbeeldelooze fpaar! zaamheid weder herfteld, in vroegere tyden gerui ineerd zyn geworden, maar dat het geweld, de hoon i en fmaat, die wy hadden ondergaan in het open» I baar zynde gefchied, en de band, die de beide Le1 den van Staat dus verre vereenigt had gehouden, 1 daar door voor het oog van ieder een aan Stads zy1 de faitelyk verbrooken zynde, wy nu mede ontflaS gen waren van alle die verplichtingen, waar toe i anderfints door het Tracïaat van Reductie en De[ rillen van U Hoog Mogenden gehouden waren, en t dieswegens onze Souvereiniteit en ÜnafhankelykI heid niet minder als de Heeren van de Stad zonden (doen gelden en handhaaven, breeder te zien in lonze Misfive aan Uw Hoog Mogenden van den !2CSften September, waar toe ons mede by deezen t refereeren,
Intusfchen ontfingen wy op dien zelvden dag van ; den 26ften September na geëindigde Vergadering 1 een Brief van den Breeden Raad deezer Scad, ver!toonende eene groote geneigtheid en vuurige 1 wensen, om op vaste en biilyke gronden met ons Ite tiereenden ; en houdende een voorflag om Heeren Gecommitteerden te benoemen, ten einde te 'famen , als Leden van ieder Lid apart te deliberee:ren over de middelen, zo ter afdoening vaa diedif[ferenten, om .welke de Landsdag deliberatien ophielden , zouden kunnen dienen, fub A*
Waar op door ons den oden October is gerefcriIbeerd, dat wanneer Hun Edele Mogenden in der:daad genegen waren wegens het violeeren van ons 1 Territoir en de geweldige veróngelykingen , die i onze goede Ingezetenen geleeden hadden, aan ons i en onze Ingezetenen behoorlyke en voldoende fa« :tisfaétie te geeven, en ons daar van verwittigden, iwy allefiots bereidvaardig zouden worden bevon-, iden, om uit ieder Kwartier een Heer tecommittee-. IjreDji Pm ceftjens onzen Syndicus en Secretaris mee,H $ . Hee.
m
Ï22 Vwzameling van Stuiken betrekkelyk tot
Heeren Gecommitteerden van Stads zyde te confe*> reeren over de wyze, op welke die fatisfaclie zou*, de gefchieden, en teffens zodaanige Articulen te: ontwerpen, welke tot eene onverbreekelyke bandl van hereeniging tusfehen Hun Edele Mogendeni en ons dienen, en htiliglyk nairgekomen zoudeni jnoeten worden, op dat eenmaal een einde wierde: gemaakt aan zo veele dis< repantien, als meermaalen tusfehen Hun Edele Mog. en ons hadden plaats i gevondenfub B.
Wy ontüngen vervolgens een Brief van Burge«« meefteren en Raad in Groningen, gedateerd dem I3den October, houdende kennisgeeving van hett benoemen van Heeren Gecommitteerden, ten eindde zo ras mooglyk op een biilyke wyze de gefchil-. len te vereffenen, fub C; en moesten dus vattelykc befluiten, dat de Heeren van de Stad van de billyk- * heid van onze inftantie overtuigt, thands genegeni waren aan ons wegens het gebeurde, behoorlyke: fatisfaótie te doen geworden, en redelyke conditieni tot hereeniging met ons te ontwerpen, naardien wy? duidelyk genoeg te kennen hadden gegeeven, daet zonder zodaane dispofitie by de Heeren van de Stadi aan te treffen, niet genegen waren tot het houden 1 van vrugtelooze Conferentien terefolveeren: en het! was alleen in die veronderftelling, dat mede vani onze zyde ten fine voorfchreeven Heeren Gecommic- ■ teerden zyn benoemt, en daar van by Misfive van i den I7den Odlober aan Burgemeefleren en Raadi kennis is gegeeven, fub D.
Maar welke betuigingen men ook van tyd tot tyd! had gedaan, en tot het laatfte oogenblik toe her— haalt, van geneigtheid om op vaste en biltyke gronden\ •met ons hereem'gt ie worden , was 'er echter helaas! geen fchyn of fchaduwe van eenige wezentlykheid I in die verzekeringen te vinden; terwyl men inre— gendeel op de edelmoedigfte offerte, door ons gedaan, hoedaanige men zekerlyk niet hadde kunne» i en ook in het vervolg van ons niet weder verwag— ten moet, een zodaanig antwoord aan onze Heeren i
Ge-
és Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 1%$
Gecommitteerden heeft laaten toekomen, dat wy lalle gevoel verlooren moesten hebben, zo daar over niet ten hoogden geindigneert waren geworden, gelyk U Hoog Mogenden uit de Bylagen/afc È, F, G, H, I, K en L, behelzende, het voornaamfte verhandelde in die Conferentien , zullen kunnen opmaaken.
Wy hebben even daarom het als toen geraaden gevonden, de Conferentien, die Hechts dienden, om de gemoederen te verbitteren, en waarvan geen srrugt konden verwagten, af te breeken, doch des biet te min wederom, gelyk meermaalen bevoo■ens, de fterkfteinftantientot het houden van Staatsvergadering gedaan, zo als uit het Declaratoir Juk. M. te zien, doch als naar gewoonte hec Decliaa;oir antwoord fub N. bekomen.
De meeste van deeze overgelegde Hukken , kunien te gelyk tpt bewys verftrekken, van hoe veel vaarde de Misfive van de Heeren van de Stad aau 1 Hoog Mogenden van den I2den February laatst:eeden gehouden moet worden', inzonderheid in ierbis: ,, wy hebben ter bereiking van het falutai;? , oogmerk de grootfie toegeeventheid' gebruikt; , ja wy zyn ten ilerkflen overtuigt van onze zyde , door perfuafie middelen alles te hebben aange, wend, wat van cordaate en vreedelievende Re, genten immer kan worden gevorderd, waarvan ,■ wy U Hoog Mogenden door de bewyzen die , voor handen zyn, ten eerften hoopen te cqnvin, ceeren".
Wy liaan verbaast Hoog Mogende Heeren! over ieeze taal, die door de hier overgelegde blyken z« luidelyk wederfprooken word, en wy ftaan nog neer verbaast, wanneer wy onze aandagt vestigen Dp de uitwerking, welke dezelve ter Vergadering ?an U Hoog Mogenden heeft gehad.
Onze dringende Vertoogen in de maand van September, hoe zeer ook op het Utrechts verbond ge-, vestigd, hadden geen ander gevolg, dan dat Uv* Boog Mogenden yan ons mede-Lid ifif jrmatie wegens
I
124 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
gens het gebeurde, en van deszelvs belang, defide-' reerden; met aanmaaning teffens, om de gereezene '■ gefchillen in der minne by te leggen; dit laatfte niet:; 'gelukkende^, moest men natuurlyk verwagten, dat ; aan het eerfte voldaan zoude worden.
Dan dit word geheel uit het oog verlooren, em op eene enkele klagte van ons mede-Lid, dat wy onbillyk handelen, na geen fortabele voor/lageni willen luifteren, en de Conferentien hebben afge— brooken, word door Uw Hoog Mogenden diredt: van voorgaande Refolutie afgeweeken, en onder* anderen niet alleen beide Leden geëxhorteerd, omi de afgebrokene Befoignes, tot onderlinge accom— modementen vereffening der fubfifteerende gefchil— len, hoe eerder zo beter te reëntameeren, maar' ook ons, byaldien deeze hervatte Befoignes bin-> nen den tyd van vier weeken het gehoopte herftel! tot onderlinge harmonie, niet te wege brengen, de ; gronden en rnotiven van wederzydfe fustenues, als; dan binnen den tyd van zes weeken, na afloop van i dat eerfte termyn, aan Uw Hoog Mogenden te doen: toekomen, ten einde U Hoog Mogenden dezelve: zouden overweegen, en na ingenoomen te hebben; iet hoogwys advis van zyne Hoogheid , als ErfStadhouder van onze Provincie, zodaanig daar cmtrent zouden handelen , als Uw Hoog Mogenden. t naar bevind van zaaken zouden oirdeelen te behoo-, ren, het zy door het voorflaan van conciliatoire fchikkingen, als anderfints.
Wy zeggen nogmaals, Hoog Mogende Heeren! en zulks waarlyk met dien eerbied voor, en verkleefdheid aan Uw Hoog Mogenden, welke wy in onze jammervolle dagen, met oogenfchynëlyk gevaar van ons eigen leeven en tydelyk welzyn, zo dikwyls betoond en overtuigend aan den dag hebben gelegd, wy ftasn verbaast, ja ten uiterften verbaast over deeze Misfive, en bedroeven ons, daar in zo zichtbaar te befpeuren, dat ons mede-Lid, die altoos met ons op een egaale grond moetftaan» zulk een meerderen invloed boven ons in de Verga-
de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 125
gadering van Uw Hoog Mogenden heeft bekomen, dat onze fterke Vertoogen weinig voor ons kunnen opereeren, en daar en tegen aan losfe voorgeevingen van ons mede-Lid, op belofte van de bewyzen naderhand te fuppediteeren, direct word gedefereerd.
. Wy moeten ons voornaamentlyk beklaagen: Xé Dat wy de meergemelde Misfive van Uw Hoog Mogenden door een Stads Heer onderteekend vinden, en waar uit met zo veel reden befluiten, dat de Heeren Gedeputeerden ter Verga, dering van Uw Hoog Mogenden uit het Lid van de Stad, die men uit hoofde van derzelver verknogtheid aan Stads belangens, altoos als Partyen in caufa, behoorde te confidereeren , mede toegelaaten worden om over de middelen ter wegneeming of beüisfing der Leedfche gefchillen te advifeeren-, en mooglyk U Hoog Mogenden voor te lichten.
■ 2. Dat Uw Hoog Mogenden aan ons in de dringendfle nood geen de minde hulp hebben gelieven toe té brengen, onze klagten en inftantien buiten deliberatie gehoudenen op een ingekomen Brief van ons mede-Lid van eene Refolutie, vyf maanden bevoorens by U Hoog Mogenden genoomen, waar van Uw Hoog Mogenden aan ons hadden kennis gegeeven, terftond zyn afgeweeken.
3. Dat by de bepaaling van het eerfte termyn van vier weeken, niet in acht is genoomen, dat onze Vergadering incompleet zynde, wy achtervolgens het bezwooren Reglement, door U Hoog Mogenden zelve aan ons voorgefchreeven, niet mogten Vergaderen, om eenig befluit, het welwezen van deeze Provincie in het algemeen, of van de Ommelanden in het byzonder concerneerende, te formeeren.
4. Dat Uw Hoog Mogenden zich daar by over ons een gezag aanmaatigen, welke wy met het Utrechtfe Verbond niet weeten over een te
bren-
I
X2.S Verzarading van Stukten tetrékkïlyk Ui
brengen, naardien by het zelve wel uitdruk-. kelyk bedongen is, dat de overige Bondgenoo»' ten, zich zonder voorgaande opdragt, nietmo* gen fteeken in gefchillen tusfehen andere Ge-1. . westen, Steden of Leden. Dit was het beding, dat door ons wierd gemaakt $ toen de Stad nog de Spaanfche zyde bleef toege-:. daan,' en wy als Souvereine en önafhankélyke Staa-t ten der Friefche Ommelanden tusfehen de Eemsli en de Lauwers, tot de Unie wierden toegelaatenj: gelyk uit de inleiding te zien is.
De Stad naderhand voor onze Wapenen, by diei der overige Geünieerde Gewesten gevoegt, moe-: tende bukken, hebben die van de Ommelanden, by het vyf de Art. van het Verdrag, waar by de Stad 5n 1594 aan de Böndgenooten is overgegaan, wet als een faveur voor zich bedongen,om tegensStadi Onderdrukkingen beveiligd te worden; dat de fub-3 fifteerende gefchillen tusfehen hun en de Stad by Uw Hoög Mogenden befiist zouden worden, maai kunnen echter daar doorniet gereekend worden vani het geftipuleerde by het Ütrechtfe Verbond eeni-i ger maaten te zyn afgeweeken : terwyl zy van hun.) ne victorieufe Wapenen alleen voor zich dit gebruik hebben willen maaken, dat de Stad door hun vooe Uw Hoog Mogenden geroepen Wordende, Verplicht zoude zyn, zich aldaar te verantwoorden, eh dé Decifie van Uw Hoog Mogenden te onderwerpen: waar uit wel volgt, dat die van de Ommelanden als dan mede in reconventie Uw Hoog Mogenden aki Decifeurs erkennen, en Hoogstderzelver nitfpfaalt eerbiedigen moeten, maar geenfints, dat de Sradj wanneer het haaf gelüst, deeze of geene qusestié ter baane te brengen, insgelyks bevoegt is, oir ons voor Uw Hoog Mogenden te cónvenieeren, all zo dit tegens de duidelyke letter van de Unie, op wiens obfervantie reeds naar het Tractaat van 1594 een verkreegen recht hadden, en waar aan nim^i mer hebben gerennncieerd , direct zoude inloó;
Pen' ' ^1
mi
èt Gebeurtenisjen in 17$? enz. voorgevallen. i%?
Dan hoe klaarblykelyk ook de Heeren van de Stad »y het vyfde Art. van het Tractaat van ir,9\, ten aveure van de Ommelanden, Van het gemeene recht les Verbonds, in het (luk van gefchil met de Omnelanden, afftand hadden gedaan, beweerden ech:er die van de Stad naderhand, dat dit vyfde Art, les Verdrags zich enkel bepaalde tot die gefchilen, welke beide Leden destyds onder eikanderen ladden, en voor het overige met betrekking tot ;efchillen, ex post faBo refulteerende, Uw Hoog Mogenden geene bevoegtheid hadden, om tusfehen mn en ons recht te doen.
Wy voeren dit flegts in het voorby gaan aan, ieels om Uw Hoog Mogenden als van verre te doen iien , hoe fchoon men zich altoos aan Stadszyde vaö :et recht van convenientie heeft weeten te bedie:en, en ons door allerhande frivo'ole uitvlugten te aatteeren, deels om Uw Hoog Mogenden te doen ipmerken, dat om eindelyk eens een einde van die nzekerheid te bekomen, en in het vervolg geen uasstie te hebben , wie in cas van ontffaane gefchilen tusfehen ons en de Stad, de Scheidsman enBehiddelaar zoude zyn.'
Beide Leden in 1748 Staatswyze Zyn eens geporden , om zulks plenair aan den Heer Erf-Stadhourer in der tyd te confereeren, en dat 'er om die reien een afzonderlyk Art., zynde het 32fte in het leglement Reformatoir de Anno 1749, (trekkende ot een eeuwigduurende fundamenteele en onverrreekelyke Wet deezer Provincie, is inverlyvet, yaar by bepaald is:
,, Dat in cas van oneenigheid, of discrepanties , tusfehen de Stad en de Ommelanden, ofColle, gien en Leden van dien , midsgaders tusfehen , bovengemelde Hooge Juftitie-Kamer , de Stad , of eenig Gerichte, de Heer Erf-Stadhouder in , der tyd zal hebben de bemiddeling, of by oh, verhoopt non fucces, de eindelyke decifie en , uitfpraake derzelve".
Dat Reglement is door beide Leden van Staat,
20
128 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
zo wel als door den Heere Erfstadhouder, plechii tiglyk bezwooren en aangenoomen, derhalven, ii de een, zo wel als de andere, door den heiliger ééd verbon ien, om het zelve te obferveeren, et te doen obferveeren; indien 'er dus quasstien om der de Leden or.iftaan, zyn beide Leden verplicht om den Heer Erf-Stadhouder als hunne wettigs; Scheidsman te erkennen, en de Heer Erf-Stadhoui der is even zeer verplicht, die decifie op zich tit neemen; want de verplichting is reciproquelyk, et zonder eenpaarige bewilliging van alle , kan nia mand daar van ontflagen worden : laat men eenfnaa: .van dit Staatsweeffel fpringen, alle de andere zul len ras volgen, en het gantfche werk in duigen gei raak en.
Doch al waren wy mede door het Traclaat vaE 1594 over alle qusestien die de Heeren van de Stac goedvinden te moveeren, voor Uw Hoog Mogen: den convenibel; al was de nadere Overeenkoms: van 1748 niet aanwezig; al was het geallegeerdd 32fte Art. niet Staatswyze gearresteerd, het Res glement Reformatoir inverlyvet en bezwooren, dat nog zouden U Hoog Mogenden geen bevoegtheid kunnen pretendeeren, om, zonder onze fpeciaahi " delatie, thands mede als in vroegere tyden Deci feurs tusfehen ons en de Heeren van de Stad te zyn: naardien het geen tegenfpraak'lyd , dat hee recht van decifie, het welk Uw Hoog Mogender over de gefchillen, tusfehen de Stad en de Omme* landen bevoorens hebben uitgeoeffend , alleen uit het Verdrag van M04, men moge het dan ook ino terprseteeren zo als men wil, moet worden afge-; leid, en het zelve thands van Stadszvde faitelyli verbroken zynde, als nu met de aaar op gevolgdé decifien voor vernietigd moet worden gehouden! zo dra de beleedigde Parthy, die wy zyn, zulks reclameert, het welk door fins dir< ü is gefchied, en wy thands wederom reclameeren by riet zen.
Wy Zyn dus in relatie van ons mede-Lid wedet in die zélvde ftaat, waar in ons voor het Traöaat
VaE
de Gebeurtenis/en in 1787 ent. ntirgevaïlen* Ü9
1 van 1594 bevonden, en wy vinden ons dieswegen i voor als nóg niet in die fituatie, dat 'er eene rechl terlyke decifie tusfcheh ons en óns mede-Staatslid ! noodig is, maar zouden alleen met het zelve hebben moeten handelen, over de wyze, op welke : gevoeglykst weder tot een Lighaam vereenigd kun: nen worden.
Wy zouden hier toe ook alle de faciliteit, by vernieuwing hebben betoond, was het niet, dat nU i in de tyden van kalmte en ruste in de andere Ge1 westen Van Ons Vaderland, Weder door ons mede* !Lid zulke büitenfpoorige demarches waren gedaan, Idie de verontwaardiging van elk onbevooróirdeeld :en önpartydig Menfch verdienen, en waarfchynlyk iaan Uw Hoog Mogenden noch niet bekend zullen :«yn.
Dan hoe zeer wy ook fchrikkeö Voor een verhaal ,Van gebeurtenisfen, die Ons dooi- de ziele gaat, en :by niemand buiten deeze Provincie geloofd zoüde iworden, zo men ze niet terftöndmet önwraakbaar'e ibewyzen ftaafde, kunnen wy egter niet voor bys ter kennis van U Hoog Mogenden, en daardoor rlnede ter kennis van de verdere hooge Bondgenodten te brengen., dat fchoon wy van vroegere tydeü af, Voor de Wettige en Souvereinë Staaten der jvrye en onafhankelyke Ommelanden tusfehen de CEems en de Lauwers, by de hooge Bondgenoöten :erkent, en als zodaanig zelvs voor de Stad tot het .Utrechtfche Verbond zyn toegelaaten, nogthands icnlangs, hebben moeten ondervinden , dat zulks lldóor de Heeren van de Stad niet alleen aan ons wordt i:betwist, maar dat dezelve, uit hoofde van privaare" iEigendömmen in de Ommelanden ; zich tegens al* le principes van recht, en tegens gèftaafde Wettefj en Reglementen een infaage in de Ommelaridet Re;geering, en zelvs füperioriteit boven ons, dürveö jianmaatigen.
Wy bedoelen j Hoog Mogende Heeren! de aan* 'fchfyvingen door Burgemeesteren en Raad in Örö:fliögen , den i$ém Feörudry laaisllesëeö, ëë dSS
n
130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
een dag na dat hunne Misfive aan Hun Hoog Mo» gende, die niets als infchikkelykheid en vredelievendheid ademt, waren afgeloopen',aan eénige particuliere Richters in de Ommelanden, die als Geconftitueerdeh van Burgemeesteren en Raad , uïti hoofde van privaate Eigendom, in fommige Carfpe.: len der Ommelanden, de civile en crimineele JuftN tie oeffenen, afgezonden, waar by dezelve gelast worden : „ üe nodige en voldoende ordres af téi „ geeven aan de refpective Predikanten en SchooU „ meesters, om geenerhande Publicatien, NotifiM „ catien, of Ordonnantiën, op naam van Jonken 3) ren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten! „ der Ommelanden, of op den naam van derzel*vei Heeren Gecommitteerde Raaden wordende ge'él 9, maneert, in de Kerken af te leezen , of doeÈ „ afleezen , gelyk mede aan de Weddelieden,, „ en verdere Gerichtsbedienden te injungeeren .
om noch tot het aanflaan, noch tot het uitvoerefc ,, van dusdaane ordres de hand te leeneri ; neem '„ maar alle zulke aangeflagene, of aangeplakte or*i „ dres terftond af te fcheuren, en niet te refpeci „ teeren, en het zelve alle het E. E. Gerichte teri s, ftond toe te zenden, en daar af kennis te gee!( „ ven, onder guarantie van alle de gevolgen, dui „ daar uit mogten refulteeren".
Wy vinden ons in ftaat een Copie van dit pronk! ftuk eener geweldaadige overheerfching, waar vae "geen voorbeeld te vinden is, en die alle paaien tt buiten gaat, fub O, onder het oog van U Hoog Md genden te brengen, en welke wy vertrouwen, da; by U Hoog Mogenden zodaanig bcfchouwt zalwor; den, als ze in der daad verdiend,
Waren deeze aanfchryvingen eenige weeken vroei eer gefchied , dan hadde zelvs de monftering de'; Landsdag Comparanten geen voortgang kunnen heb!: ben, ons Collegie was,-incompleet gebleeven, et de Ommeïander Regeering nuttelóos voor het Bond: genoodfchep gemaakt, naardien de Placaaten vat '.de monftering, die wy alle twee jaaren moeten ê
ma
ie Gekurienisfen in 1787 enz. voorgevallen. 131
maneereo, als dan in fommige Carfpelen der Omanelanden, niet gekondigt waren geworden , over zulks veele Ingezetenen eene wettige ignorantie van de bepaalde dag der monftering hadden kunnen voorwenden, zo als fommigen zekerlyk gedaan zouden hebben; vermits die genen, welke naar veranidering haaken ,en onze gezegende Conftitutie graag geren verfeerd zouden hebben, zich reeds vast veriheugen, dat door zulke deftige aanfehryvingen de anarchie ten top verheven wordt, en de ordres om geen Wet of Overigheid te eerbiedigen, onder belofte van guarantie voor alle de gevolgen, met blydfchap ontfangen.
Hier by is het niet gebleeven, neen; maar men geeft nog van dit verrichte, even als van een vooritreffelyke daad, by Misfive van den iöden Febr. fub P. kennis aan de Heeren Lieutenant en Hoofdmannen van de hooge juftitie-Kamer deezer Provincie, mengd het recht van mede-Staatslid, en van eigendom van eenige privaate gerechtigheden in Üe Ommelanden wonderlyk onder elkander, en verzoekt van het Hof maintien van een gefïngeerrJ recht,na dat men vier dagen bevoorens zich de decifie van Uw Hoog Mogenden onderworpen hadde.' • Stonden wy verfteld, Hoog Mogende Heeren I over deeze buitengewoone en onregelmaatige flap» waar over, ter vermyding van haatlyke reflexien» ons voor als noch niet nader zullen uitlaaten; niec [minder (tonden wy verfteld, wanneer wy in eene. 'Misfive van Lieutenant en Hoofdmannen, waar by aan ons kennis van de klagte van Burgemeefteren èn Raad wierd gegeeven, fub O,, de volgende veel beduidende bewoordingen aantroffen.
„ Zo hebben wy gemeend op deeze klagte niet ,„ te mogen of te kuni.en disponeeren, voor en al„, eer wy daar tegen hadden ontfangen Uwer Ed. „ Mog. belangen; wy zenden dieshalven hier ne% f, vens Copy van opgemelde Misfive en klagte aan „ Uw Ed. Mogenden, in vertrouwen, dat Uw Ed. I, Mogenden het Hof op den ;nhoud van dien, zo i 2 „ fpoe-
13* Ptrzamding van Stuiken betrekkelyk tot
„ fpoedig mooglyk, zullen dienen van derzelvetf bericht".
_ Wy zullen insgelyks Uw Hoog Mogenden atten-' tie niet ophouden met de menigvuldige rem .rques,, die met zo veel recht hier op gemaakt zouden kunnen) worden, maar U Hoog Mogenden attentie alleenlyks bepaalen by hec zonderlinge Plan, dac de Heerem van de Stad fchynen geformeerd te hebben , onss twee afzonderlyke wegen ter decifie van de gefchil-. len met ons in te Haan, en dus aanleidingle geeven, dat 'er ligtelyk ftrydige fententien gebooreni konden worden. Trouwens dit ftrookt zeer wel mees de regelen van convenientie en eigenbelang, om dac: men dan altoos eene achterdeur open heeft, en zichi houden kan aan die decifie, welke het meeste voor-, deel aabrengt: terwyl dedisfenfien, die noodwendig daar uit moeten ontfiaan, weder aanleiding toss nieuwe requesten geeven.
Uw Hoog Mogenden zullen dan uit allen deezen i ligtelyk kunnen bevroeden, dat de zaaken thandsi in die ficuatie gebragt zyn, dat wy ons aan geene: decifie, van wie het ookzy, kunnen fubmitteeren J; naardien wy geen vryheid hebben,om de Souverei-. niteit en onafhanklykheid dèr Ommelanden, wier: handhaaving en confervatie wy plechtig bezwoo-■ ren hebben, aan iemand te compromitteeren; maar* , dat die Souvere.niteit en ornf hankelykheid gewei-., dig gefchokt en gefchonden zynde, thands de Ca-* fui Fcederis exteerd, waar in alle de Bondgenooten i gehouden zyn oi.ze Souverainiteit met alle behoor- . lyke en mooglyke middelen; ja zelvs (is het nood) met Iyf en goed te helpen h mdhaaven, ftyven en ; Herken, befchutten en befchermen, tegens die geBen, welke reeds daadelyk daar op zulken grooten i inbreuk hebben geda m en verder zullen doen , wanneer de hooge Bondgenooten zich niet ten fpoedig. fien on?e rechtvaardige zaak naar inhoud van het Utiechts Verbond aantrekken, en ter onzer hulpe toefchieten.
Wy hoopen, dat deeze onze ernflige, biilyke,
op
ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133
op het beëedigd Verdrag gegrondde,en nu ten derdei miale gedaane inftantie, eindelyk eens, by de hooge Bondgenooten, die ingresfie zïi vinden, welke ze waarlyk verdienJjop dat de dangereufegevolgen , die by verder verwyl vastelyk plaats hebben zullen, nog in tyds en aleer het te laat is, geprasvenieerd, en deeze Provincie van deszelvs aaderflnts onvermydelyke ondergang bevryd moge worden : terwyl wy voor U Hoog Mogenden niet willen verbergen, dat wy vastelyk gezind zyn, liever alles te waagen, als onze vrye halzen onder het juk vaa ons gelyken te krommen.
Hebben wy moeds genoeg gehad, om in de gevaarlykfte tyden, die het Vaderland ooit beroerd hebben, voor diens behoudenis pal te Itaan,engeen dreigementen van moord of overlasc aan onze Per[.foonen en Goederen ontzien, wy zullen ook moeds genoeg hebben, om voor onze eigene Haardfteden i en Altaaren, voor de Hoogheid en Souvereiniteit der 1 Ommelanden pal te (taan, zo lang 'er adem in ons I gevonden wordt! en zullen ons bevlytigen om die gevoelens op ons Nageüacht over te brengen.
Wy zyn ten uiterlten getergd, gehoond , gefmaad en befpot, de oproerigheid en disobedientie aan de beveelen der Hooge Regeering wordt van tyd tot tyd nieuw voedzel gegeeven, de animofiteit wordt daar door aangewakkerd, en is nu na het genoegen van fommigen ten hoogften top geklommen, en wy kunnen met de Heeren van de Stad niet hereenigd worden, wy kunnen zelvs met hun de Articulen daar toe dienende niet ontwerpen, voor dat zy onze Souvereiniteit en onafhankelykheid erkend, de daar tegens zo fterk gepleegde attentaten gerepareerd, en aan ons deswegens behoorlyke en toereikende fatisfaclie hebben gegeeven.
Wy hebben van Burgemeesteren en Raad een brief ontfangen, gedateerd den 23Üen February, houdende kennisgeeving van de aanfchryving van U Hoog Mogenden, om te tenteeren, door de te boudene conferentien de gereezene gefchillen af te I 3 doen,
134 Verzameling van Stukken hetrekkelyk Ut
doen, en dat ten dien einde den Heer Praefideeren--' de en deszeivs Heeren Adfesiooren, benevens den Syndicus hadden gecommitteerd, fub R ,waar over de deliberatien mede tot nu toe om de monftering hebbende moeten dilaijeeren ; zyn wy thands gerefolveerd, aan Hun Edele Mogenden voor refcriptie toe te dienen, (fet wy, ter betooning van onze 3, infchikkelykheid cn geneigdheid tot vreede, an-> „ dermaal willen beproeven, of met hun over de ,, Conditiën van hereeniging in der mii;ne verdraa„ gen kunnen, mits dat de 'Heeren van de Stad in 3, du.idelyke en verftaanbaare woorden , die geea
uitleg behoeven, vooraf de Soüvereiniteit en on3, afhankelykheid der Ümmelanpen erkennen , de
daar tegens gepleegde attentaaten repareeren, ei „ wegens diens fchending aan ons toereikende fatis„ factie bezorgen, breeder in Copy fub S te zien*.
Zo dit het gewenschte effect mogte hebben, zujen wy niet in gebreke blyven, mede van onze zy» de Heeren Gecommitteerden tot het herv ttea der Befoighe's ter reconcilieering te benoemen ; maar willen egter daar door niet gerekend worden , winneer die conferentien vrugteloos mogten worden afgebrooken , iets van ons onbetwistbaar recht gerelacheert te hebben, of van de Unie van Utrecht , of van het Reglement Reformatoir te zyn afgeweeken : gelyk wy ook die infchikkelykheid niet befchouwd willen hebben , als een gqvolg van de 'aani'chryving van U Hoog Mogenden van den rSden Febr. hier vooren vermeld; zo dat dezelve nimmer in confequentie zal kunnen worden getrokken, om daar uit een ftilzwygende asceptarie van de judicature van U Hoog Mogenden af te leiden, als waar tegens by deezen w?l expresfelyk protefteeren.
Wy zullen van het een en ander mede aan zyn Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhoüder by Misfive van heden , met toezending van Copie deezes, de vereischte communicatie laaten toekomen, ten einde Hoogstdezelve op middelan
be-
'it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 13$
bedagt te doen zyn, dat het Erf-Stadhnidedyk geZag in deeze dringende nood met kragt werkzaam |>lyve, zo als insgelyks by Misfive van den 6 len Febr. fub T, met betrekking tot het afbreken der conferentien tot hereeniging' hebben gedaan; en verzoeken intusfchen Uw Hoog Mogenden,^ uit de bygevoegde (tukken te willen opmerken , dit het niet aan ons, maar enkel en alleen aan de'Heeren van de Stad hapert, dat 'er geen Staatsvergaderingen gehouden of befluiten genomen worden , ter afdpening van zo veele gewichtige zaaken, -ter Tafel van Uw Hoog Mogenden gebragt, cn door onze Gedeputeerden overgenomen , naardien wy ons daar toe by alle voorvallende gelegendheden 'vaardig verklaard, en dikwiis de fterkfte anftantien by ons mede-Lid hebben gedaan, doch telkens zonder eenig eiTeót.
Waar tegens men ons zeer kwaalyk te gemoete zoude voeren, dat wy de eerfte geweest zyn, dip de Landsdag Befoignes hebben afgebrooken, ge? merkt zulks enkel als een Cafus mere necesjüatis beifchouwd moet worden, als gefcjiied in de maand September des afgelpopen jaars, toen het Ommelander Territoir door de gewapende Satelliten van Ide Stads Commisfie onveilig gemaakt, fommige Leden der Ommelander Regeering in hunne reizc ■yerhinderd en in arrest wierd. n genquden.
Waar mede deeze eindigende, beveelen wy Uw Hoog Mogenden in de bef/cherming yan God Almachtig, dien wy bidden dat U Hoog Mogenden in een lange en voorfpoedige Regeering wil bewaaren en betuigen .te zyn.
Hoog Mogende Heereni (Onder ftond,) Groningen den U Hoog Mog< dienstwillige
; 8 April 1788. goede Vrienden,
Geparapheert, G. Lewe, vt.
Lager ftond,
Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz. (was gefO F» J« Guichart, Ster et.
' 14 ■ a°.
ïgo" Verzameling van Stukken letrelkelyk tot
552. Strekkende tot Bylage A. van No. 5JM
Misfive van Burgemeesteren en Raad oud en nieuw,, /cim/Jt Taalmannen en Gezwooren Gemeente in Grg-i ningen, aan de Heeren Jonkeren, Hovelingen em Eigen-Erfden, tusfehen de Eems en de Lauwers ij behelzende Propofitie, om wederzydfche Gecommi$-< teerden te benoemen, Ier afdoening van de different ten enz.
Edele Mogende Heeren! 2o even by ons zynde ontfangen U Edele Mog.; Misfive van den 26ften deezer, waar by U Edelel Mpgenden ons kennis geeven, van met ons geenes Staatsbefluiten te kunnep formeeren, oi eenige* Provinciaale Commisfien houden, heen en ter tyd: wegens de zaak daar in gemeld, op vaste en bdlyka< gronden hereenigt zyn j en hier .toe aïlezints gein-i clineert zyndp en niets meerder wenfehende, neb.* bep wy niet willen afzyn, tpt dat gewenfehte ein-, de U Edele Mogenden te proponeeren, om Heeren Gecommitteerden te benoemen , en U Edelen Mpgenden daar toe mede te verzoeken, ten eindëE te zamen, als Leden van ieder Lid apart, te dellbereeren over de middelen, die ter afdoening van: die differenten, om welke de Landsdag deliberatien thands tusfehen U Edele Mogenden en ons ophouden, zouden konnen dienen, en tefTens te verzoeken ,' dat deeze Commisfïe hoe eerder zo lieve?] wërde geëxerceerd , doende ieder aan de zynes Rapport.
Waar mede verblyven na Uw Edele Mog. in Gq« des heilige protectie te hebben aanbeyoolen.
Edele Mogende Heeren} Onder ftond, (Groningen den Uwer Edele Mogende goedsi
36Sept. 1787. Vrienden*
(Was geparapkeerd,) B. J. Iddekinge, Y*#
Lager llpnd,
Ter OrdoTitimtie der H. Heeren voorfz^ %0'J ' W° Crossen, Sscret
de Gebeurtenis/en in 17 $7 enz. voorgevallen. 137
ifJ°« 553- Strekkende tot Bylage B. van No. 551.
\ Behelzende antwoord van Jonkeren* Hovelingen enz. op bovenjtaande Misfive.
Edele Mogende Hberen!
In onze Vergadering van heden gedelibereert hebbende over Uw Edele Mogenden Misfive van van den 26ften der jongst verloopen maand, waar iby Uw Edele Mogenden gelieven te proponeeren, lom uit ieder Lid eenige Heeren Gecommitteerden te benoemen, ten einde te delibereeren over de middelen ter afdoening dier differenten, om welke de Landsdags deliberatien thands tusfehen Uw Ed. /Mogenden en ons ophouden, hebben wy gemeent Uw Ed- Mog- te moeten refcribeeren, dat wan. ipeer Uw Ed. Mog. in der daad genegen zyn, wegens het violeeren van ons Territoir, en de gewei» dige verongelykjngen, die onze goede Ingezetenen geleeden hebben, aan ons en onze Ingezetenen behoorlyke en voldoende fatisfacfie te geeven, en on§ daar van verwittigen, wy aïlezints bereidvaardig zullen worden bevondeu, om uit ieder-Kwartier een Heer te committeeren, om nevens onze Syndicus en Secretaris, met Heeren Gecommitteerden van Uw Edele Mogenden te confereeren, over de iwyze op welke die fatisfaclie zal gefchieden; en ïteffens, zodaanige Articulen te ontwerpen, welke (tot eene ouverbreekelyke baud van hereeniging tusfehen Uw Edele Mogenden en ons zullen dienen en iheiliglyk nagekomen moeten worden, op dat alzo leenmaal een einde werde gemaakt vaD zo veele dis» :frepantien, als meermaalen tusfehen Uw Ed. Mog. fn ons hebben plaats gevonden.
Wy vertrouwen dat Uw Edele Mogenden hier (toe befluitende, uit het midden Uwer Edele Mog. zulke Heeren zullen committeeren, welke niet heb* iben geconcurreert tot die fchecdige Refolutien, 'Wqar door de vereeniging tusfehen Uw Edele Mog. :en ons faitelyk verbrooken is, of die mede hebben isecoöpereei!; tot verguizing en vernietiging van de Ij fee-
ï3§ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
gezwoorene TraCtaacen, Wetten en Reglementen;! op dat wy ons niet in de onaangenaame utuatie gè« bragt vinden, om dezelven te moeten recufeeren.
Waar mede Uw Edele Mogenden in de'beTcheri piing des Ailerhoogften beveelende, verblyven. Edele Mogende Heeren!
(Onder ftond,") Uw Edele Mogenden dienstwillige goede Vrienden, Groningen Jonkeren, Hovelingen, Eigent
den y Octobf Erjden en Volmachten van'di 1787. Ommelanden tusfehen de Eerhi
en de Lauwers» Geparapheert, (was get.) G. Lewe, Vt.
La^er (lond,
Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz] (geteekent) F. J. Guichart, Secret.
Np. 554. Strekkende tot Bylage C'van N°. 551,1
Behelzende kennisgeeving door de Heeren van dè Stad aan die der Ommelanden, dat Stadswegen Ge* committeerden tol het houden der Conferentie ge* fchikt om eene Asfociatie uit te werken, waren be* noemd.
Edele Mogende Heeren! Wel ontfangen hebbende Uw Edele Mogendefli Misfive van den yden deezer , geaddresfeert aan Burgemeesteren en Raad oud en nieuw, fampt TaaU mannen en gezwoorene Meente, hebben wy dezel-l ve op den ioden deezer, in eene breede Raads* Vergaderinge ter deliberatie gebragt, met dien ge-< volge, dat Hun Edele Mogenden ter betooning van haare ,genegenheid, om de thands fubfifteerende1 gefchillen met Uw Edele Mogenden op eene billyj ke wyze, zo ras mooglyk te vereffenen, ons heb.:
' ' bei
te Gébeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 13$
en verzogt, om tot dat einde uit onzer midden £eerèn Gecommicteerden te benoemen, en daar an aan Uw Ed. Mogenden kennis te geeven. Waar an wy de eere hebben ons by deezen te acquiteeïn, en Uw Edele Mogenden te informeeren: dat y tot het houden van die Conferentien hebben crzpgt en gecommitteert, de Heeren Burgemees;rb vanIddekinge, Raads heeren van Swindereiï jKengers, de Syndicus Tiddens, en een onzer Se.■etarisfen: betuigende verders, dat het ons byzoner aangenaam zal zyn, hoe eerder zo beter, door 'w Edele Mogenden te mogen worden geïnforieerd, welke Heeren Uw Edele Mogenden tot het ouden van die Conferentien zullen hebben genomisert, ten einde dezelve ten allereerften wierden, egonnen, en op eene harmonieufe wyze tot on? erling genoegen voorfpoedig ten einde gebragt. 'Waar mede, na Uw Edele Mogenden der beiherming des Ailerhoogften te hebben aanbevoo» n, verblyven. : Edde Mogende Heeren!
Onder ftond, Uwer Edele Mog. goede Vrienden, roriingen den. Burgemeesteren en de Raad
$06tpb. I/87. in Groningen.
Geparapheert, B. van Iddekinge, Vt,
Lager Kond ,
Ter Ordonnantie van H. Heeren voorfz. (w,as get.) W. Cranssen, Secret.
f». 555. Strekkende tot Bylage D. van N*. 551.
Behelzende Misfive van Jonkeren, Hovelingen enz. aan de Heeren yan de Stad, waar by kennis geiVen, dat aan hunne zyde insgelyks Gecommitteerden ten fine voorfchreeven, waren benoemd.
Edele Mogende Heeren!
Wy-hebben wel ontfangen Uwer Edele Mogen*
de»
I40 Verzameling van Stukken betrekkelyk tos
fien Misfive van den i^den deezer, waar by UJ Edele Mogenden aan ons kennisfe geeven, dat c Heeren Burgemeester B. van Iddekinge, RaadJ heeren van Swinderen en Reingers , Syndici Tiddens, en eender Secretarisfen, door U Edee Mogenden waren verzogt en gecommitteerd, 00 met de Heeren onze Gecommitteerden te conleree ren over de wyze, op welke de gefchillen , tiianc tusfehen de beide Leden fubfifteerende, zo r? mooglyk konden worden vereffent, met byvoo ging, dat het Uw Edele Mogenden byzonder aas genaam zoude zyn, ten fpoedigften geïnformeet te mogen worden, welke Heeren door ons tot ho houden dier Conferentien zyn genomineerd.
Daar wy wezendlyk verlangen, dau de gefchilld tusfehen Uw Edele Mogenden en ons, ten fpoediji ften mogen worden uit den weg geruimu, en < beide Leden op vaste en biilyke gronden mogen wo; den yereenigd, zo hebben wy geen oogenblyk wi len uitftellen, om aan onze zyde insgelyks eenip Heeren tot het houden deezer Conferentien te norm neeren, en hebben daar toe in onze Vergadering vp lieden verzogt en gecommitteerd, de Heeren K, Lewe van Middelftum, S. L. Alberda, Heer vt Byma, en O. R. Alberda, Heer van Ekenjteir, benevens onzen Syndicus en Secretaris.
Wy hebben niet kunnen afzyn, hier van aan U Edele Mogenden kennisfe te geeven : en deeze eindigende, beveelen wy Uw Edele Mog- zee ieverig aan 's Hemels dierbaare hoede , en vei blyven, Edele Mogende Heerenl
Onder ftond, Groningen den U Edele Mogende goet
17Octob. 1787. Vrienden,
Geparapheert, G. Lewe, vt..
Lager Mond,
Ter Ordonnantie der H. Heeren voorj (get.), j. F. Guichart, Sem
N
ie Gebwtenisfen in 1787 enz. mrgmlkn» 141
'Nü. 356. Strekkende.toe Rylagea E, F, G, Hen 1. van N0. 55r. Behelzende wederzydfche Deels, ratoiren, door de Heeren van de S .ad, en door dit van de Ommelanden aan malkanderen gedaan.
De Heeren Gecommitteerden aan zyde van de igtad Groningen, tot de Conferentien ter vereffening -van de thands fubfïfteereaJe gefchillen,. tusfehen Ide gemelde Stad en de Ommelanden tusfehen de :Eems en de Lauwers, declareeren aan de Heeren luit het Lid der Ommelanden, gecommitteerd tot Idenzelven einde: dat de Heeren Burgemeefteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, genegen zyn , om wegens het voorgevallene in Appingadam, aan de Ommelanden tusfehen de Eems en Lauwers, eene biilyke fatisfactie te geeven; als mede aan de Ingezetenen aldaar vergoeding van bewysbaare fchaade, zobydie IgL-legentheid mogten geleeden hebben: onder die mids, en in die zekere fuppofitie, dat Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erfden en Volmachten derOmr. imelanden tusfehen de Eems en Lauwers, aan hunne zyde corrigeeren zullen alle hunne irreguliere ftapipen, en dien conform onder anderen wederom intrekken, de afgegeevene ordreS opzichtelyk het Sta-
Eelrecht, benevens het Declaratoir, waar by de andsdags-Befoignes en Provinciaale Commisfien :zo veel in hun was, zyn gefurcheerd en gelimiteerd; zynde de Heeren van de Stad genegen, om lals dan over de verdere poincten van bezwaar, zo nog wederzyds overig blyven, met de Heeren Gexommitteerden van de Ommelanden vriendelyk tc xonfereeren.
Supra in margïne ftond> Geêxhibeerd door Stads Gecommitteerden in de Conferentie van Dingsdag den 6 November 1787. Oflf get. F. j, Güichart, SecreU
By*
£4» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
Bylage F.
De Heeren Gecommitteerden aan zyde vaö dei Stad Groningen tot de Conferentien terVereffeningj van de thands fubfifteerende gefchillen tusfehen dei gemelde Stad en Ommelanden hebbende gedecla-t jfeerd :
Dat de Heeren Burgemeefteren en Raad, oudi ' èn nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Ge-; 'meente, genegen zyn, om wegens het voorgevalt lene in Appingadam, aan de Ommelanden eene biht lyke fatisfaclie te geeven: ais mede, aan de Ingezet tenen aldaar vergoeding van bewysbaare fchaades te dóen, zö by die gelegenheid mogten geleedem hebben: onder die mids, en in die zekere fup-i pofitie, dat Jonkeren, Hovelingen, Eigen-Erf-f den en Volmachten der Ommelanden ook aan hun>i ne zyde corrigeeren alle hunne irreguliere Jlappen, en diens conform onder anderen wederom intrek< jken, deafgegeevene ordres, opzichtelykhetSta-i
Eelrecht, benevens het Declaratoir, waar by dei andsdags-Befoignes en Provinciaale Commisfien, zo veel in hun was zyn gefurcheerd en gelimi-i teerd, zynde de Heeren van de Stad genegen orrt als dan over de verdere poinóüenvan bezwaar, zoi nog wederzyds overig blyven, met de Heeren Gecommitteerden van de Ommelanden vriende*: lyk'te confereeren.
Zo declareeren de Heeren aan zyde van de Omk ïhèlanden, tot vereffening van vöorgeroerde diffei renten gecommitteerd, dat de Heeren van de Om'«i melanden altoos ten uiterfte afkeerig zyn geweest van het'doen eeniger irreguliere flappen, en wan-i neer onverhoeds by overhaasting of anderfints ZicM daar aan mogten fchuldig maaken, nooit onwillig; of tergiverfant zullen worden bevonden, om dezelve op eene edelmoedige wyze, zo dra daar vani worden geconvinceert, daadelyk te repareeren; waarom verzoeken dat de Heeiten Gecommitteerden: van Stads zyde correctie verzoekende, van alle" de: irreguliere flappen door de Ommelanden naar hun:
ius«
i de Gebeurtenis/en in 1787 èm. vwgsvallèn. 143
' füstenue gedaan, èn daar van flegts twee opgeeveri!de; ttrwyl inmiddels de bewoording onder anderen :te kennen geeft, dat naar het gevoelen van de Hee■fen van de Stad meerder flappen als de twee opge[.gëevenë gecorrigeerd zullen moeten worden, voor.
af bepaaldelyk en fpecifice gelieven op te geeven, 1 welke die overige irreguliere flappen zyn, zo door Ide Heeren van de Stad worden bedoeld; zullende Jtls dan de validiteit van alle te famen by de Beoten van de Ommelanden in ernftige overweeging ;*genomcn,en voorts zodaanig worden gercfolveerd»
als bevonden zal7 worden te behobren.
; Suprd in margine ftond,» Een pelykluidende deezes overgeevenaan de Heeren Gecommitteerden van de Stad in de Conferentie van Donderdag den 15 November 1787. (wf,s get.) t. J. Guiciurt, Secm.
Bylage G.
| De Heeren van de Stad overwóogen hebbende het nader Declaratoir door Heeren Gecommitteeriden aan zyde der Ommelanden in de befoignes over. Igegeevea, van inhoud , „ dat de, Heeren van de „ Ommelanden altoos ten uitterften af keerig zyn geweest van het doeneenigerirreguliere flappen, ,», en wanneer overhaasting of anderfints zich daar », aan mogten fchuldig maaken, nooit onwillig of „ tergiverfant zullen worden bevonden, om dezels» ve op eene edelmoedige wyze, zo dra daar vai :SJ worden geconvicceert, daadelyk te repareeren: 1»» waarom verzoeken , dat de Heeren Gecommit» 9, teerden van Stads zyde, correctie verzoekende 3, van alle de irreguliere flappen door de Ommelans> den naar hun fuflenue gedaan, en daar van flegts ,t twee-opgeevende, terwyl inmiddels de bewoor3i ding onder anderen te kennen geeftdat naar het t, gevoelen van de Heeren van de Stad meerder-ftapw pen, als van de twee opgegeevene gecorrigeert
zul-
244 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
,, zullen moeten worden, vooraf bepaaldelyk eft t, fpecifice gelieven Op te geeven, welke die o« „ verige irreguliere flappen zyn, zo door de Hee-: *, ren van de Stad worden bedoelt, zullende aïé dan de validiteit van alle te faamen by de Hee*: ren van de Ommelanden in ernftige overweegingj „ genomen , en voorts zodaanig worden gerefoU 9, veert, als bevonden zal worden te behooren''.
Zo verklaaren de Heeren Gecommitteerden aani Stads zyde, uit naam hunner Committenten: da'Ê zy even zeer als hun mede-Lid hartelyk gezind zyn 4 de difFerenten, zo veel hun mooglyk is, te willei: wegneemen, en op die grond by hun Voorig Declaa ratoir ook aangenomen hebben, zo als nog doen h$ deezen, een biilyke fatisfaclie en vergoeding vani bewysbaare fcbaade te zullen prsefteeren.- En dit te meer, daar zy, zo uit de aart der zaake zelve, over-t tuigd zyn ,dat het heil en de voorfpoed deezer Pro.) vincie en diens Ingezetenen , niet kan behartigd tvorden, als door eenigheid der beide Staatsleden, cn in de onafgebrokeae duuring der Provineiaalëi Begeering.
Om welke redenen, de Heeren van de Stad daöt ook meenen, dat men alle verdere mondelinge of fchriftelyke debatten en replicques, zo veel mooglyk, wederzyds diende te menageeren, op dat da!! difFerenten niet vermeerderd en de fcheuring ver* groot wierden. Hier om is het dat de Heeren vatt l de Stad hun voorgaand Declaratoir nader explieee« ren in deezer voegen t
,, Dat zy hunne aangènomene fatisfaclie en fchaa.s, devergoeding alleen bórneeren aan deeze twee'! 9, Pointen, waar door de zaaken in voorige ftaaÉli 9, gebragt wierden i namentlyk aan de herftelling def 1 ;| 9, Provinciaale deliberatien, en intrekking der ge-il „ geevene ordres opzichtelyk het Stapelrecht; eöi 9, dat zy de difFerenten, zó beide Leden wedef-.li 9, zyds op of tegens eikanderen mogten hebbeö,:!| s, aanbieden als dan of daar na in het vriendelyke ferm „ reguleeren* fchikfcen ea af te doeö",
i Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen: 145
De Heeren van de Stad vermeenen hier op, dat het noemaChtig maaken van deeze difFerenten althands nu niet verder te pasfe komt, daar zulks de [deliberatien over het tegenwoordig onderwerp zouide protrahëeren, in ftede van harmonie en eenigpeid te herftellen.
Supra in margine Jlond, Exhibitum in de Conferentie op Vrydag den 30 November 1787. I *was getm) F. J. Guicharï, SecreU
Bylage H.
' De Heeren van de Stad huri voorgaand Declara* toir den 6den-November jongst in Commisfïe overgegeevèn," nader hebbende gelieven te ëxpliceerea an deezer voegen : •' _
Dat zy hunne aangenorriene fatisfaclie en ichaade vergoeding alleen bórneeren aan deeze twee poinöên, waar door de zaaken in voorige (taan gebragt wierdén: namentlyk, aan de herttelling der Provinciaale deliberatien, en intrekking dec eegeevene ordres opzichtelyk het Stapelrecht; en dat zy de difFerenten, zo beide Leden wederzyds op of tegens eikanderen mögten hebben, aan* bieden Als dan of daar na in het vriendelyke te reguleeren , fchikken , en af te doen. Zo verklaaren de Heeren Gecommitteerden van 1de Ommelander zvde, uit naam hunner Committenten alleönts bereidvaardig te zyn, om tot herfleliling der Provinciaale deliberatien en hereeniging vin beide Leden,op biilyke conditiën te coöpereeien, en dezelve beftendig te'doen zyn; doch naardien trien ovér de laattte niet zo fpoedig e6;>s zal kunnen werden,als wel het algemeen belang van de iherflelling der Provinciaale deliberatien vordert/; aan 1de Heeren van de Stadpróponëeren-,- om , dö'or pr<~.vifioneele Conventie , onverkort een ieders recht ien fuftenues, "daar toe de nodige fchikkirig met hip hé willen maaken, en aldus te bewerken , . dn de VI. Deel. K thands
146 Ferza-mding van Stukken betrekkelyk tót
thands zo hoognodige Provinciaale befoignes ten j minfte voor eene zekere bepaalde tyd werden her-;. vat; biedende zy mede aan als dan en daar na dei difFerenten, zo beide Leden wederzyds op of te-» gens eikanderen mogten hebben, in het vriendely.> ke te reguleeren, fchikken en af te doen.
De Heeren van de Ommelanden oirdeelen met dei regelen van billykheid niet overeenkomftig te zyn, , dat hun zoude worden gevergt om de eenigfte prse- ■ tenfie, die de Heeren van de Stad vermeenen , met: betrekking tot het Stapelrecht, tegens hun te kun-nen formeeren, aan dezelve voor het reëntamee-. ren der Stads deliberatien in te willigen.en de hun- ■ ne tot na herltelling derzelve te referveeren, waarom by deezen rondelyk declareeren, hier toe niet: te zullen befluiten; en zulks te minder, naardieni de Heeren van de Ommelanden, op aanzoek van de: Heeren van de Stad, Gecommitteerden tot byleg.. ging der onderlinge gefchillen en hereeniging van i beide Leden hebben benoemd , onder die conditie, , dat aan hun en hunne Ingezetenen genoegzaame fa- ■ tufa&ie wegens de gepleegde vyandelykheden, eni vergoeding der daar door veroirzaakte fchaade, ge-, geeven zoude worden: over zulks zich niet kunnen i laaten welgevallen, dat dezelve van achteren door: eene conditie fine qua non gelimiteerd, en bezwaar- ■ Jyk worde gemaakt.
Supra in margine ftond: Gelykluidende deezes aan de Heeren Stads Gecommitteerden overgegee- . ven in de Conferentie t;p Dingsdag den 4 December 1787. (was gel.} F. J. Guichart, Secreu ,
Bylage I.
De Heeren van de Stad geëxamineerd hebbende her Declaratoir door Heeren Gecommitteerden vaa 1 de Ommelander zyde, uit naam van hunne Commit- > ten, aan de Heeren Gecommitteerden van Stads zy. ■
da;
> Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 147
e den 4den deezer in de Commisfie geëxhibeerd * oofdzaakelyk van inhoud, dac de Heeren van de Ommelanden voor als nog declineeren de intrekking er afgegeevene ordres , opzichtelyk het Stapel;cht;edoch zich ter bevordering van het algemeen slang bereidvaardig te betoonen, om de Provin;aale deliberatien te hervatten, en ten dien einde m de Heeren van de Stad proponeeren, om door :ovifioneele Conventie, onverkort een ieders recht 1 fustenues, daar toe de noodige fchikking met an te willen maaken, en aldus te bewerken, dat ezelve ten minften voor een zekere bepaalde tyd erden hervat, zich aanbiedende om als aan en daar 1 de difFerenten, zo op of tegens eikanderen mog. m hebben, in het vriendelyke te vereffenen. Zo eclareeren de Heeren Gecommitteerden van Stads yde, uit naam van hunne Committenten, zonder eene rescontre te treeden van al het gepofeerde , het hier voorgemelde Declaratoir van de Heeren ecommitteerden aan deOmmelander zyde , datzy, oe genegen ook tot bet houden van de Landsdag fcfoignes, zich egter verplicht rekenen , by hun aorgaand Declaratoir van den 6den November ingst,den 3often daar aan volgende nader-geïnterneerd, te perfifleeren ; als vermeenende , dat et zelve met de regels van recht en billykheid volomen is ftrookende.
Supra in margine ftond, Exhibitum door Stads Gecommitteerden in de befoigne op Maandag den 10 December 1787. (was get.) F. J. Goichart, Secret.
K 2 No,
Ï48 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot
N". 557. Strekkende tot Bylage K, L, M en K var No. 551. Behelzende Voorfiag ter onderlinge her\ eeniging en bylegging der gefchillen, door de Hee* ren Gecommitteerden van de Otnmelander zyde get daan, aan de. Gecommitteerden van Stads zyde; bet nevens het Antwoord daar op van de Gecommitteerd den wegens de Stad , weder-Antwoord van die dei Ommelanden, en daar op gevolgd Antwoord namem de Stad.
Edele Mogende Heeren!, Op nét gepoieerde in het Declaratoir door dt Heeren Gecommitteerden van Stads zyde den 3oftet November jongst in Commisfleovergegeeven, ,,da; de Heeren van de Stad zo uit de ondervinding vai vooris/e tvden als uit de a.